A L Q E ME N E KONST- en I/ETTÉaÈl-BpDJE» VOOR MEER- en M I N- GEQEFFEND EN. tiende deel. January .— Jwy Te HAARLE M. Py C PLAAT en A. L O O S J E S Pa.  1  ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN M I N- G E O EFFENDENbehelzende B Ë R' I G T E N, uit de GELEERDE WAERELD, van alle LA N D E N: nopens Ben tegenwoordigen Staat en voortgang der Geleerdheid, fchoneKonsten en Wetenfchappen, nieuwe Ontdekten«en,Uitvindingen en Proeven, in enigerhandeTakken derzelven: Bevorderingen, Sterfgevallen en Levens%y zonderheden van geleerde Mannen en beroemde Konftenaren: Eerbewyzen en Beloningen , als mede Prysvragen en Uitdelingen, met andere verrigtingen en voorvallen, zo by de onderfcheidene voorname Akademten en Maatfchappyen van Wetenfchap, als by andere Genootfchappen van Geleerdheids- en Konstminnarcn, en by alle openbare en meer afzonderlyke Stichtingen. Voorts opgave van uitkomende Boeken, Akadcmifche en andere Schriften, met een kort berigt van der zeiver inhoud ,Land- en Zeekaarten, Tekeningen en Prenten, Schilder- en Beeldhou ft ukken, Gouden- en Zilveren-Gedenkpenningen, nieuw uitgevonden Werktuigen en Konstgevaar ten, Muzykwerken, Toneel- en ander Konstvermaak nieuws, Hiflorifche en Letterkundige Anecdoten,Geboorte- Trouw- en Sterf ysten^ Waarnemingen van 'f Weder,allerleye Letterkundige Narigten en By zonderheden, of ,t geen van enig aanbelang en nut kan ivezen, zoin de Befchouwing als Beoefening, voor alle Liefhebbers van Wetenfchap,gelykmede voor den Handel en Scheepvaart, Land- 'en Veebouw, Huishoudkunde, Handzverken en Traficquen, en algemene Induflrie ,enz. enz. X DEEL. By c. plaat ,m -a, l o o s j e s Pz. 179 3'   1793 iNO> 3°' ji L GEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN M1N-GEOEFFENDEN No. 236. Vrydag den 4. January. : E R I G T E N. Z W E D EN. IB^^^Ben weet thans, dat de overleden Koning G«jT\/f «5 taaf in navo'gino van den groten Frede1V1 jW ook gefchreven Papieren heeft nagelaten, -^gg&W die echter, niet dan over vyftig jaren, indruk mogen verfchynen. Wat deze Handfchriften eigcntlyk inhouden, is niet bekend: dan men vermoedt, dat zy beftaan in Gedenkfchriften van zyn tyd en eigene Regering, met daar toe behorende Juthficative Stukken en Briefwisfclingen. Reeds enige jaren, voor den iaatiten Oorlog, befpeurde men, dat de Koning, dikwyls, in ledige uren, zig met fehryven bezig hield, en die Papieren altyd zorgvuldig wegfioot. Toen de Oorlog begon, en by zelve, in eigen perfoon, met het Leger naar Finland overftak, plaatfte by, in het Tuighuis, een gefloten Kistje; 't geen hy 'er, na den Vrede, weder uit liet halen : en zedert vermeerderde hy den letterkundigen inhoud daar van, van tyd tot tyd. Kort voor zyn overiyden, gaf de Koning last, om dit Kistje met papieren, na zynen dood, aan de Univeriiteit, te Upfal, te overhandigen, met uitdrukkelyk bevel, om het niet te openen, nog van de Handfchriften enig gebruik te maken, dan na verloop van vyftig jaren, na zynen dood. Toen ene bezending dier Univcrfitcit, onlangs, in X. deel. Stockholm kwam, zo om den tegenwoordigen Koning geluk te wenfehen, als om het Kanfelierfchap der Univeriiteit aan den Hertog Regent op te dragen, wierd haar ook dit Kistje en bevel overgeleverd; gelykhet thans reeds, in een gefloten Kamer van de Univerfiteits Boekery, ftaat. Deze Bibliotheek bezat reeds voorheen ene aanmerkcIyke Verzameling van Minifterieele Memories en Brieven, door den gewezen Kanzelier, Graaf Rudenfchbld, die in 1783 overleed, aan haar gemaakt, en die mede voor alff nog niet in druk. mogen uitgegeven worden. Daar dez\_ Heer, een langen reeks van jaren, den post van Afgezant, te Berlyn, bekleedde, en byzonder vertrouwelyfc met Koning Frederik II. omging, eer hy, in het Ministerie geroepen, en vervolgens in 1761 Ryksraad, wierd, mag men hier uit billyk tot het belang beiluiten van deze zyne nagelatene Papieren. De be;den grote eerfte Ministers, Graven van Tesfin en van Hopkin, (waar van de een in 1770 en de andere in 1789 overleedt) hebben insgelyks uitmuntende Gedenkfchriften nagelaten, die echter nog in handen hunner Familiën zyn: gelyk ook de eerfte Minister Graaf Hom, (in 1742 geftorven) ene rykc Verzameling van Minifteriele Stukken naliet. De laatfte was Zweedfche Gezant ia Polen, by de Verkiezing van Koning Staritflaus, in het jaar 1704. en kwam reeds in 1705 in den Raad. Zulke Familie archiven zyn 'er meer in Zweden voor handen: doch zy blyven tot nog, nutteloos, in het duistere, leggen. A Vê  C 2 ) De Hr. Ouenfel, van Schonen, Amanucnfisby het Akademisch Mui'cum, of het Kabinet van Natuurl. Zeldzaamheden, te Upfal,' heeft, voori-edcn ZoiiTer, ene Reize naar Noordtand, byzonderlyk naar Botlynien en Lapland, gedaan: waar op hy een groot aantal Stukken, uit alle de Beken der Natuur, verzameld heeft. DENEMARKEN. De Iloogl. en Hofprediker y. G- C. Ad/ér, is tot Generaal Super-Intcndent des Hcrtogdoms Sleeschwyk, en teyclyk tot Opper Confiftoriaalraad, aangefteld. De. Hoog!. Sneedorff', een jongman van de grootfte verwagting, is, in den voorleden Zomer, op zyne reize in Schotland, door het omflaan van een hollende Postkoets , ongelukkig om 't leven geraakt. De Kamerheer Su/un, die een byzondere Vriend van den overledenen Was, heeft een Latynsch Graffchrift op hem gemaakt. In de Stad Chriftiania, is een nieuw Genootfchap opgerigt, onder den naam YanNaorweegsch Plaatsbefchryrend Genootfchap, 't geen ten doel heeft, om van tyd tot tyd de Plaatsbefchryving van dit Ryk te bearbeiden en een Maandwerk uit te geven. .Men beloofd zig hier van niet weinig goeds. G R O O T-B R I T A N NIE N. . De Heer Wendeborn, een geboren Duitfchcr, doch alhier zeden een geruimen tyd woonagtig, wiens- Vtèw of England (Bcfchouwing van Engeland) in-2 delen, met ongemene graagte ontvangen is, houd zig thans op nieuw bezig niet het fchryven vBh een twede Werk, dit Land betredende. Dit Stuk, 't geen in de Hoogduitfche taal word opgefteld', en eerlang in druk zal uitgegeven worden, zal Waarnemingen bevatten, die de Schrvver, in het jaar 1791. op ene reize , door het zuidwestelyk deel van ■dit,Eiland gedaan, opdeedt: en die door hem, in Brieven, aan enen Vriend, 'worden medegedeeld. DUITS OH LAND en naburige Ryken. ■ De .Koningl. Maatschappy der Wetenfchappen , te Gottinge-n , heeft de volgende Gefchiedkundigc Vraag voor de eerfte maal opgegeven, om beantwoord te worden, voor den.j Octob. 1795.. Eruatur ac demonflretur, ex urbium tabulariisfcriniixque privatoritm , et ex ipfis etiam libris, tam 1 cdith yuam manuscriptis: quem quantumque utilitatis fru&um ex inita cum foederatis ÏTanfeaticis Societate ceperint Terra, quas Georgius III. magnte Britannia. Rexpotentispmus, in Germania posjidet. (Aan te wyzen en te betogen, uit Stads Archiven, en particuliere Verzamelingen , als mede uit gedrukte en gefchreven papieren: welke en hoe grote voordelen de- Duitfche Staten van Georgc 111. Koning van GrootBritannien, tut het aangaan van het Hanfée-verbond, getrokken hebben.) De prys is 50 Dukaten, en de uitfpraak zal gefchieden in Novemb. 1795. Het Keurv. Duitsch Geleerd Genootschap, in Manheim, beloofde, in den voorleden jare , (zie K. en L.Bode, No. 173. of D. Vil. blz. 130.) ene Gouden Medaiije van 25 Dukaten aan het beste antwoord op de Vrage, nopens „de rede, waarom de Duitfchcrs, naar hun eigen bekentenis, zo verre, in Prozaifchen fchryftrant agter aankomen , by de Grieken en Romeinen, en misfehien ook by de Franfchen en Engelfchen, &c." Deze prys is, den Hoogl. y S. Hottinger, te Zurich, dezelfde wiens meestcrlyke vergelyking der Duitfche Dichteren met die van Griekenland en Rome, voor enige jaren door het Genootfchap befcroondiAvierdi ten >dele gevallen. J|~t Prysvoorftel voor bet jaar 1793 betreft op nieuw Duitfche Synonyma: welker getal en foort aan de keuze der Schryveren gelaten .word .* van.welke gelykluidende bewoordingen reeds dezen en genen, voor enige jaren, door den Bibliothecaris Peterfen, te Stuttgard, bearbeid, en het Genootfchap toegezonden zyn-: verlangende het Genootfchap op die wyze,' van t>d tot tyd, een volledig Döitsch werk in 't licht te brengen, dat in den .geest en fmaak van den Hr. Gerard gefchreven is. N E D E R L A N D E N> Uittrekzel uit een Tweeden Brief van den Heer Alexander Volta, Hoogleeraar in de Proeföndervindelyke Natuurkunde, te Pavia , aan den Hr. Dr. van Marum, behelzende een Virvolg van Proefnemingen, omtrend de Dierlyke Electriciteit. Cqmo, ii O&ob-. 1792.. . „De' Proefnemingen, welken ik, ,in my»en eerften Brief, (t) heb medegedeeld , doeii wyders zien, dat de prikkeling der zenuwen, door de Electrifche ftof, die door het • (*) Zie Alg. K. en L.Bode; No, 22^226, of Dl. IX. JOz, 115, in » 131.  t 3 ) het aanlegge.i van metaalcn Plaatjes in beweging gebracht' is, twederley uitwerkzel voortbrengt; te wcetcn, of Gewaarwording alleen , of Beweeging der Spieren, naar niaate 'er zenuwen, tot Gewaarwording of tot Spierbeweging gefchikt, door dezelve geprikkeld worden. Immers leeren de proefnemingen op de Tong, dat eenfpier kan vatbaar zyn voor allcrley toetrekkingen en vrywillige beweegingen . en zelfs zeer beweeglyk kan zyn, en dat de Electrifche ftofte, by haaren doortocht, zeer gevoelige zenuwen van zodanig eene fpier kan prikkelen, zonder nochtans eenige beweging in dezelve te veroorzaken: indien, namelyk, de zenuwen, welke zy prikkelt, niet ter voortbrenging van fpierbeweging, maar ecniglyk voor gewaarwording , gefchikt zyn. Zodanige zenuwen nu zyn voorzeker die gcenen, waar van de Tong aan haare punt doorweven is; en deze is de rede, waarom de uitwerking, welke de prikkeling der Elearifche ftof, by haaren doorgang door dezelven , teweegbrengt, alleen beftaat in eene gewaarwording van fmaak, en dat hier by gencrley fpierbeweeging gebeure. Overeenkomftig dit denkbeeld dagt ik, dat, vermits de zenuwen, welke voor de vrywillige beweging der Tong gefchikt zyn, by den wortel van de Tong ingaan, men flerke fpierbewegingen inde Tong zou kunnen opwekken, wanneer men een van de metaalen bekleedzels bragt aan den wortel van een uitgefneden Tong, naby den ingang van gemelde zenuwen. De proefneming gelukte my, zo als ik had vooruitgezien; en daar dezelve eene van de fraaifte en leerrykfte Proefnemingen is, zal ik ze wat nader befchryven. „Ik nam de Tong van een Schaap, by haaren wortel afgefneden, kort na dat het Schaap gedood was; ik lag een ftukje Tinblad by den ingang der zenuwen, en hield ,een lepel tegens de boven- of beneden-zyde der Tong aan. Vervolgens gemeenfehap maakende tusfehen die twee metaalen bekleedzels, had ik het genoegen van de gcheeleTong in eene zeer fterke trillende bcweeging te zien, hare punt opligten, en zich by ftuiptrekkende bewcegingen verdraayen en keeren, van den eenen kant na den anderen ; en dit gebeurde telkens, wanneer ik tusfehen de gemelde bekleedzels gemeenfehap maakte. „Ik herhaalde deze Proefneming op een Kalfstong, die ik, op zoortgelyke wyze, met Tinblad gewapend, op een zilveren fchotel lag , zo dat deze fchotel in de plaats van het andere bekleedzel diende, en de uitflag was dezelfde. „Ik heb dit ook herhaald op de Tongen van andere kleinere dieren, als van Muizen, Hoenders, Konynen, en ik verkreeg byna altoos dezelfde uitwerking. Ik zeg byna altoos; want zomwylcn is het my mislukt met dc Tongen van kleine dieren;'het zy dat het Tinblad nietbehooriyk en ter jui ter plaatze was aangelegd, alwaar de zenuwen, die de bewegingen van de Tong beftieren, ingaan; het zy dat de verkoelde Tong haar leven verloren had, het welk niet lang blyft in fpicren van dieren, die warm bloed hebben, byzonderlyk niet in de Tong. „Daar is derhalvcn een zeer duidelyk onderfcheid tusfehen de zenuwen, (die men kan noemen Zenuwen der Spierbeweging) en de Zenuwen der Gewaarwording. De Proefnemingen op de Tong leeren immers zeer duidlyk, dat, naar maate de zenuwen, geprikkeld door Electrifche ftof, die door metaalen bekleedzels in beweging gebracht is, van aart verfchilien, naar mate zy namelyk, of voor Spierbeweging, of voor Gewaarwording van Smaak gefchikt zyn , de prikkeling der Electrifche ftof ook of Spierbeweging of Gewoarword/ng van Smaak te weeg brengt." NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Grootbrit annien. The Ev'tdences of the Jew'ish and Chr'ift'mn Reve/ation. By the Rev. Henry MurraY, A. B. Sccond Edition , 8vo. 275 pag. Price 4 f. Scwed. Dublin ,Moore„ London Robinlbns, 1791. Voor een zo vaak behandeld onderwerp als de blykbaarheid der Openbaring, is het niet te verwachten, dat nieuwe bewyzen; van groot gewigt ter beilisfingc der zake zullen ontdekt worden. Des niettegenftaande is 'er evenwel enige verdienste in het voordragen der oude bewyzen in zodanige orde, dat ze, gelyk te zaam buigende ftraalen, op het ware punt vereenigd nederkomen ; en nog racer in het opgeven derzelve met zodanige klaarheid, dat ze een volkomen kragt hebben, om de bedoelde overtuiging voor te brengen. In beide deze opzichten is het bovenftaande werkje van waarde. De orde van ftukken, fchoon de fchryver zynen lezeren geen hulp verleend heeft om die te ontdekken, door een tafel van den inhoud, of register van zaken, is zeer naauvvkeung, en blykt de vrugt te zyn ener uitgebreide en gemeenzame kennis van het onderwerp. Het werk draagt bewyzen ener grote belezenheid en gezette aandagt, en kan met nut gebezigd worden, als een kort begrip en klare voordragt der voornaamfte bewyzen voor de Openbaring; maar zou nuttiger geweest zyn , indien de fchryver meermalen en meer naauwkeurig zyne bewyzen , uit de fehriften. der oudheid, had aangeftipt: en hy zou meer genoegen gegeven hebben, ware hy minder lecrftcllig in zyne verzekeringen, en min ftreng in zyne bcoordcclingen; indien wy menfehen willen leren, moeten wc bedenken , dat gene overtuiging te wege gebragt word door veroordeling of verachting, maar alleen door goede bewyzen. /iual. Rev. Letters to a Toung Man, occafioned by M. TVakefield, Piemont, Frankryk, de Nederlanden, Duitschland, m de Oevers van den Rhyn: dienende tot regt verftar.d van d~n tcgenw. Oorlog. Dezelve beftaat in 81 ftuks, zo Kaarten als Plans, in 4to. langwerpig Formaat, by Nyon den Ouden en Zonen, prys 24 liv. TÉKENINGEN en PRENTEN, p a r y s. Oh cke Gusto, Konstpl. naar ene tekening van Ricandi, om te dienen tot een tegenhanger ol weerga van een andere Plaat door denzelfden Meester, en getyteld : Ocfy che Boccone. Prys 9 liv. L'Enfant cheri, Konstpl.' zeer bevallig opgemaakt naar een Scriildery van Fragonaird en Mej. Gerard, en in t koper gebragt door Vidal: zynde een weerga van enen vorige, onder den tytel uitgegeven van: Je m occupoit de vous. By den Autheur. Prys 12 liv. NARIGTENen BYZ ONDERHEDEN, tot den handelen scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. nuttige i n ri gt i n g, Brunswyk, den io. Deccmb. 1792. Voor ruim a jaren kwam, alhier, een Scbrynwerkers of Kastemakers gezel, en nam by een Baas werk. Weldra bleek het, dat deze man geen' gemeen Ambachtsman was, maar met alle reu den naam van enen Konstenaar verdiende. Hy had zi^h op zyne reizen, byzonder naar Wenen, ongemene bekwaamheden en kundigheden in zyn vak verworven : en maakte Tekeningen, niet flegts van Huisgeraden, in den besten fmaak, maar ook van Gebouwen en andere Voorwerpen van Architeauur. Onze regerende Hertog, hier van verwittigd zynde, gaf hem gelegenheid, om zyne Talenten ten nutte van den ftaat aan te leggen. Men I a3 «af  ( * ) paf hem ene jaarwedde, nevens vryc woning &c.: waar voor hy, des Zondags, in ene ruime Zaal van het Weeshuis, alhier, openbaar ondcnvys moest geven, zo in het tekenen als fchetfen maken, aan alle Handwerkers, Gezellen en Leerlingen, die daar toe lust hadden. De Zaal is tot dat einde, naar behoren ingcrigt: aan de Muren hangen Tekeningen, en op een Tafel leggen Modellen van allerley foort, zo van gehele Gebouwen, als Bruggen, Torens, Trappen &c. waar mede deze bekwa.me Meester zyne lcsfen ophelderd. Metzelaars , Timmermans en Schrynwerkcrs Gezellen en Leerlingen, oefenen zig hier, in het tekenen van allerleyc Bouwkundige Voorwerpen, en Stukken van fmaak en liefhebbery: en reeds ondervind het publiek de heilzame gevolgen Van deze nuttige Inrichting. De Kaveeking en Huishoudelykb Nuttigheden van de wilde (Platte) Erwt, door den Hr. Lssieux, Correspondent der Koninglyke Maatjehappy tot den Landbouw. {Esprit de Journaux.) De kruidkundigen tellen veele foorten van wilde Erwten. Die , welke zy Lathyrus minor fiore majore noemen , groeit ter hoogte van vyf of vyf en ecu halve voet. Zy verciert op een bevallige wyze de palisfaden of andere houten lehuttuigen ; pronkende, en, als gekroond, met een groote bloem van zagte roofekleur, uit welker midden gemeenlyk een fchoone purpete helm-ftyl voortfehiet. Deeze bloem opent zig in de maand July, en verfpreidt een welriekenden geur, die men met vermaak riekt. Indien deeze foort van erwten zo veele nuttige als aangenaamc eigenfehappen hadden, zouden zy eene uitzondering maaken op den algcmeenen regel der Natuure, volgends welken de planten, die onze zintuigen het meeste ftreelen , geenszins de voordeeligfte zyn ; juist als de dieren , die het grootfte nut aanbrengen, niet altyd de bcvalligfte zyn. Evenzo moet de foort van Erwten, waarvan ik fpreek, alleen aangemerkt worden als eene prachtige en fehoonc plant. Zo is het niet gelegen met de gemene wilde erwt, lathyrus Jativus: deeze verfpreid gcenen geur, en is zo eenvoudig in haar geheele voorkoomen, als in de kleur van haare bloemen, die doorgaans enkel wit zyn. Indien echter deeze eenkleurigheid, door fommige flaauwe bleck-roode of purpere ftreepen worde gebroken, zulks moet men eerder als eene toevallige omftandigheid aanmerken dan toefehryven aan den doorgaanden aart der plante. De wortels deezcr plante zyn vefclachtig, de takken, platachtig of een weinig hoekig-, hebbende de lengte van ongeveer 'zes duimen, en toegerust zynde met lange fmalle bladeren van bleck-groene kleur, twee aan twee geplaatst, bezyden eene fteel, die uitloopt in een Klauwier of gekruld fteeltje, waar¬ mede zig deze plant aan de nabuun'ge vasthegt. De gemelds. bloem maakt plaats voor peultjes, welke drie of vier pumi™ zaadkorrclen in zig bevatten , die vuil wit zyn, en ryp worden in de maand July en Augustus. Men kweekt deze plant met voordeel en goeden uitfla^ in de zuidlyke en zuidoostclyke Departementen van Frankryk. Ik geloof dat men van de wilde erwt zeggen kan, dat ze onder het algemeen geflagt der peulvrugten is, 't gene de aardappelen zyn onder andere aard-gewasfen. Even als deze , is ook dc wilde erwt nog op den grond, nog op het luchtgeftel, zeer keurig ; ook in den middelm»tigften grond brengt zy vrugtea genoeg voort om den kweker zyne moeite en kosten ryklyk te vergoeden. In den aanvang des jaars 1785 ontbood ik van 1'Augomois een fchepcl wilde erwten. Op het einde van Maart deszelfden Jaars bezaaide ik daarmede een perk van ccnen tuin, die ten naasten by een vierde van een morgen groot was, en op het einde van Aug. oogfte ik een en dertig fehepels erutm, en zeven en vyftig bosfehen ftroo, elk vyTtien ponden houdende. Het volgende jaar zaaide ik vier fehepels op eencn morgen Lands, met dien uitflag dat ik 33 mudden en negen fchepelen erwten, en drie honderd en zestien bosfehen ftroo inzamelde. De inzameling op het openvcld heeft dus, de evenredigheid tusfehen de onderfcheidene uitgeftrektheid van het terrein naauwkeurig in aanmerking genomen, den oogst in den tuin, bykans een vyfde gedeelte overtroffen. Dit verfchynfel, dat in deneerften opflag betwistbaar voorkomt , laat zig gemakkelyk ophelderen, wanneer men weet dat het gemelde perk in den tuin 'sjaars te voren kruip-erwtjrs had voortgebragt, een foort van zaad dat misfehien boven alle andere den grond uitmergeld; terwyl het gezegde morgen lands was bezaaid geweest met knoll [en- of Raapzaad , waarvan de inzameling by uitftek fchraal geweest was. Men zaait de wilde, gel>k alle andere, erwten inden herfst of ook wel in de lente. Na de gewone bearbeiding van het land , zaait men eenvoudig het zaad, en flegt den grond. De hoekige gedaante van het eerfte befchermt het, om zo te fpreken, tegen de gretige lust der duiven, de landman ma"zig vleycn met zo vele ukrpruizels te zien hervoortkomen, als hy zaaden in den grond gebragt heeft, en wanneer hy ze voor den bloei afmaait , zo kan hy zig verzekerd houden van enen ryken oogst, voor het einde van Juny des volgende jaars. Wat dc huisfelyke nuttigheden van de wilde erwt betreft men kan ze gebruiken tot voeder voor alle beesten; Osfen' Kocijen en Paarden eetcn ze met lust, maar bovenal is zy* voor de Schapen ene prote Ickkerny. Een hedendaagsch Schryver, de Heer Lamerville, wiens Verhandeling over het PVol-vêe te Berry ik met gretigheid gelezen heb , pryst, op het dringendfte, het gebruik aan, van de wilde erwt, als hebbende de goede uitwerkfels daarvan ondervonden. Wat aangaat de erwt zelve, de boeren, in de departementen waarvan ik fprak, gebruiken ze droog voor zig zeiven geduurende een groot deel van het jaar; maar 't is voorwaar geen fmaaklyk kostje ; in haar geheel, is zy zelfs voor zwakke magen moeilyk te verteeren, omdat de fchil dik en hard isj  C 7 ) fc- dog zo men er ene Coupe van maakt, ligt ze niet zwaar- , der in de maag, dan de meeste andere erwten. ! Het voorname oogmerk, waartoe ik ze byzonder meen te fchikken is, om 'er varkens mede te voeden of liever vet te mesten Uit dit laatfte oogpunt befchouwd, fchynt ze, in 1 allen onzigte, den voorrang; te verdienen boven de gerst ol = erof eerftcn meel. Zelden vindt men- een morgen met gerst < bezaaid ten minftc heb ik het nooit gezien, die enen oogst { van zes en dertig mudden geeft. Daarenboven doen de Suiker- 1 acl-tige deelen, die overvloediger in de wilde erwt, dan in ; Zee. geflot. O. Z. Z Anu. geen prys. Dito nieuwe geilet. 3 prCts. Gec. 7Sfa7Qt. Dito gerd. 78|a7> Dito 1751- 4PrCts. Gec. 9t|a9aJ. 5 prCts. Dito' iomft.aaDecemb. Fransche. O. I.C. Aft. van o£ 2500 °C 2°20- Dlt0 van cC 1000 oCooo- Disc. Kas 3Ó80. Dito Empr. -200 Miü. prCt. Dito 125-Mill-1-04» prCt. Dito 80 Miü» * pCt. Dito zonder Bullct 1005 prGt. Dito 120 Mill. c< s. Parys 22 Deccmb. Diverse Buitenlandscue.' Amerika. 5 prCts. 104 ai03§. Dito oude 4 prCts. 120 a i22.Dito liq. Dcbt. 500,000 Doll. ■ .,- prCt. Dito byP.Stadnitski 180 a 184. Ditoby Staphorst 70 a 175. Dito dito van 1790. 127 a 130. Kw'ikenVPetierb, prCts. 100 a 101. 4§prCts. — Dito 4 prCts. 93 a 05. 'panje. 4I prCts. 97 a 99^. Dito gj prCts. 88 a 90. Frankr. lener. Guar. 4 prCts. Rusland. 5 prCts. iooaioij. )ito 4J prCts. 97 a 99I. Dito 4 prCts. 94 nyó. Zweden. prGts. 101 a-ioij. Dito 4§ prCts. 99I a ïooj. Dito 4 prCts. 16 a 98. Lenen/ar ken. Toll. 4 prCts. 98! a 991. Dito Holft 4 rCts. 981 a 99i. Dito Leen. en Wisf. B. 4 prCts. 198 a! 100. Dito j-oon. 4 prCts.98X3100. Dito Afiat Comp. 100 a 102. Polen. ; prCts 98 a 100. Saxen. Onverwisf. Stcuer 3 prCts. ïv. Dito Ordin 3 prCts. ftv. Dito Kamerft. 3 prCts. ftv. Dito 2 prCts. ftvi GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Dooden , gedurende de laasrverlopene >Veek, is-geweest: te Arnjlerdam lóJfl en te Haarlem 18 , onder welken Iaatften 10 beneden dc 12 Jaren. Den 9 Dccemb. a. p. is in Schotland , in het Kerfpel rsa Rat/10, overleden, zekere Wïlliam Ritchi'e■', inden Duderdom van ioó jaren. In zyne Huwelykcn met twee brouwen had hy 11 Zonen, en even" zo vele Dogtcrs, verwekt. Hy leefde, tot op 3 maanden voor" zyn dood, :amelyk gezond, en behield tot het einde het gebruik zyner uitterlyke -2innert. Aanmcrkelyk is het, öat zyn oudfte Broeder Adam, over 3 jaren, mede aldaar, juist in gelyken Ouderdom, overleden was. " WEER'KUNmGE'WAARNEMINGEN- ' en BERIGTEN. Uittrekzel 'der Dagelykfche Waarnemingen' 'van 16 ' tot 22 Deccmb. 1792. ïtHdmbiirgV nioogfte ftand 28, 2. den iöderï. Barom. < Laagfte -' - 27, fj_f. den ipden. 1_Gemiddelde der gehele Week 27,7!. l' Therm. fHoogfté ftand" 2?9.''sMidd. van deti i$drt; Reanmur. k Laagfte 5°oiider o. 'sMorg. van dem6den. LGemiddelde der gehele Week 1 grad.' • Heerfckende Wind W." Een hevige Orkaan, die den i9den 'met Zonnen-Opgan'g, uit hct'W. Z. W. opftak, 'en die tusfehen v8| en <)\ uur op zyn hoogst was', heeft op het platte land;'" in den omtrek, Huizen om ver, en Bomen uit dcii grond gerukt',- eir, in de Stad zelve; vele Huisdakeiri-iefchadigd.' Da-'  (,-8 i> Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem. ibaho- thermo- streek I me- meter. - der I luchtsge- ter. Noord] Zuid. wind. | steldheid. l 29. l§ sh 3«i z- *■ z- betrekk . 26. .'20. iï- 38 39 o. z. o. -betreiüi. s Av. l " « 3 °5 . regen en windng. / 29. O 37 36 o. t. n. . s ■ ("29. 2 35§ I 35 n. t. o. 27. < 29. 3'i 39 I 4° vv.n.w. bewolkt, ' 29. 5* -33 1 31 - . - 1 29. 4 J 375 f 33 z. t. w. 's Morg. fneeuw en 2?.* 29. 4 39§ 40 w.n.w. regen, verder bew. (.29. 8j 33 30 n. t. o. .'s Avonds heIder'_ .... I 29- 9l 411 42 — • f29. 8 46 47 z. z. W. 30. >?9,?f 44 44 w.n.w. Sk',sAv0nds C29.h 40 4q| n. ("30. o 37 36 n. t. w. 31. {30. 1 39 48 n. omtrend helder. L3°- 1 32 29 —' .; 17-93 f29.tl | 3°l ^ z- z- Vf- „ , 1 ' r 1 i.<\ ,1 bewolkt, omtrend ,Jan.;29.io| 3f5| 38 — helder, ftil. I, i 29.tO| I 29^ 20j Z. | . In de afgelopen maand December. HoogftcTherm. den ioden's Midd. 51 § gr. Laagfte dito, den 2den 's Avonds 30Ï gr. De gemiddelde hoogte van de gehele Maand, Ogtend, Middag en Avond, is geweest 49J.fl grad. Dus 3§§ grad. hoger dan de maand Dec. 179 !• Nader en meer naauwkeurig Verslag, aanpaan5 de het hoog en overftromend Ye - water , in de vorige maand December. Op den 11 , 12 en 13 van de maand Decemb. a. p. is het Ye tot ene buitengewone hoogte gerezen; hebbende het Zelve, op den i2den na den middag, voor Amfterdam geftaan op 84duim, by Halfweg op 82 duim, en aan de Spaarndamfche Sluizen op 7; duim boven Stads peil. Deze hooge Springvloed heeft wederom een geweldigen Slapers overloop veroorzaakt, die, van den uden,"des nagts even voor 12 uren, tot den i3den, des morgens ten half 6, dat is byna 30 uren, met een meerder en minder verval aangehouden heeft; hebbende de meeste hoogte, waar mede het Yewatcr over dien Dyk gdopen is, 23 duim bedragen. Onder de noodlottige gesolgen van dien overloop, tcld men voornaamlyk het overftrqmen van alle de Polders, gelegen tusfehen de Spaarndamfche dyk, Halfweg, het Haarlemmer-Meer, en de Stad Haarlem; als mede het verhogen van den Rhynlandfchen boezem met 5 duim water. ■BEKENDMAKINGEN. Theodorcs van Otten en Johannes Buys, Makelaars, te Amfterdam, zullen aldaar, in de maand Maart eerstk. (den dag en plaats nader te bepalen) publicq Verkopen : Een kostbaar KABINET van WIS- en NATUURKUNDIGE WERKTUIGEN , als Geometrifche , Aftronomifche, Mechanifche, Hydroftatifche, Aërometrifche , ÉleSlrifche , Magnet fche, Pyrometr'Jche , Optrfche, Catoptr'fche en Dioptrifche Injtrumenten; byzonder uitmuntendein het vak der Luchtkunde , Electriciteit en Gezichtkunde : alle van de beste makers, en waar onder zomnüge van eene ongemeene voortreflykheid in zamenftel en werking: zynde met veele kosten en moeite by een verzameld, gebruikt en thans nagelaten , by wylen den Heere Andreas Daniël Lehrhoff. V » PR-YSVERHANDELINGEN van het Taal- en Dichtlielf vend Genoutfchap , ter Spreuke voerende: Kunst wordt door „ Arbeid veru.reeg>.n , te Leyden, 4de Deel, behelzende de be„ kroonde Antwoorden van de Heeren P. J. Kasteleyn , D. Erke„ lens en J. Rochussen , over de Verëischten en Kenmerken van „ den Styl der Poezy, in ondeifcheiding van dien der tf eijpreeken„ tiëid, zyn thans in 't licht gegeeven , en te Amftcrd. m by Allart, „ v. d. Burgh , den Hengst, Holtrop en Keyzer, te Leyden by Her„ dingh, Honkeop, du Mortier en Pluygers, te Rotterdam by Meyer „ Ij. Vis , als mede in de voornaamfte Steden van ons Vaderland by „ de meeste Boekhandelaaren te bekomen , by welken ook tevens „ Compleet te vinden zyn alle de Taal- en Dichtkundige W erken des „ Genootfchaps, volgens een BERICHT, daar van agter verfcheiden „ Maandfchriften geplaatst, en by alle Boekhandelaaren gratis te „ bekomen." %* Het TWAALFDE en LAATSTE DEEL van het zeer voortref!^ Werk, genaamd: De BYBEL der NATUUR, ontworpen door den beroemden J. J. Scheuchzer, in leeven Hoogleeraar der Genees- en Wiskunde te Zurich , en Lid van verfcheidene Maat, fchappyen van Geleerden, in 't Nederduitsch overgezet , en met ' AANMERKINGEN uit de beste Uitleggeren , riieuw/le Natuur-, Oudheid- en Gefchiedkund'.ge Boeken, Reisbefchryvingen en Toegiften vermeerderd, door L. Mever , S. Th. Dr. en Prof. te Franeker, is thans by M. de Bruyn , Boekverkoper te Amfterdam, in gr. 8vo. van de Pers gekomen, en alom in de Nederl. Steden verzonden. Dus ziet dit hoogst aangenaam, nuttig en leerzaam BYBELWERK nu compleet het licht. De Hooggcl. Uitgever is zich in de Uitvoering volkomen gelyk gcbleeven. Hy heeft zich door dit onvergelyklykwerk, daar wy in't Nederd. geen wcergac van hebben, aan ■de Kerk van Nederland en alle waare Bybelminnaars grootlyks verdiend gemaakt. Het zelve zalfteeds tot eenGedenkftuk zyner groote Geleerdheid , uitgebreide Beleezenheid, gezonde Oordeel- en Uitlegkunde en pryswaardigc arbeidzaamheid verftrekken , zoo by het tegenwoordig, als voor het toekomend Genacht. De Uittrekzels uit het groote werk van Scheuchzer , en dc by gevoegde Aantekeningen getuigen daar van overvloedig. Dit laatfteDecl behelst de trcflykfte Ophelderingen van alle natuurkundige zaaken, in de HANDELINGEN der APOSTELEN , en alle de overige Boeken des N. T. voorkomende. In plaats van Toegiften , heeft de geleerde Litgeever verfcheidene leerzaamc Naleezi/.gen medegedeeld , in eene uitvoerige VOORREEDE. Voorts is ditDeel met drie wel uitgevoerde omftandige Bladwyzers over het geheele werk voorzien. De Liefhebbers, die nog aparte Deelen nodig hebben, kunnen dezelven, nog deeze Maand, tot de ordinaire Pryzen bekomen. Te Haerlem, by PLAAT en LOOSJES.  1793. No- 237. AL GEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN Ml Nt GEOEFFENDEN* Vrydag den XI. January. BERIGTEN. R U S L A N D. S^^ffie finaak voor de Letterkunde verbreid zig thans p\ Li ook tot in de afgelegenfte Gewesten van dit fj] Ryk. Ten bewyze hier van kan een nieuw ==elfe=S Rusiich Journal, of Geleerd Tydfchrift, dienen, dat zedert onlangs, te Tobohk, in Siberien, is uitgekomen. Het zelve behelst, wei is waar, voor als nog, grootdeels Stukken , die uit andere talen zyn overgezet; doch de meesten zyn met oordeel uitgekozen, en vry goed vertaald. ZWEDEN. Ter gelegenheid van de aanftaandc 20ofte verjaring der invoering van de Reformatie in dit Ryk, welk Jubelfeest aan de Univerflteit, te Upfal, plegtig flaat gevierd te worden, zal'er, gelyk dc fpraak gaat, ene nieuwe Overzetting van denBybel aangenomen, een nieuw berymd Pfalmboek ingevoerd, de Katechjsmus overzien, en het Litanieboek, waar na de openbare Godsdienst tot dus verre verrigt wierd, verbeterd, en op de tegenwoordige tyden en omHandigheden meer toepasfelyk gemaakt worden. NEDERLANDEN. IIaiineman's Proetvogt. Onder de belangryke uitvindingen van den tegenwoordi- X. dee li, gen tyd behoord met alle recht het Proefvogt van den Heer Hahneman, 't welk de eigenfehap bezit om zelfs de minfte aanwezigheid van Metalen, die voor 's menfehen ligchaam fchadedyk zyn, in onze dranken aan te duiden. Geen metaal echter is 'er, waar voor men meer op zyn hoede diend te zyn, dan het Lood; immers daar andere fchadelyke metalen zig door hunne onaangename fmaak of fchielyke uitwerking ligtelyk doen kennen, zo geelt daar en tegen het Lood aan de dranken genen, of maar enen zoetachtigen, fmaak, en werkt op 's menfehen ligchaam ongevoelig; terwyl het echter ter zyner tyd, door het vooribrengen van het fmertelyk Colyk van Pottou, en deszelfs gevolgen, zynen nadeligen aart vertoond. Intusfchen zyn onze dranken al dikwyls met dit metaal bezwangerd. Het Regenwater vooral, 't welk in den Zomer in loden bakken word bewaard, of zelfs in den herfst, maar door loden goten, waar in boombladeren gevallen zyn, gelopen heeft, is'er niet zelden mede befmet. Wynen, die met fcherp, waar in goudglit is gemengd, fchoon gemaakt zyn, bevatten zomtyds iets van deze Loodkalk; maar inzonderheid zyn de Rhynfche- en Moezelwynen, die, ter verbetering van den fmaak, wel eens met Loodzuiker aangezet worden, wezendlyke vergiften. Wanneer men nu door dit Proefvogt Water, Wynen of andere dranken, onderzoeken wil, zo behoefd men maar omtrent 50 of 60 droppen van het zelve in een Wynglas met het vogt, dat men beproeven wil, gevuld te latera vallen. Indien nu hier door eene rosfe of zwartachtige kleur word voortgebragt, kan men verzekerd wezen van de aanwezigheid van Lood, of enig ander fchadelyk metaal , want anders brengt dit vogt geen kleur voort. Boter, Olie, en andere vettigheden; die door lang be. B wa-  t 10 ) waren in metalen vaten vergiftigd zyn geworden, kunnen ook met dit Proefvogt worden onderzogt, wanneer men, in een glazen Mortiertjc, een weinig van dezelve met eenige droppen van dit vogt vryfd. Indien zy vergiftigd zyn, zal zulks ook door de voortgebragte vuile kleur aangeduid worden. By het nemen dezer proeven zy men verdagt altyd zuiver glas of porceleinen vaten te gebruiken, en geen me taal, hoegenaamd, te bezigen. Ook is het ten uitter- ften noodzakelyk, de Flesjes met het Proefvogt zeer naatiwkeurig gefloten te houden, . en dezelve nooit kant te laten ftaan', waarom het best is, als men iets van dit Vogt gebezigd heeft, het overfchot terftond in een ander zuiver^flesje, dat daar geheel mede gevuld word , over te gieten; anders is het ook goed , om het gedurig overgieten voor te komen, het zelve tot verfchillende Proefnemingen in-kleine flesjes te verdelen. Een flesje met 2 oneen van dit Vogt, benevens een Bericht, .is voor 12 Huivers te bekomen, by Jon. THOMéE en Compagnie, Chymisten op de Hoogftraat, op de hoek van de Stadhuisfteeg, te Rotterdam, by welke, thans allerleie foortcn van Scheikundige bereidingen, naar de nicuwdfte «n 1 beste Voorfchriften vervaardigd en verkogt worstensr.,';■*.' / , • ■•• I Tegenwoordige Staat en verbeterde Inrigting der Universiteit te Krakau. {Uit het Hoogduitsch.) Ue Inrigting der Univerfiteit te Krakau, één der oudflen en voornaamften des Ryks, en de fchikkingen • ten aanzien der Wetenfchappen, welke daar geleerd worden, hadden, tot op de helft dezer eeuw, veel overeenkomrt met die, welke te Parys nog ftand houden. Jonge lieden van goede verwagting, verloren op duizenderleye wvze den kostelykftcn tyd van hun leven, om de eerfte beginzelen ener voor hen in het toekomftige dikwyls oi> Iiuttc Vaal, met agteritelling van over het algemeen nuttiger' en noodzakelvker kundigheden, gebrekkig te leren. ■ Geit:kkig is cindchk in onze dagen het gebrekkige dier Inrigtihgen weggenomen, en door wyzer ontwerpen en fchikkimren, die met den fmaak des tegenwootdigen tyds, en met de belangen van Land en Volk veel beter ftro ken, herfteld geworden. Dit zyn de heilzame vrugten van den arbeid ener aanzienlyke Commisfie door den thans regerenden Koning daar toe aangeflcld, of wel meestvan dc" waakzaamheid 'des groten Vadeiïandslievenden Konings zclvcn, die elk ogenblik zyner regering door weldaden, welke der menschheid cere aandoen en der Wetenfchappen ten zegen ftrekken, luisterryk kenfehetst. Dé Jongelingen moeten, wel is waar, even zo vele jaren a's voorbeen aan dc Akademifchen Studiën toewei■■kw, m.iar die tyd word nu oneindig beter befteed. Het getal der Hooglecraren is allenthalve het zelfde, doch zy zyn zodanig gerangfehikt, dat zy nu veel meer- nuts doen konnen, daar zy, in zekeren zin',rekenfchap geven moeten van de vordering hunner kwekelingen. Men leert hier niet meer dat liegt en plat Latyn , of die oude Monniken - Philofophie, maar wel-de duidelyke gronden van alle wetenfchappen, die in het gezellig leven maar enigzins konnen te ftade komen : als Gefchied- en Zedenkunde , Aardmeet-, Wis- en Natuurkunde , Natuurlyke Hifto • rie, Land-huishoudingskunde, of de regels tot een gefchikt buitenleven, Technologie, of kennis der konstwoorden, vrye Konsten, Botanie of Kruidkunde &c. Alle deze onderwerpen worden, elk naar zyn eigen aart, behandeld, en niet alleen in de Latynfche, maar ook in de Landfprake voorgedragen. Op die wyze Ieren de jongelingen de eerfte, zonder ene menigte van jaren nodeloos teverfpillen, en volmaken zich in de laatften , welken zy zich Voorheen, zonder van vaste grondregels of fchryfftyl iets te weten, alleen door gewoonte eigen maakten. Ieder Hoogleeraar is verpligt over ene en andere dezer wetenfchappen openbare lesfen te houden, en komen hier in nog gunst nog rang te pasfe. De Profesforsplaatfen of Hoogleeraars-bedieningen worden niet dan na een naauwkeurig onderzoek van derzelver bekwaamheden en verdiensten begeven. Men mag tot lof dezer hoge Commisfie beweren, dat hare tot hier toe gedane keuze en waakzaamheid met de beste gevolgen zyn bekroond geworden. De Commisfie, fchoon wegens- de eigenfehappen en be^ kwaamheden der Profesforen voldaan zynde, laat daarom echter het opzigt en de leiding der jeugd niet geheel en al aan hen over. Elk Hoogleeraar is gehsuden tweemalen in 't jaar een uitvoerig fchriftelyk verflag van alles, wat by de hem toevertrouwde Faculteit omgaat, aan haar te zenden. Dit verflag is tweeledig. Het eerfte lid behelst ene uitvoerige ontleding der onderwerpen, over welken hy in het laatst verlopen half jaar lesfen gehouden heeft: hy ontvouwd zo wel de grondregels, als de Leerwvze, die hy voor de beste en verftaanbaarite houd. 'Het twede deel is eenvoudiger, en minder omflagtig, en toond in ene fchetswyze gefchreven iyst de vorderingen van eiken Student aan,- ingevuld onder dc hoofdtytels, Namen, Afkomst, Geboorteplaats, Jaren of Ouderdom , Rang, Gedrag, Bekwaamheden, Naarftigheid. De Univerfiteit is in vier Faculteiten, Collcgien genoemd, verdeeld, namelyk in een voor de Godgeleerdheid , de Geneeskunde, Natuurkunde , en de Rechtsgeleerdheid. Elk dezer Coliegien onderfcheid zich door den naam der wetenfehappe, die in dezelve behandeld word, en elk heeft zvn byzonderen Prefidcnt, die weder allen aan den Redor Magnificus, als Opperhoofd, ondergefchikï zyn. Ieder Faculteit heeft niet het zelfde getal van Hoog- lee. 1  I is > leeraren, en is dit afgemeten na het gewigt en de uitge-: breidheid der onderwerpen , die daar in voorgedragen worden; echter zyn 'er nooit minder dan drie, en nooit meer tljtl ZGS Voor'elk Collegie is een afzonderlyk Gebouw gefchikt, zo om alle wanorde voor te komen, als om den Jongelingen des te meer gemak toe te voegen. De Godgeleerden°Rechtsgeleerdheid worden, wel is Waar, beiden in het fn-oot Collegie onderwezen, maar derzelver Leerlingen zyn geheel' van eikanderen afgezonderd. Het Collegie der Geneeskunde word in het onlangs nieuw aangelegde Univerfiteits Gebouw gehouden, en het Wis- en Natuurkunde in het St. Pieters Collegie, welk onder den naam van Seminarium of Kweekfchool der Jongelingen bekend is, v^i -r-jw , AthA .iK :/ü .o^Jstcjc»;' '--^V^T1";* Daar nu deze Curpus Academici alleen mgerigt zyn voor Jongelingen , die, de lagere klasfe reeds doorgelopen hebbende,- van zins zyn den rang of waardigheid van de ene of andere dezer Faculteiten aan te nemen, zo rs 'er nog een byzonder Gebouw, tegen over de St. Anne'skerk geftigt, waar in jonger Leerlingen, die hunne voorbereidende Studiën nog niet algedaan hebben, in de eerfte grondbeginzels onderwezen worden. Deze lagere Scholen zyn verdeeld in zeven Clasfen, in welken ook zeven Leermeesters dagelyksch lesfen geven in de Talen en fraaye Letteren, en hunne Leerlingen dus tot die Wetenfchappen, die op de hogere Faculteiten of Akademiën geleerd worden , voor bereiden. Daar het nu nodig is om in deze Scholen, Palatinaatfcholen genoemd, aangenomen te worden, dat men in dc eerfte gronden zo wel der Latynfche als der Landfprake volkomen ervaren zy, vindt men in ieder kcrfpcl nog daar en boven een byzonder School, waar in deze eerfte beginzelen konnen geleerd worden. Doch ftaat de toegang derzelve llegts voor de minder gegoede Clasfe open , die daar tot een zeer lagen Prys, mids eens gevens geld, in all', wat men om in de Palatinaatfcholen aangenomen te konnen worden, vooraf weten moet, onderwezen wordt. De Jongelingen, die van een goed gedrag zyn , en gene Famiele in de ftad hebben, wonen meest allen in algemene Kost-fcholen, (Penfioenen) onder den naam van Beurzen bekend, en allen weder onder de Univerfiteit ftaande. De prys daar voor is zeer draaglyk, de inwoning en verdere Gerieflykheden zyn pp de best mogelyke wyze voor de jeugd ingerigt. Zy konnen hier ook byzondere Huisle'ermeesters hebben; welk, naar mate zich meer of minder Bacalauri of Licentiaten hier bevinden , die, by gebrek aan tydelyke middelen, hun beftaan in het onderwys dezer kinderen zoeken nioetcn, ook meer of min in zwang gaat. Deze Kosifcholen, die aan enen Provifor of verzorger onderworpen zyn, en van enen Opziener beftuurd worden, zyn'zes in getal. Het eerfte is het Rechtsgeleerde, waar van Si±ter was Johannes Longinut of Djugost , in den jare 1470. Het twede is het wysgerige, opgerigt in den Jare 1559 door den Bisfchop van Plock, Noskowski. Het derde, het Armenfchool genoemd, fchoon wel niet uitdrukkelyk voor min gegoede kinders gefchikt, wierd in den Jare 1409 geftigt, door Johannes Isnery. Het vierde, onder den naam vau Jerufalem bekend, is zynen oorfprong verfchuldigd aan den Kardinaal, Bisfchop van Kr akau, Olesnicki in 't jaar 1554. Het vyfde heet Starnigelianum, na deszelfs Stichter Starnigiel, Deken der Collcgiekerk van' Samos, die het zelve in 1638 oprigtte. En het Iaatftc, dat flegts 140 Jaren oud is, heeft zyne afkomst van den Hr- Smieskowier, wel eer Geneesheer alhier. De eigenlyke Univerfiteit beftaat, met opzigt tot de Gebouwen, uit twee delen, namelyk het groot en het klein Collegie, {Collegium majus en minusl) Het eerfte word, doorgaans van den Reftor, dei: Prefident, de vier Faculteiten en de Hoogleeraren in de Godgeleerdheid bewoond. Het twede is eigenlyk opgedragen aan de zeven Hoogleeraren der Palatinaatfcholen, en ftaat onder het opzigt van enen Opperbeftuurdcr, aan wien tevens de Scholen ondergefchikt zyn. Nevens den Opper-Rector, die het hoofd der Univerfiteit is, zyn 'er nog twee andere Rectoren, waar van de ene Opzigter over de Palatinaatfcholen, de ander over het Seminarium der jonger Studenten is. {Het overige in onze eerstkomende.) NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Nederlanden. Het Graf, in Vier Zangen, doorMr. Rhynvis Feith. Amfterdam, by J. AUart, 1792. in Octavo. Wy houden ons zelden op met een verflag van Poëtifchefchriften. Kleine, losfe ftukjes, die meestal een Ephemeriden-Ieven hebben, behoren niet tot het vak onzer aankondigingen. Dichterlyke werken van eenig belang, of wezenlyke kunstwaardy verfchynen fchaars. Dit was alzo van ouds ; doch inzonderheid heeft die fchaarsheid in onze dagen op Ncêrlandsch zangberg plaats. Wanneer echter een Dichter als de Heer Feith, die onder de thans leevende gunftelingen van Apollo uitmunt, met een dichtwerk voor den dag komt, waar van hy zelf getuigt, dat hy het met eenig vertrouwen uitgeeft, cn dit ook gerustelyk mag doèn, dan ware het ongeoorloofd dit onaangeroerd te lasten. De manier (zo als de Schilders het in hunne kunst noemen) van den Heer Feith is genoegzaam bekend. Men heeft hem . wel eens niet zonder reden , ook wel eens wat onbefcheiden , over het fterke aandocnelykc, het beruchte fentimenteele, dat in ecnigen zyner fchriften doorftraalt, gerecevfeerd. Het onderwerp, dc tytel van het ftuk . dat wy thans aankondigen, deed óns gisfen , dat ons weder een fpys zou opgedischt worden , die niet voor alle tongen even fmaaklyk, ook waarlyk niet voor alle maagen even heilzaam is. Met genoegen echter zagen wy, dat wy hier omtrent mis gegist hadden. Over het 2lgemeen is hier van weinig in dit werk te vinden. Een enkel B 2 fchil-  ( ft ) fehildery van een? tfcdcrften aller nachten, waarin het maanlicht op een beek fchynt, terwyl de Dichter, onder het mollig toonen van een dwarsfluit in het verfchict, met zyn Nar'ma van den dood (preekt, tot dat de taal magteloos wordt, en de ftem begint te flaauwen : wel nu ; zulk een tafereel, con amore gefchilderd, kunnen en willen wy immers wel zien van iemand, die geen aandoeningen huichelt, maar die men merkt dat uit het hart fpreekt, wanneer hy, onder anderen, den fchreyenden echtgenoot of minnaar op het graf zyns geliefde, dus met den zegen der hoop van 't wederzien ftreclt.. (blz. 95.) O fmaak haar' zegen ftaég, als ge op uw graf geleend, By 't ftille licht der maan van zoeten weemoed weent, En in de fchaduwen, die in haar fchynfcl fpeelen, Als de avondkoeltjes 't loof van 't zwaar geboomte ftreelen. Door zoete toverkracht op 't lieffelykst verblind, De fchim nog waant te zien van haar, die gy bemint, Haar, aan uw lot geboeid, nog om u heen ziet waaren, En met een dankbaar oog op uwe trouwe ftaaren. De Reden mooge in 't eind dit zoet bedrog verfmaèii , Dit donker voorgevoel rypt eens tot waarheid aan. Rampzalig hy, die nooit in zyn begoochling deelde! Dc beste harten zyn het vatbaarst voor die weelde. Het is waar, het toneel door onzen Dichter gekozen, is het Graf, of liever een Kerkhof, waar hy zich de wykplaats voorfluit, die zyn gebeente eens wagt. Evenwel is dit niet meer dan het toneel, waar op hy waarheden van het hoogfte belang verkondigt, doch die niet juist aan die plaats bepaald zyn; die even zo wel in het vrye veld, en by elke wandeling, by elk ernftig gefprek van weldenkende menfehen, plaats kunnen hebben. Van dien aart is, by voorbeeld, de gélielé Theodicee of Godsverdediging in den derden Zang. Ondertusfchen ftrekt het ten blykc van 's Dichters oordeel en bckid, dat hy , als ongemerkt , den leezer telkens, door den eenen of anderen aankidenden trek, weet te herinneren aan de ftandplaats, waar hy zich bevind, en die hy nergens door het gehele werk uit het oog verliest. Evenwel ontvangen de beelden wel eens van dit toaecl een fombere reflectie, en maakt onze Dichter de donkere partyen wel eens wat zwart. Zo fchetst hy, by voorbeeld, onder andere gevolgen der weelde, ook deeze: (blz. 15.) De Grooten kruipen voor de vorftelyke hand, Verraaden voor een ambt en Voik en Vaderland, Verheffen op hun beurt de laarrite en domfte zielen, En zien nu, moè geknield, weer andren voor hun knielen. Verdienste fluimen in haar diep vergeten lot, Of zucht in ballingfehap, of derft op 't moordfehavot. 't Verftand wordt nutteloos met al de wetenfchappen. Een enklé wenk doet op het eeigeiloelte ftappen , Een cnkle wenk wint kunde en deugd en afkomst uit; Die wenk is 't cenigst recht: men kent hem en befluit. Verftompt voor de eer en op verdienfte fel gebeeten, Wordt mond en pen geboeid , verkracht een Eed 't Geweeten. 't Verderf holt ftrafloos voort en vindt geen tegenftand, Al wat het oog aanfehouwt, is Slaaf of Dwingeland. Wy baaien echter deze plaats niet aan, om ze af te keuren. Tegen dit bruïa, fteekén zo vele andere liehti psr'tyen van eest onfchuldig deugdzaam leven, te fraayer af. Dc hemel behoede oris voor zulk een vertedering van fmaak , dat wy- geen fterke fchilderingen meer zouden kunnen verdraagen , dat wy geen Ska* kespear, Toung oïKlupftock meer zouden kunnen leczeu ! Wanneer een Dichter, die zekerlyk voorheen zich inliet aandocnelykc te veel toegaf, met overtuiging en door rypheid van nadenken, den hoog gezwollen vloed zodanig weet te maatigen, weder zodanig tot het gevvoone peil van wys'oegeerte en gezonde redenering weet te brengen , verdient hy deswegen onzen lof. Dit gcheele Dichtftuk is dien overwaardig. Men denkc echter niet, dat wy, door het menigvuldige fchoone in dit kunstgewrocht, te fterk verblind zyn, om 'er niet het een en ander in te vinden , dat wy gaarne anders wenschtcn. Onze vrymoedige aanmerkingen zullen ons ten deezen opzichte van partydigheid vry pleiten. De Hr. Feith, weten wy , is een man , die zo wel lot als berisping kan verdraagen; die door den ccnen zo min opgeblazen, als om de andere gecmelyk wordt. Zo kunnen wy, by voorbeeld, niet zeggen, dat ons de ftoffaadje , de epifoden zo men wil, van de ingevoerde perfoonen behaagen: wy kunnen zomtyds niet zien hoe zy inden famenhang pasfen, wat zy daar bewyzen. Hier en daar komen ons ook eer.ige uitdrukkingen vry duister voor. (blz. 62.) Is 't vorstelyk dons gedekt voor flapeloos verdriet? Dit is niet klaar. Een ander woord voor gedekt zou het mogelyk ophelderen. Wanneer de Dichter van de levendige uitzichten zyner jeugd zegt. (blz. 7.) Ik fchiep met al het vuur, daar ooit de jeugd van blaakte, Een waereld, die myn ziel tot in de grasfpriet raakte. dan vreezen wy , dat niet elk leezer zal wecten , wat hy door cie grasfpriet moet verftaan. Van dien aart zyn ook eenige toefpeelingen op perfoonen of gevallen, die niet by allen Leezeren genoegzaam bekend zyn. Wanneer de Heer Feith (bladz. 68.) zegt, dat wy by de uitkomst dikwils over de dryfveeren verkcerdelyk zouden oordieelen : I igt zoudt ge in held by held bet eigen roerfel vinden, Dat ook een Rugcrot aan 't misdryf kon verbinden. Dan moet immers ieder Leezer den perfoon van Rugerot zo wel kennen als van Pontius Pilatus, of het aangehaalde voorbeeld mist zyn bedoeling. Zo zegt hy (blz. 93.) Hoe duur, ö Leibnitz! is het menschdom u verpligt ! Hier mogen wy vooronderltellen dat alle 16ezers,die ietsv?n wysbegeerte weeten , hem zullen toeftemmen , om dat de verdiensten van Leibnitz algemeen bekend zyn. Maar als hy vervolgt : Hoe dankbaar noemt het hart, dat duizend nooden prangen, o Salchli! uwen naam, yerecuwigd door uw' zangen. mo-  C *3 ) mogen wy dan even veilig voorondèrftellen, dat het verdienste|yk werk-van den Heer Salchli ook zo algemeen bekend is? cn zo neen , dan is het immers voor den gewoonen leek , niet anders dan een fchriftuurtekst in 't ooffpronglyk Hebreeuwsch of Griekscb bygebragt. Oneigen uitdrukkingen , werkwoorden die niet by nuii naamwoord voegen , hebben wy ook hier en daar ontmoet. Blz. 8. Ik loeide in 't lang verfchict'. 43. Hy troetelt haaren zerk. 28. Dat dan myn ziel —het vast gefhrnf doorwaadc! Zo vinden wy ook blz. 15. na-i'aazèn voor naiaagen. Van het nedrïg ftil verblyf des gcluks, heet het (blz. 49,) Daar rypt de liefde best, daar ftuuwt ze hier beneên , Den tyd en de eeuwigheid in haar genot aan een. Als dc liefde twee voorwerpen huuwt, is dit genoeg; wy zeggen niet aan een huuweu. Wanneer wy (blz'. 36.) van twee uitmuntende gelieven leezen : Indien men naar hun deugd hun liefde gaê moest flaan, Dan won elk oogenblik hun liefde in teerheid aan. dan het is ontegenzcggelyk, dat gadejlaan hier niet goed is. (Een herder flaat zyn kudde gade) maar dat het moest weczen afmeeten. Een-Dichter, die het rym zo meester is als de' Ilr. feith, kan men zulke zwakheden niet vergeeven. Wy zouden ook nog wel eens vraagen, op wat leest hy het Werkwoord vlokken gefchoeid heeft. (blz. 63.) Zo vlokt een dichte fneeuw op 't groenend koren neder. Wy betuigen hier ge:n analogie, hoe genaamd, te kunnen vinden, en deeze is toch de hoofdbeftierfter by het vormen of invoeren van nieuwe woorden. Wy zouden immers niet van ha^elfleenen kumien maken zo fteent de hagel. Wy houden ons verzekerd, dat de Heer Feith hier naar een' regel gewerkt heeft, die zeer voldoende kan weczen, doch die wy niet hebben k.inncn gisfen. Zo leezen wy ook , tweemsalen , kort naar elkander, rampzaïg vergelyk (bladz. 13 en 14.) niet in den zin van bevrediging (pais maaken) maar vergelyking ( comparatio'); dat achten wy ongeoorloofd. Maar nog het allermeeste hebben wy in te brengen tegen de onoetwistoare Germamsmi, die wy bier en daar in dit werk aantreffen. Miskenden, waar mede onze Dichter vèel fchynt op te hebben, is 'er één van ; bellemmirtg (voor verordening ,) insgelyks: wellustvol, onfchuldvol, kommervol, zyn allen van hst zelfde allooi. De Heer Feith zal toch niet willen verdedigen dat onze taal daar door wezenlyk verrykt wordt? Eindehk nog iets. Ferraaden wordt in het Hoogduitsch zo wèï in een' goeden, als kwaarien zin, gebruikt. Die braave daad verraadt zyn deugd, is by hen zeer geoorloofd, doch zoude» wy daarom ook zo mogen fchryven? Onze Dichter, evenwel, zegt: (blz. 61.) God vormde ons tot geluk, en fchenkt zyn hand ons fmarte, Die gift, der Godheid vreemd, verraad een vaderharte. (Vaderhnrte moest wel zyn vadersharte.) Indien Wy opdien voet de fpreekwyzen van andere taaien overneemen, in eenen zin, waar van wy nooit geweten hebben, wat zal 'er dan eindelyk van ons byzonder taaleigen worden ? Dit heet niet de taal verryken , maar verwarren. Zekerlyk kan men, door veel Hoogduitsch leezen , uit hoofde van de gelykhcid dier taal met de onze , vooral in de phrsfcologie, wel eens verleid worden, om een bastaard voor een echt kind aan te zien : dit maakt ook, nu en dan, de zonderlinge uitdrukkingen onzer alledaagfehe vertaalers uit het Hoogduitsch nog al iets verfchoonlyker : doch dit zal ook altoos de toetslteen blyven .om breekebeenen van mee ters te onderfcheiden. Een man sis de Heer Feith, die anders enze taal en poezy zo veel eers aandoet, mag hier geen kwaad voorbeeld gecven. Wy kunnen van hem zelfs niet dulden, dat hy zig van uitdrukkingen bediend, die de tekenen draageu van dwang, door rym of metrum veroorzaakt, en die het even daarom aan juistheid ontbrecken; die men in profa anders zou gebruiken.- Een paar voorbeelden i BI. 56. De Zandkorr'1 is by God een met de waereldkloot. en 62. Zo zinkt de Jongeling op 't graf zynsVaders neder, Herinnert zich zyn tucht en mint hem eens zo teder. In het eerfte voorbeeld is een niet voldoende om uittedrukken : even zo veel, hetzelfde als: — en in het tweede is dc meening dubbel, tweemaalen, of nog éénmaal zoteder: dit klinkt niet elegant in vaerzen, fchoon men zulks in den putten fpraakftyl moge gebruiken. Men houde echter deeze gebreken voor het geen ze zyn, vlekken, die men ongaarne op een fchoon gelaat waarneemt. Men zal, daarentegen, ook in het algemeen, by het doorlezen van dit- dichtftuk zo veel fraais ontdekken dat men niet zal kunnen nalaaten den opfteller voor dit verdienftelyk gefchenk hartelyk dank te zeggen. Eene recht christclyke wysbegeerte , die alleen gefchikt is om den bedrukten de waare troostgronden aan de hand te geeven, ademt door het geheele werk. De afgetrokkcndlte denkbeelden worden niet zelden zeer gelukkig uitgedrukt , en verlevendigen door poctifche denkbeelden het gantfehc Leerdicht, dat hierdoor, uit zyn natuur, niet minder een wezenlyk vak van de Dichtkunst beflaat, dan eenig'ander foort van gedicl ten, gelyk de Heer Feith , in zyn Voorrede , te recht aanmerkt, en wy volkomen met hem eens j zyn.,.., 'L- :::'} , ot cfc volle Univerfiteit, en van daar tot den Bisfchó'p als Ka:,celier derzelvc. Ln Wannéér dc Kancelier ïiïtfpraak gedaan heeft, dan moet de mindere of onder horige party zich daar aan gedragen, op ftxaffé van uitfluiting uit de Univerfiteit, of volöagen ba.:. De Reftor heeft eenen Secretaris tot zynen adfhlcnt, doch die niet ten zynen byzondere dienste, maar der gehele Univeiiiteit aangeltéld is.' Deze is verpligt alle Acicn in orde te (lellen, en alle Belluiten, Vonnisten' en Ordonnantiën , zo by de Rechtbank des Kanceliers, des Rectors, als by den vollen Akadcmic raad genomen, te boeken. In rang en waardigheid is hy hier in van den Archivarius onderfebeiden, dat onder dien alle dc Privilegiën en Documenten der Univerfiteit berustende zyn, daar hy in tegendeel alleen te bock zet, cn in orde brengt, allés wat gedurende- zyn atnpt of bediening voorvalt. Toen- Cafimir de Grote deze Univerfiteit ftigtte, beftonden dc inkomften des Rectors in 32 Poolfchc Floryn. (ruim 8 Guld.) weike uit dc Zoutwerken van Wieliczka betaald wierden. jacob Gorski, die op het einde der zestiende eeuw,, onder Stephanus Batorius, Hooglecraar aan de Univerfiteit te Krakau was, vond zich in ene openbare redenvoering, ten aanhorc der Curatoren, bezwaard, over de flegte bezolding der Hoogleeraren, „één Hoogleeraaf in „Bologne (zeide hy) heeft meer Salaris, dan alle de Pro-i n fesforen dezer Univerfiteit gezamentlyk." Thans belopen dc Inkomsten des Rectors alleen 1200a j Poolfchc Guldens (3600 Guld.), welke, zedert de zout- 1 werken'van het ryk: afgeftheurd zyn, uit de Univerliteit's Thefaurie prompt betaaid worden. ■ De Rector word' gewoonlyk by meerderheid varf'ftemmen door de Leden der hogere Faculteiten gekozen. Om zich'van deze Verkiezing een regt denkbeeld te Vormen, moet men weten, dat zich dé Univerfiteit in dit geval gedraagt als uit vyf byzondere delen beftaande: (1.) de Hbogleeraars der hogere wetenfchappen , als dér Geneeskunde , Altronomie, enz. (2.) de Hoogleeraars der Palatinaatfcholen: (3.) die van het Seminarium van St. Pieten (4.) de Studenten, welke zich op de hogere wetenfchappen toeleggen; (50'de Scholieren der Palatinaatfe-ho-len. Wanneer nu de driejaren (zo lang namelyk duurt ieder' Rectoraat) verftrekö»> zyn, dan komen alle de bovengenoemde leden, op last 'der Univerfiteit, in het groot Collegievertrek by een, alwaar een-der Profesforen, die het ampt van Praefident by de verkiezing bekleedde, aan elk gedeelte der aanwezenden voorftelt, een Rapraetentant uit' min midden te benoemen.- Deze vyf gedeputeerden begeven zich dan in een afzonderlyk vertrek, en verkiezen' 'daar vier andere Rcprefentanten uit de Gaste dér vier hogere Faculteiten, welken het als dan toekomt enen Rector te benoemen, vermits deze uit het midden der hogere Faculteiten moet genomen' worden.' ■ Den volgenden dag aanvaard de nieuwe Rector zyn ampt, en legt den gewonen eed af, weike zekcrlyk vele poiiiten behelst, die by de waarneming geen plaats' meer hebben , eiv alleen maar óm- derzelver herkomst voorgelezen worden. Kafimir de Grote w-as van oogmerk in te voeren, dat dc Ryk.s Kanecüer ook te gelyk de Kanfolrerspfeats by de Univerfiteit moest bekleden; maar Paus Urbanus de V. blies den Koning in , in zyne bullc, dit ampt den Bisfcüoppeh van Krakau' in der tyd op te dragen, en, iagevailc de Bisfchoplykc Itocl vacant ware, dan het zelve aan zynen plaatsbekleder of reprefentant te geven. Dus zou dc Bisfchop, als Kanccüèr en Schutsheer der Rechten cn Privilegiën-, by alle openlykc Handelingen ëfi Promotien , altoos tegenwoordig zyn. Doch ingevalle zyne waardigheid als R'yksraad, of de menigvuldige bezigheden desBisdoms, dit niet gehengden ,■ dan zou hem vryftaan, enen Onder-Kancelier te verkiezen, die, een Medelid der Socireit zynde, de Kanceliersplaats bekleden'zoude. . De Hoogleeraars-plaatfcn zyn thans meestal zeer goed bezet: het groter deel der tegenwoordige Profesforen heeft zich in de Scholen, en door het onderwys der voortreffelykfte en-beroemdfte- mannen, bekwaam gemaakt: zo is, by voorb. dc gewone openbare Hoogleeraar in de Anatomie' en Phyfiologie, dc Hr. Ds'. Vmeentius Scha/ter', een Leerling van den beroemden Caldani. In' de Akademifche lesten worden de iiifgczogtfte en aan het oogmerk meest voldoende Werken , by 't onderwys ,• gebruikt, welke weder van die Profesforen, wier zaak dit eigenlyk moest' is,-uitgewerkt zyn, zo als deBeginzels der Algebra, door* den Hr'. M. Johannes Sniadecki, Hoogleeraar in de Wis- cn Stcrrèkunde; het Natuurkundig Leerboek,- door Andries Trzeinski, Hoog!, in de Proefondervindelyke Natuurkunde enz. of men bedient zich van de beste Leerboeken der beroemdfte- en verdicnstelykfte Uitlandfche Geleerden; zo als de Werken van Albinus, Gaubius, Steidele, Ooi ter dyk Schacht', welker namen hier zo onbekend niet zyn, als zich vela niet wel onderrigte lieden, in vreemde landen, wel verbeelden. Aan den Verzamelaar van den AlgemenenKonst- En Letter-Bode. Myn Heer! ^-Het volgend'Bericht, niy Van goederha'nd toe„ gezonden, acht ik der moeite waardig UE. „mede te delen, om onder de Byzonderhe„den geplaatst te worden." T. T. In de maand Septomber 1792.heeft mén, by hét maken van een Kelder, in het Ambthuis, te Nor den, in OostI C 3 Vries-  < 22 5 Vrieshnd., eenige merkwaardige Geraamten» van groote menfehen zeer diep, in den grond, op Grind (of GrofZanctj gevonden, Op de plaats , daar thans het Ambthuis ftaat, was voorheen een Klooster , Marienthal genoemd, van 't wel'-: tot dus verre één Toren was overgebleven, onder wclksFundamenten de Geraamtens lagen. Onder dezelve werd één gevonden, waar van het fcheenbeen, 20 duimen, Groninger Maat, cn het Dyebeen drie en-twintig cn een half duim lang was. "Merkwaardig was hier by: r.) dat alle Beenderen onbefchadigd en zuiver waren, en glimmen, wanneer men met de Nagelen daar op wryft, zo dat ze volkomen voor den Invloed van de lucht moeten bewaard cn onaangeroerd gebleven zyn. 2.) dat de Kinnebakken met volmaakt goede (gezonde) tanden en kiezen bezet waren. 3.) dat d,e Lykcn, zonder Kist, moeten begraven zyn, om dat men geen het minfte blyk van verrot hout, yzeren Nagelen of' Handvatten, maar wel, onder 't hoofd van't grootfte Geraamte, een gebakken ftecn, cn verrot ftroo vondt. 4.) Dat het grootfte Geraamte juist onde de muur van den afgebroken Toren lag, cn 't duidelyk bleek, dat deze Lykcn voor het bouwen van den Toren aldaar begraven zyn. 5,)dat de Hoofden naar evenredigheid kleiner waren, dan de overige Ledematen. Met zekerheid is wegens de Oudheid dezer Geraamtens niette bepalen : waarfchynlyk zyn ze al van de Heidenfche tyden, wantAfarden is de alleroudfte der Oostfriefche Steden; van de Roomschgezinden , die zo vele achting voor hunne Kerkhoven hadden, kan men niet denken , dat zy op een der zeiven een Klooster Geftigt zouden hebben ; zo dat men, of niet geweten nebbe dat hier Lykcn begraven zyn, of mooglyk, dat men, uit haat tegen het Heidendom, daar op zulk een Geftigt geplaatst heeft. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, akademische en andere schriften. Grootbrit annien. Ecclefiastical Refearches, by Robert Robinson, 4to. 643 pag. price 1 1. 5 f. in boards Johnfon 1791. De Kerklyke Gefchiedenis is te lang in handen geweest van eene heerfchende party, en daardoor zyn vcelen in twyfcl geraakt, of dit deel der Letteren wel behandeld is met onpartydigheid, of zelfs van eenig aanbelang kon gehouden worden. Op dc ontdekking van bygeloof vermoedden zy ook gebrek aan oprechtheid, en, te midden der involging van zelfzoekende driften, zag men vergeefs uit na zoodanige Karakters, welke de Gefchiedenis waardigheid byzetteden. Het Krrakter der Kerk, zegt men, is een Katakter van laagheid, of de Kerklyken zyn geene getrouwe gefchiedfehryvers. Het hier aangekondigde werk zal waarfchynlyk deze zaak ophelderen , en de bronnen ontdekken van eenige misflagen, waar in het menschdom gebracht was. Dc Hisftorie van den Doop is wel het groote voorwerp dezer onderzoeking; terwyl de fchryver, gehecht aan de onderfcheidtnde leer der Gezinte, waar meè hy het grooter deel zyner levens verbonden was (die der Baptis¬ ten of Doopsgezinden) met een wezentlyk leedwezen zag, dat een bygeloovig plechtig gebruik de overhand had in de Christen werelt, dat even zoa nutloos voor de kinderen als vernederende is voor de Ouders. Het is te bejammeren, dat zyne handfchriften de laatfte overzieningen van zyn eigen hand hebben moeten misfen; Intusfchen zullen zy, die door de eenvouwige bevalligheid van denHr. R. op den Predikfloel bekoort werden, zich ongetwyfeld by het lezen van dit werk erinneren het levendige zyner verbeeldinge en de zuiverheid zyner gevoelens: en anderen, die hem alleen by gerucht kennen, zullen hier met genoegen eenen man ontdekken, die beide in beginfelen & daden een yverig voorftander was van burgerlyke en Godsdienftige Vryheid. Schoon 'er eenige grove en onfierlyke uitdrukkingen in het weik voorkomen , moet men echter erkennen , dat het vol is van groote kracht van taal, klaarheid en lierlykheid van omfchryving en fterkte zoo wel als deftigheid van gevoelens. Het leverd ongetwyffeld allerwegen blyken op van groote geleerdheid, oorfpronglyke echtheid en fchrandcre vlyt. Wy verfchillen in fommige ftukken van den fchryver , maar oordeelen teffens, dat zyn werk eene ongemeene verdienfte heeft. In juiste denkbeelden van regeering en van burgerlyke en Godsdienftige Vryheid is 'er misfehien geen werk, waar door het overtroffen wordt. Anal. Rev. A Journal of a Journey from the Cape of Good Hope, undertaken in 1790 and 1791 , by Jacob van Reenen, and 0thers of his Countrymen, in Search of the Wreek of the EastJndia Companfs Schip the Grosvenor ; to discover, if there remained alive any of the unfortunate St/fferers. With additonal Notes and a Map. By Capt. Edward Riou. 4to. 51 p. Pr. 4fb. fewed. Oicol, 1792. Het onderwerp van dit ftuk doet groote eer aan allen, die 'er in betrokken zyn. Alleenlyk door menschlievenheid gedreven , ondernam de Heer Jan Andries Holthaufen, vergezeld door verfcheidene zyner Landgenootcn (uit Holland) en gemagtigd door de uitdruklyke goedkeuring van den Heere van de Graaf, Gouverneur van de Kaap de goede hoop , eene lange en gevaarlyke reize, om indien mogelyk eenigen optefpeuren en te redden der ongclukkigen pasfagiers en fcheeplingen van het Oostindisch fchlp the Grosvenor, eenige jaaren te voren verongelukt op de Zuidlyken uithoek van Afrika. Dan deze reis, ondernomen door twaalf braave en onverfaagde mannen , door eene ongebaande wildernis, en te minden door woeste en vyandelykc Natiën, liep ten einde, zonder dat ze hun oormerk bereikten, dan alleen dat ze op dc plaats, waar omtrent de Grosvenor geftrand was, uit eenen Europeer, die waarfchynlyk van de Kaap was weggelopen, vernamen , dat al het Volk van den Grosvenor was omgekomen, fommigen door de handen der inboorlingen en de overige door den honger. Zy verloren op de terug reize eenen van hun gczelfchap, Lodewyk Prins, welke door . eenen verwoeden Oliphant vernield werd. Capitein Riou, die aan de Kaap was, toen deze onderneming gebeurde, werd aangezet, om dat dagverhaal in 't lichtte geven tot troost der vrienden en bloedverwanten van het ongelukkig Volk, dat met den Grosvenor fchipbreuk leed, door hen rechtftreeks te berichten, dat deze hunne Vrienden of bloedverwanten niet langer in eenen ftaat van ellende zyn, maar dat de dood hen uit al hun Jyden verlost heeft. Anal. Rev. Duitsch-  Duits Glit X Nd. mmfa&W Sca&mtcae > argumenti 7 D. M*z«r, Koningsbergen by Nicolovws 4W*M> 8vo. Eene wel mtgezogte verzameling van veertien Acadcnufehe Verhandelingen, die te Koningsbergen over «=Onfeed en Natuurkunde van den Mensen zyn uitgekomen De moesUn betreffen de zenuwen, het htm., & levcnskragt, de fp>s\ei teering en voeding, en het ftunenftel van de baarmoeder. A. L Z 'c F Otlenroth, veber die nothwendigfien fit tikken Eigen-. Cchaften und Pfichte-n eïnes mUitarifcken unKrwundarzteS, Halle by Gebauer n9i. 70. blz. 8vo. Deze kleine verhandeling verdient zeer met opmerking gelezen te werden door leerlingen der Heelkunde, en vooral door zulken, die als Onderheefmeesters van Soldaten dienen. De Schryver dringt voornamelyk aan op de pligten van menschlievcndheid befcheidenheid, zindelykhcid , matigheid, en verdere goede zeden ^. L. Z, ■ F L de la Fontaine Chirurgisch- Medicimfche Abhandlun.tn'verfchiedenen Inhak s, Polen betreffend. Breslau en Leipzig by Kom 1792- 272. blz. 8vo. met platen. Voor Artfen, die iets meer dan van de ziekten van hun eigen land willen weeten, moet dit werkje zeer aangenaam en belangryk zyn, daar hetzelve vooral veel nieuws en oorfpronklyks behelst ten epzi.4 29.11 34Ï 36 z- *• °- regenagtlg. (29. 9I 34 34a 1 f29. 7- 3Ö| [39 z. P| omtr. betrokken, ai ) 20. 6* 43% 45 z. t. w. 'sMorg.en's Av. ^29. 4 38 38j z. z. Vf. 1 regenagtlg. S2, 34| 3* 5r^7°- bewolkt, Namidd. 12.^29. ij 40| 45 regen. (_29. 4 40 42 z. I F*9. 3. 38 39 z- z- °- ■ 13.^29. 4§ 42 42 betrekken. (.29. 5. 37 37 o- ("29. ó 34 35 O. N. 0. Voorm. wolken, 14X20. 7 38 43 n. o. Verder betrokk. [29. 9\ 32 32_j 'sAv.windrig. f25>.t°| ' 3?' ï 33 1 «• betrokken, IS J 29.11 33f 34 harde wind. / 3°. 0l 31 I 3° 1 BEKENDMAKINGEN. By J. Yntema . als mede by de Erven P. Meyer en G. Warïj.'.rs, P. Blussu en L. Herdingh, wordt heden uitgegeven, Met Privilegie van de Edele Groot Mogende Heeren Staat en van Hol- \ land enfVestfriesland: NAGELATEN WEKKEN van FREDE- I RIK den II. Koning van Pruissen. Uit het Fransch. ZESDE en LAATSTE DEEL. In gr. Oaavo. aƒ 2 - 4 -: Dit Werk is met veele gcwigtige Aantekeningen van denVertaaler | cn het Portrait des Konings, door R. Vinkeles, vercierd. De 1 twee EerfteDcelen van deezen Koningiyken Autheur, bevattende Gefchiedenis van Mynen Tyd. Het derde en vierde Deel behelst den Zevenjaarigen Oorlog. Het vyf de Deel gaat over het Staatkundige van het jaar 1763 tot op het jaar 1775- °ve>" de Geldmiddelen. Over het Krygswezen. Over de gewigtigfle Ge- beurtenisfen van het jaar 17 7 4 tot het jaar 17 7 8. Gedenkfhrif- t en van den Oorlog van het jaar 1778. • Briefwisfeling van den Keizer, en van de Keizerinne-Koninginne met den Koning , over de Beyerfche Nalaatenfchap. Het zesde Deel houdt in ; Bedenkingen over den tegenwoordigen Toef and des Staatkundigen Lichaams van Europa. Proeve over de onderfcheideneRegeeringsvormen, en over de Plichten der Vorflen. — Zamenfpraaken der Dooien. — Oordeelkundig Onderzoek van het Stelfel der Natuure. — Verhandiling over de Onfchuldigheid der Dwaalingenvan het Verfland.^ Voor dit zesde en laatfie Deel, gaat een breedvoerige en keurige Voorreden van den Vertaaler, in welke de redenen worden opgegeven , waarom men niet goedgevonden heeft de volgende Deelen van dit Werk, (allen in Brieven en Poëzy beftaande,) te vertaaien. Ter voldoening, echter, van den Nederlandfchen Leezer, vindt men in eze Voorreden een doorlopend Verflag van zulke Stukken uit gelelde Brieven, als het Charaéter van denGrootenFREDERix eenigernate kenfehetzen. Van dit Konings Werk zyn nog eenige Exemplaren, in VI Deelen.compleet, te bekomen if 13-10-: V NOMMER XI. en XII. van het VIERDE DEEL der ^ADERLANDSCHE BIBLIOTHEEK van WEETENSCHAP, 'CUNST en SMAAK , zyn thans gedrukt by M. de Bruyn , te Amfterdam in de Wamoesftraat, en alom by de Boekhandelaars in de Nederl. Steden te bekomen. In dit zoo onzydig en befcheiden, als zeer geacht Tydfchrift, vind men in No. XI. deUITTREKSELS uit, en BEOORDEELINGEN van de Werken van Hamelsveld, Partner , Edwards, Beattie, Chevallerau , van PVy, Benyowsky, Klopflock , Bahrdt, IVendeborn, Plutarchus , Bruining, Loosjes, Brender a Brandit, ( ondereet , enz. En in No. XII van die van Michaelis , Gockinga , vanEyk, Meulman , van Hemert, Zöllner en Lange , Chalmot Purgold , Fontaines , Hachenberg. Befchryving van alle Konften , enz. Amfterdam in' zyne Gefchiedenisfen , en anderen. De belangryke MENGELSTUKKEN in beideNommerszyn : 1. Befchryving der Nedrigheid. 2. De Tyden worden beter. 3. Onverdraagzaamheid , eeneChristl. Deugd. 4. Historie der Wenden. 5. De Karthagers op 't Eiland der Gorillen : 6. Van den Leeuw. 7. Schielyke Dood door blydfchap. 8. De waardige Onderkoning. 9. Het Offer. 10. Dit ziet jnen daaglyks. 11. De Godlyke Openbaaring de korfte en veiligftc weg tot kennis van Godsdienftige waarheden. 12. CONFUCIUS , der Chineezen Wetgeever. 13. Over de Inlandfehe Koloniën der Europeërs. 14. Het herkomen en langduurig Bezit, aangemerkt als Grondregels van het Natuurrecht. 15. Zonderlinge meening van een Amerikaan over't N. Jerufalem. En Dichtftukjes. — De Tytels en Bladwyzers van dit Deel zyn in No. XIII. meede reeds uitgegeeven. V DE OPLETTENDE BYBELBESCHOUWER, 1 .Deel, het Hoogduitsch van den Heer J. L. Ewald vry nagevolgd , door den Wel Eerw. Heer J. J. S.Hoekftra, Leeraar der Doopsgezinden enz. te Utrecht. Dit nuttige Volksboek fielt het fchoone enLeerzaame der Bybelfche Gefchiedenisfen in een helder daglicht. — Is voor Stads en Landfchoolen en voorafjvoor de Kcrklyke Catechifatien, en huisfelykcOnderwyzirrgen in den Godsdienst onontbeerlyk, en wel voor alle Christenen welke gezindheid ook toegedaan , fchoon een zwaar Boekdeel in gr. 8vo. zynde , is het echter uit hoofden van derzelver algemeene nuttigheid op den voor zulk een Werk algemeen en verkrygbaar geringen prys gefteld van ƒ 2:16:- *** „ Herdingh en du Mortier . te Leyden , lubben ge„ drukt en alom verzonden: ANECDOTES voor MENSCHEN„ VRIENDEN , ter VERBETERING van het HART, een n werkjen, hetwelk, zoo door aangenaamheidvan ftyl, ah vern fcheidenheid van belangverwekkende onderwerpen, zich alzint „ aanpryst. — De Schryver zegt'er onder anderen ook van in ' „ het Bericht, dat hy voor het zelve geplaast hééft: Ik vertrouw, 1 dat de Deugdzaame, deMevfchenvriend, by het hezen deezer | n ftukjes, (welken ik allen het eenvoudige kleed der waarheid heb | n laaten behouden?) een Jlreelend genoegenfmaaken zal, —— ' „ dat het anderen aanleiding tot heilzaame overdenkingen zal gee- 1M ven , en het kiemend zaad der Deugd , in jonge tedere harten , „ daardoor eenig voedfei ontvangen zal. Het werkjen is in „ klein 8vo. zeer zindelyk, met eene geheel Nieuweletter, ge„ drukt en a 25. ft. te bekomen. Te Haerlem, by PLAAT en LOOSJES.  I7P3- No. 239. AL GEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- ENM2N-GEOEFFENDEN, Vrydag den 25. January. BERIGTEN. O R O O T-B RI T A N NIE N. f®^^^Se Heer Hoole, een onzer beste hedendaagfche r\ ü| Schryvers , die klasfieke verdiensten bezit, heeft (jj onlangs een meesterlyke woêrga geleverd voor Szyn Jerufalem Deltvered (het verlost Jeruzalem) in zyne Engelfche Overzetting, in Vaerfen, van de Rinaldo, uit het Italiaanfche oorfprongelyke van Torquato Tasfo. Dit jeugdig werk des Italiaanfchen Dichters kon in gene betere handen gevallen zyn: zo volkomen is al het fchone, kragtige en zoetluidende, van het oorfprongelyke in de Vertaling bewaard gebleven. Zyne Majefteit heeft den Geneesheer John Sibtdorp, den post van Koninglyken Hoogleeraar in de Kruidkunde, aan de Univerfiteit, teOxfort, opgedragen. F R A N K R r K. De afzonderlyke Bock-Verzamelingen, in de TAtiillerïes revonden , zyn naar de Nationale Boekery gebragt. De giootfte en aanzienlykfte was die van Maria Antoinetta. Dezelve bevattede een groot aantal van Franfche, Engelfche en Italiaanfche Schryvers. Onder meer andere ] Artikelen, was hier ook ene Verzameling by van op doek X. deel. 1 geplakte Kaarten der onderfcheidene Provintien van Frankryk: als mede èen uitmuntende reeks van de beste Italiaanfche Opera-Stukken, en alle de Werken van Giuck. Aanmeiielyk is het, dat 'er llegts weinige Hoogduitfche Werken in gevonden zyn. Naast deze Verzameling was die van Madame Elizabeth de voornaamfte: deze beftond in Godsdienstige Boeken, enige weinige Toneelftukken en Werken over de fraaye Letteren: dog voor 't merendeel in Hiftorien en Opvoedings Gefchriften: als mede in ene voliedige Verzameling van Werken over de beginzels der Wiskunde. De overige Verzamelingen, zelfs die van Lodevsyk, waren van weinig aanbelang. De laatfte beftond genoegzaam geheel uit Reisbefchryvingen. By eikanderen genomen, zuilen deze Verzamelingen meer dan 10,000 Boekdelen bevatten. Dc dubbelden hier uit zyn van de overige afgezonderd,.om daar uit de ontbrekenden, by de Nationale Boekery, aan te vullen. DUITSCHLAND en naburige Ryken. B er lyn. DeHr. Bode heeft, dezer dagen, zynAftronomisch Journal voor het jaar 1795 uitgegeven. Agter zyne eigene berekeningen en gedane Waarnemingen" in I79t en 1792. op het Obfervatorium alhier, heeft hy een bundel van Uittrekzels laten volgen uit de Werken, Verhandelingen en Brieven , van de beroemdfte buitenlandfche Sterrekundigen , gelyk Casfini, la Lande, Mechain, Schroeter, Zach en anderen. D G 0 Ti  Gottl!»gen. De Hofraad,.Blumenbach overhandigde indc VeUderiijg der fcaningl. Maatfchappy, van Jen No"Vp. ee^ncuw Oost-IndischGeneesmiddd nam. de bast of fchors der Swietama r«*r* ga, welke hy tot dat einde van den Hoogl. LTalle, ontvangen hadde, aan w,en het «oör deh M«gwis was toegezonden. De Engelfche Aits, Dr. V.iToufgh, ofsamul Cütah. bx de ^oordelyk Circars, die, gelyk uit het ic^^^ry van de HDalnmpb blykt, zo veele. Peperplantfoenen vooi de Compagnfe heeft aangelegd, ook reeds enige ander Speccry'Planten, nevens den *™f>°™>*^m™ thans reeds, in den oord, alwaar hy Wjfr™**™*^ dan 400 nieuwe Plant-foorten ontdekt heeft, en laten at tekenden befchryven, heeft insgelyks dU nieuw Geneemiddel, onder bovengemelde benaming, met een berg daar omtrent den gemelden Misfionaris toegezonden, met byvoesing.dat het ook als ^Anujepucum, even gelyk dc Koonsbast CCort. Peruv.J werkt, weterrode fooi aan de by de Maatfchappy ontvangen falen in kolem en fmaak het naaste komt. NEDERLANDEN. Middelburg. Den .0 December a. p. is, door de Ed. Achtb. Regering ^.J^»1^"*^ leed- en Heelkunde aangeftcld, de Hr. Paulus de wind, Med. Dotl. alhier. Haerlfm. Teyler's Twede Genootfchap, zich, volgenden wil des Stichters, ^^^^ *ne Vraa» betreffende de Penningkunde, vooi tc itel len, heeft'goedgevonden, de volgende Vraag uitte fchryven:: Wat word 'er vereischt tot een goede Gedenknènnin", om de seheugenis van een voornaam ge"v F op* en door dezelve, te vereeuwigen? En hoe "hebben de oude Grieken en Romeinen; hoe., de la^teren , na de herftelling der Wetenfchappe.r, zich "hier in gekweten." De Eerprys voor het Antwoord, 't welk geoordeeld zal Ln Tin de Vraag best te voldoen, is een Gouden ïï£^$f M tonerlyke waard, t£rS%/er's^»da^-m^ tcHaerlem, mtïïyfc "ooi, ofop' den cerlto April des laars i7.94- Uittrekzel en es Briefs van den Hofraad en Hoog/- Bl'jmbjw.ch, te Göttingen, aan den HoogleeraaT^Cn*. P. Schacht, te Harderwyk: betreffende de Dierlyke Electriciteit. „Ik hebbe aUedeye Proefnemingen, omtrent de Theorie van den Heer Galvani, in het werk geftcld. Onder anderen kwam het my zonderling voor, dat ik met de gerin°-fte werking heb kunnen waarnemen, in de zogenaamde Witbloedige Dieren. Ik hebbe, by voorbeeld, 111 een Wilgen Rups (Larva Phalana CosjTy. het zenuwgeftel, zo fyn mogelyk, ontbloot, vervolgens het Ruggemer», 't geen, by dit Dier, onder de Buikbekleedzclen Iigt,° en de zenuwen zelve met Tinblad belegd; doch alle myne pogingen, om, 'door vereeniging dezer hchaamen, door middel van koperdraad, zamentrekking in de fpieren te verwekken , waren vruchteloos: metr.egenlt.aande dat deze zelfde Spieren, op de geringfte aanraking van werktuigLyke of fcherpe prikkelen, zeer beweegbaar waren, en zich zigtbaar verkorteden. „Zonderling en opmerkelyk, echter, vond ik de geheel verfchillende werking van onderfcheidene Metaalen. Yzer werkt, gelyk gy zult weten, op het Tinblad, in dit geval , weinig of niets. Maar dit zelfde Metaal, aangebrat op een belegzel van Platina, 't geen ik van Dr. iJenkousz, in Londen, gekregen hadde, en welks foortelvk gewigt gelyk was aan 23$, waar mede ik de kniezenuwen van een Kikvorsen bekleed hadde, veroorzaakte zulke hevige Stuiptrekkingen, als .ik te voren van het: Koper, Goud of Zilver, gezien hadde. Het zoge¬ noemde Potlood (Reisbly, graplxtt Van Wèrner,f^fX! de fer der nieuwere Scheikundigen) veroorzaakte, in alle myne proeven, de hevigfte samentrekkingen, 't zy ik hett a?s Bekleeding gebruikte, 't zy het my ten Geleider (co»~ du&or) diende." NIEUW UITKOMENDE BOEKEN,. akademische en andere schroten. Ti o, t s c h l a n d. T.L. Oskamp , DisguU. de caMmtlêenda Jffatum fummopere compleBans . . . oro B ^verS^ « „bal ed cn Tap der planten, die door den „ fremebundo- c X'm Botankorim Dux» Vmnaeus eerst regt waargenomen , zoudTzyn en gaat dus zeer natuurlyk over tot de nteuwe ; „^dekkingen in de Scheikunde, en in 't byzonder tot zyne __ene ontdekking „dat de cajcinaüc der metalen cn de her- . gfte ling der metaalkalken alleen afhangt van de famenltelUng 1 en ontbindin- van het water, 'tgeen een bcftanddecl der „_tatt Smaakt." Deze ontdekking zoude de: Heet-Oskamp is er zeker volledig bewezen nebben, zegt hy (bl. io.), Ji non rationes, alibi fatis urgente* qu* hec flafëns vetarent. Eorum itaque au<* hac nonnatr Uhtprotuli, fumm&que cum modestia dejenpfi. Wy moeten intusfehen de verdere proeven en bewyzen van onzen geleer- | den Schryver afwagtcn , daar wy, gaarne, op onze beurt j«m- | ma cum modestia, belyden, dat wy , van het gene hy vei dei in deze disfertatie over dit onderwerp fchryft, zeer weinig be„rypen, en byna zouden geloven, dat Hy met opzet hier en daar den beroemden F. Baltens heeft willen navolgen. Nederlanden. Geschiedkundige Verhandeling over den Trapswyzen Voortgang der Gtddelyke Openbaringen. Né-, vens een Aanhangzel van Aanmerkingen op Lesfwgs Gefchrijt, gemeld - De Opvoeding van het Menfchelyk Geflagt, door J.G. Rosenmuller. Vertaald uit het Hoogduitsch , naar de Iwecae Uitgave, met bygevoegde Aantekeningen. Te Haerlem, by t. Plaat 1702. behalven 't Voorwerk. 394 blz. f 2 ■ 10-: Toen wy dit werk van den, ook in ons Vaderland, met roem bekenden Hr. Rofenmuller in handen kreegen, verwagtten wy terftond dat ons hier een aangenaam Lettergefchenk gegeven wierde, enwy zyn in onze verwagting geenzins te loor gefteld -L. I„ de Voorrede verklaart de Hr. R. dit Gefchrift te hebben opgefteld, ter zyner eigene Gerustftelling , nopens de zwarigheden, over de niet algemeenheid der Openbaring, de toeating der Afgoderye en 't By geloof over de verfchymng van het Evangelium, eerst na Vierduizend Jaren, en over het lemis deszelven, by nog zo veele Volken heden ten dage. Men moet bekennen,dat, tot het opruimen dezer zwarigheden _it werkje wel niet veel nieuws aan de hand geeft, doch dat «zins daarin klaarheid, bondigheid en gematigdheid, heer- fC Hei beftaat voornaamlek in de befehouwing der drie onderfeheiden groete Godsdienst inrichtingen, doorgaans, (doch volgens den Hr R. eenigzins ongefchikt) Huishoudingen genaamd; ? van Adam tot Mozes, 2. van Mozes tot aan Christus, en van Christus tot den tegenwoordigen Leeftyd. In het eérfte Tvdperk befehouwt de Hr. R. den Godsdienst der eerfte menfehen voor, en na den Val. Hy denkt dat het verval in den Godsdienst voor den Zondvloed heeft beftaan in Ongodisterye, waar voor, toen, na denzelven, dc door Noach herfteide Godsdienst weder in verval raakte, de AfDodery en het Bygeloof 1 d- plaats kwamen. By deze voorftelling onderzoekt dcHr. waarom God gecne Profeeten onder de Afgodendienaars geonden hebbe; waarom hy gecne Wonderwerken hebbe late» oen, cn zynen Zoon niet toen al in de waereld laten kolen. Waar omtrent hy aanmerkt, dat de oude Godsdienst overleeringen toen nog in wezen waren , dat de ware Godsvereerers e plaats der Propheten bekleedden, en dat het bericht van den londvloed zo veel moest afdoen als eenig wonderwerk; dat de ,er,din°- Van Gods Zoon haar oogmerk toen, of geheel met ,f zeer onvolkomen, bcreü-t zou hebben, dewyl het den toen evende menfehen gemangeld zoude hebben, aan toereikendebeLWaamaeden, om dc waarhdd in hare wezenlyke omftandighcien in te zien, en al waare dit zo niet geweest, dat de na■ichten, hem aangaande, niet genoegzaam aan de Nakomelingschap hadden kunnen bekend worden. Waarover de Aanmerkingen van den Hr. R. in 't werk zelf dubbel verdienen nagezien te woTdcn Hier op befehouwt de Hr. R. de Gefchiedenis van Abraham, met betrekking op de bewaring en voortplanting van de kennis van den waren God , zo door zyne roeping, de bekende belofte aan dezen Aartsvader, als de mftelling van deBefnydenis. . _ . Jacob bra in Egypte allengskens onder Israëls nakroost verbasterd te zyn, waar toe de Hr. R. het aofte Hoofdft. van Ezechiëls Prophetic aanhaaitiïd navolging (zo als zyn H. E. in een Noot betuigt,) van den Geleerden Warburthon. Deze verbastering en daar uit voortvloeyende neiging der Israëliten naarEgypte,merkt de fchryver aan als de rede der afzondering van, en wetgeving aan, dat Volk om hen dus door Wetten , die grotendeels bedoelden de Afeoderye te weren, in de erkentenis van den enigen waren God te bevestigen. Lezenswaardig zyn de Aanmerkingen, die door den Geleerden fchryver hier over worden opgegeven, welken dienen om Gods wysheid en goedheid aan den dag te leggen, in het nagaan der algemene wetten en bevelen aan Israël gegeven: by welke gelegenheid ook die groote Vraag, o£ Mozes beloningen en ftraffen na dit Leven, niet gekend, maar of hy, in zyne Wetten, daar van gebruik gemaakt heeft, in overw'ering genomen word: gelyk ook of de oude Godsdienst gebruiken der Israëliërs , voorbeduidingen en affchaduwingen van den tockomftiiren volkomenen Godsdienst geweest zyn. Over het een cn ander drukt zich de Hr. R. zeer onderfcheiden en gematigd uit, hoewel in 't laatfte meer ontkennend dan in het eerfte. 3 Meer' ftellig , doch oordeelkundig, fpreekt hy aangaande de voorfpellingen van den Mcsfias, omtrend welke hy nogthans voorzi tere ftukken der Scheikunde. De eerftelingen van hunnen lofwaardigen arbeid, die wy thans voor ons hebben, betreffen den aart van de zogenoemde Zwavel-levers of fuljures alcalins, er* wel voornamelyk derzelver vermogen van dc dampkringslucht te ontbinden , welke eigenfehap zy, volgens de opmerking van onze fchryvers, niet bezitten , zoo lang zy geheel droog zyn. De fchryvers leggen zich voornamelyk toe, om van dit verfchynzel eene bondige verklaring te geven, en uit te leggen„ waarom 'er water nodig zy, om deze uitwerking daar te Hellen. Wy kunnen intusfehen niet ontveinzen , dat zommige hunner redeneeringen over dit Stuk .ons niet zo gegrond zyn voorgekomen , om niet nog eenige reden van twyffeling by ons over te laten: zo zeggen zy, by voorb. bladz. 34. 11 est connu, et nos experiences Pont conforme, que le gaz hydr-ogène fulfuré et Is gaz oxygène, e'tant me'lés enfemble dans une eert ai ne propor^ tion, quittent fun et Pautre Pétat gazeux. Zo veel ons bekend is, heeft dit tot nog toe niemand waargenomen, en wy vinden dit ook door gene in deze Verhandeling vermelde proefneming beweezen; immers verlaten deze luchtfoorten haren luchtfornügen ftaat niet, en maken geen water, door enkele aanraking of vermenging, ten zy met behulp van de electricke vonk of grote hette. Ook nemen zy, pag. 40. een onderftelling aan, die ons voorkomt , niet genoeg gegrond te zyn, naamlyk, dat by de met water bevogtigde Zwavel-levers, ter zeiver tyd, en onder dezelfde omftandigheden, ene zamenftelling en ene ontbinding van het water plaats hebbe. Voor het overige hebben wy met veel genoegen dit werkje gelezen,- en twyffelcn niet, of de meeste Scheikundigen, in ons Vaderland, zullen met ons naar het vervolg van de proefnemingen , en den verderen arbeid van zulke bekwame mannen , verlangen , daar men van hun, en in hunne omftandigheden „ nog veel lichts omtrent verfcheiden ftukken der nieuwe fcheikundige leere, weljte zy geheel zyn toegedaan, kan verwagten, ICQN'ES"  <: 29 > Ir o nes plant ar urn rarfofum &c. speeldingen van-zeldzame en fraaye Bloemen en Plant - gewasfen , met derzelver befchryving in 4 talen door G. Foorhelm Schneevoogt, uitgegeven onder opzigt van den 'Hoogleeraar S. J. van Ceuns, 7 Jlukken &c. te Haarlem by C. Pla.at 1792. Men heeft lang, en vry, algemeen, geklaagd, dat ons Vaderland, welk, door deszelfs'Koophandel een Koloniën, zoo uitnemend gefchikt is, om dc fcha'ftcn, van het Plantenryk uit alle de wcrelddeclen in deszelfs Kruidtuinen te vergaderen, en om aan kruidkundigen ftof te verfchaffen tot bet befchryven der nieuwfte en zeldzaamfte Plantfoortcn, des niettemin, federt omtrent eene halve eeuw, hierin merklyk is agtcruit gegaan, en , in vergelyking van vorige tyden en van andere landen, thans zeer arm is, zoo wel in vreemde Plantgewasfen zelve, als in kruidkundige Werken, waarin zeldzame of fraayeGcwasfen worden befchreven cn afgebeeld. Met genoegen zal men dus uit het werk, welk wy thans voor ons hebben , zien, dat er niet al- j leen in ons Land Tuinen zyn , die met vreemde en ongemeene Gcwasfen uitnemend voorzien zyn, maar dat er ook nog Liefhebbers gevonden worden, die zich willen verledigen , met die Planten naauwkeurigaftebeelden en te befchryven. De Afbeeldingen, die allen door Hendrik Schwegman naar 't leven geteken'd, gegraveerd en gekleurd zyn, verdienen zonder twyfel de voorkeur boven de meeste platen van Plantgewasfen , welke 1 federt eenige jaren in Frankryk en Duitschland zyn uitgeko- | men; hoewel zy geenszins kunnen halen by die van Miller, Curtis, Smith, cn andere Engelfchen. In de laatste Nommers van dit werk zyn de afbeeldinger fraayer en naauwkcuriger, dan in de eerften , welke ons oek daarom minder voldeeden, wyl cr nog de naam van de afgebeelde Plant, nog de byzondere deelen van Bloem of Vrugt, op de platen afgebeeld waren. \ De kleuren , die in 't algemeen natuurlyk en niet hard zyn, zyn niet in alle exemplaren even zindelyk op de afbeeldingen gebragt, zynde fommigen wat vlakkig en onnaaukcurig afgezet. De befchryvingen zyn kort, doch duidclyk, en goed, zo in de Latynfche, als Nederduitfche, Franfche en Hoogduitfche taa- ! len ; waarvan men de beide laatsten gcvoeglyk zoude kunnen misfen. In 't algemeen fchynen de uitgevers eenigzins gevolgd te hebben een diergelyk kruidkundig werk van Curtis, waarvan , onden den titei van Botanical Magazine, maandlyks een ftuk, waarin mede 3 plantfoorten befchreven en afgebeeld worden, te Londen uitkomt, van welk werk omtrent drieduizdnd exemplaren gedrukt en gedebiteerd worden. In zeldzaamheid van afgebeelde en befchrevene Gewasfen verdient zekerlyk ons Hollandfehe werk de voorkeur boven het laatstgem. Engelfche: j hoewel wy met verwondering in N. III. eene vrygemeene dubbele Hyacinth vinden afgebeeld. Zelfs-bevat dit werk verfchei- ! dene nieuwe en andere elders nog niet afgebeelde Planten. Ze- ! ven ftukken zien thans het licht, welke met vyf nog volgende het eerfte deel zullen uitmaken. Volgens het eerfte bericht moesten, daar men , zedert half April, toen het Eerfte Stuk uitkwam, elke Maand een volgend beloofde, reeds meer ftukken het licht gezien hebben , doch de uitgevers fchynen met reden gedacht te hebben : fat cito, ft fat bene! Brieven, over de Verenigde Nederlanden, door J. Grabjjer , Luitenant in dienst van de Republiek. Uit het Hoog duitsch vertaald. Eerfte en twede ftuk 540. Bladz. in gr. Svo Met plaaten. Te Haarlem by /t, Loosjes, Pz, 1702. prys ƒ4. Schoon dit werk, blykens de taal waar in het oorfpronge ■ lyk in 't licht kwam, voornamelyk ten dienfte van des Schryvers Landgenoten, de Duitfchers iu't gemeen, was opgefteld, cn beoogd, om de heerfchende vooroordelen onder hen tegen de Nederlanders weg te nemen, cn de eenzydige en ennaauwkeurige berigten aangaande dezen, welken tot nog in Duitsch-land verfchencn , te verbeteren ; moet egter de Overzetting daar van , cn uitgave in onze taal, verre van nutteloos zyn, geoord»cld worden. Want, behalven dat ieder, nog begerig is om te weten, op welke wyze, vreemdelingen, van zyn eigen Land en Landaart denken en fpreken, cn de lof, uit dezer mond of penne , des te meer kittelende moet wezen, naar mate dzzelve een meer onzydig en min vooringenomen voorkomen heeft ; behalven dat Buitenlanders doorgaans meer oplettende zyn, omtrent ene menigte van zaken , die, by de inboorlingen, ligtelyk als kleinigheden , over 't hoofd gezien worden; — behalven dit een en ander, kan men niet ontkennen (gelyk de Vertaler in zyn voorberigt dit te regt aanmerkt), „ dat een Buitenlander, die by de eene of andere, voor hem ,, vreemde, Natie, langen tyd, gewoond , haar met een onpar,, tydig oog , en zo veel mogelyk zonder vooroordeelen, be„ fchoiiwd, onder alle rangen cn klasfen van Ingezetenen vern keerd, en zyne waarnemingen aldaar te werk gefield heeft, „ daarby oordeelkundig is, en genoegzame Menfchenkcnnis be„ zit, ongelyk beter in ftaat zy , om het ware karakteristieke „ ener Natie naar waarheid aftefchetfen, dan een Inboorling by _ die Natie zelve." Men voege hier by, om enigermate te kunnen beoordelen, in hee verre onze Schryver ene bevoegde aanfpraak heeft, op deze vereischtens en hoedanigheden , dat de Hr. Crabner , gedurende zyn verblyf in deze Stad, zich by velen heeft doen kennen als een man van letteren , en niet ontbloot van wysgerige kundigheden : terwyl zyn beroep, als Krygsman, hem naar onderfchcidene oorden en plaatfen der. Republiek van tyd tot tyd gevoerd heeft, hem in menigerhande betrekkingen geplaatst, en toegang verleend in de huizen en gezelfchappen, zo wel van den Land- en Ambagtsman, als van dc Ryken en Vermogenden, en dat wel, op een tyd, gelyk hy zelve, in zyn opdragt aan den Prins van Saxen - Gotha fchryft, onder wiens Regiment voetknegten hy als Ofiicier diend, toen dc driften w en hartstogten veel opentlyker en geweldiger, dan gewoou„ lyk, haren rol fpeelden. " Volgens den zo evengcmelden opdragt, hebbe men deze Brieven flegts voor Fragmenten tc houden van een werk , beoogd , om den gehelen tegenwoerdigen ftaat der Verenigde Nederlanden te fchetfen : aan welks voltooying de beroepsomftandigheden des Schryvers hem voor als nog niet toelaten te denken : waar door het zich dan ook enigermate laat ophelderen, dat de inhoud dezer voorlopende brieven zig voornamelyk tot de Provincie Holland bepaald, en dus, doorgaans, minder algemeen is, dan men uit den Tytcl van het werk zou moeten opmaken. De Brieven zyn XXIII. in getal, waar in de Hr. G. vooreerst ene algemene befchryving geeft van de Gedaante en Ligging des Lands : groot aantal van Steden en Dorpen in het zelve; Luchtgefteldheid, heerfchende Ziekten ; Sterfte, nevens de natuurlyke Voortbrengzels uit de drie onderfcheldene Ryken : cn vervolgens overgaat tot die van de Perfoonlyke Eigenfchap- D 3 P=">  < 3° > ■pen Temperament en heerfchende Gemoedsneigingen, en het ! zede'lyk Karakter der Nederlanderen: waar by hy byzonderlyk 2 uitweidende over de Nederlandfche weldadigheid, op deze en 1 eene menschlievende Stigtingen . hier ten lande , als zo vele f voorbeelden daar van, ftilftaat. Hier op fchetst hy de byzon- . dcre Landsgewoonten en Gebruiken, Plegtigheden ,Levenswyze , Klederdracht, de gezellige Verkeering, Vermaken, Uiupanmn- ' ■gen en Volksfpelcn enz. laat wyders een vry uitvoerig verflag volgen van de Nederlandfche Letterkunde, enden ftaat der Ge- ji leerdheid, Wetenfchappen en Konftcn : en befluit eindelyk met 1 j enige algemene berigten aangaande de onderfcheidene Godsdienftige Gezindheden, in ons Vaderland. De ftyl is mannelyk, en, : fchoon niet opgefmukt, levendig en aangenaam: over het geheel hebben deze brieven enige overeenkomst van die van Ar- chenholtz over Engeland. Schoon de Schryver nu en dan -vry breed uitweid in den lof der Nederlanden, en mogclyk hier in wel eens wat al te verre gaat, ftaaft hy zyne gezegde meestal met voorbeelden, welke zyne belezenheid in de Nedcrland•fche Gefchicdenisfcn hem aan de hand gaf: terwyl hy ook niet fchroomd, by afwisfeling, de hem voorkomende gebreken aan te wyzen. Daar de Hr. G. een buitenlander zynde, niet wel ten aanzien van alles even rtoed onderregt konde zyn, is het geenzins te verwonderen, dat 'er ettelyke onnaauwkeurigheden en misllagen in zyn werk inflopen: waar van wel de meeste, door de veelvuldige gepaste en oordeelkundige Aantekeningen, beiden van den kundigen en bekwamen Vertaler en van den Uitgever zyn verholpen: doch ook nog velen onaangeroerd gelaten zyn : terwyl in een enkeld geval, hy voorb. bladz. 47. alwaar in den text van zuure boter (eigentlyk huy of wey boter) gefproken werd, de beoogde verbetering van den Aantekenaar min gelukkig geflaagd is. Onder de onaangeroerde misflagen van den Hr. G. willen ■wy alleen de volgende opnoemen. Op bladz. 72. word gezegd, ■dat de Nederlanden {Groningen uitgezonderd) „ niet eens de noodzakelykfte fteenfoortcn zouden opleveren tot bouwen en " plaveyen." Dit is alleen waar van gehouwen of berg- en van keyftenen: dog wat de gebakken of tichelftenen betreft, die meestal hier ten lande om te bouwen en te beftratcn gebruikt worden, leverd genoegzaam elke Provintie het nodige ten gebruike op, en zommigen zelfs, gelyk Utrecht en Vriesland, ene grote verfcheidenheid van foort cn hoeveelheid; weslialven het er zo verre van daan is, dat men deze bouwftoffen uit andere landen, met zware kosten, zou behoeven te laten komen, dat er in tegendeel, by aanhoudénhcid, grote ladingen van Tichelftenen, van bier naar buiten's lands, byzonderlyk naar onze Oost-en West - Indifche Volkplantingen , afgefeheept worden. 'tGeen de Schryver met opzigt tot de flegtheid der Bieren, met uitzondering alleen van de Amfterdamfche en Rotterdamfche brouw zeis, bladz. 262. zegt, is te meer te verwonderen, daar hy zig een geruimen tyd alhier te Haarlem heeft opgehouden: alwaar zekerlyk zulk goed Bier, in zyn foort, als elders hier ten lande , gebrouwen word : en welks zogenaamd Loender byzonderlyk in Noord - Holland zeer getrokken is. v Het Hoofdyzer, by de befchryving vermeld van de Noordhollandfche Vrouwenkledy, van welke, nevens die der Hindcloop- 'che, Friefche en Zuidbcvelandfche, Vrouwen, in vier afgeette platen, ene keurige naar 't leven getekende afbeelding, n het werk gevoegd is, menen wy, dat doorgaaus Ooryzer ;enoemd word: en de bygevoegde afwisfelende benaming van 'rook, ftaat ons niet voor, ooit gehoord te hebben. De bepaling van het drinkgeld, aan de Dienstboden , waar ■an bladz. 285. by wege van afkeuring gefproken word, is zekerlyk in 't algemeen te zeer vergroot.- en kan enkel op de ykfte klasfen, en zommige byzondere gevallen, worden toe;epast. 'tGeen op bladz, 474. van de grote inkomften der Geesteyken in Engeland, in vergelyking met die der heerfchende kerk ilhier, gezegd word, mag waar wezen tén aanzien vandeBis'choppen en aanzienlyker Kerkelyken; dog de wedden van ene *rote menigte van Engelfche Geestclyken zyn anders voor1] niet ruimer daa die der onzen : blykens, dat vele Dorppreters,in Engeland, te gelyk Kroeghouders zyn. Op bladz. 491. lezen wy, dat de Kollegianten of Rhynsburgers thans nog omtrent 20 kleine Gemcentens zenden hebben : wa«r deze te zoeken zyn, na dat de Vergaderingen, zo te Amfterdam als Rotterdam, en zefs die van Rhynsbnrg geheel gefloept of uitgeftorvcn zyn, bekennen wy niet te weten: behalven dat de Kollegianten nimmer eigentlyke gezegde Gemeenten gehad hebben. Ook heeft de Schryver geheel den bal misgeflagen met, op de volgende bladz. de herkomst der Doopsgezinden (of der Anabaptisten of Wederdopers gelyk hy ze daar belieft te noemen) tot het jaar 1521. te bepalen, en Thomas Munzer , N.Storch en M. Stubner als Stigters dier Gezinte optegevendaar het te over bekend is, dat er, reeds lang voor den SwabifchenBoerenkryg, zo in Duitschland als elders, Kristenen waren , die den -bejaarden doop oeffenden : gelyk het ook geheel»iet naauwkeurig is uitgedrukt, wanneer hy vervolgens Menno Symons, het hoofd noemt der Nederlandfche Doopsgezinden in 't gemeen ; als die «iet meer dan een voorganger by een afzondcrlyken aanhang van Doopsgezinden , voornamelyk in Friesland , geweest is. Behalven deze overgeflagene misflagen en onnaauwkeurigheden, welker lyst wy ligtelyk zouden kunnen vergroten, byalI dien wy niet te zeer aan het kort bedek van dit ons blad bepaald waren ; laat de Schryver nu en dan ook wel eens een al te fterke vooringenomenheid blyken tegen perfonen en zaken , en neemt niet altyd de regels van ene behoorlyke befcheidenheid in agt. 'T geen hy zig, op bladz. 225. omtrent één zyner Haarlemfchc Vrienden laat ontvallen, kan niet anders dan voor een zeer onbefcheiden misbruik gehouden worden , van hst vertrouwen, 'twclk ene mogelyk al te openhartige vrie ndfehap in hem geplaatst hadde; terwyl wy ook zeer twyffelen, of de gezellige toon, waar op hy van enige zyner ktansjes Vriendinnen, in een openlyk gedrukt werk , fpreekt, (bladz. 294.) hoe.hartelyk die hem ook toefehyne, by dezen wel voor zeer wellevend zal gehouden worden. Zyn opgave van de vereisehten by een vreemdeling om in de Nederlandfche gezelfchappen te worden toegelaten op bladz. 297. is ene doorgaande ftckelige fcherts: gelyk mede, 'tgeen by van de Gereformeerde Kerken hare Leeraars fchryft, yeelal op enen bitfen en onvriendelyken toon ge- ftemd  fte-ndis Dat velen der Remonftrantcn de Leerftellingeri van .en Süe^us zouden omhelzen, gelyk de Schryver bladz. 489. W heen zegt, gemeent ontdekt te hebben, zouden wy met I X» op zyn woord geloven, hoe zeer dit ook, m verband l?et de ^èr op volgende Loffprake, met juist gene byzondere afkeuring, door hem fchynt vermeld te worden. Oiid'nks egter alle deze en meer andere gebreken, zyn deze Brieven der lezinge niet onwaardig: behelzende ene beknopte en over 't geheel vry goede fchets van ons Land en Landaart nevens verfcheiden byzonderheden, die zelfs mogelyk by ve e "nboorlin-en, niet bekend zyn. 'Tgeen de Schryver aangaande den Staat van Letterkunde en Wetenfchappen onder ons opgetekend heeft, beviel ons wel het meest. -, hoe zeer zyne lyst van voorname Nederlandfche Schryveren en Geleerden voor verdere uitbreiding vatbaar is. Ook is zyne fchets van het Nederlandfche Toneel, over 't geheel, vry goed; fehoon het verflag van Vondel's Gysbrecht van Jmjitl wei enige bekorting hadde kunnen lyden. NIEUW UITGEVONDEN WERKTUIGEN en KONSTSTUKKEN. B er lyn. Dc Heer Baehrens, Predikant te Schwer- \ te in het Graaffchap Marck, heeft aan de Akademie der Wetenfchappen, alhier, ene aftekening en befchryving toegezonden van een Aflronomisch, Geometrisch Kompas; van welks zamenftelling en nut de Heer Bode een gunste verflag gegeven heeft: waar op hy gelast is, om er één voor het Obfervatorium te ontbieden. De Prys van dit Werktuig is één Carolyn. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Dooden , gedurende de laatstverlopene Week is seweest: te Amfterdam 159: en tc Haarlem 33, onder welken laatften 2 beneden de ia Jaren. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. üittrekzel der Dagelykfche Waarnemingen van 6 tot 12 Jan. 1793. te Hamburg. f-Hoogfte ftand 28, S- den 8ften. ' BaROM. i Laagfte - -ir, 7. den i2den. ^Gemiddelde der gehele Week 28,1,31. Therm. fHoogfte ftand i°. 'sMidd.vandeni2den. Reaumur. < Laagfte 10° onder o. 'sMorg. van den 9deii. V:GemiddeldedergeheleWeek3grad. onder o.Eeerfchende wind Z, O. Weerkundige Waarnemingen , buiten Haerlem.- !baro- thermo- MKfctK. I me- meter. der J luchtsge- ter. NoordjZuid. wind. | steldheid. f30. l\ 3l' 31 n.O.t.N. I 16.) 30. 2 . 32 a*.| n. o. i betrokken/ \ 30. i\ 30 3°i I _ f aov 2 30 I 31 «• e- betr.'s Morg. iets 17 '30 2J- 30 30§ meeuw, regenen [30.4I 30S I 30 ysiel.zeer^indrifr- C30. 5{ 27§ [ 39 n.o.t.O. 18. So. ,j 32 A6 Mder. (_30. 6 ii\ 22 —' _ fao si 20 21 Z. W. 's Morg. helder, ) „ , i n- w 7 w Voorm. wolsen, 20. Ho. 4 U 42 ^trokke». (.30- 4* 3" . dito . — November 43$$ ' _, dito . December 4°t£l Komt voor de gemidd. hoogte van't gehele Jaar 50* grad. En is alzo het Jaar 179 a". door elkander gerekend a\\ gradldus na genoeg 1 graad kouder geweest dan het jaar 1791. Laaefte Therm. was den i9Feb. 's Avonds om 11 uuren 9§ g«d. Hoogfte den 11 July Namidd. om 2 «34 De heetfte Zonnefchyri was op denzelfden 11 July, ten 2 uiv Namiddag. en bragt de Therm. op het Zuiden, ^g^-.zo als meermalen is vermeld) op 113 grad. is 3 B«d.-^Jw" dezelve,, zo lang deze W-aüWUWgen ayn-gataw,»  WINDEN. 426 maal in het afgelopen Jaar de Wind genoteerd, tusfehen het Z. en W. vlak West 'er onder gerekend. 225 tusfehen het W en N. vlak N. mede geteld. 213 tusfehen het N. en O. vlak O. 'er by. 234 1 tusfehen het O. enZ. vlakZ. 'eronder. Wyders is in het afgelopen Jaar aangetekend, 147 malen Regen. 140 helder en omtr. helder. 13 r —— bewolkt. 128 —— betrokken of omtr. betrokken. 71 buyig. 69 wolken. 62 windrig. 58 harde wind. 28 ' 1 ■» fneeuw. / 23 ' ftorm en ftormagtig, 23 ■ dampig of mist, 19 ftil. 14 —donder, blixem of weerligt. 13 hagel. 1 ■ Noorderligt. BEKENDMAKINGEN. V Het EERSTE KOEK der CHRONIEKEN, naar het Hehreeuwsch , met KORTE AANMERKINGEN over het zelve, voor Ongeleerden, doorll. Van Hamelsveld; is heden, in gr. 8vo. van de Pers gekomen, by M. de Bru yn , te Amfterdam, in de Warmoesftraat, en alom aan de Boekhandelaars in de Nederl. Steden verzonden. „ Om aan het loflyk oogmerk, naamlyk, deleezing van den Bybel aan te moedigen , en teffens aan de begeerte der Bezitteren " van dit nuttig Huisboek der Christenen des _ te beter te voldoen, " gaat de Hoog Eerw Schryver met de bearbeiding van het zelve zo " fpoedig voort, als het belang en de waardy van het Werk maar ee" nigzints toelaten. Ook blyft de wyze van behandeling, zoo ten aanzien der Nieuwe Overzetting, als der Korte Aanmerkingen " voor Ongeleerden, zich fteeds gelyk, alles ten meeste nutte der Lezeren. Daar de droevige ondervinding leert, dat'de Boeken der Chronieken weinig geleezen worden , heeft de Hoogleeraar het , „ met recht, nodig en dienftig geoordeeld, in de Inleiding over dit „ Eerfte Boek der Chronieken : aan het hoofd der korte Aanmerkin„ gen te vinden, kortclyk aan te toonen , dat, daardeze Boeken, „ waar in de Gefchiedenis byzonder van het Koningryk Juda ver„ haald word , zo veele Byzonderheden , By voegfels, Ophelderingen „ opdeHiftoriedcrBoekenvanSAMUEL-cn der KONINGEN be„ vatten, de Chronieken, wegens het licht, dat zy over de Joodfche „ Hiftone verfpreiden , een onfehatbaar Werk zyn , dat de aandagt „ aller Bybclminnaren verdient. In denTcxt zyn de Nieuwe Over„ zettingen, by voorb. van DavidsLied; van Davids Telling des „ Volks; de Pest, en veele andere Byzonderheden , vooralIezccs„ waardig." Van de voorige Stukken des O. T. en van het geheeie N.T. zyh ook no:r Exemplaar-en te bekomen. V By F. Bohn tc Haerlem, is van de Pers gekomen, en alom by deszelfs Correspondenten te bekomen: f. De VRIEND der KINDEREN , 7 en 8. Deel, of Iaatfteband¬ je, met Piaaten en Vignetten, vermeerderde derde Dmk, in 12°. zindelykop Postp. gedrukt en in Carton geb. a/ 1:16:II. Het 3de of Iaatfte Deel van DEN ARMEN HEER VAN MIL-• DENBURG, een Roman in Brieven, door den beroemden Knigge , met een fraay gegraveerde Plaat, Tytelen Vignet, van Buys en Cardon, in gr. 8vo. - a ƒ 2 : 4-- lü. Het 3de of Iaatfte Deel van de klugtige Roman PIETERKLAUS door den zelfden Schryver, met gegraveerde Ty tel en Vignet van Buys en Vry■dag, in gr. 8vo. - 3/1:4:- (NB. Binnen den tyd van weinig Maanden zyn hiervan Twee Drukken geheel uitverkogt en thans de derde Druk gereed, waar door weder Compleete Exemplaren te bekomen zyn.) IV. ALCIBIADES door Meiszner, 3 Deelen ; met een ftel van zes fraay cKonstplaten, van Buys, Bogerts en Cardon, op groot en klein papier. V" By de Boekverkopers Gartman te Amfterdam, en Bohn te Haarlem , word thans met Privilegie van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staatenvan Hollanden tVestfrïesland uitgegeven : de 74de uitgaaf van ROSEL NATUURLYKE HISTORIE derINSECTEN. Zynde dit de Vyfde uitgaaf van het 5de Deel, 't welk nog door eenige weinige Platen met dcrzelv"er naauwkeurige Befchryving , fpoedig agter elkander gevolgd zullen worden, waar mede dit voortreflyk Werk compleet is. <%* In de Boekwinkel van F. Bohn te Haerlem, word uitgegeven en is alom te bekomen: DE WAARHEID der SCHRIFTUURLYKE HISTORIE van den APOSTEL PAULUS beweezen, uiteenever. gelyking der Brieven. welks zynen naam voeren, met de Handeling delingen der Apostelen, en met elkander, door W. Paley , gr.'8vo. a ƒ 2:10:— M Naar't oordeel der Monthly Reviewers verdient dit „ Stuk geteld te worden , onder de beste Werken ter ftavinge van de „ blykbaareegtheidderÉuangelie-fchriften.en dat men het niet bo„ ven zyne waarde pryst, indien men het geheel nieuw en eenig in „ zyne foort noeme." DeuxCentsExemplaires «fel'ENCYCLOPEDIE PAR ORDRE DE MATIERES, LUI. Livraifons , Contenant, 90 vol. de Discours 9 vol. de Planches cT'Arts et Metiers Mecaniques, 2 vol. d1 Atlas' et 14 Livraifons de Planches d'Hiftoire Naturelle , formant enfemble environ 152 vol. etdontlafuiteparoit regulierement, propofe auprix de Tancienne fouscription de 751 Livres,pour les trente premières Livraifons, et aux mémes prix que tous les Souscripteurs ccluelson paye's pour la trente unteme et fuivantes, ce qui fait rsvenir leslAW Livraifons , a 1474 Livres. On s'addresfepour la Hollande, chez C Plaat, Libraire a Haerlem , chez qui on peut trouver gratis un avis detaillé de ce vaste Ouvrage, qui fait le plus grand honneur tant aux Redacleurs ,qu'' ainfii que celle de PHiftoire Naturelle. Te Haerlem, by PLAAT en LOOSJES.  1793- No. 240. jt L GEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- ENM1N-GEOEFFENDEN, Vry dag den 1. February. BERIGTEN. I T Jt L 1 E N. ®"^^=®e beroemde BeeWjiouwer Gatfóvfii is, vanPbiü V\ m lac1e,Phia > te Romen gekomen. Hy heeft last Y \J |)T van het Congres om de wapens of zinnebeclm^Sf^zm den der dertien Verenigde Staten , benevens Standbeelden der voornaamfte bevorderaars van de Amerikaanfche Vryheid, in marmer te vervaardigen. Tien jaren zyn hem toegeftaan, ter volbrenging van deze taak: hy zal jaarlyks 10,000 fchudi , gedurende den arbeid, trekken, en, wanneer alles afgemaakt is, nog daarenboven 50,000 fchudi ontvangen. GR OO T-BRITANNIEN. Londen. Men heeft alhier, dezer dagen, een Komeet ontdekt, die des avonds, by heldere lugt, onmiddelyk na zons ondergang, met het blote oog kan gezien worden : wanneer dezelve zig daar voor opdoet als een grote Ncvelftar. In een Teleskoop van llegts een gering vergrotend vermogen, vertoond dezelve zig gelyk de Nebula in Andromcda's Gordel , doch wat meer helder. Haar loop is van het Oost naar het West, en hare (helheid van beweging die van i| gr. in een uur. Zaturdag X. deel. ê den nden Jan. zag men de Komeet tusfehen de Noordpool ftar en den ftoel van Casfiopea, zynde 24 graden van de plaats, waar zy eerst was waargenomen. Sedert den ijden was dezelve van Draco, door Cepheus, naar Casfiopea genaderd: waar uit men berekende, dat zy des avonds van den 22 digt by de bekende Ncvelftar, ter regterhand van Perfeus, zich zoude opdoen. F R Jl N R~ R an zyn gedrag . cn fcheen hein onveTfchillig te maken omtrent alles, wat buiten hem was. Daar hy wouderbaarlyk gcmaklyk iets opftelde, had hy geen byzonder vertrek daar toe nodig ; ••«aar '-tóe'! 'aah % werfc, vaar -ook , Esq. F. R. S. 9. Weerkundig Dagregister, geiouden op de Vertrekken der Koninglyke Maatfchappy. Anal, Rev. Frankryk. Le*Paradis Perdu. Poema par M1 l~ ton. Edition en Anglais & en Francais ornêe de XII Estampes, imprimées en couleur, 4'apres les Tableaux de M. Schall, 2 vol. gr. in 410. Prix, imprime' fur papier fatins f 41 : - re/ie' en veau marbrè, dore' fur tranche & plat, f 63. Ene ongemeen fraaie en pragtige druk van Milton't beroemd Paradys verloren, zo met opzigt tot den Letterdruk, als de bygevoegde platen : kunnende inderdaad voor een proefdruk van Typographifche fchoonheid gehouden worden. Men \ ïnd hier de oorfprongelyke Engelfche verfen, tegen over de Franfche vertaling in onrym, gevoegd : 't geen deze overzetting ene dubbele waarde, byzet. [Liefhebbers en Verzamelaars van fraaie werken , kunnen dit ftuk, tot de bovengemelde pryzen, bekomen, by den Boekhandelaar C. Plaat, te Haarlem, die ook een van de 50 ex.mplaren bezit, welken op papier velin getrokken zyn : en waar van de prys, ongemeen fraai in rood Marocquin ingebonden , is ƒ 105 : Ne der landen. Het Lot der Menschen na hun dood; of vryé gedagten over de fpoedige hertelling dèr Menfehen ten eeuwigen leven; ter proeve voorge/leld aan myne onderzoek- en waarheid- beminnende Medekristenen, 46 bladz. in gr. 8vo. te Haarlem,, by A. Loosjes, Pz. 1793. De vrye gedagten, welke de ongenoemde Schryver van dit ftukje hier ter proeve voorftcld, lopen voornaamlyk uit op het gevoelen ; reeds in vroegere Eeuwen enigermate in 't ruwe door Origenes verdedigd, en 1'iiW', meer befchaafd en verder uitgebreid door Su/zer, C. Bonnet en anderen , aangaande het beftendig verenigd blyven van 's Menfehen ziel, met een fyn, orizigtbaar, zintuiglyk lighaam of beginzel, 't geen in het grove en zigtbarc lighaam ligt opgefloten, en dat door den E 1 . dood  C 3* 3 dood wel van deszelfs grovere bekleedzels, maar niet van dc ziel word a%efcheiden , om vervolgens, in het toekomend leven , zig op ene heerlyke wyze te ontwikkelen. Op deze ondeVftelling verklaard hy de Leer der -Éuangèlies , aangaande de Öpftanding uit den doden , en van Christus komst ten oordeel : en beweerd , dat de een en ander telkens by het aflierven van ieder mensen plaats grypt, in de ommddelyke ontwikkeling van het onzigtbaar lighaam, en ene daar mede gepaaid gaande toedeling van clks onderfehciden lot , zo dat der vromen ah der üoddelozen; fchoon op dat van de laatsten hier niet byzonder itil geftaan word. De Schryver draagt dit gevoelen, op ene vry bevattelyke cn regelmatige wyze, voor: I doch fchynt het zelve meer in dc gevolgen of toepasfing befchouwd te hebben, dan in de voorname gronden, waar op de i eerfte Voorftanders daar van het zelve gevestigd of gebouwd hadden. Immers beantwoorden zyne voorafonderltellingen, (of | premifes) in zyn eerfte afdeliag en het begin der twede , zo weinig aan die van de bovengemelden, dat zyn eindelyk be- , fluit (of conclufic) tot ene beklede ziel, waar op hy , na zynë bewering, „ dat de ziel, na hare affebeiding van 't lig- I haam in den dood, overblyft, denkt cn werkt, als mede * dat deze de eigentlyke mensch uitmaakt; en het voor den " mensch genoeg is, om in het toekomend leven dezelfde " mensch te zyn, en regtvaardig vergolden te worden, dat " zyne ziel haar beftaan blyft behouden, en weder, niet met " het zelfde als tc voren, maar met ccn haar eigen, lighaam " verenigd zy : " eindelyk neer komt, ons niet weinig onder het lezen verrascht hebbe. Immers , zo wy de redeneringen van hun, die dit gevoelen allereerst ter banc gebragt hebben, wel verftaan, gronden zy het zelve voornamelyk op deze twe voorafgaande onderftellingcn. Dat 's menfehen ziel niét kan denken of werken, zonder een zintuiglyk werktuig;,cn dat zyne perfoonlykheid niet kan bepaald worden tot de enkele ziel of het enkel lighaam, maar dat deze het gevolg of refuitat is der vereniging van ziel en lighaam. zulks, ene gehele affchciding van ziel en lighaam, naar hunne gedagten, het eantfche denkbeeld van 's menfehen Gelyk- of zelfswezenheid zou wegnemen. Hoe nu des ongenoemden Schryvers bewering op bladz. 9. cn vervolgens: „ dat de ziel , na het eindigen van dit leven , wanneer het lighaam geen beftaan meer heeft, " of niet meer in wezen is, niet alleen voortduurt, maar ""werkt en zig ontwikkeld;" en dat, „ niettegenftaande de" ze fcheiding van het lighaam , de Ikheid of Eigen zelfsheid " van den mensch bewaard blyft" met ce bovengemelde "ronden kan o'vereengebragt worden ; als mede hoe ene wedervereniging der ziele met een lighaam kan plaats grypen, wanneer de ziel altyd met een onverganglyk werktuiglyk beginzel verenigd blyft, 't geen zig, met den dood, alleen behoeft te ontwikkelen : dit een en ander, bekennen wy, niet te kübhén vatten. Wy zien voor ons zeiven gene zwarigheid in des Schryvers aangenomen gevoelen ; en agten veel eer dat het zelve tot enen aahmerkclyken trap van waarfchynlykheid kan gébr-airt worden: maar om die waarfchynlykheid daar te Hellen , zouden wy andere bewyzen cn gronden vorderen, dan y/y'bi-r ontmoeten. Wy raden den Schryver, die, in zyne Voorreden zegt, onkundig te wezen, „ dat, in den laatsten tyd, dit onderwérp ooit zo opzettclyk behandeld is," hier over na te lezen de aanmerkingen van Bontiet\ in zyne Palln* genisia en Natuur.'efchouwingen; \an welke fchriften reeds, federt een geruimen tyd, Nederduitfche vertalingen voorhanden zyn. Nederlanden. De Waarheid der Schriftumlyke H'flo» rie van den Jpjstel Paulus, bewezen uit eene vergelyking deiBrieven^ welke zynen naam voeren, met de Handelingen der Apostelen, en met elkander , door Wiixiam Paley . A. M. Aartsdeken van Carlifle. Uit het Engclsch. Te Haerlem by i7. Bohn, 363 bladz. en IV Voorr. Wy twyfïelen geenzins of alle waare Bybeivrienden, die met oordeel de H, Schrift lezen, en lust hebben , om de waarheden van den Godsdienst te onderzoeken . zullen met ons dit werk van den Hr. Paley als een oordeelkundig cn allernuttigst boek befchouwen. —— Zie hier een kort bericht van deszelfs inhoud : . Dc Schryver maakt een aanvang met zyn voornaam doel, in dezen arbeid, op te leggen: om, naamlyk, te beoogen, dat, al fteldc men alle overige bewyzen voor de echtheid van Paulus brieven en van de Handelingen der Apostelen (die van hoofdft. 13, af zich by de Gefchiedenis van Paulus bepalen) ter zyde , men echter uit vergelyking van die onderfcheiden Schriften genoegzaam zou kunnen overtuigd worden van de waarheid der verhaalen , en van de echtheid der brieven bl. 1, 2. —— Om alle mogelyke kracht aan zyn bewys te geeven , en om niet belemmerd te worden, door deze of geeue tegenbedenkingen, ftclt hy zelve vast, dat niet alle overeenftemming van de Gefchiedenis van eenen Schryver met brieven , die aan hem worden toegefchreven, noodzakclyk medebrengen een bondig bewys van de waarheid van beiden: want 1. of de Gefchiedenis kan uit de Brieven opgemaakt zyn; 2.of de Brieven uit dc Gefchiedenis ('twelk een werk van bedrog zyn zou). 3. of beide Brieven en Gefchiedenis kunnen hunnen grondflag gehad hebben in eenig gezag aan beiden gemeen, b. v. in oude overleveringen. —— Waaruit hy dan dit befluit opmaakt: dat overeenftemming of eenparigheid alleen in zo verre kan vertrouwd worden, als men deze onderfchcidene onderftellingen kan uitfluiten. In de opgenoemde gevallen is eenparigheid het uitwerkzel, van een bepaald ontwerp. — Dit word aangetoond , en het onderfcheid tusfehen die drie gevallen opgegeven i>l' 3-S-j en hieruit dit befluit afgeleid: dat, by de overeenft mming van aloude fchriften , het kenmerk van waarheid en oorfpronkelykheid is het niet volgen van een bepaald ontwerp -» 'twelk nader opgehelderd, en daar by tevens aangetoond word , hoe cn op welk eene wyze men dit niet volgen van een bepaald ontwerp in de Brieven en Gefchiedenis kan vinden ; by welke gelegenheid de Schryver zich onder anderen dus uitlaat .-. . . „ indien eenige der aangeroerde eenftemmigheden .den Lezer als beuzelachtig , omflagtig of van ter zyden inko„ mende dunken, laat hy dan bedenken, dat zelfs dit van, ter „ zyden inkomende en omflagtigc dat geen is, 'twelk aan het „ voorbeeld kragt en eigenaaitigheid geeft. Uitvoerige, in 't ! "t ooglopende en ontwikkelde, overeenftemmingenbewyzen wei1 w nig, om reden, dat men daar tegen kan inbrengen, dat dus1 „ danige invoegingen het gewoone hulpmiddel van elke verdict- genisia en Natuurlefchouwingen ; \an welke fchriften reeds,  < 37 ) - dichting zyn; en hoewel zy, in echte fchriften , kunnen voorkomen het echter niet kan bewezen worden, dat zy daaraan " byzonder eigen zvn." Dit een cn ander word met voorbeelden uit t Cor. u: ij. vergeleken met Luc. 22: 14. uit Philip. 3: 5. e/«. met de berichten van Paulus in dc Handelingen uer Apostelen, uit Hand. 16: 1. met %Ttm. 3: i-5< Cmeu kon cr byvoegen 2 T/m. i : 5-) bevestigd. Ter verdere ftaving van zyne gezegden bediend de Schryver zich van twe Brieven, die aan Paulus. toeErefclirëven worden, de eene aan die van Laodtcea cn de andere aan de Koriuthiers, wyzende duidclyk aan, dat zy niet uitleveren die overeenftemmingen, welke hy voordroeg , als een bewys voor de echtheid der brieven, bj. 10-13. Hierop geeft hy bl. 13-15. bericht van de wyze waarop dit boek uitgewerkt is; bl. 15. van zyn oogmerk, 't welk hy zegt te zyn. ,, om uit dc Handelingen der Apostelen cn uit dc onderfcheiden brieven zodanige plaatfen bycen te brengen, welke * voorbeelden van onbedoelde eenftemmighei'd uitleveren." Doch (zegt de Schryver) „ ik heb aan dit plan in zo verre ! eene meerdere uitgebreidheid gegeven, dat ik daaronder bc" trökRfen heb eenige omftandigheden in de brieven voorko" mende, welke kracht gaven aan het befluit, hoewel in den " engften zin gene voorwerpen van vergelyking. Dcsgelyks " fcheen in dit plan te vallen een onderzoek der zwarigheden, welke in den loop onzer nafporingen zich janboden." " Wy hebben ons zo lang by het eerfte Hoofdftuk van dit werk , of fchoon flechts .16 tladzyden bedragende, opgehouden, om dat dit gedeelte de ontvouwing van het bewys behelsde, en men daaruit 's mans oogmerk best kan leeren kennen : daarenboven was dit hoofdftuk alleen voor een doorlopend uittrekfcl gefchikt, daar in tegendeel het overige van dien aart is, dat wy ons met eene algemeene opgave moeten vergenoegen. Van Hoofd/?. 2. vs. 14. gaat dc Schryver de 13 brieven, die oritwyfelbaar den naam van P. dragen en aan hem toegefchrevcn worden, door, met hier cn daar dat gecne uittckippen , wat tot zyn oogmerk dienftig was. In het 15 HoofdJ}. handelt hy over de Ondertekening der brieven, cn het 16. vervat het befluit, waarin eert de algemeene en door andere, voornaamelyk door Lardner, byeengezatnélde bewyzen voor de echtheid van Paulus brieven worden aangevoerd, en hierop door den Schryver aangetoond . welke nuttigheid deze befchouwing van Paulus gefchiedenis en brieven in 't algemeen, en in 't byzonder, welk een invloed zy op de waarheid cn Goddelykheid van de H. Gefchiedenis en op de echtheid der boeken des N- T. hebben kan. ' Dit is de Hoofdinhoud van dit nuttig boek. -— Wy kunnen evenwel nog niet van het zelve afftappen. Een woordelyk uittrekzcl van een of andere plaats, uit Paulus brieven, zoute veel plaats innemen: men kan dus niet meer doen, dan flechts eene fchets uit het een of ander Hoofdftuk mede delen. Elk hoofdftuk (waarin alle de plaatfen uit cén byzonderen brief byeengebragt zyn , die naar het oogmerk van den Schryver iets overe 'nftemmends met het Gefchiedverhaal van Paulus leven behelzen) is verdeeld in byzondere afdelingen, in elk van welke écne plaats uit dien brief , waarover het ganfche Hoofdftuk loopt', behandeld word. Wy bepalen ons terftond by de eerfte ; in het twede Hoofdftuk, 't welk den brief aan de Romeinen bevat) over Bom. 15: 25, Hier maakt P. gewag van drie omftandigheden 1. eene liefdegift in Maccdonien. 2. een liefdegift in Achaja, beide ten dienfte der Chrótenca te Jerufa- em , 3. c f voorgenomen reis van Paulus na Jerufafem. De«* ',e pmftandi h een hadden plaats toen Paulus deze ijrief 'fehreef.——« :iier mede vergelykt hy Hand, 20: 2, 3. en 24: vs. 18. verreleken met 1 Kor. 16: 1-4. Uit de eerfte plaats blykt, dat Paulus oogmerk was ten tyde van zyn twede bezoek op het Schiereiland van Griekenland , om uit Achaja regclregt na syrie doortereizep, maar dat hy , om de Joaden tc ontwyken , syn voorn-men in zo verre veranderde , dat hy door Macedonië wilde te rug keeren , te Philippi fcheep gaan, cn van daar zyne reis na Jerufalem vervolgen. Men kan hieruit nog niet opmaaken, of P. den brief gefchreven hebbe omtrent dezen tyd, dan vroeger, doordien hy meermalen na Jerufalem gereisd'was, b. v. Hand. 18: 21. Het ftilzwygen van Lucas, die hem vergezelde, (Hand. 20: 6.) aangaande die liefdegift, zou ons naar eene andere reis doen uitzien, ware het niet dat wy des aangaande onderricht wierden in een ander gedeelte der Gefchiedenis, c. 24: 17. Dit vermelden van aalmoezen cn offerhanden brengt het verhaal in de Handelingen nader tot overeenftemming met den brief; „en echter (zegt de Schryver) zal niemand op het vermoeden vallen , dat deze byzonderheid in Paulus verdediging wierd ingeftoken, om de uitlating in het voorgaand verhaal aan te vullen, of met eenig oogmerk op zodanige overeenftemming." Met dat alles is er nog niets gezegd of aangeduid, rakende de plaats der liefdegiften; niets aangaande Macedonië of Achaja: dit vinden wy 1 Kor. 16: 1-4. In deze plaats vinden wy eene geldverzameling, gefchiedende te Korinthc: en ook een wenk van de mogelykheid van Paulus reis na Jerufalem. De uitdrukking wanneer ik zal gekomen zyn, duid aan, dat Paulus twede komst te Korinthc bedoeld is, naardien hy in den brief van een voorgaand verblyf gewag maakt. Dan hier word nog geen melding gedaan van de Gcldverza- meling in Maccdonien : en daarom worden wy gewezen op 3 Kor. 8: 1-4. en c. 9: 7. - En uit alle deze plaatfen te zamen genomen, vind de Schryver 'tgeen by Rorn.is: 25,20. gemeld word. En dus was hier overeeuftemming , zonder dat er een bepaald ontwerp gevolgd was. — De zaak is dezelfde, en ook de tyd, namelyk omtrent P. twede bezoek op het Schiereiland van Griekenland. Dit toont de Schryver breedvoeriger aan, en neemt vervolgens de plaats in zyn verband, bewyzendc uit een en ander duidclyk dc ongezochte en onbedoelde overeenftemming tusfehen deze plaatfen. Zie hier een kort uittrekzcl uit de eerfte proeve. Wy zyn reeds te breedvoerig geworden om er meer van té kunnefl zëg- ! gen. Wat de vertaaling betreft , dezelve is doorgaands zeer goed; en word zelfs beter , hoe verder men voonleest. -Ook pryst dit werk zieh aan door een fraaie druk. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Dooden , gedurende de laatstveriopene Week, is geweest: te Amfterdam 172: en te Haarlem 19, onder welken laatflen 10 beneden de 12 Jaren. Te Koppenhagen zyn, in het Koninglyk Verloshuis , gedurende 1792. 868 Kinderen geboren: 821 Vrouwspèrfonen zyn daar uit gezond vertrokken: 3 ftierveu in het kraambeddc en 45 aan heerfchende koortfen. ^ Gedurende het zelfde jaar, zyn, in het Koningl. Frederiks Hospital, mede aldaar, 2096 zieken ingenomen, 1668 herfteld en gezond daar uit vertrokken: en 167 perfonen daar in overleden. Onlangs is, in Engeland, "overleden zekere Thomas Garrik, in den ouderdom van 108 jaren. Nog maar weinige maanden voor zyn dood, deed hy dagelyks ene wandeling van een myl verre. Hy trouwde, in zyn 99fte jaar, voor de derde maal. Ook is, kortlings, te Tetchel , in het Graaffchap Sehrop, in het 77 jaar overleden JV. Fromston , bekend onder den naam van den Schropfchirefche Reus. Een byzonder vlug man, naar zyne jaren en lengte : zyn •kist was, binnewaarts, 8 voeten en 2 duimen lang. Getal der Geboornen, Ges tor-venen en Gehoowden, in verfcheidene Steden van Europa, gedurende 1792. Steden Geboren. Geftorv. Getrouwd. Alkmaar 268 - - Pa Amfterdam 5450 73^3 (747 minder dan 2669 Bann. van Westzanen 421 in 1791) —— Briele 166 90 5° Dantzig 1084. 1571 Dordrecht 840 553 — Frankfort 923 1079 196 Gotha 377 383 83 Haarlem 781 704 225 's.HageenJurisdict. —— 1085 —— Ti nau 412 325 111 Hamburg 2782 3189 ïo45 Koningsbergen 1529, 1591 4'7 Koppenhagen 3516" 2545 982 Leyden 1070 906 276 'Londen. i$>>348 20,213 ~— Manheim 'Soa 7.95 195 Rotterdam 2033 151* 541 Schiedam 428 273 89 Voor-enAgter-Pommeren nevens het Vorfteud. Camin. 16466 10946 3434 Wenen 11005 13077 waar onder 495 2624 doodgeb.) WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN, Uittrekzcl der Dagelykfche Waarnemingen-van 1$ tot 19 Jan. 1793. te Hamburg-, fHoogfte ftand 28, 8. deniSften. BaRom. i Laagfte - - 27, 111. den 13 den. ^Gemiddelde der gehele Week 28,41, Therm. fHoogfte ftand i° onder 0. 's Midd. van den ipden. ReaumurA Laagfte 7° ouder o. 'sMorg. van den i8den. (.Gemiddelde der gehele Week 2, 2 grad. onder o, Heerfchende wind N.O, Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem. Ibaro- thermo- streek me- meter. der luchtsge- ter. Noordi Zuid. wind. steldheid. C 3°- 5 37| 39 w. z. w. betrokken. 23. ^30. 41 38 38 z. w. '«-avonds windrig. _ * 3°- 3 35; 36 f30. o 4o| j 42 I z. w. 24. s avonds bewolkt. f3°- 1 S6| I 39 n. w. 2Ö.130. 2 45 43 bewolkt, ftil. (.3°-_2f 5_4_J_J5 WK ti. z<, ^ C30.1l 36J 35 w. t. z. 'smorg. iets fneeuw 27. <30. 1 40 40 — verder regenagtig. I 30. 1 41 4» w. wind. 'sav. bewolkt ( 30. o 4ti 42 w. t. z. 28. <29.nl 46J 47 w. z. w. bewolkt zeerwindr. f29.11 411 42 {29.ro j 39 1 41 w. 'sroorgens hel=3&<^& papieren dezer Stad, de volgende beiangryke proefneming aan de geleerde waereld bekend gemaakt, welke haar, door den kondigen Apothekar en Adjunct in de Scheikunde, Tobias Lowitz, was medegedeeld geworden. „ Men heeft tot hier toe algemeen in twyffel getrokken, of het bytend Planten-Lougzo.ut voor krystallifering vatbaar ware. Echter is het den Heer Lowitz, den 30 Aug. gelukt, om dit zout, op ene gamakkelyke wyze, zonder enige vreemde vermenging, in regelmatige krystallcn te brengen. Wel dra onderzogt hy de eigenfehappen dier krystallen, cn bevond, op den 5 Scptemb. datzy, by ene jtatuurlykc Lugtgelteltenis (Temperatuur) van 125 gr. volgens de fchaal van Delisle, (r) door enkel vermenging met water, ene Konstkoude van 149 grad. (It) cn geyolglyk byna die van Vorst, dcedt geboren worden." „ Op den 25 Decemb. 1759. ontdekte deberoemdc Hoogleeraar Br Min, tocnmalen Medelid der Akademic alhier, by ene natuurlykc koude van 199 grad. (iii) met behulp (1) Volgens de fcbaal VsnFharenheit 62. gr. (ft) omtrent 32 gr. Fhar. (fit) 14 gr. onder 0. Fhar, X. deel. (t) 17 Gr. Fhar. (Ij) 40 gr. onder o. Fliar. (|' f) _f<5 gr, Fhar. F van ene Konstkoude, door middel van rokenden Zaipetergeest, allereerst de ftolbaaarheid van het Kwikzilver. Tot een gelyk doeleinde tragtte nu ook de Heer Lowitz, op den 24 Decemb. 1. 1. zyn gekrystallifcerd Loogzout te doen dienen. De natuurlyke Lugtgcfteldheid was llegts van 162 grad. (f) en, in den tyd van 15minuten, verkreeg hy, door de vermenging van dit zout met fneeu, ene koude van 214 grad. (tt) en een vasten kwikklomp, die 2 ponden zwaarte hield. Van welke proefneming de Hofraad, en Medelid van het CoIIeg. Medic. Winterberger, een ooggetuige was." „Den 25 December herhaalde hy dezelfde proefneming op zyn eigen kamer, tot ene warmte geitookt van 130 grad. (ttt) en, binnen 16 min. verkreeg hy een Kwikcylinder, ter zwaarte van een pond, ftyf bevrozen , die, door een hamerllag, onmiddelyk in twe helften van een fprong, en hierop, na ongeveer 3 feconden tyds, door de warmte van het vertrek, langzamerhand weder fmolt." „Dezelfde proef werd, den volgenden dag, op nieuw herhaald , en viel even gelukkig uit." „ Het merkwaardigfte, by deze nieuwe manier om het Kwikzilver te doen bevriezen , beftaat voornamelyk hier in, dat het daar toe gebruikte zout, zonder daar van iets te verliezen , binnen een uur tyds, tot ene geiyke proefneming op nieuw herfteld en bekwaam gemaakt kan worden:  < 42 ) deir, 't geen nog, by geen der tot hier aan toe bekende : koude verwekkende.middelenrnogclyk was." (ü NEDERLANDEN. FraNeker den i February. Op den ööften.der 1 verlopen maand January heeft de Senaat van's Lands Univerfiteit alhier, Honoris eau fa & remisfis examinibus ac disputatione inaugurali, tot Artium Liberalium i Magifler en Philijbphiae Do&or gepromoveerd den i Wel Edelen Zeer Geleerden Heer Mr. JacobusPier son Th-olen, J. U. D. en zeden den Jare 1788. Ma _ thefeos et Archite&ura Militaris Prale&or aan deze Hoge School. Haarlem.. By de Phyfifche Inltrumemmakers van ■JVyk en Groenendaal, alhier, word thans vervaardigd, voor rekening van de Koningl. Akademie te Berlyn , ene grote Gazometer, met den daar toe behorcnden toeftel, naar de uitvinding en zamenftelling van Dr. van Marum: waar van wy ene befchryving en afbeelding gegeven hehben in onze No 190 en 191 of D. VUL bladz. 50 en 58 enz. als mede voor 's Lands Hoge Schoïe, te Leiden, ene foortgelyke kienere en meer eenvou dige, als naderhand door opgemelden Dr. is uitgedagt: en men insgelyks befchreven vind in No 210 of P. IX. bl. 4. van dit.ons Blad. Volgens Brieven uit Parys, was de Komeet, onlangs te Londen gezien (zie onze No 24c) ook in Spanje, gelyktydig waargenomen: hebbende de Hr. Mechain, die zig thans aldaar, ophoudt, om den Meridiaan te bepalen, aan den Hr. La Lande gefchreven: den 10 Jan. ene Komeet gezien te hebben, in . het gefternte van den Draak; die voor het blote oog zigtbaar was. Dezelve hadde ten 7 uren, 2640. 4'. regie opklimming, en 65.0 20., afwyking : des anderdaags washy 340 gevorderd, rigtende haar loop naar Casfiopea cn den Ram. Deze Komeet is de Sifte, welke in 't algemeen, en de 9de, die byzonder door den Hr. Mechain, is gevonden.. Men •heeft "tydirig uit Sur/namen, dat aldaar, in de inaand September des voorleden jaars, overleden is, in den vroegen ouderdom van 29 jaren, de Heer H. W. KeLS, Med. Dei van wiens uitgevonden middel, om Hinkend ,en ander bedorven water, door .houtskolen, te (§) Wet is jammer, dat de Heer -Lowitz of Je Akademie niet tevens goed-evonden hetft, om de manier hier by optegeven , op welïe' het .-bovengemeld Loogzout in een ftaat-van KrylUllifatie gebragt VTOrd. i Aantek.. ViNBtS verza Mït'A a R. ;uiveren, een en ander maal, in dit ons Blad, gewas gemaakt is van den verzamelaar van denalg. konsten Letterbode. Myn Heer! Wy nemen de vryheid UWED. de volgende opheldcing mede tc delen omtrent een plaats uit onze onlangs litgegevene Récherches- Phyfico- Chymiques, die aan ierzelver Rccenfent in UWED. geacht weekblad (van 25 anuary) bedeiklyk is voorgekomen. Wy verzoeken die en eerften te plaatfen.- Wy hadden gezegd „qu'il est connu et que nos exvpériences l' avaient confir Mé ('er ftaat door ene drukfeil in de recenlie conformé) que le gaz hydro, -rène fulfurê et le gaz oxygéne, ètant. mêli's enfem,, ble dans une certaine proportion, quittent Tun et „ Fautre fitat gazeux " De Rccenfent getuigt, dat hem niet bekend is, dat iemand dit tot nog toe had waargenomen , en dat hy het door gene in deze Verhandeling vermelde proefneming bewezen vindt. Het laatste iswaar: omtrent 'het eerfte kan men nazién de'Element de Chymie de Fourcroy T. II. p. 424. Ed. 2. alwaar van het Gaz hydrogéne fulfurê zeer duidelyk gezegd wordt: „qu'il ést decompofé par Pair vital," en vervolgens: „que Bergman attribue cette decompofitiort. „ a la grande affinité de Pair puf avec le phlógis„ tique." Wy hebben de mededeling onzer eigene proefnemingen ten dezen opzichte tot ene andere gelegenheid uitgefteld, om dat wy de zaak als bekend befchouwden. (*) Ten overvloede, nogthans, kunnen de volgende regels dienen, die wy letterlyk uit ons Journaal vanproeJ ven overfchryven. De proef waar uit wy dezeiven ont-1 lenen is lang voor de uitgave onzer Recherches genomen, doch niet bepaaldelyk tot dit oogmerk, en dus teil de- (*) ,, Dat de -waarheid van het, door de bovengem. geachte Schryvers beweerde, niet zo algemeen erkend wordt , als Hun Eds, zo in hun werkje als in deien brief, onderfcel'en , en dat zelfs de Heer FoURCRoy hier omtrent thans niet eer.ftemmig met die Heren fchynt te denken , kan blyken , uit de volgende regels j welke wy overfchryven uit een fchei'kundig werk , welks waarde en gezag door Hun Eds zekerlyk erkend wordt , en waarvan , behalven de Heren Lavoisier , B. rthoi.i.et en anderen , ook de Heer Fourcroy Schryver ia, de Annales de Chymie van Septemb. laatstl. , waar wy, behalven enige andere aarmei-kingen op de Recherches Phyfico- Chymiques van de Amfterdamfche Heren, ook deze woorden vinden : Nous ne penfons pas, que le gaz oxygéne ei le gaz hydrogéne fe combinent enferrble par le ftmple contaö, comme les auteurs l'avancent §. 9 , a moins que la tempiratvre ne fait fan èlêvee" Aanmerking van den Beoordelaar,  < 4S 5 dezen opzichte niet volledig, „.By i§ dutm gaz yd^o„géne fulfurê, lieten uy (n een cylindricq ls)vdmm gaz oxygéne opklimmen: na .we dagen, vonden wy de gehete' lichtkolom \\ duim te bedragen. Wy heoben de eer uia dc voikomealte achting ons Benoemen: < Amsterd. 26 Jan. Myn Heer! i75,3. UWED. Xienstv. Dienaar» J. R. Deiman , a. Paets van TrocsiWYK, P. Nieuwland, N; BonjT. Beklag van den Hoogteeraar Kluit. De ondergetekende heeft met leedwezen gezien, dat by »c* enheid van aanmelding ener weluitgewerkte Academieyertahdclihg, waarop d Wel Ed. Her j. DooRSii, alhier, tot Advocaat bevorderd is , men met drift, niet tegen den Schryver, maar tegen deszelfs Leermeester cn zyne'gevoelens, . is uitgevaren, en 'men goedgevonden heeft, denzelven aanty«n- n te doen , zoo ten aanzien van de Algemeene StaatsbeCinfelen in 't gemeen, als van het Europisch, en vroegere Sederlandfche Staatsrecht, cn de tegenwoordige Reputlikemfche Grondbeginfelen en Regeringe van zyn Land ln t byzon«er; welke aantygingen hy zo veel meer ter harte neemt, als dezelve van alle waarheid, ja zelis fchyn van waarheid, ontbloot zyn. Zyne ware gevoelens over de gronden van t Algemene Staatsrecht zyn duidljk vervar in zyne Nede, duitfci.e gedrukte Redevoering over het misbruik van U Algemeene Staatsrecht, of de Onhtiten , d e uit deszelfs verkeerd gekruik voor alle Burger Haten te wachten zyn; waarin hy te fens deszelfs waar gebruik, en de algemene regelen eener gezonde Staatrcchtkunde heeft trachten optegeven, met aamvyzing van de rampzalige gevolgen, voor gansch Europa uit het tc-enRcftcldc tc duchten. En wat zyne gevoelens over de vroeecre Nederlandfche en tegenwoor iige Rcpuol.kein che BeSnSbctrclt: dezen zyn even zo klaar en uitdrnklyk ne& in zyn Nederduitsch werkjen, betyteld: De SouveSS der Staten van Holland verdeed tegen de hedendaagfche Leer der Volksregering enz. In belde deze Geschriften, reeds voor vyf jaren in 8vo -« zynen naam ooenlyk uitgegeven, zyn de waarachtige gevoelens van zyn tart kha en duidlyk te vinden, en andere leere , dan daarin wórsefteld, heeft hy nooit geleerd, en in die GrondbegmfeLn ÏoS h nogl en hy vertrouwt, dat elk, die deze twee lemelde Qefchriften, in hunne verfchillende betrekkingen , feest hoe vooringenomen by wezen moge, zal moeten overtuigd zyn van de onwaarheid der hem, nu op nieuw, gedane opd inging v.n gevoelens, die de zyneft niet zyn, en welker afnty nven hy voor als nog aan geen h ger oorzaak ml tocfthnra Hy acht dit weinige thans aan zyne eigen eere en wa rdighdd. aandc achtbaarheid der Leidfche Hoogefchool In aan 't belang der Studerende Jeugd »erfchuldigd; en hoopt in 't korte gelegenheid te hebben , om dit nader tot ophclderinge voor anders van hem jgevoélendo, by de ftukken te Leyden detgi Jan. 1793. A> KLUT> Antwoord op de Vorenitaandë kxagte. De verklaring van den Heer Kluit, is, in d; daad, vry ionderlino- in zyne foort. De woorden: met drift, uitvaren; nzntygir.gen, enz. wat tonen die anders aan, d;.n een ligt gelelgd gemoed , of wat te veel eigenliefde. De Heer KI. hadt nöetcn weten, dat het woord aantygingen niet te pas komt, dan in t bcfchuldigen over gebreken van 't hart, niet in't berispen van Iwalingen van 't verftand , waar voor wy allen z: 11 bloot geteld; maar welke dwalingen het zo vry ftag altekeuren, als iet den HoogL vryftondt, die als waarheden voor te dragen, Dog, dat onze berisping van zyn Leerftelfel van alle waarheid ja zelfs fchyn van waarheid, ontbloot zou zyn , is een jnvöórzigtig gezegde. Wy laten ons niet in omtrend de werkjes, op welken hy zig beroept, maar herinneren hem iever den algemenen indruk zyner oratie over de ajzwermg van Philips, en vragen hem gerustelyk , of daar ook -.ujcnyn antbrak' Hy doet dus voorzigtig van dezelve nier niet aan te halen Maar vooral verklikt de Heer Kluit zelve die fchyn met tc roemen, dat men dan overtuigd zal wezen van de onwaarheid der Hem nu op nieuws gedane opdrwgmg. Was dit dan al een oud zeer? en toen ook al zo geheel zonder fchyn ' Die Disfert. waar over voor enigen tyd bedenkeïykheid viel, (*) zal zekerlyk ook geen fchyn gehad hebben van die leerftellingen , welke men gaarne wil (taande houden, en evenwel klaagt , dat opgedrongen worden. Hoe ! (om maar by de Disf. van den Hr. Doornik te blyven) die (taande houdt (Dae 50 ) dat het Dominium eminens geen vergoeding vordert', die zou mogen beweren, zelfs geen fchyn te geven van het oppergebied buiten zyne ware grenspalen uit te (trekken > Is dit dan met met zo vele woorden aldaar te lezen ? Was dit ooit de leer van de Groot. PofendoRF, Bynckershoek, en andere grote mannen? waren deze dan allen , bevooroordeelde Schryvers, of weetnieten ? Moet men, dan' maar zo gereed ftaan , om- dat nieuw ligt van den Heet Kluit aan te nemen, zonder daar tegen te mogen kikken,, of dc Hoogleeraar zou terftond met onbezonnen woorden van aantygingen, drift enz. zyn misnoegen doen blyken? Dit zou wel «een despotisme politique , maar Litterair, aanduiden. Dc Hoogl. klaagt van opdringen van gevoelens: maar fpreken dan zyne'woorden niet klaar? Hy tragt, zyne klagten te bekleden met de voorwendzels van eigen eer, en van de agtbaarhèid der Leidfche School. Dog wat die eer aangaat, is dan des Hooi/Leraars deugdzaamheid aangerand?. En wat be treft de agtbaarheid der Lei dj che Hoge School (waar agter Hy /ig poo"t te verfchuilen) wy hebben tioede reden, die agtbaarheid °te erkennen , en fchatten die brave mannen hoog, welke die agtbaarheid der Hoge School deftig handhaven Maar, is die agtbaarheid dan zo naauw met den perfoon van den Hr. Kluit verknogt, dat, wie hem durft tegenf»reken, terftond daar door de agtbaarheid van de gehele Univerfiteit zelve kwetst? Alle die Collega's., die van den Hr. r*ï Men zie Dion. Godefr. van der Keessel, Narratio de Rebus a Je et a Facultate JurMca gestis t.rea yptr Julgaam Disfertationem Joh. Jat. Ihom. Dnval., J.U.D.Lugd, . Bat. 17S9. F 2  C 44 ) Hr. Kluit veiTchiikn, (en 'er zyn 'er morrelyk nog al eenigen) zondigen die, daar door, tegen de agtbaarheid der Hoge School'? Is die zo naauw met den Hr. Kluit verbonden, dat zy, voor zyne komst, nul was, en met zyne gevoelens ftaat of valt ? Die agtbaarheid is door de Juridiiche Faculteit inannelyk verdedigd in 't bekend geval met de Disf. van den Hr. D u v a l ; (*) en wordt vooral bewaard wanneer een ieder Hoogleeraar in zynen kring blyft. De Hoogl. Kluit gewaagt van zyn Algemeen Staatsregt, en zyne gevoelens deswegens. Maar ons oordeel is vry, cn beftaat in 't navolgende, nam: dat de Heer Kluit de behandeling van 't Staatsrecht wel aan zyn Collega , den Heer Pestel, mogt overlaten. Ja, wat zelfs het oude Staatsrecht van ons land aangaat, houdc Hy het ons ten beste, dat wy hem geenzins , boven enen v. d. IVall, of enen Bondam kunnen verheffen. Voor 't overige erkennen wy zyne verdienden in 't zuiver Hiftorifche gedeelte der Diploma's, waar in hy veel nut gedaan heeft, en nog meer kan doen, met, uit zyne ryke voorraad , nog onuitgevene ftukken mededelen , mids hy zig daar toe alleen bepale, en der fpreuke gedagtig zy : Non omnia posfimus onines. De Recensent der Disf. van den Hr. v. Doornik. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Nederlanden. Het eerste en twede boek Der Koningen: naar het Hebreeuwsch door ï. vak H aAielsveld, 2 del. in gr. 8vo. Te AmJlerdam, by M. de Bruin , 1792. Wy zullen naar gewoonte den Lezer een kort verflag geven van deze twee boeken. In de algemene aanmerkingen , merkt de Heer van H. te recht aan het naauw verband, waar in deze boeken , met de twe boeken van Sumuël, ftaan ; dat Ze na den ondergang der ftad Jerufalem opgefteld zyn, uit aloude gedenkftukken en aantekeningen van gelyktydige Schryvers of Profeten ; — en houd die gisfmg niet onwaarfchynlyk, dat de Profeet Jercmias dc zamcnfteller is. Voords geeft Hy «le bewyzen voor de geloofwaardigheid , en den inhoud dezer boeken, benevens het tydvak , het welk zy bcflaau, naauwkemig op. In de Vertaling, zo wel als in de Aanmerkingen, komen ook, hier wederom , verfcheidene veranderingen en ophelderingen voor, die van belang zyn. Wy zullen enige van de voornaamften ter proeve mededelen. Kap. 2: 3. In plaats van dc Hebr. fprcekwyzen neem waar de vsacht van Jehova uwen God, Vertaalt de Heer IT. Neem zorgvuld'g waar. — In het voorbande Hoofeift. vinden wy vs. 52. in plaats van, van zynhair zal niet op aarde vallen, hy zal geen hair beledigd worden waarom niet liever hem zal niet het min/ie kwaad gedaan üirden? het woerdje liair was toch niet volftrckt noodzake- (*) Zie de bovenaangehaalde Narratio DlON. G O D E F R. VAN lyk. ^—• Dc laatste voorfchriften Van David, in het twede Hoofdftuk, die aan zo veel tegenfpraak blootgcftcld zyn, worden zeer goed opgehelderd, en de Lezer voords gewezen op de Bybe.'vcrdcdiging van den Schryver. Lvcnwel zou men hier en daar nog wel enige meer voldoende aanmerkingen wenfehen : b. v. vs. 6. by de woorden , laat zyn gryze hoofd niet ongefitaft onder de aarde komen; waar by de Heer van H. zegt, „ Hier is dc mening niet, breng' hem ter dood, zonder dat „ er iets anders voorvalt, maar hou hein in het oog, en, by „ de minfte beweging, ftraf hem, zonder dat zyne gryze hai- „ ren u bewegen, om hem in het leven te fparen." Wy zien er geen de minfte zwarigheid in , dat David van Salomo zou eisfehen het ftraffen van Joab, uit hoofde van zyne gepleegde gruweldaden. Geen wraakzucht, want hy had altyd voor David geftreden, maar de handhaving van recht en gerechtigheid , zelfs volgends de Goddelyke wet , kon hem daar toe bewogen hebben : cn ontluistert dit het karakter van David? Vs. 12. voor zyn Koningryk wierd zeer bevestigd, vertaalt H. zonder dat iemand zyn recht betwistte. By Kap. 3: 5-15. word aangemerkt, dat Salomo zelve dit vopr een Goddelyken droom hield. Zeer breedvoerig is de aanmerking op het 17 vs. waarin over de eerfte uitfpraak van Salomo gehandeld word; dezelve geeft het nodige licht aan de zaak. Over den Tempelbouw vinden wy zeer fraaie ophelderende aanmerkingen : offchoon Michaëlis, die ene byzondere Verhandeling over het Tempelgebouw gefchreven heeft, in velen opzichte hier gevolgd word, wykt de Heer van H. echter nu en dan van hem af. Kap. 9: 18. is de gisfmg van Vencma voorgedragen, dat men, in plaats van in de PVoeflyne in het land, moet lezen in de PVoeflyne Aram Zoba. Dit is niet onwaarfchynelyk. Kap. 10: 28. volgt H. de gisfmg, door Dathe geopperd, en waardoor alle zwarigheid en duifterheid wegvalt. —— Dus vertaalt hy, tot den uitvoer van paarden uit Egypten had Salomo een uitfluitend voorrecht: dit uitfluitend voorrecht hadde 'i Konings kooplieden voor een gefelden prys in pacht : dus kwam een Jpan paarden , dat uit Egypten gevoerd wierd, op 500 fikketen zilver, en een los paard op i50 fikkelen te flaan. Voor dezen prys leverden zy ze aan alle de Hethitifche en Syrifche Koningen. In de aanmerkingen hier op leest men: „ Arabie had toen „ nog geen paardeftoeteryen, maar in Egypten waren zy me„ nigvuldig. Om dezelve van daar uit te voeren, ontving Sa„ lomo van zyn Schoonvader het recht: dit uitfluitend voor„ recht verkocht of verpachtte hy aan een zyner handelaren, die „ er een Monopolie van maakte: dus werd de prys derpaar„ den bepaald : een fpan paarden kwam op 100. een los paard „op 25 dalers te ftaan." De Hiftorie van Elia en Eliza ontfangt veel ligt door de aanmerkingen, Kap. vs. 6. verklaart de Heer van H. van eigenlyke Raveus, en verdedigt dit gevoelen. Ook verklaart hy vs. 14. in een eigenlyken zin, en houd voor een wonderwerk, dat Meel en Olie niet verminderde. De Gefchiedenis van Achab en Jezebel is met verfcheiden zeer fraaie en treffende algemeene aanmerkingen doormengeld. By 2 Kon. 2: 11. vinden wy de volgende aanmerking. „ Niet een eigenlyke wa„ gen en paarden van vuur, met welken Elia ten hemel voer. w Maax  < 45 ) Maar er Mtfetf '%* onweder : Eliza ziit-nv zyne veibeel" Juf een vurige waren ca paarden, (vergel. K. 6: 17.) en " Elia is niet racer op aarde.» — De ftraf over dc Kinderen te Bethel vs. 2.3- word gewettigd, door aantemfrken, dat deze-jongens , waarfchynlyk, kwekelingen van de Atgo^spapCn geweest zyn, die den Profeet, als opvolger van Elia, befpottcn, en hem uitdagen . om het werk der hervorming, door zvn Meester begonnen, voort tc zetten, zo hy kon. Kon. to: je is zeer goed vertaalt Waarop de Lyfwacht en de Bevelhebbers hen alle door den kling joegen, en zo vervol- ; tends in het onder aar dfche hol onder den ï empel van .baal wierpen. Kap. 18: 23. is dc Vertaling veel duidelykcr dan de pewone. Üy wendt voor doch het is niet meer dan een gezegde , met den mond, [alzo gy in't hart beter overtuigd * \jA bcfeiil cn magt tevens te bezitten, om den Oor- " li>- te : neven •, op uien verlaat gy u zeiven toch, dat gy tegen my durven opftaan? Met veel verwondering " Icaeil wy by kap. 19: 35." de volgende aanmerking, | " „; 0 D 1 a H lier aan dien verheven perfoon met mo- j " n „:, 1 . dies -.-v onder dezen naam meermalen in deze "c \ iadenisren octmnet hebben, als den Vorst van Isracls legerfchaf Cl», der. Geleider en Befchermcr van dit Volk? . — men hier aiel het aloude fpraakgebruik moeten te hulp I., ,. ,, to Is ■ . xtiié. en op andere plaatfen? - V,'. bii - 1 Wtt VO% IKJCfSn met deze weinige ftalen, die genoeg kunnen Ü Iteri . un den Lezer te overtuigen , dat deze tot beter verftand van den Bybel zullen bydraecn , als dc voorgaande. Van de overige Gefchiedkundige Boeken, waar van het eerfte boek der Kronyken , reeds het licht ziet, hopen wy eerlang bericht te zullen kun- j nen geven. — ; Volledige Befchryving van alle Konjlen, Ambachten, Hand- , werken enz. ten deele overgenomen uit de beroemdfte buiten- I landfche werken , en vermeerderd met de theorie en praêlyk der beste inla/idfche Konftenaren en Handwerkslieden. IX ftuk, j üe Papiermaker , met plaatcn, Dordrecht by A. Blusfé en Zoon 1792- . , , Volledige Befchryving van alle Konjlen , Ambachten enz. X ftuk, de Waschbleeker en Waschkaarsenmaicer , met pla- j ten, Dordrecht,- als boven 1792- Met genoegen kondigen wy I thans het vervólg aan van een werk, 'twelk in onze taal ecttig in zyn foort, en van een zeer bclangryken inhoud is, met alleen voor Konftenaars, Handwerkers en Fabrikeurs, die hier eene volledige theoretifche en Praaifche befchryving van hunne byzondere handwerken , trafieken en fabrieken , kunnen vindeu, met aanwyzing der wegen tot verdere nafporing en ontdekkingen ter volmaking van dezelve, maar ook voor allen , die eenig belang ftcllen in den bloei dezer voornaame bronnen van de welvaart onzes lands: Tien ftukken van dit werk zien thans het licht; naamlyk ]. de Incï.gobereider en Blaauwverver ; II. dc Sterkwaterjloker, Zoutzuur- en Vitriool-olie-bereider; III. de Porceleinfabriekeur; IV de Leerlooier, Leertouwer, PVit-tn Zeemïooyer; V. de Kaarsfe.nmaker ; VI. dc Houtskoolbrander; VII. ds Zeepzieder ( VIII. de Zydeverwer; IX. de Papiermaker, en % de fVaschbleeker cn TVaschkaarsfemaker. Deze beide Iaatfte ftukken, welke wy thans voor ons heb¬ ben, zyn , even. als de. laatstvoorgaandcn, vertaald en met byvoégfelen cn ophelderende aanmerkingen voorzien, door den Heer P. JL Kasteleyn, die, tot dc befchryving van den Papiermaker, mcercndecls het werk van den Heer de la Lande, cn, tot den Waschblekcr dat van den Heer Du Hamel du Monceau , beiic in dc grote Franfche Description des Arts & Metiers te vinden, ■cvolgd heeft: uit welke werken hy nogthans, om eene overtollige wydlopighcid tevermyden, even als in.vorige ftukken , al dat gecne heeft weggelaten , 'twelk hem voorkwam, van geen belang voor zyne lezers te zyn , cn, in plaats hiervan, beeft hy ons hier en daar zyne leerzame aanmerkingen, en vooral by ha IX ftuk over den Papiermaker, zeer lezenswaardige byvoegfelen medegedeeld. Sommigen intusfehen zouden misfehien onder deze byvoegfclen ook eenige oorfpronglyke byzonderheden cn berigtcn omtrent de Papiermolens van ons Vaderland verwagt hebben , daar doch dc befchryving van den Heer de la Lande in dit opzigt nog wel voor eenige vermeerdering vatbaar zoude zyn; dan, de Heer Kasteleyn vond zich, uit een lofwaardig beginfel van Vaderlandsliefde, verpligt, „ om aangaande „ de geheime Kunstverrichtingen onzer Papier-fabriekanten „ gcene de minfte melding tc maken : en met opzigte zelfs „ der Molens, en der Werktuigen, niets anders tc melden, dan „ het gecne uitlandfche fchryveren in hunne werken, zoo als „ ook de la Lande zelf, toonden, of vermeenden, te weet.en." I Wy zullen hier tot befluit van dit berigt als een Haaltje van de fchrijfwijze van den Heer de la Lande, uit het.zelfde IX ftuk hoofdzakelyk overnemen , eenige aanmerkingen over het Hollandfche papier, welke men uitvoeriger kan vinden in het werk zelf van bl. 163 tot bl. 168. „ Offchoon het Hollandfche papier", zegt de Schryver, „ voor fraay er gehouden worde dan het Franfche, zoo is het nogthans niet zoo volmaakt. Het Hollandfche papier heeft een beter, fijner, gladder en doorzigtiger aanzien; en dit kooint van de ftoffe voord, waaruit het beftaat, namenlyk van de lompen van fchoon lywaad , die beter uitgezogt en zonder vermenging zyn. Het fraaye lywaad is in de Franfche Provinciën zoo zeldzaam , dat onder honderd duizend ponden vodden , men naauwlyks vier of vyfduizcnd ponden van fupra fijnen vindt." „ Het Hollandfche papier is dikker cn beter bereiddan het onze omdat de raamen hunner vormen hoger zyn, cn dewyl zy veel meer waters voor hunne ftoffe nemen , en dezelve daarop minder bewegen. Deze dikte is hen nodig, van wegen de geringe taaiheid, die in hunne ftoffe blyft, naardien dezelve zo zeer fyn gemaakt is; want de Cylinders verbryzelen cn verfynen veel meer, dan ce ftampers. In Holland arbeidt men langzamer, met groote vlyt, zorgvuldigheid en voorzigüghcid. Dc rykdom der Fabriekanten, dc fpaarzaamheid der Inwooneis, dc maatighcid der geld-interesfen, dit alles zyn zoo veele oor. zaaken, dat hunne Fabrieken volmaakter moeten worden, dan dc onzen." De Hollanders zyn omtrent het geringfte voordeel hunner Fabrieken bij uitftck nayverig. By hen is op lyfftraffe den uitvoer der vormen, die tot het papiermaken dienen, en door hun gemaakt worden , verboden." Voor 't overige moet het geene, dat wy van de eigenfehappen des HoUandfchen Papiers gezegd hebben, flechts van die foort  i 4« ) . foort worden verftaan, die zy voor Jupra fyn verkoopen ; — 'want men bereid alle lootten van Papier in Holland, en veelei] zyn ook van ftoffe veel Hechter dan onze Papieren van Auvergne. —— ,, Daar is ook in de fchone Hollandfche papier n een zeker voor 't oog bevallig fluweelachtig wezen, voortkomende van de mindere wasfehing der ftoffen, offchoon dezelven fyner gewreven zyn. De Hollanders , die fneeuw-witheid, die wy in ! Frankryk begeren, niet zoekende, hebben het wasfehen niet i nodig ; dat is, het water weder te vernieuwen, om dat men ; het dekzel gedurende zulk een geruimen tyd openlaat Hier I door wordt echter de witheid vermeerderd. Zy integendeel verliezen minder van die fync, wollige en fluweelachtige zelfftandigheid , die het Papier wollig maakt, en welke het water met zich fleept, naar mate dezelve ontftaat, zich ontwikkeld 'en verdeelt." „ Aan den anderen kant befchouwd, breekt het Hollandfche papier ligter, en kan den druk niet zo goed verduren, dan het onze. Dit komt misfehien «tok van et zoute water te Saandam (Zaandam), waar de Hollandfche papiermolens gelegen zyn." (f) „ Het zout geeft de delen der ftoffe ene zekere hardheid, welke, naardien zy anderszins veel meer geftampt en vertynt worden by ons , en onderling minder den zamenhang Dehouden, \ de ligtheid van te fcheuren veroorzaakt." „ Om dezelfde reden, kan het te Saandam vervaardigde papier zyne witheid niet lang behouden ; het word in korten tyd geelachtig, Om dit gebrek te bedekken , hebben de Hoüande s bedacht, om in hunne ftoffe enig blaauw te doen ; en men ziet inderdaad ook in hun papier dezen blaauwacntigen glans meer dan ooit. Het is niet flechts melkwit , als vooimaals ; het is '. een azuurblaauwachtig wit. Op 't einde der fynmaking kan i men deze vervende ftoffe in de Cylinders gieten, na men de uitvloeying des waters verhinderd heeft. Edoch deze bewer- i king is zeer teder. Het is nodig, dat de vcrwftoffe zeer klaar, bel.oorlyk gefiltreerd en gezuiverd zy ; dat zy volkomen j bezonken zy; en dat er niet het allergeringftc in blyve, 't welk men op het papier zoude kunnen befpeuren. Enige in j Frankryk op deze wyze gemaakte proeven, om het Papier te I verwen, hebben geleerd, dat het niet gemaklyk zy, om de verwende ftoffe in de gantfche zelfftandigheid des Papiers volkomen cn evenredig te verdelen." j „ De Hollanders vinden misfehien in hun eigen land niet | het tiende gedeelte der vodden , welke men daarin veraroeid'. i Die zy uit Frankryk ontfangen, kosten hen dc honderd poi den meer dan agtendertig Livres, als zy niet als contrabande waren worden uitgevoerd. En naardien nu dc honderd ponden niet meer dan agt of negen Livres gtl'en , zo blykt , dat Frankryk met voordcel dezen tak van handel nader aan zich zoude kunnen trekken , wanneer de yver en ftandvastigheid der byzondere perfonen eens met de zorgvuldigheid der regering ter verbetering oaaer Fabrieken konden worden verenigd." Xf) Te Zaandam , zyn niet meer dan 2 a 3 Papiermolens : verre de meesten zyn hoger op langs den Zaankant gelegen : inzonderheid by de Dorpen Zaandyk en Wormsrveer, jSantek. van den Verzamelaar, N A R I GTE N en BYZONDERHEDEN, - tot den handel en scheepvaart, lan d- ün veebouw, tf/jmede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, b F, t r e k k e L t k. Den i M-mrt aanftaande, zal voor de Kamer der Oost-Indifche Comp. ie Middelburg, in Zeiand, voor Rammekens gereed leggen, om van daar (weer en wind dienende) raar de Kaap de Goede Hoop, en vervolgens naar de Indien te vertrekken , Compagnies Paketboot De Star. Brieven en Pakette.i moeten bezorgd worden, by de Kamer Zeiand uiterlyk tot 26 February incluis; by die van Delft en Rotterdam tot 20 February by de Kamer Amjlerdam tot 19 d.io; cn by die van Hoorn en Enkhuizen tot 18 dier maand. NUTTIGE INRICHTING. In het voorleden jaar wierd, te Leipzi^, eene Bur.' ger-Vry of Armenschool opgericht., door-de' Siads Regering, onder opzicht van den Hoogleeraar Rosenmul l e r en volgends het ontwerp van den Heer P l a r o, a n wien de inrichting van deze fchoo; opgedragen was. In dit School onderwyzen drie bekwame en kundige Leermeesters arme kinderen van beide kunne van b | 7de tot aan het 14de jaar, voor niet, in 't geen zv nodig hebben, om nuttige Bura >is in de menfchelvke Maatfchappv te worden. Ten dien einde zyn deze Kinderen in drie klasfen verdeed. In de eerfte klasfe, waarin ze twe jaren b'vven, Ieerdt men hen, de letters, het '"pellen , en lezen; waarby men zich voornamelyk toelegt, om dc Kindert-n op eene duidelvke manier te leren lezen, met vermyding van de gewonen zingende trant, die vee al in Schoen plaats heeft, a's mede, om hen oplettende te maken op het geen zy lezen- 'twelk meu, door e >e vraagswyze herhaline en gemeenzame gefprekkeii ov r '1 geen gelezen is , zoekt te bevorderen , en , langs dien weg , tevens bet geheusen d r Kinderen te oefenen* Men begint hior ook het algemeen onderwys in d-m Godsdienst; leert de Kinderen op cue verftandige wyze bidden-, 'p "ne zeer °env»udigc wvze rekenen, en fchryven; vervolgens fraaie fpreuken van buiten leeren; en merkwaardige verha'et. en treff- de gebmirtenisfen weder vertellen. In de twede klasfe , waarin d^ Kinderen 2| jaar, dus tot aan het elfde en een half jaar, zyn, word bet onderwvs in den Godsdienst voortgezet ; het nutti ftc uit de Natuurlyfcè Hiftorie voorgedragen, ook het belangryke uit de Biirgerlyke Maatfchappy en samenleving, en in het fchryver) cn rekener verder geoefend: hier word- het leven van jfezns verhandeld , en den Kinderen ene befchryving van de tydsverdehng, van Maten, Munt-  ( Ai > Muntsoorten, Gewichten enz. medegedeeld; ook maakt men een begin met dicteren. In de derde klasfe van ïi\ tot 14 jaren worden de Kinderen geoefend in't lezen van den Bybel, naar ene voorafgaande inleiding, volgens het ontwerp van den Abt V'elthusen; de waartreden van den Godsdienst worden aaneengefchakeld voorgedragen; eenige fraaie liederen van buiten geleerd; de Gefchiedenis van den Godsdienst herhaald, en het Zcdeboek van Fcdderfen viytig gelezen •, voords word hier onderwys in de Aardrykskunde , de Vaderlandfche Hiftorie, de Globe , de Natuurlyke Hiftorie , het fchryvcn. van Brieven , Koopmansrekeningen , enz. gegeven. Ook krygen de jongens, hier, het laatste haive jaar, onderwys in Konften ,. Handwerken, nevens de Wis» en Werktuigkunde: de meisjes worden op dezelfde wyze onderricht , met dat onderfcherd , dat dit onderwys meer naar hunne beltemming geregeld word. Zy worden b. v. in het naaijen , breijen en andere vrouwelyke handwerken , bezigheden en verrichtingen , onderwezen, en geoo» fend. Men leerd haar voornamelyk om fpoedig en uit het hoofd te rekenen, en de maten, gewichten en geld zoorten kennen. En vooral word er, by dezen, werk van gemaakt, om het gevoel van eer, deugd, en zedigheid levendig te houden en aan te kweekenen de volwasfene krygen , nog bovendien , eer zy dit fchool verlaten, door eene bekwame en brave vrouw onderricht, om haar te bewaren voor verleidingen. Ter beloning van aangewenden vjyt worden de nuttigde boeken tot pryzen gegeven. Tot dit alles is een groot huis nieuw gebouwd, waar in niet alleen beboorlyke woningen voor de drie Onderwyzers zyn, maar ook verfcheiden ruime en lugtige ver trekken tot het onderwys, onder welken voornamelyk de werkzaal der meisjes, met alle nodige gerynykheden voorzien, uitmunt. In dit geftichr zyn reeds meer' dan tweehonderd onderwyzelingen. B E R I & H T. Heeren Directeuren van den Oeconomifchen Tak vandeHoll. Maatfch. der Weetenfch. hebben-, ingevolge de qualificatie der Algemeene Vergadc:ing 1792. aan den Heer P. H. Schiebk, te Amfterdam, uitvinder en opzigter van een Sal dmmon'tac Fabriecq aldaar, de tweede Gouden Medaille toegelegt, en voorts 2 ft. pr. Pond, die hy zal aantoonen binnen drie jaaren naa het oprichten van zyn Fabriecq verdebiteerd te hebben, tot twee duizend Pond ingeflooten, wyl hetzelve geoordeeld'is het buitenlandfche tc evcnaarenj zo niet te overtreffen. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN Het getal der Dooden , gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 165: en te Haarlem 22, onder welken laatften 10 beneden de 12 Jaren. In de Maand January 1793. zyn, binnen Alkmaar, «verleden 19 Perfonen, als; 4 Mannen, 7 Vrouwen, 6 Jongens en 2 Meisjes; hier onder 3 doodgeboorncn,* 2 beueden 't Jaar, 1 van 1 tot 5 Jaren, 3 van 10 tot 20, 1 van 20 tot 30, 3 van 30 tot 40, 1 van 40 tot 50, 2 van 50 tot 60, 2 van 60 tot 70, en 1 van 80 tot 90Jaren. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. Uittrekzcl der Dagelykfche Waarnemingen van aa tot 26 Jan. 1793. te Hamburg. fHoogfte ftand 28, g§. den 22ften. Barom. < Laagfte - - 28, o. den 24ften. ^Gemiddelde der gehele Week 28,3,3 I» Therm. fHoogfte ftand 24 's Midd. van den 2iften. Reaumur.i Laagfte 2-J onder o. 'sMori?. van den liften, ' (.Gemiddelde der gehele Week 1, 5 grad. Heerfchende wind N.W. Weerkundige Waarnemingen , buiten Haerlem/ baro- thermo- streek I 793 me- meter. der luchtsge* Jan. ter. NoordiZuid. wind. | steldhkid. f29. 61 42 43 vv. t. w. , bewolkt 's avond» 3°.U- ^ 43i 44 w. / 29- 8 39 40 —' 1 * * . [29. 7| 37 38 J w.n. w. 3I.-J 29. 8 46 50 } w. t. z. J wolken } 20. 81 40 41 1 - ■ I peb. f29. ó| 40 | 41 z. z. w. 's morg. betrokken 1.' 29. 6 48 485 z. t. o. verder bewolkt L29- 51 3SX 's avonds helder f29. 6 "38 39^ z. w. '] wolkeu windrig 2.1 29. 6| 461 52 ' 's avonds regen en [cp. 5§ 42i 42| z. ' harde wind. f29. 4l 44J 45 z. z. w. 'smorg. regen ver- 3. -- 29. 4 49I 521 z. w. der bewolkt buyjig ' ,iA9- S 4»"'§ 413 z. z. w. | harde wind. f 3°,-' A\ 4» ■ 43 z- t- w. |.~ 7 ~ 4. <20 si 421 42 z. z. w. voorm. bewolkt U9.-3 I ,i9l L a» > verderregen - ("29. 3§ ! 401 1 41 z. w. 5. J 19. 4 45 j 42 — bewolkt iets buyjig. / 29- 4 S 3pl 'I 41 1 * Tn de afgelopene maand Jan. hoogste Thermometer den 28 fmidd, 4 B EK ENDMAKINGEN. Bj J. ALLART, Boekverkoper te Amfterdam , zyn in den voorl -den Jaars van de pers gekomen enalomme verzonden ; I. De BYBEL, door Prof. j. van nuys klinkenberg, XXIV en XXVfte deel, in gr. 8vo. ft. De VADERLANDSCHE HISTORIE, door jan wagenaar, VI. VII. VIII. cn IXde deel,nieuwedruk: met Byvoegfels van de Heeren martini, lambrechtsen , van wyn en engelberts; welke Byvoegfels voor de bezitters der Vaderlandfche Hiftorie apart te bekomen zyn. III. VERVOLG op de VADERLANDSCHE HISTORIE, door tan wagenaar, met Platen en Portretten, VIII en IX.dcel. IV. wagenaaR , VADERLANDSCHE HISTORIE VERKORT', met XX Platen en Portretten , door Vinkeles, en IV Kaarten in een deel, compleet. V. DE REPUBLIEK' der VEREENTGDE NEDERLANDEN , zints de Noord Jmericaanfche Onlusten, tot op den tegemvoordigen tyd, met Platen en Portretten, VIII. en IX. deel. VI. VADERLANDSCHWOORDENBOEK, door jac. kok, XXVI. XXVII. cn XXVIII. deel, met Kaarten, Platen en Portretten. VII. ZAAKEN van STAAT en OORLOG, zederd den Jaa- re 1775 , XVIII-XXV. deel. ' VIII. STAAT van DEFENSIE en FINANT1E van de republiek der vereenigde Nederlanden, V. en Iaatfte deel, behelzende dc Iaatfte ftukken betrek!) k tot het reguieeren der Quota's. IX. STAAT der NEDERLANDSCHE GEOCTROIEERDE OOST-INDISCHE COMPAGNIE, 2 dcelen in gr. 8vo. Behelzende RAPPORTEN van de Heeren Baar F.d. Cr. Mog. Gecommitteerden o. j. doys Baron van der does , Heer van Noordwyk, Mr. p. h. van de wall , Mr. j. renDorp , Heer van Marquette , en Mr. tj. van straalen , als mede NADER RAPPQRTvan gemelde Heeren Gecommitteerden en BYLAGEN , in dato 14 ]uly 17Qi • X. STUKKEN voor de Vaderlandfche Hiftorie door Mr. g. van hasselt , Burgemeester te Arnhem, 2 ftukken gr. 8vo welke Stukken alle origineel en nimmer zyn uitgegeeven. XI. MEMOR1EN , dienende tot opheldering van het gebeurde geduurende den laatften Engelfchen Oorlog, door MR. Joachim rendorp, Fryheer van Marquette, enz. enz. 2 deelen in gr. 8vo. XII. PLACAAT- en RECHTSKUNDIG WOORDENBOEK, behelzende al het geen door de hoog mog. heeren staaten generaal der vereenigdenederlanden en de ed. gr. mog. heeren STiATEM van holland, zeeland c1i westvriesland , Zederd de vroegftêtyden , over allerleie zaaken , by Plucaaten , Refolutienen Ordonnantie 11,st&tgefield is. Als mede ieoude [-Vetten 1 Privilegiën en Costurnen van deezen Lande cn van derzelver onderhoorige Steden, Dorpen cn Hecrlykhedcn, in gr. 4to. Ildedeel; ' behelzende de letters C-F. Dit Werk zal met allen fpoed en naauwkeurfghcid voordgezet cn ten einde worden gebragt. XIII GESCHIEDENISSEN der VEREEN1GDE NEDERLANDEN voor de Vaderlandfche Jeugd, XVIII enXIXdedecl, in 12ino met Kaarten, Plaaten en Portretten, zynde in dit Werk, 'twelk in dit Jaar met 2 deeltjes nog vervolgd en daar mede tot op den huiuigen dag , compleet zal zyn , 228 Plaaten en Portretten, door Buisgeteekend en Finkeles en Bogerts gegraveerd. ' XIV. AMSTERDAM en zyne GESCHIEDENISSEN verkort met 34 Plaaten en Portretten, 6de en Iaatfte deel, waarmede dit Werk compleet is. XV. VERHANDELINGEN van het Godgeleerd Genootfchap , opgericht in 's Hage , van het Jaar [790. XVI. De, WERKEN van de HOLLANDSCHE MAATSCHAPPY der Weetenfehappen , gr. 8vo. XXVIII. deel. XVII. Hamelsveld, AARDRYKSKUNDE des BYBELS, met Kaarten , III. en IV. deel. XVIII. Zimmerman , over de EENZAAMHEID , IV. deel, in gr. 8vo. Waar mede dit Werk compleet is. XIX. VERKLAARING van den HEIDELBERGSCHEN CA¬ TECHISMUS , door do. palier in leven Predikant te '5 Bosch, uitgegeven door j. r. martinet, 2del. in gr.8vo. XX. REIN HART of Natuur en Godsdienst, doorE. m. post , lilde deel In gr. 8vo , met plaaten en het Portret van de Schryffter, waar mede dit Werk compleet is. XXI. MYNE KINDERLYKE TRAANEN, door e. m. PosT,gr.8. XXII. HetGRAFF, door Mr. r. feith , in Vier Zangen, met vignetten door Vinkeles, in gr. 8vo. XXIII. Alle de Werken van JACOB CATS , nieuwe Uitgave, zeer fraai op postpapier gedrukt, in klein nmo uitgegeeven door Mr. r. teith , met alle de Platen, IV. en V. deel. XXIV. JULIA, door Mr. r. feith , nieuwe en zeer fraaye Edi¬ tie, met nieuwe Platen, door Buis getekend ên Vinkeles en Vrydag gebraveerd. XXV. Volledige Gefchiedenis van de STAATS OMWENTELING in FRANKRIJK , gr. 8vo. 11de deel, met plaaten. XXVI. NIEUW GESCHENK voorde JEUGD, door j. r. martinet en a. van den berg , Ilde Stukje. ■XXVII. NATUURLYK TOVERBOEK, 4 deelen met platen. XXVIII. ECONOMISCHE LIEDJES, door e. bekker , Wed. a, wolf en a. deken, met zeer fraaie platen L en IJ. Stukje. XXIX. Romaine , WANDEL des GELOOFS , in gr. 8vo. XXX. Voor GODSDIENST, DEUGD en VADERLAND, door Mr. j. j. verewl, in gr. "vo. XXXI. REIN OUD van ADELFINQ , in Zeven Zangen, door denzelfden , in gr. 8vo. N. B. N. B. Her Jaar Tweeduizend Vierhonderd en Veertig. Een Droom , door M e r c i e r. Tlians Gedeputeerde ter Nationaale Conventie. Uit het Franfeh vertaald. „ Dit proefïluk der geeftigheid van den fchranderen en vernnftigen „ MeRCIER gsfehreevenin eentyd, toen Frankryk nog onder deboei„ jen van het Despotisme zuchtte , mag waarlyk als eene profecy van ,, liet gezond verftand en van een verziend vernuft worden aange,, merkt, daar de Leezer, bykans by ieder bladayde, zich verwenderen moet over de vervulling, die reeds zoveele zaaken in Frankryk ,, en byzonder in Parys gekreegen hebben." De uitgeevers hebben zo door een fraaye vertaaling als keurige uitvoering getracht allen luifter aan dit werk by te zetten. *t Gemelde werk is te bekomen by de Boekverkoopers Bohn enLoosps te Haerlem , en by devoornaamfte Boekhandelaars in de Republiek a/2 : 4 - Te Haerlem, by PLAAT en LOOSJES.  1793- No. 242. ALGEMENE KONST* en LETTEMODE, V 6 O R MEER- E N M 1 N* O E O E F F E N D E N. Vry dag den 15. February. HERIGTEN. F R Ji N K R r K. «.^JflEJJp oen de Akademie der Wetenfchappen , te Parys , SM tt m op den 14 Novcmbei' des voorledenen jaars, W 1 fH hare zittingen hervattede, deedt, onder meer S^g^S? anderen, de Heer Borda een verflag van den arbeid der Akademie, met opzigt tot de algemene Maat, welke haar, by een befluit van 26 Maart 1791» was ©pgedragen. Men hadde zig, bykans een geheel jaar, met het vervaardigen van de daar toe benodigde werkmigen bezig gehouden; moetende ene juiste afmeting der aardklootgraden, de nieuwe maakftok opleveren, die, onder, den naam van Mêtre, ^öbbso des vierden deels van "een aardklootcirkel, of omtrent 37 duimen, zal hou-, den. De Sterrckundigen waren, in de maand July, op reis j gegaan, om den meridiaan of middagcirkel over ene uitgeitrektheid van 3C0 mylen aftemeten, te weten van Duinkerken tot aan den zuidkant van het eiland Majorka. De Heer Delambre, die den Hr. leFrancois was toegevoegd , hadde reeds 25 mylen, zo ten noorden als ten zuiden van Parys, afgemeten. De Hr. Mechain hadde het gedeelte, 't geen tusfehen Barcclona en de Franfche grenzen ligt, op zig genomen. De Hr. Borda hield zig bezig met proefnemingen om- X. D £ £ JU. trent de lengte van den flingër, welke hy tot ecii hon; derfle gedeelte van een lyn heeft weten te bepalen: en deed verflag van de vernuftige manier , van welke hy zich bediend heeft, om tot dien trap van juistheid te geraken, die tot verre als ongelooflyk befchouwd wierd. Hy gaf een voorlopige uitkomst op , zynde van 3 voe. ten, 8 ï^ts duimen, by ene warmte (temperature) van dertien graden en in het lugtledige. De Heer Merian bekwam, in 1735, juist dezelfde uitkomst: fehoon men egter deze overeenkomst niet vooruit konde zien , vermits de manier van dezen verre beneden die van denHr. Borda te (tellen is. In dezelfde Vergadering, deed ook de Heer Lavoifier, die zedert 1763, met het vervaardigen van. ene Delfïrofkundige Kaart van Frankryk bezig was, en gaarne daar by een naauwkeurig verhaal wilde geven van de waterpas!] eigen , welken een gedeelte van zynen arbeid uitmaken, verflag van zyne waarnemingen op Montvalerien en op andere heuvels in de pmmeftreken van Parys.- Hy deed ene naauwkeurige befchryving van dezehoogtens, waar van de meesten 500 voeten zyn boven den middelbaren peil van het water in de Saihe, te Montvalerien, te Moudon, Chatellon en Montmorency. Gaarne hadde hy gewilt , deze hoogten met de oppervlakte der zee te kunnen vergelyken, doch men hadde, tot nog toe, geen naauwkeurig waterpas van Parys tot aan den Oceaan. Men verfchilde omtrent deze hoogte van 42 tot 180 voeten. G afJë  < 50 ) NEDÈRLANDEN. Leyden den to Februury- Vrydag, den STtcn èlezer, heeft de Hooggel. Heer Broern;s Broes, Tkeol. DoSi. en Profesfor, de waardigheid van Rector yflfyiirwfious van 's, Lands Univerliteit alhier, naar jaar'h'kfche .gewoonte, ncdergelegd met het houden ener plegtige Redenvoering: de pruecipuis Orationis Je/u vertutibus; d i. over de voornaamfte eigenfehappen ,dcr jedenen cn gefprekken van 'jezus; zynde in gemelde, waardigheid- opgevolgd door den Hooggel. Heer Nicolaus Paradys, Med. Dot?. Ejusdemque Facultatis et Collegii Praclico - Medici Profesfor. En is als Secretaris van den Senaat, voor het volgend Akademisch jaar, aangefteld de Hooggel. Heer J o a n n e s Luzac. J. U. D- Lingua Grac &. Hist Patrite Profesfor. Eenige LevensbY zon derheden van den Heer John Hóole, een der tegenwoordig meest geliefde Schryvers in Engeland, nevens ene opgave van zyne schriften. (uit het Engelsch.) John Hoole is, zo als men ons bericht heeft, de Zoon van Samuè'l Hoole, een Horologiemaker te Londen, by zyne Vrouw Sara, Dochter van James Drury, Uurwerkmaker , wiens Familie afkomftig is van Warwichshire. Hoole , de Vader, was geboren, omtrent het jaar iöaj, te Shesfleld , in Yorkshire, welke plaats hy verliet, toen hy negen jaren oud was, komende by zynen Oom in Londen, die hem verder opvoedde. Zyn Zoon John Hoole, werd geboren in December .1.727, en opgevoed in een byzonder kostfchool in Hertfordfchire, gehouden door den Hr. James Bennet, den uitgever der werken van Roger Ascham. In 1744- en dus zeventien jaren oud zynde, werd hy als Klerk geplaatst in het Oostindisch Huis; en als een groot liefhebber van lezen , byzonderlyk in werken van vernuft, beftcedde hy zyne ledige uren in deze zyne geliefde bezigheid, en poogde, ten zelfden tyde-, de Latynrche en Italiaanfche talen magtig te worden; welke laatstgemclde. taal hy te meer. wenschte te kennen , op dat hy zyn bcgunltigden Schryver Ariosto in 't oorfpronglyke zou kunnen gebruiken, op, welken hy , nog een jongen zynde, -reeds was , verliefd geworden,, door het lezen van den Orlando Furiofo naar de, oude vertaling van John Harrington. , In 1757. trouwde hy met Sitfanna Smith, Nigt van Bisfchop Stotford inHcrdford-fchirc ; en in 1758. den 12 January, verloor hy onverhoeds zynen Vader, die hem een treffend voorbeeld achter liet van edelmoedige oprechtheid in- zynen omgang met menfehen, en van onvermoeiden vlyt in het bededen zyner ■vermogens,, tot onderhoud van een talryk huisgezin. In dat jaar ondernam de Hr. Hoole de overzetting van Tassos berugt Jerufalem; ftellende, zyn plan ter vertalihge van Ariosto ter zyde, fchoon hy, reeds enige der eerfte boeken gereed had. Öintrent dien tyd,, geraakte hy in kennis met Dr. Hawkes- worth , door wien hy werd aangemoedigd in zyn begonnen werk. Door dezen heer kreeg hy, in 1761. kennis aan wylert Dr. Samuè'l Johnfon, welke kennis aanwiesch tot eene vriendfchap, die niet eindigde dan met den betreurden dood van dien uitmuntenden man, wiens verlies hy als dat van eenen Vader beweende. By den dbod van Mejufvr. Wolffmgton, in Maart 1760. gaf Hoole eene Alleenfpraak (Monody) in 't licht, die federd geplaatst is in P e a r c h's verzameling van gediehten. In 1763 gaf hy zyne Overzetting uit van Tasso's Jerufalem, die hem in kennis bracht met den Hr. Gtover, Schryver van Leon'das. Dit was het eerfte ftuk , waar van hy als uitgever herkend raakte; terwyl dc Monody en nog twe of drie kiene dichtkundige proeven, zonder zynen naam, waren uitgegeven. In het jaar 1764. leidde Dr. Johnfoh hem in by Dr. Warton, van Winchester. In 1767. gaf hy twe delen uit der toneelftukken van Metastafio , van welk werk hy een Exemplaar zond, naar Wenen, aan den oorfprongelyken Schryver, van wien hy een ongemeen beleefd antwoord ontving. Het zelfde jaar fchrcef hy het Treurfpel Cyrus , blykbaar ontleend van de Cyro Reconoscinto van dien beroemden Italiaan ; welk Treurfpel hy eerst mededeelde aanMejuffr. Anna Williams ; de bekende vriendin van Johnfon, ene Dame van ongemene talenten; welke alle» die haar kenden, door hare vriendlykheid en goedaartigheid verpligtte. Door deze aangemoedigd, las hy zyn ftuk aan Dr. Johnfon voor, die zeide, dat hy het gerust na den Schouwburg mogt zenden. Het Treurfpel werd vervolgens ook daar aangenomen, en met een goeden uitflag gefpeeld in Conventgarden. In 1770 bracht de Hr. Hoole een ander Treurfpel te voorfchyn, genoemd Ttmanthas, ontleend van de Demofonte van Metatafw , 't geen insgelyks gelukkig uitviel; fchoon de Aathcur een groot verlies leed in den dood van den Hr. Powell, die voorviel in den Zomer van 1769, terwyl de rol van Timanthes opzttiyk gefchreven was voor dien ongemeen kragtigen en bevab.'gerj. Acteur. In 1773 gaf hy de tien eerfte boeken van Orl'ando Furioso in 't licht, met voornemen , om met de overzetting van dat werk voortegaan; maar ten dien tyde werd hy in enen gewigtigen post gefteld, by de Oostindifche Con psgnie, waar door zyne dichtoefeningen moeften ftilftaan; terwyl-de grote drukten, fpruitende uit het onderzoek van het parlement na de zaken der Compagnie, alle zyne vermogens vorderden , om rekeningen en rapporten gere.cd te maken voar het huis der Gemeenten; en hy werd gedurende dit onderzoek voor beide de huizen op de proef gefteld. In 1775 vond hy ruimte van tyd genoeg, om een oorfpronglyk Treurfpel voor den.dag te brengen, onder den naam, van. Cleonice , Princes van Bithynien; maar deinvoering van dat ftuk rp het Toneel ging verzeld van vele tegenftribbelinëten; daar werden bedenkingen tegen ingebracht,. en de zaak"werd eindelyk gelaten aan Dr. Johnfon, die, het ftuk goedgekeurd hebbende, in deszelfs voordeel uitfpraak deed. Hierop werd 'net ftuk herhaalde keren gefpeeld, doch met weinig toejuiching, door dien de beste fpelers het onder elk anderen , over de• toewyzing der rollen, oneens wierden. Welke mislukking- dan ooit aanleiding gaf, dat de Heer Booh het Toneel voor altoos. vaarwel zcidc  e 51 > In het jaar 1777, vestigde hy zyne aandacht weder op het voltooien zyner Overzetting van Orlando, waar toe hy te voren door verfcheidene vrienden was aangezogt, cn wel inzonheid door wylen den Hr. Glover, een groot bewonderaar der werken van vernuft, en door Dr. Hawkesworth, die maar pas lang genoeg leefde, om de twee eerfte boeken van. Orlando iri gefchrift te zien, en.betuigde daar meê Merker ingenomen te zyn dan met het hoger gefchatte werk van Tasso. Dr. Hawkesworth ftierf in 1 773- In 1783. gaf Hoole zyn volledige Overzetting in 't licht van den Orlando Furiojo, in vyf delen; en op het einde van 1784 verloor hy zynen groten en geachten vriend Dr. johnfon, die i'n December van dat jaar overleed, en van wien hy , gedurende eene gemeenzame verkering van drie en twintig jaren, alle tekenen van vriendfehap en gen.genheit ondervonden had. | Hy Oleef beftendig by den Doctor, in de drie laatste weken j van deszelfs leven , en zag met aandoeningen, die zich niet | gemaklyk laten befchryven , de trapswyzige nadering zyner ontoinuinge. In het jaar 1785 werd de Hr; Hoole de Levcnsbefchryver Tan zynen vriend Scott van Amwell; een taak, cie fceltemd was, om verricht te worden door Dr. Johnfon : en op het einde van dat jaar lag hy zyne bediening, aan het Oostindisch huis, neder, en vertrok in April 1786, met zyn Vrouw en Zoon na de Pastory van Abingar naoy Dorking, in welke plaats zyn Zoon, die een kerklyke was, het Kapellaanfchap had aangenomen. . Terwyl hy daar woonae , overwoog hy de bedenkingen, welke fommige lezers gemaakt hadden tegen de lengte en verwardheid van Ariosto''s dichtftuk , en befteedde zyne ledige uren tot het nazien van dat werk, befnoeiende fommige gedeelten , en gevende aan het geheel meer verband. Waar op.hy in 179'. de nieuwe uitgave of' refacciments van Ariosto bezorgde onder den tytel van : The Orliando of Ariosto reduced to XXIV, Books , the Narrative connecled, and the Jlories dispofed in a regular Peries. In het jaar 1790 gaf hy een klcen uitmuntend vertelzel uit, getyteld: Dinarbas; zynde een vervolg van Dr. Johfon,s Rasfelas. Dit ftuk kwam van de pen ener Lady van zeer ongemeen vernuft en gaven , die zich met hare moeder in Italiën ophield. Zy was zeer bekend met Dr. Johnfon en Mejuffr. IVi Mams, en het handfchïift werd gezonden aan de» Hr.; Dooie, om na de pers bezorgd tc worden. Dit werkje werd zeer gunftig ontvangen; en federt is ons bericht, dat de fchoone fchryfftcr de uitgave van een twede werk aan dc zorg van Hoole heeft aanbevolen, behelzende ene befchouwing van het gemcenfchapl; k Staats- en Krygsleven der Romeinen, voorkomende in het aangenaam bekleeüfel eener bclangryke Gefchiedenis , vervat in een reeks van brieven van een jongen Romeinfchen Patriciër aan zynen .vriend. Het laatste werk, 'twelk de Heer Hoole aan de waereld gefchonken heeft, is eene Overzetting yan het gedicht' der jeugdige jaren, van Tasso, getyteld Rinaldo, 't welk behoort aangemerkt te worden als een keurig Jettergcfchcnk, zynde, buiten aanmerking der Dichterlyke verdicnlten van het oorfprongJyke, een buitengewoon proefftuk .van vroege genie, ("j") De Hr. Mr. Sarnuél Hoole, Zoon van t) Zie AtgfjXimst en Lettert. No 339. onzen Hoole, heeft ook eenige veortbrengfel» syrier penne in 't licht gegeven , namelyk een deel Leerredenen, uitgekomen in 1786, en twe delen Dichtftukken ; op verfchiilende tyden gedrukt, behelzende: „Modern Manners ," „ durelia ,'• Edward, or the curate," en andere gedichten. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, akaoemische en andere schriften.' Grootbrittanje. "Traveil itito Norway, Denmark} and Rusfia, in the Tears 1788, 1789, 179° and I79t- ?y A. Swinton, Esq. 8vo Price in boards 7 Sh. 6 d. Robinfons. 1792. Deze reizen in Scandinavien zyn door den Schryver opgedragen aan hare Keizerlyke Majefteit Catharina de twede, Kei- ferin aller Rusfen. M. Swinton komt niet voor als zeer doorkneed, 't zy in Letterkunde of in Geleerdheid, maar is verftandig, fnedig, weionderrecht, en naauwkeurig in zyne berichten dier gebeurdtenisfen of zaken, welke hy poogt te verhalen of te befchryven. Hy is ook een ftout en oorfpronglyk waarnemer, die zich niet ontziet, by verfcheidene. gelegenheden, van anderen , die het hoogst gezach hebben, te verfchillen. Maar 't geen aan deze Reisbefchryving den meesten glans en bekoorlykheid byzet, is een geestige levendigheid en aartigheid van fchryfwyze, gemeenzaam zonder laagheid , vry zonder lompheid, bevallig zonder ligtzinnigheid, en, daar het te paste komt, deftig zonder gemaaktheid. Dit karakter zal, ongetwyffcld , den oplettenden lezer overal in 'toog lopen. In een byvoegfel vinden we een zeer keurige verzameling van woorden , die de Yslanders Noorwegers en Denen gemeen hebben met de lage landen van Schotland en met de Engelfchen ten noorden de Twent, bycen verzameld door Profesfor Torkclyn van Koppenhagen ; welk kleen woordenboekje een fterkcr overtuiging voortbrengt van den gemeenen oorfprong en afkomst van alle deze Natiën dan alle de werken van alle de Gothifche Schryvers over Gothifche onderwerpen. Europ. Magazine. Discourses , chiefty on the Evidences of Natural and revealed Religion. By John Sturges LL. D. Chanceller of the Diocefe of Winchester, and Chaplain in ordinary to his Majesty. ! 8vo p. 454. Boards. 6. f. Cadell. 1792- De oordeelkundige en geleerde Schryver van dit boek heeft enen wezenlyken dienst gedaan aan 't Publiek , door de hoofdftukhen van het bewys, ter verdediging van den Natuurlyken en geopenbaarden Godsdienst, zonder redenkunftige rangfehikking , op te ftelleninenen ftyl, die even vry is van het droge der fchoolfche fpitsvindig- . heie, als van het oppervlakkige van jeugdige declamatie. j De natuurlyke blykbaarheid van het beftaan van enen God, van ene Voorzienigheid, en van enen toekomenden Staat; het toereikende, en de kragt, der middelen door God aangewend in het openbaren van zynen wille aan de menfehen, het voldoende en de klaarheid der bewyzen voor ene Goddelyke Openbaring uit de wonderwerken ontleend; de kragt der blykbaarheid uit de oude voorfpell'ngen getrokken; de bevestiging door het Euangelie van de leer van enen toekomenden Staat, de ge- I G 2  C 52 ) pasthsicl des tyds van onzes Zaligmakers vcrfchyning; defchfiftuiirlyke leer aangaande den dood van Jefus als ene offerhande voor de zonden, en aangaande den invloed van den H. Geest; de verfchillende kenmerken van de Mofaifche en Christelyke bedelingen ; zyn de voornaanifte befchouwelyke onderwerpen in dit boek behandeld. Hier by zyn gevoegd enige vertogen over meer gemengde onderwerpen. M. R. Duitschland. Verfuch e'mcr Krlt'ih aller offenbahrung. Konigsb. 1792. 182. S. (pr. 16 ggr.) De Schryver behandeld zyn onderwerp zeer nauwkeurig en met oordeel. Zyn oogmerk is, om, met ter zyde ftelling van alle gefchillen , die tot dus verre over de Openbaring plaats gehad hebben, de wederzydfche partyen daar heen te brengen, 4at zy bedaard aan 't onderzoek gaan van de volgende vragen. ■ Vut is eene Openbaring? van waar moet zy haren oorfprong ontlenen? wat voordeel kan zy ons aanbrengen? welk verlies hebben wy er van te wachten? ■■ . (Th. Ann.) Der vernuftige Dorfpfarrer. Gefchichte wie fie ift, und wie f!e durchgehends feyn follte. Zurich 336. S. 8. Men vind hier, op ene aangename wyze en in een vloeienden 'ftyl, de Gefchiedenis van een Predikant, die de konst verftondt, om voor zyne Gemeente te zyn, 't geen elk Leeraar voor dezelve behoorde te zyn, de vriend, de raadgever derzelvè. Zyn onderwys, 'twelk hy hier en daar mededeeld aan zyne Gemeente, bepaalt zich niet by het Godsdienftige, maar ftrekt zich ook uit tot de dingen van het gemene leven. —— 1h. Ann. Theologifche Beytrage; Zweiten Bandes, zweifer ftuk von Dr. Jac. Chrijl. Rud. Eckermann. Ord. Prof. der Theologie zu Kiel. Altona 1792. 239. S. 8. In dit twede ftuk word de vraag beantwoord, ofeenProteslantsch Kerk-leeraar recht hebbe om de wezenlyke leer van Jezus van het Kerkelyk leerftelfel af te zonderen, dan of hy, althans in zyne openbare Kerkelyke leerredenen, moet vooronderstellen, dat deze twe onfeilbaar met elkander overeenftemmen ? De eerfte vraag wed met ja cn dus de laatste met neen beantwoord, op ene klare bondige en overtuigende wyze. Hyonderfteund zyn gevoelen met de volgende drie bewyzen. 1. dit is overeenkomftig met den waren geest van het Proteftantendom. 2. de uitlegkunde van den tegenwoordigen tyd verfchilt zeer veel van die, welke plaats had ten tyde toen de Geloofsformulieren gelteld wierden, 3. ook is het ene wezenlyke behoefte in de tegenwoordige meer verlichte dagen. — Th. Ann. Pred'gten vcrzuglich in riickficht auf die bedurf 'tin ttnferes zt'italters, In der Univerfitats Kirche zu Góttingen gehalten von J. G. Marezol. z. b. Góttingen bcy J. C. Dietrich 1792.430. S. gr. 8. (pr. 13. 4gg.) Deze Verzameling behelst enkel leerredenen voor geoefende Chriftehen. Men vind hier weder, zo,, als in het eerfte deel, i§ Leerredenen, wier inhoud zeer belangryk is, en die zeer bondig en fraai gefchreven zyn. — Ze vallen in dea fmaak der Leerreden van Zollikofer. Th. Jnn. Nederlanden. Historie sch Schouwtoneel van 'j waerelds lotgevallen enz. met kaarten en platen , I. en Hdc ftuk des Eerflen deels voor het jaar 1792. 399 bl. in gr. I 8vo. Historie; 164 bl. BytagëH; en 73 bl. Hist. Mengelwerk, 1 te Haarlem by A. Loosjes, 1792. prys ifte ftuk ƒ 2 : 10: 14' twede ƒ 4 : rj : 4. _ De Schryver van dit zo lezenswaardig als belangryk werk, gaat, met gelyke naauwkeurigheid, oordeelkunde 'en onzydigheid, waarvan wy , by de aankondiging der voorgaande ftukken , één en andermaal, gewag gemaakt hebben, en in enen fteeds meer vorderenden mannelyken en aangenamen fchryfftyl, voert, met de voorvallen van den tegenwoordigen, zo by uitftek opmerkclyken en in grote gebeurtenisren vrugtbaren , tyd, te boek te fteileri: en leverd ons, in deze voor handen zynde" 2 ftukken, of het eerfte deel van het jaar 1792. een kort aaneengefchakeld berigt van al het voornaanifte, 't geen, gedurende de eerfte zes maanden van dat jaar , zo in als buiten Europa, is voorgevallen: met toevoeging van XXVI Bylagen of echte Staatsftukken , tot dat gebeurde betrekkelyk, welken in de volgende beftaan : 1. VredestraSlaat tusfehen de Porte en Rusland; 2. Uittrekzcl. uit een brief van den Franfchen Minister Delesfart, aan den Gezant dier Natie, de Noailles, te Wenen; 3. Ambteiyk berigt van den Prins v. Kaunitz, aan den Keizerl. Gezant te Parys ; 4. Brief van den Pruisfifchen Gezant, Graaf Goltz , te Parys aan den Hr. Delasfart; 5. Officiële Nota van den Franfchen Gezant Noailles, te Wenen aan den Prins van Kaunitz ; 6, Antwoord van dezen, op die Nota; 7. Brief van den Franfchen Minister Dumourier aan den Hr. Noailles, te Wenen; 8. Brief van. den zelfden aan den zelfden ; 9. Memorie van den Hollandfchen Gezant Hop aan het Brusfelsch Gouvernement; \o.Ant~ woord van den Gouvern. Gener. op deze Memorie; 11. Extract uit de Staatsrefolutien van Holland; 12. Nota der Hoven van Wenen en Berlyn, aan het Deenfche Miniflerie ; 13. Antw. van het Deenseh Miniflerie op deze Nota; 14. Beknopt verflag der redenen des Konings van Pruisfen tot het opvatten der wapenen tegen Frankryk; 15. Manifest van Rusland aan Polen; 16. Tegenverklaring van het Poolsch Minifterie op dit Manifest ; 17. Brief van. den Poolfchen' Monarch aan den Koning van Pruisfen; 18. Antwoord van. den laatsten hier op; 19. Adres des Konings en der Stenden aan de Poolfche Natie; 20. Brief van den Gezant Noailles, te Wenen, aan den Minister Dumourier, te Parys; 21. Rapport door den laatstgemelden in 'j Konings Raad gedaan; 22. Befluit der Nation. Vergad. van 20 Apr. 1792; 23. Nota van den Franfchen Gezant, Chauvelin, te Londen , aan het Engelsen Miniflerie; 24, Antwoord van dit Miniflerie op ■ deze Ntta ; 251. Nadere Nota van den Hr. Chauvelin aan I het Britfche Miniflerie; en 26. Afkondiging der Gouvern. '■■ Gener. van de Ooslenr. Nederl.' betrekkelyk den Ooorlog tusÏJchen Frankryk en Oostenryk. Het Mengelwerk van dit eerfte deel vervat: 1. Degedach' ten'ts »'tering van J. J. Rousfeau, te Montmorency; 2. Le' vensbyzonderheden van den Wysgeer Cerutti ; 3, Over de | Konjlen, Wetenfchappen en befchaafdheid der Moren ; 4. Over j de Tempels en Moskeen der Mahomedanen ; 5, Befchryving \ der ommeflreken van Romen; en 6. Bekentenis van J. J.An] karftröm. De enkele lyst va» aUc deze ftukkea toond.airede, van hoe veel  C 53 > «ft belang dc inhoud van elk derzelver, in zyn by zonde! e Eort To voor den Deplomatifchen, als algemene Hiftorie- en I ettei'üevenden , lezer moet wezen. Dat ook het Historisch „IS dit werk, in gene enkele uirjchryrvipgvanmeuw> Sffi ,*ï1f tóK A ™* volkomen eiscb hebbe op het eigenaattig karakter enes aangenamen en leerrvken Gefchiedvcrhaals , willen wy onzen Lezer op nieuw do n blykTn , uit de volgende Wegving der Gefteldheid van 1 Franfche Nationale Vergadering U het voorjaar van n91 , Zet enige byzondere Karaktertrekken 'hater leden voorkokende op bladz. 106. enz.: welke wy hier als een korte ftaal bybrof (Nationale Vergadering) beftond thans in drie Hoofd„anyen. De eerfte was die der Jakobynen, dus geheten naar de vermaarde Club van dien naam, waarvan zy of leden waren of wier gevoelens zy ten mmften aankleefden. Hunne vyanden noemden hen Scheurmakers, zy zichzelven volksvrienden Zy beftonden meestal uit vurige patriotten, die van rasnin» waren, dat het Vaderland alleen door geweldige maatre«relen gered koude worden : waaruit een natuurlyk mistrouwen tegen alle voorftanders van gematigdheid, en inzonderheid teeen de Ministers ontftond. In het algemeen 'waren zy lterke dryvers van de rechten des 'Volks; doch onder deze party fchuilden enigen, die, de vurige welmcnenheid der overigen misbruikende, dc ongerymdfte voorflagen zogten doortedringèn • den ergerlyken ' invloed der gaandcryen begunstigden ; wantrouwen en twedracht zaaiden; het Volk opruiden , en alle gelegenheden aangrepen, om de Ministers door hunne gedurige aanvallen aftematten, ten einde door dit alles een doelwit U bereiken , waar voor zy niet durfden uitkomen. Deze party won meer en meer veld. De twede party was die welke, door dezen, Hofgezinden genoemd werd , riocl\feenlyk beter den naam van Conflhutie - gezinden verdiende. Het ceniae, 't geen men haren leden, meestal van- de Club der Feuillants, verwytcn kon, was, dat zy zich, uit zwakheid en vrees, niet altyd nadruklyk genoeg verzetteden tegen de nocin-en der anderen, die lievelingen van het gemeen waren. Voorliet overige waren zy even goede Patriotten; maar oveicenkomftig den geest en letter van den gcycstigdcn regeeringsvorm waarop zy geen' inbreuk konden lyden Zy gaven zo lang mooglyk aan voorzichtige, en gematigde middelen den voorrang boven geweldige: wilden eene goede verftandhoudmg cn verenigde zamenwerking met den Koning en zyne Munster' onderhouden , en de rechten der Uitvoerende Macht, even zeer als die der Wetgevende en de belangen des VMks, handhaven. Deze party was de talrykfte , en zou altyd bovendryven , wanneer zy zich niet door anderen nu eens liet overbluffén en dab eens wegliepen. — Eindelyk was er nog ene derde party , welke zichzelve Independente» fif Oriafi hanelyken noemde, omdat zy tot generhande Club of aanhang behoorden; doch hare aanhangers, verdienden dezen eernaam niet naardien zy den invloed der gaandcryen vreesden ; vooi hunne gevoelens niet durfden uitkomen ; in netelige gevallet ef van gevoelen veranderden , of de zaai verlieten; zich altyc naar de tydsomftandighcden fchikten, en meer zorgden, 011 zichzelven te dekken, dan, om grootmoedig, naar hun best geweten , hunnen post te vervullen." „ Deze verdecling was op h*ar zelve reeds een ongelul voor de Natie-, waarby nog kwam, dat zich onder hare Vertc-env.oordin-ers niet één enkel man van uitftekende bekwaamheden fcheen te bevinden, die zyne mede-arbeiders voorlichten, en de menigte leiden konde De vorige Vergadering had wel maar éénen Mirabeau ; doch 'er bevonden zich onder hare leden ook nog verfcheiden mannen van zulke uitmuntende vermogens cn rectatfehapen gevoelens, dat een ieder van dezen voor de tegenwoordige Vergadering ene weldaad zoude geweest zyn. De in het eerst opgevatte hoop, om onder 747 Wetgevers mooglyk bok" zulke mannen te ontd kltcn , was na een tydverloop van 5 maanden geheel verdwenen, 'tls waar, het ontbrak niet aan Vertegenwoordigers, die bekwaamheid en kunde bezaten, en aan wier braafheid en vaderlandsmin men niet kon twyfelen ; maar 'er was niemand onder hen , die met kracht en nadruk werkte ; door zyne meerderheid eerbied inboezemen , en de flegten binnen hunne palen houden konde. De voornaamfte en gematigfte mannen waren: Vaublanc, Le'montey, Ramond, Heraut de Secheli.es.., Duma-s, Guadet, Ducos, Setilher, Ducastei., Pastoret, Cambon, Garan, Goulon, Lacepede, d'Averhoult, en Gerard in , de kweek-, lirrg \an Rousseau, en een -uk-muntend Jongeling; doch van -cn - ondcrvinriiii'. Tot deze clasfc behoorde ook Condorcet, wiens gemati-'hcid echter zich alleen binnen de muren der vergaderzaal bepaalde. De beste Redenaars waren Isnard , Vergmaud en Ramond , en. de driftigfte- J3rissot , Thuriot , Rouyer en F\uchet„ waarvan de eerfte door zyne armhartige, ftaatkundige fchets van Europa, zowel als door zyne aanklagte van- den. Heer Delessart, is bekend geworden.- Sommigen waren fchreeuwers, als La Croix en Chabot , waarvan de eerfte enen groten en de Iaatfte genen aanhang had ; terwyl Albitte Merlin , Dichem , Granseneuve Ba-zire en TailLKrER'in deze elasfe dc onkundiglten , en over het algemeen het minst geacht waren. Verfcheiden wakkere mannen waren geen Redenaars; doch arbeidden met zeer veel vlyt in de Commisfies, en traden dan, in naam van hunne Mede-gemachtigden » met hunne berichten cn daarop gegronde voorflagen ten voorfchyn , welken echter, hoe zeer zy ook kenmerken van hunne bekwaamheid droegen, gedurig aangevallen, en niet zelden ver* icdeld werden." Voorts is dit deel, boven de vorigen, verfierd met een groter aantal van Konstplaten en Portraitten: waar van de eerfte, ene afbeelding voorftellen, 1. Der toediening van het vormzel in een der R. K. Kerken te Amfterdam; en 2. van het Monument van P. Camper; terwyl de laatsten in de zes volgenden beftaan: als het Portrait 1. 'van ÖWrlrÓF II. 2. van AnKerstrom ; ' 3. van Keizer Frans II; 4. van . Pethion ; 5. van den Gener. Dumourier; 6. van den Aardsbisfchop en Misfionaris Brancadoro. De vriend der. kinderen, met platen, III VI deel in 121110 in' 2 b;mdjcs van geel carton, by elkanderen ucbonden. Te Haerlem by Francais Bohn I791 en 1792. Wy. hebben , by onze aankondiging der -beider eerfte deeltjes, van dit zo nuttig als aangenaam opvoedings- werkje, in onze No 129, een uitvoerig verflag gegeven zo van : het loflyk doel als van den aart cn byzondere inrigting deszelven : 't geen wy dus hier niet behoeven te herhalen. De G 3 ve0i"  e 54 5 . voorhanden zynde vier volgende delen zyn op denzelfden be-! valligen leest gcfchied, en verdienen dus gene mindere aanpryzing dan de vorigen. Wat den byzonderen inhoud derzelven betreft: behalven de telkens ingevlogten zedelyke verhalen of vertellingen, ter opheldering van voorafgaande aanmerkingen dienende, en de kleine, dog niet min bevallige en leerryke Kindertoneelfpelen, Liederen, Dichtftukjes enRaadzels; be-_ ftaan de voornaamfte onderwerpen, waar over in deze vier deeltjes gehandeld word; in de volgenden : de Broeder en Zusterliefde, het kermis gewoel, — de kortheid dezes levens, —— voor- en nadelen van den Koophandel, ——aanmerkingen over de zangvogels, —— befchryving van den Nachtegaal , korte fchets van Basedo w's Philanthropinum, — de Gelaatkunde en fchoonheid, over de Volksgebreken, — wat een goed hart is , over luidrugtige en zinnelyke vcra maken, het onbetamelyke om de Dieren wreed te behandelen, natuurlyke befchryving van enige Kevers en Torren, over de ongelyke geluksbedeling, de matigheid en vergenoegdheid , nevens de nadelige gevolgen van pragt en weelde, over de vrage: welke liefde groter zy, die der ouderen of der kinderen, —— over het geluk van ene deugdzame en goede opvoeding , over eigenzinnigheid, — Af- fchuwelykheid van moord of doodflag, over het befchou- wen van openbare Gerechtelyke ftrafoeffeningen, en het me- delyden met booswigten . over de kermis en kermis- onthalen, Natuurlyke Historie van de fabel en vos, over het hatelyke der wangunst, Gefchiedverhaal der Nourdfche Landen, befchryving van het Noorderlicht, van de koude in Lapland, Noorwegen en Groendland &c., over de bewoners dezer Landen , gelukwenfchingen en overwegingen by een nieuw jaar &c. Daar nu alle deze onderwerpen by uitftek gefchikt zyn, voor kinderlyke lezers , en ter uitbreiding van hunne natuurlyke en zedelyke kundigheden, zo wel als ter deugdzame vorming hunner harten, is boven dien de behandeling derzelven vry juist afgemeten naar de bepaaldheid van hunne onceoeffende verftanden : weshalven wy niet dan onze te voren gedane aanpryzing van dit zo by uitftek nuttig werkje, by alle ouders of die over kinderen opzigt hebben , kunnen vernieuwen. Elk deeltje is met een fraai plaatje, door Buis getekend en door de Wit in't koper gebragt, ver.fierd. De vertaling is ongemeen vloeyend, en de in Hollandfche Dichtmaat overgebragte Hoogduitjche versjes, leveren blyken,op der, .Dichtelyke bekwaamheden van den Overzetten NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handelen scheepvaart, land-- ■ kn veek o vw, alsmede ^.huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Haarlem. Het volgend berigt, uit een' geaccrediteerd Hoogduitsch Letterkundig Dagblad overgenomen, kan welligt van ongemeen nut wezen voor onze Inland. fche Papiermakers, of althans onderzoeklievenden onder deze Fabrikeurs aanleiding geven, om de daar by gemelde proeven te herhalen. „De kundige Papiermaker, Schmidt, op den Hafenburg, digt by Lunenburg, heeft uit de zaadhuisjes der Syrifche zyden-plant, QAsclepias Syriaca L.) die deCommisfaris Schulze in zyn eigen tuin gekweekt en tot deze proefneming aan opgemelden Fabrikeur bezorgd hadde, verfcheidene foorten van Papier gemaakt: en wel i. uit den binnenlten bast of huid dier zaadhuisjes, vermengd ■ met f Lompen, een vry wit, goed, fchryfpapier, naar het ;Chinefche zydenpapier gelykende ; 2. uit den buitenfien groenen fchil dier huisjes, zonder byvoeging van lompen, een groenachtig papier, dat, gelvmd zynde, vaster en Heviger dan het lompen of linnen papier, en ongemeen digt en pargamentig, doch ook, ongelymd, zo vast endigtis, dat de inkt er niet doorvioeid; 3. Uit de ftelen van deze plant, een papier, 't weik gelyk aan dat van het gewone linnenpapier is, en 'er naauwlyks van onderfcheiden kan worden. De twede foort zou tot pakpapier ongemeen kunnen dienen. En over 'tgeheel zoude deze manier > an Papiermaken zo voordelig voor de Fabrikeurs als voor het publiek wezen: overmits het papier, langs dien weg , voor de helft van den tegenwoordigen prys kon gemaakt worden: kunnende de ftoffe, met geringe kosten, door het kweken der opgenoemde plant, gewonnen worden." PéKEL, voor Ossen ,Schap e n - en Verken svleesch. (overgenomen uit de Bibhotheque Phyfico - économique , torn. 2. pour l'année 1792.) Neem vier ponden gewoon Keukenzout anderhalf pond zuiker ; twe oneen fatpeter en 10 pinten water. Laat het zamen op een zagt vuur koken, en fchuim het zuiver af. Het mengzel koud geworden zynde , doet men daar in het vleesch, in dier voegen, dat het gehecï onder het vogt ligt. Op die wyze kan men het ettelyke maanden goed houden en het word ongemeen malsch. Wanneer het zeer heet ;wtïüeï is, diend men het bloed uit het vleesch ete drukken en het met zout te vryven , eer men het in de pekel zet. Op de Amerikaanfche Ei' landen is het rundvleesch doorgaans zeer laai: maar in dezen pekel word het zo maisch als hoendervleesch. Zelfs maakt deze pekel het vleesch zo murw , dat men het vleesch van een jong verken, 't geen er llegts 4 of 5 dagen in gelegen heeft, naauwlyks konne koken, zonder dat het uit één valt. Verkehshammen moeten ongeveer \% dagen in dezen pekel leggen: wanneer men ze te drogen hangt, en vervolgens met zemelen beftrooit en in papieren zakken doet, waar door men de vliegen en andere infekten belet, ■ om hare eycren daar op 'te leggen. De gebruikte" Fêke!-:kan op''niëtïw dienen, wanneer  ( 55 > neer men er llegts ene kiene hoeveelheid fris zout by doe, en dien andermaal opkookt. Uittreksel uit enen brief van Philadelphia , gedagtekend Nov. 15. 1792. ' „Nimmer nam de bevolking, alhier, zo fterk en fpoedig toe, als tegenwoordig: dagelyks komen Duitfchers, Franfchen en leren herwaarts over Zy richten allerhande Fabrieken op , in dezen Staat: en in dien van. Nieuw|erfey worden aanzienlyke Handwerken aangelegd. De Staten zullen een premie geven van twe percent, (een penny fterlings) op. de elle geweven, laken. De handel in yzer en Ieder is" reeds tot die hoogte-gelregen, dat de invoer van grove waren, in die foorten, weldra geheel nodeloos zal wezen. Met dit alles behouden dc Britfche Manufaauren nog genadig, aihier, enen fterker aftrek, als beter en ongelyk beter koop zynde, dan men ze hier kan maken." GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Dooden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 165: en te Haarlem 9, onder welken laatflen 6 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand January zyn, in 's Hage, en de Jurisdictie van dien., overleden, 61 Perfonen van het Mannelyk, en 73 van 't Vrouwelyk geflagt: zamen 134. Hier onder 28 beneden het jaar-, 9 van 1 tot 5 Jaren-, 1 van 5 tot 10 j 2 van 10 tot 15-, 3 van 15 tot ao;'2 van 20 tot 25 ■, 1 van 25 tot 30-, 4 van 30 tot 35; 3 van 35 tot 40; 5 van 40 tot 45; 5 van 45 tot 50-, 6 van 50 tot gs; 8 van 55 tot 60; 12 van 60 tot 65-, 5 van65tot70", 11 van 70 tot 75; 6 van 75 tot 80; 15 van 80 tot 85-, 5 van 85 tot 90', 2 van 90 tot 95; en 1 van 95 tot 100 Jaren. Onlangs is in Ierland zekere Boer, met name Denys /P Orady , in zyn iofide jaar overleden. Hy was nooit ziek geweest en behield tot aan zyn dood, het gebruik van alle zyne zintuigen. Zyne nagelaten Weduwe is 99» jaren oud.- WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN ' en BERIGTEN. Algemeen u 1 t t r e k z e l «/'/ de weerkun-* dige waarnemingen, te Petersbüro* gedurende het jaar 179?.. Hoogte Barometer 28. 83. den 5 Febr. . Laagfte.—-—— ^6,.Sdi den,24 Nev-eml», . Gevolglyk het verfchil 1.97. en het midden «7.84?. Degemiddelde hoogte des Barom. 28.101 datis 2 Franfche duim. gevolglyk merkelyk hoger dan gewoonlyk, dog nog ietslager dan in 1788. voor 't overige ftond de Barom. 248 dagen boven de 28 Fr. duim. die, naar de engelfche maat 29 duim iof lynen bedrag. - Hooi'fte Thermometer 1080 naar de fchaal van Deiisle, naar die van Reaumur ii\ gr. den 11 July. _— 20* den 12 en 16 Febr. Gevolgelykhet verfchil 810 van Deiisle en 43f gr. volg. Reaum. Gedurende 173 winter dagen was de Therm. 1500 onder het vriespunt gevallen , 31 dag. 180gr. 20 dag. tusfehen 170 en 180, 41 dag. tusfehen 160 en 170 en 81 dag. tusfehen 150 en 160 gr. onder het vriespunt.. Van de zomerdagen waren er 2 , op welke de Therm. tot 110 gr. klom: 39 waarin dezelve tusfehen 120 en 110; 77 dag. tusfehen 130 en 120 ; 50 dagen tusfehen 140 en 130 ; en 84 llegts tusfehen 150 en 140 gr. ftond. De gemiddelde koude van 1 Nov. 1791 tot 1 May 1791 , ofgedu* rende de zes wintermaanden van 1791 en 1792 was 1620 naar Reaum. 6| gr. De eerfte vorst viel in den i4Sept. 1791. en de laatste 3 Mey 1792. er verliepen dus tusfehen deze vorften 232 dag. onder welken er 119 waren, waarop het geftadig vroor, en 25 dagen dooi weer. De gemiddelde warmte van 1 Mey tot 1 Nov. 1792 , of gedurende de 9 zomer maanden , was van 1280, volgens Reaum. u|gr. Wyders leverde het verlopen jaar op : 27'dagenftorm ; 99 windrig , 168 zagtekoelte; cn72ftilté. 74 dagen helderelucht; 169 gedeeltelyk bewolkt; en 123 geheel betrokken; 4' nevel; 112 regen; 69 fheeuw en 2 hagel. Eindelyk zyn er 13, meest zagte,donderbuyen gevallenen men heeft 2 ma-' len het noorderlicht waargenomen. Uittrekzcl der Dagelykfche Waarnemingen van 17 Jan» tot'a Febr. 1793. te Hamburg, fHoogfte ftand '28, 2. dén 27ften. Barom. i Laagfte - - 27, 9|- den siften. : - ' ' ': tÖemiatfèld* der'gehele Wee 37,10,5!. ï THEkMi rHoögfte'ftand13 's MidiS.vandén 28ften; .Reaumur. < Laaefte ij onder o. 'sMorg. van den a Febri • f / {.Gemiddelde der gehele Week a, 1 grad, - -> *.»*..* 'f ■' ■■• ?;l * Betrfcheifde w'wd Z. W» • I 'ortfiinl osao iu©w' msrw ion naamagfK ge? Sjpbw ■ W« '<■■> «Y*EE»4  C 56 ) Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem, I Te Haerlem. by PLAAT en LOOSJES. ren, rs zeer gefchikt om Voorwerpen of Zeldzaamheden der Katuurlyke Hiftone, of Anatomifche Preparaten in te plaatzen > deze Kast is te koop voor f 60 : - 'twelk de helft van zyn waarde met is. voor die geene welke dezelve gebruiken kan, te bevragen by L. van Es, Boekverkoper in de Kalverftraat, te Amfterdam. Gemelde geeft uit STOLPERTUS, of de Jonge Artz by het Ziekbedde, door Prof. May, a 15 ft. Strack en Krauss Zekere en yeihge Geneeswyze voor de DOUWWORM der KINDEREN * 12 ff', Aphorismen van Hippocratis a 12 ft. CATALOGUS van'de meeste in gebruik zynde Nauur- ,Genees-, Heel- , Ontleed-, Vroed-, Scheir,. Plaat- en Kruidkundige BOEKEN , met derzelver Pryzen, a 2 ftuiv. *** DE JONGE WEDUWE , OF CORNELIA SEDLEY, Uit het Engelsch , Twee Deelen Compleet. Deze is een fraai] e Gefchiedenis waarvan de Intrigue zelfs nietgemee» is ; een Weduwe word aangezogt door een Heer, die alle begaafdheden van Ziel en Lighaam heeft, doch eenjlerke Vry denker is; zy heeft haat Man op zyn Sterfbed moeten beloven , genen anderen te trouwen, dan iemand die Godsdienstig is. Toen zy op het punt is van hem te trouwe* koomt er een ieverig Predikant, die een Vriend van haar Man geweest is, en fielt haar voor wat zy gaat doen ; zy doet een phgtige belofte van dat Huwelyk aftezien; hier uit volgen een meenigte incidenten zeer natuurlyk uit eikanderen fpruitende. Het Werk is interesfant; de ftyl fraai en geestig en daar het wezen moét zeer energiek ; daar zyn pasfagies in die meesterlyk zyn. Dit uitmuntend Boek, vooral gefchikt voor DAMES , zal gewi&.onze Natie behaagen : is heden van de Pets gekomen te Leyden by A. en J. HONKOOP , en in alle Steden by hunne Correspondenten te bekomen. *** Het zoo alom geacht en nuttig Weekblad De MENSCHENVRIEND , tot verbetering van Neerlands Ingezetenen, is nu weder' met dit Nieuwe Jaar begonnen met No 1 enz. L'e gewigtigen INHOUD der laatst uitgegeven Nommers is: OVERDENKINGEN BY DE JAARSVERNIEUWING. DE GODSDIENST. HET VERVAL DER ZEDEN. LAATSTE BEDE EENER STERVENDE. DE GRAFSCHRIFTEN. SELINDE BY HET GRAF VAN HAARE VRIENDIN, THEMIRE. DE HERFST. DE WINTER. RAAD AAN EEN JONGE VADER. DE MENSCH HEEFT ALTYD STOF, OM VERGENOEGD TE ZYN. ONVERSCHROKKENHEID IN GEVAAREN. DE WAARE VRIEND. ,DE EER. OVERSCHADELYKE GEBRUIKEN. DE GEZELSCHAPS - REGEERERS. OVER HET KAARTSPEELEN. OVER HET EIGENBELANG. DE HEERSCHZUCHT. DE GIERIGHEID. VERDEDIGING DER DWINGELANDEN en OVER DE DIEPDENKERS. zynde voor den geringen prys van 11 Stuiv. per Nommer, ieder Maandag, te bekomen te Amfterdam by M. d£ BRUYN, in deWarmoesftraat , hes zesde Huis van de Vischfteeg , Noordzyde, en alom in Nederland ; alwaar ook alle Donderdagen De GODSDIENSTVRIEND , met de Mc-nfihenvriend een fchoon geheel uitmakende, mede aii Stuiv. te bekomen is. REIZE van BRUNSWYK NAAR PARYS door J. H. C A M P E, gedaan in July 17P0, Dit werkje Is byzonder gefchikt om in on^e dagen den aandacht teveftigen, daar het eene zeer fchilderachtige befchryving oplevert, eener Reize, door een groot gedeelte van Braband en Frankryk, en ons tevens een welgetroffen tafereel fchetst van de zeden en het patriotismé deezer landen; en in 't byzonder de eerste beginfelen van die gewigtige gebeurtenisfen, waarover gantsch Earöpa thans verbaast ftaat. De Prys is ƒ 1 - 8. bar o- thermo- streek I 1703 me- meter. der I luchtsge- Jw». ter. Noord; Zuid, wind. | stkldheip. Teb. ("29. 6| 38 38 z. w. | 's morg. betrokken 6. \ 29.. 6 . 43 42 ' z. z. w. i verder regenagtig. I 29 ; 38; 39 I '■■ Wy, 1 . f29. ï| 37 j 38 w.t. n. i bewolkt's avonds 7. {29. .i ^3 j 44 N, W. \ buyig met hagel ( 29. Sl S9 1 40 i zeer wtndrig. f 29. 8 30-*- 40J- w. ■ voorm. fneeaw 8. -J29. 7 /.-> 40 w. z. w. . verder regen (.29. 4' 39; '4* 1 I f29. 8 37 ' 38 n. t. 0. bewolt.'savonds 9. ^29. il 43 56 ' : z. o. regen, 'snagts _(_ = 9- 5§ _39 S9 z- z-w- ft01'U" f29. 3 40 40 w.. ftormagtig. hagel . 29. 39I- 40 w.t. z. fneeuw en regen. [29.2! 36° 35 z.w. | buyen's nagts ftorm r3o. ïf~Ï9\ 4°! n. w.T en~~ 11. {-9. i 45 44 n.w.z.w woiiten. I29. 7 3^ 38 N- _w: ("39, 1 j 43 I 45 w. n. w. Zeer hard. W. omtr. j 12. '29 2 45 1 43 w- l N- betr. tusf. beide reg. 1 |_29. 5 44 I 44 w. n. w, [ 'sav.wolk. enN.ligt BEKENDMAKINGEN. ** * pórtrait # van den Burger Generaal Kellerman. flaar de tekening van den Schilder PasquiccIj gegraveerd door T de Rood E. a 16 ft. ord. en 25 ft. proefdr. wordt heden uitgegeeven by A. L o o s j es, Pz. te Haerlem, en alöm by zyne Correfpondenten. *** By de Boekverkoopers G. T. v. PADDENBURG en ZOONis eedrukt enword uitgegeeven : De LEERREDEN voor KINDEREN , uitgefprooken door den Wel Eerw. zeer Gel. Heer G. MASMAN , Pred. in de Hervorende Gemeente te Utrecht. Dit werkje dat in een geheel nieuw vak behandelt i s, kan zeer gefchikt dienen tot pi ezentjes voor de Jeugd. Het zelve is gedrukt op best Posipapier'm klein i2mo en in Carton gebonden 5 en is by alle de Boekhandelaaren in de 7 Provintien te bekomen. De prys is 6 ft. *.,.* Extra goedkoop uit de hand te KOOP een Compleete KAST . I breed I2| , en hoog 11 voeten , met groote Glazen Schuifdeuren , > watr ia 36 extra grote Ruiten , van onder met hcute Schuifdeu- I  I7P3- No. 243. AL GEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN Ml Nï GEOEFFENDE N* ' Vrydag den 22. February. B E R I. G T E N. RUSLAND. J^^jReters burg, den 10 yanuary. In de VergaJ P Ui dcring van de Keizerlyke Akademie der WetenIn 11? fchappen, weike op heden gehouden wierd , »ï3|^® deed de Hr. Adjunft Lowitz de volgende merkwaardige proefnemingen met het bevriezen van kwikzilver 1. Wierden, in de Vergaderzaal der Akademie, onder ene warmte der Dampkringslucht van 128 gr. volgens de fchaal van Delisle, en van n| volgends die van Reaumur, in een aarden bekken of fchaal van genoegzame grootte, 8 ponden kwikzilver, by een mengzel van het gekrystallifeerd bytend Planten - Loogzout, met ïheeuw, gclykelyk 'uitgeftort, met dat gevolg, dat binnen den tyd van2omin. dc gehele masfa bevrozen was. De dus geitolde kwikklomp, van 8 ponden zwaarte, met een yzeren lepel uit het mengzel geligt zynde, wierd, door een hamer , gedeeltelyk plat, gedceltelyk aan ftukken en brokken geflagen; en er verliep een halfuur, eer het geheel weder gcfmolten was. 2. Vulde men tot boven toe een dun cylinder- glas, met 3'j ponden allerzuiverfte kwik, die uitcinabcrgehaald vas. Het glas wel digt gefloten zynde, liet men het, inde pen lucht, by ene natuurlyke koude van 171 gr. volgens Oelisle en van \\\ gr. naar Reaumur, zinken in een gelyk mengzel van dit zout met meeuw', welks koude 220 of 373 gr. volgends Reaumur tekende. De weldra hier op vast bevrozen kwikcylinder, uit'liet glas géfiagen zynde, X. deel. fcheen, wel is waar, op de eerfte zagte fla'gen met den hamer, enige taaiheid of rekbaarheid te laten blyken. Doch een fterke flag met een vooraf door en door koudgeworden hamer, deed deze aanmerkelyke kwikmasfa in eiie menigte van kiene ftukken fpringen, aan welker breuk men zeer duidelyk fchilferagtige fpitstoelopende kanten befpeurde. Niettegenftaande echter deze onnvyffelbare breekbaarheid , kon men, met een fcherp bekoeld pennemes, de grootste brokken, tot dunne metaal fpaandertjes fnyden, die zig, fpieraalswyze, zamen rolden. Dit nieuw uitgevonden middel, om ene grote koude te weeg te brengen, is zo zeer dienftig tot het doen bevriezen van de kwik, dat men daar mede, zo men wilde, wel 15 a 20 ponden 'kwikzilver tot een vast lighaam zou kunnen brengen. DUITSCHLAND en nabur'ige Ryken. De Keizer lyke Akademie der Na tuur onder' zoekeren (JNaturtz curioforwn) te Erlangen, heeft , uit bet fonds, door wylen den Geheimraad en Kon. Lyfarts Cotenius haar nagelaten, tot ene nieuwe prysvraag opgegeven het volgend voordel: ,, Invitantur eruditi Medici, ut accuratius,quam huc uscjue faBium est i.naturam acrimonitefcrophulofa, novis ebfervationibus, explicent ; 2. fignadiagnostica certisfima, gut bus virus Pcrophulopum, in corpore latens, et in varios gradus malignitatis abiens , licet tumoribus nondum manifestum, cognoscatur, indicent; 3. accuratis obfervationibus edoceant, quibus fcrophularum fpeciebus., et complicationibus cum aliis morbis, fmgula remedia antifcropfiulofa^ H hzitf  e 58 > hucusgue cognita, maxime fint accommodata; cum primis autem terfce pondeuwfe miiritutse efficaciam in fcrophulis et adfeStibus fèrophulofit accurata definiant. Optatur, ui, fi fieri posfit, hac opportunitate medicamentum aliquod, adhuc ignotum, ad corrigenda)» acrtmonjkam fcrophulofam efficax, Medicis innotescat-" A i. „ Men nodigt alle ervarene Geneesheren uit, om nauwkeuriger, dan tot nu toe gefchied is, 1. de natuur van fcrophuleufe fchcrpe ftoffen, door nieuwe waarnemingen, te verklaren; 2. de wisfe aanduidende ken tekenen aantewyzen, waar aan het fcrophuleus vergift, in het lighaam fchuilende, en tot onderfcheidene trappen van kwaadaartigheid over flaande , fchoon nog door gene gezwellen openbaar, gekend word; 3. door nauwkeurige waarnemingen te leren, voor welke foorten van fcrophuleufe ongemakken, en andere daar mede zaam verknogte ziektenK afzonderlyke, tot dus verre bekende, antifcrophuleufe middelen het meest dienftig zyn; terwyl men echter, voornamelyk, de kragt der met zee-zout-zuur vereenigde zwaar-fpath aarde, in de kropgezwellen en klierongemakken, nauwkeurig diene te. bepalen. Ook wenscht men, dat, by deze gelegenheid, zo mogelyk, enig, tot nog toe onbekend, hulpmiddel, ter verzag'ting van de fcrophuleufe fcherpte , den Geneeskundigen aan de hand gegeven worde." De prys is een gouden Eerpenning , met de Beeltenis des overledenen Stigters verlierd, ter waarde van 60 Rtb, en de Antwoorden moeten , in het Latyn of Hoogduitsch gefchreven , op de algejneen gebruikelyke wyze ,. vragtvry , voor 1 September 1793. of'aan den tegenwoordigen Voorzitter, den Hofraad en H'oogl. Jo. C/ir. Daniël Sc/ireker, of aan den hem in rang naast volgenden, gezonden worden : zullende de uitfpraak gefchieden op den 5 January 1794. NEDERLANDEN. Lbv den den 7 February. Myne Heren van den Ed: Achtb. Gerechte alhier hebben," van b.iitengewoon, tot gewoon Stads Vroedmeester en Prcvleclor in de Verloskunde, alhier, aangefteld den Heer Arnoldus Soek. .aen den verzamelaer van het geacht letterkundig weekblad, den A LGE MEEN EN- KONST- en LETTERBODE. Myn Heer* „Toen ik, deezer dagen, liet eerfïe deel voor dit lodend jaer van het Fransch Journal, L'Esprit des Jour- neaux, bezlg was te doorbladeren, erinnerde ik mv. onder het lezen van een ftukje, in dat maendwerk , op blad*. 296. en» tc vinden, en door de Schryvers overgenomen , uit de Efemerid, letter ar ie di Roma , dat ik,° in vroeger tyd, iets in uw geacht weekblad, en wel by nader onderzoek in No m. 0f Deel V. bladz. 4g. ontmoet hadoe nopens de daer in voorkomende beweenng van den Hr. Otto, als of eene Maerten Behm Caldaer kwalyk genoemd Beheim ,) voor Columbus, Amerika zoude ontdekt hebben." „Daer my au voorkwam, dat, in bet bovengemelde ftukje, dit voorgeven van Otto ten bondigfte wederlegd word, en het onderwerp in gefchil niet van allen belang althans voor zommigen uwer lezeren ontbloot is, cVt ik u, nevens hen, geen ondienst te zullen doen, met eene vertaelmg van die wederlegging u ter fpoedige plaetfing toetezenden.'' 0 & Ik hebbe de eer te zyn: y." L. , . . . 14 Febr. 1793. s! Aen merkingen van den GraefCAHLi, aan den Abt Testa medegedeeld, by gelegenheid van eenen brief des Heeren Otto, over de ontdekking van Amerika, te vmden in Deel. II. der Gedenkfchriften van de Wysgeertge Maatfchappy % te Phiindelphia. Met reden boogt Italiëndat zy twee vermaarde mannen heeft voortgebragt, waer van de een de Nieuwe Wae* rerd ontdekte, en de andere baer zynen naem gaf. Ha* is. dcrhalven zeer natuurlyk , dat de Italiaenen met leede oogen zien, dat men aen Cu ris toffe l Columbus en Americus Vesputius de eer wil betwisten van deeze ontdekking, door te onderllellen , dat anderen hen hier in zouden voorgegaan zyn. De Hr. Otto geeft voor, dat een zeekere Maerten Behm, van Neuremberg, reeds eenige jaeren vroeger die ontdekking zoude gedaen hebben: vermits men , in de Archiven dier Stad, vindt aengetekend', dat deeze zeereiziger, met een fchip van den P'ortugeefehen Koning Tóhannes IT. onder zyn bevel, de Atlantifche zee, aan alle zyden, doorkruist hadde, en, in den jaere 1485, niet alleen dè Eilanden der nieuwe waereld, maer ook zelfs hét vaste land tot aen de Straet Magellan, ontdekt. 'tGeen, volgens den Hr. Otto, dit verhael des te meer geloofwaerdigheid byzet , is een Aerdkloot - Globe van den zelfden Maerten Behm, in 1492 vervaerdigd , en in dezelvde Archiven bewaerd, waer opmen, gelvkhyzegt, duidclyk de bovengemelde Eilanden en Kust ziet: terwyl hy, om het vermoeden weg te nemen, als of deeze Re'r gisters en Globe het werk van Jaeter tyd waren, dei> zeiver echtheid tragt te bewyzen, met het getuigenis van deeze en gecne. gelyktydige Schryvers; inzonderheid met dat van Harmen Schedel, die. in. zyn Kronyk, op het  t 59 5 het iaer 1485, aentekcndt, dat Maerten Behm en Tacob Cano de zuidzee zyn avergeftoken, voorby de Evennagtslyn, tot dat zy aen een nieuwe waereld kwa men. (donec in alterum orbem exceptt funt) Ook fcaeldt de Hr O tto eenige plaetl'en aen uit Bellartus, en Enèas. Silv. Piccolomini, federt bekend onder den naem van Paus P.us li, die hem toefchynen, dezeltdc zaek te bevestigen : zonder in aenmerking te nemen, ze*t bovenftaende italiaenfche Schryver dat Pius ii. reeds in 1464, en dus meer dan 20 jaeren voor de voorgewende ontdekking van Behm, overleedt. Bevorens de mening des Hm. Otto, omtrent dit ftuk, volledig te wederleggen, geeft de Graef Carli eene korte fchets der gedaene ontdekkingen, in onderfcheidene waerelddeelen, voor den togt van Columbus, en vandedenkheelden, die men reeds hadde opgevat, aengaende net beftaen van een westelyk vast land: denkbeelden, welken men voornamelyk verfchuldigd was aen de ftoute Venetiaenfche zeelieden, de Gebroeders Zkni, Marco Polo en Cademosïo. Echter zouden deeze kundigheden of liever deeze gistingen, ouder waarfchynlyk dan de to. . Misfehien denkt men hier bij terftond ; wederfpreekt dit «erTeelte der gefchiedenis. van Rome, het welke wij thands *oor ons hebben, deze belofte» «iet; daar hetzelve, met de koninglijke tegecring reeds zulk een aanzienlijk boekdeel bcflaat ? Over, het algemeen beflischt de menigte van deelen de langwijligheid van eenig werk niet. Lang en kort, weet elk, zijn betreklijke woorden. Een eenig boekdeeltjen kan te lang zijn over een onderwerp, het welk zich op een cnkeld blad had kunnen af laten handelen : een werk van verfcheiden deelen kan nog te kort zijn , wanneer het niet volledig alles bevat, wat tot deszelfs uitvoering noodig was. Men onderfcheide flechts lang van langwijlig, en de Lezer oordeele, in hoe verre mijn werk mijne beloften wederfpreekt. —— Wat dit deel in het bijzonder betreft, hetzelve is daarom des te uitvoeriger bewerkt, om dat de koninglijke regecring den geheclen grondflag bijna bevat van het ganfche volgende ftaatseeftel geduurende dc geheeie gefchiedenis. Om reeds ge¬ melde redenen hebbe ik in, dit gedeelte der gefchiedenis aar. mijne voordragt eenen Heiligen toon gegeven, daar, intusfehen, de vijf eerfte eeuwen van Rome door meer dan eenen Beleerden voorgefteld zijn, als: geene de minfte zekerheid voor eene eenige daadzaak opleverende. Hoe wel mijn gevoelen zijn zou dat zij, die aan geéne daadzaak van dien tijd twijfelen en hunne tegenfprekers, die alle ftellige zekerheid daaromtre'nd betwisten, beiden in uiterften gelopen zijn , waar tusfehen de waarheid het veilige midden houdt, heb ik echter begrepen, dat eene twijfelachtige opgave nergens meerder nadeel kan doen, dan in de gefchiedenis, welker, voorbeelden boven allen twijfel verheven, of zonder eenige kracht moeten Z1>"" De nadere ontwikkeling mijner taak, welke ik thandi mijnen Lezer heb medegedeeld, maakt het voor das kundigen overtollig aan te merken, dat dezelve met geene overijling kan 'worden afgewerkt, maar vordert tevens van mij de belofte dat ik aan dezelve met eene langzaame haast werkzaam z zijn, op dat het lang wegblijven van elkander volgende deelen den indruk niet geheel wegneme, welken het geheeie der gefchiedenis op liet verftand en hart van derzelver Lezers maaken moest. Gelijk ik verklaard heb , aan dit werk geheel mijn vrijen tijd te zullen wijden, wil ik deze beloften gaarne doen, en kan ik tevens verzekeren, dat het tweede deel reeds op .de pers is. Alleen zal het van het grondig oordeel van kundigen, cn den algemeenen ontvangst van mijn werk bij mijne waarde landgenooten afhangen, of ik mijne onderneming vervolgends ftaaken, dan wel met verdubbelden moed en ijver voord zal zetten, wanneer anders de Alregeercr het mij aan gezondheid, vermogens of tijd, niet ontbreken laat." Natuurlyk Toverboek, behelzende de verbazendfte Geheimen van Natuur en Konst, opgehelderd met platen, 4 delen, te Jwjltrdam en Narlingen, by Allat t en van deiPlaats, 1791. in groot 8vo famen 613 blz. fi-Toen wy dit werk in handen kregen , vreesden wy , een verzameling van dorre voorftellingen te moeten doorbladeren, en konstjens en handgrepen te zullen ontmoeten , die niet ligt anders, dan door voordoen, en bezwaarlyk, door befchryvingen , en prentvertoiüngen, te Ieren en na tc doen zyn. Doch, hoewel het ook, in dit werk, aan zodanige voorftellingen niet ontbreekt, moeten wy echter bekennen, dat het zelve Ha M£  I 6* ) nog vele andere dingen beftelst, die der lezing dubbel waardig, en niet zo vervelende zyn, als men zich in den eerften opflag wel verbeelden zoude. Het groot oogmerk van het gemeen maken dezer Kunstbewerkingen, is, volgens de Voorrede , daar toe (trekkende, om het oygeloof • te weeren, de fchadelyke denkbeelden van Toyerye, en Duivels-konltenaryen te veroannen , en den menfehen te leren, hoe, op ene natuurlyke wyze, zulke konstjens, die den fchrandeilteu wel eens verbaasd en verlegen doen ftaan kyken, kunnen worden uitgevoerd. De Schryver heeft veelal zyne voorftellingen by wyze van vertellingen ingekleed , die eerst de gehele zaak in net wonderlyke plaatzen, doch die hy; naderhand, ontwikkelt, door de aanwyzing, hoe dit alles natuurlyk en konstmatig giféhied en in 't werk gefield is. Het eerfte en twede deel van dit werkjen, zyn het rainst van aanbelang, als behelzende grotendeels enige handgrepen, eil gauwigheden met het KaartJpel, of zodanige kunstbewerkingen , die dsor middel van daar toe vervaardigde werktuigen , of tc voren gemaakte prasparatien , worden in 't werk gefield. Het derde deel is meer gewichtig, alzo daar in gehandeld word over de Eleclriciteit, en wel over de algemene Eigenrchappen derzelve, over de voorname middefen om de Ele&riciteit op te wekken, en de voornaamfte Konstftukken , die door dezelve worden in 't werk gefield. Waar uit de Schryver gelegenheid gegeven word, 'om enige Natuurverfehynzelen te verklaren , en tevens aanleiding, om een Gefchiedkundig bericht van zodanige ver- fchynzelcn te geven. Dus vind men hier, bl. 70 Si. ïo- danig een bericht van de waterhozen, en bl. 108 152 van plixemvuur- en vurige Lugtverhevelingen : tusfehen beiae" is een fiport van verhandeling over de medicinale Ele&rioiteit ingevoegd. Het 4de deel handelt , volgens deszelfs opfchrift, over Chemifehe Konstftukken en vermaaklykheden, waar van eebter de Sehryver weder dat gebruik maakt, dat hy enige verfehynaelen der Natuur daar door tracht op te helderen. Dus geeft hy eeB breed verflag van de Nagtlichters en lichtgevende Ligehamen bl. 6-39. van de Brandende bergen ofVulcanen, Aardbevingen en Waterbewegingen bl. 63 109. Behalven dit ent, moet men hier ook enige aanmerkingen over de formering van het Ys, en aantekeningen van ftrenge koude en vorst en over êe geheimen der AlohymisteH. Dit" alles maakt indedaad, dit werk nuttiger en bclangrykor, voor den Natuuronderzoeker, dan men in den eerften opüag, uit den Tytel van het zelve, aeude verwaaien. G. P. Schejdius, O.hfervationes Medico - Chirurgie* , Harderwyk, by Moojen 1792, 54 bladz. De Schryver, Zoon van dien beroemden Harderwykfciien Hoogleeraar Ev. Scheidius , gaeft, in deze Akademifche Verhandeling, de befchryving van enige opmer-kelyke heelkundige gevallen, deor hemaelven in het vermaarde Hospitaal te Parys , het HdtaJ - Die» genoemd, waargenomen. Wy durven dc lezing van dit werkje, ('tgecn ook in O&avo, te Harderwyk by TybofT, en te üïeeht by Paddenburg is uitscciiKu), eerusteiyk aanbevalea aan alle liefhebbers e» beüe-fenaars der Heelkunde, welke a*r kerlyk met ons de handigheid e-n vaardigheid van den eerlfon Heelmeester van dat Hospitaal , den Heer Default, wiens kunstbewerkingen bier voor-»ame]yk. befehrevea 'worden, zullen bewonderen doch ook tevens nu en dan verbaasd zullen zyn over deszelfs ftoutheid in het uitvoeren zyner operatieif, Dc befchryvmgen , in een wel vloejenden ftyl ea zuiver latya ter neergeflxld, geven, benevens fle daarbygevoegde aantekeningen , blyken der oplettendheid, en bedrevcnneid van den Hr. Scheidius. Het getal der hier befchrevene gevallen is zes, waarvan de eerfte handelt over de operatie van ene valfche flagaderfpat van den groten arm-flagader (aneutysma fputiutn artena brachiajiz), de twede en derde over een diergclyk gebrek en konstbewerking aan den okfel - Oaga der , (arteria axiliaris), aan den dye - flagader (are. femeralh). Deze Operatien, orfchoon zeer wel in 't werk geiteld, en in 't begin een goeden uitflag belovende, hadden echter een ongunftig uiteinde. Het verkeerd dieet, het fpaarzaam gebruik van de nodige inwendige geneesmiddelen, en vooral de bedorvene lucht van het gem. Hospitaal , verfteken daar al te dikwyls den Heelmeester van het genoegen, van een gelukkig gevolg t» zien zyner konstbewerkingen, In dc vierde waarneming , befcbrylt de Hr. S. , ene grote ware flagaderfpat van den irrotea flagader (art. aorta). In de vyfde en zesde waarneming"geeft hy ons verflag van twe zeer aanmerkelyke, en zeldzaam voorkomende gevallen van been - verfterving (necrofts) in hetfeheenen kuit-been, door ene zware, doch gelukkig volbragte , konstbewerking tot genezing gebragt. Wy zullen de eerfte dezer laatstgemelde waarnemingen, welke ons byzonder lezenswaardig is voorgekomen, in het volgend No van dit blaa» aan onze Lezers, huofazakelyk, mededelen. NARIGTEN bn BYZONDERHEDEN, tot den handelen scheepvaart, landen veebouw, ais*nede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. ] Iets qve.r den oudun Handei, van Vewb- tien, en dks2el.fs verbazende voordelen. (Getrokken uit Ro»bb»tson*s Oefckiedkundige na/paringen van de kennis der ouden aan Indien Ac. Sedert de fmaak in den Handel, tor de Enropeërs-begon, overteflaan, maakten zig de Venetianen meester van een groot deel des Oosterfchen (of Indifchen) Handels (f) Het zelve groeide van tyd tot tyd verder aan, en men kan zeggeu» dar, zy, gedurende e.en goed deel der 15deEeu- we,. (ft) Voor de Ontdekking der tegenweeüüge vaart ep éeli», langs de Afi-ikaanfefae kust , voWfcy «! om de kaaj> de Goeée «oop, werds» de iadifi&e vooi bi engels , cvw de Araiilcie £ i^Am Nyl' MAr A'e*3"^yeA gevoerd; w«ike ftad aan Ta«AWf^^te «* dne. vroegere dasen , de Staapelplaats 1 ïndac*e koqp.waren: en van waar de Venetiaoendezelve J*u£yn ^ Sw buiten allen teo-enfpraak, de onfeilbaarfte regel , waar aan men zig kan houden» by het berekenen van de winst, welke de kapitalen, to den handel gelegd, opleveren. Immers moet, naar mate de interest van het geld klimt of daalt , de winst, die men uit het gebruik daar van trekt, noodwendig afwisfelen, en of ongemeen groot, ot meer matig, worden. Van het einde der ude Eeuwe af, tot aan het hegin der r6dé, gedurende welk tydvak, de Italianen al hun vernuft tot den Handel befteedden, was de tas der geldrente byfter hoog. Dezelve was , doorgaans, van 20 ten honderd, zomtyds zelfs daar boven-, en tot op het jaar 1500, is dezelve nooit lager geweest, in enig gewest of plaats van Europa, dan van 10 of ra ten honderd. Byaldien de voordelen van enen zo uirgebreiden Handel, als die der V'enetianett, aan dezen hogen prys van het geld beantwoordden , kon het niet misfen , of dezelve moesten hun een ryke bron van fchatten opleveren, en zo wel den Staat, als de afzonderlyke Ingezetenen, wel doen varen. De Gefchiedfchryvers van dien tyd fpreken, Hierom, van den toefiand van Venetien, in die vroegere dagen „ in bewoordingen* die- op •reen der overige landen van Europa kunnen toegepast worden. De inkomften van het Gemenebest:, en de fchatten, door hare. Ingezetenen vergaderd, gaan alles te boven, 'tecen dienaangaande van alle andere Landen en Sta'en bekend is. De weelde der grootftc Monarchen aan deze zyde der Alpen kon niets halen by die der Venetiaanfche Edelen, in de pragt hunner huizen , de kostbaarheid hunner huisgeraden, de menigte hunner gouden en zilvren vaten, en in alles, wat toe kon brengen aan den zwier of luister hunner levenswyzc: en alle deze praal was in genen deel het uitwcrkzel ener nutteloze 'of roekeloze verfpilling' : maat- veel - eer alleen Het naiuurlyk- gevolg ener "gelukkige nyverheid, die, op ene-gemakkelyke wvze, uitbundige fchatten op een gehoopt hebbende , het recht hadde-, om er met glans gebruik van te maken. gene'RALE LYST be* HoLLAND-SCfiE W a l- visvanst van het jaak 1792- inhoudende het getal der Schepen , van onderfcheidene plaatfen uitgerust t dat der gevangen Visfen, Vaten: Spek en' Quartelen Traan, benevens het beloop, der Premien, van den Staat, aaw mm gelukkige Rederyen uitgekeerd', I Plaatfen. Prem. Schep. Visf. V.Sp. QTV \mfterdam 21150 17 52 ni8 1674 botterdam 1 4 MO 204 Dordrecht 435° 3 8 l69 241 Schiedam 2 18 269 418 Zaandam 4500 U 681 1390 2176 vVestzaanen 8400 4 i° 211 315 Zaandyk 2550 1 1 35 49 deKoogh I 3 85 102 Wormerveef * 2 75 "7 Crommenie I 2 '1° 2 Ihisn 1 ó 60 113 DeRyp 3 « 45° 665 Nieuwendam 1 ** ?° 106 40950 47 198 4202 6392 s t r a a t-d a v i d s. Amfterdam 31900 7 1 45 62- Westzaanen 6650 2 1 45 &/ deKoogh 15000 3 o Wor-merveer 5000 o 58550 13 2 90 129 NB-. Uit deze bovenftaande lyst, vergeleken met ene gelykfoortige van het jaar 179F. te vinden in N° 178 van ' dit ons blad, blykr, dat de aanmoediging van den Walvischvangst den Staat, gedurende het laatsté jaar, ruirrï 55- duizend guldens minder'dan in het onmiddelyk voorgaande-jaar gekost hebbe: fchoon de Straat davidfehe vangt, met een gelyk getal van 13 (chepen, 862 quar-f- traan minder hadde opgeleverd dan in 179-1. vernïits; dé vangst uit Gr penland, alhoewel met 2 fchepert minder, rnim het drietal der gevangen Visfen in dat jaar, tharis heeft bedragen, en het produkt van de gekookte Traan 2757& quartd. meer uitgeleverd. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Dooden , gedurende de laatstverlopene" Week, is scweest: te jtohflerdam 130: en te Haarlem 8, onder welken laatir.cn 6 beneden de J2 Jaren. Gedurende de maand January zyn, in Rotterdam ,■ en dc Jurisdiaie dier Stad, overleden , of ook irigebragt en begraven 40 Mannen, 63 Vrouwen- en 68> Kinderen,. 4a«-  zamen 17-ï Perfonen: behalven.12doodgeborenen, en 2 onechte. Van .de Tj.i Perfonen waren jo Kraamkinderen, 29 beneden bet Jaar, 30 van 1 tot 5 Jaren,. 2 van 5 tot 10, 2 van ic tot 15, 6 van 15 tot 20, 4 van 20 tot 25, 2 van 35 tot 30, 9 van 30 tot 35, 5 van 35 tot 40, 5 van 40 tot 4,-;, 6 van 45 tot 50, 6 van 50 tot 55, 8 van 55 tot 60, 10 van 60 tot 65, 12 van 65 tot 70, 7 van 70 tot 75 , 7 van 75 tot 80, 4 van 80 tot 85, 4 van 85 tot 90, 2 van 90 tot 05, e» 1 van wien tic Jaren niet zyn opgegeven. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. Uittrekzcl der Dagelykfche Waarnemingen van 3 tot 9 Febr. 1793. tc Hamburg, fHoogfte ftand 27, 9§. den'9den. Barom. •! Laagfte - - 27, s|. den 7dcn. LGemiddelde der gehele Week 27,8,11. Therm. fHoogfte ftand 3J 's Midd. van den 4den. Reaumur. < Laagfte 0; 'sMorg.-'s midd. en's avonds van den 8ften. l_Gcmiddeldc dergehele Week 2,1 grad. Heerfchende wind W. Z. W. Weerkundige Waarnemingen, bciten Haerlem. Te Haerlem. by PLAAT en LOOSJES. BEKENDMAKINGEN. V GEDACHTEN BY HET BEGIN VAN HET JAAR. IETS OVER HET PLAN DER VERLOSSING EN DEN ZALIGMAAKER VAN ZONDAAREN. GODS GOEDHEID EN LANGM OEDIGHEID OMTREND ZONDAAREN. OVER DE NOODIGING AAN ZONDAAREN. DE CHRISTEN VINDT OVERAL STOF ZELFS IN TEGENSPOEDEN, OM GOD DOOR LOFZANGEN TE VERHEERLYKEN. OVER DE GODDELYKE VOORZIENIGHEID. DE GROND EN HET OOGMERK DER GODLYKE BEVELEN AAN MENSCHEN OMTREND HUNNEN GOD DIENST. ABRAHAMS VERLANGEN EN ZIEN VAN DEN DAG VAN CHRISTUS. DE VOORTREFLYKHEID VAN JESUS LEER. OVER DE BEVINDINGEN VAN DEN CHRISTEN. OVER ONZE GELIEFDSTE ZONDEN. DE WERKSAAMHEDEN VAN DE GEZALIGDEN VOOR HUNNE AGTERGELATEN VRIENDEN. ONZE VKRPLIGTING OM ONZE BYBELKENNIS TE VERMEERDEREN. DE WAARE GRONDEN VAN HET CHRISTEL YK VERGENOEGEN. DRANGREDENEN TOT EEN HEILIG LEVEN. DE LIEFDE TOT DE VYANDEN. DEZELFSLTEFDE HET RIGTSNOER VAN DE LIEFDE DES NAASTEN. OVER EEN VERKEERD BEWYS VOOR HET LEERSTUK DER H. DRIEEENHEID. ' OVER DEN EED IN HET GERECHTE. DE CHRISTEN IN EEN' ZOMERSCHEN MORGENSTOND. DE OPWEKKING VAN LAZARUS VERDEDIGD. EEN CHRISTEN MOET VOOR ZYN LEVEN ZORGEN. OVER DEN ZELFSMOORD. OF DE. STRAFFE , OP PETRUS UITSPRAAK AAN ANANIAS EN SAPPHIRA UITGEVOERD , NIET AL TE HARD GEWEEST IS ? NEHEMIA. OVER JONA EN DESZELFS WONDERGESCHIEDENIS en HOE ZICH TITUS MOEST GEDRAGEN OMTREND EEN KETTERSCH MENSCH , is de inhoud der laatst uitgekomen Nommers vanhet Weekblad De GODSDIENSTVRIEND, waar van alle Donderdagen één Nommer wordt uitgegeeven by M. de BRUYN te Amfterdam , in de Warmoesftraat , het zesde Huis van de Vischfteeg, Noordzyde , en alom by de Boekhandelaars in de Nederlandfche Steden : de prys van ieder Nommer is i i Stuiver. Aldaar is ook alle Maandagen De MENSCHENVRIEND , met den Godsdienstvriend een fchoon geheel uitmakende , mede a i * Stuiv. te bekomen*** C. Plaat , Boekverkoper te Haerlem , géefe thans uit «n heefc alom verzonden, de volgende Werken : I. De VEREISCHTEN van WAARE GODSVRUGT , om Gods Bteld op aarde te weezen ; door C. C. H. van der AA , Leeraar der Lutherfche.Gemeente te Haerlem, enz. gr. 8vo. a/i-s"II. 's MENSCHEN INGANG tot HEERLYKHEID, om in het toekomende leven GodsBeeld in volkomenheid te weezen,- door .denzelfdenAutheur, gr.8vo. - - ƒ1-10- NB. Deeze beide Stukken ftrekken ten beloofde Vervolge op het Werk: De MENSCH als GODS BEELD beschouwd, enz. • waar van «ok nog eenige weinige Exemplaren a ƒ 3 - : - by bavengem. te bekomen zyn. HL GESCHIEDKUNDIGE VERHANDELING over den TRAPSWYZEN VOORTGANG der GODLYKE OPENBARINGEN ; door den beroemden J. G. Rosen muller , waar bygevoegdis een Aanhangzel van Aanmerkingen op Lessings gefchrifc: D* Opvoeding van bet Mer.fchelyk Gejlagt. Uit hetHoogd. vertaald met bygevoegde Aantekeningen, gr. 8vo. - /2-Io-< IV. RF.ISEN van den beroemden G. Forster , door Braband, Vlaanderen , Holland, Engeland, Frankryk enz. in 179c. tweede Deel, in gr. 8vo. - - _ ƒ1-4- Van het eerfte Deel dezes in veelen opzigten thans zo belangryk Werk, zyn nog eenige Exempl. a fi -4- .- te bekomen. Met het Vervolg word allen n-ogelyken fpoed gemaakt. V. Db VERLOSSING van ISRAËL uitEGIPTEN , in Zes Zangen, door den in ons Vaderland genoeg bekenden en beroemden Dichter JACOB van DYK , 'met een gegraV. Tytel en Vignet ,in in gr. 8vo. a f 1 - 16 - en op best papier - ƒ2-16- VI. T. Cavallo Volledige Verhandeling over de ELECTRICITEIT, <* de Theorie en de Praktyk , met oorfpronkelyte Proefnemingen, Vertaald door Prof. Rossyn , gr. 8vo. met platen. fï-10 . VIL De Laatfte'Levensdagen van den Abt JERUSALEM ; om by 's Mans Werken gevoegd te kunnen worden, gr. 8vo. a 12 ft. Ibaro- thermo- I streek | me- meter. der ' I luchtsge- ter. Noord] Zuid.'j wind. | steldheid. *eb. f29. 8| 3ïs£ 39 z. voorm. bewolkt l3' \ 29" 9f 44j 46 z- t- w. nam. betrokken ( :.9. 9 46 45 z- z. w. | regenagtig. C29. o 47 j 47 jz.z. w. j betrokken, namid. 14.-! 29. ói 53 f 51 | Z. t. W. I regenagtig's avonds (_29. 9 36 f g<5 | n. w. . | helder. (29. 8 36L 37 z. o. benev. nam.bewolkt ..■^29. 85 46 49\ — 'savonds betrokk. (_29. 8 42 4.2 o. ftü.'snagts regen. f29. 6\ 41J 42 n. n. o 16. < 29. 7 43 44 n. t. 0.. betrokken, dampig. t29- 9 4'; 42 . f 29.11 411 42 n. t. 0. 17. < 29.11 44 43 .n. o. betrokken, dampig. (_ 2.9.10! 41 41 l 29. 8 42^ I 43 vv. t. z. betrokken, mistig! 18. < 29. 8 45 44 w. t. n. 'savonds reged. ' (.29. !{ 49 I 40 w. f29.10. 37I I 41 n. w. wolken ,'s avonds 29.10J '48! I 54 n. t. w. helder doch dampig 30. o» 301 I 30 ftil. In ome vorige N-1 138. bl. iS. kol. en reg. r;. ftaat:de Nieuwe Maan valt te Amfterdam in , na bibra, moet zyn : de Nieuwe Maan valt te Amfterdam in , na den klimmenden knoop. —r- NJ £42. bl. 49. kol, en reg. 11. Maakftok: lees M3atftok.  1793- 244> jr L 9 E M E N E KONST- en LETTER-BOBE, p> O ,0 R MEER- EN M 1 N* GEO EFFENDE N*'; Vry dag den i. Maart. B E R I G T E N, DUITSCHLAND en naburige Ryken. {^^®e Confistoriaal - raad Justi, tc Marburg, arp\ y| beidt, federt enigen tyd, aan By dragen tot de VJ |w hogere Kritiek"van jezaias ; en zal, eerSaSSiS lang, in een Pilologisèh Tydfchrift, een proeve daar van mededelen. Van zyne beloofde uitgave enes Hebreeuwfchen Bybels, met Hoogduitfche onderpunctekenen (Interpundtions zeichen) zullen de ?falmen tot een proef in het licht komen. Tegen het einde van het afgelopen jaar, heeft de dood. twee der grootste fieraden aan twee van de beroemdfte Univerfiteiten, ja men mag zeggen, aan geheel het Godgeleerd Duitschland, onttogen: nam. Dr. Mo rus in Leipzig, die den ïi December aldaar overleedt, en kort daarna'de Hoogl. en geheim Kerkenraad Joh. Christoph. Doederlein, te Jena. De Heidelbergfche Hoogleeraar in het Natuur- en Volkren recht, C. J- Wedekind, heeft, by de aanvaarding van zyn post, gelyktydig een klein ltukje uitgegeven , handelende over het belang van het Natuur- en Staatsrecht , uit hoofde van het voorgevallene in deze latere tyden: waar over hy enigermate 1 fchynt bekommerd te zullen worden: althans men heeft den Uitgever het verkopen daar van verboden: en Jiet gevoelen van elk der X. DEEL. Hoogleeraren daar omtrent ingeroepen. Men fchryft"zulkstoe aan deze en gene daarby voorkomende uitdrukkingen en redeneringen: byzonderlyk over den ongehuwden Staat der Geestelyken, en over de regten en het bedwang der Vorften in zaken van Godsdienst; die, hoe veel blyken zy ook van de kundigheden, en de opgeklaarde manier van denken des Hm. Wedekind, mogen opleveren , voor onregtzinnig en al te vry fchynen gehouden te worden: althans in iemant, die gelyk voornoemde Hoogleeraar, tot de Roomsch Katholyke Kerk behoort. —,— * AANMERKELYK VOORBEELD eene» BEENVERSTERVING (NECROSIS)van het SCHEEN- en KUITBEEN, door de kunstbewerking gelukkig geneezen. waargenomen in het HöTEL-DIEU te Parys, door den Heer WILLEM PEIFEERS SCHEID IU S, Med. Dt&or, \ In de maand December, des jaars 1791. wierd in het HöteUD'ieu^ te Parys, een jongeling van twintig jaren gebragt, die, 18 maanden te voren, zyn flinker been in het midden gebroken had. Te dier tyd, was hy niet met de nodige pplettenheid behandeld, waar door het been, binnen den gewonen tyd, niet weder geheeld, maar in tegendeel zeer dik en pynlyk geworden was. Óp verfehillende plaatzcn, hadden zich vervolgens etterdragten gezet, die daarna van zclven waren open gebroken, I en,  cn, fints langen tyd, eene Hinkende etterftof opgaven. Het bleek, dat deze pypachtige verzweringen tot in het fcheen en kuitbe'en doordrongen." ^Wanneer ïjfan nu een, mietje debr die zweren, en vervolgens 'dbor de daarmede gcmècnfchap hébbende openingen, die in een foort van harde beenftof gevonden wierden, inbragt, wierd 'men eïiigc harde , maar losfe , en in verfchiHende. richtingen beweegbare, lichamen ontwaar, die, als het ware, in een beenkóker ivftotcn waren. ijVoor liet ovèrièe-, had liet bceh^ 'ofTc*<*n t&i %ez**#sn, "éyne gewone bardheid ; en het was van een zeer gemengd donker zwarte kleur, niet tusfehen liggende rode vlakken. Alle deze tekenen kondigden, ipdicn men daarenboven de. voorafgegane oorzaak in aanmerking nam, de tegenwoordigheid aan van een door het verfterf (necrofis) aangedaan been, rondom het welke, door eene gunftige werking der natuur, een nieuwfclieenbeen, uit het 'zogenoemdebeen - eelt (tallus) geboren-, gevormd was , en het welke te dezer tyd de gewone hardheid van been reeds verkregen had. Ter genezing wierd nu nodig geoordeeld, het verftorven been, uit de van rondsom •i'p'-nMwsgèvormde beenftof, weg te nemen. Ten dien einde, onderging de Lyder, den at December des zelvcn jaars, de Konstbewerking, die hy, in de hoop van zyne rampen ten einde te zullen komen, zelve begeerd had. Hy wierd dan in dier voegen op den tafel gelegd, dat zyn aangedane of flinker been enigzins regts gebogen was. De Heelmeester de Heer Dèfault, deed nu eene half maanswyze infnyding', beginnende aan de binnenzyde des beens >, ter plaatze, alwaar de trekker der {pieren., die het been uitftrekken, zyne inhegting heeft; hy richtte het mes eerst naar de buitenttc zyde des fcheenbeens , en daar na weder binnenwaards, tot dat, hy de infnyding ter hoogte van twe duimen boven den binnenften enklaauw eindigde. De twede infnyding wierd op dezelfde plaats, als de eerfte , begonnen ; doch binnenwaards gerigt;. en , even als de eerfte , boven de binnen enklaauw geëindigd. In dezer voegen , wierd er , door de twe half maanswyze infnydingen , een als 't ware elliptisch gedeelte van den huid, welks over dwarfche middellyn op het midden des beens ten naastenby drie duimen bedroeg, van het overige afgefcheiden. Deze celiele lap \ cis wierd na van de onderliggende , en dooide natuur op nieuws voortgebragte, beenftof, door middel van het mes, los gemaakt; daarna nam de Heelmeester dat gedeelte van het nieuwe been, voor 7.0 verre het var, deszelfs-bekleedzelen ontbToo't was, met hamer en beitel by gericcltens weg: waar door het verftorven fchcenbeen in het gezigt kwam, en het nader bleek, dat hetzelve in het midden oVerdwafsch, doch enigzins in ene fchuinfchc richting , doorgebroken en in génen dele weder verenigd was. Beiden de einden van dit geftorven been waren in derzelver omvattende fc'hede beweegbaar, cn flegts tegen clkanderen aanliggende. Tot dus verre eenter, konden dezelve, door de in het nieuwe been gemaakte opening, niét worden uitgehaald: waarom de -Heer DefaUlt pogingen deed, om dezelve binnen in het hol des vernieuwden fcheenbeens zelve in ftukken te breken, en, op die wyze, daar uit weg te nemen ; het welk nochthans, van wegen hare harde zclfsftanaigheid, niet gelukte. Hy ging dcrhalven voort met de bewerking, en nam met beitel en hamer, zo veel beenftof uit het. nieuwe fcheenbeen weg,., als vereischt wierd | tot de wegneming van het verftorven been. Door herhaalde pogingen, [gelukte - het nu eindelyk , eerst het bovenfte, en vervojj^ens hetSjderfte, gedeelte vaVhet oude fcheenbeen, uit dc holligheid Van het nTtuwc, weg^tc nemen. Deze twe, ftukken maakten te zamen byna het gehele fcheenbeen uit, indien men het bovenfte en onderfte fponsagtigc ein861 weike door veretterilig van het overig gedeelte waren af^fclicjdcu-, daaK4f fckcnV. De oppervlakte van deze beenderen was ftiuw en Bhgelyk; zy waren vair-ene fp'onsachtige zelffhndigheid en derzelver einden van ongelyke, langere en kortere, doornachtige, uitfteekzels voorzien; «het bovenftè gedeelte was \ier, en bet andere ten naaste by drie, Paryfche ütiinjèTI lang; op fommige plaatzen,' waren zy met ene taaye eeltagtige ftof bezet; het benedenfte gedeelte was weker en reeds meer door de verettefing ontbonden, dan het bovenfte ; terwyl het van binnen ene, als 'tware, vleesachtige zelfsftandigheid in zich bevatte. Na dat het verftorven been vas weggenomen, bleef er een zeer aanzienlyk hol uit nieuwe en reeds genoegzaam-verharde beenftof overig; de randen der opening, door welke men het oude verftorven been had uitgetrokken, waren ruuw en oneffen ; dan deze ongelykheden wierden wel dra, door middel van hamer en beitel, uit den weg geruimt; vervolgens wierd dit hol gezuiverd en met plukzel opgevuld. Daarna ging de Heelmeester . over. tot het insgelyks wegnemen van het verftorven kuitbeen (Fibula), na alvorens den Lyder op de rechterzyde te hebben doen liggen; hy maakte, even als te voren, twe elliptifche infnydingen in den huid, die zich, van het bovenfte gedeelte des beens naar beneden, uitftrektèn ; hy fneed den huid, die hier en daar met pypachtige zweren doorboord was, door middel van een fcalpel weg; hy opende , op de te voren befchrevene mechanifche wyze, dc van nieuws voortgebragte beenftof, in derzelver gehele lengte, en trok hierop het bovenfte gedeelte van het kuitbeen; 'twelk byna de lengte van drie duimen bereikte, door de gemaakte opening. Vervolgens ontblootte hy het kuitbeen verder naar beneden, om hetzelve insgelyks uit de omliggende beenkoker los te maken. Dan wel dra bleek het, dat dit gedeelte COor het verfterf niet was aangedaan, maar in tegendeel met de nieuwe beenftof zeer naauw verbonden was : weshalvcn hy de Konstbewerking (taakte, en de verdere genezing aSfiJ dc natuur overliet. De fcherptens, die, door het weghakken der beenftof, ook hier waren overgebleven, wierden HU voorzigtig weggenomen ; dc voortgebragte holte met droog plukzel opgevuld, cn, door middel van compresfen en een flinccrverband, ene behoorlyke drukking gemaakt. Gedurende deze gehele konstbewerking , gevoelde de Lyder bykans geen pyn , doch verloor veel bloeds , en wierd zeer bleek. Enige uren daarna ontftond 'er braking en een ruimen ftoelgang. Terftond na het eindigen der bewerking, wierd hem een weinig wyns toegediend, om de verlorene krachten enigzins op te wekken.. Des avonds, bevond de Lyder zich zeer wel, en begon zyne kleur reeds weder te krygen; het plukzel,, waarmede de wond was opgevuld,. wierd met een verzachtend afkookzel uit de Althéa-wortel befproeid,, en het beea .met ene uit gerst gekookte pap bedekt,. Den;  E>en volgenden ■ dag , bcvqnd zich de zieke dooi de. flaan zeer Ie kwikt. De Heelmeester nam 0 een groot Ldeelte van het met bloed doortrokken plukzel weg ; o t gene 3*5. de"8r0nd d£r T'ï ' '^' etn hy onaangeroerd; voor het overige wierd de wond, everi j % daags te vore'n, verbonden. De pols was fnel en een wet- j %8trde"den dag was de Lyder viT wel; i gene koorts. De ettering was aanmcrkelyk en men bezigde hetzelfde verband. „tJifm • de Den vierden en vyfden dag was er ene goede cttermg , d| wond wierd weder met droog plukzel gevuld, en even als tc VOr^nmz"sdCene d^ watï^Lyder koortzig ; de behandeling der wond even als te voren. T . Dus liep de maand van January ten einde; terwyl de Lyder zich altyd tamelyk wel bevond en over gene pyn $aaj& ■ nu en dan kwam 'er een weinig koorts, terwyl intusfehen de wond, die goedaartig bleef, in wydte verminderde; de randen van het been wierden met linnen ftrookjes bedekt , die men vooraf met een fmcerzel uit wasch , olie en lood-exti act faamgefteld , bef.ncerd had ; terwyl het overige der wond telkens met droog plukzel opgevuld, en romwylen veveto-miner. Goulardi befprocid wierd. Intusfehen trok het been zich langzamerhand te famen, en de wond verminderde 111 iThc"^egin van February, deden zich, even als te voren, dezelfde tekenen van ene wederkerende gezondheid op. Doen enige dagen dier maand verlopen zynde, begon de heUng dj; wond te vertragen; Er kwam een zekere kwaadfappiglietd by, door de langdurigheid van het liggen, door dc onzuiverheid der lucht in dit Hospitaal, en mogelyk ook wel door enige misflag in den leefregel ontftaan ; 'er voegde zich een looit van onderhuidfehe bloeduitftorting (ecchymofis) m den omtrek der wond by; weshalven de wond met azy.n en water, m ltcde van met het JA, vegqr. mine,:, verbonden wierd. Deeei% \ wegen wierden dikwerf door ene Ueme gifte yan den Braakwynftccn , in veel vogts opgelost, gezuiverd Onder dusdanige behandeling, verdween dc kiyaadfappige gcfteldheid des Lyders zeer fpoedig. file koorts kwam mi cn dan te rug ; doch voor het overige \yas de Lyder by aauhoudcndneid viy WDcn 2i dezer maand, wierd 'er een klein beenfchilfcrtjc door de ettering geloosd. , De maand van Maart was voor onzen zieken zeer heilzaam, zyne krachten namen duidlyk toe, en zyn gezondheid wierd ftceds meer" en meer herftcld. Voor bet overige «as er mets aanmerkclvU waar te'nemen, » dezelfde geneeswvze wierd by aanhoudendheid aanguvind; ~terw)l de genezing langzaam '' y°lntihef begin van Apr.il, verliet dc zieke het bed en begon ' o» den been te kon.cn; dcyvyl 'er echter pu nqcn .kleine,; '.etterftof ontlastende en.pypachtiijc, zweren waren pyergebfc- ( yen, welke het '„iet raadzaam fas... fpoedig tof tc l„ten lopen, bleef hy nog enigen tyd in bet gasthuis, om zyne volkomene hcrftelling af te wachten; terwyl hy zich voor toverige in enen gewenschten welftand bevond. —— NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, '" AKADEMiSCHE EN ANDERE.SCHRIFTEN. Grootbrittanje. Travels through North and outh Carolina, Georgia, East and West F/ortda, the Che■okee Country, the extenfive Territory of the Muscogu/ges or "reek Confederacy and the Country of the Chatlaws, contal}im an Account of the feit and Natural Produ&ions of thofe Wiens ; together with Objervations on tbe Manners of the hfdians Embellished with copper plates. By William B ap tram, 8vo. 52° Pages» alld nine Plates- P"lladelPhl3.. jrinted, 1791. London , réprinted for J. Johnfon, 1792- P"•e 7 Sli. 6 ft. in boards, ' Deze reizen van den Hr. W. Bartram namen enen aanvang in Apr;l 1773. en liepen ten einde in January 1778. Zywier3e» zo 't fchynt, ondernomen op verzoek van wylen Dr. Fo-hcr'nll ter ontdekkinge van zeldzame en nuttige vóórtbrengreien der natuur , voornaamlyk in het plantenryk , ten einde daar' mcé des Dodors kruidtuin en uitgebreide verzameling van planten te verryken. De Hr. B. fchynt ten vollen berëkend geweest te zyn voor deze taak, zo ten aanzien van zyn ïm ;is kunde. Zyn Vader was voor ang bekend in het vak dér plantkunde; cn de Zoon heeft niet alleen zyn voordeel gedaanmet deszelfs onderrichtingen; maar fchynt ook al zyne drift in het nafporén der natuur te hebben ingezogen. 1' Dc Hr B nochtans heeft zich niet bepaald tot een bericht van dé dierl'yke cn groeiende voortbrengfelen en delfftoffen der Gewesten welke hy doorreisde , maar ook een verhaal gegeven' van dc'zéden, gewoonten en regeerwyze der voornaamfte ftammen der' wilden , aan de grenzen der ztiidlyke Staten van het Noordamerikaansch Gemenebest. Zyn menschlievende gearrtheid fchynt hem enige vooringenomenheid bygezet te hebben met die vcrongelykte Natiën der oorfpronglyke inwoonders • ten rninften wy durven verzekeren, dat hy zynen lezeren de 'gunftige zyden dier Natiën heeft Voorgehouden. In het o-e^le werk Kraalt een beminlyke trek van Godvrucht en goedwilligheid door, die niet kan 'nalaten aan ieder welgefteld gemoed tc behagen. Het blykt, dat hy niets verhaald, dan 't £eert hy zelve°heeft gezien en waargenomen; hy is zekerlyk niet ontbloot van fchranderhed of oordeel, en zyne geloofwaardigheid komt in geen twyffel; maar zyne geestdrift en vurigheid'maken hem zomtyds te zwierig in zyne befchryvingen én &ümPinW» e" zy» ft>a' fchoon over het alSeneen S°cd eiï 'duidlyk, is'zomtyds zwellende, zomtyds onnauwkeurig. Hy b-fluit a'lles toer de v&genrfe aanmerking: „ dar hy gene gedenktekenen'by de Amerikanen gezien heeft, welke dc minfte bly'-en opleveren var. de'kunftcn', wetenfchappen of bouworde der Europeanen of ander Inwoonders der oude werelt, fchodn ze blykbarc merktekenen dra-en van een zeer hoge oudheid." "Vyf der platen zyn afbeeldingen van planten ; twee zyn 'er van den groten zacht gei'cherpte fchelppad. Aan het hoofd praalt hVnfbecldféi van den Koning der Siminoïes, 'twelk een vry' cuiiftig'denkbeeld inboezemdt, van den perfoon en houding encs Indiaanfehen Krygsman of Overften. Ook is er eea kiene kaart der kust van Oost Flovida by. Anal. Review. I 2 ' Nfi'  I 6t 5 Nederlanden. Ideaal van ene algemene W AE RELD - G E S C H I ED E N IS , doof A. L. ScHLÖZER, .lloogleeraar te Góttingen; uit het Hoogduitsch vertaald, cn met enige ophelderende aanmerkingen uitgegeven door Z. N.te Amjl. by L. v. Hulst, gr. 8vo 114 bl. Een klein maar zeer belangryk werkjen, met de vertaling van het welke, onzen landgenoten, naar ons inzien, een wezenlyke dienst gedaan word. In de daad deze weinige bladen behelzen zo veel fchoons, dat het ons ten uiterften bevreemd, dat het zelve twintig jaren lang, alleen voor den Hoogduitfchen Lezer , heeft moeten dienen, en onzen Landgenoten niet eerder is medegedeeld ; terwyl het in ons het verlangen ontfloken heeft, na het uitgewerkt fystema van de algemene Gefchiedenis , van deuzelfdcn Schryver, waar toe ons de kundige Vertaler van dit Ideaal derzelve hope geeft. Zeer gaarne zouden wy onzen Lezer vergasten op het eén of ander gedeelte van dit zo cierlyk gefchreven werkjen; doch het hangt alles alhier in zo vaste fchakels aan elkander, dat wy ons daar toe zonder deszelfs waarde te verminderen niet in ftaat bevinden. Ziet hier den zaaklyken inhoud. Het werkjen is verdeeld in vier Hoofdftukken: het eerfte behelst het begrip ener fystematifche Gefchiedenis der waereld, waar van, na de opgave van derzelver bepaling, vooreerst de ftoffe word opgegeven, te zoeken in de omwentelingen, zo van het menfchelyk geflagt, als van den aardbodem, en de veranderingen daar in ontftaan, of door den loop der Nature, of door toedoen van menfehen: daar na geeft de Hr. Schlözer den vorm op, in welken zulk een algemene Gefchiedenis moest worden ge- | fteld. Hier ontmoet men het onderfcheid tusfehen zamenzetzel \ (Aggregatum,) om hier des Schryvers eigen woorden te gebruiken w van alle byzondere Gefchiedenisfen, welker verzameling, mids zy llegts voltallig zy, ja, welker enkele plaatzing naast elkander, reeds in zyn foort een geheel uitmaakt, en fysthema, in welke de waereld en het menschdom het groot ge- | heel is, en waar toe van alle delen V3n het zamenzetzel eeni- j gen, betreklyk tot dit voorwerp , by uitftek worden uitgekozen, en op ene gepaste wyze gerangfehikt." De Schryver erkent wel, dat zulk ene behandeling der A. G., aan de ene zyde, iets zou doen verliezen, en Armer worden; dan hy beweert,, en bewyst, aan den anderen kant, dat zy ook zou winnen, dat zy Ryker en meer bruikbaar zou worden ; befluitende dit Hoofdftuk met een' betoog der mooglykheid van zulk een fystematifche A. G. Het twede Hoofdftuk handelt van den zamenhang der Gebcurtenisfen, die de S. onderfcheid, in een zakelyken zamenhang, en een zamenhang door den tyd, „ De zakelyke zamenhang is het natuurlyk , onmidlyk en zigtbaar verband van zulke gebeurtenisfen, die een en hetzelfde onderwerp betreffen, en als oorzaken en gewrogten op elkander gegrond zyn. De tydzamenhang vind plaats by gebcurtenisfen, die niet van elkander afhanglyk, maar evenwel gclyktydig zyn." Hier na worden de middelen, om dezen fynchronismus (gelyktydigheid) te vatten, en van welken de 5. zich bediend, opgegeven, en door voorbeelden opgehelderd : waar omtrent byzonder is, dat hy zyne jaartelling ftelt van Christus agter uit, dat is voor Christus, en voor uit, dat is na «len zelven, om dus dc Gefchiedenis, gelyk hy zich niet on¬ geestig uitdrukt, 'in dt lengte, én in de breedte, dat is zy- lings of gelyktydig voortedragen. Het derde Hoofdftuk handelt van de Gelyktydige rangschikking der waereld Gefchiedenis, volgens tydperken, dat is volgens die eeuwen, die hy noemt de beginnende - waereld, dat is van de fchepping af tot den zundvloed, en de voor- waereld, dat is van Mofes tot Cyrus, byna even lang, een tydvak , elk van omtrekt 1700 jaren, behelzende. Het eerfte tydvak levert weinig op, doch het twede verdeelt hy weder in twe delen; het eerfte van den Zundvloed tot Mofes, (omtrent'800 jaren) het twede van Mofes tot Cyrus, (1000 jaren) waar van weder de onderverdelingen worden opgegeven. Deze beide tydvakken, hoewel van 3400 jaren, kunnen zegt de Hr. S. niet anders dan (Chronologisch) by eeuwen verhandeld worden; maar , met de vestiging van het Perfisch Ryk, word de Waereld - Gefchiedenis eerst belangryk, en hier begint het eigcnlyk perk derzelve, tot aan de ontdekking van America, binnen welke palen, van 2000 jaren, dat is, van de zesde Eeuw voor, en de vyftiende na Christus , dezelve befloten is. De ' drie volgende Eeuwen, door den Hooglr. de Nieuwe Gefchiedenis genoemd, Iaat zyn Hooggel. over aan de byzondere Gefchiedenis. 1. Om dat de Gefchiedenis hier te ryk word, 2. Om dat dit nieuwfte tydvak nog niet gefloten is. Na nog zeer vele lezenswaardige bedenkingen, over dit tydperk, en de wyze van het te behandelen, te hebben opgegeven, laat de S. het vierde Hoofdftuk volgen , 't welk ten opfchrift heeft: Aaneengefchakelde Rangfchikking der W. G, volgends de volkeren. Hier ftelt hy vierderleye leerwyze der A. G. voor, naar de Eeuwen (Chronologie) Uitvindingen (Technographie) Landen (Geographie) en Volken (Ethnographie.) Hier op volgen enige nauwkeurige bepalingen, van het begrip , dat men van het woord een Volk te maken heeft, dat drievoudig word voorgefteld, van het Land waar in het woont, van den Stam, waar uit het zyn oorfprong heeft, en van den Staat, waar toe het behoort. Laatftelyk word opgegeven, ene onderfcheiding der Volkeren, in Hoofdvolken, als 1. Heerfchende of in anderen opzichten gewigtige Volken , en 2. Clasfen van Valken, die wel niet heerfchende, of gewigtig, doch evenwel, om byzondere reden opmerklyk zyn; en het werkjen word befloten, met de opgave der wyze van behandeling over deze Volken. ——• Achter het werkjen zyn enige aanmerkingen gevoegd door den Heer S. aan den Vertaler, voorheen een zyner leerlingen, toegezonden ter opheldering, van eenige plaatzen , in het werkjen, met aanwyzing der bladzyden. Nagelaten werken van Frederik den II, 1?»ning van Pruisfen, nit het Fransch, zesde deel, buiten het voorwerk, 222 bladz. in gr. 8vo. te Amflerdam, Dordrecht en Leyden, by J. Tntema, De Erven P. Meyer en G. PVarners, D. Blusfé en L. Herdingh, 1792. Met dit zesde deel word de Nederduitfche vertaling der nagelaten werken van Frederik II. befloten; hebbende de Uitgevers met den Vertaler, naar luid van het Voorberigt, uit alle de nog volgende oorfprongelyke 10 delen, op de reeds vertaalde en uitgegevene 5 delen, geoordeeld, gene andere ftukkei te moeten in 't ligt brcn-  t 69 ) hreneen, dan die den inhoud van dit zesde deel uitmaken. In vergoeding egter van dit gemis, geeft ons de kundige Vertaler in zyn breedvoerige en keurige Voorreden, die na geaocg een derde gedeelte van het gehele boekdeel beflaat, ene algemene lyst van de weg gelaten ftukken , met telkens bygevoegde redenen, waar om men dezelven niet heeft kunnen , of niet voegzaam geoordeeld, te moeten vertalen: welke redenen ons zo bondig Ivn vóórgekomen , dat wy geenzins twyffelen, ot elk lezei van oordeel zal daar in ligtelyk kunnen berusten. Wat de ftukken van het deel voorhanden betrett, dezelve beftaan : i. in Bedenkingen over den tegenwoordigen toejtand des Staatkundigen Lichaams van Europa: waar m, buiten tegenfpraak , verfcheiden fchone aanmerkingen voorkomen : fchoon de Vertaler, op wiens door fchrander en juist oordeel, de lezer zig, naar 't ons voorkomt, vry gerust verlaten mag, daar mede niet zo hoog lope, als de Schryvers van het Month- ly Review fchynen gedaan te hebben; 2. Proeve over de enderfcheidene Regeringsvormen en de phgten der Vorjten . over welke laatste men hier mede veel fchoons zal vinden, noe onvolledig het onderzoek omtrent het eerfte dezer onderwerpen mag wezen; 3. zamenfpraken der Daden, betraande 111 drie eefprekken, te weten: a. tusfehen den Hertog vanMarlburg, Prins Eufeen en den Prins van LichtenJiein. b.. tusfehen den Hertog van Choifeul, den Graaf Struinfee en Socrates, en c. Markus Aureliu* en Graaf Monnik. In de eerfte van welke zamenfpraken enige vry ftekelige gezegden voorkomen aangaande zekere wysgeren in Frankryk, dog die tevens een blyk opleveren van 's Konings Staatkundige fchranderheid en diep vooruitzigt in de gebeurtenisfen van Europa. Men ziet daar uit dat Frederik reeds voor 20 jaren den val vermoedde der Koningl. Regering van Frankryk. 4. oordeelkundig onderzoek van het Jlelzel der latuur; (fyjleme de la Na- j iuré) een duister/ drogredenkundig, pleit voor de Godverzakery 'twelk in 1770. in 2 odavo delen in 't ligt kwam: en welks' inhoud den Koning al te buitenfporig fchynt voorgekomen te zyn: hoe zeer het inderdaad den Vorst zelve, blykens dit eigen onderzoek, aan gezonde en regelmatige begrippen aangaande den Godsdienst in 't algemeen mangelde: gelyk de Vertaler dit meermalen , in verfcheiden van zyne lezenswaardige Aantekeningen op dit ftuk, ten klaarden doet zien : 5; Eindelyk behelst dit deel ene verhandeling over de onfchuldigheid der dwalingen in 't verjiand: welk ftuk, naar de gedagtenvan 'den Vertaler, een der vroegfte werken van den Komnglyken Schryver moet wezen: gelyk ook uit een in de Voorreden aangehaalden brief des Konings in Wintermaand van 1738. en dus terwyl hy nog Kroonprins was, aan Voltaire gefchreven, niet ©nwaarfchynlyk voorkomt. Over het geheel vertoond zig Koning Frederik II, 00K in dit deel, als Staatsman , Letterkundige en zedelyke Wysgeer, wat 'er ook op zyne Godsdienftige begrippen en voorftellen kan worden aangemerkt, in geen ongunftig ligt, en men kan hem geenzins dan roem betwisten, dat hy zo wel in fchranderheid van geest, Letterkundige geoeffendheid, en fchryfbekwaamheid, als in heldhaftigheid en bedrevenheid in èc koflit des oorlogs, byzonder uitgemunt hebbe. B. J. II. Staring, Disfertatio de Lichenis fslandici vir't^ Ui,' Harderwyk 1791. 82 bladz. 4to, In deze Disfertati^ andelt dc Schryver over het Yslandsch mo;, een gencesmidj. el, waarvan'federt enige jaren, in ons Vaderland, te reg eer veel gebruik gemaakt is: weshalven hetzelve alleszins in eszelfs aart , eigenfehappen en kragten, nader verdiende 011lerzogt en bekend gemaakt te worden. De taal en fchryftrant an den Hr. S. zyn niet van de fierlykften ; dan, dit gebrek vordt vergoed, door dc menigvuldige proeven met het Ysansch mos in 't werk gefteld, en hier befchreven. Wy merken lier alleenlyk aan, dat, volgens deze proefnemingen, het Ysandsch mos, by de vierde afkoking reeds allen fmaak en kragt iierloren had; daar de Heer Ebeling beweerde, dat hetzelve, ,ia twintig malen gekookt te zyn, nog niet van alle kragt jeroofd zoude zyn. Ook is het opmerkelyk dat een afkookfel ran dit mos, tegen de eigenfehap der overige mucilaginofa , zeer lang, zelfs zes maandenlang, voor alle bederf bewaard blyft. In de algemene hiftorie van dit mos, geeft de Heer S, ook deszelfs voorname groeiplaatfen op, en zegt, dat hetzelve tot nog toe in ons land niet gevonden zy. Hy had zich echter, by het inzien der werkjes van de Heren D. de Gorter en S. J. van Geuns over de planten der Verenigde Nederlanden , kunnen overtuigen, dat het Yslandsch mos, op meer dart ene plaats van ons Vaderland, byzonder in de Duinen van Holland, en de Heidevelden van Gelderland, gevonden wordt. Voor 't overige ware het te wenfehen , dat het voorbeeld van den Heer S., in het befchryven en beproeven van nieuwe of nog weinig onderzogte Geneesmiddelen, ook door andere jonge lieden, die by hunne bevordering tot Geneesheer ene Disfertatie willen fchryven, cn dikwyls om een te kiezene ftof verleo-en zyn, gevolgd mogt worden. Velen immers menen hunnen tyd en moeite nutloos te belleden, met het behandelen van enig gefchilftuk uit de theoretirche delen der Geneeskunde. Weinigen llegts valt het te beurt, ene of andere eigene zeldzame waarneming van uit- of inwendige gebreken, te befchryven; en eerst federt korten tyd, federt de oprigting naamlyk van Ziekenhuizen ten nutte der ftuderende jeugd aan de Akademien van Leiden en Utrecht, doet zich de hoop op, dat wy wel haast meer diergelyke waarnemingen van enig belang zullen bekomen. De mcesten willen echter ene ftof uit de praaifche Geneeskunst behandelen; en daar het hun meestal geheel aan ervaring mangelt, kunnen zy niets doen, dan het gene anderen gefchreven hebben , nog eens op 't papier te ftellen, en die lezers, welke hun werk inzien, nog eens te laten herkauwen ,'.'t geen hun reeds meermalen opgedischt is. Zeer weinigen nemen het een of ander nieuw geneesmiddel tot een onderwerp van hun onderzoek, daar zy intusfehen hier een ruim vak te behandelen zouden vinden, en konden verzekerd zyn, dat hunne verhandelingen hier over meer zouden gelezen worden, en minder gevaar lopen van als fchcurpapier gebruikt te worden, dan wel thans het lot is der meeste Academirche Disfertatien. Zo zyn, by voorbeeld, fommige andere inlandfche foorten van mos, die aan het Yslandfche in kragt vry fVtyk fchynen te zyn, byzondes de Lichen rangiferinus, zo zyn de basten der Geoffraa jamaicenfis, der Angustura I 3  e 70 5 de zogenoemde Koningskina of Cortex peruvianus regius, zo is de inlandfche farparille (Radix Caricis arenaria), de inJandfche falep- wortel (Rad. Orchidis bifotia, masculae & \morwms), zo zyn vele andere kragtige uit- en inlandfche geneesmiddelen ener nadere beproeving en onderzoek hunner bestanddelen en kragten overwaardig. J. Bleuland, Oratio, qua memoria H. D. Gaubii cum emnibus, turn prafertim medicina Jludiafts, commendatur. Hardervv. 1792. Deze Redevoering , door den Heer Bleuland plegtig uitgefproken, by het aanvaarden van zyn post als Hoogleeraar in de Genees- Ontleed- en Heelkunde te Harderwyk, behelst ene Lofrede op den beroemden Gaubius. Hy geeft ene beknopte levensfchets van dit fieraad der Leidfche Hogefchole; doet verflag van zyne uitgegevene fchriften, en beoordeelt zyne verdienften naar waarheid, zonder dezelve enigzins te overdryven. Hy eindigt zyne Redevoering met gepaste aanfpraken aan de Beftuurders van de Gelderfche Hogefchole, aan zyne amptgenoten en aan zyne leerlingen, aan welkea hy het voorbeeld van Gaubius ter naarvolging voorftelt en aanbeveelt. Weer zullen wy van deze Redevoering thans niet zeggen , daarwy binnen kort den voornamen inhoud van dezelve, ene levensfchets ïiaamlyk van den Heer Gaubius, daaruit zullen overnemen en aan onze Lezers mededelen. NAR1GTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Phi lade lphi a , den 15 December 1792. Onze Finantien ftaan thans voordeliger dan ooit: zynde van de publique fchuld, zeden de laatste afrekening, op nieuw 325378 Doller? afbetaald. De bekende Luchtreiziger Blanchard is alhier aangekomen, en zal in de volgende maand, zyne 4Ó(te luchtreize ondernemen. Londen, den 19 February. Men heeft onlangs de proef genomen, om een vaartuig, op ene konstmatigc wyze, tegen wind en Aroom optevoeren : en wel met dien uitflag, dat men het, in een uur tyds, vier minuutof log - lynen deed voortgaan. Het beginzel der beweging by dit vaartuig is als volgd. Een pomp van 2 voeten middellyns, gaande gehouden door een ftoommachine, haalt ene hoeveelheid van water op, door de kiel. De klep, by het te rug keren van den po;*p(lag, gefloten wordende, perst gclyktydig het water door een goot of buis van omtrent zes duimen, in 't vierkant, op en in gelyke rigting met het zaadhout, uit de agterfteven uitlopende, onder het roer, 't geen niet zo laag hangt als gewoonlyk, om het uitlopen van het water vry te laten. De indrang van dit water, door het vierkante kanaal geperst, tegen het buitenwater, werkt als ene voortliuwende kragt, op het vaartuig. Geregelde Brief-verzending naar Amerika. Ingevolge ener gemaakte fchikking en overeenkomst met het Generale Postcomptoir der Verenigde Amerikaanfche Staten, zal men eerlang, te Hamburg, in het Bremer Posthuis (auf der Herrlichkeit No 106.) alle woensdagen en zaturdagen, des namiddags van 2 tot 4 uren, tegen een billyke franko geld , brieven naar opgemelde Staten aannemen , en , met het eerstvarend fchip 't zy van Hamburg of Bremen (of in gevalle op beiden plaatfen geen fchip zeilree ligt, van Amflerdani) verzenden; kunnende men verzekerd zyn, dat de brievenzak onmiddelyk by de aankomst in Amerika aan het Postcomptoir aldaar zal worden overgeleverd: en de brieven aldaar verder, onverwyld, naar alle plaatfen, voor welken zy befiemd zyn, afgezonden worden. De Frankerings kosten zyn, voor een enkelen brief tot 1 loot zwaarte , 8 ichell. (6 ft. holl.) en vervolgens naar rato , welk geld, men voor de buitenlanders best oordeeld , dat, aan de refpective Postcomptoiren der plaatzen, yan waar zy, op Hamburg, afgaan, betaald, en door de eerstgenoemden met het laatstgemelde verrekend worden. In het midden van de aanfiaande maand Maart zal het eerfte paquet van Hamburg naar Philadelphia afgezonden worden. (Getrokken uit een Bericht in de Hamburgfche Zet' tung van 16 Feb.) NUTTIGE INRICHTINGEN. Te Koppenhagen beftaat, federt ettelyke jaren, .ene Maatfchappy, onder den naam van het verenigd onderbands Genootfchap, welke, welligt, de enigfle in haar foort, doch niettemin der navolging tc ©verwaardig is : ene Maatfchappy, waar in ieder, die lust .beeft om zich nuttig tc maken, van den Koning tot aan den geréggften Burger, tot lid kan worden aangenomen : cn waar uan het getal der leden , met de gehele Koninglykc 'Familie daar onder begrepen, reeds digt by de rSoo bedraagt. Het hoofddoel dier Maatfchappy is het ocfic'ien van weldadigheid door middel van ene 'kleine gcldgifie; cn liet daar aan ondergefchikt oogmerk, het oeftencn van dezelfde deugd , door de verbreiding van nuttige kundigheden en begmzeis. Ter bereiking van het eerstgemelde duel-  C 7« ) doeleinde betaaldt ieder lid, wekelyks 5 Dccnfchc fchellina-cn(of zo vele ftr. Hollands) aan dc Directie: uit welk fotn-n:s!cment aan buiten lchuld agter uit gegane vlytige Burgers; f.u eetrs ene kleine tamme, zonder enige ren ten Aan eens ene grotere tegen geringe interestpenningrm, en dan wederom maandelykfche of jaarlykfche onderfiandgeiden van 20, 30, tot 4~> Ryksd. worden opgefiihoten en uitgedeeld, naar dat de omftandigheden deze of gene hulp vercifcheo. Ter bevordering van het laatstgenoemde oogmerk, krygt ieder der leden wekelyks een £>cdr,it:t blad, 't geen den tytel van Burgerven (Burgervriend) voerdt, cn waar in de fchoonfte onderrigtingen en cronden voorkomen enkel over zulke onderwerpen, die van bet meeste algemene nut zyn. Men vierd, jaarlyks, plcgtig, den dag der eerfte ftigtiflg van dit Genootfchap : onder het houden ener redënvöering en het uitvoeren van Zang en fpeelmuziek. De Hoogl. Smith, Was, by den laatstgehouden verjaardag, de Redenaar; en het muziek, by die gelegenheid, wierd döor de gehele Konmglyke Kapél uitgevoerd. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Gedurende het Jaar 1792, zyn te Madrid geboren, 6032 Kinderen, en overleden 3769 perfonen (buiten de overledenen in de Kloosters) en 1603 paren getrouwd. Het getal der Doden , gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te sim fier dam i6j-. en te Haarlem 11 , onder welken laatften 4 beneden dc 12 Jaren. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. Uittrekzcl der Dagelykfcbe Waarnemingen van 10 tot 16 Febr. 1793. te Hamburg. fHoogfte ftand 28, i|. den isdcn. Barom. < Laagfte - - 27, 3'J. den i2den. [.Gemiddelde der gehele Weck 27,91. JTherm. fHoogfte ftand 6 'sMidd. van den töden. Reaumur. < Laagfte t onder o. 'sMorg. van den ioden; (.Gemiddelde der gehele Week 1, 7 grad.. Jièerfchende wind Z,W»> Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem, baro- thermo- streek I 1793 me- meter. der I luchtsge- J**t. ter. Noord| Zuid. wind. | steldheid. Feb.f3o. 1 29 5 30 "s morgens matig. 20..' 30. 1 45 43 verder betrokken. . I 30- ij- 3S| 34 j - 1 ^ f30. 1 32 131 1 Z. t. O. 1 2t. 3o. t| 39§ 37 \%Z. o. I betrokken, L3°- !| 325 I 3'i 1 I ("30. 2 32| | 31 z. w. bewolkt,'s avonds 22.-' 30. 2 42 1 40 z.z. w. betrokken (_30. 2 301 I 30 z. t. w. f30. o 37 | 39 z. z. w. zeer windr. betrokk. -2J.<30. oi 45 I 44 z. w. dampig, 's avonds (.29.1 :§ 46 | 46 w.z.w. regen en flormagtig. ("29.1 i-J 451. 47 w. t. n. 's morg. hard. wind, 24.1 30. 2 50 56 wolk, verd. ben.ftii, [30. o 46 47 z. w. 'sav. betr. harde w. ("29.10?- 46 46 \v. z. w. "zeer windr. voorm. 25. ^29.9 47* 4<5| z- W. regenagt. verderbe1 y „ , , trokk. s av. wolk. (.29. 8 46 46 z. z. w. f29.9 42 1 42 w. t.N. -s morgens ftorm en 26. j 2«-i°| 46 I 5° w regen, verders hel^3°. 1 39 I 41 W.Z.W. der, harde wind. Bericht aan alle waare Volksvrienden. Reeds met den aanvang van dit jaar 1793. hebben de Boekhandelaars st. Borchers en Zoon, met voorkennis van de gehele Maatfchappy : tot Nut van \t Algemeen , en met goedkeuring van het Hoofdbeftuur en verfcheiden aanzienlyke Departementen van dezelve, beginnen uit te geven een Tydfchrift, in enen geheel nieuwen fmaak gefchreven, bepaald gefchikt voor het volk en opgefteld met oogmerk, om, -op ene voor ieder bevatlykc wyze, den geringeren Burger in Natuur- en Zcdekundc te onperrichtes, hem den Christelyken Godsdienst op enen aangenamen cn gemoedelyken trant voor te ftellen, hem de boekjes, welke voornoemde Maatfchappy uitgegeven heeft, en andere nuttige boeken meer, nader te leren kennen cn aan te pryzen , hem in verfcheiden gevallen, die zyn even, gezondheid, aardfeheu wclftand en genoegen betreffen , raad en hulpe te verfchaffen , en met één woord, om zyn verftand tc verlichten, zyn hart tot deugd cn edele daden te vormen, en zyn gemoed met ware vreugde te vervullen; geheel en al naar het doel van voornoemde Maatfchappy : tot Nut van 't Algemeen. Van dit tydfchrift word by vorige en alom by de voornaamfte Boekhandelaren in ons Vaderland , weeklyks een Nummer vervolgd, onder den tytel van Weekblad ter bevordering van waarheid, deugd en geluk, ten nutte van het algemeen; en , hoewel men, wegens de menigvuldige verfcheidenheid van zaken > alle weken een geheel vel uitgeven moet, heefr men echter, om het voor ieder verkrygbaar te maken , den prys flechts op twe ftuivers voor ieder nummer gefteld,. offchoon meman-- dersj ,  ders, by weekbladen, voor een half vel anderhalve ftuiver betaalt. Men heeft hier door zulke ware volksvrienden willen in de hand werken, die misfehien befluitcn mochten, om één of meer exemplaren te kopen, met oogmerk , om ze hunne min gegoede medeburgers te laten lezen. Ook kunnen deze laatsten dit weekblad zeer goed koop lezen , wanneer zy zig in gezelfchapjes van vier, zes, agt of meer perzonen vereenigen en het te zamen kopen , terwyl men met veel genoegen vernomen heeft, dat er op meer dan ééne plaats reeds dergelyke leesgezelfchapjes zyn opgericht. De Schryver volgt geftadig het plan van de Maatfchappy en zal dit ook gedurig in het oog houden, om zich met geene Godsdienstige of Staatkundige gefchillen tc bemoeyen , maar ieder vryheid van denken te laten. Om enigzins over de waarde van dit weekblad te. kunnen oordelen, zal het genoeg wezen, kortelyk den inhoud van de eerfte nummers op te geven. In de vyf eerfte nummers vindt men de befchryving van ene reize, voorleden zomer door den Schryver, in ons Vaderland, gedaan (opgefteld in den trant van het onlangs door de Maatfchappy uitgegeven boekje: Hendriken Anna, welks Schryver met ene zilvere medaille bekroond is;) waar in, benevens vele andere belangryke zaken, gelyk de fchets van een waardig Predikant en goed Schoolmeester, zyne opvoeding van de jeugd , zyn oeffening houden enz. het gehele plan van dit weekblad ontvouwd wordt. Als mede enige fchone fabelen, een .wiegezang, en eenvouwige middelen tegen de wratten, en wanneer men zig gebrand heeft. No 6. bevat, in enen brief uit Gelderland en des Schryvers antwoord, verfcheiden beproefde middelen, by voorbeeld, ' tegen de pynen, door den fteen veroorzaakt ; om goede mest over het land te krygen enz. als mede iets, over ene gehele nieuwe manier van kleding, die de gezondheid en de deugd bevordert. No 7. wat is ene ftichtelyke preek? Iets over de gewone -vooroordelen tegen het preken over de natuur; brief en aanmerkingen over enen drenkeling; en ene treurige, bly-eindende fpookhistorie. ' No 8 en 9. gefprek over de oorzaken enz. van den wind; iets over de flaapwandelaars; middel, om honig voor zuiker te gebruiken; bede aan Volksvrienden. No io, ii en 12. vindt men, behalven een verhaal van een edelmoedig Arabisch zoldaat, enen volledigen Catechismus voor de gezondheid, die in vele ftreken van Duitschland in dc fcholen is ingevoerd, en waar van, zedert Paafchen 92 tot September 92. vyf byzondere uitgaven zyn verfchenen, en meer dan agt duizend Exemplaren zyn verkogt. De volgende Nummers van dit weekblad zullen boe langs zo meer interresfant, aangenaam en nuttig worden: en by aldien men bydragen, voor den aart van dit bladgefchikt, mogt hebben, gelieve men die flechts aan deszelfs uitgevers toe te zenden, als mede indien men enige vragen heeft, die men gaarne zag opgelost; mits niet ftrydig met den aart van het werk. De naamender Heren Intekenaren zal men, indien dc Boekverkopers dezelven opgeven,-voor het eerfte deel plaatzen. BEKENDMAKINGEN. V YSBRAND van HAMELSVELD Noodig BERICHT aan het PUBLIEK, nopens de Handelwyze van PAULUS van HEMERT, Hoogleeraar der Remonjlranten, omtrent Hem : word, heden, in gr. 8vo , a4St., uitgegeeven te Amfterdam , byM. db BRUYN, in de Warmoesftraat, en is alom by de Boekverkoopers , in de Nederl. Steden te bekomen : Alsmede : ■ Het TWEEDE BOEK der CHRONIEKEN , naar het Hebreeuwfch ; benevens KORTE AANMERKINGEN over hetzelve voor Ongeleerden-; door denzelven Hoogleeraar. Het goed vertier van dit allernuttigst Huisboek voor Chriftenen fpoort den Heer van HAMELSVELD aan, om met dit leerzaam en ftichtlyk Werk, zoo veel mooglyk, fpoedig voort te gaan, en daardoor aan het verlangea der Bybelininnaaren, om by zynen arbeid over het N.T., ook dien over het O. T. compleet te hebben, hoe eer hoe liever te voldoen. De uitvoering der nieuwe Overzetting en der Korte Aanmerkingen, uit de voorige Stukken reeds met lof bekend, is volmaakt dezelve. Dit tweede Boek der Chronieken is vooral ryk in weetenswaardige Byzonderheden ; als de merkwaardige Regeering van SALOMO ; de Tempelbouw ; de Inwying ; zyn Gebed; Gods herhaalde Ferfchyning aanhem, zyne ontmoeting mee de Koningin van SCHEBA ; JOSAPHATS gelukkige Regeering ; de Godsdienst en het Recht door hem herfteld ; de Gefchiedenisfen va» HISK1A, jOSIA, enz. ; van CYRUS , die den Jeeden de Vryheid en Onafhangtykheid in hun land wedergaf: alle welke en meer andere Byzonderheden de graagte naar dit Stuk zullen opwekken. V C. PLAAT en j. ALLART, Boekverkoopers te Haarlemen Amfterdam, geeven thans uit, en hebben alom verzonden: Het XXVIIIfte deel der VERH ANDELINGEN van de HOLLANDSCHE MAATSCHAPPY der WETENSCHAPPEN te HAARLEM, behelzende de Antwoorden van de Heeren J. C. SCHWAB , F. D. BEHN , en L. H. JACOB, op de Vraanx : tVat men te denken hebbe van het Moreele bewys van Gods aanweezen, en welzoo als het zelve door den Heer KANT As opgegeeven . als waare die het eenige? gr. 8vo, a/2-io. Ook word dit Deel met een aparte Titult als een Stuk op zig zelve, voor die zulks begeeren uitgegeeven, dog worden zodanige Exemplaarcn niet in Commisfie verzonden, maar moeten voor Rekening ontboden worden. NB. Het XXVHfte Deels 2de Stuk der Verhandelingen zal eerstdaags het ligt zien. *** ByB,!. MORKS Boekverkooper te Dordrecht, is thans van de pers gekomen en alomme verzonden : ZEDELYKE VERHAA- LEN VAN DEN RIDDER DE St FLORIAN. Elk die óe Nu- ma Pompilius Tweede Koncng van Romen en de Esteüe vandeezen Schryver flegts eenigzints kent, kan van dit waarlyk groot Genie niets anders dan iets fchoons, iets voortreffelyks, iets edels en nuttigs verwagten , en in de daad dit oordeel is ten vollen juist. De zuivere verheven zedenleer welke in alle deeze vernaaien op de beva!ligfte wyze wordt voorgedragen, de levendige betoverende Tafrelen die men allerwegen daar in aantreft, het waar menfchengevoeldat hier alomme tot het hart fpreekt. — Zie daar wat het zy dat deeze ftukken en aangenaam en belangryk, en tevens ten hoogftcn nuttig maaken moet: terwyl de keurige uitvoering dezelve te gelyk eener welverdiende luister byzet, de prys is in carton op fransch papier extra fraai gedrukt met een gegraveerde tytel er voor , 3 6 ftuiv. ** H Eene nieuwe , verbeterde en vermeerderde druk van de „ METHODE [FAMILIERE, of GEMEENZAAME LEERWY„ ZE , voor de geenen die zich in het Fransch beginnen te-oefenen „ opgefteld door P. MARIN, is heden by D. du MORTIER en „ ZOON , tc Leyden, van dc pers gekomen , en wordt by hun, ea „ verders alom, voor den gewoonen prys . uitgegeeven. Te Haerlem. by PLAAT en LOOSJES.  i793- No. 245'. AL GEMENE konst- en lettemode, V O O R MEER- E N M 1 NiG E O E F F E N & E N. ziekte, die men, by eten eerstgenoemdsn, dennaamvan Kinderpok} es, en by de laatstgeirielden, dien van Blaar, (clavula Pujula) geeft. De Hond is er mede aan onderhevig: en reeds hadde ik, drie malen, gelegenheid om haar by dit dier vvaartenemen. ' In de maand September 1770. wierd een hond, toebehorende aan den Hr. Desmousfean, Procureur te Chartres, door deze ziekte aangetast. In de volgende maand October, onderging een hond van den Hr. Bourgeois, in die Stad woonagtig, een gelyk lot. Eindelyk greep dezelfde ziekte, in de maand July 1787. een hond aan van den Hr. Loifeau, Vlecschhouwer mede in voornoemde Stad. Ik zal hier de uitkomst opgeven der Verfchynzelen, (fymptomes) welken ik daar by hebbe waargenomen, nevens de manier van Behandeling, welke ik, in dit geval, gehouden hebbe. Verfchynzelen. Op den eerften dag is de hond treurig. Hy laat den kop en ftaart hangen ; de ogen ftaan dof en zyn half gefloten ; de bek is heet en droog , de adem ftinkend ; de tong i» dik ; hy krygt koringen cn braakt zelfs; zyn gang is langzaam cn waggelende; hy houd zig in zyn nest; en komt 'er niet, zonder tegenzin, uit; hy is dodderig en verftopt: zyn pis is weinig en hoog van koleur; hy heeft geen etenslust: zyn huit is beet; zyne hairen , die ligt uitvallen, zyn ftroef en ryzen over eind : hy word magteloosenzynpolsis fterkeu fnel. Op den tweden dag ontlast hy zich, zomwylen, van galflym en bedorven ftolfcn : zomwylen blyft de verftopping aanhouden : of verwisfcld zig den derden dag, met een buikloop, die 2 of 3 dagen aanhoudt. Het beest blykt als dan veel kranker te zyn: cn bevind zig in enen benaauwden toeftand: hy verlegt zig telkens : verlaat zyn nest en gaat in de open lugt leggen. De uitwaasfeming» die men zegt moeilyk by honden te befpeuren tc zyn, is dan zeer merkbaar : hy maakt de plaats, waar hy ligt, r.at. Tegen den vierden dag, krygt het zieke beest een min of meer fterke trilling, die langer of korter duurt; zynhair, vooral dat van den" kop, ryst fterk op : eindelyk raken , den zelfden dag, den sden en volgenden, de kop en andere delen vol puisten, uitgenomen de rug en de heupen : alwaar zy minder zyn; men vind deze puisten aan de lippen, in den bek, rondom de ogenleden, de teeldelen en den aars, als mede tusfehen de klaauwen der poten: waar door het dier zeer bezwaarlyk, en niet zonder een luid gegil, gaat.; Deze puisten zyn ware Pok- of Blaarpuisten, gelyk men ze by de Schapen vindt, die van deze ziekte aangetast zyn. Zy zyn, in den beginne, rood, vervolgens wit: waar na ze beginnen te zvycren , op te drogen en af te vallen. De uitbotting dezer puisten fchynt, by den hond, gelyk by het fchaap, af te hangen van den graad van goed- of kwaataartigheid, welke de ziekte laat blyken. Immers by de drie beesten, die de onderwerpen van deze waarnemingen zyn, was, by een jagthond, van 4 jaren, de uitbotting, in de eerfte 6 dagen, volkomen; de twede, die een u olfhond was, wierd byna geheelniet ziek of onlustig; hy kreeg de uitbotting, om zo te zeggen , al lopende. By de derde , die een foort van Deen was, en flegts vier maanden ond, was de uitbotting niet volkomen voor den i8den dag: hier was de ziekte zamenvloeycnde. Behandeling. Ik zal hier niet byzonder ftil ftaan op de»in of meer grillige behandeling, welke ik hield ' met het eerfte beest, 'tgeen aan myne zorg wierd toebetrouwd: Ik hadde nimmer deze ziekte by honden gezien; en ik belyde openhartig, dat ik ze niet ter degen kende , voor en aleer zy genoegzaam was afgelopen. Ik zal my vergenoegen met te zeggen; 1. dat een fop van linzen en pietercclie wortelen, met een weinig boter en zout, een fpysremedie is, waar van ik my, by de anderen, metvrugt bediend hebbe, zo lang zy de etenslust behielden; 2. dat ik 'er nu en dan wat melk by voegde, om de verandering en fmaak; 3. dat, wanneer de eetlust minderde, ik in de fop een weinig kampher, met een fcheutje azyn , dcedt; maar alsdan de melk agter hield , en dat ik dan dit mengzel het dier met geweld ingoot; 4. dat ik dagelyks een lavement zettedc van laauw water , wanneer 'er verftopping plaats hadde: en ingevalle van buikloop bepaalde ik my alleen tot het toedienen van de linzenfop met enkelen azyn ; 5. dat ik, wanneer 'er dorst kwam, het water, voor gewonen drank dienende, met een weinig falpeter bezwangerde; en 6. dat ik, na het afvallen der puisten, de beesten deedt purgeren. Aanmerkingen. Wyders zyn deze voorbeelden de enigen niet, die wy hebben van de pokjes by de honden. De Duitfche Ephemeriden maken gewag van een dezer dieren, die de ziekte van een ander kreeg, waar by hy gelegen hadde, e myn amptgenoot en vriend Huzard heeft my insgelyks het volgend geval medegedeeld, 't geen op het einde van den winter des jaars 1789. onmiddelyk na den dooi voorviel. Een Boer van Fontenay-en-Brie, hadde de blaar onder zyne kudde; enige fchapen ftierven op het hok en onder het tc rug dryven naar de fchaapkooi. De Herder fmeet ze in de droge floten , langs den weg. Men dreef de jagthonden van den Heer Chabaunois eensnaar dien kant uit ; zy kregen den reuk van een dood fchaap in de floot: en beten het wat: [zeventien van de honden wierden daar'op ziek. Men dagt eerst, dat de ziekte de gewone honden ziekte was, om dat de beesten treurig en zwak wierden, als of zy van agteren lam waren, en dat er een lymerig en groen vogt uit de neusgaten liep : maar wel dra kwam er ene menigte van vurige puisten voor den dag, waar omtrent men niet kon twyffelen, of zy waren kwaadaartige pokken; elf ftierven 'er aan. De honden oppasfer wierd ook ziek en kreeg de handen en het aangezigt vol puisten. Het fchynt, dat ook zelfs de Apen hier van niet verfchoond zyn. In 1767. waren alle de Ingezeten van Saint - Germain aan de Laie ooggetuigen, dat een aap de pokjes overerfde van de kinderen, die 'er mede fpeelden, en die daar van aangetast waren. Een byna gelyk geval hadde te Parys plaats in 1776. waar van de Hr. Paulet het volgend verhaal geeft en waarvan meer dan twintig lieden ooggetuigen waren. De twe dogters van den Paruikmaker Grifon wierden krank aan de mazelen, op den iften en ioden Maart. In dat huis was een aap, die, gewoonlyk, alle avonden, zig aan het voeten einde ging leggen van het bed dezer kleine kranken, zonder dat men enig vermoeden kon hebben, dat ene ziekte van dien aart, die men altyd als byzonder eigen aan het menfehelyk geflagt geoordeeld hadde., tot dit dier kende oyerflaan. Qn-  C 77 ) Ondertusfchen was men niet weinig verwonderd, toen men, op den 27ften dier zelfde maand, dc aap door bykans dezeltde ziekte zag aangetast als het klein meisje, waar by hy gelegen hadde. Alle de verfchynzels der mazelen deden zig by het dier op , uitgezonderd alleen die van den hoest: in plaats van welke men ene aanmerkelyke klopping in het week van den btiik befpeurdc. ' ' ; • Het beest was fomber en lusteloos. Het gehele lyf was brandend heet. Het hadde een hevige koorts : de ogen ftonden vierig: de tong was dik, en 'sanderdaags kwam de uitbotting voor den dag. Zyn aangezigt wierd vervolgens met zeer zigtbare en onderfcheidone rode plekken bedekt, die, binnen korten tyd, tot meelachtige fchilfers over gingen, en, met den goften dier maand, hield de ziekte op. Linzenwater en fap van Scorfeneren waren de enige geneesmiddelen, waar van men gebruik maakte. • De Hr. Paukt nam zeer naauwkeurig de pols waar van den zieken aap: hare flagen, waren , zegt hy, zo fnel, dat het byna onmogelyk was, om ze te tellen. De oxelflagader, by den aap, is die, waar aan men de pols het dutdelykfte kan voelen : zynde de overige flagaderen onmerkbaar. ïk poogde, zegt de Heer P. om, met het horologie in de hand, het getal der polsilagen van den oxelader te tellen, en het fcheen my | toe, dat men op omtrent 400 in een minuit konde rekenen. Hy merkt aan, dat deze aap van een klein flag was, 't geen des te minder verwondering baart, daar de fnelheid van de pols in de dieren altyd in ene tegengeftelde rede ftaat met derzelver grootte. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, akademische en andere schriften. Nederlanden. Nederlandsch Placaat m Rechtskundig Woordenboek, behelzende al het geen, door de Boog Mog. Heren Staten Generaal der Verenigde Nederlanden , en de Edele Groot Mog. Heren Staten van Holland, Zeiand en Westvriesland, zeden de vroegfte tyden, over allerleye zaken, by Placaten, Resolutien en Ordonnantiën vastgefleld is. als mede De oude Wetten, Privilegiën ««Costumen van deze Landen en van derzelver onderhorige Steden, Dorpen en Heerlykheden. Te Amfterdam , en Dordrecht by Atjar t , De Leeuw en Krap. Het is ene onbetwistbare waarheid, dat de toenemende omloop van velerhande zaken, teffens ene toenemende vermeerdering van wetten noodzakelyk vereischt en voortbrengt: welke wetten , nu en dan naar gelang der omftandigheden gemaakt, herhaald, veranderd, vermeerderd en verbeterd, einpelyk zo talryk worden, en zo vele boekdelen beflaan, dat de Landzaten nog die boekdelen bekomen, nog de daar in vervatte wetten alle nagaan kunnen. Dit was al oudtyds een groot gebrek in de wetgeving der Romeinen, 't welk den Keizer Jufiiniaan in de VI. Eeuw bewoog, om ene verzameling der voornaamfte Burgerlyke voc*''-' ;rten te doen vervaardigen , en het zogenaamde Cor¬ pus Juris Chilis, het welk wy nog voor handen hebben, en dagelyks gebruiken , te doen zamenftellen. Het was wel te wenfehen, dat naar het voorbeeld van dien Keizer ook naar het voorbeeld van verfcheidene Mogendheden in deze eeuw, een zamenftel van Hollandsch Regt wierde opgemaakt, en op ftaatsgezag, uitgegeven; het welk mogclyk zo veel te beter zoude kunnen gefchieden, ais dc uitmuntende Huig de Groot, in zyne Inleiding tot de Hollandfche Rechtsgeleerdheid, daar van de voortreffelykfte proeve heeft gegeven. Het Groot Placaatboek, vervattende de Placaten , Ordonnantiën en EdiElen van de Hoog Mogende Heren Staten Generaal der Verenigde Nederlanden , en van de Edele Groot Mogende Heren Staten van Holland en Westvriesland, mitsgaders van dc Edele Mogende Heren Staten van Zeiand, door Mr. Corn. Cau , vervolgens door Mr. S. van Leeuwen, en laatstelyk door J. P. en ]. Scheltus by een verzameld, is, reeds-tot VII. dikke boekdelen uitgedeid , en bevat nog niet alle Placaten, Publicatien, Ordonnantiën, Refolutien en andere Wetten van den Lande, en byzonderlyk niet die genen, welken eerst na den jare 1750. dat is, in het laatste tydvak van ruim 40 jaren, zyn gemaakt; naardien het laatste of VIL deel van't Placaat-Boek wel in 't jaar 1770. it uitgekomen, maar niet verder, dan tot gemeld jaar 1750. loopt. Het was dan voor de Burgers en Ingezetenen dezer Landen van het grootst belang, dat ene gemakkelyker weg wierde uitgedagt en betreden, om tot de kennis van 'sLands wetten te kernen; het welk nu door het Nederlandsch Placaat en Rechtskundig Woordenboek is te wege gebragt , en welks nuttigheid hoofdzakelyk tweledig is. Vooreerst, vindt men hier in de twe delen, welken nog maar alleen in 't jaar 1791. en in 't Iaatfte van 't jaar 1792. het licht zagen , en van A. tot F. lopen , al wat in de wetten van den Souverein vervat is, op ene Alphabetifche orde: zo dat een iegelyk, die verlangt te weten, wat by onderfcheidene tyden en laatstelyk by den Souverein omtrent het een of ander voorwerp is bevolen en vastgefteld, dat artikel maar kan opzoeken, en alles," wat daar omtrend geboden is, by een verzameld kan vinden, en als met een opflag van een oog te weten kan komen en overzien. Ten anderen, beftaat het groot nut van dit werk hier in, dat de Schryvers en Opftellers van het zelve zig niet alleen tot het Groot Placaatboek bepaalt, maar ook audere bronnen, welken enige wetten van den Souverein bevatten, doorgaans hebben te bate genomen, en daar uit zeer veel goeds geput: hoedanige zyn het Oude Hollandfche Placaatboek, Frans, van Mieris Groot Charterboek der Graven van Holland en de Nederlandfche en Nieuwe Nederlandfche Jaarboeken : uit welke laatsten vooral de inhoud van die Placaten, Publicatien, Ordonnantiën, Reglementen en Refolutien is genomen en gevolgd, welken van 't jaar 1750. tot nu toe door den Souverein gemaakt, en afgekondigd zyn, en in de Placaat- joeken niet gevonden worden. De opftellers van dit werl hadden zig mogelyk ook nog wel van enige andere bronnen kunnen bedienen, als daar zyn het Nederlandsch Placaatboek, ï.: Amfterdam 1644, in 2 delen uitgekomen: het Groot Gelders **ta- K 3 c.at-,  s 78 > caatboek, in drie delen, het Groot Utrichts Placaatboek door J. van de Water in drie delen, het Charterboek van Vneftand, in drie delen. Maar mogelyk is het oogmerk van dit Rechtsgeleerd Woordenboek niet zo uitgeftrekt, om ook de Rechten van de andere Provinciën in het zelve voor te ftellen; doch dan ware het gerchikter geweest den tytel van Holtandsch Placaat en Rechtskundig Woordenboek, dan van Nederlandsch enz. voor het werk te plaatzen En zo het oogmerk zig dan nog alleen tot Holland bepaalt, zoude men , naar het ons toefchynt, ook een naarftig gebruik van de Handvesten en keuren der fteden in Holland hebben kunnen maken, ten zy de opftellers zig volftrekt alleen tot algemene lands wetten hebben willen bepalen , het welk wy, uit het kort Voorbericht voor het I. Deel, niet zeer duidelyk hebben kunnen ontwaren. Voor het overige houden wy dit werk in deszelfs foort, voor een der aller nuttigften , die zedert enigen tyd in 't licht verfchenen, en het zeiven verdient in allen opzigten de aanmoediging van onze Landgenoten. Het jaar twe duizend vier honderd en veertig. Een Droom, door den Heer Mkrcier, thans Lid van de Nationale Conventie enz. uit het Fransch vertaald, eerfte deel, 324 bladz. in gr. 8vo. Te Haarlem by F. Bohn en A. Loosjes , Pz. 1792. prys ƒ m Dit werk M zegt de kundige en bekwame Vertaler, in een kort voorberigt, 't geen hy aan het hoofd daar van plaatfte, „ dit werk verfcheen voor het eerst, in het Fradsch, in „ het jaar 1770. Het wierd toen met gretigheid gelezen, als „ een droom van enen menschlievenden wysgeer, vol diep door „ dagte denkbeelden; maar welker vervulling men tot die „ eeuw yerfchoof, die het ten opfchrift voerde. Doch tan», „ daar zich in Frankryk omftandigheden hebben toegedragen, die ene gehele omwenteling en hervorming, het werk der „ wysbegeerte, ten gevolge gehad hebben, daar er zeer vele van des Schryvers denkbeelden reeds bewaarheid zyn gewor„den, heeft dit werk, waar in vele gebeurtenisfen, die „ wy nu zien, als voorfpeld fchynen, op nieuw aller aan„ dacht na zig getrokken: cn nooit kon 'er een belangryker „ tydftip zyn, om het aan onze Landgenoten medetedelen, „Men zal het, ben ik verzekerd, allerbelangrykst vinden, „ en op zig zelf, en met betrekking op het geen thans in „ Frankryk, en in een groot gedeelte van Europa, omgaat, „ vooral als men in aanmerking neemt den tyd waar in het „ gefchreven is, toen dc eigendunkelyke magt in Frankryk ha„ ren hoogften top beklommen had." Uit dit weinige zal de Lezer airede in ftaat zyn, om zich een algemeen denkbeeld zo van den aart als het doel en den inhoud van dit, ongemeen fierlyk gefchreven, en niet min fierlyk vertaald, ftuk te vormen. Het behoord tot het vak der fraaye letteren, zo wel als der zedelyke wysbegeerte: en het doel daar van is, om alle zodanige gebreken, welken zo in het Staatsbeftuur van Frankryk, als in veelvuldige burgerlyke inrigtingen, en de beoeffening der Wetenfchappen byzonderlyk die der God- en Rechtsgeleerdheid, den openbaren Godsdienst, en in deze en gene gewoonten en gebruiken, waren ingeflopen, naar het best inzien de* Schryvers, aan te 'wyzen: en zulke hervormingen, ten aanzien van die allen, op te ge- ten en fmakelyk te maken, als zyne wysbegeerte en menschlievend hart meest nuttig en gepast oordeelde voor het welzyn zyner Landgenoten in derzelver Burgerlyk, Godsdienftie en Zedelyk beftaan. Tot dat einde word de Schryver verbeeld, m enen flaap van 700 jaren gevallen te zyn, en by zyn ontwaken uit den zeiven, Parys doorwandeld te hebben • wanneer hy, juist zulk ene verandering, in al het boven'opgenoemde , tot zyne verbazing en blydfchap , ontwaar wierd, als zyn doel was te fchetfen en aantepryzen. Welligt heeft de byzondere vorm, waar in de Heer Mercier zyne gedagten over het een en ander opentlyk ontvouwd, als die zyne aangeprezene hervorming in een zo wyd verfchiet van vele eeuwen piaatfte, het ftuk minder opziens en weiniger bekommering doen baren, in enen tyd, wanneer het anders hoogst gevaarlyk was zo vry te fchryven. Hoe dit ook zy ; niet weinigen -van zyne hier gemaakte aanmerkingen, ruim 30 jaren voor de federt voorgevalle omwenteling in Frankryk gemeen gemaakt, hebben, in dadelyk ingevoerde veranderingen, zodanig een beftaan gekregen , dat zy byna onder de voorfpellingen zouden verdienen gerangfehikt te worden, indien het niet, zo uit dit werk, als uit andere dies tyds en later uitgekomene gefchriften, cn 'vele andere omftandigheden, gebleken ware, dat reeds van over lang het plan ener zodanige omwenteling, in de hoofden der meer kundige en doorzigtige Franfchen, althans in het ruwe, lag opgefloten, en de gemoederen aldaar trapswyze tot dezelve voorbereid waren geworden: hoe zeer byzondere toevallen, en onvoorziene oorzaken, de ontwikkeling en uitvoering van het zelve fchynen vervroegd te hebben. Veel goeds, fchoons en edels, zal een denkend lezer, devryheidsminnaar en algemeene Menfchenvriend, in dit ftuk aantreffen: wat 'er ook, hier en daar, byzonder op des Schryver* Godsdienftige begrippen en inboezemingen, kan worden aangemerkt. Immers, fchoon zyne ontworpene verbeteringen met opzigt tot het Godsdienftige, wel, aan den enen kant enegewenschte verbanning van het bygeloof, met alle deszeis aanftotelyke misbruiken, aanduiden, fchynen zy echter, aan de andere zyde, weinig voordeels te beloven voor de handhaving en uitbreiding van het zuiver en onbedorven Kristendom: naardien des Schryvers Godgeleerdheid, en openbare aanbidding, zich enkel bepaald tot dat geen, het welk de natuurlyke rede, op haar best geoeffend, kan opleveren. - Van Kriftenen vind men , wel is waar, nu en dan, alhoewel weinig en flegts als ter loops melding gemaakt in dezen Droom; doch de wyze, waarop zulk* gefchied, doet ons helaas.' vermoeden, dat zy op hetjaar 244o. van den Hr. Mercier na genoeg zullen uitgeftorven zyn, althans verre in getal, door de aanklevers qn handhavers van den enkelen natuurlyken Godsdienst, overtroffen worden. Ondanks dit alles nogthans yverd de Schryver zeer fterk tegen het vol-' flagcn Ongeloof en de Ongodistery ,■ welklaatste, ongetwyffeld het ongelukkig overzien van de waarde cn hogere voortreffelykheid des Kristendoms, meer verfchoonlyk maakt, by iemand die, onder alle de beguichelingen des bytreloofs was opgevoed^ en minder gelegenheid hadde, om behooflyk onderrigt te worden aangaande de egte en oorfprongelyke leer des Euangeliums. Voor 't overige is deze Vertaling , naar luid van het Voorjerigt, gevolgd naar tien derden Franfchen druk, die in 1787. in  C 79 ) in het licht verfchee», en die, met verfcheiden Hoofdftukken en Aantekeningen van den Schryver, boven de vorige vermeerderd is : gelyk ook de Vertaler, tot beter verftand van enige plaatfen, er nog deze en gene aantekeningen bygevoegd' heeft. LAND- en ZEE-KAARTEN. Riga. Atlas van Lyfland„ vervaardigd, doordenGraaf Mellin, en in 't koper gebragt, door den meesterlyken hand van den Heer Jacks r eerfte blad, in groot rooyal formaat op papier velm gedrukt, by T. F. Hartknoth, en mede te bekomen, by Vosf en Le&, te Leypzig, en by Fauche , te Hamburg, 1792. prys 1 Rth. in Louis d'or a 5 Rthl. Dit eerfte blad van ener nieuwe Atlas, die, geheel enig in haar foort, door den Graaf Mellin, op eigen kosten, met alle vlyt en naauwkeurigheid word vervaardigd , vervat den Rigafchen Krats, met alle Dorpen , (wier Lettifche volksbenaming daar hy gevoegd zyn) Adelyke hoven, Molens, Postrouten en Landftraten, met aanwyzing tevens van alle communicatie wegen van het ene Landgoed, naar het andere. De gehele Atlas zal in zeven zulke bladen beftaan, waar by nog de Kaart van oud Lyfland, volgens de verdeling van Heinrich des Letten, tot op den jare 1552. zal gevoegd worden: en ' welken men, binnen twe jaren tyds, hoopt, te zullen kunnen afleveren. De Wendenfclie, JVolmarfche en Werrofohe Kreit fen zyn reeds onder de handen van den Graveur Jacks, en zullen eerlang in gereedheid zyn : waar na de overige Kreitfen zullen volgen, en eindelyk de Generale Kaart Van het gehele Governement. Amsterdam- De Boekhandelaar J. Aïïart, alhier, heeft, by een af•zonderlyk gedrukt berigt, de uitgave aangekondigd van ene geheel nieuwe grote,, op ene byzondere wyze met kleuren afgezette, uitvoerige Landkaart van het Toneel des tegenwoordigen Oor logs, met een beknopt aanwyzend Handboek, in gr. 8vo. De Kaart, die, door den kundigen Kaarttekenaar de Roe der, vervaardigd is, zal, in een extraordinair groot bedek en formaat, naauwkeurig en uitvoerig het gehele Toneel des oorlogs opgeven; en ten. dien einde, niet alleen den loop der rivieren , dromen enz., de ftrekking der Gebergtens, Bosfehen, Meiren, Moerasfen, enz., Maar ook vooral de grote Landstra ten, aanwyzen, welken de Legers doorgaans alleen kunnen houden op hunne togtem Het bygevoegd beknopt Handboek zal dienen, om des te gereder, de plaatfen in de Kaart te vinden, en boven dien ene .korte en jzakelyke befchryving behelzen » van zodanige plaatfen, van hare ligging, fterkte, aangelegen*heid enz. byzonderlyk met opzigt tot onze Republiek. De prys van de Kaart met het Handboek is gefield op een - Ryksdaalder, by intekening, welke drie weken open flaat in alle Boekwinkels door geheel Nederland: zullende de uitgave'binnenruim eenmaandtyds gefchiedenr NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handelen scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Londen 28 February. „Van alle de veelvuldige Vaarten ,. die er, in de laatste jaren, in Grootbrittannien, tot gemak van den binnenlandlchen Handel, en het vervoeren der goederen, gegraven zyn, zal die, waar toe men laatst, in het Graaffchap Glocefter, befloten heeft, de reeds gemaakte, in grootheid van onderneming, verre overtreffen. Deze Vaart zal 70 voeten wyt en 15 voeten diep zyn, en bevaarbaar voor Vaartuigen van 400 tonnen gemaakt worden." „Vier handelhuizen, in Londen, hebben, dezer dagen opgehouden te betalen: de breuk, welke zy maken, word op niet minder dan 3 mill. fterl. gerekend, buiten de gevolgen, die de menigte van geprotesteerde wisfelbfieven nog kan hebben. Het voornaamfte van deze huizen handelde op de West-Indien: doch deedt ook ilerk in de Asfurantie." GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN, Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 145: en te Haar tem 11, onder welken laatften 3 beneden de 12 Jaren. In de Maand February 1793. zyn, binnen Alkmaar,. overleden 26 Peifonen, als: 7 Mannen, 7 Vrouwen, 6 Jongens en 6 Meisjes; hier onder 7 benedén 't Jaar,. 3 van 1 tot 5 Jaren, 1 van 5 tot 10, 3 van 20 tot 30,. 1 van 30 tot 40, 5 van 50 tot 60, 3 van 60 tot 70,. eiv 3 van 70 tot 80 Jaren. Te Kingswoord, in Engeland, is den ai Febr. overleden de Heer Robert Willams, in den ouderdom van. 102 jaren. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. De harde winden, gepaard met een fpringty , heelt dè' Theems, by Londen, op woensdag den 26 Febr. bykans tot gelyke hoogte opgejaagd, als waar op zy,- by da overltroming, omtrent 2 jaren geleden, geklommen was.. Het gehele plein voor de zaal van Wèstmunfter , met alle de huizen, aan den beneden kant van het zelve, ftonden: geheel in> *t water: en de vloed reikte tot aan het por' taal van de zaal- liv  ( 8° ) Uittrekzcl der Dagelykfche Waarnemingen Van 17 tot 23 Febr. 1793. te Hamburg. fHoogfte ftand 28, 5. den2iften. Barom. \ Laagfte - - 27, o. den i8den. (.Gemiddelde der gehele Week 2 7, 3,31. Therm. fHoogfte ftand 5 's Midd. van den aoften. Reaumur. < Laagfte 1 onder o. 'sMorg. van den 2iften. (.Gemiddelde dergehele Week 2, 6 grad. Heerfchende wind Z.O. Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem. baro- thermo- streek I 1793 me- meter. der | luchtsge- Jan. ter. Noord]Zuid. wind. | steldheid. *"eb. f29.1 \\ 39 42 z. z. w. 27J 29.11 51 56 z.w.t.z. omtrent helder, / 29.10I 42 4J Z. ( 29.10 37 39 Z.Z. w. zeer windr. voerm. nSj 20.11 sol 58 z.w.t.z. helder, v.rder betr. ' )29.it 35 35 z.z.w. saVond3 helder> Maart f29. 9 38 39 z.z.w. ftermagtig, voorm. 1. -J 29. 6i 511 50 z. w. omtrent betrokken, (29. 4 45 45 ■ 1 verder wat regen. f29- Si 42 43 w. zeer hard. w.voorm. 2. <29. 6 49 52I w. z. w. held.verd.betr.'sav. ^29.3 49 50 z. w. hev. ft»rm, iets reg# f29. 4 371 jp w. t. z. wolk. voorm. ftorm 3. -! 29. 6 481 50 v. verder zeer harde (.29. 8 4i1 42 w. t.n. wind/savonds held. f29. 8 40I 41 w. t.n. zeerWlndrig,wot- 4. -129. 9 47§ 52 w. ken,'s avonds ftil. (.29. 9 38 38 w. z. w. f29.11 j 36 | 38 j z. 'S morgens mistig, 5, j 29.11 j 52! I 63 I z.w.t.z. verder wolken, / 29.101 I 35 I 34 I °. z. 0. 's avonds helder. In de afgelopen maand February , Hoogst Therm. den ufmid. 53 gr. Laagst den 20 fmorg. 20! gr. Gemiddelde hoogte ogtens 's midd. 's avonds 41JJ gr. is a\\ gr. hoger als Febr. 1792. Hoeveelheid van gevallen en uitgewasemd Water. Te Alkmaar. Gedurende de maand December 1793. Gevallen 36 Lynen: Uitgewaasfemd' 7 Lynen. BE- BEKENDMAK1NGEN. *** De Ondergetekende, in het twede Nommer Van het V. deel der Vaderlandfche Bibliotheek, een' brief van den Heer Pietter Houttuyn, gedateerd Harderwyk, 7 Febr. 1793. Se^e' zen hebbende, en zorgende, dat dezelve brief (mogelyk, tegen het oogmerk van den Heer Schryver) zommige Lezers, die de verdediging des Ondergetekenden , tegen den eerroovenden aanval der Bibliotheek, niet mogten gelezen hebben, in den waan zou konnen brengen, als of de betwistte brieven van den Hooggel. Voget, aan den Vader des Heeren P. Houttuyn, voormaals gefchreven, niet daadlyk v»or handen waren, vindt zig verpligt, by dezen, gemelden Heer P. Houttuyn, zo hy, anders, een ogenblik, aangaande het aanwezen dier brieve* mogt twyfelen, ten overftaan van het Publiek, uittenodigen, even gelyk hy den Verzamelaar der Bibliotheek, Y. van Hamelsveld, te voren, openlyk uitgenodigd heeft, om, onderbehoorlyke getuigen, vifle van deze ftukken te komen nemen : zullende de Ondergetekende dezelven, tot dit einde, van dezen dag aan, nog zes weken lang, aan zyn huis houden. Amfterdam Paulus van Hemert. den 5 Maart 1793. Prof., by de Remonflranten, %* By M. Schatekamp, te Amfterdam, zyn nog enige weinige exemplaren te bekomen der twee volgende ftukken: aak den Uitgever der Vaderiandfche Bibliotheek, door Paulus van Hemert, Prof. by de Remonflranten: alsmede, nodig Tegenberigt van denzelfden, nopens de handelwyze van Prof. T. van Hamelsveld. By de Uitgevers dezes C. PLAAT en A. LOOSJES Pz. , zyn gedrukt de volgende Werken : VERHANDELINGEN , uitgegeven door den Economifchen Tak van de Hollandfche Maatfchappy der Wetenfchappen te Haarlem, 2 Delen, met pl. in gr. 8vo. ƒ4:4:- Evangelifche Leerredenen, door J. A. Hermes, (Schryver van het Godsdienftig Handboek) IV. Deelen. f 8 : - : - Waarnemingen over de Aardrykskunde, de Natuurkunde, den Aart en de Zeden der Menfehen ; door R. J. FÖrster , verzameld op zyne Reize om de Waereld ; naar dc Hoogduitfche Vertaling, met de Aanmerkingen van zynen Zoon en Reisgenoot G. Förster. III. Stukken, compleet, gr. 8vo. . . . ƒ4:10:- I' J. J. van den Bosch Proeve over de Voorbehoeding der Kinderpokjes, gr. 8vo. . . ƒ 1 ; 4 - - Schmuckers Heelkundige Mengelfchriften, vertaald Aootjoh. Daams. III. Deelen , geheel compleet, gr. 8vo. met platen. . . . ƒ6:12:- Timmerman Oudheid- en Geneeskundige Verhandelinrr over de Demonifche Menfehen, waar van in deEuangelifcheSchriften gewaagd wordt, gr. 8vo. . ƒ 1 : 10 : - J. Bellamy Jeugdige Gezangen en Nagelaten Gedichten, gr. 8vo. . . . ƒ2:12:- Gedichten van Jacob van Dyk, gr. 8vo. met deszelfs Portrait. ƒ 2 : 12 : - op best gr. fchr. ƒ 3 : 10 : - Het Portrait apart ƒ1 :-:-Ongeletterde Proefdr. ƒ 1 : 10 : - Te Haerlem. by PLAAT en LOOS J E S.  I793. . No. 246. A L G E M E N E KONST- en LET TER-B O DE, y & O R MEER- EN M 1 N- G E O E F F E N D E N Vry dag den 15. Maart. B E R I G T E N. Z W EDEN- {"^S®e Vryheer Carel van Geer, tot heden Voor] ^ % zitter van de Akademie der Wetenfchappen, |[| heeft dezen post nedergelegt : zynde in des3f«JB zelfs plaats daar toe verkoren de DirecteurGeneraal en Ridder der Wafaörde , Af Acreïï. D E N E M A R KEN. De Geheimraad en Maarfchalk van Bulow heeft ene premie uitgeloofd op het beste opftel ener Kruidkunde voor den Deenfchen Landman, en de beoordeling der ftukken, die hier over mogen inkomen, gelyk voor het einde van dit lopend jaar gefchieden moet, aan de Direkteuren van het Genootfchap der Natuurl. Hiftorie, in Koppenhagen, opgedragen. De prys aan het best geJceurd opftel is 100, en van het naast daar aan komende , 34 Ryksd. D UI TS CHLAND en naburige Ryken. De Hoogleeraar Seyffer, te Góttingen, heeft aldaar, des avonds van den 10 January, een Komeet in den Draak ontdekt (t). Dezelve was voor het blote oog zigt- (j-) Deze is dezelfde Komeet, waar van reeds in No 240 en a.41 van dit ons blad melding gemaakt is X. deel. | baar, zonder (taart en met een nevel omgeven. Hare regte opklimming was 2640, 4'; hare afwyking ós», 4'. Zy ging 340 in 24 uren voort en nam haren loop, over Casfiopea en Andromeda naar den Ram, NEDERLANDEN- Haarlem. Des morgens vroeg van den 6den dezer maand, is alhier, na ene ziekte van weinige dagen, in den ouderdom van ruim 33 jaren, overleden, de Heer Martinus Nieuwen hu yzen , Med. DoSt. en practiferend Geneesheer te Amfterdam, Medebefturer en Secretaris van de Maatfchappy: tot Nut van het Algemeen, Hoofdlid van het Amfterdamsch Dicht- en Letterlievend \ Genootfchap enz. enz. Het Algemeen lydt, in meer dan enen opzigte, eenaanmerkelyk verlies by het zo onverwagt als vroegtydig affterven van dezen jongen Arts, die, door zyn vlug verftand, fterke oeffening en ongemene viyt, de gelukkigfte vorderingen, in meer dan één vak van wetenfehap en konst, en zyn arbeidzaam leven, in ene verfcheidenheid van betrekkingen, reeds zo byzonder nuttig, gemaakt hadde, als geenzins misfen konde, de aangenaamfte en meest belovende uitzigten, in het toekomende, zo voor hem zeiven en de zynen, als voor de Maatfchappy in 't gemeen, te openen: indien het hem hadde mogen gebeuren, zynen te ras helaas! geftuiten voortgang op deze zyne loflyke loop- ,bane, verder, en tot enen hogeren trap van jaren, teag- itervolgen. Rei-  C 82 3 Reize van den Hoogl. Hauchecorne, met zyne leerlingen, naar het Silesiescii Gebergte. (Gazette Literaire de Merhn-~) Vervolg van Lladz. 75. Na een zo groot aantal van Bergwoningen, gezien te . hebben, word het tyd , dat ik er u een fchets van geve: die nog al van belang moet zyn, daar de levenswyze van derzelver bewoneren zo zeer met dc onze verfchilt, dat men geloven zoude, zig onder ene vreemde Natte te bevinden. Deze huizen zyn geheel van vierkante balken gemaakt, die op elkandcren gelegd zyn , en rusten op een voetftuk van grote ftenen. Zy zyn allen op dezelfde manier gebouwd en ingerigt: beftaande uit een groot vertrek, een flaapkamer, een keuken,, een ftal en koornzolder. In het vertrek ftaat een grote kachel, waar in het vuur genadig onderhouden word,, uit hoofde der ftrengheid van het faifoen : hebbende de luiden, gedurende een geheel jaar, volgens, hun manier van zeggen : Negen maanden winter, en drie maanden koude. De grond is er zo weinig vrugtbaar, dat wy hen, op onze reize, zich zagen verheugen, toen zy het gras op nieuw zagen uitfpruiten: 't geen, fchoon wy reeds midden in den zomer waren, zy ons als iets nieuws toonden. Ag ter den kachel is een gemetzelde hoogte, die een foort van opkamer uitmaakt, waar in zig de kinders onthou ■ den. Deze kinderen lopen, zo meisjes als jongens, tot het zesde jaar, geheel naakt: cén daar van m<-p een krip of kooi voor de deur Op het zesde jaar krygen de kinderen een hemd, en pp het twaalfde begint men ze te kleden. Ik vroeg de Ouders, of er een fehool in de buurt was: zy antwoordden neen: cn op de vraag: of zy geen lezen leerden? gaven zy ten antwoord: Ei.' wat zouden zy daar mede doen ? cn echter, ondanks dit gebrek aan onderwys, en buiten alle verdere onderri'iting dan die der Nature, zyn deze luiden arbeidzaam. ©nbaatziigtig , goedaartig en altoos wel te vreden.. Hun gewone drank is bron-water en huy. Koorn of brood móeten zy, ettelyke mylen ver, met levensgevaar, ha len in den winter, worden zy onder de fneeuw als begraven. Er komt dan geheel geen licht in hunne kamers , dan door den fchoorfteen; en zy kunnen niet dan van den zolder uit het huis komen. By het vallen van dc eerfte fneeuw bakenen %y de wegen af met lange (taken of fparren: waar aan zy, wanneer de fneeuw derzelver hoogte bereikt, een twede, en vervolgens, by aanhoudende fnecuwjagt, een derde-, binden Om op de fneeuw te kunnen gaan , binden zy plankjes onder hunne voeten, die hun het diep inftappen beletten. Hunne koukengereedfehappen zyn ongemeen net; hunne tafcis zeer Blank en wit, en dö vloer zelfs zeer fchoon. Zy karnen dc boter in groot vaatwerk met behulp van- handbomen. Wanneer de kleide kinders flapen willen, ontbloot men een vierkante, trog of krib,., die met touwen aan de zolderbalken hangt, en legt er een kusfen in en daar op het kind, 't geen, in dezen fchopftoel, door de Moeder , terwyl deze aan haar fpinwiel zit, gewiegd word. liet garen, 't welk de vrouw gefponnen heeft, word door den man, met levensgevaar, naar een naburige ftad gebragt, alwaar hy het aan een Koopman te koop aanbiedt, doch er niet meer voor krygt, dan deze wil geven. Deze luiden zyn zeer mêgaande: écu myner leerlingen zich op een bank te flapen gciegd hebbende , fchoot ene Vrouw toe , om hem een kusfen onder het hoofd te ieagen.- en ziende, dat een ander, die insgelyks fliep, zyne benen liet afhangen, zeide zy my: zie eens, de beenen doen hem wee! Op hunne kasten ziet men een grote menigte van kaas • vormen; waar in zy Geitenkaas maken. Óp de Hallen vind men geen ftroo; de koeyen en geiten liggen daar op digt aan een gevoegde ribben of dunne balkjes. Om de ftal fchoon te houden leiden zy den drek langs een brede goot af, in een kuil voor de deur van het huis, waar over een brug van baiken ligt, om het ingaan niet te verhinderen: en waar uit zy het vloeybaar gedeelte, langs verfcheidene kanalen, die de vlytige handen van deze arme lieden gegraven hebben , wederom weten aftetappen, om daar mede hunne weyden te bemesten. Deze bergbewoners zyn allen van meer dan gewone lengte-, en zy wandelen met een zwierigen en ftevigen tred. Voor lichten, bedienen zy zich van lange houten fpanen, gelyk zulks in de meeste Silefifche dorpen het gebruik is, die zy Schlesfen noemen. Een weg, die niet verre van daar is, en flegts met een rei ftaken afgebakend is, word de Commercial-.flraste genoemd, en loopt van Bohemen in Silefien. Wy be« kiommen de Madeljlein en de Lóchel, waar op, over enige jaren, een geheel huisgezin onder den fneeuw begraven wierd: een ongeluk, 't geen de Ravens eerst ontdekten , die in menigte op den plek zamenlchoolden : men vond de Ivken op veertien voeten diepte onder de fneenw. Vervolgens gingen wy naar de kleine fneegrube (de kleme /neeuwkuil) , en van daar, raar de grosfe fttirmhaube, (de grote /ïermhoed) waar op de blootliggende en fcherpe granitflenen onzen gang weder zeer moeylyk maakten. Ondertusfchen bereikten wy deszelfs top, die men ook den naam geeft van: Das grosfe Rad (Het grote wiel.) Hier ontmoetten wy d«grosfe fchnéegrube, (de grote fheettvpkuif) een diepe afgrond, altyd met fneeuw bedekt, liggende tusfehen regtsftandige rotfen, en waar in men niet zonder duizelen kan neerzien. Ondertusfchen kan men er langs andere wegen inkomen. Thans begonnen wy aanmerkelyk te dalen, en kwamen eindelyk aan den oorfprong der Elbe. Dezelve beftaat uit ene menigte van kleine ftroomjes of beken, die zich, op enigen afitand, met elkan-  < 83 ) deren verenigen. Het valt niet moeylyk te begrypen , van waar al dat water komt. De vlakten zyn met veenaarde bedekt, waar in de vogtigheid der wolken, als in ene fpongie, trekt: daar nu deze veengrond op beddingen van Granit rust, kan het water tot gene aanmer.eefyke diepte doordringen. Het zelve loopt dus naar beneden , cn veroorzaakt die menigte van ftroomjens, die de Elbe, de Ifer, de Boèer, de Zack, cn meer andere kleine rivieren , vormen. _ Wv keerden regtsom te rug, om weder m Silenen tc komen , cn trokken den Reiftragersberg over. Hier Wierden de bomen groter, en wy befpeurden, aan dc wydere flappen, weiken wy namen, dat wy gefcadig ai- 'Ten zes uren kwamen wy aan de Schkfifche Bande , alwaar wy weder wat melk gebruikten: en, na een halt uur toevens, gingen wy weder op weg. De Heyde , welke wy toen doortrokken, was nog ongemakke.yker om te gaan, dan de klippen geweest waren: tc meer, om dat wy, den waterval der Zack willende bezigtigen, geen gebaand pad konden houden. Met moeite bereikten wy die plaats, na dat wy door dbne ftruiken heen geboord waren, alwaar wy, zonder eikanderen te zien, door elkaar geftadig toe te roepen, den weg moesten vinden. Ondertusfch.cn belette ons deze vermoeying in genen dele, om met verrukking het fraai fchouwfpel te bezigtieen . 't geen ons deze waterval opleverde. Met vyf onderfcheidene vallen ftort hier het water ai van ene hoogte van 80 voeten, on het digt bosch, rondom de plaats, fchynt zig van alle kanten te haasten, om het "edruis der golven te herhalen. Schoon Wy , van daar f met verdubbelde fchreden onzen weg vervolgden, kwamen wy echter, niet voor 10 uren des avonds, te Schretberau. Niet weinig verheugd waren wy , aldaar onïn voerman en paarden weder te vinden; m alle yl deedden wy ons avondmaal, en het hield geen kwaiSer uurs aan, of wy lagen allen in enen diepen flaDes morgens van den volgen dag, bragt ik myne berekeningen in order, en pakte myne werktuigen in. Ik zonde u hier mede de uitkomften : de aangewezene hoogten zyn altyd van het waterpas van Warmbrum afgerekend. Koppensflache . • 44^1 voeten Top van de Schnéekoppe . • 533° Kleine Sturmhaube • • 3°12 Buchelgrund ■ > 3°99 Kleine Schnéegrube . • 392o Groslc Stormhaube • • 4700 De Heer Preller liet ons, met ongemene hoflykheid, zyne fraaie Vitriool Fabriek zien, cn, na onze te rug komst, aten wy des middags te TVarmbrum, en des avonds te Hirschberg. Des vrydags morgens vertrokken wy naar Kvpferbeig- , om de Kopermynen aldaar te bezien. ik liet vooraf verlof vragen by den Oppcrbaas, die het my terftond gaf. Een (zogenaamde) Steiger (t) nam ons mede. Men Het ons de klederen van een Bergwerker aantrekken, cn wy kregen ieder een lamp in de handen, om' ons in de onderaardfehc doolhoven toctelichten. Wy klommen af tot op den oever van de Bober, alwaar wy een kleine deur vonden, die gefloten was: de lucht was graauw, cn het dreigde te regenen , 't geen wy_ liefst ontgaan wilde. Na een cn andermaal Oluck auf geroepen tö hebben, deedt men de deur open en wy traden in de mynuroevcn. Zy waren zeer fmalle doorgangen , waar langs wy al bukkende , en zomtyds kruipende , gaan moesten. Het water, 't welk door de affchoeyingen heen zvpclde, droop gedurig op ons al, en doofde nu cn dan een lamp uit, die daar op terftond weder aangeftoken wierd. Onze Leidsman wees ons de onderfcheidene foorten van aarden en bergftoffen, langs dezen onzen weg. Van verre zagen wy, beneden ons, licht en bergwerkers, die bezis waren met kloppen: wy ftegen al in dit duister hol, waar wy ons in het midden der Cyclopen meenden te bevinden. Wy liegen weder naar boven op ladders, en, toen wy, uit de duisternis, Weer 111 het licht kwamen, fchenen wy in ene andere waereld te treden. Het was toen fchoon weder: doch men zeide ons, dat het, gedurende onzen onderaardfehen togt, een orkaan gewaaid hadde: waar van wy echter niets be» fpeurd hadden. Deze ganeryen of groeven hebben allen bare afzonderlvke namen. Wy waren ingekomen door die van Frederika Juliana, en gingen door de Treibefahrt weder uit. Wy gingen Dorothée zien fpringen. Men hadde aldaar Looderts ontdekt, en men moest 'er een proef van nemen, en voor de eerfte maal het erts doen fmelten. Ik breng 'er een ftuk van mede voor den Eigenaar, die thans in Bcrlyn is. Na ook de overige Mynbewerkingen gezien te hebben, lloegen wy den weg naar Landshut in. Alhier kwamen wy gisteren avond, en ik ben te meer in mvn fchik, dat wy ons hier ophouden, om dat ik, hier door, tyd hadde, u een tamelyk langen briefte fehryven. . 7 , „ (Het vervolg en ftot m onze eerstkomende.) NIEUW (f) Opzichter over dé Bergwerkers, L 1 \  i 84 > NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, akapemische en andere schriften. Italië n. Globus coelestis Cufico Arabicus Veliterni Mufaei Borgiani a S. Assemano illustratus. Pramisfa ejusdem'de Arabum Astronomia, et adjeblis duabus Epistolis Cl. J. Toaldi. Patavü 1790. 4to. Dewyl het bekend is, dat de Starrekunde onder de Arabie-' ren het eerst en met het best gevolg is uitgeoefend geweest, j kan dit werk van den Heer Asfemanï niet dan zeer aangenaam zyn aan de beoefenaars deezer verhevene weetenfchap , daar in het zelve de wyze wordt opgegeeven, op welke de oude Ara- ! bieren, vóór de tyden der Grieken, de Starrekunde beoefen- | den ; hoe zy de door de Grieken en Perfianen in dit vak ge- | maakte verbeteringen hebben gevolgd, en op hun beurt ook i weer de fouten deezer volkeren, door meer naauwkeurige waar- i neemingen hebben verbeterd. Het voornaamfte evenwel in dit ; werk is de befchryving en uitlegging van eene Arabifche He- j melglobe, welke gevonden wordt in het Kabinet van den Kar- ! dinaal Borgia te Veletri. Dit prachtig gedenkftuk van Arabi- 1 fche kunst, en der, in het Oosten, vry algemeene zucht om j werken te leeveren, welke een langen reeks van Eeuwen kun- I nen verduuren, is, zonder twyfel, het oudfte, zo niet het I eenigfte, van dit foort, welke in Europa bekendis. Volgends I het met cufifche letters gefnedcn opfchrift, is zy (naar onze jaartelling) in 't jaar 1225., op bevel des Konings Alkamel, gemaakt. Dc afbeelding der Globe , en der beide halfronden (hemisphaeria), welke de Heer Asfemani in drie plaaten achter dit werk heeft laaten voegen, geeven een volkomen denkbeeld van de famenftclling en het maakfel van dit kiuistftuk. De befchryving, welke er van geegeven wordt, is deeze : De Globe is van geel koper gemaakt, en in twee halve " bollen (hemisphaeria) gedeeld, welke zeer naauw in elkan" der fluiten; zy rust op vier fteunfels of voeten, van welke twee , tegen eikanderen overftaande, verticaale quadrantcir- kels zyn. De hoogte van het geheeie werktuig is 19! duim: " de Diameter der Globe is byna een fpan (*). De figuuren der ftarrebeelden zyn met een dubbelden omtrek gegraveerd, en 1f de ruimte tusfehen die ftreepen met een foort van rood pleister gevuld. De ftarren en de naamen der ftarrebeelden, gelyk ook de beide cufifche opfchriften, zyn met zilver M ingelegd : dc naamen van enkele ftarren en de opfchriften „ en verdeelingen van den horizonscirkel en meridiaan zyn zonder zilveren verfierzels gegraveerd. Het geheeie werkw tuig is zoo fchoon gewerkt, en kunftig verfierd,. dat .het „ tot gebruik des Konings fchynt gemaakt tc zyn." De beide cirkels, dc horizon en meridiaan, zyn in 560 graden gedeeld. In ierier vak, op den horizon., 't welk 6 graaden "bevat, vindt men cufifche charatlers, die de getallen der, graaden aanduiden; dit laatste heeft geen plaats op den (*) Volgends Rhynlandfche maat is de hoogte 15§ duim, en de diameter der Giobe g| duim; zynde de hoogte tot de diaweter als 19J tot io|. Meridiaan, welke, zonder andere tekens, alleen van 6 tot f?, in 3Öo°is verdeeld. Op dezelvde wys is de Equator in tweemaal 180° gedeeld. De Ecliptica heeft, behalven de gewoone verdeeling , in r 2 hemelstekenen (waar by ook , derzelven nog heden februikelyke karakters uitgedrukt zyn) ook, de Arabifcbe afdeeling in 28 Maans-rustplaatfen. De oude Arabieren naamlyk , nog onkundig zynde van de Griekfche verdeeling der Ecliptica, hadden waargenomen, dat de Maan, in haaren omloop om de Aarde , op gelyke tyden genoegzaam op dezelvde plaatfen weêr te rug kwam. Dit deed hen, om des tc gemakkelyker het wasfen en afneemen der Maan te bepaalen , den zodiak in 2.8 zulke Maans-rustplaatfen vcrdeelen, welke zy iedereen, ook op deeze Globe uitgedru'iten , Arabifchcn naam gaven., gemeenIyk genomen van de ftarren, in welker nabyheid zy gevonden worden. De eerfle en tweede deezer rustplaatfen is in den Ram; verder twee in den Stier, de vyf de in Orion, twee in de Tweelingen, een in de Kreeft, vier in den Leeuw, drie in de Maagd, een in de Waag, drie in den Schorpioen, twee in den Schutter, een in den Steenbok, drie in den Waterman; in de Fisfchen zyn er geene; maar de drie overigen zyn in andere fterrebeelden buiten den Dierenriem te vinden, naamlyk de zes - entwintigjle in Pegafus, de zeven- en acht entwintigfle in Andromeda. Deeze verdeeling der Ecliptica, benevens de onderfcheidene rustplaatzen met derzelver Arabirfche naamen, vind men ook op de Engelfche Globes van Adams. De Starrebeelden der in dit werk befchreevene Globe zyn evenveel in getal als die van Ptolemaeus, en, hoewel ruuw echter kenbaar genoeg, getekend. De oude Arabieren fielden zich veele der Starrebeelden irt geheel andere figuuren voor , dan de Grieken ; hunne beelden waren meest van vee, wilde dieren , 'en uit het Herders leven , genomen: by voorb. in plaats van den Draak op onze Globes, wierden by hen vyf Dromedarisfen en twee Wolven getekend. — Cepheus was by hen een Herder met Schaapen. — Casfiopeia een Hond. — De Koerman (Auriga) een Lastdraagend muildier, en zo meer anderen. De maaker echter deezer Globe heeft, gelyk meer andere zyner Landgenooten, de Starrebeelden alle volgends Ptolemaeus getekend : met dit onderfcheid evenwel, dat alle beelden van voren gezien worden; daar zy by ons in een omgekeerde houding met het voor gedeelte naar de Globe gericht ftaan ; mooglyk zal zulk eene houding de Arabifche kieschheid beledigd hebben. Dewyl de Starrebeelden niet altyd op dezelvde plaatfen onbeweeglyk blyven ; maar volgends de theorie van Albategnius in 70 iaaren eenen graad oostwaarts voortrukken, zo heeft de maaker deezer Globe, om dezelve met den toenmaaligen ftand des Hemels te doen overeenkoomen, de Starrebeelden zoo getekend, dat de lengte der ftarren op zyne Globe door een aftrekking van 160 46' met die van Ptolemaeus zyn overeen te brengen. Zoo is de ftar van de eerfte grootte, Regulus, welke by Ptolemaeus de lengte heeft van 2 0 30' in den Leeuw op deze Slobe te vinden op 190 16'; daar dezelve thands 270 16'is. Even zoo heeft de Poolftar, welke thands minder dan 2 gralen van de Noordpoo, is, op deeze Globe een afftand van 51 graad, De  De watten der Starrebeelden en der voornaamfte ftarren zyn Op deeze Globe vry ondddelyk gefneeden : de Heer ^« meent echter dezelve voor 't grootfte gedeelte ontcyfferd te hebben cn geeft er de betekenisfen van op : dan het fchynt ons toe dat hy hier in niet zeer gelukkig is gcflaagd , en dat hv te veel op losfc gistingen is te werk gegaan om ons zyne uitlegginge„Pte doen aannecmen ; ten minften de naamen, welkeSi Beigh in zyne tafelen opgeeft, koomen zeer dikwyls mfer overeen met de trekken der letters en naamen op Se Globe , dan de verbeterde naamen van den Hr. Asfema„T weike oók veeltyds geene gevoeglyke betekenis opleveren. ?tWas dus te wenfehen geweest, dat de Schryver by t ontwikkelen deezer naamen, gemelde tafelen van Vlugh Beigh of een anderen Arabifchen Starrekundigen van naam had geraad- Pl Voo'r de befchryving der Globe laat de Schryver voorafgaan eene korte maar juiste verhandeling .ver Arabieren. Wat de oude Starrekunde betreft, de Arabie ren hadden in dezen veel voordeel boven andere volken: de gunftige g fteldheid en helderheid der lucht in Arabie» moesten hen als ?t ware van zelfs aanzetten tot het beoefenen deezer weetenfchap: ook was het by ben eene noodzaaklykheid, om, by t weiden hunner kudden 's nachts, den tyd te kunnen b paaien. Hier op konden zy zich dus zonder eenig verzuim toeleggen, en hunne waarneemingen daaglyks vernieuwen ,van.^lcr naar die tyden vry naauwkeurige bepaalingcn van den loop der Maan en andere Planeeten. Dan daar hunne Starrekunde al- | leen op waarneemingen, en geenszins op wiskunftige gronden, fteunde, wierd dezelve zeer verbeterd door den Chalif Almamon, die in de 9de Eeuw de werken der Griekfchc wysgceren in het Arabisch deed vertaaien, en zyne Landgcnoo en met de Griekfche wiskunde en het gebruik der werktuigen bekend maakte Van dien tyd af kreeg de Arabifche Starrekunde eene geheel andere wending, en zy namen van andere Volken dat eeene over, 'twelk hun ontbrak; evenwel volgden zy de Grieken Perfiaanen en Indiaanen niet blindelings naar, maar hun natuurlyk fcherp vernuft deed hen ras de misflagen vatten en "frDè „en b. v. de beroemde Arabier Albatam (Albate- ouusTnam waar, dat Ptolemaeus niet naauwkeurig was ge5 i" het bepaalcn der voortrukking der Starrebeelden tlraecesflo Aequmoclioruni) welke hy ftelde op een> graad m den tyd van 100 jaaren: hierom bepaalde hy die op 70- jaa«n Dezelvde bevond, dat de afwyking der zon van het middenpunt (Excentricitas) door Ptolemaeus bepaald op 4152 (de RaC zynde 100,000) te groot was, en ftelde die du,. op "Li , waar in hy niet zoo veel van Copermcus verfchil: fan volgends de laatre waarneemingen blykt het, dat de Ouden hier in geheel hebben mis getast; zynde thands de Excentricitas door den Heer Hennert, en anderen, bepaald op 1709. vérder 'heeft dezelvde Albatam veele misflagen van Ptolemaeus omtrent de beweging der Maan en andere Planeeten verbeterd en n euwe tafelen tremaakt, daar die van Ptolemaeus te veel van de waare gefteldheid der ftarren afwyken. Vervolgens Left de Heer Asfemani eene lyst op van nieuwe uitvindmf en en werktuigen in de Natuur- en Wiskunde, welke genoegfaam toonen, dat het vernuft en vinding der Arabieren zich hier in ook zeer gelukkig hebben vertoond; fchoon ons cch- :er de opgegcevene lyst der werktuigen zeer onvolledig fchynt te zyn. Dit werk is zeer prachtig op groot papier met eene groote, zuivere en keurige, Ietter gedrukt, en met drie zeer naauwkeurige en fraai gefneedene plaaten verfierd. Nederlanden. De Criminele Ordonnantiën van Koning Philips van Spanje, laatstleden Graaf van Holland, ten dienfte van zyne Nederlanden uitgegeven. Fransch en Nederduitsch , naar de oorfprongelyke drukken van den jare 1570. verzeld van ene Verhandeling over het verftand van de Ordonnantie op den Jlyl van procederen in Criminele zaken. Mitsgaders van aantekeningen , by verfcheidene artikelen van die Ordonnantie , door Mr. Bavius Voorda, Lid van. hei Zeeuwseii Genootfchap der Wetenfchappen te Vlisfingen. Te Leyden by Honkoop en van Tiffèlen 1792. in groot 4-to. Behalven het Voorberigt en de Ordonnantiën ze'.ven, 504 bladzyden. Dit belangryk werk van den Heere Mr. B. Voorda, voorheen Hoogleeraar in het Romeinfch en Hedendaagfch Recht aan 'sLands Hoge School, te Leyden, is opgedragen aan allen die binnen den Lande van Holland en Westvriesland aan de uitoejfening van Crimineel Rechtsgebied deel hebben, mitsgaders die amptshalven met het beleiden en vervolgen van Criminele Rechtszaken belast zyn. Na een Voorberigt van XIV bladzyden, volgt de: Ordonnance, EdiSt et Decret du Roy Nostre Sire fur le faiSl de la Jujïice criminelle en fiays baz En Anvers, de /' Imprimerie de ChristoÜe Plantin , hnprimeur du Roy. Avec privilege. Het oorfprongelyke der Ordonnantie is in deze uitgave aan de ene bladzyde gedrukt, waar tegen de oude Nederduitfche vertaling, op de andere zyde, in gothifche letters overftaat, beiden beflaande ieder 54 bladzyden. Van de vertaling is de tytel aldus: Ordinaneie,. Edibl, ende Gebot, onfs Heeren des Conincx , op 't fuck van de Criminele Jujlicie in deje zyne Nederlanden. _ Te Antwerpen, sfiedruet by Christoffel Plantyn, 5' Conincx drucker, in den gulden Pasfer MDLXX. Met privilegie. _ De Heer Voorda is allernauwkeurigst te werk gegaan, in deze Ordonnantie in beide de talen te geven, zo als ze oorfprongelyk luidt; hebbende zig zelfs niet. veroorloofd, om de drukfeilen in dezelve te veranderen: welke nauwkeurigheid zo veel noodzakelyker was, als de Nederduitfche Text in de uitgave van Mr. S. van Leeuwen op vele plaatfen gebrekkig was voorgefteld; en ook in het Groot Placaatboek van Cau en ScheltUS ; in het Utrechts Placaat - Boek , als mede in het Vriefche Placaat- en Charter-Boek met geheel zuiver wordt gevonden; terwyl er aan de egte lezmgvan zommige artikelen , met name aan die van het 42 artikel van de Ordonnantie op den ftyl van procederen , getwyffeld wordt. Den oorfprongelyken druk van den Franfchen Text , heeft <.e Heer Voorda bekomen van den Heer Mr. Jacob Visscher, Advocaat in 'sHage. De oorfprongelyke Nederduitfchen Text is gevolgd, niet naar den druk, die daar van in dc Boekery L 3  van 'sLands Univerfiteit bewaard wordt, maar naar die var Mr. Cornelis Jan de Lange , welke, ten teken van echtheid, voorzien is met ene acte van Collatie en Authentizatie, van den Heer Bartoj,. Ernst , Griffier van den Hove van Holland in den jare 157c. De Heer Voorda houdt het Franfche ftuk voor het oorfprongelyke, en het Nederduitfche Voor de vertaling, en deelt in de Voorrede verfcheidene aanmerkingen omtrend de fpellingen en lezingen mede. Hier op völgt, op dc zelfde wyze, als gein. Ordonnantie , die, welke gemaakt is op den ftyl van procederen : waar van het opfchrift in 't Fransch is : Ordannance du Roy Nostre flre fur le fait du Stil General , que fe debura dorefenavant obferver es procedures dc; ca ijes , et matieres criminelles en fes pays baz. En in 'tNëüërduitsch Ordonnancie onfs Heren des Conincx aangaande den Jiyl generael: die men voortaen fal onderhouden ende obferveren in de proceduren van de criminele zaken ende materiën, in defe zyne Nederlanden. Dit loopt tot bl. 74. Hiér na volgt dc leerhandeling van den Heer Voorda over het verJland van de Ordonnantie van Koning Philip dm IXJuly MDLXX op den Jlyl der Crimineeh proceduren. Deze Verhandeling beflaat 254 bladzyden, en bevat ene Inleiding en twe Hoofdftukkeo. Na deze Verhandeling volgen de Aantekeningen van den Heet Voorda by verfcheiden artikelen van de Ordonnantie op den Jiyl van bl. 257 tot 478. Waar na dit werk met een Aanhangzet van bl. 479 tot 504. befloten wordt. Dc Heer Voorda betuigt in zyn Voorberigt Zynen dank aan de Vrienden , die op zyn verzoek de Verhandeling over het verftand van de Ordonnantie, mitsgaders zyne Aantekeningen op byzondere artikelen, 't zy geheel of ten dele, vooraf hebben gelieven te lezen, en hem hunne gedagten «11 bedenkingen nopens verfcheidene punten mededeelen.. Hy kon wel niet in alles hunne gedagten volgen , maar , heeft van hunne aanmerkingen vry wat gebruik gemaakt ter verbetering, ter opheldering, en ter uitbreiding van zyn werk, tot welke uitbreiding (zegt de Hr. Voorda) ook verfcheidene Staatsftukken , het Juftitie - wezen rakende , ene byna al te overvloedige ftoffe hebben verfchaft. Aan de aanmerkingen van deze vrienden betuigt hy ook verfchuldigd te zyn, dat hy op den weg is geraakt van dc Franfche manier van procederen te onderzoeken , waar uit Hy ons berigt, dat, wanneer alles zo goed als afgewerkt was, het Aanhangzel is geboren. Zie daar, een kort berigt nopens dit werk, het welk van het grootst belang moet geoordeeld wo.iden. Niet alleen waren by Staatsbefluit van den 3 April 1666. de Heren van de Ridderfchap en van enige fteden gemagtigd , om met cn benevens enige Leden uit de beide Hoven van Juftitie te overwegen, en Hun Ed. Gr. Mogende te dienen van advys: of niet enige, en hoedanige, nadere Ordre en reglement, omtrent de extraordinaires proceduren , voornamentlyk van fubalterhe Rechtbanken, beraamd zoude kunnen en behoeven te worden; maar ook is dit onderwerp in 'tjaar 173a. wederom levendig gemaakt, en, by Staatsbefluit van den 1 Mei van dat jaar, op nieuws by Hun Ed. Groot Mog. vast gefteld, het herzien vsn de Crininele Ordonnantie, mitsgaders van den ftyl van procederen in criminele zaken, en daar toe ene commisfie benoemd : en vervolgens by nader Staatsbefluit van den 8 Mei 1773. deze zaak wederom ter bane gebragt, en ene Commisfie ten zeilden einde benoemd , van welker verrigtingen, arbeid of vorderingen, tot dus ver, mets bekend is, als alleen een ontwerp ener nieuwe Ordonnantie op den ftyl van procederen in criminele zaken, exhibitum den 32 November 1774. zuljlende uit 20 hoofdftukkcn beftaan, en van welk deHeerVooRI da getuigt, dat er ten minften elf reeds zyn uitgewerkt: en nog een nader ontwerp, dog behelzende flegts een hoofdftuk I van praecedente Injormatien, ingediend in February 1776. De Heer Voorda fchryft g. II. van zyne Inleiding bl. 4. Dog ook | deze Commisfie is uitgejiorven , zonder dat zy, zo 't fchynt . ter Staatsvergadering verflag van hunne (hare) verrigtingen ■ gedaan, of enig ontwerp van een nieuwe wet overgeleverd heeft. Evenwel zyn wy van goeder hand onderrigt, dat by gclegenheid van de Commisfie, in 't jaar 1732. benoemd, zyn opgefteld: Pointen, vervattende het Refultaat van het gebefoigneerde der Heren Commiffariffen tot het revideren van de Criminele Ordonnantie en van de Ordonnantie op den Jlyl van procederen in Criminele zaken, beiden van den jare 1570. ingevolge en tot voldoening van haar Ed. Gr. Mog. Rrfol. 'van den 18 Septembe 1732. en 19 Oclob. 1734. Is gerefolvéerd op het eerjle Lid van het eerjle PoinSt in haar Ed. Gr. Mog. Refl van 15 Ocl. 1734. voorkomende , ende nament lyk over de Crimir.ele dagvaardingen, het zy met of zonder Mandament of fchriftelyk Decreet van den echter , aan haar Ed. Gr. Mog. te adviferen, dat zoude behoren geftatueerd te worden, waar op 102 artikelen, met derzelver korte inhoud, naast ieder artikel op de kant, volgen. Dit ftuk, dan, behelzende 102 artikelen, en in M. S. by enige liefnebbers van Staatsftukken berustende, fchynt een ontworpen plan te zyn geweest, vermoedelyk door den Here Bisdom , ten dien tyde Lid van de Commisfie, opgeftekt, en aan de Commisfie ingediend; maar, uit de gedrukte Refolutien van hun Ed. Groot Mogende blykt niet, dat het ooit ter tafel van de Staten is gebragt. De Heer Voorda geeft een groot gezag aan de Criminele Ordonnantiën van Philips, met name aan de Ordonnantie op den ftyl van procederen, uitgenomen nogthans de 48 en 60 artikelen, die met den ftyl van procederen niets gemeen hebben. Dog vele geleerde mannen zouden mogelykhier in van den Heer Voorda verfchillen, als welken veelal van gedagten zyn, dat de Ordonnantiën geen verder kragt van verbintenisfe j hebben of kunnen hebben, dan voor zo verre zy door de Steden en Rechtbanken van Holland en Wcstvricsland zyn aangei nomen en gevolgd geworden. Ons beftck laat niet toe, de re: denen voor het een of voor het ander gevoelen, hier by te j brengen, veel minder te beoordelen. Wy zullen egter ene ,; aanmerking wagen omtrend de redenering en 't bewys van den | Heer VooRda bl. 13. der Inleiding: En, indien Philips als I graaf van Holland geen recht gehad heeft, om die en andere , veel onbehoorlyker Costumen of Ufantien, af te fchaffen, zo weet ik niet, wat meerder recht i' Lands Staten * tegenwoordig, daar toe hebben , het zy in het civile, het zy in het criminele. Wy erkennen, dat onbehootiyke Costumen en Ufantien, met een roord,  t 87 5 woord, corruptelen, onder den fchonen naam van Cojlumen ingevoerd, pist allee» mogen, maar zelfs moeten worden tegengegaan, fo wel thans door de Staten, als eertyds door de Graven. Zodanige corrupteUn zyn geen costumen. Maar het is niet minder waar , dat de. Graven niet alleen als Opperheren moeten befchouwd. worden, even gelyk de Staten thans z;n, maar qok nog 111 ene andere oetrekkin^, namelyk ah tégen, overgeiteld aan de Staten, of het Volk van den Lande van Holland en Westvricsland, en met het zelve in een verdrag ftaande : in welke betrekking de Graven of aan het Land of aan de Staten , of aan het Volk (zo ..ls men dit gelieft,) ->y ede beloofden, derzelver coftumen en oude herkomen , zo wel als hunne handvesten en privilegiën, heilig te zullen houden en handhaven. Deze betrekking der Graven houdt nu in zeker opzigt op , alzo de Staten van Holland en Westvricsland zelvcn , niet tegen het Volk , niet als dc Gravclykheid rcprefeiitcrende, maar als reprefenterende het Volk, met volkomen rest , thans zulke 's Lands of Volks privilegiën en coftumen , die zy voor het Land niet meer heilzaam , of ook fchadelyk agten , mogen te niet doen, welken zy eertyds regt hadden of tegen de Graven te handhaven en ftaande te houden, of ook zeiven toen, uit eigen vryen wil, te verlaten, en daar van afitand te doen ; zonder dat egter de Graven, zelfs niet onder voorgeven van onbehoorykheid en corrupteie, die bezworen coftumen aan den Lande van Holland en Westvriesland vermogten te ontnemen. De Staten hebben d:>n, in dit opzigte, noodzakelyk meerder regt, dan de Graven hadden. Dog voor zo verre door enige Privilegiën of Coftumen , niet aan 't gehele Land, maar aan een derden enig recht is verkregen , mogen ('t zy met eerbied gezegd) ook nu nog de Heren Staten, even min als eertyds de Graven, aan niemant dat verkregen recht, privilegie of coftume, benemen. De Heer Voorda boude ons deze aanmerking ten beste: dit vertrouwen wy ook van zyn rond en hollandsch beftaan. Wy agten zyn werk zeer, en hebben onder anderen met blydfchap gezien , dat hy byzonderlyk de veelvuldige dwalingen en onkunde van Mr. S. van Leeuwen heelt tegengegaan , en nauwkeurig aangewezen. Het beftek van dit weekblad laat niet toe , meerder van dit nuttig en fraai werk te zeggen, in het welk, (om ook Hollandsch rond te zyn) wy egter hier endaar enige pasfages hebben aangetroffen , die tot het onderwerp cigenlyk niet behoren , en welken zomtyds als uitwerkzels van zekere gevoeligheid zouden kunnen opgevat worden. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN, Het getal der Doden , gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 113: en te Haariem 8 , onder welken laatften 3 beneden de 32 Jaren. Gedurende de maand February zyn, in 's Has;e, en de Jurisdictie van dienoverleden, 42 Perfonen van het Mannelyk, en 52. van 't Vrouwelyk geflagt: zamen 94. ' Hier onder 19 beneden het jaar; 5 van 1 tot 5 Jaren; 1 van 10 tot 15; 2 van 15 tot 20; 3 van 20 tot 25; 3 van 25 tot 30; 4 van 30 tot 35; 2 van 35 tot 40; 1 van 40 tot 45; 4 van 45 tot 50; 9 van 50 tot 55; 2 van 55 tot 60; 4 van 60 tot 65; 7 van 65 tot 70; 7 van 70 tot 75; 6 van 75 tot 80; 7 van 80 tot ,85; 7 van 85 tot 90; en 1 van 90 tot 95 Jaren. Gedurende de maand February zyn, in Rotterdam ,en de Jurisdictie dier Stad,, overleden, of ook ingebragt en begraven 37 Mannen, 44 Vrouwen en 78 Kinderen,zamen 159 Perfonen: behalven 3 doodgeborenen, en 7 onechte. Van dci59 Perfonen waren 7 Kraamkinderen, 36 beneden het Jaar, 30 van 1 tot 5 Jaren, 3 van 5 tot 10., 2 van 10 tot 15, j van 15 tot 20, i van 20 tot 25 , 3 van 25 tot 30, 6 van 30 tot 35, 4 van 35 tot 40, 1 van 40 tot 45, 5 van 45 tot 50, 10 van 50 tot'55, 7 van 55 tot 60,5 van 60 tot 65, 11 van 65 tot 70, 9 van 70 tot 75 , 9 van 75 tot 80, 6svan 80 tot 85, 2 van 85 tot 90, en 1 van 90 tot 95 Jaren. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. Koppenhagen , den a6 February- Eergisteren mor gen ftak alhier een zo vreesfelyke ftormwind op , dat dè' oudfle lieden gene geh.eugnis van ene dergelyke hebben.Verfcheidene koetfen, op het plein van 't flot ftaande,' wierden omver geflagen, en ettelyke diken van de huizen geligt: voor de itad wierden ook enige Schepen'op' (trand gezet. Op het Eiland Amack zyn verfcheidene; huizen om verre gewaaid. Hamburg , dan 5 Maart. Na dat het reeds des vrydags en zaturdags vry (terJj gewaaid hadde, onftond er,des nagts tusfehen zatardag en zondatr-, een vreesfelyke' fiorm uit den westen, die den gehcfen zondag tot 's avonds aanhield, en het water in de Elbe dermate opjoeg, dat alle de kelders volliepen, en het beneden deel' der itad onder water geraakte: De Ito-m was zo hevig, dat de vloed, toen het naauwlyks h.id begonnen te' ebben, zich op nieuw verhief. De ftorm heefi hier omA flreeks, gelvk ook in het Hannoverfche, veel fchade veroorzaakt. Alle de plaatfen aan de dvkeu, die in den' laatsten ftorm waren doorgebroken, zyn op nieuw be-fweken, ert de landcryen Weder onder water gezet. De' Huizen en Gebouwen op het land hebben insgelyks-veel:  ( 88 ) geleden. In Moorburg zyn drie boeren huizen om ver gerukt. De werken in onze Haven zyn geweldigd gehavend; ook zyn er, op de Elbe, enige Schepen tegen en over den dyk geworpen; en een Lunenburger in den grond geboord. Uittrekzcl der Dagelykfche Waarnemingen van 24 Febr. tot 2 Maart 1793. te Hamburg. fHoogfte ftand 28, i\. den27ft.cn. Barom. i Laagfte - - 27, 6§. den 26ften. (.Gemiddelde der gehele Week 27, 11, 21. Therm. ["Hoogde ftand 8° 's Midd. van den 28ften. Reaumur. < Laagfte i° 'sMorg. van den 27ften. (.Gemiddelde der gehele Week 5, 6 grad. Heerfchende wind Z.W. Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem. baro- thermo- streek 1793 me- meter. der luchtsge» Jan. ter. NoordiZuid. -wind. steldheid. MaaTt ("29.11 s7| 36 z. o. (5-<29.io| 52 64 o. n. o. helder. _ f 29-11 39 39 f~29.il-J- 37f ! 38 o. n. o. I 's morgens helder , 7. < 30. o 41» I 44ï. — verder wolk. en be- 11°. 2 36 f 36 jwolkt, harde wind. [30. 3 331 34 o. n. o. heWe indri 8. •{30. 2\ 39 53 's avonds ftil. (.3°- 3 33x 33 n. o. f30. i§ 36 36-J o. L, z. bewolkt, 's avonds 30. o 41 i 56 o. harde wind. _JL3_o. 0 34\ 33 o. n. o. ("3°- of 31 3* o. t. z. 10. ^30.02 38| 52? o. helder, harde wind. L3Q- o 31 3- _ T "T29lI°§ ^ *P '° he Wer, zeer harde 11. < 29.10 35-| 46 o. t. n. wind,'savonds (.29.10 31 31 wolken. f29.10 28 1 27 0. - . • y \ windng, voorm. 29-h 33 47 o. t. n. wolken, verder / 30. o 271 j 28 0. K. 0. helder. BEKENDMAKINGEN. *** C. Plaat Boekverkoper te Haerlem, geeft thans uit de agtfle aflevevering der AFBEELDINGEN en BESCHRYVING van zeldzame en fraaye BLOEM- en PLANT-GEWASSEN , behelzende dit ftuk: de Clethra Arborea, — Erica Abietina, — cn Begonia Obliqua. Het IX. Stuk ftaat eerstdaags te volgen, *** BERICHT wegens eene nieuwe uitgave der XXXII Bedefionden, verhandelende den aart, de eigenfehappen, kenteekens enz. van het GEBED. Mitsgaders deszelfs Nuttigheid, Noodzaaklykheid en Aangenaamheid by God, als ook de Hulpmiddelen om de Verftrooying der Gedachten onder het Bidden voor te komen enz. Alles gefchikt om te toonen, hoe men te bidden hebbe, zo onze Bedefionden ven eenige vrucht zullen zyn, met Toepasfingen, Dankzeggingen en Gebeden, naar de merkwaardige omftandigheden van ons Vaderland in de Jaaren 1747 en 1748 door C. C. H. van der Aa , Bedienaar des H. Euangelies in de Gemeente, toegedaan de Onveranderde Augsburgfche Geloofsbelydenisfe ; Lid en Secretaris van de HoIL Maatfch. der Weetenfch. te Haarlem Wordt heden gratis uitgegeven te Haerlem by C. Plaat en alom by de Boekverkopers. NB. De Uitgave zal by ftukjes van twee Bedefionden, geregeld om de 14 dagen gefchieden, en de Prys van ieder ftukje. voor die zich , vóór den 25tien deezer Maand opgeven, niet hoger dan 6 Huivers gefield worden. By de Uitgevers dezes C. PLAAT en A. LOOSJES Pz. , zyn gedrukt de volgende Werken: VERHANDELINGEN , uitgegeven door den Economifchen Tak van de Hollandfche Maatfchappy der Wetenfchappen te Haarlem, 2 Delen, met pl. In gr. 8vo. f 4 : 4 : - Evangelifche Leerredenen, door J. A. Hermes, (Schryver van het Godsdienftig Handboek) IV. Deelen. f 8 : - : - Waarnemingen ovèr de Aardrykskunde, de Natuurkunde, den Aart en de Zeden der Menfehen ; door R. J. Förster, verzameld op zyne Reize om de Waereld ; naar de Hoogduitfche Vertaling, met de Aanmerkingen van zynen Zoon en Reisgenoot G. Förster. III. Stukken, compleet, gr. 8vo. . . . f 4 : 10 : ■' J- 7- van den Bosch Proeve over de Voorbehoeding der Kinderpokjes, gr. 8vo. . . ƒ1:4-- Schmuckers Heelkundige Mengelfchriften, vertaald Aooxjoh. Daams. III. Deelen , geheel compleet, gr. 8vo. met platen . . . ƒ6:12:- Timmerman Oudheid- en Geneeskundige Verhandeling over de Demonifche Menfehen, waar van in deEuangelifcheSchriften gewaagd wordt, gr. 8vo. . f 1 : 10 : - y. Bellamy Jeugdige Gezangen en Nagelaten Gedichten, gr. 8vo. . . ƒ2:12:- Gedichten van yacob van Dyk, gr. 8vo. met deszelfs Portrait. ƒ 2 : 12 : - op best gr. fchr. ƒ3 : 10 : - Het Portrait apart/^ 1 : - : - Ongeletterde Proefdr. fi : 10 : - Te Haerlem. by PLAAT en LOOSJES.  i793- Na 24?' AL GEMENE KONST- en LETTER-BODE, y O O R MEER- EN M1N-GE0EFFENDEN. Vry dag den 22. Maart. BERIGTEN. SPANJE. 1"^®=$efi 8 January 1. I. ondernam de Hr. Lunardi IX li ene Iuchtreize, te Madrid, die ongemeen ge« * f lukkig daagde. Hy (leeg met zyn Ballon naar boven, in tegenwoordigheid van hare Majefteiten, van de gefHe Koninglyke Familie, en ene verbazende menigte van aanfchouweren van allerleien rang. In 'dï luchc zynde, veranderde hy de gedaante van zyn Luchtbol, in die van een Tempel, in de wolken, verfierd met Kolommen en Standbeelden : vervolgens gat hy 'er de vertoning aan van een Chineesch huisje, met bogen en ftandbeelden; en daar op die van een halven Tempel en een half Chineesch huisje. Op den affland van 20 mylen van Madrid liet hy het anker vallen; en klom toen tot ene grote hoogte, geheel en al buiten het gezigt. Ten 4 uren liet hv weder het anker vallen, omtrent 38 mylen van Madrid i alwaar hy zyn Bol ontlastte van omtrent 700 ellen linnen, waar méde hy de bovengemelde veranderingen in derzelver gedaante gemaakt hadde. Hier öp ging hy weder onder zeil, eh kwam, in de fchemering, beneden, digt by de ftad 0>V7jco, 56 mylen van Madrid; hebbende gedurende 5 urén in de lucht gereisd. ZWITSERLAND. ' Te Geneve, is, in de maand November des voorle- Xt deel. denen jaars, in den bloey zyner jaren, Overleden, de Heer Exchaquet, van Aubonne, in het Kanton Bern, een bekwaam Scheikundige, eerfte opzigter over de Bergwerken in Opper-Faucigny, lid van verfcheiden geleerde Genootfchappen &c. De door hem in 't licht'gebragte en volgens zyne opgave vèrvaardigde Reliëfs van de dalen "van Chamouney, bevattende de gehele ftreek rondom het Geneeffche meir, den Gotharsberg, én deszelfs nabyliggende dalén enz. verdienen den dank van allen, die de Zwitferfche Alpen doorreizen , als ongemeen dienftig zynde ter opheldering van de Topographie en Natuurlyke Hiftorie dier oorden. N E D ERLANDEN. Gouda den t2 Maart 1793. Op den 12 December 1792. had de kamer van Rhetorica alhier, genoemd db Goudsbloemen, daar men fchryft: uit jon/Ie begrepen, het genoegen eene algemene Vergadering te kunnen houden De Leden kwamen tot dat einde in het Logement, het ! Harthuis, te zamen, alwaar zy zich ook met de tegenwoordigheid van twee hunner aanzienlyke Befchermheren vereerd vonden; en fmaakten het billyk genoegen, van te zien, dat hunne pogingen, zo yverig aangewend tot het weder in ftand brengen van deze kamer, welke, in 1437 opgerigt, zederd nimmer geheel opgeheven, e\i in 1785 plechtig vernieuwd was, niet vrugteloos waren M 8e'  ? 9» ) geweest, zynde niet a1!een het getal der Leden zo binnen als buiten de Itad.. zederd dien tyd aaumerklyk toegenomen , maar ook het lang gewenschte ogenblik gekomen, waarop Heren Beftuurderen het eerste deel van de mengelwerken der kamer aan de Edele Befchermheren en Leden konden aanbieden. Dit een en ander, en wei voornamelyk dg opgave der. redenen, welke de kamer verhinderd hadden deze proeve van haren arbeid vroeger in 'tiicnt te zenden, maakte het onderwerp der 'dichtmatige Redevoering uit, waar mede de voorzittende Heer f. Bessan, Leeraar der Remonftranten • alhier, de Vergadering op ei e welgevallige wyze opende; gelyk zyn Wel Eerw. dezelve ook, na het afhandelen der voor handen zynde zaken, op den bloei en de belangen» der kamer betrekking hebbende, op dezelfde wyze befloot.- waarna men zich by ene vricndeiyke maaltyd te zamen verheugde in het bly vooruitzicht, dat, na dezen fchonen aanvang, die bloei der kamer luisterryk vermeerderen en beftendig mo°-t zyn. De inhoud van dit eerfte deel der mengelwerken, alhier gedrukt by W. Verblaauw , en door den zeiven aan zyne Correspondenten verzonden , bevat behalven den Opdracht, Voorrede en Wetten; Eene redevoering by't her ftel der kamer, waarin de lotgevallen der kamer; Een ontwerp van een opvoedings - fchool; Eene twede redevoering; alle in onrym. En vyftien Dicbtftukken, als: Numa Numa ontmoet zyne bruid Anaïs, —— de Wenschlicvenheid, — Gedachten over 't gevoel, de Roemenswaardige Held, CJeöne aan Cyneas naar Dufch, Livia's klacht, Cleopatra aan Augustus, de dankbare Chriften, de vertrouwende Chriften, de gepaste herinnering, —!- Gods groot¬ heid, — de Vriendfchap, — aan Daphnis, -- en het zoeken naar geluk door de Juffrouwen Overflraeten en Moens, en de Heren Bes fan, van Peelen , Boon van Oftade, ter Braek en Vatebender. Het tytelvignet is ene fraaie en getrouwe copie van een origineel en zeer oud wapenfchild by de kamer berustende. Het twede deel zal waarfchynlyk nieuwe en gewigtige byzonderheden, de Rhetoryker-s in 't algemeen betreffende, en uit de Oudheid en Vaderlandfche Hiftorie vergaderd, den Lezer aanbieden,-waartoe de kamer alle Liefhebbers van die beide ten vriendelykften uitnodigt het hunne te willen toebrengen, zo iets daar toe of tot andere ftukken der oudheid betrekkelyk onder hunne verzamelingen berusten mocht. Men gelieve zulks te doen geworden aan den Heer J. van Alphen , Secretaris der kamer. Haarlem. De Heer E. J. Greve, die door zvn geleerden arbeid over de toste Hoofdftukken van Job \ en byzonder door zyn, daar by gevoegd, Tra&atus de\ Metris Hebraic's (waar op wy nog een Supplement te wachten hebben) zich niet alleen in ons Vaderland TtZ .00\, bU?f 'S lands ' beroe,"d maakte > heeft thans ene Metnfche uitgave van Nahum en Habakuk op de pers gegeven, welke binnen kort het licht zal zien. Vooraf gaat ene Commentauo generalis; in qua de rc^no As/yrjo et Chaldmco, atate vatum, carmtnum ca«fis, argumento, veracitate , flilo, men fur a dis/entur Dan volgt de tekst van de beide' Prophcten. metrifch volgens het fystema van den Uitgever afbedeeld, met ene nieuwe Latynfche Ovcrzeumg daartegen over, en de best gekeurde verfchillende lezingen, nevens enige critifche conjecturen, onderaan den rand. Achter aai:, zyn verklarende Scholia geplaatst, van denze.fden aart, als die op de raarste hoofdftukken van Tob ■ a s ook ene Chronologifche tafel van de eerfte Ohmpias a tot aan-Crw toe; en eindelyk worden op het laatste blad dc Regula Profodias uit het Tra&atus de metris, met en.ge verbeteringen kortelyk herhaald. Het "eheel zal ongeveer ió vellen ' druks befiaan, van het zelfde formaat, als het meergemelde werk over ?ob. Indien de Schryver genoeg aanmoediging vindt (het welk wy voor de eer van ons Vaderland, en ten beste der Oosterfche Letterkunde harteiyk wenfehen) dan hebben wy misfehien, behalven het beloofde Supplement op zyn eerfte werk, nog-ene uit-ave van ^efaias, in denzelfden trant bearbeid, van hem te wachten. BERIGT AANGAANDE EEN KIND, MET EEN DUBBELD HOOFD. (Overgenomen uit de PhUef. Tramacl. vol. LXXX.) De Vrouw van zekeren Bama', Pagter te Mandalgent, by Bardawan, in Bengalen , Kook) geheten , zynde omtrent =5 laren oud, beviel in de maand 'Mey des jaars 1783. van een mismaakt kind. De Vroedvrouw, die haar verlostte, veifchnkte op het eerfte gezigt dezer wanfehapen migt dermate, dat zy het wigtje in't vuur fmeet, waar door aan eenoog en oor van het zelve aanmerkelyk nadeel toegebrao-t wierd. Buiten het dubbeld hoofd, was het overige van het gehele lighaam wel gefchapen. De beiden hoofden waren van gelyke grootte, en, op het oog, wel gemaakt. De plaats, by welke zy met eikanderen verenigd waren, was boven aan de fchedels dog m dier voegen, dat het bovenhoofd, ('t geen dus omgekeerd tegen het bencdenfte ftond) ene enigermate zyling- fche of fchuinfche rigting hadde : voorts liep de huid over , beiden hoofden zagtkens heen. In de zesde maand kregen de beiden heofden zwart hair, 't reen na genoeg van gel ke dikte was; terwyl ook, omtrent dezen tyd, de beiden hersfenpanncn, behalven een kleinen plek tusfehen de voorhoofdsbeenderen des boveuften hoofds, tot de beenwording overgingen. Op het bovenhoofd voelde men treen pols aan de ilaapflagaderen. flegts de buitenfte aderen lieten zig duidclyk zien. De •  C 91 5 Pe Nek was by de z duimen lang en liep uit in een zagt afgerond gezwel, ter grootte van een perfik, Buiten het oog, 'twelk door het vuur geleden hadde, was het andere volkomen , en hadde ene vrye beweging ; alleen befpeurde men aan de ogenleden en de boog (Iris) by het onverhoeds voorhouden van enig voorwerp, gene beweging; by fterk licht echter knepen de oogleden zig toe. Ondertusfchen hadden de ogen der beiden hoofden gene overeenftemmende gemeenfehap met eikanderen , ma. r waren zo wel open, wanneer het kind fliep, als gefloten , wanneer het wa;.kte. De beiden oren \an het bovenite hoofd waren zeer onvolkomen , en beftonden flegts in ene verdunbeling van den huid, ook fcheen het gehoorgat geheel tc ontbreken. De onderkaak was kleiner , dan in den natuurlyken ftaat, doch hadde ene vrye beweging. De tong was klein, plat, en hing aan de ■onderkaak vast. De kinncbakkens waren natuurlyk; neus en mond hadden derzelver onbelemmerde alfcheidingen. De ('pieren van het aanu;ezigt hadden alle bewegingskragt en alle aandoeningen van v xugde cn droeibeid ; ook deedden de lippen ene poging tot zuigen , wanneer het kind aan den borst der Moeder gelegd w.erd. Het benedenfte of natuurlyk hoofd, was in alles wel gerchapen: de ogen waren op alle voorwerpen oplettend e de mond zoog volkomen aan den borst. Daar echter de Ouders, uit armoede, het kind op de ftraten van Calcutta als ene zeldzaamheid, voor geld lieten kyken , en het, uit dien hoofde, geftadig bedekt hielden, was dit ene oorzaak van de uittering •en ziekelykheid des overigen lighaams. De Heer Stark, op dien tyd in Bengalen zynde, floeg naauwkeurig agt op de byzondere verfchynzels by dit kind : en liet door den Heer Smith , diestyds Portraitfehilder in Indien , daar van ene naauwkeurige afbeelding maken. Toen dit gefchiedde, was het reeds twe jaren oud, en hadde het reeds alle tanden , terwyl het gebrande oor en oog vry wel herfteld waren. De oogleden van het bovenfte hoofd floten niet volkomen , zelfs niet als het kind fliep, ook vestigden zig de bovenfte ogen niet, gelyk deonderften, bepaaldclyk op enig Vio crehouden voorwerp., maar zweefden om en heen. De bovenfte ogen traanden byna geftadi? , doch de onderften flegts, wanneer bet kind fchreidde. Het bovenfte hoofd fcheen bykans mede gevoel te hebben van alle natuurlyke werkingen by het kind. Schrcidde het, dan befpeurde men een foortgelyk medetrevoel in het gelaad van het oovenfte hoofd; zoog het aan de Moeder, zo bewogen zich gelyktydig de lippen van het bovenfte hoofd, en het fpeekzel fchoot ruimer toe, dan naar gewoonte; lachte het, dan befpeurde men aan het bovenfte' hoofd iets diergclyks: alleen fcheen het kind weinig of zeer gerinie aandoening te gevoelen wanneer men het bovenfte hoofd aanraakte of daar op drukte. Twe jaren oud zynde, wierd het kind , by ene volkomene gezondheid, terwyl de Moeder was uitgegaan om water te fcheppen , door een Brilflang gebeten, cn de Moeder vond het, by hare terugkomst, dood. De ouders lieten het kind , uit Godsdienftige vooroordelen, begraven; maar de Heer Derrt dcedt het door zyne Europefche bedienden opcraven, en gaf het aan den Kapitein Buchman, die het den Heer Home bezorgde. Deze gaf het bekkeneel den Heer Hunter tengefchenke voor de Koningl. Maatfchappy der Wetenfchappen te Londen, in welker Kabinet van natuurlyke zeldzaamheden , dit diubcld bekkeneel, ten blyke van de echtheid dezes verhaals, tot heden toe bewaard ligt. De beiden bekkenelen, die dit gedrogtelyk hoofd uitbeelden, fchynen na genoeg van gelyke grootte te wezen, en even volkomen ten aanzien van derzelver beenwording, buiten een kleine plek aan het oppercinde des voorhoofdsbeens van het bovenfte bekkeneel, die naar een fontanel gelykt. Zonderling is de wyze, waar op ze beiden met eikanderen verenigd zyn. 'Er is geen been meer of minder aan ; maar de voor'noofds- en zybenen van ieder bekkeneel lopen, in plaats van zig te krommen en te fluiten, voort; doch in dier voege, dat zy wegen den fcheven ftand van het hoofd, een weinig in de natuurlyke naden van eikanderen lopen, en een zikkelvormige naad maken , waar zy aan eikanderen fluiten. By derzelver vereniging zyn de beiden bekkenelen even volledig : maar aan het bovenfte ontbreken, uit hoofde van de terugwyking, ettelyke delen. Zo ontbreekt het gehoorgat in het ilaapbcen geheel en al: gelyk mede die delen gemist worden, waar mede het bekkeneel aan het lighaam gehegt is. Het grote gat van het achterhoofd is flegts ene onregelmatige opening , welke aan het ruggemerg geen doorgang toelaat. Vangelyken ontbreken ook de artikulerende oppervlakten, overmits 'er geen wervelbeen in den hals is: het fóramen lacerum is flegts aan de ene zyde te zien, en te klein voor den ftrotader; van agteren zyn de beenderen van het verhemelte gebrekkig : dc onderkaak is, met de bovenite vergeleken, te klein, ook ontbreken de uitfteekzels (apophyfes) voor de geleding ten enemale. Al het overige is gelyk, als mede het getal der tanden, waar van men in elk bekkeneel [6 telt. De beiden hersfenen moeten, naar alle waarfchynlykheid in een en het zelfde Deenhuisje (capfula) gelegen hebben, overmids er geen middenfehot (feptum) tusfehen dezelven voorhanden is. In hoe verre zy van eikanderen afgefcheiden en in derzelver afzon.derlyk bekleedzel befloten geweest zyn, kan niet wel bepaald worden : uit hoofde van het medegevoel echter , 't geen de Heer Stark tusfehen de beiden hoofden heeft waargenomen , is het geloofbaar, dat 'er een naauw verband tusfehen dezelven , door middel der zenuwen, hebbe plaats gehad, en dat gevolglyk de ztlfftandigheid der beiden l.e.-sfens in elkander gelopen zy. Reize van den Hoog/. Hauciiecorne, 'met z\'ne leerlingen, naar het Si lés'ies cn Gebergte. (Gazette Literaire de Berhnl\ Vervolg van Bladz. 83. Glatz ,den 12 juny 1792; Wy- zyn thans aan het einde onzer reize, en zullen eerlang onze paarden den weg naar Berlyn doen inlhan. Wy bragten, laatstleden zondag, den voormiddag door M "2 \a  C 92 > in het fraaie klooster van Qrüspait: alwaar wy juist van pas kwamen, om de plegtige viering van den Sacrament's dag by te wonen. De Bisfchop liet ons 'smid dags ten eten verzoeken, en wy deden ene zeer goede maaltvd in gezelfehap met Geestelyken van onderfcheidene ordens, die zich derwaarts mede begeven hadden. Na het eten, liet men ons het Klooster- gebouw en de Boe fcery, die vry uitgeftrekc is, zien. Deze Vaders bewezen ons vele beleefdheden. Na deze verrigting floegen wy den weg in naar Aders, ■ bacli. H.er deedt zig het Amphitheater van Rotfeu aan onze vol ongeduld uitkykende ogen op. Voor het zelve fchynen zich de puinhopen ener grote ftad te vertonen, aan welker beider einden zich, lings en regts, bergen verheffen, die van verfterkte Kastelen voorzien zyn. Daar de zon thans op het helderde fcheen, wierd de fraaiheid van dit gezigt niet weinig vermeerderd, door de mengeling der fchaduwen met het licht. Naar mate wy nader by kwamen, fchenen deze Rotfen ene andere gedaante aan te nemen, zich van eikanderen aftefcheiden, en zich, onder ailerley foorten van verfchillende becltenisfen, te vertonen. Naardemaal de verbeelding onder het aanfehouwen een weinig medewerkt , maakte men van den enen klip een IVIonnik, van den anderen een Stoel, en van een derden een oud man ; welke namen deze Rotfen tot heden toe dragen. Een dezer Rotfen, zeden langen tyd, aan deszelfs voet, onderkolkt zynde door een beekje, 'twelk onophoudelyk ftroomt, heeft de gedaante van enen omgekeerden kegel, die onder het water; gelyk wy, daarvan de maat nemende, bevonden; langs hoe meer puntig toeloopt: zo dat waarfchynlyk deze klip den een of anderen tyd omver zal vallen, zo dra het water daar van zo veel zal hebben weggefpoeld, dat de voet te klein is, om daar op te rusten. Deze Rotfen zyn des te meer indringbaar voor het water, om dat zy flegts uit zeer zagte zandfteen beftaan, die gemakkelyk fyn kan gewreven worden. Overal , waar het water heen loopt, vind men diep zand, dat zeer grof van korrel is, en dat men niet dan zeer bezwaarlyk door kan boren. Deze fteenklippen fchynen wel eer den voet te hebben uitgemaakt van een Berg , die, in een der grote overftromingen van de vroegfte eeuwen, kan weggefpoeld wezen. Thans worden zy zagtkens afgeknabbeld door het ftromend Water, en misfehien zullen zy, vroeger of later, de ene na de andere inftorten: derzelver tusfehenruimten met aarde aangevuld wordende, zullen voor de groeying bekwaam gemaakt worden, en men zal eenmaal een heuvel, met fparrebomen bedekt, ter zeiver plaatfe zien, alwaar men heden duizend kolommen ziet, die zich werkelyk ter hoogte van honderd voeten verheffen. Men vermaakte ons met ons een echo te laten horen, die de geluiden ettelyke malen herhaalde. Om er ons te meer van te overtuigen deedden wy enige piftoolfcho- ten, die wy tot dno malen toe zeer duideiyk hoorden te rug kaatfen, en zich ten leste, in een langeroliing , lan^s aen gehelen keten van rotfen, verloren. Eindelyk traden wy dezen doolhof in. De menigte dezer digt aan elkander ftaande klippen is van maar weinb'e regte doorgangen voorzien, langs welken men bnuAi dezelven kan komen. ^fen kan njet dan. met m >cite tusfehen zommige kolommen doorkruipen .- heiende enigen reeds derzelver toppen laten vailcn, 011 anderen door den blixem hier en daar afgelegen zynde. Inzoinraige reten was 'er genoegzame aarde, om bomen te dragen, die aan de punten der rotfen fchenen te hangen. Na enige minuten voortgegaan te hebben, kwamen wy aan een pragtige falon, waar van wy niet weinig ftonden optekyken. Verbeel u ene bvkans ronde ruimte van veertig treden uitgeftrektheid, met een frisch groen bevloerd, en omringt van een vyftigtaf aan eikanderen fluitende rotfen, waar van de meesten, op de toppen, van bomen voorzien waren, wier takken breed genoeg over hingen om de falon dermate te befebaduwen, dat het zonlicht, niet dan fchemerend, in deze ruimte kon vallen , waar door zy ene aangename fombcrb.eid inboezemde. Een zagt gemurmel,, 't welk zich aan den voet van een der Rotfen deed horen,, wekte myne aandagt. Ik begaf my derwaarts, om de oorzaak van dit geluid na te fporen, en bevond , dat de Rots uit een foort van. een hol beftond, door vyf andere kolommen gevormd, die van boven boogswyze toeliepen , en waar van de grond met zuiver en frisch water overdekt was, in 't welk zi°waarfchynlyk een bron ontlastte. Wy verlangden, om deze bron te zien: en onze Gid* fen zeiden ons, dat wy, op de rotfen klimmende, haar zouden ontdekken. Wy gingen daar aan het opklauteren: men leidde ons in een holle rots, die van boven open was, gelyk een, fchoorfteen, alwaar wy, op ons gemak den waterval zagen, die, langs de verfcheidene uitftekken van dezen vergaarbak aflopende, het lieflyk gemurmel veroorzaakte, 't geen wy in de falon gehoord hadden. Wy verlieten Adersbach, toen de zon reeds begon onder te gaan, en begaven ons, over Rratmau, naar het Graaffchap Glatz, den gehelen nagt doorreizende. Na den dag van gisteren aan het bezoek onzer Bloedverwanten en Vrienden toegewyd te hebben, ging ik heden , met myne Leerlingen, naar de Baden van Landek, De ommeftreken van deze ftad leveren aangename" wandelwegen op. Na het eten gingen wy de Baden bezigtigen, alwaar Mannen en Vrouwen zich by eikanderen in een grote kom bevinden: elk met een linnen kleed gedekt. Een gezelfehap van twintig perfonen blyft, op die  ( 93 > die mü, by eikanderen, gedurende twe uren met el-[ < kanderen pratende, jokkende, en bezoeken ontvangen j de Wy bevonden ons rondom de badenden, op ene t canery, van waar wy ons met hen konden onderh.au- . den Kort daar na floegen wy den weg in ti»ar Glatz. Ik mace ftaat, om morgen ogtend naar Siherberg te , zullen vertrekken. Wy zullen ook nog het genoegen j hebben, om IValdenburg, Altwasfer, en Furftenflebk te zien. Volgens myn bedek, komen wy den 21 weder t'huis: en ik zal my haasten om u te ontmoeten, in wiens byzyn my de langite dag van 't jaar nog kort zal wezen. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKAPEMISCHE EN ANDEKE SCHRIFTEN. Grootbrittani p.n. Tra veis, during the Jears 1787. and 80; undvtaken more particularly with a View ofascertaining the Cultivation, JVealth, Refources, and National Prosperity of the Kingdom of Frame. By Arthur Young, Esq. F. R. S. &c. 4to. 566 pages, With 3 Maps, Pr. 1. L. 5, th. in boards, Bury, Rackham , Londou , Richardfon ; 1792. De Hr. Toung is zo lang bekend geweest als een «Ier nuttigfle onder de hedendaagfche reizigers, dat wy alleenlyk behoeven te zeggen, hoe zeer zyn achting waarfchynlyk ryzen zal door dit werk, 'twelk we »u voor ons hebben. Het zelve vervat hoofdzakelyk den uitflag zyner waarneminren omtrent den ftaat van Frankryk voor, by , en na de omwenteling, gedurende een driejarig verblyf aldaar, door den S. verzameld Men vindt hier gene befchouwingen, die ons in den war brengen, gene bezegelingen, welke niet konnen worden naeefpoord uit erkende beginfelen. De verzameling van feiten in dit boek vervat, maakt het zelve van het hoogst belang'; inzonderheid in enen tyd, welke elke onderrichting aangaande Frankryk var. belang doet zyn. De-e reizen zyn opgehelderd door een nieuwe kaart van den Franfchen grond, een andere van dc luchtftreek en fchcepvaart, en een derde van den weg, door den Schryver bereisd. Ze fchynen zeer naauwkeurig te zyn, en doen den lezer gro ten dienst, om den Schryver wel te verftaan. (Anal. Rev.) Elements of the Philofophy of the Human Mind. By Ducai.d Stewart, F. R. S. Edinburgh, and Profesfor of Moral Philofophy in the Univerfky of Edinburgh, 4to. Strahan and Cadcll, I.ondon; Creech , Edinburgh. Wy konnen niet nalaten, der werelt geluk te wentellen met de verfcl.yning van een werk. 'twelk ons toefchynt beter dan eenig ander, dat voorgegaan is, gefchikt te zyn, om ene zo miskende als lang verwaarloosde wetenfehap in hare oorfpronglyke waardigheid'te herftellen , en een daadlyk bewys opteleveren van het nut, 't welk zy kan te wege brengen. Wy zullen ons vergenoegen met ene algemene aanmerking, waar toe wy , onder het lezen van dit werk, dikwyls aangedreven Wierden, en die beter dan een breed verflag zal dienen, om nvzen lezeren een juist denkbeeld te gsven van dien tr.ip van oogachting, welke wy denken, dat het verdient. In de üeïhouwing der vermogens van 's menfehen Geest komen drie aken voor, welke den wysgeer behoren bezig te houden , en te alles fchynen in te fluiten, wat de wysbegeerte in dezen alt van kennis bereiken kan. Deze zyn: eerst het bepalen Ier natuur en wetten der vermogens zelve; ten tweden : le ve-roetering na te fporen, waar voor zy vatbaar zyn; —— :n ten derden : de einden of oogmerken aan te wyzen , waar :oe zy gefchikt zyn , zo met opzicht tot het geluk van ieder mensen als tot 'dat der Maatfchappyen. Het is_ ongelukkig, reweest voor de geleerdheid, dat de Wysgeren zich genoegzaam eenpariglyk bepaald hebben tot het eerfte dezer onderwerpen: cn van daar, dat de wetenfehap zelve ene zo wanfhltige gedaante heeft aangenomen, en aan befpotting of aan verwaarlozing is bloot geftetd. De Hr. Stewart heeft de eer van de eerfte Wysgeer te zyn, die dit gezien heeft en beftendiglyk alle de oovengemelde onderwerpen blyft in 't oog houden; en die, niet voldaan met de enkele ontdekking van befpiegelende waarheid, dezelve yverig bezigt tot dat grote doel, het verftandlyk en zedelyk verbeteren onzer natuur , en het in 't licht ftellen der wysheid en der goedheid van haren oorfprong. (Anal. Rev.) Zwitserland. Mufeum der Heilkunde, herausgegeben von der Helvetijchen Gefellfcbaft correspondirender Aerzte und Wundaerzte, ïfte band, 402 blz. 8vo. Zurich by Orell en Comp. 1792. Men heeft zedert enigen tyd in Zwitferland ene diergelyke Geneeskundige Correspondentie - Sociëteit opgerigt, als die in 'sHage enige jaren gebloek heeft, doch thans geheel fchynt te kwynen. Dit Genootfchap, 'tgeen deszelfs Vergaderplaats te Zurich heeft, en waarvan de beroemde Rahn eerfte Praefident is , beftaat uit een groot aantal leden , gekozen uit de voornaamfte Genees- cn Heelkundigen van geheel Zwitferland , welke gehouden zyn van tyd tot tyd berigten in te leveren , zo van de algemene heerfchende ziekten, als van die, welken aan hun diftrift byzonder eigen zyn, gelyk mede van de byzondere en zeldzame gevallen door hun waargenomen. Hieruit worden de meest lezenswaardige berigten en verhandelingen uitgekozen , om onder de werken van het Genootfchip gedrukt tc worden. In dit eerfte deel dezer werken komen 49 verfchillcnde artikels voor , waarvan echter een groot deel tamclyk ontbeerlyk fchynt; terwyl echter vele waarnemingen met jrenoegen, zelfs door Geneeskundigen van alle natiën, zullen kunnen gelezen worden. Met verwondering vonden wy hier ook een verflag der ziekten, die in 't jaar 179°- in fs Gravenhage geheerscht hebben, door den Heer Dr. a Thuesfink._ J. B. Monteggia Fascieuli pathologie!, Zurich by Ziegler 1793. 124 blz. 8vo. Men vindt in dit werkje eigene waarnemingen van ziekten, en heelkundige gebreken, met de daarop volgende Lykfchouwingen, door den fchryver zelve gedaan cn befchreven. Alle deze waarnemingen zyn niet even leerzaam of belangryk , doch byz.onder munt onder dezelve uit ene zeer lezenswaardige befchryving van ene verkeerde ligging van alle ingewanden van borst en buik, zodat alle delen, die natuurlyk aan de regterzyde liggen, aan de linkerzyde gevonden wierden. M 3 Ge-  C 94. ) Gedurende het leven van dezen perfoon had men niets tegennatuurlyks aan hem bemerkt; hy was zeer gezond., tot dat hy in zyn iSde jaar aan de gevolgen van ene koortsziekte overleed. J, L. Z. J. J. Romer DeleEius opusculorum ad omnem rem medicam fpeêiantium, qua primum in Italia edita, recudi curavit. I. Deel. 470 blz. Svo. Zurich by Zie.Uer en Zonen 1792. Daar dc Italiaanfche Geneeskundige werken m andere landen van Europa zeer fchaars en mocilyk te bekomen zyn , en 'er echter vele onder zyn, die zeer lezenswaardig zyn, heeft de Heer Doftor Romer tc Zurich het nuttig plan opgevat, om de beste Italiaanfche werken , en voornamelyk kleine verhandelingen, te laten herdrukken, en van tyd tot tyd daarvan ene verzameling uittegeven. Hy maakt hier mede in dit deel een begin , en levert hier de volgende ftukken, A. Scarpa de Jlructurafenejïrat rotunda; J. B. Paletta de nervis crotaphitico et buccinatore; Caldani de ureterum inatqualitate, et de chorda tympani offi;io ; L. Nannoni de flmilarium partium c. h. regeneratione,- P. Valc3renghi de vera pra.vi medicis necesfaria et agrotis titili; ]. P. Frank de populorum miferia morboritmgenitrice; H. Mercurialis Nomothelasmus, five ratio laclandi infantes ; J. P. Frank de morbis pecudum a medentibus nequaquam pratervidendis. G. G. A. Duitschland. F. G. Danz Grundrifs der Zergliederungskunde des angebohmen kindes in den verfchiedenen Zetten der Schwangerfchaft, mit anmerkungen von Sommering iftes Bandchen 1792. 242 blz. 8vo. Ene volledige ontleding van het menschlyk ci en vrugt, in de verfchillende tyden der zwangerheid, was 'er nog niet voor handen ; maar zeer vele en zeer ichone hier toe betrekkelyke ftukken waren in verfcheidene werken verfpreid. De Schryver van dit werkje heeft derhalven het Geneeskundig publiek een wezenlyken dienst gedaan, met deze ftukken byeen te zamelen, en uit dez;lve een oordeelkundig geheel op te maken. In dit eerfte deel hanoelt hy meest over vliezen en vogten van het ei, over de nageboorte en de navelftreng, en over de vrugt zelve, gedurende het begin der zwangerheid. Wy zien het "volgende deel, waarin dit onderwerp vervolgd en ten einde gebragt zal worden, met verlangen te gemoet. A. L. Z. C. L. PFilldenow Grundrifs der Krattterkunde zu vorlefungen entworfen, met 8 pinten, 486 blz. 8vo. Berlyn by Haude en Spener 1792. Dit Handboek der Kruidkunde van den beroemden Doctor Willdenow, te Berlyn, onderfcheid zich van dc meeste andere, zo nieuwe als oude, gelykfoortige werken, door ene zeer goede orde van behandeling, door een bvzonder en nieuw oogpunt, waar onder de Schryver verfcheidene zaken befehouwt, en door het oordeelkundig gebruik, 'twelk hy van de nieuwfte ontdekkingen en verbeteringen maakt. Het werk is intusfehen te uitgebreid om als handboek by botanifche lesfen te dienen, doch zeer gefchikt om by zulke lesfen na te lezen. A. L. Z. C. G. Selle Medicina clinica oder Band'utch der Medicinifchen Praxis, zesde vermeerderde druk, Berlyn by Himburg 1793- Dit is '"eds de zesde uitgave in tien jaren van een werk, welks waarde in Duitschland algemeen erkend wordt, en t geen op vele Duitfche Akademien als een handbeek tot de Akademiiche lesfen gebruikt wordt. Deze uitgave is aanmerklyk vermeerderd, eh op verfcheidene plaatzen verbeterd, d. x. Z. •C' ^-^'Jeland Bemerkungen uber die naturHeken and ge.npflen Blattern ■ zu PPeimar im Jahr 1788; r.ebst einem Anhang uber die wejentlichen Corzuge der Inocutation, und uber eimge andere kmderkrankheiten, twede vermeerderde druk 59°^ blz. 9vo. Leipzig Ly Gófcnen 1793. Een uitmuntend werk, t welk zeer veel leerzaams over de natunrlyke en in eënte pokjes bevat, 't geen de grote nuttigheid der inëntin"- met gevvigtige en deels nieuwe gronden betoogt, en in welks aannanglel ook zeer veel lichts verfpreid wordt over den dart en geneeswyze van vele andere ziekten, waaraan kinderen onderhevig zyn, voornamelyk van de kinkhoest, de mazelen, defcharlakenkoorts en roodvonk, over het gebruik van braakmiddelen by kinderen enz. Een werk derhalven, 'twelk door eiken Geneeskundigen met nut zal kunnen gelezen worden. A. L. Z. G. L. Huffmann Plant* Lichenofce vol. II. ftuk. II en III* Leypzig by Crufius 1792. Dit voortreffelyke werk over die* foorten van mos - planten welke Lichenes genoemd worden, blyft fteeds, in deze voortzetting, dezelfde waarde behouden* die wy voorheen aan het begin dezes werks hebben toegekend.' Vele zeldzame en niet weinig nieuwe foorten worden hier weder naauwkeurig befchreven en afgebeeld. G. G. A. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handelen scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken EN fabrieken, betrekkelyk. Peter sbürg. Het Keizerlyk vry Huishoudeltk Genootschap, te Petersburg, heeft, in deszelfs laarste Vergadering van den 8 December, a. p. de vol-ende Prysvragen, ter beantwoording voor den 1 Oaober dezes lopenden jaars, opgegeven I. Eene or.fchadelyke manier, om goede Koornbrandewyn volkomen gelyk aan de Franfche Brandewyn te maken, vermits de tot dus verre in gebruik zynde manieren, zelfs die van den Heer Lowitz, niet geheel aan dit oogmerk beantwoorden. Het Genootfchap verwagt proeven hier van, beftaande ten min/ten uit twe i lakkons, met een verzegelde zinforeuk vergezeld: zullende alleen de zinfpreuk geopend worden, welks bygaande proeven- den prys waardig gekeurd worden, ten einde hy, wien de prys te beurt valt, ene befchryving van zyne manier van behandeling konne inzenden. De prys is een gouden medaiije van 40 dukaten. II. De beste befchryving ener manier, om Steuren, Zalmen en andere voorname visfen, ter plaatze, waar zy gehangen worden, in te zouten, of, door andsre, niet kost-.  C 95 ) kostbare, nog aan eren fmaak nadelige, middelen, in alle jaartyden, gped te houden en in te pakken. De-prys is ere;goudèii mèdaiije van 30 dukaten. Hl. Inlandfche Soda, van deugd als de uitlandfche, uit enkele Sudaplanteu te bereide;], nevens ene naauvykeurige. befchryving van de daar by in agt genpmehe behandeling, en enige ponden der gewonnen Sx1a, met proe ven van de gebruikte planten. De prys is een gouden madailje van 25 dukaten. LVV Hoe kan men, in de fteden , van onderfcheidene zoorten van keyftenen , of andere duurzame materialen, met zand, kley, of enige andere tot vastheid en duurzaamheid dienende compoiitie, de hegtfte beftrafiiigen maken ? Het Genootfchap verlangt hier by een plan, nevens ene uitvoerige berekening, om nodeloze kosten te vermyden , hoe hoog een of 10 vierkante vademen, van zulk ene beitrating, met materialen en arbeidsloon zouden te ftaan komen. De prys is een gouden medailje van 25 dukaten. V. Laten de gaten, die in het dak of de zoldering ener kamer, zonder uitlopende pypen , gemaakt zyn , bedorven of zuivre lugt uit? of laten zy alleen lucht van buiten inkomen ? Hoe en op welke wyze werken de Ventilators in de venfterglazen op de -lucht in de vertrekken? Voeren zy de bedorvene lucht uit, of dringt alleen de buitenlucht door dezelve heen ? of gefchied het een na het ander? 2. Op hoe veel ruimte moet 'er, in een digt winter vertrek van middelmatige grootte en ter hoogte van 11 a 12 voeten van 12 duimen, voor ieder perzoon, daar in gehuisvest, gerekend worden, wanneer de lucht niet fchadelyk voor de gezondheid zal zyn : of hoe veel plaats heeft men, in een digte, met dubbelde venfterramen en deurgordynen voorziene, winter kamer, nodig te beflaan, om gezond daar in te leven? 3. Welk ene verandering brengt een brandend houdvuur in een open kachel in de lucht van 't vertrek te wege? (trekt zich de lucbtftroom , die men by de kacheldeur befpeurt, over het geheel vertrek uit, of bepaald dezelve zig enkel tot de nabyheid dier opening ? Hoe werkt dit vuur op de beneden zwaardere en hoe op de boven ligtere luchtlagen? Onder welke omftandigheden, zyn de fchoorftcnen, op zich zeiven, en wanneer men 'er hout, fteenkolen of turf in brant, voor- of nadelig aan de lucht van het vertrek? 4. Daar het vuur, uit de brandftoffen , ene voor de inademing ondienftige lucht, in die van den dampkring , brengt, heeft men nodig voor de gezondheid, om tc weten, in welker voege de lucht in de kamers, door een aantal van lampen en kaarsfen, van kolen , vuurtesten en théegereedfehap, rook van tabak, reukwerk en foortgel. veranderd word? 5. Welken invloed hebben bloempotten, met planten, boompjes en bloemen, ten aanzien van derzever uitwaasfemingen, op de lucht in gefloten vertrekken ? Hoe werken ruikers, gefprengd «jkwatcr, of azyn, en velerlei gebruikelyke welriekende dingen? hoe met kalk verscfr gewitte muren, of geverw- dc meubels, en andere Item uitwaasfemende dingen op de lucht binnen de vertrekken ? : Het Genootfchap verlangt tevens, dat men een gemakkelyker middel om de lucht te toctfeu, dan de Eudiometer, aan de hand geve, als mede navolgbare voorfchriften om de best mogelyke lucht in een vertrek te onderhouden en bedorvene teherftellen. De prys voor het beste antwoord op deze vragen is een gouden medaüje ter waarde van 50 dukaten, cn voor een eerst accesftt een dergelyke van 25 dukaten. De antwoorden moeten in het Rufiisch, Hoogduitsch of Fransch, leesbaar en net gefchreven, en met een zinfpreuk ondertekend, en verzeld zyn van een verzegeld biljet, waar in de naam der Schryvers. Waarde van den gehelen uitvoer naar, en invoer uit, Amerika , in het Kontngryk Spanje, gedurende het jaar 1784. zynde berekend in Hollandfche Guldens. (getrokken uit J. Towsend 's Reize door Spanje.) uitvoer. Spaanf.vQortb. Buhenl.voortb. Geheel. Cadiz. - - f*5J828,'< 32 , ^4,007,841 39,835,873 Malaga - - 2,160,269 157,311 2,317,480 Sevffla - - 689,843 335.973 1,025,816 Bareelona. - - 1,348,941 133,640 1,582,581 Corunha - - 710,325 439,5X2 1,149,907 Santander - 403,865 991,903 1,395,768 Tortofa - - 84,359 3,179 «7.538 Canarif. Eiland. 274,714 274,714 Oijon - - 47,091 112,090 159,181 1 21,547,339! 26,281,519, 47,828,858 De Rechten, van dien uitvoer betaald, bedroegen 1 millioen, agtmaal honderd agt en zeventig duizend cn agt honderd guldens. invoer. In geld en edelgeji'eenten. In Koopman) te Cadiz - - 91,268,804 32,898,327 te Malaga - - 204,655 te Bareelona - - 1,123,540 1,003,563 te Corunha - - 8,154,113 990,011 te Santander - - 449,273 1,110,714 in de Canarifche eilanden 1,207,877 576,026 102,203,607 36,783,296 De gehele fom der aangebragte waren en koopmanfchappen hedroeg diensviolgens 138, 986, 903 guldens; en  en de_ Rechten, hier van betaald, beliepen ene ibin van 5 nïiliioenen, agtmaal honderd één duizend, zes honderd en drie en vyftig guldens. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is g.eweest: te Amfterdam 111: en te Haarlem 7 , onder welken laatften 4 beneden de 12 Jaren. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. Uittrekzcl der Dagelykfche Waarnemingen van 3 tot 9 Maart 1793. te Hamburg. fHoogfte ftand 28, 4%. den 9den. Barom. < Laagfte - - 27, 2J. den 3den. ï. Gemiddelde der gehele Week 2 8, o, 81. Therm. fHoogfte ftand 70 's Midd. van den 6den. Reaumur. < Laagfte 4° onder o 's Morg. van den 8ften, l_ Gemiddelde der gehele Week 4, 7 grad. Heerfchende wind N. O. Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem. baro- thermo- streek I 1793 me- meter. der luchtsge- ]an. ter. Noord; Zuid. wind. | steldhfip. Maart f29.11 35^ 37 z. o. 1 13 J 29.11 5i| 52 z. t. o. J betrokken. _ f 30. o j 49 50 z. t. w. j f30. o 44 j 45 z. z. o. , °s morgens regen , ..30.0'- 50 48 N. * verd regenagt.'sav" j\o.i 1 ;aj. n. t. w.I^p1^ ftii- f30. o 42 43 o. n. o. 15. j 29.11 51 48 N. o. mistig, betrokken. L^9-10'- 43; 43 f29- 9 451 47 o. t. z. voorm. betrokken, 16. < 29. 7| 51 51 z t. o. dampig, verder bew. L29' 5j 47 46 z. z. 0. 's nagts regen. r 29. sf 4i~i « w. z. w. 1 >s ; reg.v"~:m. 17. ^29.6 48 70 o. I omtr. held namidd. 1.29- 3 45 ! 44" —— j bew. 's avonds reg. f29. if 48 481 f o." z. o. I , 9 ,> „~ .1 5 I regenagtig, nam. 1-8. < 29. i_ 53 So z. o. j bewolkt, 's avonds (,29. 3 44?- 43 f | omtrent helder. p-9. 8 j 45 j 45 1 w. t. z. ! voorm berokken Ip.;29-7|| 54 43 z. w. j verder wolken, / 29. 9 j 42 J 42 j z. t. w. ■ omtrent helder. * nam. Oost. j BEKENDMAKINGEN. *** By J. ALLART, Boekverkooper te Amfterdam, word vervaardigd eene extraordinaire groote, geheel nieuwe, LANDKAART van het TONEEL DES TEGENWOORDIGEN OORLOG, met een bygevoegd AAN WYZE ND HANDBOEK, welk: behelzen zal eene beknopte, doch naauwkeurige Befchryving van alle Plaatfen, in de Kaart voorkomende, vooral met betrekking tot derzelver Sterkte, Verdediging enz; zynde van deze Kaart en deszelfs oogmerk een uitvoerig BERIGT alon* gratis te bekomen ; zullende dezelve niet alleen van een extraordinair groot frappant beftek en formaat, maar teffens zoodanig ingerigt zyn, dat de minst kundigen alles met eenen opflag van het oog kunnen vinden, waar toe de byzondere wyze van afzetten of kleuren ongemeen dienen zal. De KAART in Heele Veis Olifants - Formaat, volgens eene nieuwe, zeer naauwkeurige Tekening van den kundigen Kaarttekenaar DE ROEDER, keurlyk gegraveerd, zal dus afgezet of gekleurd, met het AANWYZEND HANDBOEK, te famen voor den prys van eén Ryksdaalder, in de aanftaande Maand, uitgegeven worden , zoo als dit in 'tBerigt, dat alom gratis te bekomen is, breeder is vermeld. Verzoekende de Uitgever aan elk die zich van deze KAART en aanvvyzend HANDBOEK wil voorzien, zulks ten fpoedigften by hem, en by de Boekverkoopers in geheel Nederland op te geven; ten einde zich daar na te kunnen reguleren in het getal der Kaarten welke zullen moeten gekleurd worden , om een yder op de fpoedigfte wyze te kunnen gerieven; zynde ook ten voorfchreve einde alom by de Boekverkoopers de Lysten van Intekening voor handen. V STAAT van DEFENSIE Van de REPUBLIEK der VEREEN IGDE NEDERLANDEN, in één dik Boekdeel in gr. 8vo. met diverfe heele en halve veis Plans, a ƒ 3—12, zal binnen drie weeken worden uitgegeeven te Amfterdam by JOHANNES ALLART. Dit ftuk waarvan onlangs eenige Excmplaaren by gemelde Boekverkooper gedrukt, doch zeer ras uitverkogt waren, zal hy , uit hoofde der algemeene begeerte naar hetzelve, ten fpoedigfte herdrukken ; doch om te weeten hoe groot het getal van benoodigde Exemplaaren zyn zal, verzoekt hy, dat elk die hetzelve verkieft, uitterlyk binnen 14 dagen zulks opgeeve aan hem , of by de Boekverkoopers in Nederland, alwaar een Lyft ter opgave voorhanden is. Over de Bondigheid en Echtheid van dit ftuk kan het Publiek oordeelen, wanneer men ZCgd, dat het zamengefteld is uit, of bevat: GENERAAL RAPORT van de Perfoneele Commijjié van het DEFENSIE WEEZEN , ingevolge de Refolutie van de Hoog Mog. Heeren STA ATEN GENERAAL der VEREENIGDE NEDERLANDEN, met de Refolutie van Hun Hoog Mog. daar op genomen. . Een Bericht nopens dit Werk is alomme gratis te bekomen. V' C. Plaat Boekverkoper te Haerlem, geeft thans uit de agtjte afievevering der AFBEELDINGEN en BESCHRYVING van zeldzame en fraaye BLOEM- en PLANT-GEWASSEN , behelzende dit ftuk: de Clethra Arborea, — Erica Abietina ,— en Begonia Obliqua. Het IX. Stuk ftaat eerstdaags te volgen. Te Haerlem. by PLAAT en LOOSJES.  1793- Na 248' ALGEMENE KON ST- en LETTEMODE, p O O * MEER- EN M 1 N- G EO EFFENDEN» Vry dag den 29. Maart, BERIGTEN. ZWEDEN g^^le weduwe van wylen den Hoogl. Bergmann, 'ü geboren Trast, beeft, onder hec opzigt en LJ" nf door de bezorging van d-n Bisfchop Lindblom , op den 27 May 1791. in de Nieuwe Wester Kerk, te Stockholm , alwaar de Overledene begraven | ««, een Praalgraf ter zyner gedagtenis laten oprigten. Dit' Monument beftaat ia een medaljon met het borstbeeld des Overledenen, door den Hoogl. Serge/ vervaardigd, en rustende op een voetftuk van bruin marmer, volgens de tekening van het Kon. Hof- Intendants Comptoir: op welk voetftuk het volgend byfchrift, goedgekeurd door de Akademie der Wetenfchappen en Oudheden , gegraveerd is : THORBER.NO BERGMANN, Chem. Prof. Ups. E Voorts zy» Vit zo vele blyke» zyner ervarenheid Lr* de Chemie, dat alle op te halen veel te wydlopig zyn zoude ZÓ beroemd als de Heer Gaubius was , utt hoofde van het geven zyner lesfen, zo oplettend was hy ook op de vorderingen , die zyne discipelen maakten: waar door wy vele zeer nuttige en juiste fcheikundige ontledingen van verfcheiden zJfftandigheden bezitten , waar van velen door hem zeiven , anderen door zyne Leerlingen, befchreven zyn. Ten blyke hier van ftrekken de mocven in de Disfertatic van Hem: Doorfchott over de Melk; d" befchryving der Spaanfche vliegen, (Cantharides) en dc fraaie verhandeling: de Bil» humana (menfehen gal) door de geleerde Heren Forften en ten Haaf. Langs dezen weg heeft hy vele kundige mannen niet alleen in ons Vaderland, maar ook door andere landftrcken in Europa vermaard, opgeleverd. Schoon hy niet gezind was om uitlandfche middelen , waar van veel ophefs gemaakt wierd, aantepryzen, gaf hy zig egter de moeite, om , met ter zyde zetting van allen vooroordeel, dezelven te onderzoeken. Dus geeft ons de Heer Gaubius een berigt en befchryving van den Indifchen wortel, naar de naam van Joh Lopes genoemd, als een zeer goed middel tegen den fterkften buikloop, door hem by proefnemingen ondervonden. Zelfs fchroomde hy niet, aan zommige geheime middelen van kwakzalvery den verdienden lof te geven: want de Flores zina, fchoon van die kragt niet tegen de vallende ziekte als de beTugte Ludeman er, onder den naam van Luna fixata, van opgeeft, pryst hy uit ondervinding als een by uitftekendheid goed middel aan in velerleye ftuiptrekkingen. Wyders dreef Gaubius, als het op de verbetering der konst aankwam, zo fterk door , dat hy de namen der voornaamfte mannen , waar van hy verfchilde, geenzins verzweeg; gelyk hy ook evenmin agterhoudend was, enen door hem beganen misflag deswegens openlyk te erkennen. Dan niet tegenftaande hy aan de verdienften van zynen groten onderwyzer Boerhaave, daar het te pasfe kwam, ftceds den behoorlyken lof gaf, en hem openlyk als zynen Leermeester niet alleen, maar ook als zynen voornaamir.cn begunftiger én den bevorderaar zyns geluks erkende, en fchoon hy altoos uit dezen bron van kunde en geleerdheid puttede, was hy nogthans niet zodanig met deszelfs gevoelens vooringenomen, als of 'er gene vorderingen meer in de Geneeskonst ten voordele des menschdoms te maken waren. Daar'er naamlyk, na den dood van Boerhaave, nog vele dingen ter verklaring van den toeftel of het maakzel en van de huishouding des menschlyken lighaams dienende ontdekt waren, onderzogt hy deze allen naauwkeurig en onpartydig • en vond hier onder wel vele vindingen of verzierzels van een weeldrig vernuft, doch ook vele anderen, van aanmerkelyk belang en op goede gronden fteunende. Hier onderfchcidde hy zeer juist het ware van het valfche , en oordeelde het, met verwerping van het overtollige, wel degelyk waardig om uit het overige alles te halen, wat voornamelyk ter uitbreiding der Pathologie dienen kon. Hy gaf derhalven in 't jaar 1758. een geheel nieuw famenftcl van Pathologie in 't licht: door welken arbeid hy, om de woorcen van den Heere Hahn te gebruiken, het menschdom als 't ware ene Godlyke weldaad heeft bewezen. Zo heeft hy ook, en in dit werk, en in zyne twe redenvoe¬ ringen over het Geneeskundig beftuur van 's menfehen geest of verflanri, op ene zeer fraaie wyze de onderfcheiden grondbeginzels der menfehen behandeld, derzelver nieuw verband betoogd, cn de vermogens, welke tot het leven, de beweging, en gewaarwording behoren, ontvouwd. Dat hy kortom een Geneeskundige geweest is, die niet alleen in ons Vaderland, maar ook door geheel Europa alomme, vermaard geweest is, getuigen zo vele geleerde Genootfchappen , als het zig ene ere rekenden, hem tot haar medelid te mogen hebben. Ten bewyze hier van ftrekt ook de Keizerin van Rusland Elizabeth , die alle moeite aanwendde om hem tot haren Geneesheer aan haar hof te krygen: tot welken aanzienleken eerpost hy, na dien , uit liefde tot zyn tegenwoordig Vaderland, edelmoedig geweigerd te hebben , by herhaling wierd uitgenodigd, door een brief, welken de Heer A. Kauw Boerhaave, toen ter tyd ook te Petersburg woonagtig , op bevel der Keizerin aan des Hoogleeraars Vrouw fchreef, ten einde nog een nader aanzoek te doen, om door de gunftigfte aanbiedingen van eer en grote beloningen haren man hier toe te willen bewegen; dan welk alles hy met dezelfde ftandvastighcid affloeg, verkiezende liever der ftuderende jeugd met zyne gewone vlyt en aanhoudenheid tot de Geneeskunde op te leiden, en dus de zaak der Geleerdheid alhier, zynen vrienden, en vooral zynen zieken, van dienst te zyn en teblyven : die zo wel als de gehele ftad en derzelver Hoge Schole by zyn vertrek veel nadeels zouden geleden hebben: welke erkentenis duidclyk blykt, daar 's Lands Staten hem naderhand als lyfarts van den. toen nog minderjarigen Prins Willem V. voordroegen en aanftelden ; welk ampt hy zo ten opzigte des Printen , als zyner Kon. Gemalinne en fpruiten, tot aan zyne dood bediend heeft. Met zo veel voorfpoeds gezegend, heeft hy, onder het genot van gezondheid tot in zynen ouderdom, een gelukkig en zeer nuttig leven geleid , fchoon niet altoos van tegenfpoed bevryd. Want zes kinderen by zyne Vrouw verwekt, waar onder ook een veel belovend zoontje, en allen vroegtydig verloren hebbende, fchoot hier van niets voor hem over dan derzelver droevige nagedagtenis. Hoe hy zig, te midden by het gefchrei der bedroefde Moeder, gedragen hebbe, bleek, daar hy, die in voorfpoed der Godheid dankte, dezelve niet minder in tegenfpoed eerbiedigde ; gelyk de door hem hier omtrent nagelatene aantekeningen | van zyn Christelyk, Vroom, en op God betrouwend harte gei noegzame bewyzen opleveren. Voorts was hy van enen gullen en mildadigen imborst, en 1 omtrent de hulp - reiking aan den armen lofwaardig; des men , hem alp Geneesheer of als mensch befchouwende , in twyffel ftaan moet, wat men meer te bewonderen hebbe, zyn braaf harte of zyne bekwaamheden. Hy ftierf den 28 November 1780. aan ene korte, dog zeer hevige, koortsziekte, in het vyftigfte jaar van zyn Leeraarsampt aan de Leidfche Hogefchole, en in den ouderdom van 76 jaren. N 2 NIEUW  NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADIMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. I t a m e n M. Girardi Oratio de origine nervi intercostalis, Florenze 1791. De ontleetkundige Schryver dezer redevoering of liever verhandeling zoekt hier het reeds byna vergetene gevoelen van Petit weder te bevestigen , dat de nervus intercostalis geenszins zyn oorfprong neme uit het vyfde en zesde paar hersfen - zenuwen, maar in tegendeel daar zyn einde hebbe. Zyne bygebragte redenen verdienen alleszins gelezen cn nader beproefd te worden. G. G. A. Atti de/la Real. Sucieta economica di Firenze, eerfte deel , 344 bladz. 8vo. Florenza 1792. Dc Oeconomifche Maatfchappy van Florence, reeds in het jaar 1753 geftigt , gaf wel van tyd tot tyd enkele verhandelingen uit, welke doer haar bekroond waren, doch bcfloot eerst voor kort, op het voorbeeld van andere geleerde Genootfchappen, om ook bundels van verhandelingen en waarnemingen, die haar medegedeeld zouden worden , het licht te doen zien. Dit eerfte deel bevat verfcheidene voor den Landbouw en Huishoudkunde belangryke ftukken. Zo wordt hier getoond, dat men zeer goede olie kan persfen uit de beziën van de gemene wilde roae kornoeille (Cornus fanguinea). Voorts leert men uit dit deel, dat verfcheide zoorten van Iris gefchikt zyn tot medicinaal gebruik, enz. G. G. yj. Inflitutiones anatomica, auSiore L. Af. A. Caldanio, 2 delen in gr. 8vo. met platen, Venetien 1791. De Hoogleeraar Caldani, beroemd door zyne handboeken over de Phyfiologie en Pathologie, geeft ons thans ook een famenftel van Ontleedkunde, het geen wy echter twyfelen , ofwel zo algemeen zal behagen, als zyne beide evengemelde werken, die zelfs in ons Vaderland herdrukt zyn. Althans hy fchynt van vele nieuwere ontdekkingen in de Ontleedkunde gene kennis gedragen hebben, en in zommige opzigten verfchilt hy geheel van zyne voorgangeren. Eerst over de beenderen des menschlyken lichaams handelende, beweert hy, dat de osjicula fefamoidea genoegzaam nooit aan een geraamte kunnen behouden worden , 't geen nogthans andere ontleedkundigen geenszins moeilyk valt. Hy ftelt ene zekere beweeglykheid tusfehen de beenderen van het bekkeneel, en verzekert, dit uit doodshoofden, die hy bezit, en waarin het voorhoofsbeen enigzins beweeglyk is, te kunnen bewyzen. Daar deze beenderen intusfehen oud en droog zyn, zo bewyst dit niets ten opzigt van den frisfchen en natuurlyken ftaat: de verglazing der tanden fehryft hy enkel aan het uitwerkfel der lugt en van het kaauwen toe. Intusfehen is het bekend, dat de tanden zelfs voor het uitbreken, en dus voor dat zy aan de lucht zyn blootgefteld, met dezelfde harde ftof overtrokken zyn. Nimmer zag hy door het gaatje in het os jugale een zenuwtakje doorgaan; en niets is intusfehen gemakkelyker in elk voorwerp te zien. Ten opzigte van de vafa lymphatica ftelt hy, dat zy zig op vele plaatzen van het lichaam in de bloedaderen inplanten; daar wy uit de nieuwfte ontdekkingen der Engelfche, Duitfche -en Italiaanfche Ontleders weten, dat dit flegts op twe plaatfenj v.»n ons lichaam gefebied. Meer aanmerkingen te maken, laatj 1 ons beftek niet toe; voegende hier alleenlyk nog by, dat dit werk voor dezulken, die de ontleedkundige werken van Albitiu s, Halier, Camper, PFinslow , Sabatier, (Valt her, Mayer, Sommering of dicrgel. bezitten, geheel ontbeerlyk is. Duitschland. Novum Testament urn Gratce perpetua annotatwne tllujlratum. Editionis Koppiance, vol. VIII. Compleclens Epi/lolam Pauli ad Eebraos. Continuavit ' J. H Heinrichs. Of ook, onder den afzonderlyken titel. Ep'istola Pauli ad Hebraos Gratce. Perpetua annotatione illustrata a J. H. Beinrichs. Gött. 1792. by J. C. Dieterich. By het overlyden van den zeer verdienstlyken Hoppe, die in de uitgave van zyn N. T. reeds tot het Sfte deel gevorderd was heeft de geleerde Heinrichs zyne taak, in den zelfden trant vervolgd, en levert hier den brief aan de Hebreen, zo uit dé nagelaten papieren des overledenen , hem door den Hr. Spit tier medegedeeld, als voornaamlyk van zyne eigene bewerking - tin weiken arbeid hy zeer gelukkig geilaagd is, als behelzende, een oordeelkundige nafporing van deszelfs Schryver, de perfonen, tot welken hy gerigt, den tyd, waarop, de taal, waarin, en het oogmerk, waar toe hy gefchreven is, ene nauwkeurige opgave van den Griekfcben tekst, met uitlegkundige en oordeelkundige aanmerkingen, welke zeer gefchikt zyn om' dezen duisteren briefs zeer veel ligts by te zetten. G. A. •Ag«r»riA«t/« xig/ K»«-k.w. Curavit editionem J. C. Kap'pius. Altenb. 1792. by Richter. Hoe zeer dit ftuk over de waereld niet van Arifioteles, maar veeleer van den beroemden Nicolaus van Damascus afkomftig zy, die omtrent den aanvang onzer Christelyke jaartelling gebloeid heeft, verdient zulks als zynde in den geest van ^,-yioteles gefchreven, om zynen gewigtigen inhoud, de aandagt der Geleerden : en de tegenwoordige Uitgever heeft zig daaromtrent zeer verdienstlyk gemaakt, zo door den nauwkeurigen tekst, als de varianten en vooral door zyne gewigtige ophelderingen, en bygevoegde a verhandelingen, de auclore hujus libri, de atheris teternitate ad cap. II. p. 5. en de ventis, eorum apud veteres distributione, numero, variisque nominibus, welke alzins verdienen Gelezen te worden. Alleen is te bejammeren, dat de tekst hoe naauwkeurig, zonder accenten gedrukt is. G. A. ' Fortgefetzte Betrachtungen uber die vornehmjie'n wahrhette» der Religion. Wnttrlasfne fragmente von J. F. pp*. Jerufalem. Ook onder den titel : Nachgelasfene Schriften 'von J F IV. Jerufalem. Braunschw. 1762. Ir. th. Van enen man als Jerufalem, dien de Godsdienst, en deszelfs invloed op »smenfehen gelukzaligheid, zo zeer ter harte ging, zyn alle nagelaten fchriften, fchoon niet afgewerkt, ten hoogften welkom Alhoewel de eerwaardige Gryfaard, om zyne lighaamlykezwakheid , van de voortzetting zyns werks had afgezien , bevondthy zig, in den jare 1789- merkelyk beter, en daar door zo opgeruimd, dat hy zyn geftaakt ontwerp hervattede, in dit vervolg : waar van dit eerjle deel de volgende verhandelingen behelst , geheel in dien opwekkenden en overredenden trant gefchreven, die hem eigen was, hoe zeer niet zojuist wysgerig, als de voorgaanden 1.) Over den toe/tand der waereld ten tyde van Jefus geboorte. 2. Het leven en karakter van  ( 101 ) Jefss. 3.) Buitengewoons grootheid en verhevenheid van Jefus perlbon. 4.) Godlyke zending des Verlosfers. 5O Christus leer wegens God en zyne Voorzienigheid, en de, uit deze beide grondwaarheden afgeleide, hoofdftclling der liefde tot God 6.) De twede grondftelling : Liefde tot den Naasten. 7.) Leer wegens de onfterflykheid der ziel en een toekomend leven. 8.) Over de verzoening en voldoening. Q-) Inrichtingen van den Heiland; tot voortduuring en uitbreiding van zy- j nen Godsdienst. 10.) Over de volkomenheid der leer van Jefus en den Geest van den Christlyken Godsdienst in 't algemeen. 11.) Jefus befchouwd als Mesfias. G. A. Q. Harati) Flacci Jibri primi carmen quartum adnotatione perpetuo et obfervationibus critica infruclum: edendorum ejusdem operum fpeciminis. loco propofuit C.G. Mitfcherlich. Leipz. 2762. by Crufius. Ene uitmuntende proeve, zo wel ten aanzien der naauwkeurige en fierlyke uitvoering, als van de gewigtige geleerde aanmerkingen van allerleyen aart, waar uit blykt, hoe aangenaam het gefchenk van den Gottingfchen Hoogleeraar voor de geleerde waereld zyn zal van enen Horatius, dien hy voornaamlyk uit de griekfche dichters poogtAop te helderen. G. A. M. Tullii Ciceronis Tusculanarum Disputationum libri quinque, ex recenfione F. Aug. Wolfii. Accedit diverfitas leElionis Ernestianee. Leipz. 1792. by Crufius. Ene oordeelkundige kleine uitgave , waarby de tekst door den Uitgever verbeterd is, zynde hy voornemens, de overige wysgerige fchriften van Cicero in gelyken fmaak uittegeven. G. A. Clarorum virorum epiflolce, qua inter Ciceronis epiflolas fervatte extant, in unum volumen redacla et duplici eommentario illuftrata a B. Weiske. Leipz. 1792. by Crufius: Ene verzameling van 33 brieven van Cicero's tydgenoten , verrykt met zeer oordeelkundige aanmerkingen van den Uitgever, waar door dit aangenaam gefchenk voor eerstbeginnenden zo wel, als meer geoefenden, ene dubbele waarde erlangt. G. A. M. Tullii Ciceronis Cato major et Lalius, feu de fene&ute et amicitia dia logt, et Paradoxa perpetua annotatione et excurju illufiravit J. C. F. Wetzel. Liegn. 1792- Ene zeer gewinige bydrage tot het regt verftand van Cicero's fchriften, en "dus zeer gefchikt voor allen, die tot den geest derzelven pogen intedringen. Behalven de uitlegkundige ophelderingen , vindt men hier het leven van Cato , berigten wegens zynen Zoon, en eniee geflagttafels der voornaamfte romeinfche familien. G. A. C. Valerii Catulli tarmine varietate legtionis et perpetua adn'otationis illufirata a F. G. Doering. Tom. I. en II. Leipz. 1792. Ene verdienstlyke uitgave voor Geleerden, die dezen Dichter tot uitfpanning lezen. De ophelderingen zyn zeer gewigtig. Ook is agter het twede, en laatste, deel een uitvoerig register. G. A. C. Silii Italici Punicorum libri XVII. varietate leSlionis et commentario perpetuo illufiravit J. C. F. Ernesti. vol. I. en II. Leipz. 1762. by IVeidmann. Wederom ene nieuwe aanwinst voor de letterkunde, daar de kundige Uitgever, door zyne gefchiedkundige aantekeningen, den hier en daar zeer duisteren zin des Dichters in een zeer helder licht geplaatst, en dit werk met enen taalkundigen bladwyzer verrykt heeft. G. A. Van de Supplementa ai Lexica hebraica van wylen den beroemden Michaëlis is het laatste ftuk, behelzende de letters ^ — H, en gaande van bl. 1814—2576, verfchenen, zynde den laatsten anderhalve letter, die door den Schryver nog niet was afgewerkt, door den Hoogl. Tychfen uit dc papieren des overledenen verzameld; zo dat het werk thands voleind is onder den titel: J. D. Michaëlis Supplem. ad Lex. Hebr. F'artes Sex. Dit laatste 6de ftuk is vooral ryk in nieuwe aanmerkingen betreffende de joodfche aardrykskunde en natuurlyke hiftorie. G. A. Nue*»J{9ti A^$lafx^nccx.Êt. Nicandrï Alexipharmaca, feu de venenis in potu cibove homini datis eorumque remediis carmen cum fchuliis gracis et Eutecnii fophista paraphrafi grteca. Ex libris fcriptis emendavit animadverfionibusque et paraphra.fi latina illufravit J. G. Schneider. Halle 1792. De ongelooflyke vlyt, door den geleerden Uitgever aan den verbeterden tekst, fcholien, aanmerkingen op dezelven, en de latynfche overzetting befteed, maken dit zo uitmuntend overblyfzel van den besten tyd der Griekfche letterkunde, voor geleerdheid en kui.st, ten hoogften belangryk. G. A. Eerodiani historiarum libri 0SI0 grace ex recenfiom F, A. Wolfii. Textui fubje&a est argumentorum et annorum notatio et premisfa notitia litteraria. Halle 1792. Ene zeer nauwkeurige uitgave, waarby de tekst zeer merklyk verbeterd is, Tot opheldering van het werk zelf is de Uitgever voornemens, eerlang een afzonderlyk ftuk te leveren. G. A. Euripidis Tragoedia, drama fatyricum et fragmenta grace ad optimos libros recenfuit C. Dam. Beckius. dccedunt animadverfiones perpetua et glosfarium. Tom. I. Köningsb. cn Leipz. 1792. Ene zeer voordelige uitgave ten dienfte van jonge beoefenaren der Griekfche letterkunde, waarby de verbeterde tekst, onder denwelken de oude lezingen geplaatst zyn. De uitgever zal den gehelen Dichter in 4 odïavo delen leveren, cn by ieder deel nog een afzonderlyk ftuk gaven , waarin zyne animadverjio perpetua tot opheldering van moeilyke plaatzcn zal vervat zyn. Vóór elk treurfpel gaat de inhoud, oordeelkundig befchouwd, Dit eerjie deel behelst de Hecuba, Orestes, Phoenisfa en Medea. G. A. JHefychii Lexicon ex codice MS. b'tbliothecce D. Marei res,titutum et ab omnibus mufuri correclionibus repurgatum; five, fupplementa ad editionem Hefychii Albettinam, auclore Nic. Schow. Leipz. 1792. Door de gelegenheid, welke de uitgever gehad heeft» om een voornaam Codex van den Heer Marini, opziener der Eauslyke handfchriften te Rome, te vergclyken, is hy in ftaat geweest, ene aanmerkelyke bydrage te leveren tot de meerdere volkomenheid van dit oude, en op vele plaatzen zo misvormd, woordenboek. G. A. Flavii Arriani Nicomedienfts Optra gretee ad eptimas eJitiones eollaias fludio A. C. Borheck. Vol. I. LemgO' 1792. Een naauwkeurige afdruk naar den verbeterden tekst van Sip* phanus, Gronavius cn Raphelius, met den latynfchen inhoud van elk hoofdftuk, en de aanwyzingen op den rand. uit. Curtius, Diedorus , en Jufiinus., waar door de veldtogt van Alexander, die in dit deel voorkomt, wordt opgehelderd.. Het twede deel zal de overige ftukken behelzen, met de fragmenten en bladwyzers. G, A, N 3 s'  S. C. Titius Pathologia Pellagrte morbl 'mier Infubrite Au. firiaca agr'icolas grasfantis. Leipzig by Hertel 1792. 39 blz. 4to. Over deze kwaadaartige huidziekte, die aan het landvolk van Ooftenrykfcli Lombardye byzonder eigen fchynt, en welke voor enige jaren door den Heer Doftor Janfen te Dusfeldorp , in ene byzondere verhandeling befchreven is, word dooiden Schryver van dit werkje, die gelegenheid gehad heeft deze ziekte zelf waar te nemen , een nieuw licht verfpreid. G. G. A. Joann de Loureiro, Flora cochinchinenfis, denuo edita cum tiotis C. L. Willdenow, 2 delen in 4to. famen 882 blz. Berlyn by Haude en Spener 1793. Daar dit kruidkundig werk, 't welk onlangs in Portugal is uitgekomen, 111 Duitschland geheel niet te bekomen was, en vele kruidkundigen aan den Heer Willdenow hun verlangen naar dit in de journalen zo algemeen geprezen werk hadden te kennen gegeven, zo heeft deze de moeite op zig genomen, om een nieuwe en verbeterde druk daar van te bezorgen, welke, door de bygevoegde aanmerkingen, van dezen kundigen Uitgever, zelfs de voorkeur verdient boven de oorfpronglyke uitgave. A. L, Z. C. G. Rdsfig Krjle Grundfdtze der Wiejenwirthfchaft des Futterbaues &c, und uber das Verkalt nifs des PViefenbaues zum Ackerbau , 125 bladz. in 8vo. Leipzig by Sommer 1792. Zeer veel goeds zegt de ervarene Schryver in deze verhandeling, omtrent het aanleggen en verbeteren van Weilanden, over de beste foorten van gras, en andere tot voedfel best gefchikte kruiden, en over het aanleggen van zogenoemde konstvveiden. A. L. Z. Preifsfrage: welcke Methode ist die beste, veraltete Gefchwure an den untern Gnedmasfen zu hellen ? beantwortet von Dr. F. X. Metzier, 157 bladz. in 4to. Wenen by Graffer 1792- Deze prysverhandeling over de verouderde der benen, door de Wener Heelkundige Maatfchappy met den eerften prys bekroond, zal den Genees- en Heelkundigen, die de moeilykheid der genezing van deze zweren by ondervinding kennen, gewis zeer welkom zyn. De Schryver handelt uitvoerig over de oorzaken en den verfchillenden aart van dit gebrek, toont de reden van de hardnekkigheid dezer zweren aan , en geeft zeer gepaste regelen op, ten aanzien van derzelver genezing , en van den verfchillenden weg , dien men daar toe heeft in te flaan. G. g. a. Lavoifier Phyficalisch - Chemifche Schriften, überfetzt von Prof. H. F. Link, Greifswalde by Rofe 1792, 4 delen in "r. 8vo. Deze Hoogduitfche Overzetting der werken van den beroemden Lavoifier verdient niet alleen daarom aangeprezen tc worden, wyl de vertaling vloejende en nauwkeurig is, maar ook voornamelyk uithoofde, dat de kundige Vertaler, offchoon in de hoofdzaak volkomen met Lavoifier inftemmende, no^thans in de bygevoegde aanmerkingen ook getoond heeft dat 'er do]; vele gewigtige zwarigheden tegen de nieuwe Franfche fcheikundiire lere overblyven, die niet gemakkelyk op te losfen zyn. g. g. A. r A. G. Kaestner Anfangsgrunde'derhöhern Mechanik,- twede zeer vermeerderde en verbeterde druk, 626 bladz 8vo Góttingen by van den Hoek en Ruprecht 1793. Deze twed'e druk van.dit werk van den beroemden Kaestner, is ruim twe hon¬ derd bladzyden groter, dan de eerfte uitgave, die in"i7Ö6 uit kwam. Deze byvoegfeicn vermeerderen de waarde van dit algemeen geacht werk nog aanmerkelyk, en maken dezen tweden druk, ze'fs voor de bezitters van den eerften, onontbeerlyk. G. G. A. A. Galvani Abhandlung uber die Krdfte der thierifchen Lleclricitdt auf die Bewegung der Muskeln, nebst einigen Schriften der Verren Vallij Qarminati und Volta uber eben diefe Gegenjlande , überfetzt von Dr. Joh. Mayer, 183 blz. 8vo. Praag by Calve 1793. De Vertaler dezer ftukken over dé thans zo veel gerugts makende dierlyke Elcctriciteit, heeft den Genees- en Natuurkundigen een aangenamen dienst gedaan, met deze oorfpronglyke Italiaanfche werkjes, die moeilyk te bekomen zyn , cn niet door ieder een verftaan kunnen worden, in het Hoogduitsch over te zetten. Men vind hier alles volledig by een , wat men in Italien hier omtrent ontdekt cn waargenomen heeft. Wy bevelen dus deze fchriften aan alle liefhebbers der dierlyke natuurkunde ter lezing en ter beproeving aan, en merken dit alleen nog aan, dat de voornaamfte proeven van Galvani ook in [Duitschland door Blumenbach en Sommering met dezelfde uitwerking herhaald zyn. G. G. A. 01 NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, alsmede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Volgens een brief van Kingltown, op het Westindisch Eiland St. Vincent, gedagtekend 26 January dezes jaars was de Engelfche Kapitein Bligh, voerende het Oorlo°-I fchip Provtdence, verzeld van de Brik Asftfiance, Luft Portlock, aldaar, woendags te voren, in goeden ftaat aangekomen: en had, van Othaheite, 300 fluks jon^e Broodbomen medegebragt, om onder de Ingezetenen van het Eiland uitgedeeld te worden, nevens een gelyk getal van zulke bomen, die hy op Jamaika moest ontlchepen. Voorts bevonden zich, op het fchip van voornoemden Kapitein, twe Inboorlingen van Othaheite, die me' hem naar Engeland gingen. Op de tcrugreize van Othaheite, over de Kaap de goede hoop, was Kapit. Bligh, door een tot hier aan^toe weinig bevaren ftraat of zee-engte, tusfehen Nieuw Gutnea en Nieuw Holland, doorgezeild: alwaar de dooitogt zeer moeylyk cn hoogst gevaaiiyk was; zynde het in deze ftraat geweest, dat het Engelsch Fregat Pandora, voorheen, verongelukte: gelyk men ook "gist, dat de la Peyroufe aldaar zal gebleven zyn. .Be*  C 103 ) Beproefd middel tegen de wandluizen in Huizen en Schepen (Getrokken uit een brief' van Doctor Moehring te Jever aan den Heer Ehrhart te Hannoverl) Toen ik in myne jonge jaren in ene grote Akademic fiad van Duitschland woonde, had ik het ongeluk van in myne kamer cn voornamentlyk in myn bed byzondere kennis te maken met weegluizen, hoewel anders het huis en mvne kamer zeer zindelyk gehouden wierden. Ik beklaagde my hier over by een myner Vrienden, van wien ik vernam, dat de mceftc huizen dier ftad met dat ongedierte bennet waren, cn dat men reeds zeer veie middelen vergeefsch daar tegen gebruikt had, vermits deze infecten zich tusfehen reten van balken verborgen , of zich ook in oude muren gaten maakten, waar gene wasfchingen nog zalven konden aangebragt worden. Na veel 'hier over gefproken en overlegd te hebben, vonden wy niets beter, dan liet vertrek met enen doordringenden cn verft! ukenden damp te vullen , die tot in de ge- ringde fpleten en openingen konde doordringen, en dus alle zich daar ophoudende ongedierte zoude kunnen doden. Wy maakten dus een mengfel, beftaande uit gelyke delen van Spaanfche peper (fruaus capfici), Duivelsdrek (afa foetidaj en Zwavel. Wy namen van elk een half lood, maakten het tot een poeder en mengden het onder een. Ik befloot, nu myn kamen enigen tyd te verlaten, ik liet myn bed op ftoelen uitfpreiden, en plaatfte midden in het vertrek een comfoor met vuur, waarop ik het evcngemeldc poejer ultftrooide. Ik floot de kamer digt toe, en liet dezelve gedurende 24. uren vol met den damp van dit verbrandde poejer. Na verloop van dien tyd, opende ik voorzigtig de deur, en de kamer nog vol damp vindende, ging ik fpoedig met gefloten mond en neus naar de venfters, welke ik opende, en waar door ik dus frisfche lucht inbragt. Na dus de kamer een paar uren te hebben laten uitluchten, zo dat genoegzaam alle ftank verdwenen was,, doorzogten wy de kamer en vonden tot ons genoegen op vele plaatzen dit gedierte dood op den grond liggen. Ik liet hier op de 'kamer uitvegen cn fchoonmaken, berookte dezelve enigen tyd met den damp van welriekende harsten, en ging 'er toen weder op wonen. Sedert dien tyd heb ik, gedurende de twe jaren, die ik nog daar doorgebra°t heb, gecne de minfte fporen van wandluizen weder" ontdekt. Naderhand hebben ook anderen op myn raad zich van dit middel bediend, en fteeds met het beste gevolg. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN, Het getal der Doden , gedurende de laatstverlopene Weck, is geweest: te Amfterdam i49: en te Haarlem 19, onder welken laatften ji beneden'de 8 Jaren. Nadere lyst der Geboornen , Gestorvenen en Gehuuwdem , in onderfcheidene Landen en Steden van Europa, gedurende het jaar' 1792. landen. In Gebor. Geftorv. Gehuwd, dePruissische Staten C<*) 231,433 169,078 50,494 Deensche Staten. Stift Fuhnen (f) 5,972 4>772 I7°9' Jutland. Stift Aalburg 2562 1832 816 — Aarhuus 4221 3201 1198 Schleeswich 00 4572 3434 Il65 Ampt Flensburg (d) 665 503 J9Ó holstein Heerlykh. Pinnenberg 00 824 591 182 Graaffchap Ranzau ' 408 3r9 I03 Hertogd. Mekienb. Schwerin ii952 (/) 8Ó60 2728 steden. Augsburg 1063 12Ö0 313' Altona 646 637 163 Bronswyk 803 819 237 Charlottenbnrg 127 123 Q?0 27~ Flensburg 347' 25Q ?8 Frankfort aan den Main 923 1079 196" Güstrow 288 205 52' Kongsberg 397 44° , Munchen 1489 1727 298 Rostock 387 249 JÖ5 Schwerin 396 3Ó2 no; Aanmerking. In de bovenftaande Landen en Steden,, gevoegd by de reeds in onze vorige No 240 opgetel- den,- ■ ■ - — " ' 'i 11 ■* • 1 ■ w (a) In deze opgave is de gehele Militaire ftand, gelyk ook de' Frankifche of Westphaalfche Vorftendommen, niet- mede begre- • pen. Van Pruisf. P'ommeren , hebben wy het getal reeds opgege-ven in onze vorige No-. 240. (b) Langeland , Alfen , Arroë , Laland en Falften , hier onder" gerekend. (O Deze opgave ftrekt zig fiègts tot een gedeelte van het Her-togdom uit : waarin het getal der Geborenen, jaarlyks, tusfehen de' 7 en 8oco menfehen beloopt. (cT) Buiten de ftad Flensburg-, met influiting van welke, in het' gehele Ampt 1112 kinderen geb, 753 perfon. Overleden,-en 274; Huwelyken gefloten zyn. Ce) Behalven de ftad Altona, waarvan hier beneden. (ƒ) Gnder de Geborenen waren 190 paar Twelingen ; dus Vaflfi de- 63 geboortens een Tweling j te Amfterdam gaf flegts. de 97*18.' geboorte een Tweling. CO Hier onder 55 kinderen, die aan de Pokj'es overleden..  C *°4 ) den, wierden dus te zamen geboren 336,410 kinderen» en 264,221 begraven: belopende de vermeerdering der bevolking, welke in de Pruisfifche Staten wel de aanmerkelykfte was, dus in haar geheel 72189 menfehen. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. Uittrekzel der Dagelykfche Waarnemingen van 10 tot 16 Maart 1793. te Hamburg, fHoogite ftand 28, 5§. den i3den. Barom. k Laagfte - - 28, o|. den lódcn. [_ Gemiddelde der gehele Week 2 8, 3, 51. Therm. fHoogfte ftand q\ 's Midd. van den i4den. Reaumur. < Laagfte 3 * onder o 's Morg. van den 1 aden. ^Gemiddelde der gehele Week 4 grad. Heerfchende wind N. O. Weerkundige Waarnemingen , buiten Haerlem. Te Haerlem, by PLAAT en LOOSJES. BEKENDMAKINGEN. *** C. PLAAT, Boekverkoper te Haarlem geeft thans uit en heeft alom verzonden het 1 Jlukje der XXXII. BEDESTONDEN enz. VAN HET GEBED, met Toepasfmgen, Gebedenen Dankzeggingen op de merkwaardige omftandigheden van ons Vaderland, in de jaaren 1747 en 1748. door C. C. H. van der Aa, Leeraar der Lutherfche Gemeente te Haarlem, tweede drnk, gr. ïvo. a 6 lt. zullende geregeld, om de 14 dagen, met een dergelyk ftukje, twee Bedefionden behelzende, agtervolgd worden; volgens het daar van uitgegeven Bericht, dat, alomme , gratis, te bekomen is, V By J. de JONG te Amfterdam, en L. J. BURGVLIET te Rotterdam, Is Gedrukt en te bekomen, CATECHISMUS der MUZYK, door y. Verfchuere Reynvaan, J. U. D. Een Werk, dat reeds zederd deszelfs korte Uitgave van de grootfte Muzykkenneren overvloedigen Lof heeft weggedragen: Een Werk genoegzaam het eenigite in zyn zoort, bevattende een zamenftel van Kundigheden, die men veeltyds in een aental Boeken , over dezen taek gefchreven, tê vergeefsch zal trachten te vinden. Het geeft op de bevalligfte enleerzaamftewyzein Vragen en Antwoorden, tusfehen een' Meefter en zynen Leerling, een voldoend onderricht in de Edele Muzykkunst, welkOndcrwy» van de eerfte grondbeginzelen tot het toppunt dezer Uitmuntende Kunst voortgaat, zoo dat men door eigen onderzoek, ol'medehujp van een Kundig Meefter, volgends dezen leydraed in een veel korter tyd, dan gewoonlyk, van de kennis der Eerjle Kegelen, tot het Zelf Componeren kan vorderen , waar van zich reeds ettelyke voorbeelden, zedert dit Werk bet licht heeft gezien, heobcn opgedacn. Het zelve is afgedeelt in 41 LeJJen , welker inhoud voor het Werk zelf breedvoerig geplaetit is; ja tot nadere ophelder.ng en beter verftand in het onderricht, zyn 'er een aantal van 38 zeer fraaye uitgevoerde Muzykplaten in dit Werk gevoegd, op dat men door voorDecldcn het onderwys des te beter zal Kunnen begrypen ; het zelve behelft dus een volledig onderricht, op de aller bevatoaerfte wyze voorgeftelt van alles wat tot deze fraaye Kunft behoord, en is ook alom te bekomen a ƒ 3 - 1 2 - o l Een PVerk over dezelfde S toffe handelende, en op het welk al het voorgemeldde met even zoo veel recht kan tocgepaft worden : het welk ook evenals het voorgaende, eene wezendlykc loffelyke waerdye in zich bevat, doch 't welk den verder gevorderden en in kunde ecnigerraaten meerder toegenomenen Leerling vooronderftelt, is eenige Jaaren voorwaerds uitgegeven by den laetfiender tweegemeldc Boekhandelaren ; onder den Tytel van D E • MUZYK ONDERWYZER, Of, volledig Onderwys in de gronden der Muzykkunde; ifte, 2de, en 3de ftukje. Deze Stukjes vervatten in 24 Vertogen, een Léerryk enRedeneerend Onderwys ten dienfte van alle ware en wezendlyke nacrvorfchers dezer Ui', muntende Kunft. Zeventien zoo Notenplaten als anderen, verluifteren niet u einig dit Werk en ftrekken ter klare en I zinryke uitlegging der beredeneerde onderwerpen : Elk ftukje word j afgeleverd voor 25 ftuiv. en het eigenaertige en nuttige der zeLen • zoude uit het gretig neuiet kunnen opgetnaekt worden. » | BARO- THERMO- STREEK 1793 I ME- METER. DER LUCHTSGE- Jan. 1 ter. Noord] Zuid. wind. steldheid. Maart f29.9 43 43 z- , voorn ^ 30.^ 29. 9 58 \ 6o£ z. t. o. j verder bewolkt , / 29. 9| 46 46 z. z. o. I omtrent betrokken. C»9- 9| 48 j 48f z. t. o. | ^Zr^^ 21. < 29- 9i 54* I 58 1 I lui. ' f 29. 9f 48j I 48 | z. | f29. 8 49! z. o. bewolkt, voorm. 22. \ 29. 7* 58*- ' 62 z. z. o. en'savonds regen, {_29. 7 46 46 z. z. w. • U^1S' **t *\k z.~z7w. voorn;. betrokken , 23. ^29. 8 45{ 48 w t. z. verde. bew.'s«v. (_29.to 36 36 n. omtrent helder. {"29.10 42I 42 n. n. o. I 24. '. 89. 9 41 ' n. o. regenenwind. (_29.rO 40 I 40 o. n. o. ] o.*. o.. ~bet7okken »S''\*9-'i «6 I; 4* n. o.t.o. „arde wind. ( 29.10! > 401 40 n. 'o. ; f29.10 j 3-7^ I 38 0. fto d | voorm_ 40,; 29.10 I 4t go4 wolken, verder (29 rl^l 33 I 32s I helder.  1793- No' 249> AL GEMENE KONST- en, LETTER-BQBE, y 0 O R MEER- E N M 1 N- G E O E F F E N D B N. Vrydag den 5. Aprik BERIGTEN. GRO O T-BRITANNIEN. «■^SSBp zondag avond, den 17 Maart, overleed, op lü f\ tl deszelfs Landhuis te Caenwood, in den ouffl U W derdom van 85 jaren, William Murray, gj^c=| Grave en Baron van Mans field. Zyn Lordfchap was geboren den 2 Maart 1708. zynde de zesde zoon van David , vyfden Burggraaf Stormont- Hy ïmuwde, in den jare 1738. aan Ehzabeth, de Zuster des Overledenen en Moey des tegenwoordigen Grave van Winehelfiea, welke in 1784. overleed, en waar by hy eene kinderen verwekte. Lord Mansfield was een man van een buitengewoon uitmuntend karakter. Reeds in zyne vroege jeugd onderfcheidde hv zig door zyn zonderling vernuft en ongemene begaafdheden. Na de eerfte gronden van zyne Letteroeffening, in Westmunfter , geiegd te hebben , begaf hy zich als Student, in het Christ- Church- Collegie by de Univerfiteit van Oxford, alwaar hy ettelyke jaren bleef. Hier zettede hy zyne ftudien, zo in de fraaie letteren, als andere takken van wetenfehap, voort , en hield zig tevens onledig met het vervaardigen van enige fraaie Dichiftukken; op een van welken hy, in 1724. de eerfte Akademie- prys der Dichtkunde behaalde. Van de Schole vertrekkende, ging hy een buiten 'slands reisje doen, waar mede hy een geruimen tyd doorbragt, en wierd, by zvne te rug komst, tot lid van het Lin coln's Rechtsgeleerd Kollegic aangenomen. Hier wierpen zyne bekwaamheden weldra bekend, en alle lieden X. deel. van vernuft en geleerdheid zogteh zyne verkering ca vriendfehap. Gedurende dit zyn verblyf in Lincoln's Kollegie geraakte hy in kennis met den Heer Pope, die hem zyne vermaarde navolging der eerfte Ode van Horatius 4de boek opdroeg. la het jaar 1731 betrad de Heer Murray, voor t eerst, de Pleitzaal, alwaar zyne bekwaamheden hem Weldra overvloedig werk bezorgden ; krygende hy de beste zaken aan de 'hand, welke op dien tyd by de onderfcheidene Hoven hangende waren. In de maand November des volgenden jaars wierd hy tot Koninglyke Advokaat bevorderd , en aangefteld tot Solliciteur Generaal. Gelyktydig wierd hy tot lid van het Parlement verkoren, en bleef zitting houden in het huis der Gemeenten, tot aan zyne verheffing tot Pair van 't Ryk. In het jaar 1754. wierd hy aangefteld tot Procureur Generaal, en volgde, twe jaren later, den Heer D. Reder op, als Lord Opperrechter van 'sKonings Ge. | rechtshof. Onmiddelyk daar na wierd hy Pair, onderden tytel van Baron van Mansfield, en legde den eed af 1 als lid van den Geheimraad. I In 1757- wierd hy, op deji afftand van den Heer Pin, 'tot Kanzelier der Exchequer (of eerften Miuifter der Fijnantiè) verkozen: doch weldra ontfloeg hy zig van dezen jpost en trad weder in zyne vorige bedieningen. 1 In het jaar 1776. wierd hy tot den Graveftand verheven: en in 1788. legde hy alle zyne openbare amptcn neder: zedert welken tyd hy een ftil en afgezonderd leO ven  ( 106 ) ven leidde, en flegts met een klein aantal van ampteloze vrienden verkering hield. Als Rechtsgeleerde, was hy, ongetwytfeld, de êörfte man van zynen tyd. Hy bezat ene diepe geleerd¬ heid , en uitgebreide kundigheden ; ook was hy een groot Letterkundige. Hy wist op ene zeer innemende , bckoorlyke en overtuigende, wyze te redeneren: en bezat een ongemene fchat van Clasfieke, Hiftorifche en Rechtsgeleerde wetenfehap. Zyne buitengewone fcherpzinnigheid deedt hem alle zaken, welken hem voorkwamen, door en door zien. Als Redenaar was hy begaafd met on- weerftaanbare vermogens: by ene zoetluidende ftem en bevallige houding, voegde hy ene vloeyende en zuivere taal, nevens een kragtigen en klaren ftyl en voordragt. Allervlugst was zyn begrip en zyn geheugen verbazend fterk. Met deze uitmuntende talenten, die LoxcX' Mansfield, in het openbare leven, zo zeer deden fchitteren, gingen, by hem, de beminnelyke en no.g meer lofwaardige hoedanigheden van wellevendheid, gastvryheid en minzaamheid gepaard, welken hy, in het afzonderlyk leven, aan den dag legden: weshalven zyn dood met regt, door ieder een, betreurd word. Zyne ryke nalatenfchap, welke niet minder dan een jaarlyks inkomen van 26000 ponden ftr. opleverd , is op Lord Stormont, behalven de legaten , gekomen: gelyk hem ook deze zyne Erfgenaam in alle zyne tytels opvolgt. F R A N K R <ï K. De Heer Le Fevre de Villebrune, praktiferecd Geneesheer te Parys, is, op het laatst van het vorig jaar, den overledenen Vauvilliers opgevolgd, als Hoogleeraar in de Griekfche tatl , by het voorheen Ko'hnglyk, nu Nationaal, Kollegie in die ftad. Doftor Fourcroy, een der beroemdfte Scheikundigen dezer eeuwe, heeft de plaats van den Heer Lavoifier, by het Tuighuis, als Regisfeur des Pov.dres et Salpetre (opzigrer over de Kruid- en Salpeter makeryen) bekomen. De Heer jldet , een jonge Arts en Schei¬ kundige, is eerfte Commies by het Bureau de la Marine (Admiraliteits bof) geworden: en de Heer Hasfenfraz, mede een Scheikundige, die voorheen een post by het Bergwezen bekleedde, als Chef by de Bureaux de la Guerre (Oorlogskantoren) geplaatst. De Heer S. "}"■ Sue, Hoogleeraar in de Ontleedkunde by de Heelkundige School en Schilder Akademic, te Parys , met lof bekend door zyne- Heel- en Ontleedkundige werken, is den 10 December a. p. aldaar, in den ouderdom van 82 jaren overleden. Weinige weken te voren zyn insgelyks de beiden Med. Doftors en Medeleden van de Geneeskundige Faculteit, te Parys, P. Lalouette, en P. J. E. Maudet de la Var enne, de een. 81 en de andere 60 jaren oud zynde» overleden. , De eerstgemelde,, was een ongemeen geagt Arts in f Parys , byzonderlyk by de noodlydenden en behoefteen, en heelt zig tevens door verfcheiden Geneeskundige fchriften beroemd gemaakt. De laatste is in de Nat.°Hiftorie bekend, door het deel, 'twelk hy hadde aan de vo^elbefchryving van Buffon, door zyne Ornithologie ii^de nieuwe Encyclopedie Methodique, en door zyne inleiding voor de befchryving der Infekten , in het vervolg op Buffon's werken: terwyl hy zich als Arts, zo door zyne medelydende praktyk, als voornamelyk door zyne Geneeskundige Eleftriciteit, welke hy, allereerst, aan zyn huis, op order van 't Hof, aan behoeftige kranken ,. voor niet, te werk ftelde, beroemd gemaakt heeft. Hy hadde, over enige jaren, zyne ongemeen fraaie verzameling van vogelen en infekten, welke, naast die der Koninglyke in 's Konings tuin, de voornaamfle in Parys was, naar buiten 's lands verkogt. DUITSCHLAND en naburige Ryken. Het Genootschap der Natuuronderzoekende Vrien" den, te Berlyn, heeft de Heren Giefeke, Doft. en Hoogl. en den Reftor Liehtenftein, te Hamburg, onder het getal van deszelfs buitenlandfche Leden aangenomen. Berigt van ene zonderlinge misgeboorte uit het zwrNEN-RAs; door Dr. LIacquet, te IjEMBERG, Cuit het Hoogduitsch.;) Dit gedrogtelyk Verken wierd, met andere welgefchapene biggen, in het midden van January 1791, te Mislenizo, in het Koningryk Gallicien, geworpen. Men bragt my het dier, terwyl het dood was: het woog 3 ponden en 4 lood. Het gehele lighaam, uitgenomen°de fcherpte van den rug, de wenkbraauwen , ooghairen, de wangen en kin , was geheel kaal, en geela.>tig van kaleur, gelyk alle eerstgeworpen verkens, die eerst na verloop van enigen tyd van koleur veranderen, byaldien zy niet geheel zwart, of gevlakt, ter waereld komen; Desgelyks was 'er ook aan het gehele lyf van deze misgeboorte, kop en poten uitgezonderd, niets verder onnatuurlyks.- zynde 9 duimen lang en omtrent drie dik.. De poten waren wat lang gefpleten, en de toppen der vingeren, gelyk ook die der fporen, merkelyk. omgebogen , gelykende enigermate naar de duimen der apenhanden. De verfle afwyking doet zig aan den kop op, die,. van voren befchouwd, over 't geheel, vry wat zweemzel heeft naar een mismaakte Menfehen - tronie. Aan deze kop zyn twe Sluiten. De ene, die zyne natuurlyke zitplaats behouden heeft, is de agter-fnuit, en maakt met de bovenkaak, de gewone verlenging; de an- de-  dere, of ware', fnuit is op het voorhoofdsbeen vast gehegt. De lengte van den kop, van de punt des agter fnuits tot aan den nek, bedraagt 2 duim 9 lyn. van de punt der kin egtor tot op dezelfde hoogte, 3 duim. 2 lyn. De grootiie breette van den kop is juist 2 duim. Het onderfte kinnebakken heeft vry wat gelykenis met dat van enen mensch: doch het loopt, naar boven, voor uit en, aan den bek, fpits toe, waar op de zywaarts gekrulde en opflekende tong ligt. ' Deze loopt 4 lynen lang uit den bek, en maakt met de daar over hangenden agterfnuit een vervaarlyke vertoning. Deze agterfnuit is van boven plat ingedrukt, en formeert, aan het einde een blaauwe tromp, zonder opening, en, met den onderkaak, enen driehoekigen bek. In dezen fnuit befpeurt men gene opening, nog ook het gewone platte of ovale kraakbeen, met het daar aan gehegte been De beenderen der bovenkaak zyn onnatuuriyk ingebogen, zo dat de punt van den agterfnuit met de ogen , in hoogte, gelyk ftaat. Maar hier ontftaat, voor de beiden ogen, ene "algemene en aanmerkelyk opening, die, tot op de helft van het voorhoofdsbeen oploopt: zulks men de beenderen, die de halve holte van het oog uitmaken, geheel bloot, en flegts met den dunnen beenhuit overtrokken, ziet liggen. Boven deze fpleet aan het voorhoofdsbeen komt de onnatuuriyk lang gerekte ware fnuit voor den dag, welker lengte van 1 duim 10 lyn. is. Deze fnuit, die veel overeenkomst met dien van een Ofyfant heeft, is, in de lengte, in twe delen verdeelt, en deszelfs opening loopt aan den voet, waar mede hy aan het voorhoofdsbeen vast zit, digt. Het zonderlingfte is, dat deze fnuit, agter over hellende, naar boven loopt. Mogelyk is dit toetefchryven aan de gedaante van het Neusbeen, 'twelk, daar aan vast zynde, hem in de hoogte houdt. Deze misgeboorte word bewaard in het Kabinet van Natuurlyke zeldzaamheden der Univerfiteit , alhier te Lemberg- . Indien men enige gistingen over deze atwykmg der natuur moge maken, kan zy misfehien aan de volgende oorzaak toetefchryven zyn. Wanneer het dier, in zynen eerften toeftand, reeds halverwege gevormd zynde, met zyn weken fnuit tegen de oppervlakte van den buik zyner moeder aan lag, wierd, door de drukking van een naastaanliggende vrugt, dezen weken fnuit van de bovenkaak afgefcheurd en op het voorhoofd gefchoven, alwaar het overgeblevene gedeelte ene genoegzame voeding uit de bloedvaten ontvong, om zo ver mogelyk uittedeyen. Dusdanige voorbeelden van afgefcheiden, misvormde, en verder uitgegroeide delen, ontmoet men dagelyks by de dieren cn nog meer by de planten. Of byzonderlyk on zuiver vocdzel en andere omftandigheden, gelyk ziekten en derge!., insgelyks misgeboorten kunnen veroorzaken, late ik aan zyn plaats. Zo myn geheugen my niet bedriegt, hebbe ik ene foortgelyke waarneming gelezen in het Journ. de P/iyfique van (1790. Men hadde, in het zuidlyk deel van Frankryk, gedurende een geruimen tyd, gezond vee onzuiver water laten drinken, Wanneer zig by het zelve verfcheidene misgeboorten ontdekten -, zo dra men egter hier mede ophield, kwamen 'er gene misgeboorten voor den dag. BESCHRYVING VAN HET PRACHTIG GEBOUW DER MAATSCHAPPY : FELIX MERITIS , te Amsterdam, (f) (Overgenomen uit het vervolg op J. Wagenaars, Amsterdam of 2ofte ftuk.) Het Gebouw der Maatfchappy , Felix Men/is, volgens het meest goedgekeurd plan van den Stads Bouwmeester J. O. Hosly, aangelegd en opgetrokken, en in ruim 2 jaren tyds, nam. van 1787 tot 1789. volbouwd, is gelegen op de Keizersgraft, aan de Westzyde, naby de Beerenjlraat. Het zelve heeft, van buiten, een allezins deftig en pragtig aanzien , en mag , ten dien opzigte, onder alle foortgelyke Geftigten zelf in de grootfL- cn vermogendfte Steden van Europa, éénig in zyne foort genaamd worden. Het heeft twee Daken; het eene, zynde het voorfte, vierkant; het ander rond, van boven plat, in de gedaante van eenen geknotten Kegel eindigende, van eene fraaie fteenen Balustrade omringd, en voorzien van een zeer grootcn Windfaan, welks ftang, benedenwaarts, doorloopt, in een der Vertrekken, alwaar dezelve, op eene ronde Plaat, door middel van een Wyzer, de Windftreeken aankondigt. Het oogmerk van dit Dak zal, vervolgens, nader worden aangeweezen. De Voorgevel praalt met vier zwaarc Korinüfche Zuilen, welke het Kapiteel onderfchraagen. In dit Kapiteel ziet men het Blafoen of Wapen der Maatfchappye; het is een Byekorf, in Medailjon, gedekt van den gevleugclden Hoed van mercurius, en van den Slangenftaf dier Godheid omringd, nevens eenen Hoorn van Overvloed, eenige Korenairen en andere fieraarien. In de breede Lyst, onder het Kapiteel, leest men, in groote vergulden letters uitgehouwen, de Zinfpreuk der Maatfchappye felix meritis. In het Vak van den Gevel, tusfehen de Raamen der tweede en derde Verdiepintrc, ziet men vyf vierkante Steenen. De zinnebeelden van de Werkzaamheden der vyf onderfcheidene Departementen, in welke de oefeningen der Leden zyn verdeeld, zyn, in dezelve, kunftig uitgehouwen. De Deur, voor aan de Straat, die, ter wederzyde, twee groote Venfterraamen heeft, is van de Dorifche Orde. Langs het Gebouw, aan den Voorgevel, ftaan, op voegzaame afftanden, fteenen paaien, door middel van yzeren ketens zamen verbinden. Aan den waterkant, op de Graft, ftaan twee groote Lantaarnen, van de hedendaagfche uitvindinge. Cf) Van den oorfprong , aart, inrigting en tegenwoordigen ftaat dezer Maatfchappy hebben wy reeds een kort verflag gegeven m D. II. No 49 en jo. van dit ons biad, O 2  Het Gebouw, door den ruimen Ingang, zynde binnen getrceden, koomt men inleen breeden Gang. Ter flinkcrzyde van denzelven, voor aan de Straat, is de groote, dus genaamde , Entreekamer, alwaar alle de Leden by een koomen , en eenigen tyd vertoeven, tot dat de Redevoeringen, of andere vi crkzaamheden , eenen aanvang neemen. Onder het gebruik van eenige ververfchingen , kunnen ze aldaar den tyd flyten. Het is een zeer ruim Vertrek, zindelyk behangen, hebbende, aan.dc_Zuidzyde, twee fraaie Engelfche Schoorfteenen. In 't midden van dezelve ziet men eene fraaie Pendule. Recht daar tegen over, aan de Noordermuur, leest men een Latynsch Opfchrift van den Heere jeronimus de bosch , Eerften Klerk ter Sekretarye der Stad. Agter deeze Kamer is een klein Vertrek ; het geeft, over eene opene Binnenplaats, den toegang tot dc Wooning des Kasteleins, en dient, inzonderheid, tot eene bergplaats, voor de Leden, om in dezelve hunne Mantels of 'Jasfen in bewaaring te geeven, geduurende hun verblyf in het Huis. Behalven de nu gemelde, heeft men, ter rechterzyde van den Gang, eok aan de Straat, eene tweede Entreekamer; zy is kleiner dan de voorgaande, en heeft niet meer dan eenen Schoorftccn. Zy dient, onder andere, tot cer.c Vergaderplaats der Leden, aan welken, in een of ander opzigt,. eenig beftunr is aanbevolen. Onmiddelyk daar agter, tegen over den Ingang der Groote Entreekamer, heeft men , '■n den Gang,, de deur der dus genaamde Koffykamer. Tot gezette piyzen zyn hier allerlei ververfchingen te bekoomen. Aan het einde van den Gang., koomt men, door eene wyde deur , in de Muziekzaal; een zeer ruim , o.verdeftig Vertrek,, '.vaar van de weergaê, bezwaarlyk, elders zal gevonden worden. Dc gedaante is een Eyrond, en de Zaal van aanmerkelyke hoogte. Uitgezonderd aan de zyde van de deur , loopt, rondom, op eenige hoogte boven den grond, veen Omgang; de Venfterraamen, aan de buitenzyde van denzelven, brengen, over dag, het noodige licht in de Zaal. Deeze wordt verwarmd, door twee fraaie Kachels, in Nisfen geplaitst, die van buiten geftookt worden. Het Orchest is aan de Westzyde, tegenover den Ingang. Men klimt op hetzelve langs eeni.ge Trappen. Twee kleine deuren, ter wederzyden, geeven insgelyks toegang tot het Orchest. Voorts wordt de Zaal, by avond,, door eene groote menigte Engelfche lampen, hangende aan één grooten,^ en twee kleinere yzeren Hoepels, op. eene treffelyke wyze verlicht. Bóven de Muziekzaal, heeft mep de Gehoorzaal en Schouwplaats der Natuurkunde, even als de voorgaande, van. eene eyronde gedaante. Op allengskens hpoger opgaande Banken zitten de toehoorders. Om van allen bekwaamelyk te kunnen .gehoord en gezien worden, ftaat dg. Redenaar of Proefreemer in.'t midden der Zaale. Naast deeze Zaal heeft men niet alleen een afzonderlyk Vertrek, dienende tot een Mufeum, .waar in, onder andere, de Natuurkundige Werktuigen bewaard worden, maar ook een ander, ingerigt tot het gereedmaaken van zommige Proeven , welke, n de gewoonlyke Vergaderzaal, niet gevoeglyk werkftellig kunnen, gemaakt worden. Uit aanmerking, daarenboven, van de nuttigheid der kennisfe van de Scheidkunde, zo met opzigt ■>t de Fabriken als anderzins,. heeft men. 'er-eene Chtmijche IVerkplaats doen vervaardigen. Het platte Dak, in het agterfte gedeelte van het Gebouw, boven de- Muziekzaal ■ en- dc andere nu befchreevene-Vertrekken, is'ingerigt tot een Obfervatorium, of Schouwplaats van de hemelfche Lichaamen. Ten dien oogmerke dient de keurige Verzameling van Starrekundige' Werktuigen van wylen den Heere mohr, van Batavia herwaarts gevoerd, en, federt, door koop, de eigendom der Maatfchappye geworden; die, voorts, door haar kundi°- Medelid , den Heer pasteur , aan 't een cn ander de noodige verbeteringen heeft doen maaken. Voorts heeft men hier insgelyks eene Tekenzaal, in welke, naar het naakt Modél, getekend wordt, cn daar nevens een vierkant vertrek, tot plaat.hng der- fraaifte Afgietfels der Antieke Beelden, welke onlangs van Rome en Florenze herwaarts gekomen zyn, alwaar zy voor de Maatfchappy, waren opgekogt. Naast de Muziekzaal' is, gewisfelyk, van alle de Vertrekken, in dit Geoouw, het fraaifte en prsgtigfte, de Gehoorzaal der Letterkunde Men ontmoet deeze Zaal, op de tweede Verdieping, voor aan de Straat. Zy loopt over den* Gang. en de beide .Entreekamers-, en beftaat dus de geheeie breedte van- het Gebouw. Men koomt in deeze Zaal, door eene groote middendeur.' en twee. kleine zydeuren. De Zoldering of het Platfond rust op twaalf,1 Kolommen van de Iönifche Orde. Aan den Noordkant, in 't midden van een, afgefchooten Vak , in de, gedaante van een halven Cirkel, ftaat een fraai Katheder, of Spreekftoel, van louter Mahoniehout. Aan de voorzyde pronkt dit geftoelte met het uitgehouwen Wapen der Maatfchappye, en in dezyvakken, gelyk ook van agf,eren, met Zinnebeelden en Latynfche Byfchriften, op de onderfcheidene werkzaamheden der Maatfchappye Maande. Twee groote en fraai gewerkte Kachels dienen, om in de Gehoorzaal gepaste warmte te brengen. Ook ,zyn 'er langs den Wand" groote Kasten gemaakt, om de Boe:kery der Maatfchappy te plaatfen. Zb wel als de Muziekzaal, worden ook alle de nu befchreevene Vertrekken, door middel van, dus genaamde, Engelfche Lampen verlicht. Behalven nog verfcheide andere Vertrekken y zo tot gebruik der Heeren Kominisfarisfen en Direkteuren, ais tot andere oogmerken dienende, heeft de Kastelein eene bekwaame Wooning, die uit' verfcheide goede Vertrekken, beftaat, ter flinkerzyde van de :Muziekzaal. Ten laatften heeft men, ten einde vaa-en agter het geheeie Gebouw, eene ruime opene plaats. TEKE NI,N-;GEN en PRENTEN. rome n. De beroemde Graveerder R. Morchan, beeft twe» :vöortreflyke plaaten naar de Schilderyen van Pousfin- in 't licht gegeeven, die nog zynen voorgaanden arbeid (overtreffen. Zy verbeelden : de danzende Jaargetyden, voor welken de Tyd op den lier-fpeek; en de Vlucht van Josef enz. naar Egypten. Elke plaat is hoog 23, breed 26 duim, en kost, na genoeg, een guinjen. l o n, d E' n; Alhier wordt, by WilliamByrer, uitgegeven AVolume  ( IC /**«• of Antiquitiet of Great- Braam» comamwg \ ZZtwo Prints from drawmgs by T. Hearne, with « o. Hiftorical and Defcriptive Account of each fubje®, TtrZgm and Frencl, Het werk behelst elk van 4 platen, nevens de befchryvingen. Zy woiden l ook elk afzonderlyk, voor W fchellingen uitgegeeven. Het gehele werk kost 7, pond. fterl. en-a fchell. H«w of the Lakes &c. m Cumberland and Westmore-lland, containing twenty Prints, from P*f>™W by f. Fanngton. R. A> wttji defcnptions m English j and Freneh. 4 pond. ft. 8fch. . , , Views taken on on near the River Rhme atAixdeia 1 Chapelle, and on the River Maefe, by the Rev. j. Gardnor. en graved-m Aqua' Tmtabythe Rev. Gavdr nor and Richard Gardnor Jftm i* 4fg,l I. 6 d ƒ« English Proofs 2 Gmneas Walter, Uiarim-croff. 1792, Dit bevallige werk. behelst ruim dertigder fraaifte fch'ilderachtige gezichten van Sloten , Kartelen , Kloofters en andere voorwerpen aan de. boorden van den Rhyn, met bygevoegde korte, doch duidelyke en aangename, befchryvingen. p k R r s. Clemence du Peuple „ Konstpl. in het koper gebragt door Patas, by Parquier en frtgot Prentverkopers, rue S. facques, prys 6 liv. De plegtige aflegging van den Burgereed te Straatsburg, en het ter dier gelegenheid eenparig verzoek des Volks om het. ontflag van enen gevangenen, die, hetiaar te voren, uit hoofde van oproerigheid in hegtems genomen was, heeft aanleiding tot deze wel uitgevallen plaat Les vierges fages et folies', Konstpl. in't koper gebragt door wylen den Heer Delauny, den ouden , naarSchalker,- waar van de fchildery in de Ganery te. Du*, feldorp hangt, by de gebroeders Bajan, prys 6 lm Vol uitdrukking, gelyk meest alle de nagelaten* gravures van dezen meester, cn van te meer waarde uit. hooide van 't voortreffelyk-origineel, waar by deze plaat m n'.ets behoeft te wyken. , ,- La Ltberte, Patrone de Francois, m ovaal-formaat hoo°- 9 en br. 5 duim, door Rouette , naar het fchildery van Sicardis. By den laatlten en by Jausfert; prys a- livres. ~ , Een borstbeeld van een bevallige vrouw, opgefierd met alle de Attributen der vryheid, in ene-aarigename gepointeerde manier. Bon jour ma mere, Konstpl. naar Julien, door deszelfs Neef L. Julien, by den Autheur, prys 9-hvr. AMSTERDAM. Nederland. No i en 2. twe Allegorifche Konstplaten, inhaal formaat, hoog 24 en breed 16 duimen. Door $ Kock, en by denzelven'te bekomen, . prys-ƒ 6 : •' :der,. voor de Intekenaars. Hoe zeer deze beiden zinneprenten van dezelfde hand omen, een en denzelfden tytel voeren, ert ook in gelycn fmaak ingerigt en geordonneerd zyn, zal nogthans, p het eerst aaufchouwen zelfs van den minstkundigen^, erzelver onderfcheidene waarde terftond in 't oog valen. Zo fchoon de tekening, zo vernuftig1 de ordonnanie, zo vol uitdrukking het beeldwerk, en zo zuiver de ;ravure van de eerfte dezer konstplaten' is: zo weinig 'oldoct het een en- ander van de twede, voor'den geingflen kenner; Men befpeurt ten kiaarften, by deze aatste, dat de Tekenaar zyne vinding te' zeer- hadde- uitgeput, om iets nieuws te leveren, of het geen, na zyn eerfte werk,, niet gevoeglyk konde gemist worden. Wanneer men te lang op een en het zelfde onderwerp [lil ftaat, vervalt men doorgaans in herhalingen en in kleinigheden-, gelyk hier het geval is. 'tGeen echter in de twede'plaat, by de. eerfte ,- wel- bet meeste affteekt, is de ongelyk ftegterö gravure-, - Waan door- genoegzaam alles zeer onduidelyk, in een verward en hier en daar merkelyk beklad, voorkomt. Daar dö voorgaande, onder het enkel opzigt van den Tekenaar, zo' wel geflaagd was, zoude hy beter gedaan hebben, om het gravecryzer in dezelfde bekwame hand te laten, eïï zyne eigene minr bedrevene aani hef opvatten daar van niet tc wagen. Dit vooraf dienfug geacht hebbendé, om aan tc merken, zullen wy- vervolgens enig kort Verflag vart deze' zinneprenten geven. De Hoofdfiguur in beiden ftelt een Tempel voor. In diêfi van de eerfte ziet men, in 14-vafckein dêrvóorrïaamfte Gefchiedenis! en des'Lands, van'de-vroegftê" tyden af' tot op den tegenwoordigen, verbeeld: tcfWyl zich, inde buiten zvdö des GebouWs, 's'larids fpreu'frS ert'boven het zinnebeeld van enen döorlugtigcn- naam en dat des overvloeds-, vertoond, A*a» den voet, op den voorgrond, hangt de kaart der Verenigde Nederlanden, door den Nederiandfehen Leeuw bcfehermd: en voerende om den rand de wapen?' dèf ftemhebbende Steden'v&n elke Provintie der Republiek-. Op het voetftuk, waar over' het kleed hangt, zyn 's lands voorname bezittingen in Afrika; Apa en Amerika-, ((choon flegts flaauw en meest met letters) aangeduid. Aan de rechter zvde ziet men den Regeringsfèrm, en ter linker zydé den" Godsdienst, met' alle dc onderfcheidene Kerkgemccnfchappen dezer landón. Onder deze laatsten, befchouwd de Staatkunde op een lyst 's lands grootte, volkrykheid, Land- cn Zeemagt enz. tegen over deze dóen' zig'de zinnebeelden op van 's lands voornaamfte Fabrieken en Trafieken , en agter dctfelvcn dat dés Koophandels, Zeevaart, grote en kleine Visferyen. Onder aan ztet men 'slands voornaamfté' vö'orbrengels zo in het Dieren- als Plantenryk: terwyl het Nationaal Karakter door de twe- allervoorfte- Béélden vertoond' word.' O 3  e xio 5 Eindelyk worden op de Antique BafeJisque, aan den linker kant, 's lands Hoge Scholen en Geleerde Maatlchappen aangeduid. De twede Allegorifche Plaat moet voornamelyk dienen, om, door ene verfcheidenheid van zinnebeelden, de drie voorname elkander opgevolgde ftaten aftefchetfen, in deze landen, zedert de vroegfie tyden, zo van Befchaafdheid, Godsdienst, Zeden, Regeringswyze, als van Geleerdheid, Konften en Wetenfchappen, plegtigheden , gebruiken Handel, manier van oorlog voeren enz. Doch, gelyk wy reeds gezegd hebben , alles is bier ongelyk minder, dan in de eerfte plaat, die met 'er daad vvoor een Meesterftuk mag gehouden worden. NIEUW UITGEVONDEN WERKTUIGEN en KONSTSTUKKEN. Kort en algemeen verslag van het SPRAAKTUIG des Heren Hofraads van KEMPELEN, te Wenen, {uit het Hoogduitsch ) Van dit zo vernuftig uitgedagt, als in deszelfs zoort enig, werktuig, en de wyze, waar op het behandeld of befpeeld word, vind men ene zeer uitvoerige en naauwkeurige befchryving in het klasfiek werk, 'twelk de uitvinder , hier boven gemeld, onlangs in het licht gaf onder den tytel van: Mechanismus der Menfchlichen Sprdche, (waar van my binnen kort onzen lezeren een nader berigt hopen te geven.) In den beginne hadde de Heer van Kempelen geen verder oogmerk, dan om flegts enige vokalen, enige tonen der menschlyke Stem , door het een of ander fpeeltuig, natebootfen. Hy begon dus reeds in het jaar 1769. toen hy nog aan het vervaardigen van zyn vermaarden Schaakfpeler bezig was, met alle fpeeltuigen te beproeven , of ook het een of ander aan zyn oogmerk konde beantwoorden. Het gelukte hem eindelyk , onder het doen van ene wandeling , zulk een fpeeltuig enigermate , in den Zakpyp of Doedelzak, aan te treffen. Ondertusfchen kon hy het inftrument zelve van den Eigenaar voor geen prys kopen, maar alleen een pypje, van riet gemaakt, 't geen in de buis of fluit, waar op men fpeelt, gedoken word, en dat de eigenaar in voorraad hadde, magtig worden. Vol ongeduld, hoe deze proef zou uitvallen, liep hy in alleryl naar de ftad, cn ftak dit rietje in de pvp van een gewonen lederen blaasbalg, en haalde, door het toedrukken van dezelve, daar uit een fchreyenden toon: hier op ftak hy den pyp met het rietje in een dwarsfluit, hield de bovenfte gaten daar van digt, blies 'er met de blaasbalg in, en verkreeg, door het trapswyze opligten | der vingeren, wel hogere en lagere tonen, maar gene; onderfcheidene klinkletters. Hier dus niet mede te regt I kunnende raken, kwam hy op de gedagten, om eenj wyd ftuk van een buis, 'tgeen min of meer voor eenj open mond kon dienen, in plaats van de fluit, aan de blaasbalg te brengen, en verkoos daar toe het onderfte tiecritervormige ftuk van een Hautbois, die bv de hand Ja£ Wanneer hy nu dezen tregter met de linker hand, nu eens geheel, dan weder gedecltelyk, digt hield, lieten zig terftond verfcheidene vokalen horen. Echter gebeurde dit flegts dan, wanneer hy verfcheidene fchielyke bewegingen met de hand en de vingeren maakte. Hield hy, daar en tegen, de hand, een gcruimen tyd, °P een en dezelfde plaats, weike die ook ware , zo fcheen het hem toe, als of hy altyd maar alleen een A. hoorde. Hy befloot hier uit dat de Taalklanken met 'er daad in zyn werktuig opgefloten waren, doch derzelver volkomene duidelykheid alleen in zamenvoeging- met gehele woorden en gezegden bekwamen: en het kwam alleen daar op aan, om dezelven elk afzonderlyk ie tref- ■ fen, dat is, om de hand, naar de juiste maat, opteiigten. Dat dit werktuig, hoe gebrekkig het ook nog ware, reeds verfcheidene vokalen, en tevens enige konfonanten, zeer duidelyk, fchoon nog in gene verlangde order, deed horen, befpeurde de Heer van K. ten klaarflen , wanneer op den volgenden morgen, onder het voortzetten zyner proefnemingen, zyne vrouw en kinders uit de derde kamer kwamen toefchicten en nieuwsgierig vroegen, wat 'er by hem gaans was, naardemaal het hun toefchcen, als of zy een ftem, overluid en met allen yver, hoorden, bidden, zonder te kunnen onderfcheiden, in welke taal dit gefchiedde. Ten einde nu op dezen eerften grondflag met zeker-' heid verder te bouwen, was het nodig, om zig op het onderzoek der fprake zelve naauwkeurig toe te lego-en De eerfte uitkomften, waar toe de Heer van K. dóór zyne overwegingen geleid wierd, waren de volgende: „De menfehelyke fpraak kan in niets anders dan in ene trilling der lucht beftaan; het is bekend, dat, by het fpreken, de longen lucht inhalen en uitfloten; dat de lucht door de ftrot of keel, even als door een rietpypje in beweging gebragt word en tot klanken gevormd; dat zig, eindelyk, by elk geluid, mond en tong beweegt' en veranderd, en gevolglyk, der toongevende lucht, by haren uitgang verfcheidene hinderpalen in den weg legt, dat is, nu eens grotere, dan kleinere, openingen, die daar by, te gelyk, van verfchillende rigting zyn, maken. Dit alles by een genomen zynde, is de fpraak, ofwoordleding, niet anders dan de ftem, die door verfcheidene openingen uitgaat: en men heeft daar toe nodig een long,, een keel en een mond." De eerfte leverde de blaasbalg op: de twede het rietpypje; terwyl de derde, in het tregtervormig ftuk van de Hautbois voor handen was. Dat de blaasbalg en het pypje reeds al het vereischte opleverden, hier van wierd men door het gehoor ten volle overtuigd; het kwam 'er dus maar alleen op aan, om de aan den mond gelykendc holligheid , gelykde tregter was, in dier voegen interigten, dat men daar (aan  ( III ) aan verfcheidene bepaalde en met kleppen voorziene openingen toebragt: waar in dan ook, fchoon niet dan na veelvuldige mislukte proeven, de Heer van K. ten vollen Haagde. De Hoofddelen van dit zyn Spreektuig beftaan in de volgende : 1. Het Mondfiuk, of Stempyp, 'tgeen demenfchclyke ftrot of keel verbeeld. 2. De Windlaa', met haar twe binnenfte kleppen. 3. De Blaasbalg, of de Long. 4. De Mond, met de ftukken daar toe behorende. 5. De Neusgaten. Dc byzondere inrigting of toeftel van alle deze delen, nevens het bepaald gebruik van eik, tot de vorming der fpraakgeluiden, en de onderfcheidene letters, zo klinkers als medeklinkers, als mede de behandeling of befpeling van dit fpreekttiig, welke min of meer met die van enig ander blaas - fpeeltuig overeenkomt, befchryft de Heer van K. in het boven aangehaald werk, volledig en naauwkeurig: waar in wy hem egter niet volgen kunnen , zonder behulp van zyne bygevoegde ophelderende afbeeldingen, op welke hy telkens in zyne befchryving wyst. Ondertusfchen verzekerd hy, dat mei), in den tyd van 3 weken, ene genoegzame vaardigheid in het befpelen kan bekomen, byzonderlyk wanneer men de Latynfche, Italiaanfche en Franfche taal uitkiest: als zynde de Hoogduitfche, wegens hare veelvuldig voorkomende medeklinkers , hare fterke uitfpraak vorderende letters, en zo dikwyls aan het eind der woorden geplaatste ftomme letters, veel moeylyker dan de drie gemelde talen. Ook heeft hy reden, om te geloven, dat het werktuig, zon der veel konst, met klawierftukken, gelyk orgels en klavecymbalen, zodanig zou kunnen toegefteld worden, dat het voor ieder een gemakkelyk zou te befpelen zyn; kunnende elk Orgelmaker het zelve, zo als het tegenwoordig is, ligtelyk namaken, met behulp der voorkomende befchrvvingen en afbeeldingen in het reeds meermalen genoemde werk des Heren v. Kempelen. De uitvinder zelve houd zig nog geftadig bezig met proeven ter verbetering van dit zyn werktuig, en zal ook den uitflag zyner verdere pogingen in dezen bekend maken. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. P'etersburg den 24 Febr. De Keizerlyke Akademie der Wetenfchappen ontfing, den 18 dezer maand, uit Philadelphia, ene verhandeling over het gebruik der Thermometers op de Scheepvaart: waar van de in¬ houd meer algemeen bekend verdiend re worden. De Schryver van dit ftuk, de Hr. Williams, Geheimfchryver der Wysgerige Maatfchappy, te Philadelphia, heeft op herhaalde Scheepstogten , tusfehen Europa en Noord- Amerika, zeer naauwkeurige proefnemingen in 't werk gefield, omtrent de mindere of meerdere koude en warmte van het zeewater: en daar mede bevonden, dat het water , na by kusten,» zandbanken, klippen enz. beftendig veel kouder is dan in volle zee; bedragende het onderfcheid gemeenlyk 8 a 9 graden volgens de fchaal van Delisle. Hy verzekerd, op die wyze, aan de, op de in zee gehouden Thermometer aangewezen fchielyke toeneming der koude van het water, de nabyheid ontdekt te hebben van ver» borgene klippen cn zandbanken, die of op de kaarten niet aangeduid, of waar van de afftanden kwalyk berekend, waren. Daar het nu geen twyffel lydt of dit middel, by aldien deze waarnemingen nader bevestigd wierden, zoude dikwyls kunnen dienen, om een fchip uit eeii onbekend gevaar te redden, of om de fcheepsberekening te verbeteren, was het hooglyk te wenfehen, dat de zeevarenden hunne aandagt op deze zaak vestigden, en, door eigen waarnemingen,, beproefden, of men op deze ontdekking, waar van het gewigt ieder .een in 'toog moet vallen, volkomen ftaat konne maken. Daar ondertusfchen deze waarnemingen alleen in den Atlantifchen zee gemaakt zyn, zal men nog byzonder dienen te onderzoeken of dit verfchynzel ook in de Oost- en Noordzee, en in anderezeen, plaats heeft. maandelyksche pryslyst der in- en" uit lan dsc he effecten. Inlandsche. Holland, il prCts. 72 a 77'. Friesland? s prCts 61 a 63. Utrecht. 2§ prCts. 74 a 78. Generaliteit.3 prCt. 77 a 85. Last- en Veilgcld. i\ prCts. 57367. Z.DoorL- Hoogh. 3 prCts. Dito nieuwe Negot. ■— prCt.- Dito2|prCts ■ O. /. C Lot. 3 prCts. 75 a 78. Engelsche. Bank-Aft. 1745a 174. O. I. 205 |.a 204|Z.Zee.geen vaste prys O. Z. Z. Ann. geflot. Dito nieuwe 76^ 3'prCts. Gec. 77 a 76$ Dito gerd. geflot. Dito 1751. 4 prCts. Gec.- gefl sprCts.Dito io8£ai07J.Z.o«rf. 28Maart wisf. op Amft. De tegenwoordige is de eerfte die voltooid is , in Duitschland, en in 's Konings Uuitfche Staten. De achtkantige koker van mahonyhout is 131- duim dik, en van binnen door ontelbare winkelhaaken, die de'naden aan eikanderen houden, zeer fterk in een gewerkt. De fpiegel is van uitnemend wit en digt metaal, en zo keurlyk gepolyst, dat hy alle voorwerpen in derzelver natuurlyke koleur vertoont. Met den rand weegt hy ten naastenby 26 É8is buitenwerks io|dtum , dog de o-epolyste oppervlakte kan aan hare grootste zigtbare diameter , maar 05 duim halen. De gedaante koomt die van ene parabel zo naby, dat de ftralen van d_n rand en uit het midden zig naauwkeurig in een punt vereenigen, en de fpiegel tot ene zevenhonderde jaa meer-voudige vergroting zvne volkomene opening van 9\ duim kunne behouden. Na byzynde voorwerpen op aarde vertonen zig op enen afttand van 13 voeten vyf duimen, ftarren 12 voet en 8 duimen. De fpiegel kan in den koker blyven, wordende daar in door dozen wel bewaard. Het machinaale aan het kunstftuk heeft vele overeenkomst met dat van den Heere Herfchel, dog is Heviger en op zyn minst in ftaat, om enen last van 300 $ te dragen en te beduren. De acromatifche Zoeker heeft de lengte van 30 duimen. Gefchreven fchrift kan men op enen afftand van 140 treden, meer dan 1700 maal vergroot, zeer duidlyk lezen voor het gehele veld der opening van bi duim. Onder de Hemelfche voorwerpen beproefde de Heer S. zyn werktuig het eerfte op Saturnus, met ene 300 voudige vergroting, op den 26 December 1792. Verbaasd flondt hv, over de ongewone fterkte des lichts en duidlykheid, waar mede zig de Planeet, door een betrokken lugt, ja zelfs door wolken, heen, vertoonde. Zyne brede, zuidlyke, nevelachtige ftreep, zo wel als het noordlyk licht dat daar aan bemerkt wordt, 't geen merklyk helderer is dan de overige vlakken op Saturnus * vertoonde zig zo duidlyk, als de banden van Jupiterdoor den Telescoop, welken de Heer Schröter tot hier toe "cbruikt had. Hadden zig enkele tekenbare lichten of vlakken op den Bol van Saturnus vertoond, zy zouden "•ewis dezen Telescoop niet ontfnapt zyn. Eerst trok zvne opmerkzaamheid de buitengemene duidlykheid der fchaduwe , welke de bol zuidoostlyk op den ring en het noordlyk gedeelte van den ring op den bol wierp. Beiden fchaduwen, hoe weinig hy daar aan gedagt had, vertoonden zig in hare zeer donkere koleur, niet fcherp aan de randen en met verfcheidene kleine oneffenheden, waar door, byzonder ten zuidoosten, de grenzen des lichts ziP' zeer hoekig aan het gezigt vertoonden. Nog meer verrasfend was het vertoon van den Ring. Zonder dat hy in' het allerminfte dagt aan de ontdekking yan (t) Zie onze No 223. van 5 Oftober 179a! P »  Herfchel, maar veeleer in den beginne vermoedde, dat hy zig bedroog, zag hy duidlyk den ring verdubbeld, in die zeilde evenredigheid, als door den Heere Herfckel was opgegeven, (over den ring van Saturnus, en den omloop des vyfden wagters, te vinden in de Plulof. TransaU. vol. 82.) Hy kon de donkere ruimte, tusfehen beide ringen waargenomen, van hare grootste breedte fteeds fmaller en f'yner afdalende, niet zelden volgen, tot aan de lyn, weike die ruimte in twe gelyke delen deelt; voor het overige echter nergens iets ontdekkende van die donkere fegmenten, welke Short beweert, meermalen gezien te hebben. Geiyk dus de ontdekking van den Heer Herfchè'l volkomen bevestigd werdt, was het toch opmerklyk, dat de donkere tusfehenruimte op de voorfle en wcstelykfte helft van den ring op verre na zo duidlyk niet in het gezigt viel, als op de volgende oos telyke helft. Ook de Heer Schrader bemerkte dit, en beide hadden het reeds op den 2 September, by het bepioeven eens 12 voetigen fpiegels, op gelyke wyze waar genomen: zo als mede de Heer Schrader vervolgends met den 7 voerigen van Herfchel,- hoewel hy het, uit hoofde van het wêer, niet kon vervolgen, daar de ring zig op het breedfle vertoont. Op den avond van den 31 December na vyf uren, wierd de lugt voor enen korten tyd helder, en konde hy Saturnus zelfs met den viervoetigen fpiegel van Herfchel waarnemen, welkende Heer S. van nieuws met voordeel gepolyst had. En nu vondt zig het gemelde verfchynzel, op het allerduidelykfte, onder ene 134 voudige vergroting, wederom bevestigd. Met ene volkomene zekerheid befpeurde hy de donkere tusfehenruimte, doch alleen daar, waar zy, na de projectie, zig op het breedfle vertoont, aan het oostlyke gedeelte, zo dat het oostlyk einde van den ring, van deszelven overige breedte door ene donkere klove afgefcheiden geleek; aan het westlyk einde vondt hy Hechts ene zwakke fpoar hier van, welken hy met even veel gewisheid niet kon onderkennen. Op den 18 Jan. 1793. des avonds ten zes uren, zag hy, zelfs met den 7 en 4voetigen Telescoop van Herfchel, het fpoor der donkere tusfehenruimte aan beide zyden even breed; en dit bevestigde zig al fterker onder ene 300 malige vergroting, door middel van den Telescoop van 13 voeten. Daar door zag hy deze tusfehenruimte, by ongelyk heldcrer ligt, van beide zyden fteeds fmaller toelopende, tot midden voor den Bol ten noorden , en ten zuiden agterwaard.; agter het ligchaam van de Planeet, even duidlyk, en ter wederzyde van omftreeks dezelfde breedte. Ene zo ogenfchynlyke verandering, met onderfcheidene Telescopen waargenomen, kon niet wel als bcguicheling worden aangemerkt. De Heer Herfchel zegt, in de aangehaalde verhandeling, dat hy de meergenoemde tusfehenruimte altyd even breed had bevonden, zonder nochthans uit te fluiten zeer geringe veranderingen der breedte, niet alleen van de donkere afdeling, maar ook vanj den ring zeiven, hocdanige, om zo te fpreken, onmerkbare verfcheidenheid, door hem zeiven waargenomen, voortfproot uit oorzaken, welke te vermelden tot zyn tegenwoordig oogmerk niet behoorde. Terwyl de Heer H. voomaamlyk met zynen grootsten Telescoop de Planeet heeft waargenomen, koomt het den Heere Schrader waarfchynlyk voor, dat, by de grootste Kerkte des lichts van 20 en 40 voetige Telescopen, zulke veranderingen niet zo in het oog vailende zyn, als by 'tgebruik van zwakkere werkiuigen. By genen ziet men de donkere tusfehenruimte, by ene geringe breedte, altyd zeer fcherp, by dézen ontrekt zy zig, fmaller fchynende, dikwerf geheel en al aan het gezigt. Ook kan de Elliptifche gedaante, of de uitmiddelpuntigheid, hier toe wel iets bybrengen. Op den 18 January, ontdekte hy gelykfoortige hoekige oneffenheden der fchadjwen van Saturnus zeiven en zynen ring; wordende daar door bevestigd in 't gene hy reeds had aangeduid in zyne waarnemingen over Saturnus, welke in de fchriften des Natuuronderzoekenden Genootfchaps te Berlyn, in den jare 1790, vermeid ftaan. De zuidlyke vlek in Saturnus tekent, gelyk in de Maan, zyne hoekige en bergachtige oneffenheid. De oneffenheden in de fchaduwe hebben haren ooriprong in dergelyke gebergten. Nu nog enige waarnemingen over de duistere zyde van de Maan, zo als zy door het licht, van onzen aardkloot afïlralende, toegelicht wordt. Op den 14 January des avonds ten vyf uren na nieuwe Maan, nam hy voor het eerst die duistere zyde der Maane waar met enen Telescoop van 13 voeten, die het voorwerp 136 maal vergrootte. Een prachtig vertoon was het voor hem de kleinere, zo wel heldere als donkere, delen der Maanvlakken in derzelver ware Landfchaps projectie zich te zien opdoen. Hier viel hem van zelve, met alle zwakkere Byfchaduwingen, 't geen hy met den 7 voetigen Telescoop van Herfchel niet zonder de uiterfte oplettenheid opfporen moest, en ten dele gebrekkig onderfcheiden konde, zo duidlyk in het oog, als of hy deze gewesten der Maane by het onmiddelyk licht der Zonne door wolken henen befchouwde. Aldus viel hem Plato, met alle aangrenfentieBylchaduwingen van zelve in het gezigt, die hy met den 7 voetigen had moeten opzoeken, en wiens voornaamfte delen hy, daar door, nog maar onderfcheiden konde. Niet alleen vertoonden zig de bekende, in de Sclenotopographifche Fragmenten door helder licht uitgetekende, Ariftarchus, Manilius, Seleucus, Menelaus en andere, maar ook veel meerdere, welke, uit hoofde van het zwakker licht, den 7 voetigen Telescoop ontfnapt waren. Op den 18 January, flechts weinige uren voor eefte quartier, nam hy nog Ariftarchus met de daarby ge'e^ene kleine flaauwe lichtvlakken waar, en zag zeer duidlyk aan de on-  onverlichte zyde de donkere vlek van Grima'dus: van a' het welke hy met den 7 voetigen zelfs geen fpoor ont dekken konde. De Heer Herfchel nam, op den 22 Oótober 1760, dc geheel verduisterde Maan, 360 maal door enen Telescoop van 20 voeten vergroot, waar, en ontdekte op verfcheidene gedeelten der Maanfchyf vele, ten minfte 150, glansfige naar het rode hellende lichtpunten. De glans zelve der verduisterde Mane belette hem, om die punten lang genoeg in het oog te houden, en alzo derzelver ftandplaatfen te bepalen. By foortgelyke gelegenheid gebruikte de Heer Schrader zynen 7 voetigen Telescoop, met 74- en 160 malige vergrotingen, en nam meer dan 20 dergelyke lichtvJakken waar,"die hy duidlyk onderfcheidde, en waar van hy de ftandplaatzen wist op te geven; hebbende te voren de duistere zyde der Maane dikwyls onderzogt, en zyn werktuig niet zo veel licht toegelaten, dat hy daar door verblind wierdt. Met den 13 voetigen zou hy zekerlyk driemaal meer gezien hebben. Zo veel, om te be¬ togen, hoe veel aanwinst de Sterrekunde nog verwagten mag van het algemeen gebruik van meer vermogende Telescopen. De Hoogl. Schrader legt niet weinig eers in zo door zyr.en vlyt als door zyne bekwaamheid, om deze werktuigen verkrygbarer te maken, dan tot hier toe het geval geweest is. NEDERLAND EN. Leyden. Laatstleden woensdag, den 3 dezer maand 1 April, is alhier, in den ouderdom van 38 jaren en 5; maanden, aan ene borst-ziekte overleden, de Wel Ed. ; Hooggel. Heer Christiaan Hendrik Damen , A. L. M. Phil. Do&or, Hoogleeraar in de Natuur-verhevene Wiskunde, als mede in de Burgerlyke en Krygsbouwkunde, aan 's Lands Hoge Schole alhier; lid van de Hollandfche Maatfchappy der Wetenfchappen en van verfcheiden andere Geleerde Genootfchappen. Leyden den 8 /fpril. Da Akademie der Heelkunde, te Parys, heeft den Here A. Soek, Stads Vroed meester en' Prale&or in de Verloskunde alhier , hare gouden medaille toegewezen, voor z\ne, aan de gemelde Akademie medegedeelde waarnemingen aangaande de Verlosflngen, welke hy, door middel van de Keizer lyke Snede, zo hier als te fVasfenaar, verricht heeft; en welker Befchryving by de Boekhandelaren' Herdingh en du Mortier, alhier, in het voorleden jaar is uitgegeven geworden. Amsterdam. De Heer H. de Bosch, alhier, die reeds verfcheiden proeven gaf van zyne kiefchen fmaak en ongemene ervarenheid in de Griekfche en Latynfche Letter- en Dichtkunde, arbeid tegenwoordig ook aan ene uitgave der tot nog ongedrukte Anthotogia Grseca (.Griek¬ fche Bloemlezing, of verzameling van Puntdichten en Byfchriften) door onzen onllerflyken Grotius, in Latvnfche verfen overgebragt: ft) waar van reeds een Latynfch berigt het licht ziet, welks inhoud wy, binnen kort, onzen lezeren zullen mededelen. Haarlem den 8 April- 't Is voor de eerkekeer, dst Direkteuren en Leden van Teylers Godgeleerd Genootschap, zints de oprigting van hetzelve, het genoegen derven van op één der ingeleverde antwoorden op de vraag, in den voorleden jare uitgegeven, een gouden eerpenning te kunnen uitreiken. Dan, gemerkt de aangelegenheid des vraaglluks en onze begeerte om het op ene voldoende wyze beantwoord te zien, zyn Heren Directeuren en Leden te rade geworden, de vraag nogmaals, als ene buitengewone, voor te hangen. Dezelve luidt: zyn 'er goede gronden , om Gode Hartstochten (of Aandoeningen) toe te fchryven ? zo ja, is het dan mogelyk , de werktng (f) De Hoogl. A. van Cattenburch tekent, in zyn vervolg op K. Brandts Leven van H. de Groot, bladz. 221 et feq., het volgende aan, nopens dit, tot nog toe onuitgegeven, keurig werk van dien pronk onzer Vaderlandfche Geleerden. „ De Heer Brandt meldt ons van zyne (te weten de Groofs) vertaling der Griekfche zedefpreuken, die Stob„us verzameld had, als mede van de veitolkte fpreuken, getrokken uit de Treur- en Blyfpelen der oude Grieken. Ten vervolge van deze* arbeidty in het ontvouwen der Griekfche wysheit te kost gelegd , had hy , in den jare MDCXXXVL voltooit, en ter drukpersfe gereed gemaakt, de vertaling van een boek, by de Geleerden bekent onder den naam van Anthologia Grteca, of Griekfche Bloemlezing. De taalkundige Henricus Sthphavu» had, in den jare MDCLXVI, dat boek zeer net en fierlyk in het Grieksch gedrukt; en de Rostokfche Profesfor Eilhardus Lubinus dat federt in matelozen trant in 'tlatyn vertaalt ei nevens den Griekfchen text uitgegeven. Dit boek behelsde een gefchikte verzameling van de geeftigfte Puntdichten en Byfchriften, die een gehele fchole van Dichteren, van Platoos tyden af tot aan dien van den Keizer Justiniaan , by verfcheidene gelegenheden in het Grieks hadden ontworpen. Hier ging hun geest weiden in de keurlykfte ftoffen, zo wel die God en de» Godsdienst, als de Natuur- en Zedenkennis betreffen. De rykdom der Griekfche taal, dien de zuiverde Schryvers onder de Latynen niet zonder naaryver moeste bekent ftaan , blonk hier in alle delen uit. Hier las men de aardigfte invallen en krag ■ tigfte zinfpelingen op aloude beekien en gebouwen, op allerlei kunften en wetenfchappen, zonderlinge trouw- en fterfgevallen, en zo wel den lof als laster van verfcheidene perronagien , die in deugden of gebreken hadden uitgemunt, zulks dat dit boek allen leerzame gemoederen niet alleen tot vermaak, maar ook tot merkelyk nut, kon gedeyen. De Groot liet zich derhalven zo veel aan den inhoudt van dien gelegen zyn, dat hy 't zelve van voren tot achteren in zuivere Latynfehe vaarzen overgoot: een werk , 't geen hem zo veel zwaarder onder de hand viel, dan het andere Dichters lichter valt uit ontelbre P 3 Punt-  kin? dier Hartstochten (of Aandoeningen) in dier voegen te verklaren, dat deze werking geen invloedhebbe of Gods gelukzaligheid f Puntdichten der Ouden enigen ter vertaling uittekippen, die hunnen geest meest aanlokken. Den Griekfchen Text zelf, dien hy voornam nevens deze Latynfche Vertaling uittegeven, had hy van vele fauten gezuivert, waar toe hem de zeer Geleerde Salmasius, in. dien tydt zyn byzondere vriend, ook zyne aanmerkingen overzond. Verfcheidene Puntdichten, die voorhenen op verkeerde namen waren geftelt, wierden door hem aan hunne wettige Schryvers weder opgedragen. Het werk verflerde hy met een doorgeleerde Voorrede, waar in hy niet alleen den lof en nuttigheid van dien ontvouwde, maar ook de waarheid en geloofwaardigheit van verfcheidene zaken en voorvallen, daar in verhandelt, uit andere achtbare Hiftoriefcnryvers bevestigde en verklaarde. Met groot verlangen wierd dit ftuk van alle Letterkundigen verwagt. Hoe zeer ook zyn hart hong over dit boek, getuigen zeer vele brieven, aan zynen Broeder in verfeneidene jaren gefchreven, waar in hy hem op het ernftigfte de zorg daar over aanbeveelt, en verzoekt op te fpeuren beide een Drukker , die het werk keurlyk mocht op zyn kosten uitvoeren, en een man van bekwaamheit om het opzicht te nemen over den druk ter verbetering der feilen. 'T was hem een uitftekend vermaak, wanneer de Heer Isaak Vossius, na dat hy van Parys in Hollandt was 'thuis gekeert, hem zyn dienst aanbood, en zich verwaardigde, «ien aroeidt van het opzicht over de uitgeving van dit boek op zich te nemen. In den brief, waar in hy met dankbaarheit zyne aanbieding aanneemt, en bekend maakt, dat hy aan zynen Broeder de Groot de Prolegomena (het voorwerk) had gezonden , fchryft hy ook in het brede, hoe hy het gaarne zag uitgevoert. (ft) —' Vau dit werlc onCfong hv in beSln van 'tjaar MDCXLV. een proef, waar over hy ten opzicht van den druk of letteren zyn welgevallen betuigd aan den Here Isaak Vossius, dien hy, hem bedankende voor zyn trouw en vlydt, verder ernftig verzoekt fpoedig met het werk voort te gaan , op dat hy dezen oogst mede noch van zyn arbeid mocht befchouwen. Doch dat heeft hem niet alleen niet mogen gebeuren , maar de geleerde werelt heeft tot noch toe het geluk moeten derven van dat voortreflyk ftuk in 't licht te zien. Myn hooggeachte Amptgenoot, de zeer Geleerde Heer Joan de Clerq , onder wien het Handfchrift dezer Bloemlezing van den Heer de Groot berust, heeft zich meer dan eens by my beklaagt, dat, daar zo veele en groote boeken , van geringe waardy, in onze dascn gedrukt worden, hem tot noch toe geen Drukker ontmoet is, dien hy heeft konnen bewegen zyn drukpers te verlenen om dit voortreffelyk ftuk der Griekfche wysheit, en van zulk ene uitgelezene pen met een Latynsch gew?at vereert, aan dc werelt mede te deelen." Men kan over dit werk ook nazien : Burigny , vie de Grotiits, torn. 2, pag. 82. en volgenden. fff Deze e» andere brieven van de Groot aan Vosfius worden in het Latynsch bericht van den üi de Bosch aangehaald : weshalven wy de hier voorkomende aanhalingen van den Hr, Catteti'jureh voeglyk kunnen agcerwege laten* De tyd der inleveringe van de antwoorden hier op i* bepaald op 1 Mey 1794, en die der Beoordeling op t Oclober van dat jaar. De prys is dc gewone gouden medailje, ter innerlyka. Waarde van 400 guldens. De verhandelingen moeten, leesbaar, in 't Nederduitsch , Latyn, Fransch of Engelsch gefchreven, niet met den naam des Schryvers ondertekend, maar met ene fpreuk, waarby een verzegeld briefje, dezelfde fpreuk bevattende, en gezonden worden aan het Fundatiehuis van wylen Pieter Tevler van de* Holst ,. by het Slepershoofd, te Haarlem^ TEKENINGENenPRENTEN. r o U e n. De Heer Fr. Gmelin, uit het Baden - Durlachfche, die, in den voorledenen jare, de vermaarde Cascatelle van Tivoli in plaat heeft uitgeven, heeft thans een weergil of tegenhanger daar van in gereedheid gebragt. Deze verbeeld een niet min belangryken en door vreemdelingen druk bezogten oord, namelyk de Villa (of Landhoeve) van Mecaznas, met den kleinen waterval (Cascatelline.) Zy, die aan de ftukken, welke deze bekwame Piaatfnyder, naar de Schilderyen van Ph. Hackert in Napels, vervaardigt en uitgegeven heeft, kennen, zullen des te gunftiger gedagten zich moeten maken, van deze beiden Konstplaten, wanneer zy in aanmerking nemen, dat dezelven den arbeid van de rypere jaren dezes begaafden Konftenaars opleveren, en de maker zelve een der beste Tekenaren naar het leven is. De voorhanden zynde twe platen zyn naar zyn eigen tekening in het koper gebragt. De hoogte van ieder is 1 Romeinfche palm. & 8§ duim. de breedte 2 Romeinfche palm. & 6 duim. De prys is voor- beiden, met letters, 3 Romeinfche fcudi. londen. Carachis at the tribunaï of Claudius, at Rome; naar de ordonnantie van H. Fufeli, meesterlyk gegraveerd door A- Berrel, hoog 24, breed 33 duim: kost 21 fchell. Dutch Pastjme, (een Brabandfche boeren vreugd) naar een fchildery 'van D Teniers, door Collyer, hoog 24, breed 33 duim, 21 fchell In de gepointeerde manier. The Moufes petition de biddende muis, in een kooitje; (uit de gedichten van Barba'fd) ■cnMarian: (uit Gay's Past ar als)' het eèrfte door Bartol>zzi, het twede door P. W. Tomkins, beiden naar 't fchildery van  H- Bumbury, hoog i8>, breed 22| duim: elk 21 fchell. The Saylor Boys return jrom a prosperous vgyage , een jö(i£ matroos, van zyn gelukkige réis t' huis gekomen, zit 'voor zyn huisdeur, onder zyn fam.iic, en deelt zyn medegebragte gefchenken uit. In een fraai landfehap-, door PV. R- Bigg gefchilderd , en ff. Oaugin gegraveerd, 'hoog 22, breed 26 duim: '21 fchell. Deeze fraaie plaat is de weerga van een andere, door ons reeds aangekondigd, (zie No 206. des vorigen jaars, bl. 180.) daar de t' huis -gekomen matroos zyn verongelukte reis verhaalt. Jane of-uirc, Maid of Onleans, *receiving -the confecrated Banner. (De 'Maagd van örJeans bet .gewydc 'vaandel ontvangende) en 'Otteen lElizabéth -recei- ving -the news of the death ófiïè'r Sister (Jtieen Marry. (Koningin Elizabeth-, ontvangt aejtyding wegerls den dood van 'haare Zuster, Koningin Maria:.) beiden naar K. West; het eerfte door •Bdrtolozzi, het twede . door 'L. Schiavonetti .gegraveerd, hoog '16, breed 20 duim : -elk 22| fchell. The Landlords Family ——- On 'the Tenants Family; twe bevalligeIhuislyke tonelen, béiden naar -T. Stothard, door C. -Rnight, hoog 26, breed i$rj duim: elk 15 fchell, The woodman, een houthakker, in een winterbösch , (ontleend uit Cowper's Task, V, Boek) naar een fchildery van Barker, door Bartolozzi, hoog iq\, breed 184 duim: Ha fchell. Collina, or the little Mountaineer ; en .'Silvia, twe jonge meisjes, allernatuurlykst, en in de 'bevalligfte onfchuld gefchilderd, door S. J°. Reynolds en gepointeerd door Jones, hoog 15, breed "welke den 12 FeDmary 1437, in het Dominicaner Kloos'ter by Pcrth wierd omgebragt: een grootfche Ordonnantie, met veel expresru. naar o? 0pie, door T'hoog 22,'breed 23 duim:" 21 tüum. Tom and his pidgeons ; (een meisje dat een korf met duiven draagt, waarop een kat loert) en The favorit rabbit (een meisje dat haar 'konyntje voert) beiden naar J. Rus/el, door C. Knight, hoog 14, breed r6 duim: •elk 6 -fchell. The beggar girl- en The little gipfey (een kleine bedelares en heidin) naar aanmerkelyk toegenomen: zo dat, in het voorleden jaar, naar Oostenryk cn de overige Erflanden, van daar voor6,704,735 flor. Hoornvee is uitgevoerd. De overige uitvoer van Schapen, Wol, Koorn, Wyn en Leder, bedroeg i,3&2i©öO'flor. en'die van den Tabak 275,00x3flonzamen dus over de ïo mill. guldens. De Koninglyke Raad van Oeconomie en Commercie,' te Koppenhagen, 'heeft, by enen rondgaanden brief aan -' -alle de Deenfche Confuls kennis gegeven. „ Dat 'er, op order des Konings, op den hoogden top' van het Eiland Sulen , in de Bailiuagie van Tofen , 'Gouvernement Drontheinv een Toren is opgerigt,< hoog 24.:- vöe-~  C «o ) voeten, en 18 voeten middelyns, zynde wit geverwd, en gefthikt tot een verkenningsteken voor de Schepen , die of hunnen cours ten Noorden der Eilanden Smölen, Hittoren, of Troiën, zetten, of wel voor die, welken door wind of ftroom ten Noorden dier Eilanden verdwaald zyn, of ook wel voor die, welken uit het noorden, het zy uit den üceaan, het zy uit de zeevanTröe, komen." „Wanneer de verkenningspunten te land, of de kenbare Rotfen, zo op genoemde Eilanden, als op het vaste land, of door den afftand, of door Mist niet uit zee te ontdekken zyn, zal deze Toren dienen, om den cours te bepalen, met behulp van de Kaart, door de Directie van de Koninglyke Archieven der zeekaarten uitgegeven, van een gedeelte der kusten van Noorwegen, inhoudende den mond van de Rivier van Drontheim, met hare Eilanden en de Klippen, die dezelven omringen, waar. van de daar by behorende befchryving de nodige opheldering geeft." „Men kan een nader berigt verwagten omtrent de hoogte van de Rots, die ten grondflage voor den Toren dient, op dat men 'er den aiftand, op welken dezelve uit zee te ontdekken is, van kunne berekenen." GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 139: en te Haaricm 17, onder welken laatlien 9 beneden de 4 Jaren. Gedurende de maand Maart zyn, in Rotterdam, en de Jurisdiftie dier Stad, overleden, of ook ingebragt en begraven 39 Mannen, 34 Vrouwen en 80 Kinderen, zamen 153 Perfonen: behalven 7 doodgeborenen, en ó onechte. Van de 153 Perfonen waren 10 Kraamkinderen, 31 beneden het Jaar, 35 van 1 tot 5 Jaren, 3 van 5 tot 10, 1 van 10 tot 15, 3 van 15 tot 20, 5 van 20 tot 25, 3 van 45 "2 varï 2 van 30 t0t 35 ' 4 van 35 wt 40' 3 ^j"4 vS) 6 van 60 tot 65, 7 van 65 tot 70, 10 van 70 tot 75 , 8 van 75 tot 80, 3 van 80 tot 85, 1 van 85 tot 90, en I van 90 tot 95 Jaren. In het Zweedfche Stift fVdsterds, zyn, in het jaar 1792. geboren, 4168 kinderen, en overleden 2834 perfonen: dus 1334 zielen meer geboren, dan geftorven. Het getal der getrouwde paren was 1027. In de Hertogdommen Bremen en Verden geboren 6252 kinderen, overleden 4832 en getrouwd 1557 paren. Weerkundige Waarnemingen , buiten Haerlem, Ibaro- thermo- streek | me- meter. der I Ll/chtsge- ter. Noord| Zuid. wind. | steldheid. April fag.iof 44 45 z- j toe. uur namiddag 3'i 29-JIi 46\ 5» W. t. n. | betrokken, verder ( 30. o 38S 39I n. n. w. 1 helder. f19.11} 4>| *7l n- o- 4. < 19.104 54 73 o. n. o. helder. I 29.11 42| 43v N- w- °- ( 29.i i 42A i 46! n. o. 5. -{29.11 53* 7cf o. n. o. helder. (_19.nl- 47| ^8 n. o. T3ÖTÖ 4^ 46» o. t. n. 6. < go. o 51J 6& o, helder, harde wind. L3°- fj 4'j 4*S O. O- r3o. 1 J 41 4<5{ j o. n. o. helder,V00TOiddaj, 7. < 30.2 49; 06 harde wind, verder (.30. ! 42 41 £ I windrig [30- 3i 39 43l »• °- *• _3°-3 4S| 66 ©. n. o. helder, ieer>indr. (_30. 2t 401 41 K.O^t.0. ("3°. 3 39 I 43Ï o-n. o. 9. < 3°' 2i 48 j 66 helder, harde wind. ) 30. 2 3&'s j 40 0. n. o. BEKENDMAKINGEN. %» De BOEKEN EZRA, NEHEMIA en ESTHER, tiaar het Hebreeuwsch i benevens KORTE AANMERKINGEN 01 er dezelven, voor ONGELEERDEN ; door YSBRAND van HAMEI SVELD, zyn heden, by M. de BRUYN , te Anflerdam, in gr. 8vo gedrukt, cn alom by de Boekhandelaars in de Ne- derl. Steden te bekomen. De Hoogleeraar, in z>ne rust', ten nutte zyner Landgenuoten, fteeds rustloos bezig, zet dit leerzaam Huisboek voor Christenen, met groten icver en het beste gevolg onvermoeid voort. Behalve het gel.eele N._T. zyn nu reeds de nieuwe overzetting \an, en korte aanmerkingen over alle de Hiftorifche Boeken des O. T. gereed. Byzonder verdient dit Stuk de aandacht van alle Chrisrrn«'. Dc u^w^n , in deeze Gcfchiedhoeken tc ""^n , zyn ongemeen leczenswanrH;„ i-,;„ .. c3mi hechten de lotgevallen der Jooden aan een, en dienen crootlyks, om de drie Iaatfte Propheeten HAGGAI, ZACHARIA en MALEACHJ wel te verftaan ; die van NEHEMIA toonen het voorbeeld van een waardigen en onbaatzuchtigen vaderlandlievende Man ; en die van ESTHER de Redding der Joodfche Natie uit een oogfchynlyk gevaar. En voegt men het EERSTE BOEK der MACHABEEN, zoo als het met de geleerde aantekeningen van wy/en Prof, MICHAël.IS, by M. de BRUYN, in gr. 8vo uitgegeeven is, daarby , dan wordt de gaaping, in de Hiftorie der Jooden , zedert de Iaatfte Gefchiedbocken des O. T. en de Geboorte van CHRISTUS, voor het g>ootfte gedeelte, weggenomen. ■■ De overige Boeken zullen fpoedig volgen. j Te Haerlem, by PLAAT en LOOSJES.  1793- No. 251. AL GEMEND Konjst- en lettemode, VOOR M E, E R- E N % M I NèG EO EFFENDE N.' Vry dag den 19. April. BERIGTEN. NEDERLANDEN f~^==|S e r d e m. Het Genootschap der befchouwende T U| en werkdadige wiskunde, onder de fpreuk: '—' Ijl Mathefis Scientiarum Oenitrix, binnen de ■ W- a^gg ze Stad, heeft, in deszelfs grote vergadering, gehouden den 9 April, uitfpraak gedaan over de ingekomene Prvsverhandelingen, op de vraag: welke zyn de redenen, dat zo vele Jongelingen, in de wiskunde opgeleid wordende, genoegzaam geen vordering betonen, of al vroeg; dezelve verlaten ' En door welke middelen- zyn deze nadelige ondervindigen geheel of gedeeltelyk weg te nemen? en de eerprys van 20 ducaten toegewezen aan de verhandeling, ondertekend : A*iW iptrxvaf, »ct) VTtnsayfit '(fifiyxi «Marr. Homeros. En is, in de vergadering van den 13 April, by opening van het verzegeld briefje, gebleken, dat de Schryver daar van was, de Wel Ed. Heer A. J. Deiman, Phil. & J- U. Stud. te Amfterdam; En, daar de verhandeling ondertekend : „ Hoe meer men de oorzaak naar kan fpooren , Waar door een onheil wordt gebooren , Hoe ligter 't kwaad word afgeweerd." Gellert. X. deel. niet is aftekeuren, hebben Beltierderen befloten aan den Schryver derzelve, als een acces fit, aan te bieden een zilvren Medailje, indien femelde Schryver, voorden eerften Mai aanftaande, aan den eerften Secretaris J. van Coeverden, verlof tot het openen van deszelfs verzegeld briefje gelieft te geven; zullende het zelve anders, gelyk met de overigen onbekroonden reeds gefchied is, ongeopend verbrand worden. Amsterdam den 12 AprtL Laatstleden maandag, den 8 dezer, is, alhier, des avonds, in de Algemene Vergadering des Amfterdamfchen Eerflen Departements der Maatfchappy t tot Nut van 't Algemeen, de Nagedagtenis gevierCj van wylen den Wel Ed Here Martinus NiEUwENHUjrzEN. in leven Med DoSt. en Medeopzizter en algemeen Secretaris dezer Maatfchappy, met ene plegtige Lykrede, door den Wel Ed. Here Mr. Maurits Cornelis'van Hall, Mede-Hoofdbeftuurder der Maatfchappy en Lid deszelven Departements: welke, door een aanzienlyk getal van toehoorderen, waar by ook de Donatrices tegenwoordig waren, met even veel gevoel van het geleden verlies , als genoegen over het gelukkig uitgevoerd werk des Redenaars, werd aangehoord. Haarlem. Het Kabinet van Tekeningen , byTEYLER's Snoting , waar over onze kunstkundige en bekwame Portraitfchilder, de Heer W. Hendriks , het opzigt heeft, is onlangs , op ene aanzienlyke wyze vermeerderd en verrykt geworden , met ruim 17 honderd tekeningen van onderfchei- q de-  C 122 ) dcne Italiaanfche Meesters, waar onder velen die ongemeen fchoon zyn: die allen behoprd hebben tot de verzameling van Te«~.ningcn , door de overledene Zvroedfche Koningin Christina, nagelaten; welke verzameling te Romen voor de Stigting tot enen zeer aanzienlyken prys is opgekogt. Wyders komen 'er, telkens, nieuwe inlandfche Konstftukken by, in gevolge het by Heren Direkteuren gemaakt plan, om, zo wel ter aanmoediging der konstin ons Vaderland , als tot meerdere verfraaying en uitbreiding van het Kabinet, twe of meer Tekeningen door debekwaamften van onze thans levende Nederlandfche Konftenaars, van tyd tot tyd, te doen vervaardigen, en aan de algemene verzameling toe te voegen. Wy menen, den zulken onzer Lezeren , die of liefhebbers of beoeffenaars der beeldende Konften zyn , genen ondienst te zullen doen, wanneer wy ons voortaan (gelyk ons oogmerk is) byzouderlyte toeleggen, om hun, onder den tytel van: Teyler's Teken - kabtnet, een nader verflag en korte befchryving mede te delen van de voornaamfie, en min algemeen bekende, ftukken van vroegere, met die der reeds aanwezige of geftadig bykomenden onzer hedendaagfche, Meesters, op welken dit Kabinet kan bogen. üittrekzel enes B rie fs van den Heer Westrumb aan Ven Heer Creil, {.Journal de P/iyfique.) De Heer Lajius kreeg, gedurende zyn verblyf te Hamburg, kennis a<»n een Natuurkundigen uit het Hertogdom Meklenburg, die hem ene menigte van fyne Robynen liet zien , welken hy voorgaf uit Granitftenen gehaald te hebben. Hy tragtte den Heer L. te doen geloven , dat de ftenen , die wy Edelegefteenten noemen, niet zo zeldzaam zyn, aft men gemeenlvk onderftelt, en «tat vele Graniten dezelven bevatten 5 Diamanten van het eerfte water alleen uitgezonderd'. De Graniten, die hy noemde, als zulke edelgefteenrens in zig bevattende, waren zulken, die gemeenlyk met gcifolcerde dwarsaderen van veidspath, quartz of andere zelfftandigtreden, doorfneden zyn. Deze Natuurkenner verzekerde ook, dat de Graniten Jfoud, zilver, koper en andere metalen bevatten, 't geen de ontledingen onzer Scheikundigen tot nog toe niet in ftaat waren te tonen. Byaldien dezes mans verzekeringen Waar zyn, zullen wy weldra in ftaat wezen, omdeEdelgeftèentens naauwkeurig te rangfehikken.. Enige byzonderheden aangaande den ALLIGADOR, of WEST-INDISCH E N KROKODIL. (Getrokken uit Bartram's Thavels.y Be: nesten of broeyheuveltjes der. A'lligadors zyn van ene ftompe kegelagtige gedaante; vier voeten hoog, en van vier of vyf voeten mwidelyns beneden aan dcn°voef zy zyn zamengefteld uit modder, gras en ander loof of kruid. Zy leggen eerst een vloer van dit mengzel op den grond, waar op zy een laag eyeren leggen, en hier boven weder een laag van het genoemd mengzel of pap, ter dikte van 8 duimen;. dan weder een laag eyeren , en z-o- vervolgens beurtlings tot boven toe. Ik gelove,'dat zy doorgaans honderd eyeren in een nest leggen;' dezen , onderftel ik, worden door de zon uitgebroeid : ook zullen mogelyk de groeyende zelfftandigheden, met aarde gemengd, aan de zon blootgefteld, enigen trap van gisting veroorzaken, en op die wyze de warmte, in deze nesten, vermeerderen. De grond om en by deze heuveltjes draagt duidelyke kentekenen van ene genadige zamenkomst der Alligadors daar ter plaatfe: naardien het gras daar omtrent geheel plat getreden is, en men naauwlyks een blad of ftruik over eind ziet ftaan: daar in tegendeel, op enigen afftand, de ftruiken vyf of zes voeten hoog en zeer digt aan een gegroeid zyn. Het wyfje, verbeeld ik my, bewaakt zorgvuldig haar eigen eyeren-nest, tot dat ze allen uitgebroeid zyn: of neemt, misfehien, terwyl zy op haar eigen gebroed past, zo velen onder hare zorg en befcherming, als zy van haar eigen nest en van anderen kan bekomen. Zeker is het, dat de jongen niet aan hun eigen zorg worden overgelaten. Want dikwyls hadde ik gelegenheid om de wyfjes krokodil baar fleep van jongen naar de oevers re zien leiden, even gelyk een hen haar gebroed van kiekens leidt: ook is het even oplettend en dapper in het verdedigen van de jongen, die onder haar zorg zyn, en in voor derzelver onderhoud te voorzien. Wanneer zy zig, met hare jongen om zig, op de warme banken bakert, hoort men by dezen een geftadig getjank en gepiep, als by dc jonge honden. Ondertusfchen gelove "ik, dat maar weinigen van de jongen tot den vollen ouderdom en wasdom komen, naardemaal de ouden zig met dezen voeden, zo lang zy die kunnen verflinden. De AiTigador, volwasfen zynde, is een zeer groot en verfchriklyk fchepzel, en van ene verbazende kragt, levendigheid en fnelheid in het water Ik heb ze gezien van 20 voeten lang: wordende enigen ondcrftcld, de lengte van 22 of 23 voeten te kunnen halen. Derzelver lyf is zo groot als dat van een paard, en in gedaante hebben zy vee! overeenkomst met een Hagedis, uitgenomen de Haart, die plat is en de gedaante van een wig heeft; zynde aan weêr zyden zaamgedrukt, en trapswy* ze, van de onderbuik, tot aan de punt, dunner wordende: welke ftaart, zo als ook het gehele lyf, met hoornagtige platen of fchubben bedekt is, waar in, zo lang het dier leeft, geen musket-kogel kan doorboren; uitgenomen aan den kop en even beneden de voorpoten, of armen: alwaar men zegt, dat zy alleen kwetstbaar zyn. De kop van  t «3 ) van cefi volwasfenen is omtrend 3 voeten, en de bek kan zich bykans even lang openfpalken. De ogen zyn, naar evenredigheid, klein, en liggen diep in den kop gezonken, uit hoofde van het vooniitfteken des voorhoofds. De neusgaten zyn wyd, opgeblazen, en van voren uitpuilend, zo dat de kop, in het water, op enigen afftand, naar eert ftuk dryvcnd hout gelykt. Dc bovenkaak alleen beweegt zig, die zy doorgaans regtflandig ophalen, in dier voegen, dat deze met de benedenkaak een regten winkel maakt. Vooraan in de bovenkaak, ftaan, aan weerskanten, even beneden de neusgaten, twe grote, dikke, ftevige tanden, niet zeer fcherp, maar eer kegelvormig, die zo wit zyn, als het beste gepolyste ivoor, en, door geen kin of' lippen bedekt zynde, altyd bloot ftaan; 't geen het fchepzel een vervaarlyk aanzien geeft. In de onderkaak zyn holtcns, tegen over deze tanden, en in welken zy Sluiten. Wanneer zy de kaken op eikanderen liaan, veroorzaakt dit een onverwagten (lag, gelyk aan dien, wanneer een zware plank met geweld op den grond geworpen word: en men kan het geluid op enen aanmerkeiyken afftand horen. Dan het geen een vreemdeling nog meer verbazen moet, is het ongelooflyk fterk geluid en het verfchrikkelyk gebrul, 'tgecn zy, byzonderlyk in de lente, derzelver tee!of broeytyd, in ftaat zyn te maken. Dit gebrul komt zeer na aan een zwaren donder van verre ; zettende niet alleen de lucht en het water in beweging, maar het ac-.iryk zelf dreunen doende. En wanneer honderden en duizenden gelyktydig dus brullen, kam men zich nie: wei anders verbeelden, of de gehele Aardbol word op de ftevigfte en fchroomlykfte wyze gefchud. Een oud Kampvegter, die mogelyk volftrekt meester ss van een kleine poel of meertje, (terwyl vyftig, kleiner dan hy, genoodzaakt zyn zich te vrede te houden, met in kleine kreken, rondom dien plas, te blazen en te brullen) fpringt eensklaps, in een regten lyn, uit zyn rieten fchuilplaats, op de oppervlakte van het Water; zich in hc: eerst zo fnel als de blixem bewegende, doch allenskens langzamer voortgaande, tot dat hy midden in het meertje komt; alwaar hy ftil houdt. Thans blaast hy zich op, door wind en water met zyn bek in te 'florpcn, 't geen gedurende een minuut een huid, fchelklinkend, geratel, in de keel veroorzaakt: dan , onmiddelyk daar na perst hy het ingezwolgen water, door zyn bek en neusgaten, met een fterk gel-aas weder uir: zyn ftaart in de lucht fiaandc; terwyl de damp, UK zyne neusgaten, als'een rook opklimt. Öp andere tyden, wanneer fry zich tot bywaberftens toe opgeblazen hééft, ligt hy beiden kop en ttaart om hoog, cn keerd cn wcnreld zich in bet TomJ, boven op het water. Hy ftcld zich op gelyke wyze aan , als een i Indisch opperhoofd, wanneer deze 'van zyne krygsdaden j opfhydt: en, zich vervolgens weg ma'kend'e, word de-[ zelfde vertoning agtervolgd, door anderen, sitie voor den > dag durven komen, en die elkanderen den 'toef tragren j aftèfteketi, in de aanctagt tot zig te trekken van het be- günttigd wyfje. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, akaoe mische en andeke schriften. G r 0 0 t bri ttann ien. Tragedies, by Hugb. D ow liman , M. D. 8vo pp. 322. 3 f. ingenaaid, Robin/ons 1792. Deze Treurfpelen zyn drie in getal, waar van de twe eerfte, Lacius Junius Brutus of de uitdryving der Tarquynen, en de Editha, die reeds vroeger waren uitgegeven, in herdruk verfebynen. Het derde, nieuwe Toneelftuk heeft de Gefchiedenis van Belijarius ten grondllage. Dr. Downman, gelyk wy meermalen tekennengaven.il een natuurlyke, aandoenlyke en kragtige Dichter. Hy verband, wyzelyk, de gekunftclde fieraadjen en den flikkerenden voddenkraam van onze nieuwmodifche barden: waar het onderwerp niet behoeft te fchitteren, vergenoegt hy zich, met flegts eenvoudig te wezen: waar het meer glans vereischt, weet hy het, op ene yoeglyke wyze, waren en natuurlyken luister by te zetten, in plaats van het met klatergoud op te tooyen. — De Gefchiedenis van Belifarius, zo als Dr. Downman haar behandeld, is niet ongefchikt voor het Treurfpel. De waardy , de deugd, de goedertierenheid en de bezadigdheid van den held, in zyne dagen van voorfpoed en overwinning, trekt onze verwondering tot zich ; onze verontwaardiging wor4 gaande gemaakt door den nyd der zulken, die zamenfpannen , 0111 hem te onder te brengen; wy gevoelen de fterkfte aandoeningen van medelyden met het gezin van den in ongenade vervallen Krjgsheld; vol eerbied befchouwen wy, hoe hy zyne waardigheid weet ftaande te houden ; en wy verheugen 011* einddyk in den val zyner vyanden, en in het vooruitzigt van de verheffing zyner deugd beven alle rampfpoeden, De Karakters, in dit Drama, zyn wel getroffen, en elk fpreekt een gepaste taal. M. R. Songs of the Aborignial Boards of Britain, by G. Ruhards, A. M. 4to pp. 28. 1 f. 9 d. Robinjons 1792. Dat de fmaak voor het Lierdicht nog niet geheel by ons verbannen is, blykt uit de voorhanden zynde zangen. De Dichter heeft, by ene ongemene fterkc verbecldingshragt, ene vlytige beoefening gevoegd van zulke Schryvers, als het meest, in dit vak, hebben uitgemunt. Inzonderheid fchynt hy Gray en Dryden naarftig beftndeerd te hebben ; en de namen van zulke grote en vermaarde Meesters lopen geen gevaar van ontcerd te zullen worden , door enen zo veel belovenden leerling. M. R. A Trip to Paris , in July and Aug. 1792. 8vo pp. 131. 3 f. Lane. Dit kort tiit'ftapje naar Parys Iaat zig met genoegen lezen; en men vind, daar in, hoe kort ook en vlugtiggeehrev'en, verfcheidene tot nog onbekende byzonderheden. Men regt dat het ftukje uit de pen gevloeid is van den beroemden Vit. Twisf, bekend door vroegere reisbefchryvingen. JM. R. The Science of Legiflation , Tranïlated from the Italian öf the "hevalier, Fielangieri, by W. Kandall, 8vp pp. 210. 4 f. loards , Ko-binfons 1792. Een meefterlyk ftuk, 'tgeen, inzonlerhei'd rn öszvn tyd, zeer gepast was, om, door ene overzeting , meer algemeen bekend gemaakt te worden, M. R. Q '2 Ns-  e "4 5 Nederlanden. Nlsuwh Reize, in de Verenigde Staten van Noord- Amerika; door j. B. Brissot (warville) uit het fransch vertaald eu nut enige ophelderingen en byvoegzelen vermeerderd, ade deel; groot, met de byvoegzels 365 bl. in gr. 8vo. Te Amflerdam , by M. de Bruin. Van het eerfte deel dezer lezenswaardige Reize, hebben wy reeds in de vorige No 233. van dit ons blad, met verdienden lof melding gemaakt. De inhoud van dit voor handen zynde twede deel is niet min belangryk dan die van het vorig. Het doorlopend getal der hier voorkomende Brieven gaat van de 27ftc tot de 4<51te : waar na het werk met een Munt tafel cn dien der Maaien en Gewigten van de Noord - Amerik. Staten, als mede met enige Byvoegzels en Ophelderingen, tot dit en het voorgaande deel, befloten word. De Brieven behelzen (1) ettelyke wetenswaardige byzonderheden, van onderfcheiden aart nopens de Stad Philadelphia, en hare Ingezetenen: waar uit, onder anderen, blykt, dat de Handel cn Manufacturen aldaar, te gelyk met de bevolking, van tyd tot tyd toenemen : doch dat ook tevens de pracht en weelde aldaar meer en meer influipen ; (2) een zeer uitvoerige opgave der byzondere manier van Landbebouwing in Amerika, van de eerfte vrugtbaarmaking af tot aan den vollen bouw ; waar by de Schryver ook byzonder ftil ftaat op de verfcheidenheid in zeden, neigingen en rykdommen der onderfcheidene Landbouwers. Hier na volgt (3) ene befchryving der Luchtftreek van Philadelphia en Penfylvanie, en der ziekten die aldaar heerfchen; als mede (4) ene opgave van de meestgewone ziekten, in de verenigde Staten: onder welken de Tering wel de meest heerfchende en verwoestende is. Wyders (5) ene berekening van de waarfchynlyke levensduring der Noord - Amerikaanfche Ingezetenen, opgehelderd met voorbeelden , als mede der toenemende bevolking. (6) Hier op ontmoet men iets over de Gevangenis te Philadelphia en over de Gevangenisfen in 't algemeen : waar na, (7) in 4 brieven,, belangryke byzonderheden volgen nopens de Kwakers , derzelver zeden en gebruiken, karakter, Godsdienftige en Politieke begrippen, Godsdier.stoeffening en Godsdienftige plegtigheden, gepaard met ene verdediging van deze, by den Schryver zeer agtenswaardig gehouden, lieden, tegen de hun aangewrevene lasteringen en fchampre verwyten. Ene reize naar Mountver* non in Virginiën, alwaar de Generaal Washington toen woonde , geeft voorts den Schryver gelegenheid, (8) tot ene korte befchryving van de Steden Wilmington, Havre de Crace, Baltimore en Altxandryen, welken hy, op dezen togt, doortrok ; als mede van het bovengemelde Land - huis des wydvermaarden mans, wiens verheven karakter hy tevens fchetst. Wyders deelt ons de Heer B. (9) enige algemene aanmerkingen mede over Maryland en Virginiën, die onmiddelyk gevolgt word.n , (io) door meer byzondere aantekeningen nopens den virginifchen Tabak en Tabakshandel, en befloten met (11) ene befchryving van die ftrtken en landeryen, welken Virginie cn de ovei'Le Staten van eikanderen affcheiden,, nevens derzelver produktcn, byzonderlyk van het dal der Shenadore. (12) In het verhaal van ene reize van Boston naar Portsmouth en 2V. iv Hampshire, \legt de Schryver wydèrs verfcheidene merkwaardige b>zonderheden , aangaande de fteden en oorden, door lum.op dezen togt fcczogt: waarna hy (13) een uitvoerig ver¬ flag geeft van de Schuld der verenigde Staten, en daar by toont, in welken gunftigen ftaat derzelver Finantien zich bevinden. (14) De twe hier op volgende brieven gaan over den in- cn uitvoer der verenigde Staten, waar by ene opgave gevoegd is van de onderfcheidene Fabrieken en Trafieken, die aldaar reeds ingevoerd zyn: uit welk een en ander blykt, hoe zeer de balans des Handels met de buitenlanders ten voordele der Amerikanen is. Lezenswaardig is vooral de 4site brief, handelende (15) over den Amerikaanfchen Handel op de OostIndien , en deszelfs Scheepvaart in 't algemeen. Men ziet hier uit, welke voordelen de Amerikanen tot den Oosthidifchcn Handel, boVen de Europeanen, heboen, en hoe zeer zy airede daar in geflaagd zyn: terwyl zy met zonder hoop zyn op nog groter voordelen, zo dra het hun zal gelukken , om lanïs een veel korter weg, te weten door het Meer Nucaragia , naar de Oost te varen. (16) Eindelyk handeld de 46'rte of laatste brief over het nieuwe ryk in het westen; over de verfcheidene volkplantingen aldaar ; derzelver communicatie, over de wilden en meer andere byzonderheden. De Byvoegzels en Ophelderingen, tot dit en't vorig deel, bepalen zig voo namelyk tot ene Geographifche befchouwing der verenigde Staten, of ene befchryving van derzelver ligging en. grenzen, grootte, volksmenigte, luchtgeftcldheid en grond; gebergten en wateren; voortbrengzels, zedelyken toeftand ^ koophandel enz. Waar na het gehele werk' befloten word met een kort levensberigt van den Heer Brisfot, door hem zeiven gefchreven. Het bepaald beftek van ons blad laat niet toe, om, in dit algemeen verflag, op byzonderheden ftil te ftaan: echter hopen wy, in 't vervelg, van tyd tot tyd, enigen der voornaamften van dezelven, by wege van uittrekzel, onzen lezeren medetedelen : kunnende wy hun, intusfehen, dit belangryfe werk, 'tgeen wy, met het uitterst genoegen, doorbladerd heb" ben, niet genoeg aanpryzen. TEKENINGEN en PRENTEN. LONDEN. Zwarte Kunstprenten. Christ and the four Penitents; naar een bekend fchildery van Rubens, in de gallery te Dusfeldorp, door V. Green, hoog 27, breed 22* duim, 21 fchell. The Murder of the Innocents. De Beihl'-mitifche Kindermoord, naar het fchildery van Anntbal Caraccio, mede in de gallery te Dusfeldorp, door den zeifden Green, hoog 224, breed 28 duim: 21 fchell. jofeph and hts Brethern, en Jofeph meeting hit Father, (volgens Genef. XLIV. 33. en XLVI. 30.) beiden naar B. Befchey, door J. Murphey, hoog 22, breed 25-J duim: elk 17 fchell. Gip/ies (een groep van Heidens en Heidinnen, in een Landfehap) en The barn door (een jonge boer en boerin omhelzen elkander voor een beestenfta'; ter zyde de knecht met een hooivork,) beiden naar G- Ma* r4-  C 125 > reland, door W. Ward, hoog 19, breed 24 daim: elk 12 fchell. A- Lion, uitmuntend ftout, en de weerga van a lyger, door Dunkarton en Northcote, hoog 20, breed 25 duim: 21 fchell. Travellers at home, wederkerende reizigers, In een Landfehap, naar Satvator Rofa ,■ door R. Dodd , hoog 21J, breed 29 duim: 13. fchell. Bis Royal Highnefs Georg , Prime of Wriet , ten voeten uit; door J. R. Smith, hoog 28, breed 20?duim: 21 fchell. Saint s, Matthew, Mark, Luke and John, naar Rubens; door H. Birche, hoog 25, breed I9i duim: io, fchell. Clorinda meets Tancred at the fountatn en the Death of Clorinda De ontmoeting van Clorinda, twe tonelen uit het verloste Jerufalem van Tasfo ; near J. Hamilt on, door H. Birche, twe grote medaillons, hoog 20, breed 18 duim: elk 7§ fchell. In de manier als gewasfchen. Twe fraaye Landfcbappen in den Nederlandfchen ftyl, bruin gewasfehen; zonder namen der Meesters, hoog 17$, breed 21 duim: elk 4 fchell. Views of the Lakes in Cumberland in Westmoreland, N°'i, 2, 3. naar de oorfprongkelyke tekeningen van J. Smith, door F- Morigot meesterlyk gefchraapt; de achtergrond gewasfehen, hoog 20, breed 14 duim: ieder nommer, uit 4 platen beftaande: kost 21 fchell. Twee platen , verbeeldende Paarden - wedlopen, met het onderfchrift: Afcot, Oatlands Sweeptakes; en Epfom Sweeptakes; met Oost • lndifche Ink: gewasichen, hoog 17, breed 23! duim: elk 6 fchell. Twe grote landfehappen, geftoffeerd met beesten, met roet gewasfehen, in de bekende fraaye manier van CatharinaPreftel, naar de Roye, hoog 23, breed 28\ duim : elk 21 fchell. The Royal Ship vitlory ; en a Royal Salute ; twe Zeeftukken, met Oost 'lndifche Inkt gewasfehen, door R. Dodd, hoog 24, breed 35 duim: elk 17 fchell. h e y p s i g. Onze beroemde Graveerder Baufe heeft zyn verzameling van Portraiten vermeerderd met dat van haare Koninglyke Hoogheid, Lou'ifa Augufla, Kroonpnncesfe van Denemarken, naar het fchildery van Graaf, het geen even zeer uitmunt door de fraaye behandeling, als de treffende gelykenit. zurich. Mahlerifcht Reift in dit Italianifchc Schwiiz, door J. H- Meyer, lang 4to met 12 platen en 2 vignetten, 1793- Deze platen zyn zeer wel uitgevoerd, en de gezigten met fmaak en oordeel gekozen, doch zy zyn niet alle:-, nieuw: zes daar van zyn van den Heer L. Hes). De befchryving is loutere compilatie en dient alleen ter opheldering van de platem ? K tL T Si Genevieve attendrisfant fes asfasfins ,\ Konstpl. in't koper gebragt, door Mixelle, naar Tkeflrokes; by Legrand: prys 6 livr. in 't zwart en 12 hvr. metkoleuren. Een zeer interesfant onderwerp, doch min uitvoerig behandeld , dan te wenfehen geweest ware; hoe zeer de plaat ook, op het eerfte aanfehouwen, moge behagen L' Amant favorifé, naar het fchildery van Bouilly , door Aexander Chaponnier, zynde een weerga van la Comparaifon des pétits pieds, door dezelfde Meesters : 9 livres. Nouveau Portrait du Couftn Jacquet; met beide handen, naar Violet, door Buream, met kleuren: 3 livr. Portrait de Montaigne; hoog %\ breed 5 duim en Portrait de Charles Linnè; hoog 9| breed8 duim; beiden met kleuren, door Alix; behorende tot de verzameling der Portraiten van Voltaire , Rousfeau en Mably, elk 6 livres. NIEUW UITGEVONDEN WERKTUIGEN en KONSTSTUKKEN. Korte beschryving van den EUPHON, een nieuw speeltuig, door deszelfs uitvinder Dr. Chladni. (Uit het Hoogduitsch.) Naar het uiterlyk aanzien, heeft de Euphon enige overeenkomst met enen kleinen fchryflesfenaar; geopend zynde , ziet men glazen ftaven, die Avaterpas liggen, omftreeksch de dikte ener pennefchacht hebben, en na genoeg 16 duimen lang zyn. De hele noten zyn van blaauw, de halve van melkwit, glas. Deze ftaven worden met ene natte fpongie bevogtigd, en met natte vingeren in de lengte beftreken; hangende de verfterking of dc verzwakking der tonen alleen af van het fterker of flaauwer drukken, zo wel als van de trager of vlugger beweging van den vinger, af. Het getal der ftaven is thans 42. lopende van de ongefireepte c. tot den driemaal geftreepten f; gevolglyk 3i octaven. Agteraan bevindt zig, van onderen, een regtftandige in het midden gefpleten zangbodem, door welken de ftaven heen fchieten. Men ziet dus hier uit, dat de Euphon niet moet aan ■ gemerkt worden als ene veranderde of verbeterde Harmonika, maar als een Inftrument, daar van ganseh en al; Q 3 on-  <: «* ) onderfcheiden. Ten opzigte van deszelfs welluidenheid ftaat het met de Harmonika gelyk; dog heeft buiten da verfcheidene voordelen boven deze, die derwyze in he oog lopen, dat geen onpartydig beoordeelaar van beid< Inftrumenten dezelven zal durven lochenen. > Vooreerst is de Euphon eenvoudiger; zo wel in zy. ne inrichting zelve, als met betrekking tot het befpe> len, als komende daar by nog wenden nog vertreder te pas, maar alleen de beweging van den vinder 2. Ten tweden fpreekt het fchielyker, zo darmen, op net eerfte ogenblik der aanrakins , het geluid Zu vo.komen hebbe, als het Inftrument het geven kan: daar men in het tegendeel bv de Harmonika, in hel byzonder de lage tonen eerst allengskens kan doen uitkomen. ,3- By den Euphon heeft 'er meer duidlvkheid plaats, in fchielyke pasfages, vermits de noten niet zo lang nadreunen als op de Harmonika, waar aan men dikwerf ene diepe toon noen boort naklinken , wanneer men alleen den volgenden wenscht te horen. .4. Voorts is de ftemmiug zuiverder als men ze ligt by de Harmonika zal aantreffen; zynde het by uitftek moeilyk zo zuivere klokken te bekomen, die overal met wiskundige naauwkcurigheid gelvkluidendzyn. Voor het overige kan het Inftrument even weinig van ftel geraken, als de Harmonika. .5. Het doet ook de zenuwen van den fpeler niet aan, overmits men naauwlyks ene zagte trilling in den vinger bemerkt; daar in tegendeel, op de Harmonika, die trilling zig door de armen, ja door het gehele lighaam, van den fpeler verfpreid, byzonder by volle accoorden, in lage tonen. 6. Daar en boven zal de Euphon in vervolg van tyd zeer veel beter koop zyn, dan de Harmonika. 7'Jn l , ,aat,dit Inftmmci" zig fpoedig- en zonder aanmerkelyke kosten herftellen, wanneer een der ftaven breekt, of buiten dat befehadigd wordt; daar 't m tegendeel veel tyds vordert, en het zeer bezwaarlyk is, wanneer aan de Harmonika een klok breekt, ^rrf!nV 6 * bekomen> *e volkomen juist denzelfden toon geeft, en m den rey der overigen wei 1,«£l«(Jertoe Va" hCt fG,Uid hm'n af Va" d'e Sroone van het Inftrument ea deszelfe inrigring van binnen h5 te genwoordige « het derde van Wc **r XWrSftï vorige zo verre, dat wanneer men ze onrniddelykmcl kanderen hoort befpelen, bet onderfcheid zeefi£ „VU , v vervoe™£ van het ibeeltuig is by uitftek *L vent tikVe7ÏS' b/ ^^^m^StZ ( votooif'tf-if dCZeS OP den 2 Juny i78o. aan ^J^Z^JIT^^^^ ' Het ganfche beloop der uitviLdiStwe , 7 rf6"" ne en zamenftelling van den Eurhon bl -f C°* heTfcSd foof zÏTeÖ Sfv'Sr de"""' ko^n, die ik »„ Kffifi* -varemoeiteen foort''"? SS?' "a dat myn eci'fte van deze hmze\'%taart'790' gereed was' wierdthettenmynen Tr£ L n n 'T V"jSe P^onen gehoord, die DiTkwam et e,'' f" T^"' en 'er beri^ Va» S*™toen in 11? kL3nn,sfe va" den Here Oewl, die Doftó J houdt h ' ? lha'!s zig in lo"^" als ked" vu d7aa ' ' V. * Vervaardigde daarop, na veeleens a= ,rn f' l 7 6611 Inftru™™. waar op even breedreT'ri PLg V,erkanti^> ofglasftroken van ,*duinv in' S lenltï TJL * ,ve*cnl>ke geen onderfcheid maakt) wat onS b3 frC>e" W°rden- Schoon hy 1» vry v^oorSo^^ C/ene«V ^ myne navorfchingen niet 001ejtomen was dagt ik my echter met zyn berigt in wylï'het vdC1'tM°de' "iGt 16 m0Cte" 'e Eotlen" SlerLte h ? °mei\ lad' a,S of hv my d* «"vinding m her sn, be™e\ Ik daarom een tegenberigt nft ƒ wyzeamwoo,! Ze'tUng: vraaroP de Heer der»" S vl Z Zï V ^ °!!Ze tWist aa"^"ds b>>gelegdwas; ' S InLZÏZ V Hat,hy aa" mv het eerfte denkbeeld zeke beid F,g eVa" b^ie^S en ervarems! met. zefceibeid te mogen beweren, dat zo wei de eerfte Z twede naderhand gevolgde, 'zamenftemng va„ de.^■ HeS S'IZ ' "'^ gG,yk' °P zv" mi"«t »o°? t en of twaalf ft aVS?'^' zame"fte!li"-- eens Euphon,, nirnrneï' in ltaat zullen zyn om uit te voeren, Wne o-edasn Irjm worden met dien, welken ik verkoz^ heSe & TONEEL- en ander KONSTMATIG-NIEUWS. deLr°PrftpEn, df" 4 ■/ipriL Gisteren avo"d wierd, voor ÏI JS "iet a'gemeen Se"oegen en onder herhaad handgeklap der aanfchöuweren, on het Konin^yk öen Geneesheer van dien naam, ön Schrvver va„ The ge,Bkzoeke'-0 voor maker gehoudeï is hooHzakeiyk van volgenden inhond. ï>ir Hendrik Cecil, een fflafi van 'een levendig gevoel, en  cti walgende van de vtevery, waar mede hy zich overladen vond, zedert hv, op het overlyden van zynen broeder, bezitter van diens tyte! en goederen geworden was, zoekt een Vrouw, welke hem, buiten aanmerking van deze omftandigheden, kan beminnen. Tot dat einde, met een brief van voorfchryving een bezoek by üï Paul Panic afleggende, haalt hy den Kapitein Monague, een nieuw opgedane kennis, over, om met eikanderen, van namen te verwisfelen. Onder welke affpraak zy beiden, ten huize van voornoemden Panic, ingeleid worden. Hier vinden zy een zonderlingen groep van originelen. Su Paul is zwak van zenuwen en een hyponchondrist. Lady Panic is een geforceerde fchryffter aan het hoofd van een licfhebbery - Comedie. Haar Aide de Champ is Gro- tesqtie, een Cancaturisf, en Lord Vifage is een Profesfor naar het Systema van Lavater, die de Tronies leest en zelfs de geringfte kleinigheden van het karakter uit Neus en Kin weet op te maken! De dus byeengevoegdc karakters zyn zeer geestig opgemaakt en op ene ongemeen boenende wyze tegengefteld. Zonder in enig uitvoerig verflag van het veriïerzel te treden , zal het genoeg zyn, hier te melden: dat de gewaande Baronet allereerst zyn hof maakt by Henrietta, de nigt van Sr Paulus, van welke hy een trouwbeloften krygf, doch vervolgens mier behagen fchepp-ivde in Con flantia, een ryker pupil, wil hy de nigt aan zyn vriend overdoen. Echter vestigd de genegenheid dezer laatste zig op den vermeenden Kapitein, ondanks deze in duizenerley onheblykheden vervalt, uit hoofde van zyn aangenomen naam. Eindelyk ontwikkeld zich het karakter en de _u_ belheid van den waren Montague ten langen leste, en Sir Hendrik word, getyktydig, tot zynen rang hentelden met de hand van zyne hem voortrekkende Conflantia gezegend. Het Blyfpe!, fchoon uit de pen van een jong Schryver gevloeid, draagt blyken van zeer veel oplettendheid. De levendiger delen zyn klugtig in den egten zin des woords zy zyn meer ftekelig boertig, dan lomp kod¬ dig. De Theorie van Lavater, hoe juist ook in hare beginzels en gronden, doch echter beiachlyk in derzelver uitterften, leverd een nieuw onderwerp op voor het Toneel. Het ftuk werd, in alle deszeifs delen, zeer goed uitgevoerd, byzonderlyk door de Her. King en Bannister, die de rollen van Panic en Grotesque, en door de Iufvr. Pope en Farren, welken die van Lady Panic en Conflantia, fpeeldcn. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden , gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 14a: en te Hawiem 18, onder welken laatften 6 beneden de 4,Jamu : «7 > WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. Uittrekzcl der Dagelykfche Waarnemingen van 24 Maart tot 6 April 1793. tc Hamburg. fHoogfte ftand 28, 5L den 6 April. Barom. < Laagfte - 28, o|. den 28ften Maart. Ï.Gemiddelde der gehele Week 28,21. Therm. fHoogfte ftand 12 's Midd. van den sden April. Reaumur. i Laai'fte 3 0 onder o gr. 's Mo g. van den 2 7 en 2 _MaarUL Gemiddelde der gehele Week 7, 3 grad. ïïttrfchende wind N. O. Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem* Ibaro- I thermo- j streek I me- I meter. I der I lüchtsgb" ter. [ Noord'7,'iid. i wind. } steldhetd. (30. i 40f n. o. t,n. , _. ) 3 iy. * regenagtig en win- 10. -' 30. 1 42| 43i N- °- | drig. / 30. o| 42 421 — I f29.1 i^j 44 j 44. »• bewolkt, tegen de» 11. < 29.11 I 4Ö| ,| 565 w. t. n. avond betrokkenen f 29.11 f 3 8§ I 38 z. w. I regenagtig. f29.'i lië par Monfieur Guillaume lifchbein, Direêleur de P Academie Royale de Peinture a Nap/ts 1791. II n'a pas été poffijle , malgré tout notre empreiTement, d' en terminer plutöt 1' impréflion, tant a caufe du déflr, que nous avions, que nos gravures fuflent parfaitement lirieles, que parceque nous avons été trés fcrupuleux furl'article des éxplications, lesquelles nous avons chercbé a rendre aufii intercffitntes, que la nature de la chofe le pénnet. Nous n:ms flattons, que le Public voudra bien nous pardonner ce retard, Saan voort, met deszelfs vergaderingen Vlyt _ by te wonen •, en het getal der leden neemt bykans in elke byeenkomst toe. Onlangs zyn ook nog de Ingenieur Generaal Major van Liphardt, de Hofraad Zimmerman, in Bronswyk, de Hoogl. Fusf alhier, de Bergraad en Hoogl. D. Uliden, nevens de Voorzitter van het Colleg. Medic. en werkelyke Staatsraad van Sakreski, en meer andere Duitfche Geleerden, onder het getal der Leden aangenomen. Den 31 Juny, O. S. des laatstverledenen jaars, is, alhier, na ene langdurige ziekte, in den Ouderdom van 75 jaren, overleden de Baron Otto Hermann van Vittinghoff, genaamd van Scheel, in zyn leven werkelyke Ge- • heimraad, Senateur en Generaal DirerJteur van het Collegium Medicum, en van alle Geneeskundige Stigtingen in het gehele Ryk, Ridder van den witten Poolfchen Adelaar, en van de Grootvorltel. Holfteinfche St Anna orden &c. Zedert hy, in den jare 1787. met het Opperhele) Zie Al. K. en L. Bode No 233. waarin echter de daar by genoemde Mahometaanfche Mufti, verkeerdelyk, gelyk ons nader gebleken is , als de Taurifche word opgegeven. De aldaar bedoelde is de Kafanfche, onder welken alle Turkfche Geestelyken van Rusland ftaan : hebbende die van Taurien of de (fijn een afzonderlyken Mufti. X. deel. Muur zo van het Colleg. Medic. als van alle Geneeskundige inftituten in gansch Rusland (een waardigheid, tot welke voor heen nog niemant was verheven) bekleed wierd, hield hy zig onvermoeid bezig, met de heilzaamfte en nuttiglte inrigting van het Medicinale wezen. Hy bezogt in perzoon de Gasthuizen en Apotheken; door zyn toedoen wierd 'er een nieuwe tax ingevoerd voor Geneesheren, Wondhelers, Vroedvrouwen en Kruidmengers, die in veïerleye opzigten zo noodzakelyk was. Zyn laatste en ongetwyffeld hoogst nuttig werk was, dat hy der Keizerin een plan aanbood voor ene nieuwe Genees- en Heelkundige fchool, 'tgeen ook door hare Majelteit werd goedgekeurd. Deze nieuwe ftigting zal, alhier, op het zogenaamd Apothekars-Eiland, voor 120 leerlingen aangelegd wordèn. Het gebouw daar toe is reeds in gereedheid en* de Hoogleeraars daar by aangefteld. Dan de voltooying en opening van deze heilzame fiigting heeft de ontwerper niet mogen beleven. DUITSCHLAND en naburige Ryken. De Heer Cuningham, Koningl. Schilder en honora'r lid van de Akademie der Kunnen, tc Berlyn, is docr zyne Pruisfifche Majefteit, voor zyne aan Hoogstdezelve toegezondene Konstprent, frederik II, op zyne terugkomst van de Maneuxres by Potsdain, naar Sansfoiici, met de grote gouden medailje: Merentibus, vereerd geworden. | De Hoogl. Ramler, tc Berlyn, zal den Catulfus, even als voorheen den Martialis, by wege van uittrekzels, in 't licht' geven. I De Geheimraad R. Bode, en dc Hofraad Wieïand, R te  ( i3o ) tc Weimar, houden zig 'thans bezig, de eerfte mef eiv Hoogd. Vertaling van de beroemde Esfays de Monteur ne; en de laatste met de bezorging van enen nieuwe! veel verbeterden druk zyner gezamentlyke werken : ook arbeidt de Reftor Hetnrici, te Neuruppin aan en: nieuwe rymloze vertaling der Aeneiade: en de Hoogl Jacobs, te Gotha, aan een Kritisch-Exegetefche Com mentarius der Griekfche Anthologie; waar van reeds eet gedrukt plan, met enige ftalen zyner aanmerkingen, op di Paaschmisfe is jn 't licht gekomen. NEDERLANDEN. Maastricht. Den 15 dezer maand April, is, alhier , in den ouderdom van 73 jaren, overleden de Heei 7. B. Vrythoff, in leven Hoogleeraar in de Geneeskunde en Oudfchepen dezer ftad. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, akademische en andere schriften. Crootbritannien. The Britijch Plutarch; contaimng the Lives of the most eminent Statesman, Patriots, Divines, Warriors, Philofophers, Poets and Artits of Qreat js/itam and Ireland, from the acceffion of Henry VUL to the piejent time: including a tompendious View of the Hijlory of Eng/and during that per tod. 3 Edit. London, Dilly, 1792. 8 vol-121110. Wy kunnen niet nalaten, de derde uitgave van dit rerdienftelyk werk, den letterminnaren aantekondigen ; vooral wegens de aanmerkelyke verbeteringen en byvoegfelen in dezelve. Een opgave der nieuwe- levensbefchryvingen van zodanige mannen, die j in de Wysbegeerte, fraaye kunften en wetenfchappen, zich beroemd gemaakt hebben, zal genoegzaam zyn, om dit t? ftaven. Het zyn de volgende. Si,- Riehard Stele, Daniël de Foe, Bisfchop Hoadley, Dr. Eduard r°«»g, Samuël Richardfon, Dr. Lardner , William Hogarth , Dujortin, Thomas Gray , David Hume, William Shenjlone, Bisfchop Newton, Dr. Akenfide, Dr. Johnfon, miliam Pitt Earl of chatham, Lawrence Sterne, David Garrik, Dr. Smoilet, Charles Churchell ; Samuël Foote, Oliver Goldfmith, Sir W. Blackjlone, Bisfchop Lowth. ("N. B. d. W.) Duitschland. Het leven van den geheim- Juftitie- Raad en Ridder Johann David Michaclis , door hem zeiven befchreven, met aanmerkingen van Hasfencamp, benevens de Lofreden var Prof. Heyne, en de aanmerkingen over Michaëlis Letterkundig character en groote voortreffelykheid door Eichorn, Schulz, met het borstbeeld des overledenen eneen volledig register zyner chrltten. g. Rintelen, by de Expeditie der Thcologifche Anna- „' u, lpz!e; in coromisfië by Joh. Ambroftus Barth. (Pr. * Rthl. Saxisch, of , Flor. 48 gr. Rhynsch.) Uit zeer mteresfante werk, 't welk even zo aangenaam aiS^nutug is, om fe lezen, is thans op de pers en zal onfeilbaar v»or aanftaande jubijate miSfe gereed zyn. Wie 10 Exem- ; plaren by eikanderen neemt, en tc _clvk in r^u K.., tt ■ ■ komt'2, doch op 20, 5 vrye exemplaren 5 °6t2alt' ^ 1 Rim'elv den 1 Maart l79i' ExrEDiTiE der Theologifche ; NB. Do P O. C. Rutz, in H^^Vo P A Hulsbeek, te Haarlem, nemen Intekeningen aan. ' ,?,E,D Eo L, t * D E N' °«* e" Hedendaagfche ahemene we 'dl?/* TS:denis- vaidfn Heer Hoogleeraar in de Wysbegeerte, Welfptekendnetd en Gefchiedkunde, te Kiel , elfde defl 2,2 blz m gr. 8vo te Haarlem, by A. Loosjes Pz. 17Q,'y, f De titel van het werk, waar van het eerfte deel on/r den naam van elfde deel; om met dat van dei Hcm^Lot S geheel uit te maken; hier het licht ziet, geeft, i7het alte meen den aart en het oogmerk daar van te kennen Het U een m het Nederduitsch vertaald, Vervolg 0 d ' nS zo veel lofs bekende, algemene Gefchiedenis van «melden ^ door den Hoogleeraar Christus , die, deze GeEdenis in 't' Hoogduitsch hebbende overgebragt, goedvondt, den taotc nemen, waar de Heer Miixot den zynen geë ndigd hadt, van het fluiten, naamlyk, des Vredestek, in 't jaar 1748 en denzelven tot dezen tyd voort te zetten. Het afzonderlik door 7 ^ CTSTIANI' » -c wys v2b an Inf v , i r/v ?^^*' WOrde» ons nader opg gge: ven m het Voorberigt van de„ Uitgever en Vertaler De Schryver; zeggen dezen aldaar, heeft het plan van MiiioT , zo veel mogelyk, getrouw gevolgd; doch is ook in eenige opdichten daar van afgeweken. Millot bedoelde eigenlykfet Tnderwys van de jeugd, vooral uit hoger rangen : ' daarënbovenwii. rrh L°°T ë,e"7'f'e tyd "°ch éénheid hebben de Gefchiedemsfen uit de bronnen zeiven te fcheppen n de hal* werken om zig zeiven te kunnen helpen ; ChL'st L1 l« tf gendeel oordeelde, dat het voor zvne tvd'ennt Jt l de gebeur tenisfen, in den zelfden t»J ■ f r? ' at h? Tenen lande,.t vo'orgevaLn b'elkK^h^r^^ P^M' de afdeling der tfdberkln 'in ve r h / §evoegd ■ ">**r hemovertolli, te wezen JLo l t\ ff^" Meen Huiertsbure en Parys of vqn . e i oen vreaete tydperk ec/ter, maa/voofhet kle «e Tï° wordrafgeha„deld; gaande het zelve fl^hét Z^Jti  bezit zyn van Millot's Gefchiedenis, met graagte ontvangen worden, en dus dc gunitige vcrwagting van de Heren Uitgever en Vertaler niet te leur ftellen. Styl en Taal zyn zuiver,, onopgefmukt, eerrvouwig fchoon, zodanig als den Hiftoriefchryver voegt. De gehele wys van behandeling is gepast aan 's Schryvers oogmerk, cn van dien aart, dat zy allen Lezeren gevallen moet. Zonder dat de draad der Gefchiedeniife wordt afgebroken , worden de Gcbcurtenisfen van minder belang flegts even aangeroerd, en daar tegen die van meer gewigts breder, en fomvvylen vry breed , behandeld. Schoon het ons is voorgekomen, dat de Schryver, in het verhaal van den zevenjarigen oorlog, voor zo ver dezelve in dit deel vervat is, geheel ingenomen met de alom erkende Pruisfifche Dapperheid en Krygskunde, in dien oorlog betoond, die der Partyën, vooral der Oostenrykeren, te zeer over het hoofd ziet en verkleint; geelt hy, voor bet overige, alnmme blyken van die waarheidliefde cn onpartydigheid, welke zo onontbeerlyk is in den Gefehiedfehryver. Als een byzondere ftaal hier van is ons in 't oog gelopen, het geen de Heer Christiani , by den aanvang van zyn verhaal, wegens de zamenzwering te Bern, in 't jaar i 1649, aanmerkt. „ Gebeurtenisfen van dien aart, zegt hy „ daar, (pag. at, in 't midden), worden in vrye Staaten, vooral daar de Aristokratie op den troon zit, en men op de M vryhckl der Drukpers niet zeer roemen kan, meestal door „ den ftaatkundigen invloed der Regering, veeleer aan de open„ lyke kennis onttrokken, dan ten voordele van een vrye be- oordeling opge elderd. De berichten van de vrienden der w Regering zyn zo wel eenzydig, als die van de begunftigers „ der misnoegden. Op beiden is derhalven weinig ftaat te ma„ ken. De Gefchierifchryver voldoet aan zynen pligt, wanneer „ hy de gronden en opgegeven daadzaken , door beide partyen „ aan het publiek medegedeeld , ter bedaarde beoordeling van „ onpartydigen ten toon fpreidt." Tot een proef der fchryfwyze des Hoogleeraars Chustiani , in het algemeen , weten wy niet beter by te brengen, dan de fchets, welke hy, by den aanvang zynswerks, geeft, aangaande den toeftand van Europa, onmidlyk na 't fluiten van den vrede te Aken. „ De. rust; dus begint hy ; was in Europa door den Akenfche vrede wel herftcld , doch niet volkomen n gevestigd. Niet alleen waren in het vredes - verdrag vele aangelegen zaken of in 't geheel of ten dele onafgedaan geM ticven; maar verfcheiden magtige Staten kweekten ook het H zaad vin onderling wantrouwen aan. Frankryk en Enge/and gaven daar van wel haast duidelyke blyken. Het Oosten- rykfche huis kon het verlies van Si/efiën niet verkroppen. m En fchoon het zig vleide met de hoop, om by gunftiger w tydsomftandighcden dit verlies vergoed te krygen, was het M echter zeer wel te voorzien, 't geen het gevolg heeft beM waarheidt, dat de waakzaamheid des Konings van Pruisfen alle pogingen van dien aart en alle ondernemingen , bedoe„ lende de vermeerdering der Oostenrykfche magt, tegen zou- de werken. Rusland begluurde alle de ftappen van het na„ burige Zweden, en had weinig zin in alle de verbintenis„ fen en maatregelen dezer kroon, die fchenen te beogen, dé M maffttloze regeringsvorm in een veel werkzamer te herfchep„ pen. Dc Deenfehe Regering volgde onder den goeden Ko„ ning Fredrik V, haar vredelievend ftelfel, zonder evenwel / „ by de maatregelen der twe andere Noordfche Hoven onver-! „ fchillig te wezen. Tusfehen Pruisfen en Rusland, dat meer naar de Oostenrykfche zyde overhelde, rees een misverftand, 'twelk van tyd tot tyd toenam. De Vereenigde Gewesten meenden in de ftandvastige verkleefdheid van vredelievende grondbeginfclen en volkomen onzydigheid het beste geneesmiddel te vinden voor alle de wonden , die dezelven door hunne deelneming aan den oorlog wegens de Oostenrykfche opvolging waren toegebragt. In Spanje werden onder Ko„ ning Ferdinand II. de eerzugt en etgenbatige Staatkunde van de Koningin Weduwe, allengskens, gekortwiekt, en dit grote Ryk zag eindelyk eens wyzer' fchikkingen maken tot des, zelfs inwendige volmaking. Hetzelfde geluk viel Portugal n te beurt, dat onder den zicklyken Koning Johannbs V. door „ den armhartigen Franciskaner Gaspard geregeerd, of veel „ meer gedompeld werd in enen afgrond van verderf, waaruit het niet, dan onder dc volgende Regering, en meest in het volgend tydperk, verlost werd. De Italiaanfche Staten werden', naar gewoonte, bepaald by de betrekkingen, waarin zy tot de kronen van Spanje, Frankryk en het Oostenrykfche Huis ftonden. Polen droeg nog by aanhoudendheid het juk Van een losbandige Aristokratie, en muntte door niets anders uit, dan coor vruchteloos aflopende Ryksdagen. Het " Turkfche Bof bleef mede gedurende dit gehele Tydperk werkloos , terwyl het, tegen deszelfs oude grondbeginfelen aan, ftaande den oorlog wegens de Oostenrykfche opvolging, geen gebruik wist te maken van den neteligen toeftand , waar in de Keizerin, Koningin, zich toen bevond. Over't algemeen zyn deszelfs jaarboeken meer opgevuld met onderhandelingen der Mogenheden, misverftand en voorbereidfelen tot groter onlusten, dan met belangryke gebeurtenisfen, uitgezonderd de laatste jaren, toen in Amerika een oorlogsvuur uitbarsm te, welks vlammen zig ook weldra over Europa vern fpreidden." BERICHT van den Here JERONIMO de BOSCH aangaande ene Uitgaaf der GRIEKSCHE BLOEMLEZING (ANTHOLOGIA GR/ECA) door HUGO de GROOT, in latynsche versen overgebragt. (uit 't Latyn vertaald.) Voorgenomen hebbende, om de Griekfche Bloemlezing, door Hugo de Groot in Latynfche Verfen overgebragt, uit te geven , acht ik het onnodig, de voortreffelykheid dezes lang begeerden werks, al« goede waar, den koperen aantepryzen. Vooreerst is 'er in de Griekfche Bloemlezing zo veel nuts en kennelyk fchoous, dat mannen van groot verftand cn zeldzame geleerdheid zig toegelegd hebben om dezelve op te helderen en te verbeteren. 'kZal allcenlyk het getuigenis bybrengen van Emmanuël Martinus, dien z,eer geleerden Spanjaard, welke, in zynen uitmuntenden brief aan Alcxander .Zondadarius, waar in hy de gefchiedenis der beide Griekfche Bloemlezingen nagaat, fchryft: dat naauwlyks een nuttiger of uitmuntender gedenkftuk der geleerde oudheid onze tyden bereikt hebbe, dan die verzameling van Griekfche Byfchriften, welke onder den naam van Anthologia Grajca voor banden is. Vervolgends is de Groot juist die Litlegger, die met betrekking tot uittrekfejs, uit de Griekfche Treur- cn Blyfpelen, de gezegden der DichR 2 tc  C 132 ) teren uit Stobocus, en zommige overzettingen van deze Bloemlezing zelve, tot opfiering van zommige Schryvers, hier cr daar in het licht gegeven, zo veel vërwonderings verwekt, er zig , van over lange, zo veel gezags heeft verworven ; 't gent hy tot hier toe behoudt; dat Janus lUitgerfius, een allcrbc kwaamst hoogachter en beoordeelaar van deze fraaiheden, voor maals beweerde: „ dat de grote man in dezen met zo velt „ fchoonheid en bevalligheid zig gekweten hebbe, dat hy dc „ onnavolgbare fraaiheden der Griekfche Dichtercn, zo niel „ overtroffen , althans geëvenaard hebbe ; zo dat het geenzins „ te verwonderen zy , dat de oudheid, welke de jongeling zo „ gelukkig ndaftreefde, door hem overtroffen wierde, na dat „ hy de mannelyke en bedaarde jaren bereikt had." Ten onzen tyde noemt de Geleerde Brunkius de Groot , „ den bes„ ten Uitlegger,, voor welken allen, die 'er zyn , of geweest ■ „ zyn, moeten onderdoen." En de Groot zelve fchynt van deze zyn Dichtocffening gene geringe gedagten gehad te hebben, daar hy in zyne Voorrede fchryft: „ Ik heb altyd geu poogd, om den tyd, die my van myne Hoofdbezigheden ovcr„ fchoot, te hefteden aan zodanige uitbanningen, welke ten „ algemenen nutte enigzins bevorderlyk waren. Van dezen „ aart, inmiddels, kwamen my voor de zodanige te zyn, die, yt om 20 te fpreken, onder ene gefuikerde korst van woor„ den , der gevoelige jeugd , de lesfen der wysheid voorhiel„ den." - Daarenboven vindt men, onder dien fchat van voortKfrelyke werken , door dezen uitmuntenden Schryver uitgege ven, naauwlyks een, waar aan hy meer vlyts hefteed heeft, en waar in hy meer belang ftelde , dan deze verzameling van Byfchriften, zo als uit 'smans brieven blykt. Uit den Loeveitcinfehen Kerker ontkomen en te Parys wonende, heeft hy dit werk gefchreven, en tot aan zynen dood toe met genoegzame vlyt en naauwkeurigheid gearbeid aan de uitgave van het zelve. 'tGeen intusfehen den braven de Groot, die in zyne uitgeftrekte bezigheden, de beoeffening der Geleerdheid nimmer varen liet, uit hoofde der menigte van die bezigheden, of om andere redenen, niet heeft mogen gebeuren, naamlyk enen Boekdrukker te vinden, die deze zyne Verfen, benevens dc Griekfchen, net cn fraay genoeg wilde uitgeven, is ons thans, tot onze blydfchap., gelukt, daar de braveUtrechtfcheBoekhandelaars B. Wild en J. Altheer, onder myn opzigt en beftuur, dc uitgaaf van dit alleruitmuntendst werk hebben op zich genomen. In,-gen, Rivieren, Steden j „ Baden, Bruggen cn andere werken, waar van in deByr velen nuttig is. Dat God „ UWEd. nevens uw Vader, Moeder en derzelver Kinderen in „ goede gezondheid beware, en zegene, is onze wensch P-„ rys 12 Nov. 1744. In de makers der Byfchriften hebbe ik niet altyd de ge„ wone drukken gevolgd , maar die , welken de Hoorei Sal„ mallus my uit ettelyke handfchriften heeft opgegeven ' f/iv * Hooggel. zeer toegenegene H. G." Wat inmiddels den vorm der Uitgave dezer Bloemlezing aanbelangt , daar over fchrecf de Groot , in 't jaar zelve waar in hy overleed, nog dit aan gemclden J. Vossius. Ik ben 'e„ zeer op gefield dat de Uitgave in quarto gefchiede , op dat „ zy overeenkome met die van Stobasus en de Uittrekzels • is „ intusfehen het boek in één deel te omflagtig, laten 'er twee „ van gemaakt worden: want wees 'er vooral op beda<*t, dat „ het Latyn tegen het Grieksch moet overftaan, niet by wyze „ van Colommen, maar op onderfcheidene bladzyden." En in enen anderen brief, aan denzelfden Vosfius, weinige maanden voor zynen dood gefchreven, geeft hy dit zelfde verlangen en de-  C 133 > deze zorg, wel kort, maar kragti'g en nadrukkelyk , te kennen; daar hy aldus fchryft : „ Beroemde en zeer Geleerde Man! ik ; ben''er op gefteM1, dat men by de Uitgave der Anthologie " het formaat van papier benoude, welk die van Stobajus en " de Uittreksels hebben. Wat de letters betreft, laat Blaauw " 'er de besten toe nemen, die hy bekomen kan. Ookwensch* te ik, dat 'er haast by het werk gemaakt wierde, ten einde " ik za U mooglyk ware, nog den oogst van mynen arbeid " mort aanschouwen." Parys den 24 Febr. 1645- Dcze inriStine nu van het werk , welke Grotius zelve verlangde en opgaf hopen wy, zo veel in ons is, op het heiligfte in acht te nemen , en de nodige Registers, overeer.komftig 's mans eigene bedoeling, waar van wy gewaagden , allen 'er by te voegen. Daar het ons inmiddels blykt, dat de Groot, in zyne Latynfclic overzetting, eniglyk gevolgd heeft den druk van Brodasus, te Frankfort in den jare 1600, uitgekomen by de Erven van Andrics Wechel, zullen wy zorg dragen, dat deze zonder enige de minfte verandering naauwkeurig gedrukt worde; alleenlykue drukfeilen of in 't oog lopende misftellingen verbeterende. Dezer wyze zullen vooreerst twe delen het licht zien, in welke, op de'ene zyde van het blad, de Griekfche text, zo zuiver als wy denzelven uit Brodtsus kunnen leveren, zal te vinden zyn ; en op de andere de Latynfche Overzetting van de Groot, welke op zig zelve een volkomen geheel zal uitmaken ; cn van de volvoering hier van kunnen de Kopers zig verzekerd houden. Terwyl ik intusfehen ook andere dingen in myn hoofd hebbe , waar van ik wel wegens de wisfelvalligheid der menschïyke zaken , de onzekerheid myner fnipperuuren, en 's levens broosheid zelve, tnans niets zekers voor den dag brengen, of zelfs beloven, durf, acht ik my echter verpligt om de kopers der eerfte delen te verwittigen, van mynen wensch om by deze twêe ftukken een derde, ja zelfs een vierde, deel te voegen waar van het ene zou behelzen , de aanmerkingen op 'de Griekfche Bloemlezing van Brodaeus , Opfopceus, Stephanus, Huet, d'Orville, Reiske , Eldikius, Schncider, Toupius,. Ruhnkenius, Wytenbach, Brunkius, en andere' Geleerde mannen; waarby ik wil voegen, 't gene my zeiven dienaangaande moge ingevallen zyn, met aantekening van den naam van enen iegelyken, van wien die aanmerkingen zyn voortgekomen. En op dat dit werk op het uitvoerige en volkomenfte in het licht verfchync, heb ik voorgenomen om te verzamelen alle die ongedrukte_ gedigten, welke Vavasfor, Salmafius, Jenfius, Koster, Holftein , Wolf, Leich, d'Orville, Reiske, Toup, Ruhnkenius, Brunkius, en anderen, ftukswyze uitgegeven hebben, en dezelve, naar myn beste vermogen, de Groot naastrevende, met ene Latynfche Overzetting°te vermeerderen. Dit werk, zeer moeilyk en omflairtig, voorwaar! maar tevens, daar my alles in dezen aanlacht , 'aangenaam en vermaaklyk; waar aan het my niet ligt zal berouwen mynen ledigen tyd bedeed te hebben; dus verre gebragt zynde, wil ik toetreden tot het volgende en laatste deel 't welke my op verre na zo veel werks niet zal verfchaffen,' en voor 't welke ik de bouwftoffen in gereedheid hebbe^ Te weten van dien tyd af aan, op welken eerst,' voornaamlyk in Italiën, de beoeffening der befchaafde letteren herfteld en vernieuwd is, hebben vele beroemde en fchrandere mannen hun werk gemaakt om zonnnige Dichtftukken uit de Griekfche Anthologie in Latynfche verfen over te brengen; van welken, of fchoon ''er meer dan honderd zyn , allen wier Latynfche Overzettingen van deze foort my bekend, cn, in verfchillende toeken verfpreid, in myne Boekery voor handen zyn , het gentcg zy te noemen: A. Alciatus, J. Auratüs , D. Aufonius, P. Ecroaldus , G. Buchananus, P. Burmannus, D. Calderinus, J. Camerarius, G. Canter, J. Cornarius, J. Douza , D. Erasmus, L. Fruiticr, L. C-yraldus, T. Gataker, T. Gaza, D. Heinfius, H. Junius, D. Lambinus, P. Leopard, M. Marullus, A. Mekerch, P. Melanchton , T. Morus, P. Melisfus, V. Opfopceus, A. Politianus, J. Pannonius, F. Philclphus, B. Rhcnanus, C. Rhodiginus , J. Sannazarius, ]. en J. J. Scaligcr, H. P. Stephanus, J. Secundus, L. Valla, R. Volaterranus, en B. Vulcanius. Allen welken, het zelfde onderwerp behandelende, met ene zo grote verfchcidenheid , met zo vele fehranderheid, cn fraay vernuft, zig in dezen gekweten hebben, dat het, hun die in dergelyke dingen fmaak vinden , ter aankweking van 'kundigheden en fraaye gedagten van ongemenen dienst zyn zal, om hier de pogingen van grote mannen tc vergelyken , en derzelver rykheid van vernuft te bewonderen, en hunnen vlyt te ontdekken. Wat aangaat het gefchreven ftuk zelve der Latynfche Overzetting van de Groot, dit zyn wy magtig geworden uit dc Boekery van P. Burmannus Secundus, met wiens hand het op den huize Santhorst nagefchreven is, uit een handfehrift, 't welk de Erfgenamen van d'Orville hem ter affchryving uit Engeland gezonden hadden : welk handfehrift juist het zelfde is, dat voormaals de Clercq en d'Orville gehoopt hadden, te zullen uitgeven. Daar is ene allergeleerdfte Voorrede van de Groot voorgeplaatst; ook vindt men, aan het begin, zömmige aantekeningen van P. Burmannus Secundus1 , waar uit men' kan, opmaken, op welk' een' hogen prys dit werk by de Geleerden is gefchat , cn hoe fterk des kundigen verlangden, om het openlyk in het licht te zien. Om den Grickfeaen text wel te treffen', heb ik, in myne Boekery, de eerfte Uitgave te Florence van den jare 1497. met capitale Griekfche letters; den eerften druk van Aldus, van 1503. de twede by denzelfden , van 1521. De Paryfche druk by Jodocus Badius 1531. Die met de noten van Brociteus van Tour, te Bazel 1549; met zomrhige nieuwlyks gevondene Byfchriften, te Venetien by de zónen van Aldus 1550; De vermeerderde Uitgave van Henricus Stephanus van den jare 1566, op welks ty tclblad, dit mét de hand gefchreven ftaat: „ Deze Uitgave heeft men vergeleken by het „ exemplaar van Gruterus, 't welk wederom met het Paltzifche vergeleken was, en waarin hier cn daar verbeteringen , met de hand van Kred. Sy'lburgius, gefchreven waren. Ook de bladzyden, die in deze Pergamcnten op den rand (laan aangetekend, wyzen op die van datzelfde Paltzifche hïhdfchrift. Frid. Sylburgius, heeft verfcheidene byfchriften aan derzelver Schryvercn wederom toegeëigend1, welker namen w hy 'er by aangetekend heeft, iii die gefchreven copy; ook „ heeft hy doorgaans, zommige woorden, ja gehele verfen, „ die 'er ontbraken, ingevuld." Wat inmiddels dit ftuk betreft, offchoon het met dezelfde woorden, in den Catalogus der Bibliotheek van P. Burmamnus Secundus, onder de Griekfche Schryvers, die met gefchrevene vergelykingen en verbeteringen verrykt zyn, onder No 2644. wordt befchreven, moet ik openhartig bekennen, zeer te twyflëjen, of het aan de vérvvagting, R 3 wet-  C *J4 5 welke ene zodanige 'befchryving natuurlyk moet gaande maken, volkomen voldoen zal. Ondertusfchen kan zig de kundige lezei daar mede troosten , dat, eer wy zo verre zullen gekomen zyn wy de volledige vergelyking van hetPaltzifche Handfehrift zullen pogen magtlg te worden. Eindelyk bezitten wy ook nog twe exemplaren van den Wcchcliaanfchen druk , te Frankfort, 1600 in het eerfte van welk, P. Burmannus Sbcukdus enige aanmerkingen gevoegd, en de verkeerde namen der Dichteren uit het Handfehrift van de Groot verbeterd heeft ; terwvl in het ander d^ aantekeningen van Schrader en andere geleerde mannen ge vonden worden : om nu van gene andere drukken te fpreken, die van minder aanbelang of van meer nuttigheid zyn gelyk die van Reiske en Brunckius, doch die ook dikwyler voorkomen. Onder de gedrukte ftukken is 'er dus geen, waar naar wy zeer fterk verlangen, buiten den Florentyiifchen druk van iS\9 'vl d£ ErVCn Van PhiliPPus J™ta uitgekomen, waarvan J. A. tabncius gewag maakt, en waar van een exemplaar in de boekery van Pinelli geweest is: gelyk mede dien van Bazel van 1521 , insgelyks by Fabricius vermeld, dan die ik vermoede, dat door hem met den Paryfchen van 1531 verward word Zo nogtans deze beiden drukken ergens fchuiien mogten, verzoeken wy deszelfs kundige bezitters, op de vriendelykfte wyze ons dezelven te laten zien, ten einde de waardy daar van te kunnen oepalen. Eindelyk zullen ons, ter naauwkeurige verzameling van de onuitgegevene Byfchriften, en ter naauwkeurige bepaling van derzelver lezing, twe gefchreven Copyen van 1*11 eel£len" ^n, die wy, uit de boekery van den zeer geleerden Here Fontein , van diens Erfgenamen hebben mogen ontvangen : het een daar van is dat affchrift van de beste foort, 't welk J uhf r"Z£ bekome° * «oor den geoeffenden en letterkundigen D. Ruhnkeiuus, aan Jo. Pierfon vereerd wierd , volgent diens fehryven aan Moerin bl. 135. Het andere yervat de Bylcnriften un-de ongedrukte Anthologie van Vosfius, welken in die van Scaliger niet gevonden worden, met de aantekeningen van van Lennip, Schrader en andere geleerde mannen]- waarby nog komen de ongedrukte noten van Boivinus op den Aldifchen druk der Griekfche Bloemlezing, nevens de verminkte byfchriften der Bloemlezing van Plancidus, doch die federt uit de oudfte ongedrukte Handfchriften, ten volle verbeterd zyn geworden. Zie hier, goedgunftige Lezer, door welke hulpmiddelen gerugfteund, en met welken voorraad toegerust, ik dit worftelperk intrede: wat ik voor den dag zal brengen, zal de uitkomst leren: ondertusfchen zal ik al myn vlyt, zorg, naarstigheid en arbeid daar aan tragten te bededen, dat ik niet mag fenynen deze taak ligtvaardig op my genomen te hebben. Het werk zal m het zelfde formaat, met denzelfden Letter en op het zelfde wit papier gedrukt worden, als waar mede zich de beide laatste bladzyden alhier (in het Latynsch berigt) by wege van proeve, opdoen: zullende echter die bladzyden tegen eikanderen overftaan. De prys van elk deel zal ƒ ij : - : - Hollandsch geld zyn. De lyst der namen van hun, die op de uitgave van dit werk zullen gelieven in te tekenen, zal voor aan het twede deel gedrukt ftaan. Behalven in alle de voornaamfte Boekwinkels der Nederlandfche fteden, is het (Latynsch) berigt te bekomen te Venetien by 7. Remondini en Zonen; Florenzen J. Molini; -Romen F. Monaldw',; Boulogne de nazaten Bouchard; Madrid A, de Sancha; Lisfabon P. Mar tin ; Laufanne? H Pott rranklort aan den Mam Varrentrap en Wenne,■■ Parvs ^ ' Londen^. Payne; Edinburgh t 2gS? '^S^Z HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECDOTEN. te->Dr^rrf- dS ?fATfA? Verhaa,t' in zy"e Gedenkfchrifvk , 112 ftudle" voortzettede, een heimelyk Huwehun VZSL^fr* m hyriWe zonc" ^rwekte , die in re toefen S IT™' Zy" V'"°ÜW & naderhand wJd Z S Zy" aannem;"S van het geestelyk gean een beft""5 Zy° ^ hem °P gene andere wyze en f', Pn H r c7 tG he!pen" Zv ^onde in ParVs; ftad ktZ B,S,Ch°P W«*0 mede in deze Hoorei bezoek te geve" 7 '9™ haar Weéniale" weke een * * * * v,,dh Zeude Schrv.ver -tekent de volgende Anekdote aan van den Prins van Bourbon, Grootvader van den HerZll 1 naderhand eerfte Minister was. Deze Prins, llrL yJ WrS, Zwaar bypohconder, en deze zyne ongesteldheid, fchoon zy hem wel niet verhinderde in het waarnemen zyner zaken, byzonderlyk wanneer zyn berWn u "l gemenKd was, deed de zonderlmgfte inbeelecngHaa7/le?,°PWe,,e"- Ecns verbeeldde hv zig, in 'er P2C h 7ïChaPe" te ZV"' e" wi,de "'et dulden , dat Keluid zo hl" Zy-\ Pa'f get'-ckke» wierd, om dat het geluid, zo hy zeide, hem in het bosch zoude jagen. droPn. Tananderen,tyd da^ hy een Plant te wezen f en drong aan terwyl hy in den hof ftondt, dat men hem alle vïS * y ,d0°d WaS' en weigerde hardnekkig ben nl t* tgecnuhy zeide' «iet meer nodig te hebben. De kuur zou hem liegt hebben opgebroken, bvalkén" ^ °ppasfers Pe" middel hadden weten uittekenzvn'lmm ^ aa\het ete" te krvSen' zonde>- "em in zv on Zl dwarsb°men- Tot dat einde, vermomden zy, op ene meesterlyke wyze, twe perfonen, die zy by vad" r "en "HZ" *^*<&™ vSor 's Pr'infen Jruol S£n' fZ ov,e'-ieden Maarfchalk Luxemburg. Na Söken7 enGd e,pnderen °VSr het ^blyfdef doden \1P ' f" den Pnns' met zyne aankomst aldaar Bede„gheWmenSC,K* ? h6faben' n°diSde" deze ^waande SC TurJlT.' ,m " tC verze"en naar den Maarfchald de iZ f ' Zl VO0I"gaven op het middagmaal genodigd te zyn. De Prins gaf in 't eerst zyne verwonderd hier over Je kennen, doch werd eindelvk overgehaald! om hen te volgen, in een daar toe gereed gemaakte keider, (t) Deze Memoires zyn, in het voorleden jaar iycp. teParys, in 4 quarto delen, in drui; uitgekomen.  C 135 ) éét", u-air hv don voorgewenden Maarfchalk vond, met 1 wie; hy een hartlyk maal deedt: en, zo lang deze zotte kuur' by hem aanhield, at hy altyd 'smiddags in dezen k3>der, er verbeeldde zig beftendig, duor den een ofanderet) gefloryen Edelman genodigd te zyn. * * * * Keizerin E'izabeth liet zig door den Graaf Iwan Sclvuvafyflt bèwegen; om aan Vultaif* het fchryven ener Gefchiedenis van Rusland optedragen. Men bezorgde, tot dat einde, gemelden Heer, authentique uittrekzels uit de Staats - papieren, nevens eigenhandige aintekeningen van Peter I. Enige jaren daar na, kwam de Gefchiedenis van Peter L in 't ligt: waar over de Graaf zeer onvoldaan was, vermits Voltaire had kunnen goedvinden, om van het merendeel der aan hem toegezondenebouwftoffen geen gtbruik te maken, en, daar cn tegen, verfcheidene zaken in te lasfchen, waar voor hy geen gezag hadde. Shuvaloff' fchrcef hem een beleefden brief van beklag, Waar in hy tc kennen gaf, dat hy in gene dele aan dc verwagting van het algemeen hadde beantwoord; hem vroeg, Waarom hy, in plaats van gebruik te maken van verfcheidene belangryke aantekeningen en anectdotes, weiken men hem hadde doen toekomen, ja zommigen daar van regelregt hadde tcgengefproken , door het inlasfchen van zaken , voor welken hy geen gezag hadde; en wyders Miimerkte, dat hy de Ruslifche namen, door zyne manier van fpelling, veranderd en verdraaid hadde. P"oltaire antwoordde hem zeer koeltjes: „dat het zyne ge•tvóonte niet was, om alles, wat hem gezonden wierd, letterlyk over te fchryven; dat hy het werk '■ opgefteld hadde, zo als hem best was voorgekomen, en dat hy daar in gevoegd hadde, 't geen hy verzameld hadde uit andere aantekeningen , welken hy gelegenheid hadde zig te verfchaffen ■, dat hy ten volle overtuigd was van d» waarde der Anecdotes, die hem medegedeeld waren, doch dat hy dezen niet voeglyk hadde kunnen invlegten in een werk, 'twelk niet het afzonderlyk leven van den Czaar bevatte-, cn (voegde hy 'er by) wat betreft myne misvorming van Rusfifche namen , ik houde my verzekerd, dat die klagt van een Duitfcher moet komen: Ik wensch hem meer vernuft en minder confonanten.'" * * * * Men verhaald, dat de Graaf Ostermann, eerfte StaatsMinister van de Ruslifche Keizerin Anna, een brief van d;zc ontvangende, die hem door een gemeen zoldaat van d; Lyfwagt gebragt wierd, terwyl hy aan tafel zat met vjrfcheiden buitenlandfehe gezanten, door hem ter maalt/d genodigd, van zyn plaats oprees om den brenger te vsrwelkomen,. fterk aanhield by dezen om te gaan zitten cn een glas wyn met het gezelfehap te drinken, en hem vervolgens tot aan de deur uitleidde, als of hy een perfoon van den eerften rang geweest ware. Ziende, dat dk zyn gedrag zynen gasten aanftoot gaf, zeide hy. . Stoort u niet, myne Heren, aan myne hoflykheid omtrent eer. gemeen zoldaat. De Fortuin is, in dit land, zo wispelturig, dat memant weten kan, welk een groot man deze knaap weldra zal wezen." GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 127: en te Haarlet» 22, onder welken laatftcn 7 beneden de 4 jaren. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. Uittrekzcl der Dagelykfche Waarnemingen van 7 Maart tot 13 April 1793. te Hamburg. fHoogfte ftand 28, t\. den 8ften. Barom.-! Laagfte - - 27. io|. den 13den. L Gemiddelde der gehele Week 28,3]. Therm. fHoogfte ftand 11 'sMidd.vanden i2den. Reaumur. < Laagfte 20 's Morg. van den 8, 9, 11 en 13den.' [.Gemiddelde der gehele Week 7, 8 grad. Heerfchende wind N. O. Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem, Ibaro- I thermo- I streek I me-„ J meter. der I luchtsge- ter. 1 Noord; Zuid. | wind. { stei.dheid-, fap.toi 4o| 44 w. t, n. j . 17. <30. o A=l 48 w «arde w.zware wolk, ) 5 40 " weinig fn. enhaeel, _( 39.10 40 40 z. t. w. [ buyig; Nam, benev.» C*9- s *HS ■+*_ «• / 18. p9. 2. 4«i 48 z. t. o. ƒ Tegm m win(J< (.29. 2 42| f 42' w. \ f*9' 5 ^ I 4ÏÏ N- N-VM zeer hard.w.Voorn,. 19. ^29.7 43 471 n. t. w. betr.reg.buyenverd (_29.io 37 ] z%\ n.w.t.w I wolk, hag.enfn.buy. po. o 4i| 45| »• *■ wolken, zeerwin- ao./3o. i_ 45i 59i n. v. drig,'s avonds ftil. 2 t33é 32. f30. 2 36 47 w. t. z. • 1 3°- 2ï 4&i 71 z. o. helder 412» (.30. 3i 38^ 39^ ^ o. z. o. ("30. 3 44J 53| 0. z. o. 'sMorgens helder, sa.-jjo. af 54 64 o. n. o. verder wolken. (.30- 1 i 43| 44 ■ - ■ 1 fgo. o j 44I 1 49»- 0. t. z. »jJ a9-io| 55 7i| o. helder,windrig. / 39- 9'i I 47| I 47f o. n. o. • 's nagts harde regen met ftorm alt dén S. O, tn#m, 36 ge. t'sn»_ss7ïr.  C 13* ) BEKENDMAKINGEN. AUX AMATEURS DE L'HISTOIRE NATURELLE. %* Un nouvel Ouvrage de Mr. Jofeph Poli, Inftituteur de S. A. R. le Pi-ince Hereditaire des deux Siciles, va fortir incesfament de rimprimerie Royale de Parme , & ilaura pour titre , Tefiacea utriusque Sicllia , eorumque Hijloria , & Anatome , Tabulis aneis illuftraia. 1'Ouvrage entier fera partagé en i Volumes in-folio, & fera exéc uté avcs les caracbères du célebre Bodoni, en fort beau papier pasfénu cilhidrc.il auroit même fufii de nommer M.Bodonipour snnoiiccr a tout Ie monde 1'Edition la plus belle, & la plus foignée, qu'il fok posfibled'éxecuter en Europe. On s'ést propofé dans eet Ouvrage de décrire la riche férie des Coquilles, qui fe trouvent dans les uiers du Royaume des deux Siciles, ausfi bien que la formc, & la ftrudture des Coquillages, qu'elles renferment. Cet objet a été rempli ausfi ccmplétcment qu'onl'ait jamais fait pour quelque genre d'anirijiiux que cc foit, puisque 1'on a pousfé la recherche jusques aux valsfeaux dc la circulation, que 1'on a injecbes aveele mercure. Et comme parmi les Coquilles de ces mers, il s'en trouve, au Nautileprès, de tous les Genres ctablis par M. Liimteus, on peutregarder ü bon droit le nouveau Siftême de Zoölogie, que 1'on va publier, comme un S'ijiême Zoologique univerfel de tous les MollusquesTéfta- j eces: ouvrage extremement dcfirc jusqu'a préfent par tous les Am-iteurs del'Hilioii e Naturelle. Quoique 1'ön alt fufrf, par rapport aux Coquilles, le Siftême dc | Linr.ajasdans le cours entier de cet Ouvrage, il n'en ést, cependant, pas moins originil; puisque les carafrères esfentiels, & les dcferiptiens de chacur.e d'elles, ont pour bafe des obfervations nouvelle*, & foigneufement répétées fur ces Coquilles meines, dont lepayshabitcpar 1'Auteur ëston ne peut plus abondant. Le Siftême Zoologique ést pareillement, comme on 1'a déja dit, tout-a-fait nouveau. Voicil'ordre, que 1'on a fuivi dans cet Ouvrage : on y donnc . i°. Les Noms asfignés par les différentes Nations a chaque efpèce des Coquilles a décrire. 2*. Leur Caraftères fpécifiques. 3°. Une! défcriptiondétailléedechacuned'clles. 4°. ton Hiftoire relative- ' ment a fa manière de vivrc, aux moyens de la pêcher, &c. 50. Les' Laiaueies uuulJCtlls'dti Mollusque, qu'elle renterme, & 6°. Enfin le développement le plus détaillé des parties, qui le compofent. Tout cela fera accompagné d'un grand nombre de Planches fcrupuleufement desfinées d'après nature , & gravces en cuivre avec le plus grand foiu. Le premier Volume en contiendra 39 .lefeconda proportion: & les 39 Planches refermeront enfemblc a-peu-prés 447 Figures. A cóté de chaque Planche on cn trouv era une autre de contours, ou feront placées les lettres néceftaires al' intclligence de chaque Figure; & 1'Ouvrage entier fera terminé par une courte explicationde toutes les Planches en Francois, & enltalien, pour la commodité de ceux qui n'cntendroient pas lalangue la'tine. On publicra cet Ouvrage en plufieurs Distributions; & le premier Volume en contiendra quitte. La première , qui ést déja publiée, ést de 142pages, fansy comprendre les 8 premières Planches , & autant de Contours au nombre de 167 Figures. Outre la Préface, & 1'Epitre dédicatoire a S. M. Sieilienne, on y trouve une Introduction a la fcience desTestacées : oul'on expofe cn géné-e ral 1'Ostéologic, 1'Anatomic, & la Phyfiologie des Mollusqu Téstacóes. ' Cela ést fuivi d'une défcription compléte des Téstacées 1 de la première Clasfede Linnasus, ou plutót de toutes lesEfpecesde Multivalves. Le Frontifpice dc ce premier Cahier ést orné d'une belle Vignette; on y repréfente le Véfuve . & ccttepartie du Golfe, qui s'étenddepuis Naples jusqu'a 1'antique Stabia. Le Cul-de-lampe fait voir dans 1'éloignement le Chateau de 1'CEuf, & furlariveoppofée tous les inftrumens, qui fervent a la pêche des Coquilles, que I 1'on a décrites. Les Distributions fuivantcs, qui contiendront la I défcription des Bivalvesjusqu'a Fenticre perféetion du premier Vo- | le Haerlem. by PLAAT en LOOSTE S. lume, feront fuccesfivement publiées, & ainfi du reste, fans le moindre delai. Leprix de la première Distribution infiniment plus volumineufe, & par conféquent plus chère que toutes les autres, ést de fix Onces , ou bien de dix huit Ducats monnoie Napolitaine, en y comprenant les 8 Planches ombrées, & les 8 autres de Contours. Ceux qui défireroient les Figures éxécutces cn miniature fur papier fin d'Anïleterre, & coloriées d'apres les Originaux, payeroiejit de plus fix autres Onces, ou bien dix huit autres Ducats Napolitains, pour les 8 premières Planches ; puisque le grand nombre des Figures , & la fcrupuleufe éxaditude avec laquelle elles font coloriées , rend ce travail ausfi péniblc que difficile. Et 1'on trouvera peut etre bien peu d'Ouvragcs fur 1'Hiftoire naturelle, dont les Figures foient enluminées avec autant de foin, autant de goüt, & avec une ausfi grande verité. II faudra'sadresfer a 1'Auteur ; a M, M, Terres. fré.res, Ubraires.aNaples; a M. Bodoni aPanne, & chez S. & J. Luchtmails Libraires a Leyden. >** Het TWEEDE DEEL van het ongemeen interesfant Werk , genaamd: NIEUWE REIZE in de Vereenigde Staaten van NOOk DAMERIKA, door]. P. BRISSOT (WARV1LLE), uit het Fransch. vertaald, en met eenige ophelderingen en byvoegfelen vermeerderd ; in gr. Svo, is heden gedrukt, tc Amfterdam , by M. de BRUYN , in de Warmoesftraat, en alom in de Nederlandfche Steden te bekomen. — Dit Deel is ongemeen ryk van Inhoud. Men vindt hier in XX. Brieven, eene groote menigte weetenswaardige zaaken, duidlyk befchreven , als: van Philadelphia, zyne Gebouwen, Regeering, Koophandel, Zeden der Burgeren; van den Landbouw vanPenfylvanie ; van de onderfcheidene Luchtjireeken, gewoonlykfie Ziekten , Leevensduuring , ftaat der Gevangenisfen , ftaat der Schulden en Inkomften,J}aat van den In en Vit voer der Vereenigde Staaten van Amerika; van hunnen Handel naar Oostindie , en hunne Scheepvaart in 't algemeen , voorts , algemeene en byzondere Aanmerkingen over Maryland en Virginie, en derzelver Steden en Plaat jen; van den Virginifchen Tabak, en de Tabaks-moten of Mt**i*fs van Bofton, Portsmouth , New Hamsphire, Lynn, Salem, en andere Steden. Eene uitvoerige Verhandeling van de Qjtakers , hunne Leevenswyze, Zeden, Huwlyken, Godsdienftige en Staatkundige begrippen ; weigering om in oorlog deel te neemen. Van het nieuwe Ryk in het Westen ; de verfcheidene Etablisfementen aldaar ; van de Wilden. Verder, van de Munten, Maaten en Qewigten inde Verenigde Staaten. — Onder alle wélke opfchriften de allergewigtigfte zaaken, den Koophandel en den geheelcn ftaat der Noord-Amerikaanen betreffende, voorkomen. — Hier is nog, by wyze van Aanhangfel, bygevoegd: Leevensgefchiedenis van den Heer BRISSOT, door hem zelvcn befchreeven : ïync Afkomst, Opvoeding, Studiën en Karakter , uitgegeevene Werken, Verblyf in Londen, terugkomst te Parys, geraakt in de Baftille daar hy, na eene gevangenis van twee jaaren , uit verlost wordt; de redenen zyner Reize naar Amerika, en zyne terugkomst van daar. Van het ifte Deel zyn ook nog Exemplaaren tc bekomen. %* Te Amft. by joh. wessxng willemsz. , is van de Pers gekomen en alom verzonden : GESPREKKEN en OVERDENKINGEN over het LYDEN en STERVEN van onzen Heere JEZUi CHRISTUS , door wilhelm leendert krieger, Predikant in 's Gravenhage , derde en Iaatfte Deel. Hier mcede is dit fchoone Werk, overliet Lyden van Jezus compleet, waarby tevens word afgeleverd, Tiet extra wclgelykend Pourtrait van den Eerw. Autheur, geteekCnd door Pothooven , en in't koper gebragt door li. Vinkeles, 0111 in het eerfte deel van dit Werk geplaatst te worden. Nog zyn hier bygevoegd, verbeterde Tytels voor het Eer Heen Tweede Deel, ten einde men dit Werk, nu compleet zynde, in driebanden zou kunnen doen binden. De prys van dit iaatfte Deel is ƒ 3 : 4 : - en eenige eerfte afdrukken van het Pourtrait afzonderlyk, af 1 : —  1793- No. 5253. AL GEMENE KONST- en LETTER-BODE, y O O R MEER- ENMlNèQBOEFFENDEN. Vrydag den j. May. BERIGTEN. F R A N K R ¥ K. I^^^f§e Heer Schreiber heeft, in de velden van Het r\ LI Departement cFIfere, gedegen yzer gevonjf den. ;^§Sf} Vader Cotte heeft aangetoond, dat de maat der ryzing en daling van den Barometer verfchilt naar mate van de lengtens. Onder den Evenaar is zy flegt van 2, 3 a 4 lynen. Te Parys van 10, 5 lynen. Te Amfterdam van 17, 18 lynen. Te Elberg in Noorwegen van 23, 7 lynen. DUITSCHLAND en naburige Ryken. Bronswyk. Het gerucht, door de openlykenieuwspapieren verfpreid, als of hier reeds een Lyken - huis was ■ aangelegd , en wel met een afzonderlyk vertrek voor lyken van overledene Adelyke perfonen , is geheel ongegrond. Wei mar. De verdienltelyke Reiziger Lechevalier , aan wiens navorfchingen wy de ware bepaling van de vlakte van Troja te danken hebben, kreeg, by zyn Iaatfte verblyf in Petersburg verlof om enen ouden Sarkophaag, op het Admiraliteits Hof aldaar ftaande, en in den X. de e h. laatstvorigen Turkfen oorlog, door de Rusfifche vloot, van een der Eilanden in den Archipel, waarfchynlyk van Scio, medegebragt, aftetekenen; en is voornemens, 011 zyne tekeningen van de Baz-reliëfs, op de vier zyden vin dezen Sarkophaag, die zo wel wegens derzelver onderwerpen, als de konst, daarin doorftralende, byzondere opmerking verdienen, nevens een kort berigt, in 't licht te geven. Daar nu deze Sarkophaag, te Petersburg , tegenwoordig doorgaans de Grafnaald van Homerus genoemd word, zonder dat men daar voor enige verdere aanleiding had, dan het door den eerften brenger van deze oudheid verfpreide volkpraatje, fchynt hier uit, fchoon buiten allen grond, het gerugt geboren te zyn, als of de Heer Lechevalier de wedergevonden grafnaald van Homerus zou aan 't licht brengen. NEDERLANDEN. Utrecht. Den 18 April'is, in den Ouderdom van 81 Jaren en ruim 6 Maanden, overleden de Utrechtfcke Wiskunjlenaar, Laurens Praalder, in leven Leclor der Mathefis in de Fundatie van Wylen de Hoogwelgeb. Vrouwe Douariere van Renswoude , Lid van verfcheiden Geleerde Genootfchappcn. Zy, die den overledenen gekend hebben, kunnen niet misfen, het verlies van enen jMan te betreuren, die, door zyne deugd en uitmuntende |bekwaamheden, der Maatfchappye tot zo veel nut, zyne |Landgenoten tot zo veel fieraad, verftrekt heeft: fchoon zy tevens, uit hoofde van zyne hoge jaren, den afgeftorvenen de venvisfeling niet zullen misgunnen van i S in  C 138 ) in een verhevener kring ter ere van zynen. Schepper tot volmaaktheid tc brengen, het 'geen hier onbereikbaar Leyden. Beftierderen van het Genootfchap der befchouvvende en vverkdadige Wiskunde , ten fbreuke voerende, Mathejis Scientarum Genitrix, vryheid bekomen hebbende, tot het openen van het briefje, behorende tot te verhandeling, aan welke een zilveren medaille is aangeboden , hebben bevonden, dat Schryver van dezelve was, de Wel Ed. Geflr. Heer J. L. Kesmann, Officier in het Regiment infanterie van den Generaal -Majoor van Brakell, in Guarnizoen te Utrecht. over de afwyking en veranderingen der kompas-naald. (Jjfoum. de Phyfique.~) De Heer Casfini, heeft, in de, door hem onlangs gemeen gemaakte, uitkomst zyner waarnemingen omtrent de afwyking en veranderingen der Kompas-naald, aangetoond, dat deze afwyking, wanneer zy naar het westen gaat, met gene gelykmatige beweging gefchied, maar dat zy even dikwyls te rug- als voorwaarts gaat Deze bewegingen doen zich dagelyks , wekelyks en maandelyks, befpeuren: en de uitkomst op het einde van het jaar, is altyd hare vordering ten westen : doch deze bewegingen verfchillen op onderfcheidene tyden van 'tjaar, waardoor men moet geloven, dat de ftand der zon invloed op dezelven heeft. Met deze waarnemingen van Casjtni •ftem-rnen ook die van Vader Cotte overeen , in zyne gedrukte weerkundige waarnemingen van 1792. Zyne daar by opgegeven gemiddelde uitkomften zyn als volgt. 1. Van January tot Maart verwyderd de Kompas-naald zich van 'tnoorden. 2. Van Maart tot Mai, nadert zy het noorden. 3 In juny ftaat zy nagenoeg ftil. 4. In July wykt zy weêr af van *t noorden. 5. In Augustus, September en October keert zy wêer naar 't noorden te rug. In de laatste maand is hare rigting byna gelyk als in May. 6. In November en December, wykt zy van 't noorden af. 7. Hare grootste verwydering naar het westen heeft plaats by de Lente- dag en nagt- evening; en hare digtsre nadering aan het noorden, by de Herft-da'gen nagt evening. Ondertusfchen biykt hare afwyking 220 ten westen te Wezen. OVER HET PORTRAIT en HET PORTRAIT-SCHILDEREN. (Getrokken uit het Dictionaire des Arts de Peinture &c. par M. M. Watelett et Levesque: zie hierna bladz. 140.) De Heer Levesque merkt, onder ene menigte van be- langryke overwegingen, op het woord Portrait, aan, dat, voor vele jaren , na de herleving der konften , het portrait - fchilderen zo verre af was van als een afzonderlyke taak der konst befchouwd te worden, dat de meeste portraitten van dien tyd gefchilderd zyn, door meesters, die byzonderlyk in de Historie uitmuntten. Deze Schilders befchouwden de natuur op ene wyze niet min verheven in het Portrait, dan in Hillory - ftukken : en behandelden haar met dezelfde vryheid van het penceel: zo zy enig onderfcheid maakten, zulks beftond eniglyk daar ln, dat zy die byzonderheden, welken de perfoonlyke gelykenis uitmaken, naauwkeurig in agt namen: doch hier voor, even gelyk in de Historie, die kleine omftandigheden veronagtzaamden, welken niet voiftrekt nodig zyn om het individuele te kenfehetfen. Naderhand viel het Portraitfchüderen in min bekwame handen. Men hield het voor een afzonderlyke tak van het beroep: afzonder-' lyke Meesters, die zich nimmer in iets anders geoeffend hadden, wydden zig geheel daar aan toe. Begrypende, dat zy die kundigheid, welke het Historiefchilderen vereischt, niet nodig hadden, verwaarloosden zy al het overige, 'twelk tot de vrye konften behoord. Zy lagen zig eniglyk toe om een kop met ene koele naauwkeurigheid te tekenen: en, daar zy hunne meeste aandagtbefteedden, om de onderfcheidstrekken van het individuele te copiëren, beeldden -zy zig in, dat zy hun doel bereikt hadden , wanneer zy, die onderfcheidingen getroffen hebbende , ene niets beduidende gelykenis van het oorfprongelyke op het doek gebragt hadden. Het kwam zelfs niet hy hun op, <ü«t hun dc bekic voorname eigenfehap- pen der konst, karakter en uitdrukking, enigermate te pasfe kwamen: en by mangel aan dezen, vervielen zy tot ene dwaling, die boven alle anderen het treffen van de gelykheid in den weg ftaat, en die, in plaats van ene gelykheid naar het levendige , koppen zonder leven opIe verd. De Heer Levesque berispt die portrait - fchilders, welken zig te veel toeleggen op de bykomende of opfierende delen van hunne ftukken Daar het voornaam doel van een portrait is, om ons de gelaad - trekken van een afwezig perfoon te vertonen, moeten dezen het hoofdvoorwerp van het ftuk uitmaken; en een oordeelkundig 'Konftenaar zal niet gehengen, dat de bykomende delen onze aandagt daar van aftrekken. Bvaldien wy het 00» 'flaan op de portraitten van Titiaan en van Dyk, zullen wy ondergefchikte delen door een meesterlyks hand vinden uitgevoerd: maar het is de kop alleen, die onze aandagt tot zig trekt, en naauwlyks flaan wy op al het overige agt, ten zy wy liet ftuk befchouwen met een byzonder oogmerk, om het te onderzoeken. Tegen deze oordeelkundige Schilders , fteld deze Schryver enige latere Konftenaars over, byzonderlyk Rigaud; wiens portraitten, zegt hy, perfonen fchynen te verbeelden, geheel ingenomen met hunne grote goederen, en die  I V39 > aie zi" toeleggen om ene weidfche vertoning van hunne fchatten te mauen, naardemaal zy al hun gewigt hier van ontlenen. , Na vervolgens uitgeweid te hebben, over ae noodzakelykheid om een perioon in de kleding en houding aftebeelden, waar aan hy meest gewoon is, merkt de Heer Levesque aan, dat, alhoewel, aan de portraitten in t algemeen, ene ftille uitdrukking, meest voegt, het egter niet ongepast is, om ene fterkere hartstogt uittebeelden , waar aan hy meer byzonder onderhevig is, of waardoor hy, in het een of ander gewigtig voorval van zyn leven, kan aangedaan geweest zyn. Dus, wanneer Julius II. Michaëf Angelo belastte, om hem met een zwaard aftebeelden, beval hy hem, met de daad, om zyn beeltenis ene trotfche dreigende gedaante te geven. Op gelyke wyze heeft men den konftenaar ongemeen toegejuicht, die den Heer De La/tv- Todendaal afbeeldde, als met verontwaardiging den 'iluyer van zyn's Vaders borstbeeld afrukkende. Ene uitdrukking, welke mogelyk een raadzelagtig voorkomen zal hebben by zulken, die geen kennis aan Vader of Zoon hadden, doch welke opgehelderd word door het verhaal, waar in wy lezen : Myn Vader was niet fchuldig. Onze Schryver beripst, te regt, hel zogenaamd Mythologiesch portrait, waar by iemant ondoi 'de hoedanigheid van de of andere verfierde Godheid oi Held verbeeld word. Hy merkt aan, dat de Schilder, bya'dien hy die kleine byzonderheden, welke het indivf duelc onderfcheiden, copiëerd, hy geen Godheid of Hele zal verbeeldeu, maar flegts een gemeen perfoon, die op ene belachlyke wyze onder de gedaante van een van beiden verborgen is; zo hy byzonderheden opofferd, on 2yn ftuk met des te meer agtbaarheid te doen uitkomen fteld hy het verlies in de waagfchaal van die gelykenis welke het wezenlyke van een portrait uitmaakt. Byal dien hy tusfehen deze beiden uitterften tragt heen te ftu ren, en zyn model agtbaarheid by te zetten , zonder d< perfoonlyke gelykenis uit het oog te verliezen, dan loop hy gevaar, dat men hem beiden als Portrait- cn als His toriefchilder befchuldigcn zal, over het niet in agt nemen vai de juiste gelykenis , welke men van hem in de eerfti hoedanigheid vorderd, en over het niet treffen van da verhevene, 'tgeen men van hem, in de laatste, ver wagt. Met een woord , een bekwaam Meester mag we in ftaat wezen, om een foortgelyk ftuk, goed tc teke nen, goed te fchildcren en goed zaam te ftclleir, man de bedorven 'fmaak , daar in doorftralende, zal altyd be letten, dat het boven het middelmatige Witwitte. Daar een glimlach da trekken van het aangezigt ver 1'raaid cn denzelven geest en levendigheid byzet, wille de meeste lieden met een glimlach op het gelaad gefchf derd worden. Dan het gevolg hier van is , dat wy vaa den mond in een gedwongen lach vertrokken zien, tei wyl de ogen matheid uitdrukken: en de Konftenaar moi een gelaad nabootfen, waar van de delen niet met elkar deren zamenltemmen. Ondinks de naauwkeurige navolging van perfoonlyke byzonderheid, welke in portraitten vercischt word, merkt de Heer Levesque aan, dat het ideaal, zo wel in dezen als in andere takken der konst, van groot aanbelang is. Dit beftaat in het uitdrukken van deze byzonI derheden, in ene zekere grootfche manier; waar by tevens oordcel te pasfe komt, om zulke byzonderheden, als nodig zyn om het individuele te kenfehetfen, van anderen te onderfcheiden, welke men over 't hoofd moet zien, als nergens toe dienende, dan om het ftuk een voorkomen van uitgewrogte kleinigheid te geven. Het gelaad behoort als een geheel befchouwd te worden, 't geen flegts uit weinige grote delen, en uit vele andere in onderfcheidene trappen van minder beduidenis, beftaat. De voorname delen zyn het voorhoofd, de ogen, met derzelver holligheden, de neus, de hals, de mond en de kin. In de verfchillende gedaanten dezer wezenstrekken, kunnen de meer byzondere gebragt worden, welke de perfoonlyke gelykenis uitbeelden. Deze zyn de delen, welke dc Konftenaar onmiddelyk moet betrappen, en met Hevigheid uitdrukken. Dezen zyn alleen genoeg voor een portrait, 'twelk op een afftand moet gezien worden: dan, daar ftukken van dien aart in 't algemeen moeten dienen, om van digter by bekeken te worden, kan de Schilder • vervolgens, uit de mindere delen, dezulken uitkippen, als in ftaat zyn om de gelykenis naauwkeuriger te maken en de gelaadtrekken meer leven by te zetten. Het Ide- • aal van het portraitfchilderen beftaat in de konst om die gedaanten en byzonderheden te treffen, waar uit de algemene uitwerking ontftaat, dat zy ons de verbeelde perfoon te binnen brengen. Het is geenzins het gelaad zelve, zo als het zelve zig zou voordoen , in een Maske, daar op gevormd: het is enkel de vertoning, de uitwerking , 'her denkbeeld daar van; en, hoe wonderfpreukig het ook mag fchynen, is het nogtans ene zekere waar- : heid, dat dit denkbeeld, met oordeel gevat en op het • doek overgebragt, een levendiger, treffender, en meer uitdrukkende gelykenis za! te weeg brengen, dan enigerhande , welke van het gelaad zelve kan afgedrukt wor- ; den. [ NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, [ AKADEMISCIIE EN ANt)ERE SCHRIFTEN. 1 t a l 1E n. Lette leggi del bello, applicati alla pittura et architettura; del S. March. Malaspina 01 Sannazaro. Pavia : 1791. 8vo. 1 De Schryver verdeelt zyn verhandeling, die by zyii landge~ ' noten met ongemene toejuiching is ontvangen, in drie delen. 1 Vooraf tracht hy te verklaren, waarom het fchone een' -aange' namen indruk op ons gezicht maakt. Ter bewerking van dec zen indruk, worden drie dingen vercischt; eenheid, menigvul- digheid en gepastheid. Vervolgens handelt hy, afzonderlyk, !t over het geestige, het zedelyke, en het zinlyke fchoon ; dat hy 1- met een zinryke vergelyking van elk dezer foorten ons fchildert. ! S a Hier-  C Mo ) Hierop Verklaart hy, wat hy door het'fyne, tedere, bekoorlyke en verhevene (del jino, delicato, graziofo , fublime,) verftaat. Als liet refultaat van alle deze nafporingen , volgt een ontleding van het fchone in de kunften. In het twede deel maakt de Schryver een byzondere toepasfing van zyn grondftelïingen op dc fcliilderkunst, en verklaart waarin, naar zyn gedachten , het fchoon der vinding, der ordonnantiën, der uitdrukking, der tekening, der plaatfing van licht enfehaduwen, en van het koloriet beftaat. Het derde deel handelt, na een algemene befchouwing, van het fchone in de Bouwkunst, in het byzonder over dat geen , wat hierby omtrent de vinding, de fchikking en uitdrukking, het meest in aanmerking komt. N. B. d. W. Frankryk. Dictionaire des Arts de Peinture, fculpture et gravure &c. par M. JVI. Watelet , de P Academie Francoife Ew PAcad. royl. de Peinture et Sculpture , et Levesqce , de PAcad. des Infcript. & belles Lettres , tisfociêe de PAcadem. des Sciences a Petersburgh. 5 vol. 8vo. 1792. Paris. Een fchielyke dood overviel den Heer Watelet, toen 'er niet meer dan de artikels onder de eerfte drie Letters afgedrukt en weinig anderen door hem gefchreven waren: waar op het handfehrift aan het opzigt van den Heer Levesque wierd toevertrouwd , die, met behulp van enige andere Heren, het oorfpronkelyk plan tot volkomenheid bragt. Het werk zelve kan niet dan van zeer veel nut zyn, zo voor leerlingen in de Schilder- en Beeldhouwkunde, als voor de liefhebbers in'talgemeen , die enige kundigheden wenfehen op te doen omtrent de onderfcheidene zaken, daar in vervat. In 't algemeen kan men zeggen , dat de artikels van den Heer Watelett met zeer veel wysgerige naauw keurigheid gefchreven zyn. Hy fpoort altyd de algemene betekenis op van enige uitdrukking of benaming , eer hy tot de konstmatige toepasfing daar van over gaat. Vooraf onderzoekt hy het zamengefteld denkbeeld, 'twelk daar mede word uitgedrukt, wyst hier op de onderfcheidene enkelvoudige denkbeelden aan, die daar in opgefloten leggen, cn fpoort dezen na tot aan de gewaarwordingen en overwegingen, die zy verwekken. Dit mag geheel nodeloos geagt worden voor louter werktuiglyke konftenaars of oppervlakkige kenners; maar het werk zal uit dien hoofde van des te groter waarde zyn, voor den wysgeer, cn voor lieden van waren fmaak, die hunne begrippen op de beginzels van waarheid wenfehen te bouwen, en hun oordeel omtrent dezelve te voldoen. De artikels uit de pen van den Heer Levesque gevloeid, zyn wel minder afgetrokken, dan die van den Heer W. maar bevatten geen mindere oordeel en gefchiedkundige onderrigting. Deze Heer legt ene uitgeftrekte oudheidkennis aan den dag : cn heeft, uit verfcheiden Schryvers, berigten verzameld, van Griekfche en Romeinfche gewoonten, plegtigheden en kledingen. Ettelyke aanmerkingen op de woorden Sculpture cn Sculpteurs zyn van de hand des Heren Falkonet, (Append. to the M. R.) Ie Bamean de PAgnielas, fuivi du Ruis/eau, et de Cecile et Blondel, ou P Oratoire &c. par un citoyen des Alpes. Paris 1792, &vo. Sedert enigen tyd hebben zich de Franfche Dichters, ook in de Landdichtcn, meerder beginnen toeteleggen op het natuurlyke, Zy verkregen meerder f/njaak, in het navolgen van Gefsner, naar mate zy zyn voortrefiykheid boven de manier van Fontenelle leerden inzien. De opfteller dezer gedichten, een rechtfehapen Landpriester, heeft zich ten dezen opzichte een' eigen weg gebaand, en is 'er niet ongelukkig in gellaagd. Het eerfte en uitvoerigfte gedicht, het Dorpje Agmetas is een aanvallig fchildery, vol natuur en waarheid. De Schryver fchtldert, met de aangenaamftc kleuren, zyn bekoorlyk verblyf, deszelfs ligging, de omliggende voorwerpen het gehele landfehap, deszelfs bergen en valleyen. Hy fprcekt van zyn bezigheden, van zyn vrienden, van alles wat hem aan het harte ligt. Hy heeft zich van alles wat naar verdichtfel zweemt onthouden. Het eenvoudig, en in den eerften opflag lchraal, onderwerp, verkrygt door de bearbeiding des Dichters , een' verrafchenden rykdom. De overige ftukken munten insgelyks uit door bevallige beelden, een fyn gevoel en natuurlyke hartstocht. De hoofdbedoeling fchynt zucht en fmaak voor onlchuldig genoegen, zuiverheid van zeden, en het ongeblankette fraai der fchone natuur inteboezemen. Wie zou een Dichter, die by zulke oogmerken zo gelukkig Haagde, zyn' lof kunnen weigeren? N. B. d. W. Duitschland. Verfuch uber die Einbildungskraft, von J. G. E. Maasz , ProfeJJor der Philofophie zu Balie. Balie bey Michaëlis en Bispink, 1792. 8, 452 feiten, 1 Rh. 4 gr! Du werk kan als een nieuwe aanwinst voor de wysgeerte befchouwd worden, als meer ftukswyze tot dus verre flegts algemene navorfchingen voortzettende, en het voorwerp aan zodanige kanten befchouwende en ophelderende, die, tot nog of geheel over 't hoofd gezien, of met gene genoegzame oplettenheid befchouwd wierden. Buiten de nieuwheid veler gedagten, onderfcheid het zig tevens door gegronde en fchrandefe aanmerkingen, met zorgvuldige ontwyking van alle Stelzelkramery: jammer alleen, dat de uitmuntende Schryver ziir met wat duidelyker heeft weten uittedrukken. De voorname inhoud van 't ftuk is drieledig. Eerst handeld de Schryver over de wetten der verbeeldingskragt: vervolgens onderzoekt hy der zelver invloeden op de overige zielsvermogens; en befluit ten laatsten met de Gefchiedenis van dit gedeelte der zielslere tot op den tegenwoordigen tyd. (Neue Deutf. Algem. Bib/.) Europifche Fauna, oder Naturgefchichte der Europ, Thiere. von J. A. E. Göze, zweyter band. Leypzig 382. S. 8. 1 Rht* Dit deel vervat de nagtdieren, in den zelfden trant als dc zoogdieren behandelt, en verrykt met zeer vele belangryke eigen waarnemingen, waar doer dit werk, fchoon voorn, voor de jeugd en voor liefhebbers gefchreven, van veel nut voor de Natuurkenners in 't algemeen kan zyn. (N. D. A. B.) Verfuch einer historifchtn Schilderung der Bauptve 'randeringen, Religion, Sitten &c. der Refidenzftadt Berlin , erftertheil. Buhn, by Oehmigke, 179a. 368 S. 8. 1 Rth. Ene gewigtige bydrage voor de Vaderl. Gefchiedenis, waartoe de Schryver zig wel van de reeds gedrukte werken van Nicolai en Mohjen bediendt heeft, doch 'er tevens een menigte tot nog onuitge»evene herigten uit fchriftelyke aantekeningen bygevoegd, welken het werk ene byzondere waarde byzetten. De Schryver is 3e Secretaris Koning, te Berlyn, bekend door zyne uitgegeven dnnalen der Iuden, Biographifcher. Lexicon der Preufftfchen lenerale, en andere ftukken van belang. (N. A. D. B.)  J a Niemeyers, ordent!. Profetf der Theo!. TJandouchfur Chrütliche Religionslherer, erfter theil. Populare und Praftirche Theolo-ic, oder Materialien der Christlicnen Volksunttemcht. Halle 1701 486. 8vo. 1 Rth. Een byuitftek nuttig handboek, £ allen opzigte voldoende aan den tytel; waar voor trouwens ■ de met zo veel lofs bekende naam des Schryvers reeds genoegzame borge opleverd. Deszclls rykheid van inhoud , beknoptheid , klaarheid! cn bevaitelykheid van voordragt, gepaard met de daar in voorkomende heilzame lesfen en ondcrrigtingen, moeten dit werk ten fterkitc aanpryzen by alle Volksonderwyzers die zig toeleggen om hunne lesfen naar de gemene vatbaarheid cn ten meesten nutte interigten. (N. A. D. B.) Bericht der allgemeinen Kirchlichen verfammUtng der Euang. Luther. Gemeine zu Amfterdam an das unpartheylfche Fublikuin uber die Jetzigen uneinigkeiten in ihrer Gemeine Aus den Hollandifchen, met einer Vorbericht und Aanmerkungen I von E H. Mutzenbecher, Generalfup, der Kuchen un Scholen des Hertogd. Oldenburg. Lingen 1792. 10 B. 8vo 10 gr. Ene belangryke, dog te gelyk voor de daarby zich opdoende en in | haren waren aart en denkwyze gefchetste party van onkundige j en bygelovige fcheurraakers, niet weinig befchamende, oydrage tot de Kcrkelyke Gefchiedenis van deze 18de Eeuwe. Gelyk het geheel hier voorkomend verhaal van ontwyftUoare bewysftukken vergezeld gaat, word het tevens, in het voorberigt, nog verder opgehelderd, door de ongemeen befcheidene en gematiede aanmerkingen van den Heer Mutzenbecher, dte, ten tyae | van het gefchil, Luthers Predikant te Amfterdam zynde, ne- , vens zyne brave Amptgenoten, zo ongelukkig in dezen fchandelyken twist was ingewikkeld. (N. A. D. B.) _ Selim der Gluckliche, oder der fub/litut, des onmurd, eme morgenlandifche Gefchirhte herausgeg. v. vorvasfer des uegfried van Lindenberg. 3 banden. Berlyn by Nicolai 1792. pr- a™. \ er. Een nieuwe proef van het geestig vernuft en de diepe mensehkunde van Dr. Muller in Itzeboe, als bekenden Schryver der met zo veel graagte ontvangen romans J%egfr vanLmdenbers tValtheim en Emmerich : waar mede hy zyn bekwaamheid ook in het vak der Oosterfcne verdichtingkunde heeft willen aan den dag leggen: en waarin dezelfde hem eigenefchryfmanier, vrugtbaar fcheppend vernuft, kennis aan veïerleye karakters (tanden en zeden, nevens zyn diep doorzigt 111 üe verborgene gebreken van 'tmenschlyk hart, welken zyne vorige ftukken zo byzonder kenmerken, op nieuw doorftralen. (N. A. D. B.) , nr . Befchreibung der Geberge von Baiern und der obern FJalz. U f PF von M. Flurl. Churf. Berg- zuMunzrath. MitKupfertaffeln 4. u. einer Petrograf. Karti.Munchen 1791- 642.S.8VO pr 2 R-th 12 gr. Ene uitmuntende en ongemeen ryke bydrage tot de Delfftofkunde, briefswyze ingerigt, door enen allerkunditrften en verdienflelyken Leerling van den beroemden Werver, op wiens Mineralogisch Handbuch de Schryver, doorgaans, wyst. (N. A. D. B.) Tabula motuum folis nova et correElce, ex theona gravttatis et obfervationibus recentisftmis eratce ; quibus accedit Ftx- arum prtecipuarum Catalogus novus, edita auspiciis et fumptibus feren. Duc. Saxo - Gothani, JuBlore Franc, de Z^ch. Gothce >792. Tax 172. Taf. 250 p. in gr. 4to. incommisfie by Etinger, 6 Rth. 12 gr. Ene eerfte vrugt van den voorlopigen toeftel, dien de Hertog van Saxen Goth.1, op diszelfs Refidentie flot, door den Schryver van dit belangryk ftuk, voor Sterrekundige waarnemingen heeft laten maken; cn waar op men , met reden, meer anderen mag te gemoet zien, na den nieuwen aanleg van het heerlyk obfervatorium, 't geen opgemclde Hertog op den Zeeberg, na^>y Gotha, op zyn eigen kosten heeft doen bouwen, en waar over hy het opzicht aan den kundigen en arbeidzamen Sach heeft toebetrouwd. Het hoofddoel dezes werks is ene meer nauwkeurige en gepaste tydbepaling op te geven, dan, waar toe men, tot dus verre, in weerwil der nieuwfte vorderingen in de Hemelloopkunde, heeft kunnen geraken. Dc alhier gegevene Tafelen der zonsloop ftemmen na genoeg, en onder een flegts gering verfchil, met die overeen, welken de Heer de Lambre, te Parys, te gelykcr tyd, heeft berekend, cn die door den Heer de La Lande, in den derden druk zyner Astronomie zyn medegedeeld : zo dat de beweging der zon, of liever der aarde, thans zo na berekend fchyne, als men wenfehen kan. De hier bygevoegde lyst van vaste fterren bevat een getal van 381 , uit alle plaatfen des voor ons zigtbaren hemels, waar van deregte opklimming, nevens de jaarlykfche verandering , tot op een too gedeelte van een fecunde word opgegeven: terwyl op een daar by behorende tafel van 284 fterren, op deze lyst voorkomende, de plaats of ftandverwisfeling uit hoofde der Pracesfie (vooruitgang) en aberratie (fchynbarc beweging) van 10 tot 10 dagen, het geheel jaar door, nevens de Nutatie (dingerende beweging) voor delengte van den knoop des Maansloopkrings van 10 tot 10 gr, word aangewezen. (N. A. D. B.) Skitze einer pragmatijchen Litteraturgefchichte der Medici n, von D. J. D. Metzger, K. Leibarzt und Prof. Medic. zu Koningsberg. Koningsberg bey Nicolai 1792- 43° s- 8vo 1 FUh. 8 gr. Het hoofddoel des Schryvers van dit werk komt zeer na overeen met dat van Ackermann en Sprengel, fchoon alle drie enen verfchillenden weg ter bereiking daar van inflaau. Hy tragt nam. met deze beiden laatstgemelden een der voornaamfte gebreken in de Geneeskundige Litteratuur tc verbeteteren, door dc vergaderde Bouwftoffen in behoorlyke vakken te brengen, cn de levensbefehryvingen der Artfen, met de Geneeskundige Boek-kennis, te verbinden. Het gehele werk is in 13 Tydperken, van den oorfprong der Geneeskunde af, tot op de nieuwe Geneeskunde, in de laatste helft dezer 18de Eeuwe verdeeld. — De verzameling, hier voorkomende, is ongemeen ryk, en de ingeflopene misflagen of overzieningen kunnen ligt by een nieuwen druk verbeterd worden. Men mag zeggen dat de Schryver in dezen het ys gebroken hebbe: zulks men nu gemakkelyk verder zal kunnen vorderen. (N. A. D. B.) Gottl. Chrisloph. Harles, Anthologia grteca poëtica, Editio Nova, multo auSlior et emendatior. Baruthi 1792. 8vo 18 pl. 20 gr. — Ene nieuwe en flegts veranderde druk van een en het zelfde werk, 'tgeen de Heer H. eerst, reeds in 1768. onder den tytel van Chrestomathia Graca poëtica, en vervolgenj onder den veranderden Tytel ener Anthologie in 1775- uitgaf: latende hy ook hier in dezen nieuwen druk, gelyk in den laatst vorigen, enige ftukken weg, met by voeging van anderen, Op keuze en rangfehikking valt wel niet aantemerken, doch de bygevoegde aantekeningen hebben doorgaans weinig om 't lyf. (N. A. D. B.) , S 3 TE-  TEKENINGEN en PRENTEN. londen. The Exhibition oftheRoyalAcademy i"jg2.the twentyfotirth. Certare pio certamine bonae artis ac virtutis aufi fumus cum majoribus. Liv. Lib. 37 & 54. Nee noftra tempora damnamus hujus infelicitatis, ut nunc demum nil crescat. Quinct. Orat. lnft. Lib. 10. c. 2. London, Printed by T. Cadell. C23 p.) with a lift of the Exhibitors 1792. with their places of abodes. Uit dit bericht, wegens de openbare ten toonftelling der kunstgewrochten in den voorleden jare 1792. welker getal 780, en dat der kunftenaars meer dan 300 beloopt, kan men enigzings opmaken, tot welk een' aanzienlyken trap het oefenen en aanmoedigen der fraaye kunflen in bet naburig England is opgeklommen; waarby men nog in het oog dient te houden, dat velen der beroemdfte Schilders die niet dan in hunne eigen huizen laten befchouwen, en dezeben dus niet eens onder deze openlyke tentoonftellingen begrepen zyn. Alhier is door de Heren Sharp en Murray aangekondigd een prachtige uitgave van Thomfons Jaargetydsn, met 22 konstplaten, ónder de volgende voorwaarden : De uitgave zal gefchieden in vier nommers of kavelingen, allerkeurigst gedrukt, imperiaal of langwerpig quarto. Vóór het werk zal men de bekende Proeve van Dr. Aikins, over het ontwerp en karakter van dit dichtft.uk, plaatfen. Ieder nommer zal beftaan uit 15 bladen druk, met 3 grote, en 2 of meer kleine plaaten, naar vereisen*van het werk. Ook zal 'er een fraai vercierde tytel by worden afgegeven. De drukken zullen worden afgeleverd naar de ordeder intekening. De grootte der platen word bepaald op 9* duim in de hoogte, en 8 duim in de breedte De fchilderyen zullen, zo dra zy gereed zyn, ter publieke befehouwing worden aangeboden. Men betaalt by de intekening twe guinjes, en even zo veel hy elke aflevering, uitgezonderd by de laatste, die zonder geld wordt afgeleverd. Men zal met de eerfte aflevering, zonder wettige verhindering, in May dezes jaars 1763. gereed zyn. Alle de platen worden door den Heer Sharp gegraveerd en de druk door den Heer Murray bezorgd. alleen zo vele, maar zelfs zo vele kostbare,* uitgaven zyner werken. Dit getal word nu nog vermeerderd door een geheel nieuwe en allerpracbtigfte uitgave, welke de Heren Robmfon en Heath te Londen aankondigen. Dezelve zal beftaan uit 15 delen, royaal quarto, met de verbeteringen en ophelderingen van verfcheide Commentators, een historisch verflag van het Britfche Toneel, op nieuw nagezien en vermeerderd, een nieuwe levensbefchryving van den Dichter, en eindelyk verfcheide verhandelingen en aanmerkingen van den Heer Edmund Malone, Esq. De platen tot dit werk zullen gegraveerd worden door deu Heer Heath, naar defehijderyen, door den Heer Stothard, ten getale van 82, daar toe byzonderlyk vervaardigd. _ Het oogmerk was in de afgelopen maand Maart dezes jaars, daar van de twe eerfte delen uittegeven, tegen betaling van vyf guinjes, en vervolgens, na tie i maanden , weder twe delen, tot de laatste aflevering toe , welke uit drie delen zal beftaan. By de intekening betaalt men twe, en by de ontvangst der twe eerfte delen, drie guinjes. Als dan fourneert men weder 2 guinjes op de volgende twe delen, en zo vervolgens, tot het geheel is afgelopen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handejl en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Londen, 20 April. Een voornaam huis te Manchester heeft opgehouden, met betalen: wordende de breuk op omtrent 2 mill. ftr. begroot. Men zag 'er nog meer bankbreuken te gemoet. Men zegt, dat, in die°ftad en omftreken, meer dan 7000 wevers en andere arbeiders aan Manifacturen leeg lopen. HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECD O TEN. Enige Anecdotes van czaar peter 1. (t) Het karakter van Peter I. was een zonderling mengzel van goede en kwade hoedanigheden; fchoon het niet meer dan billyk is aantemerken, dat velen der laatsten toe te fchryven waren aan de balftarrige onbefchofdheid en on- kun- Was 'er ooit een Dichter, wiens achting by zyne Landgenoten door de fprekendfte bewyzen wierd geftaafd , het was zekerlyk de beroemde Shakes?eare by de Britten. Getuigen hier van (behalven de verbazende onder neming der vermaarde Shakespearfche gaandery van' Schilderyen, onder bellier van den Heer Moydell) niet] (f) Deze byzonderheden zyn allen getrokken uit een nieuw Fransch werk van enen ongenoemden Schryver, 'tgecn in het laatst voorleden jaar, te Parys, onder den tytel van Jneedutes de la Court de la Rus/ie &c. in 6 octavo delen , in druk is uitgekomen.  C M3 ) kunde zyner onderdanen, en aan byzondere omftandigheden van'zyn leven. Hv was buitengemeen ftreng, en yverig in het oeffenen vaii regt. Eens te Kroon ftad zynde, geviel het, dat hy aan boord van een Oorlogfchip ging, terwyl het Scheepsvolk aan het middagmaal zat. Daar hy altyd zyne Matrozen ongemeen vriendelyk bejegende, en hen door zyne gemeenzaamheid aanmoedigde, ging hyby hen zitten, en hun vleesch en erwten, die zeer liegt waren , proevende, gaf hy daar over zyne bevreemding en verontwaardiging te kennen. Hy deed onmiddelyk onderzoek naar den overigen Scheepsvoorraad, en alles geheel bedorven vindende, gaf hy last om fein te geven aan alle Kapiteins, ten einde aan boord van het Admiraalsfchip te komen. Na hun kortelyk de reden gezegd te hebben, waarom hy hen ontboden hadde, zond hy om de Leverantliers van het Victualiekantoor , beval hen hunne i: .ftructies en contracten te tonen, en hen overtuigd hebbende van hunnen bedrieglyken handel, door verfcheiden kisten en vaten in hunne tegenwoordigheid te laten openüaan, gelastte hy de Kapiteins om, nog eer hy van het fchip ging, hun in verhoor te nemen. De Leverantfiers vielen ©p hunne knieën voor hem,' zyn medelyden pogende te verwekken door ene openhartige fchuldbekentenisfe en herhaalde beloften van beterfchap *, dan dit maakte zyn ongenoegen des te meer gaande: zeven van dezelven, door de Kapiteins fchuldig bevonden en veroordeeld zynde, Wierden terftond opgehangen. De Czaar was 'er zo zeer op gefield, dat ieder een zyn befcheiden deel zou hebben , dat hy, dikwyls, de rottingHagen met eigen hand uitdeelde; en MenzikojTondervond meermalen, met de overige Staatsdienaars, de kragt van zynen sfffl». Op zekeren avond, van Cufan gewandeld hebbende en laat in Petersburg gekomen zynde, onderfielden de Raadsheren, dat de Keizer den volgenden morgen langer dan zyn gewonen tyd te bedde zoude blyven, en begrepen dus, dat zy mede wat langer flapen konden; weshaïven zy, op het bepaalde uur, 't geen dat van zeven was, niet in den raad verfcheneiv, Dan Peter kwam zo tydig als ooir, en niemant van het hol', buiten de klerken^ vindende, gaf hy terftond last om hem de geregtelyke vonnisfen voor te leggen, en ging zitten, om die, volgens zyne gewoonte na te zien. Behaagde hem het vonnis, dan bekr,gtigde hy het door zyne ondertekening; (Peter?) keurde hy het daarentegen af, dan fchreef hy op den rand: kwaiyk uitgewezen. Terwyl hy hier mede dus bezig was, zonden de Invaliden, die den wagt voor de Raadkamer hielden, boden om de leden te doen weten, dat zyne Majefteit gekomen was: waar op elk hunner zig haastte om op het Hof te komen. Zodra de eerfte Raadsheer binnen tradt, ftondt de Czaar op, liep] hem zeer ftatig te gemoet en gaf hem enige dugtige ftreken met zyn rotting, die verzeld gingen, met ene beftraf- fing van zyne luiheid. De overigen wierden op dezelfde wyze ontvangen, en ieder onderging gelyke kastydiging. Dc laatstkomende was een oud zwak Admiraal, die aan de deur op zyne kniën viel, en uitriep: „ Sire.' zo gy my afroscht, gelyk gy alle de overigen deedt, zal ik het bef erven" „ Rys op myn brave gry- zaard!" antwoordde de Keizer, „de wet, die den Raadsheren het komen op hun tyd voorfchryft, was niet voor u gemaakt. Gy hebt my lang gediend, en uw tyd is volkomen verjlreken. Ik plaatste u hier, enkel om u een ruimer inkomen te bezorgen: maar deze knapen zyn met 'er daad agter lyk gebleven in hun pligt, en ik hel? hun een goede les gegeven Wat u betreft , gy kunt gaan of blyven,. zo als het u belieft " (Het Vervog in onze eerstktmende.) Maandelyksche Pryslyst der in- en uitlandsche Effecten.' Inlandsche. Holland. 1} prCts. 73 a 81. Zeeland ag prCts 56 a 60. Friesland. 2 prCts. 61 aói. Utrecht. 2§ prCts. 73 a 78. Generaliteit.lytCt. 80390. Last-enVeilgeld. 2jprCts. 56 a 62. Z. Doorl. Hoogh. 3 prCts. 88 392, Dito nieuwe Negot. 65 a 98. prCt. Dito 2| prCts 78 a 82 O. I. C. Lot. 3 prCts. "Êngelsche. Bank-Aft. 1681a 166§. O. I. 2121 a 211. Z.Zfee. geen vaste prys O. Z. Z, Ann. geflot. Dito nieuwe geen prys 3 prCts. Gec 77ia?6 Dito gerd. gefloten. Dito 1751- 4 prCts. Geconf. gefloten 5prCts. Dito io7| a \.Lond. 26 April wisf. op Amft. 39a n. Diverse Buitebslandsche. Amerika, 5 prCts. 100 aioiJ.Dito 4prCts. 1}4 a 116.Dito liquid. Debt. 500,000 Pflll. 85 a 87. prCt. Dito by P. Stadnitski is6a 162. Dito by Staphorst 154a 158. Dito dito van 1790. 120 ai24. Akkers 105 a ioó.prCts. Kwik en IVenerb. 5 prCts. 100 a\o\\. 4} prCts. p7§ a9?|. Dit0 4prCts. 94307. Spanje. 4§ prCts. 931 a 95. Dito %\ prCts. 86 a 87. Frankr. Gener. Guar. 4 prCts. 90 a 92$, Rusland. 5 prCts. 99I a ioo§. Dito 4J prCts. 95 a 96. Dito 4 prCts. 92 393. Zweden. 5 prCts. 99! a fcoc*. Dito 4{pCts. 071 a 98!. Dito 4 prCts. 931 a 95. Denemarken. Toll. 4 prCts. 99 a 99|. Dito Holft- 4 prCts. 99 a 991. Dito Leen. en Wisf. B 4 prCts. 99 a 100. Dito Kroon. 4 prCts. 99 a joo. Dito Afiat. Comp. Polen. 5 prCts. 80 a 94- Saxen. Onvcr- wisf. Steuer 3 prCts. 33 a 33X. ftv. Dito Ordin. 3 prCts. 35 a 351 ftv. Dito Kamerft. 3 prCts. 34 a 34i ftv. P"o 2 prCts. 27 a 28 ftv. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 148: en te Haarlem 14, onder "welken laatften 9 beneden dc 4 Jaren. WEER-  t M4 ) WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. Volgens een brief uit Edinburg van den 15 April, was aldaar, zaturdug avond te voren, en byzonderlyk den volgenden dag, ene aanmerkelyke hoeveelheids fneeuw gevallen. Gelyktydig heeft het, in verfcheidene ftreken van Engeland zo dik gefneeuwd, dat de wegen onbruikbaar waren en verfcheidene reizigers het leven daar by verloren hebben. Uittrekzcl der Dagel>kfche Waarnemingen van 14 tot 20 April 1793. te Hamburg. fHoogfte ftand 27, nj. den ïo(ten. Barom. < Laagfte - 27, 5. den i9den. ^Gemiddelde der gehele Week 27,9,61. Therm. fHoogfte ftand 5 's Midd. van den i6cni7den,. Reaumur. < Laagfte o° 's Morg. van den 17, 18, 19,zeilen. {_ Gemiddelde der gehele Week 4,6 grad. Heerfchende wind N. W. Weerkundige Waarnemingen , buiten Haerlem. Te Haerlem, by PLAAT en LOOSJES. BEKENDMAKINGEN, *** Het leven van den geheim- Juftitie- Raad en Ridder Johanm David Michaclis , door hem zeiven befchreven, met aanmertingen van Hasfencamp, benevens de Lofreden van Prof. Heyie, en de aanmerkingen over Michaëlis Letterkundig character :n groote voortreffelykheid door Eichorn, Schulz, — met het sorstbeeld des overledenen en een volledig register zyner fchrif:en. Dit zeer interesfant werk, 't welk eene even zo aangerenaame als nuttige lectuur verfchaft, is thans op de persfe, :n zal zonder fout voor aaHftaande pinxteren gereed zyn. Rinteln den 1 Maart 1793. Expeditie der Theologifche Annalen. Te Utrecht, neemt de ftudiofus Wilkens, wonende by devVeduw. Quint, in de Lynmarkt, de bezorging op zig, voor geheel Holland, en levert de exemplaren tegen Pinxteren van dit jaar voor 2 gulden hollands portvry af. V GEZICHTEN op de STAD HAARLEM, van het Noorder en Zuider Spaarne te zien, naar 't leven getekend door A. CLATERBOS, en in 't koper gebracht door A. CARDON. Zynde 2 uitmuntende fchoone Plaaten, die de Tekenaar en Graveerder de grootfte eere aandoen. Dezelve worden uitgegeeven te Haarlem, by de Compagnie Boekverkoopers, en in de meeste Steden. Een Bericht wegens deeze onderneeming is alomme gratis te bekomen. NB. Het Gezicht op de Nieuwe Kolk, en het Duin by Kraantjelek, door dezelve Meefiets, zullen, zo "poedig eene goede uitvoering zulks toelaat, het licht zien. De Prys van ieder Plaat is / 1 —16, Proefdrukken f 2—10. V DE HAARLEMMER-HOUT, in deszelfs tegenwoordige fituatie, naauwkeurig afgetekend door D. ENGELMAN, en in 't koper gebragt door J. van JAGEN , wordt uitgegeven te Haerlem, by de Boekverkoopers A. KAMPMAN , in de Anegang, en C. PLAAT, in de Lange Veerftraat, en te Amfterdam by A. B. SAAKES, in de Pylfteeg; de Prys in 't zwart f 1 , en gecouleurd ƒ 1—10. *V* By C. PLAAT, Boekverkooper te Haarlem, wordt uitgegeeven : Voyage de la Hollande, ou Lettres fur ce Pais par M. de Pilati 2 Vol., iaino, a f 1—16. Gu'xde ou Des- cription de la Haye, avec un Plan. Nouveau et trés Exact., a f 1. PILATIS Reizen door verfcheide Landen van Eu¬ ropa, in de Jaaren 1774» 75 en 76, 2 Deelen, in gr. 8vo. (NB. Een Boek, waaruit meenig later Reiziger, zyne Berichten, Verhaalen, Befchryvingen enz. ontleend); a ƒ 2 : 10. —• G. FöRSTERS Reizen, langs den Nederrhyn, door Braband, Holland, Engeland en Frankryk, in 1790, 2 Deelen, a/2-8. NB. Het 3de Deel is op de Pers. Ibaro- I thermo- streek I me- I meter. der luchtsge- ter. I Noord] Zuid. wind. | stei.dheid. ("29- 8| 45| 54§ o. n. o. zeerwindrig5helder 24.-^29. 85 56 70 'savonds bewolkt, / 29. 85 48! 48 o. t. n. na tien uur regen. f29. 8 48Ï 49 o. v „, ^ * y voorm. omtrent -s-\*9-%k 53 53 z- W. betrokken, verder ( 29. 9 47 47 I Z. z. W. wolken. f29. 9 47i S3i z- w. woIkenj 'sayonds 26. i 29. 9 54 64 w. t. z. helder. Lg9- 9 44 43 °j f29. i\ 49I 52! n. o.t.n. 37.} 29. 7 56| 58f n. omtrent betrokken. (_29. 7 46| 47 n. t. W. fa9^7 49ï 5ia n. n. w. 28. ^29. 8 55 59 w. n. w. betrokken. (.29. 9 A6\ 47 t29.ro 45! 4óX~ w. t. N. voorm.betrokken, 29. -{29.10 50 56 W. verder bewolkt, (.29. 8| 52| 52 z. z. o. "savonds regenagtig. f2?- * 50 I 54 wTz. w. ,smorg_ he,der> har. 30. ^29- 8f S°\ I 66 W. t, Z. dewind,verd. bew. / 29. 7 53| I 52 z. o. 'a avonds regen. In de afgelopen maand April. Hoogst den 27 en goften, 's midd. 56J gr. Laagst 's nagts tusfehen den 20 en 2iften , 27 gr. [Gemidd. ogtens's midd. en 'savonds van de gehele maand 44i£§: is 7l§ gt« lager dan April 1792.  1793- Na 254- 4 L GEMENE KONST- en LETTEMODE, y O O R MEER' E N M 1 N-G E O E I> F E JN D E N* Vry dag den xo. May. BERIGTEN. P O L E N. Ü-^fe»ANTZicH. Da Raadsboekery by ons Gymna- ÏV\ i fiutrï is febrtflhg in hst bezit gekomen van het y b-roend Exemplaar der Hevelii Machina =<*si Ctelesti et S denographia, in drie pragtige Marocq.iine banden: zynde, eigenhandig, door denSchryver , met goud en koleuren , ongemeen fraai en met veel fmaak afgezet. Het werk behoorde voorheen aan de Gebroeders Broen alhier, en is, op de veiling der nagelaten boeken van den jongften derzelven, door den O'idften overgeblevenen, voor onze Stadsbibliotheek, ter fomme van 1500 Poolfehe guld. of 125 duk. gekogt. F R Af N K R * K. Parys. De opengevalle plaats van Geheimfchryver by de Akademie der Heelkunde , door het overlyden van den Heer Louis, word, intusfehen. door den Heer Sue, den zoon, waargenomen: aan wien dus, de voor de Akademie toegefchikte verhandelingen en andere ftukken moeten worden toegezonden. ' Misfehien doet men zommigen lezers genen ondienst, met hun de pryzen op te geven van deze en gene voorname werken , uit de uitmuntende Boekery d?s Bisfchops van Sens, Lomenie 'de Brtenne, gewezen eerften Minister en Exkardinaal, welke in den vorigen zomer, alhier, by openbare veiling verkogt is. Verfcheidene Boeken golden daar by nog meer, dan .op de Boekveliing des Her- X. deel. togs La Kalliere: de zeldzaamftc ■ en ' duuffte zyn naar Engeland gegaan: en deels, voor den Koning van Engeland, en diens afzonderlyke Boekery, deels voor Lord Spencer, als mede voor de Bibliotheek te Oxford, en voor andere Britfche Liefhebbers en Boekhandelaren, opgekogt. Zie hier ene kleine lyst der voornaamften. Bibiia Sacra latina ; ex charactere majore, gttamfornttt ap*, pellant. Fol. Tom. Duo 2499 liv. Eadem Bibiia ex char. maj. Tom. Duo 2499 liv. Pfalmorum Codex, ad uf. Chor. Magunt. imp. J. Fust en P. Schoyffer an. 1459. die 29 Aug. 2501 liv. Durandi ration. Divin. officior. Magunt. J. Fust enP.Gernzheim 1459. Sexta dies OSlobr. fol. 3430/»v. Terentii comed. fex. fol. circa 146S. ed. princeps nöo liv. Johann. de fanua DiBion. diStum Catholicon. fol. Tom. TI. Altavilla. ap. Henr. Buhtermunzer 1467 liv. Grammatica Methodus rhitmicte. Magunt 1466 fol. 3300 liv. Grammatica Methodus. Magunt. J. Fust. fol. 1468. mi liv. fuftinian. Inflitut. libri IF. -urn comment. Magunt. p. Pr. Schoyffer. an. 1468. fol. 1879 liv< Aul. Gellii noEles attica. Rom. in domo P. de Maxim. 1469. die 11 Apr. ed. pr. 1760 liv. 1 C. Jut. Cafaris, commentaria. Rom. in domo P. de max. 1469. fol. ed. pr. 1362 liv. 1 p'ocabularum , quod Jicitur Catholicon. August, vind. p. G, Zainer 1469. fol. 1890 liv. M. Tullii Ciceronis Epist. ad famil. Fenetiis Joan. de Spira. 1469. fol. 2000 liv. i 1—.. Orationes, Fenet. Christ. Faltarfer 1471. in membr. 3555 liv. Epist. famil. Fenet. Janfon 1475. membr. 4to- 1801 liv, t een-  C 146 ) Conciliator different. Philof. et Med. Clar. Vir. P.deAlbano Patavinio. Mantua 1471. fol. 1000 liv. Tibulli, Propert. et Catull. Poetar. Cartn. cum Papin't Statïi "Sylv. libr. IV. in memb. 1.471, fol. 2000 liv. P. Petrarcha. Poeta funn. Venet. Janfon 1463. membr. 1800 liv, ENGELAND. fe De Heer Sibthorpe, Hoogleeraar in de Kruidkunde te Oxford, arbeid thans aan een belangryk Botanisch werk, naamlyk aan ene Flora Graeca, of uitvoerige befchryving en afbeelding der planten, welke hy, op zyne reis, in Griekenland gevonden heeft. Hy heeft daartoe een zeer bekwamen Tekenaar en Graveur uit Wenen laten komen, om de tekeningen en plateH te vervaardigen. DUITSCHLAND en naburige Ryken. Het is bekend, dat, van alle kruidtuinen in Europa, die te Kew in Engeland, en die te Schónbrunn by Wenen , verre de rykften zyn in vreemde gewasfen, cn dat deze beide met elkander als 't ware om- den voorrang ftryden, ten opzigte van fchonen aanleg en getal van planten. Voor weinige jaren is 'er van den eerstgemelden tuin ene uitvoerige beredeneerde Catalogus uitgegeven , dooiden Opzigter van denzelven, den Heer Aiton, onder den titel van Hortus Kewenjis; en van tyd tot tyd hebben de Heer l'Heritier, en andere kruidkundigen, pragtige afbeeldingen en befchryvingen geleverd van dc zeldzame planten van dien tuin. En thans is de Heer J~acquin, die de Engelfchcn niets wil toegeven, bezig aan «ne Flora Schonbrunnenfis, een werk, 't welk naar 't gehetigenis van heden, die het begin daar van gezien hebben, alie vorige werken van dien beroemden kruidkundigen , in pragt en fchoonhcid, maar tevens ook in kostbaarheid, zal overtreffen. NEDERLANDEN Amsterdam. Voorleden maandag, den 6 Mei, heeft de Hr. D. J. van Lennep, Student in de Rechten aan het Athenasum Illuftre, alhier in de grote gehoorzaal der doorluchtige fchool, onder voorzitting van den Heer Mr. H.G. Cras , Hoogleeraar in de Rechten, openlyk verdedigd zvne Disputatio Juris, five Ethico - Juridica, dè Loco Ciceronis , qui est de Finibus Bonorum et Malorum. De, vergadering van. Letterminnaren was talryk; dc lust van de beoeffenaars der Geleerdheid, zo wel Doctors als Studenten, om. tegenwerpingen te maken ,. was yver.ig en opgewekt, en de verdediging vlug, cierlyk en manlyk. Deze is dezelfde jongeling ,, die reeds, voor. twe jaren , in een pas ontloken jeugd' van 1.6 jaren.levens, ene'verzame¬ ling van zyne Latynfche Dichtftukjes, in 't licht gaf: (*} welken, geenzins met namen van' Heidcnfche Goden en Godeslen opgevuld, alleen van derzelver eenvoudigheid en fraaje gedagten, die doorgaans zeer gelukkig worden uitgedrukt, nevens de zuiverheid van taal, al hun luister en bekoorlykheid ontlenen Omtrent deze verzameling, die de fprekendfte blyken van vernuft, fmaak en bekwaamheid aan den dag legt, verdient de Voorrede, welke de Geleerde R. van Ommeren, Reaor der Latynfche Scholen alhier, voor die verzameling geplaatst heeft, gelezen te worden. Men vergunne ons, by deze gelegenheid, uit deze Voorrede alleen deze woorden hier aan te halen: Hoe juvene, zegt hy, quod vere affirmare posfum, nihil unquam prastantius vidi aut amabtlius. Dus betuigt dan de Heer van Ommeren. „ Dat hy niets „ voortreffelyker, niets beminnelyker, dan dezen jongeling ooit „heeft aangetroffen." Het is wel doorgaans een weinig het zwak van de Liefhebbers der Dichtkunst, om aan deze alleen alle waarde toetekennen, en de ernftige wetenfchappen ver beneden haar te Hellen. Maar de jonge van Lennep was ver boven dit zwak verheven: waar in hy, als een waardig leerling en kwekeling, de voetftapr>en van zyn fchranderen Meester volgt. De Heer van Ommeren, namelyk, aan wien niemant den lof van een uitftekend vermogen in de Latynfche Dichtkunst zal of'kan weigeren, en die, door middel van deze verhevene kunst, het vuur van. vernuft, en levendige verbeelding in zyne kwekelingen zeer gelukkig ontvonkt, was zelve nogthaus onzydig genoeg, om in gem. Voorrede deze gegronde aanmerkingte maken, dat de bekooriykheden der Dichtkunst aan da ernftige wetenrchappen niet behoren hinderlyk of nadelig te zyn (f). De jonge van Lenne? , aan deze oordeelkundige vermaning indagtig, heeft zig niet alleen, hoe verleidende ook de algemene toejuichingen wegens zyn vrugten van Dichtvermogen konden fchynen, met alle vlyt en ingefpannen naarftigheid op de ernftige wetenfchappen toegelegd: ! maal' ook. hier van den doorflaandften blyk gegeven in deze zyne Latynfche Verhandeling, in welke hy de vyf boeken van Cicero nafpoort en ontleedt, waar in die Staatkundige Wysgeer het mgewikkeldfte en moeilykfte onderwerp inde zedelyke wysbegeerte der Grieken, zodanig als het zelve was, en door verfchillende Wysgeren wierd voorgeftaap en verdedigd, met de ftiptfte onzydigheid, waarheid en cierlykheid, ontvouwt,, cn tot kennis zvner Landgenoten, de Romeinen, overbrengt. Wy zyn van voornemen, om van deze Verhandeling van den jongen Heer van Lennep, by nadere gelegenheid, een kort verllag te geven. ' Kor- (*) Onder dezen tytel: Carmina Juvekilia. Amjiel. typis Petri ■. den Hengst. In 't midden van het tytelblad ftaat in een ovaal of eirond de ziloëtte van den jongen Dichter , met dit omrehrift: D'avid Jacobus van Lennep : natus Amfieladami, ipfts idibus Julii mdcclxxiv. (t) s' qui vers., zegt de Heer van Ommeren in die fraaye Voorre-  e 147 > Korte beschryving van het observa torium, of Sterretoren, by Gotha. (JJit Fr. de Zach. Fixarum prtecipuarum catalogus novus.j Reeds in den jare 1787. wierd de grond van dit fraai obfervatorium gelegd, op den hoogften rug enes heuvels, die den naam van Zeeberg draagt, in de nabyheid van het Dorp Siebenleben, ter regter zyde van den Postweg naar Erfurt. De Heuvel is 221 Paryfche voeten hoog boven het daar onderliggend veld. De Sterretoren is een regthoekig vierkant, naar de vier waerelddelen gerigt, en ftaande ten zuidoosten 1118 halve roeden , in een regte lyn van het Vorftelyk flot Friedenftein. Uit het midden des gebouws ry'st e;n ronde toren , met een beweegbaar kopren dak. De voornaamfte Sterrckundige werktuigen zyn: een 8 voets achromatifche kyker, van Ramsden, die in een vertrek ftaat, waar uit men een vry en ruim gezigt heeft van het zuiden tot geheel aan het noorden: twe 8 voets Muurquadranten , een op het zuid en het ander op het noord; een zenith Sector, door Scheitel, van 12 voeten: alles aan vaste muren en op voetftukken van Porphyr; eentydmeter, door Mudge; een Grideron flingerwerk, met verfcheidene andere klokken en orologies, door onderfcheidene Meesters; hangende alle de Pendulen insgelyks aan muren, en derzelver loden of gewigten, door den benodcnft.cn vloer 8 voeten laag, in een kelder, om den flinger niet te belemmeren; voorts een beweegbaar quadrant van 2 voeten radius; een 3 voets aequatorLal inftrument van Smeaton ; een 7 voets Spiegel - Telescoop van Herchel; nevens een 10 voets Doilondfche achromatifche kyker; alle weiken , binnen in het gebouw, uit hoofde van de wyde en hoge .venfters, op alle plaatfen des Hemels kunnen gefield, en ook by ftil weder en hcidere lucht boven op het dak van den Toren gebruikt worden. De gezigtscinder fluit tegen het oosten op een bosch, ten westen ziet men de ftad met het Vorftelyk flot, op den Kranenborg, ten zuiden de Thuringer Bosfehen en Bergen , cn ten noorden by heldere lucht den Bloksberg. Aan het Hoofdgebouw zyn twe regthoekige vleugelen gezet, die een ruim voorplein bevatten, en tot een gefchikte woning voor den Astronomist dienen. Het geheel doet zig als een heerlyk Lustflot op; federt is 'er nog een tuin, in het afhangen van den berg, by aangelegd. Voor dat dit gebouw voltrokken was, wierden de rede, Voet ar um lenociniis itafe abripi pat'iantur, ut praeh'isomne feveriorum disciplinarum flud'ium omnesque veteres auSfores plane contetnnant; v/deant Uit, ne istiusmodi hominibus fimiles fint, quos, Heet prove£tiores ctetate, puerilibits crepundiis tempus confumere non pttdeat. waarnemingen op Friedenftein gedaan. De bovengenoemde Achromatifche kyker van Ramsden is 24 duim vvyd en draait op een As van 271 duim. Met ene ruim 60 maligc vergroting ziet men fterren van de twede grootte, 2 uren voor- of namidd. By de fterkfle vergroting doet zig de beweging zo fnel op, dat na by den asquator de culminatie op een vierde van een fecunde kan waargenomen worden. Het werktuig behoorde voorheen aan den Graaf Bruhl', en is tot 1789 gebruikt. Sedert heeft men een Doilondfche Dagkykcr van 5 voeten aangefchaft. Het flingeruurwerk van Mudge en Dutton is zeer net en fraai gemaakt: en heeft geen fmering met oly nodig. De flingerdraad is in dier voege zamengeficld, dat zy geen aandoening van warmte of koude kan hebben. Dus loopt het uurwerk zeer juist gelyk met den fterrentyd. Iets aangaande de nieuwe SchilderSchool van Engehisd, en haar. onderscheiden karakter, door den Heer Levesque. (Di&ionaire des arts et de Peinture &c.) In dc laatste tyden heeft zich, in Engeland, een nieuw fchool van Konstfchüdcrs opgedaan. Schoon het nog maar in de kindsheid zig bevind, heeft het echter airede opgang gemaakt, door haar gelukkig Hagen. Het is de toejuiching waardig en behoord den naaryver te wekken van deszelfs oudere Zustcreu, naardemaal het zig onderfcheid door ene oplettenheid op de edele takken der konst , uitmumenheid van fchikking, fchoonheid van beeltenis, verhevenheid van denkbeeld en waarheid van uitdrukking. Tot nog toe kennen wy het alleen uit platen ; dog Konftenaars, welke de fchilderyen, door haar in 't licht gebragt, gezien hebben, verzekerden ons, dat enigen van hare Meesters uitmuntendheid van koloriet met de verhevener delen der konst weten te paren. Derzelver koloriet is min fchitterende, dat dat der Vlaamfchc cn Venctiaanfche Schilders, en heeft meer overeenkomst met dat van de Lombardyfche fchool. De Heer Joshua Reynolds is genoeg bekend door zyne verhandelingen over de konften , en de kohstplaat, naar zyne fchildery van den Graaf Ugolino, in 't koper gebragt, heeft ene algemene verwondering tot zig getrokken. Dc liefhebbers der fchone konften hebben zig insgelyks, uit prenten, een gunftig denkbeeld kunnen maken van dc talenten der Heren TPrest, Copley, Gainsborough, Brown en meer anderen: ook zegt men dat de Engelfchen byzonderlyk uitmunten in het fchilderen van paarden. In ieder fchool kan het onderfcheidend karakter ligt nagegaan worden in deszelfs oorzaak of grond. Dat der Romeinfche fchool moet toegefchreven worden aan de uitmuntende opleiding van hare eerfte Meesters, als mede aan de fraaie konstgewrogten, van onder de puinhoT2 pen  C MS ) pen van Ket oüdc Rome opgedolven ; dat der Venetiaan fche fchool aan de pragt, aldaar ingevoerd, door den Indifchcn Handel, aan de menigvuldigheid van Feesten en Masquerades, nevens andere omftandigheden, welken dc Konftenaars verpligtten, om ryk uitgedoschte beelden te fchikteren: dat der Nederlandfche fchool kan opgelost worden uit den kring van leven, waar in de Konftenaars meestal verkeerden: zy bezogten druk gemene kroegen, en werkplaatfen van Ambagts'ieden int de lagere klasfe, alwaar hun grove, ftoute, beelden onder 'toog kwamen, cn zy gewend geraakten aan het uitwerkzel van een bepaald dag- of kaarslicht, 111 bekrompen vertrekken (t). Schoonheid kan niet misfen een voornaam iumengzel te wezen van het karakter der Engellche fchool ; naardemaal zy zo gemeen in Engeland is, dat zy den Konftenaar geftadig in het oog moet vallen. Byaldien deze fchoonheid niet volkomen dezelfde is als die der ouden , behoeft zy mogelyk daar voor niet onder te doen. De Enuelfche fchool zsife zig onderfcheiden door waarheid van uitdrukking: naardemaal de vryheid dier natie geen belemmering gedoogt voor den natuurlyken invloed der hanstoeten : ook zal zy fteeds eenvoudig bly/en, en door gene Toneelfche gemaaktheid, of prajery van gekunftelde bevalligheden, bedorven worden: naardemaal de Engelfche zeden zeiven de eenvoudigheid der natuur behouden Indien wy het oog opflaan op Vrouwelyke portraiten, door Franfche Meestere gefchilderd, bevinden wy doorgaans, dat een gedwongen lach de plaats van uitdrukking bekleed', nog oog nog voorhoofd heeft 'er enig deel aan, cn dc gemoedsneiging word daar door in genen dele uitgedrukt': befchouwen wy, in tegendeel de Vrouwelyke 'certraitten der Engelfche Schilders, dan zullen wy, doorgaans ene natuurlyke uitdrukking op het gelaad daar aan befpeuren, welke het karakter der verbeelde Perfoon aanwyst. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AlfAnEMISCHE en andere schriften. Grootbrittannien. A Journal of Transadtions and Events dut'mg a refidence of nearly Sixteen Tears on the Coast of Labrador; containing rnany interesting Particulars, both oj (f) Deze aanmerking kan alleen gelden omtrent enen van Oflade, Teniers en J. Steen en enige weinige anderen ; doch is zo verre af van te pasfen op de Nederlandfche School in 't algemeen, dat een groot aantal harer bekende Meesters, in derzelver verhevene, nadrukkelyke, en edele af beelding der Natuur, zo met opzigt totLandfchappen, Beesten, Bloemen, als andere voorwerpen, die van alle andere Landen overtroffen hebbe: gelyk hunne ftukken, ten blyke hier van, tot heden, door buitenlandfche Liefhebbers en Verzamelaars mok nog heden gretig gezogt, en tot zeer hoge pryzen opgekogt worden. the Courdry and lts JnhabitanU not hitherto Irown. L'ltrstret ted w'nh proper Charts. By Georïe Cartwright, Esq. In Three volumes, 4to, 1055 pages, price 2 L. 2 Sh. in Boards. Newark , Allin ana Ririge; Loudon , Rooinfons 1762. Dit dagboek begint met den 30 Maart 1770, en eindigt met den 18 May 1786. De voorvallen worden in 't algemeen aangetekend op het einde van den dag, wanneer ze voorvielen, en dit gefchiedde, zo als men ons bericht, zonder oogmerk, om die in het licht te geven. Doch de fterke aandrang van. enige vrienden heeft den Schryver overgehaald tot den druk, en hy kon niet befluiten, enen of anderen letterkundigen te werk te ftellen ter verbeteringe van den ftyl, en uitbreidinge der onderwerpen, omdat hy zodanig iets aanzag als de aanmatiging ener eere, waar op hy geen recht had; terwyl dit ook het groter deel der voordelen zou hebben weggenomen, welke hy zelve van zyn boek hoopte te trekken. Men kan natuurlyk verwachten, dat een dus opgefteld dagboek voor een groot gedeelte min belangryke zaken zal bevatten; gelyk ook inderdaad te zeer het geval is ; want , fchoon de ftyl duidlyk en naauwkeurig is, en de aanmerkingen van dien aart, dat ze den Schryver kenmerken als een man van verftand en menschlievendheid, kan toch de voorraad van belangryke zaken niet toereiken, om vergoeding te geven voor het verdrietue en volftrekt nutloze ener dagelykfche opgave van wind en weder, en andere beuzelachtige voorvallen, in een zo lang verloop van tyd voorkomende. Dit zal, zo wy vrezen, zeer tot nadeel van het vertier uitlopen , en is uit dien hoofde te bejammeren niet alleen om des Schryvers wille, maar ook voor net Algemeen; terwyl we het verfpreiden van ieder echt gefchrift of werk als een weldaad aanzien voor het algemeen. Het eerfte deel is verfierd met een tytelprent, verbeeldende een winter toneel op de kust van Labrador, waar in de Schryver zelve voorkomt in de kleding, welke hy in dat land gedragen heeft; voorts met een kaart van het eiland Newffundland opgemaakt vojgens de afmetingen, gedaan op last der Lords Gemagtigden van de Admiraliteit door Luitenant Michacl Lane eerfte Opziender (of Landmeter) van dat Eiland ; en eindlyk met een kaart der kust van Labrador, van Kaap Charles tot Sandwich -Bay , opgemaakt door den zelfden Heer, op last van Commandeur Byron. Anal. Rev. The Bistory of France, from the earliest Times, to the prefent important (Era. From the French of Velly, Villaret , Garnier , Mezeray, Daniël, and other eminent Biflorians ; with Notes, critica! and explanatory. By John GifTord, Esq. 2 vol. 4to. Loeke 1791. De Schryver dezer Historie van Frankryk, heeft den Abt Velly tot zynen voornamen Leidsman gekozen; maar blykt ook een oordeelkundig gebruik gemaakt te hebben van andere bronnen ter onderrichtinge. Het verhaal volgt ftiptlyk de tydorde, en de dagtekeningen zyn zorgvuldiglyk geplaatst. Netheid en klaarheid zyn de onderfcheiden kenmeiken van des. Schryvers ftyl; in dit opzicht fchynt hy Bume te hebben nagevolgd, en in verfcheidene delen van het werk, daar de Franfche en Engelfche Gefchiedenisfen in elkander lopen, heeft hy niet gefchroomd, de bewoordingen van dien beroemden Schryver te volgen. Het werk is verlevendigd met menigerleie anecdotes en geeft ene verfeheidenheid op van wetenswaardige öy-  C 149 2 byzonderheden ten aanzien van den .Staat van den Goesdienst, van de VVvsbegeertc , der Kunftcn en der Zeden. De Gefchiedenis wordt in deze delen gebracht tot het eindt der Regering van Karei den 7den, die ftierf in 1461. Hei werk is verfraaid door vele pourtraiten en enige historlfche platen, van wier verdienftcn wy niets zullen zeggen. Anal. Rev. The Authentirity of the five Books of Mofes confidered; beirtg the fubftance of a Discourfe lately delivered bef ure the the °Univerfity of Cambridge. By Herbei t Marsh. S. D. Fellow of St Johns College, Cambridge, Ato 16 pages. Price 1 Sh. Cambridge Merril's. London Johnfon. De Schryver dezer verftandige en welopgeftelde verhsndelinge, die wel dooroefend fchynt te zyn in dien tak van gelceidheid, welke nodig is in het nafporen van zyn onderwerp, ftaaft zyne ftelling met de volgende bewyzen. leder Boek , in zuiver Hebreeuwsch gefchreven, werdt gemaakt vóór of omtrent den tyd der Babylonirche gevangenisfe, om dat het Hebreeuwsch ten dien tyde ophield ene levende taal te zyn; en da Hebreeuwfche Bybel bevat fterkc innerlyke kentekenen , dat het tydperk tusfehen het opftel der oudfte en dat der laatste. boeken zeer aanmerklyk was. De Bybel bevat een ftelzel van zedelyke en plegtige wetten, dat zo oud moet zyn als de verovering van Palestina. Ieder boek van het oude Tes¬ tament onderftelt het reeds voorgaande aanwezen der vyf boelen van Mofes ; naardien 'er verfcheidene toefpelingen op de zelve en zommige aanhalingen daar van in andere voorkomen , en Ezra kan 'er de Schryver niet van geweest zyn, daar hy het boek der Wet uitdruklyk aan Mofes toekent. Ze zyn ook zo wel by de Samaritanen aangenomen als by de Joden, en moeten, by gevolg, gefchreven zyn vóór de verdeling van het Ryk. Dc gehele Joodfche Gefchiedenis, van den tyd der eerfte bezitneming van Kanaan tot het bouwen van den Tempel, vooronderftelt, dat het boek der wet gefchreven was door Mofes,' naardien het als.zodanig befchreven wordt in de boeken der Koningen, der Chronyken en in Jofua. De verhandeling, waar voor een lyst geplaatst is der Schryvers, die breder over dit onderwerp gefchreven hebben, befluit op de volgende wyze: : •■■ " ' De echte Tekst van den Pentatcuchus, dan, kwam uit de hand van Mofes; en de verfcheidene tegenwerpingen, daar " tegen ingebracht, bewyzen niets meer dan dit, dat dezelve " niet overgeleverd is tot de tegenwoordige eeuwe zonder eeni" ge weinige veranderingen; een omftandigheid, waar over we " ons niet behoren te verwonderen , wanneer we de vele dui" zende affchriften in aanmerking nemen , welke van den zelven in den loop van drie duizend jaren gemaakt zyn." Ais-al.- Rev. Nederlanden. Verhandelingen van het Genootfchap ter bevordering der Heelkunde, te Amfterdam: twede 'deel 1793. behalven den Tytel cn Voorrede, groot 3015 bladzyden letterdruk in 8vo met vyf ingevoegde platen te Amfterdam by J. B. Elwe 1793. De Voorrede voor dit deel van den Heer van Gesscher bevat , behalven het verflag der by het Genootfchap ingezondens ftukken, het verhandelde op de Algemene Vergadering des Ge- nootfehaps, op den s- September 1792, in het Athenven, moet dit fydema duren; want deszelfs voordelen worden dagelyks meer en meer blykbaar. Indien we de uitmuntende burgerlyke gedeldheid der Verenigde State:, opmerken, en bedenken , welke hunne Godsdiendige Rechten zyn, mogen we met regt ho^en, dat., zo het des Hemels wil mogt zyn, om den mensch ooit op aarde een grote voortreflykheid cn gelukzaligheid te doen bereiken, dan ook zyn wil Amerika bedemd heeft, om de fchone zetel te zyn der menschlyke waardigheid. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Duitschland. R. Woltmann Beytrdge zur hydraulifchen architeölur, Góttingen by Dieterich 1791 en 1792. adelen in 8vo. De Schryver handelt in dit lezenswaardig werk voornamelyk over de beste wyze van het aanleggen van Dyken , byzonder van zedyken, en over de Huizen. Zyne redeneringen zyn niet alleen op theorie , maar ook op langdurige ondervinding en waarneming gegrond, het geen den inhoud dezes werks des te belm^p'ker m-iakr. A, L. Z. Neue 'Beytrage zur kenntnlfs von Afr'wa, Unternehmungen der Gefellfchaft zur Befórderung der Entdeckungen im inneren von Afrca; und Rubert Norris Reife in das Innere van Guinea, aus dem Engtifchen überfetzt, m'it Anmerkungen von R. Furjïer, Berlyn by Vos 1792, 226 bladz. in gr. 8vo. Dit werk is ene voortreffllyke bydrage tot de kennis van het nog j zo zeer onbekende inwendige deel van Africa. Ten grootften j dele zyn dit vrugten van het te Londen opgerigte Genootfchap ! ter navorfching van het vaste land van Africa, welk Genootfchap uit 25 perfonen van den aanzienlykften ftand beftaat, en | zeer veel geld befteed, om haar edel doel te bereiken. De J leerryke en ophelderende aanmerkingen van den groten Men ■ fehenkenner en Reiziger, den ouden Forfter, zetten deze over'| zetting gene geringe waarde by. A. L. Rei-  C 155 ) Reifen eines Amerikanifhen Dollmetfchers und PelMndlers.i Welc.e eine Befhreibung der fitten und Gebrauche der Nord Amertkanijchen Eingeoornen &c. enthalten , herausgegeben von y. Long, aus dem Engl. überfetzt, ncbst einer voi laufigen fchilderung des Nordens von America, von G. Fo,rJï?r, Berlyn by Vos 1791. gr. Svo met 1 kaart en i plaat. Ook dit werk is omtrent het noordlyk, en noordwestlyk deel van NoordAmevika, niet minder lezenswaardig en gewigtig, dan het voorgaande omtrent Afrika. De beroemde jonge Forjler fchüdert in zyne inleiding voor dit door hemzehen vertaalde werk, in zyn gewonen fchonen ftyl, het noordlykst deel van Amerika met deszelfs inwoners op de bevalligfte wyze af. A. L. Z. Der Prediger Salomon : ein Lesebuch fur den jungen tVeltburger. Ueberfetzh and erklart von G. Zirkel, d. H. S. Doe. und des hochfurstl. Wurzeurgifchen Seminariums Suuregens. -— Wurzbur» 1792. — 10 B. 8. Uuterfuchingen uber den Prediger, nebjl kritifhen undphilologifchen bemerkungen: von G. Zirkel &c. 372. S. 3 t. .Deze twe ftukken komen uit dt handen van een Kundig uitlegger , die alle vereischten tot den moeilyken taak van een bekwaam Bybeherklarcr bezit. Hy is van de Roomfche Kerkgemeenfcnap, en levert een fprekcud newys op, dat men zich'in dezelve meer dan te voren op uitlegkunde toelegt. — Het eerfte behelst ene vertaling nevens ene gemeenzame en eenvouwige verklaring voor zulke, die w'y„s_ljéid. voor het danelykfche leven uit dit ooek willen opzamelen. De vertaling is naauwkeurig, duidelyk, en trett doorgaans zeer wel dep zin en mening van het oorfpronkelyke. Het twede ftuk is voor geletterden gefchreven; hy heeft zich daarby veel Dedient van proteftantfche Schryvers, zelfs noemt hy openlyk de namen van enen Grotius , Michaëlis, Eichhorn en Pautm. Deze aanmerkingen zyn zeer lezenswaardig en kenfchetzen den voorziclïtigcn, maar ook nauwkeurig vartenen ten Uitlegger. Vooral munt de verzameling van Aramusmen en Graecismen , die in dit boek voorkomen, uit, en waaruit hy 'het befluit opmaakt, dat dit een boek van later dagen is, en Wel uit de tyden toen de Syrifehe Regenten over de Jouen hcerschten. — Th. A.nn. y. D. Michaëlis Maral. herausgegeben, und mit der Gefchichte der fittenlehre begkitet von Carl Frsdrich Haudlin 2 théiï. Gottiiig. 22. B. gr. S. Dit twede deel is van dezelfde waardy als het eerfte. fn 't gemeen was dit niet de wetenfehap, waarin een Michaëlis uitmuntte. Men vindt 'er niets in, dan 't geen ook in andere zamenftellen van zedenkunde te vinden is. Een onderwerp is 'er, waarin de Schryver enigzins van de gewone handooeken over de Moral afw;kt: de waardy namelyk van het gejd. Dit word hier fterk genoeg opgevyzeld , hoewel men in°ct bekennen , dat zyn voorftel zeer veel waarheid behelst. — Ook iev. rt hy zeer tegen de gemeenfehap der goederen. Wie den man in zyn leven gekend heeft, zal zich over dit een en ander niet verwonderen. De Gefchiedenis der Chistelyke Ze- dekunde zul het derde deel van dit werk uitmaken, en ook als een byzonder werk uitgegeven worden. (Th. And.) Religiens preces des Predigers Sqhulz ,zu Gielsderf, nebst defjen eigenen gerichtlich ubergebenen vertheidigttngs fchrift feiner Lehren 1792. 239. bl. 8. (pr. 16 ggr.) Een bundel van oorfpronkelyke ftukken, behorende tot deafzetting van bwvengenoemden Leeraar uit hooide van zyne afwyking van de fyinbolil'che boeken. Een voorval, 'twelk merkwaardig is, daar het een doorflaand bewys oplevert van de verandering , die door het bekende Religions - Edict in de Pruisfrfche Landen veroorzaakt is. De verzameling beftaat 1. uit de Koninglyke Kaoincts - orders tot het aanftellen ener Commisfie tot onderzoek, 2. uit de citatie van den Predikant, en zyn antwoord, 3. uit het getuigfehrift van zyne drie Gemeenten, 4. uit de verklaring van dc'n Confiftoriaal - Raad Irwing , van het onderzoek reeds in den jare 1788. gedaan , 5. uit een verhaal van het onderzoek van den Piedikant Schulz, hier is een protocol van het gehele verhoor van den27Scpt. 1791.—— Op 's mans zedelyk beftaan viel niets te zeggen , dit was voorbeeldig ; zyne afwyking van de fymbolifche boeken heeft hy openhartig beleden: echter beweerde hy, dat hy niet ftrydig met het Religions - Edict gehandeld had , oin dat hy nooit gewag gemaakt had van zyne byzondere en met de fymbolifche boeken ftrydende denkbeelden. 6. ook vindt men hier vyf vragen, die door de Commisfie aan het Confiftorie gedaan zyn— waarop de Opper - Confiftoriaal-Raad Teller , onder anderen, antvvoorde, dat Schulz volgends de grondflagen van het Protestantendom een luthersch Predikant kon blyven, hoewel hy van de fymbolifche boeken afgeweken was. Deze verklaring was de groridilag van de uitfpraak van het kamergericht, dat Schulz:, hoewel geen luthersch Predikant zynde, echter als Leeraar in zyne Gemeéritens moest verdragen en gehandhaaft worden. De( ze uitfpraak wierd daarna door ene kabinets - order vernietigd de Leeraar wierd afgezet de Koning!. Raadsheren uit het Kamergericht vvierden in de boeten van hunne bezoldlng voor den tyd van drie maanden gtflagen , en de Opper - Confiftoriaal- Raad Teller wierd voor'drie maanden in zyn post gefchorst. Dc Predikant Schulz vervolgt nochtans zyn proces, en dc Gemeenten zyn van een ander Predikant voorzien , die voor ftoelen cn banken predikt, om dat niemand by hem te kerk wil komen. — Wy kunnen niet nalaten, om hier by tevens het volgende werk aantckondigen. :— Zur fertheydigung des Predigers Schulz zu Gielsdorf, geschriebcn von dem Criminal - Raht Amelang 1792. XXXII. a 252. bl. 8. (Th. Ann.) Religion der folkommneren , von D. W. Teller, als beylage zu desfelben Worterbuch und beytrag zur reinen Philofophie des Chriftepthums, Berlin 1792. Svo Het doelwit van den Schryver is, om het denkbeeld, in de Voorreden voor de derde uitgave van zyn Woordenboek reeds voorgedragen , aangaande — den mannelyken Oude, dom var. den Christelyken Godsdienst, verder te ontwikkelen; tonende dat het Christendom, volgens het oogmerk van zynen inftellcr, de beste leer van ware wysheid tot ene gedurig toenemende en hoger ftygende gelukzaligheid is. De Christelyke Godsdient ver¬ andert in de niet wezenlyke ftukken, en ftyct dus, naar mate van dc behoefte en vorderingen der menfehen, in volmaaktheid. 1 Dit word voorgedragen op ene wyze, gelyk een man, als Tel- V' 2 ■  C 156 ) Ier, gewoon is zyne onderwerpen te behandelen — beknopt — en bondig. (Th. Ann.) J. si. Ernesti Tnjiitutïo interpretis N. T. editipnem quartam fuis objervationibus auSiam curav'it Chri/lophorus Frederkus ylmmon. Lip/ia 1792. 392 p. Svo (16 ggr.) Door deze nieuwe uitgave is dit boek nog meer naar de behoefte van onze eeuw gefchikt. De Aanmerkingen van A. zyn van veel belang , en maken dit werk veel nuttiger niet alleen voor de ftuderende jeugd, maar voor allen, die zich op de uitlegkunde van het N. T. toeleggen. Het werk zelve behoeft gene aanpryzing: 't is algemeen bekend, en Emefti is de Schryver! dit laatste is genoeg. (Th. Ann.) Hofete oracula hebra'ice et lat'me, perpetua annotatione illustravit Chr. Th. Kuinoeï. Phil. Prof. Eipf. 1792. p. 124. 8vo ([2 ggr.) Ene uitgave van dit Prophetisch boek in den fmaak van Koppé>s uitgave van het Nieuwe Testament door een man, die tot dit werk bekwaam was: eerst Prolegomena die het charaaerifcrende van dit boek, en ene korte gefchiedenis van de Regering der Koningen van Juda cn Israël , behelzen. Dan de Hebreeuwfche Tekst met de verfchillende lezingen in de doorlopende aanmerkingen en eindelyk, ten befluitc , 1. ene latynfche vertaling (die uitmunt), 2. ene korte verhandeling over de plaatfen uit Hofea, die in het N. T. aangehaald worden, 3. en een register van de verklaarde Hebreeuwfche woorden. « (Th. Ann.) Nederlanden.. Het eerste boek der Cronieken. Naar het Jlebreeuwsch door Ysbrand van HaMELSVELD, te Amfteldam , by M. de Bruin 1792. Het twede boek der Chronieken 1793. De Boeken Ezra, Nehemia cn Esthek, enz. 1793. — (te zamen van bl. 661—1011. vertal. en van bl. 605—852 aanm.) Zie daar weder drie ftukken van de Bybel-vertaling door den Heer van H. Hier mede is het twede deel compleet: waarom het werk van dubbelde tytels voorzien is. Voorts is alles op den vorigen voet ingericht. De aanmerkingen zyn vooral by de boeken der Chronieken niet zo omflagtic, als by de voorgaande boeken: met dat al echter nog breedvoerig genoeg , om reeds voor heen gemelde redenen. Naar gewoonte delen wy het een en ander mede. Wy beginnen met het eerfte boek der Chronieken. „ Deze boeken der Chronieken zyn niet die Jaarboeken, „ waarop de beide boeken der Koningen dikwils wyzen ; want „ deze boeken der Chronieken, die wy bezitten, zyn later, „ dan die der Koningen gefchreven. Zy zyn van meer be- „ lang, dan velen denken ; zommige houden dezelve voor over„ tollig, en niet belangryk genoeg, uit hoofde van deGeflacht„ registers en van .de berichten nopens de inrichtingen'van den „ Israejitifchen Kerk- cn Burgerftaat: evenwel vinden wy 'er „ i-rokftukken (Fragmenten) der Gefchiedenisfen, die voor ons merkwaardig zyn : b. v. de uitgebreidheid van de veroverinn,gen der Israelitcn tot aan den Eufr?.at, 1 Ckron. 5: f>>23. — „ ook worden de Gefchiedenisfen in de boeken van Samuël, „ en de Koningen door deze uitgebreid, opgehelderd en beves- „ tigd. Dit boek is eerst na de babylonifche gevangenis „ vervaardigd, en wel waarfchynlyk door Ezra , — opgemaakt „ uit echte ftukken — waarfchynlyk uit de Hof-jaarboeken, „ die door de Hof - gefchicdfchryvcrs vervaardigd waren. „ De inhoud is, behalven de geflachtlysten, van Adam af, de „ Gefchiedenis der Israëlieten van den dood van Saul tot op „ de babilonifche gevangenis; wordende 'er nog kortelyk gewag „ gemaakt van het gunftig Edia van Cyrus. — Het oogmerk „ van den Schryver bepaald zich by dc aanvulling van de Ge„ fchiedenisfen in de boeken van Samuël en de Koningen, en „ wel vooral ten dienst van de wederkerende Joden, om hen „ te doen opmerken, waarna zy zich , in 't vervolg, by voorm komende gelegenheden zouden kunnen fchikken. — Het eerfte „ boek behelst alleen de Gefchiedenis van David, het twede die „ van Salomo en de overige Koningen." — Zie daar de inhoud der voorafgaande aanmerkingen voor deze twe boeken. i Wy zullen nog ene enkele proeve van de vertaling en de aanmerkingen hier by voegen. H. 14: 14. is de gewone lezing veranderd, om dat volgens dezelve deze woorden het verhaal by 2 Sam. 5: 23. zouden tegenfpreken. H. vertaald: „ Gy „ moet niet regelrecht op hen aanvallen , maar een omweg ne„ men, om hen in den rug te komen en te overvallen, van „ dea kant der moerbeziën bomen," - by H. 21 vs 1. is de volgende aanmerking. „ Satan betekend een tegenparty, een „ befchuldiger, een lasteraar: zommigen denken aan een raads„ man van David, die het met Israël niet wel meende. —„ Doch dit fchynt niet dc bedoeling van den Schryver te we„ zen. In 2 Sam. 24. lezen wy dat Jehova's toorn ontdoken „ was enz. nu fchynt onze Schryver dit te verklaren ; de Satan „ ftond als een berchuldiger tegen Israël, en hy was het, die, „ onder Goddelyke toelating, David aanpordde ; het geen 2 Sam! „ 24. aan Jehova word toegefchreveii, wiens voorzienigheid „alles beftuurd." - Wy twyfelen, of deze aanmerking wel voldoen zal aan verftandige Lezers: en't verwonderd ons, dat, daar de Heer v. H. in de voorafgaande aanmerkingen getoond heeft, dat dit boek reeds na de babilonifche gevangenis opgefteld is, hy zich hiervan niet in 't verklaren van deze plaats bediend heeft, 't Is bekend, dat de Joden en (vooral de Geletterden meer gemeenzaam wierden met de oosterfche denkwyze in de wetenfchappen. Vs. 15-21. word van een Engel gefproken ; dit wil H. niet geheel letterlyk opvatten, maar evenwel ftelt hy een byzonder teken van Gods ongenoegen. Uit het twede boek zullen wy nog Hechts een paar voorbeelden aanhalen, H. 21: 12. enz. is het vernaai van het gefchrift van Elia aan Koning Joram: — Hierover worden de gevoelens van Michaëlis, die Elia in een ander gedeelte van de waereld verplaatst, en van daar den brief liet fchryven; van andere, die Elias den brief reeds by voorraad doen fchryven, toen hy nog op aarde was; van Hezel, dat Joram reeds by* het leven van Jofaphat zyne neiging tot afgodery hebbe aan den dag gelegd; van anderen, die, in plaats van Elia, Eliza lezen , en van Venema, die, in plaats van Elia, Jehu den zoon van Hanam ftelt, voorgedragen. Dit laatste komt H. het waarfchynlykst voor, offchoon hy niet ftellig beflist. — Nog ene aanmerking - over H, 35: 3. — hier zegt H. dat het volk te  ( 157 ) onderwyzen in V gemeen het ambt der Lev'iten was: dit zo ter neder gefteld , zal ieder lezer, die omtrent den wezenlyken aart van dit Leerambt der Levieten niet onderricht is, doen denken , dat zy, even gelyk onze tegenwoordige Predikanten, de volkslecraren waren die van tyd tot tyd Godsdienftige kundigheden moesten uitbreiden. Zelfs fchynt het enigermate dat dit ook het gevoelen van den Heer v. H. is, vooral wanneer wy de aantekening by het boek van Jofua bl. 4- mede in aanmerking nemen, en waarover wy ons in de beoordeling van dat beek reeds verklaart hebben, 'tls, naar onze gedachten, zeer zeker, dat noch Priesters, noch Levieten dien post van zodanige volksleeraren ooit bekleed hebben althans niet voor de babylonifche gevangenis. Wy herhalen, 't geen wy te l voren reeds gezegd hebben , dat de verdeling van de Pricfters en Levieten in agt en veertig fteden, om daar afzonderlyk te wonen , als dan zeer dwaas zou geweest zyn : 't was ja der Levieten zo wel als der Priesteren plicht, om zich naauwkeurig toe te leggen op de kennis der wet: zy maakten den geleerden ftand uit, in Israël: zy moesten ook alle zeven jaren de wet aan 't volk voorlezen; en wanneer een Israëliet deze of gene uitdrukking in het wetboek niet verftondt, dan kon hy by den Leviet of by den Priester om raad en uitlegging vragen; maar dit alles is geheel iets anders dan 't geen men door het volk te onderwazen verftaat, vooral wanneer dit j opgegeven word, '•als in 't gemeen het ambt der Leviten te zyn geweest. Bekend is het, dat zo wel Ikenius als Reland ook van denkbeeld fchynen te zyn,. dat de Priesteis en Levieten den post van Volksleeraren hebben waargenomen ; dan men leze het geen de fchrandere Vitringa over dit onderwerp zegt, in zyn voortreffelyk, werk de Synagoga Vet ere L. i. P. 2. C. 481. 8vo. Wy gaan tot de overige boeken over. De inleiding in het boek van Ezra behelst de gewone aanmerkingen , omtrent den naam, inhoud, Schryver, en de echtheid van dit boek, benevens de aanwyzing van het tydvak, waarin het valt. H. 1: 2. Cyrus noemt Jehova den God des hemels : dit word toegefchreven aan de zuivere denkbeelden der Perfcn aangaande de Godheid. Zou men het echter niet als de byzondere benaming.van den God, dien de Israëliërs vereerden, moeten aanmerken? ' 'tis toch het zelfde als Jehova Zebaoth Heer der heir- , fcharen.. H. 3: 3. is zeer goed en duidelyk vertaald. Den al- j taar dus op zyne oude plaats weder opgericht hebbende, heewel niet zonder vreze voor de volken der omgelegen landen, offerden zy op den zeiven enz. —— By de Groot vind men ene goede aanmerking omtrent het wegzenden der heidenfehc vrouwen. Dc Inleiding by het Boek van Nëhemia loopt over Nchemia zeiven, die de Schryver van hetzelveis : zyne lotgevallen : den inhoud van dit boek, en het belangryke daar van. Dc aanmerking by H. 8-10., waaromtrent zommige gegist hebben, of ze ook gedeeltelyk tot Ezra behoorden , is zeer gepast. Eindelyk maakt het Boek Esther het befluit van het twede j deel. — Hier gingen wy aan 't lezen , in verwachting van veel te zullen vinden over de echtheid of onechtheid "van dit boek, de waarheid of onwaarheid der Gefchiedenis. Dan de Heer v. H. j w,yst ons op zyne Bybelverdediging — zonder 'er in deze in- j leiding iets ran te zeggen. Dit is toch wat al tefchraal: me¬ nig lezer, die de Bybelverdediginï niet bezit. zou . daar hv van bedenkingen en tegenwerpingen leest, nog wel iets willen weten van dezelve. Wie met de tegenbedenkingen enigermate bekend is kan wel zien , dat de Heer van H. vooral in het agtftc en negende hoofdftuk, dezelve in't oog gehouden, endaar na die Hoofdftukken verklaard, heeft. Ondertusfchen blyven 'er met dat al, by het lezen van dit boek, nog al bedenkingen over, die de Gefchiedenis enigzins een zweem en voorkomen van onwaarfchynlykheid byzetten. Voorts dienen de overige aanmerkingen zeer tot opheldering ; de tydsbepaling wanneer deze Gefchiedenis zou zyn voorgevallen, namelyk onder Koning Aftyages (deze is by hem Ahafuerus) komt zeer natuurlyk in, cn word met bondige redenen onderfteund. Door de vyanden der Joden verftaat H. niet de Perfcn en Meden, maar de Amalekiten , Edomitcn , enz. Volksftammcn , die een ouden wrok op de Joden hadden , cn even als dezen in ballingfchap weggevoerd waren. Daar de Vertaling zich zeer gelyk blyft, geven wy thans onzen lezers gene proeve. -— Met verlangen zien wy de andere boeken des O. T. te gemoet ; daar echter dc dichtkundige boeken moeilyker zyn, dan de Gefchiedkundigc, verwachten wy, dat 'er minder haast zal gemaakt worden met de vertaling van deze: waar door het werk in wezenlyke waarde niet verminderen zal. > TEKENINGEN en PRENTEN. Londen den 2 May. Gisteren, wierden dc Kontzalen der Koninglyke Akademie alhier, ter befchouwingvan eiken konstminnaar, volgens jaarlykfche gewoonte, weder open gezet. Onder de ten toon gehangen ftukken is 'er een van den Voorzitter, West, zynde een zeer groot en fraai ftuk, verbeeldende Paulus en Barnabaste Lystren. De Heer Lawrence heeft insgelyks een groot fttik geleverd , ontleend uit het Toneelfpel The Tempest, 't geen zeer goed ontworpen en ongemeen fraai van koloriet is. Van Copley ziet men een Zinnebeeldig, Historisch, Poëtisch portraitftuk uit Spencer''s Fairy Qtieen, (Tover-koningin.) De twe ftukken van Fu fèli, fchoon tot dus verre niet vertoond, waren reeds voor ettelyke jaren gefchilderd. Een keurlyk ftuk, verbeeldende een gezigt van Petersburg, waar in het ftandbeeld te paard van Peter den Groten, de Akademie der Wetenfchappen, nevens het Raadhuis gebragt is; met nog een ander', verbeeldende een Koorn- akker, onnavolgbaar fchoon, zyn beiden van de hand van Hodges- En grote Vosfenjagt, waarin verfcheiden afbecldzels van des Heren Tkorntoris paarden en honden, door Gilpin , kwam te laat om in de grote zaal te kunnen pronken en is dus in de Raad-kamer geplaatst. Onder verfcheiden fraaie portraitftukken van Bea~ chey, munt uit een Historie van kindertjes, die aan Bedelaars aalmoezen uitdelen, ongemeen fchoon uitgedrukt. Van Hamilton is 'er een Boas en Ruth, de nalezing doende : 211 van Francis Bourgeois een Lykftatle van een Carhuifer Monnik, nevens een portrait van Kemple, in .den V 3 rol  e 158 > -rol van Coriolanus. — Voorts ziet men, naar gewoonte, ene menigte van Portraitten, waar onder niet weinigen ongemeen fchoon uitgevoerd zyn. De Piaatfnyder Metland zal by Intekening uitgeven: At Sele&ion of the most beautifufcenery and interesting views of the Royal Palaces, Parks and Gardens of Great Britain; to be en?raved by T- Medland, from original drawings, under the Patronage ofhis Majefty. Het werk zal in onder'cheide, dog niet meer dan 12,! afleveringen worden uitgegev en. Elke afieve-ring, beftaan de in 3 platen, met korte ophelderende befchry vingen, kost 5 fcheliingen, De grootte der platen is van 8, en 6\ duim. Een ander prachtig werk, mede by intekening aangekondigd, is: j4 Seletlion ofviews, accompanied by Historie al and Defcriptive , Accounts of the Antiquities and Romantie Scenery of the Isle of Wight. Dit werk zal in groot quarto, zo fraai als mogelyk, worden uitgevoerd , en ruim 30 platen met gezichten, behalven de oude zegels en monumenten, beheizen. Het grootfte gedeel te der platen zal door y. Land-eer, naar zyn eigen tekeningen, of naar de Schilderyen van J. Ibbetfon, of fLa Poote gegraveerd worden. Het zal in zes afleveringen beftaan. Voor elk derzelven betalen de Intekenaars een halve guinje; de helft vooraf, en de helft by den ontvangst. TONEEL- en ander KONSTMATIG-NIEUWS. Te Philadelphia is onlangs een Schouwburg voltooid, in den eerften eenvouwdig - fierlyken fmaak: kunnende met het grootste gemak 10 duizend aanfehouwers bevatten. Het Toneel is geopend met het Treurfpel van Brutus, nit het Fransch van Voltaire. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handelen scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. New-york 11 Maart Onder de veelvuldige bronnen van welvaart, die zig, van tyd tot tyd, voor de Middelftaten van ons Amerikaansch Gemenebest opdoen, is geen van de minften, dat, volgens de getuigenis van geloofwaardige lieden, welken den kusthandel 'dryven, de gehele kust van Nieuw-Jerfey vol van uitmuntende Bakkeljaauw is, zo goed als de beste, die op de grote bank van Terreneuve gevangen word. Kingston, op Jamaika, den 16 Febr. Een aantal van 249 ftuks Broodbomen, door Kapt. Bligh, herwaarts van Othaheite gebragt, zyn in drie gelvke delen, in de Graaflchappen Jurry, Middeifex en Cornwall verdeeld: ook ■zyn 'er enigen van, nevens meer and;re kostbare plan* ten, aan de Kruid tuin afgegeven. Enigen dezer jonge bomen houden de dikte van 3 duimen middellyns en zyn ongemeen frisch Behalven dezen heeft de Heer Danser, opzigter der Kruidtuin, ook nog onlangs van de MaatfchaDpy der Konften, enwe zaden ontvangen van de Muskaatnoot op iNieuw Guinee, die weinig minder in foort is dan die van de Mo.ukfche Eilanden: en van welker kweking, zo die wel Haagt, op dit Eiland, men zig veel voordeels belooft. Ook zegt men, dat 'er een echte bruine vrugtdragende Peperplant, op een berg in Liguanea, gevonden is. By Kapt. Bligh bevonden zig aan boord twe Inboorlingen van Othaheite: waar van'ereen naarEnge,aiid -raat, om den fchepsbouw te leren: terwyl de ander, zo'men zegt, hier zal blyven, om de mede^ebra 'e p'anten uit zyn geboorteland, alhier, te helpen voortkweken. Petersburg. Op den 14 Maart O. S. u, er, tusfehen de kroon van Rusland en Engeland een Nieuw Cammercie-traaaat, grootdeels gegrond op dat van den jare 1766. gefloten en door wederzydfche Gemagtigden getekend. Dantzig, 27 April. By een Koning!. Pruisfifcbeverordening , is de fóttrj en watertol, we'ke -volgens het Taril van 1775. van den Dantziger Handel betaald moest worden, als mede de Tol van 4 ten honderd, waarmede de binnenlandlche Kommercie met de ftad Dantzig by den In- en Uitvoer bezwaard was, opgeheven : en daarentegen ene belasting van 2 ten honderd op deze binnenlandlche kommercie gele«d. Londen, 4 May. Alle berigten uit Schotland maken eenparig gewag van het wancrediet, 't sreen thans zonder voorbeeld , aldaar plaats heeft. De Handel ftaat 'er zo zeer ftil, dat men aan den Tol te Lcith, die semeenlyk alle vierendeel s'jaars 30,000 p ftr. ofibragt, in de laatste drie maanden llegts 2000 p. ftr. ontvangen heeft. HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE A NE CD O TEN. Enige Anecdotes van czaar peter i. (Vervolg van Bladz. 150 ) Ene flipte en ftrikte gehoorzaamheid van enige bevelen, zelfs in gevallen, wanneer hy zelve daar door in ongelegenheid geraakte, wierd fteeds door hem beloond. Alhoewel hy vry was van de meeste bvgelovjge begrippen zyner kerke, hadde hy echter de zwakheid , om te geloven dat he' klokken luiden van ene zonderlinge kragt ivare. Diens volgens liep hy, by de geboorte van zyn ?,oon Peter Petrowitsch, zo dra de Keizerin in arbeid iwam, naar het Admiralitcits-tiof, om aldaar de klok te lui-  C 159 ) ruiden. Vermits het middernagt was, vonl hy 'e.- dj poorten- geiloten en wierd vry rtiuw door den fehildwa^t te rug gehouden. Peter mqgs dezen icbildwagt zoggen, dat hy de Keizer was; dog deze hield hem voor een bedrieger, en antwoordde, dat hy iteiiige orders hadde, om niemand intclsten. Pater, vergeten hebbende, dat by deze orders gegeven hadde, dun zig nu dezelven errinnerende, zeide aan den zoldaat, dat hy die thans introk , en begeerde , dat de poort opengedaan wierd. De fchildwagt volhardde by zyne weigering, cn dreigde, hem met geweld te zullen wegjagen, zo hy niet wilde heè.i gaan. De C«?aar hield aan met kibbcien, en vroeg den man, van wien my deze order ontvangen'laddc ? „van myne fergeant," ,, roep dien dan." De 1'ergeant kwam. Peter vroeg hem, wie hy was, en beval hem de poort te openen. „ Dat kan ik nie d en;" was het antwoord : ,, myne orders zyn , om niem tfld in te laten, en, al waart gy de Keizer zelve, laat ik u niet binnen. —— Loop heen ((prak Peter) en zeg uw Officier van de wagt, dat de Czaar hem moest fpreken." Op diens komst, herhaalde de Monirch zyn verzoek, om binnen gelaten te worden: 't geen de Officier in 't eerst weigerde; dan, een ligt hebbende laten komen, herkende hy den Keizer en gaf' last, dat de poort open gemaa'tt zou worden. Peter tradt binnen, zonder tegen iemand te (preken , viel aan het bidden , en bragt vervolgens een vierendeel uurs door met een der klokken te luiden Dit afgelopen zynde, tradt hy in h"t wagthuis , en verklaarde, dat hy den fchildwagt tot fergea t, den fergeant, tot officier', en den commanderenden officier, tot een hoger rang zou bevorderen: „gaat voort,' fprak hy , onder tiet heen gaan, „gaat voort, myne vrienden, in myne orders met gelyke ftipiheid te gehoorzamen, en gy kunt verzekerd zyn, dat ik dit niet onbeloond zal laten." De Keizer was een vyand van pragt en ftaatzy, waar mede kleine zielen hunne grootheid wanen aan den dag te leggen. Wanneer hy een onthaal gaf, lloeg hy niets over, 'r geen zyne gasten konde vermaken. By zulke gelegenheden , ftond het altyd vast by hem, dat hy den Alleenhecrfcher moest afleggen , en deedt fteeds zyn best, om anderen daar van te overtuigen. Men weet niet, dat hy ooit deze gemeenzaamheid gefchonden heeft, of enig misnoegen getoond over 't £een was voorgevallen, gedtrende de zorgeloze ogenblikken van een vrolyken maal tyd. Wanneer het gefprek hem begon te mishagen, of wanneer iemand zig een beledigend woord liet ontvallen , wist hy of enig and^r onderwerp op het tapyt te brengen , of hy deed den belediger een of twe volle bekers drinken tot ftraf van zyne onbefcheidenheid Hy was een ongemene liefhebber van den wyn, en zelden liet hy zy ne gasten migteren vertrekken. Toen de Czaar te Revel was, deed de Adel van Esthland zyn best, om zyne getrouwe aankleving door allerleye vermakelykheden en festynen aan den dag te leggen. Onder anderen hadde ene aanzienlyke Dame, met name Bistram, de eer, om den Keizer aan haar tafel te zien : en gehoord hebbende dat hy veel hieldt van zee - kreeften , up ene byzondere wyze toebereid , hadde zy zorge gedragen, dat deze kost op tafel was. Zo als hy begonnen hadde met van dien fchotel te proeven, trad Menzikoff naar hem toe, en luisterde hem in 't oor, fchoon luid genoeg om door de trouw van den huize gehoord te worden : ,, durft gy het wagen , Sire! om zo vry van deze fchotels te eten, in een nieuw overheerd land, en onder luiden, op welken uw vertrouwen niet zonder gevaar kon zyn?" Peter, zonder enig antwoord te geven, rees op , vatte hem by den kraag en lleepte hem uit de eetkamer: waar op hy weder aan tafel ging zitten, en zeer fmakelyk at. De gasten waren van verbaastheid als levenloos; en zyne gastvrouw viel aan zyn voeten neder, zeggende: ,, Sire I ik ben geheel niet bekommerd , dat u de kreeften kwalyk zullen bekomen : raaar ik ontveins niet, te vrezen, dat de ontroering, waar in zig uwe Majefleit thans bevind, van nadelige gevolgen kan wezen. Het zou echter, in dat geval, even wreed als on- billyk zyn, dat men my verdagt hield!" „ Vrees niets," fprak Peter, haar in de reden vallende, „ ik houde my zo wel verzekerd van uwe verknogtheid aan my, en van die uwer Medeburgeren, dat ik, zonder de mmfte ongerustheid, by ieder hunner, op zyn beurt, onder dak zou komen: het is 'er verre van daan, dat deze knapen (wyzende op zyne Hovelingen) my zo veel vertrouwen inboezemen : en ik zou my min veilig rekenen by vyftig van hun, dan by één van uwe Medeburgeren. Ik bidde u, nog eens, Hel u gerust: want ik ken de luiden , waar mede ik te doen hebbe." (Het vervolg en/lot in onze eerstkomende.) GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 144: en te Haarlem 16, onder welken laatflen 6 beneden de 4 Jaren. NB. In de week te voren 16 en niet 61: gelyk door een drukfeil, in onze laatste N° gemeld word. Gedurende de maand April zyn, in Rotterdam, en dc Jurisdictie dier Stad, overleden, of ook ingebragt en begraven 37 Mannen, 43 Vrouwen en 73 Kinderen, zamen 153 Perfonen: behalven 2 doodgeborenen, en 2 onechte. Van dc 153 Perfonen waren 16 Kraamkinderen, 24 beneden het Jaar, 25 van 1 tot 5 Jaren, 4 van 5 tot 10, 1 van 10 tot 15, I van 15 tot 20, 2 van 20 tot 25, 4 van 25 tot 30, 6 van 30 tot 35, 7 van 35 tot 40, 5 van 40 tot 45, 1 van 45 tot 50, 5 van 50 tot 55, 6 van 55 tot 60, 5 van 60 tot 65, 7 van 65 tot 70, 10 van 70 tot 75 , 12 van 75 tot 80, 7 van .80 tot 8,5, 4 van 85 tot 90, en I waarvan de jaren niet zyn opgegevenGe-  C 1*0 ) Gedurende dc maand April zyn, in 's Hage, en dc Jurisdictie van dien, overleden, 54 Perfonen van het Mannelyk, en 57 van 't Vrouwelyk gellagt: zamen til. Hier onder 34 beneden het jaar; 14 van 1 tot 5 Jaren; 2 van 5 tot 10; 3 van 10 tot 15; 3 van 15 tot 20; 2 van 20 tot 25; 1 van 25 tot 30; 4 van 30 tot 35; 5 van 35 tot 40; 4 van 4Ctot 45; 1 van 45 tot 50; 2 van 50 tot 55; 4 van 55 totöo; 3 van 60 tot 65; 5 van 65 tot 70; 9 van 70 tot 75; 10 van 75 tot 80; 2 van 85 tot 90; I van 90 tot 95; en 1 van 104 Jaren, (t) (f) MarianneVar, over de Loosduinfchen Brug, 3 April. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. Uittrekzcl der D.igelykfche Waarnemingen van 28 April tot 4 Mey 1793. te Hamburg. ("Hoogde fland 28, 4J. den 4 Mey. Barom. 1 Laagfte - 27, 6J. den iften. I Gemiddelde der gehele Week 28,0]. Therm. fHoogfte ftand 17. 's Midd. van den 28 en 29lten. Reaumur. < Laagfte 40 's Morg. van den 4 Mey. LGcmiddclde der gehele Week 14, 3 grad. Heerfchehcle wind Z. W. Weerkundige Waarnemingen . ruiten Haerlp.m. Te Haerlem,, by PLAAT ea LOOSJES, BEKENDMAKINGEN. *»* NOMMER III. en IV. van het VYFDE DEEL der VADERLANDSCHE BIBLIOTHEEK zyn , in 't begin der voori1 ge en van deeze Maand, uitgekomen by M. de BRUYN te Amfterdam , in de Warmoesftraat, en alom by de Boekhande ■ laars in de Nederl. Steden verzonden. Dit geacht en on- zydig Maandwerk levert, by aanhoudendheid, zaaklyke Uittrekfels en korte Beoordeelingen van de nieuwfte Boeken, en lee1 zenswaardige Mengelftukken tot bevordering van Geleerdheid, Weetenfchappen, Kunften en goeden Smaak. In deeze twee INommers zyn uitgetrokken en beoordeeld: de Schriften van Bergen; Edwards; Hervey; van Swinden; Kafielein, Townfend; Moens en Bofch; Andriejfen ; Meiszner ; Jungers ; Hefs; Koppen; v. d. Aa ; v. Eckartshaujen; de Lhalmot; Adams; Salzman, en Bruckerus; en nog: Verh. van Teilers Godg. Genootfchap ; Kerkgebed der Broeder - Gemeente ; Geloofsvolle Belydenis ; Kort begrip der Nat. Hift.; Guftaaf Kosmopoliet ; de Kluizenaar in Helza ; de Menfchen- vriend, Dichtftukken van het Haagfch Genootfchap, enz. ■ ■ Onder de MEN GELSTUKKEN munten uit; i. Waarneeming over de drift tot hoogachting. 2. Over de Hartkloppingen. 3. Bereiding van den Pyrophorus. 4. Over het Winterverblyf der Zwaluwen. 5. Ouderdom van fommige Dieren. 6. Over het Huis Savoie. 7. Van de Baden der Ouden. 8. Over Devonshire. 9. Van den Waterval te Niagara. 10. Leevenswys der Negers. 11. Om in het begraaven en rouwdraagen onnoodigc Koften te myden. 12. Franklin over de Weelde. 13. By welke Natie in Europa is de Koophandel eerst in trein geraakt? 14. Over de Kunstdriften der Dieren. 15. Hoe veele Zakhorologien jaarlyks in Europa gemaakt worden? 16. Afmeeting der uuren in Italië ; en verfcheide Dichtftukjes. V GEZICHTEN op de STAD HAARLEM, van het Noorder en Zuider Spaarne te zien, naar 't leven getekend door A. CLATERBOS, en in 't koper gebracht door A. CARDON. Zynde 2 uitmuntende fchoonc Plaaten, die de Tekenaar en Graveerder de grootfte eere aandoen. Dezelve worden uitgegeeven te Haarlem, by de Compagnie Boekverkoopers, en in de meeste Steden. Een Bericht wegens deeze onderneeming is alomme gratis te bekomen. NB. Het Gezicht op de Nieuwe Kolk, en het Duin by Kraantjelek, door dezelve Meefters , zullen , zo fpoedig eene goede uitvoeiing zulks toelaat, het licht zien. De Prys van ieder Plaat is/ 1—16, Proefdrukken ƒ 2-10. V DE HAARLEMMER-HOUT, in deszelfs tegenwoordige fituatie, naauwkeurig afgetekend door D. ENGELMAN, en in 't koper gebragt door J. van JAGEN , wordt uitgegeven te Haerlem , by de Boekverkoopers A. KAMPMAN , in de Anegang, en C. PLAAT, in de Lange Veerftraat, en te Amfterdam by A. B. SAAKES, in de Pyllteeg ; de Prys ln 't zwart ƒ 1 , en gecouleurd ƒ 1—10. Iearo- thermo- streek me- meter. der luchtsge- ter. Noord; Zuid. wind. steldhrid. ("3°- °f 52 54 W. t. W. I voorm. regenagtig, 8.< 30. o| 5r£ 51 n. w. j vei der bewolkt , / 30. o 47° 46 n.t. w. 1 'snagts regen. f30. 051 54 I Z' t- W' i 9-)3°- °3 58| 66 | z. w. j bewolkt. (30. i 48 47?- 1 ■ f 3°- 1 54| [ öo| z. t. w. 10. j2?-11": 66 78 z. 0. bewolkt. ^2q.io 58 57 n. n, o. f 29- 9 6Ï TÖl z7o~. bewolkt, namidd»? 11. <29. 9 70 82 J n. n. o. ten oosten donder. (29. 8f Ö2| 62 0. z. o. f29. 9 I 62 79 0. n. o. omtrent héld. nam. 12. <29. 8 I 75 945 n. o. ten oost. zware wol. jic,. 8£ I 61 60 n. n. o. 'savonds weerlicht. f29. 8 64 79 o. t. n. omtrent helder,nam. 13. ^29. 7i 76 101 o. zware wolken, van (.29. 8J 56jr 55j w.t. n. verredonder; f29.10 55L 1 59 I n. woiken, voorm. t4.? *9-Ils 59'ï 07 j n. t. o. zeerwindrig, ^30. o| 46 I 45 I n.  i7P3- No. 256. AL GEMENE KONST- en LET TER-B ODE, VOOR MEER- EN MI N-GEO EFFENDEN* Vry dag den 24 May. BERIGTEN. m DUITSCHLAND en naburige Ryken. 18 December 1792. overleed*, te Anfpach, Y\ 1 in den ouderdom van ruim 74 jaren , de Heer if AT. C. Scluntedel, Koningl. Pruisf. Geheimraad or. Lyfarte,, Prefident by hot Collegium Medic. te; Anfpach, en Lid van de Keizerl. Akademie der Natuurondcrzockeren, van het Kruidkundig Genootfchap te Fïorenzen, en meer andere Geleerde Maatfchappyen. Hy was een der eerfte Hoogleeraren by de in den jare 1743. opgerigte Univerfiteit, te Erlangen, waar van hy naderhand Curator wierd, en onderwees aldaar 20 jaren in de Geneeskunde: zedert wierd hy door den laatsten, nog levenden , Markgraaf van Brandenburg ■ Anfpach, tot Lyfarrs beroepen. Van zyne veleiieie en grondige kundigheden tuigen zyne fchriften, waar van men een lyst vindt in Mëyer's Nachrichten von Anfpachifchen und Reyreuthifchen Schriftfelleren, en in Meusell's Gelehrtes Deutschlant: F R A N K R r K. De post van eerften Boekbewaarder by de Nationale Bibliotheek, die, tot verre tusfehen de 20 en 30 duizend livres jaarlyks opbragt, en doorgaans aan een der hoge Amptcnarcn gögeven wierd: gelyk dezelve, zedert 1789, ha het overlyden van den Heer Le Noir (voorheen Lieutenant van de Politie te Parys) door den Heer D'ornfèsfon, gewezen Voorzitter in het Parlement, bekleed werd, is dezen thans, door de Nationale Vergadering, X. deel. i ontiomen, en aan de Heren Carra en Chamfort opge! dragen. Bv deze verandering wint de Nationale kas jaarlyks 20 duizend liv. uit; overmits de wedde van elk dezer nieuw aangeftelde Heren llegts 4000 liv. is. NEDERLANDEN. Amsterdam. Den 7den May heeft het- Ainfleldamsch-dicht en Letteroefend Genootfchap, deszelfs Jaarlykfche Vergadering in de Handboogdoele alhier gehouden. Na ene gepaste Aanfpraak en redekundig onderzoek, of de Theoriën der Dichtkunfte meer voordan nadeel aanbrengen; door den Voorzitter Samucc, Elter; bleek dat gene der ingezonden ftukken, op de uitgefchrevene prysftoffen, zo veel waarde hadden , dat men één uit dezelven konde bekronen. Wordende dus de volgende PrysftofTen, zommigen by hernieuwing, opgegeven : Voor Dichtftukken s 1. De Mode. Hekeldicht. 2. Ne kern ia 3. De Schepping. Lierzang. De Verzen op de twee eerstgemelde ftoften verWagt men vóór den eerften van Wintermaand dezes jaars, en op de laatste, vóór den 1 December 1794. Voor Theoretifche Verhandelingen: t. Ene dichtkundig wysgerige (Aesthetifche) beöor~ deling van Klopstocks Mesfias. X . 2,  2. Welk een invloed hebben de Nederlandfche Redenrykeren voornamenlyk op onze Taai-en Dichtkunde gehad'' De ftukken op de eerfte (toffe verwagt men vóór den eerften van Wintermaand dezes jaars; kunnende dezelve zo wel in 't Hoogduitsch (dog met Italiaanfche letters gefchreven) als in het Neêrduitsch beantwoord, worden: zullende het beste en goedgekeurde ftuk, op die ftoffe, met de gouden medailje, en nog 20 dukaten daarboven, bekroond worden. Op de laatste ftoffe kan men de ftukken tot den 1 December 1794. inzenden. Het Genootfchap belooft deszelfs gouden medailje, ter waarde van 30 ducaten, aan het beste en goedgekeurde dichtftuk of verhandeling op ene der bovengemelde doffen; en een zilveren van gelyke grootte en munt voor het naastbykomend, en mede goedgekeurde ftuk. Moetende de ftukken, een en ander betreffende, op de gewone wyze vóór of op den bepaalden tyd vragtvry gezonden worden aan 's Genootfchaps Secretaris, G. Brikder a Brand s te Amfterdam. Haarlem den 22 Mey. Gisteren hield de Hollandsche Maatscha pr der Wetenfchappen, alhier, harcjaarlykfche grote Vergadering: waar in, onder anderen, de gouJén eer prys aan een der ingekomen Antwoorden op de yraig, nopens en$n eerften en algemenen grond van zedtlyke verpligting, in 1791. opgegeven (zie Alg. K. en Ler.erb. No 155. of.D. VI. bl. 186.) het welk tenziufpreukevoerde: ac primam tllam partem a Natura petebanteique parendum esfe dicebant. Cicero- wierd toegewezen; zm- de by het opsnen van het daar by behorend verzegeld efijei gebleken, dat deszelfs Schryver was de Wel Ed.Hooggel. Heer Mr. H. C. Cras, Hoogleer aar in de Rechten te Amfterdam. Van het verdere verrigtte, in die Vergadering, hopen wy eerlang onzen lezeren verflag te kunnen geven. f 11 ■ ~ "—1 Waarnemingen over het Geneeskundig gebruik van den bast der wortelen van den amer-icaanschen TULPENBOOM {Liriodendrum Tvüpifera) in een brief van den Here JOHN T. YOUNG Med. Dr. te Philadelphia, aan den Here joshua' clayton , Gouverneur van den Staat van Delaware, den 2 November 179'2- Van de Liriodendrum Tu/ipifcra, Tulpen-boom , groeiende in-byna alle de (latenvan Noord ■• America , zyn twee zoorten, bekend onder den naam van den witten en ge len Tulpboom. Van dezen boom is het hout van den witten bard, taai cn zwaar; van den gelen zacht en broosch, en treft men den eerften het meeste aan op, hoger, den tweden op lager gronden. ' De:beste.tyd om dezen.nuttigen bast, tot Geneeskun¬ dig gebruik, in te zamelen, is in de maand February, dewyl als dan de fappen zig voornaamlyk in den wortel famentrekken , waar door derzelver kragt niet weinig word vermeerderd. De hoofdeigenfehappen daarvan zyn het aromatieke het bittere, en het famentrekkende; zynde het bitter fterker, het zamentrekkende zwakker dan in de Kina. Ook bezit deze bast een aromatieke fcherpte, waar uit ik opmaak dat dit middel zeer bederfwerend en in een hogen graad verfterkend" is. Het aromatieke fchynt gelegen, te zyn in een terpentynachtige zelfftandigheid, welke do.ir liet prikkelen tier ingewanden gemeenlytc als een zagt purgeermiddel werkt. Ik heb in een menigte van gevallen waargenomen , dat de maag den bast zeiven niet kon verdragen, dan na dat ik by ieder dolis enige droppelen Laudanum gevoegd had. Ik heb dezen bast dikwyls in tusfehenpozende koortfen voorgefchreven , en kan uit ondervinding verzekeren, dat hy althans niet minder kragtig werkt dan de Kina; mits hy, in de tusfehenpozmgen, in een behoorlyke hoeveelheid word voorgefchreven, en men zig vooraf van een braakmiddel bediene, om de eerfte wegen van de gal- of enige toevallige kwade ftoffen te zuiveren. In afgaande koortfen heb ik hier van niet minder gunftige uitwerkfeien gezien dan in de tusfehenpozende. In zodanig een koorts, gepaard met een fchieiyken zagten pols,, een* bcflagen droge tOHg, en ongeftelde maag, bediende ik my van dit middel gedurende twe of drie daiien ; dog al myn voorraad gebruikt zynde, was ik verpligt myn toevlucht tot de Kina te nemen, waar van ik niet dan een geringe uitwerking befpeurde: het geen zo lang aanhield , tot ik weder een nieuwen voorraad van onzen bast verkreeg, en daar mede myn lyder volkomen genas. In ziekten, waarin geen phlogistieke gefteldheid, en een gebrek van werking in her bioedgeftel plaats heeft, is ook deze bast van nut; dewyl hy de maag verfterkt, en veerkragt aan het gehele ligchaam geeft. Ik heb den zeiven in valfchc iongontfteking. QPneumonia Notha) met het beste gevolg voorgefchreven, na gepaste zuiveringen. In de fcharlaken koorts met keelontfteking CScarlatina. Anginofa') heb ik 'er mede gebruik van gemaakt, zodra ik de ontfteking meester was. In een longtering verzéld van een uitterende koorts, nachtzweet en diarrhee, heb ik , door het gebruik van dit middel met Laudanum, deze zorgelyke toevallen verfcheide malen merkelyk zien afnemen. Het gelukte my zekeren M. Kifer, oud vyftig jaren, die zedert vyf jaren met een zinking en flechte fpysvertering gekweld was,., na de mislukte pogingen der be-> kwaaie  I 1*3 3 fcwaamfte Geneesheren, en het tóedienen der beste middelen , door het aanhoudend gebruik van dezen bast, gedurende twee weken, volkomen te genezen. In kan door ondervinding verzekeren, dat 'er in de gehele Materia Medica geen onl'eilbarer, fpoediger en krachtdadiger middel tegen de moederkwalen (Hyflerid) gevonden wordt, dan even dezen bast, met een weinig Laudanum toegediend. Ik heb in de laatstverlopen twee jaren tegens het Bon van kinderen geen ander middel gebruikt dan den meergercHden basr, na alvorens de eerfte wegen gezuiverd te hebben. Het fchynt ook van uitmuntende dienftcn te zyn tegens de wormen; het heeft my, ten minften, in dit geval , nooit te leur gefield. Ik heb het onder anderen voorge fchreven aan het kind van zekeren M. W~liite, een Metfelaar in deze ftad, dat aan ftuipen onderhevig was. Na dit middel enige malen gebruikt te hebben, raakte het honderden van wormen door den ftoelgang kwyt. In Virginie gebruikt men het inzonderheid by de paarden , tegen de wormen. Wat betreft de toebereiding van dezen bast, heb ik niets byzonders aan te merken. De gewone dofis deipoeder is, voor een volwasfen mensch, van één fcrupel, tot twee drachmen. Hy kan ook gebruikt worden in extract, in tinftuur, door trekking, en, eindelyk, door afkoking; echter is de werking altoos best, wanneer men 'er zig in fubflantie van bedient. Hiermede vertrouwe ik UWel Ed. Geflr. een algemeen verflag wegens dit voortbrengzel gegeven te hebben. ;Gaarne had IK 'er dc byzonderheden van elk geval bv gevoegd, indien ik niet vreesde hier door uwe aandagt van gewigtiger voorwerpen af te trekken. Ik behoef niet aan te dringen, hoe het algemeen ge bruik van dezen bast den kostbaren kocrtsbast voor ons nodeloos zou maken enz. Aanmerkingen over de zogenaamde DIERLYKE ELECTRIS1TE1T: van den Hoogl. Gren, te Halle. {Journal der Phyfik.) De zonderlinge waarnemingen welken dc Heer Galvani omtrent de zogenaamde dierlyke Elcétrifiteit verhaalt, hebben, gelyk bekend is, de nieuwsgierigheid der Natuurkenners opgewekt : gelyk zy ook waarlyk hunne opmerking overwaardig waren , daar zy niet alleen een nieuw veld voor hun openden, 't welk voor enen aanmerkelyken reeks van velerhande proefnemingen plaats maakte, maar ook tevens aan de fteeds levendige verbeeldingskragt overvloedige ftoffe fchynen opteleveren , ter verklaringe van velerlei verfchynzels in de dierlyke Huishouding. De faóta , in de bekende verhandelingen der Heren Galvani en ValM opgegeven, waren, buiten derzelver verklaringen, treffend genoeg, oin ook myne nieuwsgierigheid ten fterkfte gaande te maken. Ik herhaalde, met en benevens de Heren Forjler, K'ugel, Keil, tfeber en anderen, de voornaamfte proefnemingen, cn wy hadden het genoegen, om ons zeiven van rie bygebragte verfchynzels te overtuigen. Ik verbeelde my, het merendeel der liefhebberen van deze proefnemingen, die zig juist niet byzonder op de Zoötomie (ontleding van Dieren) toeleggen, genen ondienst te zullen doen , wanneer ik hun een omltandig verhaal mededele van de manier, op welke de proeven aan Kikvorfchen werkftellig gemaakt worden : naardemaal , in de verhandelingen van de Heren Galvani en Valli, deze praparatie der kikvorfchen, als reeds een bekende zaak zynde, onderfteld word. Men flaat aan de vier hoeken van een vierkanten plank ter grote van een Geometrifchen vierkanten voet (van 12 duimen) een fpyker, legt een levenden kikvorseh op den rug in het midden van de plank , flaat een ftevige draad om het beneden eind van de poten, en haalt dezen zo digt aan de fpykers, dat het dier uitgefpannen en onbeweeglyk ligt. Men opent dan den huid des onderlyfs door ene fnede in de gehele lengte van het lyf, fnydende die boven aan weerskanten ook een weinig in, ten einde, op die wyze, het gehele onderlyf van deszeis bekleedzcl te kunnen ontbloten. Men neemt ook den huid van de poten af. Hier op fnyt men de fpieren van het onderlyf, in deszelfs gehele lengte, mede door, neemt de ingewanden zorgvuldig uit of fchuift die ter zyde, en wischt het bloed, met een fpongie, uit de holligheid van den buik af. Weldra word men de zenuwen van het deybeen ontwaar, die in de Kikvorfchen, naar evenredigheid, zeer groot zyn , en die zich aan weerskanten der ruggraadswervelbeendcren vertonen. Men ontbloot die, voorzigtig, van de vliezen, waar mede zy bedekt zyn , zonder egter de afzonderlyke vezels van elkanderen të fcheuren, of aan ftukken te fnyden. Men kan dan, zo als men goedvind, de zenuwen by derzelver oorfprong aan de ruggraadswervelbeendcren affnyden, of ee daar aan vast laten; de afzonderlyke deyen met de corresponderende zenuwen affnyden , of ze ook laten zitten, naar dat men de proefnemingen veranderen wil. Het zogenaamd belegzel der zenuwen, van den Heer Galvani, beftaat hier in, dat men om derzelver einden, of om het midden, loot of enig ander metaal wikkeld, of die flegts op een ftukje metaal, zink, of een ftukje geld legt. Met de dus toebereiden Kikvorseh nu fielden wy de volgende proefnemingen in 't werk. De Dey-zenuw wierd by haren oorfprong afgefneden, aan het einde met Thee-lood omwikkeld, ea dit einde wierd ter zyde van den kikvorseh gelegd. Reeds ontftonrien 'er , onder de behandeling, wanneer de vingers het lood aan de zenuwen, en de ontblote fpierachtige delen van den kikvorseh raakten, fterke trekkingen eu ftuiptrekkende bewegingen in de delen, waar in de zenuw zich verdeelde. Wy roerden het lood en de fpieren van den dey met de lepels van een zilvren zuikertang aan , en 'er volgde gelyke bewegingen. Dan dit gebeurde niet, wanneer wy de fpieren en de zenuwen onder het bekleedzcl, of de onbekleede zenuwen, aanroerden. Op gelyke wyze ging het ook, wanneer wy het bekleedzel der zenuw van den enen dey , en de blote fpieren van den anderen dey, aanraakten. — Telkens waren de bewegingen fterker, wanneer wy eerst den dey en daarop het bekleedzel X a der  { iö4 ) éer daar toe behorende zenuw -aanraakten. ——- Ook bevonden | wy , dat deze fcliuddingen het fterkfte waren, wanneer wy I zink tot bekleding van de zenuwen , en zilver , om dc fpieren met de zink in gemeenfehap te brengen, georuikten. In plaats ' ■van den zilvren Geleider, bedienden wy ons van yzer- en koperdraad , en nogthans volgden 'er trekkingen. Wy voorzagen dezen ontlader van glazen handvatzeis, zonder daar door echter de geleiding te onderfcheppen, en bedienden 'er ons van , dog altyd met het zelfde gevolg. Een der aanwezigen hield den vinger aan de fpieren, en een ander, die met den vorigen in ene geleidende gemeenfehap ftond, roerde het bekleedzel der zenuw aan, en echter befpeurde men dezelfde bewegingen in den. 4?y. Wy roerden de fpieren en hef bekleedzel der zenuw met een niet geleidend lighaam, een kromme glazenbuis, aan, en de fpier bleef in rust. Thans namen wy een onderfchepten Geleider, een glazen pyp, aan wiens einde een metalen draad gecementeerd was, bragten, met dezen draad, de fpier en het bekleedzel der zenuw in gemeenfehap , zonder dat 'cr de geringfte trekkingen yolgden. Wy herhaalden dit met meer foorten van metaal, wier gemeenfehap door een niet geleidend lighaam onderfchept was, doch fityd zonder enig gevolg. Zo dra wy echter de geleiding herftelden, deedden zich ook, by de aanraking, deze trekkingen op. Wy legden het eind der zenuw op een ftukje zilvergeld, en raakten de fpier met het ene einde van een kromgebogen zilvren Geleider aan, en het ftukje geld met het ander einde: terftond vertrok zich de fpier; doch, buiten twyffel, enkel uit dien hoofde, dat het bekleedzel en de ontlader niet van enerlei alliccrfel waren. Alle de proefnemingen herhaalden wy met de geheel afgefncden en van huid ontblote kikvorseh - dey, waar aan de ontblote zenuw hing: en hier by volgden insgelyks de trekkingen op de aanraking der fpieren en van het bekleedzel der zenuw. Vervolgens namen wy ook de deyzenuwen, tusfehen de fpieren ter zyde van de dye, uit, bekleedden het boven einde daar van, en verkregen insgelyks langs dien weg, op de aanraking met vcrfcheidcnerlci Geleiders, trekkingen in de fpieren van den poot. Wy fchovcn ccn ftukje zink onder de nog aan den ruggraat vastzittende, ontblote, zenuw, cn 'er ontbonden op aanraking van de beneden dey des kikvorschs, waar in de zenuw zich verfpreidde, en het bekleedzel van dit deel, door middel van den Geleider, trekkingen in den poot. De zeiven ontftonden op meer plaatfen van het lyf, wanneer wy de zink, welke onder de zenuw lag, nevens de lager liggende rugfpieren, of andere ontblote fpieren aan den romp, aanroerden. Ik moet bekennen, dat ik nog meer nieuwsgierig was naar de verfehynzels met de gewone Eleclrifiteit, welken de Heer Galvani verhaalt, dan naar de reeds bygebragten: weshalven wy dan ook daar toe fpoedig overgingen. De geprepareerde kikvorseh lag op een plank uitgefpannen, «o als boven befchreven is; de dey-zenuw was by haren uitgang uit den ruggegraat afgefneden, en het einde lag ter zyde van den vorsen op de plank. Ik plaatste de plank met den kikvorseh op omtrent 4 voeten afftands van den Geleider enes Eleclri,fter - tuigs, waar mede ik voor 't overige gene geleidende gemeenfehap had. Ik hield een metalen ftaaf van ruim 8 duimen lengte, die van boven en onderen van een knop voorzien was, aan het einde der zenuw. Zo dikwyls nu iemand een vonk uit den Elearifchen Geleider der machine trok, zo menigmaal ontftonden 'cr trekkingen in de zenuw , die tot de dey en poot behoorde. Het zelfde gebeurde ook, wanneer de metalen ftaaf, van boven of van onderen , of aan beide kanten, puntig toeliep, jyiet verfcheidencrlei metalen hadden wy het zelfde gevolg. Een ftukje zilvergeld, op de zenuw gehouden, was reeds hier toe genoegzaam. Het zelfde greep plaats, wanneer het metaal geifoleerd gehouden wierd. Echter kwamen ons de trekkingen fterker voor, wanneer het metaal, 'tgeen aan de zenuw raakte, door een mensch vastgehouden wierd, dan wanneer het enkel daar aan gehegt was. Dit verdiend een nader onderzoek. By ene verdere verwydering van het Eleaifeer- tuig nam ook de fterktc van de trekkingen der fpieren at: welke op enen digteren afftand toenam. Nu nog een enkel woord over de gevolgen, welken men uit deze fadta getrokken, en oyer de ophelderingen, die men daar uit voor de Phyfiologie gegeven heeft. Eer men nog van deze Galvanifche proeven wist, vergeleek men reeds het beginzel, 'twelk de zenuwen bezielt, en waar door de fpieren aan den wil der ziele onderworpen zyn, by de Ele&rifiteit. Zeer na komt de gisfing, die onze verdienftelyke Hoogl. Klüger , voorhêen, te kennen gaf, met de gegeven opheldering des Heren Valli overeen. De Dierlyke kragten (zegt hy +) „ zyn van ene gantsch andere hoedanigheid, dan de werktuigly„ ke, welker manier van werking wy duidelyk onderfcheiden w kunnen. Velen befchouwen de zenuwen, als allerfynfte, met „ ene ongemeen dunne en beweegbare vloeyftoffe (zenuwen-fap) ,, gevulde, buizen: een denkbeeld, 'twelk te zeer willekeurig „ is. Men zou veel eer de zenuwen, naar de wyze van Elec„ trifche geleiders van metalen en andere lighamen, ook als „ Geleiders kunnen befchouwen voor ene Dierlyke Ele&rifehe „ftoffe, die uit de hersfens naar de fpieren gevoerd word „ en, uit hoofde van de ftrydige hoedanigheid der fpieren * „ met enige trilling , in dezelven overgaat. De zenuw - vaten' „ welken de prikkeling in enig lid tot de herfens voortplanten * „ kunnen anders toegefteld wezen, dan de zulken, die ter be„ weging van de leden en andere delen des ligha'ams dienen. „ Men voelt meermalen pyn in verlamde leden, en de bewe„ ging der fpieren heeft dikwyls, zonder gevoelige aandoening, „ plaats : wy moeten ons, in dezen, met gisfingen, en figuur„ lyke befchryvingen , te vrede houden." My betreffende, ik beken openhartig , dat het my te vroeg voorkomt, om, uit de tot nog bekende facta, reeds phyfiolo gifche ophelderingen af te willen leiden. De benaming- van Dierlyke Eleclriftteit fchynt my al toe niet wel gekc£ zen te zyn, als reeds tot ene oorzaak opleidende, welke misfehien wel in 't geheel gene plaats heeft. Zelfs behoorde men , om des artnhartigen Magneetifeerder's wille, deze benaming niet langer te gebruiken. Vermits zelfs ware Natuurkenners de overeenkomst tusfehen de Electrifche en Mao-neti"che ftoffe beweerden, zal de Magnetifeerder, op gelyke wyze weldra ene overeenkomst vinden tusfehen de Dierlyke Eleèlri- ; ming CO Encyclopédie, Neue Aasg. Th. I. S. 842.  Jitkit m het Dierlyk Magnetismas. 'Ene uitdrukking van my nen vriend, den Hoogl. keil, over de gevolgtrekkingen uit d< Galvanifche proeven, fcheen my dus toe des te meer te ver dienen, dat men haar der ernftigfte overweging der Natuur kundigen bevele, als reeds door dezen vcrftandigen regel val Newton aangeprezen zynde: dat men, om natuurlyke voor vallen op te helderen, geen meer oorzaken voor waar moe aannemen, als die noodzakelyk cn toereiicend zyn. Men be hoeft, in onze, in ophelderingen zo vrugtbare , eeuw, niet lani in de fchriften van zommige Natuuronderzoekeren, te zoc ken, om zich te ergeren aan 't geen Bacon Anticipatie* men tis noemt.' Te regt, zegt de Heer H. R. Lichtenberg (i: enen brief aan my) : „ zommige luiden beginnen heden tei „ dage Bacon weder te vergeten : cn het is ongetwyffeld' ee; „ heerlyke inval van den Heer Ma'unon, te Berlyn, om he „ novum organum van denzelven tc laten vertalen. Dit zoi w zekerlyk van veel nut wezen." Het behoeft geen bewys dat men tegenwoordig ongemeen zeer genegen is, voor afzon derlyke verfchynzels, afzonderlyke onbekende ftoffen, of onüe kende kragten, als werkende oorzaken aan te nemen. Byal dien eens, dus denkt myn vriend Reit hier over, alle dezi door de Heren Galvani en pralli waargenomen verfchynzU blotelyk uitwerkingen van de reeds van over lang bekend prikkelbaarheid der fpieren en van de kennelyke prikkeling de Electrifche ftoffe waren : zou men dan nog wel ene afzonder lyke Dierlyke Eleblnciteit nodig hebpen, om ze te verkla ren? ■ Volgens zyne nadere bepaling, wierd'er, by d aanraking tusfehen het metaal des ontladers, en het daa inede verfchillcndc van het bekleedzel der zenuwen , of lieve door de aanraking van het metaal, waar mede de fpier gemeen fchap had, en het bekleedzel der zenuw, Electrifiteit geboren dat is te zeggen, het evenwigt der natuurlyke Eleélrifitei wierd verbroken : misfehien was de fpier het aandoenlykft Electroscoop, en tevens voor de prikkeling der Eleétrifchi ftoffe meer vatbaar, dan voor andere prikkeling. Ingevolge hiel van zou, op deze wyze, de zamentrekking (crispatie) dei fpier - vezelen niet dan de werking der bekende irritabilitei van dezelven, van de bekende aandoenlykheid der zenuwen, en van de bekende prikkeling der artificieeleElcctrifiteit wezen , welke hier geboren wierd. De verhaalde werkingen der konstmatigc Electrifiteit, in dt nabyheid enes Eleétrifeer - tuigs, fchynen deze mening gcet gering fteunzel by te zetten. By het overgaan van den vonk uit den Geleider des werktuigs in enen nabyzynde Geleider, word ook het evenwigt dei Eleftrifiteit, in de lucht rondom dezelven, eensklaps verbroken : het zelfde gebeurd ook ogenbliklyk by den Geleider, die op de zenuw of de fpier in derzelver dampkring ftaat: en op die wyze volgt hier door prikkeling, die weder de zamentrekking der fpier ten gevolge heeft, zo lang 'er leven in deze is. Door de vonk uit de Leydfche fles word, onder dezelfde omftandigheden , gene trekking te weeg gebragt; overmits in de omringende lucht geen evenwigt van Electrifiteit, daar door verbroken word. Myn vriend geeft dit niet hoger, dan voor ene enkele gisfing op: die nogtans, met 'er daad, de proefnemingen van Galvani, voor dfe Natuurkundigen, ten uiterften opmerkenswaardig zou maken, fchoon daaruit bok geen nieuwe ontdekkingen voor de Phyfiologie te halen waren. TE KENINGEN én PRENTEN. napels. CoLLEcnoN of Engkavïngs from ancient vafes, mostly ' of pure greek workmanfhip , discovereim fepulchres in the Kingdom of the two Steiltes, but chiejh in the Neigh; bourhood of Napels, during the courfe oftheyears 1789 r and 1790,- now in the posfes/ion, of Sr. PVm. Hamilton , ; hit Britanntc Majesty's Envoyexir. andplenepot. at the . court of Napels, with remarks on each vafe by the , collettor , vol. I. Published by Mr. W. Tisch , eein , Dire&or of the Royal Akademie of Painting, at ! Napels. 1791. mét een daar tegen over ftaande11 t Franfchen Tytel en Text by de Aanmerkingen, gevolglyk 1 dubbeld, 159 bladz. in folio, met 60 Afbeeldingen en 3 , voorafgaande Platen, prys 4 oneen, Napelfche munt Dit pragtig Prentwerk is ruim zo zeer voor de Konfte- ■ naars als voor de Liefhebbers der oudheid gefchikt", wes- ■ halven, men, om kosten uit te winnen, by de Af bceldin: gen der Vafen, zig enkel tot de omtrekken bepaald > heeft; ondertusfchen heeft men deze omtrekken, onder : het opzigt van den Direkteur Tischbein, door bekwame ■ Tekenaars doen vervaardigen, en wel volgens ve-zekering van den Heer Hamilton, in diens voorreden tot dit deel, . met zo veel naauwkeurigheid, dat men zommigen daar ~ van tot 3 en vier malen heeft laten aftekenen, eer men r zig te vreden hieidt; zulks men zig op ene voikomene . gelykheid met de originele Vafen ten volle mag verlaten. Wat de VaJ'en zeiven betreft, men fchynt thans, vol: grens de aanmerkingen van gemelden Ridder , vry algemeen : overeenteftemmen, dat men ze voor gene Etrufchifche : Cgelyk men voorheen dagt) maar voor Griekfchen te hou- ■ den hebbe: overmits zo wel kunst en ftyl, als fabel, daar op, zig voor grieksch doen kennen. Velen derzelven zyn van enen tyd waar in de verhevenfte ftyl bloeide, en de konftenaars kunnen 'er niet weinig uit Ieren , wanneer zy dezelven vlytig beftuderen. Zie hier ene korte opgave van den inhoud dezer afbeeldingen. Vooraf gaan 3 platen: als I.) een fraaye Tytelplaat, waar op een grafkelder en een geopende ftenen farcophaag, naast welken het geraamte met de Vaas legt: getekend naar een der werkelyk geopende Graven; 2) waar op ommetrekken van 12 onderfcheidene vormen van Vafen: en 3.) zeven onderfcheidene foorten van ornamenten , zo als men die aan de Vafen ge- ! vonden heeft. Na dit voorwerk volgen de 60 Afbeeldingen der Vafen en der figuren op dezelven .- zynde- i.)Bel- : lerophon, de Chimasra (een dichterlyk gedrogt) afmakende, : nevens Koning Jobates en Minerva; alles ongemeen duidelyk; 2 en 3) moeten insgelyks Bellerophon met zvn Bruid , ; de Dogter van Jobates verbeelden; 4.) Alcmeon, Iris de wapenen toereikende: zeer zinryk uitgedrukt; 5.) Jafon en Pelias ; 6.) Thefeus, Sinis dodende: ter zyde ftaateen boom-; 7.) met de Dogters Pelias; 8 en 9.) ^/pol¬ io op een gevleugelden wagen, geheel in de oude dichterX 3 lyke  lyke afbeelding en uitdrukking van de zon; io.) Penélope met draden om te weven •, (waarna Angelica Kaufman een fchildery vervaardigt heeft.) 11.) Gevegt met een Centaurus: 12.) ftryd van Herkules met de Amazone Antiope ; 13.) Thefeus kampende met een Centaurus: beneden ligt een twede gewonde Centaurus ; 14.) Telemachus by Menelaus: men reikt hem de fchaal met Nepenthes toe; 15.) moet Ulisfes en Menelaus, als afgezanten, aan het huis van Antenor verbeelden; 16.) De drie Heracltden werpen het lot ter verdeling van Peloponnefus; 17.) Tphigenia tusfehen Orestes en Pylades ; en wel uit het derde bedryfder Iphig. in Taurus van Eurip. 18 ) Abfyrtis met Medea in gefprek ; 19.) Orestes eifchende van Menelaus de aan hem verloofde Harmione , nadat hy zyn Medeminnaar Neöptolis gedood hadde; 20.)moet^fe/?/;/araus en Eupbyle zyn. 21.) De vergoding van Hercules ; 22.) Doionis tusfehen Ulisfes en Diomedes, met zeker oud grieks fchrift, waar over ene verhandeling van den Graaf Rezzonico, teFanna, ftaat te volgen; 23.) komst van Diana op haar wagen te Delphos: zy word van Broe der u4pollo verwelkomt; 24.) Thefeus verliaat den Mmotaurus ; 25.) ^egina, Moeder van sleacus, door Jupiter, onder de gedaante van een arend, gefciaakt; 'naar Nonnus: aan den hals der Vaas ziet men ene Syrene; agterwaarts een Vrouwenbeeld, volgens zommigen ene vergode Zangeres van Nero ; 26.) een Pleng offer: aan het Outer ontdekt de Uitgever een Blaasbalg; 27.) ^pollo op den Drievoet en voor hem Manto; 28.) Paufanias cn Sophanes, den Athener, met een anker op het föhild; ■Ziende op ene vertelling in Herodoot, by den (lag te Piatora, 29) het Bacchusfeest, reeds bovenvermeld; inden ouden ftyl, die men voorheen den Etrufchifchen noemde, dog zo goed grieksch is, als die der overigen, fchoon van .vroeger kunst; 30.) jupiter op een wagen met vier paarden, zyn blixem flingerende; 31.) Bacchus in de grot by Nesfa., deszelfs Genie Acratus , Ariflaus , twe Nymphen en Boksvoeten; 32.) een jonge Boschgod op een fluit blazende; 33.) Bacchus en slriadne; 34.) een fchoon Vrouwenbeeld met Vafen: hier als behorende tot een Bacchanaalfchen ftaat; voor haar ftaat een gebaarde Genie: zynde die van Bacchus Brifieus: 35.) een brok vaneen Bacchanaaltrein; 36.) Een vrouwenbeeld, houdende een Rhee-vel: voor haar een Boschgod, in het midden een romp van een Bacchus: zynde gecopieerd naar ene fchildery van Antimachus, volgens het daarop gevonden fchrift; 37.) moet ene inlyving inde geheimen van.Ceres verbeelden; 38.) drie danzende lthyphalli; 39.) Een zittende Bacchante, meteen .Gryns; voor baar een knegt, als Boschgod; 40.) twe anderen, die zig ten offer haasten; 41.) Centaurus met eenjongen ■Boschgod, nevens een Bacchanaalfche uittogt: aan een boom •hangen momaangezichten; 43 en 44andereuittogten vanBacchanten; zynde de 3 volgende almede Bacchanaalfche voorwerpen; 49.) een vrouwenbeeld , dat zig opfchikt; 50.) een Toneelmeester,, nevens twe zangers met de lier en de Puit.; 51. ene SaltatioSatyrica(fater-dans) door denHeer Tisch- betn in fchildery gebragt, hebbende de Heer Hackert het landfehap daarby vervaardigd. De volgende zien op fpelen:s2.)twe Pueri Celetizontes , gelyk ze by Plinius heten; 53) een overwinnaar met het Renpaard, met die byzonderheid, dat hy fchild en fpies in handen heeft ; 54.) twee Discoboli (Iteenwerpers of flingeraars) met den kamprechter (voorheen den Aliptes;) 55.) Vuistvegters, maardrietegen eikanderen; 56.) twe met den Cestus (bruidsriem) 57.) een Kampvegter als overwinnaar, tegen over een twede met een afgehouwen hand , 58.) een Badketel met nevensftaande Worftelaars; 59.) moet het afnemen van den eed by enen ingeiyfden in de geheimen van Ceres verbeelden; 60.) een wapendans op het Toneel. De verfcheidenheid van kledy, opfchik en iieraadjen, de overal doorftralende fmaak, Genie en verbeelding , welken in deze ftukken uitblinken, alles boezemt ons zulk een verheven denkbeeld in, van den hogen trap waartoe de konst in het onderfte gedeelte van Italien (of groot Griekenland) geklommen was , voor dat de Romeinfche plunderaars kwamen en alle aankweking vernietigden, dat ,men nauwlyks konne begrypen , hoe alles weder uit de waereld konde veröwynen; en niet zonder finart kan vooruitzien op het geen ook thans nog volgen kan. - Voorts worden in dit werk alle de plaatfen nauwkeurig opgegeven, waar de onderfcheidene Vafen zyn opgedolven. (O. G. A.) NB. Men kan dit werk ook hier te lande by de Boekhandelaars S. en J. Luchtmans , te Leyden bekomen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot ben handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Londen. Twee voorname Comptoiren te Dublin hebben, dezer dagen, mede met betalen opgehouden. Een derzelven van een eerst katoen - fabrikeur zynde , werden deor dit toeval omtrent 1200 arbeiders buiten werk gefield. In Engeland alleen, word het getal der werkeloos geftelde arbeidslieden , door de veelvuldige faillisfementen, op meer dan 40 duizend begroot. De Staatsfecretaris Dundas heeft, onlangs, in het huis der Gemeenten, berekend, dat de Britfche OostIndifche Compagnie ene Scheepvaart dryft van 81000 tonnen, en 7000 matrofen onderhoudt: dat door haren Handel jaarlyks voor de waarde van 700000 p. ftr. ruwe waren in, en een millioen gemunt geld uit-, gevoerd word : dat 's lands fchatkist jaarlyks een millioen aan tollen van haar trekt: terwyl in de Indien zelve nog een twede millioen inkomften van haar getrokken word: dat de kooplieden en beamptenaren der Compagnie op een jaarlykfchen winst van een halve mül. konden rekenen: en dat het gehele voordeel, 't welk de lndifche bezittingen jaarlyks aan het Ryk opleveren, niet minder bedraagt dan 7 mill. ftr. HIS*  HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECDOTEN. , E.n'ige' Anecdotes van czaar peter r. (Vervolg van Bladz. 158) Alles dreef Peter tot een uitterfte: zyn weerzin in ftaatzy was zo fterk, dat zy hein die palen van het betameJykc deed over 't hoofd zien , welken in 't algemeen nodig geoordeeld worden om ontzag inteboezemen. Dit gaf wel eens aanleiding tot belaglyke tonele.1. Op zekeren kouden winterfchen dag, verleende hy gehoor aan den Poolfchen Gezant in de Raadkamer Toen de deuren open gezet wierden, om den Minister in tc laten, liet dc Czaar blyken, dat hy veel hinder van de koude had; hy doeg zyne ogen in 't rond, en ziende zyn Vice Kanzelier, Gollowm, met een byster grote paruik gedekt, trok hy hem dien onmiddelyk af, flopte 'er zyn eigen hoofd in, en ontving de pügtplegingen van den gezant, in dezen koddigen opfchik, die des te meer aiflak by de contrasterende vertoning, welke de Kanzelier maakte, die, gedurende het geheel gehoor, naast hem ftond, met zyn blote hoofd, en zyn erbarmlyk wezen. Op een anderen tyd, te Reval, by de Lutherfchen te Kerk gaande wier Predikant hy ongemeen gaarne hoorde, nam hy plaats naast een Burgemeester, die in een goeden Pels irebakerd zat en een warmen bonten muts op 't hoofd hadde. Peter, die zyn hoed afgenomen hadde, wierd koud en verdrietig: en eindelyk alle ged..ld verliezende, maakte hy zig, in het midden van de preek, meester van des Burgemeesters muts, dien hy op het hoofd hieldt, tot dat de Dienst geëindigd was, wanneer hy dien te rug gaf, zonder een woord te fpreken. Peter bezat, met alle zyne goede hoedanigheden, ook niet weinige flegten. Hy was altyd vol agterdogt omtrent zyne Rtislüche . onderdanen: en hy tragtte nimmer zyne veragting van dezelven, en zyn voortrekken van vreemdelingen, te verbergen. Het is iets zonderlings, dat, daar hy, in andere opzigten, zo veel moeds toonde te bezitten, hy nogthans aan de kinderagtigfte angstval- I ligheden was onderworpen, en bevreesd, om alleen te flapen: men zegt echter, dat deze angstvalligheden aan ' een fchrik waren toe te fchryven, dien hy in zyne jeugd ontving, toen hy, in den opfland, door zyne Zuster verwekt, fchielyk wierd wakker gemaakt door.de Strelitzen. Hier door was hy, nu en dan, onderhevig aan onwillige vervoeringen van fchrik en woede, die van zo hevige ftruiktrekkingen verzeld gingen, dat zyn gelaat daar door fcheef getiokken wierd. De hevigheid zyner driften, en zyne'verregaaiide ligtgeraaktheid, welke gedeeltelyk aan deze oorzaak kunnen toegefchreven worden ,waren niet weinig, toegenomen door involging, . en maakten hem dikwyls eigenzinnig en wreedwaar van zyn vernielende togt naar Zweden, in 't jaar 1710, een al lerfchandelykst voorbeeld opleverde. Zyn gedrag omtrent zyn. Zoon kan voor niet beter gehouden worden.; hoe zeer men zyn afkeer van dezen en diens Moeder, de eerde Keizerin, aan de heimelyke opftokingen van den ■ listigen en eigenbatigen Menzikqff voornamelyk wil toe«gefchreven hebben. Dc Hiftorie van Catharlna is te wel bekend om 'er over uit te weiden. Geiukkig was het voor deze Vorftm, dit hare belangen tc naauw verkhögt waren met die' van den evengenoemden Staatsdienaar, om dezen niet, uit liefde vo.ir zig zeiven, haren getrouwen vriend te ma-' ken. Peter was verzot op vrouwen en hieldt een aantal byzitten: dan genen derzelven kon hem ware genegenheid inboezemen, of dc hardheid van zyn geitel ver- ■ murven. Voor Catharlna alleen gevoelde hy liefde, en jegens haar alleen droeg zyn gedrag blyken van tederheid. Wanneer hem die toevallen van fchrik en woede ' overvielen, waan aan hy onderhevig was, en in welken' hy zig verbeeldde gevaar te lopen van vermoord te zullen worden; wanneer niemand zyner Hovelingen hem' durfde naderen; fcheen haar Item als ene betovering op' hem te werken, waar door zyne geesten onmiddelyk tot bedaren gebragt wierden. By die gelegenheden kon zy hem naast haar doen zitten, zyn hoofd in haar fchoot leggen, hem, gelyk een klein kind, in flaap zusfen, en, om hem in zyn fluimeren niet te ftoreil, twee of drie' uren ii deze lastige houding blyven; wanneer hy, na deze rust, volkomen bedaard en welgemoed ontwaakte, en, op die wyze, de heftige hoofdpynen ontdook, wel-ken anders altyd op deze toevallen volgden. Peter aarzelde met dit alles zeer lang, eer hy befloot oni .Catharlna voor zyn Vrouw en Keizerin te Jaten uitroepen. Op zekeren dag, in zyn Paleis, van ene: reize te rug komende, vond hy , in een der vertrekken, een Arabier , die in zyn dienst Was, bezig met bloemen by een te fchikken, en vroeg hem, wat hy deedt? De' man, zonder zyn werk tc ftaken, gaf ten antwoord. „Morgen, Sire! is myn Vrouws' verjaardag : zy bemint my met al haar hart, en doet altyd hdar best, om my te believen. Ik, arme drommel die ik ben, weet met hoe ik haar ' myne dankbaarheid tonen zal; en dus maak ik een onnozel Bloem - kransje voor haar: maar ik verzoek, dat gy " 'er haar niets van zegt, om dat ik haar verrasfehen wil." De eenvouwdigheid van dit bewys van genegenheid en dankbaarheid maakte den Czaar op ene byzondere wyze gevoelig van Catharind's verkleefdheid aan hem : en onmiddelyk hier op gaf hy fchriftelyk' orders voor bare kroning. De verheffing tot den troon verhief egter Cathariua geenzins boven de pylen der afgunst. Zy was omringd van vyanden, die hun- best deedden om des Czaar's genegenheid van haar te vervreemden. Eens wisten zy hem jaloezy in te boezemen, en hem wys te maken, dat zy met haar Kamerdienaar misdadige verkering hield.' Deze wierd wel het ongelukkig flagtoffer van 's'Keizers minnenyd, dan, daar 'er, gene de minfte blyken van haar fchuld waren, kwam zy.'er met enige wei- r  C 168 ) weinige flagen van haar man, verder ongeftraft af: en Peter was weldra met haar verzoend. Ene andere ongelukkige omftandigheid voor deze Vorftfri, was de terugkomst der Prinfes Cantemir, in Petersburg, by den dood van haren Vader. Deze Dame was wel eer ene begunftigde Minnares van den Czaar geweest, en, daar zyne genegenheid Voor haar thans wederom was levendig geworden, behandelde hy, zedert, Catharma met onverfchilligheid. Ja zo geheel verloor zy zyne liefde, dat hy, kort voor zyn dood, ieder een, die zyn Hof by haar maakte, ten uitterften koel en met afkeer bejegende. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN Het getal der Doden, gedurende de Iaatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 151: en te Haaritm 17, onder welken laatflen 6 beneden de 4 faren. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. Uittrekzcl der Dagelykfche Waarnemingen ran 5 tot 11 Mey 1793. te Hamburg. fHoogfte ftand 28, 4. dea 6 en ioden. Barom.< Laagfte - 28, i\. denuften. LGemiddelde der gehele Week 28, 3, 4 J. Therm. fHoogfte ftand n\. 's Midd. van den 8iten. Reaumur. < Laagfte 2§.'sMorg. van den jden. LGemiddelde der gehele Week 17 grad. Heerfchende wind O. Weerkundige Waarnemingen, -ruttpm Watjdt»»,. Te Haerlem, by PLAAT en LOOSJES. BEKENDMAKINGEN. ,/7lC; PLAAT en A' L00SJES Pz- zyn gedrukt de volgende Werken : VERHANDELINGEN, uitgegeven door den Economifchen lak van de Hollandfche Maatfchappy der Wetenfchappen te Haarlem, 2 Delen, met pl. in gr. 8vo, ƒ4:4:- Evangelifche Leerredenen, door J. A. Hermes, (Schryver van het Godsdienftig Handboek): IV. Deelen - ƒ8:-:- Waarnemingen over de Aardrykskunde, de Natuurkunde, den Aart en de Zeden der Menfehen; door R. J. Förstkr, verzameld op zyne Reize om de Waereld; naar de Hoegduitfche Vertaling, met de Aanmerkingen van zynen Zoon en Reisgenoot G. Förster. III. Stukken, compleet, gr. 8vo. ƒ 4 : 10 : - /. J. van den Bosch Proeve over de Voorbehoedintr der Kin derpokjes, gr. 8vo. - - f 1 T4 : - Schmuckers Heelkundige Mengelfchriften, vertaald door yoh. Daams. lil. Deelen, geheel compleet, groot 8vo. met platen- ' - - ƒ 6 : ia : - Timmerman Oudheid- en Geneeskundige Verhandeling over de Dcmonifche Menfehen , waar van in de Euangelifche Schriften gewaagd wordt, gr. 8vo. - - ƒ 1 : 10 : - J. Bellamy Jeugdige Gezangen en Nagelaten Gedichten . groot 8vo. . i _ j* a - ia • - Gedichten van Jacob van Dyk, groot 8vo. met deszelfs Portrait. ƒ 2 : 12 : Op best gr. Schr. - ƒ 3 • 10 • - Het Portrait apart ƒ 1 :-: Ongeletterde Paoefdruk ƒ 1 :' 10 : - V GEZICHTEN or de STAD HAARLEM, van het Noord.e,'°" ^(«'Spaarne te zien, naar 't leven getekend door A. cuAltRiiOS, en in 't koper gebracht door A. CARDON Zynde 2 uitmuntende fchoone Plaaten, die de Tekenaar en Graveerder de grootfte eere aandoen. Dezelve worden uiteeeceven te Haarlem, by rie Compagnie Boekverkoopers, en in de meeste Steden. Een Bericht wegens deeze ondernecming is alomme gratis te bekomen. NB. Het Gezicht op de Nieuwe Kolk, en het Duin by Kraantjelek, door dezelve Meefiets, zullen, zo fpoedig eene goede uitvoering zulks toelaat, het licht zien. De Prys van ieder Plaat Ü fi-t 47 46 n. t. o. helder. ,„ IV" ff *f§ f'-« ^ ' [helder, windrig, 20. j29.nll gf 6g WtW t w 'S avonds beWkt. ' Zg.ii-l l 49t 4.p n.W.t.n. f29-ft 52 1 54f m t. '6~f, 21. '59-11 9* 68 n. t. w smor2-bewolkt, 20 o „ °, voorm. helder , .; 30. o t 50 | 49L Ni betrokken.  *793. No. 257. A L GEMENE KONST- en LET TER-B O DE, VOOR MEER- ENMIN-GEOEFFENDEN. Vry dag den 31. May. BERIGTEN. DUITSCHLAND en naburige Ryken. opengevallen post, door het overlyden van i"} m Morus, van gewoon Hoogleeraar in de uf Godgeleerdheid te Leipzieh is aan D- Rofen- i^igcsjg} muller , en diens plaats aan den vierden Hoogl. in de Godgeleerdheid, H D Kempel, opgedragen : welken laatsten door D. Keil, Prof. Theor. Ordm. en Proost te Wittenberg, word opgevolgd. Te Marburg, is, den 8 Maart, in den ouderdom van 67 jaren, overleden Joh. Wilhelm Schröder, Hoogl. in de'Oosterfehe Talen en Joodfche oudheden. Brem en. De inrigting der Spiegel • Telescopen, die de Hoogl. Schrader, te Kiel, vervaardigd, is over't geheel de Newtonhanfche, welke ook Dr. Herfchel behouden heeft. De voet, met de gehele buitenfte toeftel, js, gelyk by Dr. Herfchels 7 en 10 voets reflectors, van Maghognvh'mt, zeer net bearbeid. De pryzen zyn: 1. Een twe voets van i\ engelsche duim. opening met genoegzame oogglazen. 90 Rthlr. De Louisd'or tegen 5 Rthl. gerekend. 2. Een drie voets van 3|* opening, met 6 oogglazen 150 Rthl. 3. Een vier voets van 4" 6" opening. 280 Rthl. 4. Een zeven voets van 6" 4*' opening. 400 Rthl. NEDERLANDEN. Levden, den 27 Mey. Het Taal en Dichtlievend X. deel. Genootschap, onder de fpreuk: kunst wordt door arbeb verkregen , binnen deze Stad gevestigd, heeft, op woensdag den 15 dezer maand, zyne jaarlykfche Vergadering gehouden, onder de voorzitting van den Heer Arno.dus Soek, welke dezelve met enen Lierzang, de Verloskunde ten onderwerpe hebbende, opende. In die Vergadering is uitfpraak gedaan over de ingekomene Prysvaarzen op Benjamin Franklin, en daar by gebleken, dat niet een dier ftukken aan de grootheid des onderwerps ten vollen beantwoordende en dus waardig is gekeurd, om met den uitgeloofden gouden eerpenning bekroond te worden; dat egter de arbeid der ftrydgenoten, we! verre van geheel onverdienstlyk te zyn, in tegendeel genoegzaame blyken van kunstvermogen oplevert, om, by e:ie twede moedige poging, een meer gunftigen uitllag te mogen hopen; byzonderlyk van den Dichter des Lierzangs, getekend met de volgende regels.- In dir zeigt pch der welt der Gottheid Gnaden-Finger ; Du bist ein grósrer mann als alle Weltbezwinger.^ als wiens Werk gewislyk ene gunftige onderfcheiding waardig is, en, door zynen gelukkigen aanleg, voor de gewenschte volmaking zeer wel vatbaar fchynt. Op dezen grond derhalven, en uit aanmerking hoe zeer een voldoende Lofzang op Franklin onze natie zoude vereren, hebben Befchermheren en Beftuurders befloten dit onderwerp, als ene buitengewone Prysftoffe, andermaal op te geven, en dus, op nieuw, een gouden eerpenning uitteloven , aan den Dichter van het beste en der gedagtenisfe van zo groot een man waardig Dichtftuk, op Benjamin Franklin. Y Het  C 170 > Het Genootfchap biedt zynen gewonen gouden eerpenning aan, aan den Dichter van Het beste der goedgekeurde Dichtftukken ovér den inv'loed der schone wétenschappen op het geluk der maatschappv; , naar aanleiding van het gezegde van Horatius: Ingenuas didtcisfe fideliter artes emollit mores, nee Jinit esfe feros; en een zilveren aan dien Dichter', wiens ftuk goed bevonden en naast by het best gekeurde te komen geoordeeld zal worden. De Dichters gelieven hunne vaarzen, naar het voorfchrift der wetten, voor het einde dezes jaars aan Karel de Pecker, Pieterszoon, Secretaris van het Genootfchap, te zenden. By voorraad wordt voor 1794 opgegeven: de verlichting. Het Genootfchap biedt al mede een gouden eerpenning aan, aan den Schryver van de beste nederduitfche Verhandeling ter beantwoording van de vraag: welken invloed heeft de thans heerfchende fmaak voor het fentimentele op de Poezy in ons Vaderland? gelyk ook een zilveren aan hem, wiens werk in wezenhke verdienfte het bekroonde ftuk naast by zal komen. De ftukken moeten voor den eerften van Lentemaand des volgenden jaars aan den voornoemden Secretaris gezon den worden. Voor een volgend jaar wordt opgegeven: De vereischten ëner goede vertaling, byzonder van Dicht f'ukken. Het Genootfchap nodigt ieder die lust heeft uit tot het bewerken der Levensbefchryvingen van Dichteresfen en Dichteren in vorige jaren uitgefchreven, voör zo verre dezelve niet reeds door eerpenningen bekroond zyn, met verzoek dat zy, die naar een zilveren eerprys dJar omtrent dingen willen, hunne ftukken voor den eerften van Lentemaand 1794 aan den voorgemelden Secretaris doen geWorden. Ene verhandeling over de vereischten in zodanig ene Levensbefchryving door den Heer J. J. Vereul vervaardigd, is in 1792 door het Genootfchap uitgegeven. Het grote nut en de beste wyze van voortteling der RHABARBER; getrokken uit het Engelsch van den Heer W. FüRDYCE. Deze Schryver, lang overtuigd geweest zynde van de grote kracht van den Rheum palinatum, of ware Rhabarber, ter genezinge of afweringe van verfcheidene der ergfte ziekten, verlangde zeer , om in zyn Vaderland ene wyze van voortteling en bewaringe van dit gewas in te voeren, die deszelfs prys verminderen, en dus het nut te algemener maken zou •, en hy flaagde hier in zo gelukkig, dat de Maatfchappy ter aanmoediginge der Kunften, Handwerken en Koophandel, hem met den gouden eerprys begiftigde. De eerfte, die 'er de zaden van in Engeland bracht, was Mr. Bell van Antermony, een fchotsch Heer, die in t gevolg van Mr. Ismayloff, den. Gezant van het Rusfisch Hof in i7j9. van Petersburg na Pekin reisde. Deze bericht ons, dat de beste Rhabarber der werelt -roeit boven de fedmypalaty, naby enige oude graflieden der Tartaren, by den oorfprong van den Irtis; en dat zonder de mmite bebouwing, zo op de heuvelen als in de valeien, en hy voild dezelve wyders gedurig al den weg langs den muur van China. Zy fchynt best te tieren in een matig vetten kleigrond. Wylen de Heer slkxander Dick , Bart. was de eerfte, die dit gewas met de van Rusland ontvangen zaden voortteelde, en de plant in grote volmaaktheid bracht te Preston - field, naby Edinburgh Dr. Fordyce merkt aan, dat de verbazende menigte boter, die in zo verfchillende toebereidingen door menfehen van beide Sexen zo overvloedig gebruikt wordt, nevens allerléie vette fpyzen en zware bieren, het gebrek aan genoegzame beweging, en dc verderflyke gewoonte van tot laat in den nacht aan fpeeltafelen cn vermoeiende vermaken bezig te zyn, der gezondheid verbazend veel benadeelt: en het is zeker, dat deze alle en meer andere oorzaken, die men zou konnen opnoemen, met elkander enige buitengemene hulpmiddelen noodzaaklyk maken, om de fpysvertenng te bevorderen: en de natuuriykfte, veiligfte en meest vermogende zyn, naar het oordeel van Dr. Fordyce, het bittere en het zuure uit het plantenryk; en onder de eerfte van deze zyn 'er gene planten, die de Rhabarber te boven gaan. De voordeügfte wyze van teling en bewaring dezer nuttige plant beftaat, volgens des DoaoAopG1vo, hiuiu • dat het zaad gezaaid worde in een warme bak, en, als het drie of vier blaadjes heeft uitgefchoten, geplant worde tegen het oosten of zuidoosten, in enen niet te vetten grond , om de vliegen te vermyden, waar aan deze plant zelfs nog meer dan het raapzaad onderhevig is. Het moet in Maart, April of May, geplant, en gedurende den zomer verplant te worden. De wortel moet in het einde van het jaar worden uitgetrokken, en is tot zyn hoogfte volkomenheit, wanneer hy zeven jaren in den grond geweest is. Ter bewaringe dient men dus te werk gaan : zo dra men den wortel, die van 3 tot 7 ponden zwaar is , heeft uitgegraven , moet die geheel fchoon gewasfehen worden. De vezelachtige worteltjes moeten weggenomen, en niet het kleinfte ftukje van den fchors op de dikken gelaten worden. Dezen fnydt men dan in ftukken van vier duimen breed en anderhalf duim diep, met ene opening van een halve duim vierkant in het midden. Dan moeten die ftukken aan een pakdraad op zodanigen afitand geregen worden, dat ze malkander niet raken nog wryven konnen, en zo in de warme lucht van een keuken of waschhuis worden opgehangen en tot de meeste vogt is uitgedampt; dan kunnen ze meer op gemak verder gedroogd, elk afzonderlyk in ka-  fcatocn gewonden en vervolgens in een fles met een wy. den hals bewaard worden. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Nederlanden. Verhandelingen, rakende den tiatuurlyken en geopenbaarde,! Godsdienst: uitgegeven door Teylers Godgeleerd Genootfchap, XIII Deel. Buiten de Voorreden , 339 bladz. Nederd. en LXX1V pag. Latyn, in 4to. Haarlem, by Joh. Enfchedé en Zonen en J. van IValré, 1793- prys ƒ De byzondere tydsomftandigheden aan het Genootfchap ene gepaste aanleiding gegeven hebbende, tot het opgeven , in den jare 1790. van de vraag: „ In welken zin kunnen de menfehen „ gezegd worden, eikanderen gelyk te zyn: en welken zyn de „ rechten en pligten , die uit deze gelykheid voortvloeycn;" word ons hier, in dit XIII Deel van deszelfs verhandelingen, llit de daarop ingekoinene Antwoorden , twe der best gekeurden, door het zelve, medegedeeld: waar van het eerfte, aan wiens Schryver de gouden eerprys was toegewezen, uit de penne gevloeyd is van den Hooggel. Here H. C. Cras, Hoogl. in de Rechten te Amfterdam, wiens oorfprongelyk Latynsch opftel, om die reden, ook hier, by zyne Nederduitfche Vertaling van het zelve, gevoegd is: terwyl het twede, 't geen oorfprongelyk in 't Engelsch was opgefteld, en waar van hier alleen de Vertaling voorkomt , tot Schryver heeft den Hoogl. en Engelfche Predikant W. L. Brown, te Utrecht, aan wien door Heren Direkteuren van Teylers Nalatenfchap ene zilvren medailje is vereerd geworden. Daar dus de inhoud van dit deel over een , in dezen tyd vooral, zo belangryk onderwerp loopt, twyffelen wy niet of het zelve zal met ene byzondere graagte, by ons letterlievend algemeen, ontvangen worden ; en wy vertrouwen, om dezelfde reden, onzen lezeren geen ondienst tc zullen doen, wanneer wy hun een meer uitvoerig verflag, dan wy doorgaans gewoon zyn, van den inhoud dezer beide verhandelingen mededelen. Vooraf merken wy in 'talgemeen aan, dat, hoe zeer zowel •de ene als andere van deze gefchriften zyne onderfcheidene waarde en verdienden heeft, waar door beiden met vermaak en nut kunnen gelezen worden; het verfchil echter , in de manier van behandeling, en in trap van gepastheid, juistheid en voldingenheid der Antwoorden , hier voorkomende, by ene oplettende en onzydige lezing, onzes inziens, zich te duidelyk moet opdoen, om niet geredelyk inteftemmen, met het oordeel der leden van het Genootfchap, wanneer zy, in derzelver Voorberigt, ons de redenen van hunne voorkeuze aan het opftel van den Hoogl. Cras, volgendcr wyze, opgeven: „ Hoe men ook over de zaak in gefchil denke, men zal de„ zen Schryver niet wel den lof kunnen ontzeggen, dat hy het onderwerp diep doordagt heeft, en, in de bearbeiding; van „ het zelve niet ongelukkig geflaagd is. By ene zeer naauw„ keurige onderfcheiding, cn ongemeen juiste bepalingen, weet „ hy zyne gedagten naar eisch uit elkanderen te zetten, en dezelve met de nodige klaarheid, bondigheid, en ene aange- „ name bevalligheid van ftyl en taal (-f-), voortedragen; ter- w wyl hy zyne gevoelens met ene zedige befcheidenheid,' en te M gelyk met ene edele rondborftigheid bepleit en verdedigd , „ en, over 't geheel, naar het ons toefchynt, enen verftandi„ gen middelweg tusfehen de beiden uitterften inflaat en ten „ einde toe betreedt. „ De bepaling van den Hoogl. Brown , in zyne beantwoor„ ding van het eerfte lid der vrage, kwam ons min juist en M min volledig voor, als flegts den ontkennenden zin (waar „ naar cigentlyk niet gevraagd was,) aanwyzende en ophelde|t rende ; terwyl hy , in 't algemeen, niet meer dan gedeelte„ lyk de vraag, volgens haar uitgedrukt doel, onzes eragtens, w beantwoordt, en voorts, in zyne uitweidingen, over de n door hem daar uit afgeleide Plechten, niet overal zo open„ hartig en duidelyk zyne gevoelens aan den dag fchynt te „ leggen, of 'er blyft, hier en daar, plaats over, om naar eniM ge nadere verklaring te verlangen." Welk oordeel wy nu , in de nadere ontleding dezer Verhandelingen , verder by de ftukken, in deszelfs gegrondheid, zulken tragten aan te wyzen. Wat dan vooreerst de bekroonde des Heren Cras aanbelangt. De Hoogleeraar verdeelt, na ene korte inleiding over de belangrykheid van het onderwerp, met aanwyzing van de manier, waar op de oplosfing dient te gefchieden, zyn antwoord , overeenkomftig de opgegeven tweledige vraag, in twee voorname- of Hoofddelen. Deel I : 't geen wederom in 5 Hoofdftukken gefplitst is, handelt, in Hoofdft. 1. over het denkbeeld van gelykheid in V gemeen: waar by, vooreerst, het woord gelykheid, letterkundig en vooral volgens den aart der Latynfche tale, in welke de verhardeling oorfprongelyk was opgefteld , en daar na wygerig, verkhard, en ten aanzien van deszelfs waren zin bepaald, word: en voorts betoogd, dat, daar alle gelykheid ene zekere overeenkomst van onderling gemene Eigenfchappen aanduidt, hare meerdere of mindere maat van deze eigenfchappen afhanglyk moet zyn : als mede dat men haar in ene natuurlyke of zedelyke kan onderfcheiden; terwyl de laatste wederom of, voor eerst volftrekt of betrekkelyk, en ten anderen, of natuurlyk of burgerlyk konne befchouwd worden: welke voorlopige ontwikkelingen van zeiven den weg openen, ter naauwkeurige bepaling van het tweledig voorftel der vrage, bl. 12 en 13. en om voorts uit die bepaling afteleiden, dat men, om de ware gelykheid, welke niet dan een betrekkelyk denkbeeld is, te ontdekken en aan te wyzen , ook vooral de tegenoverftaande ongelykheid nodig heeft in aanmerking te nemen. bl. 7-14. Hoofdft. 2, tot opfchrift voerende: over den natuurlyken Mensch van Rousseau, is voornamelyk ingerigt tegen het overdreven of liever hersfenfehimmig denkbeeld diens wysgeers aangaande dc natuurlyke of oorfprongelyke gelykheid. Te weten , J daar Ct) Dit mag byzonderlyk van het Latynfche oorfprongelyke gezegd worden: hoe zeer ook de vertaling haar verdienften beeft. I Y 2  daar deze niet te vinden is dan in den ftaat der Natuur, cn de natuurlyke Mensch , onder zo vele bykomende omftandïg'ieden , thans geheel verloren geraakt is, fchynt Rousseau , door de hitte der verbeelding weggevoerd, zich een natuurlyken Mensch van eigen vinding voorgefteld te hebben, ongelyk woester dan Achimenides by den Dichter Virgiliüs, ja weinig of geheel niet vcrfchillende van een redeloos dier: welke dwaling, zo zeer afftekende by de keurige en wysgerige fchets van enen Pope, in zyn Esjai on Man. Ep. HL vs. 147-160. opzettelyk wedcrlcgd wordt op bladz. 19 en volgg. Hier op fchets ons Hoofdft. 3, den natuurlyken Mensch naar waarheid, nevens de gelykheid, welke daar uit voortvloeit. Aangemerkt hebbende, hoe onmogelyk het zy, om, na verloop van zo vele eeuwen, 's menfehen eerften Natuurftaat, gefchiedkundig, op te fporen , doch hoe men egter, des niettegenftaande, zig, op ene wysgerige wyze, een denkbeeld van den oorfprongelyken Mensch konne vormen, wanneer men zyn wezentlyke, ftandvastige en onveranderlyke eigenfchappen, van zyne toevallige hoedanigheden, flegts weet aftefcheiden, bladz. 27-30. bepaalt de Hoogl. de gelykheid , tot de volgende vier overeenkomften : als a. in vorm van lighaam bladz. 32. b. in ziel en hare hoofdvermogens van verftand en wil: hoe zeer ook 's menfehen verftandelykc vermogens, door tyd, oefïening en befchaving, in verfchillende mate worden uitgebreidt bl. 33: nevens enige byzondere wilsneigingen of natuurdriften, gelyk de zugt tot voortplanting van het geflagt, liefde tot kroost, gezelligheid enz. bl, 34-38; c. in 's menfehen lot van geboren worden, opgroeyen, oud worden en ftervcn: en eindelyk in wel voornamelyk, d. in gelykheid van Rechten en Pligten: welke laatste zedelyke gelykheid , onaffcheidelyk aan de voorgemelde natuurlyke verknogt en daar uit onmiddelyk voortVloeyende, ook nog heden ten dage, in vele opzigte ftand grypt: te weten, op den groten oceaan, in ene woeftyne, tusfehen Burgers en Burgers, zo wel van onderfcheidene Gemeenfehappen, als van den zelfden Burgerftaat, en inzonderheid tusfehen vrye en onaf hangelyke Volkeren: waar op dan de voorgcftclde vraag, reeds ten dele, volgender wyze word opgelost, bl. 45: „De Menfehen zyn in dien zin metelkandercn M gelyk; vooreerst: dat zy , wat het lighaam, wat de ziel, „ wat de natuurdriften en verlangens, wat het lot van geboren „ te worden, cn te fterven , aangaat; met eikanderen ten ene„ male overeenkomen: dat is, dat zy allen ene en dezelfde „ natuur met eikanderen gemeen hebben. „ 'Een tweden: dat, uit hoofde van die gemeenfehap aan „ dezelfde Natuur, noodzakelyk ook de Rechten en Pligten, „ welken uit de gemene natuur der Menfehen alleen voort„ vloeyen, even zeer, en gelykelyk, tot alle Menfehen beho„ ren ; en dat gelykheid van Rechten en Pligten nog ftand „ grypt onder verfcheiden Menfehen , en ook onder de vrye „ volkeren, die door genen anderen band van betrekking, „ dan alleen door dien van de algemene menschlyke natuur, „ onderling verbonden zyn." Om echter deze gelykheid des te naauwkcuriger aan te wyzen, agt het de Schryver nodig, in de twe hier op. volgende, Hoofdftukken, ook de ongelykheid bcpaaldelyk en breder in overweging te nemen. Dus handelt hy vooreerst, in Hoofdft, 4, over de ongelykheid der Menfehen, in den ftaat der Natuur. Gelyk de Natuur, in 't algemeen, ene grote verfcheidenheid van wezens, cn ene aanmerkelyk ongelykheid tusfehen dezelven opleverd , en langs dien weg de volmaaktheid van 'tHeelal geboren word; zo heeft 'cr ook, onder dc Menfehen, ene oneindige verfcheidenheidplaats, zo van kunne, jaren, en velerlei natuurlyke en toevallige betrekkingen, als byzonderlyk, a. van lighaam, leest, gedaante, kleur enz. vooral tusfehen de bewoners der Noordlyke en Zuidlyke landen, bl. 49-52, b. van zielsvermogens en hoedanigheden, geaartheid en neigingen, bl. 52, 53. c. van levensftanden, bl. 53 ; uit welk natuurlyk onderfcheid, dan ook d. ene aanmerkelyke zedelyke ongelykheid , ene ongelykheid nam. van Rechten en Pligten, noodwendig moest voortvlocyen, bl. 53-57. en door bykomende omftandigheden zelfs niet weinig toenemen en vermeerderen, bl. 57-61. hoe zeer de Schryver aantoont, dat deze ongelykheid, wel verre van nadelig, in tegendeel, zo voordelig voor 't menschdom , als natuurlyk en noodzakelyk, te houden zy, bl. 62—72. Waarna in Hoofdft. 5, over de ongelykheid der Menfehen, in den Burgerftaat, gehandeld word. Te weten de ongelykheid, reeds in den Natuurftaat zo zigtbaar plaats hebbende, moest, donr het aangaan van Burger - Maatfchappy cn, van zelve, niet weinig toenemen en aangroeyen. Verloren arbeid oordeelt het de Schryver, den oorfprong dier Burger - Maatfchappyen gefchiedkundig te willen nafporen; hoe duidclyk ook nogthans de zedelyke oorzaken en beweegredenen derzelven, in 's menfehen natuur zelve, in zyne zugt naar geluk en vooral in zyne gezellige geaartheid, zich voor ons opdoen, bl. 72—79. Daar het nu met misfen konde, of de aart der Burger-Maatfchappy moest de ongelykheid, zo in goederen als in verftandelyke vermogens , meer doen affteken, wierd, inzonderheid, langs dezen weg, dc burgerlyke ongelykheid te weeg gebragt, beftaande in de magt van Gebieden en in den tegenovergeftelden pligtvan Gehoorzamen: aangezien geen Burgerftaat, zonder opperhoofd en gevolglyk zonder ongelykheid, beftaan kan: gelyk ook* wederom geen oppergebied, zonderuitftekender aanzien ma?t eer en luister, nevens de daar aan verfchuldigde gehoorzaamheid, agting en vertrouwen, kan plaats grypen of ftand houden, bl. 83—90. Ondertusfchen toondt de Schryver tevens aan hoe volkomen het fchynbaar nadeel dezer meerdere oneelyt! heid in de Burgermaatfchappy, door de veelvuldige aanmerkelyke voordelen, eigenaartig daar aan verknogt, word opgewogen ;. en hoe de langs dien weg bemoeide Gelykheid, door de regtvaardigheid der wetten herfteld word. bl. 91. waar na dit eerfte deel met de oplosfmg van het eerfte lid der vrage in dezer voege, befloten word: „ Dat dc Menfehen, in dien „ zin, met eikanderen gelyk zyn, dat de Rechten en Pligten „ welken uit de algemene natuur der Menfehen voortvloeyen * „ even zeer en gelyklyk tot alle menfehen behoren: dat dé „. menfehen derhalven gelyk zyn , vooreerst, in den ftaat der „ Natuur, voor zo verre nog enige byzondere Natuurlyke „ betrekking, nog enig regtmatig beding en overeenkomst; en, „ ten anderen, in de Burgerlyke zamenleving, voor zo verre. „ nog enig regtmatig beding, nog de aart van de Burger „ Maatfchappy en het Burgerlyk Oppergebied zelve, aan zom» migen boven anderen , enige byzondere Rechten heeft gege„.ven, of ook enige byzondere pligten opgelegd." De gerftaat, gehandeld word. Te weten de ongelykheid, reeds in oorzaken en beweegredenen derzelven, in 'smenfehen natuur zelve . in zvne ZU(?t naar Dan op maendag den dertiend.ti Mei jongstlceden, des avonds van vyf tot zeven uuren, hadden wy hier over de Stad en dit E; and een zoo ontzagchelyk onweeder, als veele Menfehen niet konden heugen irairier be leeld te hebben. —— Het had de gantfche dag reeds nu en dan van verre zwaer gedonderd: de bui kwam langzaem op uit het oosten, met tegenflaende 'er eene frisfche koelte uit het westen en zuidwesten waeide; dog zo dra het onweder regt doorkwam, werd het dood ftil. —— De blixemen waren ontzettende , door de t,abyheid gevaerlyk, cn de Jonderllagen aliervreeslykst: - alles, de grond zelfs, beefde en daverde. Vogeitjes werden, door de perlïng der zeer digt voorby fchietende Blixemcn , op de ftraten neêrgefmeeten. — 'Er viel vry veel regen, vermengd met eenigen hagel. Hier in de ftad zyn geene ongelukken gebeurd: dog op Renesfe, een Dorp omtrend twee uuren van hier, trof de Blixem; ik ga de vry zonderlinge uitwerkfelen dier ftiael, zo ver ik ze heb kunnen nafpeuren, opgeeven. De Blixem trof eerst een fchoorfteen, gemetfeld tegen eenen gevelmuur, welke twee huizen van een fcheid, en maekte op eenen der hoeken, even beneeden den bovenkant , een vry groot gat. - Hier ontmoette hy terftond het yzer, waer aen het anker, dat men doorgaens aen alle fchüorfteenen heeft, vast is : - het blykt dat dit anker door de ftrael is aengedaen, dewyl Juist by de twee ein den van het zelve, de fteenen eenigermate verbryzeld zyn. - Voorts heeft de Blixem, zynen loop naer beneden nemende, zig in tweeën gefcheiden. - De eene ftrael maekte een groot gat in de gevelmuur, en fcheurde dezelve tot byna beneden toe-, kwam toen in het huis, bewoond door den Kleedermaker Jan Fuy: - fpleet een zolderbalk van een, daelde nederwaerds en ontmoette nu het veagfterraem van een vertrekje dat op ftraet ziet. Dit vengiterraem heeft een kruis; - de twee bovenfte raemtjes beftaen uit glazen in 'tlood gezet: de twee on derfte hebben glazen in 't hout, en van buiten twee vengfters die gellooten waren. - Een der onderlte raemtjes werd verbryzeld, en het hout dermaten uitgegroeid, als of 'er een fchot met digten hagel was overheen gegaan Het andere raemtje bleef echter volkomen onbefchadigt, niet tegenftaende de ftrael, na eenige brokken uit het muurwerk tc hebben geflagen , zig een weg naer buiten baende, even ter zyde van dat raemtje tusfehen de ftyl van het katzyn en het muurwerk; verbryzelende in den doortogt nog eenige fteenen. - De bovenite in 't lood gezette raemtjes hebben niets geleeden, niet tegenftaende 'er overal duidelyke blyken zyn dat de Blixem'er geweest is. - Zeekerlyk zal hy hier door het lood en yzer zyn | afgeleid. - Alleropmerkelykst kwam my voor eene in lood j gevatte ruit: - een gedeelte van het lood is gefmolten, en in de ruit op eene fraye wyze, zeer vast ingeflagen of gebrand, hebbende rondom een blauwe waesfem, even of 'er een hoopje buskruid op was aengeftoken: de ruit echter is volkomen heel. Ik kreeg vryheid om dezelve j uit te neemen , en te behouden. - Ik vond een klein zwart | gaetje gebrand door het vengfter, 'twelk achter het verbryzelde raemtje was geweest, onmiddelyk boven het yzeren hongfel. De vrouw, welke aen de andere zyde van het vertrek bezig was met hetBed te maken, werd eenige voeten ver, met zo veel geweld, tegen den grond gefmeeten, dat zy eene aenmerkelyke kwetfuur aen het hoofd bekwam. Zy zeide my, op dat oogen- blik geen befef te hebben gehad van 't geen haer gebeurde. De Man, op zyn tafel in 't voorhuis bezig aen zyn werk zynde, werd van de tafel afgeflingerd, echter zonder letzel; rees op, liep naer binnen, vond daer zyne Vrouw nog buiten kennis en bebloed, dog zy herltelde zig wel dra. —— Intusfehen heb ik, tot myne verwondering, hier nergens aen de wit gekalkte muren eenige zwartheid kunnen bemerken , niet tegenftaende 'er groote ftukken zyn uitgefiagen. Ook geen het minfte fpoor dat deze ftrael in 't voorhuis zy geweest. De andere ftrael heeft zig in zyne richting van die der vorige verwyderd, makende in denzelven gevelmuur, dog aen de andere zyde van de fchoorfteenpyp, twee groote gaten, en fcheurende alle de latten en fparren van het dak, die in den gevel gehegt waren, van denzelven los.— Vervolgens kwam by In het naeste huis, bewoond door Jan Salomons, in een achtervertrekje omtrend den haerd : — liep een end wegs nederwaerds langs den muur, makende aldaer een zwarte ftreep van omtrend | duims breedte: hier hong een tang aen eenen fpyker:juist ter plaets, waer de knop der tang was, eindigt de zwarte ftreep: dog beneden onmiddelyk onder de bladen der tang ontdekte ik dezelve weder, fchoon niet zo duidelyk. — De ftrael was hier nu terftond op den grond , liep waarfchynlyk onder langs de muur, (want hier was veel kalks afgellagen) tot aen de deur van het vertrek — verder door het voorhuis — verbrak een ruit boven de voordeur, en kwam dus buiten. — Het yzer der tang is va i boven op den knop, en beneden aen den kant der bladen, een weinig gefmolten. — Men heeft my dezelve ook afgeftaen. — Voor 't overige waren de beide huizen vol zwavelaehtigen rook ; gelukkig echter was niets in brand gcraekt. Men zeide my dat de Blixemftrael viel onder de gedaente van een vuurklomp, of gloeyende kool, eenen verbazenden omweg nam eer hy trof, en dat men aen den gevel-muur duidelyk twee vuurftralen gezien hebbe. -- In de daed, men moet verbaest ftaen dat dit alles n een oogenblik kan worden daer gefteld. ■ Al  < 17* > Al het opgegevene koomt weder volmaektelyk overeen met de tegenswoordige Theorie der EleEtriciteit en der Afleiders. — Overal, waer de Blixemftrael kwam in de nabyheid van yzer of lood, deed hy poging om 'er by te komen. — De tang heeft hem volkomen afgeleid zo ver hy kon. — Men zou hier uit kunnen beiluiten dat een Afleider geene groote uitgebreidheid of digtheid behoeve, om aen het oogmerk te kunnen voldoen. Zierikzee 18 Mei 1793. 1 j. de Kanter, Phil. Z. Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem. baro- J thermo- | streek I 1793 me- I meter. I der I luchtsge- May ter. I Noord] Zuid. J wind. | steldheid. ( 3°- o 51.J 53i n. o. 1 voorm. bewolkt, 2.- 30. 6o| 70t n. n. 0. namiddag helder / 3°- of 52?- 52 n. | damp. f30. o 54 64 n. n. o. 7 ,, l, ) . . ï voorm. helder, 23.<30. o 63 75 verder bewolkt! ( 3°- °y 50 49 n. f 3°. ° 5l§ 58 J n. n. w. j omtr. betrokk. nam, 24.] 53 582- n. jV- o. j een zware regenbuy, (_30. I 45 44 n. | *s avonds helder. f3°- 1 5~ï~f 55 n. n. w. 's morg. bltrokkën" 5.^ 30. oi 57^ 66 n. n. o. verder wolken, (_30. i.| 48-' 47J n. n. w. 's avonds ''helder. "(30.0 5iL~~^3~~ nT-" iVoorm. he,der' 26. •, 30. ot 60 72 n. w. verder betrokken. ( 3°- 0-3- St 5° N. -w; w. ("30. o J 511 57| n. w. 27. < 30. o I 63 72 w. n. w. betrokken. (.'30. o j 51 50 n. t. w. f 20.10 -2158 w. . . „ ,, ï y • I , r voorm. betrokken, 2S. > 19- 9\ 55 64f n. w. namidd. helder. f29. 9 41 j 39I n. n. w_ BEKENDMAKINGEN. ***** Aangemoedigd door myn goede vrienden, die ettelyke, * door my getekende , Gezichten, uit Thuringen, om en by Schnepfenthal (een oord, die, uit hoofde van het aldaar aangelegde Opvoedings- Inftituut van den Hr. Salzmann, thans door In- en Uitlanders druk bezogt word) met genoegen gezien hebben, wageik het, om 2 Landfchappen, nevens een Landkaart, by Intekening , .den Liefhebberen aan te bieden. Het eerfte Landfehap hebbe ik gekozen, omltreeks Leine, byden Leinerbrug , aan den zogenaamdenMonniks - fteen: opdenvoorgrondligt, terlinkerzyde, het Dorp Leine , van waar deze vruptbare vlakte met. verfcheiden Dorpen pronkt: op den afftand van | uursligt Schnepfenthal, aan den zogenaamdcnGeizenberg, daar agter het beroemde Klooster Rheinhartsbron, en naast Schepfenthal het Dorp kodchen. Ter regterzyde, doet zich, op den regt toelopenden Berg-rug, het Bergflot Tinneberg op , en daaronder de Stad tValtherhaufen. Op den gehelen agtergrond vertonen zig de TuringerGrensbergen, waar onder vooral de Infelsberg, als de hoogfte, ene majestieufe vertoning maakt. Het twede Landfehap is van den westkant genomen, op den weg naar Rheinhardsbron, waar zig Schnepfenthal, in deszelfs gehele lengte, van naby opdoet. De Kaart zal in de breedte omtrent 6 uren beflaan , te weten van Gotha tot aan den Infelsberg: de hoogte is van 4 uren : ook zal 'cr tot opheldering van de Landfchappen en Kaart eene korte Plaatsbefchry ving bygevoegd worden. De prys der beide Landfchappen, getekend in de manier van Aberlis , met de afgezette Kaart, op Holl. mediaan papier word gefteld op 2 franfche kronen (Laubthaler) dog er zullen hier van niet meer vervaardigd worden, dan'er befteld zyn: opfyn-Zwitfersch-papier betaalt men voor papier 1 franfche kroon (Laubthaler.) De Intekening, die tot aan het einde van July open ftaat, gefchied j by my, in het Salszmantfche Inftituut, of by den Boekhandelaar Ettinger te Gotha. Wie elders intekeningen verzameld krygt op de 9 exemplaren een voor niet toe. Tegen het einde van dit jaar zullen de exemplaren worden al'gelevert. J. G. Wedel. Erfurt a4 Ap. 1790. Prof. der Keurv. Teken ^ikademie. ***** C. Plaat en J. Allart , geven uit en hebben alom ver- * zonden. Verhandelingen uitgegeven door de Hol- landsche MaATSCHAPPY DER WeETENSCHAPPEN, TE HlER- lem, XXVII Deels 2deftuk , met pl. ƒ 1 - 14 " ■ > Dito XXVIII Deel. ƒ 2 - 10 - ***** Het vyf de ftukje der Bedestonden van den Wel Eerw. Hee * C. C. H. van der Aa , Leeraar der Lutherfchc Gemeente te Haerlem , wordt thans uitgegeven te Haerlem by C. Plaat , en alom by de meeste Boekverkopers , de Inhoud dtr thans uitgegevene ftuXjes zyn over den Aart van het Gebed. over denyver in het Gebed. over het nederig bidden. • de eerbiedigheid voor God by het Gebed. — de Macht —— de Alwetenheid — het oneindige der IVetenfchap de Algoedertierenheid van God, als Drangredenen van ons Gebed. —— dat men tot God alleen heeft te Bidden. <—— over de ware ernst des Herte onder het bidden voor ons Vaderland. De prys van ieder ftukje is 6 ftuiv. een Bericht wegens de vernieuwde uitgave dezer Bedeftonden is alomme gratis te hekomen. Te Haerlem, by PLAAT en LOOSJES.  i793- No. 258. AL GEMENE KONST- en LETTER-BODE, pr O O R MEER' ENMIN-GEOEFFENDEN Vrydag den 7. J^»)". BERIGTEN. OOST-FRIESLAND. Ï^^Surich. Eindelyk is onze Land-Arts, de Heer \ JA Siemerimg, in deszelfs lonyKe ( srehaalde PJacfiM der Staten van Hot/and van 1581.) niet ver ] der dan t geen, met ruim zo fterke bewoordingen, reeds voor meer dan twe eeuwen door 's lands hoge magten, opent-1 lyk was beweert, en waar op het deugdelyk recht onzer voorvaderen om het fpaanfche juk aftefchudden , alleen heeft kunnen ftcuncn. Dan om weder tot dc verhandeling van den Hoogl B tc rufe te keren : onder de onvervreembare Rechten, tèld hy ook laatstelyk en d. Gelyk Recht op een eerlyk en onbevlekt charakter, tot dat het zelve met reden verbeurd is. De Burgermaatfchappy vernietigt deze natuurlyke Rechten "van den Mensch niet, maar befchut, verzekert en vermeerdert dezelve, bl. 266." ' 4, Hoofdft. Over de Rechten, byzonder eigen, aan zekere leve'nsftanden en bekwaamheden: welke twede foort van Rechten al mede door den S. uit zyn te, voren vastgefteld begrip van gelykheid word afgeleid en tot de volgenden gebragt. a. Recht van Gezagvoerders op de gehoorzaamheid van hun, die aan derzelver gezag onderworpen zyn; b. Recht op de voortelen cn het ontzag, verknogt aan den eerftand der zulken. c. Recht der Ryken, naar gelang van hunne weldadigheid, op onderfcheiding cn invloed, d. Recht op belonende onderfcheiding van uitftekende talenten en deugden, in onderfcheidene betrekkingen., e. Recht om te eistenen dat alle opgedragene magt niet misbruikt worde, 'tzy tot onderfcheiding van niet verdienenden, 'tzy tot oogmerken van trotsheid, 011befchoftheid of onderdrukking, ƒ. Recht op de pligten van nicnschlicvenheid en goeddadigheid. bl. 266 en 271. Men mag egter met reden twyffelen, of alle deze Rechten wel gelyke Rechten zyn, in de algemene betekenis van het woord gelykheid: cn of zy niet veel eer uit de ongelykheid, cn het onderfcheid van Rangen , Middelen, Bekwaamheden enz. dan uit dc gelykheid voortvloeyen. — waar na dan, in het 5, Hoofdft. dit twede boek, met een kort algemeen gevolg, uit het daar in verhandelde afgeleid, befloten word. Eindelyk diend B. III. Om de pligten aantewyzen en te ontvouwen, uit de selykheid des Menschdoms ontjlaande. Na in het 1 , Hoofdft. enige voorbereidende Aanmerkingen gemaakt te hebben, by welke deze grondregel word aangenomen: „ dat elke gezellige en burgerlyke Pligt wederkerige verpligungen • onderftelt, gegrond op de voorwaarden van Gelykheid, op welken de Menfehen zig in zamenwoning by eikanderen vervoegen"; toond de S. in het 2, Hoofdft. dat alle Menfehen even zeer verbonden zyn, om 'de oorfprongelyke Rechten der Menfchelyke Natuur te eerbiedigen. Elke fchennis ten aanzien van deze Rechten is niet flegts een perfoonlyk ongelyk maar een regtftreekfe aanval op de Maatfchappy, welke door geen uitftekendheid of voorrang kan gewettigd worden. Dus rust op allen a. de Pligt om het leven en eigendom van anderen te ontzien ; b. om het regt van elk onfchuldig perfoon op vryheid en een goeden naam te eerbiedigen, c. om aan anderen te doen, 'tgeen men wil dat aan ens gefchiede: het fchandelyk verzuim van welke Pligten hier aangetoond word. bl. 275 en 291. 3, Hoofdft. handelt over de Pligten der zodanige», die. in lagere Levensbanden geplaatst, of met mindere bekwaamheden en vermogens bedeeld zyn: waar by aanvanglyk, tc vcl:, en zo overtuigend als fraai en welfprekend, de noodzakelykheid, cn zelfs voortreffelykhcid aangetoond word der verfci^. denheid van Rangen en ongclyke Standen in de Maatfchappy. nevens dc dwaasheid van naar hoger Staat te haken. bl. 291203. merkende dc S. onder anderen zeer juist aan , „ dat elke levensftand zyne voordelen en ongemakken heeft; dat ze , ten naastenby, eikanderen opwegen, en de fom van geluk, n toegefchikt aan het Menfchelyk geflagt, verdeeld is in vry geljkc delen", en dat de gelykheid van Genot een andere, nog niet overwogen, grond is, op welken alle Menfcheu , gelyk ftaan;" waar uit dan, vervolgens, de onderfcheidene pligten van de lagere Standen, gelyk Vergenoegdheid enz. wor-. den afgeleid. Het 4, Hoofdft. wyst enige voorbehoedzels aan, welken men in agt te nemen hebbe in het flaan naar enen hogeren en bloeyender levensftand: als a. geen verbetering van ftand te zoeken, langs onregtvaardige wegen ; b. zyne pogingen om hoger tc klimmen, naar eisch te beperken; c. zyne bekwaamheden tot een hoger ftand vooraf te beproeven ; en d. te bedenken van hoe veel meer of minder nut deze pogingen tot verbetering van Levenftand kunnen zyn. bl. 304-310. 5, Hoofdft. over de Pligten der zodanigen, die in hoger Levensftanden geplaatst, en met uitjlekender bekwaamheden befchonken zyn: hoedanige zyn Nedrigheid enz. bl. 310-324. 6, Hoofdft. over de Pligten, gemeen aan allen, ten aanzien van hunne gelegenheden en begaafdheden: waar by de bard van het fvlaatfchappelyk leven zeer wel ontwikkeld en geftaafd. cn ene gelyke verpligting van alle leden der Maatfchappy word aangetoond, om elk het zyne ten algemenen welzyn toctcbren- geil. 01, 3*4-335- Waar 11a dan eindelyk in het 7, Hoofdft. een ongemeen fchoon Be/luit van deze gehele proeve volgt. Ondertusfchen moeten wy, omtrent den inhoud van dit gehele derde boek, al wederom aanmerken, dat, hoe bondig , cierlyk en welfprekend de S. ook hier de Pligten der Menfehen aanwyst en ontvouwd, en tusfehen beiden over de heerfchende Ondeugden uitweidt; en hoe zeer, uit dien hoofde, dit deel der Verhandeling, . met alle oplettendheid, vooral in tyden als de tegenwoordige, verdiene gelezen te worden, dc metsten egter dier Pligten, zo niet genoegzaam allen, welken hier opgeteld worden, van dien aart zyn, dat zy veel eer uit de ongelykheid, dan uit de gelykheid, ten duideiykftc , voortvloeyen , cn dus buiten de eigentlyk gevraagde omlopen : zelfs is wel de laastaangewezen pligt in Hoofdft. 6. ene gelyke verpligting , dog al mede, onzes inziens, gene verpligting, die , uit de gelykheid, maar veel eer uit den aart en het doeleinde I van alle Maatfchappy voortvloeyt. Kortom : veel goeds, veel fchoons en uitmuntends, erkennen wy gaarne, in deze proeve, op haar zelve, en buiten aanmer! king van de vraag, waar op zy ten antwoord moest dienen, of ook zamenhang en verband met het geheel, befchouwd, j ontmoet te hebben : zy is vol van belangryke aanmerkingen, I met ene welfprekenheid, kragt ea.vuur voorgedragen, die haar I Z a . den  • den naam van zo vele zedelyke fpreuken waardig maken. Me ongemeen genoegen cn vermaak, uit dien hoofde, hebben wy dit ftuk, een en andermaal doorbladerd ; en de kundigheden bekwaamheid , en edele gevoelens van den Schryver bewonder! en toegejuicht: maar, vergelyken wy al het betoogde met de opgegeven vraag, dan moeten wy openhartig bekennen, dat het eerjle Lid dezer vraag, naar ons oordeel, door den Hoogl. .met naauwkeurig is opgelost: voor zo verre hy niet meer dan jtt ontkennende Gelykheid, uit de Ongelykheid geboren wordende , en dan nog maar ene zodanige gedeeltelyke Gelykheid, dte nam. welke enkel tot de Pligten kan betrokken worden, opgeeft; terwyl, in de beantwoording van het overie eedeeltc der vrage geen behoorlyk agt, door den S. fchynt gegeven te ^„V1^ aanTei'kelyk Verfchil tusfchen zodanige Rechten en Pligten, die aan alle Menfehen gelykelyk gemeen zyn en we ken niet uit de gelykheid geboren worden, maar integendeel ene zedelyke gelykheid van ftaat tusfehen de Menfehen rZren T't 'r°m deM reden ' t0t het eer^ iid «er vrage behoren ; en tusfehen 2. zodanige Rechten en Mgten, wel voömlv! "if"^1'," br°"' dan aH«n uit de gelykheid, voortUoeyen; alleen daarom plaats hebben, om dat de Men- fen cn pLte in f'Z^ ^T d"S de «'«genoemde RecbMenfchen f u f Ókr ^beid, welke onder de Menfehen plaats heeft, zyn aantemerken, moeten, daar tenen JtfSSÈ ^VT" Piigt£n' ni" -^ers'dan als feKi -' w en der , ^1Cld bel\h°"wd w°^n. Immers is het, in het l z " c ■ t* e" a"^ va"beteke™> geheel iets anders Leng ' Z € ReCkte" en Pr'Zten V» <"* ons allen gemeen en vit dien hoofde zyn wy, wat deze Rechten en Pligten aanbelangt, gelyk: of: wy zyn, in zekeren *T nZ aerlwg gelyk, cn om deze reden of uit hoofde dat wy dus oslyk zyn, hebben wy ook zekere Rechten en Pligten met elkanderen gemeen, NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en schee pvaart, lan d- S n veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Te Canlon in China, heerschte, volgens de laatste berigten, een Hongersnood, waar door reeds ettelyke dui zend menfehen waren omgekomen. De ryst was 'er zo hoog in prys, dat een Engelsen fchip op een lading aldaar gebragt, 50 duizend pond. ftr. gewonnen hadde. Handleiding om Insekten te verdryven, die schade aan de bomen doen. {.Memoires de la Societé d* Agriculture.) De Hr. De Fosje bevonden hebbende, dat Terpentvnoly het ongedierte der Beesten verdreef, zonder de Dieren zelve enige fcliade toetebrengen, nam men een proet S van het zelfde middel op Boomluizen en andere Infekten• ■ die men met deze oly befproeide en bevond, dat zy 'cr t van ftierven Men maakte diensvolgens een menezel van rerpentynolv met aarde, en liet dit ter deeï do rtrek baTr\Sme„gf^dit,deeS «f ™« tot dinT feiten hSCf' pap' de boomtakken, aie ma Inlenen bedekt waren. De oly verdreef ze niinn nevens derzelver eytjes, zonder aan vrug tak of b ad Schen2 tS bl'enge^ MM ka" het'beftrykzel af-' wasfehen of ,aten zitten, tot dat de regen het aflboelt. Om verzekerd te wezen van de doorgaande kragt en goeden UItflag dezes middcls> ^ ë \WJ* proeven van genomen mogen worden. Maandelyksche Pryslyst der in- en uit land sc he Effecten. mir^rC£E- rHfa"d- JiPrC^75a8t. Zeeland 2\ piCts 56a 60. Friesland. 2 prCts. 60 a 62. Utrecht. 2* prCts 6* a 67* G~tóf-3P>"Ct.76a79. Last- en Veilgeld. ajprCts. Neffot o" n* Do°rl" "0°Sh- 3 prCts. 88 a 92, Dito nieuwe 78 a 85 9 P ' Dlt° 2* prCts 78 a 82 °' f- C-Lot- 3 P^ts. 82^NiE7S7ha bank"aa' 165 al67- 0.I.2,2a2i,|.Z.Zee. 76*'*,6Z nft \ Dit0 nieuwe SPrCts.Gec. Geconf \X * l6* 76'- Dit0 4P>-Cts. Oeconf. 895 a 89|. sprCts. Dito Lond. 28 May. f?™*?* O; I-C Act. van ^ 2500 2100. Dito va* Dito C' KaS 3 °> Paf:ys 23 M*T- aioi.Uito 4prCts. 117 a'110 DitoTiciuid tm'?"' s prcts" 9s* 85 a 87 prCt. Dito by P. ^ Ditó°by t-.• ' 4 prv.Ls. Rusland, c DrOi n,s , .o! Dito 4| prCts. pi§ a 9,|. Dito 4 urCts «n 9?l3 98^ 5 prCts. 99 a tooi! Dito 4i pSs* a7 ' lï " 9*. 95*. Tont; ppS;. Ui aa 91. g Loï"; prCts. 9g5 a 99l. Dito Leen. cn Wisf. B. 4PrCts? 98ia 00" Ditct Kroon 4 prCts. 97i a 99|. Dito Afiat t^.^^p^Z A 0nvcrwisf. Steuer 3 prCts Dito Ordin. 3 prCts. 35 a 35| ftv. Dito Kamerft 3 prCts /l a 35j ftv. Dito 2 prCts. 30% 31 ftv. 3 P 34 GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Slmflerdam 138: en te Haarlem 13, onder welken laatftcn 5 beneden de 4 jaren Onlangs is te Kilmalock (in Ierland) overleden zekete John Craig, in den ouderdom van 111 jaren. Hv was nimmer geruwd, nog ook ziek geweest; had tot jan zyn dood het volkomen gebruik van zyne Lighaarns R) Zielsvermogens, en hadde, tot op weinige dagen voor zyn  C 183 > zyn dood, zyn gewonen dagelykfchen arbeid nog verragt. In Bohemen zyn in het vorig jaar 1792. geboren 125454, gefiorv. 85035 getrouwd 2450^ paar. In Moravien ■ • 62845 gefiorv. 47059 getrouwd 12661 paar. In Oostenryk . . ■ 12781 gefiorv. 9144 getrouwd 2750 paar. In Stiermark . . ———— 30838 gefiorv. 23054 getrouwd 6741 paar. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN en BERIGTEN. Berigt van een ongemeen hevigbn ORKAAN, aam de kust van ISLE DE FRANCE. (JJit des Heren /übt Rochon's Reize naar Madagascar en de Oost - lndifche Eilanden.) Deze grote orkaan viel voor in February 1771. Men beff.eurde deszeifs aannadering enige uren vooraf aan het plotfel.ng dalen van de kwik in de Barometer, 't eiiigfte middel tot dus verre, waar aan men, tusfehen de keerkringen, de komst van zulke ftormen kan opmaken. Het was toen 4 uren des namidd. De Intendant van het Eiland, de Hr- Poivre, by wien zig de Abt R. toen bevondt, liet de Kapitein van de Haven aan zyn huis verzoeken; en deze Officier, die insgelyks de Orkaan van 1761. bygewoond badde, toonde minder ongerustheid over de?e fchielyke en aanmerkelyke verandering van den Barometer . dan de beiden eerstgenoemden. Hy zeide veel zekerder voortekens daar van te hebben, „ 24 uren voor den ftorm, voegde hy 'er by , „ zoude men de zwarten van het Gebergte zien afkomen, „en den Orkaan aankondigen. Voor het overige weet ik, „uit het ondergaan der zon, welke maatregelen ik nemen „moet, om, zo veel my mogelyk zal wezen, de cn„affcheidbare toevallen van d;t verfchrikkelyk tempeestafte „wenden." Nog de voorflellingen des Heren Poivre, nog de bedenkingen van den Abt, waren in ftaat dezen man te overtuigen, en men moest volflrekt naar het ondergaan deizon wagten. De lugt was zuiver en helder, dog de kwik viel al meer en meer in den Barometer, De zon ging fchoon onder. De Kapi cin van den Haven , die langen tyd op fchepen van de Oost - lndifche Compagnie gevaren had , ging wel te vreden heen, en bleef geheel onbekommert voor de gevaren, die zig de Intendant cn de Abt voorftelden Ondertusfchen ftak de Orkaan werkelyk op ten 7 uren , zynde eén uur na zonnen ondergang. Eer het nog 9 uren gellagen was , waren reeds alle fchepen op de kust geworpen, en op dit voorfpel volgden onmiddelyk de verfchrik kelykfie tonelen- het ongeval was te droeviger, daar men volftrekt buiten ftaat was eikanderen te hulp te ko men; daar elk moest blyven waar hy was , en niemant de gevaren kon omlopen , die hem dreigden.. Het ysfelyk onweder hield 18 uren aan, met onveranderlyke woede. De ftortregens, de donderflagen en b xems, waren niet in ftaat om het geweld deswiiuis enigermate te breken. Dan om 3 uren, bleef de kwik, die tot op 25 duimen gedaald was, enige minuten op een punt" ftaan.- en kort daar na begon hy weder te ftygen: zedert welken tyd het meest" gevaar over was, zo dat m~n het wagen konde,om den fchipbreukelingen enige hulpe te bieden. Onder de veefvidige uitwerkzèls van dezen Orkaan zag de Abt den groten mast van de Mars, een fchip van 64 ftukken, glad at breken en weg waayerl. De bomen wierden met den wortel uit den grond gerukt en de hegtfte huizen om verre gefmeten. Men rekende de fnelheid des winds op 150 voeten in ene fecunde» Uittrekzcl der Dagelykfche Waarneininge van 12 tot 25 Mey 1793. te Hamburg. fHoogfte ftand 28, i\. den 24ften. Barom.i Laagfte - 27, 9%- de' loden. |_Gemiddelde der beide Week. 28, o, 51. Therm. fHoogfte ftand 24. 's Midd. van den 13de». Reaumur. < Laagfte 2|.'sMorg. van den 22ften. 1. Gemiddelde der beide Week. 14,6 grad. Heerfchende tviad'N. W. en N. O. Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem» Ibaro- thermo- streek | me- meter. der I luchtsge- ter. Noord[ Zuid. wind. | steldhetd. f29. 9 47' 52 n. w. 's morg. vroeg reg. ">'■{ *9-*t 5' 64 w.i-j. w. met hag. verd.woik,. f 29. 9Ï '*4i| 40L w.* 's nagts zware reg,. ("29. 9; 43JL j 4S w. , T ~ 30. 29. 8l 49 57 w.t.n. (.29.n 44| [ 44 w.n.w. met hag. hard, wind. j ff ° 4S* |5i N. W. v^^T 31.130. Of 52 65 buyig, verder' (.3°- 2 f4o| 39I wolken.. f 3Ö7~i 46 £4" w. z.w. wolken, omtrent" j 3°. 1 55 75 o. z. o. .helder. Jtlny ƒ 30. ol 46 45 0. n. o. f2?-11 52 Ó8 z. o. T f~ >.U9.A 65 87 o. z. 0. hbeTd^t5 omtrentJ ' 29- 9% 52 510. t. n. t 29.10 j 57 73 z. o. 3-{29.10 69^ 91 helder. L29 'i 59 58 o. z. o. f29.115 ! 61 | J3 z. 0. 4.) 29.10 7.3| 98 o. z. o. omtrent helder. / 29.10 I 66 I 65 ——■— * 's'nagts h. wind. z. therm. 38 gr. f * nagts 36 gr. met merk. vorst. In de afgelopen maand May. Hoogst Therm. fmid. den 13 , 76 gr. Laagst 's nagts tusfohen den laatsten Mey en ijunys6gr. Gemidd,ogt,'smidd,en'savonds 535a; &x>is o5|gr. lager als May 1  C 184 ) BEKENDMAKINGEN. i 1 BERICHT AAN HET "PUBLIEK. 1 IFegens den Sotzmannifchen Atlas voor de Aar dryksbefchry ving 1 van den Heer D. C. R. Bufching. i V'an den Sotzmannifchen Atlas voor de Aardryksbefchryving 1 van den Heer D. C. R. Busching zyn tot hier toe vier Afleveringen vcrfcheenen , waarvan de drie eerfte in 16 bladen, en een 1 Generaltableau en eeneStatistifche tabelle van den Heer Krygs- , raad Rand.'l, de Kaart van Duitschland geheel leveren, en by 1 ons, als in andere Kunst en Boekwinkels , voor vier Daalders 1 te bekomen zyn. De vierde, vyfde en Sesde aflevering be- 1 helst een generaale kaart van Europa, waarvan de vierde : reeds in handen van het Publiek is, de vyfde zal in dePaaschMisfe cn de zesde in Johannis uitgegeeven worden, waardoor deeze geheeie kaart, meede uit 16 "bladen een generaltableau en Statistifche tabelle beftaande compleet zal zyn. Wanneer men de vierde Afleev, of de ifte van de kaart van Europa met 1 Rthl. 8 gr. betaalt, bekomt men ieder overige tot deeze kaart behoorende afieevering door vooruitbetaling voor 20 gr. — Doch deeze vooruitbetaling moet voor de verfcheining van eene nieuwe Afleev. gefchieden, wyl, zoo dra er een nieuwe Aflev. yerfcheenen is, ook alle Prenumerations prys ophoudt, en dan ieder Afleev. zonder onderfcheid 1 Rth. 8 gr. kost. De zevende en achtfle Afleev. zal een in 16 bladen beftaande , met de uiterfte naauwkeurigheid ontworpene , kaart van Polen behelfen, en de zeevende Afleev. bereits na dato, in twee Maanden verfchynen. Deeze beftaat uit 8 bladen en be¬ helst de ganfche westlyke helft v»n gemolde lc»art BStTSSr. E>c Heeren Inteekenaren der 6 eerfte Aflev. des Atlas laten wy deeze Afleev. uit 8 bladen beftaande voor 1 Rthl. 6 gr. wanneer zy voor de 15 May het geld franco aan ons zenden. Na het verloop van deeze termyn ( wanneer wy de eerfte Afleev. der kaart van Polen denken uittegeeven) is en blyft de prys voor deeze 8 bladen 2 Rthl Berlyn 18 Maart 1793. Koning!. Preuf. Academ. Kunst en Boekwinkel J. C. C. NATORP en Coinp. De goedkeuring, waarmeede kenners en Liefhebbers het by ons uitgekomene Krygstheater in Frankryk beftaande in 6 bladen en 2 Statistifche en Geographifche tabellen heeft aangonomen , heeft de beroemde Heer Sotzman geheim Secretaris aangefpoort, om by deeze 6 eerfte bladen nog 6 andere te voegen , welke aan de te vooren uitgegeeven zeer naauwkeurig fluiten, cn hy hoopt zyne tydgenooten daar door een wezenlyke dienst gedaan te hebben. Door deeze tweede Aflevering des Krygstheaters, welke wy thans het Publiek leveren, en welke het overige van het //oor- Te Haerlem, by PLAAT en LOOSJES. erdeptrttment dtn Elzas en Lotharingen geheel en doorgaaas ,eer fpeciaal ook de Oostenrykfche Nederlanden afbeeld, ver:rygen de Heeren Bezitters der eerfte Afleveringen des Krygsncater in Vrankryk een zamenhangend geheel, zoo dat deeze eide Afleveringen niet alleen voor een ieder, welke zich aaa le tegenswoordige tydsomftandigheden laat gelegen liggen , maar >Oit bezonder voor Heeren Officieren van zeer veel nut zyn, ïaardien men ook zelfs in dezelve de kleinfte Dorpen, Hoogens, Chausfées &c. aangetekent vind. Wy gelooven diesvolgens te kunnen verzeekeren , dat dit thans lit twaalf bladen beftaande Sotzmannifche Krygstheater in 'frankryk, voor deezen Veldtogt, verr$ na alle andere ia nauwkeurigheid cn uitvoerigheid overtreft., weike (buiten den rrooten Casfenifche in 181 bladen beftaande kaart, die reedsiver de 1500 Livres kost, en den Atlas national) te vore* n Duitschland uitgegeeven zyn, wy verlaten ons hieromtrent jerust op het oordeel van kenners. Beide de Afleeveringen van dit Krygstheater kosten met dc iaarby behoorende Statistisch Geographifche tabellen 4 Rthl. 22 gr. ïamentlyk de eerst Aflev. 2 Rthl 12 cn de tweede 2RU. 10 gr. Voorts voegen wy hier nog by, dat de kaart van Duitschland door Sotzman in 16 bladen tot een zeer bekwaam gebruik, ayzondcr voor Heeren Officieren en Reizenden, gefchikt, op linnen geplakt in een etui (ter grootte van gr. 8vo.) ook met rollen om te kunnen opgehangen worden het ftuk a 1 Frederik d'or, by ons te bekomen zyn. ■ Wie het door den Heer Sotzman met ongeloofelyke vlyt tot ligter gebruik deezer kaart bearbeide Repertorium, ook verlangt betaalt daar voor 1 Rtl. Brieven en geld worden franco verzogt. Berlin 20 Maart 1793. J. C. C. NATORP en Comp. Daar by de uitgaave des Krygstheaters in Vrankryk ons oogmerk alleenlyk was, eene compleete en fpeciaale kaart van dat Ryk te leveren, en gevolgelyk de aangrenzende landen niet dan zeer algemeen wierden aangeteekend ; nadat egter het Krygstheater zich in de Oostenrykfche Nederlanden uitureidede ; zoo hielden wy het noodzaakelyk, dit deel van Duitschland by de tweede Afieevering wat fpeciaalder te laaten uitwerken. Dan om de Bezitters der eerfte Afleev. hier door geen 011 gemak aan te doen, zoo hebben wy No. 3. van die Afl. meede laaten aanvullen, en van nieuws op graveeren, en leveren deezen de Liefhebbers a 4 gr. Berlyn 27 Maart 1793. Koning/. Pr. Academ. Kunst en Boekhand. Bovenftaande kaart van het Krygstheater in Vrankryk is meede te bekomen te Amfterdam, by mortier Covens & Zoon by wien ook de kaarten van den Atlas voor de Aardryksbefchryving van Busfching door den Heer Sotzman te Berlyn uitgegeeven wordende kunnen oefteld worden. J. C. C. NATORP & Comp.  1793- Na 259- A L G E M E N E KONST- en LETTEM.ODE, VOOR MEER- EN M / N- GE O EFFENDEN Vry dag den 14. Juny. BERIGTEN. G R O O T- B R 1'"T A N N IE N. I^=8S e Aberdeen, is, den 29 Mey, overleden AlexnP 1 ander Donaldfon , M. Dr. en Hoogl. in de •J- nf Geneeskjnde cn Oosterfche talen in het Mar=Sj^Sjg chals Collegie, aldaar. De Governeur Philips, die rset het fchip The Atlantic, onlangs, van Botanybaay te rug gekomen is, heeft twe Inboorlingen van Nieuw Holland, een Man en een iongen, medegcbragt. Ook bevonden zig, aan boord van het" voornoemde fchip, vier levendige Kangeroos, die zeer friscn zyn , nevens andere Dieren van dat land. Uit de befchryving, die men geeft van deze Inboorlingen der fackfbn'sbaay, fchynen zy een ras'te wezen, dat voor de befcbaving ten enemale onvatbaar is-, zynde alle \ di daar toe aangewende pogingen vrugteloos geweest. ! Met dit alles leggen zy ene verbazende kunst en behendigheid aan dan'dag in hunne wyze van vischvangen, | c:i in hun vérfchalken van de Kangeroos en Vogelen , het enig dierlyk voedzel, dat zy gebruiken. Men heeft ook enige van hunne vischtuigen, lanfen en fchilden, medegebragt, die zeer vernuftig gemaakt zyn, cn waar mede zy ongemeen vaardig weten omtcgaan. De klederen befchouwen zy ais een last; en behandclen alle Europifcbe produkten met zeer veel onverfchillig"ucids. Zy zyn wreed , voornamelyk tegen hunne Vrouwen , die zy, by alle gelegenheden , op de barbaarfte wyze flaan en mishandelen. X. deel. De Koningl. Ierfche Akademie heeft den prys van 50 pond. ftr. toegezegd aan de bestgekeurde verhandeling: ,, over de beste middelen, om den gemenen man aan 't „ werk te helpen," toegewezen Jaan Samuel Crumpe\ Schildk. te Limmerick. De Konst heeft, onlangs, geen geringverlies geleden by het atfterven van den Heer Hendrik Mey er, een Landfehap Schildor^ai, veel verdiensten . die. uit Holland, zyn Geboorteland, zich herwaarts begeven, en te Londen , alwaar men de Talenten der Konftenaren zo wel weet te belonen , als te waarderen, zich, zedert korte jaren, had neer gezet. DUITSCHLAND en naburige Ryken. Berlyn. Den 28 der voorleden maand Mey, overleed alhier, na ene langdurige ziekte, in den Ouderdom van Ó9 jaren, Dr. Anton Frederik Bufching, Koningl. Opper-Kondoriaalraad en Directeur van het Berlyisch Gymnafkim. De verdienften van dozen beroemden Geleerden , byzonder omtrent de Aardmeetkunde, zyn alom bekend. F R A N K R f' K. De Nationale Conventie, uït een verflag van het Com • mitle van onderwys, vernomen hebbende, dat de Leden van de Akademie der Wetenfchappen, door ene vèrfeheidenhefd van omftandigheden, verminderd waren, e:t de arbeid der Akadetrrsten, ondertusfchen, aanm'erkelyk was vermeerderd, heeft befloten , dat de Akademie gemagt'rgd is, om, buiten tusfehenkom^t van enig ander gezag, 'de opengevallen plaatfen aantevu'ien. A a NV'  C 1S6 ) NEDERLAND EN. 'sHage. By hun Ed. Mog. den Raa.1 van Staten is tot buitengewoon V Lands Medicina: Dottor aangefteld de Wel Ed. zeer Gel. Heer Petrus Jacobus Groem van Prinsterer, Stadsarts alhier. Leyden. Meteen byzonder genoegen kannen] wy van hier melden, dat de kundige en verdienfteïyke Heer Pktrus Nieuwla.nd, Philof DobJ. en thans Lector in de Wisen Zeevaartkunde, te Amfterdam, den overleden Hoogl. Damen zal opvolgen: zynde, in diens plaats , door Heren Curateuren van 's Lands Hoge Scholc alhier ..cn Burgemeesteren dezer Stad, tot gevsoon Hoogleerairaangc fteld in de Natuur- en hogere Wiskunde, de Burgeren Krygsbouwkonst en de ' PVaterweegbinde , als mede in de Sterrekunde , het onderwys in welken laatsten tak zyn Ed. mede is opgedragen, uit aanmerking en ter ontlasting , gelyk wy vernomen hebben , van de klimmende jaren des Hoogl. van de PVynpersfe. Ene aanftelling, van welkemenzig, uit hoofde der bekende talenten en bekwaamheden van dezen ge' leerden, voor déze Hoge fchool alles goeds met reden mag be ■ loven. Amsterdam, den n Juny. Des morgens van den 4 dezer, overleedt alhier, in den ouderdom' van omtrent 45 jaren, na ene ziekte van weinige dagen, de Heer }. Ekels, een Konstfchilder, wiens roem, door zyne talenten , ongetwyffeld aan velen onzer Landgenoten , zal be kend zyn , en wiens verlies het geheel Kunstlievend en be oeffenend Publiek moet betreuren. Hy bcocftenUe die kunst met ongemenen yver, en had zig, door vlyt voornamelyk, ene zo ongemene bekwaamheid en fiksheid van tekening verworven als flegts weinige Konsffchildérs verkrygen: terwyl hy ook, door zyn uitmuntend en behaaglyk penfeel, een zeer hogen trap van verdienden beklommen had. Vele zyner fchilderycn worden in de kabinetten van de voornaamile en kundiidc liefhebbers bewaard, cn zyn in de hoogde achting. Zyne meestgeliefde verkiezing be ftond in het fchilderen van moderne gczélfchappen : ook heeft by verfcheidene uitmuntende portraiten vervaardigd. Haar lp. m, den 6 ",uny. üp heden, is alhier, in het Theairum Anaiqmtcum, de gewone uitdeling der pryzen , aan de 'meestgevorderde kwekelingen in de Heelkunde, door Deken cn Asfesforen van het Collegium Medirum gefchi'jd. By deze gelegenheid, heeft de zeer Geleerde Heer j. Roquette, Med. Doel. en Pr' me- I meter. der luchtsge- i 793 ter. I Noord[Zuid. wind. steldheid. f29.10 66 83I o. j bewolkt, nam. 5. -: 29. 10 76 93 o. z. o. 1 donder met weinig I 29. 10 6o| 59L I vv. j regen. f29.1 Ó2i 78 j z. o. , , , a ) »„ t ? n I helder, savonds 6. U9. 9\ 70i 82 z. w. bewolkt, 's nagts (_29.ro 61 6o | w. regen. ( 29. 9 63 f 65 w. omtr. betrokken, 7 J 29. 9 65!- 68 tusfehen beide i29. 9 62* 61 regenagtig. f29. 9 58 I 67 w. t. z. omtrent helder 8.(39. j)| 68 j 73 w. z.w. windrig. L39-'of 5'kene Musketier , Zoontje van den Wel Ed. Geftr. Heer Mr. W- Musketier, Regerend Schepen dezer Stad, de ?ro.nden der Rekenkunde, door Blasfïere: al e welke Jongelingen met zeer veel bevalligheid derzelver dankbetuiging hebben uitgefproken. B b Tin-  C 194 ) Eindelyk zyn de Aankwekclingen van eer P. y. de Fremery, Stud., en TV. C. Covduwa tot Ordinaire Leden, en de begunftigde Aankwpkeling J\. Groenefcluy., tot begunftigend Lid bevorderd. Na de uitdeling van alle opgemelde Eere-Pryzen befloot de Wel Ed. Geb. Heer Meerman alles met ene fraaye Aanfpraak, in welke zyn Ed. Geb. op ene' doorwrogte en geestige wyze ene fcbetze gaf van meest alle wetenfchappen, mitsgaders van de gebreken, die in de onderwyzing der Jeugd plaats hebben, en welke leerwyze in zommige andere Gewesten gevolgt word : ene aanfpraak die, door de menigte toehoorders, wélke deze luisterryke plegtigheid bywoonde, met het uitterfte genoegen werd aangehoord. Voort werd alles met een treflyk Mufiek befloten. Amsterdam. De Maatschappy ter bevordering van den Landbouw, opgericht binnen Amfterdam, heeft, in hare Grote Vergadering, gehouden den 30 April dezes Jdars, geoordeeld, dat aan haar Voorftel, wegens het uitwerken-en vervaardigen van het Vierde Deefvm een landbouwkundig schoolboek , het best beantwoord was door den Schryver der Verhandeling, tot Opfchrift hebbende: Mis ik het doel, 'k heb nog thans ene poging gedaan , om myn Vaderland nuttig te zyn. zynde vervolgens, by de opening van het Billet, tot die Verhandeling behorende, bevonden, dat de Schryver van dezelve was Hendrik Ponse, Huism (dezelfde, die , In het laatstvoorgaande jaar, ene Premie voor de vervaardiging van het Eerfte Deel van dat Schoolboek behaald heeft:) aan wien thans dc GOUDE MEDAILLE, ter waarde van Vyftig Ducaten, ofte wel dezelve fom in geld, benevens ene Zilvere Medaille, ter keuze van den Schryver, ingevolge het Programma der Maatfchappy , is toegewezen geworden. En van de ingekomen Antwoorden op dein 1700, voor «Ie twede, maal, uitgefcfireven Prysvraag, te weten: „ Op -welke wyze zoude men het tegenwoordig Ras „ van Inlandfche Paarden, in de byzondere Provinciën „ van ons Gemenebest, over het algemeen, tot ene „ meerdere volkomenheid kunnen brengen: het zy door „ vermenging van hetzelve met vreemde Rasfèn, of „ wel door ene meerdere oplettendheid inhet aanfokke'n en opvoeden der jonge Paarden, als, ander zins ?. heeft de Maatfchappy geoordeeld, dat door dej Schryver van de Verhandeling, getekend met de woorden : Het Paard is een Schepfl, dat zyn eigen wezen laat varen,om met, dan. door den wil van een ander, te beftaan. de Buffon. Bet best aan haar oogmerk is voldaan, en door denzelven, de uitgeloofde Premie is verdiend; zynde by opening van liet Billet, tot die Verhandeling behorende, gebleken" dat $ë Heer Cornelis Terne, Med. Doïïor enz , te Leiden, de Auuetir van dezelve was; gelyk de Maatfchappy dan ook aan dien Heer de Güude Medaille, ter waarde van Vyfvig üucai-en, ofwel dezelve fom in geld, benevens ene Zilvere Medaille, ter zyner keuze, heelt toegewezen Voorts is een Ascesfit, beftaande in ene Zilvere Medaille of Tien Ducaten, toegewezen aan een twede Verhandeling, getekend: Experio crede Roberto &f. Als mede een Exemplaar van alle de uitgegeven TVerken. der Maatjehappy aan ene derde Verhandeling, getekend; Liefhebbery ,s de moeder van oplettendheid. Biedende de Maatfchappy aan de Schryvers der beide laatstgemelde Verhandelingen deze praerrien aan, indien zy kunnen goedvinden hunnen naam, voor den 1 SeptJ eerstkomende, bekend te makenOp de Prysvraag: Hoedanige zyn de bepalingen, volgens welke de „ omtrek van bruikbaar land en de huishouding, tot „ ene Boerdery behorende , naar den verfchillenden aar» „ der gronden, zo van Bouw- als PVei-landen, moeten „ ingericht zyn, om ten meesten voordele van den Ei' „ genaar en Huurder, en ter bevordering van de al„ gemene welvaart, te kunnen ftrekken?. geene voldoende Antwoorden ontfangen hebbende, ftelt de Maatfchappy dezelve andermaal voor, om beantwoord te worden, voor den 1 Dec. 1795: moetende, in de oplosfing van dit Vraagft.uk, vooral in aanmerk ng komen , dat men aanwyze de nadelen van ene vermeerdering der hoeveelheid van Laijderyen , onder het befluur van enen 77" "^HrlMon . hy lr,n ....,,„,„,,lol derzelver vrugtbaarmaking, zo wel door het getal en de bekwaamheid der menfehen, als door het beflag van runden ander vee, die by daartoe nodig heeft, in ene behoorlyke evenredigheid met den aart en uitgeftrektheid zyner gronden, gehouden worden. Nog geeft de Maatfchappy op dit Voorftel,, Dewyl het Onkruid (Sinapis arvenlis L.) doorgaans „ Herik of Krodoe genaamd, zeer veel nadeel aan de „ graangewasfen toebrengt; zo bied de Maatfchappy „ hare gewone Goude Medaille dien genen aan, die „ op de meest overtuigende wyze, aantoont, dat het „ zelve van de Bouwlanden geheel kan worden utfre„ roeid, en daarby de middelen opgeeft, waar doorzie: „ werk, met niet al te veel moeite cn kosten, kan «e„ fchteden. En tevens verzoekt de Maatfchappy, dat „ men tn acht neme, of ook andere febsdelyke planten „ en wel met name de kleine Windr, Klokjes-Wi^df • „ Slingerroos, enz- (Convo'vulus arvenlis', L.), door del „ zelfde bearbeiding van den g-ond of andere verrich» tin.gen, te gelyker tyd, verminderd of vernietigd wor. „ den." De Berichten en Getuigschriften der Proeven dien aangaande moeten worden ingeleveid, voor of op den eerften Dec. 1796.. Ver*.  C 195 ) Vérdér verwacht de Maatfchappy, voor den 1 Dec. Ï793, de Antwoorden op de Vraag: „ Dewyl het Onderwys, dat aan de Jeugd op onze ,, Dorp-Scholen, in het lezen en andere noodzakelyke „ wetenfchappen, gegeven word, niet algemeen en aan „ houdend genoeg, inzonderheid door Kinderen van on- vermogende Landlieden, kan worden waargenomen; „ welke middelen zoude men, derhalven, ter voorkom „ ming en wegneming van zodanige beletfelen , met de „ meeste vrucht kunnen aanwenden ? zoude daar- »> toe het navolgen ener byzondere wyze van onderrichte ting, die onlangs in een naburig Ryk gelukkig is tot t, ftand gebragt, ook hier, op de Dorpen en andere ge„ fchikte plaat/en ten platten Lande, bevorder lyk kun„ Wek wezen? Zo ja, welke zyn de beste aanmoest digmgen tot het in trein brengen van deze of Joort- „ gelyke nuttige inrichtingen? - NB. Het Verhaal der gemelde byzondere wyze van onderrichting voor de Kinderen, enz, word uitgegeven by dc Boekverkopers J. C, Sepp en Zoon, te Amfterdam. En, voor den 1 December 1794. de Antwoorden op tie Vraag: ,, Welke zyn de aart en onderfheidende kentekenen f, Qzo wel by het leven , als na den dood by het openen , ,, waartenemen) van ene ziekte, diegemeenlyk het bloed, ,, het vuur, of het darm-vuur genoemd word, en die inM zonderheid de Schapen, doch ook andere voor den t> Landbouw nuttige Dieren aantast; waardoor word „ deze ziekte veroorzaakt; en hoe kan men dezel- t, Ve 'VUt/r fi.isfri>G 't vj Ook verwacht de Maatfchappy, voor 1 Nov. 1793. de Antwoorden omtrent de uitwerking en vervaardiging van het Vyfde of Laat/Ie Deel van een Landbouwkundig Schoolboek (volgens het Plan, door de Maatfchappy uitgegeven in het V Deel 2de Stuk harer Verhandelingen, bl. 76 tot 85): en eindelyk, voor 1 Nov. 1794, deAntwoorden wegens het Derde Deel, insgelyks te vinden in bovengemelde Verhandeling, van bl. 55 tot 70, en waar voor de beloofde Priemie met Twintig Ducaten is vermeerderd. Kortheid, bondigheid, en klaarheid in den voordragt der zaken, zyn de voornaamfte hoedanigheden, welke de Maatfchappy van de Schryvers verlangt, in hunne bewerking van deze onderfcheiden ftukken. De Prys, welke aan den Schryver van het beste op een dezer Vragen inkomend Antwoord word aangeboden, beftaat in ene Goude Medaille, ter waarde van VyfpigDucaten , op den ftempei der Maatfchappy geflagen, en met des Schryvers naam voorzien , of wel dezelve fom in geld, benevens ene Zilvere Medaille, ter keuze van den Schryver. Indien geen der ingekomen Antwoorden, op ene door de Maatfchappy opgegeven Vraag, hares oordeels, den prvs verdiend heeft, behoud zy aan haar het recht, deze Vraag nog eens, of met weder, op te geven. Daarente gen, wanneer 'er meer dan een Antwoord haar voorkomt, i die enige aanmerking te verdienen, zalzy ëen Accessit, in ene Zilvere Medaille beftaande, aan den Schryver van het naast aan het beste komende Antwoord aanbieden, en hem dit befluit, voor dat het verzegelde Billet, by zyne Verhandeling behorende, geopend word, door de openbare Nieuwspapieren bekend maken. De Schryvers, die na den prys dingen, zullen, by hunne Antwoorden, een verzegeld Billet moeten zenden, iniiqudende hunne Naam en Woonplaats, en van buiten getekend met dezelfde Zinfpreuk, welke aan het einde hunner Verhandeling zal gevonden worden. De Antwoorden zuilen in het Ncderduitsch, Latyn, Fransch, Engelsen, of Hoogduitsch opgefteld, met ene leesbare hand gefchreven, en, gelyk alle andere aan de Maatfchappy toctezenden Stukken of Berichten, Franco toegezonden moeten worden aan de Heren JERONIMO de BOSCH, op de Keizersgragt, over de Groenlandfche Pakhuizen , of aan Mr. H CALKOEN, Advokaat, op de Keizersgragt, by de Bereftraat, te Amfterdam. Voorts zyn de Wetten, waarop de Maatfchappy na enen prys laat dingen, te vinden in het Voorbericht, voor het Eerfte Deel harer Verhandelingen geplaatst. De Maatfchappy zal ook ene Zilvere Medaille of andere gepaste beloning fchenken aan die genen, welke haar enige nuttige ontdekkingen omtrent den Landbouw zullen mededelen, en de bevordering derzelver, naar bevinding, onderfteunen. Aan denVerza me laar van den AlgeM, Myn Weer'. „ Daar al het geen de Kinderziekte, deszelfs voor| behoeding en geneeswyze, betreft, belangryk is voor het gantfche Menschdom, neem ik de vryheid UEd. den nevensgaanden Brief, ter plaatfmg, toe te zenden. Dezelve bevat, betreklyk deze verwoestende ziekte, eerst een Voorbehoed middel , nament lyk om, door de afzonder ing en verwydering der befmette perfonen, op afgelegene plaatfen, zo wel als de aanhoudende zuivering van die hen oppasfen, de verfpreiding der befmetting voor te komen ; dit middel wierd reeds enige jaren geleden, door een fransch Geneesheer, Wereldkundig gemaakt, in ene fraaye Verhandeling, ten tytel voerende; Le feul préfervatif contre la petite vérole." „ Ik prees de Philantropifche gevoelens van den Schryver; maar betreurde, dat de uitvoering daar van in ons Gemenebest , zo niet geheel onuitvoet lyk , ten minjle zeer bezwaar lyk , zoude zyn. Zeer velen vooroordelen zouden zich daar tegen aan-kanten: en het weinig belang,- dat zy, die reeds deze ziekte gehad hebben, daar in flellen; gelyk uit het gedrag van den Opvolger van den Here de Wind blykt; zou het algemeen belang van de Maatfchappy doen opofferen aan byzondere inzigten. Het twede, dat deze Brief belangryk maakt , is het goed gevolg van de Inenting. Te wenfhen ware het, dat alle menfehen overtuigd wier den van derzelver nuttighe d en deze kunstbewerking dus algemeen gemaakt wierd. Ik heb tPeer te zyn &c." Bb 2 Wel  Wel Edele Beer ! „, D' Heer .... twede Secretaris aan Rlo Demerary. heeft my, hier zynde, een taak opgelegt, waar mede UEd. hem had belast, doch die hy, wegens veelvuldige bezigheden, veroorzaakt door deszelfs vertrek na Demerary , niet konde ter uitvoer brengen; beftaande in een verzoek, dat ik TJWEd. een verhaal zoude doen van de Kinderziekte , op St. Euftatius, in het jaar 1776. alwaar ik ter dier tyd Predikant was. Ik houde my ten fterkfle verzekert, dat 'er, in de gedenkfchriften der Genees- of Heelkundigen, niets'diergelyks gevonden wordt." „Men had, op dat kleine, doch misfehien-het meest bevolkte, ftukje gronds der bewoonde waereld, deze ziekte by Placaat uitgebannen. Dit zal u misfehien doen lachen; echter is dit in zeker opzicht de zuivere waarheid. Daar mögt niemand aan land gebragt worden, dié uit zee kwam, en met de Kinderziekte befmet was; de Schippers, die zulk een perfoon of perfonen aan boord hadden , moesten, op zware ftraffen , NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Nederlanden. Disput atio Jur'ts, five EthicoJuridica, de loco Ciceranis, qui est de Finibus Bonorum et Malorum : quam, d. ƒ. n. Prafide H. C. Cras &c. ad pubticam Disceptationem proponit David Jacobus van Lennep &c. PP- s»o. 4to. Amfteld. Typis P. den Hengst, 1793- Van de cierlyke en mannelyke verdeding dezer Academifche Verhandeling, (f) hebben wy reeds, met een kort woord gewag gemaakt in No 254. van dit ons blad, wanneer wy 'er tevens iets byvoegden , aangaande de veel belovende Talenten en bekwaamheden van haren jeugdigen Schryver: waar van het voor handen z;nde gefchrift zelve ons ene nieuwe proeve opleverd.— Wy kunnen ons niet erinneren, iets opzettelyk gefchreven over het onderwerp, hier voorkomende, immer ontmoet te hebben: weshalven het zelve zo nieuw , als uit eigen aart, belangryk is: overmits Cicero , in de vyf boeken, over welken het onderwerp loopt, de eerfte Gronden van alle zedelykheid ontvouwd, en die waarheden nafpoort, welken de Wysgeren van onze Eeuwe onder de benaming van Philofophia praStica bevatten. Wel is waar, dat 'er, in deze boeken, verfcheiden fyne onderfcheidingen en zelfs fpitsvindigheden, dikwyls naar enen louteren woordenftryd zwemende, voorkomen; welken derzelver inhoud, in den eerften opflag, min belangryk fchynen te maken: dan, hoe kon Cicero de verfchillende Ieerftellingen der Griekfche wysgeren, naar waarheid, zynen Landgenoten fchetfen, zonder haar in dier voegen, en gevolgelyk ook, met alle die gebreken, als en waar mede zy zich opdeedden, voor te dragen en te ontvouwen ? behalven dat hy zelve geenzins in gebreke blyft, om zo wel de uitvlugten der Epicuristen als de fpltsvinoigneoen aer uwnjmu ^ . *~ •"->■ gs-ws-- len der oude Akademisten en Peripateticynen te verdedigen: terwyl de byzondere vorm van gemeenzame Gefprekken, in welken hy, in navolging van zyn groten Meester Plato, deze diepzinnige ftukken behandeld, van zelve medebragt, om elk zyn onderfcheiden gevoelen te doen zeggen, en alles tot verdediging daar van by te brengen. Men zie ook Mei.ners , Redevoering over de verdienden van Cicero omtrent de gehele Wysgeerte, in zyne vermischt fchrift. I. Th. p. 274- Maar om tot de Verhandeling des Hr. v. Lennep zelve te komen. fjt) Ons is zedert, door kundige oorgetuigen , verzekerd , dit deze verdeding met een vlugheid en zuiverheid van taal gefchied is, van welke men, zelfs by de Geleerdfte mannen, zeldzame voorbeelden vindt; zo dat men zig eer moest verbeelden , in het oud Romen, dan 17 Eeuwen na het verduisteren van deszelfs luister, in Nederland , te horen redentwisten. Trouwens men weet, hoe zeer men , byzonderlyk te Amfterdam 'er op gefield is, en hoe men diens volgens , aldaar, onder de Letteroeifende jeugd, zich toelegt , om , met ter zyde ftelling van verfletene en afgezaagde, de keurigfte en uitgezogtfte Holten , in zuivre taal, te behandelen. Ene kieschheid, die des te opmerkelyker is , daar men haar enkel te danken heeft aan enige weinige Geleerden , onder welken vooral de bekwame Letterkundige J. de Bosch moet geteld worden , wier invloed den fmaak ener gehele zo grote Stad , welker hoofdbezigheid de Koophandel is, dus ten goede weet te vormen en te befturen. Na ene gepaste Inleiding, verdeelt de Schryver zyn gehele ftuk in vyf Hoofddelen. Het eerjle Hoofdftuk verklaart het Oogmerk waarmede , 'het Opfchrift onder welk, en den Tyd wanneer, deze vyf boeken gefchreven zyn. Cickro nam. de Griekfche Wysgcerte en vooral Zedekunde, ter kennisfe van zyne Landgenoten, in derzelver taal, willende brengen, tragt hier vooraf de grondflagen te vestigen, waar op dit gehele gebouw rust: om welke reden de jonge S. van gedagten is, dat Cicer» dit ftuk voor alle zyne overige wysgerige werken fchreef. Hy geeft hier op een kort verflag, hoe de Griekfche geleerdheid tot de Romeinen overging, en onder dezen den lust tot haar ontvonkte, in zo verre zelfs, dat enigen overgedreven genoeg waren, om niets dan enkel Grieksch te willen lezen, en om dus het behandelen dier wetenfchappen, in 'tLatyn, geheel af te keuren: iets waartegen Cicero , in zyne opdragt aan Brutus , zig verzet: zie pag. 10 en 11. Omtrent het Opfchrift dezer vyf boeken, waar over de kundigfte Geleerden reeds deze en gene aanmerkingen gemaakt hebben, geeft de S. zediglyk, ter verdediging van Cicero in dit opzigt, in bedenking: of men daar uit niet mag onderftellen , dat de Romeinfche Wysgeer zich niet enkel heeft willen bepalen tot het onderzoek van 't geen ten hoogfte verlangt, maar ook tevens van 't geen ten meeste afgekeurd en vermyd moet worden ? Waar op dan het onderzoek volgt nopens den Tyd, wanneer dit werk gefchreven is, welks verdeling volgender wyze word opgegeven: namel. in Boek I. verdedigt L, Toequatus het gevoelen van Epicurus en diens navolgeren ; 'twelk Cicero zelve in B. II. wederlegt. In B. III. verdedigt M. P. Cato de Wysgeerte der Stoicynen, welke Cicero wederom zelve in B. IV. hevig tc keer gaat en beftrydt: terwyl Ae. ïaausigeinciüe, eindelyk, in B. V. M. Piso het geen dat der Peripateticynen, niet min cierlyk dan duTdelyk*1'"voordragen en bevestigen. Men ziet dus (deze enkele aanmerking zy ons geoorloofd) hoe Cicero, in dit gehele ftuk de verdediging der onderfcheidene Leerftelzels anderen in den mond legt, maar zelve de taak op zich neemt van wederlegging: waar van de reden is, overmits Cicero tot de Akademisten behoorde, die meer gewoon waren, gelyk hy zelve elders aanmerkt, te wederfpreken, wat anderen voordroegen, en om het zwakkeen fterke daar van te toetfen, dan om zelve het een of ander Leerftelzel ftaande te houden. Ondertusfchen is het allerduidelykst, dat Cicero die Wysgeerte, welke hy door Piso laat verdedigen , zelve goedkeurt en daar aan den voorrang geeft. In het twede Hoofdftuk ontvouwd, diensvolgens, de Heer v. L. de Epieuristifehe Wysgeerte, volgens den voordragt van Torquatus in B. I. en geeft een kort begrip van Cicero's wederlegging derzelve in B. II. op. In welke oordeelkundige e» naauwkeurige ontwikkeling, hoe beknopt ook, het bepaald beftek van ons blad ons niet toelaat den fehranderen Schryver te volgen. Hoe zeer de Heer v. L. de gebreken in deze Zedekunde erkend, beweerd hy nogthans, dat zy meer uit hoofde, ener opgevatte mening van het woord voluptas (geneugte) dan in het wezen der zake, is veroordeeld. Even klaar en bondig is des Schryvers voordragt in Het derde Hoofdft. van de Stoicynfche Zedeleer, in navol! B& 3 ging"  £ 198 3 ging fan Cicero, in diens B. III en IV. de verdienden en ge breken van welk ftelzel hy, in het flot van dit Hoofdft, onder fcheidenjyk aanwyst: terwyl hy, op gelyke wyze, In het vierde Hoofdftuk de Peripatetifche Zedeleer ontvouwd welke hy tevens aantoont het ""ware gevoelen van Ciceuo ge weest te hebben : waarom hy deze het allerlaatste, door Piso deed vooruragen en verdedigen. Eindelyk toond de Hee van L. in Het vyfde Hoofdftuk, d» voortreffelykheid dezer laatsgemeldi Zedeleer aan; en tragt dezelve te bewyzen 1. uit hareniBvloe< en kragt m het voortbrengen van zo vele uitmuntende mannen, waar van hier ettelyken worden opgeteld: hoe zeer het echter, onzes bedunkens, niet ontkend konne worden, dat ook de Epicunstische en Stoicynfche Leerftelzels grote mannen tot derzelver voorftanders en aanhangers gehad hebben: en het tevens, met rede m twyffel mag getrokken worden, of 'er wel een zo zeker en onfchcldbaar verband plaats hebbe, als de Schryver lchynt te onderftellen. tusfehen de voortreffelykheid ener lere en de deugd harer bclyderen ; 2. uit hare meerdere overceneenkomst met de Natuur en mindere overdrevenheid, als wel as deugd tot den Hoofdbron van 's menfehen geluk ftellende, ooch ook tevens de overige geluks goederen zo van ziel als vni TT Z1'!S °Ver ,£ h00fd zien(ie of verfmadende : en gev igiyk ook 3. mt hare grotere eenvouwdigheid, waar door frL?,6"6 • ,mCllWe VV0orden °P fpitsvindighedèn behoefde : welke Jchoonneid cn voortreffelykheid de S. te regt oordeelt, door het tlrrvv VCr", m d£ weIfPrekendheid van Cicero desteluisterryker aan den dag gelegt te zyn. t» „ .aur ecn kort verflag van deze fraaie Verhandeling, welro™ ^„ ftïf' Van meer BevOTd«de jaren tot geen geringen ten. De ftyl is mannelyk, eierlyk en geheel Cieeroniaansch. Hier en daar komen korte aantekeningen aan den voet der bladzyden voor, die tot opheldering dienen en alle kentekenen dragen van belezenheid, oordeel en goeden fmaak. Eindelyk zyn ook de ftellingen (Thefes) agter deze verhandeling gevoegd, niet uit het getal der afgelletene en hondertmalcn tot walgens toe herhaalde, maar in tegendeel zo uitgezogt als belangryk : gelyk, b. v. „ Dat Lucretia ten onregte hare handen aan haar leven floeg; over den roof der Sabynfche maagden ; over den Afrikaanfchen flavenhandel en flaverny in de West - Indien; over de noodzakelykheid voor het Romeinsch Gemenebest, om, na Cajfars dood, door een Alleenheerfcherbeftierd te worden: over het groter nadeel der Regeringloosheid «Un der Overheerfching, en anderen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, I.and- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabriek e n, betrekkelyk. Van Petersburg heeft, dat de Keizerin van Rusland , by ene Uckafe, met 1 Juny 1793. den invoer in hare landen verboden heeft van de volgende artikelen ■ „Alle Franfche en EJfafche wynen, allerhande foorten van Rytuigen, zo oud als nieuw: voorts Schoenen, Laarren, Zwepen, Papier, Flesfen , valfche Paarlen, Waayers, Hoeden, Spelden, allerleie Galanterie waren, Snuifdozen, Knopen, behalven platte Gouden of Zilveren, ot'Diamant; poefcels, Orologies en Kettingen , Zakboekjes, Kammen, labaks pypen, Wagenfmeer, Yzerdraad en allerlei gemaakt , ïZerwerk, gemaakt Tin en Koper, Brillen, Speel-euPoppengoed, Schrynwerkers waren, Leder, geftreepte Vilvets, alle ioorten van Paardentuig, Zuikergebak, Kanten en Pasfementen, Kameryksdoek, Sryfzel , Sjerpen, Linten van meer dan een koleur, KofTymoiens, Borftels, Moffen, Franjes, Mcs.'en en Vorken, Pomade en Poeder, Tapyten, Schilderyiysten &c. Handfchoeuen , KearsJyven, Wandelftokken, vrouwelyke Opfchik, Lantaarnen, Mutfen, zyde Stoffen, Lakens en Karfaayen." HISTORISCHE e,n LETTERKUNDIGE ANECDOTEN. Enige Bvzonderheden aangaande Dr. Franklin; (Vervolg van Bladz. 191.) „ Myn verblyf in Little Britain was op een groten afftand van de Drukkery, en ik verhuisde na een ander in Duktftreet, tegen over de Roomfche Kapel, waar ik een %$8&W&Shzpetrok & in een Italiaansch winkelhuis. Dit hebbende een dienstknechten 2tSS^5)CT de des nagts buiten 'shuis waren. Na het nodige ónd - ftuivS hïaT\ V°T' driS enge,fche hellingen en zes fa-en prvb/ ^i*' ^genoegende zy zich met dien wenscht^te^ebben » ? teri^oon * ^Is «, Zy was ene Vrouw meer of min op haar jaren, de n^f T f"6" KCTk,-vke«. ^ Proteftantsch opgevoed; lha ,Ec tgenMt' wie»s gedachtenis zy hoog eerbiel d L r' 7 overgehaald tot den Katholyken Gods- vél w,?y, Veel van de Srote werelt gezien, en wist Vd v rKlT,"00"31^ 16 Verha,en' zeIfs tot °P den e hl„ , m" tWeden- Daar ze d°01' de ÜgtaanhaMflP bepaa,d was' was ze zomtyds zeer begerig na gezelfehap , en het hare Was my zo aangenaam^ dat ik altyd gereed was, den avond by haar door te brengen zo vaak zy dit begeerde. Ons avondmaal 'beftond uit een halve Ansjovu voor ieder, met wat brood en boter, en een -ezelfóhap"23"16"' Maar hCt genoe°en berustte in h'»> gelyk, zich altoos te onthouden van kwade gedach„„ ten."" „Eens werd my vergund, haar een bezoek te geven Zy was weilevend, blymcedig, en zeer aangenaam in hare gefprekken. Haar kamer was volkomen net en zind- lyk, on hot gcUu u..-. > , tafel met een crucifix en een boek daar op, en een enkelen ftoel, dien ze my gaf, om op te zitten; voorts was boven de fchoorlteenmantcl een fchildery va:i deH.Veïonica, halende een zakdoek uit, waarop een wonderdadig aidrukzel van het gelaat van Christus te zien was, 't welk ze met veel ernst befpiegeldc. Haar gelaat was bleek, maar zy was nooit ziek geweest, en ik mag haar als een voorbeeld aanvoeren, hoe weinig genoeg is, om bet leven te houden en gezond te blyven." Onder anderen, geeft de Doctor ook het volgende bericht omtrent den oorfprong van een ontwerp, 'twelk hy eens gevormd had, om in Engeland een fchool aan te loggen, en onderwys te geven in het zwemmen. ,, Op zekeren dag (zegt hy) niet enig gezelfehap uitgegaan zvnde, om de lief hebberyen tc zien in het koffihuis van Don Saltero te Chelfea, kleedde ik my, van daar terug kerende, op verzoek myner medegezellen , uit, en fprong 1 i de rivier. Ik zwom van naby Oidfea door tot Biach-J'riars brug, .makende intusfehen, ten bewyze my- • ner vaarde heid , ene ver.'cheiuenheid van bewegingen, beide op de oppervlakte van, en onder, het water. Deze vertoning verwekte veel verwondring en genoegen by hen, voor wien dit alles nieuw was. In myne jeugd had ik veel vermaak in deze lichaamsoefening. rIk kende alle: de Handen en wendingen van Thevenot, en kon die ma-ken; hier by voegde ik nog verfcheidene van myne eigene; vinding, waar in ik het nutte en traaie poogde te verenigen. Ter dezer gelegenheid maakte ik die allen, en was zeer vermaakt met de verwondering, welke zy verwekten. Kort hier na werd ik ontboden door enen, my in naam toen onbekende, Heer. Ik maakte myne opwachting by hem, en vond, dat hy was Sir W~. Wyndham. Hy had, op de ene of andere wyze, gehoord van 'tgeen ik verricht had tusfehen Ckelfea en Rlackfriars, en teffens,, dat ik enen jongeling binnen weinige uren de kunst van zwemmen geleerd had. Zyne twe zonen ftonden op 't punt, om op reis te gaan. Hy wenschte, dat zy vooraf zouden leren zwemmen, en bood my een zeer edelmoedige beloning aan, indien ik het onderwys wilde op my nemen. Dan de onzekerheid van myn verblyf in Londen,maakte dit onmogelyk. Ondertusfchen mag ik uit dit voorval hefluiten, dat indien ik in Engeland gebleven was, en een zwemfchool had opgericht, ik vry wat geld zou gewonnen hebben. Enige jaren later had ik enige zaken van een geheel andere natuur, met enen dezer jonge Heren, toen Lord Egremont. Maar laat ik den tyd' der gebeurdtenisfen niet vooruitlopen." (Het vervolg in onze eerstkomende^ GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene? Week, is geweest: te Amfterdam 124: en te Haarlem 12, onder Welken laatften 5 beneden de 4 Jaren. Gedurende de maand May zyn, in 's Hage, en de Jurisdictie van dien, overleden, 53 Perfonen vanher, Mannelyk, en 57 van 't Vrouw el yk geflagt: zamen rïÖ& Hier onder 30 beneden het jaar; 17van 1 tot 5 Jaren;. 5 van 5 tot io; 2 van 15 tot 20; 7 van 20 tot 25; 4 van 15 tot 30; 1 van 30 tot 35; 2 van 35 tot 40; 1 van 40 tot 45; 2 van 45 tot 50; 2 van 50 tot 55; 2 van 55 tot 60; 4 van 60 tot 65; 5 van 65 tot 70; 5 van 70 tot 75; 2 van 75 tot 80; 11 van 80 tot 85; 2 van 85 tot Qö; 3 van 90 tot 95; i van 95 tot ioo; en 2 onopgegeven. In de Maand May 1793- zyn, binnen Alkmaar, overleden 14 Perfonen, als: 3 Mannen, 3 Vrouwen, 3 Jongens en 5 Meisjes; hier onder 4 beneden 't Jaar, 2 van 1 tot 5, 2 van 30 tot 40, 3 van 50 tot 60, ca ivan 60 tot 70 . Jaren. WEER-  Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem. Te Haerlem, by PLAAT en LOOSJES. reids afgehandeld hebbende, gaat met gelyken iever voort, on ook de overige Boeken des O. T. te voltooien; gelyk in het tegenwoordig fraaie Stuk over dat fchoone Boek van JOB te zien is. In de nieuwe FertaaMng, in onberymde Verfen, is de Schryver verwonderlyk wei geflaagd. De algemeene Inleiding over dit Boek, aan 't hoofd der Korte Aanmerkingen, is allerleezenswaardigft. Zyn Hoos Eerw. Verfpr.idt daarin een heerlyk licht over het geheeie Boek. Hy handelt uitvoerig va» deszelfs Inhoud en Bedoeling, van JOB en zyne drie vrienden { van zyn Vaderland, Leef tyd, Gefchiedenis, Hy onderzoekt, of dit Boek eene waare Gefchiedenis bevat? en toont, dat het zoo is , maar dichtkundig uitgebreid. Voorts fpreekt hy va» het Ontwerp van dit Boek; van de Karakters der Perfoonenï van den Sch,yver, enz. , al 't welk met het grootfte geaoegea en nut in het Stuk zelve zal gelcezen worden. *** II vient de paröitre chez Helwing ,l ibraire de 1'univerfité a Duisburg de menie que chez les Libraires les plus ré> nommés d' Allemagne et de Hollande 1'Ouvrage intitulé : Leidenfrost , J. G. , Confesfio quid putet per experientiam didicisfe de mente humana. 8vo prix ƒ i : - 7 : - ***** By de Boekverkoopers A. MENS Janfz. te Amfterdam, * cn C. PLAAT te Haarlem, word op heden uitgegeven» Het ongemeen welgelykend Portret van den Eerw. Hr. J. C, B AUM, oudfte Predikant by de Lutherfche Gemeente te Amfterdam, getekend en gegraveerd door den Heer R. VINKELES. Gemelde Boekverkoopers zyn voorneemens, het Portrait van den Eerw. Heer A. STERK op dit te laten volgen, envleyenzich aan dc Echte I .ede* maaien der Lutherfche Gemeente een wezentlyk genoegen te ver{fe»gerfWn^ fchoone mirier uitgevoerd, dat dezelve de goedkeuring van Konstk. miers moeten wegdraagen , wordende dezelve in zulk een Formaat uitgegeeven ; datzy, behalven in Ly sten geplaatst, ook voor de uitgegeeve Werken van hun Eerws kunnen gevoeud worden. De Prys is/i, P. oefdrukken/i-5 .ongeletterde Proefdrukken ƒ 1 -10, in Zwarte Lysten/1-14, in Vergulde/2-io. ***** C. Plaat Boekverkoper te Haarlem geeft thans uit en heeft alom verzonden , het IX ftuk der icones Plantarum RaRioRUMofte Afoeeldwg en Befchryving van zeldzame en fraaye Bloemen r Natuur, door „ l.Brans, verrykt met een ophelderend koper plaatje, is thans „ by D. du Mortier en Zoon , te Leyden, v.n de Pers gekomen. n en by hun , en hunne Correspondenten, voorden 'eringen prys „ yan 7 ft. te bekomen. Dit, voor d» Jeugd by uitjlek nuttig werk„ jen, het welk tn zeer veele voornaame Schooien van ons Fader„ land met het beste gevolg gebezigd wordt , s, voor de School„ houders, bygetalen, tot nog minder prys te bekomen. baro- thermo- I streek I Jliny me- meter. I der I luchtsge- I793 ter. Noord 1 Zuid. | wind. { ste;.dheid. \ 29- 9 S6| 59 o. n. o. de vorige nagt reg 13. ^29.9 öo| 68 w. j van verre donder J 29-rof 53 52 n. t. w. | verder bewolkt. ' T^i 551 ! 5»f I n. l*llï"* S6f 60 W" bokken. l29- o 53j ) 53 j w. f 29-n 53 f 5<5 N. t. w. ; tot elf uur. voorm. 14. )aS>,ni 55| 55| n■ iN. o. I betrokken, verder i29-" 531 52 n. t. w. | re«en' ( 19-i°5 55i 56 n.w.t.n. voorm. regen,nam 'S^29-'l 54 58 w. n. w. I omtrent be'trokken , j^i'11? 53' 54 \ w. 'savonds regenagt. f2?-11 55§ | 58 w7~~~ l6.]59-iol 57L 61 w.z w. r°rnï.-.regenagtig, / 20 r, r< I > nam. betrokk. verd. i 29' S { SS* 59 w' 'smorg. reg. verder 17.S29. 9 57| 64 w. n. w. bew. hard.w.'s nagts 1 __ji£9,_£5>5 54 53 fflormen hagel, buy. I8.^29-9|. 52 5> w.n. w. ■«norg.a.entagelb. / 29.10I | 511 , " verd zeer harde w. > si | 51 w. meerbetr.'inagtsreg Hoeveelheid van gevju.»» „it ö.W/m,uu WATER. * r~ Te Alkmaar. Gedurende de maand April 1793. Gevallen 17 Lynen: Uitgewaasfemd 33 Lynen. In onze vorige No ij?, bladz. 180. k. a en regel o en 20 ftaat- ! in den Ouderdom van omtrent 45 jaren, 't geen had moeten zyn —— van omtrent 35 jaren. BEKENDMAKINGEN. *** Het Boek JOB; naar het Ihbreeuwsch • benevens KORTE AANMERKINGEN over hetzelve, voor Ongeleerden door YSB. van HAMELSVELD; in gr. 8vo. is heden van dé Pers gekomen te Amfterdam, by M. de BR.UYN, Boekv. in de Warmoesftraat, en alom in de Neder]. Steden verzonden Dit allernuttigft Bybelwerk van den Hooggel. Heer van HAMELSVELD is, uit de voorgaande Stukken, reeds overal met , roem bekend ; zo dat 'er tot aanpryzing van het zelve niet i meer behoeft gezegd te worden. De arbeidzaame Hoogl het < geheeie N, T., en de Historifche Boeken van het O T be- i  i7P3- No. 261. ALGEME NE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MI N- GEOEF[FENDE N,' Vry dag den 28. Juny* Dit No. word, met het Register Tytel en Omflag, voor het dubbeld van den gewonen Prys, zynde dus 5 ftuivers, uitgegeven. BERIGTEN. GROOT- RRITANNIEN. Gr^^SÈ en 9 Juny I. I. overleedt, op zyn Landgoed , by fr\ '1 Edinburgh, na ene kivynendeziekte, indenoulf derdom van 72 jaren, de Wel Eerw. William ; «=^3^1 Robrrtson D. D. Opperde der Univerfiteit van | Edinburgh, zyner Majefteits Hiftoriefchrwer van Schotland , j een zyner Majefteits Kapeüanen in Schotland, en eenj der Predikanten van de 0.1 d Greyfriars Parochie in Edinburg. Zelden , zo ooit, was iemant meer in zyn leven geagt | of werd hy meer na zynen dood betreurd , dan deze zo | verdienfteiyke man. Onvermoeid in Letterkundige navor j fchingen , en door de natuur met een gezond' en onge- | meen vlug verftand begaafd, verwierf hy zig een fchat j van kundiuheden , die zyne ongemene talenten en bekwaam- 1 heden rykelyk bezig konden houden; en beklom hy dien trap van eer en onderfcheiding in de Geleerde waereld, waar van zyne werken , als een model van fierlyk fchryven, een duurzaam gedenkteken zullen blyven. Ais Bedienaar van het Euangelie was hy een getrouw herder, en de agting en eerbied zyner Gemeente te over waardig Zyne Godsvrugt, hoe vurig, was vry van alle gemaaktheid of gees dryvery: en zyne openbare redenvoeringen bcftonden in duidelyke verklaringen der Schrifture, vol van kragtige en levendige redeneringen. In gezelfehap , was zyn verkering vriendelyk, onderhoudend en leerzaam, j terwyl zyne onopgefmukte wellevendheid hem bemind ] maakte by allen, die hem kenden. X. dek9. DUITSCHLAND en naburige Ryken, In het laatst des voorledenen jaars, is, te Praag, in den Ouderdom van 63 jaren , overleden Joh- Diesbach (Ex- jefuï«1 K. K Raad, Dr. in de Wysbegeerte en Godgeicciunéiu ais mecre i_;omneei ro L-»unaDurg. na ae vernietiging van de orden der Jefuiten, verzelde hy den jongen Graaf van Browne, op zyne reize naar Cherfon en door gantsch Rusland; hy wierd vervolgens Leermeester van den tegenwoordigen Keizer; en eindelyk Direkteur der Philofophifche Faculteit, in het vak der Natuur- en Wiskunde, te Praag. De overleden Morus heeft, onder zyne papieren, ettelyke, zo geheel als byna afgewerkte, ftukken nagelaten. Sedert verfcheidene jaren arbeidde hy aan ene nieuwe Overzetting van het gehele N, T. waar van de Brief aan de Hebreen flegts tot een proeve gediend heeft. Ondertusfchen fchynt men gene nagelaten fchriften van hem te kunnen wagten, overmits hy uitdrukkelyk gewild heeft, dat alle zyne papieren, na zynen dood, zouden verbrand worden. Prins Hendrik van Pruisfen laat, te Rheinsberg, een Gedenkzuil oprigten ter ere van den verdediger des ongeltikkigen Lodewyks XVI, den Heer Lamoignon des' Malesherbes: waar voor de Dichter Chevalier de Bouflers, het volgend Byfchrift gemaakt beeft: II• vieillisfoit tranquille au milieu de 1' orsge Distrait de fes malheurs par ceux de fon pays; Tout- a coup il s'éléve et fon pieux courage Ofe offrir un Egide aux vertus ds Louis*. Cs Ce  f 202 } Ce n'est plus pour fon roi, qu'il fignale Ton zé!e, Mais il conncit le coeur de ce roi malheureux; C'tst 1'Homme qu'il defend, en de fujet fidelle II devient ami généreux. Aan den Verzamelaar van den Alsemenen Konst en Letterbode. Myn Heer! Het volgend vertaald uittrekzel uit een kort •vertoog, door den Goltingfchen Hoogleeraar Hevne , by gelegenheid van ene Academifthe aStus onlangs gemeen gemaakt, fcheen my toe, niet ongepast te wezen, om, in dezen tyd, ene'plaats in uw geacht wekblad te bekleden: ten einde het buitenfporig en gevaar lyk denkbeeld, 'tgeen men, zedert enigen tyd, omtrent de Gelykheid, zo heimlyk als zelfs opent lyk, aan den dag gelegd heeft: en V geen ligt te zien is, dat den Qpfteller byzondere aanleiding tot deze zyne verhandeling gaf: te doen opmerken, lk ben, uw fteeds toegenegene: Justus Philantropus. Over de LEGES AG RA RIjE, door den Hoogl. en Hofraad HEYNE, te Góttingen. (Gotting. Anz. v. Gel. Zachen.) De Wet der Landeryen, of, gelyk men gewoon is te fpret' r- jfk.kerwet' ka" in meer dan een zin worden orge„ j voIk> dat in een onbewoond of overheerd land valt, en ae Landeryen, naar Stammen, Huisgezinnen, of enkele Hooiden verAei-t, ~f !-„..;, „„_-... ... - .. '■ naar vreemde gewesten gezonden word ; Huisgezinnen, welken men, aan de grenzen, of in over 't geheel nog onbebouwde oorden, woningen aanwyst, verkrygen alle», uitrirukkelyk of ftilzwygend, enige voerfchriften , inrigtingen , conftitutien : deze zyn eigentlyke Leges agrariat. Om by de Grieken te blyven. Zo dra waren niet de hoger en lager verflrooide ftammen en geflagten, tot gemeenten, vlekken en fteden aangegroeid, of'er deden zich geflagten op, die meer landeryen, dan anderen, aan zich trokken, en hun rykdom, vermogen en aanzien, ter onderdrukking van anderen misbruikten. Hier uit ontftond een ftryd voor de vryheid, die eeuwen aanhieldt. De Grieken beproefden alle geweldige en zagte, billyke en onregtyaardige, middelen, om ene Staats - gefteldheid te vinden, waar in het recht en de eigendom van eiken Burger, doorgaans, tegen de meervermogenden beveiligd'was. Dan zy vonden dezen Meen der wyzen niet. Onder de verfcheidene proeven, was 'er een: de gelyke Verdeling der Landeryen, ende Gelykheid van Goederen. Dit uitfporig denkbeeld waayde van Creta naar Sparta over. Het individueel geluk der menfehen zou daar mede hebben kunnen beftaan , byaldien gehele Staten niet zo wel derzelver hartstogten hebben, als enke perfonen. Sparta wilde zich uitbreiden, wilde veroveringen maken : en , langs dien weg, wierd het voor een ogenblik een fchitterende, doch voor altoos een bedorvene, kwynende Staat. Romen ging alle trappen door van enen opkomenden, zich befchavenden, «cn tutlereidenden, en, langs «iien weg zich in elende dompe¬ lenden Staat. In welken enen onverbeeldelyk gelukkigen toeftand bevond zich het volkryke, het door landbouw, konstyver en overvloed bloeiend, Italien, eer cie Roverbende aankwam, en van het fchoonfte Paradys een wildernis maakte, waarin men pragtige hofftcden en pleinen, te midden van verwoeste fteden , vervallen dorpen en verarmde landlieden, zag. Hier by ondervonden de Romeinen, van den aanvang af, alle de lotgevallen ener bende Roveren; daar zy het onder eikanderen over den buit weldra oneens wierden, en de gemene man altyd zien moest, dat het beste deel in handen van de aanvoerders bleef, terwyl hy zelfs in gebrek en behoeftigheidleven moest. \ an den aanvang af reeds zettede dc Romeinfche burger zyn eigendom by den jaarlykfehen krygsdienst op, of raakte het kwyt, door vyandelyke invallen, en de daar mede gepaard gaande fcbasrschheid, duurte, gebrek, enz. De veroverde landeryen bleven, door verfcheiden kunstjes, in handen der zogenaamde Patres (Vadren.) Hier uit ontftond een byster verfchil van vermogen. De krygsdienst en de rampen des oorlogs hielden aan : de Burger was genoodzaakt geld op renten te nemen, die door gene wet bepaald waren, en verpligt, om zyn akker, en eindelyk zyn eigen lyf en dat zyner kindren, te verpanden. Kon hy niet betalen, dan wierd hy verwezen om zyn fchuldeisrcher als knegt te dienen, en zyn fchuld, door voor hem te arbeiden, aftelosfchen. Men kan ligt nagaan, hoe zeer het vermogen der ryken, langs dien weg, op nieuw moest toenemen. Zy haalden van tyd tot tyd meer landeryen der armen na zich, en vonden zich hier door fteeds meer en meer in ftaat gefteld, om dezen te drukken. Dus ontftond de aanltaande grootheid, en de daar op volgende val van Romen, uit ene en dezelfde oorzaak. De hebzugt der Vaderen verderyen magtig te worden : op "die "wyze wierd" Ro~me"n 'êm krygs- ftaat: doch te gelyker tyd ontftond ook de grootste Ongelykheid van bezittingen, welke eeuwen aan eikanderen fteeds yerder toenam. Aan de geroemde Vryheid hadden enkel de Patnciers (of zogenaamde Edelen) en de gegoede burgers deel • De Armen leefden in den grootsten druk, en konden zich eniglyk voor gebrek beveiligen, wanneer zy zich als werktuigen van dezen in partyfehappen, of om buitenlandfche hebzugt te bevorderen lieten gebruiken. De Staat, de luister van den Staat, üe Majestas Pop. Rom. floot de voordelen in der Pameiers en der Ryken, ten koste van den groten hoop. De hardheid van de Wet der Schuldeisfchers bragt eerst den gemener, man in begrip, dat de in ketenen geflagen fchuldenaars al te onmenschlyk behandeld wierden ; dan zo rreduldi"was het arme volk, dat het nimmer op ene gehele affchaffindezer wet aanhieldt; welke eerst 120 jaren naderhand, fchoon niet volkomen, door de Lex poletica konde bewerkt worden • men verlangde alleen befcherming en hulp tegen de willekeurige toepasfing van de wet, in de v.nnisfen der Confules. En echter konden de Plebeyers nimmer een zo biilyk re-»t in het vnendeiyke, van de Patres verwerven. Het is bekend, dat zulks een opltand ten gevolge hadde, in den jare 261 , wanneer het volk dreigde liever te zullen weglopen en een ander verblyf op te zoeken : en men het eindelyk de Gcmeensmnnnen of Buurtmeesters, als byzondere vborftanders, toeftondt: fchoon de  Z 203 5 ie Patres door duizenderley [konstjes wel wisten te bezorgen dat het volk, by deze inrigting, een geruimen tyd, weinig baat vondt. Ondertusfchen kwam een andere aanfpraak op ds veroverde Landeryen ter bane; waar hy de armen , die geen eigendom bezaten , zich een gedeelte daar van wilden toegewezen hebben.. Men eischte, dat, zo dikwyls men enig land veroverde, een gedeelte daar van zou verdeeld worden, terwyl het overige het eigendom van den Staat zou blyven, 't geen jaarlyks verpacht wierd. De verpachting kwam, natuurlyker wyze, eerst aan de Patriciërs ; waar uit, in vervolg van tyd. Familie-eigendom geboren wierd. Hoe zeer zich de ryken ook verzetteden tegen de verdeling der landeryen onder de onbemiddeldcn , nam men'er echter ene eerfte proeve van met veroverd land: dan de Conful Spurius Casfius, die Geestdry ver genoeg was, om zig boven de denkwyze zyner klasfe te verheffen , fchoot 'er het leven by in: hy wierd van hoog verraad befehujdigd, en zelfs op een vonnis van het volk, 't geen overal louter het werktuig der vermogenden was, van den Tarpejifchen rots geworpen. Men gaf het Gemeen goede woorden; dog hier by bleef het; men wist de zaak meer dan 24 jaren tegen te houden , wanneer eindelyk in het jaar 293 een wettig voorftel door den Gemeensman C. Terentius Arfa gedaan wierd, dienende om het willekeurige in de Vonnisfen der Confules te bepalen en, uittcwerken , dat de Plebeijers met de Patriciërs ten minften een gelyk regt verkregen, en gene zaak anders uitgewezen wierd, wanneer een Patriciër daar by belang hadde. Dit was alles, waar inde grootste zegepraal der vryheid beftondt, dien het volk» door de 10 jaren later ingevoerde wet der twaalf Tafelen, behaalde: en met dit aiw wierden ook hier by de voorrechten der Patriciërs bcKragtijjd , u> uc .w^ki.. ut6u me, uiguuMug inge¬ rigt ; fchoon zy nog ongelooflyke hardigheden behield. Van tyd tot tyd fchepten de Plebeiers moed — en eindelyk volgde in> 378 de Lex Licinia agraria, waar by bepaald wierd, dat niemant meer dan 500 Bunders Qugera (f) van zulke Landeryen als den Staat toebehoorde, mogt bezitten, maar dat het overblyvende onder de armen moest verdeeld worden. Dan de zaak bleef al weder zonder gevolg. — Twe honderd jaren later , in 620 en 630 , ftonden de edele Gracchen op, en verloren beiden het leven in hunne poging om den armen brood en eigendom te verfchaffen. Thans waren , heiaas ! de zaken , in zulken oiiLrelukkigen toeftand gekomen, dat 'er zander onregtvaardighcid aan geen kant iets gedaan konde worden. Hoe onwettig de landeryen ook allereerst mogtcn verkregen zyn, waren zy thans erflyk in de Geflagten geworden, en door verkoop, verpanding, en betaling, aan andere bezitters gekomen: hoe konden dezen van hun eigendom beroofd, of op welke wyze daar voor fchadeloos gefield, worden? Bovendien kon geen aanzienlyke tot afkoop verftaan : elke poging der volksvrienden wierd, natuurljker wyze, voor werierregtelyk en ojÉfrerig gehouden. Alle hartstogten mengden 'er zig onder, ^chrikkelyk en boven alle befchryving wat de elende, waar in Italien •p dien tyd verzonken lag. Het merendeel was in handen van Ct) Een Romeinsch Jugerum lands befloeg *4© voeten in de lengte en 120 voeten in de breedte» , i enige vermogenden gevallen 5 de armen hadden, van tyé toC tyd, hunne hoeven moeten ruimen, en konden het zelfs zo verre met eens brengen, dat zy flegts als dagloners brood verdienen konden; vindende de Goedsheren het voordeüger, om hunne Akkers door flaven , die zy oeter koop konden houden, te laten bearbeiden. Zelfs in Romen heerschte, by de buitcnr'porigfte brasfery van ettelyke Naoobs, ene ongelovclyk gebrek onder den groten hoop. De edele L. Marcus Philippus zelve» zeide m 648, dat 'er in Romen gene 2000 menfehen zig be* vonden, die enig vermogen hadden. Thans liet het zig vooruitzien, dat de Staat niet lang meer ftaan te konde blyven. Ieder een, wien de lust bekroop en die vermogen bezat, om een aanhang te maken, vond overal berooiden en misnoegden, die hy in foldy kon nemen. Sedert is ook de Romeinfche Gefcniadenis met meer dan : van buiten roofgierige beoorloging en plundering der volken , ten voordele van enme groten ; en , van binnen , afwisfelende partyfehappen, die, ruim 30 jaren na de Gracchen, (in 663) den oorleg der Verbondelingen, en vier jaren daar na den Burgerkryg, in Italien, verbreidden. Ten dien tyde was alles te meer daar door bedorven , dat de voorftellen tot lanriverdeling doorgaans de i9kazen wierden, waar mede de Hoofden der partyfehappen den groten hoop aan hun fnoer wisten te krygen. Ene menigte Leges ag>ai\x volgde, de ene op de andere. Eindelyk motsten de ongelukkige Kleinkinders, in den burgerkryg, de fchild hunner Voorvaderen op ene deerlyke wyze boeten. Sulla, heb hoofd der Ariftocraüfche party, moest zoldaten hebbenr om ;yne tegenftanders te keer te gaan; hy kreeg de Romeinfene Sans Culottes op zyn zyde, welken hy geld en landeryen beloofde, Dit maakte de Verbanningen nodi?. en hadde tevens een m»t van Akkerwet ten gevolge, geheel en al van de vongen onderfcheiden. Men hadde by de honderd duizend menfehen, die een reeks van jaren aan alle de geweldenaryen des oorlogs gewoon waren, te paayen. Allen, die tot de tegenparty behoorden, werden thans zonder onderfcheid afgemaakt en hunne goederen in beflag genomen: en daar, by foortgelyk een verkoop , en in zodanige tyden , geen Oeconomie plaats vindt, kwam 'er het benodigde op verre na niet uit. Nu werden alle ryken , onder gezogte voorwendzels, opgeofferd: zelfsdit was een misdaad , ryk te zyn en tot geen party te behoren Elk geding tegen de ryken wierd voor alle anderen getrokken" en ten voordele van den eisfeher afgedaan. Ieder voorwendzcl tot pionderen wierd gebillykt. Men roofde, zo veel men konde: zo dat zelfs die van Sulla's aanhang niet vry bleven. Tes laatsten wierden dc luiden, zo hoofd voor hoofd, als by gehele hopen, zonder vorm van regtspleging, omgebragt. De heerfchende party zag alle geweldenaryen door de vingeren. Gehele Steden en Diftriften van Italien wierden ontvolkt: en het fchuim des volks nam bezit van die goederen der vlytige Ingezetenen, die uit huis en hof verjaagd waren: terwyl daar eiff tegen de welgezetenfte Familien door honger en kommer omkwamen. Welken invloed moest dit alles hebben op de zeden en het karakter der menfehen : en hoedanig was toen de toeftand van Italien! Ondertusfchen wierden deze buitenfporigheden naderhand nog twe malen herhaald : eens door de Ca/art,. fchoon dezen flegts de Landeryen van den Staat verdeelden, e» dc fchatten van Egypten, van Phamaces en andere tegenftrever»,. Cc 2 ¥51P-  verkwistten, om de zölikten te paayen: dog andermaal, met d ene meer dan Sullafche afgryzelykheid, door de drie mannen1 d OStaviamis, M. Antonius en LepiJus, toen zy weder by de a honderd duizend menfehen , door toezegging van geld en land, < onder hunne Vaandels gebragt hadden ; by welke gelegenheid niet minder dan 18 Italiaanfche Steden uitgeplonderd en ontvolkt wierden. Het verbannen ging op dien tyd zo geweldig toe, dat men 'er geen voorbeeld van weet in de Gefchiedenis. Slegts weinige nazaten van Romens en Italiens Edelen bleven'er over, die zig by de party van het Driemanfchap , fchoon de flegtfte, gevoegd hadden. En toen waren de zeden dermate bedorven, dat dezen enkel de namen der voorouderlyken voerden. In diervoegc waren de Lotgevallen van Romen aanééngefchakeid. DeliEla majorum immeritus luis, Romane ! NIEUW UITKOMENDE B OEKEN, akademische en andere schriften. Denemarken. J. C. Fabricius , Enttmologia fystematica emertdata et auSta, torn. 1. pars i en 2. Koppenhagen by Pro/1 1792. Het zamenftel der Infekten van den beroemden Fabricius is aan de liefhebbers dier diertjes bekend en in aller handen. Drie uitgaven van dit werk uitverkogt zyrdc, maakten ene vierde noodzakelyk. In deze heeft de Schryver zeer aanmerkelyke veranderingen, by voegsels en verbeteringen gemaakt. Niet alleen is het getal- der foorten en geflagten fterk vermeerderd, door de kostbare reizen des Schryvers en zyne uitgebreide Correspondentie met andere lufekten kemers , maar ook zyn de kenmerken der geflagten en foorten merklyk veranri»"-'' =- v-nrr*r r-n iWf***™ <*r\\ir,rt\en : vele zoorten zyn daarenboven tot andere geflagten gebragt, en öe Synonyma van andere Schryvers met meer nauwkeurigheid bepaald , welk alles aan deze uitgave veel voorkeur geeft boven «ie vorigen. A. L. Z. Grootbrittannien. A General View of the Life and Writings of the Rev. David Williams , drawn up from the Chronique du M»is, a FrenchPtriodical Publicatien, at the Request of Mesfrs. Condorcet, Clavier, Mcrcier, Augcr, Brisfot, &c. Editors of that work, by Thomas Morris Esq' lately Captain in the feventeenth Regiment of Foot. To which the Publisher hath added, the flrst Literary ProduBion of Mr. Williams, which is highly fpoken of by Captain Morris, and which has been fome time out of Print 8vo. 68 pages. Price 1 Sh. 6 d. Ridgway, 1791- Het geen een zedig man niet van zich zeiven kan zeggen, kan door een edelaartig vriend gezegd worden, die voor hem ter bane treedt. Deze is de vriendlyke dienst , dien Kaptein Morris den Heer Mr. Williams gedaan heeft. Het bericht, 'twelk hy van hem geeft, komt in 't kort hier op uit: „ De Heer Mr. David Williams, een inboorling vanGlamorganshire werd opgevoed tot Leeraar onder de Disfenters, en kwam in zyne jeugd in dat Karakter te Londen. Zeer kort na zyne aankomst, zich met vuur in het gefchil mengende tusfehen de .Heren Mr. Garrick en Masfop, fchreef hy enen brief aan den «erfteia, die hier herdrukt is. Hy nam met veel yver deel in : zaak der requestreerende Kerklyken, en gaf ten dien tyd» rie zamenfpraken uit in een ftuk, getyteld: de Philofoof. Dec famenfpraken trokken de aandacht van Dr. Jebb. en andere rienden der hervorming in 'tKerklyke, en men ontworp een 3lan tot het ftichten van een nieuwe Kerk met een hervormde liturgie. De Heer Williams plaatste wel dra in de openbare lagbladen verfcheidene ftukken onder den tytel van: „ Proeven )ver den openbaren Eerdienst, Vaderlandsliefde, en ontwerpen /an hervorming." Deze grensden zo blykbaar aan het Deisnius, dat men den Schryver liet varen. Dus ontwierp hy omtrent ten welfden tyde een Liturgie op dc beginfelen van den Christelyken Godsdienst; welke zederd in 't licht verfcheen." „ Tans wendde de Heer W. zyne aandacht op de opvoeding en in weerwil ener hevige befchuldiginge van vrydenkery, tegen hem verfpreid, kreeg hy echter veel aanmoediging voor zyne ftichting te Chelfea. Gedurende zyn verblyf aldaar richtte hy met Dr. Bentley een genootfchap op , waar in ene onbepaalde vryheid van fpreken heerfchen moest, waar van Dr. Franklin» t Hr. Stuart, de Athener Stuart geheten, en andere ten getale van dertien of veertien, Leden waren. In dit gezelfehap werd een voorftel gedaan tot het inftellen ener vorm van eerdienst op de algemene beginfelen van Godsdienst en zedelyke verpligting. Hier toe maakte Mr. W. een formulier gereed, cn 'er werd een Kerk gehouden in St. Margaretftraat, waar in dit formulier gebezigd en openbare lesfen over de zedelyke verpligting gehouden werden; „ op ene wyze (voegt 'er, de Hr. Ws. Lofredenaar by) geheel niet, wel is waar, naar den „ volksfmaak, maar met zo veel bekwaamheid en oprechtheid, „ dat de kracht en het karakter van alle de zedelyke wysge- *-,,r0en„»in,J^".,ro93, daarin doorftraalden." Het clan noch¬ tans verviel einaeiyk Dy geoiciv aan uiuiu.uum,,^ =„ dc Ks_ fen werden, by intekening, uitgegeven in twe delen, om de fchulden goed te maken, door deze onderneming veroorzaakt." „ By gelegenheid van het aanzoek der Disfenters ter uitbreidinge ener wettige verdraagzaamheid, gaf de Heer W. eenen brief uit aan den Hr. G. Saville, die het nut en de Staatkundige gepastheid verdedigde ener onbepaalde verdraagzaamheid. In 1780. ontwierp hy een plan, op Conftitutionele gronden, bevattende het recht en de pligt van eiken vryen Burger, orn genoegzaam gewapend te zyn ter verdediginge en befcherminge van zich zeiven en zyn huisgezin. In gevolg der Graaffchaps byeenkomften en verbindtenisfen , welke toen plaats hadden , om ene hervorming van het Parlement te bewerken , gaf hy in 1782. Brieven in 'tlieht over de Staatkundige Vryheid.In 1789. zyne Lesfen over de Opvoeding en Lesfen op Staatkundige beginfelen. Ook worden doorgaans verfcheidene naamloze gefchriften aan hem toegekend , onder welke zyn: „ De Ko»'mglyke herinneringen (The Royal RecolleElions) ; Lesfen aan ene" jongen Prins, (Lesfons to a Toung Prince) en ene verdediging der Belydenis van den Godsdienst der Natuur in ae agttiende Eeuw der Christelyke jaartelling. 'An Apology for profesftng the Retigion of Nature in the iSthe Centvry of the Christian JEra.y Dit bericht van den Heer Ws. bedryven en gefchrift:n is door zynen vriend en Lofredenaar doorweven met hoge verhef- fin-  ( 205 ) Sneren van zyne talenten als Schryver en Leermeester, van de è bondigheid zyner inzichten in het Staatkundige, van zyne vol- 1 maakte belangloosheid, zyn gevoel van eer en deugd, de vu- t rilheid zyner vriendfehap, en de beminlykheit van zynen omgang. Kaptein Morris, die zich voor enen gelovigen ver- 1 klaart, voegt 'er by. ' Uit kracht ener langdurende verkennge met den ti\. tru- \ "iarns en ene naukeurige en oplettende waarnenünge van zy- ! * ne ftrikte beginfelen, van zyne zachte en gematigde geaart- i " heid en edelaartige zeden, zou ik hem plaatfen onder de " waardigfte mannen der oudheid, indien ik hem kon maken i " tot enen gelovigen in de Godlyke Openbaring; maar hy ont- I " kent ftellig derzelver nuttigheid ; hy houdt ftaande, dat zy " de oefeninp- der rede ftrerat, die de enige grondflag is van " deugd in het Volk, 'twelk zy ftelt in de magt der Pnes" ters, die over 't geheel fchoon niet hoofd voor hoofd de yy- : , anden zyn van deszelfs geluk. Ook beweert hy, dat nimmer ene echte gefchiedenis op die wyze te voorfchyn kwam " als die des Euangeliums: daar vier Euangeliën uit een groot _ getal werden uitgekozen door ene Vergadering van Bisfchop, pen, die hier belang by hadde, en de magt van het wester „ Keizerryk gebezigd werd om het geloof aan dezelve opte„ dringen, „ Ik wenschte, dat bekwame Schryvers deze zwarigheden w wilden opruimen, en ik vermoede, dat hy het ook wenscht, „ daarhy een fchoon beftaan kon krygen , indien hy het Kerk,, lyk ampt kon aannemen van enen Patroon, die weleer zyn „ voedfterling was." Onze Schryver befluit met zyn gevoelen optegeven, dat de Heer W. verwonde'rlyk gefchikt is voor de taak, welke hy oni„mm™ heeft. her vervolden van Hutnés History of Lngtand. Hv erkent (zegt Kaptein Morris) zich m veiê7 gevauen voor ' den kweekling van Hume, maar in echte liefde voor Vryheid " en in die belangloosheid, welke de grondflag is van gefchied" kundige onpartydigheid, zal hy, zo ik my niet zeer Uedrie£ se zynen Meester verre overtreffen." Hoe verre de Kaptein zo in dit gevoelen als in zyn gehele oordeel over den Hr. W de waarheid aan zyne zyde heeft, moeten wy anderen laten bVuisfchen. Amal. Rev. Duitschland. Wm. Rowlefs Abhandlung uber die vorzdglichften aagenkrankhelten nebst ihren kurarten, met 6 olatcn uit het Engelsen overgezet, Breslau by Korn 1792 , aió bladz 8vo Dit werk is een uitmuntend handboek over de oofziektens," waarin derzelver vericbillendd foorten, kentc kenen! oorzaken en genceswyze, kort en bondig opgegeven worden De Schryver volgt geenszins blindltng zyne voorgange- j ren, maar veelal zyne eigene ondervinding, en geeft hier en daar nieuwe en eigene gedagten op , omtrent den aart en geneeswyze van zommige dier krankheden. A. L. Z. Beoordelingen van Inlandsche Boeken in BuitenLandsche Journalen. Aardrykskunde des Bybels door Tsbr. van Hamelsveld, Amfterdam by Mart 1790, ?i- Dit werk word met lof beoor- , eeld in de Alg. Literatur. zeitung van den 10 April LrrtstL )e Schryver toont, volgens dezen Beoordeelaar, zeer bedreven e zyn in den Bybel, cn in dc talen, in welke de Bybel gechreven is; de voornaamfte werken , over zyn onderwerp gcchreven, gelezen te hebben, en in ene grote mate het tot ;ulk een werk vereischte geduld te bezitten: alleen is hy, vol;ens denzelfden, niet vry te fpreken van ene al te grote wyd'opigheid , en hy fpreekt te dikwyls in den toon van eenDognaticus, daar hy alleen Aardrykskundige behoorde te zyn. De Hoogduitfche Vertaling van dit werk door den Heer Jdlisch, Hoogduitsch Leeraar by de Lutherfche Gemeente te Amterdam , en byzonderlyk de aanmerkingen van dezen by het verk van den Heer v. H. gevoegd, worden met veellof, door ienzelfden Recenfent, beoordeeld. Verhandeling over den waren aart der Kinderpokjes en der:elyer gemakkelyke en zekere genezing, nagelaten deor Dr. f. van den Boseh, Rotterdam 1791. Volgens het oordeel van le Allg. Literatur -zeitung van den 17 April 1793 . zullen zig de meeste Intekenaren op dit werk over hunne intekening en uitgegeven geld beklagen; en zo de Erven van den Schryver daar by gewonnen hebben, zoude zyn eigen roem daarby veel verloren hebben. Het geheel werk is, volgens dezen beoordeelaar , verward en zonder methode ; en de theorie van den Heer v. d. B. omtrent den waren aart der Kinderpokjes is van dien aart, dat zy' naauwlyks ene wederlegging verdiene. Hoe zeer intusfehen ook de hier ontdekte en als nieuw uitgevonden befchrevene geneesmiddelen, hoofdzakelyk, reeds lang bekend en in gebruik waren, raadt echter de Beoordeelaar zyne Medeartfen aan, om in zware Epidemien van Kinderziekte deze Geneesmiddelen, nauwkeurig naar het voorfchrift bereid, eens te beproeven. LAND- en ZEE-KAARTEN, HAMBURG. Nieuwe Atlas der gezamentlyke Pruhftfche Staten: door een der eerfte Aardmeetkundigen van Duitschland ontworpen en door de- voornaamfte Konftenaars in 't koper gebragt. Mediaan 4to formaat. By Bohn 1793-' Deze Atlas, waar by, ten meer nuttigen gebruike, ook: nog ene algemene Statistifche Befchouwing en Geographisch Repertorium over alle de afgebeelde landen, uit de beste Schryvers, zal gevoegd worden, beftaat in 19 bladen, behalven het Tytelblad, zynde: 1.) Ene generale Kaart der gezamentlyke Pruisfifche Staten; 2.) Kleef, Gelder, Meurs, en de Mark; 3.) Minden, Ravensberg, Lingen, Teklenburg en Oostvriesland ; 4.) Maagdenburg en Mansfeld; 5.) Halberftadt, Wernigerode, Hohenftein en Quedlenburg ; 6.) De oude Mark; 7 O dc Prignitz ; 8.) de Middel-mark; 9-) de Ulker-mark; 10.) de Nieuw-mark, in 2 Bladen; 11.) Pommeren, 2 Bladen; 12.) Pruisfen, 2 Bladen; 13.) Silezicn, 2 Bladen; 14.) Anfpach en Bareuth; 15O Neufehatel cn Valingen. Cc 3 H!S-  HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECDOTEN. «oDcrnuis van Engeland, een voorftel deedt; vleette h^ wél kre,gCn' om hem een bezoek te geven en 7LmK6n°T?k °m hem te befP°"e" en uktejol've Tich S f * Z6gt °PSe'»eIde Lord, „ ^droe* zjtT „ fchoffte ivvTP h2? g ^ ' e" vieI °P de onbeoud, zwaren hlindag "WU\digen Dichter' die »en en Anve^l, "ont eriv'^'r'j ZiCh ^ ^ lyke Voorzienig * bllnd^d ts u door Godde- r, Waarop M^ton* heffendh5 e» ™ê, d°S niet min * my myl o!en V^raft heeft, „ Mylord, hoe vïfnjL.ont™men> be^yp dan eens veest zyn Zr,t utenil£?ej de misdaden moeten ge- " *'"UMl,ut i-»K. JTRANKUN. (Vervolg van Bladz. 199.) Oud?» D?t,fi[ hSt y°'?ende bericht a3"gaa«de zyne uuders, t welk het oude fpreekwoord bevesti-d- — jortes creantur fortibus. " ^^naa. EefteWheid^^Hv6^ ^ had Cen «'«"«ntende lichaams^ Jfi de Ï«^J« *5« : f Tangen a?S/5£.^"W-. omtrent deYe. : en dat ze veel gewigt plS n' Z a hj bcl,oorde' .0. rcte? ^S£^« .11 vroeg ,„, he, gecn M5EfiS5t^SS,,^t als nog zo weinig acht, dat het my moeilyk !ou vallen ikXvtZ^T °ndervo«de« inLtrelzïn?w n™ ; vJvK^^^ wier fmaak meer vry veel kwelling hadden ii "Sdig7eden """wL^—u geheel niet gewaar werd, dat my ie f onrh 't » M * „Myn Moeder bezat insgelykTeen* Ztlt h gefteldheid. Zy had tien kinderen"ezöoT en t ^,°edd ÏJSe^oe^ ifo« , waar ik, weinige jaren «-deden £os" op haar graf plaatste met dit opSft.'" " '™eren PIa* » Hier liggen" „ Josias Franklin en Abias zyne Huisvrouw. „ Zy leefden te zamen in weerkenge genegenheid cn. „ jaren lang, en zonder enige erfgoederen S 59 , aanmerklyken winstgevend beroepT^l\J^ ^ , aanhoudenden arbeid en eerIykePn^e£S?enn2dd°ï , zegen des Hemels, op een deftige wyze een talrvk , hmsgezm, en brachten dertien kinderen e^ zeveï kleen, kinderen op. Lezer! laat dit voorbeeld u bemoeien , om met rlyt te voldoen aan de pligten ^n Z Srotp : v&zgg?op de ondertans r3"* Hy  Hr Was Godvruchtig en Voorzichtig — Zr was zedig en deugdzaam. „De jongde hunner Zonen vervulde zynen pligt door ,j, dezen fteen hunner gedachtenisfe tbetewyén." (Het vervolg in onze eerstkomende.') GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstvcrlopene Week, is geweest: te Amfterdam n 8 .- en te Haar tem 8, onder welken laatilenj>2 beneden de 4 Jaren. Londen, den 18 Juny. Laatstleden vrydag, den 14 dezer, beviel, in een Verloshuis, aan het westeinde dezer Stad, zekere Vrouw van twe kinderen, waar van het een blank en het ander een Negerkind was. Dit geval fchynt aan de zo lang in twyffel getrokken leer der Overbevrugting (fuperfcedatie) enige meerdere zekerheid bytezetten. Edinburgh, den 13 Juny. Dezer dagen, overleed te Hopetown, digt by deze Stad, zekere Robertjon , in den verbazenden Ouderdom van 137 jaren. Deze hedendaagfche Patriarch had altyd gewoond by de Heren van die plaats, welken hy, in hoedanigheid van Opzichter over de Lood - werken, gedurende vier volle geflagten , behalven den tyd zedert de geboorte van den tegenwoordigen Eieenaar verlopen, diende. Hv wierd op ene deftige wyze, op kosten van zyn fatroon, oegraven, die reeds een fraai gedenkteken voor hem befteld heeft, waar van het opfchrift de getrouwheid en yver zal uitdrukken van dezen ouden en braven Dienaar, gedurende den tyd van 110 jaren. NB. Hoe zeldzaam een voorbeeld van lang leven ook het bovenftaand geval moge opleveren , word echter deszelfs ongemeenheid nog verre overtroffen door een gelykfoortig van vroegere jaren, in de Britfche Jaarboeken vermeld : gelyk blykt uit de volgende. Byzonderheden, aangaande een Stokouden Engelschman, bekend onder den naam van O l d (oude) PARR. (Getrokken uit The European Magazine.) Thomas Parr was de Zoon van John Parr, een Huisman van Winnington in het Kerfpel van Alderbury, in het Graaffchap Salop , en werd aldaar geboren in het jaar 1483. Oldy meld, in zyne gefchreven Aantekeningen op het werk van Fuller, getyteld.- fVorthers Cuitftekende mannen,) onder anderen de volgende byzonderheden, nopens hem: „Oude Parr Wierd geboren 1483, woonde in zyn Ouders huis tot 1500; of den ouderdom van 17jaren, wanneer hy uit dienen ging. „1518 , zynde 35 jaren oud, kwam hy by zyne Ouders wederom te rug. „1563, ast. 80, trouwde hy met Jane, Dogter vafi John Taylor, een jonge Dogter, by-welke hy een Zoon en een Dogter verwekte, die beiden jong ftierven. 5,1585» set. 102, deedt hy boete, inde kerk van Alderbury, over het beflapen van Katharina Milton, die van hem zwanger ging. »I595> ser., 112, verloor hy zyr.e Huisvr. Jane, met welke hy 32 jaren was getrouwd geweest. „1605, tet. 122, huwde hy, na iojaren Weduwnaar geweest te zyn, aan de Weduwe van Anthony Adda, zynde een Dogter van John Lloyd, van Gilfels, in Montgomeryshire, welke hem overleefde." Zyn beroep en kostwinning was de Landbouw: hebbende, gedurende zyn leven, altoos in huur gehad ene Boerdery of Landhoeve, aan de Familie der Porterstoebehorende. Schoon hy, ettelyke jaren voor zyn dood, geheel blind wierd en een groot deel van zyn geheugen verloor, behield hy egter zyn gehoor, en verftand, ja bleef zelfs tot op zyu I30fte jaer nog zo fterk, dat hy tot dien tyd al het boerenwerk, en zelfs hetkoorndorsfchen, doen konde. Niet lang voor zyn overlyden, geraakte hy toevallig bekend met den Graaf van Arundel, toen Maarfchalk van . Engeland, die, zich in zyn buurt bevindende en van hem horende, lust kreeg om den ouden Parr te gaan zien: dien hy hier op in zyn byzondere befcherming nam, hem na^r Londen liet voeren, en aldaar, op zvne eigen kosten , ruim en rykelyk liet onderhouden. Undertusrchen fchynt deze verplaatfing, uit het frisfche land in een bedomde Stad, gepaard met de zo aanmerkelyke verandering van Levenswyze en dieet, weldra enen nadeligen invloed op zyn geftel gehad te hebben. Althans hy overleedt kort na deze verhuizing, op den 5 November 1635, en dus in den Ouderdom van 152 jaren, te Londen, en wierdaldaar in de Abdy van West - Munfter, begraven. De Konstfchilder Rubens heeft hem, toen hy ruim 140 jaren oud was, geportraitteerd: welk portrait nog voorhanden is, en in eigendom behoort aan den Heer Price van Foxley, by Hereford. Hy zag 'er toen nog zo welgedaan en glad uit als een jong mensch. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN in BERIGTEN. Rio-Janeiro, den 15 Dec. 1792. Met enigeSpaanfche Schepen van Moldonado en Montevideo (in ZuidAmerika) heeft men berigt ontvangen, waar op men volkomen ftaat kan maken, wegens een zonderling verfchynzel, 't geen zich, in April te voren, aan Rio delta Plata hadde opgedaan. Er ftak nam. een hevige ftorm op, djen men aldaar den naam geeft van Pompero; waar door het. wa»  water we! ter lengte van to uren gaans te rug gedreven i wierd, in de Rivier, en deze byna geheel droog geraakte , zo dat 'er niet meer dan een fmalie fleuf waters in 't midden over bleef. Ter dier gelegenheid kwamen'er verfcheiden wrakken van Schepen voor den dag, die zedert meer dan 30 jaren daarop verongelukt waren: en onder anderen dat van een Fngelsch fchip, 'tgeen in 1762. gezonken was. Verfcheidene Lieden begaven 'er zig droogvoets henen, en vonden 'er nog geld en andere dingen in. Dit verfchynzel hield drie dagen aan; wanneer de fiorm ging leggen en de Rivier weder in haar bedde tradt. Uittrekzel der Dagelykfchc Waarnemingen, van 9 tot 15 Juny 1793. te Hamburg. fHoogfte ftand 28, a. den 9 en ioden. Sarom. i Laagfte - 28, o. den isdcn. LGemiddelde der beide Week. 38,1,5!. Therm. fHoogfte ftand i8|. '1 Midd. van den 9den. Reaumur. < Laagfte 7.'sMorg. van den 14 en isden. LGemiddelde der beide Week. 15, 6 grad Heerfchende windN. O. Weerkundige Waarnemingen, buiten Haerlem. Te Haerlem, by PLAAT en LOOSJE.S, BEKENDMAKINGEN. *** J- G. Leidentrost , Confesfto qu'id put et per experlétttiam didicisfe de mente humana, wordt a f 1 : - 7 : - uitgegeven te Duisburg by Helwingh , en is te bekomen by C. Plaat, Boekverkoper te Haerlem. V" TRAiTé Elementaire de Chymie, par M. Lavoisier, Nouv. Edition, Paris 1793. 2 vol. gr. i2ino. a ƒ 6 : - : fe trouve chez C. Plaat Libraire a Haerlem. V* De Tweede Druk van de WAARE VOLKSVERLICHTING, met opzigt tot Godsdienst en Staatkunde, berchouwd in haren aart, oogmerken, grenzen, bronnen en gevolgen, door Mr. H. FAN ALP'HEN, thans Raad en Thefauriet Generaal van de Unie, enz. enz., is heden van de Pers gekomen te Utrecht by de Wed. J. van TER. VEEN en ZOON, cn alom verzonden, dat men den eerften Druk niet heeft kunnen doen, dewyl die in 8 dagen tyds uitverkogt was. By gem. Boekverkopers zyn ook de volgende Werken van Mr. H. FAN ALPHEN, gedrukt en te bekomen als: I. MENGELINGEN in Profa en Poëzy, Tweede verbeterde en meer als de helft vermeerderde Druk. H. De GRONDEN myner GELOOFSBELYDENIS, openga gelegd voor myne Kinderen, III. Eenige LEERSTUKKEN van den Protestantfchen Gods¬ dienst verdeedigd. IV. GtDIGTEN en OVERDENKINGEN, Tweede Diuk, ^"J^!1 JT.Ltelpia:it "n R- J/"»'ke/es. F. Nieuwenhuifen, 3 No. compleet. s**"»s* /,-t-N- re™ig, Voorrn* 7 2 49 ___jj^___v,^J'- w- wo1-verd,zeer buy.f f29.9 53 55i n. w. ~~: ;— 23.^29.10 56 62} w. nw I ?UVIg ' harde wind, )* n. 5* 1 , verder regen. —_k29- H 54 53 — {29- 9\\ 53\ I ïïï w. n. wT (T ; m.i 29- 9\\ 5<5| J óoX , r_ betrokken, namid. l29- 9i I 48* I 471 ■ J bewolkt- * 's nagts ilormagtig f fe nagts flormagtig en regen.  TIENDE DEELS, EERSTE REGISTER. BERIGTEN en BYZONDERHEDEN. Van January — Juny 1703. De Letters a en b. duiden de eerfte en twede Kolom aan. A. ACRELL (AF.) word Voorzitter van de Zweedfche Akademie. 81. a ADET (DrJ word eerfte Commies by het Admiraliteits hof in ' Frankryk. - -' 106. a ADLER (de Deenfche Hoogl.) word tot Superintendent van Schlees- wyk, bevorderd. - - - 2. a AKADEMIE (Keizerl.) der Natuur onderzoekeren , te Erlangen , geeft een nieuwe Prysvraag op. - - 57. b , -—. (Keizerl.) der Wetenf. te Petersburg geeft berigt van . ene by haar ingekomen verhand, over het gebruik der Thermome- ther op Zee. - in. a 1 (Koningl.) der Schilderk. &c. te Londen , zet hare konstzalen op nieuw open: enige der voorn, pronkftukken van dit jaar. - - - - IS7- b 1 (de Franfche) der Wetenfchappen mag ïelve de by haar opengevalle plaatfen vervullen. - 18;. b Amerika (aanmerkingen van den Gr. Carii tegen den Heer Otto over de.eerfte ondekkers van) - - - 58. b Anecdote aangaande Milton. - 206. a Ao^i^xtuA c->- u~~ai.J wordReftor Magnu. ie utrecat. 97- b B. BACHIENE (de Hoogl.) word Secretaris van den Ak. Senaat te Utrecht. - - - 97- b Bankbreuken (groot aantal Van) in Engeland binnen korten tyd 150. a byzonderheid daaromtrent ibid. tusfchenkomst van het Ministerie ter onderfteuning van het Handelcrediet. - ibid. Bankbreuk (zware) van 4 Londenfche Handelhuizen. 79. b Bakeljau (overvloed van) aan de kust van Nieuw - Jerfey. 158. a BARNEVELT (W. van) word lid van de Holl. Maatfch. 178. a Barometer, de maat van deszelfs ryzing cn daling hangt af van de lengtens. - - - >37- a BATHIEUX (de Konstfchilder) overlydt. - 33- b Beenverfterving (gelukkig genezen) 6 5. b. zie ook Scheydius. Bergmann (voor den overleden Hoogl.) word een Praalgraf te Stockholm opgerigt. - - 97- a Blanchard, zal te Philadelphia zyne 4<5fte Luchtreize ondernemen.70. a Blixem (zonderlinge uitwerking van den) - 174. b Blyfpel (het nieuw) Falje colours, te Londen vertoond. 126. b BODE (Prof.) geeft zyn Astron. Journal voor 1795. uit < 25. b ,1 (de Geheimr.) arbeid aan ene Hoogduitfche Vertaling der EJfais de Montaig. ~ - - 130. a Boekbewaarder (de post van) der Nationale Boekery, in Parys , word den Hr. D' Ormesfon ontnomen , en aan de Heren Carra en Chamfort, onder ene aanmerkelyke vermindering, van wedde,gegev.iói. b Boekverzamelingen in de Thuilleriei, te Parys, gevonden. _ 25. a Boekpryzen (enige) by de verkoping der Bibliotheek van den Bisfchop van Sens. - - - 145- b X. DBEL. \. BONNET (de Hoogl.) legt den post van Reft. Magn. te Utrecht, onder het houden ener Latynfche Redenv. neder. - 97-D- BOSCH (J. de) zal de Anthologia Grceca , (of Griekfche Bloemlezing ,) van H. de Groot, in 't licht geven, 117 a Berigt aangaande dit werk, door wylen den Hoogl. Catteuburgh, ibidb, beneden in ene Aantekening. Berigt van den Heer De Bosch, nopens deze uitgave. - - - 131. b BOSSUEÏ (de vermaarde Bisfchop) was getrouwd. - 134- i> BOURBON (zware hypochondrie en zonderlinge verbeeldingen van den Piins van) - - 134- b Brief aan den Verzamelaar Van den Alg. Konst en Letterbode , behelzende enige ophelderingen omtrent ené voorkomende bedenkelykheid in de beoordeling der Recherches Phyfico - Chemiques van derzelver Schryvers. - - - 42. b Briefwisfeling (geregelde) op Amerika , te Hamburg. - 70. b BROES (de Hoogl. B.) legt hec Akademie Reftoraat te Leyden , onder het houden ener plegtige Redenvoering , neder. - so. a Broodbomen, van Othaheite , op de Eilanden St Vincent en Jamaika gebragt. - 102. b en is8. a BRUNINGS (C.) Junior, word lid van de Holl. Maatfch. 178. a Brmswyk (te) word een nieuw Inftituut voor de Architeftuur &c. aangelegd. - - - - 5. t> BUUUfi ï u, 1.1» hooch (cm) 1U van Holl. Maatf. 378. a BUSCHING (Dr. A. Fr.) te Berlyn, overlydt. - 18;.'b Bybel (een nieuwe overzetting van den) ftaac eerlang , met andere verbeteringen in de Openb. Godsdienstoeft. in Zweden, ingevoerd te worden. - - - 9.3 c. CARRACHI (de Beeldhouwer) komt te Romen. om aldaar enige ftukken voor het Amerik. congres te vervaardigen. - 33. a Commercie - Traftaat (nieuw) tnsfchen Engeland en Rusl. gefl 158. b Concert (voordelig) van den Kapelm. Haiden , te Wenen; een veel belovende jonge Toonkonftenaar laat zig daar op horen. 119. b CRAS (de Hoogl. H. C.) behaalt de gouden medailjeby de Hol- landfcne Maatfch. der Wetenfch. - it',2.' 3 CRUMPE (S.) behaald een prys by de Ierfche Akadem. .85. b CUNINGHAM (de Hof- Schilder) te Berlyn , ontvangt ene gouden medaille van zyne Pruisfifche Majefteic. - 129. D. DAMEN (de Hoogl. Ch.H.) te Leyden, overlydt- - 117.8 DEIMAN (de Student A. J.) te Amfterdam , behaald den Eerprys by het Wiskundig Genootfchap te Leyden. - 13 r. a DIESBACH (de Exjefuit Dr. J.) overlydt. - 201. b DöEDERLEIN (dc Hoogl. J. Ca.) te ffena , overlydt. 65. a DONALDSON (de Hoogl, A ) te Aberdeen overlydt. 185. * D '4 Er.  c 210 ) E. Effeften (Prys der In- en Uitlandfche) in ieder eerfte No van «lke maand - - EKELS (J.) Konstfchilder , overlydt. - tS6. a Eufiatiu, QSt. )Behoe,lmiddelen aldaar voorheen aangewend ter wering van de Kinderziekte : geweldige befmetting aldaar in 1776. Inenting by die gelegenheid aldaar ingevoerd, en gelukkig gevolg daar van. - - - I9ö. a Eeftriciteit (vervolg van Proefh. omtrent de Dierlyke') in enen twe- den brief van Prof Volta, aan Dr. v. Marum. - 2. b. (uittrekzel enes Briefs van Prof. Btumenbach aan Prof. Schagt, betreffende de dierlyke) - - 26. b . --(aanmerkingen over de zogenaamde Dierlyke) do'or Pr. Oren - . J a Erwt (kwe nni, en nuttigh. van de platte wilde) - t>. a Euphon (befchryv. van den) een nieuw uitgevonden fpeeltuig.m.' b EXCHAQUET (deHeer) te Geneve, overlydt. - 89.3 F. Fabrieken (voordelige ftaat der) in Noord - Amerika. jj. a ■ —- (flegte ftaat derBrirfche)door de menigv. fallifement.i(i6. a Feest van het zogenaa-nd trouwen van het zeewater met dat der aarde, by de inwoners van het oude Tyrus. - ^3, b FONTAINE (e ii:-;e Levensbyzonderheden van L\) - 33. b FOURCROY (Dr.) word Opzigter over het Kruid en Salpeter te Parys. - - Io6_ a FRANKLIN (enige Byzonderheden aangaande Dr.)ioo. b 198. b 206". a O. GAUBIUS (Levensfchets van wylen den Hoog!.) - ,s. a Gazometer (te Haerlem word een grote) naar de nieuw uitgevonden zamenflelling van Dr. van Marum , voor de Kon. Maatf. te Gittingen, en een dito Wpinere voor deLeidfche AV«d. ^o,,—...jisu.^,. u geer (de Vryheer va.v) legt het Voorzitterfchap by de Zweedfche Akademie neder. - - 8r. a Geboornen en overledenen (getal der in 1792) in het Koningl. Verloshuis, a!s mede in het Gasthuis te Koppenh. 39. a in verfcheiden Steden van Europa, ibid. te Madrid. 71. a Nadere Lyst. 103. b In het Zweedfche Stift IVefler'ds , als mede in de Hertogd. Bremen en Verden. - - - u0. a Gebouw (befchryving van het pragtig) der Maatf. Felix Meritis.107. b Gedenkzuil (Prins Hendrik van Pruisfen laat een) voor den Verdediger van Lodewyk XVI. den Heer Malesherbes, teReinsberg, oprigten. - - . sor. b Geteerd Tydfchrift (nieuw) te Tobolsk in Siberien. - 9.3 GENOOTSCHAP (Noorweegsch Plaatsbefc iryvend) te Chriftiania opgeregt. - - - - 2. a ' — ('t Keurv. Duitsch) te Mariheim deeli een gouden medailje uit , en geeft een een nieuw Prys - voorftel op. 2. b 1 (TEYLERS Tivede)geeft ene nieuwe prysv.op.Si5. a " ■ ( — Godgeleerd) doet uitfpraak over de in- gekomene verhandelingen over de vraag: nopens de Hartstogten in het Opperwezen; en geeft dezelve, opnieuw, ter beantwoording op. - II7. b ■ (een Verenigd onderftands) te Koppenhagen. 70, b doel van het zelve. - - 5Dja\ * ■ (Het Keizerl. vry) Huishoudlyk , te Petersburg ,' geeft enige prysvr. voor dit jaar op, 94. b Het zelve teld onder hare leden de hoge Geestelyken van alle Godsdienften in Rusland ; neemt gedurig in getal van leden toe. - - 129. a —-, — ■ der Befchouw. en werk*. Wiskunde, te Leyden , Goet, uitfpraak over de Antwoorden op haar laaste vraag. xai. a ~~r 7 Z (h,e0onderdeZinfpr. Mathefl, Seientiarum Genitrix te GIE^fkf deszelfsalgem. Vergad. b*t^^wl%\*l d«S.f™?00gI-(? 'e "amburg M van het Genootfchap der Natuuronderzoekeren, te Berlyn. - - mn h GRFTFerntCHeTe-'igr0te men^elyke) te Norden, gevonden 22! % bakuk.C 0 fld 3311 eneMet»^he"it2ave van Nahum en HaGodsdienst (tegenwoord. ftaat van) in Amerika. - i«i % Knn tne" ' b7att.f' volZe™ voorgeven van een Duitsch Natuurkenner , goud, zilver en andere Metalen, als mede Edelgefteen- Gbf^frvvT^^°merUS (k ?-eer ^e Chevaller zal een tekeningen r»™7v^ der zogenaamde) in 't licht geven. - 137. 3 custA AVFnttptri^sterer ^ R J >°rd '« Lands Med.Dr. 186.% iihriii ,1! C 3a-tSt °Verl- Zweedrche Koning) laat enige Handlchriften van zyn eigen pen na. - _ _ t a , . fa IT d.efzelfs verzamel, van Nat. zeldzaamh. aan de Akade. demie te Upfal vereerd. . . 17 a GUJOT (de Predik.) word lid van de Holl. Maatfch. 175.' a EL H^LL ^2f M' c- YiN) houd' by "et Amfterdams Departement der Maatfchappy tot Nut &c. enelykrede op den overleden Secret. Nieuwenhuizen. - _ 127 3 Handfchriften door den Zweedfchen Kon. GustaafIII. nagelaten, en fayde Univerfiteit, te Upfal, in bewaring gefteld. - t. a •«hteriaeO inTJeden.6"6 Vmamelj°2e" V3n nog_onuitgegeven MiHandel (over den ouden) van Venetien. - - 62 b (toenemende) in Hongaryen. - _ 110! b M/jnnrman't Proefvnat- "ttn^yt ( "f0 W°rd 5hef 001«g-«ntonS-ü? Haring (hoeveelheid der ingevoerde) te Hamb. in 1702 " *™' k HEINRICI (de RecL>rbeid aan eneryml.vert. vandekneiade «o * HENDRIKS (de Konstfchilder W.) heeft het opzicht ove het Kabi! net van Tekeningen by Teylers Fundatie. _ 12\ i Hevehus (het pragtig werk van) over de Sterrekunde, word voorde de Stadsboekery van Dantzig opgekogt. - . ' 2 HEZEL (de Geheimr ) en de Hoogl. LEUNN ftaan bekend voor den Yybel 6 &akken van een «oogduitsch werk over HOOLE (de Heer J.) geeft ene Engelfche Overzetting van Talfo's Ainalcto, mvaarfen, uit. - _ (Levensbyzonderheden en Schriften van) - ïo' \ Hongersnood te Cantort. - . jgj S^™?^oku^e'^t0t¥?rsfen- en lamPPi»en bereid worden.tf! * ? 3 , E Cde Hoo210 behaald een prys by het Genootfchap te Manheim. - _ I _ t HULSBEEK (DoP. A.) word lid .van de Holl. Maatfch. i7s'. a f, Inftituut (nieuw) voor de Architeftuur te Bronsu-yk. - ; Jj Infekten (handleiding om) van de Bomen te verdryven. iSa, » J- JACOBS (de Hoog!.) zal een Ccrwnentarius der Drtekfche An«wlogie uitgeven, » - - ijo » l JAC •  ( au ) j"ACQUIN (de Keer) te Wenen, is bezig aan ene Flora Sehon- brunnenjls. - 146. a JUSTI (de Confistor. Raad) arbeid aan Bydrageu tot de hogere kritiek van Jezaias, 6;. a geeft een Hebr. Bybel uit met Hoogduitfche Onderpunfttekens. - - ibid. K. Karpatisch Gebergte (nieuwe Waarnemingen van Prof. Hacquet, omtrent de hoogte van het) - - 114. b KEEL (D.) werd vierde Hoogl. in de Godgeleerd, te Leinzich. 169. a KELS (Dr. H. W.) overlydt. - - 42. a KEMPEL(H.D.) vervangt den bevorderden Hoogl.R'jfenmuller.169. a KESVf ANN (de Officier) behaald een zilver medailje by het wiskundig Genootfchap te Leyden. - - 138. a Kind met een dubbefd Hoofd (berigt aangaande een) 90. b Kinderziekte (over de) op St. Euftatius in het jaar 177Ö, 196. a KLUIT (beklag van den Hoogl.)43. a'Antwoord daarop, ibid. b Kompas (nieuw uitgev. Astron. Geometr.) - 31. a Kompas - naald (afwyking en veranderingen der) 138. a Komeet (een nieuwe) te Londen ontdekt, 33. a. als mede in Spanje 41. a en te Góttingen, - - 81. a Konstkoude (hoge trap van) door gekrystallifeerd bytsnd Plantenloogzout, verkrygbaar. 4-.a zie ook Lowitz. proeven daar van voor ae Peterbu.-gfche Akademie genomen. - 57. a Krokodil (enige byzonderheden aangaande denWest-Indifchen)i 22. a Kruidkunde (premie op ene) voor den Deenfchen landman , te Koppenhagen gefield. - - - 81. a KYIiANDER (de Predikant) te Stockholm oyerlyde, - 73.3 L. LALOUETTE (Dr. P.) overlydt. - - 106. a LAMBERG (De Graaf van) overlydt; Levensbyzonderheden en geteerde arbeid van denzelven. - - 113. b LAVOISIER (de Hr.") gepfv .—-n-o «— J- P.anfchc Akademie , von zyn? geuanc waiopSamigcn omfteeks Pary». 4g, t> Leges Agrarice (over de) van Prof. Heyne, . 202. a LENNEP (de Stud. D. j. v.ÏN) verdedigd, te Amfterdam ene Disput, ffuris , 146 a Carmina Juvenilia van denzelven. - ibid. b LICHTENSTEIN (de Reft.) te Hamburg, word lid van het Genootfchap der Natuur - onderz. te Berlyn. - 106. b LOWITZ (de Heer) te Petersburg , vind eengekrystallifeerdloogzout uit, om de kwik fpoedig tc doen bevriezen ,41. a. doet proeven hier mede by de Petersb. Akademie. - 57. a LUZAC (de Hoogl.) word Secr. van den Akad. Senaat, te Leyd jo. a Luchtreize (ongemeen fraaie en welgeflaagde) van den Heer Lunardi, Uy Madrid. - - - 89. a Lyken-huis, (valsch gerugt van een aangelegd) teBrunswyk. 137. a M. MAATSCHAPPY (der watenf.) te Góttingen, geeft een nieuwe prysvr. op. - - - 2. a ' (Felix meritis, te Amfterd. (befchryving van het pragtig gebouw dei-) - - - 107. b — (Hollandfche) der Wetenfch, te Haarlem , houd hare grote Vergadering: het verrigte in dezelve. - 177. b ■ ■ ter bevordering van den Landb. te Amft. hond hare grote Vergadering : het verrigtte in dezelve. - 194. a Maatftok (de Hr. Boide doet verflag by de Franfche Akademie wegens den reeds gevorderden arbeid van hem en andere leden in de aan haar opgedragen vervaardiging van ene nieuwe algemene) 49. a MANSFIELD (de Grave van) overlydt. los. a enige Levensbyzonderheden van den.-clven. - - ibid. Medailje , ter gedagt. van den 50 jar. Predik. vanDov.rf. Aa. 14. b op den dood van Lodewyk XVL - 119, b MEYER (H.) Hollandfche Konstfchilder, te Londen , overïyd. i8j. » MICHAëLIS (het leven van wylen den Hoogl.) door hem zelve» befchreven, zal eerlang in 't licht komen. - 130. a Misgeboorte (zonderling) uit het Zwynen-ras, 105 b 1 MORUS (de Hoogl.) te Leipfig overlydt. . es. a ; 1 ■ ibeeft gewild , dat alle zyne pa- I pieren, na zyn dooi zouden verbrand worden. 201. b Muskaatnoot van Nieuw Guinea word op Jamaikageplant, 158. I» N. NIEUWENHUYZEN (Dr. M.) overlydt Sr. b Lykreden op denzelven by het Hoofd - Departement der Maatfch. Tct r.ut van 't algemeen te Amfterdam gehouden. - _ 121. b Nieuw Holland (twe Inboorlingen van) nevens enige Dieren van daar inEngel. gebragt: byzonderheden aangaande de eerstgemeld 185. 3 NIEUWLAND (P.) word gewoon Hoogl. in de Natuur en hogere Wiskunde enz. te Leyden, - a O. Obfervatorium (korte befchryving van het) bv Gotha. 147. g Oost-lndifche Comp. (uitgeftrekte Scheepvaart, en Handel, nevens de aanmerkelyke voordelen daar door aangebragt van de Engelfch.) - - _ I6Ö. a Orkaan, te Hamburg. _ _ ^_ [, (hevige) op Tsle de Fr ante. - 183. s OSTERMANN (byzondere hoflykheid van den Graaf) omtrent een gemeen zoldaat. - - ,35, a Ouderdom (voorb. van zeer hogen) 7. b 39. a 55. a 79. b rj2. a 100,» ——> ... ■ . '< Peper (de bruine) plant op Jamaika ontdekt. - 158 b PONSE (de Huisman H.) behaald een Gouden Medaille bv 'de Maatfchappy van Landb. te Amft. - x'n4 a Pokjes (waarneming omtrent de) by de Honden. - 7;! b Polygraphiesch (het) Fabriekhuis , in Londen, verbrand 38. s Portrait (over het) en het Portraitfchilderen. - t5r a PRAALDER (L.) te Utrecht, overlydt. - I3V b Prysvraag, over de voordelen van het Hanféeverbond voor de Hanoverfche Staten. - _ - a. b | over een nieuw getal van Duitfche Synonima. - 2' b over de vereischten van een go^de Gedenkpenning. 2(5 a over de Schrophuleufe fcherpe ftcfFen. - 57. b • over een onfehadelyke manier om Koorn - brandewyn , vol- | komen gelyk aan de Franfche Brandewyn , te ftoken. 94 b 1 over de beste manier,om fteuren,zalmen &c.in te zouten ibid over het bereiden van Soda. - - ibid. 1 over een vaste en duurzame compofitie ter beftrating. ibid! I over de lucht in belloten wintervertrekken. - ibid. I over de Hai tstogten in het Opperwezen. - 17 b Prysvragen (on;ge onbeantwoordde) door de Holl. Maatf. op nieuw opgegeven of voor een onbepaalden tyd gecontinueerd. 177 b over de voordelen van de beoeffening der Metaphyfica } de liefde tot het Vaderland; inlandfche Planten, die tot Geneesmiddelen dienen kunnen. - - -78. a —— — over de meest voordelige inrigting van den omtrek var» D d 2 braik..  ( %I* ) ■ bruikbaar .'and en de Huishouding , tot een Eoerdery behorende ; ■— over hetonkruid (Sinapis arvenfis L.) doorgaans Herik of Krodde genaamd; 194. b — over ene betere inrigting van het onderwys ri^rJeugd , op onze Dorpfcholen ; ■— ever het Bloed, het Vuur of Dar.nvuur, ene ziekte der Schapen &c. - 195- a Prysdoffen (3 Dichtkundige) 1. de Mode , 2, Nehemia, 3. de Schepping. - - - 161. b . (Tbcoretifche) Bichtkund. Wysger. beoordeling van Klopjlock's Mesfias, over den invloed der Nederl. Redenryk. op onze Taal- cn Dichtkunde.. - - 162. a 1 Dichtfluk op BENJ. FRANKLIN ; over den invloed der fchone wetenfehapp. op het geluk der Maatfchappy ; over den invloed van den thans heerfchenden fmaak voor het fentimentéie : — de verligting , — Vereischten ener goede vertaling, byzonder van Digtfcukken. - - 169. b 170. a Pryzen, te Haarl. aan de Kwekelingen in de Heelk. uitgedeeld. ]S6. a by het Depart. der Maatf. tot Arar van 't Alg, 1S6. b Purperflakken by de oude Stad Tyrus gevonden. - 113. a Q- QUENSEL (de Zwccdfche Amanuenfis) doet een reize naar ■ Noordlai.d. - - -- 2. a R. BAMLER (de Hoogl ) za! uittrekz. uit Catullusin 'tlicht geven.i29.b R eize van den Hoogl. Hauchecortte , naar het Silefiesch gebergte 71. a 82. a en 9'. t> Rïthorykers (de herfteidé kamer der) te Gouda , genaamd de Goudsbloemen ,. houdt hare algem. vergadering. 89. b inhoud van het eerRe deel hai'er Mengelwerken. - - 90. a Rhabarber (nut en dêbeste wyz<*van voorteling der) 170. a liio della Plata (zonderling vei fchynzel aan de) • 207. b KOBERTSON (de Hoogl. W.) te Edinburg overlydt. ioi. a ROSENMULLER (de Hoogl.) te Leypzich volgt den overleden : Morus , in diens post op. - - 169. a ROQUETTE (Dr. J.) houd ene RedenV. in het te Haarlem. - - 186. a ■Rusland , invoer van verfcheiden goederen aldaar met 1 Juny 1793. verboden. - 19S. a RYSWYK (G. JAN van) wordlid van de Holl. Maatfch, 1,78. a SE SAXE (de Hoogl. F.) word lid van de Holl. Maatfch. 178. a SCHACHT deHoogl.C. P.)wordlid van de Holl. Maatfch. 178. a SCHMIEDEL (K. G.) te Anfpach, overlydt. - lór. a SCHROEDER (J. W.) te Marburg , overlydt. 169. a Schepen, gedurende 1792. binnen gekomenin Texel en '/ Vlie, ij. b. in en uitgezeild in de Maas, Kaningsb. Dantz. en Stettin , 38. a de Zond gepasfeerd. - ibid. SCHIEBBE-(P. H.) behaalt een m ede goudên medailje, benevens ene gratificatie by den Oecon. Tak. - 47; a School (inrigting van het Burger - vry- of Armen) te Leipfcig. 46. b (nieuwe Genees-en Heelkundige) te Petersb. aangelegd.T29. b SCHEYDIUS (Dr. _W.PEIFFF.RS) deelt ene waarneming mede van ene Beenverfterving, door de konst genezen. - 65. b SCHRöTER (De Opper - Amp'trran) deeldt aan de Gottingfche Maat" fchappy ene' befchryving mede van zyne. nieuwen Schraderfchen Teleskoop, benevens enige nieuwe waarnemingen omtrent Saturnus.en de Maan.. - - 11 s. a — word lid van de K. Akademie der Nat. onderzoek. - - 152. a Schilderfchooi (over de nieuwe) van Engeland. - 147. b Schouwburg (nieuwe) te Philadelphia. - 158. a SIPTDORP (Dr.) word Hoogl. in de Kruidk. te Oxford. 25. a . (dé Hoogl.)te Oxford arbeid aan ene Flora Grtcea.t^i. a SNEEDORF (de jonge Decnfche Hoogl.) komt door een ongelukkig toeval om 't leven. - - it, a Sneeuw (aanmerkelyke hoeveelheid Van) in Apri!, in Schotland e* Engeland gevallen. - ii?<,. jj, SOEK (A) word gewoon Stads Vroedm. en Praeledlor in de Verloskunde te Leyrien. - - _ 58. a ontvangt de ronden medailje van de Akad der Heelkunde teParys, op zyne meneged Verloskundige wearnemingen. 117. a Spanje (waarde van den Uitvoer naar cn Invoer uit Amerika , in) 95 . b Spraaktuig (verflag van het) des lïofraads van Kempelen. ïi0. a Stoombeuken , in Engeland uitgevonden. - jg, a Stoi m (zware) te Koppenhagen. 87. b als mede te Hamburg. ibid» Straat ofZee-Engte tusfehen N. Guinea en N.Holl. zeer gevaar! 102. b SUE (de Hoogl. S J.) te Parys., overlydt. -° 106. a. (de Hr.) neemt ad interim den post van Geheimfchryver waar, by de Akad. der Heelk. te Parys. - 145. a. Stvietenja rubra (in de bast der) een nieuw geneesm. ontdekt. a6. 5. T. Teleskoop (befchryving van den nieuwen Schraderfchen) nj. b Inrigting en Pryzen dier Teleskopen. - 169. a TERNE (Dr. C.) behaald de Gouden Eerprys. by de Maatfch. van Landb. te Amfterd. - - 154. a TEYLF.R's Stigting , verrykt haar kabinet van Tekeningen , met d« nagelaten verzameling van Koningin Christina, als mede met telkens bykomende ftukken van de bekwaamfte, nog levende , Inlandfche Meesters. - 121. I» Thermometer (proeven met de) op Zee ter ontdekking van verborgene Klippen en Zandbanken. - - n r. b THOLEN (de Praeleftor) te Franeker ontvangt den graad van A. L. M. en Philof Doet. - - 4?. » Tollen in Dantz. afgefchaft, en nieuwe belasting aldaar ingev. 158. b Tulpenboom over het Geneesk. gebruik van den bast der worte-» len van den Amerü.) -. -. 102. a ü. uit Honfarvcn • . - . „ . b Univeriiteit ( regenw. Staat en mrigtmg der) te Krakau. 9. a en 19. b ■ te Kiel krygt een verhoogden jaarl. onder'ftand vai Penningen. - - - 17. a V. Vaart (nieuwe) in het Graaffchap Glocester gegraven. n fe VARENNE (Dr. P. J. E. MAUDET DE LA) overlydt. 106. a Verloskundig (Provintiaal) Inftituut in Oostvriesland. 177. a Verlosfing van Tweelingen, waar van één blank en het ander Negerkleurig. ... 20_. 3 V1LLEBRUNE (de Hr. Le FEVRE DE) word Hoogl. in de GrieWfche taal te Parys. - j06 a VITTINGHOFF (de Baron van) gen. van SCHEEL, te Petersburg, overlydt. - - - 129. a Vlas en Hennip (verbeterde manier van) door middel van Run te doen rotten. - ' - 1j0. b IVloed (ongemeen hoge) te Londen, op 26 Feb. - 79. b VOLTAIRE (Anecdote wegens) en diens Gefch. van Peter I. 135. a VRYTHOFF (de Hoogl.) te Maaftricht, overlydt. 130. 3 W. Waarnemingen van den Hr. Schroter omtrent Saturn. en deMaan.115. b Walvischvangst (generale Lyst der Hollandfche) van 1792. 63. a Wancrediet (onvoorbeeldlyk) en ftilitand van Hand. in Schot].iy8. b Wandluizen (middel tegen de) - - 103. a Water (recapitulatie van het gevallen en uitgewaasfemd) in 1792.16. a Weerkundige Waarnemingen (recapitulatie der) ged. 1792. te Haerlem. _. _ _ 21. b ■ — .. (algem. uittrekzel uit de) —— te Petersburg. - -- - 5ï- a- WEE-  C »J 3 )' Weevers (meer dan 7000) 'geraken te Manchester buiten werk. 142. b WEDEKEND (de Hoogl.) te Heidelberg geraakt in ongelegenheid wegens een uitgegeven ftukje by bet aanvaarden van zyn Profes- foraat aldaar. - - a WENDEBORN (de Hr.) fchryft een twede werk over Engeland. 2. a WIELAND (de Hofr.) zal een nieuwen verbet, druk van zyne werken uitgeven. - T3°- a WIGERI (Do Joh.) word lid van de Holl. Maatfch. 178. 3 WIND (Dr. PAULUS de) word Lettor in de Ontleed-en Heelk. te Middelb. - - ~ *6- a Winst (bystere) op een lading Ryst, te Canton verkogc. ï8a. a Y. Yzer (gedegen) in Frankryk gevonden. - J37. a Z. Zeldzame Bronnen by de oude Stad Tyrns (thans Sar) 113. a Zonsverduistering (befchryving der aanftaande grote) op den 5 Sept. dwes jaars. - - - 17. »  TIENDE DEELS, TWEEDE REGISTER, BOEKEN, KAARTEN, KONSTPLATEN en MUZYK WERKEN. Van January — Juny 1793. A. ALPHEN CH. van) De ware Volks - veriigting. " 188. a Amant (1') favonfe , k. pl. - _ l2, b Antiqutties of great Britain , in 52 Prints. . jog', a ApwfTiaaï sregi xorpov. Curav. Kaphius. _ I0Q a ASSEMANI, GlobjLS ceeelestis cufico Arabicus. - 34' a Atlas Topograph. des Prov. des Pays bas (Sc - o l de France. - _ . 9' a des Etats et Royaumes de V Europe. ' - ibid van Lyfland. _ _ r 10la- \ ~<— Cnieuwe) der Pruisf. Staten. . " J?J ? Atti delta Real. Societa economica de Firenze. - °0Q'. I e. ™C^)C^rr? ^^cndSottSCarottna. c7. b B^^uA&^r^ V6rfamm- ^ L«*-a BL^AND aS Or:^ T ^ b So« ioar ma mere , konstpl. a BOenDpTan^n) VerhandeL °*W de °vcreenkomst tüsfchen feg E°cftalSimIefeRGER ^ S° *eor". u. pratt. EleftVi- BOSCH CJ- van den) over de Kinderpokies " . t BRISSOTdCJ.) Nieuwe^ Reize 2de Deel.P J S' - * , Britusch Plutarch (the) _ _ ï24- a [ BROWN cl.) Proeve over de Natuurl.Gelykheid der fhënfchen. ï?8. b C. CALDANI, Inftitutiones Anatomiece. Carachis at the tribunal of Claudius , k d1 .0 t CARTWRIGHT; (G.) a Journal of Tr^satfions ff*. duiïl) a refidenre on the Coast of Labrador. uunnpa CHRISTIANi rW.E.) vervolg op Millot's algem. Gefch.D » Ifc b Chnst, and the four Poenitents, k. pl. _ *3 ? Clemente du peuple, konstpl. - ^' Clorinde meets Tancred (Sc., konstpl " I09' a ■ (the.Dead of) konstpl. _ _ I2J- a C°llï£'V!™f E"Sra»'»gs from antient Vafes, in t>osl of ^'h»' MILTON publif. by Mr. W. TISCHBEIN P J'. f '„,"AÜ CR AS* hT r ï "ft ^0,"''"o''* b Dutch Pastime, konstpl. _ I23. b " 118. b ECKERMAN Q. C R.) Theologffche Beytrage. . ,„ . Enfant (L') cheri, konstpl, _ 6 J2- a Epfom Sweeptakes, konstpl. 9- b ERNESTI (fj. A.) Inflttutio InterpreJ, /y y " 12J- a Euripidis Tragcediar: recenf. Bekkius ' ' 15 . a Exhibition (the) of the Royal Acad. 1702 " " I01- b 14!. a f. FABRICIUS cj. C.) Entomol. Sytemat. torn I FEYTH CR.) Het graf. 1 m' *' " ao4- » Flavii Arriani Nicomed. Opera . Gra>re r„n »„~l ■. ii- . FO^nVc^^ rUiN lAliNi. QF. l. dc la) Chtr. Medtc. Afhandlüngen. ï3. a G. GALVANI CH.) über die Krafte der thierifchen EleftrifitaC rn, h GERARD r^H^ fi' aWinti ^""P1- - »5' b efFWcA ^4K93flr- • Gipjïes, konstpl. _ 0 GÖZE CJ- A. E.) Europifche Fauna. " - " I24- £ rRêrof? rV ^fnr 7er ,de Veroügcte Nederl. " 'g' S GREGORY CDr.) Phtlofophicall and Litter. Efjay,. - £; 5 H. HAMELSVELD CY. van) Het eerjleJn twede boek der Konin- ^de^eT^rr^r^'f^X/"^ Lp*der c;7'- Aardrykskunde. . 205] 3 ^^ii^^Tex tc Hrr%iT r- \ Historisch Schouwtoneel iüe P„ od» k f' l^°('f'. ici. b HOFFMAN CG. L.) Planta Lichènoft ^ ^ ^ 3 HuEELAND^C V^' Llbri Pr™ ™ -ei ab nub ELAND CC. W.) Bemerkingen uber die Blattern. 94. b J- ' "ƒ ^ ; w«/rf o/ or/f«w, konstpl. - Irp a 3 JE-  ( "5 ) JERUSALEM (J. F. W.) Nachgelasfene fchriften. 100. b Jofeph and hit Brothern, & Jofeph meeting hit father. k. pl. 124. b K. KAESTNER (A. G.) Anfangsgrunde der höhern Mechanik. 102. a KUINOEL (Ch. Th.) Hofeee Oracula, - isó. a L. Landlords (the) Family, konstpl. - - tl9- a Landfchappen (twe) in den Nederl. ftyl. konstpl. , 125- a 1 (twe grote) met beesten. - - ibid Lavoafter , Phyficalisch - Chemifche fchriften. - 102. a LENNEP (O. J. van) Disput, de loco Ciceronis, qui est de Fini- bus Bonorum et Malorum. - - 197, a Liberté (la) Patrone de Francaiu konstpl. - 109. a Lion (a) konstpl. - 125, a Little (the) Gipfey. konstpl. - - II9- a Lot (het) der Menfehen na hun dood. - - 35. b LOUREIRO. Flora Cochinchmenfii, cum notit IVildenow. 102. a Love return'd. konstpl. - u°. a M. MAAS 3 (J. G. E.) verfuch uber die Einbildungskraft. 140. b Mahlerifche reife in die Italianifche Schweiz. - 12j. a MAREZOL (J. G.) Predigten. - - 52. a MARSCH (H.) The Authenticity of the J Books of Mofes. 149. a MERCIER, Het jaar twe duizend vier honderd en veertig. 78. a METZGER (J. DO Exercitat. Academ. - 23. a m Skitzeeïner pragm. LitteratuurGefchichteder Med.i4t. b METZLER (F. Y.) Preisfrage beantwortet. - 102. a MICHAËLIS (J. D.) Byvoegzels en verbeteringen op het twede deels eerfte ftuk zyner Inleid, in de S. van het N. Verb. 187. a , Supplementa ad Lex. Hebr. pars VI. ioi. b . Moral. - - »55- a | MONTEGGIA (J. B.) Fasciculi pathologie!. - 93- b MORRIS (Th.) A gener. view of the life and IVrittngs, of D. WILLIAM. - - - 204. a Moufes (the) petition. konstpl. - - 118. b M. TULLII CICERONIS Tusculan. Disput, libri quinque ex recenf. mm. - - ~ ~ . ïor-3 —_ Cato Major & Lcelius, Wetzelii. nor. a Muntinghe (die Pfalmen von H.) aus dem Hollahdifchen. 23. b Mufeum der Heelkunde. - - 93- b MURRAY (H.) ne evidencet of the Jewisch and Chrijl. Revel. 3. b Murder (the) of James I, King of Schotland, konstpl. 119. a (—) of the Innocents, konstpl, - 124. b , N. Nagelaten werken van FREDERIK II. Kon. van Pruisf. VID. 68. b Natuurlyk Toverboek. - - 6x. b Nederlandsch Placaat- en Rechtsk. Woordenboek. 77. a Nederland , No 1 en «. Alleg. konstpl. - 109. a NIEMEYERS (A. H.) Handbuch fur Christ. Religions Iherer. 141. a NiK»»Jjot; AAs|' SaSes & foU'i, konstpl. _ * . V 11a (de) van Mecenas met den kin. waterval, konstol tiR h (t..^'^ in Ariana, konstpl.' /op. a" S. b — taken on and near the Rhine &c. konstDl Y™ * -V00eRDglBrB^-can aIIe,K°nn^' Amb'-en H»^?D. IX. enX" I | w. WEISKI CB.) C/ar0r«CT ^roram Epijtola! J£ , WlGERl' rr? V^lT ^ Maat^aPPy , >S iV,r„a» >t Algen. Tl'. \ WILMNOVV Ychrn$fOV*J%G?dlykh. der H Schrift. ,50. « ^oi;a„ rX/k;nst^lGrUndrlSf- d6r Krauterkunde. 94. , Y. YOÜNG CA.) ,78? 8,. _ ^ . z. ZlRKVT^rr^l TabuIf. «otuurn folis novae'&c. - 141. a ^IRKEL CG.) Der Prediker Salomon. - - ,« , "—"— Unterfuchingen uber der Prediker. 1 iiii   By dc Uitgevers dezes C. PLAAT en A. LOOSJES Pz., zy* gedrukt de volgende Werken: VERHANDELINGEN, uitgegeven door den Economifchen Tak van de Hollandfche Maatfchappy der Wetenichappen te Haarlem, a Delen, met pl. in gr. 8vo. f ± : * sEv3nge^!^che^Lcerred^n<^,^oor J. A. H^rmes, CSchryver van het Godfdienftig Waarnemingen over de Aardrykskunde, dc Natuurkunde, den Aartën de Zeden def ' Menfehen; door R J.Forster., verzameld op zyne Roize om dc Waereld; naar de Hoegduitfche Vertaling, met de Aanmerkingen van zynen Zoon en Reisgenoot G. Forst*r. M. Stakken, compleet, gr. 8vo. — /4:io-/. J. van den Bosch Proeve over de Voorbehoeding der Kinderpokjes, cr. 8vo. / Sctmuikcrs. Heelkundige Mengelfchriften, vertaald door Joh. Daams. lil. Deelen, r. .... _ fielieel compleet, gr. 8vo. met Platen. — f6: ia:— Timmerman Oudheid- en Geneeskundige Verhandeling over de Demonifche Men- Ichen, w™f van in de Euangelifche Schriften gewaagd wordt, gr. Svo. f i : io-— J. Btllamj Jeugdige Gezangen en Nagelaten Gedichten, gr. Svo. _ f2 . \ ' Gedichten van Jactbvan gr. Svo. met deszelfs Portrait. /a: 12:— Op best gr. Schr. f 3 : ioi— Het Portrait apart ƒ 1:—; Ongeletterde Proefdruk f 1 : 1o.— ïm de Boekwinkel van C. PLAAT, wordt thans uitgegeven .- J.D.MiciiAtiis Inleiding inde Godlyke Schriften van het N. Verbond, -e Stukken gr 8vo - - r j • ï0. Byvoegzels en Verbeteringen tot het Ie. Deel der ^ - a '• - ■■ , ]jc- Deels je> stuk. - - - - . . ,-;',*' .' Die voor het ade. Deels ade.Stuk zullen binnen 3 a 4 weeken hetlicht zien, en daar mede het geheeleWerk corapl'. zyn" J. G. Bernstkn Nieuw Heelkundig Woordenboek, 3 Deelen compleet. - - ««wcreconpi. zyn. Dc Vereischten van waare Godsvrugt, om Gods Beeld op Aarde te wcezen, doorC.C.H van der AA Leeraar der Lutherfche Gemeente te Haerlem, enz. gr. 8vo. - - - , ,. '5 Menfehen ingang tot Heerlykheid, om in het toekomende leven Gods Beeld in volkomenheid te weezen ' door dcnzelfdcn Autheur, gr. 8vo. - - - - «wennwa ie weczen , *B. Deeze beide Stukken ftrekken ten beloofde Vervolge op het Werk: DeMenschalsGods Bceldbc- * ' : I*>" iehouwdyenz. waar van ook nog eenige weinige Exemplaaren i ƒ 3:-:- by bovengem. te bekomen zyn. • gelyk ook van de overige Wei ken van dien Eerwaardigen Schryver. 6 ocjtomenzyn, Cefehicdkunóige Verhandeling over den Trapswyzen Voortgang der Godlyke Openbaaringen, door den beroemden J.G.RosENMULLER.waarby gevoegd is een Aanhangzel van Aanmerkingen ovLesfiw eefchrifr DeOpvoeding van het Menfcheiyk Geflagt. Uit het Hoogdfvert. met bygev. Aantekeningen er Svo * • tr, Reifen van den vermaardenO.Forstsr, doorBraband„ Vlaanderen, Holland. EngelanT, Frankryk' enl' m 179c tweede Deel, in gr. 8vo.. - . . . ~ ' i«u«.ryii enz. Van het eerfte Deel dezes in veelen opzichten thans zo belangrykWerk, zyn nog eenige ExemDl ifi-*:' * ' 4 ''" teuekomen. Met het Vervolg word allen mogclyken fpoed gemaakt. «WW** D£Yft0n!nEantisraëluk SCTpt£I1'inZCS Zange"'door den ia ous Vaderland genoegbekenden en beroem- icn Dicht rjAcoi. van Dy* met een gegrav. Tytel en Vignet, in gr. Svo. a/i:i6:- en op best papie? - a • ,x. ^ AL^° V ledige Verhandehng over de EJc&riciteit,. in de Theorie en de Prakt,k, met oorfpronS Jt'c ' Proefnemingen. Vertaald door Prof. Rossyn, gr. 8vo.metPlaten - ' ««"iprongeijk Dc L aatftc Levensdagen van den Abt Jerusaeem , om by 's Mans Werken gevoegd te kunnen worden, gr Svo - - I' &^"y^^^G^mS "n Cf™»™> *>« hemzelve„gbefehreven,met zeé/gèwlg-' ' 5" ... ' • —-—1—— " l " ~ ~ - - 1 : 16:- J* d* Boekwinkel van A. LOOSJES Pz., woxdTthans uitgegeven: h,ftouesch Schouwtoneel van'sWaerclds Lotgevallen, voor 1791. IV. deelen, met Plat. Portr enKaartcn ft« - ,* lovvNSENp's Reis door Spanje, II. deelen, met pl. en UK. deel le. ftuk iat.^rortr. en Kaarten ƒ10 : i&~ , Bi»yovvskVs Gedenkfchriften en Reizen, compleet, IV. deelen. - - 7 : - :-- JSK'mer's Berichten van Napels enSicilien, compleet, III. deelen. - * " * 5 : " ;" l RoBERTsoN onderzoek bctrtflende den Koophandel van de Indien, met kaarten. -" * 4 : ,o:'- I I.oosjes loncelocffcningen, 3 deelen, 8vo. - * 3 : " :" ji Grabener Brieven over dc Nederlanden, 2 deelen, met pl, en het Byvoeëfel. s" " 4 ' I Sakont;la door Kalidas, (Indiaansen Treurfpel.) . . «yvoegiej. ^ - 4 :