• U E G E TA A K E X DES. 6' $ jg & ersrq MIKT TE ^MS'TMKli^tM, MX]f &EKBRAND HOOS, MIJ C PK.   DE GEVAAR EN DER C O Q U E T T E R I E. EERSTE BRIEF. De Baronnes cotyto, aan de Marquifin d'h essilie. Uit Parys. ]VIyn lieve Marquilin, ik kan den weusch niet tegengaan, om u myn raad medetedeeleD, en u kennis te geeven van.al het misnoegen, dat Mr. d'hersilie ons veroorzaakt heeft: een ieder laakt u en heeft vvaarlyk gelyk, uwe zachtheid en onderwerping aan den wil van uwen echtgenoot, geeven een zeer kwaad voorbeeld. Indien de myne het ooit begreep A om  C 3 ) om my een dergelyke voorflag te doen, zou hy my zoo onderdaanig niet vinden.... Hoe! om dat het die heeren behaagt zich te vermaaken , hun vermogen te verkwisten; zullen wy ons op onze landgoederen moeten verbannen ?... En zy zullen dit vonnis uitfpreeken met eene despotike bedaardheid welke alle verltandige lieden fluit! Ik raad u dus ten fterkfte om uw oud kasteel te verlaaten, en fchielyk Weder de hoofdftad te komen verfieren. Indien gy myn* raad niet volgt dan zie ik u reeds in het dieptfte van Auvergney alwaar men zegt dat uw man ook een landgoed heeft; en ik verwonder my, dat hy u het voorftel niet deedt om u der waards te begeeven: vermits hy weet met hoe veel onderwerping gy zyne luimen opvolgt. Ik at gisteren avond by de Hertogin van thor, gy. maaktet het onderhoud van het geT keele gezelfchap uit. Ik ben indedaad voldaan geweest over de Ridder d'erest, hy nam «W party met drift op tegen die onbezonnene Mi.r-  ( 3 ) Marquis van lubeck. Ik weet niet waarom bet gezclfchap van die Capellen my behaagt. — Ik bemin hen geen van ;:Ilen, en echter kan ik niet buiten hen: zy fpreeken my fomtyds tegen : Mr. de cotyto kan hen niet dulden, en ik geloof dat dit de reden is waarom hun byzyn my behaagt; want het is zeernoodzaaklyk voor ons geluk om niet van het zelfde gevoelen van onze echtgenooten te zynen gy bevestigt my nog meer in dit befiuit... Indien gy minder toegeefIyk geweest waart, zou M>. d'hersilie zoo dringend niet geweest zyn. Ik hoop myn lieve, fchoone! dat gy myn' raad zult volgen, en fpottenzult met de bevelen van uwen Sultan!... Ik had u duizende dingen te vernaaien, maar uw vertrek heeft myn herfens geheel verward... vaarwel, ik verwacht u van daag over acht dagen, ik geef een alderliefst bal, op myn Lusthuis van St. Maur, en ik wil datgy aldaar de eer zult ophouden. A 2 'TWEE-  C 4 ) TWEEDE BRIEF. De Marquifin d'hersilie aan de Baronnes cotyto, Wanneer zult gy toch verfrandig worden, myn lieve Baronnes? Het is zeker eene onbefcheide vraag welke ik u doe, maar vermids gy u de moeite geeft om my te raaden, geeft gy my ook het recht om u openhart:;; myn gedachte mede te deelen. Ik begryp my zelf noch niet, boe wy met zulk een' verfchillenden fmaak, zulk eene naau■we verbintenis hebben kunnen vormen... Gy zoudt my niet meer beklaagen, indien gy wist welk een aangenaam leeven ik hier heb; en hoe veel genoegens en bevalligheden dit voor my heeft. Het Cafteel van d'hersilie is alleraangenaamst gelegen, aan de eene kant ziet men een uit-  ( ö ) ïjn'kken van allerlei couleur, zich verbeelden ons te misleiden; en ons een waar tafreel te fcbetfen van de goede landlieden die ons in.het zweet huns aangezichts voeden. Het is niet de fchoonheid- der plaats die my 9 bekoord: al bevond ik my in eene woesteny — het zou genoeg jzyü, dat myn byzyn aldaar noodzaaklyk war:e, om 'er vergenoegt te zyn. Myne bezigheden.zyn: zoo menigvuldig, dat ik den tyd niet heb om my te verveelen;'ik heb my een plan van levenswys voorgeReld, dat zeer verfchillend.-ia van het geen ik te Parys dikwerf tegen myn; zin verpligt was op te volgêné De opvoeding myner kinderen houdt my het grootfte gedeelte van den dag bezig, federt dat zy niet meer opgefiooten zyn, dar zy ginds en hetwaards loopen en ruimer adem haaien, zyn zy naauwlyks kenbaar... Myn kleine lisette die kwynend vertrokken is, komt by den dag aan; dit geeft my een genoegen dat ik u niet kan uitdrukken ... Vaarwel, want ik  ( 7 ) , ik zou u nog meer fchryven met de lust [die ik heb om de Zedepreekfters te fpeelen; en gy zoudt met myn brief doen, het geen men volgends, uwe gedachte .met een' man moet doen; naamlyk, hem laaten praaien zonder naar hem te luisteren. A 4 DER-  C 8 ) DERDE BRIEF. Da M'irquifin d'hersilie, aan de Ridder d £ r n es t. Van het Cafleel d'HerJilie. De flap die ik doe zou met elk' ander dan u gewaagt kunnen zyn, maar ik ben overtuigd van uwe eerlykheid; en ik kan myn hart voor u bloot leggen ; zonder dat de vrees het genoegen vergiftigt dat ik vindt, in u myn vertrouwen te fchenken. Gy waart 'er by toen Mr. d'hersilie my gcboodt om te vertrekken , en my vierentwintig uuren gaf om hierin toe te fiemnien, of naar een klooster te gaan. Vermids ik zulk eene harde behandeling niet verdiend had, aarfelde ik tteen oogenblik omtrent de keus die ik doen moest — en vertrok den zelfden dag, terwyl myn hart u zeer dankbaar bleef, voor den dienst die gy my bewezen hebt  ( 13 ) roept 'er wraak over; dit fpyt my, want dit heeft uw' echtgenoot zeer verdrietig gemaakt. Ik Begryp het gedrag van die onachtzaame vrouw niet — zy is wild en onbezonnen tot den uherflen graad — zy heeft geen enkele verbindenis, fchoon zy zich gedraagt,dat men gelooven zou dat zy 'er verfeheiden had.... Belast my met uwe bevelen, en doe my het recht om te gelooven dat gy my hierdoor dienst doet. Ik ben met hoogachting, enz. Ba ZE-  ( 29 ) ZEVENDE BRIEF. De Baronnes cotyto, aan de Graavin thor. Uit Parys. Gy doet kwalyk, lieve vriendin, van Parys te verlaaten, op het oogenblik dat ik u het meest nodig heb!... gy zult oorzaak zyn, dat dat ik niet by den Marquis lubeck zal gaan, die een bekoorlyk feest geeft., Ik heb hem de geheele week wanhoopig gemaakt — 'er is niets meer dan een weigering nodig om ons voor eeuwig kwaade vrienden te maaken: dit zou my zeer fpyten, want hy is ons indedaad zeer noodzaaklyk. Ik ben 'er echter ver af om hem te beminnen , fïchoon hy zich hiermede vleit) maar ik zou niet zonder leedwezen zien, dat een van myn flaaven zyne ketens affchudde. Ja van flaaven gefproken, ik moet u doen lagchent ik  C 21 ) ik heb weder eeD' nieuwe flaaf gemaakt, ja een' ni#uwe; raad eens — ik geef het u in duizend keeren te doen! 6! gy zult dit nooit raaden: dus moet ik u wel te hulp komen. Wel nu! het is de Marquis d'hersilie.... Lagch zoo veel als gy wilt —— het is echter waar!... Sedert verfcheide dagen maakte hy my aanhoudend zyn hof, deeze morgen eindlyk kwam hy zoo als ik van myn toilet kwam ; hy deedt my eene verklaaring en forma in de vuurigfte uitdrukkingen : ik lagchte ■— hy wierd boos — ik heb hem echter zoo goed bevredigt als my' mooglyk was, en deedt hem opmerken, dat zyn vrouw myne vriendin was; en 'dat ik my nooit aan zulk eene trouwloosheid fchuldig zou maaken... Ik heb deeze hinderpaal welvoorzien, andwoorde hy, daarom heb ik haar doen vertrekken; my vleijende dat gy my niet wanhoopig zult maaken. Indien gy Waarlyk Me vrouw d'hersilie bemindt — bewys haar dit, door haar man te redden, want indien ik £ 3 on-  C 24 ) ) tuigen doen zwym'Ien !.De vertrekken zyn ten uiterfte bevallig — de meubels prachtig •— en de fchilderyen onverbeeterlyk fchoon ; na een lange reeks kamers doorgegaan te hebben, vindt men een boudoir, door de bevalligheden verfierd; de fpiegels zyn zoo geplaatst dat de minde beweeging van rondsom herhaald wordt, boomen op de hoeken der fpiegels gefchilderd , verbeelden van verre een prachtig boseh; fchilderyen die ik weet niet hce geplaatst zyn, vertoonen aan het einde van het bosich een jacht: en aan de andere zyde venus, welke uit het bad komt met de Godinnen en aan haare bevelen onderworpen zyn. In een woord lieve vriendin ! de wellust heeft deezen tempel waarvan de liefde de godheid is, aldus verfierd. Het fpyt my vreeslyk dat gy hier niet zyt 't is niets om u dezelve af te fchilde- ren, gy moet die zelf zien. Ik wagt u met ongeduld. ACT-  ( =5 ) A G T S T E BRIEF. De Graavin thor, aan de Baronnes c o t y t o. ■ Fan het Cafteel .... In waarheid, myne goede vriendin, ik begryp uw gedrag met den Marquis lubeck niet — het is geheel en al zonderling! gy vreest van hem te verliezen; maar aan wien zoudt gy dit kunnen wyten ? Aan u zelv.en alleen! het is zoo gemaklyk niet om verfcheide harten te gelyk te kluisteren zonder hen gelukkigte maaken, hiertoe wordt eene behendigheid vereischt welke gy nog niet hebt —■ gy zyt noch niet aan het toppunt dat ik hoop dat gy eens bereiken zult: op uwe jaaren met levendige en fchitterende oogen—-eene ryz:ge geftahe, verftand, en al die bevalligheden waarmede de Natuur ubegaaft heeft, indien gy van alle deeze voorrechten geB 5 bruik  ( 26 ) bruik weet te maaken; zult gy welhaast de mededingfter worden der vrouwen welken het meest in aanzien zyn; een aantal aanbidders zullen uwe treden volgen; uw huis zal den tempel van gnide zyn; alwaar men beurtlings zyn wierook en zyn vaerfen zal aanbieden. Gy zuit den jongen Mirquis zien beeven, ontroerd door vrees en hoop, zal hy zya geluk in uwe oogen zoeken; en indien gy hem met een oogwenk begunfïigt zal hy denken aan het toppunt van geluk te zyn!,.. In een woord, zy allen', even zeer betooverd door uwe bevalligheden , zullen denken dat zy de voorkeur hebben; ea zonder de trouw te fehenden die gy aan uwen echtgenoot gezwooren hebt, zonder misdaadig te zyn, zult gy aangebeden worden, als de moeder der liefde... Door voorzichtig te ha-n. delen kunt gy zeer gelukkig zyn : maar gy moet de uirerfle voorzichtigheid gebruiken. Myne toeftand verfohik zeer veel van de uwe, ik ben geheel vry — ik heb geen man, die  ( 29 ) ver zoo dringend , dat by de minste hoop die ik hem gaf, (om hem niet af te fchrikken) zich terftond een meesterfchap aanmatigde; en den zwerm van myne aanbidders van my wilde verwyderen. Indien ik de Marquifin thbodore niet onderricht kan hy met haar even zo handelen. Ik verrasch haar twintig maal 's daags, met de traanenir.deoogen, worfièlende tusfchen haare pligten, en de vrees om haar' minnaar wanhoopig te maaken: ik hoop haar wyzerte doen worden, zy is niet ontbloot van verftand, en het za.1 ge. maklyk zyn, omhaar van haare dwaalingen te doen terug koomen. Haar' echtgenoot is zeer beminlykjik zal hem zoo lang aan myne ketens kluisteren; door dit middel zal zy vry zyn: en haare vrolykheid weder aannemen. Ik heb haar beloofd shaar met u in kennis te brengen. Vaarwel, myne bekoorlyke vriendin, het zal Wyveel genoegen geeven als wy allen weder vereenigt zullen zyn. N E.  ( 3o 3 NEGENDE BRIEF. De Baronnes cotyto, aan de Marquifin d'hersilie. Uit Parys. Ach myn waarde Marquifin. ik ben wanhoopenu! die leelyke Mr. d'hersilie, hem is bet die ik verfoey, hy is oorzaak van al myn verdriet: gy waart myne eenigfte verftandige vrien- din en hy heeft u van my verwydert: 't is gedaan — ik verlaat de groote waereld, en gaa my in een afgezonderd verblyf opfluiten, waaruit ik nooit weder zal te voorfchyn komen. Indien M'. cotyto dit hoort zal hy bet my nooit vcrgeeven!... Ik wil zien dat ik myn denkbeelden een weinig rangfchik, om u myn ongeluk te vcrhaalen. Ik was op een bekoorlyk feest genodigt; de Graavin thor moest my verzeilen, maar wa*  C 31 ) was verpligt naar een' oude oom te gaan, die op derven lag — ik bevondt my dus alleen. Vermids de geen die dit feest gaf, zich a!s myn minnaar verklaard heeft, had ik een andere leijonker nodig; en ik ging gerust naar zytt lusthuis in de voordad, Het feest was prachtig — hy had al de beminlyke mannen uit Parys byè'én verzamelt: hy zelf was het uitdekend. Na een prachtige avondmaaltyd, gingen wy in den tuin wandelen, alwaar de kondigde illuminatie onswagtte. Men zag geen één lamp, en echter was het zoo licht als op den helderen middag: dit had veel van een betooverd paleis. De Marquis l u b e c k gaf my de hand ; en vermids dit feest om mynent wil gegeeven wierd, moest ik my ten minden hierover vergenoegt toonen. Ik beken u ook ter goeder trouw dat ik het was, want men deedt my alle eerbewyzen. Aan het einde van den tuin is eene nagebootfle rivier, waarin het water droomt door middel van een vuur- pomp;  C 32 5 pomp; terwyl wy de fehoone zwaanen bewonderden die. dezelve bedekte, kwam 'er eensflags uit het bosch dat dezelve omringt een troep boschgoden die my hunne hulde beweezen... zeemeerminnen, welken zich maar tot aan de lenden vertoonden, verruktte my door haar lieflyk gezang... Ik was zoo gelukkig niet als ulissus, ik kun my voor haare betoovering niet behoeden, en wierd 01willig weggeReept — en bevondt my, ik weet zelf niet hoe, in eene donkere grot. Ik dacht dat ik betooverd was, zoo zwymelde myn geest van hoogmoed door al de eer die men my bewees; maar dat monfler van een lub eck deedt my welhaast uit myne verbaastheid ontwaaken;, hy drukte my met zoo veel drift in zyne armen; dat ik dacht verlooren te zyn; en luidkeels fehreeuwde! myn nieuwe minnaar die ik tot leijonker verkooren had, fchoot toe — en viel woedend aan, op den Mirquis lubeck; zy trokken beiden hun-  QMfon/'rizeaQfWmMiTiaa^ ai^iK Art /k^on/ctw- va» £m?^?i y^,Jc/c'ot Ah* — cvi/wie/yróakvnd aan; en dit is eene kostlyke zaak; Ik fpeel ook met imyne kinderen, die naar hun welgevallen dartelen tot aan het uur dat wy ons ernftiger bezig houden; want alle oogen- blik- '  ( 67 ) fc/ikken zyn bepaalt. Hoe juich ik my zelf toe, dat ik de talenten die men my geleerd heeft, niet verwaarloost heb! —■ ik heb vrouwen gezien, welken tien jaaren na hun huwlyk zoo onkundig waren dat het onvergeeflyk was; my ontbreken nog zeer veele kundigheden om de opvoeding van myn dochter te voltooijen; maar ik hoop te gelyk met haar, my zelf te onderwyzen: en my in ftaat te ftellen om haar alles zelf te onderrichten. Mr. saint ai bert heeft my een Gouverneur voor fan fan gegeeven, ik ben zeer te vrede over hem: het is een man van geboor. te die ongelukkig geworden is: ik verheug my dat ik zyn ramp zal kunnen verminderen: hy heeft een zeer zacht charakter —— en ik denk dat hy de vriend van myn' zoon zal kunnen worden. Alle deeze byzonderheden zouden voor elk ander verveelend zyn, maar ik weet hoe veel belang gy in het lot uwer vrienden ftelt; en ik ben verzekerd dat gy u zult verE a heu-  ( 68 ) heugen als gy hoort dat ik gelukkig ben.;.; Wanneer komt gy het landlyke leeven met my deelen? —- Het fpyt my zeer dat het de ziekte van Mr. fionie is, die my van dit genoegen beroofd.  ( 09 ) NEGENTIENDE BRIEF. Mr. saint ALBERTj aan dei) Ridder e R n e s T. Uit Moulins» Sedert eeri eeuw myn waarde RidderJ heb ik niets van Mr. d'hersilie gehoord: ik ben niet onkundig van de oorzaak die hem aange* fpoord heeft om van zyn vrouw te vergen van zich naar haar landgoed te begeeveh. De volftrekte vergetelheid waarin hy haar, en baar* kinderen laat, is onvergeeflyk. Gy die zyn* vriend zyt, doe poogingen om hem te dóén terug keeren. Volgends zyne eigene bekente. nis kan hy Mevrouw d'hersilie niets verwyten, waarom gedraagt hy zich dan op zulk een zonderlinge wys jegens haar? Ik hoorde van een officier van het Regiment van lubeck, dat hy om de Baronnes cotyto gevochten E 3 heefti  ( 75 ) rouwig om, want ik heb zeer veel met het iV/arao-fpel verlooren, en zyn afwezenheid zal my den tyd geeven om dit verlies te herlteilen ; en myn juweelen weder te bekomen: die ik zoo lang heb moeten gebruiken. De andere tyding is veel verfchriklyker! — my dunkt uw oog wordt donker •— en gy zyt reeds gereed om my te hekelen: maar hoor myne verontfchuldiging voor dat gy my beknort. Gy weet met welk eene toegeeflykheid jk by de Graavin menippe ging — dat ik alleen haar Pharao, ja zelfs haaren goede naam itaande hield; want ik heb dikwerf pylen gebroken die op haar gefchoten wierden: Wei nu! zy heeft my een trouvvlooze trek gefpeeldj gy zult zelf hierover oordeelen. De Mirquis d'hersilie, heeft een buitenvcrblyf gehuurd , wy aten aldaar voorledenDonderdag avond by hem: de avondftond was zeer fchoon — van tafel opftaande, gingen wy in dan tujn — maar ik bleef op het terras: k-  C 76 ) fedeft het gebeurde in de grot de! ik my hiel meer bloot. De Marquis l'hersilie en de Ridder ernest verzelden my, wy hielden eemge oogenblikken een diep ftilzwygen: ik hoorde achter een haag welke /angs de boschj'es loopt myn naam noemen: ik gaf den Marquis een teken van fiil te daan: en dorst naauw adem haaien — uit vrees van een enkel woord te verliezen. Oordeel over myne verontwaardiging, wanneer ik duidelyk boordde dat Mevrouw menippe my onbarmhartig verfcheurde: ik had moed om alles tot aan het eindè aan te hooren 1 't was met den Marquis lubeck dat zy zich onderhield: en Zy deedt gewis alles, om hem tot de fnoodde aller mannen te maaken.... Deeze ondeugende vrouw wilde volftrekt dat hy bekennen zou, dat myn fchrik in de grot gemaaktheid geweest waare; en dat het de eerde keer niet was, dat wy elkander onder vier oogen gezien hadden.... Mynè gramfchap deeg ten top — en zonder de Ridder  C 77 ) der ernest zou zy uitgeborflen hebben: maar gy zult niet raaden'waarom zy my haat! "c Is om dat zy verliefd — ja gek geworden is op den Marquis d'hersilie, en dat zy my in een belagchlyk daglicht wilde ftellen; opdas hy my verlaaten zou,.. Hebt gy ooit iet afgryslyker gezien ? — 6 Zy moet zich maar wel houden: want ik heb beilooten haar wanhoopig te maaken.... Wy zyn op het zelfde oogenbük vertrokken; en ik heb in myn rytuig baare lieveling de Ridder ernest en den Marquis lubeck mede genomen; wy hebben niemand by haar gelaaten, als den ouden Commandeur, en den dikken Rentenier, dien zy den geheelen t(ag voor de gek houdt. Ik haat haar doodlyk — en ik heb haar gisteren bericht, dat Ik nooit weder een voet by haar zetten zal. De Ridder ernest fchynt hierover zeer in zyn fchik te zyn; indedaad vriendin, die vrouw voegt ons niet — zy heeft een' flechte naam: ik ben ook verzekerd^  ( 78 ) fcerd dat Mr. cotyto zeer verheugd za! zyn over deeze verwydering, v Om haar te flraffun heb ik het ontwerp gemaakt, om op den zelfden dag een foupé te geeven dat zy dit geeft — ik zal ieder een nodigen die doorgaans by haar gaat: ik ben overtuigd dat zy myn huis boven het haare verkiezen zullen: en ik zal gewrooken zyn !... want men heeft my verzekert dat haar Pharao al haar inkomen was. Vaarwel, lieve vriendin, ik zal u nader fchryven, hoe ik in myne wraak gedaagd ben. TWEE-  C 79 ) TWEE - EN - TWINTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto aan de Graavin thor. Uit Parys. Ik ben 'ten vollen gewrooken. Ik heb het glansrykfte foupé gehad , en de Graavin, is volftrekt alleen gebleeven. De Marquis luieck, aan wien ik verzogt bad om by haar te gaan, is by my gekomen om my rekenfchap van haare woede te geeven; zy heeft gezwooren van zich te wreeken! maar ik vergun haar dit; en vrees niets: ik heb my geen het minde ver. wytte doen, en ondanks haare boosaardigheid tart ik haar 1 maar bewonder hoe alles my gelukt is! tot haar Rentenier zelfs, is my zyn hof komen maaken. Ik heb hem ontvangen als een groot Heer; hy was zoo opgebiaazen van hoogmoed, dat hy geen enkel woord meer kon fpree, •  C 80 ) fpreeken: by heeft ons allen op een feest geno-? digd dat hy op zyn Caflee! geeven zal: hy heeft ons verzogt om dit veertien dagen uit te (lellen, om dit luisterryker te maaken; ik heb zyn uitnodiging aangenomen ; onder beding dat Mevrouw menippe 'er niet zal zyn; zy zal woedend hierover worden; en ik zal zeer voldaan zyn: 6 ik zal haar leeren om iedereen niet volgends haare beginzelen te beoordeelen. De veertien dagen die de Rentenier verzocht heeft zullen goed bedeed worden. De Marquifin Hit'mond welke bekoorlyk is, zal my overal verzeilen; zy-heeft my doen befluiten, om een middagmaal by den Marquis lusece aan te nemen; hy heeft zoo veel berouw over zyn misdag, dat ik bem dit niet weigeren kan: hy fchynt hierdoor opgetogen te zyn. — Morgen gaan wy te paaid ryden in het bosch van Boulogne, en wy zullen den dag gaan doorbrengen by de Marquifin vansMNT haemond ie Chatou alwaar wy tot aan den volgenden morg«n blyven. Vermaak u zoo veel als ik. DRIE-  C 8r ) DRIE-EN-TWINTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto aan de Graaviii thor. Van het Cufteel van . . . u Myn waarde vriendin, ik ben noch niet bekomen van eene vreeslyke gebeurnis die my overgekomen is. Die boosaardige Mevrouw menippe heeft zich op eene wreede wys aan my gewroken. De Marquis d'hersilie wilde den Rentenier door de vengders werpen, en zonder de Ridder ernest die zich overal bevindt, om zoo het fchynt de ongelukken tc verhindeien zou dit weder een vreeslyke ge. beurnis geweest zyn. Ket feest waarvan ik u fprak, is eergisteren gegeeven, wy zyn ten getale van veertig derwaards gegaan. De laan welke op het Cafteel uitloopt is zeer lang, en van afftand tot afftand fpeelde een troup Muzir F kan-  C 83 ) fprek roet hem doorgebragt te hebben, kwam een ander* maske die ik voor den Ridder ernest meende te erkennen my in bet oor fluisteren; van op myn hoede te zyn: dat ik niet wist met wien ik fprak. Ik verbeelde my, dat dit een grap was, en ik hoorde met veel vermaak al de aardigheden die het fchoone masker my zei; ik geloof zelfs dat ik hem op dien eigen .toon beandwoord 'neb: na my de grootfte loftuitingen over myn geftalte en bevalligheden gemaakt te .hebben, fmeektte hy my om myn masker af ;te ligten; verzekerd van myn overwinning, Remde ik hierin: ouder beding dat hy hetzelfde zou doen. Wy gingen in een ander vertrek — en ik deedt myn masker af — maar ftel u in myn plaats — wanneer myn aanbidder om het .woord te houden dat hy my gegeeven had, .het zyne afdeedt — en ik ia hem myn' echtF 1 ge-  C B4 ) genoot herkende!.:. Ik viel van fchrik in ommagt: volgends het geen men my gezegd heeft — behield hy een hoonende koelbloedigheid. De Marquis lubeck die hem niet kende, verbeeldde zich dat het een masker was die my gehoond had, hy fprak zeer driftig tegen hem: by geJuk heeft de Ridder ernest Mr. cotyto genoemd: maar ondanks dit alles — fpraken zy zeer hevig tegen elkander; en het zal 'er niet by blyven.... De Marquis d'hersilie heeft van het oogenblik ontroering gebruik gemaakt, Mr. lubeck heeft zich by hem vervoegt — en zy hebben den ouden Rentenier doen bekennen , dat Mevrouw menippe aan Mr. cotyto gefchreeven en hem aangefpoord had om op het bal te komen. Zy wierden hierop zoo woedend, dat zonder de voorzichtigheid van de Ridder ernest de zaak een zeer fiechte keer zou genomen hebben. De Rentenier is op  C 8j ) op het zelfde oogenblik vertrokken — en heeft ons meester in zyn huis gelaaten. Ik zit alleen in myn kamer, en om myn verveeling te verdry ven fchryf ik u: beken, dat wanneer gy afwezig zyt, dat my dan altyd onaangenaame voorvallen bejegenen: gy zyt myn' goede engel! — verlaat my dan niet meer. F 3 DRIE-  C 89 ) twyfTeld hoogst onaangenaam zyn: indien gy my echter vergunt myn oordeel hierover te zeggen geloof ik dat gy niets beters doen kunt;hier door zult gy het vertrouwen van uwen echtgenoot weder herwinnen: en het zal flechts een ligte wolk zyn , die fchielyk weder op zal klaaren. Laat uwe ontwerpen van wraak tegens Mevrouw mbmippe vaaren, gy zult 'er ten laatften het flacbtoner van worden. Gy ziet haar proeffluk — vrees haar — vermids zy boosaardig is. Ik ben met Hoogaching, enz, F 5 Z E S-  ( 00 ) ZES « EN - TWINTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto, aan de Graavin thor. Uit Chatou. Myn lieve vriendin' ik moet dan om de'«ede te verkrygen, afftand doen van het geluk: ik moet alle omgang met ü breeken. Wat ben ik ongelukkig! gelei my in den keus dien ik doen moet. My dunkt dat het nog het beste zal zyn om by de Graavin fionie te gaan ; zy zal flechts het recht hebben om my raad te geeven, en myn moeder zal my bevelen voorfcbryven: daarenboven, is 'er altyd nog gezelfchap by Mevrouw fionie; en ik zal flechts vyf mylen van Parys af zyn; terwyl ik by myn moeder geen ander vermaak zal hebben dan Loto met haar ouden Pastoor te fpeelen: ik zou het aldaar geen  C 9* > geen zes maanden uithou.ien, zonder van verdriet te (terven. 't Is echter die boosaardige Mevr. menippe die oorzaak is van al myn verdriet. 6 Gy hadt wel gelyk — ik had my niet moeten wreeken — zy verdiende alleen van door my veracht te worden : mnar hoe kan men het op zichzelve verkrygen om zulk eene fterke belediging te vergeeten als zy my aandeedt? Mevrouw sainthaemon is woedend tegen Mr. cotyto: in waarheid, het is hoogst onbillyk om van my te vergen dat ik haar verlaaten zal: welke reden kan hy hiervoor inbrengen?... Zy is eene zeer fatzoenlyke vrouw! haar' echtgenoot is ten uiterfte beminlyk: en zy allen moesten hem gelyk zyn: Zyne vrouw is volkomen meestresfe om alles te doen wat zy goedvindt. Men verzoekt haar ook niet zonder hem, vermids men weet dat hy zich niet belagchlyk aanftelr. — Ik verwagt met het uiterfte ongeduld tyding van u. Z E-  ( 92 ) ZEVEN EN-TWINTIGSTE BRIEF. De Graavin th or , aan de Baronnes cotyto. Van het Cafteel van , . . Welk een geweld voor eene nietsbeduidende zaak, m waarheid myn J/eve vriendin, men '«oer bekennen dar gy noch 2eer weinig ver ft^nd hebr. Ik zou de helft van her geen ik bez>t geeven, dat eene IbortgeJjfa gebeurnis my overkwam; i„ p,aats Van my M gelyk gy deedt; zou ik open;,k a„ myD, ^ genoot zyn onfiandvastigneid en Jigtzinn,- verweten; en geveinst hebben, dat ik hem 'erkend, e„ deeze ^ ^ om hem te overtuigen .... En ik zou -nmyn knieën zien om my vergirnis voor 2yn ontrouw te vraagen; en hy zou die niet ver*rygen als op goede voorwaarden. * zou fcier. door  C 94 ) Ik heb het u altyd voorfpcld, gy zult ten laatften nog eene non worden: en indien gy geen meer kracht van geest en geen vaster en beihsfender charakter verkrygt — zult gy zeer ongelukkig zyn. Gy hebt eene dwaasheid begaan — gy moet *er de gevolgen van ondervinden, gaa eenige tyd by de Graavin fionie doorbrengen, zy is eene goede vrouw; haar eenigfle gebrek befiaat hierin, dat zy kwezelachtig is: het zal u gemaklyfc zyn een kleine twist te doen ontdaan, die u kwaade vrienden zal maaken; gy zult bw echtgenoot voldaan hebben: en hy zal niets meer van u vergen kunnen. , Ik neem het op my om u volmaakt te wreeken. ... Ik zal de Graavin menippe een pots van myn uitvinding fpeelen, met hoe veel vermaak zou ik haar vernederd zien; wy hebben elkander nooit konnen dulden. Meldt my de uiillag van uw avantuur, en Iaat de zelve u voor  ( 95 ) u voor het toekomende iot eene les vertrekken. Gy zult my altyd in uwe belangen zien deelen, en ik zal geen grooter genoegen kennen dan u blyken van myne oprechte vrisndichap te geeven. AGT-  C 95 ) ACHT-EN • TWINTIGSTE BRIEF, Mevrouw singa , aan de Marquifin d'h e r s i l i £. Van het Cafteel van Fionie. Uweafwezenheid myn waarde Marquifin, veroorzaakt my veel verdriet; 't is fmartlyk afgefcheiden te zyn van zyne hartvriendin als ons hart nodig heeft om zich in den boezem eener vriendin te ontlasten, Gy weet — dat ik op myn vyftiende jaar weduwe zynde , noch zeer Weinig ondervinding had, om my in de waereld te gedragen en een' keus te doen die my gelukkig kon maaken. Mev. fionie droeg voor my de zorg eener moeder — haar huis wierd het myne — en ik fleet geruste dagen by haar. Zy befchouwde den Ridder zethur ook als haaren zoon, zyn oom en tante zagen met ge-  C 98 ) verwyderde — en zich altyd beklaagde dat zyn oom onze vereeniging vertraagde. ö Myn lieve vriendin! de mannen zyn wel zonderling! indien ik niet vreesde dat Mevrouw tionie boos zou worden, zou ik in uwen boezem den troost komen zoeken die ik zoo hoog nodig heb. Geef my tyding van u — dit zal myne droefheid nog wat afwisfclen. NE'  ( 99 ) NEGEN- E N-TWINTIGSTE BRIEF. De Marquifin d'hersilie aan Mevrouw s i k g a. Van het Cajleel d'HerJtiie. Hoe zeer bedroeft gy my, myne vriendin ! Ik wenschte by u te zyn, om in uw verdriet te deelen. Laat de fmart u niet moedeloos maaken , uwe vrees is misfchien ongegrond •— ik kan niet gelooven dat Mynheer zethur, die tot heden altyd reedlyk dacht zich zoo .verre zou laaten verblinden , dat hy eene verbintenis zou verbreeken waarby hy alle voordeden vereenigt vondt;om zich te hechten aan eene onbezonnene vrouw, welke hem niet dan dwaasheden kan doen begaan. Gy hebt u misfchien zonder reden ongerust gemaakt, maar indien het waar was, dat Mevrouw cotyto zoo veel vermogen op zyn G 2 hart  hart verkreegen had — roep alsdan uwe rede te hulp — en zegen dan uw noodlot dat gy flechts een trouwlooze betreurt: een ondankbaaren ontrukt ons veel meer traanen.... Ik wensch. te u gaarne by my te zien, maar ik vrees even als gy, dat dit Mevrouw fionie verdriet zou aandoen — zy heeft ook troost nodig. Ik weet hoe zeer zy haar neef bemint, en zyn gedrag kan haar niet dan hoogst onaangenaam zyn. Ik wenschte dat het my mooglyk ware om by u beiden te komen, gy weet wat my verhindert. Schryf my dikwerf, deel my uw verdriet mede, ik deel 'er oprecht in. DER-  ( ioi ) DERTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto, aan de Graavin thor. Van het Cafleel van Fionie. Men moet zoo goed zyn, myn lieve vriendin, als ik ben, en even zoo veel geduld hebben, om niet duizendwerf uit het huis van Mevrouw noKiE te vluchten. Gy kunt u geen denkbeeld vormen van de predicatien die men my den geheelen dag voorpreekt. Die fyne vrouwen zyn dan haatlyke fchepzelsi — Zy heeft eene Mevrouw singa by haar; die tonophoudelyk van haaren overledenen echtgenoot fpreekt, en die om zich hier over te troosten; trouwen wiïi met den Ridder zbthür: ik, om my te wreeken over het verdriet dat ik by deeze kwezels ondervind, heb het fchoonfte ontwerp gemaakt; dat zelfs uwer waardig zyn zcu. G 3 Me*  C I03 ) Mevrouw fionie wil Mevrouw singa volfirekt met haar neef doen huwen, vermids men zegt dat zy zeer ryk is; wel nu ik heb in myn hoofd gekregen om den Ridder aan my te kluisteren —. en dit is my gelukt; ja, ik heb eindelyk dit kleine huisgezin oneenig gemaakt. Gy hebt my geleerd, dat wanneer eene vrouw zich meester wil maaken van het hart van een man — dat niets gemaklyker is. De Ridder heeft hevige hartstochten: deeze morgen had ik een lang gefprek met hem onder vier oogen, na dat hy my zeer veel gezegd had, over het gevaar, dat 'er in was, om zich voor het ieeven te verbinden; deedt ik hem gevoelen hoe veel een vrywillige verbintenis den voorrang had : en ik bediende my van alle myne welfprekenheid om hem tebewyzen, dat dit heteenigRe middel was om gelukkig te zyn.- Ja, andwoordde hy met aandoening, terwyl hy een' tedere, en vuurige blik op my wierp, maar waar vindt men een hart dat trouw en ftand- • I vas-  C 103 ) vastig is, dat zich voor het leeven aan ons verbindt?... Indien ik gelukkig genoeg ware om dit aan te treffen zou ik van het huwlyk afzien.... Ach! Ridder andwoordde ik hem, terwyl ik veinsde te bloozen, a!s men gelyk als gy een gevoelig en kiesch hart bezit, kan men de hoop voeden om de geene aan zich te verbinden, tot wien men zyne wenfehen bepaalt... „Hoe.' hernam hy.ik zou !..." In dit oogenblik nam hy myn hand, ik trok die fchielyk terug: „ Gy verfmaadt my?"... Neen, maar ik begeer geen hart dat een ander bezit, — „ Wat „ wilt gy, zoudt gy het ongeluk van myn lee„ ven willen veroorzaaken i — Uwe ziel is te „ edel om my re bedriegen..." Maar waar zoudt gy eene vrouw vinden die zoo veele bevalligheden in zich vereenigdals Mevrouw singa? — Zy is het welke u voor uw geheel leeven kan kluisteren: en ik zou veel eigewaan moeten bezitten, om te hoopen dat ik ooit haare plaats by u zou kunnen vervullen; laat 6 4 dus  C 104 ) dus af myn waarde Ridder, om hier verder op aan te dringen: ik ftond te gelyk op om hem re verlaaten. „ Hou op, riep hy uit, terwyl hy zich vcor „ myne voeten wierp;ik zweer u eene eeuwige „ liefde! — myn hart, myn ziel, alles behoort „ aan .u" Staa op, zei ik — ik mag u niet in tiie houding zien. Gy vergeet dat gy uwe trouw verpand hebt... Welk een bewys zult gy my geeven van de oprechtheid uwer gevoelens?-— „ Gebied! ik ben gereed om alles te on,, derneemen om u hiervan te overtuigen: ik „ zweer u by de liefde die gy my ingeboezemd „ hebt — by slles wat heilig is — dat ik voor ,, altyd afftand doe van Mevrouw sikga:" hy deedt my voords duizend betuigingen dat hy zyn leven met my wilde doorbrengen; en beloofde my te zullen volgen; werwaards ik my ook begaf... De eerde verpligtin;: die ik hem op lagf was, om geheel me.: Mevrouw singa te bree-  ( 105 ) breeken — een weinig minder gehoor aan zyn tante te geeven — en zich blindelings aan myn wil te onderwerpen: hy heeft my hierop zyn eed vernieuwd. Ziedaar lieve vriendin, myns bedunkens , de Comedie met alle mooglyke kunst fpeelen! ö Ik ben 'er zeker van , ik heb den Ridder in myne kluisters — hy zal dezelven niet ligt affchudden: ik verzeker u, dat by zoo verlieft op my is, dat dit alle befchryving te booven gaat!... Het geen my het meeste vermaakt is zyn verlegenheid met Mevrouw singa; zy fchynt dit noch niette bemerken ; daarenboven, heeft zy al te veel eigenliefde, om dit te laaten blyken: en maakt ook al te veel Haat, op de oprechtheid en getrouwheid van haar aanftaande. In waarheid, zy verdiende deeze pots wei; en gy zult my oprecht toejuichen dat ik zulk eene fchoone gelegenheid waarnam, om my te wreeken over de noodzaaklykheid waarin ik my bevindt, om met deeze twee kweezeis te leeven.' G 5 x EEN,  C wo" ) EEN - EN - DERTIGSTE BRIEF. De Graavin thoü aan de Baronnes cotyto. Van het Cafleel van . . . Hou moed, myne fchoone vriendin, gy zyt thans zoo behendig als de vrouw welke de grootfte ondervinding gehad had ! gy doet u onrecht met my, by u te vergelyken — want gy overtreft my en ik zou 'er bynaar ja- loersch van worden: ik heb my nooit in zulk eene gelegenheid bevonden om het vermogen myner bevalligheden met zoo veel behendigheid te doen gevoelen ; van in zulk een' korten tyd zulke groote veranderingen re bewerken: bekerr, dat gy my groote verpligtingen hebt. — Buiten my, «raait gy eene vrouw welke verlooren was voor de zamenleeving, en even zöo onverdrasglyk als Mevrouw fiokie. Ik  C 107 ) Ik ben verrukt dat gy haar in haare ontwerpen geftoord hebt, maar geef acht op u zeiven die Kwezeis zyn zeer gevaarlyk! indien gy eeven als ik vry waart, zoudt gy u zoo zeer niet in acht behoeven te neemen; mids dat gy u zeiven maar geene verwytingen te doen had: men kan de mannen nier beletten, om hulde aan de fchoonheid te doen, welke op haare beurt het recht heeft om zich met de mannen te vermaaken:wat my betreft, ik veracht hen allen•— maar ik wil dat zy my aanbidden zullen, zonder dat myn hart daarom belang in hen ftelt, op het voorbeeld der goden, ontvang ik met onverfchilligheid, maar niet zonder dat dit myn eigenliefde ftreelt, hun wierook... Het getal zuchtende minnaars die-ik aan myn triumphwagen keten, zyn zoo veele zegetekens die ik voor de liefde opricht zonder my aan zyn heerfchappy te onderwerpen; ik hoop myne beminlyke vriendin, dat gy my niet onkundig zult laaten van den uitilag uwer onderneming. TWEE»  C 108 ) TWEE-EN-DERTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto aan de Graavin Thor. Uit Parys. 'Er is eene zekere noodlottigheid aan alle myne daaden verbonden, alle ongelukken komen my te gelyk over, zonder dat ik my iet te verwyten heb: dit alles is de fchuld var. Mr. cotyto. Indien hy my te Parys had gelasten, en niet genoodzaakt had om naar Mevrouw riomE te gaan, zou ik aan deeze onaangenaamheeden niet blootgefteld zyn: die my veel verdriet veroorzaaken. Hoe zal ik Mr. cotyto onderrichten van myne oneenigherd met de Graavin?... Indien ik hem hiervan ktnnis geef zal hy honderd redenen vinden om my in het ongeiyk te ftellen. In waarheid myne viiendin, ik ben zeer on- ge-  C idQ ) gelukkig: hoe zal ik deeze zaak fchikken?—' dit maakt my zeer verlegen: gy zult 'er zelf over oordeelen. Gy weet de wezenlyke dienden, die" Mr. d'hersilie my bewezen heeft — hoe hy alles in 't werk delde, opdat Mr. d'hersilie het flachtoffer niet zou zyn van zyne onvoorzichtigheid. By myn vertrek naar Mevrouw fionie, verzocht hy my verlof, om my aldaar zyn hof te komen maaken; het zou zeer onheusch geweest zyn, hem dit te weigeren; daarenboven, is hy een goed vriend van Mev. fionie- en het zou my zeer kwalyk gedaan hebben hem te willen verhinderen om haar te komen zien; ik gaf dan myn toedemming. Intusfchen heeft Mr, zeth ur zich voor myn Ridder verklaard — het geen zyne aebtbaare Tante zeer fterk mishaagde. Men moet bekennen dat deeze vrouw zeer kwezelachtig is, gy kunt u geen denkbeeld vormen, hoe belagchlyk zy is; maar laat ik tot myn avantuur terug komen.  C no ) men. De Ridder zethor verzelde my overal — Mr. d'hersilie, kreeg in den zin, cm dit kwafyk te neemen, hy deedt my hierover verwytingen als of hy hier recht toe had. Gy begrypt ligt dat ik 'er mede fpotte, en om hem hiervan te overtuigen; ben ik den volgenden dag alleen te paard gaan ryden met den Ridder. Mr. d'hersilie wierd boos, die man is zeer gevaarlyk ~— hy kwam by den Ridder zethur, aan wien hy rechtuit een tweegevecht voorfloeg, tot dat zy een van beiden het leeven daar by verloren. Mr. zethur nam dien voorilag aan, offchoon hy dien niet zeer aangenaam vondt. Zy gingen beiden heen — gelukkig dat hun gefprek in den tuin voorgevallen was —- dat Mevrouw singa dit gehoord had.— en de voorzichtigheid had,omMr. fionie hiervan te onderrichten. Men heeft hen achtervolgt — om dit tweegevecht te beletten. Mevrouw fionie is in myn kamer gekomen en  C ui ) en heeft my met veel bitterheid verweten dat ik oorzaak was van dit geval!... Ik wist niet wat zy meende—■ heb haare verwytingen zeer kwaalyk ontvangen, en heb oogenblikiyk myn rytuig laaten infpanneu om naar te Parys te gaan. Ik heb iet uitgedacht opdat Mr. cotyto minder boos zóu zyn; ik zal hem fchryven, dac myne gezondheid zeer ontfield is, en dat myn dokter my geraaden heeft om de wateren te gaan gebruiken; dat, daar het Caft.ee! van Ftokie door moerasfen omringd is; deeze dikke lucht myn borst beklemd heefr. De verlegenheid is alleen omtrent de keus van het water, hy zal voorzeker niet willen hebben dat ik naar Spaa gaa, het is daar echter het aangenaamfte — indien hy 'er zich fterk tegen verzet zal ik naar Plombüres gaan, ik Zal 'er twee maanden blyven ; en by myn terugkomst — zal men dit alles vergeeteti heb-  C 112 ) hebben. Wat dunkt u hiervan ? —— Myn ontwerp is eenig ! Zeg my fchielyk uw gedachten, want ik brand om te vertrekken. DRIE-  C "3 ) DRIE - EN - DERTIGSTE BRIEF. De Graavin fionie aan de Marquifin dher.silie. Van het Cafieel van Fionie. Gy zyt zeer gelukkig, myne lieve Marquifin van al te ver van Parys verwyderd te zyn, om beiast te kunnen worden van over het gedrag van de onbezonnendiïe vrouw te waaken, welke ik ooit gekend hebt; gy begrypt zeker dat ik van Mevrouw cotyto fpreek. Sinds uw vertrek zyn haar verfcheide avantuuren overgekomen, onder ander een geval; waardoor zy kwaade vrienden met haar' echtgenoot geworden is: hy had my verzocht dat ik haar by my ontvangen zou, en myn best zou doen, om haar van haare Coquetterie te rug te brengen t maar dit kwaad is ongeneeslyk. Zy is goede vrienden roet de Graavin thor. ,dat de gevaar- II lyfc-  C 114 ) lykfte vrouw van Europa is, en de goede raad die men haar geeft, weegt niet op, tegen die van Mev. thor welke zy als een godsfpraak aanhoort. Zy is acht dagen by my geweest —- en in dien korten tyd heeft zy een gedeelte van myn huisgezin oneenig gemaakt: zy ververbeeldt zich, dat zy zich niets te verwyten heeft, vermids zy geen minnaars gelukkig maakc — en onophoudlyk jaagt zy de mannen in het harnas jegens elkander, om baarent wil. In waarheid, ik geloof dat ik eene vrouw welke het ongeluk had van eene zwakheid te hebben, en dezelve trachtte te verbergen, verr* verkiezen zou , boven die Coquette vrouwen welke 'er zich op toeleggen om aan alle mannen te behaagen: zy zyn een plaag voor lieden van een gezond verfland. Het fpyt my zeer dat het faifoen al zoo ver verloopen is, anders zou ik by u troost hebben komen zoeken voor het verdriet dat zy my aangedaan heeft- en waarvan ik de treurigfte gevolgen voorzie. Mr. Tl-  C 121 ) wart komen deelen; dit is volmaakter finds ik my naar myn Hermitage begeeven heb: ik beo geheel wysgeerig geworden, en ik zou thans zeer veel moeite hebben, om my in het verftrooijend leven te fchikken dat men te Parys leidt. Ik laat zeer veel arbeiden in myn tuin, indien gy myn vorderingen zaagt in de wiskunde, en in de meetkunde, zoudt gy u niet verwonderen, my met de lyn en de maatilok in de hand de boschjes en bloemperken naar myn tekening te zien fchetfen. Ik heb geen andere onderwyzer dan den Gouverneur van myn'zoon , hy toont my op den grond, de onderfcheidene voordellen die wy met elkander op het papier uitgelegd hebben. Welk een genoegen zal ik fmaaken als ik de jonge boomen zie groeijen die ik zelf met zoo veel vermaak geplant heb. elke lente zal my nieuwe genietingen verfchaffen! Ik wordt het niet moede om de Natuur te beftudecren, haare rykdommen zyn onH 5 uit'  C 123 ) ZES - EN - DERTIGSTE BRIEF. Da Ridder ernest aan Mr. saint- a l b e r t. Uit Parys. Indien gy wist myn' vriend, hoe veele bezigheden ik heb, die ftrydig zyn met myne beginfelen, zoudt gy my niet meer van traagheid befchuldigen. De Marquis d'hersilie brengt my het hoofd op hol, indien dit nog lang duurt. Ik heb alle myne bezigheden geftaakt om hem in alle zyne vermaaken te volgen , hy verbeeldt zich dat hy my bekeerd heeft, (dit is zyne uitdrukking ,) hy heeft geen vermoeden, dat de vriendfchap, en de belofte welke ik u deedt, my aanfpoordde om eene levenswys aan te nemen, die my m 't geheel niet voegt. Hy is nog altyd aan de zegewagen van Mev. cotyto geketend, zy doet hem dwaasheid, op  ( »;j j ZEVEN-EN-DERTIGSTE BRIEF. Mevrouw singa, aan de Marquifin d'h e r s i l i e. Fa/i /;ct Cajleel van Fionie. Myn ongeluk is beflist vriendin! Mr. zathur heeft openljk met my gebroken. Daar myne droefheid my de eenzaamheid deedt zee-: ken hoorde ik in een boschjeeen gefprek dat hy met een zyner medeminnaars hield, dat my de ziel verfcheurde. Ach ! myn vriendin, beklaag my, de zwym'Iing is voorby.... Mr. zethur heeft zich openlyk verklaard voor den minnaar van Mevrouw cotyto; hy is haar gevolgd —. en federt acht dagen hebben wy geen tyding vart hem gehad... Mr. f 10 wie is woedend, hy wilde by den Minister gaan, en den Ridder op het oogenb.'ik naar ayn Regiment doen vertrekken,'t is niet dan op myn  ( 126 ) myn dringend verzoek dat hy van dit voornemen afzag: Mr. zethur dwaalt — de tyd moet hem van zyn dwaaling terug doen komen. Een daad van geweld, zou hem niet dan haat voor my inboezemen , en dit zou myn dood zyn. Ik wil zyne ligtzinnigheid alleen beandwoorden, door hem blyken van myne tederheid te geeven; hy heeft zeer veel verlooren; en is op het punt om met de Baronnes naar Plombiéres te vertrekken — hy is zeer verlegen: wel nu, ik zal hem geld doen toekomen, zonder dat hy weet, dat hy dit van my ontvangt. Ja, ik wil hem dwingen om het hart te betreuren, dat hy bedroeft: ik zal aanhoudend over hem waaken, en alle zyne behoefte voorkomen.... Maar kunt gy u het gedrag der Baronnes begrypen ? Zy vermaakt zich met de folteringen van een ander, zy heeft een douzyn minnaars in naam waarvan 'er maar een vry is: want vriendinl Mr. zethur is dit niet.... Heb ik zyn eed niet ontvangen ? —* Zou myn lot  C «7 ) lot niet voor het leeven met zyne verbonden worden? — Ik was zoo naby aan het geluk, en haare wreede konstnaryen berooven 'er my van. Ik durf Mevrouw fionie al myn verdriet niet laaten blyken, zy is 'er zelf fterk van aangedaan : hoeveel ongeluk veroorzaakt Mevrouw cotyto! hoe veel traanen doet zy plengen ! is het mooglyk dat een wezen dat zoo veel bekwaamheid en geest bezit, dezelven alleen gebruikt om anderen te folteren \... Zy zou tot het geluk van haare vrienden kunnen medewerken —■ en zy vergiftigt hunne dagen! onteert haar' echtgenoot — en maakt zich zich zeiven voor haar leeven ongelukkig...1 Wat heb ik 'haar gedaan om my aldus te folteren? — Ik beklaagde haar, ik (lelde alles in het werk om haar van haare dwaaling te doen terug keeren: ik trachtte haar te overtuigen dat het geluk in de vrede der ziel, en in de achting die men zich zelf toedraagt, beftaat; en dat dien zwerm van minnaars haare goe-  ( laf? ) goeden naam krenkte: ofichoon zy indedaad niet fchuldig was. Ik vroeg haar of het woelende leeven dat zy leide, niet altyd een ledigheid in haare ziel liet, die ongetwyfield vervangen zou worden, door de verfcheurenfle wroegingen : ik fchetstte haar een tafreel van eene gelukkige verbindtenis, en fchilderde haar by voorraad het geluk af, dat ik genieten zou, door my met Mr. zethurie vereenigen: zy fcheen my met vermaak aan te hooren — juichtte my toe — en ontwierp te gelyker tyd de zwartfte trouwloosheid.., Ach vriendin! ik kan niet zonder fiddering aan haar denken! Zy is oorzaak van alles — Mr. zethur bemindde my, Mevrouw cotyto heeft alle dryfveeren der Coquetterie in 't werk gefield om hem aan haar te hechten — zy zegepraalt!... en ik ben diep rampzalig, en fmelt weg in traanen.... ACHT.  ( 129 ) ACHT - EN - DERTIGSTE BRIEF. De Marquifin d'hersilie, aan Mevrouw singa. Van het Cqfleel d'Herfilie. Het is tyd myne vriendin, om de rede tot uw hulp te roepen: Mevrouw cotyto zou over uwe droefheid zegevieren. Koe meer zy weet dat gy u dit aantrekt, des te meer zalzy alles in ,'t werk Hellen om den Ridder aan haar te hechten : dit zyn debeginfelen van Mevrouw thor die haar beftuurt. Ik keur uw voornemen niet goed, om geld te geeven voor de verteering van Mr. zethur; welk een voorzorg gy ook gebruiken moogt, zal men ten laatften weeten dat dit van ukomt, en deeze groote edelmoedigheid zal uw' goeden naam zeer fchaadlyk zyn, Wagt alles van den tyd vriendin , 't is beter I in-  ( 130 ) indien de Ridder tot u terug keert, en dat gy hem vergeeft; dat gy de dwaasheden van uwen echtgenoot betaalt: dan dat gy de uitfpoorigheid van uwen minnaar te hulp komt. Indien gy met bedaarde en verftandige lieden te doen had, zouden zy in uw gedrag flechts eene achtenswaardige grootheid van ziel zien, maar deeze onacfrrzaame lieden zouden gewis zeggen dat gy den Ridder vreest — en hem zyne befoheidenheid duur betaalt. Wat ik u bidden mag, laat dit ontwerp vaaren. Ja in den naam der tederfle vriendfchap (raak een ontwerp dat noodlottige gevolgen voorn hebben zou, vrees niet om uw fmart in den boezem van Mevrouw fionie uit te ftorten; gy zult elkander onderling troosten; de droef, heid die men fmoort verftompt alle onze geestvermogens: en laat ons geen middelen over om ons tegen het noodlot en de gebeurnisfen te wapenen, ïk weet even als gy vriendin, dat de fölte- rin-  C i3t ) ringen van het hart het gevoeligfte zyn, maar wy moeten ons met onverfchrokkenheid, moed en ftandvastigheid wapenen; om de rampen di« ons beftormen te verdraagen. N E-  C 132 ) boom ,bi3n>o^3!OTfioiid/ri;.. j.v.-, . . NEGEN - EN - DERTIGSTE BRIEF. De Graavin Thor, aan de Baronnes cotyto. Van het Caftesl van ... . Men hoort zo weinig van u fpreeken , als of gy in de baden verdronken waart; zie, zoo doet gy, gy fchryft my niët — dan als gy myn raad nodig hebt, maar gy vraagt my die altyd te laat; ook beloof tk u van eeven zoo met u te handelen : gy Wyst my het voorbeeld. Ik zou groote lust hebben om u onkundig te laaten omtrent het gebeurde met Mevrouw WENfPFE, maar dan zou ik myn boosheid over uw itilzwygen een weinig te ver trekken ; en ik zou my zelf het eerfte ftraffen; dit geval zal boven dien te Plombiéres veel ftof tot lagchen  C 133 ) ehen- geeven alwaar men toch niets beter te doen heeft. Sedert dat 'er vrouwen zyn, en bygevolg federt dat 'er onder de oude fexe minnenyd plaats heeft, wierd geene coquette zoo vernederd als ik dit gedaan heb. Ik moet u immers wel wreeken — want buiten my zoudt gy u van ieder een ftrafloos laaten beledigen. De Ridder lusac kwam op de uitnodiging welke ik hem deedt, om eenigen tyd by myn oom te komen doorbrengen, nooit zag ik hem zoo vuurig, zoo galant — alle morgen boodt zyne losfe zanggo. din my een couplet of een vierregelig vaersje aan, en ondanks Mevrouw menippe prees hy de blankheid van myn vel; zy kwam vier dagen na hem:' en fcheen zeer verwonderd den Ridder by ons te vinden. Haar hare klopte van blydfchap en vrees, (want ik liet niet naar te toonen dat ik zeer wel met hem was) zy was 'er wanhoopend over; maar dit I 3 was  ( 134 ) was tiéëh êM genoeg om myne wraakzucht te koelen. Ik meende befpeurd te hebben, dat Mevrouw SitiftiPPE haare wenkbraauwen fchilderde, ik vertrouwde dit aan den Ridder luzac* die om my zyn hof te maaken, my beloofde dat hy dit oriderzóefcen zou* Gy weet dat zy zeer kleurig is, en de gemaaktheid heeft vafc géért rood te gebruiken: 'er was een talryk gezelfchap wy waren zeer vroJyk én vermaakten ons met duizend gekheden —^ Wattneer den Ridder geheel buiten adem uit den füln kwam: ik heb zei hy, eene zeer zekere weddingfchap gedaan, wie ftaat my voor de Mfï? waarin befiaat zy? —- Vroeg ik hém. „ In een alderliefst bal, maar de Graavin menippe moet my vergunnen om të bewaarheden, dat de roozen van haare wangen niet gekunfteld zyn." Gaarne andwborde zy, neem een doek — onderzoek dit  C «35 | dit.,—- en ik geef ook een bal, indien gy 'er rood aan ziet. De Ridder maakte zich dan gereed, en begon haare wangen af te veegen; maar ongegelukkig drukte hy te flerk op een der wenkbraauwen die gedeeltelyk op den doek bleef zitten; waarmede hy de helft van haar aangezicht zwart maakte: hy keerde toen behendig den doek om, en wees aan ieder een dat hy wit was- De heldin welke in haar leuningSoel was blyven zitten, had dit niet bemerkt — nifio lagchtte luidkeels — zy zelf fchaterde van lagchen ; en gaf alreeds haare bevelen omtrent het bal; zy ftond eindiyk op: om zich in den fpiegel te bewonderen.... Nooit zult gy zulk eene furie zien — zy vloog heen als een blikfem, terwyl zy zich de haa'rjren uit het hcofd ruktte; en zwoer dat zy zich openlyk wreeken zou. Zy zag 'er zoo kluchtig uit — dat myn oom wiens voorhoofd zich federt tien jaa1 4 .re"  C 136 ) ren niet ontrimpelde, dacht dat hy fiaauw zou vallen van het lagchen.... De Graavin ging zich in haare kamer opfluiten, en wilde den geheelen dag niet meer te voorfchyn komen; hoe flerk men hierop aandrong : zy is den volgenden morgen vertrokken voor dat 'er iemand op was. — Het geheele gezelfchap heeft den Ridder luzac veroordeeld om een bal op zyn koste te geeven, tot flraf voor zyn fnaakery: ik zweer u dat ik 'er met veel vermaak danfen zal. Vaarwel myne fchoone vriendin ! VEER-  C 13? ) VEERTIGSTE BRIEF. De Ridder zethur, aan den Ridder ernest. Van het Cafleel .... Mevrouw cotyto heeft my zoo eeven verzekerd Ridder! dat gy de reis naar Plombiéres mede zoudt doen. Zegt zy de waarheid ? —— Wat beweegt u hiertoe? zoudt gy ook?.... Neen dit is niet mooglyk! Laat myn vraag u niet verwonderen, het komt my zeer natuur]yk voor, dat d'hersilie, lubeck, en ik, de Baronnesfe volgen: zy heeft eene onweerftaanbaare bevalligheid; maar gy, die door de wysheid overal vergezeld wordt, hoe hebt gy kunnen befluiten om dwaazen te verzeilen, die niet voor hunne gezondheid, noch om zich te onderrichten , alleen voor hun vermaak reizen?... I 5 Ik  ( «38 ) Ik zou naar uw genomen befluit, bynaar in verzoeking ftaan, om te gelooven dat myne overdenkingen ongeplaatst zyn. Ik zie u lagchen by het woord overdenking, ja vriend! ik doe 'er die myn ziel verfcheuren, Myne verbintenis met Mevrouw singa is u niet onbekend, ik bemin haar boven alle uitdrukking; en ik ben echter gereed afftand van haar te doen.... Ik zou myn leeven opofferen vóórhaar geluk — en ik kan niet van de Baronesfe af. zien.r.. Deeze vrouw behaagt, verleidt, verrukt my, offchoon ik by haar die Zïchte aandoeningen niet gewaar wordt, die my bezielde wanneer ik my by Mr. singa bevondt. Reeds dikwerf nam ik het befluit van my aan haare voeten te gaan werpen, haar myn dwaaling te bekennen; en haar vergifnis te vraagen... Maar telkens weerhield deeze gevaarlyfce Baronnes my, door een nieuwe vriendlykheid die my betoverd: en oorzaak is, dat ik my ze!ven vergeet,.. Ach! myn vriend, ik ben waarlyk te  C 139 ) te beklaagen, myn gedrag moet myne tante als ook Mevrouw singa welke ik teder bemin beledigen; ik gevoel dit, maar ik Wil'er niet meer aan denken; dit aandenken vergiftigt het vermaak dat ik met Mevrouw cotyto geniet: ■ 't is gedaan myn vriend — zy zegepraalt!... Zal ik gelukkig met haar zyn? — myn mede* minnaars maaken my wanhoopig • wel nu —myn liefde, myn zorg, myne toegeeflykheid zal my over hun doen zegepraalen: en ik zal my durven vleijen bemint te worden door de bekoorlykfte vrouw uit Parys. EEN-  C 140 ) EEN-EN-VEERTIGSTE BRIEF. De Ridder ernest, aan den Ridder zethur. Uit Parys. Uwe vraag is moeylyk te beandwoorden, myn waarde Ridder! vergun my dus dat ik dezelve onbeandwoord laate : wat ook de beweegreden zy. die my tot deeze reis befluiten deedt — het is zeker dat ik die doen zal. Maar wat ipoort 'er u toe aan? — welke goede reden kunt gy hiervoor geeven? — Geene enkele — ik wil 'er op wedden. De Baronnes is bekoorlyk, 't iszeer bezwaarJyk om zich door haare bevalligheid en haare aanloklyke dwaasheden niet te laaten wegfleepen; ik beken dit met u: maar al geluktte het u om u van haar te doen beminnen, 't geen echter zeer moeijelyk is; zoudt gy alsdan zoo ge-  (*#4i ) gelukkig zyrt' als gy u verbeeldt ? — Vreest g/ dan de knaaging niet, die op de trouwloosheid volgt?... Js Mevrouw ■ cotyto vry? — Kunt gy uwe wenfchen tot haar verheffen ? — 'Ik zie nooit zonder huivering het ontwerp om eene vrouw te verleiden, welke door de huwlykswet verbonden is»... Welk een vertrouwen kan men Jtellen in een wezen dat men de heiligde eeden fchenden doet?.. Zy zal u bedriegen , gelyk zy hem bedriegt, aan wien zy een een eeuwige trouw zwoer... Haar hart aan den myneed gewoon , zal misdaad op misdaad napelen ! — en gy, die haar in deezen afgrond gefleept hebt —-zult gy onbillyk genoeg zyn, om haar alleen fchuldig te noemen? Zie af van de Baronnes myn waarde Ridder! deeze verbintenis zou noodlottig voor u worden, en gy zoudt door jaaren verdriet, een oogenblik zwym'ling betaalen!... Myne zedekunde zal u gewis ftreng voorkomen; maar he-  ( »5i ) punt flaat om zyn rang, zyn fortuin en goeden naam te verliezen. Ondanks al zyn ongelyk, kan ik my niet onthouden hem nog te beminnen, en te beklaagen. Hy is zoo fchuldjg niet, als hy fchynt — ik ken zyne ziel — zy is deugdzaam: zy heeft beginfelen, 't is een oogenblik dwaaling, waarvan hy ligt terug zal komen» wanneer de rede den blinddoek verfcheuren zal; die zyn oogen bedekt: hy is niet in (laat om de Baronnes cotyto te hebben willen bedriegen, zyn goede trouw, zyn weinig ondervinding en de geringe kennis van het menscblyk hart, hebben hem niet kunnen bevryden voor de (frikken die voor hem gefpreidt wierden ; en waarvan by het flacbtoffer zal zyn: het zal myn hart veel kosten om den wensen te weêrflaan die ik had om hem in 't geheim byftand te bieden: maar ik zal echter uw' raad volgen. , . K 4 Be-  C 152 ) Beken toch vriendin, dat de menfchen zeer onbillyk zyn, zy oordeelen alleen naar den fchyn; en vervallen in groote dwaalingen: indien de Ridder flechts zyn fortnin verliest, is dit een ongeluk waarover ik my ligt troosten zal l — doet hy afftand van zyne dwaaze liefde, dan is zyn vergiffenis gereed — een enkel woord zal zelfs tot de fchaduw uitwisfchen van het verdriet dat hy my veroorzaakt. Ach vriendin," myn hart kan niet veranderen, dit behoort hem geheel — by ging dit voor altyd bezitten 1... Dat hy kome, dat by zyn ongelyk bekenne — en dit hart zal het zyne te gemoet fnellen.... Hy zal altyd in my eene tedere vriendin, en eene getrouwe gade vinden. Zonder de zorg van Mevrouw fionie zou ik zeer veel moeite hebben om my niet aan het verdriet over te geeven dat myne ziel verfeheurt: ik gevoel hoe zeer ik haar bedroef, zy bemint haar Neef teder , en wenschte eeven  ( 153 ) eeven als ik om hem gelukkig te zien. Wy zul. len onze fmart verligten door onze traanen met elkander te vermengen: zy zyn minder bitter wanneer eene vriendin dezelven afdroogt. K ff V Y F-  C 154 ) VYF • EN - VEERTIGSTE BRIEF- De Marquifin d'hersilie, aan Mevrouw singa. Fan het Cajleel d'Herfilie. 't Is goed vriendin, dat Mr. zethur zich voor u ontmaskert, dit kan mede werken om u uwe rust weder te geeven, en gy kunt als gy verftandig handeld, na zulk een fiechtgedrag geen liefde meer vóar hem voeden. Ik bedroef u, door u den raad te geeven die ftrydig is met uw gevoel, maar myne vriendfchap en uw geluk vorderen dit —- vermids de Ridder zwak genoeg is, om zich dermaate te laaten overmeesteren, dat hy zyne eeden, en de liefde die hy u gezwooren had vergeet; verdiend hy zelfs niet betreurt te worden: en het zou eene zwakheid zyn hem langer te beminnen. Herinner u vriendin, het geen gy aan u zeili 3 ven  C W ) ven verfchuldigt zyt, en indien hy berouw loonde zou ik voor uw eigen geluk vorderen, dat gy zyn gedrag op den toets fteldet. Vergeet niet, dat hy nog Hechts uw minnaar is, indien het huwiyk uwe verbintenis bezegeld bad, zou ik u een' anderen raad geeven; wanneer pligt ons verbindt moeten zaehtheid en geduld onze eenigfie wapens zyn: maar men moet indien het mooglykis, het charakter en de zeden van den man beftudeeren, aan wien wy ons lot verbinden. Gy zegt dat Mevrouw cotyto alles in 't werk (lelde om zyn hart te misleiden: het was dus zeer gemakly k — om hetzelve van u af te trek* ken, of Mr. zethur heeft zeer weinig oordeel : wat kan hy met de Baronnes boopen ? —> De mannen hebben zeer WTeede beginfelen — zy gelooven dat zy zich zeiven niets te verwy ten hebben wanneer zy verfcheide vrouwen onteerdde — en het geluk vergiftigde der geenen die haar beminnen. Dit alles is flechts een fpel  C IJ9 > ZEVEN-EN- EERTIGSTE BRIEF. Mi-, saint albèrT, aan den Ridder e r n k s t. Vis Manlius, Waarmede belast gy my myn vriend! — wilt gy dat ik den dolk in het hart van Mev, d'her. silie (looten zal?... Ik kan hiertoe niet be« fluiten. Js het mooglyk dat haar' echtgenoot de uitfpoorigheid zoo verr' gedreeven heeft ?... Gaa. voort met hem uw zorg te betoonen — hoor alleen naar de infpraak van uw hart, hetzelven zal u zeggen dat hy vader is; dat gy hem behoudt voor zyne kinderen die zyn zorg nodig hebben; dat hy van zyn dwaaling terug kan komen; en weder een goed Echtgenoot, een goed Vader, een deugdzaam Burger worden kan. Gy, die zyne hoedanigheden zoo wel weet  ( 160 ) weet te waardeeren, wordt den taak niet moede die gy op uw genomen hebt. Ik zal Mevrouw d'hersilie tot de vreeslyke gebeurnis voorbereiden, maar ik ken haar — zy zal naar haar'echtgenoot willen fnellen.om hem behulpzaam te zyn. Ach! myn vriend, dit geval maakt ons beiden zeer verlegen: d'hersilie ontvangt flechts, hetgeen hy verdiend: maar zyne vrouw welke de deugd zelve is, zoo ongelukkig te zien, dit is vrees, lykl... A G T-  C I6i ) AGT-EN-VEERTIGSTE BRIEF. De Ridder ernest, aan Mr. saint a l b e r t. Uit Plombiéres. Indien het nog" tyd is myn vriend, vertrek dan niet — befpaar Mevrouw d'hersilie, zulk een yslyk fchouwfpel.... Gy zoudt alleen hier komen om den Marquis te zien derven, 'er is geen hoop meer: de purperkoorts heeft zich met de kinderziekte vereenigd; en zyn geneesheer heeft my met een koelbloedigheid, die my raazend maakte, aangekondigd — dat ik my met zyn leeven niet meer vleijen moest: en hy heeft hem hulpeloos laaten liggen. Ik was verpligt te post te ryden, om vier mylen van hier een ander te gaan haaien, die men zegt dat zeer beroemd is. Ik had aan de Baronnes laaten vraagen om my haar rytuig L te  C 162 ) te ieenen, zy heeft de onbefchaamdheid gehad my dit te weigeren: voorgeevende — dat ik het zelve door de lucht van deze gevaarlyke ziekte befmetten zou. Ik haat haar thans zoo zeer, als ik haar te vooren beklaagde, haar mooge voortaan alle mooglyke ongelukken overkomen, ik wil een fchurk zyn, als ik een (tap doen zal, om haar uit dezelve te redden. Vaarwel myn vriend , ik ben raadeloos. N E.  C 163 ) NEGEN • EN - V EERTIGSTE BRIEF. Mr. saint al bert, aan den Ridder ernest. Uit Moulins. Welke omzichtigheid ik ook gebruiktte om Mev. d'hersilie te berichten, dat haar echtgenoot te Plombiéres ziek lag, heeft zy zich zeer ontrust, 't was my onmooglyk haar te beletten om te vertrekken: wy zouden alreeds by uzyn, zonderde moeilykbeid om paarden te krygen; ik ftelde alles in het werk, ombaar gerust te Hellen, maar niets kan haar tegen houden ; haare verbeelding is zoo verhit dat ik 'er u geen denkbeeld van geeven kan. Deeze deugdzaame vrouw vergeet al bet ongelyk van haaren echtgenoot, en luistert alleen naar haar hart, en naar haare tederheid voor hem. Zy weet niet welke ziekte hem aangeL 2 rust  ( 164 ) tast heeft, ik heb haar dit niet durven zeggen .zy bevindt zich in de treurigfte toeftand. in dien gy myn brief ontvangt voor onze aankomst ga ons dan een paar uuren van Plombiéres te gemoet: Spaar haar het eerde yslyke oogenblik der ontmoeting. Ach! myn vriend, hoe veele rampen bedreigen ons.... V Y F-  C iö5 ) VYFTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto aan de Graavin THOiff Van het Cafleel , . . Wat ben ik verheugd, lieve vriendin, dat ik den raad van dien leiyken doctor niet gevolgd heb: de arme Marquis ligt op fterven, gelyk men ze^t is dit zelfs te hoopen, want hy heeft zyn eene oog veriooren ; en is monsterachtig ïeïyk; ja zoo — dat het onmooglyk zyn zal hem zonder fi.idering aan te zien!... Welk eene verwoesting doet die lelykeziekte op ons! De Marquis zag 'er zeer bekoorlyk ujt_ — Wel nu vriendin, ben ik in het geval van als een heldin aangehaald te worden: een man die voor my fterft !,... Dit fpyt my ech. ter — en als ik het had kunnen voorzien, zou ik my wel gewagt hebben dit van hem te verL 3 gen;  C IÖ6 ) gen; 't is die duivelfche doctor die oorzaak van dit alles is; ook heb ik 'er fterk met hem over getwist: hy zegt dat dit de fchuld van Mr. d'he rs ili e is; en Mr. lubeck zegt dat hy gelyk heeft; dit is echter niet minder ongelukkig; maar uit dit ongeluk fpruit echter iet goeds voort: zyn vrouw zal hierdoor vry worden.... Ik heb gelagchen dat de traanen my over de oogen liepen, om de grap met de wenkbraauw van Mev. menippe; ik zou alles geeven om hiervan ooggetuigen geweest te zyn; ik ben dan gewrooken!... 't Is de Rentenier alleen, die ik u nog verzoek te ftraffen: want hy deelde voor de helft in het bedrog. De ziekte van den Marquis heeft onze vermaaken een weinig geftoord, en wy hebben moeten fpelcn om den tyd door te brengen. Ik heb een aanzienlyk fortuin gemaakt —— maar Mr. lubeck heefc onzachlyk veel veriooren !»•» gelukkig vondt hy jooden die hem geld  c m > geld leende: — heden avond gaan wy op een' alderliefst bal, het komt my echter voor, dat het niet welvoeglyk zou zyn dat ik 'er ging; indien de Marquis geftorven is: — want 't is niemand onbekend dat hy deeze proef voor my doorftont. Dit ongeluk fpyt my inderdaad, want ieder een fpreekt 'er op zyn wyze over: maar ik ben toch flechts de tweede oorzaak! »t is zeer waarfchynlyk, dat dit zoo moest gebeuren. Vaarwel, lieve vriendin. L 4 EEN-  ( 168 ) EEN - EN - V YFT1GS TE BRIEF. De Ridder ernest, aan de Graavin fionie. Uit Plombiéres. Gy zyt gewis onkundig van bet hartzeer dat Mev. d'hersilie drukt: ik had haar bericht dat haar echtgenoot te Plombiéres aan de kinderziekte lag, Zy is op het oogenblik herwaards vertrokken met Mr. saikt albert. Mr. d'hersilie is zeer f.echt, en is volftrekt buiten kennis: men hoopt niet meer op zyn herftel... Deeze achtenswaardige vrouw verlaat zyn bed niet: haare droefheid belet haar te fchryven, zy verzocht my dus u van haare treurige toefiand te onderrichten; zy weet noch niet dat haar' echtgenoot zich heeft doen inenten om zyn hof aan de Baronnes cotyto te maaken : dit voorval maakt hier veel gerucht j  C 170 ) TWEE - EN - VYFTIGSTE BRIEF. De Graavin fionie, aan den Ridder ernest. Van het Cajleel van Fionie. Ziedaar dan Mynheer, het uiteinde van het gedrag van de Baronnes cotyto: hoe veeie rampen itapelt zy op elkander!... Zy zal de oorzaak zyn van het verlies van een huisvader, die buiten haar zoo veeie uitfpoorigheid niet begaan zou hebben: hierop zal de ondergang van haar echtgenoot volgen - en zy zal nog de eigewaan hebben, om voor te wenden dat zy niet fchuldig is..,. Wat kan men meer doen, om de billykc verachting van alle vèrftan» dige lieden te verdienen ?...- Ik zie myne voorfpelling maar al te zeer bewaarheid ; myn grootfte fmart is, dat alle ongelukken op myne vriendin nederftorten./., Deeze uitfpoorige vrouw  C 171 3 vrouw heeft de wanhoop in het hart eener deugdzame moeder gebragt welke voor de geheele waereld de gebreken van haaren echtgenoot verborgen hield ! —zich voor het uiterlyke toonde als of zy gelukkig in haar lot was: en haare kinderen door goede voorbeelden onderwees. Ik kan my haare toefhnd niet voordellen zonder een vloed van traanen te Horten: fpreek haar dikwerf van my — zeg haar hoe ik inbaar lot deel: fineek haar op de dringendfte wyze, dat indien het ongeluk haar overkomt, dat zy ducht! ..dat zy dan by my troost moet komen zoeken, ik zal haare kinderen gaan haaien indien dit nodig is; zeg haar dat haare oprechtfte vriendin gereed is, om in haare armen te fnellen: dat zy geheel over my befchikken kan. Ik heb niets aan myn' echtgenoot durven zeggen van het losbandig gedrag van den Ridder zethur — gy weet hoe driftig hy is— hy  . C 172 ) hy zou zyne klagten by den Minister inv gebragt en verzocht hebben om hem te roodzaaken dat hy zich terflond by zyn Regiment vervoegde. Waarfchuw hem uit myn'naam, dat indien hy niet terftond uit Plombiéres vertrekt, ik gedwongen za! zyn, zyn oom van alles te onderlichten: ik vertrouw geheel op u, Mr. fionie zou my nooit vergeeven dat ik hem niet van alles onderricht bad, indien by wist dat my niets onbekend was. Mevrouw singa aan wien ik uw' brief mededeelde, zal u myn andwoord brengen, ik heb haar wensch niet kunnen tegen gaan, om haare vriendin te gaan troosten. DRIE.  C 173 ) DRIE - E N- VYFTIGSTE BRIEF. Mevrouw sikga, aan de Graavin fionie. Uit Plombiéres. 't Is onmooglyk vriendin, om u de toeftand af te fcherfen waarin ik Mev. d'hersilie vondt. Sedert haiare aankomst verlaat zy het bed niet van haar echtgenoot, die nog altyd buiten kennis ligt; ik flipte af aan haar huis, en liet haar zeggen, dat eene haarer vriendinnen verlangende was om met haar te fpreeken; vermids ik haar aangenaam verrasfchen wilde; zy was 'er verre af van te vermoeden dat ik het ware: zy wierp zich in myne 'armen... 't Genoegen dat myn byzyn haar veroorzaaktte, en de fmart waarin zy gedompeld was, benam haar alle fpraakvermogen.... Wy omhelsden elkanzonder een enkel woord te kunnen uitbrengen;  ( -79 ) over, dan het naberouw van medegewerkt ts hebben om uwe rust te itooren... Vergeet eet», ondankbaare die uwe goedheid niet meer ver. dientj ,— en wanneer onze vriendin uwe zorg niet meer nodig zal hebben, kom dan by myi Op dat wy ons te famen troosten — myne tedere vriendfehap zal ailes in het werk nellen om uw hart te verilrooijen ; gaa niet uit vriendin, zonder Mevrouw r>' h e r s i l i e , indien men u zonder haar op de eene of andere wandelplaats ontmoeten, alsdan zou Mev. cotyto niet nalaaten te zeggen, dat, gy de reis naar Plombiéres flechts gedaan had, om uwe bevalligheden tegen de haare af te meeten; en de Ridder weder in uwe ketenen te lokken. Devrees welke zy hieromtrent voeden zou, zou lnar dit doen gelooven ; en de zorg die zy in 't werk zou Rellen, om uwe ondcrfielde ontwerpen te verydelen zou u nieuwe fmarten vetoorzaaken; ik had dit alles wel voorzien voor uw vertrek; maar ik vreesde door u dit M 2 te  C 180 ) te zeggen, dat gy op de gedachten zoudt komen , dat ik u wilde verhinderen om deeze reis te doen; en vermids ik daarenboven uwe voor. zichrigheid ken, ftel ik my volkomen gerust; dat gy zorgen zult, om zelfs de minfie fcbyn van zelfverwyt te vermyden. Ik weet niet hoe ik handelen zal ten opzichte vah den Ridder — gy kent myn echtgenoot — zyn befluit zal geweldig zyn; en dit zou bet kwaad Hechts vergrooten- .. De brief van zyn' vader heeft hem verbittert, zonder hem terug te brengen; ik zal her nog eens met zachtheid beproeven; hoe gelukkig zou ik zyn, indien hy zyne dwaaling afzwoer!... Vaarwel myne tedere vriendin, ik omhels u in gedachte. De hartlykfte groet van my,aan de jieve Marquifin. V Y F-  C (■* ) die hem tot het leeven terug bragt; zyne groote zwakheid deedt my vreezen dat myn byzyn hem te fterk ontroeren 'mogt — ik fprak hiervan met den geneesheer — hy was van' myn gevoelen. De Ridder ernest zei hem langzamerhand dat ik my aldaar bevondt — als ook bet gevaar waarin hy geweest was. Hy fcheen gevoelig over deeze blyk myner vriendfehap, en liet my verzoeken om by hem te komer... Hoe zal ik dit ;,andoen!yk tooneel affchetfen, vriendin, hy zat op een canapé en had nog de doodverw op het gelaat — zoo raseh hy my zag binnen komen, riep hy met eene zwakke Rem, „ zyt gy het myn lo u is e !..." Ik wierp my in zyne armen — hy Rootte my zachtjens te rug — uit vrees dat zyne ziekte befmetlyk voor my zyn mogt, en zei, met eene afgebrc-r kene Item — ,, neen, nooit! myne looi se! „ nooit zult gy my kunnen vergeeven..." Jk riep met drift uit ó! ik vergeef u alles m- Indien gy my nog bemint!... Hier wierp ik  C 183 ) ik my ondanks zyne tegenftand op nieuw m zyne armen! — Zyn hart klopte aan het myne... En ons beider gevoel was fpraakloos ... eindlyk riep hy «it: — welk een bart heb ik gefoltert en miskent! Jk bezat een edel „ kleinood '— en verwaarloosde dit voor een fchitterend maar valsch gefteente !... Myn „ leeven'zy u voortaan geheel toegewyd..." 6 Vriendin, welk een hemelsch oogenblik !... Men moet beminnen gelyk ik Mr. d'hersilie bemin, om dit te befeffen — ja, zulk een oogenblik kan jaaren folterbg op eens ver» goeden, ook vergat ik alles — behalven myn geluk.... Wanneer wy een weinig kalmer waren, fprak ik hem van myne kinderen, van de vreugd welke ik fmaaken zou, als by weder vader voor hun wierd — zyn hart was geheel aangedaan, de Natuur, die heilige infpraak, die de Godheid in ons lag, hernam haare rechten... En traanen van berouw ontrolde zyn oogen... vrienM 4 uïn t  . C 184 ) dins verfchoon dat ik u niets meer van myne aandoeningen mede deel — ik ondervindt thans het geen zeker Auteur zegt: foorrgelyke tooneelen laaten zich wel gevoelen, maarniet befchryven.... Zoo rasch ik my alleen bevondt dankte ik met een vol hart de vveldaadige Beftuurer van ons lot, die dikwerf uit den zwartfien nacht een blyde dageraad verryzen doet.... Ik meet thans het ongeluk waarover ik my beklaagde zegenen, vermids het zelve het middel was, om my de tederheid van myn' echtgenoot weder te geeven: 't is waar, dat deeze afgryslyke ziekte zyn fchoonheid roofde, en zyn gelaat misvormden — maar zyne ziel groeide hierdoor aan in fchoonheid — hy zal nu die manl)ke ftandvastigheid bezitten zonder welke 'er geen geluk in het huwlyk te wachten.... Dus heb ik 'er by gewonnen. Mevrouw singa, Mr. saint albbrt, de goede Ridder, de Geneesheer en ik, houden  ( '85 ) de Mr. d'hersilie trouw gezelfehap, hy is thans geheel buiten gevaar, en begint zyne vrolykheid weder te hernemen: het geen my het meeste genoegen geeft, is dat hy zich in het geheel niet meer met de Baronnes bezig houdt 1 by heeft wel veel reden om haar te haaten: 't was eerst twee dagen na het aandoenlyk tooneel dat ik u affchetste, dat ik hoorde dat hy zich had laaten inenten om haar te behaagen. De eerfte keer dat hy Mevrouw singa zag, icheen hy ten hoogden verwonderd — en vroeg haar naar den Ridder zethur: zy bloosde ilerk — en verzekerde Mr, d'h e r s i l i e , dat zy de reis naar Plombiéres alleen gedaan had, om deel in myn droefheid te nemen, dat geen ander belang haar hiertoe aangefpoord had. Het fpeet hem dat hy deeze onbefcheidene vraag gedaan had, en badt haar dit te vergec ven ; en dankte haar tevens voor het vriendfchaplyk belang dat zy in my (lelde: 'er by M 5 voe-  ( 186 ) voegende: ,, dit verwonderd my niet — myn ,, louise wordt algemeen bemint —en zy „ verdiend dit ook !" Ik omhelsde myn echtgenoot en Mevr, singa teder — myn hart was al te vol dm zich anders uit te drukken.... Verfchoon, dat ik u deeze brief by tusfchenpoozing fchree.'".... Ik wilde u niet ten halven verheugen, en deeze niet afzenden voor dat ik u tevens berichten kon , dat alle gevaar voorby was: waarfchynlyk zal ik hier nog een maand blyven — dien tyd zal 'er nodig zyn, eer myn waarde zieke de vermoeijing der reis zal kunnen doorftaan. Ceef my tyding van u, vaarwel myn lieve vriendin, gy deeldet in alle myne fmarten,. deel ook nu in myne vreugde..,. Z E S-  C 187 ) ZES - EN - VYFTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto aan de Graavin thor. Uit Plombiéres, De vermaaken volgen zoo fpoedig op elkan-' der, dat ik de oogenblikken van myn flaap moet afkorten om te fcbryven. Gy hebt zeer kwa'yk gedaan, myne fchoone vriendin, dat gy niet met ons mede gegaan zyt: want zeker zyt gy zoo gelukkig niet, by uw' eeuwigleevenden oom. Ik heb echter een klein oogenblik onrust gehad. Mr. cotyto heeft aan een vriend die officier is, gefchreeven, om te vernemen wat foort van levenswys ik te P/0111biéres hield. Ik wierd dit by tyds gewaar; en ik heb myn kleine belangen zoo wel weeten te fchikken; dat ik den Mentor die myne daden befpieden moest, aan myne ketens gekluisterd heb; hy heeft geandwoord gelyk ik hem dit voor-  C '9o ) bezigheden heb. Ondanks deeze kleine onaan» genaamheden vermaak ik my hier voortrcflyk... want de feesten waarop ik als godin de eerfie plaats bekleed nemen geen einde. Binnen kort zal ik echter weder naar Parys moeten terug keeren , want ik zit aan alle kan^ ten in de fchulden, en men begint zwaarigheid te maaken om my meer er,ediet te geeven — nu, een' gelukkigen avond vergoed alies! — Ik heb ook geen reden om myn uitgaven te betreu* ren, want ik heb al het vermaak genoten, dat men met mooglykheid fmaaken kan!... Vaarwel, ik omhels u in gedachien. t E-  ZEVEN • EN - VYFTIGSTE BRIEF. De Graavin fionie, aan de Marqui. fin p'aebs.ilie, Fan het Cajleel van Fionie. Gy hebt. my zeer veel ongerustheid veroor. zaakt, myn lieve Marquifin, ww' brief was noodzaakiyk om de rust aan myn hart weder te geeven. Gy kunt thans op een gelukkig toekomend hoopen, Mr. d'hersilie zal zyn dwaaling inzien ; en u recht doen: de Baronnes zal al te veel verliezen by de vergelyking Ik wagt met veel ongeduld naar uwe terugkomst, daar het fchoone jaargety begint te verloopen keeren wy ook fpoedig naar Parys terug. Mevrouw cotyto heeft ons allen zeer veel verdriet veroorzaakt 1 ik beef om aan myn' echtgenoot het befluit van zyn Neef te melden: hy heeft zich vast voorgenomen om de  ACHT - EN - VYFTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto aan de Graavin thor. Uit Flombiérts. Vriendin, myne gramfchap is ten top gerezen, die haatlyke Marquis d'hersilib, het flaat hem wel om nog dewreedete fpelen... hy isdanverfchriklyklelyk] - en ik moet juist zoo fterk verlangen om zyne vrouw te kwellen , om het te wagen van hem flechts aan t« zien. Maar luister, en oordeel zelf, of ik reden heb om zoo kwaad te zyn. Eenige dagen geleden waren wy aan het wandelen, de Marquifin d'hersilie kwam ook op dezelfde plaats, met die Mevrouw singa, die eene kwynende houding aanneemt, waardoor zy 'er onverdraaglyk dom uitziet. De Marquis, die Heer uit de Provin. N cie»  C 194. ) cie, de Ridder sskest en de Geneesheer verzelde haar. Zy gingen juist over ons zitten, ik zag de vrouwen niet aan — maar Mr. d' h ersi lie groete my, ik wilde den Ridder zethur by hem zenden, om hem te zeggen dat ik hem fpreeken moest; dit kleine onbezielde fchepfei bad de onbefchaamdheid my dit te weigeren: ik geboodt hem dit — hy luisterde niet naar myl... Ik was woedend, en zondt den Mar. quis lubeck by hem. Mr. d'hersilie liet my andwoorden, dat hy my verzocht hem te verfchoonen, dat dit te gevaarlyk zou zyn — en dat hy het zich zeiven nooit vergeeven zou zulk een lief aangezicht als het myne te bederven: dat deeze vrees hem het befluit had doen nemen van my nooit te naderen. Ik begon luidkeels te lagchen, toen den Marquis my dit andwoord bragt, maar ik ontken het niet, ik was opgekropt van fpyt... wy deeden duizend gekheden die alle oogen tot ons trokken; die van Mev. singa vestigde zich  c i?j ) Zich op den Ridder zethur; hy ftaarde haaf een oogenblik aan: en ging heen... Hy moet ,niet gelooven dat ik dulden zal dat hy my verlaat voor zulk eene vrouw!... ik zal, om hem in myne kluisters te ncuJen meer poogingen doen, dan, om twintig andere mannen te ketenen. — Ondanks ons gemaakt lagchen, fcbeen Mr. d'hersilie hierover niet aangedaan en fprak bedaard voord met zyne vrouw! ik had bynaar ook oneenig geworden met den Marquis Ltfbeck.die het in den zin kreeg om Mev. d'hersilie, en de kleine singa belangryk te vinden: lelangryk! dit is wel het woord dat haar voegt — zy zyn fchoon — 't is waar, maar zonder bevalligheid of levendigheid: en altyd gekleed als burgervrouwen!... Op myn eer ik weet niet hoe ik dwaas genoeg kon zyn, om Mev. d'hersilie te beminnen, buiten u, zou ik my echter door myne neiging hebben laaten wegfleepen; en ik was verlooren geweest voor het vermaak !... 6 Ho* N 2 *eel  ( ipö ) veel verpligting heb ik aan u l' — 't Is vast bepaald dat wy in de aanfiaande week van hier vertrekken, en wy hebben ons voorgenomen om een weinig by u uit te rusten; om ons weer wat naar den fmaak te kleeden ; de modes zyn gewis veranderd federt myn vertrek r zyt zoo goed juffrouw ser tin te waarfchuuwen, op dat ik al wat nieuw is, by my aan huis vinde. N E-  C 198 ) maar kon hy de eer, die ik hem bewees van dit feest van hem aantenemen, wel te duur betaalen ?... Wy vertrokken van het Landgoed van myn oom ten getale van vyf-en • twintig, de vrouwen alleen zaten in rytuigen; en de mannen verzelden ons te paard ; men onderfcheide myn rytuig door haare pracht: als ook door de menigvuldige heeren die geduurig om het zelve heen zweefde. Na dat de Ridder lusak my de hand gegeeven had, vloog hy fpoedig heen om my te ontvangen : de avond was noch niet duister genoeg, om het bal te beginnen : eene kostbaare collation, waarop de zeldzaamfte en fynfle vruchten waren, kwam door een konftig méchaniesch werktuig als uit den hemel nederdaalen. —— Ik ging óp de eerde plaats zitten, jéder éen zette zich zonder onderfcheid neder: de Ridders dienden de dames — en verfcheide on.  ( 2C0 ) duurende al den tyd dat ik won puncteerde, den ouden Rentenier fterk rp my — ik dacht dat het fortuin my altyd gunfiig zou zyn, maar ik verloor verfcheide keeren achter elkander! en wrevelig tegen den Rentenier zynde, wilde ik de party niet verlaaten; tot dat wy een van beiden geruïneerd zouden zyn.... Dit is my zeer kwalyk bekomen, want ik heb alles verlooren wat ik te vooren gewonnen had, ja nog wel twee maal zoo veel, zonder te rekenen het geen ik op myn woord verlooren heb... De Rentenier heeft dit alles van my gewonnen, hy beeft my echter beloofd de party te hervatten; en my vergoeding te geeven... Het fpyt my echter dat ik zyn beurs niet heb doen bloeden, maar dit is niet gemaklyk te doen, hy is zeer naauw verbonden met de Graavin menippe welke een bank aan haar huis houdt — hy is ook veel fynder dan ik op het fpel: indien ik het flechts zoo verre met hem kon brengen, dat ik myn geld weder-  C 202 } ZESTIGSTE BRIEF. De Marquifin d'herjime, aan de Graavin fionie. Vit Plombiéres. Ondanks het genoegen dat ik gefmaakt zou hebben in u te omhelzen, fem vnendin, moet ik my echter hiervan berooven; vermids' myn echtgenoot verkiest, zich van Plombiéres, terftond naar d'hehsuie te begeeven; hy is nu in ftaat om te vertrekken. De Geneesheer aan wien hy bet leeven verfchüJdigd is, alsook den Ridder e.tkest zal ons verzeilen: deeze beeft hoog nodig om uit te rusten van alle de vermoeijingen die de vriendfehap hem veroorzaaktte. Zult gy het my vergeeven, dat ik Mevrouw singa aanfpoorde om mede van; de party ie zyn ; zy is m myn ramp komen deelen; 't is dus bilJyk, «fet zy ook in myn geluk deelel... Mr. d'heu' si-  ( 203 ) «ilie heeft al zyn vrolykheid hernomen, en die maakt my vo'maakt gelukkig !... Hy heeft aan den Geneesheer vonrgeflaagen om ons te verzeilen, daar -vy alleen zyn, zou het gefprek gewis gekwynd heoben; indien den Doctor die een Gascon is — (gy weet dat zy allen zeer geestig zyn ,) hetzelve niet door duizend belangryke verliaalen vervrolykt had: daar myn echtgenoot zeer aan hem gehecht is, heeft zy hem aangefpoord om zich by ons te vestigen ; indien niets hem volftrekt in Lorraint terug riep. Daar Mr. d'hersilib hoorde dat ik aandachtig luisterde, naar het geen by hem voorftelde, fprak hy my dus aan : „ Daar myn voornemen is, in uwe werk* „ zaamheid in de opvoeding onzer kinderen te „ deelen; als ook om u in de verfranijing on. ,, zer Landgoederen behulpzaam te zyn, wensch „ ik ernftig om een kleine vriendenkring ronds„ om ons te vereenigen, die wel in onze een„ zaamheid zal willen deelen. De Ridder „ ■ k.'  ( 207 ) maar ik bemin den Ridder boven alle uitdruk* king!... 't Is niet om dat hy de Baronnes bemint, dat ik my bedroef — hy zal ligt van zyne dwaaling terug kommen — maar vermids hy zich in een afgrond ftort, waaruit hy zich moeilyk zal kunnen ontrukken ; verbonden met een zeer gevaarlyk gezelfchap, zullen zyne zeden verbasteren, en hy zal niet meer dezelfde zyn... Verfchoon my vriendin — ik zal van dit oogenblik af uw' raad volgen; — pooging doen om my omtrent myn liefde te misleiden — en die te bedwelmen door de plaats te ontvluchten, alwaar zy geboren wierd!,. Deeze opoffering zal my wel hard toefehynen, vermids dezelve my beroofd van het genoegen van u te zien. Mr. en Mevrouw d'hersilie hebben my zoo flerk en aanhoudend verzocht om hen te verzeilen; dat ik my hieraan niet heb kunnen onttrekken. Te Parys zou ik geduurig in gevaar zyn van den Ridder te ontmoeten ; en daar ik my niet meer door een hei-  ( 108 ) heil'ge verbintenis met hem vereenigen kan; moet ik tot de plaats dien by bewoont ontvluchten... Hy zal veel fchulden gemaakt hebben , uw byftand zal hem nodig zyn om die te betaalen: ik wil my onder uw' naam gaarne hiertoe verbinden. Vaarwel vriendin ! daar alle hoop my ontzinkt en myn hart oneindig veel lydt — is uwe vriendlchap my hoog nodig om my niet. te doen bezwyken. TWEE-  C *C9 ) TWEE-EN-ZESTIGSTE BRIEF. . De Graavin fion ie, aan Mevrouw sik ga. Uit Parys. Hoewel uw befluit my bedroeft vriendin , kan ik u echter niet laaken: Mevrouw d'h er sil ie is beminiyk genoeg om uw verdriet te verzachten. De Ridder hoeft zich niet eens verwaardigd om my te andwoorden, misfchien beklaag ik my ten Onrechte; hy durft my zeker niet te fchryven; wat zou hy tot zyn verfchooning inbrengen?... Ik hoop veel van zyn terugkomst, indien hy my ontvlucht zal ik hem opzoeken; en alles in 't werk ftellcn om hem aan den afgrond te ontrukken waarin hy zich ftort!... En gy myne vriendin, tracht hem te vergeeten — zyn aandenken kan u niet dan fmart veroorzaaken.... Het kost myn hart veel om u deezen raad te geeven, maar ik verkies uw O ge-  ( 2IO ) geluk boven bet myne; en ik kan u niet aanfpooren om hem te vergeeven voor Jat hy zyn dwaaling afgezvvooren heeft! — my dunkt hoe duister zich ook alles vertoont dat dit tydltip echter eens komen zal!... Wanneer hy de ydelheid der Baronnes ondekt, daar zy de mannen flechts tot haar fpeelbal bezigt — en de liefde tot één fpel maakt; waarby haar eigen hart yskoud biyft — indien de Ridder dit door het een of andere toeval ondekte, en hiervan overtuigd wierd; zou gewis zyn eigenliefde zich hierdoor gehoond vinden ; en dit zou het beste uitwerkfel kunnen hebben: want vriendin, de on. dervinding bevestigt 't geen een zeker wysgeer zegd: „ dat groote zielen tot hun charakter ,, terug keeren." Ik begryp my niet, hoe Mr. cotyto die bedaard en verftandig is, gedcogen kan dat zyne vrouw, hem onteerd, en arm maakt?... Ik zou bynaar berouw hebben, dat ik Mr. fionie tegengehouden heb in het voorneemen om hem van  ( "5 ) De verfraaijingen die ik hier gemaakt heb fchynen zeer naar zyn fmaak te zyn —en men gaat voord met deezen arbeid. Gy zoudt myn' echtgenoot niet herkennen des morgends gaat hy uit, met den Gouverneur; en beiden met den maatftok in de hand fchetsfen zy de plans — die zy naderhand op het papier verbeteren — en waarover zy myn gevóelen vraagen, dat altyd zonder tegen fpjeeken doorgaat. Deeze pïotslingfche verandering doet my hoopen dat 'er ook nog iet foortgelyks voor onze vriendin gebeuren kan: wie meer dan zy, verdiend gelukkig te zyn? - Ik flel alles in het werk om haar bet verdriet datzy heeft te doen vergeeten.zy is zulk eene goede vriendin : dat het aanzien van myn geluk het gevoel van haar fmart verdwynen doet. Wanneer zult gy in myn geluk komen deelen! ~ Dit zal naar myn wensch nooit fpoedig genoeg zyn. O 4 VYF-  C 216 ) VYF-EN-SESTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto, aan de Graavin TUO», Uit Parys. Ik moet u doen lagchen, lieve vriendin, federt acht dagen ben ik niet aan myn huis geweest, en t'huis komende, vondt ik de Graavin fionie op myn lyst gefchreeven. Heden was ik vroeg opgedaan, om haar bezoek eindlyk door het myne te beandwoorden, maar naauwlyks was het dag, of men melde haar by my aan; ik verfchoonde my zoo goed moogryk van niet by haar geweest te zya; en Wyte dit aan de drukte van myn terugkomst: „ Gy kost Mevrouw! (andwoorde zy my koeltjes) „ niet van my verwagten.datik ubeteerde ,, bezoek zou geeven; na het geen dat 'er >, tusfehen ons gebeurd is; en waarop wy van i, eikanderen gefeheiden zyn; maar ik denk „ ech.  ( 216 ) ACHT-EN-ZESTIGSTE BRIEF. De Ridder zethur, aan de Graavin FIONIE. Uit Ihfangon. Mevrouw l Vergun , dat ik my by u vervoeg om u rekenfcbap te vraagen van de wreedheid die men aan my uitoerTent? — Indien de achting die ik aan myn vader verfchuldigd ben my niet weêrhouden had, zou ik terftond myn demisfie genomen, en myn Regiment verlaaten hebben. — Gewis is myn' oom die onverzoenlyk in zyne haat is, de uitvinder van deeze dwinglandy. Ben ik dan een flaaf ? ■— En wat recht heeft men om myne vryheid aan te randen?... Indien ik altóen gehoor gaf aan myne verontwaardiging. ... Ik zeg niets meer — ik bemin hem nog teder die deeze wreede heerfcbappy uitoerTent. — Ach ! ik. was genoeg overlaaden met  ( 227 ) roet verdriet, zonder dat men nog de maat van myn lyden deedt overvloeijen. Indien' myn vader my had willen zien.... Z u ifc hebben kunnen befiuiten.... Maar neen —| Mr. fionie had hem al te zeer opgehisr.... Zult gy even wreed zyn als myn vervolgers? — Hebt gy my ook die vriendfchap en tederheid ontnomen, waarmede gy my iinds myn kindsheid overlaadde?... En kan ik op geen een myner vrienden meer rekenen?... Mag ik u tyding vraagen Mevrouw, van.....' Ik durf haar naam niet noemen!... Ik heb haar al te zeer beledigd — zy alleen heeft recht zich over my te beklaagen !... Denk niet dat de wanhoop van afgefcheiden te zyn van Mevrouw cotyto, oorzaak is van de knaaging die ik gevoel; reeds al te lang ben ik verblind geweest — reeds al te lang ben ik verleid geworden door een bedrieglyke fchyn — ik dacht het geluk te vinden — en ik omhelsde' dwaaling op dwaaling!... HeP 2 laai  ( 22$ ) laas! ik ben dan nu veroordeeld om ongelukkig te zyn!... Naauwlyks begon ik myn loop. baan en de grievende fmarten drukten my neder! Vaarwel Mevrouw! zeg my dat ik nog op uwe goedheid ftaat kan maaken, en dit zal ten minften myn Iyden verzachten. NE-  ( 233 ) singa onverbidlyk is, zal ik niet wagten tot dat de fmart my een leeven ontrukt, dat ik alleen nog om harent wil bemin; ik zal van wanhoop aan haare voeten gaan derven; zy zaL in myn hart leeven; en de wanhoop zien die hetzelve verfcheurt; indien zy nog gevoelig is; zal zy myn noodlot beklaagen: en de traanen waarmede zy myn asch zal befproeijen, zullen myn vergifnis aankondigen,... Andwoord my terftond — maar neen, fchryf liever eerst aan Mevrouw singa — indien zy myn doodvonnis uitfpreekt, heb dan moeds genoeg om my dit aan tekondigen; ik wenschte dat gy reeds myn' brief onvangen had; en ik, Ik beef om uw andwoord te ieezen: myn ziel is geheel aan de fmart overgegeever. P s EEN.  C 234 ) EEN - EN- ZEVENTIGSTE BRIEF. De Graavin fionie, aan den Ridder zeth uh. Uit Parys, Myn waarde Ridder! hoe gaarne ik u ook verpligten wilde, kan ik uw voorfpraak niet zyn by Mevrouw sik ga. Vergeef my dat ik u nog verdenk, maar indien uw berouw niet anders dan het uitwerkfel der afwezigheid wa« re, welke verwytingen zou ik my zei ven niet moeten doen!... Indien ik myne vriendin voor de tweede keer aangefpoord had, om gehoor aan uwe wenfchen te geeven; en voor de tweede keer haare fmart ten top deedt ftygen ?... Schryfaan den Marquis d'hersilie, verzoek hem dat hy zyne vrouw in uw belang zie te krygen; ik weet hoe veel vriendfchap Mev. singa voor haar voedt: dit is alles wat ik u raaden kan — my, zou men kunnen ver- den-  C 230 ) TWEE-EN-ZEVENTIGSTE BRIEF. De Ridder zethur, aan den Marquis d'h e r s i l i e. Uit Bejangon. Myn vriend, hoe durf ik my by u vervoegen, na het ongelyk waarmede ik my in uwe oogen heb fchuldig gemaakt. — Wat zyt gy gelukkig myn waarde Marquis! Mevrouw d'hersilie heeft u al haare tederheid weder gefchonken. Gy vindt in den fchoot der vriendfchap de troost waardoor gy al uw verdriet kunt vergeeten —waardoor gy al het mooglyfce geluk geniet.... En ik!... helaas! myn onbezonnene gedrag heeft my voor altyd van alles berooft.... Ik heb het gewaagd om aan myn Tante te fchryven , ik verzocht haar om myn voorfpraak by Mevrouw singa te zyn; zy alleen deelde in myn verdriet —zy berichte my, dat haare vriecdin federt haar vertrek uit Plombiéres by u was. Ach!  ( ^37 ) Acb! ongetwyffeld ben ik het die zy ontvlucht, ik kan my hierover niet beklaagen; ik heb haare haat maar al te veel verdiend: maar dezelve drukt my geheel ter neder...; Ik heb berouw over myn gedrag — dat zy my haare achting wedergeeve !... Maar wat durf ik hoopen —ik heb haar al te veel beledigd.... Gy zyt niet onkundig vriend, dat ik haar in de zwymelehde hartstocht die myne ziel overmeesterde zelf fchreef, dat ik afftand van haar deedt — dat ik myne eeden verfoeide — dat ik haar, haar woord terug gaf: en het myne introk. Mevrouw cottto is oorzaak van alle de ram. pen die my drukken, zy liet my geen vryheid om een enkel oogenblik te denken; maar federd dat myne uitfpoorigheden myne bloedverwanten genoodzaakt hebben om my weder naar myn Regiment te doen gaan • ben ik ten prooy aan het knaagendfte verdriet, en haat Mevrouw cotyto. — als ook my zeiven!... De noodlottige reis die zy deedt was oorzaak vsn al-  ( 238 ) alles — toen de Baronnes aan het huis van Mevrouw fionie kwam, was ik op het punt van gelukkig te worden — zy ftelde alle dryfveeren der Coqueterie in het werk, om my in haare ketenen te kluisteren! — en ik, zwak en tevens fchuldig jegens de beminlykfte vrouw !. Ik verraadde myne heiligde eeden!... En luisterde naar deeze iirene ik heb myn vader en myne bloedverwanten getrotfeerd —— het tederfte gevoel met voeten getreden — ik heb een deugdzaam en gevoelig hart verfcheurd, om my met laffe toegeeflykheid op te offeren aan de luimen van eene vrouw, welke niet weet te beminnen; en die 'er een fpel van maa'.t om een gevoelig hart te bedroeven.. . ó Geloof my, 't is myn fortuin niet dat ik betreur, maar 't is Mevrouw sik ga!... En ik zie belaas! maar al te veel dat ik afftand moet \ doen van de hoop om haar te bezitten. Vaarwel myn lieve Marquis.beklaag uw vriend! dit zal ten minften een troost voor my zyn. DRIE-  C 239 ) DRIE - EN - ZEVENTIGSTE BRIEF. De Marquis d'hersilie, aan de Ridder zethur. Van het Cajleel van Fionie. Kondet gy een oogenblik twyfTeien myn vriend, of ik in uw verdriet zou deelen? — Ik heb helaas! zelf al te veel ondervonden hoe verre de liefde ons verblinden kan!... Gy waart getuigen van de uitfpoorigheden 'welken ik voor deeze zelfde Baronnes begaan heb: in waarheid ik denk 'er niet aan zonder van affchrik te Adderen!.., 'Er was zulk eene yslyke gebeurnis, en zulk een fchandlyk gedrag nodig, na dat ik myn leeven aan een baarer luimen gewaagd had: om my de oogen te openen.... Ik verliet myne gade, myn kinderen, ja alies wat my het dierbaarfie is, om my onder het getal der vernederende aanbidders te Hellen; die eene Coquette verfmaadt — en die indedaad  C 240 ) daad verachtelyker zyn dan zy zeiven...'.. Mevrouw d'heksilie zal nevens my alles aanwenden om by haare vriendin uwe vergifnis te verwerven: zy zal, zyt hiervan verzekerd alle de rechten gebruiken die eene we. derzydfche vriendfchap haar op het hart van haare vriendin geeft. Maar, myn vriend, is uw berouw wel oprecht?... Vergun dat ik u die vraag doe; een kwalyk uitgebluschte vlam is dikwerf de gevaarlykfte.... Indien uw hartstocht Hechts verdoofd is door de afwezenheid, en door het verlies van uw fortuin: indien gy niet overtuigd zyt, van de valschheid der gevoelens, welke de Baronnes voorgeeft voor u te voeden — indien gy de zwartheid haarer ziel met doorgrond hebt?... Kunt gy noch niet voor u zeiven inftaan.... Hoe wreed zou het zyn, indien gy, na dat gy de achting en vriendfchap eener deugdzaa111e vrouw herwonnen had; en de tederheid welke gy haar eerst ingeboezemd hebt weder had  C £4t ) had doen berleeven; en gy haar op nieuw" noodzaakte om over haare toegeefiykbeid té te bloozen !... Zoudt gy als dan in het oog van alle braave lieden niet de fchüldigfte ftervling zyn?... Gy waart het, die haare rust verltoörde, zy was gelukkig, zy maaktte het geluk uit van elk die haar kende; en gy hebt haare fchoonfte dagen, vergiftigt!... In den tyd uwer grootfte uitfpoorigheid, herhaalde zy dikwerf: dat hy kome, dat hy zyn ongelyk bekenne, en ik vergeef hem alles!... 't Is flechts door uw aanhoudend goed gedrag dat gy het vertrouwen weder kunt inboezemen dat gy voor uwe dwaalingen verdiendet. Raadpleeg wel met uw hart myn vriend, en indien uw berouw zoo oprecht is, als ik wensch dat het zy, zullen wy alles in het werk ftellen onl uwe rust te verzekeren. Q VIE&j  C 242 ) VIER - EN - ZEVENTIGSTE BRIEF. Mevrouw singa, aan de Graavin fi o ni e. Fan ha Cafteti d'Herfilie. Deel in myn vreugde lieve vriendin, de Ridder zethur heeft aan Mr. d'hersilie gefchreeven; hy erkent zyne dvvaaling: — hy verzekerd dat hy my nog bemint, ö Welk een ©nverwagt geluk!... Mevrouw d'hersilie lieeft my niet willen toeftaan dat ik aan hem fchreef, ik moet hem, zegd zy, eerst beproeven: waartoe deeze omwegen?... Behoort myn hart hem niet geheel toe?... Heb ik hem niee verzekert dat hy hetzelven alleen bezat?.... Haare vrees is ongegrond — 't is beleediging ! by kent al te wel het hart dat hy te rug vraagt! en dat hy altyd bezat, ondanks zyne verwydering; om een oogenblik san myne tederheid te twyffo'en. Met welk een vermaak zal ik hem dit  ( 243 ) dit verzekeren: 6 vriendin! thans fiaa ik weder geloof aan het geluk.... Gy weet ook dat ik de banden van het bloed niet nodig heb om u te beminnen, maar hoe gelukkig zullen wy zyn! gy had wel gelyk, wanneer gy zeidet, dat zoo dra hy de Baronnes niet meer zien zou; hy tot zyne vrienden terug zou keeren. Hy vreest myn achting verlooren te hebben, zeg hem dat myne gevoelens altyd dezelfde bleven; fpoor den Marquis zet hok, aan om zyn zoon te vergeeven ; ik wierd het fterkfle gehoond: en echter vergeef ik hem alles. ■—Ja vriendin, ik befchouw zelfs de dwaaling van den Ridder als een voorrecht — hy is nu vooc zyn geheele leeven verbetert. Mr. saintalbert die een zeer verftandig man is, zei my gisteren nog — dat, „ indien ik zyn doch,, ter ware, hy thans met meer genoegen myn „ huwelyk zou zien, dan een jaar te vooren." Ik wenschte dat gy hier waart, ik ben verzekert dat ik als dan van Mr. fionie verkryQ a gen  C 251 ) vende hoogachting in; terwyl de Baronnes flechts myn geest vermaaktte. Hoe veel naberouw gevoel ik hier over! indien het gunftïg noodlot myn wenfchen bekroonde, en ik ooit kinderen kreeg; wil ik dat myn voorbeeld hun behoede voor de verleiding der Coquetten ; ik zal haar geduurig dit tafreel affchilderen: zy zyn de gevaarlykfte wezens!... Denkt gy niet eeven als ik myn vriend? Nochgy, noch ik zyn geen fpeelers; en wy deeden echter, niet anders!... Was het onzen eigenaardigen fmaak om op een' dag op twintig plaatfen te gaan ? — Neen ■— en echter ging 'er geen uur voorby dat wy ons niet, dan ginds, dan herwaards begaven; dan eens voor haar; en dan weder met haar: ik heb haar al te laat iecren kennen, maar geloof niet dat het bevel van myn vader alleen, my alsdus over Mevrouw cotïto deedt oordeeien ; iinds meer dan een maand zocht ik het eene of ander middel om op eene vocjjzaame wyze met haar  C 252 ) haar te breeken; ik zocht dit uit eige beweeging: ik zal 'er u de oorzaak van zeggen: opeen oag maakte zy duizend gekheden met den Mar* T qms lubeck, zy wilde hem ontvluchten; en Bét een papier uit haare zak vallen; myn eerfle aandoening was om haar het zeiven terug te geeven: maar de jaloufy blies my in het oor, dat dit een' brief van een begunftigder minnaar was; ik ging fchielyk naar myn kamer om die te leezen: 't was een brief van Mevr. Thor, (*) oordeel over myn verontwaardiging — wanneer ik zag dat haare briefwisfelirg met deeze affchuwelyke Coquette niet dan een famenweeffel van fnoodheid, en gevaarlyke raadgeevingen was.,,. Voor de eerfre keer fchaamde ik my over my zeiven, en Mevrouw sik ga kwam my voor den geest, ik vergeleek haar by de vrouw voor welke ik haar opgeofferd had!... Ik be« tieuc-. (*) Dit vits de Zestiende Brie£  C W ) beguicbeling verd»vynen: ik verheel-my het harde en ftrenge vonnis te hooren — maar dat ikechter verdiende: Dosvoor altyd af/land van my'... Ik. kan u niet belooven dat ik dit vonnis zai kunnen aanhooren zonder van verdriet te flerven>—maar ikzal my hierover niet bekiaagen... Indien ik door een aanhoudend berouw uwe achting weder kan winnen; vrees dan niet, dat gy my hierdoor zult affebrikken. Ja ik zweer dit by uwe deugd, by myn vader dien ik hoog acht, en by de gevoelens die gy my van myne kindschneid afinboezemde; een gevoel dat ik, 't is waar in een oogenblik van zwymling en dwaasheid miskende: maar dat echter altyd in myn hart gegraveerd bleef; ja ik zweer u by het onweêrftaanbaare gevoel, dat my dit hart nooit geen andere huwlyks eed zal uitfpreeken: dan die, om altyd voor u te leeven!.,. Gy hebt myn noodlot in uwe handen — als ik u verlies — is ook alles voor^my verlooren — want ik herhaal myn eed; dat ik my nooit met een ander verbinden zal!... A CHT-  ( 2co ) nieten — federt dat Mr. d'hersilie van zyne dwaaling is terug gekomen: zou dit u overtuigen dat men in een' kleine vriendenkring genoegens vindt 5 welke ons in de groote vvaereld onbekend zyn; 't is hun voorbeeld dat gy moet navolgen — zy verlangen ook naar uwe komst.... En u weder te zien, zal ook het geluk doen herleeven in het hart van uwe vriendin. N E«  C 274 ) TWEE - EN - TACHTIGSTE. BRIEF. De Marquifin d'hersilie, aan Mevrouw cotyto. Uit d'Herfilie. Ongelukkige , met aandoening heb ik uw' brief geleezen — en ik ben niet onmenscblyk genoeg om u met myne haat te vervolgen — Jk vergeef u alles — by God is vergeeving •— en zouden wy dan firenger zyn, dan Hy! dien wy daaglyks door ontelbaare misdaaden beledigen ?... ó Dat Hy de wanhoop van uwe ziel doe bedaaren zoek aileen troost by dat Wezen dat minder wreed dan de menfehen; de traanen van een oprecht berouw niet verfmaadt... Wagt u vooral om aan uw wanhoop gehoor te geeven.... Ën de yslykfte aller misdaaden, de zelfmooord! op uwe andere misdaaden te napelen.... Hoe zoudt gy voor uw'Rechter kunnen verfchynen ?,.. Wagt u, om uw eeuwig ongeluk  ( 275 ) luk by uw tydlyk ongeluk te^voegen !'t Is waar, uw lot is hieronherroeplyk beflist— maar de oneindige barmhartigheid, ik herhaal het —• overtreft de liefde der menfchen.... Indien u berouw oprecht is, zal hy u pynigend gevoel verzachten: — en hierdoor zal uw lot u draaglyker voorkomen — ik weet u geen andere troost-gronden aan te wyzen dan die gy in den Godsdienst vinden kunt —— dezelve Haat ons by —— en biedt ons eene vriendfchap'yke hand aan, als alles ons verlaat en de waereld in het niet voor ons wegzinkt.... Ik vergeef u met myn geheele hart — Mevr. singa, beklaagt u eeven zeer als ik, en zy vergeeft u ook alles.... E I N D Ê.'.   ( 5 ) uifgeltrclït 'and, dat befproeit wordt door d'dllier, ruime landeryen die altydverfrischt worden ,door de wateren die van de nabyzynde bergen nedervailen: een groote aantal gehuchten en dorpen -— het geduurig voorby vaaren derfchuiten, dit alles geeft my een veel bevalliger tooneel, dan uwe feesten te Parys; slwaaj.de pracht en kostbaarheid de oogen verblinden zonder het hart te treffen : aan de andere kant is dit landverblyf verfierd met nuttige gebouwen, die gy niet anders dan door Schilderyen kent. Een groot uitgeftrekt voorplein, waarop fchuuren, (lallen, en een groote tooren ftaan, welke in plaats van gevangenen, aan een vry geflacht tot < huisvesting dient; dat daaglyks van zelf naar zyne wooning terug keert; ik meen het gevo» gelte: verders, groote fchuuren om den oogst te verzamelen. Jonge vrolyke en llerke boeren, vergaaren aldaar in den tyd des oogst het kooren. Men herkent aldaar onze tooneelfpecrlers niet, die met kleine witte hoedjes, en A 3 fint-  C 9 ) hebt van myn' edhtgenoot te doen befluiten dat ik myne kinderen met my zou mede nemer: Ridder ! gy moet myne verpligting nog vervcrgrooten , door my te zeggen wat ik misdaan heb; en wat Mr. d'h e rsi l t e heeft kunnen aanfpooren om my tot een ballingfehap te verwyzen; die naar het fchynt noch zoo fchielyk geen einde zal nemen,- gy zyt zyn beste vriend ■— ongetwyfeld zal hy u zyn voorne. men gezegt hebben, als ook de reden welke hem hiertoe aanfpoorde... Gy kent myne tederheid voor hem — ondanks zyne onbillykheid zal zy eeuwig dezelfde blyven; de tyd zal hem de ogen openen: en misfchien heb ik ongelyk om te gelooven dat het geluk my voor ahyd ontvlucht.... Gy kunt u niet begrypen welk een foltering ik gevoel — ik heb hier Mr. saikt aibert gevonden — ik heb de oorzaak van myn reis voor hem verborgen, en heb hem verzekert dat daar de gezondheid van myne kinderen te Paiys kwynde; ik het beftuit genomen A S had  ( io ) had om op myn landgoed te komen; ten einde dezelve te herflellen: hy heeft my gelooft, en niemand zal indedaad vermoeden kunnen, dat de man die myn hart gekoozen heeft,, voor wien ik alles opofferde;- ge\vilt heeft <— dat ik . van hem fcheiden zou,... . Vaarwel, Ridder! verzeker Mr. d'hersilie dat hy geen beter vriendin heeft dan*-qjjv .;. VIER-  ( M ) VIERDE BRIEF. De Marquis d'hersilie,aan Mr.saint alb ert. • ■ ■ " '1 , , Uit Parys. Gy laakt my ongetwyffeld myn vriend, dat ik Mevrouw d'hersilie gevergd heb, om zich naar haar landgoed te begeeven: zy zal niet nagelaaten. hebben, om over de onbiliykheid te fchreeuwen, en dit uit te bazuinen by alle haare bloedverwanten die in de Provincie woonen. Daar ik haar kende, heb ik kwalyk gedaan, haar naar het Bourbonneefche te zenden; ik had haar naar Auvergne moeten laateri brengen j het isde Ridder d'ernest, die my heeft tegengehouden; want dit was myn eerfté ontwerp: maar — het kwaad is nu reeds gedaan , dus moet ik geduld neemen. Ik heb echter geene andere verwytingen aan Mevrouw d'hersilie kte doen, dan dat zy [ my  C 12 > my tot gek worden toe bemint ~ ja, tot gek worden toe want het is eene dwaasheid al- tyd door haar man vergezeld te willen worden, geen bezoeken af te leggen zonder hem tot leyjonker te hebben ; nooit in den Schouwburg buiten hem te verfchynen: en Mevrouw d'hersicie deedt dit echter niet.... Zy is fchoon, beminlyk , en men verdacht my jaJoursch van haar te zyn. Gy kunt u geen denkbeeld vormen van het belagchlyke dat my dit in de waereld gaf.... Ging ik naar buiten, dan was in myn afwezen myn deur gefloten, als die van een kluizenaar: by myn terugkomt lagchten myn vrienden my openlyk uit; en vroegen my, of Mevrouw zichtbaar ging worden?... Gy begrypt ligt dat dit alles my verdrietig maakte, eindiyk, nam ik het befluit om haar te ver. zoeken van zich te verwyderen; ik dacht dat zy in klagien zou uitbarstten; my fmeeken zou om by my te blyven; maar ik heb my bedrogen: zy heeft haar; befluit genomen met veel meer  ( 13 ) meer ftandvastigheiJ dan ik dacht dat zy bezat. Ik hoop dat zy gelukkig mag zyn. Ik voor my ban volmaakt te vreden — ik begin adem te haaien iedert dat ik alleen ben: het fchynt my toe als of ik myn vryheid weder gavonden heb. Het is eene groote dwaasheid vo ir zyn veeriigfce jaar te trouwen, de fchoone dagen van het leeven gian voorby zonder dat men het gelul: gefmaakt hoeft; indien ik deeze gekheid nog eerst moest begaan — geloof ik dat den moed my hiertoe ontbreeken zou. Vaarwel myn vriend, ik heb u de redenen welken my bewogen hebben willen mededeelen; op dat gy my minder ftreng zoudt beoordeelen % vermids uwe vriendfehap, en uwe achting my veel waard zyn. V Y F-  ( n ) V Y F D E BRIEF. Mr. saint-alb ert, aaii de Marquis d'hersilie. ,.. Uit Moulins. Myn waarde Marquis, gy doet als de kinderen die zich van hunne misflagen komen befchuldigen, en die, te gelyk trachten te bewyzen dat zy gelyk hebben ; om de berisping te vermyden die zy verdienen. Ik was onkundig van de oorzaak welke aanleiding gegeeven heeft tot de reis van M», d'hersilie. Het geen zy my hierover zeide verfterkte myne hoog ■ achting voor haar; wy waren zeer verwonderd haar hier te zien komen; zonder dat men 'er ons te vooren van verwittigt had. De gezondheid van myne kinderen (zei zy my)is deeenige oorzaak van myn reis, zy bleeven zwak te Parys; ik heb dus verlangt om hen de buitenlucht te doen inademen; Mr,d'hersilie heeft hier-  ( *5 ) hierin toegeftemt: eri ik heb hem hiervoor de grootlte verpiigting. Haar verhaal feheen zoo ter goeder trouw; dat wy haar geloofden •.- ik zal my wel wachten van iedereen van dit denkbeeld af te brengen < daar Mevrouw d'hf.rsili e beftemt fchynt om haare dagen in de Provincie te eindigen; wil ik de waarheid niet verfpreiden, uit vrees, vermids zy nog zeer jong is , dat de laster haar met zyne vergiftige pylen mogt aanvallen. —Alle gelegenheden te ve'rmydcn welke aanleiding tot verdenking geeven kunnen , eene beminlyke en verftandige vrouw welke haar'echtgenoot, en haare pligten bemint te bezitten!... Dit is om 'er wraak over te roepen i... Gy hebt gelyk — en ik begryp niet, hoe gy het hebt kunnen dulden: denk niet myn vriend, dat ik u laak... De tyd is noch niet gekomen, na verloop van eenige jaaren zullen wy u weder by uw vrouw zien terug keeren; ik geef u ten hoogflen twee jaaren om u te bekeeren. Men moet dwaasheden begaan  ( 16 ) gaan hebben om 'er geen meer te doen: en hy, die belooft wys te zyn, voor dat hy dwaas was: is dwaazer dan hy, die hem berispt. "Vermaak u myn waarde Marquis, geef a over aan alle dwaalingen der jeugd; maar bewaar uw hart zuiver.... Deeze verflrooide levenswys zal u fchielyk verveelen, en zal u fpoedig by uwe vrienden terug brengen: die gy altyd even teder en ftandvastig vinden zult. In uwe ledige oogenblkken, (als gy geen vermaak hierdoor verzuimt) geef my dan tydir.g vatl u „ hebt gy myn' raad nodig — doe my dan het recht om overtuigt te zyn, dat myne oprechte vriendfchap alles in het werk zal Hellen, om u dienst te.doen. ZES-  ( 17 ) ZESDE BRIEF. De Ridder d'ernest aan de Marquilin li moei na*Wfk>a ïfl E r s 1 l i e. Uit Parys. Neen, Mevrouw! ik zal uw vertrouwen niet verraaden, hetzelve is my al te dierbaar — en ik zal alles in 't werk dellen om dit te verdienen-. Mr. d'hersilie heeft my omtrent uw vertrek niet geraadpleegd; hy was a! te wel verzekert, dat ik nooit hierin Hemmen zou. Een oogenblik voor dat hy u zyn voorneemen bekend maakte fprak hy my hierover; en ik had alleen den tyd om te verhoeden dat hy u niet naar Auvirgne zou zenden: overtuigd zynde dat gy zyn afwezendheid met meer (landvasiigheid verdraagen zoudt in het midden uwer bloedverwanten. Gy gelast my, Mevrouw! om van uw' echtgenoot te vernemen waarin uw fchukl beB Haat,  ( 18 ) flaat, hy zou zeer verlegen zyn om iet ter uwen laste te kunnen zeggen; maar gyzyt zyn vrouw! hy verkeert in een kring van losbollen, die ge> wis zyn liefde voor u in een belagchlyk licht geftelt en hem hierover befpot zullen hebben: en dit is meer dan nodig was, om hem het befluit te doen nemen, van zulk een geweldige party te kiezen : waarvan ik zeker ben dat hy reeds berouw heeft. Dat uwe flandvastigheid u niet verhaten, en gy zult Mr. d'he r s jl ie van zyne dwaalingen zien terug komen : mogt ik gelukkig genoeg zyn, om hiertoe mede te werken i zyt verzekerd dat ik by deeze gelegenheid niets verzuimen zal. Ik ben zeer verheugt dat Mr. de saintalbeet te Mouims is, dit zal u veel troost verfchaffen. Ik weet dat M'. d'hersilie, aan hem gefchreeven, maar geen gunfiig andwoord van hem bekomen heeft. Alle verftandige lieden betreuren uwe afwezenheid: ja zelfs, tot die dwaazs Mevrouw cotyto roept  C 22 ) ongelukkig genoeg ware om u te mishaagd, weet ik niet tot welke uiterften ik zou kunnen komen... Geduurende deeze woorden had ik tyd om my te herftellen van de verontwaardiging welke zyn verraad my inboezemde, ik gaf hem hoop om Mevrouw d'h e r si l i e te wreeken: maar hy zal dit duur betaalen! — Hebt gy ooit iet zoo affchuuwlyk gezien? Zyn vrouw te verwyderen, om eene andere des te ligter te kunnen verleiden!... Heb ik geen gelyk om alle mannen te vetfoeijen? — ö! nooit, nooit zal ik 'er één beminnen; maar ik zal hunne vrouwen wreeken over hunne trouwloosheid, cn ik zal het toppunt van vreugd fmaaken , als jk 'er een fluk of dertig wanhoopig gemaakt heb: ja ik wenschte dat zy allen gek wierden. In waarheid, lieve vriendin! die Marquis is een haatlyk man . hy beeft my voor vierentwintig uuren uit myn humeur gebragt, hy kiest juist  C 22 ) kiest juist den rechten tyd, geduurende uwe afvvezenheid. Na dit alles, geloof ik dat ik by den Marquis iübeck zal gaan, om my wat te verftrooyen , en myn nieuwe minnaar zal my derwaards geleiden, ö! De gedachte is geheel en al kluchtig en beneemt my myn hoofdpyn... Gy kunt u echter geen denkbeeld vormen van de toebereidfelen die tot dit feest gemaakt zyn: gy kent zyn lusthuis niet m het is allerbekoorlykst — men zou dit by het eerfle aanzien niet zeggen: De ingang is onaanzienlyk : maareepsflags is het als of men betooverd wordt. Men gaat door een kleine deur, waarin nieu iflfcebfcSi met zyn beiden te gelyk door kan gaan; en., men bevindt zich op een groot voi^p-lein,, alwaar heldere fonteinen fpringen; waarvan het water :n witte marmere kommen , met koper en goud verfierd nedervalt; aityd groer>e zoor den nodigen om aldaar te rusten: terwy! de zeldzaamfte bloemen ubewierrooken,ende zinB 4 tui-  C 27 ) die my in myn fmaak kan tegengaan. Ik leef ook «eerst recht federt vier jaaren, ik had my zeiven geen het minde verwyt te doen; myn ■eenigde vermaak beftond hierin, om een groot getal .minnaars te hebben, en in het geheim te lagchen met de fmarten die ik bun veroorzaaktte,... We! nu, zoudtgyhet kunnen gelooven, myn echtgenoot deedt my onophoudiyk onbilJyke verwytingen waartoe hy geen reden had: by bezat eene jalouzy waarvan geen voorbeeld is. Daar hy my fomts bedreigde van my naar een klooster te doen gaan, was ik dikwerf verpligt ondanks myn hoogmoed, om voor beun onder te doen; want door de onrechtvaardigheid der wetten oeffenen zy een geduchte magt over ons uit — indien zy zich hiervan ter rechtertyd wisten te bedienen?...Begryp,myn waarde vriendin, dat liet zeer ongelukkig voor u zou zyn , dat uw' echtgenoot door een'valfcbe fchyn misnoegt wierd: en u verdriet veroorzaakte. Gy  C 28 ) Gy hebt my recht doen lagchen om uwe verwondering over de verklaaring van den Marquis d'hersilie; Gy zyt nog een nieuweling, gy zult 'er wel anderen zien. Hoe zeer beklaag ik de vrouwen welken de dwaas, heid begaan, van ter goeder trouw te beminnen !... Het was naar myn gedachte even zoo goed als of men zyn echtgenoot fmoorlyk lief had. Zoo dra als men een minnaar gelukkig maakt, gelooft hy rechten op ons te hebben. In dit oogenblik is de jonge Marquifin theodore by my, in waarheid zy doet my tot ftikkens toe lagchen. Zy is nog verlieft op haar' echtgenoot, na zes maanden met hem gehuwt te zyn. Echter is zy niet ongevoelig voor de oplettenheden die een' beminlyken jongeling, die eenig wedergevoel verdiend, haar begint te betoonen. Het is een van myn minnaars -geweest — en zou dit nog zyn, indien ik het hem vergunde; maar hy is zoo driftig,- of lie- ver  C 33 ) hunne degens; ik viel van fchrik in onmagt: wanneer ik weder tot my zeiven kwam .bevondt ik my in myn kamer... Jk zou my verbeeld hebben , dat ik gedroomd had, ind;èn myn befchermer niet by my was gekomen, en my door zyn arm die in een fiui jer was gewonden overtuigt had, dat het helaas maar eene al te treurige waarheid was.,. De Marquis lübeck is gevaarlyk gewond —• ik durf my niet meer publiek vertoonen op het minde gerucht dat ik hoor verbeel ik my Mr. cotyto te zien inkomen, om my myn onvoorzichtigheid te verwyten.... Ik ben indedaad zeer beklagenswaardig —i AcH ! hoe noodzaaklyk zou my thf.ns uwe tegenwoordigheid zyn ! troost my, ik heb dit hoog nodig. C TIEN-  ( 34 ) TIENDE BRIEF. De Marquifin d'heksilie, aan de Baronnes cotyto. Van het Cafieel d'Htrfilie. Uw brief myn waarde Baronnes beeft my een wezcnlyk verdriet veroorzaakt. Is het mooglyk dat gy met zoo veel verftand u aan dwaasheden kunt overgeeven, welke u voor uwgeheele leeven ongelukkig zullen maaken?.,. Zie zelf waartoe uwe onvoorzichtigheid u reeds gebragt heeft: ik weet dat dit de eerfte gebeurenis van dien aart is —— maar zy is des te erger ver. mids Mr. cotyto afwezig is. Gy hebt gelyk om te vreezen dat hem dit ter ooren zal komen , en veele lieden zullen zich haasten om hem hiervan te onderrichten. Gy hebt vyandenen gy geeft maar al te veel reden aan de kwaad» fprekenheid.... Ik  ( 35 ) Ik bedroef u, dit doet my indedaad leed — maar de vriendfchap welke gy my ondanks uwe dwaasheid voor u hebt ingeboezemd, geeft my het recht, om openhartig met u te fpreeken; 't is onmooglyfc dat gy ooit het waar geluk vinden kunt in den nsaalftroom waarin gy leeft!... Gelocf my,de rust van het hart, heeft de voorkeur boven al de ydele eerbewyzingen die men u betoont: uwe bevallige fchoonheid en uwe losheid verwerven a alleen zoo veel aanbidders; het syn de hoedanigheden van uw hart niet die rnen in u bemind;bet zyn alleen uwe bevalligheden: en deeze of geene van uwe minnaats die u zegt dat gy jianbidlyk zyt, wagt misfchien flechts, om zyn gezegden te herroepen; tot dat gy zyn wensch voldaan zult hebben.... Door hoe veel naberouw moet deeze overweging u niet overlaaden?... Gy zoudt hét geluk van een' achtenswaardige echtgenoot kunnen uttmaaken, van uwe vrienden bemindt kunnea worden — en gy zult nu ten laatften C 2. ver-  C 36 3 veracht worden... veracht! —. het woord is hard — ik beken het — maar het is echter toepaslyk. Gy zyt nog jong genoeg myn lieve Baronnes! om uwe goede naam te herftellen: zie af van uwe dwaalingen — ontvlucht het gezelfchap dat u verleidt, en behaagt; om dat het u vermaakt: maar dat u gew is ongelukkig zal maaken Indien gy myn' raad volgen wilt, ga dan den zomer by de Graavin va n f i on i e doorbrengen , het is een zeer beminiyke vrouw, by wieo gy veel hulpmiddelen vinden zult, om u tyd aangenaam door te brengen; ik heb dikwerf gehoord, dat zy u beklaagde, zonder u echter telaaken; daar zy wenschtte, dat den iluijer die uwe oogen verblindt , mogt opgeheven worden. Wanneer men zien zal, dat gy met eene vrouw van dit charakter in vriendfehap leeft — zal men uwe dwaasheden fchielyk vergceten: 't is in die jaaren dat men dezelven begaan kan, dat men die moet afzweeren; indien gy  C 37 ) gy wagt om u gedrag te verbeteren, tot dat de jaaren uwe bevalligheden weggemaaid hebben, zal- het publiek in plaats van dit deugd te noemen uw gedrag laaken — het zal uwe bekeering flechts als een fpyt aanmerken; gy zult nooit weer deszelfs achting berkrygen: en gy zult uw leeven in foliering, en naberouw eindigen... Gy vraagt my niets dan troost — ik ben al te veel uwe vriendin, om u anders dan raad te geeven. Indien gy vreest dat de Graavin uw geval mogt gehoord hebben, kom dan by my; ik zal alles in het werk (lellen om u te troosten; en ik zal u de toekomende herfst verflandiger terug laaten gaan: deeze verandering zou my veel eer aandoen; en ik zou ten hoogden vergenoegt zyn, dat gy 'er al de vruchten van plukte. — Vaarwel, myn lieve Baronnes, overweeg alles wel wat ik u zeg — volg myn raad en gy zult een geluk genieten dat veel verkieslyker is, dan de zwym'Jing die u omringt. C3 ELF-  C 3-8 ) ELFDE BRIEF. De Baronnes cotyto, aan de Graavin thor", Vit Parys. Kom toch fchielyk myne fchoone vriendin, om ray te troosten in het verdriet, dat ik ondervind ? ■— Ik weet niet meer wat ik doe „_ myn geval van de grot heeft zeer veel gerucht gemaakt. De Marquifin d'hersilie laakt zelfs ten fterklte myn gedrag, ik ben echter niet fchuldig : wat kan men my verwyten dan al te veel flandvastigheid betoont te hebben, ora den onverwagten aanval van den Marquis iübeck te wederflaan.... 'Er ontbreekt, niets meer aan myn fchande dan dat Mr. cotyto hiervan onderricht worde — en ik ben voor altyd verlooren !... Hoe zal ik my by hem kunnen ontfchöldigen? — De Marquifin d'hersilie  C 29 ) L i e weet niet dat haar' echtgenoot de oorzaak is, van dit treurig voorval: ik zie nu hoe ik my zeiven misleid heb: ik kan niet nalaaten van te bekennen dat Mevrouw d'hersilie gelyk heeft. Zy noodigt my óm den zomer by haar en de Graavin De fion ie te gaan doorbrengen; deeze voorflag is zeer vleijend voor my: want het is zeker dat het gezelfcbap van eene vrouw, wiens goede naam gevestigt is, veel zou kunnen mede werken om de myne te herfiellen , die ik door myn onvoorzichtigheid verlooren heb..., Ik weet ook, dat dit myn echtgenoot veel genoegen zou geeven, daar by deeze twee vrouwen de grootfle hoogachting toedraagt, 't Is geen verwyt dat ik u doen.wil; maar ik ben al te veel overtuigt van uwe vriendfehap om u de geheimen van myn hart niet te ontvouwen : weet dan, dat ik altyd een groote tegenzin gehad had om een woelend leeven te leiden — misfchien is dit gebrek aan verftand C 4 en  ( 40 ) en waereldkennis: maar de ro! die gy my wilt doen (pelen, voegt my in 't geheel niet ik voorzie dat 'er een bron van rampen uit ontdaan kan!... In het midden der grootfle vermaaken voel ik een yslyke 'ledigheid die my foltert.. Voor het eerst van myn leeven kryg ik het !n den zin om te denken; ik zal echter niet vertrekken zonder tyding van u ontvangen te hebben; maar wat ik u bidden mag myn lieve vriendin, zoek my niet af te trekken van het verdandig befluit dat ik genomen heb, om van levenswys te veranderen. De brief van de Marquifin d'hersilie heeft zulk een' diepen indruk op my gemaakt, dat ik haare redenen niet wederleggen kan. Ik wil nog eenmaal beproeven of ik het geluk vinden kan — het fchynt my te ontvluchten op het oogenblik dat ik het denk te vinden; maar het is ook uw fchuld — waarom verwyderd gy u zoo lang?.,. Dit alles zou mis-  C 46 ) een laakt den Marquis lub eck, en pryst tou fterkften Mevrouw .cotyto. Vermids het publiek xius te vrede is myn vriend, zoud: gy ongelyk hebben van het ook niet re zyn. Denk een weinig wysgeerig myn waarde Baron, dit is noodzaaklyk in deez waereld. Vaarwel, en ftel uw' geest gerust. V E E R-  C S» ) ydelheid der waereld te fcbryven... en indien het u gelukt om my te bekeeren zult gy een groot wonderwerk verrichten. Vaarwel, myn fchoo. nc kluifenaarfter. D a VYF-  C 52 ) VYFTIENDE BRIEF, De Baronnes cotyto aan de Marquifin d'h £ r s i l i e, Uit Parys. Ik ben u zeer dankbaar, myn lieve Marquifin, voor uw raad en uwe aangenaameuitnoodiging; ik neem dezelven echter niet aan: ik zal 'er u de reden van zeggen. De lieden die vermaak vinden in het lasteren, zouden niet nalaaten te zeggen dat ik fchuldig ben: en de party gekoo. zen heb om my te verbannen; uit vrees dat Mr. cotyto my hiertoe noodzaaken zou. Gy begrypt hoe nadeelig dit voor my zou zyn en welk eene belagchlyke fchaduw dit over myn geheeie leeven zou verfpreiden. Ik moet my integendeel meer dan ooit vertoonen om de laster te doen verdommen... Gy hebt my doen beeven met uw bedreiging van  C 57 ) ZESTIENDE BRIEF. De Baronnes cotyto, aan de Graavin th oh. Uit Parys. In waarheid myne goede vriendin gy fpot met my op eene hoonende wys. Gy doet eeven als de Marquifin d'hersilie: ik vraag haar troost en zy heeft my lesfen gegee- ven: en gy, ik verzoek u om my te onderrichten — en gy fpot met my. Indien gy my niet tot my zeiven had doen terug keeren, zou ik u uwe kwalyk geplaaifte fpotterny niet vergeeven: maar dit zou eene al te groote ondankbaarheid zyn. Gy weet niet hoe veel verpligting ik aan u heb! nu lagch ik 'er om, maar ik had reeds alles tot myn vertrek gereed gemaakt — ik had Mr. cotyto zelfs hiervan verwittigt — als Dj ik  C 58 ) ik het wel inzie, zou Lk een zonderling figuur te Herfilie gemaakt hebben ; ondanks myn' ontevfedenneui ;egen de mannen: verveeling zou my fpoedig aangegreepen hebbeB ... ik heb het dan aan u te danken, dat ik deeze belagchlyke flap niet gedaan heb: myn verlegenheid beftaat maar hoe ik my nu by myn' echtgenoot zal verfcboonen ; die my een' langen brief gefchreeven heeft, over het vcrftandige befluit om naar u'HERSiLtE te gaan: dit zal zeer moeijelyk zyn — maar ik zal den Ridder er nest verzoeken cm dit voor my te fchikken. Behandel die man met een weitv'g toegeeflykheid , offchoon hy een w, s n:an is! Ben ik hem echter veel dankbaarheid fchuldig. Het fchynt volgends het geen Mr. cotyto my gefchreeven heeft, dat het den Ridder was, dié hen gerust (lelde omtrent deezé noodlottige gebeurnis; zy had my een voornemen ingeboezemd, waardoor ik te post de verveeling te rremoet ylde. Ik heb zoo veel bezigheden dat ik myn' echtgc noot  C 59 ) noot noch niet geandwoord en de Ridder noch niet bedankt heb. Ik zal aan deeze laadle fchryven, en hem verzoeken dat hy aan Mr cotyto meldt dat ik te Parys blyf. Wanneer zult gy weder hier komen? Uwe afwezenheid maakt my ongeduldig; gy zi udt my gisteren zeer behulpzaam hebben kunt en zyn. De Marquis d'hersilie overreedde my, dat ik niet weigeren kon, om den Mi.rquis lubeck te ontvangen: hy nam myn ftilzwy- gen voor een toeftemming ging terftond heen , en een oogenbhk daarna lieten zy zich beiden aandienen. De Prefident R . . . was by my, ik onülelde: de Marquis d'hebsilie boodt my zyn' vrjend aan, die ik vondt dat 'er zeer bleek uitzag — hy wilde zich verontfchulgen; maar ik verzocht hem te zwygen; de Prefident is een oom van Mr, cotyto; ik had hem deeze gebeurnis verhaald gelyk ik het nodig, oordeelde: en ik zou fchaamrood geworden zyn,,indien hy overtuigd waare geworden, dat  AGTTIENDE BRIEF. I : De Marquifin d'hersilie aan de Graavin Ï10NIE. Van het Cafieel d'Herfilie. Neen, myne vriendin, al waart gy my niet voorgekomen, zou ik echter myn vriendfchap voor u niet vergeeten hebben: Ik roep uwe toegeeiiykheid in — 't is u niet onbekend hoe veel omfiagtigheid een verandering van verblyf veroorzaakt. Myn vertrek is zoo overhaast geweest, dat ik nauwlyks tyd had om te denken: maar dit moest zoo zyn — want hoe zou ik my anders, aan de dringende verzoeken van myn bloedverwanten en vrienden hebben kunnen ontrekken, die al het vermogen dat zy op my hebben in 't werk zouden gefield hebben; om my van myn reis af te trekken? — Dezelve was echter noodzaaklyk . volgends het ontwerp  ( 7° ) ] heeft. — Wie is die vrouw! volgends het geen men van haar gezegd heeft, geloof ik, dat zy zeer gevaarlyk is; en het fpyt my zeer dat Mr. d'hersilie betrekking op haar heeft. Welk een zonderling famenftel is den mensen.' zoo dra als hy iet bezit — gevoelt hy eene verzaadiging , welke eindigt met hem het vootwerp haatiyk te maaken , dat alle zyne ventenen bepaaldde. Indien gy even als ik d'hersilie gezien had, toen hy Mejufvrouw van tor3e huwde, zoudt gy niet kunnen gelooven dat dit denzelfden man ware, die haar tot zulk eene onverdiende ballingfchap veroordeeidde!.... Slaa hem gade myn waarde Ridder — ik maak ftaat op uwe vriendfehap Stel de myne gerust door myn vrees te doen verdwynen : ik heb hiervan niets aan zyn vrouw laaien blyken, ik zou her my verwyten , indien ik haare rust ver. floorde. Indien gy zaagt mot hoe yeel zorg zy over • ' -1 de  C 7i ) de opvoeding haarer kinderen waakt zoudt gy 'er over verrukt zyn. In waarheid, hy die haar recht kan — moet Mr. d'h er.sii.ie over zyn verblindheid laaken. E 4 T W I' NJ  C P ) TWINTIGSTE BRIEF. De Ridder ernest, aan Mr. saint a l B e r t. Uit Parys. Gy bedroeft my myn' vriend, ik wenschte het ongelyk van Mr. d'hersilie voor u te kunnen verbergen, maar dit is niet mooglyk, Sedert het vertrek van zyn vrouw, verkeerd hy met zeer gevaarJyke gezeJfchappen : 't is de Baronnes cotyto niet, welke ik het meeste vrees, zy is onachtzaam — dwaas zelfs, indien gy wilt — maar niet in Haat om met een be< daard overleg kwalyk te handelen. Zy ftelt alle haare gelukzaligheid hierin, (gelyk zy die zelf zegt) om veele aanbidders en geen een begundigd minnaar te hebben. Zy is fchoon als de bevalligheden! 't valt haar dus gemaklyk haar' fmaak hierin op te volgen, d'hersilie heeft zich op de lyst van hBare aanbidders gefield, ziedaar de oorzaak van zyn twist met den Marquis lubeck. Hy ^eeft finds nog twee of drie twisten gehad maar dit zou noch  ( 73 3 noch niets zyn: indien Mevrouw cotyto herh niet in kennis gebragt had, met de Gravinnen thör en menippe. Deeze twee vrouwen zyn de gevaarlykfte wezens die ik ken. — De laatfte houdt een Pharao aan haar huis, waarvan d'hersiliie de eer ophoudt, vermids de Baronnes dit fpel met drift bemint. Hy verkwist zyn vermogen, en verwaarloost zyn bevordering ! — hy heeft een lustkuis gehuurd dat twee uuren van Parys ligt; daaglyks geeft hy 'er feesten waarvan Mevrouw cotyto de godin is. Ik verzei hem dikwerf, om hem-by gelegenheid van dienst te kunnen zyn. Ik heb het gewaagd om hem raad te geeven maar Ait mishaagde hem: wy moeten dus alles van den tyd afwagten. Vaarwel myn vriend ! ver-i troost de arme Marquifin , en tracht haar het verdriet te befpaaren , dat zy het ligtzinnig gedrag van haare onftandvastigen echtgenoot verneemt. Es EEtf.  C 74 ) EEN • EN - TWINTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto, aan de Graavin thor. Uit Parys. Gy biyft dan nog altyd op uw onaangenaam buitenverb'yf! ik wenschte dar de fneeuw en hagel u zqo om de ooren fnorde, dat gy verpligt waart de vlucht te nemen; uit vrees van onder' dezelven begraaven te worden • hoop niet dat ik by u zal komen! de'mond doet my nog zeer van al het gaapen waartoe u eeuwigleevende oom my noodzaaktte. Jk moet u twee zaaken vernaaien, waarvan de eene u veel genoegen zal geeven, terwyl gy my om de andere gewis terdeeg beknorren zult. Het eerde is, dat Mr. cotyto dit najaar niet terug komt; zyn Regiment veranderd van Guarnifoen; en hy biyft 'er by: ik ben 'er niet rou.  C 82 ) kanten de Simphoniën van delman en GRéTry, wy kwamen, voorafgegaan door het ver. maak, eindlyk aan het Caiteel: ik was nooit zoo vrolyk geweest. Wy bragten den geheelen dag door in een aaneenfchakeling van betoverende vermaaken: ik had een douzyn aanbidders — de Marquifin Saint- ha emon, en ik, deelde de hulde met elkander. Een bal paré volgde hierop; de verfoeijelyke Rentenier floeg verder een gemaskerd bal voor: deeze dwaasheid behaagde ons, en ieder een verfpreidde zich in de vertrekken; alwaar men verfchillende kleederen vondt om zich te vermommen: Ik heb het bal geopend met den Marquis d'hersilie. Een masqué die een Iosfe en bevallige houding had, verzogt my om te danfcn < na dat de Contradans geëindigd was, floeg hy my voor om in de zaal te gaan, alwaar men fpeelde; ik volg. de hem bynaar zonder dit te willen doen; en na een goed half uur in een zeer belangryk ge-  ( S6 ) VIER -EN - TWINTIGSTE, BRIEF. De Baronnes cotyto, aan de Graavin thor. Van liet Cafleel van . . . De ongelukken volgen elkander, de Ridder ernest na een lang gefprek met Mr. cotyto, had hem doen befluiten om myne onachtzaamheden te vergeeten: de voorwaarde des vredes flonden op het punt van getekend te worden — ik zou naar Parys , en myn' echtgenoot naar zyn Regiment terug keeren — hy had den Marquis lubeck, de hand als vriend gegeeven — en de vreugd nam de plaats der droefheid in. Mr. cotyto, had my alreeds vergund om hem te fpreeken ; wsnneerde tweedracht, afgunftig van ons geluk or.s een nieuwe verlegenheid op den hals baalde. 'Er kwamen twee wachten van de Marfchalken van Frank- ryk!  ( 8? ) ryk / zy bewaakne Mr. l u b e c k, en myn echtgenoot, die zich hierover des te meer ontrust, te, daar hy zonder verlof gekomen is! hetgeen zynongeiuk kan zyn. De Marquis d'hersilie is oogenbliklyk naar Ferfailles vertrokken , ten einde deeze noodlottige zaak te fchikken. 6 Myn goede vriendin! ik heb veel verdriet, •welke verwytingen heeft myn echtgenoot het recht niet om my te doen ! hy is naar Parys vertrokken zonder my te willen zien. Mevrouw saint-haemon verzocht hem van my ta vergunnen van naar Chatou te gaan — hy andwoordde, dat ik doen kon wat my behaagde •— dat hy 'er zich weinig om bekommerde. Ik verzocht den Ridder ernest, die hem naar Parys verzelde van my van alles te onderrichten: ik ben zeer ongerust... • F 4 VYP-  C 88 ) VYF-EN-TWINTIGSTE BRIEF, De Ridder ernest aan de Baronnes cottto. U.t Parys. Ik heb uwe beveien volbragt Mevrouw! en heb Mr. cotyto niet verlaaten: hy beeft order gekreegen om naar zyn Regiment re gaan, en aldaar in arrest te biyven. Ik heb hem niet kunnen doen befluiten om u weder te zien; dan onder een beding dat u hard zal voorkomen; maar dat ik noodzaaklyk geloof te zyn : dit is — om geheel met Mevrouw rnoitte breeken , en het fchoone jaargety by Mevrouw fionie te gaan doorbrengen, aan wien hy gcfchreeven heeft — om haar te verzoeken of zy V wilde afwagten, ofwel om anders naai b er ry by Mevrouw uw moeder te gaan. Ziedaar zyne bevelen — zy zullen u onge- twyf-  C 93 ) door de vrolyke lieden aan myn zy gekregen hebben: en de Graavin memippb zou van fpyt barften.... Hoe! zal het my dan nooit gelukken om u verfhnd;ger te maaken ? — Gy zoudt de eenigiïe zyn aan wien ik de omgang met de groote waereld niet zou hebben kunnen leeren. Het is ongelukkig voor u, dat ik verpligt ben om den zomer by myn oom door te brengen —uwe onvoorzichtigheid brengt u in de wreede noodzaaklykheid, om uw' echtgenoot te ont* zien: ik kan u niet beklaagen, 't is uw eigen fchuld; gy hebt hem gewend, om een heerfchappy over u te voeren, die geheel en al or>welvoeglyk is. Wat zullen de vrouwen van zeventien jaar doen, indien eene vrouw van twintig jaar zich laat leiden als een kind? 'Er ontbrak niets meer aan, als dat gy u afzonderde 'by uw moeder — en aldaar een biechtvader nanmt om eene algemeene bekentenis te doen. «5  C 97 ) genoegen gevoelens ontluiken, die eens ons geluk vestigen moesten ,• maar Mr. fionie wilde hiertoe zyn toeftemming niet geeven, dan wanneer den Ridder een Regiment zou hebben: hy heeft dit nu gekregen ik was aan her óogenblik om myn geluk te genieten, wanneer Mev. cotyto myn rust is komen ftooren. Geloof niet myn goede vriendin dat ik jaloersch ben, neen — ik ben dit niet: maar ik ben ongerust, en beef om myn vrees in wezenlykheid veranderd te zien. Mevrouw cotyto is bemlnlyk, maar wat kan den Ridder hoopen ?... Is zy niet verbonden ? — Wil hy zyn' vriend onteeren ? — Een hart verfcheuren dat hem geheel toebehoord, door den band te verbreeken , die onverbreeklyk zou geftrikt worden?... Hy fpreekt van naar sainte-maure by de Baronnes het overige van den zomer te gaan doorbrengen. Wat beduidt dit gedrag? —Hy, die zich nooit G ver-  C ii5 ) fionie, wilde aan den Baron fchryven: ik heb veel moeite gehad om hem dit te beletten; Vaarwel myn lieve vriendin, vermaak u aanhoudend, met uwe landlyke bezigheden, dit zyn vermaaken die geen wroeging veroorzaaken. Hl V PE R«  C 116 ) VIER-EN-DERTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto aan de Graavin THOa. Uit Parys. Ik zou bynaar in verzoeking komen om myn echtgenoot te beminnen, want lieve vriendin by heeft my vergunt om naar Plombiéres te gaan: ik heb de Marquifin van sa int haemon overgehaald om my te verzeilen. Wy houden ons ernltig bezig met de toebereidfelen tot ons vertrek: d'hersilie, lubeck, en de Ridder zethur zullen aldaar by ons komen; en wy zullen den toon geeven aan de geheele Provincie. 6 Vriendin, welk een aangenaam leeven zullen wy daar hebben | Sinds lang wenschte ik een reis naar de baden te doen men zegt dat die van Plombiéres zeer aangenaam zyn; de 3 1 V Mar-  ( H7 ) Marquis d'hehsihe heeft aan een zyner vrien» den gefchreeven, die twee uuren van daar,een zeer bekoorlyk landgoed heeft: alwaar ik geloof dat wy het grootfle gedeelte van den tyd doorbrengen zullen. Ik ben nu zoo regt vergenoegt —— en zal nu eindlykadem haaien. Op myn eer, ik was niet in myn fchik, alle oogenblikken verbeelde ik my Mr. cotyto te zien komen; gewapend zynde met alle zyn onbillyke rechten; en my gebiedende om hem in het hart van Angoumis te volgen om aldaar myn leeven treurig te eindigen; zonder bals, zonder vermaaken : en vooral zonder aanbidders. Maar het lot heeft gelukkig anders over my beflooten, vermids ik met zyn toeftemming naar Plombiéres gaa. Vermids ik aldaar een groote Haat wil houden heb ik my van myn juweelen ontdaan; men draagt die niet meer. Wy nemen zes kisten met hoeden, jasfen en ander opfchik voor buiten kleedingen mede. Ik wenschte dat ik al H 3 ver-  C n8 ) vertrokken was, ik doe niets anders dan naar Chateu en by myn Zadelmaaker gaan, by is zoo langzaam dat by my dol maakt 8 de Marquis d'hersilie, haast hem echter zoveel als raooglyk is. Begrypt gy myn waarde vriendin welk een geluk ik gaa genieten, honderd vyftig mylen van myn' echtgenoot verwyderd te sy;j; en dit op een plaats, alwaar men de grootde vryheid geniet —- en daarenboven nog in het gezelfchap van eene zeer bemin!yke vrouw. Zal ik dan zeer verr' van Nancy zyn ? — Gy weet dat ik aldaar goede vrienden heb. 't Is fchandlyk dat ik u foortgelyke vraagen doe — ik beken het, en ik bloos 'er over; ik weet 'er niets van — ik heb geen de minde kunde van de Geographie; in een woord, ik ken niets, dan de omliggende dreeken van Farys: Gelukkig is myn kamerdienaar meer dien weg uit geweest — want men zou my naar detegenvoetelingen kunnen brengen, zonder dat ik het bemerkte, over een jaar of twintig zal ik my aan de  ( "9 ) de ftudie overgeeven, ik zal niet altyd jong blyvenl dit denkbeeld is zeer treurig: ik kan 'er my niet aan gewennen. Hoe! wy zouden zoo oud, en zoo lelyk worden als de eeuwigleevende Marechale van.... Dan is het beter te fterven. Intusfchen moeten wy maar altyd het vermaak genieten. Ik weet niet, of ik u voor myn vertrek zal kunnen fchryven, maar ik zal u by myn aankomst te Plombiéres tyding van my doen toekomen» H 4 V Y F-  C 120 ) VYF - EN - DERTIGSTE BRIEF. De Marquifin d'hersilie aan de Graavin fionie. Van het Cajleel d'Her/tiie. Sederd Jang heb ik alle gemeenfchap met de Baronnes cotyto verbroken. Ik heb moeite gedaan om haar terug te brengen, maar te vergeefs ! 't is ongelukkig dat zy zich door de Graavin thor Iaat geleiden. Zy heeft zulke uitfpoorige beginzelen, dat 'er geen voorbeeld van is. Ik heb veel achting voor Mr. cotyto, en ik beklaag hem, dat hy eene vrouwbeeft, welke zonder wezcnlyk misdaadigtezyn, zich echter zoo onbezonnen gedraagt — dat dit haar ongetwyfeld ongelukkig zal maaken. Het doet my leed, dat zy u zoo veel verdriet veroorzaakt heeft : hoe aangenaam zou het my geweest zyn , indien gy in myn geluk waart  C 122 ) nitputlyk;menordekt daaglyks nieuwe fcbatten! de kleinfte plant biedt de belangryktle ontwikkeling aan, ik leer ook de kruidkunde, dit is de nuttigde wetenfchap voor het menscbdom: zy bevat middelen om ons te behoeden voor de ziekte waaraan wy onderhevig zyn. Op het land is de ongelukkige boer van alle hulpmiddelen berooft, hem ontbreeken de eenvouwigfte dingen; en daar zyn vermogen hem niet toelaat in de omliggende lieden hulp te zoe. ken j verwaarloost hy zich uit gebrek van geneesmiddelen. Om dit kwaad te hulp te komen, maak ik een kleine Apotheek, wanneer zy geneesmiddelen by my zullen kunnen vinden, zullen zy 'er allen komen: en terwyl ik my vermaak, zal ik deeze goede lieden dienst doen. Vaarwel myn lieve vriendin, haast u om my te komen zien, gezondheid, rust, en oprechte vriendfchap wagten u hier. ZES-  C 124 ) op dwaasheid begaan; want zy f, vo, ,üifljéDf en hy volgt die allen op. Ik heb myn' geest gepynigt om de Baron cotyto zoo ver te brengen dat hy zyn vrouw vergunnen zon, om «aar de baden te gaan; in hoop dat haare afwezenheid Mr. d'h e r s i l 1E tot reden zou bren gen; maar ik had my zeer misrekend: deeze jonge onbezonnene vrouw, zou niet voldaan zyn, indien haare aanbidders haar niet' volgden • en de Marquis is denlaatflen niet geweest om d.cn voorflag aa„ te „emen. De eerbiedige vnendfchap die ik voor Mevrouw d'hersii.,e gevoel, en het medeiyden dat haare onbedachten echtgenoot my inboezemd, zullen my we. der deeze reis doen ondernemen: Ik vrees dat myn byzyn aldaar zeer noodzaaklyk zyn zal Vaarwel myn vriend, ik zal u fchryven zoo dra als ik. te Phmbiéres aangekomen ben. Z E.  p C 142 ) bedenk dat de vriendfchap haar deeze lesfen voorfcbryft:ik fmeek 'er u om, volg myn raad. Ach, geloof my, men is nooit gelukkig, dan wanneer men zich zelf niets te verwyten heeft... Vaarwel myn lieve vriend, ik wensen oprecht dat ik u nog te Fionie zal kunnen komen bezoeken voor dat ik naar Plombiéres vertrek. TW.EE.  C M3 ) TWEE-EN-VEERTIGSTE BRIEF. De Ridder zethur, aan den Ridder 'ernest. Vit Chatou. Neen myn achtenswaardige vriend 1 — neen, ik kan de Baronnes niet verlaaten; ik gevoel al de kracht uwer redenen — ik loop in myn werderf —- ik zie het — maar ik aanbid haar, en de dood alleen zal my van haar fcheiden kunnen!... Indien het echter waar is, dat zy my niet bemint... wreeds vriend, wat deedt ik u, om my het hart te verfcheuren!... En waarom zou zy my niet beminnen ? — Gy bedriegt u: zy deelt in myn liefde, ik zag haar beevende, terwyl zy naauwlyks de oogen op my dorst te flaan — daar zy vreesde my haare liefde te bekennen : neen, neen, de valschheid kan zich niet verlieten met het gelaat der oprecht-  C 144 ) rechtheid — en indien zy ons al een oogenbllk bedriegt, herkent men rascb zyn dwaaling. De Baronnes is gevoelig, ik geloof het, ik zou 'er op zweeren ! ,zy zei my, dat zy my beminde; en ik za! haar den hoon niet aandoen van 'er san te twyfelen: indien het echter waar was, dat de Baronnes zo gevaarlyk zy, als gv gelooft, alsdan zal ik fpoedig genezen worden van de gevaarlyke hartstocht, welke zy my inboezemde; ja, alsdan, myn dwaaling afzweerende, en geheel aan Mevronw singa toebehoorende; zal ik nooit ophouden haar te beminnen. Zal ik nog het geluk genieten kunnen dat ik my beloofde door myne verbintenis met haar?... Ik vrees, en wensch Het... Ach myn vriend, beklaag my, ik ben zeer ongelukkig.... DRIE-  C 145 ) DRIE - EN- VEERTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto, aan de Graavin thor. Uit Plombiéres, Zyt niet boos op my , lieve vriendin, idat ik zoo lang gewacht heb om u te fchryven: naauwlyks heb ik tyd om te flaapen. 't Is dan een overheerlyke zaak de wateren te gebruiken. Wy wandelen als of wy ziek waren, verwagt geene byzonderheden van my; ik geef 'er my niet voor uit dat ik opmerkzaam ben; ik vermaak my: dit komt beter met myn fmaak overeen. Gy kunt u geen denkbeeld vormen van de vermaaken die wy genieten, ik dacht dat dezelven alleen de hoofditad bewoonde ; maar ik bedroog my: 't zyn alle dagen nieuwe feesten, waarvan wy de godinK nen  ( 14Ö ) nen zyn. De vrouwen zyn hier zeer ftyf, ook hïbben alle beminlyke mannen haar verlaaten ; en zy zyn onze flaaven geworden. Ik heb 'er gisteren een afgedankt die gevaarlyk wierd, hy vergenoegde zich niet met hoop ; en ik had hem niets anders aan te bieden.'... Die heeren uit de Provincie zyn al te aardig — 'er zyn hier echter veel vreemdelingen, zy kwamen hier niet als wy, om ons te vermaaken, maar zy houden zich alleen bezig met hunne gezondheid. Wy hebben een allerbekoorlykst bal gegeeven, federt dit oogenblik pruilen de vrouwen tegen ons, vermids de Marquifin en ik eenRouwig gekleed waren: zy vonden deeze kiee. ding zeer onvoegzaam. Indien zy wisten dat het een pots was die wy haar fpelen wilden, om baar opfchik in een des te belagchlyker licht te Hellen, zouden zy moeite hebben om brs dit te vergeeven: onze aanbidders zyn hier finds acht dagen; de Ridder ernest heeft hen ver*  ( 147 > verzeld: in waarheid, wy maaken hier een groote naam. — Ik ben nu volmaakt gelukkig — en vrees zelfs fmaak voor de Provincie te krygen; my dunkt dat ik wel eens hoorde vernaaien, dat c e s * a. verkozen zou hebben, liever de eerde in een klein dorp, dan de tweede in een Romen te zyr. Ik denk als hy, indien ik wist dat ik altyd heerfchen zou, gelyk ik hier doe, zou ik Parys verlaaten kunnen. Ik moet u eene dwaasheid mededeelen die in my opkwam.- gy weet dat 'er aan de baden altyd geneesheeren zyn, byonze aankomst kwam de geen die het meest in den fmaak is, ons zyn' dienst aanbieden; en verhaalde óns de gefchiedenis der lieden die het water gebruikte met zeer veel vrolykheid; wy noc* digde 'hem om ons te komen bezoeken: 't geen hy ook ftiptelyk deedr. Eenige dagen geleden verhaalde hy ons, dat by van eene dame kwam welke de kinderziekte had: ik K a gaf  C 148 ) gaf een' luide gil, gy weet hoe zeer ik deeze ziekte vrees; hy Helde my gerust, door my te zeggen dat zy zich had laaten inenten, en en dat hy my ten (ierkfte raadde, indien ik myn fchoon gelaat wilde behouden, van my ook te doen inenten. Ik ftemde hierin, onder beding dat iemand van het gezelfchap my voor zou gaan: ieder een zweeg - uitgezonderd de Marquis d'hersilie, die zich als offer aanboodt. De yver waarmede hy myn wensch vervullen wilde, was al te roemryk, om dezelven niet terflond aan te nemen. De Ridder ernest wierd hierop woedend, en toen ik zag dat hy dit trachtte te verhinderen drong ik 'er op aan: de Marquis andwoordde met veel beleeftheid, dat hy gaarne zyn leeven Wilde opofferen, om de fchoonheid van de moeder der liefde te bewaaren. Hy heeft de levensregel aangenomen om ingeënt te worden: 't is eene groote opoffering die hy my  ( 149 ) mv doet want ik heb van hem gevergd, dat hy geduurende fes weeken onze woonir.g in den afftand van een quartier niet zou naderen. Hy wilde naar het landgoed van z)d' vriend gaan, maar vermids wy ons voorgenomen hebben; om aldaar een jachtparty te doen; heb ik 'er my tegen gekant — en hy heeft zyn intrek aan het andere einde der ftad genomen. Gy begrypt wel", lieve vriendin, dat ik niet dwaas genoeg ben om my zeiven de kinderziekte te geeven; maar ik ben verrukt over dit bewys van liefde van den Marquis d'hersilib. Vaarwel, ik zal u altyd met de zorg belasten om my te wreeken, wanneer dit nodig is: want het gelukt u onverbeterlyk.... K 3 VIER-  VIER-EN-VEERTIGSTE BRIEF. Mevrouw singa, aan de Marquifin d'hersilie. Van het Cafteel Myn waarde vriendin , de Ridder zethur heeft bet masker afgeligt. Ik ontvang in dit oogenblik een brief van hem, waarin hy my befchuldigt, dat ik zyn vader die hem bedreigt van hem te zullen noodzaaken om weder naar zyn Regiment te gaan, van zyn gedrag onder» richt heb; zyn' brief is die van een onbezonnene die door zyn hartstocht overmeestert wordt. Hy verklaart openlyk zyne liefde voor de Baronnes cotyto, hy vraagt my de eeden en belofte terug, die hy my gedaan had, om geene andere vrouw dan my te nemen. Dit bedroeft my dubbel om de gevaaren waaraan ik hem blootgefteld zie: en om dat hy op het punt  ( 156 ) fpel voor hun ! en hoe fchuldiger zy zyn, des te meer verwerven zy den naam van beminlyke mannen!... Indien zy het geluk beter op zyn prys wisten te fïellen, zouden zy minder naar deeze tytel haaken; vermids men om denzelven te verkrygen zyne eeden verraaden; en een gevoelig hart ongelukkig moet maaken. Zy zouden in plaats van deeze ydele vermaaken, of liever van deeze onteerende zwym'ling de achting voor zich zeiven als ook van ieder een behouden. Vaarwel lieve vriendin, houdt moed en zyt vooral ftandvastig. ZES-  C 157 ) ZES - EN - VEERTIGSTE BRIEF. De Ridder ernest, aan Mr. saint^ a l b e r t. Uit Plombiéres. Ach myn vriendl ik heb veel verdriet; ik voorzag het vi el dat deeze reis noodlottig zyn zou... Gy kunt u geen denkbeeld vormen van zulk eeie uitfpoorigheid!... De Marquis d'hersilie, heeft zich om zyn hof aan Mevrouw cotyto te maaken, doen inenten: 't was te vergeefs, dat ik my hier tegen verzette , ik kon dit niet verhinderen; hy heeft niemand dan my, tot gezelfchap, ieder een heeft hem verlaaten. Sedert drie dagen ga ik niet uit zyn kamer. Men heeft hem een kwaad foort van kinderpokken ingeënt — en hy bevindt zich in het grootfle gevaar: ik ben half gek, wat zaJ Mevr.  ( U8 ) Mev. d'hers il ie aanvangen? Ik verwyt my fomts, dat ik hem vergezeld heb: en wanneer ik zie dat elk een hem verlaat; zegen ik bet noodlot dat my in 't geval fielt om, haar van dienst te zyn. Zie hier echter eene fchoone Jes voor hem, indien hy 'er van opkomt, deeze onbezonnene Baronnes laat naauwlyks naar hem. vernemen, zie vriend, dat gy dit ongelukkig voorval aan Mevrouw d'hebsime zegt — of verberg dit liever voor baar. In waarheid, ik weet zelf niet wat of ik doe, ik wenschte verr' van hier te zyn; en ik verheug my dat ik hier ben. 6! Als hy weder herfleld zal zyn, neem ik fchielyk den weg naar Parys: Vaarwel myn vriend, beklaag my — myn toeftand is yslyk l... Z E-  ( 169 ) rucbt; ieder een fchreeuwt wraak tegen haar, 'er gebeuren bier vreeslyke dingen: in waarheid, ik begryp niet hoe de mannen dulden kunnen dat de vrouwen den nacht doorbrengen met helfche fpelen — met bals te geeven: en onzachlyke geldverfpellingen te doen. De Baronnes cotyto houdt den ftaat van eene princes, verfcheide aanbidders zyn haar gevolgd, waaronder zich den Ridder zethur bevindt: ik kan uit hoofde van het deel dat ik in hem neem, als ook, vermids hy het geluk heeft uw bloedverwant te zyn u niet verzwygen, dat hy, weggefleept door de Baronnes, als ook door de andere jonge zottinnen welken hier zyn, zyn fortuin verfpilt. Indien gy myn' raad gehoor wilt geeven, gebruik dan de magt, welke gy over hem hebt om hem te rug te doen keeren. Ik ben met hoogachting, enz. L5 TWEE-  C 174 ) gen; en was 't eerst na dat ons hart zich door traanen ontlast had, dat wy adem begonnen te haaien.... Wy zagen elkander beiden aan zonder dit ftilzwygen te durven breeken. „ Zyt gy het, (fprak zy) met eene afgebrokene ftem? — ,, Wat voert u naar deeze noodlottige plaats?" 't Is de vriendfchap —— ik kom in uw lyden deelen is dit niet de pligt eener oprechte vriendin?... Zy die alleen in de vreugd beminnen kan, en ons verlaat wanneer dezelve ons ontvlucht — is niet waard deezen verhevenen tytel te draagen. Ik ftel alles in het werk om haar te troosten, dan eens neem ik myn toevlncht tot de wysbegeerte; dan weder tot de rede: ik breng haar onder het oog, dat zy moeder is — dat zy zich fpaaren moet voor het geluk van haare kinderen Dit laatfte middel werkt het beste.... Haare droefheid is, dan een weinig gcmaatigder, zy fpreekt dan met my van  ( 175 ) van haare tederheid jegens hun; van de fmart welke hun afwezen baar veroorzaakt, en van de vreugd welke zy fmaaken zal om hen weder te zien, indien den hemel haar haaren echtgenoot hergeeft.... Zy heeft genoeg aan haare eige droefheid, zonder dat ik haar deelen doe in de wreede folteringen die myne ziel verfcheuren !... Cy alleen kunt dezelven befefTen — zy zullen des te gevoeliger voor u zyn, vermids zy iemand betreffen die u dierbaar is, door de banden van het bloed en der vriendfehap. Ik kan het niet langer voor u verbergen, de Rid* der zethur geleidt door den raad van de Baronnes cotyto, by Wien hy onophoudlyk is, verfpilt onzachlyk veel. 't Is eene afgryslyke zaak te dulden, dat de jooden voor zulk een groote intrest geld leenen, en aan de jonge lieden de middelen verfchaffen om zich arm te maaken. Men zegt dat den Ridder ze'  C ï76 ) j£Thuj zeer veel by bet fpel verlooren heeft. Men fjreckt hier geltadig over de dwaasheden welken de Baronnes hem begaan doet — daar zy een aantal aanbidders tot haar gevolg heeft, die alleen dienen om haare eigenliefde te voldoen. Ik weet niet hoe zy zich by het fpel bevindt: ik geloof dat die reis Mr. cotyto duur zal te ftaan komen.... Zie dat gy aan uw Neef fchryft, toon hem zonder bitter' heid de gcvaaren waaraan zyn gedrag hem blootftelt: de zachtheid zal misfchien meer te weeg brengen, dan de ftrengheid deedt... hy was zeer naauw verbonden met den Marquis d'hersilie, en heeft niet eens naar hem laaten vernemen! deeze noodlottige hartstocht doet hem zoo verr' verdoolen, dat hy zyne vrienden vergeet, ö, 't Is gewis de vrees om de Baronnes te mishaagen: verlaat my niet, lieve vriendin, gy zyt myn eenigfte troost  ( w ) troost, —- fchryf my dikwerf*! uwe brieven zyn eene weldaadige balfem , die myn hart verzacht, en de hevigheid der fmart matigt. M VIER-  C ij8 ) VIER -EN- VYPTIGSTE BRIEF. De Graavin fionie, aan Mevrouw sik ga. Fan het Cajleel van Fionie. Ik deel oprecht in al uw fmarten, myne beminnelyke vriendin, geef u niet aan dezelve over — gy Zyt al te aandoenlyk dan dat zy geen fïerke indruk op u zoude maaken. 't Is niet zonder fmart, dat ik u het befluit zag nemen om u naar Mr. d'hersilie te begeeven; de lucht die gy beiden inademd kan niet dan zeer nadeelig voor uwe gezondheid, en voor uw hait zyn. 't.ls met fmart dat ik afiland moet doen.van het geluk van my door de naauwer banden van bloedverwantfchap met u te vereenigen... Sinds lang hoopte ik, dat myn Neef van gedrag veranderen en recht zou doen , aan de beminlykfte aller vrouwen; maar helaas! 'er biyft my niets over,  ( i8ip VYF - EN - VYFT1GSTE BRIEF. De Marquifin d'hersilie, aan de Graa: vin fjonie. Uit Plombiéres. Ik begin adem te haaien vriendin, federd dat ik te Plombiéres ben, heb ik eene verfcheurende foltering doorgedaan, die ik u naauwlyks kon affchetfen... Myn echtgenoot is meer dan twintig keeren aan den rand van het graf geweest... uwe gevoelige vriendin kan befeffen hoe veel angst ik doorgeftaan heb... Hoe veel verpligting heb ik aan den Ridder ernest, zonder hem was myn' echtgenoot niet meer.... Hy is de eenige van het gezelfchap die hem niet verlaaten heeft... Ik heb tien dagen aan het voeteneind van zyn bed doorgebragt, zonder dat hy my herkende: eindlyk, na eene zeer hevige crifis, waardoor wy allen verfchrikten, is 'er eene groote verandering in zyne ziekte ontdaan M 3 die  t-^^ ?~iyi> met eevie> ^mz&éty titi&mj „   C 188 ) voorfchreef: en alles fchikt zich zoo goed als mooglyk is. De kinderziekte van den Marquis, heeft echter een vreeslyk gerucht gemaakt — de fyne vrouwen ontvluchten my — de vaders hebben hunne zoonen mede genomen: in een woord, zy vreezen my, als of ik eene tovergodin ware... De Marquifin d'hersilie heeft zeer veel medegewerkt tot al dit gerucht: zy is hier geheel wanhoopend aangekomen om haar echtgenoot te bewaaken. Ik ben zeer te omreden •op haar, federt dat Mr. d'her silie buiten gevaar is- — Zy doet fomts eene kleine wandeling met den Ridder ernest, en een foort van een wysgeer die zy uit haare provincie heeft medegebragt: maar 't geen u zonderling zal toefchynen is, dat Mev. singa by haar is Ik ontmoette haar eenige dagen geleden—• ikgroete , en flond op, om haar te gemoet te gaan; zoudt gy het gelooven dat zy de onbefchaamdheid hadden om my eene koele en gemaakte bui-  C 189 ) buiging te maaken: en heen te gaan; om my te onrwyken. Ik riep den Ridder irt nest, aan wien ik hevige verwytingen deedt; hy andwoordde geen enkel woord — groete my eerbiedig: en verliet my.... Gy begrypt ligt hce kwaad ik was; toen ik ook weder naar de fontyn terug keerde, heb ik haar in het befpotlykile daglicht gefteld: de Ridder zethur was zeer verwonderd over de verfchyning van Mev. singa. Ik moet nu alle myne poogingeh in 't werk ftellen, op dat hy haar niet zie deeze onbezonnene is niet ftandvastig in zyn befluiten: men zegt ook dat die onnozele Marquis thans zeer wel met zyn vrouw leeft, eigenlyk genomen, kan hy ook niets beter doen; want hy is zoo lelyk!.. zoo. dra hy echter weder in gezelfchap zal komen, heb ik toch lust, om myn vermogen op hem te beproeven — om my over zyne kwezelachtige vrouw te wreeken. Nu dit zal zich alles op zyn tyd fchikken, als ik geene belangryker , be-  C 192 ) de Baronnes niet te verlaaten, by verfpilt zyn vermogen. Mr. fionie, zal hem dit nooit vergeeven. Deeze vrouw is indedaad eene fireene; verlaat fchieJyk het land dat zy bewoont, derzei ver lucht is befmetlyk, Vaarwel myn lieve Marquifin, doe duizend groete van my aan onze vriendin; als ook aan den Ridder er nest: en omhels uw' echtgenoot voor my. %H&ute'4 S9t .;'> *ans;ri: jiusl v O .aswsii "■'> A G T-  C 197 ) NÉGEN - EN - VYFTIGSTE BRIEF. De Graavin thor, aan de Baronnes cotyto Van het Cajleel van .... Lieve vriendin, roem, my de vermaaken niet die gy, aan de baden fmaakt — zy zyn gewis zeer aangenaam, maar zy wegen niet op tegen de genoegens die ik op het bekoorJyk bal, van den Ridder i.usak gefmaakt heb. Hy zwymelde over de oplettenheid die ik hem betoonde — vergat niets, om het feest aangenaam te maaken: en wilde dat alle eerbewyzingen flechts voor my zyn zouden. 't Is op zyn nieuw landverblyf dat twee uuren van hier ligt — dat hy dit feest gaf. Het zelve is allerbekoorlykst} de tuinen zyn ten uiterfle prachtig — het was zulk zacht weer, dat ik wilde dat hy dit feest in de boschjes zou geeven. Dit zal hem vee! meer gekost hebben! N 3 maar  ( 199 ) onder bun betwiste-de aan den Ridder lusak de eer om my zyn zorg te betoonen.... Intusfchen voerde de mufiek de beste (lukken uit, en 'er ontbrak niets om myn zegepraal te volmaaken; dan het byzyn van de Graavin menippe. Haar Rentenier had eene dame vergezeld, welke tot de bloedverwantfchap van den Ridder lusak behoorde; waarfchynlyk met oogmerk om dit feest te fiooren: maar ik gaf weinig acht op deeze oude Crefus. Intusfchen dat wy aan de collation zaten, had men den tyd om de boscbjes ie verlichten: men gaf het teken, dat alles gereed was, en wy begaven ons naar de verlichte laanen; alwaar ik het bal opende met den Ridder lusak; maar naauwlyks begonnen wy te danftn of een donderdag deedt zyn vreeslyk geluid hoorenl en wy moesten deeze bekoorlyke boschjes verlaaten. Om het overige gedeelte van den nacht aangenaam doortebrengen, floeg ik een Pharao voor --— in 't begin won ik zeer veel ■•— geN 4 duu-  C 50« ) win, zal ik 'er my niet meer aan blootitel. len. Ik zou nieuwsgierig zyn om het getrouwe paar te zien, dat u zoo verdrietig maakte; 'er is geen voorbeeld van iets foortgelyks! gy hebt u ongetwyfTeld hiermede vermaakt... Ik voor my, ik heb 'er hartelyk om gelagchen, en ik begryp my niet hoe Mevrouw d'hersilie met al haare domheid metifcben vindt die haar party zoo flerk trekken; terwyl eene vrouw welke alles ten haare voordeele heeft — gelaakt wordt — zonder dat men weet waarom: ziedaar het gevolg van met lieden te leeven die nier gewoon zyn in de groote waereld te verkeeren. Kom fchielyk by my, myne fcboone vriendin, ik wagt u met ongeduld. N 5 ZES-  f 204 ) ,, eh rest heeft mygenoegzaamebewyzen van zynè onwankelbaare en zeldzaame vriendt, fehap gegeeven om my te doen hoopen, dat ,. hy mede van de pany zal willen zyn!.... 1, Wy zullen ten getale van vier zyn, indien de Gouverneur van myn' zoon, wiens cha„ rakter gy my zo geroemd hebt, de zuilen ,, van deeze onwankelbaare vriendfchtps-tem,, pel mede wil helpen (lichten : zullen wy onaffcheidlyke vrienden zjn — en gelukkige „ dagen flyten.... Ik ben overtuigd dat Mr. „ en Mev. fionie u genoegzaam bemint ,, om alle jaaren de reis uit het Bourbonneefche „ te doen: zie hier, zei hy tot Mr. saint „ albekt: uwe voorzegging vervuld! Ik heb „ dwaasheden genoeg gedaan, om u te kun„ nen verzekeren , dat ik verbeterd ben.... De goede Ridder ern esr omhelsde hem fchreijende, en zwoer hem , ons nooit te zullen verlaaten... Het genoegen overmeesterde my dermaate, dat ik hetzelve niet kon uitdrukken. Mr.  ( 205 ) Mr. saint albert vroeg aan den Geneesheer of hy zyne toeftemming gaf; hy andwoordde, dat, deeze voorfiag al te vleijend voor hem was om dezelve te weigeren: wy hebben hem een jaarlyks inkomen van twaalf honderd livres toegelegd, als ook huisvesting en de tafel. ó! Myn lieve vriendin! ik heb aan hem alte veel verpligting, om ooit met hem op eenen gelyken voet te kunnen Haan... Indien gy zaagt hoe gelukkig ik ben, zoudt gy u ten uiterfte verheugen. Zeg aan mynheer fionie, dat ik ernflig tegen bem pruilen zal, indien hy in het aanftaande voorjaar niet te Htrfilie komt: alsdan, zal ik aldaar het aangenaame genoegen fmaaken, van my omringd te zien van alles wat my dierbaar is. Zend my uw and woord naar Hcrjilis: ik zal by myn aankomst veel vergenoegder zyn, dan by myn vertrek van daar!.. lieve vriendin, om het geluk te waardeeren, moet men ongelukkig geweestzyn... Vaarwel, ik omhels u van ganfeher harte. EEN-  ( 206 ) EEN - EN- ZESTIGSTE BRIEF. Mevrouw sik ga, aan de Graavin fionie. Uit Plombiéres. Gy zult verwonderd zyn lieve vriendin over het befluit dat ik genomen heb, om my te verwyderen van alles wat my herinneren kan, aan hem, die de welvoeglykheid my gebiedt te ontvluchten. Hoe fchuldig hy ook zy, kon ik hem niet zien, zonder de grootfte ontroering: by toeval ontmoette ik hem in het wandelen, hy gaf den arm aan de Baronnes; ik kon de aandoening niet verbergen die ik ondervond >— myn gezicht wierd duister — ik ftond fpraakJoos — het koude zweet brak my uit — myn knieën beefde zoo fterk, dat wy verpligt wa* ren te gaan zitten.... Dit was geen jalouzy, ik ben niet vatbaar voor deeze laagheid — de .Baronnes boezemd my flechts medelyden in! — maar  C 211 ) van alles te onderrichten: indedaad, de vrouwen welken dit charakter hebben zyn monde.rs die men uit demaatfchappyverbannen moest!.. Hoeveel fmart heeft zy niet al veroorzaakt ! Mr. d'hersilie is op het punt geweest om haar flachtoffer te v/orden — de Marquis lubeck is voor altyd verlooren — en kan zyn fortuin nooit weder herftellen I —- misfchien zal de Ridder hetzelfde lot ondergaan... Deeze gedachten flaat my geheel ter neder. Vaarwel myne beminlyke vriendin, laat de rede u moed en ftandvastigheid inboezemen, op dat de vriendfchap de wonden der liefde heele, of ten minden verzachte.... Bemin my altyd, zoo als ik u bemin. Oj drie-  C «2 ) DRIE - EN - ZESTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto aan de Graavin tho». Uit Parys. Wy zyn van befluit veranderd, lieve vriendin, uw oom is zoo verveelendjdat ik my voorgenomen heb, om terftond naar Parys te gaan ; wy waren ook zoo groot in getal, dat dit hem verlehrikt zou hebben; vermids ik van daag niet uit zal gaan, wil ik een gedeelte van den dag beflee. den om met u te praaten: ik heb uw r,jad omtrent zeer veeie zaaken nodig: — ik hoop dat Mr, cotyto deeze winter niet terug zal komen , en dat ik tyd zal hebben om myn verlies te herftellen; ik ben vyf-en. twintig duizend kroonen fchuldig — en ik heb alle myne juweelen verkocht; ik moest Plombiéres verhaten en myn hospes was zeer onhandelbaar; zonder de M/irquis lubeck geloof ik dat in  ( ai3 ) in pand zou hebben moeten blyven ; maar hy heeft borg voor my geftaan ; gelukkig dus dat ik weder hier ben; ik hoop dat het fpel my te Parys gunftiger zal zyn; dit is het eenigfte middel dat my overbljft: — want ik heb zelfs, myn pennoen verpand..,. Ik wil echter myne uitgaaven niet verminderen; hierdoor zou ik aankondigen dat ik arm ware: indien myn moeder niet zoo zonderling was, zou ik haar wel kunnen vraagen ; maar ik zou niets by haar winnen dan predicatien; cn eene uitnoodiging om naar /ferry te gaan: gy begrypt ligt hoe aangenaam dit zyn zou — ik wil my niet al te veel met deeze fombere denkbeelden varmoeijen, want dit zou my zeer treurig maaken; en ik heb nodig om tegen morgen al myne vrolykheid te verzamelen; want ik gaa op een bal by den Ambasfadeur; ik hoop dat ik 'er indruk maaken zal! want ik zal met zeer veel fmaak gekleed zyn. Vaarwel lieve vriendin, in goeden ernst, ik heb zeer veel verdriet.... O 3 VIER-  ( *ï4 ) VIER-ENrZESTIGSTE BRIEF. De Marquifin d'hersilie, aan de Graavin fionie, Fan het Cajleel van .... Wy zyn allen in een volmaakte gezondheid zeer vrolyk aangekomen, myn echtgenoot heeft zyn kinderen (terk geliefkoost; zy wilden hem volftrekt niet herkennen ; Louis vooral zei dat zyn papa veel fchooner was, dat dien Heer .... Dit trof my vriendin — 't Is waar, dat hy veel veranderd is — maar ik heb echter vee! hierby gewonnen!... zyn voorige fchoonheid baarde my flechts verdriet.... Eu nü is zyn hart voor altyd het myne!... Ik zegen dus ons beider noodlot. De Gouverneur van myne kinderen die ik van onze komst verwittigd had, had een klein bekoorlyk feest voor ons beiden bereidt — hetzelve was my hoogst aangenaam vermids Mr. d'hersilie zich hiermede vermaaktte. De  ( m ) „ echter nog wel genoeg van u om te geloo„ ven dat gy my de bede niet weigeren zult „ welke ik u kom doen. De Ridder zethuH „ is aan uw zegewagen gekluisterd! 'er zyn genoeg anderen buiten hem Mevrouw die „ het zich tot eer rekenen om uwe kluis„ ters te draagen, dan dat gy een' grootere „ prys op zyn hulde zoudt kunnen (lellen! ... Doe my dus de vriendfcbap van hem uw „ huis te weigeren, ejj^an uw deur te laaten „ afzeggen, of gy zult anders de oorzaak van „zyn verderf zyn!... Zyne bloedverwanten „ zyn zeer ontevreden op hem, en ftaan op het „ punt om een geweldig befluit te nemen. Zy „ flellen tot beding voor zyn vergifnis dat hy „ afftand doe van uw gezelfchap — Het doet „ my leed dat gy my genoodzaakt hebt om ,, een flap te doen die u mishaagen moet — „ maar die nadelige gevolgen zou hebben,. „ indien gy niet aan myn verzoek voldeedt." Zy zweeg, en ik andwoorde haar, dat zy O j wel  C 2ï8 ) wel goed was, zich met myne zaaken intelaaten , daar ik my niet herinnerde haar ooit hierom verzocht te hebben; ik zei haar voords: mynheer zethur is meester over zyne daaden! gy zult my dus vergunnen dat ik uw voorbeeld niet navolge: ik waag het niet om iemand wie het ook zy, rasd te geeven; 'erzyn ook gewigtige redenen nodig om iemand aan Zyn deur af te zetten; en ik heb geen de minfte reden om my over den Ridder te beklaagen: neem my dus niet kwalyk dat ik bedaard, hetgeen waarmede gy my bedreigd, afwag::c! ... Zy verliet my hierop zonder my te andwoorden, hebt gy ooit meer eene foortgelyke dwaasheid gezien ? .. . . ]n waarheid die kwezels zyn ftugge lompe fchepfels, men moest haar uit alle gezelfchappen verbannen; zy zyn een ftraf voor alle jonge .vrouwen !... De Graavin heeft my zeer verdrietig gemaakt — maar zy kan zeker zyn, dat ik my hierover wree-  ( 219 ) wreeken zal; ja al was bet maar om haar te [arren zal ik geen partytje maaken of den Ridder zal 'er by zyn: Vaarwel lieve vriendin, ik omhels u in gedachten. ZES-  ( 220 ) ZES - EN - ZESTIGSTE BRIEF. De Graavin fionie, aan Mevrouw SlKSA. Uit Parys, lk verheug my myne beminlyke vriendin over, uw verblyf te Herfilie, gy zoudt nooit de nieuwe fmart hebben kunnen verdraagen die my is overgekomen. Sedert de terugkomst van den Ridder had ik te vergeefs moeite gedaan cm hem te zien, hy ontvluchtte my; en befpiede elk oogenblik dat ik uit was, om zyn naam te doen opfchryven: echter ontmoete ik hem nergens. Ik begreep dus, dat hy geduurig by de Baronnes was — en befloot een flap by haar te doen, die echter zonder vrucht.was: Mr. fionh is naar Saint Maur vertrokken, alwaar den Ridder federd acht dagen was; hy heeft hem fterke verwytingen gedaan; en heeft van hem geëischt dat hy  C 2.21 ) hy afftand zou doen, van Mevrouw cotyto! terwy! hy hem tevens verklaarde, dat dit het eenigfte middel was, om de gramfchap van zyn vader over'zyn gedrag te verzachten—— dat hy niet voor hem verbergen kon dat zyn vader op reis was gegaan om zich zclven van zyn ongeregeld gedrag te overtuigen — en dat hy zich voorgenomen had, om zyn magt te gebruiken, om hier van een einde te maaken !... De Ridder heeft deeze beftrnffing zeer kwalyk beandwoord — zyn oom is woedend van hem afgegaan, en heeft op het oogenblik, ann de Marquis zethur gefchreeven ; om hem aan te fpooren van zich met hem te vereenigen; b«n zyn magt te gebruiken tegen een' zoon die hem on teerde. Naauwlyds had de Ridder zethur dien brief ontvangen, of hy vertrok en nam ?yn weg door Plombiéres, alwaar hy hoorde dat den Ridder 8000 livres geleend had, en borg was gebleeven voor Mev, cotyto voor ócoc'o livres.  C 322 ) vres. Hy kwam in de uiterfte gramfchap ta Fionie t hy wiide zyn zoon vastzetten; op myn aanhoudend verzoek bepaalde hy zich met hem weder naar zyn Regiment te doen gaan; het was hem ligt deeze order te bekomen; maar vermids de Ridder Saint Maur niet verliet, dan alleen om naar den Schouwburg te gaan; heeft men hem deeze order by de Baronnes gezonden welke gelyk men zegd dat woedend is : zy heeft gezwooren van zich te wreeken! — ik begryp niet wat zy ondernemen zal, maar 't geen zeker is: is dat alles op haar zelf nederkomt. De Ridder is deeze morgen vertrokken, hy heeft een brief aan Mr. zethuk gefchreeven, waarin hy hem meldt dat hy zich aan zyn wil onderwerpt; maar deeze heeft zich niet verwaardigd om dezelve te leezen. Ik heb thans nog veel hoop, vermids men het zoo verr' gebragt heeft om hem van deeze gevaar') ke vrouw af te fcheiden: wanneer hy alles in de eenzaamheid  C 223 ) heid zal overdenken, zal hy gewis zyn owaaling inzien. Hoe veel genoegen zou het voor my zyn hem u weder aan te bieden, als hy uwer waardig zal zyn. Vaarwel vriendin, dat deeze nieuwe fmart uwe gezondheid niet ondermyne, gy.weet dat gy vrienden hebt, die u beminnen — en voor wien gy u zeiven fpaaren moet. Z E-  C -24 ) ZEVEN - EN- ZESTIGSTE BRIEF. De Baronnes cotyto, aan de Graavin thos, Uit Saint Maur. Had ik geen gelyk wanneer ik u zei dat die fyne vrouwen adders waren? De arme Ridder zethpr is haar flachioff-r, nooit ben ik zoo wrevelig geweest, 't is eene afgryslyke zaak! kunt gy gelooven dat men de kwaadaardigheid zoo vtrr' gebragt heeft, dat men hem zelfs aan myn huis de order gezonden heeft, van naar zyn Regiment te gaan!... fndedaad vriendin, men ondervind veel tegenheden in deeze waereld—ik bemin den Ridder ze th ür niet — maar ik ben wanhoopend van hem te zien vertrekken: weet gy wel dat my bynaar geen aanbidders die my beftenciig omringen meer overblyven — ik heb bynaar niemand meer dan den Ridder lubeck. Die  C 225 ) Die zoogenaamde verftandige vrouwen zyn zeer ongeduldig, Mevrouw d'hersilie en haare verveelende vriendin zyn echter oorzaak, dat drie mannen in een oogenblik uit myn ge. zelfchap verdweenen zyn;-misfchien is de kleine Mevrouw singa ook medepligtig aan dit ontwerp — indien ik dit ontdek zal ik alles in het werk (lellen om my te wreeken: kom dan fchielyk terug. Ik heb duizend verfchil- lende ontwerpen tot vermaak voor deezen winter, vaarwel lieve vriendin; de fortuin is my even zoo ongunflïg als u: ik heb twintigduizend kroonen verlooren I... P ACHT-  ( 229 ) NEGEN • EN - ZESTIGSTE BRIEF. De Graavin fionie, aan den Ridder zeth uk. Uit Parys. Gy wilt myn' vriend, dat ik u reden zal geeven, van het geen gy eene dwinglandy noemt. — Gy zyt het Ridder die-ik ondervraagen moet voor dat ik u hierop andwoord: ontwikkel my uw gedrag, indien gy my overtuigen kunt dat gy gelyk had, om de heiligde eeden met voeten te treeden; als dan, zal ik bekennen dat men ongelyk had om de magt in 't werk te Hellen om u kluisters te doen verbreken , die u onteerden. Ja, myne vriendfchap voor u, is altyd nog dezelfde, ik beklaag uw lot —- ik wenschte dat ik in flaat ware bet zelve te veranderen —. gy zoudt als dan ipoedig uw' wensch zien vervullen : gy weet hoe teder ik u altyd bemindde, P 3 uw  ( 230 ) uw geluk maakte myne gelukzaligheid uit!... Verwyt flechts alles aan u zelf — gy hebt de rampen waaronder gy zucht, op elkander geftapelt ■— gy waart aan bet oogenblik om gelukkig te zyn! — en gy hebt de heiligde banden verbroken, om de luimen eener vrouw op te volgen, welke uin het verderf ftortte!... 't Zyn geen verwytingen die ik u doe — >t is genoeg dat gy ongelukkig zyt om u niet verder te bedroeven. Gy hebt ongelyk te gelooven dat uw' oom niets dan haat voor u voedt, de ftap die hy ie Saint Maur voor u deedt, moest u van uwe onbillykheid overtuigen — hy bemint u; en ik kan u verzekeren, dat wanneer de rede haare heerfchappy zal hernomen hebben; dat gy de cerfte zyn zult, die de ftrengheid zult. goedkeuren waarmede men u behandelde: vermids dit het eenigfte middel was om u van de Baronnes te fcheiden... Gy hebt gelyk myn vriend! dat gy vreest den  C 231 ) den naam van Mevrouw singa uit tefpreeken. Gy kent noch al de verdiende deezer beminlyke vrouw niet — welk eene deugd, welk eene zachtheid!... ö Ridder! gy zyt zeer fchuldig.... Zy is niet meer by my; Mevrouw d'hersilie heeft haar aangefpoord om haar te verzeilen naar haar landgoed in het Bourbonneefche. Ik zelf heb haar deeze reis aangeraaIk geloof dat gy wel zult doen om af te zien van de hoop om haar te bezitten: gy hebt haar al te veel verdriet veroorzaakt, dan dat zy zich in het gevaar zou willen (lellen om nieuwe fmart te ondervinden.... Vaarwel, Ridder! del uw geest een weinig geruster, en maak eeuwig ftaat op myne vriendfchap. P 4 £ E.  C 232 ) ZEVENTIGSTE BRIEF. De Ridder zethur, aan de Graavin fionie. Uit Befaitfon. Welk een wreede raad geeft gy my, ach Mevrouw ! nooit zal ik afzien van Mevrouw singa. Weet dan hoe veel foltering ik ondervondt: in den tyd waarin het fcheen dat ik de liefde afzwoer die zy my ingeboezemd had; aanbad ik haar met myn geheele ziel; een kwaade geest beeft my in myn verderf geileept! ik verfoeide het juk dat ik droeg — en ik had het vermogen niet op my zeiven om dit af te fchudden. Al was het flechts uit medelyden, zie dat gy myn voorfpraak wordt by Mevrouw singa, zy zal misfchien niet gelooven dat myn berouw oprecht is: maar, indien ik u ooit dierbaar was, maak my dan niet wanlioopig door uwe weigering! indien Mevrouw sin.  C 23T ) denken, dat ik te fchielyk geloof geflaagen bad aan uw berouw: men is niet onkundig hoes dierbaar gy my zyt — en hoe zeer ik verlang, de om uw lot met het haare te vereenigen: en dus zou myn voorfpraak verdacht voorkomen. Ik heb aan den Marquis zethur geichreeven, uw' oom heeft zich by my gevoegd om hem het bevel te doen intrekken dat hy u geven heeft om te Befangon te blyven, indien hy niet aan ons verzoek voldoet; bidt ik u myn* vriend; toon eene groote onderwerping; bewys ons thans dat gy veranderd zyt: dit is het eenigfte middel om uw vrienden weder gunftig over u te doen denken, Zyt verzekert myn waarde Ridder, dat ik alles zou doen om Mevrouw singa van de oprechtheid van uw berouw te overtuigen; maar 't is aan u, om uw eigen hart te raadpleegen, voor dat gy de eene of andere (lap doer. Vaarwel myn vriend, de dag waarop ik u gelukkig zal zien, zal den fchoonften dag myns levens zyn. TWEE.  ( ) gen zou , dat hy zyn Neef deedt terug komen!... 6 Lieve vriendin ik ben wel dwaas, maar vergeef my, gy weet dat ik nooit iemand dan Mr. zethur bemindde — hy alleen deedt my de folteringen en de vermaaken der liefde ondervinden! en hy alleen zal eeuwig myn hart bezitten...- VYP-  C 245 ) VYF - EN- ZEVENTIGSTE BRIEF. De Graavin thob, aan de Baronnes cotyto. ' Van het Cajltel ran . '. . . Beklaag my lieve vriendin! ik ben het ongeIukkigfte wezen dat beftaat — ik heb geen uitkomst meer dan in de vlucht en in de wanhoop, — ik ben voor altyd verlooren!... 't Is aan Mevrouw menippe dat ik myn geheele ongeluk wyten moet. —'Zie tot welk een uiterfle zy haare wraak uitflrekte!... Zy was het die den Rentenier aanfpoorde om het feest te gaan bywoonen: de knak dien hy aan myn fortuin gegeeven had, lïelde my in de onmooglykheid om te betaalen het geen ik fchuldig was; ik •wilde beproeven om myn verlies te herftellen; en liet den ouden Rentenier het woord herinneren dat hy my gegeeven had , ik noadigde / Q 3 "oo1-  ( 24C5 ) ook de Graavin menippe, welke harre wrok in fchyn vergeetende; my liet voorfhan om by haar te komen op een dag dat zy gezel* fchap had. Wel nu vriendin, ik ging by haar ~ en fpeelde als een onbezonnene... of liever als eene wanhoopende... En in minder dan vier uuren, heb ik honderd duizend kroonun meer verlooren dan ik bezit!.,. Alle myne bloedverwanten verlaaten my—. myn oom wil niet meer van my hooren fpreeken —- wat zal 'er van my worden ?... Tot hier toe, fcheen hy genegenheid voor my te hebben —— thans, in plaats van my byftand te bieden — onterft hy my —- verdiende ik zulk een yslyk noodlot?... En dit alles is nog niets —— in vergelyking van bet fchandlyk gedrag myner vrienden | — zy ontvluchten my allen federt dat ik myn fortuin verlooren heb. De Ridder luzac oorzaak van alle myne ongelukken, gedraagd zich als of hy my nooit gekend had.... Als ook zoo veeIe  ( 247 ) le anderen , die zich ten toppunt van bet ge-, luk dachten te zyn; wanneer ik hun flechts een' vriendiyken blik toewierp.... 't Is gedaan vriendin! — voor altyd ten prooy aan armoede, foltering, en elende, zullen deeze barbaarfche monfters die zich met den fchyn der vriendfchap kleurden; ten minfte het wreede genoegen niet fmaaken om myft vernedering te zien: — ik heb myn keus gedaan —— ik vertrek naar Engeland om my aan de vervolging van myn fchuldeifchers te ontrekken! — Ik zal van den nacht gebruik maaken om te ontvluchten —— maar wat zal 'er "van my worden?... Ach lieve vriendin, ben ik niet ten uiterfte ongelukkig?..: Ik moet u eeuwig vaarwel zeggen.... Durf ik hoopen, daar ieder een my verlaat, dat gy nóg belang in my zult ftellen?... Neen! ik heb alles veriooren — my biyft niets anders dan de vlucht over.... En misfchien ten laat» ften niets anders dan den dood !... Q 4 0 Schoon  C 2;8 ) ft Schoon het fortuin my zoo mishandelde, Wenseh ik echter dit het u gunftiger zul zyn. Ontvang myn eeuwig vaarwel!... Vaarwel ._, vaarwel voor altyd!... NE-  ( 249 ) ZES-EN-ZEVENTIGSTE BRIEF. De Ridder zethur, aan den Marquis d'h e r s 1 l i £. Uit Befoiifon. Ja vriend, myn berouw is oprecht, waarom kan ik u niet in myn hart doen Jeezen? — Ali dan zoudt gy geen oogenblik meer twjffilen— en niet langer garfden om aan uw belofte te voldoen, Ik waag het om aan Mevrouw singa te fchryven, zy zal medelyden hebben met de fmart welke ik verduur; zy zal wel willen vergeeten, dat ik die door myn flecht gedrag verdiende: en gy myn vriend, zult gy my weigeren, om Mevrouw d'hersilie aan te fpooren, om zich by my te voegen om myn vergifnis te verwerven.... Ach! ik zal aan u het geluk van myn leeven vcrfchuldigd zyn, ik zal het zeiye bedeeden' om myne dwaaling te q 5 h-*«  ( 2j0 ) berfisllen; en uwe achtenswaardige vriendin te verdienen: myn vader die ceven als gy twyffelt dat den blinddoek die myn oogen bedekte niet van dezelven afgeligt is — heeft my bevel gegeeven om in myn Regiment te blyven, hy vreest zeker myn terugkomst te Parys.... Ik zal hem gthoorzaamen, maar helaas! hoe veel kost dit aan myn hart — ik brand om my aan de voeten van Mevrouw singa te gaan werpen, om haar al myn berouw te toonen; en aan dezelve te lterven indien zy onverbidlyk is. Doe pooging myn vriend, om van myn oom te verkrygen dat by myn vader aanfpoort om my te vergunnen van naar Herfilie te gaan. Ik geef u myn woord, dat ik my niet langer te Parys zal ophouden dan om Mevrouw fionie te omhelzen: geloof uw vriend, hy is niet in Raat om u te bedriegen — eene dwaaze hartstocht heeft my kunnen misleiden, maar myn hart heeft altyd aan Mevrouw si kg a toebehoord; zy boezemde my nog een tedere en Ie-  C 253 ) treurde de fommen gelds nier, welken zy my gekost had , maar het onherftclnaar verlies van eene vrouw welke de bewondering en liefde van alle ftervelingen verdiende !... Wanneer men my het bevel van den Minister bragt, indien myn vader my in dit oogenblik vergunt had om hem te zien — indien by my had willen aanhooren, zou hy myn berouw» myn knaaging gezien hebben; en myn ongeluk zou niet voltooid zyn geworden... Het aandenken aan Mevrouw cotyto heeft my niet ach. tervolgd •—» maar wel het berouw van haar gekend te hebben. Vaarwel myn vriend, la.it uw vrees verdwynen, dat Mevrouw d'hersilie myn zaak bepleite; en myn vergifnis verwervel... ö Indien dit mooglyk ware, zouden 'er nog fchoone dagen voor my aanbrecken !.., En deezen zouden flechts uw werk zyn.... ACHT-  C m > ZEVEN ■ EN - ZEVENTIGSTE BRIEF. De Ridder zethur, aan Mevrouw singa. Uit Bejangon. Durf ik hoopen Mevrouw, dat gy een man zult vergeeven die zich zoo fchuldig maafctte? Ik kan niets tot myne verfchoóning by u inbrengen, ik heb alles opgeofferd : de vriendfchap, dankbaarheid, eer, de liefde zelfs, voor eene vrouw welke alle verachting verdiend. Verblind door eene fchandlyke hartstocht heb ik my laaten wegfleepen in een' ysJyken afgrond !... 'Er biyft my niets meer overig dan de fchande en de wanhoop, van tnisfchien voor altyd de achtenswaardige vrouw verlooren te hebben die het geluk van myn leeven moest uitmaaken!... Daar ik my niet fchaamde om openlyk hiervan afftand te doen •— en de trouw te verraaden welke ik u ge- zwoo-  f 25/ ) zwoeren had. — Neen uwe goedhartigheid kan de affchuwlykbeid van myn gedrag met evenaaren.... Ach beklaag dan flechts een ongelukkige, die vergeetende hoe fchuldig hy is, u nog durft fmeeken, om hem aan te hooren. Zonder de listige kunstgrepen, ciie de Graavin in 't werk ftelde om my te verleiden, zou ik thans het geluk genieten van u te bezitten — de knasgendfie wroeging zou my niet verfcheuren — ik zou den dolk niet gefloten hebben in het hart van een' vader die over myn wangedrag zucht!... En gy zelven, maar neen — gy kunt de ondankbaarfie der mannen niet betreuren, daar hy zulk een toppunt van' fooodheid bereikt had; dat hy ongevoelig de traanen zag vloeijen die gy om zynent wil ftortte. Een vleijende hoop verleidt my fomts nog! alsdan, fchetstde aangenaame tyd die ik met u doorbragt zich aan myn verbeelding! maar het treurig herdenken aan myn wangedrag doet fpeedig myn be-  C 257 ) ACHT - EN. ZEVENTIGSTE BRIEF. Mevrouw singa, aan den Ridder zethur. Van het Cafteel d'Herfüie. 't Is waar dat uwe ontrouw my oneindig •veel verdriet veroorzaakt heeft, vermids ik te veel vertrouwen op uw hart (lelde; om my bynaar hiervan te kunnen overtuigen: en echter vohdt gy een wreedaartig vermaak om my hieromtrent fchriftelyk alle tWyneling te benemen -— myn eigen rust vorderde dus om u geheel uit myn geheugen te verbannen ik gevoelde echter hoe bezwaarlyk het is, het voorwerp dat men eers teder bemindde met onverfchilligheid aan te zieri.... Uwe verzekering dat gy van uwe dwaaling zyt terug gekomen — deedt my eene vreugde fmaaken welke my iinds lang onbekend was —- ik vergeef u dan gulhartig al het R Ver-  C 258 ) verdriet dat gy my veroorzaaktte myn hart is te oprecht om dit voor u te ontveinzen: maar kan ik met eenige grond hoopen, dat 'uw berouw oprecht is?... Gy had my ook eertyds zoo dikwerf uw' eed van getrouwheid herhaald — ik vondt zoo veel genoegen om te gejooven dat gy niet in ftaat zoudt zyn om my te verraaden!... En echter.... verfchoon my myn vriend, indien ik u beledig door nog aan de oprechtheid van uw berouw te twyffelen!... Maar — ik zat u geen verwytingen meer doen: wat zou u aanfpooren kunnen om eene vrouw welke, fchoon zy uwe dwaaling beklaagde; en inwendig veel leedt om uwent wil — u echter niet aanzocht — om haar op nieuw voor het tederfte gevoel te doen ontwaaken —1 om haar naderhand; des te dieper den dolk in het hart te ftooten?... Neen, dan waart gy een monfler op wien de verachting van alle braave lieden zou nederdaalen!,.. Weg dus—» met deeze folterende gedachten.... Ik fmoor de-  C 259 ) dezelve voor eeuwig — en geef my over aari de zachte aandoeningen welke uw berouw my inboezemt — en vestig myn oog op een lag. chender toekomend; datzelfstotde fpooren van bet verdriet dat Wy ondervonden hebben zal uitwisfchen.... Jk vergeef u dan alles — en bloos niet u te bekennen dat ik in het midden uwer dwaalingen; u niet uit myn hart verbannen kon.... uw fortuin heeft veel geleden ik weet dit — maar ik ben ryk genoeg voor ons beiden! — het zyn ook de groote rykdommen niet die het waare genoegen van het leven uitmaaken ! de waare rykdom is in ons hart: de deugd, trouw, de vriendfchap en zachtzinnigheid gepaard met eene zuivere ziel; en een fchuldeloos geweeten — dit, myn vriend ! zyri grooter fchatten dan alle de rykdommen der aarde !... Op het voorbeeld van onze vrienden zullen wy landbouwers worden, indien gy zaagt wel. kc onfchuldige vermaaken zy aanhoudend geR s nie.  C 2