HET R O O M S C H HOLLANDSCH RECHT; BESCHREEVEN DOOR M*. SIMON van LEEUWEN, IN ZTN LEVEN SUBSTITUTT GRIFFIER VAN DEN HOGEN RADE FAN HOLLAND, ZEELAND EN WESTFRIESLAND: WAAR IN DB ROOMSGHE WETTEN, MET HET HEDENDAAGSCHE NEERLANDSCH RECHT, In alles, dat tot de dagelykfche onderhouding kan dienen, met een byzondere kortheid, zo wel in de vafte Rechtftoffen, als in de manier van Rechtsvordering, overeengebragt werden. JBsvefiigd met allerhande Ordonnantiën , Placaten, Handvefltn^. Keuren, Gewoonten, en Gewysden dezer en omleggende Landen. Op nieuws overgezien, en met Aanteekeningen uitgebreid DOOR Mr, CORNELIS WILLEM DECKER, ADVOCAAT en NOTARIS. II. D E E L. Te AMSTELDAM, By JAN ten HOUTEN ïn ZOON, MDCCLXXXIU   VOORREEDEN AAN DEN GUNSTIGEN L E E Z E R. |||||^! ie hier Gunftigen Leezer het Tweede ^^^^^ Deel van het Roomsch Hollandsch Recht, door my met aanteekeningen ten uwen nutte uitgebreid , offchoon wel een weinig later dan ik my in 't begin had voorgefteld, te voorfchyn gebragt. — De geneegenheid , waarmeede veelen het Eerfte Deel van dit werk hebben ontvangen , heeft my ondanks * 2 de  VOOR-REE DEN. de poging van anderen, doen befluiten met dezelve rondborftigheid myne aanteekeningen te vervolgen en ten einde te brengen; — echter heb ik geenzints het voorbeeld van dergelyke uitbreidingen gevolgd en myn Aucleur op alle mooglyke wyze berispt, en daar toe myne voorraad geadpliceert , waarmede men dikwils den meeften lof inlegd ; maar alleen het nutte en aangenaame getracht te vermeerderen , zoo ik daarin zomtyds wel iets gebrekkigs heb doen blyken , men verontfchudige my desweegens , en neeme het goede te gelyk in aanmerking; — ik wil  VOOR-REE DEN. wil gaarne erkennen , dat tydsomftandigheeden my meer dan eens hebben genoopt my te bekorten, maar tegelyk ieder herinneren , dat ik alleenlyk heb getracht dit werk enig nieuw licht bytezetten , zynde het my onmooglyk geweest al myn tyd en kunde in allen opzigten daar aan ten kosten te leggen , en vertrouw te hebben gepraefleert al wat met reedelykheid van my kan worden gevorderr. — De remarques , welken met myne beantwoordingen achter dit Deel ge* voegd zyn , heb ik ofichoon my door een Ano* nyme fchryver uit 's Hage geadresfêert, geacht * 3 den  VOOR-RE EDEN. den Leezer niet onaangenaam te zullen zyn, geIchiedende echter onder expres beding van my daar door aan geen® verdere of anderen te verplichten ; — De vrye drukpers nodigt ieder ervaarne de reflee rende moeielyke Queftien van Rechten zeiven uittewerken en publicq te maaken, zonder alles op de fchouderen van eenen te willen leggen. Voor het overige wensch ik den Gunftigen Leezer alle heil. C. W. DECKER. TA-  TAFEL en BLADWYZER der DEELEN in dit TWEEDE DEEL VERVAT. Het IV. Boek. I. Van verbintenis in 't gemeen en hare verdeeling. Pag. i II. By wie en door wie verbintenis gefchied, en van wat faaken. III. Toefegging hoedanig gefchied, en van wat Lragt. 28 IV. Van Mede - Schuld en Borgtogt. ^ 2 V. Van dadelyke overkomst, en hare verdeeling. 47 VI. Van Verbruyk - leen. VII. Van Intrest en Geldgewin. VIII. Van de Bank van Leening en de Lombard. 60 IX. Van Bodemerye en Ajjurantit. $2 X. Van Bruyk-lcen. ^ Xf. Van Bewaargeving, <2?c. XII. Van Pand en Onderzetting. * XIII. Welkt Goederen mogen werden verpand, en van byfondire en Stilfwygende onderfetting, en van Praferentie. 84 XIV. Van  XIV. Van geven om geven, doen om doen, fi?c. 105 XV. Van fchriftelyke Verbintenis. 111 XVI. Van gewillekeurde Verbintenis. 116 XVII. Van Koop. "7 XVIII. Van Koops- gevolg en Waring. 125 XIX. Van Naafling. i3a XX. Hoedanige bedingen in Koop beflaan mogen. 144 XXI. Van Huur van Huyfen of Landen. 149 XXII. Van Werkhuur of Dienst. 158 XXIII. Van Maatfchap en Gemeenfchap. 160 XXIV. Van Huwelykfche- Voorwaarden. 173 XXV. Van Trouwbeloften. 188 XXVI. Van Lastgeving. IP7 XXVII. Van wisfelhanMng en overwyfmg. 201 XXVill. Van Verbintenis by overkomst gelyk en van Onderwind. 2°5 XXIX. Van gemeenfchaps-deeling, Erf-en Land-fcheiding. 207 XXX. Van gefchenken en giften. 212 XXXI. Van Havery. 217 XXXil. Van Verbintenis uit misdaad. 223 XXXiII, Van Hoogfle Magtfchending, als Princen moord, Valschheid, Kerkroof, gemaakte Dierte, &c. 231 XXXIV. Van  ' XXXIV. Van Doodfiaan en Moorden. 245 XXXV. Van Misdaad tegen V Lichaam en van Qjietfen. 258 XXXVI. Van Misdaad tegen de aangeboren Vryheid, als Geweld , Vrouwe - kragt, Huys-braak, Ontfchaking, Brandfligting. 26S XXXVII. Van Misdaad tegen d'Eer en Goede Naam , als La/Ier, Hoon, Over/pel, Iloererye, &c. 272 XXXVIII. Van Misdaad tegen het goed, en van dief te. 283 XXXIX. Van Verbintenis uit faaks gelyk, als misdaad. 291 XL. Van de middelen daar by verbintenis vergaat of ophoud, en van betaling, vergelyking, quytfchelding ,fchuld-vernieuwing, overfetting, wisfel, &c. 296 XLI. Van Boedel - af/land, Brieyen van Uit/lel, buret té des corps, £?r. 304 XLII. Van Herflelling. 310 XLIII. Van Straffen der misdaden en Pardon of Remis- f'ên. 3 16 Het V. Boek. I. Van Rechters en derfelver Vierfchaar ef Rechtsbank ■> en wat daar toe behaord, daar onder van Schouten, Griffiers, Secretarijfen. 323 II. Van Rechts - gebied en Rechts- dwang. 331 * * III. Van  ' ÏIL Van Aanlegger s en verweerders, 334 IV. Van Advocaaten en Procureurs. 342, V. Van Gerechts-Boden, Deurwaarders, &c. 349 VI. Van den dagelykfchen of eygen Rechter. 353 VIL Van Arreflen op perfoon en goed. 361 VIII. Van Prorogatie van jurisdiëtie. 372 IX. Van Arbiters en Arbitrateurs. 376 X. Van Rechts-gebied uit de eygenfchap van de faak buyten de perfoon. 381 XI. Van Rechts-gebied uit voor-recht van den Rechter. 391 XII. Van Atlie, dat is, Rechts aantaal, en het aanleggen van dien. 395 XIII. Van Daging. 399 XIV. Van Defaulten. 403 XV. Van Eysch en Conclufie. 408 XVI. Van Uit (lel en dag van beraad. 411 XVII. Van Verfet en Exceptien. 415 XVIII. Van Reconventie. 421 XIX. Van Vüdingen en concludeeren in Rechten. 424 XX. Van bewys by gefchrift, of Getuygen. 439 XXI. Van bewys buyten getuigen, by confejfe en oculaire infpeclie. 448 XXII. Van  XXII. Van halve preuven by prafumptie en Eed-fweeren. 45 r XXIII. Van Verdrag en overkomst. 45g XXIV. Van Vonnijfen en Gewysden. ^L XXV. Van Appél en hoger beroep. ^9 XXVI. Van Executie en uitwinning. ^ XXVII. Van Rechtspleging in crimineele faken in't byfonder. 502 XX VIIJ. Van Pyniom. J ° 510 XXIX. Van firaffen en Boeten. <-2I XXX. Van Rechtsplêging in Gemeen - lands Middelen , en invorderen van Stads of Lands - gemeene Schattingen en Om/lagen , als mede fchouwen en onderhouden van gemeene Wegen, Dyken , Kaden , Sloten, Lammen, &c. 53 2. XXXI. Van de manier van Procedeeren by gefchrifte of Mondelinge Pleydoy. XXXII. Van de Rechters, Rechts-gebied en manier van^ Procedeeren van het Jagt-bedryf en faken de Wildemisfe aangaande. ^ * Nu  Nihil eft profeclo pra/Iabilius, qiiam plane intelligi n&s a:l Juftiam ejje natos, neque opinione , fed naturd conflitutum ejje jus. ld jam patebit, fi hominwn inter ipfos focietatem conconjunclionemque perfpexeris. Cicero de Legibus Lib. I. Cap. X. ROOMSCB  Pag. r R O O M S C H- HOLLANDSCH RECHT- HET VIERDE BOEK» Het I. Deel. > Van verbintenis in 't gemeen, en haar verdeeling. [Grot. 3. 1.] 1. 'Verbintenis tot infcbuld Wat? j. Verbintenis uit overkomfl, boe vleier- 2. Waar uit voortkomt, en bos veelerbande. bande. 3. Belofte, ivat, en hoedanig bejlaat. 8. Stilfivygende verbintenisby Wet-duiding, 4. Toefegging, wat, en waar in bejlaat. hoedanig gefebied. 5. Toefegging zonder oorfaak ,onbeJtandig. 9. Verbintenis door onevenheid, hoedanig 6. Redelyke oorfaak in onderhandeling, bos- -gefebied. danig te verflaan. ^ËËSj^IËiiK Ot n°g toe is gehandeld, eeril van de perfoonen, en &Ê*i WÏSr> derfelver geregtelyk onderfcheid, en dan van de faFpll k?n' enke! > of vcel begrypend, en het bekomen van ^jti dien, dat is het recht dat men heeft op eenig goed, ^^ésT^ hoe dat het felve verkreegen werd, en waar in dat het felve beftaat: volgt nu van het recht dat men heeft op ceni°- perfoon (1), om van hem eenige faak, of daad te genieten. f.x3. f, de (1) Den A. volgens de by de rechts tot de bekoming der zaken behoort het D D. bekende §. 12. Infl. de Jur. Nat. recht dat men heeft op eenig goed, Cent. £ƒ Civ. te werk gaande en de drie waar van reeds gehandelt is, en het hoofdonderwerpen des rechts zullende recht dat men heeft op eenig perzoon afhandelen, merkt zeer gepaft aan: dat om van hem eenige zaak of daad te ge- A rite.  2 Roomscpi-Hollandsch Recht. IV.Boek. de Obligat. & a&ion. pr. injliL eod. dat men gemeenlyk Infchuld noemt, anders Verbintenis (2). Verbintenis (3) tot infcbuld, komt voort uit toefegging, of uit on- nieten, met één woord om aan ons de verbintenis te prEfteeren, van het welk verder te handelen ftaat. Z ook 1. b. 2. cap. in de aanteek. n. 1. want met de Baron de Puffende?/ Droit de la N. & des G. Liv. 4. Cbap. 9. §■ 8. te fufti. neeren; dat de verbintemden en conventien niet kunnen gebragt worden tot de bekoming van den eigrndom der zaken, als dewelke een phyficq vermogen zoude bevatten, is" eenigzints ongerymd, aangemerkt als dan tot confervatie van het bekomen recht van eigeudom gerequireert zoude worden , dat men zyne ganfche bezitting altyd onder de handen en oogen hebben moeit, het geen een onmpgelykheid zoude involveeren. Voorts ftaat te letten dat uit de zedeJyke of moreele bekwaamheid , het zy uitdrukkelyk of flilfwygend verkreegen en waar door een ander ten onzen faveure tot iets verpligt is , gebooren word de perfoneele actie, dewelke bepaildeiyk tegens den verbondene perzoon gegeeven word, diar integendeel uit het recht op de zaak zelf (jus in re) voortvloeit eene reëele aftie tegens eenen iegelyken poffefleur om onze zaak te reftitueei en: waarom de Roomfche Rechtsgeleerden te recht de Iaatftgemelde aflien Vindicaiiones, en de eerftgemelde CondiÜiones gewoon waren te noemen. Echter wil ikgeenzints, dat men uit deeze aanmerking afleiden zal, dat ik de verbinteniflen tracht te brengen tot het derde objecl van het recht, namelyk tot aüiones, gelyk Theophilus, even min als metVuLTEjus tot het recht der perzonen, als welke beide weder. kgt zyn door A, Vinnius in comment. ad Injl. tit. de obl. in pr. maar ik geeve daar mede alleenlyk te kennen, zo de nuttigheid van de onderfcheiding tusfchen het recht op eenig goed (jus in re) als veronderftellende het bekreegen bezit, en dat het welk men heeft tot eenig goed (jus ad rem) waar van men nog geene poffeffie heeft bekomen, gelyk ook dat den Aucleur zeer voegzaam by de Verbinteniffen van de acrië'n melding doet, welken, alhoewel een feparaat onderwerp des rechts uitmaakende, uit de verbinteniffen komen te profiueeren. (2) Z. H. de Groot inl. 3. b. 1. d. 5. 1. rj? 24. alwaar dezelve eene onderfcheide beteekenis aan deeze woorden geeft. (3) De zelfstandigheid der verbintenis beftaat daar in, dat den eene menfeh aan den ander word geadftringeert tot geeven, of doen; uit welken hoofde de verbintenis de fource van 't jus ai rem uitmaakt. Het effett der verbintenis is gelegen in de noodzakelykheid toe praftatie van dat geen , het welk de verbintenis bevat, waar toe het behulpmiddel de aiïio of rechtsvordering is; gevolgelyk de Keizer JusTiNrANus tit: Inft. de obligat. door verbintenis gepaft verftaat een band des rechts (vinculum juris) waar door wy namelyk gehouden zyn eenige zaak te voldoen, of volgens het natuurrecht alleen; of ingevolge het civile recht; of agtervolgens hetnatuuren burger-recht te gelyk: hier van daan word verbintenis onderfcheiden in natuutlyke, by voorbeeld: van een flaaf,. minderjaarige enz. burgerlyke als daar is de verbintenis, uk de Ltx Aquilia. en fif'  I, Deel, Van Verbintenis in 7 gemeen, en haar verdeding. $ onevenheid. Verbintenis by toefegging gefebied wederom uitdruk]yk by overkomft, of ftilfwygend door Wet-duiding, by gelykenis van overkomft. 2 Uitdruklykc Verbintenis (4), is een overkomft daar by uit eenBurgerlyke omgang, den eenen Mensch den ander in gelykheid van het geen aan hem gegeven, of gedaan was, iets belooft, of tocfegd te geven of doen, met meening dat den ander het felve aanneemen, en daar door op hem eenig recht fal verkrygen. 3 Belofte, is het geen iemand uit fig felve, fonder dat hem fulks gevergt werd, en fonder fchuld een ander aanbied te doen, of geven dewelke fo die ernftig is, en aangenomen werd, den belover verbind te voldoen, volgens het gemeen fpreekwoord: Belofte maakt fchuld. arg. I. 1. /. 7. §. j.ff. de pad. I. pen. Cod. eod. Ik feg, fo die ernftig is, en aangenomen werd,] Om dat een Belofte dewelke joks-wyïe werd voortgebragt, en daar geen verfoek voor gaat, of aanneeming op volgt, aan een ander geen recht van verbintenis geeft. /. 7. §. 4. ff. de pacl. I. 19. ff. de cedilit. edicl. I. 5. Cod. de contrah. & commit. jlipulat. (5). 4 Maar gemengde (mixta obligatio) by voorb. koop en verkoop, huur en verhuur enz. Zomtnige verbinteniffen brengen naar de pra&ycque uit haar zelve eene con<3emnatie mede, wanneer de verbintenis een vrywillige overgift daar toe inhoud, anderen wederom vorderen een voorafgaasd rechtsgeding. (4) Uitdrukkelyke verbintenis word gevoegelyk omfchreeven te zyn de vrywillige daad van den een, waar door by uit redelyke oorzaak, bet zy by woorden of gefebrifte, aan een ander iets belooft, met meening dat dezelve zulks aanneemen, en door dit acceptatie op bem recht tot accompliffement zal verkrygen. Verfchillende aldus van fimple belofte of biote toe2eSS'ng zonder de gemelde meening, zo als evident is by de woorden: ik zal myn beft doen om u duizend guldens te be zorgen. Z. Grot. inl. b. X. Wolfius Drtit de la N. Chap. 7. ö5 Mr. Lufac ibid. lilt. I. (5) Den A. geeft daar mede te kennen, dat dewyl ontegenzeggelyk is, dat een belofte, hoe zeer gefchied doof iemand daar toe bekwaam, zonder acceptatie invalide is, men ligtelyk uit het tegendeel zoude kunnen afneemen, dat belofte door aanneeming bekragtigd altyd moeft effeci forteeren, waarom by alhier tot de validiteit eencr belofte bovendien fchynt te willen vorderen, en volgens het recht , dat de acceptatie door 't ernfiig verzoek daar toe van den belover voorgegaan word, zonder dat het enkeld perfifteeren by de wille om voor een ander iets te doen genoegzaam is om een aétie tot adimpletie of accompliffement te verkrygen , waarom het laatfigemelde ter onderfcheiding by zommi^en Polücitatio by ande- A 2 ren  4 Roomsch-ïIollandsch Recht. IV.Boeli:. 4 Maar toefegging is, welk iemand uit een redelyke oorfaak, dat ' is gelyk wy gefegd hebben, in gelykheid van het geen aan hem gegeven, of gedaan was, een ander op zyn verfoek toefegd, en (chuldig kent. /. 5. §. l.ff. de Vcrb. obligat. pr. & g. 1. inftu. de- 5 Verb. bbligat. Want anderfins een enkele toefegging, welk geen fekere oorfaak heeft, niemand geen recht geeft, om daar uit een infehuld- tot laften van den toefegger te verkrygen. /. 25. g. uit. ff, de probat. I. 13. Cod. non num. pecun. I. uit. Cod. de Compenjat, 6 Ik feg een redelyke oorfaak,] Het welk onbepaalt te verltaan is van een oorfaak dewelke in fyn foort _goed en geoorloft is, als van Lening, Koop, Huur, en diergelyke, en niet dat defelve altyd na de evenredigheid op 't naauwfte behoeft gejuift te werden, om dat de minfte omftandigbeid een faak, grooter of kleinder, en minder, of meerder waardig maakt. /. 52. §. 2. verf. Refpondi. ff. ad i. Aquil. En in het beftand van de handeling, in den omgang der Menfchen, wihft en voordeel gelegen is, fo dat uit den aard van de handeling, felf den een den ander, in de regte waarde. van het goed mag misleiden, fo de misleiding niet al te groot is. /. 16.§.4./'. de Minor ib. ./. 22. ff. heat. I. 8. Cod. de refciud. ven dit. (6). 7 ver- junü. I. 27. 5.' 4. ff. de pacl. Domst Loix CiviL p. 1. /. 1. t. 1. fett. 3. $. 14. Z. ook den A. bier na 4. d. n. 5. en 7. Omtrent de vrage of iemand geeonftringeert kan worden tot betaling van het falaris, door hem aan een ander belooft voor de uitvoering eener oneerlyke daad, welke vervolgens ook door den ander ter uitvoer gebragt is? Zyn deDD.zeer oneens, de voorname H. Grot. zegt van Ja. J. B. ac.P. l.c. §. 9. maar Fttffendorf Dro'it de la N, £jf des G. liv. 3. Cbap. 7. g. 8. bewyft de negative ten vollen, door onder anderen aantetoonen , dat het 'er verre af is., dat na de uitvoering van het misdryf zodanige conventie zoude ophouden oneerlyk te zyn , dewyl dezelve dan eerfr. tot het hoogde toppunt van fchandelykheid is opgefteegen, wanneer het oogmerk daar van bereikt is. > ren onvolkomen belofte genaamd word, welke men in eene rang met de fimple ojfértie, waar by men zig de vryheid van wilhverandering referveert, kan (tellen, Z. myne aant. hier voren inf. Voor het overige is het zeker, dat, zo de acceptatie der belofte uitgefteld word, de prominent of belover recht verkrygt dadelyk van zyne belofte te poeniteeren, gemerkt dezelve door behoorlyke acceptatie alleen irrevocabel woid, gelyk ook wanneer de beloofde zaak of daad hem natuur, of zedekundig onmogelyk is, . het welk mede de adtie tot praftatie doet ophouden. V.l. 1. Dig. deCondit. inft. I. 31. D-. de obligat. & aQion, Domat Loix Civiles p. 2. lib. 3. t. t.feü. 8. §. i S. Conf. iS-GroP. J. B. acP. Lib. 2.Cap.u. . & Barbeyrac ibid. §. 15. n. 1. "(6;. Add. I. 26. ff. de verb. obligat. .  I. Deel. Van Verbintenis in 7gemeen, en haar verdèelmg. 5 7 Verbintenis uit overkomft is van driederhande foort; en beftaat 'in een handeling dewelke gefchied, by dadelyke, fchriftelyke of gewillekeurde overkomft. 8" Stilfwygende Verbintenis gefchied by Wet-duiding, uit gelykenis van overkomft, daar door iemand uit een daad lig aan een ander verbind, gelyk of hy overkomft met hem had gemaakt, pr. injlit. de oblig. qu taire Crediteuren , even alsof hy de fchenkinge gedaan en in perzoon gecontracteert had; Zoodanige geoorloofde daad nu, waar door iemand aan een ander, of beide onderling bulten exprefle overkomft, namelyk door woorden of gefchrift gefchiedende , verbonden word A 3 aoeint  6 Roomsch-Hollandsch Recht. IV.Boek: g Uit onevenheid gefchied Verbintenis uit baattrekking, of fchade een ander by misdaad, of misdaads gelyk aangedaan, want door baattrekking is men gehouden te vergoeden 't geen men by de handeling niet fchuldig lbu zyn; en door fchade een ander moedwillens aangedaan, is men tot vergoeding gehouden, al waar 't dat men daar door niet gebaat was. /. l\.f. de Reg.jur. 1.155-ƒ*. eod. (8). Van welke foorten van Verbintenis in 't byfonder, elk in den fynen vervolgens fal werden gehandelt. noemt men allerbeft toezegging door wetduiding, by gelykenis van overkom/I, of quafi contract. Dus 't quafi contract geenzints, zo als zommigen zeer verkeerdelyk tragten tebeweeren ten grondflage heeft een ftilfwygend confent, hei welk uit de daad zelve voortvloeit, maar een door en by de Wet gefingeert of gepnefumeert confent , het welk niet aanweezig geweeft zynde evenwel veronderfteld word aanweezig geweeft te zyn, by voorbeeld de aanvaarding van de herediteit kan niemand fanofenfu aanmerken als een ftilzwygende bewilliging van den erfgenaam om de Crediteuren van den overle'dene boven toereiking van den boedel uit zyne privébeurfe te voldoen, maar zeer wel als een aanneeming van de voordeden, welke hy gedenkt door de daadelyke aanvaarding te zullen acquireeren, het geen bekragtigt word door de bekende rechtsprefumtie, dat niemand geagt word zyn eige geld te hebben willen wegwerpen, als het welk men buiten twyfel moet fupponceren zal men een ftilfwygend confent ten grond» flage van 't quafi contract neemen. Waarom ik het daar voor houde, dat het confent, het welk de grondflag van 'c quafi contract is, alleen beftaat in ficlione juris, en dus als geen wezendlyk confent, nog ftilfwygend nog uitdrukkelyk, zy aan te merken, by voorb. de fimple aditie van eene geobrueerden boedel gefchied ongetwytelt meeft door een zeer onkundig erfgenaam, omtrent welke althans geen ftilfwygend confent tot het quafi contract om de Crediteuren te voldoen kan exifteeren, als waar van hy compleet onkundig is, maar hetiseeniglyk utiliteitshalven dat 'cr vergunt is hem tot voldoening te compelleeren; uitmuntend naar gewoonte befchryft derhal ven Vinnius ad tit. Inft. de Obligat. qua ex quafi contr. nafc. 't quafi contrac tus, nempe: quod fit fatlum boneftwn, quo £f ignorantes obligamur ex con- SENSU OB jequitatem VEL UTILITATEM TSffiSUMTO. (8) Z. de Groot inl. b. t. g. 15. Het  II. D eel, By wie, en do or wie Verbintenis gefchied, &c. 7 Het II. Deel, By wie, en door wie Verbintenis gefchied, en van welke faken, [Grot. 3. 1.] I. Verbintenis uit overkomft wat? en boe veelerbande. a. Wie baar felven by overkomft verbinden mogen of niet. 3. Minderjarige, of, en hoever. 4. Geen derde by overkomft te verbinden, hoe te verfiaan, en num 6. 5. De claufule, of den toonder defes, in de Verband-brieven, hoe te verfiaan, en boe ver plaats beeft. 6. In welk geval men een derde by over- komfi kan verbinden. 7; Recht van verbintenis, hoedanig door een ander te verkrygen, als door Kinderen, of andere die men in zyn magt beeft, of onze faken verrigten. 8. Of, en boe ver de Ouders voor baar Kinderen misdaden verbonden zyn. 9. Hoedanig een Reder voor zyn Schipper, »f een Koopman voor zyn Faüoor, of Bewindhebber verbonden werd. 10. Schippers en Herbergiers, boe ver voor haar Knegts en Dienaars verbonden zyn. 11. Een Vader voor geld-lening aan zyn minderjarige Soon,of, en boe ver verbonden. 12. Hoedanige faken in handeling mogen komen, hoedanige niet. 13. Het gene in Feiten beftaat, of, en boedanig te voldoen, en of men met ver' goeding van het kort volftaan mag. Verbintenis uit Overkomft, is een onderlinge handeling van twee perfoonen, daar by den een den ander kragtelyk verbind, tot een, of beider nut. pr. injlit. de obligat. I. 1. §. i.ff. de pacl. I. 19. ff. de Vtrb. Signific. Ik zeg tot een, of beider nut,] Om dat de VerbintenifTen aangaande de perfoonen, welk daar by verbonden werden, zyn andere een-zydig, dewelke maar aan d'eene zyde verbinden, gelyk als eene enkele toefegging, daar in den een is fchuld-eiiTcher, den ander fcbuldenaar. /. 10. /. 108. ff. de Verb. Signific. andere dub. bel-zydig, daar in elk aan zyn zyde, en fulks over en weder over iets moet doen, of. geven, als in koopen en verkoopenv huu--  8 R oo msc h-Hol land sch Recht. IV. Boek; huuren en verhuuren, welke beide fchuld-ciirchers en fchuldcnaren zyn (i). Ver- (r) Den A. bedoelt alhier de onderfcheiding der contracten in unilaterale als verbruikleen enz. en bilaterale als maatfcbap enz. VU. Vinn. in cemm. ad Inft. pag. m. 603. n. 2. Aanbelangende de fubtile onderfcheiding der Roomfche Rechtsgeleerden omtrent de benamingen van verdrag, conventie en contract, over welke men kan raadpleegen Maeftertius tratc. illuftr. materiar. jur, p. m. 89. Vitriarius univ. jus civ. priv. p. 431. feq. en voor al den Heer Nom in traB. de paft. £f transact, cap. 9. & 10. dezelve heeft by ons geene hoegenaamde plaats, aangemerkt naar onze regten zeker is, dat alle vrywillige en voorbedagte engagementen, uit redelykeoorzaake door daartoe bekwaame perfoonen gefchied zynde, geprsdeert moeten worden, zonder dat by ons eenige de minfte attentie verdient de in het Roomfche Recht bekende Helling: ex iiudo patto non datur attio. Z. de Groot inl. 3. b. ï.d. §. 52. juntt. Voet ad.Dig. tit. de pattis n°. 9. en vooral de ber. en gel- A. van der Marck inft. jur.civ. $.?3. Men zegt wel,dat. deRomeinfche Rechtsgeleerden het regtvaardige alleen hebben getragt daaiby te brengen tot het billyke, gelyk in andere gevallen als in het vorderen van folemniteiten tot de testamentmaking , van vyfentwintigjarige ouderdom tot vervreemding der goederen enz. en dat zy oordeelden dat het mtdnm païïum geen oorzaak van verbintenis hebben kon. Dog hoe zeer in andere gevallen de billykheid der Roomfche Rechtsgeleerden blyken kan , zo moet (myns eragtens) iemand evenwel al in den hoogden trap adoreeren de Terligtheid van het Roomfche Wetboek, om dit gevoelen met den naam van billykheid te beftempelen of om hetzelve gevoelen meerder fchranderheid toe te kennen dan het geene in de practycque is gerecipieert, vooreerd om reden de onbiilykheid daar van ontegenzeggelyk blykt, en de geenen welke dit niet merken, mag men by retorfie onkundigen in 't Roomfche Recht noemen, nadien zy aantoonen niet te begrypen , waarin het nudum pattum volgens de denkbeelden der Roomfche Rechtsgeleer* den bedaan heeft, alhoewel de maxime: nudum pattum nullam aBionem producere poteft. het fterkde beweezen word uit de l. 27. Cod. IccatijunB. I. 15. Cod. famil. ercifc. hebbende de Keizers Dioclctianus et Maximianus daar by genoegzaam aangeduid, dat het nudum pattum. is een verdrag in de enkelde eindpalen der conventien bedaande, zonder met eenig extrinficq vermogen, voortvloeïjende of uit zonderlinge adfidentie der wet of uit de cohrerentie van het contract, (abfque paBo legitimo out paBo contraBui in continenti adjsBo) gederkt te zyn, dus volgens de zo even bygebragte Wetten, de verdeeling van een gemeene zaak by bloote conventie gefchied geen effect forteeit, maar de novo tot verdeeling gecontendeert moet worden, even en als of'er nimmer zodanige conventie aanweezig ware geweed. V. Brunneman in comm. ad Cod. ad l. ij. tit. fan. ercifc. gelyk mede, wanneer een bekwaam perfoon voorbedagtelyk en erndig aan een ander een fom gelds ter leen belooft te geeven en de andere zulks accepteert, wordt hetzelve d. I. 27. voor 't nudum paBum gehouden, zo lang als het geld niet geteld is. Dan ik durf geruftelyk aan  II. Deel. By wie, en door wie Verbintenis gefebied. 9 Verbintenis gefchied door en voor fig fel ven, of door en voor een ander. 2 Ver- aan alle weidenkenden overlaten, of zulks in plaatfe van eenige aequiteit te introduceeren niet alle goede trouw den bodem ten eenemalen zoude inflaan, en de ernftigfte en nuttigde conventien in rook doen verdwynen , zo maar een der partyen om meerder voordeel enz. van zyne belofte of aanneeming kon afgaan en of niet ep die wyze aan alle doorfleepenen bekwaame gelegenheid wierd gegeeven om onkundigen te misleiden door zig in de termen der paBa nuda te houden? de RoomfcheRechtsgel. UlpiaKüs in l. 7. §. 4. D. de paB. heeft zelve de iniquiteit daar van befpeurt blykens zyne woorden: fed cum nullafubeft eaufa propter conventionem, bic conjlat non poffe confiitui obligationem. Igitur nuda paBio obligationem non parit, fed parit exceptionem. want de exceptie kan uit de nuda paBio niet geboren worden of de beftaanbaarheid der nuda paBio moet zelve confteeren; en deeze confteerende is de fluitreden igitur &c. notoir valfch. De Hr. Lusac dans une note au §. 390. des In/l. du Droit de la N. par Monfr. Wolfius. tracht wel het beft en befcheidenft het fentiment by het Roomfche Wetboek geftaaft, van onbillykheid te zuiveren door in generale termen te zeggen: C'eft une legiflation trés fnge qui prefcrit limite la fapn dont les engagentents doivent être faits, pour donner actions au for civil. maar dit doet het Vaderlandfche Recht op een redelyke wyze, zo als uit dit hoofddeel ten vollen komt te blyken, dog met relatie tot het Jus Romanum ƒ. Juftinianeum kan niemand dit naar waarheid zeggen, zoo men dienvolgens maar antwoord op de vrage by den Hr. Lufac l, c. voorge¬ meld , inhoudende: Si quelqu'un accepte une promeffe qu'il ne devroit pas accepter, par quel principe foutiendra-t'on que Vantre efi obligé de la remplir? Want zo ik immers deeze vraage naar het Roomfche Recht beöordeelen moet, flaat my te ietten, of het is een paüum nudum of een paBum vejiitum /. non nudum in het eerfte geval komt 'er geene civile actie in aanfehouwj al ware zelfs de offerte alleraanneementlykfl geweeft, in het laatfte geval integendeel 't zy de promeffe acceptabel ware of niet, competeerd'er eene civile aétie en is den een aan den ander verbonden , by voorb: in cas van geldleening zo maar 't geld geteld is, want zo lang dit niet is gefchied blyft het een paüum nullo modo vejiitum: alles volftrekt tegens de dodlrine van gezond verftand door de Heer Lufac in 't begin der geall. note ons onder anderen gefuppediteert. Maar raadpleege ik het Vaderlandfche Recht zo reguar» deere ik alleen i°. of de perfoonen zig hebben kunnen verbinden? 20. of de ovcreenkomft voorbcdagt en vrywillig gefchied is? 30. of dezelve phyfique en moreele mogelykheid of redelyke oorzaak contineer;? Zodaanig de zaak bevindende zeg ik veilig: 'er word eene valide a5tie tot adfmpletie gegeeven. Jn de tweede plaats om reden dat bet recht der Volkeren deze Helling van 't Romeinfche Wetboek volflrektelyk teaenfpreekt, Conf. Grot. J. B. ac P. lib. 2. cap. 11. 5. 1. fcf Barbeyrac ibid. waaromme al van ouds de actie, die uit het zogenaamde nudum paBum naar 't recht der Volken competeerde, by de Coatmentatores de condiBio ex moribus genaamt is geweeft. Te recht zegt al weder de B fchran-  io Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boeit. 2 Verbintenis ten lallen van fig felf mag gefchieden by een ieder die luiks niet uit onbekwaamheid belet, of anderfins verboden werd. Alle fcbrandere Vinn. ad Infl. p. m. 596 Ufu jam pridem receptum ejje conflat, ut etiam ex nuda fimplici paiïo «SSifl detur, ita ut pacli mme eadem vis fit qttce Jlipulatio7Üs. Tantum meminerimus , dijlingnendas effe promiffiones ferias, meditatas £ƒ utiles, ab inctnjtderatis, temerariis atque in•utilibus, cum quis non difpofitivè, ut loquuntur, nee Jerio, fed vel narrativè vel per jocum aliud agens aliquid prtnunciat Ijfc. add. ampl. Hopp. ad I. tit. de obligat. p. 580. ' Eindelyk moet ik om onze practyk van alle blaam te zuiveren nog aanmerken op de vrage: fi, aprês avoir pris zin engagement, je vtis qu'on a abufê de ma facüité, de ma legereté, de tnon imprudence n'ai je pas un droit parfait contre eelui, qui a profité du moment pour m'atraper? dat om het misbruik, dat aan de andere kant van zoortgelyke voorgeevens mede gemaakt kan worden, te beletten, ingevoert zyn de requefte om rnandament van reliëf, op welks interinement word onderzogt an preces veritate nitantur. juift in conformité van hetgeen de Hr. Lufac l. c. aantekent, dus derRelyke gevallen de uitvinding der paüa ■nuda al mede niet kunnen juüifkieeren. H§t fchynt ook dat men met opzigte tot onze rechten niet kwalyk doen zal met de verdeeling, welke J. 2. Infl. deOblig. gevonden word, en waarby de contracten worden verd'-elt in Zaakelyke, Woordelyke, Letterlyke en bewilligende (Ceufenfuales) geheel te laten vaaren, aangemerkt alle contracten, zo wel die zaakelyke, woordelyke en letterlyke als die •confcnfueele genaamd worden, door toeftemming of bewilliging moeten aangegaan zyn, zullen dezelven in rechten van eenige beftaanbaarheid zyn. lid. Stryk. uf. modern. Pandelt. lib. 2. tit. 14. §. 7. alwaar zyn Ed. waarfchouwt, dat men echter de febriftelykeak afzonderlyk heeft aan te merken, het welk men in zo verre in 't oog moet houden, dat hoe zeer het fchrift het effentieele van het contract niet uitmaakt, als welke in de wederzydfche vrye toeftemming gelegen legt, de contractanten evenwel kunnen convenieeren, dat hunne mondelinge overeenkomft van geene kragt zal zyn, dan na dat dezelve in gefchrift zal zyn gebragt > in welken gevalle de overeenkomft voor de ondertekening niet kan verbinden, alhoewel 'er een mutueel confent heeft geëxfteerd, dewyl alsdan niet kan gezegd worden, dat het fchrift niet tot perfectie van de handeling, maar tot probatie van dien gerequireert geworden is, zo als in de cafus by Neojlad. depaZl. antenupt. obf. 19. terwyl in deezen bedongen is, dat het confent buiten het fchrift niets zoude opereeren, het welk als eene geoorloofde conditie moet agtervolgd worden,- Voor het overige kunnen wy de verdeeling der contracten, in die van goede trouw en flrict recht al mede zeer wel miffen, nadien volgens onze gewoontens alle contraéten van goede trouw geacht worden, het geen van zeiven volgt als wy valt ftellen, dat alle contracten by ons door toeftemming worden aangegaan.- V. %. 28. 29. Inft de aTiitn. I. 11. 5. 1. ff. de act. empt. het zy ftilfwygende of uitdrukkelyk. Vid. a. van der Marck 5- 84. in not. wiens doctrine op dit fubjeót aanmerkelyk is, inzonderheid mede tegens den aanmerker op Lyln-echts Jc. V. p. 417. welke zig zelfs tegen-  II. Deel. By wie, en door wie Verbintenis gefchied. 11 Alle Verbinteniffen moeten gefchieden uit een vry en volkomen oeffening des wils. So dat het felve niet kan gefchieden daar het ver* genfpreekt p. 429. met te fuftineeren, dat 'er nog eenige wezendlyke onderfcheiding tuffchen de conventien en contracten ltand zoude grypen, ten minden dat men tot voorkoming van misverftand dezelven niet demelleeren moet, welke waarfcbouwing eene onkundige in verwarring brengt, daar egter deeze woorden by ons volkomen fynonymes zyn. Conf. £? Heinecc. elem. jur. germ. p. 1. J. 341. add. Wolfii j. N. p. e. c. ir. 5. 514. zonder dat eenigzints obftceren zal, gelyk in den eejften opflag zoude kunnen fchynen de aanmerking van de Hr. Lufac op de §. 437. van dezelve Aucteur, want alhoewel zyn Ed. aldaar tracht aan tetoonen, dat de Roomfche Rechtsgeleerden overeenkomtlig het natuurrecht de conventien en de contraiïcn geheel afzonderlyk aanmerken. /. 1. ff. de pad. en dat de eertien niets behelzen, qu'uh concours des volontts fans promefje & un concours des volontés avec promeffe: zoo zal daaruit reeds van zelve voortvloeien, dat de conventiones patla fynonymes zyn als het pattum in navolging van Bar* beyrac omfchreeven word: l'accord accompagné de proneffe. te recht zegt de Hr. Lufac elders: l'ufage des mêmes mots dans un fens différent, & une mé me fignification donnée a differents mots, repandeni fur le Droit Romain fouvent une #&ƒ• curité, a travers la quelle il efl quelque fois bien difficile de penetrer de faifir les idéés. Maar wanneer differente woorden byzonderebetekeniffen gegeeven worden, fchoon het algemeen gebruik dezelven voor fynonymes erkent heeft, word deeze duifterheid vooral niet minder, en dit is by veele Commentatores over 't Roomfche Recht niet zelden gefchied, zelfs heeft men de gehcele diftinétie tusfchen de Conti attus nominati innominati de Roomfche Rechtsgeleerden toegefchreeven, op fundament van de l. 9. D. de rebus creditis. alwaar Ulpianus zegt: Certi condittio competit ex omni caufa, ex omni obligatione ,ex quacertumpetitur: fivs ex certo contraju petatur, fve ex incerto. Licet enim nabis ex omni contradu certum condicere, dummodo prafens fit obligatio : Citterumfi in dien: fit velfub conditionem obligatio , ante diem vel conditionem non potero agere. Conf.ö5 Barbeyrac innot.adgrot.'f. B. 1.1. c. 12. g. 3. n. 3. cj?Gi.oss. add. leg. Eindelyk kan men uit deeze wet afleiden, dat zeer veele overbodige diftinctien door de Commentatores als om ftryd uitgedagt en de Roomfche Jurisconfulti zyn toegekent, en dat Ulpianus de condittie certi omfchryvende, als een actie, welke uit allerlye verbinteniffen, hoe ook genaamd , voorbedagtelyk en uit wettige oorzaak gefchied zynde, gegeeven word, daar door van zelven erkent, dat H. de Groot J. B. & P. d. g. 3. n-,. 3. te recht leert, dat het recht der natuure van alle die onderfcheidingen niet weet, te meer aangemerktzommige contracten, zo men zegt naar *c Roomfche Recht, naamlooze genaamd, niet minder in ouder tyden al bekend en genaamd geweeft zyn, als daar is het contract van ruiling. Waaruit volgt, dat dezelven behooren ad jus romanum rnere pofitivum en aldus kwalyk op onze rechten worden overgebragt. De verdeeling der contracten by het Roomfche Recht vermeld derhalven met den ber. A. van r>2r Marck l. c. verwerpende, zoo verkieze ik in navolging van di Groot /. c. de verdeeling der handelingen in B 2 En-  12 ROOMSCH-HOLLANDSCH R.ECHT. IV.Boek, verftand in zyn oeffcning werd belet: gelyk als dolle en rafende Menfchen, en jonge Kinderen, welke nog door toefegging, nog door aanvaarding verbonden werden. /. 2. §. 3. ff. de jure Codicil/. I. 40. ff. de Reg. Jur. I. 5. ff. eod. I. 1. §. 12. ff. de obligat. & a&. §. '10. injlit. de inuiilib. ftipulat. ftom en doof-geboorne. §.7. 12. ïnftit. de inutil. flip. (fi). So werd ook niemand verbonden door iet het geen hy t'eenemaal dwalend, of door bedrog misleid zynde, doet. /. 116. §. fin. ff. de Reg. Jur. tit. ff. & Cod. de dolo mak. (3). So Enkelde , die namelyk in geen meerderen kunnen ombonden worden, deeze zyn of lanter weldadig als gefcbenk, of met onderlinge verbintenis als bruikleen: en in gemengde, welke in meerdere ontbonden kunnen worden, by voorbeeld: het contraft van leengoederen , zynde de uitgave van het onroerend goed een loutere mfldadigheid en beftaat dus in geeven, maar de laft van fchut en manfchap [Z. r. d. p. 245.] beftaat in doen; dog de laatftgenoemde weder of uit 2ig zelve en principaliter, of door bykomit en accefjie gemengd te fubdividee ren fchynt niet nood^akelyk, zoo als blykt by van oer Meulen in comm. ad H. Grot. J. B. ac P. torn. 2. pag. 408. alle zoodanige handelingen nu, welke in geeven óf doen beftaan, en anderen uitdien hoofde nuttig zyn , worden by ons contracten of conventien enz. genaamd. Men zie dit verder uitgebreid by Wolfius in Jur. Nat. p 4. cap. I. junü. Cl. van der Marck g. 94. (2) Dat ftom en doof geboornen zig door ftipulatien niet verbinden konden naar het Roomfche Recht is uit de tit. de inutil. ftipul. zeeker, dog ongepaft zoude men zulks als by ons gerecipieert aanmerken , dewyl by ons geene bepaalde wederzydfche bewoordingen gerequireert worden tot de validiteit eener verbintenis, maar de vrye toeftemming en uieening om zig te verbinden uit rede¬ lyke oorzaak genoegzaam is, welke zodanige ongelukkigen door tekenen als anderzints aan den dag kunnen brengen, gevolgelyk men het daar voor hebbe te houden, dat des A. gedoceerde alhier, bepaaldelyk op het Roomfche Recht flaat zonder eenige extenfie. Conf. £ 347- ibiqus cit. maar tot bcnadeeling van een derden ksn by ons even-min als ky de Romeinen eene verbintenis meldengynde het Jus tertii by ons even onkreukbaar, -Men echte r.agr verdienden de woorden van den beroemde A. van PI» limx Inflitut. jur. civ. &c. pa^. i56. eerwaardig alhier geplaatft te worden : Jure quidem Rcmano per 4. 18. /. de inutil ftipul. certifp.mumejl ,non valere pnmifjhnem, -qua mibi promittitur, quod tibi.prgflandtm fit, fed lil. GitOTius de J. B. £ƒ P. lib. 2. cap. 11. §. ig. rette ohfervavit, id civile feu merepofitivum, non naturale effe: quod £f more fut pro illuftrando eximio Crotiano op'ere pro. lix'cus  ïS Roomsch-Hollandscii Recht. IV. Boek. Sulks, dat indien ik met een ander ware overeen gekomen, dat een derde hem iet fou geven, of doen, 't felve fou dien derde in 't minfte niet verbinden: Dog werd verfiaan, dat ik evenwel fou gehouden wefen te wege te brengen, dat fulks gefchiede, of by gebrek van dien, te voldoen fo veel als den anderen daar by, na 't leggen van goede Luiden, ontbrak, Indien, of om dat fulks niet gelchiede. DD. ad l. 38. ff. de verbor. obligat. Vinn. ad §. 3. infl. de inutilib. fiipul. numer. 1. Marant. difput. 7. Bronkhorft. cent. 4. asfert. 40. Mantic. de ambig. convent, lib. 14. tit. 34. num. 11. Faber. Cod. lib. 8. tit. 26. defin. '10. num. 4. 8. TulTch. pra&icabil. concl. vol. 3. concl. 16. 6 Het geen hier voor is gefegd: dat geen verbintenilTen, voor, of tot nadeel van een derden, by overkomft, gefchieden kunnen, heeft defe uitfonderingen: Ten ware, dat hem de faak aanging. arg. §. 18. inftit. de inutilib. flip. Of die geen, dewelke de handeling dede, in onfe magt was. /. 17. §• fin. I. 18. f. de pacl. of daar 7 toe van ons gelaft was. tot. tit. ff. & Cod. mandati. Gelyk als zyn onfc Kinderen, die wy in onfe magt hebben, of onfe Dienaars, die onfe laft en bevel"gebruiken, door welkers daad men kragtelyk verbonden werd, en voor defelve gehouden is te verantwoorden: en wederom door defelve alle aantaal en geregtigheid verkrygt. tot. lixius demonftravit JU. Wolftus in Jur. Nat. part. 3. cap. 4. 749- ufque ad §. 753. Et cum in praxi noftra forenfi quo ad materiam patïorum, promijjorum, convintitnum aut contraüuum minime ftquatur Jus Romanum pofitivum (g. 82. in not.) fed unice leges nojlras patrias iis deficientibus jus natura externum (§. 24. 34. 47. g. 51. in not.) hinc vix dubitandum ejl, quin ejusmodi pattum, que tertio pro mittitur, Uit- (9) Omtrent *t geen den A. h. n. ter nederftelt word volftrekt eene nadere uitlegging gevordert, en dan komen alhier in aanfchouw de Actiën by het Roomfche Recht bekend onder de Ac tiones Pratorire perfinales; de peculio; de in rem verfo; quod jujju; & tributoria. De eerftgemelde, de pecl-lio genaamd, fpruitende uit de verbintenis van den Zoon of flaaf, werd gegeeven aan den geen, met welke de overkomft is aangegaan, tegens den Vader en Heer tot de uitkeeritag van zo veel als het pecuHum of geld bevonden word uit te maken. Conf. DD. ad D. tit. de peculio. juntt. No/Ir. in cenf. fer. lib. 4. cap. 3, n. 13. Dog deeze Actie is alleen maar in zo verre in gebruik, dat een Heer of Vrouw, geene laft aan hunne dienftboden gegeeven hebbende, uit derzelver Contracten alleen gehouden zyn tot de verdiende en onbetaalde huur of loon. Vid. Cl. Voet eod. n. uit. Grot. manud. I. 3. p. r. 5. 34. £? ampl. Schorer ibid. 72. 48. cjf 49. De tweede de ik rem verso genaamd, word gegeeven aan degeenen, weiken met een kind of dienftbode hebben gecontracteert, tegens den Heer of Vader tot dat geen, het welk dezelve daar by gebaat is, waar van de grond beftaat in de gulde regel van het Natuur, recht , dat niemand met eens anders fchade bevoordeelt moet worden. /. 208. D. de R J. door deeze Actie bekomt iemand het geheel, daar hy volgens de vorige maar zo veel kon magtig worden, els in peculio bevonden werd. Conf. om nino Cl. Voet in Cemm. ad Pandect. lib. 15. tit. 3. Omtrent het hedendaagfch gebruik deezer Actie valt aan te merken, dat dezelve ook nuttelyk gegeeven word tegens den man , wanneer de vrouw met zyn weeten goederen beftierd, en tot zyn nut contracteert, by voorb. zo zy noodzaakeiyke huishoudeiyke zaaken gekogt heeft gehad , alhoewel dezelven terftond na het voltrekken der conven • tie door toeval zyn vergaan. Vid. doctiff. Hofp. ad tit. I. quod cum eo qui in alten: poteft. de Groot inl. 1. b. S- d. n. 38. junct. Sands /. 2. t. s- def. 8. De derde door my vermeld is de actio quod jussu , welke voortfpruit uit het gegeeven bevel door den Heer of Vader aan zyn onmondige Zoon of aan zyn dienaar, en v/elke uit alle de opgenoemde hec gemakkelykft te bewyzen en ook geenzints de minde is, gemerkt dezelve altoos ftrekt in folidum, zo verre echter de contractanten de palen, van het bevel niet hebben uitgebreid, aanmerkelyk zyn de woorden van den Raadsheer Huiser bed. rechtsgel. 3. b. 2). cap. n. 4. 5. en 6. Uit bevel is de Vader voor het geheel verbonden, zo dikivils de Zoon eenige handelingen beef; aangegaan, op ordre van zyn Vader, het zy door uitdrukkelyk bevel, of door goedkeuringe naderhand, en zo dikwils daar blyk is van de wille des Vaders. Gy zult vragen, of dat byzonder is tusfcben Vader en Kind, en of niet alle de geene, die laft geeven tot eenige handel, daar uit kannen aangefpreoken worden? Ik antwoorde eigentlyk Neen; maar die gehandelt heeft met de laftbebber van een vreemd perzoon , beeft de rechte aavfpraak alleen op de gelaftigde, met wien by gehandelt heeft; de lajlgeevinge beftaat tusfcben de andere twee, te weeten, die de laft geeft en die ze ontfangt, en raakt een derde niet. Hoewel de billykheid beeft ingevoert, dat de laftgeever nutsbalven met C 2 de  20 Rö-OMSCH-HOLLANDSCH RECHT. IVvBoèlt. Uitgefondeit. in verbinteniffen uit misdaden. Aangefien niemand de ftraffe behoeft te lyden van een anders misdaad, maar een ie8 der felf moet boeten, het geen dat hy felfs misdoet. Sulks dat na Regten, de Ouders voor de misdaden van haar Kinderen, 't zy mondig, 't zy onmondig, niet gehouden zyn, gelyk ook niet dë de oneigentlyke, die men nutttlyke Actie noemt, kan aangesproken worden, en de laftbebber zelfs, met de rechte of eigentlyke aanfpraak, tot wiens voordeel noch hy de meeflt Rechtsgeleerden word verfiaan, dat een gelaftigde, na dat hy zyn bedienfl heeft afgelegt ,niet meer kan worden aangefprooken, boewei na deJlrengbeitderRecbten anders zoiule zyn, Delaatftgemelde Actio Tributoria van diftribuere of verdeden alzo genaamd, om reden by dezelve aan ieder dercrediteuren word toegekent, her geen denzelve vc-rfchuidigt is, byaldien de Zoon of knegt met kennis en toelating van den Vader -of Heer, hebben genegotieert in zekere waren, genaamd merx peculiaris, om dat dezelve uitmaken een gedeelte van het peculinm, 't welk de Vader of Heer, den Zoon of Knegt hebben toegeftaan op eige naam te verhandelen, op dat de Vader of Heer zelfs de winft zoude verkrygen. Conf. Bockelman ad ff. de tribut. act. j. 8. en dezelve Actie ftaat alle de geenen, welken op zoodanig goed hebben- gecrediteerd op en tegens den Heer of Vader, of deszelfs erfgenamen,, quatenusad eos pervenit, tot gelyke verdeeling van zodanige goederen of waren, ofte wel anderzints van de penningen daar van gekomen; Het hedendaagfebe gebruik deezer Actie is zeer gering uit hoofde de toeftemming des Vaders om zyn Zoon afzon derlyk ïe doen Hegotieeren by ons, voor zo verre den handel of negotie aangaat, voor eene. emancipatie of handligting gehouden word, gevoigelyk de Zoon des* wegens proprio nomine met rechte aanfpraak {directa actione) geconvenieert kan wordenmaar deeze Actie kan echter nog nuttelyk volgens het gevoelen der meeften openftaan, wanneer de Vader den Zoon in de koft gehouden en een zekere fomme gelds tot het voeren van een bepaalde handel gegeeven heeft. Conf. Schilter. ad ff. ex. 27. g. SS. &f 89. Hoi'i'. ad tit. de act. pag. m. S39. Eindelyk is alhier aan te merken, dat onmondigen mede door hunne Voogden, in zaaken uit hunne naam ofte hunlieder goed betreffende, verbonden worden , gelyk de onmondigen ook aanfpraak kunnen maken uit de handelingen hunner Voogden tegens andere lieden. Z. de Groot. b. t. n. 33. doch de Crediteur dient volgens decifie van den Hove van Vriesland, aangetekent byHuBER heed. rechtsgel. I. c. n. 13. en op grond van de l. 3. Cod. quand. ex fact. tutor<. junet l. 2. Cod. de curat. fur. fufficienter te bewyzen, dat de fchuld ten behoeven van de Weezen is opgelegt; wanneer, evenwel met grond daar tegens nog kan worden ingebragt, dat zulks onvoldoende is, zoo de Voogd buiten noodzaak het geld heeft opgenomen. Z. de iïfi HuEER. d. I. n. 14. De Groot d./. bepaald derhal ven de aanfpraak omtrent pupillen te recht voor zo verre zy fcha* deloosheid van de Voogden kunnen beko» men, of by derzelver handelingen gebaat zyn. Conf. Cl. Voet ad D. tit. quando ere fact. tutor. A, in ctnf.ftr. p. 1. I. 1. sap*. 17- «• 13-  ix Deel. 5)tó)f;/rW ü,; rbinténfo gefchied. 21 de Kinderen voor die van haar Ouders. Ezech. cap. 18. vers. 4. 20. /. Crimen. 26. ff', de potmis. Coftuyni. tot Antvverp. tit. 3f5; num. 17. tot Mechelen, tit. 9. art. 14. en andere. Maar de Kinderen komende te misdoen, en in groote boeten veroordeelt te werden, en geen goed hebbende, om defelve te voldoen, indien de Ouders niet vry willig defelve betalen, fou in fuik geval de geldboete in Lyfftraf, 't zy Geeifeling, 't zy te Water en te Brood te fetten, of iet diergelyk, dat door lighaams weedom, weligheid kan intomen, verandert werden, per. text. in l. fin. ff. Cod. de in jus vocando. I. 1. §. fin.ff. de poenis. I. 7; §. 3. ff. de Jurisdicl. I. 6. in fin. de fepulc. violat. juxta vu/gare ac tritum illud: qui non habet in are, ittat in pelle. En zyn andere Luiden voor hare Knegts, of Dienft-boden, in fulke gelegentheid niet verder gehouden, als- hare huur bedraagt, /. 35» f- de Noxal. act. I. 3. § • 1. ff. de peculio. De Handveften van Keizerin Margriet aan die' in Kennemerland en Schieland in den jaare 1346. gegeven, feggen: Dat een onmondig Kind niet meer mag verbeuren als zyn Lyf en tien pond van zyn Ouders goed. Als mede de Handveften in Amftelland, Gooiland, endie van Schoonhoven: Dat geen Kinderen aldaar, in haar Fader en Moeders broode zynde, meer mogen verbeuren in haar Ouders goed, dan tien ponden-Hollands. Item in Zuid-Holland: dat een Mans inheem-Kind, dat mondig is, en niet uit gegoed, van zyns Vaders en Moeders goed, mag verbeuren tien pond, fonder meer. Waar uit een ftrydigheid ontftaat, hoe dat het felve by wege van gunft, gift, of voor-regt, de voornoemde plaatfen toegeftaan werd, daar nogtans na-het Gemeen recht, als voor, de Kinderen van haar Ouders goed niet met allen konnen verbeuren. Andere meenen, dat de Graven daar mede hebben willen weg neemen het bedenken: of ook do Legitime portie der Kinderen, door derfelver misdaad kan verbeurt worden: maar aangefien in fuik geval, de misdaad de Ouders fouden- befwaren, die niet misdaan hebben, en de Legitime portie niet eerder komt te vervallen, als na de dood van de Ouders. Sie Schneid. ad tit. in ft. de obl. qii(& quafi ex delict. §. ft filius familias. num. 2. 6? Perez.^ Cod. de profcript. num. 12. is waarfchynlyker, dat de. Graven fchynen genen te hebben op de ouderlofe minderjarige Wefen, dewelke in het befit zyn van haar Vaderlyke goede- C 3 ren',  S2 Roomsch-Hollandsch Recht. IV.Boek. ren, welkers ftraf om de jonkheids wil dikwils werd kwyt gefchol» den, of anderfints vermindert. /. 2. Cod. fi adverf. deliclum juncl. I. 37. ff. minoribus. c? /. 10. ff. de pcenis. Immers de gelegde Handveflen, ten opfigte van de Ouders, geen plaats kunnen hebben, dan wanneer by eenig gebod, of keur, eenige byfondere boete geftelt wierd ten laften van de Ouders, indien fy, hun Kinders fulks niet houden, dat fy de Keur niet komen te overtreeden, en fodanigen boete meerder was, dan tien pond Hollands, 't welk felden gefchied, en fulks zynde, fouden de Ouders, in de voorgenoemde plaatfen, met tien ponden, dat zyn tien guldens, elk tot twintig Huivers, uit kragt van hare Handvegen, mogen volftaan. Dusdanige Keure daar by de Ouders in de breuken van hare Kinderen gehouden zyn, is te fien in de Cofluym. tot Antwerp. thul. 36. num. 17. en in de Handveflen tot Amfteldam, een Keur'. Dat de Ouders fullen gehouden zyn te betalen voor haar Kinderen een boete van twaalf ftuivers, wanneer defelve op de uure van de Beurs-tyd ter Beurffe fpelen, of andere moedwil bedryven. Ordon. van de Beurffe aldaar, art. 3. en andere diergelyke meer. [Recueil van Rofeboom p. 195.] (10). 9 Een Schuld-eiifcher, welk met iemand, die van een Reder het Schip was bevolen, of van fyn Meefter als Facloor, of Bewindhebber , over eenige Koopmanfchappen was geftelt, rakende het Schip, of die Koopmanfchappen, had gehandelt, die plagt de Keur te hebben, of hy den Reder van het Schip, of zyn onderftelde, den Koopman, of zyn Bewindhebber wilde aanfpreeken, en in Recht betrekken. /. 1. §. 17. ff. de exercit. acl. I. 6. §. uit. ff. JMauu eaupon. Slab. I. 5. §. 11. ff. de inflitutor. cn waren de Reder, of Kooplieden meer als een, fo was ieder een voor al in 't geheel verbonden. /. 1. §.fin. /. 2. /. 3. £f 4.. ff. de exercitor. I. 12. %. uit. een boste julcke perfoon eenigb geit burcht, leent van 12. gulden:. D 2  s3 Roomsch-Hollandsch Recht. IV»Boete» van den Hogen Rade, art. 275. Ampliatie van den Hovevan Holland, art. 14. Ordonnant. op Vvan de Regtsvord. in de Steden, art. 31, 32. Coftuym. tot Antwerp. cap. 68. art. 42. 43. Cbriftin. vol. i.deV cif. 22$*tjum.<8. uitgefondcrt de faken daar men geen recht toe heeft ^ of hebben kan, §. 1. 2. in/lit. de inutilib. Stipulat. of die uit fchanuelyke of oneerlyke oorfaken fpruiten. §. 24. inftit. I. 27. §.4 ff. de pa£t. of tegen de gemeene faak, of tegen het algemeen recht ftryden. /. 28. %. 7. in pr. I. 38. ff, de pact. Daar onder ook gerekent werden handelingen- van toekomende Erfenis vanLuiden die nog levens ï. 19. /. uit. Cod. de pacl. l.ói.ff. de Verb. oblig. [vid. infr. c,24.11.; vid. Sande 4. 5. 19,] So werd by ons geen recht gedaan op tuis-fpelen, en het geen uit fodanigen oorfaak is toegefegd, of belooft. /. 5. Cod. de Condicl. vb. turb. cauf. junëh l. ï,.Cod. de Altatorib. Coftuym. van Antwerp. iit, 54. art. 17. en volgende. Keuren in Leyden. art. 144. Neoftad,Cur. Holl. decif. 58, Grot. Inleyd. 3. Boek, 3. Deel, verf. Gelyketwyfeling. Nogte ook op weddingen, welk aan het enkel geval hangen, en niet wederzyds voordeelig zyn. Sie Grot. Inleyd. d. cap. 3.. verf. Alhier ontftaat. en Groenew. aldaar. £f de legib. abrogat. ad L io8. ff. de Verb. obligat. [vid. latius infra 4. 14. 5.] (14)» Het III. Deel. Hoedanig toefegging gefchied, en van wat kragt, ï. Toefegging hoedanig, by ons kragtelyk 4. Toefegging op dag, hoedanig verbind, refebied. 5- Toefegging onder een indien, wat, em 2. Hoe veelerbande gemeenlyk. van hoedanige kragt. 3. Enkele toefegging van wat kragt. tt"\e toefegging en verbintenis gefchied by ons op allerlei wys,I 1 daar by van den toeftand kan blyken, en met allerhande woorden, dewelke kragtelyk kunnen verbinden; want dewyl den Menscly ;'!/,) En de mnotatien aldasT.  III. Deel. Hoedanig toefegging gefchied, &c'. %y Mensch niet meer eigen is, als te voldoen het geen onderling befproken is. /. r. ff. depaSt.. En geen ding fwaarder valt, als zyn beloften tegen te gaan. I. i.ff. de conftit. pecun. Hebben onfe VoorOuders van ouds geen faak grooter geagt, als haar woord te houden, en te voldoen 't geen zy eenmaal hadden toegelegd; Daar in fy tot een voorbeeld boven andere Volken altyds gefield zyn, dat men haar by haar woord mogt geloven. Sie 'Facit. Annal. 13. Cluver. de Aniiq. German. lib. 1. cap. 19: verf. Unlverfe. Grot. Inleyd. 3. Boek, r. Deel, op *t einde. (r). [Toefegging van een Vader aanzyn Kinderen gedaan , dat hy van zyn goed niets verkoopen of weg fchenken fal, belet den felven niet by Uiterfle-wille daar van een vrye fchikking te maken. Everardi Conf. 6.~] 1 Andere is, welk flegtelyk gefchied, andere op-dag, andere welk onder een indien geichied. §. 2. itijiii. de l/eib. Obligat. (2). 3 j ?f ,kragt Va" een toefegginS flegueij* aangegaan is, dat' defelve dadelyk zyn begin krygt, en daar door den aanneemer fonder vertrek regt en aantaal verkrygt, volgens den Regel, dat alwaar geen tyd gefield is, 't felve datelyk mag geëifcht werden, d. §. 2. inftit. I. 14-ff. de Reg. jut. L $6. §. 4..ff. de Verb.. obligat. ten waarde voldoe-! dóen. add. Zoesius ad tit. PandeBar. de V. O. n. 37. met opzigt tot welke laatftgemelde de Rechts DD. controverteeren: of de Beloover van een bepaalde daad kan bevryd worden met de vergoeding van koften, fchaden en intereffen aan den Aanneemer? Gomez. variar. refel. cap. 10. n. 22. Donell. en anderen achten , dat hy daar mede kan voiftaan ; maar Cojacius ad l. 72. D. dc V. O. ö1 Zoejius l. c. n. 53. zyn van contrarie begrip; Dan het gevoelen der eerftgem. komt my aanneemelyker te voren, uit hoofde der regel dat in de verbintenisfen van doen niemand pracife tot de daad gehouden is, maar bevryd word preestando intereffe. Vid. Cl. Brunneman ad d. I. 72. juntï. I. 6, 8 eod. add. omnimCl. Voet in comm. ad eund. D. tit. n. 8, • D 3 (0 Mm zie Huber Hedend. Rechtsgel. 3. b. 2J. cap. n. 2. in welk hoofddeel zyn Ed. n. 5 mede te recht aanmerkt, dat het onderfcheid tuffchen beloften en toezeggingen by ons geene plaats heeft, volgens het gemeene fpreekwoord : be loften maaken fchuld. , Z. ook hier voren 1. d. in notis n. 4. £f 5. waar by eenigiyk alhier nog te voegen (laat, datzommige beloften zyn perfoneel, by voorb. ik beloove van Sempronius niet te vorderen de betaling van myne reekening ten zynen lajlen: andere reëel, als: ik beloove de betaaling van myne Rekening die Sempronius •myfchuldig is, niette zullen eijjeben. Z. Huber /. c. n. i8. £ƒ 19. (2) Conf. Huber /. c. n. 63. en volg. ook kunnen de beloften nog verdeelt worden, in die van geeven en die van  go Roomsch-Ho llandsch Recht. IV.Boek. doening van de faak felf eenige tyd vernoodfaakte, gelyk als de levering van onroerend goed, of de toefegging van iet op een andere plaats te voldoen, het welk fo veel tyd befluit, binnen welk het bekwaamlyk kan gefchieden. §. fin. inftit. de inutil. flip. 1. 73. ff. de Verb. oblig. I. 105. ff. de (blut. I. 21. §. 1» de conftit. pecun. (3). 4 Maar van toefegging op dag, ftaat onderfcheidentlyk te oordee» len. Dat in toefegging jegens een tyd, of dag, die feker is, het regt en aantaal tot het felve mede wel terftond ingaat, en aan des aanneemers Erfgenaam overgaat, dog niet eer kan gevordert werden voor de tyd om is, en den geftelden dag gekomen is.- /. 213. ff. de Verb. Signific. En werd verftaan dat den dag, welke in de toefegging genoemd is, binnen werd gerekent, en ten einde moet zyn, eer dat de fchuld verfcheenen ks, of geëift mag werden. §. 2. injlit. de, Verb. Obligat. junSl. §. uit. inftit. de inutilib. Stipulat. I. 42. ff. de Verb. obligat. Maar was den dag onfekcr, of, cn wanneer hy komen fou, defelve fou vervallen tot een Indien: En de toefegging niet eer bekragtigt werden, voor die gekomen was. I.17. §.2. /. 72. §. 7. ff. de condit. &f demonftrat. (4). 5 So moet ook 'het indien onder 't welk de toefegging is gefchied, fo het eerlyk en mogelyk is, vervuld werden, eer dat die toefegging zyn kragt krygt, fo dat het felve maar in een hoop beftaat, of fulks mogt gebeuren. §. 4. inftit. de Verh. oblig. Maar was het indien oneerlyk, of onmogelyk fou daar uit geen regt mogen, cf kunnen werden gemaakt. §.2. inftit. de Verb. oblig. I. 72.(ft. de Cond. & demonftrat. jun&. $. 24. infl. de inutilib. ftipulat. I. 26. ff. de Verb. oblig. & l. 4. Cod. de commit. & cont. ftipulat. Het indien kan ook beftaan in iets niet te fullen doen, of niet te gebeuren, het welk op dat het niet oneindig zy, wel meelt aan feker perfoon, of aan fekere tyd hangt, gelyk als indien hy niet na Ooft-lndien gaat, of, indien dat, of dat, binnen fuiken tyd niet gebeurt , (3) Add. Francisci Gard. Mantica onmiddelyk voorafgaande eene conditie de tac. & omlig, convent, p. 2. pag. 215. was begreepen , die voor gerepeteert moet n. 13. juntc. n. 15. fjf i(5. ook merkt gehouden worden, dog dit is gantfeh dezelve nog aan: dat een enkelde be- niet zonder bepalingen te verftaan. lofte conditioneel word, wanneer in de (4) Add. Mamtica /. c. «. 17.  llf.Deel. Hoedanig toefegging gefchied, &e. 31 beurt, welke tyd moet uitgewagt werden, en by het leven van die geen, welker nalating van iets te doen onder het indien gefield is, niet vervalt, om dat fo lang hy leeft het onfeker is, of het fal vervallen. j. 4. inftit. de Ferb. Obligat. l. 27. & l. 115. ff. deP'erb.Obligat. Maar was het nalaten van iets in des toefeggers magt en wil gefield, fou hy onder feker, en Borg-togt van fulks te fullen nalaten, de fchuld ondertuffchen mogen eiffchen, en het toegefegde genieten. I. j.f.de condtt. & demonftrat. I. 40. in fin. ff. eod. 1.2. Cod. de Jiis qua fub modo. Toefegging daar by iemand iets belooft, indien, of fo veel hy fal willen, is kragteloos, om dat geen aantaal kan werden gemaakt, jegens iemand die niet verder, als hy wil, verbonden is. /. 8. ff. de oblig. & a&. I. 17. ff. de Ferb. oblig. I. 108. %. l.ff. eod. Anders werden de toefeggingen geheel eng, en na de letter genomen , fulks dat het den toefegger minfl befwaart, en geen uitbreiding t'fynen laften werd geleden, verder als daar by klaarlyk is uitgedrukt, maar werden de woorden altyds genomen tot nadeel van den bedinger, in wiens magt dat het was, het beding klaarder uit te drukken. /. 38. §. 18. /. 99. ff. de Ferb. oblie. l%o ff de patt. (5). ö oy' JJ' (5) Conf. Cl. Voet ad d. i. n. 10. juncl. Mantica s. num, zi, Het  52 Rgomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. Het IV. Deel. Van Mede-fchuld, en Borg-tocht. [Grot. 3. 3.] 1 Sig beneven een ander te verbinden, van 10. Of den fcbuld-eijjcber, met den felf - wat kragt, en boe ver plaatsheeft, en fcbuldigen in recht te betrekken, den wanneer in 't geheel, of voor zyn aan- Borg- ontflaat. deel verbonden. u. Waarborg, of voor de uitwinning van 2 Berg te wefen wart en wie Borgen mo- den felf fchuldige mag aangejprooken gen zyn , of niet. 3. Foor hoedanige fchulden Borgen gefield ia. Afftand van defelve voorregten, boemogen werden. danig te doen. 4 Of iemand voor meer, of iets anders als 13. Wat recht den Borg heeft tot vergoeden felf-fcbuldige fchuldig is, Borg ding, jegens den felffcbuldigen, en blyvende, gehouden is. mede-Borgen. 5. Borg-togt moet duidelyk, welwetend, en i^.Cejfte van aüie , of Overdragt van met voorbedagten raad gejchieden. aantaal, of, wanneer, en tegen wie 6. ■ Foor een misdaad , daar Licbaantlyké noodfakelyk. ftraf voor ftaat, mag niemand Borg 15. Voor, of na de betaling. werden. • I(5- Wanneer, en door wat middelen Borg- 7. Hoedanige voorregten den Borgen zyn ■ togt eindigt, of vergaat. vergunt. J7' QA en wanneer den Borg voor de be- 8. Wanneer op te houden, en niet gebruikt taling, ontjlaging van zyn borg-togt mogen werden. ™ag eiffchen. 9. By af ft and van defelve voorregten, wan- 18. Of, en-wanneer door bet verlengen neer verftaan werd ftilfwygend te ge. van de tyd van betaling, den Borg fcbieden. VJsrd ontftagen. Niemand kan iets toefeggen om daar mede een ander met 'er daad te verbinden. §. 3. infl. de inutilib. (lipul. gelyk hier voor gefegd is (1), maar wel om hem felven, beneven, of voor een ander verbinden, tot. tit. ff. de duob. reis. & de fidejuffbr. Wanneer meer perfoonen haar te gelyk als felf-fchuldige ver- bon- (1) Verfta» dit zoo als hier voren 2. d. in notïs n. 8. is aangstoont. add. Voet ml tit. de Verb. Oblig. n. .5.  IV. Deel. Van Mede-fchuld, en Borg-togt. 33 1 bonden hebben, mogen elk van haar volftaan, mits betalende clks haar aandeel. Novell. 99. cap. 1. juncX dewelke alleen fpreekt van Borg-togt, dog volgens het gemeen gevoelen, en gemeen onderhouding, ook uitgerekt werd tot twee, of meer felf-fchuldigen. per auth. heec ita Cod. de duob. reis juncl. I. n. ff", eod. Sie Neoftad. fuprem. cur. decif. 97. Chriftin. vol. 4. decif. 17S. num. J3. 14. & vol. 5. decif M3. num. 8. cum feq. Gudelin. de jure Noviff. lib. 3. cap. 11. verf. De duob. Gail. lib. 2. obferv. 28. num. 5. in fin. (2). ten waar hem yder fonderling, cn één voor al verbonden had. Grot. Inleyd. lib. 3. cap. 3. num, 54. (3). Coftuym. van Antwerp. tit. 63. artic. 2. Handveft van Zuid-Holland, pag. 409. art. 34. contra, Novell. 99. cap. 1. & ibi DD. of van het beneficium divifionis, dat is, (2) Waar by gevoegt kan worden de tixee en vyftigfte obfcrvatie over H. de Groot inleiding tot de Hol!. Recbtsg. te vinden obferv. 2, d. p. 145. (3) Over deeze plaats van de Groot vid. £f \d, obferv. parte 2. p. 157. Verder valt omtrent de correi debendi nog aan te merken, dat daar door niet verfiaan worden de zodanigen, welken zig elk één voor al en als Principaal verbonden hebben, ten zy 'er by komt, dat zy op dezelve tyd en tot één en dezelve zaak zig verbonden hebben , want zo den een zig voor het verzuim en den ander voor het bedrog van den principaal verbonden had, zoude iemand uit de claufule één voor al -of elk afzonderlyk voor bet geheel, gantfch kwalyk infereeren, dat zy moeflen begreepen worden van het beneficium divifionis afftand te hebben gedaan. Conf. Cl. Voet ad tit. Digefi. de duobus reis confiit. zonder dat obfteeren kan Costum. van Antwerpen cap. 63. art. 3. nadien aldaar gefprooken word van zeker fomme en gevolgelyk één en dezelve zaak. -Voor het overige blykt mede het onderfcheid tuffchen de correi debendi en de Borgen naar gronden van befchreevrne Rechten daar uit, dat de correi debendi zonder eenige ceffie van actie kunnen ageeren, aüione utili om van hunne mede zelffchuldigen te recouvreeren de by hun betaalde fchuld , het welk de Borgen geenzints openflaat, hoe zeer dezelven het Beneficium Epiflolce D. Hadriani {ƒ cedendarum aüionum met hun gemeen hebben, vid. I. 16. ff. de fidejuff. I. r. Cod. de duobus reis. junSt. confultijf. Coler. praBica univ. pag. 236. gelyk ook nog van aanbelang is de qua3ftie, of een Crediteur van meer zelffcbuldigen, in voegen gemeld verbonden , door een hunner voor zyn geregtelyk aandeel te convenieeren, moet verfiaan worden fchuldfplisfing te hebben toegelaten, en ingevoerd? in cas van ontfangfi zoude proteftatie in aanmerking komen, dan moet omtrent de vrage als nu gelet worden op de onderfcheiding , of iemand fimpliciter en (lechtelyk een gedeelte van één derzei ver gevordert heeft, want dan heeft hy niets anders gedaan dan verkiezen, rnaar geenzints verdeeIen. Conf. doüiff. JVJantica de tac. fcf ambig. convent, lib.15. {>5-/wifö.Voet d.t. n.4. E  34 Roomsch -Hollaiïdsch Recht. IV.Boek. is, het voorregt van fchuld-fpliffing duidelyk afgegaan, fo by ons meercndeels gefchied. arg. I. i. ff. de ferv. export. Ook indien de andere mede-fchuldigen baarblyklyk onmagtig, of uitlandig waren, auth. prcefentit. Cod. de fidejtffor. auth. hoe ita Cod. de duob. reis. liet welk te verftaan is van twee, of meer, die haar te famen als felf-fchuldige, en elk één voor al, en de één voor de ander verbonden hadden, maar niet van die geen welk haar flegtlyk t'famen voor één faak verbonden hebben. Glófl*. in dict. auth. hoe ka. Sichard. ibid. mm, 4. in fin. 6? feq. (Het welk by ons dikwils gefchied.) So ook, indien iemand hem Borg had gefteld, gelyk als felf-fchuldig, en onder afftand van beneficiën Ordinis & Excuffionis, dat is, van des felf-fchüldigers voorgaande uitwinning, mag hy voor dat de faa'v-fchuldige, of fchuldenaar felf uitgewonnen is, aangefproken werden. Cbftuymen tot Antwerp. tit. 63. artic. 1. Chrift. ad Conjuetud. Meehlin. tit. 7. art. 15. Fach. lib. 8. cap. 54. Gail. lib. 2. obferv. 28. mm. 2. 6. maar mag op het doen van de executie aan.wyfing doen op de goederen van den felf-fchuldige, fo daar eenige zyn. (4). CV_ _„J„.. i-„ J„., n^A.-.^^ H^vnn +-Q -.Tra/ai-! ir. 1-,/-v«* oig vuur t'Lii anuöi ie verumucu, cinucici jjuigc wi-n.ii, 10 uuu felf voor een ander fchuldenaar tot meerder verfekering door toefegging verbinden, pr. inftit. de fulejuffor. Borgen mogen zyn al die haar felf kragtelyk ergens toe verbinden kunnen. Üitgefondert Vrouwen, welke haar aan fodanige Verbintenis niet behoeven te houden, uit een byfonder voorregt den Vrouwen gegeven, dat men noemt het beneficie van het Senatus confidtum Velkjanum, by het welk het eerft is ingefteld. /. uit. §. 1. 2. ff. ad (4) Dit recht van aanwyzing word mitsgaders de preferentie en concurrengenoemd beneficium juris, Jlatuti vel con- tie gehouden, waarom doorgaans hier fuetudiuis, het welk volgens de wetten van by de Aflens van borgtogt expreffelyk deezer Stad Amft. niet verder gaat als afftand gefchied met de bewoording van op de onroerende goederen van den De- de Willekeuren deezer Steede, als volgens biteur, die de jurisdictie deezer Steede welke mede zeker is, dat een Borg voor fubjecl: zyn, en moet de Crediteur uit een fchuld, waar voor hypotheecq is kragt van dit afzonderlyk Beneficie met gefteld , niet is convenibel, dan na voorde Execut4e van den Borg zoo lang wag- afgaande Executie van het hypotheecq. ten, tot dat de goederen van den prin- Z. Roseboom recueil cap. 49. art. 3, add. ripalen Debiteur zyn geveild enverkogt, Amft. Secret. cap. 4.  IV. Deel. Van Me de-fchuld, en Borg-togt\ 35 ff. dd St. Velkjan. daar onder ook gerekent werd, begreepen te zyn , als zy haar felf als felf-fchuldige voor een ander verbinden , of een anders fchuld voor haar eige fchuld aannemen. /. 1. in fin. pr. ff. I. 4. '& l. 14. Cod. ad Senat. Velkjan. ten waar fy daar van afftand deden. /. pen. ff. de pacl. En byfonderlyk niet voor gcld-lening, die aan haar Mans gefchied, het welk aan haar mede uit een byfonder voorregt vergund is, dat men noemt het beneficie auth. fi qua muiier. Cod. ad St. Velkjan. ten ware zy mede daar van in het byfonder afftand gedaan hadden. Maar aangefien een Vrouw by ons ook met 'er daad gehouden is, en verbonden werd, door , en voor de fchuld van haar Man, al is 't dat fy haar daar voor niet in 't byfonder verbonden had (gelyk als elders gefegd is) fo heeft het felve hedendaags geen plaats, dan fo wanneer den Man fodanige verbintenis by Huwelykfche Voorwaarden was verboden. Daar van fyner plaats breeder werd verhandeld. En ftaat te letten, dat fodanige afftand uitdruklyk moet gefchieden in een openbaar of zvettelyk gèfchrift, en daar by nog blyken', dat fy van haar voorregt, en van de kragten van dien wel onderregt zyn: [Dog Groenewegen ad L. antiqucs Cod. ad S. Ct. Veil. oordeelt, dat dele plegtigheid niet nodig is, fo uit haar handfchrift, of op eenige andere wyze blykt, dat ie van dit haar voorregt, onderregt weiende, afziet.] anderfins fou enkele afpand niet genoeg zyn. L. Antiqua?. 23. Cod. ad Scnatus confult. Velkjan. Sande lib. 3. tit. iu defin. 2. Item, dat onder de afftand van het voorregt van het Senatus corfnlium VeUejanum, het ander voorregt authent. fi qua muiier, niet is begreepen, maar elk op fig felf, en met onderfchcid moet gefchieden. Sie Sand. d. lib. 3. tit. 11. defin. 4. Andr. Gail. lib. 2. obferv. 77. Joan. Zanger, de cxcept. part. 3. cap. 11. ruim. 204. Berlich. conclu). part. 2. concluf. 21. num. 20. Anton. Tcffaur. decif. 222. (5). 3 Voor : (5) Z. ook de Handv. van Amst. pag. renunciatie komt te ceffeercn , i°. als de 446. 447- & 565- laatfte editie. En Vrouwen 'er óp uit zyn geweeft om andevooral mede de Groot int. b.t.§. 14—20. ren te bedriegen. 20. voor zo verre zyby volgens welke dit voorrecht behalven de handeling zyn gebaat. 30. in Borgtogten E 2 voor  3ó" Roomsch-Hollands ch Recht. IV.Boek,. 3 Voor alle fchulden mogen Borgen gefteld worden. §. i. injlit. de fidejuffor, I. 8. /. 12. §. i. /. 16. §. 3. ff. de fidejufor. (uitgefondeut voor misdaden, daarLighamelyke ftraf toe ftaat, daar van hier na:.) Ook. voor de fchuld van een minderjarige. /. 127.;/. de Verb. oblig. en voor de fchuld van een Vrouw, of andere, die haar tegen defelve fchuld met eenig voorregt fou kunnen behelpen. Als daar toe genoeg zynde, dat zy het in waarheid, en in fig felf fchuldig zyn. Sie Herbaj. rer. qüotidian. cap. 13. §. 21. Carplöv. definit. foren/, part. 2. confiit. 15. defin. 7. maar voor een fchuld die in fig felf niet mag werden geëill, en van fig felf kragteloos is, fo voor iemand die geenfins fchuldig, of verbonden is, fou den Borg mede niet gehouden zyn, om dat een Borg niet meer, of anders verbonden is als den felf-fchuldige. 8. §. 7. ff. de fidejuff'. juncl. I. 46. ff. eod. §. 5. inftit. eod. (6). 4 Derhalven fou een Borg gevraagt zynde om Borg te wefen voor geld, voor Tarw antwoordende, om het misverftand van de faak, niet verbonden zyn. /. 4.3. ff. de fidejuffbr. juncl. I. 8. §. 8. ff. eod. Of een borg in meerder, of ie: anders aangenomen, als den felffchuldige fchuldig is, ook verbonden fou zyn tot fo veel als de fchuld bedraagt: gelyk of iemand Borg bleef voor twintig, en de fchuld maar tien bedroeg? Is eindelyk alfo verftaan. arg. 1.11. §. 1. de conftit. pecun. & l. 33. ff. mandat. Sie Fachin. lib. 8. conti', cap: 51. Wefemb. parat. ff. de fidejuff. num. 5. Bronckhorft. cent. 4. asfert. 53. Gomez. rejhiut. torn. 2. cap. 13. num. 2. Vafq. contr. lib. 1. cap. 40. numer. 5. Vinn. ad §. 5. infl. de fidejufforih. Dog vermits by ons een enkele toefegging volkomelyk verbind, fo moet ook daar uit volgen, dat die geen die in 't voorfz. geval voor twintig had gefproken, niet alleen voor de tien gehouden fou zyn, maar ook den fchuld-eiffcher uit kragt van defelve toefegging, vermogen fou, zyn Schuldenaar nog andere tien op defelve vèrfekerheid te doen. Couvarr. ad cap. quamvis de paEtis. n, 6. (7). 5 Maar voor haare Crediteuren. 40. door be- Zie verder aangaande de vrage wie bor- hoorlyke confirmatie van de gepafleerde gen zyn kunnen den ber. J, VoET arff. borgtogt twee jaren daarna gedaan. 50. de fidejujj. n. 5. ingevalle dezelven openbare koopman- (6) Z. de velg. aant. n. ir. fchap doen. V. Ampl. Schorer ibid. in ne- (7) Add. Groemeweoen de U. tbr. pag. tis en het deel van dit Werk p. igS. 306. blyvende niettemin de doÉtrine van be  IV, Deel, Van Me de-fchuld, en Borg-togt, 37 5 Maar ftaat wel te letten, dat gelyk als wy van andere toefegging hier, voor gefegd hebben, dat fodanigen Borg-togt, wel wetende, en met voorbedagten raad moet gefchieden. Anders indien iemand feide, die Man is mans genoeg, u fchuld fal u wel gewerden, al waar het nog eens fo veel, of met diergelyke manier van feggen, een anders geloof verfterkte, fou het felve, na Rechten, voor geen Borg-togt mogen beftaan. /. 2. §. 6.-ff. mandag §. 6. infl. eod. Chriftin. vol, 1. decif. 110. I. 2. ff. de proxenet. I. uit. Cod. quod cum eo. qui in alien. poteftat. I. 12. §. 12./'. mandati. I. 7. §. uk. cur;: legde, feq. ff. de dolo. Coftal. ibid. Chriftin. vol. 1. decif. 111..'fif vol. 3. decif. 34. num. 6. Pyr. Maur. de fidejuff. part. 2. fél. 3. cap. 4. Chasfan. ad conf. Bourgund. rub. 5. §.2. verf. Son principal oblige. Confult. en Advyf. part. 1. conf 242. 6S 277. Doch Neoftad. verhaald. decif. fuprem. cur. 5. dat tot Antwerpen onder de Koopluiden Coftuym is; dat die geen die een anders credit in 't byzonder verfterkt daar door verftaan werd Borg te blyven, en voor hem te moeten inftaan. 6 Na ftyl vermag niemand Borg te worden voor een ander, die over eenige_ misdaad, daar lyffclyke ftraf toe ftaat, gevangen is. Alhoewel die van Kennemerland fulks by verfcheiden Handveften is vergund. Handvefi, in Kennemerland, pag. 24. 42. en 89. en voor dcfen in Holland fodanige Borg-togten ingekropen zyn geweeft; Sie het Regifier van de Rekenkamer. A. i. D. iffol. 34. £? 35. verf. ■Item, A. 2. fol. 34. ver Co. en D. 2. Daar by feker perfoon belooft hebbende op verbeurte van lyf en goed, zyn Soon tot vermaning wederom in de gevangkenis. te brengen, en den Soon daar na vlug- tig de Groot inl. b. t. §. 23. dat namelyk den met een zekeren indien, of van ze* de Borgen zich niet zwaarder mogen keren tyd af, of tot zekeren tyd, het verbinden, dan de zaakweldige is ver- geen buiten tegenfpraak gefchied, wanbonden geweeft, in zaake, tyd, plaats nter de Borgtogt meerder inhoud dan ot andere omftandigheid, maar wel min- de principaale Debiteur op dien tyd fchulder, ten vollen waaragtig, hoe zeer in dig was, namelyk de ftilzwygende conden eertten opflag het tegendeel zommi- ditie: zoo-de Principaal zo veel meer vergen zoude febynen, want de Groot fcbuldigt zoude -worden, en dan kan de iaat terftond op gemelde leere volgen, Borg ook niet gezegt worden zwaarde'7 •Jat Borgen ook verbonden mogen wor- verbonden te zyn dan de zaakweldige. E 3  38 RoOMSCH-floLLANDSCH RECHT. 'IV.Boek. tig geworden zynde, fo heeft hy felfs in hegtenis moeten gaan, en is verklaard, verbeurd te hebben lyf en goed. Dog alfo hy zeide fodanige beloften gedaan te hebben uit den aart der liefde en toegenegentheid, verlegt kwytfchelding, en is vry gelaten, mits betalende aan den Heer voor de verbintenis van lyf en goed, duizend Hollandfche Schilden. (8). En is die tot Amfteldam by Handvcfl van Hartog Aalbrecht van Beyeren in den Jaare 1387. vergund: Dat de Officiers om gene delictien, of feiten, die, een Boerter van Amfleldam begaan mogt hebben, geen Poorter vermag te Gaffelen, Vangen, nog Bekommeren, nog hinder doen aan lyf, nog aan goed, fo ver hy fig ten genoegen kan verborgen , tot befcheidenheid van Schepenen, dat hy regt fal verbeiden van 't gene de Officiers op hem 'foude mogen hebben te eiffchen, uitgefeid Moord, Brand, Vrouwc-kragt, Raroof, indien den Poorter hem met gewapende hand field tegens de Hoge Overheid, indien een Poorter misdede binnen de Ra-floot van Reygersbroek, ter Ouder-Amfiel, en zyne Konynen in Gooyland. (9). Hoedanige voorregten, alhoewel fonder onderfcheid fchynen te fpreken: nogtans niet anders te verftaan zyn, als van klein en minder misdaden, daar van de ftraf niet Lighamelyk is, en ter befcheidenheid van den Rechter ftaat te oordeelen: om dat by aldien hem iemand verbond een misdadige in handen te zullen leveren, hy wel fig felven fchuldig maakt 't felve te lyden, dat den misdadige fchuldig was, fo hy niet komt, maar by gebrek van dien, fo weinig te vinden fou zyn als den felf-fchuldige, en fulks de misdaden ongeftraft fouden blyven. /. 51. in fin. ff. ad leg. Aquil. Sulks ook uit de uitfonderingen van het voorregt van Amfieldam vergund, genoeg te fien is. En leert de ervarentheid dat het felve niet toegelaten werd, als in faken daar over alleen geld-boete werd geëift, of daar van geöordeclt werd dat den Schout niet verder is geregtigt, in welk geval by ons de gevangenen, mits Borg ftellende tot fekere fom, (S) Z. de obf. ever H. de Groot inl. Crimineele Justitie in de Nederlanden, 2. d. p. 149. en volg. art. 61. en den A. in de aantek. aldaar. (9) Add. Ordonnantie van Koning pHt- als ook de Costumjn van Antwerpen lips van den jare 1570. op bet ftuk van p. m. 339. art. 23. in ƒ.  IV. Deel. Van Mede-fcluld, en Borg-togt. 39 fom, indien fo verftaan mogt werden, na gelegentheid uit de gevankenis werden ontflagen. Gelyk fulks mede brengen de Coftuymen tot Utrecht. Rubric. 36". art. 1. Dat in alk deli&en daar die ftraf is van Lyve, Leden, openbaar Schavot'leeringe, Geef cl in ge, of diergelyke, den Gevangen niet en is te ontftaan op Borg-togte , ten ware den Officier zyn conclnfie Civiel genomen had,-en den Rechter dogt alfo te behoren. En het Edict van ^Koning Philips in den Jaare 1570. art. 52. Het welk in crimineek faken by ons als nog gevolgd, en onderhouden werd, in defe woorden: Jndien de /aak niet te fwaar en is, fullen de gevangenen ge/laakt werden-, tot eerbieden op cautie op Borg-togt fidejuffoor, 0/ juratoir, na de qualiteit van de perfoon en deimisdaad. 7 Een Borg heeft dat voorregt: I. Dat hy niet mag aangefproken werden voor dat den felf-fchuldigen is overwonnen, auth. prcefente Cod. ft e fidejuffbrib. II. Indien dat 'er meer nevens hem, haar felven tot Borg hebben gefteld, dat hy regt heeft van fchuld-fplifling, en met zyn aandeel volftaan mag. §. 4. inftit. de fidejuffbrib. I. 26. ff. eod. dat men noemt het beneficie Ordinis, en Excufftonis, jsa het beneficie divifionis. ^ III. Dat alle re'êek en dadelyke exceptien, of tegenweeren, welke den felf-fchuldige fou kunnen doen, ook den Borg te baat komen. /. 7. §. 1. ff. de Except. I. 1. Cod. eod. I. 32. /. 4$. ff. de fidtjufforib. I. 2. Cod. qua res. pign. oblig. non po/fit. [gaat niet altyd door. /. 32. ff. de paft. ibiq. BrunemJ] anders als in tegenweer 't welk zyn perfoon alleen betreft, d. I. 7. in pr. ff. de Except. Sie Valent. Franc. traSl. ds fidejuffbribus cap. 3. num. 24. & num. 98. cum feqq. [y.l. 21. in fin. ff. de pacl.~] IV. Dat een Borg voor eert fchuld daar hypotheecq, of onderpand voor is gefteld, niet mag aangefproken werden, voor dat de veronderpande faak eerft is uitgewonnen, arg. Novell. 4. cap. 1. auth. prcefente Cod. 'de fidejufor. éf auth. hoe fi debitor. Cod. de pignorib. & hypoth. So als in defe Landen van ouds voor een algemeen regt is onderhouden, al waar 't dat de veronderpande faak in een derde hand gekomen was; So als daar van getuigt, en dcrhalven vernieuwt werd by het Plac. van Koning Philips den 21 Feb. 1563. 1 den-  40 Roomsch-Hollandsch Re.cht. I.V.Boëk. den 16. January 1574. en den 24, Maart 1584. by Tzirbe van getuigen tot Amfteldam is bewefen: als onder derfelver Handveflen te fien is pag. 177. Sie Hering. de fidejufor. cap. 20. num. 18. Valentin. Franc, de fidejuffor. cap. 5. num. 176.. Hartman. Piftor. obferv. 80. num. 3. V. Dat een Borg voor den felf-fchuldige betalende, van den fchuld-eiffcher mag begceren overdragt van alle regt en aantaal, dat hy tegen den lelf-fchuldigen, of andere mede-Borgen had. l.il. Cod. de fidejufforib. 1. 17. ff. de folut. & ibi DD. (10). [Een Borge onder renunciatie gecondemneert wefende, ende met Executie gedreigt werdende, vermag aanwyfinge doen op de goederen van den principalen Debiteur onder drnfelven Rechter gevonden werdende, tot fuiken effecte, dat in ge/alle deTriumphant aan die goederen zyn betalinge niet kan vinden, de Borge als dan den felven Triumphant moet voldoen. Neerl. adv. 1. c. 31.] 8 Welke voorregt van uitwinning der felf-fchuldigen, en fchuldfplifling onder meer Borgen ophouden. I. So den fchuld-eiffcher, of mede-Borg uitlandig, of baarblykiyk onmagtig is. auth. ■ prcefente Cod. de fidejuffor. I. 6. ff. de dolo malo. §.4. inftit. de fidejuffor. Andr. Gail. lib. z. obf. 29. num. 14. Radeland, decif. Ultrajccl. 99. num. 7. II. Indien iemand voor, of beneven een ander Borg was gebleeven, welk in zyn perfoon niet verbonden was, gelyk als voor, of benevens een Vrouw, of een minderjarige. /. 25. /. 48.^ de fidejuffor. Andr.Gail. de obferv. 27. num. 25. Joan. a Sande lib. 3. tit. 10. defin. 2. Hl. (11). Als van defelve voorregten voorbcdagtelyk afftand ge, nu is ae veromtcnis van een vrouw en minderjaarige zonder adfiftentie ongetwyfelt kragteloos, gevolgelyk komt daaruit baarblykelyk het tegendeel te volgen van het geen den a. in deeze mm. 8. ter neder gefteld heeft, als medebrengende de validiteit van de borgtogt, fchoon de alleguatien dit contradiceeren, dewyl by hen anderzints geen onderzoek te pas konde komen of de Borgen in zodanig cas fchuldfpliflïng hadden. Geeven wy acht op de doctrine, Voet ad (10) Conf. Voet ad d. t. n. 28. (11) Op deeze plaats ftatueert onzen Aucteur, dat het voorrecht van uitwinning en fchuldfpliffing komt op te houden , indien iemand Borg is gebleeven voor of beneven een minderjaarige, en hier vooren num. 3. van dit hoofddeel leert hy, dat de borgtogt kragteloos is, wanneer dezelve accedeert eene fchuld, die in zig zelve niet mag worden geëifcht, om dat een Borg niet meer of anders verbonden is als den zelffchuldi-  IV. Deel. Van Mede-fchuid, en Borg-togt. 41 ftand is gedaan. Gelyk by ons merendeels gefchied. arg. l.pen. Cod. '9 de poel. Gelyk ook verftaan werd van defelve voorregten afftand te doen, welke fig tot Borg als felf-fchuldig, en mede-fchuldenaar elk een voor al verbind, arg. I 5. ff. de U/uris l. 109. ff. de leg. r. h *• §■ li #• Qj*od quifque juris. Sie Pecc. de jure fiftend. cap. 4. num. 9. Andr. Gail. lib. 2. obf. 2 . num. 2. 6. Radelant. Cur. trajetün. decif. 99. num. 8. Lambert Goris ad confuetud. Valav. cap. 17. art. r. Gloff. 3. num. 5. Coftuymen tot Antwerpen, cap. 63. art. 1. tót Mechelen, tit. 7. art. 15. Chriftin. aldaar, & vol. 1. decif 135. Coftuymen in Zuid-Holland in den Jaare 1570. aan den Hove van Holland overgegeven, art. 34. ftaande in de befchryving van ZuidHolland, 536. Vide tarnen Anton. Fab. libr. 8. tit. 28. ütyfo. 22. So mede die geen, welke ontkent Borg te zyn, of als Borg geroepen zynde, verfuimt hem felven met dit voorregt te behelpen, verfiaan - werd van het felve regt vervallen te zyn, gelyk of hy daar van afftand gedaan had. /. 10. §. i.ff. de fidejufforib. I. 12. Cod. eod. I. 37. ff. deminorib. Sie Theffaur. decif pedemontan. 50. 10 Maar of een Schuld-eiffcher door dien dat hy den felf-fchuldigen in Rechten betrekt, fonder den Borg te moeijen, daar door verftaan fou werden van zyn Borg af te wyken? werd verftaan, dat ad b. t. ft. 9. in het etrfle Deel pag. 189. •alwaar den A. gewag makende van de vervreemding door een getrouwde Vrouw •zonder toeftaan van hare m«n gedaan, mede vaftftelt, dat de Borgen in dat cas naar onze practycq niet gehouden zyn, •door my aangeftipt, zoo hebben wy te -reguardeeren, of de natuurlyke verbintenis , waar voor iemand Borg geworden is, naar het Roomfche Burgerrecht ■eenig effect heeft dan niet, in het eerile is de Borg gehouden, en in het laatlte bevryd van alle aanfpraak. Maar de zaak in Rechten twyfelagtig zynde volg ik voor my lieflt de gewysden, en dan vind ik vooreerft eene decifie van het Hof van Holland van den 20 Oflober «513. in de zaak van Thomas Janfz. contra Cornelis Adriaansz, waar by gedecideert is, dat de laatrtgcmelde Borg voor een Vrouw, hebbende exceptie Senatus Confulti Vellejani, niet gehouden was, Vid. den A. 1. d. p. 189, de Haas in notis ad cenf. for. pag. 40S. «. 1. partis 1. In de tweede plaats is by den Raad van Vriesland volgens Sakde l. ah A.c. hetzelve verftaan, add. Gratian. difceptat. foren/, cap. 799. «. 53. Hoi.l. Consult. 5. d. conf. 102. juntt. Stokman* decif. cur. Brabant, decif. j*. Eindelyk of 't relievement van den Principaal ook den Borg bevryd , en in welke gevallen zulks procedeert met betrekking tot de Borg van een minderjaarige , is voortreffelyk behandelt by •Oddus de reflitutione in integr. quafi. 48. F  42 Roomsch-Hollandsch Recht. IV, Boek. den Borg daar door niet ontfiagen werd» arg. I. 23. (£? l. pen. Cod. de fidejuff. En is allo aangewefen by Neoftad. Cur. Holland, decif. 6. Radelant. decif UltrajeEl. 22. Berlich. decif 119. num. 5. & Capic. decif. 119. num. 7. (12). 1 Een Waarborg, of een Borg tot iudemnit:, of verfekering voor het kort, of fchade die iemand by onmagt van den fchuldenaar, of minder waarde van het veronderpande mogt komen te lyden, behoeft van fodanig voorregt geen afftand te doen, om dat hy niet verder, of anders verbonden is, als voor het kort, en de fchade die den fchuld-eiücher geleden fal hebben, fo dat het aantaal op hem niet begint voor de uiterlyke uitwinning van den felf-fchuldige, of het veronderpande goed. /. 116. ff. de Verb. Oblig. I. 15. §. x.ff. de fidejufforib. Anton. Fab. ad Cod. lib. 8. tit. 28. defin. 46. Andr. Gail. lib. z. obferv. 27. num. 13. (13). 2 Het afftand van defe voorregten moet ook duidelyk, en met .byfondere benaming gefchieden: fonder dat daar toe genoeg is een algemeen afftand van alle voorregten, het welk dikwils onbedagtelyk by den Schryver daar by werd gedaan, fonder dat de lieden bedenken , of weten v/at regt dat fy hebben, fo ook derhalven moet blyken dat fy van defelve haar voorregten wel onderregt zyn, als waar in de kragt van de afftand beftaat. Sie Anton. Fab. ad Cod. lib. 8. tit. 28. defin. 31. num. 3. Berlich. pracl. Concluf. part. 2. Concluf. 22. num. 2. ei? feqq. Coler. decif. 220, num. 28. &feqq. & de proceffib. executib. .part. x, cap. 10. num. 440. Andr. Gail. lib. 2. obferv. 27. 3 Den Borg voor den felf-fchuldige betaalt hebbende, mag 't felve t'allen tyde van hem weder eiffchen, met alle koften en fchaden daarom gehad en geleden. §. 6. inflit. de fiMjuffbr. I. 20. /. 53. ff. man- (12) Dan of zulks ook plaats vind na p. r. c. 9. s. 450. maar of een waarde executie van den principaale Debi- borg, ongehouden betaalende, wanneer reur, zo de Borg van het beneficium or- namelyk niet confteerd wegens de Uitdinis excuffionis gerenuncieert heeft. Vid. winning van den zelffebuldige of diftracSchrassert obferv. praiï. parte 2. obf.484. tie van het veronderpande goed, ;nog add. Sande decif. frific. lib. 3. tit. 10. ook van eenige Conderanatie ten zynen def. 6. & Gum. P.ir. decif. 348. laften, zyn regres heeft tegen de Princi- (rj) Gelyk ook dezelve na de renun- paal, fchynt niet zonder twyfel, dog is ciatie nog openftaat de Auth. prcefente op goede gronden verftaan van neen. Cfd, de fidejuff. add. Coler. pracl. univ. V. Confultijf. Schkasseut obf. 416.  IV. Deel. Van Mede-fchukl', en Borg-togt. 43 .mandati. I. 23. /. 35. ff. eod. al is 't dat hem by den fchuld-eiffcher fodanig regt niet is overgedragen, arg. I. 38. ff. de EdiÜ. I. 19. ff. Qui pot. in pig. Sie Hartmann. Piftor. Obferv. fingul. 79. 14 Maar tot laften van de Mede-borgen heeft hy geen regt, of moet eerffc het regt van den fchuld-eiffcher, fulks hy ten laften van den Mede-borg hadde, aan hem overgedragen zyn, /. 39 ff.de fidejuffbrib, & ibi. DD. Everhard. Confil. 1. Math. Coler. de proceff. Exicutiv. pari. r. cap. 10. num. 423. Nicol. van der Hoog. Singul. jur. 68. Sonder dat daar toe genoeg is, dat hy hem het hand-fchrift in handen geeft, maar moet de overdragt van 't felve regt duidelyk en uitdrukkelylc gefchieden; Gelyk fulks getuigen van de algemeene onderhouding, Petr. Heig. part. 1. quaft. 38. num.53. en Joan.Zanger, de Except. part. 2. cap. 16. num. 45. En is 't felve tot laften van den Mede-borg alleen te verftaan van de fchuld, maar niet van de koften daarom gedaan, als alleen die koften, dewelke tegen hem zedert den overdragt werden gedaan, om dat hy alleen van die tyd af tegen den Mede-borg regt verkrygt, arg. I. 39. ff. de fidejuffor. Bart. a:l l. 76. ff. de /blut. Hartmann. ui&. obferv. 79. Ten ware dat den een den ander by de Borg-togt belooft had, van defelve Borgtogt te bevryden, fulks by ons veeltyds gefchied, in welk geval geen overdragt van node fou zyn, maar de Borgen elkander, uit kragt van haar beloften, als twee faakweldigen gehouden zyn, elk voor zyn aandeel te bevryden. arg. I. 2. Cod. de duob. reis. I. 32. ff. de duob. reis. J5 By veele werd ook beweerd, dat defe overdragt, van het regt cn aantaal, by den fchuld-eiffcher, ten behoeven van den Borg, ten laften van den Mede-borg te doen, moet gefchieden voor dat de betaling by den Borg werd gedaan, en dat de betaling gefchied zynde, en de fchuld daarmede gelyk als gekweetcn zynde, naderhand geen overdragt fou kunnen gefchieden. Van welk gevoelen fchynt ook te wefen Hugo de Groot, in zyn Inleydinge het 3. Boek, 3. Deel, verf. Een Berg betaalt hebbende. (14). Maar (14) Alhoewel dit het gevoelen van ter de redenen tot refutatie van dien by db Groot is, en van de verdere DD. dezelve Berlichius en onzen A. b.l.verby Berlichius Concl. pra.3. p.z. concl.22. meld, behalven de onbillykbeid, welke n. 66. ö1 aangetekent, zoo zyn eg- 'er in gelegen is, dat een Borg het ge- F 2 heet  4-j- Roomsch-Hollandsch Recht. IV.Boek!» Maar de faak in den grondman het regt ingefien, werd het tegendeel van dien waar bevonden, dat namentlyk: defelve overdragt t'allen tyden, en fulks ook na de betaling by den fchuld-eisfcher aan den Borg moet gedaan werden, als zynde een ftilfwygende wederzydfe handeling, daar by met het betalen van den Borg den fchuld-eiflcher aan zyn zyde vcrbonuen werd, de overdragt van de aantaal t'fynèn behoeve te moeten doen, het welk fchoon aan de zyde van den Borg de betaling gefchied zynde, niet belet dat ten allen tyde van den fchuld-eiflcher werd geëift de voldoening van het geen hy aan zyn zyde fchuldig was, hem voor defelve betaling te leveren, en doen hebben. Daar van een uitdruklyken text is. in l. 36. ff. de fidejuffor. junS'. arg. ex l. 11. ff.de aft. empt. & l. 14 ff. de htredit. vel c6t. vend. £? /. 6. Cod. de heredit. vel acl. vend. En fou men veel eer mogen feggen, dat de overdragt van het aantaal niet kan werden geëift, voor dat de betaling is gefchied, om dat een Borg geen regt van vergoeding verkrygt, als na dat hy waarlyk heeft betaalt. Caftrenf. ad 1.45. ff. de fidejuff. Gomez. var. re flut. tom. 2. cap. 13. num. 10. Andr. Gail. kb. 2. "obf 29. Voor dit gevoelen zyn Hartmann. Piftor. obf. fing. 44. Joan.aSande * a&ioh. ceffhnt cap. 7. num. 11. 12. Carpfov. defin. forenf. part. 2. conflit. 17. defin. 16. En verhaalt Neoftad. Cur. Holland, decif. 12.' §■ Dan de faak, Dat den Raad van den Hove van Holland van fodanig gevoelen is geweeft. 16 De Borg-togt eindigt, en den Borg werd ontflagen met de betaling naam, 2". in qualiteit als Borg, 30. flechtelyk, of 4°. op naam van de Debiteur, in welk laatfte geval hy zekerlyk by de betaling ceffie van actie had moeten eisfcben, alzoo de betaaling op naam van den Debiteur hem tot geene actie van vergoeding bevoegtheid kan geeven , daar zulks denzelve veel eer perimeert, waarvan ik derhalven liefft veritaan zoude de doctrine van de Ghoot , boven bygebragt, tot wegneeming van contro« yerfie. Add. Cl. Voet. ad d. D. t. n. 30. juntt. Confult. Schkassikt obf. a8*. heel betaald hebbende geene ceffie van acrie na de betaling zoude kunnen vorderen van de fchuldeiflcher tegens de medeborgen, zo klemmende, dat men (onder verbetering) niet kan twyfelen aan de onbegaanbaarheid van dat gevoelen, 't welk by Gsoenewegkn op de auctoriteit van Sandï de aüion. ceff. eap. 7. n. 11. £ƒ Cur. Holl. decif. 12. intraBtitu de II. nbr. p 6S2. mede word cegenge fproken; dog het contrarie is zonder diftinctie insgeiyks niet- te admitteeren, want de Borg heeft betaald, 10. op eige  IV. Deel. Van Me de-fchuld, en Borg-togt. 4^ ring van de fchuld. /. 37./ de fidejuff. door vernieuwing van de fchuld. /. 4. Cod door vermenging. /. 93. ff dep,.tt K t. icheldmg. I. fin. Cod. de paft. En andere middelen van dadelyke ontflaging. Buiten welk een Borg-togt geduurig is, en op der Borgen Errgenamon tot dertig juren toe overgaat. %. 2. infi.defidejufforib. I. 4. §'. i- ff. eo '. I. 10. Cèd. Mandati, met dit onderfcheid alleen, dat yder derlciver Erfgenamen maar voor haar aandeel aanfpreeklyk zyn /. 1. Cod. Si eert. pet. i. 1. Cod. de liered. acl. I. s6. ff. de condit. é aemonfirat. *7 Sonder dat den Borg voor de betaling, of andere vernietiging van de lchuld, ontflaging van zyn Borg-togt mag eiffchen. arg.l 10. Cod Mand. I 3%. ff eod cap. fin. pr. de fidejuff So om deWijclykneid van den lchuldenaar m het foeken van een andere BoroV\ !7- S- 3- f- cemtnodati. Als om dat den fchuld-eiffcher den Borg niet behoeft te ontflaan, al waar 't dat hem een andere Borg , die fo goed, en beter was, wierd aangeboden. /. 14. ff de condit pecun. I 45. §1 ff. mand. I. 14. /. 22. /. 5r. ff. eod. Sie Jacob Cancer. Far. rcfolut. part. 2. cap. 5, num. 159. Nicol. van der Hoos Sin gul. jur. 51. °' Daar tegen eenige uitfonderingen zyn, by welk een Borg ook voor, of fonder de betaling kan werden ontflagen. Als I. So wanneer den fchuldenaar de betaling van tyd tot tyd komt fe vertrekken, en den fchuld-eiffcher geen vlyt aanwend om de betaling tje bekomen, m welk geval den Borg, op dat hy niet altyds met de Borg-togt belaft blyft, na het. verloop van eenige Jaaren ter bescheidenheid, den fchuld-eiffcher mag vergen, dat hy zyn fchuld ™ne>' °£?at hy hfm van de Borg-togt ontflaat. are. I. 3. in fin. f Ut tnpff.legator l 9 ff. fuha. matlimon. /. IO> 29. num. 3. Joan. a Sande. deaf FnL hb. 3. Ut. 10. defin. 7. [Neerl. adv. 1. d. c. 8.] 7 II. Indien den fchuldenaar het zyne begint te verkwiffen, en onnuttelyk door te brengen, of zyn gelegenheid merkelyk begint té verarmen, mag den Borg hem tot betaling van zyn fchuld, of ontflaging van de Borg-togt dwingen, cap. fin. extr. de fidejuff d. I. A, % i.ff. de fidejuff L 10. Cod. Mandati. Valent. Franc. d. cap % E i num..  46 Roomsch-Hollandsch Recht. IV.Boek. num. 567. Andr. Gail. d. obf 29. num. 8. Berlich. «fee//: 287. »»». 13. Anton. Fab. ad Cod. lib. 8. tit. 28. 39. III. Een Borg voor een fchuld op fekere tyd te betalen, mag ook, de tyd om zynde, ontflaging van dé Borg-togt eiffchen. / 10. juncl,. I 1. §. 1. ff. Hfpoftti. 1,1$. in pr. ff, de fidejuffor. I, 3. ff. êe Compenfat Hartmann. pract. tit. 30, obferv. 9. Ant. Fab. lib. 4. tit. 26. defin. 24. 26. (15). 18 Sulks mag ook iemand, fig verbonden hebbende als Borg, voor fekere fom binnen fekere tyd te betalen, de fchuld-pligtige fonder zyn wil, of kennis, geen fekere tyd gegeven, of defelve verlengt werden, [vid. Sententie van den ilove van liill. tusjchen de Hr. van Buttingen, en Mr. Pieicr van Dam, van dato 4. Juny 1677. Bell. jurid. pag. 543. & feqq.'] maar fou daar door van zyn Borg-togt ontflageft werden. Sie Sande lib. 3. tit. 10. defin. 5. Sulks mede by het Hof van Holland is verftaan den 30. July 1610. in de faak van de Voogden van de Kinderen van Hnrtk Buyteweg, Impetr anten in Rauw Aclie, contra Egbert Janfz. Timmerman - in welke faak den fchuldeiffcher, met zyn fchuldenaar nader befprek maakte, en den tyd van betalinge met beding van 'fntrefl verlengende, den Borg den fchuld-eiffcher dede aanleggen, dat hy moeft maken zyn penning te bekomen, of dat hy in de Borg-togt niet begeerde verbonden te blyven; en alfo den fchuld-eiflcher om zyn penningen te beko» men niet forgde, is hy, den fchuldenaar ondertuffchen in armoede vervallen zynde, ontfiagen van den eifch van de penningen, daar voor hy Borg geworden was. Uit welke faak men ook°fien kan, indien den felf-fchuldigen nalatig is op zyn tyd te voldoen, of den fchuld-eiffcher tot het invorderen van de betaling zyn vlyt niet doet, denkende, dat hy genoeg verfekert is met den Borg, dat als dan den fodanigen Borg regt heeft, om den fchuld-eiffcher zyn agter wefen te doen invorderen, en den fchuldenaar te doen be- (15) Eindelyk is een Borg voor de het zy by wegen van compromis of hoobetaling of andere vernietiging van de ger beroep, dewyl de Borgtogten vars fchuld mede van zyne Borgtogt ontfla- den eene tot den andere initantie niet gen, wanneer hy zich ter eerder inftan- mogen worden uitgerekt, maar een ex- Sie Borg heeft gefteld voor het gewys pres verband daartoe moeten inhouden, e, en de zaak verder voortgezet word, PU, Hou.. Consult, p. 4. ctnf. 122.  IV. Deel. Van Mede-fchuld', en Borg-togt. 47 betalen, of hem anderfins van de Borg-togt te ontflaan. Ste Sande lib. 3. tit. 10. defin. 7. Andr. Gail. lib. 2. obf. 30. num. 3. & num. 11. Damhoud. de tut. & Curat. cap. 6. num. 66. Chriftin. ad l, Mzchlin. tit. 7. art. 16. num. 3. 4. Radelant. decif. 46. (16). Andere, en meerder uitfonderingen zyrrte fien by Valent. Franc. de fidejuff. cap. 5. num. 559. & feqq. Andr. Gail, lib. 2. obf. 29. Berlich. decif. 261. num. 8. Gomez. Var. re/blut. torn. 2. 13. num. IQ. in fin. Het V. Deel. Van dadelyke Overkomft, en hare verdeeling. 1. Dadelykt Overkomft, wat? 3. Fan wat kragt, en boe ver iemand 2. Hoe veelerbande. verbind. TpXadelyke Overkomft is, wanneer de Overkomft alleen niet geJLJ noeg is, maar daarenboven nog de dadelyke Overgift van een faak moet volgen, eer defelve volkomentlyk is bckragtigt. Defe is verbrmk-léning, bruik-lening, bewaar-geving, pand-geving, geven om geven, geven om doen, doen om geven, en doen om doen. tot. tit. inftit. Qjdb. mod. re contrah. obligat. I, 5. & tot. tit. ■jf. de prafcript. verb. Daar onder ook by ons werd gerekent koop van onroerende goederen, welke niet anders, als met wettelyke overgift voor den Rechter van de plaats voltrokken en bekragtigt Werd gehouden. Plac. van den 9. May 1529. daar van hier voor 2 boek, 7 deel, num. 4. In wélk de kragt van het verband beftaat,' en zyn begin ontfangt door de overgift van het goed, niet dat men door overkomft en toefegging daar toe niet fou kunnen verbonden werden: (het welk dan foude overgaan in een andere foort van handeling, waar van hier na) maar dat de faaks overgang alleen daar toe van felf genoeg is, fonder verdere toefegging, fo dat ook voor de overgift van de faak Oö") -Aié. Cl. Vost ad Panieiï, tit. de fidejuff. n. 34. .  48 Roomsch-Hollandsch Recht. IV.Boek. faak geen verband is, en by berouw mag afgegaan werden, fo ver .de faak nog in zyn geheel is. /. S.f. de Condicl. eau/, dat. cauf. non jccut. Ten ware den een den ander buiten dien eenige onderlinge toefegging had gedaan, uit dewelke eenig verband mogt werden valt gemaakt. /. 3. Cod. de Rer.permut. % 27. Cod. de pact Het VI. Deel» Van Verbruik-leen. [Grot. 3. 10.] 1. FerbruiHeen, wat? 4. Verbruik-leen, hoedanig gefebied 2. Waar in Ut bejlaat, en hoedanig in s- Of, en wanneer daar toeJaaksdadehke geld-leening. overlevering van noden 3. Hoedanig in andere meetbare, of weeg- 6. Is weldadig, en fonder gewin. bare faken. 1 T7*erbruik-leen is daar by, dat fekere faak, die meetbaar, telV baar, of weegbaar is, aan iemand met fodanigen fin overgegeven werd, dat den ontfanger daar na fo veel van gelyke flag, en van gelyke deugd, als den geever wil, wederom fal geven. /. 2. jf. de rcb. cred. Vinn. ad pr, inft. quib. mod. re contr. oblig. Grot. Inleyd. .lib. 3. cap. 10. in pr. Onder meetbaar, telbaar, of weegbaar goed, werd in gebruik de voornaamfte foort gerekent de geld-léning. I. 30. ff. de leg. 1. /. 14. in pr. Cod. de non numer. pecun. Sulks dat het geld, dat men van iemand heeft geleent, niet juift in defelve foort behoeft weder gegeven te werden. Vinn. d. loco. num. ijl. Het welk ook fo ver by ons is aangenomen, dat felf die' geen, die fekere flag van geld had belooft, ook in ander of minder flag van geld, fonder onderfcheid, mag voldoen, als dat maar in gemeene en gekeurde loop voor fo veel gangbaar is, als het geen dat hy fchuldig was. Accurf.ini. 35. Bald. inl.libera, num. 6. in verf. Nota. Cod. de Sentent. inter loc. omnium jud. Leonin. eonfil. num. 4. Grot, introd. lik, %. part. 10. num. iS,.&part. 14. num. 39." 40.  VI. Deel. Van Verlrmk-ken. 49 2 40. Chriftin. vol. 3. decif. 1. num. 1. 6? cwf. j. 215. 8. Coftuymen tot Antwerpen, tit. 64. art. 5. Confult. en Advyfen, ■part. 1. Conf. 216. ende part. 2. Conf. 125. Everhard. confil. 240. z«/ff7. 15. Ten ware dat in de handeling uitdruklyk anders was bedongen, daar van hier voor II. Boek, XIII. Deel, num. 3. brcecier werd gehandelt, en te fien is by Grot. d. loc, num. 19. & num. 41. Chriftin. d, vol. 1. decif. 215. num. 10. & decif. 391. (SP vol. 3. decif. 43. num. 3. Zypa;. de reditib. verf. Caterum. Of indien iemand, die ■een groote fom fchuldig was, alleenlyk om zynen fchuld-eiflcher te kwellen, het flegt en kleinfte geld wilde uitfoeken. Coftuym. van Antwerp. d. tit. 64. art. 5. Pinell. ad rubr. Cod. de refcind. vend. part. 1. cap. 3. num. 17. (1). 3 Van andere waren, die meetbaar, of weegbaar zyn, en by meting en weging in handeling komen, kan ook Verbruik-leen gefchieden, gelyk als in Oly, Wyn, Graan, ook Brood, en Bier, fo het in defelve foort, en van defelve deugd wederom gegeven werd, gelyk als hedendaags het Bier en Brood, het welk op fekere prys en gewigt werd gefteld., volgens welk het in zyn foort altyds een en 't felve kan blyven, en t'allen tyd kan wederom gegeven werden. /. 35. §. 5. ff. de contrah. empt. juncl. 1.2. §. i. ff. de reb. cred. & ibi Bart. 4 Verbruik-leen werd verftaan te gefchieden, fo wel ftilfwygend als met uitgedrukte woorden: byfonderlyk in geld-lening, daar by men uit de aantclling van een redelyke fom verftaat, dat Verbruikleen is getroffen, al werd 't felve daar by niet uitgedrukt, arg. I. 3. ff de reb. credit. &> ibi Glojf. & DD. 5 Nog is daar toe altyds een tegenwoordige overlevering van het goed felf van node. 7. «n. §. r. /. 30. ff. de reb. cred. Maar is fomwylen genoeg, dat het felve te vooren uit een andere oorfaak in handen was gefteld, en op nieuws werd beveftigd, of dat de overgift per fictionem brevis manus, dat is, door een korte hand, by bevel van overdragte door een ander des magtig gedaan werd. /. 9. §. fn. I. 11. /. i$.ff. de reb. cred. juncl. §. 44. infl. de rer. divif. 6 Ah (1) Z. Hübeu hted. rechtsgel. 3. b. 16. cap. n. 19. G  50 Roomsch-Hollandsch Recht. IV.Boek. 6 Alle Verbruikjeen is uit zyn eigen aard weldadig, fo dat men daar voor niet geniet, en niet meer eïflchen kan, als even fo veel als het geen, dat uitgeleent is, ten zy fulks werd bedongen. /. 3. /. 6. Cod. Si eert. pet. I. 3. Cod. de Ufur. Het welk nooit ftilfwygend daar onder verftaan werd, maar moet gelyk als by nader handeling uitdruklyk gefchieden, /. 8. ff. de eo quod certo loco. (2). (2) De Heer Huber i. c. n. n. zegt: dit is een centrale om weldaad en liefde te oeffenen; maar de gierigheid der menfchen heeft allenthalven den woeker onder den naam van Interest hierhy gevoegt. Dog valt aan te merken, dat de Germanen van oude tyden, hoe zeer fpaarzaam, van dit Contraft gebruik makende, egter de Renten daar in hebben veroorlooft, uti probavit Cl. Hhinecc. dem. jur. germ. p. 1. pag. m. 644. en de zaak wel ingezien zynde zal ieder onbevooroordeeld moeten erkennen, dat het gebruik om voor geldleening eene modicque intereft te eiffchen geene woeker, en gevolgelyk ook geenfints de gierigheid der menfchen in dier voegen onbepaaldelyk ten grondflage heeft als de Heer Huber wil, want welke onbillykheid is 'er in gelegen, dat iemand aan een ander geid kenende, van dezelve zo veel vordert als volgens recht en billykheid tot zyn redelyk beilaan hem hetzelve had moeten opbrengen, en dit kan men naar waarheid geen gewin of woeker, raait vee! eer eene vergoeding van winftderving noemen, alfchoon ik niet wil ontkennen, dat de Ieere van de Heer Huber op veele handelingen van dit foort toepaffelyk is. Men zie verder aangaande de handeling van verbruikleen Wasse. kaar pratlycq notarieel cap. 6. §. 7. 8. & 9. junü. Cl. Voet ai Digefl. tit. de rebus crediiis. Het  VII. Deel. • Van Intrejl, en geld gewin* 51 Het VII. Deel. Van Intrejl, en geld gewin. \Grot. 3. 10.3 t. Intrejl wat? 2. Hoedanig te bedingen. 3. Hoedanig ais de begrooting van die niet is uitgedrukt. 4. Hoe lang een Intrejl verfiaan werd te loopen, welk maar voor fekere tyd is bedongen. 5. Betaling van Intrejl, of Jaarlykfcbe rente buiten beding, of, en hoedanig iemand verbind. 6. Intrejl van Intrejl, of, en wanneer ie¬ mand fchuldig is. 7. Intreflen, of, en boe ver in preferentie benevens de Hoofdfom mogen werden gebragt. 8. Stilfwygende Intrejl wanneer plaats heeft, en num. 10. n. 9. Den loop van Intrejl, of door arrejl gefluit werd. 10. Intrejl van malingen en befwaarde Erfenis. 11. Van Kufting-pemüngen, of, en wanneer plaats beeft. 12. Wanneer Intrejt ophoud. x TTet geen voor het gewin van 't uitgeleende goed of geld, werd jLj|_ bedongen, werd gemeenlek genoemd Intrejl, anders geld-gewin, (om dat het merendeels in geld beftaat,) daar by men behalven het felve van gelyke foort en deugd weder te geven, daar boven nog bedingt fo veel als men door het ontbeeren van dat goed of geld te kort komt. Dit word ook by fommige woeker {Latins Ufurd) genoemd, dog onsigentlyk. (1). 2 Dog (1) Omtrent de Renten en derzelver zoo de Compilateurs van het Canonicque geöorlooftheid vind men een contraft Recht dezelve in het oog hadden gcvan geleerdheid en abiurditeit by Co- houden, zouden derzelver conftitutien varruvias variar. refolut. lib. 3. het zou. op dit onderwerp met de gezonde reden de ten eenemalen overboodig zyn , de ongetwyfelt eene meerdere overeenkomft geoorloofdheid van dien te betoogen in hebben gehad. Voor het overige dient onze meer verlichte tyden, althans na tot opheldering van des A. woorden alhet voortrefFelyk verhandelde by den hier, dat intrejl niet alleen is geldgehooggeleerde Michaclis Mofaïfcb Recht win, nadien het zelve ook kan geves3. b. 5. 152. welke 155. de byzonde- tigt worden in alio genere als gecredtre omftandigheden van de Israëlitifchen teert is. Vid. dotï. Gekard. Noodt de Staat, die het algemeen verbod van alle foenore cif ufuris lib. u cap. 2. intereffën by hun billykte, opgeeft, en Ga  5a Roomsch-Hollandsch Recht. IV.Boek. Dog op dat het geen iemand door het ontbeeren en mifïen van fyn goed of geld ontbreekt, niet te hoog gefchat, en alfo tot een onbehoorlyk gewin, anders woeker, opklimt: So is by Plac. den 4. October 1540. geordoneert, dat de Koopluiden haar geld op geen hooger Intrejl uit mogen fetten, als tot agt ten honderd, fecundum l. 26. Cod. de Ufitr. En waar 't faake dat tot verfekerheid van de hoofdfom eenig onderpand was gefteld, fo wyft den Hogen Raad niet meer toe als den penning feftien, Coren obferv. 4. alhoewel dat het Hof in fuiken cas, ook feven ten honderd plagt toe te laten. Coren d. obferv. 4. in Hot. Sie Grot. Inleyd. d. lib. 3. cap. 10. num. 29. & ibi not at a. En is tot Amfteldam den 25. April 1614. alfo uitdruklyk by Keur geboden: dat iemand pand ter min in de hand hebbende, geen hooger Intrejl mag bedingen als tegen zes en een vierde ten honderd. Willekeuren aldaar. Anders, indien wel Intrejl was bedongen, maar niet begroot en uitgedrukt hoe veel of hoe hoog, werden defelve gerekent tot fodanigen Intrcft als men na gewoonte van den Lande. of nlaats daar het beding gemaakt is, meeft gewoon is te bedingen, arg. I. 1. & l- 37- ff- de Ufuris juncl. I. 3..§. 1. ff. de conir. Tut el. & Ütili aclion. contra l. 31. & l. 41. §. uit. ff. de Ufuris. tegen welk gebrink gemift is in de Confultatien van de Hollandfche Rechtsgeleerden, i\et eer(le Deel, Cenfult. 273. Sie Groeneweg. ad d l. ar. ff. de Ufuris. Chriftin. Vol. 1. decif. 293. num. 1. & fta. Neoftad fuprem. cur. decif. 3. (2). 4- Maar (i) Omtrent de bepaaling van de boegrootheid of beloop der intereffen valt aan te merken: dat Kooplieden geld op intereft mogen geeven tegens 12 pro Cento in 't jaar, nae 't gbewin dat zy ivaarfcbynelyck zouden mogen doen, employeerende hetzelve geld in Coopmanfcbap. Z. eeuwig Editï van Keizer Karel den 4 Oclob. 1540. art. 8. Gr. Placaatboek r. d. f. 3J7. en dat voorts na de reductie van des Gemeene lands intereffen van 5 tot 4 percent. Z. Gr. Placaatb. 2. d. f. 2448. add. Refolutien van C:nfideratie p. :;;o. de gemeene intereft is 4 percent bc- wyft van der Schillinö ad Cod. Bat. verbo Renten art. 1. «.3. gelyk ook op 't 4. art. der refponfiven den 3 oèob. 16 58. by Procureurs voor den Gerechte deezer Stad op de belegde interrogatorien gegeeven, is aangemerkt, dat onaangezien contrarie ufance enpriftycq als toen uit confideratie van gemelde reductie de intereft alhier ter Stede mede op 4 percent behoorde gecalculeert te worden. Vid. Boel ad Loen. caf. 21. Dat oudtyds ingevalle hypotheecq of pand voor den fchuld geconftitueert is, gemeenlyk bepaalt is geworden de zeftien- de  VII. Deel. • Van In treft, en geldgewin. 53 Maar hoe lang den Intreft werd verftaan te lopen, moet mede 'uit het beding geöordeelt werden. Sulks indien ik zeg: Ik belave uw fodanige [urn als ik van uw heb geleent, op Mey toekomende wederom te geven, met den Intreft van dien: al waar 't dat ik met ftipt op de betaling pafte: foud gy na fchcrpheid van Rechten geen meerder. of verder Intreft kunnen eiirchen als tot Mey toe: Maar is daar toe nodig te bedingen, mei den Intnjte van beden af, tot de volle betaling toe; want aiwaar eenig Verband in komt, moet het felve met klaare woorden uitgedrukt werden, buiten welke t felve niet kan werden uitgerekt. /. 99. #• * verkor, oblig. Sie Sande «Je penning, blykt behalven uit de Re iblutie van den flove in dato 6 Mey 3610. behelzende: dat men in alle condemnatien zo willige als onwillige niemand geen hoger intereft of rente zal toewyfen, dan daar hypotheecq gefield is, tegens de penningb ió. Z. de Ogsfrv. over H. de Groot Inleid, tot de Holl. Rechtsgel. 2. d. p. 165. mede nog uit het geen aangetekent is by A. Anselmus in Cod. Belg. pag. 207. 5. 9 By de Handvesten dezer Stad Amftelredam hl. 540 is bepaalt: Soo wie dat Renten hebben wil van eenige ïuyfinge ende erven binnen der vrybede die men imant met Rechte af- ofte aan dingede ende gezet worde van der Gerechte, die zoude jaarlicx tot den euwigen paebte van 18 penningen hebben de Ren•ten Eenen Penninck vry geld, ende fonder eenigerbande afbreek; enz. komende ook zodanige Renten of intereft op hypotheecq zonder ander verband geveftigt, met het pand zelve te evanefceeren. Vid. Holl. Confult. 2. d. conf. 193. uit welke geall. conftitutie der Stad Amfteldam, hoe zeer verfchillend van hetgeen boven is gezegt, egter blykt, dat de intereft ingevalle van hypotheecq boven de 16-. penning niet mag gaan, maar wel in vermindering der intereft daar beneden, het geen van zelve volgt. Voor 't overige valt omtrent de bepaling der intereffen, by het ftatutaire Recht deezer Stad gemaakt, noch te melden: dat volgens Keure van den 28 November 1609. Goederen en Obligatien ten vervaldag? niet betaald werdende, en den Debiteur die betalinge binnen veertien dagen na de veifchyndag niet doende, deswegens van de verfchyntiag af tot de effeétueele betaling toe, fchuldig is intereft tegen 8 ten honderd in 't jaar, niettegenftaande alle ftipulatien en renunciatien daar tegens gedaan, zynde met opzigt tot geleende, op intereft of bodemarye gegeevene parthyen by ampliatie van dato 90ctob. 1613. geëmaneert dezelve betaling van intereft, gereekent van den tyd af, dat de parthyen verfebeenen , of de Debiteurs om reftitutie aangefproken zullen weezen, tot de effeftueele betaling toe. Onder de boven gedagte bepaaling der- intereft onder de Kooplieden is echter de praèmis van Asfurantie noï, de Bodemary niet begreepen, als zynde die Con trutten van de alijemeene regel geëximeert, plus enim Jlipulari Heet fi metuatur periculum, gelyk ook in cas van be'eening, ordinaris by de maand gerekend, een half percent 'sMaands genoten mag worden. Vid. & A. cenf. for. p. I. I. 1. c. 4. n. 10. G. 3,  54 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boel'. lib. 3. tit. 14. défirr, f. arg. I. creditor. 7. Cod. de Ufuris. (3). Gelyk ook by het Hof van Holland was" verftaan in de faak van Patertje Pieten, Impetrahte, contra C/aas Jacobfz. Roek-bakker. Dog is naderhand in de faak van !):;!: fanf.Pyt verftaan, en den vierden Jan. 1620. by den Hogen Rade beveiligt, dat ten aanfen dat iemand die zyn geld voor een Jaar uitfet, en daar by den intreft bedingd, defelve tyd daar niet by doet om den Intreft te betalen, maar om zyn geleende geld wederom te hebben, het welk indien langer loopt, Stilfwygcnd verftaan moet werden vernieuwt te zyn, (gelyk a!s of tuffchen haar lieden verdragen was dat defelve intresfen fouden fcyven loopen dewelke bedongen waren,) overfulks ook na de geftelde tyd verftaan moeten werden te loopen, de Intrcffe tot defelve tyd bedongen, fo wanneer den Schuldenaar op defelve tyd^gemaant zynde, nalatig is gebleeven te voldoen, daar door hy verftaan werd ftilfwygend toe te ftaan, dat de verdere intreffe zullen (3) In cas van verkoop is volgens llatutair Recht deezer Stad Amft. zelfs geen aanmaning veel min (pedaal beding tot de vordering van intereft noodzakelyk. Z. de Handv. p. 520. ook hetgeen met opzigt tot de intreft a mora & a lite mota by de hier voren geall. interrogatorien doorderrocureurs isgerefpondeert. Z. de Handv. p. 541. Jure civili dies ijiterpellat pro bomine ideoque poft Icpfum diei debentur ufura. Contrarium inveterato quo dam pragmaticoium en ore receptum ejje jure (me judice) Jummo, & ratïonibus tjequaquam Jpemandis tradit • Aoilijj. Fab£K in Cod. lib. 8. tit. 26. def. 8. atqueconfuiti/J. Eort Obferv. lib. 2. tit. 21. in f. Aiiamen cum error communis pro verifate babetur, immo reiïe jus facere dicitur , quando certatur de damno v'itando. I. 2. Cod. defentent. I. 1, Cod. de tejlam. junli. I.22. ff.de Cond. indebiti. boe loco verba confultifj. de Haas in noiis ad A. een/ff»h p. m. 359. adducam: apud nos receptum ejl, quod omnia fere judicia refpetcu ufurarum fint ftricli juris; adeo ut nunc-ufu- rs ex mora extrajudiciali non debeantur, hifi expreffe in conventionem fint deduBce; fed eo cafu tantum currant a tempore moren judicialis feu litiscontefiatte. Cceterum excipitur primo emptio, ex qua etiam bodie ufura, licet non promiffa, ex mora extrajudiciali debentur. Secundo, excipiuniur ufura: legatorum ^SfideicommifforumGROEKew. ad l. 12. Cod. de conirab. £f comthitt. ftipul. Tertio excipitur, Ji pecunia apud aïia depofita Grapbiaruis autfecretarius üfus fuerit Gkoekew. ad l. 4. Cod. dep of. Qiiarto excipitur, quod tutor teneatur ad Tijhuis (trientes) Quinto, affecuratus, fi fit in morafolvendi premium affecuraiionis, tenetur ülius pramii ufuras centcf.raas prafiare licet non promiffas. Ita quoqyk lenclur affcurator moram committens GspT. ir.tr. I. 3. p. 34. n. 37. Sexto, pariatarum rutionum [van bit flut van ree. kening) ufuras deberi, qüamvis non funt promiffa , infignes cffirmdnt pragmatici. Adde porro exceptioncs ah A. rekt as. juncl. Cl. Voet ad Digeftontm tit. deufur.n.is.  VII. Deel. Van Intrejl, en geU gewin. 55 Jen blyven loopan. facit, l. 12. ff. de ujur. juncl. 1. 12. Cod. de contrah. vel, èemmit. ftipulat. Sie Ant. Fabr. ad Cod. lib. 4. tit. 24. defin. 1. (4). Soo ook indien iemand welk maar tot fekere tyd toe , ab by voorbeeld, voor een Jaar Intreft had toegefegd, evenwel na het verloop van die tyd nog Jaarlyks den felven Ini-nfi tot ve; fcl.eide Jaaren had betaalt, fou daar door ook van de volgende Jaaren den felven Intreft fchuldig zyn, en werd in fuik geval mede verftaan fodanige beding ftilfwygend vernieuwt te zyn, en is alfo geöordeelt by Sande lib. 3. tit. 14. defin. 4. Anton. Faber ad Ctd. lib. 4. tit. 24. defin'. 1. 5 Maar of iemand buiten eenig beding een Jaarlykfchen Intreft, of Rent eenige Jaaren betaalt hebbende, daar door verbonden zou werden tot verder betaling van defelve Jaarlykfche Renten, of Intreft (5) werd verftaan dat daar door dedeugdelykheid van de fchuld genoeg werd bekragtigt, om dat niemand geagt werd meermaals, en dikwils te betalen, het geen hy niet fchuldig was: ten ware dat den felve kon bewyzen, dat hy het niet fchuldig was geweeft, en ui: een gewaande oorfaak had betaalt, arg. I. 6, ff. de &fui is. Eie Pyr. Maur. traB. d: jbtut. cap. 37. Anton. Fab. ad Cod. lib, 8. tit. 4. defin. 7. Joan. a Sande lib. 3. tit. 14. defin. 4. So is ook integendeel op fommige plaatfen een Coftuym, dat iemand, die, geld geleend hebbende fonder beding van Intreft, op fekere tyd wederom te geven, na het verloop van eenigen tyd, daar van Intreft ontfangt, fonder met een de hoofdfom te ontfangen, daar door fig felf ftilfwygend verbind, tot een jaarlykfche rent, en niet bevoegd is de hoofd¬ ei Stilfwygend kan iemand mede tot betaling van intereft verbonden worden, uit de converfie van een anders geld tot zyn eigen gebruik, Vid Brunkejman ed l. 1. ff. de ufuris n. 2. maar of prolongatie van Obligatien en fchulderkenteniffen door ontfang van verder verfcheene intereflen novatie introduceert dan niet, is by de Rechtsgeleerden nog geenzints ten eenemalen ad liquidum ge- bragt, zoo als evident is by de 56. cjf 57. advyfen, te vinden Neerl. Advysb. 1. d, pag. 120. cif fiq- en welk laatftgemelde advis door Mr. P. ISuys voor de affirmative is geallegueert eene Sententie van den Ed. Achtb. Gerechte deezer Stad van den 29 Maart 1675. add. Scijrassïrt obferv. 418. (5) Conf. CL VoiT h c. n. 13. iH--qyc cit.  56 Roomsch-Hollandsch Recht, IWBoék* hoofdfom op te eiffchen, maar alleen kan fpreeken tot vefteriis op hypothecatie van dien, volgens het gemeen fpreekwoord, eens renten altyd renten, van hoedanige Coftuym in den lande Utrecht gebruiklyk, getuigt G. Waflènaar pracl. notar. cap. n. §. 3. 6. Dog het felve komt met onfe manieren niet over een, volgens welke wel in de jaarlykfche verkorte renten uit den aart van de koop de afloffing alleen ftaat aan de keur van den Verkooper en Rentfchuldige, waar van hier voor in het 2. boek, 13. deel. maar in andere gemeene Intreffen den uitfetter altyds meefter blyft na behoorlyke waarfchouwing zyn uitgeleende geld op te feggen. 6 Intrejl van Intrejl mag men ook niet genieten, al had men zyn Renten, of zyn Intreft 'nog fo lang te buiten geftaan. /. 29. ff. & l. uit. Cod. de Ufuris. Het welk nogtans tot Antwerpen toegelaten werd. tefte Leonino conftl. 13. num. 4. verf. Transgrediendo, en is by ons in des Graaffykheids en Gemeen-Lands agterwefen in jaarlykfche Renten gebruiklyk. Welkers Intreffen wederom in Hoofdfom opgeklampt, en verhoogt mogen werden. Chrift. vol. 1. decif. 49. 6? vol. 3. decif. 43. num. 6. & ad leges Mechlin, tit. 12. art. 9.num. 23. in addit. (6 ). Item, een Voogd die eenige penningen van zyn Pupil onder hem op Renten heeft, en de verlcheene Renten niet binnen behoorlyke tyd tot profyt van den Pupil hefteed, of belegd heeft, is ook gehouden Intreft van defelve Renten te betalen. /. fi Tutor. & in l. Tutor. §. ufura:. '& §. fi ufuras, ff. de adminiftrat. tutor. [vid.fupr. ï. %6. (61 Ten tweeden is intreft van intreft verfchuldigt, wanneer een Voogd de intreffen van zyn Pupils Debiteur ontfangende tot zyn eigen gebruik of voordcel aanwend, geenzints wanneer by eenige penningen van zyn Pupil onder hem op renten heeft, zoo als den A. n.fef. wil, fed generaliter cum perfona mutetur. Vid. Sande decif. lib. 3. tit. 14. def. 5- &P 6. ten derden een lafthebber uit fpeciaale volmagt van zynen laftgeever van deszelfs Debiteuren verfchuldigde interesfen hebbende geconfequeert, wanneer hy dezelven naar duidelyke blyk tot zyn gebruik heeft aangewend. Ten vierden een onderwinder of Borg voor den Debiteur intreft betaalt hebbende, om wettige proceduure of diffractie van panden voor te komen , competeert insgelyks intreft van intreft, atcione ad id ut indemnes praflentur. Vid. Cl Voet ad d. ff. t.\n. 20. plura hac de re videre licet apui Brunneman ad l. 26. Dig. de cendiü. isdebiti num. 19. feq. £ƒ Beruch. p. *• concl. 268.  VIL Deel» Van Intreften geld'gewin, 57 16. 8.] Sie Confult. en Advyf het 2. Deel, Conf. 146. Maar wanneer den Intreft fo lang onbetaalt gebleven is, dat defelve op elkander gehoopt, meer als de Hoofdfom felve komen te bedragen, mag het overige niet geëift werden, en houd als dan den loop van verder Intreft op. per. I. 10. ff. de Ufuris. & l. 27. Cod. eod. Vide Groeneweg. ad d. I. 27. Joan: a Sande lib. 3. tit. 14. defin. 5. in fine, 7 By Placaat den 26. Octob. 1572. was wel ingefteld ten voordeele van de fchuld-eiffcheren, dat men van verfekerde en veronderpande ■penningen, niet meer als met drie Jaaren Intreft fou voor andere gaan, maar is het felve niet onderhouden: Als alleen in fommige plaatfen daar het felve by byzondere Keuren mede fo is ingefteld. Keuren tot Leyden den 21. April 1626'. Sie de nieuwe Keuren, art, 125. [Tot Amfterdam iemand zyn Crediteur om Renten pandende, kan by pandinge niet meer als anderhalf jaar Renten bekomen. De reft moet hy door ordinaire middelen van proces foeken. HandvcjL pag. 280. #.] (7). g Het is een gemeenen regel, dat niemand in Rechte met cenigefi Intreft befwaart mag werden, als uit een uitdruklyk beding, /.3. cj? /. 6. Cod. Si eert. pet. I. 3. Cod. de ufuris. maar daar van zyn verfcheide uitfonderingen, by welk ook ftilfwygend verftaan werd Intreft te lopen. Alfo kan buiten beding ook Intreft geëift werden van het geen dat men wettelyk gemaand zynde, op den regten tyd niet. betaalt. /. 17. §. fi pupillo. ff. de Ufuris. En begint in fuik geval den Intrèfl te loopen van de litisconteftatie, of volle Recht-plccging af. Chriftin. votum. 3. defin. 45. num. 2 3. Sande lib. 3. tit. 14. defin. 1. (7) Vid. editie van den jaare 1748. pag. welker fchuld op interejjen loopt, geene 540. ufuras in concurfu creditorum nullam interejjen mogen worden geaccordeert oj , babere prerogativum, quamvis Juper ujuris geaijudiceerd, dan tot den dag van bet eeque ac fuper Jorte bypotbeca conjiituta fit, decerneeren der Jequejlratie toe. En zuldocet Coler. praEi. univ. p. 1. cap. 10. len de gebypotbequeerde Crediteuren ook in f. en met deeze leere van Coler geene prxjerentie mogen genieten voor dt ftemt over een het geflatueerde by het interejjen van bunne prcetenfen verfchul60. art. der Ordonnantie van D. B. K. digt, dan alleen wegens bet lopende Jaar gepubliceert den 30 January 1777. die- en bet jaar te vooren enz. tecrende: Des zuilen aan CieJitcuren , H  58 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boeke fin. i. waar van den fchuldenaar die met zyn fchuld-eiffcher, aangaande de fchuld niet wel overeen komt, fig met onderregt-legging (daar van hier na) kan bevryden, en den loop van fodanigen en anderen Intreft flutten. /. i. §. uit. I. 7. /. 6. I. 19. ff. de Ufiur. Sande lib. 3. tit- 14. defin. 8 p Maar of Arreft, en gefloten hand, fo wel als onderregt-legging, den loop van Intreft fou flutten, werd verfcheidentlyk by de DD. gehandelt: gelyk als by voorbeeld, of een fchuldenaar gehouden is aan zyn fchuld-eiffcher Intreft te betalen, indien de fchuld onder hem is befet, of hem verbod gedaan is, niet te betalen, of dat hy geen feker Perfoon weet aan wie dat hy vryelyk betalen mag? En is daar van wel het gemeen gevoelen van meeft alle DD. dat hy in fuik geval geen Intreft fchuldig is. Felin. in cap. confiitut. 193. extra de refteript. num. 12. om dat niemand buiten beding en nalatigheid van betaling Intreft fchuldig is. /. 17. %. fi pupillo l. 32, §. in bonos fidei. ff. de Ufuris. I. 87. §. ufuras ff. de legat. 2. en het regtelyk verbod iemand buiten fchuld en boeten houd. Glojf. in l. 4. ff. de Condicl. triticiaria. Felin. d. loco. Guid. Papa decif. 340. num. 3. Tufch. concluf. praclicabil. torn. 6. concluf 480, in verb. praceptum num. 10. (f feq. Ten ware nogtans indien aan de andere zyde bewefen wierd, of anders bedenkelyk was, dat den fchuldenaar ondertufichen het geld gebruikt, daar mede fyn profyt gedaan had, of had kunnen doen, en by hem het tegendeel niet wierd aangewefen, dat hy het felve ledig en vrugteloos had gehouden, in welk geval den fchuldenaar den Intreft, niet tegenftaande Arreft, en gefloten hand, niet wel fou kunnen ontgaan, arg. I. 14. ff. de condidl. indeb. & l. 226. ff. de Regul. Juris juntt. I. 34. ff. de ufuris, &l. 23. ff. de fiignorat. acl. Carpzov. defin. forenf. part. 2. conftit. 30. defin. 24. in fin. En alfo is by den Hoge Rade Anno 1652, tulfchen de Erfgenamen van Adriaan Janfz. van Koudekerk, en Mr. Philips van Cromftryen verftaan, welke faak ik tot in Revifie toe heb fien ftaande houden. (8;. 10 Van (8) Md. omnintt Cl. Voet l. t. n. 18. Holland, zyn ten aanzien van de OntObligatien en Rentebrieven, mitsgaders tangers geen arreft fubject. Z. Züsck tih vnereffen, ten laften van den Lande van arreflen §. 29.  VII. Deel. Van Intrejl, en geld gewin. 5± 10 Van making en befwaarde Erfenillèn, welke op fyn tyd niet bctaalt werden, moet ook Intrejl betaalt werden /. 3. /. 17. f. de Ufur l. 34. f. eod. I. 1. 2. Cod. de bfur. & fruttib. legat. So als hier voor 3. boek., 9. deel, num. 39. breeder is verhandeld. 11 Werd ook verftaan ftilfwygenden Intrejl te loopen van kuftingpenningen van gekogte Huifingen, of Landen, dewelke met op fyn tyd werden betaalt, al is 't dat het niet is bedongen, volgens den Regel, weid en pand mag niet zyn in een hand. facit l. 5. Coü. de. acl. empti. Maar hebben in fuik geval defelve IntreiTen geen voorgang regt, of onderpand. Als by het Hof «verftaan in de faak van ¥an Dirkfz. van Keulen, contra Willem Willenfz.van Nieu■boort, den 11. November 1609. om dat fodanige Intrejfen niet uil beding, maar by wet-duiding voortkomen. Dog is op verfcnciae plaatfen by Keur ingefteld. en gebruiklyk, dat den Intrejt van de verfcheene Kufting-penningcn daar geen Intrejl by bedongen was, eerft begint te lopen drie Maanden na den verfchyndag van eikc Kufting; of Termyn. Alfo is den 22. Juny 1-617. binnen Leyden gekeurt; Dat alle Kufting-penningen fpruitende uit koop van Hui zen, Gronden, en Erven, volgens de bedingen en beloften m de Brieven daar van verleden vervat, op haar rcfpetlvve verlcbyndagen, aan handen van de fchuld-eiffchers, of deffelfs Regt hebbende, fullen werden betaalt; en dat van defelve gecr^uitltel voor Vrede-makers, nog voor de Vierfchaar fal werden verleent : Dan mits by de fchuldenaars betaalt werdende behoorlyken^ntrejl, tegen den penning twintig in 't Jaar, gerekent van drie Maanden na de refpeftive verfchyn-dagen tot de voldoening toe. Sie de nieuwe Keuren, art. 124* ... . T- n r r \ 12 De Intrejfen houden op met de betaling van oe Hoofd-fom, (oj (9) Zo ook door confignatie, en niet fentatie het effetl der confignatie buiten prefentatie van betaling door Notaris en twyfel fchynt te moeten volgen. Verder getuigen volgens van der Schelling, is by EdiSvanienp OStor 1587.^ HS. ad l. 6. Ccd. d. t. juncl. Voet 6. vaftgefteld: dat ingeval van fchaa fc I e I 17. Dog (onder verbeetering) of diere tyde de jaarlykfche intereft dei moet ond rfchefd gemaakt worden, of renten, die in fpecie betaalt worden, de prefentatie van betaling is gefchied op eenen mode»ten taux van gedde 1ei Rmpliciter of met opene ieurje en klinken- mogen te worden gezet. Lxe Amelm. i* gelde, in welk laatfte geval de pre-»Cod. Belg. ut. renten § 4.  flo R oomsch-Ho l land se a Recht. IV.Boek. en voorts op deielfde wys als het verband van de Hoofd-fom felf. /. 9. /. li. I, 19. Cod. de Ufur. §. 1. inftit. Quib. mod. tollit. obligat. 't Welk te verftaan is in toekomende. Maar waar verfcheene Intreffen verftaan werden op te houden, en of defelve door het ontfangen van de Hoofd-fom fonder eenig proteft, of getuigenis van. regts-bewaar te doen, verftaan werden gekweeten te zyn ? werd 't felve alfo verftaan in ftilfvvygende Intrtffen, welk iemand buiten beding fou fchuldig fyn. /, 49. §. 1. ff. de acl. empt. I, 4. Cod. depoftti. I. 8. in fin. & l. uil. ff. de eo quod certo loco. I. 6. §. uit. ff. de leg. commiffor. Maar niet van bitreffhn welk men by uitgedrukt beding fchuldig is. d. I. 49. %. 1. ff. de act. empt. & l. 8. ff", de eo quod certo loco, Sie Pyr. Maur. tracl. de fiolut. oblat. & retent. cap. 12. Anton. Fab. ad Cod. I. 4. tit. 24. defin. 5. Joan. a Sande lib, 3. tit. 14. defin. 10. (10). Het VIII. Deel. Van de Bank van JLeening, of Lombard. 1. Bank van Leening, of Lombard, 3. De Mate en Tax van bet gewin in wat ? Intreft. 2. Onder wiens voerforge, en by wie te 4. De beleende panden, wannier, en boe. bedienen. danig te lojjen. 1 "T7"an den gemeenen loop van Intrejl werden uitgefonderd de \ Banken van Leening, anders de Lombard, daar ieder een fyn goed voor een redelyken penning, by den dag, en by de week mag verpanden, en beleenen, fo hoog als de waarde van het veronderpande goed in redelykheid mag lyden , waar van de Tafel-houder (:o) Deeze qusftie zoude (ondercor- word, en althans niet by Ioffing van redtie) veel al uit den inhoud der qui- Capitalen, waar van intereft betaald is „ tantie moeten blyken, welke by eenig- men vergelyk verder den A. incenf.for*. zints ervaarnen in cas van importante /. c. & DD. ad tit, de ufuris. Ssttaünge hedendaags zelden geömitteerd  VIII. Deel. Van de Bank van Leening, of Lombard, 6* der voor fyn moeite en geld-verfchot, een redelyke winft mag trekken. Daar toe by de Overheid fekere perfoonen werden gefteld, buiten welk niemand tot fodanige pand-leening werd toegelaten; en op dat het felve gewin niet al te hoog werde gefchat, tot een fekere fom werd bepaalt. s; Daar over in voorige tyden de Bijfchnppen de opfigt gehad hebben, als te fien is by het Concilie van Tremen, Sejjion. 22. cap. 8. Maar na dat de Pauslyke Rechten, en Kerkelyke Vierfchaar by ons is te- niet gedaan, is defelve voorforg by reflutie van de Staten van Holland den 17. November 1578. en den 11. April 1584. aan de Magiftraat in elke Stad opgedragen,en aanbevolen, alfulcke Chrijlelyke, Politique, en Gereformeerde ordre, en middel, op het /luk van defelve Leening te fueken, ftellen, en onderhouden, als ten meeflen geryf, en minfte quetfè van de behoeftige gemeente met eer en profyt derfelver fal mogen dienen. By de fommige werden fodanige Banken van Leening, by, en van wegen de Stad opgeregt, en by Luiden, daar toe om fekere loon gefteld, waargenomen, en het voordeel ten behoeve van de gemeene faak aangelegd, of ook wel jaarlyks aan den gemeenen armen uitgedeelt.(1). By andere werd het op fekere voorgeftelde maat,en ordre verpagt, om fekere. fom, ten behoeve van de Armen, Jaarlyks uit te keeren. 2 In de Maat van het gewin daar toe behorende, werd in agt genomen de winft-derving van het ledige geld, daar mede de Tafelhouders tot geryf van een ieder voorfien moeten zyn, haar moeite, en omflag in het uittellen, en wederom ontfangen , het gevaar van fchade in het fchattcn der panden, den loon van hare Tafeldieners, en verdere onkoften, het welk gemeenlyk genomen werd op 't meefte, en daar eenige Jaarlykfche Pagt opgefteld is, jegens 24. en 21. ten honderd in 't Jaar, op 't minft, en daar de Banken van Leening by en van wegen de Stad felf werden gehouden, jegens 18. 16. en 12. cn ook wel tot 10. of agt: anders, en in 't gemeen op 18. ten honderd in 't jaar; waar voor de Tafel-houders hare (1) Omtrent het geen deswegens bin> maar Befcbr. van Amft. 7. Stuk. p. ut». aen deeze Stad plaats grypt, Z. Wage- en volg. en de Handv. p. 679. en volg. H 3.  6a Roomsch-Hoi.landsch Recht. IV, Boek, hare Kaflcn met opgehoopt geld voorfien houden moeten, en alle verdere moeite en koftcn moeten uitvinden. 4 Defe beleende panden mogen by de Leen-fchuldigen geloft werden, t'allen tyden als het haar goed dunkt, mits by de loffing, en weder-gave van het geleende: voegende fodanig verloop als na beloop des tyds verfcheenen is. Dog op dat den Tafel-houder niet al te lang met het beleende goed befet blyve, en het verftaan-geld, of winti-derving niet buiten de overige waarde van het goed opklimt", mogen de Luiden hare panden niet langer als een jaar en fes weken laten ftaan; en fo wie binnen defelve tyd fyne panden niet komt loffen, werden defelve als vervallen opentlyk verkogt, en het overfchot aan den gemeenen Armen overgegeven, alwaar de eigenaars 't felve binnen fekeren tyd, by de fommige van drie jaren, nog mogen komen wederom halen. Het IX, Deel Van Bodemary en AJfurantk, [Grot. 3. ii. & 3. 24.] 1. Bodemery wat, en hy wie aan te gaan. 2. Of, en wanneer by de Schippers, buiten laft van de Reders. 3. AJJurantie, of verfekering voor Schip tn goed, wat ? 4. Hoedanig, en tot boe hoog te doen. 5. Voor wat fchade, of verlies fchuldig. 6. Over wat goederen verfekering mag werden genomen. 7. Of, en wanner van goederen en Koop¬ manfchappen die airede vergaan, -f$ bedorven zyn. 8. Verfekering op goede en kwade tyding , wat ? 9. Geen andere Haven in te gaan, tyd te verkenen, of reyfe by den verfekerden te veranderen, als uit nood. 10. Wanneer bet regt van Verfekering ingaat, en ophoud, en hoedanig te teregten. Van den gemeenen loop van Intrejfe, werden ook buiten gehouden en uitgefondert geld-léningen, daar by den Uitlener 't gevaar van de Zee t'fyne laften neemt, daar voor men fo veel meer ten Intreft mag bedingen, als het gevaar en het afwagten van het geval van de Zee, na gelegentheid van plaats en tyds bo-  IX. Deel. Van Bodemary, en AJJurantie. ^ 63 boven den gemeene loop van Intrejl, kan werden gefchat, niet alleen tot tien, of twaalf, maar felf tot twintig, minder, of meet. der ten honderd, tot. tit. f. & Cod. de nautico foemre juncl. Novel. 106. Defe zyn Bodemary. en AJJurantie. Bodemarye, is geld-léning, op den Kiel, of Bodem van het Schip, om fo veel met fèkeren Intreft weder te geven, fo het Schip behouden over komt. (i> Een Schip genomen en geconfis- queerc (1) Hier voren pag. 24. ia van dit conïraél door my eenige melding gemaakt en'bygebragt de woorden van 't 12. art. van bet Placaat van Koning Philips van den jaare 1563. dan bet zal niet ondienftig zyn nog te melden: dat üeBodemaryê gewoonlyk omfchreeven wordende als ten geldleening, waarvan den uitleener bet gevaar loopt van de Zee. I. 2. Cod. naut- foen. Onzen A. echter eene nadrukkelyker befchryvinge doet, want vooreerft zegt hy : Bodemarye is geldleening op den bodem of Kiel, namelyk even als geldleening een contratlus ultrocitroque obligatorius, waaruit met de dadelyke aantelling der penningen de gehoudenisfe tot reftitutie geboóren word, maar echter verfchillende van verbruikleen of geldleening (mutuum) daar in, dat hier by komt de accefforia bypotbecce, en dat dit is een geldleening op den Kiel of Bodem van bet Scbip, waarom ook de Scheepsgereedfchappen geborgen zynde, komen ten voordeele van de Crediteuren. V. Voet ad tit. de naut. foen. n. 4 en dit contract, gevolgelyk buiten betaling door alle toevallen of Avonture van der Zee gediffolveert word, waarom ook den A. 'er by voegt, om fo veel met zekeren intere/?, als namelyk naar rato van het gevaar, het geen de uitleener loopt, bedongen is, weder te geeven, fo bet Scbip èebouden «verkomt, en dus ook verfchil- lende van AJJurantie, gelyk ftraks als van zei ven zal blyken, doch men neeme echter deeze bewoording van den A. niet in dien zin, even en als ware 'er eene volftrekte condictionaliteit in deeze verbintenis opgeflooten, te recht is byVERwer Neerl. Zeerecht. Verb. van lïudem* pag. 1S0. gemeld: dat al wat in onze Bodemaryen naar conditionaliteit fmaakt, hier inne beftaat, dat, by toevallen en verminderingen aan de verbodemde zake opkomende, des opneemers Obligatie, uit zulken hoofde, blyft gelimiteert en gereduceert tot zo verre' dis verbodemde zaake zo veel te lande brengt. De Zeerecht, van Wisbuy art. 40. zyn totverftand van des A. gezegde aanmerkenswaardig: Item, een Schip zeylt van AmJlerdam, oj van anderen Steeden, waar dat bet is, een Schipper is ten agteren en verkoopt goed op den bodem, hy is Jcbuldig ze verre die bodem zo veel te lande brenget9 dat te betalen aan den eerften marke daar by komt binnen 14 dagen: En dat zal by betalen tujjchen den minjle en meejle. Ende waart dat de Schipper den Koopman niet vergenoegede, ende by dat Scbip verkogte > ende eenen andere Schipper iri*t Scbip zette, zo mocht die Koopman, dat Scbip binnen jaar en dag aanjpreeken. Dit zy genoeg gezegt tot veritand van Bodemarye , gemeenelyk verftaan op Scheepen, dan 'er is ook Bodemarye op Goederen of Koon- .  6*4 Roomsch-Hollandsch Recht. IV.Boek. queert fynde dog daar na weder ingekogt en geredimeert, werd niet verftaan behouden over te komen, en fulks is de Bodemary te niet. Neer/, adv. r. d, c. xj. Het felve foude plaats hebben, indien het Schip genomen fynde, daar na was van de neemers verlaten en aan de Schipper vereert. Neer/, adv. ï. c. 52.] Het welk mag aangegaan werden, niet alleen by de Reders en eigenaars van het 2 Schip, maar ook by den Schipper tot haar laften, fo wanneer, en fo veel zy buiten 'sLands zynde, tot het volvoeren van haar reys van node mogten hebben; maar binnen 's Lands mogen geen Schippers eenige Bodemary aangaan, als by duidejyke wil en toeftaan van het meerendeel van haarluider Reders: ten ware fy van eenige van hare Reders geen penningen konden bekomen tot uitreding van hare Scheepen; in welk geval de Schippers tot laften van fodanige onwillige Reders fo veel penningen op Bodemary mogen ligten, als derfelver aandeel in het Schip komt te bedragen. Sie de Recueil van de Coftuymen tot Amflcldam, cap. 52. art. 1. ende 7. Wisbuyffe Zee-rechten, art. 40. Ordonnantie der Zee-rechten van KoningVmlips van den jaare 1563. tit. Van Schippers en Koopluiden, art. 12. en tit. Van verfekering, of Affurantie^ art. 10. [Is te noteeren , dat een jonger Bodemary-brief, geprsfereert word voor een ouder. Ten ware dat de Debiteur, op defelve plaatfe leggende, meer Bodemary-brieven van verfcheide datums fonder nieuwe nood had gepaffeert. In welke gevalle alle de gemelde brieven fouden concurreeren. v. Ree. van Rofenb. pag. 272. Maar werd gevraagt, of een Bodemary-brief behoort te werden gepreefereert voor een Byl-brief ? Affir- Koopmanjcbappen , waar van te zien is Consult. 4. d. ctmj. 110. Verder is by Verwer /. e. pag. iqi. Het Schip word het bovengemelde Edict van KoningPHiverftaan behouden gearriveert te zyn, lips art. uit. Ligbaam der Zeerecht, pag. als het gekomen is ter plaatfe daar de 242. geftatueert: dat ingevaüe bovengereys eindigt, en tot zo lang toe loopt meld, den Schipper op Schipsbodem,by den_ uitleener het gevaar, maar zo den forme van Bodemarye, zal mogen neeSchipper eenen anderen cours ftelt en men, zo veel, ais het vierendeel van de reyfe verandert, zo cesfeert ook met denzelven bodem waardig waare en andie dadelyke verandering der reyfe en derfints of hoger niet, ten zy in cas niet eerder, het gevaar voor den uit- van grote nood, mits daar van doende ■leener. Vid. omnino Ampl. Bynkershoek blyken. -!««/?• ;«»•■ priv. lib. 3. cap. 16. Holl.  IX. Deel. Van Bodemary, en AJJurantie. 65 Affirmat. J. Ons. in conf. 56. Conf Bat. part. 3. Ne gat. Vinn. ad Pekk. de re naut. pag. 95.J (2;. 3 As- (2) Omtrent deeze vrage zegt de Prefident van Bïnicershoek d. I. Mirum effe quidam Profeffor juris (Vinn. ad Peck.) ait, cur pojleriores Bodemery.Brieven priores pracedant. Sed cur impenfx in rem confervandam, paüo pignore, antiquieribus praferantur, J.Ctorum miraturnemo & rationem expedivit Ulpianus in l, 6. ff. qui potior. in pign. Id. potius miror, quod itle ipfe ait, dat een Bylbrief voor een Bode mery-hrief gaat; nam ex ratione communi diceremus, tw Bylbrief cedere rt) Bode nterybrief nee aliter adbuc didici. maar dat de Prefidenc omtrent het laatften Vim». ten onrechte berispt, blykt, zo men let, dat vooieerst de geene, welke tot exftruélie en making van een Schip ere diteert, naar befebreeve Rechten een perfoneel privilegie van prajferentie is toegeftaan. I. 5. ff. qui potior in pign. ten tweeden dat den lleere van BrNitERSH. I. c. te paffagicr zegt: per me licet habeat £f pignus, fi id puHusfit. Want de houder der Bylbrief heeft uit kragte van de geall. /. 5. ff. wanneer men dezelve vergelyken wil met de volgende 1.6. ff. eod. juniï. I. 25. D. de reb. cred. ontegenzeggelyk ftilzwygend verband, quod creditor bic falvam navem fecerit dando pecuniam in rifetïionem confervationemque tttius navis, ja men hebbe eenig'yk acht te geeven op de Rutmca ff. qui potior. in pign, om toe te ftaan dat Ulpianus de houder van een Bylbrief het legaal ▼etband toekent, en alle reden tot twyfeling word weggenomen, zo men inziet de Novell. 97. C. 3. junü. I. 1. ff. in quib. cauf. pign. vel bypotb. tacite eentrab. en daatby in aanfehouw neemt de utiliteit, welke den Staat verkrygt door den Scheepsbouw, waarorome ik ook in het ie. deel pag. 184- hebbe gezegt,dat het nut der Commercie den houder van een Bylbrief, zo lang de kooppenningen onbetaalt zyn, de reclame toeftaat. Maar mogelyk zal iemand met Bynicersh. infteeren: quo jure cïf ei prcefertur, qui in pignus fuumfervandum credidit? waarop ik antwoorde jure dominii, of zo gy het dus liever wilt, uit zaake van het anterieure hypotheecq, dat de houder der Bylbrief of verkooper op Waterrecbt uit kragt van wetduiding heeft boven den uitieener of geever op Bodemarye. Z. bet etrfie deel ter aangehaalde plaatfe. Zonder dat my obfteert de /. 24. nog ook de /. 34. D. de reb. autï. jud. poff. ex quibus coiligunt adverfarii nullum jus tacitot hypothee® babere, qui in navem reficiendam credidere, alioquin fifco prafcrrentur, cui praferuntur omnes creditores bypotbecarii, qui tempore funt priores l. 8. D. qui pet. Want in dezelve wetten word alleen gefproken van het perfoneele privilegie, niet van het ftilzwygend hypotheecq, uit welker hoofde de houder van een Bylbrief zeer zeker met alle hypothecaire Crediteuren van eerder datum voor den fifcus gaat. Men zie vooral de Ghoot inl. 2. b. 4S. d. §. 13. ge. lyk al mede niet tegen het gezegde doet het raifonnement doorBaoKiaioKST tent. II. affert. 76. uitgedagt. IHe qui in rem emendam pecuniam credidit, non habet tacitam bypothecam in re emta. Ergo nee ille qui in reficiendam vel exjlruendam navem credidit. Want op deeze wyze kan men de hypothecaire actie in alle gevallen tegenfprceken, en al ruft dit raifonnement op de comparatie vaa een Crediteur op een by koop te verkrygene zaak en een Crediteur op de uitrutting I vaa  66. RooMSCH-HoLLANDsctT Recht. IV. Boek. ; AJJurantie, of verfekering, is een handeling daar by iemand voor fekere geld-winft, welk met het aangaan van de handeling werd aangetelt, t'fynen laften neemt het gevaar van de Zee, of Water, Vier, Vyanden, Zee-rovers, en verder ongeluk, op het Schip" met fyn toebehooren, of ook wel op feker goed, of Koopmanfchap vallende, tot dat het behouden overkomt, ter plaatfe daar het heen gcfchikt is. De byfondere Rechten en hoedanigheden in de verfekering aan te merken, zyn voornamentlyk: (3). 4 I. Dat van een Schip in d. I. 34. zo vfclgt egter geenzints, dat wanneer twee zaken of perfoonen eikanderen ergens in gelyk zyn, zy even daarom in allen opzigten moeten gelyk zyn, het geen Bronkhorst l. c. vermeld, is contrarie betoogd by Gkoenew. ad Grot. d.l.n.n,. And. Gail. Germanen Papinianus lib. 2. obj. 12. Mynsing. obj. do. cent. 1. A. Faber in Cod. lib. 8. tit. 7. def. 10. Ordin, Pree. judic. eletï.Jax. J. Wam aucb einer. en de Sententien door Cari'zov. jurisprud. JorenJ. p. 1. conjï. 28. def. 105. bygebragt, als ook de Sententie van den Hove van Holland omfchreeven by Neostad. Cur. Holl. decif. 35. Aangaande het ftatutaire Recht van Amfteldam omtrent de preferentie der jonger Bodemarybrieven voor de oudere, is te zien Loen. ca/u 127. Loel ilid. (3) Deeze fioffe, hoe zeer van groote uitgebreidheid, zal ik nutshalven zo Jtore my doenlyk is alhier ontvouwen, gemerkt den Autheur daaromtrent nog accuraat, nog breedvoerig genoeg, zo als in een compleet fyfthema onzer Recheen gevordert werd , gehandelt heeft. AJJurantie ej verzekering dan is: een Contract, waar by den eene party der Contractanten tst zekeren bepaalden tyd op zig neemt het onzeker gevaar, voor het welk den ander blott gefield is of zal zyn, en aewelhe daar voor gehouden is aan hem den bedongen loon ojpremie te betalen. Deeze myne definitie hoe zeer van de algemeene, door Coccejus in diJJ. de ajjecurat. |. 8. op • gegeeven, afwykende, als ookeenigzints van die van H. de Groot inl. 3. b. 24. d. J. 1. zal echter uit het volgende blyken (zo ik vertrouwen mag) duidelykft te zyn. Dit Contraft is zo nieuw niet als veelen zig verbeelden, blykens Livii lib. 23. ut quee innavesimpojuijjent, ah hoftium tempeftatisque vi, publico periculo effent. Suetonii in vita claudii c. r8, Negotiatoribus certa lucra prcepojuit, JuJcept» in Je damno, fi cui quid per tempefiates occidijjet. V. Lusac in not. ad Wolf. Droit de la N. §. 679. litt. d. en komen in de verhandeling deezer ftoffe in aanfehouw: Vooreerft de Perfoonen, Ten tweeden de zaaken. Aangaande de Perfoonen zyn by de wetten verhindert de CommiiTariffen van Affurantie, de Tollenaars of Gecommitteerden in zaken, de gemeene middelen betreffende, deSecretariffen en bedienden der Affurantiekamer, de Makelaars, de Vrachtlieden. Z. de Groot inl. §. 3. Ordonn. van Koning Philips art. 17. iS. 10 rjfar. Gr. Placaatb. r. d. Jol. 832. add. Handv. van 4mft.pag.65s. wel verftaande dat alle de gemelde Perfoonen zig mogen laten verzekeren. Vid. e. van Zurck in Cod.p. 'm. 121.  IX. Deel. Van Bodemary, cn Affurantie. 67 4 I. Dat het verfekerde goed na fyn opregte waarde'moet werden aangebragt, en met kennis ingeladen. Sie de Zee-rechten van Koning 121. maar of een Minderjaarige ditContraft kan fluiten, *t zy als AiTuradeur of als Geaffureerde is niet zonder groote omflag by de Schryvers omtrent dit ft ukverhandelt, dog ik boude my aan het hedendsagfche Recht, en dan heeft het weinig omflags. Z. pag. zo. van dit Detl. want de Voogd contrafleerende ten na* me van de Minderjarige als Voogd , moet het Contract in diequaliteit gefrand doen, en de Minderjaarige, afzonderlyk negotieerende en firma voerende, word gehouden voor geëmancipeert, en kan aldus valide engagementen aangaan. Maar of zodanige reliëf openftaat is fubtiler quasftie, ik voor my acht de negative gegrond. /. 3. Cod. fi minor fe major. De Affurantie kan ook geflooten worden door de Faftoors, Correspondenten cn goede vrienden van de eigenaars der Goederen of Schepen, daar toe ordre of ratihabitie hebbende, zonder dat obfteeren kan de exceptie, dat de verzekerde Goederen den Gealfureerde niet toebehooren. Z. Advysb. 2-d. cmf. 17. Aangaande de zaaken valt aan te merken dat dit Contract, bevatten kan alle zaken, onder de menfchen handelbaar, koftbaar of gering, bederfelyk of onbederfelyk , zo het zelve maar by Police word geëxpresfeert. Add. Bynkershoek quafi. jur.priv. lib. 4. cap. 15. verfufcio. ofmetde woorden, voorkomende in het vervolg onzer Handv. p. 91. op al het geene, waar in iemand belang heeft, mits beftaande in een reëel intereft en in het Contrair van Affurantie uitgedrukt worde, welke riftco daarop zal geloopen worden. Veel Schryvens heeft het gekost of's menfchen leeven ook een onderwerp van ditContraft zynmogte,op het voorbeeld vandeim'Jir actio ex lege Aquilia hebben zommigen het gewaagt de negative by alle voorftanders van het Roomfche Recht, zo ontegenfpreekelyk , want een vry lighaam is geen »ftimatie onderworpen, tegen te fpreeken, en te zeggen dat dit geen teflimatie; maar een zekere bepaalde quantiteit in eventum interims bominis was. V. Huber ad I. tit. de l. aquil. n. 6. Kuricke diatr. p. 10. Bynkersh. qucejl. jur. priv. lib. 4. c. 1. de GaooT $. 4. welke laatftgemelde nooit genoeg agtingswaardige Schryvers de negative leeren , doch men zie de Handvesten van Amst. p. 660. en 664. mitsgaders Roccus decif. 3. Den HeerFEiTAma in zyne aant. op bet traclaat van Roccus over de Afjurant. pag. m. 104. litt. a. heeft zig wel geabufeert, als hy zegt, dat de voorname H. Grot. geene reden voor deszelfs fentiment geeft, en dat het zelve mitsdien berust op fimpel zeggen, want de Groot fpreekt conform den letter van het 32. art. der Ordonnantie van Koning Philips. Maar waarom op den letter gezien en volgens de gezonde reden dezelve woorden niet gelimiteert ad fptnfiones tales, caufam inbonestam babentes. Vid. Scaccia §. r. q. i.n. 88. op dezelve grond (fc. ob bonejlatemcauja) zyn immers de Contracten van overleeving geoorlooft, en wat men hier regens kan inbrengen zie ik voor als nog niet. Ce vrage of 's menfchen vryheid mag worden verzekert, is verhandelt by Mr. Lusac l. c. Byhkersh. quesjl.jur. priv. lib. 4. cap. 2. Dog aangaande de Contrabande Goederen is niet minder verfchil,of de Affurantie daarop gedaan nulliter is? Vooraf komt in aanmerking, welke Waaren gemeenlyk Contrabande genoemd worden, en waarom dezelven van I 2 auv  68 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. ning Philips van den 31. Oclober A°. 1563. tit. Van verfeker. art. 10. ir. Dat anderen zyn onderfcheiden, het geen met alle lof is verhandelt in de bekende Verhandel, over bet Recht van Commercie 5. boofdd. en blykbaar onder anderen uit het ExtraEt der Refolutien van de Hoog Mong. Heeren Staten Generaal den 6 May 1667. te vinden Advysb. r. d. p. ij3. Zoodanige Waaren nu zyn den Afluradeur door den Geaffureerde of van zynentwegen opgegeven of Bief, in het ?aatfte geval is de Afluradeur relevabel zeyt den Heer die Groot, in deszeifs advys Holl. Confult. tweede derde deel, conf. 185. dan de verfchillende zoorten van ignorantie fchynen my op deeze vrage tocpaffeljk; indien de Geaffureerde buiten weeten der Affuradeur of Verzekeraar de opgegeevcne Koopmanfchappen met Contrabande Waaren vermengt komt de fchaade, des wegens ontftaande, voor zyne eigene rekening prtpter dolum Straccha glejj. 5. n. 2. en mogen niet geaffureert worden geimagineerde winften, als behoorende onder weddingen , nog Koopmanfchappen of Schepen, toebehoorende de Vyanden deezer Republicq, nog ook de Gagieu der, Schiplieden. Z. de Ordonn. van Koning Philips, mitsgaders de Ordonn. deezer Stad art. 13. dog zyn onder weddingfchappen niet begreepen de Retouren, nog ook onder Gagien of loon de rantfoenen der Schiplieden, add. van Zürck tit. Affurantie j. 7. en de quiftie door van der Schelling omtrent de condictie derprajmie van Affurantie, op geimagineerde winften gedaan, aldaar zakelyk behandelt. Voorts zyn onder de verzekering op het Schip mede begreepen de Ankers, Zeylen, Touwen enz. V. Straccha gloff. 8. n. 9. onder de generale be¬ naming van Goederen, Waaren en Koop. manfchappen, zyn niet begreepen liodemarybrieven, nogWolIe, Vlas, Hennip, Stokviscb, Haring, Graanen, rond of plat Zaad, Zuiker, Erweten, Boonen, Kaas, Boeken en Papier, zoo de befchadigtheid is onder de tien percento, dog zoo dezelve Waaren, by de Police van Affurantie. zyn geëxpreffeert, zyn de Affuradeurs maar vry van befchadigtheid onder de 3 percent, zynde Avaryc groffc afzondcrlyk. Z. bet tweede vervolg tp de Handv. van Amft. pag. g$. en velg. wanneer iemand Verzekering heeft Iaates doen op Goederen, dewelkenhy niet heeft gelaadcn, dan is de Affurantie nul, om reden het gevaar, waar over het Contract geflooten is, niet geëxfteerd heeft, en met opzicht tot de wedereiffching der premie fchynt te moeten worden gediftinguecrt, want het bedrog van den Geaffureerde concurreert alhier of niet; In het eerfte cas in de Geaffureerde tot betaling der prasmie gehouden. Vid, Straccha ghfj. 6. n. 9. in het iaatfte heeft reftemo plaats, dat is: den Geasfureerde kan de betaalde prasmie condiceeren , of de onbetaalde te rug houden, mits geevende of latende den AfTuradeur voor deszeifs moeite een half percent, wat onze Ordonn. deswegens voorfcb*yft is te zien art. 23. ook word de Affurantie dadelyk geannulleert, wanneer het Schip word verhindert zyn Reyfe te volvoeren, of genoodzaakt is een andere Voyage te doen. V. Roccus ditïo traclatu num. 194 £f i9f. Dan zoo ik alle de quajftien my over dit onderwerp voor- komende trachtte aan te roeren, had ik noodig een geheel boekdeel te fchryven omtrent deeze ftoffe alleen; iets zulks over-  IX. Deel. Van Bodemary, en Affuranlie. 09 II. Dat niemand fyn Schip met de toeredinge tegen het gevaar van Water, Vier, Vyanden, Zee-rovers, of andere gevallen, verder ©verwaardig, maar vsn my thans niet te vergen; ik melde derhalven nog, dat onder het onzeker gevaar, beflooten is het ongeval, gebeurende door fchuld of bedrog der Schiplieden, alzoo de daad van een derde niet kan beletten, dat de verbintenis zyn kragt niet zoucfe hebben, volgejis Roccus d. t. art. 23. dog beft is de baratterie by de Police te expreffeeren. Z. de Ordonn. pag. 93. add. Straccha glojj. 31. In hoe verre wyders de verzekering mag gaan is by de Schryvers even als by afzonderlyke wetten onderfcheidelyk bepaald, onzen Aucteur h. n.4. volgt voornamelyk de Groot h.t. j. 4. alwaar Groenewegen de woorden uit de Ordonn. van Rotterdam en Middelburg , mitsgaders die van het Placaat van den laatften Oclober 1563. zei ven bybrengt: zynde zeker, dat ook het tiende deet van de waarde der Koopmanfchappen (waar van den A. melding doet; bedendaagfeh op veele Plaatfen mag worden verzekert. Z. de Ordon. van Amft, art. 19 cjf 20. de Ordon. van Middelburg Ampliatie 4 February 1719. art. 2. Gr. Placaatb. 5. d. fol. 12H7. add. Cron. g. 23. cap. 6, Stracchagloff. 16. hebbende contrarie coftume de anterieure Wetten geabrogeert of eene renunciatie daar van ingevoert. Vid. Rocccs diclo tractatu art. 81. Eindelyk moet men wel in het oog houden, dat dit Contrair, werken rnoet omtrent een onzeker gevaar, zynde by het meermaals aangehaalde Placaat art. 4. verbooden in eenigerhande maniere verzekeringe te doen op Scheepen, Goederen, Koopmanfehappen, Huure, Vrachtloon of andere dingen, niets uitgezonden, dewelke ten tyde van de Verzekering zullen weezen gepericliteerd; zo ook den 19 Msart 1701. by Sententie van den Gerechte deezer Stad Amft. met de koorde geftraft is, Abraham van Beveren, als deel hebbende aan het doen affureeren van Goederen die niet fcheep waren, en aan 't in den grond boren van het Schip na de gedane affurantie, zie ook de Sententie van den 14 Sept. i6r4. door Mr. van der Schelling ai Cod. p. m. 129. vermeld. Dog byaldien de Geaffureerde van het vergaan, berooven of bederven niets geweeten heeft, ten tyde van het fluiten der Affurantie, zoo blyft het Contract van waarde en is den Verzekeraar tot vergoeding verpligt, hoedanig deeze kennis word geprobeert is te zien by Btnkersh. quaft. cit. c. 16. lib. 4. junü. Roccus h. 319. welke egter opzigtelyk de gerugten van het bederf, vergaan enz. ingekomen of verbreid verfchillende gevoelen, waarom veiligft op goede en kwaade tyding verzekert word. Vid. Bykkersh. d. I. 4. c. 7. per tot. Notabel is ook op dit onderwerp het ftatutaire Recht deezer Stad. Ordon. van Affiur. en Avaryen pag*. St. in verbis: Men zal ook mogen laaten verzekeren op Scbeepen of Goederen, dis reeds zyn afgevaartn van de plaats, van, waar men des Affuradeurs rifico vuil doen beginnen, mits dat in de Police wtrde gefteld de tyd, waaneer de Scbeepen of Goederen zyn afgevaaren of vertrokken: en lyaldien de geaffureerde in de Police beeft doen ftellen den tyd van bet Vertrek en bevonden werd, dat bet Scbip of de Goederen voor die datum reeds was of waren vertrokken, zullen de Affuradeurs in geen» Jcbaade gebonden zyn; maar de Premie moeten reftorneeren , onder korting van een half percent; dog zo de Geaffureerde geen I 3 kin-  70 Roomsch-Hollandscü Recht. IV.Boek. der mag doen verfekeren voor hem, of fyn mede-reders, dan voor de helft van de waarde van dien, volgens de voorfz. Zee-rechten van Koning Philips van den Jaare 1563. tit. van Verfekering, of Affurantie. art. 8. 't Welk by de Coftuymen tot Amfteldam is vermeerdert tot op twee derde parten. Rccueil van de Coftuymen tot Amfteldam, cap. 30. art. 10. En kennis van het vertrek beeft, het sy door een brief of anderzins, zal by in de Police moeten doen Jlellen, dat by van het vertrek o?ikundig is, mitsgaders daar by moeten opgeeven en uitdrukken de datum van de brief van order of advis, en de laatfle tyding die hy van het Schip of Goed heeft ep poene, dat anders op de Police geen recht zal worden gedaan. En zoo de Geas. Jureerde in de Police beeft doen ff ellen, dat by van bet vertrek onkundig is, en bevonden word, dat bet Schip of de Goederen , voer dato van 't geeven der order of advis, was of zyn vertrokken of gevaaren, zal de origineele Geaffwterde indien dezelve de order tot bet doen verzekeren beeft gegeeven, of anders de geen, door wien de order tot de Affurantie of advis is gegeeven, als mede de geenen, dewelke de Asfurantie, bet zy voor eige rekening of in tommiffie, alhier hebben doen bezorgen , en die dezelve hebben befolliciteerd of gejloo ■ ten, gehouden zyn in cas van ramp cf jchaade, hunne ignorantie met eede te heveftigen. Ten laatften valt aan te merken , dat hoe zeer dit Contract mede zo wel mondeling als fchriftelyk kan worden aangegaan, en zelfs uit de betaling en aanneem^ der prsemïe tacite proilueert, egter volgens de Wet alhier in ■vigueur daar van uiterlyk binnen 14 dagen moet worden opgemaakt en getekend eene behoorlyk geöctroyeerde gezégelde en door den Secretaris van de AfTttrintiekamer getekende Tolice. Z. let tweede vervolg op de Handv. p. 02. mogende men ook daarby (luiten een Co». traB van Reaffurantie, dat is een nader of tweede verzekering op nieuws, welke de Geaffureerde aangaat met eenen anderen Affuradeur op alle goede en kwade tydingen, het geen dikwils gefchied, het zy uit hoofde van failliffement van den eerften Affuradeur of anderzints, dog moet de Geaffureerde de nieuwe Verzekering aan zynen eerften Asfuradeur of by deszeifs infolventie aan de Curator, in deszeifs Boedel gecommitteerd, door de Bode der Asfurantiekamer laten aan-' zeggen, vermogende volgens een oude gewoonte, de namen van de derde en volgende Asfuradeurs op een en dezelve Police, buiten bewilliging der geenen, die voor hun getekend hebben, niet wederom geroyeert of uitgedaan, tenware de Ueasfiireerde zelve, of iemand anders voor de geroyeerde Asfuradeurs wilde inftaan. Z. Handv. v. Amji. bl. 54r. en Wagenaar Befcbr. van Amft. 3. b. p. 438. waarom by nadere dispofitie is gemeld, dat ook de Gereasfureerde aan den tweeden verzekeraar gehouden zal zyn, te cedeeren al zodanig Recht en Actie, al« hem ten laften van den eerften Asfuradeur of by infolventie ten laden van deszeifs Boedel competeert. Z. 't vervolg op de Handv. I. c. zo deswegens als ook ten opzigte der Avarye grosfe en Ajfurantie op Bodemarye.  IX. Deel. Fan Bodemary, en Affurantie. 71 En aangaande de Koopmanfchappen en goederen, dat daar van ten minfte het tiende deel van de waarde, dat defelve fo over koop, als anders hebben gekoft, moet onverfekert blyven, behou delyk dat de Koopmanfchap tot Antwerpen over de duifend ponden vlaams, en volgens Coftuymen tot Amfteldam over de twee duifend ponden een pefioon toekomende, kwamen te bedragen, den felven het overlchot in 't geheel mag doen verfekeren, blyvende alleen het tiende deel van de duifend, of twee duifend ponden onverfekert. Sie de Rechten van Koning Philips van den jaare 1565 til van Verfekering:, art. 11. en het Recueil van de Coftuymen tot Amfteldam, cap. 30. art. 11. 55 III. Dat fo wanneer het verfekerde goed door hem felf fonder eenig uitwendig geval kwam te verderven, of te verargeren, den Verfekeraar daar in niet gehouden is. Sie Coftuymen van Antwerpen. Ut. 54. art. 15. van Amfteldam, d. cap. 30. art. 27. 6 IV. Dat men alle faken en Koopmanfchappen mag doen verfe keren, uitgefondert de Vragteix en Huuren van de Schippers, en Bootsgefellen, nog ook de toerufting van Scheepen, Menfchen Leven, Kruit, Loot, Lyfs-behoeften, of diergelyke dingen, welk verbefigt werden. Zee-rechten van Koning Philips , tit. van Verfekering, art. 8. 9. Coftuymen tot-Amfteldam, cap. 30. art 10 11 cn art. 17. 24. 7. Men mag ook doen verfekeren Schepen, Waren, Goederen en Roopmanfchappen, die airede ten tyde van de verfekering vergaan gerooft, of bedorven waren, fo wanneer het ter kennis van den perfoon die den verfekering neemt niet was gekomen, of fo veel tyd niet tuffchen beiden was geweeft, dat hy het niet had kunnen weeten, drie mylen weegs gerekent voor twee uuren. Zee-rechten van Koning Philips tit. van Verfekering, art. 4. Coftuymen tot Antwerpen, tit. 54. art. 10. tot Amfteldam, cap. 30. art 20 21 8 Daar van dmdelyke kennis moet gedaan werden, hoe lan?'de Schepen uit geweeft zyn, en wat daar van de laatfte tyding is, dat men noemt verfekering op goede en kwaade tyding. Want anders- fou een verfekering gedaan, drie Maanden na het vertrek van de Schepen m Europa, Barbaryen, of daar omtrent, en op de verdere plaatfen fes Maanden na het vertrek, k agteloos zyn, en niet be- ftaan.  72 Roomsch-Hollandsch Recht. IV.Boek. ftaan mogen. Coftuym. tot Antwerp. tit. 54. art. 8. tot Amfteldam, cap. 30. art. 6. p . V. Dat den Verfekerde den Schipper die hy bevragt heeft, geen andere Havenen mag doen ingaan, of aanneemen, of fyn reys in de Verfeker-brief uitgedrukt, mag doen verlengen, of veranderen, [v. Neerl. adv. 1. c. 43.] of is de verfekering van onwaarden, ten ware den Schipper uit nood, eenige andere Havenen buiten laft van den Verfekeraar had moeten in lopen. Zee-rechten van Koning Philips tit. van Verfekering, art. 6. Coftuym. tot Antwerpen, tit. 54. art. 12. Coftuym. tot Amfteldam, cap. 30. art. 7. 10 VI. Dat de verfekering begint, van de tyd af dat het Schip Zeilré legt, en de verfekerde Waren gebragt zy op de Kaay, of Wal, of in de Schuiten en Barken, om daar mede in de Scheepen ingeladen te worden, ter tyd toe dat defelve in de Haven ingekomen, en op het Land vry en veilig ontladen, en geloft fullen-zyn, den tyd van 24. Uuren. En wat verlies, of ongeluk, ondertuifchen op het verfekerde komt te vallen, moet den verfekerde fynen verfekeraar, daar van behoorlyke kennis en bewys doen; het welk gedaan zynde, den verfekeraar hem na drie maanden, onder Borgt van 't felve wederom te geven, fo naderhand anders bevonden wierd, fyn verloren, en verongelukte moet goed doen, fo ver het felve was verfekert, en ingeval dat 'er eenig Schip, of goed, in Europa, Barbaryen, of daar omtrent, jaar en dag, en op verder gelegen plaatfen, den tyd van twee jaaren achter blyft, fonder midlerwyl eenige tyding daar af te hooren, werd het felve Schip en goed gehouden "als verloren, ei\ mag men daar af de verfekeraar^ kennis doen, en na drie Maanden de betaling eiffchen als vooren. Sie Zee-regten van Koning Philips, tit. Van verf kering, art. 13. Coftuymen tot Antwerpen, tit. 54. art. 4.. 5. 7. tot Amfteldam, cap. 30. num. 4, 5. z$. 33. (4). H e t (4) .AM. LoccENii Jus Maritim. I. 2. titutie van prtemie, zo als in de vorige t. 5. n. 9. Uit het Contract van ver- aantekening is gemeld: en. de andere zekering worden twee actiën gebooren: competeerende den Asfuradeur tot beDc eene openftaande voor den Geasfu- taling der prsmie ef inttreffe, waarreerde tot vergoeding van de bekomen op condcmiiatie gevolgt zynde, dit voorfehaade, of prseftatic van cautie of res- recht heeft, even als condemnatien in  X. Ded. Fan Bruik-leeiu c J Het X. Deel. Van Bruik-leen. IGrot. 3- 9 J ïe .JSriiifc /e*», wat? 3- ^«ar«'« ^e/j te Leen ontfangergehouden 2. I?y wie, en van welke faken te ge- is, en wat by hem te vergoeden, fcbieden. 4. Waar in de uitleener gehouden h, 1 T^ruik-leen is een handeling, daar by iets tot feker gebruik fonJ3 der eenig gewin geleend werd, mits dat het felve goed na 't gebruik wederom fal werden gegeven. §. 2. inftit. Ouib. Mod. re contrah. oblig. I. 1. /. 8. ff. commodat. 2 Defe handeling mag gefchieden, by alle die haar felve kragtelyk verbinden kunnen, (daar van hier voor) en van alle goederen, fo roerende als onroerende. /. 5. §. 6. /. 1. §. x. ft', commodati. die maar fodanig zyn, welkers gebruik niet beftaat, in 't verbruiken van defelve faak. /. 3. §. uit. ff. eod. ten ware dat ook een verbruikbare faak iemand geleend wierd om daar mede te pronken. /. 3. %. fin. I. 4.. ff. eod. Den te Leen-ontfanger is gehouden het gebruik gedaan zynde, het geleende, fo goed en kwaad als het was, wederom te geven. gereeden gelde, dat de gecondemneerde niet behoeft te worden geloos- en geëigenpand. Z. Handv. I. c. en 't vervolg mede d. I. Deeze actiën zoude men naar befchreeve rechten met Vitriarius univ. jus civ. pag. 555. hunnen noemen: prcefcriptis verbis, ad perfequendum, quod alter alteri debet ex natura hujus contratlus vel ex paBo. Gemerkt ook de rechts aanfpraak conform de Police moet zyn ingericht, en tot het bedongene ftrekken. Indien de premie niet terftond betaald is, en de geasfureerde zaak komt te vergaan, zoo kan echter den Asfuradeur niet pceniteeren van dit Contract, zoo als volgens befchreeve Rechten in contraBibus innominatis plaats had, want behalven dat die onderfcheiding (gelyk ik boven heb aangetoond) by ons hedendaagsch inapphcabel is, zoo behoort dit Contract daaronder cok geenzints. Add. porro van Zurck /. c. §■ 24. en van der Schelling ibid. K  74 Roomsch-Hollandscïi Recht. IV.Boek; §. 2. inftit. Quib. mod. re contr. oblig. I. 7. /. 5. §. 9. ^. commodati. 3 Wat fchade of ongeluk by het minfte verfuim van den te Leenontfanger aan dat goed kwam, moeft hy goed doen. §. 1. infl. quibus mod. re contr. oblig. en by aldien hy het geleende goed anders gebruikte als befprooken was, wierd voor dievery gehouden. §. 6. tr.flit. de oblig. quce ex dclicl. Maar dat komt met onfe dagelykfche onderhouding, welke wat forgvuldiger voor de goede naam van de Luiden in die faak is, niet over een. arg. I. 38. ff. ad leg. "Jul. de adulter. En is alleen genoeg, dat by misbruik of kennelyk verfuim, den uitleender fyn fchade fo kort werd vergoed. /. 3. §. 2. f. commodati. Voor een ongeval dat buiten fyn toedoen / of 't 'geen ondertuffchen dat den uitleener nalatig is geweeft, 't geleende wederom te ontfangen, aan de faak was verergerd, was hy ook niet gehouden. /. 18. in pr. & §. uit. ff. commodat. I. 5. §. 4. 69 §.7. ff. cod. I. 52. §. i.ff. ad leg. Aquil. 4 Daar tegen al is 't dat de uitleener geen voordeel voor fyn uit-, lecning heeft, fo is hy nogtans fchuldig den te Leen-ontfanger het goed tot beftemden, of redelyke tyd te laten uitbruiken; en fo hy willens en wetens iets uitgeleend had, dat niet goed, of befcand was tot het gebruik daar toe het behoord, fou in de vergoeding van de fchade die den te Leen-ontfanger daar door kwam te lyden, gehouden zyn. /. 17. §. 3. /. 18. §. pen. 6? /• pen. ff. commod. als mede van de onkoften welke buiten de waarden van het gebruik daar aan nodig en ter goeder trouwe zyn te koft gelegd, d. I. 18° §. 2. ff. commod. (1),, (1) Kier van meerder begeerende raad- Nat. Cap. 9. 5. 515- feq. £f Monfr. pleege men de Commentatmes ad D. tit. Lusac dans la Not. au ]j. 520. ttmnwdati vel contra jimiï. Wolf. Jus H' e t  XI. Deel. Van Bezvaar-geving. 75 Het XI. Deel. Van Bewaar-geving. [Grot. 3. 7.] z. Bewaar-geving, wat? 6. Waar in Onder-regt-legging, Sequcs* 2. Onder-regflegging wat, en boe veeier- tralie, en bewaar-geeving verfcbilien. bande? 7. Confignatie geld, wat, en b*e boog te 3. Willige. rekenen. 4. Onwillige. 8. Waar in den bewaar aanneemer, en be- 5. Sequeftratie onder een derde, wat, en waar-geever gehouden is. wanneer nodig. Bewaar-geving is een handeling waar by iemand een anders goed voor niet te bewaren aanneemt, om 't felve, als het den gever gelieft weder te geven. 1. ff. depofiti. %. injlit. Quib. mod. re contr. oblig. Te vergeefs fou by ons getwyfelt werden, of bewaar-geving ook kon beftaan in onroerend goed: want indien een ftuk Land, of een Huis, daar in twee met elkander niet over een komen, onder de forg en bewind van den Rechter kan gefteld werden. InftruÜ. van den Hove, art. 39. /. 5. & feq. I. 17. ff. depofiti. Waarom fal dan ook niet het felve als 'er geen gefchil om is, gefegd kunnen werden in bewaring gegeven te werden, en het felve bewaar-geving genoemd werden, fo wanneer het felve onder de opligt en forg van iemand werd bevolen ? arg. I. unie. Cod. de prohibit. Jequoeflratione pecun. cap. 1. de Jequcefirat. in clement m. (1). Naaft (1) Add. Cl. Voet ad Digeft. tit. depo- nende den ontfangst van het goed, 't ftii vel contra, n. 3. Voorts word be- zelve dubbelt moeft wedergeeven, het waargeeving gedeelt in vrywilligeen jam- welk in Vriesland als nog gebruikelyk merlyke, welke ter zaake van brand, fchynt. Z. Hbser Heed. Regtsgtl. 'pag. waternood, oproer, of andere onheilen 433. n. 9. dog by ons kan deeze dubgefchied, waaromtrent volgens deRoom- belvoudige reftitutie geen plaats hebben, fche Rechten dit byzonder wierd geob- Vid. Groemewegew l. 1. D. d. t. ferveert; dat de bewaarneeaier omken- K %  j6 Roomsch-Hollandsch Recht.' IV.Boel?. Naaft aan bewaar-geving komt onder-regt-Iegging. 2 Onder-regt-legging is een verfekering van een twyfelagtige, of ding-pligtige faak onder den Rechter. Defe is tweederhande, of gewillige, of onwillige. 3 Gewillige, fo wanneer myn fchuld-eiffcher het geen ik hem fchuldig zy niet wil ontfangen, in der manieren als ik het hem geven wil, of ook fo wanneer ik niet weet aan wien ik- fal betalen, en daar gefchil over valt, als dan vermag ik hem 't felve wettclyk met opene beurlfe, en klinkenden gelde doen aanbieden, en op koften van ongelyk onder den Rechter leggen, om daar door den loop van Intreft te ftutten- (2). Het welk fo naauw genomen werd, dat de enkele aanbieding en «regts-bewaar-tuig niet genoeg is om den Intreft te beletten, maar ware onder-regt-legging daar by, moet volgen, en den fchuldenaar met 'er daad fyn handen moet ydelen. /. 1. §. uit. I. 7. ff. I. 6. 1.19. Cod. Ufuris juntt. I. 34, ff. eod. êf /. 23. ff. de pignorat. acl. I. 14. ff., de condicl. indebiti. I. 226. ff. de Regul. Jur. So als hier voor in het VIL Deel, num. 9. is aangewefcn. Welke penningen by den fchuld-eiflcher onder Borg al tyd mogen werden geligt. Dog fou hy defelve, indien daar na bevonden wierd dat een ander daar beter toe geregtigt was, moeten wederom geven , met den Intreft van dien, om dat die geen dewelke iet gehouden is weder te geven, 't felve met alle vrugten cn baten, by hem genoten, of die hy had kunnen genieten, wederom moet geven. /. 38. §. 4. ff. de Ufur. juncl. I. 88. %. final/ff. ad leg. fa/cid. k final. Cod. de petit. heredü. Sie Sande lib. 3. tit. 14. defin. 12. 4 Onwillige is, fo wanneer de onder-regt-legging van een twiftige faak by provifte iemand door den Rechter werd opgelegd. /. unie. 5 Cod. de fequeftr. pecun. Het welk om verfcheidene redenen voorvalt: als by voorbeeld; indien dat 'er forg is dat de weder-dingers elkander het bcfit van dien met geweld mogten afnemen. I. 13. §. 3. ff. de Ufufr. Of dat 'er forg is, dat het ondertuffchen t'onbruik fal gemaak't werden, of den bcfitter niet mag toevertrouwt werden, en hy geen Borg weet te ftellen. /.. 22. §. 8. jf.folut. matrim. I, 7. §. ?.... (2) Conf. Huber l. c. n. ir. en volg.  XI. Deel» Fan Bewaar-geving. 77 ff. Quifatis. In welk geval het goed daar gefchil om is, niet alleen onder den Rechter, maar ook wel onder een derde werd gelegd, en werd gemeenlyk fequeftratie genoemd, cn die fulks aanneemt , jequejier. i. 5. & fcq. I. 17. ff. depofiti. I. 110. ff. de Verb. Signific. (3). 6 Verfchild daar in van bewaar-geving, dat bewaar-geving om niet werd aangenomen, en in fequeftratie, of onder-regt-legging den geen die 't felve aanneemt, daar van betaalt werd. /. 5. §. 2. ff. depofiti. En dat het geen in bewaring is gegeven, t'allen tyden, /. 1. §. 22. & $• 45- f- depofiti- het geen gefequeftreërt werd niet eer als na befligting van de faak, en het geen onder-regt gelegd wierd, niet anders als onder Borg wederom mag geëift werden. In 't verder is des regts aangaande geen, of weinig onderfcheid. /. 5. §. 1. /. 9. 1.17. ff. depofiti. (4). 7 In f3) Add. Voet. I. c. n. 14. (4) Het is mede notabel , dat zeer ■veele voorname Rechtsgeleerden de iéqueftratie of onderregdegging met de handoplegging of arrefte hebben gelyk gefteld, Vid. Gail traiïat. de arr. c. 11. n. 3. I'eckius de jure fiftendi c. 1. n. 4. en anderen wederom veele dog ongepafte onderfcheidingen maken. Vid. BerlOchh Concl. Pratïicabil. p.i.concl. 73. n 7. Dan men hoore de Hr. Boey Woordentolk 2. d. p. 653. Men verftaat, zegt zyn Ed , in de practyk door Jequejier een derde perfoon, buiten de contendeerende partyen, door auctoriteit van den Rechter aasgeftelt, of met wederzydfche bewilliging, tot de bewaring of beheering van iets, waar over verfchii is, waar van hy als de bewaarder is, met laft om wederom te geeven aan die geenen, die daar toe werd geregtigd verklaard." Daar nu arreft of handoplegging beftaat in de gerechtelyke aanhouding van des Debiteurs perfoon of goed door den Crediteur, en hoofdzakelyk gefchied of om jurisdictie te fundeeren, of om aan de vol¬ doening zy»er pretentie te geraken en daar van fecunr te zyn; zoo begrypt een ieder ligtelyk de zakelyke verfchiilen tui-fchen deeze beide, want hetgeen Berlich. /. c. aangaande de preferentie, welke het Jaatltgemelde middel verfchaft, als de onderfcheiding opgeeft, grypt by ons in Holland getn ftand. Hier valt mede nog een woord van Confignatie te zeggen , waaromtrent de Hr. Boey mede gepaft aanmerkt, dat het is een bewaring van geld of iets anders, namelyk meubilair en van waardy, in handen van den Rechter of publicq perfoon , daar toe gemagtigd; ftammende dit woord af van confignare of zegelen. De confignatie gefchied na voorafgegane gewygerde oblatie en aanbieding, van het geen men fchuldig is, en heeft dat effect:, dat de Debiteur, door dezelve volkomentlyk word bevryd , confequentelyk de ftuiting van den loop der intereft, de losfing der hypotheecquen en bevryding der Borgen, echter heeft de woordelyke oblatie van een liquide fchufd, zo als in dit deel reeds door my is aan- ■ K 3 SP-  /8 Roomsch-Hollandsch Recht. IV, Boek, 7 In onder-regt-legging werd gemeenlyk voor Berg-loon (dat men confignatie-geld>-nötta.t) betaalt van ieder pond vlaams een dubbele Huiver, of anderhalf ten honderd, maar in de Jequeftratie ftaat het felve ter befcheidenheid. (5). 8 Den bewaar-aanneemer is gehouden, het goed beneven 't fyne te bewaren, cn het felve ten believen van den bewaar-gever, of anders tulïchen ding-pligtige het gefchil uit zynde , wederom te geven, met alle baten en vrugten daar van gekomen. /. 1. §. 24. f. depofiti. En fo daar eenige fchade door fyn kennelyk verfuim, of kwade trouw aan gefchied was, fou 't felve moeten vergoeden. /. 32./! eod. Daar tegen den bewaar-aanneemer niet heeft te eisfchen als fchadeloos gehouden te werden, van 't geen by hem daar aan nodig, en ten oirbaar te koft gelegd is. /. 5. /. 23. de. pofiti. (6). Uitgefondert in onder-regt-legging, en fiequefiratie, daar in den bewaar-aanneemer ook voor fyn moeiten en diénft betaalt werd, als gelegd is. gemerkt geworden, hetzelve effect, wan- Ordre, beraamt by de Ed. Achtb. Heeren neer dezelve judicieel word geinhïereert. Scheepenen der Stad Amft. gearr. den 31. Add. Huber Rechtsgel. p. m. 531. Wy- Jan. 1764. mitsgaders de InftruBie en ders heeft men nog, zo als bekend is, Reglement voor de door Scheepenen aangede obfignatioftlemnis, welke gefchied van fieldt Voogden, Curateuren, Sequefters enz. Kiften, Kamers enz. op authorifatie, gearr. 2S. January 1773. waar van Voet in comment. I. c. n. 16. (6) Add. A. A. ad j. 3. Infi. quib. Van Namptiffement word in 't volgende mod. re contr. oblig. van Zurck CW. 15. deel gehandelt. p, m. 1004. (,5) Z. onder anderen de Poinüen van II e t  XII. Deel: Van Pand, en Onderfetting. Het XII. Deel, Van Pand, en Onderfetting. [Grot. 3. 8. & 2. cap. uit.'] 1. Pand-geeving, wat? 4. Algemeens, of in 't hy fonder, boe tt 2. Andere van roerend, of onroerend goed, deen. by onderfetting. 5. Hoedanige overkomften en bedingen, ia 3. Onderfetting wat, en hoe veelerband. defelve gebruikelyk. 1 T)and-geving, is een overkomft daar door men iemand eenig goed X tot fyn infchulds verfekertng in handen fteld. §. uit. injlit. Quib mod. re contr. oblig. I. 238. §. 2, ff. de Verb. Signific. a, Andere is Pand-geving van roerend goed, andere hypotheecq, of onderfetting, daar by onroerend goed, fonder dadelyke overgift werd verbonden. Dog werd wel meeft fonder onderfcheid genomen alleen dat onderfetting by gefchrift, en voor de Overheid van de plaats daar het gefchied, of het goed gelegen is, gefchied: Pandgeving ook flegtelyk, en onder de hand, als pand ter minne. 3 Onderfetting is wederom andere by beding, andere ftilfwygend door Wet-duiding. Onderfetting by beding is of van alle goed in 't gemeen, anders generaal, of van dit, of dat goed in 't byfonder, anders fanaal verband, of hypotheecq. r 4 Voor byfondere onderfetting, of fpeciaal hypotheecq van onroerend goed, is de overdragt, flegtelyk gefchied, niet genoeg- maar moet by de Overheid, van de plaats daar het goed gelegen is fchnftelyk betuigt werden, en aldaar in een algemeen Rerifier aangetekent werden, (i) en daar boven den veertigften penning, van het geen daar voor het belaft en veronderpand werd, ten behoeve van het Land betaalt werden, Plac. den 2. May, 1529. Grot. Inleyd. lib. 2. part. 48. num. 36. en 37. Maar voor algemeene onderfetting is (1) 2, dt Pelititaue Ordonn, art,tf.enbetNeerMdsAdvysK 2. 251,  So RoüMscfj-H.OLLAN'DscH Recht. IV.Boek. is genoeg, dat het maar voor een Rechter in 'Holland, fonder onderfcheid, mits betalende den 40. penning gefchied. Polltic. Ordon. art. 35. Plac. den 40. pen. art. 1. 10. ir. Dog vermits de onfekerheid van het geen daar voor met 'er daad in 't byfonder verbonden werd, wierd het betalen van den 40. penning niet verder, of anders daar op gefteld, als wanneer daar van het volkomen agterwefen voor andere werd genoten, en werd het betalen van dien niet onderhouden. En was de Stad Amfteldam tot voordeel van de Koopmanfchap by voor-regt vergund, dat de algemeene verbanden die men aldaar noemt Schepeu-kenniffen, gelyk regt hebben met by fonder e onderfet. tingen, en in 't geheel van den 40. penning werden verfchoont, en algemeene onderjettingen voor een ander Overheid geveft, over onroerende goederen aldaar gelegen, geen kragt mogten hebben, volgens Octroy den 8. Maart 1594. So dat aldaar onder een algemeen verband, dat geen 40. penning onderworpen was, ging voor jonger fpeciaal of byfonder verband, en fo veel dede als fpeciaal verband, alleen kufting-brieven uitgefondert, als breeder by het Oclroy. Daarom ook tot Amfteldam niet anders als algemeene verbanden anders Schepen-kennifle, verleden wierden, en de luiden fonder betaling van den 40. penning het felve voor-regt hadden van fpeciale verbanden, dewelke op andere plaatfen met den 40. penning belaft waren; Dog is op de aanklagte van de andere Steden, het felve Octroy by een algemeene Waarfchoiïmnge en gebod van de Staten in Holland, den 5. February 1665. genoegfaam vernietigt, dat uit geen verbanden generaal of fpeciaal hoedanig defelve ook mogten genaamd zvefeh, eenige preferentie 'i fy op roerende, 't fy op onroerende goederen fal mogen genoten werden, dan voor fo ver den 40. penning, daar van ten tyde van het verlyden van het vei band aan het gemeene land fal fyn betaalt. C2). AICO Z. Groot Placaatb. 3. d. fd. iooj. miniftratie van Weestneefteren gefteld echter zyn ingevolge het 30. art. van zyn; alle verbanden uit kragte van iehét Piacaat van den 2 2juny 1695. Groot gaal hypotheecq by de befchreeven RoomPlacaatb. 4. d fol- 905. vry tan de be- fche Rechten geintroduceert, ende dientaling der 40. penning alle Obligatien volgens binnen deeze Landen in de pracop Weeskamersrecht, ten voordeele van tycque gerecipieert, buitenlandfche BoWeeskinderen , welkers Goederen ter demaryén, Rustingen op verkogte Go?' Weeskamer gebragt, en oridei de Ad- deren en panden ter minne.  XII Deel. Van Pand, en Onderfetting. 8ï Algemeene en byfondere onderfetting, (anders generaal, of fpeciaal verband) gefchied gcmeenlyk ui^ruklyk: byfonderlyk aldus; onder verband fpeeialyken van, &c. en voorts generalyken, &c. en algemeene aldus; onder verband generalyken van alle goederen, &c. (3). Dog (3) De naauwkeurigfte verdeeling van Pand vindt men by de Heer Huber Hed. Rechtsgel. 2, b. 46. cap. en volg. de bewoording in onze notarieele Aelens ten flottegemeenelyk ingevoegt ;onderverband van der Comparanten perfoonen en goederen ah naar rechten, induceert geen hypotheecq nog preferentie, blyvende de geen, ten wiens behoeven dit verband legt, chirograpbaire Crediteur. Z. de Handv. pag. 535. cohf. porro Cl. Voet. in Comment. ad Digeji. tit. de pigneribus &f hypotbecis lib. 20. tit. 1. ten zy de 40e. penn. en een tiende Verh. aan den Lande is voldaan. Gr. Placaatb. 6. d. hl. 1032. Verder heeft men met opzigte tot de zaken, welke in pand gegeeven kunnen worden, te letten, dat daar van uitgezonden zyn : i°. gearrefteerde Goederen. 2». die op publicque authorifatie gefequeftreert worden. 3'. Goederen van Minderjarigen zonder decreet. 4°. fldeicommiffaire Goederen. 5°. Goederen door de Vrouw ten huwelyk aangebragt,wanneer by huwelykfche Voorwaarden de gemeenfchap uitgefloten en de adminiftratie en alienatie den Man ontnomen en door de Bruid aan zig expresfelyk gereferveert is geworden , ten ware de Vrouw in zodanige alienatie confenteerde, hebbende de Vrouw naar rechten reclame van het geen door de Man buiten haar confent tegen zodanig beding mogt zyn vervreemd. Vid. Cl. Voet ai tit. de pacl. dotal. n. 21. ibique cit. 6°. de Wapenen der Krygslieden. Vid. Artykelbrief art. 71. en 72. 70. zaken, waar over gelitigeert word, ten zy in zo verre dezelve verkogt kunnen worden. 80. zaken, een ander toebelioorende, ten ware dezelve geleend of anderzints toebetrouwd mogten zyn, buiten wille van den eigenaar. Conf. DD. ad tit. ff. qux res pignori Ëindelyk heeft met opzigt tot pandgeeving mede plaats, het geen in het te. deel van dit Werk pag. 191 en 192. is vermeld geworden, en hier na 13». d. n. 2. ftaat aangetekent. Aangaande de Landfchaps- en Kerkegoederen, z. Huber praleEi. p. m. 1047. feq. Aangemerkt de Wetten geene volftrekte eigendom in den Pandgever vorderen , maar voor genoegzaam achten, indien dezelve kan aantoonen eenigrechc tot 't Pand te hebben, waaromook Pand in Pand kan worden gegeeven, tit. Cod. fi pign. pignor. dat. fit. zo kan een Vennoot een gemeen goed met hypotheecq belaflen, hebbende de andere Vennoten deswegens de actie tot fchavergoeding tegens denzelve zonder verder. Z. Neostad. Cur. Holl. decif. 4. Nojlr. cenf. for. p. 1. lib. 4. cap. 7. n. 21. dog men zie de bepaling hierna 13. deel, g. 5. maar aangaande de overkomffen, welke by de onderzettingen gemaakt worden, zo verdienen wel voornamelyk eenige nadere befchouwing: vooreerft het paSum Anticbrefis, waar by de Crediteur het gebruik van de veronderpande zaak aanneemt en gegeeven word in de plaatfe van interesfen, tot dat de fchuld betaald zal zyn, welk beding in ons Nederduitsch zeer gepaft en nadrukkelyk genaamd word L Pand-  Bi Roomsch-Hollandsch Recht. IV.Boek. Dog indien .feker onroerend goed wierd verkogt daar een Jaarlykfche Rent op wierd gelaten^ of anderfins iet Jaarlyks was op o-e. field: by voorbeeld, een vierendeel Boters., of eeii mudde Tarw uit de vrugten van dit of dat Land 'sJaarlyks op te brengen, foude men verftaan, dat het felve Goed of Land, daar voor in 't byfonder was verbonden, fonder verder beding. Covarruv. in cap. Raynut. §. 10. num. 8. verjk. cjl tarnen dubium. Alciat. in l. plebs. §. pignus. f. de verbor. Significatione. Math. de Afliet, decif. 162'. mini. 2. Boër. decif. 66. Molina;. ad confuetud. Parifienf. tit. 2'. S. SSt. P andgenot, waar van den A. h. t. n. 5. Volt in Comm. I. c. n. 23. £ƒ Nofir. in Cenf. for. p. u lib. 4. c. 8- dit Pandgenot is of uitdrukkelyk of ftilzwygend, wanneer den Crediteur voor de uitgefchootene penningen een vrugtdragend goed word verpand en geene interesfen bedongen zyn : dog van weinig gebruik. Vid. Hubek h c, n. 1. £f S. Stbkckiüs de cautela contract. feEt. 2. cap. 4. J. 22. Ten tweeden bet paü.um cammiffo'itim óf recht van verval rnn eigendom by wanbetaling, het welk de Heer de Groot inl. 2 b. 48. d. g. 41. n. 51. zegt ongeoorloofd te zyn, het geen ongetwyfelt in zo verre waar is, dat het veronderpande goed meerder waardig zynde (het welk by taxatie van neutrale deskundigen kan blyken,) of in cas van verkoop meerder opbrengende als de fchuld, dat meerdere geenzints de fcbuldeificher mag aankbmen, maar aan den fchuldenaar als het zyne moet worden goedgedaan, en dus het mi.-brtiik weggenomen zynde, zie ik niet waarom het nuttige gebruik te gelyk zoude ophouden. Conf. Voet. I c. n. 25. & 26. fcf Huber in praleEt. p. m. 7038. zoo men echter gemerkt het verbod van het gebruik der lex commisforia daarin zwarigheid maakt, men seeve zulks de e-'gentlyke benaaming Pncturn empti pigntris. Conf, Stryck. /, c. g. 38. Ten derden, dat net Pand binnen bepaalden tyd niet zal vermogen te worden geloft, het welk in zo verre beftaanbaar te achten is, dat de aflosfing eerder gefchieJende, dc intereQen van het volle jaar betaald en zes maanden te vooren behoorlyke waarfchouwing cn advertentie gedaan moet worden, anderzints, hoe zeer de t. t.5. ff de annuis legatis. mitsgaders de /. 55. g' uit. ff. locati. volleedige argumenten verfchaffen, zoude ten vollen obfieeren , de woorden van H. de Groot inl. 3. b. 14. d. g. 15. n. 34. al v/are ook gezegd] dat binnen zeieren tyd de ioffihge zonde moeten gefchieden cn niet daarna, zulks zoude kragteloos zyn. onderfchraagt door verfcheide Keuren en op billykheid gegrond. Zie ook ©rÖekewecen aldaar. Ten vierden , het bezit atcöord per claufulam conftituti, waar van de Hr. Huber Hed. Rechtsgel. n. 11 en 12. Ten vyfden, dat het veronderpande, binnen zekeren tyd, de fchuld onbetaald zynde, vryelyk vermag te worden verkogi. Ten' zesden, dat het Pand binnen eenen bepaalden tyd, hoe zeer de fchuld onvoldaan blyft, niet verkogt zai mogen worden Gelyk ook nog dat door zaaksöndergang de fchuld zal zyn vernietigt;, zo als in Bodemary gefchied.  XII. Deel. Van Pand', en Onderfetting. ' 83 5-53- gfojf 2* mm' J9- en ^s geöordcelt by Sande lib. 3. tit. defin f^'. 5 De overkomften in Pand-geving, of onderfetting, waren verfcheiden, van dewelke defe alleen by ons, buiten de gemeene overkom (ie in gebruik is, namentlyk: dat de Vrugten van het veronderpande goed, den fchuld-eiffcher fullen volgen voor den Intreft van de hoofdfom, die hy te buiten ftaat, fo wanneer maar den fchuldenaar de magt behoud, om fyn goed t'allen tyden te mogen lollen. Zypa?. Not. Jur. Belg. de pignor. acl. Sande lib. 3. tit. 12. defin. ir. vul go antichrefis di&a, [vid. Molin. de Ufur. quafi. 35. n. 259- fiqq. Gail. 2. obf. 3.] in welk geval indien de vrugten van het veronderpande goed meer bedragen als den Intreft van de hoofd-fom, daar voor het goed was verpand, fou het overfchot tot mindering van de hoofd-fom moeten ftrekken, per. I. 14. Cod. de Ufuris. Sande d. lib. 3. tit. 12. defin. 10. Stilfwygend verband, 'is het welk door wet-duiding gefchied, en gaat voor alle andere jonger onderfetting, fo in 't volgende Deel in 't byfonder werd verhandeld. L 2. Het  84 Roomsch-Hollandsch Rëcht. IV.Boefe Het XIIL Deel. Van ftilfwygende onderfetting, en Preferentie 9 of Voorgang-recht. [Grot. 2.. 48.] ïi Pand, of onderfetting, wat? 2. Wat voor goed veronderpand mag 'werden , en by wie. 3. Onderfetting van een bank-brekige, boe ver bejïaan mag. 4. Ander Mans goed, of, en boe vermag werden verbonden 5. Eenftuk goed dat met een ander gemeen is, of, en.boe ver verpand kan werden. 6. Of bet geen by iemand verpand is wederom aan een derde kan verpand werden. 7. Voorgang-recht onder meer gelyke verbanden, en onderfetting, en deffelfs ordre. 8. Stilfwygende verbanden by wet duidin. ge, wanneer, tn in welke faken plaats hebben. 3. Dood-fcbulden hoedanig voorregt hebben , en wat daar onder te rekenen. 10. Het Gemeene Land, boedanigvoorregt, voor, of henevens andere. 11. Een Wees-kind op de goederen van fyn Voogd , of langjllevende Vader, of Moeder. 12. Huis-huur, of Land- buur, wat, en hoedanig voorregt, met, of voor andere fchulden. ï 3. Het Scbip, en Koopmans g*ed, hoeda¬ nig aan de Schippers, Faiïeors, en andere verbonden. 14. Vrouwen, hoedanig voorregt van onderpand hebben, op de goederen van haar, tot vergoeding van baar aangebrtgte goed. 15. Legatarififen, cnFideicommiffariffen op des Boedels goederen. 16. Enkel verband van niet te vervreemden binnen Amfleldam, hoedanig den befitter verbind. 17. Hoedanig vjorregt onder meer ondergeftelde, die gelyk regt hebben.. 18. Speciaal verband, of byfotidere onderflelling, van hoedanig regt. 19. Generaal verband, of algemeene onderfettinge van wat regt, of, en boe ver jegens een derde befitter. zo. Publicque inftrumenten en Notariaale Obligatien van hoedanig recht, en welke daar voor te bonden. tl., Dienflboden Loon, of, en boe ver voor andere fchulden werd geprafereert. 22. Verlopen Renten, of, en boe ver niet de hoefdfom werd geprasfercert. 23. Recht vanfeparatie, wat, envanheedanig recht. 24. Tot verkooping van het veronderpande goed, hoedanig te procedeeren. TTet recht van onderfetting, of pand, is de verfekering van uit Xj, het veronderpande, of onderftelde goed voor andere, geen ** ou-  XITI.Deel. Fmi flilfzvygende onderfetting, 6V. 85 ouder, of beter regt hebbende van fyn agtenvefen, te kunnen werden voldaan, (f). 2 Defe onderfetting mag gefchieden op allerhande goed, roerend cn onroerend. /. 238. §. 2.//: de Verb. Signif. en op alle gcremigheid, het weik men op eenig goed heeft, gelvk als Lyf-togt, Leen-goed, Erf-pagt en Erf-dienftbaarheid. l.ii.ff. de pignor. l.i. Cod. Si pign. pignori dat. I. 4. Cod. Oi/a res pignori. en by, of door al die geen, dewelke haar goed vervreemden, en haar felf, en haar goed kragtelyk verbinden kunnen, daar van t'fyncr plaats is gefprooken. 3 Onderfetting, of verband, by een'bank-brékige, tot nadeel van fyn fchuld-eilfcheren, korts voor de breuke gedaan, mag niet beftaan, en fonderlinge van roerende goederen. Daar tegen in vc-rfcheide Steden fekere tyd voor het breken, of onmagtig werden, en andere noodfaaklyke onderhoudingen zyn gefteld, als hier voor in 't II. Boek , VII. Deel, num. 8 brceder is aangewefen. (2). 4 Ander Mans goed kan men niet veronderpanden, fo ver dat den Heer daar van, daar fchade by fou lyden. /. pin. Cod. fi aliena res pignor. I. 1. Cod. fi pignus pignor datum fit. Behalven dat het geen by ons in de Lombard, of in de Bank van Leening verfet, of verpand werd, ftand grypt, alwaar 't dat het iemand anders toe kwam. Boven dien, om dat voortaan niemand door de fchuld en verfuim van die geen, dewelke een ontrouw Menfch 't fvn had toevertrouwt, fou bedrogen werden; Soo is ook ingevoerd, dat indien iemand het goed dat hem was toevertrouwt, of geleend, fonder bevel had verkogt, verpand, cf op eenige andere mauior had vervreemd, den Heer van dat goed geen recht tegen die geen-, .die het felve ter goeder trouwe had (O Aangaande de onderzetting by wet- den 3 December r644. is bepaald, dat deduiding kan men, nader raadpleegen de zeiven niet zullen valideeren, wanneer zy Commentatores adDigefl. tit. quib. ex cauf. zyn gemaakt binnen vier weeken voor de pgn tacite contrab kb.20. tit « infolventie) kragteloos en van onwaarde zul- * C%\ ?f" Crtt- * 53' &°Tienn- *» *J«>, ™>nneer dezelven zullen weezen van D..BKart. 12 ,n verbis: Zulks gepajjeert of verheden binnen agt en twindat ook alle transporten, cesfien en ver- tig dag2r4/, tutor. I. 5. §. 4. /. 9. §. r. //; ecd, (I ^ j . . « deren van de Man daar aan haar Moeder, zynde Voogt ovei haar" Kinderen, is getrouwt / 2. Qrf. Mfcftr tuuk offic. l.pn U L tn quib cafipig. vei Hypoth. Item, op het goed dat voor baargeld gekogt is. /. 7. m pr. ff. qui potior. tn pignor. L 3.ff.de reb.eor. (J^til fIIO Zilt Cl 0 En hebben de Kinderen van het ecrfte Huwelyk ftilfwygend pand op alle goederen van haar Vader, of Moeder, "tot verfêfering^an het geen dat van haar voor-afgeftorven Vader, of Moeder lekei men is. / 8. §. ut, Cod. defecuHd. Nupt. Ten ware dat der I^nde ren Moeder geen Voogd van hare Kinderen had geweefto^ voor haar tweede Huwelyk behoorlyke rekening had gedaan en^n andere Voogd over hare Kinderen was gefteld, g welke geva het felve geen plaats kan hebben, per ea qultradl Sande M.f™l 1? depri. 2. (I2_). 0 ' 19 Ten fevende; Een verhuurder van een Huis op al 't geen dat daar in gebragt is, en behouden werd. /. 2. cum lid f. wITcauf pign. vel hypoth tacit. [Maar niet op de goede/ei? die een huurdfr m handen heeft om te werken als Syde, &e. Anth. Mat™' auetiontb pag. 244,] Het welk by ons ook plaatsheeft, in een verhuurder van Land, al is 't dat fulks niet in 't byfonder i bedongen, contra l 4. ff de pa£t. I. 4. in pr. junït. /. ?] * t a db cauf pig. velhypoih me Vinn. ad §. 7. rnff/de acl. (vfültr.Ü' t' c 63. of feqq.] So nogtans, dat het goed op den grond van 't Verhuur- (11) Add. Grot. b t. J. 16. & Ampl. mondige aan hun door de Vooed is ee SchorekiWUnnotisn. .8 te recht lee- transporteerd. Z. Hou. Consult rende: dat dit voorgangster of prefe conf 261 Ook ™ t 4 * rentie met het overlyden van de minder- CurateSs o"e mifenbt ïZ " ™ jarige op deszeifs erfgenamen overgaat, recht Z even als dat van een Vrouw wegens Goederen, door hun Kecuflodieert ofeï haren Aanbreng; het welk egter ceffeert adminiftreert, verbonden ev""ls dfe byaldien de erfgenamen van de minder- der Voogden 7 Z Jl'11 jaarigen nalatig zyn de Capitafen in te d conf 2% s ^ *' vorderen. Z. Neerl. Advysb. 3. d. cenf. f14 Add' An„v<, „ j * , 104. & 165. of de fchuld of Verband- Mff f^ó ' 25°' f ürief, geduuiende het leven van de on- 7' J h &n' M 2  $>£ RooMSCH-HoLLANDsca Recht. IV.Boek. huurde Huis, of Erf, moet gevonden en gehouden worden, of weg gevoerd zynde, op ftaande voet werd vervolgd,.en befet, volgens het gemeen fpreekwoord, de roerende goederen hebben geen vervolg. Sie Grot. Inleyd. lib. 2 tit. 48. num. 21, Confult. en Advyfen, conf. 196. part. 1. Zypas Not. Jur. Belg. de pignor. acl. in fin. Chriftin. vol. 1. decif. 274. En zyn ook de goederen van den tweeden huurder , op de grönd van 'c verhuurde bevonden, verbonden aan den eerften verhuurder, voor fo ver als de tweede huur bedraagt. /. 11. §. 5. de pignorat. attion. [y. Donf. en Adv. 5. D. conf 52. (13). Sulks is by den Hove verftaan, dat een eigenaar, hebbende op fyn grond doen befetten de Vrugten, Beeften, en roerende goederen van fyn bruiker, ook ten platten Lande voorgang-recht heeft, al is 't dat de vrugten van de grond afgehaalt, en in Bergen geftelt zyn, in al de penningen van de Vrugten, Beeften, en Bouw-gereedfehap komende, met fyn Huur, of Land-pagten: in de faak van Jonkheer Jeronimus van Staalkerken, tegen Adriaan Vincent, den 20.. November 1607. Ten agtfte; De Steden in de goederen van hare Bewind-hebbers nopende hare bediening. Neguzant. de pignoribus 4. memb. 2. part. princ.num. 119.. Mohtsn . de Tulelis cap. ^ ï effect. 1. num. 29. Sande 3. tit. 12. defin. 1. text. efl in l. 4. Cod. ex quib. caufi Major. I. 1. & l. uit. Cod. quo quifque ordine conven. I. 3. Cod. de jure reipubl. Het welk tot andere minder Collegien als Kerken, Gaft-huifen, Weeshuifen, Arm-huifen, &c. mede werd uitgerekt, arg. /. 32. Cod. de Epifcop. 6? cleric. juncl. Nov. 123. per. quam d. I. 32. circa fin. corru git'ur. Vid. Ferd. Vafq. controveif. part. 2. lib. 1. cap. 9. num. 8. 9. Wefemb. parat, ad tit. f. In quib. caufi. pign. vel hypoth. num. 5. Bacchov. tracl. de pignorib. lib. i. cap. 9. num. 3. Sie de Confult. ende Advyfen, 4. deel, conf 364 en 365. Sulks ook vergund is aan de Oofl' en IVefl-Indifche Compagnie, in de penningen dewelke de Bewindhebr bers in defelve gemeenfchap hebben. Oclroy van de Staten Generaal den 20 Maart 1602. art. 32. en den 3 Juny 1Ó21. art. 33. (14X 13 Ten (n) Z'. bet 63. art. der Ordonn. voor merkingen aldaar, en de Observ. ever H. D. B. K. der Stad Amst. van den jare de Groot inl. 1. d. p. 92. 1777. De Costumen van Rynlasd art. (14) Z. Bellum Juridicum cqfu 96. en 99. mitsgaders des Auteurs doorwrogte aan- de Hou» Consult. 6, d. conf, 117,  XIII. Deel. Van ftilfzvygende Onderfetting, &c. 93 13 Ten negende; Is het Schip en Koopmans-goed, den Schipper en 'fyn Scheeps-gefellen, verbonden voor haar vragt, en ander ongeld. Wisbuyf. Zee rechten, art. 57. Ordon. van Koning Philips den laatfien Oótober 1563. tit. van Schippers, art. 13. (15). Ten tiende: Is het Schip dat den Schipper toekomt, voor den Koopman verbonden, tot vergoeding van fyn goederen by den Schipper verkogt, mits dat den Koopman 't felve binnen 'sjaars vervolg, en indien het Schip in een derde hand geraakt is, daarvan doe blyke by Schippers-zegel, Wisbuyf. Zee-Rechten, art. 40. Ten elfde: Een Factoor op de Koopmanfchappen van fyn meester, voor de penningen die hy aan hem ten agteren is, of voor hem getekent heeft. Neoftad. decif. Cur. Holland. 45., Recueil van de Keuren en Coftuymen van Amfteldam, tit. 37. art. 24. Confult. en Advyf. 1. deel, conf. 203. So heeft ook een Vennoot uit kragt van de maatfchap tuffchen haar luiden aangegaan, voorgang-recht op de goederen tot de-felve maatfchap behoor ende, niet alleen tot. afdoeninge van de gemeene laften van de maatfchap, maar ook voor bet geen hy voor fyn aandeel uit defelve maatfchap moet hebben. I. 27. /. 38. 1. /. 63. §. 5. /. 65. J. 14. /.. 67. §. 2. ff", pro. Socio. Hector. Felix. trad. de Societate cap.. 31. num. 24. Confult. en Advyf. 6. deel, conf 6,. 7. 8. en 4. deel, conf. 284. (16). 14 Ten twaalfde; Een Vrouw op het goed van haar Man, tot verfekering: van het geen by haar ten Huwelyk is gebragt. /. unie. §. 1. Cod*. de rei uxor. aft. I. 12. Cod. qui pot. in pignor. Plac. van den 4., Oótober 1540. art. 6. in fin.. Het welk fo veel der Vrouwen aan? gebragte Huwelyks-goed aangaat, fo ver by de fommige werd uitgerekt, dat defelve ook voor-gang-recht fouden hebben, voor alleandere ftilfwygende, of byfonder ouder verbanden, en onderftellingen, tot vergoeding van haar ingebragte goederen, per. d. I. 12. Cod. Qtii pot. in pignore. Waar van een goed voorbeeld by Schepenen (15) Z. H. Grotius inleyd. 2. b. 48. d. is, dat ieder Compagnon in folidum is. §. 19. I'Ioll. Consult, i. d. conf. 196. gehouden. Z. de Handv. van Amft. p. (16) Wanneer namelyk de andere Ven- 508. of ook wanneer men alhier door noot in privé en niet in qualiteit als Vennoten mede Reeders verftaan wil. fqcius infolvent is, dewyl notifimi juris Z. bier vooren pag. 24. M 3  pi Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Roek. nen der Stad LeyJen, is gewefen den 22. Maart ,1641. voor Odilia Bits, Weduwe van Mr. Manen van Egmond, daar by fy verftaan is voor-gang-recht te hebben, voor delieifs Weeskinderen Moeders bewys en Erfenis, by den felven Van E>moi,d, als Vaderen Voogd, onder hem behouden. Dog werd het felve by iiet meerendeel van de hedendaagfche Schryvers, dewelke van onfe gewoonten, en Landrechten gefchreeven hebben, als een onregtmatig voorregt t'cenemaal, (trekkende tot verkorting van een derde, verworpen, cn voor fo veel voor by gegaan: dat een Vrouw ter fake van haar aangebragte Huwelyks-goed, maar gelyk regt heeft, met andere ftilfwygende, of byfondere onderftellingen, onder dewelke de oudfte voorgaat. Sie Golf. & DD. in d. I. 12. God. Qjii pot. in pignor. Sneiduin. ad §. 29. inftit. de acl. num. 58. Anton. Fab. ad Cod. eod. tit. defin. 16. Andr. Gail. lib. 2. obf. 25. num. 10. Dewelke daarvan defe reden geeft, dat het voorregt der Vrouwen, door de Wet aan haar verleent, een ander fyn regt dat hy van te vooren by beding verkreegen had, niet kan verkorten, of wegneemen. arg. I. 2. §. Si qui a Principe, ff. Ne qui:! in loco public. [En by den Hogen Rade is verftaan, dat Vrouwen niet alleen belangende de Dnarie, maar ook belangende de morgen-gaven geen preferentie hebben, maar dat fy eerft komen na alle Crediteuren. Not. ad Neoft. depaSt. anten, dcc. 10 ] En ftaat te letten dat het felve by ons niet verder, of anders plaats heeft, als fo wanneer by Huwelykfche Voorwaarden, winft cn verlies, ftaande Huwelyk, uitdrukkelyk is uitgefloten, of fo wanneer de Vrouw, hebbende daar by haar vrye keur bedongen, na haar Mans dood van de gemeenfchap afftand heeft gedaan. Neoftad. de pact. Antenupt. obf. 9. 10. Grot. Inleyd. lib. i- cap. 5. num. 40. ,X)f dat de Man de vervreemding van fyn Vrouws ingebragte goed, by Huwelykfche Voorwaarden, uitdrukkelyk was verboden. Neoftad. dibl. trt.clat. obfeiv. 21. Grot. Inley . lib. 1. cap 5. num. 39. En hy echter buiten wil cn weeten van de Vrouw eenige goederen van haar had onderwonden: Maar indien de Vrouw het befit en bewind van haar eigen goed gehad en behouden hebbende, willens en weetens haar Man toelaat hare penningen te ontfangen, fou fy haar daar na met het felve voor-regt niet mogen behelpen, als bycontrary be.  XIII. Deel, Van flilfwygende onderfetting, &c. 05 beding, daar van afgeweeken fynde, en fy hen het ontfangen en onderwinden van hare efieéten had mogen beletten. Sie Grotiï Inleyd. 1. Bo."k, 5. Deel. §. Hoeivel. in defe woorden. En over fulks hen iets trachtende te vervreemden of belaften, fulks regtelyk verbieden. Maar of, en hoe ver fodanig beding plaats heeft, tot nadeel van een derde . lal hier na onder den tytel van Hwwelykjche Voorivaardeu werden verhandelt. (17). 15 Ten (17) Notabel is op dit fubj'eér. mede, dat een Vrouw, uit kragte van haare IJuwelykfcbe Voorwaarden, waar by behoorlyk aan baar is gereferveert het recht van dote legaal hypotheecq en preferentie, evenwel geen recht van prasferentie naar praflycque kan fuftineeren op de Goederen en Effecten, behooren de aan een Compagniefchap, waarin ha re Man Compagnon is geweeft, nog op het provenue van dien, de reden is niet, zoo ais zeer veelen opgeeveri, dat zy uit de Huwelyks Voorwaarden alleen heeft een actie exjlipulatu, want zo het recht aan haar geen legaal verband had geconcedeert, zoude zy in bet geheel geen prajferentie hebben kunnen , maar uit hoofde zy geen actie of legaal verband op de goederen der Compagniefchap heeft, welke een feparaat corpus uitmaakt, waar mede zy nimmer gecontraheerd heeft. Echter zoude iemand myns bedunkens hier uit zeer kwalyk infereeren, dat de Vrouw van een der Conpagnons mede geen recht < an reclame had, opzigtelyk hare aangebragte Goederen in de maiïa der Effecten, behoorende tot het gefailleerde huis van negotie, in natura gevonden, want offchoon zy niet is Creditrice van de Compagniefchap, competeert aan haar egter geen minder recht dan aan alle Eigenaars, om de Goederen , buiten hun wil of weeten ontvreemt, overal ie agterhaalen en te vindiceeren afflittx non ejl addenda affliftio, Aangaande de Doariën, waaromtrent de Scboliafles alh ier weder zeer paffagier is te werk gegaan, valt met betrekking tot dit onderwei p nog te melden, dat de Heeren Obferva.eurs over de Inleiding van H. de Ghoot naar hunne loffalyke gewoonte de Doariën gepait ondu-fcheidende van de Morgengaven met onzen A. hierna 4. 6. 24. d. n. 13. wyders zeer wel en den rechten voldoende aanmerken, dat de Doariën geenzints zyn preferabel boven de legitnne portie der Kindérert, naardien de Doariën niet als fchulden des Poedels met de groote Byjv'kershoek queft. jur. priv. lib. 2. cap. 7. maar als winften zyn aan te merken, waarom cok de legitime vooraf betaald moet worden. Z. obf. 38. van 't 3. deel. De leere van Roséboom Coflumen van Amfi. cap. 24. arr. 4. en de woorden van het Placaat van den 4. OBeber 1540. worden wyders onder anderen met volle toepayfing door hun Ed. bygebragt. Het Supplement op bet 3. deel ad d. obf. is my zo treffelyk voorgekomen, dat ik, in het tegenaeflelde begrip geweeft zynde, van myneftelling geheel heb afgezien, en zal daarom ten nutte van anderen het zaüelyke van dien alhier plaatzen - „ Men argumenteert in „ deezer voegen: De Douariën , byHu„ welykfche Voorwaarden bedongen, „ moeten abfolutelyk geconfidereert wor,, den ais een as alienum, als zynde een „ fchuld, fpruitende uit een verbintenis „ of Contract, 't welk tuffchen tvveeper- foo-  96 Roomsch-Ho ll andsch Recht. IV, Boek, i-r Ten laatften; Alle Legatarijjen en FtdeicommiJJarifen op de goe''deren van den Overléden voor de voldoening van de makingen, &c. §. 2. injlit. de legat. en de verbonden goederen. /. i. Cod. Commun. de l gau En zulks hebben alle fideicommijf ure Erfgenamen regt om by evictie op te cillchem, en hare Erfenis te verhalen op fodanige onroerende goederen, als uit den Boedel van den Erf-latcr gekomen zyn-, al waren die in een derde hand, of verder vervreemd, en gaan daarop voor alle andere, d. legib. Het welk aangelien in opfigt van een derde, dewelke fodanige goederen ter goeder trouwe befit, heel hard viel, is daar op by Plac. van de Staten van Holland den 30. July 16.24. gékeurt geweeft, dat geen Claufitlen van fideïcommis, fubflitutie, verbieding van alienatie, of van eenig andere diergelyke befaftingen van onroerende goederen, of gehypotheqneerde Renten, gefteld "in eenige Tejtamenten, Codicillen, Huwelykfche Voorwaarden, „ foonen gemaakt is, waar by de een „ zig verbind, om ingevalle het voor„ genomen Huwelyk voltrokken word, ,, aan den andere een zekere fomme na „ zyn dood te zullen nalaten, en dus „ fpruit uit die verbintenis een obliga „ tie om dezelve na te komen, waar „ mede de Boedel, even als met alle „ andere fchulden, is bezwaard, op de,., zelve wyze, als een pattum de donan „ do. 't welk wel is prius voluntatis fed „ poilea neceffitatis. Doch de folutie „ komt hierop neer: de Douariën eerft ,, in aanfehouw komende, als alle de „ Crediteuren, zelfs de concurrente be „ taald zyn, komt te volgen, dat men ,, dezelve verkeerdelyk plaatlt onder den ,, rang van zulk een ces alienum, dat „ zelfs ten nadeel van een derden moit werken. Derbalven moet 'er in 't „ Recht bekend zyn een andere claffe, ,, waar onder dit zoort van zaken te tel„ len is, te weeten die der Donataris„ fen. De Vrouw, die titulo lucrativo de Douariën geacquireert heeft, kan „ ageeren als donatarijfe tegens hare Man, ,, of zyne Erfgenamen als Donator. Maar ,, dit nu zo zynde decideert het zig, ,, naar ons begrip, zeer gemakkelyk, ,, dat de legitime voor de douarie gaat, „ dewyl geen donatie kan gefchieden in ,, fraudem legitime enz. De Prefident ,, van Bïnkkhshoek zegt hier op: dat „ wanneer de douarie beloofd word , de „ Kinderen nog niet geboren zyn; maar ,, hoe fielt men 't dan met den titul de ,, inofficiofts dotibus? ook word de doua,, rie belooft in futurum en wel tegen „ zulken tyd, dat de Kinderen gebooren zyn." Eindelyk valt alhier nog aan te merken, dat volgens het gevoe> len der Rechts DD. het Privilegie Je Vrouwen, als gemeld is, op de Boedels hunner Mannen competeerende, geen plaats vind onder dejootien, en dat mitsdien een Joodfche Vrouw uit kragte van de Ketuba geen preferentie op den infoNenten Boedel van haar Man voor of nevens andere heeft. Z. Advysh. 2. d. cenf. 152. ,&ƒ 3. d. .p. 416.  XIII. Deel. Van ftilfwygende onderfetting, &c. 97 den, Scheidingen, Donatien inter vivos, caufa mortis, of eenige andere Overkomften, regt van verband fouden hebben; ten zy defelve aangebragt waren ter plaatfe, en aan de Gerechte, onder dewelke defelve onroerende goederen gelegen, en de Renten geveft waren; dan is het felve om het regt van minderjarigen, dewelke in fodanige faken meeft tuflehen beiden komen, en om andere laken ftrydig bevonden, en niet wel kunnen in trein gebragt werden, fulks dat het felve wederom geheel is vervallen, cn felf in contradictio judtcto verftaan, dat het geen plaats kan hebben. (18). 16 Tot Amfteldam is een Keur, en werd aldaar ten voordeele van de Koophandel, fo het fchynt, onderhouden: Dat enkel verband in Teftamenten, Codicillen, of andere Uiterfte willen, ingefteld; by voorbeeld; dat de goederen die den Erf-maker fal komen agter te laten tot geenen tyd mogen verfterven, of vervreemden van den Bloede van den felven, of diergelyke, niet belet dat de Erfgenamen van aliulken Lrf-later de goederen hen luiden onder fodanige Claulule agtergelaten, fouden mogen ten oirboir, of ter nood verkopen, of vervreemden, om met de penningen, daar van komende, haarKoopmanfehap te handteeren, of andere hare fchulden te betalen a!s mede daar van te bevelen by Uiterfte-zuil, fulks en fo het hen goeddunken lal; waar van een turbe belegd is den 27. Auguftus 1507 en als nog fodanig onderhouden werd. Sie Recueil van de Keuren van Amfteldam door Oer ar d Rofenboom, cap. 44. art. 7. 17 Onder meer gehypothequeerden, of ondergeftelden, die gelyk regt heb- (18) Het zelve Placaat was volgens hier uit komt te blyken, dat een fideivan der Schelling al lang te vo- comraiffaire eifgenaam een onbetwistbaar ren in de iberatie genoomen maar op recht heeft van preferentie en reclame t voordel der Steden Amfterdam en op de onroerende Goederen, met verRotterdam is kort na de Publicatie uit- band uit den Boedel van den Erflater lte! gegeeven, en het zelve verder bui- gekomen, al waare die in een derde of ten gebruik gebleeven; hoewel *c Hof verdere hand, ten zy dezelveop behoornamaals advifeerde, dat t zelve behoor lyke Brieven van fpeciaal Octrooi of Ad• de in tram te komen Z. RtJ. Holl. 19. poinctement, volgens Ref. Holl.ióMarFeb. isjul.is96. -] Dec. 1626. ijMayi tii .620. 28 Fcb. iö35- na verhoor der 1058. n. pp. Kdttl. van Alij. Isab. Geïntereffeerden waren verkoet. Vid a \r flrf'j5' ^ Anselm. ibi. Wezel. Zurcic tit. fideicommiljen art. ra. welke' «.->. , , By fommige werd getwyfelt, of de Claufule (onder verband als na Rechten) in een Obligatie geftelt, genoeg is, en fo veel doet als onder verband van perfoon en goederen, gelyk als in de Advyfen en Confult. 1. Deel, conf '267. en volgende, [vid. Bell. jur. pag. 432.] Waarom wel het fekerft is, het verband van perfoonen cn goederen in 't byfonder uit te drukken. 1 Op fommige plaatfen is wel uit goede infigten ingevoerd, dat de Dienftboden met haarmode-loon in de goederen van haar Heer, voor alle andere lopende fchulden voor gaan, indien fy ten tyden van het Overlyden, of breken, in de huifing,,en tn dienft van den felven bevonden werden: [Matth. de aucl. L. 1. c. 20. «. 6.] Dog 't felve is by ons nog onfeker, daar fulks niet uitdruklyk is gekeurt. Sie hier van Wefenbec. parat, ad tit. ff. de privileg. creditor. num. 5. Berlich. concluf. practicab. part. 1. concluf. 64. num. 66. 67. 77. 79. Carpzov. fin. forenf. part. 1. conft. 28. defin. 24.  XIII. Deel. Van ftilfuygends onderfetting, &c. 105 24. 25. i§ 33. Coler. decif. 200. num. 8. Hartman. Piftor. part. r. quafi. 8. (23). Buiten dele is geen voorgang-recht ? maar komen alle lopende fchulden by co?icurrentie, en vermenging-recht, even na, eik na beloop van de groote van fyn fchuld. /. 32./; de reb. euth.iud. pof, l. 10. Cod. qui pot. inpig. I, 12. §. 1. ff. eod. 22 Dewelke voorgaat kThoofd-geld, gaat ook voor in de Rente , dewelke op de hoofdfom verlopen zyn: Dog op dat de goede Luiden door al te groote opgehoopte verloopen Intreft, van haar agterwefen niet vernietigt werden, is daar op in verfcheide plaatfen vcorfien. Gelyk ook by Plac. den 26. Oótober 1572. was ingefteld, dat een fchuld-eiffcher met geen hooger, als drie Jaren Intreft fouden werden geprcefereert, ten ware den felven Intreft tot hoofd-fom gemaakt, en voor defelve wederom pand gefteld, of onderfetting gedaan was: Dog is nooit onderhouden, tcfle Zype. Not.Jur.Beln. tit. de reditib. ann. verf. fraudib. vero. Sie Fab. Cod. qui potior. inpignl defin. 8. num. 5. in Not. Koren obferv. 18. als alleen in die plaatfen,» daar het felve uitdruklyk by Keur is ingefteld. Sie Keuren tot Leyden, art. 125. En is ter Goude een Keur dat een fchuld-eiffcher die fyn Kufting-penniugen drie Jaren laat verlopen, felfs met de hoofd-fom en Kufting-penningen op den grond, daar uit defelve fpruiten, niet voor andere fchuld-eiffcheren gaan mag. [vid, quce fupra notata ad cap. 6. n. 7.J Staat mede wel te letten, dat alhoewel van Kufting-penningen en* Huifen , of Landen, dewelke niet op fyn tyd bepaalt werden,Intreft moet betaalt werden, al is 't, dat het niet uitdruklyk bedongen is» per. /. 5. Cod. de Aclion. empti. Evenwel fodanige Intreffen geen regt van preferentie hebben, benevens de hoofd-fom, ten ware defelve uitdruklyk bedongen, en het goed daar voor fo wel, als voor de hoofd-fom, in 't byfonder was verbonden. Gelyk als by het Hof van Holland is verftaan , in de faak van Jón Dirkfs. van Keulen, Contra Willem Willemfz. van Nicuzvpoort, den 11. November 1609. 23. Bui- (23) Welke perfoonen al verder voor- 16 Sept. 1677- 1* Otlob. 1733. Rer vargangsrecht of preferentie hebben, kan 20 Maart 1680. en 't QSrui vm dm zm worden afgenomen uit 't Placaat van den Jan. 1614. Conf. DD. fupra iU  io4 Ro omsch-Holl a ndsch Recht. IV.Boek. ;23 Buiten defen, is nog een ander voor-regt voor den Schuld-eisfchers: Dat indien een Erfgenaam uit fyn eigen hoofd verdagt is van onmagt, of breuke, en fy luiden door de vermenging van fyn Eocdel met den aangeërfden Boedel bedugt zyn fchade te lyden, en uit de goederen van den voorgaanden Boedel wel kunnen betaalt wer.den, fy hüden nog binnen de vyf Jaren, na de aanvaarding van den felven Boedel, de goederen van den aangeërfden Boedel, 1b ver die .nog onder des Erfgenaams eigendom zyn, van de fyne vermogen te doen affonderen, en daar op haar agterwefen alleen verhalen, fonder dat daar in eenige fchuld-eiffchcrs van den felven Erfgenaam, met hare agterwefen, het zy voor of na gemaakt, eenig deel kunnen hebben. /. i.§. 10.12. 1.1.&tit. ff.de Separat.bnnor. Al waren defelve goederen ondertulfchen by den Erfgenaam ten behoeve van fyne fchuld-eilfcheren verpand en in het byfonder belaft, cf. /. 1. §. 1. 6? 3. ff, de Separat. bonor. dewyl het recht van boedel-fpliffing een legaal vérband is, dat fo wel als andere legale verbanden voor byfondere jonger onderftelling en befegeltheden moet voorgaan. Den fchuldenaar overwonnen zynde, werd het veronderpande , of onderftelde goed, door bevel van den Rechter, door een Deurwaarder, of Geregts-Bode, na gedane aanbieding, omroepen en'aanplakken, aan de meeft-biedende verkogt, het welk hoedanig toegaat, te fien is by Merul. prax. Civ. lib. 4. tit. 95. cap. 2. & feq. Papegay gedrukt A°. 16Ó8. pag. mihi 507. & feq, Damhoud. prax. Civ. cap. 258. & fiqq. 24 Het welk gedaan eynde, fo komt den prys in plaats van het goed, en werd het felve, onder alle die gene die daar eenig recht aan hebben, naar ieders ordre en geregtigheid, by manier van praferentie verdeelt. Wieland. prax. Ctvïl, lib. 10. cap. 7. Damhoud.prax. Civil. cap. 260. Merul. prax. Civil. lib. 4. tit. 95. cap. 14. Herbai. lib. fing. cap. 6. in fin. Mits ftcllende feker van 't felve t'allen tyde wederom te geven, indien by herfchatting anders bevonden mogt werden te behoren. Inftrucl. Cur, Holland, art. 192. in fin. (24). f I E T (24) Conf. DD. ad tit. dt diflraftionc melden, waar door Onderzetting teniet pign. — Eindelyk valt nog aan te mer- gaat, weshalven ik alhier ter neder flel, ien, dat onzen A. vergeeten heeft te i°. dat Onderzetting {bypotlcca qua pro- pri»  XIV. Deel. Van geven om geven, geven om doen, &c. 105 Het XIV. Deel. Van geven om geven, geven om doen, doen om geven, en van doen om doen, en wat daar onder behoort. [Grot. 3. 31.] ï. Geven om geven, geven om doen, doen t'onregt, fonder fchuld, of't''over is ge- om geven, doen om doen. geven, wanneer, en waar in plaats 2. Wifjel van geld om geld, en op een an- heeft. der plaats iet te doen betalen. 5. Tuis-fpelen en weddingen, of, en boe- 3. Berouw en afgang van de handeling, danig verbinden. of, en wanneer plaats beeft. 6. Kuiperyen en ftem hopingen, tot het ver- 4. Conditcie, of weder eiffchen van hetgeen krygen van Ampten, en Officien. ï~|~^\aar fyn nog andere handelingen, dewelke door faaks overgang werden bekragtigt, en geen eigen byfondere naam hebben. /. 1. §, t. &. 2. ff. de prcefcript. verb. I. fitris gentium. ff', de pa&is. Defe beftaan gemeenlyk uit vierderhandq oorfaken: Wat men gemeenlyk iet uit geeft, om dat den ander wederom iet fou geven; of men geeft _ iet om dat den ander wederom iet foude doen; of _men doet iets, om dat den ander wederom iet fou geven; of iet foude doen,- het welk anders geen naam gegeven kan werden, als geven om geven, geven om doen, doen om geven, doen om doen. I. 5. §. i. 2. 3. 4. ff. de prcefcript. verb. 2 Dog geven om geven, het welk in enkele faken beftaat, werd ruiling genoemt. /. 5. §. 1. de prcefcript. verb. Waar onder ook het wis- prie cenfiflit in immobilibus) en Pand (pi- door toeftemming van den Crediteur. gnus quod circa mobilia verfatur) te niet 70. ope exceptionis, de qua videre Heet l. gaat door zaaks ondergang. 20. door 5. pr. D. quib. mod. pign. vel hypoth. £f fchuldkwyting en betaling. 30. door con- Comm. ad eand. legem. Z. de Groot inlïgnatie of dspofitie der verfcbuldigde leid. b. t. g. uit. add. omnino A. in cenf. penningen. 40. door omkoming der ge- for. 1. lib. 4. cap 1 0. ftipuleerden tyd. 50. door verjaaring. 6>. O  rot? Roomsch- Hollandsc h Recht. IV. Eoek. wiffelen van geld gerekent werd. Waar toe, alfo by ons veel foorten van geld niet gangbaar zyn, en fonder verbeurte nietontfangen mogen, of kunnen werden, zyn tot geryf van de goede Luiden,° in ieder plaats fekere perfonen aangenomen, en gefteld, dewelke op fekere ordre, en Inftruclie van de Generaals van de Munt daar op geftelt, fodanige foor ten van gelden na haar fnnerlyke waarden aannemen , en tegen ander geld verwiffelen. De Ordonnantiën daar op geftelt, zyn te zien by de Ordonnantiën van Maximiliaan den 14 Decemb. 1489. van Kayfdr Karei den 4. Feb. 1520. den Gravevan Lycc/Ier als Gouverneur van de Nederlanden den 4. Augufti 1586". Placaten der Generale Staten den 11. December 1589. den 3.January 1595- den 21. Marty 1606. den 6. July 1610. en den 7.Maart 3619. en der Staten van Holland den 19. December 1603. Alfo is ook gebruiklyk onder den Koopluiden om het gevaar te ontgaan, dat iemand dewelke buitens-lands eenig geld fehuldig is, het felve alhier iemand in geld aantelt, dewelke gelyke fom ter gefeyder plaats door fyn Faftoors, of Laft-hebbers, uit het geen hy aldaar uitftaande heeft, kan doen betalen, tot. tit. ff'. 13. 87. n. ié, & fel-  XIV. Deel. Pan geven om geven,geven om doen, c?c. icg fou gegeven werden, het geen de wetten niet toelaten, den aannemer te behouden. /. i. ff. eod. Maar indien de oneerlyke oorfaak is aan beide zyden, fohoud de betalfoige daar over gedaan plaats. /. 4. ff. eod. 5 Om die oorfaak vermag in 't tuiffchen en doblen, de winner fvn geborgde winft met geen Regt invorderen. /. f. Cd. de dkatorib-. en wederom die geen die betaalt heeft, geen Regt werd vergund om t felf wederom te eiffchen. So ver, dat die peen dewelke een ander geld leend om mede te doblen, of tuiffchen, geen regt fou hebben om het felve wederom te eiffchen. #rg. I 12 § A ff. mandati. Coftuymen tot Antwerp. tit. 54, art. \ '-7. in Grot" Inleyd. lib. 3. cap. 3. num. 117. Chriftin. vol. 2. decif. 200. num. 1. Uarv §. Mus. num. 7. & ham lotms mundi effe confhetudinem tcjtatur. Rebufr. ad conftit. reg. in prooem. glqff. j. num. 56. By Keuren tot Leyden in den jare 1583. art. 130. en nieuwe Keuren, art. 144. en Oudewater,art. 129. ItemïotVtrègt Keure den 18. Febr. 1657. art. 9. werd op Tuisfpelen geen regt gedaan, al waren daar over Obligatien verleden, de felf, of een andere oorfaak inhoudende. Maar indien iemand door valfche-fpeelders groffelvk was mifleid, of een groote fom, tot verval van fyn huisgefin had verfpeelt, of geen geld, maar fyn mantel, of fyn klederen in betaling had gegeven, lo fou die felf door billykheid daar van verfchoont werden.0/ uit. verf Sed nee. Cod. de Aleator. arg. §. uit. inftit. De hts etui fui vel al-en. jur. funt. (5). Van gelyke aart zyn weddingen dewelke by ons gelyk regt hebben, en zyn dien aangaande mede in verfcheidene plaatfen byfondere Keuren. Ten waar dat die fodanig waren , dat beider voordcel en nuttigheid daar in beftaat, gelyk als verfekering: vulgo Affurantie, Bodemery, en diergelyke. Daar van hier voor in het IX, Deel. Sie Grot. Inleyd. lil. Boek. lil. Deel, verf. Alhier ontftaat. Coftuym. van Antwerp. tit. 54. art. 3. Zyp. Not. Jur. Belgfdc rcl- li- 7 f , n A 668- CJ>W-en de beroem- hl. 506. add. ObC over de LU van H i!e Hiftoriefchryver J. Waskaar Befclt. Groot 2. d Pish ' O 3 ' * '*  'jio Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek, ligiof. in fin. Chriftin. vol. 2. decif. 200. nam. 5. Perez. Cod. de auator. in fin. Het welk ook in Vrankryk in gebruik is, alwaar de weddingen, dewelke aan_'t enkel geval hangen ongeoorlooft zyn, volgens tuig van Ludovico Charond, in memorabil, verb. contr aclus. & verb. gage. en hebben aldaar geene weddingen plaats, als daar pand, of geld onderfteld is. Carol. Lofeau. nb. 4. deguerpiffement. cap. 3. num. 13. Te meer om dat felf na de Roomfche Regten daar over groot bedenken valt, of het felve mag plaats hebben, om dat fodanige handelingen geen oorfaak hebben, en die geen dewelke iets fonder oorfaak bedingt, verftaan werd ter kwader trouwen te handelen, al is dat hyten tyd van dehandelinge geen bedrog pleegt. /. 2. §. 3. ff. de cloli mali, & met. except. I. 25. § fin. ff. de probatin. 111b. [LV. Joannes Fredericus Helvetius, genomen hebbende van Pietcr Hendrikfis. Eyerkoper, een Ryksdaalder op 't hondert wederom; dat hy Pieter Hendrikfiz. den Protector Cromwel niet en foude derven aanfpreken, en defelve P. Hendrikfiz. daar op na Engeland zynde vertrokken, ende met den ProPclor hebbende gefproken, fo is de voorn. Helvetius daar na gecondemneert om de voorfz. hondert Ryksd. op te leggen en te betalen. Michicl du Mortier én Andries van der Hoog, hadden by notariale acte aan malkanderen belooft, dat de langftlevende van hun beiden van den eerftftervende ƒ 10000. foude genieten. En van der Hoog eerft wefende overléden, fo is deffelfs Erfgenaam by den H. Raad in de voorfz. fomme gecondemneert vid. Bell. jurid. pag. 60. & feqq.~\ Op fommige plaatfen werden daar onder mede gerekent de geborgde drink-gelagen; als tot Utregt, daar fulks den 18. Feb. 1657. is gekeurt: dat men geen drink-gelagen fal mogen borgen als fes Maanden : en dat voor drink-gelagen geen mantels, of iets anders aangehouden fal mogen werden, op peine van vyf-en-twintig gulden, en de aangehouden panden datelyk wederom te geven. En by de nieuwe Keuren tot Leyden, art. 143. werd bevolen: dat geen Regt gedaan fal werden op gedronken gelagen , alwaartdat daar over Obligatien gemaakt waren. 6 Het geen tot het bekomen van eenige Ampten, of Officien, aan iemand om fyn ftem te hebben, gegeven is, mogt ook weder geëifcht werden, tot. tit. Cod, de Suffrag. Maar by ons zyn alle giften en  XIV. Deel. Van geven om geven, geven om doen, &c. m en gaven, dewelke maar eenigfins na corruptie, enkuipery fmaken, te ecncmaal verboden en ongeoorlooft: Chriftin. vol. 3. decif. 6 Zypa3. Not. Jur. Belgic. tit. de Juffrag. en fo wel tegen die geen die" haar met eenige giften , of gaven aan iemand te beloven, behelpen, als die het ontfangen, by byfondere Placaten feer ftrenglyk voorfien. Sie Placaat van de Staten Generaal den i'. July 1651. - En van de Staten van Holland tegen den Griffier Mas, en andere, den fesden February 1652. Sie hier van breder in Mr. Johan van Heem-, kerkx Batavife Arcadia, pag mihi 764. (6). Het XV. Deel. Van Schriftelyke Verbintenis; [.Grot. 3. 5.] 1. Scbrifttlyke everkomften, tf verband- 4. Exceptie ,of verfet van ongetelden gelde, brieven, wat, en hoedanig gefchieden. of, en wanneer plaats heeft. 2. Sonder oorfaak zyn kragteloos. 5. Afftand van de Exceptie van ongetelden 3. Provifie vanNamptiffement, wat,waar gelde, van wat kragt, en hoedanig tt in, en wanneer plaats beeft. verftaan. Schriftelyke verbintenis is een handeling , dewelke alleen door het fchrift werd bekragtigt. 1 Gefchied door Schepene-kenniffen, door Verband-brieven, voor Notaris en Getuigen verleden, of ook door een enkel handfchriff by den toefegger getekent. Alle andere handelingen werden ook wel door een Notaris in fchriftlyke Inflrumenten verleden, maar het felve gefchied niet uit oorfaak dat dat gefchrift, fou zyn een wefentlyk deel van de handeling , gelyk als in defen, maar alleen om geheugnis wil, en om het gehandelde te beter te kunnen bewyfen. /. 38. ff. de oblig. & acl. ($) Add. tan Z'jrcic Cod. Bat. tit. amlen. §. 7.  llt RoOMSCH-HoLLANDSCH RsCHT. IV.Bock. maar geenfins om dat fonder dien de handelingen, gelyk als defe van onwaarden fouden zyn. Ten waar uitdruklyk was bedongen, dat fodanige handelingen niet lóuden beftaan, voor en aleer defelve behoorlyk in gefchrift waren geftelt, en bekragtigt; het welk felden gefchied. /. 4. f. de fid. inftrument. I. 4. ƒƒ. de pignor. Van Schepene-kennilfen, is voor genoeg gefproken. In andere Verband-brieven heeft mede alles plaats dat tot nog toe van verbinteniffen in \ gemeen , of in 't byfonder is gefeid. 2 Behalven dat buiten dien om alle na-bedenken van bedrog weg te nemen, de oorfaak van de fchuld daar in moet uitgedrukt werden, om dat de Verband-brieven kragtloos zyn, dewelke geen oorfaak inhouden. /. 25. in fin. pr de probat. I. 13. Cod. non numer. pecun. Het welk nog heedendaags onderhouden werd, ten waar onder Kooplieden, of andere perfonen , welkers handeling, en aanfien, alle bedenken van bedrog buiten floot; fie Papon. lib. 10. tit. 2. art. 2. Coftuymen van Antwerp. tit. 53. Damhoud. prax. Civil. cap. 174. Rebuff. ad.confiit. reg. de chirograph. in prcefat. num. 67. Coftuymen van Utregt, Rubric. 7. art. 6. Damhoud. prax. Civil, cap. 71. Wieland. practic. Civ. tit. 2. cap. 19. en tit. 3. cap. 5. num. 19. Ordon. cn Coftuymen van Vriefland, tit. 15. 3 Die uit fyn eigen hand-teekening, of uit een publyk Inftrument werd aangefproken, moet fyn hand of het verly van het inftrument bekennen, of ontkennen. Sie Merul. prax. Civil. lib. 4. tit. 37.cap. 2. num. 3. Het welk indien hy niet ontkennen kan, werd by provifie, dat is, voor af, ge wefen dat hy de penningen daar uit geëifcht, moet op leggen, en alfoo handvulling doen aan den eiffcher (dat men noemt Namptiféreii) onder Borg-togt van defelve wederom te ontfangen, indien daar na ten definitive, dat is, by eind-oordeel, verftaan mogt werden dat het anders behoord. Merul. d. loco. Coftuym. tot Antw. cap. 56. art. 1. Rebuff. ad conftit. reg. dg chirograph. in prcefat. num. 66. Seg onder Borg-togt.] Om dat die geen die het alfo voor af werd toegewefen, dikmaals daarna niet fou hebben om wederom te geven, indien by het Eind-oordeel anders verftaan wierd. facit. I. 3. §• 5- #- de collat. bonor. I. 5 f. de Carbon, edicl. welke Borgte indien niet werd gefteld, de toegewefen goeden onder den Regter moeten  XV. Deel. Van fchriftelyke verbintenis. jfyj ten blyven, of onder een anders bewaring verfekerd. d. I. 5. $. 2 ff. eod Welke manier van voor- af - wyfen , anders Namptiffement, ofhandl vulling, by de fommige feer eng genomen werdt, uit oorfaak, dat liec felve buiten , of tegen het algemene regt fou ingevoert zyn. Dog het felve werd meer uit onkunde van het Roomfche-Regt als na waarheic voorgegeven, want mede na de Roomfche-Regten, geen uitftel, verfekerheid', of Borgte, van een fchuld, dewelke erkent werd, of anderfins van de deugdelykheid van dien opentlyk kan blyken, onder eni^ verfet werd aangenomen. /. 4. §. 3. /. 3i.ff de re judicat. I. 10 ff. de pign.acj. I. 6. §. ï.ff. Quib. mod. pign. vei hypoth. I. 21. $. uit. ff. eod Vid Bald ad l. 9. §. 3.^. depignorat. acl. TiraquelJ. De retraclu s.a'd verb h, payer. GloJJ', 3. num. 14. cum feq. Daarom ook in fodanige faken geconcludeert en gedmgtaalt werd tot kennen, of ontkennen, en by provifie tot Namptiffement of hand vulling, als waar op alleen het Namptiffement gegrondvert is, dat iemand die fyn handteeken, of andere fchuld met kan ontkennen, geen uitftel mag hebben, en 't geen hy daar tegen weet in te brengen, aanftonds moet blyken, of foo hy iets by brengt •dat nader onderfoek vereift, moet hy namptifeeren, en hand vullin g doen. per d. I. 4. §. 3. ff. de re judicat. I 10. ff. de pign. acl. Het welk inec buiten het regt, maar volgens den grond van het regt is ingevoert [Dog houders van Obligatien lange Jaaren, als tien en meer, geen Intereft of betalmge ingemaand hebbende, en dienvolgens onbetaalt fynde, konnen daar op geen namptiffement verkrygen. Conf. en Adv 6 D. pag. 656.] Of een Erfgenaam de hand-teekening van fyn afgefbrven voorzaat fou moeten kennen, of ontkennen, om daar op provifie gecondemneert te werden , is twyfelagtig , om dat niemand van eens anders eigen doen kan feker zyn. L Marcellus. n. 5. 2. ff. de aclione terum amoUvum. fcn word alfoo in het Hof van Vrïeflani onderhouden Dat een Erfgenaam met is gehouden des afgeftorvens hand ■ teekening te kennen, of ontkennen, om daar uit voor af, of bv Namptiffement te werden veroordeelt. Sande lib. 1. decif tit. 8. defini't. 1. Maar in frankryk daar de manier van Namptiferen eerft van daan gekomen is, moet den Erfgenaam des afgeftorvens hand-teekening kennen, of ontkennen Tefte Joan. lmberto lib. 1. Injlit. forenj. cap. 29. in verb. Chirographum. Met welk ook by ons werd onderhouden , en gemeenelyk in fuiken geval  ii4 Roomsch-Hollandsch-RechiC IV. Boek. geval bygevoegt: ten minften bonamfidem agnofcendo, dat is, ter goeder trouwen aan te nemen, ofte kennen, ofte ontkennen de effe ft en van. de Obligatie, en den gevolge van dien, of diergelyke. Sie Joan. Imbert. Inftit forenf. lib. r. cap. 35. [By den geregte van Gouda is provifie ontfeit, op een Obligatie dewelke de Erfgenamen ontkenden by den overleedene getekent te fyn. vid. bell. jur. pag. 331. &? feqq^ Tegen defe manier van voor - af - wyfen , of Namptiferen, wallen verfcheideuitfonderingen, daar by de felve, fchoon uit bekende en openbare Verband-brieven fpruiten kunnen, werden tegen - gegaan, daar van te fien by Joan. a Sande lib. 1. tit. 8. defin. 3. en hier na in 't 5. Boek 19. deel fal werden verhandelt. Alfoo fommige Luiden haar hand - fchriften op hoop en vertrouwen dat haar geld, 't welk fy daar in bekenden ontfangen te hebben, foude werden geleent, dikwils voor het tellen van het geld uitgaven, en dan daar juift geen lening, of telling van 't felve geld op volgde, vermogt den fodanigen, na Regten, binnen twee Jaar na fyn gegeven hand-fchrift vol ftaan , met te feggen, dat het geld niet geteld, en moet den fchuld - eifcher bewyfen dat het geld getelt is geweest; na welke twee verlopen Jaaren den fodanigen fchuldenaar met fuik feggen niet mogt voldaan, maar moeft 't felve den Regter genoeg zynde bewyfen, volgens gevoelen van Accurfius, Bartholus, en andere, ad. I. 3. & l. 14. Cod. de non num. pecun. Gomez. 2. refolut. 6. num. 7. Schneid. ad tit. inftit. de liter, oblig. Bronkhorft. 2. offert. 22. Perez. ad Cod tit. de non num. pecun. Gomez. 2. refolut. 6. num. 7. Schneid. ad tit. inftit. de liter, oblig. Bronkhorst 2. offert. 22. Perez. ad Cod. tit. de non num. pecun. num. 14 Faber. ad tit. Cod. eod defin. 1. Chriftin. vol. 3. decif. 37. 4 Maar zedert dat by ons ten voordeel van de Koophandel (dewelke haaftig moet voortgaan, en in dewelke de minde uitftel, een groot verlies kan geven) het Namptiferen en voor - af - verfekeren van fchulden, fpruitende uit Hand-fchriften, of Verband - brieven die men niet ontkennen kan, in defe Landen is ingevoert, komt het felve van fig felven te vervallen. Vinn. ad tit. inftit. de liter, oblig. num. 12. in fin. en is daarom by den Hove van Holland verfcheide malen verftaan, dat den fchuldenaar hem met de exceptie, of verfet van ongeteld geld, niet vermag te behelpen: maar dat hy ook binnen de twee Jaar fulks gehouden is te bewyfen, facit. I. ultim. Cod, de Apoch. public, het welk ook met  XV. Deel. Van fchriftelyke Verbintenis. \i$ met de onderhoudinge van andere Landen over - een - komt. Sie Costuym. van Antwerp. cap. 56". art. 11. 12. Zvpre. not. Jur. Belg. tit.deexcept. Gudelin. de jure novijj. lib. 3. cap. 6. infin. Rebuff. ad conjlit. reg. in proosm. glojfi. 5. num. 59. cïf de Cbirograpb. art. 2. num- 68. Imbert. Enchirid. in verb. confejjlon. Mantic. de ambig. convent, lib. 18. tit. 6. num. 22. Sande lib. 3. tit. 2. defin. 1. (1). 5 Daar fj) De Heer Groeneweegen in tracTatu delegibus abr. ad tit. Cod. de Except, non immer at, pecun. beweert dat de exceptie van onaangetelden gelde beedendaagsch geheel in onbruik is. vide £ƒ. Loemius decis& dbs. cas. 119. doch de gewysden vandenHove en Hogen Raade in Holland, mitsgaaders de dagelykfche Fraclycque bevestigen veel eer het teegendeel. Conf. Neostad. depatl. antenupt. Obs. 11. Naar befchreeven Rechten is notoir , dat de exceptie van onaangetelden gelde binnen twee jaaren na de onderteekening van het handfchrift, waar uit geageert word, geproponeert wordende, den excipient teegens den algemeenen reegel van rechten aan volftrektelyk is ongehouden dezelve te verifieeren, maar het onus probandi den eysfcher incumbeert, dog na verloop der twee jaaren zoude hy naar het Roomfche Recht daar toe gehouden zyn en den algemeenen reegel moeten volgen: reus excipiendo fit atcor, £f exceptionem, fuam probare debet, volgens Voet in comm. ad tit. de rebus creditis, n, 33. Het teegendeel daar van beweert den ber. Vinn. Seleü. quaft. lib. 1 ccp. 4T. welke den fchryver na het gemelde verloop alle hulp ontzegd , het welk ook daar door fchynt gecorroboreert te worden , dat den fchryver, wanneer binnen den tyd van twee jaaren niet geageerd wierd , de conditlio caufa data caufa non fecuta, waar van in het vorige hoofddeel gehandelt is, had kunnen inftitueeTen , Vid. Voet. d. I. n. 31. modo prafenr fuerit cbirograpbi posfesfor prout ait idem, Voet. eod. loco. Dat wydeis de exceptie. van onaangetelden gelde Jure lodierno niet verjaart als met de prajfcriptie van een derde van een Eeuw beweeren voornaame Rechtsgeleerden, vid. Middelant in notis ad Vromans de foro Competenti,pag.m. 246. behoudens den excipient bewyst, dat de penningen nimmer toe geteld zyn, het geen den excipient, toezegger en debiteur ook binnen de twee jaaren, om de voldoening der fchuld aangefprooken wordende, moet aantoonen naar het heedendaagfche Recht, vid. Boel ad d. decis. pag. 739. ten zy in Vriesland alwaar het gemelde verfchi! uit het Roomfche Recht zeer applicabel zyn kan, echter kan ook naar practycque aldaar de eisfcher de aantelling niet fuffi. cienter kunnende probeeren , altyd den Excipient den eed defereeren. In welke gevallen deeze exceptie niet applicabel is, videre Heet apud Voet l. c. n. 32. add. Merula lib. 4 Cap. 14 tit 40. Dan of dezelve ook na de litiscontestatie kan worden geproponeert gelyk de exceptie van folutie, jurisy.trandi, prafaiptionis, acceptilationis &c. fchynt fpeculatie onderheevig, wel is waar een goed Pra&ifyn behoord alle peremtoire exceptien, voor de litiscontestatie te proponeeren ,vide Marantce. fpecid. 'aur. p. 297. dog een erreur daaromtrent fchynt echter relevabel; volgens Carpzov. jurispr. for. p. 1. Confl. 21. defin. 10.&inprocesfu tit. i3. art. 6. n. 40. zoude deeze Exceptie ter eerïïer inftantie vergeeten zynde in Appel niet kunnen worden geproponeert. verder valt alhier aantemerken dat onzen Auéleur desfelfs gedoceerde ter deezer plaatfe, dat namptisfement de Exceptie van onaangetelP 2  n6 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. 5 Daar - en - boven werd in de Verband - brieven gemeenelyk en meesten tyd van de exceptie van ongeteJd geld, afftand gedaan, daar by den fchuld - eifcher van het bewys dat het geld immers geteld is, werd onttelt : Het welk fo nogthans te verftaan is, dat den fchuldenaar daar door hem niet verbind, met de exceptie van ongeteld geld hem niet te fullen behelpen, maar dat hy defelve voorgefteld hebbende, gehouden is de felve , gelyk als andere excepticn , te bewyfen. Sande lib. 3. tit. 2. defin. 1. Het XVI. Deel: Van gewillekeurde Verbintenis. '* Gewillekeurde Verbintenis, wat, en bare verdelingen. Gewillekeurde Verbintenis is, dewelke by overkomft tufichen twes perfoonen gefchied ter goeder trouwen, en met opregte mening dat den een, den ander daar door kragtelyk fou verbinden, fonder dat daar eenig fchrift, of faaks overgang toe van noden is. §. 1. inftit. de obligat. ex confenf. I. 2. ff. de obligat £f acl: Defe zyn, Koop, Huur, Maatfchap, Laft-geving, en Trouw, of Huwelyk. pr. inftit. de oblig. ex confenfu. I. itnpias. ff. de R. J. Hut. den gelde ten principaale wegneemt, vol- „ zo weynig verftaan kan werden weg te. komen herroept in de aanteekeningen op de „ neemen als eenige andere provifie, ende Ordonnantie ende manier van procedeeren in „ is geenzints ftrydig , by provifie , uyt de Jleeden, en ten platten lande, pag. 42. zeg- „ kragts van het handfchrift, te moeten gende hy aldaar van de geall. a a.,, wel- „ namptifeeren ende ten principaalen zig „ kers fchryven by my ook voor deezen „ met de Exceptie van ongetelden gelde te „ onbedagtelyk op dien grond gevolgd is. „ behelpen, zoo daar van in het inrtru„ Dog de zaak wel ingezien , zodaanige „ ment geen afftand is gedaan." Conf. e? „ provifie, het regt, het welk den gedaagde de exceptione non numerat. pecun. Marantü. „ ten principalen naarRechten toekomt, fpecul. aw. p. 286.  XVII. Deel. Van Koop. Het XVII. Deel. Van Koop. X17 [Grot. 3. 14.] 1. Koop, wanneer voltrokken ? en num. 9. 6. Die voldoening van koop begeert, mus 2. Het gevaar van bet verkogte voor de le- defelve eetfi aan fyn zyde voldoen, vering , en by wie te dragen, en num 8. 7. Tot bet wefen van de koop is geen fcbrift 3. Het verkogte goed wanneer den Koper ei- van node. gen werd. to. Kopen en verkopen, by en aan wie, en 4. Het krediet van den Koper, wanneer ver- boe te gefchieden. ftaan werd gevolgt te zyn. 1. Edel - luiden , Koopmanfcbap dryvende 5. Verkoping op rabatb , boe te verftaan, behouden baren Atel, hoedanig, contant, of op dag ? ïT^e koop (1) werd verftaan voltrokken (2) te zyn foo haaft als den prys en de weder-zydfe foefland is vaft-gefteld, al-hoe-wel dat er nog geld gegeven, nog faaks overgift gefchied ip. /. 2, §. 1. ff. de contrah. empt. 1.1. §. 2. ff. de rer. permutat. I. 8-ff. de pericul. &commod. rei vend. pr. injlit de empt. & vend. Ten zy dat in de verkogte Ware een wefentlyk raifverftand was, gelyk of iemand Koper voor Goud had (1) Koop en Verkoop is naar befchryving van de Hr. De Groot b. I. „ een overeen koming, waar door den eenen hem verbind tot eygening of waaring van eenige zaaken, en den anderen tot betaaling van zeekere koopfcbat in gelde." of anderzints korter met Huber beed. rechtsgel. p. 350. ,, een overkoming „ om den eigendom van eenig goed voor een „ feekeren prys overtedragen," Het gebeele weezen of de eflentieele requifiten van dit contract beftaan: i° in de ware overeenftemming (ccnfenfus) tusfchen de parryën contractanten- 2° in het verkogten. (merx) 3" in den bepaalden prys (pretium) en vol • gens deezen requifiten fchynronzen Ancteur dit gewigtig onderwerp in ordre te hebben behandelt. (2) Eeeter had den Auéteur gezegd de koop werd verftaan volkoomen te zyn in plaats van voltrokken, dewyl 'eronderfcheid plaats heeft, tusfchen de perfeOie en consummatie van dit Contract.; de koop is volkoomen zoo dra 'er exfteerd een vastftelling der zaak en pryze van dien, hac est perfettio emtionis venditionis , ex qua obligatia na citur, en de verkoper verkrygt uyt de verkoop eene actie tot betaling der koopprys, gelyk de kooper uyt de koop competeerd de actie tot uitleevering van de verkogte zaak. De koop en verkoop is ge» confumrneert of voltrokken als de zaak geleevert en den verkooper weegens den koop-pryze voldaan is, waar uit de eviclis en vrywaring voortvloeit. P 3  ïi8 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. had geveilt, of daar voor was aangenomen, hoedanige koop van fig felf nietig is, om dat de regte toeftand van de verkogte faak gebreekt l. 9. in pr. §. 2. 1. 14. ff, de contrab. empt. I. 41. g. i.ff eod, junft] l 83- 5. #• * Verb. Obligat. (3) maar foo het misverftand beftaat in de omftandige hoedanigheid van de faak,blyft de felve geftand.4 10. /. 14. ff. de contr ah empt. l. 21. %. 2. ff. de Acl:. empt. % Daar uit dan volgt dat het voordeel, of gevaar, het welk by ongeval, of anders op het verkogte goed moge vallen, den Koper aangaat al is 't dat 't felve goed nog niet gelevert was. g. 3. injlit. de empt. vend. I. 10. /. 11. ff. Cod. de perieul & commod. rei vend. Om dat den koop voltrokken zynde, den Koper regt heeft omaanftonds den eigendom te verkrygen, en derhalven gehouden werd, gelyk of hy al eigenaar was. arg. I. 15. I. 174-ff de Regul. jur. Ten waar dat den Verkoper daar toe aangemaant zynde, in gebrek was gebleven, de levering te doen, in welken geval hy verftaan werd het gevaar van het goed op hem te nemen. /. 15. uit. ff. de rei vind. I. 39. g. 1. /. 47. ff a/f /. 108. 5. U.ff. de hg. 1.1 2. Cod.de Ufur. Afruil, legat. Sie Ant. Fabr.* ad Cod. hb. 4 tit. 24. defin. 24. num. 3, & tit. 40. defin. 8. num. 9. Gomez. Var. refolut. torn. 2. cap. 2. num. 34. (4"). So (>3) Al wat de toeftemming of confent belet vernietigd het Contract van koop en verkoop l.ii. cod-. de contr. emt. en aldus ook de dooling zoo dezelve beftaat in corpore in het ganfche lighaam; of in de geheele ftoffe in totd materid;oï in de koopprys, *. 9. ff. b. t. of in de fubftantieele qualiteit der verkogte zaak /. 41.^". b. t. add.WoLTFii J. Nat. Gent. g 604. maar zo 'er gedwaalt is in de accidenteele hoedaanigheid of in de quantiteit wanneer by de maat of gewicht verkogt is, ofte de dooling verkeert omtrent het kleinder gedeelte der verkogte zaak, blyft de verkoop van waarde , behoudens de reedelyke vermeerdering of vermindering der koopprys pro ratd portione Conf. I. 14. I 40. l. 45. /. 57.pr. Digest. 1. t. junÜ. Carpzov. defmition. forens, p, 2. c. 14. d. 13. add. cl. Voet in Comm. ad b. t. thefi 5. tffeqq. £? ampliff. Hamer* ster Statut. Frijice l. 1 t. 8. art. 3. (4) Omtrent de baaten en fchaaden het verkogte goed aankoomende, valt aantemerken: dat volgens algemeene gronden van Rechten den eigenaar alle voor- en nadeden koomen te volgen; dat de kooper voor de dadelyke traditie reeds eigenaar is, dewyl tot verkryging van het eigendomsrecht genoeg komt te zyn dat het Contract, van verkoop gefiooten is, behoudelylc confteerd , dat de Kooper het vermogen gehad heeft zyn eigendomsrecht te exerceeren tegens betaaling der koopprys, want de verkoper is niet gehouden zich te ontdoen van zyn goed voor de betaling, byaldien hy niet op credit verkogt heeft gehad, ten waare door verzuim en fchuld van den verkoper den verkogte zaak eenige fchaade  XVII. Deel. Van Koop. IT0 So loopt ook het gevaar op het verkogte ten laften van'den Verkoper, indien de koop onder feker indien is aangegaan, fo lang het indien niet is voldaan, g. 4. inftit. de Empt. vend. I. 80. § 2 ff de acl. empt. Gelyk of ik fekere Wynen, of Granen op een andereplaats had gekogt, in Holland , of elders te leveren, foude de felve Wynen, of Granen * onder weg in 't overbrengen verongelukkende, de fchade komen ten laften van den Verkoper. /. 8. ff. de perk. & commod. rei vend. I. pen. Cod. eod. De koop van het geen meet-baar, tel-baar, of weeg-baar is, en by maat, getal, of gewigt verkogt werd, werd niet verftaan voltrokken te zyn, voor dat de meting, telling, of gewigteis gefchied. /. 35. §. 5. ff- de contrab. empt. en fulks behoord het gevaar van het verkogte tot die tyd mede tot den Verkoper, gelyk of de koop onder fodanig indien was gefchied. /, 2. Cod. de perk. fcf commod. rei vend. (5). 3 Aangaande den eigendom, werd het verkogte den Koper eerft eigen, (6) als de beloofde koop-penningen zyn betaalt, alwaar dat daar op volkomen levering was gevolgt, fulks dat den Verkoper fo lang als de penningen niet zyn getelt, zyn eigendom behoud, en regtelyke aan- . taal op fyn verkogte goed fou kunnen doen. g. venditce vero res &f traêta^i. inft. de rer Divif. Keuren in den Lande Voorn, art. 51 Ten waar dat de felve goederen waren vertrouwt, op dag verkogt, en den Verkoper het woord geloof en belofte of Credit van den Koper had ge* Mr. Boel aldaar in de aanteek. Aangaande de vrage: zoo wanneer eenig goed by het uitgaan der brandende waffe kaars verkogr. zynde , daarna komt verlooren te gaan , ende dat hetzelve naderhand by het aftrekken van 't zeegel van den waffe verkogt werd, ende dat de eerfte koper als dan koper blyft, tot wiens fchaade hetzelve verlies komt? is verfcheidentlyk geoordeelï by den Hove & H. Raade Z. Mr. W. van Alphen papegaay 2. d. p. 48 r. (5) Z. de Obferv. over de Meid. van H. de Groot 2. d. p. 172. adv. CoccetusA 1. ?. 5 e? 6. (6) Z. de geall. Obs. d.l.p.i-ji. quame te lyden ; onder deeze korte dog zoo ik meen naauwkeurige bepalingen met de uitzonderingen door den Auéteur vermeld , vermeen ik de tbejis : periculum rei venditm Heet nondum traditie ad emtorem pertinet. alleen te kunnen en te moeten beweeren , meerder hier van begeerende raadpleege men Coccejus de jttre civ. controvers. ad D. tit. de per. £? comm. rei vend. qucefl. 2. Huber ad tit. Infl. de emt. vend g. 2. de Groot Droit de la Cuerre £? de la Paix, liv. 2 cb. 12. J 15. BarbeyKac. dans les notes n. 5. juncl. Wolf. Droit de h N. £? des G. § 613. 6? Monfr : Lusac ibid. en aangaande ons Hollandsch Recht J. Loenius decif. £f Obferv. cas. 34. en  iso Roomsch-Hqllandsch-Recht. IV. Boek. gevolgt. d. §. 41. inftit. -de rer. divif. infin. 1. quod vendidi 19. ff. de contrab. emp. fonder dat hy in fuik geval na de overgift enig regt van aantaal, of rei vindicatie meer fou kunnen .gebruiken , dd. U alwaar 't dac den Koper daarna fonder de beloofde koop-penningen te betaalen, kwam te breken. Gail lib. 2. obferv. ïs.inpr. Behoudelyk alleen, indien dat men fekerlyk kon bemerken, dat fodanigen Koper fulks al te voren in den fin had gehad, en alleen uit had geweeft om den Verkoper met fyn geloof te bedriegen, moet als dan verftaan werden dat het gekogte goed, hetzy de koop op dag, of om gereed geld gefchied is, niet tegenftaande de overgifte, en het gevolgde geloof, in den eigendom van den Verkoper was gebleeven, om dat in fuik geval de faak niet fo feer verftaan werd overgegeven, als ter kwader trouwen onthaalt te zyn. So als te regt werd aangemerkt by Andr. Gail. d. loco. num. 8. & feq Confult. en Advys. part 1. conf 222. en Confult- 245. 253. 285- en 286 en het II. Deel, Conf. 127. en het Amfteldamfe III. Deel, Conf. 2. en 6. Deel, Conf. 2. Coftuymen tot Antwerp. tit. 58. art. 7. Papon. lib. 18. tit. 5. art. 46. Everhard. confil. 209. num. 9. [Neerl. adv. 1. c. 42.] Gehk verfcheide malen is geoordeelt. Sie Neoftad. fuprem. cur. decif. 5. Hand vellen tot Amfteldam in 't jaar 024. pag. 98. en 108. Sie hier van mede een Keur in het Recuyl van de Keuren en Coftuymen tot Amfteldam, Cap. van preferentie 37. art. 6. 4 Of, en wanneer het geloof van den Kooper is gevolgt ? ftaat by ons uit de handeling af te meten, dewelke gefchied om gereet geld by de overgift, of op dag, waar van die, die om gereet geld kan gefeid werden gefchied te fyn, buiten twyfel geen geloof mede brengt, en wederom die op dag gefchied, niet fonder geloof beftaan kan. En op dat het regt van vervolg, van het om gereed geld gekogte en onbetaalt gebleven goed , tot nadeel van een derde dewelke ondertulfchen 't felve door wettige aankomft en laftige titel mogt verkrygen, niet al te lang fou duuren, en tegen defelve mogt werden misbruikt, is het felve by Keuren in verfcheide Steden tot fekere tyd bepaald. Tot Amfteldam binnen fes weken, volgens Keure den 31 January 1658. en tot Leydenbinnen 14 dagen, Keur aldaar den 8 Mai 1659. binnen dewelke het verkogte goed moet werden vervolgt, op verval. 5 Waar uit defe twyfeling fou konnen ontftaan, of het geen dat onder de Kooplieden op rabat verkogt werd, verftaan moet werden om gereet  XVII. Deel Van Koop. " 121 reet geld, of op dag gefchied te zyn. Waar in men onderfcheid maken moet, of de handeling is gefchied om te moeten rabateren, of te mogen rabateren, dat is, te korten, fo hy gereed wil betalen. Indien den Kooper is gehouden te rabateren, kan fodanige handeling niet anders als voor gereed gerekent werden; maar fo hy heeft fyn keur om temogen rabateren, of fyn tyd uit te wagten, foude als dan, indien hy de penningen, aftrekkende het rabat, met den eerften niet betaak, fchynen gevolgt te zyn het geloof van den Kooper. (7). Doch in twyftlachtige, werd het voor gereet gerekent, gelyk als by den Move van Holland verfcheide malen is verftaan. 6 Een Kooper, eyffchende het gekogte goed, is gehouden al voor aan den Verkooper dekoop-fchattebetaalen. /. 13. §. 8.^. de act. empt. Insgelyksden Verkooper eyffchende den koop-fchac van den Kooper, is gehouden alvorens de handeling aan fyn zy te voldoen, en aan den Kooper de verkogte faak over te leveren. /. 5 in fin. Cod. de evicl. I. 25. ff. de empt. éf ibi Bart. Coftal. £? alii. Wefenbec. eod. paratit. num. 6. Maar indien fyluyden eikanderen niet vertrouwden, mogen fy volflaan, mits ftellende den koop-fchat in bewaarder-hand van den Rechter, of van een derden ter wederzyden daar toe te verkiefen. /. "$<).ff. de fokt. in fin. & ibi. Bart. Caftrenf. c? alii, Gloff. in l, 13. g. 8. in Ferb. retinere potefl, in fin. ff. de acl. empt. Franc. Curt. in iractat de fequefirat. qneejl. i. num. 12. infin. 7 Al-hoe-wel in koopen en verkoopen dikwils een aanteekening, of gefchrift tuffehen beiden komt; fo is nogtans het felve, gelyk hier voor van andere handelingen in 't gemeen is gefeid, niet noodfaakelyk, ten waar dat het anders uitdrukkelyk was bedongen. Grot. Inleyd. lib. 3 cap. 14. num. 58. Wefemb. adpr. injlit. de empt. vtndit. Neoftad. de pn£t. antenupt. obferv. 18- Maar het felve moet in defe Landen alleen van onroerend goed verftaan werden: gemerkt dat by Vlakaat van Keyfer Karel in den jare 1529. is ingevoert, dat geen verkopingen , of vervremdingen van onroerende goederen fullen beftaan, voor, en al eer defelve voor de Magijïraat van de plaats, daar defelve goederen gelegen zyn, wettel} k zyn opgedraagen. Grot. Inleyd. lib. 2. cap. 5. num. 17■ enden veertigften penning daar van is betaalt. Plakaat. van den 40. pcnn. art. 11. 8 Waar (7) Z. de Handv. van amjl. laatfte editie p. 504. add. d. Oh, torn, 3. p. 100 & fej.  i^^ Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. S Waar uit defe twyfeling ontftaat: of ook heedendaags het gevaar van fchaade en voordeel van baate, het welk op fodanig goed, eerdat de wettelyken opdragt in fulker voegen is gedaan, mocht vallen, den koper»aan fou gaan? Maar alfo de uitgedrukte mening, en fin van het voorverhaalde Plakaat, niet anders is geweeft, als daar mede alleen)yk in voordeel van de goede Luyden, te voorfien, dat defelve door geen heimelyke tranfporten, of veronderpandingen fouden werden bedrogen, of misleid, en op d'Interpretatie van het felve Plakaat by den Hogen Rads verfcheide malen is verdaan: dat voor fo veel daar by de opdragt, verkoping , en belading anders gedaan, voor nul en van onwaarden verklaart werd, alleen plaats heeft in opligt van een derde perfoon , en -niet ten opligt van de handelaars felfs. Neoftad. fuprem. cur. decif 70. gelyk hier voor in het Hi Boek, Vil. Deel, num. 4 breder is gefeid: So volgt daar uit dat he; felve daar in geen verandering kan geven: manr noch heedendaags, de fchaade en baate, die op het onroerende goéd voor de opdragt foude mogen vallen, tot gevaar van'de koper komt. fulks ook by den Hove van Holland is verftaan , volgens getuigenis van Groenewegen traÜ. de legib. abrogat. f. 3. inftit. de Empt. vend. (8). 9 Om welke redenen men ook oördeelen moet, dan al is 't faak dat de koop van onroerende goederen voor onvoltrokken gehouden werd, voor en al eer de wettelyke opdragt daar is gevolgt, den kooper, of verkoo. per, defelve koopmanfchap binnen die tyd evenwel niet mag afgaan, maar uit kragt van haar overkomft, gerechtlyk kunnen werden ge. dwongen, om aan de eene zyde opdragtTte doen , of aan de andere zyde defelve te ontfangen. Als alleen tot Leyden , alwaar den koper , of verkoper van eeni^ goed dat onder de hand werd verkogt, noch altyd mag afgaan, fo lang derfelver koop, met de aanteekening van Schepenen, vulgo, inbrengt, niet is beveiligt. Keuren aldaar, in den Jare 1583. art. 68. Doch om het ligtvaardjg afgaan van de koop de welk met goed bedagten raad was aangegaan, is byde nieuwe Keuren der Stad Leyden art. 112. die geene dewelke den koop wil afgaan, op geleid te "moeten betaalen den 20. pen- (8) z. Boel l. c. g. van Wassenaar cl. Vost ai D. tit. de periculo £? comm' fraSycq notar. Cap. 12. g 24 fjf 25. Mat- rti vendita tbefi 6, TitiËUS deauüim. lib. 1 cap. 13. ». 20. £ƒ  XVII. Deel. Van Koop: lt3 penning van de bedongen of uit geloofde Koop-penninger'. En is een algemeen gebruik ten platten Landen, dat aile Koophan'deiingen in een Herberg of dronken gelach gefchied, binnen 24. uuren mogen afgegaan werden, mits betalende de wvnkoop. Uitgéfondert openbare verkopingen op een Zitdag aangeleid.- Sie hier van Grot. Inleid. 3. boek, 14. deel, num. 8. Coftuymen van Rynland. art. 94. en hei geen aldaar breeder is aangetekent. 10 Wie dat kopen en verkopen mach, en wat voor goederen gekogc en verkogt mogen werden ? werd heedendaags geen onderfcheid gemaakt: maar ftaat ieder een die maar de vrye regéring van fyn goed heeft, vry, alle goed dat wandelbaar is, by verkoping te vervremden want dewyl in de koopmanfchappen en handelingen der Menfchen de' voornaamftewelftand defer Landen beftaat, en is het felve niet tevergeefs, maar uit noodfakelykheid ingevoert, dat ieder een met kopen en verkopen fyn voordeel heeft mogen doen. g. 2. verf. jus autem. injlit. de jure nat. gent. & civil. juncl. 1. iö. g. 4. ff. de viinorib. en alle faken, de welke niet verboden zyn, by een ieder die fulks 'niet verboden is, verhandelt, en verkogt mogen werden. Uitgenomen dat op fommige plaatfen, en in fommige Steden, op het ftuk van de Koopmanfchap fekere Ordonantie en Reglementen zyn gefteld, de welke op verbeurte moeten werden onderhouden, en fonder defelve de kopen van onwaarden gehouden werden, Coftuymen van Antwerp. ft. 51. art. 2. So werden allefins, op dat de Waren .niet vervalft. werden, en de Neringen en Handwerken in haar fleur blyven fommige koop-handelen niet wel in 't geheel verboden, maar onder fekere ordre gebragt, en daar aan gebonden. Zyp. Notit. Jur. Belg. tit. de collcg artific. Daar binnen Leyden en andere plaatfen , daar de manufaftuuren en handwerk-koopmanfchappen geoeffent werden, byfondere hallen en gilden fyn opgerecht daar het gemaakte goed, na de Ordre en keur daar op geftelt, moet gejuft en beproeft werden. So nogthans, dat alle Koopmanfchappen en Waren in alle Landen, felfs by de Vyanden, mits betaalende den Tol, en vry geld, daartoe ftaande, vryelyk mogen werden gebragt, en vervoert; Sie Chriftin. vol. 3. decif. 64. num. 7. Uitgéfondert alleen Krygs-wapenen, en Amonhie van Oorlog, anQ.2 ders  1X4 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek, ders Waren van Contrabande, dewelkebuiten Lands aan onfe Bondgenoten, maar nietaah onfe Vyanden, mogen werden vervoert. Chriftin. dicl. volum. 3. num 6. Mattba?us de criminibus., lib. 48. tit. 4. cap. 4. mm. 1- Zypas. tit. quce res exportari non debeant, het welk by verfcheyde Plakaten tot verfcheide tyden by ons is opgefteld. 11 Wat de perfoonen aangaat, dewelke by ons fonder onderfcheid toelaten werden Koopmanfchap te dry ven: mocht iemand vragen, of de Edellieden , ook behoudens haar Adel , Koophandel mogen doen. Maar aangefien by de Koophandeling de zenuw, de gantfche welvaart van ons Land beftaat, en daarom als een algemeen Recht aan alle perfonen werd vry gelaaten, fodanig dat men daar van mei g en kieinagting ter Wereld, maar met de grootfte lof en waardigheid fpreken moet; fo volgt daar uit dat defelve ook den Adel niet kan hinderen, of daar door eenige kleinagting aangedaan kan werden, maar in tegendeel de Edellieden des-niet-tegenftaande haar Adel , Rechten , en Voor-rechten van dien behouden , op dat niet het geen 't welk by de Wet, of de gewoonte, als een geoorloofde faak werd gevoert, eenige ftraffe onderworpen zy. /. 4. Cod. ad leg. Jul. de adulter. Sonderling indien het felfs in openbare handeling, en groote Koopmanfchappen beftaat, en fy haar , van de minderfoort, gelyk als wanneer daar handwerk, arbeid, of vuiligheid mede vermengt is, onthouden; of hare, faken niet felfs, maar door andere laten doen, en uitvoeren. So'is geoordeelt by Chriftin. vol. 3. decif. 106. num. 6. 7. Anton.. Fab. Cod. lib. p. tit. 20. defin. 3. Het  XVIII. Deel, Van Koop-gevolg, en f Vaaring. 115Het XVIII. Deel» Van Koops-gevolg, en Waaring. [Grot. 3. 15 ] ï. Levering van het verkogte hoedavig te kragt, en hoe te verjhan. doen. 8. Het Land by fekere mait genosmt, m'.t 2. Vryen en waren, wat, en boe te doen. de Claufule, dog by aen hoop, fcndet 3. Guarand en garanderen, by wie, hoe, miat, mag evenwel geen vyftig Roe- en wanneer te doen. den verfcbillen. 4. Waar-borg te fielten, of en wanneer men 9. Hoedanig, en van welke Landen te ver¬ gehouden is ftaan. 5. Levering by willig decreet, vanwatkragt 10. Hoedanige gebreken in het verkogte te her. en hoedanig te doen goeden, of niet. 6. Onde^-of overmaat van Land, of, en II. Hoedanige bergoeding van gebreken in wanneer te vergoeden. een Paart te doen. 7. De Claufule by den boop, fonder maat, 12. Hoedanig ineen Slagt beeft. tn met de voet te fiooten , van wat 13. Hoedanig in een Verken. i|7~Oops-gevoig, is het recht tot een volle en vrye levering, overgift, J\. of opdragt van het verkogte, daartoe de koop voltrokken zynde, den verkoper mach werden gedwongen, indien het in fyn macht is. /. 11. §. 2. ff. de acl. empt. fonder dat hy met het kort en fchade door de wan-levering te lyden , mach voldaan. /. n, (J. 2. ff. de acl. empti, & ibi. DD. Pinell. ad l. 1. ff. de bon. matern. part. 3. num. 25. Covar ruv. var. refolut. lib. 2. cap. 19. num. 1. Coft. tot Antwerp. ti(. 51. art. 9. IV'eoftad. fuprem. cur. decif. jo. ten waar dat het in fyn macht niet was, in welk geval hy met het kort foude mogen voldaan d. I. 11. g. 2. ff. de a£t, empt. Sie Coduymen tot Utrecht, rubr. 27. art. 7. Neodad. fuprem. cur. decif. 82. (1). Hoedanig defelve fo vao roerende als onroerende goederen moet gefchieden , is hier voor 2. Bock, 7. deel, verf. 2. 3. «24. gehandelt. Jk feg vol en vrye levering] Om dat den koper niet alleen gehouden is te leveren al het geene by hem verkegt is, of daar onder verdaan werd CO. Add. b.OCHEFORT civile wetten pag. 159. R commentatores «êDigett, tit Je dl, en*.  n6 Roomsch-Hollandsceï Recht, IV. Boek. werd begrepen re zyn, met alle recht, toe, en aanleggen van dien. /. 3- 5; l' ïï> de acl. empt. I 20. ff. de reivind. I. 20. ff. de acq. rer'. 2 dominio. maar ook boven dien het felve verkogte goed moet vryen en waren: dat is, den vollen en vryen eigendom doen hebben, en behouden. /. 2. /. 3. g. i. /. 11. §. 2. ff. de acl. empt. of by gebrek van dien, den koper boven de koopfchat fo veel vergoeden, en weder o-e. ven, als hem aan de faak was gelegen , of anderfins na feggen van goede Lieden, vervullen wat daar aan gebrak. d. 1. n. §. fin. ff. cal. Sie Grot. Inleyd. lib. 3. cap. 14. verf. Tot waaring; ende cap. 15'verf. Onder waren. Vide l. 59, &f ibi Bufium, Ctijac. & Duaren. in 1. 38. §'. 3. ff. de Eerbor. obligat. I. 61. ff. de JEdilit. Ediclo l. 15 g. i. ff. % Evitl. Chriftin. ad leg. Mechlin. tit. 13. art. 38. num. 2. Andr. Gail lib. 1. obferv. 116. num. 7. Zypte Notit. Jur. Belg. de empt. fcf vend. infin. Ten waar uitdrukkelyk anders was bedongen, vulgo, met den voet te floten, in welk geval den verkoper met den juften prys weder te geven foude mogen volftaan. Neoftad. fuprem. cur. decif. 68. 3 Indien by een derde, (2) die op het felfde goed eenig recht, of kommerhad, den kooper eenige rechtelykemoeitens wierd aangedaan, foude den verkooper, tydelyk de weet gedaan zynde, het Recht voor den kooper moeten uitvoeren, dat men guarand en guaranderen noemt tot. tit.' ff. 6f Cod. de Evitl. Sie verders Carballin. tratlat de Evicl. Hoedanige weet (2) Eviiïie, beftaat in het verlies van de Cons. 334. Hier valt met een woord te verkogte zaak geheel of ten deelen, 't welk melden de onderfcheiding tusfchen guarand den kooper komt te lyden door het recht & indemniteit, hebbende 't eerftgemelde van een derden. Waar voor den verkooper middel van rechten alleenlyk plaats Vu immcmoetguarandeerenof inftaan, vermoogendè bilihus en reëele actiën', en 't laaftgemelde den kooper den verkopen'?! ens van gita- daarenteegen in perfoneele fchulden conf. rar,d cqnvemeeren zoo het goed, 't welk manier vanprocedeeren voor den Hove p. m 75. hem vry geleeverd moestworden, aaneen £? voor den Gerechte alhier p. 78. Wyders' derden belaft is, al waare hy door dezelve heeft eviüie niet alleen plaats in koop maar derde nog met aangelprooken, cvnf. I. 11 de cautie desweegens heeft ook plaats on- f-' \,^cJeaa' emt' & vend L 1 ff' de der meede erfgenamen en in verfcheide Evitt. c?/. fi cod. eod. echter is in de Hol andere gevallen, waar van ampel de Hr. landfebe Conjult. 2 derde deel cons. 29. gead- Voet/u comm. ad PendeQ. lib 21. tit. j. vifeert, dat een kooperbyexecutie fideicom- conf. Ampliff. Schorer in hotis admnmi- raMaire goederen koopende . teaens de duet. H. Grotii b. t. h. ia. junÜ. Gkoe- Eviétie geenzints gefecureert is ten zy de kewegen n. 20. verkoop by Decreet gefebied ware, add.  XVIII. Deel. Van Koops-gevolg, en JVaaring 127 weeten kennis aan den verkoper tydelyk te doen, verfuymc zynde, foude den kooper geen recht van vergoeding hebben. /. 53. in fin ff. de Evitl. I 8. /. 20. Cod. eod. infin. Cod. depericulo&commodoreivend. .Menoch. dearhtrar. judic. centur. 3. caf. 224. Hartmann. Piftor. obferv. 228. Math. Coler. part. 1. decif. 27. Ten zy van het recht van den op-eyilcher, en dat den verkooper geen recht tot het verkogte gehad heeft ontwyfelykbleek, enden kooperophem neemt 't felve te fullen bewyfen, m welk geva] den verkooper ook fonder voorgaande waarfchouwing tot vergoeding gehouden is. arg. I. u. g. 6. in pr. ff. ie f - empt Am. Fab. diclo. loco. Covarruv. lib. 3. vir. refolut. cap 17. Molm. deconfuetud. Panf. g. 44. „urn. 25. Chriftin ad leg. Mechiin. til. 13. art, 38. num. 12. . Voor dele waaring werd den kooper fomwylen met goede Borge verleken, indien t felve bedongen is, of voor de volle betaling bv een oerde eenige kommer, of moeitenis op het verkogtegoed werd gedaan. . pen. g. uit. Jf. de pericul. & commod. rei vend. of dat eenigèVekere langheid over het hooft hangd. /. 24. Cod. de Eviét. 1. 18. t. uit ff. de pene. comm. rei vend. Vid. Cenfur. for. part. 1. cap. 19. „ u ¥ Ml- maar buiten dien is hy na rechten fulks niet gehouden. / <6" in fin pr. juncl. 1. 4 in pr. Jf. de Evitl. Sie de aantekeningen op'de coftuymen van Rhynland art. 38. 4 Doch is op fommige plaatfen in Holland Coftuym, dat den verkooper ook fonder beding genouden is Waarborg teftellen. Sie Coren. Confil q. Tot Oudewater werden drie Sonmndaagfche Geboden gedaan , en daarenboven Waarborgen gefteld, de welke tien Jaar lan| tegen alle uulanchge, en andere Jaar en dag, het verkogte goed bevryden. Keuren aldaar, art. 57. 00 j ■ mge!ykfin RbynIand moet d^n verkooper Waarborg ftellen. Keuren tn Rhynland, art. 38. ° Item, tot Leyden: moeten de verkoopers van eenige Huyfen, of onroerende goederen Waarborg ftellen, en moet aldaar mede den kooper penning borg ftellen voor de penningen die niet gereet betaalt werden, ten waar by de handeling anders was bedongen. Keuren tot Leyden, art. 116. Van gelyken tot Rotterdam, ten waar anders was bedongen. Doch in t ftellen van defelve Waarborg mach den verkoper volftaan, nuts verbindende fyn felfs Huys, Land, of Erf, fo ver hy eenig heeft, en  iz8 Roomsch-Höllandsch Recht IV. Boek. en het felve genoegfaam bevonden werd, fonder arg, of lift, Keuren aldaar. 5 Maar iemand fyne goederen verkogt hebbende , en niet magtig zynde Waarborg te ftellen, pro eviclione, of dat den Kooper vreeft da& 'er naderhand meer dienftbaarbeden, of lallen, op de gekogte goederen fouden mogen opkomen, fo werd tot verfekerheid van den Kooper dikmaals bedongen , dat den verkooper gehouden fal zyn bet goed te leveren by Willig- Decreet van den Hove, of van 't Gerecht daar 't goed leid, Daar by den verkooper in het verkogte goed werd geveft, en alle andere die naderhand op het felve goed eenig Recht fouden willen maken , werden na drie voorgaande Merkt en Sondaagfche geboden, ter plaats daar het goed gelegen is, en ten platten Lande in de verder naait rontom gelegen ^ Dorpen gedaan, van haar achterwefen, en toe, op, of aanfeggen in 't geheel verfteken , daar van de manier van doen ten Hove te fien is in de Papegay, pag. 448. en volg. Het welk alleen te verftaan is in diervoegen plaats te hebben tegen al onbekende; maar fo veel aangaat die perfonen dewelke men weet, of weten kan, dat iets het zy van infchuld, of dienftbaarheid, op, of aan het verkogte te eilTchen, ofte fpreken hebben, defelve moeten in 't byfonder gedaagt zyn, en kan uit fodanige algemene uitroeping van Allen den genen, &cm tegen defelve geen default verleendt werden, per l. 6. Cod. de remijf. pignor. & ibi Gothofred. juncl; l 26. J. 7. ff. de fideicommijf. libertat. 47. ff. de Rejudicat, Sie Marant. Prax. Aur. part. 6. de citatione cjufque rcquift. num. 89. &f feq. Damhoud. prax. Civil cap. 57. mm. 9. Andr. Gayl lib. 1. obferv. 57. Mynfmger. lib. 2. obj. 47. Leonin! eovfil. 14. num. 9. Sulks dat de naafie belenden, en andere daar voor gevreeft werd, dat fy in tyden, of wylen, eenig recht van eigendom, ftilfwygend, of onderfproken verband, of ander dienftbaarheid fouden kunnen, of mogen eiffchen, dezelve op't geftaden van het decreet in 't byfonder moeten werden gedachvaart. Sie de gedrukte Ao. 1668. Papegay, pag. 440 en volgende, en nieuwe Keuren lot Leyden, art. 117] verf. En fal, en volg. Wyders, indien de verkogte faak eenig heimelyk gebrek had daar by den Kooper was bedrogen, heeft hy dit behulp-middel: dat indien de verkogte faak met fodanig gebrek was befmet daarom den Kooper indien hy 't geweten had 't felve goed foude hebben gelaten; hy als dan verma ch  XVIII. Deel. Van Koops-gèvolg, en Waaring: mach binnen fes Maanden den verkoperrechtelyk dwingen tot wederneming van het verkogte, en wedergeving van den Koopfchar. I. j. §. %. 1. 2. /. 49. ff. de Mdilit. edict, maar indien het gebrek maar fodanig was, dat hy dies-niet-tegenftaande het felve foude hebben gekogt, blyft de koop van Waarden, en vermach alleen binnen 's Jaars weder te eiffchen het geen hy minder foude hebben belooft, indien hy van dat gebrek had geweten. /. 1. /. 6. I. 2. /. 14. §. fin. ff. esd. I. 43. §. 1. ff. de contrah. empt. Zyp. Notit. Jur. Belg. tit. de Empt. vendit. in pr. Chriftin. vol. 3, decif. 97. Tulden. & Faber. Cod. de Mdilit. edict. (3) 6 Sulks.moet het geen op feker gewigt, getal of maat verkogt wert, na de jufte maat, getal of gewigt gelevert werden, of vergoedet, het geen (*) Ter deezer plaatze handelt den Aucteur van het heedendaagfche gebruik der actiën, in het Roomfche Recht bekend cnder de aüio rsdbibitoria en de actio quanti minoris oï JEftimatoria, beide in een plaats van Commercie van groot nut, en alleen killykheid.-hnlven by de Romeynen ingevoerd , wordende dezelven gegeeven eltc* tive dat is ten keuze van den kooper , echter is tufrchen beide actiën eenig ondeifcheid: de Eerfte competeert den kooper teegens denverkoper ofdesfelvs plaats vervangende, tot weederneeming der verkogte zaak, met alle de baten van dien, teegens en neevens de reftitutie der Kooppenningen (waartoe echterzommige Com tnentntores volgens het Roomfche recht verineenen de aBio in faüum afzonderlyk behoord te worden geinftitueerd) weegens -zoodanig bevonden defeft het welk den kooper geweeten hebbende notoir zoude riebben belogen om nimmer tot het fluiten van het contract overtegaan: De Tweede competeert meede den kooper teegens den verkooper tot reftitutie van een gedeelte der kooppenningen ter zaake van eenig bevonden verborge gebrek, hetwelk den kooper hekend geweest zyrde een notoire vermindering der koop prys had moeten R meedebrengen, waaromine deeze actie te recht quanti minoris genaamd word. Onder anderen worden deeze actiën no; onderfcheiden uit hoofde dat de eerftjemelds maar eenmaal teegens den verkoper kaa worden te werkgefteld ,■ en de tweedea meermaalen ; als ook, dat de eerfte regulariter binnen fes maanden geëntameert moet worden , en de tweede binnen 's jaars nifi agatur eb cautionem non pratftit-m vel ornamenta, quo caju etiam intra fex menfes preponenda ejljuxtal. 28. D b t. In beide valt vooral te letten , dat het defect aan het verkogte ten minlten de oorzaak van dien aan het contract .interieur zyn moet. /. 3. Cod. de Mdelit. aB. ten zy de verkooper voor de toekomende defecten heeft ingedaan add. Brunneman in ctmm ad Cod. lib. 4. tit 58, en komt de aSio ad interefje in deezen in aanfehouw naar depractycque, byaldien beweezen word, dat de verkooper ten tyde der koop ken- iffe van 'tgebrekheeft gehad, Z. de Groot* t n. 37. 'en mitsdien ook de reftitutie der helft» in de 40^ penning &c. volgens placaat van den 16 apiil 1671. Gr. placaatb. 3 d. hl. 1008. opgelegd en betaald. Plura bobet Voir in Comm. ad tit. Pandeü. ae Mdehtie Ediiïe,  130 Roomsch-Hollandsch Rechx, IV. Boek,' geen daar aan gebreekt. Daar toe by ons alle maten en gewigteft, opentlyk moeten gejuft en geteikent zyn, eer men defelve mag gebruiken, dat men gemeenlyk noemt Yken: en om alle twift en gefchil weg te nemen, openbare Weeg- fchalen en Waag- meefters, tot htt wegen; en gefworen Meters, Tellers en Roeyers, tot het meten tn tellen gefteld werden. Dewelke van de mate en gewigt tuffchen de lieden ten wederzydcn, volkomen geloof hebben, en by dellive fekere foort van.ko'.pman'chappen op verbeurte gewogen, getek en gemeten moeten werden; en fo veel de Waag aangaat, al wat boven de tien ponden weegt, al daar ter Wage gebragt, en gewogen moet werden. Waar van byfondere Keuren en Ordonantien in elke Stad weinig van anderen verfchillende, geftelt zyn, 7 Om in geen vergoeding van eenig gebrek gehouden te zyn, verkoopt men het goed dikwils fo goed en quaat als het is, het welk men noemt, met de voet te (loten: in welk geval men nergens anders in gehouden i>, als 't verkogte fo goed en quaad als 't is te leveren. /. 4. in. fin. I. 10. 11. ff. be heredit. vel aclion. vendit. Chriftin. ad l. Mechlin. tit. 13. art. 38. num. 19. Welk beding meefl gebruikt werd in koop van Landen, of Erven , als de rechte maat daar van niet feker is, met defe woorden: by den hoop, fonder maat, en met de voet te floten , fonder in onder- of overmaat gehouden te zyn , of dier gelyke; daar by men veiftaat dat het goed by de ftuk, of by den hoop, en niet by de maat verkogt is, en in fuik geval kan geenlins eenige vergoeding, ex l. qui fundum. 40. J. 2. ff. de cnntrah. empt. geëift werden, hoe groot de over- of ondermate daar na bevonden wierd. Mantic. de tacit. & ambig conv. lib. 4. tit. 17. Pinel. ad l. 2. Cod. de refcind. vendit. part. 3. cap 2. Facain. lib 2. cap. 27. Faber a l Cod. lib. 4. tit. 28. defin. 2, Coren. obferv. 19. Maar was daar eenige begrooting van maat bv gedaan, by voorbeeld: als den verkoper had gefegt, groot omtrent, &c doch by den hoop, fonder maat, 0c. fo foude men onderfcheid moeten maken, of den verkoper de maat uit kennelyke onkunde qudyk had uitgedrukt, en ter goeder trouwen daar in had gehandelt, dan of hy felve tegen fyn beter weten had gedaan, om den anderen te bedriegen, in welk geval hy tot vergoeding gehouden foude zyn. /. I. ff. de Acïion. empti. in fin. d. /. X. /. f3. £? /. 39- ff> tod» Doch  XVIII. Deel. Van Koofs-gevetg, en IVaaring. i^x 8 Doch aangefien het dikwils onfeker is, of den verkoper beter heeft geweten, of beter heeft kunnen weten, fo is in Rhynlanden Delf-land dien aangaande een Cofluym, dat als maar eenige maat geftelt, of genoemt is, niet tegenftaande alle bedingen, hoe kragt ig die mogen zyn, de onder-of over-maat van de Landen moet vergoed werden, voor fo veel defelve meer verfchüd, als een half Hont, of vyftig Roeden, alj de uitgedrukte maat, al is 't dat de penningen niet op de maat, maar by de ft.uk, of by den hoop zyn bedongen. Confult. ende Advyfen bet I. Deel, Conf. 207. Cor. obferv. 19. Neoftad. Holl. cur. decif. 18. 9 Welke Coftuym , te verftaan is van Landen , de welke by de Morgen tot fes hondert Rhynlandfche Roeden, en minder gedeelte na aandeel, werden verkogt, maar niet van kleine ftukken, dewelke by enkele Roeden werden verkogt, gelyk als zyn Thuinen , Warmoeslanden, en Staal gronden, die veeltyds geen hondert Roeden groot zyn. Ten waar men uitgelyke evenredenheid, in de ftukken die by Honden, dat is, hondert Kneden, of minder maat werden verkogt, wilde feggen, dat gelyk als in de Landen, die by de Morgen genoemt werden, met de Claufule, by den hoop fonder maat, een twaalfde deel van een Morgen mag verfchillen, alfo ook in kleine ftukken, de welke by de hondert Roeden werden verkogt, met defelve Claufule, doch by den hoop, fonder maat, defelve maat uit kracht van die Claufule een twaalfde deel van hondert Roeden, tot uitflag, en meerder, of minder maat foude moeten, of mogen lyden. Sie daar van breder in de aantekeningen op de Cojluymen in Rhynland art. 95. 10 Wy hebben gefeid, een heimelyk gebrek daar by den koper was bedrogen] om dat den Verkoper het figtbaar gebrek van het verkogte niet behoeft te hergoeden, daar in den Koper zich felven moet vertrouwen. /. 1. g. ff. de cedïlit. edict. 11 Derhalven by ons in de Paarde-kopery, in de welk de meefte gebreken kennelyk zyn, by die geen die haar daar op verftaan, voor geoorlooft werd gehouden, dat den een den ander met koopen en vérkopen mag bedriegen, behoudens alleen heimelyke blindheid , en overkorting, offpatten, of gallen, welke gebreken uitterlyk niet wel kenbaar zyn, volgens den gemenen regel, van feffen klaar, dat is, vier goede voeten, goede ogen. /. 4. §. 3.^. eod. 12 Iemand een Sïagt-beeft verkopende, het welk in 't flagten ongans R 2 be-  i%% Roomsch-Hollandsch Resht. IV. Boek, bevonden werd, omdat daar van uitterlyk niet kan werden geoordeelt, moet den Verkoper aan den koop fchat fo veel laten korten, als de Keurmeefters, anders gefeid, Vinders, daar van oordelen dat het daarom minder waardig is, ten zy dat het fodanig befmet is, dat felfs het vlees met geen gefontheid foude kunnen genuttigt werden, ftaande mede aan 't oordeel van de Keurmeefters, of Vinders, in elke Stad daar toe gefteld, in welk geval het Beeft weder mag gegeven, en den geheelen prys weder ge-eifcht mag werden. /. 3. g. 1. £f. 3. ff*, de cedilit. ediiï. 13 Maar van een Swyn, om dat daar van uit de tong kan geoordeelt werden, is den Verkoper op verfcheide plaatfen vry, met dat het op de tong fchoon gefchouwen is. Het XIX. Deel, Van Naafling. [Grot. 3. 16.] 1. Naafling uhbeding, wat* 2. Of voor een nieuwen koop te reekenen, en den naafier den tweden 40. penning fcbuldig is. 3. Wanneer bet felve recht op houd. 4'. Naafling buyten beding, wat, en boe veterband. 5. Hoedanig de felve moet gefchieden. 6. Ateemene van ken-goeden, Renten, In. fchulden. 7. Byfondere, op welke plaatfen gehntikelyk. 8. Hoedanig de naderheid te reekenen. 9. Recht met den boude, wat? 10. Naafling in Mede rederfcbap, enScheepipartyen 11. In welke goederen, en wanneer Naafling plaats heeft. 12. In verkopingen onder de hand, boe te verfiaan. 13. By wie de Naafling mag werden ge. daan, en wie onder meer Naafiers voorgaat. 14. Schouten en Baljuwen, hebbengeenreclt van Naafling. ipvE koophandelingen werden op veelderhande wyfe en maniere j ^/ aangegaan , en begrypen fom wy len in zich een ander beding, of twede handeling, tot. tit. Cod, De paft. inter empt. &. vend. tompof. On-  XIX. Deel. Van Naafling. 133 Onder de welke het recht van Naafling (1) wel het voornaamfle is, het zy dat het felve uit beding, of uit ftilfwygende Wet-duyding voortkomt. Het recht van Naafling uit beding, is daar by men bedingt, dat den Kooper het verkogte goed, tot believen van den Verkooper, of ook wel binnen fekeren tyd, voor den felven prys, aan den Verkooper wederom fal moeten overdoen, of in het verkopen , den Verkoper altyd wederom de naafte moet zyn, fo hy wii. /. 2. Cod. de paft. int er empt. &f vend. compof. I. 12. ff. de prcefcript. verb. In welken geval hem ook foude moeten volgen de vrugten, dewelke op het Land bevonden wierden. /. i%. g. 10. ff. de aft. empt. Chriftin. vol. 3. decif. 90. num. 1. 2. Ja felfs het aanwas het welk middeler tyd daarop, ofaangekomen mogt wefen. arg. I. 7. g. de acquir. rer. de-min. I. 23. g. 5. ff. de ra' vind. I. 23. g. 1. ff. de cedilit. edift. I 6. & l. 16. ff. de in diemaddift. Sie Tiraguell. de retraft. convent, num. 92. Jfub fin. (2) 2 Maar CO Naafling of benaardering ook genaamd finning, nakoop, aanboord, weederdrift, niaar enz. beeft vo/gens aanteekeningvan de Heer van de Spiegel oorfpr. der vaderl. rechten p. 133. desfelvs origine uit de oude gebruiken der Duitfchers, welke by de Franken zyn voortgeplant, anderen geeven wederom tot andere gedagten aanleiding vid. obs ad H. Grot. torn. 3. pag. 192. Dog de gedagten van onzen aucteur in cenfura forenfi p. 1. lib. 4. c. 20. g. 8. behelzende : dat de naafting proflueert uit het recht der volkeren ; zyn meede geenzints te veragten uit aanmerkiBg dat zeivs't/wj divinun daar van melding doet, Z. Levit. 25 en Ruth. cap. 4. en in de oude wetten van byna alie volkeren daar van mentie gemaakt word, vid: Jur. canon, tbeor. tfprax.p. 621. Verder word Nanfiing gepaft omfchreeven by de Groot h. 1. ie zyn , een recht; iemand toebehoorende „ over eenig ontilbaar goed, als ook op „ den kooper en verkooper, wanneer het „ zelve goed gekogt word, om te treeden „ in des koopers plaatfe." waar meede overeenftemtbet 19 art. der keuren van Rhyn- R land „ alle verkofte onroerende goeden, 't zy van wat natuyr die zyn, alseygen „ goeden, leengoeden, erfpagten, chyn,, fen ofte tbieuden, die mach men naaften.'* (2) En moet de kooper de door hem gedaane verminderinge den naafter goed doen, gelyk de laatfte ook zyner zyds verobligeert is de melioratien en kosten hona fide by den kooper geimpendeert, te refarcieerenen tereftitueeren, vid. keurenvan Rynl. p. 185. en onzen aucleur aldaar. — Tot onderfcheiding der conventioneele en legale benadering ftaat te letten: dat de conventioneele is ceffibel en aan een ander kan worden over gedaan, vid. TiTir jusprivatum pag. 460. ten ware zulks by beding was uitgeflooten: kunnende de ftilfwygende benadering aan geene vreemden worden getranfmitteerd of afgedaan , dewyl de wetduiding van het goeddunken der particulieren niet afhangt. In Utrecht & Gelderland heeft geene andere naafting plaats daa die uit beding fpruit, vid. Voet ad tit. ff. de legi commiforia n 12. wyfelyk hebben daarom de gedeputeerden ftaten 's lands van Utrecht tot voorkooming vaji alle «is 3  134 Roomsch*Hollandsch Recht. IV. Boek. 4 Maar of in fodanig beding het weder-over-doen van de faak, voor een nieuwe koop werd.gehouden, en de laften by ons op de verkopingen van onroerende gdêdéren gefteld, gelyk als den veertigften penning of andere diergelyke geregtigheid , voor de twede-maal foude moeten werden betaalt fchynt twyfelagtig: maar aange-fien het wederom over doen, de koop niet breekt, maar nader verfterkt, en fodanigen laft en beding, een wefentlyk deel van de handeling fchynt te zyn. /. 7. §. 5- ff- de -pact. 1. 21. §. fitibi. ff. de act. empt. om welke oorfaak het goed ook voor fo veel minder, als den Verkooper dat waardig is, verkogt werd. /. 79. ff. de contrah. empt. So is daar uit te verftaan, dat den Verkooper op de gefeyde Naafting, of weder, over doen, geen veertigften penning, of diergelyke gerechtigheid fchuldig is, als alleen , dat hy den Kooper van de eerfte onkoften die dienthalven zyn gevallen, moet bevryden. Tiraquell. de retracl. convent. §. 6. gloff. 2. numer. 4. 5. & feq. Sie vorder Gomef. var. refolut. torn. 2. c. 2. Chrift. vol, 3. decif 90. num. 3. 3 Dit Recht van Naafling houd op, fo wanneer de gefielde tyd om is. Maar was'daar geen tyd gefet, of, en wanneer het felve dan te niet loopt. Sie Chriftin. vol. 3. decif. 86. num. 5. 6. 7. fcf DD.- ibi alleg. Andr. Gail lib. 2. obf. 17. num. 4'. 5. 4 Buiten dit beding, is nog een ander Recht van Naafting, het welk by Wet-duyding en gewoonte alomme in defe Landen is ingevoert, daar door den Koper van eenig onroerend goed, binnen fekeren tyd gehouden is 't felve aan de naaft-bemaag-taalde van den Verkoper, of andere gelyk recht hebbende, voorden felven prys over te doen, het welk op oud Hollands, naaflen, naderen of na doen, en den tweeden koop, (Naafling) gefegt werd, als of den tweeden kooper, mids na doende het geen den eerften heeft voor gedaan, de naafle daar toe was. 5 Waar van de praiïyq en Coftuyme merendeels daar in beftaat, dat die geen fraudatie, waar voor de geenen welke recht deren ofte qualiteyt van dezelve, mogten van naafting uit eenige conventie hadden, hebben gepieegt, ende daar van binnen ftonden bloot gefteld, in dato 24 April twee jaaren, na dato des koops quara te 1725 gedaan publiceeren, dat, in cas de .blyken, de koper en de verkoper yder fuU koopers of verkoopers van foodaanige goe- len verbeuren zodanige fommen , waar deren, eenige fraude in het begrooten der voor zy de kooppenningen zullen hebben 1 kooppenningen, de bepaalingen.der goe- opgegeevep.  XIX. Deel. Van Naafling. I3f geen de welk naafting mag, en wil doen, Schout, en twee Schepenen van het Ambagt daar het goed leyd , op 't Land, of in 't Huys dat genaallet werd, moet doen komen, en in haar tegenwoordigheid gras en grond-roering doen: waar op hy voorts den Kooper een Recht-dag doet beteykenen, om fyn koop in te brengen, en den koop ingebragc zynde, is den naafter fchuldig binnen 24. uuren na te doen, al 't gunt den Kooper hem voorgedaan, en belooft heeft; en des ge vergt zynde moet hy met Ede verklaaren, dat hy de Naafting voor fyn felven, en met fyn felfs goed, en geld doet, moet ook betalen den Wyn-koop tweevout en den Gods penning enkel. Sie hier van mede Damhoud prax. Civ. cap. 265. num. 15. Keuren in Rhynland, art. 28. 29 Reinking. de retracl. qucejl. 6. (3) Daar by wel te letten ftaat dat den Naafter gehouden is aan den eerften Kooper, behalven dekoopfchat ook te voldoen de winftderving van de koop-penningen, van de tyd af dat de lelve zyn betaald, ten waar dat de felve tegen eenige genoten vrugten wierden vergelykt, en moet ook voldoen en vergoeden, alle laftige verbeteringen, en noodfakelyke onkoften by den kooper, aan het gekogte voor de tyd van de Naaftinge ter goeder trouwen gedaan. Sie de Keuren in Rhynland, art. 30. aangefien den eerften Kooper geen fchade by Naafting lyden mag, en den naafter alles fonder onderfcheid moet na doen , dat hem den Kooper heeft voor gedaan , en fulks als fvn voeten in des Koopers fchoenen fteken. 't Welk wel meeft plaats heeft m gekogte Infchulden, de welk geen vruchten voort-brengen, de welke met het Intrejl van des Koopers penningen kunnen werden vergelykt, gelyk 't felve by Keuren tot Rotterdam uitdrukelyk is esftatueert. J 6 Defe J$ £e HrJ rooseeo°m meuU- P- 173. -ttlyk Hellende twee fuffiftnte Borgen ; zegt. Item de geene, die van meeninge verder moet naar practyeque alhier ter is eenige benaardennge te doen; isgehou- Steede de geen welke benaderen wil, ir» s?PfJ£ cof Pieren ter Secretarye deezer cas van oppofitie, zyn party binnen den s-teede ende den Secretaris ;aantedienen , derden dagna de oppofitie citeeren ter getto hy foodaemg parceel begeert te beraar- priviligieerde Rolle, en bvde citatie doen deren, en uyt wat kragte zulks by hem ge overleeveren copie van de befcheiden , daen word, met prefentatie van de onkoften waar meede hyzich wil behelpen op poene l 5" u 1eeIen ' em1e oock te be" alsby de ordonnantie en manier vanproeedeerm weien den honderiten penningh, mits da- p. 109. ftaat geexprefleert.  136 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. Defe is gemene, de welke door geheel Holland, of byfondere, die maa in defe, of gene plaats gebruikelyk is. 6 Algemene Naafting heeft de Graaflykheid van Holland, in de verkogte Leen-goederen , de welke voor den felven prys, voor het verley, de felve Leengoede! en aan haar mag behouden. Grot, Inleyd. lib. 3. cap. 16. num. 3. en lib. 2. cap, 42. verf. Ten Derden. Chriftin. vol. 6. decif. 23. (4) Ee>n fchuldenaar vermag ook de fchuld die iemand op hem heeft, binnen 's Jaars te Naaften , voorden felven prys daarom dat die verkogt is, te reekenen van de tyd af dat het tot fyn kennis is gekomen, ten waar dat het hem aangeboden zynde, hy 't felve eens hadde afgeflagen. /. 22 Cod mandati. Grot. Inleyd. lib 3. cap. 16. num. 18. Goris ad' verfar. traclat. 3. part. 1. cap. 4. maar de felve hebben fodanige folemnityt niet als wel de INaaftingen van onroerende goederen , maar is daar in genoeg dat by gefchrift voor Notaris en Getuygen, of anderfins, van de gedane Naafting blyke. (5) Sulks heeft een befitter van goed, daar op enige Rente, losbaar, of onlosbaar, in 't by fonder geveft is, daar van de Naafting binnen's Jaars, fo wanneer defelve Rent aan eenderde werd verkogt. arg. cl. I.-22. Cod. tnandat. Coftuymen in Rhynland, art. 57. Cnriftin. vol. 3. decif. 49. num. 13. 14. Confult. en Advyf. II. Deel, Conf. 159. Maar (4) De fmalheeren competeerd meede recht van naafting , Z. Groot plataatb. 3 d. fol. 396. funiï. Bort holl. leenr. pag. 203. n. 6. wordende de naafting of aanhouding byden Leenheer gefchiedende jus retinendi Jtu pralaturs genaamt, en word de Leenheer door het geeven van confent aan zyn Leenman om het Leen te verkoopen daar van zelvs niet verftooken volgens advis van (dezelve Bort, gedateerd 4. Juny 1654. & èoor hem d. I. n. 24 geail. welk advis ©nderdenagelatene Advyfen van denfelve Heere Bort niet heb gevonden: doch de reeden fchynt my deezen. dat het recht ▼annaafting den Leenheer ca/u quo openHaat, te weeten als de verkoop gefchied is, «Mn te treeden in des kopers plaatze, te recht Zegt dan Moltn.ïus ad confuet. paris, pag. 327. fibi non prwjudicat, ftd potius viam fibi ad illud aperit. Uit krachte van plaatfelykecoftume hebben ook Burgemeesteren van Amftelredam recht van benaardering teegens alle kopers van huyfen , erven, en gronden, die zy tot behoeven der Steede gebruyken, gaande in die gevalle zelfs voor de houders der rentebrieven, vid. BoosF.sooMrsceuilcap 35. gelyk recht heeft de Heer van Gornichem en anderen te vinden by de objervateurs over de inl. van H. de GROOt 2 d p 177. (5) add. Rozeboom, receuil pag. 176. n. 23. ae obferv. over de inl. van i?. »e Groot 3. d. p. zoo.  XIX. Peel. Van Naafting. 1J7 Maar tot Amfteldam moeten fodanige Renten in 't openbaar verkomt werden, en moet daar na den Kooper 't felve, als mede den prys van dien, aan den eygenaar van 't Huys, of Land, daar de Rent, of Page op houd, aanbieden, die als dan binnen 14 dagen , den koop mag Naaften, mits betalende den hondertften penning, en mag hy die fodanige Renten genaaft heeft, dezelve aan een derde niet verkopen , maar moet de Rentebrief vernietigen. Willekeuren gedrukt. Ao. 1639. pag. 132. de koop by executie gefchied, moet de Naafting binnen 24 uuren gefchieden. ibid. pag. 134. (6) Tot Leyden is men gewoon de na-koop van fodanige Renten, 't fy dat die losbaar zyn, of niet; als mede van alle Schuld-brieven, of Obligatien, aan te bieden aan den genen op wiens Huyfing, of Erf die ftaan, mitsgaders de felf-fchuldige, en haar Borgen daar voor verbonden zynde: die al binnen acht dagen daar na moeten verklaren, of fy de Koop willen Naaften, en bevond men daarna dat defelve aanbieding te hoog was gedaan, mogen fy binnen een Jaar en fes weken de Naaiting nog doen. Keuren van Leyden, art. 121. Wanneer enige Huyfen, of Erven, tot Amfteldam, by executie verkogt werden, waar op meer Renten, of beladingen ftaan, als 't felve by verkoping heeft mogen gelden, fo mag die geen welkers fchulden, of Renten daar uit niet kunnen werden voldaan, de koop binnen fes weken Naaften, mits betalende aan den Koper den honderften penning van de beloofde koop-penningen. Dao de oudfte fchuld-eyffer gaat voor alle andere, en lö wie defe Naafting doet, fyn fchuld werd hier door gants gedood; 't felve heeft ook plaats in Schepen, die by executie verkogt werden, maar moet als dan binnen 24 uuren gefchieden, Willlekeuren aldaar , gedrukt anno 1662. pag. 274. Sie Receuil van de Keuren, en Coftuymen tot Amjleldam, tit. 35. (7) ^j. (6) Te weeten de houder van de oudfte teerde gewygeit. Z. de Handv. p «5 Rentebrief competeerd dezelve .benaarde- Echter is geadvifeert, dat een ftuk goed ring z. de bandv. pag. 525. en zulks voor fpeéteerende tot een infolvente boedel ere zyn te kort koomende binnen een maand leggende ter plaatfe daarzelvsinpublicque eerstkoomende. verkoopingen recht van naafting plaat» (7) Hetzelve heeft ook plaats met op- heeft door den Curator van dezelve infolzigt tot Scheepenen fchuldbrieven en ohli- vente boedel publicq verkogt wordende gatien met mortificatie der pretenfie; dog door de naafte magen met recht kan wor-* inboedel en huisraad mach niet worden den benadert, vid. Vervolg op ie Holl. Confult. benadert, en word dit recht den geëxecu- pag. 219. s  *38 Roömsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek Alle goederen in de Hage, by executie verkogt zynde, mogen by de fchuld-eyffers berer recht als den Koper hebbende , genaaft werden; Doch den eenen fchuld eyffer het goed gekogt hebbende, en het felve by een ander genaaftet zynde, fo moet de Naafter den eerften Kooper voldoen, die felfs fvn Recht op de prcefeientie moet vervolgen, (Talk-s als by -ï'Hof is geoordeelt, en voor goed afkeurt het vonn's van 's. Gna•oen-Hage tuf&hérS Lenard Ketting , en Jacob IVillemfz, in November 1 Tot Rotterdam, heeft Naafting van Renten, of Rente-brieven, op enige .Mtiyfens of Erven fprekende, mede plaats binnen fes weken, na dat-den Eygenaar van de Huvfing, of Erf, de kenlyke weet met den Bode, door die geen die de Rente gekogt heeft, is gedaan , mus dat hy beneven de penningen van den koop, daar voor de voorfz Renten zyn verkogt, daar af ook Intrejl betaalt tegen den penning feftien, van den tyd af dat de penningen van den felven koop zyn betaalt; mitsgaders dubbelde Wyn-koop, of Gods-penning, fo die in der waarheid gegaan zyn, en vorder niet. Van gelyken werd gehandelt met de Penning-brieven, Schuld-brieven, en Obligatien; Keuren aldaar. 7 Maar ter Goude, en t'Oudewater, heeft Naafting geen plaats in de Renten, en fchulden. De Plaatfen daar men het byfondere Recht van Naafting onderhoud (alhoewel niet over al op eend'erley wyfe) zyn Delf and, Rhynland, en de Landen Voorn. In Kenmerland heeft het recht van Naafting geen plaats, alsteümïs'm de Coftuymen van Kenmerland, gedrukt anno. 165a. pag.' 214. , t 1 Alwaar de naafte van des Verkopers Vrinden binnen s Jaars, nadat het tot haar kennis is gekomen, defelve Naafting mogen doen, mits verklarende dat fy het voor haar felfs doen. S Hoedanig de naderheid moet gerekent werden, is twyfelagtig, alfo by de voorverhaalde Keuren en Coftuymen, niet fekers daar van werd nitgedrukt, doch is daar van het gemeen gevoelen, dat men in de Naafting, aangaande de naderheid, en wie de naafte tot de Naafting is het Verfterf recht in alles volgt, en dat die geen die de naafte is, om des Verkopers goed, by Verfterf, te moeten erven, den felven ook de naafte is, tot het doen van de Naafting. Grivell. decif. 40. Barlich. fracl:, concluf. part. 2. concluf. 30. num. 20*. 30.31. Tira9uej^  XIX. Deel. Van Naafling: 139 de reu-act, lign. §. r. ghjf. 9. num. Zupol.pr. 11. ghjf. 1. num. 9 Tot Leyden, heeft wel het Recht van Naafting geen plaats, maar . fo wanneer aldaar enige Huyfen met het Recht van den houde wer- • den verkogt, moet den Koper en den Verkoper den houw-Heer de • Naafting aanbieden , die dan fyn beraad heeft 24. uuren, ten waar dat de felve Huyfing by executie ware verkogt. En fo ver den houdHeer daar na bevind, dat hem de na koop te hoog aangeboden was, mag hy nog binnen 's Jaars de Naafling doen , of weder eyffen, 't geen hy daar voor te veel gegeven heeft ; Keuren van Leydent art. 120. 10 By fo ver tot Rotterdam yemand van de Reders van een Schip, of ook den Stierman, verkogt de mede-portien Scheeps, aan vreemde perfonen in het felve Schip niet redende, fullen de andere, het zy Stierman , of Reder, of enige van hen die fulks begeren, al fulke verkogte portien mogen Naaften, en aan hem nemen voor fulke penningen, of prys, en te betalen op al fulke termynen, als 't felve Schip verkogt ware, welverftaande dat de Naafling van dien fal moeten gefchieden binnen 14 dagen, na dat de verkoping fal zyn bekent gemaakt, met een Stads Bode, aan den Stierman, en fyn Boekhouder; en insgelyks fal gefchieden tuffchen den Schipper en fyn Reders van de Koop vaarder-Schepen, uit de Haven aldaar varende, of die aldaar te huys behoren Keuren aldaar, &c. Ter Goude en Oudewater , heeft de Naafting geen plaats dan in Renten en fchulden; waar van hier voor. Tot Wcefop, heeft de Naafting mede geen plaats, nog ook in Zt/yrfHolland, Handv. aldaar, pag. 88. 279. 2S7. 363. en de nieuwe Druk, pag. 254. 279. 394. als alleen binnen drie dagen na het laatfte Kerkgebod, pag, 196 en de laatfte Druk, pag. 504. 11 Naafting heeft plaatsin alle onroerende goederen, niet alleen in Erfgronden, daar 't felve recht wel meeft op gegrond is Tiraquell' de relracl. gentilit. §. 1. Ghjf. 7. Georg. Tholofan. Syntagm. jur. lib. 16. cap. 2. maar ook fonder onderfcheid in allerhande goederen, hoedanig die mogten zyn, fo wel Erfgoeden als van buyten aanbeftorv n, of ook aangekogte goederen. Grot. Inleyding cap. 16. lib. 3. verf. Dit Regt. Doch is .te verfiaan van goederen die verkogt zyn, want S 2 ia  140 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. in mangeling, heeft Naafting geen plaats. Sie Chaffari. ad confuetud. Burgund. des retraiclc. 10. g. ex vendit ion. 9. verf. quidauteminpermutatione. Sie Confult. en Advyf, het I. Deel, Conf. 257. Hieronder werden ook als onroerende goederen gerekent, alle Cynfen, Jaarlykfe Renten, en andere geregtigheden, dewelke op onroerend goed zyn geveft, en waar voor de onroerende goederen verbonden mogten zyn, doch met fodanig onderfcheid als hier voor van Acfien en gehypotbequeerde renten is gefproken. Tiraquell. de retracl. Municip. g. is glofi 6. num. ir. & feq. Chriftin. ad 11. Mechl. tit. 11. art. 25! Zypae. Not. jur. Belg. de hered. vel aft. vend. Of het felve ook plaats heeft in Leen-goederen, Erf-pagten, Cynfen, of Tiende, is bedenk]yk. (8) En foude na rechten den Naafting van den dominus direttus, dat is den Leenheer, of Grond-heer fchynen te moeten voorgaan, om dat het goed niet anders werd befeten en over gaat, als met fodanige laft. 12 Staat in't byfonder aan te merken, dat de Naafting geen plaats heeft als in verkopingen die onder de hand gefchieden, maar indien de verkopingen in 't openbaar, na aanplakken van Biljetten, of na drie behoorlyke gedane Kerk, of Merkt-daagfe geboden was gefchied, fo heeft Naafting geen plaats. Grot, dicl. loco , numer. 5. Keuren in Rbynland, art 3 6. Neoftad. fupr, cur. decif. 29. Maar of in fuik geval, dat het goed met het welk in 't openbaar is te koop gefeten, doch niet verkogt, en binnen 's Jaars na defelve opveyling noch werd verkogt, fonder vorder Koop-dag, ofveyling, de Naafting daar door, fo wel, als door een openbare verkoping fouden werden belet, is wel fo verftaan by turbe den 29. Keure van Baljuw en Mannen van Rhynland den 29. January 1591. in der felver Keur-Boek ingelyft: Maar daar over gefchil ontdaan zynde voor het Hof van Holland, tuflchen den Heer Willem Halling, en Mr. Jacob van Beveren, Heer van Swyndregt, en Schout tot Dor dregt, is by het Hof van Holland, den tweden July.1654. gelaft de onderhouding van dien nader te bewyfen: om redenen dat de felve turbe, ten verfoeke van Mr. Reynier van Amfteldam wel beleid was, maar de faak daar in de (8) add. Voet d. I. n. 23. fc? a. in notis ai cmifuet. Rbenol. p. 170.  XVII. Deel. Van Naafting. i4Z de felve fou dienen, by verdag is afgedaan geweeft, fonder dat daar over volkomen kennis is genomen, of in contr adiStorio judkio is afgehandelt geweeft; Immers de redenen daar op de felve turbe werd eegrondveft, by vele niet genoegfaam geoordeelt wierden: Namemlyk dat de Naaftinge fouden moeten ophouden, als wanneer de Schout fyn pond-geld ontfangt, en fulks het ontfangen van 't pond-geld van den Schout, de Naafting foude geven, of nemen. Het welk fo te verftaan was, tot wegneming van der Schouten Naafting, die fy wel eer (alhoewel te onregt) hebben willen in voeren, als of daar mede 't felve gewaande Regt wierde afgekogt, maar geenfins in opfigt van 't Regt van Naafting van de Vrienden en Magen des Verkopers; Behalven dat men uit de inftelling van de felve Coftuyme en turbe uitdruklyk kan fien, dat de Getuygen alle Schouten zyn geweeft, en t'eenmaal ftrekt om tot haar eygen voordeel daar mede vaft te maken, en ftaande te houden haar gewaande Regt van Naafting, dat haar naderhand (als hier na) t'eenmaal is ontfeid; en een feker grond te ftellen tot het ontfangen van haar pond-geld binnen 's Jaars na de verkoping. Welke faak dies niet tegenftaande tot nadeel van de Naafting is gewefen, en clegefcyde Coftuyme voor goed gekend, en naderhand aan den Hoge Rade m cas d'appelgekomen zynde, is defelve fententie, na dat den 17 November, 1657. alle die geen die het tegendeel van dien hadden beweerd, nader waren gehoord, den 22. December 1657. daaraanvolgende, voor wel gewefen beveiligt. Doch in den Lande Voorn, heeft ook Naafting plaats in openbare verkoopingen, indien de naafte Vrienden binnen de drie Merkt- of of Sondagfe geboden 't felf in het werk ftellen, of indien fy uitlandi^ geweeft waren, binnen 's Jaars na haar wederkomft, of dat het tot haar kennis was gekomen. Keuren van Voorn, art. 59. Neoftad d decif. 29. * * 13 Indien meer perfonen gelyk de Naafting deden, fouden die voorgaan, de welke onder defelve even voor de koop met het verkogte Land gemengder veur hadden gelegen, anderfins die geen die de naafte waren ; maar indien den een na den ander de Naafting deed , fo fou de eerfte voor gaan, al was hy de naafte in bloede niet. Keuren van Rhynland, art. 24. 25. 26. 27. ende 34. Grot. de loco. Handvejten van Zuyt - Holland, pag. 190. en de nieuwe Druk , pag. 504. ? 3 Georg  £42 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek» Georg. Tholofan. Syntagm. Jur. lib. 26. cap 13. num. 6. 7. (9) In Rhynland indien de naafte Magen niet Naaften, werden dair toe ook toegelaten die gemengder veur met het verkogte Land leggen, Keure van Rhynland, diiï- art. 25. Agter de naafte Magen, en die geen die gemengder veur leggen , meynen fommige Bailjuwen van de plaats, binnen fes weken na hec laar, het felve Regt te hebben. Welk Regt ook hebben fommige Ambagts-Heren , ook op die plaatfen daar de naafte Magen geen Naafting hebben. Grot. d. loco. voft. num. 16. Keuren van Rhynland, art. 35. Dog aangaande de Bailjuwen en Schouten in Rhynland, is in judicio 'cimtrndiSorio, verftaan, dat de felve daartoe geen Regt hebben, om dat het geen Keur is, maar een onderkroopen gebruik, fonder wil van den Prince, en fulks een corruptele, tot quelling van de Luyden; in de faak van Symon, en Huig Janfz. Impetrante in cas £ Appel, Contra Gerrit Adriaanfz. Oudshoorn, Schout van Soetermeer, Gedaagde, en van defelve Gerrit Adriaanfz. Lmpetrant van Mandement poznaal, contra de voorfz. Symon, in Huig Janfz. Gedaagdens, den 25. April 1Ö14. (10) Een (9) add. Voet l. c. n. uit. verder is contraiie het gevoelen van onzen Auéteur, jat de eerfte naafter moet voorgaan al waarehyd<3Iiaafte in den bloede niet, be ■greepen dat de naafte in den bloede niettejuingepra;fereertblyft, ten waare zy beide eeven na waaren, wam in gentilitioreclraiu ■word altoos op de proximiteit gereguardeert, ook blykt zulks uit dat geen, waarop onzen Aucteur zich beroept ten.fieikften, lui lende : 't 26. art. ae keur. van Rbynl. Twee ofte meer, die van de vimuien " éven nagemaa-italt zyn aan den verkopt» , , die dat regitlyk genaaft ende zyn regt'„ dag debite doen dienen heeft woid ge',' prefeieert voor de geene, die de naasinge doet," (10) Carf. A- in notis ad confuet. Rhenol. W. 91. ff feq- Wyders valt alhier aantenieïken , dat tot refutatie van onzen Auiïeur b. I. J. Voet in comm. d. i, k tf. ï)e Groot inl. 3. b. 16 d. n. 16. te recht kan worden geremarqueert; dathetwoord Officier in 't 35 art. der Cojlumen van Rhynland voorkomende blykbaar denof.eerd.den Schout derplekke, V. Boey p. 484- en dat het recht van naafting by Coftume ten behoeven van de Schouten geintroduceert zo weinig voor eene comipteele gedecrieert kan worden als der Schouten pondgeld, 't welk onteegenzeggelyk uit 't recht van naafting proflueért, blykens 't 30". art. der cojltme van Rhyniund, di&eerênde: Ende ,, foo wat landen of goeden by voorgaande „ opflag van billenen ofte andere open„ baare verkondingen , te kope geftelt, „ een openbare verkoopdag meede gehou„ den ende met ltfydér ftemme voor den ,, meeft ende hoogft daarom biedende „ verkogt werden, die en mogen niet gefm,, r.et nog genanflet worden , en de daar van „ komt dm Schout zyn pondgeit, als van  XIX. Deel. Van Naafimg. Een Kooper, of Verkooper die voor Naafting Bed'ugt ïs, mag dengene die de Naafting, het zy uk beding, of volgens Land-regt, als voorfeid is, foude toekomen, zyn gekogte wetlyk doen aanbieden. Hetr welk eensby hem geweygert en afgeflage zynde, vermag hy daar na niet wederom tot de Naafting toegelaten werden, om dat een yder vanfyn voor-regt mag afftand doen. 1. penult. Cod: de paft. En 't felve gedaan hebbende, hem daar mede niet wederom behelpen mag. g 14. '9. ff. de cedii/t: edift. facit. test. in li 122. §. 3.^*. de verbor. oblig. endie eens fyn keur gedaan heeft of hy wil Kooper zyn of .niet, daar na niet wederom kan veranderen. /. 2. fcp /. 20. ff. de opt. legat Sie Menoch. de aibilr. jui. lib 2. caju 37. Joan. a Sande föv 3. tit. 4. defin. 4. (11) Maar of yemand die anderfins Regt van Naafting fou hebben, de koop felfs mede had helpen maken , of de handeling van koop, als daar by, en over geweeft, tot bevefting van dien had geteikem &c, daar door foude geoordeelt werden fyn Regt van Naafting afftand gedaan te hebben, is verftaan dat het felve fyn Regt van Naafting niet fou benemen, of verkorten, maar dat de afftand van dien, uitdruklyk moet gefchieden. arg. 1. 39. ff. de pignor. aft. fi? K 34. §• Lucia. 2. ff, ^dc legat. 2. Vide Tiraqueil. deretra ft. lib, 1. §, 30. gloff 1» num. 4. Hartman. Piftor. lib. 3. quafi. 17. num. 12. & 'feq. En is alfo geoordeelt by den Hove van Vriesland, Joan. van de Sande lib. 3. tit. 5. defin. 8. • Wat dat voort in de Naafting aan te merken ftaat, en hoe de felve toegaat; Sie Grot. Inleyd. lib. 3-cap. 16. Georg. Tholofan. in Syntagm. jur. lib.. 26. per tot. Chriftin. ad leges Mecblin. tit. 1 r.. £J vol. 3. decif 55. Ö3 feq. Zyp. Not. Juu Belg,. Tiraguell, & Reinking de Rctraftu»Gail. lib. 2. obferv. 19. Het „ eiken gulden eenoortgen, 't zy op wst baar gehouden als hy maar één goed wil' „ piaatze den verkoopdag gehouden word, naaften , wanneer 'er twee verkogt zyn r „ miti dat hem als dan geer. naajling en com- behoudelyk dat de koper hem het naaftbaa? „ peteerd." te vergeefsch merkt van Leeu- &onnaa(lbaar goed te gelyk zoo hy hetzelve wen aldaar aan, dat dit uit onkunde byge- gekogt heeft bereid is geweest cfteftaan, voegd is-, wyl zyn Ed. zulks nergens be- en geene prtefutntie van eollufie gefundeert add. V. Alphen papeg. 1. d. 1. cap. kan worden bewezen , add. Brunmem/in . w ƒ. {ƒ Coren o'f. 32. ad l. 34 ff. de Mddit. Editlo. Berlich. (uj en word dit refus van den raafter Concl. p, 2. f. 39. n. gj,,VoBX b. t. n. iz. oi beuaderaar ook naar regten voor blyV  144 Roomsch-Höllandsch Recht IV. Boek, Het XX. Deel. Hoedanige bedingen onder koop bettaan mogen, of niet, i. Hoedanig ledingen by koop te doen. wanneer plaats beeft, t. Verkopingen by onwillig Decreet. 6. Uit bedrog in dronkenfcbap. 3. Monopolye, of gemaakte dierte verboden. 7. Tegen openbare verkopingen werd gteii \. Avontuerlyke Koopmanfchappen. herftellinge vergund, en van wat kragt HerfteUingi -uitbedrog , over de helft in de felve zyn. koop . hoedanig te verfiaan , of, en iTN 't verder mogen allerhande bedingen in de koop werden in bedonJ. gen, dewelke eerlyk, en by de Wetten onverboden zyn. /. 79. ff. de centrah. empt. 1. 7. §. 5. ff. de paft. I. 13. Cod. eod. (1) Onder de welke enigede verkoopingen eygen en gemeenlyk in gebruyk zyn. Ge- ' lyk als dat den kooper voor enige Jaren als huurder, in 't gebruik van het verkogte fal blyven i. 75. ff. de contr. empt. (2) Item, (1) add. Zoes. comm. ad DigeJl.Jit. de in diem addict, n. 1 & 2. & Domas Loix civiles. p. m. 40. (2) Deeze conditie even als die: dat de kooper den verkooper in cas van weeder verkoopingden voorkeur zal geeven, waar van Zande lib. 3. t. 4 def. 4. rust op deezen grond en dispofitie, welke beide en 't recht en de gezonde reeden dicteeren: dat een eigenaar noopens zyn goed zodanig mag handelen als hy begeert. Egter omtrent deeze conditie, dat den kooper voor eenige jaren als huurder, in het gebruik van het verkogte zal blyven, kan (myns eragtens) ligtelyk queftie oborieeren, te weeten: of het pericul zodanige zaak aankoomende, is voor reekening van den verkooper of kooper ? En voor beide pleiten goede rechtsgeleerde argumenten als: dat de kooper naar algemeene gronden de baten & nadeelen volgen moeten al is 'er geen traditie gefchied, dat den eigendom niet kan zyn gereferveertalsde zaak verkogt is; aan de andere zyde wederom: dat deeze refervatio dominii met beider begeerte gefchied is per modum conflitwA poffefjorii temporalis. vid. Carpzov. lib. 1. refp. 108. dat deeze refervatie het contract maakt conditioneel, en dat het zelve aldus eerft word geperficieert adimpleta conditione l, 7. ff de contr. emt. I. 8. eod. deper. cjf comm. rei vend. welk Iaafte egter uit de bewoordinga/xta«ntocontradictieontmoet;fchooadit ook weeder zoude zyn te refuteeren met defubtile remarque, dat de gemelde conditie deels uit het Contract van huur tot zeekere tyd toe moefte worden geexpliceert es intentionecontrabentium. arg. I. 80. $. 2.ff. de contr. emt. Dan ik zoude het daar voor houden dat uit de conditie gelyk dezelve door den Aucteur woordelyk is gefteld, de koop wel dadelyk is voltrokken; maar de uitvoering alleen opgefchort. vid. Grot. inl. 3 b. 14 d. n. 68. en 69.  XX. Deel. Hoedanige bedingen onder koop beft aan., tgc. 145Item, dat de koop fal blyven, ten waar dat binnen fekeren tyd eea ander, meer bood. /. 1. ff. dein dient addiü. (3) 2} Hoedanig beding by ons de goederen, dewelke by executie en onwillig decreet, by het uitgaan van de brandende Was-keers werden verkogt, ftilfwygende onderworpen zyn. Welken kopen voor kragtloos gehouden werden, indien op het geftaden van het Decreet voor het Hof van Holland, iemand voor het aftrekken van 't Zegel van den Waffe meer komt te bieden. Grot. Inleyd. lib. 3. part 14. num. 72. daar van de manier van doen te lien is in de nieuwe Papegay, gedrukt Ao. 166$. pag. 464. en de volgende. Word ook fomwyle bedongen dat de koop te niet fal zyn, indien binnen fekeren tyd de koop- penningen niet werden betaalt. /, 2. ff de legecommifforia. Welken tyd verlopen zynde, den verkoper nog altyd de keur heeft, of hy de Koop wil laten ftand grypen, dan of hy het goed als ongekogt weder aan hem nemen wil, en behouden het geen op de hand gegeven, of daar vorder op betaalt mogt zyn. /. 2. 3. 4. ff. de lege commffor. I. 25. ff. de heredit. petit. Grot. Inleyd. lib'. 3. tit. 14. k. 77 &feq. Waar voor wederom den verkoper de genoten vrueten behoud. /, 4. §. 1. ff eod. (4) ' b , So mag als gefeid is, geen beding by koop gedaan werden dat on* eerlyk, onbehoorlyk, of tegen de gemeene onderhouding ftryd. J. 24. tnftit. de tnutilib Jlipulat. fcf tit. Cod. de Monopol. fcf conventu negat. ülicito. ° 3 Om welke reedenen by ons ook buiten de befchreven Rechten by verfcheyde Placaten en Ordonantien in alle handelingen, koopmanfchappen, handwerken, of neringen, de monopoly, dat is, opkoop van waren, en gemaakte dierte uitdruklyk werd verboden. Placaat den 7. Oftober 1531. Phc. den 4 Oclober 1540. en den leften Tanuary 1562. bie hier van breder Grot. de jure belli lib. 2. tit. 12. num. 16. Chriftin, vol. 3. decif 98. £? ad leges Mecblin. tit. 2. art. 27. Damh. prax. crim. cap. 134. Zyp. Notit. Jur. tit. de Monopol. Rebuff.. ad confiit. reg.'tonu, ■ ; ' " • *<•- 1 {%) Z- de Groot d l J. 31. en Groe- Commisfnria n. 3. meerder conditiën byveri 1ZÏGIjtÏ T- 7J' ff£ NoOD & ^opgebruikelykrecenfeert^lybrechts. 77' iï% dItm aimione- R- I. d p. m. 118. at volg. UJ Add. Voet ai ttt. panieü. dt legt • T  X46 ROOMSCH-HOLLANDSCH RECHT. IV. Boek, a. de Magijlr. artific. &? monopol. probib. art. 4. gloff Georg. Tholofan. Syntagm. jur. lib. 25. cap. 14. _ 11* 4 Alle avontuurlyke Koopmanfchappen, öf Handelingen, mogen binnen Leydenby een ieder afgegaan werden binnen 24. uuren, doende midlertyd fyn party daarvan verwittigen, mits betalende den Wynkoop indien daar enige op gefteld is. Keuren aldaarin den Jare 1583. art. 86. Enis den 20. September 1599. daar by gevoegt, dat alle Koophandel aangegaan op het leven, of fterven van een derde, niet (taande onder het gebied van den Koper, of Verkoper, fonder des felfs bewilliging, van onwaarden zyn. . . Koop gefchied op fekere bafardeufe conditiën te betalen, werd tot Amfteldam als wedding geagt, en voor nietig en van onwaarden gehouden, Willekeuren aldaar, gedrukt. Ao. 1613. pag. 108. gelyk mede tot Maarden. (5) . . . De mening van de Kopers en Verkopers, is altyds om! met kopen, of verkoopen winft te doen. arg. I. 16. §. 4. ff- * ™r- & 22. §. «ft. focatf, fodanig dat fonder dat infigt de luft van het koopen en verkoopen geheel foude vergaan. .11 Dog op dat door al te groote begeerlykheid, den een met-al teveel met den ander fyn fchade, of agterdeel fou werden verrykt, en daar (o doende, te groot bedrog mede gemengt fou werden. /. 26. de verbor. < Obligat. So is daar tegen dat verfet verleent, dat die gene die in enige handeling, fo wel den Kooper als Verkooper, meer als de helft is bedrogen, daar tegen by Requefl Civyl van den Hogen Rade kan werden geholpen, en herfteld. /. 2. Cod. de refcind. vend. Sie Grot. Inleyd. Ito. \. tap. 52. Sande lib. 3. tit. 4. defin. 9. & fW- , . . Niet dat daar door juyft de gehele handeling werd vernietigt, maar dat die geen die den ander bedrogen, of misleid had, fou mogen volftaan indien hy wilde, mits weder-gevende fo veel het verkogte goed minder waard was als hy had genoten, of den Koper inbrengende het geen het gekogte goed meerder waard was als hy had gegeven, indien de faakmeeralsde helft minder of meerder was gekogt as de waarde. G oif. 0 DD. ad l. 12. Cod. de refcind. vend. in verb. elcgenb Grot. Inleyd^ (5) Z larvto. p. 507.  . XX. Deel. Hoedanige bedingen onder hop beftaan. têc. 147 lib. 3. cap. uit. num. 19. & part. 27. num. 7. Hoe, op wat wys, ea by wie fodanige fchatting moet werden gedaan. Sie Sande lib. 3. tit. 4, defin. 16. (6) Dit middel heeft ook plaats in al andere handelingen. Pinell. de refcind. vend. lib. 2. part. 1. cap. 1. num. 1. ufque ad 7. Daar van hier na. Maar of het ook plaats heeft in verkoopingen die by Decreet, en Een overftaan van den Rechter werden verkogt, werd by fommige in twyfel getrokken, arg. I. 16. Cod. de refcind. vend. Sie Chriftin. vol. 3. decif. 67. het welk in Savoyen, en Vrieftand alfoo verftaan is, tefteTab. Cod lib. 4. tit. 30. defin. 4. Sande lib. 3. tit. 4. defin. 12. Maar aan. gefien by ons daarin met fo groote forvuldigheit by den Rechter (dewelk al bedenken van bedrog uitfluyt) werd gehandelt, fo werd daar op geen aanfehouw genomen, arg. 1. Cod de remijf. pignor. Sie Grot. Inleyd. lib» 3. cap. uit. num. 11. Coftuym. van Antwerp. tit. 60. num. 23. Imberd. Enchirid. in verb. decret. inaddit. hetwelk buyten alle twyfel vaft ftaat, in de onwillige Decreeten en verkoopingen, de welke by het uitgaan van de brandende Was-kaars, en aftrekken van het Zegel van den Waffe gefchieden. Sie Neoftad fuprem. cur. decif. 75. [Utrechts, conf. fart. 2. conf. 25.] Dog ftaat te letten, dat dit behulp middel, /. 2. Cod. de refcind. vend. geen plaats heeft in Koopmanfchappen die aan 't geluk hangen, en de welke ten tyde van de handeling een onfekere uitkomft hadden te verwagten, al is 't dat den een, of den andere, naderhand by geval boven de helfte befchadigt mogt zyn: Vermits de verkortinge, of hedrog alleen ingefien werd, ten tyde van de handeling, en ten opfigte van 't felve alleen herftelling plaats heeft. /. 8. C$d. de refcind. vend. Pinell. ad l. 2. eod. part. 1. cap. 4. mm. 18. in fin. Sande lib. 3. tit. 4. defin. 16. 6 Wat aangaat de verkoopingen die onder de hand gefchieden, aangefien de Luyden van ons gewefl, door overvloed van innerlyke hitte, gemeenlyk wel fo veel als andere tot den dronk genegen zyn, en daarom niet te min begeerig om in 't midden van d'onnofele dronkenfehap d'een- (6) Conf. B bunnf.man ai l. 4. ff. ad adPandeB. eod. tit. & Morfr. Domat ten, d. I. 2. tod. dt refcind. vend. dottijf. Voét t. p. m. 43. T 2  148 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek.1 d'eenvoudingen met koopen en verkoopen te mifleyden, te bedriegen, en daar mede haar voordeel te foeken: fo is buyten dit behulp-middel, door geheel Rhynland, en op veel andere plaatfen in Holland ingevoert, dat men van de .Handelingen in. Herbergen , of dronke -gelagen gefchied, nog altyd binnen 24. uuren mag afgaan,, mits betalende het geen tot Wynkoop is verteert, of belooft; Sie Grot; Inleyd. hb. 3. cap. 14. num. 8. Burgund. adconfuetud. Fland. in proamio, num. 5. en het geen op de Coftuymen in Rhynland, art. 94. breder is aangetekent (7) Alle Koophandelingen tot Warmer en Gijp, in dronke gelagen gefchied,: ?.yn van onwaarden, en in 't geheel kragtloos. By de Keuren tot Leyden, in den Jare 1583. art. 68. was geftatueert, dat aldaar geen Koopmanfchappen van onroerende goederen, onder de hand gedaan, van waarden gehouden fullen werden, voor en al eer dat daar van de behoorlyke kennis, verly, en inbreng voor Schepenen is gedaan, maar mag nog altyd binnen de felve tyd afgegaan werden. Het welk op dat niet al te ligtvaardig gefchiede, by de nieuwe Keuren inden Jare 1658. art. 112. op het afgaan van fodanige koopen is gefteld den twintigften penning van den koop, de eene hejft ten behoeve van den geen die genegen is den koop te houden, en de wederhelft ten behoeve van den Armen. 7' Alle het welk te verftaan is van Koopmanfchappen onder de hand, om dat fodanige verfet-middelen van bedrog, dronkenfehap, of andere mifleyding, in openbare verkoopingen, daar in alles ópentlyk aan de meeft-biedende, door een Beampten fchryver, en Uitroeper, buyten alle bedenken van bedrog, of mifleyding toe gaat, en yder een fyn woord moet geftand doen. arg. I. 13. Cod. detranfak So ver dat in het opveylen van enige goederen, alle geboden ter Palmflagtoe van waarden gehouden werden, en die geen die minder geboden heeft, niet ontflagen werd, door een ander die meerder bied , maar het den Verkooper vry ftaat den meeflbiedende, of wie hy wil den koop te gunnen. En of tuffen twee, of meergefchil ontftond, wie van haar het voorwoord had, Werd den Uitroeper daar in op fyn woord gelooft, of in val van twyfling, werd het andermaal geveild, fonder ontflaging van voorgaande bie- (7) Z de Bbfetvatien over de Inleiding van H. de Groot. 2. i. p. 16S-17r.  XXÏ. Deel. Van huur van Huyfen en Landen. i49 & tbt D D. Sie Boer. decif. BurMgal. decif. I. 248. Rebuff. ad. confiit. R% § tom. 2. tra*, de prcecon. B Mtat. art. 7. gloffi. unie num. 21. Papon hb. 13 m. 9. «rf. 25 num, 10. Het welk by ons om de meefte fekeraeid gemeenJyk in de Voorwaarden (*) werd inbedoagen. Het XXI. Deel., Van huur van Huyfen en Landen. [Grof. 3. 19.] faMyl' °f' m ™m"rfcbrift "M' 7- PA« Wanneer de Huur ook voor de tyd 4- Een gebuurde faak, boe te gebruyken. 9. Of" "en voor boe lange Jaren verbuurine 5 Laften en ongeldtn by wie te dragen \nag gefchieden. S J ^«^mg o. Of, en wanneer huur eyndigt en uit is, en iTTuur is een onderhandeling, daar by het gebruik van een faak, of ♦ r van eniI werk' of doen' voor een fekeren penning werd toegefeid. /. 1. 2. ff. de heat. & condutt. l ««uiig uem 2 Hetgebruyk van faken beftaat merendeels in onroerende goederen Woon-huyfen, of Bouw-landen. ë°eaeren, in Sftk a'SAe k0°P Verftaan,werd vo,tr°kken te zyn fo haaft als men n de koopfchat over een gekomen is: fo werd ook huur voor bekrag hfa^cont1 S ^ huUr"PenninSen vaft geilek zyn. pr. inftl ,nFlgrk T n°,!en dat daar eniS fchrifc va» werd gemaakt. /. 24. Cod. der^k^S"3 'f"166" geVOden in buurde Huyfen onverandert is gebleven, en daar toe een gemeen bewys genoeg is. f?' ^ het/chrifteen ^entlyk, fen minften een Kevfer Kyt ^U ^ '«^"S geWOrden te Zyn' Xeffer Kakel jegens Huurluyden en Pagters, den 13. January 15,5. (*) Veüco :iticn. T 3  ijo Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek.' Politic Ordonn. art. 30. 31. 33. Het welk tot Utrecht mede in verhuurde huvlen plaats heeft. Coftuymen aldaar, tit. 7. art. 13. (1) 4. Den Huurder moet de gehuurde faak na behoren gebruiken, gelyk als die van te voren gebruikt is geweeft, arg. j. 5. infl. de heat. eond. Sulks dat yemand een ftuk Weyland gehuurt hebbende, het felve nietbeteekn, noginftekenmag arg. I. 35- 5- t-ff- beat. Bartol. ibid. num 9 Tuflch. wJL 2. praclicab. concluf. 613. num. 3 cawi tod C juni'. l 13. 5. 4. 8. /• 27. 5. i.ff. de Ufufrutt. Sie mede ConfultatJ heil Deel, Confult. 215. (2) ■ - Maar mag het gehuurde aan een ander wel over doen /. 6. Cod. locat. ten waar dat anders was bedongen. Het welk voor fo veel de woonhuyfen aangaat (aangefien den verhuurder daar mede merkfyk fou werden verkort, en groot onderfcheid te maken is, by wat perfonen, en op wat manier een Huys werd bewoont) in fommige Steden duydelyk by Keuren is verboden. Grot. Inleyd. lib. 3- cap. 19 num. 27. GlolT. & Bald. in l. 6. Cod. locat. Chriftin. ad leg» Mecblin. tit. 8. art. 10. W"s'owie3tot Rotterdam enige Huyfen, Schuuren, Lootfen, Kamers, Kelders, of andere Woningen huurt, mag de huur aan een ander met over (j) Aangaande het Hollandfche Recht is alle fpeculatie desweegen te ontftaan. weg genoomsnbydewaarfchouwingder Heeren Staten van Hollanden Weftvriesland gedateerd 3 April 1677- Gr. plactatb.3. d. fol. 1037. contineerende: „ dat alle de geenen ,, die eenige huyzen , landen of andere ona roerende goederen koomen te Terhuu, ren, van de voorfchreve verhuuringe " mitsgaaders van de continuatie of prorogatie van dien fullen moeten maken huurceddlen, en de die doen coucheeren ' en fchryven op het zegel, in de ordon" nantie geëxprefleert, op poene dat die " geene die bevonden fullen worden geen " nuurcedullen van de voorfchreve huy■ " zen, landen of andere onroerende goe" deren te hebbe gemaakt. fullen verliefen het effect van de voorfchreve verhuurin« ge, en noch teegens een derde recht van „ den huurder verkregen hebbende, noch „ ook teecens de verhuurders of huurders „ zelfs fulfen hebben eenigh het alderminfte „ recht of actie, totprtftatie van de voor„ fchresvehuur oFvoldoeninge der beloof. „ huurpenningen , veel min »an eenige „ retentie of legael hypotheecq, uit wat „ oorzaake die oock foude mogen fpruiten, „ en fchoon, de voorfchreeve huringe en de j, verhuringe by den huurder ofte verhuur„ der zelfs fouden mogten zyn geadvop» „ eert, mitsgaders cp posne van twee „ bondertguldens daar en boven, foowel „ by den huurder als verhuurder te ver„ beuren." add. Holl. Confult. 1. d conf. 262. (2) Zie ook de plaatfelyke Wetten & Keuren bygebragt in de obfetv. over H. de Groot inl. -f. d. p. 203. (3) Conf. el. Voet in eemak ad tit. kcati ibefi. 5. per tot.  XXI. Deel. Van huur van Huyfen en Landen. ijl over .doen, fonder bewilging van den huurder, nog ook by hem enig Huys- volk in fyn koft metter woon nemen. En fo den verhuurder en huurder daar in niet konden verdragen, fal 't felve ftaan tot befcheydenheid van den Gerechte, fo ver daar in enige redenen dienden. Zinren aldaar. Item, tot Amfteldam is de geen die een Huys huurt, gehouden 't felve te bewonen, fonder dat hy dat vermag aan een ander over te doen buyten toeftaan, wil, en weten van den eygenaar, of verhuurder, die altyd de voor- keur hebben moet, of hy het gehuurde weder aan hem wil houden; Recueil van de Keuren der Stad Amfteldam, cap 51. (4) Van gelyke tot Utrecht, Keuren en Coftuymen van Utrecht, tit. 25. art. io. Ter Goude: Tot Middelburg in Zeeland, Keuren aldaar, tit. van Huuringe9 art. 5 Tot 's Hartogen- Bos, en andere plaatfen meer. 5 De gemeene laften en ongelden dewelke op het verhuurde goed, by het Land, de Stad, of het Dorp, op de Landen, of Huyfen werden gefteld, komen alleen tot laften van den verhuurder, arg- l. 7. de publican. Charond. pandelï. du droifts fratich lib. 2. cap. 32. Garfmde expenf. £f meliorat. cap. 14. num. 18. Tuffch. vol. 2. praclkab. concluf. 617. littera C. Pinell. inl. 1. Cod. de bon. matern. part. 2. num. 72. ten waar enige laften op de vrugten felf waren gefteld , dewelke den huurder fouden moeten dragen, en anders geen. arg. cap. 26. in verb. ficut Coknus, extr. de decimis. Charond. d. loco. ten ware anders was bedongen: (5) Aho bedingt men gemeenlyk in verhuurde Landen, vry geld van (4) Z. Handv. p. 527. „ alle gemeene of ordinaire laften by den (5) deeze doctrine van onzen Aufteur „ Huurder en alle andere d. i. buitengeftryd naar aanteekening der obfervateurs „ wooneby den verhuurder gedragen uioetver de inl. van H. Grot. 2 d. p. 206. tee- „ ten worden." maar de gemeene laften gens die van H. de Groot 3. b. 19. d. j. opzettelyk btpaald totdit op de vrugter.wor15. meedebrengende : „ Gemeene laften den gefteld, welke (zegt hy) den Huurder „ van Landen, Steedenen Dorpen, die op moet dragen: Nu leert immers onzer» „ de vrugten worden gefteld moeten by den Aufteur roeede totidem verbis: „ ten uiaar „ huurder gedragen worden: alle andere „ enige laften op de vrugten felf waren gt. „ by den verhuurder: ten waare by de „ Jleld, dewelke den Huurder zoude moeten „ WetteD of by voorwaarden anders was „ drogen en anders £een," Waar uit dan „ gezegd." Doch ik voor my befpeur in zelve volgt, dat onzen A. h. 1. geenzints tieezen geenecontiadiccie, alfoo royns er- van de leere van H. de Groot is afgeagtensDEGROOTin de bygebragte woorden wecken, geenzints (zoo als men wil) leeraart: „ dat  ty'l ROOMSCH-HOL LA N D S C H RECHT. IV. Boek. vartalles, fo van Verpondingen, Dyk, Sluys, en Molen-gelden, als de onderhoudirge van Kaden, Dammen, en Ban-werken, op de gemene Wegen , toe laften van de Landen leggende, fonder eenige korting. Maar aangaande de verniewing en verfwaring van eenige Kaden, opfchieten van Sloten, ook de verniewing van Wind water- Molen, en de onkoften ten dien aanfien over de Landen omgeflagen, is by Dyk. graaf en Hoog-Heemraden van Rhynland den feften Oflober 1634. onaangefien de bovenftaande bedingen, verftaan, en gerefnlveert, dat fodanige onkoften, en ommeflagen, ten laften van de Landen, die vier, of vyf Jaar lang verhuurt zyn, gedragen fullen moeten werden, de twe delen tot laften van de bruykers, en een deel tot laften van de eygenaars; de Landen die drie Jaren verhuurt zyn, by de eygenaars en bruikers elx half en half; de Landen die twe Jaaren verhuurt zyn, twe deelen tot •laften van de eygenaars, en een deel tot laften van de bruikers; en van de Landen daar van de huur met het loopende Jaar uit is, fal in 't geheel komen tot laften van de eygenaars; des fullen de bruikers gehouden zyn de betaling daar van te doen, mits korting daar van aau de eygenaars doende, in voegen als voor. 6 Den befproken tyd uit zynde, is ook de huur uit: maar de. verhuuring van de Huyfen werd ftilfwygende verftaan, verlengt te zyn, indien den verhuurder ten eynde de huur fyn Huurman ongemoeyt daar in laat blyven. 13. .§. fin. I. 14. ff. £p l. 16. Cod. de locat. & conditie. Maar voor hoe veel tyds, werd getwyfelt: Hugo de Groot in fyn Inleyding tot de Hollandfe Regts gelecrtheid , lib. 3. cap. 19. num. 4, meynt dat het in fuik geval, voor defelve tyd daar het te vorens voor verhuurt is geweeft, moet verftaan werden verlengt en vernieuwt.te zyn: maar daar tegen zyn de gemeene D D. add. I. 13. §. uit. ff. locati. de welk willen, dat het maar te verftaan is voor dien juyften tyd, dewelke den huurder boven , en ten eynde de huur, door ftilfwygend toelaten van den verhuurder, in het verhuurde goed blyft, na aandeel van de voorgaande huur-penningen, en vorder niet. So is geoordeelt by den Raad van Mechlcn volgens tuyg van Chriftin. ad. leg. Mechlin. tit. 8. art. 8. num. 10. £ƒ vol. 3. decif. 116. num. 3. (6) Dog (6) add. obferv cit. tam. 2. p. 178. Doch teekeningen h. t. n. 1 gemeld, heedendaagdeezequsftie «uithoofde door my in de aan- fch van geene applicatie vid. YoitdJ.n. u.  XIX. Deel. Van huur van Huyfen en Landen. iy3 Doch dit werd daar van op veel plaatfen fekerlyk onderhouden, dat den huurder in fodanige gelegentheid, niet buyten tyd, uit het Huys mag werden gefloten: maar hem na redelyk feggen van den Regter, behoorlyke tyd moet worden vergund, binnen welk hy hem van een ander Huys mag voorfien. Coftuymen tot Antwerpen, tit. 59. art. 12. Keuren tot Leyden, art. 132. Coftuymen tot Utregt, rubr. 25. art. 7. En is daarom in veel plaatfen gebruikelyk , dat den verhuurder fyn huurder, en den huurder fyn verhuurder, binnen behoorlyke tyd, gemeenlyk drie Maanden, voor de uitgang van de huur, gehouden zyn de huur eikanderen op te feggen, en den anderen te waarfchouwen. In Friesland voor Nieuwe-Jaars-dag. Sande lib 3. tit. 6. defin. i. Menochius lib. 3. prafumpt. 85. numer. 42. Tot Utregt, voor Kersavond, of uitterlyk binnen 14. dagen daar na. Keuren aldaar, tit. 25. art. 7. Anderfins den huurder, of verhuurder binnen de tyd van de huur ftervende, moet de huur by fyn Erfgenaam voldaan werden. §. fin. in. jiit. locat. conducl. £ƒ /. 10. Cod. eod. Uitgéfondert in verbonden goederen, of andere daar den verhuurder geen volkomen eygendom aan -heeft: in welk geval de huur met des verhuurders dood uit is. /. 12. I 35- $• *• Ufufruttujuniï. I. 9. §. ir. ff locati. Item, in preuve, of Vicarye goederen, in de welke den befitter verhuurt hebbende enige Landen tot de preuve behorende, en komende te fterven, verftaan werd dat daar mede de huur uit is. Om dat niemand meer regt aan een ander kan overgeven als hy felf heeft. /. 54. ff. de Reg. Jur. als by het Hof van Holland is verftaan, in de faak van Jndries Jafperfz. van Vefanevelt, Requirant van reauditie, Contra Klaar Janfz. van Tetrode den 22. July 1611. arg. d. I. 9. §. 1. ff. locati. &P ibi Gloff fcf Coftal. " 7 Buyten defe fo gebeurt het wel, dat ook binnen den befproken tyd de huur uit is. Alfo is na Regten , indien dat het goed werd verkogt; aan iemand gegeven, of anderfins befproken, de huur daar mede uit. 1. 9. Cod. c3 l. 32. ff. locat. conduct. I. 25. §. 1. ff. eod. - Indien den huurder van den koper, of making-beurder, behoorlyk, en by tyds werd gewaarfchout. arg. I. 17. §. 3. ;„ fin% ff% commod. Sande lib. 3. tit. 6. defin. 1. Maar in Holland en de Nabuurige plaatfen is een gemenen regel, dat V buur  I£4 ROOMSCH-HOLLANDSCH ReCHT. IV. Boék. buur gaat voor koop, en fonder onderfcheid, niet alleen de Erfgenamen van den afgeftorven , maar felf den kooper, of making - beurder de huurj van fyn voorzaat moet voldoen. Neoftad. cur. decif. 30. Grot. Inleyd. lib. 3. cap. 19. in fine. Coftuym van Antw. tit. 59. art. r. van Mechlen, tit. 8. art. 1. cjf Chriftin. ibid. Gudelin. de Jure Novi'jjtmo, lib. 3. cap. 7. verfi. finitimus, in fine. Keuren van Leyden art. 122. Tot Oudemater moet den huurder ontruyming doen, alshy vier Maanden voor 't uitgaan van 't Jaar huur, gewaarfchout werd, behoudens fyn regt tegen den verhuurder. Keuren aldaar, art. 60. En tot Amfleldam in Huyfen, by -.xecutie verkogt; duurt de huurniet langer als tot Mey [na de gedaane executie een Jaar] daar aan, behoudens den huurder fyn regt tegen fyn verhuurder. Willekeuren aldaar, gedrukt Ao 1662. pag. 272. en 6ói. Van gelyken tot Leyden, Keuren aldaar, art. 122. [Tot Amfleldam behoeft de Huurder niet te ruimen, al had de eigenaar het huis felfs nodig. Ree. van Rof. cap. 51. §. 9.] So is ook de huur uit, fo wanneer den Heer van 't goed, ter nood, of by feker geval het huys moet vermaken , of vertimmeren, of dat hy aan wyfen kan, dat hem nodig is het huys felfs te gebruyken, V 3. Cod. locat. cap. penult. extr. eod. Coflal. in l. 30. ff. locati. Papon. lib. 10. tit. 3. art. 3. 7. (7) Item, als den huurder het gehuurde niet na behoren gebruykt, /. 3; Cod. locati , mits dat het felfs, na genomen kennis, by den Regter moet werden geoordeelt. /. 17Ö. ff. de R. Jur. Fachin. lib. 1. cap. 95. Bronkhorft. cent. 1. offert. 82. Chriftin. ad leg. Mechlin. tit. 8. art. 8. num. 7. & volum. 3. dscif. 117. num. 10. 11. 12. en den huur*'. «; der (7) Ten zy een derde door arreft of t. n. 3j. zynde hy ongehouden geduurende mandement Fcenaal ie huurder beletten den tyd, dat hy het erf alzoo heeft geë?aden boden te ontruimen, uit hoofde hy cueert, eenige huur te betalen, eevenals fuftineerde eigenaar te zyn, conf. cl. |. Voet in cas van onverwagc ongeluk of ramp, ad tit. Pandeü. locati n. 32. en ftaat vooral waar door den huurder in zyn gebruik ten meede te Ietten, dat de noodige reparatie, eenemaal verhindert word, in welken gewaar van-den A., gefchied zynde, hetpar- valle ook affiag van verponding by hem ceel den huurder moet worden gereftitueert, kan worden gevordert, ten zy hv alle pewaar toe hy anderfintsden rechten conform ricuien op zichhaddegenomea, Z. advysb. kancontendeeren, V. Zoes. adPandetc. d. p. 258.  XXI. Deel. Van huur van Huyfen en Landen. Iss der behoorlyke tyd gegunt werd, binnen welk hy hem van een ander gelegentheid kan voorfien. arg. I. 17. $. 3. commodati. Sande lib * tit. 6. defin. 1. (8) of dat de huur voor enige Jaren gemaakt zynde, onder Voorwaarden dat de huur-penningen op fekere termynen fonder eenig uitftel, fouden werden betaalt, en den huurder nalatig'was defelve op fyn tyd te voldoen. /. 3. Cod. locati. juncl. I. 56. £? / c/ §. i.jf. eod. I. 10. §. i.ff. depublican. & vettigal. (9) ' 8 Op fommige plaatfen is in verhuurde Woningen en Landen fodanig gebruyk: dat fo lang den huurder wel betaalt, den verhuurder de Woning en Landen aan geen ander mag verhuuren, of den eerften huurder moet de voorkeur hebben. Van fodanige gewoonte is te fienbyGomef. torn 2. refolut cap 3num. 5. Minfinger. centur. 4. obferv. 23. Boër'. decif. 107. [Pak-hnyfen, Pik-kelders of Solden , by 't vierendeel Jaars of de maand verhuurt fynde, vermag de Huurder de huure conS]eren' 6 ethem beIieft' (IO) R°feboom. c. st. 5. 36. fcf Alfo kan men in de Landen Over-Maas, en daar omtrent, niet ligtlykeen nieuwen huurder van fyn Woningen en Landen vinden, als niet blykt dat den voorgaanden daar afftand van wil doen, of anderfins is ver hindert m de huur te blyven. contra l. 33. Cod. de locat. fc? conduSt. Het (8) Omreedendcconditie.datdebuur. kelderhuur, by fpeciale keure van rn^ der het verhuurde land zal bebouwen, of het Heeren van den Gerechtedeezer sSe . huts bewoonen, zooals behoord, uit den aart gefratueert: dat de huurpenningen daarS •gens den huurder, mag hy zulks van den (10) Namelyk hveaat *»irt.tvm,*««*.i .huurderrepeteeren, advysb p.116. zonder gen prompf betalende"erfïï? ™u?)enD»n- dat zulks reeden tot delogeeren verfchaft cont^ g conform het alzoo den huur door de d)ad vanzSge ffig f$gg rhuXv^reS ÏZ fleert'" ^ W°rden °f *?h™ delj *™WS^fn (9) .Zoortook indien hy in geen volle twee jaaren de huurpenningen hadde vol vermacb den verhuurder daarmeede ,ln ge n'mSSSl dtn was t^V^T* te doen' «tatotaHSfia getu raeia.ng gedaan was, via, Zoss.l.c. conftr neeeren te nn'irpn 7 ,)~,«.i„ n V en is met opzigt tot de pakhuis - folder - en zeboom g 35. ' R°°' V 2  i$6 Roömsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. Het welk nogtans verfcheyde maaien voor een currupték door de Huysluyden tot haar byfonder voordeel, buyten alle redenen ingedrongen, by het Hof van Holland is geoordeelt, en verftaan als nog plaats te hebben het Plac. van Keyfer Karel den 15. January 1515. tendieneynde ingefteld. Daar by bevolen werd, dat geen voorgaanden huurling, den nieuwen huurder enige moeite ter fake van enige na-huur aan fal doen op peyne van daar over aan den lyve te werden geftraft; ten ware uitdruklyk anders was bedongen, d. I 32. Cod. de locat, & conducl, en by de Politycque Ordon. art. 31. het felve Placaat daar mede is vermeerdert: dat niemand enige huur, of na - huur van enige Landen fal mogen begeeren dan by openbare gefchriften, of d'eygen hand van den Eyge» naar, en niet alleen, art. 32. op lyf-ftraf is verboden, dat geen ouden huurder den nieuwen hinder fal doen, maar ook by het 33. Articul fekere peyne gefteld jegens die gene, dewelke Land fonder bedongen huurgebruyken: jegens welke de Conclufie te fien is in de Papegay Ao. 166S. pag. 37. welk Placaat by èt Staten van Holland den 26. September 1658. is vernieuwt, en nader daar op voorfien. En hier van fpreekt fekeren Brief van Hartog Pninips van Borgonjen aan den Stedehouder en Raden van Holland, Zetland, en Vriesland, den it. Juny 1554. aldus: Alfo de Ridderfchap , Edelen, en goeden Steden van onjen Landen Holland tn Vriesland, ons hebben doen tonen, hoe dat in vele plaatfen in de felve tnfe JL\anden, die Pagtenaars en Huurluydcn , als fy iemands Land in huyr gehad, cn na dat die Jelve huyr uit is, vallen met kragte en geweld bruyken 'datfelve Land, tegen den dank en wil van den genen die bet land toebehoort, feggende uit boir felfs authoriteyt, en fonder enige Ordonantie, by ons, of van onfen wegen daar op gemaakt wefende, als mogelyk alvoren fchuldig is te gefebien, die na huyr aan dat voorfz. Land hebbende, en dat meer is als de Grondenaars van de voorfz. Landen andere nieuwe Pagtenaars foeken, fo driegen de oude Pagtenaars de nieuwe, en houdenfe in fuiken vrefe, ofontfag, dat niemand dit voorfz. Land buyren en derf, by den welken fy den Lieden boir Land t'ongoeden maken,, tot beuren groten fware fchade en agterdeel, ons ootmoedelyk bidden'e daar inne te voorfien: So ift, dat wy niet willende dat dus gedane h agt en, nog geweiden ly len, noggehengen, u ontbieden, en bevelen, als wy ernftelykjl mogen, dat gy met goe len rypen rade raamt, en •smakt van onfen wegen, openbare Koeren en Ordonantien op fekere grote peyne, fulks alsu dunkt daar toe behoren, en in fuiken jfbyne, dat de voorfz. ge-  XXI. Deel. Van huur van Jiuyfcn en Landen. i$j geweiden niet meer en gefchieden, Corrigerende de overtreders fonder enig verdrag, fo datter andere exempel aanneme, &c. 9 Verhuuring raag gefchieden, voor fo veel Jaren als men wil, al waar het vooraltyd. /, 10. Cod. locati. Dogaangefien by ons gene onroerende goederen dadelyk kunnen werden befwaard, of verbonden, als voor de Overheid van de plaats daar het goed leyd. Placaat den 9. Mey 1529. en fodanige lange huur, het goed felfs befwaard en verbind; werd by fommige verftaan, dat men in fodanige verhuuring de felve folemniteyt moet gebruyken, die men in het vervreemden, en befwaren van onroerend goed gewoon is. En fou overfulks, een verhuuring van onroerend goed, langer als voor tien Jaar gemaakt, fo veel defelve de tien Jaren te buyten ging, niet mogen beftaan, ten waar die voor de Overheid van de plaats wetlyk was verleden, om dat in verhuuringen voor fo langen tyd de felve folemniteyt en, en onderhoudingen vereyft werden, de Welke in vervremding plaats hebben. Covaruv. variar. refolut. lib. 2. cap. 16. num. 1. DD. ad 11. £p uit. ff. Sie ager vecltik dit laatfte beding als beftaanbaarachn, dewyl aldanr!zyn gerecipieert defocietés Commandité, waar by de eeae niets doet X  i6z Roomsch-Hullandsch-Recht. IV. Boek. by den Regtsgc leerden Societas Lemma werd genoemt, en na regten niet bêftaan mag d. l 29. §• 2. ff. pro Socio. (3) Men maakt ook Maatfchap van geit, of andere Koopmanfchap van den een, jegens den dienft van den andere d. g. 1. injlit. de Societate. In welk geval het verlies en fchade op het goed gedragen werd by die geen die het heeft toegebragt. §. 2. inflit. eod. Maatfchap, of gemeenfchap van alle goed, is wederom, of fo wel van toekomende als tegenwoordige. §. 4. injlit. eod. 1. 3. §. 1. /. 73. cum feq. ff. eod. of maar van tegenwoordige goederen alleen /. 7. 8. 9. ff. pro Socio. 2 Gemeenfchap van allerley goed, fo toekomende als tegenwoordige, werd dan eerft verftaan aangegaan te zyn, als wanneer uitdrukkelyk van allerhande goed is gefproken. dd. legib. Dog fonrwylen gebeurt het, dat het felve verftaan werd ftilfwygende alfo gefchied te zyn, en metter daad fodanige gemeenfchap werd gepleegt. /. 4. ff. pro foclo juncl. 1. 2 ff. de pacl om dat den toeftand tot jets, niet alleen met uyterlyke woorden, maar ook metter daad verftaan werd te gefchieden. / 25. ff. de tefiam. militari. Gelyk, als Gebroeders na haar Vaders'dood haar goederen, niet alleen die van haar Vader gekomen zyn, maar ook alle andere, met gemeenfchap van winftenverlies, onverdeelt met den anderen blyven befitten, nog den een den anderen ondertuffchen, enigereekening, bewys, of reliquauf heeftgeëyfr. argi als zyn geld in de focieteit geeven, en die „ Iemoien de ion argent &de fon credit; bepaalde fom aan deavantages en rifico's der „ fans quoi il ne pouroit pas fubfifter". fortuin te exponeeren , den ander voegd (3) Dat den Aucteur gelyk anderen zelfs ook 'er fomtydshet zyne by, dog heeft de niet begreepen heeft, wat de'Rechtgeleer. oompleete directie, en handelt op eige den door de bewoording focietas lemma te naam, in dat zoort van zaken als men over- kennengeeven, toont hy alhier zo zonneeengekomen is; „ La focieté de comman- klaar, dat ik by kundiger hem van onkunde „ dité (dit Monfr. de Savary p 381.) eft niet kan vrypieiten . re&e ait DoSl. Vinn. „ ainfiappellée, paree que celui , qui donne l. c. „ Veteribus talis fecietas, ex qua quis ,, fes deniers a un autre , qui n'apporte ala ,, damnum tantum, non etiam lucrum expec* „ fociétébien fouventque fonnom, fousle- tat, leonina dicitur d. I. 29. 5- 2. appel„ quel le commerce fo fait, & fon indus- „ latione proverbiali duOta ex apologo wfopide „ trie pour en a> oir la conduite, eft tou- „ leem, ajïno £P vulpe vid. Dejidcrium ,, jours le maitre: car c'eft lui qui main- „ nojlr. in Chiliad. „ tient le Commerce que 1'autre fait par  XXIII. Deel. Van Maatfchap, én Gemeen]chap. 16} ars. I. 32. 5.1. Nam quid intrejl ff. de legib. Faber ad Cod. tit. po Jocio. defin 3. 3 So werd ook metterdaad by ons tuffchen Man en Vrouw, de welke geen Huwlykfe-Voorwaarden maken, gemeenfchap getroffen van allerhandegoed, fo wel toekomende, als tegenwoordige, en moet uit kragt van dien, fo haafl: het Huwlyk voltrokken is, alles dat op eniger wys, het zy hoe dat het zy, by den een verkregen werd, met den andere gedeelt werden, niet anders dan of het felve uitdrukkelyk was bedongen. juxta /.r.§. 1. /. 3 5. l- ff. pro fiocio. [vid omnino Wezel de conn. botm. fee.'} Vinn. adpr. injlit. eod num. 3. Grot. Inleyd. lib. 2. cap. 11. num. 4. & lib. 3. cap 2i. 5 pen. Neoftad. de paSt. antenupt. obferv. 9. in n»tis. Goris. adverf. de Societat. conjug. cap. 1. Handveften van Zuyd-bolland , pag. 530. art. 5. Coftuymen tot Amfleldam in civile faken, den Hovevan Holland ovtrgegeven den 3 January 1570. art. 5. Ook van de goedéren die gelegen zyn in een Land daar fodanige gemeenfchap geen plaats heeft Nicol.Burgund. adconfuetud. Flandr. tit. 1. num. tg. Gorisadverf de focietat. conjug cap. 6. verf. 8. Coren. decif 20. Ten waar een Jongman beneden de 25. of een Dogter beneden de 20. Jaren, met iemand fonbewilüging van hare Ouders, Vrienden, of Overheid, haar ten Huwlyk had begeven, In welk geval fodanige gemeenfchap geen plaats fou hebben Placaat van den Keyfer, den 4. OStober 1540. art. ff. als alk eo voor fo veel de gemeenfchap fou kunnen ftrekken tót voordeel' van de minderjarige, om dat de woorden van 't Placaat alleen houden tegen de meerderjarige, die de minderjarige met aanleyding van fodanige Huwelyktn komen te bedriegen, per. I. fin. ff. de legat. 1. Defè gemeenfchap heeft zyn begin en kragt. fo haafl: het Huwlyk in de Kerk, of voor 't Geregt is beveftigt, alwaar dat daar geen beflaping was gevolgt. Soals by den. Hogen Rade in Holland is verftaan by Neoftad. de paft. Antenupt. obferv. 15. 16. 17 So hier voor in bet I. Boek, XIV. Deel, num. 3, is verhaald. Sie vorders van defe materie] Chriftin. vol. 3. decif. 51. 52. & ad leg. Mechlin. tit. 16. art 29. Ê? feq. Grot. Inleydinge lib. 3. cap. zi. & feq. en lib. 2. cap. it. Goris adverf. de focietat. conjugal. Sande lib. 2. tit. 5. (4) 4 Leen- (4) add. V. Zuacic Cod bat. tit. gemeen-flap en V. D. Schelling aldaar in de aameek, X 2  164 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. 4 Leen-goederen, en andere fidekommijfaire, en verbonde goederen komen in defe gemeenfchap niet, als alleen fo veel de vrugten aangaat' arg. lib. i feuder. tit. 2. feudor. tit. 26. verf. Ingenerali. Confult en Advyf. bet Amftc-ldamfche III. Deel. conf. 34. ende bet Rotterdamfche 3. Deel, conf. 25. num. 1. ende confult 131. Bort van de Hollandfche Lenen, II. Deel, pag. 11. en de twede Editie, pag. 33. Goris* focic tate conjugal:, cap. 3. Coren confil. 25. num. 27 Neoftad. de pad an' tenuptial obferv. 14. Cur. Holland, decif. 5. Confult. en Advyf. I Deel, conf. 144. En is daarom verftaan, dat defe gemeenfchap geer] plaats heeft onder de Groote, en voornaamfte Edelluyden, welkers goederen daarin meeft beftaan, als zyn Graven, Brronnen, Vrv H-eren en diergelyke. Neoftad. de pacl. antenupt. obferv. 9. in Noti's verf. lub fpecie dotis. J J 5 - Maar of defe algemene gewoonte van gemeenfchap van goederen tuffchen Man en Vrouw ook plaats heeft in het twede MuwKk met Voorkinderen van het eerfte Huwlyk, was bedenklvk : om dat na Kegten een Weduw, of Weduwnaar Voor-kinderen'hebbende niet meer aan zyn twede Egt-genoot mag geven of maken als een Ki-n'ts gedeelte, per. I. bacEdiêali Cod. deüecund. nupt. Dog is om re'denen dat defelve Wet alleen verbied iets regt uit aan de twede Egt-genoot tot nadeel van de Voor-kinderen, buyten het Kinds gedeelte te geven of maken, daar in de regtlyke, en legale gemeenfchap tuffchen Man en Vrouw, dewelke de Kinderen fo wel voordeelig als nadeelig kan zyn dewelke fonder toedoen van defelve Egt-genoten, en gelyk als uit figfelfs voortkomen, niet verftaan werden begrepen te zyn arg l iq ff fa ml. ercifcuvd. Sie poft Ludovic. Roman. & Tiraquell. Petr. Pccc de Tefiam. conjug. lib. 2. cap. uit. num. 8. Ten anderen, dat de praóïycq vanfïtiedaarineeleegentezyn; datde regter ften en fchade tot verdeeling of hertrouwen befchouwerde het gemis datde Jangftlcetoe gemeen zyn. Te-recht voegt de Heer vende door 't overlyden zyner metgefel of van der MarcIc >r wyders by, dat deeze metgefelünne qiumé te lyden, en bet niet contimatabonorum communiomet is geintro- contendeeren tot fcheiding aan'lezyde van duceert, gelyk man algemeen en met voor- de erfgenamen der eerftoverlf edene, cequi. name mannen Iramelr, uit haat teegen den tatisrationeeer, continuatie v an gemeenfchap langftleevende en in faeur van de kinde- ruftende op een quafi contract raadfaamft ren, maarinteegendeel in folatium & me- gevonden heeft. Men objicieeremy niet mariam nmiffi conpigis ex pütate, offchoon het 21 art. uit de ordonn. der Weeskamere ik niet wil ontkennen, dat in veele gevallen deezer Jleede Amfl waar by de fchaade aldeeze continuatie de kinderen meede mer- leen word opgelegd den langftleevende Vakelyk favorabel zyn kan; maar deeze con- der of Moeder, want dit ziet bepaaldclyk  XXIII. Deel. Van Maatfchap, en Gemeenfchap. i6y twede gemeenfchap aanbrengen, arg. l.19. ff. pro Socio ë5 /. 47. §. i.ff. de Reg. jur. Andere in tegendeel verftaan, dat het drie onderfcheydentlyke Boedels zyn gebleven, en den twede Egt-genoot trouwende met iemand Voor-kinderen hebbende, fonder dat hy beforgtdat den Boedel van haar overléden Vader, of Moeder, van den Boedel van de langftlevende Weduw, of Weduwnaarbehoorlyk werd gefcheyden. arg. I 19. ff. de Reg. jur. juncl, §. final. injlit. de Socutat. het lig felfs moet weiten , en hem met de boven verhaalde Wetten niet kan behelpen, dat hem enige twede maatfchap, of gemeenfchap, tegen fyn wil werd opgedrongen. En dat dienvolgende defelve gemeenfchap in drie delen moet werden gedeelt, waar van het een derdendeel de Voor-kinderen toekomt, uit den hoofde van haar voor overléden Vader, of Moeder, en het twede derdendeel uit den hoofde van haar langftlevende Vader, of Moeder. So dat beweerd en betuygt werd by Imbert. Enchirid. Jur. Gail. verf. Societas an prcefumatur. Dat by het Parlement van Parys op een beleyde Turbe van ervare Coflumiers in Vrankryk den 23. Decemb. 1529. en den 7. Septemb. 1552. is verftaan. Daar over in gelyk voor-val Proces ontftaan zynde voor den Bogen Raadin /Mam/eerftdaagsgelyken uitflag verwagt wtrd. (7) 9 Wyders, of fodanige gemeenfchap ook verdaan werd van de ErffeniiTen en giften, is niet feker. Het felve werd wel fo gefteld by Hugo de Groot in fyn Inleyd. lib. 2. cap. 13. in fine. Maar andere Regts-geleerden (het welk wel het waarfchynlyklte is) feggen: Dat het maar alleen plaats heeft in fodanige aankomft en winften, die uit den gemenen Boedel haren oorfpronk hebben. Chriftin. ad leg. Mechlin. tit. 16. art. 24. Zypx. Not. Jur. Belg. tit. de jure dot. in verb. communio, Bufius ad l. 59. ff. pro Jocio. Sande lib. 2. tit. 5. defin. 9. arg. I. 65. fi. 9- ff- pro focio. En is fulks een duydelyke Keur tot Delft, 1. Keurboek ' Jol 101. tot Utregt, Coftuymen aldaar, tit. 23 art.4. en tot Antwerp'. Coftuym. aldaar, tit. 41. art. 39. en in Over-"Yifel, Land-regt aldaar' u. op die geenen, welke onwillig zyn bewys vervalt 't geene Ortwyn Standb. R. R te doen. Conf. poiro Ampliff. van Byn- p. 298 vermeld kessh. quafi. jur priv. li';. 3 cap 10 juncl. (7) Conf ]. Voet d. t. n. 32 £f, r Voet in comm. ad Pand. tit. filut. matrim A. Someken de jure novercar. pas: '00' ri 28. Uit welkers gedoceerde en tot fta- feq. ' ving van dien bygebragte gronden van zelfs Y  170 Roo'msch-Hollandsch Recht. IV. Boek. II. Deel, tit. 2. art. 15. Maar tot Leyden, TV. K. aldaar, art. 25. 27. AmfttWam, art. 21. Brie!, art. 48. Alkmaar, en Edam, tit. 2. art 28. (8) heeft het felfs ook in Erffeniffen ea Giften van buiten aankomendeplaats. Andersalwaar fodanige byfondere Keuren en gewoonten niet zyn , werd verftaan dat de gemeenfchap van goederen met de dood van eender Egt genoten gefcheiden is. per. I. 59. ff. pro focio. Ende kinderen in luik geval niet verder geregtigt Zyn, als tot haar afgeftorven Vaders, of Moedert Erffenis, met de vrugten van dien, fo verbet felve kan werden geweten. /. 65. §. 9. ff. eod. I. 20. §. 3. ff. de bceredit. petit. En is alfo by het Hof van Holland geoordeelt, als te fien isConfultatien en Advyfen het 1. Deel, conf. 105. en 161. en het Rotterdams. III. Deel, conf. 47. Sie mede Sande lib, 2. tit. 5. defin, 9, Goris adverfar, de Societ. conjugali cap. 9. 10 Gemeenfchap van feker goed, in 't byfonder, of voor feker gedeelte, in de winft, of verlies, in de gemeenfchap te vallen, voor fodanig deel als by het beding van de Maatfchap is uitgedrukt, §. r. injlit. de focietate. het zy dat defelve gelyk zyn, of ongelyk, en dat den een grooter deel in de winft heeft als den ander. d. §. 1. juncl. §. 2. inftit. de focitate. I. 30. in fin. ff. pro focio. gelyk gemeenlyk gefchied, als den een het goed, of geld in gemeenfchap brengt, en den andere fyn kunft, of arbeid. Sodanig nogtans dat niet den een al de fchade op hem neemt, en den andere al het voordeel, of deel heeft in winft, fonder enig gevaar van fchade hoedanige gemeenfchap niet beftaan mag. /. 29. §. 2. ff. pro focio. So wanneer geen delen van winft of verlies zyn uitgedrukt, werd het felve gerekent na aandeel van het goed, of waarde van het geen dat men in de gemeenfehaap heeft aangebragt. 3. injlit. de focietate. (9) 11 De (8) Met welke laatfte zich ook de pre- degemeenfehapheeftaangebragt, maar dat fident van Buynkersh. d. I. conformeert, de deelen alleen naar de hoeveelheid der add. porro doctijf. VrNN. ad Injl. tit. de psrfonen of compagnons bereekend en iefocietate ad pr. n. 3 £? feq. der hunner eeven veel toegekend moet (Cf) Het geen den Aufteur h. I. leeraart worden. Nadien de focie'eiten, waarvan is buiten twyfel gegrond , wat ook daartee- de Rechtsgeleerden hand;!en niet wordan gendoorCoNAN: senanderao isi'igebragt, aangegaan alleen uit inzic'it van vrind-of welke deonreedelykheid zelve voorfpree- broeder-fchap, maar «etvinshalven; waar. ken, wanneer zy beweeren , dat in geen om ook PapintAnu^ in l. 63. ff. pro focio. confidentie komt, wat ieder Vennoot in jus quoiammoio fiaten.itatisge volgelyk men  XXII[.Deel. Van Maatfchap, en Gemeenfchap. j7ï 11 De gemeenfchap houd op met de dood van den deel - genoor. /. 4. 5. 1. /. 35. /. 52. 9. ff. pro focio. fonder dat defelve tot den 'erfgenaam over gaat. g. 5. injlit. de focietate. ten waar dat anders was bedongen,. Of anders met de tyd in de gemeenfchap bedongen. /. 65. 5- 6- ff pro focio. Of dat de faak, of handeling, daar in de gemeenfchap beftaat, is uitgevoert. d. I. 65. §. 10 ff. pro focio. Of anders by onderlinge afftand. arg. I. 35. ff. de Reg. Jur. Ook wel by afftand van een van de deel-genooten, in weer-wil van deandere, fo fulks by tyds, en de faak nog in fvn geheel zynde gefchied. §. 4. inftit. de Societate l 63. &f d. I. 65. §. 3. 5. 6. ff. eod. (10) Aangaande de gemeenfchap van goederen tuffchen Man en Vrouw, deft lfde eindigt en houd op met dat het Huwlyk isgeëyndigt en gefeheyden: ten ware de langft-levende als Boedel-houder, den Boedel onverdeelt en ongefcheyden had blyven befitten, waar van hiervoor no. 2. en 3. is gehandeld, en werd het goed gelyklyk gedeeld, fonder'dat huydendaagstepas komt, het gene van het weder-keren en vergoeding van de vrugten verfcheydentlyk byde DD. werd getwift-redent, maar moeten de goederen in fodanigen ftaat als die ten tyden van de fcheyding bevonden werden, in twe gelyke deelen gefcheyden en gedeeld werden . fonder enig onderfcheid, hoedanig dat het foude mogen wefen. Het welk mede fo nauw werd genomen ; Dat een Vrouw, of Man, de Rouw-klederen over fyn Vrouw, of haar Man, uit den gemenen Boedel niet fou mogen genieten, maar een iegelyk die defelve dra- (ro) Add. Vinn. in comm. d. t. p. figg. de Coccejus tom. i. pag. 812. avis pour le Commercep. Ci]. A. Matthsi difput. 27. Eircdelyk had ik alhier eene aanvulling té doen , namelyk van de verpligdngen , waar toe de Vennoten onderling'zyn gehouden, als ook tenopfigte van derdens: dan ongeneegen tot eene overbodige moei. te refereere ik my op dit fujet, tot hetgeen uit het voorenftaande is afteleidenen verder kan gezien worden in de doorwrojite aanteL-kening van Mr. Lusac dans les notes fur l euvrage de Mr. Wolf Droit de la N. & des G. tom. 1. pag. 272. £f Juiv. Y 2 zeer quaa'yk daar op appliceert het geen Cicero, Aristoteles en andereWysgeeren hebben aangeteekend, men voege hier byde/. 6 &f 80. Dig. pro focio. als ook de 5 2 Infl b. t & Vinn. in comment ibid. Zonder dat obfteert de / 29. ff. eod. als welke verftaan moet worden cequali colla tinne facta pront pluribus olfervavit cl. &f dottiff Nooaincomm. ad d. pandettar. tit. ten ware men verteerde in focietate Ur.iverfali om. ium fortw arum, (qua tarnen in dubio nurquam prafumitur) in qw: alter fociorum ex communibus bonts etiam filiam dotare poffit, jmta ea qua: tradit Samuel de Coccejus Jus. civ. controv. tom. 1. png. 805.  ijz Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. dragen wil, die uit fyn eigen beurs, en op fyn eigen koften moet betalen; Coftuym. tot Antwerp. tit. 47. art. 28. Coren obferv. 38. num. 45. En wederom de Dood-fchulden, en wat daar aan behoort, aan de zyde van den afgeftorven moeten werden gedragen ; Grot. Inleyd. 2. Boek, 11. Deel, num. 13. Coftuymen in Zuid-holland, pag. mibi 537. art. 40. facit. I. 23. /. 27. in pr. & 1. & feq. I. uit. §. 9. Cod. de 'Jure delib. Sulks hebben cie Egt-genoten, of hare Erfgenamen, na het ïcheiden van 't huwlyk , regt, om d'een tegen d'ander de goederen te doen inbrengen, die ten huwlyk waren aangegeven, indien fulks niet was gefchied, en dat metten IntrelTe van dien. Pecc de Teflam. conjug, lib. 2. cap. 4. Neoftad, de pacl. antenuptial. obferv. n. o3 14. Grot. Inleyd. lib. 2. cap. 12. Item vergoeding te eyffchen van de goederen, gebleven buiten gemeenfchap , en ftaande Huwlyk , by den Man verkogt, of anderfins door fyn fchuld en verfuym verongelukt, of befchadigt; Neoftad. obferv. 20. Grot. d. loco.. Het  XXIV. Deel. Van Huwelykfe-Voorwaarden. 173 Het XXIV. Deel. Van Huwelykfe-Voorwaarden. [Grot. 2. 12. Cenf. for. 1. 12.] 1. Huwelykfe-Voorwaarden, boe, en van 7. Of Borg-togten daar onder mede gerekent wat kragt. werden. % Vrye keur van de Vrouwen, om aan de 8. Ineen twede Huwlyk met een perfoon die gemeenfchap van winft , of verlies te Voor-kinderen heeft, niet meer te bedin. houden , of niet. gen alt een Kinds gedeelte. 3. De gemeenfchap van goed, winft en ver- g. Het Kinds gedeelte , by verfterf van de lies uitgefloten, boe ver een Vrouw buy. Voor-kinderen, hoedanig te rekenen, ten dien is verbonden. 10. Het voordeel, by Huwelykfe Voorwaar. 4. Verbod van de verhandeling, vervrem- den, vervalt door Overfpel. ding, befwaring, of helafting van der II. Huwlykfe-Voorwaarden hoe ver kragt Vrouwen goeden by den Man te doen, van Üitterfte-wil bebben, en als Uit- in de Huwlykfe-vouw aar den, gefteld, terfte willen beftaan. Of, en boe ver, tot nadeel van een der- 12. Hoedanig te breken. de, mag beftaan. 13. Morgengaven en Duaryen, hoedanig, 5. Wat niet uitdruklyk by Voorwaarden is en hoe ver by ons plaats hebben. uitbedongen, volqt de gemeenfchap. 14. Giften en gefchenken, ftaan le Huwlyk 6. Onder winft en verlies wat te rekenen? tuffchen Man en Vrouw, of, en boe ver geen erfniffen, of diergelyk. plaats heeft. i/"*\M dat de Luiden haar gelegentheid dikwils feer ongelyk is, en V_/ het gevaar van fchade, dat uit fodanige gemeenfchap te wagten ftaat, dikwils feer groot is: So kan voor het voltrekken van het Huwlyk daar in by Huwlykfe-Voorwaarden werden voorfien: (1) waar by dat men fo veel men wil, van de gemeenfchap afgaan mag, en den een, of den (1) Behoudelyk dat de minderjaarige cum confenfus parentum tacitus fufficiat per met hunne Ouders, Curator, of voogden /. 7. g. 1. ff. de fponfai. 5. Cod. de behoorlyk zyngeadfisteert.anderilnts wor- nupt. add. Schomaker conjil. p. 2. c. 39. den dezelve antenuptiale contraften gehou n. 63. En kunnen deze voorwaarden zo den voor clandeftin en nul: Z. placaat van wel mondeling als fcnriftelyk worden aanKeizer Karel van den4 OSt. 1540. art. 17. gegaan, Z. de Groot inl. h. t. g. 4. zoo echter de Ouders, Voogden of Curator Schorer ibid. in notis behoudelyk men in op het paffeeren waren prefent geweeft, het oog houde deOrdon. vonden jare 1716. dog het contract, niet hadden onderteekend, art 48. cif 49- add. Htll. Confidt. 4. d. zoude ik de validiteit daar van fuftineeren, conf. 35, Y 3  174 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. den ander enige voordeden bedingen. Uitgéfondert dat men niet mag bedingen deel te hebben in de winft, ftaande Huwlyk te vallen, fonder in de fchaden gehouden te zyn. Hoedanige onderhandeling'by den Regts geleerden Societas Leonina genoemr werd, en na regten niet beftaan mag Per. L 29. §. 2. /. 30, ff. pro focio. % 2. injlit. eod Als malleen dat een Vrouw haar vrye keur mag bedingen, om na't fcheiden van het Huwlyk, te komen in de helft van de winft en verlies, indien fy wil, of anders haar ingebragte goederen na haar nemen: Neoftad' de paft. antenupt obferv. 9. Grot. Inleyd. lib. 2. cap. 12. num. 7 Sie medt Carpzov. defin. forenf. part, 3. conflit. 20. defin. 12. 't Welk alleen aan de Vrouw, tot een byfonder voor-regt tegen den grond van het algemeene regt is toegelaten, om dat fy, haar Man overlevende door bedrog, fchade, of verlief van haar Man, by haar levende Ivf' van haar eyge middelen niet fou werden verfteken, en ontbloot en overfulksfeer eng genomen moet werden: fo dat hare Erfgenamen, ingeval fy voor haar man quam te overlydtn, 't felve Regt niet fouden mogen gebruiken, alwaart dat het fo bedongen was; om dat het geen tot iemands byfonder voor-regt vergund is, van het een geval tot hetander, of van de een perfoon tot d'ander niet mag uit gerekt werden g, 6. Inftit de JureNaturali, gent. &f civ. I. 1. §. 2. ff. de conflit. princip. En is alfo by hetHogeHof vanParysgeoordeelt,volgensgetuygenisvan Defid Herald return judicat. lib. 2. cap. 18. num. 6. Het melk te verftaan is van erfgenamen van tsr zyde of andere onbemaagtaalle. Om dat aangaande kind of kinderen ik hseredes fous verfiaan -werd, dat fodanig regt van verkiefing ook tot defelve overgaat, gelyk ook in andere dotale privilegiën verftaan werd om dat defelve voor - regten fo we! om de kinderen, als om de Vrouwen felf vergunt zyn Hoedanig te verftaan is het gewysde van het Hof van Parys daar van Joann. Papon. lib. 15. Arreft. tit. 4', art. 12. Daarby geoordeeld werd dat fodanig regt van verkiefing tot haar erfgenamen mede overgaat, alwaar de erfgenamen voor kind of kinderen, of verder af komelingen, £f haredes fui moeten verftaan werden. (2) [Dog toe- "(2) deHr. Vozrdepatlisdotal. num 54. crediteuren van de man; of tuffchen de beflift de zaak in dee?er voegen : de erfgenamen van de vrouw en de erfeemquajftie (zegt by) word ge ventileert of rus- men van de man; in het eeifte "evai is liv fchen de erfgenamen vande vrouw en de het volmaakt eens met onzen Auteur, of. fchoon  XXIV. Deel. Van Huwelykfe-Voorwaarden. ïf$ toekomende egtgenote mogen voor of na het opregten van de Huwelykfe-Voorwaarden malkander niets door enige fecreteoverkomingen, giften, renverfalen &c. beneficieren. Nog ook aan geen van des eens of anders vrienden tegens den inhoude van die voorwaarden'iets belooven. vid. Groenew. ad l. 4. C. de dot. pront. Wefel ad Nov. Ultr. art. 8. Zutph. pag. 409 ] 3 Maar de gemeenfchap van goederen, winft en verlies uitgefloten zynde, mag evenwel de Vrouw, na haar Mans dood, aangefproken werden voor de helft van de fchulden, tot onderhoud van de huyshouding gemaakt, behoudens alleen hare Mie op d'Erfgenamen van haar Man, indien daar enige zyn. arg. I. 33. /. 78. g. 2. ff. de jure dot. Gelyk by den Hove is verftaan den 6. Novemb. r<5o3. in de laak van Cornelis Jacobfz. Laken-koper, cum focus, contra Juffrouw Maria Dicrt, en den 26. Martii 1607. inde faak van de Gravin van Solms, tegens verfcheide harer Crediteuren. 4 Aangaande het beding tuffchen Man en Vrouw, by Huwlykfe-Voorwaarden gedaan: daar by den Man verboden werd, de goederen by fyn Huysvrouw ten Huwlyk gebragt te mogen belaften, befwaren, of vervremden, dan by bewilliging van defelve Huysvrouw, of diergelyke, werd onder de DD. niet fonder reden getwyfelt, of fodanige overkomft, na Regten beftaan mag, én of de belading, of vervremding, in tegendeel van het felve beding gedaan, in opligt van een derde, evenwel geen plaats foude moeten grypen? om dat een Vrouw voor on- fchoon hy zyn gevoelen voor iets nieuws opdifcht, en in het tweede volgt hy de doctrine van Lambertus Goris adverf. tra£t. 3. pag. m. 140. en beweert dat uit den aart der contracten zouanig beding op alle de erfgenamen, zoo wel vreemden als jut baredes, word getransmitteerd; met welk gevoelen zig byna allen conformeeren: Én men kan 'er byvoegen dat in het eer. fte geval de zaak uit de prajferentie, welke het recht attribueert, moet gedecideert worden ; en in het tweede geval alleen uit de conventien tuffchen partyen opgericht: dan my dunkt datdiegeheele diftinc- tie weinig applicatie kan vinden, want in cas van infolventie zal de vrouw of desfelvs erfgenamen zeer gaarne van die keufe renuncieeren; ende boedel te bovenftaande behoefd 'er met de crediteuren geen judi. chm prceferentia rj? concurrentie te worden gehouden. De decifien op dit fujet gevallen vermeld Bynkershoek qua?fi. jur. priv. lib. 1. cap. 1. welke van deeze keuze zegt: Recepta tarnen morilus efl iniquifjima illa ,, mulierum cptio, £P banc cum maxime de~ „ fendit Grotius ob mairimonü favorem , Jed nullus matrimonii favor apud me tantus „ efl, ut aut r'.tionemvincat autlegem'. &c>  176 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. onmondig werd gerekent, en geheel en al ftaat onder de Voogdye van haar Man; als hier voor in het l. Boek, VI. Deel, num. 7. in 't lang werd aangewefen. Daar by komt, dat het algemeen regt der Volken, door onderhandeling van d'een metd'ander, in 't byfonder, niet werd weg-genomen, /. 38. ff de paft. Hoedanigen Regel ook plaats heeft in byfondere Keuren en Gewoonten, fo wanneer het geen in tegendeel van dien gedaan, ftryd tegen de goede Zeden, of tegen de Manlykeagtbaarheid, of anderfins, daar uit een quaad vertrouwen onder de Egtgenoten fou voorfpruyten, gelyk als dat beweerd werd by Bart. ad d. I. 38. num. 4. 5. Daar toe doet ook den text in lege Alia caufa. 14. §. leganter. ff. Soluto matrim. Alwaar Ulpianus op het; voor-val: Indien een Man by Huwlykfe-Voorwaarden fig verbonden had, dat hy niet na fyn vermogen, maar ook buyten dien in folidum, dat is 't geheel gehouden fou zyn, of fodanig beding beftaan mag? verftaat neen: om dat het felfs tegen de goede Zeden, en de Manlyke pligt en agtbaarheid ftryd. Daar uitby Bald werd aangetekent, dat geen verband kragtigis, daar hy een Man benomen werd de eer en pligt die hem fyn Vrouw fchuldig is. Derhalven ook in Regten verboden is Borg te eyffchen voor de wederkering van het Huwlyks-goed, of fo die gefteld zyn", zyn niet verbonden, tot. tit. Cod. ne fidejuffor. dot. dentï~ & ibi. Bart. & DD. de reden is, op dat in het Hnwelyk geen wantrouw plaats hebbe. Sie Groenew. de l. abrogat. ai dicl. titulum Cod. Ten anderen, dat volgens algemene gewoonte, de Man fonder onderfcheid toekomt de vrye verhandeling, fo wel van de goederen van fyn Huysvrouwen zyde gekomen, [y. Neerl. adv. 1. c. 40.] als van fyn eygen zyde: Dat ook een getrouwde Vrouw van haar eygen goed, onder den levenden niet handelen mag, 't welk ook plaats grypt, al waart dat de gemeenfchap van aangebragte enaanbeftorven goederen, by Huwelykfe- Voorwaarden uitgefloten zyn, en des niet te min de Man vrye verhandeling van fyn Huysvrouw aangebragte goederen toekomt, mids cat by 't fcheyden van het Huwlyk, in fuik geval, de vervremding en vermindering van goederen aan d'een of d'ander zyde gevallen, moet werden herftelt, welke Cojluym, als rakende de agtbaarheid en pligt van een Man, by fyn Huysvrouw, paclo, niet mag werden tegengegaan. Aangefien anderfins daar uit fou ryfen een quaad vertrouwen van de Vrouw, indefchuldigepügt van haar Man, uit oorfaak fy foufchynen haar  XXIV. Deel. Van Huwlykfe-Voorwaarden. 177 haar goederen niet te willen vertrouwen den gene dien fy haarLighaam, en haar eygen felfs had bevolen. En dat hoewel na de gewoonte van de Landen , geoorJooft is te bedingen, dat tulTchen Man en Wyf geen gemeenfchap van goederen is , gelyk gemeenlyk alle HuwlykfeVoorwaarden in Holland vermelden , nogthans onbehoort fou zyn, en de goede manieren te buyten fou gaan: Dat een Man hebbende hetrecht van waardigheid en gefag over fyn Huysvrouw, en de vrye verhandeling van fyn Huysvrouwe goederen, in defelve verhandeling (pacHo) fou mogen werden verkort; byfonder, fo wanneer tuffchen Man en Wyf de gemeenfchap van winften verlies niet is uitgefloten. Dewelke van fodanige kragt is, dat de verhandeling en vervreemding by den Man , over des Vrouwen goederen gedaan , beftand is, en dat de Vrouw alleen wederom kan eyffchen die goederen , dewelke by het fcheyden van het Huwlyk noch onvervreemd, overig, en in wefen zyn. Behoudelyk alleen den Vrouwen voor de geleden fchaden , en het kort, haar recht tegen des Mans Erfgenamen , en verder voorrecht dat haar vergund is, tot wederkeren van haar Huwelyks- goed voor andere des Boedels fchuld - eyfcheren. Daar van hier voor XIII. Deel, num. 4. (3) Groeneweg. ad 1. 30. Cod. de Jure dot. maakt dusdanig onderfcheid: Dat fo wanneer een Vrouw, by Huwelykfe-Voorwaarden, de gemeenfchap van goederen uitfluyt, en hare ingebragte goederen wederom vry uit den Boedel bedingt, alleen plaats heeft, voor fo veel daar van by haar Man ftaande Huwlyk niet zyn vervreemd, of befwaard, en ter fake van de vervreemde, of beswaarde goederen, fy maar alleen heeft Atlie op haar Man, of fyn Erfgenamen, tot wederkeering van dien, om het algemene recht van gemeenfchap: Maar indien fy boven dien, by Voorwaarde, de vervreemding, of belafting van hare goederen , by (3) Men moet dit verftaan met tempé- „ delfchydinge." En deadminiftratie over ramen t: „ Hoewel nu (zegt H. de Groot des vrouws goederen aan den man byRech„ 1. b 5. d. g. 24) des Mans voogdy terlyke publicatie zynde geinterdiceert kan ,, over zyn Vrouws goed na 't gemeene de vrouw haar actie van reclame teegens „ land recht zo verre is (trekkende , zo derde en verdere poffeffeurs zeekerlyk in. „ kan nocbthans dezelve door twee midde- ftitueeren ; het geen heedendaags geene „ len ingebonden worden: namelyk door contradictie leyd; add. Groot Heil. pkcaatb. huwelykfe voorwaarden en door boe- i. d. jol. 375. z  178 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. by haar Man te doen, uitdruklyk had verboden, dat in fuik geval de vervreemding, of belading van hare goederen, by haar Man gedaan , in opfigt van een derde, mede voor nietig en kragteloos gehouden fou werden: Tot welk onderfcheid nochtans geen reden zyn; ten waar dat fodanig verbod openbaarlyk was afgekondigt, het welk de woorden van Hugo de Groot lib. ï, cap. 5. num. 39. by de voornoemde Groenewegen by gebragt, fchynen mede te brengen: als hy feid, Een Vrouw kan bedingen dat haar Man geen bewind fal hebben van haar goederen, en hem over zulks iets tragtende te vervreemden, of te belaften, fulks regtelyk te verbieden: Waarom defen aangaande, vermits de algemene wettelyke Voogdy en volflage onderwind, admwfiratie van de Man over fyn Vrouws goederen, en om reden hier voor verhaalt, het waar* fchynlykfte gevoelen is, dat de vervreemding van der Vrouwen goederen by den Man, niet-tegen-ftaan het beding in tegendeel van dien gedaan, in opfigt van een derde, fou moeten plaats hebben, behoudens de Actie van de Vrouw op haar Man, of fyn Erfgenaamen, ten ware het verbod van vervreemding, &c. openbaarlyk was af gekondigt, of anderfins daar in ter quader trouwen was gehandelt; om dat men befwaarlyk kan weten hoedanige bedingen, onder de hand, tuffchen de Egtgenooten, mogten werden gemaakt. Het welk ook in opfigt van befwaring, of hypo'becatie fou volgen, ten waar den Vrouwen dienaangaande een byfonder voor-recht, voor alle andere des Boedels fchuldeylTcheren, was vergund, het gund by ons als noch werd aangenomen, als hier voor XIII. Deel, num. 14. Sie mede Neoftad. de paft. antenupt. objerv. 2i. Joan a Sande lib. 2. tit. 5. defin, 8. verf. Simuüer. 5 Wat voorts niet uitdruklyk by de Huwlykfe Voorwaarden is bedongen, volgt evenwel de gefcheyde gemeenfchap. Grot. Inleyd. 2. Boek. 12. deel, verf. dan wat. Neoftad. d, traclat. obferv. 4. 23. Coren obferv. 30. & eonfi 25. /. 22. ff. folut. matrimon. Pee. de tejlam. conjug. lib. 1. cap. 6. [Neerl. Adv. t. d. c. 9.] Mantic. de tacit. & ambig. sonv. lib. 3. tit. 9. num. ix. Argentr. ad Confuetud. Britann. art. 418. Gloff. i. num 5. Sulks dat was de gemeenfchap van goederen uitgefloten, evenwel gemeenfchap fou blyven van de vrugten, baten, winft, en verlies, ftaande Huwelyk te vallen /. 9. ff. pro Socio. Neoftad. pad. antenupt. obferv. 4. Gelyk mede by 't Hof verftaan is in een fake van Hendrik janfz. van Berkel, Contra Kryn Gerritfz. Landman, den 19. No-  XXIV. Deel. Van Huwelykfe-Voor waar den. 179 November 1619. Sie mede Joan. a Sand. lib. 2. tit. 5. defin. 8. Aigentr. d. art. 418. Gloff. 1. num. 7. 8. En indien de gemeenfchap, by Huwelykfe-Voorwaarden, niet in't geheel, maar alleen in feker geval werd uitgefloten, als by gelyknis; Wanneer datter maar gefproken werd in fuik geval; by-aldien datter geen Kinderen uit het felve huwelyk voort komen; fo werd verfiaan by alle andere gevallen de gefeyde gemeenfchap plaats te hebben. Coren decif. 30. 6 Als men van winft en verlies fpreekt, of het felve ftilfwygend gemeen werd, werden daar onder de Erfniffen, aanwaffen, of diergelyke baten, of laften niet begrepen. /. 7. 8- 9. 10. Pt. ff. pro focio. Zypse Notit. Jur, Belg. de jur. dot. in verb. pïeiumque. Coren confil. 18. Chriftin. ad. leg. Mecblin. tit. 16. art. 18. num. 2. [Weefel de connub. bon. Soc. tr. 2.. C. 2.] (4) 7 Maar of onder de Claufule van winft en verlies, ook gerekent werden Borgtogten die een Man, ftaande Huwelyk, voor een ander mogt hebben aangegaan, en of een Vrouw, of haar Erfgenaam ook voor de helft gehouden is te dragen de fchade daar door veroorfaakt, werd getwyfelt. En is dien-aangaande by het Hof van Vriefland verftaan, dat een Vrouw daar in niet gehouden is, maar dat het felf aan de zyde van de Man alleen moet gedragen werden: Sande lib. 2. tit. 5. defin. 8. En fou 't felve, na fcherpheid van Regten, ook wel meeft plaats hebben. Vide Barbof. de matrimonio. ad l. 1. ff. folut. matrimonio. part. 3. num. 6i. fcr feq. Pet. Sanz. lib. 2. de bonor. divif. cap. 13. num. 12. & feq. Aangefien 't felve gegrond is op defe maxime: Dat na fcherpheid, en gewoonte van fommige plaatfen, als in Vriefland, Gelderland, en elders een Man fyn Vrouwe goederen, fonder haar toeftand , niet vermag te vervreemden, of befwaren; Idem. Sande lib. 2. tit. 4. defin. 2. en Borg te blyven enigfins voor een onnoodfaaklyke befwaring werd geagt. Dog aangtfien de gronden van onfe Hollandfe Huwelyken zyn, dat een Vrouw geheel en al ftaat onder de Voogdy van haar Man, dat fy felfs haar eyge goederen niet belaften, of befwaren mag, maar dat een Man voor haar in Regten moet ftaan, dat hy haar goederen beftieren, ver- vreem- (4) Conf. Ampl. Schorer ai manuduSl. H. Grot. pag. 185. Z 2  i8o R oomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. vreemden, belatten , of anderfins daar mede mag handelen na fyn welgevallen, fonder fyn Vrouws bewilliging daar toe van node te hebben als op fyn plaats breder is gefeid; en de Man enige fchulden makende^ uk wat oorfaak het fou mogen zyn, de Vrouw ook fonder haar wil daar toe verbonden werd; Grot. Inleyd. lib. i. het 5. deel, verj. Uit kragte. Sou daarom by ons verdaan werden, dat de Borgtogt by den Man gedaan, voorgemene fchade moet gerekent werden, daar in de Vrouw, of hare Erfgenamen voor de helft gehouden is: daartoe mede diend dat de Borgtogten, ten geryve van de koopmanfehap, en onderhouding van de gemene faak, onder den Menfchen zyn ingevoerd. En gelyk als de Man voor een ander, alfo een ander wederom voor hem .Borg blyft, en alfo het geloof van den gemenen Boedel werd verderkt. Alfo is Anno 1651. verdaan by de Heeren en Mrs Reynier Paauw] Raad in den Hogen Rade; Gerard Kromom, en Gualter. de Raad, Radenin den Hove van Holland, als Arbiters in de faak tuffchen de Erfgenamen van Ary Jorifz. Beys, tot Schiedam, Eyffcher; en de Erfgenamen van Katlina Jemans, deffelfs Huysvrouw; dog by andere is wederom anders verdaan , fulks dat daar van verfcheyde gevoelen zyn. 8 Een Man, of Vrouw, Huwlyk aangaande met een Weduw, of Weduwnaar, Voor-kinderen hebbende, vermag wel flegtlyk Huwlyk aan te gaan, en daar door te blyven by gemeenfchap van goed, gelyk als wy hier voor hebben gefeid: maar Huwlykfe- Voorwaarden aangaande, mag daar by niet meer bedingen , of genieten als een Kinds-gedeelte. 1. lac. edittali 6. Cod. de fecund. Nupt. [de lege hac Edict. Wefel ad nov'. Ultraj. art. 10. en is defe Wet in Gelderland in ongebruyk. Neerl. aiv'. p. 1. Conf. 45.] Coren obferv. 30. num. 29. 54. in margine. Neodad'. Ae paft. antenupt. obferv. 4. in Not. in verbis, portio infin. Pecc. de teJlam. conjug. lib. 2. cap. 18. num. 8. En niet alleen dat de twede Egtgenoot van een Weduw, of Weduwnaar, Voor-kinderen hebbende, niet meer by Voorwaarden, Tedament, gift, of anderfins, mag gel nieten als een Kinds-gedeelte, maar dat ook aan fyn Voor kinderen Ouders, of andere, niet mag werden gemaakt, of befproken, buyten het voornoemde Kints-gedeelte. juxta. I. 3. ff. de donat. inter vir. uxor. 1. fervo legato. g. fi teftator. ff de leg. 1. tj l Se jus tj Agerius 27. ff. ad. leg.falcidiam. Het geen daarboven aan de twede Egt-genoot " gegeven, of gemaakt is, komt tot voordeel van de Voor-kinderen alleen ,  XXIV, Deel. Van Huwelykfe-Voorwaarden. 181 leen, Novell. 22. cap. 27. Sulks als verftaan is by den Hogen Rade in de faak van Adriana de Ruyffer, wonende Ter-Peer, Impetrante in cas d'Appel, contra Jacob Pieterfz. Gedaagde den 31. Juny 1620 en tuffchen Phillippus de Bakkere, fo hy procedeerde Gegyfelde en Requirant, contra Anthonis Tyfius óm 3. Juny 1634. Confult. en Advyf Amflédams 3. deel, conf. 86. (5) Maar of men de Na-kinderen gewonnen uyt) het twede Huwlyk niet mag maken buyten het verhaalde Kints-gedeeltè: en of de gefeyde wet ten aanfien van haar mede plaats heeft, werd verftaan dat de gefeyde wet. /. hac ediclali 6. Cod. de Secund. nupt. 't felve niet verbied. En dat de aangebore genegentheid omtrent de Kinderen fo Voor-als Na-kinderen, en onder die aan d'een meer als aan d'andere alle bedrog weg neemt, en fulks aan defelve wel wat voor uyt gemaakt mag werden, per. text.l. fin. ff. n. de bis quib. utindign. En de Voor-kinderen in opfigt van defelve niet te klagen hebben, fo ver fy in haar legitime portie niet werden verkort, arg. Novell. 22. cap. ut juncl; l. 5. Cod. de Inoff donat. Nov. 92. £? auth. ünde & fiparens: fubjecl. I. 6. Cod. de Inoff. te/lam. En werd doorgaans alfo verftaan. Sie Gabriel. concluf. lib. 2. concluf. 13 num. 30. Jacob. Cancer. lib. 3. var. refolut. cap. 2. num. 197. verf. an autem mater Mantic. detacit. & ambig. conven. lib. 12. tit. 33. num. 9. Joan. a Sande lib. 2. tit 3. defin. 6. Andr. Gail. lib. 2. obf. 82. num. 9. 9 Yemand by Huwlykfe-Voorwaarden gemaakt zynde een Kinds-gedeelte, indien enige van de Kinderen, of ook al de Voor - kinderen, ftaande het twede Huwlyk, quamen te fterven, is bedenklyk, of, en hoe dat het felve Kinds-gedeelte, by overlyden van de Moeder, of Vader der felver, tuffchen de langft - levende, en de Erfgenamen van defelve Vader of Moeder moet werden gerekent? En is daar van te verftaan dat fodanig Kinds-gedeelte moet gerekent werden na het getal van de Kinderen, dewelke ten tyde van het afflerven werden bevonden het zy dat die dan minder, of meerder, veel, of weynig waren , dewyl de Huwlykfe-Voorwaarden voor fo veel daar in van Erffenis werd gehandelt, kragt van Uiterfte wil hebben , dewelke met de dood werden beveftigt, /. 5. Cod. de paclis convent, fuper dotem. en dan eerft haar begin Cs) Add. Loenius decis. capi 113. cn M-. Rofl \bU. Z 3  i8i Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. gin hebben, ten waar uitdruklyk anders was bedongen, in opfigt van welke tyd, ook werd gerekent de fchade, de welke de Voor-kinderen door het twede Huwlyk komen te lyden. Novell. 22. cap. 28. gelvk ook van de Lcgeüme portie der Kinderen. I. 6. Cod. de inoffic 'te/lam daar op mede gegrondveft is de gefeyde. /. hac ediclali 6. Cod. de fecund' nupt. verf. ita tarnen. Ten anderen, dat de Na-kinderen mede beneven de' Voor-kinderen werden opgetelt, tot het fchatten en uitvinden van het meergemelde Kinds-gedeelte. tot vermindering van het felf. Novell, ng cao t So volgt dan ook aan d'andere zyde, dat by het Voor-affterven van enicê der Voor-, of Na-kinderen, het felve Kinds-gedeelte moet aanwaden en vermeerderen, arg. I. 10. ff. de Reg. jur. I. unie. J. 4. Cod. de Ca* duc. tollend. I. 65. §. uit. ff. pro Secio. Dog al de Kinderen overleden zynde, ten aanfien dat de Egt-genoot ten tyde van het maken van de Voorwaarden, fig had ingebeelt, en de Uiterfle wil gegrond was od Kind , of Kinderen na te laten , en fyn, of haar Erfgenaamen niet ver der, of anders heeft willen uitfluyten. Ten anderen, dat door her af" fterven van al de Kinderen, het beding van de Voorwaarden gelyk als komt te vervallen, door een opkomende geval daar van in defelve niec isgedagt, ofgefproken; welk geval als een cafus.omiffus, na het gemeen Land-regt, moet werden gefchikt, en geoordeelt, fulks dat de gemeenfchap van goederen in dat geval fou plaats hebben, gelyk of'er geen Voorwaarde had gemaakt geweeft: arg. l. 27. \. pactus £? ibi D D. Derhalven den felven Boedel in twe delen fou moeten werden gedeelt, of anderfins gerekent, gelyk of'er één Kind in 't leven was ge" bleven, het welk op een uitkomt. Sie Jacob. Macfterr. traSt. de Secund" nupt. qucefl. 6~2. en 63. (6) io In- (6) deHr. COS in deiTelvs verhandeling Zoo, om dat het bedingen van een kindsover de l hac ediclah Cod. de fee. Nupt. heeft gedeelte een verdeelingi inUim welke h» §. 5. aangemerkt dat onzen Audeur in deeze de voorwaarde onderilelt werd' dat Dlair* geheelen. 9. van het rechte fpoor is afge- zal moeten hebben , en dat 'de tweede dwaalt; Zie hier wat zyn Ed. vermeld : vol- Echtgenoot tot het geheel niet zal wezen gens de /. hac Edtiïah „ Indien alle de kinderen geregtigt: als ook , om dat in het twvffel „ cverleedenzyn.endat de herbuwelykte zon- agtige 't befte is den middelweg te kiezen „ der nazaat fier ft, is bet kinds gedeelte de ge- en dat het billykfte behoort te worden -e „ rechte helft van des overleedens goed"; zon- volgt, hard zynde, uit zulken bedin-* des dermtnderofmeerder Holl.Cons. zfi. 1. huwelyks, vrinden van deganfche natiten 4. conf. 8r. fuafi. 6. en 4., d. cenf. 273. fchap te beroven, vide Wass. Pra3 Not n  XXIV. Deel. Van Huwelykfe-Voorwaarden. 10 Indien een van beyde de Egt-genoten zig in Overlpel quam te verlopen, vervalt daar door, na rechtelyk Vonnis, arg. I. 176. ff. de Reg. Jut. tot voordeel van de befchadigde, al het geen hem anderfins, of volgens het Land-regt, of by Huwlykfe-Voorwaarden opgekomen fou hebben. Politic. Ordon. art. 18. in verb. als anderfins naar Regten. juncl. Novell. 117. cap. 8. g. 2. cap. 9. g. 4. gelyk hier na t'fyner plaats breder werd aangewefén. [vid. fiup. lib. ti. c. 15. n. 1. infracap 27. n. 8.] (7) 11 Al-hoe-wel by de befchreve Regten is ingefteld, dat men geenErfnis by overkomft verkrygen mag. /. pacliim quod dotali. 15. Cod. de pad. 16. n. 57. M^st. q. 63. Voet d. t. n. 129. Wesbalven- zeer qualyk van van Leeuwen in cenf. for. lib. i. cap. 12. n. 15. in R. H. R. n. I. gefteld word, dat daar dooreen een Casus Omissus voorvalt, en dat de gemeenfchap van goederen plaats heeft, enz. Wel is waar, dat dit verdragen kan worden, (zegt de Hr. COS) als de tweede Egtgenoot niet één ftuiver ten hu welyk hadde aangebragt (waarop dit fteunt is by my meede duifter) maardat alle de goe. deren van de hertrouwde aangebragt waren : want of hy dan de gemeenfchap heeft of een kinditieel is eevenveel (my dunkt van neen: dewyl hy eerft de i en dan nog de filiale acquireert, zoo de gemeenfchap of het landrecht plaats heeft, daar hy anderfints maar de fllialeportie alleen verkrygt, echter fchyrtuithetvolger.de dat, COS h. 1. door gemeenfchap den boedel van de hertrouwde vcrftaat) en dat nog maar als de gemeen fchap van goederen was uirgtfiooten, want anders zoude hy het kmtsdeel nog moeten hebben boven de gemeenfchap en alzodrie vierden van den gehelen boedel. Maar wanneer elke Egtgenoot enig goed ten huwelyk aangebragt hadde, zoude de grootfte ongerymtheden van de wereld ontftaan als het geftelde van van Leeuwen doorging. Ja h'etfluyt een tegenzeggen in zich; want ftel eens, dat een vrouw hebbende voor¬ kinderen , uitfluitende de gemeenfchap der goederen, ten huwelyk aanbragt/'iccoo en de man ƒ i2cco zo nu de man van zyn kindsgedeelte gemeenfchap van goederen geniet, zoude hy/iooo moeten uitkeeren, daar hy boven het behouden van zyn goed vyf duizend gulden behoorde te profiteeren (te weeten zo 'er maar een voorkind exfteerde) en indien dit waare gebeurt zonder uitfiuitinge van de gemeenfchap, zoude uit laagte van de gemeenfchap, wel ƒ rooo moeten miffen van zyn aangebragt capitaal, maar hy zoude na ons geftelde & ook na de waarheid , uit zyn vrouws aandeel moeten hebben de geregte helft, d. i. f 5500 en alzoo in't geheel met zyn aandeel / 16500 en zulks komt zegt van Leeuwen op een uit, maar wie ziet niet beter'? Behalven dat door het verfterven van de kinderen niet altyd een Cafus Omiffus voorvalt. Want zo by hiiivelyks voorwaarden de gemeenfchap in alle gevallen uitgefloten word, of de man eerft fterft of de vrouw, en of 'er kinderen uit het huwelyk agterblyven of niet, wie zal dan zeggen, dat het een Cajus Omiffus is. add. Voet d. t. n. 129. (7) Add. de Groot inl. 3. b. 21. d. in f.  i84 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. Tact l. 4. Cod de inutilib ftipul. [v. fupr. 3. 2. 13.] en een overkomft van toekomendeEiffenis, na Regten, niet beftaan mag. /. 61 ff de Ferb. oblig. Sie Afceftert. de Juft. Rom. leg. lib. 1. dubit. 40 <3jeq. So mag nogtans, na Coftuyme van defe Landen , van alle goed ook van toekomende Erffenis, by Huwlykfe-Voorwaarden fo wel als by Uiterfte ml werden gehandeld. Polityque Ordonnantie, art. 20 in fin. mverb. Huwlykfe-Voorwaarden, Andr. Gail. lib. 2. obferv 126 n,um'6' ^rhch.jart. 2. conchtfi.pracficab.cap.su omdat op die wvs de Errremflen met eygentlyk kunnen gefeid werden by overkomften. over re gaan. So dat aangemerkt werd by Neoftad. obferv. rer. jud 2. mm inpr. mits dat de flipulatien van toekomende Erffeniflèn bv HuwIyWe- Voorwaarden gedaan, niet zyn onwederroepelyk. en dat fyfo veel kragt hebben als by Uit erft e wil, l. 5. Cod. de pad convent. Jupcrdotem defelve gelyk als Uiterfte willen herroepen mogen werden en overfulks ook met beletten de vrye Teftamentaire difpofitien. TSelf met, a had de Bruidegom of Bruid by Huwelykfe- Voorwaarden expreffelyk belooft niets te fullen by Teftamente tegens den inhoud der Huwelykfe- Voorwaarden difponeren. Neerl. adv 1. c 13"] (g) Doch ftaat wel te letten, dat Huwelykfe-Voorwaarden geen kragt van Uiterfte wil hebben; in fulker voegen, daffy de eerfte, of verdere navolgers en nakomelingen fouden beletten by Teftament, of anders, van defelve goederen te difponeeren, maar het felve in fulker voegen gefchied zvnde, heeft dan alleen plaats, en krygt dan eerft volle kragt, als by Uiterfte wil van de Kinderen, of die geen die daar aan ondertuffchen gelegen was, niet blykt anders gewilt te zyn ; Sie Coren obferv 20. num. 16. tj feq. cjf confil. 9. num. 45. feq. Neoftad. de pacf. antenupt. obferv. 1. 2. £f ibi notat. Pecc. de teftam. conjug hb 1. cap. 6. num. 2. Wefenbec. parat it. ff. de paEt. dot al. num. 4 lab. ad Cod. hb. 5. tit. 9. defin. 6. Boer. decif 204. Teffaur. decif. 225. Everhard. confil. 128. & confil. n9. num. 1.2. Fred. a Sande ad confuetud. feud. Gelrice tit. 2. cap. 3. Carpzov. defin. forenf. part 2. conftit. 43. defin. 1. 2. 5. 6. Joan. a Sande. lib. 2. tit. 2. defin 7' 12 Hier by ftaat dit aan te merken: dat de Huwelykfe- Voorwaarden niet (8) Conf. Cos verb. p. 162. Wassenaa* R. V. ï. d. p. iU. £? A. in eens. for. p. pracl. not. cap, 16. num. 22. Lybrïchts. i. lib. 1. cap. 12. n. 11.  XXIV. Deel. Van Huwelykfe-Voor-waar den. 185- niet anders als by Uiterfte wil, en weder roeping, of te niet doening van beide de Egt genoten, gefamentlyk kunnen gebroken werden. Waar in nochtans dat mishand; dat het felve Teftament by een van beide de Egt-genoten wederom gebroken zynde (als komende daar mede te vervallen al het geen daar in begrepen was) de Huwelykfe - Voorwaarden daar door verftaan werden in fyn vorige volle kragt herftelt te zyn, als of die nooit te voore hadden gebroken geweeft. Sulks dat men van fodanige wederroeping , en te niet doening, nimmer feker kan zyn; en fodanige herftelling, niet alleen heimelyk, byeenvan beide de Egt-genoten kan gefchieden, maar ook felfs na de dood van een van beyde noch in vermogen van de langfl levende is, fchoon de HuwelykfeVoorwaarden te voor gefamentlyk by Teftament waren gebroken , het felf breken, wederom te niet te doen, en fo veel haar aangaat, te blyven by de Huwelykfe-Voorwaarden; Sulks by bet Hof van Holland is geoordeelt in de faak van Hendrik Meyts, als Man en Voogt van Juffrouw Adriana van Naaldwyk , contra Jonkheer Balthafar en Guido van Giftelen , den 3. July 1609. en by den Hogen Rade den 31, July 1610. [Huwelykfe-Voorwaarden by Teftamente fimpelyk fynde gerevoceert, en evenwel niets in het felve Teftament tegens die voorwaarde fynde gedisponeert, ib foude door die enkele revocatie de goederen na de dood vaneen der voorf, Teftateuren niet 'tgemeen werden, maar egter fodanig gaan als by Huwelykfe-Voorwaarden is bedongen.j Om welke onfekerheid voor te komen, fommige menen geraadfamer te zyn , dat men fodanige wederroeping niet by Teftament , maar by Me van overkomft voor een Notaris en twe Getuigen deede. Het welk in fig felve wel enig befcheid fchynt te hebben, om dat alle handelingen kragtelyk verbroken werden , op defelve' wys als die gemaakt zyn. /. 35. ff. de Reg. jur. Maar aangefien de gemeenfchap van goederen, dewelke het Land-gemeen-Regt invoert, eens by Voorwaarden afgegaan zynde, door geen nader beding, wederom kan in gevoert werden, en de Egt-genoten buiten de eens aangegane Huwelykfe - Voorwaarden eikanderen geen giften , voorregten of iets ter wereld kunnen maken , of gunnen , ten zy by manier van Uiterfte wil, gelyk in het volgende Deel breder werd gefeid , facit l. 6. Cod. de donat. antenupt. & tot. tit. de donat. inter virum 6? ■A a UXQm  i86 Roomsch-Hoi.landsch Recht. IV. Boek. uxorem; (9) fo is fulks bedanken geheel vrugteloos. Sie Groenw. de legib. abrog. adl. 11. Cod. adftmat. Velkjan. &ibiDD. En in allen geval fou de geen die fyn Huwelykfe-Voorwaarden by manier van wederzydfe onderhandeling, en als by contract onwederroepeiyk vernietigt heeft, daar tegen by requeft civil herfteld, en de voorwaarden tot den vorigen ftand gebragt kunnen werden. So by den Hogen Rade verftaan is, in de faak van Geert jen Jans, huysvrouw van Hendrik Janfz. contra den felven Hendrik Janfz, den 30. Juny 1609. So werd ook gevraagd, of by Huwelykfe-Voorwaarden, de gemeenfchap van goederen uitgefloten zynde, by het enkel verbreken en vernietigen van defelve Voorwaarden, wederom gemeenfchap van goederen fou plaats hebben, gelyk of daar geen Huwelykfe-Voorwaarden gemaakt was geweeft ? Werd verftaan , dat eens van het Landregt en gemeenfchap uit kragte van defelve plaats te hebben, afgegaan zynde, defelve niet wederom plaats kan hebben, en indien de Egtgenoten eikanderen enig voordeel willen maken , 't felfs uitdruklyk by nader difpojitie of Uiterfte wille, moeten doen. So dat door het breken van de Voorwaarden wel komt op te houden al het voordeel daar by bedongen, maar geenfins daar door enig-voordeel kan werden verkregen, of't felf moet uitdruklyk by uiterfte wil gefchieden. arg. tot, tit. de Donat. inter Vir. & Uxor. En is alfo te meermaalen verftaan, Sie Annseum Robert. Rer. jud. Hb. 4. cap. 1. Chriftin. adleg.Mecblin. tit. 9. art. 11. num. 12. in Notis. Frederic. a Sande de feud. Geld. traB. tit. 2. cap. 3. num. 15. Goris Adverf. tracl. 1. cap. 8. num. 4.' c? feq. In welken fin te verftaan is het geen Groene wegen by brengt. ad. I. ir. Cod. ad Senatuf'confult. Vellejan. Sie mede Coren. Confil. 26, 13 Al het geen 't welk van Huwlykfe-Giften, Morgen-gaven, &c. by de befchreve Rechten feer forgvuldiglyk werd verhandelt, heeft by ons geen , of weinig plaats. Maar moeten by ons de Voorwaarden, en het beding voor het voltrekken van het Huwelyk gemaakt, in alles agtervolgt werden; of indien geen beding, of Voorwaarden voor het voltrekken van het Huwlyk zyn gemaakt, heeft het gefeyde gemene Land - Regt plaats, daar by alle goed tuflehen Man en Vrouw gemeen werd (9) Vid, tarnen de Haas nieuwe buil. cenfult. pag. 543.  XXÏV. Deel. Van Huwelykfe-Voorwaarden. 187 werd gehouden. Sie Gudelin. de jure Noviff. lib. 1. cap. 8. verf. uit. £ƒ Zypae. not. jur. Delg. tit. de jure. dot. Grot. Inleyd. lib. 2. cap 1 r. 12. Vinn ad§. 3. Inftit. de Donat. num. 7. (10) Als alleen-, datde Juweelen by den Bruidegom aan de Bruid, op Trouw, of voor een Morgen gave gegeven tuffchen Lieden van ere, verftaan, en toegelaten werd, de Vrouw als door een ftilfwygend beding, eige te blyven, fonderling fo wanneer de gemeenfchap van goederen is uitgefloten; Conlult. en Advyf. het twede Deel. conf. 207. en krygt de Vrouw haar Huwlyks goed dat fy vry bedongen heeft, met, of fonder vrugten , fo gelyk als het in wefen bevonden werd, en werden ook geen onkoften by de langft levende, ftaande Huwlyk, gedaan tot korting, geleden, al was het tot verbetering van het goed, of invordering van de vrugren gefchied. Neoftad de patt. Antenupt. objerv. 20. infin. 14 Om defe oorfaak kunnen ook de giften en gefchenken, tuffchen Man en Vrouw, by ons van geen der waarden zyn. tot. tit. ff. ö* Cod. de donat. inter virutn uxorcm. Maar indien evenwel een Man aan fyn Vrouw, of een Vrouw aan haar Man iets had gegeven, en daar by ware gebleven tot het einde van fyn leven; fou fodanige gift, als hebbende den aart van gifte ter fake des doods, in dier voegen mogen beftaan, /. 32. $. 2. én. 3. ff. de donat. inter, vir. & uxor. I. 25 Cod. eod. Mantic. de ambig. cenv. lib. 21. tit. 7. Grot. Inleyd. lib. 3. cap. 2. num. 13. So ook het geen de Vrouw aan enig Officie, Ampt, of waardigheid voor haar Man te koft leid, blyft van waarden, voor fo veel het felve tot onderftand van het Huwlyk van noden was. /. 4. cum. feq. ff. de donat. inter. vir. fcf uxor. Item ; de Klederen, juweelen, die de Man tot optoijng, en versiering van fyn Vrouw geeft, werden verftaan wel gegeven, en genoten te mogen werden, voor fo veel die de behoorlykheid , en de gelegenheid van de Man niet te buitengaan; arg. I. 18. /. 40. & feqq. eod. Mantic, de ambig. convent, lib. 22. tit. 4. tit, 6. Coftuym. tot Antwerp. cap. 41. art. 53. Het (io; Aangaande de doariën Vide Mr. E. van Zürckj« Cod. en Mr. V. D. Schelling in 'te aanteek. pag. m. 237. Aa 2  188 Roomsch-Hollandsch-Recht, IV. Boei» Het XXV. Deel. Van Trouw-beloften. [Grot. u 5- 23. Cenf. for. 1. 11.] 1. Trouw Moften . wat ? hoedanig aan- Joff. Alida Koninks. gegaan werd , en van wat kragt hee. 5. Door bedrog, in het aangeven van milde. Jensdaags len by den Bruidegom ter quader trou. 2. Wett lyke oirfalenvanberouw welke? wen gedaan. 3. Heimèlyke beloften , fonder kennis, en 6. Door verloop, en te buyten caan van een weerwil van Ouders, of, en boe ver van beiden plaats hebhen 7- Door aangeboren gebrek, opkomende ver* 4. Verbaal van het proces tuffchen Gerard mihktbèid, of mismaaktb-id Bikker , Droft van Muyden , en 8. Door Ve paring. inTRouw-beloften, zyr} een onderlinge handelingen toefegging van X. een toekomend Huwlyk. /. 1. ff. de fponfaiib. werden beveiligt en bekragugt, gelyk al andere handelingen, dieby wederzydfe toeftemming werden voltrokken. /. 2. ff. eod. de welke wel meerendeels met een wederzyds gewilfeld kenteeken werden beveiligt, gemeenlyk met een ftuk geld, of een penning van ongemeene waarde, 't welk men een trouw penning noemt. arg. I. 5. Cod. de fponfaiib. Dog van geen noodfaaklykheid; als fonder dewelke defelve beftaan, en met het voortbrengen van dewelke de Trouw- beloften, fonder verdere getuigenis, of bewys, niet kunnen aangenomen werden. De Trouw- beloften werden heedensdaags fodanige kragt toeschreven, dat men daar van fonder de wil van fyn weder-gade nie^wyken mag: maar fodanige verbintenis en handeling moet voldoen, het beloofde Huwlyk voltrokken worden, en den onwdh'gen, by gyfeling en aanhouding daar toe kan gedrongen werden. Everh. conf. i7%. num. 7. cum. feq Chrift. vol. -3. decif. 124. n. 44. Zanch. de matrimonio. hb. I. difput. 29. num. 4. Gutier. de jurament. confirm. part. 1. cap 51. num. 4. Perez. ad tit. Cod. de fponfal. num. 9. 10. Sonderling, fo wanneer een Dogter, na voorgaande beloften, was beflapen, of befvvangert, gelyk als by Schepenen van Leyden in April iö~j5 is verftaan, tuffchen Daniël Bat man, en lysbeth van der fVeyde, in welk Vonnis uit-  XXV. Deel. Van Trouw-beloften. 189 uitdruklyk was gefield defe Claufule: Schepenen, alvorens gehoord de ver. klaring van de Eyffcberfe; dat fy by den Gedaagde was beflapcn, en daaruit twyfelde bef wangen te zyn, condemneren den Gedaagde, de Eyffcherfe, in facie Ecclefiae, te moeten trouwsn, &c. So ver, dat iemand gecondemneert zynde een Dogter, by hem bellapen, of befwangerd, te moeten trouwen, na het verloop van de fatalia appellationis, daar tegen in Appel niet fou ontfangen werden. Neoftad. Juprem. Cur. Holland, decif. 52. i Ten waar dat 'er wettelyke oorfaak van berouw tuffchen beide quam, of een minderjarige, om redenen daar tegen , beneficia reflitutionis in integrum, wierd herfteld. Welk, en hoedanig defe redelyke en wettelyke oorfaken zyn, werd by de D D. ad l. 5. Cod. de fponfaiib. gemeenlyk verhandelt. Sie Zanch. de matrimonio. lib. 1. difput. 48. Gutier. tratl. eod. cap. ?4« cum. feq. Mantica de ambig. convent lib. 3. tit. 17. Menoch. de arbitr. jud. caf. 455. Chriftin. vol. 3. decif. 12+. num. 3, cum. feq. 3 By ons zvn wel de voornaamfte: 1. Indien een Soon ook meerderjarig zynde, buiten, en fonder kennis van fyn Ouders, heimelyke beloften had gedaan , defelve foude tegen de wil van fyn Ouders, heedensdaags, tot uitvoering van fyne verbintenis, niet wel kunneu werden gedwongen, indien hy defelve liever wilde gehoorfamen. Zanchez. de matrimonio lib. 1. difputat. 13. num. I. Gelyk als verfcheide malen is geweefen, en nu laatlt by den Hogen Raad. in de faak van Gerard Bikker, Droft van Muyden, geadfifieerd met fyn Vader Andries Bikker, Out-TJurgermeefter der ftad Amfteldam, Impetranten in cas d'Appel, contra Alida Koninks, den 27. Mei. 1651. is geoordeelt: Maar of fodanige enkele weerwil van de Ouders genoeg fou zyn, fonder dat fy daar van gehouden zyn redenen te geven, en of dat fo ver fou kunnen werden getrokken, daftslen fodanigen, inforo confeientice, gelyk men feyd, daar van bevryd en ontflagen fou zyn, of door dat middel hem ondertuflehen aan een derde fou mogen verbinden ; dat fou buiten de reden zyn, en met de Geeftelyke Rechten (de welke wy heedensdaags in Huwelykfe faken groot gehoor geven) niet over een komen. Gelyk ook de woorden van de herhaalde Sententie mede bragten, daar by de voornoemde Juffrouw Koninks niet in 't geheel, maar voor als nog, wierd geboden, haar met de gedane Trouw-beloften niet te mogen behelpen- In welke faak alfo verfcheide voorvallen van infigt zyn ge weeft, en men by na door het Aa 3 ge-  190 Roomsch-Hollanosch Recht. IV. Boek.1 gehele Land van die faak heeft weten te fpreken, en onder de D D heel fcherp werd geredenwilfelt, of gelyk als in minderjarige, de Clande [line, en heimelyke beloften, buiten kennis van Ouder?gedaan beneJïciorejlitutionis inintegrum, felfs al waren die met geftaafden eede bevestigt, in 't geheel werden vernietigt, kragteloos gemaakt, en fodanig van onwaarden gehouden, dat daar uit in geenderlei wys, enig regt kan werden gemaakt: daar van verfcheide Voorbeelden doorgaans zyn voorgevallen: ook in 't opfigt van meerderjarigen 't felve in fodanig >n uitflag te verftaan is, en, ipfojure, nul fou zyn, welkers redenen alhier te verhalen , te lang fou vallen ; fullen wy egter de gelegentheid van 't felve proces, en waarin het voornamelyk heeft beftaan, foveelwydaar van hebben kurnen onderfoeken , mede deelen. 4 De gelegentheid van defelve faak was fodanig: dat den voornoemden Gerard Bikker, na dat hy met Joffr. Alida Koninks, een geruimen tyd hadde gemaakt de vryagie, en fig felfs aan haar, fo mondeling, als door menigte gefchreve Brieven, en eindelyk denfeften Juny 1648. als wanneer hy al gekomen was tot den ouderdom van vyfentwintig Jaren by Eede, en fchriftelyke Trouw-beloften had verbonden; welke Trouwbeloften by hem op nieuws waren hervat, en nieuwlyks beveftigt, den eerften Mei 1649. in een fchriftelyke Atte met fyn eigen hand gefchreven, en geteikent, als' wanneer hy niet alleen gekomen was over de* fesentwintig Jaren, maar ook verkregen, of bekomen had het Droft. Ampt van Muyden, by welke laatfte Atte hy had bekent en verklaart: Dat hoewel fyn Vader in den Jare 1649. hem had doen ondertcikenen fekere Acre, inhoudende; dat by bekent bad aan niemand te zyn verlooft, alsmede dat hy niemand was vreyende, en dat fulks niet foude doen fonder bewilliging van fyne Ouders, &c. dat egter defelve Acle was verleend, uit ontfag van fyn Vader, niet uit fyn vrye wille; en by gevolg, dat hy voor Gofan fyn gewiffe, verft annde gehouden te wefen fyne voorfz. Trouwbeloften te voldoen en feker verflaande, dat fyne Ouders hem het Trouwen met haar, niet konden , noch behoorden ie beletten, door dien hy ten tyde van defe ve fyne beloften tot fyne Jaren gekomen was; dat hy mitsdien defelve Afte, als uit ontfag van fyn Vader gemaakt, en getekent, was houdende voor nul en van onwaarden defelve weer roepende, cn te niet doende, voor fo veel het nood mogte wefendoende nog andermaal, en van nieuws by Droftelyke eere, en vromigheid in plaatfe van geftaafden Eede, fyne Trouw- beloften aan haar, Alida Koninks, met  XXV. Deel. Van Trouwbeloften. lor met byvoegingevan verdere beloften: dat hy doen eerfldaags en tot bmrdervermaninge tot voltrekking der Jelver Trouw beloften fouden voortgaan, en met baar ingaan het voorfz. voorgen'omen Huwlyk, volgens Ac folemniteiten van. de Placaten en Coftuymen def er Landen gcbruikelyk; daar toe verbindende, £rV, en daar in by verfcheyde Brieven naderhand hadde volherd, noemende defelve doorgaans: Syn Hert, fynLieffte, fyn Welbeminde, fvn Vrouw ja fyn toekomende Droftinne: Dat ook, tot onbrekelvke beveiliging van dien, fy lieden ten weder zyden binnen Amfleldam'het Avondmaal des Heere aan eene Tafel, en met de voorgaande overftemrainge ha Jden ontfangen. 2 Waartegen hy nochtans door afrading van fyn Vader, of het fchynt, op fyn naam, met voeging van fyn Ouders, in Augufto 1649, fïg had gekeert aan den Provincialen Hove van Holland, en van defelve verkregen feker Mandament: daar by de voornoemde Alida Konwij wierde geroepen voor Commiffariffen van den felven Hove, en is aldaar ten dage dienende, jegens defelve aangeleid : Dat de voorverhaaldi Trouw-beloften tuiïchen hem, en haar gevallen, foude werden verklaart voor nul, en van on- 3 waarden, en baar verboden daar mede tegen hem te behelpen, om uit kragt van dien, denfelven te bedwingen met haar te moeten Trouwen, of hm te beletten , met een andere Joffrouw" Huwelyk aan te gaan. Om redenen; dat de voorfz Trouw- beloften , als buiten kennis, en in weerwil van fyn Ouders gefchied, voor heimelyke, en ongeoorlofde, fouden werden gehouden ; en dewyl tot een wettig Huwlyk van de Kinderen, die bewilliging van Ouders niet alleen uit eerbiedigheid, maar ook uit noodiaak vereyft werd per D D. comm. het in fyn vermogen foude zyn, daar uit te fcheiden, en daar van af te gaan , fonder dat daar enig aantal fou toekomen, om hem daar toe te dwingen, Daar op, aan de zyde van Joffrouw Alida Koninks, in tegendeel aangeleid zynde: namentlyk, dat fodanige Trouw-beloften, als zynde bv een meerderjarige, na fo veeljarige omgang, uit fyn vry gemoed en wil gedaan, en metfo ongemene wys bekragtigt; voor geen heimelyke Trouw-beloften mogen werden gerekent, veel min voor onbehoorlyke, en voor hem, nog voor fyn Ouders, geen redenen kunnen dienen, om daar van te mogen afgaan, of haar regt tot het Voltrekken van dien door haar heder weigering, nog na Regten , nog na praftyquevan defe Landen fou kunnen werden benomen, of verhindert; is aanhaar zyde, niet  ïqz Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. niet alleen contrarie Conchfie genomen geweeft, maar ook by eis in reconventie geconcludeert; Dat den voornoemden Gerard Bikker foude wei-den gecondemneert op eerlyke en redelyke Voorwaarden, tot befcheydenheidvan den Hove, tot voltrekking van fyn voorfz. beloften met baar voorts te varen tot het Trouwen in facie Eccleiise, volgens de Placaten en Coftuymen defer Landen; en dat fyn Ouders, voor fo veel als het nood waar, Jouden werden gecondemneert 'tfelve te gehengen , en gedogen: Welken volgende het Hof Provinciaal den derden Juny 1650. by diffinitive Sententie, hem fyn eis in conventie hadde ontfeid, en denfelven in reconventie gecondemneert. haar op eerlyke e/i redelyke Voorwaarden, tot befcheydenheid van den Hove, m facie Ecclefiaj te trouwen, en Jyn Ouders, voor fo veel des nood zy. 't felve te gehengen, en gedogen. Dog defelve faak by Appel gebragt zynde aan den Hogen Raad, is, wat nader ingefien zynde, op de verklaring van den voornoemden Gerard Bikker, inhoudende; Dat alfo hy ver/laan had, dat fyn Ouders van het gunt voorfz. is, kennis bekomen hebbende, rondelyk hemte kennen hadden gegeven, dat fy om verfcheide gewigtige redenen (bcm Gerard Bikker te vorens niet bekent) henlieden ten hoogjlen hielden beledigt, en nimmermeer 't voorfz. Huwlyk fouden toefl.mmen, by beraden was fyn Ouders daar in te ■gelieven, en fulks af te gaan van defelve gegeven belediging, verklarende niet te willen, nogte in gelyke faken iets te fullen doen, 't geen zyn Ouders fouden mogen mishagen, tjc. by den Hogen Rade den 27. Mei 1051. en Sententic van den Rade Provinciaal te niet gedaan, en de Vaderlyke magt en fchuldige eerbiedigheid op het alderfcherpfte in agt nemende, en doende van nieuws Regt, de meergemelde Joffr. Alida Koninks verboden, haar met Trouw beloften, fo fchriftelyk, als mondeling, breder in den Froceffe vermeld, te behelpen, tot fuiken effeSt, om hem uit kragt van dien te bedwingen, tegen zyn, en zyn Ouderen dank, met haar te moeten trouwen; ontfeggende partyen ten wederzyden haren vorderen eisch, en conclu/ie , fo in conventie, als reconventie voor den gemelden Raden Provinciaal op elk anderen gedaan en genomen, voor als nog. Dog, alfo het den voornoemden Gerard Bikker, en fyn Ouders daar mede met genoeg was, maar daar toe voornamentlvkarbeiden , dat de meergemelde Trouw-beloften geheel nul, en kragteloos fouden werden verklaart, en hy dies niet tegenftaande onverhindert met een ander fou mogen Trouwen: heeft by verklaring van defelve Sententie verfogt; dat  XXV. Deel. Van Trouw-beloften.* ■ j .193 dat die van den Rade fouden verklaren , dat het hem fou vryfiaan , met bewilliging en toeftaan van fyn Ouders, fig met een ander in Huwljk -te begeven, en dat fy, 1 Alida Koninks, niet foil yermpgen 'i felve te Leletten, nog ook hem na't affierven'van fyn Ouders-, te.bedvvingericen Huwlyk met haar, uit kragte van de voorfz. bejoften,, aan te, gaan; is by Interpretatien den. 13. Maart 1652. verklaart: Dat zyn Ouders tot haren affierven toe, perfi[leerende in haar desadvoy, enoppofitien tegen deffelfs Huwlyk, en dat hy felfs tot het voorfz. affierven toe, en ook na dode van fyn Ouders perfifieer ende in fyn refpecl, en gehoorfaamheid, aan defelve, niet en f mie, uit kragt van de voorvsrhaalde ,Trmw-'beloften, konnen, ofnfogen •werden geconfiringeerty.het zy by 't keven,.het zy ook na de dood van fyn Ouders , met haar te moeten Trouwen in facie Eccltfi^e; dog dat hy, 't zy by't leven, of na dode yan fyn Ouders, fig willende begeven in Huvjlyk met iemand anders, de voornoemde Alida Koninks, fo by defe, als by vorige Sententie, onbelet, en in haar geheel was blyvenie, om haar daar tegen te mogen oppoferen, behoudens hem, en fyn Ouders bqayluyder defenfie, en fuflfi nue ter contrarie. Daar by wel op het alderfcherpfte de gehoorfaaroheid en fchuldige eerbiedigheid van de Ouders, en haar weigering en weer-wil, wierd gehandhaaft, dat hy ten dienaanfien niet fou mogen werden bedwongen , dog niet fo veel fyn perfoon in fig felfs aanging, of dat hj in 't geheel kon ontflagen werden van fyne gedane beloften, en onder dat dekfel, tegen defelve kon toegelaten werden met een ander te mogen Trouwen, a Maar alfo by defelve Interpretatie het vorder regt van de voornoemde Alida Koninks, niet in 't geheel aan haar toegewefen was, maar alleenlyk, dat zy dien aangaande, onbelet, en in haar geheel gelaten wierd, in fuiken val daar tegen te mogen oppoferen, behoudens hem, en fyn Ouders haar tegen feggen en bewering; had de voornoemde Gerard Bikker fig in Mei 1652. voor de derdemaal gekeerd aan den Hogen Rade, en by Requejl verfogt: dat by Appoincfement marginaal fou werden verklaart , dat indien hy mogt r'efolveren met een ander te trouwen, hy 't felve fou mogen doen, fonder dat zy dat foude mogen beletten, &c. verdrayende by fyn bygebragte middelen de Claufule, voor als nog, dat die alleen te verftaan was, tot dat by den Rade anders, of nader mogt werden geoordeelt, fonder enige verder infigt; en fo fy meinden enige reden in tegendeel te hebben, dat zy die binnen fekeren tyd, na de gedane kennis, fou hebben in te brengen. Bb Waar  J94 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek: Waarop by haar het tegendeel ingebragt zynde, en onder andere middelen, dat de meergemelde Claufule, voor als nog, als zy verhoopt ■hadde, fyn infigt alleen had, tot het overlyden van fyn Ouders; Imsners, en in allen geval, niet verder tot fyn voordeel kon werden genomen , dan dat hy met een ander niet foude mogen Trouwen jegens haar wil en dank, fo lang als zy ongetrouwt bleef, en haar eerlyk, en fonder opfpraak quam te dragen, &c. en voorts contrarie conclufie genomen , is by reconventie geëift; Dat hy by Sententie van den Hogen Rade fou werden verklaart, uit kragt van fyn veelvoudige gedane Trouwbeloften, verplicht, met haar te treden in den Huwelyken Staat, en dat hy dien volgende fou werden gecondemneert: fo wanneer hy fig in Huwelyken State wilde begeven, met niemand anders dan met haar uic kragt, of in gevolg van de meergemelde beloften, te trouwen; endaar op, hinc inde ten wederzyde de faak befchreve, en voldonge zynde, is den 23. February 1655. den Requirant het voornoemde fyn verfoek ontfeid, met compenjatie van koften; zynde ondertuffchen komen tefterven eerft de Moeder, en daar na den meergemelden Andries Bikker, Vader van den voornoemden Gerard Bikker, dewelke fo men feid, hem Gerard Bikker by Teftament fou hebben onterft, by aldieu hy de beloften van fynegehoorfaamheid aan hem gedaan, quam te breken, of oit met de voornoemde Juffrouw Alida Koninks quam te trouwen. Daar op de faak by den voornoemden Gerard Bikker, na fyns Vaders: dood, in Revifte hervat zynde, alfo hy niet gefint was, ongetrouwt te blyven, en voor als nog niet kon overgaan tegen fyn Vaders verklaarde wil, en fyn beloofde gehoorfaamheid, hem met de voornoemde Alida Koninks in Huwelyk te begeven, immers om daar door, gelyk als men het doen wilde duiden, met een volkomen gewysde in het een , of ander, fyn gemoed, en fyn Vaders wil te mogen voldoen, de faak ten uitterften vervolgende. En daar op mede, onder de Claufule van Reliëf'% aan de zyde van de voornoemde Alida Koninks, Revifte verfogt zynde;. voor fo veel de Sententie van den Hove Provinciaal niet volkomentlyk was voor goed gekend, is eindelyk om het groot gevolg ingefien; dat men door dat middel, onder dekfel en heimelyk verfland met fyn Ou« ders, door fodanige enkele weerwil, buiten vereis van wettelyke redenen , veel eerlyke Lieden haar Kinderen tegen de mening van het derde Artykel van de Polityke Ordonnantie j verf, Maar indien de Ouders compare-- ren,  XXV. Deel, Van Tt 'ou w- beloft en. *95 ren, &c. fou fien bedrogen en mifleid te werden, in Revijic den 23. February 1656. by den Hogen Rade en Heer en en Mrs. Willem Goes, Jacob van der Graaf, en Adriaan van Almonde, Raden in de Hove Provinciaal; Arentvander Duffen, Raad ende Penjionaris der Stede Delff; Johanvai^ Wevelichoven, Raad ende Penjionaris der Stede Leyden; Cornelis van der Duffen, Raad en Penjionaris der Stede Schiedam; en NiclaasRaad, Burgermcefler deiStede Hoorn ; verftaan, en verklaart in de Sententie van den Hogen Rade van den 27. Mei 1651. mitsgaders in de Interpretatie >vzn defelve Sententie daar op.gevolgt van den 23. Maart 1652. erreur te wefen, en defelve Sententie en Arreji, met de nagevolgde Interpretatie teniet te doen, en corrigerende de errenren daar in bevonden, verklaart den Gedaagde by de Sententie van den Hove Provinciaal, fo In conventie, als reconventie gewefen den derden July 1650. te wefen niet befwaard, met compenfatie van koften , inhoudende als voor condemnatie van de voornoemde Juffrouw Alida Koninks, op eerlyke en redelyke Voorwaarden, tot difcretie van den Hove, in facie Ecclefiae te moeten trouwen, Se. gelyk den meergemelden Gerard Bikker met defelve, tot voldoening van dien, den 14. Mei 1656. tot Muyden in de Kerke is getrouwt. 5 TenTweden; heeft een Dogter wettelyke oorfaak om haar_ gedane beloften te ontfeggen, indien den Bruidegom een groote fom terï Huwelyk heeft belooft, en daar na, in tegendeel, met vele fchulden beflommert bevonden werd, in welken geval den Bruidegom te vergeefs de voldoening van de beloften eift, van die geen tegen dewelke hy fyn eigen beloften niet houd. cap. de illis 2. extr. de condit. appofit. defponfat. cap. Jrujlra. 75. de Reg. Jur. in 6. of dat den Vader van den Bruidegom ondertuflehen, hangende de beloften, is komen te bank-breken, gelyk by den Hove van Holland is verftaan; Sie Papegay pag. mihi 39. 6 _ Ten derden; indien een van de Egt-genoten, hangende de verbintenis, fig met een ander had verlopen, werd de weder-gade toegelaten van de gedane beloften vrylyk afftand te doen, en aan een ander te mogen trouwen, cap. qemadmodum. 25. extr. de jurejurand. Zanch. de matrimonio lib. 1. difput. 57. fif 65. num. 9. 7 Ten vierden; indien na de verbintenis, een van beide handelaars, door aangebore gebrek, onbequaam tot voort - teling wierd bevonden. /. 10. cum autb. feq. Cod. de repud. I. 39. g. 1. ff. de jure dot. of door Bb 2 fjek-  ït)6 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. fiekte, öf gebrek verminkt, of mismaakt geworden was. Sie Zancb. de matrimonio lib.. i, difput. 57. num. 4. 1 Ten vyfden ; vervalt het regt van de Trouw- beloften door verjaring. So wanneer een van beide het voltrekken van, fyn bèloften, daar toe behoorlyk-aan'gemaant'zynde, over de twe Jarén in gebreke gebleven was ' in welk geval men verftaat, dat indien de weder-gade haderhand met'eenandër Trouw-beloften aangaat, de eerfle beloften-zyn verbroken en vervallen. /. 2. 'Cod. de Sponj'ahb. Ten waar dat hy uitlandig was' of door enige fiekte, of andere noodfakelykherHJ was Verhinderd, in w'elk geval den tyd , tot drie, vier, en meerjaren na gelegentheid werd verlengd. I.-pen. 'ff. dé Sponfilib. juncl. f. 2; Cod. 'de repudiir. Meer, en andere middelen van berouw, en verval, zyn te fien by Zanch'. de MdM imOnio lib. 1. difpntat. 48. & feqq- usque ad fin. Guticr. eod cap. 'H- 'cam M- Mantica. de ambig. conven. lib: 3. tit. 17. Menoch. de arbitr. jud. caf. 455. Chriftin. vol. 3.- decif. 124. num. '3* cum feq. (1) " Het CO Add. VotV ad tiiyDigeji:'de Spon- „ maand nadelaatfte Proclamatie, of bin." fal (lib 23. tit.' i.) Brouwer de jure con- „ nen dezelve tyd voor .CommiCarLTen te nub l '1 c 1. & feq- en bet eerfte deel. „ compareeren oin te zeggen reedenen van' dh werk pag'. 103. in deaante'ek. Ver-' '„ &c." Onder welke reedenen volgens der dicteert opzigtelyk het geen den Aucteur. refolutie van Hun Ed. Gr. Moog. van den 00 deez^ plaats vermeld het 2+ art. der- jare 175.5. meede mag worden gereekend ordonn voorComm. van buw. zaaken der Sta-.l de profe.Tie van de Roomfcbe Religie, Amll'vanden jare 1754-,. alle gepreek- waar van breede-r in rovue Verhandeling meerde perfoonen zullen gehouden zyn aantoonde■ den entd. van .sebt ter zake van " hun huwelyk in de kerk Of Voor het ge- confinement pag. 57. " recht .te ,folernnifeeren binnen,.een  XXVI. Deel. Van Laft-geving. 197 Het XXVI. Deel; Van Laft-geving. [Grot, 3. 12.] 1. Laft geving, of Vol magt, wat? 7. Van welke faken. 1. Algemeen, of byfonder. g. Den Laft-aannemer , of, en boe ver 3. Van Eed-fweren, en opdragt van onroe. verlenden , en wat by moet verant- rendegoederen, hoedanig te verlyden. woorden. g. 4 Is enkel, of met volle magt van alles tot 10. Laft-gever , wat, en waar in gebou. de faak behorende. den. 5. U.tdruklyke, of ftilfwygende. u. Wanneer de Laft en Vol magt ophoud, 6. Wie Laft, of Volmagtgeven, of aamenen en eyndigt. mogen. iT Aft-geving, ofVol-magt, is een handeling, daar by iemand enige JL; laft om iets voor een ander uit te voeren, fonder enige winft-beding aanneemt. /. i. £? tot. tit. ff. & Cod. mandati. als is een Laft-geving om voor iemand wat te kopen, verkopen, of fyn faken in het een, of in het ander waar te nemen, daar toe dan wel een dankbaarlyke erkentenis ftaat tot befcheidenheid, maar niet uit enige fchuld. /. 6". in ■pr. ff. mandati. 2 Laft-geving is, of algemeen, van allerhande faken, en van alles datter fou kunnen voorvallen, of van defe, of gene faak in 't byfonder. /. iï 1. I. 60. ff de procurator. I. it. % uit. ff. de pignor at. acl. Sonderling van faken, dewelke om haar byfondere uitvoering niet verliaan werden onder een algemene laft begrepen te zyn, gelyk als'is het aangaan, of verlaten van Erffenis, of het nemen van befit. /. 25. §. 5. ff. de acquir. hereditat. tit. ff. de Acquir. vel amitt. poffeff. om em"g goed te verkopen, en televeren. /. 63. ff. de procuratorib. quytfchelding .te doen. /. 28. ff. de paft. Overkomft te maken. I 13. ff. eod. I. 7. Cod. de trans aclionib. Eedfweren /. 17. §. «/f. ff. de jure jur ando, en diergelyke. De welke niet fonder byfondere lalt kunnen werden uitgevoert, ten waar den Laft-hebber voor de geftading van dien fig fterk maakte' en de geftading daar op volgde, in welk geval de handeling beftaat gelyk.of den Laft-gever dat van den beginnen had gelaft gedaan tewer- Bb 3 den,  198 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek: den. /. uit. Cod. Si major, f acl. rat. bah. & ibi DD. /. uit. Col, ad Senatus confult. Macedon. l. 60. ff. de Reg. jur. 3 En aangaande faken, dewelke tot het Verleiden van dien eenige folemniteit, of noodfaakelyke onderhouding vereifchen, kunnen'een ander niet bevolen werden, of moet benevens de Laft-geving, defelve folemniteit en onderhouding voldaan werden. Gelyk als Eed-fweeren om in den naam, en in de Ziel van een ander een Eed te fweren, hoedanige laft niet volkomen is, of den Laft-gever moet eerft den felven Eed b^hoorlyk gedaan hebben, en daarvan moetin de Volmagtblyken, waarop den Gemagtigde dan voorts Eed doen mag. Sie Carpzov, defin foren/, part. I. conflit. 12. defin. 12. Berlich. part. 1. concluf. 29. num, 24. Sulks ook by vele werd geoordeeld, dat de Vol-magten, om Op* dragten van onroerende goederen te doen, voor het Gerecht moeten gefchieden, en voor Notaris en getuigen verleden niet genoeg zyn, om dat de opdragt felve fodanig verlei vereift. So is gekeurt by de '119. Keuren der Stad Leyden, dat gene Brieven van Tranfporten, Opdragt, of Verbintenis van enige onroerende goederen, by Schepenen fullen werden bezegelt , op andere Procuratien, als die vet leden en gepaffeert zyn var Gerechten van Steden, Dorpen, of Vlekken, macht hebbende, om over het bezegelen van Tran/porten , Alienatien -, of Verbinteniffen van onroerende goederen te ftaan. 4 Algemene Laft-geving, is wederom enkel, daar by alleenlyk gelaft werd, het waarnemen van alle des Laft-gevers faken. /. 60. I. 63. ff. de procurator, of met de bygevoegde Claufule, om in al 'fyn 'faken vrylyk te handelen, en alles te doen, wes den Laft-gever, tegenwoordig zynde, fou kunnen, of mogen doen. /. 58. & d. I. 60. ff. de procurator. ' 5 Andere, dewelke uitdrukkelyk gefchied, het zy by monde, ofbyge." fchrift. /. i, %. 1. ff. mandatil. 25. ff. de acq. bered. andere, dewelke ftilfwygend, en met ter daad gefchied, gelyk als of ik, tegenwoordig zynde, een ander willens en wetens myn faken laat uit voeren. /. 6. f, 2. I. 18. /. 53. ff. mandati. Laft-geving, fo byfondere, alsalgemeen* is wederomandere tot faken van rechten, tit. ff de procurat. daar van hier na t'fyner plaats. Andere, tot faken buiten recht, en in gemene handeling. /. 33. in pr. £f§. 1. ff, de procurat. waar van hier eigentlyk werd gehandeld. 6 Laft-  XXVI. Deel. Van Laft-geving. lor} 6 Laft geven en Laft-aannemen mogen al diegene , dewelke vryelyk handelen, en haar felven kragtlyk verbinden kunnen. /. 12. g. 6. I, 7 39- ff- de obligat. ö* acl. en dat van alle faken en daden, dewelke eerlyk, en by den Wetten onverboden zyn. /. 6. g. 3. ff. mandati. g. 7. in ftit. mandati. 8 Niemand behoeft den laft aan hem gegeven aan te nemen, of hy wil, maar aangenomen hebbende, is gehouden 't felve uit te voeren. /. 22. g. uit. I. 27. g. 2. ff. mandati. g. pen. inftit. eod. I. 5. Cod. de obligat. & acl. daar uit dan een wederzyds verband voortkomt; Aan de zyde van den Laft-aannemer, dat hy fyn laft niet te buiten gaat, en defelve wel en getrouwlyk uitvoere. g. 8. inft. de mandato. 1. 46. g. 4. ff. de procurator. I 10. inpr. ff. mandati. I. 22. /. 35. /. 60. g. uit. ff. mandati, en fo hy fyn laft te buiten ging, fou in vergoeding van de fchade gehouden zyn. /. 13. /. 19. ff. rem.ratam. haberi. fonderkorting, of vergoeding te mogen hebben van de onkoften buiten laft gedaan. I. 36. g. 2. ff. mandati. I. 12. Cod. eod. Het welk fo te verftaan is, dat hy fyn laft niet te buiten gaat, dewelke iets doet, het welk by gevolg tot de uitvoering van zyn laft behoord, arg. 62. I. 65. ff. de procuratoribus. of iets anders doet daar by gelykheid van de faak , en het doen den Laft-gever foo veel aan gelegen is, als het geen in de Laft-geving was uitgedrukt. /. uit. g. uit. ff. mandati. 9 Den Laft-aannemer mag ook den felve zyn laft aan een ander over doen. /. 8. g. 3. ff. mandat. alwaart dat de Laft-geving geen overftelling in hield, gelyk als wel gemeenlyk, byfonderlyk in de Laftgeving van Rechts-vorderlyke faken, daar by fulks merendeels werd uitgedrukt, ten waar aan de uitvoering van de perfoon, die de faak werd aanbevolen, fonderling was gelegen, of het een faak was die een byfondere laft vereifte, dewelke fonder de magt van overftelling aan een ander niet fou mogen werden bevoolen. arg. l. 5. ff. de jurisdicl. I. 10. Cod. de pacl. Sie Wurmfer. pracl. tit. 5. obf. 1. num. I. Chriftin. ad leg. Mechlin. tit. 1. art. 25. 10 Daar-en-tegen is den Laft-gever gehouden het geen uit kragt van fyn laft is gedaan, en uitgerigt, te geftaden, (1) en den Laft-aan- ne- (1) Of de laftgeever ook sehouden is kitJeving re buiten is gegaan, leyd by do wanneer de laft aanneemer de pilen der Rechtsgeleerden geen gering difput; en de by.  xoo Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek; nemer te vergoeden al dat hy aan de uitvoering van de aangenomen lalt te koft heeft gehangen , en hem buiten alle fcha en winft derving te houden. /. n. /. 18. /. 20. g. 1. ff. mandati. I. 19. §.-pen. ff de negot. geft. I. 12. g. 9. /. 22. g. 2: l. 26. g. 6. ff. mandati. I, 23. infin. de Reg. jur. en daar en boven fyn verfuimde tyd-, en moeite na redelykheid. /. 1. & tot. tit. ff. de Extraor-dinar. Cognitionib. Den laft houd op, I. So haaft het geen belaft was is uitgcvoert, fo dat al 't geen daar na gedaan werd, den Laft - geever niet behoeft geftand te doen. I. 13. ff. de patl. I. 86. ff. de fokt. H II. Door de dood van een van beide. g. 10. injlit. de mandat0. I 0. 6. g. 3. /. 57. ff. mandati. III. Door tydelyke opfegging van den Laft-aannemer. /. 22. g. uit. 1. 23. g. 2. ff. mandati. of onderroeping van den Laft-gever, de faak nog in fyn geheel zynde. /. 12. §. penult. 1. 15. ff. mandati, of wederzydfche ontflaging. arg. I. 35. /. ff. de Reg. jur. g. uit. injlit. Quib- mod. tollitur obligatio. (2) H ET byra algemeene fout in het expliceeren dezer quasftie is, dat men niet genoeg in 't oog houd de blykbare intentie van den ia(tgever ,■ uit den aart der laft volgende , maar altoos refpicieei t adcorticem verborum : notabel zyn hier omtrent de l. 5. pr. ff. mand. jwtët. I. 56. Ö" 62 ff. de procurat. de doftrine van Menoch : arbitrar. jui. cas. 352. £ƒ Hüser beed. rechts gel. pag. 4'°S- C2) Zte verder Wassenaar praüycq not. cap. 3. Hoppius in commentatio ad Infl. pag. 700. &? ƒ«?• acutijj. Titius J. P. pag. 501. fjf feq. & cl. Voet ad tit. ff. mandati vel contra.-Eindelyk valt op dit deel nop aantëmerken,: dat,'veele Commentatores op den Titul van laflgeving-meede gewag maak en van de maakklaars (de Proxenetis) doch voegzaamer waarehet, dat men daarvan een feparate titul vervaardigde; dan nadien onzen Aufleur niets ten dien opzigte vermeld moet ik als geen beter plaats vindende thans meede van dezelven dit zeg¬ gen : een madkklaar is een beëedigd gequalificeerd perfoon, welke in alle geoorloofde handelingen inquireert omtrent de intentie en wil van partyen contrahenten, dertelver gevoelens overeenbrengt (is 't doenelyk) en het contract (vulgo de party genaamd) fluit. Nietonaartig zegtBur>i£us : efl quafi conglutinator hominum inter fe flipulantium & fpondentium. En zoomen de bewoording maakklaar {vulgo mtkelaar, maar ten onrechte) van het werkwoord klaarmaken deriveert, zal men de bovengemelde definitie, dunkt my, van zelvs goedkeuren. Voorts is hier omtrent-de generale regel van rechten : dat een maakklaar uit hoofde der handeling, waarin hy tuffchen beide gekomen is , niet is. gehouden ; dan ook hier van zyn eenige uitzonderingen hy voorbeeld zoo hy in een ongeoorloofde handeling geintervenieert is, woeker bedongen heeft, enz. of ook onder fufpicie van bedrog is. — Wat het zeggen van Cepo«, & anderen aangaat „ Proxenetw  XXVII. Deel. Van Wifel-handeling, en Ovèrwyjïng. zoi Het XXVII. Deel. Van Wiilel-handeling, en Overwyfmg. [Grot. 3. 13.] X, Wijjel-banieling moot, en van hoedanig 4. Of, en hoedanig by een derde, ter ere aantal. van den teyknaar aan te nemen, en z. Aangenomen, of, en boe ver verbind. van wat recht. 3. By weigering wat te doen, en van boe- 5. Overwyfing, anders ojjignatie, wat, danig recht tegen den trekker. en van wat kragt. ir I '""Ot Laft-geving behoord ook Wiifel-handeling en Overwyfing. (1) I Wiflel handeling is een overkomft onder den Kooplieden gebruikelyk, daar by iemand feker geld, by hem ontvangen, voor feker '„ abundant mendaciis £f in ambigue prafu„ muntur mendaces. Dc maakklaars zyn vol ,, leugens en worden in 't twyfelachtige voor leugenaars gehouden" daaromtrent den ken wy geheel anders, zo als hierna 5 b. 20 d. n. 12. zal worden gezegt. Concerneerende de makelaars in cas van huwelyken, zoo is opdat flijet zeer notabel de decifie van den Hogen Raade van den 2r Oflober 1723 Vid. Bynkershoek quafi. jur. priv. p. I. lib. 2. cap. 6. De inaakkelaardye in der daad een important object in een commercieerende ftad zynde, zoo heeft de Magillraat der Stad Amft. naar gewoonte ook daar omtrent zeer veele heilzame orders en fchikkingen beraamt als onder anderen: dat geen maakkelaar zal vermogen koopmanfchap voor zich zelfs, of eenige beleen ingen van koopmanfchap onder zich zeiven te doen, nog part of deel daar in te hebbenj(het geen niet zelden pleeg te gefchieden tot nadeel der handelaars en kooplieden) maar ot-k niet te participeeren in eenige Courta¬ ge, provifie of profyten, met iemand anders onder geenerhande pretext, dired: nog indirect, waarl van hy zig NB. ten allen tyde voorde Ed. Achtb. Heeren van den Gerechte moet zuiveren by eede folemneel, en van zodanige bedryven overtuigd zynde, vervalt zodanige maakkelaar in de boete van f 300 voor d'eerftemaal en vervolgens in de boete van ƒ <5oo, met ontzetting van zyn bediening. Voorts moeten zy de verkoop van immeuble goederen ter fecretarye aangeeven, en alvorens appoinc* tement hebben tot opveilingen; nog mogen zy zich niet laaten gebruiken tot het doen pafieeren of exploicteeren van abandonnementen, inilnuatien en authorifatien , rakende het (luk van affurantie; zoo als blykt by de bandv. pag. 212. 512, 1072. add. vervolg p. 9 r. en elders. Aangaande de Courtagien. Zie de lyft in de bandv. p. 1681. CO z myne aanteek. pag. 106. van dii tweede deel. Cc  2.02, Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek.' gewin aanneemt, op fekere tydt en plaats aan een ander te doen tellen. (2) Daar uit een dubbel aantaal (3) voortkomt, het een jegens die geen op dewelke den WiiTel-brief houd, arg. I. 1. ff. de pacl. I. 5. Cod. de obligat. &? aft. want alle Kooplieden zyn fchuldig om aan te nemen de WiiTel-brieven, getrokken en gefonden by die geen dewelke het bewind harer faken heeft. /. 5. g. ij. 12, 13. jf. de injlitor. acl. Coftuymen van Antwerpen, cap. 55. art. i. (4) Het (2) Te recht word de geldtvifïeling o ruiling van eenig zoort van geld voor eet ander zoort van geld, waarvan Wagenaai befcbr. van Amft. 4. ft. bl 4^0. onder fcheiden van den wijjèlbandeling of contrat van voiffel, waar van onzen Aucteur h. c en welke laatfte terme thans defigneer volgens de eisenaartige definitie, welke Monfr. Du Puis de la Sekra , Van des littres de cbange cap. 3. aan de' hand geeft: ,, Un contr atv du droit des gors nimmé de lome foi parfait par le feul confentement, par le quel donnant la vahur au Ti reur, le Tireur fournit a celui. qui le lui donne des lettres pour recevoir autant au lieu convenu." echter valt opzigtelyk de woorden le feul confentement aantemerken, dat men uit de mondelinge overeenkomft zonder de wiiTelbrief nimmer exeauive kan ageeren, 20 als teegens Sprengjr en anderen te recht word geleert by Francic infl. Jur camb. p. 11 pag-. 55. Aangaande de onderfcheide zonnen van wiffels handelt, Phoonsen wiffelftyl cap. 1. §, 17. en volg. & Het»ecc. wijfelrecbt. 2. cap. In dit contract occurreeren gemeenlyk vier perfoonen , a) de trucker , welke den wiiTelbrief geeft, b) de Zender remittent of geever, die namelyk de waarde verftrekt. c"1 de Betrokkene ten wiens laften de wiffel getrokken is. d) de Houder aan wien de betalinge gefchieden moet. De wiffelbandeling word aangegaanofdoor.de contractanten zelve, of door anderen, daar toe gemagtigd. het zy maakkelaars of andere perfoonen, Cenf. Francic d. tr. pag. 162, voorts kan een geever of eenfola: of een prima en fecunda wiiTelbrief naar welgevallen vorderen, ook om de geceevene waarde in twee of meerdere wiffels te fplitfen, gelyk het intee- : Francic d. tr. pag. 162, voorts kan een 1 geever of eenfola: of een prima en fecunda wiiTelbrief naar welgevallen vorderen, ook om de geceevene waarde in twee of 1 meerdere wiffels te fplitfen, gelyk het intee- gendeel ten keuze van den trekker ftaat wien : hy betrekken wil, mits den behoorlyken advysbriev zonder tyd verfuim afzendende aan den betrokkene, vid. Phoonsen cap. 5- $• 17. £ƒ 22. mitsgaders in app. p. 3. 6? 4> (3) Men verftaa dit geenfints zodanig als of 'er geen andere of meerdere actiën op dit fubjedl applicabel waaren: het contrarie iswaaragtig, byvoorbeeld: wanneer de wiflel niet voldaan werd en den houder zich conform de wiflelftyl heeft gedraagen, heeft hy zyn recht op den geenen van wien hem de wiflel toegekomen is. 't zy remittent of endoffeur, zoo wel als op den trekker, vid. Phoonsen Cap. ig. j. 3. uit dit gezegde volgd ook dat een houder weegens verzuim aanfprakelyk & gehouden is. Verder heeft de geen welke een wiffjl betaald Sopra preteft een aantal of actie teegens den geen ten wiens eere hy dezelve be*aald en teegens alle de overige. Vil. Franck l. j. f 4. tit. 8 $• 6. £? 7- &. RotaGenums. akcis. 6. quando hcec aèlio ceffat viderelicet apud Scaccia tract. de commerc. pag. 389. quo loco etiam declarat, ut facultas folvenii Utteras fupra proteftum empetatgradatim ordine ibid. relato. (4) Conf. Tim f. P. p. 1283.  XXVÏÏ. Deel. Van JViJfel-handeling, en Overvjyjïng, 203 Het ander jegen den Wiflel trekker felfs, dat hy defelve trekt en Overwyft op iemand die defelve aanneemt, doet voldoen, of anders vergoed het kort dat daar aan gelegen was. /. 1. 2. ff. de eo quod certo loco. Tot dien einde moet die geen, die een Wiflel-brief, op hem getrokken, werd aangeboden, defelve, of aannemen te betalen, of verwer- 2pen. arg. g. ir. injlit. mandati. Maar aangenomen hebbende, is fchuldig ten dage in de Wiflel-brief genoemt, de betaling te doen. d. g. ir. injlit. mandat. of fo hy hem in Rechten laat betrekken, werd uit de aanneming, fonder enig verfet daar tegen te doen, gewefen by Namptiffement, of handvolling, onder Borg-togt van weder te geven, fo by eynd oordeel anders verftaan wierd, 't felve te moeten voldoen. Sie de Coftuymen tot Antwerpen , cap. 56. art. 1. Coftuymen tot Amfteldam, cap. 50. art. 2. (5) 3 Maar wierd defelve geweigerd, is den houder van defelve Wiflelbrief gehouden, daar tegen terftond, of binnen den derden dag daar na, protejl te doen, en verhaal van fchade daar door telyden, wettelyk te doen aan feggen, het welk aan den trekker tydelyk over gefonden zynde, is hy gehouden den WiiTelbrief, met alle fchade daar opgevallen , (5) Zie de manier van procedeeren voor den Gerechte der Stad Amft. van den 'pare 1779- Pai- tn -113- Echter valt alhier aantemerken dat de betrokkene niet is gehouden om de acceptatie ftechtelykte doen Z. Piioons. pag. 'Su Holl. Confult. 3. d. p. 190. waar teegens den houder kan protesteeren; maar of de acceptatie ook ftilzwygtnd word verftaan ? is geen geringe fpecufatie onderheevig: DuPuisdela Serra vermeld pag. 38. een fententie , waar by conform de leere van Scaccia pag. 383. verftaan isl dat de retentie van een wiflel, gefchied door de betrokkene, gelyk ftond met de acceptatie, en dat gevolgelyk de betrokkene in dien gevalle was gehouden tot betaling. Maar de billykheid confulcerende zal men van zelfs befpeuren, dat men diende te diftingueeren of de houder verzuimd heeft den wiflel aftehalen of niet? Vid. Heinecc. pag. *Q6. Verder kan onder anderen alhier worden voorgefleld: of een compagnon van een focieteit of huis van negotie, en welke directie van zaken heeft, met de gewone firma van deffelfs focieteit of huis van negotie een wiffelbrief accepteerende, zyne compagnon tot voldoening verbind? En het leyd geen conteftatie, dat ieder compagnon in Joli.lum tot betaling van zodanige geaccepteerde wiiTelbrief abfolute verpligt is, zonder dat van de houder of discomptant kan worden gevergd het bewys, dat de oorzaak, waar uit de wiiTel fpruit de focieteit aangaat: gelyk binnen deeze Stad Amft. by turbe den 21 Maart 1780. is verftaan en de reeden kan men onder anderen vinden by Du Puis de la Serra cap. 8. n. 1. &cb. 10. 1. 6? 2. &. Savary tom. 1. pag. 177. Titii J. P. pag. 490. §. 18. CC 2  204 Roomsch-Hollandsch Recht. IV Boek' i^awdefe,Ve,Tri?"'flbrief» "n8enon»en zynde, op fyn tyd niet werd betaald moet defelve-.protejtatic, en verhaal betuig, mede vdelvlc Dit recht van Wilfekrekken werd fo nauw onder den Kooplieden on: derhouden dat de weigering van dien, of den trekker, of die e?tt daar die ophoud buiten gelooffteld, en daar uit onmagtvan betalmT of verloop van faken befloten werd. oetaung, 4 Derhalven fo den Wiffelbref niet werd aangenomen by die geen daar defelve op houd , mag een derde, ter eere van den trekke/ defelve aannemen dewelke uit fodanige aanneming mede en fo wefverbonden 1S, als of defelve op hem was getrokken: mits dat hem werfe «Sï geven het recht tegen die geen daar defelve op houd, en daar tegeX üfj "l Si med£ tegen den trekker> om aan defelve ffn ver. haal te mogen hebben, arg. 1. 39. ff de negok ^ * ^/Sg^ ::;dTo. i^st^y*Amwerp-cap- * Jts-?ot ICloribus houder van een WiiTelbrief ten Me van Abraham van der Meer-, (6) Aangaande de vervaltyde van Wis. (a tc i7r,i»»n, a j fels, zie Dupu.s inf. d. tr. $> He,n£cc is' ,11'Za?T u V*05' ?° a!s defe,ve deeze vervaltyd wor^n gem/ene °k' e f£,L.\'£ 4' C?**\\n- I2' & amVL geeven zeekere«yfoUa«»,E ™ ? T, . «««*J». H. Geot. i. p. meeft op fes dagen bepaald Eï van Lfl",« ^ .^Wpecie ten tyde pag 66. Eindelyk omcrent'den VemÏÏ Grï Zïï W1™ b*Paa7- pag- «'3- Groot 3- d- PaS- 29- adi- Mattmus !^0.8ÓOT »M 3- h a8- d- 5' I2' &M- obfervat- rer. ]udicatar. tom. 2. obj. 5. fcr1 & Anpl Sciorm ibid. in notis. DD. ad tit. Jamiks etcijcund*  XXIX. Deel. VanGemeenfchaps-dcling>Erf,enz. i\i geitel cl. Defe werden gemeenlyk na het voorfchrift. /. 3. Cod fin. regund. op de meting en het feggen van gefworen Land - meters en Roymeefters, by den Rechter, na redelykheid, geoordeelt en gefteld. Chriftin: vol. 2. decif. 185. num. 4> Vinn. ad Wefemb. paratit. finium regund. d. num. 7. Waar in dikwils om gevóegs wil, den een wat meer als den ander werd toegefchat, mits dat. hetfel vernet geld werd vergoed, en gelyk gemaakt. /. 2. 3. 4. "5- 5. ff. fi»- regund. (6) Alle Landen werden gerekent ter halver Sloot, (7) Glofl. ml. 2. §„ I. verb. confinio. ff de aqua pluv. arcend. Tufich. vol.- 2. praSfeakl concluf. -694. liter a C £f vol. 4. concluf. 448. Ut era Y. Maar of, en wat plaats tuffchen Wopnbuyfen en Gebouwen moet gelaten werden, daar van zyn van ouds in de Steden byfondere Keuren geweed , doch zyn meeftendeel verandert en te niet gedaan, fulks dat de Huyfen en Woonplaatfen nu voortaan, of digt en rakende aan den anderen, of ook wel op gemene muuren aan weder zyde werden gebouwt. Sie de Keuren der Stad Leyden, art. 104. en volgend. (8) II ET (6) Add. Commentatores ad d. tit. de Rooymeefters in het feggen van alle fM Zie deze regel uit het vaderlandfche nieuwe fondamenten, daar geen timmeraRechttieffelyk naar gewoonte opgeheldert gie geweert is, noch oude fondamenten in de olfervatien over H. de Groot 3. d. gelegen hebben, In haar roven feven duimen p 222 tuffchen twee getimmerten zullen laten (8) Te Amfteldam is by keure van den leggen voor een oyfendrop of viaterganck. 19 December 156$. art. 5. geftatueert: dat Dd 3  aix Roomsch-Höllandsch-Recht. IV. Boek. Het XXX. Deel. Van Giften, en Gefchenken. IGrot. 3. 2.] 1. Gefcbenk wat, en boe veelerhantl. dens anders als wetlyk verleyd, n bet 2. Of, en hoedanig werd hekragtigt door geheel of voor bet geen defelve meer be- aanneming. draagt komt te vervallen, 3. Gefchenken hoven de vyf-hondert Room- 6. Gefchenken van alle goed, of, en boe Je Goud-gulden, of en hoedanig be. ver beftaat. ftaan mogen. _ 7. Gefchenken, of en wanneer komen te 4. Hoe veel 't felve in onfe Munt uit brengt. vervallen, en Weer-roepen mogen wet' 5. 0/ een gift boven den 500. Roomsgul- den. BY gelykenis van Overkomft, werd ook iemand die uit mildadigheid aan een ander iets ter Schenk belooft, aan den aannemer verbonden, om dat te voldoen. /, 35. §. uit. Cod. de donationibus. 5.2. inftit. de donat. I, 3. ff. £f /. 6. Cod. de obligat. £f acl. Gefchenk is een vry willige Overgift van fekere faak, fonder enige oorfaak aan iemand te doen. /. 29. ff de donat. I. 82. ff. de Reg. jur. (1) 1 Andere, is dewelke uit de hand, en onder den levende gefchied. §. 2. inftit. de donat. (2) Andere dewelke ter fake, eh uit nadenken des doods gefebied, als iemand op fyn fterfbed, of uit bedenken des doods aan een ander iets geeft te behouden, fo hy van die fiekte, of dat gevaar des doods komt te fterven, anders fo hy overleeft, weder te geve, of niet te geniete, ten zy, en voor dat hy fonder 't felve te wederroepen, komt te fterven. §. 1. inft. de donationib. in dewelke alles het (1) Z. de Groot inl, b. t. in pr. als een contract ex caufa onrofa proflueeren- (2) Gefchenken onder den leevenden zyn of de wel, vid. I. 2. Cod. de Evitl. De eerfte louter weldadig of remmeratoir; deeze on- zyn weegens ondankbaarheid herroepelyk, derfcheiding is van aanbelang, om reeden de tweedeniet, Vid. porro a?npli[f. Schorer de eerften geen vrywaaring onderheevig in notis ad manudutl. lï. Gkotii pag. 45 r. zyn ,tenzy uit expres beding ,en de tweeden Add. Caupzov. deels 123.  XXX. Deel. Van Giften, en Gefchenken. xrj het regt van de makingen by Uitterfle-voillen gevolgt werd. d. g. i, inftit. de donation. I. 17. infin. ff. de mort. cauf. donat. (3) 2 Andere is wederom dewelke met ter daad, andere dewelke onder fekere indien, en onder fekere laft gefchied, dewelke fo die niet volgt, het gegeven wederom geè'yft mag worden. / 1. & tit. Cod. de donat. quafub modo 1. fin. Cod. de revocand. donationib. Q\) Tot het beftaan van een Gift, of Gefchenk, is ook aanneming van noden, fonder dewelke de gift kragtloos is. /. 10. /. 26. ff. de donationib. welke aanneming ook door den Notaris een ander van onfent wegen, en door onfe laft gefchieden mag. /. 4. ff eod. Joann. a Sande lib. 5. tit. 1. defin, 1. Chriftin. vol. 1. decif. 86. mm. 7. 8. & decif. 185. num. 66. ook door Brieven van aanneming, by Lieden niet tegenwoordig zynde /. 10. ff. L 6. Cod. de donat. Welke aanneming fo haafl die gefchied is, de gift in fyne volle kragt beftaat, en daar uit regt gemaakt mag werden, d. I. 3. ff. de oblig. & aft. I. 6. Cod. eod. juncl:. 1. 35 g uit. Cod. de donat. [So dat indien de geene, aan welke de Gifce gefchiet, voor de gedaane aanneminge fterft, fyn erfgenaam daar door geen regt krygt tot de gifte, maar defelve vervalt. Sande. 5. 1. 1.] (5) 3 Om de overdadige en onbedagte mildigheid in te tomen, was by den befchreve Rechten ingevoert, dat alle Gefchenken boven de waarde van (3) Waar uit per fe volgt dat het Jus actrescendi en de lex falcidia in Donaiien of giften, die ter zake des doods gefchieden, meede geobferveert dienen te worden: verder komt de onderfcheiding tuffchen de gefchenken onder den leevende en deezen meede hieruit te blyken: dat van de eerftgemelde, indien daarby onroerende goederen worden veraliè'neert de 40 penn. en in de laaftgemelde de 20 penn. aan den Lande moet worden betaald Z. Refol 19 Juny&2y-Sept. 1743. ende Ordonn. van denzo. Juny 1659. art. t. Datdeeerffgemelde ter Griffie of Secretarye moeften worden aangeteekend, volgens Groenewegen ad Infl. tit. de Donat. zo dezelven de fomma van vyf hondert roomfche guldens cxcedeeren,hetgeen echter nergensblyk- baar is, maar wel wanneer het gedonateerde beftaat in een immobile quid, Vid. Loejj. p. m. 700. al hetgeen ten opzigteder laatften volftrektgeen plaats vind Z. de Holl confult. Amft. 3. d. conf. 140 Datde eerften of donatien inter vivos op d'erfgenamen overgaan, en de laatften of donatien ter zake des doods met het overlyden van den donataris voor den donateur corrueeren. Holl. Confult. 2. d. conf. 39. (4) add Bruneman in. comment ad eund. tit. en valt wyders aantemerken: dat in dien gevalle de hoop van fchcnking op de erfge. namen overgaat, vid. Voir ad tit. de donat. n. 4. £f ampliff. Schorek. d. t-pag. 454- (s) Welke acceptatie in een donatiomonis caufa zod-inifi. volftrekt requifit niet uitmaakt, arg. I. 75. jf. legatis. 2. Dd 3  3,i4 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. van vyf honderd Roomfe Goud-gulden niet mogten beftaan, of defelve moeiten by een openbaar, en wetlyk gefchrift voor het Gerecht van de plaats verleeden en beveiligt zyn. /. 27. /. 32. Cod. de donat. juncl. 1. pen. Cod. eod. Het welk of als nog by ons plaats heeft te vergeefs werd getwyfelt, dewyl hetfelve nergens, of oit is te niet gedaan. Als alleen dat dewyl'alle openbare gefchriften, dewelke te voren by het Gerecht van de plaats plegen te gefchieden, fonder onderfcheid by ons voor een Notaris en twe Getuygen verleeden, volkomelyk bekragtigt werden, daaruit volgt, dat fodanige Gefchenken, mede voor Notaris en Getuygen verleeden, voor volkome gehouden fouden moeten werden. (6) 4 Maar hoeveel de gefeyde vyf honderd Roomfe Goud-guldens in ons geld fouden komen te bedragen, is onder de Geleerden onfes tyds een twiftige faak, waar van die, dewelke de waarde na het gewigt van defelve Roomfe Goud-guldens, na de fwaarte, niet van de Geld-ponden , maar van de Medicinale, en het gewigt van de Genees - kruid - ponden (het welk onveranderd is gebleven) hebben willen fchatten, wel het fekerfte gevoelen hebben. Van welke ftukken Gouds de lxxii. een pond gewigt uit maakten. /. 5. Cod. de Sufceptorib. juncl;. I. 2. Cod. de Veter numifmat. potejlate. Welke ponden even fo fwaar van gewigtzyn geweeft, als|tegenwoordigde Medicinale en Genees-kruid - gewigtponden, daar van maar xn. oncien in een pond gerekent wierden, wegend omtrent fo fwaar als xm. oncien van het tegenwoordige Geldgewigt. Van hoedanig gewigt fes der Roomfe Goud - guldens , een oncie goud gewogen hebben, dewelke twaalfmaal verdubbeld, de Lxxir. derfelver een pond Goud van twaalf oncien uit maakten. Het welk om met onfe Munt en Geld-gewigt over een te brengen, fy gelet, dat een pond Ducaten Goud van xvi. oncien gefchat werd op omtrent feven hondert guldens, het welk verdeelt in xvi oncien, komt yder oncie Goud, te bedragen omtrent xLiv.: gulden, daar van afgetrokken in onderfcheid van de xvi. tot de xn. oncien, die de tegenwoordige Geld-ponden meerder hebben als de Roomfe ponden hadden, een vierde-deel, blyft nog omtrent de xxxni. gulden, daar by gedaan een dertiende deel, die de Roomfe xn. oncien fwaarder woegen, als de tegenwoordige xn. oncien Geld gewigt, blyft na het gewigt, ider oncie Goud na de juifting van Ce) Z. Mr. van eer Schelling aant. tp't Cod. bat. p. m. 368. add. A. in cenf. for. p. 1. I. 2. c. 8. n. 7.  XXX. Deel. . Van Giften en Gefchenken. zt$ van het tegenwoordige Geld-gewigt, in waarde omtrent xxxvi. gulden: het welk verdeeld in fes delen, daarvan ieder een twe • enifcvuitigfte deel van een pond was, komt te bedragen de juyfte waarde van fes gulden. So dat na defelve rekening ieder Roomfe Goud ■ gulden, na onfe dagelykfe Munt, fou bedragen de waarde van fes guldens, of een pond groot, 't welk over één komt met een dubbelden goude Karolus gulden , of een ouden Vrankrykfen • fchild, wegende omtrent een feftedeel fwaarder als een gouden Ducaat, daar van de vyf honderd fouden bedragen drie duyfent gulden. Dan alfo defelve fchatting beftaan heeft in vyf honderd Goude ftukken, als doen in gemeen gebruik zynde, daar van ieder fo veel waard was, als hondert ftuyvers, als doen mede in gebruik. / 5. g 6. ff. de bis qui effud. 1. pen. uit. ff. de injusvocand. I. 47. ff. de manumiff. tcftam. welke ftuyvers omtrent fo veel deden, als by ons een braspenning plag te doen, en by ons geen andere Goude ftukken in gebruik zyn, of oit geweeft zyn, dewelke daar naafn by komen als een Hollandfchen gouden Ducaat van vyf gulden in waarde, mede bedragende honderd Hollandfe gemene ftuyvers; werd het felve niet fonder reden op het nauwft genomen op vyfhondertDucaten, dat is, twe duyfent vyf hondert gulden, fulks het felve werd gefchat by den Hove van Vriefland. Joann. a Sande. lib. 5. tit. 1. defin. 3. en tegenwoordig nog in Duitsland, volgens tuyg van Carpzov. Electoral. Refiponfi tit. 6. refponf, 56. 5 Of nu een gift van meer als vyf honderd Ducaten, in 't sreheel fou komen te vervallen. door dien dat diewetiyk was verlyd? Werd verftaan dat defelve tot daar toe fou mogen beftaan, en alleen het geen defelve meerder bedroeg fou komen te vervallen, arg. 1 34. in pr. I. 35. g. 3. infin. Cod. de donat. I. 21. g. 1. ff. eod Novell. 162. cap. 1. §. illud. etiatn. Vide Jul. Clar. lib. 3. fententiar. g. donatio. qucsjl. 17. num. 2. Andr. Gail. lib. 2. obferv. 5. num. 8. 6 Andere Schenkingen hoe groot die ook zyn, alwaart van alle des Schenkers goed, mogen en blyven beftaan. /. 17. g. i.ff.Oua infraud. Creditorum l. 35. g. 4. Cod. de donat. mits dat die op fodanige wyfe werden verlyd. Het welk alleen verftaan werd van tegenwoordig, omdat Schenking van toekomende goederen, het maken van Uitcrfle-wil belet, en derhalven na Regten niet beftaan mag. Sie Mantic. de tacit. (j? 401.  %i6 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek; ambig. convent, lib. 12. tb. 16. Ant. Fab. ad Codic. lib. 8. tit. 36. defin. 9. Jul. Clar. lib. 4. Sentent. g. donatio, $mu>t, vet rondubti van de contributie opgeeven , dat de Ji certum locum in r.avem cenduxcrunt. goederen, die verloren zyn , de conferVeüoribus contra datur a&io contr,: conveclo vatie van de overige goederen hebben ie res eorumque merces fc. aüio contributoria. weeg gebragt; dan hier uit zoude volgen add Stypman. jus maritim p. 3 c. 10'. dat alle kapping en kerving naar goede « 189. £? fi- Notabel is op dit fub Zecmanfchap ten beften en behoud van iect het geen Mr. Q. Weytsen traü. van fchip en goed gedaan, dog welke (gelyk avarym. J. 50. aanteekent: Een Schip- a poflerion kwame te blyken) , niets het per in Spanje bevragt zynde, laad te alierminfle tot confervatie had geèffecDouvrcs in Engeland nog eerige guede- tueert, in geen avaiy konde worden geren , welke hy vervolgens moet werpen; bragt: Het geen volltrekt ongerymd zou. alhoewel nu deeze goederen niets ge- zyn. Ee 2  zio Roomsch-Hollandsch Hecht. IV. Boek? Daarvan werden ook uitgéfondert alle Eet-waren, omdat defelve op de reys, by gebrek, voor gemeen goed gehouden, en onder den anderen verdeeld werden. /. 2. I. 3. in fin. ff. ad Leg. Rhod. de Jaclu. Sie Grot. de Jure Belli. cap. 2. num. 6. Wy feggen van alle fchade] _ Gm dat niet alleen defe vergoeding plaats heeft in deEoop-waren,die over-boord geworpen werden, maar in al de fchade, dewelke tot behoud van het Schip, fo aan het Schip en Gereetfchappen , als anderfins werd geleden. /. 2. g. 1. infin. ff. ad leg. Rhod. in Jacl. Ook fo wanneer den Schipper het Schip, met gemene toeftemming, had doen ftranden. Schips- regten van'Koning Philips in den Jare 15(53. tit. Fan den Schippers, verf. Het Schip heeft doen ftranden, art. 4. 3 Wy feggen met gemene toeftemming] Om dat het den Schipper ongeoorlooft is , fonder toeftemming en goedvinden van den Koopman , of fyn Bewindhebber, fo hy Scheep is, anders by afwefen, of by weygering van defelve, van het merendeel der Schips-gefellen, enige werping te doen, dewelke aan Land komende, daar op ondereede werden gehoort, of fulks in nood, en met gemene toeftemming gefchied is : want het geen by tempeeft en onweder verongelukt, of fchade komt te lyden ,- daar van werd geen vergoeding gedaan. /. 2,1 §. 1. ff. ad leg. Rhod. dé Jacl. Moet ook forg dragen , fo veel doenlyk is, dat eerft geworpen werden de Waren van 't fwaarfte gewigt , en minftewaarde, Wisbuyfe Ze-rechten,art. 12. 20. 21. 38. 39. Schipsregten van Koning Philips d. tit. van Schip - breuk , 'art. 4. en volg. en art. 8. Weitfen. tracl. van Avarye , verf 't Gunt by Tempeeft. Het geen aan de Ze-rovers, tot vrykoping van de goederen , werd betaalt, moet mede in defe vergoeding werden gerekent. d. I. 2. g. 3. ff. ad l. Rhod. de Jacl. Dog het geen by defelve in 't byfonder is genomen, en naderhand werd geloft, komt de fchade alleen tot laften van het gelofte goed, en die geen die 't felve toebehoort, d. g. 3. Quintyn Weitfen tracl. van Avarye, verf. Ende uit het gunt voorfz. Ten waar dat den Schipper eenige goederen, tot verfchoning van de andere goederen, had aangewefen, in welk geval defelve loffing als tot gemeen voordeel gefchied, fou moeten werden vergoed, arg. d. I. 2. in fin. pr. ff. ad leg. Rbod. de Jacl. Weitfen van Avarye, verf. Nu is de quiftie. Tot  XXXI. Deel. Van Havery. zn Tot behoudenis van het Schip] Want fo het Schip niet behouden blyft, gelyk of de boot met een gedeelte van de goederen gebergt wierd, en het Schip felf quam te blyven, werd geen vergoeding gedaan. /. 4. in pr. verf. contra ff. ad leg. Rhod. de Jacl. Strach. de nav. part. 2. num. 19. (4) 4 Tot defe vergoeding moet twederhande waarde en fchatting werden ingefien, aan de eene zyde van de verloren, of befchadigde, en aan de andere zyde van de behoudene goederen. De behoudene goederen na de waarde die fy fouden gelden ter plaatfe daarfy henen gefchikt fyn, en de verloren goederen na de waarde, dat fy waarfchynlyk in koop als anders hebben gekoft, fo fy de helft van de reys nog niet fyn overgekomen, maar waren fy over de helft van de reys gekomen, fouden mede gefchat werden na de waarde die fy ter plaats daar fy heen gefchikt waren foude gelden, afgetrokken de vragten en onkoften daar op te vallen. /. 2. §. 2. &? §. 4. ad leg. Rhod. de Jacl. Quintyn Weitfen van Avarye , verf. In de taxatie. Jacob. Coren obferv. 41. mm. 4. in not. En het geld werd gerekent niet na het gangbaar is, maar na 't gewigt en innerlyke waarde. Schips rechten van Koning Philips, tit. van Schip-breuk, art. 7. Quintyn Weitfen van Avarye, verf. Quafiie, oft geld. (5) Welke fchatting alfoo gedaan zynde, werd daar na een gelyken omflag gemaakt, wat dat, en hoe veelde behouden goederen, tot vergoeding van de geleden fchade, hebben te dragen, daar in de verloren goederen na hare waarden mede werden gerekent, fo dat den eygenaar van dien, fyn eygen fchade mede, beneven andere, moet helpen (4) Dc recden it om dat de Sociëteit pen dragen als avary grojfe, Z. Weytdan van zelf komt te eindigen, wanneer sen. §. 30. - • fchip en Jcbarre (5) Conf. Grot. b. t. 5. 12 ö* 13. en 1 'o den Schipper de unnotaiisn aldaar , zynde mede te re'c vol gelaadsn ware guardeeren : dat volgens ordonnantie van «enige ■ jijt Je en in dezelven ajfur. en araryen dezer Jlede pag. 85. een ïomroigc Koopmanfcliippen overgelaaden ieder gehouden is deflèlfs goederen, wazo overgc'.adene ren en koopmanfchappen, contanten enz. Ja, contributie optegeven volgens deifelver opregte waarplaats l icn, cn mitsdien de goederen de, zodanig als by de billetten van oathl het ft . lV- ;!ve verlies hel- bieding ftaat vermeld. Ee 3  tx% Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek, pen dragen. /. 3. g. 2. ad kg. Rhod. de Jacl.. Weitfen. van Avarye verf. Nu is de Vraag. ' En werd daar in gevolgt de lyft en aantekening van de bevragting den Schipper medegegeven, dat men noemt Carga, of cognqfcemsnt. Waar buyten fo yemand eenige koftelykheid van kleyn omflag in fyri kift, by hem had , fou 't felve voor de werping den Schipper moeten bekent maken, of fouden defelve kiften , in 't werpen en in de fchatting daar over te maken, gehouden werden of 't felve daar in niet had geweeft. Schips-rechten van Koning Philips, tit. Fan Schipbreuk, art. 5. Wisbuyfe Ze-rechten, art. 28. Weitfen van Avary. verf. Quariiur in de meefte. Sie hier van breder in het tra&aat van Avarye' van Quintyn Weitfen, en het gene by my daar op is aangetekend en by den des ervaren Mr. Math. de Vicq in de Latynfche tale is o'vergebragt en by gedaan. (6) 1 5 Onder defe foort van ftilfwygend- verband, by gelykenis van overkomft, werden mede gerekent aanvaarding van erffenis, daar door den erfgenaam verbonden werd al de fchulden en laften des boedels en makingen aan de fchuld-eyfiers, en aan de making-beurders te voldoen , gelyk of hy met defelve had gehandeld. /. 5. g. 2. ff.de obligat. fcf acl. I. 8. /. 37- ff- de acq. heredit. I. 3. g. fin. ff de reb. auth. judic. poff. (7) , 6 Gelyk ook de weder-gevmg van het geen yemand; fonder oorfaak, te veel, of te over heeft ontfangen. g. 7. injlit..de offic. Judicis. I. 33! ff. de Condicl. indebiti. Waar van hier voor III. Boek, X. Deel, num. 3." en het IV. Boek, XIV. Deel, num. 4. ï6) £ Z0} litLna 39- dJa. "i K cm i'i G' tm- 2- P' S* les mts * (7) V. Mens. Wqlfius droit dt N. Mens. Lusac. Hit  XXXII. Deel. Van Verbintenis uit Misdaad. n| Het XXXII. Deel. Van Verbintenis uit Misdaad. [Grot. 3. 32.] 1. Misiaal wat? en boe te verftaan. niet. 2. Of en wamieir de wil voor de daad 6. Jonge kinderen, dolle, malle, offmlore werd genomen. verbeuren niet. 3. Die een ander belaft , of raad en daad 7. Verbintenis uit misdaad, is tot ftraf, of geeft, is mede fchuldig. weder - evening. 4. Befcbermnis van fyn lyf, eer of goed 8. De aanklagte by wrt te doen , en uit te onftrafhaar. vinden. 5. Overftallige Dronkenfehap verfeboont 9. Misdaien by ons , boe te ondtrfebeyden. iTTErbintenis uit Misdaad is, als yemand door misdaad vervalt in de V ftraf die daar tegen by de Wetten is gefteld. Misdaad, in 't gemeen genomen, is alle ftraf bare overtreding van de Wetten, moetwiilens, en uyt euvelen moede begaan. Het welk feer nauw en eng genomen werd: fo dat hetgeen daar geen opentlyk bedrog, of quade Mening mede gemengt is, voor geen misdaad kan geftraft werden. /. 7. ff ad leg. Cornel. de Sicariis. I. 1. in pr. ff. Si famil. furt.fecif. dicatur. Gail. lib. 2. obferv. 109. num. 1. So nogtans dat al is 't dat een groot verfuym, alhoewel het ygentlyk geen bedrog is, en voor geen misdaad te houden is , nogtans ftraf baar is, dog minder na befcheidenheid. /. 1. §. fed fi clava l. 3. %. fed ex Senatus conf. I. 4. §. 1. ff. ad leg. Cornel. de Sicariis. Am. Math. de crim'mibus. lib. 1. cap. 1. num. 2. byfonderlyk fo die begaan is omtrent grove en fware misdaden. (1) 2 So (1) Om deeze reeden word mis-laad by ook een misdaad van nalatigheid is, te gede Heer Moorman aldus omfchreeven: dogen , als men het kan beletten ; dat alle bedryf of verzuim, dat volgens de lur- het door een ander gedaan worde. Hier geüyke wet ftraf waardig is, zeggende: uit proflueert dan van zelve, dat men opdat gelyk het een, miidaad van datelyk- zigtclyk het laatftsemelde zorgvuldig het beul is iet ongeoorloofds te doen, . zoo oog fubbe te veftigen, op de weezend- iyke  az4 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. s So werd in vele faken de wil voor de daad genomen, en fchoon hec tot de faak niet is gekomen , geftraft gelyk of het volbragt was. Te lyke nalatigheid, of het verzuimen van zaken, Welken tot zeeker einde veriigt moeten worden, by gebrek van cebruikmakinge zyner vermogens; wenfcbelyk ware het dat de Philolophie meerder "in zaken van Rechtsgeleerdheid wierde toegepaft, hoe veele gebreeken zoude men vooiTiamelyk in het crimineele niet voorkomen , och dat allen geen ingebeelde inaar ware wys^eren waren! Met recht word een misdaad van nalatigheid evenredig het burgeilyk kwaad ten exemple geftraft, maar ten onrecht iets dat by volkomen inadvertentie gefchied is. Het is derhalven ten allerhoogften noodzakelyk , dat men de doürina imputationis wel verftaat, te recht zegt Marcian js in Lu. ff'. de panis: perfpkiendum eft judicanti, ne quid aut durius aut remiffius conftituatur, quam caufa depofcit. En om daartoe te geraken, moet men een yolkomen kundigheid bezitten van de zeedelykheid der menfehelyke daden, het welk de zeedeLunde boven alle andere takken der Philofophie doet uitmunten; om klaarder te zyn, men moet weeten van welke bedryven een mensch de vrywillige oorzaak is en van welke niet ? Welk een ruim veld zie ik op deze vrage ;my geopent, en welke moeite verfchaft het my om myne pen binnen het naauvve perk eener aanteekening te houden! Ik zal dan alleen aanmerken dat de bedryven, ook daden genaamd, voortkomen uit het vermogen van denken en beweegen; de gewaarwording en de reflexk die wy op onze daden ais redelyke wezens maken, geeven ons denkbeelden doch de goedheid of kwaadheid als ook de onverfchilligheid van de daden beftaat alleen in de overeenkomft en afwyking van de voorfchriften of wetten de bedryven proilueeren, i° of u'.t 't geen Waar door iets zodanig en niet anders is, dat is ui; de tjjaitia (retJe ait Wclfius in or.ulog. p 137. j j<58,, quod primum de ente concipitur £f in quo ,, ra io continetur Jufficiens, cur castéra vel „ aüuinfint vel inejfepvjfint. appellatur ejus „ ejjfentia:" Un de patet.poffibilitatem, entis intrinfecan abiólvere ejusilem effeniism) en dan worden ze noodzakelyke genaamd, als onaffcheidelyk en van eeuwigheid zodanig geweeft zynde ; waarom dezelve den doender niet kunnen worden geimputeert, maar te recht befchouvvt worden als noodwendige gevolgen van eeuwige onveranderlyke regelen of wetten , van den grond oorzaak aller weezens eenmaal voortgebragt: dit nu zyn alle be.lryven, dewelken uit d.n aart en de natuur van onze ziel en Iigbaam volftrekt gedetermineert worden, by voorbeeld: den omloop van ons bloed , 't gebruik van leevensmiddelen , de bewuftheid van ons aanweezen , als redenmagtig en de gevolgen van dien: Ho. koomen de bedryven voort uit 's menfchen wil en vermogen, te weeten: wy kunnen zeer veele zaken en verrigtingen, doen en laten, en dan worden dezelve vrye daden genaamd: dit teegen te fpreeken is waarlyk even zoo veel als valt te ftellen, dat iets te gelyk zyn en te gelyk niet zyn kan, want nadien 'er een aantal daden en verrigtingen is, welke geen andere ratiofufficiens hebben dan het bioote goeddunken van den menfeh, by voorbeeld: de beweegïng van ëen onze r leedematen; zoo zal men vergeeffch negeeren, dat de mensch deeze verrigtingen het aanweezen geeft, met andere'woorden, dat hy den autïor £? cauffa derzelver is; zonder thans breeder dit wysgeerige ftuk uittebreiden, dunkt my deeze propolïtie onwrikbaar: De Mensch is de vry-.  XXXII. Deel. Van Verbintenis uit Misdaad. 125Te weten, fo wanneer een valt voornemen geweeft is om het felve te volbrengen , en door het eene middel of het ander belet of verhindert werd. /. 14. ff. ad leg. Corn. de Sicar. I. 5. Cod. ad leg. Jul. Maje. fiat. Gelyk als iemand met opfet om een ander te vermoorden gewapent aanvalt, en het felve mislukt of belet werd, of het Venyn gereed heeft gemaakt, om een ander te vergeven , of een Vrouwmens om te verkragten, ter neder geworpen heeft, of diergelyke, werd fo genomen gelyk of hy het gedaan had, om dat de wil en mening geweeft is 't felf te volbrengen, en buyten fyn wil belet of ver- vrywillige oorfoak van alle zyne vrye da'len. Uit dit gemelde opzichtelyk onze bedryven is per Je blykbaar: dat men in het beoordeelen van een daad (Judicium Imtutationis ) moet letten: Primo met wat reden de daad is gepaart, op wat plaats en op welke wyze dezelve is gepleegt. Secundo of dezelve zich refereert tot de vryheid van den doender dan niet: Ds noodzaakelykheid der juifte obfervantie van deeze onfchatbare regelen blykt uit het exempel in myne verhandeling over den onih. van den echt, pag. 88. vermeld, en uit het geen (buiten de meenigvuldige voorbeelden, welke het Roomfche Wetboek aan de hand geeft") ftaat geboekftaaft by Quintilianus, Infl. Orat. pag. 622. ed. Bum. Juvenes qui convivere fo. leb/int, conflituerunt, ut in litore ceenarent. Unius, qui cana defuerat, nomen tumulo, quem exjtruxerant, infcripferunt. Pater ejus a tranfmarina peregrinatione cum ad litut idem appuliffet, leüo nomine , fufpendit Je. Dicuntur bi caujja mortis fuifje. Men raadpleege myne eerfte regel, en het te^cnovergeftelde befluit is zeeker : Verder ftaat vooral te letten op de Wet, als zynde het rigtfnoer onzer vrywillige d3den, by voorbeeld het Duel geconfidereert met betrekking tot de Goddelyke Wet meriteert de benaming van zonde, met betrekking tot de gewoonte onder zommigen is hetzelve een deugd, en met betrekking tot de civile municipale Wetten een capitale misdaad. V. Locke de l'entendement bumain , p. 435. Dan zeer verkeerd zal men te werk gaan, en des Wetgeevers intentie niet zelden fruftreeren , zoo men de Wet inabftrateo, zonder de doSrina imputationis befchouwt, neemt eens de Wet gebied: dat die geen, welke een ander eenige fchade veroorzaakt, dezelve fchade moet vergoeden: Titius word door eene Mevius geweldig aangetast en genootzaakt ter beveiliging van zyn leeven uit een Venfter te fpringen, door deze fprong valt hy in eenige breekbare enprecieufe Waren , aldaar opgeflagen of nedergezet : zoo men nu als een Legulejut te werk gaat, zal men ontwyfelbaar Ti. tius tot vergoeding aangemaant condemneeren , de fchrandere Ulpianus , offchoon geen duidelyk denkbeeld hebbende van de aüiones coatla, invita & liberat decideert echter contrarie in /. 7. ff. ai l. Aquil. Men ziet uit deeze weinigede toepasfing der zakelyk voorgeftelde Jmputatie, zo wel in Civile als Crimineelegevallen, het vervolg zal zulks nog nader betogen. Conf. porro Puffendorf. Droit de la N. cjf des G. tom. 1, liv. 1. Cbap. 9. Wolfius Infl. pag, 3. Monfr. Lusac dans les Notes. Ff  %%6 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. verhindert is. !. i. ff. ad kg. Corn. de Sican. I. 7. ff. eod. Dog werd merendeels minder als met de gemene ftraf geftraft. arg. 1. 1. §. uit. ff. de extraord. criminib. Sie Jul. Clar. §. fin. qitceft. 29. Farinac. *o/«. I. quafi. 17. ram- 48. Gomez. tom. 1. refolut. cap. 3. num. 11. Gu« delin. de jure novif. lib. 5. cap. 17. Zypse. ATotif. jur. belg. tit. ad leg. Corn. de Sicar. & ad l. jul. Majejlat. Anton. Math. de criminibus. lib, 48. tit. 3. cap. 2. num. 7. fjf cap. 6. num. 9. Uytbefondert hoogfte magtfchending, daar in het enkel voornemen op het hoogfte ftraf baar is. /. 5. Cod. ad. 1. Jul. Majeflatis. I. unie. Cod. Si quis Imperat. maledixerit. Anderfints is een enkele wil of voornemen, fonder tot eenige faken te komen, niet ftraf baar. /. 18. ff. de pwnis. (2) Die (2) Te weeten voor zo verre dezelve door geen blykbare uiterlyke verrigtingen kenbaar koomt te zyn; de ondervinding leert ons, dat ieder menfeh naar zyn onderfcheide temperament een hoofd-ondieügÜ bezit, hy moge zo Godvrugtig zyn als iemand der Vervelingen; deeze komt hem dikwils in de gedagten, maar volgens het vermogen het welk hy bezit om alseen viyixierkend weezm zyne vrye daden te dirigeeren, verfchaft hy die gedagten geen voedfel en Zyne wils neiging volgt de ongefchonde vooi fchriften van het Goddelyk Recht der Natuur; Hy is derhalven niet ftraf baar om reeden alle imputatie ten zynen opzigte ceffeert fummo pure ait Ui.fian. lib. 3. ad EdiSum : Cogitationis pamam nemo patitur. Gedachten zyn in de Menfcbslyke Vierjchaar ten eenenmalen tolvry. Dan hier uit koomt ts gelyk te volgen : dat de eigentlyk gezegde wil of begeerte met pogtngeverfelfl te rechtveer de daad word opgenomen en geftraft, wanneer 'er nic-ts dan de uitvoering ontbrooken heeft, en het feyt alleen door een toevallige uitkom 11, van buiten toegekoomen, belet is geworden ; indien gevalle kan men niet zeggen, dat de wil op zig zelve zonder offenfiegeen ftraffe kan zyn onderworpen, dat naar rechten van het corpus delifti most ; confteeren enz. want dit is alleen applicabel zoo het in de magt van den dader is geweeft de offenfie te doen en hy zulks nagelaten heeft, waarom? dan blykt 'er van de wils verandering, en mag ik zegge, worfteling van goede en kwaade hebbelykheden, dus men dit onder de enkels gedagten van apzettelyke voomeemens zeer veel verfchillende, hebbe te plaatfen; maar zoo de offenfie door een zaak geheel van buiten toegekomen, belet is ge.' worden , zoo is billyk dat de wil voor de daad word geftraft, zoo als inde /. ir, ff, ad leg. corn. de fic. geftatueert is: qui hominem non occiditfedvulneravit, ut occidat, pro hómicidadamnandus. V/aar meede overeen- ftemt Exonus cap. ii. vs. 12 en 14. 1 PAr. van Leeuwen alhoewel anders gevoelende blykens zyne Proces Crimineel pag. 140. allegueert aldaar pag. 135. een exenpel van een Barbiersknegt tot Amfterdam , die zeker Heer om hem van zyn geld ei koftelykheid te beroven, in het fcheeren van den baart de hals meende aftefnyden, het geen miilukte zodanig, dat hy wederom geneezan wierd; zynde de Barbiersknegt met de dood geftraft, en van Leeuwen voegd 'er de reden by : „ om dat het „ een foort is van ajfajinium en voorge, nomen moord, daar van de dood ftraffe „ fe-  XXXÏÏ. Deel. Van Vetbintenis uit Misdaad. r%j 3 Die een ander gelaft, opmaakt, of raad en daad geeft om enige misdaad te bedryven, is daar over fo wel als den misdader felf fchuldig. /. Ti. ff. de injur. I. 15. ff. ad leg. Corn. de Sicar. I. 50 §. pen. ff. de furt. (3) 4 Die yets doet tot befchermenis van fyn lyf, of behoudenis van fyn eer, of van fyn goed, is daar over niet ftraf baar. /. 3. ff. de jujlit. 69 jure. daar onder mede werd gerekent dat men een nagtdief vrylyk mag doodflaan, en een overfpeelder by fyn Wyf, of Dogter bevonden in toorn mag dooden en quetfen , als breder hier na in het 34. deel, num. 11. 5 Overftallige dronkenfehap verfchoont iemand van gemene misdaad , /. 6. ff. de remUitari. jul. Clar. g. final. queeft. 60. num. 12. Andr. Gail. lib. 2. obferv. 110. num. 24 Menoch. de arbitrar. jud. cafu. 316. Maar van geen grove, als van dooden, quetfen, of diergelyke, waar van hier na in het 34. deel. num. 8. breder. 6 Jonge Kinderen die nog geen kennis van goed of quaat hebben , misdoen niet, en blyven om haar onkunde onftrafbaar. /. 12. ff ad leg. Corn. de Sicariis. Sie Damhoud. prax. Criminal. cap. 42. Menoch. de arbitrar. ook alle dolle, malle, en finloofe Menfchen, die niet weten wat dat fy doen. d. I. 12. ff. ad leg. Corn. de ficar. I. 4. 5. ff. de Reg. juris. 1. 9. ff. ad leg. Pomp. de paricid. I. 14. ff. de Offic. prajid. Farinc. prax. criminal. quafi. 93. num. 19. Menoch. de prafumpt. I. 6. prafumpt. 45. (4) Uit „ feker is, en'de wil voor de daad geftraft „ werd per text. inCap, 1. de Homicidioin „ Sexto. juncl. I. i. pr ff. ct l. 7. Cod. ai „ leg. corn." Zeer onbillyk zoude men deeze decifie van myne Heeren van den Gerechte der Stad Amfteldam van te grote ftrengheid befchuldigen , quafi uithoofde het corpus delitïi had ontbroken en het voornemen geen effect.gehad hadde; want de imputatieexfteerde, deopzettelyke vry wiliige poging om de Wet te overtreeden en werkfaam te zyn ten nadeele der maatfehappy was bandtaftelyk, dit was zeeker een beleediging en moeft ook geftraft worden: de poging contineerde het effect, als deffel vs oorzaak en dus moeft deeze daad (van èen lyding oneindig verfchillende) eeven als ware het effect gevolgd, worden geftraft, om depublique vyügheid alzo te bevorderen en dus ten exemple van anderen. (3) Des aangaande is gehandelt op den titul van Lajlgeving in de aanteek. en hierna 34 deel (4) Jonge Kinderen en Krankzinnigen hebben geene genoegzaame bewullheid hunner daden , zy handelen derhalven, geen wil of vermogen hebbende om het befte te kiezen, niet vryvoillig, en overFf 2 zulks  n8 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek,1 7 Uit de misdaad fpruyt twederhande Verbintenis, de eene tot ftraf en boe- zulks ceffeert ook ten hunnen opzigre het Judicium Imputationis, waar door iemand word verklaard de vrywillige oorzaak van eenig bedryf: te recht heeft den Wel Eerw. Ds. van Nüys Klinkenberg A L. M. fc? Phil. Doel. in bei tweede deel van desfelvs voortreffelyk werk geintituleerd , Ondenvysin den Godsdienft pag. 16. aangeteekend: ,, menfchen die door den. aanval „ eener koortze, of door eenig ander lig„ hamelyk toeval, ylhoofdig zyn, fpreeken en doen zulke dingen, welke zy, „ gezond zynde, niet fpreeken en niet „ doen zouden. ■— Niemand kan zich, „ om deeze reeden , beleedigd achten, ,, wanneer een dwaas, of iemand, die in „ een ylende koortze ligt, hem l.iftert of „ op eene andere wys beleedigd." Dit zelvderaifonnement is ook op de jonge kinkeren beneeden de tien a twaalf jaren toepaffelyk, welken toch doorgaans niet kunnen geacht worden genoegzaame kenniffe te hebben van hun doen en laten; men vergelyke onder anderen de /. 16 5 3. Digeft, de pan. juncl. I. 42. £P 108. D. .de R. J. Óml. L. R. VII. an. 6. en 7. luidende: ,, Als een onzinnig menfebe ofte „ een kind, beneden \i jaaren, dooftag, ,, ofte deodet ten ander menfebe, bene i'en 12 „ of boven 12 jaren, zo mag men daar van, „ van de ouders ofte voorflanders de boete half neemen, dan geen breucke, ende dat kind „ ofte die onzinnige menfebe beboldet zyn bals „ en zyn vrede. —. Doodet een menfebe „ die hoven de t2 jaren is, een kind, beneden zyne 12 jaren, ofte een ander onzinnig „ menfebe, dat zal men berichten enz." Add. Faber in Cod. lib. 9. t't. to. def. 1. advysb. 2. d p. 99 ten waareeen rafende (furiofus), aan 't bedaren by tuffchen poofingen zynde (dilucida intervalla), op zulk rydftip een doodilag of moord begaan 1 hadde. conf. Menochius arbitrar.jud. quafi. lib. 2. cent. 4. cas. 325. num. 9. Dan of een onzinnige ter zaake van misdaden voor zyn rafernye begaan geftraft kan worden ja dan neen? is een vrage welke geen geringe twyfeling by veele voorname rechts D D. heeft veroorzaakt Vid. Fachineus controvers. lib. 9. cap. 3. per tot. en buiten de argumenten, welke voorde cffmnativa uit onder fcheide Wetten voortgebragt worden, als ex l. 14. pr. ff. de off prees. I. %. pr. Digeft. depten. I. uit. §. 3. Cod. decu. rat. furios. I. 3r. J. 4. D. de ufurpat. zoo verdient geen geringe confidentie , dat hier dereeden van verfchoning ophoud! en het crimen den delinquent kan worden geimputeerd: Wel is waar voor de Neg», tive fchynt de Praftycq te militeeren. Vid, Gail lib. 2. obf. no. num. 2. en de zinneloosheid is een ftraffe of ramp welke met de dood gelyk ftaat vid. I. penult. §. 1. D. rem rat. I. 124. D. de R. J. doch wat men moge voorbrengen zal een ieder, alles wel overwogen hebbende, niet my (onder verbetering) moeten benutten : Het Judicium Imputationis b'yftgeduurende de rafernye van den delinquent opgefchort, men kan door dien de befchuldigde niet by deffelvs vermogens is' geen behoorlyk onderzoek van zaken doen, dit niet kunnende gefchieden, kan de Rechter zoo min veroordeeien als vryfpreeken; derhalven refteerd 'er niets anders, dan de bewyzen intewinnen ende onzinnige op de daartoe gefchikte plaats te zetten, en ingevalledezelve mentiscompos is geworden , nopens het crimenbydezelve voor zyne zinneloos• heid begaan te inquireeren , en als dan zodanig te handelen als de reeden en poStive wet difteeren, waartoe meede ftrekt le /. 16. Cod. de pan. u-id Grot. J. B. ic. P. lib, 2. cap. 11. 5,  XXXII. Deel. Van Verbintenis uit Misdaad. 119 boete voor den aanklager, de andere tot weder-evening aan de befchadigde. (5) 8 De (5) De opvolging der zeedelyke verplichting van ieder reedelyk fchepfel om zyne daden in te richten volgens de zeedelyke voorfchriften ofjwetten, waaraan hy onderworpen is, volmaakt hem onteegenzeggelyk : maar de kwaade hebbelykheeden onder bet menschdom van tyd tot tyd by veelen zynde toegenomen, en het fchynbaar afzonderlyk geluk boven 't waaragtige en het algemeene by zommigen den voorrang hebbende verkreegen, was het noodig tot confervatie van de maatfchappy, dat alle beleediging, welke den een den ander aandeed evenreedig het misdryf, niet alleen vergoed maar bovendien geftraft wierd, d. i. dat den misdadige by wyze van vergelding meede eenig leed gefchiedde , dit was het eenig middel om anderen van het doen van beleedigingen af te fchrikken, het geen het eenig ware oogmerk van alle ftraffen is , gelyk de Hooggel. MicHAëus in deffelvs voorreeden voor't 6 deel van betmefaiscb Recht onwrikbaar betoogd heeft, en aldus moeten by het toeneemen der misdaden ook de ftraffen groter worden, en de Wet zonder de allerminfte conniventie worden gehandhaaft, gelyk aan de andere kant, indien het moogelyk is, door klynere of mindere ftraffen een gruwelyke misdaad te beteugelen , zeer verkeerd den misdadige een groot quaad zal worden aangedaan : de genius Saculi moet altyd worden geobfervtert: regelen in der daad van important belang! Want met de fchrandete Montesqüieox vaft te ftellen: ,, que les peines doivent être „ plusou mo:nsfeveres, Juivant la nature du „ gouvernement." zoude aan *t defpoüque al te veel veld gewonnen geeven, beter zegt Cumberland ter plaatzc door my in myne verhandeling aangaande den ontb. vai den Echt pag. e+. bygebragt: „ Dieu rj? les „ hommes (de Wetgeevende magt hebbende) j» jugent du merite, ou du demerite de l'ac„ tion par le rapport qu'elle a avec le bien „ commun." De Redeneeringen van de Hr. Justi over den Aart der vaetten pag. 457. bewyzen veel eer de noodzakelykheid eener begevende en vergeldende ge. recbtigbeid, in alle Burgerlyke Gemeenfchappen & Regeeringsformen, waar van Grot. f. B. ac P. I. i. c i. g. 8 , dan de ftellingzelve van MoNTESQuiEuxi'^/prit des loix, tom. i. p. 141. Men zeggeniet: dat't zelve gevoelen ter zyde gefteld zynde de militaire & civile wetten op een en dezelve voet moeten koomen; want de militaire iuftruétien zyn in een welgeordende maatfchappy niet minder dan de overige wetten overeenkoomftig het gemeene welzyn ingericht, en dit in het algemeen geobferveert zynde heerfcht 'er een volkoomen order en harmonie , zonder welke niets beftaan kan; Bayle zegt: ,, I'interet ,, publique demande en quelques rencon„ tres, que la rigueur des loix aille au de „ la de Ia juftice , paree que 1'iniquité ,, exercée contreun particulier, eftmoins „ un mal, politiquement parlaht , que ,, 1'utilité publicqne, qui en refulte n'eft „ un bien." Dog de vergroting eener ftraffe kan geen wanbedryf nog onbillykheid genaamd worden, volgens den regel zo even opgegeeven. Ik zegge liever van de firengheid der militaire wetten in zommige landen met Cato : ,, Nulla lex satis „ commoda omnibus eft: id moio queritur, ,, ft mjjori parti, et in funvnam prodeft." En dit toepaffilyk zynde, is 'er zeeker een zedelyke verpligting om dezelven -optevolgen , want gelyk Calvinus lnft. Itb. 4 c. 20. vs. iö te recht aanmerkt: „ ConFf 3 „fti-  %lo Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. g De aanklagt en het recht tot de ftraf en boeté (vulgö, de Calange) komt de Gravelykheid toe, en die geen, welk tot het uitvoeren en waarnemen van 't felve zyn gefteld, en de perfoon van de Gravelykheid daar in bekleden: als zyn den Procureur Generaal, alle Schoutenen Bailjuwen van de Steden en Dorpen, &c. (6) Maar tot de weder -evening hebben recht alle die geen die door de misdaad zyn verkort, en voor fo veel, maar verder niet. 9 En werden alle misdaden gevoeglykft onderfcheiden; andere te zyn tegen de Hoge-Magt en Overheid; andere tegen het Leven, tegen hetLighaam, tegen de ingefchape vryheid, tegen de Eer, of goede Naam, en andere tegen, of in het Goed. (7) Hst „ Jlitutiones , quia circumflantias aliquas „ babent, a quibus pro parte pendeant, modo „ in eundem atquitatis fcopum omnes pariter „ intendant, diverfas ejje nihil obejl." (6) Dat de Graven van Holland zyn geweeft principes paBionati is in het eeiJie deel van dit werk pag. 17. in de aanteek. betoogd, dezelven waren Steedehouders van de Rid ■ derfcbap, Eedelen, ende Steeden ,by welke de fouverainiteit refïdeerde: maar nadien uit aanmerking der uitgebreidheid van den Lande nietmogelyk was, datde Graven 'tmunusfeu officium aan hun opgedragen alomme in perfoon konden waarneemen, zoo zyn by dezelven Schouten ende Officieren in de Steeden, en Bailliuwen van de Dorpen en Heerlykheden alsSubftituten aangefteld ; Deeze nu is de executie van hetRscht aanbevoolen, en gelyk de Hr. Bokt traüaat van Crimineele Zaaken, pag. 56, te recht leert: Gelyk als de Officieren niet en is geoorloofd uit eyge padie of andere onbehoorlyke inzigten, en fulks buiten inteieft van het gemene welvaren, tegens ymand crimineelyk te procedeeren, ende zulks haar zelve abfolut meefters van de Juilitie temaken, foo en ftaat dezelveock niet vry, dciiften en misdaden rot haarlieder kennifiè gekomen zynde te conni. veeren & ita ReipuUicce jus indefenfum relir.quere add. Grot. inl. b. t. en hierna 5. b. 27. deel. (7) Dat de diftinftie, welke het Roomfche Recht maakt, tuffchen de deliüa pu. blica privata in deezen en andere Landen faltem quo ad vindiüam publicam ten eenemaalen is vervallen, bewyft de Hr. Eort. d. I. p. 53 en 54. add. Moorman over demisdaden, inleiding 4. hooffl. n. 5. en 6.  XXXIII. Deel. Van ^I'oogfte- Magt -Jchending? &c. 2,31 Het XXZIII. Deel. Van Hoogfte - Magt-fchending, daaronder van PrinceiiMoord, en Land-verradery, Kerk-roof, Land-diefce, Concuffie, omkoop in het Regt, Staats-Regering, Valsheid, Boevery, en gemaakte dierte. t. Hoogflc-Magt fchendery, wat f en waar in bejlaat. 2. Hoedanig te ftraffen. 3. Sware ftraf over de moord van Prins Willem. 4. Straf van den Jare 1619. tegen de Hoogheid van 'het Land, en van den Jare 1623. over bet verraad jegens Prins Maurits. 5. Blafpbemie, of Gods- laftering, vaat, en hoedanig ftrafbaar. 6. Kerk-roof wat, en boe te ftraffen. 7. Land diefte wat, en baar Jlraf. 8. Concuffie, of Knevelry, wat? yïlsdaad tegens de Hoogde Magt en Overheid, is Crimen Icefa Ma1VA jeftatis, of Hoogfte-Magt-fchendery , en is wel de grootfte misdaad die van iemand begaan kan werden. Werd verftaan niet alleen van opentlyke Koninks, of Prinjenmoord, dewelke na gelegendheid van de misdaad niet te hard geftraft kan werden ; maar van alderley t'Samen-fweering, Verradery, en wat meerder in fpyt, en tot agterdeel van de Prince van den Lande, of het gemene beft, uit arren moede begaan, en gepleegt werd. /. 1. &f feq. Jf. ad. leg. Jul. Majejlat. fulks dat ook daar in de wil voor de daad werd genomen , al is 't dat die tot de faken niet komt. /. 5. Cod. ad. leg. Jul. Majeflat. Qi) Aan (O D« her. Gothofredus ad. I. 5. Cod. lafte majeftatis in fpecie feu perduellionis ad leg. Jul, majeftatis verdeelt deeze mis- welke door een onderdaan van den Staat, d.iad voegzaam in drie Zoorten, i°. Crimen teegens den Vorft of Souveraiti met een 9. Corruptie wat, en hoedanig te ftraffen. 10. Onkund, of tnwetenbeid van een Regter , niet ftrafbaar. 11. Misflag van een Advocaat, of, en wanneer ftrafbaar. 12. Valsheid, en valfe Muntery, wat, en hoe te Jlraffen. 13. Gemene Valsheid waar in beftaat, en boe te ftraffen. 14. Valsheid in het Eed-fweeren, of, en hoedanig ftrafbaar. 15. Boevery, wat, en hoe te /Iraffen. 16. Pravaricatie, wat en boe te jlraffen. 17. Monopoly, en gemaakte dierte.  Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. Aan defe misdaad zyn ook fchuldig die geen die van het'Verraad S (i) met hebben ondekt-d'1 s-£-6-Cöd- *W % De gemene, ftrafifen van de Hoogfte- Magt-fchendery is het Swaard. d. . 5. ƒƒ• Jrf te. ƒ«. Ma] eft at. Verbeurte van goederen, ff Z contrarium tnfttt deheredüat.auatab intcftato deferunt. enmtroeving van de Naam, en hetGeflagt. % puWcaautem. 2. hft. depubUckjlf (3) Ten yyandelyk gemoed word gepleegd: dus is 'er fpeculatie gevallen of deeze misdaad ook begaan konde worden teegens Hcwindhebberen der geoccroieerde Ooft Ind Compagnie VU. V. Zurck p. m. 809. en vooral de Hr. Moorman i b. 2. cap. § 7. 20. Z.*/«i;Mfraii07!/jdoorquaadfpreekingen en het divulgeeren van fameufe libellen, waar in de Souverain of leedendor H. Regeeiing, direct of indirect, worden belcedigt, waar toe fpefteert de l. unie. Cod. fiquis imperatori makdixerit add. Groenewegen de II. abr.pag. 69S. £? pag. 717. 31. Autboritatis Jeu paejlaüs publicct turbatione, wanneer zonder vyandelyk inzigt het recht der Hooge Overigheid word geufurpeert, by voorb: de valfche munt enz: Een verdeeling, welks fchoonheid, zonder aanfehouw op deffelvs trefFelyken auéteur, al aanftonds blykbaar is; en welke daarom van profr. J. Voet in comm. ad tit. D. ad leg. Jut. Maj. en anderen is overgenomen. Ik zoude niet nalaten deeze verdeeling wat nader uittebreiden, zoo niet de Hr. Moorman in 't 3 boofd/l. van zyn aangeb. werk myne arbeid ten dien refpefte nodeloos gemaakt hadde. (2) Behoudelyk deezen verfeeren inde termen van culpable nalatigheid,in de eerfte aanteek van 't vorige hoojdd. omfchreven. (3) Bekend is de wet van de Keizers Arcadius en Honortus , in l. 5, ai leg. Jul. Mij. by alle criminaliften op dit onderwerp byna afgefchreeven , ; alhoewel derzelver conftitutie niet geheel 1 onbillyk is, gelyk weederom anderen hebben beweert, doch te onrecht nadien de woorden : „ want zy waren waardig , „ datfe door dezelve ftraffe als hun Va>» der, omquamen " bepaald worden blykens het verband, „ zo men van de kin„ deren op goede gronden gelyke misdaad „ te wachten heeft, en dus zo zy mede ,, reeds in eenig opzigt fchuldig zyn." zal het echter bezwaarlyk met de denkbeelden van Rechtvaardigheid en Recht zyn overeentebréngen , dat NB. de Zonen van een, welke zich aan gequetfte Majefteit neeft fchuldig gemaakt, van de moederlyke, grootvaderlyke, en aller bloedvrinden erffenuTen en befterffenülen zullen zyn en blyven uitgeilooten, nog uitkrachte van teftamenten van vreemden, niet het minfie zullen mogen genieten, en eindeJykdatze zodanigen zyn, dien door eenaltoosduurende behoeftigheid , by ieder veragtelyk, het Ieeven tot ftraf en de dood tot trooft moge verftrekken. Een terme welke ik wenschte uit het Roomfche Wetboek te mogen uit wiffchen, offchoon ze aan -t geheele zamenftel de doorflaande billykheid niet kan ontneemen 1 wie ziet niet de onregtmatigheid in de Helling van dartolus. ad l. 3. Cod. ad leg. Jul. Maj. iat één getuige in deeze misdaad tot pynigen genoegzaam zy? O onmenfcbelvkneid! hoe is 't mogelyk dat gy in de bedaarde denkingswyze van een groot ■echtsgeleerde vallen kunt, wat word gy loor de ware wysbegeeite wederfproken, met  XXXIII. Deel. Van Hoogfte~ Magt-fchending, &c. Z33 Ten waar dat de omftandigheden van de misdaad, defelve ftraf, of vermeerderde in Vierendeelen , Rabraken, Branden, Worgen; of verminderde, in Geeflen, Brandmerken, Bannen, of diergelyke, groter, of kleinder ftraffen, na gelegentheid van de fake, ter befcheydenheid van den Rechter. 3 Van een fware ftraf in Princen moord, zyn verfcheyden voorbeelden onfestyds. So is Balthafar Gerards, die Prins Willem van Oranjen, Stad-houderenVeld-heer defer Nederlanden, in fyn Kamer binne Delft doorfchoten had, den 14. July 1584. eerft fyn hand, daar hy het mede gedaan had, met eengloeyend toefluytende yfer toegefchroeyt, en afgebrand, daarna met gloeyende tangen, tot fes reyfen, en op verfcheyde plaatfen, fo aan armen, beenen , en 't geen daar fyn Lighaam meelt met vlees bekleed was, het vlees uitgebrand, en afgenepen, en daar na levendig aan vier ftukken gehouwen, van onder beginnende, den buik opgefneden zynde, fyn hert uitgenome, en in fyn aangefigt geworpen, daar na fyn hooft afgehouwen, en fyn vier quartieren op vier Bolwerken uitgehangen , en fyn hooft op den School-toornop een ftaak gefteld, en al fyn goederen verbeurd verklaard. Als breder te fien by Emanuelvan Meteren in fyn Hiftorie, bet XII. Boek, en by Pieter Borre in fyn Nederlandfe Hiftorien. bet XVIII. Boek, pag. 55. 4 So met welke de Rechtsgeleertheid hand aan ,, maar de Zoonen der Konings moordehandbehoorde te gaan? KoetoepalTelyk „ naren liet hy niet mede ombrengen , is ook op deeze plaats myne aanteekening ,, gelyk in het wetboek van Moses bevolen bi. 3. van't t dcelvan dit werk gepaan met is, want God gebood: Kinderen zullen het geen ik op de daar aanvolgende blad- „ niet voor hunne Ouderen, en Ouderen tyde 4. heb ter needer gefteld opzigtelyk ,, niet voor hunne Kinderen fterven". de Gemeene of befchreeven rechten! Men Daarbykomt, dat Moses Exodus 22. 27. wachte zig dan by alle Rechtbanken deze niet alleen generhande ftraffe op de KinConftitutien van 't Roomfche Recht in te deren der geenen, welkezich verftouten tot roepen, als ftrydig met het Goddelyk Recht, de yffelyke zonde van hunne Overheeden want fchoon wel eens de kinderen met de te verwenfchen, vaftlteld, maar uit hoofouders zyn omgebragt, zoo is zulks of de der onderfcheide trappen, die 'erin volgens krygsrecb' of uit een niet zelden deeze misdaad kunnen voorkomen, en verkeerde afiatif^.e ftaatkunde gefchied; dewelken men in 't Judicium imputationir om kort te zyn men leeze Deuteron. 24. moet obferveeren, de zaak by het bloote vers 16. en 2 Koningen 14. vers 5 en 6. verbod laat heruiten. Porro ait Lautervolgens MicHAëus. m. r. 5. d. pag. 4. bach obf. 1302. dubitandum non efl, quin (alwaar ook voortreffelyk word uitgelegt perfonis , de hoe crimine fufpeüit emigratie Exod. 20. vers 5.) meedebrengende : queat injungi. Gg  234 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. 4 So zyn ook in den Jare 1610. verfcheide fententien gewefen, tegen die geen, dewelke gefeid wierden tegen de Hoogheid en Regering van het Land misdaan en verbeurd te hebben. En zyn in den Jare 1(523. verfcheyde fware executien gedaan°over de perfonen, dewelke metten anderen verbond gemaakt, en opfet genomen hadden, Prins Mauritj van Oranjen , mede Stadhouder en Veld-overfte defer Nederlanden, om 't leven te brengen, fo over die geen die aan 't felve opfet en voornemen felfs fchuldig waren, als over die geen, dewelke 't felve geopenbaart zynde, fulks niet tydelyk hadden aangebragt, en bekent gemaakt. Daar van de omftandigheden hoeveel, wie, en hoedanig fy daar over zyn geftraft, breder te fien by Aitzema in fyn Nederlandfe Hijlorien, III. Boek, pag. 393- \Vide het Vonnis van de gerechte van de Stad Utrecht tegens Mr. Joan Liefiing, die van de Hoge Regering quaad hadde gefproken. Bell. Jur. pag. ön.j Onder de minder foort van Hoogfte- Magt-fchending , behooren Godslaftering, anders Blafphemie, (4) Kerk-roof, of Land-diefte, Kne- (4) Beeter had onzen Aucreur de Godde- „ zynen God gelaftert hadden." & van h/ke Majejteitfcbennis het eerfte genoemd jofepbus teegens Apion l. 30. „ de Wetgeen dezelve voor aan geplaatft, gelyk de „ ver der Jooden heeft hun uitdrukkelyk Heeren Voet in comment. ad Pandecl. tit. „ verboden, het geen van anderen voor ad leg. Jul. Maj. en Moorman d. tr. lib. „ Goden gehouden werd te befpotten of 1. cap. 1. gedaan hebben; want zulks „ telafteren, en wel uit eerbied voor de yoor een mindere zoort van hooge magt- „ naam Goden dien zy droegen." Een fchending te willen achten is in der daad aanmerking fteunende op de gemelde ongerymd: nadien de eerbied jeegens het plaats uit Levitic. en waardig de heedenOpperwezen weggenomen zynde , alle daagfche Jooden en Ongodiften te worden banden van burgerlyke gemeenfchap ko- voorgehouden, welke toch niets gemeener men op te houden: Aanmerkelyk is de is dan met den Verloffer der Wereld & plaats Levjt. 24. vers 15. 6? 16. en het plegtigheeden der Chriftenen te fpotten, aeggen van Philo den jood libr. 3. de vita gemeenlyk op hunne zogenaamde geeftige mofts p. i65. ö* l. 1. de Monarcbia p. dog domme en erbannelyke wyze. AI 219. „ dit de Godheid ons zo heilig en wat onder de eigentlyke benaming Van „ eerbied waardig behoord te zyn , dat Blafpbemie valt moet zeer zeeker geftraft n wv zelvs dat niet lafteren , het geen worden, alfchoon dezelve Gode, als zeer „ door anderen in dwaling voor een God- verre boven alle lafiering verheeven, geen „ beid gehouden word: dat een Heiden nadeel toebrengen kan, en het Opperwee„ ligtlyk uit yver , en by wyze van wee- zen tot ftaving van zyn aanbiddelyk gezag „ dervergelding den waaren God zouden geen byftand van menfehelyke wetten nodig ,', Uiteren, indien by hoorde, datjooden heeft, dewyl alle Qedjlajlering de burger-  XXXIII. Deel. Van Hoogp-Magt-fchendinv. 235* Knevelry," omkoop in het Recht, en Staats-Regering, Valsheid, Boevery, en gemaakte dierte. 5 Blafphemie~o£ Godslaftering is allerhande foort van vloek en fchending van Gods naam en heilig woord. Ander is van meerder, andere van minder opfigt. Blafphemie van meerder opfigt is, opentlyke en voorbedagtlyke ver- loo- gemeenfchap grotelyks beleedigd, kunnende niemand (gelyk de groote MichaSlts vi, r. voorreeden voor 'f 6 en laatjle deel p. u4, volkomen betoogd) die zynen Godsdienft van harten geloofd, denzelven als den weg ter eeuwiger gelukzaligheid, en den trooft in leven en fterven aanziet, iets meerder beleedigen , dan het fchelden snlafteren van zynen God, deffelvs propheeten , Heiligen en geheiligde zaken : en deeze beleediging word des te groter wanneer de Godsdienft, dienhy belyd en gelooft, de Godsdienft van 't Volk of de publicque is, nadien daar door den Burgerftaat zelve word aangetaft : Vryheid van gevoelen in het ftuk van Godsdienft is een jus connatum en een onfchatbare zaak, dog het is 'er ook aan de andere zyde wel verre af, dat zulks eenige de alierminfte Tryheid tot blafphemie zoude geeven, veel eer komt daar uit te volgen, dat alle vervolging, waar onder zeeker fchimpnamen en fcbeldwoorden als eer beleedigende behoren, ten hoogften ftrafbaar is: dat verder een Jood Christum lafterende , den ftaat in een meerdere trap verongelykt, dan een naam Chriften, betoogd de geall. profr. Mic'HAëns d. I. p. 8 en 9. zeer notabel is ook op dit fujet de fententie van den Hove van Holland, Zeel. en Vriejl. gedateerd 30 July 1728. teegens zeekere Robbert Adriaanfz, te vindeH by Mr. J. de Mauregnt:\iWjuridicqueobfervat. p. 89- &fll add. Novella 77. De wysgeer Chr. Wolfius Infl. du Droit de la N. 5. i<56. begaat een grove mifflag, welke de Hr. Lusac litt. i. her(teld heeft: alwaar hy ook teffens een zeer goede waarfchouwing doet, II f aut (ditil) faire difference entre les paroles S* les aü'.ons par les qutlles on indique qu'on penfe diffetemment, £«? celles, qui tendent d jetter un mèpri jur les Sentiments des autres par rapport a la divinité. En dit uit het oog verlooren hebbende, is de Proteftantfche Kerk (met fmert moet ieder lidmaat dit erkennen) niet zelden anderen in de vaardigheid van uertateren ragevolgd, en zulks teegens hare eige grondftellingen aan , beweerende wy: dat 'er geene onfylbare uitwendige Kerk gevonden word, en dat aldus de geloof» gefchillen (controverfice fidei) geen vonnis van ftervelingen zyn onderworpen; eindelyk erkennen wy geene authenticque maar alleenlyk een doétrinale of onderwyzende uitlegging, en onze Godsdienft word niet omhelft om het gezag van de Kerk of waardigheid der leere, maar om de Goddelykheidvan den Bybel: ieder moet derhalven de Ortodoxie volgens zyn eigen Verftand bepalen, zonder dat die voor hem door anderen bepaald kan worden : Confequentelyk vervalt ook byonsdedifpofitievan de l. 2. 5. 1. Cod. de beretic. In een Land, waarin de Proteftantfche Godsdienft predomineert , kan men ware patriotten en eensgezindenmeedeburgeien zyn, fchoon men omtrent een en ander leerftuk naar theologifche opinie merkelyk verfchille: quoad jus naturce externum erkennen wy geene beterodoxia, veel min geweetens dwang en aldus is onze Godsdienft de ze. nuw van den Staat. Conf. V. D. Makck led. academie, tom, 2. fase. \. led. i. junü. lelt. 10, Gg %  il6 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek loochening enfchending van Gods Hoogheit en magt, enmisbruvk van' fyn hedige naam en woord gelyk als fyn alle Godverfakers2 Duv vels-konftenaars dewelke m Gods naam Menfchen, en Vee vloeken L zegenen, alle Waarfeggers en Gochelaars, &c. Deze zyn na de Goddelyke en were dlyke Wetten met de dood ftrafbaar. Levit cap ia verf. 13. 14. Novell. 77. cap 1. Doch werd by ons na het 'voo'beefd van andere omleggende plaatfen zelden zo fwaar genomen, en meeft met bannen, af kappen van hand of vingere, het doorfteken van de tonge, of diergelyke minder ftraf gebetert. Sie Damhoud. prax crt mna. cap 61 num,l5 & 22. Anton. Math. de Criminib. lib. 48 ttt. 10. num. 6. 7. Welk aangaande by Keizer Karei zo in de Rykï Ordening des pp toto Gerechts van den Jare 1530. en f« Jt 106. Als in het Edi6t den 7. OSob. 1531. in en over de Nede landen gegeven het welk by ons als nog moet werden gevolgt, met dat dW, aangaande geen andere wet is gemaakt, art. 43. bevolen met deze woor" Óen So hebben wy een ygelyk verboden, gelyk wy verbieden by defen te blafpbemerenGodAlmagtig, op peyne dat die gene die Godlocbenen, afeaan en verfmaden , geapprebendeert en in fln£te gevankenis gehouden fullen werden, enop eenfcbavot openbaarlyk de tonge deurfleken zal werden zonder gratie, {5) Blafphemie van minder opfigt, is dewelke meer uit quade gewoonte alsmt quaad opfet en boos voornemen gefchied, gelyk als is heTenkel vloeken en fweren, Meren en fcheiden, dat fommige fo gemeen heb ben dat fy met weten wat fy zeggen; het welk na gelegenTheTd van zaken met te water en brood te fetten, als mede by het felve EM van Kei' . CS) Volgen* aanteckenlngby vanZuncs Doorl. Hoogheid daarna Knnfn?  XXXIII. Deel. Van Hoogfte-Magt-fchending. %t,t Keifer Karei d. art. 43. zo wel met een geld boete geftraft werd. Sulks by die tot Ucrecht den 12. Juny, en by die van Haarlem den 8. Decemb. 1653. en by die van Leyden den 15. Md 1655. het enkel vloeken ' en fweeren, dat anderfints ongeftraft bleef, op een zekere geld boete is verboden. Sie de Keuren tot Leyden art. 152. 6 Kerk-roof, is eigentlyk diefte van Kerkelyke en Gode toegewyde zaken, welkers ftraf by de befchreve Rechten verfcheyden is, en merendeels den hals, L 4. $. 2. & l 6. in pr. ff. ad leg. Jul. peculat. Sie BolT. prax. criminal. tit. de Sacrilegiis num. f. Jul. Clar, lib 5. Sen* tentiar. g. facrilegium man. i. infin. Georg, Tholofan. Syntagmat. jur. lib. 33. cap. 14. num. 8. Et generaliter. (6) 7 Land-diefte (7) werd begaan by die geen, dewelke de beurs van den Armen , of andere Land- of Stand-gemene beurfen, daarvan fy Dienaars en Bewind-hebbers waren, ter quader trouwe befteelen, /. 9. §. 2. ff adl. Jul. peculat. welkers ftraf was den ban. /. 3. ff. ad. I. Jul. peculat. (8)'Maar die 's Lands, Stads, of des Gemeentens geld, (9) daar hy het bewind van heeft, fonder opentlyke quade trouw tot fyn ge- (6) Alhoewel de Kerkroof en het fchenden derbegraafplaatfen, eigentlyk gefprooken geen heiiigfebennis is, Vid. A. ineens, for. I. 5. c. 5. zoo als men het by veele Wetten doet voorkoomen, is echter zeeker , dat deeze misdaden zwaarder dan gemeene dievery behoorden te worden geftraft, Conf. Ulpianus inl. 6. D. at leg. Jul. pecul. & cl. Voet ad eund. tit. n. 5. add. ampl ordon van Zesl. 24. Jan. 1673. (7) Die hunne Gewoonte of middel van bejlaan maken van 't fraudeeren van enige Lands- inkomften, moeten publicq geftraft en gebannen of geconfineert worden ten minften voor een jaar: welke tyd niet mag verkort nog met geld afgekogt worden Z. Gen. ordon. op de gemeene middelen art. 6. gelyk ook iemand eenig gefraudeert goed onder zig ontdekkende volgens het 5. art. zulks terftond moet te kennen geeven aan den Officier of gaarder op verbeurte van ƒ 300, — Verder is op dit fubject re- marquabel de Publicatie van den 9 April 1755. contineerende: datteegeneen voorvlugtige fraudateur geageert wordende over zaken, waarteegen direct. Iyfftraf is geft.itueert, dezelve zaak gebragt moet worden voor het Collegie van Scheepenen en geprocedeert worden by drie defauten ea een vierde citatie exfuper abund. maar over zaken waarin de pnmario tot een of meer geldboeten , en fubordinate en cafu quo tot een beanniffement geconcludeerc word by twee defauten en voor ordinair gecommitteerde Scheepenen. (8) Add. Praxis jur. Canon. lib. 6. cap. 13. Notabel op dit fubject zyn de refpeclive fententien van den Edele Achtb. Gerechte deezer fteede van den 29 April 1667. 30. Nov. 1686. 28 Jan 1698. Z. van der Schelling in notis ad Cod. p. m. 101. (9) Waar voor gem.'enlyk genoegzame cautie word geëxigeert. Z. res. 4. Decemb. 1758. jimiï. Gen. plac. art, 5. en anderen. Gg 3  2.38 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. gebruik had gebefigt wierd minder, en met drievoud wreder te ireven" geftraft. I. 2. I. 4. 5- * ff ad L Jul. peculat. Dop- heedensdaaïï ftaat de ftraf van fodanige misdaden, by na tot befcheidenheid in minder, de beneminge van hare Ampten en bedieningen, in meerder daar opentlyke valsheid mede gemengt is, gelyk als merendeels, Ivfftraf, den ban , en verdubbelde wedergeving. Sie Damhoud \rax Criminal cap. 117. * * UA' 8 Concuffie, of Knevelry, is een afperfing van fchatting, of iets anders, onbehoorlyks by den Ampt-bedieners en Overheden, den gemene Leenhoven het geen fy fchuldig zyn, afgeperft, (io) dewelke daarom van hare bedieningen afgezet werden, en boven dien na befcbeidenheid werden geftraft. arg. I. i.ffdeconcuff Sie Damhoud. prax. Criminal. cap. 131. Daar onder ook behoord, als iemand van nieuws od zyn eigen naam, zonder daar toe gemagtigt te zyn, enige nieuwe algemene fchattingen, of omflagen invoert. /. 1. ff 0 V nd 1 ëeldontfangt, dat zyden hals Welke ftraf al hoewel in een geld-boete vermindert,/! unic.VT ff.ad leg.Jul deambitu, en by de fommige verandert is, wy daar van wel het minft geweken zyn, en fo wyflyk daar in voorfien, dat in veel plaatfen nooit iemand daar over befchuldigt (ik laat ftaan , verwonnen) is geweeft; Die daar toe by ons verviel, fou zyn Ampt verbeuren onbequaam, en onnut tot enige Staten, Ampten, en Officien, veroordeeld , en daar-en-boven na befcheidenheid, verbannen, of aan den lyve geftraft werden. ' UWi De Heeren van den Hogen en Provinciale^ Raad van Holland, is ook in (10) Z. Boey Wcordtntelk 1 4. p. 1443  XXXIIT. Deel. Van Hoogfte- Magt-fchending, &c. 139 in'tbyfonder feer fcherp verboden van de ding pligtige Lieden, enige giften» of gaven, hoedanig, en hoe klein die fouden mogen wefen, te mogen genieten, op verbeurte van haar Ampt, en daar en boven arbitrale correclie. En moeten tot dien einde alle jaren met Eede verklaren, dat by haar, haar Vrouwen, haar Kinderen, iemand van haar Huifing, of andere die onder haar behoren, met haar kennis niet is genoten , en haar eodem Sacramento verbinden, te bezorgen dat het niet gefchiede. Indien onder'.uifchen enig het minfte na bedenken valt, moeten fy ook haar als dan met Eede daar tegen fuiveren, en de dingpligtige op wien het bedenken valt, in den naam van het Hof bevélen, en dwingen met Eede te verklaren, dat hyaan niemand van den Rade, of hare Dienaars ietwes heeft gegeven, of belooft te geven. Den perfoon die de corrupt ie doet, en daar op , het zy voor, of na de Sententie, bevonden werd , verheft daar door het gene hy gegeven, of belooft heeft, ten voordeel van den Armen, en vervald in een boete geproportioneert, en egalerende de waarde van de faak die hy te verhandelen heeft, boven arbitrale correctie, infamie, en inhabiliteit om enige Ampten, Officien, of Beneficiën immermeer te mogen bekleeden. Maar indien de dingpligtige eer dat fy daar van zyn befchuldigt, voor de litisconfiatie, ter goeder trouwen aan den Raad aan brengen, het geen by haar is gegeven , of van iemand, tot bevordering van haar faken afgepreft, werden fy van defelve boeten bevryd; Sie Infirucl. van den Hogen Raad, art. 10. Nader Ampliatie van d'lnjïruclie, tit. ultimo, art. i. 2. 3. & feqq. Placaat van de Staten Generaalden eerften July 1651. En van de Staten van Holland tegen den Grieffier Mus, en andere van den 6 Feb. 1652. Coftuymen tot Utrecht, tit. 1. art. 11. Sie de Keuren van de Stad Leyden, art. 2. 3. 4. 5. en volg. Handveft by Hartog Aalbregt van Beyeren, aan de Stad Amflerdam verleend in den Jare 1387. Jacob van Heemskerk in zyn Hollandfe Arcadia, pag. 755. en den laatften Druk , pag. 485. (ir) 10 Maar (11) Add. Nqflr. in notis ai EdiUum ook alhier te Landen alle proponenten Philippi de a. 1570. pag. 131. In het onder eede moeten attefteeren (na gedaan Kerkelyke word deeze ambitie ende cor- examen préparatoir) dat zy niets gegeeven ruptie van Juftitie genaamd Simonia. Vid. of belooft hebben, niet zullen geven of Jur. canon prax. p. 472 ƒ'?• waarom den of weeten, dat door een ander iets  Z40 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. 10 Maar indien door onwetenheid van een Rechter, of anderfins, een onrechtmatig Vonnis was uitgefproken, fou daarin den Rechter niet gehouden zyn, maar die geen die daarby dagt befwaart te zyn, hem felven met Appél, of hoger beroep tot een ander Rechter, moeten helpen.' Vinn. ad§. i. Injlit.de obligat. qua quafi exdelicf. Chriftin. vol. 4. decij. "95. num. 4. Zypse Notit. jur. Belg. de appellat, verf. in aliquibus. 11 Insgelyks een Advocaat, dewelke een misflag begaat, heeft daar niet voor te verantwoorden, Chriftin. vol. 4. decif. 95. num. 4. Argentr. ad Confuetud. Brittan. art: 33. [vid. Neoft. de pacl. anten. dec. 1. n. 14. & feqq.'] Want al is't, dat het niet betaamt, eneenfchande is voor een Rechts-voorfpraak, des Rechts onkundig te zyn. /. 2. §. 43. ff. de Origin. jur. So fou het nogtans te hard vallen, dat fy in fo woefte en wilde Zee van oneensheid, en in een wetenfchap van alle faken, en in de menigvuldigheid van fo veel pleit-gefchil len, alles in 't byfonder op 't nauwft fouden moeten verantwoorden: Ten waar fy van opentlyk bedrog konden werden overtuygd. 12 Valsheid tot Hoogfte-Magt-fchendery behorende, is Valfe-muntery in des Keifers eigen Munt, by de opgeftelde Munt-Meefters begaan. /. 2. Cod. de falfa moneta. (12) dewelke fwaarlyk, en met den viere gegeeven of belooft is, of zal worden tot Refolut. ten tyde van de Wit, p. 787 bekotning van een plaats of beroep Z. Gr. (12) Te recht zegt onzen Aucreur by dt placaatb. 5. d. fol. 581. Op de vraageof gefielde Muntmeejlers, want dat de anderen Kerkelyke perfonen aangaande Kerkelyke geen crimen laj"ce majeftatis begaan; is evi- zaken buitenlandfch mogen correfpondee- dent, ter contemplatie , dat de ftraffe op ren? is zeer notabel de res. vanden 7nov. misdaad van valfche muntery in 't algemeen, 1665. meede brengende: „ dat deBedie- niet afkomftig is uit de lex Julia Majefta- „ naars des Goddelyken woords haar zullen tw maar uit de lex Cornelia de falfis, en dat „ hebben te onthouden van alle correfpon- de lex 1 Cod. defals. mon. alleenlyk fpreekt dentien buiten's Lands, in zaakenmate- „ fi quis nummos falfa fufione formaverit." „ rie van ftaat rankende, en de ook over welke terme verdaan moet worden van het „ Kerkelycke zaacken buiten 's Lands eigentlyke geld ftaan, het geen in de pu-' 5, geene eorrefpondentie te dryven; dan blicque munt gefchied; het is derha'lven „ met kennis en volgens ordere van de zeker, dat veele voorname Rechtsgeleer- Regeering: van gelyken, dat dezelve den in dit ftuk hebben gedwaalt, waaron- „ haar zullen hebben te onthouden van der Cakpzovius , Matthjeus de crim. I 48. „ zaacken de Policie of Regeering betref- tit. 7. c. 5. &? Huber prceleü tit. ad leg. „ fende in hare predikatiën ofte Gebeden forn. $. 4. ten zy men derfelvergevoelen „ op den fredjkltoel te brengen." Conf. in deezen bepaalden zin opneemen wilde  XXXIÏfc Deel. Van Hoogfte- Magt-fchendmg, Q?r. 241 viere wierd geftraft. /. ï. 2. CW. de falfa moneta. Vervalfing in andere Munt, en by andere gepleegt, fchroeying, en ander bedrog, wierd minder geftraft, dog meeft metten Avaarde, /. 8. 9. ff ad l. Cornel. de falf. junft. I. 6. ff. ad l. Jul. Majejtat. Daar uit icheynt voortgekomen, dat in voortyden in defe Landen de valfe Munters, fonder onderfcheid, metten viere wierden verbrandook wel in Oly gefoden. Volgens het geen daar van in de oude Friefe Land-wetten werd gevonden, Omlandfe Land-regten, /. 7. art. 48. aldus: Het is gewoonte alle Duitfe-land door, den Dief Galge, den Moordenaar en Moordbrander bet Rad, Manfage en den Rovers dat Swaard, en den Valfer der. Ketel. So mede in de Coftuymen tot Utregt, Rubr. 41. art. 2. dog onderfcheidelyker, werd gefeid: So wie de munt van den Heer valfl, 't zy met fchroeyen, conterfeyten, coleuren, of anderfins , of die valfe munte flaat, die fal verbeuren 'tlyf, te weten, die Schroeyders metten Galge, en die Valfe Muntenaars metten Viere. Het welk wel ingefien, dewyl by ons desKeifers, of der Overheden beelden en wapenen, van fig felven geen ■quando id fit boftili animo vel Jludio novandi Jlatus publici. Dan zeer ongepaft zoude iemand met zeekeren heedendaagfche fchryver beweeren, dat een Valfcbe munter ren onrechte met de dood wierd geftraft , want behalven de nadrukkelyke difpofitie der befchreevene rechten l. 8. D. de lege ctrnelia en anderen door onzen Aucteur boe loco by gebragt, zoo komt uit het recht der natuur te proflueeren, dat een bedriegery , waar door de ganfche gemeenfchap grotelyks benadeelt word, met een Eequipollente ftraf moet worden te keer geaaan ; nu word door de vermindering der intrinfique waarde van 't geld, (als zynde het objeft van de verbintenis fen, welke de menfchen onderling aangaan , gelyk de Hr. Lusac dans les notes fur l'ouvragede Monfr. wolf, pag. 17r iïtt. /. zeer wel zegt,) hetzy dat iemand de geflagene munt affnoeit, of nabootft, om zich daar meede te verryken, de gemeenfchap grotelyks benadeelt, zoo als dit onteegenzeggelyk word betoogd by Wolf Jnjl, du droit de la Nature l. 1036. Barbeir ac dans les notes jur Puffcndorf droit des G. I. 5. c. 2. §. 14. en Booinus de rep. I. 1. t. 10. daar een zodanigen particulieren inveuteur, geen recht ter wereld tot die verry. king isbebbende; Wat is derhalven billyker en gepafter tot voorkoming vin dergelyken', dan zodanig pernicieus beftaan met een geweldige diefftal gelyk te ftellen, en den galg teegens den dader te ftatueeren? Z. de ordon. van Koning. Philips op de crimineele Juftitie in de Nederl. art. 62. plac. van Keizer Caeel den 30 Jan. 1543 pia~ caat van de fl'aten Generaal 19 dec. rs8o. en anderen byZuRCKpaJ. m. 76a. gtalt. welke vermeld, dat van oudsde uitgeversgevan. gen zyn gezet, wanneer zy wygerden te 'ontdekken van wien zy zodanige munten of geldfpeciën ontfangen hadden, add. Groenewegen ad d. I. 2. Cod de fals. mon. Huber de Jure civitatis pag. m. 198. & Moorman over dt misdaden pag. 134. en 135. Hh  t+z Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. geen waardigheid hebben, fou met goede reden kunnen verfiaan werden, dat alle gemene valfe munt, by andere dan den Munters felfs gepleegt , fou vervallen tot een foort van gemene valsheid, en met defelve behoord te werden geftraft. 13 Gemene Valsheid is allerley daad, daar by yemand enig fchrift namaakt, uitdoet, of ter quader trouwen vervalft, of met enig vals ondermaat, of quaad gewigt uitmeet, of uitweegt. frqW .er A &? 6. 1. 9. 5. pen. 1. 16. 5. 1. /. 23. /. 25. /. 2f. i-Vo' /! 31 */ ad leg. Cornel. defalf. welkers ftraf, om de onzekerheid in de omftandigheid van dien, op 't fwaarfte, en daar de gemene faak op 't hoogfte aangelegen is, met den fwaarde geftraft, dog merendeels met den lan en verbeurte van goederen, /. 22. Cod. ad leg. Corn. de Falf. by de fommige met afkappen van den rechter Hand, affnyden van Ooren een Brand-teyken in 't Aangefigt, en diergelyke. arg. Novell. 17 c 8. £? Novell. 42. cap. 1. Volgens Plac. van Keizer Karei, den 30' Jan. 1545. moeft defelve met de galg geftraft werden : Het welk metter tyd, in den Ban met Geefling is vermindert geworden. So werden by ons merendeels de Valsheden, na openbare Geeflin* met de valfe brieven over 't hoofd, en daar op gevolgde Ban, en verbeurte van Goederen geftraft. Sie Gudelin. de Jure Noviji. lib. 5. cap. 20. verf. almd crimen. Damhoud. prax. criminal. cap. np. en volg. Chriftin' vol. 4. decif. 119. num. 11. 12. (14) «4 Die van valsheid in haar Eedfweren kunnen werden overtuigd, werden (i3) _Z>e falfi crimint fuccinSe egit cl. hoeven van de Hooge overigheid V kiVoet m emmentarie ad Fandeel, lib. 48. tent. van den H- f51 P. fi p. 175.' \hn tif' . . heedendaagfeh geen confiscatie (waar van (14; Tot ftaving van de leere van van hierna) applicabel zynde, is omtrent de Leeuwen (trekt de Sententie van den Hogen crimina falfi zeer remarquabel de Sententie Rade m Holland, m cas crimineel van vals- van den Hovegepronuncieert soTWy if,-,? beid m dato 18 Sept. 1Ó02. daarby den waar by den Bewindhebber Syms sed-porFrocureur Generaal, appelleerende van teert is van zyn Bewindhebbers -Amnt een vonnis oy Leenmannen van Hoogema- inhabil verklaard om ten eenden daae' de, tuffchen den Heere van Hoogmade als eenige Officiën te mogen bedienen en eiffcher, en eenen Floris Janfe gevangen, gecondemneert in een boete of amendè van gewefen: t zelve vonnis is te niet gedaan , tien duizend gulds. mitsgaders in de koften en denzelve blons Janfz gebannen, met en mifen van Juftitie V. teil. jurid. cos q5 •onnscattc van alle zyne goederen ten be- VT , ■  XXXIII. Deel. Van Hoogfte-Magt-fchending, &c. 243 den voor eerloos en meinedig verklaard, en daar boven, na gedane vergoeding aandebefchadigde, na gelegenheid, aan den lyve geftraft. Sie Rittershuf. de differ. jur. lib. 6. cap. 9. in fin. Damhoud. prax. Criminal cap. 5. num. 19. Jul. Clar. §. perjurium num. 11. Menoch. de arbitrar. jud. caC 319. num. 23. £f feq. (15) Sodanig een is by fententie van den leften Maart 1516. by den Hove van Holland gecondemneert, het eerfte lid van fyn twee voorfte vingeren afgehouwen te werden, boven een amende van 20 Phillippus guldens in der fake van Adriaan van Borffelen, Ridder, Kafteleyn en Baljuw tot woerden Impt. in cas van reformatie, contr. Jan Martyr. Sie Sententie-boek, pa-. 56. [Maar die gereet geftaan heeft om den eed te doen, dog dicTniet heeft geëffe&ueert, kan niet als meinedig geftraft werden. Conf. en adv. 1. 228.] 15 Alle misdaad, daar by enige boevery, of bedriegery werdt gepleegt, en geen byfondere naam heeft, quod crimen Stellionatus dicitur. ƒ. 3. §. ï . ij. de crimine fielionat. werd mede extraordinarie na befcheidenheid geftraft, /. 3. §• 2. ff. 8*/. I. Cod. de crimine Stellionatus. Alfo is in Vriefland fekeren Engelsman, dewelke Sil ver-verguld, en ook Koper-vergulde Ketens, voor Goud te koop gedragen, verhandelt, en anderfins de goede Luyden daar mede door een Goude, die hy onder den hoop had, en voor een monfter gebruykte, had bedrogen, met een derfelve Ketenen om den hals in 't openbaar ten toon geftelt, cn daar na gegeelfelt en gebannen. Sie Sande /. 5. tit. 9. defin. 8. Me- (15) Aangaande het geeven van valfcb gedaan, te werk gaat; worden niet zeldem eetuis.enis is te zien de Goddelyke Wet als een en het zelve crimen by de rechts Exod. 20. vers 13. en cap. 23. vers 1-3. DD. befchouwt, zoo als byCARPZov. prax. mitsgaders Deuteron, cap. ig.-versió-21. erin. quafi. 44. p. 1. & Rosbach prax. en aangaande de Meinedigheid kan men een civ. fag. 351. n. ië-18. Beide zynook uitmuntende verhandeling vinden by Mi- in dezelve graad affchuwelyk en ftrafwanrciiAëlis m. r. 5 d. J. 256. De bewoor- dig, als betoonende een dadelyke minachdingen Valfche Eed of valfcb getuigenis gee- ting voor het heiligfte onder de menfchen ven en meineed, waar van het eerfte eigent- en een openlyke beguigellng der Godlykbeteekend den Eed van iemand, welke delyke Majefteit, en mitsdien een der zweert, dat hy de waarheid zegt terwylhy voornaamfte objecten, waar omtrent den leugen vooiftaat, en het laatfte de ieder rechtfehapsn Rechter behoord te cigentlyke fchennis van den Eed, wanneer vigileeren. iemand contrarie zyn belofte, onder Eede Hh 3  244 Roomsch-IIollandsch-Recht. TV. Boek. Menoch. de arbitrar. juiic. lib. 2. ca/u. 383. & Jul. Clar. §. faal, quafi. 83- verf. fi quis impofluram. (16) 16 Hier toe behoort ook de ontrouw der Advocaten, en Rechts-voor. fpraken, dewelke het geen haar aan d'eene zyde vertrouwt is, aan d'andere zyde overdragen, en eerft de een, en dan d'anderein defelve fake dienen , dat men Preevaricatie noemt, hetwelk ter befcheidenheid ftrafbaar is, met ontfeggen van haar bediening, eerloosheid, bannen, verbeurte van goederen, of diergelyke. /. 1. 5. 1. /. 3. g. 2. ff. de Pravaricat. I. 4. g. 4.. ff. de bis qui notant. infamia. Sie Menoch* de arbitrar. jud. cap. 323. num. 5. 8. Boft. Prax. criminal. tit. de Pravaricat. num. 2. Farinac. tom. 1. tit. 1. quafi. 4. num. 15. 17 Gemaakte dierte by op-koop van eetwaren, totagterdeel van de gemene faak ter quader trouwen gepleegt, werd met den Ban en verbeurte van Goederen geftraft. /. unie. Cod. de Monopoliis. Placaat den 7. Oclob. 1531. 4. Ottob. 1540. en den laatften Julii 1562. Sie de Placaten van de lyftogt, en 't geene daar op by den Heer Dirk Graswinkelis aangetekent. (17) Het (16) AU. VoiT in cmm. ai D. lili. (17) Add. V. Zurcxwj C$d. tit. menu 47. *»'• 20- ftlit  XXXIV. Deel. Van Misdaad tegen het Leven, &c. 245- Het XXXIV. Deel. Van Misdaad tegen het Leven en Doodflag. [Grot. 3. 33 ] r. Dood/lig, wat, en hoedanig ts ftraffen, fchap, of, en hoedanig ftrafbaar. 2. Vader en Kinder-moord. 9. Die gewapent uitgaat, me: opfet, om 3. Die bare Kinderen ta vondel leggen, hoi- een ander te dooden , of, en hoedanig danig te ftraffen. ftrafbaar. 4. Die hem laat omkopen om een ander te 10. Noodweer, of, en wanneer verftaan dooden, hoedanig te flraffen. werd. 5. Die yemand met Venyn, of Vergif fotken 11. Eygenmoord, en die baar felf om 't leven om 't leven te brengen, hoedanig te- brengen, of,-en wanneer ftrafbaar. flraffen. tX. Drenklingen , onftrafbaar , do* moeten 6. Tovenaars enWaarfeggers, welk? of, en gefcbouvocn werden. hoedanig ftraf baar. 13. Een Doodftig, daar meer als een hand- 7. Een Doodflag door verfuym, finder op- dadig. aan geweeft is, hoedanig .te fet, of, en hoedanig ftrafbaar; en ftraffen. n. 10. 14. Vergoeding am de befcbadigde in een 8. Een Doodflag in ovcrftallige dronken- Doodflag, of, en hoedanig te doen. k\ yïlsdaad tegen het leven, is Doodflag. Het welk gemeenlyk genomen IVX werd voor al'e daad, daar door deneenen Mensch, des anderen menfchen dood onbehoorlyk veroorfaakt, /. 7. %. 6. ff. ad leg. Aquil. Aangefien de ftraf der misdaden (om de veranderlyke omftandigheden, dewelke de ftraffen, die anderfins feker zyn of verfwaren, of verligten) veel aan de befcheydenheid van den Rechter werden gelaten. Zyp. Notit. Jur. Belg. tit. de posnis. Gudelin. de jure Noviff. lib. 5. c. 15. So moet ook in het ftraffen van den doodflag wel gelet werden , hoe, in wat wyfe, van wie, en aan wie, dat die is gefchied, om te onderfcheyden, of defelve ordinair, of extraordinair, dat is, meerder, of minder als met de gemene ftraf behoord geftraft te werden: want gelyk veel omftandigheden, dikwils de dood-ftraf verligten en verminderen , in bannen, of andere minder ftraffen; fo kunnen ook andere omftandigheden de ftraf verfwaren, in hangen, branden, rabraken,. en diergelyke; hoedanige omftandigheden veel beftaan in het onderfcheid, tuffchen de tyd, plaats, manier van doen, oorfaak van het Hh 3 be»-  1^6 Roomsch' Hollandsch Reciit. IV. Boek. begane misdaad, en onderfcheid van perfonen, fo van die het komen te doen, ais die het komen te lyden. /. 9. §. u.ff de pasnis. van boedanige omftandigheden fpreken , Gail. hb. 2. obferv. 110. Clar. ff bomicidium. num. I. cum feq. Boff. prax. criminal. tit. de bomicid. num 68. cum feq. De ordinair en gemene ftraf van een doodflag, dewelke moetwillens met een boos opfet, en quaad voornemen gefchiet, is onthalfine ff » ™ 'l^r faecke, fulks datter ft, allen ge. " St i t w '"en êf1UaHfi » Wateds doot na vo^" Zelvs is de dis- mrf ! 7 Seordomeert fimulatie hier omtreni ftraf baar. Z.E. v,n " lo Sl'^3' f° Wi£ ^VOndei1 V- D' Schelling, «W^r; 'S 6' Ü „ zat worden foodaanige gequalificeerde LI Q  a7o Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. din? betering doen in geld, na beider gelegenheid. Sie Grot. InleyJ. lib.°%. cap. 35. verf. tot bejlaping. Ten waar dat een al te jonge Dogter in'onnofel/uid grofiyk milleid waar, ot een Voogd, of ander Perfoon in vvi.nstugt en voorforg defelve bevolen was, defelve had beflapefr, is met geeifekn, ban, en verbeurte van goederen ftrafbaar.' Sie Boff. prax.- criminal. tit de coftta damnat, num. 67. Damhoud. prax. criminal. cap 94. num. 8 , 9- °P welken grond binnen Haarlem een Schoolmeetter die een van fyn fchool-dogteren onteert had, gegeeffelc en gebannen is geworden, volgens getuigenis van Groeneweg. ad tit. Cod. Si quis tam cujus tutorfuer corrupt. En tot Leyden in July 1655. "Willem Pas , om .dat hy een getrouwt man zynde , een WinkelDogter t'fynen huife had onteerd, boven de gemene boeteen ftraf van Overfpel, is voor enige jaaren uit de Stad gebannen, (ü) 3 Die openbare Huisbraak doet, werd met de koorde geftraft; gelyk hier na breder. (3) . 4 Die een Dogter met geweld vervoert, is de dood iuldig. /. urne. Cod. de raptu virgin. Papon. lib. 22. tit. 6. art. 8. Maar indien het met haar fin en wil gefchiet, is't felve niet ftrafbaar. cap. penult. extr. de raptor, cap. 49- cauf. 27. qncefl. 2. cap. 95. num. 18. cap. 5. cauf. "6. queefi. 2. arg. I. 3. g. 5. de lib. hom. exhib. cap. fcienti 27, fcp ibi. Din. té Pecc. de Reg. Jur. in 6. Hyppol. de Marfil. conf. 61. num. 21.'&f feqq. Bajard. in ad dit. ad Clar. $■ raptus num. 16. & feqq. Za'nch. de matrimon. lib. 7. difputat. 12. num. 10. Mafcard. de probat. concluf. 1260 num. 28. Ritterhuif. de differ. jur. lib. 6. cap. 5. verf. deinde. Gomef. ad l tauri 80. num. 44- Confultat. en Advyfen. part. 2 conf. 193. Damhoud. prax. criminal. cap. 95. num. 18. Anthon. Matth. de criminib. lib. 48. tit. 4. c. 2. num. 12. Keuren in Zeeland, cap. 4. art. 6. Hierom werden met gelyke ftraf geftraft, de geene dewelke enige hulp of byftand tot het vervoeren hebben gedaan, d. 1. uit. $. 2. verb. vel qukunque opem. Cod. de raptu virginum. Gelyk mede daar over ftrafbaar zyn, die raad of daad daar toe gegeven hebben, dog meeft met min- (2) piurabaletcl. Vom ad digeft. tit. ad leg. Jul, de adult. n. 2. & feq. (3) En bier uren inde Aanteek, n. I.  XXXVI. Deel. Misdaad'tegen de Aangeb. vryh. zjr minder en kleinder ftraf? arg. Novell. Leon. 53. in verb. Et fi non napta. Waar van by ons een aanmerklyk voorbeeld is voorgevallen in de alom rugtbare Joffer-roof, van Katryn d'Orleans, door Hans Diederik de Mortangie, in's Gravenhage in April 16154.. begaan, te^en dewelke ongemene uitfehryving tot verfekering van yn Perfoon" met een premie van twe duifend Ryxdaalders, en op de perfoonen fyn medehulpers van twee hondert Ryxdaalders, aan alle Prinfieti en Vorken'ge.. daan zynde, den felven na dat hy tot Kuylcnburg (door toe doen van den Heer van Langerak, die daar over den 20. Mey f664.. van fyn ?xCraa eJV ^kmeefterrchaP afgefet, en voor 5. Jaren uit Holland en Welt - Vriesland is gebannen,) ontgaan, en tot Bremen in verfekering gehouden, in en omtrent de overlevering op een onverfiende wysontkomen zynde, deffelfs knegt die mede handadig was geweeft, den is Mey 1664, voorleden, by den Hove van Holland is veroordeelt, aan een Galge te werden opgehangen, fulks ten felve dage is gefchied en den Voerman om fyn onkunde des Regts, en andere verfchoningen dat hy daar toe was gedwongen, aan een paal gegeeffelt, en boven verbeurte van goederen, uit den lande gebannen is. (4) < De vervoerde Dogter mag met die geen die haar vervoert heeft wel in Huwlyk treden, cap. uit. extr. de raptorïb. Rittersh. de different jur. hb. 1. cap. 21. Anth. Math. de criminib. lib. 48. tit. 4. cap. 2'. num. 16. Maar of daar door de misdaad werd vernietigt is niet feker, Sie Groenewegen, ad l. unie. $. 1. ff 2. Cod.'de raptu virgm. r [En is in het begin der agtiende Eeuw de Knegt die .... Huguetan had willen helpen vervoeren, en na Vrankryk brengen, fchoon 't nog met eens ondernomen , £? ad acfum proximum gekomen was, by den Hove van Holland gedaan ophangen, terwyl een Officier in Franfchen dienft wefende, om die felve oorfaak wierd gedecapteert.J De Brandfligters, en die geen dewelke algemene Dyken en Dammen moetwillens komen deur te fleken , werden mede verftaan tegen de Hoogfte-Magt, en de gemene faak te misdoen, en daarom mede te Iwaarder geftraft, als hier na in het xxxvni. deel fal werden gefegd. Het (4) Conf. omnino Ö. Voet ai tit. f, ad leq. Jul. de vipublica num. 4. 6B feq.  xj% Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. Het XXXVII. Deel. Van Misdaad tegen d'Eer en goede Naam. {Gm. 3. 36.] j. Lajler wat, en hoe te beteren. 7. Overfpel, hoe te begaan, en hoe tt %. Fameufe Libellen. ftraffen 8. 3. sMie van injurie binnen wat tyd te 9 Bloe Ifcbande. v'erliefen. ic. Sodomiticum fcelns, of verkeerde en 4. J, non wat, en waar in bejlaat. onmenslyke vermenging 5. Vrouwe kragt remiffive. ik Open are hoen-ry, boe te flraffen. 6. Ontering, boete beuren, en boe te bewy- 12. Concubinen. Jen. NA 't leven is niet koftlyker als de Eer, en het goed gevoelen dat een ander van ons heeft. Waar in dat wy dikwils van een ander werden verongelykt, het zy .net woorden, of met werken. 1 Met woorden, fo wanneer mondeling of fchriftelyk, in 't by wefen of af wefen, in 't heimlyk, of in 't openbaar, iets werd te kennen gegeven, waar door iemands Eer werd gekrenkt en verongelykt. /. 1. §. 1. I 5- §• 9- J5- 5- 2- 3- # ^ 'miHr- (.0 Dit werd laftering genaamt, en werd gemeenlyk gebetert met honorable en profitable amenis, dat is eerlykeen voordelige boete. Honorablei Dat den Laftcraar fchuld bekent, God en de Regtvaar- dig- (1) Den Autheur confundeert hier weder twee zaken: de Hoon is eigentlyk allerley bedryf tot fchimp , verachtinge , of leed van een ander in deiïelvs bywezen met opzet gefchied. Conf. A. Vinn. ad tit. J deinjuriis. daarde/fl/Êerrnteegendeel behelft een ongegronde verwyting opentlyk cn ten byweezen van anderen ; beide zyn dus onderfcheiden van een derden misdaad van dit zoort te weten achterklap, dewelke beftaat in het vertellen of uitftiooien van nadelige zaaken tot benadeeling van ieaunds eer of goede naam (trek¬ kende , en deeze laatfte is de allergevaar. lykfte, dewyl zy in 't afweezen van den beleedigde gefchied, en dc-nfelve aldus buiten (laat (telt om onmiddelyk zyne eer te handhaven: Het is 'er dan wel verre af dat de laaltgemelde misdaden geen ftraf zoude verdienen , als geen eigentlykgezegde injuria uitmakende, deA'yl de Rechtsgeleerden gewoon zyn het woord injuria generaliter betrekkelyk te maken op al dat geen, 't welk ftrekt in verkorting van eens anders recht, vid. text. Injl. tic. de injur.  XXXVII. Deel. Van Misdaad tegen d'Eer, Csr. 273 digheid om vergiffenis bid, en verklaart, dat hy die geen van dewelke hy fulks gefeit heeft, niet kend als in alle Eer en Deugd. Zypa; Notit. jur. Belg. tit. de injuriis. Papon. lib. 8. tit. 3. art. 18. Papegay. pag. 94. en volgende. Projitable; Beftaat daar in, dat den gelafterde fekere fom geld noemd, met een aangeboden Eed, dat hy gelyk lafter of ongelyk om foo veel of meerder niet fou willen lyden. §. 7. injlit. de injuriis D D. allegat. Welke fom merendeels voor en ten behoeve van den Armen werd begeerd, of anderfins uit befcheidenheid van den Regter aan de Armen werd toegewefen. So dat om een aclie van injurie of lafter -fpraak, den Schout of gemene fake in 't byfonder geen regt heeft, of daarom een crimineel geding kan werden aan geleid, ten zy het een ongemene lafterfpraak is, daar de gemene faak om 't gevolgs wil felfs aan gelegen is, daarom ook den ban of andere fwaarder ftraf, kan plaats hebben. (2) Sie Joann. a Sand. lib. 5. tit. 8. defin. 5. Carpzov. defin. forenfi. part. 4. conflit. 42. defin. 2. Dog op fommige plaatfen heeft ook den Baljuw regt, om een gemene lafter-fpraak tot een fekere kleine geldboete, als in Rhynland tot een boete van tien gulden. Coftuymen aldaar art. 14. [Maar woordelyke injurien met woordelyke injurien af te kaatfen, is niet verboden, nog ïpruyt daar uit geen aclie voor d'een of d'andere party , en worden fodanige fcheldwoorden voor vereffent en afgedaan gehouden. Barboz. Loei Comm. I. 9. cap. 62. §. 8.] 2 Tegen de fameufe Libellen, dat is, Naarn-rovende gefchriften, zyn op verfcheyde tyden Placaten uitgegeven, waar van de laatfte den 7. July 1615. den 22. December. 1618. den 16. January. 1621. en den 4. Mey 1624. hondert guldens tot boete mede brengen voor de eerfte maal verdubbelt met lyfftraf. (3) 3 Het Regt uit fake van lafter of ongelyking fpruytende, werd door een Jaar ftil-fwygen verloren, lib. 5. Cod, de injur. [Neoftad. cur. Holl. Dec. 27.] Dog hetfelve is niet anders te verftaan als van lafter of on- ge- (2) Van welke natuur zekerlyk zyn alle enz. welke in zo verre blykbaar overgaan dadelyke injurien, by voorb. feytelyke aan- in de termen van misdaden teegen iemands ' taftingen of fisgen , iemand zonder reede- ligcbaam of vryheid. nenuit moedwilligheid wegebragt, het gaan (3) Vid. Vinn. in comm. ad. J. p. 763. in iemands huis zonder deiïelvs toelating £? van Zurch in Cod. p. m. 840. £f ftl- Mm  174 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV.Boek. gelyk dewelke met woorden gefchiet, maar niet met werken, geljfc als met vuift- flagen , of diergelyke handadigheden, dewelke niet anders als door het verloop van dertig Jaren vervalt. Cur. Holl. decif. 13. Sande lib. 5. tit. 8- defin. 3. Myfing. cent. 1. obf. 84. ff cent. 5.. obferv. 77. 4 Misdaad tegen d'Eer en goede Naam, metter daad en met werken (anders Hoon) is alle daad, waar door een ander in fyn Eer en goede Naam werd verkort. Dit gefchied op veelderhande manieren; waar onder de voornaamfte wel zyn dewelke in het onteere van het lighaam en ledematen befig zyn; als: Vrouwe-kragt, Ontering, enOverfpel, Bloed-fchande, en ver-" menging tegen de Natuur, en wat daar aan hoort, waar van hier in 't byfonder gehandelt werd. 5 Vrouwe-kragt, is de fchoffiering en ontering van een Vrouws-perfoon, met geweld, en tegen haar wil gedaan, waar van in 't voorg:. Deel gefeit is, dat defelve met den hals geftraft werd,, en de onteerde vergoeding toe komt, na beyder gelegentheit. 6 Maar die een Jonge Dogter buyten geweld onteert, of ontmaagt, is niet verder gehouden als defelve te trouwen, of voor de ontmaagding, vergoeding en betering te doen in Geld 't fyner keur, na beyder gelegenheid , op het fcherpfte met fo veel als de Dogter om de Ontering meerder tot Huwlyks-goed van node fou hebben, om met haars gelyk te trouwen, arg. I. 60. 69. §, 4.. 5. ff. de jure dot. Exod. 22. verf.. 16, 17. Deuteron. 22. verf. 28, 29. cap. 1. ff 2. extr. de adulter. Surd. de alïment. tit. 1. quafi. 10. num. 20. Chriftin. ad leg. Mechlin. tit. 18. art. 6. num. 3- Sie Clar. §. Jluprum. num. 3. Papon. lib 22. tit. 9. art. 9. Damhoud. cap. 92. num. 6. Neoftad. fupr. decif. 52. Sande. lib. 2. tit. c defin. 10. En is alfo geoordeelt by den Hove van Holland in de fake van Ellert Oom, gerequireerdc, contra Juffrouw Geertuyd Schepels, den- 10. Mey 1636. Indien zy bevrugt is, moet hy de kraam-koften betalen. Chriftin. ad.leg. Mechl. tit. 18. art. f5.. num. 3. Maar het Kind moet ouderhouden werden van beide, tot gemene koften, ten waar een van beide geen middelen had, of bequaam was. In wat voegen defelve betering' en vergoeding werd gerekent. Sie Menoch. de arbitrar. jud. caf. 288. num. 16. in fin. & feq. Covarsuv. de Sponfal. part. t. cap. 6. num. 19. Leffius, de Jufilitia& Jure Ufo  XXXVIT. Deel. Van Misdaad tegen d'Eer, f§c. z7? :iib. 2. cap. 10, dubit. 2. num. n. [Dog de aólie van defloratie en der Kraam - kollen werd in vyf Jaren gepraefcribeert. (4) Conf. bat. 1. D. conj. 148.J Dies werd een Vrouws - perfoon niet gelooft in het feggen dat iemand haar heeft beflapen, alwaar dat zy 't felf in barens nood had verklaart, indien de perfoon fulks ontkent. [Grot. 3. 35. n. 12. ff feqq."] Tesfaur. decif. Pedemont. 3. concl. 6. num. 4. Alex. conf. 157. circa primum. lib. 5. Bald. conf. 437. lib. uk. Boer. decif. 299. Confult. en Advyfen. Amfteldams. %,-deel. conf. 156. mits dat hy bereid is hem met Eede te fuy veren, en te verklaren , dathy haar noit beflapen heeft. Sande lib. 1. tit. io. defin. 2. Chriftin. ad leg. Mecblin. tit. 18. art. 5. Ccfilum. van Antwerp tit. 45. artic. 5. Gail. lib. 2. obferv. 97. num. 12. Faber. ad tit. Cod. de Adult. defin. 6. Het welk te meer plaats heeft, indien fy hem het Kind niet opgefworen heeft, fulks by defen Hove verfcheide maal is verftaan: maar byflapen bekent zynde, werd de Vrouws-perfoon gelooft in het aan wyfen van de Vader. Chriftin. d. tit. 18. art. 4. al bekende hy alleenlyk haar een Maand of een Jaar voor de verlofling beflapen te hebben, d. art. 4 Sulks is by het Hof en den Hogen Rade in Holland verfcheyde malen verftaan: Dat een Jongman bereid zynde, met geftaafden Eede te verklaren, de Dogter niet onteerd of vleeflyk bekent te hebben, en de Dogter het tegendeel van dien mede met Èede willende beveiligen, de verklaring van den Jongman behoorlyk gedaan, voor de verklaring van den Dogter werd aangenomen; volgens getuyge van J. Vermeren en J. Goes, in de +■ (4) In cas van geweldige onteering zegt vergoeding te admitteeren zonder eenige de Groot inl. 3. b. 35. d. n. 14. moet andere, door dezelve Hr. Groenewegen^. de civile actie binnen fes weeken na de /. vermeld* add. Voet in comm. ad PandeU. daad of na dat de vrouw vrygeweldig op tit. ad lig. jul. n. 2. inf. welke laatftgem. . hare voeten geweeft is, worden ingefteld , omtrent de civile actie de prtefcriptie van het geen de Hr. Gkoeneweegen al.l. met een jaar fchynt interoepen, dog ten onverfcheide plaatfelyke wetten bevefrigcl, rechte, dewyl die prtefcriptie alleen vidog gelyk de Heeren Obfervateurs over de geert omtrent feytelykheeden teegens ie» inl. 1. d. obf. 95. te recht aanmerken met mands goede naam en faam gepleegd , en geen wet van deeze Provincie, waarom niet omtrent vrouwekragt, waar van de men in dat geval dient te recurreeren tot dader ziggemeenlyk abfenteert tenminileo de Roomfche Wetten , & dienvolgende den tyd van een jaar. de ordinaire prtefcriptie van een actie van Mm 2  iy6 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. de Conf. en advyfen bet Rotterdams 3. Deel, confult. 87. Het welk fonderling plaats heeft, wanneer een Vrouws-perfoon feid befwangerd te zyn van een getrouwt Man. Anton. Fab. ad Cod. tit. de Teftibus defin. 49. (5) Indien iemand fyn roem droeg een Dogter beflapen te hebben , aleenelyk om haar daar mede te verongelyken, werd na. befcheidenheid van den Rechter boven vergoeding van aangedaan ongdyk geftraft. Sande lib. 5. tit. 8. defin. 5. 7 Overfpel is de ontering van een anders Egt-genoot, (6) het welk gefchiet, fo wanneer als een getrouwde Vrouw haar met een ander buyten Egt vermengt» het zy dat het mede is een getrouwt Man, of een vry perfoon, maar een Man begaat na de befchreve Rechten alleen Overfpel met een andere getrouwde Vrouw. /. 6. g. 1. /. 34. §. 1. ff. de Adult. SI. 101. /. 225. ff. de verb. Signif. doch na de Godlyke en Geeftelyke Rechten werd mede geen onderfcheid gemaakt in een Man. Matth. (5) Add. ampl. Schorer in notis ad manuduit. H. Grot. ad d. I. cl. Voet d. t num. 4. (6) Den Autheur volgt tri deezen befchryving van Ovctfpel het Mofaifch Recht, volgens welke de vlcefchelyke vermenging van een getrouwt man met een ongetrouw de vrouw alleenlyk botrery genaamt werd Z. Leviticös XX. 10. dan beter volgt men • bet natuur - recht volgens het welk oveijpel is de vermenging van een gehuwd perfoon ('tzy man of vrouw) met een ander, 't zy gehuwd of ongehuwd, wordende het eerfte, wanneer namelyk beide gehuwd zyn. te recht duplex adulterium, dubbeld over/pel genaamd, hier by te voegen met de beroemde Wolfuis Inl. J. N. g. 859. altero conju^e infcio, vel invito, fchynt met de gronden der Chriftelyke zeedenleer ftrydig. Het is maar al te veel' beklagelyk dat men in deezen het Mofaifche burgerrecht inroept & zich niet zelden ten rigtfnoer voorftelt, en aldus volgens Numebi v. 12 - 20. reguard flaat op de efftfto Jemi ■ nis; Z. MrcHAëLis m r. $ 259. en die geen plaats hebbende gehad , het daar voor houd, dat'er geen overfpel gecommkteert is, want behalven dat de preuve daar van zonder het eigen adveu van de misdadigen oudoenlyk is, zoo geef ik ieder weldenkende in aanmerking , of dè ontuchtige ontbloting en het bedryf zelfs absque ejfujime feminis, geen febenais vr,n de effentieele articulen der Echtverbintenis is ? Z myne Verhandeling over de ontb. van den Echt Cap. 1. inf. En of men zulks by ons niet te eerder daar voor te houden, en mitsdien de Echtfcheiding in dat geval te accordeeren hebbe, daar de doodftraffe in cas van Overfpel byde Mofaifche en Romeinfche Wetten geftatueert, by ons uit hoofde der monogamie en menigte van Zeevarendeninappücabelis, en zelvs over deeze misdaad om hoog wyze reedenen fecreetelyk vermag te worden gecompofeert Z. de Refolutie van de Staten vanHolland , te vinden in 't Groot placaatb. 7. d. hl. 961.  XXXVII. Deel Van Misdaad tegen d'Eer^ &c. 177 Matth. 5. 27. 6f 19. 9. M*rc. 10. 11. Canon, tiemo. 4, raa/. or. 4, Ca??ew. mom. m&cbaberis 15. Canon, prcecepit. 19 cauf. 32 5, Het welk by ons werd gevolgt; Het Overfpel wierd by dé Roomfche Wetten met de dood geftraft. /. 30. infin. Cod. ad l. Jul. de adulter. I. 18. Cod. de TranfaSt. g. 4. inftit. de public. Jud. Welke in Duytfland noch werd onderhouden, dog by ons werd het met eerloosheid , ban, en geldboete gebetert, in defer voege: [Cenf. for. 5 37 1 8 Dat een Echte Man in Overfpel bevonden, het zy met een gehuwde of ongehuwde Vrouws-perfoon, of een ongehuwde Man met eenegehuwde Vrouw, defelve Man als eerloos en meynédig metter daad verbeurt fyn Ampt en Staat, indien hy enig heeft, en verklaart fal werden, onnut om enige Staat of Ampt binnen de Landen of Steden te mogen bedienen. En indien het Overfpel gedaan en bedreven is van een Egte Man met een getrouwde Vrouw , dat daar-en ■ boven zy bevden gebanne fullen werden uit de Landen den tyd van vyftig faren maar was het Overfpel begaan van een Egte Man met een ongetrouwde Vrouw, fal de Man boven het verlies van fvn ampt, verbeuren een boete van hondert guldens voor de eerfte reis,'en voor de twede reis met een banniffement van vyftig Jaren, en een boete van twe hondert guldens. [En volgens 't ondergemelde Placaat nog verbeuren ied-r • duifent guldens. Defe boetens fyn by 't Placaat van 11. September 1677. gequadrupliceert] En fal de ongehuwde Vrouw te wateren brood geleid werden, den tyd van veertien dagen voor de eerfte reis, en voor de twede reis uit den Lande gebanne den tyd van vyftig Jaren! En indien een ongehuwt Man met een Egte Vrouw Overfpel bedryft, fal hy mede veertien dagen te water en te brood geleid werden, en boven dien verbeuren een boete van hondert guldens voor de eerfte reis, en eeuwlyk gebannen voor de twede reis. Buyten alle 't welk de befchadigde 't zy Man of Vrouw, zyn Regt tegen den Overfpeelder behoud, het zy tot fcheiding van 't Huwlyk als anderiins tot vergoeding en betering, als na Rechten. Polityke Ordonantieart. 15. 16. 17. 18. van Zeeland, art. 30. Het welk daar in voornamentlyk beftaat, dat den Overfpeelder tot voordeel van de befchadigde vervalt van al het geen hem, fo volgens het Land-regt als by Huwlykfe Voorwaarden, of anderfins uit de goederen van fyn Egt-genoot opgekomen fou hebben. Politic. Ordonn. Mm 3 arU  zyS Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. art. 18. in verb. ander/mts na Rechten, juncl. Novell. 117. cap. 8. g. 2. ff cap. 9. g. 4. Cojluymen van Antwerp. Mp. 41. art 29. 30. 31. 32. Damh. pra*. criminal. cap. 89. mmhi. 28. Chriftin. ad leg. Mechlin. tit. 2. arJ. 13. 11. 13. Couvarr. defponfal. part. 2, cap. 17. g. 6. num. 1. 4. Papon. lib. 22. ffó 9. arï. 1. infin. fulks mede by het Hof van Holland is verltaan in de fake van Albregt Wierd , contra Anna Pieters den 19. Februarii 1609. [Vid. fiupr. cap. 24. n. 10. ff //'£. 1. cap. 15- ». 1.] ^Volgens de befchreve Regten vermogt een Man, fyn Wyf in Overfpel bevindende, neven den Overfpeelder doodflaan; en een Vader fyn Dogters Ontfchaker, fonder boete. /. 20. & feq. ff. ad leg. Jul. de Adult. auth. fi quis. Cod. eod. I. 30. ff. ad leg. Aquil. het welk of nog huidendaags plaats behoort te hebben, niet feker is: Dat het felfs als nog plaats behoort te hebben, gevoelen Clar. g. homicidium. num. 49. Grot. Inleyding lib. 3. cap. 33. in fine. Confult. en Advyf. het eerjle Deel corful. 331. Maar aangefien fodanige toelating met de gronden van onfe Regering niet wel over een komt, en de fagtigheid en gejuyfle evenheid van ons Land en Luiden, hard en onbillik fou fchynen, werd fodanig voorval by andere met meerder reden, voor een • ongeluk gehouden; en voor fo veel dat een Overfpel met fyn Vrouw., en een Ontfchaking met fyn Dogter, om de ingefchapen hertogts-togten niet wel met goede ogen aan te fien is, arg. I. 38. g. 8. ff. ad leg. Jul. de adult. fodanige daad verfchoont, dat het juift niet met de gemene ftraf van een doodflag, maar minder behoort geftraft te werden , dog niet in 't geheel vry gefproken of toegelaten, ha tenent Gudelin. de Jure Noviff. lib. 5. cap. 18. verf. -prater, circa fin. Perez. ad .Cod. tit. ad leg. Jul. de adulter. num. 23. Anthon. Math. de crimib. lib. 48. tit. 3. cap. 7. num. .15. Chriftin. ad leg. Mechlin. tit. 2. art. 13. num. 19. En fou het fekerfte zyn daar over abolhie of pardon te verhoeken, het welk ligtlyk fou toegelaten werden. Hier van is onlangs een voorbeeld voor - gevallen in de perfoon van Jan Jooftenfz. Bax, wonende in de Heerlykheit Voorfchoten, dewelke by an-nacht t'huis komende, en fekeren Chriftiaan Semartin, fyn Buurman, mede een getrouwt Man, by fyn Vrouw op het bed vindende, van welkers overïpéligen omgang, men voor die tyd groot bedenken had gehad, in toorn-en hov.en maten hevigheid onftekenzynde, den voornoemden Chris-  XXXVII. Deel. Van Misdaad tegen iïEer, lêc. %y9 Chrifliaan Semartin aangevallen, en fodanig gequetft heeft, dat hy weinig tyds daar na van geftorven is; en daar over by den Baljuw van Voorfchoten gevangen zynde, is den felven, terwyl voor hem by de Staten van Holland, abolitie of pardon wierd verfogt, by Wekebore Mannen der voornoemde Heerlykheit Voorfchoten, na genomen^oyr van Rechts-geleerde, onderhand - taftingontflagen, den 26 Jan. 16Ó5. en tot nog toe vry en ongemoeit gelaten. Sulks dat daar in de befchre* ven Rechten meeft gevolgt zyn, en defelve daad, na het voorbeeld vanPineas, Num. c. 5. verf. 6. en volgend, voor goed en onftraf baar gehouden. (7) I 9 Bloed-fchand is een vermenging van twe perfonen, die met den anderen om te na in bloed of Swagerfchap niet fouden mogen in Huwlyk treden , het zy dat defe vermenging gefchied in huwlyk of j daar buyten. Die daar op bevonden werden , wierden gelyk als Overfpeelders | geftraft Gloff. ff DD. ad l. 38. ff. ad leg. Jul. de adult. Maar of het felve by ons, dewelke de ftraf van Overfpel tot een Geld-boete j .en eerloosheid hebben verminderd, ook behoort plaats te hebben, is . twyfelagtig. Groenew. d. legibus abrogat. ad l. 6. Cod. de incefi! ff i inutilib. nupt. fchynt te willem, dat het nog even eens als Overfpel j behoort geftraft te werden. Dog ik fou verftaan, dat de Bloed-fchande i fwaarder behoord geftraft te werden als gemeen Overfpel, en dat de \ verligting van de ftraf in Overfpel, tot gelyke of fwaarder faken, gelyk als men bloed-fchande, fonder uitgedrukte Wet niet mag werden getrokken , te meer alfo by de Polityke Ordonan, art. 18. uitdruklyk werd gefeid, onverminderd en ongekrenkt te blyven, al de ftraffen en peinen in de Keiferlykeen befchreven Rechten gefield, tegen onfchaking, ontering, bloedfchand, en diergelyke. Sonderling fo■ wanneerhet in Overfpel werd gepleegt, gelyk al gemeenlyk gebeurt, d, l. 38. ff. ad leg. Jul. de adulter. I. 5. ff. de qwjïion. ff arg. I. unie. Cod. de rapt. virgin. Sie Damhoud. prax. crim. cap. 06. num. 4. Math. de crimib. tit. de incefi. cap. 6. num. 5. 6. Sulks is den 19, November 1612.: (7) Conf. Merul e man. van procedeeren lib. i.tit, 8. cap. j. in firn, fi? MooBMAH«fê» êt misdaden pag. 158.  ito Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. 1612. Cent Adriaanfz. die met fyn Moeder in Overfpel en Bloedfchande geleeft had, by het Hof van Holland gecondemneert gegeesfelt en gebanne te werden, met verbeurte van goederen. (8) 10 De verkeerde en onmenflyke vermenging van Mans met Mannen (Latiné, Sodomiticum fcelus) werd met het vier geftraft, en werden de fodanige levendig tot as verbrand. Damhoud. prax. crimin. cap. g6. num. 12. Gudelin. de jure NoviJJl lib. 5. cap. 18. verf. tranfeo. Clar! §. Sodomomia, num. 4. Papon. lib. 24. .tit. 10. art. 6. Argent. ad confuetud. Britt. art. 588. Dog by de fommige die daar wat fagter mede handelen, eerft met de koorde geftraft, en dan verbrand. Ut tradunt Guenois in ad dit. ad Imbert. pracl. judiciar. lib. 3. cap. 22. num. 21. Autumn. Confer. du droicf. Franc, ad l. 31. Cod. ad leg. Jul de adulter. Waar van wy by onfe tyd tot Rotterdam een voorbeeld hebben gefien. [In den Jare 1686". wierden fodanige misdadige, fo te Utrecht als te Amfteldam, •op het advis van de Advocaten Buys en Tpelaar in de gevangenis, in een ton met water gefmoort : dog defe ondaadt (als Graswinkel van de Opperfte-Magt, 2. d. pag. 328. hetnoemt:) was in den Jare 1730. fodanig doorgebroken en gemeen geworden , dat de Staten van Holland op den 21. July 1730. daar tegen by Placaat hebben voorfien, en vaft geftelt de ftraffe opentlyk voor het oog, en ten affchrik van 't volk, te doen; en zyn in weinig maanden ontrent de veertig binnen defe Provintien, met de dood, dog op verfcheydene wyze geftraft, en het getal der felven , nevens dat der ingedaagde en gebannen is te vinden in de Europifche Mercurius van dit Jaar.] (9) Maar (8) Latiushac de re videre Heet conful- begiftigd, ineedebrengende: „ ftraf van tuf- B°EL in not's ^ Loen. decif. ig. pag. „ cafireering zou veel eer het antidatum 106. Cf feq. MicHAëLis verb. over de hu- „ zyn teegen die misdaden, die uit vlee•welyks wetten van Mose-s £? Moorman „ fchelyke weliuft voort-fpruiten. —— pag. 26i. en volg. . „ Miffchien zou men de monflroja venus - (9) Omtrent het ftraffen van .'deze mis- „, met deeze ftraf-insgelyks kunnen te daad zyn zeer opmerkings waardigdèwoor- „ keer gaan, indien die op eenegevoege- - den van myn confrère Mr H. Calkoen „ lyke en tevens zo openbaar mogelyke verb. over bet voorkomen £? ftraffen der mis- „ wyze kon ingevoerd worden: althans, ' 4aden,tp den 12 Maart 1778, door het genoot- „ wanneer men dealzoo geftrafte perfofcbapftoreatitliberalesartesmetdencerftenprys „ nen, vooral de zodanigen, op wien het >, zeg-  XXXVII. Deel. Van Misdaad tegen Eer, &c. agi Maar indien iemand bevonden wierd, meteen B?eft te doen gehad te hebben , werd benevens het felve fonder verfchoning verbrand. Levit. 2Q. verf. ij, ió. Gudelin, loco fupra citato. Damhoud. d. cap 06. num. 14. 15. Perez. Cod. ad leg. Jul. de aldult. in fin. Clar. t fornicatio. num. 27. Papon. lib. 22. tit. 7. art. 1. 11 De oneerbaarheid of onkuysheid, dewelke verder tuffchen enige perfonen mogt werden begaan , kan niet wel openbaarlyk geftraft werden; als alleen dat de openbare Hoeren, dewelke haar lighaam om vuyl gewin, met yder een fonder onderfchek g-meen maken, en . de geen dewelke met de fodanige op te houden, eerlykeLuiden Kinde .„ zeggen van Lactantius, quod mullens „ patientia vincunt toepaffelyk is , voor „ zeker getal van jaaren, in een tucht„ huis, onder tnchtelingen van het vrou>t welyk gtilicht opfloot; in het een of „ ander fpotgewaad ftak, en aan de laap.fte „ vrouwelyke beezigheeden zette." Dog die ftraffe van cajlriering zoude met de denkings wyze der Turken beeter als met die der Chriftenen ftrooken, en zoude by voorbeeld op de Vismarkt, als miffchien naar gemejde begrippen dj gevoegelykfte en niet min openbareplaats gefchiedende, veden inzonderheid van de Iaagfte perfonen der Vrouwelyke fexe naar zig trekken , voor welken dit fchouwfpel miffchien ondanks deiïelvs overige nuttigheid echter at te aandoenehyk zou zyn, behalren dat zodanige misdadigen (behoudens de meerdere capaciteit van den geall. Schryver in de Heei-of Geneeskunde) niet zelden het gemelde fpotgewaad onder de tnchtelingen van het vrouwelykgeflacht wel zouden kunnen ontbeeren, en dooreen tuffchenkomende dood tot trooft en vermindering van fchande voor hunne naaftbeftaanden , dit klugtfpel te ras doen eindigen; beeter komt my althans te voren de ftraffe van fteeniaing, zo zulks bequaamlyk gefchieden kan , en dan houde ik my aan de grote MicfiAëLis 11». r, 5, d, p, 241. wiens woorden tot bsfehaaming van anderen die deeze zonde thans met drogreedenen bemantelen willen, uitneemend toepailelyk zyn, zynde het burgerlyk quaad van deeze misdaad van een veel erger natuur dan dat van overfpe!, nadien deeze misdaad veel eerder bedekt kan blyven en de heerfchen. de fmaak wordende blykbaar de ontvo'. king en verzwakking eener maatfebappy te weeg brengt,- waarom ook onze Over. heid, altoos waakzaam omtrent de waars belangens van deezen ftaat, by het placaat van den jaare 1730 vermeld: „ Dat de„ zelve misdaad volgens Goddelyke en „ befchreeven Rechten zal worden geftraft „ met de dood, dog dat de zoort van dood,, ftraf fal worden gelaaten aa« dm Rechter ,, om dezelve by het doodvonnis te decer' „ neeren naar geleegenheid der omftandig.1 „ heeden , dienende tot meerdere, of „ mindere verzwaaring van een zo' af„ fchuwelyk Crimen " alle Rechters met deeze woorden te gelyk aanbeveelende dé grootfte attentie op de omftandigheeden te veftigea, waar door alle onfchuldige verwyzing kan worden voorgekomen ; zynde 'er zeekerlyk ook trappen in deeze misdaad, die aanleiding geeven tot bannhTementen geelleiing of anderen gepafte ftraffen. Na  r%i Rgomsch -Hollandsch Recht. IV. Boek. deren Toeken te verleiden, na gelegenheid werden geftraft, en uit het Land of Stad gejaagt. Sie Davnhou 1. prix. crimin. cnp. 89. num. 43. 44, & cap. 90. num. 1. Chriftin. ad leg. Mechlin. tit. 2. art. 14. Clar. . j. fin. quajl. 68. mm. 23. Gomef. ad leg. tauri g. num. 73. Dewelke op veel plaatfen na het voorbeeld van Italien, Spanjen, en andere plaatfen, van ouds by oogluyking fyn toegelaten geweeft,' dog als affchuwlyk benevens de vuyle Ambagten, haar in den eenen hoek of den andere opentlyk en kenbaar moeften onthouden, fonder ergens anders te mogen wonen, het welk tot wering van die ter fchaamte en fchande van die geen dewelke daar uit - of in gingen op die tyd genoeg geoordeeld, en verder te verbieden niet raadfaam is bevonden. So vind men in de oude Keuren der Stad Leyden in den Jare duyfent vier hondert en daar voor: Dat fio wat Deernen binnen Leyden in openbaar leven faten, defelve mogten wonen tot twien plaatfen. Tc weten die een plaats beginnende aan die Zuidzyde van der Vefi. van de Hage-poort tot Jan van der Wouden gr aft toe, die men biet Schelu Truyden, of Groen - Haf e-Gr aft, en voirt after die Graft van den Deulen, daar Zy metten Billen woont, tot ter Vefi toe binnen dat vierkant. Item die andereplaats en woonfiede fullen fy hebben, binnen dat lege Erve, after Codder, beginnende op den boek van der Vefi, daar Truytjen Trompers plag te wonen die zyde langens, mit Codden fleege tot Sinter Nicolaas fleege toe, en voirt by die zyden van der Mirakel fleege, cn norgent anders: So wat Deernen die binnen Leyden in der leven fitten, anders woonden dan binnen den twien plaatfen voorfchreven; die Deernen fal verbeuren tjegen die Heer drie duyfent fliens, entjegen der Stede drie duyfent fliens, vier' en-twintig Plakken voor elk duyfent, te verwerken ander Stede Vefien. (ro) 12 So wie hem met een ander buyten wettig Huwelyk in huis - hou. dingen t'famen woning in allen fchyn als egte Luyden , t'famen voegt, fullen voor d'eerfte maand, dat fy te famen huis-houden of wonen, verbeuren elk een boete van vyftig gulden, de twede maand hondert,» en de derde maand twee hondert guldens, en fo ver fy langer by den anderen blyven, voorden tyd van tien Jaren uyt den Lande Holland «n Vriesland gebannen, en boven dien in hare goederen gebruikt werden, $sc) Aid. V. Zurci tit. Hoerery fi? de handveflen van Amft. f. 571,  XXXVUL Deel. Van Misdaad tegen het Goed, &e. 183 den, na de gelegenheid van de perfonen. Polityke Ordonantie. art. 3. Polityke Ordonn. van Zeeland, art. 29. Sie Chriftin. volum. 3. decif. 144. num. 3. Zyp, &. Actum. ad tit. de Concubit. (ti) Het XXXVIII. Deel. Van misdaad tegen het Goed en van Diefte. [Grot. 3. 37.] i. Diefte wat. ftraffen. 1. Roef. 7. Bmen en Vrugten des velds. 3. Straf van diefte, wat, en hoedanig, en 8- Tuyn.dieven, hoedanig te ftraffen, of men defelve met de dood mag ftraf- 9. Beurfe - fnyders. fen. io. Brand-flinters. 4. Kinder.dieven. li. Doorftehen van Dyken, £?c. hoe te 5. Koe, Paart, of Schaape-dieven. ftraffen. 6. Inftrwmnten en Gereetfcbappen lot de 12. Straf der gener die Dieven ophouden en Bouw-nering te ftelen , hoedanig te herbergen. NAaft het Leven, het Lighaam, de Eer, en goede Naam, (dewelke door het fchenden van de eerbaarheid wel meeft werd verkort,) volgen onder de dingen die ons lief en waard zyn, de goederen die wy in eigendom befitten. Misdaad tegen of in 't goed, is alle daad daar door een ander in fyn goed werd verkort of verongelykt, het welk wel op veelderley manier toegaat: Dog het gene eigentlyk voor misdaad moet werden gerekent, zyn fulke daaden daar uit buiten de weder-evening van de aangedaane, fchade of ongelyk, byfondere ftraf fpruit, waar in onder anderen voornamentlyk gehouden zyn alle Dieven en Rovers. Item, die door valsheit of andere quade middelen een ander van het fyne foeken te beroven. 1 Diefte is een heynielyke en bedriegelyke handeling en houding (1) van (n) Vid. Voet in comm. ad D. tit. de. want dieverye gefchied door opzettelyke emcubinis num. 3. mifteiding , onthouding of wegneeming; en >. (1) Of wegneeming van eens anders deeze misdaad behoort ongetwyfelt fwaargoed om zich daar meede te venyken, der geftraft ;e worden, naar mate v» Na 2  2.84 Roomsch-Hollakdsch-Recht. IV. Boek. van eens anders goed. 1. injlit. de oblig. qua ex delict. [Of iemand uit hongersnood fteiende van de ftraffe moet worden verfchoont is te fien by Vinn. ad g. 1. de oblig. qua ex deliclo. n. 4. J (2) 2 Roof is openbare dievery met geweid vermengt, pr. injlit. de vi bonor raptor. (3) 3 Enkele diefte is by de Roomfe Wetten niet hoger geftraft geweeft ais met twee, of viervouw weder te geven aan den geen die yet ontfto- len het vertrouwen het welk men genootfaakt was in den dader of omtrent het geftooiene te ftellen, V. Voet tit. dt fürt. n. 19. (2) Om deeze en andere queftien , waar in den dader door nood tot eenig anderfints ongeoorloofd bedryf is gebragt, wel tebepaalen, moetmenmetalleaandagt en overweeging nagaande doctrine van de geleerde Baron de Puffendorf droit de laN. ei? desG. tom. 1. liv. 2. cap. 6. du droit & des privilèges de la neerffué. Zynde de aanteekening van Thomas, aldaar gemeld omtrent de quseftie door den Scbo liafles alhier blotelyk te voorfchyn gebragt, te aanmerkeiyk, dat dezelve door myniet mede wierd ingevoegd. „ Si dans un cas „ de necejjïté, on peut innocemment faire du „ mal aux autres en perfonne, jusqws a les „ mettre en danger (te la vie, pour fauver la „ fi enne propre: a plus forte raifon fera ■ t' ■ il „ permis, en pareils cas, de prendre ou de„ truire le bien d'antrui, qui efl beuucoup ,, moins confiderable que la vie." Maar die noodzaakelykheid kan niet exiteeren dan na voorgegane wygering van den eigenaar, en gebrek van eenig ander middel. V. omnino Grotii Jus B. ac P. lib, 2. cap. %. J. 7. (3) Roof word eeven als Diefflal gemeenlyk alleen tot roerend goed bepaalt, om reeden dat onroerend goed wel geoccupeert maar niet ontnomen of. weggevoert kan worden, dog dit mooge in cas van Dievery zodanig met recht en reeden gcftbiede, in cas van Roof 'n die bepaling niet noodzaakelyk, nadien de onregtmaatige aanval en verftooting van iemand uit een hem onbetwiftbaar toebehorende woningzeekerlyk geen minder ftraffe verdient, dan de geweldige ontneeming of afperfing van een fom gelds of ftuk goeds, waarop den dader geen recht hadde ; wil men derhalven omtrent het goed eenige bepaling maaken, menbepaale het dan tot alle Iighamelyke zaken, (res corporales) Verder hebbe men wel te letten, dat ook in deeze misdaad zeekere graden of trappen zyn . by voorbeeld, het is een diefftal rnet geweld gepleegd , als iemand offchoon zonder waapenen een ander door hem vreeze aantejagen, het zymet bedryging om hem in zyn eer of goede naam te fchenden , of valfchclyk te befchuldigen , geld of g^ed afdwingt, en deeze uit vreeze voor het andere grotere verlies hem het geëischtegeld of goed dusdanig liever afftaat, en dit noeme men gepaft bygelykenis van Roof, zynde op deeze met geen mindere arglis. tigheidgepaarde misdaad, toepaffelyk het zeggen Mahtialis omtrent den Barbier non tonforfed latro rogat: althans wanneer 't op publicque weegen gefchied, en verdiendzulks een mindere doodftraf, of een ftraffe die op de dood volgt naar mate dep omftandigheeden , zoo als dit ook blykbaar is uit de woorden van het placaat, in de aanteekening .op het voorgaande 36 deel vermeld, en met gewysden te fneermaa.'en tot maintien van de perfouecre. vyligheid is bekragtigd..  XXXVIII. Deel. Van Misdaad tegen het Goed', tèc. len was. g. 5. 'inftit. de obligat. qua ex deüelo. Maar federt dat by ons de aanklagten en het vervolgen van de misdaaden een algemenen dierrïr. van de Grayehkheid is geworden, en de ftraffèn van de misdaaden om de veranderlyke omftandigheden van de faken, tyden, plaatfen en ^elegentheden, meer en meer gelaten zyn tot befcheidenheid van den wereldlyken Rechter, om defelve te verligten of te verf varen l 1? ff. deposms. want het Swaard der gerechtigheid is van God den Overheen m de hand gegeven, om met een gematigde ftraf te wreken, dat ten voorbeeld van 't quade te doen affchrikken, niet alleen die het quaad doen, maar die het anderfins fo het fodanig niet geftraft wierd, doen fouden. Sie Rom. 13. verf. 4. Sie Zypae. Notit. Jur. Bek. tit 4e peenis. Gudehn, de Jur. Novijf. Hb. 5. cap. 15. verf uit. Damhoud prax. crimm. cap. 55. num. 4- 5- So werd by ons mede de dieft en al wat daar aan hangt, hgcer en fwaarder, na gelegenheid geftraft met geeffelen, brand- merken, bannen, ook wel met de koord datter de dood na volgt, als hier na onderfcheidentlyk werd aangewefen. Sonder dat hier tegen in enig bedenken komt 't gene enige verkeerde Poldyken na de voorbeelden van het Oude Teftament, en de Wetten Mdfïs Exod. cap. 3 ende 22. Deuteron, cap. 5. en elders, voor een grondregel willen ftellen; Dat het den Overheeden niet geoorloft fou zyn de dierte met de dood te ftraffen, om dat het in de H. Schrift juin: niet geboden werd. Vermids de wereldlyke veranderingen, van menfchen tyden, plaatfen , perfoonen, gelegentheden, &c. niet toe laten dat mende ftraffen der misdaaden by Wetten of Geboden feker enonveranderlyk heeft kunnen ftellen. Gelyk ook defelve niet feker of onverander! ykzyn geftelt en onderhouden geweeft, felfs niet ten tyde van het Oude leftament, als uit verfcheide voorbeelden te fien is, als onder andere de Diefte, by tyde van Mofes met vier vouwt of vyfvouwt wederom te geven, Exod. 22. verf. 1. Onder den Konink Salomofevenvouwt, Proverb. 6. 31. en by Jofua, metter dood te ftenigen en verbranden, Jofua cap. 7. verf. 24. geftraft is geweeft: en den Propheet DavjJ, 2. Samuel 12. door Nathan gevraagt zynde, wat dien Man verdiende dewelke om 't fyne te fparen, fyn Buurmans Üy-Lam had genomen? Antwoord: Soo waaragtig als de Heere leeft, de Man diecfat gedaan heeft, is een kind des doodts, en dat Oy-Lam fal hy viervoudig weder geven, venfi 5. 6. Maaris defelve altyd. arg. Jefaia t 26 N« 3 en  %%6 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. cn van tyd tot tyd meer en meer de Overheeden en Polityke Regeringe bevolen en vrygelaten, het ftraffen der misdaden na gelegenheid van tyd, plaats en perfonen, te verligten of te verfwaren , om dat de omftandigheden der misdaden fo verfcheidenlyk en fo veranderlyk zyn dat defelve met geen fekere en onveranderlyke ftraf-wet kunnen werden bepaalt, maar na de gelegenheid van plaats, tyd, en manieren tot een geëvenredende billykheid, nu verfwaard en dan veriigt moeten werden, daar toe het fwaard den Overheeden is in handen gegeven Rom. 13. 1. Dedievery dan, dewelke eerst weinigen met viervouwt,' of vyfvouwt weder te geven, geftraft wierd, werd by ons met recht ook met de dood geftraft. Niet dat de misdaad in fig felfs meerder en grooter is als van ouds; maar om dat den eigendom der faken by ons fo veel nauwer als van ouds befet en verdeelt zynde, by defe tegenwoordige boosheid en verdorvenheid des tyds, Quo Vivitur ex rapto, nee hefpes ah hofpite tutus, Non focer a genero, fratrum quoque gratia rara efl» Dat is: Men keft van roof, geen Menfch is vry, of feker in fyn goed Geen Kind verfchoond fyn Vaar, geen Broer fyn Broeder voordeel doetl Indien het felve met geen groter en fwaarder ftraf wierd ingetoomt niemand van het fyne fou kunnen verfekert blyven, voornamentlyk van het gene dat men niet anders als daar mede kan befchermen; als zyn de Beeften op het Veld, de Bouwgereetfchappen op den Akker, en diergelyke. Wie fouder in de Kerke, ik laat ftaan in fyn Huis,'vry en onbekommerd kunne leven? Indien de Boosdoendershaar deonftrafbaarheid uit de Wetten konden verfekeren. Om welke reden die van Lombardyen met regt, allereerft de derde dievery met de dood hebben beginnen te ftraffen. Sulks daar na door geheel Italien, Duitsland Spanjen, en andere om leggende plaatfen is ingevoerd, daarvan te fien is. Jul. Clar. /. 5. fentent. g. furtutn. num. 8. Menoch. -de arb. Jud. caf. 295. num. 17. & feq. Alphonf. de Azevedo ad Conflit. Reg. Hifpan. üb. 8, tit. 11. /. 7. num. 91. &feq. Peinlich. Halsgerigc van Keifer  XXXV1IL Deel. Van Misdaad tegen het Goed, &>, i%7 Karei in den Jare 1530. en 1532. mie. 159. Damhoud. jtoró mwnal. cap. 112. fruw. 33. Joann. k Sande. fifc 5. tit. 9. j\ja welkers voorbeeld by ons mede de gemeene Dieven voor de eerfte reyfe gegeeffek en gebannen werden , voor de twedemaal gegeeffdt, gebrandmerkt, en gebannen, en voor de derdemaal daar op bevonden, aan een Galg gehangen datter de dood na-volgd. Maar de Rovers "werden voor de eerfte reis met dekoord ter dood geftraft; Huisbraak en diefte met geweld vermengd, werd om het quaad opfet voor de eerfte maal met de dood geftraft, volgens Placaat den 16. December 1595. den 19. Julii 1607. art. 11. den 19. Maart, enden 16. en 17. September 1614.'. art. 2. 3. Doch werd defelve ftraf meerendeels vermindert, en felden iemand om enkle Diefte (4) ter dood veroordeeld, arg. I. 16. ff. de peen. (4) Onzen aucteur maakt alhier gewag van enkle diefte (Jimplex furtum) in tcegen overhelling van gequalificeerde dieverye , -welke met geweld of huisbraak verzeld gaat, en die zeekerlyk ten exemple welen te recht met de dood word geftraft, dan 'er is nog een onderfcheiding van diefftal byde Rechtsgeleerden bekend, onder de benaaming van openbaare en verborgene Imanifefhim £ƒ nee manifeflum) de eerilgemelde is wanneer iemand of met het geftolene, of op de daad zelve betrapt is; de andere als de misdadiger overtuigd is, na ■dat hy het geftolene ter daartoe by hem beftemder plaatfe beitelt had. Voorts koomt my alhier een quajftie in den fin , Welke te meermalen het voorwerp van Rechtsgeleerde fpeculatiën is geweeft , te weeten: of hy, welke onder een bende htiisbreekers & ftraatfehenders als fchildwagt gefungeert heeft, met de dood moet worden geftraft, ja dan neen? Onbewuft het geen andere desweegen in gefchrifte hebben gebragt, volg ik myn eigen oordcel in deezen meede alleenlyk, en als dan bevind ik, dat zeer qualyk aan de zo danigen den ftraffe eener enkle diefte word geadpliceert, nadien de Rechtvaardigheid verbied, gelyke quaaddoenders ongelyk. te ftraffen; men zeggeniet: hy heeft geen geweld nog huisbraak gepleegt en 'ftaat dus met de anderen niet gelyk in 't bedreeven quaad, want behalven dat zulke fustenue van zeer nadeelige confeque'ntie voor den burgerftaat koomt te zyn en de ftraffeloosheid jeegens de flimfte guiten meedebrengt, zoo is ter contrarie evident, dat hy de grootfte medeftander zoo niet de voornaame oorfaak van het gepleegde ge., weid of begane huisbraak is, en dus al* thans met de anderen gelyk ftaat, nadien het plaatften van een fchildwagt of uitkyker denoteert, dat de overigen een zeer groote vreeze voor deregtmatige agterhaling hadden , en zonder toedoen van zodanige uitkyker of fchildwagt, hunne boosheid waarfchynlyk nimmer ten effefte hadden gebragt, uit dien hoofde befchouw ik hem als een voorname oorzaak van het delict; ten anderen ishy die op fchildwagt of uitkyk geftaan heeft, uitwyzens de daad , geenzints de klynmoedigfte, hy is voor de eerfte ontdekking blootgefteld en door zyne waarfchouwing ontfnappen de overigen niet zelden de rechtmatige ftraffe, en aldus is hy ongetwyfelt een meedeftander: Waarom dan toch zal men deezen van ge. qualificeerde dieverye abfolveeren en de ©va-  -2.88 Roomsch-IIollandsch Recht. IV. Boek. foen. Sie Damhouder prax. criminal. c. 112. Gudelin. de Jure Noviffimo ■Jib. 5. cap. 19. ff lib. 3. cap. 13. verf. fed obferv. Zypae, Notit. jur. Belg. tit. de furt. Perez. Cod. eod. num. 22. Confult. "en Advyf. part. li conf. 321. 4 De Kindere- Dieven , dewelke hare ouders de jonge kinderen ontnemen erf wegbrengen, dat met mening om defelve nooit weder te recht ■te brengen, wierd eerft minder, doch by de jongfte Roomfche rechten .met de dood geflrafr. /. alt. ff. ff /. fur. Cod. ad leg. Fab. de Plagiar. Daar mede de Burgerlyke Wetten van Mofes over een komen , Exod. 24. 7. cn 21. 26. Sulks in Duytschland flipt onderhouden werd, volgens getuigenis van Carpzov. prax. criminal. part. 2. quafi* 83. num. 90. ff feq. lp defe landen fchynt het een onfekere ftraf te zyn, daar in de befcheidenheid van den Rechter om de veranderlyke omftandigheden veel werd toegegeven: So dat fo wanneer fo klaar niet blykt dat het felfs is gefchied om de kinderen te mishandelen , of nooit wederom te voorfchyn te doen komen, defelve misdaad, felden fwaarder als met geesfelen, en brandmerken geftraft werd. Sie Groeneweg. de legib. abrogat. ad §. 10. inftit. de pub. judic. 5 De Koey, Paard, of Schapen Dieven werden voor de eerfte reis met de Galg geftraft, en haar goederen verbeurt verklaart, Placaat van de Staten van Holland, den 26. December 1595. en den 19. Martii. en den 16. en 17. Septemb. 1614. art. 3. en den%. Julii. 1651. Om dat de Beeften in het Veld niet anders als met de grootfte ftraf verfekert kunnen werden, Sie Damhoud. prax. criminal. cap. 115. num. 1. Chris- ovctigen den dood als een billyke ftraffe geweeft: In dit cas meede blootelyk op aandoen? Een onkundig Practizyn moge den letter te zien, en den Wetgeever een hier op een en andermaal hebben geant- onbillyke intentie en voiflage onkunde woord; de pceaale wet fpreekt bepaaldelyk omtrent de voorgedane dodrina imputatiovan huisbraak, en dat heeft eendergelykc nis, toetekennen, is waarlykalte abfurd, delinquent niet bedreeven ; dit doet niets dan dat het zelve van my eenige verdere 'uit, daar in rechten en praétycque geene refutatie of betoog'tng zoude kunnen afbedenking lyden kan, dat in voorgeroerde vorderen. ....... Eenige verkeerde exem- omftandigheeden zelvs meermalen welen pelen kunnen nog de kragt, nog de waarte recht den wil voor de daad word ge- heid van myne redeneeringen ontzenu- . ftraft, en deeze tot het committeeren van wen. ' .huisbraak is meedegegaan en behulpzaam  XXXVIIT. Deel. Van Misdaad tegen het Goed. &c. 189 Chriftin. voU 4. decif. 203. num. 4. Zypga Notit. Jur. Belg. de abigeis. & Perez. Cod. eod. Sande lib. 5. tit. 9. defin. 9. (5) 6 Die de Infirumenten en Gereetfchappen tot de Bouw-neering behorende, uit het Veld hadden geftolen, of befchadigt, werden mede fwaarder geftraft als andere, arg. I. agricultoresCod. quee. res pignoriobli* garf gelyk mede de gene die enige Molens, Paal-werken, Siuyfen, Bruggen, Ploegen, Wagens, of diergelyke werken berooft* hebben, by Placaat van de Staaten van Holland den 16. en if. September 1614. jegens Dieven en Dieveryen. art. 3. met de dood en confifcatie van goederen werden geftraft. 7 Die by nagt of-ontyde andere Mans Boomen hadden af-gefnoeit, of afgehouwen, hebben wy met een van ,de af-gefnede Boomen over het hooft openbaar fien geeffelen. arg. tot. tit. ff. arbor. furt. Cafar. En by Plac. van Keifer Karei den 30 Juny 1546. is bevolen, dat die by nagt of ontyden de Vrugten te Velde ftaande, beroven of ftelen , met de dood geftraft fullen werden. Doch is by deStaaten van Holland den 18. July 1608. en den 8. July 1651. 't felve verboden op minder lyf - ftraf ter befcheidenheid. Des dat de geene die iemand in fyn Land bevind befig zynde de Vrugten te beroven, den felve ook metquetfing van fyn lighaam daar mag uit dryven. (6) 8 De Tuyn-Dieven die over de flooten fpringen, of fchuttingen klimmen , om de Boomen en Aard - Vrugten te ftelen, werden meeft gegeesfek en gebannen ter befcheidenheid. arg. 1. 82. §. 1. ff. defurt. I. 27. J. 25. & feqq. ff. ad l. aquil. Sie mede het Plac. van de Staaten van Hollandse» 8. July 1651. 9 De Beurfe* Snyders, werden om de kleinheid van de Diefte, meeft gegeeffelt en gebannen, arg. I. 7. ff. de Extraord. criminib. (7) De Vagabonden en Land - lopers, werden te water en te brood gefet, en het Land uitgejaagd, volgens Plac. jegens de Egyptenaars, Leprofen, Bedelaars, Vagabonden, Land lopers, eerft by'Kaifar Karei gegeven den 7. Oclob. 1531. en vernieuwt by de Staaten van Holland den (5) t'id. cl. Voet ad tit. D. de abigeis Voorts word alle bedriegelyke handeling num uk. begreepen onder het crimen flellionatus, (6) Vid. DD. adtit. jf. arb. furt. cafar. waar over Itan worden nagezien de ber. (7; Conf. Calviwi lexicon pag. m. §21. Voet IIubeb ad tit. ff flellionatus. Oo  aoc Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. den 21. July 1583. Jc« 13. Offtó. 1586. den 4. Mey 1588. Je» 16". Decemb. 1595. Jen 9. Akrarf 1Ó14. £ Pvxn^o.. D. „ de la N, liv. 3. chap. r. §. 6.) qu'un „ maitre ne foit refponfable du dommage „ que fes bêtes caufent non feuletnent par „ fa negligence, comme quand il leslaiffe „ echapper, ou par fa malice, comme „ quand il les irrite lui-même,- mais en„ core lorsqu'elles font uniquement pous„ fées par leur férocité naturelle ou par „ un mouvement ordinaire. Car il falioit „ ou ne pas nourrir de tels animaux, ou „ les garder fi bien qu'ils 'ne puffent faire „ du mal a psrfonne." Maar of naar onze hollandfche rechten den eigenaar volftaan kan met de overgifie van 't Beest (noxa' dando animal) dan of by de volle fchaade moet.voldoen is by reden intwyfel getrokken, en niet zonder reedenen; ,dog dat hy met de pyergifte kan volftaan is 't gevocies» van de Groot inl. 3. b, 38. d. §. 10 en uit de plaatfelyke wetten betoogd by de ob/ervateurs tom. 2. obf. 94. waarby komt, dit 't. noxale judicium nergens geabrogeert is (voor zo vene my bekendj in onze wetten of gewoonten, £ƒ fervandum effe ex aquo £ƒ tono , exiflimavere plures VV. J)D. conf. ï\ Voet ad Infi. p. 483. ten zy in cas 't beest door den eigenaar geëxciteert of deffelvs quaadaardigheid hem bekend ware, wanneer 'er quaad opzet of grove onachtzaamheid.bykomt, en dus naar recht & billykheid eea Völflage vergoeding Oo 3 jaoet  2.94 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV.Boek, 7 Wiens Schip een ander Schip overzeylt, indien het in fyn magt i$ ' geweeft het felve te verhinderen, of door fyn verfuym of fchuld is toegekomen , moet hy de geheele fchade vergoeden. /. 29. g. 4. ff. ad leg. Aquil. maar als het door ftorm, onweder, of anderfints buiten fyn fchuld toe gekomen is, fo werd de fchade ten weder-zyden by de Schippers elk half en half gedragen, placaat van Keifer Karei 1551. art. 6, Van Koning Phiüppus 1563. tit. van Schepen die elkander befchadigen. Wisbuyf. Zee-Regt. art. 27, 48, 49. 50 en 71. Wefl-cappel, art. 16. Neoftad. decif. 48, 49. Coren. obferv. 40. num. 1. & obferv. uit. £Sonder onderfchèit of de fchade op Zee, of op de binnen ftroomen gevallen is, te weten, ten opfigte van de fchade aan de Schepen felfs.' Dog ten reguarde van de fchade aan de goederen binnen Scheeps-boort fynde, is tuffchen de Buiten-Lands en Binnen - lands-vaarders dit onderfcheid, dat defelve onder de Buiten - lands - vaarders mede half en half gedragen werd, dog onder de Binnen - lands - vaarders niet. Sier. het traót. genaamt Advyfen, certificatien en gewysdens, rakende het vergoeden van de fchade der Binnen-lands-vaarders. Bell. Jurid. pag. 331. En moet de waarde van de halve fchade over't Schip, 't welk de overfeilinge of fchade (ter Zee te weten) gedaan heeft, en de goederen ten tyde van 't ongeluk daar in geweeft fynde, ponts pont gelyke en na advenant van de waarde van 't voorfz. Schip en goederen omgeflagen en gebetert werden. Coren. obf. 41. vide & fupra 4. 2. 9.3 De vergoeding te rekenen van alle het gene door en met het aanftoten van het Schip eigentlyk metter daad werd aangedaan, maar anders niet. arg. I. 21. g. 3.^. de acl. empt. Sulks feker Schip door het aanftoten van een ander Schip fo ontzeylbaar geworden zynde, dat het by de Vloot niet hebbende kunnen blyven, moet gefchieden, behoudens de rechterly- by de obfervatien over de inl. tom. i. obf. 96. Le Correctie daarenboven. Hier een uit- want dezelve fpreeken bepaaldelyk in 't cas zondering te uraaken omtrent de honden, wanneer een hond zwaanen heeft dood geen dtn eigenaar van dezelven, wanneer beeten, en derhalven kan men zulks ten zodanige dieren fchaade hebben aange- allermeesten niet verder dan tot het daan , van 't noxale judicium uittelluiten is doodbyten van eedele vogelen uitbreiden; te {order verbeetering) zonder poiitive wet minder alzo de eigenaar van een hond in üiet geoorloofd; zonder dat hier teegens een gelyk geval niet zwaarder kan worden doet de letre van de Groot inl. b. t. §. geftraft dan de eigenaar van een Os of 23- ea het tot ftaving van dezelve geall. 3nder beest. •  XXXIX. Deel. Van Verbintenis uit Saaks gelyk, &c. ibe ven, daar over binnen vierentwintig uuren verval/en was in handen van de Duynkerkfe Rovers; is by den Hogen Raad van Holland ver ftaan, dat de Reders van het genomen Schip, op het befchadisde Schip en de Reders van dien, wel geregtigt waren om te eiffchen de fchade door het aanftoten eigentlyk geleden, maar verders en anders niet, den laatften Juin 1653. tuffchen Leendert Bouwens f*hy -proce. deerde Impetrant van Arrejt, en Rauw Mie, tegen fan Claafz us daagden. (4) ' b 8 So zyn ook de Wagenaars verbonden eikanderen te vergoeden de fchade die zy in het voor by ryden en aanftoten van de Wagens clkan der komen aan te doen. arg. 1. 29. |. 2. ff. ad l. Aq. Derhalven on.' der defelve voor een Regel werd onderhouden, dat zy den anderen in tyds moeten wyken: te weeten, dat die geen dewelke de helft van de tuffchen beide gelegen weg, en reis, van de eene vafte plaats op d'andere niet voorby is, den andere die defelve voor en over gekomen is wvken moet, gelyk ook op een fmalle weg daar geen twee Wagens eikan" der wyken mogen, die de mïnfte weg daar m gereden is, voor den andere'moet agter uitgehaalt werden, ter plaatfe daar fy den andere kunnen wyken. Anders moet een Karre met twee wielen fonder onderfcheid altoos voor een Wagen wyken; en in 'e vorder werd wel meeft die (4) Z. Mr. Gkoevewegen in de aan- die volgens' zommïgen met weeweraine teekemngen ,p de Groot h. t. n. 18. adl. van 't woordje non most worden geleeampl. Schoeer iftuf. en vooral meedo de zen , het welk wederom van anderen aanmerkingen over de zee-rechten uit't placaat afeekeurt word. VU, Stymt anni ius mari van Komnch Philips uitgegeeven ultimo Otlo- timum pag. m. 581. doch wat moeite veele bns iS63. door r V GLim Jag 91. en Geleerden zich ook met de uitlegging van volg. als ook de Statuten van Vriesland i b. de geall. wet hebben gegeeven ik acht ttt 27. & Verwek neerl. zeerecht, pag. het zeeker met den ber. Straccha tratt. 122. & Jeq. ünder anderen elks onder- demercatura,pag nn.mterpretandumdiÜum zoek waardige qutestien op du fujet, wel- verftculum Q> f otium in eo ponendum in que ken wy vee! al verhandelt vinden by den £? nautanm £> domini ceiïat culpa. maa« voornamen Byhkershoek qumft mr. priv. met opzigt tot onze Coifumon zal men iï'rrh 't'nH9, A2.2V1S n,°g ceZe."' 0f veiIl> de 8emelde reegeI adpliceeren ook de fchaaden door het breeken van de an- op ditgeval en de fchade zonder onder- kertouwen&dnfug worden van het fchip, fcheiding ieder ter helfte opleggen, de aan een ander fchip of vaartuig veroor. reeden van deeze gewoonte is waarlyk laakt mede wederzydsch ter helfce gedraa- niet wysgeerig maar politica, te weeten gen moet worden? de reeden van twyfeling ter voorkoming van fraudulente machina- is gelegen ra del. 29. J. 2. ff. adl, aquil. tien, Vid. Maïih. demminib pag. 14a  296 Roomsch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. die befcheidenheid gebruikt dat een ledige Wagen voor een geladen wykt, fonderling in den Oogft, als de Wagens met Hooy of Graanen fwaar geladen uk het Veld komen, dewelke fonder gevaar niet wel wyken kunnen: gelyk ook merendeels een gemene Wagen, voor een Karos met vier of fes Paarden komt te wyken. De fchade dewelke door hetJtegendeel van dien quam te ontftaan; fou moeten geboet werden, by die gene dewelke fodanige ordre had te buyten gegaan. Sie Nicol. van der Hoog, Singular. jur. 21. (5) Het XL. Deel. Van de Middelen daar by de verbintenis vergaat, en van Betaling, Vergelyking , Schuld-vernieuwing en overfetting. 1. Betaling hoe te doen, en boe te bewyfen. 5. Of men voor de tyd betaling mag dom. 2. Ctmpenfatie, en retentie wat en in welke 6. Den fchuld eyfj'er moet ae betaling van faken plaats hebben. fyn fchuldenaar tot fynen huyfe vtr. 3. Qjtytinge door overgift van het hand- deren. jcbrifc, en hoedanig te verfiaan of te 7. Quytfche'.ding. regten als het handfcbrift verloren, tf 8. Verjaring en prwfcripte van Infchitl- vermifl werd. den. 4. Betaling aan wie te doen , en of men 9. Schuld vernieuwing. 't aan een Knegt, of Dienft ■ Maagd 10. Overfetting of afftgnatie. mag doen. 11. Wijf el-brieven. DE verbinteniffe door alle behoorlyke middelen ten vollen bekragtigten verkregen zynde, heeft den Bedinger Recht tot voldoening van defelve. (i) Dewelke voornamen dyk beftaat in betaling of vol- (5) Add. cl. Voet in comm. ai Pan- van het contract-, veel min eenige provifie iet}, ad tit. nautie caupones ftabularii ut ree. van namptiffement, kan eyffchen, of hy rtf jiinü. tit. ad leg. aquil. £? Ampliff. moet in ftaat zyn den rechten genoegzaam Huber beedendaagfebe Rechtsgel. 6. b. 4. tedoceeren, dat hy aan zyne zyde volkoocap. per tot. men heef: geprajfteert dat geen, daar toe (1) Ma?.r byaldien het Contract wee- hy ex contru&u zyner zyds verbonden en derzyds obligatoir is. ftaat vooral te let- gehouden ware. Conf DD. ah A, innotis ten, dat geen bedinger de voldoeninge ad mod. proced. pag. 39. cit.  XL. Deel. Van de Middelen daar'by de Verbintenis, &c. 197 voldoening van het gene daar toe de verbintenis ftrekt. tot. tit. ff. & Cod, defolution. Voldoening van gemeene fchuld gefchied byde betaling of quyting met wil, in misdaad fchuld by ftraf en boete, of door vergeefnis van defelve fchuld, daar van elk in 't byfonder. 1 In betaling (2) en voldoening van gemeene fchuld moet juift komen het gene dat de verbintenis mede brengt, het zy dat het in».doen, of geven beftaat. /. 2. §. 2. ff. de reb. credit. \_Qxot. 3 39.] 2 Als alleen dat den Schuldenaar daar in tot betaling, by compenfatie en vergely king mag brengen, het gene den Schuld - eilfcher aan hem van gelyke eigenfehap en ware fchuldig was. /. 1. ff. cj? /. 4. Cod. de cornpen/at. mits dat het fonder moeite blyke. /. uit. §. 1 Cod. eod. ibi D D. Welke vergelyking alhoewel by middel van exceptie> of verfet, moet by gebragt werden, nogtans metter daad de fchuld vermindert en haar werk doet, fulks dat de lopende Renten en Intr effen daardoor metter daad werden verminderd, en komen op te houden, van dien tyd af dat den Schuld • ehTeher iets van gelyke eigenfehap en verband fchuldig is geworden, d. I. 4. Cod. de eompenfat. juncl. I. 4. ƒ. u. /. 12. ff. (2) Naar gewoonten is het dat de Groot inl. 3. b. 39. d. J. 7. het voortreffelykste deeze zoort van fchuld vernietiging omfebreeven heeft gehad : „ Be„ taling (zegt hy) is een opbrenging der zaak, die iemand fchuldig is, gedaan „ door den fchuldenaar of iemand van „ zynent weegen, mits bekwaam zynde „ rot het opbrengen aan den fchuldenaar, „ bequaam zynde om te ontfangen." Dat den auftetir h. I. niet met zommigen ook op dit onderwerp weeder breedvoerig onderzoek doet naar de perfoonen. welke tot deeze daad bevoegdheid hebben, heeft een voldoende reeden , namelyk, dat de perfoneele bequaamheid tot alle enga^e • menteu reeds eenmaal is betoogd hier voren. 4. b, 2. d. Eeniglyk kan alhier worden gevraagd of een generaale gemagtigde cum lib.ra verftaen moet worden tot beta lingen van particuliere fchulden van den lastgeever bcvoegt te zyn, en mitsdien daar toe kan worden gecompelleert ? en de afiïrmativebeandwoording deezer vraage leyd geen de minne teegenfpraak , zoo maar de fchuld liquide en van dien aart is, dat de principaal tot betaaling volftrekt naar regten gehouden ware, Cmf. Voet in Comm. ad tic. ff. de Jolut. num. 1. Waar van (onder verbeetering) deeze navolgende reedenen kunnen worden opgegeeven: i°. dat men den Staat van anderen altyd vermag te verbeeteren, ook buiten derzelver weeten, maar niet verergeren. 20. dat het recht zelvs permitteert om als onderwinder teegens wil en dank voor een ander te betaalen dat geen, 't welk de favor publicus onmiddelyk moet worden toegekend, by voorbeeld : het losgeld voor iemands kind of Vader enz. Vid. I. 43. ft. de neg. geft. ten zy de geen, van wien zulks gerepeteerd wierd meede behoeftig kwam te zyn, geldende als dan de reegel: Expenfte , quas quis pietatis intuitu fecit , non repetunttir. Pp  298 RooxMSch-Hollakdsch-Recht. xIV\ Roek. 12. ff eod. Grot. Atol* «6. 3. cap, 40. Mt*. jo. 11. Faber. ai CW //Z>. 4. tit. 23. 4. Chriftin. vol. 3. dtjï». 39. nmn 3 cf 4- (3) Hier f3) De Compenfatie of teegenHelling van infchuld teegen uiifchuld, word gedeelt in pure en conciitioneele, die alhoewel liquide even als de eerftgemelde echter een voor afgaande taxatie vordert, en gefchied de fchuld verrietign g of vermindering door dit -middel ip&jwe, en niet van de tyd, dat dezelve in judcio gea'Ilegueert word propter 'aajtUatem', dogbyaldien iemand nalatig was oebleeven vie compenfatie te allegueeren, zal hy beeter tot voldoening van zyn infchuld cortendeeren, dan tot reftitutie van het by hem betaalde conditïione Vid Titii jus priv. p 654- ten zy dit verzuim judicieel ware. wanneer in exetutione, en tn cas d'appel de compenfatie als nog kan worden bygebragt, Vid. Voet ad ff. de compenfat. num. 2 Of compenfatie involveert een erkentenis van 't geèTschte is by veelen cwyfelachiig ; den Prof. J. Voet d. t. num. 3. fuftineert vun h«en, om reeden dat de compenfatie voor een exceptie gereputeerd word en mitsdien adplicabel is de /. o. ff. de except. Maar de gezonde reeden leert my het teegen deel voor waarachtig te houden, zoo lang 'er niet confteert, dat de praéhTyn van den gedaagde llupide en dom genoeg ge '•vreest is, om in plaats van een hehoorly ke reconventie te inftitueeren, het middel of verzet van compenfatie van cmploy te tnaaken, nadien niemand dwaas genoeg kan worden gerekend, om zyn ge'd wegte werpen , en een liquide vordering met een nulle en onbeftaan^aare te heb ien willen ver^elyken of compenfeeren, ten zy 'er vreefe of geweld hy quaame, hetwelk in 't judicieele qualyi; gebeuren zal. Ook zegtdegemeene definitie door Voet aelvs d. t. geall. met zo veele woorden: „ Compenfatio efl debiti £f crediii inter fe , centrLutio" l 1. ff. eod, en involveer: dus yan zeiven de erkentenis van de exiftentle van een as alienum, in welks vo'-> doening of vermindering de trealleyi.ecrde Compsnfiirie moet ftrekken tanquam folu. tinnis fpedss l. 4. Cod. de comferJut. dog ingevalle de compenfatie quaiflk ep ten onrechte geopponeert ware , zoude zeer zeeker de Condiftio in aanmerking moeten komen Voorts ftaat her mee .e vry om compenfatie van een gecedeerde fchiild te allegueeren, gil.yk ook inteegepdè,el Vergelyfting kan worden geopponeert tegei s dei! ceffionaris tt Ivs uti late doe et 4uei'.rUi cenf. for. p. t. lib. 4. t. 3c. n. 16. er fa, alwaar dezelve breedvoerig gehandelt heeft over de compenfatie tuffchen Vennoten , Voogden en Pupillen enz. lijndelyk zoude hier nog in aaofchouw kunnen woiden genoomen, in welke gevallen dat compenfatie ophoud, dog zulks is onder anderen b'-reids lange voor ons afrehandelt by Voet d. t. n. 15. fj> feq £f BJS groot fitf, d. t. J. ic. Wkar onder by zommigen echter zeer qualyk geftöia word, dat geen compenfa'ie piaats &ëuüs hebben van pretonBen, welken ten deele illiquide zyn , nadien dit de Compenfatie van het liquide gedeelte nimmer kan wegnèemen, en verder voor het illiquide gedeeite der pretentie of infchuld cautie kan wórtfen gtëxigeert Vid. Vout ad tit. de johitionibus n. .>o. alhoewel de compenfatie is een doodinge van de fchuld omniddelyk Öoèr kraatder Wet, zo word echter n.rar regten in maakingen de wilJe van comne.faire nimmer geprafumeert, ten zv zm'ks in 't teftament duidelyk was uitgedrukt, Z. de Holl. confult, 6, d, p. 311.  XL» Deel Van de Middelen daar hy de Verbintenis, f§c< 299 Hier onder behoort ook hut recht van retentie, of inhouding, van het gene ik wegens myn fchuldenaar onder myn heb of kryg, to't betaling, of verlyking van 't geen hy myn fchuldig is. arg. I. uk. Cod. depofiti. Het welk voornamelyk te pas komt in onderflelde en vertrouwde goederen daar enige kollen aangedaan werden, gdyk als èt floffen die iemand in handen werden gegeven om laken, gryn, of ander goed af te maken, welk gemaakte goed mag ingehouden en verlykt werden voor het arbeidsloon, en onkoften daar aan of aan gelyke ftof gedaan, arg. 1. 15. jf. de impenf. in res dotaks fa£i. I. 26.$, 4. ff. 9 Schuld-vernieuwing is, wanneer de Verbintenis werd volden met dat een ander Verbintenis in de plaats werd gern^t'- daar door'de voorgaande werd gedoodet. /. 1. ff. de Noo. Sie Mant. de tacit. f53 amb- conv. I 17 per tut. [Grot. 3. 43 ] o Overfetting is, wanneer den Schuldenaar 'bevryd en de verbintenis yoldaaa werd, met de overgifte van het re.cht dat hv op een ander i^nen Schuldenaar had (vukè, afftgnatte) l u . ff tj l. uh. Col dl Nov. Dog-by dezelve moet duidelyke quyting en aanneming by komen ot fou voor geen voldoening verftre/cken volgens 'het fpreekwoord, Affimatie, is geen betaling. /. 21. ff. de 'novat. cj? delegat. LLrrot. 3' 44-J . Anders mdien den eerften Schuldenaar door fuik ,dqe-n niet dui-  j04 Roo msch-Hollandsch-Recht. IV. Boek. duidelyk bleek ontflagen en bevryd te zyn, fou het maar voor enkele aanwyfing gehouden werden; en fou, alwaart dat die aangenomen was., den eerften Schuldenaar even wel mogen aangefproken werden. d. I. uit. Cod. & 1. 21. ff. de Novat. Neoftad. Cur. Holland, decif. 38. Coftuymen van Antwerp. tit. 64. art, 2. Ii Waarom dat ook de Wiffel - Brieven by ons, den eerften Schalde, naar niet bevryden voor en aleer die voldaan zyn. Neoftad. fuprem. Cur. Holland, decif. 12. Coftuym. van Antwerp. tit. 55. art. 4. Van Wiffel• Brieven, en wat dien aangaande gebruiklyk is, is hier voor in het XXVIf. Deel gehandelt. Onder de manier van voldoening werd ook by de fommige Onder' regt-legging gerekent, dog oneigentlyk, om dat defelve voor geen voldoening mag verftrekktn, fo lang dezelve niet voor fodanig by gewysde is verklaart. Dewelke hoe dezelve toegaat, en wat kragt heeft, 't felve hier voor in het XI. Deel is verhandelt. (8) Het XLI. Deel. Van Boedel afftand, Brieven van refpyt, of uitflel, Surretté des Corps, &c. [Grot. 3. 51.] 1. Ceffie of Boedel afftand wat. mogen lejlaan. 2. Hoe en by wie te doen. 7. 0/ en wanneer bet meerendeel van de 3. Van wat kragt. Scbuld-eyffchersbetminderdeelkandwin- 4. Surraté des Corps. gen, tot het toeflaan van uytftel, of 5. Brieven van InduÜie of uitflel, wat, en kwytfcbelding van de Schuld, of eenig van wot kragt. deel van dien. ^. Of defelve fonder hor ge en verfekering 1 4 L-hoewel den Schuld-eyflcherfyn fchuldenaar met recht kan dwingx\. gen tot de voldoening en betaling van fyn agterwefen; fo heeft nochtans de geene die meer fchuldig is als hy kan betalen, fekere behulpmiddelen, daar mede hy toe-gelaten werd hem te beweren, dat hy .(8) Mi. Nostr. in eens. f»r. p. I. Ui. 4. cap. 34. £? 35.  XLI. Deel. Van Boedel-afftand, têc. 305hy niet boven fyn vermogen van fyn fchuld - eyffcheren werd overvallen. Deeze zyn Boedel - afftand, Surretté des Corps, Brieven van refpyt, of atterminatie, dat is uitftel, tyd-vergunning, en diergelyk. Boedel af/land of ceffie, is een willige overgift van al fyn goed ten behoeve van fyn Schuld - eyflchers , om daar door bevryd te worden van gevangenis, /. 1. Cod. qui bon. eed. pojf. en in de fchulden boven dien niet verder gehouden te zyn, dan na vermogen. /. 7. Cod. eod. I. 4. ff. de Ceffione bonor. g. uit. infl. de aclionibus. [Cenf. for. 4. 4.6."] Welk behulp-middel ten tyde van Graaf Floris noch niet bekent was. Want in de Handveflen van Waterland , in den Jare 1288. pag. 7. vind men: dat iemand van fchuld overwonnen zynde, en niet betalende binnen twee Weeken, by den Bode wierd bewaard, en daar na overgegeven in 't geweld van den Schuld-eiffchcr, die hem node mogte, fonder fyn lighaam moeyenis aan te doen, en hem houden tot dat hy betaalt was, of anderfins met hem verdroeg. Waar toe ook diend het geen in de Willekeuren tot Amfleldam gevonden werd, pag. mihi 222. Die men eigent voor fchuld, die fal men geven water en brood, en fyn vel niet quetfen, en hy fal leggen in 's Heeren flot, en dat water en brood fal geven die de eigenis begeert, &c. t Om het recht van Boedel-afftand te genieten, moet aan de Hoge overigheid toelating en Brieven werden verfogt met commitimus, dat is, geftadig aan de Wet-houders daar den Verfoeker woonagtigis, of indien hy ten platten Lande woond voor den Gerechte van de naaft befloten Stad, voor wien de Brieven verleent zynde, den Verfoeker al fyn infchuld enaars moet doen dagen, om fyn verkregen Brieven te fien voorgoed kennen, en een Curateur, dat is, Boedel-redder over fyn Boedel te fien ftellen; en moet aldaar over-leveren Staat en befchryving, begrypendeal de fchulden en infchulden, met verklaring onder Eede, dat hy geen goederen heeft verfteken, verfwegen, of behouden, anders als een dagelyks kleed, om daarop by defelve Wet-houders na gedane onderfoek defelve Brieven voor wel, of voor qualyk verkregen, te doen erkennen. Sie Injlruclie van den Hogen Raad, art. 23. van den Hove van Holland, art. 227. Ampliatie, art. 6. Grot. Inleyd. lib. 3. cap. 51. verf. wy feggen. Papegay , pag. mihi 201. en volgend. Placaat den 19. Mey, 1544. Zypae, Notit. Jur. Belg. tit. qui pon. eed. pojf. Q_q Werd  3o5 Roomsch-Hollandsch Recht. IV.Boek. Werd geen Boedel - afftand vergund aan de gene die door misdaad in fchuld zyn geraakt. /. i. g. fin. de pcenis. I. uit. jf. de in jus vocando. Chriftin. vol. 3. decif 123 num. 5. 19. Sie ook Schneid win. ad. In* Jlit. de aclionib. %. fin. num. 19. Papon lib. 10 tit. io. arrejl. 8. Grivell. decif. 78. en Hugo de Groot. Inleyd. lib. 3. cap. 51. verf. wie vertrokken. Dewelke daar nog andere uitfondenngen by doet. So ook niet de gene die hare goederen ter quader trouwe verfteken en met bedrog gemaakt hebben dat zy niet betalen kunnen, die men gemeenlyk Bankeroetiers noemt , die dat voorregt niet waardig £yn, arg. I. fin. de his qua in f rand. creditorum, van.de hoedanige gefproken werd in het Plac. van Kayfar Karei van den 7. Octob. 1532. en den 4. Oclob.. 1540, Na de Roomfche Rechten waren alle Vrouws-perfonen in haar perfoon ipfo jure vry, en mochten, om geen fchulden, buiten misdaad , in gevangenis gefteld werden, auth. bodie. Cod. de exhibit. reor. Maar werd huidendaags daar op geen aanfehouw genomen, en tegen een Vrouw fo wel als een Man, met aanhouding van haar Perfoon uitwinning gedaan. Sulks is by het Hof van. Holland in de faak van fekere Vrouw van? Enkhuifen, dewelke Brieven van cejjie verkregen hebbende, op het Interiniment en geftading van dien van quader trouwe befchuldigd wierd, den 9 Oótober 15S2. defelve by provifie veroordeelt in befloter* hegtenis te moeten gaan. Sie voorts Neoftad. Suprem. cur. decif. 57. Radelant. Jrajecl. decif. 54. num. 6, 7. Gudelin. de Jure Noviffmo, lib 5. cap. 14. verf. plane. Zypas. Notit. Jur. Belgic. tit. de execut. rei jud. lib. 2. verf fed. & Anna? Robert. rer. judicat. Hb. 2. c. 7. Rebuff. ad conflit. reg. de Ut er ar. oblig. art. 11. Glojf. 4. infin. Perez. ad Cod. de cujlod. remm. num. 6. in fin. Gutier. praclic. quefl. „25. Gomef. ad l 62. Tauri. num. 1. 3 Defe Boedel-afftand gedaan zynde, werden de fchulden daar mede niet geheel gedood; maar indien den Schuldenaar daar na eenige middelen bekomt, is hy fchuldig betaling te doen, fo veel als hy boven fvn nooddruft kan by brengen. /. 4. ff. de ceffione bon. g. uit. injlit. de aÜ'ton. Uitgéfondert fo wanneer als hy boven de willige afftand eenig fchandaal heeft moeten lyden, in welk geval hy verftaan werd t'eenemaal bevryd te zyn. Guid. Pap. decis. 343. Brun. de ceffione quafi. 3. in  XLT. Deel. Van Boedel-afftand^ tSci 307 in pr. num. 6. Georg Tolofan. Syntagm. jur. lib. 22, cap. 8. num. 7, l- 13- 5- 7- ff ie h[s 1ui not- infam. 1. 4. Cod. ex quib. cauf. infamia irrogator. [t 12. & feqq. ff. fol. Matrim. Vinn. ad g. uit. Injlit, de uiïion. n. 3.J Gelyk als tot Leyden en Rotterdam, alwaar geen Boedel-afftand gefchieden mag, ten zy dat den Verfoeker korts ha de geftading van dien konit ftaan voor het Stadhuis in fyn onderfte klederen, drie dagen achter een volgende, op een plaatfe hoog zynde drie of vier trappen, elke dag een uur, te weten, van half twaalf, tot halfeen uure op de middag; Oclroy voor die van Leyden den 30. July 1501. en voor die van Rotterdam verieent in den Jare 15(9, [En 'de jongfte Crediteuren werden geprafereert voor de oudfte, op goederen na dato van ceffie verkregen. Conf. & adv. 5. D. conf. 79.] (1) 4 An- (1) Zie weegens dc Source van dit zo. difput, by provifie in beflote hegtenilte gezegd beneficie van ceffie de obfervatien moet gaan, gelyk by gewysde is verftaan ever de inleiding van H. de Groot a deel obf. en by de D D. gedoceert en deeze objec100. en verder Voet ad tit, pandeclar. de- tic is ook de eenige, dewelke teegen dit 'lonor. ceff, als ook van Zurck in cod. bat, miferable beneficie kan worden gevendtit. ceffie en Loenius deels. 94, Het leyd leert en te voorfchyn gebragt; ten andegeen teegenfpraak dat in den jaare 1736. ren dood en vernietigd het de Schulden in noch wel gebruik van dit middel gemaakt zo verre , dat den impetrant tot beeter is geworden, overmits by de refol. van de ftaat geraakt zynde, dezelven echter moet Heeren Staaten van den 14. Sept. deffelven voldoen, het welk zommige een vrsmda jaars naar gewoonte desweegens noch Schuldvernietigingzaltoefchynen, en allen een zeer wyze en falutaire voorziening ge- teegenwoordig in zoortgelyke fituatie daan is geworden, hier in beftaande: dat zich bevindende, niet zonder reeden van het committimus der brieven van ceffie bin- dit middel grotelyks moet affchrikken , nen het jaar , dat de ceffionant van Domi- doch men moet ook in het oog houden, cilie verandert is, door den H. Raade dat hét beneficium competentie teffens in aan. moet worden geadreffeert aan den Rechter fchouw moet worden genoomen conf. Voet der plaats, van waar de ceffionant vertrok- ad tit. pande&ar. de rejudicata. n. 46. en ken is Z. Mekulaihm. vanproced. p, 775. overzulks de volftrekte nooddruft aan den De voordeden, welken dit middel denim- debiteur moet worden gelaaten, welverpetrant verfchaft, zyn door zommigen op- ftaande, dat hy niet zoo als de Impetrangegeeven, te weeten: de bevryding van ten van andere beneficiën en moratoire gevangenis, doch dit voordeel word door refcriptien heedendaagfeh een ordentelyk eenenkelde objectie, die naderhand moet Capitaaltje achter 's hands houd en daarbeweezen worden, dat hy ter quader van als rentenier of koftganger leeft, maar trouwer opgave gedaan heeft, weggeno- met zyne handen en door arbeiden moet men, zodanig dat hy, hangende zodanig trachten te fubfifteeïen, behoudende zyae Qq 2  308 Roomsch-Hollandsch Recht, IV. Boek; 4 Anders, fo wanneer den Schuldenaar hoop heeft fyn Boedel te kunnen redden, fo vermag hy vryheit voor fyn perfoon (vulgö Surretté des (erps) voor een tyd van drie, vier, vyf, fes, en meer Maanden verfoeken, om binnen dien tyd in fyn Perfoon, by fyne Schuld - eyifcheren niet bekommert te werden. Sie hiervan Kinfchot in iraclatu, De fecuritate corporis. (2) 5 Of anderlints verfoekt men van het Hof van Holland, Brieven van Induclie, of attenninatie, dat is, een bewilligde uitftel, anders refpyt voor den tyd van vyf jaren, mits Hellende Borg voor de voldoening , mede met committimus als voren. /. 4. Cod. de precib. In.p. offer Sie Papegay, pag. mibi 185. Rebuff. ad conjlit. reg. tom. 2. de later, dilator. Kinfchot. traft. defolution. induciis. Sonder nochtans dat de Borgen die te voren infinguhscaufis waren geftelt, door Ceffie of Refpytbrieven kunnen werden bevryd, ten zy dat het felve mede verfogt en daar in is uitgedrukt, arg. §. 6. inftit. de jure naturali gent. & civili. I. 1. ultim. ff. de conjlit. princip. juncl. §. fin. injlit. de replicat. 1. 7! in pr. f33 §. 1. ff. de except. Te meer, fo wanneer, gelyk als by ons meeften tyd gefchied, van de Beneficiën Ordinis, Divifionis, & Excusfionis, behoorlyk afftand is gedaan. Daar wel op te letten ftaat; Want anders fbu den verfoeker geen voordeel hebben van fodanige fy. ner brieven, fo wanneer de Borgen aanfprekelyk bleven, dewelke in dien fy uitgewonnen wierden, aanwyfmg op des faakweldiges goederen vermogen te doen, en daarom by hem mede moet verfogt werden, dar aoodzaakelyke kleeding, huisraad en een van Surrtti de Corps worden altyd gerequïklyn geld om iets te kunnen beginnen Z. reert brieven van recommandatie van de MiDOEf.. ad Vromahs traÜatu deforo corn- Magiftraat der plaats, alwaar de fuppliant fetentipag. m. 77. zyn fixum domicilium, houd en woonagtig (*) Staat uit depractycq te refleéteeren: is, waar van de reeden door ieder oordat furreté de Corps in aanmerking koomt, deelkundige iigtlyk zal worden gepenewanneer een debiteur rechtmatige vreeze treert, ook komt het confent van 't mee» heeft, van met zyne creditetaren tot geen rendeel der Schuld-eiffchers alhier te pas, accord te zullen geraaken, niet alleen, houdende de H. Overigheid altoos het oog maar ook bovendien in zyn perfoon te geveftigd dat't recht van arreft, aan derzullen worden, gearrefteert, en gevolge- denscompeteerende, onprajjudicieertzyen lyk ten oogmerke heeft om zich uit de han- Uyve. add papegaay pag. n, 623. tn 624* den zyner crediteuren te houden; dan tot van 'I 2. deel. het impetreeren van de gezegde brieven  XLT. Deel. Van Boedel-af/land, t$c. 309 dat dezelve gelyke ultftel mogen hebben, met de claufule: foo voor hem als voor fyn airede gefielde Borgen. Anders blyven dezelve Borgen na het uitftel verbonden, fonder dat men verftaat door het ftellen van nieuwe Borgen enige Novatie gefchied is, Sie mede Confultat en Adyyfen. het 2. Deel, conf. 135. 6 Indien den Verfoeker geen Borgen weet te vinden, menen fommige dac hy met Cautie Juratoir, dat is, een beëedigde toefegging volftaan mag. arg. Nov. 112. cap. 2. & Nov. 134. cap' 9. Sie Andr. Gail. lib. 2. obf. 47. num. 8. Doch het felve is in rechten fo feker niet, om de woorden van de Wetiw d. /. 4, Cod. de precip. Imp. offer. [Vid. Bell. jur. pag. 255. &?feqq] dewelke een genoegfame verborging en verfekering vereift. Nog is by ons verder aangenomen, maar in tegendeel werd by Plac. van Kaifar Karei, in den Jare 1544. art. 35. bevolen , dat geen Brieven van rejpyt en atterminiatie van fchulden fullen werden verleent, om te dwingen den Crediteur te confenteren, dat men geef dag van betaling fonder cautie. Sie mede Neoftad» Suprem. Cur. decif. 53. •j Tot defe uitftel werd den Verfoeker mede niet toegelaten, dan na voorgaande bewilliging van fyn Schuld - eiffcheren, die daar op werden gehoort, of het merendeel van dien, te rekenen niet na het getal, maar na de grootheid van de fchulden. /. 8. ff. de pacl. dewelke het minderdeel by overftemming volgen moet. /. 7. $. uit. I. 8. ff. de pacl. I uit. Cod. qui bon. eed. poff. in fin. Het welk ook by de fommige tot quytfchelding van een gedeelte van de fchuld werd uitgerekt. Doch werd het felve by ons niet aangenomen, by dewelke niemand tot het quytfchelden van enige fchuld of een gedeelte van die kan werden gedwongen, volgens den uitgedrukten text van het Plac. van Kaifar Karei in den Jare 1544. hier voor aangewefen. Sie Zanger, de except. part. 2. cap. 12. num. 2. Berlich. decif. 253. part. 2. Anton. Teflaur. decif. 186. Jacob Koren, confil. 8. Zyp. notit. jur. Bel. tit. qui bon. eed. poff. fe? tit. de pacl. En werd ook felfs in de overftemming van uytftel, of en wanneer die plaats behoort te hebben, de faak aan de befcheidenheid van den Hechter gelaten, defelve toe te ftaan of te weigeren, per Ghff. £f D D. ad l. 7. §. 19. ff de pail. Coler. de procejjtb executiv. part. 1. sap. 4. num. 15. Straccha de Decoclorib part. 6. num. 5. 6? num 21, C^q 3 Zan-  3io Roomsch-Hollandsch-Recht. IV.Boek. Zanger, de Except. part. 2. cap. 12. mm. 2. & feqq. En heeft dan geen plaats, fo wanneer iemand van de Schuld -eyffcheren beter recht keft, als een ander, gelyk of hy borg of hypoteecq had , dewelke om de overgift van een ander die minder recht heeft, niet kan gedwongen werden. Sie Valentin. Franc, de Fidejuff. cap. 3. num. 174. Math. Coler. de proceff. executiv. part. 1. cap. 4. num. 17. Joh. Zanger. dfr Except. ,d. part. 2. cap. 12. num. 2. Berlich. decif. aur. part. 2. decif. 235. num. 36, 37- (3) Het XLÏI. Deel. Van Herftelling. [Grot. 3. 48. &? 52.] ï. Hertelling van welke faken te geven, en 2. By en Van wie te verfoeken. Num, 4. 3- Wanneer fyn begin neemt. IN defer voegen dan moeten de Verbinteniffen, met behoorlyke middelen en volkomentlyk bekragtigt zynde, voldaan werden. Maar waart faak dat die waren aangegaan met Perfonen, dewelke niet magtig waren haar felven te verbinden, of daar enig ander bedrog, quade trouwe, of onbehoorlykheid mede gemengt was, fouden Schuldenaar daar tegen fyn verfet hebben , en op fyn verfoek by de Hoge Overigheid in fyn vorigen ftaat werden herfteld. I Welke Herftelling werdt vergunt om alderley (1) belediging en mis- (3) C""/- omnim cl. Voet ad Digejl. tit. 'er een modica lafto dan of 'er een Vafio ener. iebonor. cejf. n. 14. ad fin. (I. 42. t. 3.) wjw of verkorting over de helfte in permü. de manièr van procedeeren voor de Hoven van tatoire verbindtenisfen, door daartoe be» juftitie in Holland uitgegeeven door Mr. J. voegde perfoonen vrywüliglyk aangegaan, v. d. Linden pag. 103. en van Zurck in plaats bad, zynde zeker dat in het laatfte Cod pag. m. 1029. geval aileen de zulken herftelling toekomt. (1) Men wachté zich dit woord naar Z. deGkoot, inl. laatfte b.i£. laatfte deel deffelfs algemeene beduiding optevatten, van't zelve per tot. anderfints zoude teegen als gemeenlyk gefchied is, even als ware alle Negotie zaken, als waar in de winst het naar onze rechten om het eeven, of het billyk hoofdoogmerk is, herftelling  XLII. Deel. Van Herftelling. 31r pifleiding l i f. & tot. tit. #. fi? Cod. « g8fc ^ ,nayflr> oofc m onbchoorlyke Verbinteniffen ea af gedwongen Beloften roet eeftaaf den Eede beveftigt. Perez. ad tit. Cod. Si ad verf. vend in fin Gade ". lm.de jure NovfT. Bé. 3. cap. 14. verf. non immorabor. Rebuff ai conflit. reg. in Promn. Gloff. 5. tom. 1. mm. 50. Gail. lib. t obferv 25 Mynlmg. cent. 3. obj. 99. Sie vorders Groeneweg. adl. uit tf ad municis. 'dj' *r> Dft ^er^elIinS moet van de Hog. Over. wiens plaats den Hogen Raad bekleed, verfogt werden, met committimus aan den dagelvkf-n Rechter, van de Verfoeker; Ampliatievan d' InfiruSt. art 7 Grot Inleyd. lib. 3. part. 48. num. 7. 8, Chriftin. vol. 2. decif. 1V9 mvn' X. tjf decij. !34. Zypaj. Not. jur. Belg. de in integr. reftitut In dier voegen nogtans, dat fo lang defe Herftelling by den dagelykfen Rechter na genomen kennis niet is geftadet of geinterineert, de Verbintenisondertuffchen haar volkomen kragt, en voortgang hebben moet onder Borgtogt. contra. I. 1. Cod, in integr. reflitut. pollulat. Neoftad. fuprem. cur. Holland, decif. 73. Sande lib. 1. fit. 8 defin. 4. Chriftin. vol. 2. decif. 137. Coftuvmen tot Antwerpen tit ?(> ■art. 13. Cod. Fabr. d. tit. in integr. rejlit. poflulat. defin. 1. (2) 3 Na moeten vallen; Wesbalven onzen1 antlieur ken meede een billykheid in zich bevatten. alhier yerftaan moet worden te fpreeken z00 als elders in 't 5 boek word getoond' van beleed,ging ow. de helft, of belee- wenfchelyk waare het dat deaelfen n ï digingdoor argliftigheid. vreeze en min- niet zo dikwils ten misbruikegeco-mreerd derjaangheid Z. ».Groot int b t. wi8rde,i om onbillykheid te" bevord-ren *, "a f"' 3lhle,r *t "if^™ ' hY oorbeeld: 't traineeren eener verÖ t ?Z l Ur m,dlt noo„ddfel 5e« %de afdoening enz! doch onzen A ziet Z «?J r-f Tf, maakt T al!er^1 Z00r- aIhier bePaa|delyk op de relievemenfen van ten van Hertellingen of requefte civil, contraften en engagementen, welken extra aldus genaamt als requireerde de civiliteit judicieelyk zyn aangaan, en w, rbv eén dat dezelve toegeftaan wierden, als daar der partyen merkelyk is McircStóeeTt is de hertelling weegens judicieele verzui of waartoe dezelj ten, tyde van tt'fl l'. memflen, door een der partyen htiganten ten van *t contract buiten ftaat was en gecommitteerd, welken men ook oudtyds gcneraalyk om zodaanige iJdoMwateM !a"dnenk§r°TnRaadTnMüChc;l3nm02st "cbtm\ot het DujSddS Z', Sief Z0MeM' °£ "«'«"eens aanteekening fubftantieel worden ger.-qu.reeH. op ie van Mr van de« Schellingtnde amteek. mandamenten gemeen yl; eene foW le ƒ « c.4. bat p m. 944 m onderfchei- procedure vol.t, als in R. * S ding van «te/ ZO wel by den Hove als de gemelde relievementen akoos m, ent Hogen Rade worden verleend, al de wel- perkuh fetmis, overzuite oS?dTregt! maa.-  3ïi Roomsch-Hollandsch -Recht. IV. Boek. 3 Na de befchreve Rechten moeften alle Herftellingen binnen vier jaren na de befwaarnifle niet alleen begonnen, maar ook voleindigt werden. /. uit. Cod. de temp. in integr. tefl. Maar heedendaags is genoeg da: defelve binnen de vier jaar werd aangevangen , alwaar 't dat die lange tyd daar na eerft wierd geè'indigt. Chriftin. vol. 2. decif. 139. num. 2. Ja werden dikwils fonder onderfcheid ook na de vier Jaren, om redenen, de Luyden daar toe nog veeltyds toegelaten , tefle Groeneweg. ad d. tit. Cod. de tempor, in integr. reftitut. (3) 4 In wat voorvallen of gelegentheden fodanige Herftellingen werden vergunt , is by na onbepaalt, waar van wy alhier de voornaamffce fullen aanwyfen. Eerftelyk, fo wanneer iemand eenige verbintenis aangegaan, of be- lof- maatigheid van het verzoek onderzogt moet worden by den Rechter, aan wien de competentie ter interinemente of rejeftie by Committimus van den H. R. is en heeft moeten worden toegekend. Echter komt ook dit hulpmiddel zomtyds buiten de prsefcriptie nog te ceffeeren by voorbeeld: in cas van willige comdemnatie by welgemelde Hogen Rade op eenige notariaale acte van conventie enz. op overgifte van partyen met irrevocable procuratie, gedecerneerl, als waar uit niet alleen een renunciatie van dit hulpmiddel blykbaar is, want dit heeft dezelve met veele der heedendaagfche actens gemeen, dus daar aan vergeefsch de voorgeroerde ophouding by zeer veelen alleenïyk is yaftgemaakt, maar uit hoofde als dan een peremtoire exceptie van gewysde competeert, en den Hogen Raad onder reverentie ftrydig haar eigene fefitentie een gecondemneerde op wettig fundament, en valide overgifte, daarna niet zal nog kan releveeren. (3) Een exceptie hier van is deezen: dat een minderjaarige willende herfteli of gereleveert zyn teegens een contract, door desfel vsgefielde Voogd q q gefloten , zulks a s nog wel degelyk binnen de bepaalde 4 Jaren tyds moet entameeren. /. uit. D. dó temp. in integr. rejl. £? Comm. ad eand. leg. gelyk ook met de gewoone practycq overeen!temt, add. Voet tn Ctmmentar. ad pandeSt. tit de minor. n. 44. juntl. Fa» beti in Cod. I, 2. t. 30. def. 2. als zynde notoir, dat een pupil, door de vier Jaren tyds na zyne mondigen ftaat, werkeloos ten dien reguarde te laten voor by gaan, ipfi faBo van zyn actie teegens die geen, met wien zyn Voogd qq gecontracteerd heeft, als derde heeft gerenuncieert en zig bepaalt tot de aftie, welke hem uit kragte der Voogdy en adininiftratie, tegens zyne geweezen Voogd openftaat; waarby komt, dat de Voogd zomtyds ria de laps van 4 jaaren niet zou te vinden zyn, en gevol» gelyk de geen , die met de Voogd qq. als een bevoegd perfoon gecontracteerd had, in cas van vergoeding aan een dove mans deur zou kloppen, het welk een onbillykheid , teegens den grond der herftellingen aan, zou invoeren. Voorts ftaat te ' letten : dat men tot meerdere cautele heden ten dage gemeenlyk reliëf vraagt teegens contracten en handelingen , welke anderzints voor ipj» jure nul werden gehouden. Conf. tl. Voet tit. de rest. in integr. n. 13,  XLIÏ. Deel. Van Herftelling , &c. 3I3 lofte gedaan heeft, uit grote vrees of nood-dwang, tot, tit tT R Cod. quod met. cauf. (4) 0 " ; ' .> T* Alfo werd hy verfchoont, en herftelt, dewelke in doods-nood ea gevaar zynde, enige beloften of verbintenis heeft aangegaan om daardoor fyn leven te behouden. Gelyk als in dat voorbeeld het'welk 'Chriftin. vol. 2. decif. 114. infin. na het leven vertelt, te Antwerpen by fyn tyd voor-gevallen te zyn: Alwaar een fekere jonge Dogter 011 het Ys in gevaar van haar leven zynde, aan een Schippers Gaft be. looft had, indien hy haar uit dat gevaar kon verloffen, datzy hem fou trouwen: Door welkers toedoen zy het gevaar ontkomen zynde wanneer zy over haar beloften wierd aangefproken, heeft zy defelve geweigert te voldoen, dog in plaats van dien, aangeboden voor fyn uit-geftaan gevaar , en gedaane dienft, een grote fom gelds te willea vereeren, waar mede fy ook by den Raad geoordeelt is te mogen yolftaan. 6 Ten tweeden, foo wanneer in enige handeling ter quader trouwe is gehandelt. tot. tit. ff. fc? Cod. dolo malo. Ook fonder bedrog, indien een van beide de Handelaars meer als de helft van de oprechte waarde van het geen in de handeling komt is verkort, tot. tit. Cod. de refcind. vend. gelyk wy lib. 4. tit. 4. cap .13. breder hebben aangewefen. * r' Ten derden, indien de Verbintenis was gedaan by of van wegen een Minder-jarige, ten overftaan van Voogden of anders kragtelyk gedaan, mag defelve, om dat een Minderjarige door het doen van fyn Voogden niet verkort behoort te werden, daar tegen Herftelling; verfoeken. tot. tit. ff. fc? Cod. de integr. reflit. minor. [v. Neerl. Adv 1. c. 26. cenfur for. 4. 43-] Anders f6 de verbintenis in fyn eigen node ' van Zlch ven vemllen» en geen Herftelling van r u°a °?indi,£n,een ^-kndge by verfuim , of anderfmts, enige fchade had geleden, of ergens in was vervallen, fou daar tegen by Herftelling kunnen werden geholpen. /. uit. & tol. tit. Cod. de rejlil miht. &eor. qmreipubl, cauf. J Voorts (4) It Coum. ad euni. tit. Rt  314 Roomsch-Hollandsch Recht." IV. Boek; Voorts om alle andere reedelyke oorfaken. /. i. §. r. & tot. tit. ff. & Col ex' quib. cauf. major, dewelke alhier te lang fouden vallen te verhalen. (5) Uit. (5) Plura videre licet apud Om», in tracistu de in integr. refl. Alleen zal op dit deel coronidis loco nog onderzoeken het van allen tyde beroemde gefchil tuffchen de rechts doctoren enpratcici namelvk: of een meerderjaarige teegens de prtefcriptie Belief openilaat en competeerd ex jufta eaujfa?. aan deene zyde koomt in confideratie, dat.de prtefcriptie is een peremtoire exceptie en door dezelve al het recht en actie van den aanlegger of eiffcher word geperimeert, ja zelvs in dier voegen, dat wanneer dezelve teegens de rechts pleeging word geallegueert, de UUfingrejJus daardoor ten vollen word belet, waaromtrent ik my refereere tot het getradeerde by Zangerus de Except. p. 3. c. 10. Voet ad digeft. tit. de prcefcript. n. 10. en de Groot inl, 3. b. 4. d. g. 2. leerende de laatftgemelde: dat de Rechter, wanneer hem van 't verloop des tyds blykt, den eiffcher behoort te verklaaren nietontfankelyk. En fpreekt t>e Groot niet bepaaldelyk van de praffcriptie van een derde van een eeuw, maar van allerlei prajfcriptien-, s. §. 12. ê? 13-:^. h waarby gevoegd kan worden Fachinjeus conirovetfiar. lib. x. cap. 69. Menochiusdepraefumt. lib. T.pref. 71.fi. a. Hunnius aiTreutleri dijputat. vol, 3. difput.22 tbef. 3. welke ber. AA. hebben gepoogd te rescontreeren de wetten a contrario gemoveert; Doch alle hetzelve word lichtelyk opgelost, door de befchouwing, dat de relievementen zyn extraordinaire beneficiën van rechten .hebbende de natuur en eigenfehap van Gratie, welke de H. Óverigheid hier te lande ex plenitudine poteftatis concedeert, en die altoos behooren geinterineert te worden, zo de impetrant een ieshtmatige reeden bybrengt en betoogd ; zonder dat als dan eenige alleguatie van 't jus ftritJum dezelve kan enerveeren : het argument het welk my voor deezen wel eens van een contrair begrip deede zyn , was het volgende te weeten: dat geen reftitutio in integrum kan worden gegeeven teegens hetgemeene nut. atquide verjaaring is geinti oduceert tot het gemeen nut. I. 1. jf. de Ufucap. Ergo kan ook teegens dezelve geen reftitutio in integrum werden verleend; dan by nader inzien is my te voren gekomen, dat de confequentia te generaal is, om reeden dat de billyke fource eener conftitutie de toepaffing van dezelven in alle geleegenheeden niet overeenkoomstig maakt met het gemeen nuts zelvs kan dezelve zomtyds daar teegen aanlopen , wanneer de H. Overigheid plenitudine potestatit, zeer zeker weegens eenig daaromtrent gepleegd verzuim her» (telling kan vergunnen : Maar offchoon dit alles nog eenige dubieteit moge onderhevig zyn dit fchynt notoir; dat geen herftelling opsnftaat' weegens de prsefcriptie van een breucke of andere poenale a-ftie , blykende zulks totidem verbis uit de /. 37. D. de minor, ubi dicitur: auxilium m integrum reftitutïonis exfecutionibus panarum paratum non eft, ideoque injuriarum judicium femel tmiffum repeti non poteft. add. Groenewbgen in notisop de inl. van de Ghoot 3. b. 46. d. n. 13. althans niet, wanneer de evengenoemde prasferiptie fpruit uit een byzonder Privilegie, als wordende de privilegiën geacht als Contracten tuffchendeii Souverain en deffelvs onderdanen, waar uit volgt, dat gelyk het éffect van altó contracten is, dat hy, die iets beloofd of te een conventie aangaat, daar aan gehouden en verplicht is, zeo ook ie Sou* «-  XLII. Deel. Van Herftelling, ÏSc'. 3,r Uitgefonderd in Verbinteniffen dewelke uit misdaaden voort-komen, waar tegens felfs de Minder-jarigen na Rechten niet werden herftelt. toU tit. Cod. fi adverf. delicl. Alhoewel dat de ftraffe om de Jonkheids wil dikwils verfagt werd. /. 37. ff. de minnrib. juncl. I. I0. ff. de pcenis. Het welk nogtans aangaande de Minder-jarigen alleen van groote en ongemeene misdaaden daar Iyflyke ftraf toe ftaat, te verftaan is. / i. Cod. fi adverf. delicl. Sulks indien een enkel bevel en gebod in een gemeene faak by een Minder-jarige was overtreden, fou hy daar tegen wel kunne werden herftelt. /. 2. Cod. eod. indien daar geen bedrog of moedwilligheid by quam. /. 9. g. 5. jf. de minorib. Tuld. ad Cod. ft adverf. delicl. num. 2. En ftaat in de befcheidenheid van den Rechter na gelegendheid te oordeelen, of een Minder-jarige over fyn begaane misdaaden, ordinarie of extraordinarie en met minder ftraf fal geftraft werden. Clar. prax. crim, q. 60. num. 2, 3, 4, 5, 6. Gomef. tom. 3. variar. refolut. cap. 1. num. 55, 56. fcf feqq. Menoch. de arbitrar Jud. hb. 2. cafu. 329. num. 19. Teffaur. decif. 161. Math. Colerus' decif. 162. num. 8. Sie Sande lib. 5. tit. 9. defin. 4. So werd ook een Schuld - pligtige, in een misdaad dat niet al te fwaar liog al te moetwillig is, de boete en ftraf uit oorfake van armoede dikwyls quyt-gefcholden of vermindert. /. uit. jj, fin. Cod. de modo tnulclarum. juncl. l. illicitas 6. §. uit. ff. de officio prcefid. Qua de re latius traclat Tiraquell. depcenis temperandis, caufa 33. Menoch. de ar bit r. Jud. caf. 182. Het welk dagelyks by Requefl werd verfogt, en na gelegentheid, remiffte of alteratie vergunt. Sie Papegay, pag. mihi 405. Het verain geen middel, van recht of gratie 2. I. 14. hofdd. pag. m. 373. & eitMn. kan introduceeren of verkenen, het welk ter art cel. Menochius conf 1007 n 17 teegens zodanig privilegie zou ftryden 68, fcf 69 „ privilegia ob benemerita con. waar van daan ook de privilegiën aan eenige „ cefla maxime funt efficacice et ob id rev». jemeenfchap toegekend onwederroepelyk „ cari non poffunt nee a principe conceden. zyn , en geen lid van dien van derzelver „ te, nee ab ejus fuccesforibus, ne auidem gemetinge mag worden verftooken. In „ ob ingratitudinm: quia privilegia ob bene welker voegen meede raifonneert de Heer „ merita vim babent cont, aclus & Princeps m Hoest algemeen Staats-reebt der Neederl. „ contraSibtts confidentur utprivatw." Rr %  3ï6 Roomsgh-Hollandsch-Recht. IV. Boefc Het XLIII. Deel. Van Straffen der Misdaden, en van T ar don, Aboliticy Lantivinning en Rem'rJJien. 1. Pardon of Rm'ffie in mekt faaken te. 4, Pardin en Remifjie, of en boethnte le verieenen. onderfcbeiden. 2. Abolilie. s-, Jnterinement. 3. Landwinning. 6> yry DE Verbinteniflen uit Misdaaden werden voldaan door hetuytvoeren van de flraffen, met, of door defelve verdiend tot tit fF de posnis. welk hoedanig die fyn en hoe defdve werden onderfchevden hier nam t volgende Boek onderden titel van paffen ea Boeten onderfcheidentlyk fal werden gehandelt; Ten waar auytfchelding Remiffie, of Pardon, by de Land-Overheid, of die geen die daar toe by. haar is gemagtigt, wierd vergund, gelyk de verbintenis uit Misdaad . andere^flrekt alleen tot een Geld-boete, andere ook tot lichamelyke wedom, fo beftaat dan de voldoening van defelve, oiin een boete, of in een lighamelyke ftraf». Onder Boeten werden verfiaan Geld-boeten die alle van eender foort zyn, grooter en kleinder. Straffen fyn velerhande, daar van andere fyn Hals-flraffen van het v?a% °d' andefgeme^ Lyf-ftraffen. /. 6. J. 2. ff de poenis. Halsftraffen zyn wederom verfcheyden , als Onthalfen , Hangen Worgen, Branden, Rabraken, en diergelyke meerder of minder. /' a. ff. de pcenis. juncl. l. 8. ff. eod. Gemene Lyf-flraffen fyn Gefelen, Brand - merken, Bannen, cm> fijcaiie en verbeurte van Goederen, en diergelyke. /. 4 / 7 ff. de panxs. Van alle het welk hier na breder fal werden verhandeld. ' I Pardon1 of Remifjie plagt-wel verleent te werden van andere faken ' als van Doodflagen, fulks heeft Jan de Br offer den 17. Maart 1517. Remffie of ouyt-fcheiding. gehad , van dat hy enige onbehoorlyke woorden had gefproken: dog heeft meeft plaats in misdaaden tegen het Leven of Lighaam, met onderfcheid, of de misdaad is begaan moor4eJyk,. dat is, Iuypende.cn loerende, of den Misdadige des faaks gewaar .3.  XLÏII. Deel. Van Straffen der Misdaden, tS'e. 3i7 waar, en den neder-geflagen des faaks ongewaar zynde, dan of defe]- veisgefchietvegtenderhand, met geoorlofde of verboden, gelyke of ongelyke Wapenen wie tot het gevegt oorfaak heeft gegeven, en of den dood.flag is gefchiet met opfet, en uit euvelen moede, door verfuym of om fyn lyf te verweeren, is toe gekomen. Wan anderfmts geen Hoogfte Machten toe komt, opentlyke Misdaden quyt te fcheï den of oageftnft te laten, als dewelke het S waard niet te Vergeefs in handen is gegeven, maar om na juifte rechtvaardigheid te ftraffen den geen die misdoen fonder•verfoening. /. 14. Cod.de poinis. hl5l' $. 2. verf. quod fiquis ff. adl. Aquïl. Numcr. cap. 35. W 20 li 33. ende volgende. f 50 J Ji 3l> * Indien de misdaden uit nood-weer waren gefchiet, of fodanig klein verfuim by quam, dat.het felve niet behoorde ftrafbaar te zyn, fn da Schuld-pligtigen de fchand ende verdagtheid dewelke hem't'onregt ■ mogt werden aangedaan, foekt te ontgaan, kan hy daar van abolifie verfoeken dat een uit.wiffing en te niet doening van het Feit gelyk als of het met gefchied was, daar toe geen Interinement verevft MTnP'r Land:win"ing, daar by dat hy middeler-wylen van fyn Perfoon werd verfekert voor altyd , indien het feit compofibel dat is, met opentlyk ftrafbaar is, anders voor fëkeren tyd, en ge' meenlyk voor een half Jaar, om ondertuffchen Pardon of Remke l doSga. 0)Ch h£eft dC Ab0l"ie meeft pl3atS * andere 4 Par- MillcJol?TT^irrd' *f *2 waarfchouwfng, een onder of roorbygan.. •V zvade ronde'r tuLl- '? 3' d' °bf- Ser kwetfendeof doodende door 't/allen dagten datdeHr«SJ Te6t Va" een tak' bevind zich niet in de te" ITd fi 8 ? Vo bedSE'r 3' *• mCn °m Pard0n of^ratie te verfoeken, vil AntweLnr S 1 cost™en want het is een Witt ongeval, buiten wKm», n/* 4' " Itm eenes menfebe vermogengeblurd, in welk £ -jSdSa-^ /,^,w^ALLBN',,W- cas hec vraSefl ™ Remiffie of Pardon " 5en leefüfeM fSS "lve (onder correclie) een abfurditeit zou- Sé L7v "^Kf ƒ ^ Hw de zvn; eelyk inteegendeel in alle geval„ enne partye. en daar op zyn de exem, len, boe ongelukkig ook d»ar het un Selykst°r ïSK»^ a'l6rt0e' ee^ ««brulf dïïSnfttaiyk?vermog^ paueiyKst, en vallen praxife in de termen kan geirht worden te hebben pphanerf m3 Da voorLï1^b0?mf°?eier aan den van §ratie word 8«««r4t. weg, na voorgaand luidrugtig geroep, en Rr 3.  3i8 Roomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. 4 Pardon is een volkooraen quytfchelding van de begaane misdaad, uit byfondere infigt. Remifie is byna hetfelve en van eene kragtals alleen, dat Brieven van Remijjie dan eigentlyk plaats hebben als in het af wefen van den Schuld - pligtigsm enige feitlykheid van ban of anders is gegaan, het welk boven de quyt-fcheiding van de misdaad werd te niet gedaan. lege unie. in pr. ff de remiffion. < 5 De brieven van Pardon of Remijjie verleent zynde, moeten defelve voor het Hof gefladet werden; (2) waar toe de naafte Magen en Vrienden van den neder - geflagen moeten werden gedagvaart om defelve Brieven te wederleggen, en van fub- enobreptie, dat is, van valsch te kennen geven te overtuygen, indien het haar gelieft, of anderfints met deri' Schuld-pligtigen te foenen, na redelyk feggen. Zypae. Notit. Jur. Belg. tit. de abolition. & remffion. verf. ante gratiam. En waart dat de Magen tot de foening onwillig waren, maakt het Hof de foening van haren 't wegen na redelykheit. Sie voort de Papegay, pag. mihi 470. cumfeq. tot. 488. Hier toe willen de fommige paffen, dat een Dief dewelke veroordeelt was opgehangen te werden , de flrop gebroken zynde, en half gehangen levendig ter aarden vallende, gelyk als door een onmiddelyke verloffing daar mede fou vry zyn : immers in fuikera geval behoord Remijfie en quyt-fcheiding te verkrygen, fo wanneer hy van fyn onfchuld te voren open tuyg - beroep gedaan had. Sulks gevoelen Lucas de Penna adl. 5. ff. de poenis. SI. 1. C. de Defert. &f occult, eor. Dog werden fodanige tuyg-beroepen, nog daar op gevolgde onmiddelyke toevallen, by ons niet aangenomen, of voor enige Heilige Verborgenheid geloof gegeven. Maar alle de fodanige niet flegtelyk veroordeeld, gehangen, maar met de koorde geftraft te werden datter de dood na volgd: en fou in fuik geval voor de twede maal met dubbele verfekering opgehangen werden. Volgens het Voorbeeld. dat Hierenim. Cagnol. verhaald dat by fynen tyd is voorgevallen, ad /. 1*5. ff-de Res- So. (2) Zie vooral de aanteekening in het 1 tH. pardon abolitie enz. en by de ber. v. ry deel pag. 26. num. 6. en de A A. aldaar ge- Schelling in de aanteek. ald. en by de, allegueert. Voorts kan men verfcheide gel. P. Bokt tracl. van crimineele zaakrn notable zaken omtrent dit onderwerp vin- van 't 3. tot 't 9. deel. den by de Hr. E. van Zurck in Cod. bat.  XLIïL Deel. Van Straf en der Misdaden, (Sc. 3i9 So ook by ons niet werd toegelaten, dat een Vrouws - perfoon uit liefde tot de perfoon , met hem te willen trouwen iemand vin de Galg of Dood-ftraf fou mogen verbidden. Sie Niccl van der Hoog , Singular. Jur. 59. Paul. Buf. ad l. 26. ff. uit. ff. « J£ cauf. major. M A ^ ua% G Het ontfag van de Kerken, Beelden, Heiligen, en gewyde plaatfen, is van ouds fo veel toe-gegeven, dan wat misdadigen daar in op, en aan defelve haar toevlucht konde nemen, volkomen vrvheid kregen, tot. m Cod. de hts ad Ecclef. confug. ff l unie. de his qui ad Statuas. SiePolydor. Virgil. de rer. invent. lib. 2. cap. 12 Au^ftin de civitateDei lib. 1. cap. 34. Het welk uit de Heilige Schrift Numer cap. 35 Deutcr. 19. 1. Reg. 1. 50. Exod. 21. Eerft by het Kerke!yk Saf-"pf IVT^TT' tnJenJare4U. En daarna in het Geesl l o " f™d? onderfcheid is overgebragt. cap. eos. 6. ÊTLrI'uPh ^«,85* T1' 7' 4- Maar na dat by ons door de Herftelling de Kerken, buyten de enkele Godsdienft, geef! Heiligheid of waardigheid meer, als aan al ander goed is beginnen toe1-gevoegd te werden, is defelve vryheid niet alleen befnoeid in de Perfonen van openbare Dieven, Rovers, Dood • flagers, Ketters Hoogfte-Magt-fchenders, Banquerottiers, en diergelyke, als bv Ordonnantie van Konink Philippus in den Jare i57o. art. 66. Maar tWmaal verftorven , en te niet gelopen: Daar ook-de overgifte bv Ru. dolph van Diepholt Biffcbop van Utregt, door aanklagt van den wareldlyken Rechter en dwang van Hartog Philips van Bourgondien, overgegeven den laatfte February 1+24. en in de Hoge Vierfchaar van Rhynland, die doe nog de enigfte Hoge Vierfchaar van het gemene Land was, opentlyk afgekundigt, en in defelve Vierfchaar bv mis. S^rwf TT.Vdve t°°r 0rdereen byfonderaanfehryven van ètKeiferlykcMajefleitdenH. January 1525. vernieuwt: Dat of iemand mn enige misdaden wille, die by misdaan bad in der Kerken of op der Kerk 17J7Ü' dl \ nyMd T der Kerke niet enf°ude kuninbefchud/e" volkonelyk naden befebreve reebten, dien misdadige fal onfe lieve Here den t r'i f* fmi Z 7 te™kren* °f Interdict te wefen. Ook mede, ,c en fal de vryheid van der Kerke niet te bate komen die gene, die mei opL ietten lage iemand doodfloeg, dat kennelyk op hem geproeft waar, mag itk  3io Rdomsch-Hollandsch Recht. IV. Boek. ook iemand die van onfen lieven Here den Hertog voorjcbreven, of van Gerechten in der Landen heerlykbeid gebannen fyn om ondadige feyten, Alfe misdaan te hebben, jegens den Prince van den Lande, of fynen Lande, dat men biet crimen kefa Majeftatis of diergelyke. Het welk ook de Rechtfinnige Reden en Heilige Schrift aller naaft komt. Volgens welk, wel de onfchuldige, en die onnofél tot een ongeval of ongeluk quamen, tegen het geweld van des nedergeflagens naafte Bloed ■ vrienden, die deffelfs Bloed mogten wreken, in de Vry-Steden wierden befchermt, Numer. cap. 35. verf. 27. Amez. de cafib. confc. lib. 5. c. 34. ». 17. Maar geenfins daar door de Overheid verhinderd fou werden een fchuldige te ftraffen, of vry te laten, Exod. cap. 21. verf. 14. r. Reg. cap. 2. Verf. 29. (3) Derhalven defelve vryheden fonder Rechtfinnige Reden na het wel-gevallen der Menfchen misbruikt, veroordeeld werden by Johan. Ferrar. in fuapraxi. pap. tit. 52. Gloff. 1. num. 47. En opentlyk tegen het Goddelyk Recht ftryden, Jerem. cap. 7. verf. tU Matb. cap. 21. verf 12. So ook te recht by Covarruv. lib. 2. cap. 20. num. 2. verf. Secunda conclufio. werd aangemerkt, dat het felve geenfints by den Goddelyken Rechten kan beweerd werden. Sie mede Damhoud. prax. crimin. cap. 106. num. 21. tegen Rebuffum, die voorgeeft dat fodanige vryheid van God was ingefteld. ad Confiitut. Reg. tom. 2. de immunitat. Ecclef. artic. 1. Gloff. i. num. 2. Sulks dat by ons federt dat de Wraak van debegaane Misdaad God, en de Overheid, die hydaar toe in fyn plaats geftelt heeft, bevolen, en niemand geoorloofd is fig felf te rechten. Rom. 12. 17. buiten Pardon, Abolitie, Remijjie, of Land-winning, geen vryheid bekend is, dewelke den Misdadigen de Handen en Banden van Juftitie fou kunnen onthouden. Ten waar enig Vryheer of Graaf door fyn (3) Dat de Vryfteeden, binnen welkers M.R. i.d.%. i36".gevoIgelyk doordien de muuren de geenen, welke zonder opzet bereiking der gemelde oogmerken onder een doodflag begaan hadden, door Moses ons niet noodzakelyk is, zoo moeten ook alleen zyn ingefteld met een zeer ftaatkun- alle daar toe gefchikte middelen , waar dig inzigt; namelyk de beteugeling der onder de Vryplaatfen, zeer zeker ophouden, bloedwrake en het invoeren van zeeker Men vergunne my tot opheldering alhier zoort van ballingfchap of opfluiting in een te laten invloeien de woorden van deber. bepaalde ftad, bewyft naar gewoonte zeer Montesquiiux ïefprit des loix, liv. 25. uitmuntend de oer. en boggel, Miciuëus. tbap. 3. „ Cemmo la divinité eft le refug»  XLIII. Deel. Van Straffen der Misdaden, &c. 3x1 fyn volflagen Magt, hem uit gunft of andere reden in fyn Graaffchap of binnen fyn Landpalen wilde befchermen , vulgó, vry gely: Het welk toe groot agterdeel van het gemene beft in het Graaffchap van Kulenborg, de Vrydommen van Vyanen, en elders, aan de Banquerottiers en andere Misdadigen, na een fekere erkentenis dikwils werd vergunt. Gelyk ik mede onderrecht ben dat den Fleer van Warmond Recht heeft, om voor veertien dagen , gelyk Vry - geley te vergunnen: Welk aangaande te letten ftaat, dat ten aanfien fodanige vryhederi feer zyn misbruykt geworden: den Graaf van Kulenborg, dewelke by de Staten van Holland ter oorfaak van het verbergen van Hans Didrik de Mortangne, die om de geweldige Roof van Juffrouw Katryn d'Urlearis Jonge Dogter, den 17. Maart 1664.. in 's Gravenhage begaan, door des Grave befcherming uit Kulenborg ontkomen, gedreid wierd, volgens Refolutie van haar Ed. Gr. Mog. den 2, April 11564. dat tot vergoeding van diergelyke exceffen de Poorten van de Stad Kulenborg foude werden afgehangen , en de Val-bruggen aldaar vaffc gemaakt , of in plaats van dien Steene Bruggen, en daar by nog twee BrelTen in de Mutiren of Wallen g?maakt foude werden : om daar door een onvethinderden toegang binne defelve Scad te mogen hebben en behouden, &c zynde defelve Scad tot dien einde rondom vaft bejingelt , en met gewapent Krygs-volk befet, by Me van Mei 1664. daar aan volgende tot voorkooming van dien belooft en overgegeven heeft: dat hy voortaan geen Vry - geley fal geven of verleenen, aan Capitetle Delin quanten, Malitieufe Banquerottiers, en diergelyke, uit de Vereenigde Provintien komende in de Stad, of het Graaffchap' Kulenborg: maar al defelve op d'eerfte aanmaning van enige Heeren Staten van „ des milbeureux qu'il n'y a pis de gens „ grants criminels, en teinha dans me ten. n plus malbeureux que les erimintls, en a „ tradiüion gnjfure : s'ils avoient ofFenti „ été naturellement porté a pen/er que lestent- „ les hemmes iis avoient è plus forte raifon „ pies étoient un afyle pour eux ; £ƒ eelt! „ ofmje les Dieux. Ces afyles femuliiplie- „ tdée parut encore plui naturelle cbez les „ rent .lans la Grece les temples dit Tacit£ „ grecsou les mewtriers, cbajjés de leur „ etoient rempl s de debiteurs infilvables & „ ville r}r dela prefence des bommes, fem- „ d'esclares mecbans les Maaiftrqts avoient „ bloient n'avoir plus de maifons que les tem- „ de la pein' a exercer la pobce ; le peuplepr». „ plet, ni d'autres proteüeur que les Dieux. „ te^eoit les c>i nes des bommes, comme les „ Ceci ne regarde d abord que les bomicides „ ccremviies des Ui ux; le Senat fut ebligi „ itivolmtaires: nais lorsqu'my eomprü les „ d'en reiranecber un grand nembre." Ss  %rz Roomsch-Hollandsch Recht. IV.Boek. van defelve, of andere Provintien, van de Hoven van Juftitie, of de Maghftraten der Steden van dien, te fullen aanhouden, en overleveren, om binnen de gemelde Provintien en Steden, na eifch van faken te werden geftraft, &c. Of en hoe ver fodanige vry • Steden haar Recht mogen oeffenen. Sie by Georg. Tholofan. Syntagm. jur. lib. 33. tap. 21. 22. Rebuff. ad Conftit. Reg. lom. 2. tit. de immunitat Ecclef. (4) Covarruv. var. refolut. lib. 2. cap. 20. Zepper. dé legib. Mofaic. I 2. cap. 7. ff Hb. 4. cap. 14. Amef. de caftb, confeient. lib. 5. cap. 34. queeft. 6. Polydor. Virgil. de rer. 'Invent. lib. 3. cap, 12. Martyr. loc. commum. claf. 4. cap. 14, num. 33. [So iemant in Reatu (*) zynde komt te overlyden, behoudt hy zyne goede naam , en wort de misdaad door de dood vernietigt; uitgéfondert in misdaad van gequetfte Hoogheid. /. uit. ad l. Jul. Maj. Groeneweg. ad l. 6. de publ. Mattheus de Criminib. tit. 19. cap. 3. Grot. 3. 32. 22. (5) • (4) De Woorden van deeze Scbryver doen bier ter plaatfe te veel -uit om zonder vermelding.te worden o eraeflaagen , dewyl zulks van de meefte Leezers gumeenJyk gevolgd word: ait en!m cd. RüBUhFus in pr-oswo ilojf. quinta n 40 tioaie non n fer'-atur Rubrica de bis qui ad ecclefiam „ confu ; .wu, fed folent ddinquentes in Ec „ clefiis , fef locis J'ccr in 'c verdeden der faken, en deon0/7^^ derfcheiden van yders eigen, en het befit van dien, zich e-È^&è^ï iel ven met kon of vermogt te rechten. /. unie. Cod. ne quis m fua caufi jud. heeft de nootfaakeiykheid-ingevoert, datter in elke Srad, en elk Dorp, onpartydige Rechters fouden zyn, die de faken volgens het geene recht is, tuffchen twee of meer fouden beflegten voor dewelke ter plaatfe daar toe gefchikt, de twiftende luiden hare faken wederzyds in Rechten fouden aanleggen, en beweeren, en van dewelke fy na volkomen verhoor, van beiden fyden den uitflarr en eind-oordeel fouden verwagten. ö 1 Wie en wat perfoonen van dagbegin af by. ons als Rechters 'het Recht hebben gehandhaaft, is niet feker: maar alleen waarfchynlyk» dat aangefien byde Staten van den Lande het Oppergefag en het hoogfte gebied van den begin af geweeft is, het Recht en uitvoering van dien in t geheel by de voornoemde Stpten, na.het Foorbeeld van de.Roomfcht Koningen, felfs is gehandhaaft, ftfjks mede van de Graven vanVlfiandsren getuigd werd by JNicol. Burgund.. ad Confuetud. Flandr. traft, 9.- Ss 2 num*  .324 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. num. 13. En uit verfcheide oude Handveflen te fien is. Dat in den beginne mede by de Hullandjcbe Graven geoeffend is geweeft. (1) Doch door aanwas van de volkeren, en vermenigvuldiging van de laften en fwarigheden die in het Land-beftier buiten dien ontftond, was den felven dienft veel te laflig, en het gerief voor foo veel Volken vry klein en fober. Sulks dat de Prince van den Lande, met de forg van het Land-beftier en wat daar toe behoort, buiten dien befet zynde, de uitvoering van Recht en Gerechtigheid aan andere, dewelke fy dat toevertrouwen, hebben moeten beveelen; (2) So dat metter tyd yder Stad, en yder Dorp of Heerlykheid, fyn eigen byfondere Rechters verkregen heeft, dewelke op dat die onfydig, en buiten bedenken van t'famenrotting of quade trouw blyven, alle Jaren werden vernieuwt en herfteld, in voortyden by de Hoogfte Magt, nu by de OpperMacht van elke plaats in 't byfonder, by de fommige totfeven, by de fommige tot agt in getal, uit het midden van de voornaamfle van ^eflacht en middelen, daaronder de Rechtsgeleerden'als debequaamfte meeft voor gaan, en in Koop-Steden, daar veel gefchillen over den Koop-handel vallen, de voornaamfle onder de Koop-luiden werden bygevoegd. En boven dien hebben defelve een algemenen RechtsRaad,- die men Penjionaris noemd, en ook wel enige uit de voornaamfle Rechts-Oeffeners, dewelke haar op feker Jaarlyks Wedde, in fwaarwichtige faken van haren raad dienen, arg. 1. 2. §. 5. ff. de Senatus Conjult. en by de Rechters ten platten Lande, werd in fwaarwichtige faken ten laften van de Dings - lieden ; by twee of drie onfydige Rechtsgeleerden beraadflaagd. Deefe werden gemeenlyk Schepenen genoemd, van welkers oorfpronk en onderfcheid hier voor in het I. Boek, het II. Deel, in 't lang is gehandeld. (3) De Baljuwen hebben dan recht over lyf - ftraffelyke faken, en de Schouten over de gemeene faken, om daar over de befchuldiging en aanklagt te doen. Daar by komt den Fijcaalen Procureur generaal, die in gemeenlands-faken van het Hoge Hof, en in andere faken by prasventie en voorhaal, daarhy hun op de daad bevind, en by verjaring van an- fi) Zie het verhandelde en by^ebragte (2) Z. van Loon alouie Holl. Hijl. 2. in het Staatsrecht van den Raadsheer Idsinca d. p. 357. 1. d. pag. 167. add. Hjjineccij elem. jur. (3) Men raadpleege vooral de obfervatien germ. lib. 2. $. II. Êf Hb. 3. j. i'i. tver de Inleiding van deGboot. 4. d. obf 24.  I. Deel. Rechters, en der feher Vierfchaar, Öfr. 31 f andere ongeflrafc gelatene misdaden , Inftrucl. art. 8. ende 19. de aanklagte doet uit den naam van de Hoge Overheid, /. 3. ff de offic. procurat. Ca/ar. Sodanige bediening hadPiJatus, omtrent de befchuldiging van Chriftus, wiens ampt het was hem te befchuldigen, gelyk hy ook alle middelen tot befchuldiging, tot behagen des volks aangewend hebbende, meer als eens opentlyk verklaart heeft, dat hy geen fchuld in hem vond, hem onder groote p> oteftatie en voorbetuig, de Rechters heeft overgegeven , foo dat hy by fommige Schrifc-geleerden te onrecht genoemt werd, Stadhouder en Opperrechter, daar hy niet anders was als Fifcaalen, aanklager uit den naam en van wegen den Stadhouder. Soo dat uit TertuU lianojofepho, en Tacito beweerd werd by Jacob Cujacius. Obferv. lib. 19. obferv. 13. 2 De plaats daar het Recht werd gehouden werd gemeenlyk genoemd Recht-bank,"of Vierfchaar, alfoo genoemd om dat defelve van ouds beftaan heeft in een vierderhande foort van Bediening, als in een Rechter, in een Aanlegger, een Verweerder, en een Schout, dewelke het Recht eifte of maande, en is een Land-gemeen of Stads-huis, daar het Recht op fekere dagen en tyden, opentlyk werd gehouden; by de fommige op den Weg en op de Straten, onder feker af - fpanfel, fulks noch in Gelderland ten platten Lande gebruikelyk is , Soo was by Hand'vefl van Hertog Maximiliaan aan die van Holland gegeven den 26 Mei 1480. art. 9. Dat geen Baljuwen, Schouten, nocb Dyk-graven, binnen de Sleden of op den Dorpen, recht doen fullen dan op een openbare Vierfchaar, buiten op den weg, of ineen Huis, daar men geen drank nogte fpys en verkoopt, ende het Recht niet beginnende, of die Vierfchaar te fpannen, dan goeds tyds by klimmende Son, voor de middag, en niet voor negen uuren, maar als fy de Vierfchaar gefpannen en het Re ebt begonnen hebben, uit der Vierfchaar niet te febeiden, noch het Recht een uur, twee meer, ofte min op tefetten, voor dattet Recht geëindigt is; en waart dat fy dat recht anders pleegden, fo foude dat van geen der waarden wefen: Het welk by ons ten platten Lande voor foo veel in ongebruik is geraakt, dat bvna over al het Recht en Vierfchaar in een Herberg gehouden werd. 3 In elke Vierfchaar is een Schout die de Vierfchaar fpand, dat is, die Schepenen doet vergaderen, en van haar het Recht door de Dingsluyden op eyft en maand; Want het woord Schout, komt van Schuld, alfoo genoemt als een Inraaaner van gemeene fchuld. Soo vind men Ss 3 vol.  32.6" Roomsch-IIollandsch-Recht. V. Boek, volgens getuigenis van Grot. Inleid. 2. Boek, 2 8. Deelyverf.die den oor/pronk. in de oude handfchriften in plaats van Schuld en Schuldig, Schoud en Schoudig. Hy had ook recht de kleine geld-boeten , of breuken, tegen den Heer te vorderen, die men als noch onderfcheidentlyk Schouteboeten noemd; maar hooger boeten, en breuken, daar Welgeboren Mannen de kenniffe van toekomt, wierd gelyk als noch by den Baljwp, by na op gelyke wys, berigt. Dochby defelve Ampten werden in de Steden daar Schepens fonder onderfcheid Recht doen, en in de Dorpen en Heerlykheden, dewelke onder geen algemeen Baljuwfchap en behcoren, meerendeels by een en defelve Perfoon bediend, die men in de Steden Hooft • Officier, en ten platten Lande Baljuw en Schoud noemd, dewelke defen Dienft foo in gemeene faken by Schepenen, als in ftraf bare faken by Welgebore Mannen waarneemd. Boven dien hebben de Schouten ten platten Lande het Recht van alle Brieven, Overdragten, Oirkonden, en andere faken, daar Schepenen over kennen, met des Heere of des Ambagts-Zegel te beveiligen. De Baljuwen trokken ook den derden penning van alle Verbeurten, die daar vielen in de Ambagten, in lyflykeen crimincele faken," van welke twee andere deelen, fy gehouden waren Rekening te doen aan den Grave: en de Schouten hadden uit den naam van de Ambagts-Heeren de Nakoop van alle verkoopingen van valle Goederen: daar uit naderhand het recht van Pond-geld , van een oort ftuiver, en byde fommige tot meerder van elke gulden, van alle verkopingen der vatte Goederen die in 't openbaar gefchieden, tot afkoop van dien fchynd voorgekomen te zyn. Waar van by den Hove van Holland een Sententie is geweefen, voor den Schout van Soeterwoude, den 24. Feb. 1535. tuffchen Jacoh Willemfz. van Leiden, Impetrant in reformatie, aan d'eene zyde, en Jntonis Paats, Schout tot Soeterwoude, Gedaagde, daar by hem is toegeweefen den feftigften Penning van de Koop-penningen van al onroerende Goederen in 't openbaar verkogt of ook binnen 'Jaars dac die openbaarlyk zyn geveilt. Gelyke Sententie is geweefen. voor de Schouten in Schieland, den 24. Feb. 1629 beide te fien jtnrhet 1. Deel van de Sententien, en geweefen Jaken, van den Hogen en Provincialen Raad. pag. 269. en 309. Sie verder Papegay pag. 65. en volg. Den Oorfprong van de Schouten in Zuid - Holland , befchryft Jacob van Oudenhoven, in fyn befchryving van Zuid• Holland, pag. 449. 45a. af  I. Deel. Rechters, en der felver Vierfchaar, &c. 3x7 alwaar meede te fien is een Sententie van den Hove van Holland den 2,2. Decemb. 1598. tuffchen Jonkh. Jan van Duivenvoorden, Heer van Warmond, &c, Impetrant in rauw attie, en Foy van Broukboven, Baljuw van Rhynland , mitsgaders den Procureur Generaal, aangaande hac Recht van de Ambachts- heeren, en haar gefielde Baljuwen. Van het recht over de gemeene boeten tuffchen den Bdjuwen en Schouten. Sie de Cojïuy.nen van Rhynland, art. 10. en 't geene aldaar by my is aangeteekent. 4 Van ouds plag den Schout de Vierfchaar te fpannen in defer voegen: Na dat hy op den dag van Recht, dien hy behoorlyk had doen beteekenen, de Scheepens voor den middag had doen vergaderen op den Dingital, dat is , de plaats daar men gewoon is Recht te doen : Vraagde hy, of het alfoo goed tyds aan den dag was, dat hy Vierfchaar fpannen, en als Houder en Klager rechten mocht, en fyn en fyns G. Heeren boeten winnen mocht? daar op den eerfbm Schepen antwoorde: Ik ken den dag foo ver gegaan te weefen, da: gy de Vierfchaar maken meugd na de Rechten van den Lande, foo ver ik vervolg heb en niemand daar tegen en agt. Daar op den Schout uitriep, agt daar niemand tegen, ik mach hier Vierfchaar maken na de Rechten van den Lande, dat vraag ik, een, twee, drie, en vier - werf; Alfo daar niemand met recht tegen en agt, foo ban ik Vierfchaar van myns Heeren wegen, van gebuurs wegen, en van myn felfs wegen; En het felve gedaan zynde, gebood hy de Gemeente te fwygen, en vermaande haar met defe woorden: Ik gebie luft,'ik verbie onlufl; Ik gebie dat niemand in defe Vierfchaar en fpreek, hy fpreek met geagter taal, en met oorlof van den Heer of Rechter, als regt is; Ik gebie dat niemand den Rechter te na en gaat, nog flaat, nog en fpreekt met woorden, nog met werken, nog met geenderhande faken; Ik gebie al dat ■defe Vierfchaar behulpelyk mag wefen, ja verbie al dat fe hinderlyk mag wefen, dat gebie ik van 's Heeren wegen , een, twee, drie, en Vier- werf, op de hoogfte boete die daartoe ftaan. Het welk gedaan zynde, vraagde hy: of 'er iemand aan Recht te doen had ? en als dan dongen Partyen haar Recht: Het welk gedaan zynde, vraagde hy den eerften Schepen, wat daar van het befte Recht was? en feyde dat Vonnis vraag ik u? En als dat Vonnis gewefen was, vraagde hy voort van d'eea tot d'ander, of fy 't volgden? En de Stemmen vergadert heb-  328 Roomsch-Hollandsch-Recht. V. Boek. hebbende, dede hy de uitfpraak. Daar van in 't lange te fien is in de Handveften en Coftuymen in Zuid - bolland], pag, 517. en volgend, en Rechten en Coftuymen in Kenmerland pag, joo, 200 tn 290. Dog al 't felve werd heedendaags foo nauw nier onderhouden, en aan geen fekere woorden , of nauw befette voorftelling gebonden , bly vende egter de magt van de Vierfchaar te vergaderen, de Dingsluiden in goeden fchik te houden, 's Heren boeten en breuken in te maanen, Vonnis te vragen, en de Stemmen te vergaderen, als van ouds. Aangaande den tyd van de Vierfchaar te fpannen, mogt in Kenmerland den Schout den dag niet langer leggen als veertien dagen. Coftuymen van Kenmerland pag. 19 r. En de Schepenen niet meer doen vergaderen, om Vierfchaar te houden, als tweemaal ter week, te weten Dingsdags en Vrydags, op welke dagen de Gebuuren ook jegenselkanderen mogten Rechts plegen. Coftuymen in Kenmerland pag. 67. Dog op dat de Recht-dagen niet al te lang fouden werden vertrokken, is ten platten Lande ingevoerd, dat men ten minften alle veertien dagen Recht-dag houd; Sulks ook by Verdrag van de Hoge Vierfchaar in Zuid-holland in den Jare 1433. is valt gefteld. Sie de Coftuymen in Zuid-Holland pag. 455, wat recht en gerechtighe.it voorby den Schout gepleegt werd, is te fien in fekere fententie van den Hove van Holland, tuflchen den Baljuw en den Schout tot Ryfwyk gewefen, den 5. Novemb. 1632. Sulks hier voor 1. boek 9. deel verf. 14. onder de' Middelbare Jurifdittie , die by hem uit den naam van den Ambagtsheer gepleegt werd, breder werd verhaalt en opgetelt. (4) 5 Bo- (4) Het woord Vierfchaar beteekent de Edele zichtbare Heer PrefilentN. ik vermaan plaats alwaar de Schout en Scheepenen, mits- Uue Edels Achtbare 1 et vimnis van 's Heegaaders de eijjcber en gedaagde vergaadert ren wege, of bet boog genoeg op den da? zy zyn; dog te Amfteldam verftaan wy daar eis Fierfcbaar te fpannen, recht en Juftitie door gemeenlyk die Bank van Heeren Schee- te adminiflreeren, naar de oude Cenkumen en penen , waar voor geventileert moeten Privilegiën deezer Jleeie. Ik zegge dat 't worden alle zaaken, welken tot geene on- woord Vierfchaar gemeenlyk alzo genomen dergefchikte byzondere rechtbanken of an- word: want in het formulier of de verdere Rolle naar het prtefcript der ordon- maaning, welke de Heere Hoofd - Officier nantien behooren nog kunnen worden ge- R. O. in cas crimineel met de re de iu bragt; op welke rechtdagen, de wel lid. zyne hand ten aanhooren van de Patiënt Geftr. Heer Schout den Edele Achtb. Heer beezigd, komt de terme vierfchaar fpannen frsödeerende Scheepen aldus aanfpreckt: insgelyks te voren; de preiïden' vonnis «e-  ï. Deel. Rechters, en der felver Vierfchaar], &c. 319 5 Boven dien heeft elke Vierfchaar een beëdigden Schryver, (die alles by gefchrift ftelt, en de gewysden den Volke verkondigd, endaar van geeven en de Officier eenen ieder bevolen hebbende recht te fpreeken en zyne fchaade te' fchutten; brengen de Procureurs In de naam van derfelvcr meefters de aan klagten met de concl ufien voor. Zie verder de ordonnantie voor den Ed. Achtb. Gerechte b. t. en worden achtervolgende de oude Couftumen , alhier geobferveert, ieder jiar gehouden twaalf zulke Vicrfchaaren of Rechtbanken duurende ieder Vierfchaar drie dagen, te weeten: dingsJas, donderdag en vrydag; zynde dit getal zodanig gefchikt ren einde in ieder Vierendeel jaars drie •Vierfcharen zouden worden gehouden ; beginnende met den Eerften of uiterlyk tweede Dingsdag in de maand van February telken jaare^ ten ware eenig obftacle zulks verhinderde; en zoo telkens 's dihgsdags na de loospanding, welke altoos maandags voorvalt voortgaande , te weeten : de tweede drie met't begin van de maand Mai; ds derde na deGroote Vacantie; ende laatfte met November; waar van by den jonglien procureur behoorlyk billet of Memorie mo;t worden vervaardigd nut infertie der vacantien loos- en eigen panden, endoor hem op de laatfte Vierfchaar ter examen en approbatie aan de Heeren overhandigd, waarna defelve gedrukt en uitgegseven, mitsgaders naar ou.1 gebruik door de clercquen van de jongfte procureur aan dj an dere praftiffhs ter Immer naricht toe gezonden word, en zynde Stads roedraagends bo.ïdensgehouden opditalles inzonderheid mede góede aandigl te veftigen, t'n einde de gcarreftèetóeos prascifejyk, te kunnen beteekenen den dag die weefen zal , en dezelve alzoo worden in ftaat geiteld haare fchaaden te verhoeden, zynde van ouds al begreepen, dat de ltipte obfervantie van dit alles van groot aanbelang rpot 't algemeen was, zodat by 't privilegie Van MAXtlitl. &? Maria van den 26 May 1480 is geftatueert: en mogben fcepeiimüit de Vyerjcaaer niet Jcbeiien, noch 't Recht een uyr, twee, meer of min, optefetten, voor dntttt ttcLt Eeèindigbt is , en ie dat men dat anders pleegbde, Joo fcuie dat van geënte waerdenwefen. gelyk ook volgens de ordonn. wel ftaat te letten,'dat'c document, waarop den eiffcher namtiffement wil fuftineeren, in goede ordre afgefchreeven en aan de citatie, in dat cas zonder eenige conniveavtie , donderdags voor de Vierfchaar te doen, geannexeert worde, waaromme dit op de Nota onder de gemelde Memorie altoos word gefteld. Wanneer de gedaagde behoorlyk gedagvaart als voren drie defauten ter vierfchaar laat gaan zonder te compareeren of iemand te qualificeèren, om te allegueeren jujïascaufasabfentiat word 'er verleend veilig en boetfehuiiig en degc{uftlneerde provifie van namptiffement by fententie interlocutoir geadjudiceert, teegens welke provifioneele condemnatie geen relief nogapp?l of reformatie openftaat, alles echter onder de exceptiën te vinden by Vkomans de foro comp. lib. 4 cap. 7. n, 1. offchoon anderzints de defaulten onder beneficie van reliëf kunnen worden gepurgeerd, ziehier na 14 d. n 4. rjf de ordonn. en man van procedeeren van den jare 1580. en de aanteek. all. pag. 80. doch word in cas crimineel by 't verleer.en van veilig en boetfcbuldig den Ed. Geftr. Heer EiiTcher R O. daar beneevens by de Ed. Achtb. Heeren Scheepenen geeqhfenteerd , om den gedaagde en defaillant in perfoon by naam en toenaam in te dagen van de Puije deezer iteede en affixie al valvas curix en Ecclejia, z. Amft ei. Privilegie en Poorter, recht 1. /). 3 d. p. 22. Duizüntoaaluerï man. v. proced. pag. 74. en Waoemaa$ bejebr. van amji. 12 Jl, p, 173. Tc  330 Roomsch-Hollandsch-Recht. V. Boek. van dtfstehoevendenaffchriften geeft,) dje men Gripbier, of Secretaris noemt; _ dog is der felver Ampt foo oud niet, immers un platien 1 ande van ouds onbefcent, onder dewelke de Gewysden tn VonnifTeh v-n rechtsfaken mondeling aangeleid, enby den Scheut uitgefproken wiereen Sie ce Coftuymen in ZulJ.holland, p. 449. Daar mede gefeid werd dat men van ouds niet en wift te fpreken van de Secretariifen of Klerken, maar alle faken, by den Schout met fyn Schepenen, in den IS aam van den Grave de plano wierden afgedaan. Het welk eerft uit de Pauflyke Rechten cap. quoniam extra, dc probat. cj cap. ftatutum £ notanum de Refeript. in 6. is ingevoert. So vind men in de oude Keuren der Siad Leiden, in den Jare 1400. en daar voor, dat bv den Schout en agt Schepenen is gekeurt: dat yö wie eenige kenninge doet daar men wedden of bied, die danfpreker en Verweerder fullen haar dingtalen in gejehnft den Klerk overleveren, binnen twie dagen na dat fy ander kenrangen gegaan: So wie zyn d-ngtaahiet over en gave als voorfchrevcn is die Joude vervallen wefen van fynen Rechte. Der felver Ampt is, van alles wat in de Vierfchaar tuffchen den Dmglluiden voor of tegen werd ingebragt, goede onderfcheid van faken perfonen en tyden, aantekening te houden, dat men Notulen noemd, en na dat de faak voldongen is, het geen by den Dingftuiden werd overgeleid, den Rechter voor telefen, het wysdom bv eefchrift te fteden, en het felve de Rechters te doen herfinnen en geftaden , en Jietfelve gedaan zynde, den luiden voor Recht te verkondigen en van alles goed boek te houden, om t'allen tyden daar van des'van node affchrift te geven. d. cap. quoniam. 11. verf. flatuimus extr. ac Probat. J Defe moeten haar onfydig houden, noch haar met het ftemmen en wyfen geenfints bemoeyen, noch ook aan d'een of d'ander zy van den Dingfhuden iets van des anders faken buiten de Dingtalen bekend maken A i. ff. dt pravancat. noch ook den Dingftuiden taal of woord houden riac. van de fiat en van Holland van den x. Auguflus 1603. daar by bevolen werd: Dat gene Schouten of Secretanjfen , van eenige Gerechten of Vmjcbaaren, bun fullen laten gebruiken als Woord-houders al laar. Sie de iiandveften, Coftuymen in Zuidholland, pag. 456. (5) {5) Vid. pem MsauLA lii. 1. tit. 6. & van Zurck in Cod. tit. Officieren. Hei  II. Deel. Van Rechts-gebied, cf Rechts-dwang. 331, Het II. Deel. Van Rechts-gebied, of Rechts-dvvang. 1. Hechts-gebied hoedanig door Recbts-dwang bare, Inge. uit te voeren. 4. Algemeen of byfender wat, en hot vei' 2. Rechts-gebied aan tem vul gegeven, kan fig wtjlrel.t. niet wederom aan een derden over ge- 5. By wie te oejf'enen. geven werden. 6. Het telken van ftrafbars of crimineel 3. Rechts-gebied wat, en hoe veelerban- Rechts-gebied wat. de, criminele, civile, hoge, middel- OP dat de gefchillen over de faken na wederzydfche Wet, en Redenkaveiing bcquamelyk werden geftigt, ten einde gebragt, en uitgevoeit; foo is aan de Rechters gegeven, benevens het Rechtsgebied, ook Rechts-dwang, om hare gewysdente doengehoorfamen. arg. I. 2. de juridsd. £f /. 1. m fin. ff. de offic. ejus. want in het Rechts-gebied verftaat men dat alles begrepen is, wat tot de uitvoering van het Recht behoord, fonder het welke het Rechts-gebied krachteloos fou zyn. /. uit. in fin. ff. de offic. ejus cui manl. 1 Op wat manier en hoedanig het Rechts-gebied werd gehandhaaftt en door Rechts-dwang uitgevoerd, is by na op ieder plaats byfonder, en ontvangt het Rechts gebied fyn gedaante van de manieren en inffcellingen van defelve. Uitgéfondert dat dit onder allen als algemeen en gebruikelyk is, dat het hals-recht, foo wel als andere deelen van het Rechts-gebied, aan een ander kan werden opgedragen en overgege- . ven. Sulks dat huidendaags by alle Overheden, dewelke eenig Rechtsgebied vergunt is, het hals-recht mede fonder onderfcheid werd üit.gevoert: Behalven dat alleenlyk ten platten Lande, op de Dorpen, die geen byfondere hals-heerlykheid hebben, de Schepenen maar alleenlyk hebben een enkel Rechts-gebied, en het Hals-recht van defelve werd uitgevoert by de Welgeboren Mannen , die de kennilfe over de criminecle en hals faken, en de Schepenen maar over de gemeene faken hebben. Gudelin. de Jure Noviff. lib. 4. cap. 2. &? Hb. 5. cap. 13. infin. Vinn, de Jurisdict* cap. 2. num. 8- 2 Maar of het Rechts-gebied dat iemand van een ander vergund is, by denfelve wederom aaneen derden kanover-gegeven werden? Werd ook heedendaags verftaan, neen; en valt-gefteld, dat niemand anders T t 2 een  332- Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. een Gerichts-gebied dnor een derden kan doen uitvoeren, als die het felve van zich felve heeft. /. 8. ff. de jurisdicl. of wel die geen weikers commiffte of inftelling een duidelyke overdragt aan een derde te doen mede brengt, gelyk als by ons zyn de Vry-Heeren. Sie Bronkhorft. ad l. 70. ff de Reg. Jur. Vinn. de Jurisditt. cap. 3. num. 7. 3 Het Rechts Gebied, was eertyds na het gevoelen van de D D. veelJerhande; doch kan wel btquaamft onderfcheiden werden in crïmineh dat is, flraflyke, en civile, dat is, alle andere gemeene faken: Ten waar dat defelve onderfcheiden wierd in hoge, dat is, van hals en lyfftraflyke faken, middelbare, dewelke alleen van Geld-boete kenniffe neemd, en over eenige andere uitgefonderde fake, als het ftellen van Voogden, het berechten van Weduwen en Wefen, ftellen van Notariffen, en diergelyke. Andere laage Rechts-dwang of Rechts-gebied over alle andere gemeene faken der Ding-plichtigen. Gelyk fulks na het voorbeeld van de Franfchen verdeeld werd, by Jan Bottelier in fyn Summe Ruraal cap. 6. §. natuurlyk, en cap. 272. en volg. Anders foude men het Rechts -gebied kunnen verdeden in fo veellerhande foorten als het Recht felfs, hetwelk is, of Goddelyk, Menfchelyk, Geellelyk,' Wereldlyk, Volker-recht, Burger -recht, algemeen, byfonder, LeenofOnleen-roerig: of ook wel in fo veel foorten als de Rechters van den anderen wierden onderfcheiden ; als in Hofgerecht, Stadsgerecht Dorpgerecht, Geeftelyk, Wereldlyk , Krygsgerecht, en gemeen Burgerrecht: Doch werden alle onderfcheiden in de twee genoemde foorten van crimineel, en civil,dat is, van ftraflyke, of gemeen onftraflyke faken! 4 Het Rechts-gebied ten aanfien van haar oeffening, is of algemeen' of byfonder. , Algemeen is het welk fig over het geheele Land uitftrekt, gelyk als het Rechts-gebied van het Hof, of den Hoogen Raad in Holland, het welk over al 't geheele Land door te werk geleid en geoeffent werd. Byfonder Rechts-gebied is het welk in fekere plaats en omring bepaald is, gelyk als tulfchen de Steeden, Dorpen en Heerlykheeden, onder dewelke een ieder fyn byfonder Recnts- gebied heeft, het welk van den anderen met fekere grond - fcheiding bepaalt is. Buiten welke afpaling en verdeelinge niemand eenig Rechts-gebied mag oeffenen, maar moet byeen ieder in het fyne gepleegd werden, of is van ftVfdve krachteloos. /. uit. ff. de jurifd. Sie Pecc. van Bcfetten cn Hand*oplegten, bet xxi. deel, en het geen daar is aangetekent. 5 In  II Deel. Van Rechts-gebied, of Rechts-dwang. ! 333 5 In de Steeden werd het Rechts-gebied fonder onderfcheid (1) van hoog, of laag, crimineel, of civil, by Schepenen geoeffend, maar ten platten Lande werd onderfcheid gemaakt tuffchen crimineels en civile faken. Daar van alleen de civile en onftraflyke faken , by, en voor Schepenen werden verhandelt, en de crimineele en ftraf bare faken, door Wei-geboren Mannen werden beflegt. Daar van breder in het ï. Boek, II. Deel. num. 20. en volgende. (2) 6 Het teken van een ftraflyk Rechts-gebied was eertyds een fwaard, het welk voor uit gedragen wierd, daar van het ook de Macht des fwaards genoemd wierd. /. 3. ff. de Jurisd. Maar by ons hebben de Baljuwen en Schouten te Recht fittende of gaande, een lange fpitsroede in dehand, die rood geverfd is; Daarom op verfcheide plaatfe» de Land-Droften de Roo Roede werden genoemd. {i) uititeuntop het volgende te weeten: dat de Wel Edele Achtbare Heeren Scheepenen competeert eene omnigena juris Jictio . of algemeen rechtsgebied, zo in civile als in crimineele zaken, dewelken onder het resfort der fteede voorvallen, en hoe zeer dus totdekenniffeenjudicature over zommige perfoonen en zaaken fubalferne rechters by dezelven zyn gedelegeert, ('t welk onzen A. alhier vergeeten heeft te melden) welken men tereerfter inftantiein die gevallen , dftwelken by derfelver refpective inltructiëu en ordonnantiën gemeld ftaan , moet adieeren, zoo kunnen echter ook zodanige differënten op verkreegen Apoflille van Scheepenen met confent van pariyë; quia folmnitas judicioium efl juris publici, cui per partes renunciari non potcji, n'Jïaccedat fuperioüsjudicisapprobatio.. medeals anderen ter eerfter inltamie voor Scheepenen worden geventileèrt, eëvèrt en in diervoegen als de jurisdictie van den Hove Provinciaal door conventie, tuffchen partyen litiganten aangegaan, door 't doen van antwoord op de conduite van den eiffcher, doorreconv. enz. kan geprorogeert worden Vid. Middelant in not. ai Vromans de for. cnmp. lib 1. cap. j. $. I5. £f biema 8. deel. Zynde de Jurisdictie van de Wel lid. Achtb Heeren Scheepenen deezer Stad Amft. inzonderheid zodanig refpectabel, dat zelvs de Stad , gecontracteerd hebbendeals ten particulier, terecht ftaat voor Scbeepe T-t nen , gelyk te meermalen byde Edele Groot Achtbare Burger-vaderen en Thefauriei'en deezer fteede is gefchied; edoch de Stad kan ook ter eerfter inftautie by den Hove van Hollandgecon venieert worden, het welk in zommigegevalleh noodzakelyk zou kunnen zyn omifjisJcabinis, qu a quodammolo judices effent inproprii caufa . quod ie jure probïbitüm l. tm. Cod. ne quis infua caufi jud.it itaolferveri tejtaturdoSiJJ: Bokt de jurisdictions fjf for. cmp. obf. 14. Zoo ook vin zaken, welken nn.n tegen de Edel Moogende Collegienter Admiraliteit zou willen intenteeren uit oorzake van overzeiling enz by de E iele Groot Ivloog. Heeren Staaten van Holland enz. tn dato 24 Miarti65J. isgerefolveert, datde gemelde collegien ter eerfter inftantiekorden worden geroepen voorden Rechter harer refidentieen gevolgelyk alhier te Amft. voor Heeren Scheepenen, het geen de ajquiteit zelve fchynt te dicteeren', ofte vooreerder refpective Hoven van Juftitie ter keure van de Geintereffeerdens. Zie de RefAutien van co'fi teratie ten tyde van de ker. de WiTpng. 230. volgens zeeker algemeen M. S. van den ber. Raadsh. A S. zou by het Ed. Moo,z. collegie van Weltvritsland gefuftineeit ayn , dat de Heeren Staaten Generaal hun een Rechter moeiten aanwyzen en rJatzygeen anderen als die fubject, waren. f2) PluraviderelicetttpuiCl. VottT.adtit. dejwisdiStime, en hier na van 't 9:0: ï 1 x.deel. 3 H & x  334 Roomsch-Holl-andsch Recht. V. Boek. Het III. Deel. ■Van Aanlcggers, en Verweerders. ï. Een Eyffcber of Aanlegger wie. lyke faken verfcboond werden 2. Een Verweerder wie. „. Meer tJamcn febuldi t 3. Of, en wanneer iemand gedwongen „f - f„ •» /ebeel, of voarbaar• mL T genoodjaait kan- werden , Eyffcber of J)>reekelyk zyn Aanlegger te zyn , en wanneer men 12. Of, en wanneer iemand voor eens anti,. ^8.*» &^M,,tf ^geletue /aak Af. verbintenis aanfpreekehk is tau mit>s Jtandmagdopn. i*. Manen Vrmnn *f . efWie Aanteggers of Verweerders mogen M el^ZenZpreetT ™' ■ f'jnr fe niet.: ,4: 2?«i «öfcr W'r>; Soon. 5. G«» Minderjarige. I5. ^ ffl * . 0. G?«2 Kinderen tegen baar Ouders, hebben wann.er plaats l SS fi±£?* fesStöS** 10. Of defelve ook van criminele en lyfjlraf. DE Perfonen in en omtrent de Rechts-pleging befig (Vd rwerW hande: Andere dewelke dè faak felve^t: A^d'/e de velke de faak voor defelve bedienen; als fyn : Advocaten, Procureurs Dmv waarders, Boden, &c. cap. quoniam. 11. extr. de probat. Self-nleiten de Linden, dewelke de laak eigentlyk aangaat, fyn Aanieggers en Verweerders, anders Eiflchers en Gedaagden, die men gemeenlyk noemd Partyen, om dat zy over en weder tegen eikanderen dingen i Een Eiffcher of Aanlegger is, die een ander voor den Rechter be roept, om met hem m recht te dingen, /. ^. ff. de judkt / * fin. regnndor. I. 14. infin. ff. de in jus vocando. ■ % Een Verweerder of Gedaagde is, die geroepen werd, en d-n Eiffcher of Aanlegger in rechten tegen gaÉ£ §. 3 fyfó de perpL & ' hb. acl. I. 3.ff de probat. I. 5. & Jcq. Cod. de Edendo 3 Kiemand werd gedwongen Eiffcher of Aanlegger te zyn tegen zyn wil Of welgevallen, tot. tn, Cod. Ut nemo in vitus ag. vel accuC] fin Cod deUfur-.pupil' l.2.Ccd. deinlitemjur.l. 20. Cod. de pign. è hypothee. ' Maar fyn laak eens aangdud en voor den Rechter aangevangen heb-  III. Deel. Van Aanleggers, en Verweerders'. 335- bende, moet defeJve vervolgen, of vervallen in de koften van 't geding. hftrucl. vanden Hove, art. irr. f» 209. hetwelk te verftaan is van wederzydfche dingpügt, dat men Ut is contejlatie noemd, fo wanneer dat'er eisch gedaan, en daar op geantwoord is; Daar door de faak bank - vaft werd gemaakt. Anderfints vermag den Aanlegger voor de litis contejlatie, noch van fyn begonnen faak, voor dees of geenen Hechter begonnen , afftand doen , en wederom voor een anderen Rechter aanleggen, mits betalende de koften, by den Gedaagde ondertuffchen gedaan. DD. ad l 4. Cod. de pacl. Sie. Damhoud prax Civil c. 202. Johan a Sande. lib. 1. tit. 7. defin. 1. Wieland pracl Civ. tit. 1. cup, 12. Chriftin. vol. 2. decif. 91. num. 4. Pecc. van be* feiten en Hand opleggen, het xlviii. Deel. Doch Voogden van Wees-kinderen, Bewindhebbers, Ontfangers Volmachtigen, en diergelyke, fyn ook tegen haar keuren wil van wegen haren Dienft genootfaakt, de faken harer pupillen Minderjarige en andere, wiens faken te berigten haar vertrouwt'zyn aangaande, door den Rechter te doen beflechten; om het gevaar van namaning, fo fy daar in nalatig of verfuimig waren geweeft. / 8 in pr ff. de negot. geft. I. 11. ff. mandat. I. 2. Cod. ar bitr. tut cl. 1. 18. / 24. Cod. de adminiftrat. tut. Sie verder Andr. Gail. /. 1 obferv 9 Merul. prax. Civil. lib. 1. titr 8. cap. 1. num. 9. Damhoud. prax. Civ. cap. 10. num. 2. 4 Voor den Rechter, het zy om te eiffchen, of te verweren mogen verfcheinen alle Perfoonen, die het felve niet verboden is.' tot tit Cod. de his qui legit. perfon. ftand. in judic. habent. Onder welk'verbod zyn : 5 I. Alle Minderjarige, dewelke fonder bewilliging en byftand van hare Voogden met geoorlooft is in Recht te verfcheinen. /. r 2. Cod qui legitim. perfon. ftand. in jud. 6 II. Alle Kinderen tegen hare Ouders, ten zy met voorgaande toeftaan en kennis van den Rechter. /. 4. g. j. ff dein jus vhocmd0t { tod. eod. fin wftn. de. pcena temer e litigant. Sie Merul. prax civ hb. 4. Ut. 24. cap. 12. num. 3, Gudelin. de Jure Novi/T. lib. V. cao' S. tnpr. Zyp notit. Jur. Belg. de in jus vocand,verf. quamvis, Pereï eod. num. 3. Chriftin. vol 2. decif. 154, num. 8, 9. Rebuff ad conUit. reg. mproëm. gloff. 5. mm, 4?. Fachin. lib, 10. cap. 87. Vinn.  33^> ROOMSCH-HOLLANDSCH ReCHT. V. Boek. Vinn. ad g. pamales. 12. injlit. de aclionibus. num. 5. Papegay pag. mihi 17. 7 lil. Alle getrouwde Vrouwen, dewelke na onfe dagelykfche manieren, behoren onder de macht, forg, en befcherming van haar Mans. Grot. Inleyd. lib. 1. cap 4. num. 4. Herbai. lib. fing. cap. 13. §. I. cum. Jeqq. Boè'r. ad confuetud Biturig. tit. 1. ^ 4. gloff. 2. Argentr. ad conjuet. Brilt, art 424. Gudelin. de Jure noviff lib. 1. cap. 7. verj. certe. Sonder welkers toelaten, defelve in onltrarbare faken voor den Rechter nier komen mogen, ten zy dat de Man van huis en uit-landig is, in welk geval het fomwylen toegelaten werd. arg. I. 18. g. 1. ff. de jud. Doch daar onder werden niet begrepen de Vrouwen dewelke openbare Nering en Koopmanfchap doen , die voor fo veel haar Neringen Koopmanfchap betreft, rechtelyk mogen eifchen, en haar felve verweeren. Daar van hier voor 't I. Boek. VI. Deel. num. 7. meer werd verhandeld. Sie hier van breder by G. Waffcnaar in fyn pracl. judic. cap. 1. num, 23. en de volgende. g IV. Alle uitgebannen Perfoonen. Chriftin. vol 2. decij, 123. num. x. Daar onder ook gereekent werden die geen, die haar by onfe openbare Vyanden onthouden; ten waar dat die by de bewilliging van de Staaten Generaal, of die geen, in wiens Provincie de faak dienen moet, toegelaten werden. Refolut. van de Staten Generaal. 2. Off- 1590. 4. Martii 1591. uitgéfondert mede in fiken de Koopmanfehap betreffende. Confult. ende Advyf. part. 1. confult. 289. 9 V. Item alle onbehoorlyk en ongeoorloofde gemeenfehappen en vergaderingen. Van dewelke alhoewel by ons fommige verdragen en toegelaten werden, werd defelve nochtans alle Rechts-vordering geweigert, als te fien is by Jacob Coren obferv. 9. 10 Al 't welk fodanig in civile en onftraflyke faken werd onderhouden ; maar in criminele en -lyf • fïraflyke faken, fo moet den Gedaagde of Verweerder, felfs in perfoon hem komen verantwoorden; So dat noch der Voogden, in de faken der Minder-jarigen, noch ook des Mans toedoen , in de faken van fyn Vrouw , daar in te pas komt, en de tegenwoordigheid van den Misdoender of Ondader felf nier. alleen geoorlooft, maar ook noodfakelyk is. cap. 5. extr. de excepr. I 17. ff. de peen. Sie Coftumen van Antw. tit. 43. art. 75. Rebuff. .ad conjï. reg, ii,i proëm. gloff 5, n. 73. Imbert. Enrkb. jur. Gail. in verb.  III. Deel. Van Aanlegger s, en Verweerders. 337 verb autboritas curatoris. BofT. pracl. crim. tit. de confeff. num. 69. Clar. §. fin. qucefi. 5°. mni. 2- Papon. lib. 6. tit. 1. art. 22. Argent. ad confuetud. Brittan. art. 208. Dit is te verftaan van de pleytende Luiden in 't byfonder, dat is, van een Aanlegger en Verweerder ; Maar het gebeurd fom tyds dat meer Perfoonen t'famen , of als met eene hand tegen andere pleit voeren, tot. tit. Cod. de confort. ejufd. litis. ji Eertyds: Indien iemand van die meer mede pleitende Luiden alleen , iemand anders in recht betrok, fo wierd hem tegengeworpen , dat hy alleen niet volmachtig was: Wederom indien iemand in fuiken geval alleen als Verweerder in rechten aangefproken wierd, vermogt hy met het verfet, van dat hy meer gelyk fchuldigen had. fig te beweeren, volftaan. Cujac. en Gothofred. ad l. 1. Cod. eod. Doch heedendaags, niet tegenftaande iemand Mede-makkers in defelve faak heeft, vermag hy voor zyn aandeel alleen, of een ander in recht betrekken, of van een ander in rechten betrokken werden, d. I. 1. /. 4, Cod. eod. I. 85. §• 4- ff. de verb. oblig. En vermag ook de faak in 't'geheel uitvoeren, indien hy Aanlegger zynde, hem fterk maakt voordegeftadingvan fyn Med-gefellen, of Verweerder zynde, borg field voor het gewysde. /. 2. Cod. eod. Doch indien veel faak-weldige t'famen niet onderworpen zyn, een en den felven Rechter, of een Rechts-gebied, als woonende in verfcheide rechts gebieden, fo kunnen defelve onder een hogen Rechter, en fulks aan het Hof van Holland ter eerfter geding te gelyk betrokken werden , op dat de faak niet verdeeld of ftuks - gewys verhandeld ■werd. /. 10. Cod. de jud. fcf tot. tit. ff de quib. red. ad eund. jud. eat. als hier na breder fal werden gefeid. 12 Anders kan niemand voor een anders verbintenis aangefproken werden /. 3. Cod. ne uxor. pro marito. I. unie. Cod. ut aclio ah barede. Sodanig, dat felfs in de onfeheidbaare gemeenfchap van Man en Vrouw den een voor des anders handeling by de Roomfche Rechten niet ver j bonden blyft. /. 1. Cod. ne uxor pro marito. 13 Welken regel fyn uitfondering heeft in faken daar in by opentlyk gebruik en gewoonte anders ingevoert is. Alfo mag de Vrouw, en hare Erfgenaamen, ten opfigte van de gemeenfchap van Goederen, tv ons voor de helft van de fchulden van de Man aangefproken wer- ■ Vv den.  338 Roomsch-Hollandsch-Recht. V. Boek. den, Neoftad. de pacl, antenupt, obferv. 9. in not. Grot. lib. x. part. 5. num. 34. Gomez. ad leg. 53. tauri. num. 73. verf. ex quibus 'infero. Confult. en Advyf. part.. 1. conflit. 47. verf. van gelyken. Pece. de teflam. conjug. lib. 2. cap. 6. infin. Doch is een Weduw na de dood van haar Man niet gehouden in de fchulden by haar Man voor de tyd van haar Huwelyk gemaakt, als hier voor in 't IV. Boek het XXIII. Deel, breder is verhandeld. (1) Noch ook niet in de boeten en breuken die de Man om eenig quade daad werden opgeleid. Sie Papon. /. 15. tit. 2. art. 3. Goris, Adverf tr. de Societ. conjug. cap. 4. num. 12' Gelyk als of den Man om Overfpel, of andere oorfaken in fyn Goedel ren wierd geftraft, fo fal die fchade alleen uit des Mans goed gedragen moeten worden. Sand. lib. 2. tit. 5. defin. 8. Goris dï&. cap 4 num 8. cum feqq. Herbai. lib. fing. cap. 13. §. 15. Grot. Inleyd. lib'. I. Cap. 5. num. 35. Handveflen in Zuid-Holland, gedrukt in 't Jaar «654. pag. 531. art. 7. Insgelyks ook als de Man al fyn Goederen verbeurt verklaart werden, fo blyft de helft van de winft evenwei vry voor de Vrouw. Coftuim. tot Antwerp. tit. 16. art. 1. Chrift. ad leges Mechlin. tit. 9. art. 2. num. 12. Gomez. ad l. 77. tauri. n. 1. Gail. lib. 2. obferv. 86". num. 14. En heeft een Vrouw op veel plaatfen dat voordeel, dat fy voor Schout en twee Schepenen, eer haar aflyvige Man ter aarde gebragt werd, afflant mach doen van den Boedel, en uitgaande in haar dageJykfe Klederen, is daar na in geen fchulden gehouden, vulgo: De fiedel op de kift leggen: of voor de baar uitgaan. Keuren tor Leiden, art. 203. Gelyk als de Keuren van Rotterdam dat uitdrukkelyk mede brengen: Dat alle Weduwen van de Poorters der felver Stad, die hem willen ontlaften van de fchulden by haar Mans flaande Huwelyk, of daar voor gemaakt, gehouden zyn de fleutelen van den huife op de kift te leggen, en defelve openbaarlyk ter Kerke te laten dragen, en voorts met haar dagelykfe Klederen uitten huife met het dood lighaam te Kerk te gaan, met eens tien ftuivers aan geld, en daar voorts uit blyven Keuren aldaar. (2) J De (1) Add. Boel in de aanteek. op Lom en door de Hollandfche Gravinnen met alle decis.pag 626. foleinnitdtengeufeert.Ftó.LoEN.^m.w. (2) Al het welk van een hoge qfljomfteis, 65. tjeas. 73.tflDMGAftaatsr. i, d.p.2os.  III. Deel. Van Aanlegger s, en Verweerders. 339 De Man aan d'ander zyde (aangefien volgens de gewoonte van ons Land, tuffchen Man en Vrouw gemeenfchap werd gemaakt van alle het goed,) kan ook voor de fchulden van fyn Vrouw, die voor het Huwelyk gemaakt zyn, aangefproken werden, flaande het felve Huwelyk. Sie Chaffan. ad confuetud. Burg. rub. 4. §. 9. ad verb. detuos debites. num- 8. Maar voor de fchulden, ftaande Huwelyk gemaakt, kan hy niet anders aangefproken werden, dan voor fóo veel als het met zyn toeftaan is gedaan: gelyk als wanneer de Vrouw met voorweten en wil van haar Man doet openbaare Koopmanfchap: ten waar ook dat het fchulden waren, die het huishouden in 't gemeen aangingen, arg. §. final. Inji. quib. alienare licet. I. 33. ff. de jure dot. I. 78. J. 2. ff. eod. 14 Om defelve oorfaak kan een Soon om fyns Vaders, noch een Vader om fyn Soons fchuld niet gemoeit werden. /, 1. tot. tit. C. Ne Filius pro Patre , juncl. I. 26. ff. de posnis. ibi DD. Maar of een Vader in den naam en voor fyn Soon, het Kind dat fyn Soon by iemand in on-egt heeft geteeld , moet opvoeden, of de Dogter by fyn Soon onteerd , haar eer vergoeden , werd by fommige getwyfelt. Chriftin. vol. 3. decif. 17. infin. verhaalt dat neen, verftaan is Faber, Cod. lib. 4. tit. 1. defin 3. ja. doch het felve kan niet verder als tot de opvoeding van het Kind uitgerekt werden, volgens gevoelen van Tulden. ad Cod d. tit. dewelke ook een Groot-vader aan fynen Neef fchuldig is. gelyk hier voor 't I. Boek, XIII. Deel. num. 7. breder is gefeid. 15 Insgelyks fo werden na het gebruik en gewoonte van ons Land, voor het geen dat een gantfche Burgerlyke gemeenfchap fchuldig is., ftilfwygende verbonden, al de Goederen van de geen die onder defelve gemeenfchap behooren: fulks dan indien een Buiten - lander tegen fyn Gedaagde in eenige Provincie recht werd geweigert, of een gewyfde over den hals gedrongen werd, dat baarblykelyk onbillyk, önredelyk , | en onrechtmatig is: of indien de gemeenfchap of de Hoofden van dien, niet willen voldoen het geen dat zy fchuldig zyn, fo mag defelve een Burger van defelve gemeenfchap of Provincie , het zy wie dat hy zy, of ook Schepen, Goederen, Koopmanfchappen, &c. daar van daan komende, met kennis en toeftaan van de Overheid van fyn Land of de Provincie aanflaan. en de Verweer- Vv a ders  340 Roomsch-Hollandsch-Recht. V. Boek. ders van dien door dat middel tot betaling of vergoeding van fyn agterwefen dwingen : en werd dit gemeenlyk Repreffalien genoemd. Daar van breder te fien is by Chriftin. vol. 5. decif. 183. «. 7. Bart. traSt. de repreff. Gail. de pignorat. obf. a cum. feq, Mynfing. cent. 6. obf. 1. Georg. Tholof. in Syntagm. Juris lib. 38. c. 8. Menoch. de arbitr. jud. caf. 527. Doch alfo defe faken hard zyn, waar door de nabuurige Landen wel ligt in Oorlog komen te vervallen, daarom tuffchen veele D. D. werd getwiftredent of het felve in een vry Landfchap voor goed of voor quaad, en voor geoorlooft of ongeoorlooft, moet gehouden werden ; So is geraden, tuffchen de Nabuuren en Bond-genooten, om fulks voor te komen , te volgen den voet by het Traclaat tuffchen defen Staat, en die van Engeland, den 15. April. 1654.. gemaakt. Daar by alle bedenkelyke oorfaken tot fodanige of gelyke voorvallen, voorgekomen en afgefneden werden, en by het 24 Artykel van 't felve Verdrag uitdrukkelyk werd bevolen: Dat indien een ongelyk of Injurie was gedaan, by d'een aan d'ander, of by het Volk of de Ingefetenen van dien, nochtans geen brieven van Repreffalien, Marqué, of ContraMarqué , by een van beide fullen werden verleent, voor dat 'er eerft recht verfogt fal zyn, volgens den gemeenen loop van rechten: En indien het felve werd geweigert, of te lang vertrokken, dat dan de Opperfte Macht, van de zyde wiens Volk of Ingefetenen ongelyk geleden hebben, aan die zyde daar Recht is geweigert, of te lang vertrokken , by gefchrifte fal aanmaanen en verfoeken, al fulke verfchillen vriendelyk, of door een gemeene manier van rechts-vordering, befligt en ter neder geleid te mogen werden: Maar indien dan nog uitgefteld, en geen Recht of voldoening gedaan werd, in den tyd van drie Maanden , -na fodanig gedaan verfoek, dat dan eerft brieven van Repreffalien, Marqué, of Contra Marqué, fullen werden verleend, &c. (3) Defen regel houd ook op in de Erfgenamen van een Overleeden, dewelke in alles fyn Perfoon aannemen, en fyn fchulden hoedanig die zyn, moeten voldoen, felfs de geldboeten en breuken, die uit misdaad van (3) Z. van Zurck tit, Reprefalien BymzRsnoziiqueJt. jur.publicipag.i-js. Ampl. et feq.  III. Deel. Van Aanleggers, en Verweerders, 341 van den Overleedenen mogten fpmiten, fonder onderfcheid. tot. tit. Cod. ex delicl. defucl. in qiiantum hcered. 16 Gelyk ais niemand tegen fyn wil behoeft Eiifcher of Aanlegger te zyn: So mag ook niemand tegen fyn wil in recht geroepen werden, die bereid is te voldoen het geen van hem werd ge - eischt. Derhal ven een Eiffcher niemand in rtcht roepen moet, voor dat hy hem in 't minlyk aangefproken en gemaand heeft, of foude indien den Gedaagde voör den Rechter komende, feide nooit onwillig geweeft, en als nog te vreden te zyn, het geen ge - eischt werd te voldoen, in de koften vervalkn, by hem en by den Gedaagde gedaan, cap. novit. extr. dt Judic. arg. I. 73. ff. de Frocuratorib. I. 13. de Serv. Urban. prad. I, 40. ff. de pign. acl. I. 122. £f §. 3. ff. de V. Oblig. Doch het felve is te verltaan van Schulden die gemaand moeten werden, en daarom dat den Schuld - eiffcher ten Huyfe van den Schuldenaar moet gaan om te ontfangen, en geen fekeren dag of plaats van betaling houden. In dewelke de behoorlyke maning den Schuldenaar eerft nalatig maakt. d. I. 1. 2. §. 3. ff. de Oblig. I. 24. ff QuanJo dies legator. maar niet van Schulden dewelke een fekeren jüiïlen dag van betaling inhouden, en ten Huyfe en aan handen van den Schuld-eifieher moeten werden gebragt, gelyk als fyn Erf-pagten, Jaarlykfche Los- Renten, diergelyke, daar in het verval van den dag, voor behoorlyke maning en waarfchuwing verftrekt, en den Schuldenaar in gebreken field. /. 12. Cod. de contr. & commit. ftipulat. I. 2. Cod. de jure Emphyt. Of en wanneer den Schuldenaar felfs moet komen brengen het geen hy fchuldig is, en wanneer den Schuld-eiffcher het felve moet komen halen, verhandelt Cafpar. Roderic. de Ann menfir. reditib. lib. 2. quafi, 6. Pyrrh. Maur. tracl. de Solut. cap. 29. Anton. Fabr. ad Cod. lib. 4. tit. 43. definit. 15. £? lib. 8. tit. 30. definit. 4. Pecc. van Befetten, ende Hand - opleggen, cap. 9. num. 2. So mag ook niemand in Recht geroepen werden voordat de tyd van betaling om is. /. 213. de Ferb. Signif. I. unie. Cod. Ut acl, abbared. i. 7. jf. de compenf. Ten waar dat den Schuldenaar verdagt was geworden , of den Schuld - eiffcher om andere faken reden had verfekering, of Borg voor de voldoening van fyn fchuld te eiffchen. In wulk geval hy ook voorden tyd betaling, of feker, mag eiffchen. I. 41. ff. de judic. I. 14. jf. de pignor. Sie mede Pecc. vanBefetten, 4. Deel, num. 6. Vv 3 17 Den  34> Roomsch-Hollandsch-Recht. V. Boek. 17 Den Aanlegger ftaat toe, eer hy den Verweerder doet roepen, zig wel te beraden en te letten, eerft, of en waar mede hy fyn geëischte fal bewyfen, fonder het welk den Verweerder van de faak vry geftelt fou werden l 23. Cod. de probat. I. 21 ff. eod. daar van hier na 't fyner plaat§ breder. Ook moet hy wel letten of den Gedaagde geen exceptie of verfet, het zy tegen de faak, of tegen 'de manier van Rechts-vordering, fal kunnen inbrengen, dewelke mede veelerhande Zyn. (4) H et IV. Deel. Van Rechts-voorfpraaken en Taal-luyden, dat is, van Advocaten en ^Procureurs, en haarluyder bediening. - 1. Advocaat , ef Rechts voorfpraak wie en 6. Of, en boe ver Meefter van de faak fyn. bare waardigheid. 7. Of. en hoe ver nodig haar voimagt te ver- 2. Haar Ampt wat, en'hoedanig, en waar toonen-. in meeft beftaat. g. Wanneer haren laft en voimagt opboui, en 3. Procureur of Taal man wie, en haar haren dier.ft uit is. '' •- ' . waardigheid. 9. Of, en hoedanig, door uitwyfen van de 4. Haar Ampt en bediening in Civile Ja- Sententie. ten. 10. Of. en hoedanig door de dood geeindiat, 5. In Crimineele faken. te hervatten. OM dat veel luiden om haar onervarentheid in Rechts-faken, of om hun noodfaakelyk afwefen, haar eigen faken niet kunfien of mogen handhaven, en uitvoeren, fo heeft de noodfaakelykheid ingevoerd , dat men het felve vermogt te doen door hulp van andere, daar toe wettelyk gemachtigt, na onderfoek gedaan op haar bequaamheid. Deefe fyn Rechts-voorfpraaken en TaaMuiden', anders Advocaten en Procureurs. 1 Advocaten of Rechts-voorfprakèn fyn, die eens anders Pleit-faken :ioóC:: ' ' ! ^riorf - . .... ' : by (4) Add, Mn rul a manier van procedeeren lib. t. tit. 8. per tot.  IV. Deel. Van Rechts-voorfpraaken ^ ï§c. 343 by monde, by gefchrifte, of anderfins mee hunnen goeden raad in en volgens het geen recht is, beweeren. /. 6. $. 5. Cod. de poftuïand 1. 3. Cod. dcAdvocat. diverf. judicior. I. 1. g. ff de extraird. coenit fo wel in gemeene, als in lyf-itraffelyke faken. I: 5. Cod. de poftul 1 I2" ff. depubl. jud. I. 2. itfpti Cod. de 'Exbib. reis. • Derhal ven der felver Ampt van groote waarde werd gehouden, en niet min noodfakelyk met dat fy met haar begaafde welfprëkentheid, den onnoofelen onkundigen en onfchuldigen, in haar goed en bloed bewerende ,' niet min den Menfchen vorderen, ais die geen dewelke, met de wapensin de vuift, door fchermflagen en wonden, haar en haar Vaderland vry vegten. /. 14. Col de Advocat. diverf. judicior. (1) ' 'Daartoe werden by ons, fonder onderfcheid aangenomen, al degene die in enige Univerfïteiten, of Hooge Schooien voor beijer Rechten Meefters fyn erkent. Sulks dat het getal van defelve heedendaags onfeker is, en onder de ordre van defelve behoren , al de geen , die haar brieven van bequaamheit getoond hebbende aan den Prefident, of een daar toe gemagtigde uit den Raad, den gewoonlyken Eed hebben gedaan, ar*. I. 11. Cod. de Advoc. diverf. judicior. Inflr. art. 71. Merul. prax. civil lib. 4. tit. 16. &* 17. cap. iv £f 2. num. 7. Q" cap. 3. Injlrucl. van den Hoog. Rade. art. rat. Zypae. notit. Jur. Belg. de colleg. artific in pr. J Welken Eed alle jaren op den eerften Recht-dag na drie Koningen, op de openbare Rol, na gedane oplefing en vernieuwing van de Inftruclie van den Hove, voor fo veel die defelve enigfins mag aangaan , ten overftaan van twee Commiffariffen , moet werden vernieuwt, Injlrucl. art. 71. waar toe de agterblyvende twee dagen na haar wederkeren nog werden aangenomen, d. art. 71. Dewelke ook (O Waarom ook de Advocaten, m on- hand.p. 161. is begreepen, dat de advocaten derfcheidmg der Procureurs van ouds mee van 18 tot 60jaren, onder de wacht zü'ien veele voorrechten zyn begiftigd VU. Ros- getrokken worden, maar ik weet ook zeer Bach prax. cio. tit. 18. n. 24. & 25. Me- wel dat de krygsraad op zich zelve geen xocA tib 4. M 18. cap._ 12. Waaronder Privilegiën, hoe wynig ook in gebruik, kan inzonderheid is de Immuniteit van de wacht," derogeeren, endatoyllu-, Ed Gr Achtb ik weet wel dat by refo.'utie der Krygs- alle Dotleren, die enig cirafler binnen de«« raad te Amft, gedateerd 14 Juny 1672. Stad hebben, van de wacht zyn geëximeeit.  344 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. in de Steden daar op werden aangenomen. Sie de manier van procederen voor den Gerechte der Stad Amjlerdam, cap. 3. art. 1. 2 Hoe dat hem den Advocaat in 't bedienen van fyn Ampt moet dragen. Sie Gudel. de Jur. NoviJJ. lib. 4. cap. 4. Merul. lib. 4. tit. 17. cap. 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10. Injlrucl. van den Hove van Holland, art. 71. en volgende, van den Hogen Raad, art. 123. cn volgende. Ordonnantie en Inftrudie van den Hove van Utrecht, Rubr. van de Advocaten: manier van procedeeren binnen Amjleldam, c. 3. En aldaar de aantekeningen van N. Duyfent daaldei s. Het welk onder andere daar in beftaat. I. Dat hy geen faken aan neemt die hy weet onrechtvaardig te zyn. I. 14. g. 1. verf. non autem , & ibi. Bald. Cod. de judicior, Injlrucl. artic. 71. II. Dat hy geen aandeel in de faake bedingt. /. 6. g. 2. Cod. de pojlul. & injlrucl. d. art, 71. III. Dathy alleenlyk doet het geen de faak vereischt, en niet buiten het geen de bevordering van de faak lyden mag, in 't pleiten met ongebonden woorden of lafteringen uit berft. d. I. 6. §. 1. Cod. de pojlul. 6? d. art. 71. IV. Dat hy geen onbehoorlyke, of onnootfaakely ke uitftellen maakt, om de luiden daar mede te quellen. d l. 6. g. 4. V. Dat hy in fyn Recht-fchriften geen rediten of repetitien, dat is, herhaling mag doen van het geen te vooren was gefeid, of in defelve vervatten mag den geheelen inhoud van de ftukken, daar toe hy hem kortelyk gedragen, en met de letter van de ftukken felve kan aanwyfen. Sulks als by Ordonnantie van den Hove van Holland den 1. Maart 1583. was bevolen, en by de nieuwe Ordonnantie en reglement tot bevordering van de expeditie van Jujlitie voor den Hogen Raad, den 7. Juny lóst. art. 33. is vernieuwt. VI. Hier diend by gevoegt, dat hy in 't voordellen van fyn faak, niet moet verfuimen of nalaten het geen in feiten en bewys'ftukken beftaat. Anderfins indien van 't geen dat in Rechten beltaat, door onervarenheid of onvoorfigtigheidby den Advocaat, iets werd vergeten of verfuimt by te brengen, het felve kan en moet van den Rechter vervuld werden, en voor gefeid gehouden werden ; maar dat heeft geen plaatsin dingen die in bewys-ftukken beftaan, want men alleen na het bewys moet oordeelen, in faken die daar in beftaan. /. 6. g. 1.  IV. Deel. Van Rechts-voorfpr aken > ïSc. 34$- ff. de offic. Prafid. cap. judicantem. 30. quajl. 5. fjf cap. 1. de Officio Ordinario. Sie Ant. Fab. ad tit. Cod. Ut quee def. advocat, part. defin. 1. Chriftin. vol. t. decif. 105. num. I, 2. Wat voor Perfoonen haar als Advocaten mogen laten gebruiken, werd geen onderfcheid gemaakt, alfo defelve gelyk als gefegd is, by den Raad felve, na genomen kennis, onder het getal werden aangenomen. De Advocaten hebben tot haren dienft, een Taal-man, anders ge> naamt Procureur, alfo genoemd om dat hy het dingtal houd, en den voortgang van de faak in alle delen van de pleitvoering moet waarnemen , en maken dat 'er niet verfuimt werd, en den Advocaat in alles ten dienft is, den welke de faak door fyn raad en den dienft van den Taal - man voldongen zynde, voort alleen het zy mondeling, of fchriftelyk, in Recht beweerd en verdedigd. 3 Der Taaimans, of Procureurs Ampt, al-hoewel in voortyden veracht, en van kleinder aanfien. Sie Gloff. Bart. Angel, ad 1. 34. Cod. de decurion. So werden nochtans, die tegenwoordig dit Ampt bedienen , in goede waardigheid gehouden, en fo noodfaakelyk, dat in de Hoge Vierfcharen niemand fonder befcherming van een Advocaat, en de voorforg van een Procureur, voor den Rechter mach beftaan. Merul. prax. civ. lib. 4. tit. 36. cap. 1. num. 5. Behalven dat in de kleine faken (ter eerfter injlantie of aanleggen van hondert gulden, en daar beneden, en by hoger beroep uit de Steden van twee hondert, en van de Dorpen tot hondert gulden, en daar beneden,) een van beiden, of een Advocaat of een Procureur alleen, de fake mach verdedigen. Injlrucl. van de Juflitie in kleine faken. art. 23. Nader Ampliatie van de Injlruclie art. 24. Voor de lage Rechters, bedienen en verdedigen de Procureurs de faak alleen; ten waar dat zy luiden tot meerder verfekering , in faken van groot gewicht, en in Rechten beftaande, een Advocaat tot haar behulp namen; 't welk haar vry ftaat. Op dat de goede Luiden gediend mogen werden , van luiden daar toe bequaam zynde, en hun des verftaande , fo werd in yder Vierfchaar en Recht-bank, een feker getal van perfoonen tot het Procureurs Ampt onder eed , en na gedaan onderfoek, aangenomen, die alleen dat Ampt mogen bedienen. Gail. lib. 1. obferv. 43. Merul. prax. civ. lib. 4. tit. 18. c. 1. n. 7. Gudelin. de Jure Xx No-  34^ Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. Noviff. lib. 4. cap. 4, in fin. Chriftin. vol. 2. dtcif. 107. £? feqq. 4 Deefe mogen alle civile en onftrafbaare faken aannemen, voor een ander in Rechten uit te voeren , fodanig, dat de Luiden felve voor den Rechter niet behoeven te verfchynen, als maar by den Procureur kan vertoont werden fynen Lift of Procuratie voor den Griffier, Secre'.aris, of wel een Notaris en twee Getuigen gepaffeert. /. 46". g. 2 / 53- ff & procurator. I. 110. g. 1. ff. de R. J. fi? fimul. Marant.' effect forteeren, ais meede inzonderheid demnatie, reliëf zou moeten worden gedat al het voorgemelde aan d'eene zyde vraagd; Xï 2  34& Roomsch-IIollandsch-Recht. V. Boek. Defen laft houd op by fommige voorvallen; S Als eerft: fo wanneer defelve werd herroepen het welk t'allen tyden ; de faak nog in fyn geheel zynde; vermag te gefchieden. /. 16. ff de procurator. Gail. lib. i. obferv. 47. Merul. prax. civil. lib. 4. tit. 18. cap. 6. num. 3. II. Als den Procureur felve fynen dienft opfeid, en hem doet verfchoonen, het welk op gelyke wys mag gefchieden. Merul. dicl. loco num. 4. 9 III. Door uitwyfen van de faak. DD. adl. 21. Cod. de Procurat. So dat de Procureurs fonder byfondere laft de verder uitwinning van het gewysde niet mogen te werk leggen. Per Bart. öc DD. ad l. 86. ff. de folut. Nog aan defelve fonder byfondere laft enige betaling mag werden gedaan. /. 13. ff. de pacl. d. ). 86. de folut. Sie Pecc. VanBefettenen band- opleggen, bet 3. deel, num. 4. en num. 10. infin. IV. Door de dood van d'een of d'ander. DD. ad l. is. ff. eod. I 16. in pr. ff. eod. £f /. 6. ff. de jurifd. 10 Doch op dat de faak daar door niet verhinderd blyve, fo werd na ftyl van den Hove, by overlyden van den Procureur, hangende het geding, den Gedaagde gedagvaart om een ander in fyn plaats te ftellen, (vulgb om Procureur acceptant teflellen.) Sie Merul. prax. civ. lib. 4. tit. 83. cap. 6. & lib. 4. tit. 18. cap. 7. en by overlyden van de Ding-phchtige luiden, werden de Erfgenamen van den Overledenen gedagvaart, om de faak fo die leid aan te nemen, en daar in voort te varen met den Tegendinger na de laatfte dingtalen daar in gehouden, of daar van afftand te doen, en te bewilligen in den eifch van den Wederdinger, alfo haren goeden Raad gedragen fal. vulgb, om d'arrementen van het Proces aan te nemen. MeruJ, lib. 4. tit. 83. cap. 4. (4) Het (4) Add. Voet ai tit. jf. de procurat. et deftnforibus.  V. Deel. Van ^Deurwaarders', en Gerechts- boden, &c, 349 Het V. Deel. Van Deurwaarders, en Gerechts - bodens, en hare Bedieninge. 1. Deurwaarders en Gerechts -lodens wie en wat van bare bediening, en num. 12. 2. Eerfte. 3. Andere. 4. Bus-boden en bare bediening. 5 Deurwaarders en Bus-bodens ttiken wat. 6. Gerechts • boden baar teiken. 7. Deurwaarders en Gerechts - boden hoedanig geloof gegeven werd , in perfoneele eu reële hoedanig. 8. In welke faken en hoedanig te bepalen in Deurwaarders van gemene middelen. 0. Een Deurwaarder /eggende ge/lagen of mishandelt te zyn, of en boe ver te geloven. 10. Of, en boe-ver ftrafbaar, die een Deurwaarder in de oeffening van /yn Ampt tegen ftaat. 11. Of. en wanneer fonder verleuren tegen geftaan mogen werden. 13. Of, en hoedanig een gewysde buiten des Rechters recht-gebied te werk geleid werd. l|~^E dienaars van de Rechters, en Recht'banken, of Vierfcharen, ]LJf fyn Deurwaarders of Gerechts-boden, daarvan de Deurwaarders, de Rechters van de Hooge Hoven, en de Gerechts-boden de Vierfcharen van de Steden en ten platten Lande, elk in fyn rechtsgebied, in het dragen van de Dings - luiden, en te werk leggen van hare gewysden, ten dienft zyn. /. 33. §. 5. Cod. de Epifcop.& Cleric. I. 1. Cod, de Execut. & Exacl. I. 13. §. 2. Cod. de re Judic 2 Onder de Deurwaarders van de Hooge Hoven, alfo genoemd, om dat zy gelyk als de deur van het Gerecht openen, en gade liaan, fynder twee,* die men de eerfte noemd, dewelke in perfoon de Rechtdagen waar nemen, en alleen de dagingen en uitwerkingen van de byfondere faken ter plaats daar het Hof gehouden werd, by beurten be- 3 dienen. Inftrucl. van den Hove art. 102. En de andere, al de buiten faken waarnemen. Buiten dewelke nog enige reifende Boden zyn, 4 welkers bediening is, de beflooten brieven van de Hove al om over 5te brengen, daar van art. 103. en 104. van defelve Inftruclie. De Deurwaarders hebben een ftokjen op het eind beflagen, en daar op het wapen van den Hove, het welk zy in het oefFenen van haar dienft de luiden moeten vertoonen. art. 99. van defelve Inftruclie. Maar de Boden hebben een bus, met een doorfchynend verdek, daar in 't wapen Xx 3 van  3$o Roomsch-Hollandsch-Recht. V. Boek. van het felve Hof befloten kan werden gefien, meteen zyde fnoer om den hals hangen. , 6 In de Steden en ten platten Lande hebben de Geregts-boden een doorne ftokjen tot een teeken, 't welk fy den luiden in de uitvoering van hetgeen van haren dienft is vertoonen, daarom fy ook Boden met de Roede wierden genoemd. _ 7 Deefe hebben in het wedervaren van perfoonelyke dagingen, aanfegeineen en 't geen verder de uitvoering van haar dienft raakt, volkomen geloof ' op den eed die fy op 't ftuk van haar ampt hebben gedaan. /. % Col de Exacl. Tribur. I I. §. 12. ff. de offic. prcefeB. Urb. 1. 5r 13. ff de reb. tor. qui fub tutel. Andr. Gail. hb. 1. obj. cap. 54. rium 4. 5. Maar in uitwinninge van goederen moeten zy twee van den Gerechte, daar het goed leid, tot byftaande getuigen nemen. art. 176. van de voorjz. JnJhuS. daarin 7. January 1577-i* by gevoegd, Dat de Deurwaarders verboden werd, geen goederen in bewaarderhand te ftellen, of verkoopen , dan in tegenwoordigheid van twee Schepenen, Gefworens, of Gebuuren. Sie Merul. prax. Civil. lib. 4 tit 05. cap. 3. num. li» Al het welke ook by de Gerecht-boden?, in de'Steden, en Dorpen ten platten Lande, als mede by de Deurwaarders van des Gemeenlands middelen, in faken de verpagting, en 8het uitvoeren van dien betreffende, alom werd onderhouden. Doch het felve ftaat op het nauwfte te bepalen tot het geen eigentlyk de uitvoering van haar dienft betreft, want het anders een forglykefaak fou fyn dat men defelve fonder onderfcheid in alle by vallende faken op hanr enkel feggen geloof fou geven: fonderlingin de Deurwaarders van Gemeenlands middelen, daar onder veel fyn van geringe foort, en maar van tamelyk goeden omgang, welkers bedrogen knevelereye den goeden Luiden dikwils veel ongemak komt te baren, en nog verder foude doen, indien defelve te veel geloof wierd gegeven: Met dat fy ook buiten de gemeene dagingen, en het geen eigentlyk de uitvoering van de rechtsvordering betreft, haar laten gebruiken, om de fluikéreyen, en fmokkelreyen, in het verf wy gen en verkorten van der Pagters gerechtigheid, en des Gemeenlands opgeftelde Schatting, te agterhalen, daar ■ in fy geen meer geloof hebben, dan andere gemeene Luiden, als welk faken buiten manier van rechts vordering zyn eh blyven, enderhalven in geen minder omftandigheid , en door geen minder overtuiging & moe-  V. Deel. Van Deurwaarders, en Gerechts-boden, £fc. 35^ moeten werden bewefen, als al andere gemeene faken. Sulks als te fien is, dat ook de mening van de Heeren Staten niet is, uit het voorbeeld van de forgvuldige omflandigheid tot peilen van alle Waren, dewelke peil onderworpen zyn, en by peiling kunnen werden agterhaald, in het 12. Artykel van de Generale Ordonantie, op den Op. beve van des Gemeenlands middelen. Welke niet tegenflaande, nochtans het geloof van fodanige ten nadeele van veel onnoofle en onkundige werd mis-bruikt. 9 Het welk fo nauw lantert, dat indien, by voorbeeld, een Deurwaarder, of Gerechts-bode feide, dat hy in het gaan of keeren, om fyngerechtelyke bevelen te werk te leggen, van die geen aan dewelke hy defelve had te werk geleid , geflagen, gefmeten, of anderfins qualyk bejegent was, daar in geen geloof hebben foude, als zynde een faak buiten de eigentlyke uitvoering van fyn Ampt voorgevallen : ten waar dat hy kon verklaren dat hem 't felve onmiddelyk en fonder eenig tuffchen val in 't uitvoeren, en te werk leggen van fyn ampt was aangedaan: In welk geval, gelyk in alle andere, of en hoe veel geloof defelve mag werden gegeven , de befcheidenheid van den Rechter na gelegentheid van faken en perfoonen veel werd toevertrouwt, arg. d. I. 5. Cod. de Exacl;. trib. juncl. I. 37. §. apparitor. Cod. de Epifc. Cleric. Sie Menoch. de Arbitrar. judic. lib. 2. eentur. 2. ca/u 122. & centur. 1. caf. 95. Anton. Fab. ad Cod. lib. 4.. tit. 15. de Tefiib. defin. 26. en Pecc. van Befetten en band - opleggen, cap. 3 2. num 4. en 'f geen aldaar werd aangetekent. to Anderfins, met dat de Deurwaarders en Gerechts-boden in het "te werk leggen van hare beveelen, de perfoon van den Rechter felve bekleden, werd het hoog genomen, en is ten hoogften ftrafbaar; foo iemand een Deurwaarder in het werk te leggen van fyn ampt, quam tegen te ftaan, te verhinderen, of eenig leed aan te doen. /. 4. J. 1. & tot. ff. ne quis eum qui ne jus vocat. Het welk om de veranderlyke omflandigheid, wel meeft tot befcheidenheid van den Rechter werd gelaten. Sonder dat hem foude mogen baten, dat daar na bevonden wierd, dat hy onfchuldig was in het geen tegen hem wierd te werk geleid, of dat den Deurwaarder fyn laft, of de behoorlyke manier van Rechts-vordering had te buiten gegaan: in welk geval hy daartegen, by oppofitie, dat is, tegenftelling tegen de uitwinning > l»y  aja Roomsch-Hollandsch Recht. V.Boek. by den Rechter na verhoor op fyn verfoek, of anderfins by penaal, dat is, ftraffelyk bevel van ophouding, tot dat na verhoor van den Tegen-dinger en den Deurwaarder daar van fal zyn geoordeelt, werd herfteld. arg. I. 2. ff. Si quis in jus voc. juncl. I. 5. C. Quorum li appel, non ree. in 't verder of en wanneer een Deurwaarder, hem feggende Deurwaarder te wefen, fonder nochtans fyn flok te vertoonen, of van fyn behoorlyke lalt en bevel eenig bewys te doen, fonder verbeuren mag tegengeflaan werden, werden in 't lange verhandelt, by Pecc. Dan Befetten en band opleggen, bet 25. Deel num. 3. 4. en 't geen aldaar werd aangetekent. en by Anton. Fab. ad Cod. tit. Quando liceat unicuique Jine judice, lib. 3. tit. 18. defin. 1 ad. tit, de Executione rei judicat. lib. 7. tit. 10. defin. 15. Het Ampt van een Deurwaarder of Gerechts-bode, is de manier van Rechts - vorderen t'fyner Vierfchaar gebruikelyk, en de beveelen hem gegeven, op 't nauwfle waar te nemen, op verbeurte van het felve tot fyn koften te herflellen , ende fchade daar uit ontftaan, dat hy defelve had te buiten gegaan, te voldoen, arg. 1. 8. §. 1. ff ad leg. Aq. I. 9. §. 5. ff. locat. daar voor de Deurwaarders van den Hove voor de aanneming van haren dienft borg moeten ftellen, ter fomme van vyftig ponden Vlaams. Injlrucl. art. 100. (1) 13 Buiten het Rechts-gebied van den Rechter, onder wie defelve behoren , en kunnen fy meede haar dingen niet oeffenen. /. 2. C de Execut. 6f exacl. Novell. 82. cap. 7. J. 1. juncl. I. uit. ff. de jurijdicl. maar foo by befetting van goederen, of by andere wettige Rechtsvordering , een gewysden is gegaan, tegen iemand die in een anders Rechts-gebied fig onthoud, werd het gewysde befloten, aan den Rechter fyner woonplaats overgefonden, met verfoek dat hy 't felve tegen hem door fynen Gerechts-bode te werk legge; welke Verfoekfchriften men gemeenlvk noemd ; letteren requifuoriadl. arg. I. 15. 5. 1. (1) Omtrent de Deurwaarders, derzei- enim vero retïijjime ait Titius J. P. p. ver getal en officie, mitsgaaders weegens 1510. „ de apparitorum etviatorum conjlitude reifende beodens is te zien Merula „ tione ex officio qutedam dicerc, nonattinet, manier van procedeeren lib. 4. tit. 13. de „ c*m ex generalibus principiis ac u/u juii. Statuttn van Mecbelen art. 19. do&isf. „ ciorum, factie illa intelligi queafit," add. CriaisTiM;us ibid. Wagenaar befchr. et A. cenf. for, p. 2. lib, 1, cap. 9. van Amfl isfluk.pag. 263. en volg. Verwn  yi. Deel. Van den dagelykfche of eige Rechter. 35-3 J. 1. ff. de re judic. Ordonnantie op 't ftuk van de Juftitie in de Steden, ende platten Lande, art. 27. Sie Pecc. Van befettent het 21. Deel. En het geene hier na breder van het te werk leggen van de gewysden fal werden verhandelt. Het Vï. Deel. Van den dagelykfche of eige Rechter. ï. Wanneer en om -an Zyne Doorl. Hoogheid als zynde van ,?ynen Doorl. Huize en hebben mitsdien mede exceptie van renvoy cenf. Bort obferv. II. Ten tweeden moeten meede ten eerfter inftantie voor den Hove gedagvaard worden alle Collegien van de Staaten dependeerende en geen andere dagelykfche rechter hebbende, daar onder mede begreepen de O, & W. Ind. Gomp. de Direfteurs van den I.evantfchen Handel enz. Zo namentlyk hetgcheele ligchaam of corpus word £,econvenieert, Want als een kamer, by voorbeeld; de Edele Heeren Bewindheb beren ter kamere Amfterdam aangefproofcen worden, kan zulks als gezegd is voor Scheepenen gefchieden, als waar ter plaatfe hun Ed refideeren, en dus Secundum regulamattor fequitur forum rei, add. Injlr. art. g. In de derde plaats, alle Edellieden deestei Landen in adionibus-, perfonalibus lnftr, art. 8. en 12. gelyk ook alle fuppooften van den Hove, als welke een jusrevocandi domum hebben, lnftr. art. 73. voeg hier hy het gemelde by den Auümr, b. t. n. 3. Zoo echter van alle de gemelde perfoonen buiten de Provincie van Holland gedepvehendeert worden of goederen heb. ben , retle illicperfonali poffunt conveniri actione mediante arrefto uti aocet. cl. Voet ad Digeft. tit. de judic man. 112 Eindelyk is 'er ook dewelken gequalificeert zyn om ter eerfter inftantie tegens een ieder te ageeren voor den Hove, als Weduwen en Onbejaarde Weezen, ook ftok Oude Mannen, mits de fumma excedetren ƒ 6co.* zo dezelven in een der groote Steden wonen, en in een der andere Steden ƒ 300: onder een dorpgerecht ƒ 80: Welverftaande zo partyën onder een en dezelve rechter behoren , anderzints in de Steeden ƒ 100 : en in de dorpen / 50 : Z. Ampl. 6. Mey 1674. van dit privilegie jouisfeert meede iemand ageerende als Vader en Voogd van zyn onmondige kinderen. Z. den A. in cenf. for. p. 2. I. 1. c. 12. Mr. van Alphen papegaay, 2. d. p. 90. als mede de Godshuizen, Voet. d. t. num. 120. en vermag een Wees of Weduw door een ander van gelykï conditie ter eerfter inftantie voor den Hove by preventie zynde getrokken niet declineeren. V. Bout obf. 16. cjf Merula d. t. c. 9. Verder zyn meede daartoe gequalificeert de officiers van de Graaffelykheid in cas Van injurie, lnftr. d. art. 8. mitsgaders den Heer Procureur Geieraal in alle crimina, begaan in fundo fiscali, ten waare dezelven by den Subalterne Rechter reeds litispendent zyn mogten ; Intuffchen is aan te merken , dat het gezegde privilegie omtrent alle de gemelde en der^elyke perfoonen kom'.  VI. Deel. Van den dagelykfche of eige Rechter. ff7 3 Item de ProfeJJbren en Studenten van de Univerfiteit tot Leid-n itaan te Recht, De Studenten voor haar Meefter en Rector, dat is "ó-n Senaat van defelve Univerfiteit, beftaandein den Reclor, vier Jdfejforcn dat komt te ceffeerenin materie van Affurantie tot welke fom ook de teekening mag zyn gedaan , waaromtrent geenerhande prorogatie word toegelaten, ten zy de asfuradeurs onder verfcheide jurisdictiën woouag. tig waren,Z. de Refolutie van 12 July 1736. gelyk mede in cas van voorbedagte expreffb afftand van dit privilegie , en eindelyk mede wanneer een Curateur in de info!, vente boedel van den geprivilegieerde debiteur benoemt & aangefteld is, en voorts in alle Zaken, waar van en over de judi'cature by een fpeciaale wet aan zeekere Rechters is gedemandeert, conf. nader ampl. art. 8. Middelant ai vrom. d. c. §. 15. n. 25. fj? Voet l. c. num. 123. et 126. ibique citat. De geprivilegieerde Zaaken zyn de navolgende: 10. wanneer iemand ex una obligationis caufa verfcheidon debi. teuren heeft, onder verfcheide jurisdictiën woonagtig, kan hy dezelven gezamentlyk ter eerfter inftantie voor den Hove convenieeren , ten zeiven einde imploreerende Biandamentvandeiitw, Conf. van Alphen papeg. 2. d. pag. 90. behoudelyk de perfoonen , welken geconvenieert worden , cfden debiteur, die het mandament verzoekt, recht hebben ter eerfter inftantie voor het Hof te ageeren. Z. Korte Schets man. van proced, voor den Hove. pag. 70. 20. wanneer iemand by Obligatie zich fpe'. tiaal de jurisdictie van den Hove van Holland had onderworpen. Z. nader Ampl. art. 2-7. en hierna, 8. d. num. 3. mits de eiffcher en verweerder, beiden onder een Gerecht woonende, de forama excedeeren als voren. 30. is de jurisdictie van hetHöf gefundeert ex continentia caufa. en in alle adien, die ter occafie van de proceffen, jeeds voor den Hove hangende, geinten. teert worden v. c. in cas van guarand, indemnité, aftieomdearretementen van den proceffe aldaar Iitispendent aanteneemen enz. op dat contrarie fententien in dezel ve zaak worden voorgekomen, V. Faber in C»ihb. 3 tit. 12. def. r. Indien echter een debiteur in Zeeland ervgenamen nalaat onder diverfs jurisdictiën gehoorende, zo moet de Crediteur dezelven qq. terplaatfe van het ftervhuis convenieeren , Z. probis. Accord art. 2. 40. neemt het Hof ter eeriter inftantie kennis van Privilegiën, mitsgaaders van Keuren en herkoomen, van ondeuadeiykheid gecalangeert wordende, Z. lnftr. art 8. ook over fundatiën van Kerken en het recht van Patronaatfchap. Sr>- Wanneer 'er word geageert ex lege diffamari, Cod. dejngen, de qua Vkomans, cap. 1 j. 2.2. et Midd. ibid atque autto'r infra. 60. den Hove van Holland competeert mede de kennis van fauveguardebraak, volgens fententie 11 July 1613 in de zaak van Gerrit Claaffe, Z. Middelakt ai vrom. _ d. I. n. 39. Heet falVa guariiia non tollat jurisditcionem Somini inferioris Jecundum, ampl. Faber in cod. I. 3. t. 12. def. 5. 70. ook neemt het Hof ter eerfterIn-, llantie kennis wegens 't interinement van brieven van Remiflle en Pardon, dog Landwinning werd by den Prince van den Lande op advis van den Hove geaccordeert. lnftr. art. 122. Z, wyders over de zaken enz. Waar van het Hof ter eerfter inltamieom ffo medio de cognitie & judicature competeert behalven de geall. DD. de manier van procedeeren & fchets daarvan, de In/tr. van den Hove £3' ampl. Van welke zaken den Hogen Uaad imtncdJatetyk kennis neemt, Z. Vromans 4. tr. c, 2. & hierna. Yy a  3$3 Roomsch-Hollandsch-Recht. V*. Boek. dat zyn bygevoegde Rechters, Jaarlyks daar toe uit de Profefforen te verkiefen, vier Burgermee/Iers, en twee Scheepenen van de Stad, dewelke gefamentlyk Vierfchaar houden; maar de ProfeJJbren felf ftaan te Recht voor den Hove van Holland. Sie het 39. art.'van de Statuyten van dejdve Univerfiteit, en Interpretatie daar opgevolgd, auth. habita Cod. ne fiïius pro patre. Het felve art. van de Statuyten der Univerfiteit van Leiden luid aldus: Dat alle Studenten, en die geene die tot de Univerfiteit behoren, foo voel in Civile als Crimineele faken, 't zy dat zy aanleggers of verweerders fyn niet dan voor den Reftor en Afleffeurs wet den Burgermeefleren en twee Scheepenen der Stad Leiden fullen te reebt ftaan, 't zy of defelve met Studenten of met Burgeren gefchil mogten hebben. Behoulelyk dat Burgers of Inwoonders der Stad Leiden , niet tegenjtaande die met eenig lidmaat van de Univerfiteit mogten te doen hebben, of hem aan iemand van de Univerfiteit mogten hebben misgreepen, in Jaken daar van wegen de Graaflykbeid en by de Officiers der Jelver tegen iemand Crimineelyk geprocedeert werd, Jullen te recht Jlaan voor Scheepenen der Jelver Steede, en niet voor de Rechters der Univerfiteit, en foo wanneer eenig gebuyr-twijl, om erffcheiding , Jervituyten, of diergelyke faken mogten ontjlaan , dat Jodanige gebuyr ■ quejlun, 't zy tuffchen Burgeren, Poorters, of Inwoonders , en Brofefforen, Studenten of Lidmaten, 't zy alleenlyk tuffchen Lidmaten by Schout en Scheepenen der voorfz. Steede ge - examineert cn gedecideert fullen werden. Waar over onder andere gefchil ontftaan zynde , of een lidmaat van de Univerfiteit zig felve een anderen Rechter foude mogen onderwerpen? Is by nader Interpretatie den 25. Maart 1662. verftaan ja, en defe navolgende claufule by gedaan: Ten waar nochtans defelve meer' der jarig fynde, by contr acl uitdrukkelyk en jpecifice, en anders niet, in > een of ander geval de jurijdiclie van een anderen Rechter in dcefe Provincie hadde geprorogeert. 4 Uit het voor-recht van de perfoon hebben mede alle Krygs-luiden haar eigen Vierfchaar, beftaandeuit de Overfte van haare Bende, die men oen Krygs-raad noemd. /. unie. Cod. in quib. cauf. milit. Doch het felve is te verftaan in faken den Kryg en Oorlog of haren dienft betreffende, in andere gemeene faken ftaan fy mede te Recht voor den Hove van Holland, art. 19. van de Injlrucl. van den Hove. 5 Uit  VI. Deel. Van den dagelykfche of eige Rechter, 35-9 5 Uit het felve voor-recht mogen alle Minderjarige, Weduwen, en andere miferablc Perfoonen, hare Tegen - dingers by praventie, datir, foo fy eerft klagtig zyn, en om defelve faak nergens bank vaft gemaakt, voor het Hof van Holland te recht roepen, art. 8. van defelve Inflnicl, van den Hove. Waar onder ook behoren ongehuwde Jonge Dogteren, fchoon fy tot haar Jaren zyn. per l. 242. g. viduatn. ff. de verbor. Significat. D D. ad d, tit Ouando Imperator. Tremacing. lib. 2. refol. tit. de citat. fefol 3. nam. 16. Jacobus Cancer. variar. refolut. part. 2. cap.- 2. num. 5! [fide üroenew. ad d. I. unie.'] [En of fchoon na de befchrevene Rechten de Geeftelyke Perfoonen een eigen gerechtshof hadden, / 25. 23, c. de Epifc. &Ckric, en in Vriefland aan het Hof alleen onderworpen fyn, Sande Dcc. 1, 1. r. .genieten defelve by ons geen voorrecht. Groenew. ai k u C. de' Epifc. £f Cleric. Bell. Juridicum. pag. 248 ] . ^ Dewelke het felve foo ver nemen, dat ook ongehuwde Vrouwen die ryk van middelen zyn, daar mede onder begrepen werden. Maar „het felve werd byons niet anders of verder gebruikt, als in die geen' dewelkezyn van fobere gelegentheid, gelykerwys als Dienft-maagden' en diergelyke flegte Vrouws-perfoonen. Merul. prax. civil. lib. 4. tit. 2. cap. 9. num. 7. Contra Covarruv. praclicab. quafi. cap. 7. (2) Maar of fodanige perfoonen ter eerfter aanleg iemand voor het' Hof fouden mogen roepen, andere die het feilde voor-recht hadden? Is bedenkelyk, *ofn dat een voor-recht aan iemand gegunc niet ma* werden gebruikt tegen die geen dewelke gelyk een vOor - recht hebben^ •maar in fifik geval beide haar voor- rechten ftilftaan. I, 11.\ g, fin. ff ■ • ■ ■ ■ ' ■ ■ .■* de (i) Het fchynt dat ft privilegim fori, immediaat den Hove laftig te mogen zyn, voor zo verre het die Van de Viotiivelyke eevên min' ais anderen , welke meerder fexe betreft, ond tyds veel verdergeëxten- gegoed zyn, en die meermaals by requefte deert is als heedendaagsch; dewyl uit de aan den Edele Achtb Gerechte deezer Practycq een ieder bekend is dat een dienft- ftad, na-alvorens by arreft de jurisdictie te maagd of gemeene dogter ageerende tot hebben gefundeert, een ordinaris weet om defloratie enz, wel deegelyk gehoudë Kt hnn partyë van elders te doen dagvaarden haar partye alhier naar behooren opte roe- ' hebben geimploreert Z. Loen. decif. par. penen te dagvaarden voor deffelvs dage- m. 355. lykfche en compttente Rechter, zonder  jéo Roohsch-Hollandsch-Recht. V. Boek. de minoribus l. 8. in pr. ff. de excujat. Tutorum. Covarr. praclicab. qucsft. cap. 6. num. 2. Trentacinq. d. rejolut. 2, num. n. En alfoo is by uen Raad in Vriesland geoordeeld neen, by Joann. a Sande. lib. i. tic. i. dtfin. 2. Doch werd by het Hof van Holland 't felve des niec tegenftaande toegelaten , en aangenomen , volgens getuigenis van Groeneweg. de legïb. abrogat. ad l. unie. Cod. Quando Imperator inter pupïïl, num, 7. Staat mede wei te letten, dat het voorgenoemde voor - recht geen plaats heeft in faken, daaraan defelve Weduwen, Wefen, &c. komen by tranfporte of cejjie, dat is, by overgift van een anders Recht. arg. I. 2. Cod. de fijc. ujur. Gloff &DD. adl. 8. in fin. verf. etiamfi pupillus. Cod. de non numerat. pecunia. I. 4. Cod. de hereditar. aclion. Panormitan. in cap. 10 extra de in integrum reftitut. Ampliatie van de Injlrucl. artic. 1. Maar als fy by erffenis eenig recht verkrygen, in en over het felve vermogen fy haar felven, met dusdanig, voor-recht te behelpen, al is 't dat fy het geè'rft hebben van die geen dewelke fodanig voor recht felfs niet hadden, arg. I. 6. ff. de jure fifci. Sie mede Groeneweg. delegib. abrogat, adl. unie. Cod. Quando Imperator inter pw. pill. num. 8- II e T  VII. Deel. Van den Rechter, en Rechts-gebied, t£c. 361 H e t VII. Deel. Van den Rechter, en Rechts-gebied, uit enkele tegenwoorheid van de Perfoon, of gelegentheid van het goed; dat is, szwArreJien, of Befetu'ngen op Perfoon en f Goederen. X. Arreften of Bejetten wat, en van vaat kragt. 2. Arreft of Befetting hoe veeier haKde. 3. Wie Befetting mogen doen. 4. Of daar toe byfondere voimagt van noden is. 5. Wie befetting mag aangedaan werden, en om welke fchulden. 6 Of en wanneer voor den verval-dag. 7. Wie voor een anders fchulden. 8. Een Erfgenaam voor de fchulden van den Overleden. 9. Des Schuldenaars Schuldnadr veor bet peen hy fchuldig is. 10. Of en wanneer mm in fyn eigen handen befetting mag doen. 11. Laft, en Bewindhebbers, of en wanneer voor haar Meefters fchulden befet mogen werden. 12. Of Voogden van Weeskinderen voor de fchulden van bare Wefen , en hoedanig. 13. Welke Perfonen niet befet mogen werden. 14. Geen onderhorige van een Hoger Regter. 15. Geen Burgers of Ingefetenen van eene Stai mogen eikanderen buiten de Stad befetlinge aandoen. 16. De Ingefetenen van d: groote Steeden mogen ten platten Lande niet befit werden. 17. Welke goederen befet mogen werden. 18. Geen Studenten Boeken. 19. Geen Soldye of Kryrs - wapenen. • 20. Geen Bouw -gereetfcbappen. 21. Geen noodfakelyk onderhoud. 22. Geen 'Jaarlykfe wedle van Profefforen, Advokaten, of Predikers. 23. Geen doode Lighamen. 24. Een ander Mans goed of en boe ver befet mag werden. 25. Op welke ty ion en plaatfen geenbefettine maS gefchieden. 26. Op geen vrye Jaar-m irkten. 27. Of men op een Son lag, of op na Sonnen ondergang, Arreft of Befetting mag doen. 28. Noodfakelyke befetting lyd geen uitftel, of verf et. 29. Lyfftrqflyke faken over al te berezten. * 30. Of, aan wie, en door wie, de befetting moet werden verfogt, en hoedanig aangeleid voor den Hogen .Regter. 31. Hoedanig in de Steden. ETTEt Rechts-gebied, het welk voort-komt uit enkele tegenwoorJL1 digheid van de Perfoon, of gelegentheid van het goed, heeft plaats, fo wanneer den een den ander om enige faken in fyn Perfoon doen befetten, en aanhouden ter plaatfen daar hy hem vind, of op fyn goed bekommering doet, daar het gelegen is: daar door hy door Zz de  $6z Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. de magt van dien Rechter werd gedwongen, van die plaats niet te vertrekken, fo hy in fyn Perfoon bekommert werd, voor dat hy voldaan heeft; of fo fyn goed befet is, fyn goed voor de fchuld te fien uitwinnen, of met hem aldaar voor dien Rechter komen verantwoorden: het welk men Arrefieeren noemd. Volgens den gemenen regel, Arrefi fundeirt jPuriJdiclk. Sie Pecc. Van Bejetten en Hand-opleggen , bet I. Deel. num. 4. en bet XXXV. Deel. num. 1. en num. 4. [So wanneer tot Amfteldam aan iemant eenige goederen geconfigneert komen, met connoffementen, daar inne geëxpreffeert ftaat, dat de goederen aan hem door den Schipper moeten werden gelevert; foo is defelve perfoon bevoegt om de goederen in 't cognofcement begrepen te ontfangen, niet tegenftaande de goederen in 't Schip of elders mogten wefen gearrefteert, foo nochtans dat het arreft ongeprejudideert blyft op defelve goederen in cas van eigendom of provenu van dien ] (1) 2 Andere is dewelke noodfaak , en tot verfekering van de fchuld gefchied : gelyk als mynen Schuldenaar fyn goed begind door te brengen, te verfteken, of van voor-vlugt verdagt is. In welk geval het my vry ftaat, den felven in fyn Perfoon, en in fyn goed, op alle plaatfen daar ik hem, of fyn goed vind, te vervolgen, en daar op Recht te maken, Hoedanige befetting, den geene die defelve eerft doen, op fommige plaatfen voor-recht geven voor andere Schuld-eifferen, fulks in Vriesland, en door geheel Duitsland werd onderhouden, arg. I. 7. 5. i. ff. Qj"b. ex cauj. in poff. eat. I. 10. §. 12. ff Qua; in fraud. credit. Doch by ons en geeft het geen voor recht voor anderen , ten zy dat het uiterlyken is uitgewonnen, volgens den gemeene Regel: Arrejl geeft geen paj'erentie. Andere befetting is, dewelke alleen gefchied, om het gemak van het pleitvoeren, dat ik myn Schuldenaar ter plaats van myn Woonflede vindende, beter en onkoftelyker te Recht kan ftellen, als dat ik hem na buiten , voor den Rechter van fyn Woon - ftede, fou moeten volgen: welke manier van doen van ouds onbekend was, doch by ons over al by Keuren en Gewoonte is ingevoerd: volgens den geleiden '0 Z. Hakdvjssteh van Amst. ƒ>. 498.  VIL Deel. Van den Rechter, en Rechts-gebied, &c. 3-6J den Regel: Arrefl fundeert Jurifdiclie. Sie Pecc. van Befetten cap. 2. num. 5. en 't geen aldaar is aangeteekent. (2) 3 Befetting mag gedaan werden, by al en een ieder dewelke voor zich felve, of voor een ander, in Rechten treden mag. Daar van hier voor in het III. D. is gefproken. (3) 4 Maar of, om van wegen een ander Befetting te doen , byfondere voimagt werd vereift? is te verftaan dat het felve onder procuratie ad lites, dat is, voimagt in Recht-faken begreepen is, om dat onder defelve magt verftaan werd, al het geen tot het aanleggen, en uitvoeren van een faak behoort, arg. I. 2. ff. de Jurifdicl. omn. jud. juncl. I. 56. &f /• 62. ff. de procuratorib. Sie Pecc. van Befetten ende Hand-opleggen het III. Deel num. 4. 5 Gelyk ook al en iegelyk Befetting mag aangedaan werden, open vart welk wy iets hebben te eiffchen. Sie Pecc. van Befetten 't IV. Deel, niet alleen voor een fchuld die gereet moet betaalt werden : 6 maar ook vooreen fchuld op dag, of onder een indien, eer dat den dag om is, fo wanneer den Schuldenaar fyn goed begint te verwaarlofen , te verfteken; of anderfms verdagt is. /. 14. ff pignorib. 1. 21. /. 41. ff de judic. I. 15. ff. dePrivileg. credit. Pecc. van Befetten, het IV. Deel num- 6. 7 En niet alleen voor fyn eigen, maar ook voor een anders fchuld. Gelyk als Borgen, en die een anders fchuld hebben aangenomen. /. 2. g. i> ff. de pign. I. 5. ff. de XJfur. alwaar 't ook fonder afftand van de voorrechten den Borgen toekomende, fo fy voor den dag, of voor dat defelve fchuldig waren uitgewonnen , tot vermindering van de Goederen quame, en van onmagt verdagt wierden, /. 91. g. 4. ff. de obligat. I. 49. g 6. ff. de legat. 1. /. 10. g. 16. ff. Quce in fraud. Creditor. Pecc. van Befetten, het 4. Deel, n. 9. 8 So mag ook een Erfgenaam, voor de fchulden van den Overleden, befetting werden aangedaan, voor dewelke hy moet verantwoorden. /. 44 ff. ad Senat. Trebell. I. 24. ff. de Verb. Signif. I. 8 ff. de acq.o bered. I. 2. Cod. de heredit. vel acl. vend. Pecc. van Befetten, het 4. Deel, num. 10. 9 Ja (2) Dediverjisarrejlifpeciebusviderelicet, (3) Add.Bo&T ,d.tr.p. 468. M«vius Mffivu trabl. de AtreJHs, cap. 2. en BoiiT d. tr. cap. 7. van arrejlen cap. 1, Zz 2  364 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. 9 Ja mag ook des Schuldenaars Schuldnaar in fyn Perfoon of goed befetting aangedaan werden. /. 21. ff. de Senat. Trebell. Gelyk ook het goed het welk myn Schuldenaar onder een ander beruftende heeft, om daar aan te verhalen het geen my van den felve mynen Schuldenaar komt. d. I. 21. ff. eod. In welk geval ook den felve fchuldigen de weet gedaan werd, om fyn'befette fchuld of goed te komen verantwoorden, of dat hy 't felve gedoogd te fien verklaren daar voor verbonden en uitwinlyk te zyn. Sie Pecc. van Befetten , cap*. 4. num- 11. Joann. a Sande lib. 1. tit. 17. defin. 1. 10 So mag ik ook om het Rechts-gebied van myn dagelykfche Rechter, in de perfoon van myn Tegen dinger, vaft te maken, in myn eigen handen doen befetten, het goed daar op myn Tegen - dinger eenig recht mogt vermeinen te hebben, dat hy verklaart werde, daar op of ter dier fake by hem gewaant, geen recht nogte actie te hebben, om dat het geen een ander op my mag oeffenen, hy 'c felve recht in my tegen hem felven moet gedogen, arg. I. 32. ff a l leg. Aquil. I. 108. ff. de Ferb. oblig. tJibiDD. 11 Laft en Bewind - hebbers mogen ook voor de fchuld van haar Meefters befetting aangedaan werden, in faken daar fy haar felven voor haar Meefters rekening hebben verbonden. /. 61. ff de Procurat. I. 4, ff de re judic. I. 1. /. 7. ff. de injlit. acl. I. 2. §. 17 ff. de exercitor. acl. ten waar alleen op hasr Meefters naam en voor fyn rekening hadden gehandelt. §. 2. injlit. Quod cum Eo qui in alien. pote/lat. In welk geval fy niet verder of anders gehouden zyn, als hare laft aan te wyfen (om dat in fodanige handelingen altyds ingefien werd, op wie de Schuld - eiffcher in het handelen waarfcbynlyk gefien heeft, en wiens credict gevolgt is. /. 6. §. 1. ff. de negot. gejl. Sie Jacob Coren. objerv 28. num. 47. Pecc. de jure fijtendi, het 4. Deel, num. 12. 12 Doch Voogden van Wees- kinderen mogen, nogte in haar perfoon , nogte in haar goed, voor fchulden den Wees - kinderen aangaande, niet werden befet, of bekommert../. 1. Cod. Qiiando ex f acl. tutor. 01 13. Si eert. pet at. I. 13. Cod. de adminjlrat. tutor. I. 63. ff. de re judicat. Sie Jacob Coren Obferv. 3. num. 18. Recueil van de Coftuymen van Amfteldam cap. 19. Coftuymen tot Antwerpen tap. 27. num. 3. Sulks dat de Wees-kinderen , dewelke mede geen Perfoon in Recht hebben, arg. I. 2.2. ff. de in jus vecando l. 22. ff. ex quib. cauf. ma*  VII. Deel. Van den Rechter, en Rechts-gebied, <&■. 365 major, l. fin. Cod. qui legitimam perf/n. flandt. alleen in haar goed befetting kan werden aangedaan, het welk hare Voogden gehouden zyn te verantwoorden. Sie Pecc. van Befetten, bet 4. Deel num. 10. 13 Deefen Regel, dat ieder een in fyn Perfoon of goed befet, of rechtelyk bekommerd mag werden, lyd deefe navolgende uitfon- ' deringen: I. Dat van de befetting, dewelke alleen dient om het Rechtsgebied van den Rechter vaft te maken, vry zyn, en in haar Per- l4foon, of goed, ter dier fake niet befet mogen werden, al die geen dewelke het voorrecht hebben van ter eerfter aanleg, voor een Hoger Rechter te moeten beroepen werden. Daar van in het voorgaande Deel is gehandelt. Sie mede Pecc. van Befetten, het 5. Deel, num. 1. 6. 10. 13. 15 II. Dat volgens gewoonte en byfondere Voor-rechten van verfcheide Steden in Holland, geen Burgers of Ingefetenen t'famen wonende in één Stad, eikanderen buiten defelve Stad eenige befetting fullen mogen aandoen , om den een den ander haren dagelykfcheïi Rechter te onttrekken. Sodanig voor-recht is den Steden van Holland in 't gemeen gegeven by het groot Privilegie van Vrouw Mary, Hartogin van Bourgundie, den 14. Maart 1474. art. 9. Dat geene Ingejetenen van een der Stede, ter eerfter inftantie, om wat warelyke fah datiet fy, eikanderen fullen mogen betrekken dan voor den Gerechte der felver Stede, en niet verder, nog ook tot geenen anderen Gerechten, nogte Plekken. So ook by de Injlruclie van den Hove van Holland, art. 220. klaar werd uitgedrukt: Dat geen van de Ondefaten defer Landen, den anderen fullen mogen betrekken in d'eerfte inftantie, dan voor fyn da^elykfen en Ordinaris Rechter. Sie mede de Keuren der Stad Leiden, art. 182. Coftuymen van Utrecht, Ruberic. 19. art. 1. Coftuymen van Rhynland, art. 44. in Zuid Holland, pag. 490. (4) IÖ III. Dat volgens byfonder voor-recht, en gewoonte, de Ingefetenen van de groote Steden in Holland ten platten Lande in hare Perfoon, nog in haar goed, dat niet in 't byfonder verbonden en ver- (4) Zoo de gearrefteerde zulks verzoekt, hun dagelykfche Rechter, ordm. alb. caf, Zullen dezelven gerenvoyeert worden tot 7. art. 26. Zz 3 f  36Ö Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. veronderpand is, befet, of bekommert mogen werden. Sie de Papegay pag. 319. en 320. en de laatfte editie pag. 350. Het welk ook aan die van Amfteldam by Handveft van Hertog Aalbregt, den 20. Juny 1410 is vergunt, Dat men geen Poorter van /imfleldam, nog fyn goederen mag arrejieeren, in eenige Dorpen benoorden de Mafe, uitgefeid in befloten Steden. (5) En aan die van Delft by Handveft van Maximiliaan en Mary van den Jare 1477. Dat die Inwoonders van Delft in geene Dorden nog Ambagts -beerlykheden te recht te ftaan en fullen, van eenigerhande aclien perfonellen , daar of fy alleen te rechte en juftitie ftaan fullen in onfen voorfchreven Steede. En aan die van Leiden by Handveft van Hertog Willem de Derde, den 1. Mey 1306. Dat over Poorters van Leiden niemand hebben mach anders dan Schepen Vonnis. Gelyk meede aan die van Rotterdam by Handveft van Hertog Willem in den Jare 1340. vergund is, Dat men de Poorters aldaar ten platten Lande niet en fal mogen befetten, van onverplogen Schout, maar van verplogen Schout, of van breuke die fy jegens hem misdaden, fullen fy te recht (taan binnen den Ambagte daar het gevalt, Verplogen Schoud, of fchuld is, die by Verband-brief voor Schepenen verleden is , onder byfonder verband van eenig onroerend goed, of onderwerp van dien Rechter, het welk van ouds plogen of plegen, plogte en plegte genoemt is geweeft. Als te fien is uit gelyke Handveft by den felve Grave in den Jare 1328. aan de Lieden van Rotterdam, (het welk doen noch geen Stad was,) gegeven: Dat wat koopmanfchap, voorwaarde, of gelofte die men maakte inden Ambagte van Rotterdam, verpleegt voer den Rechter en twee gefworen, of meer, daar brieven of zyn, dat fal den Baljuw uit doen panden in alle onfe Baljuwfehap van Schieland. (6) Som- (5) En indien zulks echter gefchied , cap. 7. Att. 22. ten zy in cas van gerechvraagt men daar teegens mandament pee telyke renunciatie van loos- en eigei pannaai om het arreft kort en fchaadeloos af- dinge, fuspicie de fuga en in materie van gedaan te hebben,-doch het gem. privilegie wiffel, Z. Art. 23. en art. 26. eod. of ook ceffeert onder anderen door contract en als huurluiden Z. de bandv. p. 497. Zie renunciatie,Z. Bort. d. t p. 517. eeven verder Zurck in Cod. titulo arreft, art. 5, als het geleegen is met een poorter en Bell. jurid. cas. 79. inwooner van Amft. wiens goederen , (6) Add. Zurck l. e. art. 4. rjf van penningen of uitftaande Schulden niet zyn der Schelling aldaar. arreftabel op poene van nulliteit, ordon, d.  VII. Deel. Van den Rechter, en Rechts-gebied, &c. 36*7 Sommige Steden hebben ook fodanig Recht, dat twee buiten Luiden van eender rechts-gebied eikanderen met eenige befetting bekommerende, in rechte niet werden aangenomen, maar overgewefen werden tot haar beide dagelykfchen Rechter. Sie de Keuren en de Coftuymen tot Amfleldam cap. 19. art. 29. Sulks ook by Jan van Beverwyk verhaalt werd: Dat die van Dordregt van gelyke haar gewoonte eertyds tuyg-fchrift hebben overgefonden , aan Vrouw Mary Hertogin van Borgundie. In fyn Befcbryving van Dordregt pjg. 298. 17 Alle Goederen mogen by befetting werden bekommert, lighameJyke, onlighamelyke, roerende, onroerende, aantaal, infchuld, &c. fonder onderfcheid, en wat foort die mogten wefen: ten einde den Schuldenaar, of Befitter van dien, defelve niet vervreemde of vermindere voor en al eer den Schud - eiffcher van fyn agterwe'efen fal fyn voldaan , of het felve goed verklaart werd daar over verbonden te zyn. /. „5. in pr. £P §. uit. ff. de petit. heredit. I. 6. in fin. ff. de pollicitat. 18 Daar van werden uitgéfondert: L de Boeken der Studenten of School-gaften, dewelke met geen befetting mogen werden bekom- 19 mert. auth. habitaCod. neFilius pro Patre. Gelyk ook niet de Soldye, en Krygs-wapenen van de Krygs-luiden. /. 4. C. de Execut. reijudic. juncl. l. 6. C. de jurifdicl. Nog ook de Bouw-gereetfchappen tot 20het bebouwen van 't Land behorende. /. 7. /. 8. juncl. auth. Agricultores. Cod. Qua res pign. obligari. Om dat op defelve geen ftilfwygend verband, nog uitwinning gedaan werd, /. 40. ff. de rejudicat. d. auth. babita. juncl. d. I. 6. 8. & autb. feq. C. Quce res pign. Ten waar by gebrek van al ander goed. D D. ad l. 40. ff. de Rejudicat. /. 4. Cod. de execut. rei judicat. Sie Pecc. van Befetten. bet V. Deel, num. 1. 6. en 22.- 21 IJ. Werden van de Befetting uitgéfondert, het geen iemand toe fyn noodfaakelyk onderhoud van noden heeft, gelyk als fyn dagelykfche klederen, en het geen iemand tot fyn noodfaakelyk onderhoud befproken is. /. 6. fif /. fin. ff. de aliment. &? cib. relicl. I. 15. ff. de rejudicat. §. in venditione. 22 Daar onder ook gerekent werd het Jaarlykfche Wedde, dat is, het Jaarlyks inkomen van Profcfforen, Advocaten, of Predikers, die daar  3ó8 Roomsch-Hollanüsch Recht. V. Boek. daar in by den Krygs luiden geleken werden, d. I. 4. Cod. de Execut. r'eijudicat. juncl. 1. 14. Cod. Advocat. diverf. judicior. dewelke ook by geen gewysde verbonden verklaard, of ter uitwinning geleid werden als voor foo veel daar van boven het nodig onderhoud na gelegenheid geoordeelt mocht werden te kunnen overfchieten. arg. I. 173. ff% fa Reg. jur, Senderling in dé Predikanten of Kerken - Dienaren, welkers Wedde of Jaarlykfche beloning by ons nauwlyks genoeg i's, om na den ftaat van haar bediening te leven. Sie de Aantekeningen op Pecc. van Befetten, hetV. Deel. num. 13. 23 111. Mag men geen dood Lyk met eenige befetting bekommeren. /. 6. Cod, de Sepulcro violato. maar most het felve, fonder eenige verhindering, ter aarden gebragt werden , /. 27. ff de Condit. injlit. len waar het felve, om eenige baarblykelyke voorgaande misdaad, ook na de dood ftrafbaar, en onwaardig was ter aarden gebragt te werden. Daar van hier voor het IV Boek , het XXXIV. Deel, num. 12. werd gefprooken, en breder' werd verhandeld in de aantekeningen over Pecc. van' bejetten, bet V. Deel, num. 23. 24 IV. Gelyk een anders goed , voor des anders fchuld, door een ander als die het toekomt, niet kan verbonden, of veronderpand «werden. /. i, & tot. tit. Cod. Si res aliena pignori. I. 41. ff de vignet-at. acl l. 54. jf. de Reg. Jur. foo mag ook eens anders goed , voor de fchuld van een ander niet befet, of bekommert werden, arg 15- S' 4-ff* de re judicat. Sie Pecc. van Befetten, het V. Deel' num. 19. als alleen, voor fo veel, als des Schuld-eiffchers Schulderaar daar op, ten laften van den Eigenaar, te fpreken had. arg. I. ir. t 5 ff de pignor. acl. (7) So mogen ook de goederen van een tweeden Huurder in een Huis of op Land bevonden, wel befet werden, om daar r,m)£???ei uu rCn ?fi$fc f*' 2- inf- & van der Schelling in de ceffie daar toe behoeft, quod jun civüt efl aanteek. op 't cod. p. m. ick. over arreften contrarmm, Vid. Bort d tr. cap. 5. num. onder een derden en wat daar in val te 10. ook kan om jurisdictie te fundeeren obferveeren, is te zien byde ordonn P aelvs de actie van onzen debiteur, teegens manier van procedeeren alhier cap 7 ait ons competeerende onzent weegen onder 15. £? Mr. f. Bort, d. t.P. m. ' onze Procureur worden bezet. Bokt. d. t. F 5 4'  VIL Deel. Van den Rechteren Rechts-gebied, &c. daar op den eerfte Huur, ter fom van de voort - verhuuring, dat is, de tweede Huur, te verhalen, d. I. n. g. 5. ff. de pignor. acl. 25 V. Syn ook fommige plaatfen en fommige tyden , op dewelke geen befetting mag gefchieden. Gelyk als van ouds waren de Kerken, Kerkhoven, Kloofters, en Gewyde plaatfen, daar men niemand in fyn perfoon bekommeren mocht, dewelke gelyk als voor is gefeid, by ons geen heiligheid in haar felve werd toegefchikt, en dien volgend geen vryheid geven: alleen dat fommige Vry - Heeren, den Bankbreekige Koopluiden, in haar Rechts-gebied, voor het overval van hare Schuld - eiflcheren, bevryden, foo by ons wel meeft tot Vianen en Kuylenburg, niet alleen voor die geen welke buiten fchuld door ongeluk van de Zee, in onmacht, en verloop zyn gekomen, maar ook wel, voor die geen, die hare goederen, voor hare Schuldeiflcheren, hebben verfteken, tot groot nadeel van de gemene luiden gepleegd werd. Sulks wy in 't laatfte deel van het voorgaande Boek hebben aangewefen: dat foo veel Kuilenburg aangaat, ter oorfaak van de Herberging van Hans Diedrik de Mortagne, om de geweldige Juffer-Roof van Katryn dVrleans, tot daartoe vervolgt, vry bepaalt, en befnoeit is. 26 Dat de Vrye Jaarmarkten, van dat defelve met de Klok werden ingeluit, tot dat defelve met de Klok werden uitgeluit, vryheid geven, van aldaar ter plaatfe in perfoon , niet te mogen werden befet, werd by ons als nog onderhouden, in fodanige befetting, dewelke alleen werden aangeleid, om iemand van buiten, voor dien Rechter bank-vaff. te maken, juxta. I. 1. Cod. d. nundin. &p mercationibus. Sie mede Pecc. Van befetten, bet X. Deel, num. 3. 4. en 't geen aldaar werd aangetekent. 27 Daar van ook de fommige de Sondagen en de gemene Feefi - of Vierdagen vry keuren; dat men op defelve geen befetting mag doen. arg. I. 11. Cod. deferiis, ook dat men na Son ondergang geen befetting fou mogen doen; Doch 't felve aangaande de Feefl-en Vier-dagen werd by ons niet uitbefonderd. In 't verder mogen alle Exploiclen, dat is, Rechts-werking, en uitwinning tot allen tyden van den dag fonder onderfcheid gedaan werden, fonder dat het felve in de befetting in het byfonder werd bepaalt: als zynde iets dat den Aanlegger t'fynen prykel, dat is, op koften van ongelyk vermach, en Aaa fon-  370 Roomsch-Hollandsch Recht. V.Boek. fonder volkomen kennis van faken, werd toegelaten, het welk tot allen tyden mach verfogt en toegeflaan werden, arg. I. 2. §. ff. Quis ordo in poffeffwnib. fervet. Sie meede Pecc. van Befetten , het X. Deel, num i. 2,. 28 Doch ftaat te letten , dat al deefe uitfonderingen , alleen plaats hebben in befetting, dewelke alleen om het Rechts-gebied vaft te maken , werden aangeleid. Tegen andere befetting dewelke uit noodfake gefchied, uit verdachtheid van onmagt, of voor-vlugt, en werd geen verfet van voor-recht der Perfoonen, plaats, of tyd aangelien. /. 2. /. 7. ff. ex quib. cauf. in poff. eat. 1. 10. g. 16. ff. de his qua; in fraud. credit. 29 In lyfftraffelyke faken, mogen ook de geen die iets misdoen of verbeuren, over al aangevat, en te recht geftelt werden ter plaatfen daar fy gevonden werden, fonder eenig onderfcheit, of verfet. i. if Cod. Ubi de crimine agat. Sand. lib. 1. tit. defin. 6. 30 De befetting werd by den hogen Rechter , en fulks by het Hof van Holland, dewelke haar Rechts - gebied over geheel Holland uit ftrekt, niet toegeftaan , als na voorgaande verfoek , waarfchynlyke aanwyfing van de fchuld, en verdachtheid van des Schuldenaars onmacht, gevaar van voorvlugt, of kennis dat hy hem in geen vafte Wdon-ftede defer Lande onthoud , daar men hem fekerlyk fou kunnen roepen, en heeft fulks alleen plaats iri noodfakelyke befetting. Sie Merul. prax. civil. lib. 4. tit. 2. cap. 25. num. 2. Damhoud. prax. civ. cap. 64. num. 18. Pecc. van Befetten, het III. Deel, num. 5. Andr. Gail. de Arreft Imp. cap. 1. num. 11. 31 Doch in de Steden, werd het ieder een tegen luiden van buiten , alleen om haar aan het Rechts - gebied aldaar vaft te maken, fonder voorgaande kennis , toegelaten , door een Gerechts • Bode te doen, dewelke daar toe verfogt zynde, fyn dienft niet mach weigeren ; na dat ieders Keuren en Coftuymen dat in het byfonder inhouden. Sie meede Pecc. van Befetten, het XXIV. Deel , num. 4. Alleen dat de befetting van Borgers tegen Borgers, of Ingefetenen tegen Ingefetenen om verdachtheid van onmacht verfogt, en na voorgaande genomen kennis van faken, moeten toegeftaan werden. Op  VII. Deel. Van den Rechter, en Rechts-gebied ytéc. 371 Op dat de befette luiden in haar Perfoon of faak (8) niet werden opgehouden', fo moecen fy onder fekere Borg van aldaar te recht te ftaan, ontflagen werden, en kunnen haar faken, by kort recht, voor andere faken vervolgen. Sie Pecc van befetten , cap. 45. num. 7. en 't geen aldaar aangetekent is Die anders en fonder Borg de gedane befetting ontging, fou daar door vervallen in een groote boete en breuke, in ieder plaats, by d'een meerder, d'ander minder, daarop geftelt. Sie Pecc. van befetten, cap. 38. (9) En wederom , fo den Befetter ten eerften Rechtdage zyn befetting niet in bragt, fou daar meede de faak ontflagen, en af zyn. Van alle 't welk breder te fien is, in de Keuren en Confluymen in Rhynland. an. 42. en volgend. Van Leiden , artic. 181. Recueil van de Coftuymen tot Amfteldam cap. 19. Coftuym. in Zuid Holland, pag. 489. Coftuym. tot Utrecht , Rubric. 19. artic. 4. Coftuymen tot Antwerpen tit. 27. 28. Statuyten in Vries* land, lib. 3 tit. 9. Land-recht van Overyjfel, tit. 5. art. 6. 13. [Geen arreften werden verleent op Obligatien of Rentebrieven ten lafte van 't gemeene Land. Vid. Placaat van den 18. Maart 1661. Papagay p. 356. Arreft afgedaan onder cautie , en binnen een jaar en fes weken niet vervolgt , is interrupt , en fyn de borgen van haar borgtogt ontflagen. En of wel de inftantie tegen den principaale debiteur , by middel van reliëf foude kunnen werden hervat , foude fulks egter tegens de borgen geen plaats hebben. Sic faipius judicaturn."] (10) (8) Waaronder meede voornaamelyk gaande het ceiTeeren der arreften & prasbehooren de arreften op Scheepen, waar fteeren van cautien ten zeiven fine is te omtrent zeer falutaire dispofitien zyn ge- zien Bokt d. t. cap. 8. per tot. maakt by de wetten alhier, Z. ordonn. d. (o) Add. Ordonn. d. c. art. 28. t. p. 60 £ƒ 6u add. Roceus p. 82. Aan- (10) Plura vide apud Zurck d. t. Aaa £ Het  37* Roomsch-Hollandsch-Recht. V, Boek. Het VIII. D Rechts-gebied uit Verbintenis, en van Trorogatie van Jurifdictie. 1. Rechts- gebied by Verbintenis wanneer aantaal. plaats heeft. 6. Wanneer reconventie meet gefchieden . a. Prorogatie van Jurifdiüie , wat, boeda- voor of na iitifconteftatie. nig te doen, en tot wat fom. 7. Heeft geen plaats na bet gaan van bet 3. Of tot Erfgenamen getrouwde Vrou wysdom. wen en gefielde Borgen kan uit gerekt 8. Mg in faken van ongelyken am en eiwerden. genfcbap. 4. Wanneer iemand ftilfwygende den Rechter 9. Nog tegen iemant die in de naam van een onderworpen werd. ander pleit voerd. 5. Hoedanig door reconventie en weder- 1XJE,: Rechts-gebied uit Verbintenis, heeft plaats, als iemand zich JLjL een anderen Rechter, daar hy anders niet onder hoord, uitdrukkelyk of ftilfwygend onderwerpt: uitdrukkelyk, als iemand zich met uitgedrukte woorden , het bedwang van den felven Rechter onderwerpt, anders Prorogatie van Jurifdiclie. I 1. ff de judic. I. 18. ff de jurifdicl. l x. £?/. 3. Cod. eod. Sie Andr. Gail. lib.'i. obfe, 'v. 1. num. 29. & obferv. 6. num. 7. infin. 2 Het welk by ons een gemeene Helling der Notariflen in de Verbinteniffen geworden is , dewelke felden werd achtergelaten, met deefe woorden : ten bedwang en executie , van allen 's Heeren Rechten en Recbteren Het welk nochtans, federt de nieuwe ampliatie van de Inftruclie van den Hove inden Jare 164.4.. art. 6. niet uitgerekt werd tot het Rechtsgebied van den Hove van Holland, ten zy 't felve in 't byfonder werd uitgedrukt. Sedert die men gewoon is daarby te doen., en fpecialyk den Hove van Holland. Daar by meede vaft gefteld is, dat de fom, tuffchen luiden van verfcheide Steden, meer moet bedragen als hondert, en in de Dorpen vyftig gulden: en tuffchen luiden wonende in de fes groote Steden, onder een en het felve Rechts-gebied, defaken moeten bedragen boven de drie hondert, en in de kleine Steeden boven de honderten vyftig gulden. Waar van hier na breder in het XXV. Deel. Sie de nader Ampliatie art. 5, 6. Ordonantie van de kleine faken in den Jare 1379. art. 2. Merul. fracl. civ. Hb. 4. tit. 2. cap. 14, Sulks ook  VIII. Deel. Rechts-gehied uit Verbintenis, fêc. 373 ook in Vriefland onderfcheidentlyk fchynt plaats te hebben, uit het geen Joann. van den Sande uit der felver Land-recht verhaalt, lib. i tit. i. defin. 3. 3 Hoedanige onderwerping ook tot den Erfgenaam, van die geen dewelke fodanig verband hebben aangegaan, werd uitgerekt, arg. I aa ff, ai Senat. Trebell. juncl. I. 59. ff de Reg. Jur. Sie Pecc. van befetten het IV. Deel, num. 10. En XIII. Deel. Ook tot een Vrouw, dewelke uit het verband van haar Man daar in gehouden is. Sie Sande lib I. tit. 1. defin. 3. Ook foo iemand hem in feker Verband - brief onderworpen had het Rechts-dwang van den Hove van Holland, en tot verfekering van de felve fchuldig zich eenige Perfoonen als Borgen hadden geftelt, fonder van het felve verband of onderwerping op nieuws vermaan te do°n fouden defelve Borgen , foo wel als defelve fchuldige, uit krachte van het felve verband, voor den Hove geroepen mogen werden, en indien defelve Borgen haar verfet wilden nemen, dat fy tot haren dagelykfehen Rechter mogten overgewefen werden, fou het felve verfet verworpen werden. So als verftaan is in de faak van Jan Adriaanfz. Kleermaker in den Hage, en Pieter Vos tot Rotterdam Gedaagde, tegen Tan Marcys Impetrant, ^«13. Deeemb. 1613. Parate Executie, dat is, dadelyke uitwinning fonder voorgaande rechts - pleging, mag men by ons niet bedingen. Het welk alleen is een recht van het gemeene Land, tot invordering van hare Schatting en Omflagen. Sulks by Refolutie verboden is, dat niemand zich bv onderhandeling of enkele overgift fal aanmatigen. Sie bet Amfleldam 3. Deel, van de Conf. ende Jdvyfen , pag. 16. Doch in plaats van dien is de manier van willige condemnatie ingevoerd, dewelke daar van niet veel verfchild, waar van de manier van inftelling t'fyner plaats is aangewefen; 4 Stilfwygende werd het Rechts ■ gebied erkent, als iemand geroepen zynde voor een Rechter daar hy niet onder behoort, daar tegen geen verfet neemt tot overwyfing aan fyn dagelykfehen Rechter, maar de faak aldaar fonder tegen - feggen bedingt, daar door hy verftaan werd ftilfwygende in het Rechts-gebied van dien Rechter te bewilligen. /. pen. ff de jurifdicl. I. 1. Cod. eod. I. 1. Cod. Ubi de crimen. I. 30. jf. de judic. Aaa 3 5 II.  374 Rooms ch-Hollandsch Recht. V. Boek. 5 II. Werd ook het Rechts-gebied ftilfwygende erkend, door reconventie, dat is, weder-aanfpraak, of weder - aantaal foo aan de zyde van de geen die de weder - aantaal doet, als die geen tegen welke defelve werd gedaan: al is 't dat geen van beiden den felven Rechter onderhoorig is. Want foo iemand geroepen zynde voor een Rechter daar hy niet onder hoort, alvorens te antwoorden, wederom aantaal en eifch van reconventie doet, werd hy daar door verftaan den Rechter te erkennen, en dat hy daarom den felve in de eerfte faak tegen hem niet mag wraken, dien hy in de tweede faak voor hem erkent heeft. En wederom moet den Eiffcher die een ander voor beider onderhorigen Rechter roept, voor den felven te recht ftaan, foo fyn Wederdinger iets op hem by reconventie, en weder-aantaal komt te eiffchen, om dat men den Rechter die men voor zich heeft verkoren, tegen zich niet mag wraken. /. II. §. 2. ff. de jurifdicl. I. pen. & auth. feq. Cod. de f ent ent. 6* int er loc. omn. jud. Novell. ^6. cap. 2. g. i. Sie Merul. prax. civ. lib. 4 tit. 2. cap. 14. num. 4 £? feqq. Andr. Gail. lib. 1. obferv. 39. 6 Defe weder - aantaal of reconventie gefchiet gemeenlyk voor de litifcon* teftatie, dat is, voor, of te gelyk met het antwoord , dewelke den Aanlegger moet aannemen , al wilde hy van de faak afftand doen, daar toe hy na het geding van het felve weder-aantaal, en antwoord , niet mag werden toegelaten. Soo als hier voor in het III. Deel ten deele en hier na in het XVIII. deel breder is aangewefen. Sie mede Chriftin. vol. 4. decif. 94. num. 5. in fin. Berlich. praclt. concluf. part. j. concluf. 22. num. 64. Cancer. var. refolut. part. 2. cap. 13. num. 38. Maar mag , na het gevoelen van de fommige in alle deelen van het geding ingeklampt werden, doch in fuik geval kan het den voorgang van de eerft aangeleide faak niet fchortfen, of daar mede gelyk geftelt werden , dewelke anders foo die voor en met het antwoord werd ingedient, te gelyk moeten voortgaan en geëindigt werden. Sie Merul. prax. civil lib. 4. tit. 43. cap. 2. num. 3. Chriftin vol. x. decif. 180. num. 6 & ad leg. Mechlin. tit. x. art. 24 fub. num. 5. Jacob. Cancer. var. refolut. part. 2. cap. 13. num. 14. Wurmfer. prax. tit. 12. obferv. 4. 7 Sodanig weder-aantaal heeft geen plaats na het gaan van het gewysde, Marant. prax. part. 4. diflincl. 6. num. 39. Joann. a Sande, Hb.  VIII. Deel. Rechts-gebied uit Verbintenis, têc. 375lib. 1. tit. 6. defin. 2. Nochte vermach , in het eerfte aanleggen verfuimt zynde in te dienen, by het hoger beroep of appél ingeklampt werden. Soo dat in 't lang werd verhandeld by Marant. part. 4, diftincJ. 6. num. 24. Guid. Pap. decif. 436. num. 102. Jacob. Cancer. part'. 2. var. refolut. cap. 13 num. 5. En is na der felver gevoelen geoordeeld by den Hove van Vriesland, volgens getuigenis van Jan van den Sande, lib. ï. tit. 6. defin. 1. 8 II. Moet ook de faak van weder-aantaal van gelyk recht, en gelyke foort en eigenfehap zyn, met de eerft aangeleide: omdat defelve gelyk als met den anderen by compenfatie werden verlykt, en gedood. Sulks niet kan gefchieden tuffchen faken, daar in eenigen ongelykheid is. I. uit. 5. i. Cod. de compenfat. Soo dat hand-vulling, dat is, provifie van Namtiffement, by de eerft aangeleide faak verfocht, door het weder-aantaal niet kan werden gefchorft, ten zy daar by gelyke handvulling kan werden geëischt, en vaft gemaakt. Sie Math. Coler. de proceff. execut. part. T. cap. 3. num. 30. of het verfoek van dadelyk onderhoud van lyf en levens behoeften kan tegenftaan , of fchorfen. arg. I. 3. Cod. de compenfat. Surd. tracl. de aliment. tit. 8. privileg. 53. num. 5. 6. 9 III. Kan defelve niet tegen geworpen werde den geen, die uit laft, en voor rekening van een ander pleit voert, in het geen hy op fyn eigen naam mocht fchuldig zyn, gelyk als fyn Volmachten, Laft en Bevelhebbers, Momboirs of Voogden, en Bewind - hebbers. /. 2. §. 3-#- de Jud. I. 14. §. uit. Cod. de Sentent. & Interlocut. Wurmferi, prax. lib. 3. tit. 12. obfervat. 7. num. 1. Andr. Gail. de pace publica, cap. 12. num. 3. (1) HET (1) Gelyk meede niet in cas van cm- worden getermineert. Z. Merula /. 4. t. plainte, of fpelie, quce momentanea juris re- 43. cap. 4. £? 6. Papegaay, 1 d. p, 436. media reconventioms moras non admittunt. add. Brunnemam traUatude proceffu, p. 2. nogookinmaintenue de dominio, vid. Bort cap. 10. £f A. in cenf. for. p. 2. /. j. cap'. ebferv. I. 1. t. 10. of in cas poenaal, uit 27. Of reconventie ten overftaan van Arhoofde van 't verbod van den rechter , biters geinftitueert mag worden ? word vyals meede niet in materie van Gyfeling of ligft gediftingueert zoo by het compromis Eevijie, nogook teegens dereconventie, de cognitie in Reconventie aan hun is opgeof in cas crimineel uit zake van geleedene draagen, kunnen zy als Rechters uit beding injurie, dewyl hetcrimineele alvorens moet dienvolgens zeekerlyk mede inreconvencie  n6 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. Het IX. Deel. Van Recht-gebied, en Rechts-dwang uit overdragd, en wederfyds gewilkeurde toeftand, daar in van geftelde Rechters, Keur-rechters, en Goede-Mannen, anders^. delegeerde Rechters, Arbiters, en Arbitrateurs. i. Gedelegeerde Rechters wat en welke. 7. Of men van een uitfpraak van Arbiters t. Commiffuriffen wat en welke. vermach te appelleren. 3. Gewillekeurde Rechters wie en welke. 8. Of en wanneer het felve niet tegenftaan- 4. Arliters, of Keur-rechters. de appél, mach ter uitwinning geleid 5. Arbitrateurs, of Goede - Mannen. werden. 6. Hoedanig te onderfcheiden, en of de clan- 9. By en door wie de uitwinning van een fule na fcherpheid van Rechten, of na uitfpraak moet gefchieden. recht, reden, en billykbeitenig onderfcheid ic. Verhlyfonder willige condemnatie boedamaakt. nig aan te leggen. BY overdracht werden tot Rechters geftelt, die het van haar felven niet waren, maar laft en bevel krygen, om gelyk als eigen Rechters deefe of geene faak te beflegten. /. 1. g. 1. & l. 3. ff. da offic. ejus. Defe fyn tweederhande, andere die haar laft en bevel krygen van de Hooge Overheid, over faken dewelke den Staat betreffen, en geen fekeren Rechter kunnen toegepaft werden, of dat by die geene, tot welkers kennis de faak fou behoren, fwarigheid werd gemaakt, en verfet werd tegen geworpen, om de kenniffe van de faak niet aan te nemen , die men gedelegeerde Rechters noemt. /. 1. £f tot. tit. ff. de ïoff. ejus cui mand. eft jurifdicl. (1) Andere dewelke uit het midden van het Lighaam der Rechters, tot het verhoor en kennis van defe of geene faak werden geftelt: derhalve» defelve gemeenlyk Commiffariffen, dat cognosceeren&uitwyzen ,dog zoo het ver- verder bier na 18. deel. blyf geen gewag van de reconventie maakt, (1) Men zie vooral Merula maniervan kan zeekerlyk met geen grond ten hunnen procedeeren, l. 1. t. 6. c. 2. endeuitmun- overftaan worden gereconvenieert, ten zy tende aanteek. vanMt. de Haas, ald. pag. men lust hadde een peremtoire exceptie m. 82. declinatoir van de party aftewagten. Zie  LX. Deel. Van Rechts-gebied, en Rechts-dwang, &c. 377 dat is, Bevel-hebberen genoemt werden. Daar van deler macht nauw 2 befet en in de juifte laft van doen en uitvoeren is bepaalt. /. 1. §. 1. ff. de offic. ejus Novell 82. cap. 1,2./. jinal. Cod. Ubi 6? apud quem tot. tit. Cod. de Pedan. judicib. Der gener heel breed, en onbepaald alles begrypt , wat tot een Rechts-gebied behoord. Sie Jul. Clar. lib. 5. §. jinal. quafi. 40. & feq. Marant. prax. part. 4. difèincl. jud» 5. Andr. Gail. /. I. obf. 97. 3 Gewilkeurde Rechters zyn, aan dewelke de faak met volkomen wil en toeftaan van den Dings-luiden werd verbleven, foo fy 't goed vinden uit te fpreken. Defe werden wederom onderfcheiden in Keur-rechters, of GoedeMannen, anders Arbiters of Arbitrateurs. 4 Arbiters of Keur - rechters foo genomen, zyn de geene die den Dingsluiden hun faken en gefchillen gehouden zyn te uitten, en hun Vonnis te vellen, na de Rechten en gewoonten komen te vereiflchen, na de macht hun by het verblyf gegeven, fonder defelve te mogen overtreden, of te buiten te gaan. /. 13. §. 2. de recept, qui arbitr. Sie Speculat. de arbitratore. §. 1. in pr. Hier werden gemeenlyk twee perfbnen toe genomen, en werd defelve de macht gegeven, om indien fy den anderen niet verftonden, een derden als Over - man tot haar te nemen. /. 17. §. 6. ff. eod. 5 Arbitrateurs of Goede-Mannen , van ouds genaamt, Kersluiden, zyn vriendelyke Middelaars, dewelke na hun beft verftand en goeddunken, fonder eenig manier van Rechts-vordering oordeelen, en de luiden fonder opzicht van het Recht in 't minnelyk van eikanderen fcheiden. Om te weeten of iemand als Keur-rechter of Goede-man is aangenomen , moet den inhoud en meening van het verblyf uitwyfen. /. I. <5 /. 3. ff de recept, qui arbitr. Soo dat het uit het fcharpfinnig onder• fcheid van woorden, na fcberpbeit van rechten, of na Rechten, Reden, en Billykheid, foo fommige menen, niet ftaat te onderfcheiden, gelyk of'er iets recht was, het geen dat niet redelyk, en billyk was, of iets redelyk, en billyk, dat niet te gelyk recht was: maar uit de faak felve, en de manier van het verblyf ftaat te oordeelen. Gelyk als een faak, die eigentlyk in recht beftaat, aan eenige perfoonen, als Rechters, en 't geen daar van recht is uit te fpreken, het fy met hoedanige Bbb woor-  378 Roomsch-Hollandsch-Recrt. V. Boek. woorden dat het fy, verbleven werd, welke faken altyds, na het geen daar van recht is, moeten geoordeelt werden, het fy dat defelve dan in ruim of eng genomen recht beftaan: en zyn de fodanige, Keurrechters van rechten, Maar foo 't een onrecht-midlyke laak was, daar in foo feer niet wierd gefien op het geen dat recht was, als het geen buiten aanfehouw van het Recht, tuffchen de Willekeurders oneven was, of tuffchen beide ftond, gelyk als in fcheiding,. verdeeling van goederen, en Koopmanfchappen, daar twee den anderen te loof en bod zyn geweeft, en het oneven aan eenige perfoonen, na redelykheid uit te fpreken werd verbleven, daar in foo feer niet gefien werd op recht, of op den juiften prys , als op de bemiddeling van het geen dat tuffchen de Keur luiden oneven blyft, het welk eigenlyk GoedeMannen vriendtlyke Scheidsluiden zyn. Daarom ook der felver uitfpraak, het Mannen feggen werd genoemd. Sie /. 1. juncl. I. pen. Cod. de recept, arbitr. I. uit. Cod. de contrab empt. I. 24. ff. locati. 1. 76. <&? feqq. ff. pro Socio. Sulks mede te recht werd onderfcheiden by Andr. Gail. lib. 1. obf. 150. num. 5. Soo dat in het twyfelagtige altyds moet verftaan werden, dat de faak na rechte is verbleven, als niet uitdrukkelyk anders blykt; en werden de Goe-manfchappen van onrecht- middelyke faken merendeels mondeling aangegaan , en beflegt, het fy in volle kragt, dat men noemt, klax, aling, en al, of onder fekere boete voor die geen die het Mannen-feggen afgaat: en werd felden eenig verblyf by gefchrift aangegaan, als met fodanige meening dat de faak, na het geen dat recht is, fal werden uitgefprooken, het welk of in faken van fcherp - recht, of geëvende billykheit beftaat, het een niet min recht is als het ander, en beide onderfchei- dentlyk, wat ieder in fyn foort recht is, by de wetten ontwyflyk verklaard werd. •. 7 Het onderfcheid tuffchen een Keur - rechter en Goede- man is eertyds.velerhande geweeft; als te fien is by Panormitan. in cap. Qéihta vallis, extr. de jure jur. num. 8. £? fqq. Waar van wel het voornaamfle was, dat men van de uitfprake van Keur-rechters niet vermochte te appelleeren, of tot een hooger Rechter te beroepen, maar defelve, het fy dat die wel of kwalyk gedaan was, moet voldoen; van een uitfpraak van Goede-Mannen was het geoorlooft. Sie Sande lib. r. tit. 14. defin. 1. Chriftin. vol. 1. decif. 142. numer. 2. 3. Doch  IX, Deel. Van Rechts-gebied, en Rechts-dwang, ï§c. 379 Doch heedendaags vermag men fonder onderfcheid , foo wel van -een uitfpraak van Keur-rechters, als van Goede-Mannen, hooger beroep doen , het welk men Reductie noemt. Sande Hb. s, tit. 14. defin. 1. Welke Reductie indien dat binnen tien dagen werd aarigè&i t, heeft de kragt van Appél, en fchorfing binne's Jaars van Reformatie, en enkel beroep fonder fchorfing. Merul. prax. civ. lib. 4. tit 5. cap. 1. num. 3. 4. Chriftin. vol. 2. decif. 142. infin. Na het Jaar, of indien van Appél of Reductie op fekere boete afftand gedaan is, werd defelve niet toegelaten, ten waar by Reliëf en herftelling. 8 Sommige meinen dat Reductie nimmermeer kragt van Appél en fchorfing heeft, met fuiken infigt dat daar door de uitwinning van het vonnis van de Keur-rechters fou kunnen werden gefluit. Als fyn Salicelus ad l. r. Cod. Ouando provoc. non Heet. Menoch. de arbitrar. jud. lib. i. queefb. 80. num. 20. Leoninus Confil. 76. num. 5. Maar is na het gevoelen van Baldus. ad. I. 40. §. 1. ff. de pact. Panormitan. in capit. Quintavall. col. 23. verfic. fed bic annecto extra, de jure jurando. Maranta. tit. de Appellationibus num. 122. anders verftaan: te weten dat Reductie ook kragt van Appél heeft in het (luiten van de uitwinning by Boer. decif. Durdigal. 284. num. 24, Anton. Faber. Cod. lib. 2. tit. de arbitr. defin. 8. Chriftin. vol. 2. decif. 143. num. 8. 9. Sande Hb, 1. tit. 14. defin. 4. En werd by ons het felve alfo onderhouden, uitgéfondert indien op fekere boete van Appél en Reductie afftand gedaan is, in welken geval , alhoewel by herftelling, nog wel Appél werd vergund, heeft het vonnis en uitfpraak evenwel fyn voortgang ter uitwinning , en moet voldaan werden onder Borg van wedergeven , foo daar na anders verftaan wierd. nader Ampliat. van de Inftruclie van den Jare 164.4.. art. 20. De boeten by het verblyf bedongen , werd niet eer verftaan vervallen te zyn, als wanneer de uitfpraak in Reductie by het laatfte gewysde is beveiligt Coren. obferv. rer. jud, 13. 9 En mogen geen uitipraken ter uitwinning werden geleid , ten fy daar op een rechtelyk vonnis is gewefen, om dat Keur-rechters van haar felve geen Rechts-gebied, nog Rechts-dwang hebben: en daarom haar uitfpraak by wysdom van den dagelykfen Rechter moet bekrachtigt werden, daar uit het felve ter uitwinning mag geleid werden. /. 15. ff. de Rejudicat. Sie Andr. Gail. lib. ï, obferv. 1. num, 53. Derhal- Bbb 2 ven  380 Roomsch-Hollandsch-Recht. V. Boek. ven op dat de verblyven foo veel te kragtiger fouden zyn, by ons de Keur-dingers elk over en weder by het felve verblyf, een onwederv roepelyke Voimagt in rechten ftellen , by willige overgift, en hem magtig maken, om haar in de uitfpraak, by de Keur - rechters te doen, by den Hogen Raad te laten verwyfen : waar op de uitfpraak gefloten aan den Raad werd overgebragt, en daarop wysdom werd gegeven, en heeft als dan geen Appél of Reductie plaats. Self niet by manier van Revifte, of herfinning: om dat den fodanigen op fyn eigen overgifte en met fyn eigen wil is veroordeelt, daar van hy niet kan werden herftelt; als" hier na breder fal werden aangewefen. In 't V. Boek XXF' Deelno. 4. 10 Welke uitfpraken gefloten aan den Raad werden overgebragt, en voor het wysdom foo verborgen gehouden als het mogelyk is. Omdat iemand een verblyf aangegaan hebbende onder willige overgifte van wysdom van den Hogen Raad, en vernemende dat de uitfpraak tot fyn nadeel fou mogen zyn, hem nog altyd voor en eer het wysdom gevelt is, vermag aan den Hogen Raad te keeren, en te kennen te geven, dat hy hadde gemerkt, uit eenige woorden van de Keur-rechters of anderfms, dat de uitfprake t'fynen nadeel was beraamt, en verfoeken mandament van Reliëf, dat is, herftelling jegens het verblyf, en het geven van de voimagt tot het wysdom, met overgift van de uitfpraak by de handvulling te voldoen onder behoorlyk feker. By wat Rechter men van een uitfpraak moet in Reductie komen, is eenigfints twyffelagtig: Doch is wel het fekerfte en meefte gevoelen, volgens getuigenis van Chriftin. vol. 2. decif. 142. num. 4. dar. men dendagelykfchen Rechter (dat is, die Rechter fou moeten wefen in defelve faak, indien dat die niet had verbleven geweeft,) niet behoort voor by te gaan : Doch werden by ons om de veelvuldigheid van de pleit-faken af te fnyden, de uitfpraken van Keur-rechters ten eerften by het Hof van Holland tot hoger beroep aangenomen. Me-, rul. prax. civ. lib. 4. tit. 5. cap. 1. num- 2. gelyk ook meede in Friesland en in Frankryk onderhouden werd. Sande lib. 1. tit. 14. defin. 2. Monarc. ad. I. 32. §. 5. ff. de recept, qui arbitr. (2) Het (2) Op dit fujet is verder remarquabel old. ibiq. citat. add. MERULApag. m. 235. het getradeerdeby den Raadsheer Loenius £ƒ A. Lybhechts R, V. 2. d. 12. cap. decif. ei* obfervat. cas. 19. en Mr. Boel  X. Deel. Rechts-gebied uit de eigenfehap, &c. 381 Het X. Deel. Van Rechts-gebied uit de eigenfehap van de faak buiten de Perfoon. 1. Rechts-gebied over 't goed by een ander 5. Voor wol Recbter veel en meer gelykfcbul- befet ter plaatfe daar men bet vind. dige van een faak. 2. Of en wanneer men voor een andere 6. Saken van Gemeenlands-Middelen waar Recbter, uit faak van waring, moet te en voor wie te bereebten. reebt ftaan. 7- Kerkelyke of Geeftelykefaken, by wieen 3. Voor wat Recbter men moet te recht ftaan, hoedanig van ouds , en by ons te he¬ ter fake van erffenis befit, maken van flegten. Staat cn Inventaris, cïfc 8. Kerk-ordening van den Jare 1591. 4. Voogden en Bewindhebbers voor wie, ter 9. Leenroerige faken waar'en voor wie tt fake van Rekening en bewys te doen, te beflegien, recht moeten ftaan. TEn aanfien van het goed, daar gefchil overvalt, werd men het Rechts-gebied, enden Rechts-dwang van een Rechter onderhorig op verfcheide manieren. 1 Als eerft: Dat een ieder fyn goed mag vervolgen, en op eifchen, over al ter plaatfe, en voor dien Rechter, daar hy het vind. /. 3. 7. C. Ubi in rem acl. Sie Merul. prax, Civ. lib. 2. tit. 1. cap. 2. 2 II. Moet den Verkoper, die het verkogte goed belooft heeft, of anders fchuldig is, te guaranderen, dat vryen, en waren, ten opfigte van de faak, het aantaal dat by iemand tegen den Koper daar op werd gemaakt voor des Kopers Rechter, of elders, daar hy geroepen werd, komen verantwoorden , en aldaar te recht ftaan. /. 1. C. ubi in rein acl. Sie Andr. Gail. lib. 1. obferv. 37. num. 1. Het welk alfo te verftaan is, foo wanneer hy aan de waring fchuldig is, en defelve niet tegenfpreeken wil, of kan; maar foo hy de waring felfs wil ontkennen, of tegenfpreeken, fou hy fyn verfet hebben tot overwyfing aan fyn dagelykfehen Rechter, die de kennis toekomt, of hy in waring gehouden is, of niet. arg. 1. uit. Cod. ubi in rem. acl. 1. 2. Cod. de Jurisdicl. Sie Joann. a Sande. lib. 1. tit. 1. defin. 5. Het welk by ons met fodanig onderfcheid is aangenomen, dat den Verkoper voor het Hof van Holland, en fulks voor een Hoger Rechter ter fake van wa- Bbb 3 ring  38r Roomsch-Hollandsch-Recht. V. Boek. ring geroepen zynde, fonder onderfcheit te recht moet ftaan, fonder fodanig verfet te mogen tegenwerpen, volgens het 115. en 117. an. van de Inftruclie van den Hove van Holland. Maar voor een lager Rechter ter fake van guarand, of waring geroepen zynde, foo hy de waring wil tegenfpreeken, mag hy exceptie van renvoy, dat is, verfet van o\erwyfing tot fyn dagelykfehen Rechter, voorwenden, volgens getuigenis van Groeneweg. ad. I. uit, Cod. ubi in rem. acl. Derhalven om 't felve voor te komen beft is , dat den Koper fijn Verkoper, die in waring gehouden is, niet dagvaard om de waring aan te nemen , maar alleen wettelyk doet aanfeggen en bekent maken , dat fodanig aantaal op het goed werd gemaakt, met verfoek, dat hy hem daar tegen komt verantwoorden, en de faak aanneemt, of dat by gebrek van dien, fo hy daar in gewefen werd, de fchade en kosten op hem fal verhalen. Tot vergoeding van welke fchade en koften,, hy gehouden is, en niet ontgaan kan, fo hy in de waring fynde, na gedane bekentmaking in gebreke is gebleven, tot. tit. ff. & Cod. de evitl. Sie Sande lib. 1. tit. 1. defin. 5. in fin. (1) 3 III. Moeten de faken rakende befit van erffenis, maken en leveren' van Staat en Inventaris, dat is, befchryving des Boedels, befligt werden ter plaatfe en voor dien Rechter daar het fterf - huis is gevallen, tot. Cod. ubi de beredit. agatur. 4 En mogen en moeten alle Voogden en Bewindhebbers om rekening van haar bewind geroepen werden, voor den Rechter van de plaats daar 't Sterf-huis Is gevallen, en onder het Rechts-gebied van dewelke fy de voogdye, en bewind hebben aangenomen, voor dewelke fy gehouden fyn rekening te doen, al is 't dat de goederen elders (1) Vid. merul2e man. van proced. f. eed. voor de Hoven van Juftitie in Hoim AU- & feq. ibiq. in not citat. de dis- land. tit. 7. en 8. & Boey tn verbo gatinftie tuffchen Guarand en Indemniteit rand. In beiden heeft echter na beter geword gemeenlyk aldus gemaakt: In gua- voelen,intetvtntie plaats, des dat deOngirand heeft zonder tegènzeggen interven- neele gedaagde daar door met ontflagen tie plaats, en furebeert de principale zaak; werd van den frocelTe, maar gehouden euarand is bovendien reëel en is betrek- zy in cas van Condemnatie , zo wel als kelyk de onroerende goederen; van al het- de gedaagde in guarand , het gewysde te welk het tegenftelde in regres of indem voldoen. Orden. alb. p. 77niteit occutreert. Z. de Manier van pro-  X. Deel. Rechts-gebied uit de eigen/chip, &c. 3$3 gelegen, of't bewind ergens anders is gevallen, tot. tit'Col ubi de rauocmm, juncl l 45. ff. de judic. in fin. princip. 1. rp: 5. r T,5 5. I. ff. eod. I. 54. 5; u ff.de procurat. Chriftin, w/. 2 ^ decif tfó num. 7. Zyp. mut jur Belg. tit. de jur f tiet. verf. Sed R tut elDewelke ook voor haar dagelykfehen Rechter om fodanige fcken £ roepen zynde, exceptie van renvoi, dat is, verfet van overwyfing' kunnen tegenwerpen en daarom voor haar dagelykfehen Rechter wel aanfpreï kelyk zyn, doch by denfel ven niet verder kunnen werden gedoemt als voor den Rechter van het Sterf.huis, en onder dewelke fy de voogdye en bewind hebben aangenomen, haar rekening te moeten doen. arg. 1. uit. Cod. ubi in rem. attio. I. 2. Cod de iurifdict 5 So mogen ook, op dat de faak niet verdeelt werd, en bv v'erfch-i de Rechters over een en defelve faak, by d'een dus, en by dïnder fo geoordeelt werde , voor een algemenen hoger Rechter geroken werden veel en meer te gelyk-fchuldige, aan een en defelve faak of anderfmts voor den Rechter van de plaats daar het goed dat vee en meer te gelyk aangaat , gelegen is, of de faak uit fyn eigen aart aann mgig ls, gelyk asm érffelyke en erffcheidelyke fake?, Voog! dyfehappen en diergelyke, dewelke al aldaar of anderfmts voor een hoger Rechter te gelyk mogen geroepen werden. /. 1. / 2 ff, de auib reb. aieundemjudicem. I. 10. C. dc jud. 1.11. ff. de jurifdm.Menl Lx civ. ho. 4 ut. 40. cap. 3. num. 16. Andr. Gail. lib. 1. obferv 32 ö len aanfien van de faak, buiten aanfehouw van de perfoon moe te.° *)% fjken vaVies Gemeene-lands-middelen voor Schepenen Cornmffanffen, ter eerfter aanleg beliegt werden, dewelke geftelt zyn tot Rechters tuffchen de Pagters van des Gemeene-lands-middelen en den gemenen Luiden, over alle faken van frnokkelery, en fluikèrv elk in fyn Scad en over de Dorpen, onder derfelver verpagting behorende. Daar van te fien is bet i7. ende 18. art. van de generaals Ordonn. des bemeenlancs Impojten. 7 Uit gelyke infigc behoorden alle Kerkelyke of Geeftelyke faken tot de Kerkelyke of Geeftelyke Vierfchaar. Dewelke van verfcheide foorten waren ; andere dewelke alleen in geloofs-punten, en inftelling beftonden. Andere dewelke de beroeping van Kerken-dienaren, enden Kerken-dienft betroffen. Andere dewelke Kerkelyke en Geeftelyke genoemt wierden, by gevolg, gelyk als faken de Kerkelyke tugt en oef-  384 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. oeffening, en gefchillen tuffchen Kerkelyke Perfonen en over KerkGoederen voorvallende. Andere dewelke waren van een gemengde Vierfchaar, en ten deele behoorden onder het Waereldlyke, ten deele onder het Geeftelyk Rechts-gebied, als fyn Huwelyks-faken, Eedfweren, Egt - fcheiding, Over-fpel, en diergelyke. Dewelke al in fyn foort tot de Geeftelyke Vierfchaar behoorden, en volgens de Pauffelyke inftellingen, by den Pausgefinden ter plaatfen onder denfelven behoorende, als nog by den Geeftelyke in 't byfonder werden beregt, het welk waar in en hoe ver plaats heeft, te iien is by Andr. Gail. Ub. i. obfervat. 37. Georg. Tholofan. Syntagm. jur. lib. 47. cap. 21. num. 26. Welker Vierfchaar federt, en met den herftelden Godsdienft, by ons t'eenemaal is verworpen, en is den Kerken-Dienaren en Overheden, by ons geen Vierfchaar, of kennis van eenige Recht-faken gelaten, hoedanig die mogten wefen, dewelke alle by den gemene Rechter fonder eenig onderfcheid moeten werden beflegt. Blyvende alleen aan de Kerkelyke Overheid de voorforg, en beftiering van den dienft der Kerken, gelyk als beroeping der Kerken - dienaaren, Inftelling van Kerkelyke oeffeningen, en 't geen tot het Preek-Ampt behoord; in 't verder hebben fy de ontfegging van de Kerkelyke gemeenfchap over hare Ledematen , over die gene dewelke van een 8 opentlyk en bekend ergerlyk en fchandelyk leven zyn. Tot de uitvoering van al 't welke de Kerk- broeders niet alleen te feggen hebben, maar de Overheid van de plaats , of haare toegefondene Volmagtigden , werden bygevoegd. Waar op de manier van doen, fo in het verlriefen der Kerken - Dienaaren, als het onderhouden der vergaderingen van den Kerken-Raad, Claffe, en Synode, en van den Kerkelyken Ban en Ontfegging: en meer andere faken, tot eendragtige onderhouding en vordering van den herftelden Godsdienft defer Landen,in den Jare 1591. by eenige Heren uit den Hogen en Provincialen Raad, benevens andere daar toe by de Staten van Holland gelaft, fekeren vallen voet beraamt was, onder den naam van Kerk-Ordening. Doch de felve in de vergadering van de Heren Staten overgelevert, aan de Edelen eu Vroedfchappen van de Steden uitgefonden, en tot verfcheide malen in de vergadering overfien zynde, heeft in het eerfte geen volkomen voortgang gehad , door dien dat veel Steden hun lieten bedunken, dat de de Kerkelyke perfonen al te veel gefag daar by gegeven  X. Deel. Rechts-gebied uit de eigenfehap, t§c. 38c geven wierd ; tot dat eindelyk in de maand July en Auguftus in den Jare 1612. by de gemelde Heren Staten van Holland nader is gerefolveert, dat by provifie, en tot dat anders fou wefen geordonneert by den Steden, Heerlykheden, en Dorpen van Holland en Weft-Vriesland, daar't zelve begeert en goedgevonden werd, defelve Ordening fou werden gevolgd en onderhouden: Sedert dien defelve alom merendeels is gevolgd en onderhouden geworden, en als nog in twyffelyke faken, daar in de Overheid en Kerken - Raad den anderen niet kunnen verdaan, daar toe werd beroepen. Het voornaamfle van de felve Ordening der voorverhaalde faken dienende, beftaat in de navolgende Artykelen: Verkiefing van de Kerken -Dienaren binnen de Steden. Art. 1. So wanneer in de Steden eenigen Dienaar des Woords God$ fal ontbreken, fullen de Burgermeefteren en Regeerders der felver Steden committeeren vier Perfonen, die fy daar toe alder-bekwaamde fullen verftaan. En fullen de Burgermeefteren en Regeerders voorfchreve, den Dienaren des Woords Gods, en Ouderlingen der Kerken in de felve Steden bevelen, mede uit den haren vier perfonen te committeren, die gefamentlyk na voorgaande Gebeden, en onderfoek dies aangaande by hen - lieden te doen, procedeeren fullen tot verkiefing van alfulke perfoon, of perfonen als hen goeddunken fal, tot den voorfëiden dienft van node, nut en bekwaam te zyn: En defelve hare verkiefing als dan voordragen het Collegie van de voornoemde Burgermeefteren en Regeerders. En indien de gedane verkiefing den felven aangenaam is, fal den verkofen Perfoon in der maniere navolgende geëxamineert werden ; en fo ver hy bevonden word bekwaam , en genoegfaam van God begaafd te fyn , fal hy den Gemeente en de Kerke voor gehouden worden. En indien binnen veer. tien dagen daar na niemand hem openbaart, die eenige redenen weet voor te brengen, daarom men hem niet behoorde t'ontfangen, fal hy tot den voornoemden Dienft met oplegging der handen , ofanders, na de wyfe van een iegelyke Kerk, aangenomen, en in de bediening van de voornoemde Dienft gefteld worden. Maar fo ver de voorfz. Burgermeefteren en Regeerders, verklaren de voorfeide C c c ver.  386" Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek; verkiefing hen-lieden niet te behagen, fullen de voorfeide Gedeputeerden en in de maniere als voren , tot nieuwe verkiefing van - eenige andere procedeeren. Fcrliefwg van den Kerken - Dienaren ten platten Lande. Art. 2. So wanneer in de Dorpen eenigen Dienaar des Woords van noden fal wefen, fullen de Hooft-Officier met den Schout en Gerechte, aldaar vier perfoonen uit den Paroghie, die fy daar toe alderbequaamft vinden, Committeeren; die met drie Dienaren uit den Clajje van dien kwartiere met een Ouderling van de Kerke, of daar geen Ouderlingen zyn, meteen vierde Dienaar van de voorfeide Clajje gefamentlyk tot verkiefing van een bekwaam Kerken-Dienaar fullen procedeeren, en den felve behoorlyk doen examineer en, en daarna in der Gemeente in de Kerk doen voorhouden, om het felve in de manieren als voren gedaan, den verkoofen Dienaar in den dienft aangenomen, en fulks als voren gefteld te worden. En aangaande de Paroghien en Kerken daar van particuliere Heeren of Ambagts-Heeren recht van gift der Kerken hebben, en daar van in daadelyk gebruik zyn : defelve Heeren of Ambagts-Heeren fullen uit haare Heerlykheeden of Ambagts- Heerlykheeden daar het felve valt, committeeren vier perfoonen; die fy daar 'toe bequaamft verftaan; dewelke met drie Dienaren van de CioJJe van dat kwartier, en een Ouderling van de Kerk, of daar geen Ouderlingen zyn, met een vierde Dienaar van den felve Clajje, gefamentlyk tot de verkiefing van een bekwaam Kerken - Dienaar fullen procedeeren. En het felve gedaan zynde, fullen die den voorfz. Heeren of Ambagts-Heeren preJtnVeeren. En indien hen de verkiefing behaagd, fal gee'xamimert, de Gemeente voor gehouden, en in den dienfl gefteld worden, als voor verhaald is; Maar foo ver hy verklaard dat hem de verkiefing* niet behaagt, fullen de voornoemde Gecommitteerden in der maniere als voren tot nieuwe verkiefing van eenige andere procedeeren. En fal iegelyk Clajje alle Jaaren vier Kerken - Dienaren onder hen-lieden deputeéren, die, als't van node fal weefen, over de voornoemde verkiefing fullen ftaan , fonder dat de voorfz. verkiefing gere. lardeert fal worden, door abfentie, van iemand der voornoemder Gecommitteerden, daar toe van te voren geinfmueert zynde. Welke injinuatie  X. Deel. Rechts-gebied uit de eigenfehap, 387 by den Hooft-Officier, of den Heer, of Ambagts-Heer binnen de:i tyd van twee Maanden fal moeten gefchieden , na dat de Kerk van een Dienaar fal wefen onvoorfien. Van 't onderhouden der vergadering, van den Kerken - Raad, ClaJJis, en Synode Provinciaal. Art. en l7- VIII. Van klagtein geval van nieuwigheid of ongebruik. InftrucL art: 39. Ö* Jei1' Andr. Gail. lib. x. objeiv. num. 30. £f objerv. 16. num. 9. IX,  lx. Deel. Van Rechts-gebied uit voor- recht} &c. 393 IX. Beroerende Voor - rechten , Coflumen , Keuren, &c. Merul. d. loco. cap. 12. 20. X. Van alle bevelen jegens die geen dewelke iets tegen? recht den anderen aandoen, Vulgb Mandament poenaal. Sie Gail. lib. 1. obferv. 13. £5? feqq. Merul. ibid. cap. 24. Daar. by het Hof, in faken daar in iemand overlaft lyd, 't welk hy met geen ordinaris middel weet te beletten , of het welk gedaan zynde, niet wel herfteld fou kunnen werden, of tot merkelyke fchade foude kunnen ftrekken, of anderfints de faak geen uitftel lyd, op fekere groote peine iets verbied, ofbeveeld; daar van de manier van doen te fien is in de Papegay pag. 322. Het welk ook by de Rechters in de Steden in fommige faken, en voornamentlyk in Timmering van Huifen is ingevoert. (1) XI. Van alle Crimineele en lyfftraflyke faken verjaart zynde, en ongeftraft gebleven. Inftruót. art. 8. m fin. daar onder ook begrepen zyn de Vagabonden en Land- lopers. Gail. lib. j. obferv. 1. num. 33. £f 34. dewelke om haar groote onfekerheid voor alle Rechters daar men dezelve vind, foo in cas Civilah Crimineel betrokkenkunnen werden. D D. in 1. ï. Cod. ubi de Crimine in verb. reperiuntur. XIL Op de geftading en onderfoek van verleende Brieven van Pardon, Remiffie, Abolitfe, Ceffie, Refpyt, &c. vulgö , Interiment. XIII. Soo wanneer iemand een ander t'onrecht heeft beklad, en onder het volk verdeeld, ter fake van eenige misdaad, fchuld, befit ter 'kwader trouwen , of diergelyke vermag den beledigden hem roepen voor den Provinciale Raad, om fyne actie te inflitueeren, of dat hem by gebrek van dien een eeuwig ftilfwygen opgeleid fal werden, ex 1. diffidmari Cod. ingen. manumiff. Gail. /. 1. obferv. 9. 10. n. 12. Mynf. een. 7. obf. 82. & cent. 6. obferv. 90. [vid. infra 5 b. 19 d. n. 20.] XIV. Om uitwinning verleend te hebben op verjaarde Vonniffen. Inftruft. art. 118. en Ampl. art. 30. en van den Hogen Raad. art. 273. Marant. de execut. num. 54, (2) XV. (1) Z. landv. van Amft. p. 593. £f fc? 553. edog is ten dezen opzigte niet ten Ordonn. p. 99. onregte by Mr. Boel aanttek. op Loen. p. (2) Vonniöen van Heeren Scheepenen 42 5.geobferveert,datnietteegenilaandede nog Scheepenen kenniffen zyn te Amft. aan Certificatie, waar cp de non verjaaring word geen Vergaring fubjeer., Z. Handv. p. 557 gefundeert, echter de kragt en 't effect van Ddd  394 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. XV. Op alle arreften. Sie Merul. d. loco. cap. 25. en 't geen hier voor in het VII. Deel is verhandeld. XVI. Van faken daar van dat verfcheide Schuldenaars in verfcheide Rechts-gebieden wonen. /. 10. Cod. de jud. & tot. tit. ff. de quibus reb. ad eundem jud. eatur. Gail. lib. 1, obferv. 32. Meynf. cent. 1. obferv. 4. Menoch. de Arbitrar. jud. lib. 2. cafu. 371. Affliót. decif. 227. Ten waar dat eenige der felver buiten Holland woonden, dewelke dan by haren dagelykfen Rechter geroepen fouden moeten werden, per l. ultim. ff. de Jurisdicl. Zypée. Notit. Jur. Belgic. tit. de Judic. verf. quibus. Ten laatften. Indien dat den lager Rechter, of recht te fpreeken weigert, of door al te lang uitftellen geen recht doet, door wegen van Evocatie, dat is klagte van geweigert recht. Gail. lib. 1. obferv. 1. ufque ad 32. inclufive, & objerv. 41. Mynfmg. cent. 5. 81. Imbert. Injlit. fsrenf. cap. 23. Covarruv. pracl, qucejl. cap. 6. ^ 7. 5 De faken daar by dat het Recht-gebied van den Hoogen Raad, behalven de faak van hooger beroep of appél, ter eerfter aanleg plaats heeft, zyn deefe: I. In faken tuffchen twee vreemde Kooplieden , die geen fekere woonplaats in Holland nog in Zeeland hebben. Injlrucl;. van den Hogen Raad, artic. 18. II. In alle faken van befit, en in andere faken daar na Rechten of Ordonnantie geen beroep valt. Inflr. van den Hogen Raad. art. 19. III. In faken beroerende de Scheepvaart, ibid. art. 20. Daar-en- boven foo verleend den Hogen Raad in Holland, in den naam en van wegen de Hoge Overheitalle Relivementen, of herftellingen, en alle brieven van Beneficiën van Inventaris, Ceflien, of afftand van goederen, en diergelyke.lnflrucl. van den Hogen Raad. art. 23. Soonochtans dat de geftading van dien, by den dagelykfen Rechter moet getoetft werden, (yulgó, geinterineertf) dewelke na genomen kennis van faken de gegeven Brieven of verwerpt, of toeftaat, na gelegentheid. (3) Het zulke vonniflen (venlaa Civile) na de tyd p 744. A. in cenf. for. p. 2. cap. 22. n. van 33 jaren en 4 m randen ophoud; Waar- 34. cel. de Haas in notis p. 151. op zeer applicabel is dj leer van onzen (3) Plura babet Vromans in traiïaiu de Aucteur hierna 26 d. n. 15. adi. Merula foro Comp. Iïj. i. cap. 2.  XII. Deel. Van Actiën, dat is, Rechts-aantaal, &c. 395* Het XII. Deel. Van Aélien, dat is, Rechts-aantaal> en het aanleggen van dien. 1. ABie of Rechts ■ aantaal iaat. Naraptilïement, wat, en wanneer 2.' Hoe velerhande. ' plaats heeft. 3! Poffel "oir ofPetitoir, wat. 7. Volgens den grond van bet befcbreven recht a. Van wat kragt en waar te beregten. ingevoert. <. ComplainBe en Maintenue wat. 8. ABe of Rechts. aantaal is van ruim, of 6. Hand ■ vulling , anders Provifie ran eng genomen recht. j 4 Ctie, of Rechts-aantaal, is het recht dat men op iemand heeft /\, door Rechts-dwang te doen voldoen, het geen dat hy ons fchuldig is. pr. Injlit. de Attionib. daar van den aart, en eigenfehap, voornamelyk moet ingenen werden, om dat ook daar uit het onderfcheidentlyke Rechts-gebied en Rechts-dwang , van den Rechter werd vaft gemaakt; foo uit oorfaak van de perfoon, als van de fchuld, en het goed daar de fchuld is op geveft, daar van hier voor onderfcheidentlyk is gehandelt, gelyk dat te recht werd aangemerkt by B.ombout Hogerbeets, van het aanvangen der ProceJJen, in 't begin. 2 Actie, of Rechts-aantaal, is van verfcheide foort, daar van andere uit de daad, en manier van inftelling, is lyfftrariyk, andere onlyfftraflyk, daar van de geene uit misdaad, deefe uit gemeene fchuld voort komt. Andere Crimineel of Civyl, die uit gemeene fchuld voort komt, is wederom andere by iemand in zyn perfoon alleen verbonden is: andere daar voor eenig goed verbonden, of verfekert is, of het welk ftrekt om eenig goed op te eiffchen, of te vervolgen. §. 1. Injlit. de Ailionib. Anders perjoneel of reël. (1) •» * Reële, dat is, faak-roerige ABien, zyn wederom andere, daar by alleen over het provifioneel, dat is, enkel en voor af begeerde befit, het fy om te verkrygen, om te behouden, of wederom te krygen het geen men verloren heeft, verfchii is. g. x. g. 4. 6. Injlit. de Interdict. Andere daar by het volle recht van het goed ten definitive, dat is, by eind-oordeel verfogt of begeerd werd. cap. pajlorales 5. tjf tot. tit. extr. de cauf. pojfejj. 6° proprietat. Anders Poffeffoir en Petitoir. Daar van al- (x) Conf, DD. ad. tit. Digeft, deolligation. (f aStion. et Cl. Bachc vius in traicktude aüionitus. Ddd 2  Roomsch-IIollandsch-Recht. V. Boek. alcyds geraden is de faa'c in Cas Poffeffoir, dat is, by voor afwyfing van het befit, aan te legden, om dat, dewyl het bewys van het recht tot den vollen eigendom dikmaals fwaar valt, den Aanlegger, door het voor af toewyfen van het befit, van het verder bewys dapper werd verligt: door dien dat hy in het befit blyft, foo lang den Tegen -dinger zyn recht tot het goed in het tegendeel van dien ten vollen niet bewyft. g, 4. Inftit. de interdict. I. 23. Cod. de probationib. Dat ook het felve ligt te wagen is, nut dat de geen die het Befit-recht niet kan verkrygen , daar door niet verlieft , of verhinderd werd in Petitoir ten definitive, dat is, ten vollen aantaal, by eind-oordeel voort te gaan. I. 14. §. Jinal. ff. de except. rei judicat. 4 Het Befits - aantaal moet voor den Hoogen Raad in Holland ter eerfier inflelling aangeleid werden. Injlrucl. van den Hogen Raad, art. 19. behalven dat in verfcheide Steden op't ft uk van erffenis, byfondere Keuren zyn van inleiding en uitleiding, en weder inleiding in befie van het Sterf-huis, door twee Schepenen van de plaats te doen: daar op mede voor af over het befit werd geoordeelt, fulks hiervoor t'fyner plaats is aangewefen. Welke faak van het Befit-recht der-in, of uitgeleide, vooraf moet werden geoordeelt, eer men met de faak ten eind-oordeel mag voortgaan. /. 3. C. de interdict. Dog de faak over ander Befit-recht voor den Hoogen Raad aangeleid zynde, verhindert; niet voor den dagelykfen Rechter by eind-oordeel voort tegaan. contra d. I. 3, Cod. de interdict. & l. 10. Cod. de Judic. Om dat het voor-recht van fodanig Rechts-gebied, niet verder of anders kan werden uitgerekt , als het felve uitdrukkelyk inhoud. §. 6. inftit. de Attionib. juncl. I. 2. Cod. de legib. Gelyk het Befit-recht felf, foo is ook de manier van Rechts-vordering van dien tweederhande, andere om het verloren en verhinderde befit- recht wederom te krygen; andere om in hetondernomen Befit-recht te werden geftyft en gefterkt. Daar van het een Complaincle, het andere 5 Maintenue, genoemd werd. Hoedanige Complaincle ook voor het Hof Provinciaal, byklagte van nieuwigheid ter eerfter aanleg ingeftelt mag werden. Van welke manieren van doen in 't lang te fien zyn in de Papegay. pag. 111. en iao. Sie mede Wieland, pracl. civ. tit. 1. c. 9. £«13. en tit. 2. c. 7. Damhoud. prax. civil. cap. 41, 42. Daar op onderfcheidentlyk ftaat te letten, dat in de complaincle voor het  XII. Deel. Van Jcfion, dat is, Rechts-aantaal, &c. 397 het Hof, voorgaande dagvaarding werd gedaan, om te fien openen de brieven van complaincle, en voorts te procederen na zyn fonne en inhouden; dewelke geopent zynde, daarop eerft demonftratie en aanwyfing van het befit-recht werd gedaan. Maar voor den Hogen Raad mandament van complaincle gelige en verleend zynde, werd eerft en alvoor defelve te openen, den Commiffaris fonder kennis en weeten van partyen aanwyfing en demonftratie in loco gedaan, en by hem informatie van de pqjfeffie genomen, en als dan eerft dagvaarding gedaan, om te fien openen de Brieven van complaincle, en tyd te fien ftellen om contrarie feiten pnffeffoir in te brengen, en defelve te bewyfen, foo 't haar goed dunkt. (2) 6 Naaft aan het voor aanleg van Befit-recht, kómt Hand-vulling, anders Provifie van Namptiffement, daar by den Aanlegger uit kragt van een openbare fchuld • bekentenis by zyn hand-teikening beveftigt, mag eis doen tot kennen of ontkennen ; en ingeval van kennen, voor alle uitftel of vertrek, hand-vulling mag verfoeken, daar by den Ged: vooraf werd veroordeeld het geëischte onder den Rechter te leggen, of anders aan den Eiffcher op te fchieten, onder goed feker dat hem 't felve wederom fal gewerden , foo by eind - oordeel anders verftaan wierd. Indien den Gedaagde zyn hand.teikening en de fchuld ontkend, werd op de gewoone manier by eind-oordeel voortgevaren. Hoedanige hand-vulling ook tot al andere openbare gefchrifcen uitgerekt, en ruim genomen werd, om dat defelve niet by de enkele ypraclyk, dat is, manier van Rechts-pleging, tegen het gemeene recht, foo fommige menen, zyn ingevoert, maar felfs by de befchreve rechten geen verfet, of uitftel wierd verleend, jegens fchulden daar van by bekentenis, of anderfinds uit dadelyke baarblykelykheid kon werden geoordeeld. /. 4. g. 3. /. 31. ff. de re. jud. I. 10. ff. de pignorat. acl. I. 6. g. r. ff. Qiiib. mod. pign. vel bypotb. Doch tegen fodanige verfogte hand-vullingen, valt ook fomwylen verfet dat den Eiffcher daar op niet alleen ftaan mag, maar dien onvermindert, in de faak moet voortgevaren worden. Daar van is te fien by (2) Vid. doüijf. IacobiMenochii egreg. eed. p. 436 fc? 437. Bort tratlaatvan cornCmnmentar deadipiscenda, retinenda etrecu- plaincte £f Wassenaar praft. Jud. Cap, peranda pojjesfione, Add. Meeul. mod, pro 12-15. Ddd 3  398 Roomsch-Hollandsch-Recht. V. Boek, by Toann. a Sande lib. ï, tit. 8. defin. 3. En het geen hier na in het 5. boek, 16. deel, onder denTytel, van Rechts-plegingen van gemene faken in 't byfonder fal werden verhandelt. 8 Anders werden de Actiën, en het Rechts-aantaal verdeelt, in ruim of erg genomen recht. %. 30. injlit. de Aclionib. Aantaal van ruim recht is daar toe gepaft kan werden alles wat tot die foort van faken behoord, gelyk als in de handeling van Kopen en Verkopen, werd in het twyfelagtige gevolgd, het geen uit den aart van de handeling, daar toe behoord, al is 't dat het felve niet uitdrukkelyk was bevoorwaard. /. n. §. 1. #• de acl. empt. Soo ook in andere gelyke faken, als van Bèwaar-geving, Laft-geving, Gemeenfchap-deiling, Erf-fcheiding, Fand-geving, en diergelyke, daar in rlen Rechter, de vryheid heeft na recht, reden, en billykheid te oordeelen, of en wat den een den andere na de eigenfehap van de faak te doen of te geven heeft-, en magt heeft beider recht in verfcheide infigten te juiften en te vergelyken, wat en hoe veel den een den andere moet toegeven, arg. J. 30. inftit. de Aclionib. Aantaal van eng genomen recht is, daar in den Rechter ftip bepaalt is, aan het geen die faak uitdrukkelyk inhoud, fonder daar op eenige gejuifte of geëvende uitlegging by faaks gevolg te mogen doen. Gelyk als in alle verbanden daarby iemand iets fchuldig kent, bedongen Renten, Borg-togten, Aantaal uit fake van uitterfte wil, en diergelyke, daar in de woorden van het verband en overgift ftip moeten werden gevolgd. /. 1. ff. de Ferb. obligat. I. 24. ff. de praifcript. verb. (3) (3) Alvorens tot 't volgende deel over- fundamenten van zyn fuftenue zonder een:tegaan moet ik alhier by wegen van Ver- ce animofiteit of beooging' van ongeoor. maning een ieder waarfchouwen, dat men loofde Winft Vid. I. 1. $. 5. Jt. de extra. nietnalaaten zynepartye eerft door minne- ord. cogn. en dezelven wigtig bevindende, lykeinterpellatientotconfecutie van't wet- liefft onmiddelyk behoorlyke procuratie tig verfchuldigde te trachten overtehalen, paffeeren, en de beftienng der zaake zonen dit niet willende gelukken zig in tyds der eigenzinnigheid of ook reticentie van van een Hndig Advocaat en naerjiig procu- het geene de faiten aangaat, aan die lieden reur te voorzien, want niet zelden ziet verder toebetrouwen, eeven als men zig men uit verkeerde zuinigheid het eerfte in cas van lighaamelyke ziekte of ongezo niet beide nalaten, waar. aan dikwils makken aan Geneeskundigen overgeeft, te veel word gerifiqueert, gelyk de gevol- zonder de zulken als te willen voorfchry. gen niet zelden uitwyzen ondanks zommi- ven wat zy doen moeten , en om het welk ger naam of waanwysheid; met gemelde zy kundig zynde met recht den fpot dryven oer foonen moet men vooraf overleggen de zouden. H a t  XIII. Deel. Van ^Daging. 399 H e ï XIII. Deel. Van Daging. X. Daging, wat. . • 4. Hoedanig by edifte, brittn ' 0/ " —i?e"0^ plaats beeft by cas. T, , 4. Dilatoire exceptie. ' U g om f""™». of indemnite of en 5. Den dag te kort neleid zmde r. ™ann"r, 'f verMefl- 6. Iemand jegens een Oorlof of Fee II da* ,T„ 1 .Ca,ll!mnia. 'ff tvjante geroepen zynde. f 1 J '? T, £y °»< S^uitelyk. 7. Tegens dfe gene die op een anders naam % aSCZ**"** ^^X^'™**^ * IMfZ f ^ m** worge. s. Copye van ,le Procuratie' en dag te ver- ü£e °}* foeken, of en hoedanig Ly ons lifr^ruik, l6 By'welke evr^r-P» 9. Cautie voor de koften en doanciiiuru ei- 1/ S. ^ ^ Tj^Er den Gedaagde antwoord, moet hy wel letten of hy het gedin^enen, t^dewelè hy £ "tt^^ hy  4i5 Roomsch-Hollandsch-Recht. V. Boek. hy in den Rechter bewilligt heeft) niet werd toegelaten. /. pen. ff. de jurifdift. 1. 30. ff. de judiciic. 1 Verfet of exceptie is een tegenftelling des Gedaagde tegen het geding van den Eifcher, foo tot afwyking van den Rechter, als tot uitftel of vernieting van de faak. g. 8. injlit. de exceptionib, Daar uit te verftaan is, dat defelve zyn van driederhande foort: andere declinatoir, andere dilatoir, andere peremptoir. (1) 2 Exceptie declinatoir is, daar by iemand verfet neemt tegen de onderhorigheid des Rechters, tot afwyking, of waak van deftelfs rechtsgebied , voor welk hy te onrecht is betrokke»;, om overgewefen te werden tot fyn dagelykfen Rechter. Dewelke plaats heeft in alle faken daarom iemand voor een Rechter werd geroepen, die hy niet onderhorig is. /. uit. ff. de jurifdicl. juncl. I. 2. ff. Si quis in jus vocat. non ierit. daar van hier voor ten genoegen is verhandelt. 3 Onder de declindtoire exceptie was ook het verfet jegens de perfoon van den Rechter tot wraking van defelve. ï. 16. auth. feqq. Cod. de jud. Maar federt dat by ons de Recht-banken by feker getal van Rechters zyn ingeftelt, werd wel toegelaten, iemand van defelve om vyandfchap, maagfchap, of andere faken te wraken; maar niet om de geheele "Vierfchaar te wraken, of daar van in 't geheel te mogen afwyken. Sie Merul. prax. civ. lib. 4. tit. 40, cap. 4. D&mhoüd.prax, civ. cap. 125. Wieland.pvjft. civ. tit. 5. cap. 6. Andr. Gail. lib. i.ebj. 33.num. 1,2,3. 4 Dilatoire exceptie, is verfoek van dag en tyd daar by de faak werd verlengd en uitgeftelt, het welk om verfcheide oorfaken ter befcheidenheid van den Rechter mag werden toegelaten, fulks hier voor mede is verhandeld. 5 Waar onder mede behoren exceptie jegens den korten dag,Oorlof of Feeft- dag, jegens welke iemand in Recht is geroegen. cap. 1. de judic. in clement. 1. 2. ff. Si quis in jus vocat. non ierit. 1. fin. Cod. de feriis. Want foo iemand in de Steden of Dorpen geen drie dagen te voren is gedagvaart, en te Hoof ten minften veertien dagen gegeven werd, Ampliatie van de Inftruclie art. 9. Ordonn. op 'f fiuk van de juftitie in de Steden en ten platten Lande, art. 1. Soo mag hy daar tegen verfet nemen, CO 1- desw. de Sc.iets der manier van proced. p. 51—5S> 6? Vkomans de fer, comp. p. 222. &Jeq..  XVII. Deel. Van Exceptie, dat is, verfet, tSc. 417 men, dat hy te kort voor den Recht-dag gedaagd is, en werd hem tyd vergund tot den naaften Recht - dag. Sie Merul. prax. civ. lib. 4 tit. 40. cap. 11. num. 2. 6 Maar aangaande de Feeft- of Oorlof - dagen, foo iemand jegen een Oorlof-of Feeft-dag, op welk men geen recht houd, was verdagvaard, fou daar door de dagvaarding niet komen te vervallen, maar van felve verlengd werden tot den naaftvolgenden Recht-dag. DD. ad Cod. de offic. civ. jud. Sie mede d'jnjiruclie van den Hove art. 50. Damhoud. prax. civ. cap. 60. num. 7. Wieland. pratt. civ. tit. 2. tap. 8. num. 5*6,7. Merul. prax. civ. lib. 4. tit. 24. cap. 14. num. 12'. Pecc. van befetten, cap. 10. num. 1, 2. en't geen aldaar is aangetekent. Chriftin. vol. 2. decif. 151. num. ir. 7 Tegen die geen dewelke niet op haar eige naam, maar als het Recht voerende uit den hoofde, voor of van wegen een ander, iemand in rechten betrekken, mag men alvorens te antwoorden, bewys verfoeken van haar qualiteit en Recht, daar fy de magt van haar Rechts-vordering op willen vaft maken. Sie Damhoud. prax. civ. cap. 97. £? cap. ijz. ty 133. Merul. prax. civ. lib. 4. tit. 40. cap. 7, 8. Tegen de geen «He uit een gekogte infchuld aanfpraak doen ,mag men alvorens te antwoorden, verfoeken verklaring wat hy daar voor heeft gegeven, ora daar op te beraden of men de koop wil naaften. 8 Soo ook de fommige willen invoeren, dat fy alvorens te verantwoorden, begeeren te hebben overlevering, en af-fchrift van de voimagt, uit kragt van dewelke den Procureur de faak van fyn Meefter in rechten waarneemt, arg. I. 24. Cod. de probat. Dóch werd daar door, fonderhng in de Steden en ten platten Lande, de faak niet opgehouden, of uitgeftelt,mits dat den Procureur belooft defelve met ten eerften te leveren , en de faak tot fyn perykel en voor fyn eigen aanneemt. Sulkï hier voor in het VI. Deel, num. 7. breder werd verhaald. 9 Maar foo den Aanlegger is een buiten Man, niet gegoed zynde,onder het Rechts-gebied van den Rechter voor dewelke de faak werd aangeleid, mag de Gedaagde verfoeken borg voor de koften, en voor het geen den Gedaagde by reconventie, dat is, wedergeding van hem Eifcher in tegendeel fou hebben te eifchen, daar aan hy 't felve foo hy daar in wierd gewefen, fal kunnen verhalen, en domicilium citandi, dat is, aanwyfing van een vafte plaats onder 't felve Rechts-gebied, daar men alle Dagingen en Rechts - vordering tegen hem kan te werk leg- G S S gen.  4.15 Roomsch-Hollandsch Recht, V. Boek. gen. auth. generaliter. Cod. de Epifc. f_j? C/er* juncl. Nom, 112. cap. 3. '(Jod. de bis qui accuf. non poff. Chriftin. ad leg. Mechlin. cit. 7. art. 19. Maranten?:», aur. part. 6. de fatifdat. oclavo membro judkii, num, 16. loHorat. Carpan. ad flatut. Mediolan part. 1. cap. 44. num. 11. Ten waar dat hy geen borg wift te bekomen, in welk geval hy onder cautie juratoir, dat is, op fyn eed van 't felve te fullen voldoen, moet werden aangenomen, d. auth. generaliter. Cod. de Epifc. & Cler. Sie Pvrrh. Maur. tracl. de fidejufforib. 1. part, princ. 3.fccl. prslud. cap. 25. alias 34. num. 21. Andr. Gaill. lib. 2. obf 47. num. 8. 11 Soo iemand geroepen is , om een fake die wederom een ander fchuldig is voor hem te verantwoorden , als in faken van waring en bevryding, mag den Gedaagde mede alvorens te antwoorden, tyd verfoeken om fyn verhaal of guarand tegen den felven te mogen foeken, en moet d'eerfte faak foo lang gefchorft werden, tot dat de faak van het guarand of waring is afgedaan; maar enkele bevryding of indemnité kan de eerfte faak niet ophouden, maar moet dien onvermindert fyn voortgang hebben. Sie Papegay. pag. mihi 89- Damhoud. prax. civil. cap. 134. 12 Den Eiffcher plag mede voor het antwoord en voldingen van de faak met eede te moeten fweeren,dat hy fyn faak te goeder trouwen, en met vertrouwen van fyn goed recht had aangeleid, fonder fyn Weder -dinger daar mede te willen quellen /. 2. &f tot. tit. Cod. de jurejurand. propter calumniam dando. Doch het zelve werd by ons weinig onderhouden. SipTVTprnl. prax. civ. lib. 4 tit. 44.. cap. 1. en volgend. 13 Peremptoire exceptien, zyn tegen-weren van den Gedaagde daar by de geheele faak werd vernietigd. §.'8, 9. Infl. de except. het zy dat defelve in rechten of in feiten beftaan, als zyn exceptie of verfet van vare, bedrog, of arglift, van ongeteld geld, van betaling, fchuldvernieuwing, quytfcheiding, en diergelyke. Sie Merul. prax. civ. lib, 4. tit. 40. cap. 13, 14- 14 Hier toe behoort het verfet van misrekening, en error in calculo: het welk men t'allen tyden mag voorwenden, volgens den Regel, misrekenen is geen betalen: het welk te verftaan is van rekeningen dewelke in forma beftaan en herrekent kunnen werden, en de herrekening van dien by overkomften niet is gequeten. /. unie. Cod. de errore calculi juncl. I 2. Cod. de re judic. Sie Mafcard. de probat. vol. 1. . concluf. 253, mm. 24. £f feqq. Pc-  XVII. Deel. Van Exceptien, dat is, verfet, &c, 15 DePvemptoireexceptienmoetmtdiïènsente gelyk met het'antwoord van de faak voorgewend werden, met defe claufule, ten fine van Zr ontfanklyk en by ordinc, tjc. Uméam^i ^mo^^mi moeten voor het antwoord en het voldingen van de faak bv 'JbrZl en tegen geworpen werden. /. 16. Cod. de judic. D D. ad l 57 ff derl judic. h 12. Cod. de except. / 19. Cod. de probat. Marant. de exce'ptionib part. 6. num. 7 8, 9. en deen voor d'ander, want indien den Gedaagde alleen düatoire^ exceptien voorwende, en alleen dag verfoor fonder protefiatie, dat w, behouwruig van fyn verder recht (het welk' gemeenlyk met defe woorden daar by gedaan werd: alvorens te ant woorden, excipeeren of eenig ander verfoek te doen) of anderfints in de faak flegtlyk antwoorde, foude men verftaan, dat hy daar door in den Rechter bewdhgde, en werd daar door van fvn declinatoire er dl latoire exceptie verfteken. Sie Merul, prax. civ. lib. 4. tit 40 ca» r num.i. Damhoud, prax. civ. cap. 120. num. 4. Wieland. l/f.V cao 1 Mafueru prax. tit. de except. 9. num. 3. 1 16 Onder deze zyn driederhande foort, daar by men magperfijleeren dat as, een gewysde mag wagten, eer dat men met de aangeleide faak behoeft voort te gaan, als te weten, renvoy, dat is, exceptie declmatoir tot afwyking en overwyfing aan den dagelykfen Rechter htifpev.dentw, dat is, dat defelve faak airede van een anderen Rechter bank - valt is gemaakt, en litisfinitoz. dat is, dat de faak airede bv voorgaande Vonnis is geoordeeld, daar onder ook begrepen werden exceptien van tranfacïie, dat is: van overkomfte en verdrag en uitfpraak van Arbiters ran rechten, daar van by publyque infirumenten, of d eigen hand van partye blykt, daar toe men gewoon is fyn conclufie te nemen: ten fine van niet ontfankelyk en abfolutie van de inftantie [Item: Exceptie van Acquiefcement en Homologatie van 't Vonnis in guffiftie, welke geproponeert wierd jegens die geene, die van een Vonms by een lager rechter gewefen, wil komen in Appél, en egter het gemelde Vonnis door evidente tekenen en daden heeft geapprobeert en gehomologeert en alfoo van fyn appél getufïineert werd verfteeken te zyn. (2)] Lmfpendentic daar by den Gedaagde bank-vaft werd gemaakt, &$vr' »E,G:,0°T inleid' 3- 9- d. I en hier na 5. boek 25. deel n. 1. Zynde S. t XXI. art. öer ordonnantie en manier van wel een waarheid dat iemand teeeens de fretedetrminaejlttilta m ten platten lande, laps der Ualia werden gereleveert, t>3§ 2 in.  Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. maakt, werd verftaan plaats te hebben , foo haaft de daging behoorlyk en benevens overlevering van eysch gedaan is, daar toe voor het Hof het exploiclteren van het mandament fon genoeg zyn, daar by verftaan werd, dat den Gedaagde genoegfaam gepravenicert en bank-vaft gemaakt is. cap. 2. Ut lite pendente nibil innovetur, In Clementin. & cap. prcepojuijli. 19. extr. de foro compet. Joan. Papon. lib. 7. tit. 8. arreft. 1. Sie mede Confult. en Advyfen, bet Rotterdams. 3. Deel, conf. 326. En in fommige Steden zyn Keuren , dat felf enkele dagvaarding voor Vredemakers de faak aldaar bank-vaft maakt. Sie de Ampliatie van dc 176. Burgerlyke Keur der Stad Leiden, art. ï, Sie mede Merul. prax. civ. lib. 4. tit. 24. cap. 11. (3) Het welk te verftain is, ten opfigt van den Gedaagde, die daar mede bank-vaft gemaakt werd, maar niet ten opfigt van den Aan/egger, dewelke nog altyd voor het antwoord van den Gedaagde van fyn begonne faak afftand mag doen, en defelve mag laten varen, of voor een ander competenten Rechter mag betrekken als hier voor V. Boek, II. Deel. num. 3. Alle andere foo dilatoire als peremptoire exceptien mogen wel voorgewend werden, en daar op alvorens recht verfogt werden, maar moet dien onvermindert, op de faak felve werden geantwoord. Sie de Ordonn. op het- Jluk van de Jujlitie binnen de Steden en ten platten lande, art. 13. Injlrucl. van den Hove van Holland, art. 88. Ampliat. art. 2. Sie hier van breder Damhoud. prax. civ. cap. 23. en volgend. Merul, prax. civ. lib. 4. tit. 40. cap. 1,2,3. en v°l" gend. Wieland. pracl. civ. tit. 4, cap. 5, en volgend. (4). ingevalle aldaar in mtis te melden , maar is de /. 30. D. de judic. ubi acceptum feniet teegens de peremtoire Exceptie van mei efl judicium ibi & finem accipere (tehomologatie en acquiefcement. via. Voet. bet, accipitur enim judicium per litisconteftainComment.aiPandetl.tit.deappellat, num.z. tionem. V. Sande decif. I. \, t. 7'. def. 1. (3) Het teegendeel van des auteurs ge- Nu is de litisconteftatie zeekerlyk wat voelen ter deefer plaatfe zoude my ge- meerder dan prasventie en citatie, als wel- gronder toefchynen en veel eerder te a- ke geen gelykenis van contract hebben, dopteeren zyn, dewyl bekend is en on- en beteekend derhalven niet anders dan 't der anderen uit de /. 12, 13 ö* 14- Di- Antwoord van den gedaagde. Z. Merulaj geftor, de exceptione rei judicatee, komt manier van proced. lib, 4. t, 4. c. 1. J. te blyken, als ook by H. de Groot inl. 223. junSt. tit. 40. cap. 3. n. 14. Waaruit 3. b. 49- d. J. 2. wordgeleert: dat tot dan volgt, dat enkele daging geen litis- de Exceptie van litispendentie moeten con- pendentie te weeg brengt, gelyk van Leeu- curreeren, deze zaken: 1. dat tuffchen de- wen wil, conf. porro acutiff. A. Vinn. fe- zelve perfoonen. 2. over dezelve zaak. 3. le&ar. jur. qutejtion. lib. 1. cap. 5. voor een andere Recbter litisconteftatie (4) mitsg. Huber beed. Rechtsgel. V. boek heeft plaat» gehad. Wanneer adplicabsl WH, cap. Zanger, de Excepiion. H*t  XVIII. Deel. Van Reconventie. ^xx Het XVIII. Deel. Van Reconventie, dat is, Wedergeding, 1. Reconventie, wat. 4, jn welke falen plaats beeft of niet. 2. Wanneet tegen geftelt moet werden. 5. Of daar toe nieuwe daginge 'van node 3. Waar tn van compenfatie verfcbild. 6. Hoedanig te voldingen. iT\ Econventie, of Wedergeding, is mede een foort van exceptie of XV verfet, tegen den eysch van den Aanlegger, daar by het ge è'yschte gelyk als gedood of verlykt werd, met het gene den Gedaagde wederom van den Aanlegger heeft te eifchen. Novell. 96. cap. 2. (J fanamus. &1 Novell. 123. cap. 25. Gelyk als of iemand twintig van my quam te eifchen, en ik wederom vyftien of gelyke twintig van gelyke flag van hem te eifchen had , fou ik alvoren te antwoorden weder eysch tegen hem mogen doen, op dat van het een en van het ander te gelyk mogt werden geoordeelt. 2 Waarom het felve voor het antwoord moet werden ingebragt. Want na het antwoord ingebragt zynde, maakt wel den Eifcher in de faak van het wedergeding voor dien felven Rechter bank - vaft, maar kan de eerft aangeleide faak, die in het Ding. taal voor uit is, niet ophouden, fulks hier voor mede onderfcheidentlyk isaangewefen in het VIII. Deel. num. 6. Sie mede Damhoud. prax. civ. cap. 141. num. 1,2. Andr. Gail.depacepublic.cap. iz. Wurmfer. pratt. lib. 1. tit. 12. obf. 4. 3 Reconventie verfchilt daar in van compenfatie , of verlyking recht, dat van het geen by compenfatie werd ingebragt, foo klaar moet blyken, dat het van gelyke foort, van gelyke eigenfehap, en van gelyk wefen is met het geen daar jegens het verlykt werd, dat daar geen het minfte onderfcheid in is, foo dat defelve met der daad de fchuld kan vernietigen. /. 1. /. 4. Cod. de compenfat. en fulks niet alleen in alle deelen van het geding. /. 8. ff. eod. maar ook na het gewysde in de uitwinning mag tegengeftelt werden. /. 2. Cod. de Compenfat. Sie Grot. Inleid, hb. 3 cap. 40. Andr. Gail. lib. 2. obferv. 17. Maar reconventie heeft ook plaats in faken die ongelyk Zyn, en daar van foo dadelyk met kan blyken, dat daar in compenfatie fou kunnenplaats hebben, maar daar toe een vonuis vereyscht werd. Ggg 3 Soo  t^ftz Roomsch-Hollandsch Recht. V. Bock. 4 Soo nogtans dat de reconventie, aangaande de manier van rechtsvordering van gelyke foort fy, op dat die met de aangeleide faak fyn voorgang kan hebben. Sulks hier voor in het VIII. Deel mede is aangewefen: dat geen plaats kan hebben om een verfogte provifie van namptisfement, dat is, Hand-vulling te fluiten, ten zy de reconventie mede van fodanig recht zy, dat daar uit gelyke provifie van Namptiffement of handvulling kan werden geëyscht. arg. I. 3. Cod. de compenfat. (1) ' Om defelve reden heeft ook reconventie geen plaats in cas pojfeffoir, en in faken daar in om het befit- recht by voor afwyfing werd gepleitvoerd: om dat daar in by kort recht en voor afwyfing werd gevorderd, hetwelk door geen andere gemene faken mag wercfen opgehouden. Sulks het felve werd aangemerkt by Damhoud. prax. civ. cap. 141. num. 9. 11. en 16. ten zy dat den Gedaagde aan fyn zyde mede gelyk recht inbrengt, dat men noemt het interdict redoubleren, het welk by na een en 't felve is met reconventie. Sie Willem de Groot. Inleid, tot de Hollandfe Pracf. lib. 1. cap. 9. num. 23, Papegay pag. 116. 5 Tot het doen van reconventie is na onfe ffcyl geen byfondere daging van node, maar mag metterdaad tegen geworpen worden. Sie de Papegay pag. 28. Het welk by fommige anders verftaan werd. Sie Damhoud. d. cap. 141. in 't begin. Joan. Faber. ad auth. & confequenter. Cod. de fentent. 8* interlocut. 6 De manier van doen in het voldingen van een faak in reconventie is dus- (1) Zie meede de aarXeek. ati. pag.375. en verder Rosbach prax civ. tit. 46. de Raadsheer Huber tieedend. Rechtsgel. IV. heek XXX. cap. van reconventie, num. 3—7. ai waar onder andsren zegt: ,, In allen ge,, valle is waar het geene terftond gezegd „ hebbe, dat als een'Rechter de conventie „ bevind klaar te zyn , om afgedaan te ,, kunnen worden, en de Reconventie met „ onzeekere feiten belemmert, hy als dan „ de conventie dadelyk kan afdoen en de „ reconventie laten op haar bewys, die ook ,, vervolgt word, fchoon van de Conventie „ mogte zyngeappellesrt." Gelyk het XXIV. wïï, van 't VIII. cap, der ordonn. alh. gere- dreffcerd A. 1779. Difponeert: „En de „ zal de zaak zoo in Conventie als Recon„ ventie gelyklyk worden voldongen , af„ gepleid en getermineerd, 't en ware de „ recmventie bevonden wierd altioris inda„ giirs te zyn, in welken gevalle daarop ,, by Scheepenen gedifponeert zal worden „ naar behoren." Voorts valt mede nog te reflefleeren dat de reconventie na de litiscontefiatie en in appél, hoe zeer naar fhicc recht anderfmts inadmifïïbel, gelyk ter aangehaalder plaatfe is vermeld, onder beneficie van requefie civile is admiffibie. Z. MERULiE man. van proced. lib. 4. tit, 43. cap. 1 Ö3 2. ibiq. in not.  XVill. Deel. Van Reconventie. ^ dusdanig, dat den Aanlegger van fyn eysch gediend hebbende den Gedaagde mede diend van zyn eysch van reconventie, en te eelvk anr woord op de eerfte faak met dusdanig ophef: doende reconventie con' cludeert, &c. en antwoordende in conventie concludeert, £fV. Waar od bv den eerften Aanlegger benevens fyn replyq mede moet werden 4ant woord, of is den Gedaagden opgehouden iet te feggen op fvn eerften eysch, die ondertuffchen moet ftilftaan, tot dat mede op den evsch van reconventie is geantwoord; het welk gedaan zynde beide faken over en weder over, te gelyk werden voldongen, en houd den Eifcher in conventie in de reconventie het laatfte woord, Sulks ook in het wyfen van het vonnis beide faken onderfcheidentlyk werden uitgefproken, Doende recht eerjl in conventie condemneeren, £fV. en in reconventie , ere (2) Sie verder van defe faak Damhoud. prax. civ. cap. 141 Merul pracl. civ. hb. 4. tit. 43. Wurmfer. prax. lib. 1. tit. 12. pr tot. Durandi Speculum Ut. de reconventione. *n velg2" V' AWHEN MeS"ay U d'P' * 38, & Supph Pp dt *j * *aS- 80, Het  4X4 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. Het XIX. Deel. Van Voldingen, foo by monde, als by gefchrift. i. Voldingen wat en waar in bejlaat. 2'. Conclufie van eisch in rauw aüie hoedanig te nemen. 3. Hoedanig hy provifie tegen den Schulde. naar felf. 4. Hoedanig tegen den erfgenaam. 5. Hoedanig hy Hypotheecq, op Arreft. 6. In rei vindicatie. 7. In cas poffejjoir hy complainfte. 8. In Maintenue. 9. By Arreft. 10. By poenaal in cas van nieuwigheid. ir. In Erf nis uit Boedel-fcheiding. 12. In cas pojfejjoir voor den Hogen Raai. 13. In aüie van koop. 14. Om levering van Koopmanfchap. 15. In naafting. 16. In faken van Guarand. 17. In faken van Indemnite. 18. In faken van injurie. 19. Wat recht dienaangaande denFifcusof Baljuw toekomt. 20. Om aüit te inflitueren ex lege diffamari affirmatoirie en negatorie. 11. In faken van Preferentie. aa. In cas van Purge. 23. Antwoord boe velerhande. 24. Hoedanig in renvoy en declinatoire ex. ceptie. 25. Inlitifpend, of litisfinitie hoedanig. 26. Antwoord by contrarie co-iclufie. 27. Hoedanig op een provifie t ■ antwoorden. 28. Te gelyk met de principale faak te voldingen, fonder fplifjing van Ding-taaien. 29. Of en in welken fake provifie van namptiffement kan werden gefluit. 30. Antwoord in cas pofjeffoir. 31. In complaincle. 32. Maintenue. 33. Antwoord by uitleiding uit bet befit van Erfenis. 34. In Cas van Spolie. 35. In faken van Arreft, en Panaal. 36. In faken van injurie. 37. In faken van Prmferentie. 38. In faken van aüie geinftitueert te hebben ex l. diffamari. 39. In faken van purge, 40. Hoedanige antwoord by prcefentatie. 41. Replyq en Duplyq hoedanig. 42. Conclufie en Recbten wat. 43. Manier van procedeeren in faken van Rechten, by memorien en advertiffementen van Rechten. 44. In faken by Feiten. 45. AÜien maken en dienen. iT^\En Gedaagde gereet komende om ten principalen op des Eifchen JLJ' verfoek te antwoorden, krygt de Rechts - pleging eerft fyn wefentlyk begin, met het voldingen, en concludeeren in de faak. /. 15.^. rem. ratam haberi. arg. I. unie. Cod. de litiscontejtat. Gail. lib, 1. obf. 74. (1) Eeftaande in den eysch en Replyq van den Aanlegger, en by de antwoorden Duplyq van de Gedaagde, anders litiscontejlalie, na het welk de (1) Z. Merul, lib. 4. tit. 42. cap. 1.  XIX. Deel. Van Voldingen, foo hy monde, fSc. 41? de conchfien en Dingtaalen, niet als met toeftaan van de Dings-luiden mogen werden veranderd. Hartm. Pilt. lib. 4. quafi. 22. Sie voorts Joann. a Sande. lib. 1. tit. 4. defin. 2, Het welk by herftelling en Relief van het begaane misflag of verfuim by Requejle civyl, dat is, verfoek-fchrift aan de Hoge Overheid, of ook wel by Requefi in judicio, dat is, verfoek aan den felven Rechter voor wien de faak hangd , als het verfuim klein is, moet werden verfogt. Het welk verfogt en verkregen zynde, de partbye recht geeft, immers op fodanige conditie werd toegeftaan, dat hy van gelyke doe, foo hy wil. De Conchfien van eysch fyn veelerhande, doch kunnen meeft tot de volgende voorbeelden werden gebragt. 1 In rauw Actie, dat is, ter eerfter aanleg, foo de faak is om betaling te hebben van fekere fom, werd den eysch aldus ingefteld, Dat den Gedaagde fal werden gecondemneert aan den Eifcher te bet aaien de fom van, £srV, breder in bet Mandament geroert, met de koften. Maar in de Steden en ten platten Lande daar geen fchriftlyke verfoeken van daging van node zyn,werd de faak aldus ingefteld. A. ah gemagtigd van $B. Eifcher tegen C. Gedaagde, om betaaling te hebben van de fom van, &c. fpruitende ter fake van, èfc. concludeert tot condemnatie van dien met de koften, of tot anderen, Sc Is't dat van de fchuld blykt by fodanig inftrument daar uit provifie of voor afwyfing kan werden vaft gemaakt, is men gewoon daar by te doen: en by provifie tot namptiffement; of foo van de fchuld blykt by de eige hand van den Gedaagde, werd aldus geconcludeert en gedongen: Tot kennen of ontkennen van de obligatie, 4 tot condemnatie met de koften, en by provifie tot namptiffement. En indien het is een Erfgenaam van de geen die obligatie heeft geteekent, concludeert men tot kennen of ontkennen , ten minften bonamfidem agnofcendo, dat is, ter goeder trouwen te erkennen , of dat hy kennen of ontkenne de effeSlen van de obligatie, en den gevolge van dien. Sie Joan. Sand. lib. 1. tit. 8. defin. 1. fin. Seg met de koften] om dat die niet werden toegewefen daar die niet verfogt fyn. En is te verftaan van gerechtlyke koften. Anders indien eenige fchade of hinder by de faak is geleden, of by wan-voldoening te lyden ftaat, moet men daar by doen: met de kosten, fchaden en intereffe, airede gehad, of nogte lyden; desgelyken indien wel de hooft - fom was geëyscht, fonder van de Intereffe gewag te maken, fou defelve niet mede toegewefen worden, alhoewel dat den Hhh Recb>  4:.6 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. Hechter uit de volgende falutaire claufule 't felve wel fou mogen by doen, om dat 't felve voor geen onbedagtlyk verfuim werd gehouden. arg. l. 42. jf. de Rejudicat. juncl;. §. 32. injlit. de aclionib. Of tot anderen] is de falutaire claufule, uit kragt van welk den Rechter de magt heeft om by te doen het geen tot de faak behoort, en in den eysch niet is uitgedrukt, daar van de praflyk te fien is by Andr. Gail. lil. 1. obf. 61. mm. 11. en Damhoud. prax. civil. 109. Merul. prax. Hb. 4.' tit. 37. cap. 2. num. 21. 5 Indien voor de fchuld eenig ontroerend goed verbonden is, of dat daar voor eenig goed in Arrefl en bewaarder hand genomen is, werd daar by gevoegd, dat voorts het Hypotheeq in de Rente- Brief vervat, of anders bet gearrefleerde goed verklaard fal voerden daar voor verbonden en executabel. 6 In faken van rei vindicatie, dat is, om te hebben den eigendom van eenig goed, het welk by een ander te onrecht werd befeten, werd by den Aanlegger aldus geconcluieert: Dat den Gedaagde gecondemneert fal werden af/land te doen, en fyn handen te trekken van, en den Eifcher daar mede te laten bewerden als fyn vry eigen goed. En ook aan den Eifcher wederom te geven alle de vrugten en profyten, die by Gedaagde daar van genotenjieeft, of fou hebben konnen genieten, ge duur ende fyn ondeugdlyke poffeffie tot de effeüuele (dat is, dadelyke afftand) toe, makende eisch van kopten, fchaden en intereffe. En foo daar eenige provifie, dat is, voorafwyfing, het zy om te verkrygen, om te behouden, of wederom te krygen het befit dat men gehad heeft, by complaincle, maintenue, of fpolie, werd aldus geconcludeert: 6 7 In Complaincle: Dat by fententie van den Hove het exploicl van den Commijfaris in de faak geordonneert te doen, als goed cn deugdfk geappr0beert, geratificeert en verklaart fal werden Stad te houden, en dienvolgende den Impetrant gemainteneert, gejlyft en gefterkt fal werden in fyn deugdhke poffeffie vel quafi, en den gedaagde gecondemneert werde, alle hinder iurbel, en beletfel ter contrarie gedaan, koflloos en fcbaadloos af te doen met intcrdiclie van gelyke meer te doen, en dat voorts den Impetrant gcadjudiceert fal werden de recreantie onder cautie, &c. 8 In Maintenue: Dat (ÏImpetrant by fententie van den Hove fal werden geflyft en gefierkt in fyn dcugdlyke poffeffie vel quafi, ea voort al in complaincle. Tjl  XIX. Deel. Van Voldingen, foo by monde, &c. 4Z7 In faken van fpolie aldus: Dat de Gedaagde gecondemneert fal werden den Impeirant te rejlitueren en reïntegreren de poffeffie van, Sc met al 't geen datter op of in was ten tyde den Gedaagde den Impetrant daar af fpolieerde, als mede alle Jchaden en Inter effen by den Impetrant ter fake van dien gehad of geleden, fulks hy die onder eede fal begroten, en dat by ■provifie den Impetrant in dc Poffeffie van defelve goederen fal werden ge- reftïtueert. 9 In de faken van Arreft op goederen: tot decretatie van bet gedaan arrefl, en dat den Gedaagde fal werden gecondemneert, aan den Eifcber of Impetrant, Sc en de gearrefteerde goederen verklaart fullen werden daar voor verbonden en executabel te zyn. lo In faken daar in Cas van nieuwigheid, by Poenaal en verbod werd geprocedeert, tot obediëntie en reparatie van altenten pwnaal, foo daar iets tegen is gedaan, en concludeert voorts by de Middelen, &c. Dat debeveelenpmnaal als wel en te recht gedaan Stad houden en volkomen effect forteeren fullen, en dat dienvolgend den Gedaagde gecomdemneert fal werden fyn banden te houden van, Sc en fyn begon/te Timmeragie te demolieren en af te breken, en de faak te [tellen in fodanigen ftaat als die was voor dezelve Timmeragie, en te betalen al de koften, fchaden en inte~ reffe by den Impetrant daar door gehad en geleden, tot taxatie van defen Hove , Sc. Daar toe werd gemeenlyk fekeren korten dag geftelt, dewelke indien te lang genomen is , by den Gedaagde mag werden verkort by verfoek van mandament van Anticipatie. En indien tegen het verleende poenaal ondertuffchen iets is gedaan, werd mede geconcludeert, dat den Gedaagde fal werden gecondemneert 't felve ante omnia als een attentaat te reftitueeren. 11 In faken van Erfnis en Boedel-fcheiding : Dat den Gedaagde fal werden gecondemneert aan den Impetrant te leveren beboorlyken ftaat en Inventaris, met eede gefterkt van den agtergelaten goeden , van A. en hem daar uit te laten volgen, Sc. met de Vrugten, Baten en Intereffe van dien, federt het overlyden van defelve A. af tot de cffecluele voldoening toe. 12 En foo wanneer iemand uit kragt van een uitterfte wil, of ander befcheid daar van fonder moeite kan blyken, tot een Erfnis bevoegd is, procedeert men medepoffeffoire, voor den Hogen Raad by Maintenue , en immiffie in de poffeffie van de goederen, dat den Impetrant fal werden geflyft en gefterkt, en is 't nood geimmitfeert in de poffeffie vel Hhh 2 quafi,  .p8 R00MtcH.K0LLANDSc11R.ECHT. V. Boek. quafi, van, Sc enden Gedaagde werd gecondemneert alle hinder, turhcl 'en let/el ter contrarie af te doen, met Interdictie van gelyke meer te doen; voorts dat hy fal kennen of ontkennen ter goeder trouwen de tejlamentaire dis■pofitïe van C. en den Impetrant by provifie fal toegewefen werden de re* creantie. 3 Soo ook op gelyke wys in de Steden daar by inleiding in het Sterfhuis geprocedeert werd, voor de geen die inleiding verfoekt, mutatis mutandis werd geconcludeert en geding-taald. 4. In Aüie van koop: Dat de Gedaagde fal kennen of ontkennen de Koop- ccdulle, en voorts tot conaemnaue en oy provijie tot Namptijjcment van de Koop ■penning daar by belooft. Om levering van Koopmanfchap: Tot kennen cf ontkennen de Brieven of Contract van Koop, en voorts dat den Gedaagde fal werden gecondemneert den Eifcher te leveren de, Sc. en te betalen ae kojlen, fchaden en intereffe door de Wanlevering geleden of nog te lyden, makende eyscb van koftcn, Sc. 5 In faken van Naafling: Dat den Eifcher verklaard fal werden te wefen nader gemaag - taald aan den Verkoper dan den Koper, en dienvolgend gerechtigd tot de Naafling van alle fodanige landen, Sc. en al het geen onder die Koop eenigfins begrepen is, en dienvolgende den Gedaagde fal werden gecondemneert fyn handen te trekken van alle 't felve, en den Eifcher ,t felve te laten volgen met de Vrugten, Baten en Profyt en, daar van federt doen van de Naafling gekomen; mits dat den Eijcher te vreden is hem in alles te gedragen, na de Voorwaarden van de Koop, en het inhouden van tien te agtervolgen, en den Gedaagde daar van te ontlaften, en daar-enloven aan den Gedaagde promptlyk te vergoeden, al het geen hy ter faak van de voorfchreve Koop mogt hebben gedebourfeert of te kofl geleid, als mede hem te betalen dubbeld Rantfoen en Wynkoop, en generalyk al te doen dat hy na Rechten cf Covfluyme van Naafling gehouden en fchuldig is te doen, makende, Sc f3 In faken van Guarand: Eerfl tot.kennen of ontkennen, Sc en dat den Gedaagde fal werden gecondemneert den Impetrant te guarandeeren, koftloos en fchadeloos te houden van den procejfe, eyscb en conclufie by A. ter fake van, op hem gedaan cn genomen, cn hem behoorlyk fal caveeren, dat hy de goederen en Landen in het felve contr acl begrepen, rufllyk en vreedlyk fal mogen befitten en gebruiken, en voorts defelve te vryen cn waren, volgens den inhouden van voorfz. contracle, Sc In  XIX. Deel. Van Voldingen, foo by monde, Öfo +%9 17 In faken van Indemnite, en ontlading: Dat den Gedaagde fal werden gecondemneert, den Impetrant of Aanlegger te indemneeren, lofiloos en Jchadeloos te houden van den eysch en conclufie by A. tegen hem "edaan en genomen, Sc 18 In faken van Injurie en Lafter - fpraak: Dat den Impetrant of Aan ■■ legger verklaart fal werden by den Gedaagde geinjurieert te zyn, en den Gedaagde over fulks gecondemneert defelve injurie eerlyk en profytlyk te beteren. Eerlyk, mits compareerende voor den Hove, (of anders ter Vierfchare daar de faak haDgd) in de tegenwoordigheid van den Impetrant of Aanlegger, en aldaar in 't bywefen en aanboor en van een iegelyk, Blootshoof ts op fyn Knyen te bidden de Jujlitie en den Impetrant, foofy pre Jent wil fyn, om vergif nis, verklarende dat alle de woorden van injurien, by hem Gedaagde op fodanige ty d en plaats gefproken , onverdagtlyk, met onrecht en quade fake zyn uit gefproken, en dat hy defelve weder - roept, en dat hem fulks leed is; daar by voegende, dat hy van den Impetrant niet anders weet, of vermoet, dat een man met eer en betaamt. Profytlyk, mits betalende aan handen van den Impetrant, aan den Armen, of ander fins te verfirekken daar het hem gelieven fal een fom van, Sc te weden fynde met eede te verklaren, dat hy om gelyke, of meerder fom, Jodanïg injurie niet Jou willen lyden; makende eyscb van kojlen. 19 In welke faken ten Hove den Fifcus hem felven voegende concludeert tot arbitrale correclie van den Hove: Htt welk ook in de Steden mag werden gevolgd. Marant. prax. part. 6. judici de inquifit, num. 59. & fim- BoiT. prax. criminal. tit. 5. Maar in Rynland ftaat daar toe geen hoger Boete als tien gulden, Keuren aldaar art. 14. Sie mede Andr, Gail. lib. 1. objerv. 6\. en 65. 20 Waar naaft aankomt de faak om Aüie geinftitueert te hebben'op pene van ftilfwygen, [yid.Jupr. p. 559.] ex lege diffamari. 5. Cod. de in-, gen. manumiff. & l. 6. Cod. de remiff. p-gnor. in defer voegen: Dat den Gedaagde gecondemneert Jal veerden binnen de tyd van fes weken fyn aüie en quereelen, die hy op of ten lafien van den Impetiant eenigfins vermeind te hebben, voor den Hove te interneren en aan te leggen, op pene dat by gebrek van dien, en denfelve tyd overJlr eken zynde, hem ter fake van dien opgeleid fal werden een eeuwig ftilfwygen en filentium; makende, Sc In welk geval men ook negatoire kan concludecrcn: Dat den Gedaagde fal verklaart werden geen recht nog .aüie ter fake van fodanig voorgeven ten Hhh 3 0en  43o Roomsch-Hollandsch-Recht. V. Boek. laften van den Impetrant of Aanlegger te hebben, [y. cenf. for. part. 2. t. i. d 19. n. 14.] 21 In crimineele faken daar iemand befchuldigd werd, van iets daar jagen hy hem wil fuiveren, mag hy by praventie, dat is, voor dat hy ergens in Rechten is geroepen, fig felven voor den Hove ter purge Rellen aldus: Dat hy verklaart fal werden pujr fuiver en innocent van de feiten tegen hem voorgegeven , en dat den Baljuw van N. en allen anderen daar van opgeleid fal werden een eeuwig ftilfwygen, en dat by provifie de Impetrant ontflagen fal werden van de perfonecle comparitie, onder hand' tafting en belofte van f allen tyden wederom te compareeren,fub pozna confejji S conviéi, en geadmitteerd te mogen occupeeren by Procureur, Sc 22 In faken van preferentie tuffchen verfcheide Schuld - eifcheren werd aldus geconcludeert: Dat den Eifcher verklaart fal werden met fyn agterwefen geprafereert te zyn voor alle andere Schuld-eifcheren van N. geen beter recht hebbende op de Penningen gekomen van de verkofte, Sc. of foo hy voor defelve niet mogt werden geprefereert, des hy vertrouwt ja, daar op alvorens recht verfoekende, dat ten minften by Eifcher, met fynvoorfchreven agterwefen met al andere Schuld- eifcheren des Boedels, verklaart fal voorden pond ponds gelyk te moeten concurreeren. Het antwoord van den Gedaagde is foo veelerhande niet, en beftaat voornamentlyk in exceptie, of verfet, contrarie conclufie, dat is, volle tegenweer, en prafentatie, dat is, aanbieding, sj Antwoord van verfet of exceptie, daar by men mag volftaan of perfifteeren, als is, Renvoy , litis-pendentie, of litis -finitie, daar van hier voor onderfcheidentlyk is gehandeld, werd aldus gedaan: 24 In Renvoy of declinatoire exceptie: daar van hier voor in het XVII. Deel. tot fiib en obreptie, ten fine van niet ontfanklyk, en dat de fake a!s mede partyen, behoudens de eerwaardigheid van defen Hove, {of anderfius van defen Gerechte') fullen werden gerenvoyeert voor den Gerechte van N. wefende desgedaagdens dagelykfehen en competenten Rechter ; cum expenfis. 25 Anderfins, werd alleen geconcludeert, ten fine van niet ontfankelyk en abfolutie van de inftantie, als den Eifcher ob flerende litis - pendentie, of litis-finitie voorden Gerechte van, Sc of fubmiffte en uitfpraak daar op gevolgd, Sc Waar op by den Eifcher werd geconcludeert, tot rejeclie van de geproponeerde exceptie, en dat den Gedaagde fal werden gecondemneert pe- remp-  XIX. Deel. Van Voldingen, foo by monde, Ö?r. 43, remptorie te antwoorden; en daar by ten weder fyde fynde geperMeert en voldongen, werd daar op eer men in de faak voortgaaf daan, en de exceptie of aangenomen, en den Gedaagde van def»fiantie, dat is van dat aanleg, geabfolveert, en ontfla|en, ofafeL Hagen, en den Gedaagde gecondemneert dien onvermindert leremètfbl te antwoorden. 1 """F"1'* 26 ■ Volle tegenweer, of contrarie conclufie werd aldus ingefteld: tot Tub en obreptie ten fine van niet ontfankelyk, en by Ordine dat den Eifcher Z eyscb en conclufie op en tegen den Gedaagde genomen fal werden omfeit makende eysch van koflen, Sc - f * 27 En indien dat by den Eifcher eenige Provifie is verfoet moet daar by gedaan werden: fufiin eer ende datter geen provifi valt f vid Z provifie. van Leeuwen, manier van procedeeren. p. qö R La 1 28 fcnwwddefaak^ ten principalen gelyklyk voort voldongen, by Replyq van den Éifc'h r antwoord en< Duplyq van den Gedaagde, daar by■ gL™lvk wérd !« perfifleert. Doch in fommige Steden ên ten plften S de * 'dS onervarenthetd van de Plenvoerders ingekropen, dat den Eifcher al leen op de provifie blyft.ftaan, fonder de faak ten principalen voort te voldingen fplifiende alfoo de Dingtalen, en de een faak van d'ander! om daar door den Rechter gelyk als te bedwingen, alleen op detö. . vifie recht te doen, tot groote koften en moeilvkhèid van de Dina■ luiden dewelke tweemaal over een en defelve faak moeten pleitvS. ren. daar het dikmaal in eens in 't geheel, en al, fou kunnen wer- tnêrt™''jhel Idk alIe,? beh00rc :,an de befcheidenS v n den Rechter de faak ten vollen aangelyd Zynde, te oordeelen of en wanneer de faak geheel en al kan werden afgedaan, en wanneer n et en wanneer by verder onderfoek, de provifie nodig is, of niet de! welke alleen in val van noodfaaklyk uitftel, en nader onderfoek van de faak is ingevoert. Soo dat indien de faak alleen in rechten beftaat gelyk als veeltyds, immers den Gedaagde hem met geen feiten, daar' door de faak kan werden opgehouden, behelpt, den Eifcher die altyds gereet moet wefen, met geen recht kan weigeren voort e gaan ; immers daar toe niet tegenftaande verfogte provifie, kan werden gedwongen, dat hy alvoor by den Gedaagde op-deprovifie ze aupbeeeren, op het antwoord van den Gedaagd! by enkel contrarie con-  43i Roomsch-Hollandsch-Recht. V. Boek. conclufie genomen, aan fyn fyde moet repliceeren. Sonderling dewyl dat 'er verfcheide middelen van de principalen faak kunnen zyn, die de provijien kunnen fluiten, als onder anderen fyn: 29 I. Alle exceptien van betaling, verlyking, of compenfatien, novatie, of vernieuwing, fchuld-fpliffing en diergelyke middelen; die de faak in 't geheel fouden wegnemen, in foo ver daar van aanflonds, en fonder nader onderfoek , het zy by een publyq inftrument, of d'eigen hand van den Eifcher of anderfins behoorlyk kan blyken, of dat de faak in rechten beftaat, en diergelyke. Sie Rebuff. ad conflit. reg. tracl. de Sent. Provifion. in prof at. num. 122. in fine. Matth. Coler. de proceff. exccutivis part. 4. cap. 1. num. 194. & feqq. R cap. 2. num. 23. & feqq. Imbert. Inftit. forenf. lib. 1. cap. 35. in verb. tradend. Sulks als getuigd werd by Joan. van den Sande dat over al werd onderhouden, lib. 1. tit. 8. defin. 3. II. Heeft geen provifie plaats, als de faak beftaat uit een onderhandeling, dewelke een wederfyds verband in houd, daar uit tegen den een geen provifie kan werden geëyscht, foo lang dezelve onderhandeling aan de ander zyde ontkent en van valsheid betigt werd, of niet voldaan te zyn, op dat partyen haar aan beide fyden naet een en het felve inftrument behelpen. Math. Coler. de proceff. execut. part. 4. cap. 1. num. 92. Andr. Gail. lib. 2. obf. 17. num. 12. Sand. dicl. loco. Tegen pcenaal valt geen exceptie , maar moet ten principalen werden geantwoord, om dat pcenaal jurisdictie fundeert. III. Indien het hand - fchrift of inftrument ontkend en van valsheid vertigt werd, het zy dat de faak, daar in begrepen, werd ontkend, of de oorfaak van dien op den eed van den Eifcher werd gefteld, of dat den Gedaagde aanneemt fyn alibi, dat is, dat hy ten tyde van 't pajfeeren en verlyden van het inftrument ergens anders is geweeft. /. 14. Cod. de contr. & commit. ftipul. Monarc. ad auth. fed novo jure. Cod. Si eert. petat. & ad l. 18. Cod. de conflit. pecun. Chriftin. vol. 2. decif. 5. num. 9. Sie van defe exceptien en tegenwerpen die een provifie kunnen ftuiten , breder by Gerard van Waffenaar in fyn pr acl. judic. cap. 6. num. 17. en volg. en Joann. Sande. lib. 1. tit. 8. defin. cenf. for. 4. 18- 4 ] 30 In PoJfeJfoir, dat is, daar over befit- recht by provifie en voor af wyfing werd gepleitvoerd, als by Complaincle , Maintenue, of Spolie, werd aldus geantwoord. Ia  XIX. Deel. Van Voldingen, foo by monde, &c. 433 31 In Complaincle, werden geè'tnployccrt en gediend, of van contrarie feiten pojfeftfoir en deflrucliven met middelen by gefchrifte, daar by den Gedaagde gelyke pojfiejjie en deugdlyk befit beweerd, en onder dien concludeert, tot niet ontfankelyk, en dat hem Gedaagde geadjudiceertfal werden de recredentie. Anders by enkele middelen deftruclyf, daar by den Gedaagde ontkent hem Impetrant eenige turbe, hinder, of belet in fyn befit te hebben gedaan. Daar van de manier van doen in 't lang te fien is in de nieuwe Papegay pag. 190. en volgende. 32 In Maintenue, werd gemeenlyk het interdict, by manier van reconventie geredoubleerd, en by den Gedaagde geconcludeert aldus: redoubleerende het interdict, concludeert, dat hy felf by den Hove gemainteneert, geJlyft, en gefterkt fal werden in de poffeffie vel quafi, Sc En werd foo wel op de conventie als reconventie geantwoord, ten fine van niet ontfankelyk en tot abfolutie van den eysch en conclufie. Anders, alleen tot fub* en obreptie ten fine van niet ontfankelyk, en dat den Impetrant fyn eysch en conclufie, als mede verfogte provifie, fal voerden ontfeid. 33 Het welk in de Steden, daar men in faken van gevalle Erfnis, by inleiding in het flerf-huis pleit-voert, by manier van weder uitleiding op defelve wyfe gefchied, daar by den Gedaagde concludeert, dat hy verklaart fal wefen, wel en te recht uitleiding te hebben gedaan, en dien volgend felf geftyft en gefterkt te werden in de poffeffie vel quafi, Sc. 34 In faken van Spolie, mede ten fine van niet ontfankelyk , Sc en dat 'er geen provifie valt. 35 In faken van Arreft en poenaal, mede tot Jub-en obreptie ten fine van niet ontfankelyk, en by ordine tot abfolutie van den eysch en conclufie op hem gedaan en genomen, en dat bet Arreft als qualyk en te onrecht^ gedaan, kofleloos en fcbadeloos fal werden afgedaan, en by provifie de bcveelen poinaal gemuteert en verandert fullen werden in fimpel bevel, Sc. Anders, mede alleen tot fub- en opreptie ten fine van niet ontfankelyk, Sc 36 In faken van Injurie werd meerendeels reconventie gedaan, en geconcludeert, dat den eysch van den Impetrant tegen hem fal werden geretorqueert, en hy over fulks in conformité van den zeiven eysch in reguard van den Gedaagde fal werden gecondemneert, en voorts tot niet ontfankelyk, en by ordine tot abfolutie van ien eysch, Sc I i i An-  434 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. Anders werd het feit ontkend, of verfchoond, dat de woorden niet zyn gefproken, animo injuriandi, of om den Impetrant of Eifcher daar mede eenigfins verdagt te maken , en alleen geconcludeert ten fine van niet ontfankelyk, Sc. 37 In faken van Preferentie werd by ieder een van den Schuld • eifchers, die tegen den anderen recht van preferentie vermeenen te hebben , gelyke conclufie genomen, en voorts tegen den anderen in volle tegenweer geconcludeert ten fine van niet ontfankelyk, Sc. 38 In faken daar by géëyscht werd Mie geinftitueeit te 'hebben, ex !. diffamari, mede ten fine van niet ontfankelyk, en by ordine, Sc Anders , den Gedaagde is te vreden fyn Mie binnen den gefetten tyd te werk te leggen, voor des Impetrants competent en Rechter, (f voorden Hove, t'fyner keure. Of, Ontkennende den Impetrant gediffameert te hebben, verklaart ter fake vdn dien niet van meninge te fyn eenige Mie te inflitueeren, en dien volgend wel ie mogen lyden, dat hem Gedaagde dien aangaande eenftilzwygen werd opgeleid, met compenfatie van koften. 39 In faken van Purge, den Gedaagde concludeert mede ten fine van niet ontfankelyk, en in cas van ontfankelykheid, des neen, dat hem fynen eysch en conclufie fal werden ontfeid, Sc Anders, dat den Impetrant ter fake van kt begaane delicl, in 't mandament geroerd, geftraft fal werden crimine elyk of civilyk, Sc Of, Dat hy by provifie fal gaan in befloten begtenis, om daar na in de faak geprocedeert te werden ah men bevinden fal te behoren, Sc Anders, alleen ten fine van niet ontfankelyk, en confenteert in de ontftaging van de perfoneele comparitie, mits ftellen ie cautie, of refereert hem dien aangaande tot d fcretie van den Hove, Sc 40 Indien den Gedaagde niet in 't'geheel tot tegenweer, of vol ontfegging van het geëyschte wil pleit-voeren, maar voor een gedeelte den eysch toeflaat, of iets anders in plaats wil aanbieden, daar by hy meind te mogen volifaan , werd aldus geconcludeert: Doende prefentatie is te vreden, Sc. fuftineerende daar mede te mogen volflaan, cn by refus van dien concludeert tot verder of anders; of ten fine van niet ontfankelyk, en by ordine, Sc. Daar tegen wederom by den Eifcher gemeenlyk werd geantwoord tot weigering en afflag van dien aldus: afftaande de prefentatie ah cup-  XIX. Deel. Van Voldingen, fo by monde, Öfc 4^ captieus en infouffifant ,perfifteert voor replyq, of anderfins werd de preeJcntatie aangenomen, en werd daar op verfogt condemnatie met de* koften. 41 In defer voegen zynde geè'yscht en geantwoord, foo by het antwoord eenige aanbieding, of iets anders als enkeie tegenweer by den Gedaagde wierd ingebragt, werd daar jegens by den Eifcher fyn eysch hervat, en daar tegen gefeid fulks hem goed dunkt, of anders geperjïjïeert en gebleven by het Ding - taal en middelen van eysch, dat men noemt repliceeren. Waar tegen den Gedaagde, foo daar by iets nieuws werd ingebragt, fyn duplyq, dat is, tweede antwoord mag inbrengen , of anders perfifieeren en blyven by fyn voorbande antwoord. Verdere Ding - taaien werden by ons niet toegelaten maar werd de faak daar mede voor voldongen gehouden en 42 werd daar op wisfeling van ftukken over en weder over gedaan, en in de Steden en ten platten Lande, werd daar gemeenelyk by gedaan dat zy over en weder over employeeren, dat is, behouding-tuig doen' yan reprocben en falvatien, dat is, weer en tegenweer Rechten in Rechten concludeer en, dat is, voldienen en Vonnis verfoeken. ' 43 Daar op de faak dan voort mondeling werd bepleit, of befchreven, indien dat defelve in Rechten beftaat, by Memorien en advertis* fementen van Rechten: met by voeging van alfulke Brieven en Muni* mentcn, als de Dings-luiden meenen tot haar recht nodig te zyn: Waar van onder Inventaris gediend zynde, toegelaten werd elks vari partyen te nemen Copye van fyn weder-party e memorien, en ftukken by de felve ingediend, om daar op te fchryven by Additien indien het hun gelieft, en werd alfo mede in Rechten geconcludeerd, dat is het gantfche proces of geding voldiend, en by goeden Inventaris in de Griffie over gebragt, en fententie verfogt. Sie Merul. lib. 4. tit. 57. per. tot. Papegay pag. 612. 44 Maar indien de faken in feiten beftaan , werd als dan by partyen gefchreeven, by eyscb, antwoord, replyq en dublyq, met by voeging van alfulke Aclen en munimenten als tot beweering van de fake diend. Sie de Ordonnantie op 't ftuk van de Juftitie in de Steden en ten platten Lande , art. 15. en 't geene daar op in 't lang by my is aangetekent. "Wzzrmpartyen elk nog eenige motieven en advertiffen.entcn van Rechten vermogen over leggen, fulks en alfo veel het hen gelieft, fonder Iii 2 van  43Ó Ivoomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. van defelve aan partyen iets te openen , maar geen feiten. Merul. prax. civ. lib. 4. tit. 84. cap. 3. num. 9. & ibi DD. alle gat. Minfing! cent. 3. obf. 17. Den gemeenen trein van rechts-vordering van de faken, foo in Rechten, als in feiten beftaande, is dusdanig: Eerfllyk,dat in een geding, daar partyen geweefen werden te fchryven by memorien, ten dage dienende, eysch werd gedaan, en den Gedaagde verleend dag om daar jegen te antwoorden. Den dag omgekomen zynde, werd geantwoord, en na dat 'er gerepliceert of gedupliceert is , werden partyen gelaft te fchry ven by memorien en advertiffementeu van Rechten, en daar by te voegen alfulke Brieven als fy meenen tot haar recht te dienen en te behoren, en daar van te dienen in de Griffie van den Hove van veertien dagen tot veertien dagen. Welken volgende als dan gediend werd van memorien, alsmede van alfulke munimenten, als elk by fyn Inventaris opgeeft. En als d'een of d'ander van paityen, Gedaagde of Impetrant, van fyn memorien heeft gediend, en den ander in gebreke blyft, werd jegens hem verleend verftek, welk verftek gemeenelyk een maand loopt, ten zy partyen verfchenen zyn geweeft voor een Commiffaris van den Hove, en het verbaal en overgifte anders mede brengt. Ah partyen verders in gebreken blyven, doet men haar aanfeggen, om als nog binnen fekeren tyd van hare memorien te dienen, of onder den Commiffaris te leveren. En als dan nog in gebreken blyvende, foo geefc men requefl over aan den Hove, dat partyen gelaft werd , binnen fekeren tyd haar faak te leveren: Waar op den felf nog in gebreken blyvende, werd het felf aanfeggen en bevel op den Inventaris gefteld, en vervolgen partyen daar op fententie. r Als by partyen is gediend van memorien, mag elk van partyen nemen Copye uit de Griffie, van fyn weder-partyen memorien en ingediende ftukken, en fchry ven daar op by Additien indien 't hem foo gebeft, maar daar werd geen termyn toe gegeven, nog Rechts-dag of gehouden, en foo haaft de memoiien in de fak zyn , foo is de faak in ftaat van wyfen, en mogen partyen fententie vervolgen. Sie Merul. prax. civil. hb. 4. tit. 75 cap. 1. num, 3, 5. in*  XIX. Deel. Van Voldingen, foo by monde, &c. 437 45 In faken daar partyen gelaft zyn Men te maken van hare Dingtaaien, en te dienen fonder cnquejle, dat is, nader onderfoek te doen werd mede eysch gedaan, zynde den Verweerder dag gegeven om te antwoorden tot agt of veertien dagen. Indien het in den Hogen Raad is, werd tegt Geregt hoedang. 23' nZfiZj^ " ^ 8. ten rtdimus wat 01 r\f . , , 9. Oudr Leggers en Quobieren van wat * K^HT * ^«/W* 11. Koo'p-imen Boeken of en wat geloof in * t^^É^T^^ 12. & Makelaars, of en wat geloof £ S^SS * op /,a«r aanteekening. i,nr„. hutf „ £ 1 Sm>yg! l l' 13. AfftbU* m aOT ^ gg bet R«hts-gelud wom- 14. ^iï^.wmktt^ 29. Enque/ten Valetudinair !5. fef^B mogen, geen eerloofe, * ^^ItZ^aZ 16. Geen "ge/hagen Vyanden, Bloedverwan- " ^'^W' P)E faak voldongen fynde, fo die in feiten beftaat, moet bV den Eifcher beweren worden, of werd by gebrek van dien denÏL daagde vry gefproken, die in geen bewys van fyn negative™ 01 ticinnen gehouden rs. /. 2. I. 2t. R /. 23. CV. * pWf/, £ tueobf. gat l. 3. CM & non nurner. pecun. 1. 4. Cod. de edendo. [Schoon de bewyfen verlooren fyn, blyft het contraét egter in ftaat. 7 1 I t 9. *. Uiten Getuigen werd een faak ten vollen beweefen by cónfes£> fie, dat is, bekentenis van de Luiden felfs, dewelke voor her kragtigfte bewys in Rechten werd gehóuden. /. unie. Cod. de confelf I. 1. / 6. ff. eod. JdJ' Defe is of judicieel, dat is, in Rechten en by Ding-taal overgegeven, of extrajudicieel, dat is,buyten Rechten en Rechts vordering gedaan.' S Tot judicieele confeffie of rechtlyke bekentenis werd vereifcht, dat defelve in Rechten, in 't by-wefen van den Tegen-dinger, vry willig en met recht en ware wetenfchap, fonder dwaling gefchied. /. unie. verb injure. Cod. de confeff. 1. 6. §. 3.^. eod. 1. 22, ff. quod met. cauf. I. 2. jf. ■de confeff. dewelke alfo gefchied zynde den Eifcher daar op vonnis verfoeken mag, om daar door tot de executie en uitwinning te ko. men, fonder verder Ding - talen te houden : fulks hem niet mag werden geweigerd, met dat iemand die iets in Rechten bekent, fyn eigen vonnis fpreekt,en voor overwonnen werd gehouden. /. r. /. 3. in fine l 6. in pr. ff. de confeff. I. unie. Cod, l. 12. in fin. ff, 'de Interrogat. in jure faciend. 3 Bekentenis buiten Rechten gedaan, vereifcht buiten dien volkomen bewys dat en hoe defelve is gefchied, by gefchrift of met Getuigen, dewelke indien beweefen werd volkomen te zyn, dat is, met uitdrukking en byvoeging van onderfcheidentlyke reden en oorfaken, in 't bywefen van den Tegen-dinger, en Getuigen, gefchied te zyn, al ander  XXT. Deel. Bev;ys bulten getuygen, &c. 440 'ander bewys uitfluit, en kragt heeft van tranfaclie en overkomft, daar op mede vonnis werd gewefen. /. 26. §. fin ff. depofit. 0*7. 25 \ fin ff de probat. D D, ad l. 1. £f /. 11. §. 6. ff. ds interrogat. injure faci nl. & ad l. 4.0.-ff. de pact. I. 13. Cod. de non rum. pecun. £? ad l. 25. infin. ff. de probat. Hartmann. obfirv. tit. 11. obf. 1. num. t. Nic. Everhard! confil. 186. num. 11. Specul. tit. de confeff §. unie. vidend. num. 5, Stird! decif. t2. num. 1. Mafcard. de probat. concluf. 345. num. 1. 5. 4 Maar was defelve in iiet afwefen van den Tegen-dinger gefchied, of met geen volkomen reden en oorfaken beveiligd, fou voor geen bewys vcrflrekken. /. 6. J. 3. jf. de confeff. I. 47. ff. de re judic. En tallen tyden om reden van onbedagtheid en misfeggen, verworpen en herroepen mogen werden, arg. ffg.ff.de juris & fact* ignorant ia. Sie Mafcard. de probat concluf 347. Gabriëi commun. concluf. tit. de confeffs. concluf. t. fc? concluf. 5. Nicol. Everhard. conjil. 72, num. 5. fcf confil. 164. mm. 2. Marant. prax. part. 6. tit de confeff. num. 2. Mare. dief. 705. num. 2. 3. Boer. decif. 89. num. 4. 5 _ Soo ook indien iemand iets bekent met fekere bygevoegde omflandigheid, dewelke de faak dus of foo doet verfiaan en uitleggen, moet defelve bekentenis foo die leid aangenomen werden, fonder dat het een van het ander mag werden gefplifl, om dat het doen, en feggen van een ieder niet verder, of anders, als na fyn mening, kan werden uitgeleid, en ^en ieder de rechte uitlegger is van fyn eige woorden. arë- l 39- ff> de opcr. lib. cap. cum dilecti extr. de accufat. Ten waar dé omflandigheid van dien in fodanige onderfcheidelyke deelcn beflond dewelke niet gemeens met eikanderen hadden. Sie Althuf. dicatolog. lib. 3. cap. 38. num. 23. Card. Tufc. praSticab. concluf. litt. C. concluf. <*73» &M- Boër. decif. 263. & 339. Surd. decif 258. Ant. Fab. ai Cod. hb. 7. tit. 24. defin. 1. Andr. Gail. lib. 2. obf. 106. num. 7. 8> de pace publ. lib. 1. cap. 17. num. 1. 2. fcf feq. (1) 6 Een fi) Want dat overigens nog in civile Sciiellinc in de treffelyke aanteek. op Zurck. Eog in crimineele zaaken bekenteniffen eod. bat. tit. confejjie 5 5 n. 2 op 't voetdeelbaar zyn, is te zien by Barbo». loc. fpoor van Berlichius en anderen alleen comm hb. % cap. 84. axtom. 4. ibiq citat. tot civile zaken bepa^H, ten zy 7.0 alj tjf conjultijf. Schrassert, obferv. praft. obf. Schrassebt. zegt „ nifi de f allo conllaret385. Zynde zulks ten onrechte by zommi- „ aliunde." gen, waar onder den ber. Hr. van deh Lil  4P * 7 By oculaireinfpcclie, dat is , vertoog en aanwyfmg op en omtrent de ding-phgtige faak, werden ten vollen bewefen alle grond - fche;din gen, of Erf- of Land- dienftbaarheden. I 8. in fin. ff. finium regund \7)' dewelke verfogt, en ook wel van den Rechter de Dings-lui Jen "werd opgeleid op koften van ongelyk /. 8. 1. ff. finium regund. Si 44. ff. de Arbüns. Ba!|l. ad l. unie. col. 4. Cod. ut quce def. advocat. part. Bart Caepoll. camel. 115. Dewelke ook in veel andere gelegentheden nodig is: als om te oordeelen van een wonde van een nedergeflagene of de felve doodelyk is geweeft, en over Egt-fcheiding om oorfaak dat iemand tot voortteehng onbequaam is, en om te oordeelen of een Vrouw fwanger gaat, en diergelyke, werden defelve perfonen aan de ervareMedicyns, en Vroed-wyven ten onderfoek voorgefteld, dewelke daar van ' na genomen tnfpeclie en klaar betoog, oordeelen wat van de faak is /. i.ff de vent. In/pk. cap. nee aliaua. & cap pmqfuijlï. extra, de pr-bat tap. laudabüem in pr. extra, de frigid. S malef. Sie Chaffun. ad Con%etV(L Burgend. Rubric. 1. des jujlices S droicts. g. 6. Meffiers & Sereens, in verb. par leurs Sermens. num. 8. 9. (4). . ' *• fa) Zie weegens de eonfeffien zoo ju- dec. 74. Van confeffie in crimineele Zaa-' draeele als ertrajud.cieele in civile zaa- ken word hier nru-haJelt ' ken onder anderen Merbla man. van pro- (3) Aid. cl. Voet Si eund tit. n. o. ffchuofi rPxrnr*Sï HuMR beed' (4) Meerderoverditbuüeusewoorfebe. ^tsgel V. b. XXIV cap. „ „ „ 2/}. w s gerende, raadpleeg men met het XU. p. m. 217. 0» ejusd, Dufion. c. 3. Voet ai tit.D. deprobat. o> przjumtnum 2  XXII. Deel. Van halve Treuve% &c. ^x Het XXII. Deel. Van halve Preuve, en bewys by prcefumptie, dat is, waarfchynelyke middelen , en van Eed -fweeren. 1. Halve Preuve, wat. 10. Minneer by den eifcher. 2. Prajumptie wat en van vont kragt. 1 j. By den Rechter opgeleid, of en hoeda- 3. Is altyts voor de onichuld, foo lang niet mg te voldoen. anders werd beweefen. 12. De weigering van wat uitflag. 4. Den Eed by gebrek van vol bewys , of, 13. Moet ge)cbieden in tegenwoordigheid van wie en wanneer op te legden. den Tegen-dinger. 5. By gebrek van bewys ,• en verdagtheid, 14. Of bet Vonnis voorgaat, of op den Eed werd den Eifcher opgeleid fyn geeiscbte volgd. nader ie bewyfen. 15. het Eed-fweeren in welke plaats beeft 6. 'Eed-fweeren wat. 16. Of in crimineele fake 1. 7. Deeling van Eed, of en wanneer plaats 17. Of en hoedanig in geld-boeten, beeft. 1 - Jn Pagters faken 8. Mag aangenomen werden. 19. In faken van Huwelyk en Trouw-belof- 9. Of en wanneer aejelve mag geweigert ten. werden by den Geaaag.e. 20. In faken van Injuiie. iTJAlve preuve, is fodanige bewecring, daar by den Rechter wel JL J. eenige kennis van de faak krygt, maarniet volkomen, of fodanig, dat daar uit de faak by vonnis mag werden gewefen, of voor Recht kan werden uitgefproken. 2, . Sodanige preuve is een beweering met een getuige, Welkers getuigenis al was het een Man van eer, en geloofwaardig , voor geen bewys lean verftrekken. /. 9. 5. 1. Cod. de Tefiib. I. 14. jf. de dote prcelegata. I. i. 5. fin. ff. Quemadmod. tefi. aper. I. 13. ff. de jurejur. (t) Door fj) Hier van daan de leenfpreuk „ een hoe genaamd, heeft, zoude deeze Tkiut „ getuige geen getuige." her welk evenwel als een getuige kurnen worden gewraakt niet altoos waaragtig is, by voorbeeld : 'er en aldus 't Recht verkort, dit is geenzinta komt tuslchen twee perzoonen eenig ver- de bedoeling van de Wetten door onzen fchii te ontdaan, cn den een door den an- Aucleur byeebragt, Vid. Faber in cod lib der beleedigd zynde.biergtby en beroept A.t. 15. def. 35. ja duizend'finguliere ee> zig op t getuigenis van luius, eene eer- tuigei. bewyzen minder, dan etn getuiee lyk man, welke daar by of omtrent ge- omni escepiione major. Vid. Ev£rabd d$ weeft en al 't gebeurde bekend is, en geen trftib.'p. 303. byzondere betrekking op een van beiden, Lil %  4^ ROOMSCH-HOLLANDSCH ReCHT. V Bot* Door een gemeen gerugt werd ook een faak niet meer iU f-« h i beweerd, door dien dat de eerueten meerenjZ ! T u Cn halven buiten de waarheid uit een f^fweX 4^^/^%^ r! ^ Hoedanig- preuve ook beweert werd door trJumirth ■ ge„s 5 ruivLn, en he^e^S ^SS^ ^fefc .Soo befluit men, dat een vooroltistiie aan Wr- n,;. i ji , befchuldigd werd fcWdig i, .StXt^TÏ termmamu. Q. quafi. 9. (3) piajumpt, & cap. de 3 Andïrs foo een befchuldiVde w9arf%k„r,oi 1 r. hem heeft, werd hy Inm^i^^!^^1^. V°°r vee! te kragtiger, en met vol bewy beweerd wer ] mei fo° cauf. 1. 57. in fin. ff. de jure dot. 1^6^CoTi Z J t ffl ^H*' B.J. obferv M num. L Nico], E^tnff ,tr ff T8 ] IZ¥' ***conckf'3?-mm-is' M con} li: ?tt (2) IJlt iseze halve preuve welke een der Inffr »«. t n gemeen genut maakt, volgd, dat veeüyJs fcLf''*" 2 ^ onder de ^geeen moe.elvke qusftie, tuffchen twee per Scheid mïï ! d^AEeter zal me" onlooncn gemzen, welke aan de eene # rVeUnt^ ^ a*%bea civile & quo adjaEtun ,\oor de perfoon zelvs word e« genegeert en aan de andere zyde mede lZ„Jtë S ' We!ke 'aatflen aüeenlyk zonderverderbewyswordgeaffi^ee en ÏKKKS SF* '? ^ tut de omftandigbeeden blykt, dat beiden oridéffS3K»Ö9*P(?i C" derhalven buiten ftaat zyn voldoend bewys aliunie S&Setf^. aan/^intlniuleerde te fuppeditreren, daar door kan en moet he dI on, ,™ aa!!: de noP^ worden ter decifie gebragt, en hy wélke tfverfcnv^er^e^"e" C0!".P£te^en RechL het gemeen gerugt, met eenige valable in wo den Th " ^ r,"0'0'! in aIle ëeva,'e« dioen of prafumtie bekragrigd , teeaen zfe ev Lr dl i ' 6 • d,°°r P^^iten heeft op de fuppIetoireMd, zyf par y een v «frpS f Mhp,£a,e ftraffe vorde« opgelegd, gecondemneert moet worden! waarom n3 w M°r en befeenten«, eonf. Mascard dwproftat. «rf. // Owd 7A0 ST ,°°,k het Snelde Art. der lnftr be- (3) Het teegendeelif bydeKeizedyk. JrSZ wetten omtrent een afweezenden gX fi^ Pf. * p8^. fX ee?^3S f ^ond"fteilingen uit Groenf.wegen traSntude U abr. fteld |fnoom^n T, J 6^te, ' ï°! bew'ys aan" dezelve op fundament van , «ofte Ar, 5^^^ & om-  XXII. Deel. Van halve Treuve, Öfr. 4^ Andere loffe giffinge en conjecturen, die geen omftandige waarfchyneJykheid by brengen, kunnen geen halve preuf maken, maar werden in c geheel verworpen, dewelke of en van hoedanig gewigt zyn veel aan de befcheidenheid van den Rechter werd gelaten. De faken met één Getuige,of anders met fodanige omftandige waarfchynelykheid beweerd zynde, dat defelve wel waarfchynelyk is,en ten halve beweerd werd, doch met geen andere middelen verfterki werd, dewelke een vol bewys fou kunnen uit maken; is de voornaamfte toe vlugt en fterkte,tot beflegting van de faak,het opleggen van den eed aan d'een of d'ander zyde, het zy tot vervulling van het gebrekig bewys van den Aanlegger, of tot fuivering jegens het waarfchynelyk hedenken tegen den Gedaagde ingebragt. D D. ad !. admonendi, 31. ff de jure jurando. m verb folent cap. final. verf. prcefumptione. extr. de jurejur. Het welk t'eenmaal hangd aan de befcheydenheid van den Reehor of en wanneer den felven Eed den Aanlegger, of Jen Gedaagde moet opgeleid werden. 4 Den Eifcher of Aanlegger werd defelve opgeleid, foo wanneer hy een eerlyk Man zynde, fyn eysch ten halven of meer dan ten halven heeft omftandigheden derzaake zei ren, en wor- curateuren geenerhan-'e vermógen heeft den als dan genaamd prtsjurntiar.es bominis; om hare goederen te vervreemden enz hoedaanigeprasfuirrieri, in 't meervoudig Deeze verdeeling gevolgd naar Voet ai feta te zamenkoo.nende , dikwils den tit. ff de probat. 0> prnfumft. num. 14 £f Rechter■ geene reedenen tot twyfelei.-owr. feq. is my altoos als de belle voorgekolaaien. I. Uvb.r beed. reebtsg. VI.b. XXir. men, en sefteld boven die van Hubs-r cap- num. 10. of utt t recht, by voorbeeld leed rechtstel, V. b. XXVlll. cap. en ahdead.mtievan een making, word byde deren. Die meerder hier omtrent beiert I. iS.ff de adm. 0transfer, leg. getrokken raadpleège met Menochius tratt. de PraÏÏLh- ^'emding der gelega- Jumpt Uit het gezegde blykt van zelfs dat teelde zaak door den teftateur zeiven, en de Prefumftien verfchillen van bloote gisduayi.pr*y«mp«onerjarw,(».iarointreMthet fingen of conjecturen , die voeefaam in goeddunken van den Rechter in geen aan fterfce of zwakke kunnen verdeelt worden mwkmgkomt alsin-de eërftgemelden; ech- welken uit een meer of min gewoone zin ter js ook omtrent deezen contrarie hewys van woorden of loop van zaaken worden toegelaaten ; maar zo wanneer de gemelde ecdcrivcert, waar over Mantica de Con. WroBderftellkigen-byde^wctzélv zyn voor- jeBurit Ultimar volunt. in'tbreeden heeft ¥£tVen ' ■ ÜV''azdven èeqte-jn,d getracleeft. Ook verfchillen de prasfum przfumpttoncsjurij 0 de jure, en ccen con- tien van de fiBiones juris. Vid, Nood protrarie bewys geadmitteerd, by voorbeeld, babil. I. 3 cap. uit nat eene curanda buiten ktnnis van hare Lil 3  45-4 Roomsch-Hqllandsch Recht. V Boek. heeft beweefen en aan de fyde van den verweerder geen tegen'bewvs nog waarfchynelyke omftandigheden tot fyn verfchtmng vfaren 2 indien den verweerder eenig bewvs i-oor fvn wrfa 7 . ? of voor hem heeft eenige rfc^yk^ ten wederfyden gelyk ftonden, fou dep verweerder in het dn^ 1 den Eed tot fyn ontlaHing voor dep Eifcher moeten a^^^ den, arg. 1.125. ff de Reg. Jur■ Sje D D. ad l. admonencl. 13 > rejranm. & l. tn bonce fidei. 3. Codf de reb. credit. Af end omi óv, ,ï 4 Ut 7i cap . x. Specpltit, de jur. delat^. lrnu,n. 6. Urpdein foren/ pan. 1 confl. 23. defin. t ?K gewoon zyn te doen, het welk van gelyke verdien"nf z!ïhen™ tV«VKJ kragt is, zoo ook de Eed van de Jooden ; S. ^02. R o0, en mv,l l >' ?' ' Deel V. puftendorff D. dt la N. I. 4! C. 2. {. tffi&^JKiEÏW ^ 4. een voorzigtig Rechter zal wel acht lastgeving ook i^,^^?i"lt,1ï,eciito Ihan dat den eed als het laaifte bewys ne^andlr.^,^^^^ worde befchouwd en aargenomen, en de tit. de jurejurando A'um , w f D&e$m' plcchtigheec'en zo ingefteld, dat zy veel anitd iJuJrlZnY, , &, 8i,ö*« toel»ren,en om de menfchen van de groote X & STÏ, Tt " zonde van Meineed aftefchrikkc-n, althans islRAC in ^V^l^^f^l met betrekking tot die geenen , welkers Comm. ad. d. I ' n' h &  XXII. Deel. Van halve Treuvc, 4f5- 7 Da Diogs. luiden ïiende, dat fy in het volkomen bewys gebreken mogen felve haar toevlugt nemen tot den Eed, en den felve in olaats van bewys aanbieden te doen , of overgeven by den Tegen - dineer in tegendeel van dien gedaan te werden, /. 3. ff. de mrefirant het .8 welk men noemt de faak te ftellen in deeling van eede Wtlk-n E'3 by den Tegen-dinger hem aangeboden zynde, wel mag aangenomen werden te doen, of anders verdragen werden dat gedaan werd • en werd daar op recht gedaan en vonnis gewefen. /. r. verb. ex paèone ff dejurejur Doch mag om reden wel gewraakt werden, foo dat den Regel: Svveerd of ik fweer! /. 3H ff. de jure jur. niet akyts plaats heeft, maar teenemaal ftaat aan het oordeel van den Rechte? of .het felve behoeft aangenomen te werden,of niet. /. 12. fopf &k 2 Cod. de reb. cred. cap fin. in pr. extr. de jure jur ands). 9 Soo mag een aangeboden Eed, van den Eifcher by den Gedaagden afgeflagen, en geweigerd werden, als hy fyn eysch of voorgaven met geen middelen, of mm dan ten hal ven beweerd; in welk -eva den Gedaagde daar op ftaan mag, dat den Eifcner, onaan»tfi-n d n aangeboden Eed, fyn eysch en conclufie moet werden ófitleid / ± )n ■ fin. tod. de edendo. cap. fin. in prin. extr. De jurejurando. SoJ dit'indien dele ve hem van den Rechter wierd opgeleid te doen óf ■ doogt gedaan te werden, daar van met recht fou mogen apoeVccrm en hoger beroepen, arg. d. cap fin. verf. fane extr. de jurejuraudo é d. I. 4. tn fin. Cod. de edendo. (<5) ^ ;io Wederom mag den Eifcuer die het van den Gedaagde op fyn Eed gefteld werd, defelve weigeren en wraaken gedaan te werden, als hv de faak buiten dien aanneemt-den rechte genoeg zynde te fullen be wyfèn. cap. 2. extr. de probat. Bart. &DD.ad d. I. admonendi. qi ff ■de jurejur. 0 11 Den Eed tot vervulling van volkome bewys door den Rechter het zy, ex officw, dat is, amptshalven, of na gedane delatie en aanbieding een van den Dings-luiden opgeleid zynde, moet aangenomen werden, of werd by weigering van dien faak voor bekent gehouden. / mamfefie. 38. ff. de jure jurando. en daar op vonnis gewefen, en in hec .1-2felve vonnis uitgedrukt, Schepenen alvoren geboord NN. dewelke wei- (6) Conf. cl. Voet. ai d. t. n, 15. ^'  4jó Roomsch Hollandsch Recht. V. Boek; gerig was den Eed hem opgeleid te doen, Omdemneeren, &c. (7) Om dat hy tegen fodanige weigering in appél of hoger beroep met mag werden gehoord , als op fyn eige confejfie en overgift verweefen zvnt de. d.l. 12. § i. £f/f33 Cod. de reb. credit. Ah alleen, foo wanneer hy wilde beweeren, aar hem den felven Eed te onrecht en buiten noodfaak was opgeleid, d l. l2. $. 2. Cod. de reb. cred. £f jureiur cat, fin. in pr. extr. de jure jurand. ' 13 Den Eed aangenomen, verdragen, of anderfmts iemand opg-leid zynde, moet gedaan werden in de tegenwoordigheid van 'den VVe- ^ der-dir.ger, dewelke daar toe geroepen, of daar van na gedane daging veifteken moet werden, of anders is defelve kragteloos / lQ Cod. de 'lefiib Novell. 90. cap. 9. Wurmfer. prax. tit.i*. obferv' 10 Hartmann. obferv. tit. 18. obferv. 6. ' 14 Den Eed gedaan zynde, volgd daar op terftond vonnis, als zvnde van fodanige kragt, dat den uitflag van de faak daar in gelegen is /. 1. infin. ff. dejurejur. / 31 verf. folent.ff. eod. Doch na onfe flyl is men gewoon, op dat den Eed gedaan zynde, niet ligt van valschheid werde verdagt, het vonnis te laten voortgaan, inhoudende Condemnatie, onder fodanige, mits dat den Eifcher, of Gedaagde met E-de verklare.&c. en werd gemeenlyk het doen van den felven Eed opgehouden foo lang de tyd van appélen Hoger beroep open ftaat- ten waar den Tegen - dinger den fejfden Eed fonder tegenwerp van' Hoger beroep gedoogde gedaan te werden, en hem verdroeg 15 Den Eed heeft plaats in alle pleithangende faken. /. 3. Cod, de Refr cred. Maar den Eed buiten Rechtsvordering gedaan of aangeboden" verbind niemand. /. 3. ff. de jure jurand. (8) * 16 In crimineele en lyf- ftraflyke faken heeft Eed-Aveeren geen plaats alwaar 't dat de faak ten halve was bewefen, om dat hem niemand fou> (7) Add. Voet. /. c. n. 28. alle eeden anderfints eefiand moer™ ,.™ (8) Te weeten die welken tot een on- den gedaan zo y.n^Z^Zlél eerlyk of quaad einde zyn gegeeven als kan gefchiedén , cap. cum contell 2 f meede die door bedrog of vrees zyn afge- extra, de juujurandc-, het welk in hoe ver perft in zo verre, dat men daar teegens de is gerecipieert te zien is by Voet at tit exceptie van vrees of bedrog mag propo- ff. dejurejur. num. 5. aid. omnin. Po™ rieeren , en daar teegens relevabel is, doef l. c. £. 7 8 0 & 10 want hst canonicque recht difponeert: dat /' ' . '  XXII. Deel. Van halve ^Preuve, tèc. 457 fou ontfien door een gedwongen eed de lyfftraf te ontgaan, fon derling foo defelve fwaar en doodlyk was. arg. I. I. ff. de bon. eor. I 1. §, %.ff. de calumniatorib. Sie Jul. Clar. lib. 5. quafi. 63. Büè'r. decif. 86. Berlich. concluf. pracl. part. 1. concluf 54, num. 5. 6* 8. Ant. Fab. ad Cod. tit, de reb. cred. & jure jur, dejïn. 43. Sulks dat hetjuramentum purgatorium, dat is, den eed van fuivering in lyfllraflyke faken geen plaats heeft. Sie Bolf. prax. criminal. tit. de Sentent. num. 75. in fin. Jul. Clar. d. qucefl. 63. num. 6. In welkers plaats gekomen is in grote faken, en daar het bewys by na volkomen is, het pynigen, daar van hier na, en in kleine faken, en daar het bewys foo groot niet,is, het hooren op artikelen by ons gebruiklyk. X7 Hier van werden by fommige uitgéfondert iodimge/rimineele laken, om dewelke geen lyf-ltraf maaralleen een geld - boete werd geëischt. Van hoedanig verltant zyn Ant. Fab. d. tit. definit. 43= Berlich. pracl. concluf. parte 4. concluf. 54. num. 5. en 8. En de verdere Auteuren by hem alaaar aangewefen. Carpzov. defiu. forenf. part. 1. conflit. 23.'defin. \\. Doch aangefien in veel geld-boeten een gevolg is van infamie, dat is, fchand en verdagtheid van ondeugd, werd het felf ter befcheidenheid van den Rechter gelaten. 48 Het welk voornamentlyk te pas komt in faken van fmokkel en fluikery e, van Pagten en Gemeen • lands - middelen, daar uit de luiden van fmokkel en fluikerye overtuigd, met der daad vervallen in oneer en fchande, en de boete dikmaals foo groot valt, dat de luiden om't felve te ontgaan,haar gewiffe fouden binnen houden, en tegen de felve tot Tiaar uiterlyke ontfchulding willen verklaren. Derhalven by veel niet fonder reden werd geoordeeld , dat in fodanige faken geen eedfweeren tot ontlafling van noden is, of behoort te werden toegelaten, arg. I. 27. §. 3. ff. de pacl. I. 5. ff. de pacl. dotal. Sie Berlich. pracl. concluf part. 1. concluf 21. &? concluf. 29. num. 34, 35. Carpzov. defin. forenf. part. 1. conflit. 6. defin. 10. mm. 4. & conflit. 12. defin. 31. 19 In faken van Huwelyk en Trouw • beloften heeft mede na het gevoelen van de fommige het opleggen van den eed geen plaats. Doch dewyl het merendeels tuffchen vier oogen gefchied al wat des aangaande omgaat: en dikmaals fwaar en onmogelyk valt volkome te bewyfen, werd het aanbieden van den Eed in fodanige faken, na waarfchynlyke omftandigheden, tuffchen luiden van gelyke gelegentMm m heid  4?8 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. heid en onbefproken leven, buiten het geen tuffchen haar luiden is meerendeels aangenomen en toegelaten. Sie Andr, Gail. lib. 2 obferv 94. num. 12. Ant. Fab. ad Cod. lib. 4. tit. 1. defin. 44. num, 6. Cara'. zov. defin. forenf. part. 1. conflit. 23. defin. 10. 20 Ten voordeele van de noodfaaklyke opvoeding der onnoofele Kinderen , werd in het twyfelagtige verftaan, dat die geen die op het aanfeggen van de Moeder, niet ten volle met Eede durft verklaren dat hy defelve nooit, of t'eeniger tyd bekent heeft, voor de Vader verklaart werd, en in de opvoeding gehouden is; fulks hier voor in het I. Boek. XIII. Deel. num. 7. breder is aangewefen. Of het Eed-fweeren mede plaats heeft, in faken van Injurie en en lafterfpraak, m welk de hevigheid des gemoeds, de luiden buiten haar felf vervoerd ? Werd mede, ter befcheidenheid van den Rech- • ter, verfiaan; dat daar m het Eed - fweeren, voornamemiyk tot ontlafting van den befchuldigde, (dat hy met de verfprolcen woorden niet gedagt heeft den ander te lalteren.) plaats heeft. /. 5 K. 8 ff. de injuriis, juncl. I. 3. Cod. de reb. credit. £? I 3. /. 13. g. 2. Q» / 30'« ' q ff. dejurej. Sie Papon. lib. 9. tit. 6. arreft. io. Boer. decif. '66. num 4 5. Chriftin. ad leg. Mechlin. tit. t. art. 26. ad num. 4. (9) Het XXIII. Deel. Van Verdrag en Overkomft. ^ mikL/fen 17 n>erkmfl SCjlegt ™gm 3- Geen B'fiWk* • /Potende uit uitterjh rt .ri.-ii ■ willen, dis nog niet eeobent of geleien 1. Geen gtfcbülen over bet geen iemmd tot zyn * 7 j 6 j onderbond is gemaakt, ten waar, (fc. 4. Geen misdtilen, ten zy, Rc. *F?Er dat de faken ding-pligtig gemaakt, voldongen,en in ftaat van JLrf wyfen gebragt, uitterlyken werden uitgefproken, ftaat het een ieder altyd vry fyn gefchil of queftien, die hy met een ander heeft, met den felve door overkomft te fligten, en af te maken /. 1 ff. de tranjacl. juncl. I. 38. Cod. eod, daar toe dan wel fomwylen by den Rechte! (9) Add. tl. Vost. ai d. t. n. 27. & Huber reebtsg. 3. b. 22. cap.  XXIII. Deel. Van Verdrag en Overkomft. 45-0 ter goede Mannen werden gefteld, daar voor partyen tot fekere dage moeten verfchynen, ten fine van accoord, (i) Van alle twiftige faken en gefchillen, mag men verdrag maken (z). t Uitgéfondert van het geen tot iemants onderhoud is gemaakt, hst welk fonder kennis of geftaden van 't Hof of Gerecht niet beftaan mag. /. 8. in pr. fc? $. Cff.de tranfadt. Man tic de ambig. conv. lib. 26 tit. 3. Ik feg fonder kennis of geftaden, of goed opnemen , om dat 'er huidensdaags niet aan gelegen is, of de kennis en het toeftemmen van den Rechter voorgaat of na komt; contra, d. I. 8. juncl. I. 5. Cod. de ligib. Sie Groenew. de legib. abrog. ad l. 8. Cod. de tranfacl. %. 2. infl. de auth. tutor. ■ 3 II. Mag men geen overkomft maken van gefchillen , fpruitende uit eenige Uiterfte- willen die nog niet geopent of gelefen zyn. /. 6. ff. de tranfacl. I. 1. §. i.ff. teflam, quemadm. aper. Sie Chriftin. vol. xi decif. 84. Sande lib. 4. tit. 5. defin. 15. Faber. Cod. lib. 2. tit. 4. defin. i. Mantic. de ambig. conv. lib. 26. tit. 2. (3) 4 Wat (1) Den A. fchynt hier niet in navolging van de Hr. oe G»oot inl. 3. b. 4. d. het woord Dading te hebben willen gebruiken, het welk in weinig ftukken van rechten voorkomt. Z. dt Observat. over H. de Groot inl. obf. 69. het geen geleegenheid zal hebben gegeeven, dat de gemelde alleguatie uit de inleiding niet naar gewoonte alhier tuslchen 't opfchrift en de Summarie van dit hoofdd. is ingevoegd. (2) Wat tot het maaken van TranfaSie yereïscht word is te zien hy Merula man. V. proced. p. m. 535. Voort* koomt ih bedenking of zulks een Voogd vryftaat. De Groot inl. 3. 6. 4. d. n. 7. en die hem gevolgd zyn, leeren van ja, doch teegers zeer veele flatutaire Rechten aan. Z. MziVL.d.l.tyde obfervat. 1. d. p. 165. Waarom veyligft authbrifatie van Heeren oppervoorden word gevraagd : omtrent de quseftie of een gemagtigde zonder fpeciaalmandaat mag tranfifceeren j ;s te zjen ^e Mm Holl Confult. 1. d. p. jir. (3) Van welk gegronde gevoelen mede is Voet ad tit. ff. de tranfatt. num it. my is niet onbekend Schultingti differtatio de tranfacl. fuper controv. qua ex ultin. volunt. prejicifc. etiam non infpeüis vel cognitis illar. verbis, retle ineunda, nog ook het geen by de beroemde A. Faber in rationol. & Noot ih egregio tracl. de patlis fiT tranfacl. cap. XVIII. is aangeteekend tot contrarie betoog, doch my dunkt, datmea zoo min in de Theorie als in de Praétycq ongerymdheden. mag verohderftellen, zoó als men notoirlyk doet, met te willen, dat de ber. Gajus inl. 6. alleenlykzou fpreekendefaao& non de jure, en dat men zon kunnen tranilgeeren, zonder te weeten of men wel eens verfchii had; tot oploffing 3P de l. 3. f. 1. Digeftor. eod. moet imners notoir worden geremarqueert, dat len inhoud van de codicillen, waar van " d. jj. mende word gemaakt, ten tyde m 3 dit  40O RooMSCH-HoLLANDSCH RECHT. V. Boék. 4 Wat aangaat de misdaden en delicl en , lieten de Roomfche Rechters toe, een iegelyk in 't byfonder te verdragen over doodflag en andere misdaden , daar by den hals en het leven verbeurt was. /. 18. Cod. de tranfacl. maar overkomft over andere en minder misdaden, was niet geoorloft. / 18. ff- eod. infin. Doch huid.ensdaags komt het vervolg van ftraf over de doodflagen en andere misdaden eigentlyk toe de Hoge Overheid, en in de naam van defelve den Fifcaal van 't Land, en al andere des Graafiykheids Officieren, Baljuwen en Schouten (gelyk als hier na in het XXVII, Deel breder gefeid en: aangeweefen werd;) dewelke van geen misdaden verdragen, overkomft maken, of quytfchelding mogen doen, ten zy, ten overftaan en met kennis van de Hoge Overheid, wiens perfoon hier in, de Kamer van Rekening bewaart. Sie 't Edicl. en Ordanantie op 't Jluk van de Crimineel Jujlitie van Koning Pbilippus van den 5 Julü 1570. art. 13. Merul- prax. civil. lib. 4. tit. 14. cap. 2, numer. 5. cap. 6. Maar mogen dien onverminderd, die gene die byfonderlyk door de misdaad zyn befchadigt, voor haar byfonder Intrefl onder den anderen vrylyk verdragen, en quytfchelding doen, van alle misdaden fonder onderfcheid. Grot. Inleiding lib. 3. part. 4. num. 20. Chriftin. vol. r. decif. 152. Zyp. 'not. Jur. Belg. tit. ne tranfacl, verf. accufare. Ja is fo *«*tiv>ik. n»MLrj(Ma2 JwiajIadnD isirt ?i vti nat vfiirik ilttartó 5*k dei tranfactie aan de partyen onbekend wis, en dat uir dien hoofde de tranfictie in zo' verre als dezelv e daaraan contradictoir was, geinfirmeert moeft worden, wat is die anders dan te.erkennen, dat alle teftamentaire quEitien opgefchort moeten blyven, tot dat de uiterfte willen geraadpleegd' zyn? Hetwelk ook, met de' pubh'cqae nut-, tighèid ftroDkt,,dewyl de teftame^ten buiten infpectte niet vernietigt 'of teégenge» gaan mogen worden propter favorem w.ti ■ marum voluntatum. Z. 1. d. p. 299. in de aanteek. zodanige tranfaclien kunnen worden aangemerkt als overkomften in frmidem tifiamenti , waaruit geen actie word gegeeven. I. ,7. $. 7. jf. de paStis. Zonder dat obfteeren kan: Dat de algemeene nut¬ tigheid vordert qat ds gefchillen eens be* flügt, voor af, edaan biyven gehouden, dat daarom geen tranjaffcie door Inftrumentennaderhand gevomlei word geannulleert. /. ) 9. cod. de tra ifü. Want deeze zaken hebben hoegenaamd geen adplicatie op het qiïceftieiife geval, het welk een noodwendige uitzon Tering bevat, het recht verhiel overkomften te maaken over erfeniffen van iemand, welke nog leeft, als ftrydig de perfoneele veiligheid , en de magt, dien ieder heeft oai o/er zyne natelatene goederep te befchikken; en niemand kan van eenis recht afilaan voor en al eer hem 't zelve bekend is. Conf. Voet d. I. £? ibi citat.  XXIV. Deel. Van Vonnijfcn, en Gewysden". 461 ver nootfaaklyk, dat het vergunnen van RemiJJien en Pardonnen niet eer fyn voortgang hebben kan ; ten zy de Vrienden van de neder geflagen, met den misdader hebben gefoent. InftrucT:. van den Hove art. 223. Zyp. notit. Jur. Belg. de abolit. &? rem ff. verf. Ante gr at. Grot. Inleid, part. 33. lib. 3. verf. cum feq. Het welk hoedanig toegaat. Sie Papegay pag. mihi. 475. en volg. in Vlaanderen, Damhoud. prax. crim. cap. 145. en in Brabant, Cojluym. van Antwerp. tit. 32. (4) Het XXIV. Deel. Van VonniiTen, en Gewysden. jt. Vonnis of Sententie hoedanig te wyfen, 7. Of men ten principalen kan voortgaan en hoe te verftaan, als de flemmen fie- eer de provifie is voldaan, ken, en gelyk zyn. 8. Difftmtyf. O.. Sententie of Vonnis interlocutoir of d'fft- 9 hy Default hoe te procedeeren. nityf. 10. Gewysden hoedanig te ftellen , en wat 3. j4ppoiniïcmenten wat en hoedanig te ver- daar in waar te nemen. leenen, en hoe veelerbande. 11. Een gewysde, hoe en wanneer voor de 4. Vonniffe interlocutoir. vafte waarheid te houden. 5. Exceptien rem'Jfive. 12. Binnen wat tyd te executeeren. 6. Vonniffen provijioneel, wat en boe te ver- 13. Surcheantie van executie en hoedanig te leenen en in te ftellen. verkenen. iT^jEt Proces aldus gebragt zynde in ftaat van wyfen , volgt daar op J^J. het gewysde en vonnis van den Rechter, daar by de faak eindelyk werd geilet. /. i. ff. de re judic. by meerderheid van flemmen, en by omvraag van den oudfte tot den jongde, daar van den Schout de Hemmen vergaderd en omvraging doet, en uit het meerder getal van een gevoelen het befluit maakt. arg. I. 19. ff. ad munic. I. 160. §. j. Jf. de Reg. Jur. I. 46. Cod. de Decurion. En indien de flemmen ten wederfyden gelyk zyn, gelyk op fommige plaatfen daar men met agt Schepenen wyft, of anderfints by het afwefen van een daar het getal ongelyk is, (fulks tot dien einde meelt over al de Vierfchaar in het getal van feven Rechters beftaat,) ligtelyk kan voorvallen : Werd het omvragen voor de twede maal hervat, en rond gevraagt of iemand - '' . van (4) Conf. Voet. ad d. ff. t. R Vinn. in traüatu de tranfaüion. M mm 3  4,61 ROOMSCH-HOLLANDSCH RüCHT. V. Boek. van fyn ftem wil veranderen, en d'een of d'ander fy wil kiefen? So nier, werd in faken daar over befit recht, huwelyk en trouw - belofte, lyfs onderhoud en diergelyk werd gepleitvoert, voor het felve geweefen. /. 38. /. 39. ff. de re judic. In andere gemeene faken werd in fuik geval voor den Gedaagde toe ontfkging, enonfchuld geoordeeld: fonderlingin lyfftraflyke faken, omdat in alle faken het waarfchynlyke recht voor hem is. /. 115. ff, du Reg. J. I. 5. ff. de pozn. junft. 1. 47. ff. de obligat. £f act. Doch in fommige Steden fyn dien aangaande keuren: dat in alle Vergaderingen bejlaande by even perfonen, daar de flemmen gelyk zyn, en jegens elkandenn Jleken, en na gedane her om vraag niemand van fyn ftem wil wyken , de ftem van die gene die in 't felve collegie profileert, 't zy Burgirmeefler of Schepen kragt fal hebben van twee flemmen. Sulks by de Vroedfchap der Stad Leiden den *8. November 1592. is vaft gefteld, en als nog werd onderhouden. Defe wanneer die van een Hoger Rechter is, werd een Sententiettn van een Lager Rechter Vonnis genoemd, a En is, of interlocutoir , dewelke iets tuffchen beide of voor af beveelt, of definit ff, dat is, veilig dewelke het geheel geding ten einde brengt, anders genoemd eind-oordeel. /. 3. Cod. &f /. i.ff. de re judic. Alfo in het geven van de gewysden. vdefaulten, en misflagen kunnen werden begaan: So ftaat voornamentlyk te letten, op den aart en rechte eigenfehap en inftelling van dien. Defelve werden verdeeld in Jppoindtementen, Interlocutien, Provifio» neele of dffnitive. 3 Een /Jppoinêlement is een bevel op een enkel verfoclrof incident by monde, het zy voor of na het Ding-taal, of ook wel by gefchrift, tot verligting en voorkoming van verder gefchil gedaan, het welk by den Rechter wérd toegeftaan , bepaalt of ontfeit, en voorts of dien on» verminderd, geordonneert op defe of gene manier in de faak voort te varen, alles na befcheidenheid van den Rechter. Daar op in agt te nemen ftaat, dat aan d'een zyde partye niet al te haaftig aangedrongen werd , om dat men in veel faken op ftaandevoet niet kan bereid wefen, om hem te verantwoorden, D D. ad. I. s. ff. Ö* /. Cod. de edendo, en aan d'ander zyde, de gebrekige partye niet te veel bots werd gegeven, om fyn Weder dinger met noodlofe of ondienftige uitvlugten te quellen, tot dien einde altyd?, vry latende, het  XXIV. Deel. Van Vonn'tffen, en Gewysden. 4$, hetraondling tegenweer indien by Notulen, of fchriftelyk antwoord ^eek-woord': ^ gehanddd ' volSens het gemeen ■ Audi alteram partem. En werden ook buiten verfoek wel fomtyds partyen door den Rech ter ex officia geordoneert te compareerer. voor Goede Mannen, by partven felf te verkiefen , of die by de Rechters daar toe in 't byfonder werden genoemt, om by de felf vereenigt te werden, is't doenlyk, indien met defelve gehoon, ah dan in de faak gedaan te werden, gehk als be vonden Jal werden te behoren. ' ë ' De Defe veorbereiding en voor - afgaande verfoeken , en bevelen zvn andere die den loop en voortgang van de principale fake noodfaaklyk fouden fluiten, en fulks voor afgedaan en geuittet moeten werden t uTa deni?°? en voo»6a"g ™ het eind. oordeel niet nóótfaaklyk ftutten of beletten. En mng op fodanige verfoeken dien onverminderd, bevolen werden fodanig Ding-taaj te houden als den Laat van het geding mede brengt, als by voorbeeld, indien iemand recht maakt uit een gekofte Attie, en tegen hem verfogt werd verklaring wat hy daar voor heeft gegeven, om door dat middel tot de naafting te komen: Item op het verfoek van Copye van 't geen daar den Eilcher fyn eisch of recht op maakt. Item op 't verfoek van een faak in welk noodfaaklyk guarand plaats heeft, en den Gedaagde fond-r lyn Guarandmr van het geding te verwittigen, fvn aStie vm guarand fou verhefen, voor een tyd in ftaat te ftellen, en diergelyke: moet fodanig incident en tmTcnen- faak , eerft en al voor afgedaan worden Maar fo wanneer, in een fake daar geen provifie werd begeerd voor de btifconuflatie affchrift werd veifogt, van het gunt tot beweeïmg van de principale faak fal werden overgeleit, en fulks op het ter mynym produclie eerft kan vallen, of dat in faken van pcenaal, al voren eisch te doen, verfogt werd reparatie van attentaten , of in cas d'amel van Baljuw en mannen by provifie werd verfogt, het Vonnis ter exeMte te leggen , en voor het Hof de afdoening van de claufule van inhbute, «rekkende tot gelyken eind, of dat in cas van fpolie, ante omnia reftitutie werd verfogt, of diergelyk; fo ftaat het aan dê befcheidenheid van den Rechter , om na gelegenheid op de provifie te difponeeren, en af te doen, of het felf te Jchorjfen, ten uit-einde van de prin-  464 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek; principale faak, en te ordineeren dien onderminden eisch te doen, te antwoorden, cn de faak op alles te voldingen, om alsdan ten principalen, of op de provifie gedifponeert te werden als na behoren. Gelyk ook fo wanneer de aclie niet enkel poffeffoir is, en by provifie werd geëischt behouding of herftelling van het gunt by iemand feitlyk afgebroken, of om ver gefmeten is. Item daar ten principalen betaling, of by provifie Namptiffement werd verfogt, en de fake by den Rechter niet gants en volkomen klaar werd bevonden. Weik middel cm dien onverminderd voort te procedeeren, fomtyds uit de eigenfehap en gevolg van de fake nootfaaklyk is , of ook voor het bequaamft en gevoeglykft gebruikt werd, om'partyen welk tot uitftel genegen zyn, door volkomen ontfegging geen oorfaak tot appél of hoger beroep te geven. Gelyk ook de Rechters om defelve reden kunnen bewogen werden, op een klare en rechtmatigeprovifie procnpüyk recht te doen, als 'er maar alleen op de provifie geantwoord is. 4 Vonniflen interlocutoir zyn, fo wanneer uit het overfien en onderfoek van de fake als die voldongen is, by den Rechter verklaard werd , dat de faak niet werd gevonden in ftaat om eindelyk geuittet te werden, en daarom den Eifcher of den Gedaagde opgeleid werd , dit of dat, den rechten genoeg zynde nader te bewyfen,om het felve gedaan zynde, als dan gewefen te werden als na behoren: Of dat gelalt werd de overgeleide verklaringen, die in opmerking komen , volgens het 17. Artykel van de Ordonnantie op 'tfluk van de Juftitie in de Steden te doen recoleeren, dat is, de getuigen nader onder Eede te doen horen, om, &c. 5 Vonniffen interlocutoir werden ook genoemd , daar by het verfet en exceptie by den Gedaagde voorgefteld werd afgeflagen en ontfeit en den felve geweefen in de faak ten principalen te antwoorden. De Exceptien daar op dat men alleen mag blyven ftaan, en recht verfoeken, fonder voort op de faak felve te antwoorden , zyn driederhande, declinatoir of incompetentie anders renvey, litispendentie, en litisfinite, fulks hier voor in het XVII. Deel, breder is verhandeld. Doch buiten dien zyn verfcheide andere die de injlantie, en het aam aal geheel fouden vernietigen, vulgb peremptoire exceptien, of anderfins den Rechter fouden kunnen bewegen, om defelve niet los af te on£-  XXIV. Deel. Van Vonniffen, en Gewysden. 46? ontleggen, maar defelve te voegen by de principale faak, en dien onver • minderd den gedaagde te ordonnecren te antwoorden: Doch mag den Gedaagde op fodanige exceptien (als gefeid is) niec blyven ftaan, fonder mede op de principale faak te antwoorden, by voorbeeld: Indien een Minderjarige in rechten verfchynd, fonder fyn Voogd, een getrouwde Vrouw fonder haar Man; Item als den Eifcher te vroeg op is, eer dat fyn recht geboren is te eifchen; Item dat van een provifioneel Von • nis van Steden aan het Hof werd geappclleert, en den Gedaagde daar jegen uit kragt van het 3. Art. van de Ampliatie van de Inftruclie, fyn verfet en exceptie wil nemen aldus: tot fub-en obrepVe, ten fine v m niet ontfankelyk, verfoekende daar op alvorens recht, en voorts by oraine tot ,&c. en kan dan, fchoon de faak op het een en op het ander gelykdyk is voldongen, in alle deelen van het geding nog altyds op de exceptie en verlet recht afgedaan , en den gedaagde van de inftantie, dat is, faaks aanleg geabfolveert en ontflagtn werden. 6 Een provifioneel Vonnis is daar by, om 't grote voor - oordeel dat den Eifchtr weet aan te wyfen, den Gedaagde al eer men de faak voorts ten principalen verder onderfoekt, by provifie en voor af werd verwefen, behoudelyk dat het felve Vonnis ten principalen, en by verder onderfoek, mag en fal werden veranderd, indien bevonden werd dat het alfo behoort te wefen. Voor 't welk indien fo mogt bevonden werden, den Eifcher gelaft werd borg te moeten ftellen, voor en aleer hy 't felve mag genieten. Sodanige provifien werden dagelyks geweefen in faken daar in den Eifcher fyn eisch vaft maakt op Obligatien, Hand - fchriften en andere openbare Inftrumenten, op welk den Gedaagden gedagvaart zynde, de felve te kennen of ontkennen, ten minfte bonam fidem agnofcendo,dat ir ter goeder trouwen te erkennen, fyn hand-teykemng, en het verly va» dien niet weet te lochenen aldus: Condemneeren den Gedaagden aan den Eifcher, by provifie te namptifeeren, de geëischte Jom van Se. onler cautie de rejtituendo, indien namaals bevonden werd dat het aljo behoort: Waar van breder hier voor in het XIX Deel. is gehandelr. De Procureurs voor de lage Vierfcharen, pracl feeren dikwils op de provifien te pleirtn, eer dat op al conchfien zyn genomen, en meeft op namptiffement en, klovende de ding-talen, om daar mede het perykel te ontgaan, dat ten principalen recht gedaan fou werden. En met N n n dat  466 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. dat van een provifioneel Vonnis geen appél tot wering van de executie en uitwinning werd verleend, het recht van appél vrugteloos te maken, fulks hier voor mede voor een misbruik is tegen gefproken. Waar op fo denWederdinger niet ftaat, dat de faak ten principalen meds gelykelyk werd voldongen, of dat hy felf niet gereed is te antwoorden, kan by de Rechter fo het recht tot de provifie klaar leid, en daar op alleen is voldongen, recht gedaan werden by volkomen toewyfing of ontfegging van de verfogte provifie: of fo die faak fo klaar niet leid voor ah nog de provifie werden ontfeid, en dien onvermindert getrdmneert de fake voorts te voldingen, na dat de Rechters oordeelen 't ftuk meerder onderfoek te vereifchen. Gelyk den Rechter ook de magt heeft in al de leden van het geding op de verfogte provifie, als nog recht te doen, mits dat in de principalen fake altyds iets over blyft te oordeelen; want het vreemt fou zyn, als een fake ten vollen is ingedient, en in ftate van wyfen gebragt is, provifie te verleenen, fonder daar by te verklaren, dat den Rechter de faak ah nog niet gedifponeert vind, om eindelek te mogen geuittet werden, heveelende overfulks dit of dat, &c. en doende als nog recht op de verfogte provifie, condemneert den Gedaagde by provifie, &c. Immers fo nodig is het voor de Dings-luiden in haar conchfien iet ten principalen te laten, om by den Rechter by eind - oordeel te uitten. By een provifioneel Vonnis is van node een mark - teyken of onderfcheid dat het felve niet eind oordeelig is, ah dat de kofilen werden gereferveert ten uit-eind van de faak, en na gelegentheid geordonneert de faak ton principalen voort te vervolgen na (lyle, of anderfms. Die_ eenige provifie verkregen heeft , is volgens gevoelen van de 7 fommige niet gehouden in de principale faak voort te gaan, voor dat de provifie is voldaaB, van welk gevoelen onder anderen is Willem van Alphen in de nieuwe Papegay pag. 267. Het welk wel plaats heeft in cas pojfeffoir of in faken van herftelling uit nieuwe feitelykheid, in welk het gebod en bevel van den Rechter eerft moet voldaan werden, eer men verder mag werden gehoort. arg. I. 26. g. 6. ff. ex quib. cauf. maj. daar van Rebuff. fpreekt in de aldaar aangetoge plaats ad Conflit» Reg. tracl. de f ent ent. provif. art. 1. gloff 4. num. ra. en Boer. Decif. Burdegal. 326". Maar kan tot andere gemene provifien van namptiffement geenfins getrokken werden, welk niet fiet op 't gebod, en gefag van den  XXIV. Deel. Van Vonniffen, en Gewysden". 467 den Rechter, maar op het waarfchynelyk recht van den Pleit-voerder die het vry ftaat, fodanig recht terftond ter uitwinning te leggen en tot de uitwinning wel kan komen, eer dat de faak ten principalen fvn uitgang kan krygen : -maar dat belet niet dat den Verwefen ontfangen werd in de faak voort te gaan, 'c welk hem den Rechter niet kan weigeren, en tot het executeeren v?n de provifie geen verandering geeft 8 Een diffinityf, dat is, veilig of eind• oordeelig vonnis, is, daar by de faak ten principalen, als recht werd uitgefproken, en eindelyk geuittet, aldus: Schepenen partyen gehoon, gefien het geproduceerde , en gelet op alles wat heeft mogen bewegen, doende recht, condemneeren, of ontfeggen, &c. Sulks ook by het Hof werd onderfcheiden, aldus:' In der fake hangende tuffchen N. N. tjc. het Hof doende recht, in den naam van de Hoge Overheid en Graaflykbeid van Holland, &c. condemneeren £fV. Tot het welk wel te letten ftaat, dat 'er aan de ding-talen'van eisch, antwoord, replyq, en duplyq, fo in conventie, als reconventie het dienen van produclie, renuncieeren van vorder produclie, employeren van reprocben, falvatien, in rechte te concludeer en, en vonnis te verfoeken (waar van hier voren het XIX. Deel) niet ontbreekt, alfo om het minfte verfuim, de Vonniflen van nietigheid aangevogten kunnen werden. Item dat de conventie en reconventie altyd pari paffu t'famen gaan en gelyk geuittet werden, aldus: Schepenen gefien, &c. gehoon, &c. en gelet op alles wat heeft mogen bewegen, doende recht, cerfl in conventie condemneeren den Gedaagde aan den Eifcher op te leggen en te betalen, &c\ en in Reconventie ont feggen den Eifcher fynen eisch en conclufie op'en jegens den Gedaagde in't felve cas genomen, &c. of aldus: Doende recht eerfi in conventie ontfeggen den Eifcher fyn eisch en conclufie, en in reconventie condemneeren de Gedaagde aan den Eifcher in 't felve cas op te leggen en te betalen, Sc. En om in een grover mis - flag of nulliteyt te vervallen; ftaat voor al wel te letten, dat alle Vonniffen fo provifioneel ah diffinityf niet gaan of geftelt werden, buiten of boven de conclufie, en ding -taal, maar wel minder mag werden toegewefen. DD. ad l. 18. ff. commun. divid. Siet Merul. prax. civil hb. 4. tit. 37. cap. 2 num. 21. En ingeval van vermindering, daar altyd bygevoegt werd de volgende claufule, ontfeggen den Eifcher fyn vorderen eisch en conclufie op den Verweerder ge- Nnn 2 daan  468 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. daan en genomen, of in dien fyn verder recht wel goed is , maar tegen een andere of op een andere manier had moeten aanleggen aldus: gereferveert, fyn verdere aclie daar en fulks hy te rade werden fal, en compenfeeren de koften om reden, Sc. of als de fake aan d'een of d'ander zy gantsch klaar, en ongetwyflyk is,die gene die opentlyk ongelyk heeft, den felve te condemneeren in de kojten tot haar luiden taxatie en moderatie , het welk t'eenmaal ftaat tot befcheidenheid van den Rechter. Injlruft. van den Hogen Rade art. 49. Damhoud. prax. civil. cap. 222. Wielant. pracl. civil. tit. 9. cap. 7. Hoe dat de Gedaagdens niet verfchyneride, verfteken fullen werden by Vonnis. Sie Ordonn. op 't ftuk van de Juftitie art. 3. en hier voor het XIV. Deel. 9 Van welke defaulten, volkomen Notulen moeten geteikent werden, en wat voor Intendit heeft gediend , en daar provifie van Namptiffement plaats heeft, aldus te ftellen : Schepenen verkenen den Eifcher tegen den Gedaagde het eerfte default, en voor 't profyt van dien, {gefien hebbende de Obligatie in den eisch vermeld, houden defelve v»or bekent,) of aldus: {gefien 't Regifter daar uit in defen werd geageert, en gehoord de affirmatie van den Eifcher,) condemneeren den Gedaagde by provifie, &c. en verkenen den Eifcher ten principalen een tweede citatie. En by contumacie ten principalen aldus: Schepenen gebleken zynde, dat den Gedaagden tot drie malen toe wettelyk gedagvaard zynde, niet gecompareerd is, of gemagtigde van fynent wegen, en dat hy dien volgende beboorlyken gecontumaceert en verfteken is; gefien den eisch, het intendit, en verificatien van dien, en gelet op alles wat heeft mogen bewegen, doende recht, comdemneeren, Sc 10 In gemeene Vonniffen fielt men het hooft aldus: Schepenen partyen gehoort, gefien 'f geproduceerde, en op alles gelet wat heeft mogen bewegen, doende recht, condemneeren, of ontfeggen, Sc als hier voren ten deel is aangewefen: in dier voegen, dat defelve inhouden, dat den Gedaagde in 't geheel of deel verwefen werd in 't geen van hem werd geëischt, of daar van vry gefproken en geabfolveert, en voorts inhoude condemnatie, of comperfatie van koften, fonder dat men ook in de Vonniffen mag gebruiken de claufule: van den eisch en conclufie te ontfeggen, fulks en in der voege als die gedaan en genomen is, of diergelyke; maar moet de fom en de begrooting van het gewysfte klaar uitgedrukt werden. Sie het 15. art. van dc Ordonn. op 'tfluk vm de Juftitie in de Steden. In  XXIV. Deel. Van Vonniffen, en Gewysden. '+6$ In faken van Buur.quasftien aldus: Schepenen geweeft ter plaatfe contentieus, en van het qucejlieufe genomen hebbende oculair e infpeclie, partyen geboord, en op alles gelet, doende recht, Sc So wanneer als het Vonnis niet liquide en effen is, en daar in iets begrepen is dat naderhand moet werden geliquideert en vereffent, werden partyen, ten einde fy den anderen daar over met geen nieuwe piocednuren quellen, geordonneert tot fekeren bcquamcn dage, te compar teren of gemagtigden te Jenden voor twee of meer Gecommitteerdsns uit den Gerechte, om dc plano te fien procedeeren, tot nader verklaring en liquidatie van bet gegeven Vonnis. Het welk alfo voor den Hogen Raad dagelyks werd onderhouden. Vco.rrs moet men zich wagten in alle leden en tuffchen-vallen van het geding iet te doen of te beveelen partyen ongehoord, en in het wyfen moet men alles wel overwegen, en daar toe een voorfigtig fcharpfmnig, en onfydig oordeel gebruiken. En in het geen daar in men fyn eigen oordeel niet wel toevertrouwt, fonderling als de faak van gewigt is, zich niet fchamen het advys van ervaren Rechtsgeleerde te gebruiken, en in 't hooft van de vonniffen als dan te ftellen: Schepenen gefien het advys van gepraclifeerde Rechtsgeleerden, ter ordonnantie van defelve daar overgenomen, en hun daar mede confirmeer ende, partyen gehoon, gefien haar geproduceerde, &c. Voorts moeten alle definitive vonniffen inhouden condemnatie, of compenfatie van koften. Ordonn. op 'tfiuk van de jujlitie, art. 19. volgens den Kegel, dat die geen die in 't ongelyk valt, in de koften moet gecondemneert werden. I 79. Jf. de judic. J. i. injlit. de pcena temer e litigant. Novell. 82. cap'. 10. Autb.pofl. jusjurand. Cod. de judic. aldus: En condemneeren den' felven in de koften van den proceflie ter tauxatie en moderatie. Doch is te verftaan van de fodanige, dewelke opentlyk ongelyk hebben en de faak alleen hebben aangeleid of tegen gedongen om fyn party te quellen. Anders indien de faak twyfelagtig was, en ten wederfyden fyn reden had, fo werden de koften gecompenfeert, en moet elk de fyne dragen aldus: en compenfeerende de kofien om redenen, baar daar toe bewegende. A's den aanlegger fo opentlyk ongelyk heeft, mag hy ook boven dien in een mulóle en boete werden gecondemneert, dewelke voor het Hof ter befcheidenheid werd gelaten. Injlrucl;. art 213. En in de Steden en voor Baljuw en Mannen bepaalt is tot drié N n n 3 guld.  47 Roömsch-Hollandsch Recht. V. Boek. guld. in reële faken, en civile faken den dertigften penning, van 't geëischte, tot fes guldens toe, en op de Dorpen tot dertig ftuiv. in reële faken, en den vyftigften penning van het geè'ischte, mits niet excedeerende drie gulden, al voor den Officier. Ordonn. op 't ftuk van de Jujlitie, art, 22. 11 Het gewysde van den Rechter, werd na verloop van tien dagen (binnen welk men vermag van defelve te appelleeren) in die fake voor de rechte waarheid aangenomen en beveiligd {vulgb gehomologeert) l, 25 ff. de Jlatu hom. en vermag onder dekfel van nieuwe bewyfen of munimenten niet ingetrokken werden. Coren. obferv. 2(5. IVJaar is genoeg dat de faak na het gene dat den Rechter gebleken is, was uitgefproken , om dat men juift na het blyk en de ingediende bewyfen moet oordeelen. /. 30. ff. de tejlam. tutel. I. 6. §. 1. in verb. ex fide eorum quce probabuntur ff. de offic. prcejid. I. 2. 4. Cod. de re judicat. Coraf. 4. Mijcel, 20. Hottomann. illuftr. quafi. 17. Coftal. ad d. I. 6. §. i.ff. de offic. prajid. Sie Vinnium ad pr. injlit. de offic. jud. Reclamantc. Covarruv. 1. refolut. 1. Clar, lib. 5. §.ƒ«. pracl. criminal. queeft. 66. num. 2. en Chriftin. vol. 2. decif. 148. num. 21. & vol. i. decif 4. Wy hebben gefeid (in die fake) voor de rechte waarheid, om dat het felve moet bepaalt werden tot den toeftand van die faak fonder dat het tot andere faken kan werden getrokken: dewyl het geen tuifehen defe of gene is verhandeld, een derde niet kan benadeelen. l.'ö^.ff. de re judicat. En men leven moet by fekere wetten, niet by voorbeelden van enkele faken. /. 13. Cod. de Sentent. £ƒ interlocut. Sie Coren. obferv. 30. num. 2, 3, 4. en Chriftin. vol. r. decif. t. & vol. 2. decif. 51. num. 5. cum feq. & decif. 63. num. 3. cum* feq. fcf decif. 65. 12 Het recht dat men by een gewysde van den Rechter had verkregen , was eertyds altyd durende. /. 8. Cod. de reb. cred. & l. uit. Cod. de ufur. rei jud. maar het felve werd by ons niet onderhouden. Om dat het gewysde van den Rechter felf in fyn Rechts-gebied met ten eerften tér uitwinning gefteld mag werden. /. 56. ff. de re judicat. of Indien den Verwefen uitlandig is, of geen goederen aldaar befit, werd het felve aan den Rechter van de plaats daar hy is by letteren requifitoir verfogt. lnftr. van de Jujlitie inde Steden, art. 17. Merul. prax. civil. lib. 4. tit. 97. cap. 1. Argent. ad Confuctud. Britann. art. 17. Welke uitwinning, indien niet binnen 'sJaars gefchied, t'elkens moet vernieuwt  XXIV. Deel. Van Vcmniftn, en Gewysden. 4?l riieuwt werden voor den Provincialen Raad binnen vyf, en voor den Hogen Raad binnen tien Jaren. Inftruól. van den Hove art n» Amphat. art. 30. Inftruclie van den Hogen Raad art 27* 0 ' 13 Dat alle Vonniffen ten eerften na het wyfen ter uitwinning mogen werden geleid heeft defe uitfondering, ten zy daar van aan Sen Hoger Recnter by Appel beroepen werd, daar toe den Verwefen tien dagen beraad gegeven werd, binnen welke men met de faak moet (lil ftaan, en hy zig ondertuffchen moet verklaren, waar van in het naaftvolgende Deel Of dat den Verwefen om fyn onmagt bv het vonnis eenige uitftel van betaling werd gegeven, fulks by ons gebmiklyk n , dat luiden yan onmagt in rechten geroepen zynde, de fchuld bekennen , en verfoeken de betaling te mogen doen by termvnen en polen, van twemaal drie, driemaal twe, driemaal dn-, ukterlyk van viermaal drie, of driemaal vier maanden, daar op in het wyfen van het Vonnis ter befcheidenheid gelet en 't felve gewvgerd of toegeftaan werd , mits dat ondertuffchen voor defelvl beuling borg en feker werd gefteld , aldus: Schepenen gehoord de fchuld■ bekentenis van den Gedaagde, condemneeren den felven, &c. furcherende niet te min de executie van dien den tyd van, Sc. mits flellende cautie Rc Het welke of, en hoe ver mag beftaan in't lang werd verhandeld bv Gabriel Alvarez Velafc. de privileg. paup. g» miferabil. lib. 1 aucefl 44- Sie mede de Papegay pag. 33. Keuren der Stad Leiden art 176 num 5. Confult. en Advyfen. 1. deel, Confult. 278. Pecc. van befet', en hand-opleggen. 4. deel. num. 6. in not. (1) f/in)Hi^ePVaadp,Ieef,0mtrenJdeft0f- Cap- 3i- ö5 de ÏUAS Md. in notis juncl fe in du.deel verhandelt, wyders met Vkomans de faro cmnpetenti lib IV cab r de ber. J. Voet. in comm. ad Pandett. tit. en 2. *' l' de re judicala , A. in cenf. for, p. 2. lib. 1. Het  47^ RoowCsch-Hollandsch Recht. V. Boek.' Het XXV. Deel. Van Appél en Hoger beroep. 1. Appél of Hoger Beroep boe, en linnen van Cerre&'e, geweigerd Confent van wal tyd te doen. _ H wlyken faken van Pagtns en an. 2. Wan'eer nodig te appe'leeren, wanneer dos rikende Üyhigien Policie, cor~ reformeeren, en waar in bet onderfcheid reüie default en wili-ge condemnatie. van dien bejlaat. 16. Tot hoedanige fom de Steden en Dorpen 3. Inbibitte en fcborfing van executie of en by arreft en Jonder beroep mogen wy. boe anig te verhenen. Jen. 4. Redutliewat, en van boe'anige kragt. 17. Tot boedanige /om geen inhibitie mag 5. Reliëf tegen de indebite interjeSie of pro- weiden verleent. Jecutie van Appê- of Re ormatie 18. Bonen van 't fol. Appél. 6. Hoe en aan wat Red ter te appelleer en. 19 Hoedanige ding- talen en appèl te bonden, 7. Revijie , wanneer itie i laat* teeft en wat 20 Htedan'g m rtlief d' ippél. daar in aan te merken. 21. Hoedanig in reformatie. 8. Of plaats beejt jegens een Willige Con- 22. Hoedt .ig om ontfangen te werden alt demnatie. Appellant. 9 Of teflve d'executie kan fluiten. 23. hoeden g op de inhibitie iet fekeren da* 10. Intbimalie en mede aa^vaaraing van den ge. of d'en da f al. Recbter 24. Van wat kragt fo tanige inhihiüe 11. Geen nieuwe feiten in Appel te brengen. 25. Hoedanige d ng-taien m reauüie te hou11. Van welke Sententiën o- Vonniffen te ap- den. pelleeren, van welk niet 26. Grie-en è minima, wanneer en hoedanig 13 Of en wannter van provijioneele Vonnis- voor te jtellen fen en interlocutien. 27. In Appèl geen reconventie te doen. 14 0/ en wanneer van crimineele J'onn;ffen. 29. Hoedanige ding-talen in revifie te hou* 15. Of en wamieer tegen Vonniffen in materie den. DE gefchillen en faken waar in twee of meer niet over een quamen voor den Rechter verhandeld, en door defelve einde.yk uitgefproken zynde, krygen kracht van gewysde, en werden met der daud voor de waarheid beveiligd. /. 207 ff. de Rtg. Jur. ten waar binnen behoorlyke tyd, daar van een Hoger Rechter by wegen van appellatie of reformatie wierd beroepen. 1 Is 't dat zig itmand gevoeld belaft en befwaart te zyn by eenig Rechter, en hy daar af wil appelleeren, moet dat doen aanteikenen binnen tien dagen van 't wyfen van '1 Vonnis af te rekenen, auth. hodie. Cod. de appell. lnftr. van den Hove art. 198. Of immers dat het tot fyn  XXV. Deel. Van Appél en Hoger Beroep. 47/ fyn kennis was gekomen, dief. art. 198. in fin. Gloff. & Barth. in 1. x. § 7. ff. quando appéll. Marant. de appellat, num. 203. &f 204. en binnen twintig dagen na het felve voor het Hof en veertig dagen voor den Hogen Raad in 't werk leggen en vervolgen, DD. apud. Andr. Gail. lib. j. objerv. in. Inftrucr.. art. 206. en Art. 216. Welke tyd verfiaan werd te lopen de memento in momentum, dat is, van het uur of ogenblik van het wyfen van het Vonnis, of dat het tot des Verwefens kennis is gekomen, tot defelve uur tien of dertig dagen daar na. Andr. Gail. lib. 1. obferv. 139. Sande lib. 1. tit. 13. defin. 2. Ten waar dat men , fo veel aangaat de tien dagen van het aanteikene, het felve volgens de woorden van het 198. art. van de Inftruclie wilde verlengen, dat den geheele tienden dag daar in foude moeten werden gerekent. Het welk ook kan werden uitgeleyt op den dag dat het vonnis is gegeven. (1) Sie de aanteekening op het Xh art. van de Ordonn. op 't ftuk van de Juftitie in de Steden. 2 En werd hier gemeenelyk by verleent en verfogt de claufule van inhibitie , dat is, verbod en fchorfing van executie en uitwinning van het felve Vonnis; daar by den Rechter die het Vonais heeft gegeven, ver- (i) De twintig dagen tot profecutie van weegens de indebite interjectie, verhefde geirterjecteerde appeüatie bepaald, fing en profecutie zyher appellatie konde beginnen te loopen na den dag dat het impetreeren, als dan zoude worden geöappél is geinterjecteerd, en verftreeken ludeert de beraamde ordres en tydsbepaazynde word de appellatie gehouden voor lingen, zynde in appél boven gemeld 10 defert. en kan de Sententie ter executie en20 dagen,en in cas van reformatie een worden gelegd, lnftr. van 't Hof art. 204. jaar, of om pregnante reedenen twee jaa05*206. hoedanig by den H.R. plaats heeft, ren , als meede buiten effect gefteld da Z. Infl. H. R. art. 216. conf. £3" Mtrul. exceptie van homologatie en acquiefcelib. 4. t. 4. cap. i: Na de laps dtr fatalist ment tot affnyding van proceduure ir:gekan egter om gewigtige reedenen requeft voerd, en niemand dan de onastzaamsn civil worden verzogt; en den Hove Pro- prsjudiciabel; offchoon ik niet wil beweevinciaal uit kragte der Oclrooye van den ren, dat de Hove van Juftitie om merke17 aug. 1562. daarteegens reliëf verleenen; lyke reedenen by middel van herftel in doch of hetzelve meede plaats zoude vin- zommige gevallen dit vermogen niet zouden na verloop van 18 a 20 jaaren, ter zaa- de kunnen oeffenen by voorb. zo van adke van bedrog, circumventie en derzely. plicaiie konde worden gemaakt te beker,ken. vid. Zypaus not, jur. helg. peg. 48. de reegel: agsre non valsnti non currit prceWelks gedoceerde door de doctrine van Jcriptiq.. Conf. porro Christin^i decif. vol. Volt en Merula onder anderen word ge- 1. decif. 17. 6? de comprobatione fententie contradiceert, en het is zeeker, dat by al- Voet ad tit. de appellat, n. 2. dien het doorging dat iemand altyd reliëf O 0 o  474 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. verboden werd midler tyd te komen tot executie van heurlieder Vonnis, het welk eigentlyk Appél genoemd werd. Siet hier van Andr. Gail. lib. i. obferv. 144. Anders indien dat geen fchorfing van executie, dat is, uitwinning nodig is. of den verwefen om de kleinheid van de fom, boven welk de Vonniffen van lager Rechters niet tegenftaande Appél by provifie haar executie hebben onder cautie de rejlituendo, als hier na fal werden gefeit, of anderfins te vreden is het Vonnis te laten ter uitwinning leggen, onder feker van weder op te leggen, indien namaals bevonden wierd dat het alfo behoord, fo verfoekt men enkel reformatiedat is, herfinning van het Vonnis fonder fchorfing, waar toe men binnen 's Jaars nog altyd werd toegelaten. lnftr. van 't Hof, art. Z12. Doch werden de Sententien van den Raad Provinciaal, niet tegen ftzande reformatie aan den Hogen Raad, evenwel uitgewonnen, fonder fodanig feker: om dat d'Inftruclie van den Hogen Raad 't felve niet mede brengt, en die van den Hogen Raad haar [geen meerder recht tegen den Raad Provinciaal kunnen aanmatigen , als haar is gegeven, gelyk den 22. April 1651. in de fake van Johanvan Leeuwen, en Dirk Janfz van Vefantvelt, quahqua riquir anten van mandament peetiaal, contra Petrus Stepjius, gerequireerde by den vollen Raad is geoordeeld. Staat mede wel te letten dat reformatie geen executie van koften Ruit, alhoewel voor defen by den Hove wel mandament van Rcferma' tie is verleent , met de claufule van furcheantie en fchorfing van kolen,, vermits 't felve nu niet meer in gebruik is, en by Refolutie van bet Bof den ï%. Martii 1608. 't felve voor een corrupteele buiten recht ingekropen veroordeeld is, en de Secretariffen van den Hove aangefeid is de voorfchreve claufule van furcheantie voortaan uit het mandement te laten. 3 Appél met de claufule van inhibitie en fchorfing van executie verfogt zynde, werd niet altyd volkomen toegeftaan, maar dikwils alleen toe fek eren dag toe: welke dag wederom twederhande werd genomen, of ilegtlyk verleend, welk ftilfwygend continueert en verlengd werd, tot dat de faak diend, en den Impetrant eisch gedaan heeft, daar by hy wederom verlenging van defelve inhibitie, of fchorfing mag verfoeken: of met defe bygevoegde claufule, prcepyfe en dien dag al, op welk den Impetrant de faak juift moet doen dienen, of vervalt de fchorfing en  XXV. Deel. Van Appél en Hoger Beroep. ^ en inhibitie van felfs, werd ook fomtyds maar verleend mandament om ontfangen te werden als Appellant , het welk geen inhibitie inhoud, of eenig executie kan fluiten. 4 Een faak welk aan Arbiters of Goede Mannen is verbleven en uitgefproken , So iemand lig felve daar by befwaard vind, mag daar tegen komen in reductie, het welk kragt van Appél heeft fo het binnen tien dagen werd verfogd, anders binnen 's jaars heeft het kragt van reformatie, en werd daar by mede inhibitie en fchorfing verleend; uifgefonderd indien op fekere boete van Appél en reductie, afftand was gedaan, gelyk als gemeenlyk by ons in de verblyven werd uitgedrukt. Sie de Ampliatie van d'Injlruclie van den Hove, art. 10. en 't geen hier voor daar van breder is verhandeld. V. Boek. IX, Deel. num. 7, 8. 5 Den gefetten tyd van appelleeren of refermeeren, een weinig overftreken zynde, werd den Gecondemneerde by Requeft Civyl daarligtlyk van herfteld. Het welk (als niet betreffende de fake felve;) ook by den Provincialen Raad werd vergund, en gemeenlyk in 't mandament ingelyft, met den naam van Reliëf, tegen de indebite interjectie of profecutie van appellatie of reformatie, en werd genoemd Reliëf d''Appél Oclroy en Ordonnant. den 27. Augufli 15(52. art. 5. Sie Meralprax. civ. lib. 4. tit. 82. cap. 3. 6 Men appelleert altyd gradatim en met trappen van lager Rechter tot hoger, tot den Hogen Raad inchys toe, fonder den Rechter die tusfchen beiden is, voorby te gaan. /. 1. ff. de appellat. £? /. 32. Cod. eod. Seculat.tit. de appellat. %.nunc. traclemus, in pr. Marant. tit eod. num. 357- & fei- Gail. lib. 1. obferv. 119. num. 2. Ten waar den felve het Appèl weigerde aan te nemen: want als dan vermag den Verwefen een hoger Rechter aan te fpreken, en hem verfoeken dat hy in de fake wil handelen, als of daar in van d'een tot de ander beroepen was. Groeneweg. de leg. abrog. ad l. 19. verf. quod fi viclus. Cod. de Appél arg, l. 4. C. de Jurif. omn. jud. &? ibi Cafl. Guid. Pap. decif. 436. en is het Hof van Holland uit kragt van het 205. art. van de Injlruclie bevoegt, in Appél te ontfangen, en vermogen aan haar gebragt werden, alle Vonnilfen by Schepenen op de Dorpen geweefen, voorby gaande de Hooger Vierfchaar van Welboren Mannen daar fy onder behoren, daar men aan beroepen mag fo men wil, of anders defelve voor by gaande, ten eerften ten'Hoof mag komen, volgens Refolutie van de Staten ftf» O 00 % Hol-  47^ Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. Holland van dm 9. Oclob. 1577. Sie Merul. prax. civ. lib. 4. tit. 3, cap. 1. nam. 3, 7 Verder en buiten den Hogen Raad valt geen beroep meer. /. 1. ff. s.ff. a quibus appellare non licet. ten zy by manier van Revifie, én aanwyfing van erreur en misflag. welk binnen den tyd van twe Jaren na het wyfen van de Sententie, nog ahvd mag werden vei fogt auth. quce fuppl. Cod. de precib Imp. off. art. 279 en 280. van Injlrucl. van den Hoog. Raad waar op mandament verleent zynde, binnen drie maanden na het voldingen van de faak aan de Hoge overheid moet verfogt werden , JdjunSten en bygevoegde Rechters verleent werden, om het pro* ces te herfien: en daar op werden by de Staten van Holland, beneven de Heeren van den Hogen Raad, nog feven andere Rechis-geleerden bygevoegd , welk men Revifeurs noemt. arg. I. 35. Cod. de Appellat. Infiruêtie van den Hogen Raad, art. 282. Waar toe gemeenlyk gnomen werden de Penfionariffen van de Steden, beneven twe uit' den Provincialen Raad van Holland, indien de faak by Appél aan den Hogen Raad gekomen is. En ftaat dat in faken van Revifie te letten: I. Dat in faken pffcffoir of appoinclementen interlocutoir die ten definitiven reparabel zyn, geen Revifie valt, maar fodanige faken in 't tetitoij en ten principalen moeten vervolgt worden. Injlrucl. van den Hogen Raad , art. 258 & feqq en Ordonnantie op 't ftuk van de Revfie den 16 Jamiarii 1578 geregiftreert in 't 7. Memoriaal boek , Bart Ernd fof üo6. verfo. Rebuff. tracl. de fupplic. qucejl. 9. caf 1. & ad Conftitut res alibi. J 6 8 II. Op en jegens een willige condemnatie van den Hogen Raad, valt mede geen Revifie: om dat iemand die in Revifie wilkomen, erreur cn misflag in het gewysde moet aanwyfen, het welk hy niet doen kan, die op fyn eigen verfoeken overgift is verwefen, en daar boven in revifie geen nieuwe feiten bygebragt, of nieuwe ftukken overgeleit mogen werden: maar ex iifdem aclis, dat uit defelve ftukken de faak moet geoordeeld werden, of 'er wel of qualyk geweefen is. Sie Joan Bender. tracl de Revifion. concluf. 16. pag mihi 230. daar in dan wederom de overgift van willige condemnatie fou in dè weg zyn: daar tegen geen Reliëf of herftelling, om wat verkorting of befwaarniffen het mogt wefen, by den Hogen Raad werd verleend: Ten waar dat iemand  XXV. Deel. Van Appél en Hoger Beroep. ^77 mand kon aanwyien, dat hy ex juflo metu, dat is, uit vare en argelift tot fodanige overgift, en verblyf onder willige condemnatie, tegen fyn wil was gedwongen en misleid. Hoedanig voorbeeld te fien is in de Pap:gay. pag. mihi. 395. 9 III. Revifie belet of fchorft geen executie, als alleen in fuiken val , als dc executie by defelve Revifie niet fou kunnen werden herfteïd, ge-, lyk in faken van trouwen, of diergelyk: en om dat fodanige Revifie echrer niet fou (trekken om den toegewefen op te houden, of de faak daar door flepende te houden, fo word den Verwefen, op het verfoek van de toegewefen, fy Je Staten wel fekere korten tyd gefteld, binnen welk hy fyn Revifie moet vervolgen, op ftraf van verval, daar anderfins defelve eerlt binnen 's Jaars benoeft vervolgt te werden: Sulks is Anno 1623. Abraham Symons tot Hamburg Gecondemneerdc, jegens Juffrouw Conflantine lüymans by Apoftil van de Heeren Staten' tyd gefteld drie maanden : en Anno 1621. eenen Pieter Franjz MaalJon tot Enkhuifen Gecondemneerde, tegen Diewertge Maarlens , mede aldaar, fes weken tyds. Sie mede Conjultat. en Advyfen, het Rotterdams 3. Deel. Conf. 103. IV. In Revifie werd ook geen Reliëf of RequeJïCivyl toegelaten, van 't verloop van den tyd van 't verfoeken en vervolgen van de Revifie. Doch is in de faak van Juffrouw Alida Konings, tegen den fleer Cornelis Bikker, Drofil tot Muiden, in caufa Matrimoniali, Anno 1655. by den Raad aan de voornoemde Juffrouw Alidi Konings, fodanig Relief vergunt , niet tegenftaande fy de fententie van den Hogen Raad, over de twe Jaren had laten verlopen, om reden, dat hy na 't verloop van twe Jaren eerft by interpretatie van defelve Sententie nieuwe inftantie en aanleg had gemaakt, en daar in te kort fchietende, daar van in Revifie was gekomen, het welk alfo eigentlyk den uitflag van de voorgaande fententie fou raken, is haar insgelyks Revifie vergund. Van welke faak hier voor in het IV. Boek, het 25. Deel, in 't lang* is gehandeld. [In Holland word geen Revifie pro Deo verleent, in civile faken volgens Refolutie van den 19. July 1675. maar is defelve toegeftaan in een crimineele faak 17*5. na dat die in het jaar 1718. aan Frederik Muller, alias Jaco, een berugt booswigt van dien tyd, was afgeflagen. Zurks Cod. Bat. op 't woprd appél. 5. 81. pag. 70. in de noten.J Ooo 3 10Voorts  478 RooMSch-HollandschRecht. V. Boek. So Voorts werd in alle appellatten of rcformatien onderhouden, dat den Rechter die het Vonnis of de fententie heeft gewefen, beneven de Partyen werd geroepen en verfogt, dat hy mede de faak komt verantwoorden, indien hy hem party wil maken, vulgb in bimatie. Het welk verfuimt zynde, werd den Impetrant verklaard in Appél niet ontfanklyk. Injlrucl. van den Hove art. 206. van de Jujlitie in de Ste~ den, art. 11. 11 In faken van Appèl mogen mede geen nieuwe feiten of allegatien voortgebragt werden; ten ware onder beneficie van Requefl Civyl 't felve vergunt werd. contra l. 4. Cod. de temp. appél. Zyp. not. Jur. Belg. tit. de appéll. verf. ob txpenfar. Waarom in faken welk van den Provincialen tot den Hogen Raad komen,indien die befchreven zyn geweeft, het geheel Proces befloten en gezegelt over gebragt werd, vulgb, geëvangelifeert' om. ex iifdem aclis an'bêne vel male, dat is, uit defelve ftukken wel óf qualyk gewefen ,: uitgefproken te werden. Injlrucl. van den Hogen Raad, art. 222. Doch in de appéllatien welk van de Dorpen en Steden' aan het HofProvinciaal komen, werd fulks fo nauw niet onderhouden. 13, Van alle Vonniffen en gewysden van Lager Rechters, daar by dat men meent befchadigd of verkort te zyn, vermag men te,appelleer-en, en hem beroepen tot een Hoger Rechter: want het is een Voorrecht den Verkorten en Befchadigden vergunt, tegen de quade faak en bottigheid van den Rechter, hl. ff. de appéll. En dewyl hy niemand verongelykt die fyn recht gebruikt. /. 5. §. 1. & l. pen. ff. de bis quce ut indign. So verongelykt hy den Rechter niet, die tegen fyn gegeven vonnis hoger beroept. /. 20. Cod. de appél. 1.55. ff.de Reg. Jur. 13 Üitgefonderd van provifien en interlocutoire Vonniffen , welk ten definitive reparabel zyn, en by eind - oordeel herfteld kunnen werden, en niet hebben eenig fequele van infamie. Sie Ampl. van de Injlrucl. art. 3. Nad. ampl. art. 1. de Refolut. van de Staten van Holl. den 19. Martii 1622. in de nieuwe Papegay pag. 282. [Mag ook geappelleert worden van vonniffen over de competentie of incompetentie van een Rechter geweefen , fchoon dit een interlocutoir vonnis fchynt, is het ten definitive niet reparabel. Gail. 1. obf. 130. n. 9. Zutphen Pracl. pag. 34. §. 14.] Daar onder mede gerekent werden alle faken in cas pffejfoir geweefen, vulgb rtcreantie. arg. I. 7. Cod. auor.  XXV, Deel. Van Appél en Hoger Beroep. W quor. appellat, non recip. Derhalven fo waaneer bedenklyk is of eer. geweefen provifie ten definitive niet fou kunnen werden herfteld werd m plaats van appél verleend nandatnnt om ontfangen te werden al* Appellant: Het welk de uitwinning niet fchorft, en den roegewefen met belet met de faak voort te gaan. Sie de nieuwe PapegavÖ1T 297. tn 299. ^ 6 j fu&' IK • IL lUito* Vonniffen gegeven op de eige bekentenis van de fchuld-phgtigen, daar in extraordinarii en by kort recht werd ?Z Pleit -voerd, daar van geen> Appél aan de Verwefen werd vergunt ff. de confeff l. 2 Cod. quorum Appellat, non ncip tj ib. Bald Plac. van den 10. Septemb. 1591. Neoftad. decif. 47. verf fdaarVfo/£" Merul. prax. civ lib ,. tit. 93. cap. 7. num (. mJ^P^ den Officier en Aanklager, hem by een Lager Rechter befwaart vindende altyd tot een Hoger beroepen, ha tenent. Grammat, decif. Neap'htan r4 num. r. p^. Innocent. Abb. Bart. Bald. Ang 1 % Pand. iePutokcisibicitms. Sie Jacob. Cancer. jtyfc,? *«M. I. ffl£. 17. ««;«. 15. Mjuwun. In welk geval fommige meenen dat ook den veroordeelde de faak door dit middel in „, S8 In Revifie werden de ding - talen aldus gehouden: concludeert by de redenen en middelen m bet mandament breder verbaalt, en Zerelmden Im> geall. man. v. prtCe4. tit, 22, en weegens ' 3'  t4$8 Roomsch-Hollandsch Re-cht, V. Boek. Impetrant en wegin breder ten proceffe gededuceert., in revifte, dat by fententie van den' H gen Kade, als mede van de Heeren adjuncten Kevif urs, verklaart falweraen in, de fententie en arrejl van defen Hogen Rade erreurte zyn , en dat overfulks defelve Jententie en arreft (onder rei erent e) fal weiden te niet gedaan ,. en .corrigeerende het .voorfc breven erreur daarin bevonden, dat, &c. daar tegen werd geantwoord, ten fine van niet ontfankelyk , en by ordine tot approbatie van het arnjl of fententie in , queeftie, en dat verklaard fal werden geen erreur daar in gecommittcert te zyn, makende eisch van kpflen, (6) (6) Men raadpleege omtrent dit onder- Clarijf Voet. ai tit. PanleEtar deremii- werp by dit Hoofddeel verhandelt meede cata en inzonderheid vjuvZukcic in eed ■des Aufteurs Cenjura 'for. p. 2. lib. 1. cap. bat.ik. appeil. 32. ö cel. de. Haas ibid.. m netis jui^tt. 'Hst  XXVI. Deel. Van Executie of'uitwinning, &c. 489 Het XXVI. Deel. Van Executie of uitwinning, en Oppofitie of verfet tegen defelve. 1. Wannetr tn dior wie de executie van een n . Htedmig op fpeciale verbanden byp». gewysde meet gefchieden. ' theratien, en executabel verklaarde goe- 2. Hoedanig als de Perfoon of bet goed on- deren. der een ander retbts - gebied is, en bui- 12. Of en wanneer by Arrefl op de perfoon, ten Rechts - dwang van die bet Vennis en hy gevankenis. beeft gewefen, by lettren requifitoriaal. 13. De Sohitag en Markt - daagfcbe geboden 3. Executorien wat en wanneer te verfoe- van wat kragt of inhouden. hen, en vernieuwen , en hoedanig de 14. Oppofitie tegen de executie of'en wanneer executie noor bet Hof werd aangeleid. plaats beeft ten opfigt van de geëxecu. 4. Hoedanig in de Steden en ten platten teerde felve en voor wat recbter. Lande. 15, Een gewefen Vonnis hoven wat tyi komt 5. Hoedanig iemand in reële en poffeffoire te vervallen of te verjaartn. gewysdens , in den eigendom en befit 16. Nieuwe letteren 'van executie of en wanwerd gefield. neer te verfoeken. <6. Executie in enkele perfoneele faken aan 17, Betaling en compenfatie, of en hoedanig des gecondemneerdens perfoon , by fom- tegen of in de executie mag tegengewormatte en renovatie. pen werden. 7. Eerjl op de roerende goederen hoedanig. 18. Oppofitie van een derde boe te doen; boe 8. Aanwyfing van den borg op dis princi- en wanneer ontfanklyk. paals goederen* 19. Pcenaal «f en wanneer nodig, 3. Hoedanig en wanneer op de onroerende 20. Een faak in feiten hoedanig te executie* goederen , in de Steden en ten platten ren by gyfeling. Lande. 21. Hoedanig te procedeeren als bet Vormfc jo. Hoedanig by de executie van bet Hof. illiquid is. % * Lle gewysde daar van by Appél, Reformatie of Revifie niet hoger jf\_ werd geroepen, mogen na de tyd tot het aanleggen en vervolgen van 't felve beroep gefteld, en na dat defelve fyn gegaan in kragc van gewysde, het welke men noemd gehomologeert te zyn, op 't verfoek van den Verwinner ter executie en uitwinning geleid werden. /. 2.' Cod. de Execut. rei jud. door bevel van den Rechter die defelve heeft: geweefen, fo ver de perfoon, of het goed, daar op de uitwinning moet gefchieden, onder fyn Rechts - gebied is gelegen, arg. 1. 4. ff. de jurifd. juncl. I. penul. uit. ff. eod. (1) • So f0 Aid, MAHMT.fpec, aur, pag. m. 435. £ƒ UAna.dejud,dij}>ut, 13. num. n Ö* 1*.  493 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. 2 So de perfoon, of het goed buiten het Rechts-gebied en Rechts- dwang is van de gene die het Vonnis heeft geweefen, verfoekt men letteren reqivfitoriaal, dat zyn brieven van voorfchryven, by welke tien een Rechter aan den ander het felve Vonnis over fend, en verfoekt, alfo de perfoon of het goed jegens welk het Vonnis is geweefen, fig onder deffelfs Rechts-gebied onthoud, of gelegen is, het hem e;elieve tot uitvoering van recht en gerechtigheid, het felve Vonnis tegen defelve te doen uitvoeren en te werk leggen, die fulks verfogt zynde, niet mag weigeren, arg. I. 15. g. 1. ff de re Judic. Sie de Ordonn. op 't Jluk van de Jujlitie binnen de Steden en ten platten Lande, art, 27. Chriftin. ad l. Mechlin tit. 1. art. 30. num. 4. 3 Tot de executie en uitwinning van een gewysde, moet te Hoof uit de Griffie verfogt en geligt werden Executorium, daar by den eerften Deurwaarder werd gelaft het gewysde ter executie te leggen. Daar van een formulier en Beeldenaar te fien is, in de nieuwe Papegay pag. 404. welke een jaar goed blyft, maar defelve verjaart zynde, fonder te werk te leggen, moeten wederom nieuwe letteren executoriaal verfogt en geligt werden ; welke executorie met het gewysde gefteld werd in handen van een Deurwaarder, die 't felve na fyn form en inhouden te werk leid. (2) 4 In de Steden, en ten platten Lande, werd maar alleen het vonnis by den Secretaris of Gripbier opgefchreven, en onder fyn hand-teeke. ning uitgegeven, en den Gerichts-Bode in handen gefteld, om na fyn form en inhouden, en volgens de gewoone manier van uitwinning , te werk te leggen. 5 Op alle rtële en poffeffoire gewysdens, daar by iemand eenig vaft goed, (2; Wanneer de by de refpeflivc Or- cerneeren en ge-excipieerde Contra Nicodonnantien en Inftructien bepaalden tyd laas van der Hagen gedaagde en excipient. ■ tot Executie van gewysden is verftreeken, Vid. de Haas in notis a l A. ^Cenffor. p. 2. lib. moeten 'er nieuwe letteren van Executien 1. cap. 33. num. 1. hebbende de Regeering worden geligt, ten waare binnen de be- van Amfteldam, altyd haar recht, magt paalde tyd uit kragt der Executorien ware en jurisdictie gemaintineerd al fchoon fufis ge.ommeert, wat binnen de Stad Amft. daar fomtyds by andere Steden zoo niet is *eoimrent plaats heeft, is elders te pas ko- fchied. V. Boel ai LosN. p. 714. wegens mende, aangeteekend, en op te maaken executie van fententien byde Raden ter ui» het gebeurde in de zake van Laurens Admiraliteyt geweesen. Z.Lgen, Caf. 5a, facers, Impetrant om Executie te zien de-  XXVI. Deel. Van Executie of'uitwinning, ^êc. 491 goed, of befit van dien werd toegewefen, werden de verwinners in het goed geveft, en met der daad in het befit gefteld, en den Overwonnen daar uit gefield , en werden daar in gehouden, geftyft en Gefterkt; volgens het 17a. artykel van dc hftruclie van den fkve. facit l. 68.ff.derei vind. Doch moet na het gevoelen van de fommige,eer dat fodanige feitelyke inftelling in het toegewefen goed gefchied , den overwonnen alvoren gelatt en aangefeid werden, fyn handen te trekken van 't felve goed, en daar van ontruiming te doen binnen fekeren korten tyd, en den Verwinner daar mede Jaten bewerden. Bart. & DD. all. a Divo Pio. 15. §. 2. ff de re jud. Hetwelk overeen komc met de praclyq in de Steden en ten platten Lande, alwaar den Verwinner en Befitter van de toegewefen goederen, door den Bode van de plaats, het gewysde werd voorgelefen, en defelve geinfinueert en aangefeid : binnen drie dagen haar handen te trekken van de toegewefen goederen, en den Verwinner daar mede te laten bewerdeh: en bv fo ver fy het felve binnen defelve drie dagen niet doen, fo werd daar na in tegenwoordigheid van twee uit den Gerechte, den Verwefen of den Befitter van het felve goed, met der daad daar uitgefteld, en den A/erwinner daar in gefteld. Sie de Ordonn. op 't Jluk van de Jujlit. in de Steden en ten platten Lande, art. 29. ende art. 30. In perfoneele Actiën daar by iemand eenige fom ran Penningen is toegewefen, moet men onderfcheid maken, oft felve is alleen en enkel perfoneel, dan of daar voor eenig onroerend goed verbonden is geweeft, het welk by 't gewysde daar voor verbonden en executabel is verklaard. 6 In enkel perfoneele faken werden de gewysdens aldus te werk geleid : Dat den Deurwaarder van den Hove met het gewysde en executoric, of in de Steden en ten platten Lande den Bode, met het Vonnis, hem laat vinden aan den Overwonnen perfoon, en hem 't felve voorgelefen hebbende, met aanwyfing en vertooning van fyn Deurwaarder , of Boden - teiken, aanfeit in fyn handen te moeten betalen, binnen vier - en-twintig uuren de fom daar in begrepen, of dat hy by gebrek van dien, met fyn begonnen executie fal voortgaan. Het welk genoemd werd fommatie: Welke vier-en-twintig uuren overftreken zynde, indien daar geen betaling gedaan is, verfoekt en gelatt hy denfelven anderwerf binnen vier • en - twintig unren te voldoen de fom in 0,9, q 2 het  491 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. het Vonnis of gewysde begrepen, of dat hy hem wyfe eenig goed daar hy fyn executie aan doen, en de gefeide fom verhalen mag, het welk men noemd renovatie. Welke tyd verftreken zynde, fonder betaling of aanwyfing van goederen te doen, daar aan hy de toegewefen fom kan verhalen, neemt hy in de tegenwoordigheid van twee Schepenen, Mannen, of Gefwoorens in Arreft, en bewaarderhand, de roerende en havelyke goederen die hy vind, het zy, dat hy defelve door de Dienaars van d^n Officier van de plaats doet bewaren ,fo die van groot omflag zyn, of dat hy defelve in liet Recht-huis overbrengt, welk hy den tyd van fes dagen moet ophouden, binnen welke den Overwonnen defelve mag doen loffen, mits betalende de kolden daar op gevallen. arg. I. 19. Cod de Ufur. Waar na hy na voorgaande aanplekking, en een Sondags - of Rechts dags gebod, ten naaften Marktdag in de Steden , en ten naaften Recht-dag in de Dorpen , aan de meeftbiedende doet verkoopen: ten overflaan van eenige uit den Gerechte, fo hy des goed vind : en van de penningen die daar van komen , doet hy betaling van de toegewefen fom aan de Schuld-eifcher; en afgetrokken hebbende de rechtelyke koften by hem gedaan, geeft het overig met behoorlyke rekening van fyn doen aan den Geëxecuteerden over. Sie de Injlrucl. van den Hove art. 173, 174, i75) en 176. Ordonn. op bet (luk van de Juftitte tn de Steden en ten platten Lande, art. 24.facit. L 15. §. 2. in verb. primo quidem res mobiles, ff. de re judicat. Lil. ff. 'de re judicat. ^ 8 Staat te letten, dat een borg welke uit kragt van fyn borg-togt onder renunciatie aangegaan gecondemneert is, aanwyfing mag doen opdes felfs fchuldigens goederen fo daar eenige fyn. /. 1. t? /. 4. Cod Quando fifcus vel privat. debitoris fui debhores convenire poffit vel debeat Sie de Coftuymen en Handveften tot Amfleldam, inden Jare 166* vair 178. en 193. (3) 3 * ü' 9 Indien de roerende goederen niet genoeg zyn, om de toegewefen fom (O Poorter zynde en borge voor een p. 446. Wanneer voorts borcen te Amft; vreemden e.earrefleer Jen wordende, ces- execu-abel zyn, blykt by de Handv p ?ei \ leert ook de exceptie van Poorter-recht, {f 566. Wat Voorts binnen de ftad Aradoch mSchepenen-kennlfle op hypotheecq fteldam, in cas van Executie plaa heeft moeten de Borgen ongemoeit blyven tot blykt by de Ordonn. en manier van Pree d na d« executie van het zelve. Z. de Handv. cap. uit. m a'  XXVI. Deel. Van Executie of'uitwinning, &c. 493 fom daar aan te verhalen, werden daar-boven ten overftaan als voren in Arreft gefield, eerft de eigen onroerende goederen van den Overwonnen, en daarna de Chyns-goederen, en beterfchap van de Erfpagt - goederen, en de vrugten van de Leen - goederen j en na deze de Leea - goederen felve; van welk Arreft hy den verwonnen Schuldenaar kennis doet, met rechtelyk verbod van defelve goederen niet te mogen verhandelen, of vervremden, maar fyn executie daar op te laten doen, als na behoren: En werden dezelve daar na mede openbaarlyk, na voorgaande vier Sondags- en Markt-daagfche geboden in de Steden, en vier Sondaagfche en Rechtdaagfche geboden ten platten Lande, en by aanplekking van Biljetten ter naafter omleggende Steden of Dorpen, daar de executie gefchieden fal, mede om gereed geld verkoft, en de penningen daar van komende verftrekt als boven. Sie Inftruclie van den Hove, art. 179, 180, 181. en 193. Ordonn. op 't ftuk van de Juftitie in de Steden, art. 25. met dusdanig onderfcheid, dat dc verkoopingen by executie van Vonniffen van Steden en Dorpen eens en al gedaan werden, op een gemeene manier van verkoopen , by bieden, verhoogen , geld trekken, e.i mynen, en den hoogften Bieder en Myner, Kooper blyft. 10 Maar de verkooping van onroerende goederen, uit kragt van fententien van den Hove te doen, werden wel eerft gedaan by het uitgaan van een brandende Was-kaars, aan de gene die met het uitgaan van defelve kaars het hoogfte bod geboden heeft, doch defelve koop by decreet van het Hof nader beveiligd, en aldaar voor het geftaden van het felve, het verkofte andermaal opgehangen, om te fien of iemand meer wil bieden, en werd gegunt aan®de gene, die voor het aftrekken van het Zegel van het Was, daar defelve Brieven van Decreet en vefting mede werden befegelt, het hoogfte bod heeft geboden; fo niet, werd de eerfte koop geftadet en voorgoed gehouden. Indien het by verhoging voor de tweede maal werd verkoft, werd hem den Gods-penning by hem op de Koop - gegeven , met het dubbel rantfoen wederom gegeven. Sie de lnftr. art. 190. Welke manier van doen in 't lang befchreven werd in de nieuwe Papegay pag. 404. en volgend. (4). U in. (4) Men ?ie vooral de Proceiuuren in vermeld in de mmier van Procedeeren vtor Materie van Executie en Onwillig decreet, de Hoven van Jujlitie tit. 30.  494 RooMSCHrHoLLANDSCH Recht. V. Boek. 11 Indien uit kragt van eenig verband of hypotbecatie, op eenig onroerend goed is geprocedeert, of anderfins by Vonnis eenig onroerend goed daar voor verbonden en executabel werd verklaart, werd het felve mede aan de Overwonnen, en die geen die het befit daar van heeft, bekend gemaakt, enaangefeid, dat hy binnen vierentwintig uuren den inhouden van het felve Vonnis voldoe , of dat by gebrek van dien het felve goed daar voor verbonden fynde verklaard, by uitterlyk executie fal werden uitgewonnen, waar op dan mede het felve goéd op gelyke wys na vier Sondaagfche en Markt-of Recht» daagfche geboden werd verkofr. So ook, indien by Arreft eenig roerend goed verbonden verklaard is, werd 't felve op gelyke wyfe als vaa de executie op onroerende goederen is gefeid verkoft. ji En werd het Arreft op de perfoon , of op eenig goed gedaan, alleen om het Rechts-gebied van den Rechter vaft te maken, werd het Vonnis tegen de perfoon, of by kort van het gearrejleerde goed voor het gebrekige, by letteren requifitoriaal en brieven van voorfchryven, aan den Rechter daar de perfoon woond, of het verdere goed gelegen is, aan de perfoon en verder goed, door deffelfs Bode ter executie geleid: in voegen als hier voor is gefeid. Sie*/'Ordonn,, van de Juftitie in de Steden ,■ art 27. Indien de roerende nog onroerende goederen niet genoeg zyn,1 •werden als dan de AStien en Infchulden in Arreft gefteld , en op gelyke wys als de roerende goederen ter uitwinning en executien gebragt. Ordonnantie voorfz. art. 26. 12 Indien "dat 'er bedenken is, dat de roerende en onroerende goederen, nog AStien en Infchulden niet genoeg zyn, om daar aan te verhalen de fom in het gewysde begrepen, werd benefïens het Arreft op de goederen, ook Arreft verleend op de perfoon; welke fo hy te vinden is bewaard werd, tot dat de goederen fyn uitgewonnen, of dat hy geen meer goederen weet aan te wyfen, of defelve opentlyk niet genoeg zyn, werd hy ten verfoek van den Schuld - eifcher ten eerften ; anders na gedaane uitwinning in gevankenis gefteld en gehouden (volgens d'Ordonnantie op 't ftuk van de Juftitie in de Steden en ten platten Lande, art. 28.) op drie Huivers daags, tot dat hy het kort betaald heeft, doch by verandering van de tyd, tot fes Huivers op 't min-  XXVI. Deel. Van Executie ofuitwinning, têc. 495 . minfte na gelegentheid. Sie d* Injlrucl. van de Hove, aru 164. En of en hoe ver iemand om fchuld in gevankenis gefteld mag werden. Pecc. van befetten en Hand- opleggen , bet IV. Deel. n. 2, en 't geen aldaar'is' aangetekenii 13 De Sondaagfche, Markt, of Rechts-daags geboden houden in 'c byfonder in: dat al de geen die hun tegen defelve verkoping fouden willen dragen als Oppofanten of mede Schuld-eifcheren, dat fy middeJerwyl haar felve aan den Secretaris, Griffier, Deurwaarder of Bode fullen moeten bekent maken, die hun'■als Oppofanten fal ontfangen, cle reden van oppofitie by gefchrift ftellen, van de penningen by de voorfchreve verkooping te procedeeren behoorlyk preferentie houden, en van ailes goed befcheid fullen doen , op peine dat by agterblyven zy luiden van haar agterwefen fullen zyn en blyven verlteken. 14 Oppofitie of tegenweer jegen de executie en uitwinning heeft alleen plaats ten opfigt van een derde, maar niet ten opfigt van den Geëxecuteerde felve, welke niet werd ontfangen in oppofitie, Injlrucl. van den Hove, artic. 177. Maar fo hy eenige reden meent te hebben, als dat de executie qualyk en buiten ordre werd gedaan, of verder ofanders als het Vonnis inhoud werd getrokken, en uitgeleid. /. 4. ff, de Appellat. 1. 5. Cod. Quorum appellat, non recip. I. 21. Cod. dc appsHlat. & ibid. DD. Of dat liet Vonnis daar uit de executie wierd gedaan is verjaard , en dièrgelykë, moet daar van appèlleersn en concludeeren, tot caffatie van de proceduuren van executie met den gevolg van dien. Doch in de Steden en ten platten Lande werd hy mede in oppofitie ontfmgeu, en ter eerften volgende Rechtdag in fyn rede van oppofitie gehoort, en daar op voort goed of quaad Oppofant verklaard. Daar over qtieeftie vallende, wie dat Rechter moet wefen over de oppofitie tegen een Vonnis dat by letteren requifitoir voor eenen anderen Rechter als die het geweefen heeft ter executie gefteld werd, werd verftaan, dat indien de Oppofitie alleen valt over de manier van executeeren,'den Rechter die de executie laat doen, daar over mag oordeelen; Maar indien de oppofitie raakt de middelen van de faak felve, dat defelve • faak moet gerenvoycert en overgewefen werden tot den Rechter die het vonnis heeft geweefen. per. text. I. 75. de judic. ibi Baf. & Coltal. Sie Anton. Fabr. ai Cod. lib. 7. tit. 2©. defin. t. 25. 29. Rebuff. ad Conjlit. Reg. tracl. de Sentent. Execut. art. 7. gloff". 12. num. 29. Andr. Gail.  496 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. Gail. lib. r. obf. 113. num. 8. Argent. ad Confuetud. Brit. art. 17. num. 2. & feqq. Sande /zi. 1. tit, 12. d«/z«. 5. (5) 15 Een geweefe Vonnis vervald niet in dertig Jaren, maar daar op mag geen executie werden gedaan, te weten, op Vonniffen van Steden en Dorpen na het Jaar, van het Hof na vyf Jaren , en van den Hogen Raad na tien Jaren verloop , ten zy daar op eerft en alvoren 16nieuwe executie werd verleend. Sie d'Injlrucl. art. 118. Ampliatie artic. 30. Injlrucl. van den Hogen Raad, art. 263. nieuwe Papegay. pag. 8r. en 82. Sie mede Marant. prax. de execut. f entent. num. 54. Gelyk mede geen executie mag gefchieden op Executorien van den Hove welke verjaart zyn, maar moeten defelve telken Jare werden vernieuwt. Nieuwe Papegay pag. 405. De Vonniffen eenige tyd verjaard zynde* op dat den Verwefen niet altyds in de forg blyft van daar over met executie te werden gequelt, tegen welk hy fyn verfet mogt hebben; mag zyn Weder-dinger roepen om de faak te fien verklaren defert, en vervallen op defelve wys als men doet tegen een aangeleid appèl het welk verjaard is, en niet werd vervolgd. Sie Merul.pracl. civ. lib. 4. tit. 3. cap. 13. nieuwe Papeg. pag. 102. en 103. Van gelyken moeten na ftyle nieuwe, letteren van executie verfogt werden, tegen des Gecondemneerdens Erfgenamen, welke voor de executie fyn komen te overlyden. Sie Andr. Gail. lib. 1, obf. 113. num. 17. Ant. Fab. lib. 4. tit. 29. defin. 10. num. 8. Chrift. ad leg. Mechlin. tit. 1. art. 30. num- 10. Maar als een Vrouw verwefen is in iet te moeten betalen, en fy voor de executie van felve komt te hertrouwen, werd de executorie tegen haar Man verleent, fonder dat van node is haar Man te roepen, om nieuwe executie te fien decerneerm% 't welk alfo by den Hove is vaft gefteld den 29. Mey 1599. 17 Tegen de executie en uitwinning mag ook betaling en compenfatie, dat is, vergelyking van fchuld by manier van oppofitie tegen geworpen werden, fo daar klaar van kan blyken. /. uit. §. 1. Cod. de Compenfat. Sie Joann. Papon. lib. 19. tit. 8. art. 12. Ant. Fab. ad Cod. lib. 4. tit. 23. defin. 4. num. 2. nieuwe Papegay pag. 406. 18 In-: (5) Conf. de Haas in notis ad cenf. for. polant moet bewyzen welken deeze excepd. t. pag. 153, Voorts valt aantemerken, tien zyn, is te zien by Matth. d. dijputat, dat de oppofitie van Executie word aange- 13, num. 8. cjf" fi. merkt a's een exceptie, welken den Op-  XXVI. Deel. Van Executie of* uitwinning, &c. 497 18 Indien een derde wil feggen, dat de goederen by de exesut.'e re koop gefteld, of eenige van dien hem toebehoren, of aan hem verbonden zyn, of dat hy als mede Schuld - eifcher van den Gecondcuineerden beneven de gene die uitwinning doet doen, moet werden genomen , moet hem mede in tyds bekend maken, of fou fyn recht verliefen. Sie d''hftrucl. van den Hove, art. 177. verf. Maar indien: (6) In welk geval van defelve penningenpraferentie en rechtelyke toefchatting werd gehouden, en defelve aan die geen die't beft en oudfte recht hebben werden toegefchat, of onder defelve die gelyk recht hebben pond ponds gelyk werden verdeeld: Sonder dat die geen de welke eerft Vonnis bekomen, en daar op executie en uitwinning hebben aangeleid, daar uit meer recht krygen als een ander, fo lang niet de uitgewonne en geëxecuteerde penningen hem rechtelyk fyn toegefchat, en daar van behoorlyke rekening is gedaan. Sulks als by den Hogen Rade in Holland den 27. February 1652. is verftaan, in de faak van Aalben Erafmus Herman, tegen Polder - Meefters van de grote Polder in Aalfmeer. Tot welk einde in verfcheide Steden gebruikelyk is,dat de gecxecutelrde penningen niet alleen van onroerende, maar ook van alle roerende goederen, niet aan de geen die de executie doet doen werden overgegeven, maar in de Griffie werden gebragt, en aldaar behoorlyke reekening van werd gedaan, daar hy defelve penningen, fo daar geen oppofitie van een derde komt, mag ligten. Sie de Keuren der Stad Leiden , art. 197. Coftuymen tot Utrecht. Rubric. 16. art. 1. Van hoedanig gevoelen mede is Ant. Fab. ad Cod. Vb. 7. tit. 20. de Exec. rei jud. defin. 5. Alwaar hy vastfteld , dat een geweefen faak geen voor-recht voor andere heeft, nog de uitgewonne goederen , by die geen welke de uitwinning doet, kunnen werden geaanvaard, of verftaan kunnen werden toe te behoren, voor dat fulks na de gedane uitwinning by den Rechter werd verklaart. (7) So (6) Zoo competeert te Amft. de hou- Jaars I78r. luidende: „ Dat wanneer eenider van een J  498 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Eoek. So iemand na voorgaande opgefielde afkundiging hem als Oppofant bekend maakt, werd hy in Oppofitie ontvangen, en gaan des niet tegenftaande de verdere Kerkgeboden voort ten einde toe; en defelve gegaan zynde, werd defelve, en den Gecondemneerden fo hy gcappélleert heeft, of anderfins hangende de Kerk-geboden mede in oppofitie js ontfangen, fekeren dag betekent, of anders fo het Kerk-gebod een fekeren dag inhoud, werd defelve waargenomen, om in te brengen de reden van oppofitie tegen de opgefielde verkooping, en voorgaande proceduuren: werd alsdan d'een jegen d'ander gehoort, en daar op fummairie by den Hove geappoincteert, en kort recht geweefen Sie d'bfinicf. van dm Hove, art. 187, 188, en 189. indien fy tegen de vcrkoopmg en executie niet willen feggen, maar alleen als mede Schuld - eifcheren haar recht willen vervolgen, bv fchatting van de penningen van het verkogte komende, of daar op beter recht meenen te „ JaHffen mn dezelve kamer worden gefteld, „ren, Aaien of Crediten in zoo verre zal ., ft/ «at dadelyk mfolvent word verklaard, „ zyn gevordert en a'geloopen dat dez-lve „ voor en al eer dezelve Meubele of Inmeu- „ rcjpetlivelyk reeds zyn verkoet, of fchoon „ hele goederen by executie daadelyk zyn ver- „ dan ook hy den Ccncherje -wegens deieëxe » ' waare het ü0k dnt dezelve goede- „ cuieerde Meubele Goede,en nog niets\vaare ren, uit kragte van de geo .tineerde Schat- „ ontfangen, of in opziclie Van de Imneunle .., brieven, hy denCencoerge bet zy.op aanwy- „ Goed-.ren geene affcbryvmge door Secreta„ zing van den Debiteur of anderzins waa- „ riffen waare gedaan, in zodanig geval de „ ren genoomen of gefteld in arreft of bewaa- „ zelve goederen, of wel bet provenue zullen „ renderband, of ook bereids waaren aange- „ verjUn worden,boe zeer buiten prcejudkie „ J aagen om m executie te werden verkogt, „ van andere en meer geprceferecde letaale of „ de executant m zodamg geval niet zal ver- „ conventioneels verbanden, waar meede dezel , ft aan worden door zyne executie eenig recht ve goederen zouden mo^en zyn geafecteert „ van legaal onderpand of preferentie op de „ geweeft , in zoo verre ten behoeve van den " g^gouteren, bet zy Meubelen of In- „ executant van de maffa des Boedels van ,., meubelen Aüien of Crediten verkregen te „ den gefequeftreerden of infolventen gefoa„ betben dan alleen voor bet beloop der exe- reert te zyn, dat eerft de executant ,bet zv » cf f> 7 a H "U dm door d' £*■ " dm betal™S van den Concberge of f» al „ ftelue SeytefltTs of Curateuren dadelyk zul- „ fchryvinge van Secretariffen, van zyn agtL „ lm worden voldaan, en va welke betaaling „ weezen en executie koften voor zoo verre ,-, de executie zal blyven gejurcheert en door „ bet geëxecuteerde ftrekken kan, zal moeten „ de yquefers of Curateuren van de voorfz. „ zyn voldaan , eer 'er eenige betaaling of „ meubele goederen aanjiondspoffeffie Zal kun- „ affchryving aan de voorn SequeftersofCu. ,, nen wernen genoomen." „ rateuren ten behoeven der maffa zal kunnen „ Edoch dat wanneer de Executie van de „ gefchieden " <»»"«»* „ voorgemelde Menbele of Inmeubele goede.  XXVI. Deel, Van Executie of'uitwinning, &c, 49 c> te hebben, werd defelve verkooping by haar- luiden toegedaan , behoudens haar recht op de preferentie van de penningen: in welk geval preferentie van defelve penningen werd gehouden: waar van'de manier van doen in 't lang te fien is in de nieuwe Papegay, pa*. 423 en volgende. ü ó' 19 Indien den Deurwaarder den Oppofant niet wil in oppofitie ontvangen , en des niet tegenftaande met de verdere executie wil voort gaan werd daar tegen by den Hove poenaal en verbod verleend, en ten dage dienende, aldaar fummatie geoordeeld, en hy voor goed of quaad Oppofant verklaard. Sie Merul. pracl civ. lib. 4. tit. 95. cap. 4 num. 8, 9. (8) nieuwe Papeg. pag. 406. Eindelyk ftaat te letten; dat de gemelde Kerk-geboden , dasr by alle en een yder werd geroepen, nier genoeg zyn om de bekende Schuld - eifcheren op en in het geëxecuteerde goed, (gelyk als die geen dewelke eenige bekende Renten , Onderpand of Hypotbecq daar op hebben) te verfteken, welke in 't byfonder moeten werden geroepen, arg l. 6. Cod. de remiff. pignor. juncl. I. 27. §. 7. ff. de fulei comif. libert. tST 46. ff. de rejudicat. Als hier voor van de willige Decreten breder is aangewefen in 't IV. Eoek, XVIII. Deel num. 5. Sulks by de nieuwe Keuren der Stad Leiden , art. 117. tot meerder fekerheid is gekeurr. 20 Indien het Vonnis begrypt eenig feit, het geen den Verwonnen opgeleid is te doen, gelyk als om reekening te doen, of iet anders dat in fyn doen beftaat, werd hem mede byfommatie aangefeid, dat hy het gewysde binnen vierentwintig uuren fal hebben te voldoen, en (8) Men zie vooral de aanteek. op Me- Hove p. m. 411. j. 6. mag iemand paraterula man. van proced. tn. XCV. cap. V. n. lyk geëxecuteerd werdende en betaaline of 24. pag. m. 757. waaruit het getradeerde iets anders willende allegueeren zi» mede y/<ï-A-Jh'1-m0fC,WOrd^verftaantl,ct by den Hove adresfeeren om 'mandament reftnétie: dat namelyk geen Poenaal in aan- poenaal, wanneer gemeenlyk alvoren dis fchouw komt, teegen de eerfte verkoop politie te doen word geordonneert comra van immeubel goed by barnende wasfe ritie voor Heeren Commisfarisfeu ten fine keersfe gedaan , vermits niemand depofll- van accoord met of zonder furcheantie van deerd nog finale Executie is , zynde de Executie naar gelegenheid : bv zooue- •faute in de editie van de Papegaay de t\'. 16S2 naamde Laage Rechters word vérfoet ao gecorrigeert in de geall. Aanteek. p.«. 764. poinctement van audiatur in eas van odhq. n. 35. Volgens de man. van proced. voor den fitie van Executie. Rrr 2  joo Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. en 't felve by renovatie als voor vernieuwt en verlengd zynde tot de tweede vierentwintig uuren, werd hy in perfoon gegyfat in fekere Herberg, alwaar hy hem (de koften al voor afgefproken en daar voor verborgt zynde) moet laten vinden, of werd tegen hem verleent default, met een tweede gyfding , en werd alsdan ter naafter Stede of anders te Hove gevangen overgebragt, Sie d'Ordonn, op 'tJluk van de Jujlitie inde Steden, art. sr. Ampliatie van de Inftruclie, art. 14. Sj hy gyftling houd, en binnen veertien dagen niet bewysd van fyn doen en devoir, dat hy het gewysde wil voldoen, of geen verfoek doet, om op de deugdelykheid of ondeugdelykheid van de gyfeling te werden gehoord, fulks hem vry ftaat defelve tegen te fpreken, fo hy kan, werd tegen hem gevangenis en apprehenjie op fyn perfoon verfogt, en met kennis van faken verleend. Sie d'Ampliat. van de InJlruct. art. 15. Ordonn. op 't (luk van de Jujlitie in de Sleden en ten platten Lande, art. 31. op 't einde. Indien hy een maand in de hegtenis blyft futen, en nog het gewysde niet voldoet, mag den Aanlegger verfoeken, dat het feit, of het werk in het gewysde begrepen, na voorgaande declaratie en begroting van de fchade en kort daar door te lyden, tot een geld - fom werde gefchat, jegens welke begroting hem tyd werd gegeven om defelve te diminueeren en tegen te fpreken, fo hy wil,,of anders werd hy daar van verfteken; daar op de fchatting werd gedaan, welke by uitwinning op fyn goederen, in manier alsr. voor werd verhaald, blyvende hy in de hegtenis tot dat defelve ten vollen is voldaan. Sie de Ampliatie van d'Injlrucl. van den Hove art. 15, ló.Ord. op 'tjluk van de Jujlitie, art. 32. En voorts van de manier op 't ftuk van gyfding, en wat daar toe behoort; nieuwe Papegay pag. 430. en volgende. (9) ai Indien het Vonnis illiquide is, en geen fekere fom of faak in houd (10), maar iets begrypt, het welke nog' moet gerekent en begroot (0) Z. de gelegde mm. v. proced. voor r«n van eenig fait; wanneer de gecondemden Hove van Holland p. 433-446. neerde tot gehengen en gedogen enz. by (10) 1 behoeft 110: kan in alle gevallen weegen van gjrzeling mag, kan en zomtyds n;et gefchieden, dat iemand, tot een be- moet worden geconftringeert; wanneer paalde fom of faak worde gecondemneert, qiucftie ©ntllaat over de deugdelykheid of vermits mede co-demnatie kan gaan tot ge- ondeugdelykheid der gedane gyzeling of *«^ﻫB£ï(%enalsookpofi:yfpra5ftee- interpretatie van de fententie, waaromtrent  XXVI. Deel. Van Executie cf'üitwbtnnMgïfihl 501 groot werden , gelyk als iemand gecondemneert is tot wederkeering van de vrugten, vergoeding van fchade en Interejjen, en diergelyke, fo kan men mede het felve Vonnis niet ter uitwinning leggen, maar moet den Verwonnen eerft geroepen werden , om te komen tot liquidatie van het felve, errden inhouden van dien te fien begroten. Sulks hier voor in het XX. Deel, num. 8. mede is aangeroerd. Tot. wdken einde ten Hove Commijfarijfen werden verfogt, voor de welke over defelve vergroting kort Verhaal en Ding-taal werd gehouden, en daar op verklaring en uitfpraak werd gedaan, dewelke dan eerft ter executie kan werden geleid, in manieren als voor. En op dat de Dingsluiden den anderen daar over niet al te lang fouden ophouden werden dikmaals by het Vonnis dc Commijfarijfen uitgedrukt, en partyen gelaft, tot fekeren dage voor defelve te procedeeren tot liqvi* dra ie van de Scniem'te. (u) trert partye» derfelver refpective i>evoe- zou dienen te worden verleend op een der lens ten verbale doen libelleeren enz. wan- Deurwaarders omme alzoo ter Executie te neer nu de Gegyzelde word gecondem- geraaken. i neert, noemt men zulks gedecretterde gy (n) Waar van naar geleegenheid Re- zeling, cn word verzoek gedaan tot asfti- auditie of appél kan worden gefutlineert, matic van 'tfu&wn, niet overlevering van voorts is evident, dat geen verdere t-xe- taxatie, waarop kan worden gedebatteert. cutie door Revifie word gefurebeert ten zy Vid. Bort. i. obf l. i. tit de expenfis £ƒ die niet reparabel zoude zyn, omtrent het intereffe. Dióteerende de Ordonn. vo:r den welk aller Tee£ing waardig zyn de treffelyk Gerechte alb. d. c. art. \6. dat de geappre- uitgewerkte Deduftien en Memorien in de hendeenle behoorlyke Copye gelee:erd en zaake van N. Muilman c. s. L. Contra H. de tyd van 14 dagen gegund zal worden vanSeppenwolde, weederzydsch in cas van om de declaratie van de Triumphant te de- revifie aan den H. Rade en Heeren adjunc- batteeren ; blyfende de gecor.demneerde ten revifeurs overgegeeven, welke beider- voorts inhegtenis tot dat de Executie vol- zydfche opftellers tot eere moeten ftrtk- trokken en de Triumphant voldaan zal ken. Overigens kan men raadpleeje met 2yn." Doch uit den aart der zaake geene de bygebragte objerv. P. Bort /. r. tit. 18. pecunieele teftiinatie kunnende plaats vin- janfï. Barbos /. 5. c. 34, ïiTtus J. P. den, zo is de gedagten van zommige, dat pag. 1080. £f fei* even als in aüione««/»',authorifatie defaüa Rrr % Het  SOI ROOMSCH-HOLLANDSCH R E c H t. V. Boek. Het XXVII, Deel. Van Rechts-pleging in Crimineele Saken. 1. Wie over Crimineel! faken mogen en moe 10. Hoedanig als by verfebynt of iegenwttrten oordeelen. dig is. 2. Wie de befcbulding en aanhlage doen moet. n. Rsquifi:en tot een extramlinaris proces 3. Of en wanneer om een en dejeke faak cl- 12. Wanneer ordimrie of extraordin&rie 'te viliter en criminaliter werd geproctdestt. procedeeren , en mm. 16. en sS 4. furisdiüie van den l'ifeaal. 13. In welie faken. 5. Van al andere Officieren. 14. Wanneer en in welke fa\en den Befduldiir* 6. Haar Officie voor het aanvangen van een den in ordinaris pnces ontfangen werd Proces Crimineel. 16. Confeffia of wanneer nodig. ö 7. In Crimineele faken hoedanig te procedeeren 17. Appél of en wanneer in crimineele faken ordinarie of extraordinarie. plaats heeft, en num. 19. 2. Hit Officie van den Officier in crimineele 23. Misbruik in de Vierfchaar van de Urn faken, wat en hoedanig. verftteyt tot Leiden, in Let wegeren van 5. Hoedanig als de Befcbuldigde niet komt. Copyen en communicatie van ftukken. iT~XE kennis van de Crimineele en lyfftraffelyke faken, gelyk als wy JLJf elders gefeid hebben, komt huidendaags juiil niet alleen aan den Hoger, gelyk in Vrielland aan het Hof alleen, maar ook aan de Su. halterne en Lager Rechters, elk in fyn Omring en gebied. DD. ad L i.ff. de ofificio ejus cui. Sulks dat alle Magijlraten en Overheden van do* Steden en Dorpen, beneven het Rechts-gebied van gemeene faken ook de kennis van Crimineele faken toe komt, uitgefonderd weinige Dorpen , in welke de Schepenen maar alleenlyk hebben een enkel Rechts-gebied, en de Crimineele faken van defelve plaats verhandeld ■werden by de welgeboren Mannen , daar onder defelve Dorpen ftaan. Gudelin. de Jure Novijfmo. lib. 4, cap. 2. & lib. 5. cap. 13. infin. Arnold. Vinn. de Jurifdiïï. cap. 1. num. 8. De aanklagt, en het vervolgen van de misdaden, wierd by de be» fchreven Rechten by de luiden in 't byfonder gedaan, en wierd daar toegelaten een iegelykdie het op fodanig indien wilde uitvoeren, dat fo de befchuldiging valsch bevonden wierd, hem fodanige ftraf als hy aanleide voor de quade befchulding fou werden aangedaan. /. i.deaccuf, & tot.tit.Cod.de bis qui accuf.pojf. Doch is het felve om alle onfekerheid haat, gevaar, en verwarring, welke daar uit tuffchen de Luiden en in  XX VIL Deel. Van Rechts-pleging, 4 503 in de goede Regering ontftond, te ontgaan, van tyd tot tyd gelaten aan de Land-Overheden,die niet uit eenige haat of opfet,maar uit de rechtvaardigheid der Wetten de ftraf der misdaden fou vorderen, (r) 2 Sulks dat het Recht tot ftraffen en boeten der misdaden , als nu de Graafiykheid (*) toekomt, en van haren 't wegen het felve regt lyk iiitgevoerd en vervolgd werd by den Fifeaal, of Procureur Generaal, en alle Officieren, Schouten en Baljuwen van de Steden en Dorpen. Blyvende alleen , dat de befchadigden weder - evening en vergoeding van overlaft, geleden ongelyk, of aangedane fchade mogen "eifchen, én regtlyk vervolgen. Sie Grot. Inleid, lib, 3. cap. 32, numer. 12. cap. 33. num. 7. Coftuym van Antvv. tit. 13. art. 4. Chrift. vol. 4, decif. 194. num. 4. Gudelin. de Jur. Novifi lib. 5. cap. 14. verf. quod dixi. Zypse. notit. Jur- Belg. de bis qui accv.f. poff. Anrhon. Matth. de criminih dib. 1 48. tit. 2. cup. 2. maner. 1, 2. Rebuff. ad conflit. reg. in proem. gloff. 5. numer. 92. J05. . 3 Volgens welk onderfcheid geoordeeld moeten werden, of en wanneer om een en defelve faak criminaliter ofte civiliter werd geprocedeert: Crimineelyk, in opfigt van den Fifeaal of Officier, -en Civilyk in opfigt van de gemeene Luiden , tot vergoeding van haar geleden fchade; Clar. g. fin. quajï. 1. numer. ii Ferrar. in fua praxi, tit. 64. glojf. tl num. 4. Bonacoif. in Syntag. comm. opinion. lib. S. tit. 30. de péih num. 18. Sie Mart. Digeft. Novilf. tom. 1. tit, Index ad quem, cap. 1. Carpzov. defin. forenf. part. 4. conflit. 42. defin. 2. num. 6 , 7, 8, 9. & defin. 3. num. 6. 4 Den Procureur Generaal de welke voor 't Hof van Holland fyn faken, aanleid , heeft reeht tot alle Crimeneele faken en verbeurnilfen verjaard zynde, en by andere Rechters ongeftraft gebleven. Inflrutl. van den Hove, art. 8. Doch gelyk de D D. verftaan by preventie en in voorhaal : Voorts heeft hy voorgang recht voor alle andere Officieren, met aantafting en aanhouding van den geen die hy met der verfier daad betrapt, en bevind verbeurt te hebben. Injlruhie, art. 19. 5 Voorts en anders mag de aanklagt gedaan , en regtlyk vervolgt wer- (1) Conf. Bort tracl. van crim. Zaaien rechters, als by verdrag van weegens de tit. 4- ganfche gemeente vierfchaar fpannënden.] (*; [d. i. Staaten van dm lande of opper-  |,$4 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. werden by den Officier, Schout, of Baljuw, in wiens Gebied dat den Misdadiger werd gevonden, ten waar dat ter plaatfe daar het feit was begaan of den Misdadiger fyn woonplaats had, precedente informatien, dat is, voorgaande Xuig-kunden waren genomen, en preventie was gedaan , dat is by inroeping of daging de faak aanhanging was gemaakt, in welk geval den Misdadiger fou moeten werden overgeftuurt, en ge* levert in handen van den Officier, die de precedent informatien beleid, en de preventie had gedaan. Damhoud. prax. crimin. cap. 33. nam. 5. Sande lib. 1. tit. 1. defin. uit. Clarus §. fin. queft. 38. num. 20, 2r. Wefemb. parat, de accuf. num. 8. Rebuff. de conflit. reg. in prcem. gloff. 5. num. 53. Gail. de pace publ cap. 16, numer. 30. Vinn. tn add. ad Pecc. in l. 7. ne quid in fin. ff. de incend. ruin. naufr. 6 Al vooren dat den Officier of" Baljuw eenige faken in Cas Crimineel aanneemt, of iemand aan fyn perfoon bemoeid, moet daar op eerft nemen de kennis en het advys van de Magiftraat, eren gelyk als dea Procureur Generaal geen informatien mag nemen buiten advys en goeddunken van den Raad of die van de Rekening, lnftrucl. art. 1. juncl. /. uit. Cod. de exbib. tranfmitt. reis. ten waar op de verfe daad, en in faken daar hy tegenwoordig was als het feit gefchiede. d. art. 19. Item tegen de Vagebonden en Land-loopers, of in faken daar merkelyk gevaar in 't vertoeven foude zyn, en het feit fwaarwigtig en notoir bevonden wierd; in welk geval genoeg is, dat den Officier binnen vieren-twintig uuren na de apprebenfie en aanhouding, de Rechters daar van kennis doet. Sie lnftrucl. van den Hove art. 19. Ordonnantie op 't Jluk van de Crimineele faken van Konink Philippus, den 5. Julü 1570. art. 50. en manier van procedeeren in Crimineele faken, ibid. art. 2. 7 En ftaat verder te letten, dat defelve Ordonnant. aangaande den ftyl van procedeeren in Crimineele faken, als eeuwig edicl, en altyds duurende Wet, tot onderhouding van 't gemeen, met volkomen kennis van faken zynde ingefteld, in Poinclen en Articulen daar in defelve niet uitdruklyk by de Heeren Staten fyn veranderd, of door een tegendeel gebruik zyn te niet gedaan ,als nog voor een Inftruclie en nodige onderhouding behoort te verftrekken, aangefien fo vele reden dienen tot onderhouding van defelve in Crimineele faken, als 'er zyn voor de onderhouding van de Inftruclie van den Hove van Holland by Keifer Karei in Civyle faken den 20. Augufti 1531. en fuik 39. jaren te voren opgefteld.  XXVII Deel. Van Rechts-f leging, üc. yo? Op twederhande manier, en by twederhande wegen, werd tegen de Misdadiger in recht aangeleid. i.By lighaamelyke apprehenjïc en gevangenis. 2^ By dagvaarding om in perfoon voorden Rechter te verfchynen. So wanneer het feit twyfelagtig is, of en by wie dat het is begaan of niet, en van het felve niet blykt, of ontkend werd; item dat de hoedanigheid van het feit onfeker is, als by voorbeeld , of een Nederflag is gefchied by Nood - weer of niet, fo ver dat men tot de torture cn pvnigen niet fou mogen komen, of de kleinigheid van het felve geen lyf-ftraf mede brengt, moet men de faak aanleggen by dagvaarding en op gemeene wegen. Damhoud. pjax. crimin. cap 3. num, 3. en werd alsdan den Misdadiger ontfangen in Ordinaris Proces, en moet hem in fuik geval Copyen gelevert, en opening van ftukken werden gedaan, daar jegens hy fyn verantwoording doet doen als in een gemeene faak (2) Maar indien het feit met de naam alleen lyfftraf mede brengt, fulks dat het feit zynde bekend de ftraf uit de Wetten kennelyk volgt, en dat het delicl; kenbaar is, of by voorgaande Tuig - kunden werd beweefen: fo procedeert men Extr aor dinar ie en by kort recht, by daadelyke aantafting en gevangenis, en werd voorts den Misdadiger gehoort,enop deffelfs bekentenis Recht verfogt. /. 2. Ced. quorum appél, non r-ecip. % Indien dat 'er quw/lie fal vallen over een lighameiyke ftraf, of anderfins de perfoon verdagt was, fo moet den Officier met advys en kennis van de Magiftraat, den Misdadiger of Schuld • pligtigen met den eerften in hegtenis nemen en hem doen verfekeren, fo hy te bekomen is. /. 1. ff- de cuftod. elf exhib. reor. Menoch. dc arbitr. jud. ccef. 305. Qiiwn. 1. Gomef. var. refolut. tom. 3. cap 9. num. 6, So hy niet te bekomen is, werd hy met aanplekken van Biljetten en Klok-geflag ingeroepen , om hem binnen fekere dage te komen verantwoorden, fub pxna confeffi & convicli, dat is, dat hy gebrek van dien voor fchuldig fal gehouden werden; waar op, indien dat den Misdadiger laat gaan de vier agter-een volgenden defaulten, fal hy voor fchuld-pligtig gehou-, ; den werden. En na gefiene informatien en Tuig-kunden, gebannen' werden, en fyn goederen verbeurt verklaard , of anders na gelegentheid van de faak verwefen. Injlrucl. van den Hove van Holland, art. 120. t'2) Add. Bort d. tr. tit. 9. num. 25. 6? ",u;ouit>ïi vï . *j< '•' . Sss - ••• -  $c6 Roomsch-HollandschRecht. ! V. Boek. 120. Sie Damhoud. prax, crimin. cap. 28. man, 5, 6. Anth. Math, de Criminib. lib. 4.8. tit. 20. ta/>. 2. num 23. Gudelin. rfe jfar* Noviff.'lib. 5. cö/>. 14, verf. f en. Zypse. »'  XXVII. Deel. Van Rechts-plêging, &c. Sls - foneele comparitie is ontflagen, of van den Officier fimpelyl, dat is fonder perfoneelyke noodfaak is gedagvaart. 20 Al is 't dat van de crimineele Vonniffen by de Veroordeelde befwaarlyk kan werden geappellcert, en ten fcherpften genomen alleen in fuiken geval, dat den Misdadiger fonder fyn eigen confejfie is verweefen, in appél ontfankelyk is: Soo werd nogtans voor een gemeenen Regel onderhouden , dat den Officier voor't Recht van de Hoge Overheid, fo wanneer hem dunkt het Vonnis te fagt geweefen te zyn, altyd daar van vermag appelleer en aan een Hoger Rechter, alwaar 't ook fulks dat het Vonnis was gegeven tot provifioneele ontflaging. Het welke den Gevangen fo lang moet uitftaan, tot dat de faak voor den Hogen Rechter is afgedaan. Maar ftaat hier in te onderfcheiden, dat indien den verweefen niet gevangen, maar op fyn vrye voeten in recht was verfchenen, en in fulker voegen op de provifie van ontflaging of hegtenis was gepleitvoert, en dat Schepenen in fuik voorval den Gedaagde by provifie ontfloegen van perfoneele Comparatie, den Officier als dan niet vermogen fou tegen 't felve provifioneel Vonnis den Gedaagde vaft te houden, maar den Gedaagde moet blyven in fuiken ftaat als hy was voor de litiscontefiatie, en wederom vry gaan mag gelyk hy gekomen was. Sulks houd men mede voor een quade pracJycq, fo wanneer den Of. ficier, hebbende iemand in perfoon gedaagt om hem te komen verantwoorden op den eisch, conclufie, en verfoek van hegtenis, den Gedaagde tot dien einde'in recht verfchynende, fonder eisch te doen, of appoinclement van den Rechter daar toe te hebben, den felven ia hegtenis en gevangenis wil nemen. 31 ln de Vierfchaar van de Univerfiteit tot Leiden is, tegen het algemeene recht, ingedrongen: dat in alle crimineele faken fonder onderfcheid , of men extraordinarie op de bekentenis van den Befchuldigde pleitvoert, of ordinarie op de bewyfen recht vordert, evenwel geen communicatie en opening van ftukken en bewyfen werd gedaan, en de Befchuldigde, fonder dat fy behoorlyk verantwoording kunnen doen, gelyk als ongehoort verweefen werden. Daar over te meermalen fonder vrugt, geklaagt is. Doch federt dat verftaan is, dat ook van derfelver gewysdens, daar van anders geea appèl of hoger beroep T t c 2 vait>  Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. valt, reWie cn herfinning aan de Staten van Holland mag werden verfogt, en des begeerende verleend werd, is ook onder anderen daar over onlangs revifie verfogt, doch by den Officier, als fig op 'c felve misbruik niet vertrouwende, onvervolgt gelaten, en is de faak, die anders buiten dien van gevolg en gewigt was, blyven (teken. Het XXVIÏI. Deel. Van Pynigen. g. Welke bewyfen gewet! zyn om iemand tegen mag iefendeeten remijjive. ' tot de torture of pynigen te bren- 3. Hoe dat pynigen moet gejebieden. pen. 4. Indien de Gepynigde de pyne door-jlast 2. Hoe den Schuld-pligtigen hem daar 'wat te deen. i"TTOedanige bewyfen genoeg zyn om iemand tot het pynigen te _|7j_ brengen, werd verfcheidentlyk by de D D. gehandeld ; Doch is het gemeene gevoelen daar van, dat het felve op geen prafumptien, of klein indiciën, dat zyn, ramingen of enkele merk-teekenen, maar alleen op fodanige bewyfen, die by na genoeg fouden zyn om alleen de fekerheid ftaande te kunnen houden, plaats kan hebben, en in fuik geval niet anders geoordeeld werd te gebreken als de bekentenis van den Schuldpligtigcn,om hem van de genoegfame fekere misdaad ten overvloed by fyn eigen mond te overtuigen. Sulks dat verhandeld werd by Boê'r. decif. 163. num. 2, 3. Chrift. ad leges Mechlin. art. 7. num. 4. Hyppol.de Marfil. ad l. 1. jf. de quxft. num. 3. verf.fecundo dehent. Camion. Criminal. dubio. 32. refponf. 3. pag. 146. Farin. prax. crimin. quafi. 37. num. x. Het welke na befcheidenheid van dep Rechter moet geoordeeld werden: Die 't felve fodanig moet matigen, dat hy altyds genegen is tot het fagffe en minfte nadeel van den Befchuldigde. So dat al is 't dat de indiciën en merk-teekenen van de begane misdaad, tot het pynigen nodig, ter befcheidenheid ftaan; nogtans fodanig moeten ingefien werden, dat defelve wettelyk en rechtmatig zyn. Sie Damhoud. prax. criminal. cap. 36. num. 3. En fodanig dat fy by na genoeg zyn om iemand te veroordeelen. I. 8. §. 2. C. de qucefi. niet fodanige die alleen op het gerugt en den gemeene roep, op één getuige, of op voorgaande quaad leven van den Be- fchul-  .XXVIIL Deel. Van Tynïgen. Sx7 fchuldigde geveftigt zyn: maar fo waarfchynelyk, dat'er alleen de eige bekentenis van den Befchuldigde aan fchynt te gebreken, /. i. §. i. ff. de qucefi. I. 18. §. 2. ff. eod. Albert. Gentil. ad tit. Cod. de kg. Jul. Majeft. difputat. 3. en Farin. prax. criminal. qucefi. 37. num. 3. Sulks ook verfcheiden (om het goed gevoelen van zyn even naaften) van dat verHand zyn, dat al is 't dat men om wettelyke en rechtmatige merk - teekenen, tot het pynigen mag komen, 't felve egter geen plaats heeft als in Luiden van befproken leven, en dat een Man van een onbefproken Jeven, uit enkele merk - teekenen van fchuld, hoe kragtig die zyn, tot pynigen niet mag gebragt werden. Ut tradit poft. Andream de Ifernia , Thomas Grammatic. Quibus accedit. Hyppolit. de Marfil. prax. crimin. §. deligenter, num. 196. ö* 97. arg. 1. non omnes 5. $. a larbaris 6. ff. de re mititari. Welke en hoedanig indiciën daar toe dienen, verhaald Chriftin. ad. confuetud. Mechlin. art. 7. num. 4. in fin. & num. 5. in pr. remiffive. Gomef. refol. lib. 3. tap. 13. num. 7. &? feq. Ant. Fab. in fuo Cod. lib. 9. tit. Zi. defin. 10. in not. Tholofan. in Syntagm. jur. civ. lib. 48. tit. 12. num. ÏO, ir. & laste. apud. Hippolit. de Marfil. pracl. criminal. g. deligenter. £f latius apud Farinac. prax. criminal. lib. 2. qucefi. 43. &f feqq. Sie mede dien aangaande een goed advys in de Confultatien en advyf en het IL Deel. Conf. jC. en volg. En het geen in 't lang werd verhandeld by Johan van Heemskerk in fyn Batavifche Arcadia pag. mihi. 452. en volgend. s Hoe en in wat manier den Schuldpligtigen tegen de indiciën dewelke pynigen fchynen mede te brengen, moet befchermt en verantwoord werden, fchry ven Hyppolit. de Marfiliis ad l. r. ff. de qucefi. num. 5. & DD. ibi allegati. Bofiius, tit. de indiciis. num. 74. & Farinac.prax. criminal. qucefi. 38- num. 3. Gomef. refol. tom. 3. cup. 13. num. 21. Chrift. ad leg. Mechlin. art. 7. num. 5. £f feqq. Et qualitér indicia elidaniur per contraria. Boer. decif. 165. num. 2. &f feq. Hyppolit. de Marfil. in fuut praxi, §. deligenter, num. 190. & feq. Tholofan. in Syntagm. Jur. lib. 48. cap. 12. num. 7. Anton. Math. tit. de quafi. cap. 3. num. So. Farinac. prax. crimin. quafi. 38. num. 110, 111, 112. Doch werd by ons fodanige tegenweer den Schuldpligtigen niet altyd toegelaten: fonderling niet fo wanneer een faak extraordinarie fal werden beregt. In welke geval het na onfe ftyl vreemd fou zyn, dat men pp een incident, en tuflehenval, de communicatie en opening van iluk- Ttt 3 ken  51% Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. ken en bewyfen fou doen , die men in de principale faak felve weigert cn ongehouden is : maar werd fulks de befcheidenheid van den Rechter volkomenlyk toevertrouwt. _ 5 Hoe en in wat wys de pyniging moet gefchieden, werd mede na de gelegentheid van de faak, en de perfoon, aan de befcheidentheid van den Rechter gelaten, /. 7. /. 10. §. 3. jf. de quafi. Vigel. cap. 4. qucefi. 4. reg. t. Conflit. Carolin. 58. die altyds forg moet dragen, dat de pyn fo fwaar niet zy dat de Gepynigde daar door aan lid of lighaam gekrenkt werd. Sie Jul. Clar. prax. crim. qucefi. 04. Hyppolit. de Marfil. ad. d. I. 7. ff. de quafiion. num. 72. Damhoud. prax. criminal. cap. 37. num. 5. Chriftin. ad confuetud. Mechlin. art. 7. num. 11. Coftuym. van Utrecht, Ruhr. 37. art. 5. 4 Indien de Befchuldigde de pyn doorftaat fonder eenige bekentenis te doen, of en hoe dat den felve als dan behoort geftraft te werden, is ïiiet feker, en werd dien aangaande nergens eenparig recht onderhouden. (1) By (1) Dat ieder mensch, niemand uitge- is gemodificeert, dat bynamoogelyker wyzondert door de Wet der natuur zo wel ze geen onheilen daar van te wachten zyn. als der maatfehappy gehouden is, om aan Zie Mr. Calkoen Verband, over het vtorko* den geenen, welke de oeffening der recht- men en ftraffen der misdaden, pag. 277; vaardigheid door de gemeenfchap of focie- Doch de quaïftie door onzen Aucïeur geöp. teit is aan bevolen, de waarheid te beley- pert, namelyk, wat 'er te doen zy, wan» den; is een ftelling die nooit kan worden neer de geaccufeerde den pynbank zonder ontkend; vermits nu dezelve per fe bevat confeffie doorgedaan heeft ? Deeze zeg een verpligting of gehoudenis, volgd dat ik, fchynt de utiliteit van het gebruik der aan de andere zyde een recht exfteerd om Pynbank merkelyk te ontzenuwen ; Te de onwillige tot de volbrenging van dezel- recht zegt Beccasta traité des delitsty det ve verpligting te noodzaaken, d. i. de So- peines pag. 48. „ de deux hommes egalement cieteit of die geenen, welken in deffelvs ,, innocents ou toupables, le robufte £ƒ le naam zyn aangefteld tot uitoefFening der „ tourageux fera ahfous , le foible le wetten, zyn bevoegd een ieder in dezelve „ timide sondamné." ,. La refultat de la focieteit gevonden wordende des vei>eischt queflion eft donc un affaire de calcul ö5 de te dwingen de waarheid te zeggen, zoda „ temperament." Ds decifiën welken onzen nij als hy daar van in geweetèn overtuigd Aufteur op deeze vrage aan de hand geeft, is; tot dit einde zyn verfcheidenp middelen beduiden zeer weinig , want zo de getoringevoerd en onder andere de niet zelden tureerde moet worden ontflagen , is 'et misbruikte Pynbank, die om deffelvs na- voorzeker geene genoegzame evidentie van dtelige uitwerking in onze verlichtte eeuw de gepleegde misdaad geweest om ter torviel al word afgefchaft, en by ons zodanig tuur overtegaan; en byaldien hy echter op fUOr  .XXVIII. Deel, Van Tuigen. \ f%9 By fommige werd hy geheel vry gefproken, en van de inftantie ontflagen. Van hoedanig gevoelen fyn Hyppol. de Marfil..^, 262. inulti ibi ah eo & a, Farinac. prax. crimin. quaft. 40. n. 7. allegati. Papon. lib. 24. tit. 9. arreft. 1. Argentr. ad confuetud. Britan. art. 41. num. 4. Sulks by het Hof tot Utrecht werd gevolgd, tit. de rroceff. crim. art. 20. Coftuym. van Utrecht rub. 37. art. 9. En brengen de Keuren in Rhynland art. 1. mede, dat men niemand en verwyfe te fterven of hy moet de misdaad felve kennen , niet tegenftaande dat het notoir en kennelyk is door Getuigen en andere indiciën. Andere verwyfen hem evenwel, gelyk Gomef. refolut. tom. 3. c. 13, k. 20.. & phtrimi quos citat. Farinac. in prax. criminal. qucefi. 40. num. j. dat by het Parlement van Parys gevolgd werd, na getuigenis van Papon. ■ lib. 24. tit. 9. arreft. 1. infin. Sie mede Fab. in Cod. tit. 21. lib. 9. defin. 9 & ibid. in notis. num. 2. & definit. 12. num. 3. in not. Chaffan. ad confuetud. Burgund. rubr. 1. $. 5. n. 93. & Argentr. ad confuetud. Brit. tit. r. art. 41. num. 4. Andere meenen wederom, dat men hem nog moet vry fpreken ' nog verwyfen, maar alleen onder hand-tafting of borg-togt, van t'allen tyden weder in recht te fullen verfchynen, los laten. Uürcfert. Gomef. tom. 3. cap. 13. num. 20. & Faber. in fuo Codice lib. 9. tit. 21'. defin. 9. & ibi not. num. 1. £f defin. 15. Het welk wel reedelyk en billyk is, fo wanneer alleen op fterke prafumpticn, en vermoedens blyk, „de Befchuldigde de pyn is aangedaan. Maar in 't geheel en in getnere fchynt het reklykfte gevoelen te fyn ivan die geen, welke hem of geheel vry fpreken, of met een minder en fuudamenï van de bewyzen kan en most de geall. Verhandeling pag. 292.) men echter worden geftraft, zoo is de pyniging inutil aan geen eervergeeten booswichten, mag cn ten onrecht geappliceert: maar dewyl verleenen, teegent welken het geding o» by ons de tortuur ex fuper abundanti alleen- de gewone wyze moet worden voortgezet; ïyk word gebruikt ter mterdere gerustftel- dan alzoo ik van de hoge wysheid en voor' lijig des Rechters en om volgens de con- zigtigheid onzer Rechters vertrouw, dat niet ftitutionele wet op bekentenis recht te dan eervergeeten booswichten door hun tes doen, zo word de voorgeftelde vrage best tortuur worden gebragt, zal gemelde Scbryfeeantwoord : „dat als dan alle verdere ver my niet qualyk duiden, dat ik deeze „ proceduures worden geftaakt en den ge- bepaling voor onze rechtspleging te ver- tottureerde, voor altoos jeconfineert." oniwaardigende achtte. Wellt btneficie (zegt de Heer Calkoen in  £io Roombch-Hollandsch Recht. V. Boek. en extraordinarie ftraf verwyfen, na de gelegentheid van de faak, en volkomenheid van de bewyfen. So gevoelen Ludovic. Rom. in l. i. §. fi quis in villa. ff. ad St. Syllanian. Fachin. controv. lib. 9. cap. 6. Anthon. Math. rif. de quce ft ion. cap. 3. num. 22. Clar. §. fin. quafi. 64. verf.ilhta reo, num. 38. Gramman conf. 12. num. uit. in fin. Ant. Faber." Cod. lib. 9. tit. 2i. defin. 25. Farinac. prax. criminal. qucefi. 40. num. 11,12, 13. & fiqq- By het Hof van Vriesland is verftaan, dat een Gepynigde om eea faak die buiten dien klaar werd bewefen, met de ordinarie en gemeene ftraf moeft geftraft werden. Joan. a Sande hb. 5. tit. 9. defin. 14. En by het Hof van Holland is Anno 1521. verftaan, dat het feit by den Schuldpligtige in de pyn bekend en daar na buiten de pyn wederom ontkend, met een verklaring dat de bekentenis maar alleen was gefchied om de pyn te ontgaan , den fodanige niet wederom behoorde gepynigt te werden: maar om dat de bewyfen van fig felve klaar en genoeg waren, is in defelve fake des niet tegenftaande den fchuldigen verweefen, arg. I. 16. Cod. de poen. & l. uit, Cod. de probat. Sie Neoftad. decif cur. Holland. 47. naderhand in den Jare 1583. vaft gefteld 5s dat een Misdadige uit hertnekkigheid de pyn doorftaande, fo wanneer de bewyfen van fig felve klaar en genoeg zyn, des niet tegenftaande moet verweefen werden. Boff. prax. crimin. de convifl. num. 2.' Êf few- Gomef. refolut. tom. 3. cap. i$. num. 20. Fab. Cod. lib. o. tit. 21. defin. 15. Chriftin. vol. 4. decif. 109, num. 6. Joann. a Sande. d. lib. 5. tit. 9. defin. 14. Anderfmts werd de bekentenis in de pyn gedaan niet voor volkomen gehouden; ten zy de Gepynigde eenigen tyd daar na, ten minften van vier-en-twintig uuren, buiten pyn en banden van yfer, vry willig by fyn bekentenis volhert. Sie Damhoud. prax. criminal. cap. 39. num. 7. Gomef. refolut. tom. 3. cap. 13. num. 24. Hyppolit. de Marfil. ad l. i. 5. Divus Serverus 17. ff. de qucefi. num. 4, 5. Coftuymen tot Antw, tit. 13. art. uit. het  XXIX. Deel. Van flraffen en boeten, $ti Het XXIX. Deel. Van ftraffen en boeten. 1. Boste wat. 4. Welke Steden by Handvejlen vergund 2. Straffe , geheel of ten deele, by de Floven van Colonien van deezen Staat, zo in Oost-als ,, Juftitie, of by eenige Rechtbanken in West-Indiën, resforteerende onder het be„ deeze Provincie, zal mogen worden ge- drvf en geleegen binnen de limiten van de „ decerneert, om welke oorfaak of om Oélroyen van de Oost-en Westindifche „ wat misdaad het zoude mogen weezen, Compagnien dezer Landen, mitsgaders di„ groot of klein, geen uitgéfondert, zelfs reccie van Surinamen en de Berbice, het „ niet het crimen ptrJuëllionis of leeft ma- zelve is geftatueert, gelyk ook by die van „ jeftatis." Z. Groot Holl. Placaatbock VII. Gelderland. z. Neederlandfcbe Jaarboeken d. bl. 844» Het konde in de daad niet van den jare 1778. 1. d. bi. 311, en 707 misfen, of deeze refolutie moeit by alle 2. d. bi. 8oj. en volgg. foffelykeStaten enRegenten ten voorbeei-  XXIX. Deel. Van ftraffen en boeten. 5-13 een Poorter der felver Stede, fonder opfet, verraad, of eerlt aanranden binnen der Stede Dordrecht, of den Hove van Zuid - Holland gefchied, fo ver den felve Poorter niet gevangen waar, en de Magen van de neder-geflagen hadden verfoend, des Graaflykheids Schouts fchuldig is verklaard, den felven fyn Landwinning te geven, mits betalende vyftien ponden voor den Doodflag, en feftien ponden voor de Landwinning. Groot Oclroy tuffchen Kei/er Karei, en die van Dordrecht, den 4. Septemb. 1520. art. 4. Sie mede Handveflen in ZuidHolland, pag. 243. en de nieuwe druk in den Jare 1654. pag. 122. (4) Die tot Haarlem hebben by Handveft van Hertog Aalbregt van Beyeren, den feftienden Junii 1394. verkregen: dat niemand van hare Poorteren in geender manier meer tegen den Heer verbeuren mag, dan fyn Lyf en feftig ponden uit fyn goed:behalven in 't ftuk van doodflag binnen der felver Stede gefchied, waar voor hy verbeurd fyn Lyf en tagtig ponden uit fyn goed, fonder meer: Maar werd hy verwonnen, als Recht is, en over den doodflag gebannen, fullen alle fyn goederen boven de gemelde tagtig ponden vry wefen, en hem volgen waar dat hy vaard. Gelyke Vryheden hebben die tot Delf, in defen als Haarlem, gegeven by Handveflen van Hertog Aalbregt, den ó.Julii 1393. uitgenomen dat de Handveft van Delf houd: van Doodflag begaan binnen der felver Stede , of de vryheid van dien. Leiden heeft by Handveft van Hertog Jan van Braband, den 20. April. 1418. verkregen: dat geen van hare'Poorteren om eeniger breuke wil, hoedanig die zy, meer verbeuren fal mogen tegen den Graaf en fyn Heerlykheid, dan fyn Lyf en feftig ponden, fulker ponden als den Graaf in dier felver tyd van fyn boeten in Rynland nemen fouden. Aan de Stad Amfteldam zyn in defen,op' verfcheide tyden verfcheide Voor-rechten vergunt: Eerft by Handveften van Gfaaf Willem van Henegouwen, den 19. Decemb. 1340. fo dat wie van hare Poorteren een Man doodflaat, en daar op begrepen werd, verliefen fal fyn Lyf, indien hy verwefen werd als recht is, en van fyn goed niet meer aan den Heer fal verbeuren als twintig pond Hollands; ontruimt hy, en werd hy balling gemaakt, foo (4) AU. Heemskerk Batavifche Arcadia pag. 412. en volgg. VVV 2  5^4 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. foo fal den Heer insgelyks niet meer van fyn goed hebben, als twintig pond Hollands. En nog by Handveft van Kei/erin Margriet, gegeven des Maandags na Hemelvaarts dag 1346. dat fo wie van hare Poorters een doodflag doet buiten derfelver Stede, wanneer hy gefoent fal hebben tegen de Magen des Dooden, niet meer aan den Heer fal fchuldig zyn, als tien pond van boeten, en tien pond voor de Landwinning. Nog by Handveft van Hertog Willem van Beyeren,dcn 13. Mey 1355. dat fo wie van hare Poorteren fyn Lyf met Recht verbeurd, tegen den Graaf niet meer mag verbeuren dan half fyn eigentlyke goederen, en dat d'ander helft fal blyven fynen Wyve, fynen wet-agtigen Kinderen , of fyne rechte Erfgenamen. Eindelyk by Handveflen van Hertog Willem van Beyeren, Wïllems Soon, den 20. Maart. 1404. dat niemand van hare Poorteren meer tegens den Heer verbeuren mag van eenige faken of breuken, dan fyn Lyf en honderd ponden van fyn goed. [En van hoe verfchillige gedagten de Rechtsgeleerden fyn ontrent den uitleg van dit Privilegie, nopende de woorden van Lyf en honderd guldens, kan men fien in het Amfterdams Poorter - recht van Mr. Tobias Boel de Jonge, waar in men alles voor en tegen vindt aangetekend, dat 'er op uitgedagt of gefegt kan worden.] (,5) Gouda heeft by Handveft van Hertog Willem van Bourgondien, den 28. September 1451. verkregen , dat wie van hare Poorteren by ongeval ,' of hitte van bloed, iemand van levende Lyf ter dood brengt, tegen den Heer fal verbeuren fyn Lyf, en de boete van feftig ponden uit fyn goed, fonder meer. Rotterdam, by Handveflen van Hertog Willem van Beycren, den 13. Mey 1355. dat fo wie van hare Poorteren fyn Lyfjnet recht verbeurd, niet meer tegen den Heer mag verbeuren dan half fyn eigentlyke goed, en dat d'andere helft fal blyven fynen Wyve, of fyne wetagtige Kin-' deren , of fyne Erfgenamen. En nog by de Staten van Holland in den Naam van Koning Philips den 13. Februarii 1580. binnen Utrecht gegeven, dat de Poorteren van Rotterdam, doende eenige Manflag, uit haCs) Wat 'er van deeze verfchillende discuffie. Zie myne vorige aanteek. op dit begrippen moge zyn, behoeft thans weinig loof ad. num. 3.  XXIX. Deel. Van ftraffen en boeten. hare goederen niet meer fullen verbeuren als eens tagtig ponden, van veertig groten 't ftuk, Vlaamfer munte. Schiedam, is eerft by Handveft van Kei/erin Margriet in 't Jaar 114.6. vergund: dat fo wie van hare Poorteren een doodflag doet, niet meer fal verbeuren dan fyn Lyf en de helft van fyn eigentlyke goederen, en dat d'andere helft van fyne goederen behouden fullen fyn Wyf en fvn wetagtige Kinderen, of fyne gerechte Erfgenamen; en fo wanneer hv gefoent heeft tegen des doode Magen, fal hy den Heer maar fchuldig wefen tien pond van boeten , en tien pond voor de Landwinning. Maar een onmondig Kind van een Poorter binnen derfelver Stede, ma^* niet meer verbeuren dan fyn Lyf, en tien pond van fyns Vaders en Moeders goed, alfo ver als hy felve leven En daar na by Handveft van Hertog Willem van Beyeren, den 27. Augufti 1412. dat fo wie van hare Poorteren een Doodflag doet binnen den Lande van Holland verbeuren fal fyn Lyf en tagtig ponden van fyn goed. Schoonhoven, by Hand-veft van den Heer Jan van Bloys, Heer van Schoonhoven, en der Goude, op Ste Barbaren dag in 't Jaar 1536. dat geen Poorter aldaar, die in wettelyk Huwelyk fit,meer tegen den Heer mag verbeuren dan d'eene helft van fyn goed, blyvende d'andere helft aan fyn Wyf. Voorts, dat geen Poorteren Kinderen in haar Vaders en Moeders Brode zynde, meer tegen den Heer verbeuren mogen van haar ouders goed, dan tien ponden Hollands, Briel, by Hand-ve ft van Hertog Jan van Beyeren, Heer van Voorn, den 18. Novemb. 1407. dat geen Poorter derfelver Stede meer tegen den Heer fal mogen verbeuren, in eeniger wys, dan fyn Lyf, en vyftig ponden Hollands uit fyn goed. Alkmaar, by Hand-veft van Hertog Willem van Beyeren, den 1, Mey 1355. Dat fo wie van hare Poorteren fyn Lyf met recht verbeurd niet meer tegen den Heer mag verbeuren, dan half fyn eigentlyk goed ' en dat d'andere» helft fal blyven fynen Wyf, of fyne wetagtige Kindel ren, of fyne rechce Erfgenamen. Hoorn en Enkhui jen, by Hand-veft van den jelven Hertog Willem van Beyeren, gegeven op St. Martyns dag in de Somer 1356. Edam op St. Ehzabets dag 1357. Monikendam op St. Clemensdag 1356. En Medenblik' den 4. Sept. 1355. hebben een en defelve vrydom verkregen met Alkmaar. Als dat die van Hoorn daar - boven nog by Handveft van Hertog V v v 3 * phim  $%6 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. Philips van Oojlenryk den 2.Aug. 1504. vergund is, dat fo wanneer eenig van hare Poorteren, een goed vreedfaam Man wefende,fyns Lyfs verweerende, na grove verongelyking, een Doodflag dede, fodanigen Poorter in fuik geval fyn goed tegen den Heer fal mogen vryen, mits daar voor betalende eens wegdragens feftig ponden, van veertig groten, Vlaamfer munte. Woerden heeft een Handveft van Hertog Aalbregt van Beyeren , op St. Pontiaans dag. 1401. gegeven, dat een Poorter aldaar die in een Doodflag vervalt, fyn Lyf daar over tegen den Graaf verbeuren fal, en niet fyn goed. Woudreghem en het Land van Altena, by Handveft van Jacob Grave van Hoorn, Heer van Altena en Woudreghem, gegeven den 18. December, 1476. Dat of eenig Man of Wyf, haar Lyf en haar goed breuken, en in wet - agtigfte ftate waren, of dat eenig van hun wet-agtige Kinderen had, in fuik geval niet meer dan het halve goed aan den Heer foude komen, en de andere helft aan de Man of Wyf die niets gebreukt had, of aan de Kinderen. Des dat alle wettige fchulden eerft van den gemeenen boedel fouden betaald werden. Heusden heeft by Hand-veft van Aalbregt van Beyeren, gegeven in den Hage den /even en twintigfte May 1430. dat geen Man, gefeten in der Steden of Lande van Heusden, die een getrouwde Vrouw, of getrouwd Kind, of meer getrouwde Kinderen heeft, met eenige feilen of breuken, in wat maten die gefchieden mogten, meer fal mogen verbeuren tegen den Heer, dan fyn Lyf, en de helft van fulke goederen, als hy en fyn Wyf, of fyn getrouwde Kinderen, met eikanderen te famen hebben: maar waart dat hy geen goederen met hen Luiden gemeen had, fo foude hy alle fyn goeden die hy had tegen den Graaf verbeuren. Naarden, Weefp, en Muiden, hebben fodanige vrydom in defen, als die in Goyland en Amftelland, waar van hier na. Vlaardinge, heeft by Hand ■ veft van Keiferin Margriet, gegeven dc? Maandags voor Pinxteren 1346. Dat fo wie van haar Poorteren een doodflag doet, verbeuren fal fyn Lyf, en van fyn eigentlyke goederen niet meer dan d'eene helft, en d'andere helft van fyne eigentlyke goederen fal behouden fyn Wyf en fyn wet-agtige Kinderen, of fyn gerechte Erfgenamen; doch dat fo wie van den felve Poorteren een dood-  XXIX. Deel. Van Jlraffen en boeten. Sx? doodflag doet , en verfoent heeft met den doode Mazen den Graaf met meer fa fchuldig wefen, dan tien pond van boete^en tien pond ter Land-wanning. * pona Die van Zirxzee by Privilegie van Hertog Willem van Beyeren St. Jam-dag Midfomer 1312. by Keifer Karei vernieuwtdenT 1515. Dat heur Poorters uit heure goederen, niet meer mogen verliefen dan do. ponden parafiis. voor den Heer, en 10. pondtn voor de Stede wat ofte faken.mejjus fy committeeren mogten, in het crimineel of civyl, en het zy fy heur Lvf verbeuren of niet Hardinxvelt een Dorp in Zuid - Holland, heeft by Hand-vefi van Heer Arent van Gent m den Jare 1412. Dat in wat manieren een mensch een Dood-flag of eenig andere quade feiten doet, hy niet meer verbeuren mag dan fyn Lyf en feven Engelfche Noblen Papendregt, Vinkenland en Matena, mede Dorpen in Zuid - Holland , hebben by Hand-vefi van Heer Reynout van Brederode, in den jare 1,87 Dat memand van de goede Luiden aldaar, meer tegen den Heer fal mogen verbeuren dan fyn Lyf en tien Ponden, ook wat hy misdaan mogt hebben: en fo iemand verwonnen wierd van fyn Lyf, en ruimde die fou egter met meer verbeuren dan de voornoemde tien ponden' en de relt van fyn goed vryelyk mogen genieten 1 De Dorpen van Vroon , Koedyk , Koedyk, Ouddorp, en Otterleek, hebben Poorter - recht en vryheid, met de Stede Alkmaar. Waarvan hier voor. De Landftreken welke met fodanige Privilegiën ten behoeven van alle haar Ingefetenen in t gemeen zyn begunftigd : zyn Zuid-Holland Noord-Holland, Kenmerland, Voorn, Amftel-land, Goyland, en Waterland. ' uJ'ia"uj Zuid Holland, dat fyn, die geen die onder den Hove en hoge Vierfchaar van Zuid-Holland behoren, (als zyn de Landen en Dorpen behorende onder de Steden, Dordrecht, Gorcum, Worcum, Schoonhoven, Heusden, en Geervhed (in't Land van Putten) hebben by Handveft van Graaf Jan van Henegouwen, inden Jare ro.oq verkregen, dat iemand die een Doodflag dede binnen den Hove van ZuidHolland fyn Land -winning foude hebben van den Heer om tien ponden Hollands, en met meer dan gelyke ponden foude verbeuren aan den Doodflag; en dat mits geldende de gefeide twintig ponden Hollands,  yx8 Roomsch-Hollandsch Recht. V.Boek. lands, de Schuldige wederom foude mogen komen op al fyn goed en erve, dat hy hadde doen hy den Doodflag dede. Het welke by Keiferin Margriet is bevejligd den io„ Mey 1346. en daar by gedaan, dar. die van Zuid-Holland fo Wel - geboren Mannen als Gemeenten, woonagtig buiten den vrye Steden, en vrye Heerfchappen, het zy Man of "Wyf, die wet-agtige Kinderen heeft, niet meer verbeuren mogen tegen den Heer dan haar Lyf en half haar eigen goed, en dat d'ander helft fal blyven haren wet-agtigen Kinderen. Als mede, dat niemand fal mogen verbeuren des anderens goed, maar elk Mensch fyn goed felve fal verbeuren met 'er hand: het waar een Mans inneem-kind, dat mondig waar en niet uitgegoed, als recht is in Zuid - Holland, dat foude tien ponden mogen verbeuren, tegen der Heerlykheid, van fyn Vaders en van fyn Moeders goed, fonder meer. Die van Noord - Holland, waar onder mede begrepen zyn het DykGraaffchap van Rynland, Delfland, Scbieland, en Woerden,/met de Steden Delf, Leiden, Gouda, Rotterdam, Schiedam, Oudewater, Woerden, Vlaardinge, en 'sGravenbage, hebben mede by Handvefl van defelve Keiferin Margriet des Sondaags na Hemelvaarts- dag Anno 1346. verkregen : Dat fo wie van de goede Luiden woonagtig in den Lande van Noord - Holland, fonder onderfcheid, (behoudens alleen den gene die in defelve Lande vrye heerfchappye haars rechts hebben, binnen heuren vrye heerfchepe) een Doodflag doet, niet meer tegen den Heer fal verbeuren, dan fyn Lyf en half fyn eigen goed, en dat d'andere helft fal blyven op fyn Wyf en op fyn Kinderen, of fyn gerechte Erfgenamen , en fyn Leen - goed dat van de Graaflykheid roerd, fal hem volgen : En fo wanneer iemand een Doodflag gefoent heeft, fo fal hy vryelyk komen op al fyn goed, eigen en leen, alfo als hy 't hadde doen hy den Doodflag dede : uitgefeid daar aan gerecht ware met breuke of met brande, en fal den Heer geven tot boeten tien ponden, en tot fyn Land-winning tien ponden. Voorts fo wie fyn Lyf met recht verbeurt van anderen faken dan van Doodflag, dat fyn Wyf of fyne Kinderen, of fyne rechte Erfgenamen in fuiken geval mede behouden fullen half fyn eigentlyk goed, en geheel fyn Leen - goed even als van doodflagen gefeid is. En geen onmondig Kind fal meer mogen verbeuren van fyn Vaders en Moeders goed, dan tien ponden. Kenmerland, waar onder de Stad Haarlem en veel deftige Dorpen en ha-  XXIX. Deel. Van flraffen en boeten. 5^9 hare gehugten daar omtrent behoren , heeft mede by Hand ■ veft van Kei/erin Margriet, Vrydags na Heiligen Aft enfxonh dag Anno 134Ö. verkregen: Dat fo wie van haar ingefeten fyn Lyf verbeurt met recht, tegen den Heer niet meer mag verbeuren, dan fyn Lyf en fyn half eigentlyke goeden, en die ander helft fal blyven fyn Wyfen Kinderen: of fyn recht-geboren Erfgenamen. En fyn Leen-goed dat van den Graaf roerd, dat fal hem vryelyk volgen , van alle misdaad, alfo ver als hy fyn Heer daST hy 't af houd, doet dat een Leen-man fchuldig is fynen Heer te doen fonder arglifl: En alle Leen-goederen die van den Graaf niet roeren, die fullen wefen en blyven ftaan in allen rechten als fy van ouds her gekomen zyn. En fo wanneer iemand een Doodflag dede, en den felven gefoent heeft, fal hy fchuldig wefen tien ponden van Land-winninge, en daar mede fal hy komen op fyn goed, dat hy hadde doen de doodflag gefchiede, uicgefeid daar aan gerecht waar met breuke of met brande, en fyn Leen-goed fal hem volgen als voorfchreven is. Item : dat geen onmondig Ksnd meer verbeuren mag van fyn Vaders en Moeders goed, dan ti^n pond. De ingefetenen van 't Land van Voorn, hebbende by Hand-veft van Hertog 1'hilips van Qoftenryk in December 1494. verkregen : dat fy Luiden om geenderhande misdaad meer fullen mogen verbeuren, dan haar Lyf en hondert ponden, van veertig groten, Vlaamfer munt, te weten , tagtig ponden voor de verbeurte, en twintig ponden voor de Land-winning; uitgenomen van moord, moord • brand , Vrouwenkragt, flraat-roof, Kerk-roof, defperatie, monopolie , opftand tegen den Heer, en doodflagen met ingefetter lage. Die van Amftel- land en Goyland, fo binnen de Steden als daar buiten, by Hand-veft van Aalbregt van Beyeren , Sondags na Sint Gregorü 1387. Dat fo wie een Man doodflaat in den voorfz. Lande, en met recht daar in verwonnen werd, vry fal zyn j mits aan den Heer gevende hondert pond van fynen goed; maar waarder meer als een Alan in den felven doodflag befchuldigd en befworen, fo foude elk van de Befchuldigde in fuiken geval aan den Heer uit fyn goed verbeuren feftig pond, en daar toe den Doodflag beteren den Doode Magen tot feggen van den Gerechte, of vredeloos des Lands blyven. Maar waar 't dat de handdadige met verfer hand wierde begrepen, en over den doodflag verwonnen, gelyk als recht is: fo fal men't felve rechten X x x aan  JT/3Q ROOMSCH-HOLLANDSCH ReCHT. V. Bock. aan fynen Lyve, en daar en fal den Heer nogte niemand iets van hebben. Voorts dat geen Kinderen haar Ouders goed mogen verbeuren, by haar Ouders leven: Eindelyk, dat niemand in den felven Lande meer mag verbeuren van geenen faken dan half fyn goed, en dat d'ander helft fal hebben fyn Wyf en fyne Kinderen, of fyn rechte Erven. Die van Waterland hebben by Hand - vejt van den Heer Jan van PerJyn, gegeven cp onfer Vrouwen Avond, 1273. Q:t fy voor een doodflag den Heer niet meer fullen gelden dan tien pond. Dit zy in 't korte van de Steden en plaatfen welke haar byfonder vrydom in defe by eigene Handveflen verkregen hebben, buiten welke geen, immers weinig andere gevonden worden. Doch aangaande 's Graven - Hage, welke mede defen aangaande geen byfonder voorrecht is vergund: ftaat het evenwel aan te merken, dat aangeilen de Hand-vefi van Kei/erin Margriet in den Jare 1346. daar by de geheele Landftreek van Noord - Holland haar voorrecht, gelyk als gefeid is, werd vergund, fpreekt: van alle goede Luiden woonagtig in de Lande van Noord- Holland fonder onderfcheid, behoudens alleen die geenen die in den felven Lande vrye Heerfchappye haars rechts hebben binnenjiaren herfchepen; daar ujt met goede reden is te befluiten, dat die van 'sGraven - Hage, als zynde in defelve Landflreek gelegen, en den Rentmeefler van Noord-Holland aldaar fyn woonplaats houd, van defelve vryheid niet kunnen uitgefloten werden. Den Édëllüiden in Holland is by oclroy van de Heeren Staten van Holland den 9 Jan. 1593. vergund, over geen faken of breuken meer te verbeuren als haar Lyf en tagtig pond. Uitgéfondert gequetfte Hoogheid. By de Ordonnantie van den Hove van Utrecht Rubr. van proces crimineel, art. 3. werd mede verklaard, dat tot nader verklaring van defe claufule in verfcheiden van de voor verhaalde Handveflen uitgedrukt: dat wie fyn Lyfverleurt niet meer fal verbeuren, dan half fyn goed, en dat de ander helft fal blyven fyn Wyf en Kinderen, &c. Staat wel te letten, dat de Graaflykheid daar in niet alleen heeft gefien op de gemeenfchap van goederen tuffchen Man en Vrouw, als of daar mede maar alleenlyk het twyfelen en bedenken weg genomen wierd, als ook in fuik geval van de helft welke de Vrouw uit kragt van de gemeenfchap toekomt, iets by de Man als Meefter des boedels door misdaad verbeurd fou  XXIX. Deel. Van ftraffen en boeten, y.31 fou kunnen werden: gemerkt by dat fo te verftaan, fodanige-gumt feer klein, en geen voordeel ter wereld fou medebrengen, immers niet anders of meer aan de begunftigde fou geven als het geen dat de Graaflykheid na gemeene Rechten niet kan behouden. /. 9. Cod. dc Ion. profcript. Handveft in Zuid-Holland pag. 403. art. 7. en de nieuwe druk van den Jare 1654. pag. 53 r. Colt. van Antwerpen, cap. 16. art. 1. Sande lib. 2. tit. 5. defin. 8. Goris de focietat. conjugal. c. 4. Grot. Inleid, hb. 1. cap. 5. verf. uit kraebte, in. fin. Welke meening by de fommige nog nader werd beveiligd, en buiten alle twyfeling gefteld, met defe bygevoegde claufule: fn Wyf cn Kinderen, offyn rechte Erfgenamen: Ten waar uit de woorden van het Hand-veft uitdruklyk anders kolt blyken: Gelyk als Si de voor-verhaalde Hand veilen van Woudreghem en Altena, en nog nader, by die van Heusden daar aan volgende: by dewelke geen meerder vryheid fchynt gegeven te werden, als wel het gemeene Land-recht yder een is toe-voegende, en alleen het twyfelen uit te fluiten: of ook de goederen van de Vrouw in den gemeenen Boedel gebragt, door de Man als Meefter des Boedels, mogen verbeurd werden. Item: dat alhoewel in meeft alle de voor-verhaalde Privilegiën en Handveflen, geen andere woorden werden gebruikt, als van verbeurte van Lyf en goed, defelve evenwel juift niet verfiaan werden alleen plaats te hebben, als de fchuldpligtige van leven ter dood werd gebragt, 'en daar boven fyn goed verbeurd verklaard werd, fulks als de woorden wel fouden mede-brengen; maar ook als hy gebannen of in eeuwige gevankenis werd gefteld met verbeurte van fyn goed. /. 2. ff. de pcenis. ibi D D. I. l. Cod. de hered. Inftit. I. 14. g. 1. ff. de bon libert. Hypolit. de Marfil. in pracl. criminal. §. opportune, num. 36. Menoch. de arbitr. jud. lib. 1. cap. 89. num. 3. Damhoud. prax. crimin. cap. 16. num. 2. Sulks als verfcheide malen is verfiaan en geoordeeld; en een goed voorbeeld daar van te fien is, in Rombout Hogerbeets, in fyn leven Raad Penfionaris der Stad Leiden , in de Confult. en Advyf. bet Amfileldams derde Deel, num. t. conf. 187. Defen pagt - fchat in defer voegen by de Burgers en Inwoonders van de voorfeide plaatfen, na luid van hare Handvefren en Privilegiën zynde betaald, of anderfmts de verbeurte of confifcatieniet duidelyk zynde uitgedrukt, komen de overige en verdere goederen van den verwefen X xx 2 voorts  532- Roomsch-HollandschRecht. V. Boek. voorts aan fyn Erfgenamen, fo wel die by Teftament als die ab inteJlato komen te erven. So wel zyd- Magen als andere opgaande of nedergaande. Sie Clar. fin. qucejl. 78. num. 1. Chriftin. vol. 5. decif. 49. num. 6. niet alleen tot den derden , gelyk eertyds, maar ook tot de tiende en verder leden. Sie Perez. ad tit, Cod. de bonis profcriptor. feu damnator. num. 22. verf. in Germania, in verb. quocunque gradu. Carer. practical, criminal. §. bomicid. 7. num. 34 Farinac. d. loco, num. i„ & DD. ibi allegati. volgens het verfterf-recht in de Landen bekend. Het XXX. Deel. Van Rechts-vordering in Gemeen-Lands Middelen, en invorderen van alle Stads of Land - gemeene Schattingen, en Omiïagen, als mede Schouw en onderhouding van gemeene Wegen, Dyken, Kaden , Sloten, Dammen. 1, Smekkel en Slnikeryen vort Gemeenlands 6. Stads Excyfen hoedsnig te vorderen tien van elk Impoft en Excys in 't byfonder is gefteld, tegens de Smokelaars en Overtreders van defelve, foo van wegen 't Gemeene Land, als van de Steden en plaatfen , welke daar toe byfondere magt is vergunt, op haar felve. 3 Met dat onderfcheid nogtans, dat de overtreding van defelve byfondere Ordonnantiën in het gene dat de frauden en verkortingen van de gemeene middelen en geftelde Impoften eigentlyk niet raakt, het felve maar voor ten contraventie, en enkel overtreding gehouden moet werden , en daar over met verftaan werden de boetenis van 't voorfeide Generale Placaat plaats te hebben. (1) 3 Toe de kennis en rechts - dwang over de boeten, breuken, of andere gefchillen, rakende de gemelde Impoften en opheven, werden in elke Stad de Schepenen, of eenige derfelver gemagtigd en gelaft ter beflegting van defelve verfchillen, foo wel in de Stad, als in de naafte aanpalende Dorpen vallende, die gehouden zyn op fekeren dag ter week (1) Faude beteekend eigentlyk eene lis- befpaard te zyn, aan Hoeren Geco nm.'tige verkorting van des Lands Geregtig- teerde Raden mag weiden geprovoceerd heid, daar de Contraventie eigentlyk be en waarom deeze eerder voor arreft.ee. ftaat in eene n laciuhe'd in het opvolgen dan andere condemnatien worden gehoutler Wet; gevolgelyk tu fchen die utiden den, kan ik (falvofemper meliori) als nog groote veifchydenh.iil plaats heeft, welke niet zien, dewyl het recht qualyk uk het de Imputabiliteit van deze daden . alluen beloop der fommen fchynt te kunnen wordoor di.* i'Uiftaidüih^den te ond^rfchei- den gedenveert, ten zy deezen als irbiden , mede '.eer veel doet verfchillen: traire coire&en of compofitien worden Doch waarom van con raven'ie, waarvan aangemerkt? Oveiigens uedra^e ik ny tot de condemnatii'alleen inhoud een Boete de refpeeti e Ordonnantiën, placiten en van ƒ200 — zon 'er t;evoU van infamie, ref >1 uien op de gemeene mid< '-en fucvolgeiif gen. placaat art jq, z. ook gen. ceffi /elyk geë saneert, en by den a d ten teg p r 23 iet 'O wel als van andere met de Regilters te bekomen, aii. ZyKCK. condemnatien, waarby iemand fuftineert in cod tit.gem. mMltn,  534 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. week daar toe te fitten, en de Dings»luiden fummaire en de plano, dat is, kort en onvertogen recht te doen. By welker Vonniffen indien iemand bevind fig befwaart te zyn, mag hem daar van beroepen aan de Heeren Gecommitteerde Raden van de Groot Hog. Heeren en Staten van Holland , binnen twe maanden, mits dat indien het Vonnis gegeven is tegen Pagters, de executie middel er wyl werd gefchorft en uitgeiteld, en indien tegen andere, des niet tegenftaande, by provifie het felve fyn voortgang moet hebben. Sie de generale Ordonnantie, art. 17. Wat dat op 't ftuk van de gemeene middelen het recht is, moet de byfondere Ordonnantie in elke faak in 't byfonder uitwyfen, welke in al hare deelen fcherpelyk werden onderhouden, van tyd tot tyd overfien, en dikwils vermeerdert en verandert werden, fulks dat te ver, fou lopen, daar van alhier in 't byfonder te handelen. 4 Als alleen, dat daar in tot een Waarfchouwing dit aan te merken ftaat: dat de Ordonnantiën van den opheve op de crmfumptien en verbruik van deWyn, Bier, Sout, Zeep, en Wolle-Lakenen, inden Jare 1633. opgefteld, en nog t'elkens vernieuwt, voor foo veel daar by was ingevoerd de juifte verantwoording van de gefeide vyf fpecien tot defen dag toe, by de Steden niet zyn aangenomen en in trein gebragt , fulks dat men hem daar in als nog moet gedragen na de Ordonnantie van den Jare 1632. 5 De Impoften en opheven over de eet-en verbruik waren, item de Verpondingen over de Landen, Huifen en andere Schattingen, en omflagen, (alleen de boeten en breuken tegen de byfondere Overtreders, waar toe al voor Vonnis van den Rechter van node is, uitgéfondert;) werden tegen de onwillige betaalders, of die gene die haar penningen te gefetter tyd of plaatfe niet op brengen, met gerede en dadelyke executie ingevordert, en na fommatie van vier-en-twintig uuren reëlyk en met 'er daad ingevordert, met aantafting en aanhouding van perfoon en goederen, by gyfeling , arreft, en gevangenis, van alle die geen welke aan de gemeene fake dien aangaande iets ten agter mogt bevonden werden, felfs de Steden, Dorpen, Vergaderingen, en andere welke de Impoften, en Pagten, by huur of Pagt moeten opbrengen of anderfins moeten verantwoorden , (waar voor yder Poorter, inwoonder en Lidmaat voor fyn S^ad, Dorp of Vergadering,  XXX. Deel. Van Rechts-vordering, gfc, 5-3^ ring, in 'c byfonder aangefproken mag werden;) benevens befchryving en aanhouding van hare goederen, foo wel roerende als onroerende , om fes dagen na de gedane injinuatie, by gebrek van voldoening, daar op geprocedeert te werden tot verkoping van dien, volgens de executo-ie tot dien einde den laatften Martii 1588. opgefteld en uitgegeven. (2) Die hem door fodanige executie befwaard vind, mag daar tegen komen in oppofitie voor de Gecommitteerde Raden van de Heeren Staten van Holland, 't welke hy by requejl moet verfoeken, daar toe hy blyvend in hegtenis, of anderfir.s na voorgaande ontflaging onder cautie, foo hy die weet te ftellen, en de faak van een groot gewigt is werd toegelaten, en hem een fekeren dag gefteld werd, op welke hy niet alleen , gelyk als in andere gemeene gyfelingen, de manier van executie mag tegenfpreken, foo daar in gemifl is: maar ook daarenboven, ten aanfien in defelve faak geen gewysde is voorgegaan, de deugdelykheid, of ondeugdelykheid" van de geheele faak tot fchuld of onfchuld mag beweeren. 6 De Steden hebben meeft al recht om excyfen ten behoef van de Stad te mogen heffen, en opftellen , om daar uit het nodig onderhoud van Stads-werken en andere onkoften te vinden, gelyk als op de wyn, op de bieren, op het gemaal, op het beeftiaaf en diergelyke. Daar van, en van het geen daar uit betaald werd, door den Thefaurier jaarlyks reekening werd gedaan aan fommige voorfittende Leden van de Regeering daar toe beroepen, die men Rojermeefter noemt. Van welk Excyfen de fommige , beneven de gemeenlands middelen opentlyk werden verpagt,en fommige by collectie, en collecteurs werden ingevordert, (3) en de verfuimende tegendoenders, welke fodanige excysbare goeden komen in te flaan fonder den txeys daar van betaald te hebben, en die gene welke fonder behoorlyke Cedul daar van te fien, defelve leveren enuitflaan, werden by kort recht voor die van den Gerechte, dat is voor Schout, Burgermeeflers en Schepenen, na gelegentheid van faken arbitr me, verboet en geftraft. Waar van voor defa) Aid. A. man. v. proced. an. 24. n. pachten van de gemeene middelen van den 8. cif Merula manier, tan procederen tit. 26 Juny 1748. Qrwt plamti, VIL deel. 95. cap. 2. in not. num. 10. ƒ5/, 1204, (3) Zie het placaat tot affchaffmg der  536 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. defen die gene die met opfet haar werk daar van gemaakt hadden, opentlyk op de kaak ten toon gefield wierden, met een houte huik, of ongebodemde tonne om het lyf, over alle ftraten geleid wierden, en diergelyke opentlyke fchande wierden aangedaan ; doch fyn defelve ftrafFen in lange niet gebruikt, en werden fodanige ondaden meeft met celd met verbod van neering, en als het hoog loopt, met ftil ontfegging van de Stad, geboet en geftraft. Van welke gewysdens, als behorende onder arbitrale correclie, mede niet mag geappelleert of hoger beroepen werden, gelyk als hier voor van Arbitrale Correclie is aangewefen. 7 De Verpondingen van Schattingen van de Landen, werden met gelyk recht by d'Ontfangers en Gaarders van dien ingevordert en verantwoord. Maar van de Huifen in de Steden, worden defelve by M& eiflruten van dien tot fekere fom toegefchat. Welk hare Verpondingen en andere omgefette penningen, mede met 'er daad en fonder train van recht, de nalatige afvorderen: By de fommige met handvolllng, dat is, als den Schout den Huisraad aanflaat , en voor fyn agterwefen verkoopt: By fommige met oplegging van Kluivers, dat is, Soldaten, Boden, of Dienaars dewelke tot feker dagelyks loon in het goed werden geftuurt, tot dat de voldoening gefchied. By andere werden de deuren of venfters afgehangen. Sie hier van de Keuren van Leiden art. 20 r. Maar, aangaande de verpondingen van de Landen ftaat dit byfonderlyk aan te merken, dat de executie van dien gefchied tot laften van de Huurders, gelyk als by Refolutie van de Heeren Staten van Holland den 6. Junü 1605. is verftaan: Dat Schouten en Gerechten van de Dorpen, nóg de Aannemers van het garen van de Verponding, na den uitgang van drie maanden van elk Jaar geen recht fullen hebben aan de Eigenaars ofte hare Landen, iet van de Verponding des voorleden Jaars te eifchen, ten waar zy luiden binnen den felven tyd behoorlyk en uitterlyk executie fonder colhifie jegens de Bruikers hadden gedaan. En ingeval van behoorlyk devoir en executie niet meer aan d'Eigenaars mogen pr attendeer en, als den agtften penning. Doch is den 1. Augufti 1658. defelve refolutie van na de drie maanden na het expireeren van elk Jaar geen verponding van verhuurde landen tot laften van de Eigenaars te brengen, verlengd tot een geheel jaar. En aangaande de Eigenaars die haar land felve banen of cultiveeren, blyft foo wel den Eigenaar als het Land felve onder het verband en executie. 8 In  XXX. Deel. Van Rechts-vordering, têe. S37 8 ln Rynland werden de penningen, die met bewilliging van DykGraaf en Hoog-Heim-Raden Over de Ambagten omgeflagen wierden, tot making en vernieuwing van Sluifen, Duikers, Plaatwerk, Molens, Dyken, Bruggen, Heulen, Kaden, en diergelyke, van degene welke op den gefetten tyd en plaats niet komen betalen by panding ingevordert, welke panding gefchied zynde, den Dyk-Graaf de Penningen met den Pand ■ gelde uitleid, mits dat hy defelve by fchatting aan des gebrekigens goederen wederom fal mogen vinden, en execum tceren twe fchat aan gelde en vier fchat aan pand, volgens Dyk- recht, in defer voegen: Den geen die panding begeert gedaan te hebben en daar toe recht heeft, levert een Cedulle aan den Heimraads-Bode, by hem geteekent, inhoudende juifte verklaring van de penningen, daarom de panding fal gefchieden, waar uit defelve zyn gefproten, daar mede de Bode de perfonen daar in begrepen fal panden en aanfeggen, binnen vier-en-twintig uuren betaling te doen van de penningen daar in begrepen met den pand - gelde; doch indien iemand te onrecht, te hoog, of om een fchuid die niet liquide was, wierd gepand, fou daar jegens door den felven Bode binnen vier-en-twintig uuren pand-keering mogen doen , mits namptijeerende de penningen met den pand* gelde daarom hy gepand is: en fal de Bode foo wel den Pand als Pandkeerder dag van Rechten leggen om de panding en pand • keering in te brengen. De vier - en • twintig uuren overflreken zynde, en geen betaling nog pand - keering gevolgt zynde, levert den Bode daar van relatie en tuigkonde aan handen van den Dyk - Graaf, die gehouden is de penningen met den pand - gelde uit te leggen, welke hy by fchatting aan des overgeleverde gereedfle goederen wederom fal mogen innen en afvorderen : waar van hy den felven doet aanfeggen, dat hy de penningen uitgeleid heeft, dat daarom den Gepanden binnen vier-en-twintig uuren dubbelt van dien fal wederkeeren, of dat hy by fchatting fal procedeeren, daar tegen hy wederom, mits namptifeerende, binnen vieren-twintig uuren ichat keering mag doen; maar geen voldoening of fchat-keering gefchiedende, werd door de Bode by twe Schepenen of Gebuuren fchattinge en aanwyfinge van goederen gedaan, genoeg voor de geëischte penningen, boeten, en koften; welke fchatting gedaan zynde, mag de Bode 't gefchatte goed tot profyt van de geen Y y y die  f38 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. die de fchatting heeft aoen deen na hem nemen, of 't felve de Schatters laten voor 't geen daar op 'tgoed is gefchat. Sie hier van Keuren in t Heimraadjcbap van Rynland, art. 195. 215. 219. 222. en andere. Keuren van t Heemraadfcbap van Delf ■ land, art. 301. en volg. van Sehielandy art. 231. en volgend. Welke manier van doen ook in Kenmer-land gebruikelyk is volgensHand- veften van Hertog Jan van Beyeren in den Jarè 1422 Sie Hand-yefl van Kenmer-land pag. 19K. alwaar de manier van panding mede in t lang werd verhaalt. v ö 9 Gemeene Dorpen of Ambagts-werken, van Wegen, Dyken Kaden, Dammen Sloten , hebben ook hare byfondere proceduuren in Ryn-land in defer voegen : Dat, ten einde alle gemeene Wegen. Kaden Dammen, Dyken, Sloten, geduurig wel onderhouden wer! den en blyven: Den Schout, elk in fyn omring met vyf Kroos - Heimraden eens of twemaal in een Jaar, defelve na voorgaande verkunding en uitroeping van veertien dagen te voor, ten minft agt dagen, gaan fchouwen en befigtigen alle de Wegen, Kaden, Dyken, Dammen, Sloten, en andere gemeene werken. Ten welke geftelden dage, al gehoef. flaagden gehouden zyn te wyfen den aan en afgang van hun werken, en dat de twe naaft- gelegene van 't werk daar van geen aanwyung werd gedaan gehouden zyn den gehoef - flaagden te noemen , of haar met Eede te fui.veren't felve niet te weten; waar op de Schouc en Kroos - Heimraden met eender fchouw deur fchouwen, en over 'c werk dat ■ lsdan tebanne gefchouwen werd, fal den genen die daarin gehouden is te boeten, verbeuren twaalf ftuivers tot profyt van den Schout En den Schout fal den genen die befchouwen is, 't zy Eigenaar of bruiker een weet doen van de befchouwing, tot koften van de Befchouwde, ten einde hy de boeten en het weet-geld fal mogen betalen, en het werk als nog maken na behoren ; en komen den Schout met fyn Kroos-Heimraden, na den agtften dag andermaal op het ongemaakte werk, en beften of het.gemaakt is; en foo het alsdan nog met gemaakt is, fal den Befchouwde verbeuren dubbelde boete, e5 den Schout doet hem wederom een weet, en op den agtften dag n3 de twede fchouw, komt den Schout en Kroos-Heimraden derdewerf, op het ongemaakte werk, en 't felve alsdan nog niet gemaakt zynde, lal den Befchouwde verbeuren twe dubbelde boeten; en hefteed  XXX. Deel. Van Rechts-vordering, &c. . 5-39 ïreed den Schout het werk om den minften penning en doen het felve maken tot koften van de Befchouwde. Tot inning van welke koften en boeten, den Schout mede voortgaat by panding als voor. Sie Keuren van 'f Heimraadfcbap van Rynland, art. 190. en 191. van Delfland, art. 173. en volgend, xo Maar belangende d'ongeheerde en ongemaakte werken, daar den eigenaar niet van te vinden, of onfeker is, of daarom tufichen twe of meer getwift werd, na dat daar op driemaal gefchouwen , het werk befteed, en opgenomen is , werd daar in voorts gevaren by Seven-tuig en ding-taal in dier voegen: Dat den Schout tegens fekeren dag op het werk doet dag-vaarden de feven naaft-gelegen van het ongeheerde werk, te weten, vier van de Zee - fyde en drie van deLand-fyde,dietengefetten dage gehouden zyn te verfchynen, op de verbeurte van twe - en - veertig fchellingen voor den Schout voor de eerfte reis, van een derdendeel van tien ponden voor de twede reis, de helft voor den Dyk - Graaf en dc helft voor den Schout, en voor de derde reis op een boete van tien ponden, twe derdeparten voor den Schout, en by verder onwilligheid, op arbitrale Correclie, en ban. Ten felven dage komt den Schout met fyn Kroos - Heimraden op het ongeheerde werk, en fpant aldaar fyn Vierfchaar, vertonende betoog van befchouwing en uitgeleide penningen, en neemt Conclufie voor de voorfchreven Kroos - Heimraden tegens de feven naaften.dat fy luiden fullen bekend maken den rechten Heer van 't werk, of dat fy de boeten en koften by provifie verfchieten, en het werk voort met den anderen maken, tot dat den rechten Heer van 't werk bekend gemaakt fal wefen, om by hem alsdan 't werk voort aangevat, en alle voorgaande boeten en koften wederom gegeven te werden 5 waar op de Kroos-Heimraden de feven naaft-gelegen in afwefen van de Schout volkomenelyk gehoort hebbende, fullen haar luider verklaring by gefchrift doen ftellen, en terftond of ten langften binnen agt dagen daar na, by haar luider vonnis in het werk, en mitsdien in alle de boeten en koften wyfen, den gene die fy by haren Eed bevinden fullen daar in gehouden te zyn, jegens dewelke den Schout voor de voorfchreve Kroos-Heimraden fyn declaratie en begroting van koften overkid, daar op toefchatting verfoekt, en na den meer- - Y y y 2 ge.  $40 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. gemelte Dyk - rechten tot inning van dien by panding voortgaat. Sie Keuren van Rynland, art. 193. van Delf-land. art. 182. en van Schieland. att. 202. Hand-veft van Kenmerland. pag. 53. Sie mede Handveflen van Zuid- Holland de nieuwe druk van den Jare 1634.. pag. 327. 344. en 496. En de Hand vejlen van Hertog Philips van Bourgonjeit aan de Steden in Holland gegeven den 9. Augujli 1440". luid daar van aldus: Want tot fommige plaatfen in onfen Landen veel fubiylheden en uitwegen gebefigt worden in Rechts-vordering, die onfe" onderfaten tegen eikanderen hantieren, in aanfpraake van Landen die fy op eikanderen doen, met een Sevetuig, dat een oude Coftuyme van recht is, die fy misbruiken : Soo hebben wy by Rade en goed-dunken van onfe gemeene Ridderfchap, Steden, en Notablen , en Verftandelyken Perfonen van onfe voorfz. Lande, geordonneert, en verdragen , en gefloten, een maniere hoe en in wat wegen men voortaan dat recht van Sevetuig gebruiken en hantieren fal , dat is te weten , dat de naafte feve Akkeren die daar aan een winnen willen, nog en verliefen aan beiden fyden gelegen na ouder Coftuyme, den agtften Akker behoren fal, fonder Ban en Boet; dat is te verftaan, dat uit eiken ftukken Lands tuffchen twe Hein-floten, niet dan een tuig wefen en fal, en dat ftukke Lands fal ten minften groot wefen een Morgen, of fes hondert Roeden Lands, en of'er meer dan een perfoon eigendom in hadde in dat ftukken Lands, fo fou de gene daar uit tuigen die meeft Lands daar in heeft, en waren daar meer dan een iegelyk ingeland, fo fouden fy daarom kavelen, wie die tuig wefen fal, en fo wie in den onrecht viel, die fal die feve Heeren koften betalen, te weten elk van den feve voor fynen koft van eiken Rechtdag twie goede groot; en wair eene van den fevene die verre faten dan een myle, fo fullen fy daar of geven voor elke myle twe goede grote; des en fullen die Schouten niemand dag van rechten leggen van eenig Sevetuig, fy en fullen eerft Borge nemen voor den fevene koft, en desgelyks van den verwere. Ook foo en fal niemand Seventuig wefen van eenigen Lande, hy en fal jaar en dag in befitte van den Lande geweeft hebben , eer hy daar of tuigen fal. En als van Landen gelegen op geeften, of anders daar geen Hein - floten en zyn, is mede te verftaan, dat elk ftuk Lands daar men uit tuigen fal' groot fal wefen een Morgen ten minften als voorfz. ftaat. ' Aan»  XXX.. Deel. Van Rechts-vordering, i$c. 5-41 Aangaande de fchouw van Kaden, Dammen, Sloten en Wateringen, in Polders, welke in Rhynland veel zyn, daar van heeft yder Polder fyn byfonder ordre, het welk gemeenlyk hierin beftaat: Dat om de Polders bèquaamelvk droog te houden, voor het gevaar van inbreken of overlopen, van tyd tot tyd agt genomen werd op het hoogfte winter water, dat van buiten tegen de Polders aankomt , 't welke met bequamc Kaden moet werden afgekeerd, en daar van werd aan de Molens, Sluifen, of uitwateringen een peil en maat geteekent, waar na dan de hoogte van de Kaden en Dammen boven defel ve peil en mate met eenige duimen remedie en krimp voor fekere maat werd gefteld, by fommige by vyf, fes, meer of minder duimen boven deiel ve peil, totfodanigen breedte, als tot keering van het feJve buiten water na elks gelegentheid genoeg geoordeeld werd. Op dat de Landen elk evenwel gediend mogen zyn, werden eens 's Jaars de Wateringen, mede tot fekere peil gediept, en de Sloten hand over hand, het eene Jaar aan de Zuid zy, en het andere Jaar aan de Noord - fy van de Landen bequamelyk gereinigd en opgemaakt. De fchouwen werden eens of twemaal 's Jaars gedaan , by den Schout van het Ambagt, daar onder defelve Polder leid, en PolderMeeftersdaar toe alle Jaars by de Ingelanden te verkiefen; welke twe of meer fyn , waar van een afgaat, en een ander als Oud - PolderMeefter aan blyft, mede by eerfte, en twede en derde fchouw - boete, en eindelyke befteeding als voor van Land - gemeene wegen is gefeid. De werken werden gemaakt veeltyds elk neven fyn Land, daar het endelinge weeren fyn , die tegen de Wateringen of Kaden aankomen, maar daar de Kaden of Wateringen ter langs van iemands Land heen lopen, of in grote Polders, daar veel binnen Landen zyn, werd een hoef-flag gemaakt, en op de Kaden en Wateringen by verdeeling van de geheele langte, yders werk na de grote aan fyn landen met palen afgeteekend. Van de gemeene onkoften van het Malen en anders, werd Jaarlyks by de_Molen-Meefters ten overftaan van den Schout,in de tegenwoordigheid van de Ingelanden, daar toe by aanplekking van biljetten gedaagd , rekening gedaan; en tot meerder fekerheid, dat daar in geen onbehoorlyke onkoften werden gebragt, moet defelve rekening by Dyk - Graaf en Heimraden van Rhynland op fekere boete werden Y y y 3 OYer-  5-42, Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. overfien, en een omflag over de mergentaten des Polders elk na fyn aandeel gemaakt en verleend, eer dat by de Molen-meefters van defelve Polder het felve mag werden gegaard en ontvangen. Doch fommige Polders hebben by de inftelling en ftigting van defelve, om de koften en moeijelykheid van het garen, verkregen, dat de Ingelanden op en beneven het doen van de rekening en omflag In voorraad haar aandeel moeten opbrengen , daar op dan approbatie van DykGraaf en Hoog - Heimraden werd verfogt. Sie hier van de 187. Keur van het Heimraadfchap van Rhynland, en fekere gedrukte Ampliatie en Interpretatie op defelve, den 12. November 1639., den 6. Julii 1651. en den 3. Februarii 1652. Hier van werden uitgefonderd de Polders beneden de honderd Mergen groot, die om de kleinheid by Mole-meesters alleen, fonder kennis van den Schout, of approbatie van Heimraden, in alles beftierd werden. Sie de voorfz. Keurden 12. Novemk, 1612. met de Ampliatie en Interpretatie daar op gevolgd. Het XXXI. Deel. Van de manier van Procedeeren by gefchrift of Mondeling Pleydoy. X, Hoedanig een fake te verbandelen cn te Iredanig te fchryven. prtcedeeren na bet voldingen van defelve. g. Reprocben. 2. By memorien en advertiffementen van 9. Salvatien. rechten, en hoedanig defelve moeten 10. By Debat, Contradebat, Solutien, Suwerden in gefteld. ptrfolutien. 3. Additienveat en hoedanig in te (lellen. 10. Hoedanig by monde. 4. Advertiffement van Rechten of en wan- ji. By eiscb. neer te gebruiken, en 7. 12. Antwoord. 5. Nieuwe feiten hoedanig in te brengen. 13, Replyq. 6. By eiscb, antwoord, replyq, en duplyq, 14. Duplyq. DUs ver van de Rechts-vordering, in 't gemeen, en het aanleggen van dien, fou in 't verder vereifchen in 't bvfonder te verhandelen, hoedanig een faak foo voor het Hof, als inde Steden en ten platten Lande, na het voldingen moet werden aangeleid en volvoerd, daar toe dienen de Injiruclie van den Hove van Holland, voor een rigtfnoer, ende dagelykfche leer-oeffening van defelve voor de uitwerking var}  XXXI. Deel. Van demanier vanTrocedeeren,^. van dien , daar by gevoegt de Formuleren, foo van Reauefien Manda. menten, het nemen van Conchfien en Formulieren van LL\ïimreTZ den Secretaris Willem van Alphen, op de naam van Papegay of For. muherboek: uitgegeven ,en foo veel de Steden en platten Lande Li Ja t daar toe dien t de Or .onnantie op 'tfiuk van de Jujlitie foo binnen deSte* %Vn U,nJhmn Lande> in jare,158o. in civile laken, en hec mel en Ordonnantie van honing Pbihps op 'tfiuk vvn de Crimineele 7u(line foo voor het Hof als voor de andere Rechters in den jare iS7o uitgegeven, en by my met alle Rechten, Rechts-geleerden PlaS ten en Ordonnantiën Handveflen, Keuren, gewoonten eTgeJysSn beveiligd, gelyk meiie over de Coftuymen in Rhynland, rakende L manier van procedeeren voor de Hoge Vierfchaar van Rhynland van oud* in Cnmmeeie faken gebruikelyk, by my nader is^eveftigd waar by genoeg werd verhandeld, het gene tot defelve faken in 'tbvionder mag dienen. J ^Jlke'Z0!^ ff "iet Td .verhande,d' hoe en in wat wys een fake, na dat defelve ten vollen ,s aangeleid, en gelyk dat genoemd werd, in rechte is geconcludeert, en de faak ten eind - oordeel gefloten, verder moet werden voldient. "oratei Het welk beflaat in twederhande middelen, by gefchrift of mondeling piaydoy na den aart der faken. ' 00 By gefchrift werden de faken wederom twederhande aangeleid in rechten, of m feiten. w^iau, m V rS?ken die in rec,hten beftaan» wer^en aangenomen, of geordonneert MlZy^W%deU bhMr°rkn e^tiffementen van Rechten. Memorie fyn korte fchriftuuren, daar by alleen de faak en ftaat van, quaftie werd verhaald, en de conclufie en difpofityf daar op genomen foo aan de fyde van den Eifcher en Impetrant,als aan de fyde van den gedaagde, en verweerder. Aan de fyde van den Eifcher en Impetrant tot kort verhaa van fyn faak en goed recht, en aan de fyd??«n de Gedaagde tot kort verhaal, en beweering van het tegen iel, tegen den eisch van den Eifcher en Impetrant, met een kort befluit en verhel tot de conclufie van eisch en antwoord in de faken genomen Sodamg dat daar by geen opening van rechts middelen werd gedaan maar alleen de ftaat van qusftie en voorftel van den Eifcher en tegenfpraak van den ged: by onkentenis of anderfmts gedaan werd, fonder ee-  544 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. eenige verder beweering, welke gefpaard werd tot de twede fchriftuur, die men Additien noemt. In faken die by Memorien befchreven werden, dient men van veertien dagen tot veertien dagen, foi der verder uitftel op verftek, en by overlevering en wilfeling van Inventaris van ftukken tot bewys van het gene by de Memorien werd bygebragt, flaande op de Artykelen van de Memorien daar toe defelve dienen, en werden de andere Articulen in den felven Inventaris alleen by verhaal gebragt, dat defelve fyn Juris, illatyf, of Negatyf, dat is, dat die in rechten beftaan, of klaar fyn in voor, of tegenwerp, fonder eenig verder btwys van node te hebben. 3 Van Memorien gedient fynde fchryft men by Additien, tot wederlegging van elks Memorien, daar van geen verder opening aan Partyen wederdingers werd gedaan, als in geval van Appèl, dat is, Beroep tot een Hoger Rechter. De fchriftuur van Additien is de nader beweeringe van de voorftelling van den Eifcher en Impetrant, en wederlegging van des gedaagdens en verweerders Memorien, aan de fyde van den Eifcher, en een wederlegging van de Memorien van den Eifcheren Impetrant, aan de fyde van de gedaagde en verweerder, daar tegen te weder-zyde werd gefchreven van Artykel tot Artykel , met byvoeging van fodanige middelen van rechten , als elk aan fyn fyde foo tot beweering als wederlegging van elks ingediende, weet by te brengen. 4 Op welke fchriftuur van Additien aan elke zyde tot nader beweerirg fomwylen bygedaan werd , een fchriftuur die men noemt advertijfement van Rechten. Daar by de faak nader in rechten werd beweerd, fo des nodig werd bevonden, fonderling in de eerfte injtantie, fo wanneer gevreeft werd, dat van de faak fal werden geappelleert, om dat wel in de eerfte injlantie de Additien de laatfte fchriftuur blyven daar van partyen geen kennis krygen, welke alleen uit de Memorien, en Inventaris van de over te leggen ftukken flaande op de Articulen vaa defelve Memorien, moeten fien en giffen, waar op dat partyen haar faak nemen, en met wat middelen fy 't felve in hare fchriftuur van Additien fullen beweeren. Doch van de faak geappelleert en hoger beroepen fynde, mag men Copie ligten van elkanders Additien, om te fien waar op de faek, en 't gewysde mogt fyn genomen. Daar-  XXXI. Ded. Van de manier van Trocedeeren, \êc, 545 Daarom ars men bedenken heeft, dat van de faak fal werden geappelleert, fo weten fommige Pleitoeffenaars, om lb weinig opening te geven waar op de faak mogt genomen werden als mogelyk is, de faak fodanig aan te leggen, dat by de Additien de faak heel fober beweerd werd, en by na niet verder of anders als by de Memorien gedaan is, voegende daar by een Advertijjèment van Rechten, daar by fy de volle en nader beweering doen, welk advertijjèment is en blyft een heimelyk fchriftuur fo wel in het twede en verder, als in het eerfte aanleg. Het welke by andere die gewoon fyn rond te gaan fo veel niet geage werd, welke meenen dat men uit de Memorien wel kan fien waar op dat de faak fal aankomen, en de middelen van rechten, die yder in den fyne kan bybrengen, fo bekend moeten fyn, dat men die uit de partye haar fchriftuur niet behoeft te foeken, en fulks daar weinig aangelegen moet fyn , of defelve in de twede inftantie partye bekend kunnen werden of niet, en men niet behoord elkander met gedekte fchotelen op te diflën, maar op de rechtvaardigheid van de faak felve te fien, fonder eenige agterhoudende middelen te gebruiken, dat voor geen rechtfchape pleitoeffening werd gehouden, en is de Rechter ook niet gehouden fodanige advertijjementen na te fien. So dat het adverti:fement om by de Additien te voegen, eerft in de twede inftantie te pas komt, tot wederlegging van de Additien van partyen daar van tot dien einde ten weder-fyde affchriften werden gegeven. So ook de faak by het Hof uitgewefen fynde, die geen die 't verheft affchrift mag begeeren van de Additien van fyne partye, om te beraden of hy appelleerden wil of niet. Als van een faak welke voor een Lager Rechter by Memorien en Additien is befchreven aan het Hof werd geappelleert, werd wederom op nieuws gefchreven by Memorien en Advertijjementen van rechten, fonder dat men van de voorgaande fchriftuuren behoeft te dienen. Maar fo wanneer van een faak, welke voor het Hof by Memorien en advertifiementen van rechten is befchreven , aan den Hogen Raad geappelleert werd: Werden defelve fchriftuuren foo die leggen, met alle de ftukken van het proces geëvangelifeert, dat is befloten overgebragt, om ex iisdem ailis an bene vel male te werden getermineert: en werden alleen affchriften van de Additien ten weder-fyden uitgegeven, om daar jegens by Advertijjèment van rechten te fchry ven. Sie Z z z hier  $46 Roomsch-Hollandsch Recht. V. Boek. hier van het 225. art. van de Inftruclie van den Hogen Raad. 5 Indien na dat de faak by Memorien is befchreven , eenige nieuwe ftukken bevonden werden, welke tot de fake dienen, mag men by requefi civyl, of wel by requefi in judicio verfoeken nieuwe feiten en pofuiven te mogen allegeeren, daar van mede by ampliatie van de Memorien en nieuwe produclie onder Inventaris werd gedient. De faken in feiten beftaande, werden verfcheidentlyk befchreven. In gemeene faken by eisch, antwoord, replyq en duplyq. Het welke by partyen felve na het nemen van hare korte Conclufien, alfo werd aangenomen. Of werd anders by den Raad felve geordonneert met de claufule van acle te maken, en te dienen. 6 Den eisch werd by na op defelve manier ingefteld als de Memorien, by verhaal van de faak foo als die leid, (1) daartegen werd geantwoord, onder gelyken Inventaris van ftukken, tot wederlegging van den eisch dienende. Waar op dan voort werd gedient van fchriftelyke replyq en duplyq, daar by ten weder-fyde by den eisch en antwoord werd geperfifteert, en des anders by gebragte wederleid, mede van veertien dagen, tot veertien dagen. Waar van gedient fynde, werden elks fchriftuuren wederom uitgegeven, om onder Inventaris daar by te doen fodanige ftukken, waar mede den inhouden of Articulen van de 7fchriftuuren werden beweerd, en beweefen. Daar van ten weder-fyden gewiffelt fynde, (elk daar van verfoekt fodanige affchriften (2) als hem nodig dunkt, tot nader beweering en wederlegging van elks bygebragte,) gefchreven werd by Advertijjèment van Réchten. Indien het bewys by getuigen beftaat, werden defelve nader gehoort, en hare getuigeniffen met Eede beveftigd, dat men noemt recokeren oïrccolement van getuigen, (3) en op fodanige articulen en vraag- ftuk- (r) Z. hier voren 13 d. en neevens ilfl Proced. der Jtai Antwerpen, gedrdt agter aldaar geall. A /V. Ba; Roomsch-Holl.andsch Recht. V. Boek; maar defelve Vonniffen by provifie haar Executie moeten hebben, en luiks jegens defelve niet anders als Reformatie plaats heeft. Sic het Plac. van den 2$.Jur,H. 1621. 9 En ftaat mede te letten, dat van de Vonniflen van Hout - vefteren, en Meefter-knapen niet geappelleert of gereformeert mag werden aaji het Hof van riolland, maar aan het Leen - hof, en van daar aan den Hogen Raad. xo Gelyk ook in cas pfjeffoir, als iemand wil feggen in poffeffi e te zyn van de Jagt te mogen oeffenen, op het voorgeven van fodanige poffeffie by het Hof of den Hogen Raad geen Mandament van Cornphincle, Maintenue, of eenige andere provifie poffejjbir- mag werden verleend, maar dat defelve daarover by verbod.of Gyfeling aangefproken zynde; die fake op de gemeene manier van procedeeren voor Hout-vefter en Meefter-knapen moet verdedigen, behoudens fyn Appél of Reformatie aan het Leenhof, en vervolgens aan den Hogen Raad, foo hy vermeynt by derfelver Vonniffe befwaart te zyn : Refolutie nopende de judicatuure van de Jagt van den 22. November 1670. (1). . (1) Men vergelyke het 1 deel van dit verhandeld, en naar gelang in de toekomwerk blaiz. 152. en de AA. in de aanteek. ftige uitgave meoglyk nog nader in de aann. 3. ali geall. mitsgaders Merula manier teek. ftaat te worden ui'gebreid. Ajd van Pr.ced. ed 1741. pag. 141 — 160. al- Groot Hou.. Vlac&atb. VII. detl bi. waar. deeze ftoffe geheel, explicatoir is 869. en volgg.  I5.-T REMARQUES CONTRA- REM ARQUES of BE ANTWOORIilNGuN Op de nieuwe uitgave van S. VAN LeEUWENS, R. H. Recht. 3e boek 16e deel §. 7. Vereiscbt wel ene aenteekening met citatie en beoordceling van GrogtsEvv. de L L. abr. ai til. jf. de pecul. I. 19. ö3 S ome-ren ik jur. nupt. 1. 16, £f 3. welker gevoelen ook is overgenodmen door van Zurck wee donatie, Van den üitgeever Mr. C. W. Decker. Dat de leeve van V. Leeuwen 3. b. 16. d. §. 7. geen aanteekening vereischt is hier uit evident, dat dezelve niet alleen de differente opiniën naar waarheid ter neder gefteld heeft, maar ' ook zyn gevoelen opgeeft en met genoegfaame reedenen bekleed, overfulks niet noodzakelyk in onderfoek komt, wat Grounewf.gen en v. Someren of eenig ander Schryver vermeld hebben, behalven dat door dergelyke behandelingen in alle geleegentheden , meerder tyd en volume zou zyn gebeefigd, dan ik my voorgefteld had. — Om echter in dezen aan de gerequireerde uitbreiding te voldoen, zal ik het gevoelen der gemelde Heeren Rechtsgeleerden alhier kortelyk ter neder ftellen, en de onbegaanbaarheid daar van trachten te bewyfen. — De fuftenue van den Hr. ■ Groenéwkgen d. I. waar meede zeer veelen overeenstemmen en buiten den Autheur,' wiens gevoelen in 'judicando alhier eenige tyd"geleden nog is opgevolgd, geene my'thans voorkomende Schryvers afwyken.komt hier op neder: ,, De pilgaven moeten worden geacht niet de kinderen maar de ouders derzelven in eigendom toetebehooren, om reden de pilgaven ter contemplatie van de ouders aan de kinderen worden gedonateerd ten zy de geever uitdrukkelyk het tegendeel begeerd of gewilt had." — A a a a 2 Om  $ S 6 Re marqués Contra- Remarques. Om nu de onbegaanbaarheid van dat gevoelen te betogen, merk ik vooraf aan dat hetzelve in het algemeen verkeerdelyk word gededuceerc uit het Ro. meinfche Recht, aangemerkt aüe distmcfien weegens de peculia , daaï bv voorkomende, by ons van zeer weinig of geene toepaffing kunnen worden ge. maakt. Vid. CL van der Mascic L Out. jur. civ. p. 280. & conlultiiï. iJCHRASSERTOOtl/ult. 5. d. COtlf. n2m Docll het zy eens zodanig, dat het Roomfche Recht ten dien refpefle ten rigtfnoer verftrekken moet, zo komt zetkerlvk geenzints m aanfehouw deffelvs oude regel: dat de kinderen alles voor hunne ouders en niets voor zig verkrveu kunnen uit hoofde der poteftas pairla iJiantum, maar inteegendeel de Conlhtutien, ge emaneert door Keiier lustiniantjs, welke in §. i. Infl. per Las ptrjonas cuique acquir. opfjgtelvk het oude recht der Romeinen expreju verzegt: „quod nobis inbumanum vifum 3* eJt, CT generali confiüutione emiffa (f „ Liberts pepercimus & Parentibus bono„ rem debitum refervavimus. Sancitum „ etemm d nobis efl, ut fi quid ex re „ pa Ta is ei (filio/am:) obveniat boe fe. }, cundum antiquam ob/ervationem paren„ti acquuatur. Quce enim invidia ek „ quod ex patris occafione profeeïum efl' „boe ad turn reverti? Quod autim vx „ auacavsa fibi filius familias acquifi-„ vit bujus ujumfruclum patri quidem „acquirat, dominium autem apud eum „ remaneat: ne quod eifuis laboribus vel „projperafortuna accejferit, boe in aU,, urn proveniensluciuofum eiprocedat. " Raadpleegen wy voorts de ber. en voortreffelyke Rechtsgel. CnJAciDS in notit * %'■ ik tlt' & in Pfratibl. ad Cod. jujtm. hb. 6. tit. rji. a]s ook bet geene  Fumarques Contra - Remarques. 5*5- 7 ne door Vinnius ad d. §.7. is overgenomen, zoo bevinden wy, dat teegeos den letter en zin der jonglrgeëmaneerde Conftitutien, door zommige Rechts dd. arg. I. 2f.£Paa. de ufufr.&l. 10. §; 6. de vuig. cj pup. fubfè. beiden tit. Jfandetïar. eo dus een ouder Recht begrypende, word beweerd: dat 't peculium profeSlitium niet alleen in geall. text moet worden verfiaan Ji quid ex re patris filio obveniat, maar ook patris occafione contemplatione; want, wie der Rechts DD., in overweging nemende, dat de bedoeling des Wetgevers Ti-stik ianus op het voetfpoor van constantinus, gratian. ThEODOS. Vaeentianos, Arcad. Honorius, voornamelyk heefc beftaan, om het zo. genaamde peculium profeStitium intebinden, ziet niet hoe verkeerd dezulken handelen ? Dienende de geall. woorden patris occafione vel contemplatione zeekerJyk geenzints ter willekeurige uitbreiding van de woorden ex re patris, die de eigentlyke woorden der wet uitmaken , maar alleen om de billykheid als de bafis der nieuwe confh'tutie aantewyfen , welke zeekerlyk by zommige Romeinfche Vaders met geen goed Oog Hond befchouwd te worden. De: woorden occafione feu contemplatione patris behoeve alhier niet te worden uitgelegd in dien zei ven zin, zo als dezelven gemeenlyk by Ulpianus en Papinianus in diverfe plaatfen der Pandecten zyn gebefigd. v. Duker de latinitate Jurisc. Veter. p. 319. het welk zelvs de ber. Decherus diff. belg. I. 2. dijj. 6. n. 7. p. 159. zodanig fchynt misleid te hebben , dat dezelve op fundament van eenige wetten der Pandecten in welken de termen tot extenfjve interpretatie konden voorkomen,heeft beA a a a 3 weerd3,  f 5 cV Remarques Contra- Remarques. weerd, dat een Kindskind, de waarde van het Ampt, door de Grootvaders broeder , aan des kindskinds Vader gefchonken, in de nalaaterifchap van de Grootvader in mindering zyner blote legitime moeft laten korten. — Al wat met eenig gezond verftand nopen:- de gemelde textwoorden zou kunnen worden voor gebragt, zou zyn , dat de woorden ex re patris, zo veel zyn als eoc fubjïantia , en de woorden occafione vel contemplatione aanwyfen , id quod provenil ex opera £f qucejlu liberorum mimrennium, doch ook daar uit confleerde al weder, datde laaftgemeide bewoording geen uitbreiding bevat, de« • wyl de koften tot de opvoeding de kinderen obvenieeren ex re patris, waar van de gemelde winften alieenlyk zyn de vrugten of gevolgen, die van dezelve natuur als de Principale zaak geconfidereert moeten worden. — Nu heefc omtrent de Pilgaven geheel in al het contrarie plaats, dezelven beftaan ge. meenlyk in zodanige zaken, waar toe niets uit het Patrimonie van de Ouders is verftrekt geworden, dezelven zyn giften van anderen aan de Kinderen, zonder welken dezelven nimmer hadden ge ■ exfteert; De offerte gefchied aan de ouders als Ouders en natuurlyke Voogden ten behoeven voor en ter contemplatie van derfelver gedoopte Kinderen, en word als zodanig geaccepteerd; De benoeming van het Kind is veel al de oorzaak van de gift, en het einde of oogmerk de gedagtenis aan den geen , van wien het gedoopte Kind deffelvs eigen naam heeft ontleend. — Of wil men metmy de pillegiften liever hebben aangemerkt als panden van de Peter of Meter , aan het kind gegeven, op welkers vertoning 't zelve hun de  Remarques Contra - Remarques. 5 59 prxflatie hunner by den doop gedane belofte zou kunnen afvorderen, waar toe zeer gepaft aanleiding kan geeven het geen wy vinden van Loon aloude halt. Liflorie p. 322. dat namelyk de fontheffer of peter den nieuwgodoopce voor dc kerk als zyn zoon of dogcer aannam, en des voor de chriitelyke opvoeding inftaande, zig tot borg ftelde, om deffelvs welzyn uk ai zyn vermogen te bevorderen, zonder dezelve gifte, daarom juift aantemerken, als teekenen eeaer Geeftelyke maagfebap, het gevolg zal eenftemrnig zyn', en tot beveiliging der leere van de S. van Leeuwen l. c. ftrekken, gelyk ook het getradeerde by Ca(pzov. defin. for. p z. Conft 24. def. IS. 6? Bruninkma n in emm. ad d. I. 19. ff. de peculio. en is hetzelve gevoelen mede afteleiden zo uit de origineele ftukken der Oudheid vermeld by de Hr. Idsinga Staatsrecht der Neederl. i.d.p. 427. als uit de woorden zelve der Ordonnantie van politie gemeld in het eerfte deel van 't R. H. & pag. 444.2>2 de aanteek by welke ee- niglyk word gewag gemaakt van goederen , ,, door kinderen van hunne ouders ,, genoten"— Uit al het welk blykbaar is, dat alleen in confideratie komt, of tot èepeeiflukken of pillegifm, iets uit nét patrimonie der ouders is verftrekt, dan of defelve geheel en al aliunde en dus als eigen goed de kinderen zyn opgekomen? En in gevalle het eerftge. melde van die confideratie blvkt, komt bepaaldelyk en zonder enige uitbreiding in aanfehouw het door my gemelde in de aanteek. R, R. R. 1. d. p. 446. n. 3. — Zonder dat obfteeren kan, dat de Peter of Meter expreflelyk zouden moe. ten te kennen geven, dat de Pillegift, niet aan de Ouders gefchiedde, gelyk zom-  $60 Remarques Contra - Remarques. zommigen willen; want zulks ftryd direct, tegens hunne eigen noodwendige erkentenis, dat een gift door de ouders zeiven aan de kinderen flegtelyk (firnpHciter) gefchied, in geene collatie kan kootnen. Z. R. H. R. I. c. p. 446 in not. gelyk mede niets uitdoen kan de zogenaamde regel: „ omne quod vendi poteft „ d collationis necejfttate non eflliberum." Welke te veel en dus niets bewyzen zou. — Eindelyk obfteeren niet, de woorden uit het Edfó van Kei/er Kakel door V. Leeuwen, geall. v> dewyl niet bewyzen dat de pillegiften de ouders en niet de kinderen moeten opkoomen: 20 dewyl in geen obfervatie zvn, want wie zal iemand als Peter enig gefchenk aan een kind hebbende gedaan, noodfaaken om den officier zulks vier dubbeld te betaalen ? — Met enige meerdere fchyn zoude een kundigerkunnen voorbrengen, dat het XII. Art. van 't eeuwig edi£t van Kei/er Karel A". 1540. als nog in viridi obfervantia, difteert: „ dat alle giften by tes„ tamente, legaten enz.gedaan by min„ re dan vyf en twintig jaaren van on,, roerelyke coeden oft by dewelke „ onroerelykegoeden fouden belalt we„ fen met fomme van gelde of rente, „ ten lyven oft eeuweiyek tot profyc „ van heuren curateuren, bewaerders „ enz. of tot profyt van heure peters „ ende meters enz. zullen wefen nul." — Waaruit by argumenc d contrario zou kunnen wordengederi veert,dat zo ookde pUleg^f.en van onroerende goederen, nul waaren en mitsdien aan geen donataris 't zy by Collatie of'Prceferentie voordeelig zyn; — waarom ook waarfcbynlyk ivlr. S. v. Leeuwen, met de woorden merkelyke grote waarde, het Oog heeft sp onroerende goederen, en dezelven der-  Remarques Tbid. §. 2. noot (i) word abufieve onderfcheid gemaekt tusfchen de politycque Ordonnantie en de Ordonnantie van Policie van i april ijSo. welke in 't Grootpl. - boek ia deel foï. 330. geheel en in 't 3 deel fok 502. by Extraft ge. vonden wordt. x.B. ï. deel. (font ra - Remarques'. y 61 derhalven vermeend te moeten uitfluiten, waar mede ik my zoude moetea conformeeren, ten waare door de vlyc van het genootfchap, pro excolendojure Patrio, ook daarin als uit den droom wierd geholpen, door de wettige betoging, dat de woorden van't gemelde XII. art, paratres W maratres by de tranflatie zeer qualyk zyn verflaan en opgevat voor de woorden parrains & marraines, en dat wy aldus nist aan peters of meters maar aan Stiefvaders en Stiefmoeders, ook wel jledevaders en moeders genaamd , hebben te denken, men raadpleege met de Verband, van bet gemelde genootfchap 1. d. bladz, 247. £f volgg. Dfn Audfeur der Remarques fchynt in den eerflen opflag tamelyk partydig of bedilzugtig (welk zoort van Geleerden 'er thans veelen worden gevonden) myne aanteekeningen op dit werk over het algemeen befchouwd te hebben; nadien ik geen zakelyke ondericheiding althans tuflchen de Politycque ordonnantie en Ordonnantie van policie ter aangehaalder plaatfe heb gemaakt, zo als ieder onbevooroordeeld en befcheiden Leezer 1. d. bl. 444. ras zal ontdekken; maar alleen willen voorkoomen een vrugteloos opflaan of nazien van het Grootplacaatb. op dat fubjecl, waarin zodanige woordelyke onderfcheiding voorquam, als gemeld heb, en een ieder ziet dat dit zeer verkeerd berispt of met den naam van dwaling (welke echter by den befle zelvs zomtyds word begaan) is beflempeld, vermits den Audfeur der my toegezonden Remarques zelfs onderfcheid maakt, meldende van ExtraEt en Geheel. Bbbb Dee-  4Óz Remarques i. B. t. deel. §. i. noot (i) 'er is geen onderfcheid van beteekenis van 't woord recht in de fpreekwys voor bet recbt hrmen en iemand in bet recht trekken in fits vocare. — 'T is te zeggen voor 't Gerecht of den Recbter komen of iemand roepen. De 3e beteekenis fchynt mede den toets niet te kunnen uitftaen. Want Actie of aantal is niet her zelfde met iemands Recht, maer alleen het middel om een Recht te vervolgen. — v. L. voegt 'er daerom in cenf. for. by „jus fuum alicui cedere eft adlionem Kt rem incorporalem, qux in jure confiftit. — De 4e is ook niet in den volftrekften zin aenteneemen: want de Wetten zyn niet de Rechten van een Land — gelyk H. de Groot met zyne gewoone naeukeurigheid 1. b. 2. d. §. 1. fchryft de wet, die ook by wylen Recht ge,, noemd wordt, om dat ze het Recht „ voorfchryft. — 5. Dac het woord Recht ook iemands hoedanigheid of quaiiteit beteekent,hebbe nergens gevonden maer wel iemands faculteit of poteflas om iets te doen of te genieten. — 6. 't woord Recbt voor de goedheid eener daad te bezigen, fchynt mede vreemd en niet naeukeurig. — de geciteerde plaetfen van v. Leeuwen,Huber&Brisibnius leeren dat ook niet, maerfpreeken veel prseciefer. Vüriarius heb ik niet kunnen nazien; de eerftgem. woordelyk te vertalen, had wel zoo goed geweest, en nog beter de nette definitien van de Groot te volgen. Contra - Remarques. Deeze aanmerking valt in dezelve Termen als de voorgaande, alzoo ik in de geall. aanteek. alleen heb willen vermelden het gemeen verftand van 't woord Recbt naar gelang en in betrekking der onderfcheiden (preekmanieren aldaar gemeld, en dan is het zeeker, dat door de fpreekwys voor bet Recbt komen, bedoeld word de verfchyning of comparitie van den eiffcher of gedaagde in lite voor den Rechter, en door de fpreekwys iemand laten citeeren, of in bet Recht trekken de daging in jus vocatio. — Wanneer nu iemand geciteerd of in rechten geroepen word, dan is hy eigentlyk gefprooken nog niet voor 't gerecht of den Recbter; maar wel wanneer hy compareert of verfchynt, en dit onderfcheid erkent den Hr. Aanmerker zelvs als hy het eerfte komen en het andere roepen noemt, doch zyn Ed. neemt om deeze aanmerking te maaken 't woord recht in abflraSto, wanneer aan 't zelve altoos een zelvde be« tekenis kan worden toegekend. — De woorden uit de cenfura fonnfis by den Hr. Aanmerker voorgebracht , bevestigen allezintsdederde beteekenis door my aan 'c woord recht toegekend , ten zy men zo verkeerd wilde zyn van de cej/ie van aclie wel voor iets onlichaamelyks, doch het Recbt voor iets dat alleen tastbaar ware, te verklaren. — Aangaande de vierde door my in orde vermelde betekenis bewyst den Schryver der remarque, dat hy myne geloofsprofeffie onkundig is, want wan • neer ik zeg ,, ooi word bet woord Recbt ,, genoomen voor de Wetten." Zo beweer ik daarom geenzints, dat de wetten de rechten van een Land zyn of worden, offchoon 'er zeer weinig by misdaan zou  Remarques Contra - Remarques. 5 6 3 zou weefen, gelyk de bygebragte plaats van de naaukeurige de Groot aanwysr, zeggende die grote Rechtsgeleerde mee ronde woorden : „ de Wet die ook by ,, wylen Recbt genoemd word , NB. ,, om dat ze het recht voorfchry vt," -» Eindelyk diend met opzige tot de Vyv. de en Sesde betekenis door my aan 'c woord Recbt toegekend,dat het geheel iets anders is, een Helling vreemd te vinden, om dat men dezelve nooit woordelyk heeft geleezen, dan dezelve daarom van onnaaukeurigheidofabfurdireit te befchuldigen. — Die geenen, welken de practyck bywoonen is zeer we! bewust, dat de hoedanigheid of qualiteit van eenen aanlegger of eiffcher ("zeer verkeerdelyk en ftrydig de regelen eener gezonde an critica met deflelvs faculteit of potejïas vermengd,) niet zeldea zyn geheele Recbt te kennen geevt bv voorb. in bersditatis petitione, komt dé hoedanigheid of qualiteit van enige erv» genaam, welke tot het vorderen eener geheele ervenis alleen bevoegdheid kaa geeven, hoofdzakelyk in aanfehouw, waartegen niet zelden ook in andere gevallen een abfolutie van de inftantie gegrond word; zynde dikwyls de p». tejtas of faculteit zeer zeker, maar de boedanigheid of qualiteit abufief, en fummo jure voorgebragt dat den eisTcher zodanig geen recht had. — Het woord Recbt wyst ons mede zeer dikwils aan de goedheid ener daad, waarvan daan derhalven de fpreekwys recbt bandelen; het welk immers niet anders uitgelegd kan worden, als door iets te doen overeenftemmig aan de verpligting, welke op ons legt, en welke overeenftemming de goedheid der daad uitmaakt. — Dan hier van genoeg ora een vitterye tegentegaaa ea te wederB b b b 2 leg.  5" 64 Remarques ie. b. 14e. cfeel. §. 4. diende wel in eer Noot mende gemaekt te zyn niet alleet van de Refolutie vanStaeten van Holl, van 26. Nov. 1678. door de hr. Dec ker in zyn voorreden uit het Bell. Jarid. aengehaeld, maer ook van de latere Refolutien van 19 July 1702 en 27 Jan. 1722. ■ I«. b. 3. d. 5. 14. Nota. 12. Zoude fiiy met het gevoelen van de hr. Decker niet kunnen vereenigen, maer integendeel meenen, dat omtrent zulke conventien door deSouverain met enig nabuur aengegaen, doch niet alomme gepubliceerd, 'c zelvde recht plaets heeft, ais omtrent niet gepubliceerde Wetten, waer over. Zie Voet. ad dig. tit. de legib. §. 10. & DD. ibi citat. — Een conventie van den Souverain kan nooit publycq heeten zonder op de gewoonewyze gepubliceerd te zyn.— de onderdaenen zyn niet verpligt, ja veelen niet in ftaet de Nieuwspapieren te leezen — maer ieder is verpligt te lezen , 't geen zyn Wetgever ten dien einde op de daer toegefchikte of gewoone publycque plaetfen doet aenplakken. En die niet lezen kan, is verpligt te komen hooren, 't geen de Wetgever aen Contra - Remarques. leggen, want de Hr. Aanmerker zal na zyne geprefereerde vertaling en uitfchryving het gezond verftand wel willen hulde doen en zig zeiven overtuigen, en ieder Lezer zal reeds hebben begreepen, dat het bekende Vid. of renvoy door my alleen toe enige opheldering en juist niet tot bewys ter gemelder plaatfe geftelt is. 1 Myne voorreeden heeft den hr. Aanmerker tot het opflaan dezer nadere beveiligende Refolutien in het Groot placaatb. zeer gepafte aanleiding gegeven, doch zo alleen aan zyn Ed! vereischte voldaan had , zou den Lezer niets dan meerder moeite hebbe veroorzaakt, dezelven zyn aangehaald uit 't Groot holl. placaatb. 5. d. bl. 678. 6? 6. deel bl. 536. Gelyk ik my zelve de Wet ,niet heb willen ftellen om myne Hellingen te laaten vaaren , wanneer zulks naderhand mogt redelyk vinden, zo heb ik althans den Lezer geen myner fentimenten willen opdringen; — maar dac de Aanmerker alhier blykbaarhetStaatsRecht Jus Publicum met het Civile of byzondere Recht Jus Privatum, grovelyk verward , behoevt zeer weinig betoog; na dien een ieder begryptydac het de abfurditeit zelve zou zyn,\e beweeren : dat een Dorpeling na hec fluiten ener Wapenftilftand of Vreede tuffchen den Souverain , waar onder het Dorp zyner woning reforteert, en een andere Hoge Macht, bevoegd was om een Onderdaan van zodanige vremde mogentheid vyandelyk te handelen , op fundament,hy van zodanig beftand of  Remarques aen de daer toe by Klok gelui te faem geroepene gemeente doet voorleezen. Van der Marck inflit. civil. hebbe niet kunnen nazien , doch by Bynkersh. Q. jur. publ. lib. 2. cap. 10. vinde niets, waer op de hr. Decker zich kan beroepen, ten, ware zyn E maer bedoeld dat „ den non publicatie ener conventie , ,, tuffchen twee Souverai„ nen aengegaen, door de Ingezetenen „ van die plaets , waer dezelve niet „ gepubliceerd is, wel kan geallegeerd ,, worden teegens hun eigen Souverain, ,, doch tegen die nabuurige Mogend„ heid, met welke de conventie geflo„ ten is, geen reden kan uitleveren om ,, zich van de nakominge der zelve te „ onttrekken.' Contra- Remarques. yóy of traclaat onkundig was gebleven,de. wyl hy niet verpligt was de publycque Nieuwspapieren, waarin hetzelve op Hoge Ordre was gefield , te leezen, en zyn gehoor door eene publicatie daar van niet was aengedaan, — echter is de zo evengemelde fraaije flelling een zeer wettig gevolg van't fentimenc van de hr. Aanmerker. — Dat niemand gehouden is om particuliere advertentien nog Burgerwetten in de couranten op te fpeuren is wel met gewysden beves ■ tigd, maar kan in dezen niets bewyzen. — men werpe my niet tegen, dac ik niet van traSlaaten maar van conventien heb gewaagd; — want wie in het Staats-recht ervaaren weet niet: dat de valable conventien tuffchen twee Souverainen aangegaan het wederzydfche volk volftrekt verbinden ? — Te recht zegt de H*. Vattel Droit des Gens liv. II. cbap. XIV. §. 206. „ les padfes ,, publics que 1'on appelle conventions, „ accords &c. quand ils font faits en,, tre Souverains, ne differe des Trai„ tés que dans leur object.. (§. 153.) ,, Tout ce que nous avons dit de la va,, lidité des traités, de leur execution, „ de leur rupture, des obligations & „ droits qu'il font naitre, tout cela efl ,, applicable aux conventions, que les „ Souverains peuvent faire entr'eux. — „Traités, Conventions, Accords, ce „font tous engagements publics, è 1'e„ gard defquels il n'y a qu'un même Droit & les memes regies." — Het aangaan en fluiten van zodanige conventie , uit deffelvs aart publycq genaamd , als waar door dadelyk iets tot Jus Gentium Patlitium word toegedaan, ontzenuwt de uitzondering of 't verzet van non publicatie, nadien geen Ingezeeten ignorantie kan prxtendeeren B b b b 3 van  $66 Remarques Contra - Remarques. van zodanige daaden en handelingen waartoe de gedepuceerdens van elke Provintieen aldus ook de gequalificeer. dens van de Souverainkeic waar onder hy behoort, (aan wien by 't Pa&um Unionis en de Grondwetten van den Staat zulk vermogen geconfereert is, conf. Grot. inapol. cap. i. pag. 2. 3 £ƒ' 11. Bynkersb. Q jur. pubL l. 1. g/23. p. 166.) by concurrentie geadfifteere hebben, — en welke daaden en handeJingen zeekerlyk zyn onderfcheiden van zodanige befluiten , die alleen in den 'boefem van den Souverain refideerende , geene verbindende kragc kunnen hebben. — te recht zyn daerom de woorden van den ber. Bynkekshoek door my bedoeld en by den aanmerker ter neder gefteld, geallegueerd, want het enige dat in aanmerking zou komen is, dat by aldien dergelyke conventie gewoonlyk of uit kragt van een wet in enig diftricTb moest worden gepubliceerd even als een civile wee, de ignorantie teegen den Souverain der byzondere Provintie,a!s gehouden om in de baare het effect, te weeg te brengen, zou zyn admiflibel, maar nimmer tegen een andere fi Macht. — ex lege enim civili non debemus nee pqffumus agere contra «os qui non tenentur L. civili Reges qua Re^es verfantur in jtatu naturah — E. in contractihus £•? promiffis nov coguntur ob/ervare rtqufna L. Civilis — corf. Viiriur. Dittuta ad Grot. J B. ac P. lib. 11. cap. 11. 5. __ De woorden van prof v. d. Mank , welken door deD h Aanmeiker niet hebben kunnen worden nagezien zyn deezen : „ Pro„milgare leBtml-tm eft acefficere, ut », ii, qws Lex vbitgare debet, adillius » notiuam perveniant aut faltem Perveia mre possint i absque notitia autem le-  Remarques Contra - Remarques. y 67 ,, gis non datur dijtinda boni malive re* „ prcefentatio; in bac vero reprce/entatio' „ ne connexio motivorum cum a&ionibus ,, liberis&ficipfa obligatio confift.it. Add. „ l. 9. Cod. de leg. conft. princip. ö* ediöl." Strekkende ten bewyze , dat zelvs nopens de burgerwetten niet kan worden ge vordert, dat ieder een daaraf kennis word gegeven, op zodanige wyze als voor hem convenabelft is, maar dat alle excufes van verpligting worden weggenomen, wanneer blykt, dat de onderdaanen tot de kennis van de wet hebben kunnen geraaken, — daar nu de Magiftraat van een Stad aan welken de communicative branche der Souverainiteit of legislative macht (jus legum ferendarum) is gecommuniceert, by het emaneeren van eenig ftatut of keur aan ieder inwooner in 'c byzonder naar desfelvs convenientie , niet verplicht is particuliere kondfcbap te geeven, maar dezelven zig ter gehoor byde publicatie, of Iecture by de affexie moeten vervoegen. —- zo volgt zelvs daar uit, dat ook H. H. Moog. met een algemeene bekendmaking kunnen volftaan, — te weeten in die gevallen en zaken van algemeene importantie , welken doordeSouverainen der refpedfive provintien tot vermyding van onbedenkelyke Confufien aan dezelven zyn opgedraagen. — Is nu het recht van tractaaten en conventien tot ftand te brengen een abfolut recht van dezelven, zo moet nog wyders volgen, dat de oeffening daar van door geen inferieu. ren elufoir kan worden gemaakt, het geen voorzeker gefchieden zou, byaldien de alleguatie van ignorance uic hoofde van non publicatie in enig dLftrict. daar tegen ware admiffibel. q. e. d. — Dat zelvs teegens. de declaratoir» re-  ^68 Remarques Op bl. 37. moet het teken der noot in den text ftaen achter: verklaerd 'werden wyl het nu fchynt of alleen het Monnikendamfe handvest gelimiteerd was door het placaet (niet de resoluiie) van 23. May 17705. I. boek 10e. deel nota 1. zou kwalyk opgevat kunnen worden; — iemand van origine (of geboorte) een uitlander blyvt, hoelang hy ook hier te lande gewoond hebbe een vreemdeling en ftaet geenszins gelyk met een inboorling. —ja zelvs die van Contra - Remarques. refolutie ener pofitive wet (hoe veel te minder teegens een publycque conventie?) der gezamentlyke Hoge Bondgenooten door geen burger of inwoner van enige Stad onzer Provinciën met volkomen recht een alleguatie van onkunde des wegen kan worden voorgebragt is te zien in het geval van P. Latané, neederl. Jaarb. van den jaare 1754. Waar mede ik vertrouw, myn fenti. ment genoegzaam tegens het argument by den Hr. Aanmerker uit het burgerrecht getrokken, en verdere bedenkingen te mogen houden voor verdedigd en beftand. Deeze Verbetering neem ik in dank aan , offchoon iets dergelyks by den druk van enig werk ligtelyk gebeurd, zo als de daagelykfche ervaaring beveiligd ; de kundige en genegen Lezer zal daarom ook naar myn verzoek, by de Voorreden van 't eerfte deel van die werk gedaan ,dergelyken zelvs wel willen verbeeteren, en begrypen dat omftandigheden my niet zelden weinig tyds tot correclie hebben overgelaaten, te meer, daerden hr. Aanmerker zelvs betoond, dat in het fchry ven van weinige bladzyden dikwils meer tegens de juistheid, word gezondigd, wyl zyn E. deflelvs aanmerkingen begint met het 3e boek irjedeel §. 7. en vervolgens van agteren naar voren met §. 2. en 1 boek 1 d. enz. voortgaat. Alhoewel deeze Remarque gelyk de voorige meer het nut van den Lezer, dan my als Uitgeever bedoeld, en door my ftilzwygend mag worden gepafTeerd, zo vind ik echter niet ondienftig alhier te  :Remarques van Nederlandfche Ouders in onze Indifche Colonien gebooren is, heeft hier naturalifatie ad benores nodig. — waer van de exempelen »(onaengézien de Hollandfche Refolutie vaa u Maert Ï712.) nog yer»ch zyn en dagelyksch voorkomen. (Contra - Remarques, : ' te plaatfen de woorden van den Profr. Trotz Verkl. over de Grondwetten van de vereenigde Neederl. in comment. ai magn, MARiiE privileg. Art. IK p. ïo» „ Utiliffima efl conjiilutio de peregrinis „ ah officiis publicis removendis , ne corn • ,, modis Patrice fruantur, qui nunquam „ prcefidio illifuerunt, bona illius pu,, blica parum iittelligentes. Pere etiam „ Grotius in apologetica c. ix. 89 93 8* ,, 94 edit. belg. Mutato veto reipublicce „ Jiatu, é? artibus ö* commerciis fieren„ tibur, limitatio legi erat addenda, Be,, nigna hinc juris ratione Hollandi ex„ traneos ai manera publica admiferunt, },fiquando in illorum Patria via eo perveniendi J'uis baud pracluderetur. per„ tinet buc Privilegium Caroli V. £ƒ ,, Pbilippi II. — Sufficit meritis incla„ ruerint animumque ad rempublicam ad' „ lulerint. Unicuique é quovis ordine„ ,, inquit Grotius de republ. batav. c. i. »> Per virtutem ad fummos bonores IS par,, tem imperii aditum patere in hac repu* „ blica ab omni tempore." Men vergelyke mede myne aanteek. i. deel. p.64. n. 2. Zynde het zeekerlyk veel meer oneigen en met gezonde begrippen in den eerften opflag ftrydig dat men dezulken, welken van Needèrlandfche Ouders in onze Indifche Colonien zyn gebooren naturalifatie ad bonores afvordert , en ..«venwel die geenen, welke in Eed van een Ander ftaan , tot H. Bedieningen admicteerd, daar echter de woorden uit het privilegie van Vrouw Maria Art. 4. „die in de voorfz. landen gebooren „ zullen weezen." En andere Refolutien, te vinden in het fraaije Vaierl. JVoordenb. uitgegeven by Kok tit. ampten. 3. d. W.797. m beiden denzei ve klem hebben. — Voorts is remarquabel dat de ber. Schryver der Poft van den Nedtr-Rbyn n. Cccg 133.  57P Remarques Contra - Remarques. 133. zich ten dezen liever heeft bedient van 'c Octroi van K. Kauel de V. 7 Afe> 1555. door Philips de II. met 't groot zegel bekragtigd daar nogtans . zeeker is, dat het zelve eerder een inbinding den vorige privilegiën dan een Vergunning zelvs mag worden genaamt; • byaldien men zich maar herinnert, dac" de, Ses fteeden inzonderheid by den Keizet: aandrongen; op de' uitbreiding der Oude privilegiën, waarby de Vreemden wierden uirgeflóoten, ten einde alzoo ontlalt te blyven van de Vexaden welke door dezelven >en anderen , die ■ door geld aan de Ambten-geraakten, plagten te gefchieden, en dat dezelven fchroomden dat de Hoge Bedieningen ■ van Stadhouders en Vlies-Ridders aan Spanjaards of Engejfchen-, (beiden toen . tertyd onze Landaard blykbaar niet genegen) zouden worden gegeven. Men 1 vergelyke nu hier mede de woorden van : 't gezegde; Odfroi en men - zal wel ras • overtuigd zyn dat hetzelve-alleen is, een flaauwe vernieuwing der onderdrukte ouder Privilegiën met uitzonderingen daarvan vermengd. Z. Wagenaar Vadert, bijlorie 5.. deel. bki 405. 429. en ■ ót deel. bl. igoc — Hoe zeer ik nu ter 1 aangehaalder plaatfe 1.. d. bl. 63. n. 1. het woord vreemdeling tot voorkoming van-misveriland.alleenlyk heb willen teepasfen op die geenenwelken een 1 andere Hj Macht onderworpen waaren , zoo is echter uit het by aangetee- • kende bl. 64. n.- 2. blykbaar, dat ik aanvreemdelingen van origine, doch ingezetenen eener Provintie deezer Landen zonder de Naturalifatie ad honoreren in het algemeen niet heb willen toekennen het recbt der Inboorlingen, dewyl aldaar fe kennen heb gegeeven dat niettegenstaande de vetanderiDgea vaa tyden de wet-  Remarques i% b. 13?. deel. §. 5. nota 3. daer latende of de H', Voet gelyk of ongelyk hebben in zyn door de Hr. Decker afgekeurde gevoelen, dat blieven van VcniaJEtatis niet gelden buiten deSouverainiteyt waerze verleend zyn, ftaet echter aentemerken, dat laeftgemelden aén den eerden Schryver ongelyk doet met hem teegen te werpen , dat by voorb. het Gerecht van'Vlisiingen geen Sententie van den H. R. in HolL kan annulleeren, &c. want tot diergelyke abfurditeiten had die ProfeiTor te veel kunde en oordeel. — hy fpreekt niet van twee Rechters aen een en denzelven Souverain onderworpen maer van twee onderfcheidene So.uveraincn of Magiftraeten of Rechters idee van elkander of van één hoge Overheid afhanglyk; — dit blykt klaer uit 's mans woorden ad tit. de (latutis § 8. in verbis neque tnim mirum & feqq. — Ook word het argument uit de liters requifitoriales ontleend niet zeor gelukkig door de Heer Decker omgekeerd; — door de woorden < Contra-Remarques. $ 7 r. wettige Privilegiën moeten blyven Hand grypen, en als permanente wetten geobferveerd worden , myn oogmerk ii blykbaar op p/03. eeniglyk voorteko■ men de verkeerde denkbeelden,'welke zo omtrent de teftaméntaire difpofitie en andere Rechten, gemeen fchappelyk alle de Ingezeetenea, zelvs de temporaire toekomende,' van eenige nadeelige invloed zouden kunnen zyn. ■-— Zullende zeekerlyk het misverftand, waarvoor den Aanmerker zorg heeft willen draagen, geen plaats hebben, by aldien men de door my aldaar geciteerde tit. Naturalifatie uit het'Coti. bat. welkeikniet behoevde uittefchryven , even als ia anderen gevallen maar had nagezien ea gemelde vergelyking geadpliceerd. Dat de hooggel. en nooit genoeg by zeer veelen geroemde Hr. j. Voet tot de directe beweering van de abfurditeiten in de aanm. vermeld te veel doorzigt heeft betoond te hebben gehad, is blykens dezelve myne aanteek. by my erkend en ftem ik als noch zeer gaarne toe; — maar dat dezelve abfurditeiten uit zyn ftelling in deezen noodwendig voortvloeien is niet minder zeeker, en dus zyn volgens de regel van 't Recht AcceJJorium fequitur fuum principale, dc fequele aan zyn E. toegekend, — want zo den eenen Rechter des anderen 's •Gewysden , waar over hem geen cognitie "in cas d'appél toekoomt, in bec algemeen niet kan ftellen buiten effccl:, zoo kan dezelve ook des anderens baoordeeling nopens de perfoneele bequaamheid van zyn onderhorige niet als kvagtloos ter zyde ftellen. — De opheldering van de pasfage van Voet ad tit. ff. de minoribus uit die de Jlaiutis, hoe judicieus en verfynd ook , verheft C c c c 2 ai  $7&- Remarques; den byna altoos erkent zyn E. zelvs, dat 'er niet altyden overal aen voldaen wordt. O.'Q-k is immers alle verzoek, alle iniviL-. liging alle .belofte van Vergelding eene di< recle erkentenis en beveiliging van verplichting even als alle uitzonderingen een regel confirmeeren en alle difp-.nfqtien de verbindende Kragt ener Wet' of inflruttie Jubponecren... L'böek'lö.'dëel 'noot i. zou aenlei- ding kunnen geven tot misverftand : — de Heer Decker diftingueert de qualiteit van Voogden en Adminiftrateurs-te. Teeht, wanneer die beiden in een testament voorkomen; — maer als een Teftateur alleenlyk Voogden aenftelt, hebben deezen niet enkel gezag over de perfoonen maer ook over de goederen der pupillen, en zyn tot de Administratie even zeer bevoegd als of ze den ■ titul van Adminiftrateurs hadden, leg. 13. de tutelis fjf.'Z. 17. de teftam. tutela. . iv boek 19. deel. §. 10. te Noteeren dat daer van in de tegenwoordige KeurJjDeken der Stad Rotterdam welke Ao. 1719. Contra - Remarques. al deiïelvs kracht uit aanmerking, dat dezelve niet wegneemen kan hetexcludeerend vermogen om over de perfoneele capaciteit tot adminiftratie van goederen van onderhorigen, na gedaan onderzoek, te oordeelen, het wexik ieder H. Macht over de zynen vry moet worden gelaten fecundum Jis Gentium. — Dat wyders het argument, door Voet uic de litterce requifitoriales ontleend, by my niet zeer gelukkig zou zyn omgekeerd, door de woorden byna altoos, zie ik niet, alzoo daar uit immers genoegzaam blykt, dat alleen de finguh'ere gevallen voor de opinie van de Hr. Voet en de algemeene voor de myne militeeren q. e. d. overzulks ik uit dezelve woorden byna altoos teegens het gevoelen van Prof'. Voet te recht mag voorbrengen „.exceptioregulam in „ cafibus non exceptis confirmat." en wyders avanceeren : dat alle inwilliging der literct requifitoriales eene direóïe er- " kentenis van Verplichting involveert en * een wet uit het volken-echt fubponeert:. Deezen en de volgende aanmerking: ontvang ik met byzondere genegenheid en plaats dezelven alhier volvaardig met erkentenis, bevattende deiaatfte zodanige communicatie, welke den toegang van den Hr. Aanmerker tot zaaken, die der Rechtsgeleerdheid bevor- ■ derlyk kunnen zyn , genoegzaam aantoond, ik heb daarom het by de laatfte remarque gevoegde Extract daarnevens doen drukken, Naaftinge van Porden Scheeps. [tem zoo verre yemanden van de Reders 1  Remarques 1719. ïaètft gerevideerd en vernieuwd zyn , niets gevonden worde; — maer wel in een oud gefchreeven Keurboek N.0.3. f°. 78. ten S tadhuife beruftende. — waer uit een Extract, hierby gevoegd , hoedanige Keure ook te VTaerdingan geëmaneerd en nog in den jaere1767. vernieuwd is. Zie handveflen &c. dier. Stede bl. CX1I. i > 1 1 Contra - Remarques. 57 3 ofte ook de Stierman verkofe eenige portieScheeps aan vreemde perfoonen, die 't zelve Schip niet redende, zullen de andere, 't zy Stierman of Reeders of eenige van hen die zulx begeeren za! , alzulke verkogte portie mogen naaften en de aan hem neemen voor zulke pryfe te betaalen op zulke Termynen, als hetzelve Schip verkogt ware, wel verftaande , dat de naaftinge van dien zal moeten gefchieden binnen veertien dagen naedat de voorfz. ver. kóopinge zal zyn gedenuncieert, mee een Stadsbode aan den Stierman en zyra • boekhouders. Ende insgelyks zal gefchieden tus-1 fchen de Schippers en de hare Reders van de Koopvaarder Schepen uit deeze haven vaerende ofte die alhier t'huys hooren. Op myne aanteekening 2. deel pag. 460. in f. alwaar nopens de overkomilen van uiterfte wille gefproken is, gelieve den Leezer te laaten volgen de woorden van den Heer Huber beed. rechtsgel. iiu b. XXI. kap. n. 49. 1, Accoorden die fidei commijfaire ervge= ■ naamen maken over oude fideicommis- ■ (en, die van d'een of d'ander bezeeten worden , behooren niet tot deeze verboodene contracten, fchoon zy mochten fpreeken van hetgeene gefchieden zal na de doodt des teegenwoordigen tezitters, om dat zulke ervenisfen niet cyn toekoomende, maar al voor lanre vervallen, en is zoo geweefen in "ake van Geórgius Scbults , proftffor \xxcn linguce tot Revel, wegens Aefjen rfrjens van Marnede zyn buysvrouwe , ip en tegens Evert Bartels, meefter fnyier tot Leeuwarden, de originele impe'rante was met HelenaKoobs baer moei je ^accordeert voor commiffaris van den C C 6 C 3 fl8-  5" 74 Remarques Contra-Remarques: ïFLove , den 23 Mey 1Ö40 , dat haer moeije hacr keven lang zoude behouden de goederen afgekoomen van eener» Pietrik Douwes, met de vruchten toe noch toe genooten; des, dat nae haer doodt, die goederen op de impetrante . zouden koomen , volgens •Teftament van voorfz. Pietrik van den jare 1635-. en Jetsbe Wattema, in dato 1 -f-uly 1638. de gedaegde zeyde, dat het een accoort was van toekoomende JücceJJie, en dat Magdalena Koobs daar by niet was verbleeven, hebbende hem ervgenaem van alles gemaekt, maer het accoort is by den Hove goedgedaen, den 20 Mey 1645. Eindelyk kan ik niet afzyn den G. Leezer medetedeelen eene refolutie van de Staaten van Holland, (trekkende tot evident bewys van de flelling, door my in myne Verhandeling over de ontbinding van den echt ter zake van eonfinement, beweert, nietteegenftaende het contrarie in de Landen onder't reiTorc van de Generaliteit plaats heeft Z. Gr..placaatb. 6 d. bl. 540. namelyk: dat bet bannen uit den Lande op zig zelvs geen voldoende reeden tot echtscheiding, opleevert; welke refolutie my door eene Vriendelyke hand uit 's Hage is gecommuniceert, waarby my ook te kennen is gegeeven dat ik omtrent de hoofdftoffe of onderwerp van myne gedagte Verhandeling een treffelyke met my overeenftemmige voorganger had t. w. de DiJJertatio D. F. Kappeyne Medioburgiapud A.L. Callenfels 1753. welke ik naderhand heb bekomen en over die ftoffe, ten minften twee verhandelingen in onderfcheyde taaien overwaar» dig , allezints aanpryfen. Zie hier de bovengedagte refolutie. RE-  RESOLUTIE van de Staaten van Holland , waarby het verzoek van Jannetje de Bruin, om te hebben disfölutie van den band des Huwelyks, ter zake dat haar Man Cornelis Droog by contumacie was gebannen , op poene van de dood? is afgeilagen. Den 2i, A 15. geen nieuwe feiten in appél te brengen 478.11. B. van welke Vonniflen te appelleeren. van welke niet aldaar 12. van geen Provifien. aldaar 13. of en wanneer van crimineele vonniflen 479. 14. B. en 512. en volgg. of en wanneer tegen vonniflen in materie van correftis &c. 482. 15. B. ■ rot hoedanige fom in Steeden. 484.16 B. Boeten van 't fol. appél 485. 18. B. hoedanige dingtanlen in appél te houden aldaar 19. hoedanig in reliëf d'appél 486. «o. B. hoedanig in reformatie aldaar 21. hoedanig ontvangen te worden als appel- . lant eidrnr 21. geen reconventie in appél te doen. 487. 24. B. Appél, of en wanneer in crimineele Saaken plaats heeft. 514.17. en 19. B. Appoinctementen wat, hoedanig te verleenen en hoe veelerhande. 462. 3. B. Arbiters.'377.'4. B. f Arbitrateurs. 377. 5. B. Sie verblyf. Arbitrale correctie. Sie correctie 16. 20. A. Arnoldus Gulden wat, en van.hoedanige waarde. 242. n. A. Arrementen van een Proces aan te neemen.' 348. 10. B. Arreften wat en van wat kragt 361. 1. B. hoe veelerhande 362. 2. B. wie dezelve mogen doen 363. 3- B. of daar toe byfondere voimagt van noden is. aldaar 4. wie 't zelve mag aangedaan worden aldaar 5. of en wanneer voor den Vervaldag aldaar 6. wie voor een -anders fchuld aldaar 7. een Ervgenaam of en wanneer aldaar 8. des fcbuldenaars fchuldenaar. 364. 9. B. of en wanneer in zyn eigen handen aldaar 10. Last-en Bewindhebbers of en wanneer voor haar meefters fchulden bezet mogen worden aldaar 11. Voogden van Wees - kinderen aldaar 12. geen onderhorige van een hoger Rechter 365. 14. geen Burgers of Ingezeetenen van eene Stad mogen elkandeien buiten de Stad befettinge arreft aandoen, aldaar 15. geen Burgers of Ingezeetenen van de groote fteeden ten platten Lande aldaar 16. op welke Goederen 357. 17. B. geen Studenten Boeken aldaar 18. geen Soldye of Krygswapenen aldaar 19. geen BouwGereedfchappen aldaar 20. geen noodfa» kelyk onderhoud aldaar 21. geen jaarlykfche Wedde van Profeflbren, Advocaaten of Predikanten aldaar 22. geen doo» de Lichamen 368. 23. B een ander mans goed of en hoe verre aldaar 24. op welke tyden en plaatfen 369. 25. B. op geeiï vrye Jaarmarkten aldaar 26. of en wanneer op Sondag aldaar 27. ïrreften hoe te doen en v#rvo!gen. 370; 30. en 31. B» As-  VOORN A A M S-'T :E Z A A: K É N. Arreft fundeert Jurisdictie 361. 1. B. ó! Arreft den loop van Intereft-ftuyt 98. 9. B. alle Arreften kunnen en moeten onder borgtogt ontflagen worden 371. B. tot hoedanige fom, de Steeden en Dorpen by Arreft wyzen. 484. B. Aflrgnatie wat 205. 5. en 303. 10. B. Affurantie wat 66. 3. B. hoedanig en tot hoe hoog te doen 67. 4. B. voor wat fchade of verlies fchuldig 71. 5. B. over wat Goederen mag gefchieden aldaar 6 of en wanneer van Goederen en Koopmanfchappen die alreeds vergaan en bedorven zyn. aldaar 7. op goede en kwaade tyding. aldaar 8. .geen andere Havens intelopen of reis te veranderen als uitnood. 72. 9. B. wanneer het Recht van verzeekering ingaat en ophoud en hoe te berechten aldaar 10. Attermmatie brieven of en hoedanig te verkrygen 308. 5. B. of en wanneer dezelve fonder Borg verleend worden. 3C9. 6. B. Auditeurs van Reekening. 13. 17. A Avontuerlyke Koopmanfchappen. t46. 4. B. Azingen en Gebuyren hoedanige Rechters ," wie en welke van ouds. 18. 24. A. B. Baar (voor de) uitgaan. 538. B. Baander Heeren. 57. 8. A. * Baanronfcbap 59. 13. A. Bahhazar Gerard om de Moord van Prins ' Willem geftraft. 233. 3. B. Baljuws Vierfchaar van Welgebooren Man■ nen, Mans Mannen &c. hoedanig by ons en wanneer ingefteld. 18. 25. A. Baljuwen &c. van Rynland of fy magt hebben om Keuren te maaken werd getwvf■felt. 28. A. * Baljuwen hebben geen Recht van naafting •in Rynland. 142. 14. B. Ballingen en Banditen mogen by verfterf, noch by Teftament geen Goed erven! 324. 9. A. Bank van Leening, wat 60. 1. B. by wie te bedingen en onder wiens voorzore 61. 2. B. Maat en Tax van het gewin aldaar 3. beleende Panden wanneer en hoedanig te loflVn. qi. 4, B. Bauwerken van Wegen , Dyken, Kaden enz. hoedanig te befchouwen. 538. 9 g. Barons. 57. 9. A. Baronie,en wat daar onder behoort 58. n. A. Baftard kinderen, welke en hoe veelerhande 45- 4. A. mogen van haar Ouders niet erven aldaar en 326. ro. A. Beeften, eenige fchaade doende, by wie en hoedanig te vergoeden. 292. 6. B. Bekentenis. Zie Confejfie. 448. 1. B. Beloften, wat en hoedanig verbinden. 3. 3. 15. en 29. 3. B. Belet van hoger Timmering. 286. r2. A. Beneficium Autbtntics Ji qua muiier. 34. 3. B. Beneficium Ordinis, Divifionis £f ExcuJ/ionis 39. 7. B. Zie Borgen. Beneficie van Inventaris wat, en wanneer plaats heeft , 398 7. A. waar en hoe te verzoeken aldaar wanneer en binnen wat tyd 401. A. werd niet vergunt zoo lang iemand van de Vrienden fimpel Erfgenaam weezen wil. aldaar 8. De Godshuifen hebben 't felve Recht fonder te verzoeken. 399. A. Befchermcrs van eigen Lyf, Eer of Goed onftrafbaar 227, 4. B. en 252. n B, Beletten, Zie Arreft. Befetting die nootzakelyk lyd geen uitfleL 370. 28. B. Befit-Rechtwaten waarin beftaat 193.1. A. by wie en hoe te bewyfen. aldaar 2. Wanneer het recht van Eigendom geeft, 194. 3. A. Beflooten Teftamenten. 306. 5. A. Betaling hoe te doen, en te bewyfen. 295. B. aan wie en of men aan een Knegt of Dienftmaagd doen mag 301. 4. B. of en wanneer voor den tyd van verval betaa. ling mag gefchieden aldaar 5. Beurfe-fnyders of en hoedanig ftrafbaar. 289- 9- B. Beyerfe Gulden wat, en van hoedanige waarde. 242. 11, A. Dddd 2 Bg<  REGISTER set Bewaargeving wat. 75. 1. B. waarin den bewaar-gever en bewaar-aanneemer gehouden is 78. 8. B. waarin bewaargeving van onderregt-legging en fequeftratie verfchillen. 77. 6. B. Bewys van feiten hoe te doen 439. 1. B. by gefchriften hoedanig 440. 2. B. by getuigen wat 443. 14. en 445. 22. B. onder de hand hoedanig, en van wat kragt, 440. 3- B. Bewys en uyckoop van Kinderen , aangaande haar opvoeding by wie , hoe te doen en hoe te verftaan 85. 9. A. Blafphemie wat,en hoedanig ftrafbaar.233. S. B. Bloedfchande wat,en hoe te ftraffen. 279. 9. B. Bloedverwantfchap 439. 6. A. Sie Maagschap. Bodemarye wat, en by wie aantegaan 63. 1. B. by de Schippers of en wanneer buiten laft van de Reeders. 64. 2. B. Boden, Sie Gerechtsboden. 349. 1. B. Bod ■ drager wat. 242. 21. A. Boedel en Boedel Hecht 298. A. hoedanig te verkrygen. aldaar 2. Boedel afftand wat 3C4. 1. B. hoe enbywie te doen 305.2,15. van wat kragt 306.3. B. Boefem- Recht wat 168. 12. A. Boete wat 521. 1. B. by uiterfte wil iemand opgeleid of en wanneer vryelyk te overtreden. 361. 15. A. Boete van 't fol. Appel. 485. 18. B. Boeten by Compromis gefteld, wanneer vervallen. 379. B. Boeverye wat, en hoe te ftraffen. 271. B. Borgen, Borgtogte wat 32. B. wie Borgen mogen zyn of niet 34. 2. B. voor welke fchulden. 36. 3. B. of iemand voor meer of iets anders als den Selffchuldige fchuldig is, borg blyvende gehouden is aldaar 4. Borgtogt moet duidelyk afgevraagd worden en wel wetende gefchieden 37. 5. B. voor geen misdaaden daar Lichaamelyke Straf toeftaat mag niemand borg zyn aldaar 6 hoedanige voorregten den Borgen zyn vergunt 39- 7. B. wanneer opheuden en nietgebruykt mogen werden 40. l.B», hoedanig daarvan afftand moet werden gedaan 41.9. en 42.12. B. of den fchuldEifcher met den Selffchuldigen in recht te betrekken de borg ontflaat 41. 10. B. of hy voorde betaaling ontflaging van den Borgtogt mag Eifchen 42. 11. B. wat en hoedanig recht tot vergoeding aldaar 13. hoedanig tot laften van zyn meedeborg door Ceffie van Actie 43. 14. B. voor of na de betaaling ontflaging van zyn Borgtogt mag eifchen 45. 17. B. wanneer en door wat middelen borgtogt eindigt 44. 16. of en wanneer door het verlengen en geven van nieuwe tyd 45. en 46. 18. B. Borgen mogen de Goederen van den Principaal aanwyfen. 492. 8. B. Borgtogt of die onder Winft en Verlies in ge. meenfchap van Goederen, flaande Huwelyk mag gerekend worden, die een man voor een ander mogt hebben aangegaan. 179- 7- B. Borgonfen fchild wat, en van hoedanige waarde. 242. 11. A. Brandftigters hoe te ftraffen. 271. B. Brieven van Inductie. Zie InduSie 308. 5.B.' Brieven van Ceffie aan wie,en hoe te verzoeken. 305. t. B. Brieven van Naturalifatie. 67. 6. A. Broeders en Sufters of en wanneer eikanderen mogen onterven. 337. 8. A. Bruik-leenwat73. 1. B. by wie en van welke faken aldaar 2. hoe te gebruiken aldaar waarin den te leen ontvanger en den uitleener gehouden is. 74. 3. en 4. B. Burgermeefters haar Recht in Steeden. ïf» 19- A. Burgers wie, en haar Voorregt. 64. 3. A. Burggraaf wat 57. A. Burg-Graaffchap en wat daar onder behoort.' 58. 12. B. Bus-boden wie, en haar bediening 349.4.' B. haar teeken aldaar 5. Buyt en Roof der Vyanden by wie en hoe te eigenen. 166. 10. A. Buitenlanders wat, en haar recht van ouds. 63- 2» A.  VOORNAAMSTE ZAAKEN. Byfït of die een oneerlyk perfoon is. 337. 10. A. By den hoop, zonder maat, hoedanig in verkogte Landen te verftaan. 130. 8. B. Byl-brieven yan hoedanig Recht in het vervolgen van Schip of Schuit. 183. A. Byflapen hoe te bewyfen 275. B. hoe te beteren en ftraffen aldaar en 276. B. Sie onteerhigen, C. d/autie voor de koften. 417 9. B. Cautie juratoir of en wanneer genoeg is. 418. 10. B. Ceffie van Actie voor een Borg of en wanneer noodzaakelyk. 43.15. B. Cellïe. Sie Beedel a/Jland 304. x. B. brieven van Ceffie aan wie,en hoe te verzoeken. 305. 2 B. Citatie. Sie Daginge 399. 1. B. Codicillen. Sie Tejlamenten. Collatie of inbreng van te vooren genooten goederen, voor alle deeling te doen onder de kinderen, hoedanig, by wie en waar van te doen. 442. i.A. of het ook plaats heeft in de Boedelfcheiding tegens de langstleevende 443. 2. A. of en hoe ver in Kinds-kinderen 444. 3. A. of ook plaats heeft in het geen de Kinderen zelfs in de koft van haar ouders gewonnen hebben 445. 4. A. in giften 446. 5. A. Bruilofts koften 447. A. Pillegaven 448. 7. A. Studie koften aldaar 8. Koopen van een Ampt of Officie 449. 9. A. CommiffarifTen wie, en welke 376. 2. B. Communicatie van ftukken aan wie en wanneer te doen. 414. 8. B. Ceimparuit 407. 8. B. Compenfatie wat, in welke faken plaats heeft 297 2. B. in en tegen de Executie Van een vonnis 496. 17. B. Coropetenten Rechter wat 353. B. ten aanfien van de Perfoon aldaar j. ten aanfien van het goed daar over qu«ftie valt 361. 1. B. ten aanfien van de Saak en bet Preces 381. B. by Confent en bewilliging 372. r. B. over foldaaten en krygslurden 358. 4. B. Studenten 357. 3. B. van Minderjarigen, Weduwen en Weefen 359. 5. B. van welke en hoedanig te verftaan aldaar in materie van Poffeffie van Erffenis 382. 3 B. om Reekening gedaan te hebben jegens Voogden aldaar 4. voor den Provintiaalen Raad ter eerfter inftantie 392. 4. B. voor den Hoogen Raad 394. 5. B Sie verder Rechtsgebied.. Complaincte 396. 5. B. Compromiflén hoe intertellen 379. 9. en 380. 10. B. Concludeeren in Rechten 435. 42. B. in Sa-aken by feiten aldaar 44. in Rauwaftie 425. 2. B. hoedanig by provifie van Namptiflement aldaar 3. tegens een Ervgenaain aldaar 4. hoedanig by arreft op een Hypotheecq 426. 5. B. in Rei Vindicatie aldaar 6. in cas PoflcfToir by complaincte aldaar 7. en 427. 12. B in Maintenue 426. 8. B. by arreft op Goederen 427, 9. fi. by Pcenaal aldaar 10. in Erftlnis en Boedelfcheiding aldaar 11. in actie van Koop 428. 13. en 14. B. in Naafting aldaar j^. Guarand aldaar 16. Indemnité 429. 17, B. Injurie aldaar 18 wat recht dien aangaande den Pifcus of Baljuw toekomt aldaar 19 om Actie te inftitueeren aldaar 20 in Preferentie 430 22. B. purge aldaar 21. Conclufie van Eisch wat 422. B. en de volgg. Conclufie van Antwoord wat, en hoe veelerhande 430. 23. B. in Renvoy en Declinatoire Exceptie hoedanig aldaar 24. litispendentieoflitisfinitiealdaar 25. contrarie Conclufie 431. 26. B. op een provifie aldaar 27. in cas pofTeffoir 432. 30. B. Complaincte 433. 31. B. Maintenue aldaar 32. hoedanig by uitleiding atóaar 33. Spolie aldaar 34. Arreft en Pcenaal aldaar 35. in faken van injurie atóaar 36. preferentie 434.37. B. om Actie te inftitueeren aldaar 38. in faken van purge aldaar 39. hoedanig by prefentatie aldaar 40. Coneubynen of oneerlyke Pirfoonen 337. 10. A. of cn hoe te ftraffen. S82. 12. B. Dddd 3 C0H-  REGISTER dhr ■Concuffie wat 238. 8. B. Con JicTie of weder eifchen van het geen t'onrecht fonder fchuld , of t'over H gegeeven orn oneerlyke en ongeoorloofde SaiS wanneer cn waarin plaats heeft. 107. 4. en vclgg. B. en 222. 6. B. Conditie of indien onder erffenis of making hoedanig btftaan mag 358. 10. en 360. 14. A. Conditie van niet te huwelyken of en hoe ver beftaan mag 359. 12. A. met believen van een derden aldaar 13. met deze of gene 360. 14 A. Conditie onder ftraf en boete van verval of en hoe ver plaats heeft, 361. 15. A. Confeffie wat, en van wat-kragt 448. t, B. JudicieeleaWanr 2. Extrajudicieele aldaar 3. of en wanr.eer te herroepen449. 4 B. een gequa'ificeerde of en wanneer te fplisien aldaar 5. op het doodbedde of en van wat kragt 450. 6. B. Confeffie tot het Straffen der Misdaaden of en wanneer nodig'5 n. 15. B. Confifcatie van Goederen of en wanneer plaats heeft 521. 3. B. afkoop van geconfisqueerde Goederen hoe, en by welke Steden en plaatfen te doen en hoe te verftaan 522. 4. ende vtlgg. B. Confent van de Ouders tot het Huwelyk van haare Kinderen hoe,en wanneer noodzakelyk 96. 6. A. van de Voogden onnoodig 100. 9. A. Sie verders Huwelyk. Confignatie Sie Onder-recbt-legging 76. B. Contradebat 54I. B. Contraventie en enkele overtreeding hoe te reekenen 533. 2.B. by wie tc oordeelen aldaar 3. Contra interrogatien 446. 27. B. Copyen en Dag of en hoedanig te verzoeken 417. 8. B. 412. 3. B. 418. 11. B. Correctie en by Correctie recht te doen wat, en in welke Saaken 16. 20. A. Correctie (van) niet te appelleeren 482.15 B. Corruptie wat, en hoe te ftraffen 238. 9. B. Coftuymen wat 30, io. A. hoe te bewyzen ■aldaar tr. Credyt wanneer verftaan werd gevolgd te zyn. 120. 4. B, Crimineele faaken. Sie Misdaaieh, wie over Criminesle Saaken mogen en moeten, oordeden 502. 1 B. wie de befchuldigin- 1 en aank'agt doen moet f03. 2. B. of en wanneer om een cn defelve faak civiüteren Criminaliter word geprocedeert aldaar 3- van'geen crimineele vonniffen te appelleeren 479. 14. in crimineele fiaken moeten de gedaagdens in perfoon compareeren 505. 9. B. in crimineele faaken hoe te procedeeren, ordinaire of extraordinaire 504. 7, en 510. N°. 12. en volgg. 5T2. No. 16. en 5*4. 18. B. Crimineele Actiën of in binnen wat tyd ge-: prajfenbeert en verjaard kunnen werden 196. 6. A. Cumulatie van Actie 410. 9. B. hoedanig tc reekenen in geweefene Vonniffen 484.' 17. B. Curateurs mogen van haare pupillen, by Teftament geen goed erven 327. 12. A. Cufting-Penningen op de gezette tyd niet betaald geven Intreft. al is 't dat het niet bedongen is 59. n. B. maar komen met geen Intreft in prsferentie ten zy bedongen. 103, 22. B. Cyns - Recht wat, en wat voorrecht van ouds 229. 1, A. waarin van het Erfpagt - recht verfchild 230. 2. A. D. Dadelyke overkomst wat 47. r. B. hoe veelerhande aldaar 2. van wat kragt en hoe ver iemand verbind aldaar 3. Dading. Sie overkomfte. Daging, of Dagvaarding wat 399. 1. B. voor hoge en lage Rechters hoe te doen aldaar 2. hoedanig door wet-befteedinge en Letterenrequifitoriaal. 400. 3. B.hoe-' danig by edi&e 401. 4. B. Dag van beraad 411. i. B. Sie uitftel. Dag om Guarand of indemnité of en wanneer'te verzoeken. 418. li. B. Dag-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. Dagvaarding en Executie van het jagt - ge. recht wie te doen. 553. 5. B. Dammen door te fteeken hoe te ftraffen 271. B. Debat wat 547. 10. B. Debiteur of en wanneer ten nadeel van zyn Schuld-eifchers een Erffenis of fyn iegiti- 111e mag repudieeren en afftand doen. 191. 10. A. Declinatoire exceptie 416. 2. B. Decreet. Merkt - of Scmdaagfche gebooden op de decreeten tegens de bek en te fchuld- eifcheren in 't byfonder te doen. 128. 5. B. willig decreet aldaar. Onwillig decreet 145- 2. B. Defaulten wat en van wat kragt 403. r. B. hoedanig op elk te procedeeren aldaar 2. en 3. hoedanig te purgeren ot berftellen 404. 4. B. en hoedanig het vonnis intertellen 468. 9. B. Default, hoe 'er by default te procedeeren 468. 9. B. Defenfie, die het doet tot defen fie van zyn . lyf is onftrafbaar 227. 4. B. 252. u. B. Defloratie. Sie onteering 274. 6. B. Denier obels wat 243. 24. A. Derogatoire claufule 314. 17. A. en 316. 18. A. Deurvaart wat 293.17. A, en by wie te onderhouden aldaar 18. Deurwaarders wie en haare bediening 349. 1. en 12. B- haar teyken aldaar. 5 of en hoe ver geloof hebben. 350. 7. B. van 1 gemeene Middelen aldaar g. geflagen of mishandelt of en hoe ver geloof hebben. , 351. 9. en 10. B. of en hoe ver fonder verbeuren tegen geflaan mogen werden 352.11. B. of en hoedanig een gewysde buiten der Rechters gebied te werk geleyd werd aldaar 13. Dierte. gemaakte dierte Strafbaar 244,17^. Diefte wat 283- I. B. hoedanig en of men de dieven ook met den dood mag ftraffen 284. 3- «1 volgg. door den ftröp vallende of daar mede vry zyn 318. 5. B. Kerkdieven 237. 6. B, Kinder dieven 288. 4. B. Koe-Paard-of Schapen - dieven aldaar 5. Veld-of Tuyn-dieven 280 7 cn 8. B. ' Dieven op te houden hoe te ftraffen. 200. 12. B. Dienstbaare Luyden hoedanig van ouds 62 17. A. Dienstbaarheid wat 275. 1. A. hoedanig te verkrygen 276. 2. A. door bezit recht en verjaaring 277. 3- A. en 287. 18. A. of en wanneer by toelating 278. 5. A. andere Huys-andere veld- dienstbaarheeden en derzelver onderfcheyd 280. 7. A. Sie Huys-dienstbaarheid en Veld ■ dienstbaarheid Een getimmertdat jaar en dag onbeklaagd geftaan heefc is genoeg verjaard om te blyven ftaan behoudens vergoeding 278. 4. A. Twee byfondere Huyfen van een Eygenaar, naderhand gefplitft behoudlyk zyn voorige dienstbaarheeden 279. 6. A. Dienstbaarheeden hoe verlooren door vermenging 295- 1. A. door afftand aldaar 2. door ftrydige toelating aldaar 3. door ongebruik 296. 4. A. door ophouden va* des inftellers recht aldaar 5. door faak» ondergang aldaar 6. Dienstbooden loon of voor.andere Crediteuren werd geprrcfcreert 102. 21. B. Dienstbooden dienst, en hoe zy haar moeten gedragen 158. 1. B. Dobbelen «f en hoedanig verbind 109. 5. B». Dolle Menfchen misdoen Biet 227 ff. B. Domicilie hoe te reekenen 423, jo A. Domicilium citandi te eifchen of en hoe vet gebruikelyk 417. 9. B. Dooden pand wat 231. 3. A. Dood-graven werden by ons met volkomen recht van eigendom als al ander goed befet en 142. 9. A. Doodflag wat en hoe te ftraffen 245. 1. B. ordinaire of extraordinaire aldaar, die hem' laat omkoopen om een ander te dooden hoe te ftraffen 147. 4 B. een doodflag door verfuim fonder opfet of en hoedanig ftrafbaar 251. 7. B. in overftalligé d ïonkenfchap aldaar 8. in ncod weer 252. 11.  REGISTER bzr ï i. B. een doodflag daar meer als een handdadig aan is geweest, of en hoe te ftraffen 256. 14. B. die haar felven om *t leven brengen of en wanneer ftrafbaar 2^4. 12. B. vergoeding aan de befchadigde hoe en wanneer te doen. 257. 15. B. die handdadig is geweest aan een doodflag mag van denfelven geen goed erven 326. A. Doodfchulden of en hoedanig voor andere geprasfereert 88. 0. B. en wat daar onder gereekend werd aldaar. Dordrechtfen gulden wat. 241. 10. A. Den Dordrechtfen gulden Tuyn en Vlaamfche plakke 243. 23- A. Dreef 289- A. Drenkelingen onftrafbaar. 255. 13. B. Dronkenfehap en verfchoond niemand van een misdaad 227. 5- en 251. 8. B. Drop-recht wat 285. 8« A. Drop - vang 286. 9. A. Duellen of en hoedanig ftrafbaar 26;. f5. B. Duynmeijers en Koddebeijers officie 252. 4. B. Duyven houden of en wie geoorloft 155. 6. A. Duplycq hoedanig te nemen 435. 41. B. en 546- 6. B. Dykgiaaf en Heemraden van Rynland by wie, en wanneer ingefteld 19. 26. A. Dykgraaf wat 56. 6. A. Dyken door te fteeken hoe te ftraffen 271. en 290. ix. B. E. -f-" del-luiden welke en hoe te onderfchei- Ji den- 54- A. haar voorrechten en vryheden. 60. 15. A. mogen koopmanfchap dryven behoudens haren adel 124.11. B. Eed fv.'eeren wat 454. 6. B. Eed de Calumnia of en hoedanig by ons gebruikelyk 418. 12. B- Eed by gebrek volle bewys, of, wie en wanneer op te leggen 453. 4 B. Deeling van Üed -vanneer plaats beeft, 455. 7. B. of en wanneer magaangenoomen of gewej*gert werden aldaar 8. 9. en volgg. hoedanig gefchieden moet 456. 13. B. of het Vonnis voorgaat of op den*Eed völgt. aldaar 14. in welke faaken plaats heeüaldaar 15. in Crimineele faaken aldaar 16. of en hoedanig in geldboeten 457. 17. B. inPagters faaken aldaar 18. in faaken van Huwelyk en trouwbeloften aldaar 19. in faaken van injurie 458. 20. B. een valfchen Eed of en hoedanig ftrafbaar 242. 14. B. Egt - fcheyding wanneer en om welke oorfaak plaats heeft. 110. 1. A. om overfpel aldaar. Scheldbrieven te geven of en by wie gebruikelyk en om welke oorf.iaken in. 2 A. by ons buiten de moetwillige verlaating en overfpel van ouds onbekend 113. 3. A. hedendaagsch ook fcheiding ingevoert van Tafel en Bed aldaar. om onbequaamheid tot voortteeüng ris. 5. A. by wie en hoedanig de Kinderen na de fcheiding op te voeden 11S. 6. A. Eigendom wat 148.1. A. volle of gebreklyke 149. A. van enkle of veel begrypende faaken wat en hoe veelerhande aldaar. hoe te bekomen aldaar 2. door overgift. 179. 1. A. van rdbaar of roerende 180. 2. A. en van ontilbaar of onroerend goed 184. 4- A. Eigendom en befit van goederen door wie te verkrygen 187. 6. A. wanneer onder vrugt gebruik begrepen 377. 17. A. Eigendom en vrugt • gebruik hoedanig in Erffenifle te onderfcheiden 377.18. A. Eigenmoord of en wanneer te ftraffen 254. 12. B. Eilanden hoe.en by wie te eigenen 158. 8. A. Eifcher. Sie aanlegger 334 1. den Eifcher of en wanneer hy ten huife van den Schuldenaar moet komen haaien 'tgeen hy hem fchuldig is, of wanneer de Schuldenaar het zelfs moet komen brengen. 341. jg, B. of en wanneer zyn Eysch mag veranderen 402. 5. B. en 411. jo B; Eisch en Conclufie hoedanig intertellen 408. ju  VOORNAAMSTE ZAAKEN. ï. B. 425. 2. B. en 402. B. voor 't Hc 408. 2. B in de Steden en ten Platte Lande 409. 3. B. wat daar in aantemer ken en waar te i.eemen aldaar 4. hoedani, by Provifie aldaar 5. om vrugten en ba ten aldaar 6 van Kollen , Schaden en In trest 410. 7. B. Salutaire Claufule in liiscl en Conclufie hoedanig en van wat krag aldaar 8. of en wanneer te veranderen 402. 5. en 410. n. B. Sie Concludeeren en Conclufie, Eisch, antwoord, replycq en duplycq 435. 44. B. en hoedanig intertellen 426. 6 B. 546. 6. en 549. 11. B en de volgg. Emancipatie, wanneer verftaan werd tc gefchieden 80. 5. A. Endvogel-vangst 155. 6. A. Enqueften valetudinaire 447. 29. B. Error in calculo 418. 14. B. Erfenis wat 298. 1. A. hoe te verkrygen aldaar 2. of en hoe ver een Erfgenaam uyt hoofde van den overleefden gehouden is aldaar 3. Erfenis word verkregen, door Uyterfte wille by verfterf 299. 4. A. Elfenis wanneer verftaan werd aan den Erfgenaam te vervallen 393. r. A. afgaan en verlaaten van Erfenis hoedanig te doen 403. 9 A. aan wie vervalt en hoedanig 404. 10. A. of en wanneer des niettegenftaande de makingen en verbanden pliais hebben aldaar 11. hoedanig om befit van Erfenis te procedeeren 382. 3. B. en voor wat Rechter aldaar. Erfgenaam wie te ftellen 318. 1. A. en wie goed erven mogen, wie niet 324. 9. A. geen Ballingen, of Banditen en die haar by den vyand onthouden aldaar, die handdadig is geweest aan een doodflag mag van denzelven geen goed erven 326. A. geen overwonne Baftaarden van haar ouders aldaar 10. Erfgenaam wie men ftellen mag 332. 2. A. en noodzakelyk voor zeeker gedeelte ftellen moet 334. 5. A. Ouders haare . Kinderen aldaar, en of het ftikwygcnd voorbygaan van Kinderen de uyterfte wil f komt te vernietigen 335. 6. A. Kinderen 1 haar Ouders 337. 7. A. Broeders en Zusters of en wanneer eikanderen tot Erfge- ; naam moeien ftellen. aldaar 8. - Erfgenaam wie, en welke onder het zelve woord te btgrypen 353. 5. en 6. A. 1 Erfgenaam waarin gehouden 395. 3. A. Stilzwygende overgang of en wanneer plaats heeft aldaar 4, of en hoe vt r voor de fchuld van den overleedenen verbonden 295 3. A. en 222. 5. B. Erflating wat 321. 1. A. verdeeling van erflating hoe te verftaan 333. 3 A. voor een gedeelte by uyterfte wil, en voor een gedeelte by verfterf, of en hoedanig beftaat. aldaar 4. Erflating wat, en hoedanig intertellen 35L 1. A. of en hoe ver de onkunde en b< ttigheid van den Schryver de Erflating zou vernietigen 352. 2. A. onderfcheyd tusfchen erflating en inaking 353. 3, A. Laaten en Maaken of en wanneer voor Erflating genoomen werd 353 4. A. onJer hoedanige Mits of Conditie dezelve mag gefchieden 358 10. A. Sie conditie. Erfpagt of en wanneer komt te verjaaren 198. A. Erfpagt-recht wat, en hoedanig te bedingen . 215. 1. A. Verval, of en wanneer plaats heeft 210. 2. A. aan een ander over te doen 217. 3. A. verkopen 218 A. Spiis* fing of en wanneer plaats heeft aldaar 4. ongeval of geleeden fchade of en wanneer afflag geeft 219.5. en 8. A hoedanig Erfpagt word verkregen 220. 6. A. of en hoedanig werd verloren. 221. 7. A. Erffcbeydine wat, en hoe te verftaan 210. 4- B. van meede Erfenis aldaar, van 't zalmen belending en gemengder veur, en aarde hoedanig te doen. aldaar. Elf-tocht wat 215. A. Exceptie wat, en hoe veelerhande 416 r B. hoedanig voor te ftellen 430. 24. B. Declinatoire 416. 2. B. Recufatie van den Rechter, of en hoe verplaats heeft by ons aldaar 3. dilatorie exceptie aldaar 4. E e e e deu  REGISTER. »ei den dag te kort geleid zynde aldaar 5. jegens een Oorlof-of Feestdag geroepen zynde, hoedanig zig te gedragen 417. 6. B. tegens die op eens anders naam pleit koedanig verzet te neemen aldaar 7. Peremptoire exceptie 418. 13- B Exceptien of die voor of na de litis conteftatie moeten voorgewend weiden 419. 15. B by dewelke men mag perfifteeren aldaar 16- Exceptie remiflïve 464- 5- B. Exceptie of verzet van oniietelde gelde of. en wanneer plaais heeft 114 B. en volgg. afftand hier van 116. 5 B. Executie van een vonnis door wie en hoe danig te doen 489 1. B. hoedanig als de Perfoon, of het goed onder een ander Rechtsgebied is 490. 2 B. voor het Hof aldaar 3. hoedanig in Steden, er: ten platten Lande aldaar 4 in reële Zaaken aldaar 5. in enkele perfoneele 49' 6. B. by Sommatie en Renovatie aldaar, op roerende -goederen 49) 7 B hoe en wanneer op onroerende goederen in de Steden en ten platten Lande 493. 9.B. hoedanig van het Hof aldmr 10. by arrest op perfoon en goederen 494 11. en 12. B. by Gyfeüng hoedanig 499 20. B. Surcheantie van Executie 495. 13. B. Bxecutoiren 490. 3. B. en nieuwe letteren van executie 496 16. B. •Exuvie, of Isfue wat, en van wie, en wat goederen te vorderen 413. 13. A. F. Fattoors verbinden haar Meefters 22. 9. B. hebben Recht van haar prasferentie op haar Meefters goed voor haar agterweezen, hoedanig 93. 13. B Falcidie portie wat, en wanneer plaats heeft 405. r. A. Sie Trebellianique portie Fameufe Libellen 273. 3. B Feestdag , te^en een feestdag gedagvaart word uitgefteld 417. 6. B. Feiten boe te bewyfen 439. 1, B. met hoe¬ danige getuygen en met hoe veel 445. 14. B. die tot eenig fsyt verbonden is, of hy met het kort voldaan mag 27. 13. B. Feiten (by) hoedanig te Procedeeren 545. 6. B nieuwe feiten hoedanig intebrengen aldaar 5. Fideicomtnis. Sie Verbonden Erfenis 365. A. Fideicommiflen zyn geprsefereert voor alle andere later >chuld-eifcheren op het goed gekomen uyt den boedel van den Tefta- teur 96. • s. B. FideicommifTaire goederen hoe ver die plaats hebben in gemeenfchap tusfchen Man en Vrouw 164. 4. B. Finantie (3. 10. A. Fiscaal zyn officie wat 503. 4 B. en Juris- dier e aldaar Frauden. Sie bmotkel 522. 1. B. Frauduleufe Tranfporten 189. A. G. Galg, of een dogter iemand van de galg mag verbidden met hem te willen trouwen 319. B. Gecommitteerde Raden 13. 15. A. Gedaantgeving of, en wanneer eygendom geeft 175- 3- A. Gedelegeerde Rechters wat, en welke 376. 1. B Gedeputeerde tot het hooren van de Reekeninu 13. 15. A. Geeftelyke en haar Vierfchaar 68- 1. en 2. A. en 71. 5. A. en 383 7- B. haar voorrechten 69 3. A. Geeft, lyke goederen of, en hoe ver die aan de geeftelykheid by erfenis komen mogen 70.4 A. welkeen hoedanig aan de gemeene Zaak vervallen 273. 6.A. Canonefyen tot Utiecbt de Abtdye ran Rynshurg, Leeuwenhorst en ter Lee, de orde van St. Jan tot Jerufalem, by die van Maltba daar van uytgezon iert en waarom ingefielt 274. 7 A Ge^ftelyk recht hoedanig by ons io gebruyk 71. 5-A. Geld-  VOORNAAMSTE ZAAKEN. Geld - gewin. Sie Intereffe 51. 1. B. Celd- Lening waarin beftaat, hoe gefchied, en of het zelve wandelbaar is 49. 2. B. aan een minderjaarige Zoon geld leenen of en hoe ver de Vader daar voor verbonden. 26. 11. B. Geleerde en ongeleerde onderfcheyil en haar voorrechten 73. 6. A. Gemeene Lands Middelen hoe te procedeeren 533. 2. B. waar en voor wie te berechten 383- 6. B. hoedanig voorrecht by preferentie voor en nevens andere hebben 89. 10. B. Gemeenfchap wat 160. 1. B. en hoe veelerhande 162. 2. B. Stilzwygende ©f legaale gemeenfchap van goederen in welk geval plaats heeft of niet aldaar. Gemeenfchap van Goederen tuftchen Man en Vrouw 163. 3. B. Leen-en verbondengoederen of, en hoe ver daar onder begrepen 164. 4. B. of dezelve ook plaats heeft in het tweede huwelyk daar voorkinderen zyn aldaar 5. Item , of in Schulden voor dato van het huwelyk gemaakt 165. 6. B of en wanneer dezelve plaats heeft, tuffchen een Weduw, of Weduwnaar en zyn of haar voorkinderen 166. 7. B. of dezelve overgaat tot het tweede Huwelyk en hoedanig in fuik een geval de Boedels moeten werden gedeelt. 168. 8. B. of meede plaats heeft in Erffeniffen en goederen die van buyten aankomen 169. 9. B. hoedanige deelen in Winst en Verlies in gemeenfchap van zeeker goed 170. 10. B. Wanneer ophoud en eyndigt 171. 11. B. Gemeenfchap van Winst en Verlies hoe te verftaan en wat daaronder begreepen 169. 9- B. geen Erffeniffen 179. 6. B. of daar ook onder begrepen zyn de Borgtogten by den Man aangegaan aldaar 7. het Huwelyks goed van de Kinderen of verftaan werd uyt den gemeenen boedel te gaan 443. 2. A. Sie Huwelyks goed. Gemeenfchaps-deeling 207. 1. B. Sie ScheytMng, meer 't zamen fchuldige by de ge- meenfchaps erffenis of anders of en wanneer in 't geheel of voor haar aandeel aanfpreekelyk 337. u. B. Gemeene Valschheid waar in beftaat en hoe te Straffen 242. 13. B. Gemengder veur en aarde hoe te fcheyden 208. B. ende volgg. Generale Staaten 11. 10. A. Generaliteyts vergadering u. i0. A. Rekenkamer. 12. 13. A. Generaal verband wat en hoe te doen 228. A. gaat voor alle andere onverfekerde* fchulden 98. 19. B. of en hoe ver jegens een derde befitter plaats heeft aldaar. Sie Pand en Prat/eremie. Gerard Bikkeren Alida Konings Proces 19a 4. B. Gerecht, die van den Gerechte wie, en haar rechtsgebied 15. 19, A. Gerechts -boode wie, en haar ampt 349. r. en 12. B. haar teyken 350. 6. B. of'en* hoedanig geloof hebben aldaar 7. envolze Gefchenken. Zie Giften. Gefchillen welke by overkomst geflegt mogen werden 458. 1. B. Gefigt verbod 287. 17. A. Geftolen goed hoedanig op te eifchen 1S0 3. A. die geftolen goed opkopen of en hoedanig te ftrafren. 290.12. B. Geftrande goederen. Sic Zee-vonden. Gefchrift op een anders papier gefchreeven, aan wien het gefchrift moet volgen 176. 4. A. b Gefchriften of Inftrumenten welke 100. 20. B. Sie Inftrumenten. Gefchriften voor 't Gerecht hoedanig 442. 7. B. Getuigen, wie niet mogen zyn 444. 15, jj, in geen eygen Saak aldaar 17. en 18*. of en wanneer men getuygenis der waarheid mag weigeren 445.'21. B. getuygenis van hooren zeggen, of en van wat kragt, en wanneer plaats heeft 445. 24. B. hooren en beëedigen van getuygen by wie, en hoe te doen 446. 25. B. in da Steeden en ten platten Lande ho» ge- Eeeea bru».  REGIS TER der bruykelyk 447- 3°- B. of ook in tegenwoordigheid van Partyen moet gefchieden 446. 26. B. een getuyge alleen maakt geen bewys 445- 23- B. een getuyge beneden de 14 Jaar maakt een Teftament kragteloos. 309. 8. A. Sie verders Testament. Geven om geven', doen om doen &c. 105. I. B. berouw en afgang of en wanneer plaats heeft. 106. 3- B. by ons uytgeflooten 107. B. Gevonden Schatten en Goederen hoe, en by wie te eygenen 168. 13- A. Geweld wat, en hoe te ftraffen 268. r. B. Gewillekeurde Rechters wat 377. 3- B. Gewillekeutde verbintenis wat, en haare verdeeling 116. B. Gewysde van een Rechter van wat kragt 31. 12. A. hoe en wanneer voor de rech te waarheid te houden 470. 11. B. hoedanig te ftellen, en wat daarin waar te neemen 46$. 10. B. Zie Sententie. Giften en gefchenken '.vat 212. 1. B. hoe veelerhande aldaar, of en hoedanig beliragtigt werden door de aanneeminge 213, a. B. boven de 500 Roomfche goud-gulden of en hoedanig beftaan mogen aldaar 3. hoe veel 't zelve in onze munt uytbrengt 214. 4. B. of een gift boven de 500 Roomfche guldens anders als Wettelyk verleyd in het geheele, of voor het geen dezelve meer bedraagt komt te vervallen 215. 5 B. van al het goed of, en hoedanig beftaan mag aldaar. 6. B. Giften en gefchenken of en wanneer vervallen en weerroepen mogen werden 216. 7. B. Giften en gefchenken tuffchen Man en Vrouw ftaande Huwelyk van geene waarde 187. 14. B. ten waare Huwelyks gift, Juweelen of morgengave &c. aldaar. Gods-Laftering wat, en hoe te ftraffen 235. 5 B Goede Mannen wie. en hoedanig van Arbiters te ondei fcbeyden 377. 6. en volgg. B. Goot -©fKruyn- Recht. 286. u. A. Gouden Zilver wat, en hoe te verftaan 21. A. Goud-gulden. Sie Rtomfcbe gtud-gulden 214. B. Graden van maagfchap hoe te tellen 49. e» volgg. A. Sie Maagtaaien. Gratiën en beneficiën welke, en hoeveeler^ bande 34. 3. A. Graven 142, 9, A. Sie Doodgraven. Graavwat, en hoe veelerhande 56. 6. A, wanneer erflyk gemaakt 57. 7. A. Graaven van Holland wanneer en hoe gefteld 8. 3. A. hoedanige Wetten onderworpen. 9. 4. A. wanneer, en by wie overtreden. 19. 5. A. Graaveiykshtid Rekenkamer 13. 17. A. Gratiën, Pardonnen &c. hoe te verkrygeB 34- 3- A. Griphiers of Secretaris ampt 329. 5, B. Griven a Minima 487. 26. B. Grond fcharing 208. en volgg. B. Grond. Dat op iemands grond gebouwd of gefaayt werd volgt den grond Eigenaar 175- 2. A. Grootvader is by gebrek gehouden in de opvoeding van her kind dat zyn Zoon in» on-egt heeft geteelt 83. A. Groote Komans payment 24.2. 19. A. Guarand en Guarandeeren wat , by wie^ hoe, en wanneer te doen. 126. 3. B. Guarand (Dag om) of en wanneer te vei? zoeken. 418. 11. B. IL Hals-recht werd by ons zonder onder* fcheyd by alle Magiftraaten en Ovei* heeden gepleegd 333. 5. B. Handligting 80. 5. A. Handfehrift verlooren, of vermist hoedanig te verftaan of te rechten. 300. B. Handfehrift die geteekend van wat geloof 442 10 B. Hand-vulling. Sie Provifie van NamptiJJe* ment 397. 6. B Havery wat, en hoe veelerhande 217.1. B. bj  VOORNAAMSTE ZAAKEN. by wie te dragen en te gelden, en ov< welke goederen 219.2. B. over welke e hoedanige fchade 270. 3. B hoedani Schatting van de behouden en ver.'oore Goederen in Havery te doen. aa». 4. f Heemraden en Dykgraaf van Rynland b wie en wanneer ingefteld. 19. 26. A. Heer. gewaden 2f5i. A Sie Leen - recbt. Heeren wegen 290, A. Heimelyke Tranfporten hoe te vernietigei 188. 8 A. Herbergiers zyn voor haar knegts gehoudei 292 3. B. Herrekening 418. 14. b. Herftelling wat, en van welke faken te ge ven 310. 1. en 4. b. by en van wie te verzoeken 311. 2. B. binnen wat tyd 312 3 B. van bedrog over de helft in de Koor hoe te verftaan 146. 5, en 313. B. in dronkenfehap 147. 6. b. tegen openbaare verkoopingen werd geen herftelling vergund 148 7. B. geen herftelling jegens misdaaden 315. B. Hertog wat 56. 5. a. wanneer erflyk gemaakt 57. 7. A. Hoerderye of, en boe te ftraffen 281. 11. b. van ouds toegelaaten 282 B. Hof-rechten 26r. A. Sie Leenrecht. Het HofProvintiaal wanneer, en by wie opgeregt 20. 29, A. en haar Rechtsgebied wat en hoedanig 392. 4. B. Het Hof en Hoogen-Raad mogen geen Posfeflbire provifie verleenen in faken de Jagt en wilderniflê rakende 554. 10. B. Hoogen - Raad haar rechtsgebied wat en hoedanig 394. 5. B. Hogen-Raad tot IV.echelen by wie, en wanneer ingeftelt, en wanneer in den Hage overgebragt 20. 29 A Hoger beroep 472. B. Sie Appél. Holland van ouds een vrye Republycq. 8. 2. A. van niemand te leen gehouden 232.' 16. Ak flollandfchen Leeuw wat, en van hoedanige waarde 242. 22 A. UoUaadfchenAdei.Sie Adel 50.4. a. r Hollende wagen. 292. 5 Sie Voerman. n Hoogfte mast - fchending wat, en wau 1 in bel ftaat 231. 1 B. hoe te ftraffen 232 2 B n Hoon wat, en waarin beftaat ^74 4 b ' ! HoutvefLr en Meefte. knaapen by wie ' en f wanneer ingefteld 20. 27. A dcffelfs Rechtsgebied en . roceduren 552 1 »»n 6. B. hoe veel maal zy 1 jaa.s te recht zitten, en over welke zaaken aldaar 2. en 3. I by kort-recht in welke faaken 553. 7 B.van welke Vonniffen te appelleeren, en 1 aan wie en van welke,niet aldaar 2. & 9. Executie van haar Vonniffen by de Deurwaarders van *t Hof te doen aldaar 5. Huur gaat voor Koop naar plaats heeft en hoe te verftaan 153. 7. B. Huur wat 149. 1. B. wanneer voltrokken, aldaar 2. of en wanneer Schrift noodzakelyk aldaar 3. het gehuurde hoe te gebruiken iSo. 4. B. de huur aan een ander overtedoen of en wanneer aldaar, en 151. B. Laften en Ongelden by wie te dragen aldaar 5. Vernieuwen van Kaden, Wegen, Slooten , Dyken, Watermolens, of en voor hoe veel by den Huurder te dragen 152. B. wanneer Huur eyndigt en by welk geval vervalt aldaar 6. wanneer ftilzwygende verftaan werd verlengd te zyn aldaar, en 155- 8. of en wannelr de Huur ook voor de tyd uit is 153 7 B. voor hoe veel jaaren te maaken 157. o. ti. verhuurden dienst of arbeid van een mensch of beest hoe te verftaan 188 1 B. hoedanig tuffchen Meefters en Dienst', boden 159. 2. B. tuffchen Kooplieden Schippers en Bootsgezellen aldaar 3. voor de huur van Huifen of Landen is verbonden al dat op de grond gevonden werd 91. 12. B. Huysbraak 270. 3. B. Huys-Dienstbaarheid wat,en welke 282 r A. gebouw dragende aldaar 2 en 4. op of tegens een gemeene muur hoedanig te bouwen aldaar 3. de gemeenfchap van een muur hoe te onderfcheyden en gebruiken 283. 5. A. In- ankering wat 28< E e e e 3 fi. A.  REGISTER ast 6.A. everftek aldaar 7. Drop-recht aldaar 8. Drop-vang 2S6. 9 A. Waterloop aldaar 10. Goot-of Kruyn-recht aldaar 11. belet van hoger timmering aldaar 12. Vry ligt 287 13. A. Vry-uytfigt aldaar 14. Venfter-recbt aldaar 15. en 16. Gelichtverbod cWaar 17. Dienstbaarheeden in Verbod beftaande kunnen door geen Verjaaring van enkel befit verkreegen worden 287- 18- A- , „ ... Huysheer heeft recht op den Huysraad 111 t huys gebragt 91. 12. f5. Huysmeefter of en hoe ver tot vergoeding van fchade verbonden, door het geene uit zyn huys geworpen of gegoten werd 291. a. B. Huysraad hoedanig in Togt te gebuuken 208. 7- A. Huysraad en Inboedel wat, en hoe te verftaan 386. 18. en 19. A. Huwelyk wat, en deflelfs Oorfprong 90. 1. A. mag niet beftaan als tuffchen één Man en één Wyf 91. 2. A. in wat Jaaren toegelaten 92. A. wat tot voltrekken van ouds en hedendaagsch nodig 93. 3. A. of en wanneer de Huwelyks gebooden mogen worden verkort 95- 4- A. of iemand uitlandig zynde door voimagt kan getrouwt worden 96. 5.A. van minderjarige mag niet beftaan zonder Confent van haar ouders of de langstlevende van dien, 96. 6. A Wettige Oorzaaken waarom de Ouders de voortgang van de meerderjaarige Kinderen Huwelyk mogen beletten j>8. 7. A. en 102. 10. A. tegen het weygeren en afftaan van de gebooden mag niet geappelleerd werden 99. 8. A. bewilliging der Voogden onnodig als op fommige plaatzen daar zulks duydelyk ingevoerd is ico 9 A. Wettige Ooifaken, tot het belet van ten Huwelyk 102. 10. A. Te na Maagfchap om te mogen trouwen 103. 12. A. of en hoe ver in Swagerfchap 105. 13. A. of iemand fyn vooroverleeden Vrouws fufters Dogter of mansbroeders Soon mag trouwen. Item zyn Stiefvader of Stiefmoeders Weduwe «f zyns Huys vrouws Ooms of broeders Weduwe 105. 13.A. Tweede of vorder Huwelyk binnen wat tyd en onder wat bepaling toegelaten 108. 14. A. Huwelyk wanneer, en hoe te fcheyden 110. A. by 't leven gefcheiden zynde by wie, en hoedanig de Kinderen op te voeden 116. 6. A. Sie Echt Jcheiding. Huwelyk maakt minderjaarige mondig 130.' 11. A. Huwelyks giften of, en wanneer die gemeen zyn 187. 14. B. Huwelyks Goed van Kinderen gaat uit den gemeenen Boedel 442. 2. A. of Kinderen daarvan Intreft moeten inbrengen, jegens andere Kinderen die geen Huwelyks goed genoten hebben 442. 1. A. Huwelykfe Voorwaarden, hoe te verftaan en van wat kragt 173. 1. B. Vrye Keur van de Vrouwen of fy haar aan de gemeenfchap van Winst en Verlies zullen houden of niet 174. 2. B. Winst en Verlies uytgellooten of en hoevereen Vrouw binnen dien is verbonden 175. 3. B. Verbod van Vervreemding, befwaring der Vrouwen Goederen, by den Man te doen of en hoe ver plaats heeft ten opzigt van een derde atóaar 4. het welk niet uytdrukkelyk by voorwaarden uytgeflooten is blyft gemeen 178. 5. B. onder Winst en Verlies geen Erffeniffen &C. te reekenen179 6. B. of daar onder ook begreepen zyn borgtogten by den Man aangegaan aldaar 7. van een Perfoon die Voor-kinderen heeft niet meer te bedingen als een Kinds-gedeelte 180.8. B. betKinds-gedeelte by verfterf van alle of eenige der VoorKinderen hoe te reekenen 191. 9. B. het Voordeel by HuwelykfeVoorwaarden bedongen vervalt door overfpel 183. 10. B, Huwelykfe Voorwaarden wanneer kragt van Uiterfte wil hebben en beftaan 183. 11, B. niet anders als by uyterfte wil te bree»s ken 184. 12. B. of daar door de gemeen* fchap wedeioin plaats heeft. 186. B.  VOORNAAMSTE ZAAKEN Hypotheecq. Sie Pandgeeving. i. j. Jacoba Gravin van Holland haar verfchey den Huwelyken by ': leeven van ee en dezelve voor onwettelyk verklaar 113. 4. A. Jaarlykfe Legaaten, of. en wanneer haa begin en eynde hebben 392 40 A. Jagt en Jagen by wie, en hoe ver geoor looft 152 2 A. Jagt bedryt en Saken van de WilderniiTet hanr "roceduuren voor den Houtvefter ei Me-fterknapen 552. 1. en 553 6. B. Impoften Sie Haoe* Penning op de Collate raale Succ ffie 411. 12. A. van welke goedere te geven altaar. Inboedel w« 386. 18- A. Inboedel hoedanig in Togt te gebruyker 208. 7 A. Inboorlingen welke en haar voorrecht 63 1. A. Inb'eng 442. A. Sie Collatie. Indien. Sie Conditie. Inductie war 30-j. 5 B. van wat kracht aldaar. Sie Auerminatie Inheimen of Inlanders Wat 63. 1. A. Inhibitie van Executie of en hoedanig te verleenen 474. 3. B. tot ho.'danige fom geen inhibitie mag werden verleend 484 I?. B hoedanig op dt inhibitie tot zekeren dage of dien dag al 486 23 B. van wat Kragt zodanige ir hibitieaMaar 24. Injurie wat, en hoe te beieren 27L 1. il. hoe te boeten 429. 18. B. binnen jvat tyd te inftitueeren 273. 3. B en 195. 6. A Inleiding in het befit van Erf nis voor wie, en wanneer noodzakelyk 395. 5. A. en 427 12 B. Infpecïie oculaire wat, en van wat kragt 43o. 7- B b Inftitutie. Sie Erflating Infchulden Sie Naafting. Inftrumenten ofgeicbntien, welke, en boe veelerhande, en van wat kragt in 't bewys ftTumetóen 1C°' 2°' B' SiC FtiU^U! Inftrumenten en Gereedfchappen tot de ■ Bouw-neering te fteelen hoe te ftraffen ' 204 o. li. Intendit hoedanig intebrengen en van wat Uirflag 406. 7. B. • Intereffe wat 51. ï. B. hoe hoog te bedingen 52 2. B. welke zoo wanneer niet uvtgedrukt is, hoe veel aldaar 3 hoe lans dezelve verftaan werd te loopen, als de maar voor zeekeren ty.t bedongen is 53 o B ' betaling van Jaarlykfrhe Interest buyten beding, of, en hoe ver iemand verbind 55. 5. B. Intrest van Intrest niet te bedingen 5(5-6 B of en wanneer iemand fchuldig is 57. 7. B. Stilzwygende Intrest aldaar 8. en 59. »o. en u. B. hoe en wanneer de loop van Intrest ophoud 59 12 B of door arrest geftuyt word 58. 9. B. Intrest van makingen cn befwaarde Erfenis 5» 10. B van Kufting Penningen ald:ar 11'. Intrest of, en hoe ver, benevens d. hoofdfom, werden gepraeferterd 103 2? B Interinemtnt van Gratiën, Pardon &c. 318, c. B. Bithfmatie 478. 10. B Inventaris Sie Ben ficie van Inventaris Inventaris en Staat van Weeskinderen Goederen of hoedanig en wanneer te maa. ken 126. 6 A. daarin niet te verzwyeea op verbeurte 127 7. A. Staat en Inventaris te eifchen of en wanneer den Erfgenaam mag werden verbonden 361. ir> B. Jonge Kinderen misdoen nier 227. 6 B Jurisdictie, hoog, laag en Middelbaar '. Land-Verraderye hoe te ftraffen 230. B. n Land-Winning 317. 3. B. Last-geving w-at 197. i.B. algemeene of by1 zondere aldaar 2. enkele of met volle magt : 198. 4. B. om eed te zweeren en opdragt : te doen hoedanig aldaar 3. uytdrukkelyke of ftilzwygende aldaar 5. wie Last geven of aanneemen mogen 199. 6. B. van welke Saaken aldaar 7. de Last-aanneemer of en hoe ver verbonden , en wat hy moet verantwoorden aldaar 8. en 9. Last-gever wat, en waarin gehouden aldaar 10. wanneer de Last eyndigt. 200- ir. B. Last-en Bewindhebbers , of en wanneer voor haar Meefters fchulden befet mogen werden 364. 11. B. Laften en Ongelden van gehuurd Land by wie te dragen 151. 5. B. Lafter, wat en hoe te beteren 272.1. B. Honorable en Profitable amende aldaar en 273. B. Leen - goederen. Sie Naafting of die in gemeenfchap tusfchen Man en Vrouw plaats hebben of niet 164. 4. B. Leen-Hof en Leen-gerecht wat, en hoedanig werd gehouden 20. 30. A. by wie ea' wanneer opgerecht aldaar. Leen-recht. (Oorfprong van het) by wie, en van waar ingevoert 243. 1. A. Leen-recht wat 245. 2. A. beftaat in onroerend goed 246. 3. A. qunde of rechte Hollandfche Leenen 247. 4. A. goede Leenen welke, en hoedanig verfterven «/daar 5. Leenen onfplisbaar behalven in Zeeland 248. 6. A hoe te gebruyken al. daar 7. Oorfprong van de Hollandfche Leenen niet uyt der Graaven boefem, maar uyt eigen opdragt, en wederom te leen ontvangen van de Ingezeetenen 249. 8. en 9 A. in Friesland geen Leengoed bekend en waarom altaar 10. hoedanige» Verbintenis tusfchen de Heer en zyn Leenman 250.11. A. Heervaarten aldaar 12. of en hoe ver van die Dienften ontflagen aldaar 13. Eed van getrouwheid van den Leenman 251.,14. A. wat, wanFfff * «eer,  RE* ï S TER der neer, en ann wie te doen aldaar. Heerlyke en Adelyke Leenen 252. 15. A. Het Graavfchap vanHollard nooit van iemand te Leen gehouden aldaar 10. Sonne - Leenen aldaar ij. gemeene Leenen aldaar 18. Leen hoe te bekoomen werd der uitgaaf 253. r. A. verfterf van Leengoed 254. 2. A. of door reprKfentatie plaat? heeft 255. 3. A Vervreemding by Teftament, Octroy en Toelating 256. 4. A. by overdragt of anders te doen 257. A. Reftoir of en wanneer te doen 258. 7. A. Hof-rechten 261. 1. A. Heer-gewaden wat 262 2 A wat en welke, zoo wanneer by de Brie ven in 't byzonder niets is uytgedrukr 265. 3. en 4. A. of, en wanneer te betaden 266. S. A. Confirmatie wat, en wanneer genoeg is aldaar 6, Leen-goed hoe te gebrtiyktn 248. 7. A. by welke Perfoonen te bezitten aldaar 6Leen-recht of en hoedanig verlooren werd 267. 1 A. door verjaaring aldaar 2. door quyting aldaar 3. door verbeurte of verzuym 268. 4- en 5. A. door gebrek van rechte Leen-volgeis 269. 6. A. Leenroerige Saaken welke, en voor wie te befleg;en 390. 9. B. Legaal Hypotheecq 87. B. Sie Pandgeving en Ptie;ermtie, Legaaten. Sie Maakingen. Legatarisfen recht van Pisfjrentie 96.15.B, Legitimatie wat 46. 5. A. Legitime Portie wat, en hoe vee! 341 1. A. h >e veel,als Ouders met en benevens Broeders ei. Sufters erven 341. 3. A. of en wat in de Legitime Portie mag werden gekort,ennangereekent '44 4 A. de Kinds-KinHeren ha geen haar Oudeis genooten hebben 346.5. A. Legitime Portie beftaat in vollen Eygendom 348 8 A. en heeft repraj'entatie plaats 346.5. A. of en wat onderfcheid tusfeh-jr de egitime i'ortieder Kinderen, of Ou Iers 341,1. A Legitime Portie ka:i belast worden als bet ten voordeel der Kinderen is 349 9.A. item voor zeekeren tyd uytgefteld aldaar 10 Legitime en Trebellimique Partje't zamen komende, maken altyd de helft 409. 9. B. Legitimeeren. Sie Wettig madktn 46. 5. A. Lettres requifitoriaal om getuygen te hoo» ren 446 26. B. Levering by willig Decreet 128. 5. B, Limyt-Scheyding van Gronden en Huyfen 210. 4. B. Lombard. Sie Bank van Leening. Losfing van Renten, met wat voor Geld, en hoe te verftaan 237. en 238. A, Pagten, Eifpagten welke, wanneer, en hoe te vet ftaan 233. 6. A. Lyfftraffelyke Saaken overal te berechten 370. 29. B. Lvftogt !09. 9. A. Lyfiogter hoedar ig het Goed moet gebruy. ken 208 7 en 10. A. welke Laften bv hem t< dragen 212 11. A. Ly-weg 290. A. M. M aagfehap en Verwantfchap wat43. r. A. Iviaagfchap in Zwagerfchap hoe ver te reekenen 53. 9. A. in Erffenisfen hoe ver 439. A. nedergaande en wie daar onder te reekenen 418. 3. A. opgaande 421. 6. A Zydmagen aldaar 7, Maagtaaien hoe te reekenen en onderfcheyden 49 1. A. van Chriftus, anders by Matthasus, anders by Lucas, hoe te verftaan 49. 2. A. hoedanig te tellen 50. 3. A na de Roomfche Rechten 51. 7. A- inde Geeftelyke Rechten aldaar?,, te na Ma-igfchap om niet eikanderen te mogen tron> wen. 103. 12. A, Maatfchap wat 160. B. en hoe veelerhande 162. 2. B. Maat by den Hoop zonder maat, hoe te verftaan 130. 7. li. Magt der Overheeden, waar in die voor- namelyk bsft.iat 33. A. Maintenue 396. 5. B. Makelaars, of en wat geloof in haar aanteekening 443. 12. B. Maken enLaten, wanneer voor Erffenis en Erfftelling te reekenen is 353 3. A, Making of Legaat wat 380. i. A. hoedanig van  VOORNAAMSTE ZAAKEN. fan Erf-lating te onderfcheiden 353. 3. A. of en hoedarig aan onzeekere Peifoonen 380. 2. A. aan Gemeenten, Steeden, Godshuyfen, Vergaderingen aldaar 3. aan den Armen, hoe te verftaan aldaar 4. Misfing in den Naam van den Perfoon of van het goed, of en wanneer de making vernietigt 381. 5. A. hoedanig in making van Geld, daar de aanwyzing met de begrooting van de Som niet overeen komt 382. 6. A. een van twee of meer Saaken zonder onderfcheid weg gemaakt, van welke te verftaan, en wie de Keur heeft 383. 7. A. Making. van hoedanige Goederen gefchieden mag 383. 8. A. of en hoedanig van een andermans Goed aldaar 9. een bezwaarde of veronderpande Saak aldaar 10, van een ftuk Goed met een ander gemeen 384. ir. A. van Leen-Goed aldaar 12. van Vrugt -gebruyk aldaar 13. van 't geene den making - beurder zelf of een ander fchuldig is 385. 15. A. Making van een Kudde, wat daar onder e verftaan 385. r6. A. onder Vee wat aldaar 17. Inboedel 386. 18. A. Huysraad aldaar 19. Kleynodien en Juweelen aldaar 20.Goud en Zilver 387. 21. A. Kleederen aldaar 22. Onderhoud aldaar 23. en 24. Toebehooren van Huys, Land of Wooning, hoe te verftaan 388. 25. A. Making aan de"n Erfgenaam, of en wanneer zonder aanvaarden van de EriFenis mag •genooten werden 391. 37. A. Makingen mogen gefteld worden onder een Indien, mits, opdat, tegen,nf tp [eekeren ty i 290. 32. A. Making tegen zeekeren ty I, of en wanneer by vooraffterven van den making-beurder vervalt aldaar 33. wanneer niet aldaar 34. Makingen of en binnen wat tyd moeten werden voldaan 392. 39. A. Jaarlykfche Makingen , ofen wanneer vervallen aldaar 40. Malle Menfchen misdoen niet 227. 6. B. Man is voogd over zyn Vrouw 40, 7. A. Man en Vrouw Voor-Kinderen hebbende, mogen elkander niets meer maken als een Kinds-gedeelte 180. 8. B. nochte aan de Voor-Kinderen aldaar, maar wel aan de Na-Kinderen 181. B. tot Utrecht mogen zy elkander niets meer maken als de lyftogt 33r. 18. A. Tot Delft niet anders als reciproce over en weder over aldaar 19. ofen wanneer eikanderen verbinden geen ander Teftament temaaken 322.8. A.' Mandament Pcenaal, hoe en wanneer te verzoeken 393. en 427. B. Manier van Procedeeren. Sie Rechtsvordering in Saaken van Rechten 435.12. B. Mannen en Vrouwen onderfcheid aangaande het recht 38. 1. A. wanneer haar ten Huwelyk mogen begeeven 38. 2. A. of en wanneer voor eikanderen aanfpreekelyk 337- 13- B. Mark-graav wat 57. A. wanneer erffelyk gemaakt aldaar. Mark-Schippers en ordre op de verzeekcring van Pakgoederen by haar te voeren 25. B. Mede Reders van een Schip waarin gehouden , en hoe ver elk van hun mag aangefproken werden 22. 9 B Medicyn meefter, of Artz in 2yn Kunst misfende, ofen hoe ver ftrafbaar 292.4. B. Meede-fchuld 32. B. Sie Borgtogt. Meerderjaarig Het Huwelyk maakt de Kinderen meerderjaarig 79. 4. A. of en hoedanig dezelve het Confent van de Ouders van noden hebben 98. 7. A. Meerderjaarige. wie en wanneer 75.1.2. A. Meefter- Knaapen welke,hoedanig voordezelve te Procedeeren , en hoe veel maal '«jaars te recht zitten 552. 2, B. welke Saaken by dezelve te berechten aldaar 3. Memorien en Advertisfeuienten van Rechten 43S. 43. B. Memorien, Schriftuuren van Memon'en wat, en hoedarig intertellen 543. 2. B. Menfchen Alle Menfchen zyn by ons van geboorte vrye Luyden 37. 4. A. haar verdeeling het Recht aangaande 38. 5. A. Mes - trekken ftrafbaar 260. B. Ff ff 2 Me(  REGISTER der Mette voet te ftooten wat 130. 7. B. Minderjaarige welke 76. 3. A. geen Huwelyk aangaan zonder confent van haar Ouders 96. 6. A. of en hoe ver eikanderen by Teftament zonder confent van Ouders of Voogden &c. wat maaken mogen 330. 16. A. of en hoe ver zig by overkomst verbinden mogen 13. 3. B. Minderjaarige mogen geen aanleggers zyn, ie zonder confent van haar Voogden 335. r 5- B. Minderjaarige waar terecht te ftaan 359. 5-B. Minderjaarige geen Geld te leenen, of te borgen 26. ïl. B. Misbruyk in de Vierfchaar van de Univerfiteit tot Leyden, in 't weygeren van Copyen en Communicatie van Stukken 515. 21. B. Misdaad wat, en hoe te verftaan 223. r. B. die een ander belast of raad en daad geeft, is meede fchuldig 227. 3. B. Wie de befchuldiging en aanklagt doen, en vervolgen mou 230. 8. B. hoe te onderfcheiden aldaar 9. enkel verzuym in Misdaad,''of en hoedanig ftrafbaar 223. 1. B. Misdaad in 't gemeen, h»e te ftraffen 316. B. wanneer om een Misdaad criminaliter of civiliter mag werden aangeleid 503. 3. B. Ordinaire of Extraordinaire 504. 7. B. Misdaad tegen het leven 245 1. B. Sie Deodjlaan. tegens het Lichaam 258. 1. B. hoedanig te ftraffen 259. 2. B. tegens de aangeboorene Vryheid 268. B. tegens de Eer en goede Naam 272. B. tegens het Goed 283. B. Sie Dieftg. Misdaad, jegens misdaad geen herftelling 315- B. Misdaads gelyk 291. B. Miferahje Perfoonen, wie en welke daar onder begreepen 359. 5. B. waar te recht te ftaan aldaar. Misflag van een Advocaat niet ftrafbaar 240. ji B. Mits, of, opd»t, hoe ver van Indien verfchMd 361. 17. A. Molen-gelden 541. B. Mondig werden. Sie meer derjaarige. Mondige wie 75. 1. A. Onmondige 76. 3. B. Monopolie , of gemaakte dierte ftrafbaar 244. 17. B. verboden 145. 3. B. Morgen, gaven, of die in gemeenfchap van den Boedel komen 186. 13. B. hoedanig en hoe ver by ons plaats hebben, in Voorgang-recht. 93. 14. B. Moord van Prins Willem zwaai lyk gefhaft 233- 3- B. Muur-muragie, hoedanig te betimmeren 282. 3. en 283- 5- A. " N. Naamloze handelingen wat, en welke 105. ii B. Naafte Vrienden welke, en hoedanig te verftaan 37Ó. 16. A. Naafting uyt beding wat 132. 1. B. of voor een nieuwe Koop te reekenen; en den Naafter den tweeden 40. Penning fchuldig is 134. 2. B. wanneer het zelve recht ophoud aldaar 3. Narfting buyten beding wat, en hoe veelerhande aldaar 4. hoedanig dezelve moet gefchieden aldaar 5. algemeene van Leengoederen , Benten, Infchulden 136. 6. B. byzondere op welke Plaatzen gebruykelyk 138. 7. B. hoedanig die raderhand te reekenen aldaar 8. Recht met den houde wat 1*39.9. B. Naasting in Meede-i genoomen 88. A. Opvoeding,wat daaronder te reekenen 85.A.' Ordinaire of extraordinaire te Procedeeren , wanneer, en in welke Saaken 504. 7. B. enie volgg. hoe te verzoeken dat men in ordinaris Proces ontfangen werd. 511. 14. B. Ouders magt over haare Kinderen wat, en hoe groot 77. 1. A. vrugt-geb.uyk der kinderen goederen byde Ouders niet verder te genieten, als tot derzelver opvoeding 78. 2. A. wanneer en by welke gevallen de kinderen van de magt harer Ouders ontflagen werden 79. 4. envolgg A. Ouders confent tot het huwelyk van haare kinderen nootzakelyk 96. 6. A. het gunt der kinderen in de magt en kost van haar Ouders komen te winnen, komt de Ouders toe. 187. 7- en 445. 4. A. Ouders, of en hoe ver voor haar kinderen verbonden 20. 8. B Ouders, zyn Oudeis met woorden of wer* ken te beleedigen ten hoogften ftrafbaar 266. 7. B. Oude • Leggers van wat geloof 442. 9. B. Overheeden magt waar in die voornamelyk beftaat. 33. A. Overkomst (Dadelyke). Sie verbintenis uyt overkomst. Overkomst van twiftige Saaken 458. ï. B. welke Saaken by overkomst geflegt mogen worden aldaar, geen quajftien over het gunt iemand tot zyn onderhoud |emaakt is 459. 2. B. geen gefchillen fpruitende uit uiterfte willen, die nog niet geopend zyn  VOORNAAMSTE ZAAKEN. 2yn aldaar 3. geen misdaaden ten zy &c. 46». 4. B. Sie verbintenis uit overkomst. Overgift van eigendom van roerend of onroerend goed 18 7- 5- A. Sie oparagt. Overjaarige en haar recht 75. 2. A. Over-zeylen, wanneer en hoedanig te beteren 204. 7. B. Over-fetting 303. 10. B. Sie Asjignatie. Overfpel wat 276. 7. B. met een gehuwde of ongehuwde, ofen hoedanig gepleegd en geftraft werd 277. 8. B. Een overfpeelder verliest al het voordeel, dat hem anders van zyn Echt-genoot zou opkomen «Waar. en 331 20 A. en 183. 10. B. of een Man zyn vrouw in overfpel bevindende, den overfpeelder mag dooden 278. B. Overwonne Balbaarden niet te wettigen 48. 7. A. mogen van haar Ouders by Teftament geen Goed erven, als alléén haar opvoed'ng 326, 10 A. mogen wel Teftament maken 320. 5. A. Overwyfing. Sie Asfignatie. V p JL aarde-Dieven , hoe te ftraffen 2S8. 5. B. Pacificatie van Genê 11. 6. A. Pagten of Renten 215. A. en 229. A. Losbaare of Onlosbaare aldaar, hoedanig te ] losfen of integaderen 233. 6. A. Pagten metten houde 231.4. A. Kleine Pag- ] ten of Renten , hoedanig iutevorderen ] 233. 6. A. en aftelosfen 235. 7. A. Palsgraaf wat 57. A. Pandgeving wat 79 i- B. andere van r»e- ] rend andere van onroerend goed aldaar 2 Pand wat 84. B. ' 1 Pand en Hypotheecq, of en hoe te onder- 1 fcheiden 79- t- en 2. B. Generaal enSpe- i ciaal onderpand hoe te doen aldaar 3, en 4. welke overkomften by ons in materie 1 van Pand en Hypotheecq gebruykelyk zyn 83. 5. B. wat voor goed verouder? 1 pand aiag werden 85- 2. B. verondapanding by een Bank-brcekige gedaan, of en I hoe ver beftaan mag aldaar 3. van ander f mans goed aldaar 4. een ftuk goed met een ander gemeen, of en hoe var kan werden verpand 86. 5- B. of het geen verpand is, andermaal verpand mag werden aldaar 6, Stilzwygend pand of legaal Hypotheecq voor wie, en in welke Saaken plaats heeft 87- 8. B. Sie Praferentie op pand by verkopinge en uytwinnirg, hoe te procedeeren 104. 24. B. Panden , wanneer cn hoedanig te losfen. Sie Bank van Leening, Panding by Dyk-recht 537. 8. B. Parate Executie zonder voorgaande rechtspleeging, mag by ons niet bedongen werden 373. 3. B. Parate Executie in Gemeene Lands-Middelen 534. 5. B. in Verponding en Schattingen 536. 7. B. Pardon of Remifie, hoedanig, en in welke zaaken te verleenen 316. 1. B. Pardon W3t 318. 4- en hoedanig van Remifie te onderfcheiden aldaar. Patroon, Sie Jus Patronatut. Perfoonen, hoe veelerhande 3$. 5. A. andere Edelen, andere Onedelcn , atóaar en 54. A. Perfoonen die niet befet kunnen worden ^ 365. 13- B. Sie A,eft. 'erfoneele Acfie, hoe en door wie ts verkrygen. Sie Verbintenis» 'eene. Sie Straffe en Botte, 'osnaal, hoe en wanneer te verzoeken 393. B. 427. (o. B. tegens de Executie van een Vonnis 499. 19. B. 'cenaale Claufule, of en hoe verplaats heeft in uyterfte willen 36 i. 15, A. 'eremptoire Exceptie 418. 13. B. 'etitoir 395. 3. B. Sie Aantaal. 'hilippus de Tweede van zyn Graaffchap vervallen, en verbeurd verklaar' 11. 8. A. 'hilippus Schild war , en van hoedanige waarde 241. 7. A. 'ilgiften, of die Ouders of Kinderen toe behooren 448. 7. A liais-vulling. Sie Rrp>a>jentatie. lakke, Viaamfe Plakke, wat en van hoedanige waarde 243. 23, A. Plci-  REGISTER Dun Pleiten hoedanig , en wat daarin waarteneemen 542. 1. B. Pluym - eraav wat 57. A. Politieque Regeering in Holland hoedanig. 7. ende volgg. A. Poinften van Officie te openen wat 437- b. Pond Hollands wat 242. 16. A. een pond Goed geld aldaar 18. Poorters wie, en haar recht 66. 4. A. PoiTeiToir aantaal 395- 3- B. Sie Aantaal. Poffeffie wat, en waarin beftaat 193. 1. A. hoe te bewyfen aldaar 2. hoedanige flaande te houden en te beregten 194. 3. A. en 396. 4- B. Precario te befitten, van wat recht 184- A. Prebende. Sie Vicarie. 271. 2. A. Prscife verantwoording van de vyv fpecien 534- 4- B. Preferentie, of voorgang-recht wat 87. 7. B. of en hoedanig, ftilzwygend en by wetduyding aldaar 8 een Cynsbeurder, Rusting of Grond-brieven, aldaar, uitgeleid geld tot onderhoud van Wegen, Dyken, Kaden , &c. aldaar, geleend Geld tot nodige reparatie van een Huys ofte Schip, ofen hoe ver aldaar. Doodfchulden 88. 9. B. en wat daar ouder te reekenen aldaar, het gemeene Land 89. 10. B. Verbonding ofen hoe ver 90. B. Wees-kinderen op de goederen van haare Voogden aldaar 11. een verhuurder of en hoe ver op het goed op zyn Grond gebragt 91. 12. B Schip en Goed voor de vragt van den Schipper, een Factoor op de koopmanfchappen van zyn Meefter 93. 13. b. een Vennoot op de Goederen van de Vennootfchap en Maatfchap behoorende aldaar, een Vrouw of en boe ver op het goed van haar Man aldaar 14. Legaten en Fidei-commiffen 95. 15. b. Preferentie van hooft-geld, ofen hoe ver de Intereffen meede werden geprefereert 103. 22. b. Preferentie en Voorgang-recht,by byfondere of algemeene onderfetting. Sie fpeciaal en generaal verband. Preferentie van roerende goederen 102. B. Prefcriptie. Sie Verjaaringe. Praffumtie wat, en van wat kragt 451. 2. B. is altyd voor de onfchuld 452. 3. B. Pravaricatie wat, en hoe te ftraffen 244^ 16. B. Preuve wat, heel en halve 445. 23. en 451; 1. B. Prinfen-Moord, hoe te ftraffen 233. 3. A. Prins Willem vermoord, hoe geftraft 234, 4. B. Privilegiën wat, en hoe te onderfcheiden 334. en volgg. A. by wie te verleenen, en hoedanig 34. 3. A. Proces by gefchrift. en by monde hoedanig na het voldingen te verhandelen 543. 1. en 548. 10. bT Proces van Gerard Bikker, en Alida Konings 190. 4. b. Procedeeren, hoedanig als het vonnis illiquid is 500. 21. b. Procuratie. Sie Lastgeving. Procuratie om in iemands naam, Eed of opdragt te doen, hoedanig te verleenen 198. 3. B. Procureur of Taalman, wie en haar ampt 345. 3. b. üfCivile Saaken 346. 4. b. in Crimineele 'êHlaar 5. of en hoe ver meester van de faak zyn aldaar 6. of en hoe ver nodig voimagt te vertoonen 347. 7. B. wanneer eindigt 348. 8. 9. en 10, B. Procureur acceptant 348. ic. b. Procureur Generaal zyn officie wat 503.4. B. Productie te doen wat, hoe en wanneer 437- 45- B. Profefforen voor wie te recht te ftaan 358-B. Prorogatie van Jurisdifrie, wanneer plaats heeft of niet 372. 2. B. of het ook tot Erfgenaamen , getrouwde Vrouwen , en geftelde Borgen kan uytgerekt worden 373- 3- B. Prove. Sie Vicarie. Provintiaalen Raad in den Haage, by wie en wanneer opgerecht 20. 28. A. Provintiaalen Raad, en haar jurisdictie, 592; 4. B. Pro-'  VOORNAAMSTE ZAAKEN. Trovifie van Namptifiement, wat, en wanneer plaats heeft ri2. 3 en 397. 6. B. volgens cte befchreven Rechten ingevoerd aldaar 7. wanneer te verzoeken 415. 4. B. of en hoedanig 'e ftuyten 432. 29. B. of men ten principalen kan voortgaan eer de provifie is voldaan 466. 7. B. Publycque Inftrumenten welke,en van wat kragt ico. 20. B. of die recht van Preferentie hebben, voor enkele handfchriften en andere lopende fchulden aldaar, daar onder ook gerekend werden enkele handfchriften by de geloofwaardigheid van drie Getuigen bekragtigt 102. B. Purge van Defaulten 404- 4. B. Pynigen wanneer, en welke bewyzen daar toe vereischt worden 516. r, B. hoe de fchuld- plichtige hem daar tegen mag defendeeren remiflive 517. 2. B. hoe dat Pynigen moet gefchieden 518. 3 B. wat te doen, als de befchuldigde de Pyn doorflaat aldaar 4. Q- Quitantie 290. 3. B. Quobieren van wat gelm^f 442. g. B. Quytinge door overgift 1 ..1 het handfehrift 299. 3. B. Quytfchelding 302. 7. B. R. R aad van Staaten 11. ir. A. Raad-geven in misdaad ftrafbaar 227. 3. B. Rabat, of men aan zyne Schuld-eysfcher, tot nadeel zyner Schuld-eysfcberen, by rabat betaling mag doen, van 't geen men op dag fchuldig is 192. n. A. Rabat 120. 5. B. of contant, of op dag moet verftaan werden 121. B. Raptus. Sie ontfebaking. Mecht wat, en hoe veelerhande 1. en 36.1. A. Recht tot de Saaken 120. 4 en de volgg. A. hoe en door wie te verkrygen 146. en de vtlgg. A. Recbt met den houde wat. Sie Naasting. Recht van Separatie wat, en wanneer plaats heeft 104. 23. B. op pand by verkooping en uytwinning, hoedanig te Procedeeren aldaar 24. Rechtbank wat, en waar te houden 325. 2, B. Sie Vierfchaar. Rechts-aantal 395. 1. B. Sie Atlie. Rechtvaardigheid wat 1. 3. A. Rechtsgebied, hooge, laage en middelbaar f hoe te onderfcheiden 59. 14. A. Rechtsgebied wat 332. 3. B. en hoe veeier' hande, Crimineele .Civile, Hooge, Mid« delbaare, Laage, aldaar. Algemeen ofByzonder.wat en hoe ver zich uytftrekta/» daar 4. by wie te oefFenen 333. 5. B. het teiken van ftrafbaar of Crimineel Rechtsgebied wat aldaar 6. hoedanig door Rechtsdwang uittevoeren 331. 1. B. of en by wie aan een ander over te geven aldaar 2. Rechtsgebied uit verbintenis wanneer plaats heeft 372. 1. B. by prorogatie van Jurisdictie aldaar 2. of en wanneer ftilzwygenet onderworpen werd 375. 4. B. door Reconventie 374. 5. B. Rechtsgebied en Rechtsdwang uit overdragt wat, en hoe veelerhande 376. B. Rechtsgebied uit de eigenfehap van de Saak buiten de Perfoon 381. B. over 't goed by een ander befet ter plaatfe daar men hem vind aldaar 1. in Saaken van Waaring aldaar 2. in en over befit van Erffenis 382 3. B. in Saaken van Reekening, Bewind en Voogdye aldaar 4. in Kerkelyke Saaken 383. 7, B. in Leenroerende Saake,n 390. 9 B. Rechtsgebied van een Rechter wanneer, en om wat oorzaaken gefundeert 353. 1, B. ten aanzien van de Woonplaats , de waardigheid en voorrecht van den Perfoon aldaar 2. Rechtsgebied uyt voorrecht van den Rechter van wat kragt 391.1. B. van hetLeengerecht aldaar 2. van de Academie van Leiden hoe te verftaan aldaar 3. van het G g g g Hof  REGISTER d es Hof van Holland aldaar, van den Hoogen Raad 394. 4. B. Rechtsgebied in Crimineele Saaken 502. i.B. Rechtsgeleerdheid wat, 1. 2. A. Rechtspleging in Crimineele Saaken 502. r. B. hoedanig en wanneer ordinarie of extraordinarie aanteleggen 504. 7. B. Sig zelfs te Rechten ongeoorloft 323. B. wanneer, en in welke Saaken toegelaaten 2<;2. 11, ende volgg. B. wie Rechtsplegen , dat is, in Rechten beftaan mogen, wie niet 335- 4- B- Rechtsvordering in Gemeene-lands-middelen 532 B. Rechtswerking 2. 4. A. verdeeling van het Recht 2. s- A. het Roomfche Recht byna overal ingevoert, 3. ir. A. hoedanig by ons in 't gebruyk 4. A. Geeftelyk Recht hoedanig by ons in 't gebruyk aldaar 12. Leen-recht by wie, en wanneer ingevoert 5. 13. A. 't Roomfche Recht wanneer, en by wie eerst, by ons ingevoert 6. 1. A. Rechters-Ampt wat, en bywie van ouds en nu bediend werd 323. 1. B. Competenten Rechter 353. B. onkunde en onweetenheid van een Rechter niet ftrafbaar 240. 10. B. gedelegeerde Rechters 376. 1. B. Commisfarisfen 377- 2. B. gewillekeurde aldaar 3. Sie Arbiters. Reconventie wat 374.5, B. en 421.1. B. wanneer moet gefchieden aldaar 2. en 422. 6. B. waarin van Compenfatie verfchilt aldaar 3. in welke Saaken plaats heeft, of niet 422. 4. B. of daar toe nieuwe Daging van noden is aldaar 5. hoedanig te vol- i dingen aldaar 6. Reconventie heeft geen plaats in appél 374. 7. B. nog in Saaken van ongelyke aart en I eygenfehap 375. 8. B. nog tegen iemand 1 die voor een ander Pleit voert aldaar 0. Recolleren, Reeolement van getuigen 546". 1 7. B. r Recufatie van den Rechter, of en hoe ver plaats heeft by ons 416. 3. B. Reders voor haar Schippers, of, en hoe ver verbonden 22, 9. B. Reductie wat, en van hoedanige kracht 475. 4 B. voor wat Rechter aantelegeen aldaar ofen wanneer kracht van apt él heeft 476. 8- B hoedanige dingtaalen in ieduclie te houden 487. 25.13. Reforma;ie, Sie Appél. Regeering van Holland, hoedanig in het begin 10. 5. A. tegenwoordig. 11. 10. A. en de volgg. Regeering in Steeden 15. 19. A. ten Platten Lande 17. 22. A. verandering in de Regeermg met en zedert de Vrede-handeling met Spanjen 21. 31. A. Regifter der Koopluyden hoedanig geloof in Rechten 443. 11. B. Rei Vindicatie en vervolg van goed om "9. reed geld verkogt 180. 3. A. Reinaldus Gulden wat, en van hoedanige waarde 242. 11. A. Rekening voor wat Rechter te doen 082. 4. B. is herrekening onderworpen 14. B. Rekening, in materie van Reeke-ning hoedanig te febryven 54Ü. 10. B. Rekenkamer van de Generaliteit 12. 13, A. van de Staten van Holland. 13. 10". A. van" de Graaflykheids Domeinen 13. 17 A itefief. Sie Her/telling. '. belief tegen de indebiie interjectie of profecutie van appél of reformat e 475. 5 B-. lemiffie hoe, en in welke Saaken te verleenen 31<5. 1. B. ^emiffie wat, en hoe van Pardon te onderfcheiden 318. 4. B. ïemifïïen van Cautie , Staat en Inventaris hoe ver plaats heeft 301. i6\ A. en 377. en volgg. A. lenovatie en Sommatie 4pr. 6. B. .emmeefter Generaal van de Esperee 162. A. i6» Lemen. Sie hteresfe en Naasting. :enten op onroerend goed gevest,' of voor roerend,of voor onroerend goed, moet gehouden werden 139. 7. A. Jaarlykfe Rente of, en wanneer komt te verjaaren J99- P. A. en de volgg. by B.oedelfcfeiding  V O O R N A A M S T "E : Z A A' K li N« ding verdeelt zynde en tot eens anders Lasten gelaaten. of het Hypotheecq daar door by verloop kan ontilaan worden aoo. 10 A. Eeuwige en onlosbaare Renten welke 236". 1. A. losfinge van Renten hoedanig en met wat voor Geld 238. 2. A. en de volgg. Replycq en Duplycq hoedanig te neemen 435 4i- B. Replycq hoedanig te fchryven 546. 6. B. Reprasfentatie hoe ver plaats heeft, en hoe dat het te verftaan is 438. 4- A. of, en waarin dezelve van Erffenis by Staken of Kluften verfchild 439. 5. A. of dezelve plaats heeft in Fidei-commis en verbonden Erffenis 375. 14. A. ofen wanneer buiten het gemeene verfterf - recht kan werden uytgerekt 376. 15. A. of dezelve plaats heeft in Verfterf van Leen • goed 255- 3- A. Reprochen en Salvatien van Getuigen 444. 19. B. Reproche wat 547. 8. B. Represfalien wat, en wanneer plaats hebben 339. 15. B. hoedanig voor te komen aldaar. Requefte civil. Sie Herftelling. Requifiten tot een extraordinaire Proces 507. ir. B. Refiftentie wat, en hoe te ftraffen 267. 8- B. aan Officieren, Boden, Deurwaarders &c. aldaar en 351. 10. B, Refpyt-brieven 308. 5. B. Reftoir in Leengoederen wat, en hoe te doen 258. 7. A. Retentie-recht wat, by wie, en in wat Saaken te gebruiken 299. B. Revifie wanneer plaats heeft, en wat daarin aantemerken 476. 7-B. of plaats heelt jegens een willige condemnatie aldaar 8. 'óf dezelve de executie kan ftuyten 477. 9. B. hoedanige Ding-talen in revifie te houden 487- 28. B. Ridderfchap 12.14, A. Ridders wat, en wie 57- 8. A. Roerend of onroerend goed wat, en hoe te onderfcheiden 138. 6. A. roerend góed heeft geen vervolg 99. B. Roof 166. ic. A. en 284. 2. B. Roo-Roede wat 333. 6. B. Roomfche Goud-Gulden wat, en hoe veel in onze Iviunt 214. 4. B. Ryns-Guldenwat,en van hoedanige waar' de 241. 6- A. Ry-pad 289. A. ' m\ 'rs''."rq.;;;-. Saaken wat, en hoe veelerhande na haat eigen aart T37. 1. 2 en 3. A. Ligchamelyke, Onligchamelyke 138. 4. 5. A. Roerend of Onroerende, aldaar 5. 6. ten opzigt van het gebruik zyn, of iemand of niemand toebehoorig 141. 8. A. iemand toebehoorige Saaken hoe veelerhande 143. 10. A. alle Menfchen toebehoorige Saaken welke 144. 11. A. Eenige Gemeenfchap toebehoorende hoe veelerhande 145.12. A. Recht tot de Saaken wanneer, en door wie te verkrygen 146. 13. A. VoIk-gemeeneaiuW 14. byfondere Menfchen toebehoorende 147.15. A. wandelbaare of onwandelbaare aldaar. Salaris van Advocaten en Procureurs bin^ nen wat tyd verjaard 202. 11. A. Salvatien in Rechten wat 444. 19. B. Salvatie wat 547. 9. B. Salutaire Claufulen in den eisch van was kragt 410. 8. B. Samen-belending 208. 2. B. hoe te fcheiden aldaar. Samen-fchuldige of, en wanneer in 't geheel of voor haar aandeel aanfpiekelyk 339. 14. B. haar Rechtsdwang. 383. 5. B. Schapen-dieven hoe te ftraffen 288. 5. B, Schatten en Goederen die gevonden werden, hoe, en by wie te eigenen 168.13. A. Scheid-brieven te geven, by ons onbekend in. 2. 3. A. Scheiding van Tafel en Bed 113. 3. A. Scheiding en deiling zoo in 't gebruik ali eigendom 207. r. B, van Goederen tus- G S § g 2 fcben  REGISTER be» ifchen Man en Vrouw 171. ir. B. van meede Erfenis 210. 4. B. van Samen-belending en gemengder Veur en Aarde boe te doen 208 2. B. Scheiditige of. en wanneer iemand van de gemeene Schulden ontlast 200. 10. en volgg A. Schelling Hollandsch wat 242.17. A. Schelling goed gelds aldaar 20. Schepenen haar ampt 15. itj. A. Schependoms recht 425 1. A. Schild-knapen 58. 10. A. Schild wat, en van wat waarde 242. 15. A, Schildery op eens anders Paneel, aan wie' het Schildery moet volgen 176. 4. A. Schippers, Herbergiers en Stalmeett'ers'zyn voor haar Knegts en Dienaars verbonden 24. 10. B. en 292 3. B. Schippers eikanderen overzeilende, ofen hoedanig tot vergoedinggehouden 294.7.B. Schorfing. Sie Inhibitie. 474. B. Schouten haar ampt 325. 3. B. haar gerechtigheid 326. B. en vierfchaar hoedanig te fpannen 327. 4. B. Schouten hebben geen recht van Naasting l in Rynland 142. 14. B. Schouten 15. 19. A. wanneer by correctie mogen recht doen ifj. 20. A. de Naam J en bediening vari den Schout en Baljuw hoedanig 17. 23. A. hoedanig moeten Procedeeren in 't Vervolgen van de misdaaden 504. B. c Schouwen over Wegen, Dyken, Kaden, £ Wateringen, Slooten 538. 9. en 10. B. £ Schuldenaars , of die rot nadeel van zyn Schuldeifcheren, zyn recht van Erffenis, S dat hem toekomt mag afftand doen of S quytfchelden 191. 10. A. Sfhulden, voor welke Borgen mogen ge- S fteld werden 36. 3. B. s Schuldeifcher moet de betaaling van zyn S Schuldenaar tot zynen Huyfe vorderen 301. 6. B. Schuldeifchers of, en wanneer het meeren- Si deel het minderdeel kan dwingen, tot het toeftaan van uitftel of quytfchelding van de Schuld of eerig deel van dien 309. 7. B. Schuld vernieuwing wai 301 9 B Schuldige, veel en meer té g- >yk .Scb ddige vooreer Rechter te berechten 183. 5. B. of en wanneer in 't geheel of voor naar aandeel aanfpreekelyk 337 11. B. Schriftelyke veibintenis wai, en hoedanig te doen irt. i. B. Schiiftuure van Memorien wat, en hoedanig inteftellen 543. 2. B. Schuiten van Beeften 292. 6. B. Schuttingen tusfchen Tuynen hoedanig te ftellen 294. 21. A. Secretaris , of Griphiers ampt 329 5. B. Sententie wat, en hoe te verftaan als de flemmen fteken 461. 1. B. Interlocutoir 462. 2. B. Provifioneel 465. 6. B. of men ten Principaalen kan voortgaan eer de Provifie is voldaan 466. 7. Definityf 467. 8. B. hoe en wanneer voor de rechte waarheid te houden 470. 11. B. binnen? wat tyd te executeeren aldaar 12. wanneer verjaaren of vervallen 496. 15. B. _ in welke geen appél plaats heeft 478.12. B. leparatie. recht van Separatie wat, en wanneer plaats heeft 104. 23. B tot verkoping hoedanig te Procedeeren aldaar 24. lequeftratie wat, en wanneer nodig 76. 5, B. onder een derde wat, en wanneer nodig aldaar, waarin van onderrecht-legging en bewaargeving verfchilt 77. 6. B. ervituten. Sie Dienstbaarheden. eventuyg 539. 10. B. iiver en Goud wat, en hoe te verftaan 387- 21. A. iniooze Menfchen misdoen niet 227. 6. B. favernye en lyfeigen by ons onbekend 37. 4. A. J/ eutel op de Kist leggen wat 338. B. uyken en fmokkelen. Sie Frauden. nal-tienden 226. 3. A- of daaronder Warmoes en Boomvrugten gerekend werden 227. 4. A. nokkel enSluykeryen vanGemeene LandsMiddelen , boe te ftraffen 532. r. en 535. 6. B. by wie te oordeelen 533. 3, B-,  VOORNAAMSTE ZAAKEN. B. en hoe te ftraffen 535- 6. B. Sodomie wat, en hoe te ftraffen 510.10. B. So1 een 548, ft. Somma ie en Renovatie 491. 6. B. Speciaal verband, of byf ncier onderfetting hoe te doen 79. 4. B. gaat altyd voor generaal op onroerend goed, uytgefondert tot Amfterdam 98. 18. B, Speel-kinderen, of die van haar Ouders erven 46. 5. en 326. il. A. hoedanig te wettigen by volgende Huwelyk, of gunst van de Land-Overheid 47. 6. A. of die voor oneerlyk gehouden werden 337.11. A. Speel-kinderen van Graven en Baronnen, of en hoedanig voor Edsl-Luyden gehouden 55. 3. A. Staat en Inventaris te eifchen, of en hoe ver den Erfgenaam mag werden verbooden 361. 16. A. Staaten Generaals vergadering n. 10. A. Staaten van Holland waaruit beftaan 12. 14. A. Stadhouders van Holland, en haare magt 13- 18. A. Stads-Excyfen, hoedanig intevorderen 535. 6. B. Steen. Elaauwe. Witteen roode Steen tot Leiden van wat beduidzel 69. 3. A. Stem-kopingen tot het verkrygen van Ampten en Officien verboden 110. 6. B. Stylen Manier van Procedeeren. Sie Rechtspleging. Stofte. Twee ftoffen met den anderen vermengd , of en wie verftaan werden te volgen 175. 3. A. Straffe wat en hoe veelerhande 521. 2. B. Studenten waar te recht ftaan 357. 3. B. en 391. 3. B. Subftitutie wat, cn van hoedanige kragt 362. 1. A. in dezelve plaats al wat in de inftitutie gefteld was 363. 4. A. wanneer dezelve komt optehouden of vervallen 364. 6. A. Subftitutie Pupillair by ons onbekend 365. 5. A. Sueceflie. Sie Verfterf. Super-folutien 548. B. Suppo©s:en van den Hove wie, en waar te r*cht ftaan 355. B. wie daaronder te rekenen aldaar. Surcheantie van Executie 495. 13. B. Surdé de Corps 308 4 Bi Swaar geld 236. I. A. Swagerfchap, hoedanig in Maagtaai en Verwantfehap te reekenen 53. 9. A. Swaane-driften, hoedanig recht en boete tegens het vangen van de Swaanen 154. 5-A. T. Taalman 345. 3. B. Sie Procureurs. Teftamenten. Sie Uyterfte Willen. Teftamenten en Codicillen hoe te onderfcheiden 300. 2. A. mondelinge 303 3. A. of en hoe ver een Teftament by ors, zonder gefchrift kan beftaan 305. 4. A. Schriftelyk anders beflooten 306. 5. A. Teftamenten hoe te maaken by ons 307. 6. A. van Notaris en Getuygen wanneer ingevoert 308. 7. A. een Getuige beneden de 14 jaar, al wierd by by ieder een ten tyde van het maaken van het Teftament voor volkomen geagt en aangenomen zou het Teftame"t kragteloos maaken. 309. 8. A. Teftament van een Blinde hoi te maaken 310. 9. A. of de Getuigen defi inhoud van het Teftament moeten weeten aldaar 10. of een Teftament gepasfeert na de Styl en Manier van de eene plaats ook van waarde is van een ander plaats ,daar andere ,en meer Solemniteiten vereischt worden 311. n. A. Gepriviligeerde Teftamenten welke by ons varteen Vader onder zyne Kinderen 312. 12. en 13. A. van Krygsluyden aldaar 14. by tyden van Pest of tot Voordeel van den armen hoe te maken 313. 15. A. Teftamenten wanneer haar kragt ontvangen 314. 16. A. Claufula derogatoir van wat kragt 316. 18. A. Teftamenten hoe te veranderen of breekea aldaar. Teftamenten by wie te maaken, by wie Ggg£3 aiet  REGISTER tofill niet3i8. i.jen 2 A. die by den Vyand overlopen mogen geen Teftament maken 319. 3. A. een veroordeelde ter dood mag by ons wel Teftament maken 320. 4. A. Item die in on-echt gebooren zyn aldaar 5. die in Publycque Godbhuyfen opgevoed en onderhouden werden, mogen van haar Goed niet weg maken 321. 6. A. van welke Goederen Teftament te mogen maaken of niet 322. 7. A. Vrouw en Man of, en wanneer elkander kunnen verbinden van haar eigen goed , geen ander Teftament te maaken aldaar 8. Teftamenten aan welke Perfoonen te maaken of niet 324- 9- B- Ballingen en Banditen en die h>ar by den Vyand onthouden , mogen by Teftament geen goed beuren aldaar. Die handdadig is geweest aan een Doodflag, mag van denzelven by Testament niets genieten 326. A. Overwonnen Baftaarden niet van haar Ouders aldaar 10. Voogdtn, Curateurs en Adminiftrateurs &c van haar Wees ■ kinderen 327.12 A. Kioofters, Geeftelyke en andere ongeoorloofde Vergaderingen 329. 13. A. geen Pausgezinde geordende Perfoonen aldaar 14. Notarsfen by het Testament voor haargepasfeert aldaar 15 een Man of Vrouw van zyn tweede lichtge- ' root die voor kinderen heeft, niet meer 1 te genieten als een Kinds-gedeelte 330. 17. A. In Gelderland en't Sticht van U- ' trecht mogen Man en Vrouw eikanderen ' niet meer maken als de lyftocht 331. j8. A. tot Delft niet meer als over en weêr ' over aldaar 19. Teftamenten binnen 'sjaars prompt uytte- ' voeren en te voldoen 359. A. Tiend-recht wat, en hoe te verftaan 222. fi A. desfelvs oorfprong 223. 2. A. hoe j veelerhande 226. 3. A. of onder Smaltienden ook gerekend werden Warmoes cn Boom-vrugten 22 7.4. A. Kennip of en welke tienbaar 228. 5. A. hoedanig integaderen aldaar 6. Tilbaar of ontilbaar goed wat 138. 6. A. Timmert.- g belet van hoger Timmering 285. 12. A. Sie Huys ■ Dienstbaa,biid. loebenooren tot Huys, Woning of Landen noe te verftaan 388. 25. A. Toe-legging wat, en waarin beftaat 4. 4. fa. Sonder oorfaak onbeftaanbaar aldaar 5- redelyke 001 faak in onderhandeling hoedanig te verftaan aldaar 6. Toe - fegging hoedanig by ons, en van wat kragt 28 1. B. hoe veelerhande gemeenelyk 29. 2. fi. Enkele van wat kragt aldaar 3. op dag of zonder Conditie 30. 4- en 5. B. J Toevlugt voor Misdaadige aan de Kerk,. Bee,den, Heiligen by ons verworpen 319. Togt wat, en hoe veelerhande 204. A. Sie Vtugtgebruyk. Togt hoe te onderfcheiden 209. 8. A. Lyftogt of en hoe die aan een ander mag overgezet, belast, of bezwaart werden at daar 9. en 213. 14. A. hoedanig te gebruiken 210.10. A. hoedanige last te dragen 212. 11. A. hoe te verkrygen aldaar 12. hoedanig vervalt en ophoud~aiaW 13. of en wanneer door overdoening en afftand te behouden van een ander 21 * 14. A. 3 rol-vry welke 66. 5. A. Ibonder deezes in een verband briev wat en hoe te verftaan 14. 5. B. I'orturen. Sie Pynigen. i'ovenaars welke, en hoedanig ftrafbaar 248. 6. B. rransactie. Sis overkomst uit twi/lige Sao- ken 458. 1, B. 6 rranfport. Sie Opdragt. Heimelyke cn bedriegelyke Tranfporten hoe ie vernieti gen 189. 9. A. ' >ebellianique of falcidie Portie wat en wanneer plaats heeft 405. 1. en 407. 2 A. ofen in welke Perfoonen verboden mag werden aftetrekken aldaar 3 eeen plaats tegens Godsbuyfen en Armen 4o8 ' 4- A. houden op in 't geen iemand voor zyn legitime is gemaakt aldaar 5. of ea' wan-  VOORNAAMSTE Z A AKEN. [i wanneer door Nalating van Staat en Inventaris werd verlooren aldaar 6. ofen wa t in dezelve moet werden toegerekend 409. 8. A. ofen wanneer genooten Vrug- • tenaldaar. aftrekkingvan trebellianiqueof falcidie by wie plaats hebhen aldaar 7. een Soon met Fidei-Commis belast, mag een dubbelde portie aftrekken en hoe te reekenen 409. 9. A. 't zelve heeft ook plaats in Kinds-Kinderen 411. 10. maar niet in Ouders aldaar ir. Trouw. Sie Huwelyk. Trouw-beloften wat, hoedanig aangegaan werd tn van wat kragt hedendaags 188. j. li. verbinden iemand te moeten trou- ■ wen aldaar. Wettige oorzaaken van berouw welke 189 2. B. het weigeren der Ouders in naeerderjaarige, of en hoe ver een wettige oorzaak van berouw is aldaar 3. en de volgg. of en wanneer door bedrog in het aangeven van Middelen 195. 5. B. door Verloop van een van beiden aldaar 6. door aangebooren ge- • brek aldaar 7. door verjaaring en praescriptien vervallen 196. 8. A. Tuisfchen en Dobbelen en Weddingen of, en hoedanig verbinden 109. 5- B. Tuif en Veenlanden , hoe in togt te ge- bruyken 200. 5. A. Twintigften Penning wat, en van welke Goederen te geven 411. 12. A. Twiftige Saaken, ofen welke by overkomst geflegt mogen worden 459. B. Tyd van beraad 396. 6. A. Tyns-recbt wat 232. 5. A. en wat daar van de Ceftuym is aldaar. V. Vaders macht en recht over zyne Kinderen, waarin die beftaat 77. 1. en 79. 4. A. wanneer,en door welke middelen ophoud aldaar. Vaderen Kinder-moord hoe te ftraffen 246. 2. B. die zyn Vader of Moeder ftaat, of met woorden en werken beledigt, of en hoedanig ftrafbaar 266. 7. B. Vagabonden of en hoedanig ftrafbaar 289. 9. B. Valfchen Eed of, en hoedanig ftrafbaar 242, 14. B, Valschheid wat, en hoe te flraffen 240.12. B„ Valfche-Munteiy wat, en hoe te ftraffen 240. 12. B. Valfcbe-Speelders 109. 5. B. Vangen van wilde Beeften hoe te dflen 152. 2. A. Vegt- boeten 259. 3. B. tot ftraffe aldaar. Vegten lyf om lyf, of en hoedanig ftraf baar 261. 4- B. met mesten 259. 3. B. Veld-Dienstbaarheden welke,en hoe vtfelerhande 288. t. A. Voet-Pad 289. 2. A. Ry-Pad aldaar 3. Dreef aldaar 4. Weg aldaar 5. hoedanig te gebruyken aldaar6. Heerenwegen en Wateren by wie te ge* bruiken 290 7. A. Noord-weg aldaar s. Sy-weg aldaar 9. Uit-pad te Water gaat voor een land pad daar het naast is 29r*. 10. A. de brede voor een pad aldaar ir. Een Stuk land verdeelt zynde heeft ieder gelyk recht van Uit-pad en Uit-weg atdaar 12. Watergang 292.13. A. zyn heeften over een anders goed te drenken aldaar 14. Waterloozing aldaar r. 5. Waterleiding 293. 16. A. recht van Deurvaart aldaar 17. hoe en by wie te onderhouden aldaar 18. Veld-dienstbaarheden die in verbod beftaan welke 293. 19. A. tn volgg. Venfter-recht 287. 15. A. Vennoten. Sie Mede-reders. Verband. Sie Fidei Commis. Verbeurte tegens de wil van den Teftateur, of en hoe ver plaats heeft 361. 15. A. Verbeurte. Sie Boete. Verbeurte van Goederen. Sie Confiscatie. Verbintenis tot infchuld wat. 1. f. B. waaruit voortkomt,en hoe veelerhande 2. B. Verbintenis uyt overkomst wat , en hoe veelerhande 5. 7. B. en 7. 1. B. Stilzwygende by Wetduyding hoedanig gefchied 5. 8. B. Ver-  REGISTER i», Verbintenis door onevenheid hoedanig gefchied 6. g. B. wie haar zeiven by'overkomst verbinden mogen of niet 10. 2 en 13- 3- R geen derde by overkomst te verbinden, hoe te veiftaan 14. 4. B. en 18. 6. B. 't recht van Verbintenis hoedanig door een ander te verkrygen 18. 7. B. hoe ver de Ouders voor haarer Kinderen misdaden verbonden zyn 20. 8. B. een Reeder voor zyn Schipper of Koopman voor zyn Factoor 22. 9. B. Schippers en Herbergiers voor haar Knegts en Dienaars 24. jo. B. een Vader voor de geld leeBing aan zyn minderjarigen Zoon 26 11. hoedanige Sa3ken in handeling mogen komen, hoedanige niet 27.12. B. hetgeen in feiten beftaat of en hoedanig te voldoen , en of men met vergoeding van het kort volftaan mag aldaar 13. zig zei ven benevens een ander te verbinden van wat Kragt 32. 1. B. Verbintenis uit overkomst dadelyk wat 47. 1. B, hoe veelerhande en van wat kragt aldaar 1. en 3. Verbintenis Schriftelyke wat, en hoedanig gefchied m. 1. B zonder oorzaak mag niet beftaan 112.2. B. gewillekeuide wat, en hare verdeeling 116. B. Verbintenis by gelyk van overkomst wat 205. i.B. waarin beftaat, en van wat onderwind 206. 2. B. Verbintenis uit misdaad 223. B. is tot ftraf of weder evening 228. 7. B. Verbintenis uit Saaks gelyk, als misdaad wat, en hoedanig gefchied 291.1. B. Verbintenis of en wanneer voor een anders verbintenis aanfpreekelyk is 337. 12. B. Man en Vrouw of en wanneer voor elkanderen aanfpreekelyk aldoor 13. een Vader voor zyn Zoon 339. 14 B. Verblyf by Compromis. Sie Arlittrs 377. 5. B. Verblyf na Scherpheid van Rechten, of na Recht, reden, en billykheid, hoe te verftaan 377. 6. B. of en wanneer men daarvan mag appellesren 378. 7. B. hoedanig ter uitwinninge te leggen 379.8. B. byert door wie de uitwinning van een uitfpraak moet gefchieden aldaar 9. by willige condemnatie 380. 10. B. Verbod van Vervreemding, of en wanneer verband maakt van Erflating over de hand 367. 6. A verbod van vervreemding uit den bloede of uit den geflagt hoe vir te reekenen 369. 7- A. of daarin de naderheid van den Erflater of Erfgenaam moet gevolgt werden 370. 8. A. de magt om te mogen verteeren, mag nier,uitgerekt werden tot eenig bevel by de Uiterfte Wil, of gift na den dood 372.10. A. enkel verbod van vervreemding binnen Amfteldam, by uiterfte wil ingefteld of, en van wat kragt 97. 16. B. Verbod van Vervreemding en belafting van Goederen, tusfchen Man en Vrouw by Huwelykfche Voorwaarde , of en hoe ver plaats heeft ten opzigt van een derde 175- 4- B. Verbod van geen Staat en Inventaris te moeten leveren, of en wanneer plaats heeft. 36r. 16. A. Verbonden Erfenis wat 365 r. A. by wie en aan wie gelaten mag werden 366. 2. A. hoe en op wat wyfe 't zelve mag gefchieden aldaar 3. hoe veelerley aldaar 4. Verbonden Erfenis met magt om te mogen vervreemden, verteeren en handelen als met zyn eigen Goed hoe te verftaan 370. 9. A. wanneer eigendom geeft 377.17. A. Verborgen Schatten , hoe en by wie te eigenen 168. 13. A. Verbruyk-leen met 48. 1. B. waarin beftaat 49. 2. B. hoedanig in geld-Ieening aldaar hoedanig in andere meetbaare of weeg. bnare Saaken aldair 3. hoedanig gefchied aldaar 4. ofen wanneer daartoe Saaks dadelyke overlevering van roden aldaar 5. is weldadig en zonder gewin 50. 6. A. Verdrag. Sie Overkomst. Vergift en vergeven, die iemand metfenya of vergift zoekt om 't leven te brengen hoe te ftraffen 148. 5. B. Ver.  VOORNAAMSTE ZAAKEN. Vergoeding aan de gequecfte, verminkte e. befchadigde te doen 207. 9. B. Vergoeding, of en wanneer plaats heeft 176. 6- ft. Verkoop en Koop by wie, aan wie en vai welke goederen gefchieden 123. 10. B. Verjaaring en Prefcriptie hoedanig van oud 194. 4. A. hoedanig by ons 195. 5. A hoedanige uytzondering van verjaaring tegen de gemeene loop van een derdê deel,.van honderd jaar 196. 6 A. Verjaaring van Eifpagten en onlosbaare renten 199. 8- A. Los-renten aldaar 9. Salaris van Advocaten en Procureurs 202, 11. A. welke en hoedanige Actiën,nimmermeer verjaaren aldaar 12. Crimineele Actiën of en binnen wat tyd verjaard werden 196 6. A. Orerfpel aldaar, Injurie aldaar. Verjaaring en Prefcriptie van Infchulden 303. 8. B. Verlatene Landen, of en wanneer verloren werden 167. 11. A. Verloren en vermist goed aantebrengen, en by wie te eigenen 165. A. Verlies en Winst in Gemeenfchap hoe te reekenen , en wat daaronder begrepen 179 6- Sie Gemeenfchap. Vermenging van het zyne met eens anders 176. 5- A. Verponding of en hoe ver geprefereerd werden 89. 30. Ii. hoedanig intevorderen 536. 7. B. Verradery tegen Prins Maurits geftraft 234. 4. B. Verfeekering. Sie Asfurantie. Verftek wat, en wanneer plaats heeft 40^. 9. B. Verfet 416. 1. B. Sie Exceptie. Verfet. Sie Oppofitie 495. 14 jj. Verfterf - recht wat 416. A. en hoe veelerhande 418. 2. A. Nedergaande altaar 3. Opgaande 421. 6-A. Zydmagen aldaar 7 Verfterf-recht in Holland wat, en hoedanig aldaar 8. hoedanig te onderfcheiden in roerende en onroerende goederen 423. 9- A. 1 Verfterf van die geene die naar Indien vaaren, hoedanig te reekenen 424. A. volgens Gemeene Lands-Recht en Politicque Ordonnantie in Holland 425. ende volgg. 1 A. volgens het byzonder Recht der Steeden en het Piacaat op 't ftuk van de Suc- ; ceffie 430. A. na het Aasdoms of Schependoms-Recht 425. en 430. A. in Zeeland 429. 8. A. in den Lande van Arkel aldaar 9. in het Land van Heusden aldaar 10. in het Sticht van Utrecht en Gelderland 430. A. Verfterf-recht tusfchen Gemeen-Lands en Byzonder Recht der Steden in Holland,na den Grond van Schependoms.of AasdomsRecht, hoedanig te onderfcheiden 436. A. hoe ver in Bfoedverwantfchap te rekenen en of hetzelve tot het tiende lid bepaald is 439- A. Verfterf in Xeen-goederen 254. 2. A. Verfterf van onbemaagden hoedanig. 439. Verval van erfenis of making 357. 9. A'. 364. 6- A. 390. 33 A. Vervoeren hoe te ftrafFen 270. 4, B. Vervoeren. Sie ontjebaking 270. 4. B. Vervolg, Recht van vervolg. Sië rei vindt. catie. Vervreemding verboden. Sie verbod van vervreemding. Vervreemding van Goederen hoe te doen 180. 3. A. by wie te doen 184. 4. A. mie geen vervreemding van haar eigen Goed mogen doen 187. 7. A. Verwantfchap wat 43.1. A. Sie Maagfcbap. Verweerder 334. 2. B. in Crimineele Saaken in Perfoon te verfchynen 336. 10. B. die iets doet tot verweering van zyn lyf is onftrafbaar 2 2 7.4. B. en 25 2.11. B. en de volg. Veur die gemengd hoe te fcheiden 208. B.' ende volgg. Vicarie of Praebende wat, en hoedanig van ouds ingefteld 271. 2. A gifte by wie en hoe te doen aldaar 3. waarin van Leengoed te onderfcheiden 272, 4, A. icftelling hosdanig aldaar 5, Hhhfa vi-  REGISTER der Vidimus wat 442. ?• B. Vieifchaaren en Rechtbanken , hoedarig in Steden ingefteld en onderhouden 16. 21. A. hoedanig ten Platten Lande 17 22. A. Vierfchaar van Geeftelyken. Sie Geeftelyke. Vierfchaar welke,en hoedanig van ouds en waar te houden 325 2. B. Spannen van de Vierfchaar hoedanig van ouds 327. 4. B. Visfen, hef. recht om te vi5fen by wie, hoedanig,en van wie te verkrygen 146. 13- en 157. 7. A. Vlaamfe Plakke van wat waarde 243. 23. A. Vliegen en Vlugt van de Vogelen, wat, hoe en by wie te doen 154 4. A. Voerman hollende met zyn wagen , of en hoedanig ftrafbaar 292. 5. B. Sie Wagenaars 292. 5. B Voet-pad 2Ö9- A. Vogel-koij*n te hebben wie, en hoedanig geoorlooft, en haar voorrecht 155. 6. en volgg. A. Voldingen wat 424. 1. B. in Rechten 422. 6. en de volgg. B. in Feyten 435. 44. B. Sie Conchideeren, Conclufie. Voldingen , na het voldingen van een Saak, hoedanig te Procedeeren 542. 1. B. Voimagt. Zie Procuratie, Lastgtving. Vondelingen , hoe en by wie te onderhouden 84- 3 A. hoedanig te ftraffen die haar Kinderen te vondel leggen 247. 3. B. Vonnisfen 461. B. Sie iententie. Vonnis interlocutoir 464. 4 B. Vonnis dat gewezen, wanr.eer verjaard of vervalt 496. 15- B. Voogden wie, en voogdy wat 117. 1. A. Ttftamentaire of wettige 118. 2. BloedVoogden by ons onbekend aldaar. Vader, Moeder, Grootvader, Grootmoeder bequaam iynde,gaan vcor alle ardere 12.1. A. wie by uyterfte wil Voosden mogen ftellen 119. 3. A. Plicht der Overheden, in 't veikiefen der Voogden 120. 4. A. weygering en verfchopning der Vcogden die gefteld zyn , hoe vtrby ons werdaangenoomen 125. 5. A. Macht en Plicht der Vcogden 126. 6. A- geen Goederen van den Inventaris te houden op ftraf 127. 7. &. der Wees-kinderen Penningen hoe en binnen wat tyd te beleggen 128. 8. A. onroerende- goederen der Weefen , hoe* en wanneer by de Voogden te verkoopen 129. 9. A. wanneer en hos de Voogdy eindigt 130. jc. A. waarvoor de Voogden ten einde van de voogdy mogen aangefproken werden 131. i& A. Wees-kamers-Recht wat 134. 13. A. Voogden mogen van hare Pupillen by Testament geen Goederven 327. 12. A. Voogden die de Penningen van hunne Pupillen , niet tot profyt van de Pupillen hefteed, moeten ook intrest daar van betaaien 56. 6. B. Voogden hoedanig verbonden ten einde de Voogdy 206 3 B. Voogden, of voor de fchulden van haare Weefen beztt kunnen werden 364. 12. B. Voogden trekken haar Salaris indien zy 't begeeren 206. 3. B. Voogden hunne Pupillen onteerende, ofen hoedanig ftrafbaar 269. 2. B. een Man is Voogd over zyn Vrouw 40. 7. A. Voor de Baar uytgaan 538. B. Voorgang-recht. Sie Preferentie. Voor-kinderen. Man en Vrouw VoorKind eren hebbende mogen elkander niet meer maken als het minfte Kinds gedeelte 180. 8.B Gelyk meede niet aan haar, of zyn voor-kinderen aldaar, maar wel aan de Na-Kinderen 181. B. Vreede-handeling met de Koning van Bispanien 20. A. wat verandering federt in de Regeering aldaar. Vreede te leggen wat, en hoedanig van ouds 264. 5. B. Vrouwen van alle ampten en bedieningen uyigefloten 39. 3. A. Vrouwen die getrouwt zyn ftaan geheel en al onder de Voogdy van haar Mars 40. 7 A. mogen niet in Rechten ftaan aldaar. geen fchulden maken nogte haar goed vervreemden zonder toedoen van baar Mans aldaar, hce ver haar felven en kaar Mans  ' V O 0RNAAM STE ZAAKEN. ' Mans verbinden mogen 41. 8. A. of en hoe ver een Vrouw geprefereerd is voor andere Crediteuren op het goed van haar Man, tot verzekering van hetgeen by haar ten huwelyk is gebragt 93. 14. B. Vrouwen mogen haar vrye Keur bedingen in Huwelykfe Voorwaarden, of zy deel aan winst of verlies willen hebben of niet 174. 2. B Winst en verlies by voorwaarden uytgeflooten, ofen hoe ver een Vrouw buyten die is verbonden 175. 3. B. Vrouwen voorkinderen hebbende, mogen aan haar mans niet meer maken als een Kinds-gedeelte 180. 8 B. nogte aan de voor kinderen aldaar, maar wel aan de na-kinderen 181. B. Vrouwe Kracht hoe te ftraffen 269. 2. en 274. 5. B. Vrouwen , of en hoedanig haar felven voor haar Mans fchulden als Borgen verbinden mogen 34. 2. B. Vrouwen die getrouwd, mogen geen aanleggers zyn 336. 7. B. Vrugt gebruyk der Kinderen Goederen, niet verder by de Ouders te genieten als tot haar Opvoeding 78- 2. A. Vrugten van eens arders Goed ter goeder trouwe bezeeten, hoe te bekoomen 177. ï. A onder vrugten wat te rekenen aldaar 2. wanneer het vrugtgebruyk eyndigt, hoe, en wat aan den rechten eigenaar te vergoeden aldaar 3. in bezit ter quaader trouw wat te vergoeden 178. 4. A. Vrugtgebruyk wat 204. r. A. wat daar onder word gerekend , wat niet aldaar. bruyk-en woning-recht 205. 2. A. YzerenlVletaal-mynen hoedanig 200 4 A.Tuifen Veen landen aldaar 5. Verbruykbaare Goederen hoedanig in togt te befi ten 207. 6. A. Huisraad, Kleederen of Inboedel hoedanig te gebruyken 2©8- 7. A. Vrugtgebruyk, 'hoe in Erfenisfe te onderfcheiden 377. 18. A. Vrugtgebruyk in Erflating gefteld, zorder dat aan een ander den eigendom werd gelaaten, werde meede van den eigerdom verftaan 377. 18. A. Vrydom der Kerken en Kerkhoven 68, A. en 319. 6 B. Vry-gelei, of en hoe ver plaats heeft 319.6» B. Vry-Heeren 57. 9. A. Vry-licht 287. 13. A. Vry-uytzicht 287. 14- A. Vryheid is den Menfchen aangebooren 37 4 A. Vryen en Waren wat, en hoe te doen 126 2. B. Vyf fpecien, pracife verantwoording daar vaa 534- 4- B- Unie t"t Utrecht ri. 7. A. Univerfiteit te Leiden haar Vierfchaar en Rechtsgebied 515. 21. B. Uyt-heimen en buytenlanders 63. 2. A. Uyt-koop Sie bewys: Uyt-pad 291. A. hoedanig te gebruyken tc Land of te Water aldaar 10. van hoedanige breedte aldaar 11. Uyterfte Wil wat 300. 1. A. hoe veelerhande aldaar 2. hoe te maken en bekragten 307. 6. A. voor Notaris en Getuygeri wanneer ingevoert 308. 7. A. Sie verders onder Tejlamentin Uyterfte Wil hoe veel getuygen eertyds, en hoe veel by ons van nooden 440.1. B. een Getuygen beneden de 14 jaaren maakt de uyterfte wil krachteloos 309. 8- A. Uytfpraak van Arbiters of goede Mannen, of en hoedanig ter executie te leggen 379. B. Uytftel of dag van beraad 411, 1. B. hoe veelerhande 412. 2. B. en 414. 7. B. voor het voldingen aldaar 3. in en tot het voldingen 413. 4. B of en wanneer onnodig op 't antwoord van den gedaagde en replycq voor den aanlegger, aldaar 5. na het voldingen 414 6. B. S/egte of Peremptoire van wat kracht aldaar 7. tegens Namptiffement aldaar 8. na het güwysde of, en welke 415. 9. B. Uytwinning. Sie Executie. W. Waarborg, of voor de uytwinning van de Selffchuldige aag aangefprooken werden 42. ij, B. H h h b 2 W&zs-  REGISTER dh VOORNAAMSTE ZAAKffrf Waarborg te ftellen, of en wanneer mei gehouden is 127. 4. B. Waarfeggers by ons onbekend, en die haa zelveii daar' voor uytgeven, hoedanig ti ftraffen 248. 6. B. Wagenaars of Schippers door haar verzuyn verongelukkende, of en waarin gehou den 292. 5. B. hoedanig elkander in ' voorby ryden moeten wyken 29;. B. Warmoes vrugten geven geen tienden 227 4. B. ■ Waterbrie ven. Sie Bylbrievèn. Watergang 292. A. Waterleiding 293. A. Waterloop 286. 10. A. Waterloozing 292. A. Weddingen geven niemand recht om te eifchen 109. 5. B. Weder-eifchen van het gunt te onrecht zonder fchuld, of om oneerlyke en ongeoorloofde Saaken was gegeven 107. 4. B. Wedéf-geding. Sie Reconventie 421. r, B. Weduwen waar voor recht te ftaan qso 5- B. ^ Weduwen, fchoon nog minderjarig werden voor Mondig gehouden 79 4. A. Wees-kamer Recht wat 205. 2. A. Wees-kinderen Recht van Preferentie 00 11. B. Wees-kinderen Penningen, hoe en binnen wat tyd te beleggen 128. 8. A. Onroerende Goederen der Weezen , hoe en wanneer by de Voogden te verkopen 129. 9 A. Weg wat 289 5- A'. en 291. ir. A. hoedanig te gebruyken 290. A. Heerwegen aldaar. Nood - weg aldaar. Ly weg aldaar 9. Welqebooren Mannen welke van ouds 60. 16. A. van Rynland welke en haar oorfprong 18. 25. A. ofzy uiagt hebben om Keuren te maaken 28. A. Wetten wat, en waarin beftaan 22. 1. A. hoedanig en hoe ver een Rechter daar aan is gehouden en verbonden 24. 6. A. boe veelerhande 27. A. by wie te maken EYNDE. 1 28. A. by> wie en wanneer te onderhemden 31. 13. A. • Wettig gebooren wié 43- 2. A. en wanneer aldaar. Rechtelyk onderfcheid tusfchen wettig en onwettig g-eboorenen 44. 3. A. 1 die op de zevende of binnen de twaalf maanden na haars vaders dood gebooren werden, werden voor wettig gehouden 44- A. Wettig maaken 415. 5 A. Wildernisfen en Jagtbedryfs Proceduren voor den Hout vefter en Meefter-knapen pen 552. B. F Wilhelmus Prince van Orange tot Veld- overfte gekooren 11. 9. A. vermoord tot JJelft hoe geftraft 234. 4. B. Wilhelmus Schild 241. 9. A. Wilhelmus, Dordrechtfen Gulden wat, en van wat waarde 241. jo. A. Wil voor de Daad in Misdaaden, of en wanneer te ftraffen 224. 2. B. Willige Condemnatie op een nytfpraak 380. B. r Willig Decreet, of en wanneer nodig en hoe te doen 128. 5. B. Winst en verlies in Gemeenfchap, hoe te reekenen, en wat daaronder begrepen 179 6. B. Sie Cemtenfchap. Winst en verlies by voorwaarde uytgefloo- ren, ofen hoe ver een vrouw buiten die is verbonden 175. 3. B. Wisfel van Geld om Geld 105. 2. B. Wisfel-brieven (of Wisfel - handeling) wat 201. 1. B. en 304. 11. B. aangenomen, of en hoe ver verbinden 203. 2. B. by weygering wat te doen aldaar 3. of en hoedanig ter eeren van den trekker by een Derde mag aangenoomen werden 204. 4. B. Woning recht 205. 2. A. Woon-plaats hoe en waar te reekenen 424. A. Z. ■«-zeevonden by wie te eygenen 159. 9. A.