T3L1IJWH - Z AAL, VAN ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN; OF DE NIEUWE SPIEGEL DER WAERELD 3 VAN DEN ROEMVERDIENENDE PBILOSOPHISCHE, GENEES, en PLAN E ET K U N D IG E DOCTOR JOH. CHRISTOPH. LUDEMAN. Een echte en merkwaardige Gedenk-Zuil van 'sman? kundigheden in de Afir*. logie, en het trekken van den Horoscoop; ontwikkelende alle de geheime en verbazende Gebeurtenisfen, byzonder de zulke, welke tot de Lotgevallen van het beroert Vaderland betrekking hebben, die by den aanvang van het Wonderjaar 1788, tot het midden van den Jaare 1835, «aan voortevallen, en die elders niet te vinden zyn. OP last van den Aftrologist LüdehanW nog toe verzegelt, en begraven rebleven om eerst 30 Jaren na zynen dood wereldkundig gemaakt te worden. * ' mdcclxxxvii. Te Arnhem, by Moeleman; Alkmaar^«rtemink-AmV«/ï Palier; Dord, van Braam; ^ de IX0 ; R£™™m/K%mafl.Hoorl Schiedam,Poolman ; 's H^e^ynandseixvan DrtcAt, Haarlem A / Frt< O^SK?^, Z^K van Etéick; en verder Mm.   INLEIDING. Zoo fpraken de Orakel-Goden ééns in myn Nacht Obfervatorium. Ik bedoel myne vrienden de Planeten» te midden myner Aftrologifche onderzoekingen over groote voorbeeldeloze, en gedenkwaardige Gebeurtenisfen, welken grootendeels de oppervlakte van deö Aartkloot beroeren, andere volkeren van dezen beneden Waereld gelukkig maken, en zommige van hen na onuitfprekelyke folteringen ondergaan te hebben, wederom in hunne oude Voorrechten voor zoo veel den Burgerftaat betreft, herftellen moeiten. — * a Opent  C 4 ) Opent de Rol der Wonderjaren; Befchryft, Berekent, kt getal van 48, dat zyn aanvang neemt met het jaar 1788, en dat van 1835 nog influit, en geduw en de dit geloop des tyds zult gy opdelver der waereldlyke Lotbevallen, 13 Schrikkeljaren, en 35 Twaalfmaandige Loopjaren vinden: - Bepaalt daal 11a de Weegschaal der Vryheid onder de Schutpilaren der waarheid , en yan het onverkragten Recht, en let opde aanmerkenswaar* Jige gevolgen, die 'er binnen deeze Tydkring van 48 Jaren gebeuren zullen. Verzegelt, en begraaft vervólgens in eene daar tos uitgezogte onderfchepbare plaats uwe Papieren Triumph-Zaal van Astrologische Voorzeggingen op eene wyze, dat zy eerst 3.0 Jaren na uwen Dood te voorfchyn komt; Tegen dat iydffip zal het eerfte Meeflerfluk uwer vlugge harzenen, dat is te zeggen,uwen SpiegelderWaereld gefchreyen aan Meefter Franciscus , bereids overal verfpreid, bewierookt, en met Loffpraken verhemelt zyn, zoo dat de  C 5 ) de Lauwerkranzen van roem, gevlochten om het Hoofd van Ludeman , huiten alk tegenfpraak Eeuwen na zynen Dood zullen duren. Aldus zeg ik , fprakenmynezeven Orakel-Goden. ! Maar wanneer is dit gefchied? Zal men denke- lyk vragen: —juist op het ogenblik dat den Dorpel van myn Studeerkamer door de verbruide werkingen der planeten, Mars en Saturnus in den brand vloog. Men behoord daarom niet te begrypen dat Ludeman na zynen dood , één Staatkundig Evangelium opwerpen, of zyne Planeetkundige voorzeggingen en het kern zyner geheime waarnemingen , flegts algemeenlyk tot deeze of geene Staats-en Oorlogsgevallen, en veel minder alleen tot Binnelandfche Gebeurtenisfen bepalen wil; Een wanbegrip van dien aart zou voorzeker de onmeetbaare uitgeftrekt♦ 2  { 6 ) heid myner roem verdiende Wetenfchap binnen al te laage en vernederende-Grenspalen beperken: Neen, één kundig en weldenkend Aflrologht dient, gelyk ik fteeds my bevlytigd hebbe te doen, over allerley onderwerpen rakende de menfchelyke Levenstafereelen, zonder onderfcheid zyne Befpiegelingen te laten gaan; en geen wonder! het is de zetregel van één verftandig Man: wat zeg ik daar! Laat ik vry liever boekflaven van een waereldberoemt Schryver van deeze Eeuw, dat men altydhet vermakelyke by het treurige, zoo wel als by het ernftige voegen moet, om door zoortgelyke verwisfelingen van flof, de oplettendheid van den Lezer, of de ingepannentheid van zynen Geest in eene onophoudelyke werkzaamheid te. houden, en gevolglyk door zulk eene vergssting van behagelyke Stofverandering zyn gemoedsneigingen (hoe bebolwerkt anders door donkere vooröordeelen) op eene  ( 7 ) eene verrukkelyke wyze in het belang van den Autheur, en zyne werken voorinteneemen. —Daarom zal ik onbefchroomt en zonder uitzondering in deeze myne nieuw Spiegel der Waereld gewagen, van alle de opmerkelyke en wonderbaare Aftrologifche bevindingen, welke tot nog onbekent gebleven zyn, en die een Mengelmoes van allerhande huishoudelyke Avanturen, en ontmoetingen betreffen, die ik in myn beroep met Standsperfonen van allerley flag gehad-nebbe, waar door mendeeigenaartige Charaéters van zommige Mannen en Vrouwen, Jongman? en Jongedogteren, ryke Zotten en Zottinnen , desgelyks die van geleerde en verftandige Menfchen, in eene vrolyke trant na het leven gekleurt, zal leren kennen. Onderiusfchen om recht aan de waarheid te doen, verklaar ik ter goeder trouwe, dat de Cirkel van de Triumph-Zaal myner verklinkende Voorzeggingen mee-  meerendeel bevatten zullen de ontwikkeling van zodanige geheime Staats Gebeurtenisfen, en fchrikverwekkende Omwentelingen van zaken, welke van den Jaare 1788, tot het Jaar 1835 ingefloten, zoo in Europa in 't algemeen, als in het Vryheidbeminmend Nederland in het byzonder ftaan voorgevallen, en waar door men onfeilbaar de Gregoriaanfche 'knoop van het agt-en-veertig jarige Tydperk ten dien opzichten klaar ontdekken zal. Dit beloof ik plechtig aan de Nakomelingfchap; Maar waarom zulks te beloven? — Laat ik regelregt beginnen om myne beloften te volbrengen. TRIUMPH-  I T3LIÜMPH=ZAAI, VAN ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, door J. G L U D E M A N, astrologus. N°. L ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN; Letrekketyk tot het Wonderjaar 1788. "Waren de Binnenlandiche opfchuddingen gedurende het jaar 1784. en drie aanvolgende jaren hier te Lande gewichtig, en van eene ongunftige invloed ten opzichten van de algemeene Wel. vaard van het Vaderland, gelyk ikinmyn ^Bnefvm de Spiegel der Waerelo gefchreven aan Meefter Framtscusniet onduider voorfpelthad, en die men zonder twyvel door derzelver eevolgenop zyn tyd bewaarheid zal gevonden hebben-, de ontknoping van één zevental verbazende Gebeurtenisfen, welke het Wonderjaar 1788 opleveren zal, en die myne Vrienden de raceten volftrekt begeere dat door myn Pen waereldkundig geraake, ° ^ liaan  Co) ten alle de voorgaande Volsberoeringen verre te overtrefvenDe voorzittende Planeet M«™ zal geurende dat ysfelyk Wonderjaar eene trotfche en vyonderbaare Rol in deeze voortyds verenigde dog als dan verdeelde Landfchappen Spelen; verfchSkelyke Rampen, onbegrypelyke uitkop van zaken'«ulkl dat Moodjaar beurtelings vervangen: De onderfcheide Takken van de Goudmynen van het Gemeenebesr, Ik meen de Zeevaart en den Koophandel, zullen daar door geweldig geknost en Jl Vryhcdrnfefchien een gevoelige fchok krygef ^m^ ten haï ftentogZegenpralen. Om Z^artbloedige^ en bange vtrb oden, heb ± de onderzoekingen over het jaar 1788 aangevuld met het verhaal van zommige kluchtige Bygeva len , 7et minder wetenswaardig, dan gefchikt om te vermaaken ' 7nnf^e!aneetbefchL°TUWers Weten bV ondervinding, dat den Jafr 1 K ?" gi°°r,e Hemsk™S K die fchuins, door a"Ev?. tf! PeaAe,c dSielVe genoeSzaam in tweën fplist, en altydI £, weg voor de Son, en de overige zes Planeten baant; het is ter zeiver tyd eene bekende zaak, ten minden voor alle S rrekun |gen dat het twaalftal Hemelstekenen behorende ond r d™" Zodiak, waar van'er fteeds één aan ieder Maand van he S onderfcheiden worden met de volgende benamingen: Als 1 £ Maalty Bah 3' %Wef"&»> 4 Kreeft?5. W.fc ink S ' 7u) ' 8' ScorPioen^ 9- Schutter, 10. Steen, hok 11. Waterman, i2. Vhfihen. Alle welke waalf He SST t°°lbyf °dfre figUren waar van * * dit werk: kS hedshalve gebruik zal maken, by de Planeetkundige worden £ Ik heb noodzakelyk deeze kleine uitflap moeten maken ™ niy naderhand in de eerfte plaats minder onveXnbaarTekunnen uitdrukken m de byzondere betrekkingen welke de PVneeZZé vorder, te moeten verklaren, aangaande Aftrololngifche In  C 3 ) ïn het jaar 1787. zullen vermoedelyk in den Zodiak onder het Hemelsteken 23 de Kreeft zig by voorraad al de toebereidzelen van zulk een afgryzelyk Bloedbad hier te Lande beginnen te verwonen, welke in de derde Maand van het Wonderbaar 1788 in volle vlam uitbarlien zal; de Stribbelingen tusfchen de Planeten Mars, en Mercürius gedurende haaren loop dat jaar moeten ontftaan, zullen de aandryvende oorzaaken daar toe waarfcbynelyk doen gebooren worden : Zy die myn Spiegel der Waereld gelezen hebben, zullen oogfcheynelyk bevinden, dat ik ruim 30 jaren geleden, hier van al eene voorlopige Prognosticatie hebbe gedaan in de Staatkundige Catechismus te vinden in de Vierde Brief, hoewel ik daar voorbedagtelyk in de tydrekening gefeilt hebbe gehad, door die Revolutie 20 jaren vroeger te bepalen. , Veele onzer Tydgenoten gewoon de meefte dingen oppervlakkig, of liever na hunne eige denkbeelden te beöordeelen, verwerpen met eene al te groote overhaafting de invloed welke de Planeten op het Waereldsbeloop heeft, en dit is de reede waarom zy niet gereedelyk aan Prognofticatiën of Voorzeggingen van bedreven Aftrologisten geloof willen Haan ; andere door Bygeloviaheid verblind , of misfchien door de dryfveer van een ingebeelt peluk beftierd, fchryven eene onbepaalde kracht aan de werkingen der Planeten toe, en vertonen door dergelyke vergryping iets in de Natuur te zoeken, het geen zy alleen in het goed, ryk en alvermogend beleid van een Opperwezen kunnen vinden: In beide opzichten handelt men dwaas. Men dient uit befcheidentheid , wat zeg ik! uit eerbied voor de Kunlten en Wetenfchappen hier de middelweg inteflaan, en ons beOisfent oordeel aan de uitkomften, dat is aan de ontwikkeling der Ondermaanfche Zaken te onde'rwerpen, om op gronden van zekerheid te weten, of het Compas van de Starrekunst ons waarlyk misleid,dan by voorraad geheime, an nog verborgen ontdekkingen aan de hand gegeven heeft. , Alvorens ik het voorportaal myner Aftrologifche Bevindingen met betrekking tot het Zevental der Staatkundige Voorzeggingen voor het gedugt Wonderjaar 1788 ontüuite, ben ik van begrip, dat ik myne Leezeren aanvankelyk dien te vergasten methetyer- A 2 haal  C 4 ) haal van enige niet min vrolyke, dm aantekensvvaardige Zeld» zaamheden voorgekweekt in het Oeffi ifchool mynertalrykeHo* voscooptrekkingen, welke ik tot nog toe zorgvuldig in myn Pylkoker bewaard had, en waar van ik om dringende beweegredenen in myne vorige Spiegel der Waereld gefchrevenaan faeefler Franciscus geen gebruik heb willen maken. Daar kwam op een avond, zoo ik my niet bedrieg in het jaar 17.. Ey wat doet tag het jaartal tot de zaak! —~» Daar kwam dan eens in het vallen van den avond aan myn Huys, een vervaarlyke dikke Vent, gekleed in het gewaad van een Schoorfteenveger, en die half dronken geleek; ik ontdekte aan* ftonds aan zyn uitfpraak dat hy één Duitfcher van geboorte moest zyn: In dat denkbeeld, fprak ik met hem de Hoogduifche taal. Hy wilde zeide hy, één paar Goude Ducaten,die hy buiten zyn Vrouws weten met Schoorfteenvegen overgewonnen had, aan het trekken van zyn Horoscoop te kosten leggen, mits dat ik hem voor de vuist zyne toekomende Lotgevallen voorzeggen moest, volgens zyn opgaaf was hy den 25 September 1718 geboren, en zyn Doopnaam Lodewyk Erneftus; Terwyl ik genoegen in zyne gulhartigheid fchepte, zyn kleine zwakheid van Dronkenfchap als een Voorftander van het Bachusfchool ligtelyk over het Hoofd zag, en boven dien gevleid m;t zyn Vrywillig aanbod van 2 Ducaten, dat my toefcheen voor de hoedanigheid van één Schoorfteenveger rykelyk te kunnen voldaan, bsgon ik dadelyk handen aan het werk te fiaan: Ik betuig met alle oprechtheid die by een onbedriegelyk Aftrologist ten opzichte van zyn kunstplaats behoord te hebben, dat ik my nimmer in groter verlegentheid bevond , dan by het trekken zyner Horoscoop. Meermalen wel is waar, had ik by zoortgelyke gelegentheden van onbekende Perzonen verwonderlyke dingen nagefpeurt, welke myne verwachting te boven gingen; maar hier moet ik bekennen ftond myn ▼erftand plotzelyk ftil voor de zamenlopende omftandigheden welke zig zoo ten aanzien van de Perzoon, als met betrekking tot de onderfchepte Levensrol opdeeden. „ Prins, zeide ik eenigzints 5, verbaast, zoo dra myne verrichtingen in de Horoscooptrek. „ king met een weergaloos goed gevolg afgelopen waren ,• het „ was niet nodig u in het gewaad van een Schoorfteenveger te  ( 5 ï herfchcppen, wanneer gy tog zonder vermomming opening ' van uwe regteDoopnamen en juide Geboorteftond wilde doen: !! Myne wetenlchap is toereikende genoeg om uwe Vordelyke ' Doorluchtigheid terdond voor den Hai'tog van W. * V. B ** en gelyktydig voor de Voogd van een Nationaal Prirs \\ die nog minderjarig is, te kennen; - Maar wat de on- gunftige wederwaardigheden van uwe nog volgende aanmerkelyke Levensloop betrefven, daar van zal ik Voorzigtig" heidshalve zwygen, om mynPerzoon aan geen onaangenaame r, vervolgingen bloot te Hellen." Den Hartog verplet over dit kortbondig verflag van zaken, waar in hy alle de kenmerken der oneebhnkette waarheid meende te befpeuren, verzaakte ras het aangenomen Schoordeenvegerfchap ; — Gy hebt tn myn Naam cn Vaardigheden niet Misgetast, L o d rm an , fprak hy vervolgens met een vriendelyk gelaat, waar uit bleek dat de wyn zyn verdand niet meer benevelde: Wat verder uwe ondet[cheppmgen aangaande myn Noodlot belangen, [chroom mets, /preekt maar vry uit de borst, Ik zal u daarom met baten, nog minder mildadig belonen. In de verplichting van zul les te moeten doen, gaf ik hem onbewimpek te kennen. ,v'Uat üy , ic of 16 jaren na de Meerderjarigwording van Zyn Vorlteiyke Pupil hier te Lande in ongenade zoude vervallen, met !! dat gevolg dat hy Zyne Krygsbedieningen zoude moeten ver. laten , en genootzaakt zyn na elders tewyken, dat een zeker ' gefchrift hetwelk kort na de aftreding van zyn Voogdyfchap fusfehen hem, en den Jonge Prins Zyne meerderjarige Pupil ' zoude bedaan, daar toe voornamclyk als de eerde worteloor. " zaak aanleiding zoude geven, zonder dat hy egter zoo fchuldig zoude wezen , als men wel meende, en dat voor het oven. ge hetuitzynNativiteitnietonmogelykfcheen, dat hy zig zelfs in den Ouderdom van 72 of 73 jaren men één Pidoolfchoot " uit wanhoop het Leven benemen zoude." —- Den tiartog beaon met zyn dikke Buik my hartelyk uittelachen, zeggende met een vrolyke houding dat ik hier voorzeker den Bal misgeflagennad, want behalven dat hy nimmer geen lust gevoelt had, en waarfchynelyk ook nooit de lust bekruipen zoude, om hem zeits1 uit vermaak of wanhoop den hals te breken, by van de overigheid A 3 öes  ( 6 ) des Lands zodanig bemind, en aangebeden wierd. dat hy voor geen ongenade nog ftaatsval bedugt behoefde te zyn; waar voor b^en nV^ 8ïPi°Ze gedrW° onfeilbaare waarborgen in 1 ', g^^^^nde, wierp hy zyn Schoorteen vegerspak n myn kamer, bediende zig van myn Muite! om na zyn Loge. EnitanrRynnbrkenC W3S te Saan> en befchonk «net één ' 5fn ' n fbnefje Va" 25 Ponden Sterling, i De uitkomst der zaken zullen lang na myn Dood Zonnerklaar bewyzen, of ik in liïl T ande^ tyLd Sebeurde ie« dat inderdaad veel gerucht in S del Wni? hHeft;, Be21*S Zynde myne Vri"den de RanS teri m den Wolken-Hemel vergadert, door middel van de Teloscoop over een gansch duifier Geval te raadplegen, wierd ik an deeze myne Zinitreiende Waarnemingen tegen wil en dank af gedokt: Men kwam my boodfcfaappen dat één Jonge Dame die'er met onbevallig uitzag, ee„ heimelyk Mondgelprek.verzogt. Hoe ongaarne ik destydsin myne Planeetkundige^nderzoeking^n geftoord wilde zyn, heb ik altyd eene zekere niet onveSliS toegeventheidvoordeb^minnelyke Sexegevoelt, welke my fis DiSo^rSt0thaar f™'«*»*4 en buigzaam m'alkte Dit behoeft geen verwonderaars, als men flegts overweegt, da cenkeiyke invloed op de Harten en als een Zamenlopend gevolg 2 ietlMP SenoeSza3m ^le de Bedryven der Mannen hebben gehad: Maar tot de Zaak! Ik ging in zwaarmoedige overden" kingen langzaam de trappenaf, en begaf my na het voorfalet al- bZttf °Te, Z,'S bevond>' Men kan oordelen hoe verbaast ik ftond optekyken, toen ik haar daar plat op den grond £nS,?°°J ^£D£Ch V°nd nederJeg^ Ik ontdekte raf aan den aderflag dat het een zoort van Vrouwelyke flaauwee was die tZk £ at'7an het bl0ed h3d gellremt' en door het gemini HeXlï TCr geraakcezy,alie^kens uithaare bezlySrS "erlleldfynde-vroeg^wat'ervanhaar dienst was, zonder na de oorzaak van dit toeval te vragen; Zy verzogt my heel beleeft, dogenigan» beteutert haar Horoscoop te willen trekken Gedurende de ogenblikken die ik daar toe verfleet, bemerkte ik dat  C 7 J dat haar onophoudelyk zulke zwaare zuchten ontflipte; welke my toefcheen het kenmerk ener groote hartskwéllmg te zyn : In die verbeelding verzuimde ik niet om haare Naviteits-Star met oplettentheid gade te liaan, en het gelukte my vervolgens zoo wel haare voorledene, als toekomende Lotgevallen na de regelen van de kunst, volmaakt te onderfcheppen. „ Beklagelyk is u lot Mejufyrouiv zeide ik toen alles verricht ,, was, u Noordftar voorfpek niets goeds ten aanzien van de ge„ beurde dingen als Gy hier te Lande bleef; .want Gy zyt van uwe eige Broeder bezwangert geweest, en heb genoegzaam „ door heimelyke middelen een Kindermoord begaan: Schielyke „ ontlvuchting uit uw Vaderland is noodzakelyk: volgens de aan„ wyzing die den loop uwer Planeet aan de hand geeft, zult ,, Gy elders neg een tamulyk voordelig Huwelyk doen, zonder „ dat u ongeval daar bekent zal raken, maar het ergfte is, dat „ Gy verplicht zult wezen , om u Geloof te verzaken." De Jonge Elina beleet met neergeflagen ogen de waarheid myner ontdekkingen voor zoo veel de gebeurde zaken betrof, zeggende dat haar Oom de Burgemeejler van de Stad H. * * *. haar tot my gezonden had, om door middel van myne Aftrologifche Wetenlchap de nodige hulpmiddelen- tot haar behoud te zien verkryfen \ zy vertrok iets geruster dan zy gekomen was, na my eerst met een bevallige houding 5 Goude Ryders overhandigt te hebben. Ongevaar vier- en twintig uren na haar vertrek kwam een Gerechtsdienaar aan myn Huis, vragende of zodanig een Jonge Dame den vorige Dag niet by my geweest was, dog ik fcheep ~ie hem Koeltjes af, met te zeggen dat ik nergens van wist. Jan myn Knegt die destyds by na zeven jaren by my gedient, en aan wien ik eenmaal fcherpelyk bevolen had, niemand tot myn Perzoon toegang te verlenen zoo lang ik zoude goedvinden in myn Studeerkamer opgefloten te blyven; berichte my cp één Mor. gen dat het vervaarlyk Sneeuwde, dat een aartig en welgemaakt Jong Heertje bereids dien Ogcend totdiiemaale aan myn Huiswas geweest; Hy had voegde Jan daar by, my met Drommels geweld willen fpreken, en om hem daar toe te bewegen éénRyksdaalder in de hand gedopt: Dan terwyl myne bevelen in dat op. 2icht hem belette aan zyn verlangen ogenblikkelyk te kunnen VMM  (U . voldoen, bad by hem verzogt des Namiddags tegen % of 4 uren eens wedergekomen. Agtervolgens deeze affpraak kwam ket Jong Heertje dat deftig uitgedoscht was, voor de vierdemaal op de bepaalde tyd opdagen: — Hy verhaalde my met eene betoveragtige zwier, welke my ten zynen voordeele innam, dat hy Smoorlyk was verheft op één voorwerp die Inwoonder van deeze Stad was; Het was my vollliekt ondoenlyk voor de Horoscoopttekking de dubbelzinnige manier van uitdrukking waar van hy zigaanvankelyk bediende, te doorpeilen, maar toen hy vervolgens, na opgaaf van Zyn Geboortetyd, en van Zyn Doopnaam julius, aandrong, om door myn Planeetkennis verdere onderrichting aangaande die Minnehandel te erlangeu, brak de bommel uit, want ik ondekte fchielyk dat het een Jong Vrouwsperzoon in Mansgewaad was. Hce Wat Wonder! riep ik met een vrolyk gelaat, onmiddelyk na dat myne onderzoekingen afgedaan waren , Is bier één jvuwsin êVsjulia berfcbept! De vermomde Dogter bekeek my daar op met geen minder oplettentheid dan eerbare fchaamre, voorwaar een verrukkelyk iets, het geen ik altyd met een zonderling genoegen in de Vrouwelyke Sexe doorfiralen zag, zoo dat ik fchier in beraad ftond of ik haar wel opening van myne verdere Bevindingen zoude geven; In die onberadentheid zweeg ik bot ftil; Zy bemerkte dat: — Wél ik moet bekennen Myn Heer luoeman dat Gy één Pboer.ix in uwe Kunst zjt\ zeide dit beminelyk Meisje vervolgens tot my; Ja ik biet Juli a en ben één Vrouwsperzoon, die cm onbekeni herwaar ds te komen zoi lang het Mansge waad heb aangenomen , ook is bet waar, dat ik één viorwerp bemin, die tbans een Inwoonder van deeze Stad is, en van wien ik tevens mei volle vertrouwen kan geloven, desgelyhs bemind te zyn. •— . Dat weet ik Mejuprouw; voerde ik haar te gemoed; — Weet Gy niets meer LViyn Heer Ludeman? vroeg zy wat ongeduldig: Ik drong toen fterk aan, om ook de Horoscoop van haren Minnaar te trekken eer ik my nader verklaren zoude. Ingevolge van dien , overhandigde zy my een Papiertje in welke zyn Doopnaam en Geboortedag vermeld was;Mynweik binnen korte Minuten voltooid hebbende, verklaarde ik rond uit, dat haren bedriegelyken Minnaar nooit haar Man kon worden. - Waarom niet  ( 9 > Mlttï Vroeg zy bedeest, en met betraande ogen; -— Om dat behoorde ik,Aj Buitenslands getrouwd ismeteen Vrouw die mjÊ verviel op dit zeggen in zulk eene ^okkfdheid van gedachten, waar uit ik vry wat werk had haar te doen SkSï^n^^^ gebeurde, en datwj, >ezig waaren te'zamen te overleggen hoedanig-best onder oeknade waarheid dezer myne gedane ontdekkingen te doen, 1 e trageen welgemaaktjongeling, van goeden huize, wien?»^J^r midde.de Burgerfchap van onze Handeldryvende Stad . by my "ter zyner Horoscooptrekking aanmelden; dit verp.ich.e Z om \ulla te verzoeken zoo lang in een ander Vertrek overEgaa™ Dan de wellevende Jongeling terzelver tyd m de voorkamfr tredende, terwyl zy eruit ging, groe^ b^ ^kert en na haar een doos met verwondering bekeken te hebben, op eene we diemy volmaakt deed befrypen dat hy die fchoone, onSs'ht isgewaad, ken«st.jgWj«met ^ÖS; 3* tVStegeCLnw1o?digheS " maaki^ myn Smst hier dubbeld noodzakelyk; gy weet , ver* volgde hl dat ik zedert ruim anderhalfjaar u oprecht bemind " hebbe en hoe zeer gy fteeds myne tedeie liefde verfmaade " om de'n voorrang uwer wederliefde aan MynHeer van L " te fchenkZ kom ik u thans aanzeggen, met eer, volflagen " tekerheid gegrond op onwraakbare getuigen, ontdekt te heb' " Sn dat de2 uvve fnoode Favoriet Minnaar een getrouwd : van ^^Ï^SS^ kelvk te Linzen woonachtig is. yemiccMc i£ £?op Sec aanhooren "dezer bevestigde V^gi ™^ floot op myn voorftel de Horoscoop van ^ verliefde Jongeling Paulil ulkklZ en zulks vaardig gefchied zynde, bevond ik ultde confteUatie'van zyn Planeet dat f**Zg&&& haare Gmphatiferende, hy onm.shikbaar de Maii va *i juto wor den moest. Een openhartig verflag hier van aan beide dejonge Luid^ngedaanhebbende, bemerkte ik met vermaaak dat het ha van de beminnenswaardige Julia zig van datrfP£» ^ derliefde voor de uandvastige e« deugdzame Pauk begon te ne^ B *  t 10 ) gen, zo dat ik na verloop van vier Maanden het genoegen had te hooren, dat de voltrekking hunner wettige Echtverbintenis onder goedkeuring van wederzydfche Ouderen, het gevolg van dit wonderbaar geval was geweest, en ik moet uit erkentenis niet vergeten aanteftippen, dat ieder der beide Gelieven my daar voor edelmoedig met eene verering van tien Ducaten befchonk kort na dat het Huwelyk tusfchen hen zyn bellag gekregen had! De middernacht klok Ihat, dus moet ik van Batteryen verwis*' felen, aangezien myne Vrienden de Planeten my gebieden over andere zaken te fchryven; Zonder tegenfïribbeling begeef ik my tot de uitvoering van een last, waartoe de Plichten van myn beroep als Alirologist my geroepen hebben: Men lette dan voor eerst op de ontboüering van de geheimen welke ik qo jaren na myr.en dood aan de als dan leevende Waereldlingen openbaren zal, zonder dat daarom in het tydsbeloop van zulk een^aantal jaren myn naam en kunstbedryven in het ftof der vergeteldheid begraaven is gebleven. Men weet dat de Pianeet mercdrius klein in zyn omtrek en met zeer ver fchynende is, dat zy alcyd digt by de Son ftaat en doorgaans haaren loop in drie Maanden volbrengt: het is ook een algemeen erkende waarheid die geen bedreven Aftroncmht ligt betwisten zal, dat merccriu s van eene veranderlyke en onbeftend.ge Natuur zynde, wel zeer goed is, als ze goede Con* ju„8ienen Aspeclen heeft, maar wanneer die boos, wispelturig, of ongemeen gistenden zyn, zo is die Planeet ten nitêriïe kwaadaartig en gevaarlyk; Dit is de oorzaak waarom verre de meeste Starrekundige menen dat ze uit haar aart van een droooen koud temprement is. ° In al de Conjunften die tusfchen mercurius met de Pla-1 neet Mars gedurende zeven jaren lang, gerekent van den jaare 1781 totdenjaare i787 ingefloten, Saan te gebeuren, zu len by voortgang, dog trapswyze fchadelyke en verdervelyke uitwerkzelen vertonen, met betrekking tot één Republiek, amen. gefteld uitzeven Verenigde Landfchappen, in de fchoot van welke ik myn meeste levenstyd met bekroonde uitflagen vantydelvke welvaard geiletenheb; alle deze voorlopige onheilen welke door de zeven groote en Merkwaardige Gebeurtenisfen in het Wonder Jaar  c « v Taar 1788 beflist zullen worden; denk ik voor zo veel ik door myn fcherpdringende Telescoop nafpeuren kan, boofdzakelyk te zullen beftaan, in een vredenbreuk mee een meer dan hondertjaaripe wangunlhge Bondgenoot, en het gemis van een der beste Afiatiiche Wingewesten t in de bedreiging van nieuwe oorlogsrampen met een ander ontzachelyk Potentaat van Europa, met opoffering van verfcheide fterktens, en aanmerkelyke fommen eelds uit's Lands Schatkist ter voorkomirge van dezelve, en in eene daar opgevolgde algemeen2 Binnelandiche Volksverdeeldheid, twist, tweedragt°enopfchuddingen, waar doorgiet alleen met verwaarlozing van den Koophandel, en.allerly Handteringen en Beroepen in den BurgerHaat, de oude Harmonie tusfchen de Overigheden des Lands, of van deeze zeven Provintien, grotendeels van een gefcheurd, maar door eene voorbeeldeloze verbittering en Volksdwaling van beide kanten, Steden, Dorpen, Gildens, ja zelfs byzondere Huisgezinnen, al raeede door die ftroom van Nationaale verwarringen weggefleept, met een dolle drift in haaren eigen boezem tegen elkander zullen .opfcaan; Invoegen dat deeze foort van Staatskanker fnel voortdravende, na het ganiche Lichaam van Neêrlands 'Gemeenebest aangeftoken te hébben, de wrevelzucht der Hoekfcbe en Kabeljauwjcbe Famen verre te boven flreven zal. Zodanige zevenjarige Lands-en Volksplagen voorafgegaan zynde, gelyk zy volgens den loop van het Geftarnte noodzakelyk zullen voorafgaan, met .tusfchenmenging ener menigte beklagenswaadige Gebeurtenisfen en omkeringen van burgerlyke Welwaard, welke fchier als onvermydeiyk behooren te worden befchouwd, zal het Gordyn van de groote omwenteling van zaken in de maand Maart van het zoo geducht, dan fchrikverwekkend Wonderjaar 1788 opgefchoven worden, door een jammerlyk Bloedbad, of liever lang bedreigde Burgerkryg, die in negen onderfcheiden ftemvoerende Steden, en zeventien Dorpen ener voornaame Provintie van de Republiek plaats zal hebben, en waar in de eertyds onderleggende party, of zogenoemde Jrifiocraten door overmacht de zegenpraal zullen behalen. Ondertusfchen verdient eene zonderlinge opmerking, de aan;eencefchakelde zeldzaam voorvallende gevolgen, welke meestal fa B 2 ha-  C 12 ) hare geboorte ,'aanwasfeh en voorgang uit deeze" verwonderens waardige, en gelukteaanflagen ontlenen zullen,- Een zevental van uitnemende Voorzeggingen, waar van ik het juifte tydperk (zoo myne AhVoIogifcbe waarnemingen my niet bedriege)van den 3 Maart tot den 18 Oftober van het Schrikkeljaar 3788, met een byna onfeilbaar vertrouwen van gebeurlykheid bepalen kan, en by derzei ver ontwikkeling hier op uitlopen. I. In hetfneuvelen van een Antidotaal Opperhoofd van één Stad, die de tweede in rang der handeldreivende fleden /'«Holland bekleet. II. In het wederkeer en van één in "de retraite gekeft hebbende Prins, in zyn oude Zetel plaats hier te Lande. III. In de Oorlogsverklaring van een Buitenland/che Mo- gentbeid aan de Republiek, bet verlies van twee Frontier Steden, en daar op volgende bernieuwin° van vreede. IV. In de voltrekking van bet Huwelyk van een nationaale Prinfes. V. In de affchafving van de Pynbank, in de Verenigde Ne-' derlanden. .▼I. In de achtenveertigjarige Klimaatsvervoisjelingen, of om. kering van Luchtgefteltheid, gerekent van den Hardewinter van het jaar 1748, waar door de voorjaren en het Zomerjaizoen voortaan beter en beftendiaer zullen wezen. 0 VII, ïn de oprecbt'mg van ten Nieuw Koningryk in EbJU>r a, N. IU  c i3 ; N>. II. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN. RAKENDE De drie Loopjaren 1789, I 79 0> en 1 ? 9 r- Gr elyk dikwyls op zwaare Stormen en Onweersvlagen de zoete kalmte en eene lievelyke Zonbedraling volgt, zoo zal het Schildery, welke ik thans aangaande het drietal loopjaren fchetzen moet, eigenaartige voorbeelden daar van gaan uitleveren; Hoedanige niet onaangename Verhandelingen voor rustoeminnende Perzonen, doorvlochten zynde met Bloemkranzen geplukt uit den Lusthof van myn Aftrologisch Wonderkabinet, my ondanks het waarfchynlyk verlangen van weetgierige Lezeren om ten aanzien van de zeven Voorzeggingen betrekkelykhet jaar 17S8 nader verklaring te hebben, dadelyk zullen doen overfpringen tot de befchryving van zommige harstochtelyke, en daarom met minder kluchtige Avanturen, waar toe eertyds myne Horoscooptresfcmgen veelal aanleiding gaven, en een ruim veld van BSpiegelingen voor bedaarde en oordeelkundige verftanden aan de hand geven. Ik kan onaangezien, de lust die my bekruipt om dit gedeelte myner Triumpb-Zaal met aartige en tydkortende Hittenen van myn kraam te fïofveren, niet voorbygaan alhier ter loops iets over de eerfte uitvinding en vaste grondregelen van de kunst der Voorzegkundeaantemerken, die zoo als ik vertrouw veel licht zal byzttten, aan zulke welke by mangel van onderzoek gewoon zvn, de uitgeftrekte Hoofdjuilen van de voortrefvelyke Weten* fchapvan^/Wo/ogwfe/», voorfnoodeTovenaarsbedryven, voorbarig uittekrytea. g ^  Tbeophrastus Paracelfuj dat groot wonder verftand, doorgei ftraalt in verfcheide verborgen Wetenfchappen was de eerde ontdekker van de geheime en wonderbare Horoscooptrekking, of liever Voorzeggingkunst, dat grootendeels op den loop der Planeten gebouwd is; Hy onderftcld hetzelve tweeledig te zyn, en roemt het eerite dier kunften in navolging der Grieken g'e ojiant]a, en het tweede Onomatomantia, gelyk men lezen kan in zyn geleert werk, voerende tot Tytel Pbilofopbut üagacis, fcboon het laafte ook wel by zommige Geleerden van later tyd Onomantia genaamt word: Daar zyn vokens zyn öyftema een dnederiey manier van Punteerkun/ien, ornby voorbeeld de levensgetal jaren van iemand te kunnen onderfcheppen, c welk inderdaad zoo veel is ais de bepaalde fterftyd van een mensch te voorzeggen. De eerde Punteerkunst oefchied flegts door middel van de Doopnamen alleen ; De tweed! uit de Doopnaam zamengevoegt met de geboorte Maand, en de derde uit de Doopnamen, de Maand der geboorte, en de albereids beklommen jaren van ouderdom te gelyk: over deeze verfchiliecde wyze van Punteerkunst die genoegzaam met Paracelfus dood in de yergeteldheid begraven wierd, is zedert door Buitenlandfche G-leerden in vroeger Eeuwen gekeft hebbende, by gisting Veel gëlcnreven; Dan men behoord my het recht te doen van te geloven, dat ik onberoemt gcfproken de Punteerkunst in alien gevallen daar ze in het trekken van de Horoscoofi te pas komt vit het graf der vergeteitheid wederom heb opgedelft gehad On' dertusichen kan ik niet verzwygen de uitzonderingen, welke daar •omtrent algemeenlyk plaats hebben, zonder aan het regregeb-uik van de voormelde driederley zoorten van Puntleerkunften rrerkelyk te kort te doen: zy beftaan zakelyk hierin, i. Dat één aantal van jaren die men reets beeft doorgebragt, wanneer men dit Natuurkundig onderzoek doet, eene groote verandering tn onze ligbamelyke ConfHtutie kunnen voortbrengen-, 2. Dat eene onmatige Levenswyze de natuurlyke Levenskras datJüimmw >W Charlotta Z tone.ta klmklankorius geboren den 7 [nnv nfor nii**» ™j rende haare Levenstyd zevenmaal gehuünVoe wezen 'mt dat zy den ouderdom van ongevaar 83 Jaren ; onde^dbepToe ving van veelerley wederwaardigheden bereikt zoude - AHe deeze ontdekkingen, hoe ongemeen Zy my in den eerden onflS lfjfChTnS V°,dIeden my Ikbefloot 1 Zvaf myne Starrekund.ge onderzoekingen gebruikte maken, J%?tfZ viel. De Planeten Satuunus en Ven os, juist op het tvd ftip van haar komst dat by den avond voorviel, in ConiunS zynde, waren te zamen in den Wolkenhemelzee'rnabrd togen vergadert, en zie hier waar op haar volledige Horoscoop M^PE^ Mr0l°SifChe ^unst volkS ,, Johanna Charlotta KompJimenten van vervvellekomming overgewaaid waren vroeg ik hem, cf hy iets van zyn maakzel had om te vertonen', waar door ik in de gelegentheid gefteld zoude zyn om hem dienst te kunnen doen, dat ik hem als dan met vermaak enige konterfvrzeis van fatzoenlyke welgeftelde Inwoonders van de Stad zou bezorgen, onder deeze mits, ind;en zyn konst my beviel. Hy bedankte my voor die beleefde aanbieding, repliceerde heel zedig dat hy thans geen gefchilderde konterfytzels in gereedheid had , dog belaste hier op zyne Huisvrouw die alle de ftreken had van een Lorrcndraaifter des Huwelyks te wezen,om hem die groote Portefeuille met Modellen en Tekeningen eens te willen halen; Die Dame kwam wel haast aanitryken met een byilere groote Por efeuille rykelyk geftofFeert van alles wat kunst betreft: De fchilder toen een VlesWyn, Tabak en pypcn hebbende doen brengen, gingen wy aan een tavel voor één goed vuur zitten om dat Konsiboek te doorbladeren. Ik moet zonder Pyn of Banden bekennen, dat die fchoone Modellen en heeriyk behandelde Te- Sïf n-TV^rW?nderingt0C zi§ trokken' en datzynePronkJukken inde Tekenkonst fterk zweemden na de delicate behandeling van den Ridder Anthony van Dyk; Ik vroeg wat hy nam voor een konterfytzel? Onder belofte van hem het Doek daar toe te zullen zenden, en zulks aan verfcheide deftige Burgers geneegen zynde hunne Tronien te laten konterfyten zouden vertok nen: Hy antwoorde dat ik de Prys zelft na de kunst waarderen kon die voorwaarden ftond my welaan, en wy fcheidenonraidddyk na die woordenwisfeling vergenoegt van eikanderen. aJXÏÏtf dri£ 0f vier Da§en daar na,dat ik voorby des Schilders Herberg gaande, een ongemeen gedruis en zulk yreeslyk vloeken hoorde , dat ik intrat om eens6 van naby die wintervreugd bytewonen; Ik zag den verwoeden Kaftelein op het midden van de plaats by de Staldeur ftaan, met een lange hooi. vork in de vuist die vast gehouden wierd door een half douzyn Mansperzonen zoo Domeiheken als Geburen, en die by al wat K« u Wat!r,,te werPen : Ik fPrak de Waard Vriendeden &§5ilem PynllllIende woord<*, en overreede hem om den Riek afteleggen, en één Glas Alfemwym met my te drinken; Hy  ( ip ) Hy liet zig ten laatften gezeggen, en trat met my in de Keuken alwaar een goed vuur brande, als wanneer hy my de volgende Hillorie verhaalde. „ Dezen Morgen even na het opfluiten der Stads Poorten (begon hy), kwam 'er een Chaiiè befpannen met twee Paar„ den waar op twee Mirsperzonen zaten, myn voorplaats regel„ regt na de Stal opryden; Myn Vrouw nog ik waren toen nog „ niet by de hand, waarom zy zig intusfchen by het vuur plaas„ ten, en één kop koffy dronken: Den oudfte een wakker (lag „ van een Man, vroeg of zyn i\Teef den Konstfchilder al op was, „ Die zoo dra niet was beantwoord met Neen, en dat hy nog „ by zyne Huisvrouw te bed lei, of den ander repliceerde, dac komt wel! Dan zal ik dien Luiaard gaan vernestelen; Daar „ op liet hy zig de Slaapkamer des Schilders die op de'klink „ ftond aanwyze, en beval myn knegt van henen te gaan, zeg„ gende dat hy de rest nu wel zou waarnemen: Zulks gefchiet „ zynde, trat hy zonder enige plegtigheid te gebruiken binnen „ het vertrek, en zoo dra hy in de Slaapkamer kwam, ftak hy de hand in de Broekzak om 'er een geladen Piltool uitteruk» „ ken, en den Schilder daar meede voor den kop te fchieten, „ die oaderwyle door dat geltommel ontwaakt, fchigtigten Bed„ de uiifprong , en den Perzoon zodanig vasthielt, dat die zyn „ Piftool, dat boven dien met den haan in de gefcheurde voe„ ring van zyn Broekzak was verward geraakt, onmogelyk kon „ los krygen, waar op hy fchielyk zyn Rotting greep, daar hy „ den Schilder zoo meeflerlyk meede toedekte, dat hem het rood zweet van de Kop en van de Lendenen guste, tot dat „ hy het geluk had van langs de openftaande Kamerdeur de trap„ pen neêrwaans te fpringen, en zig aldus op een van de Hooizolders heimelyk te verbergen; Vervolgens moest de Dame d'Honneur het eigen rotting examen ondergaan, die als een „ tweede Troiaanfche Cafandra met de losfe tuiten uit het „ overfpelig Bed gefleurt, zoo yfelyk wierd toegetakelt, dat zy 'er uitzag als een Zakkerolfter welke in de onbarmhartige han„ den van het gemeene Stroatvolkje was vervallen: Na deeze verrichting fneet hy alle de klederen des Schilders zoo wel als !! zyn Hoed, Paruik, Kouzen, Schoenen enz. aan kleine ftuk■ C 2 „ ken,  C 20 3 ken; verfcheurde, dat een groot jammer was, alle zyne over„ heerlyke Modellen en Konsttekeningen, verbryzelde zyne Pa* „ letten en Pencelen, en liet kort om niets heel, van al dat 5, geen, 't welk hy oordeelde aan den Schelmfche Konterfyter „ te behoren." „ Ondertusfchen was ik opgedaan vervolgde den vergramde „ Kaftelein, en ik vroeg aan dien razende Roeland wat fpel dat „ hy in myn Huis fpeelde ? Onder nadrukkelyke waarfchouwing „ van zulks te daken of dat ik raad voor hem wist om zyn dolle „ woede te beteugelen; Hier op verhaalde hy my, dat die Jcf„ fer welke den Schilder had weten te debaucheeren zyn Vrouw „ was, en die met hem was gaan dolen, na dat zy alle de Ju* „ weelen, Goud, Zilver, en over de duizend Ryksdaaldersaan „ Contante Penningen hadden tezamen gepakt om dien Lichtmis „ te onderhouden; Zweerende, dat hy haar voortaan zooopge„ floten in een Verbeterhuis zoude plakken, dat zy elkanderen „ in de eerfte honden jaar niet zouden ontmoeten : Hy betaalde „ daarop zyn gelag, zere de Overfpeellïer op de Chais, bezorg„ de aan zyn Vriend één Rypaard, en reed zyns weegs, na al» „ vorens myne Dienstboden rykelyk bsfchonken te hebben." De Kastelein door gramfchap nog bleek om de neus zynde, was door het onteeren van zyn huis zoo verwoed geworden, dat hy fluks na het vertrek van den ongelukkigen Man, een hooy vork gegreepen had om den Schilder van kant te helpen, en zekerlyk» zonder myn tusfchenkomst, dat wanhoopig befluit volvoerd zoude hebben; Na die hevige hagelbuy van woakzucht wat opge« klaart was, verzogt ik hem om gezamentlyk dien armen dröm^ mei te gaan opzoeken, na dat ik hem had doen beloven van den Schilder niet verder te zullen mishandelen: zoo gezegt zoo gedaan l eenige Baren verzelden ons op dien tocht, en ea dat wy langs twee of drie zolders hadden gefchreeuwd en hem toegeroepen, dat zyn vyand reeds was vertrokken, kwam hy van onder het hooy voor den dag kruipen, zoodeerlyk toegetakeld en bebloed, dat ik nimmer weergade uit Beuls handen heb zien te voorfchyn komen; maar hier was goede raad duur, want dat naakt fchepzei kon men zo niet buiten de deur floten: Wy beflooten derhalven hem ieder hoofd voor hoofd wat bytezetten, om hem inftaat te \  ( 2* ) te (teilen en elders zyn fortuin te gaan zoeken; met dat oogmerk befchonk hem deeze me.t een afgtfleeten borstrok, den anderen met een omgekeert kamizool, de derde met een leere broek, een verwatert pruikje en een Deferteurs hoed: Een van ons Gezelfchap die mildadig fcheen, kogt de linnen kiel van de knegt, en men bezorgde hem één paar Yslandfche Kouszen, met één paar oude Schoenen, om daar mede te gaan wandelen, en ergens een diergelyk onaangenaam Kluchtfpel te gaan herkansfen, na hem alvorens met een coerykende Teerpenning voor zyn Reis te hebben voorzien, zonder dat Iemand van ons zedertvernomen heeft, na welke Oorden den Schilder het kompas zyner branding gelïeld heeft gehad. Myne boezem vrienden de Planeten verltoort over dit langwylig verhaal, verbieden my daar van meer te fchryven, en tot dingen van meerder opmerking overtegaan; wel nu ik zwygals een Osnabrugfche Mof. Misfchien dat Meefïer Franciscus aan wien ik myne Twaalf Brieven fchreef welke onder den Tytel van de Spiegel der Wae~ reld volgens myn bevel zekerlyk onmiddelyk na myn Dood in 'c licht geraakt zullen zyn, de uitgaaf of waereldkundigmaking van deeze myne TriumphZaal van Ajlrologifcht Vlorzeggingen nog beleven zal; In dat vertrouwen wil ik hier één verrukkelyk en zinftrelend iets gaan fchetzen dat ik hem wel eer plegtig belooft had, dog waar van my het Manufcript door zeker onvoorzien toeval ontfusfelt is geworden: Ik meen myne Aanmerkingen over dea Punt des Tyds, welkers uitwerkzelen meest al haare geboorte van de Pianeetlopen ontlenen, en die door fchildeiagtige voorbeelden opgeheldert, overwaardig zyn door de Liefhebberen myner Philofophifche en Starrekundige Tydfchriften gelezen te worden. Ik heb reede van verwondert te zyn, dat Niemand tot nog toe zyne gedachten heeft laaten gaan tot een volledig onderzoek over eene bewerkende oorzaak, die van zoo veel aanbelang op de Menfchelyke handelingen, en van zulk eene ongemeene Invloed op de beflisGng van derzelver Nootlot is, dan het zogenoemde Punt des Tyds ; Volgens alle regelen van waarfchynlykheid fpeek ik hier overftaanbare taal voor één Haarburger, maar het is C 3 myn  ( 22 ) myn fchuld niet dat men in ons Land de Citroenen van de Oran. £n ffrfk\™Qr Ó0?\óe }\euT dan door de fmaak onderfcheïden kan. Wat zwarigheid! Ik zal eerst door de Comparatie of vergelykmg en vervolgens door bewysbaare voorbeelden zoo van de aloudheid a!s van dezen tyd aantonen, wat men eigentlyk voor aam f 7y>dsy ten aanzien van h2are ""werkingen, en ortmiddelyke gevolgen op alle onze Bedryven en Lotgevallen, noodzakelyk houden moet. ^ •» ■^Ee,ntGu r°UWe Cn Efiyke Diens™aagd 15 jarenlang by ordentelyke burger Benngdoende Luiden gedient hebbend!, word op een tyd door oplopentheid van haar driftige Vrouw veggejaagd; De Mud misnoegt over zulk eene onwaardig Mishandehng verfpre.d hter en daar onder de hand dat haaren gevïezen Meeiler door Sluikerye het Land verkort: Het gevoT^da r van is, dat men zorgvuldig op des Mans gangen let, en hem in het plegen van dien ongeoorloolden handel agterhaalt, daar v-n over- St ™lT°]SëRS "a h£in ter Zaake van di£* * "ne aanmerkelyke Geldboete verwezen te hebben, zyn nering verbied: Da hTl ^ h,ei;d;oronherfte^aar bedorven, moe? noodzakelyk mJu 3 f T onderSanS * het wegjagen van de Meid en bygevo g in de oplopentheid van zyn Vrouw; als de aanleidende oorzaak van die Daad zoeken. — Een zeker Winkeidochter van een buitengemeene Schoonheid, door een braaf Jongeling ten hu welyk aangezogt, met wien zy eerlang ingevolge ce goedkeuring van wederzydfche Ouderen (rond te trouwen krygtde gril m t hoofd om met één geland Officier een avordP^S^ i°°r h£t be]ommerc Haagfche Bosch te doen; Haar Z 2 l\hier ^ 0ndemgC' e" Jalours geworden, ontflaathem van de verbintenis om haar te trouwen; Dit Geval ruchtbaar geworden, geraakt de Winkeldochter door de ganfche Had in op. SvZOdanigda; Zy zederc geen ^dentelyk Ponuur meer hebbende kunnen vinden, uit een gevolg van mïstrooftigbeid volkomen zmneloos wierd: Ergo is de wandeling met den Officier het Puntdes r^r van haar onheil geweest. 1 Ondertussen zyn er by tegenftelhng weder Gevallen waar in het Punt des Tyds volzeker ten voordeele van zommige Perzonen gewerkt heeftgehad, of misfchien nog werken zal; Aldus kan ik met eene volL gen  C =3 ) £en zekerheid voorzeggen, dat binnen 21 jaren een zwaare re» ^envlaag waar door één adelyk Man genoodzaakt zal werden in een Boore Hut onder bet gebiet van een zyner aangekogte Landgoederen te fchuilen, hetwaare Punt des Tyds zal wezen ter ont. dekkin* er-er ongelukkige Gravinne,die aan één grootmoediee Monarch verwandfehap, op die wyze door de edelaartige voorfpraak van den adelyke Landheer, uit haare deerniswaardige en behoeftige flaat gered zal worden: Indiër voegen hebben dikwvls het gebruik van welgeflaagde tongvallen tot één Punt des Tyds verftrekt, om onderdrukte Weduwen en Weezen te doen befchermen. cf in andere opdchten de bevordering en de welvaard van ongelukkige, dos bekwame voorwerpen te bewerken. Daar is één tyd beleeft, dat één Burgerman alle zyne goederen door eene hevige brand verloren hebbende, eene geruime poos als een dolzinnig Mensch op de wegen buiten de ttad ging dolen, en by die eelegentheid onder een Hoorn één Geldzakje met twee honden goude Ryders vond, waar meede hy na verloop van korte jaten «zulke ongemeene voordelen behaalde, dat hy een zwaar Kapitalist wierd; Wesbalven daar uit niet onduifter te belluitenvalt, dat het ongeluk van den Brand eigentlyk het Punt des Tyds van zyn opkomst is geweest: Men zegt dat die Man na een tyd verloop van tien jaren zeden dit aanmerkelyk voor ral, de lust beving om de Boom die de grondflag van zyn geluk had gelegt, te gaan bezien; Hy zag onder dezelve één oud Man zitten die bitter fchreide, en die hem verhaalde dat hy tien jaren geleden daar ter plaatze, een Sakje met 2co Ryders by overhaafting had laten legden, zeggende dat dit verlies het Punt des Tyds zyner opvolgende rampfpoeden was geweest. Hou moed Vader riep hy; Ik ben de vinder van u verloren fchat: Ik zal u yyf* honden Ryders in de plaats geeve. Beproef of Gy er u Geluk door maken kan! Levert de Oudheid geen doorflaande bewyzen van de verwon, derenswaardige Gevolgen van één Punt des Tyds uit? Wie zal kunnen ontkennen, die maar iets hilToriekundig is, dat éen Jlexander de Groote door zyne overwinningen van zoo veele Landen en uitheemfche Volkeren niet bedoelt heeft gehad éen Wae. xeldwinnar te zyn, overëenkomftig het dol befluit dat hy in een Punt  C 24 ) Punt des Tyds genomen bad? Wie zal heftaan te Iochenen, daonder de Romeinen een Scbipio den Afrikaan gevonden wierd, die zyn. benaauwd Vaderland door zyn Heldenmoet en weergaloos Krysbeleit als in één Punt des Tyds van zynen ondergang, en van de indragingen hunner gezworen Vyand bevreyd heeft gehad, toen hy den Veldheer van Cm^ogenoegzaamtotvoorde Poorten van het beangst Roome genaden, in de vlakte van Capim floeg? Maar om niet meerder van voorbeelden uit de aloudheid te gewagen, om dat ze doorgaans minder invloed vinden dan zul. ke in onze dagen voorgevallen, zoo zal ik eens van Batterye gaan vsrwisfelen, befchryvende eene allervermakelykfte, dog tevens eene zeer oplettenswaardige Gefchiedenis van dezen tyd, die maar by weinig Tydgenoten bekent, vervolgens een onwederfprekelyk Bewys voor de .Waarheid van de ogenblikkelyke beilisfing onzer Lotgevallen bewerkt in één Punt des Tyds, aan de hand geven zal. Aurelius zoo ik hier myn Man fïchoon lange jaren overleden zynde) by verbloeming noemen zal, was van één voortrefvelyk Gedacht uit het naburig Braband herkomftig, dog maar taraelyk van tydelyke middelen bedeelt zynde, begaf hy zig al heel vroeg tot de beöenening der Letterkundige Wetenfchappen; De eerfte fcholen doorgelopen hebbende, begaf hy zig na de vermaarde Univerfiteit van Leuven: Het bleek door de gevolgen dat zyne Geleertheid en doordringent oordeel geenzints voorde verheventheid van zyne Geboorte behoefde te wyken, want hy had naauwelyks den ouderdom van agtien jaren bereikt, of hy behaalde op de Hooge School van Leuven de Eerprys van Primus in de Philofophie, gelyk my dit gebeurde, nevens alle de verdere by- ■ zonderheden van zyn Leven uit Echte Berichten is gebleken. Maar wat baten tog de voordelen der geboorte, en die van uitmuntende bekwaamheden, wanneer men door een losbandig gedrag, zig de agting van alle eerlyke en deugtzaame Menfchen onwaardig maakt? Want zegt één zekere Dichter wonder wel, Be  ( 25 ) Be'fiyg vry met u Geest geiser iheids hcogfte trappen,' Munt uit door uw vernuft , in kunst en wetenfchappen; ZooGyde deucbtniet kend, niet volgt, en niet bemind, Is uzv Geteertbetd, Kunst, en IVeitmfchap maar wind. Zodanig wps noghtans het bedryf van Aurelius die hem dageIvks op dè Academie aan aiierley ongebondentheeden en baldadige Ligtemis'.erye, zoo eigen aan de meelle Scudeoten overgaf, waar door zyne Voogden bewogen wierden , om hem tegen zynen wil en dank, van de Hooge School van Leuven huiswaards te roepen: Men gebruikte de voorzorg, of liever de onvoorzigtigheid om hem onder het beilier van één Geeftelyke in fchein, die men daar te Lande Acten van de IVaereld noemt, na eene Buicenlandfche Academie ter voltrekking zyner afgebroken dudie te zenden. Alle de bekwaamheden en verdienden van dien half geleerden Pedant, bettonden in de Syntaxis van buiten te weten, een Vaars uit Horatius, Homerus of uit Virgilius met eene wonderlyke vaardigheid te kunnen opzeggen, in eene oppervlakkige kennis van de Zedenkunde, en andere nuttige Wetenfchappen te hebben, en byzonder om de meede uren van den dag in gezelfchappen doortebrengen onder het vermaak van den Wyn, en het Kaartfpel dat hy volmaakt vei dond: Met deeze Mentor kwam. de Jonge Aurelius op de Hooge School van Montpellkr in Frankryk, in de tyd dat hy ongevaar Negentien Jaren Oud was. De Abt Mengelaar zyn op ziender bemerkte al ras dat AureUus meer voortgangen in de dudie gemaakt, en enen groter voorraad van beöïffenkunde in de onderfcheiden takken der geleertheid opgedaan had, dan hy; Dit verdroot hem gewei hg: Hy deed zyn best om zyn Voederling te doen begrypen, dat het één Jongman van geboorte niet paste om zo geleert te zyn, dat het voor één Man van de waereld voldaan kon gemeene kundighe-, den te bezitten die hem van een winkelier of komptoirbediende onderfcheiden kon; om kort te gaan, dat hy zig zo lterk aan de fchoolgeleertheid niet moest verflaven, en dus niet meer dan telle quelle zyne Morgen Collegien behoorde waartenemen, dat is te zeggen dat by zyne Namiddag en Avonduren diende uitteD ko;  C s<5 ) kopen om hem te diverteeren, het zy in het gezelfchap der Galante Dames, dat volgens zyn manier van denken best bekwaam was, het verftand van een Jong Heer te volmaken: Het zy met een Kabriolet Chaife uitteryden, of met zyne Meedeftudenten een Omber of Pikette party te fpelen, en eene heldere roes mee hun te drinken. Een Jong Hart is ligt vatbaar voor de indrukzelen der verlei« ding, inzonderheid wanneer het aangedrongen word door Iemand welke door zyn gezag, jaren, of ondervinding een zekere meerderheid boven ons verkregen heeft, die ons meer of min van zyne zinnelykheid doet afhangen; Dit bleek aan Aurelius, welkers natuurlyke Neigingen tot het voldoen zyner wellusten en dierlyke vermaken daar door gekoeftert wordende, van de Urelende raatgevingen van den Abt Ttkngelaar wel haast een onbepaaltgebruik begon te maken, met dat gevolg, dat hy gedurende zyn tweejarig verblyf te Montpellier, fchier niets roet al in zy» ne ftudien vorderde, en zelfs grotendeels vergat het geen hyeertyds ie Leuven geleert had: Dit onbegrypelyk gedrag noodzaakte zyne Voogden hem andermaal van de Hooge School aftenemen, den Abt Mengelaar voor de flegte befturing van zyn MentorIcbap te bedanken, en voor Aurelius die tot den Krygsdienst geboren fcheen, een Compagnie Dragonders onder Keizerljke dienst te kopen, ééa gunst welke men gemakkelyk voor twaalf Duizend Ryksdaaldert voor hem bekwaam, en waarin merendeel beilond het ganlche overfchot van de Vaderlyke Goederen die hem nagelaten waren. Had Aurelius wel eer in het School van Minerva on wraak, bare bewyzen van zyn fchranderheid en vernuft gegeven, hy gaf inderdaad geen minder proeven van zyn onverzaagtheid en beleid in het School van Mars ter gelegentheid van den voorlaaften Oorlog die 'er tusfchen de Huizen van Bourbon en Ooflenryk in l laanderen en elders ontftoken wierd; Onderwyien nog fteeds aan zodanige vergryptngen en ongebondentheden hem verflavende, op eene wyze, dathy door zyne dartele en verkwistende Levens, manier, en zonderling door zyne zotte Minnaryen waar van hy doorgaans het rampzalig flachtoffer was , in minder dan drie jaren tyds, hem met ten miniten twintig duizend franfche Guldens aan fchul-  ( »7 ) fchulden beladen vond: Onaangezien deeze zyne Misflappen was het nochtans in 't midden van één dezer Veldtochten m Vlaanderen, dat het Punt des Tyds op eene aartige en wonderbare wyze, zyne herfchepping ter verbetering van hun gedrag, en daar opgevolgde bevordering in de waereld kwam u.ttewerker> In de flag van Z^Walwaarde Bondgenoten de Neerlaag, kregen, verloor ^tozyn'Paard dat onder zyn Lyf doodgefchoIn wierd; Hyzelve zwaar inden onderbuik ge wond zynde, viel ter aarde, en door het verlies van zyn Bloed, nam zyne zwakSo^didg de overhand, dat hy geheel buitenz,g,zeve geraak te: De Vyfnd zekerlyk in de verbeelding dat hy dood was, had hemVnder de Gefneuvelden laten leggen, na hem.uit gefchut* hebben uitgezonden zyn Hemden Broek die hy behouden had. S dteikS^rdigJ toeftand verbleef hy ten minden een paar uren tyd?, dogallengskens herkomende uit zyne bezwymmg was zvne Sondering onuitfprekelyk van hem op het blagtvdd m dden ond™ de Lyken te bevinden; Het akelig gezicht van de ^fhloedrokende Plaats, en zyne naare onhandigheden, brag- en ^^SwImX0On1 befluit om zvn Leven te beteren ais hy dat gevaar ontkwam. UntonÏÏSïnTad hy het geluk zoo veel in kragten toetenemen, zelve zyne wond met een ftuk van zyn Hemd verbinden, ïSvoti tem van de grond oprechten kon. S de klok van het naast gelegen Dorp tien uren flaan, zonder de ae kiok vuii 5er Vvanden gewaar te worden; On- 2bSioZ vïK^X wandelde hy langzaam over Se Slaltve ^ h id ogu geve^ hSSh? fla£, en greep het by de teugels van net geb d aL 1™ hinden- Met groote moeite klom hy te Paard, en zonder ï^^'ofhïW hem in gb« he eene waerelddeel na het andere kunnen overfteken: *ttSèSt& gleden eens door na e andere kon reizen, zou men zulk eene ongehoorde waarneming vermoedelyk voor een Toverwerk, ten minften voor eene oneelovelyke Wonderfpreuk, of op zyn best genomen, vooreen vêSrvoine van Befpiegeling, dat is een gemis van Mrologtfche ïu?d ghSd uitgekreten hebben; Dat ondertusfehen deeze verwon. Ï lyke uitvind ng van Luchtproeven binnen n4 ris* » tn er tusfchen "denjaare i/oo en 1788 met goedkeunjg m zommige geleerde Maatfchappye in verfcheiden Landen van Lu ^vllgdegelyk plaats zullen hebben > met alken dftrek zier, en buiten alle bedenking, maar het geer, de m.elle op raerking verdient, dat dit zoort van /leratocraufcbe } e, «tuigen «dSde tetjai i79i tot die volmaaktheid zal klimmen, da dezeTve voor de eerfte maal de bewerkflellingen, om zonder gevaar na de Oost, en West Indtn binnen het verloop van zeer korten tyd te gaan overfteken. Ik heb v rïoken in de Hemelzalen van Myne Vrienden de Planeten 1 ve de opgemerkt, dat deeze onbegrypelyke ff voortlopende Lucht- Reizen derwaards, met eene gelukkige uitkomst volbragt zynde , al verder gelegentheid geven zal, om heimeyke Smg fpionfehappen hier en daar intevoeren, welke de eerfte on dek ktaoren rakende de toebereidzelen der algemeene Religie Omogen ^ Europa en elders op eene verwoede wyze het aanvolgende Wonderjaa/ i?92. ftaan uittebarften, glansryk ten toon zullen ^Ontoks dit alles ben ik van begrip, dat overëenkomrtig; het geen ik by de dertienmabge Zevenjarige Eeuw omloop van de l aneet Jupitbr, duidtlyk waargenomen heb, dat het ge*  C 32 ) van 01 (latende de vorige Zeventien Hondert jaren hier onaan-e-' roert) voornamelyk te beduiden beeft, dat het jaar i79u uumfnten zal, ,„ menigte Vorflelyke Iduwelyksverbintenisfen, dewelke uit loutere inzichten van Staatkunde gefloten, voor het meerendeel rnmpfpoedigc ukflagen zullen hebben ; En dat voor het ove^e rn cu twaallmaanoige tydperk de talryke Jodenfchaar hier te Lan. de door de verfcheining van hunne gewaande Mesfias in de uiter- !fA3rd£kon%'raeeffer!yk van den m* ft vonlh?Zeerlang|nberuad8eftaan' ofife gebruik moest maken van de wetenswaardige inhoud van één Brief die alleen betrekke lyk tot het jaar 1791. rny door een onbekende meer dan tien h'« geleden toegezonden wierd; Terwyl de onwaarfchynelykheid tan de daar in vervat zynde zamenlopende Gebeurtenisfen o-enendeelemet myne Aflrologifche bevindingen, nog met de vaS™. de regelen der voorzegkunde flroken, heb ik dit ontydig gedenk Huk zoo lang m de vergeteldheid bedolven gehad, dog^r Selegen theid van de Prognosticatien rakende hef jaar 1791 andermaal herlezen hebbende befloten dezelve waereldkundig te m .Sn met met het oogmerk om dat men daar aan geloof zoude flaan' maar flegts als een met onaartige vinding van eene vlugge Geest welke ik ter beoordeling van diepdenkende verftande? over ! te: Waarom ik deeze Brief niet hoger opgeeve dan als een verhandeling waardig te Lezen, en gefchikt om te vermaken. Mvn-Heer Ludeman! Jttt nietdarGy}de™& Adrologist van den AarMoot zult wezen aan wen de buitengewone waarnemingen over het zZll?-l0m&pSti ZUÜenj Düt zo"^orwaar iets zeldzaam T„ l V fafifan " Beroep en vermaartheid! Onaange. zien dit alles kan bet gebeuren, dat de ingezamelde kundigheden van uwe onfeilbare Plmeetbefcbouwwgen myne oppervlakttge btarre ontdekkingen fchakemat zullen feilen: Maar wat Ziet  ( 33 ) Ziet gy wei Heer Ludeman de omkeer mg van dat Ryk het welk ongevaar d' ie Eeuwen ge ft aan en wel eer de weiten aan andere Volkeren gegeven heeft gehad; Wend üoogeens tusfchen de beide Hemelstekenen de Steenbok en de Waterman, en Gy zult het jaartal 1791 bloedrcot gegraveert vinden vlak boven den Horizont aan dien kant, waar ze de kruin van éè>t Republiek overfchaduuvot, aanduidende door eene vuurvlammende' iSaaldwyzer dat dit Gemeencbest na door geftadige folteringen m zwaai e omwentelingen gefchokt te zyn geweest, in eene henboofaige Regeringverwifell is geworden, maar vorvolgens wede» om tot zyne Oude Conftitutie van Volks Vryheid en Onafbdnkeiykbeid geraken zal: Let al verder eens hoe de Pla eet .Ve n u's' al fchatt-rende van Lachen haren loop tusfchen de Hetneïstekenen de Stier, en de Maand benen rigt, en daar door niet onauijlerte kennen geeft, dat een zekere bevallige Prin/es op (,vefpel betrapt, ter raake van dien verwezen word haare cverige Levensdagen eenzaam in de Gevangenis teflyten, dog welk jireng en droevig noodlct zy inde Herfst van dit jaar mtd* del zal vinden, door de vlucht gelukkig te ontwaken. Her» mes anders gez^gt MercuiUüs bezyden de Hemelstekenen de Leeuw en de Scorpioen zeilende, voor/pellenbemelsklaardat 'er oedurencie bet jaar 1791 ergens in een Land Moord/cbavotten jiaan opgerecht te worden, waar op verfebeide onfcbuldige Staats i en Oorlogsmannen als Nationale Slachtoffers van de Macbiavelfche Kunstgrepen hun Leven door het Zwaard ver< lieten zullen: Sou met Luna/>? Conjunctie dat zel¬ den gebeurt, endnor de natverige Vlamet Saturnus ftatig in de Lucht Zalen agtervolgt wordende* onderwylen das Mars op zyn Luimen legt, gelyk aan uwe éeiziende 7ehscoep Heer Ludeman niet ontglippen kan, vertonen één ratuurlyk en kuistryk fcbildery aangaande de voorbeeldckze omfandigkeden, hoedanig de Amerikaa en, na zig ko>teling geleden, eerst viygevogten te hebben, op bet einde van V jaar 1794 weder van Meeftc zullen veranderen; Me welke Merkwaardigheden ten befiuid van dat Zelve jaarperk agte'volgends de Alliantie Cirkel der Zeven Planeten nooazakehk. en zoo te zeggen gclyktyiig opgerolt ftaan te worden. £ Zoo  ( 34 ï Zoo door de ontdekking ven bet tot nog toe Onbekende Zu.V^i ah door bet eerfte zigtbare kenmerk van de aanZderfnÊZ\ dergang van bet Ryk der Osmanen, en dooTde^%iït*„Z van enige ryke Oofterfcbe Wingewesten in Afla ten Fit TS tan een Oud Zee-'Mogentbeid lallende, ^«dm Ik ben enz. Alvorens toe de Voorzeggingen van Eet Groot Wonderjoêr te waereld, en van de Avonturen van één Beste Wae i ^°Jhf ? geVGUJ Een üük dac * °*er enige arenZcnZ hebbende, dog zedert nevens meer andere PapierenmïonfS was, waarom ik ten tweedema^ rQr u • J un^reemt gaan ondernemen. Weedemaale de Befcbryving daarjvan zal N°. III ASTROLOGISCHE AFSCHETZlNG van de Beste Waereld. SoofS ««e over bekoorlyke Landirreek, dtir SSn^S yk ZOsken moec» zaI voir te den Onl^ fu0 V00Werp van ^yneBefchouwingengaanwor den. Ondertasfchen moet men niet begrypen dat hS tafereel dar ttfe vl0ngeK u Ult VOndryke Herfene* ™ de een of ander vlugge geest. Het is zoo verre vaa dat, dat fchoon Ipfa. Ion  C 35 ) Awnoe riet bekend is, die Plaats nogtansna myn begrip ftaat omdekt te woeden in het midden vandatHondertjangtydp';rk, waar van ik vervolgens gewagen zal. Myne Aftrologifche Waarnemingen over de Bette Waereld, hebben tot verrukkelyke ontdekkingen gelegemheid gegeven : Ik zal my in de Eer/Ie Befcbouwing daar over dienen te bekorten, en het zakelykeover dit gewigtig onderwerp tot nader geleegentheid befparen, omvervolgens met minder bekrompenthetd plaats re kunnen gunnen aan het verhaal van een zeer aanmerkelyk geval 'twelk een byzondere betrekking tot deeze myne Verhandeling heeft, aangezien zy behelst de Avanturen van een Jongeling van een kluchtig Carafter, wiens Zevenjarige omzwervingen hefteed zyn om met Vrugt de Bette Waereld te zoeken, en waar vande omftandigheeden, zoo enig, en raar in zyn foortzyn, dat ze verdienen geboekftaaft te worden. Men verwondert zig niet, dat het gros derMenfchen een verkeert denkbeeld van de Beste Waereld opvatten.- Eemge willen die doen beftaan in een Maatfchappy, of Verzameling van Waereldlinsen, die ten aanzien van hunne Zedelyke grondbeginselen volmaakt, en zonder gebreeken zyn; Andere zoeken die teemden in de opvolging hunner driften, en inde voldoening hunner Zinuigelyke Vermaken, gelyk by voorbeeld in het verkrygen van arnote Schatten, het bezitten van fchoone Vrouwen, hardloopende Paarden, of in het bywoonen van allerhande Plezierpartyen en tat daar meer onder behoort: Maar beide deeze flag van hUttte Waereldzoekers handelden ongereimt wantterwv\deee^^ cmmogelykheid onderfteld die met den aart van t Menschoom SSen kan, zoo bewyzen de laatfte dat ze geen verheevene Smaak nog Zielvermogens genoeg hebben, om te begryper.wat etaentlyk, na het gezond verftand het Zamenftel van de' Beste Waereld uitmaken moet. Maar zagtl Myne Vrienden de Planeeten willen dat ik door het aamrekkelyk fchildery van de gtaarcheid der overgelukkige Bewooners van het Eiland Ipjahn een klATs dtkenlïdêr Aflrohgie my niet [misleid befchouw ik door myn vergrootglas in dat Eiland een Democratie of volkh/ke: Regeling die onverbeterlykisi De Wetten die 'er alleen het Alje-  C 35 1 meen Bes: bedoelen, zullen geen Uitleners of VertoWer* ™~ hebben, om datzy zuiver, kfaar en êSZSi v n0TlS terwyl de Wangunst en de Nv' g Zul,en z?n' en fchapen de gantfche RrKm v 'n?Pu* ?yZe Zal hec Adwkaae. blyven van het sreen de ili f *^«r«W niet bevryd' ten ^ C° moe- Dooden zuUen z™ S i? er ƒ als elders dranken en zal *ezen. En waerom r,\t n n Ajedlc>';'er; hoogachting neesheeren ver£SS^^^0^ Wn °nZeGe - een Patienc % S^ftT^***^ heeft, . der dat het fioodf™^^^*?1 Wür:rn Sedrevec, zonIngezetenen door «d^yfelS^W,. J "ttinergd^der dcor het onregtmat!g ve^ryken * ï c, SS f?' n°g den StóaC ftond beroert te worden lïh S Pï e»C An;ptenaren im<"er welke hen door haar Regeert bEL5! fi? de zodani4e, Jeid der Wapenen, verdierf^0/%^V^^' hetbe* vorrcreflêlyke beloonden Lm„„°u LanasV-ryheid maken, op v^lpfalon, de CdlrhetT, h^en\en ^ Vaderenschappen Vuile . ^ÏÏ^Sh "au^°tt«p kunfïen en we^ xudwr u de hoogde toppunt van volmaakt  ( 37 ) mwktheid zal uitblinken, indiervoegen, dat »er de Ontrouwigjieid u rVJrrJ] ni.fchen gerouwde Mannen en Vrouwen, even en het Overlpei tusicnen g-truu^uw „.nrjPn p-etlrafr mv ar- bv de Oude Duitfchers met de Dood zal worden geitratc, my b zonde? behaagt gehad. Van deeze en andere wetenswaanhge *n a e beilier en de Zedelyke tucht der rS^ Sk als een M .del ter Aanpryzingen navolging voor een zeX fag van bedorven Eeuwelingen zonder fchroom kan SST. ÏÏik op zvn tyd breedvoeriger gewagen tn d^hefchryving, van het verhaal der Avanturen van myne Beste trae reldzoeker, waartoe ik onmiddelyk overgae. AVANTU REN VAN DEN HOLLANDSCHE S O L O Sohetzende het Characler van eene Beste WaertUzoehr. MLartyn een Patriot van het GuUkerlitnd, maar etter ï el oprecht EerlykMan, die ^*W£g£? was komen lopen om 'er de plaats van Koetzier te beileeden,. " bv een Man van Gezag, niet minder bekend door zyn goed " KMW^rgalooïe hoedanigheden, dan door zyne onbe" veïflaaftheid voor de Vrouwelyke Sexe trouwde na ver- " Cv-neXj^n met de Kanenier van Mevrouw^ " verzorgde hem vooreen huwclyksgift met een keine bedte" n ng, waar van hy ordentlyk oeftaan kon. Z^*o°^d* " haar Waereld zeer wel verftond ( bevel net vier Maanden na " h a tVouwdag van een Zoon; Martyn die fchoon het Vader^ Sap S« zoo vroeg niet verwagt had, was nogtans wonder^ & 3  C 38 ) en aan wien men vtrvolo-pn<: n-* re^n<-bap aannam, n voo.ag dat hy eeX^tffi*^-*™» „ vfer:^ - * d e jeugd begon hy zelfs al heel Losbaar zf„ £ k0D l"?5 „ ven: zyne Ouders f hoewel W J« zv.n NaaiT1 te fchry- „ liep; waren verj ast SdÏSTEF8*'fc*1 iiefde onder * ne geliefde Zo,n^ De StadTder$are voort^gen van hun„ van'deezen HoÏÏoJfSe Men * afdhede- » over zoo fterkte verwondert' tèfwvl h t SSKL » gaans een vaste invloed 00 de 7.wS , PeterfchaP door- ouderdom van 18 J^^9^™*?*6**0**^*" „ welk beroep zy voorhunrfcLdetV™^ ? overIeS^n » -nder mefz/ne geneg^h^ ^ff' „ van begrip, zvde Ma* tv*, ^ 'ddaP*eegen. „ Landsluiden van Gu "ï^AJï^v^*emitaa**»y™ Koetfiers en StaU^]^^£ ™*< over al „ te helpen. £*™di*(v£teJt ^^ *?* V°°n » Paardekopers veel verfiand IT J hy0 bs^ende meeste » Ergo zJonze LTeTon SoloTV'^ ~ »P*r word, zekerlyk mifeJeï ™t tJïfl Paardek" » een ryk Man werden. Hier viel ™Vr ft "u kngen' m >, de, want zy had het geduid nïï oTheïT h ,de ree" „ Foey met u beroet vanz£ 5 z l5"'er aantehooren. „ maal gekir als lTZ™A^^' ^ :; ^^^^ „ kopersjcbap, z/^ffig^*'™ f ■ *r - ^ * «* ^AorocAAT ^XsiïZi  ( 39 ) Huwelyk doen, 'vervolgens tot een aanzienlyk Ampt in een n voorname Stemhebbende Stad geraken, en misfchien nog wel " Ambasfadeur by een Buitenlandfcbe Mogeniheid worden, ' zoo dat gy en ik, de tyd nog knnnen heieven dat onze KtniS' " kinderen ons groote Papa en groote Mama zullen noemen. MartynMet op dit voordel zyn Projecl varen om van zyn Zoon „ een Paardekoper te maken, en bewilligde gereedlyk in de veel belovende herfenfchimmen van zyn Vrouwtje, die zedert haar ,' Huwelyk de manieren en het gelaat van een Vrouw van fatzoen " hadt beginnen [aantenemen. Daar wierd nogthans tusfchen hun „ beide beflooten dat men over zulk een gewigtig (tuk, alvo,, rens de Landheer, de Peter van hun Zoon, daar over raad- „ vragen zou. . . n. -u nnn , terwyl zy bezig waaren met dit overleg, wierd er fterk aan „ de huisdeur gefcheld, Martyn opende terftond zyn deur; een Marsdrager behandigde hem een Briev, waarmede men hem '' in een zeker Dorp belast had, en verzogt een fchelhng voor zyn moeite: Martyn gaf ze hem, zonder te vragen van waar of van wien de Briev kwam. De eerfte nieuwsgierigheid deed '„ ze hem fchielyk openbreeken, maar bedenkende dat hy nog ie zen nog fchryven kon, bragt hy de Brief aan zyn Vrouw d:e , onder het lezen van fchrik en verbaastheid een fchreeu gav ' zie hier de oorzaak van haare onfteltenis: de Briev kwam van ! Solon, hy fchreev hun dat hy zedert lange finaak in denKrygdienst gehad hebbende, met een zyner Schoolmakkers, Menander: genaamt, dien morgen als Ruiter dienst 8™^Jjf» dat zy aanftonds met de Wagtmeefler die hun ra t Wervhuui „ had aangenomen, vertrokken waren na Breda, alwaar^het Regiment; onder welke zy behoorde, m Garnizoen lag. Hybe fioot met zyne Ouders te verzoeken om hem aldaar het benoj , digd Geld en Klederen te bezorgen. - Martyn wilde hem OP „ dietydinguitwanhoopgaanophangen,mid erwyldat *yn Vrouw dol van fpyt, van haar heerlyk ontwerp door ditongevel m slukt te zien, in alleryl na hun Patroon de Landheer liep, eis" fchende vry driftig, dat men de Wagtmecjler over dit bedryv, „ de kop voor de Voeten zou liaan. „ Ondertusfchen hadden Solon en zyn Makker, die eenjjy  C 40 ) „ doordringerder oordeel en meer hefeM ka,», j . „ zes MyJen weegs, ln *ezelfch™ vt w 2^ hy' sIreede ,» afgelegc, hoe zee'r l^S-^zS "g?""" „ van zulk een lange Marsroute ~t ' ! dt Pngewoonte » Kinderen, hen beide Witteoroods „ meester bemerkte hun SS3d hw ^ r,MgMlde^ » Jyk begrypen, dat zTbTn^r Y ed ha8r Wat onvriende- „ werkte al ras in toeTcm^TÏÏ ?C "UUrS befcheid be' „ berouw over de dwaÜ l^f ^«T n wegloopen van hunne Oud/rs u l °r het heiine,yk >, ga^n, zy kwamen eTdelyk aan' n °m kon te „ berg was met Snekïk „ ! , f HerberS> da^de Waardin .„middel het ™^^.^^.onzeRuiters vonden'er „ onderwyJendVdT^^X K66 ^ 12 VüJd°eD * „ wyn gedronken te hebben £' Kn Paa?g,aazen Brande- „ aangeworven Récruten S £ 1 g [' Z°nder zyne beide „ ten ergens in te mistrouwd W*0** van op te vat- „ vluchten, gewis zei ceefe 1;.^ m ^ daar te onc' „ keeren; Dat zy„ mZe OcZl t ? Weder na Hu* „ ^r. Wy zullen de/W^jjken,met» ^am Merian- „ maar braaf te eetenenJe dr T 'f^e vreeden, als'er » meedelyden met dlezl foLli ^ °6 Waardin ^eeg behulpzaam, ic C&fc ^ b die vlüc^ « uit, metsanwyzingv^^ Schuur liil « lig tot AntJpenK^geraken § ^ ^ m°ellen 0m vei' „ öph.udelyk voort; zTkwa™ ^ eenPaa«" Myien we, OQ, „ van Wesiwezel, daar zv lTh2 1 , ? avon?iund °P d' Hyde „ ontmoeten oie n'a ^r^^^ P— van  ( 4i ) van seen Beste Waereld, beantwoorde hy vry onbefchoft, maar " als gv my eder een Schelling, en een kan Bier wilt geven, zal " ku van avond nog op een goed Dorp brengen , daar Gy or" den"e yk Na5tverbKyf vinden zult; De koop wierd genoten , " tegen negen uuren des avonds kwamen zy in de Dorpterberg, fhunlnkomst aldaar, ^^^1f^l^S van geen Geld ontblood waren aan tafel fpyzen m gezeiicbap " van eSen oud fleetig Man, die in 't zwart gekleed, zyn hoofd " met een afgryzelyke groote Paruik zonder krullen bedekt had. " mHander beftond van een luchthartige geest, hy kon hem onder de Maahyd ter nauwer nood van lachen bedwingen wan" neehy de ftatige Man met zyn Paruik aanzag: Gy lacht myn >\ S-y_ Wat ftofgeev ik u tot fcbertzen! Vroeg den : Sbaare Reiziger/ zoo* ras hy dat bemerkte: Abuis>Myn Heer, viel Solon hem z;er te onpas m de reede, wy lacnen STom u Paruik, maar om dat wy morgen ogtend vroeg na Ae Beste Waereld zu en gaan reizen. De oude Man ver r wonder ov^r zulk een onverftaanbaare taal, bekeek hun toen " met nog meerder oplettentheid :Na de Beste Waereld — * Na de S Wereld! Wel myn Zoon, daar heb ik reeds ' dender?' jaren lang te vergeefs nagezogt, zei den verftandige rtvzaar • Hy ondervroeg hun vervolgens over het oogmerk " n„yhïe Re?s wat nader : Meriander die doorliepen was, " nam hewoo ™Hy beleed dat zy ftil van hunne Ouders wa" ?eTweg-dopen, verzwygende nogtans heel voorzigtig dat zy " SfcMt «nomen' en gedlferteert waren : Dit bericht voldeed " Sn oude Man zoo wel, dat hy in 't begrip dat zy bevordc " S zogten, en met dat inzicht op goed —rheth^epad H gSfoozen hadden, hun beide een veilig ^yf op Kallee b i tr>r dir hv ze ergens geplaats zou nebb... noor ■ iïL maar als gv uw wel draagt, zal ik zien ofikuwdsöeste " WaerTd to de Verbeelding zal kunnen bezorgen! Solon enzyn " Relsmate^rblyde hem^ver een voorftag die haar zoo = " der wel te ftade kwam; Zy vertrokken den volgende Morgen " heelv^ Heer Sombervah ^ li in ie Burfchap gelelgen waaien wierden aldaar zeer hen-  ( 4* > felyk verwellekomt door een oude Huishoudfter van ruim zes„ tig jaren, zoo lelyk als Majombe, door een kreupele Knegt „ die 'er vry dispoticq uitzag, door een moifige Keukemeid, „ door een Jonge Paardeknegi wiens uithangbort zyn beroep te „ kennen gav;Door vier Jagthonden , twee groot Katten, en 5, een Papegaai. Op deeze vertoning volgde een tweede,die riet minder op„ merkelyk was: Myn Heer Somberval wienbKafteel van buiten „ niets prachtig nog bekoorlyk voor het oog had, ontbrak nogj, tans geen van die noodzaaklykheden welke tot het gemak en „ "tgebruik van 't Menfchelyk leven benodigt z,n. Hy genoot „ op zyn Landgoet dat een voortrefvelyk Schildery der or.opge- pronkte natuur ftaat verbeelden, alle de zoeti^heedea welke de Levensdagen van een vergenoegt Mensch, waarly k aangenaam „ en gelukkig kunnen maken; De valfche Eerzucht was by hem „ verbannen, en hy waardeerden de Voorrechten der Burgerlyke „ Maatfchappy in geene andere betrekking, dan voor zoo verre 5, zy tot de vergrooting der verdienften, en by gevolge tot heil „ van het Menschdom meedewerkte : Meteen woord, Somher* „ val was een van die weldenkende Philofophen, welkers Deug» ?, den geen loutere onderwerpen van befpiegeling waren; „ Bevond Meriander hem gevleid met het Edelmoedig ont» \, baal, en de hartelyke Zeedelesfen van zulk een Menfchen „ vriend als zyn Weldoender was, zoo had dit een tegengeftelde „ uitwerking by Solon : De drooge wonderfpreuken van Som.„ herval ter verbeetering van het Hart, geleeke hem een warj, taal waar van hy de ontknoping miste; Alle de voorwerpen weU„ ke de dierlyke wellusten en vermaken niet ten doel hadden mis- haagde hem, en hy verbeelde hem met veele andere verfian„ delooze Eeuwelihgen, dat de Beste IFaereld enkeld. moest ge„ zogt werden in de opvolging der Zintuigelyke behaaglykhee2, den. Op die voet fprak hy 'er eens van tegen zyn Vriend Me~„ Hander; De Duiker haal de Gekheeden van onzen ftuurbol „ Somberval zei hy half boos; Als dit de Beste WaerelJis, was „ ik liever in de Ruiter Waereld van onzen IVachtmeefter ge«, bleeven? midden in deeze gefteldheid van zaken gebeurden'er }> iets zeldzaams op het Kafteel van Myn Heer Somberval, dat n geen  ( 43 ) «, geen onaangenaam Tooneel van verwondering uitleverde Juf „ jer Plotargina, de zestig jarige Huishoudfter, wierd fmoorlyk « op de Jonge Solen verheft, zy bedekte een geruime tyd haare » zotte minvlagen, maar toen zy verftond dat de beide Nichten n van Myn Heer Somberval, die zyne enigfte Erfgename» <» inoefte zyn, volgens jaarlykfche gewoonte enige weken op het „ Kafteel zouden komen doorbrengen, fcheen zy bedugt dat een » langer verberging van haare verliefdheid mogelyk haare inzich», ten zouden kunnen benadeelen. ' „ Arme Jongen! zei Plotargina eenmal tot Solon, dat zy * haar alleen met hem in de Eetzaal bevond, de Malligheedea van Myn Heer Somberval, en zyne ftrenge Zeedelesfen zullen « u nog dol maken; Ik beklaag u myn Schaap (vervolgde zy) » met haare magere zwarte handen over zyne wangen ftrykende: „ Maar weest op u hoede tegen de listige aanflagen van die twee i, doortrapte vogels. De Juffers Girgelfon, welke hier haast „ verwagt worden; Die zottinnen zullen u het hooft nog verder „ op den hol helpen. Solon die niets van die taal begreep, wil„ de heen gaan, toen het oude Wyf hem ftaande hield. ■ 11 ■• „ Hoor myn lieve Kind, zeide zy , Ik kan u gelukkig maken n als gy met my trouwt, ten minfte beter als een van die Kleuters „ van de Girgelfons; 't is waar wy verfcheelen twee en veertig „ jaren en zes maanden in Ouderdom, dog wat kan zodanige „ ongeiykheid van jaaren tog veel op een Mensch zyn Levens„ tyd maken. —— Is 't niet waar Lief! befloot de Minzieke „ plotargina, hem een Kus gevende — Solon verloor toen op eenmaal zyn geduld; Hy liep half verwoed uir de Kamer, en „ vloog na den thuin , daar hy Somberval en Meriander wan». delend vond. Myn Heer, riep Solon luidkeels, Ik wil ver' „ trekken, het fchynt dat -een ieder my hier zoekt te plaageni „, Juffer Plotargina, is ftapel Gek! Zy wil met my trou* .„ wen! Op dit bengt begon Somberval hartelyk te lag- „ chen, en wilde hem antwoorden, wanneer men hem dekomae „ zyner byde Nichten kwam aandienen. „ Onmiddelyk na de Verfcbyning der Juffers Girgelfon, vei* „ wisfelde alle zaken oa;enidiklyk van gedaante in het Kafteel * van Myn Heer Sombervtal. Die goedhartige Man, omhelsde Fa ,> zf-  C 44 ) „ zyne Nichten met zulk een oprecht en vriendelyk gelaat, die „ aantoonden dat ze hem welkom waren, en tot bewys van „ dien was hy dien avond, boven gemeen Vrolyk ; Solon e» „ Meriander, opgetoogen door de bekoorlykhéeden welke in „ deeze beide Nimphen uitblonken, bleven genoegzaam fprake„ loos. De oude Plotargina beet haar lippen van Kwaadaartig„ heid, mompelde eenige onverftaanbaare woorden by haar zelve, „ om dat een van de Katten een Huk gebraden Vleesch geltolen „ had, terwyl Robbert, de heerschzugtige Lyfbedienie, met „ een ftraf gelaat, aan de Stalknegt gebood, de Koffers van de „ Juffers in haar Slaapkamer te brengen: Alle deeze verrichiin„ gen gtfchieden onder het oncphoudelyk geblaf der vier Jacht„ honden, die op haar beurt, hunne plichtplegingen willende „ betonen , een vervaarlyk Concert, te zamen met de beide ,, Katten maakte, waarin de wel befpraakte Papegaai, door zyn „ gefchreeuw en gefluit hen niet fchuldig b!eev. „ Indien het een gebrek in de Vrouvvelyke Kunne kan genoemc „ worden van Nieuwsgierig te zyn, zoo waren do Gezusters „ Girgelfon daar niet vry van: Verwondert van twee Jongelin„ gen van een welgemaakte gellalte, hen ten eenemaal onb> kent, daar zoo onverwagt te ontmoeten, geleek een geruime „ poos, een voorwerp van haare aandagt te weezen;Nicolinade „ oudile d;r Zusters, beet baren oom iets llil in 't Oor, Myn „ Heer Somberval begon te meesmuilen; dat zyn twee jange „ Heertjes die de Beste'IVaereldgaan zoeken, zei hy overluid „ tot zyn Nicht; — Ha, ha, dat is wel gevonden Oom, gav „ Juffer Ffoortje tot befcheid: als het niet te ver was, zou ik „ die Beste Waereld ook wel eens verlangen te bezien. — Zoo „ fchielyk niet Meisje, voerde Solon vry lomp te gemoed, — „ wie weet of'er in de Beste IVaereld wel Vrouwlieden mogen „ wezen. — Wel dat zou voorzeker een flegte Waereld zyn, „ viel Somberval hem in de reede; — Wat dunkt 'er u van „ Meriander1} Deeze bloosde van verlegentheid over die vraag „ terwyl hy Nicolina met eene ongemeene oplettentheid be« keek. ,; Door een gevolg dezer omkeering van zaken, was het Ka- •> fteel  C 45 ) - deel van Mw Heer Somberval, de Zeel van vergenoeging en vrolykheid, van genoegzaam alle derzelver Bewoonders gewor' den, uitgezonden voor Plotargina, dia met geene onver! fchilliee oogen , de gemeenzame verkeering de jonge Luiden 1 kon aanzien, en dien volgende, even gramdorig van humeur ' blyvende, op middelen van wraak bedagt was. Op een vroege ' Morgenftond dat Somberval volgens zyne gewoonte , m de zogenoemde Linde boomen lanen van zyne Tuynen wandelde ! ombood hy Solon en Meriander by hem, - Luyfterd Myne Kinderen, zeide hy aanvankelyk, want als zodanig merk ik ubeide aan, zolang gy binnen de Palen zult blyven van dien regel van eedrag , die ik my voordel u naar de bevatbaarheid 2 van uwe Jaren en denkwyze te geven: Ik begryp vol- maakt dat alle uwe ontwerpen en denkbeelden, ten opzigten ! van de Beste IVaereld, tot nog toe, flegts op onzekere gron! den berust, ten minde dat het harsfenfehimmige van het genot ! eener gelukdaat die gy zoekt , zonder 'er de Waarde van te kennen nog de Middelen te weeten, hoedanig die te verkrygen ! valt, onwederfprekelyk alle uwe pogingen op een louter niet met al, zullen doen uitlopen. Daar behoord een doorwrocht Oordeel; Daar behoort Ervarentheid, gepaart met eenegron*J dige zelfkennis, om dat doelwit te bereiken. lk weet wel, vervolgde diepdenkende Somberval, lk weet wel, dat " een ieder, die door de genietingen zyner harstochtelyke be- eeerlvkheeden in zyne oogmerken vermeent gedaagt te wezen " als een gevolg van waan , hem doutelyk beroemen durve, dat " witbefchoten te hebben: Maar hoe bedriegelyk, hoe onbe" dendig, en van welke wisfelvallige uitdagen zyn de Olmlte- * rende zaken van een Bedriegelyke Waereld niet al onderworpen, wanneer zy geene andere onderfchraging dan het Nood- ? lot, onze aangeboren zwakheeden, en onze eige Liefde heb- * ben? By voorbeeld, volherde by; Een hoveling van £ een onbepaalt gezach, die de gunst van zyn Vorst dermaten bezit, dat hy alles na zyne eige welgevallen, kan doen gelulc" ken Kortom, zulk een invloed hebbend Gundeling, vermo£ eend genoeg om zyne Vrienden voert te helpen en zynei Vy,', anden te doen buitelen, zal hemvolftrekt verbeelden, de Besté  „ Waereld ua zyn Zin, gevonden te hebben Van die gedach„ ten zal al meede wezen een fchraapzuchtige Woekeraar, die a, door flinkfche Kunstgrepen, ongemeene fchatten verzamek „ heeft gehad: Een Waereldling van een gemeen verfland, of ,, liever een Beminnaar van zulke vermaken welke niets bekoor,, lyks voor den geest hebben, zal (taande houden, de Beste „ Waereld door de bezitting van Ligtvaardige Vrouwen, fchoo„ ne Landgoederen, vergulde Rytuïgen, of van kostbaare Klee„ deren te hebben aangetroffen; Dan dit alles is'er geen fchadu„ we van, zeide Somberval vervolgens: Het zyn altemaal geen „ wezentlyke vermaken, geen Zielsaandoenende Verlustingen, welke als zodanig by 't gros van 'c Menschdom daar voor wei „ gehouden worden; De Hoveling geraakt in ongenade; De „ Woekeraar verliest door Zeedagen of andere rampen zyne fchatten; De Aanbidderen der Wulphfche beuzelingen verlieten „ hunnen Afgod, enkomen ten val: zie daar alle hunne ont„ werpen in rook verdwenen. Dus moet dan de Beste Waereld „ in een beter, in een voortrefFelyker Gezichtpunt befchouwc „ worden Zie hier wat ik 'er van gevoel Myne Kinderen ! „ Men moet een gerust ,Burgerlyk Leven, boven alle andere' „ hoger (landen verkiezen, met'er daad betonen een waar Men,, fchevriend te zyn; Een rein Gewisfe in alle zyne handelingen ,. behouden, de fcheindeucht vlieden, de Onkuisheid en Dronkenfchap haten, deVriendfchap onverbrekelyk onderhouden, „ de Kunden en Wetenfchappen beminnen, de Liefde van een „ deuchtzaame Vrouw op prys dellen, en ten opzichte van zuls ke die onze hulp, of mildadigheid benodigt hebbenedelmoe. „ dig zyn: Dit is zinnebeeldig gefproken, de haven waar langs ,, men in de Beste Waereldzeilen moet, naar de bewerkdellende „ daad van het voorfchrift dat ik u geef, om dar groot doeleinde te „ bereiken, is een byzondere zaak van nog meer aanbelang, be,, floot Somberval. De infpraak van ons hart, kan ons best tot de „ Deucbt gewennen, wanneerhet licht der Godsdienst, de Re„ den en de Menschlieventheid ons bezielt, en deeze worden „ alsdan de regelen van alle onze handel en wandel, agtervolgera „ welke wy ons Levenslot beftuuren moeren; Gelooft my dat „ ora vry van alle opgeblaazentheid en eigenliefde te zyn, men m ie-  ( 4? ) ieder eerlyk Mensch als een nuttig werktuig in de zamenleving behoort te waardeeren: Maar om zelve een noodzakelyk In,, ftrumentvoor de Maatfchappy te worden, dient,men te beginnen door iprekende daden te doen blyken, dat men waarlyk „ een Eerlyk Man is, en gevolglyk dat men zoekt te voldoen ,» aan de uitgeftrektheid der plichtbetragtingen die'er aan ver» „ knogt zyn: Dit zyn fluitredenen die de waarheid en de Oer» „ tuiging van het gemoed tot waarborgen hebben, en zo lang „ gy diergelyke grondregelen opvolgen zult, zoo loopt gy nim„ roer gevaar van op de klippen eener Willekeurige Levenswyze i% te ftranden." „ Onaangezic-n het verftand der Jencht veelmaalen niet vat„ baar is voor de raadgevingen welke hen door Mannen van een ,, ryp Oordeel , en beproefde Ondervinding gedaan wierden; „ zoo begreepen Solon en Meriander, egter het gewicht van ,, zodanige deucbtlievende Lesfen. Zy merkte die aan als een „ roemwaardige Yver, waarmede Myn Heer Somberval tot hun „ welwezen begaan was, en in dat begrip bedankten zy haren „ Weldoender in de allernadrukkelykite bewoordingen; Gy fchets de Deugt zoo beminnelyk, en met zulk eene overtui- gende zeggenskracht af, dat men de Beste IVaereldniet meer „ oppervlakkig behoeven te zoeken, wanneer uwe onwraakbare „ Betogingen de aanwyzing van dien in zoo een helder daglicht „ fteld, voerde Meriander hem te gemoet» Somberval verblyd „ dat zyne Voorftelhngen die voordeelige indrukfelen by hen „ maakte, ontdekte hem vervolgens het befiuit dat hy genomen „ hadt, om haar beide op zyne Kosten in alle de Wetenfchappen die voor den Geest noodzakelyk waren te doen onderwyfenj, „ zeggende dat hy hen eerdaags aan een verftandig en bekwaam' Leermeeiler in een naburige Stad zou aanbevelen., en hun zyn w getrouwe Knegt Robbert meedegeven, om waakzaam op haar „ gedrag te zyn.. ,, Langzaam in het nemen der Befluiten, en fchielyk in de vol voeriug daarvan te zyn, is het Kenmerk van een beleidkun„ dig gedrag van een Man van verdienden, en doet veehyds de „ aanflagen hoezeer met zwarigheden verzeld, volmaaktelyk ge» „ lukken * Waarichyuelyk moet den Edelmoedige Wysgeerdietj' » ftofo-  C 43 ) ,, ftokregel van een goede Staatkunde in dit geval opgevolgd ,, hebben: Want behalven dat hy na verkregen opening vanzaa„ ken rakende de afkomst, en Geboorteplaats der beide Jonge. „ lingen, haare dienstneming en daar op gevolgde wegloping, „ een brief van gerustfiellirg aan haare Ouders gefchreven, en vervolgens zonder dat zy het wisten, hunner beide Pasporten „ van den Ritmee/Ier gekogt had; zoo wierd met hun vertrek jj zulk een onbedenkelyke fpoed gemaakt, dat alles binnen een „ Maand tyds in gereedheid was. Ondertusfchen hadden Meri„ ander en Nicolina haare banden van toezegging tot eene on,, verbrekelyke Liefde zoo fterk geklonken, dat een wettige „ verëeniging maar alleen aan hun Geluk fcheen te ontbreken , en terwyl die twee aanééngekluisterde Harten niet wanhoopte „ om door de tyd daar toe de toeüemming van Myn Heer Som„ herval te verkrygen, waren zy by voorraad zeer vergenoegt; ,, Solon en Juffer Floortje, hoewel zy met elkander wel enige ,, Kinderagtige dartelheeden bedreven, welke eene wederzydfche „ genegenheid te kennen gaf, bekommerde Ir.ar evenwel nier, ,, met zulk een vooruitzicht te denken, dan het andere paar „ Gelieven; Midlerwylfpoog de minnydige Plotargina vuur en „ vlam, en het gevolg van haare wraakgierige overleggingen, „ ten aanzien van een Zaak waarin zy zoo veel belang nam, zal „ geen onverfchiilig gedeelte deezer Historie uitmaken." ., Martyn, de Vader van de jonge Solon ontving de brief van „ Myn Heer Somberval; bylbkzeinzyn Kamiloolzak, zonder „ hem te bekreunen van wien ze gezonden was, of wat den inhoud behelsde: Want behalven dat hy de moeite niet wilde ,, nemen van ze opentebreken, om dat hy tog niet lezen kon, zoo was zyn Vrouwtje zedert ongevaar zes weken van Verdriec ,, over het gemis van haaren Zoon, bedlegerig ge .veest; Haare „ Krankheid vermeerderde van dag tot dag, en geen wonder! „ Want haar Geneesheer die de fpoedige herftelling van een pa« „ tientalseen Antipatisch middel voor de ganfche Hypocratifche Faculteit aanmerkte, droeg wel zorg dat zy niet fchielyk ge„ nas: Martyn hoe bezorgt ook voor de herflelling van zyn „ Vrouw, bekroop ten laasten de nieuwsgierigheid om te weten „ van wien de Brief kwam; Hy floop ftil in een Bierkelder in de „ buurt  C 49 ,i buurt, daarhyby geluk een turfdraager aantrof, die voor eeü „ Musje Brandewyn hem den inhoud zoo klaar voorlas, dan een „ boere Schoolmeester zou kunnen doen: Onuitfprekelyk was w zyne blydfchap, toen hy vernam dat Solon in zulke goede handen gevallen was; De vervoering zyner vreugde deede hem op l, (taande voet, vierderlei befluiten te gelyk nemen, te weten de „ Doder af te danken, zyn Vrouw door die tyding zelfs gezond „ te maaken, de Paspoort van zyn Zoon te koopen, en na het „ Kasteel van Myn Heer Somberval te gaan om Solon van daar „ te halen: In beraad welk befluit hy eerst volbrengen moest, n zag hy Do&er Simplex aan zyn huis fchellen om een vifite by „ zyn Vrouw te doen: Hy liep de Bierkelder uit, en Simplex s, by de mouw vattende, zei hy vry onbefchoft, hoor eens „ Heertje, 'k heb jou niet meer nodig, ga jy daar gy van j, daan gekomen ben; myn Wyfis zoo gezond als een Hoen ! — „ Dat is onmogeyk riep de Dofter misnoegt, zy was gisteren morgen nogdodelyk zwak; ik ken haar Corpereel ge ft elal te wel: Ik zeg jou hemam Martyn , half boos 9 dat ze 3, geen Koraal gezwel aan haar beele Lighaam heeft en dat „ zy gisteren middag Romfche bonen met Ham [makelyk heeft „ gegeten — Ham, met Roomfcbe bonen gegeten dan moet zy ^ fterven'l zei Simplex, van verwondering zyne handen in mal„ kaar flaande; ——> Ham met Roomfche bonen gegeten, geen „ Medicynen kunnen haar meer helpen, al was zy een Konin„ gin van haar hals,— Ik zal jou tonen dat^ jy een Leuge' „ naar bent, herman Martyn, onder het ontfluiten van de voor* „ deur: Vervolgens te zamen in de voorkamer getreden zynde, „ vertoonde hy hem de Brief die hy van Somberval aangaande „ zyn Zoon ontfangen had, betuigende dit het regte Geneesmld„ del te wezen zyn Vrouw op (taande voet gezond te maken; Do&er Simplex ontraade hem dat opzet., zeggende dat terwyl ^ het weglopen van Solon de oorzaak van haare Ziekte was ., geweest: de overhaastige tyding van zyne wedervinding „ haar zodanig van blydfchap bevangen kon dat zy Vr mogelyk „ het leven by zoude infchieten. — Jy bent een Zotskap, „ en een weetniet,voerde Martyn hem te gemoet: Wie zeldrement heeft ooit geboord dat iemand van blydfchap de Moord zou G n Pee'>  „ fleektn! Simplex gevoelig geraakt over dat verwyt, liep " met/en booze k°P het huis uit, onder bedreiging van hem „ de fcheldwoorden betaald te zullen zetten ; Ondertusfchen „ dat Martyn hem over de gevolgen van dien weinig bekom. „ merde, en zyn Vrouw met een groote blymoedigheid de we„ dervinding van Solon ging aanzeggen, was deeze onvoorzigtige „ flap van die tegengeftelde uitwerking by die teerhartige Moe„ der, dat zy binnen korte dagen, niet alleen volkomen genas „ maar m flaat was om haar weder op ftraar te vertonen • lier „ dit nogtans gebeurde, zond Doffer Simplex hun een vrygroo„ teReektningt'huis; Martyn weigerde die te betalen, Simv'ex „ dagvaarde hem, zoo tot voldoening van dien, als tot een open„ bare vergoeding van Eer wegens de voorverhaalde fcheldwoor,, den: Dit gaf gelegentheid tot een Proces van Injurie, Mar,, tyn ging op de raad van zyn Vrouwtje na een beroemt Procu„ reur, eene van die etlyke Pleitbezorgers welke hunne Pricioa„ len de volle verzekering geven dat zy hun Proces, cumexpen* » /is zullen winnen: De herftelling van uw Huisvrouw , zonder „ toedoen van den Doffer, fteld de zaak buiten alle twyfel, dat „ gy een Vonnis tot u voordeel zult krygen, zei Procureur Gryft. » vogelen nadien de Landheer de Peter van zyn Zoon hen be,, loofde al zyn Gezag te zullen belleeden om Simplex het Pro„ ces te doen verliezen, was Martyn in dat opzicht dubbelt „ gerust. Schoon naderhand by de uitflag het tegendeel bleek „ want Martyn verloor het Proces met de kosten; die meer dan i> een half duizend Guldens beliepen". „ Onderwyl dat dit alles gebeurde, begaf Martyn hem op » uitdrukkelyk bevel van zyn Vrouw na het Kasteel van Myn „ Heer Somberval om Solon vandaar aftehaalen, en weder huis5, waarts te brengen; Maar welk een verbaasde, en droevige „ vertooning voor hem, toen hy by zyn aankomst aldaar vernam, aat de oude Heer Somberval de vorige morgen op zyn bel dood gevonden was, en dat Solon en Meriander in de Ge vangenis zaten, op verdenking dat zyhem door vergift, van kanc geholpen hadden: Deeze befchuldiging wierd verfterkt door het a, Getuigenis van Plotargina, door de opening ran het Lyk; » waarin het vergift ontdekt wierd, en door een overfchot van dn  f 51 ) „ Arfenkum, dat men in een der Reiskoffers van de Jongelingen „ gevonden had." „ Alle redenen zamenlopende om de verdenking van het otn,, brengen van den oude Somberval, gewicht bytezette, vonden „ zoo veel invloed by de Rechters, dat Solon en Meriander on* „ geacht hunne volftandige ontkentenisfe in de betuigingen haa„ rer onichuld, rakende die gepleegde Gruweldaad, na eerst by „ eikanderen in een Gevangenkamer geplaast te zyn, vervolgens ;, ieder in een donker hol wierden opgeflooten; Het bleev daar a, nietby! Nicolina, en haar Zuster Floortje, al meede aan dac „ moordadig bedryv verdagt gehouden, waren desgelyks op de „ aanklagte van Plotargina in hegtenis genomen: Men verzee- kerde zig ook uit voorzorg van den getrouwen Lyfknegt Rob„ bert niet zoo zeer als Meedeplichtige, want men wist dat hy „ dertig jaren Sembervalgetrouw gedient had, als wel om vas „ alles de benodigde verligting te krygen; Alle de overige Do„ meftieken gewonnen, door het wraakzugtig Wyf, of wel be5, drogen door de waarfchynelykheid van het voorval, fchenen „ zamen tefpannen, ter verzwaring van den onfchuldige Solon, en zyn Reisgenoot, welke als de Hoofdperfonagiën van dit treurfpel aangeklaagt waren. In die beklagenswaardige omftan„ digheid Honden de zaken gefchapen, toen Martyn ophetKa„ fteel aankwam. Alles geleek hem zoo duifter en onbegrype„ lyk, dathy'er geen doorzicht in vinden kon, en terwyl hy in „ de onberadentheid bleev, zonder tot een vast befluit te komen „ op watwyze de ontflaging van zyn Zoon te bewerken, of ten „ minften zulke bekwame hulpmiddelen uittedenken, die de bei„ de Jongelingen van een oogfchynelyk dreigend gevaar, bevry„ den kon, wierd zyn fmart kragtdadig vergroot, op de tyding, „ dat men Solon en Meriander eerdaags ter Pynbank zoude 5, brengen. „ Inderdaad, dit befluit was aireede onwrikbaar by den Reen* „ ter genomen: En wat behoeft dat iemand te verwonderen, aan„ gezien een ïalryke menigte voorbeelden van deeze, en vorige „ Eeuwen, de droevige onderving ftaven, dat een onfchuldige „ doordat Barbaarsch werktuig, de bekentenis van ongepleegde „ Misdaden afgeperst zyn: De allerkundigfte Rechter kan dhr* Ga » wïls  C 53 ) wylsdoordit verfchrikkelyk en mislydendlnftrumentbegoochelt •, worden; Het is in het misbruik van de Pynbank niet, "dat men „-de Beste Waereld vinden kan! Men ichreuwt over een Kali„ gula I Men doet de Gefchiedboeken daveren over de wreed„ heid van een Nerol De broedermoord van een Domitianus „ doet de Nakomelingfchap yfen en beven: - Tboulouze befpat „ met het onfchuldig bloed van den gryzen Cal/as roept wraak! „ En ondertusfchen fteld men zig huidendaags onder zommi>e „ befchaafde Volkeren een Eer om het Leven van onmisdadige „ Menfchen door de Pynbank, in de Waagfchal te (lellen. „ Solonwasde eerde die op de Pleye gebragt wierd, het was „ midden, in de Nacht wanneer men hem:in de llaadzaal bragt, „ alwaar hy alle de verfchrikkelyke toebereidzelen daartoe vaar?, dig zag maken; Schout Argus befchouwde deeze angstver„ wekkende vertooning met een zekere vergenoeging, die se« noegzaam te kennen gav, hoezeer zyn Eerzucht daar door ge„ vleid wierd: .Solon daartegen verbleekte van ontdeltenis op het „ gezicht van een onvriendelyke Scherprechter die bezig was mee „ een ongemeene handigheid zyn gereedfebap uirtekramen; Ar, „ gus nam daarop het woord;. Het is onnodig langer te ontken» „ nenzei by tot den Jongeling met een flrav gelaat, Gy zyt ver„ oordeelt tot het ondergaan van de Pynbank-*, en dus zal men „ midde( weten u de gepleegde Misdaad, door geweld van Pyr nen te doen bekennen, behalven dat u meedeplichtig Makker „ aireede vrywillig beleden heeft, dat gy beide zamengefpannen „ hebt, «m Myn Heer Somberval door vergif om het leven te brengen, teu einde met zyne Nichten de Gezusters Girgelfon. }, te trouwen , en vervolgens op die wyze in het bezit van zyne ,, Nalatenfchap te. geraken. — Meriander is een Schavuit als „ hy die Leugens verteld heeft, beantwoorde 5o/o»onbefehroomr. „ Wy hebben zamen al« Ruiters dienst genomen,wy zynzamert „ de Beste Waereld gaan zoeken ; . Myn Heer- Somberval nam 5, ons in zyn Kafteel, en belaste hem om zorge voor ons geluk te „ zullen dragen ,, en tor nog toe heb ik myn hooft met geen truu» wen gebroken, daar heb je nu de heeie Hütorie befloot hy:. „ Meriander die daar na ook een byzondere verhooring on 1er «bg&l voegde met veel. bedaartheid van geest daaröy , dar hy » ree»  ( 53 > ' reede bad om te geloven dat de kwaad&rtige Mmnenyd vanPlotaraina oorzaak tot die valfche befchuldigmg had gegeven, " en dat volgens alle regelen van waarfchynelykheid zy zelve de' Moordenares» vat? Somberval moest zyn; Du alleskotioygeZ brekvan bewys niet baten: Solon en Meriander, ter Pleyege' brast beleden door de kragt der ondragelyke Pynen de aange„ tygde Misdaad. en wierden ter zaake van dien ter dood gevon', nist, terwyl Nicolina en haar Zuster, onfchultngaan de Moord " verklaart, op vrye voeten gefield wierder. „ Met» zag dagelyks de te regtftelling der beide gewaande Mr,„ dadigers te gemoet: Martyn wanhopend op het bericht dathy aanbande het Doodvonnis van Solon ontving, bedond eenlaar de poging tot redding der beide Jongelingen te wagen; Uf ging hem voor de voeten werpen van den PHns K. van L.... 7 onder wiens grondgebied dit voorgevdien was, enby verkreeg ' uitnanmerking van hunne Jeucht. van den Vorst het verzogte Porden zoo voor Solon als voor Merianden onder de voor* ^ waarden, dat zy-een paar jaren gevangen moede blyven,, enn* verloop van dien na een der onbevolkte Afnkaanfche Eilanden zouden overgevoert worden ; om 'er hunne overige Levensda" een te verblyven.' Men moest zig deeze harde voorwaarde getrooden, en fchoon Martyn verblyd was, in zoo verre in de zaak eeflaagt te wezen, van daar door het Leven dezer onge" lukkige Jongelingen gered te hebben, keerde hy nochtans droev" aeedig wederga huis;-zeer verlegen hoedanig hy zyn Vrouw " de onhandigheden van deeze gebeurtenis openbaren zou ; ter-" wvl zyne vaderlyke teerhart.gheid hem belet had affcheid van " zvnZoon te nemen, waartoe de o „ zogt worden: Zy is wettig en noodzaakelyfc, wanneer ze uit Eerlyke en deuchtzame grondbeginzelen voortfpraid en geen „ inzigten van bedrog of eigen belang ten doel heeft; Gevaarlyk „ en aftekeuren als er de Z<'r tuigeiyke vermaken het beweegrad „ van zyn , en in beide gevallen vec-ltyds rustverftoorende voor „ zulke onbedreven Nieuwelingen in het School der Liefde, die by mangel van voorzigrigheid, en genoegzame redenkunde, „ geen welbeftiert gebruit daarvan weten te nsaken. Hoe het daar meede gelegen zy, dit is zeker, èai Klaart je, de Doch„ ter van de Cipier, meer bekoort door de welgemaaktheid, dan „ door bet verftand van Solon, onderftond om hem op alle be* „ denkelyke wyze, overtuigende blyken te geven, dat 'er iets „ meer dan het bloote meedelyden was: waar uit haare hartsge" E , i re" Zynen voordeele rP™ot: Meriander raade zyn „ Makker van zig de verliefde verklaring van Klaartje te nut te „ maken: Wy kunnen op die manier met gemak uit onze Gevan„ gems geraken, veinst maar voor een tyd dat gy haar wederlkf„ debetoonen wil, dat zal het middel onzer ontvluchting ge„ makkelyk maken, en als wy onze oogmerken bereikt zullen „ hebben, zal 'er akyd kans zyn, om zig van haar te ontflaan ,, zei hy . — Neen, dat zou niet Eerlyk gehandelt wezen, viel „ öolon hem in de reede: Men moet geen Meisje bedriegen dat „ is het werk van een Deugenier, en ik kan niet begrypen hoe „ het mogelykis om Liefde voor een Vrouwsperzoon te veinfen » die men niet bemind: Gy zyt in dat ftuk al te teer, her- nam Meriander. Men moet iets voor de vryheid wagen: Een „ Mensch die zyn geluk betragt is juist niet verbonden aan die „ regelen, van naauwgezetheid welke gy fchynt te volgen. „ Gy dwaald Meriander, gav hem Solon gulhartig tot befcheid,„ Men behoord nimmer zyn eige welvaard ten kosten van eens „ anderen ongeluk te zoeken; dit heeft Myn Heer Somberval „ ons hondertmaal voorgehouden, Gy vergeet ras zyne Lesfen„ Als men in een opzicht de Deucht en goede trouw verzaakr, „ Hoe kan men m andere opzichten een eerlyk Man blyven' ,, en wat zou ik tog met die malle pokdalige Meid doen? befloot „ hy; ik wil vry liever by de zwarte wilde Africaanen gaan, en „ zien of daar te Lande een Deern te vinden is daar ik behagen m ia  C 55 7 fcheppen kan. Meriander verbaast over de ftandvasdge wedern Hand van Solon in een ?aak daar hunlieder vryheid van af, „ hing, zweeg voor die tyd, maar drong vervolgens daarop met „ zulke fterke drangredenen aan, dat hy hem overhaalde deMin„ naar over Klaartjt welftaandshalve te fpelén, en het gevolg „ daar van was, dat het ontwerp van ontvluchting zyn beUag „ kreeg; Klaartje voorzag haar van enige noodzakelyke kleede„ ren Ten veel gereed geld, bezorgde beimelyk een Renuig tot hun vlucht, en de gevange Kamer der Jongelingen op een „ Nacht ontfloten hebbende kozen zy met haar dneen het ha- " Tioïon gaf een klaarblykelyk voorbeeld van Edelmoedigheid * want hoe zeer zyn Reisgenoot Meriander hem onderweeg „ poogde te bewegen om Klaartje te ontlopen, en haar oP de „ een of andere verblyvplaats te verlaten, wilde hy er zyn toe,, ftemmingniet toe geven, zeggende dat het een onraenfchelyke ,i en fchelmfche behandeling zou wezen een Jonge Dochter die „ alles gewaagt had om hem uit de flaverny te verlosten met „ ondankbaarheid te belonen, en dat zoo lang hy leevde by d e „ on*aardeerbaare dienst erkennen, en in geheugen houden zou, „ Ja Vriend zv hy vervolgens tot Meriander bet uiter- lyk gelaat van Klaartje my niet zeer aanvallig voorkomt zal zy „ egter myn Vrouw worden, zoo dra de verbetering mynerftaat „ zulks gevoegelvk gedoogt. j„au;<1. „ Na dat dJ drie Vluchtelingen gelukkig uit het grondgebie „ van den Prins K. van L ontkomen waren, verbleven z, „ eenige dagen, zoo tot hun byzonder vermaak, als om Kaartje die overal voor hun Zuster doorging, van de ongemakken der „ Reis te doen uitrusten in de Stad Duinkerken, met het: oog„ merk om van daar met het een of ander zei vaardig Schip na , Holland re keren: daar was ter dier tyd een Vreedebreuk ws„ i.nen Engeland en Frankryk ophanden, zoo dat zomwylen eenmemgte Engelfche Kapers voor die Zeehaven krui e en verfcheide Franlche Koopvaardyfchepen in het gezigt van de ' Stad nan.-n; Onder anderen geviel het gedurende nun verblyt „ te Duinkerken , dat 'er een Engelfche Prys opgebragt wierd . „ Dat Schip kwam van Amerika met een ryke Lading, onaei  • ( f6- ) » 5^ ?eta!dor,pasftgie.ten bevond zig een gebooren Amerikaan die ,, ddtig mrgedoschc was, Men noemde hem Gili Brilleton, wel„ gemaakt en van een goede houding, waren de oogen der aan„ wezendemeestop zyn Perfoon geflagen toen hy aan Land ftap" te*.. *°{on™ Meriander, welke de nieuwsgierigheid om de .„ veroverde Prys te bezichten, nevens een menigte Aanfchou* wers van de Havekant gelokt, zagen de Jonge Gilt aan de wal flappen; Hy naderde de beide Reisgenooten met een vrien. „ delyke welgemanierdheid, en. vroeg hun in gebroken Fransch, ot zy hem geen ordentelyk Logiment wiste aantewyzen; Me„ riander berichte hem, dat hy geen beter-Herberg kon vinden tonde gekroonde Leeuw, alwaar zy hun intrek genomen had.„ den; op die verzekering begaven zy zig met haar drien der„ waards, een Kruier meteen klyn Koffertje volgde hun. ,, Men heeft bereids aangemerkt, dat het gelaat van de Tomre „ Brilleton innemende, enzyngeftalce aanvallig was, maar men ,, dient er bytevoegen , datdeezen brave Jongeling een.zeer ver.„ licht verftand, gezonde denkwyze, een kracht van welfpree„ kentheid,,en een rykheid van beminnelyke zeden bezat; Een „ zamenbindmg van zulke voortrefvelyke hoedanigheden, ver„ wonderlyk in een onrype ouderdom, waarin de driften en on„ geregelde harstochten gewoonlyk de Deuchden van de Ziel „ bevechten, moefte hem noodzakelyk verwonderaars en vrien,, den verwekken, ook waren zyne verdienden de oorzaak van „ de onverbreekelyke vriendfcbap die'er tusfchen hem, en de „ beide Beste IVaereldzoekers in de Herberg teDuinkerkenbe,, itond: {jih ingevolge van een onbekende Simpbatie die men „ in het geval van onfchuldige Zielstochten voor iemand gevoe" u n Sheen Zyn SeneeSentheid allermeest tot Solon over„ teheiien: Hy fchiep een zonderling behagen in zyne openharti„ ge wyze van fpreken, en fchoon hy in Meriander meet vluch„ neid van geest ontdekte dan by Solon, befcbouwde hy de ge„ moedsneigingen dezer beide reismakkers in een verfchillend ,, oogpunt, dat is te zeggen, dat de oprechtheid van den een " aTv, n°/r°rf' terWyl hec geveinsde d« by den andere on„ der het Masker van een zeker airprevenant t of vraai voorli Komen verfchoolen was hem niet optfnapte. Ondertusfchen „ be-  C 57 ) § behandelde hy haar beide met een groote minzaamheid, en op „ het berigt dat men hem aangaande het edelmoedig bedryv van „ Klaartje gav, prees hy de (landvastigheid van Solon tenhaaren „ opzichten, invoegen dat Gilihem (leedsbleevaanradenom haar „ trouwhartige Min door zyn wederliefde te bekroonen; Gy kur.d „ haar in Amerika trouwen zei hy. Ik heb daar vermogende „ vrienden genoeg, om u aller geluk in Penftlvanien te bevorde„ ren, als gylieden goedvind met my derwaarts te gaan: Een „ voorflag van dien aart beviel hun alle drie zoo wel, dat zy er „ gewillig hunne toeftemming toe gaven; Kort om, dat befluit ,, ftond eerlang volvoerd te worden, het vertrek vaneen Fransen „ Schip na een der Amerikaanfche Eilanden begunftigde hun ,, voornemen, dog daar viel midlerwyl hun kortllondig verblyv „ in 't Logiment te Duinkerken een klugtige dog tevens bekla„ gelyke ontmoeting voor, welke een verbazend tafereel van be,, fpiegeling kwam uitteleveren, en het momaangezicht waar on« „ der de Jonge Gili Brilleton, tot nog toe verborgen was ge. „ weest op eenmaal deed afvallen : Let wel Lezer, op dit ge„ deelte van de Hiftorie! de zaak is van belang, want zulke won„ derlyke dingen gebeuren zelden driemaal in een Eeuw. „ Mariane de Dochter van de Waard, by welke zy gelo„ geerd waren, bekoort door de welgemaaktheid van Gili, en „ overmeestert door een dierlyke drift welke de rede uitblust, „ en als een gevolg van dien alle grondbeginzelen van Eer, en „ zucht ter behoeding voor de goede Naam voor «1 ten aanzien „ van het vrouwelyk gedacht, doet verzaken, belïond de on„ voorzichtige (lap om haar een avond onder het Ledikant van „ Brilleton, die een apart vertrek in de Herberg betrokken had, ,, te verfchuilen, en ten kosten van haare Eer zig te voldoen: „ Men hoorde ter middernacht een vervaarlyk gefchreeuw, Solon „ en Meriander hunne flaapkamer naast die van Gili hebbende, „ fprongen 't bed uit, en vlogen met ontbloote Degens tot ont„ zet van hun Vriend,in het denkbeeld dat hy door iemand ge„ weldaadig aangevallen wierd; Dog de Kamerdeur gefloten vin„ dende, ontwaakte zy den Waard, die met een brandende „ kaars in de eene en een ontblote fabel in de andere hand tot „ hun ontzet byfprong. Eindelvk geen gerucht meer vernemenH n de»  ( 53 ) „ de, opende zy met geweld de deur, maar hoe groot war,, hunner aller verwondering, wanneer zy de gewaande Jongeling op de vloer vonden leggen met het boven lyf ontbloot, en. „ in een ftaat die klaar ontdekte dat Brilkton in een Vrouws„ perfoon herfchept was. Haar verrukkelyke fchoonheid in die ,, ftaat van bezwyming zou misfchien een voorwerp van oplet„ tentheid voor de nieuwsgierige Jongelingen gegeven hebben» „ maar een tweede droevige vertoning trok haare aandagt na een. „ andere plaats: Zy vonden Mariane zieltogende, die haar „ zelve uit wanhoop met de Degen van G///doorftoken hadt, ia, „ haar bloed baden: Een zoo onbegrypelyk Schouwfpel ver„ ftomde de Waard en de beide Vrienden; Niemand kon de. „ regte fleutel van dat geheim vinden, toen Klaartje op het „ gerucht ontwaakt insgelyks binnen trad, en Gili voor een van „ haar geflacht kennende, de zorg op zig nam om ze door be* „ hulp van fterke reukwateren te doen herkomen, en vervolgens.„ uit welvoegelykheid verzogt, dat de Man?perfonen uit de ka„. mer zoude gaan. „ Men verftond naderhand uit de mond van Klaartje, de uit„ fluiting van dit wonderbaar geval: Mariane was niet eer uit. i, haar fchuilhoekte voorfchyn gekomen, dan toen zy bemerkt „ hadt dat de gewaande Gili het voorwerp van haare misdadige „ Liefde ontkleet was: Haare onverwagte Verfcheining had dee„ ze van fchrik op de grond doen nedervallen onder het geven „ van een yfelyke fchreeuw als meenende dat een fpook ver„ fcheen. Mariane nog in de verbeelding dat zy met een Mans„ perzoon te doen hadt, deed haar best om Gili van de fliauwte „ te doen herkomen, dog onder het lesmaken van de kraag van. „ het hemd waarmede deezen alleen bedekt was, , bemerkt heb„ bende, dat dit Jong Mensch van haar kunne was , hadt de wan„ hoop en de verwoedheid over haar mislukte aanflag haar der„ mate vervoert, dat zy met den Degen van Gili dis op de ta„ vel lag, haar zeiven van kant geholpen, had; Op verzoek van de „ Waard wierd de zaak zorgvuldig, bedekt gehouden: Men ver„ fpreide het gerucht door de gantfche Stad dat Mariane door »»- een ongelukkige val van de trappen haar leven verlooren had.. „, Vervolgens vernam men door Juffrouw Juliana Brilkton zei-  C 59 3 ve, dat zy de" Nicht was van een Gouverneur van die naam ia „ een der Engelfche Volkplantingen in Amerika, en dat zy om „ g-wichtige redenen in mans gewaad met een Schip dat _ na •s, Engeland moest, heimelyk vandaar was ontvlucht; Daar wierd verder met gemeen overleg onder dit viertal Jonge Luiden be« „ floten, dat Juliana voor eerst nog geen Vrouwe Kleederen ,, zou dragen, dit belette egter niet dat Solon fchoon nooit vet„ lieft geweest zynde, haar zedert met geheel andere oogen als „ te voore befchouwde : Hy verviel in een foort van mymering ,1 die zyne ontroering duidelyk te kennen gaf, eenige zuchten, „ en zyne befchroomde houding wanneer hy zig in haar byzyn „ bevond, verrade hem op zulk een doorftralende wyze dat „ Klaartje het begon te merken., en vol verdriet daar over, onderhond deswegens haare klagten te doen aan Juliana, die „ zedert de ontdekking van haare Sexe, haar boezemvrtendinne „ geworden was. Vreest niet zei Jufvrouw Brilkton. „ lk ftaa Borg voor de Deucht van Solon, en wat myne be,, treft, Ik zal u tonen dat ik geene andere inzichten hebbe, dan „ om u beide gelukkig te maken! Klaartje omhelsde haar van „ vreugde, en Juliana ftorte enige tranen die geen geringe merk„ teekenen waren, dat 'er in haar gemoed iets omging, 't welk „ zy zorgvuldig poogde te verbergen, en waarvan de ontdekking s, aan de tyd moest overgelaten worden. - „ De waare Deucht en grootmoedigheid doet zig ontzien en eerbiedigen, zelfs by de zulken welkers belangen tegen de navolging derzei ve fcheinen aantelopen, Dit bleek oogfchyne„ lyk in de Jonge Solon, die hoe zeer zyne onverfchilligheid ten ,, aanzien van Klaartje vermeerderde , na mate zyne Liefdeflam „ voor de bekoorlyke Juliana toenam, nochtans op aanhouden van de laatfle, plechtig beloven moest zyn woord ten op« zichte van -Klaartje te zullen geftand doen, zodanig van op zyn aankomst in Amerika, zyn huwelyk met haar te voltrek„ ken: Op die voorwaarde verkreeg hun voorgenomen Reis na -„ dat waereldeel eindelyk zyn volle beflag: Het was evenwel » met veel weerzin dat Solon hem tot het geven *an zyn woord s, gedwongen zag: Hy fprak 'er eens over in vertrouwen met zyn „ Vriend Meriander > — Weg, weg, zei deeze om hem gerust H 2 v •«  C 60 ) „ te dellen; Wat behoeft gy u aan die vervulling van uwe „ Beloften te bekreunen, Als gy in amerika zyt, laai Klaartje dan Kikvorfchen zoeken ; wy behoeven ons niet lan~ » ger aan de volbrenging onzer Beloften te binden, dan ah » de noodzakelykheid het vordert: Indien gy de (laatkunde » van machiavel gelezen had, zou gy een beter onder» fcbeid weten te maken, tusfchen iets te beloven en waar.» lyk te volbrengen l Solon voor ditmaal zyne verbeeldingen ge»• vleid vindende, liet de gedachten van zyn Makker onbeant» woord» onaangezien zyn manier van denken by hem niet ge» billykt wierd. », De infcheping van het reisgezelfchap die de grondflag tothee « vinden van de Beste Waereld volgens hunne begrippen moest leggen, gefchiede met onderling genoegen en met zulk een on„ uitfpreekelyk verlangen om in Amerika aangeland te zyn, dat ,, men daar door de herdenking aan Ouders, Bloedvrienden, en „ Vaderland, grotendeels vergat; Alles voorfpelde hen een ge» „ lukkige en aangename Reistocht, en alles geleek in den beginne hunne oogmerken te begunftigen: De Wind waaide voor„ deelig, het Schip een meefterfiuk vanwelbezeiltheid, brak met „ een fnelle pooging door het geweld der baren heen, geen on„ dragelyke hitte of koude beiemmerde hunne welitand, en de „ overvloed van levensmiddelen waar van zy voorzien waren, be-3, kommerde de Scheepsluiden niet, hoe lang of kort de tog; „ duren moest. De fchoons Juliana wierd vroolyker, dog bleev „ even zedig en befcheiden van gedrag; Klaartje won door een ^ zekere goedhartige gedienih'gheid ten enemaal haar vertrouwen, „ terwyl de goede Solon door zyne afgetrokkentheid van gedagten „ en een inwendig vuur dat hem verteerde, dikwylsftcf totLag3, gen aan de doorliepen Meriander gaf. *■ ,, In zodanige gefchapentheid bevond zig toenmaal hettedperk-„ fchap van onze zwervende Avanturiers, wanneer het onbeflen9, dig noodlot heel onvoorzien hunne vreuchde en overleggingen „ kwam ftooren door een vervaarlyke lïorms die haar cngevaar „ terhalver weg van hunne fcheepscogt beliep: Het Schip ftrande „ met een yfelyk geweld op een Klip na by een onbekend Eiland, 5>i)ea brak.door de kragt der üortingen aan ftukken; in dat akelig 07 tyds-  ( 61 ) M. tvdseewricht, fprongen de Matrozen over boord eff ieder 6ezorgt voor zyn eige veiligheid, en om zyn Leven te redden, " Sdden rig aan Touwen, Scheepsbalken en Masten vasr. Men zas aireede het ongelukkig Klaartje door de woedende Goll' ven verüonden, en na de grond zirken; Een gelyk Lot dreigde Juliana. in het oogenblik ó&i Solon meerbedagt op hetbe" houd van haar Leven dan van het zyne, haar op een ftuk van< " een aebroke Mast trok, daar hy hem op geborgen had, en ver" volgens hun gemeene noodlottigheden aan bet welgevallen der onftuiaiiae baren overliet. . " Oude en Nieuwe Rorrlanfchryvefen hebben ik weet mesdoor welk een breinkuur, hen tot een Zetregel gemaakt om " hunne Helden die zy Schipbreuk doen lyden, nog ganfche da? zen, of ten minfte een menigte van uuren, midden door de W baren te laten dobberen;- Wy zyn niet gezind dat voorbeeld te volgen; Het is genoeg dat men weet, dat Solon na een " korte dog onbepaalde tyd, met zyne beminnenswaardige Julia- * S door de fterke ftroom aan Land gedreven wierden, en da zv met al zoo veel verfchrikkingals verwondering, Jaar by nee " Snbreken van den morgenftond in een (zoo het: hun, in den eerfte opflag toefcheen ) onbewoond, en onbevolkt Eiland be " vonden, daar geen hond of kat te zien was; Onaangez en het * zelve blonk de weltevredenheid uit de ogen van Solon van " rzXoogdesfe behouden te hebben, terwyl de edelmoedige " vast met heete traanen het ongeluk van haare vriendin " Klaart beweende. Ondertusfchen dat zy bezig waren te oyer" ieX of zy haar nog voor eerst aan den Oever zoude ophou" de? dan dieper Landwaard* ingaan zagen zy een Matroos en " ^ Kackeins longen met een zware plank aan Land dryven,. " Deezetosgizellen berichte hun dat zy Meriander midden " S de Zee hadden gezien, hem vasthoudende aan een ftuk van " hetagfe.fteven van't Schip, zonder te weten waar hy beland " was- De Matroos die een Vlesje brandewyn en wat befchuid " Tz'vn zak bad, deelde hen daar van meede, en na deeze " verfte king die haar niet te onpas kwam, genoten te heb' w Sn hefloten zv met hun vieren de omtrek van het Eiland ^rgaarStlen; dit wierd al wandelende volbragt, om  C 62 ) „ Juliana, wiens tedere geitel thêid die Nacht veel geleden ha'd. „ met meer te vermoeden: Inmiddels dat zy al pratende voort„ gmgen, om te raadplegen hoedanig zy op dat Edand de beno., digde Levensmiddelen, en beveiliging tegen wilde Menfchen „ en Beesten zoude vinden hoorde zy met de uitertte verbazing „ het gekraai van een Haan ; dit deed hun begrypen dat het Land 5, bevolkt moest zyn; In de onberadentheid of zy weder na het „ ftrand zoude keren, dan verder voortgaan, bood Solon en de „ Matroos hen aan, zig wat dieper landwaards te zullen begeven, „ om onderzoek, aangaande de gelegentheid van die kust te doen, „ terwyl Juliana en de Scheepsjongen daar ter plaatze onder de „ belommering der Boomen haare terugkomst zoude bJyven afwagten. Naauwelyks waren Solon en de Matroos een halfuur „ voortgegaan, of zy bevonden hen in een vhkte die rondfomme " ™et Ll"debomen beplant was, dit aangenaam gezicht vermeer„ derde de lust cm verder voorttetrekken; Aan het einde van de „ vlaKte gekomen zynde , kwamen zy aan een diep gegraven „ Gragt, hebbende de breedte van ruim dertig voeten: Solon „ die niet fchwemmen kon, fcheen verlegen om over de Gragt ,„ te geraken, maar de Matroos overwon die zwarigheid, en hem „ op zyn fchouder geladen hebbende zwom hy met Solon als een „ Eendvogel over de Gragt heen. „ Op die wyze de groote belemmering uit de weg geruim., zynde vervolgde zy hunne tocht, en kwamen na nog een „ groot kwartieruurs gaans afgelegt te hebben, voor een wyd„ uitgeftrekte Laan, met Laurier en Oranjebomen rer wederzy„ den omringt, die de lengte van omtrent duizend Roeden be.„ lloeg: zulk eene verrukkelyke befchouwing bragt hen in een „ toon yan opgetogenheid, 'twelk hun verftand deed ltil fta=m: „ 1 e midden in de Oranjelaan vonden zy vier eerwaarde Gry„ zaards, aan de vier uithoeken geplaatst die hun beleefdelyk .„ begroete, vragende wie zy waren? en hoe zy op 't Eiland ge.„ raakt waren. Solon beantwoorde in de Franfche taal, waar in men hem aangefproken had, dat zij door Schipbreuk daar vva- „ ren aangeland, en dat hy een gebooren Hollander was; . .„ Geen zwarigheid Myn Zoon, zei een van die Gryzaards, wy ^ Mannen verbeelden hier de vier Waerelddelen van den Aard- t) klost,  ( 63 ) ...kloot, die de Talen van genoegzaam alle de Volkeren en Natijen magtig zyn. Gy zult hier alle hulp en byftand vinde als gy ;.ae Deucht bemind, en opvolgen wil: Wy zullen u vervolgde hv bv onze uitmuntende Princes Antiphatia geleiden, zyisde ' Gebiederesfe van het nog onbekende Ipfalon dar geen iterve, ling nog heeft kunnen ontdekken, en het is alleen in haare l Landpalen dat men de Beste Waereld vinden kan.. Welk een , dubbeld geluk Eerwaarde Vaders riep Solon in een vervoering „ van zinnen uit;. Ik beklaag my nu niet, zoo lang te vergeefs „ gezworven te hebben, vermits ik myn oogmerk om de Beste , WffiW-optezoeken op dit Eiland bereiken zal: Vervolgens ' deed hy aan de Gryzaards een kort bondig verhaal van de plaats „ daar hy Juliana, en de Scheepsjongen die medegenoten vande gelede Schipbreuk waren, gelaten had; Verzoekende dat , hv, of de Matroos hen mogte afhalen ; Dat behoeft niet voer„ de een der honden jarige Gryzaards te gemoed,-wy zullen da^ delvkeen fnelvliegende wagen met twaalf tamme Harten be< l fpannen daar na toe zende, en in minder dan tien minuten tyds , zullen zy binnen de ringmuuren van Ipfalon zyn. lerzelver tyd trok een van hen aan een zware Bel, die langs de Oranjelain liep, en een vervaarlyk geklank maakte, waarop in wei'., nige ogenblikken een Hartewagen door een Jong Vrousperzoon beftierd, daar ter plaatfe aankwam: Gae, zei de woordvoe„ rende Gryzaard, een half uur aan geene zyde van de Linde„ bomen weg een Vrouw , en een Jongen zoeken, breng hm ■ „hier; Wy zullen haar, en djeze beide Mannen, na onze „weldenkende Forflin Antiphatia voeren. Die Groot, machtige Princes en den Raad van Ipsalon zuilen' vervolgens onderzoeken of zy waardig zyn onder de Inwoonders van de Rusx* Waereld geherbergd te. wor" dn " Tónmiddelyk dat de wagen net een ongelooffelyke foelheid uit hun gezicht verdween, en naar de Lindebomeweg fpoedde, • bleef'Solon de komst van Juliana in de Oranjelaan veroeiden. Maar welhaast vertoonde zich een tweede vliegende wagen- T fchoon flegts met zes Harten befpannen , in welke twee , andere Gryzaards waren gezeten. Zy verzogten Solon .en over zynen ftaat Tot welke uitfporigbsden heeft my myne ' ItuBd doen vervallen! borst hy by zig zelve uit: /* ben my' ne Ouders en myn Vaderland onthopen, ik heb myn Vriend ' Meriander verloren , trouwloos en ondankbaar aan het wel-• 1 7»ctf»««^Klaattje geweest; en tot overmaat van dit alles, zie ik wy afgefebeiden van de bekoorlyke Julia- a, ^ /«# van " my» é<*rf, e« e«/g/?e vergenoeging mynes leevens. Is het " «te/ «« volflagen barsfenfehim naar een Beste Waereld /e zoefou P Gelukkige dagen, die ik in een ftaat van onnozelheid \ £e>/fc«,- Gelukkige dagen waarin ' i»m van bet Gif der Liefde nog onbefmet is! Ja. driewerf ,', gelukkige dagen, die men in eene eenvoudigt en ongevoelige „ vergetelheid doorbrergt! Geiurende deeze overdenkingen , hoorden zy het geluid , eener derde bazuingefchal, die Solon uit zyne diepe mymenn, gen deeden ontwaken. Zy begaven zich andermaal naar de ' fchuiframen, en zagen niet zonder verbazing, verfchyde doode r Lyl-en van hun geitrande Schip, en onder anderen van den \ onaelukkigen Meriander, op de Spiesfen der Soldaaten, de \ trappen van het Vorltelyk Voorhof opdragen. Zulk een akelig (chouwfpel ontroerde hen beide, en deed by Solon zokragtig de herdenking der aloude vriendfehap herleven, dat hy over, ftelpt van droefheid ter aardenederzeeg. De Bootsgezel, voor \ de gevoben van dit onverwagt toeval bedugt, begost om hulp te fchreeuwen: rerftond fchooten 'er eenige Lijf bedienden van \ de Vorftin tot zym n byftand toe, en men bragt den bezwymde Tongeling. op last Her Vaders van Ipfalon, naar een be'I kwaam vertrek van bet Paleis, daar hy aan de Zorg van een ' bedreven Arts, en twee zorgvuldige Kamerdienaars wierd toevertrouwt, terwyl men inmiddels de Matroos tot nader befluic „ van den Ipfalonfe Raad aan een anderen oord van de Stad ,, kwam te herbergen. • M „ Solon eerlang door de voorzorgen van den Geneesheer en de gedienftige behulpzaamheden der Vorftelyke Bedienden, van " zvne onpasfelykheid volkomen berfteld zynde, wierd den vyt" de dag na zyne aankomst in de Beste IVaereld, door twee ftokoude Gryzaards en vier zwygende Jongelingen by de Fnn-  „ ces Antiphatia ter gehoor geleid. Die Vorftin, hebbende nies „ meer dan den ouderdom van vyf maal vyfjaaren bereikt, zat „ in een nederig doch deftig gewaad op éen Elpenbeene Throon, „ omringt van twaalf Agtbaare Mannen uit de hondert Vaders „ van Ipfalon. Ik weet uwe Gevallen uit de mond van Juliana, „ fprakzy, opeen bevallige toon; gy zult haar echter binnen „ een jaar en zes weeken niet zien, om reedenen van belang: In „ deezen tusfchentyd zult gy de Vaderen van Ipfalon voor zwy„ gende Kamerjonker dienen, dat is, dat gy in hunne V.rgade„ ringen oplettend hooren,zien,en zwygen zult. Draag zor^ dat „ gy u ftiptelyk gedraagt naar de Wetten van myn Gebied 'die u „■ zullen worden voorgelezen zoo gy een Burger van de Beste „ Wvereld wild worden .• Zy ^af hem hier op een wenk om te „ vertrekken, en Solon uit de Gehoorzaal wederkeerende, ont„ moette vier Jonge Kamermaagden in 't wit gekleed met blau„ we (luiers om hunne middels gegord, welke. na hem met al„ lerlei welriekende Bloemen te hebben beftrooid, by herhaling, „ met deeze volgende woorden begroete: Zyt welkom nieu* „ we Burger van de Beste Waereld! Weest verjïandig, „ befcheiden, en deuebtzaam! Vervolgens wierd hem op hoo^ „ bevel aangezegt, dat hy zig den volgende morgen in de Raad* „ zaal der Vaders van Ipfalon moest laten vinden; onmiddelyk „ een zedig Jongeling hem nog dien zelvde namiddag door alle „ de Straaten en Wyken der Stad geleide, om hem de welvaard, „ bloeiende handel, en weergalooze vlyt en naarftigheid van der„ zeiver Bewoonderen te doen befchouwen. „ Ondertusfchen had het ftreng verbod der Vordinne, om ge„ durende een jaar en zes weken van het voorwerp zyner min „ te moeten afgefcheiden zyn, hem een byna ongeneeslyke dood„ fteek in het hart toegebragt. Zyn neerflagtig gelaat gaf niet „ onduifter zyne misnoegdheid deswegen aan den Jongeling zynen „ geleider te kennen. Wat drommel, zeide Solon heet men dat een Beste Waereld, daar men de Menfcben in hunne goede oogmerken dwarsboomd, en alzo in gevaaar field van „ tot vaanbuop oyerteflaan? Geenzins antwoorde de ichrande„ re Jongeling, die dwang daar gy u van beklaagd, is flecbts „ een toetsfleen voor de barstogteh, om te beproeven ef 'er „ prys-  I 6/ ) 5, pryslyke deugden, dan wel eenige Jchandelyke driften, in V Menfcbelyke gemoed huisvesten. „ Dus al koutende, kwamen zy aan een groote uitgeftrekte ftraat, die den Jongeling met de naam van de ftraat der Ban!; neïingen bedoopte, en aan welkers beide ingangen, een fterk„ gewapende wacht geposteerd was. Hier houden die geenen , hun verblyf, zeide de Jongeling tot Solen, die zich de zamen- leving met de Beste IVaereldlingen hebben onwaardig ge" maakt; driejaaren, drie maanden, drie weeken, en drie da„ gen, moeten zy hier wooniigtig blyven, en het derde gedeelte „ hunner arbeid tot onderftand van den ftaat hefteden; terwyl de ', verontwaardiging waarmede zy van hunne Medeburgers worden '» bejegend, een onlydelyker ftrafvoor hun is, dan als of zy tien , jaaren gevangen moeten zitten. Van daar kwamen zy in een andere ftraat, die hoewel vry kleiner, nochtans door de fraai' heid derzelver Gebouwen, een allerbekoorlykst gezicht voor ' het oog opleverde. Deeze is de Straat der Geleerden, zeide H den Jongeling, en zo veel /chande het is te woonen in de \ ftraat die wy zyn uitgekomen, zoo veel Eer is het een bewoon" der van deeze ftraat te zyn: doch het moeten ook Flonkerftar- ren aan den Hemeltrans der Letterkundigen zyn, zy worden „ met aanzienlyke jaarwedden, en Eertitels begunftigd, hebbende zelfs twee afgezondenen uit hun midden in den Raad der hon- dert Vaders van Ipfalon. Eindelyk geraakten zy ook in de „ ftraat der goede Huisboudfteren : 2ie hier de fchoole der „ Vrouwelyke jeugd, zeide den Jongeling met een grimlach van ,, vergenoeging: Hier worden geene zorgen noch onderwyzin5, g«n gefpaard, om Jonge Dochteren tot bekwaame Vrouwen, „ brave Moeders, en gevolglyk tot goedeHuishoudfteren optelei. „ den: Alle kwaade voorbeelden, die de Pracht, de Mode en de „ zwier, in 't gemoed van deeze zwakke kunne bekwaam zyn „ inteboezemen, worden hier als verderfvelyke kankers en dood„ lyke pesten voor de Burgerlyke Maatfchappy, ten toon ge„ fteld: Die, welke gy daar ginter langs die Albaste gallery ziet „ wandelen, is het onwaardeerlyk kleinood dat my als Bruid is n toegefchikt zo dra zy haare huishoudelyke leerjaaren zal heb„ ben vervult. I fl n USi  „ Des anderendaags *s morgens verfcheen Solon voor den vetlen Raad van Ipfalon, volgens de daar toe ontvangen lasr, by welke gelegentheid een (batig en agtbaar Man, de hoecanig„ heid van Voorzittende Vader bekleedende, niet een zagtiinrig ,, en Msjeüueus gelaat den jongen Solon in deezer voegen aan* lprak.'. Een Eerlyk Man te zyn, de Oprechtheid en de Deugd te beminnen zyn de grondzuilen waarop de Wetten dezer Beste Waereld gebouwd zyn en het Geluk en de Welvaart haar er Eewoorderen van afhangen. Dan alzoo bet de Jeugd wat bezwaarlyk valt, om hur.ne onftuimige driften en oplopendheden te beteugelen, zo boord met aandagtigbeid naar de Lesfen, dis 'er tot te ft tering van uw gedrag vereisebt worden, om u lot een gelukkig Mediburger der Beste Waereld te maaken. Maakt nocit /laat op de geenen die u met de mond zeggen, dat zy uwe Vrienden zyn, maar weest ook niet ondankbaar voor het ontfangen van waare Vriendfchapsblyken: Spreekt nooit te veel, maar laat uw hart de febatkist uwer geheimen zyn: Tracht nimmer om u geluk op de puinboopen van eens anders ongeluk te bouwen: Verblyd u in de Voorfpoeden uwer Mede* burgeren, en weest largmoedig en lydzaam in de onheilen en rampen die u te beurt vallen, zonder bet Lot van anderen te benydtn: Betoond geen uitgelatens vrolykbeid, maar weest befebeiden en bedaart in 't midden der vermakelykheden: Waardeert eene Vrouw om haare inwendige hoedanigheden, en eerhaare gevoelens, maar niet om haare uitwendige feboonbeid: Eerbiedigt de Konften en Wetenfchappen , en betoond u een yverig voorf ander en weldoender baarer beoefenaars : O». detwerp u blindelings aan de Wetten uwer Hooge Overigbeid: Wilt geen veragting betoenen voor uwe Minderen, niet trotscb nog verwaand zyn by uws gelyk , doch vooral geen laagheden aan uwe Meerderen bewyzen: Eindelyk, verrykt u nooit met het zweet uwer Medemtnfchen, en zoekt naar geene grootheden of febatten, die door onwettige wegen zouden kunnen verkregen worden ; want zoo dra uw ziel eenmaal befmet is, kunnen geene bedryven hoe vermaard, die tot baare eerfie zuiverheid doen wederkeer en. » Mid-  ( c9 ) „. Midlerwyl alle deeze dingen in de Bests IVaereld voorvie„ len, was 'er zo op 't Kasteel van den vermoorden Somberval, „ als by de Ouders van Solon al vry wat opfchudding; Echter '„ zal ik voo! af zeggen, dat de Juffers Girge'fon vrygefprooken , van de moord van hunnen Oom, nu eenpaarig met degetrouwe Lyfknegt Robbert, de fnoode Plotargina op hunne beurt l, in Rechten gingen vervolgen, die om de gramfchap der beide „ Gezusters te ontwyken, in ftilte het bazepad had gekozen. ' Ondenusfchen dat Nicolina, niet zeer te vreeden over de on„ trouwheid van haar Minnaar Meriander, merkelyk in Liefde. „ was verkoelt., op. het hooren zyrer ontvlugting met des CLpiers Dog:er.. . ., Martyn , zo als men zeid, met de Kous óp de Kop t huis , gekomen zynde, wierd gansch niet vrundelykvan zyn huisplaag verwelkomt, toen zy zag dat hy zonder Solon wederketrde : Waar is onze Jongen ? Vroeg zy hem met een opge'„' blazen vinnigheid: Die is ziek, antwoorde ce bevende Marty„ r ,—■-. fiat Hegje .'■ hernam zy, — Dat doe tfc " ook, hervatte de beteu-erde Martyn, maar hy ftaat op zyn ' trouwen : Dat is nog. groot er geloogen! riep het Wyr, hem een muilpeer gevende, oie hem twee van zyn beste tan- " den koste. Wel nou , Vrouwtje lief, vervolgde hy, " ik zal je de waarheid zeggen, Solon zit in 't Cachot, maar- \ hy zal niet opgehangen worden. O! Schobben viel zy *: hem weder te gemoet, dagt ik het niet! gy zyt te zot om ', voor de drommel te dans/en. Martyn, volgens de gewoonte van het Land, zyn Vrouwtje onderdanig moetende zyn, ver' haalde hie-öp binnen zevenkwartieruurs, alles wat hy aangaan. '' de Solon had onderfchept; waarop befloten wierd, de Landheer , de Peter van Solon , te gaan raadplegen , die zich ' oogenblikkelyk met zyn rytuig naar een Orakel in de Rechts'I geleerdheid liet brengen, welke van gevoelen was , dat min ' zich naar \ Kasteel van den vermoorde Somberval, als zynde f de plaats daar de misdaad was voorgevallen, zoude begeven,. om meerder opening van zaaken te bekomen, mits dat Mar?J tyn, als zynde een onnut meubel in hunnen Raad, het huis \ zou bewaren, onder het genot van een half pintje genever 1 -s 71  ( 7° ) 5, daags voor zyne dorth'ge keel. - De reis was reeds vasrgefteld, « de 'koffers ingepakt, de Vrouw van Martyn had 'er twee iplinter nieuwe Japonnen op laten maken, en den Landheer » een paar deftige Allongie-Paruiken, wanneer de onverwagte » verfchyning van Plotargina, hun fraai oogmerk in duigen ,» kwam te werpen, tot zulk een overgroote fpyt van de vrouw »» van Martyn, dat zy, om haar gemoed te koelen, de een,» voudige Martyn op heeter daad met een paar blaauwe oogen » en een dikke neus kwam te verëeren, daar hy meer dan°zes » weeken lang in de buurt meê kwam te pronken: -— Welke „ verdere gevolgen de komst van Plotargina hadden , gelyk „ ook het geene 'er met betrekking tot Solon, in de Beste Wae„ reld vervolgens kwam voortevalien, zal zig naderhand vol» ledig ontwikkelen. (*} N°. IV. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, Ontwikkelende Een Magazyn van Geheime Waarneemingen voor bet groot Wonderjaar 1792. ,^ie hier dan dat bewondert jaar van 1792, waar van meer te zeggen valt, dan men zig oppervlakkig kan verbeelden, die alle de (*) Zie het vervolg over de Beste Waereld in het Tweede Stuk onder N?. XV.  ( ?i ) de Schrikkeljaaren dezer Eeuw in rykheid van buitegemeene tyds voorvallen verre te boven ftreeft, en na welkers ontknoping van zaken de Beminnaren van onzen geleerde tak van Planeetbeichouwing zoo lange gerykhalst hebben: ■ IN iet ongefchikt zou men hier met volle nadruk kunnen vragen , Waar meede moet men beginnen? Waar mede bejluiten? Ik ben ondertusfcben voor zoo veel het jaar 1792 belangt, niet heel verlegen hoedanig ik hier beginnen moet, en hoe zeer na het algemeen Volksbegrip voor eene paalvaste zetregel gedreven word dat de Beginzelen van allerhande waereldfche zaken (leeds met zwarigheden belemmert gaan, zoo gelust het my werkelyk nier, ter verdediging van dit ingekropen ftelzel te pleiten; Ik zal daarom myne Aflrologifcbe Voorzeggingen voor het befchryvende Wonderjaar onbefchroomt beginnen en befluiten, zodanig als de Starrekundige Proeven my in verfcheide Nachtbefchouwingen aan de hand gegeven hebben: In de eerde plaats ten g<"ondflag van myne waarnemingen leggende , dat het Schrikkeljaar 1792 in veelerlei opzichten in aanmerkelykheden boven andere jaren van de tegenwoordige Eeuw uitfteken zal. Aanmerkelyk zal gewis dat veelbelovend Wonderjaar zyn, wegens een zamenmengzel van goede en kwaade Gebeurtenisfen die het ontusfchenpozelyk uitleveren zal, en die malkaar als om ftryd vervangen zullen; Aanmerkelyk boven dien, om dat men ^hec geen nimmer gebeurt is) aan Kardinalen en Priefters de vryheid zal vergunnen van te mogen trouwen: Aanmerkelyk ten aanzien van het Staatkundig Wezen voor het Vaderland der heldhaftige en weldenkende Batavieren, want behalven, dat zig aldaar door eene onbegrypelyke zamenloop van Staatsge vallen, ongemeene omwentelingen ter over waardige befchouwing van alle kanten vertonen zullen, zo zal men de in den jaare 1788 , in ongenade vervallen, in Ballingfchap verdreven, of tot het kerkerfchap gevonnisde Staats en Oorlogsmannen, in hunne vorige Eer, luider , en waardigheden roemrugtig herfteld zien: In één woord, de fch-iktrompet zal men in 't jaar 1792 horen blazen over de Oproermakers welke hen eertyds betoond hebben de aterlingen van hunne eige Bakermatten te zyn, en de Hoorn der •ver-  ver reldinge zil gelyktydig uitgegoten worden over de Hoofden van°het kern der Burger • Hdden, die zig niet gefchaamt hebben in vroeger dagen de Wapenen ter befcherming van de dierbaare Vryheid van hun Vaderland óptevatten. Daar worden v.Mvo'gens by de Aflrohguten uit den loop der Planeeten veele gisfingen gemaakt, aangaande het N^oilot der zogenaamde Vrye Metzslaaren geduurende het Schrikkeljaar 17^2, als°welkers val of liever geheele uytroeying in alle de Landen van het Europisch Waerelddeel daar zy zig bevonden, volgens de verbeeldingen van zommige myner kunstgenoten in dat tydperkfehap door den Planeten Raad beflnen zouden wezen; Dan onaangezien ik 36 Nachten in myn Obfervatorium met veel mauwkeurigheid d )or behulp van de Starrekunst hier over de nodige onderzoekingen hebbe gedaan, verklaar ik niets met zekerheid van die algemeen bedreygde val van die orde onderfehepc te hebben: Het'jaar 1792 zal dienvolgens de waarheid, of onwaarheid dezer Gi>fingen mjeten bellisfchen. Het kan zyn dat ik ongelyk heb, maar toen een Vry Metzelaar van myn kennis my voor vier jaren geleden nopens die zaak eens ernftig kwam raadplegen , vragende of het waar was, dat de ondergang van zyn orde bepaoldelyk in dat Wonderjaar zoude voorvallen? gaf ik hem rond uit tot befcheid, dat ik door Aftrologifche Proeven wel waargenomen had, dat het Genoodfchap der Vrye Metzeiaren m dat tydvak hier en daar eene geweldige fchok zouden ondergaan, waar door in drie of vier Landflreken van Europa hunne Loges of Zamenkomften vei boden zouden worden, zonder daarom de algemeene val, veel minder de Ingebeelde uitroeying van het Vrye Metzelaarfcnap zonder onderfcheid in alle Ryken en Staten ten gevolge te zullen hebben: lk voegde ter frerustftelli»g van myn Vriend daar by, dat uit de Planee ;;undige ontdekkingen welke ik ten dezen opzichten in den Woken-Hemel gedaan had, integendeel middagklaar bleek, dat de verdreven Genootfchappen van die Lolvelyke orde , overal met hec begin van de Negentiende Eeuw wederom in zyne oude Luider zouden worden herltelr. Als  ( 73 ) Als ik'met bedaartheid overweeg de zorgelykeen grillige tyden welke de latere waereldlingen gerekent van myn llerf'dag, tot het einde van het jaar 1835 nog beleven zullen, heb ik reede om my aan de eene kant te verblyden van in de rustplaatzen der Ontzielde Menfchen van al zulke onaangenaame Levenswisfelvalligheden bevrtid te blyven; En aan de andere kant geen minder oorzaak om my te bedroeven over hen en onder de als dan levendig zynde ftervelingen, wiens voorbefchikkent lot zal zyn, dit alles te moeten bywoonen; Ondertusichen levert dit hatelyk Toneel van Menfchelyke vergrypingen, of liever van ge blankette zwakheden aan doorkneede veiftnnden zomtyds ftof tot fchers uit, die veelmalen onder de maalftroom van Icherpe gispingen verward gerakende, riet zelden wanvoeglyke knibbelingen tusfchen kitteloorige Geesten veroorzaken; Maar om te betonen dat ik niet lang de rol van Zedemeefter in het geval daar het na Pilaarbytery zweemt, fpelen wil, flap ik zoo regelregt tot dat gedeelte myner Aflrologifche Onderzoekingen over, het geen ik onlangs in den verrukkelyke Wolkenhemel opzichtelyk het geducht Wonderjaar 1792. by myne Vrienden de Planeten gedaan heb. Dat veeltyds de eene oorzaak uit de andere oorzaak, of oramy verftaanbaar uittedrukken, dat het eene Geval uit het andere geboren word, is één onbetwistelyke waarheid door de ondervinding geftaaft; In myn Studeerkamer als één Philoiöoph van den llegre tyd opgefloten zynde, bekroop my de Lust eens, om door behulp van de Aftrologk natefpeuren, en vervolgens op gronden ener volmaakte en onfeilbare Wiskunst te bepalen, in welke uitzonderende tydperken of by welke omftandigheden des Menfcbelyke Levens, iemand het best gehumeert, dat is bet meest vergenoegt fcheint, want het is een uitgemaakte zaak, die nergens Tegenfpraak ontmoet, dat onre Humeursvlagen zoo wel dan onze gedachten de verandering onophoudelyk onderworpen zyn, zodanig dat de eerfte zig doorgaans na de koefterende voorwerpen van de laalte fchikken: Om die uitvinding waar aan my veel gelegen lag, met vrucht te bewerken, nam ik 'er de volgende Proef van. Op één Morgen dat het fterk regende, en de ftraten ongemeen bemorst waren, begaf ik my na de woning van een goed Vriend K wiens  C 74 ) wiens beminnelyke Ecbtgcnoote de roem wegdroeg van het Puik der Zindelyke Vrouwen van de Stad Amfleldam te zyn; Ik bevond haar by myn komst in een nors en ondragelyk Humeur, en zy bejegende my met één zoort van om-erfc'iilligheid die my ongewoon voorkwam: Goeje Morgen Jufvrouw, is u Man- fbuis? Vroeg ik op eene Luchthartige toon. Als Gy bo> ven komt zult Gy dat best zien, beantwoorde zy vry onvergenoegt, ■ Dat is Mor zig weertje Jufvrouw hernam ik vervolgens even vrolyk: My dunkt Myn Heer dat uwe bekladde feboenen daar btwys genoeg van geven, weder ant voorde zy op een wyze die naj het my toefcheen de ontevredentheid in haar ganfche gelaat deed uitblinken. Ondertusfchen klom ik-de trappen op, en begaf my na de kamer alwaar haar Man zich bevond, horende onder het opklimmen dit gemelylt Vrouwtje tegen fnar dienstmaagd met eene klaare Hem duidelyk zeggen, - lk wou Clafyn dat ze alle den bals braken, welke die' duivelfebe bemorfle flraten zoo vroeg betreden, om ons te plagen , met onze vloeren en trappen vuil te maken. Deeze kluchtige morgen begroeting boe onaangenaam ook in den eerden opflng, bragten my al verder in een goede luim: Ik vroeg al boertende aan haar Man, dat waarlykeengulhtrtig Hollander was, o-f zyn Vrouw haar toenmaal in het geval van een der Negen Vrouwelyke Contradictie dagen bevond? Myn Vriend begreep myn vraag niet; Och Neen zeide hy, Gy moet u aan zulke malligheden niet fïoren, zy heeft die kuren meer als zy bezig is fchoontemaken, maar huiten dat, is zy het goed' aartigffe en beminnelykfle Wyfje van de waereld! Ik liet het voor ditmaal daar by berusten zonder de minfie onvergenoegtheid over het onbefcheiden onthaal van zyne Pretioza te doen blyken, en begaf my van daar regelregt na een Wynhuis alwaar ik iemand noodzakelyk fpreken moest. De Hospes een raar flag van een Kaerel zynde, maar doorgaans van een donker verftand, en door wispelturige Humeursvlagengeflingert, geleek by myn aankomst zig in zulk een zoort van vervoering te bevinden welke eene dooritralende blygeeftigheid te kennen gaf; „ Myn lieve Lude», man riep hy zoo dra hy my zag, wat ben ik bly dat het zoo 3, zwaar geregent heeft, en dat deftraten en buitencingels zoo be- 3, rcorsï t  < ?i ) morst zyn. Na zullen myne kalanten die anders gewoon zyn ,', haar fehonen met wandelen te verflyten, wel ras haar geld by „ mv komen verteren." Hy bad geen ongelyk, aangezien zyn Hais'dien geheele dag opgepropt van Volk was: Hier van daan ging ik een vifi.e in hoedanigheid van Geneesheer afbggen by een myner ryke Patiënten van wien ik een vast Jaarwedde trok, waarom ik uit aanmerking van dien wel zorg droeg dat hy voor zyn tyd niet te ilerven kwam. Ik trof zyn anderzints niet onbevallige Dogter; beroemt voor een Meisje van een bekoórlyke zagtzianigheid in een vervaarlyk boosaardig humeur aan, en men wist my te zeggen, dat het ongunftig weer daar de oorzaak vdn was, om dat zy hier door Verhindert wierd dien Namiddag een wandelpany met haar Pretendent te doen, en een nieuwe zak van eene byz>ndere fmaak te kunnen aantrekken: het geheugt my naderhand zoortgelyke Proeven over Menfchelyke Humeursvlagen meer gedaan te hebben, waar uit men zou kunnen beüuiten dat 'er volgens het algemeen gevoelen der meeile VVysgeeren of de Zinllrefende Daden, of wel het eigen belang daar van de beweegraderen waren. Ondertusfchen heb ik door menigerlei voorbeelden van dien aart klaar bemerkt, en myne Vrienden de Planeten hebben my zulks nog onlangs ontdekt, dat het zomtyds gebeuren kan, dat geene dier beide de aandryvende oorzaken van de febiclyke'venvisfeling onjer Humeursvlagen zyn: Dit laaltegevoelen fcheint my zeer aannemelyk, want behalven dat een ryke vrek veeltyds onvergenoegr, en in het midden van zyn Geluk ofvoorfpoet door naargeeftige Humeursvlagen beïïorrat zal worden ; Zoo zal een welgeplaast Hart van bedaarde dcnkwyze, hoe zeer bellieden door de folieringen van het Fortuin, in alle de tydperken en byzondere omftandigheden des Menfchelyke Levens fteeds vergenoegt, en genoegzaam onveranderlyk van Humeur blyven. Wy behooren dien volgens in dat opzigt flegts te onderzoeken, waar in het goed of kwaad zwak van een Mensch beÏÏaat, en men zal oogfcheinelyk bevinden, dat een zot in het plegen zyner zotheden aanvallige Humeursvlagen zal aannemen, dat dit zelfde plaats zal hebben in deBedryven van één verftandig Man ; Invoegen dat een Hoer de onkuisheid, één Mufikant het fpeeltuig of gezang, één Minnaar het voorwerp zyner Liefde beminnende, het  ( ?6 ï beste geheumeurt zullen wezen, wanneer zy hen op vaste gronden vlyen, haer bedoelende oogmerken te zullen bereiken. Eer ik my tot de ontwikkeling van de in den asch begraven leggende Geheimen van het Schrikkeljaar 1792begeven zal, dien ik hier noodzakelyk gewag te maken van tweederlei zoorten van Starrekundige Proeven die van belang zyn ; Als in de eerde plaats, over de Huwelyks ■ Vcrfchieten, en in de tweede plaats over de uitvinding , van een Aftrologifcbe Wieg om kwaade Vrouwen goed te maken. Wel wat een rare inval! zult gy zeggen, Philofophifche Vitters: Schort u vooroordeel een oogenblik op Lezer, en laat ik de vryheid hebben, om u de aangenaame Verfchiettn van den Iluwelyken Sraat te doen opmerken. Gy zult my evenwel niet betwisten, dat 'er zo wel hier te Land als elders, zeer aardig flacb van Huwelyken werden voorrgefokt: doch dat de hersfenfehimmende verbeeldingen, die de verliefden van beide Gedachten zich van deeze Levensdaat komen te vormen, zyn nog veel raarder^ De verliefde Mode/lus, die het oog op de fchoone Rofaltè heeft laten vallen, verbeeld zich dat hy de gelukkigfte aller ftervelingen zal wezen, als hy maar de Lotgenoot van die bekoorlyke Schoonheid mag zyn. Het Huwelyk, waarvoor hy altoos heeft gegruwd, uit bevreestheid dat hy 'er dat geluk niet zal in vinden, het geen er anderen in ftellen, komt hem op 't gezicht van Rofalïë in zulk een aangenaam veifchiet te vooren, dat hy van ftonden aan naar het oogenblik reikhalst, om den trouwknoop met haar toetehaa» len; doch naauwelyks is hy tot de vervulling zyner wenfehen genegen, of het fraai vooruitzicht daar van verwydert zich voor zy. re oogen; het dagelyksch befchouwen van haare fchoonheid en alle de aanminnigheden van haare perzoon, warden hem door hec huwelyk zoo gemeen, dat hy ze ten laatften niet meer ziet, on-. verfchillig ten haare opzichte word, en eindeiyk in twyffeling geraakt, ofhyeertyds niet heeft misgekeken gehad. Hermelina een Jonge Dochter van gemeene afkomst, werdc zo dra niet van de verliefde Polimenus tot het huwelyk aangezogt, of de verbeeldingskracht van die groote gelukftaat, werkt zo geweldig op haare zinnen, dat zy het huwelyk als de eerfte trap tot d» menfchelyke voorfpoeden, aanmerkt. Haare vyf zin- nei3  C 77 ) ren zyn r.achc en dag werkzaam om zich de aangenaaide donkbeelden van den Echtendaat te vormen: lk zal Meestresje tri myn buis zyn, zegt zy: /* zal konnen doen en laaien tvat ik heeeer; myn Man, die.tny uit enkele liefde trovud, zal my in alles believen; lk zal trotsch de beste myner Medevrouwen eekleed kunnen gaan; ja al waar ik 'jnachts van droom , zal ik op den dag van myn Gemaal verkrygen. Doch Hermcltna is even getrouwt, of alle die aangenaame verfchieten vrrdwyncn-, Folirnenus beteugeld haare begeertens, hy is meester van den huize, zyne zobere inkomden beperken haare pragt en zwier; Kortom Hermelina zich in haare voorgedekte geneuchtens te leur gefield ziende, twyffeld, of het Huwelyk die volmaakte Gelukdaat wel is waarvan zy de aangenaame verfchieten heeft gezien, en begint te gelooveo, dat men haar de oogen loosfelyk heefrvorblind gehad. . Van dien aart, zyn meestal de gevolgen van die Huwelyken, die uit alle voorbedachte inzigten werden aangegaan, even gelyk die voorwerpen die men op een zekere afdand befchouwd, en welkers verfchieten zo heerlyk en fraai kootkomen, dat, hoe meeroermen van dezelve noch afwykt, hoe voortreffelyker en volmaakter zy ons toefchynen. Ik heb gedurende de tyd der beoeffening mynerA'trologifche Studie, hiervan de allerzeldzaamde Proeven gedaan, dis men zelfs verwonderenswaardig zoude mogen noemen; aogu moet maar met korte woorden zeggen, dat'er niets aan zo veele verwis felingen onderhevig is, dan denHuwelykenStaat,en dat zuiks alleen is voortfpruitende, uit de al te gundige verbeeldingen, die elk op zyn manier, zich daarvan komt te vormen, en die hen uit het oog doen verliezen, dat wezentryke geluk, 'twelk zy in den Echten Staat maar alléén behoorden te beöogen, namentlyk eene onderlinge eendragt, weltevreedentheid en toegevendheid; deeze moeten de Huwelyken gelukkig maaken, en die volmaakte vergenoeging te weeg brengen, die de vooruitzichten van twee gehuwden kunnen vervullen, en na niets meerder doen haakennoch verlangen: want de onvergenoegdheid in 't Huwelyk, is de bron van alle ongelukken rampfpoeden en elenden. Onder hei aantal van Gebeurtenisfen, die my zulks hsbbenbekragtigd, moet ik alhier een brief inlasfen, die ik het voorleden K 3 Jiar  ( ) pit van een Jong gehuwd Paar onifing, en zier aanmerkelyk fti zyn zoort is. ■Doctor L ü d e m a n, Wy leiden nemen eensgezind onze toevlucht tot u, ö& bekent (taande voor een ervaar en en doorgeleerd Sterrektmdig Man. h eet, dat wy nog geen half jaar te zomin in den Echt verbonden zyn geweest, en dat wy gehoopt hadden, al het aangename zoet van de Verbintenis te fmaaken. die wy negen jaar en lang, dat wy met elkander hebben verkeerd gehad* ons daarvan^oor(lelde. Maar by de uitkomst hebben wy bevonden, ons ifiérWyk te hebben vergist. Niet dat wy oneensgezind van hart en zinnen zyn, of dat zvy in onmin leeven; och neen! wy zyn noch zo verliefd, als toen wy in den vryen ftaat waren, de ruit en eendragt beerscht in onze wooning, wy komen elkander in alles met toegeuentheid tegemoet, maar ziet wy worden met dit al, zo mager als hout, daar wy een Buurvrouw hebben die dagslyks met haar Man vegt en kyft, nochtans beiden zo vei als modder worden. Wat mag de reden daarvan zyn ? Wy kunnen niet merken, dat 'er iets aan Ons geluk ontbreekt. De Voorfpoed begunftigd ons ,en mën zou zich geen v. lmaaher Lót op Aarde, dan het onze kunnen vcb.elden. Trekt alzo eens onze Horoscoop, op dat wy uit onze dooling mogen geraken, want niets gaat ons meerder ter harte , dan onze onder Uk al vergenoeging, dewelke -wy, (zo betfebynt) tevergeefs nadagen. Wy blyven, enz. De zonderlinge inhoud dezes Briefs, hield my een geruimen tyd in de diepfte opgetogencheid, verward; want ik verbeelde my in den eerden opflag, dat men my wat voor de gek zogt te houden, gelyk ik in myneLeevenstyd al dik.naals had ondervonden; dog zekeren dag, dat ik een vrolyker luim had als naar o-e. woome, en deezen voorenlTaande Briev, my toevallig in dehanöenviel, befloot ik een Sterrekundige Proef daarmede te doen, welke van die bevir.d?!yke uitwerking was, dat ik dit jeugdig Paar hec  C 79 ) het «'g-nde antwoord liet toekomen, met dat gevolg, dat zf. myrTafchfnd ondereen deftige vergelding, de vervulling myner voorzeggingen kwamen te bekragtigen. Myn Heer en Mejufvrow! , Na Vet ondertasten van u beider Planeeten, rakende de vertwyffciiog waarin gy u bevind, nopens die aaop^ee. ^ " S volmaaktheden, die gy voor de■ voltrekkmg ,ower " Ech bebt vooruitgezien , moet ik u de bevindmgder " „ïeL-eare drie overleden Echtgenoten van chagrein hadden doen (letven lk was dan de vierde /laaf welke die hooge Prys uit de huweMs Loicry te leurt viel; Myn help Heer ^\o^, wat bebik binnen die korie tyd al booze fluipen van dat tVyf moeten verdragen? lk verbeelde my in dm beginne, baar door een vriendelyke behandeling best tot baar Plicht te kunnen breneen, maar dat was Oly in V vuar geworpen, en gelyk men test de Moriaan gefebuurd. Onöpboudelyk door dat huwelyks M-nfter geplaagd en getergd wordende morst tk ten laa/ten (b Jwel met weerzin) van bet ménnelyk Gezag Gebruik maken lk bettond dan baar te dreigen. Dog Kamilla lacoie my uit', en vertoonde my kaar e Nagels; Dien volgens was ik ge, noodzaakt het Caracier van een fatzo.-ndelyk Man te verzaken en haar een en andermaal wakker afteros/en, -dan dis hielp atmeede niet: lk de-d Ha*r drie Maanden lang tot penitentie alleen jlapen; 'loen begon zy -van een Echt/cheiding te Vraten , vervolgens nam ik bet befluit om haar eemge tyd m een Verbeterhuis op te /luiten: Kamilla gav toen goede woM' den, en beloofde bsterjebap. lk ontjheg baar, na verloop van  ( ^ ) een half ja at: zedert is zy nog tienmaal hoosaartiger geworden Heer Ludeman f Zy breekt als zy de Vlagen beeft, * al bet Porselein, en de Ktstbaarfie Meubelen, daar andere Vrouwen zeer veel werk van maken; Myne papieren worden door haare handen verfcbeurt en myne Paruiken zyn zelf de Slagtofers van baare wraakzucht, want zy heeft "er in zestien weken tyds als ik afwezent of van huis ben , bereids zeven verbrand. IVat moet ik dog doen Heer Adrologist, om zulk een Plaagbeest als Kamilla is, in een redelyke Vrouw te doen veranderen! Geev my raad Myn Heer! Is 'er door middel van de Afïrologle, van de IVysbegeerte, of andere wetenfchappen niets uittevinden om zodanige Vromoelyke Slangen tot een beter gedrag te brengen! Als gy my dat wiskunflig kan aantonen, op eene wyze. dat bet deprotv by Kamilla kan doorftaan, zal ik u bondert Ducaten tot ten gefcbenk zende; Onder tusfchen gaan als een voorloper van myne mildadigbeid, hier een paar goude Ryders, mei het geboorte uur, en de Naam van myn onplezierig Vroutje, onder afwagting van u Jcbrtftelyk antwoord, verblyvend &c. Februs Hymneus. Myn Heer Hymneus! " ^°S.de Gevangenis, nog de Bedreigingen, nog het flaantot „ welk uitterde een ordentelyk Man nooit komen moet, zyn de „ waare geneesmiddelen niet, om van kwaade Vrouwen, goede „ te maken, trouwens dit heb gy by ondervinding volgers u „ ftnryven bewaarheid gevonden: Laat de Philofoopb een halve „ Leuw hem m de Renbaan der Wysbegeerte affloven, laat de „ beroemde Arts of Geneesheer, de uitgedrektheid zyner weten- Ichap te koste leggen, laten om kort te gaan, alle de Wetge„ veren van Griekenland en de Romeinfche Wetboeken, onder„ fchraagd door een Ciceroniaanfche welfprekentheid zamen fpan- nen, zy zullen nimmer tot een zedelyk, of een werktuigelyk hulpmiddel dienen, om vrouwelyke huisplagen van gedrag, ten .9 aar.»  C 83 ) - n-nrïen van haare Mannen te doen verbeteren, met dat gevolg " dat v in goede Vrouwen worden herfchept. Het Ryk der " Vrouwenis een bvzonder Gemeenebest, dat aan geen regelen " van kunst en Wecenfchap onderworpen wil zyn; Om tot het !! beftier van dat Ryk te geraken moet myn zyn toev ucht nemen tot een zeker onveilbaar geheim, dat de volzekere Be" fchouwing der Aftrologie maar alleen opleveren kan ? Om Kamilla van haare booze ftuipen te genezen, en haar vervoltrens tot een goede Vrouw te maken, zoo is in de hier nevensgaande daartoe gemaakte kist befloten, een Konstwerk" tuig van myn vinding, onder Myne Vrienden de Planeeten be" 3 met de naam\an AJÏrologifcbe Wieg; Die> Machine " word door twaalv aangewezen teekenen van cie boaiak m een " gefchroeft, en kan door middel van een beftierend Uurwerk: " da'alle "4 uuren maar eenmaal opgewonden word, zonder " menfchen handen, gedurende een Dag en Nagt in beweging " blyven. Als Kamilla de vlagen bevangen, moet gy haar voor " d- eerfte maal 24 uuren lang in deeze Afirologifche Wieg, " waar van de beugels van zelve om haarLyfzullen toeflaan, la" ten plaatzen en of zy waakt, flaapt, fcheld, of fchreeud, de " Wies zyn gang maar laten gaan, als dat niet helpt, moet gy " andermaal de proef herhalen, en Kamilla 36 uuren agtermal" k-ar in de Afirologifche Wieg zetten: En volherd zy dan nog !', in haar Kwaadaartigheid, haar ten derden maale 48 uuren daarin laten wiegen. Ik ftaa borg Myn Heer voor^den goed. ' uitflag, als de proeven van de Wieg tot drie reizen bewerkftel, ligd worden, maar draag vooral zorg, dat die Machine zorg, vuldig geborgen word als de Vrouwe kuur verrigt is, want als I, zy hee bekeeken, en betast hebben, is de kragt daarvan verdwenen; Daarom moet het terftond uiteengefchroeft, enin de " Kist met drie floten bewaart worden: Dat Konfluk moet 50 !', Dukaten kosten, dog ik neem dubbeld genoegen met uwe \, aanbieding, onder voorwaarde als uwe Briev vermeld, zynde " altyd' J. C. LUDEMAN Aftrologus, L a Tot  ( 8* ) Tot een overtuigend bewys hoe zeer Hymneus over. de A/lrO' hgtfcbe Wieg voldaan was, wierd my een paar Maanden na de affcheping van dat Konstwerktuig dooreen Zeeuwlche Schipper, hondert gerande Dukaten, en vier Japanfche Porceleise Stellen behandigt: Zedert dagt ik niet meer om dit geval: Maar ik Hond verbaast na verloop van vier jaren te ontvangen een Briev, onder» tekend met de naam van Kamilla van dezen inhoud. Befaamde Tovenaar! Ben jy de fcbelmfcbe Uitvinder van die helfche Wieg! Ik zal u weeten te vinden voor de Rechtbank: Gy zult myn wraak niet omfnappen Monfieur de Tovenaar! V is waar ik heb zoet moeten zyn, zoo lang Hymneus leefde, maar na ik hem in de pekel heb en hy dood is, zal ik u tonen dat 'er een Kamilla in de Waereld is, om u toverbedryv te Atrafen. Denkt niet Vrouwe Moordenaar, dat gy myne vervolgingen ontloopen kan, dat Inflrument zvaar van,ik driemaal de proef ondergaan heb, is nog onder myn bewaring, en gelooft vry dat het u 1ovenaars Kop zal kosten : Daar is maar een middd voor u overig om myne gramfchap te /lillen, namelyk my te voorzeggen of ik Meiander, daar ik Liefde voor gevoel, tot myn vyfde Man zal krygen; Zo ja, zal'ik u een gefcbenk van 25 Dukaten doen! Maar. draag zorg het gebruik van uwe Afirologifche Wiegen, ooit meer aan getrouwde Mannen aantepryzen; want het isbillyk dat een Vrouw van ver/land de broek aan beeft. Ik ben Uwe Verfloorde Dienares,. Kamilla. Van wat heerlyk gevolg de Afirologifche Wiegen voor Kwaa* de Vrouwen geweest zyn, zou ik door onteibaare voorbeelden kunnen Haven; Een Kruideniers Vrouw die met een oud Man ge-  C % i getrouwd was, en die in haar dronkenfchap een furie geleek, is door dat Konstwerktuig, in een brave en redelyke Vrouw gemetamorphofeeft geworden. Ik heb nog geen drie jaren geleden, aan een zogenoemde Edele Heef, die een Ooftindifche Dame met onnoemelyke fchatten getrouwd had, maar die zoo verfchnkkelyk booiaarrig was, dat zy Zyne Edelheid op een Nacht dat hv gerust lig te flapen, een ftuk van zyn oor beet, bet gebruik van myxi Mrologifcbe Wieg. aangeraden, met dat gevolg, dat de Oostindifche Dame naderhand onder de beste der Vrouwen wierd geteld; wat meer is! ik heb 'er eens de proev van moeten neemenaan myn goede■ Huishoudfter ZJnVw./Jy«r, die m haare oplopentheid my de Neus door haare fcherpe Nagels byna afgeknabbeld had, en die zedert zo handelbaar was geworden, dat als ife haar met dat onrzaggelykelnftrumem mcarbedreigde, aanllondsde vrede met my floot. , Groot waren voorzeker de tydfcbakelen der verklinkende Ue-' beurtenisfen, welke het begin dezer Wonder Eeuw bereids opleverde; Niet minder zeldzaam de Staatsomwentelingen, Volks* berotringen, en Burger Lotverwisfelingen-die in de vier Waerelddelen tot in het Middelpunt derzelve voorvielen.- Gedenk' waardiger dan alle deeze, zullen volgens de Planeetkundige berekening zyn de verwonderlyke en ongehoorde zaken welke zedert den jaare 1750 tot 1791 ingefloten riet alleen in Europa? maar byzonder in deeze zeven-vrye Landfchappen ftaan voorteyallen; D.in de Eeuwelmgen die het■ kroorfpannende Wonderjaar 1702 beleven zullen, hebben een zamenmengzel van verbazende vertooningen ^ of liever Waerelfche Nieuwigheden te verwagten , welke onwecerfprekelyk de Meufchclyke Begrippen, zelfs van de kloekfte verftanden te boven gaan. Als ik dit zeg, wil ik daar niet meede te kennen geven, dat iemand buiten zyn Element fpringt, wanneer hy door behulp van de AltroJogilche Wetenfchap zodanige wonderbare tydverfchyningen van aannaderende weder waardigheden onderzoekt, bepaalt, en vervolgens overeenkomftig het Starrenbeloop verklaart; Maar ik bedoel daar flegts meede om te doen zien, dat ^elyk den eer.e Mersch in fcherpzinnigheid of kundigheden boven den an. dere uitblinkt , het eene jaar van één Eeuw,, boven alle andera L 3 ^aH  r C 8(5 ) van dezelve , in voorvallende zeldzaamheden, noodzakelyk uitblinken moet. Een Aftrologist met zyn driekantige Siaapmus op het hoofd, en de Teloscoop in de hand in de Hemelzalen van zyne Vrienden de Planeren verfcheinende, zal, (fchoon hy daarom juist geen overvlieger in de kunst is) fchier door gemeene bevattingen niet heel ongemakkelyk begrypen, dat zoo dra de dertien malige Eeuw omloop voorby is, gelyk dezelve met het voleindigen van het jaar ijrpj voor afgelopen moet worden ge. houden, het veertiende zevenjarige tydperk van één Eeuw dat doorgaans de laafte is, een zamenftel van buitegewoone dingen opleveren zal; En het is in dat Gezichtpunt dat wy het jaar 1792 gaan befchouwen. De onophoudelyke veranderingen die 'er alle jaren , alle Maanden, alle Weken, ja genoegzaam alle Dagen in het ondermaanfche voorvallen, doen ons veeltyds de vervangende wisfelvalligheden welke op het waerelds Toneel gebeuren, in een verkeert daglicht befchouwen; Men zoude inderdaad de meest werkende invloeden van de Natuur op het Menschdom, buiten haare vaste en onwrikbaare grondllagen gebogen zien, als er zomwylen geene onguuftige tydperken, of om beter te zeggen geene Land en Volkverdervende Plagen voorkwamen, om dat zy best bekwaam zyn de onopmerkzaame en bedreiveloze fterveiingen uit den flaap der zorgeloosheid te doen ontwaken: Zoo zullen by voorbeelt de verlchrikkelyke Rampen waar meede de Planeetlopen het jaar 1792 bedreigen, waarfchynelyk tot eén Punt zamenlopen, om het Geluk, de Welvaart, Luider, en voorfpoed van zommige kwynende en op den oever van haare ondergang daande Ryken en Gemeenebesten, tot haare eerfte grondbeginzel van grootheid te rug te brengen. Onder de boekftaving van deeze myne Planeeetkundige Befpiegelingen gevoel ik my door een zoort van verrukkelyk en welgeplaafte Blydfchap getrofven, in het opdelven van den fchat des Geheims waar toe myne Vrienden de Planeten my dezer dagen uit eene byzondere gunstbewyzing hebben willen bekwamen; Dat is te zeggen; tot het nemen van SyderijcheenElementarifcheProeven waar van ik de beduidenis zal dienen te fchetzen, alvorens van  C 87 ) Vim de vo'le ontknoping der verklinkende en veelbeduidende Gebeurtenisfen van het Wonderjaar 1792 te gewagen: —- Het is een bekende zaak, die vournamelyk tot my bedek in het oog loopt, dat'er in den Mensch één driederlei zoort van Bevat elvkheden of Begrypelykheden plaats hebben; Als ( 1) De Zinnea: (2) Hec Vernuft', en (3) Het Verf and: Hoedanige driederlei zaken,zonder de blaam van wanvoeglykheid te dragen, zeer om rond uit te fpreken, aan de beoeffening van die wetenfchap voornamelyk verfchuldigt het geen ik aangaande het agtenveenijjarige tydperkfchap dat ik werkelyk befchryv , op gronJen van zekerheid prognolticeren kan; Ondertuslchm zyn de Elememarifche Proeven niet minder nuttig a!s men 'er een goed gebruik van weet te maken: Want gelyk ParaceLcus zter gegrond aanmerkt; dat bet Ligbaam of de Geest der Elementen leert yan de Elementenl En hier op hebbende Planeten doorgaan- de meelte invloed: Ik zal ten bewys van dien, deeze Syderifcbe en Element ar ifche Proeven nader ga:n ophelderen door overtuigende voorbeelden , welke inzonderheid hec jaar 1792 ten onderwap zullen hebben. Onder de opdelving van alle wetenswaardige geheimen van het Firmament waar van de Sydera de eerlle tolk is, d..e.zymy als in 't verfchiet befchouwen het begin der omkering of den va' der Roomfche Stoel, met de verdryving van den driedu-beld gekroonde Opperherder uit zyn Zetelplacts; Een gebeunenis welke in de Maand September van het Wonderjaar 1792 onfeilbaar docr myne Vrienden de Plane en bepaalt word te zu len voorvallen; Behalven dat volgens de aanwyzing van de Sydera my gebleken is, dat men nog dat zelfde jaar voor de e-eiite maal zal zien gebeuren, dat de Groot Vizier van het R*k dtr Mufulmar.nen, na voorafgaande verzaking van den Alkoran, de Cnrbtelyke Religie omhelzen zal, en daar in docr een talryke fchaar van Turkfche Bachaas Haat nagevolgt te worden het welk niet onwaarlchynelyk de ailereerlie ichok ter ouwmtel.ng van hec uitgeftrekt Gebiet der Oliemannen beweiken zal: M,n moet het ook als geen vertelling van Mceder de Gans aanmerken, als ik vervolgens plechtig verklaar, dat beide de Sydtrifcbe tn FJemenianfebe Proeven de hoofdzakelyke beweegredenen zyn van drie by,:a onbrgrypelyke ontdekkingen die zedert uic de Planeetlopen hebbe gedaan, en eigentlyk hier op uitkomen. Primoloco. Dat de lang bedreigende en aireede negonnen Reli« gie Oorlogen welke in 'c janT 1792 o idtr Negen Mogentheien van Europa in volle Vlam uitbarite zal. derkelyk den ondergang van de Staren van twee dier Moge-mheden ra zig llepend--, al •verder ten gevolg zal hebben niet alleen de verwodting van een greo:  ( % ; prcot gedeelte van Rusland, maar tevens de beperking van liet Despotisfimus in verfcheiden Eenhoofdige Regeringen, versie van den meerdere aanwasch, of zoo als de Tolken van het Firimment aanduiden, van de Invoering ener onbegrensde Demo* cratia, of Volksregering in zommige Vrybeid beminnende Landfchappen. Secundo loco, dat genoegzaam ter zeiver tyd, ééa Maand 2 of 3 vroeger of later onbegrepen, andermaal zal worden uitgevonden, dat is te zeggen uit den asch der vergeteltheid wederom zal worden opgedolven, het zogenaamde Eeuwigdurent Licht, zynde een brandbare ftoffe, even als het kaarslicht of dat van één Lamp, dat nimmer uitgaat, nog vermindert, hec geen voor lang by de Oudvaderen voor verloren geacht wierd, dog door een Gevangen Philofooph (om die oorzaak zyne Vrybeid zullende verkrygen) toevallig weder ontdekt zal worden; Ik ben niet verwaand genoeg om de Hoofdftoffe te befchryven waar uit dit Eeuwigdurent brandent Licht beftaat, nademaal my zulks ten eenefmaal onbekent is: Tertia loco, dat de DoodlTrafven ten opzichte van doodfchuldige Misdadigers zonder onderfcheid, in de Zeven Vereenigde Provintien om goede redenen voor altoos zullen afgefchaft, en in andere zwaare ftrafven met het begin van 'tjaar 17^2 verwisfeit worden. Tegenwoordig dat ik my niet laag nog met beuzeligdge, nog met herfenfehimmige voorzeggingen rakende het Wondejaar 179a kan ophouden , om dat zig dezen aangaande een ruim gebaand Veld van ongehoorde Nieuwigheden opdoedt, behoor ik my ondanks dit voorneemen een luttel tyds te verledigen tot eene kortbondige omfchryving van de Elemema niet flegts om dat ze als een tak van de Afirologifche Wetenfchap kan worden befchouwd ; maar voornamelyk om dat by mangel van Elementarifche Proeven onmogelyk goede Horoscopen kunnen worden getrokken, De Elementa, door behulp van welke ik bereids gezegt hebbe dat men zyn ülementariiche Lyf kan leeren kennen, om dat de Prédomirerende kracht van een der vier Hoofdftoffen waar uit de Elementa eigentlyk zamengeftek is, niet oneigenaartig verbeek het Roer, waardoor het Schip van het Menfchelyk Lighaam in beweging moet gebragt., en vervolgens tot een zeker M ver-  C 90 ) verborgen doeleinde bedien worden, heeft na de beste Definitie die men 'er van geven kan een Algemeen en Byzonder Principium ten voorwerp; Weinige Ajirologhten zullen dit na myne verbeelding willen toeftemmen, om dat zy waarlyk de werkende oorzaken dezer beide Grondbeginzelen niet genoeg doorpeilen : Dan ik begryp, dat men voor het Algemeen Grondbeginzel van de Elementa te houden heeft, zodanige wederwaardigheden des Levens, het zy die in Gelukken of Tegenfpoeden beftaan, welke zig alleen tot byzondere Perzonen bepalen, en in dat opzicht is de ftelregel van Para'cëlsus waar, dat het Lighaam of de Geest der Elementen, leert van de Elementen ! Aangezien alle de vier zamenftellende delen daar van in den Mensch gevonden worden. Aldus zal by voorbeelt, de hoeveelheiden verfchillentheid der Lucht, de bewerkende oorzaak van iemands Gezondheid, of dodelyke krankheden wezen, na mate zy op het Tem* perament van den Perzoon in een dezer beide opzichten uicwerking doet; Indiervoegen is het ook gelegen met de drie overige Elementen welke tot de Gelukken of Ongelukken der Waereldlingen volftrektelyk znmenlopen, gelyk my in de Aftrologifche onderzoekingen ter gelegentheid van de Horoscooptrekkingen misfehien meer dan duizendmaale gebleeken is. Ondenusfchen heeft het Byzonder Grondbeginzel vanrde Elementa ganfche Volkfchappen, Landaarten, of zomtyds wei een geheeel Waerelddeel rot haar voorwerp, en van deeze zoort van Elementarifche Proeven dien ik hoofdzakelyk met belang tot het Schrikkeljaar 179a. te handelen; Ik herhaal hoofdzakelyk ƒ Om dat 'er fchier het fpil van myne voorzeggingen voor dat j lar alleen op draien- zal; Het is myn fchultniet, dat de koefterlingen van het onverftand my als zwaare befchuldigingen zullen aanwryven, of dat ik hier onverftaanbare taal fpreek, of dat ik één Misbruik van het gedult van den Lezer maak: Dan fchoon ik my voor die drom van onkundige Gispers niet dekken kan zoo als het behoord, wil ik daarom tonen dat men in beide de onderftelde aantygingen zig merkelyk bedtiegt. Want behalven, dac niemant weigeren zal te geloven, dat één van het viertal der Hoofd Elementen, ik meen de Aarde, zomtvylen door Aardbevingen in brand geraken kan, of liever dat de Aardbevingen even als de waterberoeringen door ontbranding van de  ( 9i ) *ftarde fcheinen veroorzaakt te worden, en dus op die manier ge* heele Landen en Volkeren verzwelgen, vernielen, of ten minden verwoeden, zoo als in onze Dagen daar nog droevige voorbeelden van voorhanden zyn; Zoo weet men boven dien by ondervinding, dat het water een ander gedugt Hoofd-Element, zulke yzeljke overdroomingen kan te weeg brengen, die zelfs de geheugenis van enige Volkfchappen, of van het Land hunner Inboorlingfchap, wel eer genoegzaam hebben uitgewischc gehad; Terwyl een Hinkende of rotgevende infeclie van de Lucht veelmalen de Pestziekte veroorzaakt, en al meede verfchrikkelyke verguizingen onder het Menschdom aanregten, gelyk het Hetnelsch Vuur, namelyk den Donder en Blixem niet zelden op eene tyd in verfcheiden oorden van de waereld beklagenswaardige Schouwfpelen vertonen, waar van de akelige Gedenktekenen niet minder jammerlyk zyn, dan de geene welke de drie andere Hoofd-Elementen gewoon zyn natelaten. Uit de beknopte verklaring die ik hier van de Elementa in 't voorbygaan kom te doen, zal men de noodzakelykheid van de Elementarifche Proeven als een der gronddagen waar op de Adrologifche Wetenfchap gebouwd is, meer of min kunnen opmaken; Maar de groote vraag bedaat hier in, wat betrekking zy tot hec Wonderjaar 1792 hebben? Dit vraagduk van belang zynde, behoord niet onbeantwoord te blyven. Alle de Planeetkundige befchouwingen zedert eene geruime tyd met oordeel en verdand gedaan, dragen het merkteken van de mogelykheid dat de Elementa zoo wel in haar Algemeen dan Byzonder Grondbeginzel één Magazyn van geheime waarnemingen en keurige ontdekkingen in dit Kroonjaar van onze Eeuw opleveren zal; Om eerst van het kluchtige van de Elementarifche Proeven te fpreken, zou het niet kunnen gebeuren , dat de Elementen werkzaam waren om wonderen in de Scholen van Mars, en van den Mingod te doen ? lk zal 'er aanmerkenswaardige voorbeelden van aanhalen die nog gebeuren moeten, en uit myne Adrologifche bevindingen getrokken zyn, onaangezien deeze foorrt van Elementarifche Proeven voor zoo veel haar Algemeen Grondbegingel betrefc, fteeds op de vastgaande zetregel berusten, dat als iemand ter bevordering van zyn Geluk, hec M 2 Ele-  C 9* ) Element van de Lucht tegen hem heeft, hy noodzakelyk het Element van de Aarde in zyn voordeel moer hebben en zoo weder omgekeert, a!s de kalle hem ongunftig is,.de eerfte hem gunftig zal wezen: Dat zelve heeft ook plaats tusfchen de twee andere Elementen van Vuur en Water, welkers ftrydigheid onder hen natuurlyker wyze de Antiphatie voortbrengt. Dit is de oorzaak dat één Antipatriotsch Meisje by ongeluk in gevaar gerakende van in het Water te zullen verdrinken, wiens leven door een voorwerp gered word die door haar Vader, en haar ganfche Gedacht gehaat, zich nochtans door het Vuur der Liefde bedreden zal gevoelen ten voordeele van de Jongman die haar uit het oogfchynelyk Levensgevaar ten kosten van de zyne gered heeft gehad, fchoon deeze bevallige Antipatriotfche Dame daarom by haar eens aangenomen denkbeelden rakende de Vaderlandfche ftribbelingen ftandvastig volhardende, zulks in het daar op gevolgde voltrokken Huwelyk tusfchen de Gelieven geen de minde verkoeling veroorzaken zal: Hier van daan dat een Luchtreiziger met zyn gefprongen of in brand geraakte Luchtbol heel onzagtop de Aarde nedervallende, ter bekroning zyner dolle onderneming den hals breekt: Om die reede is het dat door het opvisfehen van een Valies met geheime Papieren uit de onpeilbare diepte der Zee opgehaalt, in later tyd tusfchen twee oude Bondgenoten een Vreedtbreuk zal ontftaan, welke naderhand van nog deerniswaardiger onheilen op het vaste Land ftaan gevolgt te worden: En wie zal zig niet verwonderen als hy over enige jaren horen zal, dat em zekere Jonge Princes in een Waterachtig Gewest geboren zynde, door het Minnevuur zodanig gefolterd is geworden, dat zy in haar daap zonder dat zy het wist bevrucht geraakt, vervolgens by haare Bevalling één Zoon ter waereld brengt, die hoewel niet tot den Vordenftand behorende, egter in de volgende Eeuw betonen zal, zulk een beroemt Oorlogsheld te zyn, dat hy in onverzaagtheid by Alexander de Groote zal kunnen vergeleken worden; Onderwyl dat men die wonderfcheinende Gebeurtenis geduldig afwagten moet tot het tydftip van de ver* vullig dier Prognofticatie daar zal zyn, doet zy my gedenken aan één koddig voorval waar toe voor enige jaren een Elementarifche Proef by de Horoscooptrekking gelegentheid heeft gegeven. Eea  ( 93 D Een opperbevelhebber van Bengalen met 88 Tonnen Gouds ge repatrieert, en in allerlei opzige door het vvisfelvailig Element van het Waterbegunitigd zynde, begon onmiddelyk by zyn aankomst in zyn Vaderland één groot figuur te liaan , prachtig te leeven, en onnoemlyke Geldverfpillingen voor gekamerde Matresfen te doen; Onder anderen beving hem eens de lust, om van Groningen daar hy woonachtig was, na Amjleldam te komen om zyn Horoscoop door my te laten trekken: Ik zou my vry liever hebben laten geezelen, dau zulk een Vette Vogel van de hand te wyzen, en ik bedroog my niet in de verwagting die ik van zyne Oost • Indifche Mildadigheid had opgevat. Om kort te gaan ik trok zyn Horoscoop, en ik verklaarde hem onbewimpelt, dat hy met een oud, lelyk, 'kwaataartig, en Ryk Wyf daar te Lande getrouwd was die hy om haare fchatten genomen had: Hy beleet my met één grimlach dat ik de waarheid fprak; Vervolgens openbaarde ik hem uit de Conilellatie van zyn Planeet ontdekt te hebben, dat hy toenmaal verheft was op een getrouwde Vrouw die by haare ongemeene fchoonheid, veel Deucht voegde : Dat is juist de zaak waar over ik u kom raadplegen, viel de Bengaalfche Crefus my inde reede; Maar zou de glans van bet Goud niet bekwaam zyn om zulk eene verft aalfcbe kuisheid te overwinnend Vroeg hy weder. „ lk geloof niet Myn „ Heer zeide ik, dat de Eerbaarheid van die Vrouw door geld „ te belagen zal zyn, en dat Gy u oogmerk bereiken zult, zelfs ,, meen ik uit de gewaarwording van u Nativitiedsllar te kunnen „ befluiten, dat Gy 'er zonder fchade en fchande niet wel af ko„ men kan als Gy goedvind uwe bedekte aanflag te volvoeren." Hy begon hier op andermaal te meesmuilen, zeggende dat hy het evenwel beproeven wilde, en vertrok heel vergenoegt na my een gerold Papiertje met 20 Ducaten behandigt te hebben. Ik vernam inderdaad korte tyd daar na, het gevolg van deeze grappige Hiltorie; Men wist my te zeggen, dat het voorwerp van zyne onwettige Minnevlagen teen Bakkers Vrouw van Gronir.gen was, die niet minder kuisch , dan fchoon zynde, ondanks de bekrompentheid van haar ilaat alle de voordeelige aanbiedingen van den ryke Minnaar, om haar te verleiden, edelmoedig van de hand wees; Dog de zaken van ctn Bakker ten latiltn aan lager wal M 3 -ge-  C 91 ) gerakende, op eene wyze, dat deeze ongelukkige Luiden op de fprong (tonden van één gedwongen Bankroet te moeten ondernemen, befioot de Eerbare Vrouw met overleg en toertemming van haren Man om de Oosrindifche Crefus een trek te fpelen die bekwaam zoude zyn om hurne verwarde zaken te herllellen, zonder dat haar Eer gevaar liep van daar door gekwest te zyn; En zie hier de geestryke en niet onaartige uitvinding van welke de fchrandere Bakkers Vrouw haar bediende. Zy veinsde op één tyd dat haar fchatryke Minnaar haar op allerley wyze poogde re bewegen om hem de laarte Gunst toeteftaan, en haar ten dien einde voor een enkelde Nachtvifice vier hondert Dukaten, en een paar fyne ürlietten van groote waarde tot een gefchenk aanbood, de grootheid zyner aanbiedingen overwonnen te zyn, en de Vlag te willen ftryken; Hoor, zeide zy met een nageboorte verlieftheid, en befchaamde houding die hem bedroog, lk tvil niet langer ontveinzen dat uwe Lief* densverklaringen myn Hart getrofven hebben, maar begrypt dat eene Gekauwde Vrouw ter bedekking van haar Eer altyd verplicht is van zekere omzigtigheden omtrent haar Man gebruik te maken; -—— Kom morgen avond tegen tien uuren wanneer myn Man op de Burgerwacht moet zyn, en tot in den Morgenflond uitblyft: Ik zal my dan nader verklaren aangaande de Gunst die Gy bedoelt. De BengaaKche Crefus verrukt over een verklaring die zyne oogmerken fcheen te viyen, beloofde aan zyn kant haar op de bepaalde tyd te zullen behandigen de Gefchenken die hy haar voorwaardig belooft had; Intusfctien had de Bakkers Vrouw, ingevolge de affpraak met haren Man zodanige welbeleide maatregelen genomen, waardoor haar de kans onmogelyk ontglippen kon: De Galant hier van onkundig, kwam ter bertemder uur opdagen, en in de verbeelding van een groot gedeelte van den Nacht tot het plegen zyner geile lusten ongertoord by haar te zullen doorbrengen, overreikte haar aanrtonds de vier Hondert Ducaten, en de beloofde Diamenre Orlietten. Onmiddelyk daar na, meende hy van enige vrypostigheden gebruik re maken, dog zoo drae zy befpeurde dat hy haar met geweld op het Ledikant wilde werpen, verzogt zy hem zoo nadrukkelyk haar één half uur ter her-  ( 9'y ) Helling van haare verlegentheid te willen vergunnen, en onderwylen een glasje Punsch te zamen te drinken, dat hy ondanks de hevigheid zyner driften, goedwillig in dat kort u'uftel bewilligde; Terwyl zy daar meede bezig waren, wierd 'er tot driemaal hevig aan de voordeur gefchejd, men geleek aan weerskanten ongerust, het fchrander Vrouwtje vroeg uit voorzigtlgheid alvoren de Deur te ontfluicen, wie 'er was? en kreeg tot befcheid dat het haar Man was: Zy vloog daar op met eene gemaakte onfteltenis wederom na de kamer daar haar Minnaar zig bevond, en verzogt hem met een gelaat waar in overhaaiiing en fehrik uitblonk, van zig fchielyk te wülen ver. bergen in de Trog die in de Bakkery Hond. Dit gefchied zynde, ging de doortrapte Vrouw de Huisdeur openen om haar Man te ontfangen, die wakker begon te grommen dat men hem zoo lang op de ilraad had laaten wagten , zeggende vervolgens overluid tegen zyn Huisvrouw dat hy verpligt zynde voor een zyner kalanten wiens Vrouw onverwagt bevallen was , dien Nacht Bollen te bakken, volgens het gebruik 't welk te Groningen in kraambevallingen plaats heeft, hy om die reede van de Burgerwacht huiswaarts was gekeert; Hy wilde zig daar op naar zyn Bakkery begeven, maar zyn Vrouw poogde hem welüaanshalve daar van aftewende: De Bakker geliet zig of hy boos wierd; Wat ts hier tog gaande, dat Gy zoo ongerust fchynt? Vroeg hy aan zyn Vrouw ■ Och Niemendal Kind \ Gaf zy heel bedeest ten antwoord; Intusfchen doorfnuffelde de looze Bakker alle de hoeken van de Bakkery , en vond Oom Kool in de Trog verfcholen, toen was het dat hy zig verwoed veinsde te zyn; Hy trok zyn Sabel waar meede hy van de Burgerwacht gekomen was, en bedreigde de heetbloede Minnaar daar mede den kop door te doorkloven: —■ Schurk gy ftaat bekend voor een Hoerejager, Gy komt zekerlyk hier om myn Vrouw tedelaucheren ! riep hy in een blakende gramfchap uit, ichoon zyn nagebooste toorn een geheel ander doelwit ten voorwerp had. De Bengaalfche Crefus die op de bedreiging van den Bakker begon te beven viel door de Mande, en verzogt Pardon, het geen hy ten laaften na veele fcherpe woordenwisfeling verkreeg onder beding dat hy alvorens te vertrek -  ( 9« ) trekken, ten behoeven ven den Bikker een fchuldbekentenis van twee Hondert Goude Ryders ondertekenen moest, waar toe den bedotte Galant hem zeer volvaardig betoonde zonder van de 400 Ducaten en de Orlietten die hy aan zyn Eerbare Schoone gegeven had, één enkelj woord te durven reppen ; Op dat de zaak niet ruchtbaar zoude worden, voldeed hy inderdaad den aanvolgende Dag aan zyne belofte en zond één paar hondert Ryders onde intrekking van zyn Handfchrift aan den Bakker, welke hier door zyne verlopen zaken gereddert, en zyn deuchtzame Vrou.vs Eer gedekt zag. Wederkerende tot de Elementarifche proeven, voor zoo veel haar byzonder Grondbeginzel betreft, en die ik na eene Adoratie van 36 uuren met myne Vrinden de Planeten, in de glinfterende Zalen van het Firmament, bevinde eene zonderlinge uitwerking op het Wonderjaar dat ik thans befchryf, te zullen hebben, zal ik agtervolgens myne Aitrologilche Bevindingen gaan oncbolfteren. Indien de dwalende ftelregel van Pythagoras op de waarbeid en de ondervinding gebouwd waare geweest, zoude niemand beter dan de Pythagoristen de fundamerueele kracht van de Elcmetita in zoo verre zy op zommige Waerelddelen, Landen, eri Volkeren ziet, kunnen beoordeelen; Dan terwyl ik reede hebbe om tegeloven, dat hy zoo wel dan andere Heidenfche Wysgeren welke onder de Oudvaderen met de hoogpralende roem der Letterkundige Ontilervelykbeid bewierookt zyn geworden, zich wcrkelyk onder de fchimmen bevind, zal ik my op zyn getuigenis in deeze tak van Geleertbeid niet beroepen: Ondertu^fchen houde ik met eene volkomen zekerheid het daar voor, dat Pythagoras hoe verblind hy ook anderzints in zyne doelende Leer'ftellingen mag geweest zyn, de Elementarifche Proeven volmaakt gekend heeft gehad , vermits zyn ziel zoo menigvuldigmaal volgens zyne denkbeelden de verhuizing heefc ondergaan zoo wel in verfchülende zoorten van Menfchen , als van Beesten , en die bygévolge dan ook aan verfchillende Elementen onderworpen warerj. Het zoude waarlyk jammer zyn wanneer de Elementen juisc altyd ongunftige wederwaardigheden voor de Volkeren van den be-  ( 97 ) beneden waereld gedurende het jaar 1792 moeste voortbrengen; Het is daar zoo verre van daan, dat onaangezien de ontbranding der Aarde dat jaar afgryzelyke vernielingen van Landen in het Europisch Waerelddeel zoude kunnen veroorzaaken, het voordeel van de ontdekking ener nieuwe Waereld , bedaande in Dertien Steden en Zestig Dorpen, van onder de diepte der Aarde opgegraven, het voorgaande ongeluk rni fchien rykelyk zal kunnen opwegen, nademaal behalven Honden en twaalf duizent levendige Inwoonders van de bei ie Gedachten waar uit deeze onderaardfche waereld zamengefteld z;d zyn , aldaar onnoemelyke fchatten zullen worden gevonden, indiervöegen dat de menigte ryke Zilvermjnen welke zig in dit nieuw ontdekt Gemeenebest zullen bevinden, het Zilver diar van zulk eene gemeene waarde zal doen wezen, dan de Mösfel of Ojderfchelpen hier te Lande: Men behoord aangaande de zeden dezer Volkeren optemerken, dat zy hier in verlcheide befchaafde Landaarcen van Europa niets behoeven toetegeven; ten minden zal men ontwair worden, dat onder hen die volmaakte Rust en Eendracht haerscht, welke best bekwaam is om het Geluk en de Welvaard van een Volk te bevorderen , en aan de Burgerlyke Maatfchappy alle die drelende aangenaamheden des Levens te bezotgen daar welgeplaade Harten ontlast van drukkende bekommeringen doorgaans ntfhaken: ■ Myne Vrienden de Planeten welk een zonderling belang in deeze nieuw ontdekte Waereldbewoonders dellen, hebben my na voorgaande Adrologifcbe Onderzoekingen ten haren opzichten volmaaktelyk onderrigt. Agtervolgers zodanige geheime waarnemingen kan ik onbewimpelt vei klaren, dat by die onderaardfche Waereldlingen geen Menfchedwang hoe genaamt plaats zal vinden, en dat de algemeene Welvaard onder hen , gebouwd op de Deucht, Waardigheid, en Verdienden, 'de Lofcuigingen van een ygelyk zullen wegdragen; Britta Beyer die toen nog leefde, en juist op het tydrtip dat myne Planeetkundige Nafpeuringen hier over afgelopen waren, in myne Studeerkamer zat, ondervroeg my met veel naauwkeurigheid over dit onderwerp, en haare ondervragingen gaven gelegentheid -* N tot  C 98 ) tot de navolgende redenwisfeling die tusfchen ons beide dienaangaande voorviel. Pritta. Myn help Ludeman! Welk een wonderlyke zaak! Zal dat in bet jaar 1792 gebeuren? LudemAtv. Zekerlyk Britsa, altoos niet vroeger, nog later. Britta. Te duiker Vrindje: lk wenschte dat wy het te zamen nog eens beleven mogte om deeze Onderaardfcbe Inwoonders van het Nieuwe Waerelddeel te gaan zien. Ludeman. — Wy zouden daar niets by winnen Kind; Want behalven, dat de waereld daarom even boos blyven zal, zoo zyn de goede Volkeren niet altyd gefcbikt om de zeden der kwade te verbeteren, Britta. —— Accoord! Dat ftem ik toe: Maar zegt my als het u belieft, aan wat kant van den Aardbodem dat onder' aardfchc Volk ontdekt zal worden ? Ludeman. Na de Planeetklanken luiden, driemaal hondert duizent Uuren boven Batavia. Britta. - Lieve deucht! Driemaal hondert duizent Vuren boven Batavia! —— Ik wist waarlyk niet dat den Aardkloot zoo groot was. Ludeman. Wat beuzelpraat Biitta; Zou dat zulk een Mirakel zyn ? Ik zou nimmer geweten hebben dat de Bavianen , Aapen, en Meerkatten die altyd /lom geweest zyn, in dat zelfde jaar 1792 zoo goed zullen fpreken dan de Men/cben , indien de Aftrologie het my niet middagklaar aangetoont bad. Britta. ——- Kom, kom Ludeman dat is zotheid: Ver* baal my liever wat Gy in uwe laafïe Nachtbtfchouwingen be* trekkelyk tot de Onderaardfcbe Waereldlingen waargenomen heb. Ludeman. ■■ Als ik u alles zeggen moest wat ik daar van door middel van de Starrekunst onderfchept bebbe, zou Gy het voorzeker niet geloven myn lieve Brit je: Onder tus* fchen kan ik u voljlrektelyk verzekeren, dat deeze tot nog toe onbekende Volkeren afkomfiig zyn van de verloren of verdwaal» de flammen van bet aloud Jodendom. Briti  ( 99 ) Britta. Als Jat zoo is, moet ik cnbefchroomt uit' roepen dat de -waereld op haar einde loopt! Ludeman. Waarom? Baar zullen in 't jaar 1791 vry groter wonderen geb:uren zonder dat de waereld daarom vergaan zal: Dy voorbeelt de zaak van.... Het ...Be Vorfteénoord door een Bame.... Ach de Planeten verbieden my te zwygen ! Britta, Zwygt/lil Ludeman,• Een koude gril komt tot in myn voetzolen: Bepaal u verhaal flegts tot de wondètèmte ontdekking van dat gelukkig Volk die Gy onderaardfcbe waereldlingen noemt; Ik brande van ongedult om hunne Lotgevallen, Zeden, en Gebruiken te weten. Ludeman. lk zal u in alles ten dien opzigten voldoen Britta, Maar wacht l Onlfleckt eerst vier kaarzen aan. Britta. 1— Hoe ! wat zal dat beduiden. Ludeman. Bat beduid de affebaduwing van de vier Elementen waar door de zichtbare waereld eigentlyk zyn natuurlyke zamenftelzel verkrygt; IVaarom de vier Laarzen zoo lang moeten branden, als wy over de (Onderaard/che Bewoonderen, tn de aanftaande vinding van der zeiver Waerelddeel zullen fpreken, want zonder die voorzorg kan ik u myne Pla> neetgeheimen over dit ftuk cnmogelyk openbaren. Britta. Ey dat is raar, wel nu zie daar vter brandende Kaarzen \ Bat zal waaragtig een kostbaar» vertelling maken: Wat bruid ons in alle geval de vier Els- 'SliCtttCTZ ? Ludeman.——Zus; Zus Britta, [preekt zoo trots niet; Be Planeetefchaar belui/leren ons misfebien: Laat ons tot de zaak komen! Dat nieuw Onderaardscb Gemeen:best welkers ontdekking Anno 1792 voorvallen moet, zal uit Btrtien bemuurdeen wyduitgeflrekte Steden, nevens zestig Vokryko Dorpen beftaan. Be wyze hoedanig deeze 13 Steden volgens hunne manier bewoond worden is iets zonderling, Gy begrypt er denkelyk niets van 9 ., Britta. Neen, hoe kan ik dat begrypen, en als m iet wist, zou ik bet u niet vragen. JN a hü'  Ludeman. Wel aan, lk zal bet u 'zeggen: Vier van die Steden voorden bewoont door Koopbandelaren, en Zevarende Perzonen; Vier andere door Manufa&uriers, Trafikanten, en Ambachtsluiden; Nog vier andere door Geleerde welke in allerlei Kunften en PVeterfcbappen uitmunten, en de dertiende die de kleinfte van allen is door Overheden, Regenten , Ridders en allerhande zoorten van Edelluiden. Britta. • Zie daar éèn klucht!ge Jchikking die my niet behagen zou Maar wonen in die Dertien Steden en Zestig Dorpen van dat Onderaardjcbe Landjcbap ook Vrouwen? Ludeman. Wat een misfelyk vraag Britje, ze- kerlyk wonen daar Vrouwen; Waar zon anders die groote Vc/k ryk beid van daan komen? Maar zy zyn zoo Heerzuchtig, Lichtvaardig, Pronkziek, en galant niet, nog [pelen den baas zoo niet over baare Mannen dan bet merendeel der Vrouwen van Europa: Integendeel zyn de meefle van ben, zedig , befebeiden, ftandvastig, eerbaar, goedhartig, en onderwerp zaam aan hunne Mannen. Britta. > Dat is één Land dat my niet gelyken nou. Ludeman. • Dat wil ik wel geloven: Evenwel hebben myne Vrinden de Planeten my onder de fcherm der twaalf Hemeltekenen doen bemerken dat dit Volk boe gering zy in den eer/len op/lag ook zullen fcheinen , nochtans door haare weergaloze StaatsbefUering, uitflralend vernuft, en gadeloze vorderingen in allerhande Kunften en Wetenfchappen voldingende bewyzen flaan te geven dat zy de wetten aan gansch E u. ropa, en Azia kunnen voorfebryven, als het jaar 1812 daar zal zyn. Britta. —— Het zoude voor de Nakomelin^Jchap dan vry beter geweest zyn, dat dit Onderaardsch Volk cnbekent waare gebleven. Ludeman. - ■ - Gansch niet, de Nakomelingen zullen volgens myn begrip 'er zelfs veel by winnen ; Want behalven , dat zy de Religie Oorlogen dewelke twintig jaaren motten duren, door middel ener aannemclyke tolerantie onder het Christen-  ( xoi ) tendom zullen doen eindigen , zoo behoord men deeze nieuzv uitgevonden Onderaardfcbe Waereldlingen ah de voornaam/Ie werktuigen en ah zulke" Groothartige Bewerkers te befchouwen, welke de eerfte grond/lagen zullen leggen om de bekende Volkeren van den Aartkloot by na weder tot die altereerfte zuivere Natuur ftaat te brengen, die zy zedert verfcheiden Eeuwen ver* lor en hebben gehad. Britta. • ■ Wel waar in zal die verbetering dan heft aan ? Ludeman. — In do eerde plaats dat het Goud en het Zilver de twee dodelyke Metalen voor het Menschdom, die kragt, of dat vermogen niet meer behouden om de onfchuld te onderdrukken, de Waarheid en Rechtvaardigheid te bewolken, en de ondeugd voort teplanten; In de tweede plaars, dat de goide trouw, gegrond op de Menfcheliefde van het puik dsr deuebtzame Harten, wederom in zyne pronkgewaden vtrfebeinenie, ontfebendbaar gehandhaaft zal worden: In de derde plaats, dal in de drie en dertig jarige omloop gerekent van hei jaar 1835 tot het jaar iZ6% de Burgerlyke twisten en onlusten in alle landen van de waereld uit de fchuilhoeken der zamenrottingen zullen worden verjaagt, zodanig dat een ygelyk zig bevleytigen zal zyne Medeburgeren te beminnen, voorttehelpen en van dienst te zyn. Onze Redenwisfeling hier meede afgeloopen zynde, heb ik vervolgens ten beduid van myne Geheime Waarnemingen voor het groor Wonderjaar 1792 nog teboekdaven; Dat hec nieuw Koningryk het welk overeenkomdig myne Aantekeningen in dea jaare 1788 ergens in Europa oprecht zal zyn, gedurende die jaar weder vernietigt en afgefchafr, en tot zyne oorfpronkelyke Regeringswyze, dat is tot de Democratia weder te rug ke^ ren zal niet zonder voorgaande Bloeddortingen tusfchen twee eikanderen harende Partyfchappen, welkers verdeeltheden dat anderzins gelukkig Gemeenebest meermalen op den rand van haren ondergang heefc gebragt, hoedanige gewichtige Gebeurtenis tot zyn kenmerk zal hebben het ontydig derfgeval var den Monarch die het eerst de Eenhoofdige Regtring aldaar N 3 be-  ( 102 ) bekleet heeft gehad: Men zal korte weken daar na, namelyk in het midden van de Maand September deszelven jaars de zes en dertig Urige Sonverduiftering in het Europisch Waereld» deel gewaar worden, het geen zoo myne Afirologifche Obfervatien naderhand met de ondervinding ftroken, van eene algemeene zware Aardbeving in de meefle onderhorige Landfchap». pen ftaat te worden opgevolgt; Onaangezien dit alles, zal men bevinden, dat het jaar 1792 bet vruchtbaarfte jaar in Aard en Boomgewasfen, het gelukkigfte in de Haringen Walvisvangst, en het voordeligfte voor den Koophandel, van alle de Jaartn in de tegenwoordige Eeuw is geweest. N°. V ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, VOOR Be Brie Loopjaren 1793, 1794, en 1765. lieten zal klaar bemerken dat Ludeman in de befchryving van de Afirologifche Verhandelingen over de drie Loop jaren 1793, 1794, en 1795 adem gefchept heeft gehad! Zal mogelyk één oplettend Mensch welke myne nagelaten Schriften geruime jaren na myne Dood doorbladeren zal, niet ongefchikt aanmerken; Inderdaad het verftrekt tot eene vermakelyk uitfpanning van den Geest wanneer men onverbloemt kan denken, fpreken, en fchryven over zulke aangenaame onderwerpen die aan geen vooruitzichten van verdrietige Staatsomwentelingen nog van knel.  C Ï03 ) lende Landbezoekingen of Volksplagen onderhevig, de inwea* üi2e vreugde van hec Hart ontvlammen kan: Van dien aart zullen myne Planeetkundige Waarnemingen over het drietal Twaalf Maandige tydperken wezen, als welke zonder vergroting gefproken, een ryke Oogst van nuttige zaken, en een fchildery van bekoorlyke Gefchiedverhalen opleveren zal. Alvorens gewag te maken van enige niet onverfchillige By* zonderheden,eene onmiddelyke aanfpraak hebbende op de Starrekundige onderzoekingen die ik aangaande de drie voorgemelde jaren met een ongemeen genoegen wel eer heb gedaan, wil ik om my in de Pynbank myner Studeerkamer niet opzettelyk te verdrammen, eerst gebruik gaan maaken van een tweetal vrolyke Horoscooptrekkingen van zulk een raar zoort, dat ze op een St. Nicalaas Nacht gelezen wordende, voldaan zoude om iemand van het Graveel, de Tering, de Jicht, en de ergde Longkwalen, zonder het gebruik van Medicamenten Volmaaktelyk te genezen. Het was ongevaar een paar jaren voor het Overlyden van myne beminnenswaardige Britta, dat ik door een Briefje verzogt wierd my hoe eerder hoe liever te willen fpoeden ter bezoeking van een Patiënt die na men voorgaf zederc enige tyd laboreerde aan eene ontdeking in de Lever, één kwaal die by verre de meede Geneesheeren voor ongeneeslyk, of liever voor dodelyk word verklaart; Ik bevond my toenmaal op my Buiteplaatsje te Slaterdyk, en Britta altyd zorgvuldig om myn Perzoon tegen allerhande ongelegentheden te beveiligen, ontraade my het voornemen om derwaards te gaan, terwyl ik met een Chais zou aft gehaalt, en daar meede gebragt moest worden na een aanzienlyk dog ongenoemt Landgoed 'het welk tusfchen Beverwyk en herDorp Vdzen gelegen was, beviel haar deeze zoort van geheimhouding niet: Ondertusfchen bedoot ik tegen haar zin over alles heen te dappen, en begaf my vervolgens gerust en onbezorgt na de Plaats werwaards myn Geleider zou goedvinden my te brengen. Daarkomer.de regen het vallen van den avondftond, wierd ik zonder veel Complimenten ra een boven vertrek, verligt door twee brandende kaarzen, gebragt, alwaar men de Kamerdeur terftond agter my coedoot; Hoe zeer deeze manier van onverma*  C io4 ) fnakelyke Wellekomst de Eer niet had my te behagen, vermits ik ras begreep, dat men door zodanige opfluiting my een zoort van onvrywillige Gevangefchap toefchikte, welk eene bedekte ofmisfchien gevaarlyke aanflag ten doelwit had, bekommerde ik my nochtans zeer weinig over de gevolgen van die zaak: In dat denkbeelc bezag ik de fchilderyen waar van dit vertrek overvloedig voorzien was, en die ik na myn flnaak heel fraay bevond; Onderwylen dat ik my daar toe verledigde, wierd de Kamerdeur eensklaps ontfloten, en zie hier wat 'er gebeurde. Een zwaarlyvige Lyfknegt die 'er zeer fluurs uirzag % binnen getreden zynde, dekte een taveltje, en bragtmy Eeten en Wyn, zeggende met een gelaat van onverfchilligheid als ik iets verder nodig had, dat ik maar fchellen moest; Ik vroer* hem tot wat einde ik daar ontboden was geworden! Maar zonder zig te verwaardigen van myn vraag re beantwoorden ging hy weg, en floot de Deur andermaal op Nachtflot: Een zoo vreemde vertoning kwam my zoo onbegrypelyk voor, dat 'er my de honger van verding, zoo dat ik my vergenoegde één Glas Wyn te drinken, en één Pyp Tabak te roken. Tegen elf uuren vc-rfcheen dezelfde Lyiknegt die alles weder wegnam, na my vry ©nbefchoft gevraagc te hebben , waarom ik niet gegeten had ? Myn ongedult door deeze vraag getergt ziende, beval ik hem even fcherp dat hy zyn Meefler zou gaan boodfchappen dat ik hem fpreken moest - of dat ik vertrekken wilde,- Een half uur nog met veel bezadigtheid te vergeefs na antwoord gewagt hebbende, begon ik aan de fchel te trekken, wanneer onmiddelyk één bejaard ordentelyk Ileerfchap in zyn Japon myn Kamer intrad, kort daarop gevolgt wordende door twee Dames, waar van de Jongile hoewel zy eene volmaakte fchoonheid in myne oogen geleek, nochtans alle de trekken van treurigheid in haar gelaat vertoonde: Zy plaafte zig alle drie aan de tavel, en de Man met de Japon verzogt my heel >eleeft, de Horoscoopen van de beide Dames, en de zyne te trekken; Ik voldeed aan zyn verlangen hoe weinig lust ik daar toe had, zoo draa de opgaaf van hun aller Doopnamen en Geboorteftenden volbragt waare. De huisklok floeg één uur toen myne Aftrologifche Voorzegkunde ten hunnen opzichten afgelopen was, Ik nam daarop vry moedig het woord: ■ Myn lieer en Mevrouw  ( 105 ) vrouw zyn volgens myr.e levindingen de Ouder* van deeze hier tegenwoordig zynde Jonge Dame zeide ik; Haar Pr tentent febjon door trouwbelofte aan haar verbonden, heeft haar uit Ja'.ouzy verlaten, maar zy is onfchuldig aan het geval waar meede zy betigt word. —■— ,, Dat is genoeg riep de bejaarde „ Heer, Nu is myn Hart gerust; Maar zou Gy volgens u kunst „ met zekerheid kunnen onderfcheppen Ludeman wat de oorzaak „ van zyn Jalouzy is? Vroeg hy verder." Heel wel Myn Heer hernam ik, om dat Mejufvrouw u Dochter dagelyks van een ander ver Heft Minnaar bezogt word, die bier onder de naam en het vermont beroep van een Dansmeelier verfcheint. „ Te ,, duiker nu begryp ik het geheim van de zaak, viel den bejaarde Man my in de reede; lk zal zorg draagen dat die klucht ge„ daan is, en ik dap van dit ogenblik van myn befluit af om de „ Pretendent van myn Dochter voor de kop te fchieten." — lk verzekerde hem dat zulks niet nodig zoude wezen, terwyj hy door berouw getrofven van zyne ongegronde Minnenyd afkappen, en na verloop van drie dagen tot het voorwerp zyner Liefde wederkeeren zou —-—»„ Om de proef op de fom te ne,, men zult Gy hier drie dagen opgefloten blyven zeide de Acht„ bare Heer met een grimlach; Maar Gy zult 'er wel voor be„ loont worden." Ik moest my deeze zyne voorwaarde getrooHen, en wierd gedurende het zelve gediendig opgepast; De Pretendent volgens myne voorzegging lang voor de bepaalde tyd wedtrgekeert zynde, om zyne verbintenis met de Jonge Dame te volbrengen, befchonk menmy met een Gefchenk van 50 goude •Ryders, en ik wierd door de zwaarlyvige Lyfknegt die toen een vrindelyker humeur aangenomen en wiens Horoscoop ik ook getrokken had, met een Rytuig weder na Sloterdyk gebragt. Den Mensch heefc maar drie groote uitkomiten, op de wae • reld, namelyk de Geboorte, het Leven, en de Dood; Wy zyn ongevoelig van onze Geboorte, wy lyden dervende, en wy vergeten re leven; Als ik zeg wy vergeten te leven , heb ik die Levenswyze van veele Mannen en Jongelingen in 't oog welke te post-rennen na dat uiteinde het geen zy meerendeels het meest vrezen te bereiken: Het bewys daar van zal ik uit de navolgende Horoscoop gaan ftaven. O Een  C i°6" ) Een Jongeling van een voortrefvelyke afkomst birncn deeze handeldrcivende Stad, en die het aan geen vertuid nog bekwaamheden ontbrak, kwam op een Morgen met eene verwitderde gedaante myn Zykamer induwen, vei zoekende dat ik voor een drie gulden ftuk die hy op myn tavel wierp, zyn Horoscoop eens geliefde te trekken ; Ik bekeek hem met ongemeene oplettentheid, en vroeg na de oorzaak waarom hy zco ongerust ge* leek: - Hoor L u dem a n zeide hy, dat zullen u de Plu* neten best ontdekken, Het moet 'er van daag onder of boven, lk wil myn Lot voeten t want ik ben wanhopig zedert dat het Meisje waar meede ik dagt te trouwen my de zak gegeven heefil Ik poogde hem door moedgeving en het voeren van een vroiyk Discours wat tot bedaren te brengen, maar hy fcheen op dat tyddip genoegzaam onvatbaar voor troostredenen te zyn. Oa* derwylen verliep daar meede een geruime tyd eer ik aan zyn verzoek voldaan had; Na zyn Horoscoop volgens de opgegeven naam van Karei Servaas getrokken te hebben, verzogt ik hem op één Stoel te gaan nederzitten, want hy had tot nog tce onophoudelyk niet anders gedaan dan al zuchtende heen en weder over de Kamer te wandelen: „ Luider Karei Servaas „ zeide ik vervolgens co» hem, uwe ongebonden&Êeden zyn de bewerkende oorzaken van uwe ongelukken, en ik ben bedugc „ dat indien Gy daar in blyfe volharden. Gy u zeiven nog in gro„ ter ramfpoeden ftorten zult ; Het voorwerp van 'uwe Ltef• de waar over Gy u beklaagt, beminde u oprecht, Haaregoe„ de hoedanigheden waren gefchikt om u Geluk te volmaken, „ maar door u trouwloos en lichtvaardig gedrag , heb Gy u „ moedwillig haare achting en genegentheid onwaardig gemaakt: „ Begryp dat de Planeten my ontdekt hebben vervolgde ik ; dac „ Gy een gekamerde Matres zedert zes Maanden onderhouden „ heb, die u glad in den grond geboort heeft, dat dit wispeltu, tig Venuskind thans uwe onvermogentheid bemerkende om de gewoone Geldverfpillingen voor haar te doen , uw Perzoon „ met verachting begint aautezien, of ten minden u met onver„ fchilligheid behandelt; Dat uwe onmatige zucht tot de Dob„ befpellen, zoowel als tot de onduimige Plezierpartyen, gelyk 9, ook de ongeregelde Nachtbezoeken van fchandelyke Bordeel-  ' ( i©7 3 huizen waar van Cy een misbruik maakr, uwe J >nge Levens. " krachten al verder bedorven, en uwe Goudbeurs uitgeput he.> " ben: En dat om kort te gaan, uwe fpoorloze Levenswyze^e waardige Ouderen met heete tranen doen bewenen de tede e " zomen , welke zy tot de opvoeding van haare emglte Zoon te. " ve geefs hebben aangewend." Karei Servaas vloog my om d'en hals zoo drae ik uitgefproken4 — ^ rico hv in een zoort van vervoering,dat ik als een goede vookv. ken opnam : Ik ben door myn eige fcbuld ongelukkig geworden, lk bcb myne Ouders door myn [noot gedrag aoen treuren-, « hen een Ichsrnbeid diemy udsr ^minde, en met-wten tlt OV Echt^cLt volmaakt gelukkig had kunnen zyn, ontrouw geveest - Maar zou 'ergeen middel zyn Ludeman, zou er gep/ middel zyn .vroeg by by berbaltng,om dit alles aoor ter de Levensmanier, uittewis)'chen, en het Hart te itmn^jn vanéén Minnares die ik óm baare weergaloze denkwyze en t,,* nemende b.koorlykheden aanbid. — „ Schep «^^^ _ vaas viel ik hem in derede: keer weder tot de öeuent die " Gy veriaten h.b, en Gy zult alle zwarigheden te boven ko- iren " Op deeze beknopte verklaring van zaaken, welke zjae oogmerken fcheen te vlyen, geraakte hy in eene verrukking van blvdfchap, die hy werk had tejbetoomen : Hy wilde ver olgens ver treÏkLTonder "verzekering dat hy haast weder zoude: komen verzelt van de belofte ener evenredige beloning voor de welgelukte Prognofticatie die ik ten zynen opzichten gedaan had u verzocht hem nog wat geduk te hebben, door emge «W£ÏÏ lancerby my te vertoeven, want dat ik volgen de afgelopen Homscooptrekking hem nog van meer andere dingen waarierrou"en moes'. Karei Servaas hier door vericbnkt ging al zuche de weder op zyn Hoe! neerzitten, /* vrees *#j£ud^tt dat het hinkende Paard nog de trein van uwe Afirologifche Voorzeggingen bef uiten zalf Ze|dehy mer een gedwongen Grimlach- — „ Och Neen hernam ik, de Planeten zullen u zei is niet onguftig zyn , als Gy u gedragen wilt na het voorfchnfr d t ik verplicht ben u ter pedtering van u toekomende Levens. \ realen te moeten geven, en-die hqofdzakelyk hier in beihaan. ! Voor eerst dat Gy zonder vertraging oeginnen moet ne Verzoe- " O 2 " »  ( 108 )* i, ning met uwe Ouderen te bewerkitellige, dat zulks gefchied „ zynde, Gy door een aanhoudende beterfchap van gedrag en „ denkenswyze de verloren wederliefde van het voorwerp uwer „ genegeniheid poogt te herwinnen niet alleen, maar dat het „ kunstmiddel waar van zy zig bedienen zal, om de getrouwig„ heid van uw Hart op de proef te Hellen, u geen de minite „ argwaan van haar Deucht nog kuisheid behoren te doen opvat» „ ten, en het geen de allervoornaamfte zaak is, waar van u Ge„ luk of Ongeluk voortaan zal afhangen, en waarop Gy dien „ volgende noodzakelyk dient te letten, dat Gy u zorgvuldig „ wagten moet, het zy op de aanrading, het zy door verleiding ,, van de Meedeplichtige uwer vorige ongebondentheden één en* „ kelde flap meer van Ligtemisfery te ondernemen, aangezien ,, Gy na de uitfpraak van uwe Nativiteidsftar in zodanig geval „ gevaar zult lopen, om u Minnares, uw Fortuin, ja zelfs uw Leven daar by te zullen verliezen." Dit gezegt hebbende, Hond hy van zyn ftoel op, groete my beleeft, en ging heen zonder één woord te fpreken. Drie weken waren nog niet ten vollen verlopen, toen Karei Servaas my andermaal één bezoek kwam doen; Daar blonk in zyn gelaat en ganfche houding zulk eene oogfcheinelykelNeerilag» tigheid uit, die de Voorbode van eene treurige Boodlchap fcheen te verbeelden; lk had de tyd niet om hem na de oorzaak van dien te ondervragen, terwyl hy terftond by zyn komst my half misnoegt toefcaauwde dat ik alles niet geraden had, maar dat hy nochtans ten opzichten van zyne Ouders met wien hy verzcent was, beftipt myn raad opgevolgd had : Ik vroeg hem vervolgens wat 'er dan nog aan myne gedane voorzegkunde ontbrak , en welke Mirakelen hy meende dat ik uit myne Afirologifche Slaapmuts moest fchudden. Karei Servaas begon toen over deeze kluchtige uitdrukkingen hartelyk te lagchen; Neen op myne Eer Vader Ludeman zeide hy ftemmig, de zaken ft aan zoo voordelig niet gtfehapen als Gy wel denkt! Myn Minnares beeft een nieuwe Pretendent gekreegen die zy boven my verkiest, en ik beb uit Wanboop en Minnenyd befloten om dien Meedevryer van avond den bals te breken als by van de ontrouwe Karolina buiswaards keren zal: Ik deed hem begrypen dat hy ongelyk bad  C 109 ) had om zulk een wanhopig befluit te nemen, want dat zyn Karolina hem niet ontrouw geworden was, maar dat hier in juist de Proef beftond, waar van zy gebruik maakte, flegts met het oogmerk om gelyk ik hem laast ontdekt had, de oprechtheid zyner Liefde op den toetsfleen te Hellen, onder bygevoegde verzekering , dat Karolina niet ophielt hem te beminnen. Karei Servaas aldus door myne redenen gerust gefteld zynde, vertrok ditmaal heel voldaan, en was Edelmoedig genoeg om voor die dienst een Goude Ryder op myn iSchryftavel te werpen. Meer dan twee Maanden verliepen na dit zyn laafte bezoek dat ik niets meer van hem hoorde, dog op één Winter Avond dat de Ratelwachten zig aireede op de ftraten begonnen te vertonen, zag ik met verwondering myne goede Karei Servaas fmoor dronken ten derdemaale tot mynent opdagen; „ Ik geef den Brui van „ Karolina en van den helen winkel van het Huwelyk, zeide hy ,, al ftamelende, en door dronkenfchap by na over de Matten ftruikelende: Wy waren zoo goed als in ondertrouw, maar om dat zy gehoord heeft dat ik eens in een Hoerhuis geweest ,, ben, heeft zy my op nieuw myn Paspoort gegeven, zoo dat ik van dezen Nacht met myn Kameraads weder aan de Zwier „ zal gaan, en zoo lang my by de Meisjes van Plezier zal diver„ teren tot myn geld verteert zal zyn" — Wat zeg jy daar van Ventje? befloot hy al vragende; Ik beklaagde hartelyk zyn wangedrag, en verzogt hem terwyl het laat wierd, te willen vertrekken, zeggende dat ik hem wel nader over zyn aanftaande Lotgevallen zoude onderhouden: Dog korte dagen daarop vernam ik, dat Karei Servaas door zyn Vader in één Verbeterhuis geplakr, hem zelve aldaar door wroeging verhangen had. Thans tot andere zaken : In het jaar 1793. zullen de verloren Brandfpiegeien van de uitvinding van den groten Archimedüs door één vernuftige Geest wederom tot zyne vorige volmaaktheid gebragt, en vervolgens met eene gewenschte uitwerking gebruikt worden; Het zou my niet verwonderen, dat de welgeflaagde Proeven, welke men van deeze Brandfpiegeien gedurende dat jaar nog doen zal, voor één Oorlogsvloot, die van wegen een voornaam Zee Mogentheid in de Middellandfche Zee gezonden, dodelyk zal zyn: Inderdaad zoo de andermalige uitO 3 vin-  ( Ho ) vinding der Brandfpiegeien beantwoorden aan de verw achting, die ik bemerk dat myne Vrienden de Planeten daar van opgevat hïbben, zou ik geen zvarigheid maken volmondig te verklaren, dat ze in later tyd voor de allerfchadelyklle Werktuigen van de Menfchelyke Zamenleving zal kunnen gerekent worden, terwyl zy door de kracht der Sonneflralen aangedreven, op een afïland van twee of drie hondert Roeden ganfche Steden, Dorpen, opgeworpen Sterktens, Bosfchen, en Scheepsvloten in den brand onttleken kan, en het fcheint my niet ongereimc te geloven, dat de Belegering van Synacufa waar in men zeg dat Arcbiriiedus zig bevond, gelegentheid gegeven heeft om dezen wydvermaarden Man de Gedachten inteboe' zemen van zyne uitgevonden Brandfpiegeien in gebruik te brengen. Het iaar 1793 zal nog in verlcheide andere opmerkelyke Byzonderheden boven de beide volgende twaalfmaandige Loopjaren uitmunten: Laat ik eens door de ingezamel¬ de voorraad myner Planeetkundige befchouwingen gaan voorzeggen wat 'er in den omloop van dat jaar al verder gebeuren zal. Saturnis met Jupiter. op 51 Graden tusfchen de Hemelteken de Leeuw en de Scorpioen zeilende, voegde zig de Planeten Mercurius, Venus,, en Mars daar by; Zulk een ongewoone Conjunctie, deeden my ras begrypen dat 'er onder dit vyftal Firmament Burgers al vry wat ongemeene dingen zoude omgaan, waarom ik in alle myne Nachtobfervatien dien aangaande ten uitterfte oplettende bleef, ten einde te ontdekken uit wat hoek de wind waien zoude: Agtervolgens deeze bedoelende onderscheppingen, was ik verblyd dat de overlang' ontworpen dog vrugteloos afgeloopen Huwelyks Lotery in het jaar 1793 tot iiand gebragt zoude worden, met zodanig eene gelukkige uitflag, welke de denkbeelden der fchranderlle Projeélmakers te boven zouden gaan, en nadien dit een ftof van veel belang en van eene vrolyke aart is, zal ik dit Plan volledig gaan befchryven. Men behoord zig niet te verbeelden dat ik met de Huwe~ Jyks Lotery waar van ik tegenwoordig getvagen moet, eigentlyk in het oog. heb dat ontwerp over dezelfde ftofve, die men in  ( til ) in myn Spiegel der Waereld ingelast zal vinden ; Ik beken dat dit Jaafte flêgt's eene kluchtige inval van gedachten is geweest, alleen gefchikt om Jonge Luide , tn inzonderheid om Beminnaren van vrolyke verhandelingen te vermaken : De Invoering van de Huwelyks Lotery dat een wenzentlyke zaak is, welke zyn beflag onwederfpreekelyk in heijaar 1703 verkrygen zal, is van eene gtheel andere natuur; Want behalven dat zy voornamelyk ten doel heeft om braave dog onbemiddelde Burger Dochteren van een onberispelyk gedrag, oveiéénkomftig haar (laat en neigingen aan de Man te helpen , zoo dient zy gelyktydig om zommige Jongmans die het fleur van haar Leven in deBordeelen vetfpillen van hun ongeregelt gedrag aftrekken. Men vraagt in onze dagen niet meer of een Meisje fchoonheid, verftand, of goede hoedanigheden bezit, maar of zy geld ten huwelyk aanbrengen kan; Ordentelyke Jongmans die een goed beliaan hebben om een Vrouw te kunnen onderhouden, bedienen zig van dar laag voorwendzel om ongehuuwd te blyven, en in ongebondentheid te leven, ondertusfehen dat veele bekoorlyke voorwerpen en beminnenswaardige fchoonheden, van welkers verdienden men de waarde niet kent, dair door in het vergeetboek geraken, en haar gecrooflen moeien om hun Jonge Levensdagen ongetroud te listen: Hier van daan de rampzaligen uitdagen der meede Huwelyken die men huidendaags over het algemeen genoomen, hier te Lande befpeurt, vermits door deeze fc'nandelyke baatzucht, welke de tedeie gevoelens ener zuivere Min trot'zeren, en de rot wederliefde geboren Harten van beminnelyke Meisjes verdriet aandoen , van het huwelyk een zoort van Koopmanfchap word gemaakt, waarop meer op hbwelyksgoed, dan op de Inclinatie word gezien. Het Echte Plan van de Huwelyks Lotery zodanig als Myne Vrinden de Planeten begeren dat ze in zwang zal worden gebragt, heeft tot haar grondflag om aan Onvermogende Jonge Dochteren buiten last van haare Familie het benodigt Huwelyksgoed, of om beter te zeggen een Bruicfchat te bezorgen evenredig de jaarlykfche inkomlien van haare Pretendenten; By voorbeeld een jongman die een Meisje ten Huwelyk vraagt, rekent dat hy het zy met zyn Koophandel, het zy door zyn Ampt of  112 ) Studie zes Honden Guldens 'sjnrs inkomen} heeft, zoo zal aan de Jonge Dochter die één Prys uic de Huwelyks Lotery trekt, zes Duizend Guldens tot een Bruidfchat uic de generaale Vryfter Kas tuegelegt worden: Dog de Pretendent die haar trouwen wil, Duizend Guldens jaarlykfche inkomften hebbende, of door zyn beroepshandel winnende, zal de Bruidfchat tot tien Duizent Guldens Kapitaal worden verhoogt, zonder dat men ooit boven die fom zal gaan, maar wel beneden dezelve, dat is te zegden in hec geval dat zodanig Pretendent niet meer dan Drie of Vier Hon. dert Guldens'sjaar won, de Bruidfchat na evenredigheid flegts drie of vier Duizend Guldens Kapitaal zal belopen. Het Fonds ter inrigting van deeze Algemeene Vreyfter Kas zal tegen het jaar 1793 gevonden kunnen worden op eene wyze welke ik althans niet goedvinden te ontdekken, hoewel ik denaanihande uitvinder van dien, de regtverdiende Lof toezwaie moet, dat ze in zyn zoort onverbeterlyk is; Ondertusfchen behoor ik niet onaangeroert voor by te gaan, dat in alle de Steden van Nederlandalwizr men Huwelyks Loteryen opregten zal, de onbemiddelde Jonge Dochteren beneden de 25 jaren oud, welke haar, ten einde een Bruidfchat uit de Vreyfter Kas te genieten, hebben doen infchryTen, alle jaren één kans in de Huwelyks Lotery zullen mogen wagen , mits bewyzende dat zy cevreyd worden door één Jongman die haar trouwen wil. Indiervoegen, dat van het bepaalt getal der ingefchreven onvermogende Vryfters, alle jaren een tiende gedeelte met Namen zullen worden uitgetrokken, aan welke dan ook de Bruidfchat na evenredigheid van de jaarlykfche inkomften hunner Pretendenten, onmiddelyk na de voltrekking van hun Huwelyks of liever op de Bruilofsdag zelfs, zal worden uicgekeert. Zie daar de voortrefvelyke en roemwaardiege uitvinding van één Huwelyks Lotery gebouwd op redenen van noodzakelvkheid , en gewettigt door Afirologifche Proefnemingen die gelukt zyn, waarvan ik een aanrekenswaardig Avantuur zal bybregen, wel. ke de wisfelvalligheid der Menfehelyke Lotgevallen in één helder dacblicht ftellen zal. Altepus één wel gemaniert Jongman te R.... die aldaar korteling geleden zyn eigen zaken van Negotie met een gewensehc voor  ( ii3 ) vooruitzicht begonnen had, verliefde op de fcboone Latrisfa éen Meisje van ongemeere Bevalligheden, welke al vroeg ouderloos gerat kt zynde, zedert onder het opzicht van haar Oom verbleven was; Altepus na een kortdurende verkering vernemende dat deeze Jonge Jufvrouw onbemiddelt wezende, boven dien geen aanmerkelyk Fortuin van haren Oom te verwachten had, begon wel haast ten opzichten van haar Perzoon te verkoelen , en verliet dit beminnelyk Mensch ten laaften op eene ongefchikte manier, gelyk vervolgens alle de overige Pretendenten van Latrisfa, welken zy naderhand kreeg, de een voor den andere na, om die zelfde oorzaak dat laag voorbeelt volgde: Altepus eens toevallig, of misfchien ter verrichting zyner zaken te Amfteldam gekomen zynde, kwam my een Bezoek geven met het oogmerk om zyn Horoscoop te doen trekken, zeggende graag te willen weten, of 'er zig enige roogelykheid opdeed om in deeze Stad of elders een ryk Portuur ten huwelyk te krygen. Aan zyn verzoek voldaan hebbende, gaf ik hem zonder veel omflag van woorden te kennen, dat hy niet beter kon doen dan tot het verlaten voorwerp wedertekeren, ais welke ter voorzetting zyner Negotie rykelyk genoeg van geld bedeelt was, of binnen korten tyd zoude worden, om zyne wenfchen te vervullen; Altepus begon my na deeze verklaring van zaken braaf uittelaggen onder betuiging dat hy beter wist, en dat ik myn beroep van Aftrologist flegts ten halve verfiond: Schold my verder de huid wakker voi, en ging gansch onvoldaan heen. Het gebeurde nog dien zelfde Zomer, dat ik door Latrisfa die met haar Oom en Tante destyds voor plezier te AmfteU dam gekomen waren, zonder haar te kennen, bezogt wierd, zy kwam in gezelfchap van dezelve aan myn Huis, en ik moesc op aanzoek van de laaite de Horoscooptrekking van haar Nicht beginnen; Ik deed haar één eenvoudig verflag van myne voorzegkundige bevindingen, met te zeggen dat één Pretendent, die haar wel eer verlaten had, op nieuw de rol van Minnaar zen komen fpelen, zoo draa Latrisfa de hoogde Prys uic de Lo. terye zoude getrokken hebben, maar dat haar een min baatzugtigen Man na haar zin ten deel vallen zou. P De  ( H4 ) De Oom en Tante van Latrisfa (tonden verbaast optekyken, verklarende dat voor zoo veel zy wisten haar Nicht nimmer één Lot in de Lotery gewaagt had, zy zelve bevestigde deeze verklaring, en daar op raade ik haar van zulks zonder uitdel te doen; Haar Oom dat één gulhartig Man geleek, nam toen het woord, Ik zal op myn ziel Ludeman zoo drae wy '/ buis gekeert zullen zyn. de Meid is ftaat ftellen om een kansje in de Lotery te wagen, want ik bemerk dat Gy meer weet, als Gy zegt, riep hy al boenende: Ingevolge van dit zyn beduid , wierd ik ongevaar een halfjaar daar na verwittigd van de beramingen en gelukkige gevolgen, welke aangaande myne Mrologifche Voorzeggingen plaatshadden gehad, door de navolgende eigenhandige Brief, die ik van Latrisfa omring, en woordelyk behelsde. Myn Heer LudemanI ' Myn Oom e» Tante hebben my gelast u te ftrhryven en vervolgens onder verfcbuldigde dankbetuiging kcnnisfe te geien van de wonderlyke gun ft ige omkeering welke myn Lot op grond van uwe voorzegging en aanrading gt nomen beeft; Wy waren naauwlyks te R— wedergekeert, of myn Oom was bezorgt om zyne Beloften opzichtelyk tot de Loter'ye hoe eerder boe liever te volbrengen: De gelegentbeid bier toe bood zig niet min zeldzaam aan; Myn Oom had zedert drie of vier jaren éénmaal ter week een vast Gezelfcbap aan zyn Huis, alwaar een fpeelparty tot tydverdryf gehouden wierd; Van bet verloren Geld wierd één Pot gemaakt, die men alle jaren bier of daar buiten de fiad ging verteren op een aangenaam buitengoed, daar men dan een vrolyke Maaltyd en Dansparty bield Dan met onderling overleg van bet wekelyks GeseVcbap, wierd op het verhaal van myn Oom, van bet geen 'er ir.et ute Amderdam was omgegaan, eenparig befloten om dit jaar de Pot niet te verteren, maar de Penningen, welke van de verliezen der fpeel- der  r c 115^) ders ingezamelt waren, aan my te fchenken M den aankoop van één paar Loten in de Generalitetds Lotery, waar van de derde Clasfe eerdaags aan het trekken zoude gaan, en het ts aan de volvoering van dat gelukkig ontwerp Myn Heer, en niet minder aan uwe hooggeroemde Afirologifche Voorweetdykbeid, dat ik de hoogfte Prys van Hondert Duizent Guldens dt; my te beurt gevallen is, te danken hebbe. . . - • Het oerucht van myne toevallige geldaanwinmng door de I?93 na de regelen van de Planeetkiinst zou kunnen hebben, „ voor zoo veel het Menschmogelyk is, nategaan; Gy zult „ my niet kwalyk nemen Hooggeleerde Man, dat ik van dit laa„ fte voorwaardig Bedirg gebruik maake, om my niet te doen „ verdenken van de vermetelheid; als of ik in de bovennatuur,, lyke oorzaken van het Myfteria der toekomende Waereld„ fchikkingen zoude willen indringen. Ik verklaar daarom open• „ hartig, dat het getal van 21 cp zig zeiven genomen, bepaal„ delyk tot het jaar 1794 zoo te zeggen niets te beduiden zou„ de hebben, als men niet wist, dat de ontwikkeling van het ,, Starrengeheim deswegen de nodige opklaringen aan de hand „ gaven „ Ik ben derhalven van begrip, dat het wondertal van 21 niet „ verder tot het jaar 1794 betrekkeiyk kan worden gemaakt, „ dan dat den één en twintigfte dag,gerekent van Primo Jana„ ary, telkens gunilig voor allerlei Standsperzonen zal zyn, en „ dac  ( H9 ) „ dat alle derztdver ondernemingen van höedanige Natuur die „ ook zouden mogen wezen, altyd op het invallen van den één „ en tvvintigfte Dag met gelukkige uitdagen zullen worden be„ kroont; Zoo dat Iemand die op den 21 January, elfde Fe?, bruaiy, vierde Maart, en zoo vervolgens één Liefdensverklaj, ring wil doen, één Lot in de Lotery wil fpelen, een Ampt „ vragen, of eene andere aandag tot zyn Fortuin onderneemt,, , alles na wensch gelukken zal: De oorzaak hier van is, dat „ het predominerend getal van 21. de wortel van het Waereldsch „ Fortuin is; Hoewel het uic de grondregelen der Aftrologia „ voor niet minder bewysbaar moet worden gehouden, dat in „ één jaartal waar in men by optelling het getal van 21 ontmoet, „ doorgaans aan de andere kant weder alles tegenloopt, wat men „ buiten den één en twintigde Dag hiervoore aangewezen, moge „ goedvinden te ondernemen. Ik vleye my dat Gy als Kunsrge„ noot my het recht zult doen van te erkenen, dat ik in deze „ myre denkbeelden niet dwaale, terwyl ik in dat vertrouwen ,, intusfehen verblyve." &c. Hoewei ik het met dien waarlyk doorgeleerde Man in verfcheiden opzichten aangaande zyne verklaring over het jaar 1794 eens ben, moet ik 'er nochtans iets dat aan zyne oplettentheid ontfnapt ken zyn, byvoegen; Hoedanig iets op het wondertal v.m 21 deunende, één zogenaamde Coup de Muitre of Meederftuk uitwerken zal, zonder dat de Planeten door haare invloeden op de Menfchelyke Bedryven, hen tegen de orde van de Natuur willen verzetten: Men behoord derhalven niet verwondert te wezen, nog voor een Toveripel uittekryten, wanneer men bevinden zal, dat in het jaar 1794. de Vogel Phoenix voorde eerdemaal zedert de Schepping der Waereld hier te Lande zal worden gezien, en dat zyne verfchyning,welke één en twintig dagen zal duren, de wederoprechting van den bloeien Welvaard van de verloren of kwynende takken van Negotie ten gevolge zal hebben. Belangende de eerst, en laastgenoemde van de drie befchryvende Loopjaren van 1793, en 1795 valt niets ongemeen aantemerken, dan dat in het eerstgemelde jaar eene algemeene Raadsvergadering in Europa tusfchen alle de Potentaten of gekroonde Hoofden plaats zal hebben, en dat in derzelver  c iao ; beraadflagingen zal worden befiist den ondergang van de wvdmtgeftrekte Ryken van China, Perzien, en Tartarye, weïte fen RJïïge 0oiJ°g waarfchyneiyk ook overwonnen zul! len worden; Dat voor hec overige de twee zeldzame Gebeurtenisfen die hec Kroonwerk van het jaar i795 uitmakt mro zi2 voor zoo veel de Nederlanden betreft hier aan bepTn .'11 lTt%\l de a¥hafvinS der Collefe' e» ^ weder aa ftt£ Arir/J g ,°P den VOet aJs van ouds PIaars he£ft g^ad, en in df.t' 10 de ve^u"ni»S of invoering van één Porto Franco w de Zeehavens van de Republiek. N°. VI ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, BETREFVENDE Het Schrikkeljaar 1796. Een aangenaam Voorjaars Morgenftond, is, volgens de uitleggingen van hec zeventa Hemellichten veelmalen, geen ongewis voorteken van een vermakelyke Dag, en onaangez en men zomtyds wel eens het tegendeel bevind, zo moet dezen ftelregel byzonder gelden ten aanzien van het Schrikkeljaar i796. welke boven alle andere Schrikkeljaren van de EeuJ die wy beleven , ?n Lustfcheppende vertoningen uitblinken zal; Terwyl zyn aanvang Ll wel * ZynMlMe" 'aW^" Zyn EiQde Verrukkelyl SrZn m7~T ï^16 A(troloêirche Onderzoekingen over dat jaar doen my gedenken aan een gansch Wonderbare Horoscooptrek»;  C mi ) trekking waar f:02 ik in den jaare 1746" verzoit wierd door de Ouders van een Kind dat toen nog in de Wieg laa, en waar van de zakelyke voorzegging voor zoo veel my geheugt, eigentlyk hier op uitkwam. -— Dat dit eerstgeboren Kind Petro» nella Jacoea genaamt, wel veel zukkelingm op het Waerelds Toneel zou ondergaan, feboon haare ongelitks dobberin* gen devkelyk niet langer zoude duren dan tot den ouderdom van 28 jaren, wanneer zy zoude komen te trouwen met één ordentclyk Burgerman die haar Lief zoude hebben • Maar dat de Dochter van Petronella J a c o b a in het jaar 179^ haar met één hovengemeen Geluk bedeelt zoude zien., zoo drae zy als dan den ouderdom van 21 jaren bereikt had. Dj Vader van het in de Wieg leggende Meisje mms Hiroscoop ik getrokken had, hier over gebelgt, vroeg my vry onbeichofc, of ik Gek was, dan of ik de fpot met hem dreef? Zeggende, dat het de ongereimtheid zelve zoude wezen om te geloven dat men 50 jaren te voore de Avanturen kon voorzeggen van de Dochter van één eerstgeboren Kind dat nog in de Wieg lag , en dat 'er zig in ciit gev.il geen de minfte fchein of fchaduwe v 11 naogelykheid opdeed, waar uic te beiluiten viel , dat die dingen zodanig als ik ze voordroeg, immer gebeuren zoude; Ik verzogt hem heel koelgeelTig de fnaar zoo hoog niet te willen fpannen, nademaal ik hem wegens de uitkomst der zaken die wy eg'er geen van beide zoude beleven, een onwraakbare Proefneming aan de hand wilde geven: Hy nam met myn vooifhg genoegen , en ingevolge van dien, wierd 'er tusfchen ons befloten, dat hy zyn Jonggeboren Dochter Petronella Jacoba, wanneer zy tot jaren van onderfcheid geraak zynde, vatbaar voor de bedaarde redenkaveling zoude wezen, kennisfe van myne Aftrologifche Onderfcheppingen ten haten opzichten geven, en vervolgens overleve» ren zoude, de fchriftelyke Horoscoop van hare toekomende Dochter, die ik hem beloofde eerdaags te zullen bezorgen. Ik ben myn woord daar in getrouwelyk nagekomen, en het Gefchrift, 't welk ik aan de Vader van het Kind dar toenmaal nog in de Wieg lag, in tegenwoordigheid van twee Geloofwaardige Getuigen overhandigt hebbe, behelsde fchier niet anders dan deeze weinige regelen, Q » ■Oen  ( 122 ) '„ Den AdrologistJohan Christophorus Ludeman „ verklaart uit de Nativiteidsftar van de Jonge en mg in de „Wieg leggende Petronella Jacoba ontdekt te heb„ ben, dat baar in den jaare 1775 als de eerfte Huwelykstelg ., geboren zal worden één Dochter, die in den jaare 1706 oud zynde 11 jaren, na alvorens door een Edelman tegen baar „ wil en dank gefchaakt te zyn, door één opgevolgt Huwelyk „ met den fchaker, tot de Gravinne Staat geraken zal; In- voegen dat zy, en haare Nakomelingen Aanmerkelyke Schat„ ten bezitten, een prachtige ftoet voeren, en tot in het laas „ te Nageflacht in aanzien, luifter en voor/poet leven zul„ len.'" Hoe raar en buitengemeen dit geval ook aan vooringenomen verftanden voorkomen mag, kan het in zeldzaamheid op verre na niet vergeleken worden, nog op wegen tegen de nagemelde ontmoeting die ik in de eerfte jaren van myn komst te Amfteldam met drie Gebroeders zynde Drielingen in het trekken van hunne byzondere Horoscoopen heb gehad, en die ik zonder vermeteltheid zeggen kan, enig in zyn zoort te zyn. Aan myn Huis op de Roozegragt daar ik voortyds myn woonplaats had, liet zig een Morgen dat het regenagtig weer my beletten om uittegaan, Iemand aanmelde, die aan zyn ordentelyk gewaad en welgemaniertheid het uithang bort van een gefchiktJongman vertoonde. Hy verzogt my met zoo veel agrerhoudentheid apart te mogen fpreken, dat ik my in den eerden opflag verbeelde dat 'er een groot geheim onder zyn bezoek verfcholen was: Ondertusfchen dat ik op zyn verzoek zyn Horoscoop trok, verhaalde hy my in vertrouwen, dat hy onlangs zyn oog had laten vallen op een Jonge Jufvrouw in zyn Buurt, dat zy zyne Liefdensverklaring niet onverfchillig had aangehoort, maar dat hy uit de geftadige verandering van haare Humeursvlagen, reede had om haar van wispelturigheid in het ftuk van Liefdehandel te verdenken. Ik vroeg hem daar op of hy de Doopnaam en de Geboortetyd van zyn Minnares wist, hy antwoorde ja, en my dat opgegeven heb» bende, trok ik ter zeiver tyd hunner beide Horoscoopen datfehielyk afliep om dat hun Nativiteit bewees dat zy alle beide onder dezelve Planeet geboren waren • —— „ Daar blykt niets uit >» my-  ( i23 ) „ myne Afirologifche onderzoekingen, dat het voorwerp van „ uwe Liefde wispelturig van Gedrag of van Humeur zoude zyn, „ maar het geen my verwondert, is ontdekt te hebben, dat zy „ by na even groote genegentheid toedraagt aan u Perzoon, en „ aan een Meedevryer die u zoo het my voorkomt, zeer na in „ den Bloede beftaat." Kom; kom, dat is onmogelykriep hy, Ik heb niemand van myn Familie die hier indeflad woonagtig isl Het bleef voor ditmaal hier by berusten , maar dien zelve namiddag kwam tot het trekken van de Horoscoop een Jong Heer opdagen die fchoon iets anders gekleec, hem echter zoo in de Phifonomi, als van Poftuur zoo volmaakt geleek, dat ik hem voor dezelfde Perzoon nam, en daarom al fcherzende vroeg, ofhyzyn Horoscoop ten tweedemaale getrokken wilde hebben, dog. toen hy verklaarde nimmer aan myn Huis geweest te zyn, bemerkte ik myn misgreep, en ging vervolgens dadelyk voor hem aan het werk. Ik bekeek hem met vry groter oplettentheid toen ik gedaan had dan te vooren, want ik meende inderdaad dat hy de fpot met my dreef; Hoe meer ik hem befchouwde, hoe meer gelykheid van wezenstrekken ik hem bevond te hebben met de Perzoon voor wien ik dien Morgen de Horoscoop getrokken had: In zodanig denkbeeld was het, dat ik hem half verfbord toegrauwde, waarom hy my noodzaakte voor de tweedemaal iets te openbaren , het geen ik hem van de Morgen uit myne Afirologifche bevindingen ontdekt had, en dat hoe zeer hy aan myne kundigheden ook mogte twyvelen, ik egter om de Proef op de fom te nemen, by aanhoudentheid daar by bleef, dat hy en zyn Meedevryer, die hem in den bloede beflond, even ilerk door één,en het zelfde voorwerp bemint wierde! Na dit gezegt te hebben, zag hy my met een zoort van verontwaardiging aan, vroeg wat hy in myn fchuld was, betaalde my, en vertrok fchielyk zonder enige ver. dere redenwisfeling tegen my te gebruyken. Hec gebeurde vervolgens dat ik enige dagen daar na op myn (loep één Pyp tabak zat te roken, wanneer,zoo het my voorkwam, dat zelfde Heerfchap,voor wien ik tweemaal de Horoscoop getrokken had, dog wederom in een verfchillend gewaad gekleet, voor by myn Huis ging*Ik nam de vryheid van hemtoenmaal te vragen, of hy deQ * waar  C 124 ) waarheid van myn zeggen niet ondervonden had ? — Ik heb de Eer niet van u te kennen Myn Heer, en ik zveet niet wat Gy zeggen wilt ï Gaf hy my koeltjes ten antwoord, ondertusfchen dac hy fiatig voortging," Ik liet de zot lopen zonder my over zyn wonderlyke grillen meer te bekommeren, maar een vierde ontmoeting die korte dagen daar'na voorviel, opende my de ogen, De komst van één Jong Dametje die 'er voor het uiterlyke wat droefgeedig uitzag, wierd my aangcdient op één tyd dat ik juist bezig was om de oorzaak van de algemeene vergadering der zeven Planeten natevorfchen , waarom ik met dat ontydig Bezoek niet zeer in myn fchik zynde, haar door Britta deed verzoeken de goedheid te hebben een andermaal wedertekomen, dog op haar nadrukkelyk verlangen om my ilegts een half quartier uurste mogen fpreken, liet ik my ten laaden haar aanhoudent verzoek welgevallen, en begaf my van myn Studeerkamer na het voorfalet daar zy haar bevond; Ik had niet nodig veel vooraffpraa!* met dit beminnelyk Meisje te maken, want na weder/.ydfche begroetingen, gaf zy my terftond met weinig bewoordingen te veritaan, dat zy myne Afirologifche Onderfcheppingen benodigc had in een duider geval waar vnn zy de ontknoping niet vinden kon: Na haar daar op ondervraagt te hebben , beleet zy my zedert enige Maanden ten huwelyk aangezogt te zyn door een Pretendant, op wiecs humeur en wispelturig gedrag zy geen Peil wist te trekken, zodanig, dat hy met de verwisfeiing van kleding ook telkens van denkwyze verandert fcheen te zyn, het geen zelfs volgens haar verhaal zoo verre ging , dac hy van daag ontkende de Mondgefprekken welke hy gisteren met haar gehouden had: „ Ja zyne grilligheden Myn Heer „ zyn, wat meer is, tot die hoogte geklommen, vervolgde het „ droefgeedig Nimphie, dat hy van deeze Morgen een Brief „ voor myn Vader bragt, zeggende die ergens op zyne Bui„ telandfche Reizen voor hem meedegeromen te hebben: Ik „ moest hartelyk Laggen over die fnakige uitvinding, verzogc >} hem na gewoonte in onze Zykamer, vragende heel ge» „ meenzaam, waarom hy my de vorige namiddag, volgens af„ fpraak, riet was komen afhalen om te zamen te wandelen? „ Hy bekeek my daar op mee een onbefchryvelyke verwon- » de.  ( 1*5 3 : dering; lk geloof Mejuffrouw, zeide hy, dat Gy met geert erm.t fpreekt, vsrmits bet voor de eerftemaal is, dat ik " het geluk heb van u te zien! Die taal kwam my zoo on' hegrypelyk voor, dat ik na myn Vader geroepen té nebben , " he n met betraande oogen verliet, en daar op befloot zonder " uitftèl myn toevlucht tot u te neemen, teneinde door behulp " van uwe geroemde bedreyentbeid in Planeetkundige Voor- " zeggingen, «itfluiting van zaken te verkrygen." Na 'óver dit bemerkenswaardig verhaal een poos mvne gedachten te hebben laaten gaan , begon ik my de beide Lafte Horoscooptrekkingen te herinneren, en te gelyk te bedenken, dat ik maar pas te voore met zulk een dito maak, die geveinst had my voor de derdemaal, dat ik hem fprak, niet te kennen, eene kluchtige ontmoeting op de ftoep te hebben gehad, te meer toen zy my wist te.zeggen, dat de Perzoon, welke dien Morgen de Brief aan haar Vader gebragt had, in het groen gekleed waare geweest; Om dan uit den Droom te geraken, bewoog ik haar door verfcheiden drangredenen zoo lang aan myn Huis te verblyven tot d.it ik door één Adoratie by myne Vrinden de Planeten, de kluwen des geheim ontward zoude hebben: Inmiddels dat dit alles voorviel, hielt Britta de Jonge Tufvrouw Garediani zoo lang gezelfchap, en fchonk haar een kop fterke Koffy; Drie volflagen uuren verliepen midlerwyl eer myn kunstwerk tot die graad van volmaaktheid geraakte zoo als het behoorde om de fleutel te vinden, waar door zy uit dien Doolhof van verwarring omfloten moest worden. De zaak na myn zin gelukt zynde, gaf ik Jufvrouw Garediani kennis van myne bewonderde onderfchepping, volgens welke wy beide merkelyk in de hoeveelheid der Perzonen vergist waren geweest, als zynde het Drielingen of anders drie Gebroeders van eender dracht, welke door haare ongemeene gelykenis van Phifonomie , geftalte, houding, en item onmogelyk van den anderen te onderfcheiden waren, dat zy alle drie toevallig, dog zonder van malkanderen iets te weten, hier aangeland z-ynde,de beide eerfte, welkers/z> roscoopen ik onlangs getrokken bad, op haar Perzoon verheft waren geworden, en beurtelings de rol van Minnaar by haar kwamen fpeleni De bevallige Geradiani begon op dit verflag vat* Q 3 ^  ( 120* ) zaken Éérst te blozen. Ik dagt dat het uit eene Eerbare fchaamrevoortkwam, maar toen zy vervolgens zware Hartkloppingen kreeg, en in onmacht viel, bevond ik aan de flaauwheid van de adetflag dat haare Levensgeeften ongevoelig verdwenen: Ik was zeer verlegen hoe ik het best aanleggen zou , terwyl my de woonplaats van haar Vader gansch onbekent was; Goede raad was in dit geval duur: Ik deed haar ogenblikkelyk aderlaten, en erige verfterker.de Geneesmiddelen gebruiken, dog zonder vrucht, Britta bragthaar op een Ledikant, en vond by geluk in haar beugeltas een Brief, waar op haar Vaders woonplaats gedreven ftond; Ik ging den Oude Heer Garediani aanftoncs in Perzoon verwittigen, hoe het met de omftandigheden zyner Dochter g«fchapen waare, en ik verzweeg voor hem niet, dat ik reede had te denken dat zy bevrucht was: Die teerhartige Man wiens Vaderlyk Hart daar door zoo van droefheid als van ontfteltenis overkropt wierd, kwam haar zelfs dien avond met een koers tot mynent afhalen , en beloonde my, onder aanbeveling van geheimhouding, edelmoedig. Men verftond naderhand dat Jufvrouw Garedi. am nog dien zelve Nacht overleden was, dat de Drielingen Gebroeders welke zedert hun Kinsheid niets van eikanderen gehoord hadden, door die weg aan den anderen bekent waare geraakt dat ónder dezelve de beide Pretendenten van de overledene Dame * door welkers ongelukkige vergryping haar Dood was ontftaan! haar het fterfgeval van hunner beide Minnaresfe zodanig ter harte getrokken hadden, dat zy uit droefgeeftigheid of om andere oorzaken krank geworden zynde, desgelyks korte weken daarna aan eene kwynende of liever uitterende kwaal geftorven waren' en het geen de meefteverwondering baarde, dat de overgebleven van dit drietal Gebroeders, die het laast te Amfteldam beland was met de Zuster van Jufvrouw Garediani, even na het overlyderl van haren Vader, een huwelyksverbintenis voltrokken had. _ Het geheugt my,aangename Voorzeggingen van het Schrikkeljaar 1796 belooft te hebben; Men moet zig daarom niet te vroeg verblyden: lk dien myn Geest zomtyds zekere uiefpanning te bezorgen die tegen de wetten van één Aflrologist niet ftryden Mogeiyk dat zulks het beweegrad is, waarom ik nog enige beipaarde Pylen uit myn koker zal fchudden, alvorens my te verle- di.  < **7 ) digen tot de befchryving van alle zodanige Prognofticatïen, welke het laafte Schrikkeljaar van deeze Eeuw zal betrefven, en waar van misfchien de meede Menfchen te veel zullen geloven, en verre de minde Waereldlingen te weinig zullen begrypen. In één tyd dat ik zoo door de • Warerbekyking, als door de voorzegkunde by het trekken van den Horoscoop, hier te Lande een Naam begon te maken die my in het vervolg ter voortzetting myner Praclycq niet onvoordeelig is geweest, wierd ik dikwyls door myne Vrinden ter by woning van de een of andere vrolyke Byéénkorrst aangezogt," Onder anderen geviel het eenmaal dac een myner goede kennisfen my begreep onder het getal der Genodigden, welke op de Nabruiloft van een zyner Zonen verzogt waren: Wy voeren mee een Jacht na Haarlem, daar men een nitgelezen Middagmaaltyt voor 22 Perzonen in den Hout befteld had. Na eene voorafgaande wandeling onder het zindrelend boomgelommer afgelegt, en het verrukkelyk gezang der gevederde Vogeltjes aangehoort te hebben, ging het ganfche Gezelfchap aan de tavel zitten, en men plaade my zoo ik geloof voorbedagt naast een ongehuuwde Burgerdochter dezer dad, die tusfchen de 28 en 30 jaren oud was, en die geen ander deel aan de ra velvreucht fcheen te nemen, dan onophoudelyk te zuchten. Hoe oneigenaartig my zulke Vrouwelyke uitlozingen in hec midden der vrolykheid van een Na-Bruiloft ook voorkwamen , floeg ik in den beginne daar weinig acht op, om dat ik by langdurige ondervinding wist, dat de meefte Jonge Vreyfters met benadeling van haar gezondheid meer uit gewoonte, dan uit gegronde oorzaken, van droefgeeftigheid zuchten; Dog terwyl zy by aanhoudentheid daarin voortging, zonder dat de toenemende tavelvreucht de minde invloed op haar had, begon ik te begrypen , dat myne zuchtende Gezellinne door een inwendig harstverdriet moest gefolterd zyn: De gelegentheid fcheen toetelopen om hier van uitfluiting te verkrygen, wanneer ons talryk Gezelfchap na het Middagmaal, met algemeene goedkeuring eene tweede wandeling in den Hout ondernam te doen. Ik befloot om my voorbedagtelyk wat van de andere Wandelaren aftezonderen, en vermits ik haar Geleyjonker was, maakte zy geen zwarigheid my in de Eenzaame Lanen te volgen; Van dit gunftig tydftip voor myn  ( ia8 ) myn oormerk maakte ik gebruik, om haar te vragen , wat tog de ooraak van haare hartskwelling mogt zyn? Zy ontveinsde eerst door enige verdrietelykheden bedreden te worden, maar ik drong zoo fterk aan, dat zy my tea laaften beleet, dat de overwinnaar van haar Hart gevangen zat: Deeze openhartige ontdekking voor zoo veel de kortheid des tyds toeliet, overpeinst hebbende, ftelde ik haar gerust, met te zeggen dat de zwarigheden mogelyk zoo groot niet zouden zyn als zy haar verbeelde , maar als zy plezier had om haar Horoscoop te doen trekken, dac zy dan eens op een avond heimelyk aan myn Huis geliefde te komen, en dat ik over die zaak haar al het Licht zou Jen tragten te geven, het welk de hulpmiddelen van myn kunst opleveren kon. Janisfa voldaan over een toezegging die alle de bekleedzelen van ongevleidheid had, wierd van dat ogenblik vrolyker van humeur , het geen in haar gelaat zoo klaarblykelyk doordraaide, dac onzen vriendelyke.Gastheer my deswegens een Complimentje van gelukwerfching maakte; Oudertusfchen verzuimde Janisfa niet om my den aanvolgende avond van onze wederkomst te AmfieU dam een gemeenzaam bezoek te komen geven: Gedurende hec zelve deed zy my een volledig verhaal dat haare Ouders zig geweldig tegen de voltrekking van het huwelyk roet haren gevangen Minnaar aankante, eensdeels om dat hy van een ander Religie was als zy, en ten anderen om dat men haar met een Weduwenaar wilde doen trouwen die tegen haar zin was, dog dac zy de jaren van Mondigheid thans bereikt hebbende, beüoten had om voortaan haar eigen inclinatie ten opzichte van eene Echttelyke verbintenis optevolgen. Ondnnks zulk eene uitgebreide onderrichting waar aan niets fcheen te ontbreken , dan den uïcflag van het geen Janisfa bedoelde, van de tyd geduldig aftewachten, trok ik nochtans volgens belofte hm Horoscoop, enagrervolgens myne bevindingen verklaarde ik aan de zuchtende Janisfa zonder verbloeming my uit de Conftellaüe van haar Planeec gebleken te zyn: „ Dat haar gevangen Minnaar zig zelfs bin„ nen vier Maanden den weg der Vryheid zoude banen, dat hy „ wel haar Bruidgom maar nimmer haar Echtgenoot zoude wor- den, dat zy vervolgens met een ander Man die haar beter „ zou  129 ) j» zcu gelyken, getrouwd te zyn, in dat Huwelyk verwek„ken zoude ée'n Zoon, welke in den jaare 1787. by ge„ legentheid van de als dan geldende Volksftem de Stoel der Re„ gering in ^ deeze Waereldberuchte handel dry vende Stad zoude „ bekleden." Dit is gebeurt voor zoo veel de drie eerstgemelde voorzeggingen betrefven; Want de Minnaar van Janisfa, na uit de Gevangenis door List ontkomen te zyn, wierd welhaast haar Bruidegom, dog onderwylen dat zy in ondertrouw waren, wierden de Huwelyksgeboden gefluit door een Burgermeisje aan wien hy door Trouwbelofte verbonden en die van hem bevrucht was, het geen de Bruidegom hem zoo fterk aantrok, dat hy uit een dolle wanhoop zig zelfs meteen Scheermes de Gorgel affneet: Hier op volgde vier jaar daar na het Huwelyk van Janisfa met een redelyk bemiddelt Koopman van de Stad, en twee jaren met dezelve getrouwd geweest zynde, beviel zy van een Zoon, die denkelyk overeenkomftig myne Adrologifche Waarneeming op de bepaalde tyd van het jaar 1787, ingeval 'er een Volksbeweging tot verandering van Regenten plaats mogt hebben, dan ook in deeze Stad den Stoel der Regering beklecen za'. I. * I, 2. * 2. 3. — * 3. Welke Mondftrelende en Uitgekipte fpyzen zullen rog voor het luifterlyk Gastmaal rakende het Schrikkeljaar 1796 opgedischt worden ? Zai misfchien de Zinnebeeldige vraag van één INieuwsgiering Koffyhuisloper zyn; Wel hoe! hoort men één Staat- * kundige Straatflyper al vraagpolzende uitroepen, zou zyn be- * koorlyk Begin,waar van onzen Haarburgfche Aflrologist aan- * vankelyk gewag gemaakt heeft, niet in de hernieuwing van * het Oude Bondgenoodfchap tusfchen de Batevieren en één ze- * ker Mogentheid van drie Eilanden beftaan? -~~ Net geraden Vriend! De Planeten willen de lusgefcboten Inorp onder deeze twee aloude Bondgenoten vaster toehalen, maar zy zeggen evenwel dat "er een bloedige Oorlog op volge zal ~ Ja maar * zegt ondertusfchen één baardelooze Staastman die ryk in vin- R * dings-  C 130 ) dmgskracht v:n nooitgebeurde Nieuwstydingen is, zyn fc. * toHbk MMen zal daarom niet veel te biduiden hebben * als de Veldvruchten dat Jaar meestoveral vernielt zyndef een fchaarfe Oogst belooft.-i- Als de Lucbt viel-, was het on- wederfprekelyk met alle levendige fchepzelen gedaan • Maar zoo langdePlaneetkundige Waarnemingen ons niets van Tver. wachtwordende vormeling der Veldvruchten, en bedrelZe fchaarfe Oogst vertellen kan bet Behaaglvk Midden van hei jaar 1796 dingen van verfcbillende Natuur - begrypen Zelkl voor kloeke ver/landen veelbelovende uüvindingelvoorfpl£„l Gelyk by voorbeeld dat de Bankroeten uit de Mode zullenle' raten, om aat Niemand meer voor fcbulden zal ZgïnlZïvi aangemaant- Verder, dat de getrouwde Vrouwen el onT troude Galante Dames, zoo veel, en zoo wZnig KiZfe'n zullen kunnen krygen als zy maar zelfs willen; enwydeTJa" welbefpraakte Mannen zonder kundigheid of ondervind n 'de voorzittende plaatzen in de Raadzalen zullen bekleden % et wonder ook! wamNebo Mortaliuiu Omni bus iTo de? word er van wegen een Plezierbeminnend Nachttópefot eene meefterachtige toon gevraagt; Die vraag verS J, * met: Ik zal ze onbefchroomt en "volgens de NaaMwvS ™J het Planeet Compas gaan beantwoorden. ^ lk noern éln ver rjkkelyk Eynde wanneer byzonder eenfcbrikhljaarv7or%oJZ pen mafte zouter drukkende rawpfieden afloopt> en Tal bywaarfcbynelyke vooruitzichten van involgende ^ ae band geven; Ongeacht bet zelve. befcbo%zv ik het ZrZ *elyk: Emde van het jaar i?96 onder Jee„ tweder v7pVü. lendGezicotpunt, als in de eerfte plaats, die -eheele sJtt Zandhappen, en Volkeren raken, of in de T^eTp^i zig alleen bepaalt tot zommige uitzonderende PerzonlTin de laatfte betrekking zal bet één veirukkelyk Einde ^1', • perk voor Noodlydende Menfcben van dln a^B^Zi ücurs van Twaalfmaal Hondert duizent Guldens KaiiZZ hier te lande zal worden opgerecht; En n^lkb^rTt eerst befcbreven onderfcbeidml als de waruZafdf^lyt  I ( t3I ) (Iralen der Vreede Son algemeenlyk over gansch Europa zal komen opdagen, en de altereer(le grondfchets tot eene univerfeele verdraagzaamheid van allerhande verfchillende Geloofsgenoot en , en Kerkvereeniging onder de Volkeren van de Christenheid, onwrikbaar plaats zal vinden. N°. VII. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, ONTDEKKENDE hartige, Zonderlinge, en Vrolyke Horoscoop Avanturen, voor de drie"Doopjaren 1797, i79§, en 1799. iemand gelukkig voor zyn Dood! was wel eer de zetregel van één Oudvader| onder de Heydenen, die meer behagen in het Sterven, dan in het Leven fchepte; Dog zoo wel de Philofbphen, als de Aflrologisten van deezen tyd die meer het Leven beminnen, betonen wel degelyk dat zy van een geheel andere fmaak zyn, 'en durven daarom zulk eene kwalykgeplaatfte Wonderfpreuk met bekleede betvysgronden ftout tegenfpreken. Als men alle de Hoofdgebreken van het Menschdom op een Lyst aangeteekent zag, zou men 'er voorzeker geene vinden die door haare gevaarlyke uitwerkzelen meer in het oog liep, nog dodelyker voor de beroering der Harstochten en tot het volvoeren van misdadige befluiten is, dan dat zoort van Jalouzy, 't welk men in eene eigentlyke zin Minnenyd noemt; Hoe veele ontelbaare Moorden en Doodflagen zyn uit die helschvlammende R 2 kolk  ( w ) kolk niet al opgewelt: De Gefchietbooeken leveren oneindige voorbeelden van Martelaren, welkers Harten door Minnenydsvlagen gefchokt, hun eige Beelden in het fluk van zelfsdoding geworden zyn; Op deeze Vry willige Slachtofferen der woedende ■ Minnenyd kan men altoos de aangehaalde wonderfpreuk Niemand Gelukkig voor zyn Dood! niet gevoegiyk toepasfen, terwyl deeze beklagenswaardige Speelballen van het verflindent vuur ener dwaaze Jalouzy, onophoudelyk door de tormenten van alle de tomeloze driften te gelyk aangevogt wordende, genoegzaam alle uuren al levende derven, en dervende een rampzalig Lot na hunnen Dood te wagten hebben. Ik heb meermalen myne Vrinden de Planeten geraadpleegt of 'er geen Geneesmiddel voor zulk dag van Maatfchappy bedervent Gebrek, waar door de reede uitgedooft, en het verdand bedwelmt wierden, kon uitgevonden worden, en onlangs heb ik nagefpeurt, dat de gebruikmaking van dit groot Geheim voor het jaar i797wiert bewaart; Alvorens daar van opening te geven, zalmen mywelwülen vergunnen van zommige Wetenswaardige Adrologifche proeven die my aangaande de Minnenyd in myn Beroep van tyd tot tyd voorgekomen zyn, by wyze van Geestverkwikkende Gefchiedverhalen te gewagen: Ondertusfchen dat het waarlyk ie bejammeren is, dat 'er niet eerder om een onfeilbaar proefhoudent Geneesmiddel voor zodanig een Menschverterende kwaal gedagt is. Men moet egter niet begrypen dat ik de oorzaken van allerley gevallen van Minnenyd zonder uitzondering, voor onwetdg, en Veel minder voor Misdadig uitkryten wil; Ik ben volmaakt overtuigt, dat veele derzelve onvrywillig zyn, en haare geboorte uit zuivere bronnen van Liefde ontlenen; Maar dit beiet daarom niet dat de bedorming der Jalouzy voor zoo veel zy Minnenyd genoemt kan v/orden, eene gevaarlyke Harstocht is, die men in zyne allereerde beginzelen door de gezonde reede behoort te beftryden, om dat wanneer zy al te diepe indrukzelen in het Hart. gemaakt heeft,, niet gemakkelyk te ontwortelen valt, en doorgaans hoe onmisdadig de bewegende oorzaak ook mag fcheinen,. altyd in haare gevolgen meer of min met kwaade oogmerken vergezelfchapc gaat, en dus wel degelyk aftekeuren is. Laat  ( 133 ) Laat ik hier thans ter onderfchraging van die myn gevoe" len, eens een voorrrefvelyk AfbeelJzeï van de fehadelyke uitwerking der Miiwe-yd in alle zyne natuurlyke trekken gaan kleuren, en als eene niet onbevallige fchildery van voorzegkunde opfchotelen: ■ • Een ordentelyke Jongman te Frankfort die aldaar de hoedanigheid van Eerfte Pakhuisknegt by een voornaam Koopman bekleede, had by ongeluk zyn oog laten vallen op de Dochter van zyn Patroon, wiens enigfte Kind het was; Mariana Jong, fchoon, en beminnelyk, wa? gedurig van eene talryke fchaar van Pretendenten omring, welke op haare bezitting vlamde, waartoe haar VerlTand, Deucht, en de rykdommen die haar Vader door den Koophandel behaalt had, niet weinig fcheen toetebrengen: Alle deeze onoverkomelyke zwarigheden deede de verliefde Fiom klaar bemerken de onmogelykheid om Mariana toe zyn Vrouw te kunnen krygen, hce zeer hy by haren Vader wegens zyn vlyc en getrouwe oppasfing in etne goeden reuk van vrindfehap en vertrouwelykheid Hond. Onaangezien zulk een vleyend vooruitzicht van dien kant, befk.oc hy de ftilzwygentheid te onderhouden, en by zig zelve optekroppen eene zielsaandoenelyke harstocht, waar van hy het gevoel vrugteloos poogde te fmoren: In het midden van zulke grievende hanskwellingen, wierd zyn Patroon door zoo veele drukkende tegenfpoeden in zyn Koophandel te gelyk befprongen dat zyne zaken daar door in verwarring geraakte, zodanig dat hy in gevaar was van te moeten (pringen: Alle de Pretendenten van Mariana vloden op de ruchtbaarheid daar van weg, behalven één, die haar getrouw bleef, terwyl Floris hoewel getrofven door de ongelukken van haren Vader, hier door enige flaauwe Moed begon te fcheppen, dog fteeds bevreest om zig aan het voorwerp zyner Liefde te verklaren, vertrooften ny zig met hec ftrelend denkbeelt dat de tyd een gunitiger Keer aan zyn noodlot zouden kunnen geven. Ondertusfchen was de breuk die de Vader van Mariana in zyn Negotie onderging, de dwingende oorzaak, waarom hy niet langet by hem blyven kon, Floris vond ter bewerking van zyn Fortuin geradelyk zig na Holland te begeven, en hy vertrok vervolgens na Anijlddam, R 3 na  ( 134 } ^Sef^ geen bdde kamen 20nder «""flor£&w maakte na verloop van drie jaren tyds door zvn naar. %heid en ongemeene bekwaamheden zulk eene onbeden-elvle seSurende diTZ Co^ren wierd; Intusfchen behieit hy geaurende die tyd voor Mariana die Neieineen in hPr uJ, rrnmJi gu nderhouden had, dat zyn Dochter tot nog toe on^eHouwd gebleven was. Onderwvlen dat Flcis zig te men wS°nen' T*?™ d,°°r één «P^cht vriend dl zynVS : eeZ »Zl a e" bygeV0,S al z3'ne vertrouwelykheid bezat ^rt& k?^%?e.m^c^nS z^ tcekomende een ooenlrnVZrfl^ J ' , my van al hec overhaalde middpfpn oio ,'^rungen zag, en die, zoo door zyne gereede Brief  C 135 ) Brief van zyn gewezen Patroon te Frankfort, houdende de kennisgeving dat zyn Dochter Mariana werkelyk de Bruid met haar voorzeide Pretendent geworden was, en dat hy verzogt wierd, om de vrolykheden van het Bruilofsfeest te willen by wonen, als hy zyne zaken daar na ichikken kon: Meer behoefde niet, om Floris in wiens Hart het vergift der Minnenyd geflopen was, zyne Reis derwaards te doen verhaailen, onder het nemen van het gruwelykde beduid dat men bedenken ktin» By zyn aankomst te Frankfort, wierd hy 'er door zyn goedhartige Patroon, zyn Dochter, en haare Bruidegom nevens de verdere aanwezende Bruilofsgenooten met ongemeene tekenen van Vriendfchap en Gastvryheid verwellekomt: Men verwonderde zig egter niet zonder reede dat Floris ongeacht zyn fortuinlyke daat, zoo zwaarmoedig van Humeur geworden was: Hy daar en tegen vond Mariana blygeediger en bemin nelyker dan ooit, en ieder kus die hy zag dat haar Bruidegom haar gaf, waren als zoo veele doodpriemen in zyn Hart, en ontvonkte hoe langer hoe meerder zyne blakende Hartstocht van Minnenyd tot zwartgallige befluiten van wraakzucht. Midlerwyl naderde den Dag waarop het Huwelyk van Mariana voltrokken moest worden, een vreeszelyke dag voorwaar, die hy tot de volvoering van zyn afgryzelyk ontwerp uitgekipt had. Met zulke Moordadige oegmerken bezielt, veinsde hy in den Ochtendond van de Bruilofsdag, dat' de Bruidegom nog afwezig, en Mariane bezig was zig in haar daapkaruer aantekleden, dat hy haar uit de Grap eens alleen moest fpreken, vermits hy uit achting voor zyn gewezen Patroon haar een Prefent fyne Diamanten uit Flolland had meedegebragt, die ter verciering van haar Pronkgewaad te pas kon komen; Men liet hem begaan, om dat men hem zedert lange jaren als één vertrouwd Vriend van het Huisgezin aanmerkte : De Vader van de Bruid dat één kortswylig Man was, vond dien voordag zelfs zoo verplichtende, dat hy hem raade zyn Dochter daar meede aangenaam te gaan verrasfehen. Gae Floris zeide hy tot hem, zy is thans alleen met een Dienstmaagt in baar Kamer, zy zal benieuwd opkyken, over bet  C 136 ) hei Gefchenk dat Gy haar doen zult! Floris begaf hem' daar op na Biartana, intusfehen dac haar Vader om hem meer Vryhïid ce geven de Dienscmaagc alvorens uic de Kamer riep; Zoo drae hy binnen trad, floot hy zorgvuldig de Kamerdeur, en begon zoo men meent, eersc van eenige vrypostige Liefkozingen gebruik ce maaken, waar in hy aan de zyde van de Bruid veel tegenfland ontmoete. Die ontvlamde zyne Gramfchap dermaten, dat hy zonder verder bedenken Mariana met een Dolk doorflak, vervolgens éér. fcherp aangezet Mes nam waar meede hy haar het Lighaam als in een ogenblik open' ineet; Het Hart mt het Lyf rukte, en verfcheidemaale van verwoetheid het met zyne tanden poogde te verfcheuren wa r na hy zig zelfs met dat Mes nog rokende van het bloed van de vermoorde Bruid, de Gorgel van de Keel afiheet; Men kan hgt begrypen, maar niet gemakkelyk door de Pen afmalen, de geweldige opfchuddingen en yzelyke treurgalmen, welke dit moordadig bedryf in het Huisgezin van de ontzielde Bruid veroorzaakte: Ook ging die tyd de fpraak, dac de radelooze Vader en de wanhopige Bruidegom van Mariana, beide ter zaake van het gevoel deezer voorbeeldeloze fchrikdaad, (>aar in de uitwerkzelen der vervloekte Minnenyd uitblonk) zinneloos geworden waren. Heeft de paalloze ondeucht der Menschverguizende Minnet nyd plaats by het Mannelyk Geflacht, hoe veef te meer zal zv plaats vinden by de Vrouwelyke Sexe, by wien men de hevigheid der Driften vry wat iterker werken ziet; Ik zoude eeduren. de de tyd van 36 jaren dat ik my op hec beroep van Aflrelosrist met de borst toegelegt heb gehad, meer dan zeventig voorhiel, den van dien aart kunnen boekltaven, welke my door Horoscoon- t ekkmgen gebleken zyn: Wel aan, laat ik 'er flegts van aanflippen dit enkele geval, het geen dubbelde opmerking ver- Angelika één welopgevoed Meisje van het aanzienlyk Bunrer fchap van de vermakelyk Hofplaats 's Gravenhage, wierd zedett het tydflip van haar Vreyfterfchap, dat is te zeggen dat zy va baar voor de aanzoekingen van haare Hartsbeftormers begon te worden, aldaar vooreen weergalooszagtzinnigHumeur geroemt, maar  C 137 ) maarte gelyk verfleten voor zodanig een Koelzinnig voorwerp, aan wien de Liefdensverklarirgen van allerlei flag van Pretendenten, genoegzaam gansch onverfchillig waren; Het gelukte nochtans een Jong dog bedreven Rechtsgeleerde na oneindige Vrugteloze Pogingen te hebben aangewend, om ten laarften het Mart van Angdika docr zyne welbefpraaktheid, gedienftigheden, en innemende manieren te winnen: Zv kwam op een Lentetyd eet s te Amfleldani in gezelfchap van "haar retendent en nog ten jVnge Jufvrouw die zy haar Nicht noemde, en Jetje genaamt wierd, en het was ingevolge hun eenparig verzoek, dat ik de Horoscopen van deeze drie Perzonen trekken moest, waar toe zy voorbedagtelyk by my gekomen waren; De Planeeteklanken luiden ten baren opzigten aldus. .„ Als Angdika wat minder Jaloers, Emelius wat minder on„ ihndyastig, en Jetje wat minder verlieft was, zouden zy a4!e „ drie één gelukkig Levenslot te wagten hebben; Maar door de „ zamenkoppeling van elkanders Hoofdgebreken zal dit drietal „ Perzonen de Bewerkers van hunne eige ongelukken zyn: Zoo „ dat Angdika door verregaande Minnenyd vervoert, haare Le„ vensdagen in eene kwynende ftaat zal flyten, de trouwloosheid „ van Emelius ten haren opzichten loon na werken zal krygen, „ en het verliefde Jetje het Slachtoffer van de Min zal worden." Een zoo ongevieide Allrologifche Waarfchouwing welkezy haar alle drie om gelukkig te blyven, ten nutte hadden behoren te maken fcheen hun toenmaal nog weinig te ontzetten; Zy bekeken malkanderen met een geLat van verwondering; Grimlachte eens en zonder het minfte misnoegen daar over te doen blyken^ wenschte zy my op eene fpotagtige toon, verzelt van allerhande misfelyke gebaarden een lang en vrolyic leven, onder beloning van één Goude Ducaat die net Negen Stuivers te ligt woo°-. —■ Ik geloof dat het pas twee Maanden aanliep, dat Angdika my andermaal, dog gansch alleen een Bezoek kwam doen, zeggen, de dat het haar fpeet dat zy myne waarfchouwing zoo baldadig in de wind had geflagen, want dat haare ontrouwe Minnaar Emelius, op haare losbandige Nicht Jetje verlieft geraakt zynde, en zy op hem, hy zedert ten baren opzichten merkelyk verkoelt was; Dit verhaal ging gepaarc met zulk een fiere houding, waar S uit  C 138 ) itit men de Minnenyd klaar kon zien doorftralen: —— ., Weest „ niet ongerust Mejufvrouzu zeide'ik, Emelius en u Nicht zul„ len nooit een Echtelyk Paar worden; Hy zal na haar onceerd te hebben, haar zoo trouwloos verlaten als hy u gedaan heeft, „ en zy zal altyd één Ligtekooy blyven." Dit fcheen de Eer. zucht van Angelika wakker te ftrelen, maar haar Minnenyd verdween daarom niet; Tot een blyk dat zy over my meer voldaan was dan de laaftemaal, befchonk zy my uit eige beweging met een gerande Ducaat die zyn volle Gewicht had: Een jaar of twee daar na hoorde ik by geval van een Hagenaar verhalen, dat EmiHus na Jetje bezwangert te hebben, haar had verlaten, en met een andere Dame getrouwd was, als meede dat Angelika door Minnenyd. an eene ongeneeslyke teringziekte kwynde Invoegen de Horoscopen in zyne gevolgen na de Letter bewaarheid geworden waren. De Planeten waren by geluk in eene vrolyke luim, toen ik myne Starrekundige Obfervatien over de drie allerharde Loopjaren van de tegenwoordige Eeuw ondernam; Myne verhandelingen dien aangaande zullen opgevuld zyn met een zamenmen.*zel van kluchtige dingen welke my niet ongefchikt voorkomen tot een aangenaam tydverdryf voor vermaak zoekende verftanden: Wy beginnen met het jaar 1797, wanneer de Ojevaren niet weder na hun onbekend Land in het Najaar zullen te rug gaan, gelyk voormaals by die ondoorgrondelyke Vogelen kraam alle jaren regelmatig in gebruik plag te zyn. Men zal verderün den loop van dat zelve jaar de lang voorgeflagen aanftelling van Huwelyks Makelaars eerst wettiglvk door het gezag van 's Lands Overheid tot %nd gebragt zien; Welkeen gemakkelyke zaak om trouwzieke Meisjes fchielyk en zonder lang gevryd te worden aan een Man te helpen ! Trouwens dat (lag van Makelaary heeft zedert het begin van deeze Eeuw hier te Lande al onder de hand in zwang gegaan, zoo dat een bemiddelde Jonge Dochter op die manier altoos heeft kunnen gekoppelt worden: Maar het geen de meefte niet zal fmaken is, dac 't jaar 1797 a,s eene iiaale wet zal worden ingevoert, dat alle Vaderlanderen zonder onderfcheid van ftaat of geboorte, den Ouderdom van 18 jaren ten vollen bereikt hebbende, verplicht zullen wezen hec Va~  C i?9 ) Vaderland twee jaren met de Wapenen te dienen, en by weigering van dien van alle voorrechten aan het Inboorlinglchap ver. knogt, voor altyd verdoken te blyven; Hoedanige twee jarige Krygsdienst begrepen moet worden alleen tot 's Lands beveiliging te zullen (trekken, en dus genendele om hier docr deeze of geene byzondere Volksfaétien aantekleven: Van welke Vaderlandfche Wapendienst nochtans bevreyd zullen blyven alle gehuuwde Perzonen, gelyk ook ongetrouwde Mannen, boven de 50jaren oud, en zullen ook telkens maar te gelyk tot den tweejarige dienst gebruik worden een derde gedeelte der Jongelingen welke zig in het Vaderland bevinden, en die het by Loting te beurt gevallen zal zyn. * Behalven het voorgaande, behoort al meede onder de kluchtige Mieuwigheeden van het jaar 1797. geteld te worden, de Lofwaardige uitvinding rakende het beproeft Geneesmiddel voor de Jalouzy of Minnenyd, waar van ik hier vooren melding gemaakc hebbe, en waar van ik thans opening geven zal; Men dient dit redenkundig Geneesmiddel onderfcheidentlyk te behandelen, en zorgvuldig toetezien, by hoedanige Perzonen die inkankerende Hartskwaal zyn Zetel houd, namelyk of de befmetting eigentlyk plaats heeft by getrouwde Mannen en Vrouwen, dan onder verliefde Jongelingen en Jonge Dochteren: In het geval dat één der Echtgenoten daar van befmet word, behoord 'er al verder gelet te worden op de bewerkende oorzaak, die gegrond of veeltyds ongegrond kan zyn, aangezien zommige deuchtzame Vrouwen om haare grilligheden den teugel te vieren, niet zelden vermaak fcheppen om haare Mannen met opzet Jaloers of Minnenydig te maken, terwyl andere door haar galant gedrag daar toe menigmaalen te veel wettige oorzaken geven. De noodzakelykheid of onnoodzaakelykheid van dien, vertoont zig dikwyls aan de zyde der gehuuwde Vrouwen, met betrekking tot de gedragingen hunner Mannen in geen minder aantrekkingskracht, vermits de debauchante Levenswyze van een getrouwd Man de wortel tot noodzakelyke Jalouzy of Minnenyd in het hart van een braave Vrouw kan doen fchieten; ondertusfchen dat ongeplaafte en beuzelagtige verdenkingen van haar kant, onnoodzakelyke Huvskrakeelen verwekken, die het Hoofd van eengefchikt Man J Sa °P  C 140 ) op den hoUnoMo helpen; Ik be„ aerhate„ m ie„h , of Vronwd,e om eene niem^rdige «raak me" S,,£ Negen d5gfnla ,„ ee" ^"donke"" faLf Cn SrS pbarrzerende ri^envast ^«"7" f ^ Sim' meer andere grievende oorzaken omflaar, een hatelTïvvrnchf redrgnade Kwaal dient meenet te ?vn Ai^,- t>„„ u l vcf tak m h. eemcomterteme ÏÏ»0?!S£ g ïï£ of Jonge Doemer, ta SS'fijT  zy geflopen is, zig één avond dat de volle Maan zyn fchynzel geeft, op de vöet doet aderjaten, en het bloed, ter zwaarte van een paar Orxen, vermengt met de Spiritus Anti Simphatica het welk van de Sapagtjge harzenen der Oiiphanten geltookt word, en daar meede (tra dat men gele:-entheid heeft) beftrykt of Hevogtigt de neusdoek, klederen, of iets dat toebehoord nan de Perzoon die' de bewerkende oorz.ak van de Minnenyd is, als wanneer'men oogfchynelyk bevinden zal , dat deeze dodelyke kwaal hoe ingeworteld ook teriiondverkoelen,verdwynerj,ofora het nog kragtiger uittedrukken, in haare gevaarlyke gevolgen ten: enemaale ophouden zal. Aanbeiangende de beide laatde jaren 179.8, en 1799, welke1 het Eeuwperk dat wy beleven, ilaan te befluiten, al hoewei 'er juist geen groote wonderen van te vooizecgen vallen, zoo zrilen egter dit tweetal jaaren nog al enige z onderlinge en koddige Avanturen uitleveren; Op de voorfbraak van -één Jonge overbekoorc-iyke Dame die als dan veel invloed op hec hart van een Jong Vorst zal hebben, en die denkelyk alle haare vermogens ter bereiking van haare verdere oogmerken by haare Vorfreiyke Aanbidder in later tyd oordeelkundig zal weten te doen gelden, zullen in den jaare 1798, alle Crimineelé zoo Militaire ais Bargerlyke Gevangen, zonder onderlcheid van de tyd der Gevangefchap waar toe zy gevonnist waren, hunne vryheid bekomen, en alle deGevangehuyzen in deeze Landen,ingevolge van dat uitgewerkt algemeen Pardon, op de Verjaardag van dien Vorst onthVen wor- 1 den: üe Staatsmannen in zommige Landen van Europa, zullen te midden van het zoo evengemelde jaar eene Duiven Poflery oprechten, om door middel van m;;kkc en daar toe geleerde Duiven, Brieven van aangelegentheid tot zelfs buiten 'sLands aftevaardigen, met een zodanige weergaloze uitflag-.voor de Kabinet geheimen, die de waereld verbazen zullen,fchoon deezegeestryke uitvinding die alle ongevieide Loffpraak verdient, van geene lange duur zal zyn. Myne Vrienden de Planeeten zullen het volgende jaar 1799 de groote Eeuw Procesile verrichten, welke zy alle hondert jaren gewoon zyn te doen, en zoo myn geheugen my de parten niet fpeelt, meen ik 22 Maanden geleden in myn Observatorium waargenomen te hebben,..,. Och laat ik S 3 HET.  C 142 ) HET MAAR ZWYGEn! Wd IVaa/Ofll Zr,a ik het ver zzvygen? dat Batavia de Hoofdplaats van Neerland, W '■■ in die allerlaag Eeuwjaar door een beto^^^™'?} r.en, en wdde Bosch Negers a&eir nPn 2r s n, °P1U' en dus rade gehSSsSd t£^$J!E^ ? Zy°' nfgefchud, MSSSS^SteïSl! Sraatzal leggen; Maar dat de Eerzuchf™M ^^eiyke cpfchuddingen geven zd/ftren^vk n' f We,dadige n» vin  NA-BELICHT, VAN DEN UITGEVER. Tot dus verre gaan de Afirologifche Voorzeggingen van den groten Ludeman, voor zoo veel de tegenwoordige Eeuw betreft, en waar van dit gedeelte het Eerste Stuk uitmaakt; Het Tweede Stuk van zyn Triumph-Zaal dat met de Negentiende Eeuw zyn aanvang neemt, en in derzelver tydperkverhandelingen vry uitgebreider zal wezen dan het Eerfte Stuk, is bereids ter Drukpersfegelegt, en zal binnen zes weken of vroeger desgelyks het Licht zien. . Men zal het misfchien heel ongefchikt vinden dat dit Werk niet volledig, en juist in twee aparte Stukken zoo kort op eikanderen volgende, uitkomt; Maar men gelieft te begrypen , dat hoe zeer wy in hoe-  N-A-BE RICHT. hoedanigheid van Uitgever onverplicht zyn daar van aan Iemand rekenfchap te geven, wy ons nochtans in de noodzakelykheid bevinden om te moeten verklaaren, dat ten opzichten van de uitgave van di: geestryk en albevattend zamenftel vans Mans Voorzegkunde-, wy ons beftiptelyk hebben moeten binden, aan het geen hy by handfchrifc, gevonden onder zyne begraven Papieren, uitdrukkelyk bevolen had, en vólgens welke flegcs de Voorzeggingen die deeze Eeuw betrofven, voorden Eerften Augustus des jaars 1787. waereldkundig moeite gemaakt worden. Om dat (zegt by) uit de aanéénfchakeling der Gedenkwaardige Gebeurtenisfen die als dan na zyn begrip hier te Lande plaats zouden hebben, hy voorraad best te bef uiten zouden vallen, op hoedanige gronden van waarfchynelykheid, of ünwaarfchynelykheid hy het zevental zyner uitgekipte Voorzeggingen voor het opvolgende Wonderjaar 1788 gebouwd had.  TTvITJMPH = ZAAL, VAN ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN; O F D E NIEUWE SPIEGEL DER WAERELD, VAN DEN ROE.MVERDIENENDE PHILOSOPHISCHE,GENEES,en PLANEETKUN D IG E DOCTOR JOH. CHRISTOPIi. LUDEMAN. Een echte en merkwaardige Gederk-Zuil van 'sn an? kundigheden in de Aftrologie, en het trekken van den Horoscoop; ontwikkelende alle de geheime en verbazende Gebeurtenisfen, byzonder de zulke, welke tot de Lotgevallen van het beroert Vaderland betrekking hebben, die by den aanvang van het Wonderjaar 1788, tot het midden van den Jaare 1835, Aaan voorcevallen, en die elders niet te vinden zyn. Op last van den Allrologist Ludeman tot nog toe verzegelt, en begraven gebleven , om eerst 30 Jaren na zynen dood y/aereldkundig gemaakt te worden. MDCCLXXXVir. TWEEDE U K. Te Arnhem, by Mc:teman; Alkmaar, HartetKick; AmReiótm ,J.B Eiwe 5 's Bosch* Palier; Dord , van Braam; Leiden, de Does; Rotterdam, D Vis en Krap i Schiedam , Poolman; 's Hage, H> H. van Drecht; Haarlem^ Kampman ; Hoorn, Vermande; Middelburg, Keel; Utrecht, Emeres; Leeuwarden, Tresfeling; Fra« niker, Komar; Deventer, Brouwer; Zwoil, Clen.eni; Groningen, Huifingk ea Greenenbergen; en verder alöm.   ( 143 ) N°. VIII. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, o f PLANEET-BAZUIN UITGEBLAZEN OP Met Eerfte Schrikkeljaar van de Nieuwe Eeuw, invallende Anno 1800. =11= * =11= GROETPLICHT van LUDEMAN. elkom Negentiende Eeuw! Gy moet, Gy zult alles beflisfchen , alles voleyndigen , want het getal van 1800 waar meede Gy begint, heeft oneindig veel te beduyden; Een getal hetwelk met zes en zestig opvolgende jaren aangevuld, de ontwikkeling van de groote Wonderdagen daar ftellen zal; Men zou zig in de Aroom van uwe Gebeurtenisfen verliezen indien men alles vertellen moest; —. Ik zwyg daarom lie- X 2 ver,.  C 144 ) ver , maar gedoog Bewonderde Eeuw, dat ik uit naam van ^rvrinden deta»iÖSSS Alle de vorige Eeuwen hebben Gedenkwaardige Bvzonderheden op het Schouwburg van de waereld uitgelevert I> fchoot voortgekweekr, kunnen beoordelen, ved minde de Na ga ms ank daar van tot eene latere N.'komelSgfc£o ^ brengen. Geluk dan doorluchte Eeuw, JU Je nonir gebeurde Zegenpraal dat Gy de Gelukken, en Ongeiu in der Stervelingen zult doen eindigen. "DgeHUfcen der Na deeze plechtige Begroeting aan de Negentiend* Eenw afgelegt te hebben, vermeen ik verplicht te ?vn Z til\ dig de Eeuwelingen welke den 3?'dag %lnZfi S desjaars ,800 beleven zullen, hartgrondig ge^uk ?e tenfehe^ En_ voorwaar geen wonder! Als lynde^fTL waTr fa her Majefteus Pianeetefchaar omringt van de twaalf HemXkeneï ZltaStak °P Thronen van zevefhooSgekou L^^^^^^ VerleRen aan ^ het geen maar eenmaal alle Hondert jaren gebeurtEen dag waann Niemand buiten zyn fchuld ongelufkfc zal zyn een dag wanneer de beminnelyke Deiich^Sli? dendeOmattke 0ndeUChden ZOrSVuldi§ ve™^ i wo ' foU» a v tC gMn' één da§ W'welke de Muren™ ftand.g, de Vrouwen alcemaal eerbaar, de Vryers fa hunne handehngen oprecht, en de Vreyfïers in haar gedrag oZ verwo^i eSa "vT3; ^ ^"l uictedrukke». & enen vendrvven daS' waar *■ de Menschlieventheid bo- Sf^pS^Ü8 °nderdrukki"S zwaar die ook mag Mynjngefpannentheid van Geest over de gewichtige Voor- ;eg-  ( 145 ) zeggingen belangende bet jaar 1800 voor een poos willende doen uitwazemen, is my ik weet niet door welke gril, in de gedachten gevallen een misfelyk vreemt ontwerp, dat waarfchynelyk voor zoo veel de onzekerheid van zyne gelukking betreft, by verre de meeiie heetgebakerde Beoordelaars voor een Meefterftuk van zotheid zal worden uitgekreten : Op een Vasten Avond dat ik een zoet Gezelfchap aan myn Huys verzogt had, om eens op myn manier den volle teugel aan de onbezorgde vrolykheid te vieren, viel plotzelyk de fchoorfteen in van het vertrek, daar wy ons aan de Haard zaten te warmen, zonder dat zulks door enige natuurlyke oorzaken van bouwvalligheid, Stormen of Wind Orkanen fcheen toegekomen te zyn; Ik bemerkte ras dat myne Vrinden de Planeeten my dat kooltje gebakken hadden om my te doen verfchrikken: In dat denkbeelt fprong ik fchigtig van myn ftoel op, vloog na myn Studeerkamer, en van daar na myn Ö'ujervatorium. Ik had 'er pas tien Minuten geweest, of ik onderfchepte iets dat ik nooit geweten had, en het geen ongemeen wel met myne weetgierige onderzoekingen itrookte; My daar op weder by het Gezelfchap gevoegt hebbende , liet ik niets van myne ontdekking blyken, en ik befloot den aanvolgende dag eene 'Wiskumlige Proef te neemen van de zaak waar over ik zedert verfcheide jaren myne harzenen zonder vrucht had gekwek: En dit groot ontwerp, hetwelk my in den eerften opüag toegefchenen had als buiten het bereik der Menfchelyke vermogens te willen fpringen, en waar van ik de mogelykheid in de uitroering door het invallen van myn fchoorfteen begon te begrypen, belfond in de niet algemeen gefmaakre uitvinding om door Afirologifche werktuigen Circumvillatie Hoorpypen by wyze van Corresponderende Windpompjes in één ichoorfteen te pradizeren , door middel van welke men alles duidelyk horen kon, wat 'er niet alleen in de andere vertrekken van het Huys dat men bewoont, maar ook in de Appartementen der naastgelegen Buurhuyzen gefproken word, of omgaat; De Proefneming waar van de Planeten my verbieden opening te geven, tot zyne volmaaktheid gebragt hebbende, zal ik 'er drie aardige Horoscopen daar toe betrekkelyk, van gaan befchryven, waar van het verhaal denkelyk vermaken zal. Een ryke Houtkoper te Zaardam wiens Huysvrouw zedert T g haa-  C 146- ) haare vroege jeuchc de naam had van wat galant van aart te zyn „ en die getrou wd *ynde, na de m >ode van de groote waereld wel eens éen Minnaar ter flulks by het vallen van den avond, of zomtyds in het midden van de nacht na de gelegentheid het toe•iet, buiten weten van haar Man gedoogde, vereerde my op een zomerdag met een ftatig bezoek, die alle de kenmerken van een Dszadigt overleg, en een geheim oogmerk deed uitftraien; lk ontdekte aan zyne maatkundige uitdrukkingen heel fchielyk, dat me Man met ontbloot van verftand, r»g onvoorzien van edelaartige denkenswyze was: In die rechtmatige verbeelding bevond Ut my op zyne komst aanftonds door eene Simphatifche kracht ten voordeele van zyn zaak vooringenomen, zodanig dat ik hem gemeenzaam verzogt, om onder her trekken van z?n Horoscoop, en die van zyn Vrouw, te zamen onder het drinken van een Bot-' tel Wyn een Vrindelyke Pyp toebak te roken: Mirandor zoo k hier myn Houdkoper by verbloeming noemen zal, nam dien voorflag gulhartig aan. „. Ik ben hier gekomen Ludeman zeyde „ hy, om door behulp van u Planeetkunst één zaak uittevor„ ichen, waar van. ik de waarheid fchroom te weten, maar ter.' „ wyl ik het tog weten moet, zoo gelieft my maar fpoedig uit „ den dut ce helpen: Ik moet u rondborftig verklaren, dat een „ heimelyk Mondgefprek 't welk myn Vrouw met een zeker „ Heerfchap van myn kennis dagelyks in een apart vertrek van * myn Huys houd, my kwaade verdenking van haar gedrag heeft „ doen opvatten, of fchoon het aan de andere kant wfar kan zyn, „ dat ik daar omtrent mistaste.5' Onderwylen dat Mirandor dus fprak, blonk met dan bedaartheid uit zyne wezenstrekken, en geene tekenen van uitfporige Jalouzyvlagen openbaarde zig in zyne ogen; Ik deed hem zonder veel moeite begrypen, dat ik hem door de Horoscooptrekking van hem en zyn Vrouw, nog bedriegen, nog ontrusten wilde, dat het derhal/en beter waare Git voor ajS nog te naken, en zyn toevlugt tot myn Apologisch Werktmg, Ik meen de plaatzing der Hoorpypen in de fchoorfteente nemen, als waar door hy zelfs best zoude kunnen horen ïfllr!eVT °mSinS' of gerProken wierd: uit. andor vond de uitvinding zoo voortrefvelyk dat hy my co liyders aanbood als de onderneming van die uitwerking was, dat ze.  C 147 ) ze hem de tndige opklaring van zaken bezorgen kon; Wy be» raamde vervolgens den'aanvolgende namiddag ter volvoering van ons ontwerp, en ik begaf my met dat oogmerk op de bepaalde tyd na Zaardam , om 'er volgens affpraak te blyven overnachten. Daar komende, geleide Mirandor my terftond in eén öinnekamer, en floot de deur'uit voorzigtigheid op het nachtflot; zonder veel woordenwisfeling met eikanderen te houden, gin % ik ogenblikkelyk aan het werk dat ik te verrichten had, en maakte in minder dan drie quartier uur tyds zulk een handig gebruik van myne uitgevonden Wind Pompjes in de Schoorfteen van het vertrek, dat toen de Circumvillatie Hoorpypen vaardig waren, wy zeer duidelyk konde horen en verdaan, wat 'er in het naastgelegen Appartement gefproken wierd: Het leet ook niet lang dat de ondervinding ons daar van heel klaarblykelyk overtuigde , want wy waren nog bezig een kop thee met malkaar te drinken, wanneer het geluid van twee Hemmen onzeOoren trof, zodanig dat alle onze oplettentheid zig wende teraarhoring van het koddig Mondgefprek, het welk Mirandor onderfcheidentlyk vernam dat tusfchen zyne Huisvrouw en haar Galant in de naburige kamer aanvankelyk plaats begon te hebben. • Wat Drommel Jufvrouw doet tog die Satanfcbe Vent van een Ludeman bier ? Was de allereerlte hoorbare klankftem die by te rugkazing uit de Hoorpypen van de Schoorfteen, kamerwaards invloog ; Ik heb ook niet veel zin in het bezoek van dien Tovenaar , want men zegt dat de Planeten hem alles zeggen wat hy weten wil! Volgde onmiddelyk met een Vrouwe ftem daar op: Och Myn Engel het zyn loutere malligheden die men van hem vertelt, Ludeman zal lang moeten Toveren eer hy raden kan wat 'er tusfchen ons beide in deeze kamer omgaat hoorde wy dat 'er met een Mans ftem dadelyk op geantwoord wierd. Ondertusfchen dat wy niet ongeneegen fchenen nog een poos na de afloping van deeze klucht te Imiteren, deed zig een geluid van een andere natuur uit de Schoorfteen fchigtig in de kamer horen ; Wy bekeken malkanderen eens met een gelaat van verwondering op het gerucht dat zig door de Hoorpypen op eene verftaanbare wyze verfpreide, en het  C M ) bet geen volmaakt geleek na een zoort van zogenoemt kor?swylig Ravotten 'i welk omJer de beide Gelieven in het aangrenszende vertrek plaats had: Maar Mirandor verloor al zyn gedult wanneer hy door middel van myne uitgevonden werktuig klaar bemerkte dat de Gordynen van het daar ihande Ledikant driftig opengefchoven wierden; Hy nam een (lok in de hand , en vloog als één verwoed Mensch na het vertrek van waar hy wist dat die bovennatuurlyke klankftemmen kwamen , zonder dat alle myne pogingen ter afrading van dien, van enige de minde uitwerking by hem waren ; Hoe het in deeze ontydige Overrompe/ing toeging v en hoedanige onaangenaame ontdekkingen Mirandor by die gelegentheid gedaan heeft, zal voor de Eer van dat Huysgezin best zyn verzwelgen te blyven, hoewel ik 'er dit van zeggen kan, dat de zaken zoo hoog liepen , dac de betrapte Galant half gerabraakt door de menigte ilokflagen wel zes weken plat te bed bleef leggen , dat kort daar na één gerechtelyke Echifcheiding tusfchen Mirandor en zyn Vrouw plaats had , en dat ik dien zelve namiddag toen de Proefneming voorviel, van myn beiluid om te Zaardam te overnachten afzag, en weder na Amfleldam keerde, wel hondertmaal verwenfehende in dit geval van myne Afirologifche Werktuig gebruik gemaakt te hebben, onaangezien Mirandor my enige daar na in perzoon 50 goude Ryders kwam brengen, overéénkomilig de Beloften die hy my gedaan had. Ondanks dit voorbeelt, waar door ik wat afgefchrikt was geworden om de gebruykmaking van de Circumvillatie Hoorpypen zoo ligt myne Kalanten aanteraden , geviel het dat na door een bejaart en bemiddelt Koophandelaar van de Stad verzogt te zyn de Horoscoop van Appolonia zyn enigtle Dochter te trekken ; Ik deed hem getrouwelyk verflag van myne bevinding, zodanig als best met de aanwyzing van baare Nativiteits-Star fcheen te ftroken : Zeggende onder anderen dat Appolonia op een Loontrekkent Dienaar die onder zyn Huisdak woonde, verlieft was, en dat zy zoo goed als te zamen getrouwd waren. Wat wil dat zeggen zoo goed als te zomen getromvd? Vroeg hy; Dat wil zeggen antwoorde ik» dat  C 149 ) dat u Dochter meest alle Nachten hy hem' (l'aapt, en dat zy werkelyk van hem zwanger is : De verblinde Vader verklaarde zulks niet te kunnen geloven , terwyl Appolonia wist dat hy haar één deftig Jongman van de Stad , die verkering over haar maakte, tot Bruidegom toegefchikt had;De ongelo. vigheid van den goeden Man verdroot my, en ik raade hem vervolgens aan, om de Proefneming van de Wind Pompjes in een der Schoortenen te bewerkllelligen en wei in zulk een vertrek het naast gelegen aan de Slaapkamer van zyn Dochter, of aan die van zyn Komtoorbediende zoo als hy goedvinden zoude , ten einde met eene volkomen zekerheid te ontdekken , of de zaaksgefchapentheid in beide opzichten beantwoorde aan het geen ik van Appolonia voorzegt had, en waar omtrent ik wel verzekert was, dat nog de Aflrologie, nog de kunst der Waterhehyking my kon doen feilen ; Den uitflag van de volbragte Proef is ook van dat gelukkig en aangenaam gevolg geweest, dat de Vader van Apollonia op één Nacht gehoord hebbende al het geen hy weten moest, en byzonder wat 'er in de Slaapkamer van een der Gelieven omging, vervolgens^ om zyn Dochter zoo wel als zyn ganfche Gedacht voor één fchandvlek te beveyligen, zyne toeftemming tot voltrekking van haar Huwelyk met zyn Komtoorknegc gegeven had; Over welke tydirg ik my toenmaal hartelyk verblyd betoonde. Het derde Geval dog verfchillende in zyn zoort, waar van men door behulp van myn uitgevonden Werktuig iets ongemeen kwam te onderfcheppen, beflond in de volgende byzonderheden wtl waardig vet haalt te worden; In den voor¬ laaden Oorlog dat men op last van de hooge Regering een wakend oog hield op allerley dag van vreemdelingen , welke zoo wel door haare zonderlinge Levenswyze, als door hunne heimelyke Byéénkomften in een reuk van verdenking geraakt waren, kreeg ik eenmaal het Bezoek van een aanzienlyk Man, dog uitgedoscht in een Gewaad dat zeer oneigen was aan de mtfehitterende waardigheden die hy bekleede ; Ondertusfchen wierd ik welftaanshalve verzogt zyn Horoscoop te trekken,dat ik zonder veel moeite verrichte : Het geheugt my niet meer V . hoe  C 150 ) koe het met die Horoscooptrekkirg afliep, en welke dingen ik zeide toenmaai ontdekt te hebben, maar ik weet daarom nog heel wel, dat dien doorliepen Staatsman ten uitterfte vergenoegt over de openhartige verklaring van zaken die ik hem gedaan had, my vervolgens in vertrouwen vroeg, of ik geen kans zag, om het geen 'er tusfchen een viertal verdagte Staatsverfpieders in een geheime en afgehuurde Plaats verhandelt wierd, te kunnen on« derfcheppen ? lk beantwoorde zyn vraag dubbelzinnig, door te kennen te geven dat het altyd niet mogelyk was om zulks door de /Iftrologie te kunnen doen, alfchoon men de Doopnamen en Geboorteftonden van zodanige Perzonen op eene bedekte wyze al eens magtig kon worden, maar dat 'er evenwel nog een andtr kunstmiddel overig bleef om hem zyn oogmerk op eene vaster voet te doen bereiken; Zyn hoop hierdoor opgeklaart ziende, beloofde hy my onder bandcasring aanmerkelyke vergeldingen, als ik hem in zyne ondernemingen behulpzaam zouden willen zyn: Ik maakte dienvolgens geen verdere zwarigheid om hem opening te geven van het Aftrologisch Werktuig dat ik onlangs uitgevonden had, en de doorzichtige Staalman begreep volmaakt de noodzakelykheid om ter gelukking van zyn doelwit, zig daar van te moeten bedienen. Het was dan agtervolgens ons beraamt ontwerp, en op myne dringende aanbeveling dat hy befloot, een Kamer in het Huys alwaar hy meende dat de verdam te Korrespondentie gehouden wierd, voor een Maand of zes te doen huren, en hier in Haagde hy zoo wel, dat hy een vertrek met een Schoorfteen kreeg, vlak boven de kamer alwaar de gewaande verfpieders gewoon waren hunne Nachtvergaderingen te houden; Benieuwd hoe het met dit wonderbaar Avantuur aflopen zoude, liet ik my bepraten om tegenwoordig te zyn by de Proefneming die men daar van ondernam te doen: Wy bleven tot lang na Middernacht de uitkomst van het geval in alle ftilte, dog te vergeefs afwagten, en myn aanzienlyke Staatsman begon aireede aan het gelukken van de Circumvillatie Hoorpypen die ik in de Schoorfteen geplaast had, te wanhopen, wanneer op het ogenblik dat de klok één uur floeg, zig een vervaarlyk gedruys van alle kanten door de Schoorfteen van de kamer in welke wy ons bevonden begon te openbaren, gepaart met zulk één ver-  C 151 ) verward geftommet en gepraat van verfchillende (temmen dat wy in den beginne niets van het gefprek ondei fcheiden konde. Ondanks dit beletzel, begrepen wy egter dat al dit geraas uit het bereden vertrek kwam alwaar men beweerde dat het viertal Avanturiers hun intrek genomen hadden. Ook bleek het, dat wy in onze mening niet bedrogen waren, want wy hoorde na eene kortftondige ftilftant een van die fnaken tegen zyne Makkers zeggen; „ Wel nu Sinjeurs had ik het niet gera- den, toen ik van de Morgen vooripelde dat de fieutels niet „ goed waren, wy zyn van de nacht den dans maar by geluk , ontfprongen: Gelooft my wy moeten hier geen langer verblyf houden, of wy raken binnen kort in de knip, laat ons liever „ van Batteryen veranderen, en na een ander Plaats gaan, ter„ wyl wy tog in deeze Stad al over de veertig Duyzent Guldens „ met ons kunstwerk opgedaan hebben." Deeze onbewimpelde Redenvoerit/g waar in de ongeblanketre waarheid uitblonk, deed myn Staatkundige Proefnemer klaar bemerken dat hy zig in de Perzonen van die Gaauwdieven, door hen voor Staatsfpionnen te verflyten, byfter had vergist, en hier door zyne ongerustheid verdwenen zynde, was hy over my voldaan, en beloonde my evenredig de bewezen dienst; Evenwel gaf hy dan Ond.rfchoud hier van kennis, die een paar van deeze behendige Sleutelmakers oplichten, en in hegtenis bragt, onderwylen de twee ande* re middel vonden nog by tyds te ontvluchten: Hun bedryf beftond om des Nachts door behulp van nagemaakte fleutels in aanzienlyke Huyzen die zy wisten dat gpheel onbewoond, of waar van de Bewconders na hunne Buicenplaatzen vertrokken waien, intedringen , en al de kostbaarheden die zy 'er vonden uittehaïen; Door dezen handel, hadden die Heeren Sltutelmakers zedert korte Maarden aanmerkelyke kapitaltn hier en elders geftolen , zy wierden gezegt Italianen van geboorte te zyn. Zie daar de uitwazeming die ik aan myne natbezweete Geest heb willen verfchafven, eer ik overging tot de befchryving der Voorzegkundige Verhandeling van het Eerfte jaar, en gelyktydig het eerfte Schrikkeljaar van een Nieuwe Eeuw, waar van het jaartal op 1800 berekent word ; Men weet dat 'er gedurende de loop van de vorige agtien Eeuwen al vry wat zon- V 2 der-  ( 'sa ; derlinge dingen gebeurt zyn die opmerking verdienen , maar het komt in geen vergelyking by de ongehoorde zeldzaamheden welke de Negentiende Eeuw opleveren zal: Terwyl myn begraven Lighaam de eerfte zeven jaren van die Eeuw nog in het ftof der aarde zyn zoete doodflaap zal houden om dat ik bedongen heb, drt het 50 jaren lang in zyn Grafplaats onaangeroert moet blyven , zoo dunkt my , Myne Vrinden de Planeten aan de als dan in leven zynde Aflrologisten, byzonder aan één van hen , die de Maasflad tot zyn woonplaats hebben zal, te horen gebieden, Luifterd na Ludeman, wat by yan het jaar 1800 beeft voorzegt! Dit Schrikkeljaar welke de voortogt van de Negentiende Eeuw uitmaakt, heeft inderdaad in alle de wederwaardigheden van zyn tydperkfchap dit bovengemeen , dat, zoo als de onderv ndmg op zyn tyd doen blyken zal, en uit Starrekundige onderzoekingen kan worden nagegaan, de doeleindens daar van algemeenlyk uitlopen om de Zedelyke Gelukken van het ) !en aan zyn Kroon, ondergaan zal, waar onder vermoedelyk de tien naburige Provintien van Braband, en Vlaanderen begrepen zullen wezen; De ontdekking van een paar tot nog toe onbekende Goudmynen in één Land daar zulks het minfle te verwagten was, zal denkelyk dit Staatkundig bedryvend kwaad, aan de andere kant weder rykelyk vergoeden,en de Circulatie van het geld in de meede Staten van Europa overvloedig doen zyn: Een gruwelyke Vorflenrnoord kan misfchien in 't jaar 1802 ergens onder één Eenhoofdige Regering ook plaats hebben, als het door welberaamde voorzorgen voor als dan niet behendig word afgekeert. Wat het loopjaar 1803 betreft, ik zou'er genoegzaam niets van te zeggen weten, om dat het Starrekundig onderzoek my daar van ook niets wetenswaardig aan de hand gegeven heeft, voor zoo veel in den kring van myne eige Afirologifche Waarnemingen voorgevallen is, indien niet één myner kunstgenoten onder de beste myner vertrouwelingen behorende, my als een geheim van een zeldzaame aart de volgende kortbondige opklaring toegezonden had: —. Gedenkt waar'de Vrind, dat het jaar 1803 merkwaardig zal zyn door de bedryven van één Onverzaachde Vrouw, die als één Waerelddwingjler aan het Hoofd van een heirleger van driemaal tagtig duyzend welgewapende Krygsknegten, twee Waerelddelen in opfebudding zal brengen, en Let op de gevolgen welke daar uit zullen fpruiten.  N°. X, ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, VOOR Het Schrikkeljaar 1804. met Afirologifche Vuurvlammen± en uitgekipte Bloemen van Horoscopen. JBehilven de Vuurvlammen van den Geest , die de Verhe* ventheid der Menfchelyke denkbeelden even als doorfcheinende Lichten aan het Firmament doen uitfehitteren, zyn 'er Hartstochtelyke Vuurvlammen die meerendeel het dierlyk Ie» ven betogen ; Niets gemeen mei deeze beide zoorren hebben ondertusfehen de Vuurvlammen welke uit Afirologifche Proefbewerkingen geboren worden : De zodanige zyn het die gewoon in het oeffenfchool dezer edelaartige wetenIchap wonderen te doen, den Mensch trapsge>vyze opleiden tot eene volmaakter kennis van de dingen der Natuur, dan. hy voorheen bezat, zoo dat hy reikhalzende na verlichtingen die de Starre» kunst hem aanbied , telkens één fchat van nieuive ontdekkingen verzamelt, waar door hy zig een nuttig Inftrument zoo wel voor zyne Tydgenoten , als voor de Nakomelingfchap maakt. Afirologifche Vuurvlammen zyn daarom niet algemeen eigen aan alle Aflrologisten; Zy komen maar zeer fchaars voor in zommige proefnemende onderzoekingen daar men onmogeiyk zonder het zelve geene vaste bepalingen maken kan , gelyk  ( 169 > Wc by voorbeelt, om Iemands fterfuar planeetkundig te voor«*« om het juifle tydftip te bepalen van a«e of blondere Volksrampen, waar onder men Brand Watervloed Oorlogen, en wat dies meer is, begrypen kan; Aldus komen de Km vlammen in de Afirologifche bewerkingen voornamelvk te pas, in alzulke Horoscooptrekkingen daar men oe wortel tot aanflaande Gelukken of Fortuinmaking ontmoet(lixemêli Gratia) wanneer de voorzegging overeenkomftig de neduidems van de Planeetetaai betrekking heeft tot een ryke Lrvenis, voordelig Huwelyk, of wel het trekken van Prvs uit de Lotery die men bemerkt dat Iemand boven het Hoofd hangt; In hoedanige gevallen al meede geene vaste lieten kunnen worden opgemaakt zoo lang *M^fJ welke de Proef onderneemt, de Vuurvlam van zvn kunst m de bewerking niet te baat heeft. Waar wat is tog één Ajlrolögifche Vuurvlam ? Zullen waa'-frhyndyk veele doorwrochte veiflanden vragen , die nog de Naam nog de zaak van dat woord verdaan ; lk oen met van gedachten om daar van althans eene volledige omfchryvmg te geven: Het is genoeg dat men weet, dat het de Geest, de Ziel , en het zoud van de kunstbewerking in de Aflrolo% is , en dat Niemand hoe bedreven ook in die bifler-lyke wetenfehap , de vrouwerelykheid van toekomende Gebeurtenisfen kan verkrygen , zonder van dusdanige Vuurvlam noodzakelyk bezielt te zyn , ondanks zulks maar zeer zeldzaam voorvalt, het geen ook de oorzaak is, dat by het trekken der Horoscopen verre de meefle voorzeggingen kreupel &™-™f zal my zonder twyvel beter verdaan, als ik de betekenis vande Afirologifche Vuurvlam hoe bezwaarlyk anders om na het L.e ven te kleuren , eens door een eenvoudig, voorbeelt ophelderen . Op den 8fte Maart van het jaar 1748, ot 1749 fhet is my nu ontglipt) wierd enige uuren van myn Buiteplaa» % cr7yk, geboren een zeker Kind dat veel In de waereld maken moest: Men kwam my zoo vnndelyk ver zoeken dat ik tog zyne wederwaardigheden uit de loop der na tieten eens geliefde natefpeuren, dat ik my dat verzoek,fchoon Lr de derde hand gedaan, liet welgevallen, en vervolgens op Y 3  C 170 ) één namiddag dat ik niets te doen had, en niet onledig wilde blyven, de Horoscoop van dat Kind trok! Alles kwam m™ onbegrypelyk voor en de Lynregtdreekfche aanwyzingen waren zoo vol van aandruyzende drydigheden, dat ik my in de wedervaringen .van de aandaande Lotgevallen van dat Kind fchier verbyfterde; By geluk dat ik fchielyk de Afirologifche fTuT vlam te baat kreeg, waar door my de vliezen van de ogen vielen, dat is te zeggen, dat het gezond verdand onder de Kunstdoor'S T °Andoorfchemhke Starrengeheim indrong, en doo middel van dien my ontdekkingen bezorgde, die in bet trekken van deeze Horoscoop my toefchenen van de uitterde aangelegentheid te zyn. 1 Agtervolgens de uitdralingen van den Afirologifche Vuurvlam in dit geval Zonneklaar gebleken, begon ik op gronden Zn ze kerheid te zien, dat het Kind die het voorwerp.myne^Planeet kundigebefchovwingen geworden was, eene verbSeLevend rol op het Waerelds-Toneel zoude fpelen; Als de EerSg der mannelyke Nazaten van een Vaderlands Geflacbt dat ri» Wd ee by het Burgerfchap aangenaam en verdiendelyk had gemaalt • zou dien Jongeling gedurende zyne eerde jeucht, en zelfs de eerde jaren zyner trouwdaat bemind, geliefkoost, en bewondert 36 jaren bereikt hebbende, door de grillen van het Fortuifzvn voormalige gelukdaat eensklaps vervlogen zien, op ee e wyïï dat hy genoodzaakt zynde door de verbittering, Misnoegenen vervolging van vermogende Boeren die men b greeTdafhy ztg moedwillig op den hals zouden halen, zyn D ,;d te verlaten en elders eene geruime tyd een kwynend en verdrietig leven '%Z llT 'u°< hy by na 40 J'aren ouH» ™ hetVnderyanbva" Vrmden weder m zyne vorige daat van welvaard zouden worden eJtlT"^ ^WM' Vuurvlam ontfchakelde zig m IZ^Z S^gentheid by het trekken van de HoroscooopM neet ï" ^ Dame' welke h" PJa" neet-Lompas duidelyk aantoonde aan Koninglyke bloede ver- maagtfchapt te zyn j Ik fond opgetogen van vlrwondS toen dé  ( i?i > de Vuurvlammende Geestkunde my het fpoor aanwees tot de ontwikkeling van het geheim dat deeze ondernemende Dame van geboorte een Prinfes was, die uit teerhartigheid voor haaren Gemaal-, en ter bevordering van zyne ondermynde oogmerken van het Oofien na het Westen, en van het Zuyden na het Noorden reisde, dog in het midden van haare veel gewaagde Reistochten door de waakzaamheid van haare Tegenftreveren geftremt, aangehouden, en gedwarsboomt zouden worden in een tyd dat de Volkstwisten nog niet aan het bedaren zouden wezen ; Daar haperde niet veel aan zeggen Myne Vrinden de Planeten , of deeze geruchtmakende Gebeurtenis , zoude eene bloedige Oorlog tusfchen verfcheide ontzachelyke Mogentheden verwekt gehad hebben. H t bemerkenswaardig Avantuur van die reizende Prinfes, hetwelk ter gelegentheid van de gebruikmaking van óeAflrolo~ gifcbe Vuurvlammen hier ter plaatze aangehaalt geworden is, hoe zeer het niet onder de verhandelende tydperken behoort, als zullende na de klankitem der Zeven Lucht.Helden even voor , of omtrent het Wonderjaar 1788 gebeuren , heeft my niet ongefchikt doen denken aan dien welriekende Bloemfchakel van Horoscooptrekkingen waar van ik een klein Magazyn ter aanvulling van het verder bellek van dit werk nog voor handen hebbe, zonder daarom onaangeroert te laten de hoofdzakelyke Byzonderheden met belang tot het Schrikkeljaar 1804, van welke ik by wyze. van Afirologifche Voorzeggingen hier na noodzakelyk dien te gewagen. Een Joegman van goeden huyze dog wat Losbandig van gedrag, die zyn Ouders ontlopen was om van de Kindertucht vooraan bevryd te blyven, geraakte by zyn aankomst te Amfleldam in flegc gezelfchap waar door hy al weder van het pad der deucht afdwaalde ; Uit verlegentheid en geperst door zyn behoeftige ftaat fchreef hy een demoedige Brief aan zyn Vader te Duinkerken, waar by hy hem Pardon en onderfland verzogt: De goedhartige Vader vergaf zyn Zoon Pbilander alles , en bezorgde hem één wisfel die meer dan toereikende tot betaling zyner fchulden en voor zyn reisgelt was, met bevel van tèrftond na Duinkerken wedenekeren. Pbilander in plaats  c m ) plaats van aan de bevelen van zynen Vader volvaardig te ^ ^TT',^ tC AmPeldam W geld in allerlev ongebondentheeden doorbrengen, zoo dat hy na genoegzaam zyn ganfche wisfH by Lichtvaardige Vrouluiden en met de dobbeldenen verkwist te hebben, niet meer dan een enkelde Ducaac overben.eh; Ik die verwarde gedelcheid van zaken kwam hy my met een balorig hooft een bezoek geven: Zie daar Myn Heer Ludeman het laatfle geld dat ik bezit, zeide hy met betraande ogen, my de Ducaat vertonende; lk verzoek dat zy rm daar voor eens gelieft te zeggen, wat onheilen ofgelukken bl yen myn Hoofd hangen. Om Philander daar in te believen zonïïïi omfchot van zyn geld te beogen, trok ik zonder bedenken zyn Horoscoop, zeggende vervolgens tot hem, dat hy wel zoude doen een Reistocht ter Zee te wagen, om dat hec Lot over hem befchoren had dat hy in de Oost of West zyn fortuin moest maken, en dat de Planeet van zvn Nativiteit hem aaar te Lande gundig zouden zyn; Philander bedankte my voor die getrouwe raad, en wilde my zyn laatfie Ducaat geeven , dog ik gaf hem met één grimlach te kennen, dat ze hem mis! fchien beter te pas zou komen, en dat hy my belonen kon als hy eens ryk uit de Oost-Indien gerepatrieert zouden zyn; Elf Jaren daar na of liever achtien Maanden na de beruchte Chineefche Moord ce Batavia, vertoonde zig onverwacht voor myn Huys een Gegaloneerc Heerfchap, gezeten in één Koets, befpannen mee vier Paarden, die myn geheugen ogenblikkelyk herkende voor de Perzoon van Pbilander, aan wien ik wel eer de bovenftaande voorzegging gedaan had. Ik ben nu ryk genoeg Heer Ludeman om u d« onwaardeerbare dienst in vroeger tyd aan my gedaan te belonen, want ik ben onlangs mee aanmerkelyke fchatten uit de Oost-Indien herwaards wedergekeert, en de Ducaat die Gy my gelaten heb is myn be- «n blv^T8' ^ Pfaier my in beerde begroeting met een bly gelaat omhelzende; Ik wenschte hem veel geiuk met hec beklommen Fortuin dat ik voorheen uit den loop der Planeten ' hy ,iet my vervolgens Wykcn, dac zyn Gelukdaat m een ander opzicht nog onvolmaakt was, en dat'er ag ter dwarsbomiDg van zyn genoegen, werkelyk eene zwarigheid  c ih > hei* van veel aanbelang opdeed, welke hy vreesde niet gemak* keivk te boven te zullen komen: Ik vroeg hem waar die zwarigheid in beftond? Philander verhaalde my toen openhartig, dat hy zyn co' had laten vallen op één Burger Jufvrouw ^Duinkerken die aan eene andere Pretendent zoo goed als verlooft was, en dat dit ongeluk al zyn blyfehap en welvredentheid benam. Voldaan over myn voorflag om andermaal Myne \ rinden de PI»neten over zvne Lotgevallen te raadplegen, wist " hem na afdoening van zaken te zeggen, dat nog hy, nog zyneMeedevryer het beminnent voorwerp met enige mogelykheid bezuren kon l mi s zy aan eene zwaare val, en daar opgevolgde Beenbreuk b nnen korte weken zouden komen te overlyden; Maar dat de Dame die haar Neusdoek op ftraat verliezen, en door hem opgera pt zoude worden, gedoodverft was om zyn luysvrouw in .ae P yd te zullen zyn:Pbilatder fcheen ditmaal met veel geloof aan myne voorzegging te flaan; Ondertus chen beval hy aan zyn LvfknSt twee Zakken Sesthalven te halen uit de Koets, die no£ voor myn Huys ftond te wag'en, waar meede hy my edelmoedig befchonk : Zeven Maanden daarna ontfing ik een BneF Z Philander, waar by hy my de Dood van het Dumkerksch van f»'"* » _V d kermis gaf, dat hy weinig da- ^leta^T^jï^me van RU die wezemlyk addaar haar Neusdoek op ftraat verloren, en die hy opgeraapt had, in een Wettig Huwelyk getreden was. < Mitbridaïis, één bej-art Man, één Man van Verftand kortom één Man van Wetenfchappen, die m hoedanigheid van Rechtsgeleerde wel-eer eene groote opgang in yerfcheiden bteAeTlTHolland gemaakt had; maar die zedert vyftien Jaren fvds ovefk opc doo&r Tegenfpoeden en Ongelukken, een Wotsdaar toóe benbaan van Mevreuw de Fortuin geworden was Mes vat Mitbridath ondernam, mislukte hem en hy bevond ^ op zyn Vyibgfte Jaar in de noodzakelykhed van hem fober ïmoeten behdpe'n: Ondertussen wilde het geval dat zyne genToordigheid'eenmaal in deeze Koopftad gevordert zynde , fem de lust beving om zyn Horoscoop te doen trekken, en dat hy tnv met zodanig oogmerk een ftatig bezoek kwam doen. Zon% Mbridam ergens over te onder-vragen, befpeurde ,k j*  zyn neerflagtig 'gelaat, dat hy door ongunftige Wederwaardigheden gefoltert wierd; In dat derkbeeld befloot ik met alle moge■lyke vaardigheid aan zyn verlangen te voldoen: Maar naauwe» lyks had ik begonnen zyne toekomende Lotgevallen op de Afirologifche Proeffteen te dellen, of ik bevond my in de noodzake- lykheid om het werk re moeten daken: Myn Heer , zeide ik tot hem, het is met al zoo veel Leetwezen, als verwondering dat ik u ter goeder trouwe zeggen moer, dat ik bevinde by het trekken van u Horoscoop nog met de Afirologifche Vuurvlam, nog met de noodzakelyke hebbelykheden van mvn kunst be« deelt te zyn. - Wel wat orthreekt 'er dan aan beroemde Man? Vroeg Mtthridans mer veel zigtzinnigheid; Niets anders dan dat Gy de goedheid he.) om morgen avond eens wedertekomen beantwoorde ik heel bedaart: Hy beloofde my zulks te doen, en ging vol gepeinzen myn Huys uit. Ik riep Britta in myn Studeerkamer, ■ Ik ben verloren myn lieve Kind fchreeuw^e ik half wanhopig, de Naam van Aflrologist ben ik niet meer waardig, de Planeten verlaten my, en het is boog tyd dat ik in het ltof der vergeteltheid neederdale; Ik geloof waarlyk dat Gy zot wurd, viel Britta my inde reede, iaten de zaken zoo ongemakkelyk als zy willen ter onder» fchepping zyn, Gy kunt immers altyd gebruik maken van de vastgaande regelen ener wetenfehap die u nooit in verlegentheid gelaten heeft: Ondertusfchen gevoelde ik my zeer benepen nopende de wyze hoe ik my best uit de verlegentheid zoude redden waarin ik my bevond; Nimmer heb ik meer gebloedzv/eet in de uitwerking dan toenmaal. Wel Ludeman vroeg ik aan myn zeiven waar is u kunst? Waar is uwe beroemtheid ? In het midden van deeze zelfltryd begreep ik evenwel dat 'er handen aan het werk moest geflagen worden, waarom ik de Horoscoop van Mithridatis andermaal op de koort bragt, dog met het zelfde ongelukkig gevolg als de eerfte keer. Om de waarheid te zeggen ik wierd toen half dol van fpyc, en om een ftaaltje van myn gekheid te geven, floot ik my 24 uuren lang in myn Studeerkamer op, zonder fpys of drank te gebruiken, latende vervolgens door myn Knegt drie dagen agter malkanderen aan Mithridatis zeggen, dac ik uit de Stad was, want ik bloosde van fchaamte om  c 575 ) om hem ce fpreken, uit vrees dat hy myne onkunde ontdekken mogr. . Men zal mogelyk denken dat de Hmorie hier meede afliep, en dat Mithridatis die zoo dikwyls onverrichter zaake heen moest gaan, niet wederkwam; Men vergist zig, geen van beide is waar geweest, want na dat ik den derden dag volflrekt alle moed opgaf om in de tweemalige mislukte Horoscooptrekking na wensch te kunnen fiagen, komt 'er tegen den avond aan myn Huys één Hongaar, van wien ik gewoon was 'sjaarlyks zom* mige zoorten van Kruiden, en enige Aromatique Oliën-tekopen: Myne ongewoone neerflagtigheid bemerkende, vroeg hy my onbefchroomt na de oorzaak myner hartskwelling9 Wetende dat hy een Beminnaar van de Aftrologifche Kraam was, openbaarde ik hem rond uit myne verlegentheid ; Hy ging op (taande voet aan het werk, en ik liet hem begaan: Dog hy was naauwelyks ten hal ven weg van zyn Proef gevordert , of hy vloog ylings van zyn ftoel op , roepende met een verwildert gelaat telkens overluid , Ik wil het wel geloven Heer Landsman dat wy flip gelopen hebben ! Hoe kunnen de Planeeten tog Gemeenfchap met den Duivel houden* Dit zeggen waar van ik niets begreep , ontftak dermaten myne Nieuwsgierigheid , dat ik om nader uitlegging van de zaak aandrong ; ,, Wel „ finte Paradox begrypt Gy my niet? Zeide de Hongaar in „ zyn halfgebroken Landtaal: Die Mithritatis welke „ u dat fchoon-fpel op den hals jaagt,heeft al over de tien „ jaren geleden , zig zeiven aan den Satan verkogt en „ zulks is de oorzaak , waarom de Planeten onder de be.„ werking van zyn Horoscoop (lom blyven'* lk meende eerst dat het myn geleerde Hongaar in de bol fcborte, maar by het nemen van de derde Proef, my met de Afirologifche Vuurvlam beftraalt voelende , was ik ontzet van te bevinden dat hy wel geraden had , en dat 'er geene andere gevolgtrek? kende Btfluiten uit de nootlotrige Horoscoop te maken viel, dan dat Mithridatis niet heel lang meer in het Land der levende zouden zyn; Ik gaf hem heel koeltjes zoo wel van het een als van het andere kennis toen hy den vierde dag zyn Bezoek by my hervatte, en raade hem ter.zeiver tyd op zyn hoede  C 178 ) te wezen: Mithridatis zulks bedaart aangehoort hebbende, zweeg, groete betaalde, en vertrok; Vervolgens vernanHk veertien dagen daar na van goederhand, du hy zig in d-.n ora« trek of even buiten de Stad Utrecht in een klein Botje verdronken bad. Een fatzoendelyk Heer yerzeft van twee jonge en beval'i re Dames waar van de eene die de oudde geleek, zedert lang aaa hem verlooft was, kwamen by het vallen van den avondfïónd myn voorfilet inOuy ven terwyl ik bezig was voor een Njordhollandfche Boer enige Purga:ie Pillen klaar te maken : Zy bekeken my van het Hoofd tot de Voeten om dat ik myn Planeet-Muts die ik veeltyds op myn Hoofd droeg, by hunne aankomst na den Zodiak gedraayt had : Gloribon zoo ik by verbloeming den Jonge Heer noemen zal, verzogt my bed beleeft om deHoroscopen van de beide Dames Tir/ia eaMeraiine. en de zyne te willen trekken. Nademaal ik my destyds in een buitegewoon vro'yk humeur bevond, haspelde ik die drietal Horoscopen binnen een groot half uur al fpelende af; Het is raar Myn Heer zdte ik tot Gloribon al grimlachende, dat deeze twee jonge Dames die daar voor my ftaan, op onderfcheide tyden , beide nog uwe wettige Huisvrouwen zullen worden: Laat er geen mal¬ ligheden onder lopen Hter ludeman, Gy fcherrm in de Lucht, viel hy my al fcherzende in de reede, trouwens ik moet bannen dat de helft van uwe Voorzegging niet misgeraden is. Voor ditmaal bleef het hier by beru,terr, maar weinige Maanden daar na het Huwelyk tibfehen Gloribon en Tirfia zyn volle beOa^ g». kregen hebbende, kwam hy eens op een Morgen even voor beurstyd my alleen een bezoek geven, vragende of ik nog by mvn ftuk aangaande de voorzegging zyner twee Vrouwen bleef; 'lk beantwoorde hem van ja, zeggende dat ik niet alleen op'gel wisfe merktekenen van oe Aftrologie wel degelyk hy myn ftuk blyven kon, maar dat ik hem nog niet alles geopenbaard had dank wis:, en het voornaamile uit befcheidentheid,of liever om de beide jonge Dames niet atrefchrikken, toenmaa! had moeten verzwygeni Waar in beftaat dat geheim? Vroeg hy vry ongeldig ; Dat beide uwe Vrouwen aan één en hetzelfde toeval fter-  C i?7 ) fterven zullen, hernam ik: Gloribon verliet my daar op zoo ik bemerken kon half misnoegt. Ondertusfchen ftierf inderdaad Iherefia in de eerfte kraambevalling, van het Kind dat zy dood ter waereld bragt. Niet lang daar na wierd ik bezogt van Menaline die voor de tweedemaal haar Horoscoop wilde doen trekken; Ik ontraade haar dit voornemen,onder-herhaalde verzekering dat zy de tweede Echtgenoote van Gloribon zoude worden, zy ging vervolgens befchaamt heen, en zedert heb ik vernomen dat zy met hem getrouwd zynde, insgelyks by gelegentheid van haare eerite kraambevaüing van een paar Tweüngen overleden is, invoegen dat deze Horoscopen volgens de bewyzen die daar van voor handen waren, van aile kanten bewaarheid wierden. Indien men een Afirologifche Maand-Courant in de waereld btagt, geloof ik dat ze onbedenkelyk veel aftrek zoude hebben, om dat de meefte Menfchen graag haare eige nog voor handen zynde wederwaerdigheden, en die van hunne Tydgenoten zoeken te weten; Onder anderen zoude dat gedeelte van de voorzegkunde hetwelk de onderfcheiden Landen en Volkeren van de vier waerelddeelen betrof, en als by voorraad derzeiver toekomende Staats en Oorlogsgevallen ontwikkelde, met eene ongemeene fmaak gelezen worden: Onaangezien zodanig een zoort van Planeetkundig Nieuwspapier denkelyk meer fchacelyk dan nuttig voor het Menschdom zoude .wezen, bekroop my 'aast dat ik beag was zoo wat Kaftelen in de Lucht te bouwen, de ongewoone lust om eens één korte dog volzakelyke fchets van zoort- gelyke Afirologifche Maand. Courant te ontwerpen; By voorbeelt, men zoude om daar van een Proef voor het Schrikkeljaar 1804 te nemen, de navolgende aanmerkelyke Byzonderheden en Geheime Waarnemingen by wyze van Aftrologifche Voorzeggingen kunnen befchryven. Z 3 °p-  c 173 ) OPRECHTE ASTROLOGISCHE COURANT, voor De ia Maanden van bet Schrikkeljaar 1804». JTanuary. — De zeven Planeten zyn verfcheiden Nachten over gewichtige zaken in dea Wolkenhemel vergadert geweest, en zullen morgen Nacht derzelver Raatplegingen vervolgen; Men zegt dat zommige Aftrologhten één Teloscoop-Memorie aan dit zevental verheven Starren-Vorften overgelevert, en daar by eerbiedig verzoek gedaan hebben, ten einde opening te mogen verferygen van de Algemeene en Byzondere Gebeurtenisfen, weike gedurende het tegenwoordige Schrikkeljaar 1804. plaats zullei hebben: Waar op door Afirologifche Merktekenen by het doorr luchtig Planetendom verklaart is, dat de wetenswaardige Voorzeggingen voor dat jaar, zig onder anderen hier aan bepalen. Dat in de Maand February binnen elf dagen tyds in de Zuidelyke Landflreken van het Europisch Waerelddeel zoo ongemeen veel Sneeuw zal vallen, als by Menfchen geheugen immer, beleeft is. Dat vervolgens in het midden van de Maand Maart zig aan den Horizont een Comeet of Staartflar vin eene zonderlinge natuur en maakzel zal vertonen, welkers loopkring de Starrekundige verbazen zal, en die zoo wel by den Dag, als by den Nïcht  ( m ) Nacht reet het bloots Oog zonder Teloscoop zal kunnen worden gezien, en waargenomen. Dat in de Maand April eene geduchte Alliantie tusfchen vier gekroonde Potentaten van Europa, en drie Souvereine Mogentheden van .Amerika plaats zullen hebben, dog dat de verdeeltheid, en het Staatkundig eigen-belang, dat Bondgenoodfchap in later tyd zullen doen vervallen. Dat in de Maand Mey genoegzaam niets van belang gebeuren zal, dan alleen dat de Roodeloop, gelyk ook de Rotkoortzen in zommige Landen fterk grasferen zullen; En dat waarfchynelyk nog in deeze zelfde Maand een Vorftelyk Huwelyk om-merkelyke redenen zal worden verbroken in een Gewest, dat onder het Noorden behoort. Dat in de Maand Juny de aJlereerfle draying van den Aardbol zichtbaarlyk zal befpeurt worden. Dat in de Maand July onder de rr.agtigfte der vrye Volksftaten vier waereldberoemde Staatsmannen door valfche Betichtingen aangeklaagt, onfchuldig gekerkert, byna onverhoort gevonnist, en vervolgens op het Treurtoneel der Booswichten openbaarlyk onthalst zullen worden. Dat in de Maand Augustus een Nieuwe Pretendent van drie Eylanden zig zal opwerpen, met oogmerk om tot de Kroon te geraken, maar in de eerfte Schermutzeling Sneuvelen zal. 'Dat in de Maand September door één Pythagorifte Dame ergens in een Stad van Holland hei groot en veel geruchtmakent verraad om één Kruid-Magazyn aantefteken, of te doen fpiingen zal worden ontdekt. ' Dat in de Maand OBober nergens geen Menfchen van 112 tot 36 jaren oud aan Lichaamskwalen of Krankheden fterven zullen; Dog dat de fterfgevallen boven en beneden dien ou- . der*  / C feo ) derio.r. gedurende die MmJ meest ovaral onbeJenkeTyk ëtame zal zyn. ' 1 9 Eyndelyk dat de Maanden Mvemler, en December in alh opaciten gelmki* voor da oogmerken van pnge en croiflfcieke Vreyfters boven oe ao jiren oud, maar aan de anJ-re kant gansca onvoordelig voor de Gaianterye der gehuuwde Vrouwen zullen wezen. N°. XI. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, VOOR DB Drie Loopjaren 1805, 1806, en 1807. voorzien van Aftrolegifcbe Dromen, en wonderlyke Horoscopen. Bikwyl worden de waereldfche zaken niet oneigenaartig b? ■uromen vergeleken, waar by zy voor zoo veel men de Gebeurtenisfen m het voorleedene befchouwd, inderdaad zeer veel overeenkomst hebben; Ondanks deeze Aanmerking die van gewicht is, ben ik nochtans van gedachten dat men onderfcheii behoort te maken tusfchen Natuurlyke Dromen, en Aftrelogircbe Dromen, als welke m haare oorzaken, en uitwerkselen hemelbreed van eikanderen verfchillen. In de Natuurlyke Dromen gaat het mcesttyds zeer verward toe; Men droomt over het algemeen genomen, veelmalen van JfJ,™ ffiên nimmer °P gedagt heeft, en zulks doet klaarwyttiyk zien, dat onze Geest om zoo te fpreken door den teugel  C i8i ) ge! van het gezond verftand niet bediert zynde» als in het wild in den flaap lorpt fpeelemye: Waarom, wat men 'er ook van zeggen mag, aangaande de voorbeduizeien van zodanige Natuurlyke Dromen geene voste befluiten optemaken zyn. Ondertusfchen zyn de Afirologifche Dromen van eene gansch verfchillende aart, gelyk uit de navolgende befchryving van zommiga Horoscopen volledig te bewyzen valt, en welke eigentlyk aanleiding gegeven hebben , dat ik inzonderheid van de laastgenoemde zoorten van Dn men met opzicht tot de drie loopjaren 1805, j8o6, en 1p07 hier ter plantze heb moeten handelen. Afirologifche Dromen komen zeer zeldzaam voor , zy zyn ock aan aüe flervelingen niet gemeen, Een Ambachtsman, één Kind van vyftien jaren, één Toneelfpeelder, en een Meisje van Plezier, kunnen zomwylen by geval of liever zonder hunne medewerking Afirologifche Dromen ondervinden, terwyl.geleerde vvaereldlingen , en Luiden van de kunst of wel aanzienlyke S'andsperzonen daar van in hunne Levensloop uitgefloten blyven ; Men dient met belang tot de Aflrclogifcbe Dromen als een'onfeilbaar gevolg vast te dellen, dat zy niet gaan over on- ■ dei werpen dewelke nooit gebeurt zyn, of timmer gebeuren zullen maar die noodzakelyk gebeuren moeten: Het trekken van een' keurige Horoscoop berrekkelyk tot een zonderling Geval die al vry raar in zyn zoort is, zal de geloofbaarheid daar van bui. ten clle bedenking gaan ddlen Een Jong Advocaat van Familie wiens Oom ergens de Stoel, der regering btkleede, had zedert enige Maanden één Meisje op het fpoor op wien hy fmoorlyk verzet was; Hy deed alles wat rrogelyk was omhaarHart te winnen, en over haare kuisheid te zeger pralen; Dan alhoewel het aanvallig Uitje flegrs een WolleNaayfler van haar beroep zynde die werk had daar van met haar hoeder op een ordentelyke manier te btdaan , wederdond zy in dtri beginne vry wel de aardlagen, welke ter beroving van haar I er door haren Mirnaar ondernomen wierden. Ten laaden tvtnwel gelukte bet den Advocaat na oneindige vrugteloze po- . gin&en aangewend te hebben, haar onder aanbieding vanTrouwbtlofte zco ver te brengen, dat zy ongevoelig na zyne vooiflaeen begon te luifteren, met dat gevolg dat Uitje na eene verke6 A a ring  ( »8a ) ring van zes Maanden bewilligde dat zy door hm Minnaar in ftilte zoo lang op een veilige Plaats gekamerd zoude worden tor dat hy meerderjarig wierd, onder beding dat hy haar dan zoude trouwen, en van welke voorwaarden den Advocaat vervolgens een plechtig Gefchrift op Zegel onder zyn handtekening paleren moest: Onderwylen dat zyne dille Bezoeken by Mitja enige weken geduurt hadden, kreeg zyn Oom die gelykrydig zyn voogd was, wel haast de vonken van die geheime Minnehandel in de Keus, en nadien hy met kragt en geweld den verdere voortgang daar van wilde beletten, om dat hy andere oogmerken met hem voor had, zoo gaf hy zyn Neef zonder veel Complimenten te verdaan, dat hy verkiezen moest om voor Onderkoopman na Oost-Indien te varen, of anders een paar jaren in een Verbeterhuys te zitten; Den Advocaat verzogt en verkreeg drie darren beraad, gedurende welke, hy op een Nacht een Aftrolovïfche Droom kreeg, waar van hy de uitlluiting by my vragen kwam. Hy had volgens zyn verhaal gedroomt den eerden Nacht van de drie dagen welke hem ter bedenking toegedaan waren , dat een helder fcheinend licht boven zyn Hoofd orrfcheen, door middel van welke hy een Gevaarte in de Luchc gewaar wierd, de gedaante vertonende van een Wolken - Wegen waar in gezeten was een Achtbare Gryzaard houdende een opgerolt Perkament in de hand, die hem met eene ontzache- Jyke dem de volgende woorden toefprak: — ,, Avgu:-. „ tus Gehoorzaam uwen Oom voor ditmaal, verkies het wan„ kelbaar Element der Zeebaren, fchrik niet 1 Gy zult wel „ Schipbreuk lyden , maar behouden in u Vaderland weder „ aanlanden; Maria aan wien Gy wettig verlooft zyt, zal c „ dandvastig en getrouw blyven hoe zeer uwen Oom zelfs„ haare Deucht door allerley aanlokkende aanbiedingen bela. „ gen zal: Gy moet uwe heimelyke wederkomst in u Gev boortedad zorgvuldig voor hem bedekt houden tot dat Gy ?, uwe eige Meeder geworden zult zyn , en terdend daar op .„ volbrengen de plechtige Belofte die Gy Maria gedaan heb, „ door haar tot uwe Echtgenoote te nemen ; Zy zal u man„ nelyke Huwelykstelgen fchenken , welkers Nazaten in bet ?, begiri van de aanftaasde Eeuw de Stoelen der Regering ir. 1 » aan*  ( 183 ) aanzienlyke Steden van Nederland bekleden zullen, en uwe 1, Oom zal u beide na zyn Dood door zyn Nakrenfchap ge- \l lukkig maken." Onmiddelyk r,a dit verhaal beflooc ik de proef op de fom te nemen, en de Horoscoop van Augustus getrokken hebbende, bevond ik dat zyn Droom , één Afirologifche Droom was geweest; Ik verklaarde hem rond uit, dat hy zig daar aan beftiptelyk moest gedragen , vermits het na aanduiding der Planeetkundige ftelregelen niet misfen kan , of hy zoude de gedroomde zaken op zyn tyd in alles letterlyk bewaarheid vinden : Jugustus volgde myn raad , hy trouwde naderhand met zyn Mitje, geraakte als Erfgenaam in het volle bezit van de ryke Nalatenfchap van zynen Oom, en het moet niemand verwonderen dat zyne Nakomelingen in het iaar 1805 de Eertrappen van het Burgermeefterfchap in Stemhebbende Steden van Holland zullen beklimmen. In het ftaatkundig wezen hebben de Afirologifche Dromen algemeenlyk meer plaats dan in Burgerlyke zaken ; De bewe» gende oorzaak daar van is , dat de Planeetlopen meer invloed vindende werkzaamheden op de bedryven , op de beftieringen ja zelfs op de denkenswyze van groote en beroemde Mannen die aan het Hoofd van 's Lands bewind geplaast zyn dan op andere byzondere Standsperzonen hebben \ Indiervoegen zal men oogfchynelyk in later tyd kunnen befpeuren , dat een Afirologifche Droom meermalen de dryfveder tot het ondernemen van waereld beruchte flappen in de Staatsbeftiering geven zullen. Ik zal my flegts beroepen op de ondervinding van iets dat de Nakomelingfchap zal zien gebeuren , en misfehien gansch Europa verbazen zal. Anno 175a kwam in de groote Vacantietyd aan myn Huys Brutus Batavus één Jong Student die pas een jaar op de Academie van Leiden doorgebragt had* Hy had zeide hy onlangs zulk eene wonderlyke Droom gehad waar van de herdenking hem Üeeds ongerust maakte: Op myne ondervraging verhaalde hy my vervolgens wat hy gedroomt had ; Onder het trekken van zyn Horoscoop onderfchepte ik ras dat zulks één Aftrok* gi/che Droom waare geweest, die tot hec Staatkundig departement behoorde. Hoe onbelust ik my gevoelde om Brut.ua Aa s Ba-  C 184 ) Batavus deswegen verlichting van zaken te geven , mo*;' ifc egter beroepshalve daar toe befluiren ; M«a „ ze.de ik het woord opvattende ; Uwe Afirologifche Dro\m „ zal binnen a8 of 30 jaren na de Letter uitvallen; -Gy zufc „ geenVorftenvrind zyn, 't enigerryd niet alleen als één groo „ Staatsman , maar zelfs als een der eerfte GnmdleeSITS „ Voorftandeten van het zogenaamde PmHM^SmfS£ „ keu zodanig dat Gy de Volksftem der Vryheidszonei zul „ helpen doordringen.; Een zwaarwichtig dog tevens aaneen„ lyk Eerampt zult Gy in deeze handeLeivfnde Stad beSl „ den , uw uitmuntend verftand en doorzicht in Staatszaken „ zuilen u roemwaardig by uwe Vrinden , maar gehaat by „ uwe Vyanden maken;. Onaangezien dit alles, zorg ik op ,, grond van uwe Afirologifche Droom dat als de kaVs ver- " IT ki • a°°r een,dezer beide beklagenswaardige onheilen „ zult bloot ftaan 0f dat u Leven gevaar zal loven, of da" „ Gy tuimelen zult, en uwen. val een kerkerfchap gedurende u Leven ten gevolg zal hebben." Brutus Ba La; vel kaarde openhartig, dat dit alles volmaakt met zyn Droom ftrookte, en vertrok minder zwaarmoedig dan hy gekomen was; Men zal voorzigrig handelen om aan de tydI dedtkomsr dezer hoogbewonderde Staatkundige Droomgeheimen oven* Ondertusfchen moet ik niet vergeten ais één Waarfchouwing van een zonderling belang hier aantemerken , dat de Aflroll gifcbe Dromen die de Proeffteen van 's Menfchen vooTpige Levensvertomngen zyn , zig in zommige buitegewoone Gevallen wel eens bepalen tot de algemeene'of byz^nTre For uit ftaac der waereldhngen; Aldus heeft no? maar weinige En* den geleden de Afirologifche Droom als een voorwegb"- S A°l- !■ Gllukftaat van een Toneelfpeelder uitgewerkt gehad dat indien hy van zyn beroep afftappen, en den Schouwburgdienst voor altoos Vaarwel zeggen wilde, hy niet Zen een deftige Bediening verkrygen, maar een ryk HuSk met een bejaarde Weduwe zoude doen , gelyk ik weet dat vervol gens gebeurt is: Op die manier gebeugc het my , by onde . vindmg m de eerfte jaren myner AftrologifcbeVrartycq b e  c i ) te lande gebleken te zyn, dat een Tuinman drie Nachten agter maikanderen dezelfde Afirologifche Droom gehad hebbende, ingevolge de diar door verkregen infpiratie, en myne daar op gevolgde raadgeving befloot om 80 Guldens voor één heel Lot in de Generali;eids Lotery te wagen, ratt een zodanig gelukkig gevolg dat hy in de laafte- Clasfe de hoogde Prys van handert duyzcnd Guldens getrokken heeft gehad. Maar het geen eigentlyk. ten opzichten der Afirologifche Dromen over 'het algemeen genomen de kroon fpant, zyn de klank der Planeetbazuinen welke de aanmerkenswaatdige Gebeurtenisfen betrefven die in het drietal Loopjaren van 1805, 1806, en 1807. Zullen voorvallen ; Zonder my van een Grondfprakige Lofipraak te bedienen, kan ik onberoemt zeggen , dat ik my niets heb laten ontflippen het geen my door middel van Afirologifche Dromen nopens toekomende Staatsbefchouwingen in den kring van myn beroep voorgekomen is: Om hier van voldaande bewyzen te geven , zal ik een paar pronkftukken van letterfchilderyen gaan ten toon hangen- die ik my verbeei enig in zyn zoort te zyn. Gedurende de hollebollige Wonderjaren 174? en 174», dat myn Huis niet dil dond om Horoscopen voor allerley flag van Perzonen te trekken, wierd ik onder anderen op een zeer ongelegen tyd eens overrompelt door de komst van Emanuel Lopes Mendez zynde een ryke Vortugeefche Jood, die ik aan zyne uitdrukkingen bemerken kon gansch niet misgedeelt van natuurlyk oordeel , nog ontbloot van geleertheid te zyn ; Hy aarzelde geen ogenblik om my op een vrypostige toon te vragen of ik wel wist wat Afirologifche Dromen waren? Ik gaf koeltjes tot befcheid dat ik het wel diende te weten , vermits het een zaak was die tot de kunstotffening van myn Beroep behoorde: De geleerde Jood overhandigde my toen een ver. zegelt Papier hebbende het figuur van één Hart , waarin hy zeide dat ik de Afirologifche Droom , nevens de Doopnaam en de Geboortedag van de Perzoon wiens Horoscoop ik trek* ken moest, befchreven zoude vinden; Het Papier door my vervolgens ontzegelt' zynde , las ik de volgende woorden s c, Sebafiiaan geboren den 2 Mey 1725 heeft voorleden JNacbt " ' b Aa 3 „ gei  C i85 ) „ gedroomt: Atdrie ^rw&» in den vroegen Morgen rond " ™ ï° f*** Vi0ge°' Waar Van de eene ^ naderhand op " n? ft? C, de/Wea ander0 z5* °P ^ Schouderen * plaade; Dat al verder na eene kortifondige tusfehenpozing " Sïl ll0tZehk Uk de Lucht k««nen nedTrdalfn „ welke na een hevig Vogelgevecht de drie ^r«afo, verioe- 't fVn meefter ™° het Slagtveld bleven." Nauwelyks had ik het laafte woord Bleven gelezen, of het Ptór Sg t„ fchen myne vingeren fa den brand, zonder dat ik 'er'ente natuurlyke oorzaken van befpeuren kon : In een ander d ar van verfchillend geval, zou misfehien zulk een^verbazende ontmoeting my onbegrypelyk voorgekomen zyn , t ï aanleiding gegeven hebben tot de oppervlakkige verdenking S de P ortugeejche Jood met den Drommel omging : Do "myn Geest op dat tydftip pal fhande, befloot ik zonder de%Her- ZefeonVerdPTeling hiCr °Ver te doen b3ykeo> regelregt de Wonlen-L n m * nemen- Waarlyk' had ik «ede onfverwus"e Pafie^TT °VerJ h6t in brand vlieSen van het be7oe llZ ' 7 d™g«I*!r waren d* beweegoorzaken daar. S'n«T r my„0nder7Ide ondernomen Horoscooptrekking in tod gdL PZ' H°°r ^ ZGide ik tot d" °Ple"ende H \ t i e T6 ganSen nauwkeurig gade 'floeg , Ik wil ft-ift i? Varldr W die men my' in Ge- Icruifc vertoont heeft niet betwisten, zy fteunr op geene 'osfe gronden: Maar gelooft daarom dat de p'roefregelen mySer p [ ?chennpnn Se.WeCenfChap ^ «emakkelyk kunnen doen onder", peppen, dat uwe zogenoemde Sebafliaan daar van de regte Dromer niet is geweest. _ Wel als Gy dit weet, dan l&dB rl }6tS meer bea^oorde Emanuel Lopes menacz, Dat kan zyn hernam ik, en alhoewel ik voor het tegenwoordige my over deeze zaak zoo breedvoerige ft rïS' " ik. aid6rS Wd geW0°" ben te doe»' zo° kan ot welTe rVel; Ssf ^ °Penbaren • dac de ^zoon un / /£r0*°FfiAe Droom becrekkeiyk fcheint, en die bereiken S Tt^ Pf^ Zyne 00Smerken Si,? ■ ' gCiyk 00k dac zy"e drie kleinzonen die gedurende den jaare 1805, j8o6 , en 1807. door woelagtigf on- der-  ( is? O dernemingen vermaart zullen geraken , het onaangezïen hunne Grootvaderlyke denkwyze zwaar te verantwoorden zullen hebben. Emanuel Lopes Mendez hier meede voldaan en de Mond gefloten zynde, nam ftilzwygende zyn affcheid na my heel mildadig beloont te hebben j Ondertusfchen ben ik verplicht tot meerder opklaring van deeze dubbelzinnige Planeetklanken daar by te voegen, dat de Eeuwelingen van die tyd bevinden zullen, van hoedanige gevaarlyke nafleep de aanflagen van her drietal Gravelyke Nazaten voor een gelukkig Gemeenebest zouden hebben kunnen wezen , byaldien het niet door welberaamde voorzorgen van verziends Staatsmannen nog tydig genoeg verydelt wierd. Daar het voorverbaalde Geval in de befluitende Voorzegging wat cnverfïaanbaar is voor Iemand die de fliutel mist, zoo zal aan de andere kant het tweede Schouwtoneel dat ik van een kluchtiger Afirologifche Droom vertonen moet y wat minder ingewikkelt, of liever iets meer onder het bereik van alle verftanden vallen; Toen ik nog op de Rozengracht woonde , viel 'er in het vallen van den avond by mistig weer één Burger Meisje vlak voor myn Deur in het Water , zy zonk als een Bakfteen na den grond: Men meende vast dat zy morsdood was, maar zy wierd 'er fpring levendig uitgehaalten in myn Huys gebragt. Door behulp van enige toegediende . hartfterkende Geneesmiddelen deed ik haar fchielyk van haareeerfte ontfteltenis herkomen , en haar daar op by het kaarslicht wat nader befchouwende, verbeelde ik my aan haar zwierige opfchik dat Agnitje aldus was zy genaamt, een galant: Meisje of een gekamert Matresje van de een of ander Liefhebber moest zyn; Ik begreep dat ik my bedroog, zoo drae zy de Naam en de Woonplaats van haare Ouders had opgenoemt 9 waarom ik ten haren opzichten van denkbeelt verandert zynde, myn Dienstmaagd gebood een fleede te hertellen,, waar meede ik haar vervolgens na Huys deed brengen r In den aanvolgende Ochtenftond ontfing ik daar voor al heel vroegtydig de mondelinge dankbetuiging, van de Vader van Agnitje in een Bezoek die hy my kwam doen. Onder het praten geraakte wy toevallig over de Oorlogszaken in ge- fpreky  C 188 ) fprek; — Ja daar weet die Franfche Heer die ah Cöm me/aal op myn Kamers woont, wakker van te verteilen , zeide hy gulhartig: Jongens Kinderen . 't is een braaf Man vervolgde hy, -die prachtig leeft; Hf zou wel zin hebben myn Dochter Agnittb te trouwen, maar ik weet niet, lk heb kortelings zulke misfe yke dingen gedroomt ! Gevnagt hebbende wat hy dan gedroomt had? Lieve deucht M .w- iieur Ludeman ik kan 'er van fcbrikken als ik 'er om denk , hernam de i>oede Man ; lk droomde moet je weten, dat myn Commefaal opgehangen wierd , en dat Agnuje met hangende bairen fchreyde, en haar handen wrong , om dat zy van hem bevtucht was- Het viel my , Ik weet niet door welk een voorgevoel h de gedachten, of het geen de Vader van Agnitje my ter goeder trouwe vertelde, niet wel een Afirologifche Droom van waarfchouwing kon zyn ; Vooringenomen met een denkbeelt die ik op de Proeffteen van myn kunst begeerde te Hellen , bewoog ik hem de Horoscopen zoo van hem als van zyne Dochter te doen trekken , by welke gelegentheid ik bevond dat zulks wel degeiyk voor een Afirologifche Droom van eene' dubbelde beduidenis moest gehouden worden : Want behalven dat de Planeetfpraken duideiyke kentekenen gaven , dat de Franfche H*er zyn Commefaal een Legerverfpieder van beroep was die eerlang een Dood in de Lucht zouden ondergaan, gelyk ook dat de Zwangerheid van zyn Dochter buiten alle bedenking fcheen te zyn, zoo liet het zig in de tweede plaats a!s een gewisfe zaak van vry meer gewicht aanzien, dat de Zoon wnar van Agnitje binnen een half jaar tyds bevallen moest, in het jaar 1805 de Moordenaar zouden worden van eenen Jjngen Prins, die de allerlaafte Mannelyke telg van het VoriTelyke Stamhuys van N. * * S, * zouden wezen. Ik gaf van de beide eerfte ontdekkingen opening aan den Ojden Man, onder aanbeveling van voortaan op zyn hoede te zyn, en één oog in het zeil te houden, terwyl ik het laafte verborgen hield, om dat de ontknoping zig in eene nog te verre afltand vertoonde, dan dat wy het zoude beleven; Uic geloofwaardige berichten vernam ik naderhand de Echte tyding, dat de bewuste Franfche Heer in een der vol-  C *8y ) volgende Zomer - Maanden ergens in een Leger als Verfpieder betrapt zynde, aldaar opgehangen was, en niet lang daar na kwam de Vader van Agnitje my de verlosfing van dezen zynen Dochter van een welgefchapen Zoon met betraande ogen boodfchappen. - Men kan niet ontkennen dat zomtyds één Boer, éen Matroos, fa zelfs één Schoenlapper met een Afirologifche Droom bedeelt worden kan; Ik zou 'er voorbeelden van kunnen aanhalen die verwonderenswaardig zyn, dan terwyl het beknopt bedek van myne Triumpb-Zaal geene langwylige verhalen gedogen, zal ik degts van eene koddige ontmoeting gewag maken die my on« langs met een Zalmboer bejegenda en waar toe eene raare Aftre* logffcbe Droom eigentlyk gelegentheid gaf: Goejen dag Sinjeur fchreeuwde hy met een vervaarlyke holle dem zoo drae hy binnen trad, Myn Wyf en ik hebben by den Seldrentt.nt voor eergisteren Nacht eene Droom gehad; Als jy nou een goede Tovenaar bent, dan moet jy jan - jlramme akkraat kunnen raden wat we gedroomt hebben, maar daar motten geen Tierlemantyntjes of Meulentjes onder lopen, verftae je wel Sinjeur! Ik kon my niet bedwingen over de ongepolyde uitdrukking van Jaap de Zalmboer hartelyk te Laggen; Maar hoe meer ik lachte, hoe bozer by wierd: Hy begon ten laaden vergramt over myn fpoiachrig gelaat, wakker op my te razen en te tieren, en my zelfs voor één Gek cn een Weetniet uittefchelden, onderwylen dat hy weigerig bleef my de benodigde uitfluiting van de beide overiénftemmende Dromen te geven, zeggende dat ik die raden moest of dat de ganfche boel van myne Planeten geen duid waardig waren. Om niet langer met Jaap te twisten, terwyl hy een groot Slagters Mes op zyn Schootsvel droeg, en behalven dat, voor een "bedreven Bekkefnyder bekend dond, floeg ik hem voor, om de z?ak door middel van de Horoscooptrekking van hem en zvn Vrouw, te willen beproeven; en dit gefchied zynde, verklaa'rde ik zonder de minde bereutering in myn Wezenstrekken te vertoner., dat hy en zyn Vrouw niet voor eergisteren Nacht, gelyk hy verkeerdelyk opgegeven had, maar wel ze?en Nachten geleden, de hier volgende niet onaartige Aftro- B b h-  ( 190 y kgifcbe Droom te beurt gevallen waren, waar van ik de bedt* denis voorzeggen zal. oeQl!1 hem 7CuuPHT!hTé3Faap Z6ide ik verv^ns al fcherzende tot nem, hebben gedroomt, dat een van uwe Oudde Konvnen b° gpn te fpreken dat het beste paar van uwe Dui4n S 0± en dat men u drie douzyn van uwe befpaarde Hoender■ Éveren *c dl kfu Wi6rden' heefc ^ on"?eemden7maar tLfuï ^ **?31 d°°r de w^^mheid van u Bnurmans M.t i VS -gerrden V Al wat ft daar Parlementeert- Z 7T, «.J?1 "u hernam ik» om «>t de uitlegging van deï » ze Ajlrologtfche Droom - Geheimen overtegaan, zoo weet dat „ volgens de Pianeeten-Galmen beteerde beduid dat u veoud „ de Zoon die zedert enige weken aan eene verwaarloosde kwaal „ ftom gebleven is, binnen korte dagen weder het gebruik van " zJn/Praak/erkry?en zal; Dat het tweede en derde Lid vil ,, uheder beider overeenflaande Dromen te kennen w'1 gejn „ dat uwe beste Knegt en Meid beimelyk zullen aanf^nnfn om' " u uTa u haZCPad te ki£Zen' na vergaande pogingen om " i 6 uen°Ven laa een fomme van 3^0-Guldens die Gv » «.een Kist befloten heb, en welke door de drie douzynHoS >, der-Eyeren by Zmfpeling in den Droom eigenaanfe^oSx. „ afgeoeelc, maar dat dien misdadige aanflag door de waakzame „ zorg van een uwer getrouwe Boezem- Vrienden, (iTzZ » beroep k een Za[mverkoper zynde) en die juist toevalïg by „ het kneken van oen morgendond op het Pad zil zyn als d™ „ gedwarsboomt of liever geheel te leur gedeld zal Sen, - -!? lut, 1 ut, voor die dingen ben ik niet bang riep faaó Ik het onzen AA, en Neeltje in Zesfen om my e bedten rgHv verbet my na dit gezegt te hebben, heel fpoedig,- onde Se'loftl van my te zullen gedenken; Inderdaad hy kwam my tien of twaJr dagen na zyn eerde bezoek eene weergaloze gerookt Zalm r ! een verenng brengen, zeggende dat alles zoo^S gebeurt Z ik op die tyd voorzegt had. i^oeurc, ais Ter zeiver tyd dat de verhandeling over de Mro!o°ircbs D v, mn hier meede afgelopen zyn, bieten my Lg^^  C I9« ) heden te binnen, welke onder den kreits myner Starrekundige Waarnemingen voor de drie Loopjaren 1805, 1806. en 1807 wel degelyk begrepen zyn ; Als by voorbeelt , dat gedurende de zes laaue Maanden van het jaar 1805 onder alle de Christen Volkeren van Europa zonder onderfcheid, het drinken van allerley zoorten van wynen en gedistelieerde Wateren, gelyk ook het hertrouwen van Weduw -Vrouwen fcherpelyk zullen worden verboden, om redenen welke myne Vrinden de Planeten my gebieden voor als nog te verzwygen; Dat verder voor zoo vee de Gebeurtenisfen van het jaar 1806 betrefven, onder anderen als iets merkwaardig kan worden befchouwd, dat op het fpoor ener a s dan nieuw ingevoerde Moode de Pracht en kostbare geldverfpillmgen ten aanzien van de Mannelyke en Vrouwelyke Pronkgewaden zodanig beteugelt, of om beter te zeggen in ongebruik geraken zal, dat niet alleen het eerwaardig Burgerfchap, maar byzonder Perzonen van de groote waereld hen als om ftreyd bevleytigen zullen om eenvoudig en nederig gekleed te gaan. Dan het geen als een meer opmerkelyke zaak den omloop van dit jaar by uitnementheid verluideren moet, is het groot ontwerp dat op de baan sebragc zal worden, en eigentlyk hier op uitlopen zal, om de fangwyligheid der Procesfen hier te Lande door welvoorziene maatregelen voor de Hooge Overigheid aftefnyden, aan ongelukkige en behoeftige Weduwen en Weeskinderen een fpoediger recht te verfchafven, als meede om voortaan de Crimineele Rechtsgedingen niet willekeurig, maar na de letter van de Wetten door de Rechters te doen beöordeelen. Wyders valt aangaande het laade Loopjaar 1807 met eene volzekere grond van verwachting te voorzeggen , dat men oogfcheinelyk ongemeene gistingen by~de Keurvorden van het Duicfche Ryk befpeuren zal, wegens den voorflag die denkelyk destyds by zommige van hen geen in. vloed zal vinden, namelyk om de hooge waardigheid van Pvoomsch Keyzer in plaats'van verkiesbaar gelyk zy altyd geweest is, nu ra het vervolg Ervelyk te verklaren. Bb a N°. XII.  N°. XIL ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, RAKENDE Het Schrikkeljaar 1808. vertonende de Tr iümph. bo ogConcordantiën, bet geklank derZln onderfcheiden Planeet-Bazuinen. LES Kt* S?**- •He andere plechdge'Wr™dSge'„ " ^"fi" der Serveerders, by ei.zondering Len Jl, b * «™ ™ J*""|V » «W. £de Afbeeidi g se Afirologifche Triumpb - Boog alleen 00 Hf» P.an«!Ci ?y van allerhande waereldfche Lot|evalIen zie? PJaneetk]anke° ' ' I  C 193 3 houden het voor de zamenftemming der zeven onderfcheiden uitblinkende tydperken van 'smenfchelyke Leven,maar dat kan riet door den beugel, om dat het zeker is, dat alle dervehneen wen één-entwintig Schrikkeljaren beleven; Andere nemen de Concordantie tusfchen het zevental tor Planeet-Bazuinen eigentlyk voor de zeven buitengewoone Wonderjaren die zy drvven dat alle 84 jaren noodzakelyk moeten invallen. Maar zonder al te verwaand te zyn , ben ik onder verbetering van begrip , dat men in een figuurlyke zin met anders onder de benaming van Concordantie in opzicht der zeven Planeet-Bazuintn begrvpen moet, dan een zevental van gedenkwaardige Gebeurtenisfen waar van ieder Planeet op zyn beurt er een doet geboren worden , of tot een zeker oormerk befliert, en in da? gezichtpunt kan ook alleen de oprectmng ener Jftro. looifehe Triumpb-Boog plaats hebben. Om nu vervolgens zodanig een Triumpb- boog met groene laanzen te omvlechten, zal ik het zindreend gekiank der zeven onderfcheiden Planeet-Bazuinen welke z.g m het Schrikkeljaar 1808 op eene verrukkelyke manier zuilen doen horen, en waar van ik my voordel de Concordantie proef kundig te befchryven, door middel van het verhaa van zeven Adrologifche Voorbeelden gaan affchaduwen ; De Levenstyd van een Mensch is doorgaans zoo kort , dat 'er genoegzaam onder de tegenwoordige Tydgenoten niemand gevonden zal worden in wiens oren de Hevelyke melody der kso* Planeet-Bazuinen in \ laar 1808 zullen klinken: Men behoeft derhalren genendeele verwondert te z>n , dat ik op de aanfponng van myne Vrinden de Planeten my met eene verdubbeling van blakende We bevlytigen wil om dit Aftrologfech Veld van Befp.egehng met aangenaame kouleuren te doorzayen , en dit is het waare beweegrad die my althans doet befluiten om regelregt toetetreden tot de verhandeling van de zeven voorbeelden welke de Zinnebeeldige affchaduwing der Planeet-Bazuinen zamenftel- Het eerde aantrekkelyk voorbeelt hetwelk volmaakt drookt* met de Bazuinklank van de Planeet Sol, bevat het Gefchiedverhaal van de Perfiaanfche Prinfes Eulomtne wiens Vader een Bb 3 6e"  ( 194 ) kende Vader optezoekeT i3i ?mzwerv,I?g om haren onbeden Tbroon van ££ '«^L? ^ "™S om JP Vorsc die haar Gei ^ e^ « dde be aPnl^ SenPdd?eg?k' bel \T « « MWMneernrnfri g , ' Ce Wete°' Wac nader ondervroeg, en wanneer ik uit zyn mond vernam, dat hy een Vondeling wis dje door een Boer in het Dorp Scheyndel 1 meedelydenaa?n zvn Huys genomen, en tot den Ouderdom van zes jaren opXoed zynde, vervolgens aldaar door een bende zwerveKaïafoMr. «K* ÏT* Wi6rd' meC h6C °m hemlor een noPo d Xn Sr"' V°0r hu-e.Be^^aam te doen dienen" »0 h er^en dfr^Th?»?" V"f™ ^ meC de Büdehars 'roup nier en daar op het Platte Land gezwor/en te hebben ten laat ten met een verminkt Man, en%en geeltanig Vrouwsper oot ï? t h?°aPJ diS V°°r Z*n Vader e" Mofder doorgn'en W na tfddaZ b2jand' 6n Z6dert verb!even oliddelyk na deeze opklaring van zaken, my door de Aflrolo°irch* Vuurvlam beftraalt voelende, trok ik in tegenwooXbeM v n" den Jongeling andermaal zyn Hcroscoop; Allts gelukte byzondï wel, te meer om dat de Planeet Sol, waar onder hy gebSren was , in de Hemelzalen prefideerde ; Om kort te gaLS, my ï blydfchap kon geen palen, wanneer ik Zonneklaar ontdekte dat den, zoo bewerkte de kruipingen van het bloed, zoo wel als de gelykheid van de Phifonomie die zig tusfchen hem, en de Jonge Jan Kasper opdeed, dat hy deeze ras voor zyn Zoon herkende ; Als zodanig omhelsde hy hem als een teerhartig Vader, onder belofte van zorg voor zyn Fortuin te zullen dragen. Dit alles gefehiede met zoo veel aandoening dat ik werk had my van traandorting te onthouden; Ach dat de Natuur altyd zulke Zielverkwikkende wonderen mogt doen ! Na het voorverhaalde op die wyze ten algemeen genoegen afgelopen was, verzogt de Kapitein my met verpligtende bewoordingen , dat ik tog ook eens zyn eige Horoscoop zoude trekken : Daar behoefde niet veel aandrang van redenen om hem te voldoen, opdaandevoet voldeet ik aan zyn verlangen; En zie daar het geen ik hem woordelyk te kennen gaf: ——— „ Myn Heer ! Gy zyt de Zoon van één Man die als Kollo„ nel in de beruchte Veldflag van Fontenoy gefneuvelt is; In „ een van de drie jaren 1786, 1787, of 1788, zonder zulks ^, onfeilbaar te kunnen bepalen, zult Gy in de dagen der „ Landberoeringen het Opperbevelhebberfchap over eene klei„ ne Legerbende verkrygen , dat ergens tot een Cordon zal „ worden zamengetrokken, en Gy zult in den hoogden graad „ niet alleen het vértrouwen van uwe Bïtaalsheren en Mee„ ders daar door winnen , maar eene verklinkende Naurn by „ uwe Landgenooten verkrygen." Den Officier hier over ten uitterde ontzet, beleet dat de voorzegging ten opzichten van zynen Vader overéénkomdig de waarheid was, voegende egter daar by niet te kunnen geloven, dat het laas» te immer gebeuren zoude; Dit belette niet, dat hy my vier Ducaten in de hand dopte, en heel voldaan met de Jonge Jan Kasper zyn natuurlyke Zoon weg ging. Het  C 203 ) Het geheugt my in het jiar 172}, wanneer volgens de order des tyds° één Triumph-Boog van Concordantie opgereeht wierd, en het geklank der zeven Vlaneet - Bazuinen zig onderfcheidentlyk deed horen , Afirologifche Waarnemingen te hebben bygewoont, welke alle denkbeelden te boven gingen, gelyk by voorbeelt dat gedurende het jaar dat de Concordantie tuslchen de Planeten duren moest, het op een Vry dag niet zoude regenen, en dat verder allerley ondernemingen hoegenaamt die op een Vrydag gedaan wierden, gelukkige uitfla. gen zouden hebben, zoo als ik bevonden hebbe dat ook nimmer in dat jaar gefeilt heeft : Ik ben daarom van gtdachten dat alle deeze dingen inzonderheid in het Schrikkeljaar 1Ö08 weder plaats grypen zullen. N°. XIII. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, BETREK KELY/K TOT De drie Loop jaren 1809, 1810, en 181 '• Met Kunst* en Vliegwerken verreykt. ]5V3[en hoord Menfchen van ondei fcheiden Standen en Beroepen van hunne Kunst, en Vliegwerken fpreken, de Kwakzalveren, de Koordedanzers, de Gochelaren, en ik weet riet wie ^al meer fnorken daarop ; Wel waarom zouden wy Planeetbefchouweren op onze Aftrologijcbe Kunst, en Vliegwerken als van vry meer aanbelang voor Tydgenooten en Nakomelingen zyn-  C 204 ) Mig, al, L„ [0gt SlitSauffc"™?11/^™1* **■ pen zig na de n,oode van donder te kort te doen sti aa ™a r l •, keake het Oeffenfchool £ £^ ' ™l' der zonder de zaken metHeene^ et ZtlofZ <661 . Planeeten dfen', om^TVg^d^ 2 «V** dw bouvvd zyn, zouden ons eemakkelvfc J? ? S"rrekunst Tovenaarfchap kunnen v v ï ! 1 Jen blaam van hec wilde, dat ÏHe dTvoSoS* van hoedanige natuur die ook wezen motnniefZT^ dan eigenaartige Kumt en WeweS Jaa? CrS Zyn noodzakelyk bedienen moetenïXn zai ZTYWV 0DS geen onaangenaame tvdkordnV hV»SL denkelyk voor volledige befehryvin^fan hegt ÏÏ ïj ^"""Z ik hier de fche en Flie^rkelin a (e ïIaga!yn der Mro]o?> doen volgen zal. €^"rken 111 a,le zv"e aantrekkeiykheden niet" ,Tn t^Z^^A ™ ™ ke by hunnè vi™ 7 zommige bereisde Avanturiers wel. dryvende voorweroen Lar < - in de boven' zwak bepaalddy^ ^ hRaare Nativiteidslhr hun mand van een ^SflrT" ? voorbeeld, als Iegoedaarug Ouraéter en één gelukkig Phifono.  C 2°5 ) ffiie fchoon van ^^*%^^>^t Inwiskuoftfee gronden zyn Horoscoop ce trekken, zonder 2 ?r hef Sp van een buitegewoon onderzoek van de PI nee lonen zoo min als de beftraling van de Aftrologtfcbc SS toe nodig is; De oorzaak hier van is,dat deifc** Tï^erkenmafr alleen tot het* befchouwend deel van de k^«te5SkfaR , en niet tot de Planeetknndige voorzeggingen van toe^Sde Lotgevallen behoren : Aldus is bet my veelSendnTUter Kunst en Vliegwerk by het trekken van Ho oscoten gelukt, voor de vuist te voorzeggen , dat «/nrvvfdvwvi^uw binnen 8 Maanden hertrouwen zou, &t binnen het jaar één ^J^^^Se de trekken, dat Pleuntje gevreyd wierd , en van ^"S™ 7«vaneer was, dat Jan na verloop van eén half jaar een ry £ de Qost-Indïen te beurt moest vallen, en wat dies meer is Ondertusfchen kan ik niet onaangeroert voorbytan da de Mrologifcbe Kunst en Vliegwerken o? z,g zeigaan, nat ae *j d plaReetkianken, aan T g?TZl bvfter ffüen kïnnen, inzonderheid als deProgtSSSSL tar bepa en S aannaderde flerfgevaHen, of wei ïofaXigelewichtige Gebeurtenisfen die ganfche Landfchap- PeOm v~s^n,zommige myner voorzegkundigeBedryven van eeneSrolyke natuur overtefpringen , als welke besc Schik? zullen zyn om de Kunst en Vliegwerken ^né^befevTJZlogist in een helder dachlicht te (tellen; Zoo bedn ik het verhaal van de kluchtige ontmoeting die ik voorheen met Mevrouw Pomponia ^^ebV?S die Hiftorie is overwaardig hier ingelast te worden. Zonder «rfge ardere hulpmiddelen &dan door Kunst en Vliegwerk: on, a lwP ik onbedenkelyk gezwind, dat haar Vader een drondkeerfB d utetrtneJen^oraelyk Hof, h*rGe^een tvke Zot, en haar Minnaar een der weggelopen Zonen w Ëpotratls lbooX was die nimmer geen Mensch ha» verSSTf om dat hy nooit geen Patiënten bedient had ; Ma«  ( 205 ) toen ik haar zulks openhartig berichte , gaf Zy my zu]k eene zware Souflet in myn aangezigc , dat 'er my de tanden van kraakte : Ik vroeg of het ernst , dan kortswyl was ? - Ben je mal Kaerel zeide hy, bet is maar uit Vri-nd. Jcbapt _ De Drommel haalt zulk een onfaakelvke Vrindschap , Mevrouw riep ik half verdoom Pomponia Medufa drong daar op fterk aan, om haare verdere Lotgevallen te weten, en zie hier waar dat op uitkwam. ,, Als myn Afirologifche Kunst en Vliegwerk met betrek. „ kmg tot u Horoscoop vast gaat Mevrouw, volharde ik be„ daart te fpreken, dan zal uwe Echtgenoot boe zeer hy aan „ zyn verftand niet barften zal , echter ontdekkende dat Gy ,, by aanhoudentheid de gedeferteerdeHypocrates Zoon, uwen „ Minnaar de handen vult, en dus zyne inkomften groren„ deels op eene onwettige wyze verfpilc, ten laaften niet lan„ ger Meefter van zyne Jalouzyvlagen blyv.n, maar geholpen „ of mislchien opgeftookt door Perzonen , welkers belangen „ het waarfchynelyk is om eene Echtfcheiding tusfchen uw „ bende te bewerken, u eerdaags voor enige Jaren ter bereu„ ge ing van u overfpelig gedrag in één Verbeterhuys doen „ opfluiten.' Pomponia Medufa had zoo draë deeze laafte urfpraak niet aangehoord , ot zy vloog my andermaal verwoed op het Lyf; Als myn Kunst en Vliegwerk vast gaat, nep zy met eene blakende toorn, dan wü ik thans op ™y" be"" joor de Sottifes die Gy my zegt u de ogen uit het Hoofd krabbelen! Ho, Ho, Mevrouw, dat is waar- lyk geen Vrindfchap meer, viel ik haar in de reede, terwyl ik fchielyk van myn Stoel opft nd om haar woede te bedwingen; Doe wel Myn Heer zeide zv, met een verraderly- ke Grimlach, ter zeiver tyd eene diepe buiging met het Lighaara makende, waar meede zy vertrok, zonder om de betaling te denken, en het was eerst twaalf dagen daar na, dat ik de uitfluiting van de Hiftorie van Mevrouw Pomponia Medufa vernam, door middel van een bezoek dat een o.ibekent Heerfchap my kwam doen, en waar van de gevolgen onder het trekken van zyn Horoscoop, niet minder aanmerkenswaardig waren. Wy maakte niet veel Komplimenten, hy verlangde aan zyö kant,  C sp7 ; kant en ik aan myne zyde ruim al zoo fterk, om tot de volvoerine'van de zaak waarom hy gekomen was, overtegaan; Myn Kunst en VlUswerk deeden my ras onderkennen met welke fnaak ik te doen had; Na de Horoscooptrekking gelch.ed was, begon ik uit dartelheid zoo wat te meesmuilen, wat Zeggen de Mirakelen Beer Lddsman? Vroeg hy al boenende; — Och zy zeggen niets van belang, voerde ik hem koeltjes te gemoet, als dat Gy wel eer in de Geneeskunde geftudeert heb " gehad , dat uwe gewezen Minnares 't welk een getrouwde . " Vrouw is, werkelyk in één Verbeterhuys op^floten zit, en " dat uwe Schuld-Eysfchers bedagt zyn, u wel haast een by na * eelyke omftandigheid van Gevangefchap op den hals te zuHen " halen, dat is te zeggen om uwe fchulden in dezer Stads Gy" zehng te willen plaatzen.» — Ja zeide, h, vergramt toen ik Si.ec-fproken had, Mevrouw Pomponia Medufa die by u haar Horoscoop heeft doen trekken, is eergisteren avond in een Verbeterhuys gebragt, maar ik geloof Hondsvot dat het u vervloekte fchuld it, ter zeiver tyd trok dien ongepromoveerde Geneesheer zyn Degen, onder bedreyging van my te zullen doorfteken als ik hem niet fchielyk een middel wist aan de hand te «ven, om Pomponia Medufa uit haare Gevangefchap te verlosfchen en haar Gemaal in het ongelyk te feilen ; Ik weet niet hoe het met die geweldadige Bedreyging bekwaam om Iemand te verbloden, afgelopen zoude gehad hebben, indien Jan myn getrouwe Knegr, en Britta met gezamentlyk by geluk tot myn ontzet toegefchoten waren : Myn Dienstmaagd had intusfchen dat wy hem vast hielden, vaardig een der Onderfchouten met een paar Gerechtsdienaren tot hulp gaan halen, en dezen dwongen hem tot de keuze die hy genoodzaakt was oSftaandevoet te moeten doen. of om 50 Gulden voor de Se Horoscooptrekkingen van zyn Perzoon, en Mevrouw Pomponia Medufa, en zyne daar op gevolgde geweldadige aanran* ding zonder uitftel aan my te moeten betalen, of ondt he Raadhuys gevankelyk gebragt te worden; Hy verkoos net eerfte! voldeed zelfs de Bedienaren van de Juftine mildadig , en ftelde aan den Onderfchoud zyn Goud Horlogie zoo lang m on- Dd a ocr*  ( 203 ) derpand tot hy my de bedonge go Gulden voldaan zouden heb- .Behalven deeze beide ingewikkelde Horoscooptrakkingen welke onder het aantal myner betoonde Kunst en Vliegwerken behoren, heb ,k door middel van dien meer andere nL onaarri^ en tevens wel uitgevallen Prognofticatiën uitgewerkt gehad; Zoo •heb ik onder ander anderen blotelyk door Kunst en Vliegwerk L lt ' gansch en gaar zouden afbranden, zoda- mg dat er mets dan de Puinhopen van zullen overblyven: Nog niet lang ge.eden is het my gebeurt, dat ik door louter Kunst ^ fjtegwerk aan Myn Heer V. D. H, die in myn Leefryd in de Regermg geraakt is , wist te voorzeggen, dat hy weldeaanzienelyke Eerampten van Hoofdofficier, en vervolln^ ™ Burgermee/Ier in een der Maasfteden bekleden zoude? Maar dat hy des onaangezien de tyd ftond te beleven, dat hy door de It hl l de !SC°eI d6r Re^rin§ ZOU worden gebonst , om dat hy de eenmaal aangenomen Gevoelens van zynen Vader verlaten had Ja het was al meede door Kunsten Vliegwerk dac ik Iemand waarfchouwde, om Niemand niet te betrouwen vermits het vergift in de dagen der algemeene verwoeftingen fterk in zwang zouden gaan. zoo dat de Vorften wel mogt!toezien T*70,0lhuMe e'ge Honden niec gebeten te worden. . Wel hoe wat hoor ik Ludeman! Maakt Gy zomtyds gebruik van Kunst en Vliegwerk by het trekken van één Horoscoop* Vroeg laast een zwaarlyvig Man, die een Paruyk zonder krullen van zes Ponden zwaarte draagt; Ja wel, waarom niet? Beantwoorde ik myn zwaar gepruikte Man: Gy kunt my geen Kunften Wetenfchappen nog Beroepen,om kort te gaan,|een waereldfche zaken hoe genaamt, opnoemen, of daar worden na maate van de byzondere betrekkingen en fmaken die elk Clasfe van het Menschdom eigenaartig is, wel degelyk van Kunst en Vliegwerk gebruik gemaakt. By voorbeeld één Theologant die op den kanzt 1 ftaat, en die meer door uiterlyke gaven d*n door hartroerende of zondenbeftrafvende Leerredenen zoekt uittemunten , bedient er zig veelmalen bedektelyk van ; De Rechtsfeerde tdie alle zyne krachten, en vermogens infpant,om door zyne wel-  C 209 ) wlbefpraakte tong den Rechter te bechogelen, en de wetten in voordeel van zyn Client teverdrayen, ^ » te «ggen, o^en zwart bemorst misdryf, in een blanke onfchuld te heijchepp^ wat doet die tog anders dan van zyn Kunst en Fhegwei kj? bruik te maken? In een woord de Geneesheer die mrfchien eerst een paar douzyn Patiënten door onkunde of onwetenthetd vermoord heeft, alvorens de oorzaken der kwalen te trefven, en geneeskundige hulpmiddelen daar toe uittevinden, ^«best de Tioodzakelykheid ter gebruikmaking van zyn verhemelde Kunst Zviiegwlrk te beoordelen: — Gy heb geen ongelyk Ludetaan de dingen over het algemeen genomen, aldus gispender ZTze in haare oppervlakte te beoordelen viel Contraftus my met «yn zespondige Paruyk hier ter plaatze in de reede, maar het 7ol 'er eigentlyk op aankomen, om door vastgaande Proefnemingen zoo wel als op het gezag van onwraakbare bewysgrondengte betogen, dat de? Kult en Vliegwerken met belang tot de Afirologifche Wetenfchap in het algemeen en tot de Horoscoopbewerkingen in bet byzonder, zoo noodzakelyk zyn, dan Gv u verheelt. , . na Terwvl wy over dit belangnemend onderwerp voor de Geleertheid, wydluftig fpraken, liet zig by my aaudienen een bee Dame'die bflf doof, of ten minften zoo als ^woon is te zeggen, heel hardhorend was ; Ik trok h^v Horoscoop in tegenwoordigheid van Contra/lus, niet dat gevolg dat hy er ovfr verbaaft fcheen; Het werk van onderzoek verricht zyn e won ik met haar te doen begrypen, hoe nodig het «auto :k haar eerst van haare Hardhorentheid genas, alvorens opening va„ de ontdekte zaken te geven : Zy bewilligde met eene ongemeene wilvaardigheid in myn voordel, en ik had het geluk van binnen een quanier uur tyds de verftopping van het trommelv ies doo inblazing van een Auditoriaal Poeder wegtenemen waar door zy ogenblikkelyk weder tot het volle gebruik van haar Gehoor perSkte. - Wel nu Dame ze.de ,k vervolgens ,ot haar. thans is de lleen des aaniloods verdwenen, die u 10 zoo veele ongelegentheden gebragt heeft gehad; Maar wat ïïlt Gy dat ik u verder zeggen zal? - Al wat u Mtefi Heer Ludeman antwoorde de wellevende Dame met een Dd 3 bl?  C 210 ) bly gelaat, Biegt maar regt op, men zal u fleets met vermaak aanboren; - Gelooft dan Mevrouw hervatte ik dat ik my m het trekken van u Horoscoop juist zoo fterk nie't bepaa.c heb om de ConfteÜacie van uwe befcherm Planeec Lunet te onderzoeken , dit zoude hoe zeer het uwe NatiWteidsttar is , buuen den haak gewerkt en bedriegelyk gehandelt zyn; Maar weet, dat de enkelde gebruikmaking van de Allro* logijche Kunst en Vliegwerken voiftaan, om u het volgende te kunnen voorzeggen: „Als voor eerst, dat alle de misvattin. „ gen en verdenkingen welke Gy van u Echtgenoot , van „ uwe Dochter, en Schoonzoon, als meede van alle uwe Huys» „ bediendeh opgevat heb , niet alleen ongegrond zyn , maar „ dat nog de een, nor den ander, ooyt in de gedachten ge„ vallen is om u ongelukkig te maken , veel minder volgens „ uwe verbeelding zig tot werktuigen optewerpen, om u on„ der het Curateelichap te brengen, of u Perzoon gedurende „ uwe overige Levensdagen optefluiten; Dat het wantrouwen „ het welk doorgaans met de Doofheid of Hardhorentheid „ gepaart gaat u gedeeltelyk dit vermoeden hebben ingeboe„ zemt, en gedeeltelyk de aanblazingen van een party kwaad» ftokende Vloerloopfters welke meest alle die huyskrakeelen „ gebrouwen hebben : In de tweede plaats, dat u Echtge„ noot die u al zoo fterk bemind, als ik bemerk datGy hem „ liefde toedraagt, door overmaat van hardskwelling binnen „ weinige dagen aan de gevolgen van eene beroerte in doods„ gevaar zal geraken ; Laat u ondertusfehen dit laafte niet „ verfchnkken Mevrouw befloot ik,want als alle de Doétoren „ die Gy goedvinden zult by hem te halen, zyne beroertheid „ voor ongeneeslyk verklaaren, en hem opgegeven zullen heb. „ ben, kunt Gy my vryelyk ontbieden: Ik zal tonen dat ik „ hem voor ditmaal herftellen kan." De welgemanierde Dame vertrok hier meede onder het gevoel van zwaare aandoeningen en uitlootzmg van diepe zuchten , zeggende , na my rykelyk betaalt te hebben , in het uitlaten op de ftoep tot my,Myn Heer Ludeman Gy weet te veel voor één Menscb! Onderwylen dat Confirastus als van verwondering verftomt blyvende ie noodzakelykheid van het Aprologisch Kunst en Vliegwerk ia  C 211 ) in de Horoscooptrekking moest erkennen , en my beloofde nader te zullen komen bezoeken : Het bleef hier niet by, men ontbood my ongevaar 36 uuren daar na by de Gemaal van de bewuste Dame die wezentlyk na het geen ik voorzegt had, door een Beroerte overvallen zynde, genoegzaam hopeloos lag te Zieltogen , dog ik was gelukkig genoeg om na verloop van 15 Dagen zyne volkomen herftelling te bewerken. Ik heb beleeft dat men my kwam vragen, of de Vryheid der Drukpers onder een vry Volk gelyk hier te lande geen gevaar zou kunnen lopen van beknibbelt te worden , of verloren te gaan , en ik heb geen ander fpoor dan myn Kunst en Vliegwerk gevolgr, om die vraag met Neen te beantwoorden ; Men zal my het recht doen van te geloven , dat ik 'er bygevoegt heb , dat men over 25 of 30 jaren , of ten langften genomen, zoo als ik thans zou durven ftaande houden, by den uitgaaf van dit werk bevinden zal, de Vry beid der Drukpers hier te Lande tot die hoogte geklommen te zyn, dat zy de zoo hoog opgevyzelde Nationaale Vryheid der Engelfche Drukpers verre te boven zal dreven ; Dan aangemerkt tot dit wetenswaardig onderwerp één zeer opmerkelyke Horoscoop behoort, waar in het Ajlrologisch Kunst en Vliegwerk by uitnementheid uittlraalt, zal ik tot de onmiddelyke befchryving van dien, my gaan verledigen. Het gebeurde omftreeks de laafte Vreedefluiting van Aken, of zoo ik minder vervreemt ben met zekerheid te bepalen, gedurende bet jaar 1749 , dat op één Zondag Morgen wanneer ik aan niemand anders dan aan Noordhollandfche Boeren en Boerinnen gewoon was Audiëntie te verlenen , door iryn Knegt wierd aangedient de komst van een deftig Man fiaiig in het Zwart gekleed , die my heel beleefdelyk deed verzoeken een half uur tot het houden van een geheim Mondgefprek met hem, te willen uitbreken , onder aanbieding van eene beloning die evenredig zouden zyn na de Vrindfchap die ik hem bewyzen zoude; Op dit veelbelovend bericht fcheepte ik het Boere Gezelfchap zoo fchielyk af als mogelyk was, en gebood Jan myn Knegt om intusfchen dezen aanzienelykeBs- zoe-  C 212 > zoeker in myn Studeerkamer te geleiden , werwaards ik niet verzuimdee hem terftond te volgen. Na van weerkanten ds begroetingen gefchied waare, deed hy my verflag van de oorzaak van zyn komst, zeggende , dat verfcheide aanmerkelyke redenen zamenliepen om hem bedugt te doen zyn , dat eerlang aan de Vryheid der Drukpers de voornaamfte Pronkzuiï en de beste der voorrechten ener vry Volk, zodanige verdervelyke inbreuken zouden worden toegebragt, dat om de Drukpers onder een flaafagcig bedwang te brengen , bereids voor» flagen gedaan wierden om Cenfores of zogenoemde Keurmeefteren van Nieuw uitkomende werken intevoeren. Een bood»fchap van dien aart, kwam my zoo misfelyk als verdacht voor, waarom ik befloot de onbekende Voorltander van 's Volks Voorrechten, welke, zoo hy zeide, uit dat grondbeginzel zyn toevlucht tot myne Starrekundige Voorwetelykheid nam, eens nader ten opzichte van zyne hartstochtelyke gevoelens te ondertasten; Ingevolge van dat beduid, bewoog ik hem onder een verzonnen voorwendzel zyn Horoscoop te doen trekken, niet met het oogmerk om iets aangaande de gevreesde inbreuken rakende de Vryheid der Drukpers daar door te ontdekken, als waar toe het gewoone Kunst- en Vliegwerk volftaan kon, maar om door middel van zulk een Planeetkimdig onderzoek te onderfcheppea met wat Perzonagie ik eigentlyk te doen had ; Ik ondervond by het aflopen myner Afirologifche bewerking maar al te klaar , dat by, en nog een Letterkundige Pluimftryker, die naderhand in de Maasftad met den tytel van het Hoogleeraarfchap gepronkt heeft, in later tyd de Initrumenten zouden wezen , om den doodfteek aan de Vryheid der Drukpers volgens hun gefmeet Plan te willen toebrengen, door zig beide als onfeilbare Keurmeesteren van de uitkomende werken over alle de takken der Geleerde Weten» fchappen optewerpen. Het was daarom ,. dat ik geen andere Leidsman volgende, dan myne Afirologifche Kunst* en Vliegwerken, hem rondborftig by wyze van voorzegging verklaarde, dat zyne oogmerken, en die van zyne eerzuchtige Lettergenoo.t in het Jaar 1764. mislukken zoude, dat 'er vervolgens in de eerfte 20 daar opvolgende Jaren hier en daar wel enige pogingen tot ftremming van de onbepaalde Vryheid der Drukpers zoude voor- v  C £t3 ) voorvallen, welke voor zommigen ongunüig.konde uitlopen, n-air dat gerekent van het jaar 1784 tot by na de helft der Negentiende Eeuw, de Vrybeid der Drukpers hier te Lande mei alleen geen aanftoot meer lyden , maar gedurende hetzel. ve in zyn volle luider bloeyen zoude , ter befchaming van zulke laage Dwingelanden die de fondamenten tot den aan- . bouw der Letterkundige Maatfcbappy en bygevolg de Nationale Vryheid der Drukpers hadden willen onaermeynen. Hec onbeker.de Heerfchap zig met deeze uicfpraak weinig gevleid voelende, bloes fchielyk de Marseh, na een paar Ducaten op de tavel geworpen , en onder het heengaan gezegt te hebben : Het is jammer dat een Man van die uit ge- flrekte kundigheden, zulke flegte denkbeelden heejt! Het zyn de Aflrologilcbe Voorzeggingen voor de drie Loopjaren rSpOT, 1810. en 1811, waar omtrent myn Kunst en Vliegwerk nog enigzints in aanmerking komen kan ; Ik behoef uit de Goudmynen der J/lrologie niet optegraven de Geheime Ontdekkingen die ik hier over waereldkundig maken wil: Het zyn flegts de vooroordelen of liever onze eige overhellende Hartsneigingen welke onze manier van denken bellis'fchen, aangaande, het vertrouwen dat wy verkiezen te tollen in de'waarheid of onwaarheid van wonderbare dingen die nog gebeuren moeten. Daar zullen onder de Nieuwe Eeuwelingen waarfchynelyk Met,fchen genoeg gevonden worden , die. Uit grillige wanbegrippen weigeren zullen, geloof ce flaan aan het geen 'er in het jaar 1809 voorvallen zal, voor en al eer Zy by ondervinding Hen dat ik thans zoo door Kunst en Vliegwerk , dan door Planeetkundige navorfchingen weet te voorleggen; Hondert jaren te voore , namelyk het jaar 1709' geheugen nog menigte onzer Tydgenoten , welke eene vervaarlyke ftrenge Winter men toenmaals beleeft heeft gehad , zoo dat zy na het gevoelen van zommige Natuurkundige de Hard« Winter des jaars 1740 in ftrengheid van Vorst te boven is gegaan , maar by tegenftelling zal de Wintermaanden van het jaar 1809 in warmte , ja in ongemeene hitte de Zomer gelyk zyn , zodanig dat dit jaar een dubbelJe Zomerfaizoen uitleverende, de Boom en Veldgewasfchen ook tweemaal E e Vruch-  ( 214 ) Vruchten voortbrengen zullen ; Door Afirologifche Kunst en Vliegwerk meen ik als van verre te kunnen btfchouwen een zeker bewondert konstftuk dat in het jaar 1810 of aan de vergeteltheid ontrukt, of als dan nieuw uitgevonden zal worden , te weten om een Stad of Dorp , door middel van een paar douzyn hondert wielen, van de eene hoek van het Land na het andere te kunnen verplaatzen; En wat behoef ik meer van hec jaar 1811. te voorzeggen, dan dat in de Maand January gedurende Elf Dagen en Nachten zulke zwaare Misten , in het Zuidelyk deel van Europa zullen plaats hebben , als by Menfchen geheugen nooit beleeft is , met dat gevolg dat Niemand by Dag of Nacht zonder gevaar de Straten zal kunnen betreden, en vervolgens daar door in de Zomertyd de Rotkoortzen fterk woeden zullen. Myne Vrinden de Planeten verftoort over myne onoplettent* heid in het verhandelen over de Afirologifche Kunst, en Vlieg' werken , bevelen my uitdrukkelyk door de vastgaande wetten der Starrevoorzegkunde het Menschdom te waarfchouwen, van gedurende he: jaar 1809 geen Kalkoenen , nog Konynen te eeten , in het jaar 1810 met geene Antipatifche Voorwerpen, namelyk die met ons in denkbeelden of aangeboren geaartheden verfchillen , de minfte gemeenfchap te houden, en voornamelyk in het jaar 1811. zig van alle zoorten van ongebonden Levenswyze ter benadeeling van de Lighamelyke welftand, zorgvuldig te wagten , als welke driederley dingen ter * nakoming verwaarloost wordende, onfeilbaar dodelyke gevolgen naar zig zullen Hepen, gelyk de ondervinding op zyn tyd zal doen zien. N8. XIV.  c m ) N°. XIV. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, voor Het Wonderjaar 1812, , met eene AJlrologifche Verklaring over het Albeduidende Niets. xJuod autem nullem e/i, nullum froduicit efficlum! is eene aloude zetregel die zyn grond heeft, en hoofdzakelyk beduid, dat uit Niets, ook Niets kan voorkomen, dat is te zeggen voor zoo veel het Menscbmogelyke betreft; Maar het is onder die eigentlyke benaming niet, dat ik hier het woord Niets begryp ; Ik bedoel in eene oneigentlyke zin met het Albeduidende Niets waar van ik my voordel uitvoerig te handelen , een zaak van weinig belang , die genoegzaam gelyk men gewoon is te ipreken Niets om het Lyf heeft, of die in het oppervlakkige befchouwd , onder het gezichtpunt van zulk eene geringe aangelegentheid valt, dat ze by de meefte Leden van de Burgerlyke Maatfchappy als één onverfchillig voorwerp , geene de minile oplettentheid verdient, maar die ondertusfchen door haare gevolgen, uitwerkingen, en invloed op het waereldsbeloop , naderhand wel degelyk voor een Albeduidend Niets een dubbelde opmerking waardig , by doordringende verftanden verfleten word. De Afirologifche Verklaring over het Albeduidende Niets van dien aart zynde, als ik hier zoo aanftonds in algemeene Ee a be-  ( 216 ) bewoordingen ter loops kom te fchetzen , zal het vervolgens myn taak zyn om ter geiegentheid van de gewichtige voorzeggingen rakende het Schrikkeljaar 1812, of liever het Eerfle (Vonderjaar van de Negentiende Eeuw , volledig te onderzoeken , in hoedanige onderfcheide waereldlyke gevallen het Albeduidende Niets menigmalen plaats kan hebben , op zulk eene wyze, dat 'er als een gevolg van noodzakelykheid, groote zaken uit geboren worden ; Om hier dan de verklaring te beter in zyn gewricht te vatten, en het regte wit te befchieten , zal ik dat eerst door vliegende voorbeeldea wat nader gaan ophelderen. Na aanwyzing der Planeten heefc het Albeduidende Niets tweederley verfchillende Springbronnen, anders gezegt worteloorzaken, waar van men de eerfte Toevallig, en de laafte oorzaak Planeetb.werkend zou kunnen noemen ; Het Toevallige Albeduidende Niets gefchied fteeds zonder aandryvende beweegredenen , of zonder enig ander grondbeginzel te hebben dan het bloot Geval, waarom het na de begrippen van kundige Mannen niet oneigenaartig voor één Gewrocht zonder oorzaak kan worden genomen; Zoo heb ik onlangs gezien, dat Iemand by toeval, of buiten zyn toedoen een kleine fplinter in de Vinger kreeg, dat in den beginne voor Niets wierd aangemerkt, onaangezien hem naderhand door verflimmerende toevallen de ganfche Vinger moest worden afgezet; Indiervoegen ging enige jaren geleden , een arm Jongetje van 12 jaren oud, één onnozele boodfcbap voor zyn Moeder doen , die zoo te zeggen niets te beduiden had, en vond bygeval op ftraat één Engelsch Bankbriefje van 50 Ponden Sterling , 't welk des anderen daags aan zyn Vader op de Beuis betaalt wierd, zoo dat my naderhand is gebleken, dat het Toevallige Albeduidende Niets het Fortuin van dien Jongen heeft uirge. werkt gehad. Aan de andere kanr fpiuit het Planeetbewer. kend Albeduidende Niets uit een geheel ander Grondbegin. zei, aangezien derzelver Springbron uit de Planeetlopen voor. ■komt , waar door ter bereiking van groote en bedekte oog. merken het Albeduidende Niets van zodanigen aart, onweder. fprekelyk geboren word, het geen behalven in Staats en Oor.  c ^7 ) logsgevallen of algemeene Volksgebeurtenisfen , by uitnemenc heid fcheint plaats te vinden in de Lotgevallen van deeze of geene byzondere Perzonen, welke de opzettelyke voorwerpen van het Planeetbewerkend Niets zyn; Aldus geheugt het my . . . . Maar zagt ! Hoe klatert het zoo fterk in myn Obfervatoiturn 9 Wie zou hebben kunnan dromen, dat in 't jaar 1787 of daar omtrent, het Albeduidende Niets in den fchoot der Staatkunde geteelt, een buitelandfche Heirmacht in tut Hart van deeze Republiek zal lokken , en by na gansch Europa in gevaar brengen van 'er het Oorlogsvuur te doen ontbranden, zoo de flag door welberaamde voorzieningen niet tydig word afgekeert: Maar trouwens waar breek ik myn Hoofd tog meede! terwyl ik tegen die tyd al eene ruim 30 jarige Doodflaap onder de fchimmen van het onderaardfche Ryk zal hebben afgelegt. Aldus geheugd het my (om weder tot voorbeelden van het Planeetbewerkend Niets overtegaan) dat in het jaare 1747 toen het 'er met 's Lands aangelegentheden zeer donker uitzag , een Nachtgefprek tusfchen 7 of 8 wachtdoende Burgers in eene kleine Stad van Zeeland, waar op anders als één nietwaardige zaak weinig gelet zou zyn geworden , dit Albe* duidend Niets door de Pianeetbewerkitig binnen korte dagen eene geheele omkering in den Staat te weeg bragt ; Op gelyke wyze zal men in het Wonderjaar j 812 door bet Albeduidtnd Niets dusdanige ongemeene omwentelingen van zaken zien gebeuren , welke alle de Volkeren van Europa verbazen zulien: Men behoeft zig niet te verwonderen , dat in die dagen door het Lokaas van eene Snoode Staatszucht aangefpoort, zulk flag van Vader en Kindermoorden begaan zullen worden welke aan waare Menfchen-Vrinden afgryzen moeten verwekken. Ondertujfchen kan het Albeduide Niets door de gewoone Planeetbewerking al ruim zoo verwonderenswaardig zyn ten opzichten van de byzondere Lotgevallen der waereldlingen ; Myn welvoorzien Magazyn van Afirologifche voorbeelden waar in de Horoscooptrekking te pas komt, zal dit bewolkt Tafereel door Zonftralende lichten nader kunnen opklaren. Ee 3 PU-  C 218 ) ' Philipina een Meisje uic Osnabrug wjens Horoscoop ik getrokken heb, en die herwaards kwam om een dienst te zoeken , begaf zig op haare aankomst in de Stad met dac oogmerk na een zogenoemde Befteedfter van Dienstboden , dog bevond haar Hoop in dezen opzichten te leur gefield vermits zy juist op een ongelegen cyd te Amfteldam beland was, om zoo fchielyk een Dienst by Burgerluiden te krygen; Ondanks hetzelve, beloofde de Befteedfter haar plechtig binnen korte dagen een gelegentheid die haar geleek , voor haar te zullen zien opfporen: Inmiddels wierd Pbilipina door deeze Matroone by een Buurvrouw zoo lang in een Slaapftede befield, by wien zy haar, als weinig van Geld voorzien zynde, zeer fo* ber moest behelpen. Haar Slaapbazin die een Koopvrouw in Zwavelftokken in het gros was, bewoog Pbilipina onder belofte van eene kleine beloning , om voor haar dat flag van Koopmanfchap langs de Straten te gaan uitveilen; Men kan hier uit by voorraad opmaken dat zedert het tydftip van de Zwavelftokke Kraam zoo wel het Albeduidend Niets zyn aanvang , als de Pianeetbewerking zyne eerfte oorfpronk tot de opvolgende Gelukftaat van Pbilipina genomen heeft gehad: Om kort te gaan, gelyk uit kleine Beginzelen veelmalen groote zaken geboren worden, zoo was het hier insgelyks by gelegen; Want behalven , dat het Pbilipina dagelyks gelukte om haar Slaapvrouw meer dan gewoon voordeel van de verkogte Zwavelftokken toetebrengen, en die Negotie door hec behendig bedryf van dat Meisje merkelyk toenam , zoo had onderwylen de Befteedfter eene goede dienst voor haar gevonden by een bejaarde Vryer die verkoos ongehuuwd ta blyven, maar dié daarom als één Bsminnaar van de Vrouwelyke Stxe wel eens hier en daar Snoep avantuurtje ging doen, ter gelegentheid van welke het beroep van de Befteedfter hem dikwyls als een behulpzaam middel wel degelyk te ftade kwam: Hoe het zy , dit is zeker dat de Meefter van Philipina verfcheiden herbaalde aanvallen op haar Eer, dog telkens met eene vrugtelooze uitflag ondernam te doen. In die omftandigheid bevond zy haar, toen zy op de raad van haar gewezen Slaapvrouw my een Bezoek gaf, en een Daalder voor het trek-  C 2TQ ) trekken van haar Horoscoop aanbood ; Zonder ditmaal veel acht op haar gelukkig Phifonomie te flaan , zeide ik woorde]yk tot haar : Philipina Gy moet ftandvastig blyven in het bewaren van uwe Eer tegen alle de belagingen welke uwe Meefter door Strikvangende Listen daar op onderdaan zal te doen; Gy zult zyn Vrouw , en vervolgens de enigfte Erfgenaame van zyne groote rykdommen worden : Een beter Huwelyk die u tot eene aanzienelyke Dame van rang in de waereld zal verhefven, is u na zyn Dood befchoren, maar draag zorg van geen gehoor te verlenen aan de beuzelpraat van den Jongman die thans de Vryer over u wil fpelen. — Dac is my onmogelyk viel Philipina my vry driftig in de reede, want ik bemin myn lieve Karei jfo/eph meer dan myn Meester en meer dan alle Mannen van Amfteldam ; Dan voorzeg ik u, hernam ik, dat als hy u Man word , Gy u zult moeten getrooften van naderhand om een aalmoes te zullen gaan bedelen : Ik weet niet welke uitwerking deeze voorzegging by haar gehad heeft, maar die weet ik zeker, dat de gevolgen van het Planeetbewerkend Albeduidende Niete geweest zyn, dat Philipina met haar Meefter getrouwd is, vervolgens Weduwe is geworden , en in het jaar 1752 haar in tweede Huwelyk begeven heeft, met een Heer van Geboorte die een Bediening van aanzien bekleede , als meede dat zy volgens de Conftellatie van haar Planeet in den ouderdom van 65 jaren nog eene beruchte rol zal fpelen, in de Landverdervelyke beroeringen , welke het Vaderland zes- en- dertig jaren na de voltrekking van haare tweede trouwftaat zullen trefren , en waar door hec niet te verwonderen zouden zyn, dat haar Gemaal zig tot een zeker glibberig oppergezag in dit Gemeenebest verhief, die de naiver van een Vorftelyk Antagonist ontvlammende, in later tyd zyne Gevangefchap, en die van Pbi* lipina als een zichtbaar voorbeduizel van hunne onderlingen val, natuurlyker wyze zullen komen uittewerken. Het Albeduidende Niets waar van de Springbron Planeetbewerkende is, vertoond zig in een luisterlyk praalgewaad in meer andere zoorten van Menfchelyke Lotgevallen, waar van de beweegoorzaken om die reede onbegrypelyk voorkomen; Een Jon*  t 220 ) Jongen tusfchen de 17 en 18 jaren vereert één Bok aan een ryk Amptenaar die 'er hem om verzoekt: Zie daar één Bokr een louter Niets, welke het Beginzel van zyn opgevolgc Fortuin is geweest. Zyn Patroon neemt hem tot Staljongen aan, en verrukt door de vlugheid van zynen Geest, laat hy hem op zyn kosten de Latynfche Taal leren , en vervolgens in de Rechten Studeren ; De Jongen als Dodtor der beide Rechten met de kap gepromoveert zynde, gaat zig ergens in een volkryke Stad als Advocaat neerzetten , en pleit met eene uitftekende welbefpraaktheid en een zonderling geluk voor verfchei. de Rechtbanken: Men ftaat verbaast over de grootheid zyner Talenten , geen wonder! Men beroept hem als Hoogleeraar op een Academie; Het blyft daar niet by , na getrouwd te zyn met de Nicht van zvn Patroon, die hem een half douzyn Tonnen Gouds ten Huwelyk aanbrengt, ontflaat hy zig van zyn Profesfetfchap en geraakt in één Stemhebbende Stad In de Regering, tot dat hy ten laatften bekleet geworden met een aanzienlyk Gezandfchap aan een voornaam buitenlandsch Hof, derwaaids vertrekt, om 'er in hoedanigheid van gewoon Minister te blyven refideren: Wie onder de Astrohgisten zou onkundig genoeg zyn om niet te begrypen . en gelyktydig weigeren toeteftemmen, dac de Planeetbewerking in dit Albeduidende Niets wonderen verricht heeft gehad. Gewagende van hec Albeduidende Niets voor zoo veel het Planeetbewerkende kan genoemt worden, zal ik thans van Batteryen gaan veranderen, en wel degelyk aantonen dat 'er al meede voorbeelden van te vinden zyn, in dingen van een geheel andere Natuur; Onder anderen in de Gedenkwaardige Gevallen welke agter^olgens myne Astrohgifche Voorzeggingen het Wonder, jaai 1812 daar van opleveren zullen, Men heeft zedert verfcheide Eeuwen oogfchynelyk ondervonden , dat het Albeduidende Niets meermalen uitgeblonken heeft , in al zulke zeldzaam voorvallende tydsomftandigheden, waar in de Planeetbewerking zyn doeleinde wilde befcbieten, en zig misfchien daarom meestal bepaalt heeft gehad , tot voorwerpen op welke geen de minfte verdenking viel; Als men het Albeduidende Niets van dien kant befchouwd , zou het ge-  gemakkelyk kunnen gebeuren, dat in vervolg van jaren dat de belastingen op het gebruik van de Thee en de geftempelde Papieren, het geen men ergens pogen zal met geweld intevoeren , dat overheerlyk en vruchtbaar wingewest tot eene algemeene gewapende opitand zal brengen , en vervolgens uit de handen gefpeelt zal worden van een Mogentheid, wiens Vierde Paerel het aan zyn Kroon is: Op gelyke wyze zou het niet onmogelyk zyn dat een Geldersch Edelman, en gelieft Hoveling van een zeker Vorst om een Dusfeldorps Meisje die hy by geval of liever door de Planeetbewerking ontmoet, buitelen zal, dat is te zeggen na alle zyne Vaderlyke Landgoederen verkogt, en om harentwille verkwist te zullen hebben, een Misdadige flap zal begaan, waar door hy genoodzaakt zal zyn met overhaalling uit zyn Vaderland te moeten vluchten.4 En myn leloscocp vertoonde my in de laastgehoude PlaneeteVergade-ring heel klaar, dat het Albeduidende Meet zig glansryk ontdekken zoude in het Wonderjaar 17H8 of daar omtrent , aan de Perzoon die onder de eerde Matadors van de groote waereld gerekent, dog zedert korte tyd van Niets tot Iets geklommen , als dan wederom van Iets tot Niets vervallen Zil. Men zal my het recht doen van te geloven dat ik door myne Afirologifche Weterfchap tot nog toe niet heb kunnen doorpeilen, waarom myne Vrinden de Planeten zoo veele ongehoorde Gebeui tenisfen uit het Albeduidende Niets voor het Wonderjaar 181a willen doen geboren worden ; Alhoewel ik ter goeder trouwe verklaren kan, met een Firmament Geheim van dien aart niet zeer gevleid te wezen , verplicht de noodzakelykheid my, om door een diep flilzwygen daar in te moeten berusten : Ongeacht een Geheimhouding die zekerlyk tot hier toe zyne beweegredenen zal gehad hebben , zyn het zevental myner Lucht Patronen daarom niet fpaarzaam geweest, om na voorgaande onderzoekingen my alle die verlichtingen te bezorgen, welke ik met betrekking tot het Schrikkeljaar 1812. benodigt had. Het is dan uit die Planeetknndige Koker dat ik voor dat Wonderjaar de navolgende Afirologifche Pylen ©pfchieten zal; In de eerfte plaats dat uit het Albeduidende F f Niets  ( 222 ) Niets twee gekroonde Monarchen in een Duel of Tweegevecht eikanderen van het Leven zullen beroven; Vervolgens, dar een Gelukzoeker uit het Noorden, zig in die D-igen voor de Mespas der Joden opwerpen, en als zodanig by die Natie erkent worden zal, maar dat het fnood bedrog van dien Avanturier wel haast ontdekt en geftraft zullende worden,die vergryping van het Jodendom ten gevolge zal hebben , dat zy uit haare langdurige verblindheid gerakende, grotendeels ophouden zullen Joden te blyven. Dat voor het overige gedurende het Wonderjaar 1812 uit het Albeduidende Niets, het bedryf ener onverzaagde en wcelgeeftige Dame om een Vrouwen R.yk in Azia opterechten, zyn allereerfte oorfprong nemen za!, hoedanig Vrouwelyk Staatsgebiet na verloop van 25 jaren tot die qntzachelyke oppermacht en luider boven alle andere Ryken van Sceptervoerders klimmen zal, dat verfcheide Mogentheden in later tyd zullen moeten zamenfpannen , om dit zoort van aangematigde Dispntisftmus over twee derde parten van de vier bekende waerelddelen te beteugelen; En dat men ten beiluid van dit Schrikkeljaar al verder zal zien gebeuren, dat uit de vonken van het Albeduidende Niets de groote toebereidzelen tot het invoeren ener algemeene Monarchie in Europa ontvlammen zal: Bleef her hier by , de tydgenoten zouden zig nog gemakkelyk zoortgelyke wederwaardigheden getrooften kun. nen, maar daar zal mogelyk in dat Wonderjaar iets meer voorvallen dat uit het Albeduidende Niets fpruiten zal, en het geen de Planeten my verbieden te befchryven. N°. X V.  ( S23 ) N°. XV. Tweede ASTROLOGISCHE AFSCHETZING van de BESTE WAERELD. jOe hondert Vaders van Ipfalon , houden doorgaans twaalf buirengewoone Vergaderingen in het jaar, die men in de Beste Waereld beftempelt met de naam van Volks-Vergaderingen , welke regelmatig op den Eerfte Dag van ieder Maand worden gehouden, en by welke gelegentheid de raatplegingen fchier alleen gaan, over byzondere onderwerpen,rakende 's Volks belangen, zonder dezelve te vermengen met zulke zaken, die haare betrekking eigentlyk tot de aangelegenheden van her, Land hebben. Volgens de aanduidingen van myne Vrinden de Planeten, heeft de Raatpleging van de Eerfte Vergadering in de Maand January , voorcamelyk haare opzicht om de middelen te be» ramen, om Noodlydende Perzonen buiten haar fchuld tot verval geraakt, en te edelaartig van gemoed om hun gebrek te openbaren , op eene bedekte wyze mildadige handreiking te Ff 2 la  ( -24 ) In de Maand February, bepalen zig de overwegingen der Vaders alleen tot het onderzoek der ongeregeltbeden en misdryven in het vorige jaar bedreven ; En zulke hen daar aan fchuldig gemaakt hebbende , worden tot een driejarige uitflui' tinguit de Maatfchappy, meerder of minder, na den aart h-nner wanbedryven verwezen , om vervolgens zoo lange in de Straad der Bannelingen verblyf te houden. De Raatpleging in de Maand Maart, is gefchikt om te beoordelen , welke Burgers van de Beste Waereld, in 't afgelopen jaar meest uitgemunt hebben in Kuntren , en Wetenfchappen ; En dienvolgens waardig zyn evenredig hunne verdienden met Eerpryzen, en aanmerkelyke jaarwedde uit s' LandsKasfe bekroond te worden. De Maand April t heeft ten voorwerp een vergadering waar in onderzogt, en vasrgefteld word , tot hoedanige Prys allerhande Levensmiddelen zonder onderfcheid, aan de Inwoonders van Ipfalon gedurende een jaar verkoopbaar zal zyn. Op den eerfte Mey , raatplegen de Vaders alleen over de Huwelykszaken, bepalen het getal der Huwelyken, welke ge. durende het lopende jaar tusfchen brave Jongelingen, en huuwbare Jonge Dochteren uit de Straat der goede Huisboudfteren, uit zuivere Liefde aan eikanderen verlooft zynde , plaats zullen hebben». Overeenkomftig een onverbrekelyke Staatswet, worden in de vergadering van de Maand Juny, alle openvallende Ampten en Bedieningen aan bekwame en waardige Perzonen daar toe door de meerderheid dér Gilden voorgefteld , begeven % Zynde het werk der hondert Vaders op dien Dag te onderzoeken, of'er Gunst, of omkoping ten dezen opzichten, onder de Gildebroeders plaats hebben gehad , en of de voorgeftelde Gandidaten zyn van een onberispelyk gedrag. 3n de Maand J.uly> word 'er geraadpleegt, over de onbe- keer-  heerde Roedelszaken van onvermogende fchuldenaren ; Vervolgens de fchuldige van hen voor altyd uit de Maatfchappy gebannen, en de onfchuldige door middel van een openbare Colleéte van Liefdegaven, binnen drie dagen tyds gered. De Raadsvergadering van den Eerfte der Miand Augustus * heeft ten onderwerp het maken van Reglementen, en Vaor. fchriften rakende de beitiering der Scholen, de opvoeding der Jeucht, en hec geen in beide gevallen ter verbetering van dien betrekkelyk is. Op den Eerfte Septemberdag, raatpleegt men over het bes»te ontwerp dat ten bevordering van een tak van den Koophandel is overgeleverd; En word de Maker van dien, met de gewone Gift van drie duizend Dukaten , en een Goude Medaille ter waarde van vyf hondert Guldens befchonken : Terzelver tyd maakt men één ryke Burger, door midnel van een Lotery , die ten overftaan van de volle Raadsvergadering getrokken word- In de Volksvergadering van O&oler, worde alle zoorten van Burgerlyke Gelchillen zonder Proces door de Vaders, volgens de wetten van de Beste Waereld na billykheid beflist, en de Autheurs of Aanleggers daar van , met een geldboete ter befcheidentheid van de Vaders geftraft. Agtervolgens een Vaderlandsch gebruik hebben, de raatplegingen van den Eerfte Novemberdag, inzonderheid ten grondflag om al zulke Weduwen , en Wezen welkers Mannen en Vaderen hen voorheen in de Beste Waereld noodzakelyk, cn verdienftig hebben gemaakt , met aanzienelyke gefchenken te onderfteunen. Den Eerfte Dag van de Maand December blyft bepaalt, toe een geheime overweging, en volledig onderzoek aangaande de aanneemelykfte en bekwaamde beramingen om onder de Burgers van de Beste Waereld de Eerzucht tot grootmoedige beFf 3. dry-  C 216 y dry ven, de Lust tot opvolging van de Deucht, en de Liefde tot Welzyn van het Vaderland te doen aanwasfchen , en vervolgens een Ipfalonder, welke dat jaar daar in boven anderen uitgemunt heeft, op de Lyst der Hondert Vaders te ftellen,ont by gelegentheid van een ontbrekend Lid , zyn opvolger te zyn. Onder de /Iftroiogifche Befchouwingen , waar van ik werkelyk gewagen zal, bepaal ik my inzonderheid tot een beknopte cn zakeiyke verhandeling, over de vier Burger.Els» mentcn der Ipfalonders, aan welke deeze onwaardeerbare Voorrechten door een onverbrekelyke Staatswet van de Hondert Vaders vergund geworden zyn. De eerfte dezer Burger - Elementen, aldus genaamt om dat ze even als de vier bekende hooftftofvelvke Elementen , tot onderhouding en het beftaan der huishoüdelyke welvaard van het Menschdom noodzakelyk zyn ; Begrypt de Vryheid der Drukpers die ter aanmoediging , en bevordering der Letterkundige Wetenfchappen in een Beste IVaereld aan geen Cenfores, of Keurmeefteren onderhevig mag wezen, als fmakende na dwmgelandy en onderdrukking , waar van een onafhangeJyke Volksregering by uitzondering bevryd behoren te blyven; Behoudens dat men buiten uitdrukkelyk verlof van de Vaders van Ipfalon over geene verfchilzaken rakende deu Godsdienst, en de Staatsbeftiering zal vermogen te fchryven. Het tweede Burger-Element, heeft ten grondflag de Vryheid tot de ftichting en altyddurende onderhouding van een Ixms der Vondelingen, met de verknogtheid van 25 Daalderstot een Premie voor ieder Kind die derwaards gebragt word; Zonder dat het geoorloft zal zyn , na de Ouders van zodanig Kind onderzoek te mogen doen , ten einde door dit liefdadig middel van voorzorg, de Kindermoord zoo veel mogelyk te beletten 1 En zullen in het Vondelinghuis te Ipfalon ,' na inhoud van de voormelde Staatswet , een derde deel van het getal der Jongelingen zig aldaar bevindende, tot den Krygsdienst te Lande, een ander derde deel tot den Zeedienst, en het overige derde gedeelte van hen tot de byzondere Ambacht  c "7 > backen ten diende van de Burgerlyke Maatfchappy , volgens hunne bekwaamheeden en verkiezingen worden aangekweekt, en in alle deeze opzichten onder verzorging van benodigde klederen , en een Gefchenk van 20 Dukaten, aan geld, het Huis der Vondelingen moeren verlaten, zoo drae zy den Ouderdom van 11 jaren bereikt zullen hebben: Ondertusfchen zullen 'de Jongelingen in het Vondelinghuis grootgebragd zynde , ter zyner tyd wel met andere Vrouwsperzonen buiteil het vondelingschap , vermogen te huwelyken ; Dog niet mee zulke Weduwe , of Jonge Dochteren na hunne verkiezing , voorheen in het zelve Huis opgevoed wezende, om de m ogélykheid die zig opdoet, wegens het plegen van de Misdaad der Bloetfchande, daar door te voorkomen. (*) Aan belangende het derde Burger. Element, aan de Inwoonderen der Beste IVaereld tot haare ontlastiging ingewilligt, is voor geen van de minde te houden , de zogenoemde Staatsbeurs gefchikt tot aankoop van allerhande Konstwerktuigen , Boeken, en Gereedfchappen voor onvermogende Perzonen welke begerig zyn hen op de Kunften , en Wetenfchappen , of op den Landbouw vlytig toeteleggen: Die Staatsbeurs is zoo als het de Planeten aanduiden , een roemwaardig Gedenkttuk van een wyfche en oplettende Staatsbeleid om de naïver en de talenten onder het Burgerfchap in een Beste Waereld aantewakkeren. De onkosten tot het Meefterlchap van de onderfcheiden Ambachten behorende , worden al meede uit die Vaderlandfchè Goudmyn ten' behoeven van onbemiddelde Burgers betaalt, en ieder vermogend Inwoonder van Ipfalon als eeti vrywillige Gift een Stuiver per Maand daartoe fchenkende, zal volgens myne Planeetkundige Waarnemingen het jaarlyks Fonds van de befchreven Staatsbeurs door de Volkryk* heid (*) De reede hier van is waarfchynelyk, om dat een Jongen, en een Weitje beide van dezelf Ie Ouders in Onecht geteelc, en in e"én Vonde-linghuis gebragd, naderhand by miscasting zoude kunnen trouwen, en dus buiten hun weten Bloedfchande begaan. — Aanmerking van den Uit' gever.  ( 228 ) Tykneid van die gelukkige Eylanders, ten minften Hondert ers twintig Duizend Hollandfche Guldens opbrengen; Behalven dat de genieting van de Vyfcigfte Penning der Nalatenfchappen vat» ongetrouwde Perzonen eertyds door middel van die Vaderland, fcheSchatkamer voortgeholpen zynde.de inkomften der Staats* keurs genoegzaam toereikende zal maken , alle de vereiste kosten tot de bovenftaande oogmerken zamenlopende , te kunnen dragen. De Jaafte dezer vier Burger-Elementen, zal de Stichting ter opbouw van een Huis der Fr aatje Vernuften, en voor de Ongelukkige Vreemdelingen tot zyn oogpunt hebben ; In de eerfte plaats zal dat Gedicht dienen, om altyd een getal var, Hondert zes en dertig Jongelingen geko/.en uit het kern van de verftandige Jeucht aldaar , door twaalf bekwame Precepo. •ren, of Leermeefteren, in allerhy Tale-, Kuniten , en Wetenfchappen overeenkomflig derzelver Ouderdom, natuurlyke vermogens van Geest, en ongedwonge verkiezing , gedurende zeven agttrvolgende jaren te doen onderwyzen , onder eene ordenrelyke verzorging van het geen zy (taande die zevenja'ige oeffemng tot hun onderhoud in alle opzichten benodi*t hebben zullen. En in de tweede plaats zal dit heerlyk Gedenkzuil der Beste IVaereld worden aangelegc, om 'er op kosten van den Staat Ongelukkige Vreemdelingen door Stranding van Schepen , en andere onvoorziene toevallen te Ipfalon aangeland, gedurende zes weken lang te herbergen, en hem te onthalen op zodanige wyze als evenredig met de afkomst der Perzonen, en hunne ftaat, beftaanbaar zal zyn. Over zevenmaal zeven Jaren , zeven Maanden', zeven Dagen, zeven Uuren, zeven Minuten, en zeven Secunden volgens myn narekening die juist altyd niet onfeilbaar is zullen onder de Bewoonders der Beste Waereld twee groote Misbruiken worden afgefchaft: De eerfte van dien betreft de Huis en Straat-Bedelaren, welke doorgaans na men aldaar opmerken zal, ten kosten van het mildadig Burgerfchap een luy en lekker leven voeren , en grotendeels maar onnutte Meubelen ïu een Maatfchappy zyn ; Terwyl waarlyk noodlydende Men«chen te eergierig om hunne nypende behoeftigheid en armoe- de  c 229 ; de te kennen te geven , hier door dikwyls van welbefteede Liefdegaven onbarmhartig verfroken blyven : Men zal dienvolgens in de Beste Waereld een Bedelaarshuis oprechten , alwaar Jonge Bedelaren, en zulke bekwaam tot den arbeid, voor de eerdemaal tot ftraf drie jaren lang hun onderhoud met werken zullen moeten winnen , en voor de tweede, derde , of vierdemaal op Huis of Straatbedelary betrapt wordende, het getal hunner verblyfjaren in het Bedelaarshuis telkens worden verdubbelt ; Ondertusfchen zullen volgens myne ontdekkingen oude en gebrekkige Bedelaren aldaar zonder hande arbeid van het nodige tot hunne Levensonderhoud gedurende haare overige Levensryd verzorgd, en haar de vryheid gelaten worden, van tweemaal ter week zonder Bedelen door de Stad te mogen wandelen; Door zodanige welberaamde voorzorg, voorzie ik myn waarde Patotter dat de Huizen, en Straten van Ipfalon voortaan van de lastige plaag der Bedelaren bevreyd zullen blyven , om dat ter zeiver tyd het Burgerfchap aldaar fcherpelyk zal worden verboden , enige Aalmoezen hoe ge. raamt aan Huis of Straat Bedelaren te mogen geven , onder verbeurte van 10 Daalders boete, ten behoeve van het Bedelaar shuis, tot flandhouding van welke, vervolgens ieder Berger maar één Stuiver per Maand zal worden opgelegt : Een uitkering vry dragelyker dan die van nutcelooze Aalmoesfen aan lediglopende Bedeiaren. Het andere Misbruik waar van de affchafving op de voormelde tyd desgelyks bepaalt blyft, heeft na het my toefcheinc ten onderwerp dat vermits 'er geen naauwer betrekking ofGe* meenfchap in de waereld plaats kan hebben, dan tusfchen Man en Vrouw die voor al hun leven wettiglyk door den trouwband aan malkaar verknogt blyven, het derhalven noodzakelyk is, dat ook de gemeenfchap der goederen onder hen plaats grypen moet; Ingevolge van die overweging zuilen in de Beste Waereld alle Huwelykfche Voorwaarde, en Testamenten tusfchen Gehuuwde nadrukkelyk verboden worden, en de Langstlevende van haar tot het bezit van de ganfche Boedel geraken, alfchoon 'er geen Kinderen in den Echt verwekt waren, zoo nogtans, dat ah de Langstlevende Ongehuuwd Over- G g ly-  r 230 ) lyden mogt, het overfchiereride van de Nalarenichap, in twee gelyke Delen aan de naafte Erfgenamen in den bloede van de overleden Man en Vrouw zal overgaan. Ondertusfchen zullen in gevallen daar minderjarige Kinderen worden nagelaten , en alwaar de langstlevende Man, of Vrouw goedvinden mogt te hertrouwen , een derde gedeelte van de zuivere waarde van den Boedel, ter Pupilkamer in bewaring worden overgebra^t. VERVOLG DER AVANTUREN VAN DEN HOLLANDSCHE SOLON, Scbetzende bet Chara&er van eene Beste Waenldzoeker. ,1 C3nderwyl dat Solon zodanige voortrefvelyke Lesfen ter ,, beftiering van zyne gedragingen in de Beste Waereld ont„ ving , had de verfcheining van de fnoode Plotargina aan het huis zyner Ouders een vervaarlyke opfchudding ver„ wekt: Martyn had zyn oplopend Vroutje zoo drae niet ver„ wittigd , dat de befchuid»gingen van deeze Oude Toverlan* „ taarn de bewegende oorzaken van de gevangeneming , en daar  ( w ) „ daar op gevolgde ongevallen van hunne Zoon, en Merian* „ der waren geweest, of daar ontftond een bloedige krabbelparty tusfchen Plotargina, en de Moeder van Solon , die „ behalven de lust tot wraakneming over haar Zoon , nog „ aangedreven wierd door een billyk misnoegen over de be» „ denking dat de voortgang van de beraamde Reis na het Kafteel van Somberval misfchien daar door geftremt zou „ worden ; Gelukkig dat de komst van de Landheer , en de „ Rechtsgeleerde een einde aan deeze Vrouwelyke Nagelitryd „ maakte." „ Inmiddels dat Martyn de post van Cipier bekleede, en op „ bevel van zyn Patroon Plotargina in een Kamer opfloot,waar „ voor hy Schilderwacht bleev houden; Begaven de Rechtsge„ leerde, de Landheer, en de Vrouw van Martyn hen in een „ ander vertrek om te beraadflagen hoedanig men die zaak „ behandelen moest , zonder gevaar te lopen van door al te 9, grote onvoorzigtigheid of overhaafting by den Rechter hun„ ne handen te branden : De verdeeltheid der gevoelens tus» „ fchen deeze drie Perfonagien, veroorzaakte een hevige woor» „ detwist onder hen. De eerfte was van begrip dat men „ Plotargina op alles naaukeurig behoorde te ondervragen, „ eer men tot een vast befluid ten haren opzichten overging „ terwyl de beide laafte voiftrekt van gedachten waren y dat „ het vry beter zoude wezen , de Onderfchoud met een paar „ Gerechtsdienaars te doen halen om haar na de Gevangenis ?, te brengen: Ondertusfchen dreev de raad van de JurisCcn~ Juitus- in zoo verre boven , dat 'er op zyn voorflach meg „ algemeene goetkenring befloten wierd, om nog twee ande„ re vermaarde Rechtsgeleerde te ontbieden , ten einde hun „ Advys over zulk een netelig voorval intenemen. Ingevolge „ van dat beleidkundig en goedgekeurd befluid, wierd 'er ter- fiond een Boode afgezonden na beide de Advocaten , die „ zonder uitftel hen derwaards begaven ; Men gaf hun aar» „ ftonds opening van de zaak , en deeze Zonen van Jujlini„ aan alles aandagtiglyk hebbende aangehoord, voegde haare ,, raadgevingen by het oordeelkundig begrip van hunne Con» Gg a „ fra-  ( «3- ) „ frater , zeggende best te zyn , een byzondere ondervragin* „ voor af te doen gaan , eer men het Oude Wyf dac moge,, lyk onfchuldig aan het ongeluk van Solon , en Meriander „ kon zyn , in handen van de Juftide overgaf, te meer om „ dat het bleek , dat zy zonder fchroom of dwang, en dus „ uit eige beweging de eerstgenoemde Jongeling aan het Huis „ zyner Ouders was komen opzoeken." „ Op deeze rype overweging waar meede ten minde ander • „ half uur was doorgebragt, volgde een fchielyk raadsbefluid: „ Martyn wierd binnen geroepen; Men beval hem Plotargi„ na, voor de vergadering van het vyftal onderzoekers te „ brengen ; Hy had tot nog toe het Ciepierfchap getrouwe- lyk, en met Lof waargenomen, en hy ichikte zig met veel „ trotsheid om de ontfange Last te gaan uitvoeren , toen hy „ kort daar na met nog groter verbaastheid zonder Plotargi* „ na, hals over kop na de vergaderkamer te rug liep, en „ vervolgens aldaar plat op de grond nederviel: Men was ver,, wondert dat hy enige ogenblikken zonder geluid te geven, leggen bleef; Dog door behulp van de aanwezende weder „ tot zyn kennis gebragt; Vroeg zyn Patroon hem wat die „ kuren beduide? Seldrement Myn Heer, hei zyn geen „ kuren l beantwoorde Martyn fchielyk; — Plotar„ gina heeft haar aan de ftyl van het Ledikant verhan- „ gen! ■ Zy ziet zoo zwart als een Tovcrbexf Op die „ verklaring van Martyn ontdond 'er een algemeene ontdeltenis „ in het gezelfchap: De drie Advocaten vloden van fchrik den „ huis uit, de Landheer, en de Vrouw van Martyn even be„ angst geworden zynde, volgde hen met fnelle fchreden, ter„ wyl Martyn hem alleen gelaten ziende, na de kroeg inde t, buurt liep, om de fchrik van zyn Hart te drinken , door „ de algemeene verwarring vergetende zyn huisdeur toetefluU „ ten." „ De Klapwaker intusfchen op het gewoone Nacht uur daar „ voor by komende, en de voordeur wyd open ziende daan, „ ging in Huis, om de Bewoonder van dien, volgens hun plicht „ by diergelyke gelegentheden van verzuim gebruikelyk, daar „ van  % *33 ) „ van de waarfchouwing te doen; Mmr het Huis ledig vinden„ de, begaf hy hem regelregt na de Kelderkamer daar Plotargi„ na haar zelve verhangen had: Dit verfchrikkelyk fchouwfpel „ deet hem fchielyk afdeinzen, de voordeur agter hem toetrek„ ken, en op ftraat geraakt zynde, de klap verkeert liaan. Een „ menigte Klapwakers omringde ogenblikkelyk het Huis; Men „ zogt over al na Martyn, en men vond hem ten laafte in de „ Kroeg, van waar men hem op verdenking van aan dit gruwe„ lyk misdryf fchuldplichtig te zyn, onaangezien zyne verfcho„ ningen en bygebragte verdediging tegen middernacht onder „ het Stadshuis gevankelyk opbragc, hoewel hy den aanvol„ gende Morgen na ondergane verhoring, en inzonderheid op „ de verklaringen der drie Rechtsgeleerden, en van den Land„ heer weder ontflagen, en in vryheid gefteld wierd." ,, Onder deeze gebeurtenis aan het Huis van Martyn dat >» ik hier aIs een tusfchen fpel vertoon , vielen in de Beste „ Waereld geen minder verwonderlyke dingen voor: Ju„ liana die zoo door de grootheid van haar verftand en Deucht, „ als door haare bevallige manieren het vertrouwen van Me„ vrouw de Princes Antiphatia gewonnen had, wierd wel haast i, tot Eerdame van de Vorftin, en vervolgens zes Maanden daar », na met algemeene toeftemming van het Volk te Ipfalon, en „ ondet goedvinden van de Hondert Vaders tot opvolgeresfe », van Antiphatia in het gebiet over de Beste Waereld ver>, klaard, mits dat zy volgens de wetten van het Land onge„ trouwd blyven moest. Haare uitftekende voortrefvelyke hoe» danigheden hadden Mevrouw de Princes bewogen om zelfs „ den voorflag aan den Raad te doen, dat by haar overlyden de », deuchtryke Juliana in haare plaatze tot Gebiederesfe onder „ de gemelde voorwaarde moge worden genoemt: Dit werk op „ deeze wyze zyn beflag verkregen hebbende, was Solon die „ daar door al zyn hoop tot haare bezitting verloren zag, on„ troosbaar op de zekere berichten welke hy van deeze onvoor„ ziene Gebeurtenis bekwaam, zodanig dat hy door overftelping „ van droefheid tot een zoort van wanhoop verviel die geen pa„ len kon: Het onberaden befluid dat hy nam om Juliana met „ geweld te fchaken, of zender haar uit de Beste Waereld te Gg 3 fc » ont-  ( 234 ) „ ontvluchten, fcheen ten aanzien van de zedelyke onmogelyfc„ heid om het te volvoeren, een zaak van een gevaarlyk uic„ zicht te wezen, waar van de gevolgen voor hem allezinrs ce „ dugten waren, toen een andere verbazende ontmoeting hem „ vooreerst van die wanhopige onderneming aftrok." „ Meriander die men gedagt had zoo dood te zyn ais een ;, pier, in de tyd dat hy op ftrand gedreven, binnen de Muren „ van Ipfalon gebragt wierd, was door de zorgvuldige oplet„ iemheid der Geneesheren welke by geluk enige kentekenen H van Leven in hem befpeurt hadden, zodanig tot vorige krag„ ten herfteld geworden, dat hy binnen drie Maanden onaange„ zien de geweldige fchokkingen van ftuiptrekkingen die hy on„ derging, in ftaat wierd bevonden hem aan de Lucht te kun„ nen bloodftellen: Ondertusfchen had het verflag dat Juliana „ vau zyn geveinsde inborst aan de Princes gegeven had , waar* „ fchynelyk veroorzaakt, dat hy gedurende het eerfte halfjaar „ na zyn aankomst te Ipfalon, hem niet op de ftraten vertonen „ mogt;Hoe zeer hy verlangde omSolon voor wien men dit alles „ bedekt gehouden had, wedertezien; Deeze zyn Vrind Merian* „ der op een namiddag in de ftraat der Vrindfcbap gansch onver„ wagc ontmoet hebbende, verfchrikte op dat gezicht, als rae„ nende in den eerfte opfiach dat het zyn Geest was, dog uit de „ Mond van Meriander al het voorenftaande vernemende, om* „ helsde die beide Jongelingen eikanderen uit blydfchap over „ deeze aangename wedervinding: Solon kon op dat ogenblik 9» door een vervoering van vreuchde overftelpt, hem niet be„ dwingen al fpottende te zeggen ; Nu bevinde ik Vrind Meri« „ ander, dat wy in de Beste Waereld zyn ,terwyl de Doode bier „ weder levendig worden ! n „ Iemand geprangd door verdriet, en drukkende bekomme„ ringen, vind geen beter hulpmiddel dan die in den fchoot der „ Vrindfcbap te ontlasten; In dat oogpunt is de Vrindfchap als ,, onfehatbaar te befchouwen: Dan de waare en oprechte Vrind„ fchap, is in onze dagen zoo zeldzaam en raar als een witte „ R .ave geworden: Vermoedelyk was deze overdenking het be„ weegrad geweest, waarom de Beste Waereldlingen tot een „ Zinnebeeld van de zeldzaamheid van die hooftdeuchc, maar „ eene  c *55 ) eene /Fr „ Ion zonder fchroonrzyne zorgen wegens het gemis van de be„ koorlyke Juliana, en de onmogelykheid van haar door mid- del van den trouwftaat immer te kunnen bezitten, aan zyn y Vrind Meriander openhartig te kennen gaf; Van wat kanc ,, ik de zaak befchouwe zei hy, zoo zyn alle fchaduwe van ?, hoop dien aangaande voor my vervlogen, Want het zy Me* „ vrouw Antiphatia fterft, of in leven bly ft, zoo kan Julia- na nooit myn Vrouw worden, om dat zy volgens de bekende „ Staatswet van de Beste IVaereld ongetrouwd blyven moet; 't Is waar, Ik heb haar nooit regt geopenbaart de zuivere Lief™ '9, devlam die ik myn Hart voor haar voel blaken, ook heb ik zedert ons verblyf op dit Eyland geen gelegentheid gehad haar meer te (preken, als hetwelk my ingevolge een uitdruk* kelyk verbod van de Princes niet vryftond; Maar ongeacht dit „ alle's, kan myn Geluk en vergenoeging zonder het bezit van de beminnelyke Juliana nimmer volmaakt zyn. Gy „ droomt Jongetje ! beantwoorde de Luchthartige Meriander al fcherzende:- Daar zyn hier te Ipfalon, duizend fchoonhe„ den al zoo deuchtzaam als uwe Juliana, die de ftraat der „ goede HuhéoUdfteren bewonen; Wy zullen met 'er tyd een „ Vogeltje uit dat Vreuwelyke Serail dat een pronkfchool van t, eetbare Dochters is, zien te krygen: Gy weet vervolgde hy „ hoe fmoorlyk verlieft ik eertyds op Nicolina geweest Zy, dog zedert ik andere Meisjes na myn fmaak gezien heb, denk ik „ thans niet eens meer om haar. Ondertusfchen kwamen Solon „ en Meriander dus al pratende voortgaande, by geval voor by 3, het Vorftelyk Paleis van Mevrouw Antiphatia, daar zy de „ aanvallige juliana omringd van een talryke hofrtoed Kamer„ jufvers uit een Balkon zagen leggen, dat op het Voorplein van 't Paleis uitkwam; Zy beantwoorde de begroetingen der ,, beidë Jongelingen zoo minzaam, en met zulk eén vrolyk ge,, Iaat, dat Solon na de gewoone zotheid der Minnaren daar uit enige ftralen van goede verwachting fcheen optevatten; Dit „ denkbeelt ftreelt meestsyds de zulke die verward in de ftrik„ ken der Liefde zyn, en men bevind niet zelden dat zodanige » vly-  ( »3ö ; „ vlyende gedachten ten gevolge hebben om de Slachtofferen „ van de Min Kartelen iu de lucht te doen bouwen ; Onder „ het gefprek 't welk de beide Reismakkeren gedurende hun,, ne wandeling op het Vorftelyke Voorplein over de Vrinde„ lyke Groet van Juliana met malkanderen voerde , vernarri „ men eensklaps het geluid van een Trompetgefchal, 't welk „ men wist dat iets zonderling te beduiden had: De nieuws„ gierigheid dretf de beide Jongelingen na de Slotpoort van „ het Paleis van waar het geluid gehoord wierd, en daar eert „ zamenvloet van ontelbare Aanfchouweren toegelopen w.is; „ Men bevond dat verfcheide nog half levendige Mans en „ Vrouwsperzonen van een nieuwelings geftrand Schip, op „ drie Hartewagens binnen gebragt wierden, onder welke laas;, te Solon en Meriander tot hunne onbefchryvelyke verwon„ dering , de Gezusters Girgelfon herkende , die onmiddelyk „ nevens de overige ltrandehngen in het Huis der Ongeluk- kige Vreemdelingen overgebragd wordende, vervolgens dee„ ze twee Jonge Avanturiers in de alleruitfterrte verflagentheid „ liet, niet zonder grievende aandoeningen , van beide deeze „ aanminnelyke voorwerpen als de enigtte overblyvende ftrui„ ken, van het nagedacht van hunnen edelmoedige weldoen- der Somberval in zulk een beklagenswaardige toefland ih „ de Beste Waereld te ontmoeten, en waar van de oorza„ ken toenmaal voor hun een onbegrypelyk raadzel bleef." „ Hoedanige verwarde gedachten de beide reisgenoten van deeze onbegrypelyke vertoning gemaakt hebben , is buitea " het bereik van de Pen om natuurlyk voor het veritand te brengen ; Meriander die op dat Schouwfpel in een diep „ gepeins geraakt was , wierd daar in door zyn Vrind ge„ ftoord; My dunkt zei Solon al boenende, dat wy hier „ in een betoverd Kafteel zyn! Daar ontbreekt flegts de „' komst van Plotargina om de klucht te volmaaken. „' Men verftond korte dagen daar na, dat Jufver Nikolina en „ haar Zuster, na van haare onpasfelykheid herfteld te zyn, „ door bevel van Mevrouw de Princes van het Huis der On■„ gelukkige'Vreemdelingen na de ftraat der goede Huishoud„ fleren waren overgebragd; Hier door verkregen Solon „ en  C nr ) en Meriander gelegentheid om haar te gaan verwellekom„ men : Onuitfprekelyk was de verwondering der Gezusters .„ Girgelfon op het gezicht der beide Jongelingen die zy zoo „ onverwacht ter dier Plaatze aantrofven; Men bemerkte een „ zekere ontroering in het gelaat van Nicolina die haar van „ kouleur deede veranderen zoo dra Meriander voor haar ver„ fcheen : Om kort te gaan, de wedervinding van dit viertal Jonge Luiden , had iets zoo verrukkelyk, en zielroerende, .,, dat myn Afirologifche Veder te kort fchiet, om 'er u een „ denkbeelt van te geven." „ Van weerskanten gefchiede een getrouw verhaal der ont^, moetingen, die hen bejegend waren, zedert het ongelukkig „ toeval dat hun gefcheiden had , en bet zal een teerhartig „ gemoed ongetwyveld niet vreemd fcheinen, dat het aanden„ ken van die betreurenswaardige gebeurtenis hen van weers- kanten welmenende tranen heeft doen fiorten, over de on- tydige dood van den grootmoedige Menfchevrind hunnen „ algemeene weidoender Somberval : Zodanige herdenking .„ maakte de zielsaandoeningen van de bevallige Nicolina zoo ilerk gaande, dat zy een geruime tyd zonder fpreken bleef, terwyl Jufver Floortje haar Zuster die zedert de uitgedane ,, wederwaardigheden wat bedaarder geworden was , vervol- gens het woord opnam om de Nieuwsgierigheid der Jonge» lingen te voldoen. Volgens dat kort verhaal wns de grond„ flag der ondernoome Reis van de Juffers Girgelfon in zektr „ opzicht eigentlyk geweest, om de fnoode Plotargina wiens gruweldaad zy ontdekt hadden , en die men meende na ^, Duinkerken de wyk genomen te hebben , aldaar door het „ recht te vervolgen, en haare Gevangeneming uftewer„ ken , maar by haare aankomst in die Stad door vlytige „ nazoekingen befpeurt hebbende, dac zy in het bericht „ dien aangaande waren misleid geworden, zoo had haa„ re onderneming een tweede aanleidende oorzaak ten doel „ gehad, namelyk om van daar met een Schip na Holland 3, te vertrekken, om door de Ouderen van Solon en Merian„ der onderricht te worden, werwaards deeze beide Jongelins, gen na hunne ontvluchting uit de Gevangenis hen . begeven hadden, dog by geval hun intrek in het Logement de Geil h kroon-  ( 233 > „ kroonde Leeuw nemende , wierden zy ten naaften by van „ alles onderricht, wat 'er gedurende het verblyf van de bei. „ de Jonge Avanturiers te Duinkerken was omgegaan, en in3, zonderheid van het by ben volvoerde befluid om in gezel* „ fchap van een in mansgewaad verkleede Dame na Ameri„ ka te gaan. De fpyt die Nikolina over zulk een trouwloze „ ftap van Meriander gevoelde, deed haar geen gevaren nog „ ongemakken ontzien om haren Minnaar op het fpoor te „ volgen, waar toe Juffer Noortje ten gevalle van haare Zus,, ter zig meede niet ongenegen betoonde , hoewel haare ge„ heime beweegreden mogelyk daar in beftond , om van na „ by te zien, of Solon zoo wel dan zy, de kinderagtige ma„ nieren, in beter voegende denkbeelden voor verliefde Har„ ten, verwisfeit had; Ondertusfchen wierden de inzichten der „ Gezusters Girgelfon merkelyk gemakkelyk gemaakt, door de gelegentheid van een reisvaardig Vaartuig waar meede on- der anderen een Oud Heer van de kennis van haren over„ leden Oom Somberval eerdaags na de Franfche Amerikaan„ fche Eylanden vertrekken moest, en welke de Jonge Da„ mes beleefdelyk aanbood alle gemakken op die reistocht te w zullen bezorgen." „ Myn Heer Haranville onder wiens geleide, en opzicht „ zy de Reis na Amerika bereidvaardig ondernamen, was een Man van een goed oordeel, en van eene beproefde ondervin» „ ding in het beloop der waereldfche zaken, en die onaangezien „ een Ouderdom van byna vyftig jaren, nog een zeker overblyf* „ zei van vrolykheid van geest behielt, waar door hy hem in de „ gezelfchappen aangenaam wist te maken; Men zegt dac Ha„ ranville in zyn tyd voor een galand Man in Vlaanderen en „ Braband bekend ftond, en dat hy wegens zyne onbepaalde ,; zucht voor de Vrouwelyke Sexe dikwyls berispt Svierd door • „ zyn Vrind Somberval, die de meerderheid van jaren boven hem „ had ; Ondertusfchen hadden de kleine ongeregeltheden van „ zynen jeucht, en daar opgevolgde Reizen mFrankryk, en „ Italië eene geweldige breuk in zyne geldmiddelen gemaakt, „ waar door hy verplicht wierd tot herftelling zyner zaken na n een der Franfche Eylanden in Amerika overtefteken ; Hy 3ï trouw*  ( 239 trouwde inmiddels zyn tienjarig verblyf aldaar, met een deugt: zarne Vrouw ruim 42 jaren Oud, die ongemeene groote mid" delen bezat, dog met de alleruitterfte verbazing ontdekte hy " vier dagen voor haar overlyden, dat hy buiten hun beider we- " ten met zyn Zuster getrouwd was. De Vader van Ha- " ranvilk ftaande huwelyk een Kind van het linker been by een " Vrouwsperzoon dat hy onderhielt overwonnen hebbende, had " om dit geval vóór zyn Vrouw zorgvuldig bedekt te houden, " Moeder en Kind dat een Meisje was, in ftilte na Martimque !■ gezonden, zonder 'er ooit iets van aan zyn Zoon geopenbaart te hebben; Dit Meisje is vervolgens door haar fchoonheid een " voordelige huwelyksparty in Amerika doende, was Weduwe V geworden, en naderhand met haren halve Boeder zonder hem " % kennen getrouwd : Ongeacht deeze ontdekking bedekt, " en buiten gevolg bleef, was hy nochtans verblyd geen bloed' fchandige Kinderen by haar te hebben verwekt; Na haar dood " geraakte hy by Testament in 't volle bezit van haare nalaten" fcbao, zoo dat haranville op deeze wyze een van de rykfte 1 Evlanders aldaar geworden zynde, belust wierd zyn vooripoed vopr een tyd in zyn Vaderland te vertonen, en ter zeiver tyd " zvne oude Vrind Somberval te bewegen, om by zyne weder* kering na Amerika, met hem derwaards te gaan, dog by zyn " komst op het Kafteel van zyn Vrind, het moordadig omoren" gen van denzei ven vernemende, was hy van zyn eerfte belluid " afpeftapt, en regelregt na Duinkerken vertrokken, om met " het eerfte Zeilvaardig Schip van daar na Martimque te ke" ren by welke gelegentheid hy het vermaak genoot orn in " het zelfde Logement de beide Nichten van Myn Heer Som" herval, fchoon in den beginne by hem onbekent, aantetret- " I^Ónder het geleide van dien wellevende opzichter waren de , beide Gezus-ers Girgelfon den fcheep gegaan ; Haranville ' had hun alvorens de plechtige verzekering gedaan, dat bybehouden aankomst in de Martinique by haar een bekwame gele2entheid zou bezorgen, om na een der Engelfche Volkplan" tingen in dat waerelddeel overtefteken, werwaards zy wisten " dat Solon en Meriander met de onbekende Dame hen bege' Hh a >' ven  ( 2^) » ven badden: Maar toen zy veertien dagen met zulkè ongun„ dige winden in Zee geweest waren, welke een lange overj, tocht voorfpelde, veranderde Haranville van taal, en begon „ aan Nicolina te vragen, of het niet beter waare te Martini„ que by hem te blyven, en zyn geluk aldaar door den Echte „ band met hem te delen terwyl zy tog zyn Hart door haare aan„ valligheden gedolen had; In de verbeelding dat de ongetrouw„ neid van haren Minnaar, dit voordel aan Jufvrouw Girgel„ jon behagelyk zoude maken , dond hy wonder optekyken 1 „ wanneer hy op die vraag een beleefde dog fcherpe afjagt van „ haar kreeg, dat hem de lust benam om verder daar op aante„ dringen. Ondertusfchen had zulks enigermate de hartelyke „ vertrouwde vrindfchap onder deeze beide Perzonen van hec „ reisgezelfchap verkoelt, hoewel men daarom aan beide zyde „ binnen de palen van welleventheid en zedige Ingetogentheid^ „ bleef: Het is iets opmerkelyks, dat twee hartstochten die zoo „ veel overéénkomst met malkanderen hebben als de Liefde, en „ de Vrindfchap, egter in het Hart van één voorwerp niet te „ gelyk huisvesten kunnen, inzonderheid niet „wanneer de eerst* „ genoemde hartstocht door misagting beledigt word! Daar viel „ vervolgens wel wat anders te bedenken in de tyd dat hun „ Schip door een agtereenvolgende dorm van 48 uren belopen, „ hen aan de kusten van de Beste Waereld dreef, en aldaar te-" s> gen het drand verbryzelde ; Kort om, de Juffers Girgeljen s, wierden met een menigte andere Pasfagieren en Scheept „ volk gered,, maar zy wisten egter niet te zeggen , of Myn~ s, Heer Haranville hem onder de Levendige , Cdan onder de „ Doode der opgebragte ftrandelinger, bevond." „ Terwyl Meriander een klaarblykelyke onvergenoegtheid' ,, in het gelaat van Nicolina befpeurde, was hy bezig on 'er „ haar de oorzaak van te vragen , toen Haranville met een w-vrolyk gelaat binnen trad ; Uwe veiblyfplaats uitgevorschc „ hebbende Mejuffers zeide hy, moest ik aandonds myne op. „ wachting by u komen maken , om u wegens derzelve be„ houdenis geluk te wenfchen! Vervolgens wierd Haranville : verteld,dat dit nu de beide Jongelingen waren die de ilacht-' n offers, van de wraakzucht en het ondeugend bedryf van Plo- „ tar*-  C 241 ) „ targina' gewéést waren: Is 't mogdyk ! rkp FT ft* „ ranville de handen in een flannde; Wel nu „ bekoorlyke Nicolina » ; „ moed nochtans op het zeggen van Jufvrouw Brithton zoda„ nig aangeprikkelt, dat by haar beloofde de Prins van Tron,, killia met eige handen te zullen doordeken, of hem in ze„ genpraal gevankelyk binnen Ipfalon te zullen brengen; On„ derwyl Juliana haar niet bedwingen kon over de uitdrukking „ van den Jongeling te grimlagchen , befloot Solon door zyn voorbeeld te doen zien, dat de Liefde, zonder onderfchraging „ van beleid, en kloekmoedigheid de beste Helden maken kan." Me*  f H7 ) - '„ Meriander aan wien hy opening vari zyn b-fla't gafe „. liet hem op de (lerke aanrading van Haranville wel haast „ overreden, om onder het geleide van dien kundige Man, „ desgelyks de Velttocht tegen de Tronkil.ianen bytewonen, „ tot groot ongenoegen van Nicolina, die huen CVlinraar niec „ zonder ongerustheid, en droefheid ten flryde zag gaan." „ Behalven de 2400 Jonge Helden, was hec Leger der lp„ falonders zamengefteld , uit zes en dertig duizend ltrydbare „ Mannen alle vol Vuur en Moed , en word.jr wel in den „ Krygshandel afgerigt; Dit Leger wierd aangevoerd door ,, twaalf bedreven Krygsbevelhebbers behorende onder het ge« „ tal der Hondert Vaders van Ipfalon : Zy naderde het Vy„ andelyke Heir dat onder het bevel van den Prins van Tron„ killia ten getalle van ruim tagtig duizend Krygsknegten na „ by de vesting Palo , aan den oever van de Rivier Malifax- gelegerd flond, hebbende tot opfchrift in hunne vaandelen „ Faciatis Mclius! (*) Een (breuk die genoegzaam hunne „ opgeblazentheid te kennen gaf."' „ Solipater een der twaalf Legerhoofden van Ipfalon , en „ als de Oudfte der Vaders, bekleet met het oppergebiet over „ de te veldtrekkende Krygsmacht der Beste Waereldlingen, „ befloot onder goedkeuring van de Elf andere Opperveld,? Heeren, den Prins van Tronkillia tot een Hoofdtrefven te „ noodzaken; Met dat oogmerk veinsde hy de Rivier Mali„ fax- te willen overdekken, ten einde in het Land derTron„ killiarien te vallen : Die Krygslist gelukte Solipater ; De „ Tronkillianen door deeze bewegingen misleid, en bedugt 3, op hun beurt eene Vyandelyke indrang in haare Landfchap=„ pen te zullen ondergaan , verheten met een groote overhaa* „ fting- haare verfchanzingen , cm de Ipfalonders den- over„ tocht over de Rivier te betwisten. "Solipater hier door 3, grotendeels zyn oogwit bereikt hebbende, zwenkte fchielyk „ -met f*i) fffy makèn het beter! Daar meede te kennen gsven.de, dat. zy ds Kryj'skwde beter veiftondeu djn hunne Naburen, 1 i a  ( 248 ) .,, met zyn Leger .te rug, en vertoonde zig met eene-onbe„ grypelyke vaardigheid op de vlakte van Palo in flagorder„ De Prins van 'Ironkillia een onverzaagd Krygsheld hem „ daar door gedwongen ziende flag te leveren , of met zyn „ Leger hals over kop de Rivier overtetrekken , betrouwde „ te veel op zyn Overmacht om niet tot het eerfte te beduiten:On kort te gaan, de beide Heirmachten Vogten gedu„ rende meer dan vier uuren lang , zonder dat men zeggen » a?" welke zyde fchaal der overwinning overfloeg , en „ de Veldflag van Palo, waar in aan weerskanten dapper ge„ ftreden wierd, was de bloedigfte die men immer in dat Ge„ west had beleeft; Eindelyk floeg het evenwigt der Zegen„ praal aan .de zyde van Solipater over,- zoo drae het Corp„ der vier en twintig hondert Jonge Helden bevel Ttreeg , in de hr,ker vleugel van de Tronkilliaanfche Legermacht te vallen , aangemerkt deeze onverfchrokke Krygsbende door hunne onwederftanelyke aanval, zulk eene verfchrikkelyke „ flachting onder haare Vyanden te weeg bragtcn , dat den „ Prins van Ironkillia wel haast genoodzaakt wierd den af,, tocht te doen flaan. Ondertusfchen gebeurde hec in die j, heevige ftrydbaan, dat Solon met tien of cwaalf zyner held„ haftige Makkers een der Faciatis Melius vaandelen willen5, de overweldigen, de Vaandrager by de kop kreeg, ter aar,, de wierp, en hem vervolgens het Vaandel met geweld ont„ rukte , dog in de tyd dat hy deeze zegenteken by de zyne „ wilde brengen, by ongeluk onder een hoop Tronkilliaan,, fche Lansdragers verward geraakte , die hem gewond heb,, bende , het Vaandel weder ontnamen , en aangezien hunne „ aftocht met zig meedevoerde , brengende hem als Krygsge.„ vange by den Prins van Ironkillia welke onder bigunfti„ ging van den avondftond met het overfchor van zyn ver5, nieit en verflagen Leger over de Rivier Malifax trok." ' „ Men verbeeic zig de arme Solon gewond , gevangen en be„ droeft over het gemis van de fchoone Juliana, gebragt ce 3, zien voor een vergramd Vorsc die hem mee tintelende ogen „ van wraak aanfehouwde, Gy zyt een van de Ipfalonfche Heiig, den,, die de Nederlaag aan myn Leger veiborzaaiu hee;t, zei * de  'C 249 ) de Prins met een bars gelaat; Ja dat ben ik! beantwoorde Sa„ Ion heel crors: wel nu, hernam de Prins, terwyl Gy als de enig* fte van die Bende in myne handen gevallen zyt, zult Gy ook „ alleen het flathtoffer van myne wraakzucht wezen; want ik zal „ u terflond in vier qumieren doen kappen! Gy kunt my (loven, braden, en opeten, dat bruid my niet, nu ik Juliana kwyt „ ben; voerde Solon hem even vrypostig te gemoed; De Prins ,? kon hem niet bedwingen over dit kluchtig befcheid overluid ,5 in lagchen uittefchateren," en ondanks zyne onvredentheid „ over het verlies van de Veldflach van Palo, behagen fchep. ,5 pende in het rondborflig Carafter van zyn jonge Krygsge» „ vange, beval hy dat men zorg voor zyne genezing dragen „ moest, en het was vervolgens op hooge last dat Solon korte n dagen na zyne herftelling na Axtlo, de Hoofdftad van het „ Ryk van Tronkillia wierd overgebragr, om 'er gedurende „ zyne Krygsgevangefchap onder de hofitoet van de Princes „ Mabafline, Zuster van den regerende Vorst geplaast te „ worden." Mabafline was Jong, vrolyk van aart, en bezat een door* „ dringent oordeel, maar wierd aan het Hof van Tronkillia verfleten voor een Monfter van lelykheid en mismaaktheid, „.gelyk zy inderdaad was; Want behalven een geeltanig vel, .„ zwarte tanten, en eer paar katten ogen het eerfte uithang,, bort dat in de aanfchouwing van haare vervaarlyke gedaan* „ te in het oog fprong, zoo droeg zy op haar regter fchou„ der een weergaloze Boggel , ging aan beide kanten kreu„ pel, en was na men zegt met een Paardevoet geboren. So„ Ion wiens vermakelyke openhartigheid haar wonder wel be,, viel , verfchrikte op het afgryzelyk gezicht van die Jonge „ Princes , en hy kon aan de minnenydige Plotargina onge,, scht haare ouderdom , en onbehaaglyk uitlicht, het recht „ niet weigeren dat zy het in bevalligheid boven haar gewon.„ nen had." .„ Een namiddag dat de Princes Mahaftint in de Tuinen „ van het Voriielyk Paleis wandelde, niemant dan een Staats „ Dame , en Solon in haar gevolg hebbende , wilde zy een ,„. kortswyl met haar Krygsgevange Hof-Jonker aanregten: — li 3 '„ Meg  ( 250 ; „ Men hoorei u zoo dikwyls fpreken van de fchoone Julia.* „ na die de Opvolgfter van Mevrouw Antiphatia in hec ge. „ biec van de Beste Waereld moec wezen , zei de Prm„ ces; — Is zy dan zoo bekoorlyk als gy haar afbeeld — » Ja tog Madame, Juliana is zoo volmaakc fchoon , als o-y. „ volmaakc lelyk zyc ! beantwoorde Solon volgens zyne een- „ voudige cnbefchroomtheid: Ha, ha,zie daar een onge. „. vleide vergelyking die my behaagt ! riep Mabafline al la<-, „ chende; Maar zeg my eens Solon was het niet be- ter dat gy hier te Axilo enige jaren verblyf hielt, om 'éP. de befchaafde manieren te leren! Vroeg zy hem vervolgens met een ftemmig gelaat: Wac zullen tog de ondeu- „ Rende Tronhlhanen my anders kunnen leren Madame fprak Solon, dan ongebonde zeden, en een zoort van wellustige „ Levensmanier die het bederf der Jeucht is; Ik befchouw in uwe prachtige en Moodezieke Hoofdftad Axilo onder het » Makker van welgemaniertheid , en Hooffche kunstgrepen „ ilegts een opéénftapeling van duizenderley grove gebreken * en ondeuchden, zeer verfcbillende van die heerlyke , onbe-* „ nspelyke , en deuchtzame grondbeginzelen die men onder de Bewoonders der Beste Waereld \inden kan, en die maar „ alleen bekwaam zyn, het duurzaam en beftendig Geluk vat* ?! een Volk uittemaken." „ Drie volle Maanden van de Krygsgevangefchap van den 3, zwervende Solon waren bereids verlopers , toen de Hcofd,y ftad Axilo in de alleruiterfte verwarring en verflagentheid ., wierd gebragt door een tweede Veldflach, waar in deTron„ kilhanen andermaal de Nederlaag kregen: De gevolgen van dit laafte. hoofdtrefven fchenen niet minder dan dat Ryk met „ een ganfche ondergang te bedreygen; Want behalven, dat „ den Prins van Tronkillia door de genoegzame geheele ver„ nieling van zyn Legermacht, hem genoodzaakt zag, binnen „ de Vescingwerken van Axilo te wyken, zoo wierd die Stad „.korte dagen daar na door de Ipfalonders berent, en van 3, alle kanten ingeflöten. In die akelige omftandigheden van „ zaken, onderging het noodlot van den Jonge Solon een onsa, aangename, verwisfeling, want terwyl men hem voor een  f «5- ) „ gevaarlyke verfpieder aldaar begon aantezienwierd hy onge„ acht de voorfpraak van de Princes Mahaftine, op Vorltelyk „ bevel onder de bewaring gedeld, van vier welgewapende Oa„ der-Officieren , die gelast waren by de eerfte Vyandelyke „ dormloping, beogende de overrompeling van de beleegerde .„ Hoofdftad, hem te doorzabelen; Verfcheide Dagen en Nacl„ ten bragd hy aldus vol zorgen en ongerustheid in een geflot n „ vertrek door, hebbende altyd het naar Schouwfpel van zyre ,, onvrindelyke Wachters die hem tot gezelfchap diende voor de „ ogen: Ondertusfchen dat Solipater het Beleg van Axilo met „ kracht en yver voortzette, en den Prins van Tronkillia mee ,, de zynen een flaauwhertige wederftand boden, gebeurde hec „ een Nacht dat Solon door zorgelyke gedachten flapeloos ge„ bleven zynde, de vier Onder.Officieren toenmaal de wacht „ by hem hebbende , niet onduidelyk over de flegte toeitand van het Ryk hoorde murmureren. Dat komt 'er van, als mat „ het belang van het Land en het Volk moedwillig verwaar„ loost, en trouwloos de Traclaten verbreekt! Zei de Oudfia „ van hun; Zeg vry dat dit doorgaans het gevolg van ,, een ftaat is. wanneer een Vorst meer op de flinkfebe raat ge„ vingen van Pluimftrykers van Ministers, dan op zyne eig; „ kunde,-en ondervinding betrouwd.' Voegde de tweede On„ der - Officier daar by: —— Ja dat is 't nog niet al.' Sprak „ de derde van hen op zyn beui c, Maar als men de vermaken ,, meer bemind, dan bet IVelzyn van het Vaderland, en als .,, men groter agting betoont voor een Komediant, en een Koor„ dedanzer, dan voor een goed Krygsman, dan is 't ras met. de Militaire Eerzucht der laaft e gedaan : — Het z^u „ by den feldrement Broeders hondsvotte werk van ons zyn! ., riep de Jongde Onder - Officier onder het drinken van een glas „ Arak met peper; Indien wy deeze wakkere Jongeling die „ misfehien vol heldenmoet is, tegen alle krygstuebt zyn bloed „ onfchuldig vergoten, na dat men hem eerst als Krygsgevan„ ge zyn Leven gefchonken heeft gehad. De andere drie mee„ de wel haast in dat denkbeelt gevallen zynde, vloog Solon van .„ zyn Legerdede, en omhelsde hun van vreuchde; De edel- moedige Harten zyner vier wachters door dit bedryf nog meer • „ be-  „ beroert geraakt , en tot verder meedelyden voor die ong«p' „ lukkige Krygsgevange opgewekt, bewogen zy hem mee haar „ een heldere teug uit de Arakvles te drinken, en vervolgens „ tot een kenteken van gerrouwigheid , hunne bloote Zabels ,, kruislings over malkanderen gelegt hebbende , beloofde zy „ hem uit de Nood te zullen redden, eer de Son het Aard' ,, ryk met haare glansryke ftralen befchynen zou. Agtervol,, g?nde dit grootmoedig befluid, beraade zy hen onderling over ,, de wyze hoedanig het aanteleggen, om voor het aanbreken „ van den dageraat met hunne Gevange veihglyk in het Le* ger van Solipater overtelopen, zonder aan de vervolgingen „ of aanrandingen der Tronkilliaanfche Soldaten bloodgefteld „ te zyn , en na Solon hun plechtig verzekert had, dat zy „ over die Daad , befcherming, en vergelding by de Beste „ Waereldlingen te wagten hadden, geleide zy den Jongeling „ met de hand in alle ftilte door de Stad na een by haar beken. de eenzame uithoek van de wallen, en van daar met hem in „ de Gragt gefprongen zynde, geraakte zy met hun vyven ge„ lukkig daar over, en kwamen behouden voor de ioopgraven ?, der Belegeraars- Solon riep tegen de daar ftaande Schildwacht ,9 ten dat zy overlopers waren, en den Veldheer Solipater ter* r ftond fpreken moeiten: Men bragt hun onder Krygsgeleide, ?, derwaards, en Solon hem aan dac Legerhoofc hebbende doen 9, kennen voor die hy was, wierd op verhaal van zaken nevens, 3, de vier Tronkilliaanfche Onder-Officiers minzaam verwelle- 3, komt, en vervolgens na de Tent van Myn Heer Haranville. „ gezonden, die even als zyn Vrind Meriander opgetogen. „ van verwondering over zyn onverwagte wederkomst was." ,, Den aanvolgende dag, zond de Prins van Tronkillia twee. zyner Staatsraden met een Trompetter in het Leger der Bele- „ geraars, om over de voorwaarde van den vreede te handelen:. „ Solipater antwoorde daar toe geen last te hebben; Ondertus. 9r fchen kwam men wegens een ftilftand van Wapenen voor één. s, en twintig dagen ceréén, gedurende welke de Tronkillia- „ nen vyf Afgezondene na Ipfalon aan de Hondert Vaders met. vredensvoorflagen zoude zenden, en midlerwyl van de zyde. n dgr Ipfalondexs een gelyk getal Oftagierenna Axilo gezonden. n ,wor«.-  C °53 ) worden; Onder dat aantal wierden behalven twee Staf-Offi,, eieren, onder anderen ook de Jonge Solon , en zyne beide „ Vrinden Haranville, en Meriander verkozen, om dat men , wist dat de eerstgenoemde Jongeling door zyn verblyf te ,, Axilo, veel invloed aldaar ten Hove , en byzonder by de „ Princes Mabafline gekregen had; Kort om, hoe zeer So~ Ion wegens zyne ontvluchting van daar, weinig belust fcheen „ derwaards wedertekeren, zoo moest hy nogtans daar toe „ befluiten , onder de verzeekering van den Veld-Heer Solt„ pater dat hem ter zaake van dien , niets nadeligs wederva- ren zou: Inderdaad hy wierd 'er by zyn aankomst met on» „ bedenkelyke tekenen van achting en vrindfchap door den regeerende Vorst, en de geheele Hofftaat ontvangen , en „ Meriander fchiep zoo veel behagen in het Land, en in de 8) Levenswyze der Tronkillianen, dat hy befloot om onmid-, „ delyk na de vredenfluiting , zyn huwelyk met de beminne„ lyke Nikolina aldaar te voltrekken , en 'er te blyven wo„ nen." „ Indien alle Menfchelyke overleggingen na onze eige wen„ fchen uitvielen, zou 'er voorzeker wel haast niet meer te „ wenfehen vallen; Gelukkig daarom dat onze vermogens zig „ maar alleen in de kring der wenfehen bepalen, als volftrekt „ zeker zynde, dat een Staat die niets meer te hopen heeft, „ één van de ongelukkigfte Staten voor het Menschdom zou„ de uitmaken: Hoe het zy, Meriander bevond onaangezien „ zyne,. verflaaftheid voor de vermakelykheden van h:t Hofle„ ven ; dat 'er zwarigheden oprezen, die zyn oogmerk om „ Axilo tot een verblyfplaats te nemen , geheel in duigen „ wierp." „ Mabafline bekoord door zyn Verftand en Manieren , „ wierd verzot op den Jongeling; Zy had de onbefchaamtr „ heid van hem daar zelve de verklaring van te doen, en zy „ bood Meriander na de Vieedefluiting een der eerfte Staats„ bedieningen in het Hof van den Prins haren Broeder aan , „ indien hy befluiten kon om voortaan in het Ryk van Tron» „ killia te verblyven. De mismaaktheid , en het afgryzelyk „ gelaat van de Princes, gepaart met de fcherzerye die hy K k „ daar  ( 254 ï * daar over van Haranville, en Solon moest ondergaan ver* ,, droten bem dermaten dat hy wel hondertmaal wenschte we „ der by de bevallige Nicolina te Ipfalon te zyn: WeT„u ,, So/o« eens al boenende, Doet eeivk ik in hor L i' Jfe»* heb moeten do'en ! _g^mst ma? JTSrtaS te beminnen _ Men moet immers zou naauwWlï „ de waereld met zyn! - Men behoord Myn goede MelZlZ iets tot zyn geluk te w*gen! Voert de fchtone " ttnAT Kt"* 9Y ZU,t haar hicr of daa' wel ïwyt £ „ nen raken ' Meriander bemerkende dat S0/ö„ opeX de " tLriï?KXttU ^ waarfch^^ vergeten hTbbfde de „ fpreuk, Die Kazen wil, mm den Bal verwanen' li"Tnw een booze kop uit de Kamer, en ging hem oZ déE Imgen^van zyn Makker aan HaranviUe ^£ (*) Het Befluid van de Befchrvvinir der Be<;tp tt»;-j„ werk van Doftor I ,i. i geplaast vinden m het laafte kroon- Platen daar toe zedert lange vervaardigt zyn. °p2re Kunïr N°. XVI.  C 255 ) N°. XVI. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, voor de nrie TooDiaren i8iq , 1814, en 1815- doormengt met de TrlmpTZ Liefdek het Dolhuis, en met de Horoscoop van Stevelette Katryn. Met was op den 13 Oétober van den jaare 175*, dat Myne Vrinden de Pieten in haare volle plechtgewaden onder^ Hemelsteken van de Waterman vergadert zyndevoo de eer ftemaal myne oplettentheid tot de drie bovenfl na zig trok; Inderdaad zodanige Afirologifche Befpiegehng gat \ legfntheid tot nader onderzoek, en om vervolgen een ontHekkine te doen die my beviel: Ik bemerkte dac er agter den Ihors een berekenkundig Geheim opgedoten moestem de ongemeen veel licht over de kunstbewerking; vaji Iemnd van myn beroep ver fp reiden kon, dat is te zeggendac de Ge lykluidentheid van deeze drie jaartallen » & Adnor up telline: van de vier Cyfferletters van ieder jaar, volmaak kot espondeerde met de' cwee laafte Cyffergetalen. van zyn , zoo dat de vier Cyfferletters van het jaar 1813 by optel ing een getal van 13, dat van het jaar 1814, een getal van 14, en het aar 1815 een getal van 15 kwam uittetnaken. In hec midien van myne overdenkingen over ^<^gSdE dac aanbelang , waar toe de koresponderende Cj&wUw voor deeze drie jaren my één ruim veld aanbood , betloot ut Kk 2  C > tot" meerder onderfchepping van zaken in enige aanvolgende Nachtbefchouwingen van myn Teloscoop gebruik te maken, wanneer ik my gansch omydig daar in zag verhindert, door het bezoek van een bejaart en wel uicgedoscht Man r wiens Horoscoop ik verzogt wierd te trekken j En terwyl dit onverwacht toeval my in de Noodzakelykheid gebragt heeft gehad,, om toenmaal myn Geest voor één ogenblik in het Dolhuis te moeten opfluiten, vinde ik my althans belust om myne Lezeren in dat Paleis der onvrywillige Gekken, de Triunjph der Liefde, veroorzaakt door eene Planeetkundige zamenfrnelting van tien beroerde zinnen , eens in eene aanvallige luifter te doen befchouwen. Azia. had over vyftien Jaren geleden , een zeker Beruchsr Bevelhebber, van een derOostkusten-Ryk gemaakt,en metonnoemelyke fchatten herwaards doen keren; By zyn te rugkomst in zyn Vaderland, had hy van de wonderbare voortgangen myner Aftrologifche Voorzeggingen horen fpreken : Ik weet niet door welk aandryvende oorzaak hen; de lust bekroop om 'er de Proef van te nemen; Altoos de fchatrykeMan die ik de verbloemde Naam van Era/lus zal geven, kwam my voorbedag-, telyk te Amfltrdam opzoeken , en de reede van zyn komst geopenbaart hebbende , my vervolgens aanzoek doen om zyn* Horoscoop, en die van een Jonge Jufvrouw in wiens geluk hy zeide veel belang te ftellen, te willen trekken : Hoe zeer zyn Perzoon, en de omftandigbeden zyner zaken my ten enenmale onbekent waare, had ik egter geen groote moeite door middel van myne Planeetkundige onderzoekingen te onderfchep* pen , dat Eraflus korteling uit de Oostkust huiswaards gekeert zynde, onderweeg op de reis zyn Vrouw had verloren,, en nog, werkelyk Weduwenaar was; Dat verder de Jonge Jufvrouw wiens Horoscoop ik al meede getrokken had, zyn enig fte Dochter was, die door verlieftheid op een Jong Mufikanf eerlang haar verftand ftond te verliezen,, en wegens dit ongeval in een Dolhuis zou opgefloten worden: Toen ik hem van alle deeze ontdekkingen verflag deed, bekeek Eraftus my een. poos met ongemeene verwondering, beloonde my uitermaate mÜda-dig, en vertrok vervolgens, zeggende alleen in 'c uitgaan-  ( »57 ) ün de Kamerdeur tot my, «■«■Ludeman, Ik zat zorg dragen voor het Geval van de Mufikant, en u misfcbien wel eens nader komen bezoeken! Eraftus gebruik makende van de waarfchouwing, die ik hem bv seiesentheid der Horoscooptrekkingen gedaan bad, was verJcedeïvk ten dien opzichten met wat te veel ftrengheid of liever onvoorzichtigheid te werk gegaan; Want bemerkende dat Aa/w zvne Dochter op de welgemaaktheid van de Meefter die haar de Klavecimbaal leerde fpelen, inderdaad verdingen was geworden, en boyen dien befpiet hebbende, dat de Jonge Muf kant al vry eemeenzaam tegen Sulia fprak , zoo dankte hy hem zonder komphmenten af, onder verbod van nimmer aan zyn Huis te komen, en bezorgde zyn Dochter een Leermeefter van hoger iaren , en onaangenamer figuur : Sulia wiens hoofd door de Liefde op hol was geraakt, trok haar 't wreed bedryf van haren Vader zoo fterk aan , dat zy allenskens tot een zoort van mymering , en eindelyk tot een volkomen zinneloosheid verviel, zoo dat Eraftus te laat zyn misftap befpeureude, volsens myne Voorzeggingen in de noodzakelykheid wierd gefield haar in een Dolhuis te doen plaatzen; Het verwonderlyk eevole van deeze zaak buiten het bereik myner Prognoltrcatïen gebleven zynde, beftond ondertusfchen hier ra , dat de ruchtbaarheid der verftandberoving van Sulia, en haare ppflurtin- ter oren van de verliefde Mufikant haren Minnaar gekomen wezende, hem dit ongeval zoo fterk ter harten trok, dat hy binnen zeer korte dagen insgelyks van het gebruik zyner zinnen berooft wierd, en in deeze beklagelyke gefteltheid verfcheide uiifooiieheden bedreef, waar door men verplicht was, om hem in het zelfde Dolhuis optefltihen daar Sulia haar bevond, zonder dat Eraftus, die om het hartzeer over het betreurenswaardig ongeval van zynen Dochter te verzetten mtusfehen na een andere Stad met 'er woon getrokken was, hier van de allerminfte kennisfe gekregen had. Hoe ontroert de herfenen der beide Gelieven toenmaal ook waren , herkende zy malkaar aanftonds , zoo dra zy zig ont moeten op de Steene Voorplaats van het Dolhuis, alwaar een menigte half Krankzinnige Menfchen , die niet gevaarlyk nog  ( =58 ) kwaataardg waren, gewoon zyn dagelyks enig? uren ter lucht- fcheppirg te wandelen: Schoons Helena, zei de verbyfterde Muftikant haar eerbiedig groetende ; Ik kom van bet andere einde van de Waereld om u optezoeken, als niet wetende waar gy gebleven waart! —— Ik ben a zeer ver\ plicht wakkere Achillus! beantwoorde Sulia even ontfteld van Brein ; Maak ftaat op myne wederliefde, Gy zult van avond Ryftenbry met Zuiker en Kaneel met my Eeten ! • ■ — Terwyl het dan niet nodig is hernam de M v s i k a n t een tweede Troyaanfche Oorlog om u te beginnen, nog met de Helden die bier rontfomme ons lopen, om uwe bezitting te moeten ftryden; Zoo verzoek ik bekoorlyke Princes, om van de Middag Boekweyten Koeken met Stroop met u te mogen Eeten, en met de Heer en en Dames van u Hof, die hier tegenwoordig zyn, van dezen avond een Vocaal, en Infirumentaal Concert te mogen houden! Vervolgens eikanderen by de hand vattende, begonnen zy een Menuet te danzen ; De Binnenvader van het Dolhuis vermaak in hunne kortswylige bedryven fcheppende, liet haar begaan , terwyl hy niet wist dat deeze beide Gelie» ven door de dubbelde oorzaak van haare krankzinnigheid, zulk eene byzondere betrekking tot malkaar hadden, en welke onkunde denkelyk tot onderling Geluk van Sulia, en de Mufikani haren Minnaar zamengelopen heeft. Ondertusfchen deed de Liefde in dit geval wonderen , en behaalde een volkomen Zegenpraal door de Planeetkundige zamenfmelting van deeze tien beroerde zinnen, waar van ik eerst naderhand de bewerkende oorzaak in myn Planeetkabinet ontdekt hebbe gehad. Want Sulia en de Muzikant herftelde door hunne geftadige gefprekken langzamerheid van haare zinnelooze vlagen, en in minder dan zes weken tyds, waren zy beide weder by het volkomen gebruik van haar verHand geraakt ; Men kwam toen tot verklaring van zaken, en van weerskanten hunne Beloften en Verbintenisfen tot een altoosdurende itandvastigheid plechtig hernieuwd hebbende , befloten de Gelieven om zig voor eerst zoo voor de Binnevader, als voor hunne Ouderen en Vrinden door welke zy zomtyds bezogt wierden, nog verftandeloos te veinzen , ten einde ee  ( 259 ) ,een onverhinderde verkering met eikanderen in het Dolhuis te blyven behoudenden minfte zoo lange hun noodlot geen gunftiger gedaante aannam. In die gefchapentheid ftonde de zaken van Sulia , en die van haren geliefde Minnaar , wanneer Eraftus my voor de tweedemaal een Bezoek gaf, Hy verhaalde my openhartig en met betraande ogen het geen 'cr overeenkomflig myne Prognofticatie ten opzichten van zyne Dochter was "voorgevallen, want aangaande het gebeurde van de Mifikant fcheen hy ganfchelyk onbewust te wezen : Eraftus drong vervolgens fterk by my aan , om andermaal de Horoscoop van de ongelukkige Sm» Ha te trekken; Ik liet my daar toe gemakkelyk overhalen, vermits ik voorzag dat het my geen Wind -Eyeren leggen zou. Myne Vrinden de Planeten my het geheim van de zaak ontdekt hebbende , verklaarde ik aan Eraftus , dat zyn Dochter door de tegenwoordigheid van het beminnend voorwerp weder rot het gebruik van haar verftand gebragd was, en dat 'er in dit geval een zamenfmelting van tien beroerde zinnen door een Planeetkundige invloed plaats moest gehad hebben. — Gy fcherst, of Gy zyt het fpoor beyfter Ludeman! riep Eraftus in verwondering uit ; Want terwyl de Muftkant niet by haar komen kan, zoo zou Sulia dan op de een of ander zot van het Dolhuis verlieft moeten geworden zyn; Behalven dat de Binnevader my pas voorleden week gefchreven heeft gehad, dat myn Dochter nog even Mal blyft: Hoedanig het daar meede. dan gelegen is, begryp ik niet regt hernam ik , maar dit is altyd gewis, dat 'er by Sulia volgens de beduizelen van haar Planeet geen de minfte blyken van Zinneloosheid meer gevonden worden. Eraftus om my van de voorgewende vergisfingen te beter te kunnen overtuigen , verzogt dat ik hem ter plaatze daar zyne Dochter in het Dolhuis bewaart zat, op zyne kosten geliefde te verzeilen ; Ik bewilligde in dat verzoek , en wy begaven ons met zyn rytuig derwaards : Aldaar was de goede Man verzet van Sulia met de Muftkant in een hoek van de Steene Voorplaats prarende te vinden; Na enige ondervragingen aan de Binnevader,onderfchepte hy een gedeelte van het geval, maar bleef -op de verklaring van dien opzien-  ( ï6o ) zlender aangaande de herftelling van zyn Dochter nog in de onzekerheid: Zy moeften beide op zyn bevel voor hem verfcheinen, dog de Gelieven wisten hen zoo volmaakt Gak te veinzen, dat Eraftus door die fchein bedrogen, en weemoedig geworden zynde, in haar beider byzyn tot my zeide; Als ik deeze Jonge Luiden haar verftand voeder bezorgen kon , zou ik baar beide door het Huwelyk gelukkig maken ! Op deeze woorden viel plotzelyk het Masker der veinzery af, en Sulia met haren Minnaar gelykelyk voor de voeren van Eraftus vallende, deede een oprechte Biecht van al het geen 'er zedert hun verblyf in het Dolhuis tusfchen hen beide omgegaan was: Die aandoenelyke vertoning welke my de tranen uic de ogen perfte, had het onmiddelyk ontflag van Sulia en de Muftkant uit het Dolhuis, en hunne fpoedige ondertrouw ten gevolge ; Ik had de Eer op de Bruiloft dezer gelukkige Echtgenoten tegenwoordig te wezen, alwaar men my tuet een voortref/elyke verering befchonk , en weinige dagen na de voltrekking van dit Huwe« lyk, kogt Eraftus voor zyn Schoonzoon ergens een aat?zienelyke Bediening in de Generaliteit. Althans kom ik tot een byzonderheid die van een vrolyke natuur is, en die zoo ik my niet bedrieg de allerftrengfte gerimpelde Philofooph kan doen Lagchen: Hoor een waar in de klucht beftaat. Een Jonge M-ïd van een gemeene afkomst die zig Stevelette Katryn laat noemen, om dat zy haar werk maakt van Laarzen fchoon te maken, hoewel van beroep een Koufeftopfler zynde, kwam voorleden jaar met haar Oom dat een Liereman was op de Amfterdamfche Kermis ; By geval van my hebbende horen fpreken, belde zy heel vrypostig aan myn Huis, zeggende dat zy my fpreken moest : Britta wetende dat ik een middaeflaapje was gaan doen, wilde my niet ontwaken, Stevelette Katryn drong egter zoo fterk aan , dat myn Huishoudfter in de verbeelding dat 'er haast by het werk was, gedwongen wierd my wakker te maken , en kennis van haar komst te geven: Wel nu Vreyfter wat moet je hebben! Vroeg ik aan de Hoogduitfche Meid half knorrig ; Sinjeur, lk zal jouw een paar Dubbeltjes geven, als gy myn goeder geluk wil zeggen, beantwoorde Stevelette Katryn heel onno*  zei: Wy moeften om de boerfche uitdrukking van de Meid' hartelyk lagchen , Britta die in 't Voorhuis gebleven was, bewoog my om haar Horoscoop vcor niemendal te trekken; Wie weet zeide zy, of het voorzeggend geluk van dat Meisje u met 'er tyd niet al zoo veel voordelen zullen aanbrengen , als dat van den Salet-Jonker Hooghart wel eer gedaan heeft gehad. lk liet 'my al weder bepraten , cn beval de hoogduitfche Meid zoo lang in de Keuken te gaan , tot ik drie of vier urine glazen van Patiënten buiten de Stad bekeken , en de daar toe vereist wordende geneesmiddelen klaar gemaakt zoude hebben. Alvorens ik de Horoscoop van Stevelette Katryn trok, bezag ik dat Vrouwsperzoon van het hoofd tot de voeten met een ongemeene oplettentheid ; Zy had toenmaal de agtien jaren nog niet bereikt, was van een fraaye geflalte , en bezat een zekere gelukkige Phifonomie waar door men in haar voordeel gewonnen wierd : Haar gewaad fchoon van een wonderlyke fmaak, en na de Moode van de bovenlandfche groene Moffinnen irgerigt, was egter net, en zindelyk , maar voor het overige geleek zy zoo ruuw van manieren , en 200 lorrp in haar uitfpraak als een ongefchaafde Plank. Terwyl myn langdurig aankyken haar begon te verdrieten , vroeg zy my onbefchroomt, of ik haar wilde kopen ! Zodanig een vrypostigheid deed Britta nog meer behagen in die gulhartige Meid fcheppen; Wy bragten haar in myn Kamer, en ik gat Stevc* Utte Katryn te kennen dat ik haar goeder geluk zonder betaling zeggen zou: Goed Sinjeur zeide zy, dan zal ik i\ een paar zyde Kouzen voor niemendal floppen. Maaf toe)n ik vervolgens myn werk beginnen zou, had zy by ongeluk haar geboortetyd vergeten, zonder welke opgaaf het my ondoenlyk was haar Horoscoop te trekken; De noodzakelykheid. verplichte haar om zulks aan haar Oom de Lierreman te gaan vragen, en ia minder dan een uur was zy weder aan myn Huis: Jjy haar wederkomst begon de koddige vertoning tuslthen Stevelette Katryn en my. Alleraanmerkwairdigst waren de ontdekkingen die ik aangaande de opkomst van dac Meisje uic Altrologifche Proefnemingen verkreeg; Ik moest L 1 vier-.  ( 2Ó2 ) viermaal in myn Planeet - Kabinet gaan, eer ik de fleatel van 'haar Horoscoop meefter wierd : Alles met betrekking tot het onderzoek rakende haare verbazende Levensrol verrigt zynde, nam ik het woord , haar voorzeggende dat zy na verloop van een zekere tyd de Matres, of Hartbezitfter van een gekroond hooft in het woest Arabien worden zou; en dat zy gedurende het zelve een onbepaalt gezag zou hebben in het gebiet van dien Vorst, die juist aan zyn verftand niet barften zou. Pia, ba, dat ik kostelyk ! Wanneer zal die Gek my tot zyn Matres nemen? Vroeg Stevelette Katryn vry onbefuisr. Zeven jaren na myn Dood, gaf ik tot befcheid; — Och als dat zoo is, wensch ik dat gy morgen de moord mag heken hernam zy: Zoet Kind, viel ik haar in de reede, het zal daar niet by blyven; Gy zult ook naderhand door bewerking van een Vorftin in een Tuchthuis opgefloten worden, en daar enige Maanden ver blyf'moeten houden. — Loop na de galg malle Vent! Laat jou zelfs in een Tuchthuis^ opgefluiten, riep Stevelette Katryn vervolgens half boos : Een weinig gsdult Katryntje , voerde ik haar te gemoed ; Het befluid van uwe verwonderenswaardige Lotgevallen zullen beft aan, in een voordelig huwelyk die gy met een adelyke Amptenaar van het Plof van uwe Vorftelyke Minnaar doen zult. — Gansch bloed dat huwelyk met die grote Heer fpant de kroon, want ik zou graag getrouwd zyn, beantwoorde zy openhartig, my, en Britta ter zeiver tyd een kus gevende; Vervolgens of wy hoog of laag fprongen, wierden wy gedwongen haar een paar oude zyde Kouzen die aan ftukken waren meedetegeven, die zy ons den aanvolgende namiddag zeer fraay geflopt te rug bragt, en zedert beb ik Stevelette Katryn niet meer gezien nog gefproken, hoe zeer ik verzekert ben, dat de getrokken Horoscoop ten haren opzichten op zyn tyd in alle delen bewaarheid worden zal. (*) Om (*) Het is aanmerkelyk , dat alle deeze voorzeggingen van Ludeman »et opzicht tot Stevelette Katryn inderdaad zeven jaren na zyn Dood vervuld zyn geworden ; Een vorst in Arabien van een wulpfche im- borst,  ( 253 ) Om vervolgens wedertekeren tot het bemerkwaardige dat zig in de drie jaartallen van J 813, 1814, en 1815 wegens derzelver korresponderende ge)ykluidentheid in de optelling met de twee iaalle C\fferletteren van ieder jaar opdoet , heb ik door middel van Starrekundige Obfervatien volzeker waargenomen, dat dit drietal genoemde loopjaren in de voorbrengzelen van al> lerley ongewoone Nieuwigheeden met eikanderen volkomen zuilen overéénftemmen ; Want behalven , dat in het eerscvermelde jaar 1813 met eene onuitfprekeljke verwondering, en als een aartigheid die misfchien de meefte tydgenoten bevallen zal, de Dames van de groote waereld in korte toegeknoopte tabberden van rood fcharlaken omboord met goude pasfementen, en aanhebbende Lakenfe Mans Broeken van dezelfde kouleur, gekleet zuilen gaan, dragende in plaats van de gewoone hairkapzels, tot meerder cieraad op het Hoofd , een Piramide kroon gemaakt van Zee-Schulpen: Zoo zal men dat jaar ook zien uitmunten in de oprechting van een Vrouwelyke Academie, waarin de Jonge Maagden onderwezen zullen worden in alles wat zy als Vreyfters, Vrouwen, Moeders, Weduwe, en goede Huis- hou- borst , en een gemeen verftand , vond zoo veel beliagen in her gelaar van die Koufeftopfter , dat hy ze aan zyn Hof nam , alwaar zy meer Eerbewyzingen dan alle de Hof-Dames genoot. Dog de Vorst naderhand met een uitheemfche Princes gehuuwd , en vervolgens een buiten, landfche Reïze ondernomen hebbende , wierd zy inmiddels op last van de Princes, in een Gevangehuis van I.igtvaardige Vrouluiden binnen deStad H. . B. . . opgefloten. De Prins in zyne Landen wedergekeerd, maakte men hem wys dat Stevelette Katryn fchielyk overleden was; Hy geloofde het., en was ontroosbaar over haar verlies: Ondertusfchen wist zy middel te vinden uit haare Gevangenis een paar regels aan de Vorst te fchryven van deeze kluchtige inhoud. Myn Lieve Dabor, men heeft my in een Tuchthuis te H. . . 15. . opgefloten ; Draag zorg « beminde Katryntje daar uit te verlosfchcn'i De Prins misnoegt over het ttoud beftaan van de Vorain , deed haar terilond ont. flaan, en bewoog een zyner Hovelingen die hy tot Hofraad verhief, en met een jaarlyks Penfioen begunfligde , om met Stevelette Katryn te trouwen; Zoo dat zy op die manier, volgens de Prognofticatie van La» deman, een Dame wierd Anecdotes van den Uitgever, ■ LI a.  r 264 ) houftereti behoren te weten. — Niet minder aanmerkenswaar-; dig zullen de nieuwe uitvindingen zyn welke gedurende het jaar 1814. daan phats te hebben , wie zou 'er ooyt om ge» dage hebben! Ik wenschte die tyd te beleven alleenlyk om dat ik vastflel, dat myne Vrinden de Planeten dat jaar in een vrolyke luim zullen wezen ; Geen wonder ! Want men zal zig fchier te barden moeten lachen , als hec in zekere nabygele» gen Plaatzen gebeurd, dat Jongens van 18 of 19 jaren oud die éé.i Mond vol Latyn in de Scholen geleert hebben, het Rechtersampt bekleden, en Dooddrafvelyke Vonnisfen onder hec Lezen van de Courant of onder het vertellen van een Amoureus Gevalletje zullen uitfpreken: Maar het geen alle denkbeelden te boven gaat , zal de kroonfpannende invoering van een Amazoone Corps te Paard zyn , welke als een zoort van Vrouwelyke Lyftrawanten gefchikt zullen wezen, om een Nationale Vordin zedert den jaare i8oz geboren , dog onder veele wederwaardigheden , een verfchoppeüng gebleven zynde , tegen alle aanrandingen en onaangenaame ontmoetingen gewapenderhand te beveiligen. Dan het Loopjaar 1815 waar van de tydfchriftem verdienen melding te maken» zal volgens di gelykluidende Cyffertallen mee dac jaarperk een klein Magazyn van Gebeurtenisfen uitlevereren die voorzeker in de manier van derzelver ontwerpkunde en volvoering mee alleen verwonderenswaardig fcheinc , maar de dempel van goedkeuring van alle gepolyde verflanden wegdragen zal ; En zal ik zeg* gen waarom! Om dac overéénkomdig myne Adrologifche ontdekkingen hier te Lande in. a'le bemuurde Steden jaarlyks één gelukkig of liever één ryk Barger zal worden gemaakt, door middel van eene Liberale Gift van één Gulden 'sjaars voor ieder huishouden, hetwelk by Loting gefchieden zal : Dat al verder in het jaar 1 o 15 ten behoeven van den gemenen Burger of onvermogende Huisgezinnen plaats zal hebben ,' de affchafving van den Impost op het Brood, Boter, Kaas, Bier, en wat zodanige flag van behoeftige Menfchen voor Confum-tiewaren dagelyks meerder benadigt hebben, en in plaatze van dien een verdubbelde fchatting cf Impost zal worden gelegc ^op de Wynen, allerley zoorten van ilerke dranken, gelyk ook op  < 26-5 ) -op ós Rytuigen, en al het geen tot de onnoodzakelyke Pracht behoord. En dat vervolgens nog dat zelfde jaar eene belasting van vyf percent namelyk een ftuyver per Gulden zal wor. den gelegt op alle nieuw uitkomende gedrukte Boeken en Tydfchriften om uit dit fonds een Subfidie Cas opterechten , ten einde daar uit te vinden, het onderhoud en de onkosten voor een zeker bepaalt aantal onvermogende Studenten die met den aanvang het jaar i8ao verkiezen zullen in een der driehoofdfaculteiten, het zy in de Theologie , Rechtsgeleertheid , of wel in de Geneeskunde te ftuderen. N°. XVII. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, BETREFVENDE » Het Schrikkeljaar 1816, voorzien van eene keurige Verhandeling over de oj-éénftapeling der Gelukken, en Ongelukken onder het ^Menschdom. Onder de 25 Schrikkeljaren welke in het beloop van één Leuw_moeten invallen, bevinden zig doorgaans enige weinige, wa;r in de Gelukken meer dan in de andere gewoone Loopjaren ^uitblinken , terwyl men in het merendeel derzelve een opéénftnpeling van Ongelukken ontmoet; Dit heeft niet alleen plaats in de Wedervaringen en Levenslopen van byzondere rerzonen , maar ook opzichtelyk ten aanzien van algemeene LI 3 Nood-  C 266 ) Noodlottigheden, waar aan ganfche VclKs-Maatfchappyen onder verfchillende Regeringswyze of Staatsbeftieringen, door gedurige veranderingen onderhevig zyn , waarom door kundige Aftroiogisten de oorzaak dezer waereldlyke Locverwisfelingen grotendeels aan de invloeden die de Planeetlopen op de Schrikkeljaren hebben , niet ongereimt toegefchreven word. Ondertusfchen zou hier de groote vraag zyn , onder hoedanige dezer beide zoorten van Schrikkeljaren men het jaar 1816 begrypen moet, en nademaal dit onderzoek juist het voorwerp is» dat tegenwoordig onder het bereik van myne Afirologifche Bezegelingen valt, gevoel ik my aangedreven, hier over vollediger te handelen. > Zedert de allervroegfle Eeuwen heeft men door de ondervinding , en door baarblykelyke Gebeurtenisfen , op gronden ener volftrekte zekerheid kunnen nagaan, dat de zevende, veertiende, en één en twintigfte der Schrikkeljaren van ieder derzelve , met buitegewoone Gelukken en gunftige uitdagen zyn vergezelfchapt geweest, daar by tegendelling de 22 overige Schrikkeljaren meest al, met betreurenswaardige Volksrampen of drukkende onheilen meer of min te wordelen gehad hebben. Het is een oud fpreekwoord, die zekerlyk zyn grondwortel heeft, een Geluk , of een Ongeluk komt zelden alleen ! Befchouw alle de onderfcheiden Handen van het Mensdom , en let op alle de wedervaringen zedert hun geboorte tot haar Dood, en gy zult oogfcheinelyk bevinden dat 'er by alle die verfchillende Standsperzonen tydperken zyn beleeft, in welke een Opéénftapeling van Gelukken , of Ongelekken onder hen plaats hebben , gehad; Ik heb een heel Magazyn van echte gebeurtenisfen voor handen , om 'er de waarheid van te daven, behalven dat het my gemakkelyk zou zyn, de onwederfprekelykheid van dien alleen te betogen , door een talryke menigte gedenkwaardige Gevallen gedurende een dertigjarige onderbinding als Aflrologist my van tyd tot tot tyd voorgekomen. Een Jongeling van een ruuwe Levenswyze , bezittende een groote onverzaagtheid, en ongemeene kragten, gelukte alle onder-  C *6> ) dernemingen van zyne vroege Jeucht af, en de Gelukken waren Zoo opééngeftapeld, op malkanderen , dat de blote overweging van dien , zyn Vader een welgefielde Boer zynde, waarfchynelyk tot het befluid bragt , om zyn Zoon tot den Koophandel optebrengen , beftellende hem met dat oogmerk by een Koopman in Wynen in een naburige Stad, om 'er de Negotie te leren; Maar nadien Natalis tot het Krygsberoep geboren fcheen , nam hy in den laafte Oorlog dienst onder de franfche Dragonders : In twee agtereenvolgende Velttochten waar in hy drie Hoofdtreffen bywoonde , was hy onbedenkelyk gelukkig, want hy behaalde een ootzaggelyke Buid, en zynde de tiende Man die in de eerfte Veldflag van de ganfche Compagnie ongewond overbleef; Het gebeurde op het einde van de laafte dezer Veldtochten, dat hy zig bevond onder een detachement Dragonders welke tot onderfteuning van de lichte Troupen gezonden wierd om een Vyandelyke Party opteligten : Die aanflag na wenscb gelukt zynde , behaalde Natalis by die gelegentheid voor zyn aandeel tot buid een goud Horlogie, een Diamante Ring, en een Goudbeurs voorzien met hondert en veertig Dukaten , die hy een gefneuveld Staf-Officier ontnomen had. In de wederkering na het Leger onderweeg in een Herberg geraakt, dus van blydfchap half befchonken zynde, en vervolgens tegen den avondftond met zyn Paard van de regte weg afdwalende , zonder het detachement te kunnen wedervinden , ontmoete hy aan den uithoek van een kreupelbosch twee Vyandelyke Housfaren die hem met het Pirtool in dë hand onverwagt op het Lyf vielen , en onder zware bedreygingen noodzaakte zig Krygsgevange te moeten geven : Natalis hem op die wyze overmand ziende, en zyn bydragende buid reeds verloren agtende, moest van de nood een deucht maken ; Hy fprong van zyn Paard volgens het bevel van de beide Housfaren , welke de hunne aan een boom gebonden hebbende , toen insgelyks aftraden, latende hunne Piftolen in de holfterkappen. Natalis haare onvoorzigtigheid opmerkende, naderde zyne overwinnaars, en overhandigde een van hen de korteling veroverde Goudbeurs, terwyl hy aan de andere het Horlogie van de gefneuvelde Staf-  C &6B ) Staf - Officier overgaf; Deeze vrywillige daad deede de ITousfaren na de buid grypen eer zy hem zyn Zydgeweer afvroegen : Van dit gunflig ogenblik bediende den gelukkige Dra» gonder hem , om met ieder van zyne handen een Housfaar lchielyk by de borst te vatten , en hen beide van de grond getild hebbende , floeg hy haar met zulk een vreeslyk kracht vyf, of zes malen tegen malkanderen aan , dat hun het brein uit het hooft vloog , zodanig dat beide de Housfaren binnen drie Minuten tyds de geest gaven. Na deeze verrichting doortaste Natalis hunne zakken,en vond nog over de tagtig Dukaten by hen, het geen hy nevens het Horlogie en de Goud» beurs weder by hem dak; Vervolgens hunne Paarden, en de zyne ontbonden hebbende, keerde hy met deeze nieuwe buid gerust na de Legerplaats, alwaar hy vroeg in den ogtenddond aankwam , en de beide Housfaren Paarden voor 40 Dukaten verkogt; Dit moedig bedryf van Natalis in het Leger ruchtbaar geraakt zynde , wierd aldaar zoo hoogelyk geroemt, dac men hem korte dagen daar na bevorderde tot Wachtmeefter van de Dragonders; Invoegen dat in zyn Perzoon de Opéénpapeling der Gelukken genoegzaam is gebleken. Daar zyn Menfchen myn goede Landsman, die door een beginzel van ongelukkige wederwaardigheden , naderhand hec toppunt van hun Geluk hebben bereikt gehad : Voor enige jaren heb ik daar een zonderling voorbeelt van gezien in een Perzoon by my bekend onder de naam van Obrefoni, die over Sluikery uit zyn Vaderftad gebannen zynde , vervolgens zig met 'er woon te Amflerdam kwam neerzetten , en op een tyd belust wierd zyn Horoscoop by my te doen trekken; Hy was toenmaal zoo neerflagtig, dat hem verfcheidemaale de tranen uit de ogen borden , onaangezien de moeite die hy aanwende om zyne droefgeedigheid voor my te ontveinzen : loen ik zyn Horoscoop getrokken had , zei ik dat hy hem vertrooden kon, want dat zyne Gelukken, uit zyne Ongelukken zouden geboren worden: Obrefoni vroeg;, of ik vermaak had de fpot met hem te dryven ! De gevolgen zullen op zyn tyd doen zien of ik in ernst gefproken heb hernam ik; ——• Wel nu wat is 'er dan van de zaak?.begon hy verder te vragen?:  C *f'9 ) gen; — Ik zal het u zeggen Myn Heer vervolgde ik, het biykt uit o Planeetgeftel dat gy een Bianeling zyt, en dat hy zonder dat, in deeze Stad niet zou hebben komeo wone»; Hat is ook ia deeze beroemde Koopfiad dat Gy u geluk maken zult, en dat wel op zulk eene ongehoorde en onbegrypelyke wyze die u naderhand verbaaze, maar die ik u thans niet vertellen zal. Zeer wel, Ik ben te vreden, Ik be¬ geer niets meer te weten, de tyd zal alles ontdekken hervatte de oordeelkundige Obrefoni my een Ryder in de hand floppende, waar na hy weg ging. Gedurende een jaar en zes weken hoorde ik niet meer van hem fpreken , wanneer ik op myn Buiteplaats te Sluterdyk een vifice kreeg van een H:er verzeld van een Jonge Dame prachtig uitgedoscht , die ik aanftonds voor Obrefini kon: I'c vroeg hem toen op myn beurd heel nieuwsgierig na de oorzaak van zyn komst, en het was vervolgers met geen minder verwondering als vermaak dat ik het volgende vcrflag van zaken uic zyn Mond bekwam. Obnfoni was zedert negen Maanden na dat ik zyn Horoscoop getrokken had , in zulk eene geftadige droefgeeftigheid gebleven , die ten laafden tot een zoort van mymering over floeg ; In de verbeelding dat het geval van de uitbanning uit zyn Vaderflad , zyn repucatie zoo fterk gckraakc had , dac 'er geen mogelykheid overbleef, om immer zyn goede Naam, en de middelen tot zyn opkomst in de waereld te kunnen herftellen , kwam hy tot het misdadig befluid om hem zelve te verdrinken: Met dat oogmerk begaf hy zig tegen den avond voor het Poortfluiten buiten de Stad, en de tyd van zyn djod willende verhaaften, girg hy regelregt na een zekere Laan daar een diep water was, en daar hy wist dat als een eenzame Plaats zynde , hy in zyn voornemen niet oivrust zoude worden; Ondertusfchen ftond Obrefoni onbedenkelyk verlegen, aldaar te vinde een Jonge Juffrouw die 'er met hetzelfde inzicht als hy gekomen was, dat is te zeggen om haar op gelyke wyze van kant te maken , om hier door te ontgaan de aanftaande voltrekking van een gekoppeld huwelyk met een Mm Oa-  C 270 *> Oude Weduwenaar, waar toe haare Stiefmoeder haar met ge» weid wilde dwingen. Beide deeze Slachtoffers der wanhoop, onbewust van elkanders oogmerken , bekeken de een den andere mee verwondering en misnoegen, om dat zy aan weerskanten in de volvoering hunner aanflagen gefloort wierden; Een half quartier uurs lang bleven zy aan beide zyde in een zoort van zelfilryd hoedanig hun befluid te volbrengen , zonder dat nog den een, nog den ander dezer Simphatiierende Drenkelingen een woord fprak : Obrefoni aan wien deeze onvoorziene verhindering be. gon te verdrieten, brak nogtans het eerfte de ftilzwygentheid; Hy vroeg de Jonge Dame vry ftuurs, wat zy daar zoo laat kwam doen , en of zy op goed avantuut by den avond uitging ! Zy gaf hem even fchimpende ten antwoord dat hem daar niet aan gelegen lag, en dat ze ten minfte niet was uitgegaan om zulk een Ploert als hy te zoeken. ——— Gy heb gelyk Meisje hernan Obrefoni wat bedaarder, Ik behoorde my met geen Mensch in de waereld meer te bemoeijen, want het zal tog de laafte Dag van myn Leven zyn. Ik zal den- kelyk korter leven dan gy Vrind hervatte de jonge Juffer, ter zeiver tyd in het water fpringende ; Obrefoni door een onbekend voorgevoel van meedelyden getrofven , en zyne eige beraatflagingen vergetende, fprong haar na , in het befluid van haar te redden, dog zy deed zulk een geweldige tegengeftand in den beginne dat hy de moed al verloren gaf, maar eindelyk afgemat, en gereed om te zinken, zwom hy met haar aan Land; En plaafte haar aan de kant van het water tegen een boom: Dit Jong Mensch verbleef daar enige uren in flaauwte leggen , vervolgens niet dan zware zuchten doende, zoo dra zy uit haar onmacht herkomen was ; Terwyl Obrefoni het overige van de Nacht verfleet, in een knagent berouw wegens het onbedagt en wanhopig befluid dat hy genomen had. By het aanbreken van de Morgenftond begonnen onze herfchepte Drenkelingen eikanderen met ogen van oplettentheid te befchouwen ; Inderdaad was Obrefoni verblyd in die Jonge Dame een volmaakte fchoonheid te vinde, de welgemaaktheid en goe-  C ) goede Manieren van een Jongman die 'er deftig in de kleding uitzag, fcheen haar aan de andere kant niet onverfchillig te wezen: Om kort te gaan zy verhaalden malkanderen openhartig hunne Lotgevallen , en de oorzaken waarom zy onderling befloten hadden hun Leven te verkorten. Die bewerkte een Simphatie van Liefde in weinige ogenblikken tusfchen hen beide, waar van het gevolg was, dat zy affpraak! namen , dat de Jonge Juffer ergens buiten te Stad haar verborgen zoude houden, ondertusfchen dat Obrefoni weder na de Stad kerende , onder de hand vernemen zou wat uitwerking haar vlucht op het gemoed van haar Vader die een ryk Handelaar was, gemaakt had ; Volgens dat beflek onderfchepte Obrefoni nog dien zelve dag, dat de Vader van Sophia zeer bedroeft over haar wegblyven, geleek, in zoo verre dat hy in alle de openbare Nieuwspapieren aanmerkelyke vergeldingen had toegezegt, aan die geene welke zyn Dochter levend, of dood zou te regt brengen: Van dit alles ging Obrefoni den vo'gende avond aan zyne beminde Sophia in haar fchuilplaats heimelyk verflag geven , en daar wierd verder met gemeen overleg tusfchen de Gelieven befloten, dat de Jonge Juffer de ganfche zaak zodanig als ze zig toegedragen had , aan haar Vader door middel van een Brief zou ontdekken ; Obrefoni belaste hem om de Brief door een Kruyer den volgende ogtend heel vroeg te doen beftellen , terwyl Sophia voorzigtigheidshalve haar verblyfplaats voor haar Vader verzweeg. Deeze welbeleide beramingen na de letter volvoerd zynde, had de gewenschte uitwerking gevonden by den Ouden Wlan die van een teerhartige en edelmoedige aart zynde , in een der volgende Nieuwspapieren op een verbloemde wyze deed bekenr maken , dat de bewuste Dame met de Pretendent die haar het Leven gered had , vryelyk te voorfchein mogte komen , onder belofte in hunne gedane verzoeken te zullen bewilligen : Ingevolge van die toezegging verfchenen Obrefoni, en Sophia beide te gelyk voor hem, en de Vader van daeze fchoonheid de zaak in alle opzichten bekragtigd vindende , verkreeg vervolgens het Huwelyk van dit gelukkig Paar door zyne toeftemming zyn beflag; Men gaf Sophia zestig duizend Guldens aan huwelyksMm a< goed  C 272 ^ goed meede, waar meede Obrefoni voor eerst in fiaat gefield wi rd een goe^e Koophandel te dryven : De Vader van So~ fbia twee Maasden daar ca overleden zynde, geraakte hy ia *t bedt van meer dan anderhal «re tonne gouds, en bekwam daags ia dj begiavenfs vaa zyn Schoonvader, een Bediening van zes en d-»ri£ honden GuUtns aan jajx'ykfch? inkomfer; Alle deeze ipiènpapelitvg van Gelukken, hadden Obrefoni om myne Prop. loftic.die doen denken, als volkomen overtuigd dat zyn G luk uit zyn Ongeluk geboren was geworden, en het was de reedewaarom hy my met zyne Gemalinne een bezoek te Sloterdyk gevan kwam, by welke gelegentheid hy my noodzaakte een vere» ri g van een Diamante Ring waardig een zak zesthalve te moeten aannemen. De opéénftapeling der Ongelukken, is zoo algemeen ten aanzien van dat gedeelte van het Mensdom, welke door Tegenfpoeden bedreden worden, dat het by na geen bewys zoude behoeven ; Ik zal nochtans met betrekking tot zulke Speelballen van het noodlot enige zonderlinge voorbeelden aanhalen welke my door de Horoscooptrekkingen gebleken zyn, en waar van ik de oorzaken door de Planeetkunde ontdekt hebbe. Quirinus geboren onder de Planeet Luna, op den eerfte dag van de Lente, moest volgens alle de regelen der Starrekunde coodzakelyk gedurende zyn levensperk door een opéénftapeling van Ongelukken gedrukt blyven. Quirinus koopt een Huis, het Huis brand tot den grond toe af; Hy trouwd een niet onbevallige Vrouw, zyn Vrouw ontloopt hem, en neemt de vlucht met een Soldaat : Men dwingt hem half tegen wil en dank een Quart Lot in de Lotery te kopen, Hy trekt een prys van tien Duizend Gulden voor zyn aandeel, maar de Jood onder wien het Origineel Lot berustende was., gaat met zyn geld bankroet; Daar word juist op een Eenzame weg een Moord gepleegd, in de tyd dat Quirinus kort te vooie daar gepasfeert was, Hy word met de Moord befchuldigt, in hegtenis genomets , en geraakt na een Gevangenis van zes Maanden met grote moeite vry: Vervolgens begeeft hy hem uit wanhoop na de Oost-Indien, dog hy ondergaat Schipbreuk; Al het Scheeps. volk ontkomt het gevaar, en Quirinus verdrinkt.  C «73 } Jurora een braaf eerlvk Mïfcje ■> °P *iens gcdra? n'efs,* zeggen vak, g en geestryke Brieven over dat onderwerp ontvangen, en tot myn Aftrologisch beroep betrekkelyk zynde , zullen hier vas onwraakbare getuigen wezee. JiAA E.'  C iS5 ) H a'arburgsche Piskyker! „ Je mag jou wel op jou Piskyken , en op het begluren ,, van jou Planeten beroemen; Jou zotskap daar je bent Wei „ arme Bloed , je weet nog niet wat er in de waereld te „ éten is: Heb je ooit nog wel onderzogd wat het beste ver„ maak in de Huwelyken Staat uitmaakt? Neen tog niet, „ want daar heb je geen Letters genoeg toe gekaauwd zukke„ laar ; Kom aan ik zal het jou leren ! Heb je wel gelezen „ wat een zeker Oudvader zegt, Cweet ik hoe die Babbelaar „ hiet) de 'knibbeling der Gelieven is een vernieuwing der „ Liefde ! Als je nu maar voor een halve fluiter veriiand „ heb, Haarburgfche Kwakzalver, zei je gemakkelyk begry„ pen, dat hy daar by zeggen wil, dat het beste plezier van „ de trouwftaat is, als Man en Vrouw drie of viermaal 'sjaars, „ ("meer moet het niet gebeuren) eens zoo helder kyven, dat j, 'er de Buuren aan te pas komen, om ie zien cn in't open,, baar te doen blyken , wie van haar het meefte Gelyk , of „ Ongelyk heeft; O myn lieve Pianeetkykenje , als je eens „ wist hoe allerliefst het huwelyksleven is, als een paar Ge. ., trouwde Luy hun Hart door zulk vrindelyk kyven na ge„ noegen hebben opgehaalt, dan is het al zoet en aangenaam ., wat 'er op volgt : Als ik met Godefridus myn Min zulk „ een plezierig kortswyl eens gehad heb, dan loopt ha geen „ drie uuren aan, of wy Zoenen en Likken malkaar als twee Jonge Horden. Hoe is "t mogelyk Wyfje dat je me zoo des„ praat Liefheb, en dat je myn Eer op 'ftraat werpt? Vraagd „ Godefridus doorgaans a!s de klucht van het kyven gedaan „ is; Och Eindje Lief, - geef ik hem tot befcheid, bet moet „ eerst regenen wil 'er Sonnejcbein komen: Je Ihb zeper ge' „ lyk Katotje is het antwoord van myn lieve Man, wel „ nouw we zullen dan maar alle vierendeel jaars onze ky- vagie over ons Gelyk of Ongelyk afdoen. Ach wat „ is Gcdrifidus een hnps flach van een IVlan! Vraagt tog eens j, aan jou zeuven Planeten als ze weer vergaderen , of hy O o '?, lan-.  ( a86 ) - langer zei leven als ik ; Of dat ik de onkosten zei moeten " doen van hem te laten begraven! Weest gegroed Heer Pis*. l] kyker van jou Vrindin." Katotje Manplaag. Paracelsus dezer Eeuw! Met een billik recht verdient uwe bekende bedreventheid Inde Geneeskunde zulk een Eernaam, als ik hier aan het hooft van myn Brief geplaast heb, niet om uwe luifïer nog gevestigde vermaartbeid daar door te vergroten, maar om u eigenaartig te vergelyken by een Man, die gelyk gy weet een wow der van zynen tyd is geweest. Ondertusfchen heeft het my altyd toegefchenen Heer Doétor, dai 'er zekere verborgen oorzaken van zommige bewerkflellende daden onder het Menschdom gevonden worden, waar voor het verfiand. en de kundigheden der waereldberoemfie Geleerden veeltyds fiil moet fiaan, en gevolglyk buiten het bereik der weienfebappen zyn, om te kunnen nafpeuren: lk Me» Myn Heer zeer volvaardig, dat de Starrekundige Onderzoekingen hunne oefenaren een wonderbaar licht by zet ten kan, en dat Iemand door eene volmaakte kennis van de grondbeginzelen der wysbegeerte menigmalen zodanige wiskunftige gevolgen kan trekken, maar door het gorüyn der duijlerheid opgefeboven word. Maar als ha kompas der allerbeste wetenfchappen fiil ftaat, waar toe moet men in donkere gevallen dan zyn toevlucht nemen ? Van zulk een aart begryp ik te wezen, de onbekende oorzaken van noodzakelykheid die vermoodelyk plaats hebben, in het geval van het kyvende Gelyk, en Orgelyk onder de Gehuuwde van dezen tyd, als welke tot nog toe onaangezien bet werkzaam onderzoek der Geleerde, onbeflisbaar, en onderfcheppeloos febeint gebleven te zyn. Het is wet waar dat Terenuus daar van een oppervlakkige reede van noodzakelykheid heeft opgelucht, maar dat voldoet my niet; Want waar toe vraag jft9 is bet nodig dat Echtgenoten die eikanderen oprecht bemin- tien»  C 287 ) mn, voorledacltelyk over een beuzeling die veel al niets om V Lyf heeft., gaan kyven om een huwelyks Gelyk o/Ongelyk 'i we//fe te&i* blyvende, vervolgens door niemand dan onder haar beide kan worden beft'ist, en dat enkeld met het oogmerk om hier door hunne banden van onderlinge Liefde krachtiger, en vaster te makend Ik kan nooit geloven Myn Heer! dat dit altyd de waare oorzaak van het kyvende Gelyk, en Ongelyk onder getrouwde Perzonen zoude zyn: Indien men een gezond, fris, en fterk Mensch alle dagen Medicamenten deed gebruiken op dat hy nog Jïerker en gezonder zou worden; Wanneer men eenBedelaar vergenoegt met zyne bedelduiten, alle dezelve out' nam, en ze hem naderhand weder gaf, met het oogmerk om hem daar door ryker en vergenoegder te maken dan voorbeen, heb ik reede van my te verbeelden, dat de uitkomften feilbaar zullen bevonden worden. Daar moet dan noodzakelyk een andere onbekende of verborgen oorzaak van het beweegrad tot de opvolging dezer Terenciaanfche Huwelyks-Staatkunde plaats btbben, die ik met myne Philofophifche denkbeelden, op volzetere gronden niet bepalen kan; En waar toe ik dienvolgende verzoeke, uwe doorwrochte kunde te willen hefteden, ter oplosfing van een voorwerp van befpiegeling, waar in zoo veel belang neemt by, die zig dankbaar lyk betonen zal te zyn Uwe Voorftandeu Methaphisicus. Vader Ludeman! „ Ik heb by ondervinding, dat het Huwelyksleven zoo wel w als den omloop van een jaar onder vierderley byzondere Ge„ tyde of Saizoenen kan worden afgebeelt; En dus dat de „ Trouwilaat even als een jarig tydperk van een Lente , Zo- mer, Herfst, sn Winter onderworpen is." „ Toen ik in de Lente van myn Huwelyk was, viel 'er „ genoegzaam geen enkeld woord dat na kyven geleek , tus- Oo a ,, fchen  ( s88 ) „ffc'nen"myn Vrouwe, en my voor; Dog zoo dra de Zo* ,, nier vin oi s huwly sleven aankwim, dac is te zeggen toen „ myn Wyfj:- e~m en andermaal in het Kinderbed gelegen had, „ en wy ons ongevoelig van een kleine familie omringd za,, gen, begtn het 'er wat donkerder met my uittezien Vader „ Ludeman, aangezien de kaftyding die ik zomwylen aanwen„ den moest, om de dwinglandy van een Kind te be'euge- len , niet zelden aanleiding gaf, dat wy malkaar een uur „ lang in ons kyvend Gelyk of Ongelyk ten dien opzichten „ de prys der overwinning betwisten, hoewel ik van tien rei„ zen dat zulks voorviel , gewoonlyk zevenmaal de vlag voor „ haar firyken moest: Maar helaas, in de Herfst van myn ,, vrywillige flavernyflaat getreden zynde, wanneer ik mis« „ fchien zulk een noodzakelyk Meubel niet meer voor myn ,, geliefde hartsbezitter was , dan voorheen , geraakte het in „ die onguur Saizoen onzer huwelyksdagen onder ons beide „ zoo fterk aan het hagelen en fneeuwen, dat ik in ons we,, kelyks kyvend Gelyk en Ongelyk meest altyd de onderlaag „ kreeg ; Dan dit alles kwam nog in geen vergelyking by ,, geen 'er naderhand op volgde , toen de Vorst van de hu. welyks, Winter zig deed gevoelen. Sakkerloot Vader Lu„ deman , wat zag het 'er in dat ongunftig getyde fpaansch voor my uit, want zedert den aanvang van dat onvermakej, lyk tydperk der Echtelingen , had ik by myn Oud Besje ,, niet meer te zeggen , dan een Jonge heeft , die een half „. vac t'huis brengt." „ Gelukkig dat den tol der natuur een einde aan de vier huwelyks Saizoenen gemaakt heeft gehad; Dan terwyl ik „ tegenwoordig Weduwenaar zynde; ondanks myne hooge ja« „ ren , en de beproevingen die ik van de trouwftaat gehad „ heb, niet befluiten kan, ongetrouwd te blyven; Zoo Solii„ citeer ik u Vader Ludeman , de goedheid te hebben myn „ Horoscoop te trekken , ten einde door uwe Starrekundige „ bevindingen onderrigt te worden , of ik in een tweede Hu* „ welyk daar ik denkelyk geen Lente of Zomer meer in te beleven ftae, geen vermakelyker Herfst en Winter fchoon v wat van korter duur, met myne toekomende Ega zou kun- . „ nea  -, oeri Hyten, immers met- dat gevolg , dat ik myn kyvend Ge" lyk en Ongelyk op myn beurt ook eens met een goede " Mirftnc- 7ou doen gelden. Om uwe A'trologiTche Onderzoe- kir pen van vrucht te doen zvn , heeft deeze Brief ten ge- >' " _ . __ i_ r-\.. , leide myn Doopnaam, geboorteuur, en twee cuoneice ïw -katons dat ik tot myne gerustheid graag daar aan' wagen ^ wil om te doen blyken hoe zeer ik ben," {Een raars Spotvogel,') Sa Ti RicüSi m Behalven de vorenftaande Brieven , waar van ik het weder1fchryven hier niet boekftaven zal , om dat ik iets van meer aangelegentheid rakende het kyvtnde Gelyk , of Ongelyk tusfchen Gehuuwde Perzonen te verhandelen heb , als géftaaft zvnde door zulk eene berrjerkenswaardige vermakélyke Horoscoop , welke door de • gevolgen bewaarheid , verbolgens be'kwaam zyn, deeze belanghebbende ftoffe in een klaarder dachlicht te fiellen. Een Buurvrouw waar meede Britta Beyer, (leeds een gemeenzame omgang- onderhield , en wiens Man bekend ftond voor een ordentelyk Burger, die zyn beroep al-yd vlytig waarnam , verzogt my eenmaal dac zy met myn Huishoudfter een kopje thee aan myn Huis dronk , haar Horoscoop *c wiliea trekken: Uit aanmerking, voor Britta die haar verzoek by die van de Buurvrouw voegde, befloot ik haar die Vrindfchap buiren enige onkosten te doen; Onderwyl dat ik daar meede bezig was , kwam haar Man die myn Huis open vond ftaaö ; onverwagt in de Kamer treden, bevelende haar vry onbefchoft terftond na Huis te gaan, zeggende dat hy enige noodzakelyke boodfchappen in de Stad te doen had , en vervolgens bemerkt hebbende, dat zy haar Horoscoop deed trekken, bekeef hy haar nog wakker daar over in myne tegenwoordigheid: Oè Vrouw zweeg zonder de minde on vergenoegt hei d te laten blyken, terwyl hy al grommende myn Huis uitliep. Ik was 'om de waarheid te zeggen Myn Goede Hans, weinig'gevleid mèt O o 3, dit  dit onvrindelyk bezoek waar door voor ditmaal ons werk ge(laakc bleef; Ondertusfchen vroeg ik de goede Hoof, eer zy vertrok of baar Man altyd zoo oplopend van humeur was! —» Och Neen Myn Heer, Hy is het beste Mensch van de waereld! Zeide zy; Maar het is juist zyn kyfweek, wanneer ik volgens bet verdrag dat wy zanten gemaakt hebben, zwygen moet: Dog toekomende week is het myn beurt om te kyven, en dan zal ik bem dit geval wel dubbelt betaald zetten. Over die kluchtig befcheid ongemeen verwondert zynde , bekroop my de lust om de Horoscooptrekking van die Vrouw in haare afweezentheid te volbrengen; Ik had nochtans groot berouw over een daad van nieuwsgierigheid die allezints tegen» myne verwachting uitviel., en waar toe ik door geen belanghebbende oorzaak aangedreven wierd : Ik kan 'er nog zonder ontroering niet aan gedenken. Want ik bevond uitde Conftellatie van haar Planeet, dat myn Buurvrouw uit Lie& de tot haar Man die zy binnen korte dagen verliezen moest, tot zinneloosheid zoude geraken: Dit gebeurde ook in de navolgende week, toen de Man door het kyvende Gelyk en On~ gelyk van zyn Vrouw baloorig geworden zynde, de kuren in de kop kreeg om haar te verlaten, en met. de beste buid van gereede penningen hem buitenlands begaf; Een vooral het geen haar zoo fterk ter harten ging , dat zy 'er onaangezien alle vertrooftingen van Vrinden, en goede raadsluiden haar ver.* ftand ten eenemaal door verloor, en mits dien in het Lazarushuis moest worden opgefloten. De Grillen der jalourszieke Mannen zyn van een verwonderlyke en kluchtige aart : Men kan ze niet onaartig vergelyken by zulke vrywillige kluifters die zomwylen in zwaarte verre overtrefven de ketenen welke de turkfche Slaven gewoon zyn, tot een kenteken van haare Slaverny te dragen. Men zal wel willen geloven , dat een jalours Man een ondragelyk Schepzel is; Volgens myne gedagten moeten de Grillen van .zulk een Man die door eigenzinnigheid, of door een verkeerde opvatting jalours is geworden, een altoosdurende Plaag, en een grievende doodfteek in het hart van een Eerlyke Vrouw -wezen : Want behalven dat haare Deucht daar door op een on5  i *9* ) ©nregtvaardige wyze in verdenking geraakt, zoo bly ft haar huwelyksleven een fchakel van verdriet en onrust. Om de waarheid hier van op overtuigende bewysgronden te betogen , zal het voor eerst genoeg zyn de onderftaande Brieven over die natuur aan hec beflisfent oordeel van onpartydige Eeuwelingen overteiaten. Heer Arts! „ Och help my tog uit den Droom 1 Ik ben my zelve tot „ een last, alles verdriet my in de waereld: Myn eige Vrouw „ zoekt my te bedriegen. Wat zeg ik! Wie weet of zy my „ niet al bedrogen heeft gehad; Voorzeker is zy my ontrouw, „ wat behoef ik 'er aan te twyvelen : Ongevaar twee jaren „ geleden Weduwenaar zynde , befloot ik te hertrouwen ; Ik „ begaf my dan in een tweede huwelyk met dieKaronjs, die „ toen nog geen 36 jaren oud was, ondertusfchen dat ik de „ vier en vyftïg al bereikte: Men wist my te zeggen, dat zy „ een Braave en Deugtzame Huishoudfler was, men prees haar „ goede opvoeding , en eerbaar gedrag ; Ik wierd zelfs door „ haar zedig gelaat verblind, en meende een Lucretia ge„ trouwd te hebben , maar zoo menige Koekoek Ludeman, zy is geen verrotte Pruim waardig, voorleden Maand kwam ,', een Vrind my een zekere fomrae gelds betalen, Hy prefen- teerde haar zyn Snuifdoos , en zy had de onbefchaamtheid „ een Snuifje daar uit te nemen : Ik had 'ér toen nog niet ,, veel agterdogt op \ Maar zedert dat ik befpiet heb dat een „ Jong Officier die vlak over myn Huis op-kamers woond „ haar alle dagen door een vergrootglas begluurt, meen ik dol „ van fpyt te worden, voornamelyk toen ik zag , dat zy on„ aangezien myn verbod zyne begroetingen met een beleefde , neiging op de floep (baande, beantwoorde. Dit, is bet met al. Vooreergisteren kwam een Heer van de Regering aan ', wien ik veei verplichting hebbe, by myne afwezentheid aan „ myn Huis, om my over een zaak van groot aanbelang te.  Km ) i-k fpreken ; Intusfchen dat hy na myn komst wagre , fchonk „ /y hem èen kopje thee , en ik beipeurde dat zy een blos „ in haar aangezigt kreeg , toen ik binnen trad : Wat Man kan zulk een ontrouwigheid befchouwen , zonder razende ,, ce worden! Ik wil hec ook niet langer verdragen, daar mag van komen wat het wil: Een eerlyk Mm die door zodanige „ ontcgenfprekelyke biyken van onitandvastigheii van zyn echte ,, Vrouw, niet ophouden kan jalours te blyven , gevoelt (leeds „ een Pynbank in het gemoer, en een foort van verterend vuur ,, dat hem het Hart afknaagt Het moet 'er nu onder of boven „ Ludeman ! Ik heb haar op Levensflraf verboden , met geen „ Mansperzoon onder de 80 Jaren oud,nooit meer te fpreeken, „ en zy hnefc my mee een vrindelyke grimlach geancwoord , dat „ ze myn bevel gehoorzamen zou. 6 Die lach maakc haar nog misdadiger in myne ogen." „ Ik wil wecen hoe hec ftaat met dat bezoek van die Heer „ van de Regering, toen zy zamen thee dronken; Inzonderheid „ met die Saluadens van den Officier, die over myn deur woond, „ en met de Hiltorie van de Snuifdoos; want deeze drie geval» „ len kan ik niet gemakkelyk opkroppen: Ziedaar, ik wil my „ lacen rabraken , zoo myn Wyf my geen paar Vaderiandfche „ hoorens zoekc optezeccen: Als gy uwe Planeten fpreekc, kund 51 gy d3t geheim ligtelyk ontdekken door het irekken van haar „ Horoscoop, waarcoe ik u haar doopnaam en geboorteuur zen„ de , met een worp Zesthalven voor uwe Onderzoekingen." Verblyvende ; Uwe Vrind. Semproïïius, Waarzegger Ludeman! Ik ben een Boer, maar ik heb zoo een goed verftand '„ als de beste Steeman; Met al myn verfiaiJ zie ik evenwel „ det ik gefopt ben: Ik heb over zeeven Maanden Maartje „ de  C 293 > „ de dogter van Dikke Keesbaas getrouwd , Akkerloot Jbn* getje , 't is een Meid zoo mooy a's melk en bloed ! Alle „ onze boere Jongens van het Dorp hebben 'er zin in; Maar „ hoor kameraad Ludeman , ze moeten me niet lang met ,, Maartje ftaan parlevinken, of ik word jan ftramme zoo ja- lours ais een gyle doffer. Laast zag ik dat Jaapje van ƒ>/ „ dat zy in de Schouwburg was geweest van Tweelingen, dat „ beide Meisjes zyn." „ Gy begrypt wel Heer Aftrologist, dac ik niet zot. genoeg ,, ben om de Eer van het Vaderfcbap over deeze twee Komedie* M poppen ta pretenderen; Want het zou juist een wonder bo,, ven wonder zyn, dat Ifabel na zes jaren onbevrucht te zyn „ gebleven, p>ecies met den dag van het Schouwburgvermaak „ toen ik nog niet t'huis was, zwanger zou raken, en vervol ,, gens voor de eerftemaal van twee Kinderen bevallen zou: „ Deeze gegronde begrippen van zaken hebben my doen beflui- ten, eerdaags myne huwelyksbanden met haar op ééne ge„ rechtelyke wyze ce doen breken, en ik heb reeds bsgonnen „ deeze Twelingen, voor myne Kinderen niec te erkennen; Al„ vorens verders te gaan , verzoek ik u Heer Afrologist uit „ den loop der Planeten te onderzoeken, wie de echte Vader ,, van dat paar overwonnen Badaarden eigentlyk is! Gy kund „ daat maken op een evenredige beloning na de dienst die Gy „ my in dat opzicht bewyzen zult; Terwyl ik my inmiddels „ noeme," Uwe Onbekende Dienaar, PvEVINDlCATOR. P. S. De nodige berichten om de Horoscoop van de ontroüvje Ifabel te trekken, zult gy hier ingefloten vinde. Ik begeef my thans tot het onderzoek, nopende de oorzaken van de fchielyke verandering der Humeursvlagen in de meede Vrouvosper zonen. Waarlyk de Levenstyd van een Nestor zou te korc fchiecen , om alle de byzondere humeursvlagen van 't Vrouwelyk gedacht optetellen. Daar zyn Vrouwen die drie», maal, andere die zesmaal daags van humeur verwisfelen; Ik heb hier te Lande een verdandige Dame gekonnen, welke des mor* gens als zy tpdond zeer oplopende, des middags heel goeraartig en des avonds gansch oaverfchillig van humeur was: Men be- Pp 2 ' boord  C '*9°* ) $ioord na'myne verbeelding de wispelturigheid der hurneursviagen van een jonge en fchoone Vrcuw voornamelyk toetefchryven aan de meerdere of mindere kracht van denkbeelden die zy van haare bekoorlykheden heeft om te behagen, daar het integendeel by bejaarde Vrouwsperzonen meesttyds ontfiaat uit de herdenking van de beletzelen die zig opdoen om de voorrechten van de jeucht te genieten , zonder haar voor de waereld be. lagchelyk en befpottelyk te maken ; Het is behalven dat ook zeker , dat de Vrouwen door de hevigheid harer driften , en tederheid van gemoedsbewegingen , oneindig meer onderworsyn aan de fchieiyke verandering der Humeursvlagen dan de MafinenJ De Aftrologie heeft my verfcheide oorzaken rakende de Vrouwelyke humeursverwisfeling doen ontdekken, waar van deeze kluchtige Brieven tot geen onaartig tafereel van befp-iegeling zal veritrekken. Myn Lieve Toverdoctertje, Ieder beeft zyne kleine zwakbseden, en ik heb de myne. Men zegd etat ik wispelturig van Humeur ben, wel nu wat zwarigheid dat is myn vermaak l Ik ben van gedachten dat een Vrouw die .verf and bezit, en haar waereld ver ftaat, ten minfen drie of viermaal daags van Humeur behoord te veran deren: Jufvrouw Gloria is een zottin, want zy bly ft altyd in hetzelfde humeur, m daarom verveelt haar gezelfchap my zomtyds heel (ierk. Ondertusfchen Myn lieve Toverdoétertje, heb ik fieeds wettige oorzaken, waar na ik myne Humeur svlagen na de Moode van de tyd weet te fchikken; Gisteren by voorbeeld, brak myn Meid by ongeluk een Japans Kopje en ik %vier d aan fonds zoo oplopend, dat ik baar de huur opgezegd heb; Kort daar op kwam ten Heer my een raare klucht onlangs gebeurt tusfchen twee Gelieven binnen deeze Stad verhalen , dat my van Lagcben deed fchateren, en ik bleef meer dan -een half uur in dat goed humeur: Vervolgens veroorzaakte de komst van myn Man, die zonder zyn Schoenen aftevegen in bet voor-  ( 297 ) voorfakt trad, dat ik een Quartieruurs lang in een Inorrig humeur moest blyven; Na verloop van dien bragt de Naayfter my een Nieuw gemaakte Sak na de eerfte [maak V huis, en dit gezicht maakte my zoo bedaart en zagtzinnig als de Vrouiv van een Philofooph; Ten laaft en ftoeg een myner Vrindinne my een wandeling in het voorhoud voor, en de avantuur die wy gedurende de wandeling met een Zwitjers Officier hadden, hragte my het overige van den avond in zulk een vrolyke luim, dat myn goetaartige Man 'er over gecharmeers was. Begryp nu Myn Lieve Toverdoétertje, dat het Japanfcbe Kopje, de klucht van de Gelieven, de onoplettentheid van myn Man of liever zyn morfge Schoenen, de fraaye Sak, en de ontmoeting net de Zwitfeijcbe Officier my noodzakelyk telkens nienwe Huir.eursylagen moeften doen aannéenten, zoo dat het geen Vrouwelyke wispelturigheid of zotte Caprices kan genaamt worden: Evenwel verzoek ik my door u Planeetkunst te voorzeggen hoe dikwyls het een Vrouw van de groote waereld past, om dagelyks van humeur ie verwisfelen, en.... Neen Ik wil niet meer weten , Gy zult bet my wel fchryven als gy myn Horoscoop getrokken zult hebben, waar voor ik u een goude Scheepsfchel* ling uit myn fpaarpotje zende Paulina Variatia. Christotfel Baas. ,, Hem , .. . Ham , . ï. Harydaar ! . . . Myn Wyf ^ is een Beest, een wispelturig fchepzel, die verbruide gekke „ vlagen heeft; Als zy twaalf uuren agrer malkanderen waakt, „ verandert zy precies een douzynmaal daags van humeur: -— „ Al ben ik maar een Stalknegt geweest Cbristoffel Baas , „ Ik heb nu geld , en wil gerefpecteert zyn als een Heer. „ Hem, . . . Ham, . .. Harydaar! Ik trouwde met dat „ plaagbeest, die toen hnishoudlter was by een oud Rence5, nier, van wien zy twintig duizend guldens geërft .heeft ge« Pp 3 „had;  C 298 ) „ had; I!t weet wel waarom,Christofel Baas! maar ik fiat*. „ te al heel gemakkelyk over die wisjewasjes heen , om een fatzoendelyk Man te worden,en zonder werken aan de kost te „ komen, want wy weten in ons Moflvland zoo wel als hier dat het geld de Ziel van de Negotie is. Hem,... Ham,...Ha>y rydaar! Ik was nog geen zes weeken met de Karonje getrouwd 9, of zy fpeelde de baas,en als zy in geen goed humeur was, mogt ik geen drie woorden te veel of te weinig praten of zy „ maakte een geweld dat 'er de Buuren aan te pas kwamen; Ik „ probeerde op een tyd dat zy in een boosaarti^ humeur was, „ om 'er de franfche flag met mvn zweep eens overteleggen, „ gelyk ik voormaals met myne Paarden had gedaan, dan hec „ holp niet Christofel Baas, terwyl de teef zedert nog on„ dragelyker van Humeur geworden is; Hem, ... Ham, ... „ Harydaar ! Voorleden week heeft die Hex my nog een „ lelyke poets gefpeelt, zy dwong de Meid de Matten zoo „ glad te boenen dat 'er geen Mensch of Paard overlopen „ kon, Weshalven ik over die gladgeboende Matten met myn dikke Corpus zoo geweldig op de vloer nederviel, dat 'er ,, my de ribben van kraakte, en het ergfie was dat zy my de „ Huid nog wakker vol fchold, om dat ik de Matten na haar „ zeggen, bedorven had: Om kort te gaan, Christofel Baas, „ geen Xantippe kan in kwade fluipen by myn Huisplaagverj, geleken worden, dewyl zy maar drie quartieruurs daags haar „ in een goed humeur bevind, en dat gebeurd meest als ik „ niet t'huis ben. Hem... Ham... Harydaar! Laten uwe „ Planeten, myn goede Christofel Baas! my tog een hulp„ middel aan de hand geven, om myn Wyf van humeursvla„ gen te verbeteren ; Als gy my dat plezier doet, zal ik u „ een zilvere Zweep die door een der beste Harddravers van „ Holland gewonnen is, prefent geeve: Ondertusfchen gaan „ bier drie dikke Daalders." Ik ben Baldeus Knuystenburg, Bos.  C *99 ) Bol van alle de Astrologisten! „ Ik heb myn Vent, die zig in den beginne aan myne hu■„ meursvlagen niet wilde onderwerpen, ten laafte evenwel on„ der de kuur gekregen , maar het heeft bloed gekost , dat 9, kan ik u verzekeren Ludeman, want ik heb zomtyds twee„ maal daags met hem moeten vegten , eer men nog wist „ wiens Haan van ons koning zou krayen , en ik heb hem j, tegenwoordig tot een vaste wet voorgefchreven, dat hy voor„ taan te vreden moet zyn , om my maar twee dagen in een „ week in een goed humeur te zien : Hy is nu ook gewoon „ om s morgens vroeg eer ik uit myn Bed opftae, een war„ me ftoof voor my te klaar te moeten zetten ; Als 'er ge« beid word , en Iemand van onze Kalanten geld kom beta„ len, lach ik hem vrindelyk toe , dog als 'er Iemand komt „ manen , geef ik hem een goede Souflet, om dat hy de „ huisdeur voor een Schuld.Eysfcher niet had behoren te „ openen." » Ik ben een Visch verkoopfter van myn beroep , en myn „ Man is een Aanfpreker der Doden ; Nu is het een raare zaak Ludeman, dat zoo lang ik des morgens op de Visch- " Sarkt Zit' men my zelden Ireer dan tien of twaalfmaal van „ Humeur ziet veranderen , dan eens Impertinent, dan eens „ vnndelyk zynde, na dat de Kopers van myn visch mild, of „ kang in de betaling zyn : Maar zoo drae ik weer 't huis „ ben , en myn Vent in een zwarte rok en mantel voor my „ zie ftaan, meen ik dol en razende te worden, en dit gezicht „ doet my veeltydsi geheele namiddagen in een verfchrikkelyk „ korrelig humeur blyven; My dunkt het isofhymy zeggen ,, wilde, Knelu op die wyze zal men haast u Dood in de Stad bekend maken! Daarom wenschte ik wel dat hy een an. „ dere Bediening bekleede, en dat zou misfchien te weeg kunnen brengen dat hy my viermaal ter week in een goed humeur zag: Gy bent een Bol van een Sterrekyker Ludeman, bes» proeft eens door u kunst, of 'er kans is om myn Vent een an- „ der  C 300 ^ „ der Ampt te bezorgen; zoo ja, zal ik u eenmaal ter week „ een goede portie fpringlevende visch na de tyd van 't jaar levert * „ voor niet fture." Blyve Kornelia Sc hel visch. Al genoeg van deeze Geestuitfpanningen ; Ik begeef my re» gelregt tot de Zinftrelende Verklaring van de opgedolven geheimen, die ik aan myne Eerfte Nacht- Befchouwing verfcbuldigt ben: — Wel wat waren dat tog voor geheimen, Vader Ludeman? hoor ik den latere Eeuweling, 30 ja-en na myn " Dood aan myn Schim vragen : Wel aan arme en op die tyd ontzielde Astrologist! het hooge woord moet 'er uit; Gy kunt nu nog denken, fpreken en fchryven, maar in \ fchelklinkend jaar 1820 wanneer Gy in het dof der" aarde verrot zult leggen, zullen u de vermogens ten gebruik dezer drie zaken op het Waereldstoneel benomen zyn. Om dan onbelemmert van myn veder gebruik te maken, begeren de (Planeten volftrekc dat ik, aangaande hetzelve, ter goeder trouw het Gordyn myner wetenswaardige Kunstgeheimen opfchuiven moet; Ik vervolg dan met te zeggen, dat my in die Eerfte \Nachthe/cboU" iving door vuuruitflralende Kentekenen vertoont wierden , een vergadering van gebaarde Mannen door hunne voortrefvelykè houding en achtbaar gelaat eene zekere eerbied verwekkende, welke eene bovengemeene luister aan de Hemelzalen byzetten: My dunkt ik zag 'er de Wysheid ,het beleid,en de Heldenmoed der aloude Belgen in doorftralen. Mars zwaaide de Bloedvanen na bet teken van de Leeuw ; dog wierd door Saturnus en Jup'uer met bedaartheid afgekeerd. Myn verftand ftond vervolgens een poos ftil voor het geen ik in dit Planeetkundig Naehtcongres, onder die gebaarde Mannen, klaarblykelyk kwam waartenemen, hun getal was dat der Planeten gelyk, en het was daarom dat ieder van de laaste, aan ieder van de eerfte ïot eene byzondere Patroon fcheen toegevoegt te zyn; Elk dezer vuurftralende Gryzaards verdedigde met eene bekoorlyke zagtzinnigheid hunne Voorrechten en Burgerlyke Vrydommen, de Ttasiftelling van eene eenftemmige Volks-Conftitutie zonder dwang.  ( So» J dwang en oproer wierd vastgefteld, en het Nacht congres bei floten met de navolgende aanmerkelyke inrichtingen die eerst in het fchelklinkent fchrikkeljaar iiSao plaats moest vinden. Dac de banden van Eendracht, vertrouwdykheid en op rechte Bondgenoodfchap tusfchen ben voortaan naauwer zouden toegehaalt,. en als door een zsmenmenging van haare onderlinge belangen ontknopelyk gemaakt worden; Dat uit dien hoofde de geest van partyfchap , opftoking , en verdeeltheid met zamengevoegde krachten uit htt midden hunner Raadzalen zouden geweert, de indrangen der Buitela&ders ter verkor* ting van de Inboorlingen nergens onder haar gebiet meer gedoogt, de welvaard van den Burgerftaat zorgvuldig in het oog gehouden , de Koophandel , de Kunften en Wetenfchappen trouwhartig befchermt, en het geluk hunner onderhorige Volkeren boven de bedoeling van eige grondheid fleeds het enigfte vooiwerp hunner oplettentheid zouden worden : Het bleef hier niet by, Ik befpeurde klaar , dat 'er by Myne Vrinden de Pianeten één Aftrologisch Vonnis over het waar Geluk van welgeplaafte Harten geftreken was , waar van ik by gelegent« heid myner Tweede Nachthe/chouwing rakende het Rozen* fneeuwende Schrikkeljaar 1824 volledig gewagen zal. Q.'fc Br*.' XX  C 3^2 ) N°. XX. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN; BELANGENDE DE Drie Loopjaren 1821 , 1822, en 1823. Schetzende de Boere verfianden, en de kunstgrepen der Lelyke Vreyfters. JQ)at wangunfbge Botmuilen , Schoolvosfen , kreupele Geeiten, en half geleerde myne nagelaten Werken na myn Dood, door zoutelooze Aanmerkingen wakker zullen gispen , of ten minflen het merendeel myner Afirologifche Voorzeggingen voor ongereimtheden uittekryten, is iets dat my wel waarfchynelyk voorkomt , dog in zeker opzicht ten eenemaale onverfchülig is; De boosaartigheid en het zwadder der Nyd van laage verftanden die doorgaans ontbloot van kundigheden zyn, kunnen nimmer de ongevleide roem bekladden , welke ik zedert eene geruime tyd van jaren hier te Lande als Jfïrologist verworven heb gehad: Het geblaf der kjeine Straathonden verbloden zelden of nooit de vliegende Zwanen in de Lucht, reden waarom zoortgelyke fchimpfchriften gefmeet uit de woefle harzenen van zommige opgeblazen Kinderkoningen, of in de Haven van Atbenen fchipbreuk geleden hebbende Broodwurmen .welke na den uitgaaf myner beide Spiegelen der Waereld, en meer andere myner nagelaten Werken mogte uitkomen , niet alleen de waereldkundigmaking en het goed vertier daar van niet zullen kunnen ftremmen , maar vervolgens zodanige argelistige Mis-,  ( 303 ) Misgeboortens in haar eige droefem noodzakelyk moeten doen verfmcren. Na deeze kleine uitflap over eene ftofve, onwaardig zoo ik begryp, om 'er zoo veel papier meede te bemorsfchen , begeef ik my tot de Afirologifche Verhandeling welke de taak myner Voorzeggirgen voor het drietal Loopjaren van 1821, 1822, en 1823 uitmaakt, en waar omtrent Myne Vrienden de Planeten flegts de navolgende merkwaardige By zonderheden aan de hand geven. In de eerde plaats, dat in het jaar 1821 genoegzaam maar drie Saizoenen befpeurt zullen worden , aangezien men eene dubbelde Zomer dat jaar te verwachten heeft; Dat is te zeg- j gen, dat de hitte van Zomer eens zoo lang zal duuren , dan gewoonlyk in andere jaren, en dat vervolgens geduurende het- I zelve geen Padden , Spinnekoppen , nog andere zooiten van vergiftige Infeéten zullen worden gezien , ook in al die tyd nergens zig enige aandekende kwalen of krankheden zullen openbaren, dog dat de daar op volgende Winter zig eene zoo felle en langdurige Vorst zal doen gevoelen, als by Menfchen geheugen zelden beleeft is. In de tweede plaats, dat in het jaar 1822 de Confinementen voor zoo veel de gehuuwde Mannen en Vrouwen betreft, en welke voorheen tot op die tyd onder voorwendzel van Dronkenfchap, Onkuisheid, of andere verzonnen, en dikwyls door omgekogte getuigen, valfche berigtingen ten wederzyden plaats hadden , voor altyd zullen worden afgefchaft, als verdervelyk voor de Huwelyks Maatfchappy bevonden zynde. In de derde plaats, dat in hec jaar 1823 in een grood gedeelte van Europa één Machine zal worden ingevoert, om daar meede Iemand die voorbedagtelyk een Leugen verzint, om zyn Evenaaden ergens in te benadelen, of die°zonder dat oogmerk te hebben, opzettelyk liegt zonder zyn eige Perzoon of zaken daar door te kunnen bevoordelen , geduurende drie dagen oven baar door alle de Straten van de Stad ten toon te dellen , dragende een opfchrift op de borst vervattende deeze woorden, Hy Liegt buiten Noodzakelykheid! Ondertusfchen Qq 2 zul-  zullen de Advocaten en Procureurs hier van uitgezonden zyn,' om dac zulks in haar Beroep te pas komt. ■Ik verwisfel weder van ftof, om een raare kluchr te mei. den, die ik gisteren morgen met een vermakeiyke Boereknaap gehad heb , en dat alle partydige bedenkelykheid wegneemt, ten opzichten van het onwederfprekelyk Voorrecht der Boere Verftanden, boven de zogenoemde Sterke Getflen van onze bedorven en laatdunkende Eeuw. Sinjeur zei de Bjer, toen hy pas een voet in myn kamer gezet had, Regt door Zee! was de Les die myn Vaartje my Jong zynde gegeven heeft, Ik hou van geen omwegen, Grietertjes, of Drayeryen; —-— Jy moet myn rond uic biegten als je myn Horentoren getrokken heb., wat jouw zeuven Pla- .nettventen van me vertellen: — En dan moet je verftae •je Sinjeur, zonder Stadhuiswoorden of Kompalementen tot me zeggen in me Moerstaal, — Louw Janfe Kneliszoon die of die Avondnaturen zei je morgen, overmorgen, of over hondert Meymaanden hebben 1 ——— Daar, of daar, hangd een urfenis boven je kop! — Op die of die Boerekermis zei jy een frisfe jaap door jou bek krygen! Pleun, Lys, of Aal, zei je teugen jou wil en dank moeten trouwen om dat jy ze verllae, je Sinjeur, bekropen heb: —- Zoo veul of zoo veul Jongens of Meisjes Kinderen, zei je by jou Wyf in 50 jaar fokken! Van dat of dat Dorp zei je Buur- meeiter worden; ■ ■- — Mee die of die Schaggeletaris zal jou Oudfle Dogter naderhand een huwelyk pofluur doen! Zie daar Kaerel befloot Louw Janfe , hec Matje mee de Kollen daar ik veur hier gekomen ben. Op deeze grappige AanIpraakreede, bad ik alle moeice van de waereld, om myn wezen in een (lemmige Plooy te houden! Ondanks hetzelve, beviel my het openhartig en eenvoudig Caraéter van Louw, zoo wel, dat ik befloot de vermakelykheid van zyne gefprekken wat langer uitterekken,en geheel onbewust dat die kortswylige prater een Boereverftand van een ongemeene vermaartheid , en van eene onbegrypelyke geestrykheid bezat , vroeg ik hem vry lomp. Hoe veel fchellingen hy van gedachten was,  C 5°5 ) was, my voor alle de opgenoemde voorzeggingen te betalen, als ik zyn Horoscoop getrokken zoude hebben! Men kent de Beer aan zyne Klaauwen! gaf Louw Janfe my redelyk vluch tot befcheid; Weet je wel Sinjeur dat fchoon de goeje trouw by de Steeman weggelopen is, zedert dat 'er zoo veul groenlandfche Moften in ons Land gekomen zyn, men die daarom nog onder de Boere Menfchen vinden kan ; Hoor Kaerel vervolgde hy niet onaartig, Ik zei jou precies een fpanjaardfe Dikketon betalen, die myn Overgrootvader op de Vloot van Ameraal Piet Hein gekregen heeft gehad. Zodanig fnedg antwoord., dat men volgens myn denkbeeld zelden van een Boer verwagten moest, ftopte my wel haast de Mond, en ik begon zedert dat ogenblik, voordeliger gevoelen» van de hoedanigheden betrefvende het oordeel, en de denkwyze van deeze fcherpstekende Landman optevatten: Na dat de fchrandere Louw my de benodigt zynde opgaven met belang tor het geen ik weten moest, gedaan had, begaf ik my zonder lang te dralen tot het trekken van zyn Horoscoop, als bemerkende dat *hy daar toe een zonderling ongedult betoonde; Dan onder die verrichtingen, had ik vervolgens nog meer oorzaak om my over de fcherpzinnigheid van de weldenkende Dorpeling te verwonderen , want toen hy my vol gepeins na myn Planeetkabinet zag gaan , en dat ik verfcheide onverftaanbare Caracters op het papier begon te fchryven, onderftond hy my in zyn boerfche (praak te vragen , of ik zomtyds wel by myn verftand Was? ——- Hoe zoo Boertje ! was myn wedervraag: —— Wel jy geleykt wel ftapel Gek Sinjeur , als jy in jou Pla- reetftudy bent , hernam Louw Janfe', Al die geleerde Pouweten van jou foorc, dunkt me zyn meest drie van heur vyf zinnen kwyt, en hebben een flag van de malle Meulea weg: Maar wy Boeren, volgen gants bloed ons gezond verftand in al wat we doen; De fchop is by het Boerevolk om te fpayen en te graven, de Ploeg om te ploegen, en de Byl om te hakken, dog jouluy geleerdfchappen van Kareis , kunnen geen reden van zaken geven, en verkopen heur prullerye maar ten duurfte of het mis of raak is. Onder die grappige redtnvoering^ waar na ik met veel opQq 3 !«:  lettemheid gebulderd had , was ik nogtans met de Horoscoop van Louw Janfe vaardig geraakt ; Hoor Baasje zei ik , Gy heb nog geen Maand geleden u Landheer wakker bedot gehad : —- Akkerloot Karei! dat is waar , dié Proüftokkafie is alleen een Daalder waard! riep de Boer met een grote ver» bszing uit. — Gy Louw Janfe , vervolgde ik zult binnen tien joren een ryke Boer worden; Maar twee ongelukken hangen boven u hoofdt, het eerde is, dat u Huis , Stal, en Schuur afbranden zal , en het laade bedaat daar in , dat gy een boosaartig Wyf tot u deel zult krygen, die u menigmaal haare vuurige Nagelen zal doen gevoelen: Slapperde- modert Sinjeur, daar is niet aangelegen of myn Huis met al de fantekraam afbrand , en of het Vrouwens dat myn Wyf zei wezen , zoo beus als een Spinnekop is, als ik maar een ryke Boer worde kan, hervatte Louw; Want hier te Amfierüam ken me by deSteeluy'voor geld tog zoo veel verdangd. plazieren, hanswordenkleren, en mooye fmoelwerken van Juf» vrouwen met grote baleinerokken kopen , als me van doen heeft, en al wierd ik trouwens niet ryk, befloot hy, wie blikgad heeft me belooft dat ik altyd veurfpoed in de weureld zei hebben : Dit gezegd hebbende, vertrok myn Boere-Snapper, na my de fpaanfche Dukaton van zyn Overgroodvader behan» digt te hebben. Na dat Louw Janfe was weggegaan, maakte ik by my zelve zommige Philofophifche Aanmerkingen over het uitblinkend voorrecht der Boere Verflanden , boven zulke , pronkende met de ydele naam van Sterke Geefteu : Ingevolge de toenmaal gemaakte overwegingen, onder het onophoudelyk omdrayen van myn Planeetkundige Slaapmuts gefchied, heb ik dezen aangaande de volgende befluiten opgemaakt; Dat het verdand der Boeren doorgaans zuiver, onopgepronkt, en vry van allerley herfenfehimmige denkbeelden is, dat zy volgens hunne wyze van bevatting de zaken algemeenlyk van de regte kant befchouwen, en in een zodanig gewricht daar dellen,dac ze die onparrydig, en oprecht beoördelen zoo als de Natuur, de reede, en het gezond oordeel hen voorfchryven. Daarin, ïpgendeel dat fchadelyk ongedierte onder het Menschdom,.die  C 307 ) men met de hatelyke Eernaam van Sterke Geeflen beflernpelt, door de beneveling hunner rampzalige verftanden, of om beter te eeggen door vervoering ener belagchelyke Eigenwaan, veelmalen niet anders voortbrengen dan zulke dwaze Nieuwigheden , en valfche fluitredenen , waar door in de manier vaft grondwaarheden voorteftellen, allerhande gruwelyke wanbegrippen, beuzelagtige, en nietwaardige oordeelsveilingen geboretl worden; Om ondertusfchen de waarheid rakende het voorrecht der 'Boere Verftanden , boven dat der flerke Geeflen met nadruk te betogen, zal ik my verledigen hier een beknopt verhaal te doen , van een ontmoeting dat my elf jaren geleden met een van die laafte zoort verftanden, of liever verbeifterde wargeeften gebeurde. Het was juist op een Marktdag dat myn Huis opgepropt met Roerevolk zynde, toen zig Iemand onder de naam van Adheus by my deed aandienen tot het trekken van zyn Horoscoop; lk verzocht ftem beleefdelyk zoo lang te willen vertoeven, tot de Lindiuiden na het bezien der Urineglazen afgefcheept waren: Hoe, is dat het werk van een Ge' leerde om Menfchen zonder zielen de voorrang boven eeti verftandig Man te geven? Vroeg Adheus vry driftig; Ik liet dit trots geblaas voor eerst onbeandwoord, maar een Buikflo' ter Boer die naast hem ftond deed het voor my , zeggende al lachende , dac hy geloofde dat zyn verftand in zyn kuiten gefchoten moest zyn , terwyl uit zyn zotte praat bleek , dat zyne harfenen daar van ontblodd waren. Toen de waterbekyking van de Boere Kalanten verrigc was , gedurende welke bezigheid Adheus verplicht wierd Nolens Volens na de Horoscooptrekking te moeten blyven wagten , voldeed ik zoo fchielyk als myn volhandigheid het gedogen kon, aan zyn verlangen, als wanneer ik hem zonder de minfte agterhouding óf verbloeming van zaken te kennen gaf, uic myne Artrologifche bevindingen klaarblykelyk te wezen , dat hy beestachtige gevoelens zezat, en wel zulke verdienfteloze manier van denken eigen aan de Vrygeeften, of die men met veel grond nog ha« telyker begrippen toefchryven kan ; Tot befluid waarfchouwde ik hem van denkwyze te veranderen, aangezien hy volgens de aanduiding van zyn Planeet met een ontydige, en ongemeene Dood  e 300 > Dood binnen tweemaal 24 uuren bedreigd wierd : Atheus dit vonnis met een grimlach aangehoord hebbende , vroeg my ia \ heen gaan, en na my een paar Achtentwintig (lukken in de hand te hebben gedopt, of ik hem zoo kioderagtig verdeer, dat hy een zaak buiten overtuiging en geloofwaardig bewy» voor waarheid aannam ! Dog hy was nog geen twintig buy* zen ver gegaan , of hy wierd door een Koets in volle galop overreden , en hier door beide zyne Benen vermorjèle zynde, ftorf hy vervolgens die zelve Nacht. leder moet voeten waar hem de Schoen wringt ! Zeggen de Hollanders doorgaans ; De lelyke, zoo wel als de bejaards Vryders, fcheinen door haare kunstgrepen zulks voor haare favoriet fpreuk verkozen te hebben; Ik had my nooit verheelt dat die zoort van Kalanten in myn kraam te pas zoude komen, ondertusfchen zyn zy geen geringeader van myne Adrologifche Goud-Myn geweest: De onderdaande Brieven behelzende aartige Gevallen , die door opvolgende Horoscopen verrykt zyn , zullen een ygelyk buiten alle twyvel daar van overtuigen. Monsieur, (*) Depuis un certain temt que dans ma Patrië la Nuit de Vignorance, & les tenebres des fausfes prejugées Commen - ce- C*) Volgens dé zakelyke vertaling, behelsd den Inhoud van dieFran>> fche Brief aan Ludeman gefchreven , onder anderen het volgende: », Zedert de tyd dat in myn Vaderland de Nacht der onwetentheid, en de „ Duifternis der valfche vooroordelen ongevoelig beginnen te verdwynen, „ hoor ik menigmaal met zulke Loftuigingen, en op zoo een vleyende „ wyze van u fpreken, dat de enkele Nieuwsgierigheid om bekend ts ra-. „ ken by. een Man, vermaard door de uirgeftrekte kennis van de allerag„ tenswaardige der wetenfchappen, en welkers verklinkende, beroemtbeid „ onder de verlichtfte Volkeren niet opgefloten is, my zonder twyve! va« „ de algemeene gispingen bevryden zal, van onder het getal uwer Aana, hangeren, ea verwonderaars te willen gerekend wezen. — De hu-- »j we.  ( Sop ) tfe a dfoparaitre infenftblement, J' entend parler Convent de r& tre Perfonne avec des telles étages, & Sune manier e [i flateu/e, que la jeule Curiofiiè de Connaltre un hommê, celébre par Létenduë de fon fcavoir dans les (ciences les plus refpeclables & d ont les fuffrages ne (e boment puirit parmi les Pettples éclairéesy me dilpenfera fans doute des repmcbcs vuljaire, de vouloir être du nombre de vos Profelytes, & dj vos Admirateurs Les Noeux de L'bi'men mayant donné en part'age une Epoufe d'une figure tout d fait defagreable, mats q:ii pendant les jours daveuglé nent fe fervis du ft rata genie des objets dégoutablo, en feignant de poffeder des richefles par la quelle mon-bonbeur s''accomplirait au plus parfait degrè en Vépoufanti J y ajouta foi IVJonfieur!. & en devient-la dupe. Mais Qu'en arrl* va fil? Vous le devineré aifément illuftre Efprit: Le Jour de JSlótre Maria ge , fut le vrai epoque du tombeau de nutte amour. Er fin je vous fuplië par la voye de vos prédi&tion Aflrologique de faire revivre mon efpoir que la mort me deli* vera bientot de cette chienne de femme; Üelon le prêfintimént que ,. welyksbanden my ten deel gefchonken hebbende een Echtgenote vsn „ eene onbehagelyke geftalte,dog die geduurende de dagen der verblind. „ beid zig wist te bedienen, vaa dckunstgreep der onbeminnelyke voorwer„ pen; Als veinzende zulke rykdomuien te bezitten, waar door ik hanr », trouwende, da allervolmaakte trap myner G-eluk bereiken, zoude; lk geloofde dac Myn Heer , en wierd 'er door verftrikt. Maar wat was „ 'er het gevolg vanlGy zult het gemakkelyk raden Doorluchtige Gêest; u Naraelyk. dat onze trouwdag , hit waare ty.iperk' van de begravenis 5, onzer lijfde is geworden : Ik bid u dan eindelyk door mL1de! van >, u.ve Afirologifche Voorzeggingen te willen rioen herleven de ge^ioii. de hoop dat de Dood my haast van deeze ondeugende Vrouw ver. ï, losfc'aen za! , volgens het voorgevoel 'l iv^lk onze Geneesheeren van haare uiueiende ziekte opgevat hebben." lk ben volniaaktelylr, Uwe zeer Gehoorzame Dienaar* E a r c i! l o k a den 12 Boa Ceeoo. Maart i]50. R r  I 310 ) que nos Medkins fe forment de fa Maïadie èpidemique. Je fuis tres parfaitement Monsieur. Vêtre tres Obetjfam Serviteur Barcelone ce 12 de - Bon Credo. Mars 1750. W "Volk beantwoorde de Brief van den Spanjaart in de Latynfche taal , hem kortelyk fchryvende, dat eer de myne in de Hoofd-Stad van Catalonien aangekomen zou zyn, hy van het onbeminnelyke Vrouwtje dat hem zoo fraay bedot had , door de Dood aireede ontflagen moest wezen, volgens het geen ik uit de Planeetloop van Mevrouw Bon Credo kwam waartenemen; De ondervinding zulks hebbende doen blyken , was de goede Man zoo voldaan over myne Afirologifche bedreventheid, dat hy naderhand door een Schipper van Barcelona de moeite die ik genomen had, met een gefchenk van drie Spaanfche Goude Quadauppels deed belonen. Behalven het geval van Bon Credo, zyn de andere die ik hier onmiddelyk vertonen zal, niet minder aartig, gelyk een yge» Jyk oprecht zal moeten bekennen. Johan Christophorus Ludeman. „ Voor een Moordenaar, voor een Gaauwdief, en voor een „ Oplichter kan ik myn Huis fluiten , of door voorzichtige ,, Maatregelen my zorgvuldig wachten van niet bedrogen te „ zullen worden; Maar wie zou denken dat een onnozel 3, Vrouwsperzoon , by een ygelyk voor een Monfter van Le„ lykheid uitgekreten, en om die reede nergens geen Porruur „ hebbende kunnen vinden , een Man van ondervinding , of „ ten minfte by zyn volle verftand zynde , zoo behendig en „ deerlyk om de thuin zou kunnen lyden, als myn walgely- „ ke  ( 3" ) ke Huiswouw door haare, ongehoorde kunstgrepen , onderftaan heeft my te doen: — Zie hier de zaak Lude„ man,'" „ Eerlyk, ruim, en deftig van de bediening van het No„ tarisfchap binnen deeze Stad Breda tot nog toe hebbende ' kunnen befiaan , had ik bereids den Ouderdom van zes en H dertig jaren bereikt, zonder om het Huwelyk te denken, ', toen een zekere bejaarde Vreyfter, die men' hier ter Steede de Afgryzelyke fchoonheii noemde, my midden in de Nacht ^ ontbieden liet, om haar Testament te befchryven; Niemand „ wist dat zy enige middelen bezat, vermits zy fiil , en zui„ nig op een Kamer leefde: Aldaar komende, vond ik inder,', detdaad een Dcftor by haar , die ter goedertrouw oordeel„ de, dat zy gevaarlyk krar.k was, en derhalven dat men haar „ zonder verzuim een aderlating moest doen ; Op zyn bevel „ wierd 'er fchielyk een Chirurgein uit de Buurt gehaalt, om „ dit werk te verrichten. . Na afloping van alle deeze krom" me fprongen , flegts aangevangen met het bedriegeiyk oog» \3 merk om my in het Net te lokken, fchreef ik op begeer„ te van de doortrapte Alida haar uitterfte wil , waar by zy behalven een Legaat van vyftien duizend Guldens aan een \, Nicht te Utrecht, en een ander van twintig duizend Gul» l, dens aan twee Neven in Gelderland vermaakt te hebben, " vervolgens tot enige Erfgenamen van haare ingebeelde Na- latenfchap benoemde , de minderjarige Kinderen van haare \, overleden Zuster Dorethea te Groningen , die nimmer in „ wezen was geweest, veel minder aldaar gewoond had. , lk ftond waarlyk verbaast over alle deeze onbekende zaken, en ', nog vry meer, wanneer de looze Alida my boven het ver\, dient falaris , met een goude llyder befchonk , voor de ,9 overlast die zy volgens haar zeggen my aangeiaan had, van \, my uit myn flaap geftoort te hebben." De geheimhouding van dingen, belangende ons beroep, „ is een foort van wet, tot enderhouding van welke wy ont'„ fchencbaar gehouden zyn ; Dienvolgens droeg ik wel zorg van aan Niemand te openbaren, het geen ik met betrekRr a „ king  C 3»* ) •« Hng tot de verbeeldende goede omftandigheden van Alida meende onderfchept te hebben , dat voorzeker niet weinie " l\ t P-'l ' T my in de ftrikken dat dk Mismaakt „ en Leiyk Schepzel voor my gefpannen had , al verder te „ doen verwarren: Want in een woord gezegd Ludeman, » verheft op de gewaande fchatten van Alida, was myn be„ Luid genomen, om haar ongeacht haar affchuwelyk firUur „ ten huwelyk te verzoeken, in het geval dat zy van haare' „ krankheid genas Dit gebeurde vervolgens, en ik nS „ nog meer dan acht maanden lang allerley laagheden begaan „ eer ik het Jawoord van dit onfinakelyk LldRverk?eeKrOa„ dertusfcben ontmaskerde zig het bedrog van Alida eerst na de „ voltrekking van ons Huwelyk, en ik bevond te laat, dat ik in plaa-s van een ryk Portuur opgedaan te hebben, een Oude „ Lelyke Caronje getrouwd had, die niets anders bezat dan een „ Lyfrente van vier hondert guldens jaarlykfche inkomften: Ik „ wierd razende van fpyt over een misflag, die inderdaad onher. „ ftelbaar febemt, en tot weerwraak van welke ik voornemens „ zy dat fpook van Lelykheid, 't welk my verfcbalkt heeft, ol „ ophoudeljk te plagen; Niettemin zal het my aangenaam we „, zen indien gy door het trekken onzer beide Horoscopen een " fit dC hand k°n §eVen' waar door ik CP eene gérraS » kel1>kkbe7&fV8n myQe "lelyke Bedgenoot ontfagen wierd."! PlETER LUPINE. Pieter, en Alida Nativiteit onder de Planeet Sol. bJ2?T5 dkmfsnl ni2t f?Pl*ê™> nog te kweilen, als zul. lende beide in den Huwelyken-Staat gelukkig zyn: Alida ■^ binnen een jaar en zes weken, een aanmerkelyke febat uit de Westkust erven, zevenmaal meer waardig dan zy voorge. ™» „ toe geen de minfte onvredentheid heb laten blyken , en zonder „ my ergens over te beklagen, heb ik als een Man verftand de „ party gekozen, om de zotte ftap die ik gedaan heb, op een „ andere wyze te vergoeden, my heimelyk voorziende van zu'k „ een voorwerp dat een weergaloze jonge fchoonheid is. Ter„ wyl ik egter verlangende ben met zekerheid te weten, of ik „ met myne degoutable Gemalin zal opgefcheept blyven, Sol„ Heiteer ik door uwe Planeetonderzoekingen , namelyk door „ het trekken van myn Horoscoop daar van onderrigt te wor„ den; Hebbende onder die verwachting de Eer te z)n." &c. JL Philip Ressonius. Philip Ressonius Nativiteit onder de Planeet V'enus; Bezit een deugtryke en verflandige Huisvrouw , waardig onaangezien haare uiterlyke onbevalligheden bemind te worden * Philip dient zyn Matres als zynde een onwaardig, en trouwloos voorwerp te verlaten, indien hy tot het Regentfchap van zyn Oom teW. *** geraken wil, dat geen zes maanden zal aanlopen ; Vervolgens zullen de twee andere Vrouwen die hy nader* hand by opvolging ten Huwelyk nemen zal, in goede hoedanigbeden, en fraayheid van Geest op verre na by zyne tegenwoordige Gemalinne niet kunnen opwegen. Volgens de Voorzegging van^ JOHAN CüRISTOP HORUS LUDEMAN dftrologus. N°. XXL  C 315 ) N«. XXT. . ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN,, rakende het Rozenfr.eeuwende Schrikkeljaar 1824. TWEEDE NACHTBESCHOUWING, JLJe tyd baart Rozen, en zomtyds ook wel Doornen, is een aloud en overbekend Vaderlandsch Spreekwoord, hetwelk men zeggen kan eene eigeraartige grondbetekenis te hebben; Maar één Rozenfneeuwende Schrikkeljaar, is één zeldzame uitdrukking die men oneigentlyk moet verdaan , en waar door ik by Aïïupe of zinfpeling te kennen wil geven , dat alle ondernemingen gedurende het Schrikkeljaar 1824 ongemeen gelukkig uitvallen , en met gewenschte gevolgen bekroont worden zul-, len, gelyk deeze myne Tweede Nachtbefchouwing my Zonneklaar ontdekt heeft gehad ; Invoegen dat het agtervolgens alzulke Afirologifche Waarnemingen dat jaar voor de meefte Menfchen Rozen van Gelukken fneeuwen zal. Zie daar, waar toe myn Geest in den glansryken WolkenHemel opklom, toen ik bevond dat myne Vrinden de Planeten aldaar in den driekantige hoek van Jupiter, na by het Hemelsteken de Scorpioen in hunne Vuurblinkende Statiemantelen vergadert waren; En waarlyk zou men daar aan twyvelen ? Indien ik hier fprak van den {leen der wyzen , die tot nog  ( 316- ) nog toe de Rozenfneeuwende hoop der Alchimisten uitmaak-, en over welkers rnogelyke ontdekking en regce gebruikmaking ik beflotefi heb , ter zyner tyd in een ander Traslaat uitvoerig te zullen handelen , zcu men zig misfchien verbeelden dac die alles beuzelpraat w.is: —1— Maar nadert herwaards Gy doorluchtig zevental van Luchtvorften , en draagt getuigenis wegens het geen ik aangaande deeze Tweede Afirologifche Nachtbefchouwing te boekitaven heb. Het geheugc my in myne eerfte Naebtbefthouwing, een voorlopig gewag gemaakt te hebben, van één Aftrologisch Vonnis, dat myne Vrinden de Planeten over het waar Geluk van welgeplaafte Harten geitreken hadden ; Men zal zig hoop ik niet onwillig laten welgevallen , dat hec onderzoek derzelve onder deeze myne Tweede Nachtbefchouwing behoort i Waarom ik my thans verledigen zal, dit vonnis overéénkomftig myne gedaane ontdekkingen meedetedeien.. %* Onder het Presidium van de Planee-b SOL, y, Voorgedragen ter gelegentheid van de laast verfchenen n Cometa , of Staartftar na by het teken- van de Stier, hoe„ danig de invloed der zeven Hemelslichten , volgens derzel„ ver gewoone zevenjrrige omloop , op het Geluk of Onge„ luk der Menfchelyke Lotgevallen , tot een Aftronomifche„. regel van Befpiegeling aangaande allerhande waereldfche za„ ken, zonder onderfcheid voor Starrekundige kon worden gemaakt ; En daar by overwogen zynde , dat in de verga. 99 dering van het doorluchtig Zevengeftarnte niet bepaaldelyfc 3, was verklaart, welke den aarc zoude wezen van het waar „ Geluk , dat alleen voor welgeplaafte Harten ender her „ Menschdom bewaard wierd ; En nog veel minder waar in „. de Starrekundige kenmerken zouden 'beftaan, die volgens de „ beduidenis der PJaneetlopen als vastgaande gevolgen dienaan» gaande, behoorde te worden waargenomen." Zoo-  C 3-7 5 11 Zoo is 't dat het doorluchtig zevental Planeten op het ^, voorftel van den raadgevende Planeet Luna hebben goed*. ^, gevonden nader te verklaren , dat alle Welgeplaatfe Har„ ten, het kern van 'c Menschdom uitmakende , en die hen als zodanig door hunne daden en manier van denken in hec „ midden der bedorven Eeuwelingen zullen doen uitblinken, „ bekroont zullen worden door de algemeene verwondering „ hunner Tydgenoten, door de goedkeuring van haase Opper„ heeren , door het ontzag van de Navolgers der Boosheid, „ door de Lof van de Scholen der nuttige Wetenfchappen, „ door de Vrindfchap van alle eerlyke Menfchen , en door „ het gevoel van de gerustheid en blydfchap van hun eige „ gemoed ; Dat vervolgens al zulke Welgeplaatfte Harten „ door onvoorziene toevallen in ongelukken of rampfpoeden ,, Hortende, telkens by ieder van haare zevenjaarsbeklimming., „ dat is alle zeven jaren , gerekent van den aanvang haren ge„ boortetyd, onder voorzitting van de Planeet waar onder zy „ behoren, daar uit zullen worden gered, zonder dat de aan» „ druizing van de Nyd , nog de zamenvoegende Macht van „ laage Geeften ter verhindering van dien, iets zullen vermo„ gen : En eyndelyk dat het waar Geluk van fVelgeplaafïe „ Harten, in verfchillende opzichten kenbaar zal wezen door ,, middel van Aftronomifche Befchouwingen , gedaan op den zesde dag na den aanvang van één Schrikkeljaar, en op de wederkomst van alle die dagen van het jaar , waar in de „ Welgeplaafte Harten geboren zyn*" &c. Ach wat al Rozenfneeuwende Gelukken voor het Schrikkeljaar 1824, ontdekte ik niet verder in den Planeet-Hemel by gelegentheid dezer Tweede Nachtbefchouwing! Myne Vrinden de Planeten verplichten my daar over nader veaklaring te moeten geven ; De ftof ontbreekt my daar toe niet ; Het is een ruim veld waar in ik zal wandelen gaan» Waarlyk als men maar het allerminfte geloof moet flaan aan den invloed , of liever aan de aandryvende oorzaken , welke de Planeetlopen het zy op de Perzonen , het zy op de zaken van onzen Waereldkring algemeenlyk fcheinen te hebben, dan behoeft men voor geen ongereimde ftelling uittekryten, nog S s zoo  C 318 ) zoo fterk door een ongeplaafte verwondering te verdenken , de voorzeggingen die ik aangaande het Schrikkeljaar 18^4. behoor waertldkundig te maken ; Het zal 'er daarom juist niet op aankomen , of de trots van de een of ander bedilzuchtige Geesr , deeze myne Nachtbefchouwende waarnemingen voor een Meefterrtuk van zotheid , of het geen by na het zelfde zouden wezen, voor een Maalftroom van eige goeddunkelyke vindingen uitfcheld: Men mag van my denken, men mag van myne handelingen oordelen wat men wil! Ik heb geen belang om anders te fchryven , als de ondervinding van myn beroep in hoedanigheid van Aftrologist my na voorgaande onderzoekingen oplevert. Op zodanige gronden van Planeetkundige zekerheid kan ik onbefchroomt verklaren , dat myne voorzeg» gingen voor dit Schrikkeljaar berusten ; Ik befchouwde met een hartstochtelyke vergenoeging de Rozen van Welvaard en Voorfpoed die in het jaar 1824. in den fchoot van den ïlurgerftaat Sneeuwen zullen , en verwonderde my billik over de verbaasde gelukkige uitdagen welke verre de meefte ondernemingen van allerley zoorten vann Standsperzonen gedurende den loop van dat jaar zouden hebben: In het midden van deeze myne Tweede Nachtbefchouwing wende ik myn Teloscoop tot voor by den driekantige hoek van Jupiter; Daar was het dat ik Zonneklaar ontdekte, hoe de Mannen dat jaar door de Planeet Venus gunftig bedeelt zoude worden met de verheven kundigheid om de geheime gedachten der verliefde Vreyfters te leren kennen,en de aangenaame gevolgen welke voor oprechte en welmenende Minnaars daar uit zoude voortfpruiten, ja met een ongemeene blydfchap bevond ik vervolgens dat Venus de Vrouwelyke Sexe de kunst aanwyzen zoude,om de ftandvastigheid van hunne Pretendenten of Echtgenoten op de proeffteen te ftellen; Zie daar iets het geen ontwyvelbaar het Geluk des Huwelyks-Min volmaaktelyk den throon doen beklimmen, en geurige Rozen onder de verliefde Harten doen Sneeuwen zal. Rozen van verkwikkelykheid zal het in het evengemelde Schrikkeljaar van 1824. fneeuwen op den Landbouw , en op de naarftige pogingen van den Akkerman , op de vlytige ondernemingen van den Koophandelaar, en op de geestryke uitvin-  C 3'9 ) vindingen van zulke geleerde Perzonen welke door de vruchten van haare verkregen kundigheden in den hoogden graad j betonen zuilen Beminnaren van nuttige knnften en wetenfchappen te zyn; Dan inzonderheid zal dit Rozendfneeuwend Schrikkeljaar zig gedenkwaardig maken, door de kroonfpannende wingewesten, welke de Oost - Indifche Maatfchappy dezer Landen genoegzaam zonder bloedftorting behalen zal, en die geen geringe Naïver aan zommige van derzelven wangun] ftige Naburen zal verwekken : En wat zal ik meer zeggen? Kan het niet genoemt worden Rozen van Gelukken te fneeuwen , als de Olyftak algemeenlyk onder de Volkeren van de vier waerelddelen op eene uitfchitterende wyze pralen zal, als j de Circulatie van het geld in het grondgebiet van dit handel| dreivend Gemeenebest tot dat toppunt van overvloed geraakt, !j dat ze de rykdommen van de Aanzienelyke des Lands vergroot, de onbekrompen welvaard van het Burgerfchap oogi fcheinelyk vermeerdert, en het Nationaal Crediet by de Bui: telanders op eene onwrikbaare voet van vertrouwelykheid in! plant. Laat het my vervolgens tot befluid van myne Tweede \ Nachtbefchouwing vergund zyn aantemerken , dat het in 't \ Schrikkeljaar 1824. Rozen van gelukkige uitkomften fneeuwen zal over allerley onfchuldige voorwerpen die of door tegenfpoeden bedreden , of door onaangenaame wederwaardigheden des Levens gefoltert , zedert lange de Slachtoffers van hec Fortuin en van de onderdrukking geweest zyn. Om van Bacterye te veranderen, fchenk ik ter nalezing een Vrolyke en breinkundige Brief, door een Perftaan voor enige jaren aan my gefchreven , bevattende het welbedagte onderfcheid tusfchen de fraaye, en lelyke manier van Edelmoedig te wezen: Ik vinde die Perfiaanfche herfenvruchc zoo diepdenkende , en zoo wel geftoffeerc van geestryke voorbeelden, dac ik bedugc zou wezen aan de verhevene gedachten van denSchryver te kort te zullen doen, ingeval ik beftond om 'er van het myne iets bytevoegen. Ss ft Be-  C 320 ) Bewonderenswaardig ManI' lk beb veel van u boren fpreken! Men beeft my verteld en ik wil het geloven, dat gy een bedreven Geneesheer, een weergaloos Phtlofooph, en een Phenix onder de Aflrologisten van de Eeuw was; Het fpyt my daarom, dat Holland bet eenhfle hand tn. Europa is, dat. ik niet bezogd heb, alleen om zulk etn wonder onder onze tydgenoten te zien, en.een pvar uuren tn een . geleerd gefprek met u doortebrengen: Om ondertusfchen dit verzuim te vergoeden, gevoel ik my door de Zeil/leen dér Geestkunde aangedreven, met u fcbriftelyke woordhandelins te houden, met tn boedanigheid van Geneesheer, nog Aftrok* gist , maar tn die van weldenkent Wysgeer, waar van de betrekking onder de. kreits van myne bepaalde kennis behoord. Weet Geleerde Man, dat ik in zeventien jaren tyds Senoe?. zaam. de ganfche bekende waereld beb doorreist; Ik beb over al daar tk my bevond, vermaarde verftanden, en vermaarde zotten gevonden:. Niets beeft my nochtans meer verbaast dan onder de Burgeren van u aangenaam en befcbaaft waerèlddeel een merkelyk onderfcheid opgemerkt te hebben., tusfchen de traaye en Lelyke manier van Edelmoedig te. wezen, Als ik hier van bet Fraay Edelmoedig gewaag, zoo verheel U overziende Eeuweling, dat ik my %gts bepaal tot zulk flag van edelmoedige Liefde gaven dieby g%al ?of door meedelyden gedaan worden, om Iemand in zyne behoeftige omftandtgbeden te onderinnen; Dit foort van Fraay Edelmoedig boe lofwaardig ook, kan zomwyl in bet aller onédelmoedigfle Ge- Ted\°m. fet " &e^en in een- laa& plaats hebben: Dog ik heb meer byzonder in het oog alle die daden van. menscblteventbetd. welke gefchteden met bet oogmerk om betLe, ven, de Eer, en de ondergang, van onzeMeedemenscb te red, den, en dus Iemand ten kosten van alle zelfbelangen en metgevaar van ons eige leven als bet wezen moet,, waariyk gelukrng^te maken; En vervolgens. aantetonen de. wyze waar aan  C 3«ï ) bet Fraay Edelmoedig vin allerley aart, boven betL,?\ykEdelmoedig te onderkennen is. Ik bevond my gedurende myne Reizen door Europa, in eenRyk alwaar de kunfien en wetenfchappen op den throon zyn, daar men het fcbool der fraaye vernuften ontmoet; kort om, alwaar de fynfïe draad der welleventheid die tot een Model' yoor alle Natiën verflrekt, gefponnen word; Gy begrypt verlichte Man, van wien ik fpreken wil: Een Paryfche Dameeen ouderdom van by na zes douzyn jaren bereikt hebbende, dbg die ongemeene rykdommen bezat, gaf op die tyd een vermodder emw aardig voorbeelt van zulk fraay Edelmoedig; Zy befloot een Jong Heer van driemaal zeven jaren, die fchoonvan een voortrcfvelyke afkomst , nogtans geheel onbemiddelt was, door middel van het Huwelyk gelukkig te maken. DeParyzenaars veeltyds gewoon zig aan het oppervlakkige te ver gapen, befpotte een flap die volgens hunne denkwyze zoo weinig Èer aan de gryze ouderdom, als. aan de manier van denken yan deeze édelaar tige. Dame toebrengen moest, en de Jongeling welke bet voorwerp van haare edelmoedig bedryf was, hoe zeer in ■ hetzelfde begrip,nam gretig een voor flag aan,die zyn Geluk bewerken kon: Ondertusfchen verklaarde de grootmoedige Vrouw aan de jong getrouwde Man, zoo drae het Huwelyk zyn beftaghad, dat geen ander oogmerk haar tot die daad aandreef, dan om de onvermogende ftaat van een fatzoenelyk Geflacht ,te verbeteren; Tot bewys van dien, zeide zy tot hem, ontzag ik u voor altyd het huwelyksbed, maar Gy zult myn Erfgenaam zyn, als Gy u weldraagt ! In Engeland blonk desgclyks hep fraay Edelmoedig uit , in een geval dat 'er ftaande myn verblyf voorviel: Men bïagt cp een Morgen aan een zeker welgefteld Koopman van Londen een fom van zes hondert ponden fierling die by kor teling te voore uit de Lotery getrokken bad; Op bet ogenblik dat men bezig was, bem dat geld toetetellen ■, zag bydoor zyne febuiframen een groote toevloed van Volk op de ftraat: Hy vroeg aan de Voorbygangeis wat die opfebudding 'beduide! Men berichte hem dat de Deurwaarders een burger Man voor drie hondert ponden fchulden na de Gevangenis bragtw+ een gebruik 't welk daar te Lande over de waarde, vanSjs 3..  C 3" ) een Gaine plaats heeft Goed, dat ontflaat my van de moeite om het geld re tellen ! beantwoorde de Edelmoedige Kocpiïal, ter zeiver tyd beide de Deurwaarders en de geboeide Schuld, naar toeroepende om in zyn Huis te komen; Hy bragt hun voor ae tavel, waar op het geld neg ongeteld lag: Zie daar zei by vervolgens tot de bedroefde Man, zes honden Ponden dte vlïfT^ °mu ff/6 U geIukkiSer kunnen ™k^ dan my! Be leed de eene helft daar van tot betaling uwer fchulden, en dè rest om uwe zaken te herftellen: De geredde Burger verbaast over- zulk een ongehoorde blyk van ElelmoedigbeSlog zyn onbekende weldoender van vreuchde om den hals, bedankte hl" met betraande ogen, voldeet zyne Schuld - Eysfclers , en würd opftaande voet op vrye voeten gefield; Zyde Aanfchoulren Tlf/irrTTr^^ ™Zekeren ^heteenaTraZ doenelykst fchouwfpel voor de meefle Omflanders beeft uit gel. Het geheugd my Waereldberuchte Man, by den aanvam tmJ ner Reistochten door bet Europifche «tó'JK ttLvTdl 2.^.f^^?joftenryk één fafl Van Lil 7 Edelmoedigheid ™n een ander natuur byJewoond te hebben: Een Soldaat met zyn Broeder beide uit 'f boortig, onder een Regiment dienende, beging by ontehlïn Manflag m dronkenfchap en daar itver'aalgek%lgdVteyZ gen geraakt zynde, wierd vervolgens door denKry^raadZol njst om volgens de ErygswettJ gearquebufeert ^Zrln^Da Major van dat Regiment een (Ireng en onmenschlievend Offcier dl by zyne onderhorende Soldaten algemeen gebaat was,LZ de Broeder van den ter dood veroordeelde Soldaat om een val de geene te zyn welke gejchikt waren hem een kogel te gelen Deeze ondanks alle vrindclyke verzoeken van zulk een olmen', febelyke daad met hebbende kunnen verfchoont blyve», S2Z de kracht van het Bloed in zyne aderen werken en TTot door een floudmoedige onderneming ter zeiver tyd met zyne oZ gelukkige Broeder te flerven; Inderdaad hy volbrag/zTwat bopigbefluit! want in plaats van zyn geweer op %n Broeder getrofven had, dat hy van zyn Paard dood ter aarde neder- viel:  ( 323 ) viel: In het midden van dit akelig fcho'twfpel, gebood de Kommandanc dat men de beide Broeders na de Provoost zou brengen, en de Executie zoo lange zoude ft aken tot nader bevel van Hiare Majefteid. Die grootmoedige Landvorftin haar van alle omftandigheden betrefvende dit voorbeeldeloos geval hebbende doen onderrigten, verleende Pardon aan de beide Broeders onder voorwaarde dat zy Ooftenryk moefte ruimen. Dat het onderfcheid tusfchen hst Fraay, en Lelyk Edelmoedig onbedenkelyk groot is, zult Gy Geleerde Man misfebien gelegentheid gehad hebben beter dan ik optemerken: Dit onderfcheid valt genoegzaam te onderkennen aan de wyze op welke zulks in beide opzichten gefebied. Het fraay Edelmoedig begeert geen Trompetten nog Bazuinen, het zoekt geen verwonderaars ; Om kort te gaan, bet bedoelt geen Loftuigingen: Wat zal ik meer zeggen! tiet fraay Edelmoedig vervuld de ziel met een waare vergenoeging als het flille handreiking kan doen aan waardige voorwerpen, en verwerpt de opentlyke dankbetuigingen als kwetzende de gevoelens van bet Hart. Integenflelling van dien, heeft het Lelyk Edelmoedig die affcbuwelyke Gezellinne in zyn /loet, dat ze verwaandelyk pronkt op Liefdeplichten die ze veeltyds tot eige roem, of om andere onvermeidelyke oorzaken gedaan heeft; Het Lelyk Edelmoedig laat doorgaans een ftinkende geur na, zelfs aan die geen die 'er het voorwerp van is: Zy eyscht openbare hulde , Bedroeft de Slachtoffers bar er •Weldadigheid door een ten toonftelling van derzelvcr benodigtheid en armoede; Aan de wyze op welke zy fchenkt, ftraalt een zekere barbaarfebe Eigenliefde door, die een zwarte ziel te kennen geeft: In een woord, het Lelyk Edelmoedig bemind bet Trompettegefchal van een valfche Deucht, en belaad zyn Gever met meerder verwenfehingen dan zegeningen; Schryfe my hier over uwe gedachten verlichte Man en houd my voor uw Bewonderaar Axilo. N°. XXII.  ( 3ffi4 ) N°. XXII. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, voor de Drie Loopjaren 1825, 1826, en 1827. bevattende onder anderen de Mvmering van één Astrologit. CjTelukkig dac ik thans by ondervinding weet , en bygevolg zeggen kan , waar in de Mymering van één Aftrologist beflaat ; Zedert elf dagen dat ik in zoortgelyke Mymering gedompelt ben geweest, heb ik de Planeten verfcheidemaale moeten raadplegen, of de Geleerde zomwybn wel by het gebruik van hun gezond verftand zyn: Men zal deeze gedachten misfchien ongereimt vinden, maar de oplosfching van myne Aftrologijcbe Mymering zal zodanig vooroordeel ras doen verdwynen. Aangaande de onderzoekingen, waar aan ik my ten opzich» ten van de drie Loopjaren 1825, 1826, en 1827 inzonderheid bepalen moest , heb ik my in de tak der Starrevoorzegkunde onmogelyk van myn Pacht kunnen kwyten , zonder meer dan eens in diergelyke Mymeringen te 'vervallen, zy di> het onderfcheid kennen, tusfchen één geleert Mensch hoe kundig anders in zyne bovendreivende Wecenfchap , en tusfchen één verftandig Man , zullen denkelyk geen zwarigheid maken oetefcemmen, dac dikwyls de vlugheid van den Geesc, of van uec natuurlyk aangeboren verftand, de aller voorcrefvelykfte ge-  '( 325 ? geleertheid te boven ftreeft ; Dog in het geval hoe zeldzaam het ook gebeurt, dat deeze beide hoedanigheden in één Perzoon gepaart gaan, geeft het geen ftof tot verwondering, dat Iemand met zulke zameugevoegde voorrechten bedeelt, in een zoort van Mymering geraakt, wanneer hem het laafte, namelyk de vlugheid van het verftand ontglipt, op eene wyze, dac hy ongeacht zyne uitftekende geleertheid, ter regte tyd daarvan geen gebruik kan maken ; Zie hier juist het geval waarin ik my werkelyk ten aanzien van de Voorzeggingen voor hec drietal befchryvende Loopjaren bevinde. Door ondervinding my dan gebleken zynde , dit hoe groot ook de kundigheid van één Mensch, in de byzondere takken van deeze of geene geleerde wetenfchap mooge wezen, egter alle zyne Bedryven en Kunstbewerkingen noodzakelyk onvolmaakt moeten uitvallen, wanneer zy door het gezond verftand niet beftiert worden , of het geen op hec zelfde uitkomt, als Iemand zig in de gelegentheid bevind van het laafte geen evenredig gebruik te kunnen maken; Zoo was zulks (om het nog eens te herhalen} de oorzaak waar door ik plotzelyk in een Aftrolodifcbe Mymering verviel op het ogenblik , dat ik dz toekomende Gebeurtenisfen van de drie jaren 1825, 1826,en 1827 in den Planeet-Hemel meende te onderfcheppen : Een Mymering wel is waar, die my niet verhinderde veele dingen optemerken die 'er als dan zoude omgaan , maar waar van myn beneveld verftand my nog de oorzaken , nog de gevolgen, kon doen bevroeden, en nog veel minder wiskundig doen bevatten toe hoedanige Perzonen , Plaatzen , en Omftandigheden de Voorzeggingen belangende dit driejarig tydperk betrekkelyk moest worden gemaakt. De Teloscoop was my genoegzaam van ondienst gedurende elf dagen dat deeze Mymering duurde , zy deed my wel de voorwerpen die ik bedoelde oppervlakkig befchouwen, dog ik bevond my fteeds in ééi zoort van onberadentheid waar door ik werkeloos bleef; Ik had by voorbeelt de groote zaak van het jaar 1825 wel op fpoor, en ik bemerkte klaar genoeg, dat 'er op die tyd een Burgetkryg onder de dertien Zwiizerfcke Cantons voorvallen moest maar ik begreep de oorzaak niet, die aanleiding toe  C 326 ) de Volksverdeeltheden tusfchen deeze 13 Gefpanfchappen zou geven, gelyk ook niet, het gevolg welke dien Burger-Oorlog voor dat Land eigenlyk ftond te hebben : Aldus was hec al meede gelegen met myne geheime Waarneming voor het Loop jaar 1826 , toen de verbruide Mymering my haast in de pekel liet zitten. Ik bevond dat Myne Viinden de Planeten vermaak fchepte om my te kwellen , aangezien de zelfftryd die my ten dien opzichten beving , en my in een zoort van verwarring bragteri, niet oneigenaartig vergeleken konde worden v by Iemand welke de uitgangen van een Doolhof mist; Dog onaangezien zulk een Mymering ontdekte ik daarom door de kunstregelen der Aftrologie wat 'er in het jaar 1826 in een Land alwaar de Stokvisch in overvloed gevonden word, rakende de onthroning van een Souverein Vorst, en de opvolgirg van zynen Zoon tot de Kroon aldaar, gebeuren moest, hoewel de omftandigheden welke deeze gedenk waardige Kroon* verwisfeling zullen vergezelfchappen.voor my een raadzel bleven : Desgelyks kan ik al verder zeggen, dit myne Aftrohgifche Mymering my de parten fpeelde , voor zoo veel de Voorzeggingen rakende het jaar 1827 betrof; ïk kan in een yolftrekte zin niet ontkennen , dat toen het Planeete.Gordyn in den Wolken-Hemel opgefchoven wierd , ik mee veel ver* bazing befpeurdc, dac de invoering van allerley Sprekende Vogelen dat jaar hier te Lande, en elders meer dan voorheen plaats zouden vinden , en dat het in gebruik brengen van dien, misfehien gelegentheid zoo wel tot befpottelyke voorvallen, als tot verregaande onheilen zou kunnen geven ; zynde dit egter alles wat ik 'er op dat tydftip met zekerheid van zeggen kon: Om ondertusfchen uit die zwaarmoedige flaap van Afirologifche Mymering te ontwaken, zal ik hier ten opzichten van het laastgemelde jaar 1827 , inzonderheid mee belang toe hec onderwerp van de Sprekende Vogelen zommige noodzakelyke en voorzegkundige Aanmerkingen inlasfchen, 'c welk men vervolgens nader opgeheldert zal vinden door één zeldzaam geval die in zyn zoort nog ongeeftig nog onvernsakelyk is. In de eerfte Eeuwen , toen men zommige Vogelen begon te leren fpreken , wierd zulks voor een toverfpel onder hec by.  ( 3-7 > bygelovig Volk verfletcn ; lk heb reede van te geloven , dat als men met een goed gevolg gelukt in de onderneming om pratende Apen te vertonen , de huidendaagfche waereldlingen daar over haar niet minder verbazen zoude , of fchoon 'er in de tyden die wy beleven nkts gemeender is , dan fprekende Apen ^ te zien : Men mag vry gelo/en , dac ik myn kostbare tyd niet bedeed zoude hebben,om over zulk een drooge dof, als dat der Sprekende Vogelen is , te fchryven , ingeval een oprnerkelyke Hidorie voor eenige jaren hier te Lande gebeurt, en waar van de navolgende Drief alle de omdandigheeden ontknopen zal, geen aanleiding had gegeven, ten dien opzichten door middel myner Afirologifche YVetenfchap gedenkwaardige Voorzeggingen ce doen. Myn H e e r l „ Hoe groot uwe ondervinding ook mag zyn , welke ver„ wonderlyke ontmoetingen u beroepshalve dagelyks kunnen ,, voorkomen,wat het Menfchelyk vernuft ook bedenken kan, ,, om ongelegentheden te doen geboren worden , waar door ., men in de noodzakelykheid gefield is, om toevlucht tot uwe „ Planeetkundige Voorzeggingen te nemen; Nimmer zult Gy „ over zulk een verwonderenswaardig en voorbeeldeloos ge„ val geraadpleegt wez?n , als waar van ik u thans een vol„ ledig verhaal zal gaan doen." ,, Een Neef die ik voorheen nooit gezien had , na een „ twintigjarig verblyf in de Oost-Indien gerepattieert zynde, „ vereerde my voorleden Zomer een Papegaay , die hy my „ verzekerde wonder fraay te kunnen praten ; Hoe zeer myn zwaarwichtige Bediening niet gedoogde, om veel werk van „ Sprekende Vogelen te maken , liet ik my nochtans dat ge„ fchenk , enkeld tot vermaak van myn Vrouw welgevallen, „ als toenmaal weinig gedachten hebbende, dat dit Beest tot „ een werktuig van zulke harrgrievende ontdekkingen verftrek„ ken zou, gelyk by de uitkomst gebleken is," Tt 2 „ Op  C 3*8 ï „ Op een namiddag dac ik onverwacht t'huis kwam , om' M oien avond nog eenige noodzakelyke Brieven aftefchryv«n „ iloot ik my toe dat einde in myn voorfalet, alwaar de Pa' » pegaay met zyn kooy op een apart taveitje geplaast wasi. Ik had die Vogel tot nog toe niet anders horen klappen „ dan zommige gewoone woorden , welke ik my ve-b-elde „ dat hy aan boord van het Oost-Indisch Schip had geleert' „ Maar onder het fchryven begon hy telkens met een kiaare* ,, en verftaanbare ftem te roepen, Baas, daar is een „ Heer tn de Kast ! - Jou Wyf is een Hoer! Hy herhaalde dit zoo hard en zoo dikwyis, dat het my verveelde- Wes„ halven ik verplicht wierd, hem het verder praten te belet„ ten door middel van eenige vervaardmakende bedreygingen „ die egter van geene andere uitwerkingen waren, dan dat de „ Papegaay wakker begon te lachen , en vervolgens zedert „ wat zachter fprak. Ik had de nieuwsgierigheid, fchoon my„ ne zaken nog niet half verrigc waren, een poos te Irifteren „ na een zoort van redenwisfeling , welke deeze oplettende Praatvogel by wyze van Vragen en Antwoorden , bv zig „ zelve binnendsmonds mompelde ,. hoewel duidelyk genoeg „ om van my begrepen te kunnen worden. Aanvaakelyk „ hoord ik de Papegaay met een grove ftem zeggen , is ie 3, Man uit Myn Engel! Daar op antwoorde hy met een na„ geboofte Vrouwe Item , ja Lief hy is al een uur uit g*. 0 weest! — Hy zal van avond niet vroeg t'huis komen ' — „ Wel dat is goed, wel dat is goed Myn waarde Jufvrouw l „ herhaalde de Papegaay tot tweemaale agtermalkanderen we„ der met de eerst aangenome grove ftem; Makende na het„ zelve een dof geluid met zyn bek , volmaakt gelykende na dat van twee Menfchen die malkaar hartelyk kusfen. Toe nog toe Myn Heer had ik my flegts vermaakc mee de kodi9- dige Poetzen van myn fprekende Vogel; Dog ik verbleekte „ van ontfteltenis, zoo drae de Papegaay zyn afgebrooke Gefprek hervat hebbende , verfcheide malen met de wonder „ wel nabozende Vrouweftem uitriep: Scbiehk Mvn j,-Heer. Kapel! Schielyk Myn Heer RapelI ■» „ In  C 329 ) „ In de Kast! <. ■'!> /« weggenomen, en de vliezen van hunne oogen met gelukkige 5, gevolgen voor de beide Sexe geügt zullen worden." Hier meede myne Derde Nacbtbefchonwing , volmaakteiyk sa myn zin afgelopen zynde, wierd ik door Myne Vrinden de Planeten daar op gelast, om ontusfchenpozelyk het laafte onderwerp wat nader uittepluyzen , en na de grondregelen zoo van de Afirologiet als van de Wysbegeerte beredeneerender wyze  C 335 ) se te verklaren, ter volvoering van hoedanig Bevel ik my volvaardig betonen wil, aangezien de natuur van de verhandeling volkomen met myn fmaak ftrookt. Het getal der Oculisten of Oogmeefters, hoe zeer die zedert korte jaren hier te Lande aanmerkelyk toegenomen zyn, zullen op verre na niet toereikende bevonden worden, om alle de menigvuldige zoorten van verblintheid onder de verliefds plaits hebbende, te kunnen genezen ; Behalven dat deeze gepermitteerde Beurfefnyders van het Publicq , eene byzondere Methode van operatie zouden behoren uittedenken, om dat flag van moedwillige Blinde , het recht gebruik van hun gezicht weder te bezorgen , het geen ik onderftel volftrekt ondoenelyk te zyn , zoo lang zy geen middel wisten aan de hand te geven, ons de driederley aandryvende oorzaken, welke de zintuigen der verliefde in de ongetrouwde ftaat nagelvast geketend houden , te ontkluifteren : Ondertusfchen wil ik nog als Geneesheer, nog als een Srarrekundige, nog als Wysgeer my onderwinden, een onderneming van dien aart, die myne krachten te boven gaan, met een gewenscht gevolg te doen gelukken ; Alleen zal ik my bepalen, om door Planeetkundige proeven van wiskunst aantetonen, de Eerfte, Tweede, en Derde oorzaak, waar uit eigentlyk de Verblindheid onder ongetrouwde Verliefde , epzichtelyk tot haare wederzydfche gebreken, zyne geboorte ontleent. De eerfte oorzaak , waar uit die verblindheid met belang tot een verliefde zonder ondervinding ontftaat, is zeer bekent: Men vergaapt zig doorgaans meer aan de lighamelyke fchoonheid, of welgemaaktheid van het beminnend voorwerp , dan aan de hoedanigheid van den Geest; De Zintuigen der verliefde worden meest altyd zoo fchigtig op het eerfte aanfchouwen van een bekoorlyk uiterlyk gelaat getrofven , dat men buiten ftaat word gefteld te begrypen , dat 'er misfchien in dat fchoone Lighaam , een vuyle Ziel huisvesten kan: Hier door geraakt de overweging, nopende de inwendige Deuchden en hoedanigheden, welke noodzakelyk met onze eige geaartheid dient te ftroken , om een volmaakte huwelyks ftmphatie uittemaken, terftond in het vergeetboek j En mogelyk c Vv 2 "ea  C 336" ) tien duizend voorbeelden in'één jaar bewyzen Zonneklaar, dat dit zwak algemeen is aan alle Jonge Vryers en Vreyflers die door de pylen van Kuptdo gewond worden. Op die wyze behoeft men z,g niet te verwonderen, dat brave Jongelingen veel. maten met aanvallige Pronkflers, Ligtekoyen, Zottinnen %ï flegte H^houdfteren trouwen; Terwyl het niemand vreemt moet fcS 5! t daiE^rl?e en D^chtzame Vrouwsperzonen, die het zand der Liefde m de oogen zit, haar met welgemaakte Dronkaarts. Speelders, Nachtlopers, Verkwisters, of dat nog erger is met iefbmden ' M MmCcks VrouweP^s in den eS? V* tweede oorzaak, van de verblimheid onder ongehuwde verliefde minder bekent, is het Perpetuum Mobile'vanX waereldfche zaken; Ik meen de klinkende Goden, die de zmnen der Menfchen dermaten betoveren, dat ze hen verbeelden d"a° jn haar eenigfle heil, en gelukflaat gelegen te zyn: Als men een Meisje trouwd d,e geld heeft, dat is genoeg! Men onde zoek" haar afkomst nog humeur niet; Het geld bedekt voor een tyd V alle haare gebreken Desgelyks handelen zulke verftandeloóï Jonge Dochteren welke een ryke Weduwenaar, alfchoon hv oud, krom, fcheef, en mismaakt is, of een bemiddelde Zot ten huwelyk nemen, vergoedende op een andere wyze de fleste k™. ze die het geld hen heeft doen maken: Wat jammerlyke en bit tere vruchten deeze zoort van huwelyksbomen voortbrengen leert de ervaermheid hier te Lande en elders dagelyks mrcSZ* heid als het geld, de zeilfteen van het geluk te^STrZ meer trekt, of wanneer gelyk meestyds gebeurt, de verL-ndhl% wegens de onderlinge Gebreken door de Trouwftaar begint oT teklaren. °lUL vt' Aanbelangende ót derde oorzaak, rakende de verblinthei* der verliefde, hoewel die zoo algemeen niet ingekrooen fc'4 nt dan de beide vorige, zoo is ze nochtans meer dan te veel de dryfveder van het Lokaas des Huwelyks onder Jonge Menfchen van de beide S?xe weike haare Harten door Hoog^ tots beid, en ftaatzucht laten wegliepen, en al hun rust, vermaak en vergenoeging daar aan opofferen; Ik bedoel zulke betreuren * waardige flachtoffers van het fchool der Liefde, die in hunne Ech, e~VV ' • te»  ( 337 ) •elyke verbintenisfen meer de grootsheid der luifterlyke geboorte,. en aanzienlyke waardigheden, dan de oprechte huwelyksmin, de gaven van de Deucht,en van het verftand in het beminnenc voorwerp waarderen. Aldus heb ik fchatryke, en te gelyk beminnelyke Jufvers van ordentelyke Burgers afkomst gekonner., die met vreemde kaale Avanturiers trouwde, om de naam van Barones, of Cravinne te kunnen voeren; Indiervoegen is het ondanks myne waarfchouwingen aan een zeker uitlandig Hoogleeraar van een weergaloze geleertheid voor eenige jaren gebeurt, dat hy met een Oude ryke Freule getrouwd zynde, alleen met het oogmerk om aan een voortrefvelyk gedacht vermaagtfehapt te wezen , vervolgens zig deeze ftap van verkeerde hoogmoed te laat beklaagt heeft gehad, en deeze zyne verblindheid in het ftuk der Liefde, dikwyls met heete tranen moest befchry ven , volgens het geen ik hem by het trekken zyner Horoscoop voorzegd had, vermits Mevrouw de hooggeboore Freule, zoo trots in alle haare manieren en omgang, en van een zodanig ondrageJyk kwaataardig humeur was, dat de ichrandere Hoogleer aar tot vtr wondering van een ygehk, eer de plaats van kostganger, dan die van Gemaal by haar bekleede. N°. XXIV. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, voor de. Brie Loopjaren 1829, 1830, en 1 f> 3 1. Vertonende 'de invloed van de Planeet-Cirkel op allerhande waereld' fche zaken. , J^Jlerhande waereldfche zaken zonder uitzondering, zyn zoo te zeggen gedurende drie agteréénvolgende jaren, in één Eeuw den invloed van de Planeet-Cirkel onderworpen; Zulks valt juist te beurt, het drietal Loopjaren waar op ik althans het Kompas van myne Afirologifche Voorzeggingen rigten moetr Wil men weten wat men door den invloed van de Planeet» Vv 3 Gr-  C 333 ) Cirkel te verdaan heeft? Ik begeer het gedult van éér* weet. gierig 'Mensch niet lang op de Pynbank te ftelien ; Zie hier de verklaring. De voaereldfcbe zaken die na het Menfchelyk begrip toevallig fcheinen te gefchieden , zyn doorgaans de geene welke den invloed van ds Planeet-Cirkel, by de uitkomst het allermeest veuonen, uit oorzaak dat haare bewerking zig flegts bepaalt tot de onopzettelyke Daden en Befluiten der waereldlingen ; Invoegen dat zy fchier geen de minfte gemeenfchap neefc met de voorbedagte bedryven van Iemand, die niets dan na voorafgaande beradingen onderneemt : Zoo zal by voorbeelt , de invloed van de Planeet - Cirkel klaarblykelyk doorftralen, als één Vreemdeling in een Stad komt daar hy onbekent is , en bygeval het Huys inloopt , van één fatzoendelyk Burger, om na de weg te vragen,zoo dat hy na één kortMondgefprek met den Huysheer in kennis geraakt zynde, door deeze eerfte kennismaking , de grondflag tot hun beider geluk en tydelyke welvaard gelegt word. Een zeker Jongman niet lang gelecen , met wat te veel overhaafting of liever onbezuistheid in het vsllen van den avond over de ftraat lopende, ftruikelt by ongeluk over een Heen; valt, en kneust ellendig zyn Been, vlak voor een Huys, alwaar een Jonge Jufvrouw op de bank van haar ftoep zat, om een Vreyfterlyk avondluchje te fcheppen ; Dit Meisje behalven dat zy van een meedelydende inborst was , wierd door den invloed van de Planeet-Cirkel gaande gemaakt , om aanftonds ter zyner hulpe toetefchieten, zy bood hem azyn mee water aan , om het bloed van zyn Bsen aftewasfen, en de geftruiktlde Jongman zoo lang in het Huys van haar Vader gebragt tot een VVondheelder het eerfte verband zouden gelegt hebben ; Ondertusfehen heeft den in* vloed van de Planeet .Cirkel in dit geval onmiddelyk na de genezing van den gekweste Jongeling , de verkeering en het daar opgevolgde Huwelyk uitgewerkt, tusfchen deeze beide Jonge Gelieven: Men heeft ongelyk te denken , dat het Mirakeldom in zulke ontmoetingen plaats gehad heeft. Alle waereldfcbe zaken die in de drie Loopjaren van 1829, 1830, en iim jftaan voortevallen, zuilen door den invloed van de Pla0 neet-  ( 339 ) neet. Cirkel beftiere worden, wel te verdaan voor zoo veel de onvoorziene gebeurtenisfen, of liever de toevallige Lotgevallen betreft; Het is daarom dat in het eetlte dezer Loopjaren door een vernuftige, Geest van geboorte één Amerikaan, by toeval een zeker kunstryk werktuyg zal worden uitgevonden, waar door het gebruik van het grof Gefc'iut in tyden van Oorlog voortaan onnut zal wezen : Om die reede fcheint het meer dan waarfchynelyk, dat in 'c jaar 1830 door het onnozel bedryf van één Jongen, in het opgraven van een b'effoten tiisje met geheimen Papieren, groote zaken zullen geboren worden , waar over gansch Eurepa verbaast zal ftaan; Om kort te gaan, het zal denkelyk daarom zyn, dat in het "jaar 1831 door de toevallige Dronkenfchap van een kundig Man, één Plan van zyne vinding ter verbetering van de Zeevaart na de Oost-Kust moet worden voortgebragt, die als een bewondert Meefterftuk van fchranderheid, by de geleerde waereld in fmaak zal geraken; Waarom ik my hier niet ongefchikt in de gelegentheid bevinde, om wy wegens het nuttig gebruik der Wynen wat nader te moeten vei klaren. Alhoewel ik in een myner Geheime Waarnemingen, by wyze van Brieven aan myn Vrind Meefter Franciscus gefchreven, ter loops gehandelt hebbe, van de voordelige, en nadelige uitwerkzelen, welke het gebruik der onderfcheide zoorten van Wynen op de Tempareroenten van zommige Patiënten, meestyds als vastgaande gevolgen voortbrengen; Zoo zal ik tot meerder opmerking en dienst der Bachuskinderen, althans over deeze ryke iloffe een tweetal kluchtige , en vermakelyke Affchriften van Brieven ten papiere brengen wel waardig gelezen te worden, als behelzende verfchillende Bedenkingen over de Nuttigheid, der Wyndranken, in beide gevallen aangetoond door zulke wonderlyke Proeven die raar in zyn zoort zyn: Ondertusfchen zal men zig zoo ik vertrouw, laten welgevallen, dat ik het dagelyksch gebruik van een matig glas wyn aanpryzen moet, voor Luiden van ftudie, die hun beroep van de Pen maken, als door meni» gerley bevindingen gebleken zynde, dat zulks ten uitterfte noodzakelyk is, om afgematte of logge harfenen uit de flaap geleertheid te ontwaken, en ongemeen vruchbaar in fraaye vindingen te  C 340 ) van a„e de LetKt Maa^S^ Diepdenkende Heer.' 7* &?« *w; Fmit/ ver/land* en die nr^t.i i ■ ? Pen beeft, om onbezorgd te leven ; Ieder zLS^l' omgang! Om die reede ben ik verpHcbfZ?/tV t^T' vyfen zestigmaal 'sjaars, dat ite zl^Z Ji, P' Wêr' fcbappen byfewonen Jja fffl er tot myn Lof (of fcboon anders eige Lof i * moet dat tk gelyk iet een Vrouw vau%ZOefbetJJ roode wyn zoo wel des Middaot Ah e ^ *myn vies beid tn myn gelaat veroorzaakt. "'rmwite ongefielt- Door ondervinding beb ik reede van te selóve-z M™ w« dat een paar bottels oude Hermitage wyn Isl^ro^^3 een ongemeene Nuttigheid by uitz\rJrinfvf0^ Gefiacbt is; IVant bebalvel dat JeInLtT^ - vervrolykt, zoo verlevendigt het de blozeTllïkZ %' dïwZ gen, en zet een Vrouw een zekero vryposti^heid^LZ-f^ indetavelgefprekken by, die haar iSS^t^-S^4. van verfiandige en weldenkende Mannen't lVZeZtZZ Heer Ludeman! dat gy de PJaneten eens *.1U€j71 / y" of een Vrouv baar n% niet bèmtdne^kefi^ g^ei&Z der,grote waereld zoude maken, wanneer zv dri?7ll f. PP? wyn daags gebruikte lk ben 3 * ^ rood& Uwe Dienaresiè Theresia Venöange. Mvn Hser, Myn Heer Doctor! Schoon ik dit: fchrywnde een halve knip weg heb, als voor » Posttyd een half douzyn bottels roede Baay gehaakt hebben! » de,  C 3411 ) „.de, moet ik evenwel volgens affpraak met myne Confraters. u nog van avond fchryven ; Wel nu Ik fchryf u danl Ik moet my byna te barden lachen onder het fchryven Myn. Heer Ludeman, als ik bedenk hoe grappig wy van daag ge„ disputeerd hebbe gehad, over de Nattigheid die de wyn bo„ ven alle andere dranken heeft." ,, Wy zyn van gevoelen Heer Do&or, en ons gevoelen feilt „ zelden, als wy maar een enkeld vlesje gedronken hebben, dat „ de wyndranken een zonderlinge kracht bezit, om de Menfchen „ verftandiger en welfprekender te maken , dan zy anderzint* „ zonder het gebruik van dien hen vertonen ; Wy bevinden „ dat dé wyn aile befchroomtheid, allé zorgen, en alle angst„ yalllgheid van het Hart wegneemt: De wyn maakt een Mensch „ luchthartig, en veel al itoutmoediger om ondernemingen van „ gewicht te volvoeren; Ook heeft de kracht der wyn door„ gaans die heerlyke en voortrefvelyke uitwerking, dat zy zoo „ wel Vrouwen als Mannen van een koude gefteltheid, of van „ zodanige onverfchillige gemoedsbewegingen waar voor zy on„ vatbaar voor de beste der Menfchelyke Hartstochten zyn, in „ weinige ogenblikken door Liefde tot een voorwerp hoe on„ beminnenswaardig ook , kan doen ontvonken. Aldus vind „ Confrater Paradcxis, wanneer zyne ogen door de wyn ver, glaast zyn , de onbehagelyke en kwaataartige Thamira een ^ weergalooze fchoonheid van een bekoorlyke zagtzinnigheid! „ Indiervoegen is Confrater Avaritio , fchoon anders bekend „ voor een gierige. vrek , de Edeimoedigfte en Mildadigde „ Man als hy een paar doop wyn gedronken, heeft! En ik „ Heer Do&or kan praten als een Cicero , zoo ras ik in het „ wyn vermaak maar even boven Jan ben, dat is te zeggen, als „ ik flegts drie Botteltjes Oude CoiteRotti agter de knoken heb." „ De onwederfprekelyke Nuttigheid der Wyndranken op die wyze aangetoond hebbende,.verzoek ik u uit naam van ons Ba» „ chinaal Confraterfchap., zoogoed te willen zyn, door het ge. „,zach van uwe aanpryzing onder uwe kalanten, hergebruik „ van alle foorten van •wyndranken meer algemeen te willen doen ,, maken,, ten einde ter zeiver tyd hier door te weeg te bren? gen, dat onze Pakhuizen, die thans met keurlyke wynen op„ gevuld zyn, met voordeel eens Ledig geraake; En op datGy Xx „ deo-  C 342 ) ,, deeze dubbelde dienst zoo voor het Menfchelyk gcfhcht in'"t ,, algemeen, als voor onze belangen in het byzonder, nieton„ beloond bewyzen zult, hebbe wy in deeze onze Urief een „ klein gefchenk van twaalf Dukaten ingefloten, dat gy zult ge,, lieven aantenemen met die goedhartigheid, als het u gefchon„ ken word, van Het Confraterfchap der Wyndrinkers* Ja.n Romervol, Rotterdam 1747. Daags na de Franfche Maandag. Na. XXV. ASTROLOGISCHE VOORZEGGINGEN, betrefvende het Schrikkeljaar 1832. Met de drie Loopjaren 1833,1834,w 1835» VIERDE NACHTBESCHOUWING. \^VVirig woorden , en veel zaken heb ik ten befluit van myn Triumpb- Zaal te zeggen , en daar toe heb ik voorbedachtelyke myne Vierde Nachtbefchouwing voor het Schrik*» Keijaar 1832 niet alleen zorgvuldig befpaart gehad , maar inzonderheid de Afirologifche Voorzeggingen voor de drie Loopjaren 1833, 1834, en 1835 daar by gevoegt, hoe zeer zulks anders tegen myne gewoonte, en niet minder tegen de regelen van myn beroep , in hoedanigheid van Afirologist ftrydj gelyk dit laafte by de kunstgenoten eene bekende zaak is. Dan waartoe zoo veele omwegen gemaakt, terwyl ik in dit kort bedek één Nachtbefchouwing van een wonderlyke aart te befchryven heb I Laat ik daarom voortgaan : ■ ■- Het gebeurde eens op één zogenoemde Drie Koningen dag , die den zesde January regelmatig invalt, dat het 'er zeer donker voor my uitzag, door de menigte ongemakkelyke Horoscopen waar meede ik toenmaal belemmert was , en die meest alle buiten de Stad.», met de avondpost moeften verzonden worden-  C 343 > den ; Myn Geest na afdoening van zaken eenigermate afge. fiooft ^ynde , zogt rust in de overdenking ; Gezeten in myn Studeerkamer op één Leunftoel , met de beenen kruyslings over malkanderen , fchepte ik vermaak om by het kaarslicht zoo wat te mymeren, wanneer ik ylings door eene trilling in alle myne Leden overvallen wierd ; Hier uit befluitende, dat zulks misfchien een Planeetw erkende Waarfchouwing kon zyn, liep ik met overhaafting na myn Obfervatorium, en bevond dac dezen Drie Koningen Avond eene gewichtige Nacht befcbouwing zou gaan opleveren. Wel aan óm Vierde Nachtbefchouwing, ontwikkelt uwe kunstgeheimen. ontlluit de deur derStarreonderzoekende wetenfchap, en laat het kenmerk der voorzegkunde voor het Schrikkeljaar 1832 tot eene Aftrologifchetoersfteen voor de echtheid en grondwaarheden der ontdekkingen van de volgende jaren der NegentiemieEeuw dienen; Befchouw hier Ludeman, gy kunstgenoten ■ die indat toekomende tydperkfcbap mogelyk nog eerst het voorportaal van het fchool der Jflrologie zult betreden heboen , befchouw zeg ik hier Ludeman welke Gy in de dagen der veibeyftering zonder uwe trots geweld aantedoen.fonberoemt gefproken) voor de Mecenas van de kunstzultmoeten erkennen, als in een Nachtverrukking waar in zyne Planeer -Patronen, hem hem hebben willen verwaardigen in deLuchtzalen der Starrekundige optetrekken.—By deeze Aanmerking moet ik ftil (laan, want ik zag,— wel nu wat zag ik!— Een lichtfcheinende uit de duifternis, dat my genoeezaam te kennen gaf, hoedanig het met de waereldfche Toneel verwisklingen gedurende het Schrikkeljaar 1832 aflopen zal; Sol het teken van den Ram pasfcrende fcheen aanteduiden, dat de rust tusfchen de Potentaten wuEivopa nog 15 jaren ftand zoude grypen , en dienvolgens geenVreedebreuk voor het jaar 1847 te dugten was. Luma zyn Cours omftieeks het teken van de Balans wmdede, voorfpelde op dat jaar de geheele val van het noe overgebleven Jodom, of liever derzelver tien jarige Ba! ingfehap uit de Christen Landen,roet de-volkomen herftelling dien Natie onder hec rebiet van een Aaidsch Koning die vervolgens door hun verkoren zal worden- Mars bezyden het teken van de Stier gaande, groete de overige zes Planeten en Reeg den Vree Je Tempel in, voorzeggende dat het zwaart des Oorlogs eerst op het einde van de Negentiende Etuw bloedige gedenktekenen zoude oprechten: Vjsküs op het teken van den Scorpioen ïïarogende, ftroovde Maagdjbloemen ter Eere van een zevental Vorftelyke Huwelykstoortszsn, welke in dit Schrikkeljaar opgeftoken zullen worden. M ercurius (alias") Hermes het teken van den Waterman naby komende, gaf de vaste toezegging aan een Zee-Mogemheid wegens de ontdekking van een Nieuw wlnpewest in Afrika gedu.ende dat jaar, onder belofte van aldaar een ryke Goud-Myn te zullen vinden; Jupiter al fp;lende rondfom de twaali Hemelstekenen lopende,. verblyJe zig dat de fchielyke Dood van een gekroont Hoofd, die als een Tyran geregeert had, dat zeJfde Schrikkeljaar  ( 344 7 -oeften. en van welke ,k my vooriÈi^V*^ df da«e" K Ik zoude bier zonder wanfefiitbii^? j !eR ^^^elen y "en befluiten, indien Myne vSn d/li^^313! dit hebben kun. doen gedenken aan de v?JVr»ï ■ my by «eluk °™ hadden de drie Loopjaren i8iv ,e£?"y t"Zf*&»Ben welke ten oDZ'cliten worden „g.2, Het s^d fd'atd en bek"1" geen KkS zwangheid om openhartig te veïkl^ len zouden kannen ui-denken , ' £ beroeP*halvegeeue bedetze. «egro,.debl«m te zuiJereL d« ™ H *ya,PerZ00» betreft, my v« dfeiL l^nglozecn dekkingen, deorde^ zi* te ver«?pe aabe vooruitloopt,en op d e w y^ icüuldig maken, veel liever zal ik niest-IkzalmyJitmaaI daar aan niet aa ofichoon het jaar 183, oo/rfcheinpivir hiw P der Sxarren aan teraerken heil van een Muvieiaar ftezul e , ,TJï bed'ev«t word methetbeklaeelvk on' tande en elders heeft plaats «h^ ^» ? 1333060 by a,s in de" )Mre7?S hie?» «ns gemakkelyk na myn be/rin iA P'3af Van datfcha^y^ onLd1:erten^ de koornfchuren te doenfmeulen. Mel Sï,$~ Landerven of omftrelk» he,d voorzeggen, dat van het iaar 1 «,7 oI , er tyJ met volkomen zeker, nog Doorbraken van Dvken mL 34 a/^eiekea^ene hooge WatervSn eeoe wisk„n«ig ^Ï^S^^n^ n,»»»XÏ?£? voortaan de R vieren Pn c,r„ ,. uuvln<»ngcn van dar aar beJinr»nj0 • bei. van *«M^X^^t\™