01 1125 7895 UB AMSTERDAM  VADERLANDSCHE HISTORI E, VERKORT, DOOR JAN WAGEN AAR.   VADERLANDSCHE HISTORIE, VERKORT; bh 8 1 VRAAGEN en ANTWOORDEN VOORGESTELD. Met Plaaten. Te AMSTERDAM, LEIDEN, DORD. en HARLINGEN, By P. Schouten, J. de Groot, G. Warnars, S. en J. Luchtmans, A. en P. Blussé, en V. van der Plaats. mdcclxxxji. Met Privilegie.   VOORREDE. ~£)E kennis der Hiftorien is gemeentyk de eerft e , die ons, in onze vroege jeugd, meer óf min eigen gemaakt wordt; ten deele om dat zy voor ons, in onze tedere jaar en, bevattelykjl is; doch vooral, om dat zy, in dien leeftyd,. lekoorlykheden voor ons heeft,) die weinige of geene andere weetenfchappen hebben konnen. D& Hiftorie veriuon, -is dingen, die voor de zinnen komen; die de verbeelding aandoen, en waar van wy , zo dra wy beginnen te redeneeren, gemeenlyk, al veel gezien of gehoord heb' ben; daar de meefie andere weetenfchappen ons, in onze jeugd, zo vreemdzyn, dat wyalwat in jaaren gevorderd moeten wezen, eer wy er zo gemeenznan1 *v*d* -wui-dcn, dut wy er de zoetigheid en nuttigheid van fmaaken konnen. En hiervan komt het, dat de jeugd meer vermaak vindt in de Hifiorie, dan in andere weetenfchappen. Be Heilige Hifiorie, in de Bybelfchriften vervat, is buiten tegenfpraak de nuttig fte voor de jeugd; doch naaf aan deeze ken ik geen nuttiger noch aangenaamer dan de Hifiorie onzes Vaderlands. Wy worden alle Leden van V Gemeenebeft gebooren, en deelen, van onze vroegfle jeugd, in den voorfpoed en tegenfpoed van den Staat Wy konnen hierom, hoe jong wy ook zyn mogen, niet nalaaten, belang te rekeA ven  VOORREDE. nen by het belang van het Vaderland. Onze ' aanzienlyke Jeugd, die tot het hekleeden van. Ampten van Regeeringe word opgeleid, is het alleen niet, die byna noodzakelyk aangezet wordt, om zig met vermaak te oefenen in 's Lands gefchiedeniffen , welker kennis de eigenlyke geleerdheid der Regenten behoort te zyn; de kinderen van alle eerlyke burgers, hoe gering ook van faal, moeten zig laat en gelegen leggen aan de lotgevallen van een Gemeenebeft, aan welker opkom/1 en bloei hunne voorouders zo veel deel gehad hebben, en van het welk zy zeiven £ eenigen tyde, de voornaamfe fterkte en (leun zullen uitmaaken; voor zo ver de eigenlyke kragt van den Staat in de menigte van eerlyke onderzaaten gelegen is. Vreemd zou het dan zyn, zo het beoefenen van 's Lands gefchiejenijfen de luft, de Uefhebbery niet ware beide van onze aanzienlyke en min aanzienlyke Jeugd, en nog vreemder, zo zy ''er geene nuttigheden uit trok , waarvan zy, ■ in ryper ouderdom, gewenfehte vrugten fmaaken moet. Om onze jeugd die nuttigheden te verfchaffen, en de luft tot het leezen van's Lands gefchiedeniffen in haar op te wekken of leevende te houden , ben ik , na het voltrekken van myne uitgebreider Vaderlandsche Historie , te raade geworden, dit Kort Bf,grip derzelve in V licht te geeven. Ik hebhetOp ft el'zo eenvoudig en klaar gemaakt, als my mogelyk geweeft is, en i  VOORREDE. en niet alleen de voornaam ft e geheurteniffen aangetekend ; maar ook beknoptelyk gewaagd van de oorzaaken dier geheurteniffen, in welk laat' fte opzigt, de mee ft en van onze Korte Begrippen of Chronyk]es gebrekkelyk zyn: om niet te zeggen, dat het den meeften ook aan de vereifchte onpartydigheidontbreekt, welke ik my zeiven, voor alle dingen , in dit werkje , heb voorgefield; als die niets byna fchadelyker agte voor den Burger ft aat dan dat de gemoeden der jeugd vervuld worden met partydige begrippen van 's Lands gej'chiedeniffn: niets daarentegen zo bevorderlyk voor de ruft en eendragt onder V Lands ingezetenen , als dat men elk, van jongs op , gemaatigd en naar waarheid leere denken over de groote veranderingen, die eertyds in het Vaderland zyn voorgevallen. Ik heb dienftig geoordeeld dit Kort Begrip van 's Lands Hifiorie, by vraagen en antwoorden, voor te ftellen , om dat ik deze wyze bekwaamfl hieldt, om de leergierigheid in jonge luiden op te wekken; die, zo zy regt gaande gemaakt is , zig zekerlyk hier niet voldaan zal vinden, maar aangezet worden, om vollediger Hifiorien te doorleezen. Indien dit kleine werkje, dooronze Jeugd, in de Huisgezinnen en in de Schooien , gebruikt wordende, eenige aanleiding geeven moge, om het getal van kundige, eerlyke en vreedzaams ingezetenen in onzen Staat te doen toeneemen ; A ft dan  VOORREDE dan zal het groot oogmerk, welk ik my in het famenf ellen van het zelve heb voor gefield, volkomenlyk beantwoord zyn . Komt hier by, dat zelfs luiden van jaar en, die tot nog toe te weinig waare kennis van 's Lands Hifiorie gehad hebben , uit dit Kort Begrip, aangefpoord'worden , • om dezelve vlytiger te onderzoeken; dan zal de vrugt van mynen arbeid myneverwagüng verre te boven gaan. BERIGT van den DRUKKER. Dit Werkje is eigenlyk ten diende van de Jeugd famengefteld, om in de Huisgezinnen en Schooien gebruikt te worden, en daarom op klein papier gedrukt; 20 wel in de Nederduitfche als Franfche Taal: Doch, merkend* dat veele Leezers der Vaderlandsche Historie het by dit Werk, als een Kort Begrip van 't zelve, wilden voegen; heb ik het hierom ook op groot papier gedrukt. AAN  A A N D E VADERLANDSCHE JEUGD. Bevindt ge, ó Vaderlandfehe Jeugd! U reeds in de oefenfchool der deugd; En zaagt gy 't merg der Bybelblaêren, In werkjes, naar uw brein geplooid, En net, eenvoudig, opgetooid, Voor u, beknopt, by een vergaêren; Of vormt gy, door het redeslicht, U reeds een denkbeeld van uw' pligt, Dien ge aan den Oorfprong van uw weezen, U, en uw' naasten , fchuldig zyt; Hebt ge al, met onvermoeide vlyt, In 't wetboek der Natuur geleezen; A 3 Of  AAN DE Of wast dus reeds uw kennis aan, Dat ge op haar rechten 't oog durft flaan; Dan is u ook 't begrip gegeeven, Dat God, die ons, zo gunstryk fchiep, Ons hier niet flechts op aarde riep , Om voor ons zelv' alleen te leeven: Dan weet ge 'er, ongetwyfeld, by, Dat heel der menfchen maatfchappy ïn onze gunst, en zorg, moet deelen; Dat fteeds het welzyn van 't gemeen Ons meerder dan 't belang van één'. Ja, dat van ons, behoort te ftreelen. Dan kont gy reeds een liefdevlam, Die uit Natuur te voorfchyn kwam, Voor 't Vaderland, in u, ontdekken; Dan juicht, dan treurt uw braaf gemoed Reeds om 's Lands voor of tegenfpoed; Dan poogt gy 't zelfs ten nutt' te {trekken. Maar, ach, bedrieg u niet, zie toe, Dat uwe min geen nadeel doe Aan 't voorwerp, dat gy waant te minnen.' Zo vaak gy zyn belang niet kent, Noch diep in 't hart hebt ingeprent, Beheerscht flechts drift, geen liefde, uw zinnen. Die  VADERLANDSCHE JEUGD. Die waarheid ziet men, t'aller uur, Door hen geflaafd, die, hoog en duur, Op hunne trouw, en liefde, zweeren; Terwyl zy, door een dolle drift, Die 't valfche nooit van 't echte fchift, En onrust, haat en twist vermeêren. Van hier ('t geen 't eerlyk hart befchreit) Die fchandlyke oneerbiedigheid, Voorwet, en wettige Overheden: Van hier, zo niet uit erger poel! Dat flinksch, dat loos, dat fnood gewoel f Van hier 't verval der beste zeden. Dit ftukje dan, zo kort als klaar, Tracht u te hoeden voor 't gevaar, Van in uw min het doel te misfen; En geeft u des, in zuivre taal, Een bondig, een oprecht verhaal Van Nederlands gefchiedenisfen. 't Heeft, in veel uitgeftrekter blaên, De fcherpfte toetfe al doorgeftaan, En wordt u thans, op nieuw, gefchonken, Door de eige pen, dezelfde hand; Doch meêr gefchikt naar uw verftand; Om ook uw leerzucht meêr te ontvonken. A 4 Maar  AAN DE Maar ftel zyn nut niet flechts gelyk Met dat van eene Landskronyk: Neen, neen: in 't antwoord op de vraagen „ (Zo gy met lust, en aandacht leest) Steekt zulk een voedfel voor uw' geest» Dat zelfs den kieschten kan behaagen. Hoe wild en woest, hoe onbefchaafd, Hoe zeer aan afgodsdienst verflaafd, Zich de oude Bataviers vertoonden; Hun trouw, hun moed, hun vryheidsmins Blaast ons deeze eedle zielzucht in: Ach, dat die deugden by ons woonden! Ik toone u niet, van ftuk tot ftuk, De bronnen van 's Lands heil of druk i Dit werkje brengt haar tot uw kennis; En wyst u aan, wat de uitkomst zy Van ftreng gezag, van tieranny, Geweetensdwang, en handvestfchennis. Als zich een {taatsorkaan verheft, (Die zelden laage hutten treft) Zal 't u gemaklyk doen bevroeden , Uit welk een' hoek de wind toen blies; Wie zich, het zekerft', voor verlies;. Wie, 't minft', zich voor verderf kon hoeden. Als  VADERLANDSCHE JEUGD, Als helfche muitzncht 't hoofd opfteekt, En aller dingen orde breekt; Als zich partyfchap zoekt te ftyven; Dan leert het u omzigtig zyn; Ja j, dan ontdekt het u 't venyn Van lastrend, en oproerig fchryven. Of houdt ge uw aandacht, liefst, gevest öp 't oorbaar' van 't gemeenebest; Dan zal u voorts dit ftukje leeren, Op Welk een zuil de Vryheid fteunt, Door welk een fchok haar' grondflag dreunt s En wat haar redden kan, of deeren: Dan wordt ge, als by de hand, geleid, Om 't recht, de magt der Overheid, Haar' luister, van naby, te aanfchouwen: Dan zult ge ook, onbeneveld, zien, Wien ge al, wien niet, moet hulde biên; Dan leert ge uw eigen oog betrouwen. In 't kort': naar maate uw oordeel ryp', Zich niet in zyn befluit vergryp', Kan ook dit echt verhaal van zaaken, In hoogen rang, of Burgerftand., U dierbaar voor uw Vaderland, En zelfs nw min beftendig maaken, A 5 D0  AAN DE VADERL. JEUGD. De fchrandre Schryver wenscht niets meêr: Bevordert hy uw rust, uwe eer, Uw welzyn, 's Lands geluk, en glorie; Dan wordt zyn arbeid ruim betaald: Lof heeft hy reeds genoeg behaald , Door 't eeuwig' werk van zyn Historie. VA-  VADERLANDSCHE HISTORIE VERKORT. EERSTE DEEL. Oude Historie der Batavieren en G r a a v e n. I. Gelegenheid der Vereenigde Nederlanden. 1 Vraag. TN wat Land woont gy ? Anti». JL In de Vereenigde Nederland/ebt Provinciën. 2 Vraag. Wat betekent het woord Provindtn ?  2 V AD ERLANDSCHE Eerste Antw. 't Is een Latynfch woord. Men verftondt 'er eertyds overwonnen Landen door. Doch het betekent hier, en in't gemeen, blootelyk Landfchappen: waarom de Nederlandfcbe Provinciën ook veeltyds Nederlanden genoemd worden. 3 Vraag. Waarom heetenze Nederlanden ? Anti». Om dat de meeftenlaag, endigtaan de zee gelegen zyn. 4 Vraag. Waarom wordenze Vereenigden genoemd? Jntw. Naar «en Verbond van Vereeniging, welk zy, in 't jaar 1579, met eikanderen geflooten hebben. II. Naamen en rang der Vereenigde Nederlanden. 1 Vraag. Hoe veele vereenigde Nederlandfche Provinciën zyn 'er? Antw. Zeven. 2 Vraag. Kont gyze in orde opnoemen ? Antw. Ja. Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overyssel, en Groningen en OmBelanden. 3 Vraag. Waarom noemt gy Gelderlandeerft? Antw. Om dat Gelderland, eertyds, een Hertogdom geweeft is; Holland en Zeeland Graaffcbappen, en de vier overige Provinciën Heerlykheden plagten te zyn; en de titel van Hertog hooger is dan die van Graaf; gelyk die van Graaf hooger is dan die van Heer. III. Oude Inwooners deezer Landen. i Vraag. Zyn deeze Landen, al lang, in de  Deel. HISTORIE VERKORT. 3 de Hiftorien bekend geweeft ? Antw. Al voor meer dan agttienhnnderdjaaren; fchoon, voor een groot gedeelte, onder andere naamen. s Vraag. Onder welke naamen, zyn de inwooners deezer Landen, van ouds, meelt vermaard geweeft? Antw. Onder de naamen van Batavieren en Friezen. 3 Vraag. Waar woonden de Batavieren ? Antw. In de Provinciën Gelderland, Hol' land en Utrecht. 4 Vraag. Waar woonden de Friezen ? Antw. In een gedeelte van Holland en U- trecht, en in de Provinciën Friesland, Overyfjily en Groningen en Ommelanden. IV. Herkomjl der Batavieren en Friezen. 1 Vraag. Hebben de Batavieren altoos in deeze Landen gewoond ? Antw. Neen. Zy woonden te vóoren in 't Land van Heffen. Doch oneenig geworden zynde met hunne nabuuren, verlietenze hun Vaderland, en floegen zig hier te Lande neder. 2 Vraag. Wanneer is dit gebeurd 1 Antw. Volgens de waarfchynlykfte gifïingen, omtrent honderd jaaren voor Cbrijtus geboorte. 3 Vraag Zyn de Friezen ook van elders herwaards gekomen? Antw. Men vindt hiervan geen blyk in de Hiftorien. Zo 't gefchied is, is 'er de geheugenis geheel van verlooren geraakt.  4. VADERLANDSCHS Eerst? V. Aart deezer Volken. i Vraag. Wat keft men byzonders van den aart deezer Volken? Antw. Zy waren zeer fterk van lighaam, leefden van de jagt op wilde dieren, gingen, in lumnejongejaaren, geheel naakt, enkleedden zig, ouder geworden, met een rok of mantel van beeftenvellen, die met een gefp of doorn om den hals vaftgemaakt was. Zy woonden in houten hutten, die op hoogten gebouwd waren, om voor watervloed veilig te zyn. Zy aten, behalven het wild, dat zy ir de boflchen vingen, boomvrugten, melk, boter en kaas: en dronken een drank van kooren, met water gekookt, en naar ons bier gelykende. Daar is een tyd geweeft, dat zyzomen meent, leezen nog fchry ven konden. Dochzy waren, daar en tegen, wederom zeer bedreeven in't zwemmen. Zelfs durfdenze, gewapend en te paarde, een wyd loopend water overzwemmen. In "t ftryden, toonden ze zig boven maaie dapper. Dikwils, ftonden vrouwen en kinderen 't gevegt aan te zien , de mannen en vaders aanzettende met woorden, om voor de Vryheid en voor hun Huisgezin te ftryden. VI. Hun Godsdienfi en Regeering. i Vraag. Wat Godsdienfi hadden deeze Volkan ? Anti». Zy waren Afgodendienaars. Zy eerden de Zon, de Maan, en. zo'tfchynt, ook het Vuur. Zy offerden hunnen Goden beesten ,  Deel. HISTORIE VERKORT. s ten, en zelfs fomtyds Menfchenop Doch zy hadden, in de oudfte tyden, noe.i bedden noch tempels, maar pleegden bunnen Godsdienfi in de open lugt, in geheiligde boflchen: en gaven 'er deeze verftandige reden van dat J} het onbetaamlyk ware de Godheid in eene „ menfchelyke gedaante af te beelden, of „ binnen de muuren van tempelen te beflui„ ten. 2 Vraag, Op wat wyze werden deeze Volken geregeerd? Antw De opperfte Regeering ftondt aan eene vergadering van de voornaamften uit het Volk; die, vooral in tyden van oorlog eenen uit den Adel verkooren, om, onder den titel van K&ning of Hertog, het Leger te gebieden, en regt te oefenen. De Koning of Hertog behieldt, fomtyds, zyne waardigheid maar een jaar, of zo lang als de Krygstogt duurde ; fomtyds langer en voor zyn gantfche leeven. Zyne magt was niet onbepaald. Als hy de vergadering der voornaamlten by woonde, mogt hy wel raaden , maar niet gebieden Denaam van Koning zelf was gehaat, als de Koning ooit zyne magt misbruikte. VII. Zy geraaken onder 't gebied der Romeinen. 1 Vraag. Wanneer zyn de Batavieren eerfl bekend geworden, by vreemde Volken ? Antw. Ten tyde van Julius Cezar. die voor eerften Roomfchen Keizer gerekend wordt. 2 Vraag, üy wat gelegenheid, werden zy toen bekend ? Antw. Cezar voerde oorlog omtrent hun Land. Zy, te zwak om hem tegen te flaan, on-  6 VADERLANDSCHE Eerste onderwierpen zig aan den Roomfchen Staat, onder voorwaarden, dat zy vry vanfehatting zouden blyven , en den Romeinen alleenlyk Soldaaten zouden behoeven te leveren. 3 Vraag. Wanneer is dit gebeurd? Antw. Omtrenc vyftig jaaren voor Chriftus geboorte. 4 Vraag. Zyn de Friezen toen ook by de Romeinen bekend geworden ? Antw. Toen niet ; maar omtrent veertig jaaren laater, wanneer zy, door Druzus, overwonnen , en aan het Roomfché Ryk fynsbaar gemaakt werden. 5 Vraag Zyn deeze Volken altoos onder 't gebied der Romeinen gebleeven? Antw. De Friezen zyn een en andermaal opgeftaan tegen de Romeinen, die hun zwaarder fchattingen opleiden dan zy draagen konden: eensin 't jaar 28, toen zy de Romeinen, Onder Apronius, vernoegen; en eens, nadat zy een verdrag met Corbulo geflooten hadden , in 't jaar 50. Zy hadden zig van eenige Landeryen meefter gemaakt, die tot het Roomfche Ryk behoorden ,• doch Avitus, die toen, hier omtrent, van wege de Komeinen, het gebied voerde, deedtze hen wederom ruimen. vin. Hun Oorlog tegen de Romeinen. 1 Vraag. Hoe maakten't de Batavieren, ondertufichen ? Antw. Zy hielpen de Romeinen tegen de Friezen. Ook tegen de Britten, die, omtrent dien tyd , geheellyk overheerd werden door de Romeinen: doch, in't jaar69, ftonden zy zeiven tegen de Romeinen op, getergd door  (^lauiuis QiyUts metOe* ytomeaiai ^em^i, in. i Jaar jo. WL/^rorè^jere<&A£- -t^e7tTè& KS&pvtfery, amlrent 6erJaar joo.   Deel. HISTORIE VERKORT. 7 door een bevel van Keizer Vitettius, om oud en jong tot den Krygsdienft te perfen. 2 Vraag. Wie had hetk/ddvan deezenopftand? Antw. Claudius Civilis, die de Batavieren, in een heilig bofch, byeengeroepen, en, na 't houden van eene maaltyd, tegen de Romeinen, die hen nu niet langer als Bondgenooten, maar als Slaavenzogten te handelen, opgeftookt hadt. 3 Vraag. Hoe ging het Civilis en den Batavieren ? Antw. Zy overmeefterden twee Winterlegeringen der Romeinen, die omtrent de plaats, daar tegenwoordig de Stad Leiden ftaat, fchynen gelegen te hebben. Voorts, floegen zy de Romeinen een en andermaal. Zy belegerden eene fterke Vefting der Romeinen, Castra Vetera of Oud Leger genaamd, en dwongenze door hongersnood tot de overgave. AL le welke bedryven hun den naam van berfieU iers der Vryheid deeden verkrygen. 4 Vraag. Hoe liep het af met deezen oorlog? Antw. Cerialis, in 't jaar 70, met een talryk Leger, herwaards gezonden, behaalde verfcheide voordeelen op de Batavieren en derzelver bondgenooten , en noodzaakte Civilis eindelyk, tot een verdrag, waar by hy zig verbondt tot het afleggen der wapenen , mids hy en de Batavieren, wederom, gelyk van ouds, voor Bondgenooten der Romeinen erkend werden, zonder tot het opbrengen van et nige fchatting verpligt te zyn. De Friezen , die de Batavieren hadden bygeftaan, zyn waarfchynlyk ook in dit verdrag begreepen geweeft. IX.  8 VADERLANDSCHE Eerste IX. De Franken overmeejleren Batavia. 1 Vraag. Bleeven de Batavieren federt in hel' Bondgenoodfchap der Romeinen? Antw. Men vindt dat zy, meer dan tweehonderd jaaren na deezen tyd, in de Romeinfche Legers gediend, en de Roomfche Keizers tot Lyfwagten geftrekt hebben; maar omtrent het jaar 277, maakten de Franken zig meefter van Batavia, en hielden dit Land meer dan honderd jaaren in bezit; fchoonzy, in het zelve, dikwils, door de Romeinen, ook met hulp der Batavïfche Krygsknegten, beoorloogden nu en dan overwonnen geworden zyn. 2 Vraag. Wie waren de Franken? Antw. Een Duitfch Volk, dat zig, in laster tyd, in Frankryk geveftigd heeft, en onder den naam van Franfchen vermaard geworden is. 3 Vraag. Wat viel 'er voor onder de Franken, terwyl zy Batavia inhadden? Antw. In 't jaar 359, deeden deSaxerseenen inval in Batavia, zig van het zelve, voor een gedeelte, meefter maakende. Tien jaaren laater, werden de Franken enSaxersbeide door de Romeinen overwonnen. Doch omtrent den aanvang desjaars407, vielen eenige afgelegen woefte Volken in deeze Landen; die zig van een groot gedeelte derzelven meefter maakten, en federt dieper doordrongen in 't Roomfche Ryk. Een gedeelte der Saxers en Friezen ftak, omtrent veertig jaaren laater, naar Britanje over. En toen viel het den Franken gemakkelyker, de o- veri-  Deèl. HISTORIE VERKORT. 9 verigen van deezen Landaart, door de wapenen , tot onderwerping te brengen; gelyk zy, in 't jaar 463, deeden. 4 Vraag. Waar bleeven ondertufïchen de Batavieren ? Antw. Zy raakten vermengd onder de vreemde volken, die hun Land hadden ingenomen; verfmolten in de Romeinfche Legers , of trokken buitens Lands; zo dat, eindelyk, hier te Lande, geene gedagtenis van hun overgebleeven is dan de naam; die, tot heden toe, in den naam van de Gelderfche Landftreek de Betuwe, bewaard wordt. x. De Friezen ftaan op tegen de Franken. 1 Vraag. Bleeven de Saxers en Friezen onderworpen aan de Franken? Antw. Geenszins. In't jaar 496, maakten zy een verbond met eenige andere Duitfche Volken, en deeden Klovis, deneerftenChristen Koning van Frankryk, den oorlog aan. Doch zy hadden het ongeluk van gefiaagen te worden- 2 Vraag. Hielden zy zig, federt, ftil ? Antw Neen. Zy namen, van tyd tot tyd, de wapenen op tegen de Koningen van Frankryk, die hen als onderdaanen aanmerkten; doch van welken zy niet begeerden af te hangen. Tot dat Koning Dagobert del., tuffchen de jaaren 622 en 630, de Friezen uit de oude Stad Utrecht verdreef, en zig van verre hec grootfte deel deezes Lands meefter maakte. b xk:  jo VADERLANDSCHE Eerste XI. Eer[le invoering vanCbriftendom, hier te Lande.- 1 Vraag. Wat deedt Koning Dagobert te Utrecht ? Antw. Hy ftigttte 'er eene Chrijlelyke Kerk of Kapel. 2 Vraag. Waren 'er voorheen geene Chriftelyke Kerken hier te Lande geweeft? Antw. Mifichien eenigen, in 't zuidelykfte gedeelte van Gelderland. Doch de Friezen waren, ten deezen tyde, nog ongeloovig. 3 Vraag. Deedt men zyn beft niet om hen tot het geloof te bekeeren ? Antw. Ja. De Koningen van Frankryk zonden Predikers herwaards, en onder anderen Eligius en Wighert, die beide het Evangelie onder de Friezen verkondigd hebben. In 't jaar 690, kwam Willibrord, een Engelfche Monnik, te Utrecht, welke Stad nu wederom in de magt van Radboud, Koning der Friezen , gekomen was. Doch Radboud bleef ongeloovig. De Groothofmeefter van Frankryk, Pipyn, deedt hem, in't jaar 692, den oorlog aan, verfloeg zyn Leger, en benam hem het Land weder, welk hy te voorenherwonnen hadt. Vyf jaaren laater, werdt hy, by Duur/lede, nog eens geflaagen, en toen eerft fchynt hem Utrecht, dat hy tot dien tyd toe ingehouden hadt, ontweldigd te zyn. XII. Opkomfi van 't Bisdom van Utrecht. 1 Vraag. Wat deedt Willibrord hier te Lande,  Deel. HISTORIE VERKORT, it de. na dat Utrecht in de magt vanPipyngeraakt was? Antw. Hy ftigtte verfcheide Kerken: ook eene of twee, nevens een Kluofter, te Utrecht: in welke Stad, na dat Paus Sergius hem tot Biflchop hadt ingewyd, hy federt zyn gewoon verblyf hieldt. Hy werdt dus de eerfte BiJJihnp van Utrecht. 2 Vraag. Hadt hy ook weereldlyk gebied? Antw. Ja; de Franfche Vorften fchonken hem verfcheide Landen, -goederen en inkomften, hier te Lande; waardoor hy en zyne opvolgers groot gezag bekwamen, en Heeren van een aanzienlyk deel Lands werden. 3 Vraag. Namen de Friezen het Evangelie aan? Antw. Niet in 't algemeen, zo lang hunne Vorften ongeloovig bleeven; en dit duurde tot op 't einde der agtlte eeuwe. Tot dien tyd toe, waren de Saxers en Friezen byna in geduurigen oorlog geweeft met Frankryk. Doch Karei de Groute overwon hen , in 't jaar 794., t'eenemaal, en bedong ,, dat zy de Chrifte* lyke Leer zouden aanneemen, wanneer hy hun den eernaam van Vkye Luidfn „ laaten zou, en de HegtersofGraaven, die „ hy over hen zou (lellen , belatten , hen naar 5) hunne byzondere wetten te regeeren. Ook „ zouden ze hem geene Schatting behoeven „ op te brengen." Van deezen tyd af, werdc het Evangelie hier te Lande alomme aangenomen. b s xiir.  12 VADERLANDSCHE Eerst* XIII. Invallen der Deenen en Noormannen. 1 Vraag, Beveiligde dit Verdrag de ruft ia deeze Landen t'eenemaal ? Antw. Niet zo volkomenlyk, of zy werden, na verloop vaneenigejaaren, wederom ontruft, door de invallen der Noormannen en Deenen, die den Ryn opvoeren, en Duurflede pionderden: ook fomtyds landingen deeden in 't Zeeuwfch Eiland fValcheren, niet zonder alomme zwaare brandfchattingen te heffen, en 's Lands ingezetenen, veele jaaren agtereen, byna jaar op jaar, grootefchade toe te brengen. 2 Vraag. Wat gaf gelegenheid tot deeze invallen? Antw. De Verdeeling van het Ryk van Karel den Grooten, waartoe deeze Landen behoorden, onder deszelfs nakomelingen. Deeze verdeeling verzwakte dit Ryk , en gaf vreemden Volken aanleiding, om hetgedeeltelyk ten minften te overmeefteren. 3 Vraag. Wat middelen gebruikte men , om zig te befchermen tegen de Deenen en Noormannen? Antw. De Duitfche en Franfche Koningen , nakomelingen van Karei den Grooten, ftonden een deel deezer Landen af aan fommige Deenfche Grooten, die 'er, veele jaaren, gebied over gevoerd hebben. Doch alzo dit middel niet hielp, om andere hoofden deezes woeften Landaarts uit deeze Geweflen te houden; fielden de genoemde Koningen verfcheide Graav£H aan, in de Land- flree-  Deel. HISTORIE VERKORT. 13 ftreeken langs de grenzen, diezy, door gunften en giften, bewoogen en in ftaat fielden, om de Landzaaten aan te voeren tegen de Deenen en Noormannen, wanneer deezenee» nigen inval ondernamen. XIV. Graaven van Holland, uit het eer/ie of Hollandfche Huis. 1 Vraag. Welken van deeze Graaven hebben zig meefl beroemd gemaakt? Antw. De Graaven van Holland en Zeeland. 2 Vraag. Hebben Holland en Zeeland doorgaands dezelfde Graaven gehad? Antw. Ja: doch het Graaffchap is meermaalen van het eene Stamhuis tot het andere overgegaan. 3 Vraag. Hoe veele Graaflyke Stamhuizen zyn 'er bekend? Antw. Vyf: het oudfle Graaflyke Stamhuis het Hollandfche Huis genoemd; het Huis van Henegouwen, het Huis van Beieren, het Huis van Bourgondie en het Huis van Oojlenryk. 4 Vraag. Hoe veele Graaven rekent men, in 't gemeen, uit het oude Hollandsche Huis? Antw. Zeventien : te weeten Dirk de I., Dirk de II. , Arnoud, Dirk de III., Dirk de IV, Floris de I., Dirk de V., Floris de II., Dirk de VI., Floris de III., Dirk de VII., Ada, Willem de I., Floris de IV., Willem de II., Floris de V. en Jan de I. B 3 XV.  14. VADERLANDSCHE Eerste XV. Hifiorie van Dirk den L en Dirk den II. 1 Vraag. Wat vindt men merkwaardigs aangetekend ten tyde van Dirk denI? Antw. Koning Karei van Frankryk heeft hem befchonken met de Kerk te Egmond, en de Landeryen en goederen daar tne behoorende. 2 Vraag. Wanneer gefchiedde deeze gifte? Antw. Volgens de jaartekening in de uit- gaaven van den Giftbrief, in't jaar 863; doch waarfchynlykft in 't jaar 923. 3 Vraag. Wat is 'er onder Dirk den IL gebeurd ? Antw. Onder hem , begon de oorlog tegen de Weftfriezen , welken JN oord waards van Holland woonden; die by de driehonderd jaaren geduurd heeft. 4 Vraag. Waaruit ontftondt deeze oorlog? Antw 't Schynt, dat de Graaf, uit hoofde der gifte aan zynen Vader gedaan, gevorderd hebbe, dat de Weftfriezen hem voor Heer aannamen: 't welk zy geweigerd, en daarna de wapenen opgevat hebben. 5 Vraag. Hoe liep deeze oorlog af, ten tyde van Dirk de 11? Antw. De Weftfriezen, Alkmaar verbrand, en Leiden met gelyke verwoefting gedreigd hebbende , werden by Rynsburg gellaagen , en voor eenen tyd tot onderwerping genoodzaakt. 6 Vraag. Wanneer is Dirk de II. overleeden? Antw. In 't jaar yao. XVI,  31. x*. ZJJe J[Muy éer J>ranten. ótpiftigt JJirk aai I.,yraz^ van. ZKcCimè, JCaruTW Wucemy, (fruaf- van/ Jvouanü, a^or"^e tcrrriejzn<, in. h ys. cm^ein^i-, in. t jaar 135 ff.   Deel. HISTORIE VERKORT. 15 XVI. Hifiorie van Arnoud en Dirk den III. 1 Vraag. Wat heeft Graaf Arnoud merkwaardigs bedreeven ? Antw. Hy is den Weftfriezen, die in 't jaar 993 , tegen hem opgedaan waren, met een talryk Leger tegengetrokken, en op de vlakte van Wïnkelmade, op of omtrent de plaats, daar nu het Dorp fVinkeÜQgt. met hen (laags geraakt. Doch de ftryd viel ongelukkig uit. 's Graaven Leger werdt geflaagen, en hy zelf gedood. 2 Vraag. Wat gebeurde 'er onder Dirk den III? Antw. Deeze Graaf (loot, in't jaar 1005, een verdrag met de Weftfriezen , waarby zy hem voor Heere aannamen. Doch eenige jaaren laater, de StadDmfrecfogeftigt, endaarby eenen tol opgeregt hebbende, raakte hy, hierover, en over het uitbreiden van zynejagt en vilfchery, in gefchil met den BhTchop van Utrecht: welk gefchil oorzaak geweeft is van verfcheide oorlogen tuffchen de Utrechtfchen en de Hollanders. 3 Vraag. Wat viel 'er, ten tyde van Dirk den III., voor, tuffchen de twee Volken ? Antw. De Graaf overwon het Leger van Biffchop Adelbold en deszelfs bondgenooten, niet verre van Dordrecht, op den29julydes jaars 10 ig. 4 Vraag. Wat was de oorzaak deezer overwinning? Antw. Graaf Dirk tadte den vyand van vooren en van ter zyde te gelyk aan, en bragt hem daardoor fpoedig in wanorde: waarby B 4 nog  16* VADERLANDSCHE Eerste nog kwam, dat zigeenonverwagtefchrik, en een verbaasd geroep van Vliedt! Vliedt! verfpreidde onder 't vyandelyke Leger , welk daarop, hals over hoofd, aan 't vlugten floeg. 5 Vraag. Wat volgde op deezen Veldflag? Antw. Een verdrag van Vrede met Biffchop Adelbold. 6 Vraag. Wat verrigtte Dirk de 111. verder ? Antw. Hy deedt eene reis naar Jeruzalem, om 't graf van den Zaligmaaker en andere gewyde Plaatfen te bezoeken; een bedryf, waarin , ten zynen tyde, groote Godsdienftigheid gefield werdt: en hyoverleedt, na dat hy van daar te rug gekeerd was', in 't jaar 1039, XVII. Hifiorie van Dirk den IV. ï Vraag. Wat is'er merkwaardigs, onder zy-»' nen Zoon en Opvolger, Dirk den IV., voorgevallen ? Antw. De oorlog met de Graaven van Vlaanderen, en een nieuwe oorlog met Keizer Henrik den III., die de zyde des Biffchops van Utrecht gekooren hadt. 2 Vraag. Waaruit ontflondt de oorlog met de Vlaamingen? Antw. De Vlaamfche en Hollandfche Graa* ven beweerden beide regt te hebben op Zee~ land Bewefien de Schelde, en hielden hun regt ftaande met de wapenen. 3 Vraag. Hoe liep de oorlog met de Vlaamingen af, ten tyde van Dirk den IV? Antw. Men weet 'er anders niets van, dan dat Boudewyn de V., Graaf van Vlaanderen, de Hollanders, in 't jaar 1045, geflaagen heeft? 4 Vraag.  Deel. HISTORIE VERKORT. i7 4 Vraag. Weet men iet meer van den uitflag des oorlogs met den Keizerfchen ? Antw. Ja. De Keizer bsmagtigde Dordrecht en Vlaardingen, in't jaar 1046. Doch in 't volgende jaar, viel 'er, voor de laatftgemelde plaats, een fcheepsftryd voor, waarin de Hollanders de overwinning behaalden. Dordrecht werdt toen ook herwonnen 5 Vraag. Leefde Dirk de IV. nog lang na deeze overwinning ? Antw In 't jaar 1048 , te Luik op een Steekfpel zynde, ftak hy, by ongeluk, den broeder des Biffchops van Keulen dood. Hieruit ontftondt een oorlog, waarin deBiffchopvan Utrecht zich ook mengde. Dordrecht werdt ingenomen door verraad. Doch Graaf Dirk, heimelyk in de Stad geraakt, dreef 'er den Vyand wederom uit. Maar 's daags daarna langs de wallen wandelende, werdt hy met een vergiftigde pyl verraaderlyk in de dye gefchooten, en overreedt aan de wonde, op den veertienden January des jaars 1049. XVIII. Hifiorie van Floris den I. 1 Vraag. Wie volgde Dirk den IV. op ? Antw. Zyn Broeder FlorisdeI. 2 Vraag. Wat leeft men byzonders van deezen Graave? Antw. Willem, BifTchop van Utrecht, bragt, in 't jaar 1058, een Leger tegen hem te velde, uit Keulfche, Luikfche, Gelderfche en andere manfchap beftaande. Men hadt het wederom op Dordrecht gemunt. Doch Graaf Floris hadt, in 't veld, diepe kuilen doen graaven, die hy met teenen horB 5 den,  18 VADER LANDSCHE Eerste den, met dunne aarden zooden belegd, hadt toegedekt, 's Vyands paardenvolk, onverhoeds genaderd, ftortte in de kuilen, en werdt zonder moeite verflaagen. 3 Vraag. Was de oorlog hiermede geëindigd? Antw. Neen. In't jaar ioör, viel'ereen tweede flag voor, tuffchen de Rivieren de Maas en de Waal, niet verre van Hemert of Neder hemert. Graaf Floris behaalde hier andermaal de overwinning. Doch zig, na'tgevegt, onder 't geboomte te ruften gelegd hebbende, werdt hy in den flaap omgebragt, op den agttienden Juny. XIX. Hifiorie van Dirk den V. Robert de Fries. Godevaart. 1 Vraag. Op wien kwam het Graaffchap, na de dood van Floris den I? Antw. Op zynen Zoon Dirk den V., die, minderjaarig zynde, onder de Voogdyfchap van zyne Moeder, Vrouwe Geertruid, ftondt. 2 Vraag. Wat gebeurde 'er , geduurende deeze minderjaarigheid ? Antw. Rebert de Fries, Zoon van Boudewyn den V., Graave van Vlaanderen, zin hebbende in 't gebied over Holland, begaf zig derwaards aan 't hoofd van eenig krygsvolk; en wilt daarna de Graaflyke Weduwe te beweegen om hem te trouwen: 't welk, in 't jaar 1063, gefchiedde, 3 Vraag. Hoe lang behieldt Robert de Fries het bewind over Holland? Antw. Omtrent agt jaaren. In 't jaar 1067, met  Deel. HISTORIE VERKORT. 19 met zynen Broeder Bounewyn den VI. in oorlog geraakt zyn de, over het regt op hu Graaffchap van V laanderen; werdt hy , in 't jaar 1071, op laft van Keizer Henri* den IV., met de wapenen aangetail door Godevaart Hertog van Lotharingen, in 't gemeen den Bvdu naar genaamd; die hem eerlang noodzaakte, Holland te ruimen en naar Vlaanderen te wyken. Het gebied over Holland kwam toen in handen van Hertog Godevaart. 4 Vraag. Hoe lang behieldt hy 't? Antw. Ruim vier jaaren. 5 Vraag. Wat leeft men merkwaardigs van hem? Antw. Dat hy de Stad Delft geftigt heeft. 6 Vraag. Hoe kwam hy aan zyn einde? Antw. Hy werdt, den 25Februarydesjaars 1076, terwyl hy, in zyn Slot te Delft, op't heimelyk gemak zat, door een bediende van Graave Robert of van den jongen Graave Dirk, met een fpiets of dolk, van onderen in 't lyf gedoken, dat hy 't beitierf. 7 Vraag. Wat gebeurde 'er, na zyn overlyden? Antw. De Bilfchoppen van Utrecht, Willem en Koenraad, zogten Holland te dwingen door het Slot, welk zy, te TJJèlmonde, hadden opgeworpen. Doch Robert de Fries, Willem den Veroveraar , Koning van Engeland , die met zyne Zufter getrouwd was, bewoogen hebbende om hem eenige Schepen by te zetten, zondt Graaf Dirk met eene Vloot naar de Maaze; in den mond van welke rivier, een Scheepsftryd voorviel met de Utrechtfchen , die geheeliyk overwonnen werden, 't Slot te Yiïelmonde werdt ook be- mag-  jo VADERLANDSCHE Eerste magtigd: waarna Graaf Dirk in 't vreedzaam bezit van zyn Graaffchap raakte. 8 Vraag. Bleef hy 'er in tot aan zynen dood? Antw. Ja: en deeze viel voor, op den zeventienden Juny des Jaars iopi. XX. Hifiorie van Floris den II. 1 Vraag. Wie werdt Graaf na Dirk den V ? Antw. Zyn Zoon Floris de II. de Vette bygenaamd. 2 Vraag. Wat vindt men van hem gemeld ? Antw. Hy fchynt, in den tyd van dertig jaaren, die zyne Regeering duurde, byna in geenen oorlog ingewikkeld geweeft te zyn; zo dat 'er , buiten zeker byzonder voorval met den Friefchen Edelman Galama, weinig van hem gemeld wordt. 3 Vraag. Welk voorval was dit ? Antw. De Graaf hadt, op de Jagt zynde, Galama drie honden doen ontneemen. Galama, naderhand den Graaf ontmoetende, fprak hem ftoutelyk aan om vergoeding van fchade. Men kwam van woorden totdaaden. Galama kwetfte den Graaf in den arm; doch werdt daarop van 's Graaven knegten aangevallen eh van kant geholpen. 4 Vraag. Wanneer is Floris de II. overleeden? Antw. Den tweeden Maart des jaars 1122. XXI. Hifiorie van Dirk denVI. Floris de Zwarte. i Vraag. Op' wien kwam toen het Graaffchap? Antw.  Deel. HISTORIE VERKORT. 2r Antw. Op zynen minderjaarigen Zoon Dirk den VI. die eenige jaaren onder de Voogdyfchap van zyne moeder, Vrouwe Petronella van Saxen, ftondt. 2 Vraag. Wat viel 'er merkwaardigs voor ten zynen tyde? Antw. Hy deedt, in 't jaar 113 2, den Weftfriezen den oorlog aan, en noodzaakte dezelven eerlang tot een Verdrag. 3 Vraag. Waaruit ontftondt'deeze oorlog? Antw. Floris de Zwarte, 's Graaven Broeder, fchynt de Weftfriezen, onder de hand, te hebben opgeftookt om zig vry te vegten. Doch toen zy de vyandelykheden begonnen hadden, bewoog hy hen om hem voor Heer te erkennen. Ook flelde hy zig aan 't hoofd hunner manfchap, en trok tegen zynen Broeder te velde. Doch de Keizer bewerkte eerlang eene verzoening tuffchen de twee broeders. 4 Vraag. Voerde Dirk de VI geenen anderen kryg? Antw. Hy is ook met den BifTchop van Utrecht in oorlog geweeft. Utrecht werdt, in 't jaar 1138, doorhem belegerd. Doch de BifTchop, aan 't hoofd zyner Geeftelykheid ter Stad uit getrokken, dreigde Graaf Dirk in den ban te doen, dat is, van de gemeenfchap der Kerke af te zonderen: 't welk hem zo vervaard maakte, dat hy't beleg opbrak, en vrede floot. 5 Vraag. Hielden de Weftfriezen zig federt ftil ? Antw. Zy deeden, in 'tjaarii55, nogeenen inval in Kennemerland; doch werden, door die van Haarlem en Osdorp, met verlies te rug gedreeven. 6 Vraag.  sa VADERLANDSCHE Eers-tk 6 Vraag. Wanneer is Dirk de VI. overleeden ? Antw. Op den vyfdcn Auguftus des jaars U57- XXIL Hijlorie van Floris den IIL i Vraag. Wie werdt na hem Graaf? Ahfm. Zyn qudfte Zoon, F l o r i s d e 11 f, % Vraag. Heeft deeze ook met de Weftfriezen geoorloogd? Antw. Ja. Hy hadteerft, in't jaar riór, Vrede met hen gemaakt. Doch die van Haarlem , eenig ongenoegen hebbende opgevat tegen die van Schagen, vielen, in 't jaar u 66, in Weftfriefland, en tergden de Weftfriezen tot het herneemen der wapenen. Alkmaar werdt, meer dan eens, overvallen en geplonderd , Graaf Floris zelf geilaagen, tot zo verre, dat hy de Weftfriezen nooit volkomen heeft konnen te onderbrengen. 3 Vraag. Heeft hy ook andere oorlogen gevoerd? Antw Het leggen van eenen tol te Geervliet bragt hem in oorlog met den Graave van Vlaanderen, die hem, in 't jaar 1165, in eenen Veldllag gevangen kreeg, en niet losliet, voor hy, in 't jaar 1163, een nadeelig Verdrag getekend hadt. 4 Vraag. Wat vindt men meer van hem gemeld ? Antw. Hy ondernam, in't jaar n88, eenen togt naar 't Ooften, om Jeruzalem, dat door de ongeloovigen op de Chriftenen veroverd was, te helpen herwinnen. Doch hy óver-  Deel. HISTORIE VERKORT. 23 overleedt op de reize, te Antiochie in Syrië in 't jaar 1190. XXIII. Hifiorie van Dirk den VII. 1 Vraag. Wie volgde hem op in 't Graaffchap ? Antw. Zyn oudfte Zoon Dirk de VII. 2 Vraag. Wat [is deezen merkwaardigs overgekomen ? Antw. Hy raakte, in 't begin zyner Regeeringe, in oorlog met de Vlaamingen en Weftfriezen. 3 Vraag. Waaruit ontftonden deeze oorlogen? Antw. De eerfte uit misnoegen over den Geervlietfchen tol, in 't bezit waarvan de Graaf, onlangs, door Keizer Henrik den VI., beveiligd geworden was: en de andere door aandryvinge van 's Graaven Broeder Willem. 4 Vraag. Hoe liep het af met deeze oorlogen ? Antw. Graaf Dirk verdreef de Vlaamingen uit Walcheren, in welk Zeeuwfch Eiland zy gevallen waren: en Vrouw Meid, Gemaalin van Graave Dirk, verfloeg 's Graaven Broeder Willem , op het einde des jaars 1195; waarna'er, te Haarlem , een Verdrag tuffchen de twee Broeders getroffen werdt. 5 Vraag. Heeft Dirk de VII. geene andere oorlogen gevoerd? \ Antw. Zyne Regeering is eene aaneenfchakeling van oorlogen geweeft. Deonlulten, tuffchen Willem, zynen broeder, en Dirk den II. BifTchop van Utrecht, ontftaan over 'c bewind van Friefland, welk onder hen beide ver»  24. VADERLANDSCHE Eerste verdeeld was, wikkelde hem in , in eenen oorlog met den BifTchop. Hy belegerde Utrecht; doch verftaande, dat Ottovan Gelder, Schoonvader en bondgenoot van zynen Broeder Willem, looslyk betrapt, en gevangkelyk naar Brabant gevoerd was, verliet hy Utrecht, en trok naar Brabant, om Graaf Otto te verlosfen. 6 Vraag. Hoe liep deeze togt af? Antw. In't eerft gelukkig. Graaf Dirk bemagtigde 's Hertogenbofch. Doch daarna ongelukkig. In 't aftrekken, werdt zyn Leger geflaagen, hy gevangen genomen, en niet op vrye voeten gefield, dan na dat hy in een nadeelig Verdrag met den Hertoge van Brabant bewilligd hadt. Het werdt, in 't jaar 1203 , te Leuven geflooten. En kort hierna overleedt de Graaf te Dordrecht. XXIV. Hifiorie van A d a. 1 Vraag. Wie volgde hem op ? Antw. Zyne Dogter Ada, alzo hy geene Zoonen nagelaaten hadt. 2 Vraag. Liet men deeze Vrouw in 't geruft bezit van 't Graaffchap ? Antw. Haare Moeder hadt haar terftondin de egt doen treeden met Lodewyk, Graave van Loon; doch haar Oom, Graaf Willem, van de meefte Edelen des Lands geholpen, deedt GraaveQLodewyk en Vrouwe Ada den oorlog aan, nam de laatfte gevangen, vervoerde haar naar Texel, en van daar naar Engeland; waarna hy zig meefter maakte van 't Graaflyk bewind, den Graaf van Loon ook, in 't jaar 1206, uit Holland verdryvende. 3 Vraag.  Deel. HISTORIE VERKORT. 25 3 Vraag. Hoe liep het af met Ada? Antw. Zy kwam, kort hierna, uit Engeland; doch hieldt zig buiten Holland op, en is, in of na 't jaar 1218, overleeden. XXV. Hijïorie van Willem den L 1 Vraag. Wat heeft Willem den I. verder merkwaardigs uitgevoerd ? Antw. Hy ondernam, in't jaar 1217, eenen togt naar Egipte tegen de ongeloovigen, en won, in November des jaars 1219, de Egiptifche Stad Damiate, na een langduurig beleg. Men meent, dat die van Haarlem mede op deezen togt geweeft zyn, en veel tot het winnen der Stad hebben toegebragt. Graaf Willem overleedt, niet lang na dathy uit Egipte te rug gekeerd was, op den vierden February des jaars 1222. XXVI. Hifiorie van Floris den IV. 1 Vraag. Wie bekwam het Graaffchap na hem? Antw. Zyn Zoon Floris de IV. 2 Vraag. Wat viel 'er merkwaardigs voor , onder zyne Regeering ? Antw. Hy ftak zig in den oorlog tuffchen de Gelderfchen en Utrechtfcben, en hielp de eerften. Doch in't jaar 1225, werdt de Vrede getroffen. 3 Vraag. Wat verrigtte Floris de IV. verder? Antw. In 'tjaar 1234, overwon hydeStadingers of Stedingers , die van fnoode wangevoelens befchuldigd werden, en tegen wel*C ken 3  26 VADEÏILANDSCHE Eerste ken, als tegen ongeloovigen , hier te Lande eenen Kruisvaart gepredikt was. 4 Vraag. Leefde Floris de IV. lang na deeze overwinning? Antw. Nog geene maand. Genodigd op een Steekfpel, te Korbie door den Graave van Clermont aangelegd, werdt hy door de jönge Graavinne zo hoog gepreezen , dat zulks haa'ren ouden man tot argwaan verwekte, die hier op den Graaf van Holland veraaderlyk deedt ombrengen, op den 18 of 19 July des jaars 1234- XXVII. Hifiorie van Willem ben II. 1 Vraag. Wie volgde hem op? Anti». EenminderjaarigeZoon, Willem de II. genaamd. 2 Vraag. Wat heeft deezen meeft vermaard gemaakt? Anti». Zyne verkiezing tot Roomfch Koning of Keizer, in 't jaar 1247, fchoon hy niet wel in ftaat was om zyn gezag in't Duitfche Ryk te handhaaven; maar in 't jaar 1251, wederom naar Holland keeren moeft, daar hy zig federt ophieldt. 3 Vraag. Wat gebeurde hem hier ? Anti». Hygeraakte, in't jaar 1253 , in oorlog met Margareet, Graavin van Vlaanderen, die de oude Chronyken zwarte Margriet noemen ; en hy zondt zynen broeder Floris naar Walcheren, dat door de Vlaamingen overvallen was. Ook gelukte het deezen, de Vlaamingen by Wefikapeüe te verflaan, op den 4 July des gemelden jaars. 4 Vraag.  Deel. HISTORIE VERKORT. 27 4 Vraag. Wat was de oorzaak geweeft van deezen kryg? Antw. Koning Willem hadt een gedeelte van Vlaanderen, dat van het Keizerryk afhing, gefchonken aan zynen Zwaager, Jan van Avcnnes, Graave van Henegouwen , om dat Margareet deeze af hangkelykheid niet hadt willen erkennen; en hierop hadt de Graa. vin de vyandelykheden begonnen , die in 't jaar 1 254, met een verdrag eindigden. 5 Vaag Hadt Konning Willem toen ruft, hier ts Lande ? Amw. iVeen. De Weftfriezen waren wederom opgedaan. Koning Willem hadt twee Sloten geitigt, om hen te bedwingen: doch vergeefs. Hy beffoot hen dan, over 't ys, te beoorloogen, en hadt hen reeds op de vlugt gedreeven, toen hy , hen vervolgende, met zyn paard in 't ys zakte, en door de Weftfriezen met werpfnieifen gedood werdt, op den 21 January 1256. XXVIIL . Hifiorie van Flori s den V. Autfierdam. 1 Vraag. Wie volgde Willem den II. op? Antw. Zyn Zoon, Floris de V., een kind van twee jaaren: waarom 's Lands Regeering, onder zyne minderjarigheid, aan verfcheide Voogden na- eikanderen werdt toevertrouwd. 2 Vraag. Wat gebeurde 'er hyzonders, geduurende zyne minderjaarigheid ? Antw. 't Gemeen, misnoegd' over'tgezag, dat de Edelen zig, inzonderheid federt de Regeering van Willem den L, verkreegen hadden, viel, omtrent het jaar 1268, aan C 2 op  a8 VADERLANDSCHE Eerste op de adelyke Sloten in Kennemerland, die overweldigd en geflegt werden. De Kennemers vielen vervolgens in de Heerlykheid van Amflel, en ver koor en Gysbrecbt van Amflel tot hun opperhoofd, die daarna 't Land van Utrecht met hen afliep, en in de Stad eene geheele verandering in de Regeering maakte. 3 Vraag. Waar toe behoorde de Heerlykheid van Amftel ten deezen tyde? Antw. Tot het Stigt van Utrecht. 4 Vraag. Was Amflerdam toen reeds in wezen? Antw. Ja. Graaf Floris fchonk, in 't jaar 1257, tolvryheid aan de Plaats, tot vergoeding der fchade, haar door de Hollanders, waarfchynlyk in den jongflen opftand, aangedaan. 5 Vraag. Hoe liep het met dien opftand af ? Antw. De Kennemers werden voornaam- lyk door JanPerfyn bed wongen; de Weftfriezen, hunne bondgenooten, na verloop van eenige jaaren, door Graave Floris, overwonnen, en door nieuwe Sloten of Kafteelen beteugeld. Gysbrecht van Amftel verzoende zig met den BifTchop van Utrecht, en bekwam het Slot te Vrêeland van hem in pandfchap. 6 Vraag. Behieldt hy dit Slot lang? Antw. Neen. Het werdt hem, na verloop van weinige jaaren, door Graave Floris ontweldigd. 7 Vraag. Wat gaf hiertoe gelegenheid? Antw. Floris ftondt in een byzonder Verbond met de Stad Utrecht, die, na dat Gysbrecht zig met den BifTchop verdraagen hadt, zeer door hem gekweld werdt; waarom zy den Graaf van Holland om hulp aanzogt: en dee-  Deel. HISTORIE VERKORT. 29 deeze , Gysbrecht by Loenen geflaagen en gevangen gekreegen hebbende, bemagtigde Vreeland niet alleen , maar Montfoort insgelyks , dat aan Herman van Woerden , Gysbrechts bondgenoot, verpand geweeft was. 8 Vraag. Wat gevolg hadt deeze overwinning ? Antw. De Heerlykheden van Amftel en van Woerden kwamen in de magt van Graave Floris, die de Heerlykheid van Amfterdam in 't byzonder liet aan Jan Perfyn. Perfyn bleef dezelve bezitten, na dat de Graaf zig, in 't jaar 1285, met den Heer van Amftel verzoend hadt. XXIX. Moord van Graave Floris den V. 1 Vraag. Waarmede kreeg Graaf Floris, na deeze verzoening de handen vol ? Antw. Met het ftillen der misnoegde Edelen. 2 Vraag. Waaruit was hun misnoegen ontftaan ? Antw. Uit de genegenheid die de Graaf toonde aan de Steden, welken hy, door het verleenen van verfcheiden Privilegiën, in aanzien en vermogen deedt toeneemen; waardoor de aanzienlykheid der Edelen allengskens minder uitfteeken moeft. 3 Vraag. Wat gevolgen hadt dit misnoegen? Antw. De Zeeuwfche Edelen lokten de Vlaamingen in Walcheren: 't welk deezen egter, op de tyding dat Graaf Floris met eene Vloot derwaards kwam, wederom verlieten. In 't jaar 1295, deeden zy nog eenen G 3 in-  SP VADERLANDSCHE Eerste inval in 't Zeeuwfch Eiland Zuid-beveland s waaruit zy met geweld verjaagd werden. 4 Vraag. Hoe gedroeg de Graaf zig omtrent de misnoegde Edelen ? Antw. Hy verzoende zig met de meeften. 5 Vraag. Was deeze verzoening beftendig? Antw. Neen. Het ongenoegen borft wederom uit, in 't jaar 1296. 6 Vraag. Waaraan bleek het allereerft ? Antw. Eduard de L , Koning van Engeland, hadt den Vlaamfchen Koophandel begunftigd ten nadeele van Holland, en zogt daarenboven den Graaf van Vlaanderen over te haaien tot een Verbond tegen Frankryk. Ditlaatfte bewoog Filips, Koning van Frankryk , om Graaf Floris aan te zoeken tot een Verbond, welk voornaamlyk tegen Vlaanderen gerigt was, en denpjanuary 1296,getekend werdt. Van dit Verbond fchynen de Edelen zeer fchamperlyk gefpreken te hebben, verfpreidende, dat de Graaf het Land aan Frankryk verkogt hadt. 7 Vraag. Waarmede toonden de Edelen hun misnoegen verder. Antw. Zy beflooten den Graaf te ligten en naar Engeland te voeren. Ook werdt hy op de jagt gegreepen, en gebonden naar 't Muiderfiot gebragt; welk flot eerlang omringd werdt, door 't gemeen; waarom de Edelen beflooten , den Graaf naar elders te brengen. Doch op den weg naar Naarden viel Gerard van Velzen den Graaf, die gebonden te paard zat, aan, en beroofde hem, met hulp van eenige anderen, door ruim twintig wonden, van 't leeven, den 28 Juny 1296. XXX,  Deel. HISTORIE VERKORT. 31 XXX. Hifiorie van Jan den I. Wolferd van Borfelens val. 1 Vraag. Hoe ging 't met de Regeering na de dood van Floris den V.? Antw. Zyn Zoon Jan de I., die hem opvolgen moeft, was in Engeland, alwaar hy , kort hierna , 's Konings Dogter _ trouwde. Doch alzo hy naauwlyks vyftien jaaren bereikte ; moeft de Regeering aan eenen Voogd toevertrouwd worden. Eenige Edelen, die geen deel aan den moord van Graave Floris gehad hadden, en de voornaamfte Steden verkooren hiertoe Jan, Graaf van Henegouwen, Zoon eener Zufter van Koning Willem. 2'Vraag. Bleef de jonge Graaf in Engeland? Antw. Neen: hy kwam, in t jaar 1257, in Zeeland, daar Wol)L'er-d van Borfelen, Heer van Veere , hem in zyne befcherming nam, en zig tot Voogd opwierp. 3 Vraag. Wat volgde uit deeze nieuwigheid? Antw. Terwyl de Weftfriezen tegen de Regeering opftonden, en 's Graaven Sloten omverre haalden, lokte Wolferd de Vlaamingen in Walcheren. De Graaf van Henegouwen , het beleg van Middelburg hebbende doen opbreeken, ontzettede daar na het Slot te Medenblik; doch geene kans ziende om zig te handhaaven in de Voogdyfchap, keerde hy eerlang naar Henegouwen. 4 Vraag. Waarmede hieldt de jonge Graaf, of Wolferd van Borfelen, op zynen naam, zig bezig ? . 6 C 4 Antw.  3« VADERLANDSCHE Eerstb Antw. Hy bragt de Weftfriezen tot onderwerping, en noodzaakte den BifTchop van Utrecht, die de Weftfriezen te vooren hadt opgeftookt, tot een Verdrag. 5 Vraag, Bleef Wolferd van Borfelen lang in 't bewind ? Antw. Niet langer dan tot in 't jaar 1299. Zyne heerfchzugt, en kleinagting voor de Privilegiën der Steden hadden hem zo gehaat gemaakt by't gemeen, dathy, met den Graave willende vlugten, agterhaald, naar Delft gevoerd, en aldaar in een oproer van kant geholpen werdt. 6 Vraag. Hoe ging het toen met de Voogdyfchap"? Antw. Graaf Jan van Henegouwen nam de zelve wederom aan, en floot een Verdrag met Dordrecht, Middelburg, Zierikzee, Leiden , Delft, Haarlem, Alkmaar en Geertruidenberg, tegen de moorders van Graave Floris. 7 Vraag. Wat gebeurde Graave Jan den L ? Antw. Hy werdt, kort hierna, krank aan de roode loop, en ftierf den 10 November 1299, zondtr kinderen na te laaten Het Graaff'chap ging, met zynen dood, aan den Graave van Henegouwen over. XXXI. Graaven uit het Huis vau Henegouwen. Hijiorie van Jan den II. 1 Vraag. Hoe veele Graaven zyn 'er uit het Huis van Henegouwen geweeft? Antw Vier: Jan de II , Willem deiII., Willem de 1 V en Margareet. 2 Vraag. Wat gebeurde 'er, toen Jan de JI. hei Graaflyk bewind aanvaardde? Antw.  Deel. HISTORIE VERKORT. 33 . Antw. Hy werdt, in de voornaamfte Steden, ingehuldigd, of voor Graave aangenomen: 't welk men niet zo byzonderlyk van de voorige Graaven vindt aangetekend. 3 Vraag. Waarom gefchiedde ditnujnift? Antw. Tot meerder verzekerdheid van de Graaflyke Regeering, die nu tot een nieuw Stamhuis overging, en welke men, ook door de Steden, welker aanzien onder en na Graave Floris Regeering ffcerk toegenomen was, wilde doen beveiligen. 4 Vraag. Waarvan maakte Jan de II. zyn eerfte werk? Anxw. Van het bedwingen of bevredigen der misnoegde Edelen. 5 Vraag. Gelukte hem dit? Antw. Slegts gedeeltelyk. Jan van ReneJJb dreef, ten Keizerlyken Hove, dat het Graaffchap van Holland aan het Ryk vervallen was, en verwekte daarenboven eenen opftand in Zeeland , die met moeite gedempt werdt. 6 Vraag. Bedienden de Vlaamingen zig niet van de ongelegenheid, waarin Jan de IJL zig bevondt? Antw. Zy vielen, ia'tjaar 1302, wederom in Walfcheren, verfloegen Jonkheer Willem, 's Graaven Zoon , veroverden Middelburg, belegerden Zienkzee, ftaken, in 't jaar 1305 ' over naar Holland, en bemagtigdenartLand van de Maaze af tot aan den Haarlemmer Hout toe. 7 Vraag. Hoe lang hielden de Vlaamingen het Land in ? Antw. Tot in 't volgende jaar 1304. Toen dreeven de Hollandfche Steden de Vlaamfche bezetting uit: en Jonkheer Willem deedt de C 5 Vlaa-  34 VADERLANDSCHE Eerste Vlaamingen, met hulp desKonings van Frankryk, ook uit Zeeland verhuizen. 8 Vraag. Woonde Graaf Jan de 11. deezen krygstogt niet by ? Antw. Neen: hy lag krank in Henegouwen aan eene uitteerende ziekte, en overleedt den 22 Auguftus des gemelden jaars. XXXII. Hifiorie van Willem d e n 111. 1 Vraag. Wie volgde hem op ? Antw. Zyn zoon Willem de III., de goede bygenaamd. 2 Vraag. Wat is 'er, ten zynen tyde, merkwaardigs voorgevallen? Antw. Hy floot, in 't jaar 1306, een beftand met Vlaanderen, en in'tjaar 1310, eene nadeelige Vrede; waartoe hy genoodzaakt geweeft was, om dat de Hollanders en Zeeuwen , zig houdende aan hunne aloude gewoonte , geweigerd hadden den Graave in Henegouwen te komen helpen. Graaf Willem vatte de wapenen wederom op, in 't jaar 1315; doch 't liep aan tot in't jaar 1323, eer 'er een vaft Verdrag getroffen werdt, waarmede de oude twift met Vlaanderen een einde nam. 3 Vraag. Stak Willem de III. zig, federt, ook in nieuwe oorlogen? Antw. Neen. Hy befteedde het grootfte deel zyns leevens om zyn gezag onder zyne eigene onderzaaten te verfterken, en tot de nabuuren uit te breiden. Hy hegtte de Heerlykheden van Amftel en Woerden, die Jan de 11. aan Guy zynen Broeder opgedraagen hadt, na deszelfs dood, in 't jaar 1313, aan Hol-  Deel. HISTORIE VERKORT. 35 Holland ,• hy bragt te wege, dat hem 't Slot te Vreeland verpand werdt,- hy noodzaakte de Friesen van Ooftergo en Wetlergo tot onderwerping ; doch niets bewees meer, hoe hoog zyn aanzien gefteegen ware , dan dei Iuwelyken zyner Dogteren, eene van welken aan" Keizer Lodcwyk, Hertog van Beieren, en eene andere aan FAuard den HL, Koning van Engeland, werdt uitgetrouwd. 4 Vraag. Wat gebeurde hem , kort voor zynen dood? Antw Hy floot een Verbond met zynen Schoonzoon , den Koning van Engeland , tegen zynen Schoonbroeder, den Koning van Frankryk; doch ftierf, veertien dagen nadat hy 't geflooten hadt, op den 6 of 7 Juny des jaars 1337. XXXIII. Hifiorie van Willem den IV. 1 Vraag. Op wien kwam het Graaffchap, na Willem den III.? Antw. Op Willem den IV., zyner. zoon, die Eduard den III. terftond eenige hulp toefchikte tegen Frankryk ; doch de Graavinne Weduwe van Willem den III. bemiddelde, in 't jaar 1340, een Verdrag tusfchen de twee Ryken. 2 Vraag. Wat is 'er meer van Graave Willem den 1 V. aangetekend ? Antw. Hy heeft, in 't jaar 1345, Utrecht vergeefs belegerd, misnoegd om dat de Voogdyfchap over 't Stigt, die hy oordeelde dat hem toekwam, aan Robert van Arkel opgedraagen was. Terftond hierna, ondernam hy eenen togt over de Zuiderzee, om de Friezen,  36 VADERLANDSCHE Eerste zen, die tegen hem opgeftaan waren, tot onderwerping te brengen. Doch hy fneuvelde op deezen togt, in een gevegt by St. Odulfs Kloofter, op den d6 of 27 September des gemelden jaars, zonder wettige kinderen na te Jaaten. XXXIV. Hifiorie van Margareet. Hoekfcbe en Kabeljaauwfcbe Tweefpalt. 1 Vraag. Op wien kwam toen het Gxaaffchap ? Antiv. Zyne oudfte zufler, de Keizerin Margareet, werdt, door Keizer Lodewyk, haaren Egtgenoot, met de Landen verlyd, en in 't jaar 134Ó, alomme ingehuldigd: by welke gelegenheid zy den Landen en Steden verfcheide Privilegiën gaf. 2 Vraag. Wat behelsden deeze Privilegiën , onder anderen ? Anti». De Graavin beloofde, geenen oorlog te zullen aanvangen dan by goeddunken der Edelen en Steden. 3 Vraag. Plieldt Vrouw Margareet zelve 't bewind der Regeeringe in handen? Antw. Neen : zy droeg het haaren zoon Willem op, in 't jaar 1349; alleenlyk een gedeelte der inkomften voor zig behoudende. 4 Vraag. Wat gebeurde 'er, na deeze overeenkomft? Antw. Willem betaalde zyne Moeder het beloofde gedeelte der inkomften niet: waarop Vrouw Margareet de Regeering wederom aannam, en hulp in Engeland zogc, om haaren Zoon, die zig op nieuws hadt doen inhuldigen, te ontzetten van de Regeering. 5 Vraag.  JU. 36. omtrent Act Jaar 1350 . {hsroer der 3ó>e£s£&m. erv Zfcz&tl/aaitvrscJi&i, Te ^Znijterbam.,   Deel. HISTORIE VERKORT. 37 5 Vraag. Wat ontftondt uit deeze verdeeldheid tuffchen Moeder en Zoon ? Antw. De hevige en langduurige tweefpalt der Hoekjehen en Kabbeljaauwfehen , houdende de eerften de zyde der Moeder, en de anderen de zyde van den Zoon. 6 Vraag. Wie van de twee behieldt de overhand ? Antw. In 't eerft, diende het geluk Vrouwe Margareet, die haaren Zoon, in eenen Scheepsftryd by Veere, in 't begin des jaars 1351, overwon: doch, in 't zelfde jaar, verloor zy eenen fcheepsftryd op de Maaze, en werdt genoodzaakt , naar Engeland te wyken. Willem begaf zig ook derwaards. Koning Eduard bemiddelde hier een Verdrag , welk den 7 December 1354, getekend, en waarby Holland, Zeeland en Friefland aan Hertoge Willem afgeftaan werden. Henegouwen alleen bleef aan Vrouwe Margareet, die den 30 September 1355, overleedt. De Graaffchappen kwamen dus aan het Stamhuisvan Beieren. XXXV. Graaven uit het Huis van Beieren. Hifiorie van Willem den V. 1 Vraag. Hoe veele Graaven zyn 'er uit dit Stamhuis geweeft? Antw. Vier : Willem de V., Albrecht, Willem de VI. en Jakoba. 2 Vraag. Wat verrjgtte Willem de V. merkwaardigs ? Antw. Hy zette den oorlog voort , dien hy, op den naam zyner Moeder, reeds in 't jaar 1347, tegen den BifTchop van Utrecht be-  gg VADERLANDSCHE Éérste begonnen hadt, en noodzaakte hem, in 't jaar 1356, totde Vrede. In'tjaar 1357, hegtte hy de Heerlykbeid van Heusden aan Holland; doch kort hierna werdt hy krankzinnig, en bleef, tot aan zynen dood toe, die in April des jaars 1389, voorviel, teQuesnoi in Henegouwen opgeflooten. XXXVI. Hijiorie van Hertog Albkecht , als Ruwaard en Graaf. 1 Vraag,. Hoe ging het met de Regeering des Lands, geduurende des Graaven krankzinnigheid ? Antw. Zy werdt , door bewerking der Hoekfchen , aan Hertoge A lb rech t, Broeder van den Willem den V. opgedraagen, die den titel van Ruwaard voerde, zo lang zyn Broeder leefde , en na deszelfs dood tot Graaf ingehuldigd werdt. % Vraag. Wat voet hadden de Kabbeljaauwfchen op de Regeering beraamd? Antw. Zy wilden dezelve Magteld van Lankdjler, Gemaaljn van Hertoge Willem, doen opdrSagen, fchoon zy, ten tyde van Margareet, niet onder de Regeering eener Vrouwe hadden willen ftaan. 3 Vraag. Waarmede erkende Hertog Albrecht de gunft, die de Hoekfchen hem beweezen ? Antw. Door het verleenen van een groot getal van Privilegiën aan de Steden, hebbende de meeften, ten zynen tyde, vafteKollegien van Vroedfchappen ofRaaden, en jaarlykfche Burgemeefteren bekomen. 4 Vraag.  Deel. HISTORIE VERKORT. 39 4 Vraag. Wat belofte deedt Hertog AIbrecht, by 't aanvaarden der Regeeringe? Antw. Hy verbondt zig om regt te doen naar 's Lands Wetten en Gewoonten, en 't Land , met hulp der goede Steden, te zullen regeeren. 5 Vraag. Geraakte hy terftond in 't geruft bewind der Regeeringe? Antw. Neen. De Stad Delft kantte zig, onder anderen, tegen hem, en werdt, in 't jaar 1359, met de wapenen tot onderwerping gebragt. 6 Vraag. Wat verrigtte Hertog Albrecht federt ? Antw. Hy oorloogde met de Gelderfchen, die ook , gelyk de Hollanders, in twee partyen verdeeld waren , en met de Utrechtfchen; doch hy verdroeg zig, in 'tjaar 1364 , met Hertog Edaard van Gelder, en in 'tjaar 1375, met Amold van Hoorne, Biffchop van Utrecht. Eenige jaaren hier na, werdt Katbarina, Dogter van Hertoge Albrecht, aan Willem van Gulik, Hertog van Gelder, uitgehuwd. 7 Vraag. Bleef Hertog Albrecht den Hoekfchen altyd gunftig? Antw. Neen. Zyne byzit, Aleid van Poelgeeft, wift de Kabbeljaauwfchen alomme in 't bewind te helpen: 't welk de Hoekfchen derwyze verbitterde, dat zy haar, des nagts na den 21 September 1390, op 't Hof in den Haage, van kant hielpen: welke moord zwaarlyk gewrooken werdt op de Hoekfchen, 8 Vraag. Werden de Hoekfchen niet wederom in 's Hertogs gunft herfteld? Antw. Ja: en dit gebeurde by gelegenheid vara  40 VADERLANDSCHE Eerste van de Friefchen oorlog, die in 't jaar 1396, ondernomen werdt, en waar in Hertog Albrecht den byftand der Hoekfchen noodiff hadt. . 6 9 Vraag. Hoe liep het met deezen oorloe af? 5 , Anti». Hy duurde verfcheiden jaaren, doordien de Friezen, in 't eerft overwonnen en bevredigd zynde, geduuriglyk wederom opftonden. In 'tjaar 1400, werdt 'er een BeHand voor den tyd van eenige jaaren getroffen: 't welk federt, van tyd tot tyd, vernieuwd werdt. ifl Vraag. Wat gebeurde Hertoge Albrecht, :ia 't fluiten van dit Beftand? Anti». Hy werdt genoodzaakt, de wapenen op te vatten tegen Jan, Heer e van Arkel, Stadhouder en Rentmeefter van Holland, die geene behoorlyke rekening deedt. Gorinchem, daar 't Slot te Arkelftondt, werdt belegerd door Graave Willem, oudften zoon van Hertog Albrecht. Doch in 'tjaar 1403, werdt 'er een Verdrag getroffen, en den twaalf' den December des volgenden jaars, overleedt Hertog Albrecht in den Haage. XXXVil. ■Hifiorie van Willem den VI. 1 Vraag. Wie werdt na hem Graaf? Antw. Willem de VI.,zynoudftezoon. 2 Vraag. Wat gebeurde 'er binnensLands, in den aanvang zyner Regeeringe? Antw. De Hoekfchen, welken hy altoos begunftigd hadt, witten zig, in verfcheide Steden, met geweld ter Regeeringe in te dringen. Ondertuffchen, hadt Jan van Arkel het ge-  Deel. HISTORIE VERKORT. 4r geflooten Verdrag gefchonden , 't welk Hertog Willem noodzaakte tot het hervatten der wapenen. Reinoud, Hertog van Gelder, wien de Heerlykheid van Arkel opgedraagen was, ftak zig in deezen kryg, die niet voor 't jaar 1412 , eindigde met een Verdrag, waar by Gorinchem en 't Land van Arkel aan Hertoge Willem werden afgeftaan. 3 Vraag. Hoe gedroegen zig de Friezen, ten deezen tyde? Antw. Zy namen de gelegenheid waar van het eindigen des jongften Beftands in 't jaar 1414, en maakten zig, by verraffing, meefter van Staveren. 4 Vraag. Wat deedt Hertog Willem, om de Regeering des Lands voor zyne eenige Dogter Jakoba te verzekeren ? Antw. Na dat hy haar, in'tjaar 1415 , uitgehuwelykt hadt aan Jan, Hertog van Touraine, die kort hierna Daufyn van Frankryk werdt, doch in'tjaar 1417, overleedt, deedt hy haar, in 'tjaar 1416', door de Edelen en Steden , als toekomende Graavinneinhuldigen. 5 Vraag. Leefde Hertog Willem nog lang na deeze inhuldiging? Antw. Hy ftierf den 31 May des jaars 1417. - XXXVIII. Hifiorie van Vrouwe Jakoba. 1 Vraag. Kwam Vrouw Ja koba terftond in 't geruft bezit der Regeeringe? Antw. De Hoekfchen zogten 'er haar in te beveftigen; doch de Kabbeljaauwfchen kantten 'er zig tegen. Haars Vaders Broeder zelf, Hertog Jan van Beieren, die tot BifTchop van Luik verkooren geweeft was , verliet den D Gees-  42 VADERLANDSCHE Eerste Geeftelyken Staat, fpande aan. met de Kabbeljaauwfchen, en drong zig ter Regeeringe van Holland in. 2 Vraag. Werdt hy door de Steden voor Graave erkend? Anti». De meeften bleeven Vrouwe Jakoba getrouw : doch hy bewoog Dordrecht, door het fchenken van voordeelige Privilegiën , om zyne zyde te kiezen, en nam Rotterdam in , by verraffing. Dordrecht werdt vergeefs belegerd door Hertoge Jan van Brabant , die kort te vooren met Vrouwe Jakoba in de egt getreden was; waarna, op den dertienden February des jaars 1419, een Verdrag geflooten werdt met Hertog Jan van Beieren , wien 't bewind over een gedeelte van Zuidholland werdt afgeftaan. 3 Vraag. Hieldt Hertog Jan van Beieren zig te vrede met het gene hem afgeftaan was? Antw. Neen. Hy ondernam, hier endaar, en onder anderen te Amfterdam, de Regeering buitenstyds te veranderen: hy belegerde en bemagtigde, in'tjaar 1420, de Stad Leiden, die zig tegen hem verklaard hadt , en hy ftondt zelf, eerlang, naar 't gebied over Brabant. 4 Vraag. Hoe gedroeg Vrouw Jakoba zig, midlerwyl ? Antw. BefpeurëndedathaareLanden, door haaren Egtgenoot, Hertog Jan van Brabant, niet naar benooren befchermd werden, wift zy te bewerken , dat haar Huwelyk , door eene Paufelyke uitfpraak, ontbonden werdt, en begaf zig, in 'tjaar 1422, voor de derde maal, in de Egt met Humfrey, Hertog van Glocbefier* 5 Vraag.  Deel. HISTORIE VERKORT. 43 5 Vraag. Welke gevolgen hadt dit huwelyk? Antw. Het verwekte eenen oorlog in Holland, die, zelfs na de dood van Jan van Beieren, in'tjaar 1425, voorgevallen, door Hertog Jan van Brabant, met hulp van Filips , Hertog van Bourgondie , werdt voortgezet. Vrouw Jakoba en de Engelfche hulptroepen werden geflaagen, en zy eerlangjbinnen Gouda door Hertog Filips in zulk eene engte gebragt, dat zy genoodzaakt werdt, Filips voor Ruwaard te erkennen , en zig met den naam van Graavinne te vrede te houden; waarvan, den 3 July des jaars 1428 , te Delft een verdrag getekend werdt. 6 Vraag. Hoe gedroeg zig, in deeze omftandigheden, de Hertog van Glochefter ? Antw. Hy was, 's jaars te vooren, reeds naar Engeland gekeerd, daar hy eene andere Vrouw trouwde: en Jan van Brabant was overleeden. 7 Vraag. Behieldt Vrouw Jakoba, tothaaren dood, den titel van Graavinne? Anf». Neen. Zy hadt beloofd, dat zy niet trouwen zou dan met toeftemming van Hertog Filips en de Staaten, en zy begaf zig, desonaangezien, in 'tjaar 1433, in een heimelyk huwelyk met Frank van Borfelen, Stadhouder van Holland: 't welk Filips zo kwalyk nam, dat hy haar dwong, hem ook den naam van Graave af te ftaan, en zig met de Heerlykheden van Voorne, Zuidbeveland en Thoolen, en het i\mpt van Houtvefterinne van Holland te vrede te houden: in welken Haat, zy, den agtften O&ober 1436, overleedt. Met haaren afftand, in 't jaar 1433, was het D 2 Graaf-  44 VADERLANDSCHE Eerste Graaflyk bewind over Holland overgegaan aan het Huis van Bourgondie, indenperfoon van Hertoge Filips, die reeds van de meefte andere Nederlanden, Brabant, Vlaanderen enz. Heer was. XXXIX. Graaven uit het Huis van Bourgondie. Historie van FilipsdenI. 1 Vraag. Hoe veele Graaven zyn 'er uit het Huis van Bourgondie geweeft? Anti». Drie: Filips de I., Karei de I. en Maria. 2 Vraag. Hoe ging het Holland en Zeeland, onder de Regeeringe van Hertoge Filips? Anti». Deeze Provinciën werden betrokken in de uitheemfche Oorlogen van haaren Graave; doch daarentegen zeer begunftigd in den Koophandel. Ook voerden zy eenen kryg tegen de Oofterlingen, die, in 'tjaar 1441, by verdrag, eindigde. 3 Vraag. Hadt Holland van binnen ruft? Anti». Neen. De Hoekfche en Kabbel- jaauwfche tweefpalt herleefde , by gelegenheid, dat de Stadhouder Willem van Lalaing de Hoekfchen fterk begunftigde. Te Leiden, te Haarlem, te Amfterdam en elders, ontftonden geweldige opfchuddingen. Hertog Filips kwam, in 't jaar 1445, in perfoon in Holland, en veranderde de Regeering in verfcheide Steden: waarna de hevigheid voor eenen tyd bedaarde. 4 Vraag. Lieten de Hollanders zig gemakkelyk gebruiken, in rs Hertogs uitlandfche oorlogen ? Anti». Hy bewoog 'er hen toe, door het ver-  Deel. HISTORIE VERKORT. 45 verleenen van gunftige Privilegiën : gelyk , onder anderen, in 'tjaar 1452, gefchiedde, toen zy hem tegen de Gentenaars byftonden. 5 Vraag. Welke Privilegiën fchonk hy hun toen? Antw. „ Hy beveiligde de ingezetenen in „ het voorregt om niet buiten hunne landpaa„ len te regt gefteld te worden, en hy be„ loofde geene Bevelen te zullen geeven , „ ftrydig met der Steden Privilegiën, Reg„ ten en Vryheden." 6 Vraag. Zogt Hertog Filips zyn gezag ook over andere Nederlandfche Provinciën uittebreiden? Antw. Hy deedt zynen natuurlyken Zoon, David van Bourgondie, tot Biffchop van Uitrecht aanftellen , in 'tjaar 1456, en zogt zig ten zelfden tyde voor Heere van Friefland te doen erkennen: doch dit laatfte mislukte hem; alzo Keizer Fredrik de III. zig kantte tegen zyn oogmerk. 7 Vraag. Wat viel 'er in Holland voor , tegen 't einde der Regeeringe van Hertoge Filips ? Antw. Daar ontflondt een zwaar ongenoegen tuffchen hem en zynen Zoon Karei, die naar 't Franfche Hof vlugtte, alwaar, zo men meende, een ontwerp gefmeed was om zig , met hulp van Engeland, van Holland en Zeeland meefler te maaken. Hier uit ontflondt een oorlog met Frankryk, die, in'tjaar 1465, met de Vrede van Conrlans eindigde. 8 Vraag. Leefde Hertog Filips nog lang na deezen tyd ? Antw. Hy ftierf den vyftienden Juny des jaars 1467, en werdt, door zynen Zoon, HerD 3 tog  46 VADERLANDSCHE Eerste tog K a r e l , in 't gemeen den Stouten bygenaamd, opgevolgd. XL. Hifiorie van Ka relden I. 1 Vraag. Hoe was 't hier te Lande gefield, toen Hertog Karei aan de Regeering kwam ? Antw. De ingezetenen, verrykt door den Koophandel, hadden zig gewend aan eene koftbaare leevenswyze, waarom hun het opbrengen van zwaare geldfommen, ten behoeve der Graaflykheid, zeer lafti'g viel. 2 Vraag. Waar toe hadt Hertog Karei zo veel geld noodig? Antw. Onder anderen, tot de herftelling van zynen Schoonbroeder, Eduard den IV., Koning van Engeland, die, van den troon geftooten zynde, naar Holland week, en in 't jaar 1470, met eene vloot Hollandfche Schepen, naar zyn Ryk terug gevoerd werdt. 3 Vraag. Welke gevolgen hadt het vorderen vin groote geldfommen in Holland ? Antw. Men moeft nieuwe Excynzen invoeren , die, hier en daar, en, in 't jaar 1471, te Hoorn, merkelyke opfchuddingen verwekten onder 't Volk. 4 Vraag. Waar mede hieldt Hertog Karei zig meeft bezig ? Antw. Met geduurige oorlogen, tegen Frankryk, in 'tjaar 1472 , tegen de Keulfchen , in 't jaar 1474, en tegen deZwitfers, in 't jaar 1476. Ook hadt hy zig, in 't jaar 1472, gettoken in eenen zwaaren twift tuffchen Arnoud , Hertog van Gelder, en deszelfs Zoon Adolf: 't welk van dit gevolg was, dat hem, n  Deel. HISTORIE VERKORT. 47 in 't jaar 1473, het Hertogdom Gelder en het Graaffchap Zutfen verpand werden. 5 Vraag. Hoe vielen de oorlogen uit, die Hertog Karei gevoerd hadt? Antw. De laatfte zeer ongelukkig. Hy werdt, tot tweemaalen toe, geflaagen door deZwitfers, in 'tjaar 1476; en verloor, op den vyfden January des jaars 1477 > den flag by Nancy, in welken hy omkwam. XLI. Hifiorie van Vrouwe Maria. Haar Groot1 Privilegie. 1 Vraag. Wie volgde hem op ? Antw. Zyne eenige Dogter Maria, die eerlang trouwde met Maximiliaan , Hertog van Oofienryk. 2 Vraag. Kwam zy in 't vol bezit vanhaars Vaders nalaatenfchap? Antw. Neen. Ken gedeelte derzelve werdt haar , door Lodewyk den XL, Koning van Frankryk, afhandig gemaakt. 3 Vraag. Hoe ging 't in Holland en Zeeland? Antw. De Hoekfchen>en Kabbeljaauwfchen vereenigden zig om Vrouw Maria in te huldigen als Graavinne, mids zy den Landen en Steden gunftige Privilegiën toeftondt, en onder anderen het Groot-Privilegie, welk den 14 Maart 1477, getekend werdt. 4 Vraag. Wat behelsde dit Privilegie? Antw. „ Dat Vrouw Maria niet trouwen „ zou, dan by goeddunken derStaaten. Dat „ de Ampten alleen aan inboorlingen gege„ ven zouden worden. Dat de regtzaaken , „ die ter eerfter aanleg tot de Regtbanken der D 4 »> Ste-  48 VADERLANDSCHE Eersti „ Steden behoorden , niet dan by appél of „ beroep voor 't Hof van Juftitie in den Haa,, ge zouden mogen worden gebragt. Dat „ de ingezetenen niet buitens Lands in reg„ ten zouden worden betrokken. Dat de „ Magiftraaten der Steden op den ouden voet ,, zouden worden vernieuwd. Dat de Staa„ ten vryelyk vergaderen mogten, zo dik„ wils als zy 't goedvonden. Datmengee„ nen oorlog aanvangen, geene nieuwe be„ laftingen helfen, geen geld munten zou, „ dan by goeddunken der Staaten. Dat de „ Steden niet zouden behoeven te draagen in „ Graaflyke Beden, waarin zy niet bewilligd „ hadden. En dat geene Graaflyke Ordon„ nantien gelden zouden, die met der Steden „ Privilegiën ftreeden." 5 Vraag Hielden de Hoekfchen en Kabbeljaauwfchen vrede in Holland? Antw. Keen. In verfcheide Steden, als te Dordrecht, te Leiden, te Gouda, te Schoonhoven en te Hoorn, ontftonden vreelfelyke opfchuddingen, die met verandering der Magiftraaten eindigden. De Kabbeljaauwfchen raakten genoegzaam overal op 't kuffen. 6 Vraag. Hoe ftondt het buitens Lands? Antw. Maximiliaan en Maria voerden kryg tegen Frankryk, en tegen de Gelderfchen, die Karei, Kleinzoon van Hertog Arnoud, voor Hertog hadden aangenomen. Doch Vrouw Maria beleefde het einde van deeze onluften niet. Zy overleedt den zeven en twintigflen Maart des jaars 1482 , haaren eenigen Zoon Filips tot haaien opvolger nalaatende: waarmede 't gebied over deeze Landen aan het Huis van Üostenryk kwam. XLIL  Deel. HISTORIE VERKORT. 49 XLII. Graaven uit het Huis van Oojlenryk. Hifiorie van Filips den II. 1 Vraag. Hoe veele Graaven zyn 'er uit het Huis van Ooftenryk geweeft? Anti». Drie: Filips de II., Karei de II.en Filips de III. 2 Vraag. Hoe oud was Filips de II., toen zyne Moeder overleedt ? Anti». Omtrent vier jaaren : waarom de Regeering, vooreerft, door zynen Vader Maximiliaan, werdc waargenomen. 3 Vraag. Wat gebeurde 'er merkwaardigs geduurende de Voogdyfchap vanMaximiliaan? Anti». Hy bemagtigde Utrecht, daar men 't met de Hoekfchen hieldt, in 't jaar 1483. Doch de opftand in Vlaanderen gaf den Hoekfchen, onder Jonker Frans van Brederode, gelegenheid om Rotterdam met Vlaamfchehulp in te neemen, in 't jaar 1488. De Stad werdt egter, in't volgende jaar, herwonnen, en Jonker Frans, in 'tjaar 1490, in eenen fcheepsftryd by Brouwershaven, verflaagen. 4 Vraag. Hoe ging het den Hoekfchen , na deeze nederlaag? Antw. Het overfchot derzelve zeilde, onder beleid van Jan van Naaldwyk , naar Texel, en begunftigde, in 't jaar 1491, den opftand van 't Kaas- en Broods Volk in 't Noorderkwartier. 5 Vraag. Waaruit rees deeze opftand ? Antw. Uit de zwaare laften, die's Vorften uitheemfche en inlandfche oorlogen hadden veroorzaakt. 6 Vraag. Hoe liep die opftand af? Antw. Het Kaas- en Broeds Volk nam, in D 5 '-jaar  5© VADERLANDSCHE Eerste 'tjaar 1492, Haarlem in, en bedreef'er veel moedwils; doch Hertog Albrecht van Saxen, door Keizer Fredrik denlll., VadervanMaximiliaan, met een Leger herwaards gezonden , bragt de menigte tot onderwerping. Kort hierna, werdt Sluis in Vlaanderen, daar de Hoekfchen nog meefter waren, door Hertog Albrecht , ingenomen. En hier mede hieldt men den tweefpalt der Hoekfchen en Kabbeljaauwfchen, die omtrent honderd en vyftig jaaren geduurd hadt, voor geëindigd. ; 7 Vraag. Wanneer ontfloeg Maximiliaan zig van de Voogdyfchap ? Antw. Kort na dathy, in 'tjaar 1493 , Keizer geworden was. 8 Vraag. Hoe oud was Filips toen? Antw. Ruim zeftien jaaren. 9 Vraag. Wat deedt Filips merkwaardigs, na dat hy zelf de Regeering aanvaard hadt? Antw. Hy floot het Groot Verbond van vryen Koophandel met Engeland, in 't jaar 1496, en trouwde, in September des zelfden jaars, met Joanna, eene Dogter des Konings van Arragon en der Koninginne van Kaftilie : doch hy kreeg haalt de handen vol werks aan het voortzetten des Gelderfchen oorlogs, die veele jaaren duurde. In 'tjaar 1505, veroverde Filips verfcheide Gelderfche Steden, waarop hy een Beftand floot met Karei van Gelder. 10 Vraag. Wat bewoog hem tot het fluiten van dit Beftand ? Antw. De dood der Koninginne van Kaftilie, Moeder zyner Gemaalinne, welke hem verpligtte tot het onderneemen eener reize naar Spanje, om zig voor Koning van Kaftilie te doen erkennen. Doch hy was niet lang in Spanje geweeft, toen hy, te Burgos, op den vyf  Deel. HISTORIE VERKORT. 51 vyf en twintigften September des jaars 1506, overleedt. XLIII. Hifiorie van Karel den II. 1 Vraag. Wie volgde hem op? Antw. Zyn oudfte Zoon Karel de II., die nog geene zeven jaaren oud was; waarom Keizer Maximiliaan, zyn Grootvader, de Voogdyfchap wederom aanvaardde. 2 Vraag. Wat viel 'er merkwaardigs voor, geduurende zyne minderjaarigheid? Antw. Karei van Gelder, het Beftand verbroken hebbende, behaalde, met Franfche hulp, verfcheide voordeden op de Ooftenrykfchen. In 't jaar 1507, deedt hy eenen inval in Holland, veroverde Muiden en Weefp , en dreigde Amfterdam; welks Voorftad de Gelderfchen, in 't jaar 1512, in den brand ftaken. Doch in 't volgende jaar, werdt 'er een beftand voor vier jaaren getroffen. 3 Vraag. Wanneer aanvaardde Karei van Ooftenryk de Regeering der Nederlanden in perfoon ? Antw. In 't jaar 1515. 4 Vraag. Wanneer werdt hy Koning van Spanje ? Antw. Na de dood van Koning Ferdinand, zynen MoederlykenGrootvader,in'tjaar 1517. 5 Vraag. Wanneer werdt hy Keizer, onder den naam van Karei den V. ? Antw. Na 't affterven van zynen Vaderlyken Grootvader, Maximiliaan , in 'tjaar 1520. 6 Vraag. Breidde hy zyn gebied ook over eenigen der Nederlanden uit? Antw. In 'tjaar 1523 , bemagtigdehyFriesland , Tvelk grootendeels door Karei van Gelder  52 VA DE RL. HIST. Eerste Deel. der overheerd geweeft was; in 'tjaar 1527, werdt hy als Heer van Overylfel, en in 'tjaar 1528 , als Heer van Utrecht ingehuldigd. 7 Vraag. Welke Nederlandfche Provinciën erkenden nog eenen anderen Heer? Antw. Gelderland, Zutfen en Groningen Karei van Gelder hieldt den oorlog tegen de Ooftenrykfchen uit, te water en te lande, tot in 't jaar 1528. Greote Pier fchuimdelangs de Zuiderzee. Maarten van RoJJem pionderde 's Graavenhaage. Doch den vyfden October des gemelden jaars, werdt 'er eene Vrede met Gelder geflooten, die in 't volgende jaar te Kameryk beveftigd werdt. Karei van Gelder hieldt Gelder en Zutfen federt ter leen van Keizer Karei, als Hertog van Brabant en Graaf van Holland. 8 Vraag. Hieldt Karei van Gelder zig na deezen ftil? 6 Antw. Zyn toeleg op Groningen gaf gelegenheid, dat deeze Stad en de Ommelanden Keizer Karei voor Heer aannamen, in 'tjaar 1536. Sedert ontftak de oorlog met de Gelderfchen geduuriglyk: doch Karei van Gelder, in 'tjaar 1538, geïtorvenzynde, noodzaakte Keizer Karei zynen Opvolger, Willem van Gulik, om hem Gelder en Zutfen af te ftaan, by 't Verdrag van Venlo, dat, in 'tjaar 1543 ' geflooten werdt. 9 Vraag. Waren deeze Landen, midlerwyl, van anderen oorlog vry gebleeven? Antw. Geenszins. Het belang des Keizers hadt hen in verfcheide oorlogen met Deenemarke, met Schotland, en vooral met Frankryk ingewikkeld. De oorlog met Frankryk herleefde geduuriglyk , en koftte den Landen veel volks en gelds. VA-  VADERLANDSCHE HISTORIE VERKORT. TWEEDE DEEL. Spaanschf. Oorlog. I. Overdragt der Nederlanden door Keizer Karel den V. aan Koning Filips denII. i Vraag. TlEhieldt Karei de V. de Regee■D ring der Nederlanden tot zynen dood toe? Antw. Neen. Hy ftondtze, in'tjaar 1555, af  54 VADERLANDSCHE Tweede af aan zynen Zoon Filips, den derden Graaf van Holland, en den tweeden Koning van Spanje van dien naam, waarom hy doorgaans FilipsdeII. genoemd wordt. 2 Vraag. Werdt deeze Zoon, hier te Lande , voor Graaf aangenomen ? Antw. Men hadt hem, in 't jaar 1549, reeds alomme als toekomenden Landsheer ingehuldigd , by welke gelegenheid hy , in Holland en Zeeland, gezwooren hadt, alle de Privilegiën, door de Graaven en Graavinnen voor hem verleend, te zullen onderhouden: en deezen eed beveiligde hy, in 'tjaar 1555, waarop hy, in alle de Provinciën, als Hertog , Graaf of Heer ontvangen werdt. Men zwoer hem trouwe en gehoorzaamheid, zo ver men dezelve, naar regt en reden en volgens de Privilegiën , fchuldig was. 3 Vraag. Wat verdient de meefte opmerking in de Regeering van Koning Filips ? Antw. Dat de Vereenigde Provinciën zig van zyn gebied hebben weeten te ontflaan , en onafhangkelyke vrye Staaten geworden zyn, waarvoor zy, federt lang, alomme erkend worden. 4 Vraag. Op wat wyze is zulk eene merkwaardige verandering te wege gebragt? Antw. Allengskens, en, zo als Godvrugtige Landzaaten altoos erkend hebben, niet ponder byzondere befliering der Hemelfche voorzienigheid. II. Oorzaaken der Beroerte. Plakaaten. Inquifuie. Vreemd Krygsvolk. 1 Vraag. Wat gaf gelegenheid tot de veran- de-  „ M. 54-- Zaan, VBps, ik ±Jaar j$55 .   Deel. HISTORIE VERKORT. 55 dering, die deeze Landen van de Spaanfche beheerfching verlofte? Antw. Filips, in Spanje gebooren en opgevoed, zogt de Nederlanden, op de ftrenge Spaanfche wyze, te regeeren, zonder zig te houden aan de Privilegiën des Lands, die hy bezwooren hadt. 2 Vraag. Waar uit bleek dit ? Antw. Uit het vernieuwen der Plakaaten van Karei den V. tegen 't gene men Kettery noemde. 3 Vraag. Wat noemde men Kettery ? Antw. De Leer der Hervormden, die, in en na'tjaar 1517, doorLuther, Zwinglius, Calvinus en anderen, gepredikt, en onder anderen in Duitfchland, in Frankryk en hier te Lande verfpreid geworden was: den voortgang van welke Leer Keizer Karei de V. in de Nederlanden gezogt hadt te ftuiten, door ftraffe Plakaaten , in gevolge van welken, de belyders en vooral de Leeraars der Hervorminge te vuur en te zwaard vervolgd geworden waren. 4 Vraag. Werden dan deeze Plakaaten hier te Lande ten ftrengften uitgevoerd ? Antw. Men gebruikte fomtyds, hier en daar, en onder anderen in Holland, eenige oogluiking; maar wanneer men dit ten Hove merkte, werden de befchuldigden dikwils opgeëifcht en buiten de Provincie te regt gelleld : 't welk vlak uit ftreedt met de Privilegiën. 5 Vraag. Wat middel hadt Keizer Karei gebruikt om de Hervormden en derzelver fchriften te ontdekken ? Antw. Hy ftelde, in 't jaar 1522, eenOp- pr-  56 VADERLANDSCHE Tweede per-Inquifiteur of Onderzoeker aan, die verfcheiden mindere Inquifiteurs onder zig hadt en magt kreeg om beichuldigde of verdagte' perfoonen voor zig te doen komen. Hierdoor werden zy den gewoonen Regtbanken onttrokken: 't welk even zeer tegen de Privilegiën aanliep. Filips de 11. beveiligde nogtans de Inquifiteurs in de magt, die hun door Karei den V. gegeven was, en beval alle amptenaars de hand te houden aan het uitvoeren der Plakaaten. 6 Vraag. Liet hy 't hier by? Antw. Ily bediende zig nog van vier andere middelen om de hervormde Leer uitteroeijen Hy zogt, voor eerft, de befl uiten der Ketrkvergaderinge van Trente, in welke die Leer veroordeeld was, hier te Lande in te voeren: hy bewoog, ten tweeden, den Paus om eenige nieuwe Biffchoppen in de Nederlanden aan te ftellen, die vlytiglyk tegen de nieuwe Leer waaken zouden : hy begaf, ten derden , verfcheiden hooge ampten aan Spanjaards en andere Vreemdelingen, en hy zogt, ten vierden, drie- of vierduizend Spaanfche Soldaaten in 't Land te laaten, door middel van welken, men de Plakaaten te ligter zou konnen uitvoeren. III. De Staaten bevorderen, op raad van Prinfe Willem van Oranje, 't vertrek van 't vreemde Krygsvslk. i Vraag. Kantte men zig niet tegen het gebruiken van eenigen deezer middelen? Amw. De Staaten der Nederlanden verzogten , kort voor dat Filips, in 'tjaar 1559 > n»ar Span-  Deel. HISTORIE VER KORT. 57 Spanje vertrok, dat de Vreemdelingen uit de Regeering geweerd mogten blyven, en dat de Spaanfche Soldaaten het Land mogten ruimen. 2 Vraag. Wie waren de Staaten der Nederlanden ? Antw. De Edelen en Vroedfchappen der Steden van elke Provincie, die, door derzelver Gedeputeerden of afgezondenen, op de byzondere en algemeene Staatsvergaderingen, gereprefenteerd of verbeeld werden. In fommige Provinciën, maakten de Geeftelyken ook een Lid der Staaten uit. 3 Vraag. Hoe kwamen de Staaten tot het doen van het gemelde verzoek? Antw. Zy waren 'er toe bewoogen dooreenige Grooten, en onder anderen door Willem, Peins van Oranje, 's KoningsStadhouder over Holland, Zeeland en Utrecht. 4 Vraag. Wat was het werk van eenen Stadhouder, ten deezen tyde? Antw. 's Vorften Stad, Stede of plaats te houden , of 's Vorften perfoon te verbeelden, in alles wat hem, door den Vorft, aanbevolen en toevertrouwd was. 5 Vraag. Voldeedt Filips aan der Staaten begeerte ? Antw. De Spaanfche Soldaaten vertrokken uit het Land, in'cjaar 1561; dochdeRegeering bleef nog vervuld met vreemdelingen. IV. Misnoegen op Granvelle. Zyn vertrek. 1 Vraag. Wie hadt, onder deeze vreemdelingen , het meefte vermogen op Filips ? Antw. De Kardinaal van Granvelle, naar wiens  58 VADERLANDSCHE Tweede wiens raad, Margareet van Parma, Gouvernante of Landvoogdes der Nederlanden, zig allenthalve gedroeg; en aan wien het invoeren der nieuwe Biffchoppen toegefchreeven werdt. 2 Vraag. Welke Heeren frieten zig meeffc aan het gezag, dat Granvelle zig aangemaatigd hadt ? Antw. De Prins van Oranje, en de Graaven van Egmond en Hoorne, Stadhouders des Konings over Vlaanderen en Doornik, die eindelyk te wege bragten, dat de Koningden Kardinaal, in t jaar J564, de Nederlanden deedt ruimen. 3 Vraag. Wat beoogden Oranje, Egmond en Hoorne, na Granvelles vertrek? Antw. Het intrekken oi niet uitvoeren der ftraffe Plakaaten tegen de Hervormden 4 Vraag. Waren zy dan der Hervormde Leere toegedaan ? Antw. Oranje was van I.utherfche Ouders gebooren; doch vroeg aan "t 1 lof van Karei den V. gekomen, en aldaar inden Roomfchcn Godsdienfi opgevoed , dien by en dc twee anderen nog openlyk beleeden,'en in welken Egmond geflorven is. Hoorne fchynt, voor zynen dood, veranderd te zyn, en Oranje heeft zig, in 'tjaar 1567, verklaard voorde Hervormde Leere. 5 Vraag. Liet de Koning zig beweegen tot het intrekken der Plakaaten? Antw. Geenszins. Hy deedt, in 't laatfl van't jaar 1565» afkondigen, dat de Jnquifitie ftand houden moefl, en de Plakaaten uitgevoerd worden. 6 Vraag. Gefchiedde dit? Antw.  Deel. HISTORIE VERKORT. 59 Antw. Niet overal. De Prins van Oranje en verfcheide andere Stadhouders verklaarde» hiertoe noch wil noch magt te hebben. V. Verhond der Edelen. Hun Verzoekfchrift. Openbaare Preeke. Beeldenfiorm. 1 Vraag. Wat volgde op zulk eene verklaaring ? Antw. Een groot getal van Edelen leverden , in gevolge van een Verbond, reeds te vooren gemaakt, op den vyfden April des jaars 150Ó, een verzoekfchrift in aan de Landvoogdeffe, waarby zy verzogten, dat deinquifitie en Plakaaten, tot op 's Koningsnaderen Paft, zonder uitvoering blyven mogten. 2 Vraag. Waren deeze Edelen alle belyders der Hervormde Leere ? Antw. Neen. Daar waren veele Roomfchen onder, die egter van alle vervolging om den Godsdienfi afkeerig waren. 3 Vraag. Wat befcheid kreegen zy op hun verzoekfchrift ? Antw. „ Dat de Landvoogdes den Ko„ ning , door eene bezending, zou zoeken „ te bcweegen tot verzagting der Plakaaten; „ doch dat zy geene magt hadt om de Inqui„ fine en Plakaaten, ondertuffchen, te doen „ ftilflaan." 4 Vraag. Wat naam kreegen de verbonden Edelen, en zulken, die hunne zyde hielden? Antw. Den naam van Geuzen, zo veel als fchooijers of bedelaars betekenende , welke naam, federt, door de Roomfchgezinden, aan de Hervormden in 't gemeen gegeven werdt. E 5 Vraag.  £o VADERLANDSCHE Tweede 5 Vraag. Hoe gedroegen zig de Hervorm'den midlerwyl? Antu). Bedugt voor het uitgeeven eener voorgewende Moderatie of verzagting der Plakaaten, waarby bun de Vryheid van Godsdienftoefening geheel ftondt benomen te worden, vingen zy aan openlyk te prediken buiten de Steden. 6 Vraag. Wat gevolg hadt dit prediken? Antw. De Landvoogdes kreeg laft uit Spanje om het, des noods, door van nieuws geworven manfehap, te weeren. 7 Vraag. Hoe beviel deeze laft den verbonden Edelen, en het gemeen der Hervormden ? Antw. De Edelen begonden zig ook te wapenen tot hunne verzekerdheid: terwyl 'tgemeen der Plervormden alomme de Roomfche Kerken overweldigde, met verbreeking van beelden en andere koftelykheden. VI. Verval van t Verbond der Edelen. Bergen en Montigni. 1 Vraag. Wat gevolg hadt deeze beeldItorming ? Antw. VeeleEdelen ,inzonderheidRoomfchgezinden, werden af keerig van 't Verbond, en llooten een Verdrag met de LandvoogdeiTe. Oranje en Egmond zeiven deeden de beeldItormers, hier en daar, opzoeken en ftraffen. 2 Vraag. Voldeedt Oranje hiermede aan de oogmerken der LandvoogdeiTe? Antw. Neen. Men nam hem kwalyk, dat hy de preeke, op fommige plaatfen , in Holland en elders, to egel aaten hadt: 't welk hem zo  Deel. HISTORIE VERKORT. 61 zo verdrietig maakte, dat hy, in April des jaars 1567, het Land verliet en naar zyne Staaten in Duitfchland verreisde. 3 Vraag. Hoe ging het met de verbonden Edelen? Antw. Henrik , Heer van Brederode , hun hoofd, die zig vergeefs van Utrecht, van Amfterdam en andere Plaatfen hadt gezogt te verzekeren, werdt ook ten Lande uit gedreeven. Verfcheiden andere Edelen werden gevangen genomen: het Krygsvolk, dat zy op de been gebragt hadden , raakte geheellyk verftrooid; waarmede de kragt van 't Bondgenootfehap t'eenemaal verbroken was. 4 Vraag. Kreeg de Landvoogdes toen de misnoegde ingezetenen niet geheellyk onder haar bedwang? Antw. Dit zou waarfchynlyk gevolgd zyn, zo niet Filips, tot grooter ftrengheid genegen , beflooten hadt, den Markgraaf van Bergen en den Heer van Montigni, die de Landvoogdes naar Spanje gezonden hadt, om affchaffing der Inquifitie en verzagting der Plakaaten te verwerven, van kant te helpen; en vooral, zo hy den Hertog van Alva niet tot Landvoogd aangefteld , en met een Leger Spanjaards herwaards gezonden hadt. VII. Alva's komjl.. Bloedraad. Egmond en Hoorne onthalsd. 1 Vraag. Wat deedt Alva, terftond na zyne aankomft? Antw. Hy regtte eëhen Raad der Beroerten op, die haaft den naam van Bloedraad kreeg; voor welken edel en onedel gedaagd werden. E 2 2 Vraag.  (52 VADERLANDS CHE Tweede 2 Vraag. Streedt het opregten van zulk eene Regtbank niet met 's Lands Privilegiën? Antw. Gewiffelyk. Volgens dezelven, moesten de befchuldigden voor de gewoonlyke Regtbanken der Steden en Provinciën te regt gefteld, en niet buiten hunne Provinciën getrokken worden. 3 Vraag. Welke waren de merkwaardigfte Vonniffen des Raads der Beroerten ? Antw. De Graaven van Egmond en Hoorne, die, terftond na Alvas aankomft, gevat waren , werden , in gevolge van dezelven den derden Juny 15Ó8, te Bruflel onthalsd: 't welk ook het lot van andere Edelen en Grooten was. Oranje, de Graaven Ludewyk van Najjau, van den Berge, Hoogpaaten en anderen werden met verbeurdverklaring hunner goederen ten Lande uitgebannen. Ook deedt Alva Oranjes oudften Zoon, Filips Willem, Graaf van Buuren , van de Hooge Schoole te Leuven ligten, en naar Spanje voeren. VIII. Oranje verzamelt een Leger. Vervolging. Watergeuzen. 1 Vraag. Wat deedt de Prins van Oranje in deezen toeftand der zaaken"? ' Antw. Hy verzamelde, grootendeels op eigen koften, een Leger in Duitfchland, een gedeelte van welk by Daalhem geflaagen werdt: een ander gedeelte, onderzynen broeder Graaf Lodewyk, naar Friesland gezonden , floeg eerft de Spaanfchen, by 't Klooster Heiligerlee; doch werdt naderhand geflaagen by Temmingen. Met het overig gedeelte trok hy zelf over de Maaze; doch Alva hieldt hem,  Deel. HISTORIE VERKORT. 63 hem, met heen en wedertrekken, zo lang op, dat hy zyn volk, eindelyk, by gebrek van geld, afdanken moeft; waar na hy eerft naar Frankryk, en van daar, in 'tjaar 1569, naar Duitfchland keerde. 2. Vraag. Hoe hadden 't ondertuffchen de Hervormden ? Antw. Zy werden te vuur en te zwaard vervolgd ; waarom veelen het Land verlieten. 3 Vraag. Ondernam de Prins van Oranje niets verders tot redding der verdrukten? Antw. Hy gaf aan de gevlugten en anderen laft om de Spanjaards ter Zee afbreuk te doen. 4 Vraag. Hoe noemde men 's Prins Zeevolk? Antw. Zy kreegen den naam van Watergeuzen. 5 Vraag. Wat deedt Oranje meer om 't Land te redden ? Antw. Hy zogt hulp in Frankryk, in Duitfchland, en in't Noorden; doch vrugteloos. Hy handelde ook heimelyk om verfcheide Hollandfche en andere Steden tot zyne zyde te doen overflaan; doch alles was vergeefs. IX. Tiende penning. Briel ingenomen. Andere Steden vallen Oranje toe. 1 Vraag. Ging 't, midlerwyl, met Alva, in alles voor den wind ? Antw. Geenszins. Hy hadt geld noodig om zyn Krygsvolk te betaalen en eenige nieuwe Kafteelen te ftigten : en hy vorderde, ten dien einde, den tienden penning van de Staaten , veelen van welken zwaarigheid maakten E 3 om  6*4 VADER LANDSCHE Tweede om aan zynen eifch te voldoen; waarom hy befloot, de gevorderde fchatting met geweld te heffen , en met Bruffel te beginnen. 2 Vraag. Liep dit ook niet aan tegen de Privilegiën ? ■ Antw. Gantfchelyk. De Vorft mogt, volgens dezelven, geene fchattingen heffen dan waarin de Staaten bewilligd hadden. 3 Vraag. Wat gevolg hadt Alvas geweldig voorneemen ? Antw. De Watergeuzen , door tegenwind in" de Maaze ingeloopen, en op den eerflen April 1572, voorden Briele gekomen zynde, eilchten de Stad op uit naam van den Prinfe van Oranje, 's Konings Stadhouder, onder verklaaring dat zy haar van den tienden penning en Alvas dwingelandy kwamen verloffen. De Stad werdt terftond bemagtigd. En kort hierna, koozen Vlisfingen en Veere in Zeeland en alle de Noordhollandfche Steden 's Prinfen zyde. 4 Vraag- Werdt toen het heffen van den tienden penning geftaakt ? Antw. Ja: en terwyl Alva bezig was met het beleg van Bergen in Henegouwen, dat door Graaf Lodewyk verralt was, verklaarden de Steden Zierikzee in Zeeland, en Oudewater, Gouda, Leiden, Dordrecht, Gorinchem en Haarlem in Holland , zig , de eene na de andere, voor den Prinfe van Oranje, wien zelfs een gedeelte van Gelderland, van Overyffel en van Friefland toeviel. X.  M.6+.   Deel. HISTORIE VERKORT. 0*5 X. Eerfie vergadering der Staaten, die Oranjes zyde hielden. Haarlem verhoren. 1 Vraag. Wat deeden de Edelen en Steden van Holland, die 's Prinfen zyde gekooren hadden? Antw. Zy kwamen, den vyftienden July 1572, te Dordrechtbyeen, enbeflooten, op den voorflag van den Heere van Aldegnnde, die door den Prinfe derwaards gezonden was , zyne Doorlugtigheid te erkennen voor 's Konings Stadhouder; en hem eene fomme gelds toe te ftaan , tot onderhoud van een Leger, welk hy op nieuws geworven hadt. 2 Vraag. Hoe ging het met de overige Hollandfche Steden, die 's Prinfen.zyde nog niet gekooren hadden? Antw. Rotterdam en Schiedam, van Spaanfche bezettingontledigdzynde, werden, door 's Prinfen volk , onder den Graave van der Mark, bezet. Delft koos van zelfs Prinfen zyde. Naarden , Woerden , Schoonhoven werden aan de zelfde zyde overgebragt. Amfterdam was, eindelyk, de eenigfte Stad in Holland, die 't nog met de Spaanfche zyde hieldt. 3 Vraag. Wat gebruik maakte Oranje van het Leger, welk hy verzameld hadt? Antw. -Hy trok andermaal over de Maaze, nam Mechelen en Leuven in, en zogt Bergen te ontzetten; 't welk hem egter mislukte: waarna hy, wederom by gebrek van geld, genoodzaakt werdt. zyn Leger te doen fcheiden, en zig naar Holland te begeeven. E 4 4 Vraag.  66 VADERLANDSCHE Tweede 4 Vraag. Kon Bergen het beleg toen nog langer doorftaan ? Antw. Neen. Graaf Lodewyk gaf de Stad op by verdrag, op den negentienden September 1572. 5 Vraag. Wat gevolgen hadt het verlies van Bergen? Antw. De Brabantfche Steden vielen terftond den Prinfe wederom af. Alva zondt zynen Zoon Don Frcdrik met het Leger naar Gelderland, daar hy Zutfen innam, endeerlyk pionderde; waarna gantfeh Gelderland den Spaanfchen wederom toeviel. In Friesland , ging 't eveneens. Don Fredrik trok daarna de Veluwe langs naar Naarden, dat bemagtigd en met roof en moord vervuld werdt. Hierop volgde het beleg van Haarlem , dat tot den twaalfden July des jaars 1573, duurde; wanneer de Stad, die door hongersnood op het uiterfte gebragtwas, zig op genade en ongenade overgeeven moeft. 6 Vraag. Wat ondernam Don Fredrik, na st overgaan van Haarlem ? Antw. Het beleg van Alkmaar: doch dit moeft hy, eerlang, genoodzaakt door het water, welk door het doorfteeken van den Oofterdyk over t Land gebragt was, wederom opbreeken. 7 Vraag. Wat viel 'er, ten deezen tyde, meer merkwaardigs voor ? Antw. De flag op de Zuiderzee, waarin de Graaf van Bojfu, die van de Spaanfche zyde tot Stadhouder van Holland was aangefteld, gevangen genomen werdt. Kort hier na , werdt Alva van de Landvoogdye ontflaagen, en door Don Louis de Requefens opgevolgd. XI.  Deel. HISTORIE VERKORT. 67 XI. Slag op de Mookerbeide. Beleg en ontzet van Leiden. 1 Vraag. Wat ondernam Requefens in 't begin zyner Regeeringe? Antw. Het ontzet van Middelburg, welk door 's Prinfen volk belegerd werdt. Doch deeze onderneeming mislukte. De Stad werdt bemagtigd, op den agttienden February des jaars 1574. 2 Vraag. Wat ondernam hy verders? Antw. Hy zondt Sanchio d'Avila met een Leger tegen dat van Graave Lodewyk, die op de Mookerheide geflaagen werdt en omkwam, den veertienden April 1574. 3 Vraag. Wat volgde op deezen flag ? Antw. Het beleg van Leiden ; welke Stad , in Oclober des voorleeden jaars, nog eens belegerd geweeft; doch op de tydingvanden optogt van Graave Lodewyk verlaaten was. IMu werdt het beleg hervat onder beleid van Francisco Baldes; die alle de toegangen bezette, en wel twee en zeftig fchanfen om de Stad opwierp. 4 Vraag. Hoe liep dit beleg af? Antw. De Staaten beflooten, op den voorflag des Prinfen van Oranje, denvyand, door middel van 't water, teverjaagen, en ten dien einde de {luizen te openen en de dyken door te fteeken. Doch dit middel hadt, in'teerft, de gewenfchte uitwerking niet. Ooftelyke winden waren oorzaak dat 'er geen water genoeg op 't hooge Land om Leiden komen kon. Maar toen de Stad, door hongersnood, peft en muitery van binnen, in de uiterfte eE 5 len.  68 VADERL ANDSCHE Tweede lende vervallen was, ftak 'er een felle ft'orm op uit den noordweften; de wind, naderhand zuidwaards keerende, bragt zo veel waters om de Stad, dat de vyand zyne fchanfen verliet, en de vloot, tot ontzetgefchikt, op den derden Oclober 1574, behouden binnen raakte. 5 Vraag. Waarmede werdt deftandtvaftigheid en moed der Leidenaaren beloond ? Antw. De Prins van Oranje verleende, op 's Konings naam, Odtroi tot de opregting eener Hooge Schoole van Holland, die binnen Leiden geplaatft, en wel haaft zeer beroemd werdt. XII. Vredehandeling te Breda. Verbond tuffchen Holland en Zeeland. 1 Vraag. Wat gevolgen hadt het ontzet van Leiden ? Antw. De Landvoogd Requefens hervatte te Breda de onlangs aangevangen Vredehandeling met Holland en Zeeland, in 't jaar 1575; doch zy liep vrugteloos af. 2. Vraag. Wat was hier van de reden ? Antw. Die van Holland en Zeeland begeerden, dat de gefchillen over den Godsdienfi: en alle anderen verbleeven werdén aan eene vergadering der Staaten van alle de Provinciën; en dat de Koning goede verzekering gave voor de naarkoming van 't gene, in zulk eene Vergadering , zou geregeld worden % waarin de Spaanfchen niet bewilligen wilden. 3 Vraag. Wat deeden die van Holland en Zeeland, om zig te handhaaven tegen de Spaanfchen? Antw.  Deel. HISTORIE VERKORT. 69 Antw. Zy flooten een naauw Verbond famen , en droegen het hoog bewind over de Regeering, zo lang de oorlog duuren zou, den Prinfe van Oranje op. 4 Vraag. Wat werdt 'er van de Spaanfche zyde uitgevoerd ? Antw. De Spaanfchen bemagtigden Oudewater, Schoonhoven en verfcheide Sterkten in Holland, waar door zy meefter werden van de Stroomen, en den toevoer langs dezelven beletten konden. Zy deeden eenen gevaarlyken togt door 't water, van Duiveland naar Schouwen in Zeeland, en bragten de twee Provinciën daar door in zulk eene verlegenheid, dat de Prins van Oranje, in Engeland, vergeefs om byftand verzogt, en kleine verwagting hebbende van eene bégonnen handeling met Frankryk, in 't begin des jaars 1576, voorlloeg „ dat men de molens „ verbranden, de dyken doorfteeken , en „ met vrouwen en kinderen en al wat men mede voeren kon 't Land" verhaten moeft. XIII. Cendfche Bevrediging. 1 Vraag. Op wat wyze werdt het Land gered uit deezen uiterften nood? Antw. De Landvoogd Requefens ftierf op den vyfden Maart; waarna de Raad van Staate te Bruffel de algemeene Regeering aanvaardde. De Spaanfche Soldaaten floegen alomme aan 't muiten, by gebrek van betaalinge: 't welk de meefte Nederlanden in-zulk eene verwarring bragt, dat zy geene kans zagen om zig uit dezelve te redden, dan door het aangaan van een Verdrag met Holland en Zeeland, welk, den agtften L\ 0vember 1$ 7 6, te  70 VADERLANDSCHE Tweede te Gend geflooten werdt, en federt de Gendfche Pacificatie of Bevrediging genoemd is. 2 Vraag. Welken waren de voornaamfte punten van dit Verdrag? Antw. Men verbondt zig om de Spanjaards ten Lande uit te dryven, den Godsdien ft te doen regelen door de algemeene Staaten, en de Plaatfen, die voorheen onder het Stadhouderfchap des Prinfen van Oranje behoord hadden, na 't ontvangen van behoorlyke Satisfactie of voldoening, onder het zelve te doen wederkeeren. 3 Vraag. Welken waren de eerfte gevolgen der Gendfche Bevrediging ? Antw. De Spaanfche Soldaaten verlieten Holland en Zeeland, om zig by hunne muitende makkers te voegen in Brabant en Vlaanderen : waarna Haarlem , Schoonhoven , Thoolen, Goes en andere Steden zig, by verdrag , begaven onder 't Stadhouderfchap des Prinfen van Oranje, in 't begin des jaars 1577. XIV. Gedrag van Don Jan van Oofienryk. Oorlog tegen hem. Mattbias. 1 Vraag. Wat was de reden, dat de ruft in de Nederlanden niet volkomenlyk herfteld werdt? Antw. Het gedrag van Don Jan van Oostemyk, dien de Koning, inRequefensplaats, tot Landvoogd aangefteld hadt. 2 Vraag. Hoe gedroeg deeze zig ? Antw. Hy bewoog de Provinciën, op Holland en Zeeland na, tot een nieuw Verbond, waarby zy beloofden den Roomfchen Godsdienfi , de Gendfche Bevrediging en de gehoor-  Dml. HISTORIE VERKORT. 7r hoorzaamheid aan den Koning te zullen voorftaan, mids het Spaanfche Krygsvolk het Land ruimde. Hy gaf een Plakaat uit, het eeuivig Edift of Gebod genoemd , en overeenkomende met dit Verboud. Zelfs deedt hy de Spaanfche Soldaaten vertrekken. Doch kort hierna maakte hy zig , by verraffing , meefter van 't Kafteel van Namen en van de Stad Charlemont. 3 Vraag. Hoe werdt dit opgevat by de algemeene Staaten? Antw. Zy merkten 't aan als eene fchending van het Verdrag, welk zy met hem gemaakt hadden. Zy beflooten hem, en de Spanjaards, die wel haaft weêr te rug keerden, te beoorloogen, en verklaarden hem, eerlang , openlyk voor 's Lands vyand. 4 Vraag. Zogten zy toen den Prins van Oranje en de Staaten van Holland en Zeeland niet wederom aan om hulpe ? Antw. Ja. De Prins werdt naar Brabant genodigd, en tot Ruwaard van deeze Provincie verkooren. De meeften dagten dat hy in 't kort tot algemeenen Landvoogd zou zyn verheeven geworden. Doch eenige Nederlandfche Heeren, die hem afgunftig waren, bragten te wege, dat deeze eer Matthias , Aartsbertoge van Oofienryk, opgedraagen werdt; tot wiens Stedehouder de Prins van Oranje zig liet aan (tellen. XV. Amfierdam wordt Staatfcb. Verandering te Haarlem en te Goes. Geloofsvrede. i Vraag. Hoe ging't ondertuflTchen in Holland? Antw.  72 . VADERLANDSCHE Tweede Antw, De Stad Amfterdarn werdt, door eene foort van belegering, gedrongen om zig onder 's Prinfen Stadhouderfchap te begeeven, zy befloot 'er egter niet toe, dan nadat de Provincie van Utrecht haar, in Oclober des jaars 1577, voorgegaan was. 't Verdrag van Satisfaèie of voldoening was, den agtften February des jaars 1578, getekend. By hetzelve werdt behoudenis van Regeering en Privilegiën bedongen , en dat binnen de Stad geen andere dan de Roomfche Godsdienft geoefend zou worden. 2 Vraag. Hieldt dit Verdrag ftand? Antw. Op den zes en twintigften May, ontflondt 'er eene geweldige beroerte onder de Onroomfche ingezetenen, in welke, de Regeering van 't Stadhuis gehaald en ter Stad uitgevoerd werdt: waarna de Schuttery nieuwe Magiflraaten verkoor, die de Kerken aan de Gereformeeden deeden inruimen. Wat laater óndergingen Haarlem en Goes gelyke verandering. 3 Vraag. Wat gevolg hadden deeze beweegingen ? Antw. De Aartshertog Matthiasen de Raad van Staate ontwierpen een Rtligi'jns - of (Jeloofsvrede , volgens welke den Roomfchen in Holland en Zeeland gelyke vryheid zou moeten toegeftaan worden, als men den Onroomfchen in de andere Provinciën beloofde toe te ftaan. Doch dit Ontwerp werdt, in verfcheide Provinciën, van de hand geweezen. 4 Vraag. Waren de algemeene Staaten magtig genoeg om zig tegen Don Jjn te verdedigen? Antw. Zy verkooren den Hertog van An. jou,  M. 72. in *yW Jg7g. in, l Jaar- lgSj. .   Deel. HISTORIE VERKORT. 73 jou, Broeder des Konings van Frankryk, toe Befchermer der Nederlanden. Hy-kwam met een Leger herwaards; doch verrigtte weinig, en keerde eerlang naar Frankryk te rug. Hertog Joan Kafimir, die ook in de Nederlanden gekomen was, kon zig met Anjou niet verftaan , en ruimde eerlang met zyne ruiters deeze Landen insgelyks. XVI. Verbondvan Utrecht. Afvalvan Rennenberg. 1 Vraag. Wat deedt men, in de Provinciën, die de zyde des Prinfen van Oranje hielden, om den oorlog tegen Don Jan en de Spanjaards te beter voort te zetten? Anti». Den drie en twintigften January des jaars 1579, werdt 'er eene Unie of Verbond van Vereeniging geflooten te Utrecht, 't welk de grondflag geweeft is van den vryen Staat der Vereenigde Nederlanden. 2 Vraag. Wat was het voornaam oogmerk van dit Verbond ? Antw. „ Elke Provincie werdt daarin by „ zyne byzondere Regeering, Privilegiën en „ Godsdienfi gelaaten; doch het gemeen be„ leid des oorlogs gefield aan de algemeene „ Staaten deezer nader Vereenigde Provin,, cien." 3 Vraag. Hoe gedroeg men zig, aan de Spaanfche zyde ? Antw. Alexander Farnefe, Prins van Par. ma, Don Jan, die overleeden was, opgevolgd zynde, behaalde verfcheide voordeelen op de Straatfchen, en bragt daar door te wege, dat eenige Provinciën en Steden zyne zy-  74 VADERLANDSCHE Tweede zyde koozen, en zig met den Koning verzoenden. Ondertuffcben, handelde men te Keulen vrugteloos over eene algemeene Bevrediging. 4 Vraag. Waren 'er onder de Vereenigde Provinciën, geenen, die zig met den Koning verzoenden? Anti». De Graaf van Rennenberg, Stadhouder van Friesland, Overyffel en Groningen, heimelyk met Parma overeen gekomen zynde , koos openlyk de Spaanfche zyde , en deedt de Stad Groningen omflaan, in 'tjaar 1580. Maar Utrecht, daar de Onroomfchen, ïn 'tjaar 1579, °°k de beelden gebroken en de Kerken ingenomen hadden, werdt te vaster verbonden aan de Vereenigde Staaten. 5 Vraag. Wat volgde op Rennenbergs afval? Anti». Een inlandfche oorlog in Friesland, Overyffel, Groningerland en Drente, die Benigs jaaren duurde. Ook handelde men , na deezen afval , in Holland en elders , de Roomfchgezinden ftrenger dan te vooren. XVII. Afzweering van Koning Filips. Gedrag des Hertogs van Anjou. 1 Vraag. Kon men nu nog langer den fchyn bewaaren, dat men niet tegen Filips maar alleen tegen de Spanjaards oorloogde? Antw. Neen. De Staaten der Vereenigde Provinciën verklaarden Koning Filips, den zeven en twintigften July des jaars 1581, vervallen van de Regeeringe, en ontfloegen elk van den eed, hem te vooren gedaan. 2 Vraag.  Deel. HISTORIE VERKORT. 75 2 Vraag. Aan wien kwam toen de hoogfte Regeering der byzondere Provinciën ? Anti». Aan de Staaten van elke Provincie; doch Holland en Zeeland hadden, reeds in 'tjaar 1576, het hoogft bewind, in Oorlogsen Regeerings-Zaaken, zo lang de kryg duuren zou , opgedraagen aan den Prinfe van Oranje. En federt verkooren de meefte andere Vereenigde Provinciën den Hertog van Anjou tot Vorft der Nederlanden; die, in 't begin des jaars 1582, plegtiglyk ingehuldigd werdt. 3 Vraag. Gefchiedde deeze inhuldiging ook in Holland, Zeeland en Utrecht? Antw. In Holland, hadt men Oranje op nieuws de hooge Overheid geduurende den Oorlog opgedraagen, in 'tjaar 1581. In Zeeland was 't reeds te vooren gefchied. En in de Provincie van Utrecht, zogt men 't hier toe ook te brengen. Die van Holland en Zeeland deeden, eindelyk, den eed aan Anjou, onder beding, dat zy daardoor niet verder verbonden zouden zyn, dan om te gelykmet de andere Provinciën den oorlog te voeren. Doch die van Utrecht weigerden den eed volftandiglyk. 4 Vraag. Hoe gedroeg zig Anjou in zyne Regeering ? Anti». Hy liet zig diets maaken, dat zyn gezag te zeer bepaald geworden was door de Staaten, en befloot, hierom, zig, in 't begin des jaars 1583, van Antwerpen en van andere voornaame Steden in Brabant en Vlaanderen meefter te maaken. De toeleg gelukte in fommige Steden; doch mislukte in anderen, en met naame te Antwerpen, daar de F Fran-  76 VADERLANDSCHE Tweeds Franfchen gedeeltelyk gedood , gedeekelyk gevangen, en gedeeltelyk verjaagd werden door de burgerye. XVIII. Handeling over de opdragt der Graaflykheii aan Prinfe Wifem van Oranje. Hy wordt doorfchooten. 1 Vraag. Wat gevolg hadt het mislukken deezer onderneeminge ? Antw. Anjou keerde naar Frankryk, daar hy, terwyl de Staaten met hem in nadere onderhandeling getreden waren, overleedt. On» dertuffchen hadt zyn gedrag den Spaanfchen gelegenheid gegeven om verfcheide Steden van Brabant-, en het grootfte gedeelte van Vlaanderen te veroveren op de Staatfchen. Graaf Willem van den Berg, Stadhouder van Gelderland, viel zelfs den Spaanfchen toe. 2 Vraag. Wat werdt 'er , midlerwyl, in Holland gehandeld? Antw. Men arbeidde aldaar om den Prinfe van Oranje den titel van Graave op te draagen , die zyne Doorlugtigheid , by eenen brief van den veertienden Auguftus des jaars 1582, reeds aanvaard hadt: en in 't begin van July des jaars 15 84,haperde aan dit groote werk niets dan de daadelyke inhuldiging, waar in Amfterdam en Gouda niet hadden konnen bewilligen ; toen de Prins, den tienden der gemelde maand, te Delft met een Piftoolfchoot van 't leeven beroofd werdt. 3 Vraag. Wat hadt gelegenheid gegeven tot deezen moord ? Antw. De ban-, dien Koning Filips, in't jaar 15^0, tegen den Prins uitgegeven hadt, en  Deel. HISTORIE VERKORT. 77 en waarin groote eere en voordeden beloofd waren aan elk, wie hy ook ware, die hem van kant zou helpen. Sedert waren 'er verfcheide aanflagen tegen zyn leeven gefmeed, die allen mislukt waren. Zelfs was hy, den agttienden Maart des jaars 1582, te Antwerpen , door 't hoofd gefchooten; doch gelukr kiglyk genezen. Bakhazar Gerards, een Bourgondiër van geboorte, trof hem eindelyk met een piftool, daar hy drie kogels op hadt haten loopen, zo gewis, dat hy terftond dood nederzeeg. XIX. Orde op de Regecring. Handeling met Frankryk. 1 Vraag. Welke orde Helde men op de Regeering, na 's Prinfen dood? Antw. De Vereenigde Staaten fielden , by provifie , eenen Raad van Regeeringe aan , aan 't hoofd van welken zy Prins Maurits, Zoon van den overheden Prinfe, plaatften, die nog geene zeventien jaaren bereikte, 't Gemeen belëid des Oorlogs werdt deezen Raade aanbetrouwd; doch dezelve bleef maar weinige maanden in 't bewind. 2 Vraag. Welke orde beraamden de Staaten der drie Provinciën, over welken Prins Willem bewind gehad hadt ? Antw. De Staaten van Utrecht, alwaar Prins Willem Stadhouder geweeft was, verkooren terftond den Heer van Villers tot Stadhouder ; doch de Staaten van Holland en Zeeland, die Prinfe Willem de hooge Overheid opgedraagen hadden, welke nu wederom aan hun gekomen was, draalden nog meer dan F 3 een  78 VADERLANDSCHE Tweebe een jaar, eer zy Prins Maurits tot Stadhouder aan fielden. 3 Vraag. Droegen zy hem de hooge Overheid niet op, die zyn Vader bekleed hadt? Antw. Neen. Men handelde, ten deezen tyde, van wege de Vereenigde Staaten, en derhalve ook van wege die van Holland en Zeeland, over de opdragt der hooge Overheid aan de Kroon van Frankryk. 4 Vraag. Hoe liep deeze handeling af? Antw. De Koning van Frankryk weigerde de Opperheerfchappy der Nederlanden te aanvaarden. XX. Handeling met Engeland. Leicefïer wordt Landvoogd: Prins Maurits Stadhouder. 1 Vraag. Wat befluit namen de Staaten, na deeze weigering ? Antw. Het bemagtigen van Bruffel en Antwerpen in Brabant door de Spaanfchen, die zig te gelyk van Zutfen, Nieuwmegen, Doesburg en andere Gelderfche Plaatfen verzekerden , drong de Staaten, om Elizabet, Koninginne van Engeland, dezelfde aanbieding te doen , die te vooren aan Frankryk gedaan was. Doch de Koningin wees de Opperheerfchappy der Landen insgelyks van de hand; alleenlyk eenen bepaalden onderftand inKrygsvolk toezeggende, voor het voldoen van welk Krygsvolk, men haar, tot haare verzekering, Briel en Vlisfingen tot een onderpand inruimen moeft. 2 Vraag. Aan wien gaf de Koningin het bevel over haar Krygsvolk? Antw. Aan den Graave van Leicejler, die, in  M. 78. s -£ands ^Uvofouztr, yözui vavi OUe7léar7imtM, onthalsd , in h Jaar 1618 .   Deel. HISTORIE VERKORT. 79 in 't laatft van 't jaar 1585, in Zeeland aankwam , en kort daarna tot algemeenen Gouverneur der Vereenigde Nederlanden werdt aangefteld. Prins Maurits was, kort te vooren, tot Stadhouder, Kapitein-Generaal en Admiraal van Holland en Zeeland verkooren, en ftondt, in deeze hoedanigheid , onder Leicefter. 3 Vraag. Wat verrigtte Leicefter, in den Veldtogt des jaars 1586? Antw. Hy bemagtigde Doesburg ; doch belegerden Zutfen vergeefs. 4 Vraag. Hoe gedroeg hy zig in 't ftuk der Regeeringe ? Antw. Hy ftondt, op zulk eene geweldige wyze, naar meerder gezag, dat hy zig wel haaft gehaat maakte by de Staaten van Holland, by de Regenten der Steden, by dedeftigfte ingezetenen, en vooral by de Koopluiden ; terwyl de meefte Predikanten en het gros van 't gemeen hem naar de oogen zagen. 5 Vraag. Waaruit werden zyne kwaade oogmerken allermeeft openbaar ? Antw. Uit zynen voorflag om met Spanje te verdraagen, en uit zynen toeleg om Prins Maurits, Joanvan Oldenbarneveld, Advokaat van Holland, en anderen gevangen te neemen. 6 Vraag. Welke was zyne laatfte onderneeming tegen de Vryheid des Lands? Antw. Hy zogt zig, even als Don Jan en de Hertog van Anjou, van de voornaamfte Steden, door lift en geweld, meefter te maaken ,• terwyl hy zyne Engelfchen verfchoonde, die Deventer en de fchans over Zutfen aan de Spaanfchen verraaden hadden. 7 Vraag. Bleef hy, na 't ontdekken van F 3 »y-  80 VADERLANDSCHE Tweede zynen flinkfchen handel, nog lang in 't bewind der Vereenigde Nederlanden ? Antw. Hy ftondt 'er, in 't laatft van 't jaar 1587, naar Engeland vertrokken zynde, volkomenlyk van af. XXI. Aluitery. Beleg van Medenblik. Onverwin~ nelyke Floot. 1 Vraag. Hoe ging 't, hier te Lande, na Leicefters vertrek ? Antw. De Staaten der byzondere Provinciën aanvaardden de hooge Regeering van elke Provincie, die dc Staaten van Holland, ten tyde van Leicefter, beweerd hadden, hun toe te komen. En Prins Maurits, die nu eerft het gezag, welk hem, in 't jaar 1585, opgedraagen was, in volkomenheid begon te oefenen, kreeg de handen vol werks aan het ftillen der muiterye onder de bezettingen Van verfcheide Steden, 2 Vraag. Welke gevolgen hadt deeze muitery in fommige Steden ? Antw. Medenblik werdt, in 'tjaar 1588, door Prins Maurits belegerd, en tot onderwerpinggenoodzaakt. DochGeertruidenberg, welk men voorgaf voor de Koninginne van Engeland te bewaaren, niet te bedwingen geweeft zynde, werdt, door de Engelfchgezinde bezetting, aan Parma verkogt. 3 Vraag. Welke was de reden, waarom Span- , je, in deeze verwarringen, den kryg te lande niet fterk doorzette? Antw. De Koning hadt zynen meeften fchat gefpild aan het uitruilen der onverwinnelyke floote, gelykze genoemd werdt; die tegen En-  Deel. HISTORIE VERKORT. 81 Engeland en de Vereenigde Provinciën gerigt was; doch zy werdt, door de Engelfche en Staatfche Vloot, genoodzaakt naar huis te keeren, en leedt, op den hertogt, zo veel van eenen zwaaren ftorm, dat 'er weinig van te regt kwam. 4 Vraag. Wat verrigtte Parma te Lande? Antw. Hy veroverde Rynberk op de Staatfchen, in 't jaar 1589; doch werdt federt ziek, en verrigtte weinig meer tot zynen dood toe, die, in't jaar 1592, voorviel. XXII. Breda, Zutfen, Nieuwmegen, Groningen en andere Steden gewonnen. 1 Vraag. Van wat kragt waren, ondertnsfchen, de wapenen van den Staat, onder 't beleid van Prinfe Maurits ? Antw. Breda werdt, by veraffing, ingenomen , door middel van een Turffchip, in 't jaar 159^: Zutfen en Nieuwmegen, in'tjaar 1591, veroverd; Steenwyk en Koeverden, in 'tjaar 1592; Geertruidenberg, in'tjaar 1593 ; en Groningen , dat dikwils te vooren vergeefs belegerd geweeft was, in 'tjaar 1594. 2 Vraag. Wat bragt veel toe , tot zulke merkwaardige veroveringen? Antw. De zwakheid der Regeeringe in de Spaanfche Nederlanden, onder de Landvoogdye van Ernjl van Ooftenryk; en de geduurige muiteryen van 't Spaanfche Krygsvolk, by gebrek van betaaling, die agterbleef, om dat Spanje beide met Frankryk en Engeland in oorlog was, waardoor 's Konings Schatkift geheel ledig raakte. 3 Vraag. Wat deedt men, van de Spaan- F 4 fche  8a VADERLANDS CHE TweedK fche zyde, om dit verval te herftellen? Antw. Men zogt de Staaten der Vereenig<. de Provinciën te beweegen tot vrede ,• doch alle handeling hierover liep vrugteloos af, om dat men onderwerping aan den Koning bleef vorderen , en geene genoegzaame vryheid van Godsdienfi wilde toeflaan. 4 Vraag. Bleef de Aartshertog Ernfl lang in 't bewind der Spaanfche Nederlanden? i Antw. Hyflierf, in'tjaar 1595, en werdt, m 'tjaar 1596, opgevolgd door zynen Broeder Albertus, die federt in 't huwelyk tradt met de Infante Izabella Klara Eugenia, aan welke de Opperheerfchappy over de Spaanfche Nederlanden afgeftaan werdt. XXIII. Kadix geplonderd. Verbonden met Frankryk en Engeland. 1 Vraag. Hoe ging het den Spaanfchen, na deeze verandering? Antw.^ Albertus oorloogde in 't eerft voorfpoedig in Frankryk, in Vlaanderen, daarhy Huift won, en elders; doch de kans keerde eerlang in zyn nadeel. % Vraag. Wat ondernamen de Staatfchen ? Antw. Zy zonden, in 't jaar 1596, eene Vloot, onder den Heer van Warmond, nevens die der Engelfche, naar Spanje. De Spaanfche Vloot werdt geflaagen, en de Stad Kadix ingenomen, geplonderd en verbrand. 3 Vraag. Waarmede verfterkten de Staaten der Vereenigde Provinciën zig verder tegen Spanje. Antw. Zy flooten een Verbond met Frankjyk en Engeland; 't welk als de eerfte open- Jyke  Deel HISTORIE VERKORT. 83 lyke erkentenis hunner onafhangkelykheid werdt aangemerkt. 4 Vraag. Deedt het den Landen veel dienft, dat Frankryk en Engeland zig Haken in den oorlog ? Antw. Ongetwyfeld. Terwyl de Aartshertog Albertus zyne wapenen voerde in Frankryk, herwon Prins Maurits Rynberk, Meurs, Grol, Breêvoort, Lingen en eenige Overysfelfche Plaatfen, in 'tjaar 1597. 5 Vraag. Wat deedt Filips de II. om zig van den kryg met de twee Rykenteontflaan? Antv). Hy bewoog Henrik den IV, Koning van Frankryk, tot Vrede, in 't jaar 1598. 6 Vraag. Was dit niet nadeelig voor de Staaten? Antw. Het zou nadeeliger voor hen geweeft zyn, zo Henrik de IV. hen niet, jaar op jaar, met geld onderfteund hadt; gelyk hy deedt, genoegzaam zo lang als zy in oorlog bleeven. XXIV. Bommel belegerd. Togt van van der Does. Slag by Nieuwpoort. 1 Vraag. Hoe ging het, ondertuffchen, met den kryg hier te Lande? Antw. De ziekte van den Hertoge van Kleeve, over wiens aanftaande nalaatenfchap gefchil viel, gaf den Spaanfchen en Staatfchen beide gelegenheid, om zig, in de jaaren 1598 en 1599, meefter te maaken van eenige Kleeffche Plaatfen, waardoor de Kryg op den Duitfchen bodem werdt overgebragt. 2 Vraag. Werdt'er, ten deezen tyde, niets ondernomen tegen de Vereenigde Provinciën ? F 5 Antw.  84 VADERLANDSCHE Tweede Antw. Bommel werdt, in 't laatftgemelde jaar, vergefs belegerd door de Spaanfchen. . 3 Vraag. Wat deeden de Staaten midlerwyl ? Antw. Zy ruftten eene Vloot uit, onder den Admiraal Pieter van der Does, die eenen inval deedt in Groot Kanarie en S. Thomas; hoewel deeze togt over 't geheel ongelukkig uitviel, ter oorzaake der zwaare fterfte onder 't Scheepsvolk. 4 Vraag. Viel 'er, omtrent deezen tyd, niet een Veldllag voor van gewigt? Antw. Ja: de vermaarde Slag by Nieuwpoort van den tweeden July des jaars 1600, waarin het Leger der Aartshertogen Albertus en Izabella, door het Leger der Staaten onder bevel van Prinfe Maurits, geflaagen werdt. 5 Vraag. Wat gebeurde 'er, in 't volgen» de jaar? Antw. Prins Maurits won Rynberk en Meurs, en de Aartshertog belegerde Ooftende, welke Stad, na een beleg van ruim drie jaaren, veroverd werdt. 6 Vraag. Welke waren de voornaBmfte Krygsbedryven des jaars 1602? Antw. Maurits veroverde de Stad Graave, en de Staatfche Oorlogsfchepen overzeilden zes Spaanfche galeien. XXV. Ooft* en Weftindifcbe Maatfchappyen. Sluis gewonnen. 1 Vraag. Is het jaar 1602 ook niet door iets anders merkwaardig? Antw. De algemeene Ooftindifche Compagnie of Maatfchappy der Vereenigde .Nederlanden werdt toen opgeregt. 2 Vraag.  Deel. HISTORIE VERKORT. 85 2 Vraag. Wat hadt gelegenheid gegeven tot het voortzetten der Vaart naarOoftindie? Antw. Het verbod, welk Koning Filips de IIJ. van de Vaart op Spanje en Portugal, in 't jaar 1599, gedaan hadt. 3 Vraag. Voer men, ten deezen tyde, ook niet op Weftindie ? Antw. Ja: doch 't liep aan tot in 'tjaar 1621, eer de Weltindifche Maatfchappy werdt opgeregt. 4 Vraag. Wat gevolg hadt het fterker vaaren op Ooftindie? Antw. Dat Filips de III. de Vaart op Spanje, in 't jaar 1603 , wederom open ftelde. 5 Vraag. Welke waren de voornaamfte Krygsbedryven van het jaar 1604? Antw. Prins Maurits veroverde Sluis, en floeg Spinola, die 't ontzet der Stad ondernomen hadt. 6 Vraag. Wat gebeurde 'er meer merkwaardigs in dat jaar? Antw. Jakob de I, Koning van Groot-Britanje, die Koningin Elizabet opgevolgd was, floot eene Vrede met Spanje, die, in meer dan één opzigt, nadeelig was voor den Staat der vereenigde Provinciën. 7 Vraag. Hoe liep de Veldtogt des jaars 1605 af, voor de Staatfchen? Antw. Gantfch niet voorfpoedig. Maurits belegerde Antwerpen vergeefs. Zyn Leger moeft naderhand wyken voor dat van Spinola , die te vooren Lingen en Oldenzeel veroverd hadt: waarop de Staaten beflooten , alleen verweerenderwyze te oorloogen. XXVI.  U VADERLANDS CHE Tweede XXVI. Twaalfjaarig Beftand. 1 Vraag. Hoe ging 'thun, in'tjaar 1606? Antw. Even nadeelig. Spinola won Lo- ehem , Grol en Rynberk. Doch Lochem werdt, door Graaf Ernfi van Naffau, heroverd. De Admiraal Hautain deedt ook twee ongelukkige togten ter zee. Maar terwyl het krygsgeluk den Spaanfchen dus medeliep, deeden zy wederom voorflagen tot Vrede. 2 Vraag. Wat bewoog hen hier toe? Antw. De zwaare koften van den Oorlog, die de geldmiddelen in Spanje en in de Spaanfche Nederlanden zodanig hadden uitgeput, dat het Krygsvolk, by gebrek van betaaling, geduuriglyk aan 't muiten floeg, waarom men 'er geenen behoorlyken dienft van hebben kon. 3 Vraag. Werden de Spaanfche voorflagen tot Vrede gehoord ? Antw. De Staaten beflooten niet in onderhandeling te treeden, ten ware hunne Vryheid voor-af door de Spaanfchen erkend werdt. 4 Vraag. Erkenden de Spaanfchen deeze Vryheid? Antw. De Aartshertogen verklaarden met de Staaten als met vrye Volken te willen handelen. En op deezen voet, werden de onderhandelingen in den Haage aangevangen, in 't begin des jaars 1607. 5 Vraag. Werden de vyandelykheden ondertuffchen voortgezet ? Antw. Men floot eenen ftilftand van Wapenen te Lande. Doch ter Zee behaalde de Staatfche Vloot onderden Admiraal Jakobvan Heemskerk eene merkwaardige overwinning op de  Deel. HISTORIE VERKORT. 87 de Spaanfchen voor Gibraltar, fchoon Heemskerk in 't gevegt gefneuveld was. 6 Vraag. Hoe ging 't met de Vredehandeling ? Antw. Over 't fluiten eenervafte Vrede kon men eikanderen niet verftaan. 7 Vraag. Waaraan haperde dit? Antw. De Spaanfchen wilden de Staatfchen van de vaart op de Indien uitfluiten, en de vrye oefening van den Roomfchen Godsdienfi in de Vereenigde Provinciën bedingen : in welke tweepunten, de Staatfchen niet geraaden vonden, te bewilligen. 8 Vraag. Wat gebeurde 'er toen ? Antw. De gezanten van Frankryk en Groot- Britanje, met welken twee Ryken de Staaten de voorige Verbonden vernieuwd hadden , floegen, in Auguftus des jaars 1608, aan beide de partyen het fluiten van een veeljaarig Beftand voor. 9 Vraag. Neigde men hier te Lande tot het fluiten van zulk een Beftand ? Antw. De meefte Provinciën waren 'er voor: doch Zeeland ftemde 'er tegen. Prins Maurits keurde het ook af, en vatte groot ongenoegen op tegen den Adyokaat Oldenbarneveld, die zeer voor 't Beftand yverde. 10 Vraag. Wat deedt de Staaten en Prins Maurits zeiven eindelyk eenpaariglyk tot het Beftand befluiten ? Antw. De verklaaring der Franfchen en Engelfchen beide, dat de Staaten geenen den minften onderltand van hun te wagten hadden , zo zy een redelyk beftand verwierpen; daar men hen in tegendeel kragtdaadiglyk byftaan zou, zo zulk een beftand van hun aan-  88 VADERLANDSCHE Tweede aangenomen, en door de Spaanfchen van de hand geweezen werdt. ii Vraag. Waar, wanneer en voor hoe lang werdt het Beftand geflooten ? Antw. Te Antwerpen, op den negenden April des jaars 1609, voor den tyd van twaalf jaaren. XXVII. Kerkgefchillen tuffchen de Remonftranten en Contraremonjlranten. 1 Vraag. Hadden de Vereenigde Provinciën toen van binnen zo wel ruft als van buiten ? Antw. Geenszins. De gefchillen over de Leer der Remonftranten en Contraremonftranten, die in de Gereformeerde Kerke ontftaan waren, veroorzaakten eerlang veel onruft en verwarring. 2 Vraag. Wat deedt men, in Holland, om de ruft in de Kerke te herftellen ? Antw. De Staaten, beflooten, in 'tjaar 1613, te belaften, dat de verfchillenden eikanderen in liefde verdroegen. Doch Amfterdam, Enkhuizen en Edam hadden niet bewilligd in dit befluit; waarom het, in fommige Kerken, niet naargekomen werdt. 3 Vraag. Wat gevolgen hadt de Kerkelyke verdeeldheid ? Antw. De verfchillende partyen begonden, in 't jaar 1615, zig te fchikken tot het houden van afgezonderde Vergaderingen. En eerlang zonderden de Contraremonftranten zig van de Remonftranten af, in Steden daar de Regeering den laatften of der onderlinge verdraagzaamheid toegedaan was,- terwyl de Remonftranten, in Steden daar de Regeering de Con-  Deel. HISTORIE VERKORT. 80 Contraremonftranten begunftigde , gelyk te Amfterdam, ook afgezonderde Vergaderingen begonden te houden. 4 Vraag. Wat weg floegen de Staaten in, om deeze afzondering te voorkomen ? Antw. Zy verboodenze ernfteiyk; en deeden , in 't jaar 1616, eene bezending naar Amfterdam om deeze Stad tot het gevoelen der meerderheid over te haaien. Doch deeze bezending deedt geene vrugt. XXVIII. Verfchillende inzigten van Prinfe Maurits en Oldenbarneveld. Waardgelders. 1 Vraag. Hoe gedroeg zig Prins Maurits, in deezen twift ? Antvj. In 't eerft, fcheen hy 'er zig niet mede te willen moeijen; doch, na dat de Contraremonftranten, in 't jaar 1617, de Kloofter-Kerk in den Haage hadden ingenomen , voegde hy zig openlyk by hen. Ook verklaarde hy zig voor het houden eener Nationaale Synode, of Kerkelyke Byeenkomftvan alle de Provinciën, waarin de betwiftte punten onderzogt en betlift zouden worden. 2 Vraag. Welke inzigten hadt Oldenbarneveld op de zweevende gefchillen ? Antw. Hy neigde tot gemaatigdheid, en keurde het houden der Synode ondienftig. 3 Vraag. Wat middel gebruikte men om de Staaten van Holland te doen bewilligen in de Synode? Antw. Men bediende zig van de Kerkelyke gefchillen, om oproer te verwekken in de Steden, en daaruit verandering in de Regeezing te doen ontftaan. 4 Vraag.  90 VADERL ANDSCHE Tweede 4 Vraag. Wat deeden de Staaten van Holland, om deeze oproeren en de verandering der Regeering, die 'er mede beoogd werdt, te voorkomen ? Antw. Zy beflooten, den vierden Auguftus 1617, Waardgelden te doen aanneemen, in de Steden die 't meefte gevaar van opfchudding liepen, om door middel derzelven alle daadelykheden te weeren. Doch Dordrecht, Amfterdam, Enkhuizen, Edam en Purmerende verklaarden zig tegen dit befluit. 5 Vraag. Volgde hierop het aanneemen van Waardgelders? Antw. Ja, in eenige Steden; doch hun ge,tal beliep in 't geheel geen agttienhonderd. 6 Vraag. Aan wien werdt dit aanneemen der Waardgelders meelt toegefchreeven ? Antw. Aan Oldenbarneveld, die ook eerlang te wege bragt, dat 'er in Utrecht zeshonderd geworven werden. 7 Vraag. Hoe beviel dit Prinfe Maurits ? Antw. 't Was hem zo onaangenaam, dat hy de Stad Briele, daar men ook van Waardgelders gefproken hadt, onverhoeds, van twee Vendelen gewoone Soldaaten voorzag. 8 Vraag. Wat deedt men meer, van de zyde der Staaten, om de tegenwoordige Regeering te handhaaven ? Antw. Agt Steden gaven, in 't begin des jaars 1618, te kennen, dat zy niet in de gemeene laften wilden bewilligen, zo men niet eenpaariglyk vaftftelde, de Magiftraaten, die wettiglyk verkooren werden, te befchermen: waar toe, by alle de Leden, beflooten werdt. XXIX.  Deel. HISTORIE VERKORT. 91 XXIX. Verandering der Regeeringe in Utrecht. - i Vraag. Wat deedt Prins Maurits, midlervvyl, om de Synode te doen houden ? Antw. Hybragt,in Gelderland, door eene buitengewoone verandering der Regeeringe van Nieuwmegen, en in Overyffel, door beloften, een eenpaarig belluit tot het houden derzei ve te wege. 2 Vraag. Wat uitwerking hadt 's Prinfen gedrag te Nieuwmegen, in Holland en inUtrecht ? Antw. Men begon ook aldaar zeer te vreezen voor.verandering der Regeeringe. 3 Vraag. Was deeze vrees gegrond, zo lang de Waardgelders in dienlt waren ? Antw. Prins Maurits hadt reeds ter algemeene Staatsvergaderingevoorgeflaagen, dat rcèn dezelven behoorde af te danken, en in Utrecht was 'er toe beflooten, fchoon de agt Steden van Holland te wege bragten, dat de uitvoering van dit belluit nog werdt opgefchort. 4 Vraag. Wat volgde hierop ? Antw. De algemeene Staaten deeden eene bezending naar Utrecht, aan 't hoofd van welke Prins Maurits was, om de Staaten dier Provincie tot het afdanken der Waardgelders te doen befluiten. Doch de Staaten van Holland deeden 'er eene bezending tegen, (trekkende om die van Utrecht een eenpaarig belluit met hen op 't ftuk der Waardgelders te doen neemen. 5 Vraag. Hoe liep deeze tweederlei bezending af? G Antw,  92 VADERLANDSCHE Tweede Antw. De Hollandfche viel te zwak, doordien vyf Steden, waaronder Amfterdam was , Gemagtigden naar Utrecht zonden, die eene lyn trokken met Prinfe Maurits en de afgezondenen der algemeene Staaten. 6 Vraag. Wat gebeurde 'er toen ? Antw. Prins Maurits dankte zelf de Waardgelders af, en maakte daarna eene groote verandering in de Regeering te Utrecht. 7 Vraag. Ploeging't, in Holland, met de Waardgel ders ? Antw De algemeene Staaten bevalen, ook hier, de afdanking, die men , in verwagting dat alles hiermede in ruft blyven zou , in alle de Steden deedt: waarna de Leden van Holland ook genoegzaam bewilligden in het houden der Synode. XXX. Oldenbarneveld, Hogerbeets en de Groot gevangen en veroordeeld. Nationaale Synode. 1 Vraag. Wat viel 'er verder voor in Holland? Antw. Prins Maurits bragt te wege, dat Oldenbarneveld , Advokaat van Holland , Rombout Hogerbeets, Penfionaris van Leiden, en Hugo de Groot , Peniionaris van Rotterdam, op laft der algemeene Staaten, in hegtenis genomen werden. 2 Vraag. Wat hadt men ten hunnen lafte ? Antw. Zy werden gehouden voor begun- ftigers der Remonftranten: de Advokaat in't byzonder voor de voornaame oorzaak van 't aanneemen der Waardgelders , van welken men zig te Utrecht hadt willen bedienen tot befcherming der Regeeringe, dat is, gelyk men  Deel. HISTORIE VERKORT. 93 men 't verftondt, tegen Prins Maurits en de afgezondenen der algemeene Staaten. Hogerbeets en de Groot waren wegens Holland naar Utrecht gezonden geweeft. 3 Vraag. Hoe liep het met deeze gevangenen af? Antw. Zy werden, eerlang, voor vierentwintig Regters, twaalf uit Holland, entwee uit ieder der zes overige Provinciën, te regt gefteld. Oldenbarneveld werdt veroordeeld tot de dood, en de twee anderen tot eene eeuwige gevangenis. 4 Vraag. Lieten de Staaten van Holland toe, dat luiden, die in hunnen dienft waren, voor eene ongewoone Regtbank te regt werden gefteld? Antw. Zy zouden 't niet gedaan hebben, zo Prins Maurits niet vooraf, in genoegzaam alle de Steden, de Regeering op eenen ongewoonen tyd veranderd hadt: 't welk hem, na dat de Waardgelders afgedankt waren, niet moeilyk viel. 5 Vraag. Hoe liep het af met de Synode? Antw. De Remonftranten werden in dezelve veroordeeld, waarna hunne Vergaderingen verbo.oden, en hunne Leeraars ten Lande uit gebannen werden. Doch na verloop van weinige jaaren, werdt hun wederom genoegzaame vryheid van Godsdienftoefeninge toegelaaten. 6 Vraag. Hadt de veroordeeling der Remonftranten nog eenige verdere gevolgen? Antw. Verfcheide Amptenaars , die hun toegedaan geweeft waren, werden van hunne ampten afgezet, en onder deezen, de twee Zoonen des Advokaats, die, in 't jaar 1623, G % ee-  94. VADERLANDSCHE Tweede eenen aanflag op Prins Maurits leeven ondernamen , waarover de oudite en verfcheide andere Perfoonen met de dood geftraft werden. 7 Vraag. Hoe ging het met Hogerbeets en de Groot ? Antw. De Groot ontkwam, in 'tjaar 1621 „ uit de gevangenis op Loeveftein; doch Hogerbeets werdt, eerft in'tjaar 1626, vandaar op zyn eigen huis by Waffenaar overgebragt, en overleedt kort daarna. XXXI. Uitgang van V Befiand. Dood van Prinfe Maurits. 1 Vraag. Werdt de oorlog hervat, na 't eindigen van 't Beftand, in 't jaar 1621 ? Antw. Ja: zelfs waren de Staaten, gedüurende het Beftand, ingewikkeld geraakt in den oorlog om Gulik en Berg, en om de Kroon van Boheeme, die dertig jaaren duurde. 2 Vraag. Hadden de Nederlanden eenig voordeel by deezen uitlandfcuen oorlog? Antw. Geen ander dan dat het meefte geweld der wapenen op den Duitfchen bodem werdt overgebragt. 3 Vraag. Wat deeden de Staaten, om zig tegen hunne vyanden te Iterken ? Antw. Zy vernieuwden, in 't jaar 1624, de Verbonden met Groot-Britanje en met Frankryk. 4 Vraag. Wat ondernam Prins Maurits, ten deezen tyde ? Antw. Hy zogt Antwerpen in te neemen , by verraffing; doch zyn toeleg mislukte. Ook poogde hy vergeeft Breda te ontzetten, welke Stad door Spinola belegerd was, en op den  Peel. HISTORIE VERKORT. 95 den tweeden Juriy [625, overging. Midlerwyl was Prins Maurits, op den drie en twintigften April, overleeden. XXXII. FredrikHenrik, Prins van Oranje, wordt Stadhouder. Zilvervloot. Voorfpoed te Lande. 1 Vraag. Wie volgde hem op, in zyne waardigheden ? Antw. Zyn Broeder Fredrik Henr ik, die, in 't jaar 1Ó27, Grol op de Spaanfchen veroverde, en in 'tjaar 1629, 's Hertogenbofch en Wezel won. 2 Vraag. Was'er, midlerwyl, ter zee niet iets gexvigtigs voorgevallen? Antw. De Luitenant-Admiraal Piet Hein veroverde, in 'tjaar 1628, de Spaanfche Zilvervloot, de waarde van welke op omtrent twaalf millioenen guldens gerekend werdt. Ook werdt 'er federt een togt naar Brazil gedaan , en een groot gedeelte van die Landftreeke, in't jaar 1630, bemagtigd. In't volgende jaar, behaalde de Staatfche Vloot de overwinning, op de Spaanfche, in 't Slaak by 't Zeeuwfch Eiland Thoolen. 3 Vraag. Wat viel 'er gewigtigs voor, in den Veldtogt des jaars 1632? Antw. Prins Fredrik Henrik veroverde Maaftricht, Limburg en de Landen van Oyermaaze. 4 Vraag. Wat verrigtte die Prins, in 't jaar 1633? 1 Antw. Hy won Rynberk en de Schan* Filippyne. G 3 5 Vraag,  96 VADERLANDSCHE Tweede 5 Vraag. Door wat middel zogt men den Spaanfchen verdere afbreuk te doen ? Antw. Door middel van een befchadigend Verbond met Lodewyk den XIII., Koning van Frankryk, welk, na veel handelens, in'tjaar 1635, geflooten werdt; en zulke voordeelige gevolgen hadt voor den Staat, dat Spanje eindelyk genoodzaakt werdt tot Vrede. 6 Vraag. Welke voordeelen behaalde het Leger der Staaten onder Prins Fredrik Henrik, in 't jaar 1635? Antw. Schenkenfchans', door de Spaanfchen verraft zynde, werdt door den Prinfe belegerd, en in April des volgenden jaars herwonnen: hoewel de Veldtogt, in andere opzigten, niet zeer voorfpoedig geweeft was. 7 Vraag. Hoe liep de volgende Veldtogt af? Antw. In den zeiven , werdt weinig uitgevoerd, doch in dien des jaars 1637, veroverde Fredrik Henrik Breda. De Franfchen wonnen den Spaanfchen ook verfcheide Steden af. XXXIII, Zeejlag in Duins. Verdere Krygsbedryoen. 1 Vraag. Wat viel'er, in'tjaar 163 8, voor? Antw. Fredrik Henrik ondernam, vergeefs, Antwerpen en Gelder te bemagtigen. 2 Vraag. Hoe ging 't, in den Veldtogt des jaars 1639? Antw. De Franfchen veroverden Hesdin op de Spaanfchen. Maar ter zee viel iet gewigtigers voor. De Luitenant-Admiraal Maarten Harpertszoon Tromp floeg de Spaanfche Vloot in Duins, op den een en twintigften Oëtober. 3 Vraag.  Deel. HISTORIE VERKORT. 97 3 Vraag. Wat viel 'er voor, in den veldtogt des jaars 1640? Antw.' De Prins van Oranje zogt zig van Brugge meefter te maaken: doch de toeleg mislukte. De Franfchen veroverden Atrecht. 4 Vraag. Wat gebeurde 'er byzondérs, in 't jaar 1641 ? Antw. Fredrik Henrik won het Slot te Gennep; de Franfchen de Stad Aire, die egter, door de Spaanfchen, herwonnen werdt. In't jaar 1042, behadden de Spaanfchen eenige voordeelen op de, Franfchen en Staatfchen , in de Nederlanden. Doch in Katalonie deeden de. Franfchen den Spaanfchen veel afbreuk, en in 't jaar 1643, iloegen zyhenby Rocroi. XXXIV. Vredehandeling. Fredrik Henrik fterft. Wille m d e 11. volgt hem op. 1 Vraag. Wat weg floegen de Spaanfchen in, om zig te redden uit den oorlog? Antw. Zy hadden, na 't uitgaan van 't Beftand, de Staaten meer dan eens aangezogt tot vrede; doch de handelingen daarover waren geduuriglyk afgebroken geweeft. Nu namen ze de gelegenheid der minderjaarigheid van Lodewyk den XIV., Koning van Frankryk, waar, om op nieuws aanzoek tot handeling te doen. De Staaten, bezeffende dat men niet altyd kon oorloogen, beflooten tot handeling; waartoe men te Munfter byeen kwam. a Vraag Werdt de oorlog, onaangezien de handeling, niet voortgezet? Antw. Ja. Prins Fredrik Henrik veroverde G 4 Sas  98 VA DE RL. HTS T. Tweede Deel. Sas van Gend, in 'tjaar 1614, en Huift, in 'tjaar 1645. Doch Brazil, alwaar de Portugeezen tegen 'de Nederlandfche Regeering waren ópgeftaan , werdt, midlerwyl, veriooren. 3 Vraag. Viel 'er nog iet te velde voor, in 'tjaar 164.6? Antw. Niets van belang. Venlo werdt vergeefs belegerd. De Vredehandeling, die in dat jaar fterk vorderde-, deedt de beweegingen der wapenen verflaauwen. Prins Fredrik Henrik begon ook zwak van lighaam te worden, en overleedt den tienden Maart des jaars \ 647. 4 Vraag,. Wie volgde hem op in zyne waardigheden ? Antw. Zyn Zoon Willek de II., die, geneigd ten oorloge , tegen den zin der htaaten van Holland , terftond eenig krygsvolk naar de grenzen zpndt, onaangezien de Spaanfchen en Staatfchen het over de voorwaarden der Vrede genoegzaam eens waren. VA-  SI. 98.   VADERLANDSCHE HISTORIE VERKORT. DERDE DEEL. Nieuwe Historie, federt de Munstersciie Vrede. I. Munjlerfche Vrede. Verfchil tuffchen Prinfe Willem den II. en de Stad Amfterdam. i Vraag. "IX7\Anneer werdt de Munfterfche Vrede tuffchen Spanje en deezen Staat getekend"? Anti».  ioo VADERLAND SC HE Derde Antw. Op den dertigften January des jaars 1648. 2 Vraag. Wat was het merkwaardigfte in dit Verdrag ? Antw. Dat de Koning van Spanje, Filips de IV., de Staaten der Vereenigde Nederlanden daarby erkende voor vu ye en souveraineStaatenenLanden; welke Vryheid de vrugt was van eenen tagtigjaarigen oorlog. 3 Vraag. Bleeven de Franfchen, na 't fluiten der Munfterfche Vrede, nog met Spanje in oorlog? Antw. Ja, nog wel elf jaaren: zy namen den Staaten zeer kwalyk, dat deezen zonder hen vrede gemaakt hadden. Doch de Staaten verklaarden, dat zy, om Frankryks wille, niet altoos in oorlog konden blyven. 4 Vraag. Bleef het Land lang in ruft, na het fluiten der Munfterfche Vrede? Antw. Neen. Het duurde niet lang, of de Staat werdt van binnen beroerd, door een geweldigen tweefpalt, tuffchen Prinfe Willem den II., en de Stad Amfterdam: waarop verfcheide uitheemfche oorlogen volgden. 5 Vraag. Waaruit ontflondt de tweefpalt tuffchen zyne Hoogheid en de gemelde Stad? Antw. De Staaten van Holland hadden een belluit genomen om meer krygsvolk, na 't fluiten der Munfterfche Vrede, af te danken dan de Prins van Oranje en de meefte andere Provinciën geraaden vonden. En men hieldt voor zeker, dat het aanzien en de magt van Amfterdam de voornaame oorzaak van dit befluit geweeft waren. 6 Vraag. Stondt het den Staaten van Holland niet vry, te Hemmen tot het aanhouden van  Deel. HISTORIE VERKORT. ior van niet meer Krygsvolk dan zy dienftig oordeelden ? Antw. Zy beweerden van ja: ook werdt dit van de andere zyde niet duidelyk ontkend; maar de andere Provinciën en Willem de II. in 't byzonder fcheeenenkwalyk te neemen, dat die van Holland aan eenig Krygsvolk, dat ter hunnerbetaalinge ftondt, fchree? ven, dat het geenp verdere betaaling te wagten hadt. 7 Vraag. Wat belluit werdt hierop by de Staaten Generaal genomen ? Antw. De meerderheid befloot, den vyfden Juny 1650 , eene bezending te doen aan de Hollandfche Steden, om dezelven tot andere gedagten te brengen, en Willem de II. Relde zig aan 't hoofd van dezelve. 8 Vraag. Wat vrqgt d-edt deeze bezending? Antw. Weinig of geen. De Staaten van Holland bleeven by hun gevoelen , en verbooden zelfs het ontvangen van bezendingen der algemeene Staaten in de byzondere Steden ; aho men verftondt, dat zulke bezendingen alleen aan de Vergaderingen der Staaten van de byzondere Provinciën behoorden te gefchieden. Ook hadt Amfterdam den Prins wel als Stadhouder, doch niet als afgezonden der algemeene Staaten willen hooren in de Vroedfchap ; waarom hy daar vergeefs geweeft was. En in.eenige andere Steden , hadt men de bezending, of niet gehoord, of niet geantwoord naar genoegen. , 9 Vraag. Wat deedt de Prins, na dat de bezending dus afgeloopen was ? Antw. Hy deedt, op den dertigften July, zes  102 VADERLANDSCHE Derde zes Heeren van Holland vatten, ennaarLoeveftein voeren, en zondt Graaf Willem Fredrik met eenig Krygsvolk naar Amfterdam , om de Stad by verraffing in teneemen : waarna hy aldaar eene buitengewoone verandering in de Regeering dagt te maaken. 10 Vraag. Waarmede verdedigde de Prins deeze onderneemingen? Antw. Met den laft der algemeene Staaten, ftrekkende om de noodige orde te Hellen , ten einde alles in ruft en vrede bewaard werdt. n Vraag. Wat werdt hierop van de andere zyde aangemerkt ? Antw. Dat zulke algemeene woorden niet konden begreepen worden den Prins tot zulk een geweldig bedryf te magtigen, en dat, in allen geval, de Staaten der andere Provinciën, in Holland, geen regt van gebieden hadden. 12 Vraag. Gelukte de aanflag op Amfterdam? Antw. Men kreeg, in de Stad, bytydskennis van 't aanrukken desKrygsvolks, waarop men zig in ftaat van tegenweer ftelde. Doch op den vyfden dag na de belegering, floot men een Verdrag met den Prinfe, waarby bedongen werdt, dat de Stad zig, in'taanhouden van troepen, naar zyne meening voegen zou, en dat twee Heeren Bicker zig van de Regeeringe zouden ontllaan. 13 Vraag. Hoe ging 't met de gevangenen op Loeveftein ? Antw. Zy werden terftond losgelaaten , mids zig ook onthoudende van de Regeerin-  Deel. HISTORIE VERKORT. 103 II. Dood van Willem den II. Groot e Vergadering. 1 Vraag. Waarom was zyne Hoogheid zo zeer op 't aanhouden van meer Krygsvolk gefteld? Antw. Men meent dat hy den Staat op nieuws met Frankryk zogt te verbinden, om den oorlog tegen Spanje te hervatten, en dat hy hierover inheimelyke onderhandeling was, toen hy den Zesden November des jaars 1650, aan de kinderpokjes overleedt. 2 Vraag. Liet hy geene zoonen na ? Antw. Zyne Gemaalin Maria, Dogter van Karei den I., Koning van Groot-Britanje, beviel, agt dagen na zynoverlyden, vaneenen Prins. 3 Vraag. Hoe ging 't met de waardigheden, die Willem de II. bekleed hadt? Antw. De Provincie van Groningen en Ommelanden verkoor Willem Fredrik, Erfftadhouder van Friefland, tot haaren Stadhouder, in de plaatfe van Willem den II. Doch de andere vyfProvinciën, Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht en Overyffel bleeven , voor eerft, zonder Stadhouder. De Staaten in 't gemeen ftelden orde op de zaaken van 't Bondgenootfchap, van den Godsdienfi en van het Krygsvolk, op de groote Vergadering des jaars 1651. 4 Vraag. Werden de Heeren Bicker, en de zes Heeren, die op Loeveftein gezeten hadden, niet in hunne voorige of diergelyke Ampten herfteld ? Antw. Ja. Zulks gefchiedde terftond na de dood van Prinfe Willem den II. IIL  io+ VADERLANDSCHE Derde nr. Oorlog met Engeland, ten tyde van Kromwel. i Vraag. Waaruit ontflondt de eerfte oorlog, in welken de Staat, na de Munfterfche Vrede, werdt ingewikkeld? Antw. Uit de vrees, die men in Engeland hadt, dat de Staaten de party van Koning Karei den II., Broeder der Prlnfeffe van Oranje, fterken zouden tegen het Parlement, of liever tegen Otivier Kromwel, door wiens toedoen, Karei de I. onthalsd was, en die tegenwoordig den klem der Regeeringe van Engeland in handen hadt. 2_ Vraag. Wat deedt Kromwel om de Staaten in zyne belangen over te haaien ? Antw. Hy floeg hun een naauw Verbond voor, en belemmerde, om hen daar toe te dringen, den Koophandel op Engeland zeer, door eene nadeelige Wet; zelfs naderhand den Engelfchen vryheid geevende om de Staatfche Koopvaardyfchepen te berooven : en daar benevens de heerfchappy der Engelfchen over de Britfche zeeën veel fterker dryvende, dan ooit voorheen gefchied was. 3 Vraag. Wanneer begonden de vyandelykheden openlyk? Antw. In May des jaars 165?, wanneer Blake en Tromp, met eikanderen flaags raakten voor Douvres. 4 Vraag. Vielen 'er, in dat jaar, nog meer Zeegevegten voor? Antw. Nog wel drie: eeniri Auguflus, tusfchen Askue en de Ruiter ; een in Oclober, tuffchen Blake en de Witte; en een in December , tuffchen, Blake en Tromp. 5 Vraag.  Deel. HISTORIE VERKORT, ic^ 5 Vraag. Hoe liep het met den oorlog af, in 't jaar 1653 ? Antw. In February , viel 'er een Zeedag van drie dagen voor, tuffchen Blake en Tromp. In Maart, veroverde en verbrandde van Galen eenige Engelfche Schepen voor Livorno. In May, raakten de Vlooten onder Deane en Tromp voor Nieuwpoort in een hevig gevegt, welk des anderendaags voor Duinkerken hervat werdt. In Augultus, vielen 'er npgtwee felle zeeflagen voor, een voor Katw'yk, en een voor de Maaze. In den laatften, verloor Tromp het leeven. Doch in 't felffc van den oorlog, handelde men, te Londen, over de Vrede. IV. Vrede. Üitjluiting des Prinfen van Oranje van het Stadhouderfchap. 1 Vraag. Wat vorderde Kromwel van de Staaten ? Antw. Onder anderen dat zy beloofden den jongen Prins van Oranje nooit tot de waardigheden zyner Voorzaaten te zullen verheffen. 2 Vraag. Werdt deeze voorsvaarde toeceftaan? fa Antw. De algemeene Staaten weezenzevan de hand,- doch de Staaten van Holland, geene kans ziende om anders de Vrede te verkrygen, beflooten, fchriftelyk aan Kromwel te belooven „ dat zy den Prins of iemant zyner „ nakomelingen nimmer tot Stadhouder hun„ ner Provincie aanftellen, noch ooit hunne „ fbem geeven zouden, dat hy tot Kapitein„ Generaal over de Krygsmagt der Genera- „ li-  ioö VADERLANDSCHE Derde „ liteit bevorderd werdt." De Vrede werdt, op deezen voet, den vyftienden April des jaars 1654, getekend. 3 Vraag. Hoe werdt de uitfluiting van den Prinfe van Oranje, hier te Lande aangemerkt ? Antw. Zy gaf veel ongenoegen aan alle zyne Vrienden, en de Raadpenfionaris Johan de W\tt werdt 'er van veelen zeer over befchuldigd. V. Oorlog-met Portugal. Noordfche Oorlog. 1 Vraag. Welke was de tweede oorlog, die den Staat ten deezen tyde drukte ? Antw. De oorlog met Portugal, die in 't eerft alleen gevoerd werdt in Brazil, welk, in Maart des jaars 1654, by verdrag, aan de Portugeezen opgegeven werdt. 2 Vraag. Werden de Staaten, ten deezen tyde, nog in eenen anderen oorlog ingewikkeld? Antw. Het belang van den Koophandel drong hen om deel te neemen in den kryg, die in 't Noorden ontftoken was. De Heer van fVaffinaer werdt, in 'tjaar 1656, met eene Vloot gezonden om Dantzig te ontzetten, welk door de Zweeden belegerd was. In 't jaar 1658, deedt hy nog eenen togt naar de Zont, en floeg de Zweedfche Vloote. De Ruiter, in 't volgende jaar naar Funen gezeild zynde, hielp Nyborg veroveren: maar in 't jaar 1660, werdt de ruft in 't Noorden herfteld. 3 Vraag. Hoe liep het met den oorlog tegen Portugal af? Antw. De Staaten zonden, in 't jaar 1657, ee>  Deel. HISTORIE VERKORT. 107 eene Vloot onder den Heer van Waffenaer naar Portugal, die Brazil te rug vorderde, en by weigeringe hiervan de vyandelykheden ook in Europa begon, en vyftien Suikerfchepen van de Portugeezen wegnam. Doch deeze kryg werdt, ter oorzaake van den oorlog in 't Noorden, niet voortgezet, en eindigde, in 't jaar 1661, met een Verdrag, waarby Portugal agt millioenen guldens voor Brazil beloofde. VI. Oorlog met Engeland, onder Karei den 1I. 1 Vraag. Hadden de Staaten toen ruft van buiten? Antw. Geenszins. In 't jaer 1664, deedt Koning Karei de IX, die in 't jaar 1660, op den troon van Groot-Britanje herfteld geworden was, en in 'tjaar 1665, de BifTchop van Munfter hun den oorlog aan. 2 Vraag. Wat gaf gelegenheid tot den oorlog met Groot-Britanje ? Antw. De Staaten hadden, den zeven en twintigften April des jaars 1662, een Verbond van onderlinge befcherming geflooten met Lodewyk den XIV., Koning van Frankryk, waarover Karei de I [., die zelf naar een Verbond met Frankryk ftondt, misnoegd geworden was. 3 Vraag. Wat deeden de Staaten, om zyn misnoegen weg te neemen ? Antw. Zy flooten, den veertienden September des gemelden jaars , een diergelyk Verbond met hem. En die van Holland hadden , reeds te vooren, de Akte vernietigd, waarby zy den Prins van Oranje, Zoon zy. ner  jog VADERLANDSCHE Derde ner Zufter, van de waardigheden zyner Voorzaaten hadden uitgellooten, 4. Vraag. Wanneer begonden de Engelfchen de vyandelykheden ? Antw. Buiten Europa, in'tjaar 1663, en in 't begin van 't jaar 1064: waar op de Staaten de Ruiter heimelyk naar Guinea zonden, ,die verfcheide Sterkten op Kabo Verde herwon. Doch voor 't einde des laatftgemélden jaars, namen de Engelfchen verfehèide Staatfche Koopvaardyfchepen in Europa , en taftteq,, den.negen en twintigften December, de Smirnfehe Vloot voor Kadix aan, alles zonder ooi-log verklaard te hebben : 't welk niet voor 't volgende jaar gefchiedde. 5 Vraag. Werdt toen de oorlog voortgezet? Antw. ja De Heer van Walfenaer, met 's Lands Vloote . inzeegeftokenzynde, raakte, den dertienden Jtmy, flaags tegen de Engelfchen, en fneuvelde in 't gevegt. .Naderhand frak 's Lands Vloot onder de Ruiter op nieuws in zee; doch werdt van eenen zwaaren Horm - bèloopën, en verrigtte weinig tot afbreuk van den Vyand. • ■ . ■ - \;r-;'- r.'- ' Munfterfche Oorlog. 1 Vraag. Op wat grond deedt de BifTchop van Munfter den Staaten oorlog aan? 1 Antw. -Hy hadt eenen eifch op Borkelo, welk, federt het jaar 1616, in der Siaaten magt geweeft was, en beweerde, daarenboven, dat de Staaten zig, ten onregte, met zekere gefchillen in Ooftfriesland gemoeid hadden. 2. Vraag. Was hy in ftaat om den oorlog tegen de Staaten uittehouden ? Antw.  , 3Lio8. " jaar lfS?. (3e ^earvèo^ers de °il'itt, i/v den. "józeiae., wmjörè   Deel. HISTORIE VERKORT. 109 Antw. Men ftelde vaft, dat hy, door de Engelfchen, met geld onderfteund werdu Hy bemagtigde verfcheide Plaatfen in 't Graaffchap Zutfen en in Overyffel; doch de Koning van Frankryk zondt den Staaten zes duizend man toe, ingevolge van het Verbond van den jaare 1662, met hulp van welke manfchap, Lochem herwonnen , en de Biffchop genoodzaakt werdt tot Vrede , die, den agttienden April des jaars 16Ó6, teKleeve werdt getekend. vin. Togt naar Cbattam. Bredafcbe Vrede. 1 Vraag. Hielpen de Franfchen de Staaten ook niet tegen de Engelfchen ? Antw. Zy kwamen hiertoe traaglyk. Nogtans verklaarden ze, injanuary des jaars 1666, den Engelfchen den oorlog. In Juny , floeg de Ruiter, vier dagen agter een, tegen de Engelfche Vloot, die eindelyk in wanorde wyken moeft; doch, in Auguftus nog eens flaags geraakt, werdt hy zelf genoodzaakt te wyken. In September, liep hy nog eens in zee; doch toen werdt hy, door ftorm, belet iet te onderneemen. 2 Vraag. Hoe ging 't, in't jaar 1667? Antw. Men begon, in May , te Breda van Vrede te handelen. Doch geduurende de handeling zonden de Staaten de Ruiter, aan wiens boord Kornelis de Wut, Broeder van den Raadpenfionaris, als hun Afgevaardigde, zig bevondt, naar Chattam, daar hy verfcheiden Engelfche Oorlogsfchepen in den brand ftak; welk bedryf zo veel invloed hadt op de hanH de-  iio VADERLANDSCHE Derde deling te Breda, dat de Vrede aldaar den een en dertigften July gellooten werdt. IX. Drievoudig Verbond. 1 Vraag. Duurde de ruft toen langer? Aniw. De Vrede was nog niet geflooten , of men kreeg reden om voor eenen nieuwen oorlog te vreezen. 2 Vraag. Waar uit ontflondt dit? Antw. Lodewyk de XIV. beweerde, dat zyne Gemaalin, eene Dogter van Filips den IV., Koning van Spanje , die onlangs overleeden was, regt hadt op een gedeelte der Spaanfche Nederlanden; en was in Henegouwen gerukt, om zig van eenige Steden meester te maaken: 't welk hem, eer 'tjaar ten einde liep, daar, en in Vlaanderen gelukt was. 3 Vraag. Wat deeden de Staaten om te wege te brengen, dat Frankryk niet te fterk werdt in de Spaanfche Nederlanden ? ■ Antw. Zy zogten , door beleid van den Raadpenfionaris de Witt, Frankryk en Spanje te beweegen tot een Verdrag , en üooten, in 't begin des jaars 1668, de Triple Alliantie, of het drievoudig A'erbond met Groot Bwtanje en Zweeden , waar by men de voorwaarden beraamde, op welken men de Vrede zou Zoeken te doen fluiten. 4 Vraag. Wat gevolgen hadt dit Verbond ? Antw. De Koningen van Frankryk en Spanje werden 'er door gebragt tot het fluiten eener Vrede, waarby Frankryk de meefte gewonne Plaatfen behieldt, en eenigen derzelven wederom afllondt. 5 Vraag. Hoe werdt het fluiten van het drie-  Deel. HISTORIE VERKORT, itr drievoudig Verbond aangemerkt, in Frankryk? Antw. De Koning was 'er zeer misnoegd over op de Staaten ; en op de Witt in 't byzonder, die, door dit Verbond, den overwinningen der Franfchen in de Spaanfche Nederlanden paaien gefteld hadt. X. Aanleiding tot den Oorlog met Frankryk en Engeland. Eeuwig Edict. 5 Vraag. Wat deedt Lodewyk de XIV. om dit voor hem nadeelig Verbond te verbreeken ? Antw. Hy zogt eerft de Staaten van het zelve af te trekken, en handelde, toen dit niet gelukken wilde, ten zelfden einde, in Zweeden , en in Engeland. En Karei de II. liet zig, in 't jaar 1670, overhaalen tot een heimelyk Verbond, bmgezamenlyk met Frankryk de Staaten te beoorloogen. Twee jaaren laater, floot Frankryk ook met Zweeden. Uit deeze handelingen ontflondt de gevaarlyke oorlog des jaars 1672, dien Frankryk, waarfchynlyk, niet zou ondernomen hebben, zo de Engelfchen zig aan het Verbond gehouden hadden, gelyk Karei de II., nog in 't jaar 1671, verklaarde te zullen doen. r , 2 Vraag. Voorzagen de Staatenhet onweer, dat hun dreigde? Antw. Al federt het jaar 1670. 3 Vraag. Wat deedenze , om het af te keeren ? Antw. Zy zogten Frankryk, door handeling, te vermurwen; Engeland, door gelyk 'middel, by 't Verbond te doen volharden, Ha en  H2 VADERLANDSCHE Derdi cn verfcheide andere Mogendheden tot hunne zyde over te haaien. 4 Vraag. Wapendeze zig niet, te water en te lande? Anti». De Vloot werdt eerlang in goeden Haat gefteld; doch de Krygsmagt te lande was niet groot, ter oorzaake van de oneenigheid onder de Provinciën, fommigen van welken tot geene werving wilden verftaan, zo men den Prins van Oranje niet tot Kapitein-Generaal aanftelde; waartoe Holland bezwaarlyk , en niet dan voor eenen enkelen Veldtogt befluiten kon. 5 Vraag. Wat was 'er, omtrent deezen Prins, vaftgefteld? Anti». Holland hadt, by een zogenaamd eeuwig Ediït, in'tjaar 1667 , beraamd, i.dat geen Stadhouder van eenige Provincie Kapitein-Generaal zou worden. 2. dat men, in Holland, nooit Stadhouder zou 'aanftellen. En de andere Provinciën hadden, in 't jaar 1670, in het eerfte van deeze twee punten bewilligd. Hier uit volgde, dat de Prins van Oranje, zo lang deeze fchikking ftand hieldt, nooit Stadhouder en Kapitein-Generaal te gelyk, en nooit Stadhouder van Holland worden kon. 6 Vraag. Werden de Provinciën niet eens op de bevordering des Prinfen van Oranje, voor het uitberften des oorlogs ? Anti». Ja. Zy Helden hem, in February des jaars 1672, aan, tot Kapitein-Generaal voor den aanitaanden Veldtogt, mids hy beloofde, geen Stadhouder te zullen worden. XL  Deel. HISTORIE VERKORT. 115 XI. Overwinningen der Franfchen in 't jaar 1672. 1 Vraag. Op wat wyze begon zig de oneenigheid te openbaaren ? Antw. Frankryk bezwaarde eerft de Nederlandfche Koopmanfchappen; 't welk de Staaten bewoog ook eenige Franfche waaren hooger te belaften , of geheel te verbieden. En Karei de II. vorderde eene volftrekte heerfchappy over de Zee. 't Een en 't ander gaf gelegenheid tot handeling, die vrugteloos afliep : waarop beide de Ryken, op een en den zelfden dag, te weeten op den zevenden April des jaars iÓ72,denStaat den oorlog verklaarden. 2 Vraag. Hoe ging het, dit jaar, met den oorlog te water ? Antw. De Engelfchen hadden, wederom voor 't verklaaren des oorlogs, de Smirnfche Vloot aangetaft; doch waren wakkerlyk afgeflaagen; maar den zevenden Juny, viel'er een hevig gevegt voor tegen de Vereenigde Franfche en Engelfche Vlooten, waar in de Luitenant-Admiraal van GendCneu.velde. Sedert gebeurde 'er niets van belang ter Zee , dan dat de Ruiter de Ooftindifche Vloot befchermde en in behouden haven bragt. 3 Vraag. Hoe liep de veldtogt te Lande af? Antw. Zeer ongelukkig voor de Staaten. Zo dra was het Franfche Leger niet in beweeging geraakt, of de Keurvorft van Keulen en de Biffchop van Munfter zeiden den Staaten ook den oorlog aan. En terwyl de Franfchen de Plaatfen aan den Ryn en in Kleefsland , die Staatfche bezetting inhadden, veroverden , bemagtigden de Keulfchen en MunfterH 3 fchen  ii4 VADERLANDSCHE Derde fchen een gedeelte van 't Land van Zutfen, en genoegzaam geheel Overyffel. 4 Vraag. Waar lag toen het Leger der Staaten onder den Prins van Oranje ? Antw. By Arnhem. Doch alzo het te zwak was om tegenltand te bieden, week het, zo dra de Franfchen by het Tolhuis den Ryn overgetrokken waren, door de Provincie van Utrecht, naar Holland; waarna de Gelderfche Steden, de Stad Utrecht, en de andere Steden dier Provincie zig den Franfchen onderwerpen moeften. Drie Steden van Holland , Naarden, Woerden en Oudewater, raakten zelfs in der Franfchentnagt. XII. Willem d e 111. tot Stadhouder verheevcn. De Wht gekwetft. 1 Vraag. Wat middelen gebruikte men om den Staat uit deezen nood te redden? Antw. De toegangen van Holland werden, door Krygsvolk van den Staat, bezet, terwyl men met de twee Koningen handelde over eene Vrede; doch zy eifchten zo veel, dat Amfterdam niet befluiten kon zo veel af te ftaan: 't welk de voornaame oorzaak was, waarom men draalde met de handeling. Nogtans zou men zig, mogelyk, zonder Amfterdam , ten minften met Frankryk, verdraagen hebben, zo 'er, juift op deezen tyd, geene groote inwendige verandering in den Staat ware voorgevallen. 2 Vraag. Welke was deeze verandering ? Antw. Willem de 111., Prins van O- ranje, werdt, in 't begin van July, verheeven tot alle de waardigheden die zyne voor- zaa-  Dezl. HISTORIE VERKORT, ixs zaaten bekleed hadden, na dat de Staaten van Holland het eeuwig Edicl hadden te niet gedaan. En alle deeze waardigheden werden, in 'tjaar 1674, in zyne mannelyke nakomelingen , erfelyk verklaard. 3 Vraag. Wat gaf gelegenheid tot 's Prinfen verheffing? Antw filet volk, in de verbeelding gebragt, dat het overgaan van zo veele Steden aan kwaad beftier en ontrouw van de tegenwoordige Stadhouderlooze Regeering te wyten ware , begeerde die verheffing van de Vroedfcaappen, die 'er, de eene na de andere, toe beflooten. 4 Vraag. Op wien viel, boven anderen, het vermoeden van ontrouw en kwaad beilier? Antw. Op den Raadpenfionaris de Witt, die, deneenentwintigften Juny, bynagt,aangevallen en verwond werdt , waarover een der handdaadigen, volgens eene Sententie van 't Hof, met de dood werdt geftraft. 5 Vraag. Was 'er reden om den Raadpenfionaris van landverraadery of ander grof mis* dryf te verdenken ? Antw. Hiervan is nooit het allerminfte gebleeken: zelfs verklaarde de Prins van Oranje openlyk, geen vermoeden te hebben, dat eenig Regent zig aan verraad of oneerlykheid fchuldig gemaakt hadt. XIII. De Broeders de Witt vermoord. 1 Vraag. Welk was het eerfte gevolg van 's Prinfen verheffing? H 4 Antw.  ii6 VADERLANDSCHE Derde Antw. Dat de handeling met Frankryk en Groot-Britanje aan zyne Hoogheid verbleeven werdt. 2 Vraag. Wat volgde 'er verder op? Antw. üe val der Broederen de Witt, die van eene buitengewoone verandering in de Regeering der Steden gevolgd werdt. 3 Vraag. Door wie werdt het een en het ander te wege gebragt? Antw. Doorzulken, die voor groote vrienden van het Huis van Oranje gaan wilden, en oordeelden, dat het met 's Lands Regeering niet wel gaan kon, zo zy, die den Prins buiten de hooge waardigheden zyner voorzaaten gehouden hadden, langer in 't bewind bleeven. 4 Vraag. Op wat wyze, werdt de val der Broederen de Witt uitgewerkt? Antw. Na dat men hen, in allerlei Schimpfchriften, vinnig gefmaad hadt, werdt Kornelis de Witt, Ruwaard van Putten, óqot Willem Tichelaar, Chirurgyn te Piershil, befchuldigd van eenen toeleg op 's Prinfen leeven ; waarop hy in hegtenis genomen, en eerlang veroordeeld werdt tot verlies van zyne ampten , en tot ballingfchap uit Holland en Weftfriefland. 5 Vraag. Waarom werdt hy niet zwaerder geftraft, zo hy fchuld hadt? Antw. Dat zyne fchuld niet beweezen geweeft is, blykt uit de Sententie zelve, die geene misdaad meldt. Ook kon een enkel getuige hem niet fchuldig doen verklaaren. Hy zelf hadt, fchoon zwaar gepynigd, niets bekend van 't gene hem te laft gelegd was : waarom de gedagten van veelen niet onge-' grond  Deel. HISTORIE VERKORT. 117 grond voorkomen, dat hy alleen om Staatkundige redenen veroordeeld geworden is. 6 Vraag. Wat volgde op deeze Sententie? Antw. De Raadpenfionaris, die, kort na 't vatten van zynen Broeder, zyn Ampthadt nedergelegd, en door de Staaten bedankt geworden was, begaf zig, terftond na 't uitfpreeken der Sententie, opSaturdagdentwintigften Auguftus, naar de gevangenpoort, om zynen Broeder af te haaien. Midlerwyl hadt Tichelaar 't graauw tegen de Broeders opgehitft. De Burgers van 's Graavenhaage, die de wagt voor de poort hielden , haalden , eerlang , de Broeders van boven, en fchooten en floegenze dood: waarna de lykennaar 't fchavot gefleept, aan de wip gehangen, en jammerlyk mishandeld werden. • XIV. Verandering der Regeeringe. Inval der Fran* Jchen in Holland. 1 Vraag. Hoe ging 't hierna met de Regeering in de Steden? Antw. 't Volk, in de meefte Steden van Holland, opgehitft tegen de Regenten , verwekte merkelyke opfchudding,- om welke te ftillen, ook des noods door 't ontflaan van eenige Regenten , behoudens derzelver goeden naam, de Prins van Oranje gemagtigd werdt, die terftond groote verandering maakte. In Zeeland, viel diergelyke verandering voor, omtrent den zelfden tyd. 2 Vraag. Op wat wyze, befchermde men zig ondertuffchen , in Holland , tegen de Franfchen ? Antw. 't Laage land was alomme onder H j wa-  u8 VADERLANDSCHE Derde water gezet, 't welk den vyand belette door te dringen; doch toen, in 't laatft van'tjaar, de Prins van Oranje met de meefte Rukery vertrokken was naar Charleroi, welk vrugteloos belegerd werdt, ondernamen de Franfchen eenen togt van Utrecht naar Holland, op welken togt de dorpen Zwammerdam en Bodegrave, die van de meefte ingezetenen verlaaten waren, voor 't grootfte gedeelte, aan kooien gelegd werden. 3 Vraag. Zyn 'er, by deeze gelegenheid, zo veele wreedheden gepleegd, als men, in verfcheide gedrukte boekjes, en onder andere in de bekende Franfche Tiranny verhaald vindt? Antw. Neen. De Schry vers hebben de dingen, tegen de waarheid , vergroot, om de Franfchen nog meer gehaat te maaken. In twee dorpen, die door de ingezetenen genoegzaam verlaaten waren, kon weinig gelegenheid zyn, tot het pleegen van fchandelyke wreedheden. Ook trokken de Franfchen, terftond na 't in brand fteeken der twee dorpen , wederom naar de Steden, daar zy in de winterkwartieren lagen, alzo het dooi-weder hen verhinderde zig langer inflollandop te houden. XV. ■ Aftogt der Franfchen. Maaftricht verhoren. i Vraag. Hoe ftondt het in Gelderland, Overyffel en Drente? Antw. De meefte magt der Franfchen was uit Gelderland getrokken naar 's Hertogenbofch, en voorts naar Wezel. Overyffel bleef  Deel. HISTORIE VERKORT. 119 bleef nog in de magt der Keulfchen en Munfterfchen. Doch de Vefting Koeverden in Drente werdt, voor 't einde des jaars, herwonnen. 2 Vraag. Wat bewoog de Franfchen tot den aftogt naar Wezel? / Antw. De optogt der Duitfche troepen , ten behoeve der Staaten; die zig onlangs met den Keizer en met den Keurvorft van Brandenburg verbonden hadden, hoewel de laatfte zig, kort hierna, verdroeg met Frankryk. 3 Vraag. Hoe liep de veldtogt des jaars 1Ö73 af? Antw. De Franfchen veroverden Maastricht : de Prins van Oranje herwon Naarden en Bon; welke laatfte overwin ft van zo veel gewigt was, dat de Franfchen beflooten, de overheerde gedeelten der Vereenigde Provinciën te ruimen, gelyk zy in dit en in 't volgende jaar deeden. De Munfterfchen verlieten ook eenige Plaatfen. Het deel, welk de Keizer en Spanje namen in den oorlog, was oorzaak, dat het tooneel des krygs buiten de Vereenigde Provinciën verplaatfl werdt. 4 Vraag. Wat viel 'er, in dit jaar, ter zee voor ? Antw. De Vloot der Staaten onder de Ruiter raakte, tweemaal in Juny, en eens in Auguftus, ilaags met de Vereenigde Franfche en Kngelfche Vlooten, en behaalde 'er geduuriglyk, en vooral de laatfte reize, groot voordeel op. XVI.  120 VA DER LA ND SC HE Derdk XVI. Vrede met Engeland, Keulen en Munjler. Hereeniging der drie Provinciën. 1 Vraag. Hoe ging't, ondertufTchen, met de Vredehandeling? Antw. Zy was , onder bemiddeling der Kroone van Zweeden, naar Keulen overgebragt. Doch men kon eikanderen niet verftaan. Midlerwyl, waren de Staaten met Karei den 11. in byzondere onderhandeling getreden : waaruit de Vrede met Groot-Britanje volgde, die den negentienden February des jaars 1674, geflooten werdt. Den tienden December des zelfden jaars, flooten Groot-Britanje en de Staaten ook een Verdrag van Zeevaart, waarby bepaald werdt, welke waaren vryelyk zouden mogen gevoerd worden naar vyandelyke Plaatfen. Voorts werdt'er de regel van vry fchip vry goed in vaftgefteld ; en in 't jaar 1675 , nader verklaard, dat, alseene der twee Mogendheden in oorlog was, de andere van de eene vyandelyke haven op de andere zou'mogen vaaren. De Vredehandeling te Keulen was, midlerwyl, afgebroken. 2 Vraag. Verdroegen zig de Staaten ook niet met den BifTchop van Munfter en met den Keurvorft van Keulen ? Antw. Ja. Met deneerften, den twee-entwintigften April; en met den tweeden, den elfden May des jaars 1674. 3 Vraag. Werden Gelderland, Utrecht en Overyffel nu niet wederom met de overige Provinciën vereenigd ? Antv>. Ja. 4 Vraag.  Deel. HISTORIE VERKORT, tzt 4 Vraag. Wat viel 'er voor, in den Veldtogt des jaars 1674.? Anti». De Bondgenooten raakten flaags met de Franfchen by Senef, op den negenden Auguftus, daar geene van beide de partyen op de overwinning roemen kon. Daarna veroverde zyne Hoogheid de Stad Graave. In Duitfchland en in Katalonie , diende het Krygsgeluk den Franfchen: en ter zee werdt weinig uitgevoerd. XVII. De opperjie magt van Gelderland Willem den III. aangebooden. Zweedfcbe Oorlog. Willem de III. trouwt. 1 Vraag. Op wat wyze zogten Ibmmigen den Prinfe van Oranje , ten deezen tyde , meerder gezags te doen opdraagen ? Antw. Zy bragten te wege, dat hem, in 't begin des jaars 1675, het Hertogdom Gelder en het Graaffchap Zutfen aangebooden werdt; welke aanbieding hy egter , ziende dat zulks in Holland en Zeeland niet fmaakte, van de hand wees. 2 Vraag. Hoe ging 't in den Veldtogt deezes jaars in de Spaanfche Nederlanden ? Antw. De Franfchen wonnen Limburg; de Bondgenooten Binch. 3 Vraag. Wat viel 'er elders voor? Antw. Zweeden vatte de wapenen op tegen Keur-Brandenburg, die zig op nieuws met de Staaten verbonden hadt: 't welk deezen bewoog, aan Zweeden den oorlog te verklaaren. In Duitfchland, fneuvelde de Hertog van Turenne, Maarfchalk van Frankryk. In Sicilië, werden verfcheide Plaatfen veroverd door  122 VADERLANDSCHE Derüz door de Franfchen. Doch in 't begin des jaars 1676, werdt de algemeene Vredehandeling, onder bemiddeling van Groot-Britanje , te Nieuwmegen aangevangen. 4 Vraag. Hoe ging 't ondertuffchen met den oorlog? Antw. De Spaanfche en Staatfche Vlooten lloegen met nadeel tegen de Franfche voor Palermo. De Ruiter hadt, in een voorig gevegt, eene wonde gekreegen , waaraan hy ftieif. Te lande behaalden de Franfchen ook eenige voordeelen. Zy wonnen-Condé, Bouchain en Aire. De Prins van Oranje belegerde Maaftricht vergeefs. 5 Vraag. Welk een' uitflag hadt de Veld' togt des jaars 1677? Antw. De Franfchen veroverden Valenchyn, Kameryk, S. Omer en S. Guilain; en wonnen den Slag by Mont-Kaflel. 6 Vraag. Wat viel 'er, in dit jaar, meer aanmerkelyks voor? Antw.. De Prins van Oranje trouwde de Engelfche Prinfeffe Maria, Dogter der Hertogs van Jork. 7 Vraag. Hoe ging 't midlerwyl met de Vredehandeling te iMieuwmegen? • Antw.. De Franfchen zogten de Staatfchen te beweegen tot een afzonderlyk Verdrag , waarnaar men eindelyk luifterde. XVIII. Nieuwmeegfche Vrede. Begin/els van nieuwen Oorlog. 1 Vraag. Wat viel 'er, in den veldtogt des jaars 1678, byzonders voor ? Antw. De Franfchen wonnen Gend, Ype. ren  Deel. HISTORIE VERKORT. 123 ren en Leeuwen, en belegerden Bergen in Henegouwen , by welke Stad, den veertienden Auguftus , een fcherp gevegt voorviel. Doch op den tienden was de Vrede te Nieuwmegen tuffchen Frankryk en de Staaten reeds geflooten. De Staaten werden daarby herfteld in 't bezit van Maaftricht, de eenige Stad van belang, die de Franfchen van hunne voorige veroveringen op de Staaten behouden hadden. De andere oorloogende Mogendheden verdroegen zig, eerlang, allen ook met eikanderen. 2 Vraag. Duurde de Vrede lang in Europa? Antiv. Neen. De Koningen van Frankryk en Groot - Britanje de Staaten vergeefs hebbende aangczogt tot een nieuw Verbond; begon Lodewyk den XIV. nieuwe eifchen te doen van Spanje; en toen 'er geen antwoord op kwam, naar zyn genoegen, deedt hy, in 't jaar 1681, Luxemburg blokkeeren. 3 Vraag. Wat deeden de Staaten, om zig tegen 't gevaar, welk hunne grenzen dreigde, te verzekeren ? Antw. Zy floegen den zelfden weg in, dien zy, in 'tjaar 1668, waren ingellaagen. Zy flooten een Verbond met Zweeden, waarin de Keizer, Spanje en andere Mogendheden naderhand traden. Ondertuffchen , zogten zy Frankryk en Spanje te beweegen tot verdrag. De blokkeering van Luxemburg werdt, in 'tjaar 1682 ,, opgebroken. 4 Vraag. Ondernamen de Franfchen niets verders in de Spaanfche Nederlanden? Antw. Zy deeden, in 'tjaar 1683, eenen inval in Vlaanderen, en bemagtigden verfcheide Steden: waarop de Staaten den Koning van Span-  ï24 VADERLANDSCHE Derde Spanje, met agtduizend man, onderfteunden. 5 Vraag. Wat deedt de Koning van Frankryk , terftond na deezen inval? Antw. Hy floeg eenige voorwaarden van Vrede voor, die hy verzogt, dat de Staaten Spanje wilden doen aanneemen. XIX. Twifl over de werving van ze/Iienduizend man. 1 Vraag. Hoe merkte de Prins van Oranje den inval in Vlaanderen aan ? Antw. Hy verftondt, dat de Staat daardoor in groot gevaar gefteld werdt , en deedt een voorflag van eene nieuwe werving van zeftienduizend man. 2 Vraag. Befloot men tot deeze werving ? Antw. Sommige Provinciën draalden met befluiten. In Holland, ftemde Amfterdam de werving plat af, 't welk veel ongenoegen verwekte tuffchen zyne Hoogheid en deeze Stad. 3 Vraag. Wat deedt de Prins om de werving door te zetten ? Antw. Hy deedt 'er, in Holland en in Zeeland, toe befluiten, by meerderheid van ftemmen; 't welk met de gewoonteftreedt. Doch Friefiand en Groningen en Ommelanden ftemden tegen de werving; nogtans waren 'er, naar 't begrip van zyne Hoogheid, ter algemeene Staatsvergaderinge, met de Hemmen van Gelderland, Utrecht en Overyffel, meer ftemmen voor dan tegen de werving. 4 Vraag. Hadt de werving dan voortgang? Antw. Neen. Zy bleef fteeken, ter oor- zaake der handelinge over een twintigjaarig Be-  Deel. HISTORIE VERKORT. 125 Beftand tuffchen de oorloogende Mogendheden , welk, door bewerking der Staaten, den vyftienden Auguftus des jaars 1684 j getekend werdt. XX. Aanleiding tct 's Prinfen togt naar Engeland. 1 Vraag. Wat gaf, federt, gelegenheid toe nieuwen oorlog? Antw. De voorgevallen verandering in Engeland, alwaar Koning Jakob de IL , Schoonvader des Prinfen van Oranje, het groottte gedeelte van 't Volk tot misnoegen verwekte , door zynen yver voor den Roomfchen Godsdienfi, van welken hy openbaare belydenis deedt. 2 Vraag. Op wat wyze, gaf deeze veran* dering aanleiding tot oorlog ? Antw. De Prins van Oranje hieldt de zyde der misnoegden; 't welk Jakob den II. zoongeruft maakte, dat hy, in 'tjaar ió86,iemant herwaards zondt om zyne Hoogheid tot andere gedagten te brengen: 't welk egter niet gelukken wilde. De Prins en de Prinfelfe zyne Gemaalin deeden, in 't volgende jaar, uit hunnen naam, verklaaren, dat zy 't bevorderen der Roomfchgezinden tot voorn aame Ampten in Engeland t'eenemaal afkeurden. 3 Vraag. Wat volgde op deeze verklaaring? Antw. De Prins werdt, in 'tjaar 1688, fterk aangezogt door de Engelfchen , om hen te komen verloffen van eene willekeurige en Roomfche Regeering; waartoe hy, eerlang, befloot. 4 Vraag. Wat verfterkteheminditbefluit? Antw. De tyding dat de Koningin van I Groot-  126 VADERLANDSCHE Derde Groot-Britanje van eenen Zoon verloftwas: 't welk veelen hier hielden verdigt te.zyn, om de Prinfes van Oranje van haar regt tot de Kroon te verfteeken. 5 Vraag. Op welken voet bereidde de Prins zig tot den Overtogt naar Engeland, zonder dat het voor eerft gemerkt werdt ? Antw. Een yerfchil over de verkiezing van eenen Aartsbiffchop van Keulen deedt de Staaten , op zyn voorflag , belluiterf om eenig Krygsvolk op de grenzen by een te trekken. Ook handelde hy met eenige Duitfehe Vorften, die aannamen den Staat,desnoods, eenige troepen by te zetten. 6 Vraag. Wat weg floeg men in, om de Staaten eindelyk te doen befluiten om den Prinfe eene Vloot en krygsvolk .te verleenen? Antw. Men vertoonde hun en 't gemeen, hoe groot een gevaar de Proteftantfche Godsdienfi Jiep in Engeland;'' Men fprak zelfs van eene cvereenkomfl tuffchen Lodewyk den XIV, Koning van Frankryk, en Jakob den II, •Koning van Groot-Britanje, om de Proteftantfche Leer alomme uitterooijen. Men beriep zig, ten bewyze hiervan, op de vervolging, die, federt-eenige jaaren, in Frankryk^ ontftaan was, en veele Gereformeerden herwaards gedreeven hadt. Al het welke zo groot eene gifting verwekte in de gemoederen, dat de Staaten, tegen 't einde van Ocfober des jaars 1688, openlyk verklaarden, dat zy beflooten hadden den Prins van Oranje te onderfteunen. XXI»  M.126. (hrrtoat -,-an ^-cnse. ^ü^mThen. III. naar (Skye&nè, V int jaar j£88. in tjaar lS97.   Deel. HISTORIE VERKORT, ia? XXI. Willem en Maria worden Koning en Koningin van Engeland. Oorlog met Frankryk. 1 Vraag. Wat gevolg hadt 's Prinfen onderneeming? Anti*. De Vloot , op welke hy zig bevondt, landde, na eenige tegenfpoeden, behouden in Torbai. Zo dra was hy niet aan land getreden , of veele aanzienlyke luiden voegden zig by hem. Hy trok voort naar Londen , en maakte het den Koning , eerlang , zo bang, dat hy de wyk nam naar Frankryk werwaards de Koningin, reeds te vooren, vertrokken was. De Prinfes van Oranje federt ook te Londen zynde aangekomen , werden de Prins en Prinfes beide tot Koning en Koningin van Groot-Britanje verheeven, in 't begin des jaars 1689. 2 Vraag. Wat invloed hadt deeze verandering op de gemeene ruft van Europa ? ■ Antw. Frankryk hadt den Staaten den oorlog reeds verklaard, in December des jaars 1688; en de vyandelykheden tegen den Keizer, al te vooren, begonnen. De wederzydfche Oorlogsverklaaringen van Frankryk en Spanje en van Groot-Britanje en Frankryk volgden hierop, en de oorlog ontftak feller dan te vooren alomme in Europa. In Augustus des jaars 1689, viel 'er een gevegt voor by Walcourt , waarin de Franfchen te kort fchooten. Rynberk, Ments, Bon en andere Plaatfen aan den Ryn werden door de Bondgenooten veroverd. 3 Vraag. Slooten de Staaten, omtrent deezen tyd, ook geene merkwaardige Verbonden? I 2 Antw.  *a8 VADERLANDSCHE Derde Antw. Ja. Zy flooten een Verbond met den Keizer, waarin ook andere Mogendheden traden, en welk federt het groot Verbond ge* noemd werdt. Ook flootenze een naauw Verbond mtt Willem den III., Koning van Groot - Britanje. . 4 Vraag. Gaf de verheffing van Willem den III. tot Koning den Staaten geene gelegenheid om eenige voordeden voor den Koophandel te bedingen in Engeland ? Antw. Zy deeden 'er hun beft toe: doch hunne poogingen waren vrugteloos. Koning Willem verklaarde, dat het hem onmogelyk was, de nadeelige AEte van 't Parlement, ten tyde van Kromwel gemaakt, te doen intrekken. XXII. Veld- en Zecjlagen van 1(590 en 1691. 1 Vraag. Wat uitflag hadt de Veldtogt in de Spaanfche Nederlanden, in't jaar 1690? Antw. De bondgenooten behaalden eerft «enig voordeel op de Franfchen, in 't gevegt by Namen, doch verlooren daarna den Slag by Fleury, die op den eerften July voorviel. 2 Vraag. Viel 'er ter Zee niets voor van belang ? Antw. Niets, dan de ongelukkige Slag by Bevefier, op den tienden der zelfde maand, waarin de Franfche Vloot de overwinning behaalde op de Vereenigde Engelfche en Staatfche Vlooten. 3 Vraag. _ Slaagden de Bondgenooten nergens gelukkig ? Antw. Koning Willem won , den elfden July, den Slag aan de Boyne in Ierland, en deedt Koning Jakob, die zich derwaards begeven  Deel. HISTORIE VERKORT. 129 ven hadt, naar Frankryk te rug keeren. Koning Willem, Ierland nu genoegzaam aan zig onderworpen hebbende, ftak, in 't volgende voorjaar, over naar Holland, om den Veldtogt in de Spaanfche Nederlanden by te woonen. 4 Vraag. Hoe ging 't in den Veldtogt des jaars 1691 ? Antw. De Franfchen veroverden Bergen in Henegouwen , en bombardeerden Luik. Doch Koning Willem kon hen, hoe zeer hy 't zogt, niet brengen tot het waagen van eenen Veldflag. Na dat hy 't Leger verlaaten hadt, viel 'er een gevegt by Leuze voor, tot nadeel der Bondgenooten. 5 Vraag. Gebeurde 'er iets byzonders op zee? Antw. De Franfchen veroverden en vernielden eenige Hollandfche Haringbuizen. Maar in 't volgende jaar, toen zy Koning Jakob met eene Vloot zogten over te voeren naar Engeland , raakten de Vereenigde Engelfche en Staatfche Vlooten met de Franfche Haags, op de hoogte van Kaap la'Hougue, en behaalden 'er eene volkomene overwinning op. XXIII. Veldtogten van 1692, 1693, 1694, en 1695. i Vraag. Hoe liep de veldtogt des jaars 1692 af? Antw. De Koning van Frankryk belegerde en veroverde Namen. Ook viel 'er een gevegt voor by Steenkerken , waarin Koning Willem groot gevaar zyns leevensliep, en ds 1 3 bond-  130 VADERLANDSCHE Derde bondgenooten genoodzaakt werden, het Slagveld te ruimen. 2 Vraag. Hoe ging 't, in den Veldtogt van J693? Antw. De Franfchen namen eenige zwakke Steden in Vlaanderen in. En de Bondgenooten verlooren, op den negen en twintiglten July, den Slag van Landen, waar in de Franfchen egter het meefte volk kwyt raakten. De Stad Charleroi werdt, kort hierna, veroverd door de Franfchen. In dit en in de drie volgende jaaren, werden eenige Franfche Zeefteden, door de Engelfche en Staatfche Vlooten, gebombardeerd. 3 Vraag. Wat uitflag hadt de Veldtogt des jaars 1694. ? Antw. De Franfchen ontweeken den flag dien de Bondgenooten zogten ; zo dat 'er', behalve de verovering van Huy door de laaiften, niets byzonders in verrigt werdt. < 4 Vraag. Was de Veldtogt van 't jaar 1Ó95 niet merkwaardiger? Antw. Ja. De Stad en 't Kafteel van Namen werden 'er in veroverd, door 't Leger der Bondgenooten, welk Koning Willem aan 't hoofd hadt. Doch in 't volgende jaar, kwamen beide de Legers in 't veld , zonder iet tegen eikanderen te onderneemen. XXIV. Ryswykfche Vrede. Verdragen van verdeeling der Spaanfche nalaatenfchap. 1 Vraag. Begon men eindelyk niet aan 't herftellen der Vrede te denken ? Antw. Men hadt 'er al eenigen tyd over gehandeld aan 't Zweedfche Hof, onder be- mid-  Deel. HISTORIE VERKORT. i3t middeling van welk, men eindelyk befloot, in 't begin des jaars 1697, te Ryswyk, niet verre van den Haage, by een te komen. 2 Vraag. Werdt de oorlog , midlerwyl , niet voortgezet? Antw. Ja. De Franfchen veroverden Aath in Henegouwen en Barcelona in Spanje. 3 Vraag. Werdt de Vrede niet getroffen ? Antw. frankryk toonde 'er zig genegener toe, dan men gedagt zou hebben. Zy werdt tuffchen dit Ryk en de Staaten geflooten, op den twintigflen September : en ten zelfden dage, en wat laater, ook tuffchen de andere oorloogende Mogendheden. 4 Vraag. Bleef de Vrede lang beftendig? Antw. Naauwlyks vier jaaren. 5 Vraag. Wat gaf gelegenheid, dat zy verbroken werdt? Antw. De dood van Karei den II., Koning van Spanje, op wiens nalaatenfchap de Huizen van Bourbon en Ooftenryk beide voorwendden regt te hebben. 6 Vraag. Was men, voor 't overlyden van Koning Karei, niet bedagt geweeft op middelen om den oorlog, dien men by zyn affterven te gemoet zag, te voorkomen? Antw. Ja. Op den elfden Oclober des jaars 1698, kwamen Frankryk, Groot-Britanje en de Staaten overeen, dat Spanje, in zulk een geval, aan den Keurprins van Beieren ^Napels en Sicilië aan den Daufyn, en Milaan aan den Aartshertoge Karei, tweeden Zoon des Keizers, zouden worden toegelegd. 7 Vraag. Waarom hieldt deeze overeenkomt! geen ftand ? Antw. De Keurprins van Beieren overleedt I 4 op  132 VA DER LA ND SC HE Derde op den zesden February i699: \ welk noodwendig verandering in het geflooten Verdrag maaken moeft. & 8 Vraag. Kwam men toen niet tot het fluiten van een nieuw Verdrag ? Antw. Ja. In Maart des jaars 1700, kwamen de zelfde drie Mogendheden overeen dat Napels en Sicilië aan den Daufyn, de' Kroon van Spanje aan den Aartshertogen/ zou worden aanbedeeld. XXV. Aanleiding tot den Oorlog om de Spaanfche Heerjchappy. 1 Vraag. Wanneer overleedt de Konin? van Spanje? 6 Antw. Op den eerften November des iaars 1700 J • 2 f™5' Fat Saf Selegenheid , dat het hieldt* g van Verdeelinge geenftand Antw. De Koning van Spanje hadt, kort voor zyn overlyden , alle zyne Staaten by feitament gemaakt aan Filips, Hertog van Anjou, tweeden Zoon des Daufyns; aan welk reltament men zig in Frankryk hieldt. 3 Vraag. Waarmede verdedigde men aldaar de afwyking van het Verdrag van Verdeehng? Antw. Men zeide „ dat dit Verdrag gefloo- " j6n uWaS °m °0rIo§ te voorkomen ; doch „ dat het, zo Frankryk 'er zig aan houden wil» de , onvermydelyk oorlog veroorzaaken „ zou; ten deele om dat de Keizer 'er nog „ meun bewilligd hadt, en ten deele omdat' >> 9e Spanjaards niet gedoogeu wilden dat de „ Heer-  Deel. HISTORIE VERKORT. 133 „ Heerfchappyen van hunnen overleeden Ko„ ning onder verfcheide Mogendheden ver,, deeld werden. 4 Vraag. Wat deden de Franfchen om Filips den V. te verzekeren van de Spaanfche Heerfchappyen ? Antw. Zy trokken in 't Hertogdom Milaan, en in de fterke Plaatfen der Spaanfche Nederlanden, die hun door den Landvoogd, den Keurvorft van Beieren, geopend werden. De Staatfche manfchap, die, na't fluiten der Ryswykfche Vrede , in eenigen deezer Plaatfen gelegd geweeft was, werdt genoodzaakt dezelven te ruimen. 5 Vraag. Wat deeden de Staaten om oorlog te voorkomen ? Antw. Zy zogten 't verfchil tuffchen de twee magtige huizen te bemiddelen by verdrag; doch toen dit ondoenlyk bleek, fterkten zy zig, in 't jaar _ 170.1, door verfcheide Verbonden, en bereidden zig ten oorloge: waartoe men, ook in Engeland, na dat Koning jakob de II. in Frankryk overleeden ,en de zogenaamde Prins van Walles , door Lodewyk den XIV. voor Koning erkend geworden was, de vereifchte toebereidfels maakte. XXVI. Willem de III. fierft. Staat der Regeeringe. 1 Vraag. Hadt Koning Willem deel in deezen oorlog? Antw. Hy beleefde zelfs den eerften Veldtogt niet; maar overleedt in zyn Paleis te Kenfington, den negentienden Maart des jaars 1702. Zyne Gemaalin, de Koningin Maria, was reeds in 'tjaar 1695, overleeden, waarom I 5 hy,  134 VADERLANDSCHE Derde hy, in Groot-Britanje, door haare Zufter,de Prinfes Anna, werdt opgevolgd; hebbende hy nooit kinderen gehad. 2 Vraag. Hoe ging het met de waardigheden , welken hy hier te Lande bekleed hadt ? Antw. Vyf Provinciën , Gelderland , Hol* land, Zeeland, Utrecht en Overyffel, verkooren, zonder Stadhouder te regeeren. In Friesland en in Groningen en Ommelanden, bleeven de Vorften uit den Huize van Naffau-Dietz de Stadhouderlyke waardigheid bekleeden. 3 Vraag. Ontftonden 'er, ter deezer gelegenheid, niet eenige binnenlandfche beroerten? Antw. In Gelderland, in Zeeland, in Utrecht en in Overyffel, werdt de gemeente gaande gemaakt tegen de Regenten, die door Koning Willem, als Stadhouder, waren aangefteld. Hieruit ontftonden , in de Steden der gemelde Provinciën, geweldige opfchuddingen, die in Zeefend, en vooral in Gelderland, lang duurden, en byna overal van ongewoone veranderingen in de Regeering gevolgd werden. In fommige Steden, zyn eenigen, die men aan oproerigheid fchuldig hieldt, met de dood geftraft geworden. XXVII. Krygsbedryven van de jaaren 1702 en 1703. 1 Vraag. Op wat wyze werdt de oorlog begonnen van der Staaten zyde? Antw. Zy verklaarden dien de eerften aan Frankryk en Spanje, op den tienden May des jaars 1702. 2 Vraag. Hoe liep de Veldtogt van dat jaar af? Antw. De Franfchen zogten, in Juny , Nieuw-  Deel. HISTORIE VERKORT. 135 Nieuwmegen te verraflen; doch hun toeleg mislukte. Maar in Duitfchland veroverden zy verfcheide Steden. Daartegen bemag. tigden de Bondgenooten Venlo, Stevenswaard , Roermonde en verfcheide Steden aan den Rynkant. 3 Vraag. Viel 'er niets merkwaardigs ter zee voor? Antw. De Vereenigde Engelfche en Staatfche Vlooten veroverden en vernielden dö Spaanfche Zilvervloot in Vigos. 4 Vraag. Welk een uitilag hadt de Veldtogt des jaars 1703? * Antw. De Bondgenooten veroverden verfcheide Steden in Duitfchland. De Franfchen behaalden aldaar ook eenige voordeelen. De Hertog van Marlborough, die over 't Leger der Bondgenooten geboodt, maakte zig meester van Bon. Rynberk en Gelder vielen den Pruiffifchen in handen. In de Spaanfche Nederlanden, werden der Franfchen Linien in Vlaanderen vermeefterd door de Bondgenoo-1 ten, die, naderhand, de Linien by Antwerpen zoekende aan te taften, te Ekeren in een' gevegt raakten, welk nadeelig voor hun uitviel. De Aartshertog Karei, voor Koning van Spanje verklaard zynde,, was, door de Vereenigde Engelfche en Staatfche Vloot, naar Lisbon geleid, daar hy in 't begin des yolgenden jaars aankwam. ^XVIII. Krygsbedryven van de jaaren 1704, 1705, 1706, 1707 en 1708. 1 Vraag. Wat viel 'er merkwaardigs voor, ïn den Veldtogt des jaars 1704? Antw.  i36 VADERLANDSCHE Derde Antw. De kryg werdt toen fterkft gevoerd aan den Donauw, daar de Bondgenooten, op den dertienden Auguftus, den vermaarden Slag by Hochftet wonnen tegen dè Franfchen en Beierfchen: waarna een groot getal van Steden aan hun overging. 2 Vraag. Werdt 'er, ter zee, ook iet byzonders verrigt ? Antw. De Vereenigde Engelfche en Staatfche Vlooten onder lieoke en Kallenberg raakten, op den zelfden dertienden Auguftus , voor Mallaga met de Franfche Vloot in een gevegt, welk door den' nagt gefcheiden werdt. 3 Vraag. Hoe liep de Veldtogt des jaars 3705 af? Antw. In Brabant, werden de Franfche Linien overweldigd: in Spanje, werdt Barcelona gewonnen door de Bondgenooten. Dit was 't voornaamfte, welk dit jaar verrigt werdt. 4 Vraag. Wat viel 'er merkwaardigs voor, in den Veldtogt des jaars 1706? Antw. De Slag by Ramillies in Brabant, op den drie en twintigften May, in welken de Bondgenooten het Leger der Franfchen geheellyk overwonnen: waarna gantfeh Brabant en Vlaanderen zig aan hun onderwierp. 5 Vraag. Hoe ging 't in den Veldtogt des jaars 1707? Antw. In de Spaanfche Nederlanden, viel niets voor. 6 Vraag. Werdt 'er ter zee niets ondernomen ? Antw. De Vereenigde Engelfche en Staatfche Vlooten zogten zig van Toulon meefter te maaken,methulp des Hertogs van Savoje: doch deeze toeleg mislukte. 7 Vraag.  Deel. HISTORIE VER K ORT. 137 7 Vraag. Wat gebeurde 'er in den Veld togt des jaars 1708? Antw. De Bondgenooten wonnen, den elfden July, den Slag by Oudenaarden, en veroverden daarna Ryffel, Gend, Brugge en andere Plaatfen. ; XXIX. Vredehandeling. Veldtogt en der jaaren 1709 en 1710. 1 Vraag. Dagt men, ondertuffchen, niet aan 't herftellen der Vrede? Amw. Hier toe waren, van de zyde der Franfchen , reeds in 't jaar 1705 , openingen gedaan, en daarop eene heimelyke onderhandeling begonnen tuffchen hen en de Staatfchen , die, eerft in 'tjaar 1709, openlyk werdt voortgezet. De Franfchen deeden voordeelige aanbiedingen. Doch de Engelfchen en Staatfchen vorderden nog meer. In 't jaar 171 o, tradt men te Geertruidenberg in gefprek, zonder eikanderen te konnen veritaan, waar op de handeling afgebroken werdt. 2 Vraag. Hoe was 't ondertuffchen gegaan in den Veldtogt des jaars 1709? Antw. De Bondgenooten wonnen Doornik en Bergen in Henegouwen; en behielden 't veld, in den bloedigen Slag by Malplaquet, op den elfden September. 3 Vraag. Welk eenen uitflag hadt de Veldtogt des jaars 1710? Antw. Douai, Bethune, S. Venant en Aire werden veroverd door de Bondgenooten. Doch in Spanje liep hun het krygsgeluk tegen. Zy verboren aldaar den Slag by Villa Viciofa, 't welk Koning Karei een groot getal  138 VADËRLANDSCHE Derde tal van Spaanfche Steden deedt verliezen , welken alle de zyde koe-zen van Koning Filips. ö XXX. Verandering in Engeland. Prins Joan Willém Frifo verdrinkt. x Vraag. Wat deedt, behalve deezen fiag, den Staat der zaaken federt ten nadeele der Bondgenooten veranderen? Antw. Hier toe liepen verfcheide dingen famen, en in 't byzondèr deezen twee. Anna,Koningin van Groot-Britanje, hadt, in 't jaar 1710 , eenige nieuwe Staatsdienaars aangefteld , die fterker tot vrede en tot handeling met Frankryk neigden, dan de voorgaanden. 2. Koning Karei werdt, in 't jaar 1711, tot Keizer verheeven : 't welk fommigen der Bondgenooten deedt vermoeden,dat hy'veelligt te magtig zou worden , als hy te gelyk de Spaanfche heerfchappyen bezat : waarom zy zyne party zo fterk niet voorftonden, als zy te vooren gedaan hadden. 2 Vraag. Hoe ging 't, ondertuffchen, in den Veldtogt des jaars 1711 ? Antw. De Bondgenooten veroverden Bouchain. Doch kort te vooren, op den veertienden July, was PrinsJoAN Willem Friso, Stadhouder van Friefland, Groningen en Drente, zig uit het Leger willende begeeven naar den Haage, in het overvaaren naar het Stryenfchë Sas , ongelukkiglyk verdronken. De Prinfes zyne Gemaalin, 'beviel , op den eerften September daarna, van een Zoon,die Willem Karel Hendrik Friso ge« naamd werdt, en in 't jaar 1747, Stadhouder van  fr^—^Zl - 31.138 aZM,-eaitfiAe 'Vrede, jKs/oeten in. tjaar z^j.   Deel. HISTORIE VERKORT. 139 van alle de Vereenigde Provinciën geworden is. XXXI. Veldtogt des jaars 1712. Utrechtfche Vrede. 1 Vraag. Welk gebruik maakten de Franfchen van de verandering, die in Engeland was voorgevallen? Antw. Zy zogten de nieuwe Staatsdienaars der Koninginne aan tot handeling, door aanbieding van byzondere voordeden aan de Koninginne en aan 't Ryk, waardoor zy 't, eindely k, zo ver bragten, dat men in Engeland bewilligde in het Franfch Ontwerp eener algemeene Vrede, over welke men , in 't begin des jaars i7i2,openlyk begon te handelen, te Utrecht. 2 Vraag. Hoe liep het af, in den Veldtogt des jaars 1712 ? Antw. De Koningin van Groot-Britanje hadt den Hertog van Marlborough afgedankt, en 't bewind over haar Leger gegeven aan den Hertoge van Ormond, die, in 't eerft,zwaarigheid maakte, om iet tegen de Franfchen te onderneemen, en zig, naderhand,geheellyk afzonderde van de Bondgenooten, die, Quesnoi veroverd hebbende, by Denain geflaagen werden door de Franfchen, waarna deezen Douai, Quesnoi, Bouchain en andere Plaatfen herwonnen. 3 Vraag. Wat gevolgen hadt het gedrag der Engelfchen verder? Antw. Het maakte dat de Franfchen, te Utrecht, te fterker ftonden op de voorwaarden der algemeene Vrede, in hun Ontwerp vervat; waarin, na dat de Engelfchen dezelven had-  140 VADERLANDSCHE Derde hadden aangenomen, de Staaten eerlangook. wel bewilligen moeiten. De Engelfchen bepaalden eindelyk den elfden April des jaars 1713, tot het tekenen der Vrede, en op deezen dag flooten zy, Portugal, Pruiffen, Savoje en de Staaten, met den Koning van Frankryk. 4 Vraag. Wat bedongen de Staaten by de Utrechtfche Vrede van Frankryk? Antw. Een voordeelig Verdrag van Koophandel; de opperfte magt over een gedeelte van het Overkwartier van Gelderland, en een gedeelte der Spaanfche Nederlanden ten behoeve van Keizer Karei den VI., met wien zy, in 'tjaar 1715, by het Traftaat van Barrière overeenkwamen, wegens het houderi van bezetting in eenige fterke Plaatfen dier Nederlanden, welken federt aan 't Huis van Ooftenryk kwamen, en Ooftenrykfcbe Nederlanden genoemd werden. In 'tjaar 1714, hadt Frankryk zig verdraagen met den Keizer en 'c Ryk. Ook flooten de Staaten toen met Filips den V., Koning van Spanje , tuffchen wien en den Keizer, tot nog toe, geen Verdrag geflooten was. XXXII. Veranderingen in Engeland en Frankryk. Drievoudig Verbond. 1 Vraag. Welke verandering viel 'er, in 't jaar 1714, in Engeland voor? Antw. Koningin Anna ftierf den twaalfden Auguftus, en werdt door Georgeden I., Keurvorft van Kanover, opgevolgd; tegen wiens Regeering een opftand verwekt werdt, die de Staaten bewoog om hem, in 't volgende jaar,  Deel. HISTORIE VERKORT. 141 jaar zesduizend man ter hulpe toe te zenden. De opftand werdt, in 'tjaar 1716, gelukkig]yk gedempt. 2 Vraag. Wat gebeurde 'er merkwaardigs in Frankryk, in 'tjaar 1715 ? Antw. De Koning, Lodewyk de XIV., overleedt op den eerften September , en werdt, door zynen Agterkleinzoon, Lodewyk den XV., een kind van nog geene zes jaaren , opgevolgd, terwyl de Hertog van Orleans 'c Ryk als Regent beftierde. 3 Vraag. Wat invloed hadt de minderjarigheid des Konings van Frankryk op den ftaat van Europa? Antw. De Hertog-Regent, die, zo de Koning zonder mannelyke nakomelingen overleedt , en zo de Koning van Spanje, die van zyn regt tot de Kroon van Frankryk afftand gedaan hadt, geene nieuwe aanfpraak op dezelve maakte, het naafte regt tot deeze Kroone hadt, was verpligt, goede vriendfchap te onderhouden met den Koning van Groot-Britanje en met de Staaten der Vereenigde Provinciën , waaruit de beftendigheid der Vrede gehoopt werdt. 4 Vraag. Waar uit bleek deeze gezindheid des Hertogs van Orleans allereerft? Antw. Uit den voorflag van een Verbond tuffchen Frankryk, Groot-Britanje en de Staaten, 't welk ftrekken zou tot handhaavinge der tegenwoordige Regeeringe van de twee Ryken, en der bezittingen van de drie Mogendheden. 5 Vraag. Werdt deeze voorflag omhelsd? Antw. De Staaten luifterden 'er naar, en George de I. floot, in 'tjaar 171C, eenVerK bond  i42 VADERLANDSCHE Derde bond van onderlinge befcherming met den Keizer, 't welk de Regeering van Frankryk bewoog om nog voordeeliger voorflagen te doen dan te vooren. 6 Vraag. Wat volgde hier uit ten raatfle ? Antw. Het fluiten der Tripte Alliantie of des drievoudigen Verbonds, tuffchen Frankryk, Groot-Britanje en de Staaten, op den vierden January des jaars 1717. 7 Vraag. Wat hadden de Staaten byzonders bedongen by dit Verbond ? Antw. De handhaaving in hun regt om bezetting te houden in de Ooftenrykfche Nederlanden ; den titel van Heog Mogende Heeren, dien het Franfche Hof hun tot nog toe niet gegeven hadt, en dat hunne Ambaffadeurs, voortaan, in Frankryk, gehandeld werden, op gelyken voet als die van Venetië: 't weik federt ook gefchied is. XXXIII. Alberonis onderneemingen. Viervoudig Verbond. 1 Vraag. Bleef de Vrede in Europa lang bcftendig ? Antw. Neen. De Kardinaal Alberoni fpoorde het Hof van Spanje aan om de wapenen wederom op te vatten tegen den Keizer; en ten zelfden tyde eenen oplïand te verwekken en te voeden in Frankryk en in Schotland. 2 Vraag. Wat gevolg hadden de onderneemingen der Spanjaarden ? Antw. Zy overmeefterden Sardinië, in 't, jaar 1717, en een gedeelte van Sicilië, in 'c jaar 17 iS. 3 Vraag.  Deel. HISTORIE VERKORT. 143 3 Vraag. Wat deedt de Keizer om zig te. gen Spanje te fterken? Antw. Hy floot, den tweeden Auguftus des jaars 1718, een Verdrag te Londen met Frankryk en Groot-Britanje, waarin ook de Staaten zouden konnen treeden, waarom het federt de Qnadruple Alliantie of het viervoudig Verbond, en ook wel het Verdrag van Londen genoemd werdt. 4 Vraag. Welk was het oogmerk van dit Verdrag ? Antw. De voorwaarden van Vrede tuffchen den Keizer en den Koning van Spanje en tusfchen den Keizer en den Koning van Sicilië, Hertog van Savoje, werden 'erin geregeld, en voorts de middelen beraamd, om die voorwaarden te doen naarkomen. 5 Vraag. Welken waren de voornaamften van deeze voorwaarden ? Antw. Den oudften Zoon der tegenwoordige Koninginne van Spanje , Don Carlos, werdt van da opvolging in Toskane , Parma en Piacenza verzekerd, ten welken einde, men zesduizend Zwitfers in die Hertogdommen leggen zou. De Koning van Sicilië zou Sardinië voor Sicilië, welk aan den Keizer blyven zou, verwiflelen, en regt van opvolging hebben tot de Kroon van Spanje, zo Filips de V. zonder nakomelingen overleedt. 6 Vraag. Traden de Staaten in dit Verbond? Antw. Neen. Zy ftelden 't zo languit, dat het, door verandering der omftandigheden , eind-'lyk, nodeloos werdt. 7 Vraag. Waarom namen zy 't niet aan ? Antw. Zy vreesden , dat het oorlog verwekken zou, zo lang Spanje 'er buiten bles- K 2 ve;  144 VADERLANDSCHE Derde ve ; en zy hadden groote reden om fchuw van oorlog te zyn hebbende den laatflen, fchoon zeer voorfpoedig gevoerd, hun veel gelds en volks gekoft, en weinig voordeels aangebragt. XXXIV. Uitjlag der Spaanfche onderneemmgen. 1 Vraag. Hoe liep de toeleg van het Spaanfche Hof in in Schotland af? Antw. Geheel vrugteloos, fchoon de Spanjaarden aldaar nog eene landing ondernamen, en zulks de Staaten bewoog om Koning George, in 't jaar 1719, wederom eenigen onderftand in manfchap en krygsbehoeften toe . te zenden. 2 Vraag. Hoedanig Haagden de Spanjaarden in Frankryk ? Antw. Hun heimelyk oogmerk werdt aldaar by tyds ontdekt, waarop Frankryk Spanje den oorlog verklaarde; met een Leger in Spanje viel , en verfcheide Steden veroverde. De Engelfchen, die den Keizer met eene Vloot onderfteunden, behaalden ook eenige voordeden in Sicilië. 3 Vraag. Wat was 't gevolg van deeze krygsbedryven ? Antw. Spanje nam het Verdrag van Londen aan, welk de Koning van Sardinië reeds te vooren aangenomen hadt ; waarop eene Byeenkomfl te Kameryk vaftgefteld werdt, om de gefchillen tuffchen de oorloogende Mogendheden te vereffenen. Terwyl deeze Byeenkomfl: duurde , flooten Frankryk en Spanje en Spanje en Groot-Britanje eene byzondere Vrede, in 't jaar 1721: waarby, onder  Deel. HISTORIE VERKORT, 145 der anderen, bedongen werdt, dat Spanje zesduizend Spanjaards in Toskane, Parma en Piacenza zou mogen leggen, in de plaats van de zesduizend Zwitfers , waarvan het Verdrag van Londen melding maakte. Doch dit punt werdt geheim gehouden, om den Keizer niet te ftooten. XXXV. Aktiehandel. Prins fVillem Karei Henrik Frifo wordt Stadhouder van twee Provinciën. 1 Vraag. Wat viel 'er midlerwyl voor, in de Vereenigde Provinciën? Antw. De windhandel in Aktien, of aandeden in Maatfchappyen van Koophandel en Scheepvaart, welken men voorgaf te willen opregten , maakte aldaar veelgerugts, in'tjaar 1720; doch verliep in korten tyd t'eenesnaal. 2 Vraag Wat verandering kwam 'er inde Regeering van eenige Provinciën? Antw. De jonge Erfftadhouder van Friesland, Prins Willem Karei Henrik Frifo , werdt niet alleen, in 't jaar 1718, tot Stadhouder van Groningen en Ommelanden, en in'tjaar 1722, tot Stadhouder van Drente aangefteld: maar de Staaten van Gelderland verkooren zyne Hoogheid, in 'tlaatftgemeldejaar, ook tot Stadhouder van hunne Provincie, hoewel op zeer bepaalde voorwaarden. XXXVI. Oofiendefche Maatfchappy. Weener-Verdrag. van 17 25. Byeenkomfl te Kameryk. 1 Vraag. Wat gebeurde'er, omtrent deezen tyd, 't welk den Staat byna in eenen nieuwen oorlog inwikkelde? K 3 Antw.  146* VADERLANDS CHE Derde Antw. De Keizer verleende , op 't einde des jaars 17,2 a, Octroi tot de opregting eener Ooftindifche Maatfchappye te Ooftende in Vlaanderen , 't welk de Staaten hielden te ftryden met de Munfterfche Vrede en andere Verdragen; waarom de Koning van GrootBritanje en zy alle moeite aanwendden , om dit Oftroi wederom te doen intrekken. 2 Vraag. Welk een uitflag hadden hunne poogingen ? Antw. Zy fcheenen, in 't eerft, geheel vrugteloos te zullen zyn, alzo de Keizer zig, door 't aanzien van Spanje, zogt te doenhandhaaven in 't regt om uit de Ooftenrykfche Nederlanden te vaaren op Ooltindie; ten welken einde hy, in 'tjaar 1724, in afzonderlyke onderhandeling tradt met het Spaanfche Hof. 3 Vraag. Toonde het Spaanfche Hof eenige neiging om den Keizer zo veel dienlt te doen ? Antw. Het kwam 'er zelfs geheellyk toe; in 'tjaar 1725, een Verdrag van Vrede, een Verbond van onderlinge befcherming, en een Verdrag van Koophandel te Weenen fluitende met den Keizer, by welk laatfte aan de Ooftendefche Maatfchappy dezelfde voorregten in de Indien werden toegeftaan, die aan de ingezetenen der Vereenigde l'rovincien, door de Koningen van Spanje, voorheen, waren toegeftaan geweeft. 4 Vraag. Hoe ging het met de Byeenkomfl te Kameryk, na het fluiten der Weener Verdragen? ylntw. Zy hadt tot hiertoe geduurd zonder dat 'er iet van belang op verrigt was; doch werdt nu terftond afgebroken. XXXVII.  Deel. HISTORIE VERKORT. 147 XXXVII. Verbond van Hanover. Vrede met Algiers. 1 Vraag. Wat deedt men, vandezydevan Groot-Britanje en de Staaten , om de nadeelige gevolgen van het Weener- Verdrag van Koophandel te voorkomen? Antw. George de I. floot, den derden September 1725, het Verbond van Hanover, voor den tyd van vyftien jaaren, met Frankryk en Pruiffen; waarby de drie Mogendheden zig onder anderen verbonden , om eikanders regten en bezittingen, byzonderljk zulken, die opzigt op den Koophandel, beide in en buiten Europa, hadden, te zullen handha ave n. 2 Vraag. Traden de Staaten niet in die Verbond ? Antw. Ja : doch niet voor den negenden Auguftus des jaars 1726; by de Akte hunner aanneeminge, uitdrukkelyk bedingende, dat de Ooftenrykfche Nederlanders van het regt tot de Vaart op de Indien zouden blyven uitgeflooten. 3 Vraag. Gebeurde 'er, in 't zelfde jaar 172Ó, niet nog iet van belang voor den Staat? Antw. De Vrede met Algiers werdt, na eenen Oorlog van verfcheide jaaren, geflooten op den agtften September. XXXVIII. Voorafgaande Vredepunten. Byeenkomfl te Soiffons. Verdrag van Seville. 1 Vraag. Wat gevolgen hadt het fluiten der Verdragen van Weenen en Hanover, in 't jaar 1727 ? K 4 Antw.  148 VADERLANDSCHE Derde Antw. De Bondgenooten van wederzydc begonden zig te wapenen , en handelden , aan verfcheide Hoven, om vrienden te winnen. Rusland tradt in 't Weener, en Zweeden in 't Hanoverfch Verbond Alles fchikte zig tot eenen algemeenen oorlog, die, van de zyde van Spanje, met het beleg van Gibraltar, welk de Engelfchen bezaten, begonnen werdt, toen, door bewerking van den Kardinaal de Eleury, eerften Staatsdienaar des Konings van Frankryk, eenige voorafgaande punten tot de Vrede getekend werden, 2 Vraag. Wat werdt in dezelven beraamd , met opzigt op de OoflendefcheMaatfchappy? Antw. Dat dezelve zeven jaaren opgefcho'rt zou worden, en dat men, ondertuffchen, "op eene Byeenkomfl:, aan eene algemeene bevrediging zou arbeiden. 3 Vraag. Waar en wanneer werdt deeze Byeenkomfl aangevangen ? Antw.-Te Soiffons, in 'tjaar 1728. 4 Vraag. Hoe liep deeze Byeenkomll af? Antw. Zy duurde, gelyk die vanKameryk, eenen geruimen tyd, zonder dat 'er iet geflooten werdt, en eindigde ten laatften ook in een byzonder Verdrag, tuffchen Frankryk, Spanje en Groot Britanje, welk, in November des jaars i->20, te Seville getekend werdt. De Staaten traden'er, kort daarna, in, en bedongen, dat de drie .Mogendheden zig verbonden , om de geheele vernietiging der Qoflendefche Maatfchappye te wege te brengen, waartegen zy beloofden , tot de overvoering der zesduizend Spanjaarden naar Italië, twee Oorlogsfchepen en een Bataillon te zullen leveren. 5 Vraag.  Deel. HISTORIE VERKORT. 149 5 Vraag. Gefchiedde deeze overvoering fpoedig? Antw. Het Hof van Spanje drong 'er fterk op: doch de Mogendheden, die in 't Verdrag van Seville getreden waren , ftelden 't, van tyd tot tyd, uit, bedugt dat het gelegenheid geeven mogt tot eenen oorlog in Italië, alwaar de Keizer, in 't jaar 1730, volk en krygsbehoeften begon te verzamelen. XXXIX. Verdrag van Weenen van 't jaar 1731. 1 Vraag Hoe gedroegen zig Frankryk , Groot-Britanje en de Staaten, midlerwyl, aan het Weener-Hof? Antw. Zy drongen aldaar fterk op bewilliging in 't gene by 't Verdrag van Seville beraamd was. Doch hunne poogingen waren vergeefs, zo lang zy niet goedvonden , de handhaaving der- Pragmatike Santïie, zynde de fchikking, die de Keizer op de opvolging in zyne Staaten gemaakt hadt, op zig te neemen. GeorgedelL, Koning van Groot-Britanje, was de eerfte, die zig hiertoe liet over-haaien, en den zeftienden Maart des jaars 173 r, het Verdrag van Weenen iloot, waarby hy deeze handhaaving, en de Keizer den inhoud van het Verdrag van Seville aannam. 2 Vraag. Volgde toen, eindelyk, het overvoeren der Spanjaarden naar Italië ? Antw. Ja. 't Gefchiedde in Oclober des gemelden jaars. De infant Don Carlos werdt, kort hier na, als Hertog van Parma en Piacenza, en als toekomenden Groot Hertog van Toskane, in Italië ontvangen. K S 3 Vraag.  ISO VADERLANDSCHE Derde 3 Vraag. Traden de Staaten ook in't WeeDer-Verdrag ? Antw Ja. Doch niet voor den twintigften February des jaars 1732, alzo 'er nog eenige punten te bedingen waren, over welken men niet eerder eens werdt. Met hunne aanneeming van het Weener-Verdrag , werdt de Ooftendefche Maatfchappy aangemerkt als vernietigd. XL Oorlog om ie Poolfcbe Kroon. Huwelyk van den Prinfe van Oranje. 1 Vraag. Hoe werdt het fluiten van het Weener-Verdrag aangezien aan de Hoven van Frankryk en Spanje? Antw. Men nam het zeer kwalyk, om dat 'er de handhaaving der Pragmatike Sanctie by beloofd was. Ook gaf het aanleiding, dat Frankryk zig te eerder ftak in den oorlog om de Poolfche Kroon, die, in 'tjaar 1733, ontflondt , en waarin de Keizer de zyde van Koning Auguftus den III. hieldt, en Frankryk die van Koning Stanijlaus. 2 Vraag. Staken de Staaten zig ook in deezen oorlog? Antw. Neen. Zy werden 'er van den Keizer fterk toe aangezogt: Frankryk vermaande hen, daarentegen, om ftil te zitten. Zy beflooten tot het laatfte, mids Frankryk zigverbonde, om de Ooftenrykfche Nederlanden niet aan te taften. Lodewyk de XV. beloofde dit, by eene overeenkom!! van den vier en twintigften November des jaars 1733, die in allen deele naargekomen werdt. De Koningen  Deel. HISTORIE VERKORT, ist gen van Spanje en Sardinië ftaken zig in den oorlog tegen den Keizer. 3 Praag. Wat viel'er, geduurende deezen oorlog, merkwaardigs voor, betrekkelyk tot deezen Staat? Antw. Willem Karei Henrik Frifo, Prins van Oranje en Naffau en Stadhouder van drie Provinciën , tradt, den vyf en twintigften Maart 1734, in 't Huwelyk met Anna, KroonprinfeJJe van Groot-Britanje. XLI. Vrede tuffchen den Keizer en Frankryk. 1 Vraag. Werdt 'er, midlerwyl, niet gearbeid aan de herfteliing der Vrede ? Antw. De Koning van Groot-Britanje en de Staaten leverden, ten dien einde, in 'tjaar 1735, een ontwerp over, welk den Keizer niet kwalyk behaagde; doch door den Koning van Frankryk en deszelfs Bondgenooten werdt afgekeurd. De Keizer tradt, federt, in eene byzondere onderhandeling met het Franfche Hof, en in Oftober des gemelden jaars, werden de voorafgaande punten der Vrede tusfchenden Keizer en Frankryk getekend. Spanje en Sardinië namenze, kort daarna, aan. Doch Groot-Britanje en de Staaten, fchoon des ernftelyk verzogt, weigerden dezelven te handhaaven. 2, Vraag. Hoe lang liep het aan, eer 'er, tuffchen den Keizer en Frankryk, een eindelyk Verdrag van Vrede geflooten werdt ? Antw. Tot den agttienden November des jaars 1738, wanneer het te Weenen werdt getekend. 3 Vraag. Welke veranderingen kwamen'er, door  i5a VADERLAN DSCHE Derde door dit Verdrag, en door de voorafgaande punten, die reeds ten deele waren uitgevoerd , in den Staat van Europa ? Antw. Don Carlos werdt Koning van Napels en Sicilië, en ftondt daar tegen Parma en Piacenza af aan den Keizer. Auguftus de III. bleef Koning van Poolen, en Staniflaus, die van de Poolfche Kroon afftondt, bekwam het Hertogdom van Lotharingen, welk, na zynen dood, aan de Kroone van Frankryk komen zou; waartegen Franpois den I1L, Hertoge van Lotharingen, die met's Keizers oudfte Dochter gehuwd was, het Groot-Hertogdom Toskane werdt toegelegd. Voorts nam de Koning van Frankryk de handhaaving der Pragmatike Sanctie op zig. De Koningen van Spanje, Sardinië en de beide Sicilien traden, eerlang, in dit Verdrag van Vrede. XLII. Oorlog tuffchen Spanje en Groot-Britanje. Oorlog om de Ooftenrykfche nalaatenfchap. 1 Vraag. Was de ruft in Europa hiermede volkomenlyk herfteld? Antw. Het gedrag der Spaanfche Oorlogsfchepen in de Weftindien hadt eenig misnoegen verwekt in Engeland en hier te Lande, tegen het Spaanfche Hof, welk van dat gevolg was, dat 'er, in 'tjaar 1739, een openbaare oorlog uit ontflondt, tuffchen Spanje en Groot-Britanje. De Staaten werden van de, Engelfchen fterk aangezogt, om 'er zig in te fteeken, Doch alzo zy van 't Hof van Spanje eenige voldoening ontvingen, verkooren zy de Vrede, en hielden zig onzydig. 2 Vraag. Was deeze onzydigheid niet voor- dee-  Deel. HISTORIE VERKORT. 153 deelig voor hunne Scheepvaart en Koophandel? Antw. Ongetwyffeld : en te meer, om dat zy het Verdrag van Koophandel met Frankryk , welk in 't jaar 1713 , voor vyf en twintig jaaren geflooten was, op den een en twintigften December des jaars 1739, wederom voor vyf en twintig jaaren vernieuwd hadden. Doch de Engelfchen, gelyk altoos, jaloers over de Scheepvaart hunner nabuuren, belemmerden den handel op Frankryk en Spanje geweldiglyk, zonder zig te houden aan het Verdrag van Zeevaart, welk, in 'tjaar 1674, geflooten, en federt dikwils bekragtigd geworden was. Ook bragt de verandering, die in 't volgende jaar voorviel, te wege, dat Frankryk zelf, eerlang, het geflooten Verdrag van Koophandel in meer dan één opzigt bepaalde. 3 Vraag. Welke was deeze verandering ? Antw. De dood van Keizer Karei de VI. die, op den twintigften Oclober des jaars 1740' voorviel. 4 Vraag. Wat vólgde op deezen dood? Antw. Verfcheide Vorften maakten aan- fpraak op 's Keizers nalaatenfchap, die by de Pragmatike Sanclie geheel aan zyne oudfte Dogter, de Aartshertoginne Maria Therejia, toegeweezen was. 5 Vraag. Welke waren deeze Vorften ? Antw. De Koningen van Spanje en Sardinië , en de Keurvorften van Saxen, Beieren en Brandenburg. 6 Vraag. Wie bediende zig 't eerft van de wapenen, om zynen eifch te doen gelden ? Antw. De Koning van Pruiflen, als Keurvorft van Brandenburg; die, voorgeevende ge-  154 VADERLANDSC HE Derdê geregtigd te zyn tot een gedeelte van Silezie, in December, in dit Hertogdom viel, en zig van verfcheide Steden meefter maakte. De oorlog tegen 's Keizers erfdogter, die zig terftond voor Koninginne van Hongarye en Boheeme hadt doen uitroepen , werdt eerlang algemeen. Het Franfche Hof hieldt de zyde der Keurvorften, en bragt te wege, dat de Keurvorft van Beieren , in 't begin des jaars 1742, onder den naam van Karei den VII., tot Keizer verkooren werdt. XLIII. Gedrag der Staaten, in deeze oorlogen. 1 Vraag. Hoe gedroegen zig de Staaten ? Antw. Zy zogten de Vrede tuffchen de Koningin van Hongarye en den Koning van Pruiffen te herftellen. Zy onderfteunden de Koningin met geld, en beflooten tot het aanwerven van meerder Krygsvolk. 2 Vraag. Werdt'er geene Vrede gemaakt, tuffchen de Koningin van Hongarye en den Koning van Pruiffen ? Antw. Ja: dit gelukte eindelyk na denflag by Czaflau, dien de Koning van Pruiffen gewonnen hadt. De Vrede werdt, den agt en twintigften July 174.2, te Breslaw getekend. By dezelve werdt het grootfte gedeelte van Silezie aan den Koning van Pruiffen afgeftaan. Met dé meefte andere Vorften, die door Frankryk geholpen werden, bleef de Koningin van Hongarye egter nog in oorlog. Met den Koning van Sardinië, hadt zy zig al vroeger verdraagen. 3 Vraag. Werdt 'er, ondertvffchen, niet ge-  Deel. HISTORIE VERKORT. 155 gewerkt, om de Staaten deel te doen neemen in den kryg ? Anti» Het Engelfche Hof deedt hiertoe zeer zyn beft. Frankryk boodt, daarentegen, den Staaten een Verdrag van Onzydigheid aan, gelyk de Koning van Groot-Britanje ook met opzigt op zyne Dukfche Heerlykheden geflooten hadt. Doch de meefte Provinciën beflooten , in 't begin des jaars 1743, zig dieper te fteeken in den oorlog, en de Koningin van Hongarye met twintig duizend man te onderfleunen. XLIV. De Franfchen veroveren verfcheide Plaatfen, door Staat/eb Krygsvolk bezet. 1 Vraag. Wat gevolg hadt dit hun belluit? Anti». Het verwekte veel ongenoegen aan 't Franfche Hof, daar men verftondt, datde Staaten niet verpügt waren tot zulk een onderftand: 't welk eenige Leden van den Staat ook geoordeeld hadden. Ondertuffchen, hadt de Koningin van Hongarye ook met den Koning van Poolen, Keurvorft van Saxen, de Vrede weeten te fluiten. De flag van Dettingen , dien zy gewonnen hadt, bragt haare zaaken in zulk een voordeeligen flaat , dat zy in Duitfchland haaft geene vyanden meer fcheen te zullen hebben. Doch in'tjaar 1744 veranderde dit gunftig vooruitzigt t'eenemaal. 2 Vraag. Wat was hier van de oorzaak? Anti» Het Franfche Hof, eerft onder de hand eene onderneeming op Groot-Britanje begunftigd. hebbende, die de Staaten deedt befluiten om Koning George den IJ. met Schepen en Volkte onderfieunen, verklaarde daarna  156 VADERLANDS CHE Derdê na den oorlog aan Groot-Britanje, en wat laater ook aan de Koninginne van Hongrye. 3 Vraag. Wat volgde op deeze Oorlogsverklaring ? Antw. De Franfchen veroverden eenige Plaatfen in de Ooftenrykfche Nederlanden , waarin Staatfche bezetting lag, in gevolge van het Verdrag van Barrière van denjaare 1715. XLV. De Staaten fieeken zig meer dan te vooren in den oorlog. 1 Vraag. Welk belluit namen de Staaten op de tyding deezer veroveringen ? Antw. Zy beflooten de Koningin van Hongarye met nog twintig duizend man te onderfteunen. 2 Vraag. Wat deedt het Franfche Hof, in deeze omftandigheden ? Antw. Het floeg den Staaten wederom een Verdrag van Onzydigheid voor , welk wederom van de hand geweezen werdt. 3 Vraag. Werden de krygsbedryven der Franfchen, dit jaar , niet verder voortgezet in de Ooftenrykfche Nederlanden ? . Antw. Neen. 4 Vraag- Wat was hiervan de reden? Antw. De togt van het Ooftenrykfche Leger onder Prins Karei van Lotharingen over den Ryn; die de Franfchen noodzaakte, hét grootfte gedeelte hunner Krygsmagt uit de Ooftenrykfche Nederlanden te voeren naar den Ryn kant. 5 Vraag. Hieldt het Prins Karei lang over den byn? Antw.. Neen. De Koning van Pruiffen, be- floo-  Deel. HISTORIE VERKORT. 15? flooten hebbende Keizer Karei den VII. met hulptroepen te onderfteunen, deedt hem te rug keeren over den ftroom, waarna hy het Pruisfifch Leger verdreef uit Boheeme , en Opper Silezie herwon. 6, Vraag. Wat volgde hier op ? Antw, Het Verbond van Warfchauw tusfchen de Koninginne van Hongarye, den Koning van Groot-Britanje, den Koning van Poolen,als Keurvorft van Saxen, en de Staaten der Vereenigde Provinciën, welk, den agtften January des jaars 174 5,geflooten werdt. 7. Vraag. Wat meer? Antw. De Keizer ftierf, de Koningin van Hongarye verdroeg zig te Fueffen met zynen Zoon den Keurvorft van Beieren , en haar Gemaal, de Groot.Hertog van Toskane, werdt, onder den naam van Franciscus den ƒ, tot Keizer verheeven. De Koning van GrootBritanje kwam te Hanover met den Koning van Pruiffen overeen, wegens de voorwaarden, op welken de laatfte zig zou laaten bevredigen met de Koninginne van Hongarye, en met den Keurvorft van Saxen. De voorfpoed der Pruiffifche wapenen noodzaakte de twee laatftgemelde Mogendheden, om in deeze voorwaarden te bewilligen, waaruit de Vrede van Dresden ontflondt, die, den vyf en twintigften December des jaars 174 5, getékend werdt. XL VI. Krygsbedryven in de Oojlenry'kfcbe Nederlanden, in de jaaren 1745 en 1746. 1 Vraag Wat was 'er ondertuffchen in de Oofle;>rykfche Nederlanden voorgevallen? Antw. De Franfchen hadden , in April, L Door-  158 VADERLANDSCHE Derdë Doornik belegerd, welke Stad met het Kasteel , na dat de Bondgenooten den elfden May den Slag by Fontenoi verlooren hadden, aan hun overging. Zy veroverden daarna nog verfcheide andere Steden, in Vlaanderen en Henegouwen. 2 Vraag. Liep het den Franfchen alomme mede? Antw. Neen. De opftand, dien zy in GrootBritanje verwekt hadden, werdt, onder anderen met Staatfche hulpe, gelukkiglyk gedempt. Ook wonnen de Engelfchen hun het Eiland van Kaap-Breton in Noord-Amerika af. 3 Vraag. Wélk een uitflag hadt de Veldtogt des jaars 1746? Antw. De Franfchen, Bruffel in 't holft van den Winter veroverd hebbende, floegen den Staaten op nieuws een verdrag van Onzydigheid voor, en maakten zig, toen dit afgeweezen was, van gantfeh Ooftenrykfch Brabant: meefter. Bergen in Henegouwen , Charleroi en Namen werden ook door hen veroverd. Eindelyk , behielden zy het Slagveld in 't fcherp gevegt by Raucoux in Luikerland, welk den tienden O&ober voorviel. XLVII. De Franfchen vallen in Staatfch Vlaanderen. Willem de IV., Prins van Oranje, wordt Stadhouder van alle de Provinciën. 1 Vraag. Was men, midlerwyl, niet verdagt geweeft op het herftellen der Vrede ? Antw.Op den voorflag van 't Franfche Hof, werdt hierover gehandeld te Breda. Doch deeze handeling liep vrugteloos af. 2 Vraag. Op wat wyze, werdt de oorlog voortgezet, in 'tjaar 1747? AntWk,  -Bi. ixS. ïU)oo&&ed ->tm. (J^rinse* ^yu^em- Óen, IV.   Deel. HISTORIE VERKORT. i$9 Antw. De Koning van Frankryk, nu genoegzaam alle de Ooftenrykfche Nederlanden bemagtigd hebbende, verklaarde den Staaten, op den zeventienden April, dat hy hunnen bodem niet langer ontzien zou. Ten zelfden dage , vielen zyne troepen in Staatfch Vlaanderen, en bemagtigden , binnen korten tyd, de meefte fterke Plaatfen in het zelve. 3 Vraag. Welk eene uitwerking hadt deezen inval, in Zeeland? Antw. De burgery in verfcheide Steden vorderde dat de Regeering Willem Karel Henrik Friso, Prins van Oranje, die reeds Stadhouder van drie Provinciën was, ook aanftelde tot Stadhouder van Zeeland: Ook werdt zyne Hoogheid, den vyf en twintigften April, te Veere, en daarna in de andere Steden uitgeroepen, en voorts Staatswyze aangefteld, tot Stadhouder Kapitein-Generaal en Admiraal van Zeeland. 4 Vraag. Volgde men het voorbeeld van Zeeland ook in de drie andere Provinciën, die geenen Stadhouder hadden? Antw. Ja: en wel eerft in Holland. Te Rotterdam, werdt de Prins , den negen en twintigften April, tot Stadhouder uitgeroepen- Op dien dag en eenige volgenden ook in de andere Steden: waarop de aanflelling der Staaten, den derden May, volgde. De Staaten van Utrecht en Overyffel verhieven den Prins, tot dezelfde waardigheden, en de Staaten Generaal ftelden hem aan tot Kapiteinen Admiraal-Generaal over de gantfche Krygsmagt der Vereenigde Provinciën. Alle deeze waardigheden werden , wat laater, erfelyk verklaard in 's Prinfen mannelyke, en in een gedeelte zyner vrouwelyke nakomelingfchap, L % XLVIII.  ióo VADERLANDSCHE Derde XLVIII. Verdere Krygsbedryven van de jaaren 1747 en 1748. 1 Vraag. Hoe ging 't, ondertuffchen, mee den Veldtogt? Antw. De Franfchen, den Slag by Lafeld, op den tweeden July, gewonnen hebbende, floegen 't beleg voor Bergen op Zoom, welk, agt weeken felbefchooten en gebombardeerd geweeft zynde, op den zeftienden September , by verraffing, ingenomen werdt. ; 2 Vraag. Wat deeden de Bondgenooten om zig te frerken tegen de overmagt van Frankryk? Antw. Groot-Britanje en de Staaten flooten , eindelyk , een verdrag met Rusland, waarby dit Ryk zig verbondt tot het leveren van zeven en dertig duizend man hulptroepen , die eerlang optrokken. 3 Vraag. Wat gevolg hadt deeze optogt? Antw. Men kwam overeen om ie Aken van vrede te handelen. 4 Vraag. Werden de krygsbedryven ondertuffchen niet voortgezet, in 'tjaar 1748? Antw. Ja. De Franfchen floegen 't beleg voor Maaftricht,en namen de Stad in by verdrag , na dat de voorafgaande punten tot de Vrede , op den dertigften April, getekend waren Ondertuffchen, hielden alle andere vyandelykheden alomme op , na dat deeze punten waren getroffen. XLIX. Geboorte des Graaven van Buuren. Binnen- landfche beroerte. Akenfcbe Vrede. 1 Vraag. Wat was 'er omtrent deezen tyd nog merkwaardigs gebeurd? Antw*  Deel, HISTORIE VERKORT, iffi Anti». De Prinfes van Oranje was, den agtften Maart, bevallen van eenen Graaf van Buuren, die Willem genoemd werdt. 2 Vraag. Hadden de Provinciën, na 't ophouden der vyandelykheden , ook ruft van binnen ? Antw. Neen. Het volk was, op veele Plaatfen , al in 't voorleeden jaar, oproerig geweeft , ongewoone dingen begeerende van de Regenten, en in verfcheide Provinciën, en in de voornaamfte Steden van Holland, jammerlyke plonderingen aanregtende; waar door de Regenten, eindelyk, zo wars werden gemaakt van de Regeering, dat zy, in Holland , bewilligden in eene Refolutie der Staaten, waarby zyne Hoogheid , de PrinsErf-Stadhouder, gemagtigd werdt, om de Regeering alomme te veranderen, gelyk in dit en in 't volgende jaar gefchiedde. De ontflaagen Regenten werden egter verklaard, door hun ontflag, niets in hunne eer en goeden naam geleeden te hebben. 3 Vraag. Hoe ftondt het met de Vredehandelinge? Antw. De Vrede werdt , den agttienden Oêtober des jaars 1748, te Aken getekend. Frankryk ftondt, by dezelve, af, van alle zyne overwinningen, en de Staaten werden in 't bezit der verlooren Steden en Plaatfen herfteld. L. Dood van Prinfe Willem denIV. Zyn Zoon. Prins Willem de V. volgt hem op. 1 Vraag. Leefde zyne Hoogheid nog lang, na 't fluiten deezer Vrede ? L 3 Antw.  i6z VADERL. HIST. Derde Deel, Antv). Omtrent drie jaaren. Hy was, na eene zwaare ziekte in den Zomer des jaars 1748, zwakker geweeft dan naar gewoonte. Die zwakheid nam toe in den zomer des jaars 1751; waarom hem geraaden werdt, de wateren te Aken te gebruiken. Doch kort na zyne terugkomft , verhief zig de ziekte zo fchielyk en geweldig, dat de Prins op den twee en twintigftenOctober overleedt,in den ouderdom van veertig jaaren en twee en vyftig dagen, Zyne Hoogheid heeft, behalven eenen Zoon , Prins Willem , eene Dogter, de Prinfes Carolina, nagelaaten, die den agt en twintigften February des jaars 1743 ter weeïeld gekomen was. 2 Vraag. Wie is zyne Hoogheid in de waardigheden van Stadhouder, Kapitein- en Admiraal-Generaal opgevolgd? Anti». Zyn Zoon Prins Willem de V, onder de Voogdyfchap van deszelfs Vrouwe Moeder, haare Koningklyke Hoogheid Anna, Prinfeffe Gouvernante 3. Vraag. Heeft de Staat, na de Akenfche Vrede, op nieuws deel genomen in den oor« log, die federt tuffchen verfcheide Mogendheden ontdoken is ?■ Anti». Neen. Tot op den tyd dat wy dit fchryven, heeft de Staat vrede met alle de nabuuren, die wy wenfchen dat lang ongeftoord blyven mag.  De VADERLANDSCHE HISTORIE, waar van dit Boekje een Kort Begrip is, vervat de Gefchiedeniflen der Vereenigde Nederlanden, inzonderheid die van Holland, van de vroegfte Tyden af; uit de Geloofwaardigste Schryvers en egte Gedenkftukken famengefteld. Met veele Konftplaaten, Landkaarten en keurlyke Portraiten van de Doorlugtigfte Mannen in het Vaderland opgehelderd. In groot 8V0. 21 Deelen. Het I. Deel begint met de Aankomft der Batavieren hier te Lande , en gaat tot Keizer Karel den Grooten, in'tjaar 800 II. — tot de Dood van Willem II. iajö III tot op Hertog Filips — 1442 IV. — tot de Kamerykfche Vrede, — 1529 V. tot de Overdr. aan Filips II, 1555 VI. — tot het Ontzet van Leiden 1574 VII tot de Dood van Pr. Will. I. — 1584 VIII tot de Overdr. aan Izabella —1598 IX. — tot het twaalfjaarig Beftand —1609 X. — tot de Dood van Pr. Maurits — 1625 XI.—tot op de Munfterfche Vrede 1648 XII tot de Vrede in 't Noorden — 1660 XIII. — tot de Verh. van Pr. Will. HL — 167a XIV. — tot de Nieuwmeegfche Vrede —1678 XV. — tot de VerhefF. van Willem III. tot Kon. van Groot Britannie ■—1689 XVI. — tot de Ryswykfche Vrede — 1697 XVII. — tot de Utrechtfche Vrede 1713 XVIII. — tot het Verdrag van Siville — 1719 XIX. — tot de Vrede van Dresden 1745 XX tot de Dood van Pr. Will. V. — 1751 XXI. — is het Regifter over het gautfche Werk.