01 1049 60+9 UB AMSTERDAM   STOLPERTUS, O F DE JONGE ARTZ, BY HET KRANKBED. Door eenen Patriotfchen Paltzer. Uit het Hoogduitsch vertaald door eenen Vriend van zyn Vaderland. fericulofum; judicium difficile. H(ipp; Aphor; I. Te A M S T E R D A M, by LODEWYK. van ES9 in de Kalverftraat. M D C C X C.  Animus latus bene Medicinam facitj fpiritus autem jraSlus exficcat os/a. [Of, zaakeljjk:] Een makker, vrolijk, BLIJ gemoed, Maakt Pil en Drank en Poeier goed', Maar is de geest gansch ntêrgeboogen, Het merg zal in V gebeeni verdroogen ! R: M.  INHOUD. Van de moeielykheid om de Ziekten te kennen en te geneezen. . Bladz. i. De verfcheidenheid der Geitellen. . 7. Het bedrog van de dubbelzinnige tekenen der Ziekten. ... 25. Over het te. vroeg of te traag gebruik der Geneesmiddelen. . . 37, Van het gebrek der nodige kennis, in de Materies Medica. ... 50. De verzwakking der Geneesmiddelen, door eene leevenswyze, die ftrydig is mee den aart der Ziekten. . . . 56. De bedriegeryen van de ingebeelde geneeskundige Vrouwen, Scherprechters, en Piskykers. . ... 62. De Confultatiën van jonge Doftoren met bejaarde Medebroederen. . . 70. Het noodlot van een' jonge Doftor, by langduurige Ziekten. . . 79. De belooning der Doftoren, na de Ziekte. 33. Apotheek voor de Schoone Sexe. . 95. Verteerende of ontbindende Middelen. 100. Braak-  INHOUD. Braakmiddelen. . « Bladz. 102. Laxeermiddelen; . . . 103. Purgeermiddelen. . . . 106. Zweetdryvende Middelen, . . 110. Pisdryvende Middelen. . • 113. Speekfeldryvende Middelen. . 117. Verfterkende en zamentrekkende Middelen. 120. Zenuw- en Hartverfterkende Middelen. 124. Krampftillende en Slaapmaakende Middelen. 128, VOOR-  VOORREDE VAN DEN VERTAALER. Dt jonge Artz by het Krankbedl Wat verfchillende aandoeningen zal dit Opfchrift veröorzaaken! — Ha! (zegt er „ e'én) wat zou ik met dit Werk doen? „ Het is alleen gefchikt voor Geneeskun- u digen.' " «ik moet het hebben „ (zegt een ander); 't zal zekerlyk een „ Paskwil zyn op de Doftoren, Molière en anderen hebben er nog niet genoeg „ van gezegd; zy verdienen het wel. Wat is immers hunne Kunst een raad/el!... ,, Tréffen zy de ziekte, het is goed: maar „ heeft het tegendeel plaats, de aarde be„ dekt hunne misdagen; en de lyder heeft „ altyd ongelyk. Hy heeft de orders van „ den Doctor niet naauwkeurig in acht „ genoomen. En kan men hem daar niet „ vanbefchuldigen, zoo vindt men andere „ uitvlugten!" — Maar gy hebt het niet aan 't rechte eind;gy Spotter'.Want indien gy * dit  IV VOORREDE. dit Werkje met den naam van een Paskwil durft benoemen (>t welk het nochtans niet is ), dan zal het echter geen Paskwil kunnen fchynen met betrekking op de Geneesheeren, maar misfchien eenigzins met betrekking op U, die door de buitenfpoorigheid en toomeloosheid uwer driften, endoor uwe Zwelgeryen, uwe gezondheid benadeelende, met al uw ongeloof en uwe wantrouwigheid aangaande de zekerheid der Geneeskunde, verheugd zyt, een' DoÖor te vinden, die de gevolgen van uw wangedrag wil verhelpen, en u uit den poel redden, daar gy u-zelven vryWülig in gedompeld hebt. Hieruit ziet men dan, dat dit Werk, juist niet alleen voor lieden van de Kunst, gefchikt is; hoewel deezen er vooral veel nut uit haaien kunnen: voornaamelyk jonge Doolaren, die hunne eerfte flappen in deeze moeielyke loopbaan doen. Onze Schryver ontvouwt hun op eene aangenaame en niet 'min leerzaame wyze, verfcheidene Zwaarigheden, die zy in deeze hunne bezigheden ontmoeten zullen, hy wapent hen tegen de verwaandheid en den hoog. moed, die dikwyls de gevolgen zyn van een gelukkig begin; door hun onder het oog  VOORREDE. V oog te brengen, hoe weinig er noodig is, om hunne ingebeelde geleerdheid te misleiden , en hunnen grooten Naam in ééns te doen vatten. Hoewel onze Schryver al een. goed getal Zwaarigheden oppert, zoo koomt my, echter voor, dat hy er nog twéé vergeeten heeft. De éérfte is, dat fommige 'Heelmeesters zich verfhouten, Inwendige Ziekten te behandelen, zonder de noodzaakelyke kennis daartoe te hebben! waardoor de lyders, na fomtyds al vry lang door eene kwaade en verkeerde behandeling opgehouden en verzuimd te zyn geweest, eindelyk hunne toevlugt tot den Artz moeten neemen; die alsdan méér moeite heeft, om de misflagen, door Onkunde begaan, te herfiellen , en de werking van de flechtgepaste middelen aftekeeren, dan hy zou gehad hebben, om de ziekte (indien de lyder, in plaats van zich in onkundige handen overtegceven, by hém gekoomen ware ), van den beginne af aan, te geneezen. De voorbeelden hiervan zyn al te veelvuldig, dan dat men noodig heeft fterker op deeze waarheid aantedringen. De twééde zwaarigheid, die nietmin gewigtig en ten uitersten beklaaglyk is, is de onkundigheid, de ontrouw, de inhaaligheid cn de verwaand-  VI VOORREDE. waandheid van fommige Apotheekers. Hierdoor wordt de Doftor misleid, en loopt gevaar, van zynen goeden naam te verliezen; inmiddels dat de lyder het ongelukkig fla^tóffer wordt van deeze ondeugden. Hier vindt men er, die zich geleerder achtende dan de Dottoren, verwaand genoeg zyn, om het éene middel aan het ander te fubflitueeren; voorwendende, dat. het toch middelen van dezelfde ClasJis zyn. Daar vindt men er, die, door inhaaligheid, oude verdroogde middelen opkoopen, en dezelven hunnen Patiënten toeduvven ; onderwyl dat anderen, uit éénen t'ot en uit ééneFlesch, alle hunne lyders voorzien. Het koomt er (zoo *c fchynt) niet op aan, of de lyder fterft! dat is voor des Dottors reekëning; als zylieden maar hunne beurzen opvullen, en zich met het bloed der burgeren verryken. Deeze eerlooze menfchen verdienden tot affchrikvan anderen, ten toon gefield te worden; indien het welzyn van hunne vrouwen en kin ierendaarniet mede verknoch: ware. en men niet te veel toegeevendheid omtrent hen gebruikte.... Men vindt er ook nóg-al van een andere foort; die evenwel wat minder gevaarlyk zyn. Deezen maatigen zich het recht aan, om bedil-  VOORREDE. VII dillaars van de Voorfchriften der Doctoren te zyn! — en durven, ( zonder de omftandigheden te weeten , waarin de lyder zich bevindt), valfche gevolgen trekken, uit hunne manier van voorfchryven. Is het Voorfchrift op eene eenvoudige wyze, dan zegt men: Ja, zyn kundigheden ftrekken zich niet verder uit; hy is een Beuling l Wat kan zulk een Drankje voor werking doen1?—Dat is u immers evenveel, Heer berisper! gy trekt er toch uw geld voor. Maar weet gy niet, dat een Doctor zich dikwyls in de noodzaakelykheid bevindt, iets te moeten voorfchryven om zyne lyders te voldoen,die hem fchielyk zouden bedanken, indien hy vermetel genoeg ware,hunftaande te houden, dat zy gezond zyn en geene middelen noodig hebben ? Is het dan niet beter iets voortefchryven dat noch goed noch kwaad doet, dan deezen wispeltuurigen menfchen zóódanig - iets voortefchryven, 't welk hunne inbeelding bevestigen en hunne gezondheid benadee- len kan ? Dit alles, zy evenwel, maar in betrekking tot fommige Apotheekeren gezegd; want men vindt er ook zulken, wier kundigheid, eerlykheid, oprechtigheid, en menschlievendheid, de grootfte achting waardig zyn. Doch om weder tot  VIII VOORREDE. tot onzen Schryver te koomen, zoo kan men zeggen, dat dit zyn Werk, voor alle menfchen gefchikt is; zoowel voor Doctoren als voor byzondere perfoonen. Gelukkig voor de Maatfchappy , indien alle de Werken die gefchikt fchynen om een' ieder' Burger aangaande zyne gezondheid voortelichten , op dezelfde wyze ingericht waren ! Dan zouden de menfchen (in plaats van zich zéiven te willen geneezen, en de heilzaamite middelen door onkundigheid in vergiften te veranderen) zich leeren toeleggen, om langs de wegen die de Natuur zélf aanwyst , te waaken voor hunne gezondheid, en zich veelal aan de noodzaakelykheid onttrekken, om hunne toevlugt tot den Artz te moeten neemen. Gelukkig dan nog zy, die niettegenfraande alle hunne voorzorgen , met eenige ongefteldheid worftelende, zulke Do&oren aantreffen, die eenvoudig in hunne wyze van voorfchryven, den raad en de manier van onzen Schryver volgen, en niets, dan het welzyn hunner lyderen be- hartigen! Indien dit Werkje eenig nut aan de Maatfchappy toebrengt, en gefmaakt wordt, zoo zal ik ten uiterften voldaan zyn. — Vaart wél!  Öpdragt van den Hoogduitfchen Schryver. Den H o o g-W el g e b o o r e n e N> Hoog-Edelgeboorenen, e n Hoog-Geëerden; mynen gelukkig - verzorgden, ter goeder uur gejlorven', eertyds kranken Vrienden en Weldoeneren. Gelukkig-Verzorgden! Elyzeeïsche Schimmen! Ik heb langen tyd in beraad gefiaanl of ik aan eenen Lyfmedicus met eené fraaie gepoederde paruik, aan eenen ryken Apotheeker, of aan eenen af* beidzaamen Doodgraaver dit Geleefde Voortbrengjel opdraagen * wildét  ii O P D R A G T. wilde. De éérste Mecenas zou misfchien wel, als hy eenige bladzyden geleezen had, het Werkje in den dfgefégenften Ipoek van zyne beftofte Bi•bliotbeek geworpen ; maar nochtans ten Hove, van hetzelve met lof gefprooken hebben: de twééde , door deeze eerbetuiging opgeblaazen, zou de Nieuwejaarsgift met een Suikerbrood en venlgc ftukken Storax vermeerderd hebben ; en de derde, zou my na mynen dood , voor de helft van 't gewoon e geld, hebben willen begraavcn; de^y1 toch natuurlyker wyze, de êêne vriendfehap de andere waardig is. Doch naardien myne inzichten zonder eigenbaat zyn, en alleenlyk het wel zyn van eerstbeginnende DoCloren, en van hen, die het geluk of ongeluk hebben in Jjunne handen te vallen, ten oogmerk hebben; zoo zy aan U, GelukkigVerzorgden , dit Werkje, als een feeken van myne oprechte dankbaar-  O P D R A G T. in baarheid aangebooden? Gy lieden waart by uw leeven zoo goed, My uw Lichaam en Gezondheid toe te vertrouwen: en de kwaadfpreekende weereld zei de by uw afJl erven, — dat IK u door myne Kunst, van 't heven beroofd en tot den dood gebragt had! Ik laat u zélf onderzoeken, of men my naar waarheid, met eene zoo onmenfchelyke daad befchuldigen kan. Doch ook tot nu toe, is er van udleden nog niet één wedergekoomen, die door zyne toe/lemming, de kwaadfpreekendheid van Booze Tongen tot myn nadeel onderfleund heeft. Zoo luidruchtig als de waanwyze Vrouwkens over myne geneeswyze fchreeuwden, even zoo Jlilzwygend laagt gylieden op den kraakenden Jlroozak; en uw ftiU zwygen maakte de lastertongen deezer geneeskundige Heldinnen en hoogaaiu zienlyke Lapzaheresfen, befchaamd. U-Heden zy daarvoor by zonder lyk> * 2 dit  4v Ö P D R A G T. dit Werkje opgedraagen > Gelukkige Schimmen! —i Geniet met eenen volkoomenen wellust, de rust, die door geene lichaameïyke gebreken me ér geftoord wordt; en blyft altoos f dé ftilzwygcnde goede Vrienden $ van tkveh, doör de Erfgenaamen fpaarzaam - beloonden , en nochtans dankbaaren, eertyds geiveezen' DocTOk.  STOLPERTUS, O F DE JONGE AR.TZ, B Y HET KRANKBED. EERSTE AFDEELING, Van de moeielykheid om de Ziekten te kennen en te geneezen. JjjK. kan my nog naauwlyks van lachen onthouden, als ik my dat tydftip herinner , op hetwelk de herfcheppende flera van mynen Hooggeleerden Meefter, my in eene publieke gehoorzaal < op eene zeer deftige en geleerde wyze, onder het doofmaakend geluid van fchelle trompetten en raazende pauken, in eenen verbaazenden Geleerden Man..« , in eeA nei*  ( 2 ) nen Dotior veranderde! Op dat oogenblik zag ik alle de ziekten voor myne wonderwerkende pen fidderen, en voor de fchim van myne Dottoraale Geleerdheid, als vreesachtige nachtüilen weder in hunne holen keeren. Zoo verwaand was de langöorige bewooner van Arkadiëri) onder den leeuwenhuid verborgen. Reeds zag hy de vreesachtige nederigheid der onderdaanige dieren met verontwaardiging aan, toen een looze Vos aan de uitkruipende oorlappen zyne laage geboorte ontdekte, en met verachting, zyne ingebeelde trotsheid, tot dat hy fchaamrood werd, befpottede. My gebeurde ook hetzelfde ongeval; want terftond in den aanvang van myne geleerde bezigheden, kwam er een doortrapte Rotkoorts, welke met eenen bedrieglyken pols en natuurlyke pis, myne gewaande wysheid booslyk misleidde, en kort daarna den in rouwgewaad gekleeden Begraafnisbedienaar, ten mynen huyze zond. De eerlyke Man klopte geweldig met eene zeer eerbiedige vuist aan myne kamerdeur , en begon reeds eer hy inde kamer was, den voet naar achteren te trekken, en zynen tot buigingen gewoo- nen  ( 3 ) Ben 'ruggegraat in de bogt te zetten. Hy fprak met eene holle item zonder te ftameren, „ De bedroefde Erfgenaa„ men van den zalig geftorven' N. N. „ zenden hier de treurige fieraaden » der laatfte eerbewyzingen , (hy reik» te my een Floers en een paar witte t> Handfchoenen over) en verzoeken » U Ed. Hooggebooren' op het nedèrigfte ,' „ de Lykftaatfie van uwen gelukkigen „ herftelden door uwe tegenwoordig „ heid te verëeren: Zy zullen (ging hy „ voort) voor deeze aan hun beweezene „ eer en vriendfchap, den hemel ern» ftig bidden, dat hy U Hoogëdel-Geï, booren' van foortgelyke droevige ge„ vallen gunftig bewaare". Wat een kleur kwam er op myne anders uit de natuur bleeke wangen f Ik Hamerde een nietsbeduidend tegen-compliment uit; en voelde leevendig , hoe zich de warme bloedbolletjes in de groote vaten draaiende losmaakten, en in de fynfte hairvaatjes van de oppervlakte ongehinderd vloeiden. Ik vreesde by dit vernederend begin, den fmaad van de knorrige Mede - Collega's, welke op den óndergang van den naam der jonge ArtA' z zen ,'  (4) zen, hunne eigene verwelkte lauwerkranfen zoeken te doen hergroenen. Intusfchen klopte my het hart op eene verbaazende wyze; ik was ten minfte agt lange dagen en zooveele flaapelooze nachten, het flagtöffer van de fchaamte en van eene aanhoudende onrust, omdat myn voorzegging my in deeze bedrieglyke ziekte zoo verre gemist had, niet tegenftaande ik de Koorts met zes of zeven Syllogismi begroet, en, met de grootfte ftoutmoedigheid, gelyk de lysters in de wyngaar- den , op mynen lyder was losggegaan Nu, hy zy en blyve dan in de eeuwige rust! — Deezen had ik vooreerst op de lyst van myne gelukkige herftelden; en nu begon ik te gelooven, dat het helaas! een groot onderfcheid is, op het ziekbed of in de boeken, de lyders te geneezen. Om mynen Leezer verftaanbaar en nuttig te zyn, zal ik eenen jongen Artz (S t o lpertus zal zyn naam weezen) van het Tooneel, op hetwelk hem voor zyne zwaare onkosten de Dot~toraate Kap gegeeven werd, by het ziekbed brengen : daar zullen wy openhartig zonder geheimen, zonder bedrieglyke achterhouding, zonder onnutte redenen, met eene Hippg- cra-  ( 5 ) tratifche zedigheid, door waare menfchenliefde aangepord, zonder geleerde twistgedingen, zonder eene voor den lyder fchadelyke eigenzinnigheid, blyven zitten, en zooveel het de kraehten van ons beöeffend doorzicht toelaaten, alle de zwaarigheden ontvouwen, welke eenen jongen Artz in de eerlie jaaren van zyne geleerde oeffeningen voorkooraen, of die by hem, of by de hem toevertrouwde lyders, de genoeglyke hoop van herftelling vernietigen. Wy zullen met het onderzoek van alle de weezenlyke omftandigheden der oorzaaken van de ziekten ons niet haaften; en als wy by het eerfte bezoek nog onbepaald blyven, welke de beste hulpmiddelen zyn , zullen wy t'huis, in plaats van met de Kaart of in de Flesch te ftudeeren, vlytig nadenken, wat het beste voor den gevaarlyken lyder is, en de waare geneeswyze nafpooren. Welaan myn lieve Stolpertus, ik twyfel niet of gy zult de byzonderedeelen van 'smenfchen lichaam, benevens hunne werkingen in den gezondenftaat, dóór middel van de Ontleedkunde geleerd — de oorzaaken van de ziekten, beneA 3 vens  ( 6 ) vens hunne kenteekens nagefpoord — en eindelyk de hulpmiddelen, die de Natuur tegen de krankheden verordent, door een naauwkeurig onderzoek van derzelver deelen , en de wyze, hoe dezelve op een gevoelig lichaam werken, met behulp van de Kruidkunde, Heelkunde, en de ondervinding van braave Geneesheeren onderzocht hebben. Gy zult buiten twyfel Tissot, De Haan, Van Zwieten en andere nuttige Schryvers geleezen, en gelyk een vlytige bye den geleerden honig verzameld hebben. Ook zullen u de beste famenftellingen van verfcheidene Afotheeken niet onbekend zyn, welke altyd met roemryke Opfchriften, of met den deftigen eertytel des uitvinders verfierd zyn, en denlyderen duidelyk eene vaste géneezing belooven. Zoo hebt gy .alle de wapens in voorraad, waarmede een verftandig Geneesheer de ziekten tegengaat, en zich van de grootfpreekende Kwakzalvers onderfcheidt; en gy zult aan alle moogelyken laster van fommige eenvou'd:ge vrouwtjes, welke met eene geneeskundige woede, oude en lorrige recepten dikwyls tot nadeel van hunne evenmenfchen booger achten, en dikwyls door een arglistig  ( 7 ) listig gebruik van haare zoogenaamde huismiddelen, de poogingen der Doftoren, die op ondervinding fteunen, verydelen, het hoofd kunnen bieden. Gy zyt dus een Doctor; dat is: een man, die altyd bekwaam, befcheiden, beleefd , ftilzwygend en onverdrietig in de ziekten zyner medeburgeren , dikwyls met gevaar van zyn eigen leeven nuttige middelen voorfchryft, en, zonder zyne andere medebroeders te verachten, zich toelegt zélf een braaf burger te zyn. Laaten wy nu overgaan tot het onderzoeken van fommige zwaarigheden, welke de oorzaaken der ziekten verbergen, den Dofior misleiden , en de gewenschte werking van zyn geneesmiddel dikwyls tot nadeel der lyderen ftooren. Eerste Zwaarigheid. De verfc heidenheid der gejletten. Myn lieve Stolpertus ! behalven de geitellen die door onze onfterflyke Voorvaderen befchreeven zyn, zyn er nog ontelbaare anderen, welke den fchranderften GeA 4 nces'  (8 ) peesheer misleiden, en zyne middelen hardnekkig wederftaan. Men zou dezelve met recht Zenuw-Temperamenten kunnen noemen, welker kennis u in het toekoomende, misfchien van veel nut zal zyn. Ik heb door de ondervinding Kamenierstemperamenten , Koetfiers, Vroome, Stugge , Staats- en Damestemperamenten, Bediendens, Inbeeldige, Toornige, Verliefde- en eindelykfS.... temperamenten leeren kennen. Hoe dikwyls zal uwe kundigheid met eene geleerde fchranderheid , by het krankbed van eene fchoone Kamenierlter, de ganfche Ziekten- en Toevalkunde van den grooten Boerhaven doorloopen, om de oorzaaken van haar bleek aangezicht, der uit de diepte van haare beklemde borst opkoomende zuchten, der ondraaglyke maagpynen , van de benaauwdheid en flaapeloosheid en van den dan ryzenden dan ingetrokken' pols natefpooren. Te vergeefs zult gy u bevlytigen, de oorzaaken van dusdanige toevallen in de verteerings - wegen, in de raauwe fpyzen, in de eeuwigdampende koffiehaven te zoeken; te vergeefs zult gy de pynfr.ilJende droppelen, de esfentia van het Bee- ver~  ( 9 ) vergeil geeven, en met zachte buikzulverende middelen de maagpynen befüryden , als gy niet ontdekken kunt, dat de zwarte Knecht weigert aan haare tedere geneegenheid den tol der wederliefde te betaalen, en zich yerftout, de grove gezonde Huismeid, hooger te achten dan haare Kamerjufferlyke Bloem, die door de Garderobe en het blanketfel van Mevrouw nog nieuw fieraad gekreegen heeft. Een ongelooflyke gevoeligheid vande Kamenieriters zenuwen is de grondoorzaak van dusdanige toevallen; deeze wordt door het leevendig denkbeeld. Van haare grovelyk bedroogcne eigenliefde zoodanig geëleclrizeerd, dat de daarop volgende wraakgierigheid, wonderbaar© aandoeningen van het ganfche zenuwgeitel (als zynde de droevige gevolgen vande gemoedsaandoeningen) voortbrengt. Laat u niet affchrikken door den zeldzaamen pols, door de benaauwde ademhaaling, door de hartklopping; het is, geen propgezwel, geen flagaderbreuk. van het hart! laat den ondankbaaren Jahan zich maar vermurwen, en erkennen dat een Kamenierfter meêr waard is, dan een plompe en domme Huismeid, zoo A 5 los|  C 10) lost in dat ingebeelde gevaar het' propgezwel zich terflond op, en de flagaderbreuk verdwynt zonder geneesmiddelen. Onthoud dan voor het toekoomende, myn lieve Vriend, hoe aandoenlyk de Kamenierftersgeflellen zyn; en daaruit zult gy in de andere ziekten van deeze lieve fchepfeltjes kunnen nagaan, door welke middelen gy haare bedorvene maagen, die de weerglazen hunner aandoeningen zyn, moet behandelen en geneezen. Laaten we thans koomen tot de overdenking van de nu eens zoogenoemde Vroome geitellen ?- welke even bedriegiyk de inzichten van eenen kundigen Artz en de goede werking zyner middelen verhinderen kunnen. Onder het getal van deeze Vroome geitellen, hebben fommige bejaarde Juffers den eerften rang; die veertig jaaren lang in een aanhoudend gebrek van Minnaars geleefd hebbende , nu het grootmoedig befluit genoomen hebben, hoewel haar aangezicht nog tamelyk glad is,'zich nooit of nimmer in den Echt te begeeven. — Deeze geitellen zyn ongemeen tot gramfchap geneegen;en deeze kwellende neiging is alleenlyk gegrond op het trotfche denkbeeld, hunner byna tot volmaaktheid gefteegene deugd.  ( n ) deugd, ö Hoe vaardig zyn deeze in fchyn devoote dwingelandesfen! hoe Hamerend beweegen zy haare tongen , wanneer zy, t'onvreden over zich zeiven, op reekening van haar tedere geweeten, haarvroomachtig bloed aan 't gisten brengen over de zwakheden van haaren evenmensch. De geringfle beleediging wordt gevolgd van honderd flaapelooze nachten: en daar zy , als ze in den aanval van haare verkeerdgeplaatite vroomheid zyn, alhier, de Engelen in den hemel, meenen te hooren zingen, zyn haare zenuwen, door de altoos afwisfelende hartstogten ontroerd, zulke bedriegers, dat de fchranderfte Geneesheer dikwyls in het onderzoek van de oorzaak der ziekte in verlegenheid gebragt wordt, ïk heb onder veeie zulke verouderde Kuisheden er ééne bediend, die dikwyls uit de woedendfle gramfchap in eene ftille befpiegelende fpraakeloosheid verviel. En :waarom? .... Omdat haar Dienstmaagd, die godlooze Hoer (dit was haar ftichtelyke bynaam) als zy naar de markt ging, by, eenen welgemaakten en grappigen -Grenadier, zoo als immers een vriendelyke omgang verëischt, bleef Haan praa.ten, en hem in 't wechgaan met een lachend knikje begroettede. By  ( 12 ) By deeze foort van Vroome geitellen is de pols een aardsleugenaar; en gy zult dit in het toekoomende ondervinden, myn lieve Stolpertus , dat het ligter is een' vierkanten Koetfier, die zyne maag met eenige pinten zwaar bier overlaaden heeft te geneezen, als zulke Vroome driften met tempereerende poeders te ftillen. Deeze wonderbaare geitellen, zyn teffens zeer wantrouwig en eigenzinnig; en daar Van koomt het ook dat by die lyders, allerhande Geneeskundige Hekfenmeefters, Pis - Profeeten, Goed-geluk-Zegge rs en Duivelbanners hooger geacht worden, dan de middelen, welke door den Algoeden Schepper verordend zyn, om de lydende Natuur te onderfchraagen. Neem u wel in acht, myn oprechte Stolpertus, om deeze aardfche Seraphynen, geene beltraffingen over haare neiging tot gramfchap te geeven; want anders zyt gy in gevaar om uw eer en goeden naam, uit loutere vroomheid voor altoos te verliezen. Nogfmeêr omzichtigheid en doordrin-t gendheid eisfchen fommige geltellen, by dewelken het uit hoofde van eene hooge geboorte, een fchande zoude zyn, als zy zoo eene iterke gezondheid had* den,  ( H ) den, als men onder het gemeene volk enook hier en daar in den Burgerlyken ftand vindt. Deeze nu zullen wy kortheidshalve Staats-, of liever, hooghartige geltellen noemen. De bloozende wangen zyn by zulke lieden iets zeldzaams, en om zoo te fpreeken tégen de gezondheid; en ook als hier of daar een milddaadig flagadertje, eene natuurlyke purperkleur in de doorfchynende hairvaatjes der wangen ftort, moet er het kunstpenfeel de duurgekochte Cochenilje-poeder, om de Natuur (die immers zoo godlyk en zoo fraai fchildert) te trotfeeren, over ftryken. Ik heb de eer, ééne zoo aartige Dame te kennen, die op aanraading van haare doorfleepene Kamenierller, het fap van drie Citroenen nuchteren gebruikt, om haare wangen te verbleeken; zy is ook eindelyk zooverr' gekoomen, dat haare lippen met eene affchuwelyke bleeke kleur geverwd zyn. De borften hebben by dit foort van geitellen een gansch ander beroep, dan by het gemeene volk: ze zyn niet verordend om den tederen Wigten, welke uit eenen vruchtbaaren echt fpruiten, het witte voedfterfap toetedienenj maar,om de greetige oogen van wel-  ( 14 ) wellustige aanbidders aantezetten; en de ongefchikte golven van de gekrulde Blondes op en neêr te doen gaan; tot eindelykde jaaren toeneemende,de wreekende Natuur Zog-gezwellen vormt, en den glans van deezen fneeuwwitten boezem ïn verfchrikkelyke kankerzweeren verandert. Hoe dikwyls, myn lieve Stolpertus hoorde ikby deeze lieden de belachelyke uitdrukking: fat mal au ccsiirï En daar ik door lang overpeinzen , de grondoorzaak nafpoorde, bevond ik, dat men by het foupê van daags te vooren, als éene gemeene Ambachtsmans-Vrouw gegeeten had;en nu is het hart in de overlaadene maag, totdat dezelve zich omgekeerd heeft, en door eene heilzaame ontlasting, het arme hart weder op zyne rechte plaats zet. Deeze geitellen, lieve Stolpertus, zyn een geesfel der Artzen; hoe meer dezelven van de regels om de gezondheid te bewaaren afwyken, hoe minder zy gelooven gefchapen te zyn, om onder de ftraffe tucht van de zoo dikwyls beleedigde Natuur te moeten buigen. Wacht u myn lieve Vriend, om by deeze voornaame Schoonheden te laaten merken, als of gy de oorzaaken haarer opftygingen, haa*  < m) haafer hevige krampen, haarer zöoge«i naamde vapeurs en kwaaien, in haare verderflyke leevenswyze, in de kunftige vergiften der fterkgekruide ragouts zoeken wildet;— deeze verdenking, hoe wél gegrond, zou een ftrafbaare beleediging voor haarlieder hooge geboorte zyn, en men zou u als eenen man zonder opvoeding, uit alle gezelfchappen wreedelyk verbannen. Geloof intusfchen met my, dat de Zenuwen van ons lichaam, zeer rustige en geduldige fchepfelen zyn, zoo lang ze niet door eene wezenlyke oorzaak ontroerd worden, De woedende moederkwaaien worden zeer dikwyls door eenen zachten weltoebereiden buikzuiverenden drank, waardoor de dagelykfche overdaad ontlast wordt, geneezen, en tot natuurlyke rust gebragt. Volg by dit foort van geitellen de manier van den grooteri Hippocrates , en den onfterflyken Tronchain in Frankryk, die zonder zyn oogmerk aan deeze lieve lyderesfen te ontdekken , dezelven tot eene ftrenge dieet en tot lichaams - oeffeningen veroordeelde, en haar in plaats van eenen winderigen waaier, eenen goeden huisbezem inde hand gaf. Langs deezen weg beftreed hy 's jaars dui-  (J«) buizend adelyke vapeurs en verfchrikkélyke evanouisfements. Ik zélf heb my dikwyls in de noodzaakelykheidgezien, om de hooggebooren darmen met klyfleeren en buikzuiverende middelen fchoonte maaken, daar een ander kundig Geneesheer met de esfentia van het Bevergeil en de pynftillende droppelen, de ingebeelde moe» derkwaaien trachtte tégen te gaan. De Mannelyke hooghartige geitellen , die in de jonge jaaren vrolyk en onbezorgd leeven, en in den mannelyken ouderdom reeds grys zyn, worden meeilentyds door langduurige ziekten aangetast, en geeven zich niet over, dewyl de Staatkunde eischt wantrouwig te zyn, omtrent de eenvoudige kundigheden van jonge Geneesheeren. -In tegendeel het fatfoen eischt dat er by de gelukkig volbragte geneezing , ten minften twee of drie Geneesheeren de Lykftaatfie vermeerderen. Doch indien het fomtyds gebeurde dat zulk een voornaam lichaam zich aan uwe kundigheid toevertrouwde , zoo onthoud de volgende op de praftyk gegronde les : Is uw lyder mager, dan zyn de oorzaaken van zyne ziekte zonder vergrootglas te ontdekken; een kleine befchouwing van  ( 17 ) van het hofleeven, en andere . . ftaatskleinigheden, zullen u alles wat gy doen moet, aan wy zen: doch heeft uw lyder een' dikken fpekb'uik, ó dan wensch ik u het verfland en den voorzeggenden geest van het Pis-Orakel in Zwitferland, den onlterflyken Doftor Michel. Dees man zietterftond in de pis, hoeveel aderen er in de long en lever verftopt zyn. Blyf nooit in deeze gevallen alléén; maar deel den lauwerkrans van de heldendaadige geneezing met éénen uwer oude Mede-Collega's: gy hebt eenen leidraad van nooden, myn Medicynfche Hercules, om in de fpekdoolwegen van het gedarmte, den gevaarlyken en verraaderlyken Centaurus te vinden, en om zyne verwoestingen te bedwingen. Wy zullen nu van den verheven' kring der hooghartige geitellen, ons tot de laage dienstmaagden- en bediendensgeftellen vernederen. Deeze óók leggen de kundigheid van den Geneesheer ftrikken, en verbergen zich dikwyls zoo voor zyne oogen, dat hy menigmaal te Iaat de ziekte begrypt. Zoo hebben de Kamerdienaars dikwyls bedrieglyke en listige geitellen:' ©mdat zy zeer deugdzaam voor hunne B Hee*  ( 18 ) Heefen fchynen willen, klaagen ze dikwyls aan den ge woonen Huis - Do&or, van hevige pynen in den rug, gistingen in het bloed, llaapelooze nachten, enz. De goede man gaat zitten, voelt den pols, en fchryft goedhartig op reekening van den milddaadigen Heer een middel voor ï —- Ondertusfcben koomt er op een ander uur een hoogdraavend Latynsch Magister (alias Poetfemaaker), een man die een bekwaam Heelmeester is voor alle geheimekwaaien , in de kamer: hy ziet zorgvuldig rond, of er niemand omtrent is, die het kleine geheim zou kunnen ontdekken! —■ De deur wordt voorzichtig gellooten. — Hy' haalt eènige bougies uit zyn' zak; de lyder knerst met de tanden beeft.... en verhaalt, om zyne pynlyke traanen wat te verbergen, op eene verachtende wyze, hoe aartig hy den Huis-Doctor betrokken heeft. Hy toont aan zynen geliefden pynverwekker het middel dat de Huis-Doctor hem voorgefchreeven heeft; dit wordt verwisfeld tegen groote houtdranken (men noemt dezelven bloedreinigende ); eén doos met wigtige pillen vervult de inzichten van den bedroogen' Geneesheer, en wordt onder den ftilzwygen- den  ( 19 ) den ftröozak verborgen. — Zoo verbergt de hoerachtige dienstmaagd, haar opzettend lyf, 't welk voor den naam van haare maagdelyke kuisheid nadeelig begint te worden. Door de wroegingen van haar knaagend geweeten gefolterd, gebruikt zy in ftilte den vergiftigen Zevenboom , denwelken een oude koppeiaarlter, een oude teer, haar aanraadt: de onfchuldige vrucht, door dit moordmiddel ontrust, kruipt ddoi pyn gemarteld, den fchoot der fchandelyke moeder dóór S en verdedigt zich door Ituiptrekkende beweegingeo, tegen de onnatuurlykheid van deeze Ontaarte. Zoo beweegt zich de bloode aardworm, dien de moedwillige jongens tot in den grond achtervolgen, en zyne gevoelige oppervlakte met zout beflrooien, of hem aan den vishoek Haan. Lieve Stolpertus, ik kan u niet genoeg zeggen hoe omzichtig men in dit foort van hoerachtige geftellen, de oorzaak der ziekten nafpeuren moet! hun fchandelyke zwangerheid, fchuilt, dan eens onder den dekmantel van fchynheiligheid, dan loochenen zy die met de dierbaarfte eeden; dan is een verkoudheid, dan een B 2 ver-r  ( 30 > verhitting oorzaak van de vertraaging der maandelykfche zuiveringen. Blyf nochtans onwankelbaar, als op eene rots, in uw vermoeden; dit heeft my nooit bedroogen, maar veeleer dikwyls gered uit het gevaar, van door myne middelen fchadelyk te zyn. Het is immers niet te denken, dat by vryfters, die van haare jeugd af gewoon zyn te werken, en die by allerlei afwisfelingen van weêr en wind, eene beftendige gezondheid genooten hebben. — door zoo eene ligte oorzaak als zy gemeenlyk opgeeven, de natuurlyke ontlasting der maandelykfche zuiveringen zou kunnen belet worden. Ik kan daarom my naauwlyks van lachen onthouden, als een dertigjaarige gezonde fterke meid, mymet eenen klaaglyken toon op de mouw wil fpelden: — dat zy haare ftonden door eene hevige gramfchap of door iets kouds te drinken verlooren heeft. Men geeve nu maar zachtjes-aan fchadelooze middelen; zoo zal de voorgewende gramfchap, door leevendige teekenen, eenen ongeöorloofden minnehandel ontdekken, en de koude teug, zal op den kraamftoel in heete zweetdroppelen veranderen. 't Is wel waar, myn lieve Vriend, dat dee-  (*I) deeze geitellen eenigen tyd met de vleiende inbeelding geltraft zyn, dat die Iterke beweegingen waardoor het kleine liefdepand zyne ongewenschte tegenwoordigheid ontdekt, van cpgefloocene winden, van de Wind-oï Waterzucht voortkoomen: Doch alsdetoeneemende zwangerheid en deaannaderende geboortetyd, met hevige aandoeningen der zenuwen op het geheele lichaam werkt, dan wordt gemeenlyk deeze ingebeelde ziekte vanzelfs gelukkig geneezen: en deeze lyderesfen zyn daarom zoo ongelukkig niet als fommige andere van die inbeeldende geltellen, welke door eene al te groote gevoeligheid van het zenuwgeftel, de geringlte ontlteltenis in hunne gezondheid aanmerken als eenen voorbode van eene aannaderende beroerte offmoorzinking; en op deeze wyze, ongelukkige martelaaresfen van hunne altoos onrustige hersfenfchimmen zyn. Hieronder reeken ik ook de zwaarmoedige mildzuchtigen, en het eerwaarde gezelfchap der ffypoehondristen, die in hunne jeugd lustig geleefd hebben, of door de Iterke oeffening van hunne zielsvermoogens, of door aanhoudende wisfelvalligheden en hartgrievend verdriet, door E 3 deeze  ( 22 ) de^ze kwaaien gefolterd worden. In deeze geitellen, lieve Stolpertus, is de onderbuik gemeenlyk de bron van alle de woncierbaare toevallen. Ik heb door eene naauwkeunge ondervinding waargenoomen, dat de verzwakte darmen, die door de warme lucht uitgezet worden, geen genoegzaamen tegenftand bieden: hierdoor zetten deezen het middelrif buitennatuurlyk uit, en verhinderen de doorftraaling van het flagaderlyke bloed in deszelfs vaten: uit deeze bronnen vloeien ook voort, de verfchrikkelyke benaauwdheden, de hartkloppingen, de vliegende hitte, de drukkingen en fpanringen, en dat raazende borrelen in de ingewanden; vooral in dat tydftip, waarïn door de volbragte fpysverteering, de luchtdeelen die in de fpyze opgeflooten zyn, zich ontwikkelen en in groote menigte famenvloeien, als de maag ledig en nuchter is, en de aandoenlyke darmen door de invloeiende fcherpe Gal geprikkeld worden. Peeze toevallen worden nog des te heviger, omdat het midderif in zyne nederwaardfche beweeging, door de inademing verhinderd wordt. -— Lieve Stolper- ' f us < de Profeet Eliza gebood den me- Isat-  ( 23 ) ïaatfchen Naïmas, :zich zevenmaal in de Jordaan te wasfchen. De waare Gadlyke Geneesheer, toen Hy nog op aarde omwandelde, zond eens eenen blinden naar het badwater Süoam. En, wilt Gy u van verdrieteiyke klagten bevryden; zend dan dééze winderige en verzwakte losbollen, naar de wateren van Spa of Pyrmont: aldaar kunnen ze yzeren hoepels om hunne luchtpypen laaten leggen > en door de werking van de yzerdeelen, die in deeze heiizaame bronnen zyn, en door het zuivere en veerkrachtige water, de overblyffeien van hunne voorige buitenfpoorigheid, uit hun bloed wasfchen. Laaten wy nu nog eenigen tyd beflee- den tot de overweeging van de S geitellen, vóór dat wy de tweede zwaarigheid nagaan. Deeze zyn op het oog Iterke geitellen. Dagelyks nieuwe dronkenfchap, een altyd overlaaden maag, en in den tusfchentyd van deeze vrywillige kwaaien een meêr dan beestachtige lust tot onkuisheid, zyn de kenteekens die deeze geitellen van anderen onderfcheiden. Hierom is het ook dat hunne ziekten meestendeels ongeneeslyk zyn. Een aanhoudende Koorts van eenige daB 4 gen>  ( 24 ) gen, put het ganfche lichaam uit, niet tegenflaande alle de poogingen van de Kunst; en laat dengenen, wien de zorg voor de ziel aanbevoolen is, niet eens tyd, om den zweiger onder het oog te brengen, dat hy den geringften tyd van zyn leeven een mensch geweest is. By dit foort yan geitellen, moogtgy, lieve Stolpfrtus, het befpiegelend onderzoek van de oorzaaken der ziekte gerust laaten vaaren; en ga maar ltilletjes, doch daarvoor betaald wordende, achter het Lyk. Zie daar, Stolpertus, hebt gy een verflag van de onderfcheidene geitellen, die eenen jongen Geneesheer in zyne voorneemens zoo misleiden, dat hy dikwyls, by gebrek van ophelderende omüandigheden, den fpyker naast het gat flaat. — Gaan wy nu over tot de befchouwing van de tiveede Zwaarigheid , die voor eenen jongen Doftor lastig is. Twe$s  C 25 ) Tweede Zwaarigheid. Het bedrog van de dubbelzinnige teekenen der Ziekten. J^i wat! het is een leugen ' dacht ik: duizendmaal by het krankbed, als ik in verfcheidene ziekten, de kenteekens ververzamelde, die volgens het getuigenis van geloofbaare mannen, den aart der ziekte bepaalen, en denzelven voor den Geneesheer ontvouwen moeten. Veele van die teekens zyn leugenachtig, en de meesten eigen aan meêr andere ziekten. Wat denkt gy Stolpertus, van een' Doctor, die ter ziekenkamer in koomt ftormen, en, na eene diepe buiging aan de omftanders gemaakt te hebben, den Poli des lyders voelt, eenige verwaande blikken op het pisglas werpt, en met een geleerd rochelen of met een lierlyk fnuifje, een recept van een el lang, daar heen brobbelt. Heeft niet zelfs één van onze gecanonizeerde Vaderen, de op de ondervinding fteunende waarheid aanbevoolen: puifus bonus,urina bona, & eeger moritur!-? B5 Hc*  ( 26 ) Het gaat goed (zal een zoodanig geneeskundig Schutsengel zeggen): de pols, en de pis, belooven eene fpoedige herflelling! terwyi de bedrieglyke ziekte, ondertusfchen, de zuilen van het leeven ondertnynt: en welhaast zal het geraas der fterfklokken de weérgalooze voorfpelling van den dóórkundigén Heer Doftor, tot groot nadeel van zyne te voorbaarige ukfpraak, aan de ganfche Had bekend maaken. De Natuur heeft, 't is waar, de zenuwen van het menfehelyke lichaam gefield als wachters, die den Doftor het gevaar zouden bekend maaken, en den lyder eene gepaste neiging tot hulpmiddelen zouden inboezemen; maar zyn er nochtans geen ziekten, in dewelken een ongeiooflykegevoeleloosheid dier zenuwen het gevaar verbergt? De lyder ligt gerust, inmiddels dat de brand in zyne ingewanden woedt, fommige geeven geen teekens van dorst, ondertuslchen dat de tong droog is, en den gevaarlyken toeftand van de fynfte hairvaatjes in het lichaam te kennen geeft. Welk een affchüwelyk leugenaar is de pols in de zoogenaamde moederkwaaien ! In de gemoedsaandoeningen! Dan huppelt hy vrolyk, Haat ongelyk, en trilt  ( 27 ) trilt als een éénluidende fnair op het clavier; dan is hy hard, dan Hap, op het gevoel; dan is het of hy £fc heel ftil wil Haan, en zyne Hagen verdwynen onder den voelenden vinger Koe is het in deeze toevallen met de pis gefteld? Naanwlyks is het groote oproer van de aangedaane zenuwen voorby, of de blaas ontlast zich met groot geruisch in den blinkenden tinnen fpiegel: de maag lost de lucht, die de fpanningen aldaar in hechtenis hielden; en de ftervende pols, en doodelyke benaauwdheid, veranderen zich op dit oogenblik in een overluid lachen! De lyderes, die zoo fbraks het leeven fcheen uitteblaazen, verlangt naar een hartverfterkend en krachtig foupé, en flaaptagt uuren aan malkander, met eenen zeer gerusten pols. Kan men dat niet noemen Parturiunt Montes ? Kad ik ongelyk, toen ik zoo gramftoorig was, den pols, in myne Verhandeling over de Aambeien, den weérhaan van het menfchelyke lichaam te noemen? De pols is niet minder bedrieglyk in heete en langduurige Koortfen; een beweeging van den lyder, een walging, een fterker hoest, yleeschnat of andere warme dranken, die  ( 28 ) die de neuswyze Krukkebefchikfter den lyder opdringt, verdubbelen deeze fnelle Hagen, en ver/effen de koorts. Welk eene fchielyke verandering ontdekt men in den pols, als de Zielbezorger, door de zorgvuldige vrienden onderricht, in de ziekenkamer treedt, en na eene ftichtelyke voorrede over de moogelykheid van te kunnen fterven, zynen aanvertrouwden zeer fierlyk leeraart en vermaant! — Ik zal, nooit de kunstgreepen van eenen tederen echtgenoot vergeeten, die zyne aan eene koude Koorts ziekliggende vrouw gaarne de eeuwige rust zou toegefchikt hebben. Ik, goede ful, dacht, zyne gewaande onrust en fchynheilig zuchten te zullen verzachten, met hem dikwyls te verzekeren dat er geen gevaar te vreezen was: maar wat gebeurt er! — de aanval van de koorts kwam weder; een ligtgeloovig Geestelyke wordt geroepen: en omdat de lyderes in de hitte van de koorts een foort van gevoeleloosheid had, zoo haastte zich de yverige Zielbezorger, «door den fchynheiiigen booswicht misleid,) met alle dekerkelyke ceremoniën; de< onnozele floof lag intusfchen halfdood van den fchrik. By gelui;  ( 29 ) luk kwam ik, door eene medelydende vrouw daartoe verzocht, by het laatfte tooneel van dit kluchtfpel in de kamer. Ik ftond verwonderd, toen ik de duisterfchynende fterf kaars in de handen van myne lyderes, en den yverigen Monnik aanhethoofdenë'indvan'tbed zag, daar hy met groote droppels zweet op het voorhoofden de ooren van de gewaande Stervende , riep : ga heen, 6 devoote ziel! Ik bleef op dat oogenblik (ik beken het) als verftomd ftaan, doch kwam terftond weder by my zeiven : ik voelde den pols; die klein eft faamgetrokken tegens mynen* geleerden vinger floeg. Ik kon het geheim nog niet ontdekken; maar vroeg eindelyk aan myne lyderes of ze my kende: Ach! (voerde ze my toe, met eene gebrookene item) ik moet fterven ; myn Man en de Heer Pastoor hebben my verzekerd, dat ik den nacht niet doorkoomen zal! Tedere verzekering! — Myn hart werd in de hevigfte gramfchap ontftooken; naardien my kort te vooren die goedhartige vrouw welke my geroepen had, de woestheid van den Man, en de dagelykfche ftokflagen verhaald had. Een gansch hetr van Grenadiersvloeken, en D en B berst-  C 30 ) "berstten in den eerften yver uit mynen vollen boezem! zoodat de fterf kaars 00féribBkkêlyï uitwoei; en zoowel de Man als de Monnik, door zulk een kettersch gedrag verfchrikt, uit de kamer vlugtten. Ik nam een glas wyn, (hetwelk de over den verwachtten aanftaanden dood van zyne tederafgeklopte vrouw in fchyn bedroefde Guit , by het avondëeten liet ftaan; mengde den wyn met wat fuiker en water, en gaf zulks onder aanhoudende opwekking , aan de ingebeelde zieltougende vrouw. Ik bleef eenigen tyd gerust op de plaats van den Monnik zitten, en zie daar, ö wonder, de pols werd vol, krachtig en werkzaam! de leevenskrachten, die door al dat ftrafwaardig benaauwdmaaken neérgeflagen waren, bragten in korten tyd het heilzaamfte Zweet voort, en verydelden de aanflagen van een' onmenfchelyken Echtgenoot en een' bedroogen' Monnik. Hieruit ziet gy, myn Waarde Vriend, hoe weinig men den pols vertrouwenmag, en hoe gemakkelyk dezelve ons door zyn Haan' bedriegen kan! Ik zou u duizend gevallen, die deeze waarheid , welke op de dagelykfche ondervinding fteunt, bevestigen, kunnen bybrengen; ZQ»  ( 3i ) zoo ik niet verzekerd ware, dat gy myne! meening, die op redenlyke en billyke ondervinding gegrond is , toefterat. Daarom is de Pols altyd het laatfte teeken, dat ik in het onderzoek der ziekten tot hulp roep. Heeft Hippocrates de ziekten niet meesterlyk beoordeeld, zonder te weeten, op wat wyze, en hoe de omloop van het bloed in een bezield lichaam door de vaten gefchiedt ? Hoe belachelyk zyn dan niet de voorfchriften van zulke Geneesheeren, die op het voelen alleen van den zoo menigmaaien bedrieglyken pols, oordeelen; zonder doorvraagen, de waare toevallen die het kenteeken der ziekte opleveren , te onderzoeken. — Het Piskyken is even zoo onzeker, zoowel in hevige als in langduurige ziekten; zoo gy , myn lieve Stolpertus, Hechts de Geelzucht, en de ziekten van de nieren en pisblaas daarvan uitzondert. — Het aanhoudend drinken in hevige ziekten — of het vrywillig dorstlyden van de lyder s , uit eene walging van den hun voorgefchreevenen drank; veranderen de kleur van de pis, en bedriegen de voorzeggingen van den te driftigen Artz. — Ik ben byna ftout genoeg om te beweeren, dat, ge-  < 32 ) gelyk het bloed by duizend menfehert duizend onderscheidene vêrmengingen en binnen ons tot nogtoe onbekende eigenfchappen heeft; de Pis, als zynde mede een voortbrengfel van het bloed, óók zoo veelerlei is. Drie van derzelver veranderingen heb ik altyd in koude koortfen bemerkt: In de aanhoudende koude is de pis heel waterachtig, gelyk in vrouwen die met fpanningen gekweld zyn: — in de hitte, roodgeel en helder; na het zweeten, donker bruin, en zet eindelyk na eenigen tyd geftaan te hebben een taai en rosachtig zinkfel op den grond. Is de pis niet dikwyls by longzuchtigen, van dezelfde kleur als by de gezondfte menfchen ? terwyl nochtans een aanhoudende fluipkoorts hettedere weeffel van de long ongevoelig doorknaagt? En aan welke veranderingen is de pis niet onderhevig, als ze eenigen tyd in de vrye lucht bewaard wordt! De pis van een' zeer gezond' mensch wordt drabbig en ondoorfehynlvk, in den Winter by eene hevige koude; daar dezelve in den Zomer zeer helder is, en onverdraaglyk Hinkt. Het gebruik van de Rhabarber verwekt eene roodgeele kleur in de pis; de Casjia verwt-  ( 33 ) verwt dezelve naar het getuigenis vari den kundigen Loesecre, met eene , groenbruine, of, om den onkundigen piskyker te verfchiikken, met eene zwarte verw; het gebruik van den Therebentyn geeft aan de pis den reuk van Vioolen; en de Aspergies bezwangeren de ganfche lucht van het vertrek met eenen ondraaglyken llank. Hieruit ziet gy, myn waarde Vriend, aan hoeveele veranderingen deeze kenteekens der ziekten onderhevig zyn; en juist daarom zult gy ook kunnen befeffen hoe dwaas fornmige beöordeelingen zyn, die op deeze bedrieglyke teekenen alleenlyk gegrond worden. ïk zal u niet langer met dit Hinkende bedrieglyke teeken , waarvan zich de Scherprechters en ander foort van Kwakzalvers en openbaare bedriegers van een dom en voorïngenoomen gemeen bedienen , ophouden. Wy zuilen hu verder onderzoeken höe bedrieglyk hetbraaken is ,in het begin der ziekten ; en hoe omzichtig een Geneesheer deeze pooging van de hulpzoekende Natuur nafpooren moet. Deeze omzichtigheid, myn Vriend, Iteunt op eenen zeer heilzaamen raad, welken onze C braa-  ( 34 ) braave Oudvader zynen nakoomelingen ter navolging gelaaten heeft. Si quid (zegt hy ) dum morbi inchmnt movendum vu deatur, move, 6 Ware het toch zóóverre te brengen, myn lieve Vriend, dat deeze vaderlyke les, by alle de krankbedden, den Artzen voorgehouden wierd! — dan zouden veele Geneesheeren, misfchien, met hunne moorddaadige braak- en purgeermiddelen op het lichaam hunner lyderen zooligtvaardigniet woeden, en als de koe de melkbronnen vertreeden. — De wonderbaare verëeniging der zenuwen van het onderlyf met die van de maag, en de verbindtenis déézer zenuwen met die van de hersfenen,is de grondregel, naar welken een onbezonnen Artz zyn braakmiddel fchikken en de twyfelachtige teekens zeer omzichtig beredeneeren moest. De fteen, in de gal- ofpiswegen opgehouden, -— de door eene breuk uitgezakte en opgezette darmen,—het,hetzy door eene in- of uitwendige oorzaak,gedrukte of ontroerde harsfengefiel, — de naarboven kruipende worm, -— een walging, -— het vergif der kinderpokken, — de zwangerheid — kunnen de maag even zoo ffcerk aandoen, als de bedorvene en fchadelyke Gal, welke dc  ( 35 ) de Natuur door deeze heilzaame bewee. ging tracht naarbuiten te brengen: Eri hoe ligt moogelyk is het, dat de onbezonnen Geneesheer in de lappen die reeds tot de ontfteeking overhellen, dezelve ontlieeking door zyn ontydig braakmiddel in der daad vermeerdert. — Hier zal het ü ook, myn waarde Stolpertus, niet moeielyk zyn, pm te begrypen, hoéf twyfelachtig dit teeken van de ziekte is; en hoe omzichtig men in het begin der ziekten met de braak- en purgeermiddelen, vooral wanneer ze uit de Clasfis van de fterkstwerkende zyn, omgaan moet. Het is voorwaar een ontegenfpreekelyke waarheid, die door de dagelykfche ondervinding bevestigd wordt* dat het grootfte gedeelte der ziekten haaien oorfprong in den onderbuik hebben, ö Wierden de menfchen Hechts minder buitenfpoorig in het eeten en drinken, en eenvoudiger in de verkiezing der fpyzen ï een groot aantal van ziekten zou rasverdwynen; en de achting die men den Genéesheeren bewyst zou ongelooflyk verminderen , uit hoofde van eene beftendige gezondheid die de menfchen doorgaans genieten zouden. Gy zult dikwyls in eene C 2 fiö«  ( 36 ) geleerde twyfeling by het krankbed ftaan; lieve Stolpertus, en diep over uwe geneesmiddelen peinzen 5 vooral wanneer een menigte twyfelachtige teekens u in verlegenheid brengt over wat u te doen Haat: Haast u nooit in zulke gevallen, met Iterke middelen; maar ftel u gerust, met, den lyder een' naar de omftandigheden zachten drank voortefchryven, en hem alle zyne fpyzen zooveel moogelyk is te bépaalen. Maakt .de heilzaame Natuur ook beweegingen welken u den weg tot braakof purgeermiddelen fchynen aantetoonen: onderzoek dan met voorzichtigheid, of er op zulke ontlastingen, die zonder uwe medewerking voorkoomen, een waare verligting der toevallen volgt; en dan kunt gy zekerder de middelen, die gy voorfchryven moet, bepaalen, en es u eenen goeden uitflag van belooven. Der-  ( 37 ) Derde Zwaarigheid. Over het te vroeg of te traag gebruik der Geneesmiddelen. Laaten we nu, myn waarde Stolpertus, nader tot het ziekbed treeden! Wy zagen in de voorige Zwaarigheden, hoeveel deverfcheidenheidder temperamenten, hoeveel het bedrog der twyfelachtige kenteekenen de poogingen van eenen jongen Doctor verydelen, en hoe gemakkelyk het is door den famenloop van verfcheidene omftandigheden bedroegen te worden. Laaten wy nu eenige fouten opmerken van jonge Geneesheeren, die of te voorbaarig zyn met het voorfchryven in fommige gevallen, of met andere dringende noodwendigheden te traag. Een jong Artz, die zynen ftudeertyd niet met het BilUard of andere Akademier vermaaken doorbrengt, heeft zyn hart vol van yverige menfchenliefde, en het hoofd vol van gedachten aangaande veel heilzaame en werkzaame hulpmiddelen. Hy gevoelt eene algemeene drift om den noodlydenden byteftaan, en gevoelt die C 3 des  C 38) des te heviger, omdat zyn lyder, door de pynen gefolterd, weenende naar zyne hulpmiddelen haakt: maar het koomt ook daar van daan, dat hy door medelyden bewoogen, de noodige overweeging dikwyls verzuimt, en de ziekte aan alle kanten van de gevaarlykfte toevallen aantast! Zoo valt de jonge Veldöverfte, door eenen edelen heldenmoed gedreeven, in de vyandelyke voorposten: by iedere fchynbaare gunftïge gelegenheid tast hy ze dapper aan, en maakt, zoo dikwyls door de veelvuldige fchermutfelingen verzwakt, de overwinning twyfelachtig; die hy ongetwyfeld behaald zou hebben, als hy de kleine uitvallen van zynen vyand met koelen moede befchouwd hadd', en hem, als hy 't minst verwachtte, dapper met overleg en manmoedigheid hadd' aangevochten. Door dit verhaaste gebruik der hulpmiddelen, hetwelk de ondervinding alleen vei dry ven kan. brengt de Geneesheer de heilzaame poogingen van de Natuur dikwyls in wanorde, en maakt de gelukkige herftelling van den lyder moeielyker voor zich zeiven. Waarde Stolpertus, ftel u voor, dat gy by eenen ly-  ( 39 ) lyder geroepen wordt! — Hy gevoelde eenige uuren geleeden eene hevige grilling, en braakte veel gal. Voel den pols, die is hard en vol. Zyn huid is brandend; hy zelf is dorstig, en klaagt over pyn in het hoofd en door de andere deelen. Wel, Heer Doctor, wat zegt gynu? dat fchynt aan den éénen kant wel een Galkoorts, door Tissot befchreeven;aan den anderen kant, teffens een tusfchenpoozende. — Hoe Haat het met de aderlaating ? De pols 'u hard, vol en gefpannen; de hitte, brandend; de lyder braakt gal. — Waar blyft de Ipecacuanha ? waar de Tartans emeticust Hippocrates leert u: Ji quidmovendum videatur, move. Goed! — houd uwe handen t'huis, en zeg met den vertoornden Nephtunus by Virgilius: Quos egol fed motos prastat componere fluclus. Geen aderlaating, geen braakmiddel Befchouw de poogingen van devoorzienende Natuur, als eenen kundigen kelderknecht, die den uitgepcrsten Most^ zonder het vat te fchudden, ftü in den kelder laat rusten. Een weinig geduld , Heer Do£tor, — houd uwe Do&oraale kundigheid t'huis, tot op gun» C 4 ftiger  ( 4o) ftiger tyden, geef uwen lyder dun gerflenwater 'met wat braambezié'nfap, en een weinig goeden wynazyn: misfcbien vindt gy hem by het avondbezoek in een zacht zweet; hetwelk u, teffens den waaren aart der koorts, en, de verdere hulpmiddelen aanwyzen zal. Laat de Kreeftsoogen, en de krampftillende poeders in de potten; want ik zie geen reden, waarom gy een bergwerk van Cinnaber in de maag van uwen lyder zoudt willen aanleggen. Volgt er nu een heilzaam zweet, hetwelk de brandende hitte maatigt, de pyn uit het hoofd en der overige leden met zich naarbuiten fleept, en de ontroerde zenuwen, in het gezelfchap van eenen genisten pols doet ftil zyn : geef dan uwen lyder, in plaats van de ftillende droppelen van Svdenham, een weinig Rhynfchen Wyn , met water en fuiker vermengd; vooral in die gevallen in welken de koorts eene groote zwakheid nalaat. Wat zou u het fpoedig aderlaaten voor nut doen? De oorzaak van de tusfchenpoozende koortfen, is meest in den onderbuik, in de verteerings-wegen, en wordt nooit door de aderlaating yerdelgd; in tegendeel kan dit middel, de  (4* ) de léevenskrachten verzwakkende, nadeelig worden. Even zoo fchadelyk zyn ook, myn lieve Stolpertus , de verhaaste braak- en purgeermiddelen, in fommige foorten van koortien, dewdken wy Geleerden, febres continuas & exanthematicas noemen; niet tegenftaande de Natuur zelf ons dien weg als met den vinger fchynt aantewyzen. Het gefchiedt niet zelden, dat er vóór de uitbotting van de pokken of mazelen, een braaking of buiköntlasting ontftaat; een teeken, dat het fenyn der pokken weezenlyk de plaats van een braak- of purgeermiddel vervult, Wy zien ook door de ondervinding, dat op zulk eene vrywillige ontlasting een waare vermindering der toevallen volgt; en misfchien is die ontroering by het brakken zelfs een uitdryvcnd middel, waardoor de goede Natuur, als door eene dikwerf heilzaame Jicht, de pokftofnaar de oppervlakte dryft: Reden en Ondervinding zetten deeze gisfing kracht by. Doch zoude het raadzaam zyn, om door daadelyke braak- en purgeermiddelen deeze natuurlyke poogingen te onderhouden ofte vermeerderen? Langzaam, Heer Dottor, langzaam; de Natuur is veel wyC 5 zer  (43 ) zerdan de Kunst! Gy zoudt door dit onbezonnen befiaan te overtollige ontlastingen veröorzaaken, en uwe lyders in het grootite leevensgevaar dompelen De werking der braak- en purgeermiddelen, is, in de gevallen inwelken de ongefteldheid ontftaat van eene beerfchende fcherpte in het bloed, zeer onzeker en zeer gevaarlyk. In de ontfteeking van de lever, van de darmen, van de maag, ontftaat er ook braaking; wilt gy deeze ziekten met den braakwynfteen begroeten ? Hoe zoudt gy het getal der ontlastingen uitreekenen, om uwen lyder niet te verzwakken? Zoo min een Geneesheer in ontfteekende koortfen bepaalen kan, hoeveel Oneen bloed er afgetapt moet worden, hoewel hy ziet, dat de voorzorgende Natuur door eene heüzaame neusbloeding de ziekte in den grond geneest; even zoo weinig kan hy vooruitzien, en zeggen, hoe dikwyls de maag door het braakmiddel zich ontlasten moet. Het is my menigmaal gebeurd, dat ik in tusfehenpoozende koortfen, waarïn de lyders aanftonds zeer Iterk Gal braakten; op dien tyd wanneer ze vry van de koorts waren, een braakmiddel gaf: en de lyder wierp niets uit, dan  ( 43 ) dan hetgeen hy gedronken had; en het flymachtige vogt, hetwelk de Natuur verordend heeft, om het zenuwachtige bekleedfel van de maag te verdedigen, In deeze gevallen floeg ik nederig op myne borst, en zeide in my zeiven: Hou, Heer Do5lor! deeze keer hebt gy bezyden het middelpunt ge/chaoten. Gy zyty braave Stolpertus, een menfchenvriend, gy hebt een gevoelig hart; en dat zyn wy onzen noodlydenden medeburgeren verfchuldigd: zyt dan nooit te fchielyk in het geeven uwer hulpmiddelen ,• en geloof voorzéker, dat er meêr lyders door een te voorbaarig, dan door een te traag gebruik der hulpmiddelen in het graf daalen. Daar wordt even zooveel kundigheid verëischt, om de werkende Natuur door de middelen niet teftooren, als om haar met dezelve te onderfchraagen. ö Hoe menigmaal heb ik by het krankbed met een innig vergenoegen bewonderd en geëerbiedigd, de voortreffelyke eigenfchappen , van de heilzaame Natuur, dewelken de wyze Voorzienigheid des grooten Scheppers in de famenftelling van het menfchelyke lichaam geplaatst heeft; vooral wanneer ik opmerkte hoe heer-  (44) heeriyk en hoe onfeilbaar de Natuur, zonder myn toedoen den lyder genas. Ik benydde het geluk van de redenlooze fchepfelen, die hun eigen Doclor en 4po~ .theeker zyn. Doch in die befchouwing zag ik ook bevestigen, dat men niet te haastig in het voorfchryven der hulpmiddelen weezen moet. Het vasten, en de waterachtige dranken, zyn dikwyls Godlyke geneesmiddelen; en een Doftor, die in fommige omflandigheden weet.... niets voortefchryven, is een voortreffelyk Medicynmeester! — Gy verlangt, lieve Stolpertus, zoodanige omftandighede te kénnen, in dewelke een Artz» moet werken met niets te doen, en hy Hechts door een geduldig aanfchouwer te zyn, den lyder herftelt. Deeze waarheid die u thans zoo wonderlyk toefchynt en echter op Reden en Ondervinding gevestigd is, zult gy beter keren kennen als gy mynen zoo even gegeevenen raad opvolgt; en daardoor, in het toekoomende, voor u eigen zei ven, overtuigende bewyzen uit de ondervinding zult verzameld hebben. Hoe nadeelig nochtans het verhaast gebruik der geneesmiddelen is, even zoo fcha-  C 45 ) iehadelyk kan het te lang uitftel ( een andere fout van jonge Artzen ) derzelven, in fommige ziekten, worden. Ik herinner my nog heelwél, hoe befchroomd ik by het krankbed van mynen aan eene ontfteekende koorts liggenden lyder ftond, en hoe my het hart klopte om de derde of vierde aderlaating voortefchryven. Deeze vrees, is juist geen gevolg of bewys van onkundigheid; maar fpruitfomtyds, Hechts voort, uit gebrek van eigene ondervinding: ze rust dikwyls ook op een vooroordeel; dewyl de bloedverwanten rondom het ziekbed ftaande , door een geleerd ophaalen der fchouderen , en diepe zuchtingen wegens de ingebeelde zwakheid des lyders, den blooden Artz affchrikken. Ik lachte zelf over myne bloohardgheid, wanneer de goede wegwysfter, de Natuur, eene ader in dé neusholte opende, en rykelyk een pond bloed, met eene fchynbaare vermindering van alle de toevallen, ontlastte. Even zoo belachelyk zyn de voorfchriften van dié Geneesheeren, welke in heete koortfen met zooveel naauwkeurigheidhet heerlyke Salpeter afweegen, als een Jood het Goud weegt dat hy van gerande Dukaaten afvylt. Men  C 4<5 ) Men kan niet nalaaten toornig te worden, als men op de tafel een' Melkdranfe of een Mixtuur ziet ftaan van vier oneen water, een fcrupel Salpeter, en even zooveel Kreeftsöogen; waarvan de brandende lyder alle twee uuren twee lepels neemen moet, om de hitte van de koorts te temmen. Dit middel is even zoo krachtig, als of men met eenen mond vol waters eene brandende fchuur wilde blusfeben; en nochtans fchryven zulke Geneesheeren het voor, die alle de teekens van achtbaarheid draagen: is het dan wel wonder , dat wanneer de verdikking van het bloed toeneemt en de ontfteeking vermeerdert; de fappen in de fynfte hairvaatjes van de oppervlakte doordringen , en de kundige Oppasller den geleerden Doftor dit geheim in 't oor byt: De vlekken zyn reeds ten voorfchyn gekoomen!? —■ „ Op de borst (zegt de Vrouw) „ is alles volgezaaid!" — Te vrede met de ingebeelde heilzaame fcheiding (van Welke de lyder nochtans geene verligting befpeurt) hervat de Heer Doftor zyne Herculeaanfche-Knods, en doet nog een fcrupel zweetdryvend Spiesglas of Oostersch Bezoar-Poeder by het heerlyke middel? om  ( 47 ) orn de ontlasting van dat verraaderlyke gif door het zweet te bevorderen. De Venfters worden nu dicht toegeflooten! en de benaauwde lyder heeft een groot veéren kusfen op de borst liggen, om de doodelyke lucht afteweeren. Geen Klyfteeren nu; anders kon deuitflag (verfchrikkelyk ongeluk!) naar binnen flaan* — Goede hemel'. Welk een geneeswyze! —ö Wat deernis krygt demcnschlievende en me'delydende Natuur met den jammerhartigen Doctor en met den onderdrukten lyder! — Deeze laatfte verlangt naar gekaarnden .Melk; en een kleine Jonge ( die in dit geval wel Befchermëngel genoemd mag worden) geeft hem dien. Hy drinkt: de neus begint te bloeden: een fterkse afgang valt met geraas (door de verharde drekftoffen veroorzaakt) in den eenvoudi. gen nachtfpiegel: een algemeen zweet dampt aan alle kanten uit :de lyder begint vry adem te haaien, en herftelt binnen eenige dagen ! Was het Bezoar-Poeder de redder ? hoe fterk hadd'de arme bloed moeten zweeten, als hy de ver/leende zweetdroppelen van de dikke darmen door de openingen van de huid hadd' moeten uitdryven! ten minfte hadd' er een halfpond Bezoar - Poeder noodig  ( 48 ) dig geweest. Ik vergeef het u, myri lieve Stolpertus, als gy over de onkundigheid van foortgelyke Artzen lacht, u grimmig maakt, of weent. Ik moet u, by gelegenheid van deeze befchryving, eene voorzorg aanraaden, die u in geen cén foort van heete koortfen bedriegen zal. Het is altyd nuttig, den onderbuik door zachtöpenende middelen met behulp van ligte Klyfteeren vry te houden; hoe zeer ook de vrouwtjes, die de hersfenen vol puisten en vlekken hebben, tegen deeze behandeling van een' kundigen Geneesheer aangaan. Dèeze voorzorg is des te noodiger, hoe fcherper en fchadelyker de Gal (die zich in den twaalfvingerigen-darm ontlast) door de hitte van de koorts geworden is: al wil ook de Natuur in de binnenfte oppervlakte eene heilzaame fcheiding bewerken, door de ziekftof daarheen te voeren ; hetwelk behoorlyk in aanmerking te neemen , dikwyls het behoud van den lyder is: en dan hebt gy door deeze voorzorg den weg gebaand. Hier moet gy nochtans één geval van uitzonderen; te weeten: als er een weezenlyke verzwakking ontftaat, door eenen vanzelfs-voortgebragten büik_ loop . Nochv  C49 ) Nochtans is het niet genoeg, de geneesmiddelen met voorzichtigheid en overleg voortefchryven: men moet ook hunne eigenfchappen, hunne menging , en de wyze opwelke zy op de fevoeiige en beweeglyke dee'en van ons lichaam werken naauwkeurig nagaan; en, in de vermenging der middelen, de krachten van eenige, niet werkeloos, maaken, of hun eene vergiftige eigenfchap bybrengen. Veelminder moet men geloof flaan aan de loftuitingen, die in de Apotheeken tot walgens toe aan fommige middelen gegeeven worden. — Doch naardien elk geval al iets byzonders heeft, zoo is het raadzaam, zyne famenftcüen zélf te maaken; en de byzondere omftandigheden van de lyderen naauwkeurig te overweegen. Wy zullen de noodzaakelykheid van deeze zaaken wat nader overdenken, en vriendelyke aanmerkingen daarover maakem D VïE.R-3  (50) Vierde Zwaarigheid. i\ls een Schilder de menging der verwen, en de werking van ieder in het byzonder niet kent, zal hy nooit de fchaduw met de lichtftraalen zóó verëenigen, als een kenner van de Schilderkunst het wel zoude veriangen; en hy zal met alle zyne bekwaamheid in de Teekenkunst, een bedroefd kladder blyven. Vergeef my,lieveStolpe!tu ,deezeeenigzins harde gelykenis! Wy Genetsheeren moeten ook fomtyds Schudtrs zyn; om door onze veelkleurige geneesmiddelen de geele en bleekachtige, de hoog roode en de witte kleur van onze lyderen, in eene frisfche en natuurlyke kleur te veranderen. — Doch hoe zal een jong Artz dit gewigtig werk, de geneezing der ziekten, met goed gevolg onderneemen kunnen, als hem de eigenaartige eïgenfchappen der knrden, hunne oorfprongelyk zelfftandige deelen, en de wyze, hoe dezelven Pan het gebrek der noodige kennis, in de Materies Medica. op  ( 5i ) öp een leevendig lichaam werken, onbekend zyn? Hoe zal by met de verëischte voorzichtigheid zyne middelen mengen, indien hy niet oordeelen kan over den graad hunner fcherpte,' die naar een aart van de bygemengde middelen vermeerdert of vermindert. Laaten wy, myn waarde Vriend, met een vlugtig oog de voorfchrift- tafereelen in de Apotheeken doorloopen, en alle de misgeboorten van ellendige voorfchrifcen, welken dagelykS tot befpotting van de bereiders in hunne winkels koomen, opmerken. Terftond zal de eerlyke man de Harst van Jalappe in Sleedoornwater oplosfen,- dau de Zenebladeren en de Rhabarber als erwten en linzen afkooken, waardoor het krachtige en het vlugge in de lucht vervliegt: — daar ziet men een hoogbeftudeerd Recept, in hetwelk de kundige Artz het Antimonium Diapboreticum met een buikzuiverend drankje vermengt: — daar moet de Magnejïa en de Cremor Tartari met een gediftileerd water in een glas gedaan worden; en nu wordt de goede Apotheeker verdacht gehouden, vergift daarbygedaan te hebben; omdat het mengfel opbruischt en het glas breekt. Da 1ÈS  ( $2 ) Ik ben eens oorgetuige geweest, van zulk een ellendig vonnis, hetwelk een Doctor over een' Apotheeker velde. De Artz fchreef een afkookfel voor, van Zenebla leren,. en mengde daaronder het Sedlitz-Zout, het Sal-Tartari, en de Siroop van Vioolen: het geleerde mengfel was, gelyk het niet anders zyn kon, grasgroen: de lyder' gebruikte de helft van het drankje, en kreeg door de fterke aandoenlykheid zyner darmen, hevige pynen. De geleerde man kwam daarop in, zag die groene kleur, vloekte tegen den Apotheeker, en wilde rond uit verzekeren , dat er Spaanschgroen met de medicynen gemengd was. ■ Hoe gevalt u, lieve Stolpertus, dit vonnis? Was niet het Zout alleen, de onfchuldige oorzaak van het ingebeelde Spaanschgroen? Is het billyk dat de Apotheeker de onkundigheid van den Heer Doclor, ten koste van zynen goeden naam, bedekke ?t Het is voorwaar niet moogelyk, dat een jong Artz alle de genachten der Planten in alle hunne betrekkingen kenne: ook is het niet. noodig, om een goed voorfchrift te kunnen fchryven, te weeten, of die voorgefchreevene kruiden van  ( 53 ) van het mannelyk, dan of ze van he't vrouwelyk geflacht zyn; of ze naar de ftelling van LiNNius, éénbladig of twééflachtig zyn: en de Geneesheer kan vrymoedig, de befchouwing over het tydpunt van het huwelyk en de verëeniging der kruiden laaten vaaren. Maar, hy moet ten minfïen weeten , of de kracht van dit of dat middel in deszelfs Harstachtige, Zoutachtige, of Welriekende-deelen, geplaatst is , of zy hunne heilzaame kracht aan het warer of aan den brandewyn rnédedeelen; of zy door vermenging met een ander middel niet vergiftig worden; en eindelyk, of hunne bepaalde werking door de ondervindingen van kundige mannen is bevestigd geworden. Volgens deeze grondbeginfelen moet gy nooit, lieve Stolpertus, als gy eene Compozitie in een Apotheek nazoekt, met de daaronder - geplaatfte loffpraak te vre* den zyn, maar de byzondere deelen der famenftelling,ieder op zich zeiven naauwkeurig nafpooren, en het uwen lyder dan eerst voorfchryven. . Ik heb in een doorgeleerd dispenfatorium een poeder gevonden, hetwelk de ontydige verlosD 3 fing  ( 54 ) Hng der zwangere vrouwen beletten moet: dochdewyl dit beroemde middel voornaamelyk uit Speceryën befraat, zoo kan men ligtelyk nagaan hoe gevaarlyk deszelfs gebruik voor zwangere vrouwen is; welke buitendat , al meest volbloedig zyn. Een van de eerfte voorzorgen der jonge Geneesheeren moet zyn, dat ze by de kennis der eigenaartige deelen van de geneesmiddelen ook fommige veranderingen voegen, waardoor hunne voorgefchreevene middelen door vermenging of fchadeiyk of ten minfïen krachteloos worden: zoo worden het .veervermocgend Heulfap, de Rhabarber, en de Zenebladeren door byvoeging van eenig zuur, werkeloos; en het afkookfel van Koortsbast, wordt, indien men er de tinctuur van Klaproozen of eenig ander bergzuur bydoet, zoo famentrekkend als inkt De harst van Jalappe, in Erandewyn ontbonden, verkrygt eene bytende fcherpte; die zelfde Harst, met een doojer van een Ei en wat fuiker, gewreeyen, en met water tot eenen Melkdrank gemaakt, werkt onbegrypelyk zachter: de Braakwynfteen met water ontbonden, veroorzaakt hevige braakingen; en die " zelf-  ( 55 ) zelfde Braakv/ynfteen, met wat zaad melk en een weinig bloed van zwavel vermengd , is een fterk zweetdryvend middel. ö Myn opmerkzaame Stolpertus, hoe gemakkelyk kon men het geheugen der jonge Artzen te gemoet koomen, indien men een' hoop onnutte middelen, als parbaariscb,o»m'«, en met het zwarte teeken der werkeloosheid gebrandmerkt, uk de Winkels verbande ; en de werkzaamen alléén, in hunne plaats herftelde! Vooral moest de Medicynfche Faculteit zorg draagen , de famengeftelde middelen aftedanken; welken dikwyls, tot groot verlies van den Apotheeker, veele jaaren lang naar een* koopman wachten, en of zuur, of befchimmeld, of garstig worden. Alle uwe voorzorgen , alle uwe middelen, zullen nochtans vruchteloos zyn, zoogy, lieve Stolpertus, niet teffens in het oog houdt, den leefregel naar de omllandigheid der ziekte te bepaakn. D 4 Vyf-  ( 56 ) vvfde zwaarigheii). JDe verzwakking der Geneesmiddelen, door eene leevenswyze, die Jlrydig is met den aart der Ziekten. ]VFelampus Phylax, zocht door eene godlyke ingeeving der Natuur, in zyne ziekte, het kruid Heikborus; en hy werd daardoor, herfteld! — Ware hy een fchoothonrije geweest, aan 't welk de kamenierfter op hoog bevel van haare Mevrouw, Melk of Vleescbnat, in de keel hadd' moeten gieten, zoo hadden misfchien de krachten van zyn geneesmiddel werkeloos gebleeven, en hy zou een flagtöffer van het vooroordeel geworden zyn. De gulzige vleeshouwers-hond heefc zyne maag met eene geftoolene kalfsrib overlaaden: hy vast, drinkt water, eet gras; en hy is.... (geloof my, Madame) zonder vleeschnat weder gezond geworden ! — De naarflige Zyworm wordt overvallen door zyne bekende ziekte, naamelyk de vervêiling: van dit pogenblik af, eet hy niet meêr: hy blyft als dood, aan den fteel van het doorgeknaagde moerbeziënblad hangen, hy fchuift de verftorvene huid af; en is voor zichzelven alles te gelyk/Doftor, Heelmees¬ ter  (57) ter en Ziekeverzorger. Hoe gelukkig zyn tooh, myn lieve Stolpfrtus, deeze fchepfelen ! hoe verachtelyk zyn daarentegen de misbruiken van de onkundige doch neuswyze Moêr- Allebefchiks onder de menfchen; die door haare zoogenaamde zachte ziekenfpyzen, en door het doode'yk vooroordeel, dat men zwakke lyders met krachtig Nat en Ge/dra verfterken moet, de gezegende werkingen der geneesmiddelen omverr' ftooten Deeze moordenaarfters zyn gelyk, aan fommige brommende vliegen, in de vleeshouwers-winkels , die in het nog hulfgezonde vleesch heure wormen leggen, en het geringe overfchot van de befchadigde gezondheid verderven en verontreinigen. Men wil den lyder goed doen; en men maakt het gevaar door dit misbruik grooter! De Natuur zelfs verwerpt deeze weldaadige vergifcen; zy verwekt walging, en verlangt naar een vrywilligvasten, Men verheugt zich intusfchen, dat de lyder, na veel biddens en fmeekens, een bord krachtig Nat gebruikt heeft; en men hoopt te vergeefs op eene fpoedige herheritelling. Was menig kind de hond uit het huis, zoo zoude het, aan zyne natuuriyke neiging overgegeeven, veel Dj ze-  ( 58 ) zekerder het doodsgevaar onfkoomen. -» Hoe rnenigmaalen, zult gy u by het krankbed verwonderen, dat de toevallen, die des morgens minder waren, regens den avond veel heviger zyn! Vernieuwde dorst, nieuwe pynen, nieuwe benaauwdheden rokeren den ongelukkigen lyder; en maaken by u, de hoop van herHelling twyfelachtig. Vraagt gy naar de diëct van uwen lyder: hy zal het u zelf oprecluelyk bekennen, dat hy op aanraading van de onbezonnene Oppasser, een weinig vleeschLat, zachte kalfshersfenen, en (tot geh'kkig befluit van deeze onmenfchelyke vergüten ) een befchuitje met wat kracht'gen Spaanfchen wyn gebruikt heeft; en dan zal hut u, na deeze openhart ge bekentenis, niet moeielyk zyn , om zonder bril de oorzaak van zulke toevallen te ontdekken. — Verlaat nooit het ziekbed zonder de omftanders het gevaar van zulke misbruiken te doen begrypen. Onzuivere iichaamen (zegt onze Patroon Hjppocrates) moeten met gevoed worden* Welk eene Chyl, welk eene fpysverteering wil men toch in een lichaam verwachten, weiks werktuigen door de ziekte onbruikbaar zyn, en welks  (59) welks bymengende fappen oneindig vérr* van hunne natuurlyke gefteldheid afwyken. Laat men den bescen Wyn in een azynvat doen, zoo zal het welhaast geen Wyn méér, maar Azyn weezen: het minfte zuur , doet terftond den melk kappelen. Ik raad u , myn braave Stolpertus, deeze voorzorg niet daarom aan, aköf ik aan uw begrip twyfelde; maar omdat ik weet, dat jonge Geneesheeren meer op het gebruik van hunne genees, middelen, dan op het fchandelyk misbruik cèr nadeelige fpyzen denken. Gy zult dikwyls de dreigende verrotting der yogten door uwe voorfchriften trachten tégen te gaan; en de Oppasfter bevordert dezelve door tegenftrydige fpyzen. Houd u, Stolpertus, als een geflreng ftiefvader over uwe. lyders, in al datgene 't welk fpys en drank betreft; en even daardoor zult gy hun een tédcr yaderlyk hart toonen. Zoo nadeelig als de invloed der opgedwongene fpyzen in het lichaam van den lyder is, zoo belachelyk zyn de yooroordeelen van fommige Doctoren > die, der natuurlyke neiging van hunne lyders tegenwerken. De  ( GO ) De lyder; verhit en uitgedroogd door het vuur van de Koorts, bidt en fmeckt om rype boom- en wyngaardvruchten, om een glas frisch bronwater, om gekaarnden of zuuren mélk: — Neen', (zegt de hoogwyze Doftor, in den magistraalen toon van een' ontaarten ftiefvader) daaruit kon een buikloop (daar de reddende Natuur misfchien naar verlangt) voortkoomen; en dan jla ik voor het gevaar niet in. — Deeze vruchten veröorzaaken winden (reutelt de geneeskundige Toverbaas), ze liggen te zwaar in de maag. — Wel nu, myn groote Eskulaap, is dit de eenigfte onfchuldige fout, waarmede gy deeze heerlyke en heilzaame middelen befchuldigen kunt?! Zal de in deeze vruchten beflootene veerkrachtige lucht niet veeleer een tegengift en verlterkend middel zyn, om de wanorde der maag te verhelpen? Zal het Zuurzout, met veel water vermengd, de fcherpte'van de Gal niet verzachten, en de ftinkende pisdeelen uit het bloed uitdryven? — Hoe zeer ware het te wenfchen, lieve Stolpertus, dat de Apotheekers hunne poeders van roodedelgefteente, en andere foortgelyke onnutte gekheden, uit hunne Winkels ver- ban=  ( öi ) banden, en, in plaats van deeze door vooroordeel en onkundigheid voortgebragte geheimen, luchtig - gevlochtenekorven met rype vruchten fielden; en op zulk eene wyze, de helft van hunne Apotheek in eenen Fruitwinkel veranderden. Ik heb meêr dan twintigmaal, de Geelzucht, alleenlyk door herhaalde Komkommerfaladen geneezen; en had niet noodig een éénig buikzuiverend middel voortefchryven. De eerlyke van Zwieten, genas de droefgeestige mildzuchtigen met rype Kersfen: En gy , ö godlyk-heilzaame Botermelk! hoe dikwyls zyt gy de gelukkige haven geweest, in dewelke ik, het reeds waggelend leeven van myne door Galkoortfen gefolterde lyders, nog vóór het vergaan aan den wal bragtl Deeze waarheden zyn al te klaar, Stolpertus, dat dan gy nog méér bewyzen zoudt noodig hebben. Word toch nooit een Edelgefleentenpoeder - Doctor! en uwe onderneemingen zullen wyslyk en gezegend zyn, byaldien maar de waan wyze Baazinnetjes of Piskykers, door een achterhoudend gebruik van hunne zoogenaamde huismiddelen, uwe voori neemens niet omvcrr' werpen. Zesh  ( 6i ) Zesde Zwaaiugheid. De bedriegeryen van de ingebeelde geneeskundige Vrouwen, Scherprechters en Piskykers. Koning Sa ijl, had by de Toveresfe te Endor, het water zyner Staatkundige voorneemens met goed gevolg laaten zien. De gewaande Samuel zeide hem rond uit, dat zyn Hebteeuwfche Majesteit met eene inbeeldings-ziekte geftraft was, zoo hy zich vleidde, de overwinning over zyne vyanden, de Pbtltftynen, te zullen behaalen. Maar zyn onze medicyofehe Pisprofeeten ook zulke oprechte waarzeggers? Zyn ze niet veelmeêr verfchrikkeryke beur-zenfnyders? Als deeze ongeluksvogels by het waarzeggen alléén, bleeven; dan zoude men het door de vingeren kunnen zien, dat menige domme Saul zich de lotgevallen, van zyne verlcorene gezondheid liet voorzeggen; en de wonden, welken deeze ftraatroovers in het gezonde vleesch van onze medeburgeren fnyden, zouden zoo-bloedig niet zyn: doch zy zoeken den  ( 63 > den veiHgften xveg om te bedriegen", eri hunne moordmiddelen ftil in te geeven; en dit is hun des te gemakkelyker, boe fterker het vooroordeel van 't gemeen hunne onderneemingen onderfchra igt. Wil men dit Onkundig - Gefpuis uitroeien , dan leggen ze hunne eieren in den mest van het gemeene volk; maar nog dikwyliger dringen ze door, in de huizen der Grooten, by de fchoone Kamermaagd of by den inhaaligen Kamerdienaar: daar worden dezelve uitgebroeid, gevoed3 tegen het gezag van eene wélgefchikte Politie befchut, en tegen alle vyandelyke aanvallen dikwyls geheel en al, met onbepaalde privilegiën beveiligd. Onderzoekt men de verdienften van zulke be*= voorrechte wondetbaare mannen, dan beftann (iezslve hierïn: dat zy lieden door een fterk purgeerdrankje, hetwelk een kundig Artz aan geen paard voorfchryven zou, de verg derde vuile ftofTen van de dageiykfche zwelgeryen, uit een' welgemesten vetten buik uitdryven, en denzelven tot verdere zwelgeryen door < en bitter Maag-Elixir, wederom opnieuw geprepareerd hebben. — Zal dit meesterfluk, hetwelk nog een bloot geluk is, reeds  ( 64 ) reeds genoeg zyn, om aan zulk eenen Dienaar des Doods het verlof te vergun-1 nen, van, op de lichaamen der overige medeburgeren te woeden.. Ik herdenk nog, menschlievende Stolpertus, met het grootfte vergenoegen , aan den voor eenige jaaren uit Frankryk gekoomenen (en ongetwyfeld, van den over dit misbruik vertoornden hemel, afgezondenen) Engel der Wraake, Tisserant, die in tianc'au en in andere Steden , rondom zich, fans grace, gevoelige oorvygen uitdeelde, om den Doovtn de ooren te openen, opdat ze de klaagliederen zouden kunnen hooren, van diegenen, welker gezondheid door de Kwakzalvers, MarktOrateurs , Piskykers en verwaande Vrouwen , befchadigd was geworden; en opdat zylieden een gefchikt middel tegens deeze pest van een' Staat voortbrengen mogten. ö Hoe wenfchelyk ware het, dat ook zulk een Wraak-Engel, by veele hoog. geleerde Vrouwen, binnen meêr Stedenim Duitschland, nederdaalde , en haare zorgvuldigbewaarde Recept - Magazynen met " eene brandende vlaswiek verteerde! Hoe yeele kraamvrouwen en kinderen, zouden haa-  ( 65 ) haare geneeskundige woede ontfnappen, en voor 't gemeenebest braave en deugdEaame burgers worden! Zietgy, myn waarde Vriend, dit is een foort van Geneeskundige Kwakzalvers, welke voor het algemeene welweezen des te gevaarlyker zyn, hoe meer gelegenheid zyg hebben om Zieken te bezoeken , en van hunne wonderbaare geneezingen ganfehe dagen te zwetfendeezen zyn een foort van Moordenaars, die met wonderwerkende Zalven, met Bezoar-poeders en Mixtuuren, de poogingen van jonge Artzen onder het bygeloovige volk verydelen, en fomtyds (helaas) onder den dekmantel van Christelyk medelyden, den zuchtenden lyder het mes op de keel zetten. ik ken vrouwen, welken zich zelve alléén bekwaam en gerechtigd oordeelen, om by allerlei foort van Ziekten haaren Geneeskundigen Gelukspot uittefchudden, en, hulpmiddelen zonder einde, met de verwaandheid eener Waarzegfter uitteventen; omdat de goede Natuur haar eenen vruchtbaaren Eierftok vergund heeft, Ze meenen dus, dat zy, het door haare ingebeelde geleerdheid verminderde getal E van  ( C6 ) van burgers, door haare vruchtbaarheid weer fchadeloos Hellen. Moest' niet menig Predikant, in plaats dat hy eenige gekheden vertelt, deeze aandachtige Matroonen een waar begrip van de menfchenliefde, en de pligten van den éénen burger jegens den anderen, inboezemen ? Zoude hy haar niet moeten doen begrypen, dat ze door haare kwakzalvery, daar zy onmoogelyk iets anders dan duistere denkbeelden van kunnen hebben, even op dezelfde wyze met de gezondheid hunner medeburgeren han. delen, als, een onbekwaam Tuinier, die met zyn mes de vruchtbaare boomen verderft. Een fterk en gezond Koetfier , die zyne darmen met kaas en eenige pinten bier opgevuld heeft, wordt aangetast door verfloppingen en krimpingen in de ingewanden. De goede vrouw Dodorét fpoedt zich naar haare Medicynkas, en vraagt het Orakel der Medicynfche hoofdlleutelen: — Zy geeft een' lepel vol Herken Brandewyn: — De kaerel leêgt zyne darmen op eene ongehoorde wyze, en wordt gezond. — Die Dame cureert fraai! — Het tedere Kamerjuffertje, dat dsr  ( <57 ) dagelyks tweemaal koffie drinkt, eet aardappelfalaad; zy klaagt over krimpingen in de ingewanden, en over verftqj pingen: de gOèdSarti; e Dame, die den Koetlier in dezelfde oroüandigheid n et het bovengenoemde middel geholpen beeft; neemt haare toevlugt tot het heiligdom van haare Huis-Apotheek, en brengt alwéér een' lepel vol fterken Brandewyn: .het goede meisje flikt het met vertrouwen dóór, en grilt er van! — Naauwlyks begint het heilzaame middel de marg a; r.tetasten , of daar volgen hevige braakingeni flaauwten, kramppynen en verftoppin en. — De doorzichtige Dame kan dit ftrydige geval niet begrypen: — hetzelfde middel heeft den Koetfur geholpen; en ziet, dat . . . . koet fiers -middel, kan nu, dit onnozele Nufje niet helpen!! — Hier kykt een Os in den Bybel! De gewoone HuisDoctor wordt fchiclyk gehaald; en deeS moet nu door eene tegenövergeftelde geneeswyze de goede Mevrouw doen begrypen , dat de Kamerjuffertjes geen Koetfiers zyn. Voor ftetke knaapen kan de Brandewyn een goed middel weezen, daar nochtans dezelve voor tedere geitelE 2 iet-;  ( 68 ) letjes een doodelyk vergift is. Lieve Stolpertus, ik heb in de famenleeving, menfchen ontmoet, welken daarom alleen, de wonderbaare gencezingen van een' domkop van Scherprechter verheffen, omdat de Artz, zoo onbefchaamd was, om voor eenen veeljaarigen dienst zyne belooning te eisfchen. Heb medelyden met deeze ondankbaare Temperamenten! zy zyn genoeg geflraft, daarïn, dat ze het edelfte goed van de weereld, de Gezondheid, opofferen aan het moorddaadig mes van deeze bedrieglyke Kwakzalvers. Befpeurt gy ook, dat de wantrouwende lyder < die uit onkundigheid waant, dat uwe geneeswyze te lang^ draadig en talmachtig is), zyne Pis, met een' fchelling er by , naar den tempel van 't Vooroordeel zendt, en met die Toverkol, als met een Orakel» heimelyk raadpleegt ; zoo vergeef hem zyne zwakheid, en bekleed de plaats van eenen verftandigen en goedertierenen Vader, die de dwaalingen zynerKinderen met zachtmoedigheid beftraft, en hen de nadeelige gevolgen van hunne buitenfpoorigheid doet begrypem — Gy zult, zoo doende, de pligten van een* rc-  (ó>) redenlyk' mensch en verftandigen Geneesheer vervullen, en teffens het genoegen hebben , ondankbaarheid met grootmoedigheid te vergelden. Een derde foort van Kwakzalvers, welken nog veel gevaarlyker zyn dan de eerst befchreevenen ,ver> fchuik zich onder het vroome gewaad van de Zieketroosters, dié door eene lange verkeering met Doftoren en Zieken, hier en daar, in de vlugt, een weinig van de Geneeskunde gehoord en van de Middelen wat kundigheid verkreegen hebben; en hun ingebeelde Kunstkabinet daarmede dikwyls tot nadeel der arme lyders verfieren. Is het menfchenliefde ofverwaandheid, die deeze vroome Zielbezorgers tot zulk eene ongeoorloofde handelwyze aanfpoort? Behoorden ze niet veelmeer de ziels, krankheden hunner toevertrouwde biechtkinderen recht te onderzoeken? en . . . doch laaten we zwygen ,lieve Stolpertus! want de haat van deeze lieve hemelfche Mannen is onverzoenlyker, dan de beleedigde eigenliefde van eenen vertoornden Dichter, die zyne. Vaarzen zouder een daaropvolgend handgeklap voorgeleezen heeft. Laaten we thans nagaan, fommige zwaarigheden, welken een' jonE 3 Sen  ( 7° ) gen Artz in den weg zyn by het raadpleegen met oudere üoftoren, en weike den lyder, of zynen eigenen goeden naam», nadeelig kunnen worden. Zevende Zwaarigheid. De Confultatiën van jonge Docloren mei bejaarde Medebroederen. \jQ hairige Muts houdt voorwaar menig grys gewprdenen Artz de hersfenen warm, en boezemt het gt meen meêr hoogachting en méér vertrouwen in , dan de uitbottende vlasbaard van eenen jóngen Docter: maar vermeerdert dezelve ook teffens niet de uitdamping van den behouder des verftands, en van het geheugen, waardoor veele leevendige denkbeelden en kundigheden vooral wanneer dezelve door vlytig ftudeeren niet onderhouden worden vervliegen kunnen ? Zyn nietfomry ds eenige bejaarde Docloren zoo yöl van fcbadeJyke vooröordeelen voot zekere middelen, welken zy eene eeuwige getrpawigheid toegezwooren hebben, dat men,  ( 7» ) men, niettegenftaande deezer middelen werkeloosheid, en ongeacht de tegenfpraak welke de ziekte zelfs daartegen oppert» men wel met een gansch heir van fpitsvinnige Sophisteryën en allerlei foort van kunftig opë'engeftapelde fluitredenen zich wapenen moet, om hen te doen begrypen, dat de balfamieke pillen, door haare heete fcherpte voor veele aandoenlyke baarmoeders een dóódelyke balfem zyn. ó Hoe veel moeite kost het, de esfcntict van 't Beevergeil, de Markgraafpoeders, uit hunne voorfchriften te verbannen, en in plaats van deeze gedeeltelyk fchadelyke, gedeeltelyk werkelooze middelen, de ingebeelde ontfteltenis van de geduldige baarmoeder met zachte buikzuiverende middelen enKlyfteercn te beftryden! Hoe nadeelig zyn fomtyds voor den geprangden lyder de raadpleegingen en de Confultatiën ! De jonge Doftor, die nog ge- - zonde en leevendige denkbeelden van eene onbedrieglyke Theorie ten grondflag van zyne behandeling Helt, en die nog zoo vérr', niet is, om op het bloote voelen van de bedrieglyke Jlctgader de ziekte te kennen; ontdekt na eene rype ■ overweeging, dat de benaauwdheid, de E 4 moe-  ( 72 ) jtnoeielyke ademhaaling, de ligte krampen , van eene in den onderbuik verouderde ongefteldheid, van verftoppingen, en van eenen verhinderden omloop des bloeds , voortvloeien : Hy voelt in plaats van den pols, den opgezetten en gefpannen' onderbuik: De beflagene tong» de bittere fmaak, de neiging tot zuure dranken ,bevestigen zyn denkbeeld; en hy befluit, dat een uitdryvend middel ïnet de hulp van eenige zachte Klyfteeren het eenigfte hulpmiddel is. Onder tusfchen voelt de bejaarde Collega dep pols; en zonder de verdere wezenlyke omftandigheden te onderzoeken, fpreekt hy het deftige vonnis uit: het zyn winden, myn lieve menfchen! Zonder nadenking over de onrechtvaardigheid van zyn jammerlyk vonnis, fchryft hy Balfemwater met Liquor anodinus voor; en nu kan de Natuur zien hoe zy met behulp van dit heldenmiddel zich van eenen ingeflootenen vyand ontlast. Hier Haan beide de .geneeskundige Advokaaten voor het ziekbed: de bejaarde Heer Collega wil den gevaarlyken zetel van het in den onderbuik gevoelige kwaad niet ilooren, en protesteert tegen alle dwangmiddelen var^ ont-  ( 73 ) .ontlastende Artzenyën. —De jónge Artz, 'als voorfpraak der door deeze bezitting grootelyks benadeelde Natuur, bewyst de hooge noodzaakelykheid excipendo & duplicando , en bidt om de uitvoering van de Klyfteeren en der Purgatiën. Wat zoudt gy oordeelen, Stolpertus, als U de post van beflisfer in dit twistgeding opgedraagen wierd? Zoudt gy u door het gezag van eenen bejaarden Geneesheer en van eene achtbaare paruik, tot nadeel van de beleedigde gezondheid, laaten verblinden? Zoudt gy deezes Dotters haat vreezen, of door eene doodelyke toegeevendheid zyn ongegronde denkbeeld goedkeuren? Ik zou, in uwe plaats zynde, • ftandvastig, onverfaagd , de rype overdenkingen en de gronden van den e'érften , onaangemerkt zyne mindere jaaren, en niettegenftaande hy zoo veel' ondervinding niet hadd', de gevraagde uitvoering der Purgatiën en der Klyfieeren goedkeuren; en vervolgens, het aan den zoo halftarrigen bejaarden Mede-Collega vrylaaten, om by het depojitum van het opgevulde Stilletje zyn verhaal te zoeken, of hy er van herroepen wilde ! Is het, lieve Stol- , i?ERTus;in zulke gevallen wel wonder, E 5 dat  ( 74 ) dat de arme lyder menigmaal het flagtöffer wordt van de medicynfche Confultatiënl Had de geestige Molière wel ongelyk, toen hy de raadpleegingen der Doftoren zoo leevendig en zoo fterk befchreef, en de eigenzinnigheid van bejaarde Collega's aan eene openlyke befpotting en fchandelyke verachting blootHelde? Somtyds moeten voor eenen jongen Doftor, de Confultatiè'n met eenen ouden, leerzaamer geweest zyn, dan eene die my in myne eerfte jaaren ontmoettede : Ik zal u, myn Vriend, die geheele gefchiedenis , welke ik hoop dat u van nut zal zyn, verhaalen : 'Een vróuw van veertig jaaren (moeder van veele kinderen, die altyd buiten haare zwangerheid de maandelykfche zuiveringen fterk had, en voor het overige onder dat foort van Temperamenten geteld moest worden, by welke behalven een byzondere aandoenlykheid van het zenuwgeftel, een buitengewoone zwakheid van de baarmoeder en der overige deelen van den onderbuik, als de oorzaak van zwaare toevallen, heerschte) naderde het tyriftip , op hetwelk de Natuur de vernietiging van de gewoon-  ( 75 ) woonlyke zuiveringen bereidde : dan kwam er een hevige ftoning , dan ftilde deeze ontlasting ; en de pynlyke f^eenadexen zwollen ongelooflyk op. Aanhoudende rug- en fpannende hoofdpynen ■ hardkloppingen en benaauwdheden waren de wreede plaaggeesten van de kwynende lyderes. De Huis - Doftor werd geroepen : hy overweegt de omltendighederi, en velt het meesterlyk vonnis: kt zyn krampen van de baarmoeder , en tuinden; het is een ophooping van het bloed in de baarmoeder! Daar werd een geheel magazyn van vergulde balfarnieke kogels opgericht^ om de opflygingen van de wederftreevende baarmoeder te bombar deeren; het Liquor anodinus en de esfentia van het Beevergeil waren de ligte troepen en voorposten, die de uitgelaatene krampen den hals zouden breeken. Het gevecht begon, en daar ontftond een hevig bloedbad, 't welk zes volle weeken duurde: de kundige Zieke-Oppasfter bragt hulptroepen van goed hoendernat en Geleien; doch deeze hulptroepen werden ook door het bombardeeren van de balfarnieke pillen, uit de verfchanfing van den onderbuik gedreeven. Jïu lag de arme Sloof af- ge-  C7ö) gemat en uitgebloeid op het flagveld; een kleine pols, herhaalde flaauwten, verbleeking van de leevendige kleur, en een algemeene ontfteltenis van de gezondheid , waren de luiflerryke zegetcekens van de balfarnieke pillen. De over de goede werking van de voorfchreevene middelen verwonderde Vrienden , begonden aan de kundigheid van hunnen Medicyhfchen Veldüverften te twyfelen. Ik werd verzocht eene raadpleeging by te woonen! de Confultatie begon. — En, geloof my, myn lieve Vriend, ik had nog zeer groote moeite, om door eenen langen keten van aanë'engefchakelde fluitredenen, het Vredens-Traflraat te bewerken, en den Heer Collega te overtuigen dat er geen verftoppend, geen geronnen, doch ook zeer weinig vloeibaar bloed, in de vaten van de wederfpannige baarmoeder was! dan, wezenlyk vloeide er geen bloed meêr, maar wel veel bloedig water , door de loopgraven- van de doodelyk belegerde vesting. Doch hy liet zich eindelyk bevredigen : Wy begonnen met Melkdranken, die met witte Maankoppen, enz. en de krampiKllende Siroop van SyPENHam gewapend waren, de nog ver* fche  (77) fche wonden te verzachten, en de overblyffelen van de harstachtige pillen te omwinden , en te ontzenuwen; van buiten, een' omflag van Klaproozen en Azyn, koud op den onderbuik te leggen; en ligt kalfsnat met grutten gekookt, tot voedfel te geeven. De volgende nacht was veel geruster , en beloofde eene goede uitwerking van de voorfchreevene zeer eenvou_ dige middelen. By de tweede Confultatie was de Heer Collega veel zachtzinniger, en ftemde de gegronde geneeswyze toe, dat men tegenwoordig door zachtvoedfel en zachtverfterkende middelen zich moest bevlytigen het verlies van 't bloed te herftellen. Nu ging alles goed, de lyderes had een goed temperament, en gebruikte een gansch jaar by aanhoudendheid deeze middelen, en werd herfteld. Lieve Vriend! ik heb u misfchien door eene geduurig manke zinfpeeling verveeld: ik heb niettemin evenwel gezocht, u het toeval leevendig voorteftellen: volg nog eenen goeden raad van uwen van harten oprechten Vriend; een raad, welke op de ondervinding gegrond, en van de beste gevolgen is. Men vindt Geneesheeren, by de Confultatiën, die eigenzinnig, verwaand, met  ( 73 ) met eene fchimpende ophaaling der fchoüderen het gevoelen van eenen jongen Artz befpotten! Volg in dteze om Handigheden het gedrag van den Vos by Ezopus , die door vleiende lofredenen, der Raave de kaas ontlokte. Veracht nooit hunne aangenoomene geneeswyze ; zyt befcheiden; en betracht evenwel niets anders dan het welweezen van uwen in gevaar zynden lyder. Spreek ook (zoo 't u móógelyk is) altoos Latyn; om uwen Collega niet te ontë'eren. Indien nochtans zyn eigenzinnig gedrag den lyder nadeel ig kon worden , zeg dan in goed Uottandi ( zonder daarom de befchaafde welleevendheid te krenken, en zonder geleerde twisten) uw eigen gevoelen ; opdatter. minden , de Omflanders, indien het niet ingewilligd wordt,eenigzins over de beste middelen tot heil der lyders oor^eelen en daarvoor zorgen kunnen: — maar wees gy daarentegen óók bereidwillig, om uws eerzucht tot welzyn van den lyder opte ófferen. Dit verëischt de menfehenliefde, die wy Artzen onzen ongelukkigen lydercn verfchuldigd zyn. Ag Ti  ( 79 ) Agtste Zwaaricheid. Het noodlot van een' jongen Dottor, by langduurige Ziekten. Langduurige Ziekten zyn gemeenlyk de droevige gevolgen van eene voorafgegaane ontfteltenis der beftendtge gezondheid. De Bloedfpuwer wordt onderhevig aan Longteering ; de uitgebloede Kraamvrouw, aan de Bleekzucht ; de genen die met hardnekkige Koortfen geplaagd zyn, aan Waterzucht; en de onmaatige Wyndrinker wordt door den Steen en het Voeteuvel gefolterd. De Venusziekte is de ftraf van den uitgemergelden afgodendienaar der hoenichtige fchoonheden ; de te veelzittende en werkzaame Staatsman, put zich uit als een Zyworm, en ligt gekluisterd aan de Zv/arte-Gal; de Ledigganger wordt kwaad fappig; en de al tyd onrustige en grimmige Gierigaart vergalt zélf zyne fappen. De WangunfHge fpaart den wormen na zynen dood de moeite , om zyn overgebleeven vleesch afteknabbelen; en de Jaloerfche wordt aangetast door eene ongeneeslyke Dolligheid. De gekoefterde Dame  ( 8o ) Dame is onderhevig aan Fapcurs; dikwyls gaat haare baarmoeder den kreeftegang , en — doch laaten wy ophouden, myn Vriend, want anders zou het getal der kwaaien zich hier tot in 't oneindige vermeerderen , en wy zouden daardoor van ons doelwit te veel afwykeri. Lieve Stolpertus, ik ben in waarheid menigmaal zelf innerlyk met gevoelige fmerte aangedaan, a s ik by fommige langduurige ziekten, die door eene fluip_ koorts vergezeld worden, voor het krankbed fta, en de dagen van de fmerten des ongelukkigen lyders verlengen moet; zonder de grondoorzaak van zyne ziekte te kunnen wechneemen : maar ik word ook fomtyds in gramfchap ontftooken, als ik in fommige foorten van langduurige ziekten (in welken de Kunst, de geneezing met zékerheid belooft) het ongeftadige gebruik der middelen — en de dagelykfche dwaalingen in den zoo noodzaakelyken leevensregel zien moet: En deeze zyn meeftentyds de oorzaaken van de ongelukkige geneezingen: die dan door de kwaadfpreekers op reekening van den Doüor gefield worden. De Doftor moet de edele maagen, en de  ( 81 ) de hooggeboorene Vapeurs geneezen, en men wil zich niet onderwerpen, om de zoo dikwyls zelfs ondervondene mdeelige gevolgen van de prachtige en fterkgekruide fpyzen te vermyden. Het bloed is fcherp, verhit, en eischt eene algemeene zuivering; en men gaat voort, om de grondöorzaaken der fcherpte aanhoudendlyk aantezetten.' In het laatfte kraambed ftrafte de wreekende Natuur, door eene langduurige ziekte, de wreedheid van de Moeder, die haar Kind tegen de Wetten der Natuur de voedende borst weigerde: en nu eischt de welftand, het gemak en het fchoone aangezicht, dat men by eene vólgende kraambevalling deezen natuurlyken pligt opdraage aan eene Minne, aan eene Meid,-- die mïsfchien het bloed van den onnozelen Zuigeling vergiftigt; en hem met haar zog, teffens ook de beginfels van haaren onkuifchen aart mededeelt. — De blonde en lustige jonge Heer, Adonis Priapus, die met Nymphjes van zyne gading zeer zoet en aartig weet omtegaan, krygt een heimelyk ongemak , ?t welk zyner gezondheid nadeelig is: de Doftor moet hem fchielyk helpen, omdat de bedwelmende F Vas-  ( 22 ) Vastenavonds - Vermaakelykheden ophanden zyn; waaraan de verblinde Jeugd haare gezondheid, op het reukaltaar des wellustes en der brasferyën, opoffert. Deeze ligte kwaal laat zich zoo makkelyk niet geneezen; men gebruikt daarom nog andere middelen, buiten kennis van den Doctor: men gaat uit, men danst!— Hit heimelyk gebruikte Kwikzilver begint in 't lichaam te woeden; het tandvleesch met de ganfche' mond zwellen ontzaglyk op; en een zondvloed van taai fpeekfel ftroomt tusfchen de wankelende tanden door, met eenen onverdraaglyken ftank. En nu moet, helaas, de onfchuldige Doeior by Mama de fchuld nog draagen!omdat hy haaren deugdzaamen Zoon, de rotte tanden C die haare goedhartigheid als de oorzaak van deeze kwyling aanmerkt ) niet reeds overlang heeft laaten uittrekken of verlooden« Dit is het noodlot der Doftoren, van den kant der lyderen; maar het is nog veel nadeeliger voor de eer van een' jongen Do&or, als hy met een onbezonnen vonnis den twyfelachtigen uitgang der ziekte als met volkoomene zekerheid bepaalt. Gy weet, myn Vriend, dat de tee-  ( *3 ) teekens der ziekten gemeenlyk zeer dubbelzinnig en zeer bedrieglyk zyn: het is u niet onbekend, dat dezelfde ziekte , in verfchillende lichaamen, gedeeltelyk om de verfcheidenheid der zenuwen, en gSdeeltelyk om de reeds vóór de ziekte verborgene verftoppingen, zeer onderfcheiden is: het begin van de ziekte is dikwyls naar den uiterlyken fchyn zeer gering, de voortgang gevaarlyk,en het einde doodelyk. — Zoo zal een Iterke boeremeid die zich meeftentyds met brood, groenten en boomvruchten voedt , die door aanhoudend werken het grondgeftel van haar lichaam dagelyks verflerkt, en niet door allerlei afwisfelende aandoeningen haare zenuwen verzwakt; zich veeleer uit de ltrikken van eene gevaarlyke rotkoorts door heilzaame ontlastingen ontwikkelen, dan een teder Kamerjuffertje, die als een getrouw aapje van haare gekoesterde Gebiedfter, haare fappen, zoo als deeze, met de rust en fcherpe fpyzen vergiftigt; die met haar lacht, met haar weent, met haar trotsch , verliefd, jaloers en achterdochtig is. De zenuwen, lieve Vriend , zyn het eenlgfte werktuig waar^ vaa zich de Natuur bedient om eene heilF 2 zaarnê  ( 84 ) zaame fcheiding voorttebrengen: doch hoe ondoorgrondelyk zyn de geheime eigenfchappen Van deeze zoo werkzaame, ja godlyke fchepfelen! hoe verwonderlyk hoe verfchrikkelyk zyn fomtyds derzelver aandoeningen l Hoe verdoofd, hoe ftomp, hoe gevoeleloos . zyn in verfcheidene lichaamen deeze leevensdraaden! en hoe onzeker is dan ook de overwinning van de ftrydende Natuur! Naar deeze gronden kunt gy den raad afmeeten, dien gy van myne heusheid verwachten moet: Wees langzaam, voorzichtig, behoedzaam in uwe beflisfing; anders dreigt u het gevaar van eene algemeene verachting. Volg nooit de bcfpottelyke Staatkunde van fommige Doctoren, die by gevaar]vke ziekten in fommige huizen den dood aankondigen, en in andere de geneezing v-n den lyder belooven; want op zulk eene wyze verkrygt gy ten minfïen in elk geval,den naam van eenen eller.digen voorfpreeker van uw onbezonnen oordeel. Ik moet u hier eene waarneeming ontdekken, myn Vriend, die grooten invloed by zekere aardoenlyke lyders hebben kan op het goed gevolg van de geneezing. De lyder heeft, helaas! het vooroordeel dat  ( 85 ) dat dc Doftor zyn eenige redder is: hy kent onze afhanglykheid van de Natuur niet: hy vertrouwt dat wy dezelfde kun • digheid, dezelfde bekwaamheid hebben, welke een ervaaren Stuurman bezit, die de zeilen naar den wind wendt. Even daarom, lieve Vriend, zoek het vertrouwen van uwen lyder (;t welk als de aandoening der vreugde op de zenuwen werkt) zoo lang het eenigzins moogelyk is, op te houden. Sta nooit voor het krankbed met een al te diepdenkend cn gefronst gelaat, gelyk een trotfche Cato, die den Dood te gemoete treedt. Wees niet vreesachtig als een windmaakende Vaandrig, die echter op den eerften kanonfchoot met handen en voeten ilddert: fchrik nog veel minder uwen met hoop zich koefterenden Jyder^ met eene geleerde ophaaling der fchouderen af; want één van beiden, of de lyder fterft, of hy krygt zyne gezondheid weder. In het eerfte geval hebt gy ten rninften, door de hoop, zynen toefland voor eenige dagen verdraaglyk gemaakt: en in het tweede geval hebt gy door uwe opwekking de zenuwen niet belet, de heilzaame fcheiding , tot volmaaktheid te brengen. Wilt gy aan de waarheid van deeze F 3 aan-  ( 8(5) aanmerking twyfelen , herinner u dan het geval, aangehaald in het begin van de tweede Zwaarïgheïd. Lees de waarneeming die de beroemde Tralles befchryft (a), van eene koorts door een' fchrik voortgebragt. Ik ken zelf eene gezonde Vrouw, die by ieder opkoomend donderweêr, uit vrees, twintig tot dertig ftoelgangen heeft. Hoe zal het in zoodanige gevallen met uwe arme lyders gaan, in welke de Natuur door een heilzaam zweet werken wil, als gy met een gelaat , op hetwelk een fchroomachtig peinzen veifchrikkelyke rimpels maakt, by het ziekbed zit, en reeds door uwe gebaarden den dood voorfpelt? Dat alté ernftigen nadenkend gelaat wordt niet by het ziekbed {a) Deeze gevallen koomen al te veelvuldig inde praktyk voor, om er aan te twyfelen. 6 Hoe veele jnenfchcn zyn de flagtöffers geworden van hevige aandoeningen! Onder deeze hevige aandoeningen hebben fcbrik cn vrees de éérlte plaats. Ik heb een' Heer gezien, die van eenen zwaaren Droom 200 fterk was aangedaan, dat hy door eene heete Koorts, welke met dolligheid gepaard was , en waarop een krankzinnigheid van vyf maanden volgde, werd aangetast. — Een kind zuigt aan de moeder ; deeze fehrikt op dat oogenblik; en het kind krygt de Vallende-Ziekte, van de aandoening! Virt.  ( 87) bed verëischt: als de Artz maar geen verhard brein heeft, zoo mag hy zelfs wel al lachende de geneezing bewerken:—edoch, die érnftige aangezichten der Doctoren, zyn nog gevaarlyk niet, als die, welken de fcherpzinnige en menschkundige La Vater op de zevende plaat van zyne Gelaatkunde uitgeteekend en befchreeven heeft. — DoÜors-Aangezichten, in welken de overvloedig gedronken Wyn de fpieren der oogen, des monds,der tonge.der handen en der voeten , zoo zeer verlamt en beroert, dat er telkens een langverdoovende Slaap noodig is, om van 't verftand het gordyn weêr wech te trekken; zyn voor de lyders ten hoogften gevaarlyke aangezichten! Ik heb een' Doctor gekend , die in eene zoodanige ontëerende bedwelming van zinnen eens voor'tkrankbed Hond; en ongelukkiglyk, zoo verre van zyn centrum gravitatis afraakte, dat hy pardaf den zieken bloed op het lyf viel. — Dit was nochtans een gelukkig geval: want de Geleerde-Man viel op des lyders maag; deeze keerde zich om, en wierp eene groote menigte Gal uit; en ftraks volgde een vermindering van alle de toevallen. — Was echter de do/is van F 4 het  C 88) het braakmiddel niet wat al te fterk ? — Doch laaten wy, myn lieve Vriend , van die fchandelyke overweegingen afftappen, die eene zoo edele en nuttige Weetenfchap ontê'eren, en benadeelen. Wy hebben ons tot nu toe opgehouden , om voor het welzyn van onze noodlydende medeburgeren als rechtfchapene Geneesheeren enMenfchenvriendente denken, en te doen. Laaten wy nu ook de belooning befchouwen, die de dankbaare Herftelden den jongen Doclor geeven. Negende Zwaarigheid. De belooning der Docloren, nd de Ziekte, De fcheppende Natuur heeft eene wonderbaare eigenfchapin de inbeeldingskracht van een zeker foort van menfchen gelegd , waardoor de indrukfels van uiterlyke en innerlyke voorwerpen al langzaamerhand tot hun voorige Niet vervallen ; maar die tochby hunne eerfte verfchyning de beweeging van het gevoelige hart vermeerderen, en naar hun wezenlyk onderfcheid, of de beweeging der vreugde, der lief-  ( 89 ) liefde, der te vredenheid, der dankbaarheid , of van den toorn, van den haat, van de wangunst, of van de verachting voortbrengen. Deeze zoo wonderbaare eigenfchap is een ftiefdochter van' den Tyd; en wordt door den fraaien Dichter, zoowel als door de kundige Wysgeeren, Vergetelheid genoemd. De over den dood van zyne tedergeliefde huisvrouwe méér dan ontrooftelyke man, wordt door den weldaadigen tyd geftild ; omdat de leevendige indrukken van het verlies, ongevoelig vergaan: andere Schoonheden,die met tegenwoordige llraalen in zyne inbeelding blinken, verdryven,en wisfchen het beeld uit van zyne eerfte Gemaalin ; en den te vooren in de hevigheid van de fmart gewenschten Dood, wordt gebeden, zyne koomst zoo lang moogelyk is, te vertraagen. Zoo verflyt de tyd het fchoone en prachtige borstbeeld van goede Regeerders , op de Gedenkpenningen. En de by dag en nacht ontruste Artz, ontvangt na de geneezing, veröuderde Dukaaten (hier zyn het Schellingen, en gelukkig als men die nog krygt), op welken, of de tyd den geharnasten pyldraager afgefleeten, of de Joodfchen fchelmeryeh den rand atgeknibbeld hebben. ö F 5 Lie-  (90) Lieve Vriend! op dezelfde wyze als de tyd de aandoeningen van vreugde, van de liefde, en der overige driften verdooft en gevoeleloos maakt, zoo vergaat ook het gevoel van dankbaarheid: naauwlyks is het gevaar by den lyder voorby (op welk tydflip men den Artz ftandbeelden van dankbaarheid oprichten wil) of men verwytzich zeiven reeds, dat men het getal der Vizitent heeft vergeeten met een ceconomisch Krytje aanteteekenen. Zulke ondankbaare lyders, zyn fommigen zeelieden gelyk, die by een dreigend leevensgevaar, in den woedenden fiorm, eenen mast van Wasch aan de Heiligen belooven; maar die gelukkig aan land koomende een klein kaarsje op den kandelaar zetten. Deeze zwakheid zou nog te vergeeven zyn; indien nog maar fommige lyders zoo ondankbaar niet waren, als dat uitgelaaten Paard, hetwelk den Wolf (die zoo goed en zoo dom was, hem het gezwel aan den voet, met zyne tanden te openen)zoo wreedelyk met het hoefyzer voor den kop Hiet. Het is by veele lyders niet genoeg den Doftor flecht betaald te hebben, zy lasteren, zy belaaken hem nog. Die lastertongen! dat tygersgefiacht en ondankbaar  (91 ) baar adderengebroedfel! Zy trachten de eer en den goeden naam te berooven; en waarom? — omdat de Heer Dodtor zoo ftout geweest is,door eene toegezondene Reekening hun te verftaan te geeven, dat hy weet, hoe de arbeider zynes loons waardig is. De gebeeten Hond likt met dankbaarheid de hand desgenen die zyne wonden met olie beftrykt; en een Mensch kan zoo ongevoelig zyn, de weldaaden van zynen dienstvaardigen medeburger te ontkennen, en met eene verachtelyke ondankbaarheid te vergelden! De inwooners van het eiland Cos, hadden zich uit dankbaarheid verbonden, liever hun bloed opteofferen; dan, den redder hunner gezondheid, den eerlyken Hippocrates, aan de woede van hunnen vyandelyken nabuur, den Perzifchen Koning Artaxerxes , over te leveren. Doch waar zyn in onze tyden de menfchen die zoo denken, zoo gevoelen, als deeze Griekfche Eilandbewooners? Zyn niet by de meeften de zenuwen van de dankbaarheid ftomp en ongevoelig? In plaats van eerzuilen te verwerven (zoo als men te Romen den Artzen van verdienften oprichttede) wordt  (92 ) wordt men laag behandeld; en de grootfte belooning beftaat daarïn, dat men de eer gehad heeft, den hoogwelgebooren', of hoogëdelgebooren' pols te voelen, en zynen neus met de uitdampingen van eene moedwillig- beleedigde gezondheid te vergiftigen'. Maar, lieve Vriend, laat om deeze zoo fchandelyke ondankbaarheid van fommigenuwer medeburgeren, den moed niet zinken'. Gy hebt het geluk, een Paltzcr te zyn: gy leeft onder het befluur van eenen tederen Vader en weldoenden Befchermheer der fraaie Weetenfchappen. — Dees beminnelykfte,— (Maak hem doch onfterflyk, Gódlyke Artz.')— „ Dees groote Vorst, eert, fchat, waardeert en beloont een' ieder' rykelyk, die zich op het algemeenebest met yver toelegt: Wordt gy door den éénen of anderen met ondankbaarheid beloond ; betaal u zeiven met de voldoende overtuiging, datgy door uwe kunst het leeven van éénen uwer medeburgeren gered hebt; die denkbeeld is alleen genoeg, om uw zwaare ampt ligter te maaken, en u de ondankbaarheid te doen vergeeten. Bedien den armen noodly- den-  (93 ) denden met denzelfden yver, met dezelfde vriendfchap en onvermoeidheid als den ryken; en gy zult het goudövertreffend genoegen hebben, te zien, hoe anderszins naakte en ouderlooze kinderen, wier vader en wier moeder gy door uwe weetenfchap gered hebt, u eenvoudige, maar nochtans harttreffende dankzeggingen te gemoet zullen ftameren. Nu, lieve Stolpertus, heb ik u al datgene gezegd, wat gy van myne oprechte vriendfchap, en uwe toekoomende lyders van de gepaste menfchenliefde der Doctoren eisfchen kunnen. Nu bid ik u, dat, indien gy by het doorleezen van dit zeer onvolmaakte Werkje bemerkt, dat ik hier of daar gedwaald heb, zoo noem my dan Heer Broeder Stolpertus, en denk gulhartig: quandoque bonus dormitat Homerus! Ik zal my voorzeker beteren; en als ik in het toekoomende meêr waarneemingen zal verzameld hebben, u alles getrouwelyk ten nutte van onze noodlydende medeburgeren mededeelen. Doch nademaal gy met my in zulke tyden leeft, in welken men, om Doctor van de fchoone Sexe te kunnen worden, gaarne eenen goeden fmaak aan de  (94) de voorgefchreevene geneesmiddelen geeft, zal ik u, eer dat ik u verlaat, met eenige lekkere voorfchriften wapenen! Wy zullen met vaardigheid de Apotheeken doorzien; eenige fdnkpotten wechfmyten; en eenige Compozitiën, van een El lang , verkorten. — De fyne paarlen en 't edel-gefteente zullen wy niet vergruizen tot Hof; maar we zullen veel liever, den blanken hals, der weeligdarteiende Trippelaarflertjes, daarmeê omfnoeren! —- Onnuttige middelen zullen wy verwerpen; en de eenvoudigen doch werkzaamen, na de werking van hunne famenfïellende deelen onderzocht te hebben, uitkiezen. Wy zullen teffens overweegen, of een zeer groote walging by het inneemen van de middelen, fomtyds niet nadeelig zyn kan. -— Koom aan dan, myn Vriend! wy zullen ons een . weinig in deeze Ni. uwe Vrouwen-Apotheek ophouden; en dezelve, zooveel onze geringe bekwaamheden het toelaaten, nuttig inrichten. TWEE*  ( 95 ) TWEEDE AFDEELING. Apotheek ■ voor de Schoone Sexe. W Onderbaarlyk zyn de trillingen der zenuwen des ganfchen lichaams, lieve Stolpertus, by iedere aandoening, welke de bloote denkbeeldige voorfteiling van een walgelyk voorwerp, of de daadelyke indruk van hetzelve Hechts op de zenuwen der uiterlyke zinnen, in onze inbeeldingskracht voortbrengt. Onbetwistbaare waarneemingen der Geneesheeren hebben beweezen, dat in 't byzonder de Maag en derzelver bovenfte ea onderfte opening, door de walging te famen getrokken worden. Dikwyls ontftaat er een daadelyke braaking, vooral by dezulken, die een aandoenlyk zenuwgeftel hebben; fomtyds ftroomt er eea. iterke vloed van fpeekfel uit den beklem^  C 96) klemden mond; mecrmaalen volgt er een hevige afgang, op het enkel noemen van de Rhabarber of van de afgetrokkene Zenebladeren: en de opening van den Slokdarm trekt zich zoo wonderbaarlyk toe, dat een kleine, hoewel naauwkeurig vergulde , pil, den ganfchen omtrek van deeze anderszins nog-al aanmerkelyke tusfchenruimte opvult, enzélfdaarïn geftropt blyft. Ik ken een' kundig'Vroedmeester, die, zoodra hy de ligging van de vrucht door de aanraaking nafpoort, hevig aangedaan is. Een vrouw ziet, ruikt of hoort, hoe haar maatige echtgenoot den overtollig - gedronken' Wyn, by golven uit de overlaadene maag ontlast: als een tedere wederhelft van deezen tederen bedgenoot, zingt zy uit walging hetzelfde liedje, en met eene algemeene aandoening van het ganfche lichaam keert haar maag zich om; niet tegenftaande zy uit gebrek aan leevensmiddelen, die haar verachtelyke man doorbrengt, eenen gedwongenen vastendag hield, en geheel nuchteren te bed ging. Welk een oproer! welk een wanorde is er daar, aan die vrolyke tafel?—men fpringt, men fpoegt, men vloekt! — Allen zyn ze  ( 97 ) Ze verzadigd, vóór dat men recht met eecen begonnen heeft! — Waardoor ontftaat die fpoedige verandering onder die vro- lyke gasten? Een affchuwelyke dikke, en ruige Spinnekop daalt langzaam langs haaren zyden. draad van den zolder van 't vertrek, en vergalt den eetlust der gasten, door een verfchrikkelyk bezoek! De Heer Viesneus vindt een zwart hair in de groenten; en Juffrouw Teêrhart byt op een' Meelwürm, dien dè onvoorzichtige Bakker in het brood gebakken heeft. Een bloozende kleur verwt haare wangen, haar ganfche geftel wordt door ftuiptrekkende beweegingen aangedaan! Zy ftaat van de tafel op, braakt, en kan in langen tyd geen' broodreuk meêr verdraagen. Hoe doodelyk is dikwyls de walging by fommigen, die in ongeluchte ziekenkamers den damp van vergiftige uitwaasfemingen inademen.' De dagelykfche ondervinding, myiï Vriend, geeft ons voorbeelden van detoevallen, die op eene walging volgen. Krampachtige geelzuchten, maagpynen> vertraagde eetlust, aanhoudende kwaaien* bittere fmaak in den mond, zyn de gewoone gevolgen van eene walging. ïk i G heb  ( 98 ) heb eene Minne gezien, die, na dat men haar eenen purgeerdrank opgedrongen had , door eene hevige walging ontroerd werd, en nog den zelfden dag haar anders ftroomende Zog vërloor. Laaten wy daarom myn lieve Vriend» de uitwerkingen van de walging, in het voorfchryven der geneesmiddelen zoo Veel het moogelyk is trachten aftewenden; den fmaak van eenige walgelyke doch teffens onöntbeerlyke middelen te verbeteren; en laaten wy het groote getal van onnutte middelen (die immers tot groot nadeel vandeApotheekers, een dood kapitaal zyn), door de keuze van een gezond oordeel en redenlyke ondervinding, verwerpen^ De voorzichtige Natuur heeft drie wegen in het dierlyke lichaam verordend, langs welken zy de fchadelyke deelen ontlast. Deezen zyn de Endeldarm, de afleider der Pis, en de over de ganfche oppervlakte overvloedig verfpreide Uitwaasfemende vaten. Wy zullen dan, daar de meeste ziekten haaren oorfprong hebben in den onderbuik, uit eene Hechte fpysverteering, uit de verftoppingen die in deezen inhouder van verwarde inge- wan-  (99) wanden voorkoomen; met de oplosfendé braak- en purgeermiddelen een begiri maaken. Van deezen tak, zullen wy overgaan tot die middelen, welke de tweede natuurlyke ontlasting, deUitwaasfeming, of naar de omftandigheid des lyders, het Zweet bevorderen. Eindelyk zullen wy eenige kruiden voorfchryven ^ welken voqr den derden weg, langs welken de Natuur, of de fchadelyke of dé overtollige vogten ontlast, dienstig zyn. In deezen tak zullen wy handelen over dé Pis en Speekfeldryvende middelen ; en teffens van diegenen welke de geboorte} en de maandelykfche Zuivering bevorderen. Met deeze middelen, welke verordend zyn, om het lichaam te ontlasten van zyne fchadelyke deelen, zullen wy dë rechterzyde van onze nieuwe Apotheek aanvullen; aan de linkerhand zal een maatige voorraad van verfterkende, krampftillende, opwekkende en hartfterkende; middelen bewaard worden* Bóven dié zeer geringe getal van doozen , potten en flesfchen , zullen wy het oude Vaderlykei doch waarachtige Opfchrift plaatfen c JVatufa paucis contenta. ( dat is ) De Natuur vergenoegt zie-h met weinïgi G 4 Fèf-i  ( IOO ) Verteerende of ontbindende Middelen. Onder dit foort zou het Sedlitzwater de eerfte plaats verdienen, zoo het den verlekkerden lyder niet te onaangenaam ware. Lieve Vriend , dóe op iedere kruik, van dit voortreffelyke water, 4 lood Amandel - Siroop en vier oneen Pommeraans Bloesfem-water ; zoo zult gy het den lekkerften mond met vermaak verkoopen. By dit water kunt gy het Spa- en Pyrmonts-water plaatfen, welken nevens de openende krachten, ook de zeer notabele eigenfehap hebben, om de aangenaame kleur van het fchoonfte rood weder op het jufferlyk aangezicht te brengen; welke kleur, door de waterachtige fappen verdelgd was, en door het kunftig penfeel opgemaakt moest worden. Geef den fchop aan de Borax, den gevitrioolden Wynfteen, het arcanum duplicatum; en zet een glas vol met de volgende aangenaame poeders in de plaats van de overigen. Neem twee lood Wynfteen, twee drachma Salpeter, vier lood Ci-  ( xoi ) Citroen-Suiker; meng dit te famen, en geef bet uwen lyder naar goedvinden. De Tartarus Solubilis, deszelfs terra foliata, en de flores falis ammonicsci martiale*, zullen wegens hunne voortref!yke oplosfende kracht, uit deezen tak niet verdreeven worden, maar blyven. By gelegenheid van dit ontlastende zoutmiddel moet ik u, myn' Vriend , eenen drank voorfchryven, die inheete, vooral in Galkoortfen zoo nuttig als aangenaam is. Neem een half lood Paarlgerst, een lood room van Wynfteen , laatze beiden met 2 pint water kooken : als dees drank koud is, ontbind daar dan in, vier lood Citroen-Suiker;giet het dooreenen linnen doek, en geef het uwen kwynenden ly. der, om naarmate van zynen dorst daarvan te drinken. De krystallen van den Wynfteen, die zich met de ontbondene Suiker vermengen , en zich aan den bodem of de kanten van de flesch vasthechten, ontbind en zich gemakkelyk door middel van het Batneum Maria. Het zuur van den room van Wynfteen, dat door het kooken gedeeltelyk ontbonden is., is veel- aangenanraer, dan dat van onrype Citroenen; misfchien G 3, ii  ( 102 ) is hetzelve ook veel nuttiger. Laaten wy nu tot de Braak-, Laxeer- en lJur? geermiddclen overgaan; hier moeten wy er veeleu de huisvesting ontzeggen , dewyl ze gedeeltelyk onnoodig, gedeeltelyk fchadelyk zyn. Braakmiddelen. R oep nu de Meid , myn Vriend, en laat ze met den huisbezem, op éénmaal, alle de walglyke braakwortels,deGummi Gutt, het Vitrum antimonii, de eeuwige pillen en de witte Braakvitriool uit deezen hoek wechveegen; en ruim deeze plaats voor het Braakzout {tartaria emeticus) hetwelk pit den Wynfteen en uk de Crocus metaliorum famengefteld wordt, alleen in: Doch naardien de aandoenlykheid der zenuwen by verfcheidene lyders zeer verfchillend is ;zoo neem den volgenden regel te baat, die my nooit bedroogen heeft: Neem van deezen Braakfteen zes grein , 2 drachma Citroen-Suiker, deel dit in zes gelyke poeders ; de lyder neemt er alle vierendeeluurs een poeder van met laauw water, tct  ( io3 ) tot hy begint te braaken. De fmaak van dit middel is even aangenaam, en voor kinderen, en voor volwasfenen. Dit Braakzout is een heilzaam middel in verfcheidene ziekten. Wy zullen van deszelfs openende en zweetdryvende kracht, in de verhandeling van de zweetdryvende middelen eenen byzonderen Lofzang zingen. Laxeermiddelen. De Manna, de Honig en de Wei van Melk, met goeden Wynazyn toebereid, 2ullen wegens hunne veeljaarige trouwbeweezene dienften, in het bezit van hunne doozen en potten blyven. Maar nademaal de room van Wynfteen tenminften dezelfde kracht bezit, als óeTamarinden en de Casjïa, zoo zullen wy deeze beiden, den Egyptenaaren en den Indiaanen overlaat en. In plaats van deeze beide mergachtige bastvruchten, zal er in onze kraamery een nieuwmodifche Honigazyn , die uit gekookten Wynfteen, Water en Honig beftaat, in voorraad zyn: by hetwelk men, om er eenen aangenaamen reuk aan te G 4 gee-  ( io4 ) . geevea, een weinig Rozen- of Orangebloesfemwater doen zal; doch die gefchiedt naar welbehaagen. Hieronder zul' len wy ook de Venetiaanfche Zeep, als een byzonder goed openend en voortreffelyk laxeermiddel, plaatfen; hetwelk in de opgezette buiken der kinderen, in deflymachtige verpoppingen van de klieren en der ingewanden van den onderbuik, zynen vereerder nooit bedroogen heeft. Nochtans moet men omzichtig zyn, die uit te zoeken, die geene lange jaaren te koop geihun heeft. De verfche ukgeperfte en zonder vuurtoebereidde olie van zoete Amandelen, verdient ingelyks onder dit foort eene uitgekoozene plaats: doch dewyl, als dezelve alleen genoomen wordt,die olie de maag verflapt; zoo zal ik n myn' Vriend hierby de wyze voorfchryven , hoe ik ze zonder kwaad e gevolgen gebruik. Ik neem verfche uitgeperste zoete Amandelolie , het dooier van een Ei, een weinig Canariefuiker: ik laat dit alles in een fteenen mortier famenwryven, en giet al Jangzaamerhand zwarte Kersfenwater of een ander gedistüeerd water daarop. Langs deezen weg verlengt die zachte olie zich 'ge-  ( 105 ) gemakkelyk met de fappen van onze maag, het olieachtig gedeelte des dooiers van het Ei verë'enigt zich met de Amandelolie ; eh op die wyze is dit verzachtende middel beter dan alle anderen, die door de wysneuzige bakers by de kraamvrouwen ingevoerd zyn. Als gy myn Vriend met dit middel het Sal tartari, of deszelfs Liquor per deliq, of ook een ander Loogzout vermengt, zoo hebt gy een aangenaam vloeibaar vogt, hetwelk u by het zuur der kinderen, en in veele andere langduurige toevallen, heelwél dienen zal. By kraamvrouwen die in de verlosfing veelgeleeden hebben,is deeze Melk, met ée'n of meer grein Laudan. opiat. een uitneemend ftillend-middel. Eindelyk dient de Magnefia Nitri onder dit gezelfchap geplaatst te worden. Suiker en eenige droppelenKaneelölie zyn de lokvogels, waarmede men de kinderen en verlekkerde vrouwtjes verleiden kan, dit fmaakelooze middel te gebruiken. G 5 Pur»  C 106 ) Purgeermiddelen, Van den eerften tyd af, dat ik met den geesfel der Purgeermiddelen de overblyffels .van de zwelgery uit de darmen van den gemeenen man en der lieden van geboorte uitgedreeven, en menig' dapper' vreeter een'halven dag op den nachtftoel gefpykerd heb, heb ik (den hemel zy dank) maar drie Purgeermiddelen gekend, gebruikt en noodig gehad; afgetrokken Zenebladeren, Rhabarber, en den wortel van de Jalappe! Dit waren de geheimen waarmede ik deeze heldhaftige daaden ondernam; en eenige Dukaaten, die de bygeloovige Stooker in het aqua regis ontbindt, om het aurum fuhninam te bereiden, heb ik heel gerust in myne beurs gehouden. Laat nu weder den bezem in de hand genoomen, en alle de hoeken uitgeveegd worden, waarïn zich óeScammonie, de Coloquint, dé'Gummi Gutt, de Gratiola, de Helleborus niger en overige medegezellen van de fterke middelen verfchuild hebben. De pillen welke of uit dc Extratf. $ancbymag. Croll, of  ( io7 ) of andere moordmiddelen bereid zyn, geef die den vrolyken jongen om zynen blaasrotting daarmede te wapenen, wiens beroep het is, de vrolykê* mosfen op het dak te klyfteeren. Ongelukkig is het, en voor altoos ongelukkig, dat de Rhabarber en Zenebladeren voor fommige neuzen, die zich alleen aan den Herken reuk van de Pots pourris, Amber en Muscusgewend hebben, zoo zeer walgelyk zyn. Laaten wy dus zoeken, deeze kleine fouten der Natuur, te verhelpen! Lieve Stolpertus, als gy deeze middelen met kookend water afgetrokken hebt, en ze koud geworden zyn; zoo meng dan daarby, een drachma van den zoeten Salpetergeest, of van de Liquor anodinns, dan zal de walgelyke reuk door deeze vlugge geeften verdreeven en verflapt zyn. Eenige droppelen van de Kaneelölie, van de Anysölie, maaken den reuk der poeders van Rhabarber verdraaglyk, en beletten derzelver werking niet. De grootfle zwaarigheid is, den Kinderen deeze buikzuiverende middelen in te geeven: gemeenlyk moeten dezelve in deeze jaaren fterker zyn, omdat zich in 't by zonder by fommige kleine dikbuik j es veel  ( io8 ) veel taaie flym, het nest der wormen; in den onderbuik vergadert; hetwelk een natuurlyk gevolg is van de onverteerbaare meelfpyzen. In deeze en foortgelyke gevallen heb ik het volgende middel werkzaam en aangenaam gevonden: Men meent B. V. twee drachma geftooten Jalappe, een drachma geftooten Kaneel , twee lood witte Suiker, en men doet er nog eenige droppelen Kaneel- of Anysölie op. Van dit mengfel geeft men naar de omflandigheid en naar de jaaren, meêr of min. Gebeurt het dat er wormen by de kinderen zyn, dan ben ik gewoon, een weinig Spaanfche Zeep, daar by te doen. Men kan deeze poeder met de fpyzen der kinderen mengen, of dezelve ook met een weinig Melk ingeeven. Oordeelt men dat er fterker middelen verëischt worden, dan neemt men harst van Jalappe , zooveel noodig is, witte Suiker en een dooier van een Ei; men wryft deeze te famen in een mortier, en giet er nu en dan wat Roozenwater of eenig ander aangenaam water by. Dit middel is zoo aangenaam als heilzaam. Onder deezen tak van uitdryvende middelen, zullen wy er eenige tegen de wormen,  ( 109 ) men en de winden (dewyl die toch dezelfde plaats bewoonen) by voegen. Deeze onverzochte gasten, die noch kost noch huishuur betaalen, zyn gezwoorene vyanden van de Purgeermiddelen ; dikwyls verlaatenzy hunne wooningen zonder verdere pleitgedingen. Doch dewyl er gevallen zyn in welken deeze kruipende voedfeldieven hunnen post hardnekkig verdedigen, zoo bewaar de zoete kwik — en de uit yzer toebereide middelen, tot een omzichtig en weïöverlegd gebruik. Tegen de winden zullen nevens de laxeermiddelen, het Anys- en Venkelzaad, de zoete Salpetergeest, en de Liquor afiodinus genoeg zyn, . Wilde nochtans de in de darmen ingefloppene en door de warmte uitgezette lucht, op de bezweering van dit middel het lichaam niet verlaaten; zet dan uwen opgeblaazenen lyder dagelyks eenige uuren op een Paard, hetwelk de kunst heeft, om door eenen zachten tred het geheele lichaam te fchudden; en gy zult voortreffelyke gevolgen van dit middel ontdekken. Laaten wy na, eenige middelen uitzoeken die de via fecunda(gelyk de Geleerden zeggen) van de tegennatuurlyke deelen zuiveren kunnen, Zweet-  ( Hó ) Zweetdryvende Middelen. Geen vak in de Apotheek werd in de eerfte tyden van de Geneeskunst met mêerkasfen, doozen en potten voorzien, dan dit! De meeste ziekten moesten door fterk zweeten geneezen worden: en dikwyls liet de diepzinnige Doctor Diaphoreticus den dreigenden Dood in het onderlyf influipcn, als hy naar de omftandigheid van zaaken door zachte laxeermiddelen de darmen hadd' moeten laaten zweeten. Den Schepper der heilzaame kruiden zy eeuwig dank, dat deeze doodelyke vooroordeelen (die evenwel nog, gelyk Tissot daarover klaagt,onder dengemeenen man heerfchen) meer en méér vermind eren.Wy zullen dan de Bezoar-kogelen, den Eenhoorn, en de overige Aardmiddelen (die de leepe Triller zoo aartig befchryft) in het Natuurkundige Kabinet, gelyk de andere kostbaare fteenen, verwyzen; daar kunnen ze de oogen der Natuurkundigen voldoen, en de maagen onzer lyderen vry laa*  (1*1) iaaten. De Oesters en Kreeften zullen wy op de vrolyke tafel van onze goede Vrienden zetten, en de overblyvende fchelpen op den misthoop werpen. Met het Kryt zullen wy de Vizitens by onze lyderen getrouwlyk opfchryven; en de roode en witte Koraalen zullen als fieraaden aan den zeeoever in flilheid blinken. Met de Terra melitenjls en de overige boli zullen wy de vetvlakken, welken een heerlyke. maaltyd op de kleederen van de verwarde en tuimelende gasten veroorzaakt, uitwisfchen; en de Esfentia Alexipharmaca Stahlii,(\e Esfentia atnara en dulcis van Hatte teffens met de andere esfentia zullen niet toegeftopt worden, maar, in de vrye Atmofpheer van de Apotheek, vervliegen en wechdroogen. De Zwavel en het Spiesglas zullen alleen uit het Bergryk bewaard worden. Zou niet een grein van den Braakwynfteen op een pint aftrekfel van Viierbloemen, of een afkookfel van Pokhout, de werking van de Antimonium diaphoreticum en van de Kermes minerale vervullen ? Eenige fchoone ondervindingen hebben my alle de anderen verdacht gemaakt. Het Plantenryk zal onze meelte kasfen vullen. Ver*  ( H2 ) Verzamel dan, myn lieve Vriend, den Engelwortel, den Alants en Gentiaan wortel, eer dat zy aan het opfchietende kruid hunne krachten mededeelen. De China en de Sasfaparitla kunnen in haare eigene geboorteplaats haar fortuin zoeken. In plaats van deeze vreemdelingen, die de Hollanders zich goed laaten betaalen, zulien wy onze inlandfche Heemst- GrasZeepkruid, - Venkel- en Klktenwortelen', in dienst neemen. De Sasfafras en het roode Sandaliehout met zyne overige verwantfchap zullen hetzelfde noodlot van ballingfchap ondergaan , of tot het veelkleurige fchrynwerken gebruikt worden. De vrolyke en lieflyke medegezel ,het Pokhout, zal, tot men verdere gelukkige ontdekkingen doet, ftandhouden. Bewaar het Duizendguldenkruid, den Gezegenden Distel, de Lavas, de groote Marjolein, de Salie, het Citroenkruid , den Eerenprys , wél gedroogd, in de medicinaalkamer. Viierbloemen en derzelver Siroop, met Citroen-Suiker, zullen in dit foort de plaats bekleeden. Nu lieve Vriend, hebt gy middelen genoeg, waarmede gy uwe lyders zoo fterk kunt laaten zweeten, als een postpaard, dat met fchraale haver in den  ( «3 ) den zomer drie posten loopen en fommlgé Jenafche Rabutisten draagen moet. Laaten wy nu overgaan tot de betrachting van fommige middelen, die de fcherpe pisdeelen, of door hunne verzachtende of verdryvende kracht, van het bloed affcheiden. Pisdryvende. Middelen. Geef myn Vriend, de Kervel, de Pieterfelie, de jonge fpruken van de Hop en van de Aspergies, geele en witte Peen, Cellerie, LookenPry in de keuken jen laat er uwen lyder die Pisdryvende middelen noodig heeft, lekkere fchotels van toebereiden. De tydige boom- en andere vruchten: de Aardbeziën, de Moerbeziën, de Kersfen en derzelver verdere medegezellen, zullen op het defert, in wit porcelein, nevens een maatig gebruik van den Moezelwyn, onzen lyderen, die door het zand of de fteen gefolterd worden, toelachen: doch waarom zyn de Pfirsing zoo ongelukkig geweest, van uit het gezelfchap der overigen in den Winter in voorraad zynde Siroopen verbannen te zyn. H Doch  ( iH) Doch nademaal wy geen plaats te véél in onze Apotheek hebben, zullen wy het fap der Moerbeziën , der Braambeziën, der Aardbeziën, en der overige bondgenooten te famen mengen, met fuiker tot eene Siroop kooken, en onder den naam van Vruchtfiroop in gebruik neemen. Het Oximet. Squillit, en de Therebentyn zullen be;den by ons, wegens hunne goede eigenfcbappen, hunne tot nog toe beftemde pLats behouden. De Spaanfche Vliegen nochtans kunnen ongehinderd uit die vak in dat der blaêrtrekkende middelen overvliegen; en in plaats van het inwendig gebruik van dit gevaarlyke ondier, zullen de goedaartige Pisfebedden hier gehuisvest worden. De Cineres Genista, flipit fabar zoowel als de andere uit verbrande kruiden getrokkene zouten, kunnen zich by de Zeepzieders of de Goudfmits te koop aanbieden; zal niet de zuivere Wynfteen voor alles kunnen dienen? l\u myn vriend, nu hebt gy middelen genoeg, om de Pis zoo aftedryven, dat uwe lyders dezelve met pinten by den voorzeggenden Scherprechter brengen kunnen. Eer wy van deezen tak af- fchei-  < «5 ) fchelderi, zal ik u hier een lekker middel by voegen, dat in verfcheldene gevallen van de opftopping der Pis, van eene goede uitwerking, en teffens zeer aangenaam is. Neem 20 gefchilde zoete Amandelen: 2 lood witte Maanzaaden, zes of agt gefchilde Perzikken-Pitten, en een weinig witte Suiker: maak hiervan met een halfpint braambeziën- of kriekenwater, een' Melk ren doe daarby naar tydsomftandigheid, of de Heemst- of Pynftillende Siroop van Sydenham, met een weinig Salpeter —• of de Magnejia. —Proba turn est. Alle middelen die de affcbeiding vaft de Pis bevorderen, vooral die, welke prikkelend zyn, werken teffens wegens de nabuurfchap der vaten, op de deelen van de geboorte. Doch dewyl de oorzaaken der wechblyvende Maandelykfche of Kraamzuiveringen zoo menigvuldig zyn; moet ik u hier, myn Vriend, vaderlyk waarfchouwen, om met deeze zeef aandoenlyke deelen van het vrouwelyke geflacht zeer bedachtzaam, en zeef voorzichtig omtegaan: en gy zult in het toekoomende myn gevoelen goedkeuren f alle fterkdryvende reinigende middelen H 2 ver-  ( lU ) verbannen, en de weekmaakende Klyfteeren, de zachte damp-of andere Baden, het Spa- en het Pyrmonts-Water en vooral eene goede Diëet, hooger fchatten, dan alle Moederpillen en Tinftuuren. Dikwyls worden kleine verhardingen van de Baarmoeder door het gebruik van deeze krachtdaadige middelen, in ongeneeslyke Kankergezwellen en doodelyke flortingen veranderd. vs0 Laaten wy by de bleekzuchtige Dochter de fpysverteering verbeteren door eene goede leevenswyze, en door de lichaamsöeffeningen; verwyderen wy by de Kraamvrouwen het gevaar van onkundige Vroedvrouwen, en van hetingefloopene misbruik in de Diëet, na de verlosfmg; vermaanen wy de gemakkelyke Moeder, den kinderen de voedende Borst niet te weigeren, opdat de na de geboorte overvloedige toebereidde melk, in dc-szelfs ontlasting niet verhinderd worde: dan zal men noch de Borax, noch den Baarwortel, noch den Zevenboom, noch de Aloë, noch de Myrrhe, en niet eens de op de markt verkocht wordende Beaume de Vie noodig hebben. Het is beklaaglyk dat fommige Genees-  C IJ7 ) neesheeren in dit foort van Vrouwelyke Ziekten zoo vol vooróordeelen zyn, en de balfarnieke pillen zonder eene naauwkeurige beöordeeling in die aandoenlyke lichaamen Huwen. Laaten wy dus in dit vak niets plaatfen, dan, de Yzer-Tinctuur van den onfterfiyken Boer have, en de Jlores fatis ammoniaci martiales, tot een zeer omzichtig en wélöverlegd gebruik ; en wy zullen veel voordeeliger zyn dan alle de Doctoren met hunne Moederpillen. Speekfeldryvende Middelen, De goedaartige Natuur verkiest, in één en meêr gevallen, den Speekfelweg, om gedeeltelyk fchadelyke, doch gedeeltelyk ook ónfchadelyke fappen uit het bloed aftefcheiden. Het tandkrygend Kind loopt een ftroom van Speekfel uit den mond, hetwelk door de prikkeling van de uitbottende fnytanden uit openliggende Speekfelklieren gedrukt wordt, om het tandvleesch door een aanhoudend bad week te maaken. De reuk van gekruide h 3 fpy-  ( "8 ) fpyzen, de beweeging van de onderkaak in het kaauwen, opent deeze waterachtige bronnen, om dit vogt ten voordeele van de verteering met de fpyzen te mengen;de kinderpokken byvolwasfenen zetten deeze ontlasting aan, tot eene te groote hoeveelheid,met eene daaröp-volgende vermindering der toevallen. Ik heb by 4 Vrouwsperfoonen 'smaandelyks zulk eene ontlasting van fpeekfel gezien, die de plaats van de maandelykfche zuivering bekleedde; doch zou deeze kwyling de Venuskwaal, voorzeker geneezen ? Hoe menigen vrolyken broeder heb ik gezien, die als een zyworm uitgefponnenen in eene ellendige pop veranderd was , zonder dat het verraaderlyke vergift zyne wooning verlaaten had. Wy zullen nochtans het leevendige zoete en vergiftige kwikzilver aan den Hemel van onze nieuwe Apotheek zoo lang Jaaten blinken, en den goeden invloed van deeze gewigtige Vtencetenmetbodoextincloria voorzichtig eeren, tot dat de nieuwe ontdekking eenes geneeskundigen Sterrekykers hetzelve uit het gezelfchap van de blinkende Apotheeks -Luchtverfchynfelen verbant, pf, de menfchen zoo verflandig zyn, geen flagt-  ( 119 ) flagtö'ffers van de onkuisheid te worden. Nu hebben wy , lieve Vriend, de rechterzyde van onze nieuwmodifche Apotheek met fommige middelen gemeubileerd, die de heilzaame ontlastingen der traage Natuur bevorderen kunnen. Laaten wy nu op de linkerzyde diegenen plaatfen, welke de verzwakte veerkracht van de vaste deelen onzes lichaams verhelpen, die of de vloeibaareftcffen verdikken,of de zulken dietetaaizyn ontbinden. Laaten wy er fommige ftelien die denedergeflageneleevenskrachcen en de zenuwen opwekken, die de buitenfpoorig-krampachtige aandoeningen van de ontfteide zenuwen bedwingen, en eindelyk door eene gemaakte prikkeiingop de oppervlakte van het lichaam, of de verdoofde zenuwen opwekken, of eene ontlasting van fcherpe vogten bewerken. Wy zullen verder onze Apotheek met eenen kleinen voorraad van uiterlyke heelmiddelen befluiten. H 4 Ver-  C 120 ) Verjlerkcnde en Samentrekkende Middelen. D e geneesmiddelen, die aan de vaten Van een leevendig lichaam, of, opdat ik Docloraal fpreeke, de vaste deelen eenige krachten mededeelen, die de buitennatuurlyke uitzetting van dezelve beletten, en de veerkracht herftellen, zullen wy Verjlerkende Middelen noemen. Hoe dikwyls moet de Artz de menfchenhuid bereiden en in den taankuil van Koortsbast leggen, om de natuurlyke verëeniging der vaste deelen te herftellen, en de doodelyke verdeeling (affcheiding) Van dezelve te beletten? Doctor Gumperz gebruikte voor eene zwakke geërfde Long 12 pond China, NB. het ée'ne pond na het ander; en. het bloeden etter-fpuwen verliet hem. De fraaie geneezingen van Pringle in de Rotkoorts , de groote kracht van den Koortsbast in de koude koortfen, de gemaakte preuven van De Haan zullen ons opwekken, aan dit Heldenmiddel de eerste plaats onder de verfterkende middelen te geeven. Laaten wy dan, myn Vriend,den flechten en middelmaatigen Koortsbast uit on-  ( 121 ) onzen Winkel bannen,en eene grootekas met de beste , fynste , uitgezochtfte Chma opvullen; dit foort zal zoowel voor armen als ryken , ten inwendigen gebruike zoo lang bepaald worden, tot dat de aangenoomene ftelregel afgekeurd wordt, dat de gezondheid van één éénig nuttig Burger ten minften even zoo edel even zoo dierbaar is, als die, van eenen altyd werkzaamen en altyd fchuldeloozen hoveling. Naast dit voortreffelyke middel plaatfenwy de Cascanilla, die nevens de zicht verfterkende kracht, ook kruidachtige, in veele gevallen zeer werkzaame deelen be^ vat. Het Duizendblad zal met eene byzondere hoogachting, gelyk ook de Salie, hierby geplaatst worden. Gy kunt, myn Vriend, deszelfs uitmuntende deugden by Loesecke naleezen. Zonde men ook niet den Palmboom, die tot nog toe flechts onze tuinen verfiert, onder het getal van de verfterkende middelen plaatfen ? Dit middel verdient ten minften. een naauwkeurig onderzoek. De overige fterker famentrekkende middelen zullen wy tot het uiterlyk gebruik verordenen. Uit het Bergryk zullen wy het Yzer eene beftendige trouw toezweeren. Dit voorH 5 treft  ( 122 > treffelyk metaal zal aan de bleekzuchtige jonge Dochter de roode kleur op haare wangen wedergeeven, en air het blanketfel vernietigen. Het zal de traage ingewanden van de klaagende Hypochondristen en den verwytden Tederling het mannenvuur in de aderen ontfteeken. Deszelfs Tinftuur met appelfap gemaakt, en de Staalwyn van den grooten Boerhaven met Kaneel en Orangefap vermengd, moeten verzwakten lyderen voorgefchreeven worden; de Croci van Yzer zullen als verwen in de Porcelein-Fabriek dienen. Gelyk het Yzer tot het innerlyk gebruik den voorrang in dit ryk verdient, even zoo hoog moet gy het Lood fchatten, myn Vriend, tot het uiterlyk gebruik. Lees het fchoone Werkje vaa Goulard, en de waarneemingen van het nut van 't extract van het lood. Eer wy deezen hoek van verflerkendemiddelen fluiten ; zoo wil ik u nog een voorfchrift eener nuttige en aangenaame China-Koffie mededeelen. Neem 2 lood gebrande en geftootene Koffie. 2 drachma geftootene China. 1 drachma geraspt Elpenbeen. en  < 123 ) en als het de omftandigheid verëischt, een weinig zout van Wynfteen, laat dat kooken, doorgieten, en met fuiker zoetmaaken; dan zal u menig lief meisje verzekeren : dat gy een Doctor zy t, die weet te leeven, en met de vrouwtjes weet om te gaan: Qefl un homme d'esprit zal men van u zeggen; en wie weet of gy niet in Frankryk even zoo gemakkelyk als zyn doorluchtigheid, de Hertog van d'AiLh aut, een Hertogdom of ten minften een Marquizaat daarmede kunt winnen! De orde verëischt nu, dat wy over de oplosfende middelen handelen: doch dewyl wy een gedeelte van dezelve onder de digestive middelen aangehaald hebben; zoo zullen wy hier nog by plaatfen, de extraeten van Cichory, Paardebloemen ,vanDuizendguldenkruid en van Witbeen, (Potemonium) ; en de buitenlandfche Gommen den zakgeeven. De Waterkers,. de Radys en zynen broeder de Rammelas, het Lepelblad en het Pimpernellekruid,zullen wy onzen lyderen tot Salade geeven.  ( "4 ) Zenuw- en Hartverjlerkende Middelen. Deeze middelen, lieve Stolpertus, zyn ondndiglykverfcheiden,en moeten naar de oorzaaken van de verzwakking bepaald en voorgefchreeven worden. De uitgebloede en magtelooze Kraamvrouw moet met maatige, voedzaame en iigt-verteerende fpyzen verkwikt worden. Het wryven van de beenen en de voeten moet eenigen tyd de leevensbeweeging opwekken. Het Wynfap fiddert in den ochtendftond , tot dat de middagfche Wynkelk, die dikwyls geleegd, en even zoo dikwyls weder aangevuld wordt, het verflagen zenuwfap weder opwekt. De neêrflagtige en knorrige Gryzaart begint als een jongman te fchcrtfen, zoo dra de vlugtige geest van den dubbelden Anys het bouwvallige fcharminkelgeftel befproeit en verleevendigt. De tedere DoRlnde valt op de nabyflaande Sopha: elle fe trouve mal; Jon cceur s'en va; elle Je meurt; en zy koomt door gêen hartfterkend water by, voor dat de knecht den  ( 125 ) * den verwachten Brief brengt, in denwel-» ken duizend aangenaame leugens op elkander volgen. Nu begint dat lieve Schepfeltje weder adem te haaien, en het hart begint weder te flaan. De Spanjaard lag armoedig te Romen op de ftraat, zonder eenige teekens van leeven te geeven; een nog versch waasfemende en mededeelzaame Merda, die hem zyn medebroeder onder den bleeken neus hield, wekte terftond ook by hem de leevenskrachten op, en de lyder meende in der daad de aangenaame lucht van Madrid in te ademen ■— Ah! arie di Madrida. De Artz geeft den ftervenden ryken Oom het hartfterkend Patirlwater in de keel; hy opent nog eens de oogen, en ziet hoe de bedroefde Neeven zoo goedaartig en zoo ftichtelyk de befchimmelde Dukaaten onder elkander deelen. Ik fchreef eens aan eenen bejaarden Man (die dagelyks een goed glas Brandewyn gebruikt) voor eene hevige fteek in de zyde, eene aderlaating voor, en gaf hem een' Wollebloemendrank met Honig te drinken; eenige uuren na de aderlaaring verviel hy in zulk eene zwakheid, dat hy fcheen te zullen fter- ven  ( 126 ) fterven : Objlupui Steteruntque coma! De gewoonlyke Brandewyn met den voorigen drank vermengd zynde, gaf hem de krachten weder, en de ziekte verdween den zevenden dag, door eene heilzaame ontlasting van fluimen. Een teug frisch Water, een glas gekaamde Melk, een weinig rhynfche Wyn verkwikt den dorftigen lyder ; de rookende Azyndamp met welriekende Nagelen vermengd, een open venfter, wekt de krachten op, die door de vergiftige lucht nedergeflagen zyn: en hoe dikwyls is een opwekkend gelaat, een hoopgeevend woord van den Dottor de beste hartverflerking voor den vreesachtigen lyder! Hoe dikwyls is een Braak-of Buikzuiverend middel, een aderlaating het zekerfte middel om aan de Zenuwen haare leevendigheid, en haare werkzaamheid weder te geeven ! Het wryven met warme doeken, — het lucht-inblaazen in den mond der doodfchynende kinderen na eene zwaare verlosfing — de Tabaksklyfteer voor de Drenkelingen, zyn dikwyls zulke krachtige middelen , die den reeds geheelen flilftand der fappen weder herüellen. Dewyl wy dan geen zeker  ( I27 ) ker middel bepaalen kunnen, hetwelk onmid lellyk in alle de gevallen op het hart en deszelfs zenuwen werkt; zoo zal dees hoek ook niet naar Muskus noch naar Amber of Civet ftinken of ruiken. Laaten wy liever , tot maaüg gebruik , eenige flesfchen Champagne-Wyn — Caapfche-Wyn, Nierfteinfche of Hochheimer Agtënveertiger in derzelver plaats zetten, en daarenboven, de eeuwige waarheid daarop fchryven: Vinum cor hominis tatificatl Maar hoe zal het met deeze hartverflerkingenby de fchüldige Vizitatie van de Apotheek paan ?....? Daar het één der voornaamfte pligten is, Frisfche Waaren te hebben! . . . Doch opdat dees hoek niet gansch ledig worden zou, zullen wy dien met welriekende Kruiden, Bloemen, Vruchten, en Basten, of met wat Water, of half Wyn, gediftileerde Wateren vervullen, — het Rozen-LavendelMelisfen- Balfem- en Orange-Bloefemwater, het Braambeziën-Citroen- en Kaneelwater hier plaatfen; het Cichory-Distelen Witbeenwater zullen voor de welriekende wateren de plaats inruimen, of der Ganzen den dorst lesfchen. Het Liquor anodimu, de Spiritus Nitri  C 128 ) tri dulcis met den goeden Wynazyh, zullen als weêrgalooze hartfterkende middelen by de hand weezen: De Confeclio alkermes en de hyacinth zullen al langzaamerhand zonder gebruikt te worden, opdroogen. Nu hebben wy fommige middelen verzameld, die de traage zenuwen opwekken zullen. Befchouwen wy nu nog diegenen die de aanvallen van de te aandoenlyke zenuwen beteugelen, en door hunne kramp (tillende kracht, nuttige uitwerkfelen belooven. Krampjlillende en Slaapmaakende Middelen. De Kramp, een werking van geprikkelde Zenuwen, ontftaat dikwyls op vérafgelegene deelen van het lichaam, op welken de prikkelende'oorzaak niet onmiddelbaar werkt. De aandoenlyke Hypochondrist wordt geelzuchtig na het gebruik van een fcherp purgeermiddel, omdat hetzelve den twaalfvingerigen darm door zyne fcherpe deelen toeknelt; en daardoor den  ( 129 ) vryen invloed van de Gal belet. Een korreltje Snuif, een Mugje, vliegt in het gevoelig oog; de trouwe wachter van de cirkelsgewyze oogfpier trekt zich in honderd plooien famen, om uit de traanklier eenen heilzaamen vloed uittepersfcn, om dit prikkelende lichaamtje uit den gevoeligen behouder te reinigen. Zelfs de Arm, de Hand, dellen buiten onzen wil, fpoedig ter hulpe; om door wryven en drukken de vyandelyke prikkeling te verwyderen. De ongelukkige misflagen van een'Houthakker, het verhaaien van eenen onmenfchelyken dood, de luidende alarmklokken die den Brand verkondigen, trekt de ganfche oppervlakte van de huid te famen, en een algemeene opftand van de klieren der huid maakt het gladfle juffertjes-vel ruw. Een Kat ontdekt den vervolgenden Hond; oogenblikkelyk ryzen de hairen van haare anders gladde pels, de ftaart wordt korter en zwelt op, en dat aartige fchootdiertje verandert in een gruwelyk Steekelvarken. Hoe dikwyls deeden de voortreffelyke Symphoniè'n van eenen nu éénigen Cannabich, de ftreelende Hobo van den meesterlyken Le Brun, de 1 zacht-  zachtgolvende toonen van den harttreffendert Fbanzel, en de betoverende Fluit van eenen lieflyken Wend lino myne Zenuwen ryzen ! Ik voelde den leevendigmaakenden invloed van een onbegrypelyk vergenoegen: een verwonderlyke fchok deed zich aan myn Zenuwgeftel gevoelen, en de vreugdetraanen ftroomden uit beide myne oogen. Het fchaamrood worden, het niezen, het hoesten, het verfchrikken, zyn meestendeels krampachtige fchuddingen van de geprikkelde Zenuwen. De koortskoude , welke de Engelfche Leeraar te Heidetberg, de geleerde Gatten hof, zoo voortreffelyk en zoo meesterlyk befchreeven heeft, fchynt enkel krampachtig te zyn. De ftuipen die door wormen voortgebragt worden, de wonderbaare toevallen by zwangere en krampachtige Vrouwen, zyn overtuigende bewyzen van de ongelukkige neiging der Zenuwen tot krampachtige beweegingen. Laaten wy dan, lieve Vriend, de middelen onderzoeken, die deeze eigenaartige aandoenlykheid der Zenuwen, als de gezondheid daardoor benadeeld wordt (volgens  ( i3i ) gens de ondervinding, op goede redenen gevestigd), voorkoomen kan. Ik moet u hier ook in het geheugen brengen, dat heel dikwyls de afdryvende, de verzachtende, de flymachtige, de verfterkende middelen, de beste krampitillenden zyn, waardoor de fcherpten uit de darmen en het bloed gedreeven worden. De Natuur zelfs wyst den Geneesheer den weg; zy verwekt grooten dorst, een ganfche wolkbreuk van vloeibaar fpeekfel ftroomt in den mond, om één bytend peperkoorntje te verzwakken : Laaten wy in de meeste gevallen deeze onderwyzende neiging der Natuur volgen; en dan kan het Beevergeil met de Asfa fwtida teffens, naar finjeur den Daimoon gaan! Geloof dan voor zeker, myn Lieve Stolpertus, dat de Zenuwen van ons Lichaam, lieve huisgenooten zyn. Nu en dan ontroeren zich dezelve , als een weezenlyk prikkelende oorzaak hunne gevoeligheid aandoet. Wy zullen daarom het Beevergeil of geheel verbannen, of alleenlyk voor den reuk in deezen hoek houden; daar 't voor het innerlyke gedeeltelyk nutteloos, gedeeltelyk fchadeI 2 lyk,  ( 132 ) lyk, en misfchien in veele gevallen onzeker is. De Liquor cornu cervi fuccinatus zal als een goed vlugcig middelzout in eene kristallen flesch een' onverftoorden weduwenftoel verkrygen. En gy, ö voortreffelyk meestermiddel! gy bedwinger van hevige pynen, gy beftryder van de krampachtige Zenuwen , heldenmoedig Maanzaad! gy zult in eenen witten porceleinen met lover bekroonden pot, in welken de groote Sydenham, de vernuftige Xralles en de meesterlykeBurg uwe loffpraak met gouden letteren gefneeden hebben, eeuwig in onze Apotheek uitblinken; en dagelyks door verftandige en voorzichtige Doctoren geëerd worden. Lieve Vriend! lees het fchoone Werk van den kundigen Tra lle s; lees het om zyne ontegenfpreekelyke deugd , meer dan ééns; en de groote kracht van het Opium zal u nooit bedriegen. — Gaan wy nu van het itillend tot het pynverwekkend middel over. Laaten wy de werking befchouwen van die blinkende vliegen, die wy uit de kas der pisdry. vende middelen in dééze hebben doen overbrengen. Deeze zoo fcherpe als goed- aar-  ( 133 ) aartige diertjes zullen in fommige gevallen de Zenuwen der óppervlakte by onze lyderen aantasten , en hun, tot hun eigen welzyn, pyn verwekken , Zy zullen in de zoogenaamde Kinkhoc-sten der kinderen, en andere hardnekkige Zinkingen, die door eene fcherpte worden voortgebragt, tusfehen de fchouderbladen gelegd, de prikkelende en bytende vogten tót zich trekken > en afleiden; zy zullen de ontrtetking der oogen geneezen , de vervallene leevenskrachten tot heilzaame ontlastingen aanzetten , de flaapzuchligen opwekken , de terug gedreevene Podagra of Schurft, Pokken en Mazelen van de edele deelen aftrekken , en verwyderen. Maar ik wenschte, dat menig Dottor met deeze Vliegjes in heete Ziekten wat voorzichtiger omging, en de dolheid door deeze prikkeling niet vermeerderde; doch dezelven ook niet te laat, als alle de zenuwen reeds ïnderdaadftómp en gevoeleloos zyn , leggen lieten. Ook moet u de Zwangerheid by volbloedigen weêrhouden, om deeze bedrieglyke gekorvene diertjes uiterlyk te gebruiken; dewyl zy door hunne pisdryvende fcherpte eene ontydige geboorte zouden kunnen veröorzaaken. I 3 Dee-  ( 134 ) Deeze aanmerking verdient ten minsten alzulk eene toeftemming gelyk men aan welgegronde gisfingen gewoon is te geeven. Opdeeze ry van uiterlyk afleidende middelen moet nog de heilzaame Zydebast geplaatst worden; die op de armen gelegd, nuttige bronnen van fcherpe vogten opent. Eene veeljaarige rhumatieke hoofdpyn, eene Hikkende aamborstigheid, eene bloedfpuwing heb ik door deezen Bast gelukkiglyk geneezen en verdreeven gezien. Nu ben ik u Lieve Stolpertus, nog uiterlyke middelen fchuldig, die door de Heelmeesteren met prachtige eertytelen voorgefchreeven worden. Ik zal hier plaatfen de krachtige wondbalfems, de wonderwerkende Esfentia en Spiritus, de kostbaare Zalven en Pleisters, die gedeeltelyk uit het Ptantenryk, gedeeltelyk uit het Dieren-, gedeeltelyk ook uit het Bergryk haare zelfflandige deelen ontkenen, en al meest nutteloos de potten en kasfen bezoedelen; doch ook heel dikwyls door hunnen ouderdom, fcherp, garstig en nadeelig worden. Laaten wy den Dasfen, den Yosfen, den Zwynen en overigen dieren,hunne reuzelen vet laaten  ( 135 ) ten behouden; en verfche ongezoutene boter , zoete amandelen en lynzaadölie gebruiken. Laaten wy fommigen Heelmeester en, die in gezonde en door geene fcherpte bedorvene lichaamen den natuurlykea balfem, den heilzaamen etter, met plukfel en pynlyke fchaaren zoo zorgvuldig als fchadelyk afreinigen, uitdrukken, en door deeze onnoodige voorzorg de gezonde nabuurige deelen kwetfen: laaten wy, zeg ik, deezen Menschlievenden Pynigers verzoeken, dat zy dit witte, en immers niet Hinkende, goedaartige voortbrengfel van de heelenden Natuur, dit voortreffelyk Eierwit van onze fappen , als den besten Balfem, die nooit door de kunst kan nagebootst worden, gelieven aantezien; die de randen der Wonden buigzaam en zacht houdt, en de eerfle grondlegging tot eene gelukkige herftelling maakt. Laaten wy hun aanraaden, dat zy door de aanlegging van eene zeer eenvoudige pleister de werking van de uiterlyke lucht afweeren; de hetzy gebrookene, hetzy ontwrichte beenderen, door meesterlyke handbewerkingen, en goede verbanden , herftellen en bevestigen; zoo zullen zy - lieden even zoo weinig Zal-  ( 136 ) Zalven en Breukpleisters behoeven, als wy Doctoren Polychrest- en Balfarnieke pillen noodig hebben. — Maar, lieve Vriend, nu zullen de Poeders- en Pillen- Doctoren de Lapzalvende Wondheelers, en de winzuchtige Materialisten de pylen der yverige Heeren Recenfenten fpitfen, en dezelve op ons Werk losfchieten; zy zullen fchelden en byten! Doch laaten wy heldenmoedig het fchild des verHands en der ondervinding daartégen zetten; en deeze pylen zullen zonder kwetfing van den goeden naam, op de oppervlakte van dit fchild afgebrooken terug kaatfen. De belooning zal onwaardeerbaar en het vergenoegen ongelooflyk zyn, als wy door dit onvolmaakte Werkje, den Vaderen des Vaderlands eenen Onderdaan, en den Vaderlande zeiven flechts éénen nuttigen Burger bewaaren. Zóó denkt, zóó gevoelt, zóó wenscht van ganfcher harte de Patriotfche Hollander. EINDE.