1069 31 1090 2582 UB AMSTERDAM   D E GEVARELYKE WEDDINGSCHAP. EENE KLEINE ROMAN, IN TWAALF HOOFDSTUKKEN. ZYNDE EEN AANHANGSEL TOT DE GESCHIEDENIS VAN MYNEN VADER. DOOR DENZELFDEN SCHRYVER GEVOLGD NAAR. HET HOOGDUITSCH.   D E GEVARELYKE WEDDINGSCHAP. EENE KLEINE ROMAN, IN TWAALF HOOFDSTUKKEN. Te OMSTEL D A M, hy PIETER JOH ANNES UYLENBROEK. MDCCXCVt   VOORBERICHT. In het bericht voor de Gefchiedenis van mynen vader verwittigt de vernuftige fchryver, AUGUST VON KOTZEBUE, den kzer > yty zwA dikwyli vermaakt had, met zyne vrinden, door de opgave van eind-rymen, maar dat hy op den inval gekomen was, om deze fpeling van hei vernuft verder uit te breiden, en niet tot eenige regels te bepalen, lot dat einde vierden, op zyn verzoek, hem de twaalf woorden opgegeven, waarover hy deze kleine roman vervaardigd heeft. In het /lot van het zelfde voorbericht, na. dat hy het welgelukken van zyne poging aan den lezer ter beflisfching heeft overgelaten, zegt hy, volgens de Nederduitfche vertaling: » Dit „ f:hynt my intusjchen zeker, dat deze bezigheid „ der genie voor 'jonge eerstbeginnende fchryvers „ van veel nut kan zyn , want het leert hen A 3 ■>■> der'  vi VOORBERICHT. „ derzetver denkbeelden aan elkander knoopen, „ alles op eene waarfchynelyke wyze voorftd. „ten en zaken. famenvoegen, die, by den " eemm ^ë, door bergen en dalen van een ,> gefcheiden fchynen?' Deze kleine Roman die gefahrliche wette ft dus even alzó voorsproten als die Gefchichte meines vaters. DE VERTALER. Amfteldam, 7 December, MY-  MYNE VADERLYKE ONDERRICHTING VOOR DEZEN JONGELING. Fladder heen, kind myner ftoute luim ! fladder over de Baltifche zee. Daar zult gy onder den .oden graad een' hoogen toren ontdekken, den heiHgen Olaus toegewyd. Welhaast daarna zal voor uwe oogen op den zandigen oever eene ftad zich opdoen: hare naam is Reval. Daar wonen vele goede menfchcn, maar voor dit maal addresfeer ik u maar aan één'. Deze ééne is één der beste: zyn naam is friedrich von ungern sternberg. Let wel op, winderige losbol, wat gy in acht te nemen hebt , om hem te vinden. Zodra het fchip, waarmede gy zeilen zult, hl de haven het anker geworpen, de officier van het wachtfchip uwe pas naar behooren ingezien , en hy uwen kleinen perfoon niet voor contrabande verklaard heeft; ftap dan in een floep, laat u aan de brug 'er uitzetten , en begeef u door de groote ftrandpoort in de ftad. Dan gaat gy maar de gantfchc langeftraat door, en groet aan beide zyden alle goede vrinden en bekenden, welken zich uwen vader zullen herinneren. Gy zult aan het einde der ftraat tegen eene poort fluiten: die geleid u naar een' £erg; dien moet gy beklimmen. Wanneer gy 'er opgeklouterd zyt, dan trekt voor eerst een prachtig gebouw uwe ' rondzwevende oogen tot zich, en dit is het flot. Laat het aan uwe linkerhand liggen, en bezie A 4 in  m het huis daarnaast met gevoelvolle dankbaarheid den grooten rooden zetel, van waar ^ . "adigste Alleenheerfcheres uwen ziekelyken vader voor een geheel jaar onderhoud heeft gegev »an vheg de domkerk voorbv, alwaar de vmd altoos fterk is, cn fla dan aan uwe rech terhand een klein ftraatje in; aan het eindevan hetze ve bebtgy eenuit2igt 0Verde ^ce. In een groot huis, klopt gy zagrjes de deur van de kamer aan uwe rechterhand, gefyk' de vloer, ontfluit ze zoetjes, èn gy aanfcLuwt voor eene tafel, by het venster zitteiL ^n bT^ valhg jong'man, met de penceel i„ de hand Deze man, jonge, is myn vrind: noem hem uwen' vader, en hy zal u vrindelyk ontfangen , 0ffchoon hy ook anderszins in u geen groot behagen fcheppen mogt. Deze man heeft uwen vader vele van zyne ziekelyke uren verlicht, vele lui men van hem verdragen, alle ZOrg en alle blydIchap met hem gedeeld. Groet hem recht vrindelyk van my: zeg hem dat ik ook in de afwezendheid met de tederfte deetoeming dagelyks aan hem gedenk, en dat de hand onzer vrindfchap ray heilig b]yrai zal aan deze en gene zyde van de Baltifche zee' aan deze en gene zyde van het graf Voor het overige, gedraag u wel in het land waar gy henen gaat, want het is het land , „ het welk uw vader veel liefde en weldaden genoten Gefchreven te Warnar, dm 3 Octoter, 1790. D £  D E GEVARELYKE WEDDINGSCHAP. Een vermakefyke fcherts , op dezelfde wyze ontflaan als de gefchicdenis van mfrifih vader , in het derde deel myncr kleine gefchriften. De moorden hiertoe heeft my myn vrind friedrich von ungern sternberg opgegeven, en dit is alles wat ik daarvan weet te zeggen. SCHOENMAKER. RING. SNUIFDOOS. PORTRA1T. ORKAAN. Bil AND. KNEVEL. RENDEZVOUS. BAADKUIP. TOREN. GELA'GCII. RECHTER. EERSTE HOOFDSTUK. 'de schoenmaker. Na vekrleije ftoute reistogten door vreemde landen, was meester Goedvrind nu federt weinige weken in-zyne vaderftad wedergekeerd. De meesters en knechts van het eerA 5 waar"  IO DE GEVARELYKE waardig fchoenmakers süd ™>« «. een- iS^E,*" l-^e^----,^ N« lang daarna of de naarstige GoedS deed voor overlieden zyne Wf ™ , den fthouwburg ging ofZrT °f kPi ,,n« g' eed'moest den win¬ del van meester Goedvrind voorby -Hv Z Schoenmaker: vroiykheid *» « een paar Meine> fcvendige^wat oogen; gezondheid Meurde zyne vvangen SCTeen'fak *K zat en , me£I' ',y °P zy°' orieftal at, «n, met vlugge Ira„de„, naaM a 4 DE GEVARELYKE retjes flikkerden, en neus en mond zich broederlyk vereenigden, om een' klipryken af. grond voor nieuwsgierige oogen te bedekken. Zyne wangen rustten koel in de fcba duw van twee groote kaakbeenen en zvn" vreesfelyk voorhoofd was een ftrydpj ^ de diepzinnigfte gedachten. Amelia ftond aan zyne zyde, gelyk een berkenboom naast een' kalabas. Zy had eer tyds, toen noch de maagdelyke verbeelding haar rozenroode brillen leende, veel gefie. wamfeerd; ook had de milde hand der goedje moeder natuur met menig eene bloeijende be koorelykheid het blonde meisje bega fd Daar" en tegen was het geluk dit bevoorrecht VcW fe zo kang en gevoelloos voorbygegaan dat m deze verkwistende tyden geen waS jongeling het ^ou wi,len wagen "om ^h armen van lucht en liefde televen. Mag* ter Balg een ryke erfgenaam, vryde 7a r Amehaas hand en hart, en daar z hoopte hem tot zich te verheffen.VS* 2y emdelyk tot hem af, gaf hem' hl hand prys, en belueld voor zich het recht om over het eigendom van haar hart by oeleaXwT befchikken. Y geJeSenlleid te Zy VOnd J'uist £ee" redenen om zich over ha-  WEDDINGSCHAP. 25 bare keuze te beklagen. Vrind Balg was een groot astronomist , onbekommerd over aardfche belangen , wanneer men hem tusfchen de fterren maar ongeftoord liet doorwandelen. Naby de ftad, op een' dorren heuvel, had, vóór drie honderd jaren, een adelyk roover in een kasteel gewoond, waarvan het overblyffel nu eene fchuilplaats voor de uilen geworden was. Een vaste ronde toren alleen tartte, tot op dit oogenblik, het vermogen deieeuwen , en verftrekte tegenwoordig den magister Balg voor een obfervatorium, gelyk de Vostoren, by Jena, den zaligen profesfor Wiedeburg. Hier was het, vanwaar onze kleine, langbeenige vrind de trouwanten van Venus befpiedde, en zyne eigen Venus met alle hare trouwanten daardoor vergat. Hier was het, waar hy de zon- en maan - eclipfen berekende, de kometen en vaste fterren begluurde, de'vuurfpuwende bergen in de maan opfpoorde, onbezorgd over de bevallige fneeuwheuvels van zyn jeugdig vrouwtje. Het was voor hein een geluk dat Amelia in hare onfchuld geen gebrek gevoelde; en een geluk voor haar , dat de alvermogende gewoonte zyne lange beenen, en zyne knokkelige B 5 vin'  aff DE GEVARELYKE vingers haar verdragelyk mankte 7 van natuur een' »rv ' hoewel ZM met het fterrenbeeld van Casfiopeja. Zy zet chenrle „ t P ' e° b00d' bora% laecta.de, „a het avondeten, da, Weinoocfhem Magister Balg geloofde in eer,t , over den ring van Satm,us4Xw; rder u «-«oor, hy verwonderde zich ten hoogste over de tedere nülddadkhdd van 2 " Wederhelft' « -^rzoch I„ welke eene goedgunstige planeet hv ï verwacht gefchenk te dlnkL had ^ Amefca beduidde haren kleinen ™ • dat het heden 7m ^ ! magister *" *" ,are" ™eer gedicht^ dat  WEDDINGSCHAP. 27 dat hy geboren was geworden. Vol van dankbaarheid drukte hy zyne knokkelige Vingers in Ameliaas ronde poezelige hand, en beloofde, byalle de zeven planeten, den ring als het gedenkteeken harer liefde, nooit anders van zich af te zullen leggen , dan wanneer hy zich de handen moest wasfchenDaar op lagen de weltevreden echtelingen in zoete eendragt zich tot flapen AmeJja droomde van olyke ontwerpen, om den advocaat Zwavel in het net te lokken, en magister Balg van een nieuw leerftelfel over de zonncvlakken. p E R-  28 DE GEVARELYKE- DERDE HOOFDSTUK. DE SNUIFDOOS; »t het huis van meester Goedvrind de woonplaats der tevredenheid, i„ Ze ft onlc wedergekeerd. Henriëtte behootfe t" het getal dier ongelukkige wezens, welke ,en u,hmVelykt,eer zy noch het popp n cn bhndemans-fpelletje hebben verlaten. Naauwelyks teIde hct yro]yk d.nge «a ien en zeven weken, of Hymen reikte haar -eds het brniloftskleed, hetwelk echter in de fabriek van Amor niet geweven was. De heer advocaat Zvvave] was eer kribbig man, fteeds gewoon iedep « te blazen; hy ergerde zich als men een fnip! pertje papier van zyne fchryftafel nam, om het flechts één' duim breed te verleggen ■ hv was een mensch, die, door eene aangebra'ndl foup, vier weken uit zyn humeur bleef, die er m t geheel niet van kon zwygen of fchoon dezelve reeds lang was verteerd,' een mis-  WEDDINGSCHAP. 29 mistrouwende knaap, die, in iederen lagch, befchimping , en, in iedere inluistering, bedrog vermoedde. Arme Henriëtte ! hoe moet het u gegaan zyn, u, die meer ftof op de tafel danste, dan'uw gemaal kon wegblazen, en de foup liet aanbranden zo dikwyls 'er een wagen door de ftraat reed, u , die zo gaarne over alles lagchte, en zo gelukkig waart van over eene beuzeling te kunnen lagchen! In den beginne ging het noch al rcdelyk wel: de wakkere vryer vereerde zyne kleine vryster, wier boezem pas haren halsdoek begon uit te zetten, een gouden horologie, en Henriëtte, welke tot hier aan toe onder haar fpeelgoed maar een horologie van tin had gehad, wierd zo geblind en verblind door dit kostbaar gefchenk , dat zy, zonder eenige gedachten , den advocaat Zwavel uit hare fpeelgenootjes tot haren man nam. Ja, verder dacht zy warelyk niet by het plegtig ja zeggen, onder het vervvisfelen van den ring, waarby een ieder zyne vryheid fymbolisch aan den vinger fteekt, en het vermetel waagt zyne kortdurende trouw, onder het zinnebeeld der eeuwigheid, anderen voor te fpiegelen. De eerste jaren verdwenen, het rozenknopje ontüoot zich, de fchoone boezem zwelde * da-  3° DE GEVARELYKE dagelyks hooger, en in dien «n, ontrtond, geheel o„ver„cr7 , 61 Hoe verichrikte Henriet , ' ^ bezoek zieh met rnst en M Tl ' Wen! verdaagt, e„ fc * Xj?T*fU* wouden velen'. "g K,de deüngs, die a.t„„s onde « s waar tegen „en „iet zeggen d„ft.Zyn'£" ™ verlof, a w eenige kicl„"f • Met te verrichten,,,, een oogenbÏ LnT*" bynf'die de reden als f! I * w* fchonwt, die wedLt gTi T„SS?,be v . ■ *. »aar „ ,e gtne da't'ar «, «aapt. Maar ik 2aI 0„ ' ™r m™ vast zal ontwaken. mm°™, ik fcDa„ zaI * u ec„.Z1g;etIen mOTjcn ^ Mag ik vragen f een , het onweêr op de ürl'T **" ta, dan in uw- eigenhui? *** * n ZY,W. Dewyl ik liever de woll-rn ^ hoor donderen. ' dan T r • H v- ^rnstig, mevrouw! gV bren^ ™ • wapenen. èy ngt my w de Myn beste, gy Zyt a]t0Qs dan, ernstig: ik was in ab rb,Peadwe« gy; to» ik ; 1U het gedonderd en ^Z,t heeft gehageld, dat wee^g' *?** »e. eerste beste huisfLdat he ****"« Aard was, dat kost gyTeht t "T""' k°m tehuis ,ii„ vermoeden; ft alles ging zeer natnrelyk toe. H Y.  WEDDINGSCHAP. 33 hy. In wat huis fchuflde gy, indien ik zulks vragen mag? zy. In het huis van een' fchoenmaker. hy. Van een" fchoenmaker? welk een' fchoenmaker ? zy. Ja, myn hemell wie kent alle fchoenmakers ? h y. Maar hoe wist gy dan, dat de man een fchoenmaker was? zy. Daar hebt gy alweer gelyk in. Hy kon ook een prins zyn, terwyl hy uit liefhebbery fchoenen maakte. Neen, warelyk, Jk heb het hem niet gevraagd. Zyn gereedfchap heeft rny tot deze dwaling verleid. hy. Geen fpotterny, mevrouw! waart gy daar geheel alleen? zy. Geheel alleen! verbeeld u , lieve man, gehéél alléén met een' ongehuwden fchoenmaC ker-  34 DE GEVARELYKE toen gy vertrokt, bood » • ^ geen jonge pronker H dei? * —die heeft «? U «I - ' ZY. Aen, neenl het onweêr 7 elkander gejaagd. ^ hen a]Jen ui£ ... Hy. .01 Verberg u maar niet achter armï» >• W, ik weet dat die zucht fitafr Verdoemd! dat -rgift in het hart en ^ T moet men niet altoÓfw£k uwe eer zyn? laat men de konf n , " fWw open ftaan.. pfjCr ! °01 flechts ™™ phct, de vogel is 'er uit _ ZY. Zo de gelykenis van de kooi heid ic 1 001 eene waar- mvn a m ëY gclvk he*>ben. Maar kinderen, die ,een drT de 5 «ic geen dropje wvn t-p ^ri«i krygen , onderwylen dat I vaL * Poel uit, dien gy voorbygaat, wanneer  WEDDINGSCHAP. 35 neer gy wilt dat hare vlam altoos zuiver in de harten uwer vrouwen branden zal. Maar gylieden fladdert,zo als de byën,van de eene op de andere bloem, alleen met dat onderfcheid, dat de bye verzamelt, en de echtgenoot verfpilt, trouwloosheid martelt uw geweten zo weinig als een geflagt hoen het myne ; wetten te geven valt licht, mynheer, wetten te volgen, zwarer. HY. Warelyk, mevrouw, gy leert van dag tot dag beter {nappen , des te llimmer voor my! maar het beeld, waaronder gy den echtgenoot fchetftc, was toch immers niet myn beeld? geef ik u niet fteeds het voorbeeld van buwelyksliefde en trouw ? ben ik niet ' altoos by u, gelyk uwe fchaduw? geniet ik eenig genoegen zonder u? ZY. Byna mogt ik antwoorden , gy geniet in 't geheel geen genoegen, want gy zyt gewoon alles voor uzelven te verbitteren. Maar, wat «y zo even van myne fchaduw geliefde aan te merken, is eene zeer fchoone phrafe. Gy loopt den gantfehen morgen, met uwe akten pnder den arm, ftraat op, ftraat neêr, en wie ftaat 'er my voor in, dat gy die akten C a nie£  3* DE GEVARKLYKE met maar.pro forma onder den arm* draaft De goede vrouw heeft te huis in Z f f ? termyn op te wachten mx , y' hler eeiï «-J* fdladmvloos *» moet ft trouwen onderdrukken m' !, liedje te neurie 1 dwmgen om een een vaal paard verrasfchen * ^ °* Zo veel te beter!'dés te minder zuh vreezen u aan eene kleine proef te 1, W Pen welke myn fpeelziekVrnC heeft uitgebroeid. 20 eve^ hvt. Laat hooren. Sints lang betoonde gy eene „ron. genireid voor de fe,5f^ï |men, welke »■ ^ «tafr « een prefent ontfiug. Hier is *y £ fchenk  Weddingschap, p Schenk ze u, doch onder deze voorwaarde d,t gy ze nooit uit uwe handen geeft, dat teen aartig meisje ze u ooit afpratc, opdat % nooit de belooning van een herdersuurtje '^'voorwaarde wierd onmiddelyk aangegaan, en de knorrige gemaal verheugde zich fan harten, voor een zo goedkoopen prys,dd tótter van deze kostbaarheid te zyn geword n Hy vulde de doos aanftonds met Spaanfcbe fuuif; zyn neus üurpte met wellust een Lifje daarvan op, zonder dat hy eenigen Srdocht voedde, dat uit dit ftof hem een paar der fraaifte hoornen zouden opgroenen.  de gevarelyke vierde hoofdstuk. HET PORTUTj_ Men zegt dat op de vvaereM „ gen volden enZZ jZ^ min als twee ziel™ , S 3 zyn' evei1 *» ^ne volL e£" paar echtelingen men. TwÏ fn We luidendhe^ overeento-eds acter" nunnTf * ^ hebbe" ^ eenderde StT! faeI™"*d, ook «Me echtbedden in Jscl t g01'dyncn V0OT nen niet m^J f Europa' de my- annigsee beste wouwtfe \)t , Ct 2as:«nneer ,1Mr » «B, omgekeerd. Ö draa"' en zo tJtJ^Zü T:g'voor wfe ■*» *n beftnrer Mn r komt nu op « vaHige figuur. lcnn^n, dan eene be- Doch ieder mensrh ™ j * na.nnr met ^tZ^T'^" " d°°r At ietate'doen geiden T t' r'Weethy «in naken; gewondTlr' " J 2J"'efor- rekenen. Hem v» s.Tv l"d,« ko" — 2y»e oogen, ^Xrd 2« t tó8» ** ef ftehen; woord niet geftand ë£*f>"™^ SV °ogen uit. °et 1 lk trab u de 20 zal ik alsdan^uiten * rchoonheid te bewonderen. ^ "W opdat de dag de 1 u^'^ Wadlt § dCr Vei«"g niet aanbre- ke,  WEDDINGSCHAP. 4? — Zie gy hebt my voor eenige minuten voorgelogen, dat myne beeldtenis u overal verzelde? ik wil deze leugen tot waarheid brengen waardoor gy eene zonde minder op uw geweten zult hebben. Daar, ik fchenk u myn portrait, onder beding, dat gy het fteeas by u draagt, en voor geen prys hoegenaamd weder verkoopt, noch weggeeft, noch verhoert, en, m gevalle gy uw woord met houd, my alsdan te veroorloven, van u het huis uit te jagen. By deze laatfte woorden maakte zy eene fponchtige neiging, welke haar in het nachtgewaad zeer aartig ftond. De heer Flink, verbaasd over deze onverwachte wending van het gefprek, was verUyd töt zulk een'gerin'gen prys hare handen ontkomen te zyn, fprak bereidwillig alle vloeken en eeden na, wcike men hem goedvond voor te fchryven , en kroop te bed, om de opkomende zon tegen te fnurken. Maar, het is toch zonderling! hoor ik voorgeven: „ in het eerste hoöfdftuk van dcze waarachtige gefchiedenis pogchen " drie vrouwtjes op de liefde en trouw harer ' echtgenooten, met eene hevigheid, even " of ieder van haar zich in het bezit vond " ., van  *8 DE GEVARELYKE. " Van7een'Huon of Cornbab, en nu a n wy het din b h ]icht \ r, ' *** » ™° men, dat gL/van 1 befch°UWen> Antwoord. Mvn hemri i dat iedere vSnt harl ^87 daD M* «"«gaf, was de beste d, 7 ™ haat *• * ^troowfll \f.^^waardiglit, „ietzovedaangfcl f";eS'W;,re"-vf eebtgenoot indetïaaf e' £*""-• 7 ,let^eren geloveiyk te mLeT 7 ' "? tal daarmede zewen • M, y Wl1" en gedwee • nlM ?„ kt hem zagt genoeg bezat, om het hart v,„ d -Wig aan zich ,ekSer~ voo, ware deze weldadig , 0of niv» wy zouaJt^Z^rdhe* °nbekend' verwaandheid _ ZVT"' dCZe zelfdc> ^i-derjalouzy. 7 ^^eels de moe.  WEDDINGSCHAP. 49 v Y F D E HOOFDSTUK. Gy zult van daag liever t'huis blyven " Lak de magister Balg tegen Ameha: het S ?flecS, het waait een'ftorm, als oP de caribifche eilanden." Van harten gaarne, myn engel 1 tape de'het zagtmoedige vrouwtje: „ gy weet dat ik nergens liever ben dan by u * De langbeenige engel glimplagchte Maar," voegde zy'er by,„ mdxen «we 'inrnerk ng maar niet reeds te laat komt. " rvyfVen heb ik de lieve vrindm myner " eJd Charlotte Wild, niet één éénmaal * gezien, en toch wonen wy maar agt my„ len van elkander." Of de aardbol zidTóok vóór uwlieder te laatfte op het zelfde uit.  5o DE GEVARELYKE Jrt, Wanneer ifc h^v ^ ^ord pleeê „ houden * T te°» ^ zal zich vcriel! m 7 y Venracb- genoeg onderhouden. aangenaam. werpen. geJd ln h« water »de voor eene rd ' * Tmen *» « men heeft ontbeten de nJr deur' % over h« hoofr^™rs: zyn  WEDDINGSCHAP. * i A'Ar mir naar toe men de reis hm reeds daai, waai naai y f v,,.r mtfe liffcbaam alléén is me„ iaat uitfpannen , men waggek mt den ...en hoek naar den anderen; men neemt «U een beursje ftrikken, het koord breekt, ^ «ilgehmken, degantfehedagtsverreueU. Zo iemant is dan juist zo te moede Xomtydszyt, myn engel, wanneer gy «ooSenomen Hebt eene heldere naeht op uw -oor te brengen en waneer aan des avonds ten negen uren de lu ht betrekt Deze laatfte drangrede was, voor den op vaarsbeenigen magister, het krachngfte . hy List geen woord meer in te brengen De San huiderde vreesfelyk, doch,« £ „,{ zich in den wagen, en reed de poort utt, fl hare vrindin, Charlotte W,,a« landfteedje woonachtig, agt mylen van daar ffidesen, op te zoeken. ,k Ved om den eersten tand van myn JL geboren kind, da, de lezer met raden S wit eigentlyk Amelia, by zo een ftorm„6r uit d armen van haren mag,ster icheur"e Niet de bekommering om de vrmdn, t* jeugd eene flapelooze naeht te veroo^-  2'*™; niet de vrees «. . verhezen; „iet de om ee»'ge daalders * °"Mugte„, wefe tosfJf °™ * verveling te h™ « gemot* geeuwde 1™» j= 'vas niet anders da!',* i»*eis. *•*. *» de onnitpnl ' **• ™ *. *• Pto gerponneTtd ™ T^"5' « goedgunstig, want ftorra «If wm «WJeien tot haar ooZJ' 'Mar * Zv tod namentlvf n SeraallWyter. *°™«e Omniet Ie "" nf' Wi voeaat ZTOel in J|17f. *t de ad"» »•« vrindin, „!'Ve/ad'de>''oonpIaa,s *»' Praeduüven ternayn hTd af^"*" da« »!• "ydus ongewisTi K "'ad,te"> 2Kh op den we» in ,! ,' flüW "«a, -*>•« * '«en H P=>oztrapte voe^ °„Maf te W 'Ot de rol, 4 b °™:n ™ "«.getocht, zaam voorbereid. """ tod> genoeg- ■ Zy reed een eind wees van waar zy wvd en , l p een' 'euvel * *> e/deyk0;rv„7°™*- *> 5 «n- grooten afdand ontdefenVT3' * Ameha haren prooi b de v„ " l°\ f° haast . - te  WEDDINGSCHAP. 53 » werpen. Een der onbefchadigde achterraden lJd et afgenomen, en in een boschje verMen een gebroken daar en tegen, welk in Plaats van hetzelve had medegenoom de as gefchroefd. In dezen be,am- wit gewaad kleefde , als zy tegen den ^ d ttond, meh ,o va, om hare lendenen dat detzelver bevallige omttek , een vo maakt tegenbeeld der ojevaarsbeenen van haZ tm al, ten vollen zigtbaar wrerd De „nchtbe veêren van eenen ftrmsvogel, op T„ ö°cd wapperden hoog in de Incht; de den hoed, wapp halsdoekwolk ^: d-aan" 1- —ie van dien gy nwen praeclnfiven termyn tue, wdt ,„ Hier wacht een klager op u, ^ » «enk uwe gantfehe rechts, geleerdheid met verllinding dreigt, geen «8 „.ld seen dM word hier gedoogd, r^eied gevergd ;gy moet d barmhartigheid, W "deren, en de fnn doos, welke uwe huwetykstrouw ten «te  » DE GEVAEELYKE Vergeefs! reeds nekken vier ftert r • garden hen, la„g2fflm ^« nrvende waait de ftorm Amar °P' reec*s hem in hefc™ Hv f T °» Np ™ge», her gehroken Z don helT^" « van hare lendenen , t ^ 'f T zich verleiden nnt„ ' ach' hy laat ge toeftand, i„ „eiken Ih ^""™* vronw midden n„ / cene f™oone totjhy Cm," '"^"^d, treft 2yn 'oen hy'veXn ' dTf amW0Md en van voornemen '„at * "f"* <*«■ heen ,e reizen „*/ "* '«Geoord «epen, ko„y * ' bezigheden hem o» laar de ljge ^ i ^ 'e Weden. Dit „1 I ! Zy'1 ^ ™ * Deze aanhS«** aangenomen, en in de , "ederiS f» de „ie„'„e , sge e,L?ndrimUt21"oio aan knie en Th ^ eI" toog gedrnkt. 'Er -s "„ °S m hart  WEDDINGSCHAP. SS har, in zyne bors, Uoppe, geen °mftandigZ geJelyher dan deze. He, zytmg « „aau„, de glazen zyn opgehaald, hoe vee, „eer het van buiten ftotmt, des ,e meet " men in zyn' fehik wanneer «en naast eene fchoone vrouw !L en de abt Antonio Geneven, m zyne fi^ mm». «tat doiddvk dE raade" irin2 der liefde. . Onze advocaat Zwavel had geen van he, den gelezen, maar eigen treunge ondervindt overtuigde hem welhaast van de waarheid hunner gezegden. Haar adem had de l elyke geur van den oranjebloeizem - neen! Tt s eene zeer zotte gelykenis. Muher mm vrouw ruikt het aangenaamst, als zy naar " niets ruikt." Haar adem rook dus naar Sets, maar ook in het geheel naar niets! het was een warm zagt lenteluchtje komend., men weet niet van waar , verkwikkende, men Tveet niet waarom. Haar oog had het zagte blaauw aan den helderen hemel ontftolen: het was niet verblindend als de zon , het boe-eerde niet met ieder verliefden als de u X) 4 maan,  mÊt & DE GEVARELYKE *m* maar, wanneer men 'er inzag, dan geloofde men tot op den grond van het hf t neder te aen> en over het algemeen was he geheel met raadzaam 'er in te kylcen van' haar ooguraal fleepte ?lles met 2\ ê5 maalftroom, eerst in ruime, dan in alleng" mauwer en naanwer kringen, al nede n der in de dIepte! verflonden, zonder red ing -der her«ng. Haar boezem , en £ T u-J m°et ik den boez™ om ver. gevmg bidden; 20 dikwyls ik eenen &hoJ boezem, en eene fraaije hand befch yven zal zo dikwyls erger ik my , dat ik niet marn,er van heuvels> zW verfcholen, e„ zo meer, had ft aUeTS gevonden. Maar nu, i„ het jaar ,7„0\",t het verduivdd zwaar, zich met « al de befchryving van eenen boezem te wa/en In myne kamer ftaat een van piefeter ge^t Venusbeeid van Medicia, en „p myne itft dne fthreden achter my, 2it L r h Lr vrouwtje; ik hel) by zuIke , J, J f £* -W* ", by d£ C£ne' or een *U**, en by de andere, door eene aanfchou, wing,  weddingschap. 57 • « bezielen, maar, ik heb altyd gevonwing , te Dezieicii, fchoonen j /lor het aemakkelyker is, eenen den dat het „emd j befchryven. D", ê'van de Venus van Medieis outgedaante van de ^ het vuur, net wc h m faCTVl"en en t voelen als deze dat Zwavel Hellen , en b lke •er duwen in de waeteld zyn , «ge V de rechtsgeleerde voorzwtwhetd met ^ktrtblyven! hoe yskoud ook deze dame h::d:elibileven ryden , de orkaan ZL tok'de regen doeg tegen de glazen, „oedde fterk.de >c» - fdloone boe. htt blazuwe oog ««■*• ^ de ellezem zwoegde, de ™*eta ^ verloor „oogen kittelden,haie flmv ^ in de ^ne , en d « ^ „iets ruikende adem, weten met gulzige teugen.gr»g «-«^ w me«™MerZyn nbtt' =d t minuut gtoeide ires^ mn^k uit zyne oogen tot % zyne lippen zou nederdalen. d s zes"  53 D* GEVAKELYKE ZE5DE HOOFDSTUK. DE BRAND. T -* oen de beide reizigers tP„ . ee" dorp ftij hielden * ? fn **» geven, en t ; T V°êr te -men, ware'n zy Zs zTv * dat de advoc at ^ 7^ ellCaêrbe" den arm ££ d^lf ? ken, en deze druk Z ?* and te druk* -oord. Men ze'e Lh?d "!* beant. Gy verwondert u wellicht T he]d, en myne heldin nn fl * ^ ** ^ge" ; "er ^ met over: 'er . venyonder u daar ichen  WEDDINGSCHAP. 59 "' TlWie,datAmelia cnhaargelei^ CTde lümnders van de fpra.k gpwarder nooit de uitvin middageten, *». Z0Uf\Zde' fttlwygendste mond zich „aar anders d« ■«! hed ftil "V e rafc een ?e malen tegen haren fraat. °ndCI anvrevX en eindelyk dezelve zo cn voet aanvreven, vast hielden, als de g h j B,eds federt een hall ui.i, na" L zvne vetzadigde vosjes voor. doen weten oat zyne _v = houde,yk gefpannen „aten * he'-J ^ ^ dcn ? z;r.m *» ue£f '•'VTz^nrenfniuldemetdeoogen,^ noch al z« en , e koekoek, wei- dat eindelyk dejW-^ ke aehtet den advo- op hy S'zyne fe oonè in het rytnig, de vosjes Molmen ,e draven, het hlaauwe o„ =  * SE OEVAKELYKE Schitteren, de boezem te zwoegen a knie te drukken. Alle de I g r°flde vorige hoofdftuk wie de„ 1 neden Van ^ 7\t , , WJLraen vernieuwd Men kan honderdmaal de brZ%, „ g»0 op het tooneel ., n vai1 Fi" «ouwbnrg u tyd vctV™/ C" * %elt hare bedreven T J de Kefa= enhetzouhaa „£^f*«"»*-l. «eken, zo „iet d^STfr" °M™r ledige banken fpeelde„ S?T »* men Zy„e rol b r »och , gejyk 'er in he. hoof! htft gener h0udiDg hM « e advocaat ££^2*"* <** °»* * êefterkt, en LTlTtjT'? met de tippen van A, Wvn bea'eld, «ig om hare middel £j IT'^ Btatt pasjldtmes, dacht J,„ ''»d in bezit. Verfcheiden re^enY'™ geleerdheid kwamen in zyne ged " eenden':— ~ " --et ij*  WEDDINGSCHAP. * , v was dat eene fchoone vrouw midden op tn we^ zo «0/-* hem zyne ruston, nlm Maar wat zou hy nu aanvangen? s'Jer in clubüs bemgniora praeferenaafunt, t Toet den goeden weg inflaan. Doch is men moet aen 6 ontwerp de onderneming ook bulyk, r Z voor zichzelven naauwelyks waagt te be von hv dan weerftaanr H^^^f&.jU.lM» non poCulpa caret, J™ l test. ... A tmtosrtbilium nulla est obligatie. Dt^ wat zal zyne vrouw daarop zeggen? Menoncr^tur, aui ^to pa- fris vel dcmini, (vel uxoris.) " Maat is het dan zeker da. het nevens hem ^„de vrouwtje zyn aanzoek met ver ÏÏetk « d= tand WySt? heeft ^ ~ i| woord, met éénefyllabe.hemaangemoe- ^ ma mn u,V,e famu,, fid tarnen mm est. turn non negare. Maar wie leent hem kracht en moed om de ftoute onderneming uit te voeren? Vani timons justa excufatio non est ' Op deze kluchtige wyze wisfelde ebbe en vloed in zyne rechtsgeleerde harsfenen af. t bid dezuien van myne fchoone lezeresfen  om vergiifenis voor het Latyn het . „ nfet verftaan, en ik/.If , dke ^ * -war zy eigentlyk is haat S taal verklaren. Kortom! de hem fl " ^ het in den engen omtrek van el' ** eindelyk met de ,J, , ^ Ilod' meer daar het rePf,s ^ 7 f"°open zyn, te de i*^^"""0*"' "«berg mtSa weg J ƒ!" ' 1°" geopend, en „i I «ei,oud™. het p„rtier ««L. Ijs ermlr Water,'°"d' vervloek bezwore , ""het 7 ~' ^ £ h, dit vreesiblvlTwÏ X?* De advoeaat ontwaakte nit zvne I J ? zag het fehrikbeeld van den^Ü ^'"""g, »yn voor zieh, en de plaats te zyn. oeHem- Vruchteloos! de koetzier had zvr,, . vodjes en zyn eigen ligchaam te tf Z «et geen zyn pasfagier, door bidden en" H gen door geJd en goede Woord™\™ dreag te fl, - ^door het licht in den brand gevlogen, E "  66 DE GEVARELYKE » nen naar beneden, en zo heb iiA g Y" ten heeft oi Jl * 7" Z«r 5 u« myne flaapkamer veriaaxrrl " " * Wet ** «B ft het overige fe' " ™ d= «¥* ^ doorbrengend * » myn bed en myn hart" ' wv moeten het maar bekei nen begon te wenfchen dn- h,, ^'.ncn, sr'dXrFr-- ™de de zonderiinge "XeLkÏÏs't8* aren begeleider , deze aanmeng ge ia dat er cbngen „ de mma ^ ^ wier  WEDDINGSCHAP. 6f wier heftaaiüytoeH, tel. minste in dit opligt, T tarsient es noeh niets hadden gedtoomd Haar verlangend oog hechtte *h wis uitlokkend* ae advocaat wieiu I ndringender , en van minuut tot muuiu fyekere kracht zigtbarer , wier zoete T Ketn d goede Amelia noch fledrts uitwerkfelen ae Vpnde van hooren zegden. , alles het doel harer reize niet. echter by dit alles n n_ naar gewillig onderfchreef ^ doos in Aitieliaas handen, de advoo^ in -\meliaas armen* en r termyn verzuimd. ZË-  «« DE GEVAREL.YKE ZEVENDE HOOFDSTUK. DE KNEVEL. Oudtyds wierd 'er eens Pp„ leefd • toen was ieder^ ff ^/yd bedaat; toen fleep fflen in A ° ^ fo1" Ploegyzereen^ \:ded""°f to ^ het voor vrouw en\td heBkt' Toenmaals heette het ade/v^' ^ T^' vryheid en vaderland , %den VOor - veel óverwon "a 'nr ' """" * tenftryde kon voe" een' ridder H,^ men Zodailig weder, en geen mcesterloos gepeupel maaw ge-  WEDDINGSCHAP. *9 kmik niet langer noodig had, wierden ar2"^; C ^ zy ook gebleven zyn TtoP dezen huldigen dag. Van daar dat, 7 - nn^luk heeft van in eene hoofdtJlZ^^^ oogenblikee, 'hongcrigen ledigganger ontmoet. Wie is die muizenvallenkramer? È'en verdediger van het vaderland. Wie deze bezembinder ? ' Een befchermer van den koning. Wie deze hinkende bedelaar, Een offer voor het vaderland. Heilu, edele krygsmanl" zingt de ver" , -hPi- is zoet voor het va- rukte diehter: „ het * zoet derland te nerven/' In te ^* ^ klopt een verminkt foldaat aan zyn fjekt hem om eene aêlmoes, vo wdk hy Oéne beete broods koopen zou ; maar van den trap afgefmeten. ^ ^^^^^^ door het graauw n LW ^ ^ ^ vers genoegd c e -ty ^ den, maar na de ge" ondern0ud wisten te worden, en - toe ge n bet«^ ^ hun. bezorgen. Eigentlyk heetten y k> nen voormaligcn aanvoerer, den graaf van A E 3  7o DÉ GEVAREUKE Ongelukkig fcheprel, dat, onder een' konïn* ned n in overvloed 7\vr]y, „ aonmg, ly heden dentj ±' ? ^ gebrek nen öor bevond." Hans P,,^ , g van agnien ten .' * i0"!!e,in8 en uit d ' a" 2vn vaders Pl«g, W onder 7° T" Z>TC m"Cder' , °"Jei den hH'»e Ferdinand in den ze WW.» oorlog gediend; liet in d by frankfort Zy„ Jinker bew, » cn behield daarvoor de vrvh-iH , ' ^«rregaan.^arheen^^iX'r y was een goed flag va„ ee„, Xrdhai'r'-^"''*™*^ -b. si**»? i t p ' om eens ivat fmfM-.„ 1-ht te fcheppen. Hy bad zó kl ^ f en ^roerende om een' gefcheurden 4e ff 2^g zo hoJoogig haar ann y 6 & 'ui aan, zyne zwarte knevels  WEDDINGSCHAP. 7» 7v bv ongeluk, m naithad zy, Dy » men een k Doch, dc hemd zy gedankt! met alleen tot dheid en ondeugd bevoorrechtte de n a tu ur de vrouw met zeldzame geestvermo- T maar ook tot vroon, en fcbuldeloos begens, maar ook ^ ^ ^ blank geMtnmden ketel «n en w nd Punk ryze.y ^ tyd genoeg^yde^»^"1^- ,,t " 7 dST- "-open luiaar. was, 1U U[  72 DE GEVARELYK'E nen Heken 1 S " den ^zonkun. de2egelege, zen / ^ dyken Hans Punk, om de- n 0lId-n krygsman hem beviel zo «.f hem aan hare genade over. g Hans Punk was nu een j n. u , knecht, mctJyf en ie] " \T hÜiS" fte' van zynl^Z:Ztr^ oven, potste de Wen § , fr0okte dcn «ogenblikken ,4 Wdc in 3ed*ge "gtnwikken zynen knevel , 0D «eit tod der bovenlip hv evVn als een Arabif ,le dhe k pf eerwaardigen baard , ^ P y" IaD«en da<, *4 eeu^'v^ 1 -dezen zelfden ba 7he£ maal onder heirWi-w V ClJ>s: avond- hebben " nÏ ^f * ^ ^ grepen i " ^ by deB k"evel ge- b1Lpen, Jiy Z0l, „Pjvt , T 1 &c > 011 > geijk de Janitfaren by Ben- * *Nk ^ ht'pnui «£•  WEDDINGSCHAP. 73 Bender, toen Karei de Xfi*.ben den baard Se af tefeheeren, veel eer zyn leven tekenden fabel gewaagd hebben. Deze zelfde Hans funk had zich Mennette voortaan tot postillon iamm uitverkoren en voor het eersf van hemzelven den grond, "Lel aangenomen, dat men eerst op den vyXoet^recognosceren, voor en al eer men wagen magv hem aan te tasten. Welk een dag van een mensch is de m foecteur Flink? wat voert hy in zyn " fchild? waar houd hy zich mee op? aan " welke zyde is hy het gemakkelykst te na" de n? % ziet hy 'er uit?" en andere fonkelingen moesten eerst opgehelderd worden! eer men een zeker operatieplan kon ° Han^urk verkreeg daartoe voorioopige orders hy meest zyn houten been rn bevvegmg BrengeZ het fpoór van den heer Fhnk overï volg tl, en ieder avond zyn rapport bctor lyk overdragen. De oude krygsman ÏÏpilgchte, ftreek zyh knevel aan bejde zyf n,Phtnkte ftraat op ftraat neêr en berichtte op den eersten avond het navolgende: Uit myn kwartier rukte ik, om zeven uur „des morgens, tot aan de voorposten van  74 DE GEVARELYKE «het vyandelyk heir, en Jeide my in het de " f6 Van eene dwarsftraat in hinderlaag Zo* «dat geen marketens van my onbVd k ƒ, k°n gaan' Maar h« duurde ver «tand lang, eer de reveille geflagT^ .Eerst tegen elf uur verfcheen de'vy.^* » ^ne (laapmuts voor het V£l]s J"" * *een bomketel. Veertig nnn'uten ^ „ twaalven verliet hy, met boven- en orlr " fpeVVeer'hf ^trok,dooreen'geJ eer " t0£fde' h^ aanftonds van dTr " "aar een coffy«^ om te fourager" n 2 : ™:rded:zyne maag tot ^ » men. Toen ondernam hy weder een' ge? - Wrden marsch, naar het park, zo in ï. " S kon" T h°Uten ^ ' " vf *?n V0lSen' ™door ik flechts in d- " Veite kon obr^veren, hoe hy met eenit " h°vngte ^ ^rmutzelde. Van daar , hy e rnaar den fchouwbnrg, in welken »hï'uit de eene loge inde andere liep, en 1Gder een 20 vrindelyk praatte, ^ » of hy op werving ware uitgezonden Na " «iT?* de comediehad ik my voor • gefteld, dat hy weêr naar het leger zou ;, ruk-  WEDDINGSCHAP 75 rukken; maar geenszins' hy gin, juist alweer op het coffyhuis los, attaqueerde daar " eene farobank, Het, doch om middennacht :zynebagagie inden loop, en betrok malle 4e het nachtleger. De vyand is voor het " overige een ftatig en fchoon man, voorzien " van lisfche roode wangen, en een haviks"neus;hy fchynt menig eene campagne by" gewoond te hebben, maar heeft, tot myn " ongeluk, nooit zyn linker been verloren, waardoor ik my in de onmogelykheu heZ vond, hem eenen marsch af te kunnen win- " Zo' ten naaste by luidde, dag voor dag, het rapport; en toen nu Henriëtte geloofde, dat zy genoegzame berichten van de zwak* en fterkte hater tegenparty had ingewonnen, hield zy voor noodzakelyk, den geknevt :tt uitvoerer harer zaken andere inftructien te • geven. AGT-  76 DE GEVARELYKE AGTSTE HOOFDSTUK. DE REMDEZVOUS. Of de zaak zelve, of dat het woord-ahYén Fransen is, waag ik niet te beflisfehen. My is niets ondragelyker dan een bontkleurige fchryfftyl, by welken men zich ieder oogenblik vragen moet : Welk eene taal lees ifc toch ? ik zou daarom ook niet nalatig geweest zyn, om het woord Henduvous in het Hoogdmtsch over te zetten , zo niet het woord cn de zaak reeds fints vele jaren onder ons het burgerrecht hadden verkregen, en klonk het, Ga derwaarts maar niet te ftyf. „ Donder en blikfeml" fchrecuwde de henFlink, terwyï hy mct den voet ftampte„ waar ik ga of fta, volgt my die verdoem' ,. de kneveldrager op de hielen. Sedert eene „ week is hy zo weinig van myne zyde, als „ myn rokzak, en heeft my zo op de keper „ naargeloerd, als ofhy de oogen van myne „heve vrouw geftolen had. Verduiveld' „ daar gaat een licht voor my op.. de fchoelje „ is  WEDDINGSCHAP. 7? Is een fpion, hy itatin foldy vat. ny» 4„ den cerclykenftnsPunh ui, toen deze hemftihetjes om een' hoek naaf volgde, mark ÏVsie ontfloten wielden. „ t>pte«. fèwvl-dehy. tenvyihyhcmhy de hotst ^T«tS,--r hervatte Punk ~ koeltjes , „ zo gy my niet op het „ogenblik loslrt; want gy moet veten, " Lnheer, offehoon ik een lam houten "Sn draag, dat ik daarom noch geen lam" men arm heb, en het is hiet te lande de " manier niet, dat men de menfehen op de : openbare ftraat aanpakt, als of men hen „ wilde plunderen:' Reeds by Punks eerste woorden , had de he^ Flink zynen toorn gematigd, die Hechts in betrekking tot zyn tegenpartyders vrees of moed fteeg of viel. Hy zocht daarom den : klink m deze vraag te doen wegfmelten: l Waarom vind ik u altyd op mynen weg? P U N K. Ei n gaat uwen weg, .en ik ga den my „em'ietveg is voor ieder een' geft»t.  TB DE GEVARELYEE Uitvlugten! gy fluiptm^ynaar. punk. Foei! naarfluipenl dat doet gèen oud fft, *«; neen, rnynheer! ik ben u naargel^ ongemaskerd, en had gV u vi / lfi^af' ruwe manier bediend L , ' mi"der gezeod- r T ' gV by voorbeeld gezegd. „ Goede vrind! het valt u te moei„le ylc y t uw houten been overal te vl " fn' ;m: Qebt wat drinkgeld, doe 'er " U iTJCde * goed, en herzamel helerZ „ we krnr-ïn-^ "«"JCi ne ei meu- fchen:■' h , Vü°r UlVC êe;brccerde «>*- kenden d ,7 gy ^ ^ d™ klinkenden daalder m de hand «eftont 1V„ Wist wellicht reeds ,m ■• t0pt'*' Nu> gy bTn ,w;r;m~:d~ ïï2£r ^^-noogste's: *oS:^ Wdaarrw^\e^n^ **** Eene vrouw zend* my*'dat hebt gy welmaar uwe vrouw is ?v . , 5 uuw is zy, by myne ziel, niet! flink. Hoe! wat! eene vrn.,«,9 PüN IC.  WEDDINGSCHAP. 79 W zy was noch op het laatst van den Jenfarigen oorlog niet geboren. Schoon? "y L fchoonerdantnyn Grietje , die rk m Anno 56 verlaten moest. f l1n K» En haar naam is? punk. Zo ver gaat myn order niet. flink, in zyn zak tastende. Ook dan niet , wanneer ik den klinkenden daalder verdubbel? Ook dan niet. Maar doe het maar! ik wil u meer daarvoor te rug geven dan de naam la-dio-is. PasoP!dingsdag,danis er een Ön! bal, of hoe gy dat ding noemt (Hy trok een blaadje pergarnent uit zyn zak.) Sr zal onder de gemaskerden ook ééne ! die eene heidenfche fehoonheid verSaefzal den naam heb ik niet kunnen Flink greep en Nu weet gy genoeg, lp»* runs, "o ,y de oogen van eene kleur » het pi" aue'Sel verftaat, zou het belagchelyk zyn ;;:annL gy de vesting niet zonder flagrf  So DE GEVARELYKE „ ftoot innaamt." Hy verliet den gelukzoekermet deze woorden, en rukte ia zyn winterkwartier. De heer Flink wist niet recht wat hem overkwam. Eertyds waren hem diergelyfce avantuurtjes niet zo vreemd; maar, federt hy het huwelyksblok aan zynen voet ileepte wilde memant hem meer opzoeken , en dikwyls genoeg zocht hyzelf vergeefs. Ware hy niet zulk een ydeltuitig lafFertje geweest, dan had hy gemakkelyk op het denkbeeld kunnen vallen dat men hem voor den gek hield, maar daarvoor bewaarde hem zyne eigenliefde: hy huppelde voor den eersten fplgel den besten, en vond het bedrog onmogelyk. Met welk een ongeduld wierd de dingsdag met te gemoet gezucht, dezelfde dingsdag, op welken de advocaat Zwavel, in lPyt van den ftorm, den pracclufiven termyn te gemoet ftreefde, en midden in zyne loopbaan, door het ruisfehen der liefde, aangehouden wierd. Flink kleedde zich, als Bacchus, in vleeschkleurig fatyn,met den thyrsin zyne hand; een krans van wyngaardsranken, met rozen d'oor- * vlochten, verfierde een paar kleine vergulde hoornen op zyn hoofd. Hy was een* der eersten in de zaal, en floeg het oog niet van de  WEDDINGSCHAP. 8' de deur door welke zyne Hebe moes. bin- mnrl hem secouleurd, en een wa a Trftet dm de diamanten des gordels, f f* t f omkMsterde. »re voor- ^ £ toe op welke rozenknopjes ton "ir1 tod n'toon fpteidden, fehenen den r8 e gelette gloei,en, en, kuscli dei liewe B . ien wanneer ^fstdtbSmoVandenwelwitte tantes, in de nea e golfde langs m dlinkfchaal van de M * den Onze Bacchus vergat zyn  8» DE GEVARELYKE hcimvolle kneveldrager „afloop, zo voJgde . «te■ * van de guIIlartigeg0()ill de;£g De fchalkachtige Henriëtte bemerkte dit, en kgc teom haren gemakkeiykcn triomf, fcheen zeer onoplettend omtren, den aam dnngenden Bacchns, ontweek hem dartel™, do gedn„g„aarhemglUrende,,„thy lyh, vol moed, hy haar aan de pon'ta , e"' verfcSen dan het een' onderWeen god betaamt, op de volgende wyzn Hoe gelukkig is myn vader, fchoone HEB E. En toch, mynheer, heeft men my ombarm««dg van den Olympus verbannen. Jen tJP] *"*^.ie* duizende malen beklaagd; want men geeuwt nu aldaar, wasTet d7-;edei' ^ °Uder' W" ^ IZlL f f 700k vrywilIig in ba^g- ^Jt' " ^ g0di" d" ieügd> - den tTvolgent Z0Me aM hare" 0fld^> Doe dat niet - ik doordek het geheele lucht- ruim,  WEDDINGSCHAP. 83 mta, en gy «* ondmveg-eene verlatene Ariadne ontmoeten. Aan wie ik flech^uw beeld vertoonen zou om haren toorn te ontwapenen. Onder de fterren "verplaatst te worden is eene armzalige vergoeding voor verloren liefde. bacchus. Wie der fterrenglans in de oogen draagt, behoeft die verplaatfmg zekerlyk met. Gy zyt galant, mynheer Bacchus, men zou niet geloven, dat de leeuwen, tygers, k* paarden, en luchten uwen wagen trokken. bacchus. ó, Die heb ik lang in hunne bosfehen te gejaagd, en wensch niets meer dan zelf . aan d'en wagen van de godin der jeugd geketend te worden. HE BE. Gy weet evenwel, mynheer, dat de godin der jeugd een' gemaal heeft? bacchus. Een' gemaal? neen, by myn' vaders baard! E %■ dat  "4 DE GEVARELYKE ^ wist* „iet.. Hoe heet deze geh,ffige BACCHUS. " %ne. fchoone zuster hit h„ ^ o *«beftryde„, 5*'^ veren , -n-ugias zui- - ";/fch00' ;"m0«dyk b^«™. te zy- —e„, o. -Jf ondernemen, 0f nW -„j te J» ur, met andere woorden ™, een proces te voeren. ' °m BACCHUS. Engel, Zo in geest ^ ngchameJyJ(e ^ re-  WEDDINGSCHAP. SS HEBE. mwH gy vermoeit u vergeefs, ZfV*^ masker is vastgebonden, want, ziet gy, "c versund, den " , • ,Wn in uwe oogen 1 ja zuiiv een nanW* ver ^ „eI „ dan fierwsn o^ Mee y ^ ^ » morgen by zonnen- „ opgang tot uw ^ ^ las.  85 DE GEVARELYKE ;;Sfuisen'u^-euwigeMebc. HE N R I ü x T E By zonnenqpgang ? dat fa te vroe„ ft ben gewoon Jang te flapen. g' * J Spot toeh niet langer! - Gezegend zvt ^^ "^ -uwefïonS oet- Uw naam, engel, uwe woonplaats? HENP.IKXTE. ^irvr'met myn han een Ch'P; ™ ««W*- - ~rnderheteraStiS'2a'-"' ^söö^■"*»» henriëtte, God beware ons! gy behoeft niet eens fa» "aarhet "Mewnt der ftad te gaat FLINK', Ik mag dus komen ? HENRiüxTE FLINK.  WEDDINGSCHAP. *7 FLINK. A Snel fpoedig aanhalige morgenfemdl * t^erFcbusl nwe zonnepaarden. Zweep, broeder ^^rpn ongezweept ! neen, Laat die arme ^^J, worden, mynheer, morgen zal nies * FLINK- PM*** Niet? en waarom niet? HENRIËTTE- Dews, ik - dewyl ik m„ morgen vroeg, baden wil. Destebeterldarzarikuverrasfchen^elvk Alcibiades zyne Glycerion. iy HENRIÜTTE. En dan «1 ik . * •» l**1^"' gelyk Diana haren Akteon. \ven.e> niet om^van honden te >atan verfcheuren? HENRIËTTE. ,k heb geen honden, maar met myne nagels WU ik ode oogen mttehh- e kt de den gantfchen avond, om er tw F 4 &  88 DE GEVARELYKE gefprek by te voegen. Zyne voornaamste ken Hy berde, als een valk. ieder tred van W 7i a' toen z>' ^ zaal verliet, bood hv Zyne and om haar van den trop te gelden tUde haar m den wagen, draafde in zyn dun gewaad van vleeskleurig fatyn, in ^ ^ de koude nachtlueht, achter den wagen/prentte diep m zyne gedachten het huis voor het wek hy haar zag aftreden, en zeilde, in eene jee van verrukkingen, in de armen van zyne fnorkende Sibille. NE-  WEDDINGSCHAP. 59 NEGENDE HOOFDSTUK. DE EAADKUIP. Op denanderen njorgen, hare fchoone leden aan de armen Apn üaan om zich te baden. Zy hield l^kde ydelzimngePoppea.omzmhdoor ^ der jeugd behoefde haar niet. Zy het ook teh oen"'ten noch dieten ilagten, ent oor , Moed verloren kracht weêt te zoeken, ^t» «as gezond, gelyk een visch Het emvonwdige mengzcl, van haat bad^ he- ft d oit lavas, rozemaryn, kamillen, en fteen- Bavet. Ook bediende zy zich van geen ge* rivken cyUnder , waarin eens een Fransch rÜester zich in de andere waereld over- TT m a zy zat in eene eenvonwdige ko- b dknip!tot aan den hals in het water, pere„ baadkn p, ^ d£ om. „en de heer mk indrong, „ekochte wachters, het vooivei " F S  9° DE GEVARELYKE en in een licht fierlyk morgenkleed met eene bevallige buiging voor haar ftond. HENRIÈXTE Zeer vrymoedig, mynheer! inderdaad, zeer vrymoedig! weet gy wel, dat myn man n h vertrek hier nevens zich onthoud ? Zo hy zich maar niet i„ nw lm h -vrootv^anmaghymynentwegezyn:™; HENRIËTTE Nu, gefield dat hy zich in myn hart niet onthield zo zoud gy nnmers toch ™ zo trorsch zyn, om te hopen, dat ik u da ■ m eene plaats zou inruimen-? Waarom niet? [en'mLe uit barmhartigheid, wanneer hy ons hier verraschte. HENRIÜ T TE. Welke verrasfehing zou u meer in verlegenheid brengen, die van mynen man, of die van uwe vrouw? De droes! dat valt zwL te beflisfehen, ik geloof byna de laatfïe. HENRIËTTE Zo mynheer! zo gevoelt' gy t0ch her on-  WEDDINGSCHAP. S* onIech, dat uwe or.fcuuldiga gade wotd aangedaan? FLINK. . i,pwfde mv zulks niet te Gy'TvTheb%"«nVoeI,«rS'auL^cI.o.vetzwoIgeuwotd. Dlt is teeds duizend tnalen gezegd gewotden. flink. Ook ondervonden? henriëtte. M^watwiitgydaneigeudykvau.ny, ' Wat ik wil? leestLgyNl« dau uiet iu tuyue oogen ? henriëtte. Niet eene fyllabe. FLINK. ik een venster op myn tt v.rt knmt mv voor als eene morfige ^^^^ ^^^ h£tge" lei, op welke ht £n m fchrevene met eene ^ een  92 DE GEVARELYKE een paar minuten een' anderen naam in de plaats ftelt. FLINK. Gy beleedigt den god der liefde , die in uwe 0ogen zynen zeteI heeft> be]eec], bi 'if rrs gIoeijende b*«*™ Muschbare vlammentrekken ingraveert HENR1ÏTTE. En zo vervolgens; ja, ja, wie gelooft zaJ zalig worden, maar van deze zaligheid moet * zo lang afftand doen, totdat JL Totdat? 61 om aller" goden wil! ftd toch dien tyd met al te lang uit. H E N R I Ë T T E. Totdat ik weet, ofgy, zonder te zondigen, eene andere beminnen moogt? FLINK. En welk eene maatilaf der zonde heeft de fchoone Henriëtte ? HENRIËTTE. Men zegt, uwe vrouw is jong en fchoon. FLINK. Jong? Ö ja, zy fa, belaas! zeer jong. Schoon ? dat ben ik vergeten. HENRIËTTE. Vergeten ? FLINK.  WEDDINGSCHAP. 93 fa wat vergeet men^'t ia vier jaren? ti bedank o voor die goede les. Maar ? dt niets om uw ongelukkig gehCbt ^te h*l te komen? geen filhouetjel h£Ugen- "J2portrait? want, kort en goed, vergefelyk is. ^ M,odtg7^ts in den fpie§el Daartoe benoeu öv te zien. HENRIËTTE. D.e wending is niet kwaad, maar gy zult mv toch niet ontllippen. FLINK. deren, heeft * één bewys vaa ^"'•fduÏÏn zomerden, met één 0,1 1 Nhcb hs tooverhekfen herfcheppen Z^, gezigt. Hen-  Hem-ictte, wier hoofd tot hiertoe flechts - gtbaar was , ti]de nu ook , de armen uit het water nn 7 -od met hare hand e foar, in geval van V , °mfan£en > dat lies 1 f "oodzakelytheid, het ver nes der doos zou vergoeden tv^ . ** genoeg heen J^Jgg ^ het voren en achteren befchouwd h^d " ^ .***«. da» „„ or^ef^^ HENRIËTTE. Myne voornemens bv deze' Wm ■ de beste. Want waarom 7 Vei0VerjnS W . , 1U waaiom droegt o-v h«* *, «" by u? uit Jiefde toch wel rij V diamanten Jiiynneer. Gy zyt een fpeler ik »n een' fatzoenelyk' ntensch mate. " « HEN-  WEDDINGSCHAP. 95 HENRIËTTE. _ • bet water begint koud * d= houding, in welke ik te worden: gy ^ » zit, is niet de gemakkelykste. flink. . „a« r>m 7e te veranderen? Wie houd u tegen om ze re HENRIËTTE, tógC/»- lk vrees « te zullen beleedigen, wanneer ik zo in negligé voor u verfchyn. Vertrek, mynheer. • ^ Me, uit de karnal' b>'«" m''zelven taü' ttn tot e teUen uwe bevelen te kunnen ge- V de grendelt voor.) HENRIËTTE. Ik zal myne bedienden roepen. Waartoe dat? gyL^bt' uwe minnegoodjes W u, die u niet zullen verlaten. HENRIËTTE. Vermetele! - uw elegante rok zal deze ^^^et beide handen water en J/atte by herhaling, den vertederden tolbefpatte, oy ^ ^ w £en ^«terlt „Uen de katuet klein.  96 DE GEVARELYKE en hy „ergens zeker was, zo bcfloot hy eene ftoute kans te wagen. „ .spat gy maar, mevrouw]" riep hy » gy maar! uwe oogen hebben myn hart „ tot asch verbrand, uwe handen wilL my „ doen verdrinken: maar, niet te min wil ft „ het paradys geopend zien, voor en al eer ,i ik fterve." cr Met deze woorden fprong hy fcMeIyK op de baadkuip toe, draaide de kraan, onder aan dezelve, open, en een ftevige ftnal van water rch00t 'er ui, Vruchteloos^ " de de fchoone Henriëtte hare trotschheid in zal bede. Ehnk lagchte, gelyk een dartele f er zag met ieder waterftraal, die op den grond vbot, nieuwe bekoorelykheden voor vne wellustige oogen ontbloten. Henriëtte kromp -^eefs in elkander, terwyl het waZ ? de badkuip al minderen minder wierdZy fc^. dreigde, bad, floeg hare armen over den ontbloten boezem, en had ziche vier vleugels van eenen Cherub toegewenscht -alles te bedekken, wat bhK zigtbaar wierd. Zo wentelt zich een kleine g^ddevisch wien de vloed op het ftrand Z Cb "aakt inhet zand liggen Welk middel bleef de lieve vrouw overig d^ de  WEDDINGSCHAP. 97 de vlugt; offchoon zy vlugtende door de fpitsroeden van wellustige oogen loopen £ Zy fprong'er uit, bediende zich van ïTe handheven gelyk de Medicefche>V* nus van de hare, en vloog naar het naaste rustbed toe. Doch de befchouwmg van deze ™t de zee - Beurde de wangen van onzen he d gloeijend rood ; vuurftralen fehoten u,t ™e oogen ; eene wellustige trilhng «telde C tot in de toppen zyner vingeren; hy w, ffle=r waar hy was, noch, hoe hy was, Z ho«e ademhalingen omilingerde zyn getoerde arm den beminnelyken bun: zy trok blikken wi.vden 'er gewtsféld, tot zteh der oogen floten. G TIEN-  S* DE GEVARELYKE TIENDE HOOFDSTUK. DE TOREN. de haven h S Hennette gelukkig in dringende gevaren nn , ' fpyt der & ë^varen, ons noch eenmmi ^» ^ hooggaande baren der zee * J P de «hap van den heer magister Balg behoT den e„ wél aan wal te zetten, Cy^eVOeT welk eene netelige onderneming het l^ ™n m het net der liefde te verfijn ? geen anderen invloed kent J ,llen> dle van het gefternte Z t ' " dM invJoed geiternte, een man, die noch sem^ We gezelfchappen by woont, noch'prae clufive termynen af te wachten heeft- een' man, die niet verder door tv™ • huis. U'tSCk02en' « van daar wedar naar Si-  WEDDINGSCHAP. 99 Sibille was van dit alles genoegzaam ver7 ™ vootzag wel, dat 'et geen ander TOtt,gd, en voorzag dm de ge. ^" Zy velos daartoe eene heltfC nMate naeht, gelyk men gewoon ts Tdoen wanneet men kreeften wil vangen, tn vertrouwde knecht wierd tntgezonden, ^e den magister Balg van onder zyne vrindelyke gtoete ^J'^hc vryheid veron :n haren naam vooi naar uc v y i r om hem, te de* zynen Z° ' TJoek te mogen komen geven, alzo XZ^ ^Z^ -— eene y i fl-pvkp zucht gevoelde. glans van 1 et geftltc Wcn ontflip. tezoek niet de fterren, maar hem gold, ^  100 DE GEVARELYKE gaf zich daarom alle mogelyke moeite , om de Sht°enn mChtWandd-S--olgenSzV;emgde: dachten aangenaam te onderhouden. Door de vuurfpuwende bergen in de maan den r«ng van Satnrnus , Jupiters trauwam „' en liet fchild van Mars. ' Magister Balg, die te gelyk een groote ftcr enhlstonekundige was, onthaalde haar daa n boven, op een curfus der Astrologiei ve de' ChaTdï Cr te ™P 7 d£ Cha]déen, Egyptenaren, en Tooden J weest was; welke werking Hippocrates n de' Plejaden, den beer en den hond r 7 ht>t Vrhr j d' Galenus aan het hch der maan toefchreef- hoe onweder fprekelyk de geleerde Mead, in ]ater J / de Helling des laatsten bevestigde Hv h Zn*T:haar' ve-^^dtde^; een mdcrokosmos is, dat Saturnus de m n chohe voortbrengt, Mars over de gal heerschT Jupjter over het bloed. aeersent, " E" Wie'" vroeg Stille, „ wie heeresht „ over het hart? v.moedelyk Venus*» „ Hen jongetje, onder den invloed van ;n LgeB?te geb°ren'" —ordde mag ster Ba g , met zeer veel deftigheid " IS gene1^ tot Spattingen, Doch, wie « zal  WEDDINGSCHAP. 101 , hpt ooaenblik van zyne geboorte ver„ zal het oogem ^ . „ anderen? *, Dy vu ■ ü t sa- " T r d Md my noodwendig «ot „ fchappen , vroegtydrg , dezen g " vloed tegengewerkt." SIBILLE- i ,vv;a is uwe gemalin, dagcJyks richtingen te mogen indrinken! MAGISTER. 13A^G' , onwemftanelykw g ^ de m„„c. krygt de fduaaine kng j on icnsr kunnen aanhooien, d,êen lang cu rondzwerven, niet u aan d n hon.on ^ en wanneer gy dan va ^ halfbevroren en verftyfd , te lug ^ G 3  102 DE GEVARELYKE zo zou ik u in myne armen, aan mynen boezem , verwarmen. MAGISTER BALG. Al te vrindelyk! al te vrindelyk! SIBILLE. Men moet inderdaad zó doordrongen zyn als gy van de goddelykheid uwer verheven wetenfchap, om zich aan alle ongemakken onder den vryen hemel bloot te {tellen. By voorbeeld, dunkt het u óók niet dat het thans zeer koel is? ik verwonder my, hoe gy noch uwe vingers kunt roeren: laat my toch eens voelen. By deze woorden greep zy zyne knokkelige vingers, die door haren zagten druk rammelden, even als dobbelfteenen, welken men in een' beker omfchud. „ Ik zelve," voer Sibille voort, „ ben te „ dun gekleed. (Zy fihoof aan haaS halsdoek.} „ Ik heb ook een' fpeld verloren. Met uw „ verlof." Zy deed haar' halsdoek af, als of zy dien op nieuw wilde plooijen, en om den boezem. fl*an. tntüsfchërt danste het licht der maan op dien ontbloten kuifchen boezem, het welk onzen magister gelegenheid gaf tot de aanmerking, dat de manefchyn, dikwyls, den  WEDDINGSCHAP. «J • i ~a nn de ligchamen kwetste muilezel ( ae ^ j&sssk -.^ - - *~ dig geliefde te dekken. . ejKiUe ' welk een' pyl neüt by Arme Sibille . w loos verfchoten noA oveng da x z V m ^ ^ ^ ^ is geworden l Hcliter q WOner van Saturnus'^^L^ o^^ Sibille, welke den WC -Wngei van den magister fterker dngaanden vn ge^ ftOTengkns der te doen werken. nooit iv hen gewoon, lispciac /.y, •>•> «lkk0e ê ,e tr0,fércn'z0 de koele ra krachtige te- "°yJ^*wS.' Dazthtehehik " 8 « sth ^oede Sraanfche fek met my " '"mm en vetzoek * my te vergtumen, : pl„ g,r te «r »'fek, we.Zy wenkte, en de knecne Didö ^ G 4  ro4 DE GE VARELYKE ke met eene fterke dofis opium was aangezet.. Op de gezondheid van den grooten Galileï leegde de magister Balg een glas, en ftraks noch een glas. De dame flurpte druppeltjes, vvyze, gelyk het eene welopgevoede vrouw betaamt. Voor en al eer 'er noch een kwartier mirs verloopen was, viel het zware hoofd van den magister op zyne holle borst neder, juist oen hy het voornemen vormde, om zyn leerhngetje de gefchiedenis der ongelukkige gevangenis van den onfterfelyken Galileï mede te deelen. Sibille vertoefde geen oogenWik langer: zy trok hem den ring van den vinger, en trippelde met hare geredde kuischheid en eene zware verkoudheid naar huis Magister Balg ontwaakte toen het reeds klaar dag was, en de zon in zyn gapend keelgat fcheen. Hy geeuwde, rekte zyne vermoeide leden uit, wist niet wat met hem gebeurd was, en trad,-langzaam, den wenteltrap af,zonder evenwel, noch, zyn' ring te misfen Toen hy aan de deur kwam , reed een wagen hem voorby, en, eene dame riep uit het pottier den koetzier toe: Hou op! het was zyne lieve Amelia, welke, in gezelfchap van den heer advocaat Zwavel, van hare avonturelyke reis te rug keerde. Hoogst  WEDDINGSCHAP. 105 Hoogst verblyd over dit gelukkig toeval, vergat onze magister zyne geradbraakte leden Ia, drukte zyn' druipenden neus,, ot ven-dko"L op Ameliaas beete wangen, bedankte geleider, ten hoogs.en, voor zyne be- tie om, zo fchielyk zy maar te huis geko. men zou zyn, een kraehtig ontbyt voor hem toe te bereiden. G 5  105 DE GEVARELYKE ELFDE HOOFDSTUK. het gelagch. Dit is een hoofdftuk waarin ieder lagcht doch Hechts één van harten. Wanneer ik u nu maar met twee woorden , kort en goed zeide, waarover ieder van de fpelende perfonaadjen lagcht, dan zou het hoofdftuk zeer kort worden, en dat is tegen myn oogmerkwant, voor eerst, is het eene beleediging voor het oog, wanneer, onder twaalf folianten, een boekje in duodecimo gevonden word, en' ten tweeden, zou het fchynen als of het my aan middelen ontbrak, om over het woord gelagch een' langen draad te fpinnen, en dit ware een fchandvlek voor myne fchryverlyke eere; want 'er is zekerlyk geen prediker zo arm in woordenpraal, die niet, zo dikwyls als het nieuwjaarsfeest invalt, een paar uren lang, over den armhartigsten text der waereld zou weten te prediken. Hier zou alzo eene filofofifche verhandeling, over het lagchen op de rechte plaats ftaan, en dit hoofdftuk tot het  WEDDINGSCHAP. 107 het aanzienlykfte onder zyne broeders vereffen, ware niet de verduvelde Beattie . my daarin voorgekomen. Het is waar, maL ik myne belezenheid voordeehg wilde -ikzelfs inhet geheel niet van den naam van Beattie gewagen, dew«l zyne werken in ieders handen zyn ; en daarentegen, Ja-kh* traité du ns de fes r ,t & fes kffits, of de verhandeling van caufes et « J« ejJ , Simon, * naturali et pmternaturah nfu, welke niet in ieders handen zyn, met eene onvermoeide vuist ukfehryven; maar , ik zie liever dat myne lezers lagchen, dan, dat zy weten, waarom zy lagchen. Echter wil ik, om myn geweten met geen zonde te bezwaren,voor hen ook niet verbergen, dat zy gevaar loopen, by het genngfte Ldrie, de eeuwige gelukzaligheid te verbeuzelen; want, de heilige Bafilius doemt ieder Lom' Christen tot het helfche vuur, die zich verftout te lagchen, en hy kan wel gelyk hebben. . . Dewyl 'er nu evenwel,buiten den gek Heraklict, geen fterveling op de waereld is, die n-e voor het minst, ééns in zyn leven geLgchen heeft, trek ik dus hieruit dit benuit dat de dieren , die nooit lagchen , be er  io8 DE GEVARELYKE Christenen zyn, dan wy. Voor het overige, heilige Jork! fmeeken wy u, gy wilt wel, daar boven, eene voorbede voor den heiligen Bafilius doen, opdat hy niet, voor de geheele heilige verzameling, een voorwerp van gelagch worde. Het gelagch dat in deze gefchiedenis de werkende perfonaadjen, met uitzondering van één éénige, overmeesterde , was het Sardonisch gelagch, even zo afgeperst als of men een' armen duivel de voetzolen met boter had befmeerd, en ze dan van eene geit liet likken. Sibille lagchte , dewyl zy den ring in hare magt bekomen had, zonder bare kuisheid prys gegeven te hebben. De magister Balg lagchte, dewyl hy eene zo heldere Herren, nacht op zyn obfervatorium nutteloos doorgeilapen had. Amelia lagchte, dewyl zy nu eindelyk wist, waar het haren ojevaarsbeenigen gemaal eigentlyk aan ontbrak. De advocaat Zwavel lagchte , dewyl de ftormwind hem eene fchoone vrouw toegevoerd, en een' praeclufiven termyn ontvoerd had. Henriëtte lagchte, dewyl de kamer zo nat geworden was; en Flink lagchte, dewyl een zo bekóorelyk avontuurtje hem niet meer dan het portrait zyner vrouw kostte, daar hy toch gaar-  WED DIN GS CHAT. 109 gaarne bet origineel bovendien Had toe gege- " Maar wie was dan die ééne die van harten lagchte? - dat was mester Goed vrind, de fchoenmaker. Want toen nu de riemde dag aanbrak, op welken het vermogender vrouwelyke bekoorelykheid geopenSrd moest worden, begaven de d„e; dame, volgens affpraak, zich in zynen winkel by Ikaiider. Sibille droeg aan haren pmk Ameliaas ring , Amelia fpeelde me Hen e^ doos, en Henriëttes boezem zwol onder portrait van Sibille. % Het was grappig hoe gedurig de eene de andere in het lagchen de loef poogde af te winnen , en de opgekropte ergernis, zigtb J 01 de fchamper vertrokken Upper1 de Lgchende wangen logcnftrafte! Meester Goedvrind alléén zette beide handen m de zyn borst in zulk een luidruchtig gefcha^'uit, dat de dames eindelyk begonnen te vreezen, dat hy in ftuipen zou vallen Is 'er nu noch iemant onder myne lezers, wien dit hoofdftuk niet lang genoeg is, die I neve op de volgende twee ledige bladzyden C woordje : Ha ! zo dikwyls te fchryven h0 te laten drukken, als het hem nood*  iro DE GEVARELYKE dunkt, en my dan eene fchriftelyke getuigenis mede te deelen , dat ik my met eer aan dit verduiveld gelagch heb onttrokken. TWAALF-  WEDDINGSCHAP, fft  ii2 DE GEVARELYKE TWAALF-  WEDDINGSCHAP. 113 TWAALFDE HOOFDSTUK. DE RECHTER. Thans ontftond nu de vraag: wie heeft de weddingfchap gewonnen? „ ik! ik! ik!" riep een ieder: „ hier is het bewys! baas Goed„ vrind is rechter." De vrolyke fchoenmaker ging op zyn dneftal zitten, rochelde met een deftig voorkomen, en fprak de volgende fententie: , Het is, voor alle dingen, duidelyk, dat ïk, meester Goedvrind, myne weddingfchap " gewonnen heb. Ik beloofde,heden vóór vier " weken, een ieder van u een paar nieuwe " fchoenen, wanneer gy niet, op dezen hui" digen dag, uwe gezamentlyke kostbaarheden " verruild zoud hebben. De ruiling is volle" dig, en my komen dus, ten minfte, drie " klinkende daalders toe, welke de contracterende partyen fchuldig en gehouden zyn '! zo aanftonds neer te leggen." Me-r onderwierp zich aan dit eerste punt èèwÜlig Drie klinkende daalders klonken op * j H de  «4 PE GEVARELYKE de tafel. Meester Goedvrind vervolgde: „ of „ de drie echtgenooten, wier hoog eerwaar„ dige ribben ik hier voor my zie, den eed „ der trouw gefchonden hebben, waag ik niet „ te beflisfchen, maar ik wil geen Steven „ Goedvrind heeten, zo van de kuischheid „ dezer dames noch zó veel overig is, als ik » op de punt van myne naald leggen kan." amelia en henriëtte, gelyk. Hoe? wat? hoe verftaat gy dit? MEESTER GOEDVRIND. Letterlyk. Want bedenkt toch maar dat ik ook in de waereld heb omgezworven, en wanneer ik een mooi lief meisje zag, ö! dat kriewelde my zo om 't hart,.dat ik tot haar gaan, en haar op zo eene zekere wyze in het oog kyken moest. Nu, dat kon my niemant verbieden, en gy hebt het ook zo gaarne, wanneer gy bemerkt, dat de befchouwing van uwe apenbakkesjes een' eerlyken kaerel goed doet. Maar hoe verder? van zien word men niet verzadigd. Daarom heb ik al myn leven eene leerwyze gevolgd, die my nooit mislukt is. Voor eerst kwam ik dan met een' zyden halsdoek opzetten, daarvoor verwierf ik het recht van fomtyds onder den doek te loeren. Dan eens bragt ik ook wel een voorfchootje van fy-  WEDDINGSCHAP. 115 fyne chits mede, dat bond ik het meisje dan zelf om het lyf, onder beding, dat ik het bv gelegenheid weêr zou mogen losbinden. En eindelyk wierd ik zo goed geefs dat ik wel een paar zyden fchoenen durfde beloven. Ik moest dan daartoe eerst de maat nemen. Lieve hemel! de gelegenheid maakt den dief: men komt dan dicht by de kuit, en hoe gaarne word de nieuwsgierigheid voldaan! dus, eer men het voorziet , is de halsdoek verfcho. ven, het voorfchootje losgebonden, en... de fchoenen ftaan nevens het bed. Amelia, Henriëtte, en Sibille lagchten, en loerden achter hare waaijerbladen, om meester Goedvrind te doen denken dat zy bloosden. „ De mensch is geen engel ,n dus voer hy voort, met plegtigen ernst, en groote deftigheid: „ een engel heeft noch vleesch noch „ bloed; en de genadige dames zullen my dit niet betwisten, hoe dikwyls men, misZ fchien, ook u met den naam van engel in uw leven betiteld heeft. Wanneer ik den " ring, de doos, en het portrait in uwe han", den zie, dan verwacht ik niet, dat men " diergelyke kostbaarheden op de open ftra" ten vind. Dus, geen uitvlugten baten hier! „ gy verftaat my." H 2 A>u  n5 DE GEVARELYKE , Nu volgde een zeer lang verhoor, in wel:ke Amelia en Henriëtte hare onfchuld ten vollen ftaande hielden, terwyl de zagte blos der fchaamte op de wangen van Sibille de zoete zonde fcheen te bekennen. » Op deze wyze," fprak meester Goed-vrind, „ zullen wy niet achter de waarheid „ komen. Maar ik bedenk daar wat: het „ ontbreekt aan de behoorelyke formaliteiten: „ men moet de partyen in het byzonder ver5, hooren" Onder dit zeggen leidde hy Amelia in eene andere kamer en floot de deur op den grendel achter zich toe. „ Wy zyn alleen," dus hief hy, glimplagdiende,^ aan, „ en hebben geen tyd te verlie» zen; ik zal daarom myne voordragt kort en „ bondig inrichten; gy hebt 'er niets op te „ antwoorden, dan ja of neen: of, ik ga bin„ nen het eerste kwartier uurs naar den heer „ magister Balg, en zal hem de gantfche ge„ fchiedems van a tot z verhalen; of, gy be. " ta^f my voor my»e ftilzwygendheid den„ zelfden prys,welken gy voor deze doos be„taaldhcbt. Kort en goed! ja, of neen?" Daar hielp geen appelléren, geen demon, toeren, geen capituléren. Amelia moest i 11 ein-  WEDDINGSCHAP. «7 eindelyk beüuiten, of ja, of neen, te antwoorden Zy betaalde met genoegen, en dewyl zy nu toch aan het betalen was, zo betaalde zy den prys van de doos drie dubbel. Ja, "hare milddadigheid zou zich noch verder hebben uitgeftrekt, had niet meester Goedvnnd zelfs zyne eisfchen bepaald. By ontfloot de gegrendelde deur, leidde de gerechtvaardigde fchoone tot hare zusters te rug, en erkende haar plegtigst Sgor onfchuldig. Hierop moesje vrolyke Henriëtte zich aan het zelfde examen onderwerpen. Zy overtrof in vurigheid zo zeer hare voorganger dat zy den wakkeren baas Goedvrind niet'alleen dwong om hare onfchuld te erkennen, maar ook, vervolgens, om mevrouw Sibille , frank en yry, zonder verder onderzoek, van de gerechte'yke procedures te ontdaan. . Zo eindigde deze onderhandeling in wel te vredenheid en eendragr. Amelia fnoof,,tot op het einde van hare levensdagen, uit.de gelukkig verkregen doos, ja, in haarjftigfte jaar, toen zy reeds met het hoofd Ichudde, verdron* zulk eeri fnuifje de rimpels des ouderdoms°van haar gelaat, door een lagchje der herinnering. Henriëtte liet voor zich van de H 3 di"  ïi8 DE GEVARELYKÊ diamanten, met welken het portrait omzet ms9 een paar nette oorfierfels maken, en Sibille befchouwde nooit haren ring, of den fterrenhemel, zonder aan de vrolyke nacht te gedenken, in welke hare kuischheid in zee geworpen, maar, geheel onverwacht, door de eerste baar , weder op het ftrand gefpoeld was. De drie dames verlieten haren fchoenmaker ; en van nu af aan werkte niemant ooit voor haar , dan meester Goedvrind , die ook haar gezamentlyk oprecht en vroom bediende. Magister Balg genoot in korten tyd het genoegen een' dikken' vetten jongen aan zyne verheven borst te drukken, welke, op de begeerte van zyne moeder, den naam van Steven ontfing; en terwyl zyn gewaande vader, juist te dier tyd, eene nieuwe fter in den horen van den os ontdekt had, gaf hy, om zich als man te verëeuwigen, deze fter den naam van Steven , waarover meester Goedvrind zich bykans dood lagchte. Ook de advocaat Zwavel wierd welhaast door eene talryke en gezonde familie verblyd, over welke Hans Punk, met het houten been, gouverneur en oppasfer geworden is. De heer Flink ftierf in den bloei zyner jaren aan een ver-  WEDDINGSCHAP. 119 verval van krachten, en Sibille had het ge-_ noegen noch vier mannen, na hem, te begraven. Uit deze waarachtige gefchiedems mogen myne fchoone lezeresfen deze leering trekken: dat hoogmoed dikwyls zo verre kan doen verdwalen, als liefde; en, dat eene vrouw het vermogen harer bekoorelykheid nooit on. geftraft tot een voorwerp eener weddingfchap mag maken. E i N D E.