01 1087 1845 UB AMSTERDAM  PROEVE OVER D E VOORBEHOEDIN G der K I NDER POKJE S, Waar in de Middelen, die deeze fchadelykc ziekte zouden kunnen voorkomen, door den Heere Boerhaave en andere voornaame Mannen voorgefteld, Schei- en Geneeskundig worden opgehelderd, door veele waarneemingen bevestigd, en ten .algemeene nutte aangeweezen worden, door IMANJACOB van den BOSCH, In Leven meo. Docr, in 'sHage, En Lid van verfcheide geleerde Genoodfchappen. — Si les remedes propofés pour guerir la peltte verole dans l'ótat febrile, ont le fuccès deferé, ils rendront inutile l'Inocujcation, cmployée dans la vue deprevenir la mortalité que caufe la maladiet. Lobb. — „ Indien de middelen, voorgefteld om de Kinder- ziekte in het eerfte tydperk te geneezen, de ge> wenschte uitwerking hebben, zullen zy de Inenting, „ ingevoerd met oogmerk om de fterfte, welke deeze „ ziekte veroorzaakt, voor te komen, onnut maaken." Te HAARLEM, B y A. LOOSJES, MDCCLXXXIX.  Gaubius in fnflih Patholog. g. IX, XIX. Medicina igitur, quo hodie colitur ambitu eft fcient'm ac prudens direèlio virium natura. humana ad vit* &fanitatis a morbis & mor te tutelam. Itaque doctrina ofnnis Medica honafrugis adhanccemtont normam debet, ut quidNatura facial autferat, exfidelt obfervatione quant diligcntijfime enarretur* d. i. /» De Geneeskonfl: is derhalven, in die uitgebreid„ heid waar in zy thans geoeffend wordt, eene „ wetenlchap en voorzigtige beftiering van de „ kragten der raenfchelyke natuure, tér bewaa„ nnge van het leeven en de gezondheid voor de „ zieütens en voor den dood. », Daarom moet alle welberaade geneeskundig on„ derwys tot deezen reegel gebragt worden, dat al wat de Natuur doet of ondergaat, uit ge„ trouwe waarneeraingen allernauwkeurigst verm haald worde,"  TEN WVTTê.   VOORBERIGT. ^^^Mee^ heken ik, is 'er gefchreeven ||||Wjm\ over de ziekte, die het onderwerp deezer Proeve is. Het zal daarom by fommigen mogelyk onnodig fchynen op nieuzu van dezelve te reppen; en, naar hun ge dagten heet er zyn, het ge* fchreevene door Proeven te beveftigen. Byna ben ik in dezelfde begrippen. De volgende Bladen zyn alleen eene Verzameling van het geen in meenigvuldige Verhandelingen van deezen aart te vinden is, door ecnige Aanmerkingen opgehelderd, tot haare byzondere Gallen gebragt, en tot algemeener betragting voorgefteld. Te veele nuttige zaaken komen in dezelve voèr, dan dat 'er geen meer gebruik van gemaakt worde; 't geen my onder het leezen derzelven, en uit * 3 over'  VOORB-ERIGT. overweeginge van de heevtgbeid, waarmeede zig deeze ziekte op bet einde van het voorheden , en het begin van het tegenwoordig jaar in deeze volkryke Plaats vertoonde-, aangezet heeft, myne leedige uitren tot dit werk te befteeden. De nadere reeden zie men §. IX, en XLIV. aangeweezen. Geheel onnodig was het den Leezer met eenig Voorberigt op te houden , ware het niet, dat de volgende Verhandeling eenige opheldering vereifchte, om de waare meening van dezelve des te bekwamer open te leggen. Drie voornaame zaaken draag ik dan in dezelve voor. Als; na een kort Iliftorifch V?r« haal van den ftaat der Kinderziekte^ zoo ten aanzien van de behandeling der Natuurlyke Pokjes , als der geenen, welke door de Inenting worden medegedeeld, en het wvermoogen der gezuooue Behandeling in beider opzigten. i.) Eene korte befchouwing van den aart deezer ziekte, in zoo verre het [met op het lichaam, en het lichaam op het zelve zuerkzaam gemaakt wordt, en wat uitwerkingen van wederzyden hier uit geboren worden. 2.) Eene Verhandeling over  VOORBERIGT. over de Middelen, bekend onder den naam van Specifica, tot voorkoming van de nadeelige gevolgen , die dit kwaad, meefter gelaaten zynde, gewoon is te veroorzaaken. 3.) Het gebruik der zeiven in verfcheide geleegenheeden , neevens de verdere hulpmiddelen , die de Geneeskragt derzelven van zekerder uitwerkingen kunnen doen zyn. Het eerfte zvas noodig, om dat, wanneer men hier in duifier is, de volgende Behandeling buiten twyffel mank gaan moet: en mogelyk is ''er ge ene waarfchynelyker reeden van het dikwerf mislukken in deezen, en de verfchillende Behandelingen die van tyd tot tyd hebben plaats gehad, dan dat men den minflen tyd de Kinderpokjes als eene crHis hebbe aangemerkt, welke door de Natuur zelve ter verzagtinge en uitdryvinge van het Pokgif in het werk gefield wordt. Dit begreepen en in agt genoomen zynde, zoo moet de beftryding van hetzelve, en het voorkomen van die criüs noodwendig eene andere Behandeling tot haar gevolg hebben ; als, het uitdooven van het gif, en het tegengaan van de koorts door deffelfs prikkeling verwekt. * 4 Be-  VOORBERIGT. Betreffende het tweede /luk; zoo moet men zig verwonderen, hoe, in eene verligte eeuw, als deeze welke zuy bekeven , zoo veele onzeekerheeden en tegenftrydigheeden, omtrent een zaak, die zoo klaar en duidelyk is te boek gefield, in openbaar e Schriften te voorfchyn komen, en niet tegengaande deeze [naar zoo dikmaal geroerd is, zoo heeft zy doch bezwaarlyk de egte proef gehouden. — De deugdzaame Lobb gaf, hoe duidelyk Boerhaave zig verklaard had ,agtervolgens deezen de Aethiops mineralis met Flor. Sulphuris. De Graaf Roncalli /prak van de opgegeevene middelen, of het oogmerk van Boerhaave geweeft zvare een ptyalysmus te verwekken: en de Paryfche Hoogleeraar le Camus fchreef, dat hy (Boerhaave) voorgaf, door eene amalgamatie van Mercurkis én Antimonium het pokfmet uit te kunnen roeijen. Anderen hebben tot dit oogmerk den Mercurius fublimatus corrofivns in Mout-wyn gefmolten, gebruikt; welke dan ook aan de verzvagtinge niet beantwoordende, verworpen werd. — Alk deeze onzeekerheeden hebben eene onvermydelyke gaaping moeten maaken in de uitkomfl; en de  VOORBERIGT. de vorderingen merkelyk geftremt, die uil zoo een nuttig voorftel zouden hebben kunnen hervoortkomen. Des niettegenftaande zyn uit deeze gebreklyke navolgingen merkelyke nuttigheeden voortgefprooten. Want de waarneemingen van Lobb keveren ontegenzeglyke bewyzen uit van de mogelykheid, w'elke Boerhaave 'omtrent dezelfde leeraarde : dus zy tot fpooren en prikkelen ftrekken moeften om voort te gaan. Ware hy in de analyfis gebkeven, zoo als Boerhaave die hadde opgegeeven, hy -was mogelyk verder gekomen. Hy bleef egter in de beide geflagten van den Mercurius namelyk en het Sulphur ; en zyn landgenoot H i l l a r y hield zig het naafl aan de voorfchriften van den Wetgeevenden Aescülaap ; gelyk hy het groote voordeel derzelven in zyne lyderen hefpeurde. Verder kwamen de Geneesheeren van Philadelphia en Conne&icut; en, 'er ontbrak weinig aan het voorfchrift, dan een meer volkomen famenftel te hebben uit zuiverder bereidingen van het Antimonium. —. Wat heeft de Heer Rose'n van RosenSTEiN de Geneeskunde in dit ftuk door zyne waarneemingen geen licht by gezet, hoewel * S by  VOORBERIGT. hy maar een der opgegeevene middelen in zyn famenftel liet gebruiken? Mag men dan niet billyk befluiten dat een volleedig onderzoek omtrent een zaak van zulken gewigtig aanbelang ten uiterjlen nuttig en vorderlyk zy? En dat de eenftemmigheid in de middelen ter behandelinge de grootfte vorderingen aan het ongelukkig Menfchelyk gejlagt verfchaffen kan ? Om deeze reeden hebbe ik dan dit (luk breeder behandeld, als bet in een werkje van deezen aart anderzins voegzaam zyn zoude. Want geen mogelykheid ziende om deeze duiflerheeden, door vooronder/lelling van de bekende waarbeeden, optehelderen, zonder aan een yder de notae charaóterifticse optegeeven, uit welke de wettige gevolgen afgeleid worden, zoo hebbe ik gemeend de gronden, waar op myne gedagten gebouwd zyn, dus klaar en duidelyk te moeten openleggen. —— Waren alle myne Leezers Scheikundigen, dan was deezen arbeid onnoodig geweeft, en ik had my met de aanhalingen der plaatfen kunnen vergenoegen: maar veeltyds is het hierin zoo gefield, dat de kragt der bewyzen in de aanhalingen berujl, en men zig weinig moeite  VOORBERIGT. moeite geeft dezelve na te fpoorcn, V geen , veeltyds een beletzel zyn kan, waarom de denkbeelden over byzondere zaaken , Z»oe duidelyk ook voorgefteld, meerder ingang vinden. — Maar booven dien, gelyk een yder Oordeelkundige in de waarheid van deeze zaak belang heeft, zoo mag dezelve aan hem zoo min in haare uitgebreidbeid onthouden zvorden, ah de voorige Verhandelingen , die over de Behandeling van deeze ziekte telkens het licht gezien hebben. De enkelde citarien kunnen ook niemand die de werken ontbeert, waarin de bronnen aangezueezen zyn, een volledig begrip geeven, wat 'er van deeze zaak al of niet geopperd zy. Aan hem moet daarom het voornaamfte en ivezendlyk daarin voorkomende blyken. — Met reeden heb ik over bet Antimonium verder uitgeweid als over den Mercurius, om dat van het eerfte weinig in onze moedertaale bekend is; voomamentlyk, 't geen de bereiding van eenen zuiveren en vaften Sulphur betreft; waar door ik my vleie den Artzeny - bereideren geenen ondienft te zullen hebben gedaan. — Van de Schryveren over de behandeling van deeze  VOORBERIGT. ze veelvermoogende Erts, heb ik myvoornamelyk bediend van F. Hoffmann en Huxham, als die zoo verre my bekendis, hetvolleedigjle over deeze ftojfe gehandeld hebben. Gelyk ik om dit ftuk meer kragt en klaarheid by te zetten, den text des eer ft en veel al woordelyk heb opgegeeven, op dat de taalkundige het redenmatige in denzelven doorzie; naaft welken ik den Nederlandfchen Leezer eene getrouwe Vertaaling heb opgegeeven. Wat de Mercurius betreft: van deezen en deszelfs bereidinge is meer voorhanden: waarom ik my vergenoegd hebbe het byzondere tot dit oogmerk alleenlyk aantewyzen, en Hundertmark doorgaans aan te haaien, in welken genoegzaam alle de Schryvers te vinden zyn, die over deffelfs bereiding gehandeld hebben. — Nopens de vereeniging van de Bereidingen uit beiden, komt aan Buchner , zuegens de klaarheid en duidelykheid waarmede hy dit ftuk behandeld heeft, den voorrang billyk toe. — Tder oordeelkundige , het byzonder oogmerk deezer Proeve overweegende, vertrouw ik, zal my toeflaan, dat ik tot hetzelve deeze zaak niet korter behandelen konde. Wien het egter te  VOORBERIGT. te lang zyn mogt, laate het voor min geoef fenden over. — Ik konde ook niet voorby, wilde ik myn voor gefielde doelwit treffen, in eene agtereenvolgende orde het nut derzeiven, zoo in de natuurlyke als ingeente Fokjes, door bekende zuaarneemingen optehelderen; en daar uit tot de Voorbehoeding en vermindering deezer ziekte te befluiten. In dit derde deel, konde ik bezwaarlyk ontgaan, het denkbeeld van den aart der befmettïnge te verleevendigen, en de burgerlyke middelen ter Voorbehoedinge op te geeven. Want fchoon dit door verfcheidene Geleerden volleedigverrigt is,konde ik geen kragtiger drangreeden vinden om een ygelyk ter opmerkinge van zyn wezendlyk welzyn aantezetten , dan bet eenpaarig getuigenis van voomaame Geneesheer en, zelve Vooral anders der Inent inge zynde. Be Heer Hovius heeft dit in eene volleedige Ver handelinge uit veeier Getuigeniffen meeflerlyk volvoerd; van welken ik, in eenen f amengetrokken zin, den voornaamen inhoud, omtrent dit fluk, medegedeeld, en de latere opmerkingen daar bygevoegd heb. Eindelyk hei  VOORBERIGT. heb ik zoo veel mogelyk den Nederduhfchen Leezer gelegenheidgegeeven, om de werken in andere taaien gefchreeven, door uittrekfels in onze Moe der t al e medegedeeld, op te kunnen [peuren. — Omtrent de Geneesmiddelen oordeele de ervaren en kundige Leezer zelve; en befluit e of het genoeg zy, omtrent een zaak van dit gewigt, werkeloos te blyven; en of'er geene waarneemingen en bewyzen genoeg voor handen zyn, om de Voorbehoeding, vermindering en emdelyke uitroeijing der Kinderpakjes kragtdadiger te bevorderen, en voort te zetten. De Geneeskonfl, in haar en waar en aart en Natuur befchouwd, is zoo duifter nog onzeeker niet, dan men zig veel al daar van verbeeldt: het is eene zuivere Natuurkundige weetenfehap, dewelke door egte ivaarneemingen tot den tegenwoordigen ftaat gebragt is, en door dezelve alleen tot verdere volkomenheid geraaken kan; waar tegen onze redeneeringen buiten dezelve ydel zyn. Hoe meer men derhalven zig toelegge , om de geduurige ontdekkingen met eenen onbezweken yver in hyzondere gelegenheden en byzondere geflellen te toetfen, en het onvol-  VOORBERIGT. volkomens door geduurige nieuwe proeven te verbeeteren; boe 'zekerder men de werking der Geneesmiddelen in de uitkomft bewaarheid, en veele duifterheeden in onveranderlyke leerftukken (Theoremata) , beveftigd ziet. Dat ik geen meerder gevallen of duidelyker omfchryvinge van myne eige bevindinge opgegeeven hebbe, is, om dat myn oogmerk in deeze Proeve niet zoo zeer was de dadelykheid, als wel de mogelykheid van het pok/met te heflryden, open te leggen: En ik liever eerft aan anderen gelegenheid wilde geeven , insgelyks het nut der zelve te doorzien en te beproeven. Behaagt inmiddels deeze Eer/leling, zoo wil ik my niet onttrekken, om myne waarneemingen insgelyks ten algemeenen nutte mede te deelen. In het behandelen van deeze zaaken, boope ik de paaien die ik my zeiven heb voorgefteld, niet overtreeden en niet betoogd te hebben, dan dat op herhaalde bevindingen rufte; en, met den anderen vergeleken, ten vollen overeenkome. En, wanneer ik in deezen mogt gemift hebben, door gebrek van doorzigt, of genoegzaame kundigheden van de wee-  VOORBERIGT. Weezens der dingen, oflaatere ontdekkingen^ tot beiden niet tot myne kennijfe gekomen, wenfche ik met die zelfde befcheidenheid behandeld te worden , waar mede ik een ygelyk de verfchuldigde eere beweezen heb. Jngenuas didiciiïe artes emollit mores, nee finit efle feros. De Nederlantfche Taalminnaaren belgen zig niet, wanneer ik op de zaaken en bet •verband van den redeneerkundigen fchakel voornamelyk lettende, het zinlyke van hunne taaie tejfens niet altoos in het oog hebbe kunnen houden , weshalven ik deswegens gunftige verfchooning verzoeke. s'Hage den 25, Ottober, 1770. PROE-  Pag. t ïg&ö$ses$X$sSöSe$|| I A X X A XX A XX A f ttl^x x*x x*x x* i PROEVE OVER DE VOORBEHOEDING DER KINDERPOKJES. §. I. _^^^M^Lelyk de naauwkeurige opletj^fi|^|l[ tendheid der GeneeskundiJPilllipM gen, van byna ganfeh EurojÉ^ï^y^ pa, eenen geruimen tyd her^fwec^^^ waarts verkeert heeft, omtrent de Ziekte, welke onder het Menfchdom eene zoo aanmerkelyke flagting veroorzaakt j ik bedoele de veeltyds zoogevaarlyke A Kifh  2 Proeve over de Voorbehoeding Kinderpakjes}, waar door de Ouders van hunne liefïte panden berooft:; de Kinderen ouderloos overgelaaten worden ; en elk omtrent liet leven van de zynen niet alleen y maar zelfs omtrent zyn eigen leven, fleeds in fchrik en vreeze, derzelver onzekere ükkomft te gemoet ziet; zoo is de nayver van voornaame Mannen in de voorgaande (d), en grootelyks in de Eeuw, die wy bekeven (b) hier door zodanig opgewekt, dat dezelve niet alleen op middelen zyn bedagt geweeft, maar dezelve ook dadelyk hebben doen beproeven , om waare het mogelyk door dezelve eene wezendlyke vermindering van deze zoo woedende plaage te weeg te brengen. $. I ï. Men zoude geheel onkundig moeten weezen van het geen in de geleerde Waereld omgaat, wanneer men het grootenut, dat door deeze ontdekkingen der Geneeskunde is (ós) Men zie onder anderen T. Sydenham, Morton, Lister, Waldschmid, Ddlteus, Baggaart &c. (b) Men zie de Werken van H. Boerhaave , F. hoffman, mead, HüXHAM, haller , de HaEN, meer anderen die §. XVIII. opgenoemd zyn , en menigvuldige die dagelyks uitkomen.  der Kinderpok]es. 3 is toegebragt, niet erkende, en de verbeteringen niet befpeurde, welke deeze Ziekte ten opzigte van de byzondere handelwyze omtrent het natuurlyk aangebragte Pokïmet daar door bekomen heeft. En gelyk de wyze van de beftiering der Inenting uit geringe beginfelen, en uit de eerfte en eenvoüdigfte behandeling der natuurlyke Kinderpokjes tot de tegenwoordige volkomendheid gebragt is; zoo heeft dezelve op haar beurt niet weinig de vermindering van veele voornaame toevallen der Natuurlyke Pokjes,die de oplettendheid der Geneeskundigen altoos gaande gehouden , en niet weinig werks verfchaft hebben , bevordert. Immers die zyne vooroordeelen niet willens koeftert, zal zulks duidelyk in de vermindering der Febris Secnndaria (c) kunnen gewaar worden. (c) Dimsdale Verhandeling over de tegenwoordige manier van Inenting der Kinderpokjes, pag. 45. en vervolgens. Volgens de manier van deezen Schryver heb ik in zwaare Samenvloeiende pokjes, met alle kwaadaartige toevallen verzelt, den ganfehen afloop der Ziekte in 17 dagen gezien , zonder dat 'er eenig verder Geneesmiddel behoefde. As §. IIJ-  4 Proeve over de Voorhehoedïng 5- III. En wat de konftige Voortplanting van deeze Ziekte betreft: het Succes daar van is zoo groot, en het getal der Dooden onder deeze behandeling, in tegenftelling derzulken, die door den natuurlyken weg befmet geworden zynde {d) deeze Wae- reld (d) Volgens Chappe d'Auteroche, nemen dezelve de helft; en fomtyds meer weg- van de Inwoonderen van Siberiën, Uitgezogte Verhandelingen by Houttuyn, X. Deel p. 14. in Zweeden io van het Manlyk, en 9 van het Vrouwlyk geflagt, Murray Hiftoria infitionis Variolarum in Suecia &c. pag. 25. Geneeskundige Bibliotheek IV. Deel 3. Sr. p. 589. En naar de berekeningen van Jürin en Scheuscher, blykt, dat twee van de elf, of een van de vyf en een half , uit die geenen, welke natuurlyk door dezelve overvallen worden, fterven. Zie Brocklesby's Obfervations, Geneesk. Bibl. II. Deel 3. Stuk pag. 594. alwaar zelfs een veertiende gedeelte van allen, welken in en omtrent London gebooren worden, door deeze befmettelyke ziekte worden gezegt weggerukt te worden. "Men zie de berekeningen van den Heer Maty, Verhandelingen van de Hollandfihe Maatfihappy der Wetenfchappen VI. Deel 2. Stuk pag. 503. Medical Obfervations Vol. VII. Geneesk. Bibl. VI. D, 2. St. pag. 275. En de opgave, die wylen de Heer T. Schwencke in de Hollandfihe Maatjehappy V. Deel pag. 158. en VIII. Deel 1. St. pag. 485. en de Heer M. Schvvencke in zynen Brief aan den Heer E. Sandifort, Geneesk. Bibl. VI. Deel 3. St. pag. 649. & 655. van de Dooden, in deeze plaats aan die ziekte overleeden, gedaan hebben.  der Kinderpokjes. ? reld ontruimen, zoo gering; dat derzelver getal in verre na niet reikt aan het eerlte (e): Ja, naar lbmmiger rekening , daar by niet eens in aanmerking komt. (f). s. iv. (e) Agtervolgens de Londonfche Sterf lyften , door Jurin & Scheuscher opgemaakt, blykt, dat 'er van de Jaaren 1721. tot 1728- van de 273, 9, of een van de dertig ingeente Kinderen geduurende dit tydperk geftorven zyn; van de Volwaflchenen maar een van de vyftig, Geneesk. Bibl. VI. D. 2. St. p. 271. of naar'de Tafel van Kirkpatrik, geduurende dien zelfden tyd, van 897, 17- ïe Boston van 282, 6. Commentar. de reb. in Scientia naturali & Medicina geftis Vol. IV. p. 1. pag. 137, 138. en andere berekeningen uit het Vondelingen Hofpitaal en dat der Inenting , meer of min opgeven, in Schotland waaren van de 5554 Menfchen, welke zyn ingeënt, 72 geftorven : zoo dat het getal der gëilorvenen tegen de herftelden aldaar is, als 1, tot 78- onder deeze waaren 36 aan andere kwaaien overleden ; dus het getal der Dooden aan de inenting tot de geheele menigte zyn zoude, als 1, tot 155. Geneesk. Biblioth. III. D. 4. St. p. 745. (ƒ) Dimsdale had, toen hy zyn Werkje uitgaf, er 1500 ingeënt, zonder een te verliefen, en daar na nog 4000 of 5000, met denzelven goeden uitflag, Brief van Dr. Ingenhousz aan de Heer Chais, p. 8. Sutton 50000, met de zynen; daar Sutherland er ioooo byvoegt, en toefhat, dat et 10 van zouden geftorven zyn, ibidem. Emmanuet. Timoni fchreef 1713. dat er honderden duizenden deeze proef hadden doorgeftaan, en dat men geen voorbeeld wift, dat er iemand aan geftorven waare, Ree. d Paris 1756. En wanneer men hec getal , dat J. N. A. Leuthner opgeeft, dat van 107624 Menfchen die ingeënt zyn , maar 23 geftor-r A 3 vca  4 Proeve over de Voorbehoeding §. I V. Maar hoe groot de Verbeteringen ook zyn, welke de behandeling van deeze Ziekte , door de onvermoeide vlyt van veele voornaame en waarlyk groote Mannen verkregen heeft, zoo leert echter de dagelykfche ondervinding, dat dezelve tot nog toe die ven zyn, gadeflaat, dan zoude de kans zeer groot zvn, "om dit zigtbaare gevaar te ontwyken. In hoe verre men egter op die bereekening (laat maaken , en daar uit tot het algemeene nut befluitcn kan, onderzoeke de onbevooroordeelde Leezer in Relhaju's Refutation of Dr- Rast, van't begin, Geneesk. Bibl. II. D. 3- St. p. 55. Vlnoculation de la petite Ve, role renvoyêe a Londres, par Mr. le Hoe, Geneesk. Bibl. ib. pag. 572. vergeleken met de leezenswaerdige Verhandeling van de Gecommitteerden uit de Geneeskundige Faculteit te Parys, door Laft van het Parlement opgefteld, Raport fur 1'lnoculation de la petite Verole &c. Paris 1765. te vinden in de Uit. gezogte Verhandelingen X. Deel, en aldaar voornamelyk pag. 402—406. met 414—420. en 424. en 432—440. De Haen Refutation de l'lnoculation pag. 137. Ration. Medendi part. IX. cap. VII. §, IV. pag. 288- Hovius Aenmerkingen over de Inenting der Kinderpokjes, Hollandfihe Maatfihappy IX. Deel 3. St. pag. 493—512. &c. Maty bepaald het getal der Dooden aan de inenting op een ten honderd, Holland, fche Maatfihappy VI. Deel. 2. St. p. 499; en Princle en Hcxham giffen, dat de Inenting met de vereifchte voorzorge ondernoomen een of twee ten honderd doet fneuvelen.  der Kinderpokjes. Y die volkomenheid by allen niet bereikt heeft, om het fmet , natuurJyk (g) , of door kond (b) , medegedeeld , te fluiten ; de daar uit ontftaande bykomende toevallen en gevolgen in verfchillende gefteltheden, ten allen tyde paal en perk te ftellen; of dat de meenigvuldige gelukkige uitkomflen, en de arbeid , die zig voornaame Mannen , welker werk het is , gemoedszwarigheden te ontknoopen, gegeeven hebben (i), genoegzaam hebben kunnen zyn , om de algemeene Vooroordeelen en Zwarigheden weg te neemen; en dat zoo de Konftige Inplanting ten algemeener gebruike ingevoert, en daar door een aanmerkelyke flagting vermindert , en de kragt der befmetting tegengegaan wierde. Cg) Tralles de Methodo medendi Variolis haStenus cognita fape infufficiente &c. §• 12. pag. 72. & Epiftola Apologetica ad a. de Haen pag. 53. (h) Raport jut i'lnoculation. Uitgezogte Verhandelingen l. c. pag. 420—424. Ludwig Adverfaria de contagio Variolofo. Lipf. 1767. pag. 12. Hollandfche Maatfchappy VUL Deel 2. St. p. 277. en IX. Deel 3. St. pag. 490. De Haen Rat. Medendi part. XII. cap. XXV. §. 1. (i) Gelyk de Heeren Chais, Somme, Dod- dridge, maddox, warburton, &c. A 4 §. V.  3 Proeve over de Voorbehoeding $. V. Wel is waar, dat men omtrent deeze Verbeteringen zoude kunnen inbrengen , dat liet met deeze, als met alle andere Ziektens, welke namelyk op verfcheide tyden veele veranderingen ondergaan hebben , toegegaan zy; en dat de gewoontens niet; altoos uit de Geneeskunde zyn verbannen gebleeven (k). Getuigen zyn de Verkoelende Behandeling by Rhazes (/),■ de Broeiende in de Voorgaande (in); de Herlielde door Sydenham, Boerhaave en andere voornaame Mannen in deeze Eeuw; en einde» lyk de meer-verkoelende'van den tegenwoordigen tyd, veelal overeenkomende met de eerftgenoemde Behandeling. Des niet. tegenftaande zyn 'er onder alle verfcheide Geneeswyzen van alle tyden veele te recht gekomen (») , welker natuur in itaat en als (k) Hovïus- over de Geneesmiddelen. Hollandfchs Maatfihappy VI. Deel 2. St. pag. 788. feq. (I) Freind Opera Omnia. Lond. 1733. pag. 527, (wl Volgens de Carthesianen. Doljei Ency. clopedia Medica Dogmatica Lib. IV. cap. VI, §. id. pag- 437- Vergelyk hier meede Uitgezogte Verhande*, ling^sti  der Kinderpokjes. p als in evenwigt was, of gehouden werdt, met het aangebragte fmet; en in tegendeel veele anderen te kort gefchooten, wanneer de ziekte overmogt, of de Natuur te zwak bevonden werd, om zig van het medegedeelde fmet te ontdoen, dat ryp te maaken en 't onder te brengen; of uit te dryyen wanneer het een verkeerde plaats nam, en eenen onvermydelyken dood veroorzaakte. Eene waarheid, die niet alleen in de Kinderpokjes , maar in alle gevaarlyke Ziektens (Mor bi acuti) plaats heeft: waarom de Ouden, zoodanige Werking crijïs, fcheiding; of te regt een jlryd der Natuur e met de ziekte genoemd hebben, (o). . §. V l Te vergeefs zoude ik my in eenen kringvan waarheden, en die den eerftbeginnenden in de Geneeskunde zeer kennelyk zyn, langer lingen l. c. pag. 290. en A. L. Schlözeb 2}on bcr tin* fd)nöUc6fei£ bcr 'Poefen in iXuëlanb pag. 63. Geneesk. Bibl. VI. Deel 3. St. p. 565. (0) G. B. van Swieten Commentar. in H. Boer. Haave Aphorismos Tom. II. pag. 52. cum H. D. GaüBil Injlitut. PatJiol. Medicinal. §. 51. A 5  io Proeve over de Voorbehoeding langer op den drempel ophouden. De menigvuldige gefprekken, die ik over deeze ftoffe met beproefde Geneeskundigen ge houden heb, en de veelvuldige behandeling derzelve in verfcheide Lyderen, fchoon door Gods zeegen met een gelukkigen uitilag begunftigd, hebben my genoegzaam van derzelver bedrieglyken aart (pj overtuigt. Dezelve hebben my in deeze groote waarheid fteeds beveiligd: dat de ftryd (§. V.) tuflehen het fmet en de Natuur reeds begonnen zynde, het moeilyk, ja onmogelyk is, in allen en een ygelyk het zelfde Leerftelzel ( Syftema) te volgen (q). Men moet zig in tegendeel wel degelyk naar den by zonderen aart van den Lyder, de kragt der ziekte , en de toevallen en omftandigheden die daar op volgen , of daar mede gepaart gaan, gedragen; en de ziekte (p) Tralles in locis citatis pag. 429. & 474. (q) Gatti Reflexions fur les prejugés &c. Geneesk. Bibl. II. D. 4. St. p. 769. & Glas Letter ta Dr. Baker. Geneesk. Bibl. III. D. 4. St. p. 761. met 784- Nadrukkelyk zegt R. Morton ten deezen opzigte: ,, Empyricum eft, & Medico indignum vi- detur in hoe ftadio femper eandem calcare viam, ,, & Alexipharmaca, Emetica, V. S. &c. omnibus praefcribere , cum indicationes faspe diverfa? ünt & plane contraria;. De Variolis,  der Kinderpokjes. II ziekte (in ipfo individuo) in den byzonderen Lyder behandelen. §. VII. Ik kan egter niet ontkennen, dat ik in verfcheide gevallen het voordeel van wel op zyn tyd toegediende Laxeermiddelen, van eenen kouden teug, van matige verkoelende lugt, van welbereide Antimonialia, nevens Campher- middelen ; zoo om het vermoogen der gebruikte Mercurialia te verzwakken, als uitwendig met een uitfteekend nut tegen plaatfelyke ontfteekingen te bezigen; met genoegen gezien hebbe: en door dezelve, neevens de zoo beroemde Peruaanfche Koortsbaft, zonder verzwakkende Aderlatingen en verdoovende middelen (Anodyna), een aanmerk elyke vermindering in de gewoone gevolgen van Etterkoorts , Napokken en fchielyker afloopen der ziekte dan gewoonlyk , duidelyk meen befpeurd te hebben. f. VIII,  12 Proeve over de Voorbehoedinz $. VIII. Onder alle de Middelen egter, tot vermindering van deeze zoo algemeen overgaande befmetting uitgedagt en aangewend, en dagelyks zoo merkelyk in veele opzjgten verbeterd , ver wondere ik my zeer, hoe meer ik derzelver woedenden aart en de oplettendheid van voorgaande Geneesheeren inzie, dat men het voornaame Tegengift tegen deeze plage, in de konftige voortplantinge en bereidinge tot dezelve, veelal en meeft alleen zoeke; terv/yl men niet zonder reeden zoude kunnen vreefen, dat, fchoon deeze ziekte in de daar toe bereide Lyderen veel al zagter en min gevaarlyk worde, de gelegenheid echter tot algemeener befmetting vermeerderen mogt by zonder als men niet te gelyk de uitroeijing van de NatuurlykePokjes behartigt, 't geen aan veelen meer dan waarfehynlyk voorgekomen is. Hierom zoude men mogen denken, of niet, wanneer men eenpaarig tragte (r) A. de Haen Epifl. ad Tralles pag. 50. Refp. V1H. Geneesk. Bibl. I. D. 3. St. pag. 435. mee 461. Rast bewyft uit de Sterflyften, dat te L011don 22700, of ten minften 16294 Menfchen meêr aan  der Kinderpokjes. 13 tragte het waare tegengift zoo wel van de Natuurlyke, als konftig Ingeente pokjes te vinden, en daarin onder Gods zeegen na genoegen Haagde, de twyffelingen waarfchynlyker in de zwakke gemoederen zouden te verminderen zyn : en daar de minfte in ons Vaderland als nog tot de konftige inplanting overhellen, door het zelve allengskens tot meerder volkomenheid te brengen, de genezing gemakkelyker gemaakt, en eene aanmerkelyke verzagting omtrent het pokfmet in 't gemeen bewerkt konden worden ? $. I X. Een heilzame onderneeming , die den Beoeffenaaren nimmer berouwen, en het Menfchlyk geilagt nog veel uitneemender voordeelen, dan de opgenoemde verbeeteringen (§• II —VII.) aanbrengen zoude; maar die helaas! zoo dikwerf voorgefteld is, nu en dan beproefd, by zommigen onvoldoende bevonden, te vroegtydig afgebroken aan de Kinderziekte geftorven zyn, dan voor de inenting. Geneesk. Bibl. II. D. 3. St. pag. -543. ver- feleken met pag. 554, 566. 4. St. 785, 787. en Jitgezogte Verhandelingen X. pag. 440. 't geen beueden §. XLIII. 1. omftandiger blyken zal.  !4> Proeve over de Voorbehoeding broken, of door te weinig waarneemingen onderschraagt werdt, en veelzins tegen den algemeenen ftroom van denken aanloopt, en uit dien hoofde weinig hoope overlaat, om tot haare meerdere rypheid gebragt te worden. Dan gelyk het met veele nuttige ontdekkingen niet" zelden gebeurd is, dat dezelve na veele tegenftrevingen het hoofd opgeftooken hebben, en van algemeen gebruik geworden zyn; waar onder geene der minfte de Inenting der Kinderpokjes zelve is, die na veele tegenkanting eindelyk op veele plaarfen doorbreekt en algemeen aangenoomen wordt; Zoo hebbe ik in eenen tyd, waarin zig een iegelyk als om ftryd beyvert ter afweering van deeze gevreesde plage, insgelyks ondernoomen, of het my mogelyk ware tot de eerde bronnen op te klimmen; en door veele waarneemingen dit gewigtig ftuk op te helderen, en ten algemeenen nutte voor te Hellen. Ik gebruike ten aanzien van deeze myne poginge alleen de woorden van den HeerMATY,en zegge: „ dat ik getragt heb„ be een nieuwe Loopbaan te openen, en 3, wenfche, dat Mannen van(meer bekwaam- heid  der Kinderpokjes. if 5, heid lig daar in willen oeffenen. In 't 5, algemeen, zoo er eenig nuttig werkftuk „ is voor Menfchen, zoo is 't zulk een, „ dat hen doet kennen hunne voornaamfte „ vyanden, die zy in verfcheide Leefper„ ken te dugten hebben, en de hulpmid3, delen, die hun de natuur verleent om „ ze te vermyden" (s). $. X. Het is in de Geneeskunde overbekend, dat niet alle Ziektens ten allen tyde hebben plaats gehad (^), en dat fommigen, naar mate van derzelver vreemdheid en onbekenden aart, groote flagtingen hebben aangeregt; welke echter na de vorderingen in de kennis der byzondere Ziektens , zigtbaare verminderingen in derzelver toevallen ondergaan hebben. Om alle voorbeelden niet op te haaien, is dit, buiten de Lues Venerea, zeer klaar in de behandeling der (s) Hollandjche Maatjehappy VI. Deel 2. St, pag. 5*4- (t) Astruc Hiftoire de Vorigine £f leprogres de la Medicine Paris. Zie Algemeene Oeffenjehool der Wetenschappen IX. en X. Deel N°. VIII. pag, 313. en vervolgens.  l6 Proeve over de Voorbehoeding der Petechien en Febris miliaris als welke na derzelver grondige kennis en daar mede overeenkomende geneefing, veel minder gevaarlyk, dan voorheen, geworden zyn. Ten duidelykften befpeurd men zulks ook in de Epidemifche of algemeene en Volk - ziekten. Daarom vinden wy zoo veele herhaalde betuigingen van zodanigen, die hun Leeftyd in de navorfching van dezelve befteed hebben, hoe veel omzigtigheid zy hebben moeten aanwenden, om, övereenkomftig met den waaren aart, gepafte hulpmiddelen toe te dienen (v), Niet minder is dit waar, met betrekking tot de Kinderziekte (zv ). De Heer Boerhaave (ü) Medicus Vin fltifretf. oer QMaffetn. pag.80. & feq. (v) Sydenham Opera univerf. pag. 42. & feqq. (w) Relhan in Refutation of Dr. Rast pag. 33. Geneesk. Biblioth. II. D. 3. St. pag. 559. erkent, dat of fchoon deeze ziekte door Sydënham, Boerhaave , Mead, en veele andere voortreftelyk befchreven zy , egter nog altyd nieuwe ontdekkingen overblyven; daar, na zyn gevoelen, nog de meeften der allerzwaarfle toevallen onvoldoende behandeld zyn, en derzelver geneezing gebrekkig is. Waarom het van de grootfte nuttigheid zoude zyn, de befte Schryvers over dit onderwerp na te flaan, en alle de toevallen beter te verklaaren ; 't geen die Schryver door den tyd beloofd te zullen doen.  \ der Kinderpokjes. 1? ha ave was ten opzigte van dezelve zoo wel van deeze waarheid overtuigd, dat men uit zyne welbelpraakte lippen deeze aanmerkelyke woorden heeft opgeteekend: Ik geloof, dus luiden zy, dat 'er duizend Schryvers over de Kinderziekte gehandeld hebben, van deeze heb ik 'er veele geleezen, alle fpreeken zy meefl van een geneezing der Kinderziekte door verettering als een crifis; ik heb daar op met een ryp oor* deel gedagt, of men de Kinderpokjes niet zoude kunnen tegengaan, voor en al eer zy uitkoomen. Want geen Geneesheer ontkent , dat wanneer een gezond Menfch in een vertrek komt, alwaar Pokzieken liggen , of hy ftemt toe, dat zoodanig een in groot gevaar is om de Kinderpokjes deelachtig te Worden; nu vraag ik, wanneer' een zoodanig uit de ontfangene befmetting in der tyd aangedaan is, of hy niet konde geneefen worden van het meedegedeelde vergift , indien deeze befmetting door zyn tegengift werde weggenoomen. Zoo was eertyds de beet der Scorpioenen doodelyk, maar zvanneer nu de Scorpioenen aan /lukken geB flooten 3  18 Proeve over de Voorbehoeding /looien, of derzelver olie, op de zuonde gelegd worden, geneefen de gewonden en blyven van dit vergift bevryd. Het is zeeker dat "*er een zeer zagt middel, 't welk zulk een vermoogen heeft om het vergift weg te neem en, aan eenen Pokzieken moet gegeeven zuorden. Want een Pleuritis (Zydwee) wordt van eenen Geneesheer nooit door verettering geneefen, indien hy de ontfteeking overwinnen kan; maar hy tragt altoos de ontfteeking te ver mee/leren, voor dat die toeneemt:, op dezelfde zvyze zyn de Kinderpokjes kleine ontfteekingen, waarom men derzelver verettering moet tegengaan (.%•). v. X I. Men heeft ook in de verbeeteringen der Inentinge geen ander doel gehad, dan het geduurig verminderen van het medegedeelde fmet, door het zelve uit te dry ven en € onder te brengen, voor en al eer de Etterwording daar is; zoo dat men den gelukkigen voortgang en uitJlag veel al aan de verminderde veretteringe toe te fchryven hebbe: ' (x) Frax. Medic. Torn. V. pag. 306.  der Kinderpokjes. lp hebbe: en dus blykt het, dat de vermindering van het fmet, en de verzachting der ziekte, uit de aangeweezen bron (§. X.) gehaald zy. Eene waarheid, die zoo klaar is, dat dezelve geen nader betoog behoeft. Daar nu de verzagting en vermindering van de kondig medegedeelde Pokjes, gelyk ftraks naader blyken zal, op dezelfde fundamenten ruft en afgeleid is uit dat zelfde, waar uit men de verzagting en vermindering van de Natuurlyke gezogt heeft, zoo fchynt het der moeite wel waerdig te zyn, dat men door vergelyking van de Waarneemingen met malkanderen, derzelver uitftckende nuttigheid , nevens de mogelyke verbeteringen, aanwyze; en het algemeen welzyn door dezelve wezentlyk bevordere. XII. Om dan in deezen behoorlyk te Üaagen, is noodig, dat men, tot vermyding van alle duiderheid, weete, wat eigentlyk een Crifts zy ? en hoe de Natuur tot bewerking van dezelve aangezet en opgewekt worde? B 2 I. Het  2 o Proeve over de Voorbehoeding h Het is hier om het even, wat Leerftelling men wegens den aart der Kinderpokjes aanneeme: 't zy dat men dezelve houde voor eene ziekte van eenen by zonderen aart (y); ofte dat men ze in de wei van het bloed doe huisveften (z); of dat men meene dat zy eene gifting te weeg brenge (V); ofte dat zy de vafte deelen aandoe (b); of eene caufa animata hebbe (V); of van een noodzaaklyk vermogen zy (d); ofte dat men ze voor een famengeftelde koorts met ontfteekinge aanzie (e), Want (y) Sydenham Öper. umverfa. p. m. 142. & 143. (2) Ephem. N. C. D. I. A. III. obf. s.6. p. 93. feq. D. 111. A. V. & VI. App. pag. 127. feq. (fl) Dit was het oude gevoelen der Arabieren, door Lister, Sidobre , Marescot, Wïllisius, Sylvius en anderen, meer of min omheint, of in de bynicrcn tot zeekcre bekwaame gelegenheid geHéld , bewaard en ter bekwaamer tyd in beweging gebragt. Vid. Dolmï Encydoped. Lib. IV. C. VI. pag. 430. §• 5. & leqq. (b) Confer C. H. van Juchem de Variolis & atïione miafmatis Variolofi p. 28. (c) Gelyk Petr. Joh. FAber, Petr. a Castro , Chr. Langius , Kircherus , Paullinus, Plen- giz., &c. Cd) J. G. Hahn Variolarwn ratio expofita. Wratislav. 1751. (e) Medicus ven mrêrotf. bet SSfaffem. Geneesk, Bibl. I Deel 4. St. p. 698.  der Kinderpokjes. li Want wat hier ook van zy, deeze verschillende en van den anderen onderfcheide oorzaaken, kunnen nochtans tot deeze twee eenvoudige beginfelen gebragt worden: Of, dat dezelve de vafte ofte de vloeibaare deelen aandoe, en dat door deeze aandoening een motus inteftinus (inwendige beweeging) in de vogten (ƒ), en daar uit voortgebragte motus progresfivus (voortduwende beweeging) (g), door een meerdere prikkeling der vaatjes in dezelve, veroorzaakt worde. O/, dat de oorzaak diretl in het farnenfiel der vafte gevoelige en prikkelbare deelen (partes fenfêiles & irritabiles) werke, en daar door een fchielyker voortftuwing in de vogten gebooren worde. In alle deeze oorzaaken is de uitwerking dezelve, dat naamelyk het prikkelend vermoogen (irritamentum, irritatio,) de oplettende Natuur, welke door een ingelegd beginfel, 't welk men in de Geneeskunde Natura humana, principium Vita- (f) H. D. Gaubii Injlit. Pathol. Med. §, 4°7- (g) ibidem loei §. 409, B 3  22 Proeve over de Voorbehoeding Vitale, irritabilitas &c. noemt, gaande maakt, om zig van dit tegennatuurlyke te ontdoen, en het zelve naar buiten uit te dryven. Dit heeft zoo duidelyk plaats in alle ziektens, dat men zonder hét zelve bezwaarlyk een onderfcheiden denkbeeld van dezelve bekoomen, of tot het waare verftand van een crifis (fcheiding) geraaken kan (h). Volgens deeze ondervinding nu, werkt het kwaad altoos van den omtrek des Lichaams, dat is, van deflelfs binnenfte en buitenfte oppervlakte, of van de uiteinden der haarfyne Vaatjes, naar het middelpunt (het hart) : en dit heeft Zoo duidelyk plaats in alle de toevallen, die de Kinderpokjes verzeilen en vooraf gaan, gelyk de hoofdpyn, pyn in de rug en lendenen, benaaudheid voor het hart, Stuiptrekkingen enz., dat niets klaarder ..te begrypen is. De Natuur, op haar beurt geprikkeld en aangezet, werkt van het middelpunt naar den omtrek des Lichaams, en dit (h) F. Hoffmann M.R. S. Tom. II. Seft. 1. §. VI —IX. cum G. B. van Svtieten Comm. Tom. II. pag. 49.  der Kinderpokjes. 23 dit blykt ook zeer klaar in de Kinderpokjes , die door deeze bewerking onder de gedaante vanuidlag, peukeitjes, en eindelyk met rypen etter voorzien, het kwaad uitwerpen en t' onderbrengen (i). II. Nu is het een bekende en beproefde waarheid in de Geneeskunde, dat de Natuur in haare werkingen op de eenvoudigfte wyze voortgaat, en langs zekere trappen haare heilzaame verrigtingen ter uitvoer brengt. Door naamelyk 1.) het kwaad, onder haar bereik, op eene onzigtbaare wyze buiten het Lichaam te brengen; of zoodanig te veranderen, dat het zelve onder de gezonde vogten kan wedergebragt en daarmede vereenigt worden (k). Dit niet gelukkende, doet ze 2.) een tweede poging; door het kwaad te ontbinden , beweeglyk te maaken, en uit te dryven. Want dit kwaad, een' fcherpen aart behoudende , ftrydig tegen eenen gelykmaatigen omloop, worden de Vaten daar door (i) H. Boerhaave Aphor. de cognofc. &ƒ curand. Morbis §. 593(fc) ibidem loei §. 594- n°- *• B 4  24 Proeve over de Voorbehoeding door geprikkeld, en tot een zigtbaare ontlading van zweet, kwyl, braaken, afgang en pis na de koking (coclio) genoopt; en tot een volkoomen crifis (fcheiding) bewerkt (/). Dan in deeze werkinge, wanneer het vaatgeftel te veel aangedaan, en de fynfte deelen te veel vervloogen zyn , en de overige vogten te dik worden; of wanneer de kragten tot het groote werk (II. 2.) te zwak zyn, en niet na genoe-, gen flaagen, blyft het kwaad veeJtyds, eer het zynen behoorlyken uitgang gemaakt heeft, in de verltopte vaatjes hangen, en maakt aldaar ziektens van verfchillenden aart; als roode Vlakken {PetechU), puiften, roos, rnafelen, kinderpokjes, ontfteekingen, bubones, parotides, verzweeringen, koud—vuur, verftervingen, knoeftgezwellen en wat dier meer zyn (m). Derhalven is het zeer natuurlyk, dat deeze werkingen der Natuure allerbyzonderiï in de Kinderpokjes plaats hebben. §. XIII. (I) ibidem loei n°. 2. («O ibidem loei §. 593.  der Kinderpokjes. 25 §. XIII. En wanneer men, naar de Leering van den grootften bevorderaar der Leer Heilige Geneeskunde, daar by voegt den gulden fleutel van de wederzydfche of beurtelingfe werkinge of gemeenfchap, die de uitwendige oppervlakte des Lighaams heeft met de inwendige , namelyk de holligheid der darmbuis, en overal waar uitwaafemenda vaatjes of buisjes eindigen, klimt het denkbeeld fteeds hooger; en geeft een klaarder bevatting van het uitdryven, het wederkeeren, t'onderbrengen of verminderen van het fmet. Om dit eenigfins duidelyker te begrypen, moet men weeten, dat de Slagaderen, die het bloed van het hart door het gantfche Lighaam heen voeren, (om van de inmondingen (anaftomofes) die zy met malkanderen maaken niet te fpreeken) driezins eindigen: of 1) in de aderen, die het bloed, van deffelfs fynfte deelen beroofd , weder naar het Hart en de Longen ter ververfchinge en bewerkinge te rug dryven: of 2.) in uitwafemende buisjes (vafa B 5 ex*  26 Proeve over de Voorbehoeding exhalantia), waar van de meefte in de huit en de holligheid der Darmen eindigen, fchoon alle inwendige hblligheeden en ingewanden , die in dezelve vervat zyn, by voorbeeld het Hart, de Longen, zoo ook die in de buiksholligheid gelegen zyn, daar een meerder of minder aandeel van hebben: en 3.) eindelyk in affcheidende werktuigen (organa fecretorid), hoedanige zyn de klieren en ingewanden , hoewel in maakfel van die onderfcheiden, nogtans in werking met dezelve overeenkomende. En daar ligt aan het wel bezefFen en onderfcheiden van dit Leerftuk zoo veel gelegen, dat van het zelve de ontknooping van de moeilykfte waarneemingen, de klaare bevatting van de meefte perturbationes critica (belemmeringen by de Icheiding der ziektens), en het waare geheim van liet gelukkig behandelen der Natuurlyke, zoo wel als der kondig ingeente Kinderpokjes, afhangen. §. XIV. Laaten wy nu met een woord de werkzaame Natuur, volgens de gelegde gronden (n) Hippocrates Lib.Epidemior.VI.Sett.III.uM.  der Kinderpokjes. 27 den ($. XII & XIII.), overeenkomftig de famenftelling des menfchelyken lighaams, op 't fpoor volgen. Immers leert de dagelykfche ondervinding de natuurlyke öplosfing in den volltrekften zin; en de bewyzen zyn hiervan meenigvuldig. De groote Boerhaave zegt hier omtrent: Morbus VarioioJus fape fit fine Variolis l „ de Pokziekte „ heeft dikwyls plaats zonder pokjes " (0) en ter verklaring van dit zyn gezegde, beroept hy zig op Sydenham , als die geduurende al den tyd van zyne practyk, wanneer de Kinderpokjes algemeen heerfchten, waargenoomen heeft, dat in veele Zieken, die met het pokfmet aangedaan waren, de ftof zoodanig verdunt en onzigtbaar t'ondergebragt wierd, dat de ganfche voortgang zonder ontfteeking of verettering ten einde liep (p). En betreffende den tweeden uitgang {§. X. 2.) ontbreeken 'er ook geen natuurlyke exem- (0) Jphorism. de cognofc. £f curand. morb. §. 1393. y>) Praxis Medica Tom. V. pag. 309. Meer exempelen van ditfoort, vind men aangeceekent in de doorwrogce en leezenswaardige Verhandeling onder Voorzitting van Wylen den doorgeleerden Röederer onder den tytel van Tentaminum èf obfer. vationum de Morbo Variolofo Satura. te Göttingcn 1762. door P. G. Hensler verdedigt pag. 43. fq.  28 Proeve over de Voorbehoeding exempelen. Hoe meenigmaalen heeft men de Kinkhoeft in dezelve huizen, en met de Kinderpokjes verwiffeld gezien (q). De oplettende Sydenham werd gewaar, dat de Roodeloop koorts van A°. 1668. een fuiyere Pokkoorts was , en gelukkig op dezelve wyze als de Kinderpokjes behandelt werd; en dat zy in tegendeel door andere middelen te keer gegaan wordende, veranderde uit haaren ligten in eenen doodelyken aart (r). Daar de derde uitgang by wyze van crifts veeltyds aan meenigvuldige veranderingen onderheevig befpeurd word;hoedanige zyn Petechien, Roodvonk, Mafelen; gelyk deeze door konft weder in Pokjes kunnen veranderd worden (s). En betreffende eindelyk de wederkeering van de ftoffe die door de natuur bewerkt is, of die door zwakheid blyft hangen, en in plaats van uit- ' Men zie de waarneemingen van Huxham, Rosén en anderen. Deezen winter heb ik in een kraamkindje van eenige weeken, na een kinkhoeft, de Kinderpokjes behandelt, die zeer zagt waaren. (r) Opera univerfa Seel. III. cap. III. p. 162. & feqq. (s) Medicus pon auèvott. oer SBfoffcrn. Geneesk. Biblioth. 1 Deel 4 Stuk. pag. 701. Vergeleken met de werken van Morton, Huxham, Lüdwig, Lieutaud, de Haan en anderen.  der Kinderpokjes. 19 uitgedreeven te worden, lamengeftelde deelen of ingewanden bezet; de dagelykfche practyk levert daar van te veele en beklaaglyke gevallen op. Weshalven het waare heil alleen in de oplosfing en uitdryving van het fmet, voor en al eer de Natuur daar op de rypmaaking begint, zoo wel in de Natuurlyke als konftige Pokjes, ten duidelykfte blykt gelegen te zyn. Want dooft men dit gif uit, dan is die gevaarlyke bewerking niet noodig. §. X V. Daar nu de Natuur als voorlicht, door demogelykheid der oplosfinge aan te wyzen, 200 is het immers geoorlofd, dezelve door de konft na te volgen; 't geen zonder veel omweegen en alle de tydperken van oploffen te doorloopen, daagelyks in de gelukkige verminderinge derPokjes, onder eene gefchikte behandeling ten duidelykften kennelyk is. Meer dan eens heb ik, gelyk de Baron Dimsdale O) door ontbindende mid- (t) Verhandeling van de tegenwoord. manier van Inenting &c. p, 121. 2óe. Waarneeming.  3<3 Proeve over de Voorbehoeding middelen Pokjes zien verdwynen, die, in het aangezigt en op de hand, reeds te voorfchyn gekomen waren. $. X V L Dit mi (§. IV. —XV.) tot een grond gelegd zynde, zal het onderzoek der Voor* behoedinge, en de mogelykheidderzelve, op de natuur der ziekteen den aart der wcrkinge van 'sMenfchen lighaam geveftigd , des te klaarder blyken. §. XVII. Het heeft inderdaad aan geene voornaame Mannen ontbroken, die, overweegende de woede deezer byzondere Ziekte en het geweid, dat zy, meefter gelaaten zynde, heeft, mitsgaders de zwakke en veeltyds vrugteloofe poogingen, die men als dan aanwendt, op middelen zyn bedagt geweeft,om dezelve , voor dat het gevaar daar was, in de geboorte te duiten (§. I—III.), en den verderen voortgang te beletten. §. XVIII.  der Kinderpokjes. 31 $. X V I I L Behalven den onfterfelyken Boerhaave (§. X.), hebben reeds andere beroemde Geneesheeren deeze zaak behartigt, als: Franciscüs Antonius («), Paracelsus, van Helmon r, Glaüber ( $. XXII.), Bohnius , Etmüller, Spiessius (§. XXXVIII.), en veele andere Scheikundigen (§. XXXIV.): insgelyks Waldschmit en Dol^eüs (§. XLIII. 11. 2.). En mogelyk op des eerften grond Lobb (v), de la Metrie (w) Hillary (x). Op het voetfpoor van Kantwel en Lobb, Varnier (y). Allergelukkigft de Ridder Rosen van Rosenstein (§. XX. XLIII. 11.1.) (s), en nog onlangs (w) Panacea Aurea &c. Hamb. 1598. (v) Traité de la-petite Verole traduit de l'Anglois. Paris 1749. Tom. I. §. 572. Tom. Ii §. 639. & feq. De Engelfche uitgave heb ik niet kunnen magtig worden. O) Oeuvrcs de Medicine. Berlin 1755. Obf. VI. pag. 288. ( x ) Effay on a method of curing the S. P. by refoïu. tion, inPratlical EJfay on the S. P. London 1740. pag. 141. fq. fi? in the fame?. Essay. chap. VI. p. 55. iq. O) Journal de Medicine. Aoüt. 175Ö. (z ) '£m £on. ©djwcb. 2tcab. ber ^iffmfcfj. Afcfjanbl. auf bflê .^afjr 1751. XIII. Band. pag. 32. Uitgezogte Verhandelingen II. Deel. pag. 348. en Handleiding tot de kennis en Geneefing van de ziektender Kinderen, pag.282.  3 2 Proeve over de Voorbehoedïng langs met geene mindere naauwkeurigheid de Heer Medicus (a). Gelyk ter volkomen uitroejinge door de konftige mededeeling onder behoorlyke voorzorge de Hoogleeraar Krause (b)f Dr. Rast de Zoon (c) en de onvermoeide Heer Maty (d). En mogelyk is het niet buiten waarfchynlykheid, 200 ver de gedenkfchriften over deeze Ziekte bekend zyn , dat dit reeds in beide opzichten door de Arabieren zelve ondernoomen is (e). Ook is het my nog niet duidelyk gebleeken 3 dat derzelver pogingen alle te vergeefs in het werk gefield zyn; waarom men niet met gelyken yver zoude voortgaan in de uitroejinge der Kinderpokjes jniet alleen te wenfchen (ƒ ); maar ook daadelyk de Vermindering en Verzagting (fl) L. c. pag. 697. & II. Band pag. 715. Geneesk. Bibl. IV. Deel. 3 ft. pag. 502. (&) De Variolarum exftirpatione infitioni fubfti. tuendcl. Lipf. 1762. Refpondence F. G. Beer. (c) L.c. en onder §. XLIII. II. 1. (i) Medical Obfervations an Inquiries Vol. IIL pag. 287. Geneeskund. Bibl. VI. Deel. 2 ft. pag. 268. (e) Hetgeen beneden omftandiger blyken zal. (ƒ) Rïchard Tentamen juvenile de Variol. exjlirpat. &c. Monfp. 1764. Geneesk. Bibl. II. Deel. 3 ft. pag. 560.  der Kinderpokjes. 33 ting voor mogelyk te houden (g) en tot meerder volmaaktheid te brengen. De alles doorzoekende Boerhaave leeraarde uitdrukkelyk : Stimulus videtur auferri pofte cor reet ion e per fpecifica ita di&a, vel methodo univerfali aniiphlogiftica. d. i. „ Het ftnet fchynt te kunnen weggenoomen „ worden door middelen die daar toe een 3, fpecifike kragt hebben, of door een alge- meene Genees wyze tegen de ontfteeking." Het Specificum agte hy gelegen te zyn in het Spiesglas en de Kwik, want hy zegt: In ftibio £f Mercurio Eenig gelukkig voordeel ad magnam penetrabili- in het Spiesglas en het tatetn arte dedutïis, nee Kwikfllver,door de konft, zonder nochtans door tarnen ammonia m- , , , . , . , r . r , , al te bytende zuungheid, mmm corroftvis, fed be- wel vereenigd, tot ne umtis,M quaramus, eene gr00te doordringincitat horum aliquando baarheid gebragt zynde, fuccejfus. wekt ons op om in het zelve zulk een fpecifik middel te zoeken. En C g ) LE Hoe Vlnoculation de la petite Verole renvoyée a Londres 1'Haye 1764. Geneesk. Bibl. li. Deel. 3 it. P;ig- 573- C  34 Proeve over de Voorbehoedinz En ter verklaaring van deeze woorden, heeft men uit s'Hoogleeraars mond het volgende opgeteekent Omnes Chemici notunt , Mercwium omnes exulcerationes tolkte ; Jic enim fi caput ulceribus Jcjitet , turn Emplaflrum de Kanis cum mercurio pcdibus applicatur & caput ulceribus liberatur; fimile quid in Anthnonio ejje videtur; Vermn cum tot adverfarios hujus ufum improbantes babuerim, in hujus u/u non continuavi , ergo hanc rem felic'wribus indagationibus relinquo (&). Alle Scheikundigen wee ten , dat de Kwik alle verzweeringen wegneemt; want wanneer het hoofd met zweeren bezet is, dan word [alleen] een pleiftervan deKwikvorfchen-zalf aan de voeten gelegt, en het hoofd word daar door van de zweeren bevryd ; daar fchynt ook iets dergelyks in het Spiesglas te zyn, maar vermits ik zoo veel tegcnftreevers gehad hebbe , die dit gebruik afkeurden , ben ik daar meede niet voortgegaan, waarom ik deeze zaake voor gelukkiger onderzoekeren overlaate. De wydberoemde Hoogleeraar Gaubius is ook gewoon in zyne jaarlykfche Patbologifche Lellen deeze plaats tegen de berispingen van den anderzints vermaarden Lyfarts Mead , den onfterflyken Boerhaave als (6) inAphorism. de cogn. &f cur. morb. §. 1389. l.c.  der Kinderpokjes. 3> als eenen dooden Leeuw aanvallende, te verdeedigen (i). Maar laaten wy deeze zaak hooger opnaaien. §. X X. De Zweedfche Lyfarts Rosen van Rosexstein, van deeze zaake handelende, zegt: ■waarfchynlyk kan hem (te weeten Boerhaave) dit een en andermaal gelukt zyn, doch herhaalde proeven konnen de zaak hy hem onzeeker gemaakt hebben; alzoo hy anders als een openhertig man, voor zynen dood eene zoo groote ontdekking algemeen en bekend gemaakt zoude hebben, (k) Uit de onbevooroordeelde befchouwing der duidelyke woorden van den Heere Boerhaave (<). XIX.) fchynt dit niet te blyken, naardien hy zyne gedachten onderfcheidelyk heeft voorgefteld, aangaande het nut van zoodanig een middel, zonder het moedeloos op te geeven; terwyl hy alleen van het zelve fchynt afgezien te hebben, om zig niet teegen den algemeenen ftroom van denken en praótizeeren aan te kanten. Im- (i) ïnjtitut, Pathol. Medicin. §. 499(k) Handleiding tot de ziekten der Kinderen, pag. 27^. C 2  $ó Proeve over de Voorbehoeding Immers bewyft het niet genoeg, wanneer die begaafde en geoeffende Schryver de Exempelen van navolginge in de Geneesheeren tePhiladelphia, tot ftaaving van zyn gezegde by brengt : in teegendeeï fchynen dezelve de waarheid, van het geen de Heer boerha ave daar omtrent leerde , meer te beveiligen. Ten minften fchynt de gelukkige uitkomft getoond te hebben, dat deeze Heeren niet in het genus , maar in de meerdere en zuiverder bereiding, zoo als beneeden ömftandiger zal aangeweefen worden ( §. XXV.), van het gevoelen van den Heere Boerhaave afgeweeken zyn. Du9 luiden dezelve: Hier door zyn de Genees* heeren ie Philadelphia buiten twyjfel bewogen geworden, om aan hun, die zy inenten om den anderen avond een weinig Mercurius dulcis, en Antimonium diaphoreticum, en om den anderen morgen een gedeelte van het Pulvis Cornachinüs , en eindelyk het Sulphur auratum Antimonii met een gedeelte Mercurius dulcis vermengd, in te geeven. Hoe vermeetel deeze onderneeming ook zy, zoo hebben de genoemde Geneesheeren egt er het genoegen gehad, dat, onder zeeven-  der Kinderpokjes. 37 zeevenhondert ingeënten, alleen één geftorven is. Men zie Kirkpatrik Analyfts p. 329. (/). Van dezelvde waarde fchynt de aanhaaling van Lobb te zyn. De Heer Rosens i'ein zegt hier omtrent : De oude Godvrugtige Geneesheer Lobb floeg geloof aan beide de begrippen van den Hoogleer aar Boerhaave, en meende in den Aethiops mineralis een middel gevonden te hebben, in Haat, om de natuur van het vergift der pokken zoo te verminderen, of het zelve, fchoon met het bloed vermengd, zoo te ver* dunnen, dat het niet in de buit zou behoeven te rug te blyven en pokken te verwek*ken, maar gemaklyk uitwaaffemen konnen. Daarom liet hy, toen de pokken in zwang gingen, en hy om raad gevraagd werd, alle morgen en avonden den Aethiops mineralis met bloem van zwavel vermengd, inneemen , en voor het overige eene goede leevenswyze houden. Hy verzekert, dat verfcheiden , die niet voor by konden, by Lyders te zyn, die de pokken hadden, daar door, voor ditmaal, de befmetting ontko^ mm (l) Defelve, pag. 276. C 3  38 Proeve over de Voorbehoeding men zyn, en dat eenigen die befmet -waaren , goedaartige pokken gekreegen hebben. Hy gaat zelfs zoo verre, dat hy vertrouwt, met dit poeder dikwyls ingegeeven, de pokkoorts in den eerften tyd te kunnen verflikken , en het aangeflooken bloed zoo te veranderen, dat het vergift der pokken geen vat op het zelve hebbe, maar, deels uitwaaffeme, deels met de pis afgedreeven worde. Bit laatfte bevefligt hy egter niet met e enige waarneemingen (m). En van zyn eige waarneemingen fpreekende zegt hy: Ik houde het wel voor goed, den Aethiops tot feftien, twintig of dertig grein, tweemaal daags, na verfch ei denheid der fa ar en, te laaten gebruiken: maar drie ongemakken koomen daar by voor; 1. Valt het aan een kind moeilyk, denzelven in te neemen, indien hy niet met hooning vermengd is; i. Zoo hy, die denzelven inneemen wil, tot den loop geneigd is, dan gaat de Aethiops geheel en al met de afgangen weg, wanneer niets van denzelven in het bloed komt, en hy gevolg kan hy het vergift der pokken niet afweer en , nog deffeifs "werking beletten; ten 3. {m) Dezelve, pag. 279.  der Kinderpokjes. 39 ten 3. Is men in tegendeel onderworpen aan verfloppinge, dan kan dit poeder, gelyk de ondervinding leert, gemaklyk eene kwyling veroorzaaken: Deeze kan men egter voorkomen , als de Aethiops met een zagt afdryvend middel en wat Campher vermengd word. In deezen opzigte ziet men, dat de Pillen van den Heere Belloste insgelyks een Voorbehoed-middel zyn konnen (»), $. XXL De Aethiops mineralis is dan niet geheel vrugteloos gebruikt in deeze zoo algemeene ziekte, en het ontbreekt aan geen verdere bewyzen om dit nader te beveiligen. Zoo getuigt Winter, dat door de Aethiops mineralis in een genoegfaame dons gegeeven, de eruptie der pokjes in een kind reeds is geftuit, en dat die reeds uitgekoomen waaren, wederom verdweenen zyn (0). Diergelyke vind men by Schuster, zeggende: dat de Regulus (hy fpreekt van de (n) Dezelve, op dezelvde plaats. (0) Roupe, Brief over het geheim der Suttonïanens Gen. Bibl. IV. D. 2 St. p. 392. C 4.  40 Proeve over de Voorbehoedinn de Regulus antimonii medicinalis) dien fm* migen meenen niet in de Chylvaaten in te gaan, als ook de Aethiops mineralis en anti monialis middelen zyn, welke verdienen, dat 'er de kragten van beproefd worden te* gen zwaar e en zeer hardnekkige kwaaien, kan ik door de ondervinding verzeekeren. De gezegde middelen zyn van zoo veel kragt , dat door een voorzigtig gebruik derzelver de Kinderpokjes veel gemaklyker worden gemaakt; vjant zy dringen door in 't binnen(Ie des Lighaams, in de verborgene fchuilhoeken, en verbeeteren de /lofe, die tot een kzuaaden aart van verzweering gelegenheid zoude geeven (p). Uit vergelyking egter van andere plaatfen in de Verken van dien grooten Geneesheer is klaar af te neemen, dat deeze wydberoemde Hoogleeraar, dit middel, 't welk hy voor een kragteloos geneesmiddel hielt (q), en daar in van Cartiieuser , Hundertmark. en Trillerüs (r) gevolgd is, niet beoogt hebbe. * (|)/frT^ Phyf- Med- voi. ii. APP. P. 2c2t §. XV. of Uitgez. Verhand. VUL p. 538 n°: 15. (q) Qper. Chemie, part. III. proc. CC. pag. 493 (r) Difpenfatorium Pharmaceuticuni umvtrfale &c, Francof. ad Moen,, 1754. J '  der Kinderpokjes. 41 hebbe. Dat egter dit middel zoo kragteloos niet zy in de uitwerking, als het denkbeeld hier omtrent a priori (van vooren) mogte opgeeven, fchynt eenigermaten uit defTelfs famenftel te kunnen en moeten opgemaakt worden; zoo als men beneeden omftandiger zal aanwyzen, als beftaande uit li Wik en Zwavel; van welke de Kwik niet zoodanig vernietigd word , of zy is nog vermoogende eene Salivatie te doen voorrkoomen; gelyk, wanneer dit mengfel met een vergrootglas befchouwd wordt, de Kwikbollen zig ook duidelyk vertoonen; terwyl het ook aan geen Waarneemingen ontbreekt, welke deflelfs uitfteekend nut ten duidelykften beveiligen. Zoo gewaagt Roederer van een geneefing van parotides Cs); Schuster van ftuipagtige Colykpynen op zeekeren tyd wederkomende enz. (ƒ); insgelyks Blom. die de Aethiops antimonialis zonderling in de Lepra aanpryft: (u) om door geen andere veelvuldige aanhaalingen den (O M. Phyf. Med. Vol. I. obf. CCXX1I. pag. 496. (t} In de aangehaalde plaats, noc. p.40. no.16. §.XVI (u) Geneeskundige Bibliotheek, VI, Deel. III. St' Pag- 553- c $  4~ Proeve over de Voorbehoeding den Leezer te vermoeijen. Daarom heeft de beroemde Scheikundige F. Hüffmann dit middel naait het Aurum Diaphoreticum & Mercurius diaphoreticus jovialis gefteld (v). Eindelyk blykt het ten allerklaarften uit de woorden in den aangehaalden text zelve (§. XIX.), dat de Heer Boerhaave het Specificum niet achte gelegen te zyn in de Aethiops mineralis, maar in het Antimonium en Mercurius, door de konit tot eene groote doordringenheid gebragt, zonder nogtans door een fcherp zout te bytende te worden; gelyk het ook in de verklaaring van deezen text uit zynen monde opgeteekend is. Daar nu deeze Hoogleeraar het Spiesglas uitdrukkelyk noemt, en delfelfs naauwkeurige bereiding daar by voegt, zoo is het klaar, dat het tegengift tegen de pokjes by hem in het zelve fcheen gelegen te zyn. Eene zaake eener aandagtige nalpooringe dubbel waardig. (v) Obfervat. Phyfico-Chymkar. trios. Diff. III. de Mercurio Thef. XXIII. M. R. S. Tom. IV. pag. 587. s. XXII.  der Kinderpokjes. 43 §. XXII. De Geneeskundige Gefcfoiedrolle raadpleegende , vind men al vroeg , dat het Antimonium en de Mercurius in moeilyke en befmettelyke ziektens gebruikt zyn , ('«; ) , en Scheikundige berei- (w) Ten aanzien van het Antimonium. „ Anti„ monium plurimi doctores medicina; vencnum efle „ opinantur; ü itaque vencnum eft , Dioscorides „ malefecit, quod in collyriis exhibuerit, maleque „ fecerunt Arnoldus de villa nova, & Nicolaus Myrepsus, quod in caftorco pro antidoto contra vertiginem , paralyfin apoplexiam adhibuerint; ma„ leque quoque Antonius Snebebg in cathalogo „ medicamcntorum fimpl. peftilentia adverfantium ,, docet, tuto in quantitate pauca alïumi pofte, „ Chemico more prajparatum ; male quoque Ma„ thiolus laudat & Bono?iienfes male etiam , quod ,, videlicet in morbis melancholicis eodem utuntur. 5, Hos viros efle prudentes & dodtos, nee non in „ medendi arte exercitatos, nihilque tarnen ufurpare certum eft. " ,, Mathiolus ait pejlilentm veneno adverfari; item „ febrim tertianam , quartanam & quotidianam abi,, gerc, ftomachoque laborantibus, nee non coelia„ cis prodefle, nam Jlomachum a vitiofis humoribus „ purgat. Ergo falutiferum medicamentum audlo,, ritate Georgii Calli Snebercensis, medicorum „ Bononienfium, Dioscoridis , Myrepsi. Ratio eft, „ quia venena expellit. Quid praftaotius eft floribus „ Antimonii? quid oleo ejus dulcius? quid effentia extratta felicius, laudabilius ac utilius. " Al het 1 * welk  44 Proeve over de Voorbehoeding bereidingen uit dezelven, tegen het geweid der Kinderpokjes aangepreelën en gebeezigd. Paracelsus en van Helmoxt betragten de voornaame indicatie deezer ziekte in het ftillen van den Archceus, (x), 't welk zy verkreegen door hunne zuiverende Arcana, waar in de Mercurius Diaphoreticus geen het minfte deel hadde, en van Helwont beroemde zig met eene gifte van den zeiven alle koortien te kunnen overwinnen (y). Glaüber beroemde zig door zyne Panacea het Pokfmet by de geboorte geheel te kunnen uitdryven, dat het zelve in het toekomende geen welk Paracelsls, op die zelve plaats, meteen ampele omfchryving, te breed om hier mede te delen, beveiligt. Theatr. Chemie. Vol. I. pag. 616. Alwaar van den Mercurius pag. 599. gezegt was : Etiam-peftilentice, nimirum prxfervando curandoque „ adverfatur. " (x) De Archceus van deezen was niet anders dan het van Hippocrates. Vid. Castelei Lexicon pag. 73. en dit, het zelve met dat wy te vooren §. XII. ï. van de werkzame Natuure verklaart hebben. En het is wel degelyk opmerklyk, dat deeze Scheikundigen op die zelve wyze gehandelt hebben, gelyk wy aan het einde van deeze Proeve zullen zien, dat de Voorbehoeding der Kinderpakjes eigentlyk beftaat in het tegengaan van de Koorts, en het vroegtydig f onderbrengen van het Smet. (y) Do lei Encydopxd. Medic. Dogmat. Lib.IV. §. XIII. pag. 436.  der Kinderpokjes. 4.$ geen nadeel toebragt. Want dus luiden zyne woorden: Et non tantum convalefcunt infantes, ujurpato hoe medicamine, fed repurgantur et'iam h primo fertnento, quo ah utero infefti funt, ut in exanthemata & variolos, faciem fcepenumero valde deformantes horridamque reddentes, rarö pojlea indicant , ficuti revera affirmare pojjum, ex qüo tempore hoe medicamentum pojfideo, feptcm iiberos ana matte mihi natos, qaibus illud exhibui, adhuc vivere refteque valere, nullumque illorum huc usque variolis aut exanthematibus vexatum fuifje, nee ut fpera in po/terum vexatum iri U). En de kinderen worden niet alleen gezond door het gebruik van dit middel , maar zy worden ook gezuiverd van de eerlle hef, waar mede zy van den baarmoeder befmet zyn , zoo dat zy naderhand aan uitflag en Kinderpokjes , die het aangezigt zoo mismaakt en affchuwlyk maaken, zelden onderheevig zyn \ \ gelyk ik met waarheid getuigen kan, dat, van dien tyd af, dat ik dit middel bezitte, zeeven Kinderen , my uit eene Moeder gebooren , aan welken ik dit middel gegeeven hebbe, tot heden in leeven en zeer welvaarende zyn , en dat geene derzelven, tot nog toe door de Kinderpokjes of uitflag zyn aangetaft, gelyk ik hoope dat dezelve in het toekomende, daar van zullen bevryd blyven. Het (z) PharmacopxafpagyricaL Part.I. pag. 22. Amft. 1054,  4.6 Proeve over de Voorbeboedlng Het is onnodig hier ter plaatfe dit byzonder vermogen, als tot een ander Articul van deeze Proeve behoorende, te onderzoeken. Het zal genoeg zyn, dat wy van zelfs tot de bron geleid zyndé, het Hiftorifch en Scheikundig onderzoek van de voorgeftelde Middelen agtervolgen. 5. XXIII. De ongeoorloofde handelingen van zeekeren Christophorus Farnnerus die de ontdekking van dit Geneesmiddel (§. XXIL), voor dertig Ryksdaalders te koop veilde (V) hebben Glauberus doen belluiten om het zelve gemeen te maaken, en van de valfche opgaave te zuiveren ( b). Het komt overeen met de Panaccea Connerdingiana in de Brunswykfche Pharmacopoea, waar van men de eer van uitvinding aan Glauberus verfchuldigd is, beftaande uit Spiesglas en Salpeter, van elks een deel; en zout van Wynfteen een half deel. Men gloeid die, fyn gewreeven zynde, famen dat ze vloeijen; de uitgenoomen malTa, van een leverkleurige gedaante, wordt, van het bovenfte afgefchei- den Ca) Apologia Glauberi, pag. 20. Amft. 1655. (b ) Ibidem pag. 32. feq. cum ejusdem Pharmacop, fpagyric. Part. II. pag. 65. &c.  der Kinderpokjes. 47 den zynde, gekookt in water; de loog wordt doorgezygd en in dezelve een ontbinding van raauwen Wynfteen met water gedrupt, waar door een geel poeder op den grond gegedreeven wordt, 't welk met fchoon regenwater moet afgewalTchen en daarna gedroogd worden (c). Uit deeze Procejfus blykt, dat dit middel een Sulphur Antimonii, en wel een verbeterde Sulphur auratum Antimonii is; welke tot verfcheiden andere en meer volkomen bereidingen (waar van beneden §. XXV. nader ) aanleiding gegeeven heeft. §. XXI V. F. Hoffman, van dit middel en zyne uitfteekende deugden handelende, beveiligt desfelfs vermoogen in de Kinderpokjes en kwaadaartige ziektens, zeggende: In principio variolarunij morborum malignorum, ubi anxietates urgent , in lympbce vitio fanguinisque impuritate , feri coaguh Het is van een wonderbaar vermoogen in den beginne der Kinderpokjes en kwaadaartige ziektens, wanneer de benaauwtheeden heevig zyn, in de gebreeken van de waterige (e) F Hoffmann. Not. ad Poterium. Pharmac. fpagyric. Lib.IL Cap.XlI. Op.Supplem. Tom.I.pag.261.  48 Proeve over de Voorbehoeding ac glandularum bumo- rige vogten, onzuiverheid ribus, mirifice virtutis des bloeds, ftremming eft. (d) der wei en in de ver- fbopping der klieren. En wat laager pryft hy deezen Sulphur in tiilTenpoofende 3 ileepende, en najaarsKoortfen zeer aan, en befluit delïelfs vermoogen met deeze woorden: Mirum enim eft, quan- Want het is verwondertum fe diffundat vis lyk, hoe verre de kragt 'puri ac fubtüioris ex van den zuiveren en fyneantimonio eduBiSul Zwavel oit Spiesgl^ pburis etiam in exili Sf^ld,Zdfs meen kleir r ne veelheid, zia veripreid; quantitate , umverfum zy doorwandelt het gantcorpus pervadit , £f fcfle Lichaam, en dringt ad remotijjïmas quoque ook tot de verft afgepartes extimam legenfte deelen, ja tot de corporis plagam pertin- buitenfte omtrek des ligit chaams door. Het (d) Ibidem. Deeze aanteekeningen zyn 1698. door deezen Schryver uitgegeeven: in zyne Disfertatie de mirabili fulphuris Antimonii fixati efficacia in Medicina, eh 1699 gemeen gemaakt,'vind men §. XIII. dezelve plaats van Glauber wegens het voorkomen der Kinderpokjes in zyne Kinderen; namelyk : „ Curiofiim eft, quod ceu magnum „ experimentum illud commendet ad Variolas ar- cendas & corpus ab ipfis prsfervandum: id quod ,, experientia fêptem infantum confirmat. " Oper. fuppl.l. pag. 710. Zoo dat deeze plaats door het tegendeel in de bevinding, toen ter tvd, nog niet wederlegt was. En niet min kragtig vermeit hy wederom daar ter plaatfe de deugden van de aangehaalde Panacea Connerdingiana. XIV. {e) Not. fli/PorERiuMj loco citato.  der Kinderpokjes. 40 Het geen hy verder uit de ondervinding van ScHitADERUS in DiJJertatione de Medicamentorum Galenicorum & Chymicorum necefjitaie aandringt (ƒ), en dit middel in gelyken graad ftelt met den Regulus antimonii medicinalis, die van het zelve vermoogen is met de Panacea Connerdingiana. Van dezelfde deugd en werking is ook het Sulphur Vigani. Zoo dat deeze middelen in werkinge niet, dan in meerdere of mindere gifte, van den anderen verfchillen. $. XXV. Wel is waar, dat die zelve Hoffmann insgelyks heeft aangetoond, „ dat deZwa„ vel uit het Spiesglas van den zelfden i'jj aart , eigenfchap en famenftel met de gemeene zwavel der metaalen zy; en „ in deugd of vermoogen geenzins van „ dezelve onderfcheiden " (g)> net welk (ƒ) Ibidem. (g) Obfervation. Phyfieo ■ Chemicar. Lib. III. Obf. II. pag. 519. M. R. S. Tom. IV. 't geen Basilius Valentincs , van Helmont, Boerhaave en Geoffroy , insgelyks gedagt en beweezen hebben. Conf. & Huxham, Obfervat. de Antimonio. p. 133. Tom. III. D  $ö Proeve over de Voorbehoeding welk voornamelyk te verftaan is van die zwavel „ welke uit de Scorien van den „ Rsgulus. martialis door prcecipitatie met „ eenen zuiveren fterken Vitriool-geeft; „ of by voeging van Cinnaber, en gelyke „ pracipitatie met Spir. Vitrioli; of door „ ontbinding met Jqua regia ofte 01. VI„ trioli gemaakt wordt, welke eeven eens „ als de gemeene zwavel brand , en 55 eenen aan zwavel eigen rook van zig „ geeft; en in een loog, door zuur,wit ne„ dergeploft wordt, en door een gefchikte „ vereeniging met kwikzilver in een Cinna„ ber (Vermilioen) veranderd wordt " ( h ). Maar bet is te gelyk ontegenzeglyk, dat niet alle zwavel uit Spiesglas dezelfde zuiverheid bezitte ; of niets meer, dan de gemeene in zig bevatte; naardien dezelve dan niet in die kleine gifte zoo veel uitwerking zoude kunnen hebben. En devvyl de vafte zwavel uit dit halfmetaal, van zeer voortreffelyke uitwerkinge is, engrootelyks van de gemeene zwavel, en die gewoonlyk uit de Scorien van het Spiesglas gehaald wordt, verfchilt; zoo zyn de Schei- kun- (h) Lib. citat. pag. 520.  der Kinderpokjes. 5"r ktindigen niet onvoegzaam gewoon, dezelve in eene uit en inwendige zwavel te onderfcheiden. Maar behalven deeze verdeeling, is'er nog een oneindig verfchil in de Metaalachtige'zwavel zelve: gelykerwys uit alle de bereidingen van zwavel uit Spiesglas, zynes erachtens, verre de minfte is, het zoo zeer in gebruik zynde Sulphur aura fut» antimonii. Want hy zegt uitdruklyk : At veto illud non ejfe genuinum tif integrum antimonii fulphur , fed cnrpujculis etiam virulentie fubftantics arfcnicalis & regulince confertim, primo ex colore Ulo aurantio, qui a m'tjcela partium mercurialium & fulphur earum ordinario provenit; Doch dat dit geen zuivere en volkoome zwavel uit Spiesglas, maar dat dezelve veel eer met deeltjes van eene vergiftige arfenicale en metaalagtige zelfitandigheid vervuld zy, is zeer klaar af te neemen. Voor eerit, uit deffelfs oranje kleur, welke gemeenlyk uit Kwik (V) en (z) Veel is 'er getwift over het meetaalagtig gedeelte van het Spiesglas, by fommigen voor eenen Arfenicaalen, by anderen voor eenen Mercuriaalen aart gehouden, Huxham l. c. pag. 134. terwyl wederom anderen het zelve voor eene byzvndere aarde hebben gemeent te moeten aanzien. Men kan met zekerheid zeggen: dat dit wonderbaar gedeelte, of deffelfs regulus, allerbeft met Aqua regia (Koning]\k water), zoo ook in andere zuurë Scheivogten, ontbonden wordt. Daar nu de Regulus (die wel moet onderfcheiden worden van den Regulus anti. D 2 monii  )2 Proeve over de Voorbehoeding deinde ex fumo Ulo fi accenditur, partim ruhicundo , partim etiam albo , q'ii inftrumentis ferreis fefe opponit, denique ex virtute f urnme draflica fcf emetica hujus fulphuris aurati id coltigere darijjime licet (k). en Zwavelachtige deelen voortkomt ; ten anderen uit den rook, zoo dra zy aangeftookenwordt,decls roodachtig , deels wit , welke zig op de yzere werktuigen vafthegt; en eindelyk uit het heevig braakverwekkend vermoogen van deze Oranje zwavel. Waar ffiónii mtdicitialis, 'tgec'n een uitmuntend geneesmiddel is. ) den glans van Zilver heeft, verfchilt hy nochtans in natuur van het zelve ; en wordt ook door het merkteeken van het Zilver, *t welk met het teeken van (f\", en het Antimonium door 3 , verbeeld wordt, niet uitgedrukt. En vermits het Aqua regia het befte Scheivogt van het Goud, en teffens ook het bekwaamde voor het Antimonium en deffelfs Regulus is; en de Regulus Antimonii het Goud zuivert en bewaart,, zoo fchynt het als eenige verwandfehap met het zelve te "hebben ; vooral, wanneer men aanmerkt, dat, hoe zeer de Regulus m uitwendige gedaante na het Zilver gelyke, dezelve echter nimmer tot zoo een fyn poeder kan gebragt worden, of vertoont een geele, roode en purpere kleur te behouden ; gelyk men zulken gulden aftrekfel, in het binnenfte van het Spiesglas, gewaar wordt. Wordt de Regulus in glas veranderd, zoo is het purperagtig ; eene eigenfehap die aan geene metaalen , dan alleen aan het Goud, eigen is, 't welk volgens deffelfs vaft famenftel, nimmer door het zwaarfte vuur, zonder byvoeging van Zincum, of alleenlyk door het alles vernielende brandpunt van den brandfpiegcl, kan verkreegen worden. Mus-  der Kinderpokjes. 53 Waar van de reden by denzelven fchynt jl geleegen te zyn in het naauwe verhand van \ het zuur met den Mercurius Metallicus; i want dus antwoord hy, redengeevende van \< dit geweldig vermoogen, in weerwil van ji de vereeniging van de zwavel met het metaalachtig gedeelte, w )\ Musschenbroek Introduft. in Phyfic. experiment al, f §■ 1629,1630. In gulden zwavel veranderd, vertoont hy een purper kleur. Wordt hy alleenlyk gefmoken, I en falpeter aan zynen waafiem bloot gefield, zoo wordt ;| dit met eene geele verwc doortrokken, dat'er een I barnlteenagtige fcófjetè voorfchyn komt, welke uit ! de allerfynfte deeltjes van het Antimonium beftaat. I Weshalven het merkteeken van het Goud niet on|i voegzaam aan het Spiesglas gegeeven is; als in veele I opzigten met het zelve overeenkomende ; hoewel I teffens met eenen woeden, bytenden en fcherpen. I glasagtigen aart voorzien. Dit is ook rtaaüwkeurig I door het beeldfprakige uitgedrukt. Want daar ó ii het Goud} of dc Zon, en >J< iets dat fchsrp is beI teekent; gelyk door dat teeken in de Scheikunde I de Azyn wordt uitgedrukt; zoo heeft men het caji ratter van het Antimonium, uit deeze beide vereenigd 15 famengefield, en daar door willen aanduiden, I dat,offchoon het Antimonium door zyn purperverwe I bet Goud naby komt; het echter onder zich iet ruws | en fcherps, dat zig zeer gemakkelyk mededeeld, :| 't geen zy, door boven op den circul het kruis te jltellen, verbeelden wilden, verborgen had- Hec , Kooper, insgelyks in glans aan het Goud komende, en ook iet fcherps in zig hebbende, wordt ook met deeze twee kenmerken, dog op eene andere wyze uitgedrukt; zoo dat de glans eerft zig voordoende, D 3 cn  54 Proeve over de Voorbehoeding EJfe quidem utratnque antimonü fubftantiam, inquit, in Sulpbure aurato intima commijfura junciam, fed quoniam Dat de beide zelf Handigheden van het Spiesglas in de Oranje-zwavel door eene naauwkeurige vermenging wel vereenigd zyn , maax dewyl een zuur, en het fcherpe hier achter verborgen zynde , dit met j verbeeld is. De uitwerkingen ook van deeze beide, zoo heele als halve metaalen, befchouwende, vind men insgelyks eenige overeenkomd m die beiden, ten aanzien van het braakverwekkend vermoogen. En zoo ziet men weder enige verwandfchap met het koper. Want de Regulus Antimonii in een kleine gifte het lichaam medegedeeld, vertoont terltond zyn braakverwekkende eigeniehap, en dit is de byzondere aart in het Antimonium, ten aanzien van dê brooze Metaalen; en daar in komt het ook over een met het koper. Beide deeze metaalen hebben een fterk braakverwekkende kragt, en op wat voor een wyze zy in de Maag gevoerd worden , zetten zv dezelve akoos tot ontlading naar booven aan, en het Antimonium nog meer dm het koper. Want 't zv men de Calx Antimonii-, 't zy de Hepar Antimonii, 'c zy de Tartarus emeticus, 't zy het Vitrum Antimonii ingeeft, zoo doen zy alle dezelve uitwerking. Hier van daan krygt de wyn, j i 6 uuren in een beeker uit Regulus Antimonii gemaakt , gedaan hebbende, een braakverwekkende kragt, diè in den Regulus flerk, en niet in het Antimonium crudum is. De dagelvkfche ondervinding leeraart dit duidelyk: want men'kan een vry derk afkóokfél van Antimonium laaten gebruiken, zonder iets van die uitwerking te vernemen. De Scheikundige be. werkingen zvn dan noodig om deeze veelvermoogende mynd'of tot een heilzaam geneesmiddel te maaken, waar van in den text zelve gehandelt wordt. De  der Kinderpokjes. <$ f acidum, nempe acetum, ad prcecipitationem uJurpaturn fuit , inde accidit, ut acidum cum zuur, namentlyk de Azyn, tot neêrploffing gebeezigd is, gebeurd het, dat het zuur met het Alcali zig famenvoegende, en alzoo in De Heer Hoffmann was echter van gcdagten dat 'er Mercurius in het Antimonium was, en zege, die ook, hoewel in een kleine veelheid , en dikker dan de'gemeene, uit den Regulus Antimonii bereid te hebben. Dit zyn zyne eigen woorden: ,, Mercu,, rius vivus fine additione mercurii ex regulo ejus pauciflïmus, quique crafïïoris confiftentire eft, ,, quam vulgaris, parari poteft. Regulus Antimonii „ aliquoties per fc lublimatur ; deinde cum fale tartan & fale ammoniaco probe trituratus deftille,, tur, de novo fublimetur, fic tandem abit in mer„ curium currentem, vide plura de hac praeparat. in Epijlola Langelott. ad Natura, Curiofof. " gelyk hy dit zyn gevoelen omftandig verdeedigt heeft. Zie deffelfs Dijfertatio de Cinnabari Antimonii, Cap. 11. Oper. fupplem. Tom. I. pag. 760. Men zie ookPoTErii Pharmacop. Spagyric. Lib. cap. XII. in Oper. II o f f Mi cit. pag. 260. C. Musitani Pyrotechnia Lib. IV. cap. III. Art. II. pag. 157. Ephemer. N. C. D. I. A. III. obf. 69. pag. 102. feq. Eindelyk vind men vanP. Franciscüs Tertius deLanis, Tom. 111. Magifierii Natum ö3 Artis, L. 20. het volgende aangeteekend: ,, gloriatur, fe multoties trium quatuorj, ve horarum fpatio ex fingulis Antimonii commu„ nis libris tres fere uncias Mercurii vivi obtinuis,, fe , argento vivo quoad externa accidentia prorfus „ fimilis , auemadmodum legitur in AEt. Eruditor. „ Lipf. A. '1693. m. April. p. 347. conf. Castelli s, Lexicon, pag. 497. " Het was nodig dit tot beter verftand van de aangehaalde plaatfen uit Hoffman, wat omftandiger uit te breiden. D 4  5 6 Proeve over de Voorbehoeding akali congredietis , atque adeo in tartari Jimilitudintm transformatum, pa ulo ah'ras fefe injinudvtrit mercurialibus Jive regulinis Jiibii corpufculis , ut (Egerrime inde divelli pojfit. Arclifflmus enim jalium in magifleriis & prcecipitatis nexus eft, quod videmus in auro fulminante, cake Lunari per Spiritum falis fafta, ita ut aquee affujio eegerrime ea edulcoret : quare ctiam a refiduïs fulinis intra eorum poros particulis ipforum medicinalis efficacia promanat. Quam ob rem fi veïimus in folutione antimonii , per [aüa alcalira facla, vehementem £f drajlicam vim infringere, opus eft, ut freecipitatio vel fine acU do infiituatur, vel cum tali, quod arfenicalem in een gelykflagtige gedaante van Wynfteen veranderd zynde , zig een weinig dieper in de Mercuriale en Metaalagtige deelen van het Spiesglas indringt, zoo dat het bezwaarlyk daar van kan afgefcheiden worden. Want de vereeniging is zeer valt in de Magi/lerien en Pracipitatien, 't geen wy zien in het Aurum fulminans, in de Cajx Lunaris, door geeft van Zeezout gemaakt, zoo dat het bydoen van water dezelve bezwaarlyk afzoet: waar van daan ook de geneeskragt van de overgebleve zoutagtige deelen tuffchen derzelver pooren voortkomt. Indien wy d'erhalven in de ontbinding van het Spiesglas, door Loogzouten gemaakt, deffelfs geweldig en fchielyk vermoogen verminderen willen, is 't noodig, dat de neêrploffing of zonder zuur gefchiede ofte met zoodanig een, 'twelk het arfenicale deel van het Antimonium verzwakt. Glauberus  der Kinderpokjes. 57 antimonii partem enervat. Induftus hac ratione Glauberus loco aceti vini ad pracipitationem vfus eji temperatiori acido , nempe folutiime tartan crudi, ha obtinuit fulphur paulo tnitius Julphure vulgari aurato , cujus virtutes mirijice in operibus fuis cxtollit & panaceam vocat (/ ). berus , hier door bewoogen, heeft zig in plaats van Azyn van een meêr getemperd zuur, namentlyk van een ontbinding van ruwen Wynfteen bediend; en op die wyze heeft hy eene zagtere Oranje - zwavel verkreegen, welkers kragten hy by uitftek in zyno Schriften verheft, en den naam van een algemeen Geneesmiddel geeft. Ver- (Jfc) Obferv. chemie. 1. c. pag. 520. Volgens Brendelius, Programm. de Sulphure aurato non vomitono. 1757. zoude men een Sulphur auratum antimonii be^ koomen, die geen braakverwekkende kragt vertoont, nóg den ftoelgarig verwekt, wanneer men een mindere veelheid Salpeter tot verkryging van den Regulus Antu monii by de andere te fmeltene ftoffen voegt; confer Ri A. Vogel Injlitutiones Chemie e §. 680, 683. ed. 1757. Huxham heeft insgelyks aangeweezen, hoe men een zagter Sulphur auratum verkrygen kan. j; c. pag. 151, 152. Wyders heeft de Heer Jacoiu de braakverwekkende prikkeling van het Sulphur auratum antimonii, door het Sulphur auratum hquidum tragten te verzagten; aan welke bereidmg hy door ondervinding uitfteekende deugden toefchryit. Dit middel,'t welk met weinig verandering een aanmerkelyke verbetering zoude kunnen ondergaan , weet ik, dat volgens de opgaave van den geleerden en beroemden Schryver, echter niet zelden doet overgeeven; waar uit blykt, dat die kragt niet zoo verre in het zelve benoomen is, of het blyft die uitwerking nog behouden, ten zy men het in minder gifte gebruike. (I) Obferv. Chemie. 1. c pag. 525. Dj  58 Proeve over de Foor behoeding Verfcheide verbeteringen zyn dan ook van tyd tot tyd ter verkryging van eene zuivere zwavel uit Spiesglas te voorfchyn gekoomen. Want behalven de Panacea Qlauberi en Connerdingiana ([§. XXllL), heeft de fcherpzinnige Et muller een zuiverder en voortreffelyker Sulphur ex An* timonio verkregen, door namelyk, na de eerfte en tweedeprxcipitatie, de derde met een fterker zuur, als dat van den Spiritus Vitrioli is, te bevorderen; waar door hy,fchoon in eene geringe veelheid, eene betere en edeler zwavel bekwam (;;;). Een ander bekwaamer Sulphur kan men op die wyze verkrygen uit den Regulus antimonii medicinalis} in een fterk Lixivium aquae calcis vivae gekookt, en door den Spiritus Vitrioli gepraecipiteert, welke van F. Hoefman (n) zoo niet boven de Panacea Glau- beri, (m) ex F. Hoffmanni Differt. de mirdbili fulphur is Antim. fixat. inMed. efficac. §. ij. {n) Deeze heeft weder eenige overeenkomft met de kermes minerale, volgens de manier van Huxham, Obferv. de Antimon. I. c. pag. 154. Comment. de reb. in Sc. nat. fc? Med. gefi. Vol. V. p. 593. naar welke de Antimonium met Aqua calcis vivat gekookt word , en door een ontbinding van Wynfteen of deffelfs cry-  der Kinderpokjes, 59 heri, ten minden met dezelve van gelyke deugd gehouden wordt. Dezelve Scheikundige heeft de pracipitatie ook bevordert door een Solutio Vitrioli Martis, Limatura Martis cum Spiritu Nitri, of door een folutie van het Goud met aqua Regis gemaakt, waar door wel geen zuiverder, maar met de kragt der Scheivogten bezwangerden Sulphur geboren wierd (o> ViganüS iloeg eenen anderen weg in, en bereide uit de Scorien van den Regulus, door Nitrum, Sal marinus en Antimonium gemaakt, in een fterk Lix'wium aqua calcis viv* en dikwyls omgeroerd, ontbonden, een zeer voortreffelyken Sulphur (ƒ>> °P deczen voet fchynen de wyzen van F. Hopfman hervoort"gekomen, om zonder byvoeging van eenig zuur uit het Lixhium antimoniale een crvftallen, of Limoen en Oranjen-fap geprecipiteert wordt, en in zoo verre komt deeze ook overeen met de Panacea Glauberi, in welke het zelve Scheivogt gebruikt wordt, en een hcerlyke Kermes uitleevert. „i-, , (o) Obferv. Phyfic. chem. 1. c. p. 525- N°t. ad Poterium, pag. 261. Differt. de mirabil. Sulpit. Antim. fix. efficacia &c. §. 17- pag. 7"- , „ n. (p) Chem. pag. 50. Not. ad Poter. /. C, & Dis* fertatio citat. loco citato.  6o Proeve over de Voorbehoeding een heilzaamen Sulphur te verkrygen: neemende Antimonium crudum, of nog beter den Regulus antimonii medicinalis, daar by doende een gelyke veelheid van Sal tartari of fterk gecalcineerd Nitrum fixatum, welk mengfel eenige uuren met zuiver regenwaater gekookt wordt; by de doorgedaane ontbinding doet men fterk gefatureerd Aqua calcis vivie, welke niet min als eenig zuur, de zwavelachtige zelfftandigheid uit de vereeniging met het Antimonium ontwikkeld op den grond nederdryft, en te gelyk door zyn aardachtig beginfel , terwyl het zig met dezelve vereenigt, zeeker vermoogen, 't welk de fcbielyk werkende kragt van de zwavel ('vis drafiica Sulphuris) verbeeterd, mededeelt. Welke zwavel, van den Auteur, verre booven de Panacea Glauberiana, gehouden wordt; als die zelden, ten Zy in te groote veelheid, braaking verwekt (q). Eindelyk behoort tot deeze berei. (?) Obferv. Phyfic. Chem. 1. c. Diergelyken Sul. phur Antimonii Dmphoreticum vind in de Nieuwe Ne. derduitfche Apotheek pag. 423. Leid. i75a. dat uit Godfr. Röthens 2lnletr. sur £[)r,mle/ 't welk als een JSezoartuum, dat naauvvlyks zyns gelvken heeft . gepreezen wordt. 3 *  der Kinderpokjes. 61 bereidingen zonder pracipitatie met zuuren, de zoo bekende kermes minerale, of'Pulvis Carthuftanorum, welks deugd reeds lange vermaard (r), en verfcheide wyzen van den zeiven te vervaardigen bekend zyn (s). Ten laatften kan men hier van geenzins uitlluiten het Sulphur Antimonii fixatum, door F. Hoffmann medegedeeld (/). Men moet deeze geenzins verwarren met andere bereidingen van deezen naam, waar van 'er verfcheiden onder haaren eigen tytel by de Scheikonltenaars bekend zyn. Aan deeze heeft hy booven allen de voortrefFelykfte deugden toegekend. Wy zullen hier zyne eigen woorden laaten volgen: Potejl etiam ex ipfo regulo Antimonii Medicinali , beneficio Lixivii ex cake viva Sak tartari, per coftionem eximiai virtutis Men kan ook door middel van een loog uit leevende kalk en zout van Wynfteen , uit den Regulus Antimonii Medicinalis , door kooking een zwavel van uitneemende deugd , en in (r) Hollandfche Maatjchapp. der Weetenjchappen, II Deel do.^ ^2 \s) Men zie het Codex Parifinus, F. Hoffmann, Gf.offroy, De Pharmacopoea Ultrajeclina, Malouin, dans (on Chimit Medicinale, en anderen.  61 Proeve over de P'oorbehoeding magisque fufficienti copa feparari Sulphur, quod ctiam fine quadam adjecla alia re fua fponte fe prceceps dat probe pr'ms eleciriandum (tt). Ln op eene andere plaats: Accedimus jam ad me dicamentum, quod Sul phur antimonii fixatun eft, ufu fecurijfimum Sumitur nempe antimonium crudam, vel ejus minera Hungarica, aui regulus antimonii medicinalis, in quo Sulphur magis reclu/um eft, mifcetur cum liquida penetrantijfimo , non tarnen pure lixiviofo , ita fubjlantia fulphur ea diffblvitur, qua etiam fingulari encbeirefi, nullo allo interveniente liquore beterogeneo; muite minus acido, in fundo dejicitur, ubi (f) Obferv. Phyf. Chem. 1. c. pag. 525. ■ ( Wy koomeri nu tot het middel, 't welk een vafte , zwavel uit Spiesglas, en ! allerveilig!!: in het gebruik i is. Te weeten, menneemt j ruuw Spiesglas, of deffelfs HungaarfcheErtSjoftewel den Regulus Antimonii Me* \ dicinalis, in welke de zwaI vel meer ontflöteti en ver* fpreidis; men mengt denzelven met een zeer doordringend vogt,dat echter niet enkel loogzoutig is, en aldus wordt de zwavelachtige zelfftandigheid ontbonden, dewelke insgelyks door eene byzondere handelwyze , j zonder tuffenkomft van I eenig vreemd, veel min | zuurachtig vogt, op den { grond gedreeven wordt, al- in een meerdere veelheid affcheiden, welke insgelyks zonder byvoeging van eenige andere ftoffe, van zelve naar den grond zinkt, en wel moet afgezoet worden.  der Kinderpokjes. 63 pulvis coloris obfcure rubicundi apparet , qui aqua purifjïma elotus, exjiccatus medicatnentum noflrum ejl defideratum. Injeftum boe carbonibus ignitis , vel crucibulo nullum vaporem tetrum arjenicalem vel Sulpbureutn emittit, neque invicem colt aut in majfam funditur, ficuti haclcnus omnia fere recenfita faciunt , fed manet fixijjimum fine ulla ponderis imminutione, tantum quod color tantummodo evadat brunior. Tandem autem fubminijlrato extremo ignis gradu, Jive igne vitrificatorio, qualis ejl, qui ex folis radiis colleiïis in vitro prcegrandi cauflico nafcitur, infcar croci martis vel hamiatitis in majfam ferro f ufo fimilem , in auram elevatis vaporibus, colore albis, odore Sulpbureis , colliquatuT. alwaar een donker rood poeder zig vertoond, 't welk met zuiver water afgewaiïchen, en gedroogd , ons gezocht Geneesmiddel is. Dit op gloeijende kooien of in eenSmeltkroes geworpen, geeft geenen ftinkenden drjenicalen of zwavelachtigen damp van zig; ofte loopt in eenen klomp te faamen, gelyk die tot heeden verhandelde meeft alle doen; maar het blyft zeer vafl; zonder eenige vermindering van zyn gewigt , alleenlyk dat de kleur Hechts maar wat bruinder wordt. Maar eindelyk het vuur tot den uiterften graad van hitte, ofte gelyk aan dien, waardoor het glas bereid word, vermeerderd zynde, hoedanige door de verfamelde zonneftraalen in eenen grooten brandfpiegel ontftaat, loopt dezelve als Saffraan van yzer of bloedfleen, gelyk aan gefmolten yzer,met in de lugtverheeven dampen van een witte l kleur, en zwavelagtigen reuk, in een. Wat  6*4 Proeve êrJer de Voorbehoeding Qiiod vires hujus Sulphuris fixati attinet, non pojfum non bic propriet experientia confirmatus ajprmare, illud ipfum in cbronicis rebellibus, in acutis periculofis auxilium ferre maximum. Primum ejus u/urn vidi & didici ex viri litteraturce quidem experte, ajl in rebus operationibus cbymicis ac experimentis etiam pratlicis ad indiviam inultorunt verfatijjimo, qui in febribus acutis petecbialibus, variolis nee non intcrmittentibus contumacisfimis fauftiffimo eventu , ubi omnia alia, etiam generofijima fuerunt adbihita, propinavit , cj? quidem Jub duorum vel trium gratiorum doji effetlum edidit diaphoreticum • quandoque etiam tan- Wat dekragtenvandee» ze vafte zwavel betreft, zoo kan ik hier, uit myne eige ondervinding ten vollen beveiligd, verzekeren, dat dezelve zwavel zelfs in hartnekkige fleepende, engevaarlykeheeteziektens een zeergroote hulpe toebrengt. Deffelfs gebruik heb ik eerft gezien en geleerd,van eenenHeere in de Taaien niet alleen ervaren, maar boven dien in de feheikundige bewerkingen, en in de beoeffenende proefneemingen ten fpyt van veelen zeer afgerecht , die dezelve in heete koortfen met uitflag en kinderpokjes, als ook in de hartnekkigfte tuffenpoozende koortfen, alwaar alle andere, ja zelfs de allerkragtigfte middelen te vergeefs gebruikt waren, met eene zeer gelukkige uitkomft heeft toegedient,en zelfs vertoonde zy tot de gifte van twee of drie aafen haar zweetdryvende uitwerking; zorntyds heeft zy ook alleen door de onzigt-  der Kinderpokjes. 6$ turn per infenjibilem evaporationem peccantem caufjam exterminavit. Et, quod attentionem meretur, deprehendi in aliquot jubjec~ïis, imo in me ipfo fum expertus, judorem ah ajjianto boe medicamento per triduüm durajje, ita ut hora certa ac jiata tempore matutino , ubi primum ipje fudor coepit, magno cum natura: levamine fuerit reverjus, &c. (f*) zigtbaarë nitwaafeming de kwaade {toffe verdreeven. En ik heb, 't geen opmerking verdient , in eenige onderwerpen , ja ook in my zeiven, ondervonden , dat het zweeten door het gebruik van dit geneesmiddel drie dagen lang geduurt heeft, zoodanig dat het zelve op het bepaalde uur des morgens, wanneer het eerfle begonnen was, met groote verligting wederkeerde, enz. Ik heb deeze plaats te meer zoo wydloopig aangehaald, om teffens de edelmoedige ontdekking van dit middel, door een man in de Scheikonfl en Geneeskunde zoo beproeft, als wylen de groote F. Hoffmann was, aan te wyzen. Wie meer van dit middel, de reeden van zyne wonderbaare vaftigheid, heilfaame Geneeskragt, en de manier om zig met vrugt van het zelve te bedienen, begeerd, voldoe zelve zyn weetlult in de aangehaalde plaats en E ver- (t*) Dijf. de mirab. fulph. Antim. effle. in Mtd, %. 18 , 19- pag- I- c.  66 Proeve over de Voorbehoeding vervolgens. Het is tot het oogmerk van deeze Proeve genoeg de onderfcheiden bereidingen van de zwavel tut Spiesglas gezien te hebben; Waar uit deeze natuurlyke gevolgen van zelve voortvloeijen: I. Dat het gemeene Sulphur Auratum Antimonii, geene der zuivèrfte bereidingen uit het Spiesglas zy. II. Dat de Panacea Glauberi, of de wyze om dit Sulphur (u) te verbeeteren, aanleiding gegeven hebbe tot veele voortreffelyke en vermoogender ontbindende , doch teffens zagtere Geneesmiddelen. IH. Dat het vermoogen der zouten, in het losmaaken van de zwavel uit Spiesglas zeer groot is, en dat de loogzouten booven de zuuren te houden zyn, in het verkrygen van een zuiverder Geneesmiddel. IV. Dat, van alle de opgenoemden, het geene in het vuur onveranderlyk blyft, en geenen witten damp' van zig geeft, als nog, voor het doordringendfte Sulphur Antimonii, en teffens zuiverlï Geneesmiddel, uit het Spiesglas, te houden zy. V. Dat,by wettig gevolg, deeze (IV.), als («) §. XXV. pag. j8. enz.  der Kinderpokjes. 6? als minft met bytende fcherpigheid bezwangerd , beft met de belchryvinge van den Heer Boerhaave overeenkomt; en neevens andere bereidingen door loogen, zonder geweldige pracipitatie verkreegen , van uitfteekende vrugt zyn kan , zoo ter voorbehoeding , als voorbereiding tot, en behandeling van de ziekte, waar van deeze proeve handelt, wanneer die plaats heeft. En dat dus VI. Eene aanmerkelyke verbeetering zoude kunnen gemaakt worden in alle de opgenoemde gevallen (V.), in welken meerendeels het Sulphur auratum Antimonii tertiapracipitationis gebruikt wordt. '% XXVI. De zuiverfte en bekwaamfte bereidingen dan, uit het Spiesglas, tot een Geneeskundig gebruik gefchikt, ($.XXli-XXV. ) gezien hebbende, moeten wy alleenlyk nog onderzoeken, waar in die kragt eigentlyk geleegen zy. Het is zeeker, dat deeze onderfcheide zwavels ( §. XXV.) iets meer, dan de gemeene (§. XXIV.) in zig hebben, zoo als E 2 men  68 Proeve over de Voorbehoeding men uit de werking derzelver in zeer kleine giften weet. De meermaals aangehaalde F. Hoffmann heeft dit, met opzet over deeze froffe fchryvende, dus verklaard; Dubltare hoe loco 1 quifpiam pojfet , benc. ficio lixiviorum per \ eotlionem tantummodo fulphureum pt'mcipium antimonii extrahi , relict a fubftantia mercuriali, adeoque non tam eximiam fecundum nojlram fententiam in bifce temediis vim contineri. Vtrum quod non tantum fulphurea , fed & regulina pars antimonii inforte lixivium cedat, bujus rei id clarijfimo potcfl effe documento, qxiia tam ex reguh antimonii medicinali, quam pulvere rubicundo, ex lixivio antimonii vel ex cake viva, vel fua fponte dejefto, additione carbonum nitri beneficia fufionis Iemand zoude ten deezen opzigtekonnen twyffelen, of het zwavelagtig gedeelte van hetSpiesglas, door middel van de loogen met kooken alleen maar verkregen wordt,met agterlating van het Mercuriale gedeelte, en of derhalvcn naar ons voorgee* ven niet zulk een uitfleckend vermoogen in deeze middelen geleegen zy. Maar,dat niet alleen het zwavelagtige, maar ook het mctaalagtige gedeelte van het Spiesglas, in eene fterke loog ontbonden worde , kan dit tot een allerkragtigfl; bewys ftrekken , dat, zoo wel uit den Regulus antimonii medicinalis, als het roode poeder, uit de loog van Spiesglas of de leevende kalk, of van zelve neêrgelaaten , met byvoeging van houtskoolen en  der Kinderpokjes. 69 regulus fatis copiofus adbuc adbibcri poce/l («)■ en Salpeter, door middel van fmelten een genoegfaam overvloedige regulus kan verkregen worden. Op gelyke wyze, als hy het aan weezen van de particula regulina in de fcorien met loogzouten gemaakt, beweezen had (zv). En dit is de weezendlyke oorzaak van de medicinale kragt, die 'er in het Spiesglas gelegen is. Het geen die zelve Auteur zeer klaar aanwyft, als hy deeze groote vraage zoo nadruklyk beantwoord; Jure itaque mer'itoque quaftio incidit tnedica: queenam fint ex antimonio felettiora ö* fingularis efficacice, quibus aliquid in medendo prceftari pojfit, medicamentorum genera ? Nosjam bic ingenue &? libere profitemur,borum efficaciam in artliori connubio fulphurearum Met alle regt derhalven doet zig deeze Geneeskundige vraage op: welke de voornaamfte en een byzondcr vermoogen hebbende Geneesmiddelen uit het Spiesglas zyn, waar mede men iets in het geneezen der ziektens kan uitrechten? Wy bekennen hier openhartig en vrymoedig, dat derzelver vermoogen eeniglyk in een nauwere ver* (v) Obferv. Chem. I. c. pag. 525, lw) ibidem, pag. 520. E 3  Proeve over de Voorbehoeding & mercurialium partium unice qucerendam & exfpecïandam ejje. Eft utique in antimonio, £ƒ quiïlem ejus mercuriali fuhflantia , validifftma agendi vis, fcd hcec per cjus cohjuncjióvem cum fulphur e cicurari & manfuetior reddi debet. Inefi enim fulpburi minerali cximia & pene fingularis virtus drafticam virulentam mineraVmm vim caftrandi &? temper andi: ita videmus, tnercurium omnem precipitatum , vebementis qui eft opcrationis , in pauca etiam dof, fela juntlione vel etiam fublimatione cum fulpbure vulgari cnftrari, ut tuto ad fcrupulüin afjumi poflït. Summum Vene num , arfenicum, cum fulpbure in vafe claufo fufum, ita enervatur, ut ad dracbmam imam vcreeniging van zwavel en kwikagtige deelen te zoeken en te vcrwagtcn zy. Daar is gewiffclyk in het Spiesglas, en deffelfs kwikagtig gedeelte, een zeer werkzaam vermoogen , maar dit zelve moet door zyne vereeniging met de Zwavel getemd en gedwee gemaakt worden. Want daar is in de zwavel der Metaalen een uitfteekende en fchier zonderlinge kragt, om het fchielykwerkend en bytend vermoogen der Metaalen kragteloos te maaken en te maatigen: zoo zien wy dat alle neergeplofte kwik, die van eene geweldige uitwerking is, zelfs in eene kleine gifte, door de enkele vereeniginge of fuhlhncering met de gemeene zwa^ vel zoodaanig verzwakt wordt, dat hy veilig tot twintig greinen toe kan ingenoomen worden. Het Rottekruit, een allerzwaarlt vergift, met zwavel in een beflooten vat gefmolten , word dusdanig  der Kinderpokjes. 7i a canibus fine ulla noxa devorari queat. Jam in aprico pofita ejl ratio, quare confirmante experientia, antimonium crudum , in pulvere, vel etiam decotlo adbibitum , plus virtutis efficacie, quam ullum aliud ex eo medicamentum oflendatt quam inepte chemici illi agant, qui partem antimonii regulinam vetriis artificiis a julphurc fcparare fiudent. Antimonialia igitur medicamenta fine dubio aliis prcefiant, in quibus Sulphurea mercurialis fuhflantia intime adhuc juntla &f unita , nee dijfociata eft. Ac tak quid in Regulo Antimonii medicinali, a Leidenfi Chymico Margraffio, inm vento, cujus virtus po- nig ontzenuwt, dat het zelve zonder eenig nadeel tot een vierde deel loots toe aan honden kan gegeeven worden. Zoo dat de reeden , waarom het Spiesglas ovcreenkomftig met de bevindinge, in poeder of in een afkookzel gegeeven, meer deugd en vermoogen , dan eenig ander geneesmiddel toond , uit hoe zelve bereid, middagklaar blykt ; en hoe ongerymd zulke Scheikundigen handelen, die het mctaalagtig deel van het Spiesglas door verfcheidene konftbewerkingen van de zwavel tragten af te fcheiden. De Geneesmiddelen derhalven uit Spiesglas bereid , overtreffen buiten twyffel de anderen , in welke de zwavelagtige en mercuriale felfftandig* heid , nog naauw vereenigd en verknocht, en geenzins ontbonden is. En zoodanig iet fchynt 'er gevonden te worden in den Regulus Antimonii medi-  7~ Proeve over de Voorbehoeding tius laudanda quam medicinalis, (V) van don contemnenda eft , Jepre> gfidfchen Scheikundigen ' Margkaaf uitgedagt , btndere heet [%*). wiens deugd veel eer aan te pryzen, dan tc verag- ten is. V. x x v i r. Daar nu het heilzaame of de Geneezende kragt van iiet Spiesglas gelegen is in de naauwe vereeniging van de minerale zwavel , met het byzonder famenftellend metaalagtige gedeelte door het zon- der- (x) Men vind een ample DiJJertatie over dit middel in des Auteurs werken, in triad. Dijjert. Dijfert. II. De analyfi chemico - Medic. reguli antimonii medici, nalis. poft Obferv. Chem. pag. 5G6. en in deeze zelfde pag. 521 en 524. wervvaards wy den taalkundigen Leezer heen wyzen. De Heer Vogel heeft in een Programma de varia interque liane optima confidendi reguli antimonii medicinalis ratione, Gotting. 1765. zie Geneesk. Bibl. VI. Deel, 2. Stuk. pag. 256. aangetoont, dat die van Hoffmann, ,,be(laande uit-vier „ deelen Antimonium en een deeliV// tariari voor de „ befte te houden zy; en na deeze die van Schül. ,, zen, uit een deel Nitrum en vier doelen Antimonium ,, bereid. " Door welke geringe veelheid van Sal tar. tari of Nitrum tot het Antimonium, de regulus zoo veranderd en zoo zagt wordt, dat dezelve volgens deeze wyze in een driemaal grooter gifte, dan het gemeene Antimonium, kan gegeeven worden ? zonder brakingen of walgingen te verwekken. (x*) ibidem, pag. 524. (y) Want de Sulphur alleen uit het Antimonium ge-  der Kinderpokjes. 73 dcrling vermoogen van de loogzouten (falia alcalina) in eene juifte evenreedig- heid gehaald zynde, verfcbilt niet van de gemeene, en den regulus te veel los gemaakt, is de werking te heevig. Beide de famcnftellcndc deelen van liet Antimonium dienen dan in het geneesmiddel faamen te Lnoperi} het reguline, om de noodige bewegingen prikkeling in de vafte en vloeibaare deelen des lichaams te maaken ; ende het zwavelagtige , om het al te fterk vermoogen des eerften te matigen: Want, dat'er ook een medicinale kragt in deeze geleegen is, blykt uit de infufio vitri antimonii, in eene kleine gifte , en alleen tot een ontbindend oogmerk (fcopus alterandi) gegeeven ; welke van Huxham met den naam van EJJentia Antimonii beftempeld,en boeven alle andere bereidingen van hem geacht, en met nut in veele ziektens, waar in de voorige gebruikt worden , aangepreefen is. c. Tom. 1. p. 157. & Tom. III. p. 129, 162, 163, 166, 167. Ik heb my ook dikmaal van deeze effentie in de opgenoemde gebreeken , en in de Kinderpokjes , met zonderlinge vrugt bedient: echter zoude jk niet durven zeggen, dat ze boven de Tinctum Antimonii Hoffmanni ex Regulo medicinali te verkiezen .ware , in welke alle de hoedanigheeden famenloopen , welke in een gefchikt geneesmiddel uit het Spiesglas vereifcht worden. Men kan deeze nog zagter maaken, wanneer men, volgens den Heere Jacom, dezelve, by een genoegzame veelheid Amandelen, met Roofenwater tot de gedaante van een pap gebragt, mengt; die wel onder een kleinft, endaar na, door bydoen van genoegzaam Rofcnwater, tot eenen bekwaamen drank maakt, die zonder eenigc walging, niet onaangenaam van fmaak, in een aanmerkelyke veelheid en langwylig kan gegeeven worden. Noy. Atï. Rh. Med. Vol. II. obf. LXVII. E 5 pag. 251.  74 Proeve over de Voorbehoeding lieid (z) ter ontbinding van het zelve gebeezigd, zonder tulTchenkomft van fcherpe zuuren; en 'er eene wonderbaare overeenkomft tuüchen deeze zuivere en vaftgemaakte zwavel uit Spiesglas en den Regulus antimonii medicinalis plaats heeft; zoo mag men billyk beiluiten, dat deeze bereidingen, onder eene gefchikte beftieringe, de pag. 251. Comm. de reb. in fc. nat. & mei. ge ft. Vol. X- pag- 591. Eindelyk kan men uit deeze befchouwingen, de twyfFelingen van Hoppius, gemakkelyk ophelderen; die van gedagten was, dat het Sulphur auratum antimonii geen vermoogen hebben konde om het kwaad der ziekte uit te dry ven, en de onbedaarde beweegingen te (tillen; gemerkt het reguline gedeelte wel prikkelen, maar niet verzagten konde; 't geen in de zwavel moed: gezogt worden. Maar, deeze van dezelve natuur met de gemeene zynde, konde hy die kragt daar niet in vinden, .^Miiburgifcveé 5JïaS«sm/ lXter SBanö/ pag. 79. Xltcr SSmib/ pag.505. Commentar. de reb. &c. Vol. II. pag. 478. & Vol. 111. Pag- 438- "Want uit de wedefzydlche vereeniging, cn de verdoovende kragt van het Sulphur minerale, mits de bereiding behoorlyk gefchiede, is dit zeer klaar. (z) Dat het niet evenveel zy wat proportie men houde , kan men omftandig nagaan in de accurate proeven door den meermaals aangehaalden Auteur expres daar toe in het werk geftelt. Zie deüclfs Obferv. Chymic. Chemie. Lib. lil. Obf. III. pag. 52 r.. cum Huxham /. c. p. 160. Behalven dat dit genoeg, zoo wel omtrent de drooge behandeling door vuur, viaficca genaamt, als die door vogten , via humida geheeten, §. XXV & XXVI. gebleken is.  der Kinderpokjes. 7) de meefte voordeden in de Geneeskunde te weeg brengen kunnen. Waarom de Heer Hoffmann dan ook, met de aanpryzing derzelver zyn Hoofdruk beiluit, zeggende: Commendamus itaque J Wy beveelen daarom majorem in modum, £ƒ | allen ende een iegelyk, de meliori, omnibus & 1 die de kragtigite genees- finguüs, qui efficacijfi- middelen zoeken en be- ma remedia expetunt & geeren, het aanhoudend defiderant, frequentem en voorzigtig gebruik van fc? cum prudentia con- zulke uit Spiesglas bereid- juncium hor urn antimo- de middelen, op het ^ riiaUum ufum (a), lerfterkfte aan. Zal men dan, volgens den Hccre Boerhaave , een heiifaam tegmgifl tegen het geweld der Kinderziekte uit het Spiesglas bereiden, dan moet het zonder bytende fcherpte, doch wel vereenigd', tot eene groote doordringbaarheid gebragt worden. Waar mede de opgegeevenc ten vollen overeen ftemmen. Want, hoe zeer men zoude moogen denken, dat de Bloem van Spiesglas volgens Helmont (flos flibii Helmontianus) of de vafte zweetdryvende anti- monie- (a) Ibidem , pag. 526. ( b) Operat. ChtmScar. Part. III. Proc. CCXXV. p. 526.  76 Proeve over de Voorbehoeding moniebloem van denzelven (flos ftibii fixatus, Helmontianus, diaphoreticus ) (c), of het purgeermiddel eindelyk uit deeze vafte bloemen gemaakt (Purgans diaceltateffm Uelmontii, de ftibii flore fixato) (d), door den Heer Boerhaave beoogd zy, kan men nogtans duidelyk genoeg aanwyzen, dat de eerfte bereiding in zuiverheid niet koome by de opgegeeve zwavel, door zuivere loogzouten verkreegen; vermits na de afwaffching de braakverwekkende kragt in het zelve nog overblyft, welke in de voorige tot die gifte , waar toe ze vereifcht wordt, benoomen is, en een allerzagtft geneesmiddel verfchaft: terwyl dezelfde geneeskragt in middelen van minder moejefyke be- rei- p. 526. Nieuwe Nederduytfche Apotheek, te Leiden 1753- Pag-438- Men moet nogtans toeftaan, dat deeze bereidingen vernuftig zyn, en door de verzagting, die dezelve door de herhaalde zuivering, met Brandewyn op dezelve aan te fteeken, bekwamen, eene merkelyke verbetering ondergingen: gelyk ze ook met vrugt van hun gebruikt zyn, en tot de tegenwoordige verbeeterde gelegenheid hebben helpen geeven. (c) Lib. citato. Proc. CCXXVI. en Het zelve Boek, op de aangehaalde plaats. (d) Lib. citato. Proc. CCXXV1I. Hetzelve Boek P- 439-  der Kinderpokjes. ?7 reiding op* gelyke wyze gelegen is (<;); en eindelyk, dat de Heer Boerhaave zelve, „ van het laatfte middel wel uitfteekende „ en fraaije, doch niet zulke buitengewoo„ ne en gadeloofe uitwerkingen gezien heb„ be, als de Auteur, miiTchien al te on„ bedagt,daar van heeft opgegeeven (ƒ).* % X X V I I L Het ander middel, dat de Heer Boerhaave aanprees, was de Kwik, insgelyks door de konft, zonder byvoeging vanfcherpe zouten, doch onderling wel vereenigd, tot een groote doordringbaarheid gebragt. Veele zyn de poogingen van vöornaame Scheikundigen geweeft om dit wonderbaar Metaal, 't welk van Paracelsus voor een van de vier Hoofdmiddelen gehouden wierd, waar mede men alle kwaaien konde geneezen, te verbeeteren, door aan hetzelve de ïchielyk werkende kragt (vis drafiica) te beneemen, op dat men aldus zonder kwyling delTelfs vermoogen aan het lichaam zou (e) Conf. van Swieten Comm. in H. Boerhaave Aphorism. Tom. IV. p. 377- (f) Loca ad litc. d. citata.  78 Proeve over de Voorhehoeding zou kunnen mede.deelen. — Daar toe zyn zoo veele en weinig aan liet oogmerk beantwoordende bereidingen te voorfchyn gekoomen, dat derzelver getal naauwlyks is op te noemen, en dat de Boeken, van Scheikundige bewerkingen handelende, ten onnutte met dezelve bezwaard zyn. (g). — Nadien wy ons tot de voornaamlte, en wezendlyk tot ons oogmerk dienende, bepaalen, is het noodig met een woord te melden, waar in de nadeelige kragt van de Kwik geleegen zy; en hoe 'dezelve beft tot een Geneeskundig gebruik bekwaam gemaakt worde. y. XXIX. De vis draftica van de Kwik is, volgens den Scheikundigen F. Hoffmann, geleegen „ in eene al te groote beweegbaarheid der „ bolletjes, waar uit dezelve is iamenge„ field, en in de vaardigheid om de fcherpe „ zouten der vogten na zig te neemen: „ door welke vereeniging de voornaamlte „ beroeringen , of wanorders, welke het » ge- (g) F. Hoffmann Dijfert. III. de Mercurio &c. Thef. XIV. M. R. S. Tom. IV. p. 532.  der Kinderpokjes. 79 „ gebruik van ruwe kwikmiddelen volgen, 5, voortkoomen Waar op hy volgen laat: i Optima igitur ratione i injlituitur mercurii cor: reftio addita ejusmodi ifubftantia, quct per je , violentice expers , apte : poteft per minhnos mercurii ghbulos ita dis- ii pergi, iisque ita imr mifceri, ut hujus in; tervcntu excludatur- ni| mis conferta falium i acriorum adhajio : Jii mulque ita cobibeatur repentinus globulorum : mercurialium impetus, I ne tarnen figatur peniI tus illorum agilitas & j penetrans vis : fed pos fit imprejjione conftantiore, eaque adhttc fatis valida, fibras matrices ad motus expeditiores, fine violentis £f noxiis exagitationibus, adigeTe (_b). (h) Ibidem. De verbeetering van de Kwik wordt derhalven op de befte wyze verkreegen, door byvoeging van zoodanige ftoffe, welke in zig zelve geen geweldig vermoogen bezittende, door de allerkleinfte Kwikbolletjes bekwamelyk kan verfpreid en zoodanig met dezelve vermengd worden, dat door derzelver tuffchenkomft , de al te groote op een gepakte vafthegting der fcherpe zouten buiten geflooten, en het fchielyk werkend vermoogen der Kwikbolletjes teffens zoodanig beteugeld worde, dat nogtans derzelver vlugheid en doordringende kragt niet geheel worde geftuit; maar, dat zy door eene beftendigere en nog genoegzaam kragtige werkinge, de vezeldraaden tot fpoedigere beweegingen, zonder heftige en nadeelige beroeringen, zoude konnen aanzetten. An-  8 o Proevè over de Voorbeboeding Andere hebben deeze eigenfchap in eene onbekende hoedanigheidgefteld (/). $. XXX. De wyze, die men in het werk gefield heeft om dit heilzaam oogmerk (§. XXIX.) te bereiken, is verfcheiden (k), waar van 'er drie tot ons doelwit genoegzaam zyn. De eenvoudig/ie bereiding ïs,óq ruwe Kwik door bymenging van eene bepaalde veelheid zwavelbloemen, door wryving of vuur (/), zoodanig te vereenigen, dat derfèlver uitwen* dige gedaante daar door geheel vernietigd en in een zwart poeder veranderd wordt Cm). Diergelyke Mechanyke bewerking heeft ook plaats met kreeftoogen en fuiker (n). De eerfte (O C. F. HundertmaiïK de Mercurii yivi & cum falibus variè mixti fumma in corpus humanum vi eitque efficacitate, &c. Lib.Jingular. Lipf. 1754. §. VI. t. pag. 79. fq. (k) Ibidem. (I) Ibidem, pag. 41, 42. t. H. Boerhaave Oper. Chemie. Part. III. Proc CC. pag. 492. Nieuwe Nederduitfche Apotheek pag. 39a. (m) H. Boerhaave Oper. Chemie. Pan. Ilt. Proc. CC. pag. 492. Nieuwe Nederduitfche Apotheek Pag- 392- Dat de Suiker een groot corrigens zy, kan men  der Kinderpokjes. 8ï éerfle wordt Aethiops mineralis, de andere Mercurius alcalifatus en Aethiops alhus genoemd (0). Tot deeze Mechanyke bewerking kan men ook brengen de manier van men uit de Philof. Trans attio?is, Vol. XLVII. For the Jears 1751 and 1752, pag. 75. Comment. de reb. &c. Vol. 111. pag. 13. zien. Hundertmark l.c. pag. 75. t. was ook van gedagten, dat dezelve het bekwaamfte is, om zig met den Mercurius te vereenigen- waar door een zoo onderling naauw verband gebooren werd, dat het heetc waater het zelve niet fcheiden kan. —- Of nu het medicinale in de naauwe vereeniging van deeze beide lichaamen, ('twelk aanloopen zoude tegen de meening van deezen Schryver, met betrekkinge tot de Aethiops mineralis en de Cinnaber; in welken beide de Geneeskragt, uit hoofde van het vafte maakfel ontkend wordt,) dan wel in de vis facchari faponacei vegetabilis gelegen zy,; beftifie ik voor het tegenwoordige niet. "Dit weet ik zeeker, en hebbe daar in genoeg, myne eigene bevindinge te raad-plcegen , dat, hoe zeer men de Aethiops mineralis voor een kragteloos middel houde, ik van dezelve, met tweemaal zoo veel witte drooge fuikcr gewreeven, en in die gevallen gebeezigd, waar men gewoon is dezelve met Vrugt aan te pryzen, uitwer-1 kingen gezien hebbe, welke ik met de allergefchiktfte in gebruik zynde middelen niet bereiken konde. Het zy onder deezen genoeg cardialgice chronica^ colicce fpafmodic®, dolores Pleuritici chronici, motuS convuljivi, die het gantfche lichaam aandeeden , enz. genoemd te hebben. ([0^ Geneeskundige Proeven en Aanmerkingen door een Genootfchap inEdinburg, III. Deel. pag. 238. F  82 Proeve over de Voorbehoeding van Josephus Jacobüs Plenck (ƒ>), volgens welke de Mercurius crudus door middel van Arabifche Gom met water, zoodanig wordt vereehigd, dat ze onder verfcheiden gedaanten met extracten, balfems, fyropen, zalf en pleifters kan gemengd worden , zonder dat dezelve een kwyling zoude veroorzaaken (q). Insgelyks de wyze van Joanxes Christianus Jacobi, om zonder eenig ander byvoegzel, dan alleen fchoon regen- of fonteinwater j door eene arbeidzaame wryving van drie dagen, 't afgieten van het zelve, bydoen van Cp) Method. nova & facilis, argentum vivum agris venerea labe infeStis exhibendi, &c. Viiidobon. 1766. Geneesk. Bibl. IV. Deel. p. 149. (q) Hoe zeer die den Heere Plenck in Ooftenryk heeft moogen gelukken, heb ik het zelve hier nooit zoo kunnen verkrygen , of het vereenigde zig met het tin van den leepel, waar mede het ingenoomen wierd, en maakte eene amalgamatie: Het is my maar in eenen Lyder gelukt, en niet dan door byvoeging van eene genoegzaame veelheid campher, het zelve zonder gevolg van Jaiivatie te hebben zien gebruiken; wyl ik in andere gevallen deffelfs gebruik telkens ltaaken moeit, en de beginnende falivatie door purgeermiddelen afwenden, confer W. Munniks Difp. de Lue Venerea, ejusque preecipuis auxiliis; inter quts illuftriffimi Swietenii éf clarijfimi Plenckii remedia potijjimum examinantur, pag. 43. feq.  der Kinderpakjes. 83 van ander, herhaling van denzelfden arbeid, eindelyk na behoorlyke doorzakking uit dit water een middel te verkrygen, dat geen ander dan een ontbindend vermoogen, zonder kwyling te verwekken , bezitten zoude (r). Ofte de Mercurius wordt, volgens de allereerft opgegeeve manier, met een genoegzaame veelheid zwavel vermengd, door middel van vuur (s) vereenigd, en door enkelde of herhaalde fubtimatie vafl> gemaakt en verbeeterd; waar uit weeder, volgens fommigen, zeer nuttige en zagte geneesmiddelen (j*) gebooren worden : hoedanige (r) Nov. Act. Phyf. Med. Vol. I obf. LVI1I. pag. 228. Comment. de reb. in fc. nat. £5? Med. gefl. Vol. VIL P"g- 133- j hundertmark LOCO CltalO. (s*) Hoe fterk de Heer Hündkrtmark, l. c. §. VI. a. pag. 41 ad 70. bet onvermoogen van de Cinnaber heeft tragtcn cc bewyzen, kan het echter niet als eene onmogelyke zaake gehouden worden, dezelve , zoo niet door wryving in een ontaftbaar poeder, of herhaalde fublimatie, ten rainften door byvoeging van eenig Sal digejlivus, van zynen bafis loÜer gemaakt, tot een zeer bekwaam geneesmiddel hervormt te zien. De Heer Boerhaave fchynt niec vreemd van deeze gedagte geweeft te zyn, wanneer hy in de Voorfchriften. tegen het Pokfmet, het Ni. trum jiibiatum en Sal polychrejlus, ncevens de Zwavelbloemen, by de Cinnaber uit Antimonium wyslyk :F 2 * ge-'  84> Proeve over de Voorbehoeding danige zyn de Mercuriuspracipitatus niger, Diaphoreticus feu Panacea Mercurialis, (zwarte neergeplofte of zweetdryvende Kwik (/), en de Cinnaber faditia, Cinnaber of Vermiljoen door konft gemaakt (u): en wat de herhaalde fubiimatien tot amelioratie of verbeetering van dit famenftel te weeg brengen kunnen, kan men omftandig door F. Hoffmann' verklaard zien (v). De tzveede C laffe bevat de verfcheidene ontbindingen en prcecipitatien door zuure vogten en geeften, door welke de Kwik van zyne naauwe vereeniging wel lolfer gemaakt, maar gevoegd heeft. Mater. Medic. Sccl. 139a. pag. 256. Lop-b zag het nut van den Aethiops mintralis met by voegen van Zwavelbloemen alleen; en Schuster met dat van Antimonium diaphoreticum. Loco citato. §. XVI. En de Heer jAconi heeft eene wyze opgegeeven, om door de Magnefia Vitriariorum de Gin. naber zoodanig te ontbinden, dat zy op de tong fmelt, en zig tot veele nuttige gebruiken met de vogten van des menfchen lichaam vereenigen kan. Nov. Act. Phyf. Med. Vol. II. Obf. LXVII. pag. 255. Cennnentar. de reb. &c. Vol. X. pag. 591. ( t) Nieuwe Nederduitfche Apotheek pag. 384. (u) H. Boerhaave, l. c. Proc. CCII. pag. 493. Nieuwe Nederd. Apoth. pag. 393. Hundertmark, /. c. pag. 49. fq. (v) Dijj'ertat. de Cinnabari Antimon. Cap. IX. Oper. SuppL I. pag. 771. Vergeleken tegen Hundertjiark, l. f. pag. 86. fq. uit welke verfchillende opgaave?, de proef-ervaren Leezer het waarfchynlykfte kiefe.  der Kinderpokjes. 8? maar teffens met nieuwe en meerdere fcherptens bezwaard wordt; welke men wederom op verlcheidene wyzen heeft zoeken te matigen (zv). Na mate nu dat het zuure en fcherpe in deeze behandeling meêr verzagt en verftompt, wordt het Geneesmiddel meer of min tot zyn byzonder oogmerk bekwaam. Van deeze bereidingen heeft de Heer Boerhaave het Turbith 'minerale (x), en den Mercurius praecipitatus albus (y ), by uitneemenheid, en als de befte bereidingen uit de Kwik geroemd. Van het eerfte zegt hy: Hic pulvis videtur Dit fchynt het zelve fuijje,quo ritèufurpato poeder geweekt te zyn, „ ,r . met het welke Paracel- r aracellustmracuhprce- . - ■ ■ ■ _... JT. sus door een voorzigtig Jlttit. Id ex hbello ejus gebruik wollderen ge^ parvo nqfocomio patet daan heeft, gelyk uit (g), zyn klein Gafthuisbockje blykt, En (w) Hundertmark l. c. pag. 37. (x) Lib. citat. Proc. CXCIX. pag. 489. Nieuwe Nederd. Apoth. pag. 388. & Hundertmark /. c. pag. 34. die van contrarie gevoelen is, meenende dat 'er nog een goed deel bytende fcherpigheid in denzelven overblyft; gelyk men opmaaken moet uit het braaken, de krimping , ftoelgang en geweldige kwyling, door denzelven verwekt, pag. 32, c. 38. (y) Lib. citat. Proc. CXCV1. pag. 482. Nieuwe. jNederd. Apoth. pag 379. Hundertmark l. c. pag. 31. (z) L.c. pag. 490. Nederd. Apoth. pag. 390. Hun- F 3 dert-  85 Proeve over de Voorbehoedmg En hv bewyft uit de gelukkige gevallen van Stdenham deffelfs zonderlinge nuttigheid; gelyk dit zelfde middel ook eene aan* merkelyke verzagting ondergaan kan Ca). En wat de andere bereiding betreft, van dezelve getuigt hy: Pulvis bic rite ufurpatus, eft forte optimum remedium usque cognitum, quod paratur de Mercurio ad ufus internos : Efficaciter, fat is tuto , agit. Si cum Sacchari conici triplo conteritur facit panaceam Mercurialem potius dicendam , quam forte alia de Mercurio parata quam laboriofisfime. Qiiomodocunque enim agunt cum argento vho, tandem vis ejus radicata pemlet impri- Dit poeder, op deeze wyze bereid, is mogelyk het befte tot heeden bekende geneesmiddel , 't welk tot inwendig gebruik uit dc Kwik vervaardigd wordt. (Z>). Het werkt kragtig en nochtans veilig. Indien het met driemaal zoo veel Broodfuiker (c) gewreven wordt, kan men het eerder , dan eenig ander, der aller arbeidzaamfte bereidingen uit de kwik, een algemeen Geneesmiddel noemen. Want, op hoedanig eene wyze ook deeze bewerking de kwik dertmark is van tegenftrydige gedagten. I. c. pag. 35, cum 38, fq- (a) Ibidem, pag. 491. Nederd. Apoth. pag. 391. \b) Hundertmark ftaac dit eenigermate toe, l.c. pag. 31 , 8c," 83. Ie) Dat de Suiker denzelven merkelyk verzagten kan  der Kinderpokjes. kwik verandere, zoo hangt doch deffelfs hoofddeugd van een zeekere veelheid zuurs af, welke het metaalachtig gedeelte aankleeft. Welk zuur vermoogen, in de kwik overvloedig zynde , en zig naar buiten vertoonende, dan werkt dezelve heeviger , doch min veilig ; maar wanneer het zelve fpaarfamer en naamver vereenigd is, zoo werkt zy langzamer, zagter en zekerder. En om deffelfs aart. nog meer te verzagten, vervolgt hy: mis a certa copia acidi, quee adheeret metallica parti. Hac acida vis abundans, extrorjum patens, fi ejl in mercurio , turn agit fortius, fed minus tuto. Sed parcior, magisque unita, turn Jentius, mitius, fecurius agit (d). Indien men dit poeder op het vuur in een glas met een glazen pypje geduurig roerd en lang kalkbrand, dan wordt het zoo zagt, dat het nog afgang, nog braaken, en naauwlyks eenige kwyling meer verwekt. Van Si pulvis ille vitro impofitus, igni comuüttitur, & jiflula vitreu perpetuo aghur , ficque calcinatur diu, leniter, jiet tam mitis, ut nee alvum ultra jujeitet, nee wmitum, falivationem vix amplius excitet (e). kan, is uit hetvoorige, pag. 80. not. n. ontegenzeggelyk. C d) Loco citat. pag. 483. (e) Ibidem, pag. 484. & Ned. Apoth. pag. 380. F 4  £8 Proeve over de Voorbehoeding Van gelyken wordt door byvoeging van nieuw Kwikfilver en herhaalde fublimatie uit den Mercurius fublimatus corrofivus (ƒ), de Mercurius fublimatus dulcis, gemeenlyk Mercurius dulcis genoemd, voortgebragt: en wanneer de fublimatie fes of^eermaaien gefchied is, ontfangt deeze bereiding den naam van Calomelan Turqueti, of Panacea van het kwikfilver (gf De herhaalde fublimatien zyn hier weder, gelyk by de voorige bereidingen de aanhoudende cah cïnatie of kalkbranding, van dat vermoogen, dat door dezelve dikmaals te herhaalen deeze gefublimeerde zoete Kwik geheel van zyne fcherpte kan beroofd worden; zoo dat 'er eindelyk niet dan een kragteloos poeder overblyfd. Maar, de fublimatie fesmaalen, zonder de eerfte van den fublimaat zelve te (f) Boerhaave /. c. Proc. CXCV1I7. pag 486. Ni euwe Nederd. Apot/ieek pag. 384. Op wat voor eene wyze men den Mercurius fublimatus corrofivus, bereide , zoo is dezelve volgens Boulduc Mem. de VAcademie R. des Sc. 1730. & Macquer Elimen's de Chymie- Pratique Tom. 1. Chap. VII. VII. Pr,ei cedé, pag. 343. vergeleeken met Hundertmark i. c, pag. 25. 1. de befte, die uit het Turbith mine, rale en Sal marinus gehaald wordt. (g) Nieuwe Nederd. Apoth. pag. 388.  der Kinderpokjes, 89 te rekenen, herhaalt zynde, leevert deeze bereiding eene der befte uit kwik bereidde Geneesmiddelen uit (b). Meer andere bereidingen, min tot dit oogmerk dienitig, gaa ik ftilzwygend voorby (/). Het zy genoeg hier in het voorbygaan te melden , dat men den Mercurius, gelyk wy boven van het Antimonium gezien hebben (k), door Vogten heeft leeren ontdoen, en deszelfs (h) Hundertmark /, e. pag. 83. b. vergeleeken met pag. 40. waar van de reeden is, dat door her. byvoesSn van zuiver kwikzilver by den Mercurius fiiblimatus, tot d.c veelheid als'er vcreifcht vvord? ibidem, p. het acidum falis, waar mede de fubhmaat zoo rykelyk voorzien is, gefatureerd vfojd.y, en het geen in dit mengzel nog pverblyft door de herhaalde fublimatie het zelve vafter en domper, en als geheel kragteloos maakt. (i) D%grooter$Difpenfatoria geeven een meenigte andere op ; wy' vergenoegen ons de doorwrogte Verhandeling van de Hr. Hundertmark telkens aangehaald te hebben , in welke in een kort bcitck genoegzaam alle de Schryvers, welke over de Menuriak bereidingen, gefchreven hebben, te vinden zyn. En, die eene nette evenredigheid van de zuuren in de opgenoemde onderfcheidc bereidingen begeert, kan zyn weetluft , niet min voldaan vinden by t. R. Spielman, in Dijferf. Medic. de Hydrargyn prasparatorum interr\orum in fangumem eptlibus. Ccc. Argentor. 1761. ' (k) pag. 54, 57 & 73- "Lnot'  ii door by dit poeder het alcali van het Niji trum fixatum te voegen, en dit zelve eeni\ ge uuren lang op eenen porphierfteen te l wryven, en, gedroogd zynde, dezelve bewerking driemaalen te herhaalen, en eindelyk tegenwoordig gebruik betreft, kan men omftandig i vinden dans le Memoire pour fervir a VHijïoire de l ufa?e interne du fublimé corrofif, par M. le Begue de Presle &c. la Haye, 1763- vergeleken met J. Astruc, Traité des Maladies des Femmes &e. Paris, 176^ • Tom. 111. pag. 3i7- & Munniks Dijfert. cit I Cap. II. pag. 16. En wegens de twyffelingen, of I bedenkingen tegen deffelfs gebruik. Qjuzftiones che. mica duodecim ab illuftriffimis Viris Regis Conjiha\ nis, Medicis & Profejjoribus mêritiffimis, pro regia ca\ thedra vacante propofu*. Monfp. Quaft. 2. & Traite dei Tumeurs & des U leer es, oa Von a tache dejoindre a ■ wie Theorie folide la Pratique laplusfüre & la mieux eprouvée &c. a Paris, 1759. Tom. H. pag. 394- & Mercuriifublimati Vindicix. Gervasii Ernesti zan\ nicci, Roms, 1761.  £4- Proeve over de Voorbchoeding lyk dit in warm water af te walTchen, te droegen en tot gebruik te bewaaren, ten vollen gedwee gemaakt wordt. De Alcheraiften hebben met dit foort van verbeetering van de kwik veel opgehad: men vind ganfche Verhandelingen , in welke onder diiiftere raadzelen van dit geheim gehandeld wordt (ƒ). F. Hoffmann*, zeer wars van al dit duiiter opgeeven en merken 3 heeft uit den onder aangehaalden Pui la lethes eene wyze opgegeeven , om zoodanigen Mercurius virgineus , animatus of philo[fopbicus te verkrygen, weke, zyne heevige kragt uitgetoogen hebbende , ter gifte van twee, drie, of ten hooglten vier greinen , eenige dagen na den anderen, zeer veilig, zelfs aan zwakke geitellen, zonder eenige vrees van kwyling, of die hevige aandoeningen te verwekken, weke de ruwe kwik gemeenlyk pleeg te veroorzaaken , kan gegeeven worden (/). En ofichoon hy (s) Philaeethes Introïtus apertus ad occlufum Regis Palatium, cum Act. Phyf. Med. Vol. VII. App. pag. 235. fq. Vol. VIII. App. pag. 122. fq. Vol. JX. App. pag. 142. fq. Vol. X. App. pag. 246. fq. & Nov. Act. Phyf. Med. Vol. I. App. nag. 191. fq. (t ) Dijjert. de Mercurio, Thef. XXI. /. c. pag 585. cum Tom. III. Part. V. Cap. IV. §. XV. pag^ 421. & net. ad Poterium, Cap. XIII. p 265.  der Kinderpokjes. 95 hy het Goud aanmerkte als een op zig zeiven weinig vermoogend middel in de !Geneeskunde, uit hoofde van zyne wonderbaare vallheid en moeilyke ontbinding, ten zy die door tulTchenkomft van fcherpe by* tende vogten gefchiede; zoo oordeelde hy, dat het zelve nochtans van eene wonderbaare kragt was, om door eene zonderlinge bewerking het vlugge van de kwik te beteugelen , en zoodanig te maatigen, dat uit dezelve een allervermoogenft, doch teffens zagt werkend geneesmiddel gebooren werd; ! geiyk men omftandig in zyne werken zelve i nagaan kan («). Dan, gelyk niet een ;; iegelyk het vermoogen heeft om zulke koftI haare geneesmiddelen famen te ftellen, noch de gelegenheid altoos toelaat die voor te fchryven, zoo kan ditzelfde oogmerk door eene amalgamatie van Tin, volgens de manier als ik zoo even opgegeeven hebbe , volvoerd worden; 'tgeen in diezelfdedoorwrogte Verhandeling geleeraard wordt (v). Door deeze bewerking bekomt men weder een fa) Obferv. Phyfico-Chem. lib. III. Obf. XXI. pag. 547. cum Thef. XX. DiJJ. de Mercurio. pag. 584I (v) Dijfert. de Mercurio, Thef. XIX.  $6 Proeve over de Voorbehoeding een middel, onder den naam van Wrat* rins Diaphoreticus Jovialis, dat zelden of nooit kwyling verwekt; ten zy het in eene te groote veelheid, of te langduurig, gebruikt worde: in tegendeel werkt het op'de onzigtbaare uitwaaffeming,of, ondereenen gefchiktenleevensregel, ter bevorderinge van zweet; en volvoert alzoo zyne uitwerking, die, volgens dien beproefden Schryver^ waarlyk heilzaam is. (zv). En, op dat men niet denke, dat het bytend vermoogen van het Tin den Mercurius eenig nadeel toe- brenge , f» ibidem, Thef. XXIII. pag. 586. Hundertmark is irj tegendeel van andere gedagten, en zegt s dat de herhaalde bevinding hem die uitfteekende deugden met beveiligd heeft. /. c. pag. 84 b terwyl hy nochtans op eene andere plaacs pag. 38. n *e. Mercurius Diaphoreticus van C. Musitanus Trut, Med. Chyr pag. 344. (eeri ander is'er, Pyrotechn. lib, V. cap. UI. Art. II. pag. 155.) byna overeenkomende met die van Geoffroy , Macquer, Clericus en Ieichmeyér, aanpryft. Offchoon dezelve uic veel cherper ingrediënten bereid wordt, en zoo wel door herhaalde waffchingen, wryven,. bvdoen van het Atcali JSitri, moet verzagt worden, als de Mercurius Diaphoreticus van F. Hoffmann, dewelke boven dien nog, door herhaalde afbranding van Alkohol, verzoet wordt; 'tgecn hy zelve ter verbeetering van Chemilche bereidingen 1. c. pag. 38. neevens Huxham , 1. c. pag. 136. aanpryft, en in de drie laatfte opgegecven voorfchriften als overtollig afkeurt. Weshalvcn dit verfchil zoo aanmerkelyk niet fchynt te zyn.  'der Kinderpokjes* 97 brenge, zoo verklaart die Schryver zelve hoedanig die twee lichaamen malkanderen verbeteren• op deeze wyze : Stanni enim Sulphur ( cujus exiftentia, vel fola Accensione cum Nitro fat is patet*) tnultwn , inquit, partium jubtilitate excedit vulgare, vel Antimonii impurius , quod ad cinnabaris confeStioriem ajfumitur, cj? binc quidem cohibet nimium globulorum mercurialium impctum, faliumque acriorum accejfum prcecludit: at vero non adeo figit & obtundit penetrandi vim uti quidem facit in Cinnabari Sulphur craffius (x*)i Want de Zwavel van het Tin, (wiens aanweezigheid alleen door het aanfteeken van Salpeter kenlyk is) overtreft,zegt hy , verre in fynheid van deelen de gemeene zwavel, of de zwavel uit Spiesglas, die niet zoo zuiver is, en die tot de bereiding van de Cinnaber gebeezigd wordt, en om deeze réeden bedwingt zy wel de al te groote drift der kwikbollen, en belet den toegang van fcherpe zouten; maar echter maakt zy de doordringende kragt van de kwik niet zoo vali, noch zy verftompt dezelve dermate, als de grovere zwavel in de Cinnaber doet. Eindelyk behooren tot deeze dafje de Mercurius Diaphoreticus van Paiucelsus en van (*) ibidem, Thef. XIX. 8 G  p8 Proeve over de Voorbehoeding van Helmont(v), de jdzoth Auri van den eerften ( s ), de Panacea aurea van Franciscus Antonius (a) Glauber (b) en veele anderen; van welke de meefte 200 düifter befchreeven zyn, dat men niet dan met loutere gillingen zich voldoen kan; of de bereidingen zyn zoo arbeidzaam 3 dat ze op het gezigt der Voorfchriften den onderneemer affchrikken. v. XXX I. Uit welk alles (v. XXIX, XXX.) die middelen het oogmerk des Heeren Boerhaave ((}. XIX.) na by koomen, in welke de* Kwik in haare vlugheid zoodanig beteugeld is 5 dat haar de fchielyk werkende kragt tot overgeeven en ltoelgang benoomen zy, en zonder kwyling te verwekken de Vis alterandi ("de ontbindende en oplossende kragt,) alleen overblyf t: 't geen in het ver- (y ) Barchuzen Elementa Chemice, Lib. III, fect. II. Cap. i. 8. pag. 207. cum Cap. II. 5. pag. 252. & ColleStanea Chym. Leiden/. Cap. CCLXXV. pag. 262. (z) ColleSt. Chym. Leid. Cap. LXXX1. pag. 98. ( a) Panacea Aurea Jive trattatus duo de ipjius Auro Potabili, Cap. IV. pag.034. (b) Pharmacopoea Spagyricas Part. IV. Cap. IX. pag. 25. cum Part. V. pag. 59.  'der Kinderpokjes. 99 vcrzagte Turbitb, den gecalcineerden Mercurius proecipitatus albus, en Calomelan Turj. queti gebleeken is; en niet min kenlyk is dit i in den Mercurius animatus Solaris en Diaphoretius jovialis, die van die zagtheid gehouden wordt, dat hy den teederen zuigelingen met geruftheid en met eene gewenfchte uitwerking, boven de Zoo zeer geroemde Martialia Vilriolacea kunnen worden toegedient. En gelyk in de eerfte en laat/Ie • dafje (§. XXX.) het Sulphur een teugel li voor den ichielyk fnellenden Mercurius I was, zoo volgt van zelve, dat de Aethiops \ mineralis van de heilzaame bereidingen j uit het Kwikzilver geenzins kan uitgelloo; ten worden; naardien het, fchoon in kragten minder dan de laaftgenoemde, nogtans 1 boven veele andere arbeidfaame bewerkinjj gen verre te waardeeren zy. En niet tej genftaande de vereeniging der beide famengevoegde lichaamen zoo naaukeurig is, dat 1 de gedillileerde Azyn, of geeft van Spaans I groen, dezelve niet gelyk de ruwe kwik aandoet (c), zoo kan dit verband nogtans door (r) Diffevt. de Mercurio, Thef. XXIII. pag. 587- G 2  loo Proeve over de Voorbehoeding door by voegen en wry ven van Suiker, enz. (d) genoegzaam tot geneeskundige gebruiken worden los gemaakt. Weshalven uit de naaukeurige overweginge van dit verhandelde deeze natuurlyke gevolgen billyk mogen afgeleid worden. L Van wat nut de Scheikundige Analyfis in het beoordeelen der Geneeskragten zy; want gelyk dezelve in de bereidingen van het Spiesglas voornamentlyk afhangen van de juifte vereeniging van deffelfs zwavel met het metaalagtig gedeelte, en van het minder of meerder vermoogen der loogzouten ; zoo is die in het Kwikzilver geleegen in de evenreedige vereeniginge van de zuuren, en in het vermoogen en de bepaalde veelheid derzelven, ter ontbindinge van deffelfs famenftel gebeezigd. 11. Dat uit den aart deezer lamengeftelde lichaamen , waar van de Kwik met een kragtig werkzaam vermoogen voorzien is, en de zuuren met eene ontbindende eigenfchap begaafd zyn, deeze twee hoedanigheeden uit derzelver vereeniginge natuurlyk af te leiden zyn; als, door de prikkelende kragt (d) pag. 81. not. n.  der Kinderpokjes. ior kragt van het eene, en de ontbindende der anderen, de voortduwende beweeging in de vafte deelen te vermeerderen, en de taaiheid en opeengepaktheid in de vogten te verminderen (e). UI. Dat volgens de natuur van de gemeene zwavel, beftaande uit een 'JlcÜhim Vitriolicum, en weinig phlogiflon, de ontbindende kragt (li.)? door het laatfte geholpen, de voortftuwende beweging vermeerderd , en de uitwaafeming natuurlyk bevorderd, of de geneeskragt tot den omtrek van het lichaam' bekwamer bepaald worden moet (f). Het geen in de vereeniginge met zwavel van eenig metaal niet minder zyn kan (g), IV. Dat agtervolgens de loffere of vaftere verbintenis (I.) de Geneeskragt in het famenftel zwakker of fterker is; gelyk allerzagtft in de Cinnaber en Aethiops mineralis door vuur gemaakt, van wegen derzelver vall (e) Confer A. E. Bdchnf.r de Medicamentorum cum falibus paratorum Sulphureque nuplorum viribus medicamentojis generatim, Halaï 17^4. §. XI. cum §. VII-IX. (f) lbidemr% XVII. cum §. X1II-XVI. (£) Ibidem, §. XXI. cum §. XVIII-XX. G 3  ioz Proeve over de Voorbehoeding vaft famenftel: vermoogender in de Aethiops mineralis door wryving vervaardigd, wt de loffere vereeniging: en allcrkragtigft in de Mercurius diaphoreticus folaris en jovialis, wegens de meerdere fynheid van deeze zwavels, en debykomende bewerking. V. En dat, gelyk de zagtere te weinig van dit wonderbaar Metaal tot de vereifchte Geneeskundige gebruiken ontbinden - .hoedanige de weeking en kooking met eenvoudig water is: van gelykcn de fcherpere te veel van het zelve los maaken, en deffelfs natuur te zeer veranderen , om zonder nieuwe verzagting, alleen tot een oplofïend oogmerk, gebruikt te worden. VI. Dat, daar door langduurige calcinatie en herhaalde fublimatie bet weezen van het Spiesglas, doorliet vernielen van zyne zwavel vernietigd wordt, integendeel door deeze de al te groote fcherpte van de Kwikmiddelen zoodanig konnen beteugeld en verminderd, worden, dat op 't laaft geene van dezelve meer overblyft: daar nogtans de herhaalde waffchingen en het afbranden van wyngeeft ter wegneeminge van de overgebleeve zouten hier even eens, als by de  der Kinderpokjee. 105 de bereidingen §. XXX. opgegeeven, van vrugt zyn. Weshalven VII. Blykt, dat het fcherpe in den gemeenen Mercurius dulcis, die alleen driemaal gefublimeert is, geenzins volkomen weggenoomen zy; fchoon dezelve, vooral wanneer ze afgewaffchen (/?), met fuiker gewreeven, of volgens §. XXXII. met Sulphur antimonii gemengd wordt, tot veele nuttige gebruiken kan gegeeven worden: en dat, uit aanmerking van het Acidum falis marini, tot den Mercurius pracipitatus albus gebezigd, dezelve liet naait aan den Mercurius dulcis kome; en neevens het Turbith minerale eenigen tyd gecalcineert zynde, met het Calomel Turqueti veel overeenkomft hebbe; welkers fublimatie na den bygedaanen Mercurius vivus fesmaal herhaald genoegzaam is; daar dezelve, twintigmaal vernieuwd , hem geheel vernietigen zoude. vin. (h) Carthecser heeft in Element. Cherni®, Ï753- Pag- 88- eene wyze van dezelve te verzagtcn opgegeeven, met ze in kleine ftukjes gebrooken zynde eenige minuten in het water te leggen, daar na weder uit te neemen, in eene zagte warmte te droogen, en aldus van de aanhangende fcherpte te zuiveren. G 4  104 Proeve over de Voorbehoeding VIII. Dat de alleifcherpfte Kwik, middelen, behoorlyk in vogten, als water, wyn of moutwyn gelmolten , verdund en in eene bepaalde veelheid gegee*ven, gelyk de Mercurius fublimatus corrofivus (die naar het eenftemmig getuigenis der konftoeffenaaren, op zig zei ven toegediend, een volftrekt vergifcis; even als het aftrekfei van het Vitrum Antimonii, van een niet minder fcherp vermoogen) dusdanig bereid, heilzaame Geneesmiddelen worden, En dat IX. Ten laatften, van alle de bereidingen (§. XXVIII-XXXI.) de eenvoudigfte van de eerjle claffe, waar onder met regt de Aethiops Mineralis ; van de tzueede de .Mercurius fexies fublimatus, of de Calomel Turqueti; en van de derde de Mercurius diaphoreticus jovialis, indien dezelve van zyne fcherpte volkoomen ontdaan en wel bereid is (/') , en de Mercurius animaius folaris, indien men op de wonderbaare verrigtingen, welke de Geheimbezitrters van dezelve opgegeeven hebben, ftaat maa-, CO Volgens van Heemont was dit middel niet goed, zoo lang de Mercurius konde gerevifieert worden, conf. Barchusen /, c. pag. 207.  der Kinderpokjes. 105 maaken kan, als Middelen ter Voorbehoeding en Voorbereiding van en tot de Kinderpok- ' jes de allerbekwaam/te fchynen. §. XXXII. Maar behalven deeze nuttige bereidingen (§. XXV-XXXIO , die ieder voor zig ■zeiven in de handen van ervaaren kunftoeffenaars tot de byzondere gebruiken ftrekken kunnen , zoo kunnen ook derzelver hoedanigheeden door andermaalig onderlinge vereeniging uit die beide nog hooger aangezet en tot uitfteekender deugden gebragt worden; en wel naar mate van de zuiverheid en volkomener bereiding der beide te famenvereenigde lichaamen. Want naardien , volgens 5. XXVI. het Arfenicum en de Mercurius pracipatus albus door bymenging van en vereeniging met zwavel onfchadelyke middelen worden; zoo moet volgen, dat de vereeniging van een zuiver Mercuriaal middel met eene vermoogender zwavel dan de gemeene, en eene zuivere uit Spiesglas, te gelyk met delTelfs metaaldeelen bezwangerd, wel vereenigd O 1 zynde,  io6 Proeve over de Voorbehoeding zynde, de onderlinge kragten als verdubbelen, en tot eenen hoogeren trap van ontbindend vermoogen brengen moet (£). Want met betrekking tot de zwavel wordt het middel verzagt, en uit hoofde van het metaalagtige in zyn prikkelend vermoogen geholpen , en uit haar vriendelyk verwandfchap een verdubbeling van Geneeskragten voortgebragt. Zoo getuigde Hennikiüs in de voorgaande eeuw reeds, dat door byvoeging van den Regulus antimonii medicinalh by den Mercurius dulcis dezelve meer vermoogen verkrygt , tot tien greinen gegeeven ; dan hy, op zig zeiven, tot veertig greinen of twee Icrupels gewoon is te hebben (/). Connerdingius was gewoon in het begin der Kinderpokjes, Mazelen, Purperkoorts en Petechien, een half grein van de Panacea Glauberi met het Pulvis Bezoardicus Sennerti vel Anglicani herhaalde maaien met goed gevolg te geeven (m). F. Hoffmann heeft deeze vereeniging (£) BüCHNER , t. C. §. XXI. (/) Apud F. Hoffmann in DiJJert. de Regulo Antim. Medic. Membr. III. Tom. IV. pag. 576. (ro) F. Hoffmann, de mirab. fulph.fixat. eMcac. §• XIV.  der Kinderpokjes. io7 niging insgclyks en door de bevinding (n), en door de reden bekragtigt , zeggende, met betrekking tot de laatfte: „ dat het „ Sulphur Antimonii zig vriendelyk veree„ nigt met de Cinnaber antimonii (o); „ insgelyks met de geene die uit Goud be„ reid wordt; met het Aurum fulminans „ en de purper Saffraan uit Goud. Want het is 'er zoo ver van af, dat deeze des„ felfs kragt verminderen of verkleinen zou- „ den, dat elk deezer deffelfs deugd veel „ eer verbeetert en verhoogt(ƒ>)• Om welke reeden zoodanige kragtiger zwavel by zwakke Mercuriale bereidingen, als de Aethiops mineralis Qq) en de Cinnaber (r), nuttig kan gevoegd worden. Men O) Confult. è Refponf. Med. Cent. II & III. SecL IV. Cal". CXXII. pag. 317. & multis aliis in locis. (0) Men behoeft zig aan deeze bereiding niet te binden, vermits deSchryver zelve aangetoond heeft, dat 'er geen vvezendlyk verfchil tuffchen deeze en de Cinnabaris faiïitia is. Zie deffelfs Obferv. Phyfic. Chem. Lib. III. Obf. 111. pag. 521. (p") Ibidem, pag. 525. \qj) Ejusdem DiJJert. de Mercurio, Thef. XXIII. pag. 587. ( r ) Dit was vecltyds de gewoonte van dien beproefden Geneeskundigen, aan wien het vafte famen-  108 Proeve over de Voorbehoeding Men heeft zig ook van diergelyke famenvoegingen, door eene beltendige praclyk, met vrugt bediend, verfcheide derzelver uitgedagt, en eenige merkelyk verbeterd. Van dit 11 ag zyn het Decoclum met Antimonium crudum & Mercurius vivus in menftel van de Cinnaber zeer wel bekent was. Want, fchoon hy die voor een der befte en zagtfte mercu*jriale prceparatien hield, in welke de vereeniging zoo vaft is, dat eenige fcherpte dezelve niet gemakkelyk ontbinden, of tot deffelfs innig famenweefzel geraaken kan; zoo tragte hy egter deeze zagtheid en vaft maakzel door een ruime veelheid, niet van eenige weinige aazen om een kleur aan het geneesmiddel te geeven, maar tot vyftien en twintig greinen, en des nodig 334 maaien des daags herhaald , te vergoedenen daar en boven door langduurig wryven op eenen porphierfteen dezelve tot een ontaftbaar poeder, let wel, quo ejus particultz in fanguinem abire queant, „ op dat derzelver „ deeltjes onder het bloed zouden kunnen gemengd „ worden te verbeeteren, en met andere bekwaame middelen aan te zetten. De plaats Tom. UI, Seft. I. Cap.I. §.IV. pag. 16. De Epilepfia , zy voor allen genoeg. Insgelyks heeft hy in not. ad Poter. Lib. III. Seft. VII. pag. 306. een allerkragtigüe Formule opgegeeven, om de Cinnaber met de iiegulus anlim. medicinalis en Mercurius prcecipitaUis albus tot een veel vermoogend middel famen te ftellen ; gelykerwys men peer van dit foort in de Formul® E.Nicolai, naar de meening van dien zeiven Schryvcr famengefteld, vinden kan; en in zyne werken, de gelukkige geneezingen die hy met dqzelve gedaan heeft.  der Kinderpokjes'. 109 in Lue venerea (s); de Cinnaber liquida van F. Hoffman (t); de Aethiops mineralis Antimonialis van Huxham {u); het Medicamentum alterans Plummeri (v); waar by men voegen kan de Mercuriale bereiding van de Heer Jacobi , onlangs gemeen gemaakt enz. In alle deeze vereenigingen moet men altoos in het oog houden, dat door de famenvoeging geene nieuwe fcherpigheid aangebragt, en het famenftel der beiden daar door gealtereerd worde: om welke reeden Huxham het Sulphur auratum antimonii tot het alterans Plummeri , wegens zyne aankleevende fcherpte, min bekwaam gehouden heeft (x); gelyk anderen dat door de Panacea Connerdingiana hebben zoeken te matigen (y). Ten (s) Comm. de reb. infc.Nat. & Med. gê/LTorn.IV. pag. 80. fq. (O Obferv. Phyfic. Chem. Obf. XXXI. p. 515. (m) Obfervat. de Antimonio, 1. c. pag. 143. (v) Geneeskundige Proeven en Aanmerkingen door een Genootfchap in hdinburg, i.Deel. Art. VI. pag.44. (w) §. XXX. pag. 82. met het hypnoticum minerale. Nov. Aft. Phyf. Med. Vol. II. App. pag. 173. §. VII. Comment. de reb. &c. Vol. VII. pag. 153. (x) Obf. de Antimonio, 1. c. pag. 153. O) Ati. Phyf. Medic. Vol. V. Obf. CXXXVk pag- 453-  iio Proeve over de Foorbehoeding Ten anderen, dat men eene behoorlyke proportie in de vereeniging van beiden in acht neeme. De beroemde Büchner heeft hierom maar een half deel Sulphur auratum by den Mercurius dulcis ge voegt, om het mercuriale door het zwavelagtige niet te veel te verzwakken; en het overgebleeven zuur met tweemaal zoo veel kreeftsoogen als Mercurius dulcis willen verzagten (z). Uit deeze nuttige vereeniging leeren wy wederom: I. De verdubbeling der Geneeskragten in de beide wel en behoorlyk famengevoegde bereidingen. II. Het matigen van het overgebleeven min bekwaame tot de Geneeskundige Aanwyzingen (Indicationes curatoria). III. Het vermeerderen van het zwakke en aanzetten van deffelfs vermoogen tot die zelve oogmerken. En IV. De wezendlyke vereifchten, die 'er in een middel, 'c geen in ftaat Zoude kunnen zyn, om volgens de Natuurwetten des Lichaams (§. XII -XIV.), het dreigende kwaad af te weeren, of reeds ontfangen zynde (zj L.c. cap. II. §. XXIV. pag. 38.  der Kinderpokjes. 111 ,zynde in de beginfelen tegen te gaan, moeten famenloopen. §. XXXIII. Tot hier toe heb ik dan de bronnen (§. XXIII-XXXII.) aangeweezen, waar uit men op vafte gronden de ftelling des [Heeren Boerhaave, wat de Scheikundige ibewerking der opgegeeven Geneesmiddelen ;i betreft, verklaren kan: en naardien die belthandelingen volkomen met het gegeeven voorfchrift over een komen, zoo mag men ibillyk het gewenfchte Tegengift tegen de i Kinderpokjes in dezelve zoeken en verder nafpooren. F. Hoffmann heeft reeds over ilang aangeteekent, dat de opgegeeven be: reidingen het waare Sulphur Metallorum j bevatten, waar van zoo veel geheim ge1 maakt is, en waar mede PaRacelsus , van Helmont, Knoeffelius , Tozzi , enande1 ren wel eer wonderen verrigt hebben (0). En gelyk de voorheen aangehaalde Schryvers, die van de bereiding deèzer middelen gewaagden, dezelve in moeilyke en hart- nek- (a) Not. ad Poterium, Cap. II. not. a. pag. 73. Cap. XXLX. a. pag. iaó. Cap. XXXIV. a. pag, 176.  112 Proeve over de Voorbehoeding nekkige Huid- ziektens ? een ftemmig hebben aangepreezen, hebben zy dezelve insgelyks algemeen in de Kinderpokjes , Mazelen, Roodvonk, Petechien en kwaadaartige ziektens met gewenfchte vrugt gebruikt. Dan gelyk in deeze Geneesmiddelen, tot het fpecifique oogmerk, deeze twee vereifchten volftrekt behooren, te weeten, de zuivere bereiding en weering van het fcherpe en nadeelige , en het toedienen ■ van de gepafte gifte aan verfcbillende onderwerpen, in onder fcheide gelegenheeden; zoo bepaalen deeze ook naauwkeurig het laatfte lit van de eigenfchappen, welke volgens den Heer Boerhaave (§. X.) een Tegengift tegen de Kinderpokjes hebben moet- namelyk, dat het zelve geen ontfteeking door zyn prikkeling veroorzaake; of, die reeds aanweczig zy, ver meerdere. Het geen ook naauwkeurig met veele waarneemingen overeenkomt. £ XXXIV. Glaüber heeft zyn Panacea aan eerftgeboren Kinderen ingegeeven, zonder eenig  der Kinderpokjes. 11% nig nadeel daar uit befpeurd te hebben (b}% \ geen van de andere bereidingen insgelyks getuigd wordt (O- Waar by ik uit myne eige herhaalde bevinding voegen kan, verfcheide weeken agter een in hartnekkige kwaaien, waar in veele andere middelen vrugteloos beproefd waaren, den Regulus antimonii medicinalis tot fes en dertig greinen daags met eenige greinen Sulphur jixaturn Antimonii met uitfteekende nuttigheid gegeven te hebben , zonder dat ik eenige agitatie in den polsllag , of het overige lichaam befpeurd heb , dan dat alleen de onzigtbaare uitwafeming op eene heilfaame wyze vermeerderd, en de waare geneezing door dezelve bevorderd werd. 't Welk natuurlyker wyze uit den aart deezer middelen , in welke de Vis drajlica gedempt is, volgen moet. En, indien 7er nog eenige twyf- (&) Pharmacopoea Spagyrica, prafat. pag. 23. (c) F. Hoffmann, in locis fxpius citatis. Tot welk eene gifte het medicament van Peummer , zonder eenige Jalivatie te veroorzaaken, gegeeven is, kan men zien in Effays and Obfervations, PhyJical and Litterary. Read before a Society in Edin. burg, &c. Vol. L pag. 393. Comment. de reb. «c, Vol. V. pag. 71. H  ii± Proeve over de Voorbehoeding twyfreling overblyven mogt, zoo kan door bymenging van een bekwame veelheid Campher, die tenens een uitftekend tegengift tegen de kinderpokjes is, de famenftelling zoodanig gefchieden, als met het oogmerk van den Geneesheer, en den ftaat der ziekte, beft overeenkomt (d). f. XXX V. De andere weg van oplojjing, door de algemeene ontfteking tegen te gaan, is door den Auteur zeiven (§. XIX.), en anderen, zoo omftandig verhandeld, dat het onnodig zyn zoude, hier ter plaatfe, daar van een enkeld woord te reppen. Beeter zal het zyn het dus verre verhandelde tot het eigentlyk oogmerk aan te dringen. §. XXXVI. OQ Behalven verfcheide voortreflyke eigenfchappen in de Campher, en haare zonderlinge tegengiftige kragt, tegen het pokfmet, waar van beneden nader ; zoo bezit dezelve ook een wonderbaare kragt , om den Mercurius het vermoogen om eene falivatie te verwekken, te beneemen, zonder krenking van zyne ontbindende geneeskragt. Zie Vogel Mater. Medic. 1758. pag. 310. En dus krygen de Mercurialia haare volkome tempering, die hun met andere by te voegen e ingrediënten tot allerkragtiglte tegengiften maaken kunnen.  der Kinderpokjes. Hj> §. XXXVI. Onze aandagt dan voornamelyk tot die behandeling rigtende, in welke de Geneesmiddelen, CS. XVIIL-XXXV.) voorgefteld , meer of min in aanmerking zyn gekomen en ter toets gebragt; en teffens een aandagtig en nauwkeurig oog werpende op veele verbeteringen in de behandeling der konftig ingeente pokjes, vind men den voornamen grondflag van derzelver aanmerkelyke vorderingen grotelyks gelegen te zyn in het gefchikt gebruik deezer Geneesmiddelen , en in de eenvoudige dog teffens beproefde Genezing door Rhazes, met eene verkoelende levenswys en verkoelende en laxeerende Middelen , voorgefteld. Waar uit ten klaarften blykt, dat alle deeze nuttige waarneemingen het tegengaan der ontftekings koorts, het vroegtydig V onderbrengen van het fmet zelve, en het verder uitdryven van het overgeblevene, ten doelwit hebben. En . daar deeze handelwyze, tot dit groote oogmerk, zoo gelukkig klaagt, wat was 'er dan vuuriger te wenfehen, dan H 2 dat  116 Proeve over de Voorbehoeding dat alle echte Zoonen van Aescülaap gelyken yver bezielde, om niet alleen het konftig mede gedeelde, maar ook het natuurlyk aangebragte gif, in de beginfelen te dooden en t1 onder te brengen! Maar laten wy dit en het geen $. XVIII. is ter neder gefteld, neevens de trapwyze vorderingen in het beftryden deezer ziekte door dezelve, nu een weinig omflandigfcr inzien, om daar uit verder tot de mogelykheid der Voorbehoeding en volkomene Uitroeijing te belluiten. §. XXXVII. Met opzigt tot de natuurlyke Kinderpokjes, vind men het gebruik van mercuriale middelen door Bohniüs, Ettmulier (d*) en Spiessius aangepreefen (e); insgelyks door Boxbaüm in eene Verhandeling, in den Jaare 1679. Cü- Graffius heeft zyn • • D°g- (d*) Oper. Med. Tkeor. Praaic. 1738. Tom. ff* pag. 194. & Tom. IV. pag. 632. (O Tralles de methode medendi variolis hattenus incognito &c. pag. 76. Comment. de reb. &c. Vol X pag. 510. .Cf) Difp. de Variolis hattenus in patria eraffat. Lipf. 1Ó79. 0 M  der Kinderpokjes. tlf Dogtertje van tien jaaren, by eene algemeene pokziekte, aan welke zyn Zoontje ziek lag, door het geeven van een middel uit Mercurius dulcis en Scammonium, waar van zy fterk overgaf, en daar de beginfelen der pokkoorts reeds tegenwoordig waren, zonder uitflag, herfteld (g). Lobb geeft verfcheide waarneemingen op van (g) Mifcell. N. C. Obferv. LVI. Opmerkelyk is deeze plaats, zy luid woordelyk dus: „ Obfervavi, „ Reraedium hoe (Merc. dulc.), ü detur in morbi „ fufpecli principio , vel prtefervafle plane, etiamü „ alii in eadem domo variolarum malignitate tor„ querentur, vel faltem a nimia eruptionis abundan„ tia hberaffe. Filia mea decennis variolas minaba„ tur, refrigeratione extremorum, fubfequente in„ calefcentia totius, dolore capitis, naufea, ventris „ torminibus cc doloribus vagis extremorum. Ma„ lum infuper erat communiter vagans & filiolus „ meus variolis jam fcatebat numerofiffimis, ita uc „ conjeclura infaïlibili contagium hoe effet perti„ mefcendum. Turn primurn fuafu naufeas, contra „ fuafum medicorum evacuantia horrentium, dedi „ mercurii Dulc. B'u cum Scamm- Sulph. gr. IV. „ dejecit ter,fub vefperam vomuit femel enormiter. Dormivit quietihT ie , & fine partu variolarum , evafit". Confer& MANGETi^iWioï^. Medic. Praft, Lib. XVIII. Tom. IV. Part. II. pag. 237. en om de yotentia animata tegen te gaan, hebben de Schryvers boven pag. 20. not. c opgenoemd, dezelve aangejpreefen en gebruikt, confer J. C. Langius , Tom, II» pag. 98 & 383. H 3  ïi8 Proeve over de Voorbehoeding van het tegengaan der Pokkoorts, door den Aethiops mineralis zonder uitJlag (h), zoo ook Richardson door denzelven aangehaald (/). Hillary 5 die zig van de eige Voorfchriften van Boerhaave , en eenige andere met weinig' verandering , bediend heeft, pryft zeer het nut derzelven aan (£); 't geen Schuster door zyne experientie met den Regulus antimonii medicinalis beveftigt (§. XX.). En, oflchoon de Mercuriale middelen der Edinburgfche Geneesheeren, de Haen en Tissor (/), min tot het oogmerk voldoende hebben moogen toefchynen; zoo kan men nogtans uit de edelmoedige verklaaringe van den Heer Tissor genoegzaam opmaaken , dat men de gevallen van de Geneesheeren te Edinhurg niet als bellilfende kan aanmerken. Zy zeggen: „ dat zommigen , welke de „ kwikcuur hadden ondergaan, en vervol., gens een aanmerkelyke tyd geliouden wa„ ren onder het geduurig gebruik van de Ae- (/O Traité de la petite Verole, Tom. I. §. 577 pag. 294. & Suivantes. CO Ibidem, Tom. II. §. 641. pag. 41?. C*) 1. c. pag. 58. CO Tralles, 1. c.  der Kinderpokjes. 119 „ Aethiops mineralis , door de confluentes „ aangetaft wierden en itierven " («■). Wyl hy zegt: /^or ne mobjecterez pas, que eet te preparation faifoit du bien aux uns, & rien aux autres; puisque les uns avoient la maladie douce & les autres fdcheufe: Cela ne prouve autre chofe, ft ce rieft, que la purgation, peu utile aux uns, pouvoit convenir d quelques autres; ou plutot, peutêtre, qu'il y en avoit, qui n1 avoient aucun bezoin de préparations, & donc la preparation n'empiroit pas le fort: ce que je fuis bien éloigné de dire , comme injurieux hM. M. les Medicins d'Edimbourg, que je ne reguarde point comme les directeurs de cette préparation. Pils l'et ment, il ejl certain, & vous l'avez prouvê , quils ont eu tort dans l'ufage du mercure;mais U n'y a point delecieur, qui, comme moi; n'ait pü s'appercevoir , que Pon paroit iridiquer une ejpéce de préparation, affez vague,peu métbodique* dépendante, peut-être, de la fantaifie desparens, ou tout au plus de celle des (m) Geneesk. Proeven en Aanmerkingen, IIL Deel. Are II. pag- sS-  I2o Proeve over de Voorbehoeding des apoticaires: il me femble, que des Medicins auroient énoncé différrement une préparation methodique de 'leur choix, & qu'ils auroient fondé fur les indications que fourniffoient les caraclères de la maladie. 11 fera arrivé d Edimbourg ce qui arrivé par -tout ailleurs. Qjmnd il regne une épidémie , bien des geus croient dévoir préparer leuns enfans; ce qui, pour le dire en paffant, forme une efpece de confentement favorable a la pré paration: Pun purge les flens; Pautre les faigne; un troifiéme les haigne; un quatriéme leur donne de ïAethiops; un cinquiéme quelque rémede tout oppofé; Pun fait ce.qu'aroit du faire Pautre; tout va plus mal,, que s'il n'avoient Hen fait. Dira- Pon que ces enfans ont été préparés, & que la préparat ion a produit un mauvais effePt ? De tout es ces réflexions, je crois pouvoir conclure, que la pré paration dEdimboroug n'a été ce qiPelle devoit etre; que, par confequent, vous ne pouvez point vousfervir, de eet exemple,p0ur invalider lejfcace des préparations & Uur neceffté; que, quand elle auroit eu tous les cara&éres de légitimité requis, ce feul exemple n'eut rién  der Kinderpokjes. 121 rien prouve' contre Pautorité de tous les fiècles, & contre laraifon (jri). Winter beweert, neevensLoBB, in de pokjes waargenomen te hebben, dat door den Aethiops mineralis, in eene genoegzame gifte gegeven, de eruptie der pokjes in een kind is gefluit, en, die reeds uitgekooraen waren, wederom zyn verdweenen (o). M. Varnier zegt: 't Gevoelen vm den vermaarden Boerhaave , die ftelliglyk zegt, dat het mogelyk zy de kinderpokjes voor te komen, (zelfs wanneer de kenteekenen van den eerflen aanval zig openhaar en,) door een goede Diëet, Aderlatingen en verkoelende Dranken , heneevens de Middelen, die van Spiesglas en Kwikzilver toebereid wordenbeeft de ondervinding my bevefligd, En vervolgens, van het Teerwater en den Aethiops Antimonialis fpreekende, gaat hy voort: Door deeze onfchadelyke Middelen heb ik3 verfcheidemaalen, de Pokjes zien verdwynen} zonder uitflag (p). §. xxxvnr. (b) Lettre d M. de Haan , par M. Tissot. pag. 35, (0) Brief van de Heer Roupe aan den Hooggeleerden Heere Gaurius , Geneesk. Bibliot. IV. pag. 389. Qp) Recueil Period. d'Obfervations de Med. Aout H 5 I7J6.  122 Proeve over de Voorbehoeding $. XXXVIII. En 3 wat de konftig ingeente pokjes betreft 3 zoo heeft men daar in op gelyken voet gehandeld, Kirkpatrik liet kinderen van 6 a 7 Jaaren, na voorafgaande onthouding van VJeefch - foupen en geeftige dranken, Calomel met purgeermiddelen gemengd gebruiken (q). Volgens het berigt van Dr. Gale, aan den Heer Huxham gezonden , hebben de inenters in de Engelfche colonien zig op gelyke wyze van Middelen uit Kwik en Spiesglas bediend (r). Sommigen in Schotland geeven insgelyks ter Voorbereidinge den Aethiops mineralis, hoewel de Hoogleeraar A. Monroo die als nutteloos verwerpt ( s ); waarfchynlyk heeft Baker zoortgelyke middelen gebruikt, als men zoude denken te moeten opmaaken uit het geeven van de pil op den nagt na de inën- 1756. pag. 134. Uytgez. Verhandel II. Deel. pag. 355. & feq. (q) Analyfis of lnoculation, pag. 230. Comm. de rebus &c. Vol. IV. pag. 148. (r) Philofophical TransaStions. Vol. 55. fcr 1765. pag. 193. Geneesk. Bibl. III. Deel. p. 193. CO dcount of the lnoculation of the Small-pox in Scotland. pag. 18. Geneesk. Bibl. 111. Deel. p. 743.  der Kinderpokjes- 123 inënting, welke om den anderen avond gebruikt wordt, tot de koorts zig openbaart (;). En zegt op het einde van zyne Verhandeling, dat verfcheide Geneesheeren van naam, en onder anderen Andrew van Exeter, zeer fterk ftaande houden, dat de Mercurius dulcis, voor de inënting gegeven , van zeer groot nut is; hy haalt vervolgens het exempel van Dr. Gale , door Huxham medegedeeld, omftandig aan («), Glass was van gedagten, dat het groot fuc* ces van de manier, op welke Sutton de inenting verrigt, voornamelyk afhangt van de Kwikpoeders en Zouten, geduurende de koorts van de inenting gegeeven, waar door hy den lyder in ftaat ftelt tot zweeten, als het noodig is (v); en, alhoewel dit laatfte tegengefprooken wordt (zv), zoo ftaat men nogtans toe, dat het Kwikmiddelen zyn Cx). En Saunders bewyft genoegzaam (O Enquiry into the merits of a method of Inoculating te Small-Pox, pag. 10. Geneesk. Bibl. III. Deel. 4 Sc pag. 752. met 757. (m) Ibidem, pag. 23. & Gen. Bibl. p. 757. (v) Letter to Dr. Baker, Geneesk. Bibl'. III,Deel. IV. Stuk. pag. 759. (w) Gentlemans Magazinfor February, 1767. ix) Ibidem, pag. 763.  124 Proeve over de Voorbehoeding fcaam, dat het voornaamfte ingrediënt Calomel zy (j). Chandler agt, dat het middel van Sutton kwik bevatte, om dat het veelen kwyling verwekt (z). Hy zelve geeft aan volwailene lyderen na bed gaande Calomel naar hunne jaaren en kragten gefchikt, en herhaalt dit zomtyds telkens na verloop van twee daagen driemaal, geevende des morgens Salmirab. Glaub. aan Kinderen alleenlyk pillen van Aloë, Kermes min. en Campher (a). Andrew handelt op gelyke wyze (b). Ruston zegt, dat de Proeven, genomen om de middelen van de Suttoniaanen te ontdekken, geleerd hebben , dat de bafis van het poeder uit Calomel beftaa, en de pillen uit de Majfa pilularum cochia (c)\ en geeft drie Voorfchriften op van middelen iiit Kwik en Spies* (y) Brief van de Heer Ingenhousz aan de Heer Ch a is. pag. 8. (z) An EJfay towarts an invefligation of the prefent fuecesful, and mofi general method of lnoculation, pag. 6. Geneesk. Bibl. IV. Deel. III. Sc. p. 594. (a) Ibidem, pag.30- Geneesk. Bibl. aldaar pag.595. ( b ) The praStice of lnoculation impartially confidered, Sec. p. 7- Gen. Bibl. V. Deel. 3 St. p. 402. (c) An effay on lnoculation for the Small-pox» pag. 88r  der Kinderpokjes. 115 Spiesglas, die in America gebruikt worden (d). Dimsdale heeft insgelyks Mercurius dulcis en middelen uit Spiesglas gebruikt (e). De Zweedfche Princen zyn met dezelfde Voorbereid (ƒ). Rose'n bedient 'er zig beftendig van (g). Hast toont in de berigten van den toeftand der Geneeskunde in Z weeden, dat men de Calomel met Sulphur auratum antimonii tertii praecipitat. en Campher ter voorbereidinge tot de Inenting gebruikt heeft (h); gelyk in deeze plaats de Heer M. G. Schwenke zyne lyderen met dezelfde middelen heeft voorbereid (/). (d) Ibidem, pag. 65. Zie van beiden Geneesk. Bibl. V. Deel. 2 St. pag. 408 & 409. (e) Verhandeling van de Tegenw. manier van Inenting der Kinderpokjes. Cf) Geneeskund. Biblioth. V. Deel pag. 430. (g) Handleiding tot de kennis en geneefing van de ziektens der Kinderen. (h) Geneesk. Bibl. VI. Deel. 3 St. pag. 543. (i) Berigt van den uitflag der Inentingen in navolginge van den Heer Dimsdale. En Brief van dienzelven Hoogleeraar aan den Heere Stads Medicina DoEtor E. Sandifort. Geneesk. Bibl. VI. Deel. pag. 649. (). XXXIX.  ïüó" Proeve over de Voorbehoeding §. XXXIX. Uit alle welke agtereenvolgende Waarneemingen ten klaarften blykt, dat deeze middelen in de natuurlyke en door konft verwekte Pokjes veel al met vrugt, zoo ter'Voorbehoeding, als tot vermindering van het gif zelve, door verfcheide tyden, in verfchillende Lyderen, en in onderfcheiden Lugtsgeftelrheeden, gebruikt zyn: waar uit de Geneeskundige Hiïtorie der Kinderpokjes dit licht ontfangt, dat, hoe zeer de Heer Boer.fiaa ve zoodanige middelen, als een byzonder vermogen tegen deeze ziekte hebbende , heeft aangeprefen, dezelve echter van anderen als zoodanige tot dat einde reeds zyn gebruikt. Doch dat deeze waarneemingen , met zyne eige herhaalde bevinding gefterkt, Hein gelegenheid gegeeven hebben, om dezelve, neevens haare naauwkeurige bereiding, met zyn veel vermoogend aanzien voor te ftellen en aan te pryzen , als middelen , die door herhaalde proeven de nafpeurders niet leedig zouden laaten. En dat de Inënters op dit gezag, en de waarneemingen van Lobb, hunne ver-  der Kinderpokjes. ia? verdere proeven hebben in 't werk gefield. Dit nu ter duidelyke en onderfcheide verklaaringe van de (§. XIX.) voorgeftelde middelen gezien hebbende, zal het niet < moeilyk vallen , dezelve tot het gefchikte Voorbehoedende gebruik voor te draagen. Dan, om hier in na behooren te üaagen, :. dient men ook onderfcheidentlyk te weeten, wat de Voorbehoeding zy, en hoe dezelve hehoorlyk ter uitvoer gebragt zvorde. §. X L. Het is opmerkelyk, dat men byna, zoo ras, als men van eene duidelyke Befchryvinge der Kinderpokjes vind gewag ge1 maakt, ook van eene tweederlei Behandelinge derzeive vind gemeld: als van eene, die Voorbehoedende; de andere, die geneezende was. Diemerbroek lpreekt hier nadrukkelyk van; en wel, na dat hy van de Peil gehandeld had, zeggende : iln hoe morbo non mi\nus quam in pe(le, cu, ratio duplex requiritur, igjfTTSuTjf»!. De pro- In deeze ziekte wordt niet minder, dan in de Peft, eene tweederlei behandeling, namelyk eene Voorbehoedende en eene geneezende vereifcht. Wei-  128 Proeve over de Voorbehoeding phylaBica curatione pauci Medici fcripferunt: vel quod Mam fortajjis minus necejfariam ejje exijïimaverint, vel quod paucijfimi fani fuper ea Medicus confulere Joleant. Interim tarnen quandoquidcm magnus medicus Avenzoar illam, bona cum ratione, bic non minus necejfariam judicat, quam in pejle , & plurimi exifiunt (prajerthn adulti & jam Jeniores, ut c? aulici, de pulchritudme Jua pree aliis valde Jolliciti) qui fibi de boe morbo admodum metuunt, tam propter viice periculum,quam propter foveas, cicatrices aliasve turpitudines , quas in facie jrequenter relinquit , etiam nos de propbylactica curatione primo breviter dicamus, antequam ad tberapeiam accedamus, quia tullus WeinigeGeneeskundigen hebben over de Voorbehoedende gehandeld : \ zy dat ze dezelve min noodzaakelyk hebben geagt, of dat zeer weinige gezonden de Geneesheeren omtrend dit ftuk gewoon zyn te raadpleegen. Ondertuffchen heeft de beroemde Arabifche Geneesheer Avenzoar wel degelyk dezelve, en met goede reeden , hier niet minder dan in de Pelt, noodig geoordeeld : en daar 'er zeer veele zyn (voornamelyk onder de Vol wallenen, en die hooger van jaaren zyn, insgelyks onder de hovelingen, welke booven anderen voor hunne fchoonheid bekommerd zyn,) die deeze ziekte vreezen, zoo wel om het gevaar van het leeven te verliezen , als om de putten , litteekens en andere mismaaktheeden , welke dezelve in het aangezigt veeltyds nalaat. Wy zullen ook eerft van de Voorbehoedende geneezinge handelen, voor en al eer wy  der Kinderpokjes'. 129 £f pxftabilius ejl hunc morbum arcere, quam jatn hofpitantem expellere, atque blnc presfer' vatio etiam necejjaria eft , imprimis cum morbus a'éris vitio graffatur, ci? contagium multum proferpit wy tot de geneezinge overgaan , naardien het veiliger en beeter is deeze ziekte te weeren, dan dezelve, reeds voet gevat hebbende, te verdryven; en uit dien hoofde is de Voorbehoeding insgelyks noodzaaklyk, vooral wanneer dezelve door eene befmettinge der lugt heerfcht, en het fmet zeer voortloopt. De Heer Tissot heeft dezelve, met zyne gewoone befcheidenheid en geleerdheid, uit de belle Schryveren, tegen den Hoogleeraar de Haen verdeedigd (/). v. X L I. De Voorbehoedende Behandeling heeft twee voornaame Aanwyzingen (Indicationes)ï namelyk : de vermyding van het fmet, waar door de Menfch alle gelegeiiheeden ontwykt, die hetzelve eenigermate hem kunnen mededeelen; ten anderen, een zorgvuldig zuaaken tegen het verfpreiden van het (k) De Variolis &? Morbillis, Cap. VI. pag. 277, (l) Lettre d Monf. de Haen, pag. 40—44. I  130 Proeve over de Voorlehoeding het fmet, met alle de daar toe gebruikelyke behoedmiddelen. I. Aan het eerfle oogmerk kan men bezwaarlyk voldoen, gemerkt de algemeenheid van deeze ziekte, en het vermoogen dat zy heeft, om, zonder onderfcheid van jaaren, kunne, of levens wyze, of wat van deezen aart in andere ziektens eenige uitzondering maaken mogt, de meeften der ftervelingen aan te vallen; waar door eene zeer geringe hoope overblyft, om door eene enkelde ontvlieding dezelve te ontgaan, alwaar zy algemeen heerfchende is, en de lugt van haare befmettinge zelve niet verfchoont. Het behoort egter onder de eerfte cn eenvoudigfte Behoedmiddelen voor allen, die voor deeze ziekte vreezen, om zig zorgvuldig te wagten , zoo van de plaatfen, waar zoodanige zieken zyn ; als van de geenen, welke de zulken oppalfen, en veel gemeenfchap met hun hebben, zig te onthouden. Het geen de raad was van G. Horstiüs (m) en van den Leidfchen Hoogleeraar Sylvius (ji), 't welk F. FIoff- mann" (rn) Append. de Variolis & Morbillis , pag. 308. (n) Praxeos Medicina Append. Tracc. I. §. LXI. pag. 621.  der Kinderpakjes. 131 mann kragtig aangedrongen (0), en de wydberoemde Morgagni , tagtig jaaren oud geworden zynde , door zyn eigen voorbeeld bekragtigd heeft (ƒ>)• II. Van meerder nut en gewigt is egter de naauwkeurige uitvoering van de tweede indicatie., namelyk: het zorgvuldig waaken tegen het verfpreiden van het fmet, met alle de daar toe gebruikelyke behoedmiddelen. Want , het eenltemmig getuigenis van de eerfte en voornaamfte Geneesheeren overweegende, is het niet dan ten hooglten tebeklaagen, dat, daar deeze ziekte zoo groote en algemeene neerlaag onder de Menfchen aanrecht, en in de Geneeskunde naaft dePeft de allerfelft woedende gehouden wordt, en die buiten twyffel ook meêr Menfchen gedood heeft {q), belmettelyker dan dezelve ge- oor- (0) „ Ad prxcavendos morbos, eosque maxime „ acucos, qui oriuntur a contagio, nihil eft faluta„ rius, quam fugere, qua? lsedere poflunt, loca „ infefta, neque ialivam dcglucire, nee abum vel „ potum in locis fufpectis afiumere, fed falivalem ,, laticem exfpuere , quo fine, qus ejus fluxum „ movent commendanda funt ". De Venenis C. H. Tom. I. Pare. II. Cap. III. §. XVI. pag. 204. (p ) De Sedib. Morb. Epift. 49- n°- 3(q) Rofén, 1. c. p. 194. In de Gazette Salutaire a°. IV. du feudi, 26 Janvier, 1769. vind men beI 2 rigt,  132 Proeve over de Voorbehoeding oordeeld (r), en daarom, niet ten on-* rechte , met den naam van kleine Peji beftempeld is Cs) , de Voorbehoeding derzelve, waar omtrent de ouden zoo zorgvuldig geweeft zyn, in deeze dagen zoo zeer verwaarloosd wordt; dat men ^ niet zonder waarfchynelyke en zeer gewigtige reedenen , de meerdere verfpreiding en het langduuriger aanhouden derzelve daar aan toe te fchryven hebbe. Waarom veele Geleerden vuurig hebben gewenfcht, dat men meer agt gaave op dit gewigtig ftuk; en de voorzorgen, by de Pelt gebruikelyk, ter uitvoer bragt. — Want, daar volgens §. IX. veel ziektens nieuw zyn, en niet ten allen tyden hebben plaats gehad ; daar zyn onder deeze met recht de kinderpokjes te tellen, welke volgens „ Mead en Freind , beiden mannen in de Hiftorie der Geneeskunde ervaren, oor- fpron- rïgt, dat de Kinderpokjes 't zedert eenigen tyd groote woede te Napels aangerecht en i'eltienduizend Menfchen gedood hebben. (r) Fracaflorius, Lib. IL,Cap. 2. Forest. Lib. VI. Obf. XLII. Schol. (O Furstenau , Dcfiderata circa Morbos eorumque Signa. §. XXX. pag. j6.  der Kinderpokjes. 133 ] fpronkelyk uit Afrika (t), en van daar door bert) Hollandfihe Maatfihappy, IX. Deel. 3 Stuk. 1 pag. 396. Ten aanzien van den oorfpronk deezer | ziekte kan men, als zeer bekwaam tot het onderI fcheiden van veele duilterheeden , nazien de Huetia11a LIX. te vinden in het Gentlemans Magazin for ij Juin 1769. pag. 345. «aar van de voornaame inhoud overeenftemt rnet Forestus , Lib. VI. Obf. XLI. Schol. —- Belangende de verfpreiding van het fmet, de,(tellingen van den Heere Paulet, dans Jon Memoire pour fervir de fuite a l'Hifioire de la Pej tite Verole, dans la quelle ont demontre la pojjibilité :! fc? la facilité de preferver un peuple entier de cette maladie, a Paris 1768. welke hier op uitkomen, en 1 met de bewyzen van den Heere Hovius veel over. eenkomft hebben: „ i°. Geen Menfch brengt het „ zaad der Kinderpokjes mede, alzoo dezelve niet I ,, erfelyk zyn. 1°. In het gemeen taften dezelve 1 „ niet dan de Kinderen aan. 30. Het Pokfinet is I „ een vreemd weezen, in onze lugtftreeken over,, gebragt. 4°. De Kinderpokjes zyn wezendlyk „ niet dan op het einde der ziekte befmettelyk. ,, 50. De Etter, de wei of de rooven, de eenige „ zaaden der Kinderpokjes, zyn van een vaften „ taajen lymigen aart, en vervliegen niet, ontdoen ,, zig van hare vogtigheid, zonder iets te verliezen I „ van hare eigentlyke pokkige zclfftandigheid; zyn 1 ,, gemeenlyk onderling verbonden dour een flym 1 en lymerig vogt, 't welk haar bekwaam maakt „ om zig ter vereeniginge te hegten aan de vafte I „ lichaamen waar toe zygefchikt zyn. Zy krygendaar j een famengegroeide en drooge gedaante, blyven J „ 'er aangekleeft een gantfeh jaar, zonder te veranderen; en bewaaren nog het vermoogen, om | „ op dien tyd de ziekte -mede te deelen. 6°. De 1 crptt-none hefmertinp-. dar is re ze^pen . de daad | van zig te befmetten door aanraaking, is niet an-> 1 3 „ ders  134 Proeve over de Voorbehoedt ng befmette Perfoonen, Kleederen en Koop- man* ders dan eene natuurlyke en ongevoelige incn„ ting door de poren van de huit. 7°. Deeze ziek, „ te doet zig in onze geweften op twee ondcr- fcheide jaargetyden, de lente en de licrfft, ge„ voelen. 8°. Het linnen, de kleederen, het pa» ,; pier, katoen, de wol en zydc, zyn de lichaamen „ die zig gemakkelykft met "het Pökgif laaten be- fmetten, en die het langft deffelfs gemeenfchap ,, (impreffion) bewaren. 9°. Een fiertje (Atome) ,, pokëtter kan de allervolkomenlte pokziekte mc„ dedeelen. 10°. Offchoon men een befmct ,, lichaam behandeld, volgt daar niet altyd uit, dat ,, men de ziekte krygt. ii°. Niets deeld zoo ge, „ makkelyk de Kinderziekte mede als de etter en „ de verfche rooven. 12°. Daar zyn 1000 waar,, necmingen die bewyzen dat het zaad der Kindcr,, pokjes zig valt hegt op een kleed, op papier, „ op linnen, op zyde , op hout, op metalen enz., „ op eene onzigtbaare wyze zig verplaatfl en tot „ een middel Qvehiade) ftrekt, om de ziekte voort ,, te planten, zoo zecker als de zyde en doos van ,, den Inënter [voorheen deeden.] 13°. De befmet,, ting van de Kinderpokjes houd dezelve wetten als ,, de Peft. 14°. Daar zyn lichaamen in de Natuur ,, bekwaam om alle ftóffen te ontdoen van het ,, fmet dat zy reeds ontfangen hebben. 150. Het „ is niet in de magt van een eenig menfch het pok,, fmet te verzagten, voor het in het lichaam cnt„ fangenis" [in hoe verre1 deeze ftelling waar zy, zal de tyd belt kunnen befliffen; intuffen fchynen 'er geen ongegronde gillingen van het tegendeel.] „ 16°. Men bevind, dat de Kinderpokjes fomtyds van „ zelve wyken, en de Steeden eenige jaaren agter „ den anderen verlaaten. 170. Daar zyo landen van eene onmetelyke uitgeftrektheid, alwaar de „ Kinderpokjes nog onbekend zyn; en, wanneer meQ  der Kinderpokjes. 135" 1 manfchappen, in andere Landen overge| bragt zyn (u): even als 'er nu nog plaatfen | worden gevonden, daar deeze ziekte (om dat derzelver fmet of zaad derwaarts nog 1 niet overgebragt is) onbekend blyft, I Gelyk de Heer Hovius, zo befcheiden als ; geleerdelyk , uit de onmogelykheid , dat I deeze ziekte van zelve, en zonder een aanI gebragt fmet, kan medegedeeld worden;en uit het getuigen van den kundigen en zeer ervaren Inënter Gatti; als ook uit het ontbieden der pokftof van elders ter konfüge voortplantinge, beweezen heeft ": wel waar- men ze in een van zulke plaatfen voor het eerft „ brengt, maaken zy als dan yflyke verwoeftin, ,, gen [af|,en vermits men daar'als nog geen keni „ nis heeft om dezelve te behandelen, en om dat „ de fchrik alle de gemoederen treft; 't geen dezel» ve veel kwaadaartiger maakt, moet volgen. Ga„ zette Salutaire, IX. du Jeudi, 2 Mars 1769. (u) Volgens ibmmigen zyn dezelve 't eerft in A°. 622. van deeze tydrekening gezien, conf. Arulphasii Hiftoria dynajl. pag. 99. Freind, Mead, I t. Schwenke nodig berigt enz. Doch volgens een ! Arabifch manufcript, op de Univerfiteit te Leiden be. i waard wordende, zouden dezelve in het Jaar 572, i zig het eerft in Arabien ontdekt hebben. Reiske, I JDijJert. inaug. Lugd. Batav. 1746. G. Blaauw van : Leendt, Difp. Med. de Variolis, §. III. Krause, ! I. c. §. V. I 4,  156 Proeve over de Voorbehoeding waardig om breeder op de aangehaalde plaats zelve nagezien te worden. Desgelyks bewyft die zelve Schryver, en „ uit de uitvloeifelen der Lyderen, die de lugt helmetten, en uit Me ad, dat het fmet in de dekzelen en kleederen zeer lang bewaard wordt ; en dat men door de prcecautien in het Gafthuis der Kinderziekte te London, met het verwiiTelen van hunne kleederen, en berooken met zwavel, volgens het voorfchrift van Hales, de mogelykheid daar van erkent, en de verdere befmetting zoekt af te weeren («*). Dat alzoo de befmetting ééns voortgeplant is door een jongen, die zig in een huis, daar de kinderpokjes waren, opgehouden had, waar door eene geheele Scheeps - equipagie van 3 80 mannen befmet werdt, van welken alleen honderd bevryd bleeven, en 4 of 5 ftierven. Dat ook een jonge Dochter te Hanover, door middel van een brief van haaren Broeder , die op eene andere plaats aan de pokjes ziek lag, het pokfmet aan eenige huisgezinnen gemeen gemaakt heeft. (v). Het geen verder beveiligd wordt door (u*) l. c. pag. 406. (v) Conf. & Krause, /. c>  der Kinderpokjes. itf door het voorbeeld van een vermaard man te Leipzig , die aldaar de Geneeskunde oenent en onderwyil , welke , na drie kinderen , die met de pokjes befmet waren, in een Dorp, drie mylen van de Stad, bezogt te hebben , door zyn linnen aan zyn Sufter te waiïchen gegeeven , haar de pokjes deed krygen, welke op dien tyd te Leipzig niet regeerden (w): insgelyks door een ander geval, van Lind bygebragt, van een borftrok, die, na dat eenige weeken verloopen waren , door de Weduwe van eenen gemeenen Arbeidsman , in Porchejier aan de kinderziekte overleeden, aan eenen Witwerkers - knegt vereerd werdt, welke kort daar na de kinderziekte kreeg, en daar aan ftierf; gelyk nog drie andere kinderen, die met deezen knegt hadden verkeering gehad, of door den zeiven naar School gebragt waren, door denzelven, tot algemeene verilagenheid, befmet waren, maar door de naauwkeurige afzondering der zieken, en het neemen van zeer noodzakelyke voor- zor- (w) Ibidem. Werlhoff, de Variol. & Anlracib. pag. 16. n. 36. I 5  138 Proeve over de Voorbeboeding zorgen , werdt deeze ziekte, zonder dat het fmet verfpreide, gefruit. (€#) " Hy bewyft verder uit denzelven Lind, „ dat door de kleederen en koopmanfchappen der Zeevaarenden, waar in het fmet langen tyd verborgen geweeH is, op den geheelen aardbodem verfpreid kan worden (x); om welke reden men dan ook langen tyd de kinderziekte op verfcheide plaatfen van het Engelfch America heeft geweerd, met dezelve voorzorgen in acht te neemen , welke men tegen de Peft gebruikt. De behandeling van het vuile Linnen, en het vervoeren van het fmet door de Huisdieren , wordt hier wel degelyk onder begreepen. En de Hoogleeraar de Haen moeit de f>*) pag. 408. (x) In het Jaar 1Ö50. wierdt deeze ziekte op da Fero Eilanden verfpreid door een Jongen uit Denemarken, die van daar, uit de Kinderpokjes herfteld, door zyn hembd, dat t'zedert niet gewaflehen was, aan de Vrouw, die het reinigde, de Kinderpokjes overdeed; welke het geheele Eiland en de nabuurige aanftak ; waar door veelen omgekomen zyn. A£t. Hafnienf. I. pag. 86. Men weet de woede die dezelve in het begin deezer Eeuw aan de Cabo de goede hoop hebben aangerecht. HedendaagJchs ftaat van Africa pag. 717. En dat dezelve ecrit in 1733. in Groenland zyn bekend geworden.  der Kinderpokjes. 139 de behandeling van een Meisje , in welke de koorts alleen vermoeden tot de kinderpokjes gaf, aan den Heere Erndl overlaaten, wyl zyne tegenwoordigheid dagelyks aan het Keizerlyke hof vereifcht werdt, en hy daarom geene gelegenheid tot befmetting aan het zelve geeven mogte. Om welke reeden dan ook de Baron van Swieten zyn tedergeliefden Zoon in het Collegie der Thereliaanen niet behandelen mogt, maar de zorge van dit dierbaar pand aan andere Geneeskundigen moeit overlaaten. En, daar (ö bittere fmerte!) van dertig deezer Edele Lyderen, die door deeze ziekte waren angetaft, negenentwintig herllelden, zoo moeft deeze alleen den Tol aan deeze wreede ziekte betaalen. Een ilag waarlyk, niet dan voor zoo een man te draagen: Hy onderwierp zig daar aan op eene grootmoedige en byna onnavolgbare wyze , wel waardig om hier woordelyk te laaten volgen. Op deeze fmertelyke tyding antwoorde die groote Geneesheer met een bedaart gelaat:' Alle tienden des hands , leiden van de Zaaden en Vrugten des Booms, beeft God wel eer gewildt, dat hem geheiligd  i4o Proeve over de Voorbehoedins. o ligd zouden worden : indien het Hem behaagt; uit deeze zieken alleen de dertigfte voor zig, en daar toe myn Zoon te kiezen; zuaarom zoude ik, die my gehoorzaam aan zyn wil onderwerpe, hem dan niet bedaardelyk over geeven? (y). Men zie ook, hoe zorgvuldig de Heer le Ca mus omtrent dit ftuk wilde gehandeld hebben (z). — Even eens is het met de konftige of ingeente pokjes geleegen. Want, dat deeze van een befmettend vermoogen zyn moeften, was een zaak van al te groote aangelegenheid, dan dat men omtrent dezelve niet zeeker ware, om dat anders de twyffeling niet konde weggenoomen worden, of men op nieuw door de natuurlyke pokjes konde befmet worden. „ Frelvd , die 'er „ eerft aan getwyfïeld hadde, wierd nader„ hand door proeven overtuigd, dat de inë'n„ ting de regte ziekte voortbragt!'. Het geen de Heer Hovius omftandig bewyft i, uit de gelyke eigenfchappen met de natuurlyke pokjes. 2. uit de vrees van de veripreiding. 3. uit (3O Ibidem, pag. 409, 410, 411. (2) Projet d' Anéantir la petite Verole, par Jlf. le Camus, DoEteur.Regent de la Faculté de Paris, &c. a Paris 1762. Are II. n°. 4.  der Kinderpokjes. 14* 3. uit het inenten met den Etter, die door inenting medegedeeld was. 4. uit de evengelyke befmettelykheid, den dampkring zelve aandoende, waar door de geenen , die vrugteloos ingeënt waren , befmet wierden O*}. „ TissoT,zegt de Heer Hovius, „ die de Inenting niet alleen met iever, „ maar te gelyk met oordeel, heeft verdee„ digt, ftelt het als eene beweezen waar„ heid, dat het gif der ingeente pokjes „ allezins het zelve zy, als dat der natuur„ lyke, en daarom ook in een gelyke hoe„ veelheid befmettelyk, en weigert teffens „ te gelooven, alle die anders denken, of „ voorgeeven anders te gevoelen, want hy „ had de pokjes zelfs door de Etter der „ ingeënten voortgebragt " O). En Butini erkende het effecT: van de inënting, wanneer die andere befmettë (b). Een zaak, die tans niet alleen algemeen bekend, maar dagelyks en byna meelt in gebruik is. Gatti erkent niet alleen, dat de ingeente pokjes zoo befmettelyk zyn als de natuurlyke, maar zegt zelfs, dat één Ingeente, als (z*) Ibidem pag. 314- 316. (a) pag. 412. (b) pag. 413.  142 Proeve over de Voorbehoeding als men in x geheel geen voorzorge gebruikt , de kinderpokjes door eene geheele Stad zou kunnen verfpreiden Cc); *t geen de Heer Hovius door een reeks van waarneemingen , genoomen van de pracautie der inënters, en door exemplen van daadelyke, perfoneele, en algemeene befmettinge bewyft (d). En, behalven de voorbeelden, uit de Haen aldaar aangehaald, zoo beveftigt de Hoogleeraar JvIurray , der inëntinge anders zeer toegedaan, dat door eene zeer groote onvoorzigtigheid de pokken door de inenting eens verfpreid zyn; hoewel hy agt, dat het dwaas is te gelooven, dat door de inëntinge de pokjes eene algemeene heerfchende ziekte zouden kunnen worden; gelyk ze na 1765". niet meer algemeen te Stokholm geheerlcht hebben (e). En, hoewel het duifter fchynen mogt, dat de befmetting daar door algemeen wordt, zoo CO pag. 413. CO pag. 413-422. CO Hiftoria Infitionis Variolarum in Suecia &c. pag. 147. Geneesk. Bibl. IV, Deel pag. 592. De Hoogleeraar De Haen heeft egter een voorbeeld uit Whitte opgegeeven van algemeene Pokjes dooide inenting voortgebragt. Zie de Exempelen by Hovius aangehaald pag. 418.  der Kinderpokjes. 143 Izoo kan het nogtans niet ontkent worden, dat de inenting in ftaat zyn zoude, wanLeer de noodige voorzorgen niet in agt genoomen worden \ het fmet te verfpreiden, jhet geen de Heer Verschuir insgelyks toeJftemt (ƒ> Vernage klaagt over de onagtfzaamheid en nalatigheid , waarmede de fFranfchen de inenting verrigten; ook ver- wyt hy aan de Inenters, dat zy zig weinig bekommeren, om den voortgang der bejfmettinge te beletten, waar door het getal jder zieken grootelyks vermeerderd wordt, (g) Waarom dan ook de inenting afgeraaden !wordt op die plaatfen, daar de natuurlyke ziekte, over het geheel, minder menfchen Il aantaft, en alleen om het vyfde jaar onder jhet Volk zig openbaart O). Om welke reeden dan ook de inenting door een Arreft j van het Parlement te Parys verbooden, en de befmetting daar door verminderd is (*). §. XLIf. (ƒ) Verhandeling over de Inenting der Kinderpok1 jes, pag. 162. I (g) Obfervations fur la petite Verole. Geneesk. I Bibl. II. Deel pag. 56. (/;) Hollandfihe Maatfihapp. der Wetenfihappen, IX. Deel III. St. pag. 496. (i) Ibidem, pag. 419-  144 Proeve, over de Foorbehoeding %. X L I L Het zorgvuldig waaken tegen de ver/preiding van het fmet, en gemeen maaken van hetzelve aan anderen , heeft zyn opzigt tot de Overheeden, tot de Geneesheeren, of tot elk voor zyn eigen hoofd. i. Met betrekking tot de Overheeden ; dezelve kunnen in deezen door hun gezag en wyze maatreegelen veel toebrengen in het tegengaan der verfpreiding en 'afweering van het gif. Diemerbroek heeft ons in zyne Verhandeling over de Peft een aanmerkelyk hoofdftuk nagelaaten over de burgerlyke Foorbehoeding derzelve (k), het geen 23 Articulen bevat, die elk op zig zeiven omftandig verklaart zyn; en, offchoon 'er veele zaaken in voorkoomen, die alleen haar opzigt tot deeze vreeffelyke plaage hebben, zoo behelft het dog ook veele zaaken , die van vrugt zouden kunnen zyn in het tegengaan der Kinderpokjes. En de Heer le Ca mus heeft zyn ont werp, om de Kinik') De Prophylaxi politica, Lib. II. cap. III. De Pejle.  der Kinderpokjes. 145" Kinderpokjes geheel uit te roeijen, alleen tot twee hoofddeelen gebragt; als, tot de mogelykheid om het uitkomen der kinderpokjes te beletten , door geneesmiddelen (par les moyens Phyjiques ): en tot de mogelykheid om dezelve uit te roeijen, door burgerlyke middelen (par les moyens Politiques ): \ welk dertien raadgeevingen bevat , die haar opzigt, even als in de Pelt, op het verfpreiden van het fmet hebben, en door hoog gezag haare kragt verkrygen moeiten (/). Het heeft ook aan geen voortreffelyke voorbeelden van zoodanige voorzorgen in deezen ontbrooken. Want behalven het voorbeeld van het Arreft van het Parlement te Parys van den 8. Juny 1736. zoo eeven bygebragt, en het nut van zoodanige voorzorge in America (w), vindt men diergelyk loflyk beiluit in de Bur- (O l. c. no. 7, 8 5 11, 12. (m) pag. 138. confer Maty, Journal Brittannique A°. 1752. üe Hottentotten, voor de domfte der bewoonders van den Aardkloot gehouden, den befmectenden aart, en de llagting, die deeze ziekte, hun door de Hollanders medegedeeld, had aangebragt, ondervindende, flooten hunne Kraaien door vcrlehanfchingen af, welke zy met pyl en boog 'verdedigden, en den befmetten overklimmeren met dezelve doodeden, Mead de Variolis, pag. 306. K  1^.6 Proeve over de Voorbehoeding Burgervaderen te Oxfort. De Heer Roux heeft ten deezen opzigte een aanmerkelyken brief van Doctor Kelly , Hoogleeraar in de Geneeskunde te Oxfort, gefchreeven den 30. July 1763, medegedeeld, waarin gezegt word: „ De Atfagiftraat van Oxford „ heeft 't zedert kort bevoolen, dat alle de geenen, die natuurlyke Fokjes hadden „ in de Dorpen of naaftgelegen Plaatzen 3, van Oxfort, niet in de Stad mogten ko„ men om zig te laaten bezorgen, en dat, „ voor dat deeze voorzorge genoomen was, „ de natuurlyke Pokjes in de Stad zeer waa„ ren toegenoomen " (n). Gelyk om de zelve reeden ,, op den 2. April 1765". aan „ alle Doftoren in de Medicynen en Mees„ ters Chirurgyns, door de Magiftraat in „ sHage verbooden werd, eenige inenting 3, van de Kinderpokjes te doen of te laaten 3, doen 3 aan lieden van buiten reeds inge„ bragt, of die aldaar in '/ vervolg mog„ ten inkoomen " (0). Het geen men insgelyks zegt, van de Wethouderfchap te Amfterdam gefchied te zyn. Zyne Majefteit van Pruiffen, het oordeel van zyne (n) Hollandfche Maatjchapp. I. c. pag. 438(•) Vitgezogte Verhandel. X. Deel pag. 298.  der Kinderpokjes. 147 ne Hoogleeraren over de inenting ingenoomen hebbende, verbood dezelve in zyne Staaten (ƒ>); en heeft nog, in het begin van dit jaar, by eene Koninglyke Ordonnantie gebooden, de Lyken, aan de kinderziekte overleeden, eens zoo diep, dan naar gewoonte, te begraaven (q). In Zweeden zyn op hooge ordre openbaare Hospitaalen opgerecht, en een groot Hospitaal ten gelyken einde te Stokholm (r): gelykerwys nog onlangs door de tegenwoordige Keiferinne van Rusland op het Eiland Petersburg bevolen is (s). Men heeft onlangs te Koppenhaagen begonnen buiten de Stad een huis op (p) Roncalli in Variolarum Inoculationem Diiïert. Epijlol. Nov. A. P. M. Vol. 11 App. pag. 172. ( q ) Volgens de Nieuwspapieren. Indien de reflectie, welke men inde Rotterdamjche Courant van Dingsdag den 25. September 1770. uit Augsburg, agtervolgens de waarnemingen van Mercurialis, ïvIead, Hussel, en andere beroemde Geneesheeren, gemaakt heeft, gegrond is, dan zoude het bet »raaven der befmette goederen, zoo wel als dat der yken, het gefehiktlte middel zyn om het fmet te verdoen. (?•) Murray, Hijloria Infition. Variolarum in Suecia, pag. 70. Geneesk. Bibl. IV. Deel pag. 539. (s) Gazette Salutaire, N°. XXII. du jeutji, j, uin 1769. K 2  i^S Proeve over de Foorbehoeding op te rechten voor die geenen, welke zig willen doen inenten, waar toe de Koning, geduurende de vyf eerfte jaaren, jaarlyks vierduizend daalers geeven zal (t). De Hertog de Filars, een groot begunftiger der inenting, had zelve reeds in het jaar 1761. „in de Hoofditad van zyne Land„ voogdye een Hospitaal opgerecht, waar in allen, die 'er zich toe aangeeven, op „ zyne koften ingelaaten , voorbereid en „ ingeënt worden " (u). Welke heilzaame voorzorgen ook de eenftemmige begeerten 2. der Geneesheeren zyn. De Hoogleeraar Krause te Leipzig, de eerfte van allen, die in het midden van den tegen•woordigen Pok-itryd op middelen bedagt is geweeft, om dezelve uit te roeijen , raadt, „ dat men ten dien einde leeze alle 5, de Schryvers, welke over de Peft ge„ fchreeven hebben, en in 't werk ftelle, „ al wat zy voordeelig gevonden hebben, „ in die hoope, dat de pokjes, zoo dezelve „ in de eerfte jaaren niet geheel uitgeroeid „ kon- (t) Geneesk. Bibl. VI. Deel ï\ï. St. pag. 718. (u) Nederlanclfche Letter cour ant, VI. Deel, 92ftc Stwk, 17. Novemb. pag. 317.  der Kinderpokjes, 149 konnen worden, om dat zy mogelyk in „ Europa te diep ingeworteld zyn, ten „ minflen in den beginne niet zoo alge„ meen zouden woeden , en eindelyk in „ Europa zoo zeldzaam, als de Pelt zou„ den gevonden worden " (v). Rast dagt „ dat men om den voortgang van het „ vergif der pokken te beletten en het zelve „ geheel uit te roeijen, dezelfde middelen „ zoude moeten gebruiken, welke ten on„ zen tyde met een zoo gelukkig gevolg „ gebruikt worden om de peft te ontgaan : „ hy geeft namelyk den raad, dat de zie„ ken afzonderlyk in een Gafthuis zouden „ opgeüooten , en de voortgang der be„ fmettinge door een wagt van Soldaaten „ zoude verhindert worden " (zv). Richard wil, „ dat, wanneer de pokjes in eene „ Stad (v) DiJJert. Med. de Variolarum exjlirpatione infitioni fubftituenda. Refpondente F. G. Beer , Lipf. 1762. pag. 36. Comment. de reb. in fc. nat. cjf med. gejl. Vol. XIII. pag. 50. Geneesk. Bibl. II. Deel III. Sc. pag. 546. ( w) Rejlexions fur 1'lnoculation de la petite Vero, le, fur les moyens quon pourroit employer pour de. livrer l'Europe de cette maladie, Lyons 1763. pag. 20, Commentar. de reb. &c. 1, c. pag. 55. Geneesk. Bibl. I c. pag. 54j. K 3  150 Proeve over de Foorbehoeding „ Stad zig beginnen te openbaaren , der„ zeiver befmetting en voortplanting als „ dan op alle mogelyke wyze zoude moe„ ten belet worden " (x). Vernage raadt ook, „ dat men Gafthuizen oprigte, en de Zieken, zoo veel mogelyk is, van „ den omgang met de overige menfchen af„ houde " (y). Le Hoe verzoekt, „ dat, indien de Overheid de inenting mogt „ toeftaan, zy te gelyk beveele, dat de„ zelve meer dan drie uuren van de Stad af „ verrigt worde, en dat zy, die de ziekte „ ondergaan hebben, en in de Stad weder„ komen , in veertig dagen den omgang „ met alle anderen vermyden " (2;). Roux, na dat hy 1. de inenting niet alleen voorgeflaan, maar door het oprechten van Galt. huizen had zoeken aan te moedigen; zegt in (x) Tentam. juvenile de Variolarum exftirpatiom quxrenda primum, illique fubneclenda Variolarum infitione, AuStore B. Richard, Ivionfp. 1764. pag. 12. Commentar. de reb. &c. /. c. pag. 59. Geneesk. Bibl. I. c. pag. 560. (y) Obfervations fur la petite Verole naturelle £f antificielle ; a la Haye 1763. Comm.de reb. &c. l.c. pag. 203-, Geneesk. Bibl. pag. j66. (z) Avis fur rlnoculation de la petite Verole 17Ö3. Comment. de reb. I. c. pag. 206. Geneesk. Bibl. I. c. pag- 570.  der Kinderpokjes. 151 in het 2. articul van zyn fchriftelyk berigt onder anderen, „ dat 'er, om te beletten, „. dat de Ingeente de befmetting niet zou„ den verfpreiden, een verbod nodig was, „ om in geen Collegien , Koft - fchoolen, „ of Huizen, daar men zieken oppaft, in „ te enten , met uitzondering der laatften , „ indien zy voornaamen, om geen andere „ dan deeze lyders te herbergen. 3. dat de „ Ingezetenen niet buiten haare wooningen „ mogten gaan , van den tyd af dat ze be. „ fmet waren, tot dat haare wondjes ge„ neezen waren " (a). De Heer Petit en beneevens hem de Heeren Geoffrov, LowtY, Maloet enTniERRY, zeggen in de Geneeskundige Vergaderïnge, door lalt van het Parlement 1764. te Parys gehouden : „ dat men de ingecfnte geheel als bui„ ten de famenleeving behoorde te houden, „ door 'er niemand by te laaten, dan wels, kers hulp hy noodig heeft , en welke „ van het fmet niets te vreefen heeft " Q}. 't (a) Raport fur Vlnoculation, pag. 51,58. Holland, fche Maatfchapp. IX. Deel, 3. St. pag. 436. Memoire fur Vlnoculation, &c. Comment. de reb. &c. 1. c. pag. 225. Geneesk. Bibl. I. c. pag. 787. (b) Premier Raport, pag. ih, 115. HoUandfche Maatfchapp. I. c. pag. 577. K 4  152 Proeve over cie Foorbehoeding 't Geen ook door de gedagten der Engelfche Geneesheeren en door hunne pryzenswaardige voorzorge beveftigd wordt. „ Hux„ ham , zegt de Heer Hovius, Doctor te „ Pleymouth, onder de Geneesheeren zeer „ beroemd, en die zonder drift de Inën„ ting, zoo verre ze pryzenswaardig is, „ verdeedigt heeft, door de beëdigde Com„ milfariiTen der Paryfche Faculteit, om „ onderrichting op dit ftuk gevraagd zyn„ de, antwoordde hun den 26. Mey 1763. „ Ik vreefe, dat deeze manier van behan„ delen met al te veel vryheid en zonder „ de vereifchte-voorzorge gebruikt is, want „ door het overbrengen van het zaad der „ ziekte, om de Pokjes in te ënten, heeft „ men hier en daar, alwaar ze anders moo» gelYk niet zouden gekomen zyn, door „ befmetting , gints en derwaarts de na„ tuurlyke Pokjes voortgeplant. Derlial„ ven, alfchoon deeze bewerking aan veelen „ heilzaam zy, is dezelve egter daar en tee„ gen aan veel grooter aantal doodelyk ge„ weeft, om dat ze daar door ontydig de „ natuurlyke Pokjes hebben gekregen " (c). In CO Hollandfcht Maatfchapp. L c. pag. 4.9.  der Kinderpokjes. 153 In het Gafthuis der kinderziekte te London worden de Lyders (zoo als wy booven pag. 136. reeds zagen) „ niet alleen zoo „ lang gehouden, tot dat ze niet meer be„ fmettelyk zyn, maar teffens worden hun, „ geduurende den tyd dat ze daar blyven, byzonder daar toe gefchikte kleederen „ bezorgd , en hunne eigene kleederen worden afzonderlyk bewaard, en naar het voorfchrift van Ha les, even als in andere befmettelyke ziektens, door den 3, rook van brandende zwavel zorgvuldiglyk 3, gezuiverd en hun wcdergegeeven in een 3, plaats, die van het Gafthuis is afgezon,, dert, ten tyde , wanneer zy 'er uits, gaan " (d). — Het ware derhalven zeer te wenfchen, dat de Vorften en Overheeden meer aan deeze algemeene en welgegronde klagten der Geneesheeren gehoor gaaven; daar ons welvaarend Gemeenebeft in een goede order te bewaren, en het welzyn van haare Ingezetenen, vooral in aanfleekende ziektens te betragten , allezins dermate oplettende is, dat zy den nabuuren zelve (d) Ibidem, pag. 406. K 5  154 Proeve over de Voorbehoeding zelve daar in den voorrang betwift, waar van de meenigte openbaare Gebouwen tot voorkoming en ftuiting van zulke woedende plaagen, en bezorging van onvermogenden ipreekende bewyzen zyn (e). Mogten deeze (gelukkig!) leedig ftaandeHuizen tot zoodanig heilzaam oogmerk gebruikt worden ; 't zy om den onvermogenden lyder in tyds daar in te ontfangen 5 en zoo de kragt der ziekte in den beginne door bekwame middelen tegen te gaan, en de algemeener befmetting te verhoeden; of tot gelyke eindens om de inenting te verrigten, en de meerdere verfpreiding van het gif voor te koomen! waar door men, gelyk in het inëntings Hospitaal te London, en door de verdere geneezende behandeling, eene aanmerkelyke verzagting in deeze ziekte zoude hebben te verwagten; en een grooter aantal lyderen uit de kaaken des doods ogenfchynlyk redden , en het gif aüeügskens verminderen en verzagten kunnen. De Hoog- leer- (e) Nog onlangs hebben hunne H. H. M. M. zulks getoond in het vroegtydig emaneeren van het Plakaat, in dato den 28. Auguft. 1770. tegen de verJpreiding der Peailentiale ziektens in Podolitn cn Vohlnisn s enz.  der Kinderpokjes. ij? leeraar de Haen, fchoon geen oogmerk op de inenting hebbende, heeft zulke liefdadige Huizen om de natuurlyk befmette te ontfangen, en eene goede gencezing te bezorgen tot dezelve eindens, gelyk de Heer Tissor dergelyke tot beter behandelinge der ingeente, aangepreezen (f). De Heer le Camus is van dezelfde meeninge; zelfs zoo, dat hy huizen buiten de Stad of aan den waterkant wilde opgericht hebben ter ontfanging van Inwoonders, en andere tot die van Vreemdelingen (g). Dat 'er tot alle hulp in de zeiven byzondere Perfoonen en noodwendjgheeden worden befchikt, en dat niemant, ter voorkoming van de verfpreidinge zonder verlof uit dezelve ga (Z>). En, offchoon de Inenting nog zoo veel voordeel hadde, zoo kan dezelve nooit aan het waare oogmerk (te weeten de uitroeijing der Kinderpokjes) beantwoorden, indien dezelve niet met de vereifchte omzigtigheid en voorzorge wordt in 't werk gefteld: want, hoe gelukkig ook de Inenting ilaage in de daar toe (ƒ) Qjtceft. fuper inocul. pag. 42. lettre d Monf. de Haen , pag. 56. &c. (g) Artic. II. n°. 1 en 2. \h) ibidem, n°. 3 en 6.  156 Proeve over de Voorbehoeding toe uitgekooze , gezonde en voorbereide lichaamen, zoo moeten toch de geenen v/aar aan de inenting niet wordt in het werk gefteld aan het lot deezer ziekte blootgelteld blyven ; vermits door de Inenting de befmetting algemeener en dunrzaamer gemaakt wordt; nademaal men reedelyker wyze volgens de ondervinding mag onderftellen , dat de algemeene heerfchende kinderziekte, om de vyf jaaren, korter of langer, kome, en dan geheel ophoude. En mogelyk kan dit wel de reeden zyn, waarom 'er buiten de ingeënten, meer na evenredigheid aan de natuurlyke pokjes te London, dan op eene andere plaats, of plaatfen, fterven (/), Doch niet alleen is het de pligt van Overheeden en Geneesheeren, maar ook 3. Van (i) Rast meent te moeten befluiten uit de fterflyften, dat 'er te London 22700. of ten minflen 16294 meer aan de kinderziekte geftorven zyn, dan voor de Inenting /. c. Geneesk. Bibl. II. Deel. 3. St. p. 543. Men zie dit wel wedcrlegt door Chateeeux ibid. pag. 548. & Relhan ibid. pag. 551. Dewelke , offchoon hy de onzekerheid der berekening Uit de fterflyften a'antoond; echter toeftemd , dat het getal van hen die aan de kinderziekte overleeden zyn, vermeerdert is, en dat 'er, na dat de inenting in gebruik gebragt is, jaarlyks omtrend ij meer ge-  der Kinderpokjes. 157, 3. Van een yder , forgvuldig de voortplanting van het fmet te verhoeden; 't welk grootelyks zoude bevordert worden, door het omzigtiger behandelen van het vuile linnen , dekfel en de kleederen ; door de eerfte niet op algemeene bleeken te zenden, voor dat die eerft in het huis zelve waren gewaffchen, berookt en lang gelugt; en de andere niet te ras weg te geeven, of te laaten verkoopen, ten zy met gelyke voorzorge van berooken, en lange vertoeving na eeftorven zyn. pag. 553 > 554- De Heer Hovius zegt, „ in 't jaar 1721. werd de Inenting aldaar het eerfte beproefd, en van het jaar 1700. tot 1709. " ingefloten , zyn in London geftorven 209434 Meni fchen , en daar onder 10441 aan de kinderziekte, '! dat is omtrent js deel. Van het jaar 1710. tot ' 1719. geftorven 238461, en daar van 21428. of bv na -•- deel aan de kinderziekte. Maar, na dat " nu de'konft van Inenten, zoo als men wil, tot " den hoogften trap van volkomenheid gebragt was, " en 'er een overgroot getal-tegen de natuurlyke " nokjes beveiligd waaren, zyn 'er echter van 't " iaar 1750. tot 1759. ingefloten, geftorven van de "08A9T; Menfchen 19659. WO de kinderziekte, " dat is omtrent 104 gedeelte van het geheel. Van " het jaar 1760. tot 1764- ingefloten, 116564, en " daar van 12419. aan de kinderziekte, dat is by na " i deel; en in 't jaar 1765. van 26143- geftorvene, " waren 'er 1584, dat is, 4 door de pokjes gefneu„ velt, " l.c. pag. 428.  1)8 Proeve over de Foorbehoeding m de befmetting (7*): Diemerbroek wilde, dat men in Pefttyden in geen jaar kleederen of meubilen verkoopen mogt (k). Zoo konden de geenen, die Eetwaaren behandelen, alwaar de kinderziekte regeerde, zig wagten van veel omgang met de zoodanigen te hebben, vooral ten tyde van het zweeren en droogen der pokjes; en niet anders kun- (i*) Mogelyk is 'er geen middel, waar door de befmetting algemeendcrwordt overgebragt, dan het linnen en de kleederen. Le Camus is hier omcrend, en dat met reeden, zeer zorgvuldig, n°. 6. en wil zelfs, dat alles , wat 'er in het Vertrek van den Pokzieken, van kleederen als andere behoeften, ook van die geenen, die hem hadden opgepaft, in eene byzondere aangeweezen plaats, verbrand wierden, en dc overtrceders wierden geftrafc. n°. n. (k) Lib. II. Cap. III. no. io. De Ptfle. En hoe veel maanden dat het fmet zig in Rror>, 't geen aan den regen , wind en lugt bloot gefield gcweefl wvs, bewaard hadde, kan men by dien zeken Schryver Lib. IV. Hiflor. CXIX. pag. "267. met verwondering zien. Men weet uit de inëntings hiftorie van verfcheiden, hoe langen tyd dc etter zyn kragt in den draad bewaard heeft, e'n na maanden, ja een jaar, nog het vermogen had, om de kinderpokjes mede te deelen. Hollandfihe Maatfeh. I. c. pag. 404. cn andere plaatfen meer. En, hoe lang het fmet in de huizen zig onthouden kan, is af te neemen uit het geval van eenen man, die door de pokken aangetafl werd, wanneer hy in een kamer gekomen was» waar in drie maanden te vooren een menfch aan de pokjes had ziek geleegen. conf. Krause /. c. §. V.  der Kinderpokjee. ijp kunnende door onvermogen van de nodige hulp, alles aanwenden om de lugt in de huizen te verbeeteren; haare handen telkens te walTchen en te reinigen, met water, of water en Azyn, voor en al eer hunne waaren aan anderen over te doen; en zig vooral te wagten , dat de Etter of de pokftof geen gemeenfchap aan hunne kleederen hadde, en daar door het fmet overgebragt werd (£*). Ein- (k*) En hier op {leunt het voornaame gevoelen van M. Paulet, (wiens gedagten wy booven pag. 133. reeds gezien hebben over de manier van befmetting der kinderpokjes, om dezelve geheel uit te roeijen,) oordeelende: „ dat men een kind van daag befmet zyn„ de met de pokftof in een huis, want het is onno„ dig, zegt hy, het elders te brengen, zig terftond ,, nergens anders mede beezig houde, als met het ,, onderzoek van het befmette lichaam, dat de ziek,, te heeft voortgebragt, ten einde het geen nieuwe „ befmetting veroorzaake. Men zuivert het door ,, berooking , met Azyn en heet waater. Het is ,, gemakkelyk te ontdekken, als men den dag weet, ,, dat men "het fmet hebbe aangeraakt (zynde den 4. of jden dag voor de eerfte toevallen der ziek,, te) , en van eene verdagte plaats gekomen is» ,, Indien 'er geen opening is aan het lichaam van denzelven, indien 'er geene uitbotting in eenig ,, deel is, zoo is het nog geen tyd om voorbehoeding ,, te gebruiken, men moet de verëttering afwag,, ten, [het tegendeel zal beneden blyken. ] Maar, „ wanneer de puisjes open zyn, en de etter vloeidj wanneer de konten zig vormen, dan is het dat „ men  i6o Proeve over de Foorbehoeding Eindelyk is het wel algemeen genoeg, maatniet voorzigtig genoeg, wanneer men zig met ingeente pokjes wyds en zyds begeeft, alles handteert, vooral onder de veré'ttering en het droogen derzelven, gelyk der huisbedienden , die in het gewoon waarneemen van hunnen dienft , behandelen van alle haar „ men zorg dragen moet, dat een onvoorzigtige „ morfiige zieken oppasfter, door haar jak, rokken, „ japon of fchortelkleed, de ziekte in andere hui. „ zen niet gaa verfprcidcn. 't Is dan , dat men „ toezie dat geen vreemde den lyder of zyne klee„ deren aanraake, en dat men aan deeze verbiede, lichaamen die vatbaar voor befmettinge zyn aan „ te raaken. Het is in deezen tyd nodisi, dat men „ zorgvuldig het vuile linnen alleen of afgezonderd „ houde. Maar de groot/te fout van allen is, dat 5, men toeftaat, dat den lyder met zyne rooven uit„ gaat: want alle de oplettendheid moet men vefti,, gen op de Etterwording en rooven: na het afval,, len derzelven, zal met het lichaam van den zie- ken , voor al de plaatfen daar litteekens zyn, ,, waffchen en betten met doeken in een warm "af„ kookfel van Jenever-hout of beffen gedoopt, [dit „ is een fterk tegengift, als beneeden nader blvken „ zal. "I Al wat tot dienft van den lyder geftrekt ,, heeft, van het begin der rypheid der korften , tot „ haar volkomen afval, zal terftond in kokend wa„ ter geftoken, en nauwkeurig gewaflehen worden. „ De meubilen, welke de lvder aangeraakt heeft, ,, zullen met fchuiers in Azyn gedoopt afgeboend „ worden. Men zal hem verbieden te leezen, „ papier, meubilen, enz. aan te raaken, en, indien de nood het vordert, zal men hem leêre hand- ,, fchoe-  der Kinderpokjes. 16*1 haar aangeboden en over te geevene zaaken, verkeeren onder Menfchen tot het volvoeren van hunnen pligt, op eene ongevoelige wyze het zaad der befmettinge verfpreiden kunnen (l). En de roem, die men daar op draagt, is wel een bewys dat men tracht de vooroordeelen te vermeefteren, maar anders in zig zeiven aangemerkt een loutere hèrflenfchim , en victorie blaazen, zonder overwinning. §. xuu. ,, fchocnen aangeeven, daar niemand zig voortaan ,, van bedienen zal, ten zy dezelve ter deeg ge„ walfchen en van het fmet ontdaan zyn. Men zal „ het lichaam van den zieken verfcheide maaien „ waffchen; men zal hem fchoon linnen aantrekken „ en alzoo laaten uitgaan» Gazette Salutaire, n°. X. 7, du Jeudi 9 Mars 1769. " Wel is waar, dat zig vei'fch'eide zaaken in dit voorftel opdoen, die moeilyk, ja onmogelyk ter uitvoer ce brengen zyn, en dat ze zonder dc geneeskundige beftryding. van het fmet zelden voldoende zouden zyn; maar het is ook aan de andere kant zeeker, dat de genoemde pracautien te veel vcrwaarlooft worden ,en dat door de gewoonte en algemeenheid dier ziekte, het gevaar niet genoeg gevreeft, en door te veel onvoorziene verfpreiding van het fmet , ongelukkigen op het onverwagtft flagtoffers worden van deeze zoo veeltyds doodelyke befmettinge. (I) Hoe gevaarlyk de omgang met befmette Perfoonen in Peft - tyden zy, en hoe het fmet door de kleederen wordt overgedragen, heeft Diemerrroek omftandig aangcweezen. /. c.Lib. II. Cap. III §.IU,X» pag. 77, 79. le Camus dagt ook niet anders wegens de Pokjes. Men zie zyne gegronde redenering, pag. 33,  i6z Proeve over de Voorbehoeding ^ XLIII. De Geneeskundige Voorbehoeding is" wederom tweeleedig, of die zyn opzigt heeft op de Leevenswyze, en Diatica genoemd wordt ; of die door Geneesmiddelen volvoerd, en Medi ca gezegd wordt. L Tot de eerfte behooren een gefchikt beflier van de fes zoo genaamde niet natuurlyke zaaken ; door welke de gezondheid bewaard , de ongefteldheeden verbeterd , en de ziekten afgeweerd worden. i. In de allereerfte plaats komt de Lugt in aanmerking, door welke deeze ziekte fomtyds voortgebragt wordt. Dezelve wordt tweezins befmet; of door eene eigenaartige ongefteltheid, hoedanige Forestüs in eene algemeen doorgaande Pokziekte aangemerkt heeft (/»), en neevens hem Amatus Lusitanus («). En dit heeft plaats, wanneer de (m) Lib. VI. obf. XLIV. te Delft van Oüober 3562. tot den gantfchen Somer van 1563. (n) Ibidem, te Alkmaar 155ï. Het is opmerkeJyk, dat algemeen doorgaande kwaadaartige ziektens, veeltyds van eene ongefteldheid der lugt, als aanhoudende vogtigheid, laage dampkring, en daar uic  der Kinderpokjes. 16*3 de ziekte voor eenen tyd heerfcht, en dart weeder geheel wykt. Zoo heeft de opmerkende Chesneaü reeds waargenomen, dat van algemeene doorgaande ziektens, of zulken, die met uitllag of wormen verzeld zyn , waar onder de Kinderpokjes behooren; ofte wel zoodanige, die uit beiderlei foort zyn famengefteld, meelt de overhand hebben (V). Of uit gebooren wordende broeijerlde lugt, en menigte van veelerhande infe&en worden voorafgegaan; 't welk van de aanteekeningen van Hippocrates af, tot de jonglte waarneemingen toe, beveiligd wordt , en omllandiger door my aangeweefen is in Hijioria. Conjlitutionis Verminojtz &c. §. XXII. pag. 24 & 25. Zeer nadrukkelyk vraagt Huxham: „ Is 'er niet ,, eenige byzondere getteldheid van den dampkring „ bekwaam, om uitflag in de lluit te verwekken? „ Gewiflelyk zyn, wanneer de Kinderpokjes, of „ koorden met uitflag heerfchen, insgelyks al„ lerhande uitflag, als Roodvonk, Roos, Schurft, „ enz. genoegzaam gewoon op dien zelfden tyd „ aan te vallen , gelyk zeer dikwils waargenoo- men wordt : heeft niet het gemeen en de „ Vrouwtjes voor lang geweeten, dat de Maze„ len, of het roodvonk, de kinderpokjes veeltyds „ voorafgaan ? Moet men daarom den Voorbehoe„ denden raad daar niet van afneemen. ? " 't Geen hy door de mogelykheid van Mercurialia, in gelykïlagtige huidsgebreken zoo nuttig en ter dooding van de wormen in de ingewanden teffens dienflig, verder aandringt; gelyk beneden ter zyner plaatfe blyken zal. Co?ijlit. aëris 1735. /. c. 'lom. 1. pag,' 135. B. lo) Lib, III. cap. 8. L S  IÓ4 Proeve over de Foorbehoeding Of zy wordt befmet door mededeeling of koeftering van het zelve. De befmetting, die door de lugt voortgebragt of vermeerdert wordt, is befwaarlyk door algemeene Middelen tegen te gaan. Want, oflchoon , Hippocrates wel eer het geluk had, door het aanfieeken van groote boffchen , zyn Vaderland voor de aannnaaderende Peft te bevryden, zoude men tans bezwaarlyk een brandftapel toerichten, daar in ons Nederland nauwlyks zoo veel hout groeit, als tot het huishoudelyk gebruik van nooden is. Weshalven deeze verbeetering in de bereiding der lichaamen, of in de byzondere verbetering zelve , moet gezogt worden. ■ De befmetting, uit verf prei'ding van het gif voortgebragt, zal bezwaarlyk verholpen worden, by aldien men niet, zoo veel mogelyk is, dezelve zorgvuldig vermydt, en in agt neemt alle de voorzorgen, die ( §. XLI1. } uit voornaame Mannen aangeweezen zyn. Hoe verre de Dampkring daardoor befmet wordt, is niet wel met zeekerheid te bepaalen (p). Maar wel dat het (p) Hollandfche Maatfihappy 9Deel. 3Sc. pag. 404. Verschuir Verhandeling over de Kinderpokjes pag. 139.  der Kinderpokjes. 16$ het gif zig aan denzelven mededeefe; en zonder verdere inplanting het vermoogen hebbe, anderen, die zig in den zelfden dampkring by befmetten vinden, aan te ftee? ken (q). En,offchoon den geheelen dampkring bezwaarlyk mogt te verbeeteren zyn, kan dit in byzondere huizen, volgens Diemerbroeciv , bekwamelyk gefchieden door den fpeceryagtigen en bederf tegengaanden damp, of rook, van Jeneverbeffen (r), Wierook , Maftik, Benzom, Barnfteen , Rosmaryn , Citroenfchillen, Jeneverhout, Laurier en andere foortgelyken (s). Waar by men de Campher vooral voegen kan; gelyk dit uit deffelfs tegengiftige kragt onder veelerlei bereidingen klaar blykt. Verder worden aangepreefen, Azyn, of desfelfs waaffem, op eenen gloeijenden fteen ver« (q) Holland/die Maatfchapp. ibidem, pag. 332. feq, (r) De vrugc van den Jeneverboom en de Jenever, boom zelve , zyn voortreffelyke tegengiften tegen het pokfmet, waarvan beneden omltandiger. (s) De Variolis £ƒ Morbillis Cap. VI. pag. 277. Gegoede lieden kunnen zig van kaerlfen uit zulke Hotten famengefteld, in hunne Vertrekken bedienen. Men vind daar verfcheide voorfchriften van in lier, Lexicon Galenico-Chemieo-Medicum van Elzevier 1 pag. 320- L3  166 Proeve over de Voorbehoeding verwekt CO* Zoo kan van zeer veeI Rllt Zyn het aanfteeken van kruit («): eindelyk kan ook de ververfching van de lugt, door de deuren en venfters, naar vereifch, en de gelegendheid van huis en lyder, open te zetten, zeer behulpzaam zyn. z, Omtrent het gebruik van Spyze en Drank, kan men in agt neemen, dat het niet raadzaam is dezelve te nuttigen in de vertrekken, daar pokzieken liggen, vooral van degeenen, die dezelve niet, of zeer twyffelachtig, gehad hebben; wyl, buiten de befmetting van de lugt in het vertrek op de fpyzen en drank, het fpcegzel nood- zake- ft) Van wat nut de waaflem van Azyn tot verbetering van de lugt en afwending van het fmet in aanfteekende ziektens zy , kan men omftandig by Diemerhroek l. c. pag. 89, 9° > 91 > 93 > 109> l}7> lót , en beneden in het volgende Articul 2. nazien. («) Bekend is de zuiverende kragt van het Buspoeder. Boerhaave heeft huisgezinnen w Peft-tyden van deeze plaage bevryd gezien , door eenige maaien des daags een vierendeel loots van het zelve, na de deuren en venfters geflootcn te hebben , jn een comfoor aantefteeken. De put die te Parys verfcheide Arbeidslieden gedood had , wierd gezuiverd door het aanfteeken van een granaad fn denzelven. Prcelett. Acad. in prop. Inftitut. Medic. ad §. 1120. Men zie ook DiemereROECx. hc. Lib- Ik cap. V. §, XII. pag. 93-  der Kinderpokjes. 167 zakelyk ter fpys verteering moet doorgeklikt worden, 't geen op zig zeiven aanleiding tot befmetting geeven kan Cv). Men eete goede en ligt verteerbaare Spyzen, met zuure fappen en faufen bereid, en die verder by de voorbereiding in aanmerking komen , waar van het dierlyke geweerd zy f». De Drank zy desgelyks, en verkoelende en verfriffchende: men vermyde de geeftige, en die aan gifting onderheevig Zyn 3. De beweeging des lichaams zy voor den geenen, die zulks bekomen kan, nog te vermoeijende, nog te weinig (v). Het geen onder die zelve bepaling zyn opzigt heeft tot den 4. Slaap, waar van de gematigdheid de lichaamen langfl by de gezondheid, en daar toe (v) F. Hoffmann Af. R. S, Tom, I. Part. II. cap. UI- §• XVI. pag. 204. ' " ' (w) Diemerbroeck de Variolis &Morbilhs cap. VI. pag. 277. cum cap. VI. lib. II. De Pefte pag. 94. feq. (*) Diemerbroeck l. c. pag. 278. cum pag. 98 po. §. Xlü &XIV. & F. Hoffmann l. c, §.XV1I. Schol. XT.r ( Proeve over de Foorbehoeding duidelyker, naardien hy zelve de voorbeelden van Sylyius en Diemerbroeck aanhaalt; . van welke de eerlle aan drie onderfcheide doorgaande Pelt-ziekten is bloot geiteld ; gewQGCt; dat hy gezond en vry van allen gebleeven is, om dat hy s'morgens den mond met Azyn reinigde en een fpons met den zeiven bevogtigd onder den neus droeg. Diemerbuoeck rade zelve daar mede de kleederen te bevogtigen, en werd door de Peil overvallen, na dat hy eenen morgen overgeflaagen hadde, zig van Azyn te bedienen (c); gelyk hy insgelyks getuigt, dat dit eenvoudig middel in de meelten, die dit gebruikt hebben, als een allerbeft voorbehoedend middel bevonden wierdt (d). Geeven de waarneemingen insgelyks van den Tabaksrook niet het zelfde op (e); en, 't geen verder gaat, dat de Peft de huizen •in welke Tabak verkogt werd niet aandeet, 'c geen van voornaame winkels te verCe) Ibidem, ad §. 1134. (d) De Pefte, Lib. II. Cap. X. §. XVII. pag. 117. & Lib. III. Cap. V. §. XXI. pag. 161. (e) Ibidem, Lib. II. Cap. X. pag. 107. 109. Hl. & Cap. XII. pag. 125.  der Kinderpokjes. 1?? verftaan is (ƒ) > Gewaagt de Hiftorie niet van Mithridates Koning van Pontus, die door het geduurig gebruik van tegengiften zoodanige hebbelykhéid verkreegen had, dat hy eindelyk van de fterkfte vergiften onaangeroerd bleef (g)} Maar behalven deeze bewyzen blykt de waarheid van het tegendeel zeer duidelyk uit de waarneemingen van Lobb , Richardson (h), Rose'n, Varnier en die ik zelve gedaan hebbe, in de kinderpokjes in 't byzonder. Eene andere bedenking wordt gehaald uit de onbekendheid van het vergif. De 'geleerde Hens ler (ij agt het niet wel mogelyk te zyn, een tegengift uit te vinden tegen een vergif, waar van men den aart X niet (ƒ) Hiftor. XViï. Lib. IV. pag. 199. Dit heeft F. Hoffmann in Dijfert. de Pefte ejusdemque curanda ratione §. 21. wel in twyffel getrokken, en fchoon men hein daar al in volgen moge, en het gegeeven exempel van Diemerbroeck te Nymeegen, min genoegzaam mogt achten, zoo is het bewys in hem zeiven genoomen met den rook van Tabak, wanneer hy zig van de befmetting voelde aangedaan, zeer kragtig. Zie de aangehaalde plaats, vergeleeken met Hiftor. XL. pag. 214. (g) Pliniüs, Lib. XV. Cap. 2. (A) Lobb, /. c. Tom. II. §. 640. pag. 415. (O SBn'efc u&ec &aë SSlatfcrMjm &c. pag. 10. Gtneesk. Bibl. IV. Deel pag. 767.  176 Proeve over de Voorbehoeding niet kent. Eene tegenwerping , die hier van geen meer klem is, dan in de behandeling der overige vergiften : dan byaldien men zulken alleen hulpe moeft toedienen , die door een gif, waar van deffelfs natuur volkomen bekend en voor de zintuigen geenzins verborgen was, dan zouden veelen aan hun noodlot hulpeloos moeten overgelaaten worden; daar in tegendeel de bevinding leert, dat derzelven veele den Menfch medegedeeld zynde, door bekwaame en gepafte middelen worden tegengegaan , en veel al met de noodige omzigtigheeden worden overwonnen. Gelyk het daar en booven genoeg is de uitwerkingen der byzondere te kennen (k). Dog by nauwkeurig onderzoek blykt, dat de pokjes niet? onbekend zyn; want dat dezelve, gelyk de Pefi het koud vuur voortbrengen, in haar foort eene byzondere koorts met ontfteeking, die in de huid tot verëttering overgaat, veroorzaaken; dat ze beiden door befmettinge (k) „ übi problema Medicum coufque folutum, „ ut tellet modo explicandum quomodo fiat „ relatio fatisfacïum erit quasfito," H. Boerhaavf Jnjiüut. Med. §. XXVII. &c.  der Kinderpokjès. ïff : tinge worden aangebragt: dat men derhal, ven, wanneer men de befmetting vermydt ! en de koorts voorkomt, mert deeze ziekte i volkoomen geneeft, die anderzins aan de i' werkinge der Natimre overgeJaaten zynde, I zoo veelmaalen gevaarlyk is. -— Niemand ;' zal ontkennen, dat het virus Venereum, i hoe diep ook ingeworteld, heeden vol3 komen geneezen en ten vollen üitgeI: doofd kan worden, daar men in den begini ne, toen deeze ziekte zig het eerft in Euro* :| pa vertoonde, zeer veele middelen te ver( geefs beproefde. — Maar kent men nu den I aart van dit vergif meer dan toen? — j Wie zal het gif, door den beet van den !: Scorpioen veroorzaakt, verklaaren ? Egter i: bleek (j. VIII. dat dezelve fpecificè geneezen werd. Het welk tans insgelyks van den beet der Ratelflang getuigd wordt (7). Mead voer op gelyke wyze tegert Boerhaave uit, en befchuldigde hem, dat hy dwaas- (/) Linneus, Anmnitat. Acad. Vol. II. pag. 126. , Vogel, Hiftor. Mater. Med. pag. 227. Natuurlyke 1 Hiftorie volgens het famenftel van Linneus, I. Deel 1 VI. Stuk pag. 302. M  ï?8 Proeve over de Foorbehoeding dwaaslyk naar een fpecificum zogt , tegen de kinderpokjes, welkers aart hy niet kende, daar hy zig nogtans aan denzelven yver fchuldig maakte, van het tegengift tegen den dollehonds - beet na te fpooren (m), waaromtrent de pogingen van veelen niet vrugteloos geweeft zyn. . En daar is in de gantfche uitgeftrekte Geneeskunde geene andere betrekking, dan in het klaar en duidelyk verband, dat 'er is in de gelyke uitkomften der zaaken, onder verfchillende gefteldheeden, door een reeks van waarneemingen beveftigd, met een zuiver oordeel tot wettige beginfelen gebragt, welke fchoon buiten het bereik der zintuigen, geen mindere zekerheid hebben , dan of zy voor dezelve naakt en geopend waren; gelyk de Hdogleeraar Gaueius zoo treffelyk betoogt (n). Men weet de werking der Geneesmiddelen op byzondere kwaaien en in byzondere deelen der lichaamen, terwyl het geringfte hoe ons verborgen blyft: dit is een eigenfehap van alle natuurkundige wetenfehappen, welke de Geneeskunde met de- (m~) Lib. de Variolis. (n) Injiitution. Patholog. Medicina}. §. 20.  der Kinderpokjes. 17 9 dezelve gemeen heeft, waarom zy geenzins beneden dezelve moet gehouden worden (0 ). Betreffende nu ten tweeden, de eigentlyke meening van den Heere Boerhaave , (5. XIX , XX.), omtrent dezelve blyft'er nof over, hoe verre men dezelve in haar waar oogmerk opvatten moet. De Hoogleeraar de Haen en de Heer Hovius hebben beiden opzettelyk over het oogmerk van hunnen grootén Meefter gehandelt ; de eerfte met betrekkinge tot het voorflaan der inëntinge , de andere over het zelfde onderwerp, en voorbehoedend-middel te gelyk. En om deezes laatften woorden zelve te gebruiken, zegt zyn Ed. „ Zy „ die zyne verklaaring over de gemelde „ plaats niet gehoort hebben, (naamelyk de „ (j. 14.03. over de inenting) befluiten „ daar uit, dat hy een befchermer der In„ ëntinge geweeft zy, in onderftelling, dat „ dit Boek ten algemeenen nutte gedrukt „ is, en geen opheldering vereifcht , of noodig heeft. Maar dat dit zyn oogmerk „ niet (0) Ibidem, §.21. M 2  i8o Proeve over de Foorbehoeding niet is geweeft, blykt uit het opfchrift, „ 't welk is: Jphorismi in ufum Doclrin Proeve over de Foorbehoeding heeft, in het heete Perflen de geneeskunde oeffenende, liet by den aanval der ziekte een ader openen, zelfs in kinderen, en indien de toevallen heevig waaren zelfs tot ftaauwzuordens toe. — Liet het vertrek den gantfchen tyd koel houden, gebood eene verkoelende diëet. Gaf in den beginne water met ys verkoelt (n) te drinken, tot dat den Lyder braakte en aan het zweeten geraakte, waar na hy ftoovingen van warm zvater gebruikte; waar door hy meende dat den uitflag beft. bevorderd werd (o). Insgelyks om de ziekte tegen te gaan en tot dezelve te bereiden, geboodi hy het zwemmen, het drinken van water met ys, zuure en zeer verkoelende fpys en drank, (n) Volgens §. XII, XIII. wonderbaar overeenkomende mee de wetten der Natuure en de verdichte behandeling deezer ziekte. Want door de huid te ontfpannen en de darmbuis te vernaauwen was hy meefter van het fmet uit te dry ven. Men heeft dan ook zeer voegzaam het Sal mirab. Glau bert by de purgeermiddelen in dc Pokkoorts gevoegd, waar door eenigermaate hetzelve betrist wordt. b (o) Deeze indicatie komt weder, volmaakt over een met de jongfte waarneemingen van Syoenham van de baden en dampbaden der RuJJen, zoo als wy beneden zien zullen, en het overwinnen van den tegenftand in de hairfyne buisjes der huid.  der Kinderpokjes. 205 dronk, als Verjuis en Moeskruiden. — De Geneesmiddelen beflaande uit zuuren, als fap van Granaatappelen met de Trochifci Spodii, by de Indiaanen zoo vermaard, dat zy getuigden , dat een ygelyk die dezelve gebruikte, niet boven tien pokpuifljes bekwam. Wanneer de natuur'traagwas, ivilde hy tweemaal daags dezelve gaande maaken; waar door hy (en niet zonder opmerking te leezen) zegt, dat de puiftjes minder zullen voorden: V geen niet moeft verwaarlooft worden > byaldien de ziekte heevig was (p). Konde men derhalven op goede gronden hoopen, dat de uitkörnft in allen zoo gelukkig zyn zoude , als door deeze behandelingen gebleken is, dan had men geene andere voorbehoeding, dan alleen deeze behandeling, neevens de Trochifc. Spodii, van nooden. Maar gelyk in de konftige inenting veel al gezonde voorwerpen en op den bekwaamften ouderdom gekoozen worden, en in de proeven door de Heer Watson ook genoomen zyn; en naar toeftemming der Inënteren zelve, allen niet ' zoo gelukkig deeze mededeeling ondergaan; la (p) Frkind, Hipria Medicin. pag. 527-  2o6 Proeve over de Foorbehoeding ja veelen zelve daar toe ongefchikt Zyn: zoo blykt het, dat men genoodzaakt is zig van gefchikte hulpmiddelen te bedienen; Gelyk het ook by een nauwkeurig onderzoek klaar is, dat de Mercurialia, wanneer zy wel en behoorlyk, naar hunnen byzonderen aart en het oogmerk der ziekte 3 worden toegediend, ook zeer duidelyk die deugd, welke men aan dezelve heeft toegekend, vertoonen. Het geen het Vierde ftuk is, dat wy volgens de gemaakte verdeeling, tans te over weegen hebben, Uit de aangehaalde voorbeelden, (G. XIX, XZXVII. en XXXVIII.) en de gelukkige bevinding van Rose'n is het klaar, dat de Mercuriale geneesmiddelen nuttig en vorderlyk geweeft zyn; waar by men ten overvloede de herhaalde waarneeminp-en van Hillary voegen kan,die zegt: dat dezelve met alleen geen kwade uitwerkingen gehad hebben, maar dat zy in tegendeel de wanordens hebben weggenoomen, die met deeze ziekte den mee ft en tyd verzeld gaan (q). En, (q) Practical EJfay on the Smail-pox, Chan. VI §. IV. pag. js. r .  der Kinderpokjes. 207 En, dat hy altyd opgemerkt heeft, dat hos langer zyne manier (die met de voorfchriften van den Heere Boerhaave meelt overeenkomen) werd agtervolgd, eer de befmetting in den lyder plaats hadde, de ziekte zoo veel te zagter gemaakt , de toevallen veel drachelyker en de püisjes minder waren. Ik zag, zegt hy, nimmer famenvloejende pokjes volgen op derzelver gebruik, zelfs wanneer menfchen door de zulken, die dat foort van pokjes hadden, en in fommige huisgezinnen in welke die ziekte dikwyls doodelyk geweeft was, befmet zuaren.. Dit is het voornaame , maar niet het eenige voordeel, welke de Inenting heeft booven den gemeenen weg van befmetting, dat het lichaam door deeze of foortgelyke manier voor den aanval kan behoed zvorden. En die geene welke geen Voorftanders van de Inenting zyn, kunnen, zoo ver als ik tot heden by ondervinding heb, alle de voor deelen derzelve genieten, zonder begunfligers van het mededeelen der ziekte te zyn (r). De Mercurialia hebben dan , niet alleen zuiver bereid zynde {§. XXXI.), maar ook (r) Ibidem, pag. 61.  2o8 Proeve over de Foorbehoeding ook in eené juifte hoeveelheid toegediend (pag. 192, 195.), dat fpecifique vermoogen, het geen ik volgens de ftelling van den lieer Boerhaave (§. XIX. ) en de gegeve definitie , ondernomen had te bewyzen; waar uit volgt, dat dezelve, zoo wel onmatig als ontydig gegeeven, direct tegen het laatfte lid van de opgaave van den Heer Boerhaave (v. X. met XXXIII.) aanloopen, en aan haar eigen tl yk oogmerk, om alleen in den omtrek des lichaams hun ontbindend vermoogen (§. XXXI. II, III.) te vertoornen , niet beantwoorden kunnen. Gelykerwys dan ook de twyffeling, in het hoofd van het derde Artkul gemeld, ten vollen weggenoomen is. Geene andere re¬ den is 'er ook ten aanzien van het Sulphur Antimonii, als die uit zyn aart (6. XXXI IL III.), wel bereid, en in eene behoorlyke gifte gebeezigd, insgelyks zyne uitwerking in de onzigtbaare uitwaaffeming of de uiteindens der hairfyne vaatjes doet; terwyl hetzelve min zuiver bereid, of in te groote do fis op eenmaal gegeven, walging, braaken of ftoelgang verwekt. Volgens de eerfte hoedanigheid beantwoord hy, neevens de  der Kinderpokjes. soo- de Mercuriale bereidingen, overeenkomftig de werking der Natuure (§. XII. II.) en de geneeskundige Aanwyzingen: naar de tweede eigenfchap als een gemeen braakverwekkend of buikzuiverend-middel, zonder opzigt tot een fpecificq vermoogen. Maar, werkt hy in eene vriendelyke gemeenfchap met de vogten des lighaams in hetzelve, tot aan zyne uiterfte grenspaalen te doorwandelen ( §. XXIV.), dan deelt hy ook de tegengiftige kragten, die hy, door zyn voornaam famenftellend gedeelte, als Sulphur bezit, tegen het Venyn aan hetzelve mede. En van zoo groote nuttigheid de gemeene Zwavel ten allen tyde tegen de Pelt geweeft is ( O» z0° is ^e Zwavel uit Spiesglas ook van geen minder vrugt in cfe Kinderpokjes bevonden. En, wanneer men alle bekwaame regelen in agt neemt, is het niet alleen te hoo- (s) Men zie de meenigvuldige Waarneemingen welke Diemerbroeck , uit de eerfte en voornaamfte Geneeskundigen, van HiprocRATEs af, tot zynen tyd toe, wegens het heilzaam nut van dit mineraal inwendig in de Pelt, en andere epidemiquê ziekten met buitengemeene vrugt gebruikt, heeft aangeteekend, te lang om aan den leezer medetedeelen. De nieuwsgierigen kunnen haare begeerte voldaan zien' l. c. Lib. 111. Cap. V. §. VIII. pag. 145, MÓ. O  210 Proeve over de Voorbehoeding hoopen, maar ook duidelyk door te zien„ dat dezelve nog van grooter nuttigheid zoo ter Voorbehoedinge als tot vermindering der Kinderpokjes, en derzelver toevallen ftrekken zoude, . Met nadruk voldoen zy dus aan de voornaame aanwyzingen, in het fmet, door den tegenltand die het in de uiteinden der hairfyne buisjes in de huid veroorzaakt (§. XII.) te ovenvinnen, aftekeeren, en door haar byzonder vermoogen het zelve t' onder te brengen. Veele andere Middelen zyn 'er die tot dtzdCde einden famenloopen, en deeze grootelyks in haare werkinge onderfteunen kunnen, gelyk men ook van vroegere en Jaatere tyden van zoodanigen vindt melding gemaakt. Hier toe behooren de SyrupusAlyhndaci Alsahara-vii, de Camp her, de Myrrhe, het Teerzvater, de Jeneverboom, -de Flores Aquilegia, de Succus BetuU, de cortex Peruvianus en de Acida mineralia. En ofïchoon veelen en de meeftendeezer Middelen, door hunne bederf tegengaande, verfterkende en doorwaafemende kragt, of door de ongeregeldheeden der vafte deelen te matigen, werken \ zoo is 'er toch eenige byzondere eigenfchap in de-  der Kinderpokjes. 211 dezelven geleegen, waar door zy booven anderen, in welken ook dat vermoogen van het doorwaaffemen en zweeten te bevorderen plaats heeft, in deeze ziekte uitmunten. Welke dan ook in vollen nadruk aan de tweede definitie beantwoorden. Men getuigt van de Syrupus Alyandaci Alsaharavn (f), wanneer dezelve voor den uitflag gegeeven werd, dat 'er neegen pokjes uit zynde, de tiende niet te voorfchyn komen zoude. De Campber ($. XXXIV.) die van Avi- cenna reeds in het derde tydperk der Kinderpokjes met gelei van Aalbeziën, om de koorts zagtjes tegen te gaan, gegeeven werd, is onder deeze geene de minfte, maar een allervermoogendit middel, door veele voornaame mannen gebruikt en aangepreefen (u). Eene (£) Ltster, de Variolis pag. 26. in Oper. Med. Mürtoni, Lugd. 171S. Die zelve zagen wy boven van de trochifci Spodii. F. Hoffmann gewaagt ook van een welafgerecht Konttoeffenaar der Geneeskunde, „ die een geheim Poeder bezat, „ dat den gantfehen uitflag, door hetftillen van de „ opzieding in het bloed, offchoon de vlakjes al „ latif uitgeweeft waren, zonder eenig nadeei aan ,, de gezondheid, beletten konde." Method. Medendi, Lib. II. , ' . ,. (u) C. H. van Juchem Dijjert. de } anohs fjf aeïione mia.jma.tis Variolofi, pag. 60, 61. O 1  212 Proeve over de Foorbehoeding Eene toevallige, dog zeer nuttige waarneeming vindt men door Kannegiesser medegedeeld „ van een Vrouw van vyftig jaa„ ren, in welke de uitflag ontydjg en on» gelyk gefchiede,en op den tyd van zwee„ ren in plaats van etter, zwarte ftippen ü vertoonde. De zwelling van het aange» zigt en de handen, op deezen tyd nood„ zaaklyk, verdween fchielyker dan naar „ gewoonte: een groote ylhoofdigheid met „ een nieuwe inflammatore koorts', onge» toigneid, ftyvigheid der ledematen "en „ overvloedig koud zweet, fcheenen eenen „ fchielyken dood te voorfpellen. Van twee „ geneesmiddelen, waar van het eene uit „ Spiritus Vini Camphorat. Crocat. ter be„ fcherminge van de oogen, en een ander „ om inwendig te gebruiken, werden by „ abuis aan de zieltogende, alzoo de kleur „ onderling veel overeenkomft had, vyftig „ druppels van het eerite met dit heilzaam „ effeëi gegeeven, dat zy uit de flaperig„ heid bekwam, eten begeerde, en, de „ puiftjes fchielyk opgeheeven zynde, al 3, het doodelyk gevaar verdween " (p). Krag- (v) M. Phyf. Med. Vol. VII. pag. 40.  der Kinderpokjes. 213 Kragtig heeft de Ridder Rose'n de tegengiftige kragt van de Camp her beveiligd, met het exempel van de pomade met poketter en Campher vermengd, die niet befirtettende is; daar men de pokjes inenten kan, wanneer men de Campher weg laat, en dezelve op de huid ftrykt. Doch zy moet verfcb zveezen , en men moet om de Kinderziekte tegen te gaan geen groote quantiteid van die middelen , waar onder zy vermengd wordt, tefens laaten bereiden, om dat zy ligt vervliegt en haar vermoogen daar door verzwakt {w). Roupe heeft insgelyks deeze tegengiftige kragt met verfcheide proeven beveftigd (x). De Munfterfcbe Lyfarts C. L. Hoffmann , vondt het gebrek in de Campher vervuld, wanneer zyne verkoelende middelen uit zuuren, neevens de koortsbafl, ongenoegzaam zvaren (y). De Myrrhe van een aloud gebruik, was, wegens haare bederf tegen gaande en hert- fter- (w) Handleiding tot de ziekten der Kinderen, pag. (x) Geneeskund. Biblioth. ïv.Deel pag. 389. (y) £){ttat öec fturterfclattecn/ en C. Hoffmaïw 9fcrt)Cfcctt3tin3. Geneesk. Bibl. V. Deel pag. 187? 189. ' ' O 3  2i4 Proeve over de Voorhehoeding Herkende kragt, tegen de Peftilentie en befmettelyke ziektens, al ras bekend; gelyk ze ook een voornaam ingrediënt in den Teriakel is. Ettmlxler heeft dezelve als een allerbeft voorbehoedend en geneezend middel in de kinderziekte aangepreezen, en met de ondervindinge van Velschius en Langius bekragtigd (z). Hy geeft ook een geval op, waarin dezelve, als een adjuvans famenliep in een geneesmiddel, waar door de pokjes in een jongen van tien jaaren zonder verëttering, met ftoelgang alleen verdweenen (a). Van (2) „ Myrrha cnim optimum eft prasfervativum, „ & curativum Variolarum balfamicd vi alteratio,, nem harum a Fermento maligrio inhibens, adeu„que, ne copiofe nimis affligant, prafervans. „ Unde ad praacautionem variolarum nonnullis op„ timo ufu commendata eft Pukicula Myrrhata: „ Vide Velschii Auctorum, Centur. I. N0."2p. an„ nexa Ann. 4. M. A. N. C. Sic quoque D. Lan„ cius habebat Effentiam Saluut ex Myrrha cum „ Tinftura Tartari extradtam, & Effentiam Anony„ mam ex Caftoreo & Afa foetida cum Tinclura „ Tartari feu fpiricu Vini tartarifato paratam, „ ficut & ipfe Effentiam hanc tam prasfervare ab „ incurfione Variolarum, adeó ut nullatenus iisdem ,, corripiantur, quam etiam correptos minus gravi- ter Iaborare, experientia probavi. " Tom. IL Prax, Lib. 1. Sect. XV. Cap. x. pag. 633. {a) Het middel bcftont uit Aniim. diaphor. martiaL  der Kinderpokjes. 21 ? Van het Teerzuater, zegt Berkfxy, dit koude aftrekzei is in gebruik geweeft in zommige van onze Volkplantingen, als een Voorbehoedzel tegen de Kinderpokjes, en ik ben door deeze buitenlandfche proeven bezuoogen, om het in myn eigen land ook te bezoeken, toen 'er de Kinderziekte met groote heevigheid zuoede : de uitflag voldeed volkoomen aan myne verwagting: zynde allen die het teerzuater gebruikten, zoo veel my bekend is , van deeze ziekte vry geraakt , of kreegen die vry gemakkclyk. Men heeft hier van een aanmerkelyk voorbeeld gehad in een huisgezin van zeeven kinderen, die allen deeze ziekte zeer wel door kwamen, bebalven een jong kindje, 't zvelk men het Teerwater niet kon inkrygen, gelyk de andere. En, §. 3. Sommigen zyn door het gebruik van dit vogt bewaard van de Kinderpokjes: anderen kreegen een middelfoort; en nog anderen waren verpligt met het drinken van dit zvater op te houden, op dat ze deeze ziekte zouden kun- martial. gr. tv. ckor. Myrrha 7. gr. jv. Campher. gr, j. Colleg. Fractie. Compend. pag. 307.  i\6 Proeve over de Foorbehoeding kunnen krygen. Ik heb bevonden, dat men het een geruimen tyd veilig en met een goeden uitflag kon drinken, en niet alleen voor, maar ook geduurende deeze ziekte. Be algemeene reegel om het te gebruiken, is, een half pint s" Avonds en s'Morgens, met een leedige maag, welke hoeveelheid kan veranderd morden, naar de ziekte en de jaaren van den Lyder, mits dat hy altyd met een leedige maag inneemt, en omtrent tivee uuren voor ,of na het eeten (b). Wallepjus heeft dit insgelyks door waarneemingen, en uit den aart van dit geneesmiddel, als mogelyk betoogd (c). Varnier, die dit ook (§. XXXVII.) beveftigd heeft, vreeft alleenlyk , dat het wegens deffelfs onaangenaamen fmaak niet in algemeen gebruik geraaken zal, waarom hy raadt, eenige druppels van eenen uitgekoozen Balfem, om aan de inzigten van Cantwel en Lobs te voldoen, met fuiker tot een Bolus verdikt, en de Aethiops antimonialis daar neeven s, (b) Verhandeling over de geneezende kragten van het 1 eerwater, pag. 2. CO Act. Phyfic. Med. Vol. IX. Obf. LXIV. pag.  dir Kinderpokjes. 217 venS) dagelyks te geeven. —— Zulk eene geneeswyze, zegt hy, kan plaats hebben, indien de DoGfor in tyds daar by wordt gehaald, en door dezelve kan of de ziekte voorgekomen , of derzelver gevaarlykheid byna altoos verhoed worden (d). ïïctTeerwater wordt in Z-weeden insgelyks tegen de pokjes aangepreezen en gebruikt (e). Groot is de kragt van deh Jeneverboom tegen het aangebragte pokfmet. Bovendien opmerkelyk de waarneeming door den Hoogleeraar A. Monroo den Vader medegedeeld , niet tegenflaande „ hy van gevoelen „ was, dat het onmogelyk ware de pokjes „ geheel en al uit te roeijen, en dat tot „ nog toe geene der geneesmiddelen, tot „ dit oogmerk voorgefteld, aan' het zelve voldoet " Zy luid aldus: De Jeneverboom fchynt egt er eene kragt te bezitten , welke hierin eenige aanmerking verdient, gelyk uit het volgende geval blykt. Eene Juffrouw , bemerkende, dat de pokjes in haar buurt regeerden, liet haare kinderen dageCd) Uitgezogte Verhandelingen, II.Deel. pag.356. (O Geneesk. Bibl. VI. Deel. 3- St. pag. 547» o $  2i3 Proeve over de Foorbehoeding o dagelyks baden in een bad, gemaakt met Jenever-hout, en brandehet zelve in haarvertrek. Alle haar agt of negen kinderen wierden voor de pokjes bewaard, en geen een derzelven, fchoon zig aan de befmetting bloot /lellende, heeft ooit deeze ziekte ondergaan: ook heeft men in Schotland opgemerkt, dat die plaatfen, alwaar Jeneverhoornen groei/en, voor de pokjes zyn bewaard gebleeven (f). De Flores Aquilegice en het Succus Betul P3g- 8. Geneesk. Bibl. Ut. Deel 4. St. pag. 742. Cg) C. H. Langji Oper. Qmn. Part. II. pas. 08. not. h. cum pag. 283. r  der Kinderpokjes. 219 Hof, in welke alle onze Princen door dit enkelde vogt gelukkig geneezen zyn, maar ook deeze ganfche Stad bevejligt. Ja zelfs erkennen dit de Frankfortenaars, de Hamburgers en anderen, wien ik het egte gezonden heb (h). De Cortex Peruvianus is in de voorgaande eeuw in deeze ziekte al beroemd geweeft. Lister ftelde ze al gelyk met de geroemde Syroop van Alsaharavitjs; zeggende, ik zwyge van het gebruik van den Cortex Peruvianus, door welker dikwylig gebruik, men zegt, dat altoos van een gefcheide pokjes (diftinóbe) gevolgd zyn. Van gelyken als van de Syroop van Alsaharavius , dewelke voor 'de uitbotting gegeven, indien 'er negen pokjes uit zyn , geen tien zullen verfchynen. Op zoo eene wyze Jlemmen de oude met de nieuwe waarneemingen , ten nutte der flervelingen , wonder overeen! De Cortex hebben wy; maar deeze -wonderbaar e Syroop, zoo verre ik weet, is met den uitvinder verloor en gegaan (i). De Palts- (70 Encyclop. Med. Dogm. pag. 438. Werlhoff de Variolis £ƒ Antrae. pag. 94* in not\\) de Variolis, pag. 26.  220 Proeve over de Voorbehoeden* Palts-Tweebrugfchen Hofraad Medicus, die wy vooren (v. XVIII.) onder de bevorderaars ter uitroeijinge der kinderpokjes genoemd hebben, gebruikte met voordeel de koortsbaft, en, „ wanneer eenigen tyd de „ pokjes zeer fterk woedden, en dezelve „ zoo boosaartig en gevaarlyk waren, dat „ zeer veelen daar aan ftierven, heeft hy in „ al dien tyd den baft met zoo veel nut 3j gegeeven, dat niemand van zyne lyders „ geftorven is, behaiven een kind, by 't „ welk hy op den feftienden dag. geroepen „ wierd, en dat tien uuren daar na den „ geeft gaf; zelfs zyn alle zyne lyders niet „ van belang ziek geweeft, en de pokjes ,} zyn, zonder merkelyke litteekens na te „ laaten, gelukkig verdweenen " (k). Van algemeen gebruik zyn de Acida (l), voor al der Mineralia (in) geweeft. Welker alle op te noemen, byna eene byzondere Ver- (£) SDïe&fct'nffcfje 58eota« unfcfcnMfiljfeff ia poefen fa SRirêlmtb/ pag. 41. Geneesk. Bibl. VI. Deel pag. 564. Vergeleken met pag. 572. (0*) Fisscher de remedio rufticano, variolas per ialneum primo aqu& dulcis, poft vero jeri la&is, feli- citer  224 Proeve over de Foorbehoeding veftigen dit ten vollen; 200 wel als de byzondere waarneemingen van Olivier (p) en Stak (p*). — En terwyl van Helmont zyne voornaamlte indicatie in het /lillen van den Arcbeus C§- XXIf. x.) betragte, en Franciscus Antonius die ftelde in het uit dry ven van het vergif naar bui" ten (q), zoo bevorderden zy met dezelve het wezendlyke heil van hunne lyderen , en weezen den weg aan, op welken men deeze gevaarlyke ziekte beft overwinnen kan. Het geheele geheim van Medicus, met het gebruiken van de cortex Peruvianus, beftondt in de koorts te geneezen, zonder dezelve den gezvoonen loop te laaten houden (r). En dit is ook het groote geheim, dat kundige Incnters in de behandeling der konftige pokjes citer curandi in comitatu Arvenfi, Hungarias fuperio. ris, cum optimo juccejju adhibito, 1764.. De Haen Ration. Medend. Part. X. Cap. VI. §. 7. (p) Journal de Medicine Tom. XIII. Juillet. pag. 38. Comment. de reb. in fc. nat. £f med. gefl. Vol. XI. pag. 644. (p*) Dijjert.de Ventriculi imbecillitate, Lugd. Bat. 1746. Geneesk. Bibl. VI. Deel 3. St. pag. 572. (?) >, Variote, fimiliter Morbilli, & luijusmodi omnis interna lues, protinus protrudenda eft ad „ exteriora, rebus ad id appropriatis, ne Vencnum „ Cor ipfum petat, & fubito interimat." Panacea, Aurea, pag. 45. (r) l. c. pag. 734. Geneesk. Bibl. I. c. pag. joj.  der Kinderpok]esi 225 jes beoogd hebben; want daar men de koorts als het middel aanmerkt, om het vergif der pokjes f onder te brengen, moet men dezelve, met den Baron Dimsdale te recht, veel eer als den ergjlen vyand houden, die, niet met kragt tegengegaan zvordende, in flaat is groot gevaar te veroorzaken (s). Het blykt dan, dat verfcheide deezer opgenoemde middelen , elk op zig zeiven ? of met anderen famengevo egd, een vermogen hebben, om het pokfmet niet alleen te verzagten; maar zelfs, wel en behoorlyk gebruikt zynde, geheel af te weeren; zoo, dat de gewoone gevolgen in de geenen, die door hetzelve befmet waren,geen plaats hadden. Dus zy in eene algemeen doorgaande Kinderziekte, in gebruik gebragt zynde , gefehikte hulpmiddelen zouden kunnen worden, om het pokfmet, in plaats van hetzelve te vermeerderen en uit te breiden, grootelyks te verminderen en uit te roeijen; en deeze ziekte allengskens zeldzaamer te maaken. Men zoude hier wederom tegen kun- (O Verhandeling van de tegenwoordige manier van Inenting, pag. 60.  22ö Proeve over de Foorbehoeding kunnen inbrengen, dat het onmogelyk is deeze Foorbehoeding ter uitvoer te brengen, aangezien een ygelyk in zyne keufe vry blyft, om van dezelve al of niet gebruik te maaken ; en dat ook de befmetting dikwyls daar is, eer men tyd heeft de voorgeftelde hulpmiddelen te kunnen aanwenden. — Doch met de Inenting is het niet anders geleegen. Niemand wordt immers tot dezelve gedwongen: de hoop van minder gevaar, de gelukkige uitkomft van anderen, en het onderfteunen der denkbeelden, van de geenen die tot dezelve overhellen, door des kundigen, zyn alleenlyk de beweegreedenen, waar door men overgehaald wordt. En wat de verraffing van de befmettinge betreft , deeze omftandigheid zal , wanneer men door genoegzaame proeven van de befte famenftellen, tot het tegengaan der eerfte koorts , uit de opgegee\en middelen ten vollen zeeker is, zoo wel flaagen als in de uitkomft aan de Heeren C. L. Hoffmann en Medicus gebleeken is. — Het is dan der moeite wel waardig, omtrent een zaak, die van zoo een gewigtig nut voor het heil der Stervelingen is, eenigen arbeid aan te wenden,  der Kinderpokjes. 227 den, om door een reeks van waarneemingen tot de gewenfchte volkomenheid te ge| raaken. De Heer Verschüir , die de Inenting 200 gelukkig voorgefteld heeft, dat (veelen door 2yne redenen bewoogen zyn, i: de onzekere uitkomft der natuurlyke pokjes, door de konftige voor te komen , zegt zelve : Een behoedmiddel dan , indien al niet gefehikt om die ivreede ziekte door den tyd geheel uit te roeijen , echter bekwaam om dezelve zoodanig te verligt en dat haare gevolgen weinig nadeel en fchade aan het menfchelyk ge/lacht veroorzaakten, zou zeer Xheilzaam zyn: de poogingen, welke hier toe {aangewend worden, zyn waardig metyver door elk waaren menfchenvriend onderjleund te worden : de uitvinding van zoodaanig een middel moejl den menfch verpligten om de Goddel yke goedheid te erkennen, en | denzelven tot de eerbiedig/Ie dankbetuiging \mn te fpooren (t). Gelyk de Heer le i Camus den geenen, wien deeze ontdekking j te beurt viel, den roem die eenen Tirus en V) l.c. pag. 2. , P 2  £2$ Proeve over de Foorbehoeding en Trajanus verkreegen, waardig acbte O), Men zoude in navoiginge van het inëntigs Hospital te London en van de Maatfihappy der drenkelingen te Amfierdam, liefdaadige genootschappen kunnen oprichten: insgelyks in Godshuizen en in particuliere huisgezinnen , by algemeen doorgaande Pokziekte , van zulken voorbehoeding, en fpecifique middelen, kunnen gebruik maaken. Voor al zouden deeze pogingen van gewenfchte vrugt kunnen zyn, indien de Hooge Overigheid in haare . byzondere betrekkinge, dezelve geliefde te begunftigen. En offchoon men al geen volkoomen vernietiging voor eerft van het fmet bewerken konde, zoude men egter eene aanmerkelyke verzagting in deeze ziekte te weeg kunnen brengen , en de fchoonheid aan de overblyvenden bewaaren. Tegen deeze behandeling ftrydt geenzi-ns het ruimer genot van lucht, het toedienen 'van purgeer- of braakmiddelen, wanneer de Natuur O) „ Celui qui decouvriroit un fpecifïque fur, „ on une methode certaine pour evacuer le levain „ variolique dans fon principe, meiïtcroit d'être „ affis aupres de Trajans & de Titus ", /. c. pag. 19.  der Kinderpokjes. 229 Natuur zelve die aanwyft (§• XIII.); Want , worden zy naar den byzonderen ftaat van de ziekte en de duidelyke aanwyzing derzelven toegediend, dan kunnen zy agtereenvolgende,gelykerhand het fmet uitdry ven, en koomen op het zelfde oogmerk uit. Het zal dus ook'niet duifter zyn, deeze, voor geene wyze te kiefen ; nog men zal behoeven te fchroomen, desnoods, 'de maag, zoo wel, als op eenen anderen tyd, de darmen te ontlaften; of nu verkoe, lende, en dan uitwaafeming bevorderende middelen, of deeze voor geene leevens wyze, voor te fchryven en toe te dienen. Rhazes handelde dusdaanig^ (pag. 203.) reeds 111 zy* nen tyd; en DoÏÏor Johan BAGGAARTVolgr de zulke redelyke aanwyzingen in de voor. gaande eeuw te Middelburg, wanneer de vooroordeelen omtrent zoodanige behandeling zeer groot waren , gelukkig na Qu). Maar boven dien, wanneer men in de kennis der fpecifica zoo verre gevorderd zal zyn, dat men van derzelver byzonder vermoogen ten vollen zeeker is, en hun gebruik naar be. hooren (v) Gentesk. Bibliotheek, V.Deel. 3-St. pag-öiCL P 3  230 Proeve over de Foorbehoeding hooren weet te regelen, dan zal men ook veel gemakkelyker deeze wreede ziekte leeren beftryden en overmeefteren, en zoodanig kunnen inbinden, dat zy die toevallen , verfchynfelen en gevolgen niet zoo vertoonen, als dezelve onder min volkomen behandelingen , in welke men de natuur met het fmet niet vroegtydig tegengaat ((j.XI \r.), gewoon is te ondervinden. Weshalven men ook niet zulke ftrenge maatreegelen zal behoeven in het werk te ftellen, om het gewenfchte heil aan te brengen. — Uit de proeven die ik in het werk gefteld heb, ben ik voor my zeiven overtuigd, dat men door de opgegeevene middelen, op eene behoorlyke wyze famengefteld, zonder heevige purgeer- of braak - middelen, ofte een ogenblik zyn kamer te verlaaten, om zig in de ruimere lugt te begeeven , hetzelfde doen kan, dat men tans volgens de manier van den Baron Dimsdale te weeg brengt. Gelyk het my duidelyk gebleekcn is, dat zelfs die geene, by welken ik gekomen ben na dat de eerfte koorts reeds fterk toegenoomen was; ja zelfs, den uitllag reeds daar zynde, geen grooter pokjes of met meêr etter  der Kinderpokjes. 231 etter vervuld, door deeze behandeling vernooraen heb, dan men in de ingeente, of de natuurlyke, naar de opgenoemde wyze, gewoon is te verneemen. (w). Zelden heb ik, deezen weg inllaande, wanneer ik tydig gehaald wierd, naa den uitilag, koorts ontdekt: de ziekte liep fpoedig af, liet weinig of geen putten na, en was veeltyds van die toevallen bevryd, die de gewoone behandeling volgen. Bewyzen, die kragtig genoeg zyn, om het zeggen van Lobb zonder fchroom te onderfchryven ; dat, indien de middelen voorgefteld om de Kinderpokjes in het eerfte tydperk te geneezen, da gewenfchte uitiuerking hebben, zy de Inenting in het werk gefield met oogmerk om de flerfte welke deeze ziekte veroorzaakt voor te komen, zullen onnut maaken ( x ). 2. De Tweede Clajfe der Hulpmiddelen ter uitroeijinge der Kinderpokjes voorgefteld, is de Inenting, of de konflige mededeeling van (w) Brief van den Hooggeleerden Heere M. WSchwenke aan den Heere Stads Medicina DoStor E Sandifort. Geneesk. Biblioth. VI. Deel. 3. St. pag. 648. vergeleken met $.11. c. van deeze Proeve. (x) l. c. Tom. I. §. 620. pag. 318. P 4  232 Proeve over de Voorbchoedinz van het pokfmet, na voorafgaande Voor, bereiding door bekwaame levenswyze en gefchikte Geneesmiddelen. Te veel is 'er over dit gewigtig ftuk zoo voor als teegen, en dat door Mannen van de grootfte kundigheid, geredentwift, dan dat ik my onderwinden zoude een zaak van dat gewigt te bellilTen, — Wie de Verhandelingen van de Heeren Kirk.patr.ik, Tissot, de Haen, Tralles, Hqsty, Gatti, de la Condamine, Roux en anderen, geleezen heeft; en de doorwrogte Berigten van de CommifariJJen door de Geneeskundige Faculteit te Parys, op lalt van het Parlement opgefteld, onderfchraagd, door de getuigenilTen van de alom in de Geneeskunde doorervarene Mannen;, de Hoogleeraaren van Swieten, Gaubius, Monroo den Vader, neevens de Heeren Huxham en Maty, welker naamen zoo wel, als die van hunnen grooten Meefter de onllerfelykheid blyven toegewyd, met de vereifchte naauwkeurigheid heeft ingezien 3 weet met wat kragt van reeden, en omzigtigheid deeze zaake behandeld is. — En wanneer men de doorwrogte Verhandeling van den Heere  der Kinderpokjes. 233 Heere H O v 1 u s met een ryp oordeel overweegt , waarin de voornaamlte flukken die tot deeze gewigtige lïoffe betrekking hebben, en met zoo veel oordeel en befcheidenheid geplaatft zyn, zal^men van den waaren aart van dit gefchil volkoomen kunnen onderrecht zyn. Men zal ook mogelyk niet kwalyk doen, met deezen zeiven Schryver te zeggen: dat, gelyk in het overige der Geneeskunde, zoo ook ivel byzonder omtrent de Inenting, de verheevenfte befpiegelingen, zoo verre en ook zoo zeeker niet kunnen komen, dan de allereenvoudig/Ie ondervinding, (y). Deeze dan ten rigtfnoere neemende, moet men alleen zien, in hoe verre dezelve aan het Voorbehoedende oogmerk (§. XLIII. II.) voldoe. Hier komt dan niet in aanmerkinge, of de lyders, die het konftig medegedeelde fmet 2,yn deelachtig geworden, aan minder gevaar zyn bloot gefteld geweeft; maar, of den Staat, of het Menfchdom, daar door eene aanmer- kelyke (31) Hollandjchi Maatfchapp, IX. Deel. 3. St, pag. 442. P $  234 Proeve over de Foorbehoeding kelyke flagting ontgaan hebbe? Het eerfte is eene algemeen beweezene waarheid (§. III.) : Het tweede ftaat een ygelyk niet zoo gereedelyk toe (j. XLII. X 2.). De oprechtheid der waarneemingen, en de uiterfte nauwkeurigheid in het opteekenen en mededeelen der byzondere gevallen, neevens de pmftandigheeden die dezelve verzeilen, kunnen deeze zaak door den tyd alleen bellisfen; terwyl de onzekerheid van andermaal beimet te worden, de gefchiktheid tot het al of niet ontfangen van het fmet, en het verfpreiden van hetzelve, in de konftige 200 wel, als in de natuurlyke pokjes tot dezelfde omftandigheeden betrekkelyk zyn; en voor het overige -toevalligheeden zyn, die in alle gevallen geen plaats hebben. Van meerder zeekerheid is de gegronde aanmerking, dat zoo Zang betblyke ,°dat de befmetting door de konftige mededeeling verfpreid wordt, dezelve ook niet kan gehouden worden voor het zeekerfte middel ter uitroeijinge, van deeze verwoeftende plaage; ten zy alle behoorlyke precautie, (j. XLII. 1, 2, 3. voorgefteld, worde in acht genoomen, of dat men te gelyk de Voorbehoedende  der Kinderpokjes. 235 dende behandeling v. XLIII. II. in den volftrekften zin te baat neeme. Verfcheidene ontwerpen zyn'er ook reeds uit dien hoofde voorgefteld 3 als dat van de Heer Maty , om namelyk ter voorkominge van algemeener befmettinge de Inenting aan eerftgeboren kinderen te verrigten (3); 't geen door Locher op aanraaden van den Heere Störk. te Weenen reeds begormen is ( z*) op gelyke wyze als wy booven (§. XXII.) gezien hebben, dat Glauber zyn Panacea aan eerftgeboorene kinderen gegeeven heeft. Tissot hadde voorheen al op eene' bevallige wyze aan de moeders aangepreezen , om het fmet door middel van een Spaanfche-vliegpleiftertje medetedeelen 3 veel min verfchrikkelyk dan den toeftel eener zoo genaamde operatie (#). Zoo als men weet, dat het werk der Inëntinge in Turkyën meeft door Vrouwen verrigt wordt, en in Engeland reeds door verfcheide van die Sexe gefchied is ( ** ). Wat (2) Medical Obfervations, Vol. III. pag. 287- Geneesk. Bibl. VI. Deel. 2. St. pag. 268. (z*) Obfervation. Pra£tic en eindelyk de verkoelende manier (ƒ), naar welke men tans de konftige pokjes, in tegenftelling van het geen nog pas voor eenige jaaren in gebruik was (g), gadeflaatj zal men van deeze waarheid genoegzaam overreed zyn, en eene eindelyke wederkeering tot de eerfte eenvoudigheid gewaar worden. Dewelke buiten twyffel zyn eerfte grondllag in de natuur der ziekte en de toevallige waarneemingen , met gelukkige uitkomften gepaard, gelyk het overige der Geneeskunde allengskens tot volkomenheid gebragt „ wallader-Colladen, vari Nieuw - jork, 1. OcL tob. 1753, ingevoegd in de Obfervat. &Re„ cherch. de Medicine, Lond. 1757. pag. 227. Ucta„ vo. In een klein tractaatje, gedrukt te Bolton m , 't laar 1722, word gezegd, hoe verfcheide INe„ gers verzekerd hadden, dat de Inenting gemeen ,, ware in hun Land." (e) Hollandfche Maatfchapp. I. c. pag. 457, 458(ƒ) A£t. Helvetic. Vol. 11. pag. 257. Uitgezogte Verhandel. III. Deel pag. 81. Behalven veele in het werk aangehaalde Auteuren, zie men ook M. Power, Precis hifi. de la nouvelle methode d'Inoculer la petite Verole: &c. trflzette Salutaire N°. XXIX, XXX & XXXI du 20, & 27. Juillet & 3. Aöut 1769. Geneesk. Bibl. VI. Deel 6. St. pag. 885-  23 8 Proeve over de Foorbehoeding gebragt is, verkreegen beeft. En zoo heeft de Inenting der Kinderpokjes, neevens andere groote ontdekkingen in de Geneeskunde, ook haare waare verdienden; en zal die, wanneer zy met oordeel en omzigtigheid, vooral dan, wanneer eene algemeen doorgaande Kinderziekte plaats heeft, in het werk gefteld wordt, by onbevooroordeelden in haare waarde befchouwd worden. —. Ten deezen opzigte ontbreekt het ook aan geen doorllaande bewyzen, dat zy te mets aan het Voorbehoedende oogmerk voldaan heeft. Taüry, die veele jaaren de Geneeskunde in Turkyen geoeffend heeft, getuigt, dat van vierduizend perfoonen, die ten tyde van kwaadaartige pokken in de Voorfteeden van Conflantinopolen, Pera en Galata ingeënt waren, niemand andermaal befmet geworden of geftorven is (h): 't welk Timomi door verfcheide Epidemien te Confiantinopolen beveftigt ( ij. Volgens Mur- RAY (/O Act. Phyf. Med. Vol. I. Obf. LXXV. pa?. 337.. . v 6 (O Differtation fur Vlnoculation de la petite Verole, pag. 4. feq. Commentar. de reb. &c. Vol. XI, pag. 22j.  der Kinderpokjes: 239 ray is de Inenting te Stokholm alleen voldoende geweeft, om de flagting te ontwyken, die deeze ziekte aldaar veroorzaakte (k). Met geen minder nut heeft de Baron Dimsdale ganfche Dorpen ingeënt (/). Gelykerwys de Hoogleeraar van Doeveren my in het begin van den Zomer berigte, „ dat van het laa'tft van November 1769. „ tot Maart 1770. te Groningen over de „ vierhondert Inentingen met een allerge„ wenfcht fucces gedaan zyn: en dat zyn „ Hooggeleerde het genoegen gehad had„ de, van zyne twee Zoontjes ook zeer „ gelukkig door de Inënting bevryd te zien ,, van de gevaaren, die hen dagelyks door 5, de aldaar fterk grafleerende ziekte over „ het hoofd hingen " (#;). — In welke gevallen de Inënting ook, zelfs van die geenen, welke anderzins niet voor derzelver algemeen gebruik zyn,niet afgekeurd is(«). En wanneer men alle de regelen , ter Voorbehoedinge opgegeeven, in acht neemt, dan (k) Hijloria infitionis variolar. in Suecia, pag. 51. Geneesk. Bibl. IV. Deel. pag. 589. (l) Ingenhousz , Brief aan de Heer Chais, pag. 9. (ffs) Zie ook Geneesk. Biblioth. VI. Deel. 3. St, p. 718. \n) Hollandfche Maatfchapp. I. c.  b±o Proevir over de Foorbehoeding dan kan dezelve in geval van algemeen doorgaande Kinderziekte, dikwyls van goed gevolg zyn. Daar zy op eene onvoorzigtige wyze in het werk gefield, de befmetting, zoo niet algemeen, ten minften aan byzonderen mededeelen kan; en ten deezen opzigte aan de uitroeijinge dezer ziekte niet vorderlyk zyn. De Voorbehoeding (§. XLIII. II.) benadeeld dezelve egter in geenen deele; integendeel geeft zy bekwaamér middelen ter Voorbereidinge op, als 'er tot nog toe in algemeen gebruik geweeft zyn: en het waare zeer te wenfchen, dat in deezen eene evenreedigerQ manier van geneesmiddelen te gebruiken, op de analogie der Scheikunde, en de regelen van Artzeny - menginge, plaats hadde, waar door ongetwyfïèld gelukkiger uitkomften zouden befpeurd worden, en men nog veele gevaaren zekerder voorkomen, waar aan men zig tans nog dikwerf vindt bloot gefteld. —. En daar de Inënting niet aan alle voorwerpen, naar het getuigen der voornaamfte Inënters zelve, kan toegediend worden, zoo geeft deeze Voorbehoeding zoodanige middelen op, die niet  der Kinderpokjes. 24.1 niet alleen in kwaadaartige heete ziektens (morb. acuti maligni) uitfteekende deugden bezitten; maar booven dien, de moeilykfte kwaadfappigheid verbeteren, en verouderde Üeepende ziektens, waarin andere geneesmiddelen te kort fchieten, lierftellen kunnen; waar door den geenen, die voorheen van de konftige mededeelinge uitgezonderd waren , eene deure geopend wordt, om de konftige, boven de natuurlyke befmetting, willende beproeven, van hunne kwaadfappigheid gezuiverd, en langzaam (0) voorbereid zynde, dezelve geruftelyk ondergaan kunnen. §. X L I V. Dus heb ik, op dat ik deeze Proeve befluite, volgens royn Voordel §. IX. de waarheid van het geen ervaren Mannen om- (0) Rose'n liet zyne pillen 4 wceken lang ter voorbereidinge gebruiken, /. c. pag. 297. Deed men dit met nog volleediger famenftellingen, geduurende 6 weeken of twee maanden; en wierd dan de Inenting in het werk gefteld , dan zoude men dezelve als een experiment teffens kunnen gebruiken, om te ontdekken , of het lichaam voor deezen byzonderen Jlimulus nog vatbaar was, en te gelyk een allerbekwaam!! middel kunnen zyn, om de Kinderpokjes allengskens geheel' uitteroeijen. q.  242 Proeve over de Foorbehoeding, enz. omtrent den aart der Specifica, en derzelver gezegende uitwerkinge in deeze algemeene ziekte ondervonden hebben, uit zuivere bronnen tragten afteleiden; en langs dezelve, nevens eene gefchikte Foorbehoeding, de mogelykheid (§, XVIli.) zoeken te bewyzen, om, onder gebruikrnaaken van alle de hulpmiddelen , de nitroeijing der Kinderpokjes zvezentljk te bevorderen; en een ygelyk, kon het zyn, tot voltooijing van zoo een gewigtig plan aan te moedigen. De reedenen van myne poginge herhaale ik niet; want, behalven de betrekking van een Lid der gemeene Maatichappy der Menfchen, zoo vordert booven dien, in het byzonder, de gewigtige Poft van Geneesheer, niet onverichillig te zyn omtrent het gelukkig geneezen der ziekten, om langs den kortften weg hun waare welzyn als zoodanig te helpen bevorderen. Mag mynen arbeid intulfen de oplettenheid van geoeffender Artfen aanzetten, om dit gewigtig onderwerp tot zyne juifte evenreedigheid te brengen, dan zak ik denzelven dubbel voldaan agten. EINDE.  VERBEETERINGEN. Pag. H8. reg. 7. ftaat omtrend, lees omtrent. P. 154not. onderfte reg. Voblnien , lees Folhynien. P. 176. r. 19. voortbrengen , 1. voortbrengt. P. 183- *• 4Societyd, 1. Sociëteit, insgelyks r. 14. P. 184- Jcovil, I. Teovill. en P. 185. r. 5. P. 184. r. 19. commandant, 1. commentant. P. 202. r. 20. purgeermiddel, 1. purgeermiddelen. P. 231. not. au. r. 4. 648., !. 667. P. 237. not. ƒ. deeze woorden behooren tot g, en die van g, tot ƒ.