01 1768 4506 UB AMSTERDAM   ONFEÏLBAARE GENEESWIJZE DER, VALLENDE ZIEKTE, HOE HEVIG EN VEROUDERD» UIT WELKE OOR» KAAK O UT STAAK DE, EN li IJ WIE DEZELVE OOK PLAATS HEBBEj TER EEDDINOE VAN VEELE ONGELUKKIGE NEDERLANDERS, E « VOORAL VROUWEN, WELKEN DOOR DIE ZIEKTE JAMMERLIJK GEFOLTERD WORDEN, EN DIKWIJLS DAARDOOR DE WEGEN VAN BESTAAN VOOR HEN GESLOOTEN VINDEN: DOOR S. A*. D. T I S S O T. Te A M S TE L DA M, by J. B. E Ié WE. M D C C X C I.   AAN DEN L E E Z E R. 't ï£an niemand onbekend zyn, dat men, vooral in ons Vaderland , federd onheuglyke tyden de Vallende Ziekte, byna zonder onderfcheid, voor ongeneeslykgehouden heeft; en 't zou nietongerymd zyn tegelooven , dat veele, ook zeer bekwaame Genecsheeren, door dit vooroordeel misleid , maar al te dikwyls gewanhoopt hebben , aan de geneezing van ongclukkigen, welke, indien zy moeds genoeg hadden gehad om dezelve te onderneemen , boven de verwachting voorfpoedig zou geweest zyn. Een Schryvcr, die dit vooroordeel door middagklaar* bewyzen en voorbeelden uitroeide , zou derhalven als een Weldoener van het mcnfchelyk gedacht moeten aangemerkt worden, 't Is in zulk een licht, dat men , wel is waar , de meeste Schriften van den Heer Tisiot befchouwen moet : maar wy meenen, uit hoofden van de voorgaande bedenking, dat deeze Verhandeling van dien beroemden Schryvcr noch verre boven zyne andere Gefchriften kan en moet gefield worden. Daarom hebben wy ook niets verzuimd om dezelve , zo fchielyk als mogelyk was , onzen Landgenooten in liet Nederduitsch aan te bieden, hoopende dat hieruit in ons Vaderland zo veel te grooter nut zal ontdaan , omdat onder ons ten.platten Lande, daar veele Chirurgyns de Praktiek-oefFenen, mogelyk meer dan elders, de groffte vooroordeelen en dwaalingcn in zwang gaan. Doch -j- a men  iv AAN DEN LEEZER. men denke niet, dat wy dit werk alleen voor onervaarene Heelmeesters gefchikt achten. De Heer Tisfot heeft , by zyne natuurlyke klaarheid en eenvoudigheid, evenwel eenen rykdom van gedagten , welke zelfs de bekwaamde Mannen onderrichten kan. Dus zal men hier niet alleen pene uitvoerige behandeling van de Vallende Ziekte vinden; maartegelyk veele regelen en waarneemingen, op alles wat tot de Ziekten en Kwaaien der Harsfenen, en Zenuwen, eenige betrekking heeft. Zodaanig is het onderfcheid tusfchen eene gemeene en meesterlyke hand. Een gemeen Schryver Voldoet aan zyne beloften , gelyk een gedaagde zich voor den rechteriloel verantwoordt : een Meester ftek niet flechts zyn gekoozen onderwerp in 't helderde licht, maar doet het ook eenen weêrglans verfpreiden op alles, wat in eenen wyden omtrek daaromtrent geplaatst is. Doch wat Tisfot betreft, zyne hooge glorie is te wel bekend , en te verre boven onze vermogens verheven , dan dat wy dezelve tot het onderwerp eener lofrede zouden kiezen. I IM-  INHOUD. i. Afd. H^efchryving van de Ziekte. - pag. a t. Van de oorzaaken van de Epilepfia in V alge¬ meen , en in 't byzonder, van de Caufa prsdisponens, o/^g voorbereidende Oorzaak. 18 3. Verdeeling van de Caufa Determinantes , o/ Verwekkende Oorz'iaken. « - 32 4. Over de Epilepfts Sympathiek, of Medelyden- de, welke baart Zitplaats hebben in het een , of 'bet ander inwen lig Deel. 35 5- " - Over de Medelydende Vallende Ziekten, Epilepfice Sympaibicce , welke in de uiterlyke deelen van bet Lichaam haare zitplaats hebben. 61 6. —— Aanmerkingen over de Medtlydende Vallende Ziekten. - - 71 7' Over de E/genaartige P^Jlende Ziekten , Epi¬ lepfia Idiopathicae. - 75 8. Aangaande de Oorzaaken , welke bet Bloed naar het Hoofd doen flygen. - - 33 9. Over Epiieppe , veroorzaakt door Scherpigbeid van de Vochten, - - IOo 10. Vraagen aangaande de Oorzaaken v*n Vallen¬ de Ziekte. - . io6" 11. ■ Van de Toevallige Oorzaaken. - n% ia. —— Voorafgaande Toevallen. - 123 13- *—~ Van de Ziekten, welke voor de Epilepfie voorafgaan, of op dezelve volgen. ' " 126 14* • Byzonderheden in den Loop van de Ziekte. 132 J5- Van de Uitwerkzelen van de Vallende Ziek¬ te. - 135 16. Voorzegging. - - t40 l7- " Algemeene febets van de Behandeling der Ziekte. - - 163 18. '—- Behandelittg van de Medelydende Vallende Ziekten , welke haare zitplaats hebben in de Inwendige Deelen. - - J69 t 3 19. Afd.  vi I N H O U D. 19. Afd. Behandeling van Medelydende Vallende Ziek¬ ten , welke baarezitplaats hebben in de uitwendige Deelen. - - jgg 20. Behandeling van de Eigenaartige Vallende Ziekten. - - jgp 21 • ~— Behandeling van Vallende Ziekten, welke door Volbloedigheid, of fcberpigheid veroorzaakt worden. - . 10,p. de e^ne geduurige werking; die van de Borst en den Onderbuik beweegen zig doorgaans met,eene zeer groote meiheid, én naar derzelver verfchillende werkingen wordt het Lyf of opgeligt, of gedraaid, of krom getrokken; zomtyds worden alle de Spieren , welke het Lyf beweegen, op het zelfd© oogenblik gefpannen, waar door de patiënt in eene waare Tetanos of Verftyving vervak \ indien de ftuiptrekkingen vallen op die Spieren, welke het Lyt naar vooren buigen, ontftaat'er eene Empro(ïhotonos of Verftyving naar vooren, en eene Opiftho? totios of Verftyving naar achteren, indien de Spieren, welke het Lyf achterwaarts beweegen, door ftuiptrekkingen worden aangedaan. Alle deeze verfchillende beweegingen volgen zomtyds in een en denzelfden Aanval op malkander ; op andere tyden wordt men dezelve niet dan in verfchillende Aanvallen gewaar. De Spieren van de Dycn , de Beenen en de Voeten ondergaan insgelyks hevige ftuiptrekkingen, en fohoon men by bejaarden daar niet veel van gewaar wordt in de Toonen, die bedekt zyn, ziet men dezelve des te klaarder by kinderen, wier Voeten doorgaans bloot zyn, en by welken men duidelyker dan by bejaarden de byzondere verfchynzels van een Aanval nafpeuren kan, om dat men derzelver gantfche Lichaam te gelyk onder het oog heeft. ■ Ik heb gezien, dat de Toonen zo fterk uitgerekt wierden, dat zy eens zo lang fcheenen geworden te zyn; zomtyds wordt de Voet zo fterk omgeboogen, dat het uiteinde van den grooten Toon byna den Hiel raakt. Voor (g) het overige is de werking van de Spieren v zo (g") De hevige ftuiptrekkingen van de Beenen, en dat zoort van zuchten, het geen men geduurende den Aanval gewaar wordt, hebben Aretceus gelegenheid gegcevcn  VALLENDE ZIEKTE. f zo veelerlei en fterk, dat die geenen, welke aart deeze ziekce onderhevig zyn , met eene kracht, welke die van een gezond mensch oneindig te bo« ven gaat, zulke zeldzaame beweegingen maaken , en zig in zulke vreemde bochten draaien kunnen , dat de bekwaamfte poftuurmaakers niet in ftaat zyn om hun zulks na te doen. Beweegingen, welke zo hevig zyn , moeten noodzaakelyk de patiënten fterk in 't zweet zetten, het welk ook doorgaans gebeurt, voornaamlyk omtrent de bovenfte deelen, het Hoofd, den Hals, de Borst. De Hr. de Haan, die alles met zeer veel oplettendheid opmerkt, verhaalt gezien te hebben, dat 'er ftinkend zweet in zulk eene groote menigte te voorfchyn kwam, dat 'er het gantfche bed nat van was. (b) Het blykt uit het oprispen, het rommelen van de Darmen, het braaken, cn de onwillige ontlastingen van de Vuiligheid, de Pis en het Zaad, dat de inwendige Spieren niet minder door ftuiptrekkingen aangedaan worden dan de uitwendige. Daar zyn , het is waar, patiënten , by welken geene van deeze ontlastingen plaats heeft; doch by veelen wordt men dezelve zeer fterk gewaar en ik heb reeds in een ander werk aangemerkt dat Aanvallen, welke met onlasting van het Zaad verzeld waren , den lyder veel fterker afmatten ; de ontlasting van de Pis is zeer gemeen; ik heb kinderen gezien, by welke dezelve een ftraal van tien voet maakte; zelfs begint de ftuiptrekking zomtyds het eerst van de Blaas , en als dan is de on- wil- tot het maaken van eene zekere vergelyking twyrAmrt •'*> <*k»»' Swti. De Cauf: & Sign;acui; m«rb> Z: i: c: 5. p. a. (b) Rat: med; nart; V c: 3 § 5, A A  s VERHANDELING oveh de willige ontlasting van de Pis het eerde toeval 9 gelyk als gebeurde by het eerfte kind , 't geen Wepferus heeft zien fterven van de Ckuta, (i) als mede by eene zekere vrouw, welke haar water liet loopen op wat plaats zy zig ook bevond, en vervolgens aanftonds buiten kennis raakte (&). Ik heb tegenwoordig een patiënt onder handen, die geduurende het grootfte gedeelte van den Aanval Iterke poogingen doet om te braaken, fchoon de oorzaak van de kwaal geenszins in de Maag zit. De ontlasting van de Vuiligheid is de zeldzaamite; de oprispingen en rommelingen zyn zeer gemeen. Het is gantsch niet te verwonderen, dat de inwendige ftuiptrekkingen zo dikwyls voorvallen; want het blykt uit de befchouwing van het zamenftel der deelen, dat 'er eene veel ligter oorzaak vereischt wordt, om ftuiptrekkingen te weeg te brengen in de inwendige Spieren, dan in de uitwendige , ën daarom zyn de ftuiptrekkingen van de ledemaaten zeer ongemeen, daar integendeel die van de inwendige deelen zeer dikwyls voorvallen. Zom; tyds heb ik hartkloppingen waargenoomen; Pechlinus heeft dezelve zeer zwaar gezien in eene vrouw. (/) De Pols is geduurende den Aanval in eene fterke beweeging, 't welk geenzins te verwonderen is :, want de hevige werking van alle de Spieren veroorzaakt dezelfde uitwerking als een zwaare arbeid ; in het begin van den Aanval is de Pols klem, en naar maate de Aanval heviger wordt, neemt dezelve ook toe in kracht en fnelheid; zomtyds is hy ongelyk , en de moeilykheid om hem nauwkeurig te voelen, doet hem by wylen ongelyk fchynen, al is by het niet, waar van het voelen ("/)' De cteut'. aquat'. p'. 6. (JO Schenckius Obf: med: p: 119.* (I) Obfv: Phys: med: 1: 2. Obfv: 29. p. 285.  VALLENDE ZIEKTE. 9 len van de Slagader aan den Slaap van 't Hoofd my dikwyls overtuigd heeft. De Hr. Morgagni heeft zeer veele fraaje waarneemingen gedaan omtrent de traagheid van de Pols by zommige Epileptici buiten de Aanvallen; doch het fchynt my toe, dat dezelve beter geplaatst zyn in het Hoofdftuk over den Pols, dan alhier. De belemmering van de Ademhaaling ftremt den omloop van het Bloed door de Longen, en houdt het zelve op in de Vena Cava, waar door alle de Ven A 5  lo- VERHANDELING over de twintig ïjaar , het welk Aanvallen had , die niet hevig waren , maar altyd veertien uuren duurden. («) De meeste Aanvallen duuren van tien tot twintig minuuten, en zy eindigen doorgaans, wanneer de Kwaal op zyn hoogst is, en de patiënt op het punt fchynt te zyn van flikken; als dan wordt de Ademhaaling op eens langzaamer en gemaklyker; de fnelheid van den lols neemt af, de convulfien of ftuiptrekkingen verminderen en houden wel haast geheel op; de patiënt herneemt zyn voorig gelaat, opent de oogen, en kykt verbaasd in 't rond; alle zyne ledenfchynen als gellaagen te zyn, en hy gevoelt eene zekere zwakte en vermoeidheid door zyn gantfche Lichaam,- zomtyds krygen de patiënten hunne kennis op 't oogenblik wederom ; op andere tyden verloopen 'er veele uuren, eer zy wederom geheel tot zig zelve koomen , en zo lang dit duurt fchynen zy onvergenoegd en knorrig te zyn; het gebeurt ook, dat zy, zo dra de Aanval ophoudt, in een diepen flaap vallen, welke verfcheide uuren duurt; doch of zy in flaap vallen of niet, zv behouden niet het mimre geheugen van het geen 'er gebeurd is. Eenige Epileptici krygen hunne krachten ten eerften wederom, ani deren blyven eenige dagen lang kwynen; doch byna allen behouden eene zekere droefgeestigheid , ligtgeraaktheid en gemelykheid. Men heeft my geraadpleegd over eene zieke, by welke alle de Aanvallen , die zeer menigvuldig waren , zig op dezelfde wyze toedroegen; zy begonnen met fchreeuwen, 't geen omtrent een minuut duurde ; hier volgden ftuipen op, welke zeven of agt minuuten duurden ; zo dra de ftuipen ophielden begon zy te kvvylen ; hier op volgde eene flaauwte van tien of twaalf minuuten . en eind- Qt) J?rax: med: l: ï ca?: i.  VALLENDE ZIEKTE, n eindlyk eene dommeling of flaap van vyfentwintig pf dertig minuuten; zo dat ieder Aanval doorgaans meer dan drie quartieren duurde. Eene andere vrouw, van welke ik in 't vervolg breedvoeriger zal handelen , kreeg haare Overvallen doorgans by nacht , en wierd 'er niets van gewaar , dan dat zy den volgenden ochtend zeer droefgeestig en angstvallig was, 't geen haar eenigen tyd bybleef. De Hr. Vandslli, eerfte Lyfmedicus van den Hartog van Modena , verhaalt, dat zyn knecht tweemaal na een Aanval van Epilepfte eene ligte Hydropbobia of afkeerigheid van water behouden had , welke egter van langzaamerhand verdween. {o) In het Journal de Medkint viiadt men eene diergelyke waarneeming van den Hr. Briêu aangaande een patiënt, by welken de Kwaal begon met zwaare en langduurige hoofdpynen , daar eerst overvallen van Epilepfie, en eindlyk eene Hydropbobia of Watervreez' op volgde, die een einde yan zyn leven maakte (j>). § IV. Zodaanigen loop houdt de Epi'epfie gemeenlyk , wanneer dezelve zeer zwaar is , doch dit geïchiedt niet altyd eveneens. Sennertus heeft reeds waargenoomen, dat zy zig zomtyds op verfchillende wyzen openbaart. In eene ligte Epilepfie , zegt hy, zyn de ftuiptrekkingen niet altyd algemeen; ook vallen de patiënten niet altyd, maar worden alleen ftuiptrekkingen in byzondere deelen gewaar; zommigen doen nier anders dan fchudden met het Hoofd; anderen verdraaien de Oogen; eenigen beweegen de Armen en de Beenen ; daar zyn 'er, die geen tekenen van ftuiptrekkingen geeven dan het toeknypen van de Handen ; anderen loo- M Sauvagei Nor. metbod: cl: 8. t: i. p: 235. W) Journal: de med: t. p: 315.  Ï2 VERHANDELING over de loopen heen en weer, doch allen hebben zy dit ga. meen , dat zy hunne kennis geheel verliezen , en geen geheugen behouden van het geen 'er gebeurd is. (q). Het blykt derhalven, dat het oogenbliklyk en totaal verlies van kennis, verzeld met eenige ftuiptrekkingen , het kenmerk van eene waare Epilepfte uitmaakt, zo dat alle ongemakken, daar men deeze twee toevallen by gewaar wordt, hoe zeer dezelve anderzins in hevigheid en duurzaamheid verfchillen, wezenlyk tot de Epllepfie behooren; doch hoe zwaar en algemeen de ftuiptrekkingen ook zyn moogen , indien zy niet gepaard gaan met verlies van kennis en gevoel, moet men dezelve voor geen waare Epilepfte houden, (r). § V. Trincavelü maakt gewag van een kind, 't geen zedert eenigen tyd ligte Aanvallen van £/>*'lepfie gehad had , welke alle veertien dagen zo zeer vermenigvuldigden , dat zy ten laatften op écu dag 150 maal voorvielen; doch zy gaven geen ander 'kenteken , dan eene ftuiptrekking van het Hoofd en een weinig Breisfem op de Lip. (s) Benivenius verhaalt een geval van een meisje, 'twelk niet viel , nog Breisfem op den Mond had, maar overend , of in het zelfde postuur , waar in zy was , wanneer 't haar aankwam, bleef, en alleenlyk het Hoofd zeer fchielyk heen en weêr fchudde, zonder iets te zien of te hooren ; (t) als zy wéér by zig zelve kwam , wist zy niets van het geen haar overgekoomen was. Buretus fpreekt in zyn Comm: over Hotterim van een Epilepticus, die maar al- Semert med: pracï: l: I.f: 2. c. 31. /: i.p. 728. fr) Rollerius opera omnia pracYic. c: 14. de Epih Schol- p: 95. (s) Conftl: lib: I. coup. 25. Uj Semiett infl: tr.ed: Lib. 2. p. 3. SeSl: 1. c. 9.  VALLENDE ZIEKTE* 13 alleenlyk het Hoofd fchudde; en Erastus, vaneen ander, die maar alleenlyk voor een konen tyd zvne kennis verloor, en een weinig trekking in de Lippen kreeg. Vechlinus gewaagt van een jon» mensch, welk geen andere toevallen had, dan eene kleine verdraaijing van de Oogen , het Hoofd en de Borst, met verlies van kennis , het geen pas een tiende deel van een minuut duurde ; doch de Aanvallen kwamen dikwyls op denzelfden dag wederom, (ti). Ik heb een kind van tien jaar gezien , het welk langen tyd geene andere kenmerken van Epikph had, dan het verlies van kennis voor een oogenbhk, en eene fterke beweeging van den rechter Arm, waar mede het ailes, 'tgeen het in de Hand had zeer ver wegwierp; ik gaf de ouders kennis van het gevaar, doch zy gaven 'er niet veel acht op; de kwaal bleef aanhouden, en twee jaaren daar na volgden 'er zwaare Aanvallen van EpikpfJe op, welke zeer zwaar en menigvuldig waren- de ftuiptrekking van den rechter Arm was doorgaans de aanmerkelykfte, en onder de zwaarfte toevallen mengden zich dikwyls de Symptomata van de eerften. Ik ben by een jong mensch geweest 't welk geen andere tekenen van Epikp/Ie had dan eene oogenbhklyke ftuiptrekking van de Spieren van het Aangezicht en den Hals, met verlies evenwel van kennis en gevoel; by een ander was mets aan te merken dan eene ligte fchreeuw door eene ftuiptrekking van de Larynx verooi' zaakt, doch met verlies van kennis; beide deeze patiënten kreegen in 't vervolg zeer zwaare Overvallen. Ik ben onlangs geraadpleegd door em man van dertig jaar, welke my den loop van zvne ziekte aldus befchrecf: zo dra hy buiten kennis Obferv.pbyf: med. T. 1. ebf. 20. p. »S3.  i4 Verhandeling over ds nis raakt, valt hy ten eerden op den grond, eri blyft zes, zeven en zelfs agt uuren leggen zonder eenig gevoel, zonder gefchreeuvv, zonder zwaare ftuiptrekkingen , maar met eene fterke toefluiting van de Onderkaak en de Vuisten. Dit is zonder twyffel dat zoort van Epilepfie , het welk men Epikp/ia Jpopkblka noemt, en daar Coel'ms Aurelianus reeds gewag van gemaakt heeft; (.%-) doch de Hr. de Srf«ütfg. 291. (•y) Nofolog. med. t: ii p. 849. De fedib: & cwfit morh'. h t. Ep. 9- S j6>  VALLENDE ZIE KT Ei 15 gen, van een perzóön, die geen andere toevallen had, dan dat hy genoodzaakt vvierd tien pasfen achteruit te loopen; vervolgens viel hy buiten kennis op den grond, ftond een oogenblik daar na weer op, en bevond zig zeer wel. (a) Dezelfde Peiroux (preekt van een ander jongman, by welken de Aanval op eene zeer vreemde wyze begon; hy verbeeldde zig, dat 'er eene koets als op een galop en met zeer veel geweld op hem aan kwam ryden, daar een klein mannetje met eene roode muts in zat, en vreezende door de koets overrecden te worden , geraakte hy buiten kennis , en viel ityf van zig zelfs, en een oogenblik daar nakwam hy wederom by (£). Oetheus gewaagt van een ander , die in het begin van den Aanval genoodzaakt was eenige maaien in 't rond te draaijen. (c) Een ouder fchryver brengt reeds een voorbeeld by van eene Epilepfie, welke den lyder noodzaakte om te loopen (J). In de maand September Anno 1769 bracht men een buitenlandsch meisje by my, welkers kwaal eenige aanmerkelyke byzonderheden uitlevert. Zy was tot haar zevende jaar toe volmaakt gezond geweest; op dien tyd zig op een fchip met eenige jonge lieden vermaakende, kwam'er zulk een hevige ftorm op, dat zy allen zeer verfchrikten ; doch zy was de eenigfte, die niet braakte. Eenige dagen daar na wierd men eene beweegin^in de Oogleden gewaar, welke men in 't begin voor («) Peiroux obf. med. p. 90. (i>) Ibidem p. 85. de zoon van Alfabaravius verbeeldde zig, dat eene zwartin in leder gekleed op bert aan kwam, en viel van zig zelfs, zo dra zy hem naderde. Schenck p. 11a. (O Scbenck: obf. med: p. xio. Franco/. Anno itfoo. (d) Sennert. ibid. J  t6 VERHANDELING over de voor eene enkelde toeknipping aanzag; doch rheri befpeurde wel haast, dat dezelve door ituiptrekkingen veroorzaakt wierd. Men vertrouwde haar aan de zorg van twee bekwaame Doctoren; doch deeze waaren niet in ftaat om te beletten, dat 'er zig na verloop van vier maanden waare Aanvallen van Epilepfie openbaarden, welke zeer zwaar en menigvuldig waren en verfcheide maanden duurden. Geduurende een gedeelte van deezen tyd had het meisje in de tusfehenpoozingen van de zwaare Aanvallen, eenigen zeer kleinen en korten, welke geen ander kenteken hadden, dan een oogenbliklyk verlies van kennis , waar door zy de fpraak verloor, en eene kleine beweeging in de Oogen; zomtyds . als zy weder by zig zelfs gekomen was, hervatte zy het gefprek, daar zy in was blyven fteeken, op andere tyden was haar alles vergeeten. Geduurende een ander gedeelte van denzelfden tyd kreeg zy deeze kleine en korte Aanvallen nooit anders, dan wanneer zy ging; als dan was zy genoodzaakt om buiten kennis eenige feconden Uil te flaan, en kreeg altyd eene ligte ftuiptrekkende beweeging in het Been, 't geen vooruit ftond. Ondertusfehen kwamen de groote Aanvallen traager j maar de kleine zeer dikwyls ; wanneer zy op een zekeren dag, na verfcheide Overvallen gehad te hebben , zig. met een kamenier in de rivier ging baaden ; en Van dien tyd af bleef zy eenentw'in. tig maanden van groote zo wel als kleine Aanvallen geheel bevryd; doch de onfteltenis en droefheid op de fchielyke en onverwachte dood van haaren vader deeden de zwaare toevallen wederom koomen, en van dien tyd hebben dezelve blyven aanhouden , en zyn het allermenigvuldigst' van de eerile koude van den Herfst tot aan de eerfte warme dagen van den Zomer; doch geduurende dengant- fchen  VALLENDE ZIEKTE. ij fchen Zomer is zy geheel vry, en geniet eene volmaakte gezondheid, behalven dat Zy zeer aandoenlyk van zenuwgeftel is, dikwyls droefgeestig, en zeer ligt fchrikt ; de koutie baden, welke haar in 't eerst zo veel dienst gedaan hebben, zyn naderhand vruchteloos geweest. Ik denk, dat hec onnoodig is, om een grooter getal van verfchillende Aanvallen van Epilepfie by te brengen ; want het zou altyd een onvolkomen werk blyven, indien men alle gevallen, die waargenoomen zyn, wilde optellen , en het getal van gevallen, die mooglyk zyn, kan niet bepaald wortien. Ik zal dit artikel eindigen, met aan te merken, dat alle de Aanvallen by verfchillende patiënten niet even zwaar zyn; daar zyn'er, die zomtyds eene kleine gewaarwording van een aanftaanden Aanval gevoelen, zonder dat de Aanval zelfs volgt; by anderen begint de Aanval voor een oogenblik, doch gaat zeer fchielyk weer over. Eenige dagen geleden , was ik by een Snyders-jongen , wiens Aanvallen altyd begonnen met eene kleine onwillige beweeging van de Vingers, even ais of hy {peelde , doch hy behield echter zyne kennis; deeze beweeging kwam zeer dikwyls wederom, (ik heb dezelve tweemaal in één kwartier waargenoomen) zonder dat 'er iets op volgde , en dit was de eerfte trap van de ziekte; de tweede was eene verftyving van de Vingers, die zig met zeer veel kracht toeflooten, waar na hy in een ftaat van ongevoeligheid en een woeligen en ongerusten flaap verviel. Hier bleef het zomtyds by, en na verloop van eenige minuuten wierd de patiënt wakker meende dat hy gefiaapen had, en was gemelyk; doch wanneer de kwaal tot den derden trap aangroeide, verviel hy in ze;r hevigeftuiptrekkinB gen,  iS VERHANDELING over de gen, en was op zyn wakker worden nog veel ge« melyker dan na den tweeden trap. TWEEDE AFDEELING Van de oorzaaken van de Epilepfia in 't algemeen, en in 't byzonder, van de Caufa pradisponens, of de voorbereidende Oorzaak, § VI. JL/e oorzaak van deeze ziekte kan nergens anders fchuilen dan in de Hersfenen, ter plaatze van den oorfprong der Zenuwen , welke op dien tyd fterk gedrukt of zaamgetrokken worden, waar door de Spiritus Animales of Dierlyke Geesten in de Nervi Motores of de beweeging-veroorzaakende Zenuwen gedreeven worden , even gelyk het Bloed door de zaaraentrekking van het Hart in de Slag-aderen geperst wordt, tervvyl op denzelfden tyd de te rug vloejing van die Spiritus Animales , welke wederom gebracht worden door de Nervi Sentientes of Gevoel verwekkende Zenuwen, belemmerd wordt, op dezelfde wyze als het Sanguis Venofus of Aderlyk Bloed belet wordt, om zig in het Hart wederom te ontlasten, geduurende deszelfs Syjlole of zaamentrekking. Door de Hersfenen te drukken kan men het Gevoel zeer ligt beneemen, en door eene fterker drukking zou men de beweeging van de Spiritus Animales geweld aandoen, en eene zwaarder of ligter, of meer of minder algemeene Epilepfie te weeg brengen kunnen ; op deeze wyze wordt dezelve misleiden dikwyls door uitgeftort Bloed veroorzaakt, en geneezen door de Trepaan. De Epilepfie derhalven is ten opzicht van de Hersfenen eene al te fterke werking van de Spi° I ,. ri-  VALLÉNDE ZIEKTE. ritus Animalis Motores, en eene volkome belemmering van de werking van de Spiritus Animales Sentientes, of misfchien heeft 'er eene al te fterke of onregelmaatige werking plaats in de Arterie Nervofee of Zenuw Slagaderen, en eene verhindering van de werking van de daar mede gemeenfchap hebbende Vena Nervofie of Zenuw-aderen. Eene hevige ftuiptrekking van de Hersfenen, of ten minften van dat gedeelte der Hersfenen, het welk 't Senforium Commune genaamd wordt, en waar van alle de Zenuwen haaren oorfprong hebben, kan deeze uit-» werking te weeg brengen; de korter of langer duurzaamheid, hevigheid , en uitgeftrektheid van de ftuiptrekkingen, en de meerder of minder vatbaarheid voor ftuiptrekkingen van verfcheiden Spieren, welke van haar meerder of minder lrritabiliteit (aandoenlykheid) afhangt, veroorzaakenalhet verfchil der Aanvallen. § VII. Daar worden derhalven noodzaakelyk twee dingen vereischt om de Epilepfie voorttebrengen. i. Eene zekere gefteltheid van de Hersfenen , waar door zy zig ligter zaamentrekken dan in den ftaat van gezondheid. 2. Eene prikkelende oorzaak, waar door deeze gefteldheid in beweeging gebracht wordt. Het eerste deezer twee vereischtens, de Dispofïtio of gefteltheid van de Hersfenen naamlyk , wordt de Caufa proëgumena of pradisponens, Voorbereidende oorzaak, genaamd; het tweede, de Caufa procatarctka of determinans (Verwekkende Oorzaak.) Mooglyk is het Hersfengeftel van alle menfchen vatbaar om die gefteltheid te verkrygen, welke, in beweeging gebracht zynde, een Aanval van Epilepfie veroorzaaken kan, doch deeze gefteltheid heeft egter maar alleen by een klein getal plaats, en allen verkrygen dezelve niet even ligt. By die geenen, B 2 daar  Sé VERHANDELING over de daar dezelve plaats heeft, is zy, volgens het zeggen van den Hr. Boerbaave, oferflyk, of aangebooren, dat is, reeds verkreegen in het ligbaam van hunne moeder, door een gevolg van fchrik. (e) § VIII. Men kan niet ontkennen, dat 'er erflyke Ziekten zyn; de Podagra, de Scrophula, (Kliergezwellen of Koningszeer), en Borstkwaalen, ftrekken hier van zomtyds ten bewys. Ik zelf ben geraadpleegd over het vyftiende kind van een Vader, die aan de Teering geftorven was , en alle zyne andere kinderen aan dezelfde ziekte verlooren had, tusfchen hun veertiende en vyftiende jaar. Het is mooglyk dat de Epikpfiè erfïykis; de zwakheid van het Zenuwgeftel erft over, m deeze overerving brengt niet weinig toe, om dezelve algemeener te maaken. In een werk het welk uitgegeeven is onder den titel van LeiTcn van den Hr. Bcerbaa-js, wordt verhaalt, dat hy alle de kinderen van eenen vader, welke de Epilepfie gehad had, aan dezelfde ziekte had zien fterven, (f) en Zacutus Lufitanus maakt reeds gewag van een vader, die aan de Epilepfia onderhevig geweest was, wiens agt zoonen en drie kleinzoonen op eene zeer wreede wyze door deeze ziekte tot hunnen dood toe gefolterd wierden, hebbende hy van deeze gantfche familie maar een achterkindskind , zyndemede een zoon, aan dezelfde ziekte onderworpen, door middel van een Cauterium behouden. (g) Het is waar, dat deeze waarneeming, van een Aucteur, die zeer veel met wonderen opheeft, niet zeer beflisfende is. Maar al was de Epilepfie zomtyds erflyk, moet men egter geenszins denken, daf (e) jipborism. 1075. (ƒ) Prax. med. t. 5. p. 30, (g) Libr. 1. obfierv. 33.  VALLENDE ZIEKTE. fflt jut dit altyd plaatsheeft; Pechlinus merkt reeds aan dat er Vrouwen zyn, welke hevig door deeze ziek' te aangedaan worden , en welker kinderen 'er es ter geheel bevryd van zyn; en ik ken zeer veele Kinderen, die, fchoon van Epileptique Ouders . 415.  VALLENDE ZIEKTE. £f «Je van een jong meisje van tien jaar, zeer gezond, en van zeer gezonde ouders gebooren, 't welk, door zommigen van haare fpeelmakkertjes fterk onder den bal van den Voet gekitteld wordende, tcrwyl anderen haar de handen vasthielden, op dat zy zig niet zou kunnen vervveeren , oogenbliklyk een waar overval van Epilepfie kreeg, welke in 't vervolg op de minfte aandoening zig weer openbaarde ; want een enkel dreigement om haar te willen kittelen, de minfte gramfchap, fchrik, of een weinig te fterke infpanning van gedachten, veroorzaakten aanftonds eenen nieuwen Aanval; (m) De Hr Robinfon, een vermaard Engelsch Doctor, heeft reeds meer dan twintig jaaren te vooren een diergelyk geval aangetekend , doch 't welk nog ongelukkiger uitviel, dewyl de eerfte Aanval den patiënt van 't leven beroofde. (»). In de maand Oclober 1769 kwam men my raadpleegen over een perfoon, welke by nacht reizende, omtrent vier jaaren geleden, wanneer geheelEuropa den mond vol had van de vermaarde Hytena. van Gevaudan, op een naauwen weg een grooten hond tegenkwam, welken hy voor de Hyana aanzag, waar door hy half dood van fchrik t'huis kwam, en den volgenden dag een zwaar overval van Epilepfie kreeg, waar aan hy zedert dien tyd dikwyls onderhevig is geweest; de Aanval begint altyd met eene zwaare kramptrekking in de eene of de andere Hand, welke opklimt tot aan de Keel, vervolgens hem om 't Hart flaat, en dan oogenbliklyk van alle kennis berooft. Ik heb nooit eene Zwaarder Epilepfie gezien, dan van eene beminnelyke jonge Dame, welke eene volmaakte gezondheid Qn) Ibid § 1074. p. 402. (ti) A. Aéw fyflem of the fplee»9 vapours &c. Loh» dim 1729. p. 14S.  50 VERHANDELING over de lieid genooten had tot haar vierentwintigfte jaar toe, wanneer'zy, door de kwaade en onbetaamlyke behandeling van een zotskap, in zulk eene hevige hartstocht verviel, dat zy twee uuren daar na een zwaar overval van Epilepfie kreeg, daar denzelfden nacht nog drie anderen op volgden; en fchöon men ten eerften de vermaardfte Doctoren raadpleegde j verergerde egter de kwaal hand over hand , zö dat zy niet een dag vry was, en zedert dien tyd veele jaaren lang een elendig leven geleid heeft. Men heeft eene groote menigte van diergelyke waarneemingen, welke fchynen tebcwyzen, dat fchrik de allergemeenfte oorzaak van deeze ziekte is; zy heeft zelfs zodaanige kracht, dat ik in 't jaar 1752 een fterk en robust metzelaar van 21 jaar gezien heb , die door fchrik in den droom eene Epilepfie kreeg j hy droomde naamlyk , dat hem een ftier vervolgde , wierd zeer ontiteld en ylhoofdig wakker , en verviel een kwartier daar na 111 een zwaar overval van Epilepfie; ik bezogt hem den vo'genden ochtend ; hy was nog zeer ontiteld, en kreeg, onder 't vernaaien van zynen toeftand, een tweeden Aanval; in dezelfde week had hy nog twee andere Aanvallen , welke allen voorafgegaan en gevolgd wierden van een zeker gevoel van fchrik ; zedert dien tyd heeft hy geen nieuwe overvallen meer gehad. Het geval van eene zekere dienstmaagd te Leipfig , daar Langius van' fpreekt, verfchaft ons nog een veel aanmerkelyker voorbeeld van het vermogen van den fchrik; deeze dienstmaagd een lederen riem , daar drie knoopen in waren, losmaakende, verbeeldde zig onder her losmaaken van den derden knoop, dat deeze knoopen 'er mooglyk door eene Toverhex in gelegd waren, hetwelk zulken fterken indruk op haar maakte, dat zyzeer jcort daar na ecu Aanval van Epilepfie kreeg , gevolgd  vallende ziek Te. §| volgd van verfcheide andere Aanvallen, waar van Langius haar genas, (o) Het zien van een Epilepticus maakt zomtyds zulk eene fterke aandoening, dat 'er de ziekte door gebooren wordt; men heeft hier menigvuldige voor» beelden van. Eene zekere jongejuffrouw, ziende twee knechts, Welke met eikanderen worftelden, in 't water vallen, kreeg van fchrik een Aanval van Epilepfia} welke op de minfte ontfteltenis weder kwam. (p) § XIV. Diergelyke gevallen zyn zo menigvuldig, en het gebeurt zo dikwyls, dat een eerfte Aanval, toevallig veroorzaakt, de zaaden tot eene hebbelyke kwaal nalaat, dat het overtollig zou zyn, om dit door meer andere voorbeelden te willen bewyzen; de reeds bygebrachte toonen genoeg aan, dat, wanneer het Hersfengeftel eenmaal zo fterk is aangedaan geweest, dat 'er ftuiptrekkingen op gevolgd zyn, het daar door eene gefchiktheid verkrygt, om naderhand zeer ligt wederom tot dezelve te vervallen duizende gevallen bevestigen dit; doch welk eene verandering het Hersfengeftel dan ondergaan heeft, en waar in een Hersfengeftel, waar in deeze gefchiktheid plaatsheeft, van een ander, waar in dezelve geen plaats heeft, verfchilt, is eene zaak, Welke wy mooglyk nooit zullen weeten. Wy kunnen wel een begrip maaken van de ftuip- trek- O) Chr. Job. Laitgii, Disputatio de morh» Caduco. Ik heb te Giesfe in 't jaar 17x3 eene fbefis hooren yerweeren, over Epilepfta, veroorzaakt door fchrik, waar m een geval wierd bygebracht van eene boerin van 22 jaar, welke , 's nachts op het vee pasfende, zo zeer verfchrikte van een jongman, die zig afi'chuwelyk toegetakeld had , dat zy op 't oogenblik een zwaare overval van Epilepfta kreeg. (p) Peiroux obfervat medici», p. 85,  3t VERHANDELING oVer nfe trekkingen der Spieren,- zy worden naamlyk ver* oorzaakt door eene fterke en onwillige werking der Spieren, wanneer de Dierlyke geesten dooreene ongefteldheidder Hersfenen derwaarts gevoerd worden op eene ongeregelde wyze ; doch wy begrypen de ftuiptrekkingen niet van de Hersfenen zelfs, ■en de gisfingen, welke men hier omtrent gemaakt heeft, koomen my zelfs zo onzeker voor, dat ik het onnoodig geoordeeld heb, om dezelve hier te plaatzen. DERDE AFDEELING. Verdeeling van de Caufa Determinantes, of Verwekkende Oorzaaken. § XV. "\^^anneer het Hersfengeftel eens eene gefchiktheid tot Epilepfie gekreegen heeft, wordt dezelve in beweeging gebracht door een groot getal van verfchillende oorzaaken, welke ik een weinig hooger Caufie Determinantes vel Procatarctica of verwekkende oorzaaken genaamd heb,- men kan dezelve verdeelen in Morales of Zedelyke , en in Caufa Phyfica, of Natuurlyke oorzaaken. Tot de zedelyke behooren de fterke Hartstochteil, of de fterke indrukzelen welke de ziel gewaar wordt, en de groote infpanningen van den Geest, of afmattingen van de ziel, door al te langduurige befpiegelingen, waar van ik de nadeelige uitwerkingen op de Zenuwen reeds befchreeven heb in een ander werk, (£) daar men veele zaaken in zal vin- De la fantk des Cens dt Lettres. Laufanne, 1765 S 10 j>. 34.  VALLENDE ZIEKTE. 3$ vinden, welke met de Hof, die ik hier verhandel, Verknogt zyn, en onnoodig oordeel alle wederom op te haaien. Ik zal my derhalven maar bepaalen tot één geval, dit naamlyk van dien jongen Student; daar Galenus van ipreekt, welke overvallen van Epilepfie kreeg, zo dikwyls als hy met yver onderwees, of fterk ltudeerde. (r) lk heb tegenwoordig een confult onder handen wegens een man van agtentwintig jaar, welke zyn lichaam, dat anders zeer fterk was, door ftudie en eene ongeregelde levenswyze geheel bedorven beeft, en, na eens een Aanval van Epilepfie gehad te hebben , omtrent twee jaar geleden, welke door een zwaar hartzeer veroorzaakt was, vast ftaat kan maaken van weer in een ander te vervallen, zp. dikwyls als hy of na den eeten Merk ftudeert j of zig laat vervoeren door zyne drift om vaersfen të maaken. Het is zeker , dat de Vallende ziekte door geene zaak zo dikwyls veroorzaakt en wederom in betveeging gebracht wordt als door fchrik , fchoon Gramfchap zo wel als Droefheid dezelfde uitwerking kan doen. lk heb twee vrouwen gekend, welke van Hartzeer over een kwaad huwelyk in deeze ziekte vervallen zyn, en eene andere, welke omtrent vyftien jaaten geleden zig zelve door Gramfchap, terwyl zy in de kraam lag, den eerften Aanval van Epilepfie op den hals haalde, daar nog drie Aanvallen , door zwaare droefgeestigheid veroorzaakt, op volgden; deeze drie laatfte Aanvallen waren zeer hevig. § XVI. De Natuurlyke oorzaaken worden naaide plaats van haaren oorfpronj in Idiopatbicae of Eigen- (f) De Loei: afeet'. L: 5 c. 6. Cbart. I. 7 p. 492; C  S4 VERHANDELING over de Eigenaartige, en in Sympatbica of Medelydende onderfcheiden. In de Eigenaartige Epilepfie is de oorzaak van de kwaal in de Hersfenen zelfs; in de Medelydende worde zy te weeggebracht door eene oorzaak , welke in een ander gedeelte van het Lichaam haare zitplaats hebbende, eerst op de Zenuwen van dat gedeelte werkt, en niet eerder een Aanval van Epilepfie doet gebooren worden dan wanneer 'er de Hersfenen zelfs door aangedaan worden. Men heeft reeds van zeer oude tyden her deeze onderfcheiding van de Epilepfie in Idiopathica en Sympatbica gekend. Hippocrates maakt reeds gewag van ftuiptrekkingen, welke voornaamlyk het Hoofd aandeeden, en egter klaarblyk. lyk uit de Maag ontftonden, dewyl zy door galachtige Braakingen ten eerften bedaarden. (Y) Aretceus drukt zig nog duidelyker uit: by den eenen, zegt hy, zit de oorzaak van de Kwaal in het Hoofd, by den anderen begint dezelve by zeer ver afgelegene Zenuwen, (f) Galenus geeft drie verfchillende zoorten van Epilepfie op; in allen, zegt hy, worden de Hersfenen aangedaan; in het eerfte zoort wordt de oorzaak in de Hersfenen zelfs gebooren , in het tweede neemt de Kwaal haaren oorfprong uit de Maag, en in het derde, welke hetzeldzaamfte is, uit zommige uiterlyke deelen van het Lichaam, (u) Alexander Trallianus heeft deeze verdeeling van Galenus gevolgd, (x) welke ook vry algemeen door anderen is aangenoomen; maar dezelve is niet volledig, want men heeft de Epilepfie nit meer andere deelen van het Lichaam haaren oor» (s) Epidem. L. 7 c. 96 Foef. p. 1233. (/) De Cauf. & fign. acut. morb. I. i.c. $. p. 2. (u) De loc. affect. L. III c. XI Chart. T. 7/1.443. O) Alex. Trall. Libr. XII E'afd. 1566 L.iCap.15, p. 62.  vallende ziekte. 3$ oorfprong zien neemen. Naast de Maag brengen de Teeldeelen dezelve het meest te weegj en daar is misfchien niet een Lid, daar zy niet door veroor. zaakt kan worden; doch ordenshalven zal ik de Epilepfiae Sympathicae verdeelen in die, welke haare zitplaats in het een of het ander inwendig deel, en in die, welke haare zitplaats in het een of het an* der uitwendig deel hebben. Vierde afdeèling. Over de Epilepfiae Sympathicae of Medelydende , welke haare Zitplaats hebben in het een of het ati* der inwendig Deel, % xvii. Maag is meerendeels de zitplaats van de Epilepfiae Sympathicae van het eerfte zoort: Indien men zig erinnert, dat ik in het derde Hoofdftuk § 116 en 117, gewag maakende van de Zenuwen, gezegd heb, dat de Maag de meeste Zenuwen heeft Van alle de Ingewanden, en dat dezelve afftammen van het Par vagum en het Parintercoftale, welke een grooten invloed hebben op het geheele Lichaam, zal men zeer ligtbegrypen kunnen^ dat eene prikkeling van de Maag de Vallende Ziekte veroorzaaken kan, en indien men nagaat, do^r hoe veele oorzaaken de Maag geprikkeld kan Worden, zal men zig niet zeer verwonderen, dat de Epilepfie hier door zo dikwyls te weeggebra-cht Wordt, Hippocrates heeft reeds aangemerkt, dat deeze ziekte menigmaal door eene zwartgallige Hof, de Maag prikkelende, gebooren wordt, (y) en (y) Epidem. Éi 6 c. 54 Fosf. f. lioi, C a  36 VERHANDELING over de en dit wordt nog meer bevestigd door eene waarneeming van eene Joodin, in welke eene zeer hevige Epilepfie door diergelyke ftoffen veroorzaakt wierdt. (z) Galenus fpreekt byna overal over den invloed, welken de Maag op de Hersfenen heeft; wanneer het Zenuwgeftel , zegt hy , door eene kwaade gefteltheid van de Maag aangedaan wordt, koomen 'er ftuiptrekkingen en ylhoofdigheid te voorfchyn. (#) Dezelfde Schryver maakt op eene andere plaats gewag van een jongman, die zwaare ftuiptrekkingen had, welke ten eerften ophielden, zo dra hy" eene fcherpe galachtige ftof uitgebraakt had. (£) Wederom op eene andere plaats zegt hy menfchen gezien te hebben, welke door eene zwakke fpysverteering, uit eene ongcfteldheid van de Maag fpruitende, overvallen van EpU lepfie kreegen ; {c) ook blykt uit zyn verhaal van dien Student, waar van ik reeds jfefprooken heb , die door fterk te ftudeeren en al te lang vasten door een Aanval van Epilepfie aangetast wierdt, dat de Maag de zitplaats van de Ziekte was; deeze waarneeming verdient wel hier in haar geheel bygebracht te worden : „ Een jong ftudent verviel ,, in een Aanval van Epilepfie, zo dikwyls hy „ in diepe gedachten zat, met yver onderwees, „ wat te lang vastte, of zig kwaad maakte; „ het kwam my voor, zegt Galenus, dat de bo„ venfte opening van de Maag, welke zeergevoe„ lig is, de eigenlyke zitplaats was van de ziekte, „ en dat de Hersfenen én het Zenuwgeftel maar „ alleen door Sympathie of Medelyden wierden aangedaan. Ik raadde hem derhalven, om alle „ mid- (z) Pralect: de Morh. tiervi p. 443'. (fi) Comm. ad Aph: Hipp. I. 7 apbor. \o„ (£t Ibid. t. % Aph. 1 p. 195. (f) De Locis affect. 1. 5 ff» 6.  VALLENDE ZIEKTE. 3? „ middelen in het werk te Hellen ter verbetering „ van de fpysverteering , en dat hy om de drie „ uuren een weinig droog brood zou gebruiken, „ als hy niet dorstig was, doch dat hy hetzelve, „ byaldien hy dorst had, doopen zou in dunne „ wyn, (i) welke eenigzins zaamentrekkendwas, „ niet naar het Hoofd fteeg, en de Maag op eene „ zachte wyze verfterkte. De verligting, welke „ het in achtneemen van deeze levenswyze hem „ toebracht, overtuigde my dat myne gisiingen „ omtrent de zitplaats van zyn ongemak niet on„ gegrond geweest waren", (e) Zo dra Galenus van de oorzaak van de Kwaal verzekerd was , richtte hy zyne genees wyze hier naar in, (ik zal in 't vervolg hier nog breedvoeriger over handelen) en herftelde den patiënt volkomen. § XVIII. Zedert Galenus hebben veele andere Doctoren waarneemingen van Epilepfie, uit dezelfde oorzaak lpruitende, aangetekend. , Valleriola^ Doctor te Avignon in de Zestiende Eeuw, brengt een voorbeeld by van eene Vrouw, welke door eene ongefteldheid van de Maag zeer zwaare Overvallen van Epilepfie kreeg, (ƒ) Fernelius maakt gewag van eene Vrouw van drieentwintig jaar, by welke de Epilepfie klaarblyklyk uit de Maag ontltond. (g) Forestus brengt eene diergelyke waarneeming, by. (b) In de verzaamelingen van Theophilus Bonnet vindt men de historie van een man van dertig jaar, by welken de Kwaal van dezelfde oorzaak af- ((}) THnc^itfutot. (e) de Loc. afeet. /. 5 c 6 Charhter, p. 493, (ƒ, Obfv. I. 3 Obf. 7. (g) Conftl. 7. Oper. omn. p% 668. (b) Lib, 10 Obfv, 64. C 3  ) Forestus maakt gewag van een Student, welke, na het eeten van paling, verfcheide Aanvallen van Epilepfie kreeg, die niet eerder ophielden dan na dat hy denzelven wederom had uitgebraakt; (jn) Schulzs Disput, de Helleb. Vet. Halte. 1617. (n) Cicut. aquat. Histor. & noxae Comtn. p. 6. (0) Spicileg. p. 599. (j>) Praxis med. L* 6.p. 300. C 4  4o VERHANDELING over de braakt. (0. DoUus brengt een droevig geval by. van een jongman , die, door al te veef ingelegde Kool te eeten, door een Aanval van Epilepfie aangetast wierd, waar van hy terftond ftierf. (r). § XX. Dé oorzaak van de Kwaal kan ook in de Darmen fchuilen, voornaamlyk in de Kinderen van hun vyfde jaar af tot hun tiende of twaalfde jaar toe; want fchoon de Darmen in alle leeftyden aanleiding tot Epilepfie geeven kunnen, heeft dit egter meer plaats in kinderen, inzonderheid van gemeene lieden, uit hoofde van eene kwaade dieet, en het gebruiken van Hecht voedzel. Dikwyls worden my Kinderen gebracht meer of min aan overvallen van Epilepfie onderhevig, bol en bleek van Aangezicht, met ingevalle oogen, neerflachtig en droefgeestig, zeer dik van Buik, en zomtyds niet geheel vry van Engelfche ziekte, welke zonder eenig ander toeval of voorafgaande ziekte op hun vyfde of zesde jaar in deeze Kwaal vervallen zyn; en in zodaanige gevallen durf ik gerust verzekeren , dat de Epilepfie door verftoppingen in den Onderbuik, en inzonderheid in de Darmen en het Mefenterium, veroorzaakt wordt; ik behandelze derhalven als zodaanige, en genees dezelven byna allen. Deeze verftoppingen zyn op tweeerlei wyzen nadeelig. I. Wanneer de Voeding niet naar behooren gefchiedt, verzwakt het zenuwgeftel, gelyk ik elders beweezen heb. II. Wanneer het nu reeds verzwakte zenuwgeftel door de bedorve ftof geprikkeld wordt, ontftaan hier door Aanvallen van Epilepfie. Tulpius maakt gewag van eene vrouw, onderhevig aan eene Epilepfie , welke zeer zwaar was ten Cf) Obfervat. L. 10, Obf. 57. fibpL' (r, Eticyc/op. med. Lib. 1. c. 9. p. 127  VALLENDE ZIEKTE. *2 Jen opzicht van de menigvuldigheid, hevigheid en langduurigheid der Aanvallen, waar van hy de oor? zaak met rede, zo als het fchynt, toefchryft aan eene langduurige hardlyvigheid, gevolgd van verftoppingen, en van het formeeren van bedorve en fcherpe ftof in de Milt, het Pancreas, het Me. fenterium en de Darmen, welke een gevoel vanpyn en hitte in de zyden en lendenen te weeg bracht: want naar maate deeze ftof ontlast wierd, nam de Kwaal af, en hield eindelyk geheel op. (s) Pechlimis is zelfs van gedachten , dat het opblaazen van Winden in de Darmen by kinderen zulk eene fterke prikkeling te weeg kan brengen , dat 'er eene Epilepfie uit gebooren wordt, en meent hier van verzekerd te zyn door drie gevallen, in welke by de opening van de Lichaamen geen ander gebrek gevonden wierdt dan eenebovenmaatige opfpanning van de Darmen (V). 5 XXL Wanneer zig by de bedorve ftof Wormen voegen wordt de prikkeling zeer veel fterker,en de daaglykfche ondervinding leert ons, dat men de Wormen als eene der algemeenfte oorzaaken van de Epilepfie der kinderen aanzien moet; zy veroorzaaken zomtyds wel deeze ziekte by bejaarden. Bartholinus verhaalt van eene Vrouw, aan zeer Zwaare Aanvallen van Epilepfie onderhevig , ongedaan van Aangezicht, en opgeblaazen van Lichaam, welke de Antiepileptica niet de minfte verligting toebrachten , doch zo dra als zy door het gebruik van zyne Pilulae Mercuriales Wormen was kwyt geraakt, bleevende toevallen geheel weg. («). De (s) Obfervat: med: L: i. cap. n. (O Libr: 2. Obf. 29. p. 282. C«) Cetif. 4. Obf. 7. & een t. 6. Obf. 20. daarby o5 s"  41 VERHANDELING over db De Hr. Stahl wierd geraadpleegd over een kind van zes jaar, -t welk alle dagen op een gezetten tyd des avonds ten zes uuren een Aanval van Epilepfie kreeg , welke altyd begon met een zeker gevoel van pyn in den Onderbuik; dit kind wierd niet eerder geneezen dan na dat het door het gebruik van Vermifuga eene groote menigte Ascarides of Maaijen ontlast had. (x). Heifier brengt een voorbeeld by van een jong meisje, 't welk zwaare Aanvallen van Epilepfie, en te gelyk Wormen had; alle Middelen waren tot dus verre vergeefs geweest; hy genas het zelve van de Epilepfie door met Kwik en Kina de Wormen te verdryven. (y). Vechlinus fpreekt van een jongman van vierentwintig en een meisje van elf jaaren, beiden uit dezelfde oorzaak aan Epilepfte onderhevig, (z) In eene onlangs uitgekoome Verhandeling wordt de hiftorie opgegee ven van eene andere ziekte van het zelfde zoort, door een Lintworm veroorzaakt , en door het;gebruik van Amandel- en Terpentyn Olie geneezen. (a). Doch de allerhevigfte Epilepfte door Wormen voortgebracht, zyn die daar fFepferus van fpreekt, en welke door den Lintworm veroorzaakt worden. Men vindt hier van twee voorbeelden by deezen fchryver: het eerfte is van een Meisje van drie jaar, 't welk veele maanden lang aan Epilepfie onderhevig was geweest, met onophoudlyk fchreeuwen en pyn verzeld, en herfteld wierd, na dat zy van zelfs drie ellen van een Lintworm ontlast had; en het andere is van een meisje* gewag maakt van een jongman , by -welken de Epilepfie door Ascarides veroorzaakt wierd. Thter: med: p. 1068. (v) Compend. Medicin. PraEiic: C. 14. § 55. (V.) Lib. 1 Obf. 29. p. 285. GÓ De Melle de vi vitali. $ 107. Letda,  VALLENDE ZIEKTE. 43 je, *t welk op haar zevende jaar eene Catalepfls kreeg, welke drie jaar duurde, en vervolgens zo menigvuldige Aanvallen van Epilepfie, dat zy m heel gek wierd, en haar geheugen ten eenemaal verloor, zo dat zy haare Moeder niet meer kende, haare vuiligheid opat &c. Zy raakte een Lintworm kwyt, en de ftuiptrekkingen. hielden op; drie dagen daar na kende zy haare Moeder en vraagde haar, waar zy van daan kwam, en zy kreeg van langzaamerhand het gebruik van haare zintuigen , en haare Gezondheid weder. (£). In de Hiftoria Epidemïae Verminofae, door den Hr. van den Bosco befchreeven, wordt een geval verhaald van een kind van zes jaar, 't welk'door Wormen verviel in eene uitteerende Koorts met menigvuldige Aanvallen van Epilepfie verzeld; waar van het ftierf. (c). Men heeft opgemerkt, dat de RadixValerianae dan den meesten dienst aan Epileptici doet, wanneer zy denzelven Wormen doet ontlasten, enhet is geenszins te verwonderen, dat de Wormen EpU lepfie veroorzaaken , dewyl zy verfcheide andere ongemakken te weeg kunnen brengen , als Duizelingen , Zotheid , (het geen ik dikwyls gezien heb,) Verlamming, Catalepfts, ftuiptrekkingen ' Blindheid, Doofheid, en fpraakeloosheid. Ik heb veele Kinderen van diergelyke Ongemakken geneezen , by welken de voornaamfte uitwerking der geneesmiddelen in het uitdryven van de Wormen beftond. Men moet egter niet denken, dat Wormen altyd de oorzaak van deeze ziekte zyn; dit zou van gevaarlyke gevolgen kunnen zyn, gelyk ik zelf heb bygewoond in eene Vrouw, die mVt dee- (/)) Ephemeridi Cur: nat. dec. Anno. 2. Sepulchret. 1: 1 p. 304. (c) Fiist. Co.st. Epidem Vermims. 1*69. t>. 132.  4* VERHANDELING over. de deeze ziekte behebt, en zeer verflimmerd was door de fterke Middelen , welke zy gebruikt bad om wormen te verdryven , die 'er niet waren, en waar aan men de oorzaak van de ziekte , welke haare zitplaats in de Hersfenen zelfs had, verkeerdlyk toefchreef. De Hr. Hannes, Doctor te Wezel, verhaalteen aanmerkelyk geval van een jongman, welken hy onder handen had , en wiens Epilepfie hy geduurende eenigen tyd aan wormentoegefchreevenhad, waarom hy ook Middelen daar toe dienftig in 't Werk had gefteld, die den Patiënt geen anderen dienst deeden , dan dat hy 'er eene groote menigte wormen door ontlastte; het welk den Hr. Hannes deed befluiten , dat de wormen hier geen deel aan de ziekte hadden , weshalven hy op dezelven geen acht meer gaf, en den Patiënt door andere Middelen herftelde. Dezelfde Schryver baak nog tweediergelyke Waanieemmgen aan van de Heeren Sigvoari en Bingert (d). § XXII. De overige Deelen, welke in den Onderbuik gelegen zyn , kunnen mede de zitplaats Van deeze verfchrikkelyke ziekte zyn. Fabrichis, een vermaard Profesfor te Helmftad , verhaalt een voorbeeld van eene vrouw , aan zeer menigvuldige Aanvallen van Epilepfie onderhevig, welke geene andere oorzaak hadden, dan 2oofteenen, die in de Galblaas gevonden wierden ; en deeze kundige Man voegt 'er by , dat men zeer wel begrypen kan, dat daar door Epilepfie heeft kunnen te weeggebracht worden, (e) De Hr. Jenfius, een Deensch Geneesheer, brengt een geval by , 't welk met het voorige zeer wel OVCfï (d) Hannes Epist: dt Puero Epilept: foliis aurant. Sanato. Féfalia. 1766. (e~) Pbih Conr. Fabricii propem Pt icon ad Disfertat:I% S. Hofman. Helmftad. 1751. p. 6.  VALLENDE ZIEKTE. 45 overeenftemt; „ De Patiënt, zegthy, heeft zekerü lyk fteenen in de Galblaas; hy vervalt van tyd „ tot tyd in ftuiptrekkingen, geduurende welke de ,j rechter zyde van het Lichaam , en de rechter „ Arm en Voet meer dan honderd maaien in een uur „ heen en weer gefchud worden, en dit houdt niet „ op voor dat hy in flaap valt, en dat loopt dik. „ wyls verfcheide dagen achter malkander aan". (ƒ). De Hr. Cbomel maakt insgelyks gewag van hevige ftuiptrekkingen, welke van eene diergelykè oorzaak afhingen. De Patiënt, zegt hy, had zeer zwaare pyn in de Ledemaaten, welke door ftuiptrekkingen aangedaan wierden, hetwelk egtero-een kenmerk van Epilepfie is; geduurende de zwaarfte Aanvallen verloor de Patiënt geen ander zintuig dan het Gezicht, en alle de Aanvallen eindigden met eene zwaare flaauwte, waarvandeLyderes, welke door cené langduurige droefgeestigheid tot deezen elendigen ftaat gebracht was , doorgaans niet het minfte geheugen had, zo min als van het geen 'er gebeurd was , en het geen zy geleeden had; dit laatfte toeval heeft zonder twyffel den Schryvcr deeze ziekte voor eene Epilepfie doen aanzien , en wel voor eene Epilepfie, welke door fcherpheid van de Gal, in deLyderesopgeftopt, veroorzaakt wierdt. Deeze opftopping van de Gal had zelfs eene; Geelzucht teweeggebracht, welke door fterk zweeten wederom verdween ; de inwendige ftuiptrekkingen waren zo hevig , dat 'er dikwyls Braakingen , en ook zomtyds fterke ontlastingen van eene waterachtige en bloederige ftof, dan eens uit den rcch. (ƒ) Mercure Danois. Jug. 1758. p. 99. De Hr. Jetifius voegt 'er by, dat de Mus'cus de ftuiptrekkingen altyd deed bedaaren \ zy begonnen te verminderen na de eerfte of de tweede doftt.  45 VERHANDELING ovjsii üE rechter Tepel, dan eens uit den Navel, opvolgderii De allergeringfte droefgeestigheid veroorzaakte eert Aanval van Epilepfie en eene flaauwte. De zachtfte Klysteeren en Purgeermiddelen verwekten ftuiptrekkingen. (g) Hippocrates maakt reeds gewag Van ftuiptrekkingen, welke hy aan prikkeling vari de Gal toefchryft, en die niet eerder ophielden , dan na dat de Patiënt Gal gebraakt had (b). Morgagni heeft ons de beichry ving nagelaaten van de ziekte van een zyner Patiënten, welke den eerften Aanval van Epilepfie kreeg, met een fteek in de rechter zyde , welke vervolgens door Galachtige afgangen verdween; de volgende Aanval^ len , welke ligter waren, wierden altyd voorafgegaan door het gevoel van eene zekere opdamping, welke op die plaats begon , daar de Patiënt doorgaans eene opfpanning gewaar wierd, welke door het gebruik van voedzel en voornaamlyk'van drank zeer fterk toenam (/). § XXIII. Zomtyds fpruit de ziekte ook uit de Milt. Hollerius verhaalt een geval van een Monnik te Parys , wiens Milt zeer veel geleeden had in eene heete ziekte, en fchoon de Patiënt wederom herfteld wierd, bleef 'er in de Milt eene fcherpe ftof hangen, welke van tyd tot tyd aangroeiende eene prikkeling in de zenuwen te weeg bracht, welke Vervolgens op haare beurt de Hersfenen prikkelden, en aldus een Aanval van Epilepfie verwekten (/c). In het doode Lichaam van een jong Duitsch Prins, aan Epilefiie geftorven, wierd geen ander gebrek gevonden, dan dat de Milt Scirrbeus en blaauwachtig van (g) Hist: de PAcad: des Scienc: 1732. Art. 7.ƒ1.49. (b) Epidem: Lib. 7. Cap. 96. Foes. p. 1233. O') De Sed. &> Cauf. Morb. Lib. 1. Ap. g. § 7. i,k) Opera cmnia, Cbap. 16. Scbsl.,p. 105.  VALLENDE ZIEKTE; 4? van kleur was , (/) en onder de waarneemingen van Tulp wordt 'er eene gevonden van een jon afman , welke door pyn in de Milt eene zwaare Epilepfie kreeg, met zodaanige verwarring in zyne denkbeelden, dat hy zig een groot Keizer verbeeldde te zyn. De Aanval begon altyd van de Milt, en openbaarde zig ten eerften, als men dit Deel zelfs uitwendig drukte; alles 't geen zyne verdwaalde zinnen gaande maakte, deed dezelfde uitwerking, (m) §. XXIV. De Nieren en de Blaas, welke de zitplaats van zo veele ongemakken zyn , kunnen ook zodaanig geprikkeld worden, dat 'er zeer zwaare Epilepfiae op volgen. Thom: Bartholinus verhaalt, dat B. Silvaticus in Oostenryk een Prins gezien heeft, welke, zo wel als zyne Moeder, door fteenen in de Nieren en de Blaas, overvallen van EUlepfit kreeg , («) en Brendel heeft twee kinderen gezien , het een van twee dagen, en het ander van agt dagen, welke beiden onder hetloozen van kleine (teentjes van ftuiptrekkingen ftierven in het doode Lichaam van het eene vond men verfcheide fteentjes in de Nieren, en in dat van het andere kind een fteen in de rechte Ureter (o). Onder de waarneemingen van La Motte zyn 'er twee , waar uit duidelyk blykt, dat deeze ziekte door fteenen in de Nieren kan veroorzaakt wor. den; de eene is van een meisje van tien of twaalf jaar aan zwaare Epileptique Overvallen onderhevig waar voor men haar dikwyls liet purgeeren, enveellerlei zoorten van Klysteeren zetten, „ Op een zekeren tyd op een ftilletje zittende J5 na geklysteerd te zyn, kreeg zy, zegt La Mot- » te, (!) Sepukbr. anai. Lib. i. Sect. 13. Obf. 42. (tri) Obfervat. medic. Liv. 1. Cb. 9. (ri) Sepulchr. anatom. T. p. 288. (0) Opufcuh de Calcufi: Naialieb: p. 49.  4* VERHANDELING over de j, te , in onze tegenwoordigheid zulken hevigen „ Aanval, met zulke zwaare ftuiptrekkingen vef* „ zeld, dat wy met ons allen niet in ftaat waren „ haar vasttehouden ; want haar Lichaam wierd v zo fterk agter over getrokken, dat het byna een hoepel geleek, en het Hoofd omtrent de Hielen „ raakte; zo dra nu deeze ftuiptrekkingen ophiel„ den en zy wederom op het ftilletje ging zitten; „ hoorden wy met verwondering iets in de pot val- len, dat eenig geluid maakte, en vonden naon„ derzoek vyf fteenen, waar van de kleinfte zo groot „ was als een erwt, en de tweede eens zo groot, en van dien tyd af is dit meisje volkomen herfteld, „ en gezond gebleeven. Q>) Het tweede geval viel zo gelukkig niet uit. Dit droeg zig aldus toe : een meisje van twaalf jaar wierd fchielyk aangedaan door een Overval van Epilepfie met eene onwillige ontlasting van de Pis verzeld; de Aanvallen, welke in het begin korten zeldzaam waaren, duurden van tyd tot tyd langer; volgden korter op malkander, en veroorzaakten na verloop van twee jaaren de dood. 'La Motte vond in het doode Lichaam de Hersfenen zo wel als de overige Ingewanden in een zeer gezonden ftaat, behalven de rechter Nier , in welker Pelvis öf Bekken een driehoekige fteen gevonden wierd ter zwaarte van vyf Drachmaas, welke aan den ingang van de Ureter of Pisleider eene prikkeling veroorzaakte , die waarfchynlyk alleen de ziekte te weeggebracht had. (q) Pe- (/>) La Motte Traité Complet de Chirurgie Obf. 174. Tom. a p. 419. Deeze zwaare toevallen waren veroorzaakt geweest door het pasfeeren der fteenen door de Ureteres; want zo dra de fteenen in de Blaas gekoomen waren, raakte de patiënt dezelve kwyt. (q) Ibid. Obf. 173. p. 416.  VALLENDE ZIEKTE* 4^ Pereboom , een vermaard Doctor te Hoorn j befchryft een geval van een jonge Dochter van 30 jaar, welke zeer dikwyls gekweld was met flaaüwtens, daar zwaare ftuiptrekkingen en pyn in den Onderbuik op volgden; deeze Kwaal luisterde verfcheide jaaren lang nergens naar, doch hield van zelfs op, zo dra de patiënt eene zeer groote menigte ileenachtige ftoffen, met verfcheide kleine hoekige ïleenen vermengd, ontlast had (r). Een jaar geleden, kwam my een patiënt van vyfénvyftig jaar raadpleegen , die aan Epilepüquè Overvallen onderhevig was, welken ik aan dezelfde oorzaak toefchreef; hy was zedert veele jaaren eene.groote menigte graveelftof kwytgeraakt, doch had 'er zedert vyftien maanden niets van vernoomen, maar zedert dien tyd had hy een weinig pyn in de ,Nieren gevoeld, als mede nu en dan hevige Kolykpynen , en eene zekere \ erdooving in het linker Been by liegt weer; ook was hy zevenmaal door Epilepfie aangetast geweest, van welke Ziekte hy te vooren nooit iets gewaar was geworden, eh wdke men aan geen uitwendig ongemak, noch onmaatigheid, noch verdriet toe kon fcliry ven. Ik fchreef hem niets anders voor , dan het gebr dk van warme Baden eii Kalkwatër; vi?r maanden daar ria fchreef hy my, dat hy welvaarendé was, en geen Overvallen meer gehad had, en zo dert dien tyd heb ik niet meer van hem gehoord. In het Kapittel over de Tetanus, vindt men eéri voorbeeld van een Patiënt, die eeniteenindeBlaas h d, eri door dit ongemak aangedaan wierd, wanneer hy zig in een zeker postuur bevond: en geen wonder; want daar wordt geen fterker prikkeling vereischt, om eene Epilepfie te weeg te brengen. Ik (>) Nova acta Cur. Nat: T. 3 obf 2. p, 20,  g<3 VERHANDELING oveïi de Ik heb een jongman gezien, die eene verzweering in de Blaas had, welke hem in eene ligteflaapziek* te deed vervallen, welke twee dagen duurde, waar in hy drie waare Aanvallen van Epilepfie had; bei* de deeze ongemakken hielden op , zo dra de verzweering doorgebrooken was. § XXV. Doch van alle de deelen van hecmenéchlyk Lichaam geeven die , welke tot de voortteeling gefchikt zyn, zo wel by Vrouwen als by Mannen, de meeste aanleiding tot deeze ziekte. Mert heeft al van ouds opgemerkt, dat 'er eene zekere gelykformigheid plaats heeft tusfehen de Epilepfie en het Minnefpel; want in beide wordt men in het begin ftuiptrekkingen, en naderhand afmatting gewaar; zommigen zelfs onder de Ouden noemden de Vermenging eene korte Epilepjie , veelen onder de Laateren ftemmen hier omtrent met de Ouden overeen, en met reden; ik zelf zou my ver* plicht rekenen om my by deeze gelegenheid over deeze gewichtige zaak naar behooren breedvoerig nit te laaten , indien ik dezelve niet reeds verhandeld had in een ander Werk, (s) waar van ik hier alleen een uittrekzel zal geeven. , Het is volkomen beweezen door veele voorbeelden, r. Dat het onmaatig oeffenen van het Minnefpel de allerfterkfte menfchen , en die nooit aan Epilepfie onderhevig geweest waren, in dezelve doet vervallen. De waarneeming van myn vriend Zimmerman, die alles met zo veel nauwkeurigheid aantekent, bevestigt dit op het allerduidelykfte (/> 2. Dat op het Minnefpel dikwyls ten eerften een Aanval van Epilepfie volgt. Galenus, (u) van Heers } 00 Üonamfme Seft, a> p. 24. 4, p. 46. Seftï tl p. 2 30. &c. (O Onanifme p. 24. Q«) De Locis afeet: L. $. C. oV  VALLENDE ZIEKTE. 3* Heers, (x) Didier, en van Swietsn, (y) brengen hier van voorbeelden by , in mannen , en Hofman een voorbeeld in eene vrouw. De Heer de Sauvages (z) tekent een geval aan van een man, die by elke actie van het Minnefpel door een Aanval van Epilepfte wierd aangedaan; in het begin waren de Aanvallen kort, en gingen fchielyk over j doch zy wierden van langzaamerhand langer en verfchrikkelyker. Men vindt zelfs verfcheide voorbeelden van menfchen , die in de actie geftorven zyn. (a) Ik ben geraadpleegd door eene vrouw, welke veele jaaren voor haar huwelyk kleine Aanvallen gehad had van dat zoort, waar van ik § V. gewag gemaakt heb; doch dezelve waren zö gering, dat men naailvvlyks om Epilepfie gedacht had; eenige dagen na haar huwelyk kreeg zy zeer zwaare Overvallen van Epilepfie. De Hr. Cole verhaalt, dat hy eene vrouw gezien heeft, welke zonder te vooren eenige toevallen gehad te hebben, [ten minftenhy gewaagt 'er niet van,] drie dagen na haar huwelyk voor de eerltemaal doör deeze ziekte wierd aangetast. (b> lk heb tegenwoordig een patiënt onder-Jianden , die zyne krachten zödaanig heeft uitgeput, dathy, zedert twee jaaren, na elke actie van het Minnefpel, in eene zwaare ftuip vervalt, welke ten minften vier, en zomtyds zeven, agt, ja negen uurert duurt, en met ylhoofdigheid, en mi en dan met eert (xï Obf: med: obf. 18. Cj) S 1075 T. 3. p. 412. izj Clasf. 9. Art: 31 No. 6. T. 2: 4/tf. ƒ>. 409. (a) Haller Elem. Phyfiol. L; 27. s, 2. § 121 T. 7% v- 567- {bj Pbikfopb. Tranfact: No. 174. p. 1150 D %  ££ VERHANDELING OVER DE een totaal verlies van alle kennis, geduurende een ge-» deelte van den Aanval, verzeld is. Diegeenen, welke zig hier omtrent te buitengaan, vervallen zeer dikwyls in deeze ziekte, voornaamlyk, indien zy zig te gelyk overgeeven aan het onmaatig gebruik van wyn of fterke dranken , waar toe hen de noodzaaklykheid, om hunne krachten te herftelien , zeer veel aanleiding geeft. Ik heb veelen dier ongelukkigen gezien, welke, hunne gezondheid geheel en al bedorven hebbende, aan Zwakheid, Venuskwaalen en Vallende Ziekte kwynden, en des te meer te beklaagen waren, om dat hen zeer weinig hoop tot herftelling overbleef, dewyl het verües van krachten en Spysverteering, de groote aandoenlykheid van het Zenuwgeftel, en het totaal bederf van het Bloed, eenzamertmengzel van Kwaaien veïoorzaaken, welke door de allerbeste,hulpmiddelen niet meer herfteld kunnen worden, dewyl de Natuur als dan niets meer mede werkt. § XXVI. Eene derde waarheid, zo duidelykbeweezen als de twee anderen, is, dat eene al te fterke onthouding deeze ziekte zo wel te weeg kan brengen, als een onmaatig gebruik van het Minnefpel. De Natuur moet haaren loop hebben , meer of minder in byzondere geitellen; daar zyn'er welke de vermaaken van de Min onmooglyk ontbeeren kunnen, zonder gevaar te loopen van in allerhande zwaare ongemakken, en wel voornaamlyk Zenuwkwaaien, te vervallen. De geduurige begeerte verzwakt hun geftel op dezelfde wyze als alle andere fterke Hartstochten, en de opgehouden en bedorven vochten prikkelen hurt Zenuwgeftel zo fterk, dat 'er eene Epilepfie door ontftaat. Ik heb hier van in het reeds aangehaalde Werk veele voorbeelden  VALLENDE ZIEKTE. ?J den bygebracht, (V) zo dat het onnoodig is daar breedvoeriger over te handelen. § XXVII. Behalven .dit zoort van Epilepfie welke men Venerea zou kunnen noemen, zyn 'er nog andere zoorterf, welke , fchoon zy van deze . de- Organa afhangen, egter uit eene zeer verlengende oorzaak ontftaan, gelyk als teEpUepfia. welke by de Vrouwen te weeggebraeht worden door de Zwangerheid, het Kraamen, of deszelfs gevolgen. De bevruchting brengt by veele Vrouwen eene fchielyke en duidelyke veranderingte weeg ; ik heb 'er gekend, welke van het eerfte" oogenblik af eene zekere aandoening gewaar wieroen, welke haar wel vierentwintig uuren bybleef, en de boeken der fchry vers zyn vol met voorbeelden van allerhande toevallen door het ganfche Lichaam , te weeggebraeht door de veranderingen, welke de baarmoeder ondergaan had. De toevallen, welke door de zwangerheid veroorzaakt worden, zVn wel de aanmerkelykfte ; dezelve heeft een zeer grooten invloed op de geheele Qeconomia Animalis, en onder de verfchillende ongemakken, welke zy veroorzaakt, is ongelukkig de Epilepfie wel de allergemeenfte. Fernelius verhaalt, dat hv verfcheide Vrouwen gezien heeft, welke aan deeze Kwaal onderhevig waren, zo dikwyls zy zig zwanger bevonden , en volkomen herfteld wierden zo dra zy bevallen waren. Cd). Jackin ge-' tuigt het zelfde, (e) Jacotius telt:de Èpilepfie mede onder de ziekten , welke een gevolg van de ZwanCr) pag. 130. 480. Pathoh£' L: 5- Cap. 3. Optr. Omnia fok p, , ^ Li 3acchini C(>mm: in nonum Libr. Rbaz. Bard. 1574- 14- p> 132. P 3  54 VERHANDELING over d.e zwangerheid zyn. (ƒ). Schenckius maakt gewag van. eene zeer vruchtbaare Adelyke Dame, welke in haare zwangerheid altyd zwaare overvallen van, Epilepfie had, geduurende welken hy haar dikwyls bygeftaan had, en die door de allergeringfte oorzaak wederom in beweeging gebracht wierden, en haar dikwyls Miskraamen veroorzaakt hadden , doorgaans van doode kinderen, (g . Onder verfcheide andere aanmerkelyke gebeurtenisfen vindt men befchreeven, dat de Hartogin van Beaufort, zwanger zynde, een Aanval van Epilepfie kreeg, waar van zy wederom bekwam, doch dat zy, onder het fchryven van een brief aan tlenrik den IV, een tweeden Aanval kreeg , waar van zy ltierf. Men vindt verfcheide diergelyke voorbeelden by de Aucteuren, welke over de Vroedkunde fchryven, en in het Commercium Liter ar ium Norimbergenfie wordt een geval verhaald van eene Vrouw, die in de agtfte maand van haare zwangerheid, zonder eenige waarfchynlyke voorafgaande oorzaak , binnen weinige uuren verfcheide zwaare Overvallen van Epilepfie kreeg. (/;). lk ken twee Vrouwen , waar van de eene, ftaande drie zwangerheden , byna alle weeken een Aanval van Epilepfie gehad heeft, zo lang , tot dat zy leven begon te voelen; de tweede had, in haar twee eerfte zwangerheden, byna alle maanden een Aanval gehad ; doch in haare derde zwangerheid bracht ik haar door menigvuldige Aderlaatingen , en warme voetbaden, zo ver, dat zy 'er maar tweemaal door wierd aangetast;, door dezelfde hulpmiddelen bleef zy in haare vierde zwangerheid geheel vry, en (f) Hippocrat'. Coaca preefhgia cum commi HoI!erii& Jacotii foh Lugd. 1^6- L: 4. Sect: 2. Apb. 24. p. 675. (p-) pag. 120. (bj Comm. Liter: «nna 1741 bebdomad. 40/». 313.  VALLENDE ZIEKTE. 55 en in de vyfde wierd zy'er, zonder eenige hulpmiddelen te gebruiken, niets van gewaar. Wordt de Baarmoeder anders aangedaan in de zwangerheid van een jongen , dan in die van een meisje, en zo ja, wat is 'er de oorzaak van ? Ik zal de waarheid van dit ftuk niet bepaalen; ik Ha 'er zelfs in het algemeen geen geloof aan; doch het kan egter in verfcheide gevallen plaats hebben, en ik ken een zeer groot getal vrouwen , welke van de eerfte maand af verzekerd zyn, dat zy eene verfchillende gewaarwording hebben, als zy van een jongen, dan als zy van een meisje zwanger zyn. Men vindt by La Motte eene zeldzaame waarneeming van eene vrouw, welke, ftaande agt zwangerheden, vyf van meisjes, en drie van jongens, altyd Overvallen van Epilepfie had , wanneer zy van een jongen, en nooit wanneer zy van een meisje zwanger was. (ï) lk ken verfcheide vrouwen, die altyd gelukkig gekraamd hebben, als zy van meisjes, en zeer gezukkeld hebben, als zy van jongens zwanger waren; het geen waarfchynlyk zo wel als het voorige geval fchynt af te hangen van de meerdere grootheid van de jongens, dan die der meisjes op denzelfden tyd, waar door de Baarmoeder fterker geprikkeld wordt, om dat zyfchielyker wordt uitgerekt. Zo wel nu als de Zwangerheid aanleiding kan geeven tot Epilepfie, kan zy ook dezelve doen agterblyven ,' geneezen durf ik niet zeggen, wyl ik daar geen voorbeelden van gezien heb. lk ken eene vrouw, die, fchoon aan Epileptique Aanvallen onderhevig, welke nooit langer dan twee maanden wegbleeven , egter geduurende haare gantfche Zwangerheid niet meer dan een Aanval van zeer (O Chirurg, Completti obf. 176 T. 2 p. 422. D 4  Sd VERHANDELING over db zeer weinig belang gehad heeft; doch zo dra zy. bevallen was, zyn de Aanvallen ten minften zo fterk in getal als te vooren wederom gekoomen. Eene andere vrouw, die, zo lang zyin denzelfden ftaat was , geheel vry bleef, wierd drie maanden na haare bevalling wederom door Efüeptique Aanvallen aangetast, welke even fte.k, en tcnminften zo menigvuldig als de voorige waren. Het is naar myne gedachten zeer ligt te begrypen, dat eene oorzaak, welke het Zenuwgeftel zo zeer kan aandoen , dat de allerfterkfte vrouw daar door Epilep» tique Aanvallen krygt, ook zeer wel in ftaat is, om de ongefteldheid der Zenuwen zodaan g te veranderen , dat de uitwerking daar van voor een tyd agterblyft; doch dewyl de Zwangerheid, wel verre van de Zenuwen te verfterken , dezelve integendeel verzwakt, moet men zig niet /leien, dat zy de oorzaak van de Epilepfie wegneeinen zal; of zy moest afhangen van eene verftopping in de Baarmoeder, waar aan de meisjes, welke haareftonden niet hebben, zeer dikwyls onderhevig zyn, en daar door zomtyds in Epilepfie vervallen , welke door trouwen en zwangerheid geneezen wordt. Omtrent drie jaaren geleden wierd ik geraadpleegd door een jongman wegens eene vryster, waar aan hy verloofd was, welke, fchoon anderzins welvaarende, op den tyd van haare ftonden , welke zy zeer weinig had, zulke zwaare Kolykpynen kreeg, dat 'er byna altyd ftuiptrekkingen , en tot driemaal toe zelfs Aanvallen van Epilepfie, op gevolgd waren; ik verzekerde hein, dat het Huwelyk haar niet alleen niet benadeelen, maar zelfs veel dienst zou doen ; en de uitkomst heeft myne voorzegging bewaarheid, want haare eerfte bevalling genas haar zo wel van Kolykpynen als van Epilepfie. § XXVIII. Indien de Zwangerheid in ftaat is om  VALLENDE ZIEKTE. Sf om in de Baarmoeder zulk eene aandoening te weegte brengen , dat 'er Epilepfie door ontftaat, is het geenszins te verwonderen, dat deeze Ziekte dikwyls gebooren wordt, door het geweld, het geen de Baarmoeder ondergaat op, den tyd van de verlosfing', en hierom zyn ook de Epïleptiqua Aanvallen als dan zeer menigvuldig, en zomtyds doodlyk,- hier van vindt men veele voorbeelden by Maurïceau, {k\ La Motte, (7) en by de meeste Schryyers over de Vroedkunde. Pereboom, welken ik reeds heb aangehaald , fpreekende over de Epilepfie, door den fteen veroorzaakt, brengt op dezelfde plaats het geval van zyne eige vrouw by, welke onder de Weepynen by haare ver/osfingysfelyke ftuipen kreeg, met een totaal verlies van gevoel en kennis, en eene ligte Elemiplegia op het einde van den Aanval,- zy kwam in de Kraam van een dood kind, en wierd t'eenemaal herfteld. (m) lk wierd, verfcheide jaaren geleden, by eene vrouw geroepen, welke, zoals men dacht, wel twintig Epileptique Aanvallen binnen den tyd van drie uuren gehad had, en nog drie wezenlyke Aanvallen in myne tegenwoordigheid kreeg : na eene fterke aderlaating kwam zy in de Kraam, en de Aanvallen bleeven weg. Eene andere vrouw was zo gelukkig niet; by deeze duurde de Arbeid vierentwintig uuren, binnen welken tyd zy dikwyls ylhoofdig was, en drie Epileptique Aan- val- (b^ Obfervat. fur la grofeffe &c. Faccoucbem. T. 2. Obf. 3. 36. 51. 86. 90.' 156. 194. &c. Het is •waar, dat by geen genoegzaam onderfcheid maalt tusfehen -waare Epilepfie en ftuipen. (0 Traité des accoucb: L: 3. c. 12. p 307. &c. (m) Nova acta Curios. Na): T. 3 p. 20. Deze waarneeming is van zeer veel ge-wicht, doch te lang om bier geplaatst te -worden. D 5 .  $3 VERHANDELING over d2 vallen kreeg; een vierde overviel haar op 't oogen; blik van de verlosfing, en eindigde met eene flaauw te , daar de dood op volgde, § XXIX. Na de Verlosfing zyn'er nog verfcheide andere oorzaaken , welke de Vallende Ziekte te weeg kunnen brengen, en dit gebeurt meer dan te veel. Vreeze, Droefgeestigheid, Gramfchap, veroorzaaken dezelve dikwyls , en als dan is zy zeer hardnekkig, en menigmaal ongeneeslyk; daar integendeel die Epilepjus, welke door de Zwangerheid en den Arbeid veroorzaakt worden, doorgaans na de Verlosfing eindigen , en niet weder koomen. % XXX. De Opftyging, welker oorzaak men reeds lang in de Baarmoeder geplaatst heeft, gëlykt zomtyds zeer veel naar een Overval van Epilepfie ; men heeft 'er zelfs een byzonder zoort van Epilepfie van gemaakt; («) doch behalven dat de opftyging geenszins het waare kenmerk van de Epilepfie heeft,' is het 'er zeer veraf, dat derzelver voornaamfte oorzaak altyd in de Baarmoeder fchuilt, weshalven ik 'er hier niets meer van zeggen zal. § XXXI. De zitplaats van de Vallende Ziekte is zomtyds in de Borst, hetwelk geenszins te verwonderen is, dewyl zig daar ter plaatfe dikwyls Etterftoffen ophouden, die of door de prikkeling, welke zy veroorzaaken, of daar opgenoomen, en naar den oor-» (n) Bartbol. de Moor. Palbolog. Cerehr. delineat, practica Amftel. $to. 1704. waar in zes zoor ten van Epilepfie opgeteld, en in zo veele Hoofdftukken ver» deeld worden. 1. Epilepfia propria. 2. Febrilis. 3. Pt-, disfiequa dolorum, purgationum, vulnerum & ulcerum, 4to. Pedisfiequa repletionis & Haemorrbagiae. $to. Hysterica. 6. Hypochondriaca. Doch de twee laatjie beboeren volgens zyn eige zeggen niet tot de Epilepfie,  VALLENDE ZIEKTE, 5? porfprong der Zenuwen gevoerd te worden , dikwyls ftuipen te \yeeg brengen; het is zelfs zeer veel meer te verwonderen , dat de zitplaats van deeze ziekte niet meermaalen in de Longen fchuilt, of dat van dit zoort van Vallende Ziekte door de Schryvers zo weinig gewag gemaakt wordt. Men vindt in het Sepulcbretum maar een geval, daar de fchryver de ziekte aan een ongemak in de Borst toefchryft, van een jongman naamlyk , die in de ziekte , waar aan hy flicrf, eenige Epileptique Aanvallen gehad had , en in wiens doode Lichaam men het Harsfengeltel zeer gezond , en de rechter Long zo zwart als inkt vqnd, weshalven hy de Epileptique Aanvallen aan dit Deel toefchryft; (ö) doch als men deeze Waarneeming met oplettendheid leest, zalmen daar van niet zo volkomen overtuigd zyn als hy. De Heer van Stvieten ver-? haalt, dat hy eene doodlyke Epilepfie gezien heeft, welke door het opneemen van den Etter uit e«ne Fomka veroorzaakt was. (p~) De Hr. de Haen bewyst door zeer fraaie Waarneemingen, waar van ik elders gefprooken heb, dat eene Verzweering in de Long dikwyls ftuiptrekkingen en verlamming te weeg brengt, (q) Ik heb een man gezien van omtrent vyftig jaar , die op deeze plaats aan de Teering ftierf, de fluimen bleeven achter, zo dra hy in de herberg kwam, het geen, voor zq verre ik kon oordeelen, veroorzaakt was door al te ha astig te reizen, waar door 'er eene ontfteeking door de gantfche Long ontftaan was. Ik zag hem twee uuren na zyne aankomst, en vond hem met eene zwaare Koorts, verzeld met eene groote benaauwd- heid j (o) Sepulchret. Anatom. L. i. Sect. 12. obfi. 34.. 7*, Ji p. 286. (/;) $. 1075. p. 419. (q) Rat. Medenü Part. 3. Cap. 2.  6o VERHANDELING ovsa ds heid, en eene hevige Hoofdpyn, die hem by wylen deed ylen. Eene Aderlaating, het opfnuiven van warm water met een weinig azyns, en het ryklyk drinken van Borstdranken, deeden de fluimen wederom te voorfchyn koomen, waar door de Koorts en de Hoofdpyn verdweenen; vier dagen daar na bleeven de fluimen wederom weg, zonder dat ik 'er eenige reden voor kon vinden; de patiënt was geduurende vierentwintig uuren ylhoofdig, en had drie Aanvallen van ftuiptrekkingen, welken ik niet gezien heb, doch die van de omftanders voor Epiltptiek gehouden wierden; het gelukte my, om de fluimen andermaal weder te doen koomen; de toevallen bedaarden, doch na verloop ?van eenige dagen viel de opgenoomene Etterftof op de Darmen , en de patiënt ftierf van een Buikloop. Eenige jaaren te vooren had ik een diergelyk gegeval gezien in eene jonge vrouw, welke aan eene hoopelooze Teering kwynde; men gaf haar een drank van Hedera terrestris, welke eene zaamentrekkende kracht heeft , waar door de fluimen achterbleeven ; zy leed vier dagen lang eene ondraaglyke Hoofdpyn, verviel vervolgens in eene flaap ziekte, met ftuiptrekkingen verzeld, ftierf den negenden dag, en ontlastte eene zeer groote menigte Etter uit de Neus. V Y F«  VALLENDE ZIEKTE; 61 VYFDE AFDEELING. Over de Medelydende Vallende Ziekten , Epilepfig Sympatbica: , welke in de uiterlyke deelen van het Lichaam haare zitplaats hebben. % XXXII. In dc voorige afdeeling heb ik eenige Waarneemingen bygebracht aangaande verfcheide zoorten van Epilepfia Sympatbica, welke door ongefteltheden der Ingewanden veroorzaakt wierden ; in deeze zal ik handelen over zodaanige Medelydende Vallende Ziekten, welke door eene ongefteltheid van deeze of geene uiterlyke deelen te weeggebraeht worden. Ik zal hier omtrent eene zekere Anatomifche orde trachten waar te neemen. Fernelius Cr) verhaalt een geval van eene Epi. lep/ie , welke haare zitplaats boven op de kruin van het Hoofd had; de Aanval nam altyd zyn begin van die plaats , en met dezelve te drukken kon men wederom een nieuwen Aanval te voorfchyn doen koomen. Dovinet (s) maakt gewag van een Epilepticus, die vóór een Aanval altyd eene zekere kitteling in de bovenfte Lip gevoelde, welke langs de Zenuwen opklom, en hem, zo dra dezelve tot aan de Hersfenen gekoomen was, ten eerften gevoelloos ter aarde deed vallen. J. C. Brunner fpreekt van eene Epilepfie , welke uit den Nek begon , en door denzelven mee Ma* (r) Ibidem £2? de abditis morbcr: cauf. L: a. Cs) Scbenckius p, n 8.  éi VERHANDELING over de Moxd te branden, van hem geneezen wierd. (i) Tot dit zelfde zoort van Vallende Ziekte fchynt ons ook de waarneeming van Fabricius Rildanus tebehooren, aangaande een meisje van tien jaaren, het welk by ongeluk een klein rond ftukje glas, ter grootte van een kleine erwt, in het Oor kreeg, het welk zig zo vast daar in hcgtte, dat alle poogingen om het 'er wederom uit te haaien, vergeefs waren. In het begin wierd het meisje niets anders dan pyn in het Oor en het Hoofd, als mede eene zekere verdooving van die zyde, gewaar, doch deeze toevallen verminderden van langzaamerhand, en de Oori pyn hield eindelyk geheel en al op, het welk de oorzaak was, dat niemand de Vallende Ziekte, welke zig kort daar na openbaarde, hier aan toelchreef; men ging dezelve vruchtloos met allerhande hulpmiddelen te keer , tot dat men eindelyk belloot Uildanus te raadpleegen , welke, onderricht vart het ftukje glas 't geen in het Oor gekoomenwas , en van de toevallen , die zig zedert dien tyd geopenbaard hadden , niettwyffelde, of de Epilepfie wierd daar door veroorzaakt, en hy wierd ook geenszins in zyne verwachting te loor gefield,- want de Epilepfie hield zeer fchielyk op , zo dra het hem gegelukte het ftukje glas uit het Oor te haaien. («)• % XXXIII. Donatus verhaalt van eene Geestelyke Dochter, welke eene kleine aandoening van pyn in den Boezem gewaar wierd; zo dra dezelve een Weinig toenam, gevoelde zy eene zekere opdamping, welke, zo'dra zy tot aan de Hersfenen gekoomen was, aanftonds een Aanval van Epilepfie te Weeg bracht. Zomtyds kwam'er eene verzwecring op die Plaats, waaf uit zig een zeker zoort van ftin» (t~) tVepfierus de cicut. aquat. p. 07. (ü) Cent. i Obf. 4-  VALLENDE ZIEKTE. 63 ftinkenden Etter ontlastte; zolang deeze ontlasting bleef duuren , gevoelde de patiënt zig zeer wel en had geen Aanval van Epilepfie (x). % XXXIV. Hollerius verhaalt zeer veele voorbeelden van Vallende Ziekten, welke van een der opperfte Ledemaaten haaren aanvang namen ; by een zeker jongman begon de Kwaal altyd van de geleeding van de fchouder; de gantfche Arm beefde zeer fterk; de Kaakebeenen ilooten zeer vast op malkander, en de Aanval volgde terftond. By een tweeden , die omtrent vyftien jaaren had, was eene verdooving van de rechter Hand her eerfte voorteken; de drie voorfte Vingers wierden zeer fterk toegedrukt, de Arm kromde zig om, het Lyf wierd omgeboogen, en de patiënt viel zonder kennis ter aarde. Hy maakt op dezelfde plaats gewag van een derden , by welken de ziektebeen by den linker Pink ; de Hand wierd door ftuiptrekkingen aangedaan, de Kwaal fteeg hooger op de patiënt begon eerst fterk te beeven , waarop de . Aanval volgde. Eindlyk vindt men by denzelfden Aucteur on dezelfde plaats nog eene vierde Waarneeming van een Schot, by welken de Kwaal begon met eene •beevmg van den rechter Arm , van waar Zy zieeerst tot aan den Tepel uitftrekte , en vervolgens tot aan de Harsfenen opklom (j). De Schry vers geeven ons zo veele diergelyke voorbeelden aan de Hand , dat het overtollig zyn zou dezelve hier alle te plaatzen (2). lk word tegenwoordig geraadpleegd over eert patiënt, die nu reeds veertig jaaren oud , en vart zyn tweeentwintigfte jaar af aan Overvallen onder- he- (j) De Morb. mtern. C. 16. Schol. p. io< <*) Pid. Schenck. ibid. o5 Flater, obf. 24.'  54 VERHANDELING over db hevig geweest is , en fchoon zyn geval zeer veei overeenkomst heeft met de zo even aangehaalden, is 'er egter in het zelve iets zo aanmerklyks , dat ik het der moeite wel waardig geoordeeld heb, om den brief zeiven, welken hy my toegezonden heeft, hier te plaatzen. >, Myne Kwaal, fchryft „ hy , is altyd zeer vast bepaald geweest aan de „ rechter Hand, waar by de Overvallen altyd een „ aanvang namen; in 't begin geraakte ik, zo dra „ ik de Kwaal gevoelde, byna aanftonds geheel „ buiten kennis ; doch in 't vervolg gelukte het ,, my dikwyls den Aanval te fluiten, door « middel van een Tourniquet aan nlyn rechter Arm vastgehegt, hetwelk ik altyd tyds genoeg heb om toe te draaien, eer ik buiten kennis raak; daaren" boven gevoel ik dikwyls by dag , en zonder te misfen, altyd als ik flaapen ga, eene zekere trek, king in de Zenuwen, welke zig altyd bepaalt by " de rechter Hand , doch merkelyk bedaart , als ik geklisteerd word". i § XXXV. De oorzaak van de Epilepfie fchtult ook zeer dikwyls in de onderfte Ledemaateri. Men vindt hier"van, twee voorbeelden by Galenus fa) van twee jonge lieden, by welken de Kwaal begon by de Beenen, van waar dezelve als een koude wind langs de Dyen, den Rug en den Nek, opklom tot aan het Hoofd, waarop zy ten eerflen hunne Overvallen kreegen. Tralies maakt gewag van een voorlcezer , by welken de ziekte op het bovenfte gedeelte van den Voet begon, van waar dezelve ook als een koude wind opklom tot aan het Hoofd, (b). Van Svuieten fpreekt vaneen Epilepticus ■ welke geneezen wierd door het openen van een (a\ De Locis affect. L. 3. Cap. ij. Charter. T. ?; p. 444'. (b) Lib. 1. C. 15. p. 73-  VALLENDE ZIEKTE» een gezwel, het welk zig op deDyegeplaatst had, en door te gelyk een gedeelte van het Been , 't welk gecarieerd was, weg te neemen Qc) Eenige jaaren geleeden wierd ik geraadpleegd van teil Schoenmaaker, fterk van geftel, goed van gedrag, en ruim dertig jaaren oud, doch zedert drie jaaren twee-of driemaal 's maands aan fterke Overvallen van Epilepfie onderhevig, welke altyd aan den binnenkant van de Dye begonnen, aan welk gedeelte hy eerst twee of drie fterke fchuddingen gevoelde , waar na de kwaal met eene ongelooflyke fnelheid naar boven klom, en de patiënt kreeg zyn Overval. Dit geval brengt my de waafneemmgen van de Natuurkundigen te binnen aangaande die Vogeltjes, welke men Puttertjes noemt, die volgens hun zeggen zomtyds aan Overvallen van Epilepfie onderhevig zyn, wanneer zig een zeker klein wormpje in eene hunner Dyen plaatst, (d) Scbenck, welken ik reeds zo dikwyls heb aangehaald , verhaalt een geval van een man, by welken de kwaal van het bovenfte van den Voet begon van waar zy tot de Maag opklom, en als dan vol-rl de de Aanval oogenbliklyk, (e) welken hy door den tyd wist voor te koomen, door zig fterk voor over te buigen. Purari, een Doctor te Geneve in de voorige Eeuw, heeft ons in zyne uitgaave van het frejor Pratiquevm Burnet eene waarneeming nagelaaten welke wel verdient hier geplaatst te worden. „ Een „ zekér Kunftenaar, zegt hy, had eene verzwee4, ring aan het Been, welke men kwaalyk behan- » delCO p- 419. \d~) Ha Her Pbypohg. 1: 10 Se&. 7. 5 16. {e) van Swieten p. 119. E  66 VERHANDELING over de „ delde, en al te fchielyk toe liet loopen, waarop „ hy Overvallen van Epilepfie kreeg, welke altyd „ begonnen met een gevoel van een kouden wind; „ doch indien hy by tyds een fterk windzel onder „ de Knie kon leggen, ftuitte hy daar door den 3, Aanval, maarzo ras dit gevoel tot boven de Knie „ was gekoomen, was het niet meer mooglyk den „ voortgang van denzelven te beletten." (ƒ) Een ander Patiënt, by welken de Aanval insgelyksbegon met een gevoel van koude aan het Been, raadpleegde Salmuth, welke hemwindzelsomhetBeen deed leggen, waar door hy altyd den verderen voortgang beletten kon. (g) Raulin fpreekt van een Man van omtrent dertig jaaren, die dikwyls ftuiptrekkende beweegingen met koude onder de voetzooien gewaar wierd, welke het gantfche Lichaam doorliepen , en zig eindlyk bepaalden by de Keel , welke tot ftikkens toe wierd toegekneepen, zodat de Lyder in 't geheel geen geluid kon geeven, en geduurig zyne Hand naar het bovenfte gedeelte van de Borst bracht, om de plaats daar hy Pyn gevoelde aan te wyzen. (h) Om kort te gaan, dit zoort van Vallende Ziekten is zo algemeen, dat ik geloof, dat 'er zeer weinig Doctoren zyn , die dezelve niet waargenoomen hebben. Bonnet heeft in zyn Sepulchretum eene waarneeming, welke met de zo even aangehaalde wel eenige overeenkomst heeft, doch echter een weinig verfchillende is, zo ten opzicht van den loop als van het einde van de ziekte, welke ten minsten in het begin geen waare Epilepfie was; het geval was aldus ; In het jaar 1656 kwam 'er te Neufichatel een man van vyftig jaaren by hem, die (ƒ) Thefiaur. Med: PfaSl. 12. Genev: 160.6. T. 2. dg) Philip. Salmuth OhfierV. cent. 1 obfi. 90. (F) Traité des afettiens Vaportufies du Sexe 43^  VALLENDE ZIEKTE» 6? die vari tyd tot tyd eene fchielyke opzwelling inde linker Lafch kreeg, welke zig als eene Bubonocelè vertoonde, en van waar een zeker gevoel van jeukte voortkwam, het welk zig eerst langzaam tot aan de voetzool uitftrekte, van waar het zelve fchielyk tot de Harstenen opklom, en fterke Conmlfien aan de linker zyde veroorzaakte, waar door'wel de Tong wierd aangedaan , het geen bleek uit het ftameren, 't welk de Patiënt op dien tyd deed, doch geenszins de Harsfenen; Bonnet wilde hem een Brandmiddel op deLasch, en Caüterien aan den binnenkant van de Dye en het Beenlaaten leggen, doch hy wilde daar niet toe overgaan, en volgde van alle raadgee vingen geen- andere op, dart alleen deeze, om naamlyk een fterk windzel zo wel boven als onder de Knie te leggen, zo ras de Aanval begon, waar door de voortgang van denzeiven altyd verhinderd wierd ; doch op zekeren avönd te lang wachtende kreeg hy een Overval, 't geen zo hevig was* dat hy 'er van ftierf. (i). Ik heb een patiënt gezien, wiens Aarival altyd by het middelfte en bovenfte gedeelte van de Dye begon; doch onder alle Waarneemingen van dit zoort zyn 'er weinige, welke zo veel Opmerking verdienen, als die van Short in de Esfays d' Edim* hourg. (k). Ik zal dezelve derhaiven hier geheel en al overbrengen , en ik houde my verzekerd, dat men ze met vermaak leezen zal. „ In de Maand Jury van het jaar 1720kwam my „ eene vrouw van omtrent agtendertig jaaren „ raadpleegen , welke zedert "twaalf jaaren aan ;, Overvallen van Epilepfie onderhevig was, die „ in (!) Sepulcbret. anatom. L. 1 Sect. 12 L. 1. p. 291. (&) Esfais & Qbfervat. demedicin.L.^att 27.p. 513. E a  €8 VERHANDELING over de „ in het begin maar eens in de Maand, doch toert „ ter tyd vier of vyf maaien daags, weder kwamen, „ en telkens een uur, of anderhalfuur, duurden, „ waar door zy zo ftomp en droefgeestig wierd, „ dat zy buiten ftaat was om op haar huishouden te pasfen, of behoorlyk voor haar huisgezin 5, zorg te draagen. Haar man zig in zodanige om„ Handigheden bevindende, had uit genegenheid „ voor haar byna elk een geraadpleegd, en byna „ ieders raad gevolgd. Men had haar getracht te „ geneezen door alle de ontlastingen te bevorderen; „ men had haar allerlei zoort van hulpmiddelen, zo „ /intïepileptka, Cephalica, als verfcheide anderen, doch te vergeefs laaten gebruiken; de Kwaal verer„ gerde van tyd tottyd. De Aanvallen begonnen al„ tyd by het Been, omtrent by het onderfte ge„ deelte van de Mufculi gemini, en op het zelfde „ oogenblik wierd het Hoofd aangedaan, en de „ Patiënt viel ter aarde; het fchuim kwam op haaren „ Mond, en haare Lippen, Hals en Ledemaaten wier- den op eene verfchrikkelyke wyze verdraaid en ge„ trokken. Terwyl ik bezig was met haar te onder., vraagen, kreeg zy een Overval, het welk haar ter „ aarde deed vallen; ik onderzocht met zeer voel „ nauwkeurigheid haar Been, en wierd nog zwelling, „ nog hardigheid, nog flap heid, nog roodheid, nog „ iets gewaar, hetgeen de zo even aangehaalde plaats „ van alle de overige gedeelten van het been on„ derfcheidde ; dewyl ik egter vermoedde, dat de „ oorzaak van de ziekte daar fchuilde, om dat de „ Aanvallen altyd op die plaats begonnen, ftak ik „ 'er een mes in ter diepte van omtrent twee dui„ men, en voelde een klein hard Lichaam, het welk „ ik van de Spieren los maakte, en na het met „ een tangetje uitgetrokken te hebben, bevond te „ zyn eene harde en kraakbeenige zelfftandigheid » of  VALLENDE ZIEKTE. 6? „ of een Ganglion zo groot als een groote erwt, bo„ ven op eene Zenuw leggende, welke ik doorfneed ; ,, zo dra dit gefchied was, kwam de Patiënt op „ het oogenblik wederom by, en riep dat zy her„ fteld was, het geen de uitkomst ook bevestigde, „ want zedert dien tyd heeft zy nooit Overvallen „ gehad, en haare voorige vermogens van geest, „ zo wel als van Lichaam, kwamen zeer fchielyk „ weder". Ik zal deeze Afdeeling eindigen met twee ande« re Waarneemingen , welke beide mede zeer aanmerklyk zyn; dezelve zyn getrokken uit het Di&ionnaire Univerfel de Medicine. ' Zekere jonge Juffrouw , zegt de Aucteur, had zeer dikwyls buitengewoone Overvallen met ftuipen verzeld, waar voor zy vruchteloos allerlei zoort van hulpmiddelen gebruikt had; ten laatften ging zy een vermaard Geneesheer te Oxford raadpleegen , welke haar te kennen gaf, dat haare Overvallen veroorzaakt wierden door eene verftuiking van het Os Sefamoides , van den eerften Phalanx , van den grooten Toon, en dat zy wiskunftig herfteld zou worden, indien dezelve wierd afgezet. (/) Zy volgde zyn raad, liet den Toon afzet, ten , en kreeg haare gezondheid volkomen weder. (ni). De volgende Waarneeming is van een Pach- (7.i De Doctor ontdekte misfchie'n de oorzaak van de ziek(e uit de Symptomafa, daar De Hr. James, die nog de ziekte nog den Doctor ooit gezien had, niets van . -wist; de zaak is evenwel wezenlyk waarachtig. Cjn) La Motte had reeds in V jaar 169S aan een Epilepticus aangeraaden , dat hy zyn linker Pink zou laaten afzetten , om dat zyne overvallen altyd begonnen met eene he- E 3  7© VER-HANDELING over de Pachter, by welken de Hr. James, in'tjaar 1737 geroepen wierd ; hy vond hem te bed leggen, daar hy dag en nacht genoodzaakt was in te blyven , want zo haast hy den voet bewoog, kreeg hy ten eerften ftuiptrekkingen. Hy had eenige dagen te vooren, langs eenen harden en moeilyken weg gaande, geftruikeld, en zig bezeerd aan zyn linker Toon ; na verloop van eenige dagen gevoelde hy ftuiptrekkingen, welke wederom kwamen, zo dikwyls hy zig bewoog, het geen hy niet doen kon , zonder eene zeer hevige pyn gewaar te worden. Zyne Overvallen hadden zeer veel overeenkomst met die van de Vallende Ziekte, uitgezonderd alleen , dat hy geen Breisfem op den Mond kreeg , en dat de ftuiptrekkingen begonnen aan den bezeerden Voet, vervolgens het Been aandeeden , en hem eene zeer hevige pyn in het Hoofd veroorzaakten , waar op ftuiptrekkingen volgden, welke zig door het gantfcheLichaamverfpreidden,en waar aan hy nooit te vooren onderhevig geweest was. Men had te vergeefs allerlei Hulpmiddelen in het werk gefteld ; hy ftierf eene week daar na, zonder dat hy had wallen toelaaten , dat ik zyn Toon hevige pyn aan dat Deel, welke zo fchielyk tot deHarsfa ven opklom, dat er geen tyd genoeg was, om eenwindzel om bet zelve te leggen; doch de Patiënt wilde daar niet toe overgaan , en La Motte zag hem in V vervolg niet meer. Chirurg, Complet. Obf. 177- T. 2. p. 4^7- Olaus Borricbius beeft reeds lang voor La Motte in eene Epilepfie het afzetten van den grooten Toon van den Voet, welke gecarieerd was , als bet eenigfte 'middel ter geneezing van dezelve aangepreezen , om dat de Aanvallen altyd begonnen met eene zekere lastige beweeging in dat Deel, welke tot aan bet Hoofd toe opklom; doch eer dezelve hovende Knie, gekomen was, kon men door middel van een fierk windzel d$. Aanvallen fluiten, Sepulchrrx; T. 1. p. 294*  VALLENDE ZIEKTE. 71 Toon met zo veel naauwkeurigheid, als ik welgewenscht had, bezichtigde (»). ZESDE AFDEELING. Aanmerkingen over de Medelydende Vallende Ziekten. § XXXVI. J_k zal my ten opzichte van de Epilepfiae Sympatbica niet verder uitbreiden ; men zal zelfs misfchien oordeelen, dat ik 'er my al te lang mede opgehouden , en al te veel waarneemingen by een verzameld heb; doch als men in overweeging neemt, [en deeze aanmerking, op dat ik dit in 't voorbygaan zegge, zal dienen voor alle de volgende Hoofddeelen van dit werk ,] dat men eene ziekte nooit regt leert kennen dan door alle haare verfcheidenheden te onderzoeken , en dat het van zeer veel nut is, om de ziekte daar wy thans over handelen , wel te kunnen onderfcheiden, als mede , dat 'er niets de Geneeskunst zo zeer bevorderen zou, dan eene verzameling van alle goede waarneemingen aangaande eene ziekte, in eene behoorlyke orde gefteld, zal men my» deeze langwyligheid , welke my zo veel moeite gekost heeft, dat de Overtuiging alleen om nuttig aan het algemeen te zyn my daar toe over kon haaien, wel ten besten willen houden. Jk zal nu overgaan tot de 'Epilepfia , welke haare zitplaats, of inde Harsfencn zelfs hebben, of in die Deelen, welke de Harsfenen bekleeden, doch alvoorens iets zeggen van het gevoelen van zommige Geneesheeren , O) Diction. Univerfel de Medic. T. I* Art, Alheh dara. p. 564. E 4  7* VERHANDELING over de ren , welke de Epilepfia Sympatbica ontkend heb* ben. § XXXVII, Cb. Pifon, welke in het begin van de voorige Eeuw, te Pont a Mousfon , de Geneeskonst oeflende , is de eerfte geweest, die van gevoelen was, dat de zitplaats van de Vallende Ziekte nooit fchuilde in die deelen , daar zy in fcheen te huisvesten , gelyk als in den Voet, het Been, de Hand , &c. maar dat de oorfprong van alle de Epikpffên uit de Harsfenen fproot, en dat, indien de Kwaal zomtyds by een deezer Deelen begon, dit alleen te weeggebraeht wierd , om dat dezelve eerder en ligter de aandoening van de Harsfenen gevoelden (0). Willis omhelsde het zelfde gevoelen, (p) De Moor nam meer dan vierentwintig jaaren daar na het zelfde Systema aan , en gaf het op voor zyn eigen, zonder van Pifon te fpreeken; zyne Helling was, dat alle Epilepfia, welke veroorzaakt fcheenen te worden , door eene Irritatie van het een, of 't ander Deel, welke de Harsfenen medegedeeld wierd , alleen afhingen van eene Irritatie van de Hersfenen zeiven, waar van zodaanigeen Deel eerder dan de andere Deelen van het Lichaam aangedaan wierd-, en dat derhalven alle de Epikpfta Eigenaartig , of Idiopathicce waren (q). De Heer de Sanvages fchynt mede niet vreemd te zyn van deeze ftelling; (r) doch, als men de zo even by gebrachte waarneemingen onpartydig onderzoekt, zal men volkomen overtuigd worden van derzelver ongerymd- heid, (0) De Morb. a Co/hivie Serofa Sect. a. part. *, C. 7. p. 140. (ƒ>") De Morbis Convuls. iq) Morbus caducus omnis mibi est Idiopaticus. Pa~ tbol. cerebr. cap. 13. p. 423. (r; Nofolog* Metbod. c/asf. 4. Ar. T. 1. p. 580.  VALLENDE ZIEKTE. 73 Iieid, en genoodzaakt zyn te erkennen , dat de Vallende Ziekte zeer dikwyls door eene uitwendige Irritatie of prikkeling te weeggebraeht wordt. De Epilepjie, welke de Hr. Short genas, door een klein hard lichaam, 't welk denNervustibialisposterior drukte, weg teneemen; die, welke de Doctor te Oxford herltelde door het afzetten van den grooten Toon ; die, welke De Hr. James na het verduiken van denzelfden Toon zag gebooren worden; om kort te gaan, het grootfte gedeelte van de Epilepfi. 36. (.g) Journ: de med: T. 14. p. 319. Meckel heeft zeer Zwaare ftuiptrekkingen zien gebooren worden door een zeer Ccherp beentje, een duim lang, aan het onderfle gedeelte van de dura mater vastgehegt. Rechercb: fur les cauf.de la fi' li'èp. 14.. (ff) Didier patbol: p. 31Ó. 0') Sepulcbret. I. 1 feSt. 17. T. I p. 296.  VALLENDE ZIEKTE. 81 P'oupart heeft onder de Dura Mater varï een jongman van zeventien jaaren, die zedert langen tyd Overvallen gehad had* welken verfcheide maaien in den tyd van eene week wederom kwamen, en die zeer dom, en loodkleurig van aangezicht was, eene groote quantiteit harde gelei gevonden, welke zo vast aan de Dura Mater gehegt was, dat men zeer veel moeite had, om 'er dezelve af te fcheiden. (k) G. Blaife, de Harsfenen van eene vrouw die aan "Vallende Ziekte geftorven was,ontleedende, vond alle de Sinus opgevuld met eene geleiachtige ftof, welke zo dik was , dat zy de confiftentie van een polypus had. (/) Op dezelfde plaats vindt men eene Waarneeming van een kind 't welk aan Engelfche ziekte, eene benaauwde Borst, en Epilepfie geftorven was, welke laatfte Kwaal met zeer veel recht kon toegefchreeven worden aan een fteen , of fteenachtige zamengroejing, welke in het agterfte gedeelte van het Hoofd tusfehen de Dura Mater en de Pia Ma» ter gevonden wierd, en waarfchynlyk haar eerfte begin verfchuldigd was aan een val, welken het kind gedaan had , toen het tien jaaren oud was,-en waar door alle deszelfs ongemakken veroorzaakt waren. (m) Deeze waarneeming brengt my een geval te binnen van eene jonge Dochter, welke tot haar agtfte jaar zeer welgemaakt, en beminnelyk van aart ge .veest was, doch, door eenen fchrik in dien tyd van haar ouderdom, zieklyk , kribbig en kwaadaartig wierd, en vervolgens zo kwalyk opgroeide, dat zy op haar zestiende jaar geheel mismaakt was: op haar negende jaar kreeg zy eerst eene flaauwte* en eeni- O) Memoir: de L' acad: 170?, (0 Sepulchret: ibid: obf. 24. /. 283. (w) Ibid: obf. 9. p. 226. F  Si VERHANDELING over ds eenige weeken daarna eenen overval van Epilepfie, daar na verloop van weinig maanden een ander, en in 't vervolg zeer veele, op volgden. Het is waarfchynlyk, dat haar harsfengeftel door den fchrik geheel ontiteld, haar inborst veranderd, en de voeding (nutritio) , daar de zenuwen zo noodig toe vereischt worden, ongeregeld was geworden : zy verviel in eene Rachitis en vervolgens in eene waare Epilepfie, en leefde meer dan twintig jaaren in eenen zeer elendigen ftaat. § XLIV. De oorzaak van de Vallende Ziekte fchuilt ook dikwyls in de Harsfenen, of, om klaarder te fpreeken , men vindt dikwyls in de Harsfenen van Epileptici de eenige ongefteldheid, waar aan men de ziekte toe kan fchryven , fchoon het nog niet beweezen is, dat zodaanige ongefteldheid daar altyd de oorzaak van is, gelyk ik in 't vervolg zal aantoonen. Onder de ongefteldheden van de Harsfenen van Epileptici is 'er geene, welke zo dikwyls voorkomt, als eene groote verzameling van wei-achtige ftoffe, meer of min fcherp, dik of helder, welke niet alleen de Sinus opvult, maar zelfs in zommige gevallen de gantfche zelfftandigheid van de Harsfenen bevochtigt. Bonnet heeft in het Hoofd van eene vrouw, welke uit een Kolyk lam en vervolgens Epileptiek geworden was, de gantfche zelfsftandigheid van de Harsfenen, de Ventriculi en de MeduL la Spinalis, vol water gevonden («). Riverius vond in het doode Lichaam van een jongetje van 7 jaaren , het welk lang onderhevig geweest was aan pyn in het Hoofd, en vervolgens aan O") Ibid: Obf. 12. p. 277. Zie ook Obfierv. 7. 8. 10- *3> l5' I7« In de iaat [ie baalt by eene waarneeming van Femelius aan , welke in de Harsfenen een zeerftivkend yocbt vond.  VALLENÜE ZIEKTE. gs aan Vallende Ziekte , die hetzelve weggefleept had, geen ander ongemak , dan water in de Harsfenen en in de Ventriculi (o) Gavasjetti vond zeer veel water in de Harsfenen van den Cardinaal Commandoni, welke, na zestig Aanvallen binnen 24 uuren uitgeftaan te hebben, uit zwakheid ftierf (p~). § XLV. Behalven uitgeftort water in de Ventri» suli, heeft men ook zomtyds Hydatides in de Vaten van den Plexus Choroides gevonden. Rhottus brengt hier twee voorbeelden van by , het een van eene vrouw van zestig jaaren , welke zedert langen tyd aan Epilepfie onderhevig geweest , en eindlyk in een Aanval geftorven was , en in welker Cranium hy eene groote menigte uitgeftort water vond;, tusfehen de Dura Mater, de Harsfenen , en de Ventriculi Anteriores; en den Plexus Choroides bezet met een groot getal kleine blaasjes , vol van helder water; her ander, ook van eene oude Vrouw, in welke hy, zo wel als in de voorige , onder de Pia Mater , en in de Ventriculi uitgeftort vocht vond, doch daar de Plexus Choroides nog veel meer ontaart was , en de gedaante van een tros had; de Hydatides waren van koleur als paerlen. q). Valfaha verhaalt, dat hy in een Epilepticus van. zestig jaaren , die in een Aanval geduurende eene Koorts geftorven was, niet alleen tusfehen de Dura Mater , de Pia Mater en de Sinus , maar ook in de Klieren van den Plexus Choroides, water gevonden had; dat is te zeggen, dat hier ook Hydatides plaats (0) Obfervat. Cent. 1. Obf, 37. Opera, med: Uni■Verf, fol. genev: 1737. p. 473. (p) Morgagni de Sed: & Caus. Ep. 9. $ 3. p. 6S. (q) Pbilofoph. Tranfact.. No. 399. p. 305. F 2  84 VERHANDELING over de plaats hadden (V), een ongemak , waar van men nog verfcheide'andere voorbeelden vinden kan, doch het geen altyd gepaard gaat niet eene aigemeene uitftorting van water door het geheeleHarsfengeftel , gelyk blykt uit de drie zo even aangehaalde gevallen. § XLVI. Het gebeurt zomtyds , dat niet alleen de Harsfenen door eene water-of geleiachtige ftoffe bevochtigd worden , maar dat de zelfftandighod van de Harsfenen zelfs in eene geleiachtige ftoffe ontaart. Morgagni verhaalt, dat hy in eene Vrouw, welke zedeit twee jaaren aan Epilepfie onderhevig geweest was, het binnenfte gedeelte van het Cranium, de hlarsfen-vliezen , en zelfs de Harsfenen volkomen welgelteld gevonden had , behalven alleen, dat het voorfte derde gedeelte van het linker Hemisphcerium van de Harsfenen veel meer neergedrukt was, dan de tegenovergeftelde zyde, het welk door eene tegennatuurlyke weekheid van dat Deel veroorzaakt wierd; men befpeurde deeze weekheid reeds in de Subptantia Corticalis, maar voornaamlyk in de Subftantia Medullaris , welke eene zelfftandigheid had als gelei (s). Dezelfde Schryver, het Lichaam openende van een man , welke door dezelfde ziekte weggefleept was, vond in de Harsfenen, behalven eene kleine verwydering van de Arteria Bafilaris van geen belang , niets tegennatuurlyks dan eene totaale flap. of weekheid van de Nervi Optici, welker zelfftandigheid geleek naar een zoort van zwarte half bedorven gelei (>). Hy brengt op dezelfde plaats eene zoort- (r) Morgagni ibid: § 2. O) Ibid: § 16. (t) Morgagni Ibid: § 18.  VALLENDE ZIEKTE. 85 zoortgelyke Waarneeming by van Marchetis, welke eene zeer aanmerklyke weekheid in een gedeelheeft11 de Harsfenen van een Epityticus gezien § XLVII. Zomtyds wordt de Vallende Ziekte door geheel tegcnftrydige oorzaaken te weeggebraeht ; want men heeft in de Harsfenen van Epi/^« dikwyls harde gezwellen, en zelfs Scirrbi, gevonden. Platerus maakt gewag van een jongman, by welken de kwaal begon met zwaare pyn m het Hoofd, welke hem fteeds bybleef, eene onverwmlykeflaapeloosheid, en vermindering van al e vermogens , waar op menigvuldige Aanvallen van ftuipen, leering en eindelyk de Dood vohrden , en in wiens Harsfenen naar het voorfte gedeelte hy een gezwel vond , 't welk grooter dan een hoender-ei was , de figuur van een pyn-appel en de zelfftandigheid van het wit van Yen hard «kookt ex had Cu). Fanton zegt, dat men by het openen van doode Lichaamen zeer dikwyls fn de Harsfenen zelfs de oorzaak van Vallende Ziekte W^L,TYn detvli«en dacht te zullen vinden \ ontdekt heeft, en hy maakt gewag van een bejaard man, welke na zeer veele jaaren aan Epileptil Cn eene geltaadige zwaare pyn rondom het Hoofd onderhevig geweest te zyn, aan eene beroerte, welke door eene memgte kort op malkander volgende zwaare Aanvallen veroorzaakt wierd, ftierf, en in welken hy vond, dat het Cranium zeer fterk vastgehegt was aan de Dura Mater, welke, zo wel als de andere vhezen en de Harsfenen, volkomen gezond was behalven het Corpus Callofi«n , £a? een hard gezwel grooter dan 'een Noot geenden wierd. O) Felic. Pkteri Obfervat: L. 1. p. I03.' ' , - F 3  $6 VERHANDELING over de wierd. Morgagni heeft ons eene waarneeming nagelaaten van ïValtbieri aangaande een man, by welken de Kwaal begon met pyn aan bet voor*, fte gedeelte van het Hootd , met een gevoel van zwaarte vergezeld, daar eerst verlies van Reuk, en vervolgens Aanvallen van Epilepfie op volgden, waar door hy twee jaaren lang , na verloop van welken hy ftierf , zeer zwaar gemarteld wierd, en daar men het voorfte gedeelte van de Harstenen Ctf/Zew en zeer fterk aan de Dura Mater vastgehegt vond (y). Dezelfde Schryver brengt ook nog eene waarneeming by van Kaau Boerhaave, welke, de Harstenen ontleedende van een Soldaat, die ter zee gediend had , en eindlyk in een zwaar Overval van Epilepfie , waar aan hy lang onderhevig geweest was, dood gebleeven was, vond, dat de Subflanüa Corticalis in het geheel niet alleen hard maar zelfs op zommige plaatzen Scirrheus, en op andere Calleus of vereelt was, § XL VUL De volgende waarneeming van Rhodius komt met de zo even bygebragte gevallen zeer wel overeen (z). Men behoeft zig niet te verwouderen, zegt hy, dat deeze ziekte zomtydsongeneeslyk is , wanneer men acht geeft op de oor* zaaken, waar uit dezelve zomtyds ontftaat ; men vond in het Lichaam van een patiënt, welke zig naar Padua begeeven had om hulp te zoeken van denvermaarden Praevot, doch zonder eenige verligting in zyn Vaderland te rug kwam , en kort daar na ftierf , in een van de Sinus van de Harsfenen (x) I. Fantoni An'tmadv: in Opufic. Paccbioni Animadv; 22. Paccbioni vond in een Kardinaal, die aa-. de Vallende Ziekte geftorven was, een gedeelte van de Subliantia Corticalis Scirrheus. (y) Morgagni Ibid. § 24. £j? 25- (j) Centur: 1. Obfiervat. 55. Sepulcbret. pag. 283.  VALLENDE ZIEKTE. 8? nen een vleefchig gezwel, 't welk door het drukken van de Harsfenen de ziekte veroorzaakt, en alle hulpmiddelen vruchteloos gemaakt had. P. Borelli verhaalt, dat hy de Ventriculi opgevuld gevonden heeft met ftof, welke zeer veel geleek naar vet. Deeze oorzaak was net zo ongeneeslyk als de voorige (a). § XLIX. De Vallende Ziekte wordt zomtyds ook door verzweeringen te weeggebraeht. Bauhinus getuigt, dat hy een Abfces gevonden heeft in den rechter Lobus van de Harsfenen van een jongman, die hypochonder en te gelyk lam was. (b). Olaus Borrichius brengt een voorbeeld by van een jongman , onderhevig aan eene ligte drooge hoest met tandpyn vergezeld , wiens Overvallen vreeslyk waren , met roode en een weinig uitpuilende Oogen , zynde daarenboven gekweld met Hoofdpyn en eene neiging totflaapen; deeze jongman ftierf eindlyk door verval van krachten, en in het midden van den rechter lobus van de Harsfenen wierd een Abfces gevonden , grooter dan een hoenderei, en vol met witten, doch zeer Hinkenden Etter ^c). § L. Closfy, welke een klein doch nuttig werkje aangaande het openen van doode Lichaamen in 't licht gegeeven heeft, verhaalt een zeer merkwaardig geval. Een man van dertig jaaren had zedert drie jaaren alle dagen verfcheide Aanvallen van Epilepfie j hy onderzocht met naauwkeurigheid het Hoofd , en vond op het linker Os Parietals een gezwel, een overblyfzel van eenflag, welken de O) Borellï. Cent. i. Obf. 78. .(b) Sepulchrct: Sect. 15. Obf. iS. p. 37T. (f) Ibid: Sect. 12. additam.'Obf. 5. p. 293. F 4  83 VERHANDELING over de de lyder ontfangen, en welke de eerste aanleiding tot de Aanvallen gegeeven had; (d) de bekleedzelen weggenoomen zynde vond hy, dat het een beenachtig gezwel was,- men zette 'er een Trepaan op; het been was fpongieus, vol Etter, en fterk vastgehegt aan de Dura Mater; de patiënt ftierf weinig dagen daar na aan eene flaapziekte, en men vond de Dura Mater aan den binnenkant met verfcheide kleine Abfcesfen bezet (è). Men vindt verfcheide dierge-> lyke voorbeelden by de Schryvers , doch het is overtollig een grooter geral by te brengen. AGTSTE AFDEELING. Aangaande de Oorzaaken , welke het Bloed naar het Hoofd doen fiygen. § LI. Xk ben zeer breedvoerig' geweest in het optellen van zodaanige oorzaaken van de Vallende Ziekte, welke eene vaste zitplaats hebben inzommige deelen van het Lichaam, en van eene ongefteldheid van de Solida fchynen af te hangen ; do ch dit zyn niet de eenigfte oorzaaken , want zomtyds wordt deeze kwaal alleen door eene ongefteldheid van de Vochten te weeggebraeht, welke, of door al te groote hoeveelheid , of door Icherpte, de Harsfenen prikkelen. Hippocrates heeft reeds de Plethora als eene der algemeenfte oorzaaken van de f d Diezt Epilepfie brengt my een geval te binn en, '/ welk Langius verbaalt van eene jonge Dochter, welke by genas van Vallende Ziekte, veroorzaakt door een vuistflag, welken een gek mensch baar aan den flaap v au bet Hoof lgaf Langii Epist. T. i. Ep. 10. (e) Obfervation taken from disfection ofmorbid bodiety Sect. i. Obf. 9. p. 17.  VALLENDE ZIEKTE. «9 de Epilepfie opgenoemd , en daar is niet een Me* Mcus\ welke niet zeer veel gelegenheid heeft om zig daar van ten vollen té overtuigen. E ene zwaare Plethora alleen kan de allergezondfte Harsfenen zo fterk prikkelen , dat 'er een Aanval door te vveeggebractit, en zodaanige gefteldheid tot Vallende Ziekte gebooren wordt , waar van ik een weinig hooger gehandeld heb, welke eens geformeerd zynde, in 't vervolg door eene veel geringer Plethora op nieuws in beweeging gebracht wordt en men zal een weinig verder in dit Hoofd • ftuk zien, van hoe veel nut het Aderlaaten in deeze kwaal is, door de Plethora te verminderen, welke, zo als ik reeds gezegd heb, van alle Schryvers door zeer veele waarneemingen beweezen is eene der oorzaaken van allende Ziekte te zyn. Dreüncourt, Profesfor te Leiden , verhaalt een geval van een fterk en zeer bloedryk jongman, welke kort op den maaltyd, na zeer fterk gegeeten te hebben, zig totkaatfen begeevende , door eene zwaare Epilepfie aangetast wierd, welke, na eene korte tusfchenpoos wederom koomende, hem na verloop van eenige uuren deed fneuveleh. Het Cadaver , zagt de Schryver, was in den eerften opllag affchuwelyk om te aanfchouwen; het Aangezicht, de Hals, de Borst waren blaauw, het Bloed liep uit den mond en den neus, en toen ik de Harstenen opende, vond ik de Slagaderen van de Vliezen, en die van de Harstenen , met zwart en dik bloed opgepropt, waar van zelfs een gedeelte de Vaten had doen batften en uitgeftort was (ƒ). fVepferus opende het doode Lichaam Cf) Sepulchret. ibid: additam. Obf. 6. p. 294. Het . is zeker dat de fterke beweeging van bet Kaatfcn zeer veel aanleiding tot deezen Aanval gaf. F 5  9» VERHANDELING over de chaam van een bakkers knegt, welke zedert eenigen tyd eerst aan Catalepfis, en vervolgens aan Epilepfie onderhevig geweest was, en in een zwaa» ren Aanval ftierf; en vond de Vaten van de Harsfèn-Vliezen , van de Harsfenen, en van den Fh* xus Choroides, opgepropt met bloed, waar van daarenboven byna een pond uitgeftort was: doch in geen van beide deeze doode Lichaamen kon men in de Harsfenen eene andere oorzaak, waaraan men de kwaal toe kon fchryven, ontdekken, behalven eene fterke fpanning van de Bloedvaten van de Harsfenen (g). De kok en de kruyer, van welke Morgagni fpreekt, die beiden in een Aanval dood bleeven, hadden geene andere zichtbaare ongefteldheid in het Hoofd, dan eene zwaare oppropping van de Bloedvaten (h). Johnstone, het Lichaam van een jongen van tien jaaren , welke in een Aanval geftorven was, openende, vond de Bloedvaten van de Pia Mater, de Harsfenen , en den Plexus Choroides boven maaten vol, en meer opgepropt met bloed, dan hy ooit in andere ontleedingen gevonden had , en wanneer hy de zelfftandigheid van de Harsfenen zelfs doorfneed,liep 'er veel grooter quantiteit bloed uit dan naar gewoonte; (/). tïïMeckel, die zo veel Harsfenen ontleed heeft, verklaart, dat hy dezelve nooit zo opgepropt met bloed gevonden heeft, dan in het Caêaver van een Epilepticus, welke in het gekkenhuis te Berlin geftorven was. (k). § LIL Cg) TFepfer. p. 303. O) Epist. 9. § 12. &> 14. (0 Medical. Obfervat. and Inquiries , Vol. 2 No. 6. p. 1x5. Hy vond ook een Hydatis ter grootte van een Pistool-kogel vastgehegt aan den Plexus Choroides. (,k) Recherches Anatomico-Pbyliologiques fur les caitfei de la folie. Memoires de Berlin. 1760. Obf: rq.  VALLENDE ZIEKTE. >s § Lil. Ik heb een fterk man van vierenveertig jaaren behandeld, welke zedert zeven jaaren met Vallende Ziekte gekweld was geweest, enallejaaren zeven of agt Aanvallen had, en kon, fchoon ik hem geduurende elf maanden met alle naauwkeurigheid onderzocht, geene andere oorzaak van Epilepjia Idiopathica of Sympatbica ontdekken, dan alleen Plethora. Door middel van Aderlaatingen , en het houden van eene zeer regelmaatige ievenswyze bleef hy zes maanden bevryd van Aanvallen , doch zeer fterk gewandeld en veel wyn gedronken hebbende, daar hy anders byna in 't geheel geen gebruik van maakte, kreeg hy, zoals hy in 't bed zou gaan, een Overval, vergezeld van hevige ftuiptrekkingen, welke egter niet lang duurden , maar gevolgd wierden van eene Beroerte , welke den patiënt na verloop van vyf uuren weg fleepte; het bloed bruischte byna uit zyn Mond , Neus, en Ooren; het Aangezicht en de Hals was eerder zwart dan blaauw. Niemand zal naar myne gedachten durven ontkennen, dat Volbloedigheid hier de eenigfte oorzaak van de kwaal was , want zy minderde zo dra men dezelve door Aderlaatingen en eene goede levenswyze weggenoomen had , doch wanneer de Masfa van het bloed op eens door veel wyn vermeerderd, uitgezet, en door fterke beweeging en de hitte van de Zon naar het Hoofd gevoerd wierd, volgde 'er een doodlyk Overval op. Deeze Waarneeming brengt my nog een ander geval te binnen van een Vreemdeling, welke my in 't jaar 1768 raadpleegde, en wiens brief zo veele nuttige zeldzaamheden uitlevert, dat ikdenzelven geheel en al hier zal plaatzen. Men zal 'er onder anderen zeer klaar uit ontdekken de nadeelige gevolgen van alle dingen, welke de uitzetting vaa  92 VERHANDELING over üê van de Vochten bevorderen , en dezelve naar het Hoofd doen ftygen. Deeze patiënt dan, welke nu dertig jaaren oud is, had, byna van zyne geboorte af , Epifpastka en Cauteria in den Nek gehad, waarfchynlyk voor overvallen van ftuipen, doch men liet dezelve dicht loopen, en hem wierd eenige ■ jaaren daar na een fontanel op den Arm gezet welke hy tot zyn agttiende jaar behield, wanneer hy naar de Academie gezonden wierd. Terwyl hy daar was, en geduurende de volgende tien jaaren , kwamen hem nu en dan zommige onaangenaamheden over, misfchien dronk hy ook te veel wyn, en hy was genoodzaakt een beroep te omhelzen, 't welk hem tegenftond. In zyn dertigfte jaar treedende, kreeg hy de volgende Toevallen. In de Maand Maart 1767 des avonds uit eeten zyn de , merkte men , dat zyn Mond fcheef, en zyne Oogen zeer wild Honden; hier volgden zeer fchielyk geweldige verdraaijingen op, met een zoort van geloei vergezeld , en hy zou ter Aarde gevallen zyn, indien men hem niet onderfteund had,- zyn Aangezicht wierd zeer rood, het fchuim liep hem iri eene groote menigte uit den Mond, en hy had meer dan een half uur lang geweldige ftuipen en bleef den gantfchen nacht in een ftaat van gevoelloosheid en vcrdooving; hy herilelde vervolgens wederom geheel en al tot den' 10 May, wanneer hy waarfchynlyk 's nachts wederom een Overval gehad had, want zyne tong was gebeeten, en hy was bebloed; men gafhem des morgens een Braakmiddel , en hy was den gantfchen dag zeer ziek • den elfden fcheen hy zig wel te bevinden, doch 's avonds eene wandeling gedaan hebbende, wierd hy zeer fchielyk ilomp en ongevoelig; men zette hem een Oogenblik voor zyn huis op een bank neder, doch, wanneer men hem binnen wilde leiden, draai-  VALLENDE ZIEKTE. 93 draaide hy het Hoofd op zyde, en verloor aile kennis; hy bleef meer dan twee uuren in dien ftaat, bezichtigende onophoudlyk zyne Handen , doch eensklaps kreeg hy een Overval, 't welk veel fterker dan het eerfte was, en meer dan een uur duurde, en van dat oogenblik af was hy tien dagen lang zonder kennis en geheugen. Uen 26 July te Bagnieres zynde, gebruikte hy des ochtends zeer vroeg de wateren, baadde zich ten negen uuren, en ging vervolgens tot half twaalf te bed leggen; op. ftaande bevond hy zig niet wel en klaagde van koude, zyn Neus en zyne Voeten waren zo koud als marmer; na dat hy zich gewarmd had, ging hy naar bed, en bleef geheel en al ongevoelig tot 's avondsten zes uuren, wanneer hy zig weer wel bevond, en opftond, doch de volgende dagen was hy zeer neergellagen en verzwakt. Den 3 Augustus was hy zeer welvarend en vrolyk, gelyk hy doorgaans is een weinig voor dat hy zyne Overvallen krygt; (misfchien wordt deeze tegennatuurlyke vrolykheid te weeggebraeht door een beginzel van drukking van de Harsfenen, en dezelve is niet anders aan te merken dan als een zoort van ylhoofdigheid, en dronkenfehap); doch's avonds ten negen uuren begon men te merken , dat hy zig niet wel kon uiten; hy wilde naar bed gaan, vraagde met zeer veel, moeite om drinken, verloor de fpraak geheel en al, en bleef den gantfchen nacht gek en buitenfpoorig ; 's ochtends ten agt uuren begon hy weder eenigzins by te koomen, en fchreide zeer bitter, doch kreeg de fpraak niet weder dan 's namiddags ten vier uuren. Den twaalfden September te Cautereis zynde, daar hy geduurende vier dagen de allervvarmfte baden gebruikt had, ging hy des ochtends ten zes uuren. te paard zitten, om naar Bareges teryden; het  g VERHANDELING over de het was dien dag zeer heet, de Zon was zeer fterk j en hy maakte zig zeer kwaad; een half uur na zyne aankomst te Bareges verloor hy geheel de fpraak, doch nam een papier daar hy met potloot op fchreef * ik ben welvarend, maar kan niet fpreeken; kort daar na verloor hy alle kennis, en bleef aldus eenige dagen zonder kennis en fpraak, altyd met den mond open , en eene zekere wildheid in zyne oogen; hy begon vervolgens den perfoon, die hem altyd oppaste, eenigzins te kennen, doch zyn geheugen en zintuigen waren in geene behoorlyke orde; hy verliet Bareges in een ftaat van ongevoeligheid en verdooving, en zeer zwak, doch herftelde egter van langzaamerhand. Den 25 INovember had hy omtrent ten negen uuren des avonds een korten Aanval van Epilepfie, doch bleef meer dan twee en een half uur buiten kennis en fpraak. t Van de volgende Aanvallen wordt niet gelproo. ken, maar men voegt 'er alleen nog by, dat hy geduurende den eerften Aanval roode vlakken op het voorhoofden bovenden Neus had, welken niet ge-' heel en al verdweenen dan na verloop van eene maand, als mede, dat hy altyd zeer koud is aan Handen en Voeten. Zodaanig een gevoel van koude aan de uiterfte deelen is zeer gemeen aan alle menfchen, welke zenuwkwaaien hebben; ik heb het zelve voornaamlyk by Epileptici waargenoomen , zelfs zodaanig, dat zy welvaarende zyn naarmaate zy daar minder ongemak van hebben, en 'er zyn zeer weinig Doctooren, welke geene gelegenheid § LVIL Q) De Flatibus, Foes. T. i. p. 3oo. G 2  IOO VERHANDELING over de § LVII. Door het zo even gezegde begry pt men ligt, dat alles, het geen of de quantiteit van het Bloed vermeerdert, of het zelve in eene grooter menigte naar het Hoofd doet vloejen , Vallende Ziekte te weeg kan brengen; en dit wordt door de ondervinding dan maar al te veel bewaarheid. Brasfavolus , Doctor te Ferrare, heeft ons in zyne Com. ment: over Hippocrates eene waarneeming nagelaaten van een patient,welke,door al te veelCretifchen wyn te drinken, binnen zeer korten tyd menigvuldige Aanvallen van Vallende Ziekte kreeg. Ik heb een jongman van drieentwintig jaaren gekend, welke , alleen door zig in wyn te buiten te gaan, op zyn twintigfte jaar, eene beeving van het gantfche Lichaam, en op zyn tweeentwintigfte Vallende Ziekte kreeg, waar van hy op zyn drieentwintigfte, toen ik hem zag, byna alle weeken een Aanval had ; daarenboven was hy byna lam aan zyn linker Dye en Been, en wierd binnen zeer korten tyd geheel magteloos. NEGENDE AFDEELING. Over Epilepfie, veroorzaakt door Scherpigheid van de Vochten. § LVIII. JLy e Vallende Ziekte wordt ook zeer dikwyls teweeggebracht door fcherpe vochten, welke op de zenuwen vallen, het zy zodaanige fcherpigheid der vochten door verplaatfing van de eene of de andere natuurlyke ontlasting, of door eene al te fchielyke opftopping van eene hebbelyk geworden tegennatuuriyke ontlasting, gebooren wordt. Het gebeurt zeer dikwyls in de Legers, dat de Soldaaten Val-  VALLENDE ZIEKTE. 101 Vallende Ziekte krygen, uit geene andere oorzaak, dan het eensklaps opftoppen der uitvvaasfeming, door, na langduurige marlenen, welke hen verhit hebben , op vochtige en natte plaatfen neder te leggen (q). § LIX. Het opftoppen van eene fcherpe Diarrbaa doet ook zomtyds dezelfde uitwerking. Een Hanoversch Soldaat klaagde over eene fteekende pyn rondom den Buik, met eene kleine opzwelling verzeld, welke na verloop van eenige dager, eindigde met eene ontlasting van wei-achtige ftofïe, welke hy uit vreez' voor eenen Roodenloop, welke toen ter tyd daar ter plaats fterk heerfchte, ten eerften opftopte; de Hypochondria begonnen aanftonds wederom te zwellen, en hy wierd eene zoort van opdamping gewaar, welke daar ter plaats begon, en, naar de Harsfenen opklimmende, hem zomtyds tien zwaare Aanvallen van Vallende Ziekte alle dagén deed krygen. De Aanvallen kwamen nooit als hy nuchteren was, fchoon hy zig dan nogtans wel benaauwd en bezwaard gevoelde ,• maar doorgaans aanftonds na den eeten: deeze zoort van opdam, ping maakte hem aanftonds zeer zwak op de Beenen , vervolgens duizelig , en deed hem eindlyk vallen, met het denkbeeld, dat hy door een fpook ter aarde gefmeeten wierd. (r), . § LX. Het al te fchielyk opftoppen van eene kwyling,door kwik te weeggebraeht, door koude te vatten, heeft ook Vallende Ziekte veroorzaakt; men zal zig hier over niet verwonderen, als men acht geeft op de fcherpigheid van zodaanig fpog, waar door ontfteekingen, verzweeringen, en zelfs Gan- , Monro account of difeafes most frequent in thg ïvttilcb militarybospitals, />. 237. 0\) Medicin, Sept: de Enilepf. c: 31. T. 1. p, tQi ,0 3 '  to* VERHANDELING óver de Gangreen gebooren warden,en op deaandocnlykhei'd van het zenuwgeftel ter zeiver tyd. § |^XL Het opftoppen van de Pis veroorzaakt zelfs 'zomtyds deeze ziekte; doch dan is dezelve binnen weinig uuren doodlyk, en in zodaanige gevallen is het de Epilepfie niet, welke men moet trachten te herftellen. Heurnius brengt hier een voorbeeld vanby. Een Soldaat, (/) zegt hy, had in twee dagen niet kunnen pisfen; toen ik by hem kwam , vond ik hein bevende over het gantfche Lichaam, een weinig ylhoofdig en belemmerd van ïpraak; hier opvolgde wel haast Vallende Ziekte, en de Aanval, welke zeer hevig en langduurig was , maakte den volgenden dag een einde van zyn leven. Men kan de oorzaak van deeze Epilepfie ligtbegrypen, als men acht geeft, dat de Ifcburia doorgaans met eene opneeming en nederzetting van de Pis in de Harsfenen eindigen; wam de Pis, opgehouden in de Mas fa van hét Bloed, zet zig neer in zommige Deelen, doch langzaam, maakt van tyd tot tyd zwaarder prikkeling, door haare fcherpte, en veroorzaakt eindelyk den dood. Ik heb den loop van zodaanige nederzetting of verplaatfmg, welke ter zeiver tyd zeer fmertelyk voor den lyder was, zeer duidelykkunnen nagaan in een man van omtrent tachtig ja iren, die zeer veele jaaren met verfchillende ongemakk -n geworfteid had, en eindelyk, 1765, aangetast wierd van eene IJcburia, welke veertien dagen zonder eenig aanmerkelyk toeval duurde, doch den vyftienden dag begon hy des ochtends te klaagen over • pyn in de Tong , dit deed my ten eerften voorzien het geen ftond te volgen; de pyn wierd zwaarder van tyd tot ryd> en na verloop van vier of vyf uuren (s} De morbis qui in fingulis partibus cupiiis infidere fueverunt: Leid. 1594, 4/3.?. 22./. 234.  VALLENDE ZIEKTE. 103 uuren begon de Tong te zwellen, en de flikking moeilyker te worden; van dit oogenblik af zag ik den voortgang van het zwellen der Tong; de flikking wierd wel haast geheel onmooglyk; de Pynen waren onlydelyk , de Ademhaaling zeer moeilyk; eindelyk wierd de Tong zodaanig opgezet , dat zy ten monde uitftak, en denzelven geheel en al zo vervulde, dat zy den ongelukkigen lyder op eene elendige wyze deed flikken. Het zelfde gebeurt in de Harsfenen, maar dan is de Dood veel zachter, want de Lyders vallen doorgaans in eene flaapziekte, en het geval van Heunïius is zeer zeldzaam. Men moet ook aan de fcherpigheid van de Vochten dat zoort van Epilepfie totfchïy ven, 't welk zonder eenige zigtbaare oorzaak, en zonder dat 'er een wezenlyk gebrek in hetgeftel is, dikwyls in kwaadzappige Lichaamen waargenoomen wordt, in welken de Vochten of in een ftaat van raauwheid, of ontbinding, of verrotting, of verzuuring zyn. Hier toe behooren ook die Epilepjïa, daar de kinderen zomtyds door aangetast worden, in zodaanige ziekten , daar eene uitbotting (eruptio) vereischt wordt, gelyk de mazelen, de gierstkoorts, de fcharlaken-koorts, en voornaamlyk, de Kinderpokken; want het vergif, 't welk de ziekte veroorzaakt, prikkelt het Zenuwgeftel op dat oogenblik, wanneer het niet genoegzaam toebereid, en nog niet naar buiten op de Huid uitgekoomen is, en veroorzaakt dat zoort van Epilepjia, welke de Ouders zo veel en den Doctor zo weinig bekommering verwekken, om dat hy weet, dat dezelve ten eerften zullen ophouden , zo haast 'er eenige puisten te voorfchyn zyn gekoomen , en ze nooit vreest, wanneer hy verzekerd is van de G 4 goe-  t©4 VERHANDELING over db goede gefteltheid van den patiënt, en dat zy va» geene andere oorzaak dan deeze afhangen. $ LX1I. Doch onder alle oorzaaken van dit zoor-t, naamlyk van fcherpe Vochten, welke Vallende Ziekte re weeg brengen, is 'er geene zo gemeen, als het opftoppen van de ontlasting van deeze of geene kwaade ftoffe, door den tyd hebbelyk geworden , of door het indryven van de eene of de andere Ziekte van de Huid. Alle Schryvers brengen hier zo menigvuldige voorbeelden van by , dat het niet noodig is, om 'er hier Vcelen aan te haaien. Kene Vrouw'van zeventig jaar was zedert agttien jaaren aan eene Etterachtige ontlasting , op gezette tyden , onderhevig ; want alle drie of vier maanden openbaarde zig een kwaadaartige Ukeratie op de zyde van den JXeus, waar uit geduw ende drie dagen eene zeer groote "quantiteit fcherpe ftoffen vloeide, na verloop van welken tyd de verzweering cicatrizeerde, en de Lyderes wederom volkomen gezond wierd, doch, verdrietig over de langdüurigheid van dit ongemak, leide zy op de Ukeratie, op dien tyd dat dezelve in de Suppuratie was, op raad van een kwakzalver, het Ung: Diapompholygos, waar door de uitvloejing der ftoffen geheel ophield; doch binnen de vierentwintig uuren kreeg zy eerst eene ondraaglyke Hoofdpyn en vervolgens een zwaar Overval van Vallende Ziekte; zy had geduurende zes maanden nog verfcheide andere Overvallen , en bleef al dien tyd byna geheel en al krachteloos, en wierd niet eer herfteld, dan voor dat men door middel van twee Cauferia wederom eene nieuwe ontlasting van fcherpe Vochten uitgewerkt had. 0). Een Vader en een Zoon genazen zig zelfs van fchur^ (£) Zacur. Lufit: pra-x. adtnir. h i. ohf. 29.  VALLENDE ZIEKTE. jctf fchurft zonder behoorlyke vooraf bereiding, met een zalf, gemaakt van Pik, Zout, het doir van een Ei, en Limoenzap, het welk van dat gevolg was, dat de Vader vry was met ftuiptrekkendebeweegingen van den rechter Arm, welke weuerom ongevoelig van zelfs verdweenen, doch de zoon verviel in eene zwaare Epilepfie , welke hy verfcheide jaaren behield, en waar van hy door Trin* vavelli geneezen wierd (»). ik ben geraadpleegd van een patiënt van zevenentwintig jaar,welke, verfcheide maanden lang met fchurft gekweld geweest zynde , waar door zyne gezondheid zeer verminderd was, dezelve deed vèrdwynen, door het binnenite van de hand te wryven met eene ordinaire zalf, gemaakt van zwavel, olie, endoiren van eieren; drie weeken daar na wierd hydoor zwaare Hoofdpynen aangetast, welke hem alle zyne krachten benamen, en agt dagen daar na, door een Overval van Epilepfie, het welk, wanneer hy my raadpleegde, binnen de vyf maanden dertien maaien wederom gekoomen was. De kwaade gewoonte, welke men in Zvoeeden heeft, om de Dauworm door koud water in te dryven, maakt de Vallende Ziekte aldaar zeer gemeen (x). § LXIII. Men kan hier onder dat zoort van Vallende Ziekte, welke door fcherpigheid te weeg gebracht worden, met recht die plaatzen, daar Dovinet van fpreekt, welke verhaalt, dat Sylvius twee kinderen met Vallende Ziekte gezien heeft, welke veroorzaakt was door een al te menigvuldig en langduurig gebruik van preien, waarvan zy byna geheel en al geleefd hadden ; hy genas ze door (u) Schenck. p. iao. {x) Cartheufier patholeg: Cap. de Epilepfïa. G 5  lo waar van ik gefprooken heb, verkreegen hebben, zonder dezelve te vooren ooit gehad te hebben,- men begrypt derhalven zeer wel, hoe ligt de Hartstochten een Aanval kunnen doen gebooren worden , wanneer de oorzaak reeds tot een zekeren trap aangegroeid is, en hier door ziet men zo dikwyls Aanvallen volgen op Schrik, Droefheid, Gramfchap. Eene Vrouw, welke haaren eersten Aanval uit eene zwaare droefgeestigheid gekreegen had, verviel in 't vervolg aanftonds in een anderen Aanval, zo dikwyls'er iets gebeurde , 't geen haar tegenltond. Een zeker kind met Vallende Ziekte gekweld , fchrikte altyd zo zeer van het bla en van honden, dat het 'er ten eerften een Aanval door kreeg. Boerhaave maakt ge* wag van een kind, 't welk van de meiden bang gemaakt was voor booze menfchen, welken zy zekerlyk zeer lelyk afgefchilderd hadden, en't welk niet fterk op de muuren van de kamer kyken kon, of her, kreeg  VALLENDE ZIEKTE. u3 kreeg ten eerften een Aanval van Epilepfie. Cd^ Men ziet maar al te dikwyls, zelfs in de eerste jaaren van de kindsheid , of veeleer voornaamlyk in de eerste jaaren van de kindsheid, dat 'er, op elke aandoening van gramfchap , ftuipen volgen; ik heb daar veele voorbeelden van gezien: zelfs nog onlangs bracht men een kind by my, 't geen agt jaaren oud, en geheel weezenloos was;"het was zeer wel, toen het in de waereld kwam, en had tot zyn derde jaar toe genoegzaame tekens van begrip gegeeven ,. doch het was zeer oploopend; op zyn derde jaar kreeg het uit eene geweldige kwaadheid een'Overval van Vallende Ziekte, Ce) welke vervolgens zig op de minste kwaadheid op nieuw openbaarde ; toen het zes jaaren oud was, merkte men, dat deszelfs vermogens begonnen af teneemen, en van dien tyd vermenigvuldigden de Aanvallen van dag rot dag, zonder eenige ken* baare oorzaak ; hier door was het tot dien elendigen ftaat gebracht , waar in ik het zag, welke zeer gelukkig van geen langen duur zal zyn , want het is zo zwak , dat het byna lam is > en teert waarlyk geheel uit. Twee kinderen, waar van het een zeer welvaarend , en het ander Epilepticq was , kreegen onder 't fpeelen verfchil met malkander; het Epileptique beet het ander uie kwaadheid in de rechte Hand, en wondde dezelve zeer ligt; vier uuren daar na, kreeg het gebeerene kind. een waare Overval van Epilepfie, het welk ze- (d) Be Morbis Nervorum; p. 803. (e) Mr. De Sauvages beeft een kind gezien, V welk een Overval van Epilepfie kreeg, om dat men bet zekere kost, daar bet groote lust toe bad. weigerde. Nofohg% toetbod. 1. z. p. 583. H  «i4 VERHANDELING over db zekerlyk veel eer een gevolg van kwaadaartigheid dan van de Wond was. (ƒ). § LXVIIL Tot de tvyeede Clasfis behooren alle zodaanige oorzaaken , welke of de quantiteit of den omloop van het bloed vermeerderen, of het zelve fterker naar het Hoofd doen itygen, gelyk te veel , of te zwaar Voedzel, by voorbeeld al te krachtig Vleefch, Wildbraad, Eieren, Sau'fen, Kreercen, Speceryen, Aardappelen, Wyn , Koffy, fterke Dranken enz. Daar zyn weinig Doctoren, welke geen Epileptici behandeld hebben, die zo dra als zy wyn dronken, ten eerften een Overval kreegen, en het is niet te verwonderen, dat een drank , wiens misbruik , gelyk reeds is aangetoond, Epilepfie te weeg kan brengen by de zodaanigen, welken daar nooit aan onderhevig zyn geweest, nieuwe Aanvallen veroorzaakt by zuiken die 'er reeds door aangetast zyn. De Koffy maakt zulke fterke prikkeling op de Zenuwen, dat alle die geenen, welke zwak van Zenuwgeftel zyn , 'er op eene duidelyke wyze de kwaade gevolgen van gevoelen. Langdumïge of zwaare Oefeningen van t Lichaam maaken een tweede zoort van toevallige oorzaaken uit. Tot het derde zoort behoort de hitte van de Zon van de Lucht, van Kamers, Bedden of Baden. Een weinig honger , §52. heb ik eene waarneeming opgegeeven, waar uit de invloed van deeze oorzaaken blykt, en juist op dit oogenblik, iojuly 1769, word ik geraadpleegd door een man, welke altyd zeer gezond geweest was, doch twee maanden verval van Vallende Ziekte kreeg, waar door hy zo verzwakt was, dat hy byna op zyne Beenen niet ftaan kon; doch dit belette my niet, om hem te doen aderlaaten, en middelen voor te fchryven , gefchikt om de oppropping van de Harsfenen af te leiden; hy was geduurende zes maanden zeerwelvaarend, dochna verloop van dien tyd in het zelfde huis wederom even zwaar werkende, kreeg hy denzelfden nacht twee Aanvallen; dezelfde middelen herftelden hem weder voor drie maanden, doch toen kreeg hy op nieuw een Aanval, door ftesk gedanst en gedronken te hebben. Men fchreef zyn ongemak aan Tovery toe, en raadpleegde een oud wyf, om de bezweeringen van een ander oud wyf te vernietigen. Ik weet niet, van welke middelen zy zig bediende, doch de Aanvallen wierden zo menigvuldig en zwaar, dat hy, na in een rampzaligen ftaat gevallen te zyn, eenige maanden daar na in een Aanval dood bleef. Welke vraagen ik ook aan zyne Ouders en hem zeiven deed, ik kon geene andere oorzaak van zyne Kwaal ontdekken, dan alleen de al te fterke infpanningen , welke het Bloed in eene te groote menigte naar het Hoofd deeden ftygen. Mr. Morgagni verhaalt een zoortgelyk geval van eenkruyer, by de veertig jaaren oud, welke na al te zwaar gearbeid te hebben, eensklaps een Aanval van Epilepfie kreeg, daar hy nooit te vooren aan onderhevig geweest  VALLENDE ZIEKTE. 117 weest was; hy ftierf binnen weinige dagen, en men vond de vaten van zyne Harsfenen zeer opgepropt, lot dat zoort van oorzaaken, welke het Bloed naar het Hoofd doen ftygen , behooren ook de zo-' daanige, welke dit te weeg brengen , door het Bloed van de uiterlyke Deelen te rug te dryven,hier door kan eene bovenmaatige koude Epilepfie verwekken; ik heb dezelve zien onftaan by eene jonge Dochter van twintig jaaren, welke fLhoon anderzins zeer gezond, zig in eene koude beek gebaad had; zy had, eer ik haar zag, reeds verfcheide Aanvallen in weinig dagen gehad, en dewyl ik geene andere reden ontdekken kon, deed ik haar maar alleen auerlaaten , om dat haar pols volwas, en haare voeten driemaal daags over dén waasfemvan warm water houden, zo lang tot dat dezelve een weinig begonnen te zwellen, en door dit eenvoudig geneesmiddel herftelde ik haar volkomen Bemvemus (g) en IVedel (b) fpreeken ook van Vallende Ziekte, door groote Koude veroorzaaktzodanige koude benadeelt op tweeërlei wyzen 1 door te veel Bloeds naar het Hoofd te doenftya-'en ' prikkelen reedsgezcSiheb> * boorde zenuwen te § L UX. Onder het derde zoort van oorzaaken zodaanige naamlyk, welke door haare fcherpte het Zenuwgeftel prikkelen, zou men ook een gedeelte kunnen brengen van die geenen, welke ik onder het tweede zoort de fpyzen en dranken naamlyk, geplaats heb ; hier toe behooren Preien , UyenL Knoflook, als mede zodaanige fpyzen, welke of dooronveneerbaarheid, of door eene eigenaartige gefteldheid, prikkeling te weeg brengen in de Maag. G?) De abditis morborum caufïs. C. 40 (/>) A. C. N. Decur. 2 Anno. 2. Obf. 160. H i  HS VERHANDELING overns De Vallende Ziekte, welke op het eeten van te veel Aal volgde, en door dezelve wederom uit te braaken geneezen wierd, iproot uit het overlaaden van de Maag (J . By een ander, die zo dikwyls. hy Linzen at, een Aanval kreeg, fproot dezelve uit eene eigenaartige gelteldheid. (&) lk heb een patiënt gezien, die zeer vatbaar voor ftuiptrekkingen was, en daar door aangedaan wierd, zo dikwyls hy Chokolaat of wyn gebruikte, indien z\ne Maag op dien tyd niet in een zeer goeden Haat was. § LXX- Scherpe, fterke, prikkelende geneesmiddelen behooren mede tot deeze Clasfis. Segerverhaalt zeer omftandig een geval van eene Vrouw, welke van een Graveel.Kolyk aangetast zynde , op raad van eene haarer buurvrouwen, een lepel vol olie van Genever gebruikte, doch ten eeiften zwaare Hoofd pyn, Braakingen , Flaauwtens , en eindlyk waare Aanvallen van Epikph'e kreeg. (7) Seliger (ni) wierd ontbooden by een mesje, hetwelk altyd zwaare Hoofdpyn kreeg, als de tyd van haare ftonden naderde, waar \oor zy zig °P raad van cen kwakzalver van eene ftooving van het Decoctum Hyoscyami bediend had , doch na verloop van een uur verviel zy in zeer zwaare Overvallen van Epilepfie, waarom men hun liet ontbieden. Het opftoppen van gewoone ontlastingen verwekt mede eene fcherpigheid, welke prikkeling, en daar door Overvallen, te weeg kan brengen. § LXX1. Daarenboven kan men onder deeze Clasfis nog plaatfen alle zodaanige oorzaaken,welke (ƒ) Scbenckius. p. 217. (b ibid. (/) Medicirr Septentr: I: j Sect. 14. Cap. ro, (rn) Ibid: Cap. 9.  VALLENDE ZIEKTE. 1x9 ke zulken fterken indruk op de zinnen maaken, dat de zenuwen daar door zo zeer geprikkeld worden, dat 'er een Aanval uit ontftaan kan; onverwacht fterk geluid brengt dikwyls zodaanige uitwerking te weeg. Men vindt in eene zeer fraaie verhandeling van Mr. Buchner eene waarneeming van een kind, het welk door alle roode voorwerpen altyd Vallende Ziekte kreeg. («) Sterke Reukwerken veroorzaaken dezelve menigmaal, en hierom liet men, volgens het zeggen van Boerhaave, van ouds den waasfera van git aan de flaaven ruiken , om te ontdekken , of zy onderhevig waren aan deeze ziekte. Rondelet maakt gewag van menfchen, welke Overvallen kreegen, zo dikwyls zy koude gevoelden aan de Ooren, en dezelven. wisten voor te koomen door hunne Ooren met katoen toe te floppen. (0) Mr. Clerc verhaalt van een zyner vrienden, welke Overvallen kreeg door den reuk vanhennip en van twee kinderen , die dezelfde Toevallen kreegen, door gellaapen te hebben in een Veld van bloeiend Raapzaad (p) Mr. Lewacher (q) behandelde eene Epileptica, welke te gelyk Kanker in de Borst had, en haare Aanvallen eenige dagen voor af voorfpelde uit eene vermeerdering van pyn van de Kanker, waar uit blykt, dat de Aanvallen door hettoencemen van de fcherpte, welke op de Kanker begon te werken, gebooren wierden. Zomtyds maaken zelfs de allergeringste oor- zaa- J. P. Buchner de RacUtid. Perfecta Ara-ent. -755- (0) Metbod. Curandi tnorbor. /: 1. C. 36./. 170. • (p) Medicus veri amator. p. 139. • 'v£) Traité dn Cancer des mammtlles, p. 175. n 4  ti» VERHANDELING over r>E zaaken zulken fterken indruk, dat 'er de zwaarst»* Toevallen op volgen. Sehuban heeft ons eene. waarneeming nagelaaten van een jongman van zeventien jaaren, welke door een val op de rechter zyde Bloed-Spuwingen en ftuipen gekreegcnhad, en zedert zo aandoenelyk was, dat alle welriekende of ftinkende dingen by hem ten eerften een Aanval_verwekten ; een kruimel gereezen brood, zelfs niet doorgellikt, maar alleen gerooken, het allerkleinste ftuk, van welk zoort ook van Vleesch, het kooken van Vleesch, alle remedien, eenlaauw voetbad, enz. brachten dezelfde uitwerking te weeg. (r Hy leefde een gantsch jaar alleen van ongereezen brood, honing, raauwe melk, en rozynen; zo dra hy een klein brokje gereezen brood doorllikte, wierd hy aanftonds door hik overvallen , welke welhaast in ftuiptrekkingen van het gantfche Lichaam veranderde ; doch zo lang hy ds zo even opgegeeven levenswyze ftipt opvolgde , kreeg hy geen Aanvallen, welke uit de Maag fprooten , maar dan wierden dezelve door uiterlyke oorzaaken te weeggebraeht. § LXXIL Al te lang waaken, of het onmaatig oeffenen van Min-vermaak, werkt ook door prikkel ing, en fchoon beide deeze oorzaaken op eene andere wyze werken dan geneesmiddelen of fcherpe fpyzen, kunnen zy egter eenigzims tot deeze Clasfis gebracht worden. § LXXUI. Alle oorzaaken , zo als ik reeds gezegd heb, welke Aanvallen verwekken, behooren tot de eene of de andere der zoorten, welken ik opgegeeven heb ; doch dezelve zyn niet altyd kenbaar, integendeel, zy ontglippen byna altyd. Ik heb Epileptici gekend , welke zeer oplettend op hunnen ftaat waren, en egter geheel niets wisten (f) Med kin. Sepientrioti* Cap. ir, p, m.  VALLENDE ZIEKTE. 121 te zeggen van de bykoomende oorzaaken van hunne Aanvallen. Men zal zig hier over niet verwonderen, indien men acht geeft op de byna 011gelooilyke verfeheidenheid, waar in yder mensch zig onophoudelyk bevindt, zonder dat hy 'er zelft iets van merkt; te veel of te weinig fpys of drank, derzelver hoedaanigheid, goede of kwaade Spysverteering , meer of min zuur of alle andere zoort van fcherpigheid in de Maag , eene meer of minder geregelde uitwaasfeming , vermeerdering of vermindering van alle andere ontlastingen , een weinig meer of minder warmte aan Handen of Voeten, het meer of minder fluiten van klederen of zwachtels , te veel of te weinig beweegmg van het Lichaam, ongeregelde flaap, verandering van Saizoenen , gemoedsbeweegingen enz. zyn alle zo veele oorzaaken, welke den ftaat van ons zamenftel geduurig veranderen , en hoe gering ook deeze veranderingen zyn moogen, zyn zy egter in ftaat, om een Aanval te verwekken', wanneer de gefteldheid tot Vallende Ziekte zeer fterk is. § LXXiV. Men zal nu zeer wel begrypen, dat de Bykoomende oorzaaken , welke den Aanval verwekken, ons ontgaan kunnen, maar het is veel moeilyker te begrypen , op welke wyze de gefteldheid tot Epilepfie, [Dispofitio Epileptka,] eensklaps gebooren kan worden, 'zonder datmëneenigï zins reden kan geeven , door welke oorzaak dezelve voortgebracht worde; en egter gebeurt die zeer dikwyls. lk wierd, twee jaaren geleden, geraadpleegd door eene Vrouw van drieendertig jaaren, welke zedert vier jaaren niet zwanger geweest was , geene ziekte , of ge-moeds-beweegingen gehad , zig niet uitwendig op ëehigeri hande wyze bezeerd , en in haare omftandig. heid , levenswyz-e ; woonplaats , fpys en drank H 5 uiet  Ui VERHANDELING over de niet de minste verandering ondergaan had, zeer geregeld haare Maandftonden kreeg, en egter, na een goeden nacht gehad te hebben, des ochtends nuchteren in haar bed door een zwaaren Aanval van Epilepfie aangetast wierd. Zy had reeds twee jaaren met deeze kwaal geworsteld, toen zy my kwam raadpleegen, en kreeg toen byna alle nach- ' ten verfcheide Aanvallen, doch zonder eenige bewustheid. Zy was zedert den eerften Aanval zeer veel dikker en vetter geworden, doch zag 'er eerder bol dan gezond uit; haar Buik voornaamlyk was zeer dik, en zo dra zy bakte, fteeg al het Bloed haar ten eerften naar het Hoofd. Welke is hier in dit geval de oorzaak van den eerften Aanval, die eene gefchiktheid tot zo veele andere volgenden overlaat? Zal men zeggen , dat zy juist op dien tyd Volbloedig begon te worden, en dat de Vaten, van buiten gedrukt wordende door haare vettigheid, daar door meer Bloed naar de Hersfenen gevoerd hebben? Maar de vettigheid was op dien tyd nog niet begonnen. Was 'er een beginzel van verftopping in den Onderbuik ? Daar waren niet de minste tekenen van ? Had 'er eene ongevoelig toeneemende verflapping van de Vezelen plaats, waar door dezelve van langzaamerhand zig zodaanig lieten uitzetten, dat zy dikker en vetter wierd? Had 'er eene Vermindering in de uitwaasfeming plaats ? Het is my niet mooglyk eenige opheldering te geeven van dit geval, waar van verfcheide andere voorbeelden voor handen zyn. lk heb binnen kort een brief ontfangen wegens een jong meisje van negentien jaaren, het welk des ochtends ten vyf uuren in haaren f aap door een Overval aangetast is, waar van men insgelyks by mooglykheid niet de minste reden kan geeven, of  VALLENDE ZIEKTE. 123 of het zelve moest veroorzaakt zyn door het al te veel gebruiken van zuuren voornaamlyK van zout, waar van zy eene groote liefhebfter was, en het welk. zy in eene groote menigte gebruikte , zonder dat zy 'er. egter door icheen bezwaard te wor.ien, of 'er iets van te lydcn in haare gezondheid, daar niets aan ontbrak; zy had nietgelchrikt, nog eenige kwelling gehad; de Aanvallen geleeken alle naar malkander; ik heb dezelven befchreeven, §. 3. TWAALFDE AFDEELING, Voorafgaande Toevallen. $ LXXV. 1 de Vallende Ziekte befchreeven, en alles verhandeld te hebben , 't geen eenige betrekking tot derzelver oorzaaken heeft, is het thans noodig, om, eer ik overga tot het behandelen van die Toevallen, welke den Aanval voorfpellen, vooraf eenig gewag te maaken van zodaanige ziekten, welke zomtyds op Epilepfie volgen, als mede van zommige verfcheidenheden van deeze Kwaal, en voornaamlyk van haare gevolgen, en Voorzegging of Prognofis, Daar zyn Epileptici, welke hunne Aanvallen onverwacht, zonder eenige voorafgaande en waarschuwende Toevallen, krygen; deeze zyn de allerongelukkigfteu; daar zyn anderen, die minder ongelukkig zyn , en de Kwaal vooruit voorzien kunnen, en daar door in ftaat zyn, om eenige van die Toevallen, welke onverwacht een Aanval verwekken, voor te kunnen koomen; en hier zal ik in 't vervolg nader van fpreeken. Deeze Toe-  124 VERHANDELING over de Toevallen verfchillen naar de byzondere zitplaats van de oorzaak, en naar de byzondere geitellen. Wanneer de oorzaak in de Hersfenen fchuilt, geeven de voorafgaande Toevallen de ongefteldheid van dat Deel te kennen. Aretaeus Cappadoxhttït deeze Toevallen naauwkeuriger dan eenig ander Schryver befchreeven , en alle Doctoren behoorden deeze befchryving, of veel eer het geen 'er ons van overgebleeven is, te leezen. Ik zal my voornaamlyk ophouden met het geen ik dien aangaande zelf gezien heb Doofheid, Slaaperigheid. Duizelingen, is) Opzwellingen der Oogen, voornaamlyk der Oogleden, Schreien, Zwakte, Tegenzin in fpyzen , zomwylen Droefgeestigheid , zyn de voornaamste der voorafgaande Toevallen , welken ik het meest waargenoomen heb. Aretaeus fpreekt van Vlammen voor de Oogen, daar veele andere Schryvers (j) mede gewag van maaken, van geraas in de Ooren, het geen ik ook gezien heb, van eene gewaarwording vaneen ze* keren kwaaden reuk, het geen ik nooit by Epilep~tïcï heb waargenoomen , maar wel by Vrouwen aan Opftyging onderhevig, of by Hypochondere Mannen, van eene groote ligtgeraaktheid en opvliegendheid, welke ook waarlyk zeer eigen is aan deeze ziekte. Ik heb eene lyderes gezien , by welke doorgaans ten minften tien uuren voor de Aanvallen, eene zeer zichtbaare roodheid boven den Neus en tusfehen de Wenkbraauwen voorafging , en eene andere , welker man byna altyd •. vierentwintig uuren te vooren den Aanval yoor- fpel- (Y) Duizelingen , zegt Galenus , koomen na by de Epilepfie, en gaan dikwyls voor dezelve vooraf. Comment^ in Aphor: 17. /: 3. (f) Medicin. Septentr: Ibid: C. 6. p. .300,  VALLENDE ZIEKTE. fpelde uk eene vry duidelyke opzwelling der Aderen van 't Voorhoofd. Ik ken een jongman , welke nu geneezen is , die zo lang de Kwaal geduurd heeft, de Aanvallen altyd voorfpeld heeft in 't benaauwde droomen , of ten minften een zeer ongerusten flaap. Een weinig te vooren heb ik gewag gemaakt van Aanvallen voor welke altyd pyn in de Borst voorafging , en zomtyds gaat 'er eene ongefteldheid van de Maag vooraf. Pitcarn meldt van een Lyder, welke altyd voor de Aanvallen zwaare Hoofdpynen had , («) en Tulp van «eene Vrouw, welke dezelven vast voorfpelde uit eene fterker klopping van de Arterite temporales , en eene roodheid van het Aangezicht, en de Handen, (pc) Ik behandel tegenwoordig een patiënt , welke dikwyls vier of vyf dagen te vooren een aanftaanden Aanval vooruit gevoeld heeft, uit eene zekere ongerustigheid, en voornaamlyk flaapeloosheid. § LXXVI. In eene Epilepjia Sympatbica ziet men altyd , dat 'er voor den Aanval die aandoening van koude, of van Kitteling voorafgaat, welke van dat Deel, het welk de zitplaats van de Kwaal is, naar bovert naar de Harsfenen opftygt, waar door men dikwyls tyd heeft, om den Aanval door een windzel te fluiten; doch buiten deeze Aandoening zyn 'er eenige, fchoon zeer weinige Lyders , by welken men eenigen tyd te vooren den Aanval voorzien kan uit zekere tekens van de gefteldheid in die Deelen, daar de zitplaats is van de Kwaal, doch dit gebeurt byna niet, dan in zodaanige gevallen , daar de oorzaak in de Viseera fchuilt. Ik heb nog niet kunnen ontdekken, dat O) Elementa Medic: Pbyfic. Matbem: L: 2. C. $. {Sj Obfervat; L: i. Obf. 14. p. ï$.  ia6 • VERHANDELING over db dat men dit waargenoomen heeft, en ik zelf heb het nooit waargenoomen , wanneer de Kwaal iri de ledemaaten fchuilt DERTIENDE AFDEEhiNG. Van de Ziekten, -welke voor de Epilepfie voor afgaan > of op dezelve volgen. % LXXVII. X)e Epilepfie is doorgaans eene oorfpronkelyke of eerste ziekte, en niet het gevolg van eene andere; zomtyds evenwel heeft dit laatfte plaats , en dan neemt zy een aanvang, wanneer zodaanige voorafgaande ongemakken eindigen.G. Horstius brengt een waarneeming by van een kind Van twaalf j?aren, byna geheel weezenloos , en zeer kwaalyk beforaakt, het welk eerst lam wierd, en vervolgens Èpikpfie kreeg; hy wierd juist op dat oogenblik geraadpleegd, en herfklde geheel en al de vermogens en gezondheid van het kind. (y) In de Memoires'des Curieux de la Nature vindt men eene waarneeming van eene Vrouw, welke door een geweldigen fchrik eensklaps blind wierd, zonder eenig ander Toeval , doch vierentwintig uuren daar na kreeg zy een Aanval van Epilepfie, welke twee dagen duurde, waar na dezelve te gelyk met de blindheid ophield, tz Stahl verhaalt een geval van een meisje van negen jaaren, zedert vyf jaaren aan menigvuldige Aanvallen van Vallende Ziekte onderhevig , welk* gevolgd waren op een gezwel van den Hals, het geen men doof (y) Obferv. Medic. L: 2. Obf. 41... (z) Ceniiir: 3. Decur. 5. & 6. Obferv: 28./. 65.  VALLENDE ZIEKTE. 32? door uitwendige middelen had doen verdwynen, (a) Heden i. Sept. 1769. heb ik een jongetje van vyftien jaaren gezien , zeer onderhevig aan ftuipen het eerste jaar van zyn leven, doch zedert welvaarend, het welk, twaalf dagen geleden, verfchrikt door het geweld, het welk een kat maakte in de kamer, daar het fliep, kort nahetoverlyden van zyn Grootvader, twee dagen daar na des ochtends fchielyk de fpraak zo wel als de kennis verloor, volkomen ylhoofdig en zeer onrustig wierd , met een zeer wild uitzicht, uitpuilende Oogen, en een zeer aanmerkelyk en blaauwachtig gezwel tusfehen de Wenkbraauwen; dit Overval duurde een geheel uur, en is gisteren op dezelfde wyze wederom gekoomen; de jongman is zeer zwak, bleek, en vreesachtig; ik ftel vast, dat deeze Aanvallen, indien hy niet geneezen wordt, in 't kort in eene waare Epilepfie veranderen zullen. IFepfer (b) heeft twee Epileptici gezien, welker Kwaal met eene Catalepfis begonnen was ■ zomtyds veranderen langduurige Hoofdpynen, en ftuiptrekkingen, in Vallende "Ziekte, en als'dan verdwynen de voorige ongemakken . maar ik heb nooit gezien, dat opftyging of Pasfo Hyflerica tot Epilepfie overging; ik ben zelfs overtuigd, dat dit zeer zeldzaam gefchiedt, tnAndré, een Engelsen Doctor (c), welke fchryft, dat dit zeer algemeen is, heeft zig zekerlyk bedroogen; mooglyk is hy m die dwaaling vervallen, om dat het zomtyds gebeurt, dat 'er langen tyd voor weezenlyke Aanvallen van Epilepfie , onvolmaakte Aanvallen, zeer wel gelykende naar Overvallen van opftyging vooraf- (a) Tbeoria Medic. Patholog. Sect. 2. Morh. 4.p. 1017. (*) De Morb. Capit. Obf. 125. 126. ö. «& V* (O O» J/yter et-lVfk 1 °, J 57  ïa» VERHANDELING over de afgaan, welke eerst zeer langen tyd wegblyven, doch ongevoelig vermenigvuldigen , en zwaarder worden, zo dat men begint te vreezen, dat'er eene Beroerte op zal volgen, doch na verloop van eenigen tyd worden dezelven waare Aanvallen van Vallende Ziekte. Ik oordeel, dat deeze Waarncemmg van zeer veel' gewicht is, om dat men, wanneer men een goeden weg inflaat , door hier wel op te letten, de Kwaal zomtyds voor kan koomen; doch, indien men, die eerste Aanvallen alleen voor opdampingen aanziende, dezelven of verzuimt, of alleen als Opftyging behandelt, neemt de Kwaal fchielyk zeer fterk toe, en kan veranderen in eene onherftelbaare Epilepfie. § LXXVllf. Zo wel als nu de Epilepfie zomtvds op andere ziekten volgt, gebeurt het ook, dat zy voor andere Ziekten voorafgaat, en wederom verdwynt, als dezelve beginnen. Hippocrates (d) merkt reeds aan, dat de Vallende Ziekte zomwylen door P\h in de Beenen, Blindheid, een gezwel in de Borst of de Testiculi, geneest, en men kan ligt begrypen, dat dit plaats hebben kan, wanneer de Kwaal veroorzaakt wordt door eene fcherpe flof, welke de Hersfenen prikkelde , en dezelven niet meer aandoet; zo dra zy naar andere deelen verplaatst wordt. Winder (e) maakt gewag van een man , aan fcheurbuik onderhevig, die zomtyds Overvallen van Vallende Ziekte had, welke wederom ophielden, wanneer de ftoffe, waar door zy te weeggebraeht wierden, van loop veranderende, den Lyder blind maakte. Fabricius IFildanus fpreekt van twee gevallen, waar in de Vallende Ziekte in blindheid veranderde ; (d) Fpid. i. Sect. 5. Foes. p. 104(1. (e) Medici». Septetitr. C. 30. p. 119.  I Vallende ziekte, h9 de ; doch her is waar, dit was niet zo zeef het werk van de Natuur , als wel de uitwerking van een al te fterk geneesmiddel, door een Kwakzalver ter geneezing van de Epilepfie in het Werk gelteldIk ken een jongman, welke beurt om beurt, agttien maanden lang, dan doof, dan door Vallende Ziekte aangetast is geweest. Liet volgend geval, waar van Tulp ooggetuigen geweest is, is nog veel zeldzaamer. Eene Dochter van een Schepen te Amfterdam had Vallende Ziekte, waar voor men alles te vergeefs in het werk gefield had, doch zy wierd gered door de gunftige natuur, welke de oorzaak van de Kwaal op de fpieren van de Keel deed vallen; zo dra deeze verplaatzing gefchied was, ver. dween de Epilepfie, doch de patiënt had eenige moeite om te flikken, en verloor zes maanden lang geheel de fpraak; welke zy egter te gelyk met haare volkomene gezondheid na verloop van dien tyd weder kreeg (ƒ). Dezelfde fchryver verhaalt op dezelfde plaats twee voorbeelden van kinderen, welke niet geneezen konden worden j voor dat de Natuur twee Ulceratien buiten op het Hoofd had voortgebracht, het geen dikwyls gebeurt; alsmede nog een voorbeeld van een Goudfmid, welke van de Vallende Ziekte geneezen wierd door het krygen van fchobachtige kortten aan de Beenen, welke dikwyls afvielen, en van eene overvloedige uitvloejingvan fcherpe flofTen gevolgd wierden, waar door hy volkomen herfleld wierd. Trincavelli brengt eene waarneeming by van een man van vyf tig jaaren, welke na vyfentwintig jaaren met Vallende Ziekte gekweld geweest te zyn, geneezen wierd door koorts en fchurft, zeer wel naar melaatsheid gelykende, welke hy niet dan met zeer veej moei- (ƒ; Obferv. Medk. L. i. Obf. S.  i3© VERHANDELING over de moeite kon doen verdwynen. (g) In de Memoires des Curieux de la Nature vindt men een voorbeeld van eene Epilepfie, van zell\ geneezen door eene Ulceratie, welke zig op den Voet plaatfte. (b} In het zelfde werk vindt men nog eene veel zeldzaamer Crifis (i), te weeggebraeht, door het opkoomen van drie kleine gezwellen, welke zigplaatfteninde buiging van den linker Elleboog, en de Kwaal ten eerden deed-m verdwynen. Hofman fpreekt mede van eene Epilepfie, geneezen door fchurft. Ik ken een meisje van zeventien jaaren, hetwelk zeer gezond is, zo lang zy fchurft heeft, hetwelk voor de eerfte maal voor den dag kwam, na dat zy vyftien dagen de Valeriana gebruikt had, en nog zes weeken bleef aanhouden," geduurende welken tyd Zy dat hulpmiddel niet gebruikte, en ook geen Overvallen had , welke yder Maand tien of twaalf reizen gewoon waren weder te koomen ; doch zo haast het fchurft en de jeukte ophielden, kreeg zy weder Overvallen ; zy gebruikte op nieuw de Valeriana, het fchurft kwam weder , en de Overvallen bleeven weg,- deeze verwiffeling gebeurde tot drie reizen; ik raadde haar , datzy een Cauterium zou laaten leggen aan het linker Been, daar het fchurft en de jeukte doorgaans het fterkst waren, en fchreef haar inwendig verfterkende middelen voor; ik heb haar zedert niet wederom gezien, doch ik hoop, dat zy herfteld zal zyn. Pifo heeft de Epilepfie in Tetanos of verftyving zien veranderen, en verhaalt, dat dezelve dikwyls overgaat tot eene beroerte; (/?) doch naar myne ge* (g) Cofifil. L. X. Confd. 20. (b) Decur. ^.Ann. 2. Obf. 24. 3S. (/) Ibid. 1. Ann. 3. Obf. 90. p. 146. (b) De Morb. a, Colluv. Seres. Sect. 2. Part. &* C. 7- P- i*4-  VALLENDE ZIEKTE. iji gedachten is zodaanige verandering eerder aan te merken als eene vermeerdering van de ziekte, en derzelver hoogfte trap, waar mede zy doorgaans eindigt. Geneest de derdendaagfche Koorts de Vallende Ziekte? Hippocrates zegt, dat die geenen, welke eene derdendaagfche Koorts hebben, zelden door ftuipftrekkingen worden aangetast, en dat j indien zy daar door wierden aangetast voor de Koorts, dezelve hen daar van bevrydt. (/) Riverius gaat nog veel verder, want hy zegt, 5, Indien iemand, die met Vallende Ziekte gekweld j, is, eene lang aanhoudende Koorts krygt, wordt j, hy 'er door geneezen". (tri) Doch my zyn totsheden toe nog geene waarneémingen bekend, waar uit blykt, dat men eenigen ftaat kan maaken op de waarheid van deeze gelukkige voorzeggingen: om hier wel van te kunnen oordeelen, moet men acht geeven öp het geen ik gezegd heb wegens de kenmerken en de uitwerking van Koortfen ten opzicht van Overvallen $ in een IToofdftuk, waar in ik daar over gehandeld heb. Ballonius heeft eene waarneeming nagelaaten van eene Epilepfie, welke op eene byzondere wyze eindigde. Een zeker Heer had dikwyls zwaare Overvallen van Vallende Ziekte , waar voor hy alles vruchteloos gebruikt had; eindelyk bracht de Natuur te weeg, het geen de kunst te vergeefs getracht had te doen; hy kreeg naamlyk eene Phrenïtïs, welke eenigen tyd duurde, en eindelyk van langzaamerhand te gelyk met de Epilepfie verdween, waar tia hy volkomen gezond wierd. («) Door eene zwaa- (/) Aphorifm. L. i. C. 7. p. 177. (m) Prax. Medic. L. IV. C. 7. p. 177. (tt) Confsl. Medic. L. f, Conf. 33. T. 2. p. 114, I 2  132 VERHANDELING over de zwaare Epidemieque Koorts wierd een kind van tien jaaren geneezen , het welk zedert drie jaaren Overvallen had gehad van Vallende Ziekte, welke dikwyls verfcheide maa'en op een dag weder kwamen , en ftand gehouden hadden tegen allerlei hulpmiddelen, (p) VEERTIENDE AFDEELING. Byzonderheden in den Loop van de Ziekte. § LXXIX. J3ehalven de verfcheidenheden in de Aanvallen, waar van ik reeds gewag gemaakt heb, doen zig ook zeer byzondere veranderingen en verfcheidenheden op in den loop van de ziekte zelve. Het is zeer nuttig ten minllen eenigen daar van te kennen, op dat men zig niet al te veel verwondere, wanneer 'er diergelyke voorkoomen , noch gevaar loope om zig te bedriegen, ten opzicht van het karakter van de ziekte. Men heeft dezelve alle maanden geregeld op denzelfden dag van de Maan zien wederom koomen, het welk egter niet het minste bewys uitlevert voor den kinderachtigen invloed van de Maan. Boerhaave verhaalt, dat hy eene Vrouw gekend heeft , welker Aan. vallen tweemaalen 's jaars geregeld op eene verfchrikkelyke wyze wederkeerden; geduurende den tusfehen-tyd was zy zeer welvaarend. (p) Stahl haak een geval aan van een jongman van agttien jaaren, welke in zyne eerfte kindsheid Aanvallen van Epilepfie gehad had, die zedert geheelagtergebleeven waren , doch op een zekeren tyd des och« (e) A. C. N. Decur. 3. Ann. 7. 8. /. (p) De Morb. Nervcr. t>. 810.  VALLENDE ZIEKTE. 133 ochtends ten drie uuren op eene ruwe wyze door zyn meester wakker gemaakt wordende, kreeg hy op 't oogenblik een Aanval; het was toen de dag voor het laatfle kwartier van de Maan, en van dien tyd af had hy geregeld alle maanden een Aanval altyd op het zelfde uur, en altyd, 0 een of twee dagen na, op denzclfden tyd van de Maan. (q) lulp ontdekte by de patiënt, waar van ik reeds gefprooken heb, dat de Kwaal zeer geregeld vyfmaal daags wederom kwam, en dat elke Aanval vier uuren duurde. Raïger heeft een kind van twaalf jaaren gezien , het welk na lang met veelerlei Kwaaien geworfteld te hebben lam wierd aan de linker zyde ; by dêezen droevigen ftaat voegde zig nog eene erger Kwaal, Vallende Ziekte naamlyk waar door het altyd op het zelfde uur wierd aangetast, zodaanig , dat het van gevoel en kennis geheel beroofd wierd, doch maar alleen aan de lamme zyde ftuiptrekkingen had ■ geduurende den Aanval bleef de gezonde zvdè geheel onbeweeglyk. Ik heb eene Epilepfie om den anderen dag geregeld op het zelfde uur zien weder koomen. Men vindt hier verfcheide voorbeelden van , doch men moet zodaanige Aanvallen eer aanzien als afgaande Koortfen! zig verwonende onder de gedaante van Epilepfie, dan als waare Aanvallen van Vallende Ziekte. Men vindt m het bcpulcbretum van Bonnet een geval door Caldera opgegeeven, van een jong meisje het welk geregeld 's ochtends ten tien uuren geduu rende eenigen tyd, een Aanval van Koorts e„ Chirn^^f ? gdyk had- O) Ee» Enge 4h Chirur>yn heeft een man gezien van zesentwintig (q)Tbeoria Medico - Patbolog. Part. 2 W « Menbr. 3. p. 683. 7 ow' 3> 6.Cl^f f '™[e™ations' % Medio * Edinb. '4. 1 1  i34; VERHANDELING over de jaaren, wiens Aanvallen begonnen met ftuiptrekkingen in de Voeten , welke heni gednurig tegen den grond met dezelve deeden kampen; vervolgens klommen deeze ftuiptrekkende beweegingen opgevoelig op van de Voetzooien tot de Beenen, Dyen, Buik, Rug, Schouders,en eindlyk tot het Hoofd, wanneer hy de kennis geheel verlpor, en zo fterk gilde, dat men het zeer ver zou hebben kunnen hooren; geduurende dien tyd wierd zyn Borst en Buik op eene bukengewoone wyze door ftuiptrekkingen gefchud. Deeze Aanvallen keerden bepaaldlyk alle twee dagen weder op] het zelfde uur, waar op de Aanvallen van de Koorts, welke hy zes maanden lang gehad had, gewoon waren te koomen. Door een fchrik was de Koorts in Vallende Ziekte veranderd (s). In 't vervolg , wanneer ik van de Muscus handel, zal ik nog een diergelyk voorbeeld bybrengen. § LXXX. Dikwyls koomen de Aanvallen in den llaap; hier voor zyn twee weezenlyke redenen, het postuur, waar in men geduurende den flaap is, waar door meerder Bloed naar het Lloofd gevoerd wordt; en de opzwelling van de Bloedvaten van de Harsfenen geduurende dien itaar. Ik ken verfcheide Lyders , welke meer Aanvallen hebben , wanneer zy flaapen ,; dan wanneer zy wakker zyn , en onder anderen , eene Vrouw, welke geduurende de agttien< eerfte maanden nooit Aanvallen gehad had, dan wanneer zy fliep, waar van zy geheel en al onkundig zou geweest zyn , indien zy het niet gewaar geworden was uit plekken (in het Aangezicht , en Kwetfuuren van de 'long. Daar zyn zelfs lyders, welke nooit Aan^ vallen hebben, dan in den flaap. Muys brengt hier van ,twee voorbeelden by, en (7) Es/ais cjf Obfervations de Medecine d' Edimbourg , T. 6. Art. 42. p. 138.  VALLENDE ZIEKTE. 135 en De Haan een ; (t) de waarneeming van den laatften is al te fraai, om niet in haar geheel bygebracht te worden, doch ik zal dit uititellen tot die Afdeeling, waar in ik het gebruik van flaapmiddelen in deeze ziekte onderzoeken zal Het is „thans tyd om derzelver uitwerkzelen na te gaan. VYFTIENDE AFDEELING. Van de Uit werkzelen van de Vallende Ziekte. % LXXXI. retaeus heeft reeds volgens zyne gewoone naauwkeurigheid de voornaamile uitwerkzelen van de Epilepfie aangetekend; («) verdooving naamlyk van den geest en de zinnen , geraas, en gevoel van zwaarte van de Deelen, die tot het Gehoor gefchikt zyn, verdikking van de Tong, verandering en vermindering van alle vermogens, eindlyk Weezenloosheid, zelfs Phrenitis. Men kan dezelve verdeeïen in zedelyke, Morales en Natuurkundige, Phyfica. Tot de eerfte , behooren de veranderingen, welke in de faculteiten voorvallen, naar maate derzelver werktuigen aangedaan worden; tot de tweede, alle veranderingen, welke in verfchillende Deelen van het Lichaam voorvallen. De zedelyke uitwerkingen zyn doorgaans eene algemeene verzwakking in de vermogens; het vuur der verbeeldingskracht wordt het eerst aangedaan, het geheugen vermindert, het begrip wordt minder vaardig, eindlyk wordt het (f) Praxis Chirurg, ration. Decur. 5. Obf. <. p. («) De caus, Diuturn. morh. L. j. C. 4, *4  ï36 VERHANDELING over de het verftand zelfs verzwakt, zo dat het gantseh niet vreemd is lyders te zien , welken van langzaamerhand in eene byna totaale weezenloosheid vervallen, wanneer de Aanvallen zwaar en menigvuldig zyn. Boerhaave (ar) heeft een Officier gezien, die door Epilepfie tot den ftaat en de kleinmoedigheid van een klein kind gebracht was. En waarlyk , als men den geweldigen ftaat overweegt van de Harsfenen geduurende den Aanval, zal men zig niet ■ behoeven te verwonderen, dat dezelve door herhaalde Aanvallen , zo wel als die faculteiten , welke zonder het zaamenftel van de LIarsfenen ,niet verricht kunnen worden , door den tyd flyten. Een Overval van Beroerte berooft den lyder dikwyls van alle zyne faculteiten voor zyn geheele leven ; derhalven kan een Aanval van Epilepfie, daar de Harsfenen zomtyds meer door aangedaan worden, dan door een Aanval van Beroerte, dezelfde uitwerking te weeg brengen, zo als ook gebeurt. § LXXXII. Ik heb een weinig hooger eene waarneeming bygebracht van La Motte, betreffende een Kind, het welk door één Aanval van Epilepfie het geheugen verloor, en ik heb nooit een patiënt gezien, welke, byaldien 'er niet een zeer lange tuslchentyd tusfehen de Aanvallen was, niet klaagde over afneeming van memorie: daar zyn Zelfs zeer veele patiënten, welke na den Aanval zomtyds eenige uuren lang dof, en ook wel ylhoofdig blyven. Fabius Columna , een geleerd INapolitaan, die zig zelfvan de Vallende Ziekte geneezen had, verloor in de laatste jaaren van zyn leven, (het is waar, hy bereikte eenen zeer hoogen ouderdom') zyn geheugen zo zeer, dathyde letters niet meer kende. Hadden de Aanvallen, wel-. Cx) De Morbis Net vit urn, p, Sn.  VALLENDE ZIEKTE. 13? welken hy in zyne jeugd gehad had, eene zwakheid in zyne harsfenen ovcrgelaaten , of kreeg hy, op 't laatfte van zyn leven , weder nieuwe Overvallen, volg ens het gevoelen van een Italiaan fchen Schryver, welke in 't kort eene levensbefchryving van eenige voornaame Mannen in het licht heeff gegeeven ? § LXXXIII. Mr. Baadcr heeft een man gezien van meer dan vyftig jaaren, welke door een Aanval van Epilepfie, waar door hy zonder eenige bekende oorzaak wierd aangetast, niet alleen het geheugen , maar in 't geheel het verftand verloor; hy leefde nog eenige maanden in dien ftaat, moest nog menigvuldige Aanvallen uitftaan, en ftierf Waterzuchtig. Men vond veel Hydatides op de inwendige oppervlakte van de Dura Mater, veele Klieren in de Sinus verftopt , een taai Vocht op de Pia Mater uitgeftort, en de Vaten van de Plexus Choroides met eene geele Weiachtige ftof opgepropt Cv). § LXXXlV. Zodaanige ongefteldheden kunnen nog veel ligter gebeuren in de kindsheid, en onder de gekken zyn 'er verfcheiden, welke, door veele kort op malkander volgende Aanvallen, hun verftand verboren hebben. Ik heb, zegt Van Swieten, „ in de Hospitaalen veelen dietongelukkigen „ gezien, welke van hunne kindsheid af gek ge„ weest waren, en allen, van welker omftandig„ heden ik eenigzins bericht kon krygen door „ hunne naastbeftaanden, hadden in hunne jeugd „ Vallende Ziekte gehad, (z) Wanneer men zig gewent om op kinderen te letten, en zig ocffent om GO Baader. Obf. Medic. inch. Cadav.illuflrate. Obf. 48. p. 233. (z) Van Swieten. § 1047. p. 425. I 5  ■t$9 VERHANDELING over de om naar hun uiterlyk uitzicht ivan hunne bekwaamheden te kunnen oordeelen , is men in ftaat, om, zelfs in de eerfte weeken van hun leven, te ontdekken, of hunne Harsfenen, of zintuigen door ftuipen gekrenkt zyn. Alle hunne trekken met malkander genoomen, de Oogen voornaamlyk , hunne manieren, hunne wyze van zuigen, de opgezetheid van de Ven* Temporales , hebben zekere kenmerken, welke geheel verfchillen van een welgefteld kind, en lchoon het niet wel mooglyk is dit verfchil .volkomen met woorden te befchryven , is het egter desniettegenftaande zeer gemaklyk op te merken;, ja ik heb zeer dikwyls het ongenoegen gehad om ongelukkige Voorzeggingen, welke ik gedaan had omtrent kinderen, waar in ik zeker gebrek ontdekt had in de vermogens, voor derzelver omwinding, door de uitkomst bewaarheid te zien. § LXXXV. Twee jaaren geleden ,. in 't jaar 1767, bracht men een kind by my van elf jaaren, hetwelk zeer zwak was, toen het gebooren wierd, maar door eene goede min zo veel hadaangenoomen, dat het, toen het agttienmaanden oud was, zo fterk, en begryplyk was, als voor dien leeftyd mooglyk is; toen ik het zag, was het, ten op. zicht van geheugen, begrip, en fpraak net als een gansch niet voordeelig kind van twee jaaren; het kon zelfs op geene zaak zyne aandacht vestigen. Deeze ongelukkige omftandigheid was het gevolg van een Hstoolfchoot, welke dicht by des kinds Ooren gedaan was door een dronken per* foon, toen het agttien maanden oud was. „ Van „ dat oogenblik af begonnen de ftuiptrekkingen, „ wordende vervolgens van langzaamerhand he„ viger; het kind vergat alles wat het geleerd „ had, kreeg een wild uitzicht, cn deed niet an- „ ders  VALLENDE ZIEKTE. *3» „ ders, dan geftaadig zander eenig oogmerk heen „ en weêr te loopen. De ftuiptrekkingen waren tweëerlei, zomtyds aan het Hoofd en de Ar„ men, doch zo gering, dat men ze naauwlyksge„ waar wierd; zomwylen volgden 'er tien of twaalf „ op malkander, doch van deeze bleef niets over ; maar de andere ftuipen waren zichtbaarder, en „ van dit zoort kreeg het zomtyds twintig, der„ tig, tot veertig toe op een dag; het voelde de„ zelve aankoomen , bleef ftil ftaan , ligtte de „ Hand op , en bekeek dezelve ftyf van binnen; „ indien de ftuip niet aanftonds volgde, ftampte „ het met den Voet, en begaf zig aan 't loopen. „ De Trekkingen waren nu eens minder, dan eens „ heviger; geduurende de ligtfte, welke het groot„ fte getal uitmaakten, kromde het alleen het Lyf „ om, en bukte voor een oogenblik met het Hoofd „ naar omlaag; doch, als de zwaarfte kwamen, „ het welk tien of twaalf reizen op een dag ge„ fchiedde , viel het ter Aarde, en twee of drie- maal daags waren de ftuipen zo hevig, dat het „ een of twee minuuten op den groncT bleef leg„ gen, met zwaare Schuddingen van het gantfche „ Lichaam, en een geweldig gefchreeuw". Zo dra dit bedaarde, wierd het kind zeer bleek, en Hiep eenige oogenblikken. O) In deezen ongclukkigen ftaat bleef het kind tot zyn derde jaar, en geduurende al dien tyd Hiep het zeer weinig, was in ecnegeftaadige ongerustigheid, enatzeerveel. De wyze, waar op het geneezen wierd, Schoon tot deeze Afdeeling nierbehoorende, verdient egter om haare byzonderheid hier geplaatst te worden. „ Toen het i? drie jaaren oud was, viel het met zyne naakte Bil- „ len (a) Deeze laaifle Aanvallen waren rechte Aanvallen Van Ffile/Jïe, de anderen waren onvolmaakte OvetvaL ten-  ï4o VERHANDELING over de s, len in een Komfoir met vuur, en brandde zig „ geweldig; het is waarfchynlyk , dat het zeer „ verfchrikte , en veel pyn leed; het welk eene s, geheele omkeering te weeg bracht, want van „ dien tyd af bleeven de ftuipen geheel weg". § LXXXVL Alle kinderen, welke door de Vallende Ziekte hunne vermogens verliezen, zyn egter zo ongelukkig niet, en daar zyn'er veelen, welke dezelve weder bekoomen : de volgende Waarneeming ftrckt hier van ten bewys, en is wel waardig, om hier geheel en al geplaatst te worden. Men bracht my, den 14 May 1767, uit eene nabuurige Stad een kind van zes jaaren,'het welk binnen de zes maanden vier Aanvallen van Epilepfie gehad had, en het was toen veertien dagen geleden, dat het den laatften gehad had, welke drie trareh geduurd had , en daar eene Koorts op gevolgd was, waar voor men het zelve zes oneen Bloed afgetapt had ,• door deeze Aderlaating bedaarde de Koorts, maar de Aanval had het zelve alle kennis en geheugenis doen verliezen, zo dat het zelfs zyne ouders niet kende : dewyl het 'er nu zeer ongezond uitzag, veel at, en de kleur van deszelfs Oogen, de verwyding van den Oogappel, de dikte van den Buik my achterdocht gaven dat 'er of Wormen, of ten minden bedorve ftoffen in de eerste wegen waren, fchreef ik het Tartarus Emettctis voor , om by kleine Dofes van tyd tot tyd gebruikt te worden; O) de eerste Dofis deed hetzelve tot tien keeren Galuitbraaken; de volgende deeden het nog braaken, nog afgaan, maar het ontlastte veertien groote Wormen; na dat de eerde Dofis haare uitwerking gedaan had , kreeg het ten eer- fiï) R. Tr.rtar. E'metici gr. XXX. fyrup. Capiïï. Vener. gj-; Aquts font. fvj m. om, van drie tot drie ukre.'t een groeten lepel vol te gebruiken.  VALLENDE ZIEKTE. j4I eerften zyne kennis weder, doch niet volko* men zyn geheugen,- ik liet groote Spaanlche Vliegen aan de Beenen leggen, en na verloop van eenige dagen kwam de memorie ook geheel weder • zedert dien tyd heb ik 'er niets meer van vernoomen. § LXXXV1L De natuurkundige ongefteldheden kunnen tot twee Klaslèn gebracht worden; de zodaanige, welke fpruiten uit de kracht, waar mede het Bloed naar de Harsfenen gevoerd wordt, en van de moeilykheid , welke het zelve heeft'om te rug te koomen, ais ook in het algemeen van de moeilykheid van deszelfs omloop door de Ven**. en ten tweeden de zodaanige, welke van geweldige ftuiptrekkende beweegingen afhangen," voor zo verre dezelve werktuiglyk zeer hevige uitwerkingen te weeg kunnen brengen. Indien men zig te binnen brengt, het geen ik § 2. en 3, wanneer ik den Aanval befchreef, heb aangemerkt, als mede §.51, toen ik fprak over het openen van doode Lichaamen, zal men ligt begrypen, dat in alle Aanvallen, uit welke oorzaak dezelve'ook fpruiten, de uitwendige en inwendige Bloedvaten van het Hoofd met Bloed opgepropt zyn en dat eene verzwakking van deeze Vaten endezelver werking het minst onaangenaam Toeval is 'r geen hier op volgt: alle Vezelen van het Lichaam moeten dit, wanneer zy dikwyls gefpannen en uitgerekt worden, noodwendig ondergaan: hier door worden de Vaten zelfs van langzaamerhand wyder, gelyk het uitwendige duidelyk aantoontwant het gaat zeker , dat Aanvallen van Epikpfiel wanneer dezelve menigvuldig zyn , de Trekken vergrooten , het uitzicht veranderen, en de allerftaaifte aangezien-en mismaaken, zo als Aretaeus reeds aangemerkt heeft j de onderfte Oogleden voor-  i42 VERHANDELING over dè voornaamlyk zwellen doorgaans eerst op > en blyven in 't vervolg flap nederhangen , de Neus en Lippen zetten uit, de Ven* Temporales & frontale*, worden veel zichtbaarder ; door eene zoortgelyke opzetting van de inwendige vaten worden de zedelyke ongefteldheden, waar van ik reeds gefprookeiï heb, te weeggehracht. Zodra nu de Aflcheiding en verdeeling der Dicrlyke geesten niet naar behooren gefchiedt, vallen alle Functien ongevoelig in eene zoort van kwyning. Epileptici zyn ook zeer aan Duizelingen onderhevig. Boerhaave heeft 'er een gekend, welke als in eene geduurige Aardbeeving leefde; (V) alles fcheen h&m heen en weer te gaan. Zy zyn ook minder werkzaam en levendig, en zwakker , en dewyl de Dierlyke geesten al te beweeglyk zyn, zyn zy zeer vatbaar voor alle aandoe* pingen , worden zeer fchielyk toornig , en zyn zeer moeilyk om mede om te gaan; zomtyds worden zy ongedaan en Cachectieh Ik heb eene vrouw gekend, welke door zeer dikwyls herhaalde Aanval* len, geduurende tien maanden, over het gantfche Lichaam waterzuchtig geworden was; Zomtyds krygen zy het water in den Buik : de kinderen zien'er voornaamlyk zeer lelyk en ongedaan uit. Alls deeze Toevallen zyn een zeer natuurlyk gevolg van den invloed der Dierlyke geesten op alle Functien. Wanneer de Aanval zwaar of langduurig is , kan dezelve de Bloedvaten doen breek en, en eene waare Beroerte te weeg brengen ; doch wanneer dezelve minder zwaar of langduurigzyn", veroorzaaken ze dikwyls die weiachtige uitftortingen , waarvan ik reeds te vooren gefprooken, en waar aan ik eenige der uitwerkzelen, welke zomtyds op de Aanvallen volgen, toegefchrec-ven heb. KiU (c) De Morb. Nervor. p. Sri.  VALLENDE ZIEKTE. H3 Ritter verhaalt zeer omftandig en fraai het geval van eene zyner parienten , zynde een meisje van dertien jaaren , het welk "door een Overval, die een weinig zwaarder dan haare gewoone Aanvallen was, hom, doof, blind aan het rechter Oog , en lam aan de linker zyde wierd; de Lammigheid verdween ongevoelig door middel van wryvingen met warme doeken ; de Blindheid en Doofheid duurden tweeendertig dagen, en wierden door een volgenden Aanval geneezen ; doch de ftomheid duurde negen maanden, enwicrd herfteld door eene roozige Koorts, febris catarrhalis. (d) Ik zie zeer dikwyls kinderen , buiten op het land gebooren, welke, of aan een , of alle twee de Beenen of Armen lam zyn , en ik heb altyd , na het allernaauvvkeurigst' onderzoek, redenen om te denken, dat deeze Verlammingen de gevolgen van Aanvallen van Vallende Ziekte zyn. § LXXXVI1I. De uitftortingen vallen niet alleen voor in de Harsfenen, maar zelfs even zwaar in alle andere Deelen van het Lichaam. Short (e) heeft een Aanval gezien, welke zo hevig was , dat 'er de rechter holligheid van het Hart door borst, en al het Bloed in het Pericardium in de Borst uitgeftort wierd. In de Maand April 1764 wierd ik door een bekwaam Chirurgyn van eene andere nabuurige Stad geraadpleegd óver een zuigend kind, dat door een Aanval van Epilepfie, en wel den eenigften , dien het tot dus verre gehad had, het gezicht verboren had , en by nader onderzoek vond men, dat het eene dikke Catarakt op beide de Oogen had. In de Maand Juny 1766 wierd my een kind van zeven jaaren vertoond, het welk, toen (d) Nova Jcta Curios. Natur. T. 3. Obf. 80. *. 392- {ej Medical. Obferv. and inquir. T. 2. p. 119.  «44 VERHANDELING over de toen hec nog aan de Borst lig , op een zekeren nacht een Aanval van Vallende Ziekte gehad had, welke het Bloed in zulk eene groote menigte naaf het Hoofd had opgezet, dat 'er verfcheide Bloedvaten van het aangezicht aan Hukken braaken, waar door het Bloed naar alle kanten uitliep, en voornaamlyk de oogen zo zeer overftroomde, dat het Kind zes weeken blind was. De ftuiptrekkingen , welke by de Dieren door vergift te weeggebraeht worden, veroorzaaken dikwyls eene Beroerte door uitltorten van Bloed in het lioofd (ƒ). Zodaanige uitftorting van Bloed kan zig zomtyds over het gantiche Lichaam verfpreiden , wanneer de ftuiptrekking van Spieren zo algemeen en fterk is , dat de omloop van het Bloed 'er door belemmerd , en de vaten' genoodzaakt worden , zig in de Tunica Cellularis te ontlasten. Boerhaave heeft hier van een geval bygewoond , het geen zo byzonder was, dat hy groote moeite had om de naastbeftaanden te doen gelooven, dat het uit eene natuurlyke oorzaak fproot. Een zeker kind ftierf in een zwaaren Aanval ,• zyn gantfche Lichaam wierd zo zwart als dat van een Neger , behalven een gedeelte van de onderbuik , waar op de Hand doof eene ftuiptrekking zo fterk gedrukt had ,. dat het Bloed zig op die plaats niet had kunnen uitltorten s waar door dat gedeelte alleen zyne natuurlyke witheid behouden had (g). § LXXXIX. Dikwyls vallen 'er geduurende dert Aanval zwaare Bloedingen voor, zonder dat dezelve daar door eenigzins fchynt te verminderen* Bobn, een der grootfte Geneesheeren in het begin van deeze Eeuw, verhaalt, dat hy een Lyder gezien heeft, die In eiken Aanval eene zwaare Bloed- fpu- Cf) Wepfer de Cicut. aquat. p. 243. (g-) Van Slieten T. 3./. 427- S i°77«  VALLENDE ZIEKTE» ,45 ipuwing kreeg, (b) Het gebeurt dat de gal door de ftuipen groen van kléur wordt, doch dit iszeer zeldzaam in deeze ziekte, fehoon men het dikwyls in andere waarneemr. (i) Alle deeze verfchynzeien nu geeven ons met reden aanleiding om te geloovendat 'er nog verfcheide andere plaats hebben, fehoon men ze wezenlyk nog niet waargenoomen heeft • doch, dewyl men weet, dat 'er uitftortingen ge* fchieden, en dat de Secretiones belemmerd zyn, kan men zeer wel begrypen, dat'er ook uitftortingen in de inwendige Deelen gefchieden, welke gelegenheid geeven kunnen tot verfcheide kwynende ziekten, welke in 't geheel geen gemeenfehap hebben met de Epilepfie, waar van men de eerfte oorzaak nooit ontdekken kan. Ik kan niet halaaten > hier eene zeer verftan* dige aanmerking aan te haaien van Mr. Closfy dat naamlyk ftuiptrekkingen niet alleen uitftortingen te weeg brengen, maar ook de veerkracht van de Vaten krenken, waar door de opflorping vermin* dert, de Vochten ftil ftaan,en zelfs Gangrama (k) veroorzaakt wordt. Lancifms heeft hier een voorbeeld van gezien in de Hand van eenLyder na eenige Aanvallen van Epilepfie, welke zelfs zo fchielyk voortliep, dat men genoodzaakt was den arm af* te zetten (/). § XC. Ik moet hier geenzins met ftilzwygen voorbygaan nog een ander uitwerkzel van Epilepfie waar op Boerhaave zeer fterk heeft aangedrongen ! en het welk ik zomtyds, maar niet onbepaald in allen, fehoon aan menigvuldige Aan vallen onderhevig, (h) De Hamoptyfï.% ) Lieutaud Ariatom ia. T. 2. p. 851, K 2  i48 VERHANDELING over dê dikwyls , dat deeze ongelukkige Lyders op hun Hoofd öf Aangezicht vallen , en, indien zy alleen zyn, zich bezeeren, en zelfs zomtyds zwaare Wonden bekoomen; zomwylen vallen zy in het vuur, voor het welk zy volgens het zeggen van zommigen , zo wel als voor het Water zeer bang zyn, fehoon men met meer grond zou kunnen zeggen , dat zy 'er bang voor behoorden te zyn, doch daar zy egter dikwyls naar toe getrokken worden, om dat zy doorgaans huiverig zyn , gelyk alle de zodaanigen, welken zwak van Zenuwen zyn. Ik heb verfcheide ongelukkigen gezien , welke hun Aangezicht, Borst of Handen gebrand hadden, doch maar een voorbeeld van een patiënt, die door zig te branden genas , naamlyk van dien jongman , waar van ik § 58 gewag gemaakt heb. Het kan gebeuren , dat een Lyder , een Aanval krygende, terwyl hy zig dicht by het Water bevindt, daar in valt, en verdrinkt,- doch zo dit al gebeurt, is het ten minften zeer zeldzaam, en ik heb 'er nergens eenige Waarneemmgen van gevonden: en waarlyk, indien men acht geeft, dat'er byna niet een mensch is welke niet zeer dikwyls dicht by het vuur komt, en dat 'er integendeel weinig menfchen zyn, welke zig ooit dicht by het water bevinden, (*) zal men zig geenzins behoeven te ver» wonderen, dat het vuur zeer dikwyls, en het Water byna nooit fchaadlyk is voor diergelyke patienten; het zou egter zeer onvoorzichtig zyn, indien zy zig langen tyd ophielden dicht by den oever van een loopend Water , dewyl het zelve hun zeer ligt het Hoofd zou kunnen doen draaien, en daar door een Aanval verwekken. ZES. (*) De byzondere gefleltenis van ons Vaderland geeft op dit zeggen van den Heer Tisfot een merkelyke uitzondering. (Vert.)  vallende ziekte. i4j zestiende afdeel ing. Voorzegging» $ XCIII. JL/e Voorzegging, Prognofis, is een fceer gewichtig ftuk in alle ziekten; in de Epilepfie is dezelve tweeërlei. Eerftelyk; zal men dezelve te boven koomen ? Ten tweeden ; zo niet, wat heeft men dan te vreezen? Het tweede gedeelte is reeds door het gezegde in de voorige Afdeehng volkomen afgehandeld; want, wanneer men alle de gevolgen en uitwerkzelen van de Epilepfie opgeteld heeft, weet men zeker, wat men te vreezen^heeft, wanneer men dezelve niet geneest; ik zal 'er derhalven nog maar eene aanmerking by voegen , naamlyk, dat alleen die geenen voor zulke zwaare Toevallen behoeven te vreezen, welke of menigvuldige of zwaare Aanvallen hebben. Ik heb patiënten gezien, wier Aanvallen zeldzaam, en niet zwaar waren , en by welken dezelve niet de geringfte zichtbaare verandering te weeggebraeht hadden , maar wanneer de Aanval zeer zwaar is, heeft men eene uitftorting van Bloed of Wei, met alles 't geen daar op volgt, te vreezen. Indien de Aanvallen kort op malkander volgen, blyft'er ook altyd eene zekere byzondere drukking op de Harsfenen over. Ik heb eene Vrouw gezien, welker Aanvallen wel kort waren, doch zo fchielyk op malkander volgden , dat zy 'er vyfentwintig op eenen nacht had; zy bleef twee dagen lang in zulk een diepen flaap, dat men vreesde, dat zy nooit weer ontwaaken zou. ' § XCIV. Ten opzicht van het eerste gedeelte van de Voorzegging kan men byna geen algemeeK 3 • ne  «5« VERHANDELING over de ne regels opraaaken , dewyl dezelve noodzaaklyk vertchülen moei in eiken Lyder in 't byzonder. Men kan derhalven niet anders doen, dan eenige beginzeis op te geeven , welke tot aanleiding kunnen verftrekken ,om dezelve op een vaster grond te brengen. In de eerde plaats ftaat aan te merken , dat men van de Vallende Ziekte in het algemeen eene al te ongelukkige voorzegging gemaakt heeft,, het welk waarfchynlyk aan twee oorzaaken toe te Ichryven is ; het verkeerd denkbeeld der Ouden naamlyk, welke deeze Ziekte voor ietsbovennatuurlyks hielden en de verkeerde geneeswyze , waar door men dezelve of nooit, of zeer zelden ten mmften geheel te boven kwam. , .- JA Daar zyn zekerlyk verfcheide ongeneeslyke Eph lep/ten. doch zy zyn het egter niet allen; ikheb'er veelen van geneezen; andere Doctoren kunnen het zelfde zeggen, en ik ben verzekerd , dat men 'er nog veel meer geneezen zou, indien de Doctoren zeiven met dit verkeerd denkbeeld niet vooringenoomen waren, indien m erder hoop hen oplettender maakte, indien zy de ongelukkige Lyders, door hen al te fchielyk op te geeven , niet tot de droevige noodzaaklykheid bra hten, om hunne toevlucht te neemen tot Kwakzalvers, we ke alles onderneemen durven, en, door de allerfterkfte geneesmiddelen te beproeven, nu en dan een geneezen onder een sroot getal anderen rampzaligen , welke door hunne verkeerde handelwyze in een deerniswaarde elende vervallen. Ik heb onlangs een brief ontfangen om my te raadpleegen wegens een meisje van ze venentwintig jaaren, hetwelk vyf jaaren geleden een Aanval kreeg, waar van men geene andere oorzaak kon ontdekken, dan alleen de ongeregeldheid van de Maandftonden , en fehoon zy in het eerfte jaar zeven Aanvallen had, en m het - twee-  VALLENDE ZIEKTE. r5t tweede , dertien, had men egter niets in het werk gefield, dan eene aderlaating pp den Voet, twee purgatien, en eenige verkoelende dranken ,• naden twintigften Aanval liet men een anderen Doctor ontbieden, welke haar, zonder haar eenige regels ten opzicht van haare levenswyze voor te fchryven, niets anders dan eenige Pilula Antihyfteric* liet gebruiken; zy nam dezelve zes maanden lang zonder baat te vinden ; eindlyk raadpleegde zy een Apotecar, welk haar een zeer fterk middel, (Japoudre d' Algarot naar myn gevoelen,) ingaf, waar van zy eerst zo fterk braakte , dat zy 'er in dacht te blyven , en vervolgens raakte zy zo fterk aan het kwylen , dat zy 'er verfcheide Tanden door kwyt geraakt is , en een zeer kwaaden Mond gehouden heeft, en geen fpyzen verteeren kan ; haare g zondheid is geheel bedorven , en haare Aanvallen zyn zwaarder-en menigvuldiger geworden. Indien de Doctor meer acht op haare omftandigheden gegegeeven had , beter alle Indicatien overwoogen, en, door haar alle hoop zo fchielyk tebeneemen, haar niet in haar verderf geftort had , hou ik my ten vollen verzekerd, dat hy .haar geheel zou hebben kunnen herftellen. Ik hoop derhalven dat ik een waaren dienst zal doen aan de ongelukkige Lyders, indien ik den aandacht van de Geneesheeren opwek, döor alles, 't geen eenige betrekking tot deeze kwaal heeft, in het breede te ontvouwen. § XCV. Hippocrates (q) heeft ons twee Apho* rismi van de Voorzegging van Vallende Ziekte nagelaaten , „ Die geenen , zegt hy , die door „ Epilepfie aangetast worden voor hunne huw„ baare jaaren, geneezen , doch , die dezelve kry„ gen na hun vyfentwintigfte jaar, blyven ze tot „ hun- Q) Lib. 5. Apb. 7, K 4  »gi VERHANDELING over pb „ hunnen dood toe behouden"; en elders, „ Jon-i „ ge lieden , aan Epilepfie onderhevig, geneezen voornaamlyk door verandering van leeftyd, lucht, „ en dieet", (r). Op eene andere plaats (Y) breidt hy deeze Voorzegging nog een weinig breeder uit. „ Men heeft zeer veel moeite , zegt hy , om de ,, Vallende Ziekte te geneezen in diegeenen, by „ welken zy van de kindsheid begonnen is, en „ tot den manbaaren ftaat ftand gehouden heeft, „ of in die geenen , by welken zy zig het eerst „ in den huwbaaren of mannelyken ftaat geopen„ baard heeft, dat is van het vyfentwintiglte tot „ het veertigite jaar". Celfits heeft hier zo wel als in andere gevallen de Voorzeggingen van Hippocra* tes aangenoom'en. Alexander houdt dezelve voor ongeneeslyk , wanneer men 'er niet van 't begin af aanftonds hy is Aretaeus flelde al voor Alexander , dat dezelve in het algemeen zeer zwaar is , en hy zegt, dat zy, al herfteld zy van zelfs, evenwel droevige en voor de fchoonheid zeer nadeelige gevolgen nalaat; hy drukt zig aldus uit. „ De „ jonge lieden blyven na de Vallende Ziekte, „ wanneer dezelve lien verlaat, mismaakt, beroofd „ van e^ige zintuigen , getekend op het Aange„ zicht op deeze of geene onaangenaame wyze, „ of lam aan deeze of geene Ledemaaten". Doch deeze Voorzegging, welke veel meer ziet op de gevolgen van de Ziekte , dan op de hoop van de geneezing , is al te hard ; want men ziet dezelve zeer dikwyls herftellen zonder eenige onaangenaame overblyfzelen. Ce vermaardfte Moderne Schryvers hebben niets meer gezegd , dan het geen men by Sennertus vinden kan, welke met veel naarftigheid alles, wat voor hem dien aangaande (f) Aphorism. -45. Lib. 2. (Y) Rradict. L. 2. No. rfj.  VALLENDE ZIEKTE. 153 de gefchreeven was,byeen verzameld heeft,en't geeii tot de volgende artikelen gebracht kan worden. i. Daar is geen Vallende Ziekte of zy is langduurig en gevaarlyk; de eene is egter gevaarlyker en langduuriger dan de andere. 2 Eene Erflyke Vallende Ziekte, Epilepjia hg* teditaria, geneest zelden of nooit. 3. Naar maate zy minder verouderd is, geneest zy gemaklyker; dit is de voorzegging van Alexander, 4. Naar maate de ftuiptrekkingen heviger, de Aanvallen langduuriger, en de ongefteldheden der Functien zwaarder zyn, is zy gevaarlyker. De ontlasting der drekftoffen geduurende den Aanval is kwaad, doch eene vrye Ademhaaling zeer goed. Dezelfde Schryver voegt 'er nog by, dat de Kwaal ligter geneest, wanneer de Aanvallen kort en menigvuldig, dan wanneer dezelve lang en zeldzaam zyn; doch dit is niet waar in alle gevallen. Vervolgens brengt hy nog by de reeds aangehaalde voorzegging van Hippocrates en Aretaeus. 5. Kinderen, welke'er kort na hunne geboorte door aangetast worden, koomen dezelve zeer zelden te boven. 6. In hoog-bejaarden geneest zy zeer bezwaarlyk. lk ben van gevoelen, dat deeze Aphorifmuswe? zenlyk waar is, doch de gelegenheden om'er de waarheid van te bewyzen, vallen zelden voor; ik zal 'er in 't vervolg nader overfpreeken. 7. Wanneer eene zwangere vrouw Vallende Ziekte krygt, loopt zy groot gevaar. Deeze Aphorifmtts van Hippocrates wordt door de ondervinding niet altyd bewaarheid. In het algemeen ontbreeken 'er nog verfcheide -byzonderheden om eene gegronde Voorzegging te kunnen maaken, welke ik tot dus, K 5 ve?-  154 VERHANDELING over de verre nog nergens gevonden heb, en die my van het uitcrlte gewicht fchynen te zyn, om nader onderzocht te worden. § XCVI. Ter gelegenheid van de voorzeggingen der Zenuwkwaaien in het algemeen, heb ik de redenen aangetoond, waarom dezelve zo moeilyk te geneezen zyn; men begrypt derhalven ligt dat dit wel voornaamlyk plaats heeft in de Epilepfie, welke eene der allerzwaarfte Zenuw-kwaaien is : doch diegeenen, die dellen, dat zy geheelongeneeslyk is, kennen het vermogen niet van de natuur zo wel als van de kunst. Ik heb §, 9. gezegd, dat ik zeer fterk twyffelde, of 'er Erflyke en Aangebobrene Vallende Ziekten, Epilepfia bareditaria vel Connata, waren; ik zal derhalven my met derzelver voorzegging niet ophouden, maar alleen in 't voorbygaan aanmerken, dat ik ze, indien zy 'er zyn, voor ongeneeslyk hou, want, dewyl men de verkreege Zenuw-ziekten niet dan met zeer veel moeite te boven komt, fchynthetmyonmooglyk toe,om de Aangeboorene of Erflyke te overwinnen; doch alfteldemen, dat 'er Erflyke Epilep~ fien waren, zou het evenwel onmooglyk zyn, een vast kenmerk van dezelve op te geeven dewyl deeze Kwaal door zo veele oorzaaken, zelfs in de eerfte oogenblikken van de geboorte, te weeggebraeht kan worden, dat men haar altyd aan deeze of geene derzelver zou kunnen toefchryven. Men zou voor de Aangeboorene Epilepfien mzzr één vast kenmerk vinden kunnen, wanneer naamlyk een kind Aanvallen had in het Lichaam van zyne Moeder voor zyne geboorte : indien 'er zodaanige Aanvallen plaats konden hebben , zou 'er de Moeder zekerlyk gevoel van hebben; doch ik hou myvol' komen verzekerd, dat zwaare Aanvallen in den Baarmoeder denzelven van een zouden fcheuren. Om  VALLENDE ZIEKTE. -5Ï Om zig hier van te overtuigen, behoeft men maar eene proeve te neemen," om de Ledemaaten, van een jonggebooren kind, wanneer het in ftuipen legt, vast te houden. Indien 'er aangeboorene Epikpjien gevonden worden, zyn dezelve erflyk, wanneer de Ouders zeiven reeds door deeze Kwaal aangetast ge» weest zyn. § XCVTL Epilepfien, welke met de eerfte kindsheid beginnen, en blyven aanhouden, zyn altyd zeer hardnekkig, en de ongelukkige voorzegging, welke men in het algemeen omtrent deeze Ziekte doet, wordt in dit zoort maar al te veel bewaarheid; ik ben zelfs van gedachten, dat men nog eene al te voordeelige Prognofis-, van deeze Epikppen maakt, wanneer men hoop geeft, dat dezelve met de huwbaare jaaren van zelfs zullen ophouden; ik heb 'er ten minften nooit een geval van gezien, daar ik met zekerheid hier omtrent iets zou durven befluiten, en ik geloof, dat zodaanige voorzeggingen meer op eene algemeene Theorie, dan wel op byzondere Waarneemingen gegrond zyn. Kleine kinderen vallen zeer dikwyls in ftuipen , doch worden ook zeer dikwyls door geringe middelen herfteld. Ik heb in een zeker Werk, Avis aupeuple genaamd, de voornaamfte oorzaaken van zulke ftuipen in de kindsheid opgegeeven ; doch in gevallen, waar in dezelve niet door eene der oorzaaken, of ziekten, welke aan de kinderen in 't byzonder eigen zyn, maar door eene zekere onbekende oorzaak te weeggebraeht worden, vermenigvuldigen deAanvallenvantydtottyd, voornaamlyk wanneer'er eene fterke gefteldheid tot Epilepfie plaats .heeft, of wanneer men dezelven niet bytyds met bekwaame hulpmiddelen te keer gegaan heeft, en neemen zodaanig toe, dat de vermogens van den geest 'er door gekraakt worden, en de gezondheid "er zo zeer door lydt, dat zulke ongelukkige kinde-  i56 VERHANDELING over de de geneezing altyd op liet herftellen der MaandHonden ; men heeft dan Hechts een hinderpaal uit den weg geruimd, doch het werk is nog niet afgeloopen. § CI1. Vallende Ziekte . welke zig na de huwbaare jaaren openbaart, kan even zo wel als andere Vallende Ziekte geneezen worden * fehoon de Aphorifmus van Hippocrates het tegendeel zegt; zy* ne Voorzegging verfchiit alleen naar de verfchillende omltandigheden, die 'er by koomen, waaf over ik in V vervolg nader zal handelen. § CM. lk heb reeds aangemerkt, dat gryzaards zeer zelden door Epilepfie aangetast worden, en de waarneeming van Morgagni van een man van agtenzestig jaaren, die voor het eerfte van zyn leven Epilepfie kreeg, is de eenigfte van dat zoort, welke ik, zo verre my voorftaat, ooit geleezen heb; ik had tot dien tyd toe maar eene vrouw gezien, welke na haar zestigfte jaar in deeze ziekte vervallen is; zy behield dezelve tot haar dood toe, welke zeven jaaren daar na voorviel; zy ftierf aan eene Rotziekte, geduurende welke ik haar behandelde. Eenige weeken geleden wierd ik geraadpleegd voor de Vrouw van een tuinman, welke drieenzestig jaaren oud was, en twee jaaren geleden op een zekeren nacht,op een zeer heeten dag volgende, door Epilepfie aangetast wierd; zedert dien tyd heeft zy agttien of twintig Aanvallen gehad, welke zig allen, één alleen uitgezonderd, geduurende den nacht geopenbaard hebben: dezelve duuren een kwartier; zyis op het punt van te flikken, en fehoon de Aanval bedaard is, blyft zy egter eenige uuren zonder geheugen, en byna zonder kennis. § CIV. Die geenen, by welken de Epilepfie zig van der jeugd af openbaart, en blyft aanhouden, bereiken geen hoogen ouderdom; de Kwaal ontaart ge«  VALLENDE ZIEKTE. x6t gemeenlyk in eene Beroerte, en veroorzaakt een fchielyken dood, of alle de Functien geraaken aan het kwynen door de ongefteldheid van het Zenuwgeftel , gelyk ik in de voorige Afdeeling gezegd heb, en de Lyders llerven aan eene fleepende Ziekte. § CV. Behalven den leeftyd, zyn 'er nog andere omftandigheden, welke eenige verandering maai ken in de Voorzegging van de Epilepfie^ De Medelydende (Sympatbica), is dodrgaans ligter te geneezen, dan deeigenaartige, (IdiopatbU ca.) en dit heeft plaats in alle gevallen, waar in dé oorzaak, waar uitzyfpruit, niet ongeneeslyk is^ of waar in het Deel, het welk de zitplaats van de Kwarkl is, kan weggenoomen worden zonder gevaar; onder die voorwaarden evenwel, dat zy reeds niet te veel verouderd is, dewyl het dan te vreezen ftaat, dat de LIarsfenen door delangduurigheid eene zo fterke gefchiktheid tot Epilepfie vèrkreegen zullen hebben, dat de ziekte, fehoon de eerfte en voornaamfte oorzaak uit den weg geruimd is, in't vervolg door veel geringer oorzaaken wederom te voorfchyn zal komen. Wanneer de Aanvallen zeer hevig zyn, loopt de patiënt gevaar van in dezelven te blyven; wanneer dezelve zwaar zyn, en kort op malkander volgen, loopt de gantfche Machine gevaar om zo zeer ontfteld te worden, dat de Lyderineenekwyning vervalt. Wanneer de Aanvallen uit eene eenige toevallige oorzaak,of ten minften uit eene zwaare oorzaak fpruiten, is 'er veel meer hoop, dan wanneer de oorzaaken zo gering zyn , dat men dezelve byna niet begrypen of bepaalenkan; want, wanneer de Aanvallen uit zodaanige ligte oorzaaken telkens wederom koomen,moet'er eene zeer groote aandoen- L lyk-  i6i VERHANDELING over de lykheid en gefchiktheid tot ftuipen in de Harsfenen plaats hebben, en de kans om dezelve te boven te koomen is zeer gering. Gramfchap brengt zomtyds Aanvallen van Epilepfie voort; doch welke dikwyls geen gevolg hebben; ik heb zelfs nooit gezien, datEpilepfien,\icr door veroorzaakt, wederom gekoomen, of van duur geweest zyn, behalven alleen by die kraamvrouw, daar ik te vooren van gefprooken heb; doch wanneer dezelve uit fchrik ontftaan, zyn zy van een veel erger natuur, en dan is de hoop zeer gering. Wanneer de Kwaal fpruit uit droefgeestigheid, is zy zeer gevaarlyk, dewyl de zenuwen daar door van langzaamerhand zodaanig ontiteld worden,dat de ziekte een gevolg is van eene algemeene verzwakking. Zy openbaart zig in zulke gevallen zelden plotfeling , maar ontwikkelt zig van langzaamerhand. Het Temperament, de gezondheid, de aange. naame of onaangenaame omftandigheden , waar in de Lyders zig bevinden, hunne woonplaats, levenswyze, luchtitreek, de geneesmiddelen, welke reeds gebruikt zyn , en derzelver uitwerking moeten allen in overweeging genoomen, ennaauwkeurig nagegaan worden, eer men tot de Voorzegging overgaat. Eindlyk; men kan niet ontkennen , dat de Progttofis altyd eenigzins onzeker blyft, en niemand, dan een kwakzalver of een fchurk, kan eene volkomene geneezing van deeze Kwaal belooven met die zekerheid, waar in men dit doet in veele andere Ziekten; want wy hebben geen zeker teken, tot welken trap de Harsfenen befchaadigd zyn , en wederom herfteld kunnen worden. Het is thans tyd om de middelen, waar door de geneezing te weeggebraeht kan worden, naauwkeurig te onderzoeken. Z E-  VALLENDE ZIEKTE* 163 ZEVENTIENDE AFDEELING. Algemeene fehets van de Behandeling der Ziekte^ ,§ CVL 'Waanneer men zig te binnen brengt het geen ik een weinig hooger aangaande de oorzaaken van de Vallende Ziekte gezegd heb, zal men zien, dat ik dezelve verdeeld heb in Caufa proëgumena, of gefchiktheid tot Epilepfie, vatbaarheid tot ftuipen van het Harsfengeftel; in Toevallige oorzaaken , en in bykoomende oorzaaken , welke de Caufa Proëgumena, of d e Caufce occafionales in beweeging brengen. Om de Vallende Ziekte te geneezen, moet men, 1. zeer naauwkeurig weeten, welke de Caufa occa(tonale* , [toevallige oorzaaken] zyn, om dezelve uit den weg te ruimen, en welke de bykoomende oorzaaken zyn, om dezelve, zo't mogelyk is, voor te koomen, en eindlyk de Caufa Proëgumena te niet doen, door de Harsfenen alle hunne voorige kracht wederom te geeven, en derzelver vatbaarheid tot ftuipen te vernietigen, dewyl deeze vatbaarheid zelve reeds een begin van Epilepfie is. De Toevallige ooizaaken heb ik verdeeld in Medelydende, en Eigenaartige. § CVII. De Medelydende oorzaaken hebben haare zitplaats of in de inwendige, of in de uitwendige Deelen. De eerfte, voor zo verre men tot dus verre waargenoomen heeft , hebben haare zitplaats 1. In de Maag. 2. In de Darmen. 3. In de Lever, en de Galblaas. 4. In de Milt. 5. In de jNieren. 6. In de Blaas. 7. In de Teeldeelen. 8: In de Borst. De uitwendige Medelydende oorzaaken hebben haare zitplaats. 9. Boven op 't Hoofd, io In de bovenfte Lip. n. Op den Boezem. ia. Óp de k 2 Schou.  164 VERHANDELING over ut Schouders, 13. In den Arm en de Vingers. 14. In de Lafch, de Dye, en het Been. 15. In verfchillende Deelen van den Voet. § CVIII. De Eigenaartige oorzaaken worden in twee.Klasfen verdeeld: de zodaanige naamlyk, welke in het Hoofd zelve geplaatst zyn, of de zulke, welke, fehoon niet in het hoofd geplaatst, egter' op de Harsfenen werken , en dezelve prikkelen. Tot de eerfte behooren 1. Verfchillende Cbirurgicaale ongemakken, waar door de Harsfenen befchadigd zyn , ' als , Wonden , Breuken , Kneuzingen. 2. Curies, en Abfces van het Cranium. 3. Indrukking van de binnenfte tafel. 4. Bederf en verzweering van de Dura Mater. 5. Beenwording van de Harslen-Vliezen. 6. Gelei-of Vet-achtige Vochten , welke zomtyds of in de Holligheden van de Hersfenen, of rondom dezelve, uitgeftort worden. 7. Wei, welke zomtyds alle deeze Deelen bevochtigt. 8. Hydatides en Abfcesfen , welke zig daar formeeren. 9. Het week worden van de Harsfenen. ro. Scirrhi of Eelt. 11. Vleefchige gezwellen, welke daar zomtyds gevonden worden. De tweede, zyn 12. De volbloedigheid, hetzy dezelve van langzaamerhand door overtolligheid van voedzel geformeerd , of 't zy dezelve gebooren' wordt door de opftoj-ping van de eene of de andere ge woone ontlasting, of eindlyk, 't zy 'er door een gebrek van zamenvormin^; eene byzondere Plethora in de Harsfenen plaats heeft 13. Volbloedigheid, veroorzaakt door den wyn. 14. Scherpigheid in de Vochten, welke door verfchillende oorzaaken, onnoodig hier wederom op te haaien, te weeggebraeht kan worden. De bykoomende oorzaaken kunnen tot drie byzondere Klasfen gebracht worden. 1. De Hartstogten. 2. Alles, het geen de hoeveelheid van het bloed,of deszelfs omloop vermeerdert of aan.  VALLENDE ZIEKTE. 165 aanzet. 3. Alles, 't geenhe: Zenuwgeftel prikke. len kan; deeze laatfte oorzaak kan, gelyk ik reeds gezegd heb, wederom in verfcheide onderdeden verdeeld worden. § C1X. Eer ik verder ga, zal het misfchien niet' ondienitig zyn, een weinig ftil te ftaan op deeze verdeeling van oorzaaken, welke in den eerften opflag zodaanig onder malkanderen vermengd ichynen te zyn, dac 'er eenige zo wel tot het eene als tot het andere zoort fchynen te behooren, het welk by zommigen een verward denkbeeld zou kunnen veroorzaaken; ik zal derhalven om dit te verhinderen het reeds gezegde nog eens herhaalen. De Vallende Ziekte hangt van twee oorzaaken af, de Voorbereidende, [Pradisponen's], welke eene ongefteidheid is, van den oorfprong der zenuwen zelve, en onder het bereik van onze zintuigen niet valt;en de bepaalende , [Determinani] die oorzaak naamlyk welke de eerfte in beweeging brengt; deeze laatfte nu wordt verdeeld in Idiopathica, Eigenaartige, en Sympatbica, Medelydende. Ik hoop, datmen' deeze verdeeling nu begrypen zal; om dezelve e Lettre 329. Tom. 2. p. 665, {z) Be Loc. Affect. L. 5. cap. 7. L 5  %7o VERHANDELING over de een ligt braakmiddel gebruiken, zaamengefteld uit een afkookzel van 4 oneen drooge Tabak, waar van hy de quantkek niet bepaalt, en eenonceOlie van zoete amandelen, het welk den patiënt eene groote menigte Slym deed braaken, en hem twee of drie ftoelgangen bezorgde. Men heeft tegenwoordig zekerder Braakmiddelen ; doch deeze waarneeming bewyst ten minden de noodzaaklykheid van het gebruik van zodaanige middelen in zommige gevallen,het welk ook door meer andere waarneemingen bevestigd wordt. Dezeifde Aucteur haalt een weinig laager het geval van een kruijer aan, aan zeer zwaare overvallen van Epilepfie onderhevig, welke met verdraajingen van de Handen begonnen, waar op vo/gden eene ongeregelde beweeging in de Tong, zwaare Hoofdpyn, een bleek Aangezicht, ylhoofdigheid, eene draajing van het Hoofd, en eene verduistering van het gezicht; eindlyk viel hy plotfeling ter aarde , verloor geheel en al zyne kennis, en kreeg zulke zwaare ftuipen, en zulke fterke omdraajingen van het Hoofd, dat men zou gedacht hebben, dat hy van den duivel bezeeten was; de Kwaal openbaarde zig drie-of viermaalen des maands; de Lyder gebruikte verfcheide jaaren lang te vergeefs allerlei hulpmiddelen; eindlyk wierd hy geneezen door viermaal eene bereiding van Vitrum Antimoniatum te gebruiken, welk middel hem eene ongelooflyke menigte Hymen gal deed braaken. (a) Purari genas een jongman van vyfentwintig jaaren, welke zedert een jaar Vallende Ziekte gehad had, met zes lepels Traan , welke hy hem in drie dofes liet gebruiken, en waar door de patiënt eene zeer groote menigte ilym, en groene en geele gal ontlastte. O) 5 CXIL (a) Obferv. 28. (p) BurneU Tbefaur* Medkitt.fracties T.i.p. 4(2-  VALLENDE ZIEKTE. 171 § CXII. ïVoodwart maakt gewag van een Chirurgyn, aan Epilepfie onderhevig, weike genas door Braakmiddelen met purgeermiddelen vermengd, en tusfehen beiden Olieachtige remedien tegebrui. ken. Door dezelfde middelen hebben De Haentnvan Svjieten twee patiënten geneezen , welker gevallen wel waardig zyn om hier geplaatst te worden. „ Ik wierd, zegt de laatfte, op een zekeren tyd „ geraadpleegd voor een jongman, met Vallende „ Ziekte gekweld, wiens Aanvallen altyd voor„ afgegaan wierden door eene beeving of trilling „ van de onderfte Lip; (eene beweeging, welke „ dikwyls voor braakingen voorafgaat) waar na hy „ plotfeling ter aarde viel, doch zo dra hy begon „ te braaken, hield de Aanval ten eerften op, ,, De Aanvallen kwamen alle maanden wederom, omtrent op den tyd van de volle Maan ; ik liet „ hem zes maanden lang drie dagen voorde volle „ Maan 's ochtends een zacht Braakmiddel en „ 's avonds een ligt flaapmiddel gebruiken; inde „ tusfehendagen gebruikte hy verfterkende mid„ delen, en na verloop van dien tyd genas hy voln komen", (c) De tweede waarneming , van De Haen \i) aangetekend, heeft veel overeenkomst met de voo-> rige. „ Het is van zeer veel belang, zegt deeze vermaarde Man , dat men zeer naauwkeurig „ acht geeft op de Toevallen, welke voor de Aan-? „ vallen voorafgaan, dewyl de ondervinding ge„ leerd heeft, dat men, wanneer men dezelven s, voor kon koomen, te gelyk de Aanvallen voor- kwam; ik zal hier van onder veele anderen een „ voot- (c) Jpborifm. ic8o, T. 3. p. 430. ( TWINTIGSTE AFDEELING. Behandeling van de Eigenaartige Vallende Ziekten, § cxx1x. De Epilepfien, welke haare zit* plaats in het Hoofd hebben, behooren tot eene andere Klaslis; zomtyds is het Cranium de zitplaats, zomtyds zyn het de Vliezen, welke de Harsfenen bekleeden, zomtyds de Harsfenen zelve. Ik heb voorbeelden bygebracht, en aangetoond, dat de oorzaak van de Kwaal in zeer veele gevallen niet tuterlyk zichtbaar, en zeer moeilyk te ontdekken was. Wanneer men het een of het ander uitwendig ongemak ontdekt, het welk men met eenige Wnarfchynlykheid voor de oorzaak van de Kwaal kan houden, moet men niet in twyfel ftaan om de gemeene bekleedzelen genoegzaam te openen, en met alle noodige middelen op het been zelf te werken. Indien het been aangeftooken is, kah men byna verzekerd zyn van een goeden uitllag; doch indien de inwendige deelen mede aatigeftooken zyn, is 'er minder hoop. Ik heb § 50 eene waarneeming aangehaald van Mr. Closfy, aangaande een patiënt, by welken het been en de Vliezen ' te gelyk aangeftooken waren, waar op de dood volgde Het zou evenwel kunnen gebeuren, dat men door het doorbooren van het been de aangeftooken Vliezen te gelyk met het aangeftooken ltuk Van het been zou kunnen wegneemen, of daar door een weg baanentot ontlasting van zekere nadeelige doffen, welke zig op zodaanige plaats zouden kunnen bevinden, waar door men den patiënt zou be- hou-  ï9o VERHANDELING over de houden, en daarom is een Trepan in zodaanige gevallen alryd zeer dienftig, en de wyl deeze operatie zeer veilig geleideden kan, indien dezelve door een bekwaam Cmrurgyn, in eene gezonde lucht, aan een voorwerp, het welk geen bedorven bloed heeft, gedaan wordt, moet men 'er altyd toe overgaan, zo dikwyls men uit het naauwkeurig onderzoeken van de Symptomata gisfen kan, daar door tot de oorzaak van de Kwaal te zullen koomen, al had'er zelfs geen uiterlyk ongemak plaats; want daar zyn menigvuldige waarneeraingen voor handen, welke de nuttigheid van deeze operatie in dit zoort vart Epil pfien duidelvk aantoonen. § CXXX Indien men de waarneeming vari Zecchius$ 39. herleest, zalmen volkomen overtuigd zyn, dat het genoegzaam uit de Sywptomdta van de Kwaal bleek, dat 'er en j repau vereischt wierd, welke w'aarlLhynlyk den Lyder het leven behouden, en hem van de Epilepfie geneezen zou hebben. Spinelius verhaalt, dat een jongman van negentien jaaren, een groot martelaar van de Vallende Ziekte, door een Trepan , welke F abri' cïu$ d' Aquapendente hem zette ter oorzaak van een zw;iaren val , volkomen herlleld wierd. MirceU lus Donatus verhaalt een geval van een jongen Franschman, aan Epilepfie onderhevig, welke naar Italië reizende om de vermaardfte Doctoren aldaar raad te pleegen , op weg door roovers aangetast wierd, welke hem verfcheide wonden toebrachten , en onder anderen eene zwaare op het voorhoofd , welke een groot gedeelte van het been wegnam; deeze bleef zeer lang open, doch genas evenwel door den tyd , en de patiënt wierd daar door te gelyk herfteld van de Kwaal, voor welke hy verlating ging zoeken, (k) Men zalmisfchien zeg- (£) Fan Smeten. § 10S1. T. 4. ƒ>. 444.  VALLENDE ZIEKTE. jgi zeggen, dat de Val in het eerste, en de fchrik zo wel als de wond in het tweede geval, de geneezing meer bevorderd hebben, dan een Trepan zou hebben kunnen doen; doch men kan deeze tegenwerping niet maaken tegen de volgende waarneeming, waar uit zal blyken, dat een Trepan, gezet met oogmerk om Vallende Ziekte te herftellen, dezelve zo niet geneezen, ten minden zeer verligt heeft: deeze waarneeming is van La Motte, een oprecht en naauwkeurig Schryver; ik zal my van zyn eigen woorden bedienen. ,, In de Maand October 1705 ,, kwam my een particulier, aan zwaare enmenig„ vuldige Aanvallen van Epilepfie onderhevig, raad„ pleegen, hy had reeds allerlei hulpmiddelen te ver„ geefs gebruikt, en een vast beiluitgenoomen om ,, alles te ondergaan, op hoop van verligting te zul„ len krygen. Ik vraagde hem, of er geen plaat,, felyke pyn voor de Aanvallen voorafging, en of „ hy dezelven aan eenige byzondere kentekenen „ of toevallen vooruit kon zien? Hy antwoordde, ,, dat hy niets anders gewaar wierd voor dezel,, ven , dan een zeker zoort van draajing in zyn Hoofd, welke hem zo fchielyk overviel, dathy „ op 't zelfde oogenblik alle gevoel en kennis Ver„ loor. Na dat ik alles wel onderzocht had, wist „ ik hem niets beter voor te dellen dan een Tre,, pan , waar aan hy zig ten eerften onderwierp. „ Ik bereidde hem daar toe door Lavemen,, ten , eene Aderlaating, en purgeermiddelen, „ en begon vervolgens op den bepaalden dag de operatie met eene kruisfelingfe fneede te „ maaken door het middelfte gedeelte van het 5, linker Os Parietale ; (l) ik ligtte het zelve op, „ en (/) Deeze plaats wierd misfchien verkooren, om dat de patiënt dezelve aanwees als het punt, vau waar de Kwaal be^on.  jya VERHANDELING over de „ en bevond, dat het eene buitengewoone diktè „ en hardigheid had , zonder Diploë. Zo lang „ het Cranium open bleet gevoelde de Lyder, die „ te vooren nooit agt dagen na malkandervry was, „ in het geheel geen Aanvallen , doch zo dra het „ zelve gellooten was, kwamen de Aanvallen we„ der als te vooren , doch op verre na zo me„ nigvuldig niet, en ook met datönderfcheid, dat „ hy tegenwoordig aan zekere tekenen dezelven „ voor uit kan voelen , en tyd heeft om zig zo ,, lang op eene gemaklyke en geheime plaats af te „ zonderen, tot dat zy bedaard zyn". (rn) Deeze waarneeming is zeer gewichtig , want zy toont duidlyk aan. i. Dat de Harsfenen op zekere oogenblikken al te fterk gedrukt wierden en dat daar door een Aanval te weeggebraeht wierd; 2. Dat de geringde vermindering van deeze drukking, door het zetten van de Trepan veroorzaakt, genoegzaam in ftaat geweest is om twee voordeelige veranderingen voort te brengen; voor eerst, door de Aanvallen niet zo menigvuldig te maaken , efi ten tweeden , door den Lyder tyd en gelegenheid te bezorgen om dezelven vooruit te voelen, en zig af te zonderen ; het is zeer waarfchynlyk, dat de Kwaal in den grond geneezen zou zyn geweest, indien men nog twee of drie doorbooringen gedaan had. § CXXXL Het geval van den Graaf Philippui van Nas/du Weichem toont de nuttigheid aan van' liet zetten van verfcheide Tiepaneri. Hy wasvari zyn paard gevallen, en het bleek zeer klaar uit dë Symptomata , dat 'er eene uitftorting was ; doch de juifte plaats kon men niet ontdekken, en men vond dezelve niet dan na de zevenentvvintigfte Tre- (rd) Traité complet de Chirurgie. Qbf, 172. T. 2. /* 409.  VALLENDE ZIEKTE. ïp3 Trepaan. De patiënt genas volkomen, leefdeno» veele jaaren zonder eenige vermindering van zyne Zielsvermogens , en kon zelfs veel meer drinken dan te vooren, zonder dronken te worden (n) Deeze waarneeming, welker egtheid gegrond is op het getuigenis van den Lyder zeiven, gegeeven in de Maand Augustus 1664 , begunftigt zeer myne gedachten, uit hoofde van het groot getal van Trepaanenzowel, als het gelukkig gevolg van dezelven. ik heb te vooren reeds aangemerkt, dat al* les, 't geen het Bloed fterker naar het Hoofd doet ltygcn, de Aanvallen te voorfchyn deed koomen en wel voornaamlyk de wyn; en egter wierd by den Graaf door de menigvuldige Trepaanen, de voornaamite uitwerking van het aanzetten van het Bloed door den wyn; de dronkenfchap naamlyk, geheel Jelet, en ik durf met zekerheid befluiten, dat, indien hy aan Vallende Ziekte onderhevig geweest was de oorzaaken, welke voor het Trepaneeren de Aanvallen te weeg brachten, naderhand dezelfde uitwerking of in 't geheel niet, of ten minsten veel zeldzaamer gedaan zouden hebben. Ik ben volkomen overtuigd, dat verfcheide Aanvallen van EpU lepfie alleen door het drukken van het Cranium op de Harsfenen veroorzaakt worden, en dat men, zo dikwyls men deeze oorzaak met eenige reden vooronderflellen kan, [het geen altyd plaats heeft warneer de Aanvallen ftandvastig te weeggebraeht worden door alles, t geen het bloed naar het Hoofd doet ftygen], zeer wyslyk doet met een Trepaan te laaten zetten, wanneer de Kwaal hevig is, en niet luiftert naar andere middelen , en de Lyder moeds genoeg bezit om zig daar aan te onderwerpen 3 (n) Stalpart van der Wiel Obfervat: Cent: 1. Obf. 8. N  »94 VERHANDELING over de pen; en ik twyffel niet, of men zal byna altyd by deeze operatie zeer veel winnen. Aretaeus heeft dezelve reeds aangepreezen ; (o) maar het is met deeze raadgeeving eveneens gegaan als met zeer veele andere goede raadgeevingen der Ouden, welke geheel verwaarloosd en byna geheel onbekend gebleeven zyn by het grootfte gedeelte der Doctoren, tot zo lang dat deeze of geene onder de laateren zig de Eer van de uitvinding daar van aanmaatigt, en dezelve in de Mode brengt. § CXXXII. Wanneer de oorzaak in de byzondere deelen van de Harsfenen zeiven fchuilt , by voorbeeld als de Vliezen beenachtig geworden , of met Abscesfen of Hydatides bezet zyn , als het Harsfengellel week , Scirrbeus, vereelt of vleefchig geworden is, het geen, zo als ik te vooren reeds gezegd heb, zomtyds gebeurt, dan is de Kwaal volftrekt ongeneeslyk, en alles, 't geen men in zodaanige gevallen doen 'kan , is, de menigvuldige Aanvallen door eene zeer naauwkeurige levenswyze en eenige weinige eenvoudige hulpmiddelen trachten voor te koomen ; doch hier van zal in de volgende Afdeelingen breedvoeriger gehandeld worden. Misfchien heeft 'er in ieder deezer byzondere oorzaaken een byzonder verfchillend Symptoma plaats; doch hier omtrent zyn wy tot dus verre onkundig, en het is te wenfchen,dat deeze gevallen zo weinig zullen voorkomen, dat wy derzelver byzondere Symptomata nooit recht zullen leeren onderfcheiden; het is genoeg dat een naauwkeurig en oplettend Doctor genoegzaame kundigheid tracht te verkrygen , om aan zekere byzondere kenmerken te ontdekken , of 'er eene wezenlyke ongefteldheid in de Harsfenen plaats heeft, het geen zeer gemaklyk gefchiedenkan, en in zodanige gevallen moet men gelyk in allen, weiCo) De Curat. Morbor. Cbronic. Cap. 4. p. UU  VALLENDE ZIEKTE. I5j welke ongeneeslyk zyn, zig wachten van middelen te geeven met oogmerk om dezelven te geneezen t want hier door verandert zomtyds een draaglyk ongemak in eene allerrampzaligfte Kwaal, en die geen, welke zig toelegt om niets te doen, dan alleen de oorzaaken , welke de Kwaal fchynen te verflimmeren , voor te koomen, is de beste Doctor. EENENTWINTIGSTE AFDEELING. Behandeling van Vallende Ziekten, welke door Volbloedigheid, ofJcherpigheid veroorzaakt worden. $ CXXXIII. I'ot eene derde Klasfis Van Epilepfien behooren de zodaanige, welke zonder eenige ongefteldheid van de vaste deelen, alleen door eene al te groote hoeveelheid of fcherpigheid der vochten,te weeggebraeht worden; men zou dezelven gevoeglyk Epilepfïce humorales kunnen noe* rneöi ik heb 'er de verfchillende zoorteii reeds van befchreeven. De eerfte en voornaamfte van dit zoort is de Epilepfia Vlethorica , welke geneezen wordt door de Plethora te geneezen; ik heb reeds gezegd, dat dit een onderwerp van de volgende Paragraphen zou zyn. De andere zoorten worden of door fcherpigheid der vochten veroorzaakt, of door eene fchielyke opftopping van eene natuurlyke of tegennatuurlyke ontlasting. Zodra men zo ver gevorderd is, dat men de oorzaak ontdekt heeft, is het gemaklyk te weeten , wat men doen moet; derhalven is het onnoodig, hier breedvoeriger ovet te handelen. In het algemeen komt het op deeze N a twee  ij>6 VERHANDELING over dé twee zaaken aan , de oorzaak uit den weg te ruimen naamlyk, en, wanneer men vreest dat'er in de Zenuwen eene gefchiktheid tot Epilepfie overgebleeven is , eenige byzondere fpecifique middelen te geeven, waar van ik vervolgens fpreeken zaL De allerhardnckkigfte van dit zoort zyn de Epilepfien, welke door het indryven of inllaan van eene huidziekte , of het opftoppen van eene tegennatuurlyke ontlasting', veroorzaakt worden, want het is zeer moeilyk zodaanige ftoffen wederom naar buiten te dry ven; en wanneer dezelve op de Harsfenen vallen, geeven zy gelegenheid tot ongeneeslyke Kwaaien, lk wierd eenige jaaren geleden ontbooden in eene nabuurige Stad by een patiënt, die van het begin af door drie zeer bekwaame Doctoren behandeld was, welke egter met alle hunne zorgen niet hebben kunnen beletten , dat hy elendig ftierf. Deeze patiënt had doorgaans op zyn voorhoofd eene ligte fchurftheid, welke hy aan de natuur had behooren over te laaten, en waar over hy zig al te veel bekommerde; door middel van de Liquor Sa* turnt van Goulard verdreef hy dit ongemak , doch wierd kort daarna aangetast door zwaare Hoofdpynen, zomtyds van eene ligte ylhoofdigheid, en ook wel van ligte ftuiptrekkingen vcrzeld. Na verloop van eenige maanden wierd de Kwaal zo hevig, dat hy in een zoort van Mymeiïng verviel, waarby zig nu en dan zwaare doch korttlondige benaauwdheden voegden. Na zyn dood vond men alles in een natuurlyken ftaat, behalven de Harsfenen, welke ten deele hard en opgezet waren. Men had in 't begin wel zyn best gedaan, om de fchurftheid wederom te voorfchyn te doen koomen, of door middel van fontanellen of Setons eenige andere ontlastingen te maaken; het laatfte wierd noch in myn tegenwoordigheid gedaan: doch alles was vergeefsch , en dit gebeurt ma ar al te dikwyls, voornaamlyk wan* neer  . • VALLENDE ZIEKTE. i97 neer men in het begin al te zorgeloos is, en de eer. fte zaaden van ongelteldheid in de zamenvormin. 115.  VALLENDE ZIEKTE. 200 êen of het ander Deel, welke ontftaan kan of uit eene ongefteldheid in de Affcheidingen, (Seeretiones), of uit gebrek van Lichaamsoefeningen waar door de Circulatie in de ufterfte Deelen lang' zaamer en traager wordt, of uit een Spasmus. Dezelfde levenswyze, welke ik voorgefehreevert heb, om het al te fterk aangroeien van het Bloed te beletten, is ook zeer gefchikt om deszelfs al te fterken omloop voor te koomen, en dus te verhinderen , dat het niet te zeer naar het Hoofd ftygt; het welk noodzaaklyk op deszelfs al te fterke beweeging volgen moet, en zeer dikwyls doodlyk is. Ik heb by zeer veele Epileptici waargenoomen , dat 'er altyd eene vermeerdering vart fnelheid in de Pols voor de Aanvallen voorafging, zomtyds van eene hardigheid in de zelve yerzeld, en die menigmaal verfcheide dagen duurde, en dan openbaarden zig de Aanvallen, of ten minften eenige beginzels van dezelven; doch indien men de hardigheid en fnelheid van de Pols aan 't bedaaren kon brengen, bleeven de Aanvallen dikwyls weg, en ik heb gezien,dat de geneezing meer en meer voortging , naar maate de Pols minder koortfig, en minder hard wierd, daar men zo wel in deeze als in veele andere langdüurige Ziekten doorgaans te weinig acht op o-eeft § CXLVIIL Alle verkoelende middelen. gelvk Cremor Tartari, JMitrum, Azyn, Hui,hetafkookzel des wortels van Grammont, voldoen aan deeze Indicatie , en ik heb 'er my zeer dikwyls met een gewenscht gevolg van bediend, in weerwil van het valsch vooroordeel van zommigen, die zig alleen van heete middelen bedienen , of van de zodaanigen, welke_ tot een tegen overgefteld tdterfte overgaande, niets toeftaan dan de eenvoudigfte en zachtfte Diluemia. Hui verdient onder de zo even aan0 ge-  aio VERHANDELING over de gepreezene middelen de eerde plaats , want zy verzacht, ontbind, breekt de winden en fpanningen houdt het lyf open, bevordert de uitwaasfeming: in één woord, zy voldoet byna aan alle ln- cilCClttCTl* Zomtyds is het volftrekt noodzaaklyk te purgeeren , en zelfs tot verfcheide reizen toe; want de purgeermiddelen zyn de allergefchiktfte om het Bloed van het Hoofd af te leiden; men moet zig dikwyls van Purgantia Activa bedienen. Eraste en Masfaria fchreeven alleen aan het al te weinig gebruiken van purgeermiddelen het ongelukkig ilaagen in het geneezen van Epilepfie toe. Riverius liet zyne Lyders zeer dikwyls purgeeren. Men kan in het algemeen op zeer veele gevallen in deeze ziekte toepasfen , het geen ik elders gezegd heb, ten opzichte van purgeermiddelen in Zenuwkwaaien, en ik heb een weinig hooger reeds de nuttigheid van deeze middelen aangetoond m die gevallen , in welken de Kwaal door verftoppingen van den Onderbuik veroorzaakt wierd. De geneeswyze van Kinnier voor Epileptique kinderen was , dezelven alle dagen eene Infulie van Rhabarber te laaten geeven, en te gelyk een Pulvis Abforbens met het zo fterk van Baglivins aangepreezene Sal Jovis, en eene Infufio van de Valeriana Sylveftris, te laaten gebruiken, (d). Mangolt verhaalt een geval van een kind, waar voor men te vergeefs de allervermaardfte Docto. ren geraadpleegd" had, het welk eindlyk na allerlei middelen vruchteloos gebruikt te hebben, alleen door de Tinctura Rhei geneezen wierd. (e). Reneaulme heeft in het begin van de laatfte eeuw twee diergelyke gevallen gezien, het een van een meis- (d) A New esfay on the nerves. ƒ>. 179. Ccj De Epilepfite nonnullis Speciebus.  VALL E ND E ZIEKTE. 2iï meisje van zeven jaaren, het welk byna alle dagen zes Aanvallen had, waar van het herfteld wierd door zes greinen van zyn Stomachkum, het welk uit het Extractum van ^/oê'fchynt beftaan te hebben en fterk purgeerde, waar door de Kwaal verdween; en het ander van een jongman van twintig jaaren , welke door het zelfde middel geneezen wierd l by deeze twee Lyders begonnen de Aanvallen met pvn in de Maag. (ƒ_) § CXLIX. Wanneer het Bloed naar het Hoofd ftygt ter oorzaake van eene ongefteldheid in de Secretiones of affcheidingen, moet men zyn uiterfte best doen om dezelve teherftellen; beflootenLyf brengt dikwyls deeze uitwerking te weeg ; men moet dit derhalven trachten voor te koomen, het geen door de zo even voorgefchreevene levenswyze, door de Cremor Tartari, de Hui, en voornaamlyk door Lavementen zeer ligt gefchieden kan, men moet zelfs geenzins fchroomen om deeze laatfte zeer dik* wyls in het werk te ftellen, en men behoeft niet bang te zyn zig daar aan te gewennen, want zodra dezelve niet meer nodig zyn, doen zy ook geen dienst meer, ten minften zo als ik doorgaans waar» genoomen heb. _ Onder alle de affcheidingen egter verdient de uitwaasfeming (Transpiratio) de grootfte oplettendheid; ik heb reeds gezegd, dat dezelve in Zenuwkwaaien dikwyls zeer ongeregeld, en de Huid byna altyd gefpannen is, het welk men moet trachten tegen te gaan, waar toe de baden van enkel warm water zeer gefchikt zyn; men moet zig van de zeiven des ochtends nuchteren bedienen, korter of langer naar vereisch van de omftandigheden, op eene warmte Cf') Ex ' Curationihus Obfervationes , Auctore Pauj9 Rmealmo, Parlfih iócó. Öbf. 47. 48, O a  ftll VERHANDELING over Dfc te van 25 of 26 graaden, volgens de Thermometer van Reaumur. Het is, als men het niet ondervonden heeft, naauwlyks te gelooven, hoe veel nut zodaanige baden doen; men heeft dezelven ook van alle tyden aangepreezen; doch 'er zig of te kort, of niet naar behooren van bediend; daar zyn'er, die hunne Lyders aanraaden, om negen, of vyftienbadeia te neemen; doch de zodaanigen zyn zeer onervaren , in den aart van deeze ziekte zo wel, als van de middelen, en weeten niet wat zy ordonneeren; want in zwaare gevallen zyn 'er zomtyds honderd baden, ja zelfs een onbepaald getal nodig. Ik ben eenigen tyd geleden door eene patiënt geraadpleegd over zeer zwaare Zenuwtrekkingen, welke op een kraam gevolgd waren , en verfcheide jaaren geduurd hadden, waar van zy een groot gedeelte te Parys had doorgebracht, daar Mr. de La Motte, die haar zeer wel behandeld en opgepast had, haar reeds twaalf honderd en vyftig baden had laaten neemen ; doch dit groot getal belette my niet haar te raaden, dat zy 'er zig van vooren af aan van Zou bedienen; doch zy had 'er zulken tegenzin in gekreegen, dat zy 'er zo veelen niet neemen wilde, als ik wel wenschte, en zy wierd in 't vervolg voornaamlyk geneezen door Ezelinnemelk, welke ik haar agttien maanden lang liet gebruiken, zonder haar geduurende verfcheide weeken iets ander toe te ftaan, dan raauwe vruchten , voornaamlyk perziken en meloenen, eenige moeskruiden, een weinig brood, en nu en dan, doch fpaarzaam, een weinig visch; het is egter volkoomen zeker, dat de baden haar altyd een zichtbaaren dienst deeden, en dat zy veel eerder herfteld zou zyn, indien zy 'er zig menigvuldiger van had willen bedienen. Als men goed water heeft, is het niet noodig om 'er iets by te doen, doch als het water alteraauwis, kan men  VALLENDE ZIEKTE. 213 men 'er een weinig zeep, of melk, of verzachtende bloemen of kruiden byvoegem § CL. Zachte wry vingen van het geheeleLichaam, en voornaamlyk van de Beenen enDyen, bevorderen nog meer de goede uitwerking van de baden, door de uitwaasfeming.gemaklyker te maaken, en de fpanningen beter te breeken; doch het is ten uiterden noodig, dat dezelve zeer zacht geleideden , want fterke wryvingen vermeerderen de fnelheid van den omloop van het Bloed, en doen het zelve naar het Hoofd ftygen; de baden zyn daarenboven zeer dienftig tegen de koude van de uiterfte deelen, en door de fpanning (Spasmus) te verbreeken of te doen ophouden, herdellen zy zeer dikwyls zo wel verftoppingen, als opftoppingen van gewoone ontlastingen ,• doch wanneer die gewoone koude van de uiterfte deelen meer veroorzaakt wordt door een al te traagen omloop van het Bloed, of door zwakheid van de vezelen en eene waterachtige gefteldheid van het Bloed, dan wel door volheid of fpanning van de vaten, zyn de baden van geen dienst, en in zodaanige gevallen moet men Lichaams-oeffeningen aanraaden, wryvingen laaten doen met drooge denelle doeken, en fchoenzoolen laaten draagen van Burgundisch pik, en zig zorgvuldig wachten van ftooven met gloeiende kooien , wier damp altyd meer of min verdooft, en ten uiterften nadeelig is voor menfchen, die aan Zenuwkwaaien onderheevig zyn. Het is zeer gelukkig, dat die nadeelige gewoonte van dag tot dag vermindert, en maar alleen in gebruik is by winkelmeisjes en uitdraagfters, welke haar leven doorbrengen op ftraat, of in open winkels, daar zy vuur noodig hebben, en daar het zelve veel minder kwaad doet, dan in beflooten vertrekken , daar het iedereen ongemak veroorzaakt. O 3 § CLI,  at4 VERHANDELING over. de § CLI. Wanneer het bloed naar het Hoofd ftygt door eene moeielyke fpysverteering , moet men Maagmiddelen voorfchryven, en wanneer eene al te groote aandoenlykheid hier van de oorzaak is, moet men dezelve trachten te boven te koomen met gepaste hulpmiddelen-. § CL1L Men moet daarenboven alles verbieden, het geen het Bloed al te fterk doet omloopen, gelyk te zwaare of al te menigvuldige Lichaams-beweegingen, alle fterke infpanningen, alle oeffeningen, welke vereifchen, dat men het Hoofd om laag houdt, of het gezicht op een bepaald voorwerp vestigt , de hitte van de Zon of van befloote vertrekken, waar van ik het gevaar reeds heb aangetoond, al t'e groote gezelfchappen, gasteryen, nachtbraaken, verheeve plaatzen, welke het Hoofd doen draajen, en voornaamlyk het draajen zeiven, het welk niet alleen de vochten naar boven doet ftygen, en daar door alleen een Aanval kan doen te voorfchyn koomen, maar ook zeer gevaarlyke en verdrietige ongemakken te weeg kan brengen. Eenige jaaren geleden wierd ik geraadpleegd door een jongen muskettier, welke zig.door zodaanige al te fterke omdraajingen zeer zwaare Hoofdpynen had op den Hals gehaald, waar van hy misfchicn nooit geneezen is. Deeze aanmerkingen zullen misfchien kinderachtig voorkoomen aan de zodaanigen, welke of weinig zieken gezien hebben , of zeer veelen, zonder behoorlyke oplettendheid, doch indien zy 'er in 't vervolg beter acht op geeven, zullen zy ondervinden, van hoe veel belang dezelve zyn. > § CLI1I. Doch fehoon ik de al te zwaare Lichaams-beweegingen afgeraaden heb, moet men egter niet begrypen, dat ik de oeffeningen van het zelve in 't geheel afkeuren als nadeelig befchouw; ui tegendeel, ben ik van gedachten, dat eene mid-  VALLENDE ZIEKTE. &iS delmaatige beweeging van zodaanigen aart, dat 'er het Bloed nog door ontfteeken, nog naar het ■ Hoofd ftygen kan, het beste, geieedfte, zekerde en minst gevaarlykfte middel is, om hetzenuwgedelte verfterken , en deszelfs gefchiktheid tot ftuiptrekkingen te vernietigen. Galenus, (g) en zeer veele andere geneesheeren nahem , hebben de beweeging van het lichaam voor het voornaarnfte geneesmiddel van de Vallende Ziekte gehouden: het is waar, hy was hier omtrent zeer oplettend ; hy liet de kinderen's ochtends,zo dra zy uit hun bed kwaamen, eene wandeling doen , en vervolgens eene andere voor den eeten, en op andere uuren; doch hy belette altyd, dat de kinderen fterke oeffeningen deeden , voor dat zy daar aan van langzaamerhand gewend waren , en hy Het hun geenzins de keur , van zodaanige beweegingen te verkiezen, als hen behaagden, maar wilde, dat men daar toe een man van eene behoorlyke kundigheid zou neemen. De Heer Boerhaave zegt, dat het ontwyffelbaar zeker is, dat de Vallende Ziekte door maatigheid en oeffeningen van het Lichaam geneezen kan worden, en dat dezelve door eene luije en onmaatige levenswyze onherftelbaar wordt; de ondervinding bevestigt dit daaglyks; doch, ik herhaal het nog eens, dit heeft maar alleen plaats , wanneer het Lichaam in een goeden ftaat is; want als de vaten al te vol zyn met bloed, of het Lichaam verhit of droog is, zyn de oeffeningen zo naadeelig, dat zy veel eer een Aanval veroorzaaken, dan voorkoomen; zo waar is het, dat men in dezelfde ziekte niet altyd dezelfde levenswyze of middelen voor kan (g) Conftl. pro. puer. Epikptico. Chart. T. i. O 4  9.16 VERHANDELING over de kan fchryven , maar daar in zodaanige veranderingen maaken moet, als de verfchillende omftandigheden vereifchen. § CLIV Niets is noqdzaaklyker, 'dan dat men zig zeer zorgvuldig wacht voor alle fterke gemoedsbeweegingen; dezelve zyn buiten tegenfpraak zeer nadeelig, en veroorzaaken zeer dikwyls, gelyk ik te vooren reeds aangetoond heb, Vallende Ziekte, of doen de Aanvallen weder te voorfchyn koomen, § CLV. Onder het optellen van zodaanige oorzaaken , welke de Vallende Ziekte te weeg brengen, door uit hoofde van fcherpigheid de Zenuwen te prikkelen , heb ik reeds alles aangetekend, waar "voor men zig in deeze Ziekte wachten moet, het is derhalven onnoodig dit hier te herhaalen; ik zal alleen maar in 't voorbygaan aanmerken, dat ik nog Onlangs een jongman gezien heb, welke preienzap gebruikt had , om wormen , waar aan hy, zo als men zig verkeerd inbeeldde, onderhevig was, te verdryven , en daar door den volgenden dag een veel fterker overval kreeg dan naar gewoonte; doch het is tyd om van reukverwekkende dingen te fpreeken; alle Epileptici moeten zig zeer zorgvuldig daar voor wachten; alles, 't welk fterken reuk verwekt, prikkelt, en alle prikkeling is nadeelig; veele. Epileptici kunnen den reuk van de Amber,de Muskus, deBanilleniet verdraagen; Eenigen worden 'er, fehoon niet zo uiterlyk, egter zeer fterk door aangedaan. Eenige weinige jaaren geleden ftierf in Duitschland eene jonge Juffrouw met alle toevallen van een flaapverwekkend vergift, alleen om datzygefiaapenhadin eene kamer, daar een pot met Violetten in ftond, welke de kamer met een zeer fterken reuk vervuld hadden (b). tiet zelfde zou te 'Londen Ao. 1764 aan (b) Triller de Morte fubitdex. odoreViolar. T. i.p. 240,  VALLENDE ZIEKTE. 417 aan twee jonge meisjes overgekoomen zyn, welke in eene kamer {liepen, daar verfcheide zoorten van bloemen in waren ; doch by geluk wierd de eene door benaauwdheid wakker , ontdekte dat de andere in dezelfde omftandigheden was , en had nog kragt genoeg over, om de deur en eene venfter te openen, en de bloemen weg te werpen (ï). Men heeft zelfs een voorbeeld van Vallende Ziekte , alleen door den reuk van Ranonkels veroorzaakt (k). In de geleerde Redenvoering van Tril. Ier, welke ik hier onder aangehaald heb, kan men eene groote menigte waarneemingen vinden, welke allen duidlyk bewyzen , hoe naadeelig alle Reukwerken voor de zenuwen zyn. Een weinig hooger heb ik een geval verhaald van een jongman, welke een overval kreeg, zo dikwyls hy iets zag, 't geen rood van kleur was; anderen worden weder door andere byzondere voorwerpen aangedaan; welke op hunne zenuwen veel fterker werken, dan men zou denken; het is derhalven noodig dat zy 'er zig zeer zorgvuldig voor wachten. § CLVI. Als men alles zeer zorgvuldig vermydt, en uit den weg ruimt, waar door eenAanval zou kunnen gebooren worden, is het grootfte gedeelte van het werk verricht, en veele Lyders hebben geene andere geneeswyze noodig; hierdoor alleen wierd de eerfte vrouw, waar van ik § 74. gefprooken heb , volkomen herfteld; en in veele andere gevallen is dit alleen genoeg. Tralies verhaalt twee merkwaardige gevallen , het een van een bloedryk jongman, aan neusbloedingen onderhevig, en fterk fludeerende, welke na zig zeer kwaad gemaakt, en zyn (7) Ibidem. (.b) Jet. Cur. Nat. Decur. 3. Ao. 9. &> 10, Obf. 9a. /. 170. ' * 0:5  aiS VERHANDELING oveh ds zyn lichaam zeer fterk op een heeten dag bewoogen te hebben, een Overval kreeg van Vallende Ziekte verzeld met zwaare ftuiptrekkingen , en zonder eenige fpecifique middelen, door eene aderlaating, verkoelende purgatien, Klisteeren, Zalpeter, Garstenwater, en voetbaden volkomen geneezen wierd en het ander van eene Vrouw, welke veel zat, fterk at, veel bier dronk, en door eene Vallende Ziekte aangetast wierd, welke zo zwaar was, dat de eerfte Aanval, waar op veele anderen volgden ,byna doodlyk was, en dewyl deeze Epilepfie uit flymerig bloed, 't welk de Vaten van de Hersfenen oppropte, fcheente ontftaan, liet hy haar in den eerften Aanval aderlaaten, om te beletten, dat dezelve niet overging tot eene Beroerte; het zelfde wierd daarna nu en dan herhaald ,• vervolgens liet hy haar dikwyls purgeeren, en veele Nitrofia en Saponacea gebruiken , waar door een zachte buikloop, welke verfcheide weeken duurde, verwekt wierd , en daarenboven liet hy haar zeer maatig leeven, en eene ftrikte Dieet houden, en hier door genas hy haar volkomen zonder behulp van eenig Specificq middel, het welk ook zo wel in dit, als in het ander geval, zeer nadeelig zou geweest zyn; daar verliepen zelfs nog veel maanden, eer dat hy haar Spawater tot verfterking liet gebruiken; (7) doch men is altyd zo gelukkig niet ; daar zyn Lyders, wier Hersfenen zo vatbaar geworden zyn voor Vallende Ziekte, dat men niet volftaan kan , met alles zorgvuldig te vermyden, waar door dezelve geprikkeld kunnen worden; by de zodaanigen moet men op de Hersfenen zeiven werken , door zulke middelen, welke men Antiepileptica of Specifica noemt , en waar van ik nu zal fpreekcn. V Y F- (/) De Opio Part. 3. Cap. 1. ƒ>. «3-  VALLENDE ZIEKTE. 219 VYFENTW1NTIGSTE AFDEELING. Over de Onfeilbaare of Specifique Middelen in het Algemeen, Be Radix Faleriana. ) Rojirms Lenti. lius fu) Pb-itobazanos 40 Neapolis. 1592. («ï %trologismor: Seu Medici», histertar: pentecosU quinque, Rm* 1643- Pentecost:i. Obf. 33- />■ ■ ■ (ƒ) Epbemtr: curiofor Nat: Decur. 2. anno 7.  VALLENDE ZIEKTE. aaJ lius herftelde door het zelfde middel een jong meisje het welk door eene opftopping van |de Maandftonden in deeze Kwaal vervallen was. (q) Deeze drie Doctoren zyn , zo verre ik weet de eenigften, welke op dien tyd van deeze plant gewag hebben gemaakt; doch, in het begin van deeze eeuw, deed Marchand, lid van de Academie des bciences, Botanist, enPraktizyn, de Waarneeming van Columna wederom herleeven, en beproefde de Faleriana by zyne Lyders, welke'er zig zeer wel bevonden; by het grootfte gedeelte verminderde de hevigheid en langduurigheid van de Aanvallen , en zommigen wierden 'er zelfs volkomen door geneezen. De eerfte, aan welken Marchand dit middel gaf, was een jongman van zestien jaaren, van zyn zevende jaar af alle weeken aan een Aanval, welke ten minften agt minuuten duurde, onderhevig en deeze wierd 'er volkomen door fteriteld. Een ander jongman van twintig jaaren, die van zyn veertiende jaar alle maanden een Aanval gehad had, welke een half uur duurde, wierd •ook volkomen geneezen; doch De Hr. Marchand merkt zeer wel aan, dat het dikwyls noodig is, het lichaam door gepaste middelen voor af te preoareeren want in het eerfte geval verflimmerde'de kwaal m t eerst door 't gebruik van de Faleriana, dewyl er kwaade ftoffen waren in de eerfte ween doch wanneer dezelve door purgeermiddelengezü> verd waren, wierd de patiënt binnenzeer korten tyd herfteld; hier uit blykt zeer klaar, dat 'er geen middel is, t welk in alle omftandigheden zonder on. derlcheid met vrucht gebruikt kan worden, en dat de Deste middelen zeer dikwyls veel nadeel te weeg brengen, om dat men op de byzondere omftandi^ he- GO Ihidsm Dscur: 3.  224 VERHANDELING over d£ heden niet behoorlyk acht geeft. De vrienden van den Hr. Marchand, welke op zyn woord Faleriana. voorfchreeven, vonden 'er zig ook zeer wel by. (r) De Hr. Chomel getuigt, dat hy ook veele Lyders daar door geneezen heeft, en onder anderen een jongetje van twaalf jaaren, het welke zedert drie of vier jaaren, twee of drie Aanvallen alle maanden had, waar uit het eene onophoudelykebeevinggehouden had; (7) dezelfde fchryver voegt'er nog by, dat Sylvius de Faleriana boven de Poeonia ftelde in ziekten, welke met ftuiptrekkingen verzeld waren, en dat de Hr. Tournefort dezelve met een zeer gelukkigen uitdag in opftyging en aamborftigheid voorgefchreeven had: zonder twyffel is ditgeweest in een Asthma Convülfivum ; ten minsten deeze vreeslyke Kwaal heb ik 'er mede geneezen. HalIer heeft 'er een jong meisje, het welk door eene waare Epilepfie aangetast was, door herftéld. (t) Scopoli heeft eene Vallende Ziekte, welke uit eenen fchrik , (eene der kwaadfte oorzaaken volgens het zeggen van den Hr. De Haen,) gebooren was, en drie jaaren geduurd had, geneezen, door alle dagen twee drachmaas van deeze plant in poeder, en twee ponden in een Decoctum te laaten gebruiken. («) Door het zelfde middel wierd ook die man herftéld, waar van ik te vooren gewag gemaakt heb, welke zedert twaalf jaaren een Overval van Epilepfiekrceg,zo dikwyls hy de Huwelyks-plichten oeffende, en te vergeefs allerlei remedien gebruikt had; de Radix Faleriana , drie maanden lang in poeder en Infufien ge- O) Histoire de l' Academie des Sciences anno i/on*.. (s) Abrégé del'' histoire des plant es ufiuelles. T. i.p, 7l' (7) Historia Stirpium indigenarum. Helvet: T. i. p. 29. (u) Haen Ratio medendipart. 5. Cap, 4. §. a.  VALLENDE ZIEKTE, aa$ gebruikt, herftèlde hem volkomen, (x) Om kort te gaan, dit middel is eindlyk in achting geraakt by alle verftandige Doctoren, (y) en ik ben 'er de geneezing van een groot getal wezenlyke Epilepfien aan verfchuldigd, en nog onlangs die van den eerften patiënt j waar van ik § 13. gefprooken heb. Ik ben zelfs volkomen overtuigd, dat de Kwaal volftrekt ongeneeslyk is , en uit eene onverwinlyke oorzaak fpruk, wanneer dit middel vruchtloos ge» bruikt wordt § CLX. Columna fchreef de faleriana in poe* der vooi Marchand heeft hem hier in nagevolgd. Ik Cx*) De Sauvages Nofologia method. Clafifi. 9 Arti 31. No. 6. T. 2. p. 409. Cy' De Hr. /////hield de Faleriana voor een Specificum * en behalven A/idr, is my seen Doctor bekend, die dezelve afkeurt; hy fpreekt 'er aldus van' i „ AtFale- riatta is een middel, het welk walging veroorzaakt * „ en daar door de Maag, welke door langduurige zenuw- kwaaien reeds verzwakt is, nog meer bederft".(André Cafés of epileffy. p 262.) Het is waar ^ dat de Faleriana een walgelyken fznaak heeft, zo dat de meeden dezelve met tegenzin gebruiken; ik heb 'er my ook nooit van bediend vooreen maagmiddel; doch fehoon ik dezelve alle dagen zedert agttien jaaren voorfchryf, heb ik nooit kunnen merken, dat zy de Maag wezenlyk bederft; de bittere en zamentrekkende fmaak , welken de opregte Faleriana. als ze lang gekaauwd wordt, nalaat, bewyst genoeg , dat zy die uitwerking oumooglyk te weeg Kan brengen. Indien men dezelve in het begin in eene al te groote dofis geeft, veroorzaakt zy zomtyds eenige benaauwdheid; doch dit is ligt roor te koomen, door te beginnen met eene kleine dofis, en 'er een weinig foelie by te doen, tkch HUI merkt zeer wel aan, dat men in de winkels onder de wortel van de Fakriana, zomtyds Ranonkelwortel vindt , welke venynigis, en deeze ver. menging doet zekerJyk zeer veel nadeel aan de Maag*  %i6 VERHANDELING over de Ik laat ze altyd op dezelfde wyze gebruiken ^ als ik 'er myne patiënten toe kan overhaalen 9 zy heeft zekerlyk dan de meeste kracht. Wanneer men ze met water laat trekken, behoudt zy ook eenigzins haare kracht, zo wel als haaren reuk en fmaak :, doch als men zig van het poeder niet wil bedienen, is 'erniets beter,danhtiExtrablum Spirituofium, het welk niet zo onaangenaam is als de poeder , en de kracht zo wel als den reuk en den fmaak van de plant beter behoudt, dan het Extratlum Aquofium; wanneer dit wel gemaakt wordt, is het byna zo fterk als de plant zelve, en verdient zelfs in zommige gevallen de voorkeur; want men vindt Lyders, welke de Remedia Acliva niet verdraagen kunnen; voor zodaanigen derhalven is het Extra&um Spirituofum beter, eveneens als het Extract van de Kina zomtyds moet voorgefchreeven worden aan zulken, voor welken de Kina zelve al te fterk is. Ik heb my zeer breedvoerig uitgelaaten over deeze plant, om dat ik overtuigd ben, dat 'er tot heden toe geen middel is , 't welk by dezelve te verlyken is, zo wel tegen de Vallende Ziekte, als tegen alle zodaanige Zenuwkwaaien, welke verfterkende Nervina vereifchen, ja zy kan alleen alle de overige middelen zeer wel opweegen. Ik moet 'er evenwel nog iets van zeggen , maar ik zal alvoorens deeze vraag voordellen ? Zyn 'er geen Specifica, welke nog zekerder zyn dan de Faleriana, en zou 'er zelfs niet een onfeilbaar Specificum kunnen zyn ? § CLXI. Ik antwoord op het eerde gedeelte van deeze vraag, dat 'er geen reden is omtegelooven, dat 'er geen fterker middel zou kunnen zyn, dan de Faleriana; De Hr. Haller, welke'er, zo als reeds gezegd is,zeer veel mede op had , achtte de Spica Celtica, welke denzelfden reuk heeft, en zelfs  VALLENDE ZIEKTE. a2? zelfs meer doordringend, noch hooger; doch zy is nog niet ifa gebruik, (z) zo dat de Faleriana tot dus Verrede eerde plaats bekleedt; het iste wenfchen, dat zy haaien rang in't kort verliezenzah Op de tweede vraag, of 'er naamlyk een onfeilbaar Specificum is, het welk Craton zo hartelyk voor zyn dood hoopte te vinden, (a) kan men zeer gerust neen antwoorden, en alle die geenen , welkè voorgee* Ven zodaanig een middel te bezitten , zyn of verwaande onkundigen , of fnoode bedriegers. Boerhaave drukt zig hier omtrent zeer wel uit: „ Men }; ziet, zegt hy ^ na dat hy alvoorens alle oorzaa,; ken, waar uit deeze : waal fpruiten kan, op. „ geteld heelt, hoe dwaas en verwaand de belofte is van die geenen, welke voorgeeven een „ onfeilbaar Specificum voor dezelve te bezitten". (b) De Hr. Fan Swieten bewyst dit zeer breed voeng in zyne Comment. over deezen Aphorifmus en Morgagni fpreekt 'er op dezelfde wyze over: „' De „ verfchillendheid der oorzaaken, zegt hy, toont „ de moeilvkheid zo wel als de verfchillendheid „ der geneezing". (c) De reden hier van is zeer klaar, want een onfeilbaar Specificum zou de kracht moeten bezitten, om de Zenuwen zo fterk en on- (z) OpuCcula Patbologica Ohf. 74, (a) „ Och of 'er iemand was, die voor myn dood „ my deeze Kwaal recht leerde kennen, en 'er my een „ onfeilbaar geneesmiddel voor aanwees". Epist."n7. ad Swingerum. Men kan zelfs uit zyne woorden'bejluiten, dat hy uit het nafpooren van de oorzaaken de hulpmiddelen hoopte te ontdekken, en niet dachtopeeu algemeen Specificum, en deeze manier van denken komt Zeerwel overeen met de wvsheid, kundigheid:, en het fchrander doorzicht van dien grooten Praktizyn. {b) Apborifm. 1085. CO Epist. 0. S aó- P 3  as8 VERHANDELING over dï gevoelig te kunnen maaken, dat dezelve door geenerlei prikkeling aangedaan wierden; doch zodaanige fterkte en ongevoeligheid vindt men niet alleen niet in de Zenuwen van de fterkfte menfchen , maar zelfs niet in de Zenuwen van de Dieren, welke ook vatbaar zyn voor ftuipen en Vallende Ziekte; en al was het mooglyk, om dit te weeg te kunnen brengen, zou zodaanige ongevoeligheid de Zenuwen buiten ftaat brengen, om haare behoorlyke functien te verrichten, en derhalven zou zulk een middel van zeer fchaadlyke gevolgen kunnen zyn ; dir blykt uit het Lood, het welk een zeer verzachtend middel fchynt te zyn, en ondertusfchen zulk een fterk vergift is, dat men, indien men het zelve tegen Vallende Ziekte wilde gebruiken , of een fmartelyken dood te weeg zou; brengen, of onherftelbaare Verlammingen , veel erger dan de Kwaal, welke men wilde geneezen. Ik zal my derhalven met de onmooglyke Specifica niet langer ophouden, maar overgaan tot de zodaanigen , welke door het gebruik gewettigd zyn. ZESENTWINTIGSTE AFDEELING. Vervolg van Specifique Middelen. Be Radix Poet. nia, de Viscus, Be Muskus, De Opium, De Orangie-bladen. Be Poeonice. § CLXII. ~Y^)e Radix Poeonia;, daar zo veel van opgegeeven wordt,verdient op verre naar den lof niet, welke haar toegefchreeven wordt. De reuk alleen van de bloem , welke vergiftig is, verwekt een afkeer tegens de geheele plant, welke Halier gevaarlyk voorkomt; de reuk van de verfche wortel  VALLENDE ZIEKTE. Ï2J> tel is ook onaangenaam, eneenigzinsverdoovenddezelve is eer, fcherp, dan bitter van fmaak; wan' neer men de wortel droogt, verliest dezelve haaren reuk zo wel als haaren fmaak, en fchynt zo zeer alle haare krachtverloorente hebben, dat men niet behoeft bang te zyn, om dezelve te gebruiken, doch 'er zig ook niets goeds van belooven kan' dan voor zo veel dezelve bedaat uit eene meelach' tige zelfdandigheid, welke eenigzins voedzaam is en eenige overeenkomst heeft met de Maniokswortel, welke gevaarlyk is wanneer zeverschis doch gedroogd zynde, tot voedzel kan verftrekken * maar nooit een geneesmiddel worden; het is derhalven beter deeze wortel in het geheel niet te gebruiken, want niets is nadeeliger, dan dat men betrouwt op krachtelooze hulpmiddelen. De Fiscusl % CLXIII. De Fiscus quercinus, of alle andere Fiscus, want alle hebben dezelfde eigenfchappen (d) is zedert langen tyd een vermaard geneesmid'. del tegen deeze Kwaal geweest; (e) deszelfs voornaamde kracht bedaat in de bast en de bladeren welke de meeste Aphotecars wegwerpen, om maar alleen het hout te geeven. Dr. Colbacht, welke een klein werkje over dit medicament gemaakt heeft, waar in 00 HUI on nerves. p. 53. («) De Druides fchreeven de Fiscus reeds zeer veel kracht toe, doch zy gaven de voorkeur aan de Fiscus quercinus, om dat zy deezen boom voor heilig hielden fit een zeer grooten eerbied voor denzelven hadden ■ he» inzamelen van de Fiscus was zelfs eene van hunne gods" dienftige Cerimonien; Plinius beichryfc dit zeer omlhr>. ojg. Hist mundi 1: 16. Cap. 95. T. 2. p. 42. Ps  *3<5 VERHANDELING over d» in hy eenige gelukkige geneezingen, door het zeite weeggebraeht ,opgeefe, was van gedachten, dat het byna zo Sptcifiq was in deeze ziekte, als de Kina in de Koorts, doch met zeer weinig giond. Wanneer de Fiscus lang gekaauwd wordt, heeft dezelve een ligten bitteren en aromatiqusn fmaak, eenigzins overeenkoomenden met dien van een Per» zikken-pit; doen men wordt aanftonds gewaar, dat zy de Poeonie zeer ver overtreft. Daar zyn eenige waarneemingen , waar uit men zou kunnen beiluiten, dat 'er in dit geneesmiddel eenige kracht is, fehoon Lewis in zyne voortredyke verhandeling over de Malaria Medica 'er zeer weinig weikvanichynt te maaken. (ƒ) L)e Hr. Boile brengt eene waarneeming by van eene aanzienlyke vrouw, welke aan eene byna erdyke Epilepfie kwynde , waar voor zy te vergeefs allerlei geneesmiddelen gebruikt had, en eindlyk volkomen geneezen wierd door de Fiscus quercinus, waar van zy alle ochtenden een Drachma gebruikte met een weinig Aqua Ceraforum nigrorum, of bier. (g). André verhaalt, dat hy 'er eens eene zeergoede uitwerking van gezien heeft, doch dat het in alle andere gevallen geen dienst gedaan heeft. (h~) Boerbaave zegt, dat hy 'er veel nut by gevonden heeft in duipen, en al te derke aandoeniykheid der Zenuwen, (i) Cartbeuf'er, welke met zeer veel oplettendheid het grootfte gedeelte van de Medicamenten onderzocht hteft, bekent, dat hy de Fiscus lang voor een onnut geneesmiddel gehouden had, doch dat hy (ƒ) An experimental bistory of the water tned. p° £74- (g) Be utilitate natural. philofopb: Part. ft. Set}. 5. Cap. 7. {b) Epilept: Ca/es. p. 261. {j) Be Morbis nervor: p. 841.  VALLENDE ZIEKTE. a3ï hy eindlyk, aangemoedigd door de verhandeling van Dr. Colbacht, dezelve voorgefchreeven , en zeer dienftig bevonden had in Vallende Ziekte, en andere duipziekten (k) Een zeker Empiricus te Erford , heeft zedert veele jaaren voorgegceven een Specificum tegen de Vallende Ziekte te bezitten waar door hy zelfs eenige patiënten geneezen heeft' het welk niets anders was dan de Fiscus. Cl) De Hr 'Jacobi, Doctor te Mentz, en De Ht. Loefeke, Doctor te Berlin, hebben 'er zig ook met vrucht van bediend, (m) De Hr. van Swieten fpreekt 'er ook met zeer .veel lof van, en De Hr. De Haen, ftelt dezelve onder denzelfden rang alsde^/cr/. T « ƒ>. 528. 3 " i' ** (0 Hannesdepuero Epileptic. p. 39. (m) Fogel Mat. med: fecunda editio p. 30, (»; Ratio medendi.p. 5. Cap, 4. §. £ P 4  93i VERHANDELING over db moet zig egter niet inbeelden dat dezelve een Specifiq middel is, of het vermogen bezit, om eene Kwaal van belang te kunnen geneezen. De Muskus. § CLXIV. Men heeft zedert langen tyd de Mus. kus voor ejn zeer groot hulpmiddel in Zenuwkwaaien befchouwt, en dezelve verfcheide maaien in Vallende Ziekte beproefd; doch my is maar ééne Waarneemmg bekend, waar uit blykt, dat zy van nut geweest is in deeze ziekte, naamlyk die van Musfa, Hoogleeraar in de geneeskunde te Rome. Deeze Heer wi-'ri Anno. 1759 geraadpleegd over een meisje van agttien jaaren, van een galachtig temperament, het welk na verfcheide Aanvallen van ee-ne Mledaagfche koorts eindlyk in zeer zwaare Aanvallen van Epilepfie verviel, welke daaglyks wederom kwamen, en naar geenerlei hulpmiddelen luiderdtn; warme baden verwekten toevallen van Watervreez', en de Kwaal wierd eindlyk zo hevig , dat de rechter Hand ontwricht wierd, en de patiënt door eene zwaare Bloedfpiiwing wierd aangedaan, zo dat men alle oogenblikken niets an» ders d m den dood verwachtte. De Hr. Masfa fchreef haar des ochtends voor den Aanval tien greinen Muskus, en een Scrupel Nitrum Antïmoniaturn voor, in een bolus van het Extractum Chamom: en liet haar een weinig thee daar op drinken; hier door kwam de Aanval iets Hater, en was ook zo zwaar niet. Het zelfde middel wierd den volgenden dag herhaald., en zedert dien tyd zyn de Aanvallen weggebleeven. I aar zweet had niet den minden reuk van de Muskus , maar in haar vuiligheid en water kon pen denzelven eenige dagen duidlyk gewaar worden.  VALLENDE ZIEKTE. *33 den. (p) Het goed gevolg van dit geneesmiddel in verfcheide gevallen van ftuipziekten, geeft aanleiding om te gelooven ,dat het ook dienst zou kunnen doen in zomniigei./)«/^//tf«;misichien heeft hetzelve ook zeer veele geneeziugen te weeggebraeht, welke niet uitgelekt zyn , om dat die geenen, welke de besie kuuren doen, juist niet altyd verkiezen , dezelve ruchtbaar te maaken ; ik durf derhalven dit middel wel aanraaden, en zal 'er zelf de proef van neemen, zo dra my eene gunftige gelegenheid voorkomt; doch men moet wel acht geeven, om het niet voor te fchryven, zo lang als 'er Plethora plaats heeft, of zo lang het Bloed te derk naar het Hoofd ftygt, of de eerde wegen vervuild of verdopt zyn ; want in alle deeze gevallen zou het zelve de Kwaal eer vei dimmeren dan verbeteren, lk behandel tegenwoordig een patiënt, die de droevige gevolgen daar van ondervindt, en geen wonder; want de Muskus werkt net als de Opium, en in eene zekere Dofis zou men de eene > oor de andere kunnen geeven ; men moet derhalven dezelfde voorzorg in acht neemen by het voorfchryven van de Muskus als van de Opium, welk middel, reeds door Paracelfus aangepreezen in deeze ziekte, en vervolgens door Senncrtus, Vedelius ,en anderen aangeraaden , nu onderzocht moet worden. De Opium. % CLXV. Dit onderzoek is zeergemaklyk, ah men het werk van Tralies over dit Medicament geleezen heelt. Deeze uitmuntende man heeft de uitwerkingen van de Opium vergeleeken met de verCo) Journal Etranger, gillet 1160. p. 135.  *34 VERHANDELING over de verfchillende Indicaticn, welke de verfchillende oorzaaken van de Vallende Ziekte vereifchen en daaruit ontegenzeggelyk aangetoond, dat dezelve in alle gevallen nadeelig is, behalven alleen in de zodaanigen, welke door zwaare gemoedsbeweegingen of gebooren, of op nieuw weder te voorfchyn gebracht worden; of die van eene hevige aandoening van pyn afhangen , welke men niet ten eerden overwinnen kan, en daar het gebruik van de Opium niet tegen ftrydt. Ik heb verfcheide jaaren geleden een meisje gezien, hetwelk uit hartzeer, door verliefdheid te weeggebraeht, in een allerelendigllen toedand geraakte. Toen ik ontbooden wierd, had zy reeds zesendertig uuren gebraakt, of ten minden geduurige neigingen tot braaken gehad met doodlyke benaauwheden, doch deeze Toevallen waren zedert twee uuren bedaard, en gevolgd van twee zwaare ftuiptrekkingen, met verlies van kennis, daar of Epilepfie, of ylhoofdigheid uit ontftaat, het geen niet zeldzaam is in ftuiptrekkingen. Ik probeerde alle verzachtende middelen , Lavementen , halve baden, Aderlaatingen, Oleofa, doch te vergeefs; eindlyk , na dat zy agttien uuren in denzelfden ftaat doorgebracht had, begreep ik, dat niets haar eenige verligting zou kunnen toebrengen,dan eene fterke gifte van de Opium; ik liet haar derhalven aüe twee uuren dertig droppels (*) gebruiken,zo lang tot dat de Kwaal een weinig verminderde; met de tweede gift verdweenen de ftuipen; met de derde hield het braaken op , en met de zesde bedaarde de geweldige aandoening van het Zenuwgeftel geheel ; doch het Lichaam was zo zeer verzwakt , dat de Lyderes, welke daarenboven, zo dra de pynen bedaard waren, alle hulpmiddelen weigerde, <"*) Waarfchynlyk van het Laud. Liquid. Sydenh.  VALLENDE ZIEKTE. $3S op den zesden dag 'in eenen ftaat van ylhoofdig. hcid, en daauwtens , welke beurtelings op malkander volgden, den geest gal', § CLXvI. Een weinig hooger heb ik gezegd dat Hartstochten menigmaal nieuwe Aanvallen verwekten; zo dra derhalven een Epilepticus zo fterk wordt aangedaan, dat'ereen Aanval te vreezen is is een zacht Anodynum van zeer veel dienst om het Zenuwgeftel, het welk door de gemoedsbeweeging ontfteld is, wederom te doen bedaaren. Ik heb 'er my met een zeer goeden uitflag zomtyds van bediend by eene zekere Vrouw, welke door vyf, tien droppels Laudanum te gebruiken, als zy door de eene of de andere Hartstocht overvallen wierdt verfcheide maaien van Aanvallen vry bleef. ' § CLXVil. Zwaare pyn kan ook Epilepfie te weeg brengen, gelyk te vooren reeds aangetoond IS, en m zodanige gevallen koomen de Anodyna ook te pas. Het is zeker, dat dezelve zeer veel dienst zouden gedaan hebben aan die jonge Dochter, daar La Motte van fpreekt, welke door fteenen m de Meren Overvallen van Vallende Ziekte kreeg als mede aan dat jonge meisje, daar Van Swieten van fpreekt, , dag koomen, want het Kind kreeg alle dagen ver„ Icheide Overvallen, en het geheime middel bracht „ niet de minde verligting te weeg. Eindlyk raad„ pleegde men my; ik liet het drie weeken langde „ Faleriana gebruiken, doch hier door fcheen de „ Kwaal te verlhmmeren; ik liet het kind in het Hos„ pitaal brengen, om 'er naauwkeuriger acht op te „ kunnen geeven, en wierd gewaar dit, het meer „ dan twintigmaal op een dag beginzels van Aanval" £V ^ maar een of twee volkomen Aan vallen » nad. De Castoreum, en alle andere Foetida en Spi„ rituofa deedengeen dienst; deallerhevigfte Ain„ vallen waren altyd niet byzondere omdandighe„ den verzeld ; zomtyds wierd het gantfche Li„ chaam door ftuiptrekkingen aangedaan, zomtyds „ alleen de eene helft, terwyl de andere helftop ,9 denzelfden tyd in een ftaat van totaale verftv„ ving was; dan had 'er eene verftyving naar voo» rtn (Emprost/monos) dan weder eene verft win» „ naar achteren , (Opistothonos) plaats ; op den „ eenen tyd waren de ftuiptrekkingen van de Bee. „ nen zeer hevig, op den anderen tyd die van de „ Handen zo zwaar, dat het kind zig zelve het „ ^gezicht en de Borst op eene elendige wyze „ gekneusd zou hebben , indien men het nS „ belet had. Yder Aanval was verzeld van "en „ ftmkend zweet, hetwelk zo overvloedigwaa, „ dat  24© VERHANDELING over db „ dat het gantfche bed 'er nat door wierd, en zo taai,. „ dat hei als lym kleefde; de ontlasting van Pis was „ zomtyds ook menigvuldig". ,, De ziekte ondertusfchen verergerde van dag „ tot dag, en het bleekteer duidlyk, dat de Voch„ ten zeer verdund en uitgezet wierden, want het „ Kind kreeg eene zwaare Bloedllorting uit den Neus; zyne Moeder verhaalde my, dat hy hier „ aan meer onderhevig geweest was , en dat de „ Aanvallen, welke daar op volgden, altyd zw.aar„ der geweest waren; dewyl nu de Toevallen eene „ adeiding lcheenen te vereifchen , liet ik twee ader„ laatingen op den voet doen, en fchreef Diluentia „ en Sedantia voor; doch ik zag met verdriet, „ dat de Kwaal verllimmerde. Gelukkig leert de „ eene dag den anderen; met alles geduurig zeer „ naauwkeurig gade te daan, wierd ik gewaar, dat „ de Aanvallen altyd veel menigvuldiger waren, „ als het Kind te bed lag en diep, (het welk zeer ,. dikwyls gebeurde,) dan wanneer het opzat,en „ wakker was; deeze ontdekking deed mybeilui,, ten, om het kind het grootde gedeelte van den „ dag te doen opzitten, en wakker te houden, door het op allerhande wyzen te vermaaken ; hierdoor „ verminderde ik van langzaamerhand het getal „ der Aanvallen, doch het Kind behield eene zeer groote neiging tot flaapen; eindlyk ontdekte ik, " dat de Aanvallen nooit kwamen terwyl het wak„ ker was, maar altyd terwyl het diep. We-kte „ dan de oorzaak van deeze vreeslyke Kwaal vaar„ diger op de Zenuwen geduurende den llaap, dan „ wanneer zy geduurende het waaken in eene ge„ ftaadige beweeging gehouden wierden? Ditiszel, ker, dat de ondervinding leerde, dat de Aanvallen „ minder waren naar maaten wy den patiënt langer „ wakker konden houden, en dat wy dezelven daar door  VALLENDE ZIEKTE. S4, ji door een geheelen dag konden doen te rug bly. i, ven j doch dewyl hy evenwel flaapen moest • » was het niet in onze macht, de Aanvallen van „ den nacht voor te koomen. Deeze waarneeminor „ deed my aldus redeneeren : de patiënt is vry van „ Aanvallen zo lang als hy waakt, maar kryat dej, zeiven in zyn flaap j die altyd met fnorken ver„ zeld is 5 de geheime oorzaak derhalven van dee;, ze Kwaal werkt fterker op de zenuwen in den i, flaap als geduurende het waaken, ert de rónking „ zelve is een bewys , dat de flaap niet natuurlyk i, is ; zou 'er nu geen kans zyn, ora.de zenuwen h door middel van de Opium onaandoenlyk te ,, maaken ? maat zOu het aan den anderen kanc „ niet gevaarlyk zyn \ dit middel te gebruiken h terwyl hier zulk eene neiging tot ronken plaats „ heert? zou de patiënt hier door niet in een eeuwigen flaap kunnen vallen, of zimpel worden ? Men zou ten minden minder zwaarigheid loo,-, pen, als men met eene kleine dofis begon; ik befloot » derhalven om het te waagen, en wierd gewaar 4 „ dat de eerfte Dofis de neiging tot flaapen niet vermeerderde , en eenigzins dienst fcheen te „ doen; ik vergrootte de dofis vervolgens met voor3, zichtigheid; de Aanvallen bleeven weg; de flaap „ wierd natuurlyk , en wy gaven het kind vroiyk en gezond aan zyne ouders te rug; het bleef ,; drie maanden lang zeer welvaarend , doch ver„ viel ongelukkig na dien tyd in eene Dyfienterie 5j welke het wegfleepte (a): 9 De Orangiebladen. § CLXX. Dit geneesmiddel is zedert eenigen tyd (w) De Haen Ratio Medendi Pars. v. C. 4. $ 7,  24* VERHANDELING over Dê tyd in achting geraakt. Een zeker Kwakzalver bracht het zelve, twaalf of dertien jaaren geleden,in den Haao- als een geheim in alle zenuwkwaaien, en inzonderheid in de Vallende Ziekte; hy liet deeze Orangiebladcn onder chokolaat mengen, hetwelk een zeer aangenaame drank is , welken ik zelf geproefd heb, of liet dezelve kooken. De Heeren IVesterhof m Velfe, vermaarde Praktizyns inden Haag, namen'er de proef van, en bevonden dat dit midde'l eenigen dienst deed; zy zonden het zelve derhalven aan den Hr. de Haen, die het liet gebruiken door een meisje van 18 jaaren, aan zeer zwaare ftuiptrekkingen onderhevig, het welk 'er volkomen door herftelde. (b) De Hr.lVwcel, vermaard Oculist ,welke zig toen ter tyd te Weenen bevond, onderrichte hem, dat dit geheim niets anders was dan Orangiebladen, en de Hr. Velfe bevestigde het zelve. Men verzamelde derhalven een groot getal van deeze bladen, en liet dezelve in alle Hospitaalen te Weenen gebruiken, in poeder of in eene Infufie ; verfcheiden wierden'er door geneezen, voornaamlyk in het Hospitaal van St.Mark, dazf-De Hr. Locher, die Doctor van dat Gasthuis was, verfcheide Epileptici by een verzamelde , om aan dezelven allerhande middelen , welke eenigen naam verkreegen hadden, te beproeven. Deeze Heer verhaalt dat hy geen deezer middelen zo goed bevonden had als de Orangiebladen; wantby eenigen wierd de hevigheid der Aanvallen door dezelve beteugeld j by anderen verminderden zy het getal der Aanvallen ; zommigen wierden -'er volkomen door geneezen. (0 pe (h) De Haen Ratio Medendi pars 6. Cap. 7. $. 4. (O Locher Ohferv: practic. Circa Luem veneream 9 Epdejf. & Maniatn. c 2. p. 56.  VALLENDE ZIEKTE. 243 De Hr Van Swieten en de Hr. Stork gaven dezelve mede met een zeer goeden uitflag, (d) en de Hr. Hannes ; Praktizyn te Weenen, genas'er een kind door van eene Vallende Ziekte, Welke naar geenerlei hulpmiddelen geluifterd had. (e) lk heb 'er my van bediend in Vallende Ziekte, in ftuipen ^ en in opftyging, en heb bevonden, dat deeze bladen in Vallende Ziekte wel eenigen dienst deeden, doch geenzins eene volkome geneezing te weeg brachten, en ik ben verzekerd, dat zy geenzins het Vermogen van de Valeriana bezitten, en indien deeze twee Medicamenten in het Hospitaal van St. Mark eene verfchillende uitwerking gedaan hebben; ben ik van gedachten, dat men dit aan geen andere reden toe kan fchryven, dan om dat de Valeriana eert Veel ftetker en doordringender middel is, liet welk prikkeling kan veroorzaaken in Lichannen, welke te vooren niet genoeg bereid zyn tot deszelfs gebruik , het welk, gelyk ik te vooren reeds heb aangetoond, volftrekt noodzaaklyk is, eri op die plaats niet wel gefchieden kon. In enkeli ftuiptrekkingen heb ik 'er zomtyds eene goede uitwerking van gezien, en'mTi/dne gebruikt doen zy zelfs tegenwoordig zeer veel dienst aan eene Vrouw, zo aandoenlyk van Zenuwgeftel, als ik 'er ooit eene gezien heb, en by welke het grootfte gedeelte van andere middelen prikkeling te weeg brengen. Ik laat de Orangiebladen in poeder gebruikemvan een half drachma tot een geheel drachma drie of viermaal daags , en in Tifane laat ik een half once van deeze bladen op twintig oneen water kooken geduurende een kwartier, voor dtdojisvan eea' (d) Crantz, Mater. med. Pars. 1; pag. 3*. (ëj De puero Epileptico. p. 55. Q *  2+4 VERHANDELING over.de een dag. Deeze bladen zyn derhalven een goed geneesmiddel, hetgeen zeli's hunne reuk aantoont ^ doch geenzins een Specificum iri Vallende Ziekte $ het geen De Hr. Locher zelf toeftemt. ZEVENENTWINTIGSTE AFDEELING. De Kina, Het Staal, DeCampher, DeCastoreum i De Aj'a Foetida, De Wynrutt enz. § CLXXl. x^/e Kina, vereenigd met de Kwik, genas, volgens het getuigenis van Heifier, eene Epilepfie, dcor wormen veroorzaakt, welke naar geenerlei geneesmiddelen geluisterd had; ik heb een weinig hooger dit geval omftandigverhaald. Tozzi, Grainger, Fuller, Eller en anderen hebben 'er zig mei een gewenschten uiiflag in deeze Kwaal van be* diend. De Hr. Locher, welke 'er zeer veel gebruik van maakt, getuigt, dat hy 'er zeer veel baat by vindt. Ik heb de Kina zeer dikwyls in deeze ziekte voorgefchreeven, en'er zeer goede uitwerkingen van gezien ,• ik heb 'er zelfs twee patiënten volkomen mede herftéld; doch in deeze beiden kwamen de Aanvallen altyd op een geregelden tyd, op dezelfde wyze als by dien patiënt, daar De Hr. Grainger gewag van maakt, welke om de zes dagen eens een Aanval kreeg. (f) Ik heb dit middel ook zèer dikwyls voorgefchreeven by Epileptici, by welken ik eene Zwakke Maag, of verdapping,- of gebrek van veerkracht ontdekte, en ben volkomen overtuigd ,■ dat men 'er zig gerust van bedienen kan in alle Epilepfien, welke van zodaanige oorzaaken afhangen; Cf) Fciris anomala Batava. p.it%.  VALLENDE ZIEKTE. 545 gen; doch ik ben evenwel ten vollen verzekerd, dat de Kina geen Specifiq middel is tegen Vullende Ziekte, en dat dezelve zeer veel te kort komt by de Paleriana, in het vernietigen van de Dispojitio Proëgumena, of ongefteldheid van de Hars.enen, welke het fondament van de ziekte is; veele waarneemingen hebben my zelfs overgehaald om te gelooven, dat het ftaal in alle Zenuwkwaalen veel meer dienst doet dan de Cortex Peruvianus; hetzelve kan ook met vrucht gebruikt worden in Vallende Ziekte , wanneer zig by dezelve eenige van zodaanige ongemakken voegen, welke verfterkende middelen vereilchen, en door het ftaal alleen geneezen kun» nen worden. Men moet zig egter niet dan met zeer veel omzichtigheid bedienen van de Mmeraale ftaal wateren, welke in zommige gevallen het beste bereidzel van ftaal zyn, en zomtyds in Vallende Ziekte met vrucht gebruikt worden, wanneer dezelve door eene flappe en verzwakte fpysverteering veroorzaakt wordt; want in deeze wateren is een zeker vlug beginzel; (Principium Spirituojum,) het welk de Vochten zo fterk naar boven dryft naar de takken van de Arteries Carotides, dat 'er zelfs zommigen dronken door worden, en anderen Hoofd* pyn krygen. Ik heb veele patiënten erger Zien worden door het gebruik van Pyrmonts enSpaawater, welke als onfeilbaare middelen tegen Vallende Ziekte opgegeeven waaren, en de reden zo wel, als onteibaare gevallen, heeft my geleerd, dat alle deeze middelen in eenige Medelydende Vallende Ziekten zeer veel nut , maar zeer veel nadeel doen kunnen, wanneer de zitplaats van de ziekte in het Hoofd is. Q3 D*  s46 VERHANDELING qver ne De Campher. § CLXXII. De Campher, DeCastoreum,de A/a foetida, en defVynruit, bekleeden mede eene aanzienlyke plaats onder die middelen, welke eigenlyk Antiepileptica genoemd worden. De Campher is buiten alle tegenfpraak een zeer krachtig middel, en in verfcheide zo wel heete als (kepende Ziekten van zeer veel nut; zy werkt ook zonder twyffelop de Zenuwen; De Hr. Alexander heeft zelfs aangetoond door eene fraaie waarneeming , dat de Zenuwen door dit middel zo derk aangedaan kunnen worden, dat het gevaarlyk is, het zelve in een al te groote dofis te laaten gebruiken, (g) Men zou derhalven al by voorraad kunnen betluiten, dat de Campher zomtyds van dienst kan zyn in Vallende Ziekte; de reuk van dit geneesmiddel, welke zeer veel overeenkomst heeft met dien van de Valeriana, hoewel een weinig verfchillende, endezelfde uitwerkingen van beide deeze Medicamenten in veele andere Ziekten , maaken de goede verwachting, welke men van de Campher zou kunnen opvatten, nog grooter; de ondeivinding toont de goede gevolgen van dit middel ook duidlyk aan. De Hï.Hannes ^getuigt, dat hy zeer dikwyls aan zyne Lyders, met een zeer gewenschten uitilag eene Tinctura Camphorata gegeeven had, zamengedeld uit een en een half once grana kermes, en even zo veel Campher, onder twintig oneen Brandewyn, bekend onder den naam van Tincture Epileptique de Pierree (g) Twee fcrupeh Campher, in eene dofis gebruikt, veroorzaakten by een zeker Lyder eerst ongemaklykheid, ver-, volgens Flaauwten, zwaarte in bet Hoofd, Blindheid, verlies van kennis, fiupei, eene zeer fnellepols; en hy bleef drie uuren in eeve gevaarlyke omjlandigbeid. Alex, experiment, efays. p. 15^.  VALLENDE ZIEKTE. 24? re; (h) en De Hr. Locher heeft zeer gelukkige uitwerkingen gezien, van eene zeer veel beter zaamgeftelde Tinctura Camphorata, waar van hy in de behandeling van Vallende Ziekte zeer veel opgeeft ; (7) hy verhaalt zelfs, dat hy daar door alleen een patiënt geneezen had , welke zedert drie jaaren aan zeer zwaare Aanvallen van Vallende Ziekte onderhevig geweest was. lk heb zomtyds eenigen baat by de Campher gevonden, doch'er nooit Vallende Ziekte door geneezen ; ik laat 'er nooit meer dan tien greinen te gelyk van gebruiken, en draag ook zorg, dat de laatfte gift altyd gegeeven wordt voor vier uuren in den agtermiddag; want ik heb waargenoomen, dat zy, wanneer men ze laater inneemt, dikwyls flaapeloofe en ongeruste nachten maakt. De Caftoreum. § CLXXÏÏI. Zedert eene Eeuw is de Cafloreum veel minder in agting geraakt dan te vooren. Ri* vinus is de eerfte geweest, die de voordeeligeuitwerkingen, welke men haar wezenlyk ten onrecht toefchreef, in twyffel getrokken heeft; hy wilde zelfs, dat men haar geen plaats zou vergunnen in de Apothecars winkels , daar zy , volgens zyn zeggen , geen anderen dienst doet, dan haar kwaaden reuk alom te vérfpreiden. (k) Stahl dacht 'er niet gun- fti- (h) De Puero EpiJeptlco. p 47. (/") ^, Camphar. Sacch. Canar. Mucilag.Gumm. Arabic, a 3 i. bis invicem in Mortar. Marmor. tritis ad' de Acet. ealid. ^ft Aq. Flor. Samb. %v) Syr: Flor. pap. Rbo'ad. ^j. Obferv. practic. p. 42. De Azyn is misfebien evsn dien/fis: als de Campher. (jt) Cenfur. medicam. ofijcin. cap. a. § 6. Q4  *4S VERHANDELING over de Eiger van, en Juitcker, zyn leerling en groot voorllander van zyne gevoelens, verbiedt wel ukdruklyk haar gebruik zo wel in Vallende Ziekte , als opftyging, omdat zy, volgens zyn zeggen , fehoon zy eene oogenhliklyke verligting te weeg brengt, naderhand aanleiding geeft tot andere ongemakken, als zwaarte in het Hoofd, Benaauwdheid voor het Hart. Öcc. (I) Neuman,,' die eene zeer naauwkeurige Analyfis gemaakt heeft van allerlei geneesmiddelen, oordeelde dat deCafloreum geenzins in ftaat was, om alle die goede uitwerkingen te weeg te kunnen brengen, welke men haar toefchreef. (tri) Alexander beiluit eindlyk, na zeer veele proeven gedaan te hebben , (het is waar, dat zyne befluiten te algemeen zyn en niet naauwkeurig genoeg overwoogen) dat de Cajloreum niet verdient onder de Medicamenten geplaatst te worden: „ De naauwkeurigfte waarneemingen, zegt „ hy, zo van my zeiven,'als van anderen, heb„ ben my overtuigd, dat men niets goeds te ver„ wachten heeft van de Caftareum in Spasmodlqus, „ Kwaaien" («) Ik zag in de eerfte jaaren zo zelden een goeden uitflag van dit middel, dat ik 'er een tegenzin in kreeg; ik heb 'er my zedert niet veel van bediend, en altyd meer om proeven te doen, aangaande deszelfs uitwerkingen, dan in verwachting van 'er veel goeds van te zullen zien; ik heb 'er nooit iets van, ontdekt, waar door ik van gevoelen veranderd ben; de oprechte Cajloreum is daarenboven zeer raar; men kan ze niet wel in fubftantie bewaaren; de Tinctura Spirituofa. deftiU lata bezit geen kracht, zo min als het Extractutn Aquc- (7) Confpect. Med. Theoret. Practic. Tab. 37. Caut* 35- 1 m^ The chemie al IVorks of G. Neuman, p. 566. (n) Experiment al. EsfaJs.pag. 87.  VALLENDE ZIEKTE, 249 Aquofum; in het Extractum Spirituofum alleen blyft nog eenige kracht overig; zonder derhalven dit middel geheel en al voor onnut te verklaaren, ben ik van dezelfde gedachten als Rivinus, dat men het zelve behoorde achter te laaten, dewyl het zo dikwyls vervalscht en nagemaakt wordt, zeermoeilyk te bewaaren, en zeer onaangenaam te gebruiken is, en 'er daarenboven verfcheide middelen zyn, welke dezelfde kwaliteiten in een yeel fterker graad bezitten. De Afa Foetida, § CLXXIV. De Afa Foetida is, zo wel als andere gommen, welke dezelfde krachten hebben , doch echter iets zwakker zyn , een zeer goed middel in verfcheide Zenuwkwaaien; ik heb'er my dikwyls met een gewenschten uitüag van bediend a voornaamlyk in een Asthma Conviüjkum; zyisook zeer nuttig in Vallende Ziekte , wanneer dezelve gepaard gaat met eene verflyming van de Vochten, verftoppingen van de eerfte wegen, of Wormen; men kan in veele gevallen de Afa Foetida en de Valeriana zaamenvoegen ; doch men moer niet, vergeeten, dat zy, gelyk alle andere Gom» men, het Bloed naar het Hoofd doet ftygen; gelyk duidlyk blykt uit de geduurige opvlammingen , en flikkeringen voor de oogen,"waar aan, zoals, De Hr. Burgrave (6) zeer wel heeft aangemerkt, die geenen, welken de gommen gebruiken, zeer onderhevig zyn, zo wel als de Epileptici. Het is derhalven noodig, dat men zeer omzichtig te werk gaat, eer men deeze middelen in eene groote dofis geeft. De (o) De A'ère, aquis G5 lecis Francofurten%us. Q 5  fl5o VERHANDELING over de De Wynruit. § CLXXV. De Wynruit is al lang in naam geweest; Alexander de Tralies pryst dezelve reeds aan; men moet egter bekennen, dat de fterke en doordringende reuk van dit kruid eer gefchiktfchynt te zyn om Aanvallen te verwekken, dan de Kwaal te geneezen; des niettegenftaande is evenwel het Aquadestillata Ruta van den tyd van den zo even gemelden Schryver af, tot heden toe, onder het grootfte gedeelte van dtRemedla Antiepilepticavtvmengd geworden. Het is zeker , dat men met rechteenig nut verwachten mag van eene plant, welke zo doordringend en fcherp is, dat zy, indien ze lang behandeld wordt, ontfteeking in de Handen te weeg brengt; en daarom zou ik oordeelen dat het best is, zig van den Spiritus te bedienen, welke de kracht van de Wynruit geheel blyft behouden, en alleen den dank van dezelve verliest, en misfchien dienst zou kunnen doen in verfcheide gevallen, welke met zodaanige omftandigheden verzeld zyn , waar van ik gewag gemaakt heb in het Artikel over de Afa Foetida. lk geloof evenwel niet, dat de Wynruit een Specificum is; my is niet ééne waarneeming bekend, waar uit ik dit zou kunnen befluiten ; en ik heb 'er my nooit van bediend met dat oogmerk ; want het is onmoodyk zulk een groot getal middelen te gebruiken , en het is myne gewoonte niet , nieuwe Medicamenten voor te fchryven, in plaats der zulken, wier krachten my ten vollen bekend zyn , of zy moeten my aangepreezen worden door Mannen * op wier gezag en getuigenis ftaat gemaakt kan worden. De  VALLENDE ZIEKTE. 251 De Mercurius. De Antimonium. § CLXXVI. De Cinnaber is op verre na zo fterk niet als het grootite gedeelte van de laatstgemelde Remedien, fehoon men 'er zeer veel van opgeeft; dezelve maakt een gedeelte uit van een oneindig getal zo genaamde Antiepileptique Recepten, (p) Ik heb nooit gezien, dat zy iets van belang uitgewerkt heeft, en daarom heeft Tralies zeer wel aangemerkt, dat men 'er zig in 't geheel niet van bedienen moest; doch daar zyn gevallen, waar in de Kwik volftrekt noodzaaklyk is , en wonderen doet, wanneer naamlyk de Vallende Ziekte door Venuskwaalen veroorzaakt wordt. Locher brengt hier een zeer merkwaardig voorbeeld van by. „ Terwyl ik bezig was, zegt hy, met „ de kracht van den Mercurius Sublimatus Corro» „ fivus in Venuskwaalen te beproeven, kwam my „ een man raadpleegen, die te gelyk de Vallende „ Ziekte, en een zeer groote Tophus op zyn Hoofd „ had , door de Spaanfche Pokken te weegge„ bracht, lk fchroomde niet, om hem dit mid„ del voor re rchryven ; de Aanvallen kwamen „ dikwyls weder, terwyl hy het zelve gebruikte, „ doch verdweenen, zo dra de Tophus geopend „ was, welke vervolgens ook wegging, waarna „ de Wond toefloot; en de patiënt wierd van bei„ de zyne ongemakken geneezen". (q) De Kwik is ook zeer nuttig , wanneer men reden heeft om te (p~) Triller beeft de moeite genoomen, om zeventien re» eepten, alle even malzaamg-field, uit te lebryven , (Dis. penfiatorium univerfiale) de meeste zyn uittrekzels van de guttet. Het is jammer, dat deeze geleerde man op eene onnutte wyze zoveel tyd diar aan verkwist beeft, welken by veel beter zou hebben kunnen befteeden. (q) Obfervat. practic. p. 41.  45* VERHANDELING over db te gelooven, dat de Kwaal uit verftoppingen fpruit, of uit Jichtige ftoffen, of uit eene onbekende fcherpigheid in de fynfte Vochten. Ik heb in een diergelyk geval een patiënt volkomen geneezen, alleen door den Mercurius dulcis en eenige purgeermiddelen ; ik gaf hem de Kina niet eei, dan na dat hy geneezen was, en alleen met oogmerk om hem te verlterken. Deeze patiënt was een jongman van elf jaaren , die zeer welvaarend was , maar dikwyls puisten had over het geheele Lichaam, welke zeer veel jeukte veroorzaakten, en hem zomtyds zes maanden lang zeer veel ongemak aandeeden , doch zo dra als dezelve verdweenen, wierd hy ten eerften Zieklyk , Kwynende, verloor zyn apperyt, en kreeg Overvallen. In diergelyke gevallen alleen is de Kwik dienftig, als mede, wanneer de Kwaal door Wormen veroorzaakt wordt; want dit middel kan niet onder de Antiepileptica geplaatst worden, fehoon het in de voorige en in deeze Eeuw door zommige Docto-ren aangepreezenis; doch dit fchynt meer gefchied te zyn , om in wanhoopige gevallen deszelfs vermogens te beproeven, dan uit eene welberedeneerde Indicatie, op ondervindingfteunende, gelyk blykt uit het voorgeeven van IVittis, die verzekerde , dat men door kwylen de Vallende Ziekte volkomen zou kunnen geneezen, het geen de ondervinding vofdrekt tegenfpreekt; en hy zelf zegt op eene andere plaats, dat het kwylen induipziekten Zeer gevaarlyk is. Dcfaulx (r) die eene verhandeling beloofd heeft over de Vallende Ziekte , waar in hy eene korte en eenvoudige manier om dezelve te geneezen ontdekken zou, doch welke ongelukkig nooit het licht gezien heeft, had door ondervinding geleerd, dat de Kwik een onnut (t) Maux veneriens. p. 197.  VALLENDE ZIEKTE.' 253 nut middel in deeze ziekte is; hy zou zekerfyk anders niet nagelaaten hebben , den lof van de Kwik, welke zyn geliefd middel was, alom uitte trompetten; doch hy keurt dezelve ingendeelaf in Vallende Ziekte. Dolaeus heeft op het gebruiken van de Kwik ftuipen en Vallende Ziekte zien volgen, en befchouwde dezelve geenszins als een geneesmiddel (j) Het is nog maar eenige maanden geleden, dat Mr. Housfet den Mercuriui heeftaangepreezen, als het beste en vaardigfte middel ter volkome geneezing van de eigenaartige Vallende Ziekte. „ lk vraag, zegt hy, of 'er een eenige zo wel „ zichtbaare als geheime oorzaak is, welke door „ de Mercurius niet 't ondergebracht zou kunnen „ worden, indien men de gebreken van de zaamenA vorming, of fteenen in de Harsfenen, of uitftor,j ting van bloed, op wonden zomtyds volgende, uit., zondert'', (t) Het gunftig denkbeeld van De' Hr, Housfet ten opzicht van dit middel is voornaamlyk gegrond op eene zeer gelukkige uitwerking van het zelve in een zeker jongman, die van zyn twaalfde jaar af gekweld geweest was met zwaare Aanvallen van Hoofdpyn, welke begonnen van het voorfte en onderfte gedeelte van de Sutura Coronalis , en in Aanvallen van Epilepfie veranderden toen de patiënt zeventien jaaren bereikt had, wel? ke op dezelfde wyze begonnen als de Aanvallen van de Hoofdpyn, met eene zekere bedwelming en verdooving, geduurende welke hy zig verbeeldde allerhande lichten te zien. Deeze Aanvallen waren zo hevig, dat hy oogenbliklyk alle kennis verloor en van het einde van January 1756 tot July 1758 moest hy 'er agt ondergaan, welke nog veelzwaar- der (V) Er.ryclófect: Medlca C. 15. p. $ naam-i (u) Ik heb reeds (hooger) de waarheetnihg pan Dolaeus aangehaald, en daar zyn veele andere waarneemingen, welke het nadeel van de Kwik bewyzen. Hofman ■ de mfecu. ris remediis § 21 zegt, dat de Mercurius tn zwakke f ft ellen Vallende ziekte te weeg kan brengen-  VALLENDE ZIEKTE. 4# naanifle zyn. Pifo genas door de kwyling een man die zig door deSpaanfche pokken Vallende Ziekteop het lyf gehaald had. (*) Scardona maakt gewag van eene weduwe, welke op haar dertic/fte jaar m eene Epilepfie verviel, wier Aanvallen byna daaglyks drie of viermaal weder kwamen • de gewoone middelen, wel verre van eenige verligting by te brengen, verzwaarden dezelven integendeel zo zeer, dat men vóórhaar leven begon te vreezen des niettegenitaande verzweeg zy egter haare Kwaal' eindlyk ontdekte men dezelve uit de fcherpigheid en brandigheid van haarwater, en zy bekende dat het ong-mak eerst begonnen was met een druipen waar op chankers, en vervolgens Vallende Ziekte' gevolgd waren. Scardona bracht haar door de' SeldaaS)heC kWyl6n' Cn Zy Wierd volfeomen ln het zo even aangehaalde geval van Housfet, waaraan deöpaanfche pokken geen deelfchynen ceI had te hebben, moet men ook geenzins de tegefvk in het werk gefielde hulpmiddelen uit het oog ver* hezen, de Aderlaatingen naamlyk en de Ballen Kwik misfchien even 20 veel dienst deeden als de inzonderheid het Sulphur)auratum, en de Ke"Z) Minerahs welke nog beter is, kunnen ook zomtyds m Vallende Ziekte te pas koomen. Ik heb my dikwyls van dit laatde middel met vrucht bediend voornaamlyk in kinderen onder de tien jaaren' het neemt de dym weg, het opent alle de we* en ' en veriterkt de Zenuwen; het voldoet derhalven aan 00 De reglmine magmrumauxiliorum.Cap. a Cap.\\ p ^ COgmfC' &° QUraUd' M**' L: X'  a36 VERHANDELING over. bs aan alle Indicatie» welke in de meeste gevallen voar> koomen. Het is zomtyds zeer diendig in Kwaaien van dit zoort, om de Antimonium en de Kwik te vereend gen. Dr. Kinneir verhaalt, dat hy door de vereeniging van den Mercurius dulcis en de Sulphur Auratum, volgens de manier van Dr Plummer, eene zeer gelukkige kuur gedaan had aan een jongman ,van agttien jaaren , die zomtyds drie of vier Aanvallen op een dag had, welke een uur duurden, en door het geneesmiddel van Ilummer in een maand volkomen geneezen wierd, na dat hvnegen inaanden lang allerlei ontlastende, en blaartrekkende middelen, zo wel als de Kina en de Valeriana ,te vergeefsch gebruikt had (z). AGT EN TWINTIGSTE AFDEELING; Onnutte Specifique Middelem § CLXXVIII. ^ l ^ot de Antiepileptique middelen behooren insgelyks eene groote menigte kruiden 4 welken men eene Zenuw-verderkende kracht toefchryft, en derzelver conferven en overgehaalde wateren, als Aqua aurantiorum, Melisfs, Florum Ti~ lice, Rorismarini, en anderen; doch deeze allen verdienen naauwlyks den naam van geneesmiddelen tegen deeze Kwaal, en zyn nergens goed toe, dan om tot een Vehiculum te verdrekken om krachtige o-eneesmiddelen in te neemen. Uit het geen ik tot dusverre gezegd heb, kan men vastdellen, datonder alle de middelen, welke van goede en geloofwaardige Aucteuren als zekere Specifica tegen de Val» (z) Kinneir a neoo esjatf on the nerves. p. 178;  VALLENDE ZIEKTE. 257 Vallende Ziekte opgegeeven worden, 1. De Valeriana , de Orangiebladen , de Muskus en de Campher , de eenigften zyn, welke deezen naam verdienen, en dat de Valeriana zonder twyffel alle de overigen den loef afdeekt. 2. Dat dcPiscus-, en de Poeonie-wortel, daar men zo veel mede op heeft, van zeer veel minder vermogen zyn , voornaamlyk de laatfte, welke byna in 't geheel geen kracht heeft, zo dat het geheel onnut is, om dit middel inVallende Ziekte voor te fchryven. 3. Dat de Kina, Het Staal (Praktizyn te Dantzip, verhaalt in de Tranjactions Philofophiques, dat hy in de Vena van eene vrouw van vyfenderrig , en in die van een meisje van twintig jaaren , beiden door eene zwaare Epilepfie aangetas', een zeker purgeermiddel, ineen Spiritus An* tiepilepticus opgelost, ingcfpooten had , met dat gevolg, datzy zeer fterk braakten en purgeerden; den volgenden dag kreeg de eerfte weder een Aanval, doch voor het laatst, en na dien tyd genoot zy eene volmaakte gezondheid; doch de andere, welke om (h) Ibid. (i) Ibid. Deeze twee waarneemingen zyn gemotnen uit de Memoires des Curieux de la nature.  VALLENDE ZIEKTE. 263 om den volgenden dag bleef purgeeren, kreeg wel geen Aanval, maar ftierf (&). § CLXXX1 V.Het Ens Veneris, [Tinctura Cuprï] is ook aangepreezen als een Antiepilepticum; men vindt zelfs in eene fraaie verhandeling over dat Metaal eene Waarneeming , welke wel waardig is, om hier geplaatst te worden. De Aucteur ontbond Koper in eene Solutie van de Sal Ammoniak, en kreeg kristallen van een groenachtig blaauw, welken hy aan een Epileptiq meisje van agttien jaaren , 't welk de Maandftonden nog niet had, liet gebruiken ; hy begon met haar alle avonden, als zy te bed ging, een grein te geeven, en klom van langzaamerhand op tot negen greinen, zonder dat 'er eenige ontlasting op volgde, dan na dat zy agt greinen genoomen had: deeze Dolis deed haar eenige maaien braaken; zy gebruikte des niettegenftaande, drie dagen na malkander, negen greinen , en haare gezondheid herftelde zig zleer" wel, fehoon de Maandftonden niet weder kwamen, en de Aanvallen, welke zig te vooren alle vier weeken vertoond hadden, waren reeds tien weeken weggebleeven, toen de Schry ver zyne Disfertatio uitgaf. (/) De Hr. van Swieten verhaalt, dat hy eenige goede uitwerkingen gezien had van een zeker middel, het welk met zeer teel moeite uit Koper gemaakt wierd, doch wiens zaamenftel hem onbekend was ; dit Medicament bracht geene zichtbaare ontlasting, maar eene byzondere beweeging van kruiping te weeg in alle de (k) Pbilofopbic- Tranfact. 1667. (/) Balfour Rus/ei, Disfertati» de Cupro. Edimb» Ï759« R 4  i$4 VERHANDELING over de de Leden, welke zig tot aan de toppen van de Vingers uitdrekte (to). § GLXXXV. Het is buiten allen tegenfpraak waar, dat geweldige beweegingen en aandoeningen zomtyds zeer gundige, gevolgen te weeggebraeht hebben; (Men heefteen voorbeeld van~een Epilepticus, die geneezen wierd door den fchrik, welken het fchielyk en onverwacht affchieten van een fnaphaan by zyn bed, op het oogenblik dat hy uit een Aanval by zig zeiven kwam, hem veroorzaakte.) Doch het is even zeker t. Dat de uitkomst altyd zeer twydelachtig is. a. Dat de Kwaal daar door gemeenlyk eer flimmer dan beter wordt. 3. Dat 'er zeer veele voorbeelden zyn van ongelukkige menfchen, die,onder de handen van kwakzalvers geraakende, door diergelyke geweldige remedien hun leven verlooren hebben. Het blykt derhalven zeer klaar, dat men zig niet dan zeer zelden van diergelyke middelen had behooren te bedienen , zelfs in die tyden, toen men de Vallende Ziekte behandelde op eene wyze, welke dezelve byna ongeneeslyk maakte; en dat men dezelven tegenwoordig in 't geheel achter moest laaten, dewyl men door een beter geneeswyze dikwyls daagt in het geneezen van deeze Kwaal. § CLXXXV1. Behalven de al te fterke en geweldige geneesmiddelen, is 'er nog een zoort van gevMTlyke Specifica, welke men mistrouwen moet, om dat men niet altyd weet, op hoedaanige wyze dezelve werken, of nadeelig kunnen zyn. Hier toe behoort het Semen Hyoscyami, het welk Turquet de Mayerne alle dagen lang achter malkander aanraad te gebruiken, van zes greinen , tot een Scrupel toe; doch hoe veel de zo even aangehaalde Schryver ook daar van opgeeft, merkt Scardona cven- (w) % 1080. p. 438.  VALLENDE ZIEKTE. 265 evenwel met recht aan , dar dit middel altyd gevaarlyk en nadeelig voor de Harsfenen is , en dat de Aanvallen daar door maar alleen voor een korten tyd gefluit worden , doch naderhand met veel meer hevigheid dan te vooren weder koomen («> § CLXXXVII. De tiende Waarneeming van Storck , aangaande de uitwerking van het Extract van deeze Plantin ftuipen, betreft een Epilepticus, die daar door geneezen wierd; (0) doch Mr. Greding heeft onlangs eene nieuwe verzaameling van zeer fraaie Waarneemingen in het licht gegeeven, waar uit blykt, dat onder veertien Epileptici, aan welken hy dit extract voorgefchreeven heeft, de gelukkigften 'er geen nadeel door geleeden hebben; want zommigen zyn 'er zeer van veiflimmerd, en van eenigen heeft het zelfs naar oogenfehyn den dood verhaast, waar uit dan diezelfde Aucteur befluit , dat men dit extract niet befchouwen moet als een nuttig geneesmiddel in deeze Ziekte f>\ § CLXXXVIIf. Een geloofwaardig ooggetuige heeft my zeer omftandig een merkwaardig geval verhaalt van een Epilepticus , die op raad van een Kwakzalver een zeker onbekend geneesmiddel gebruikte, onder eene vaste verzekering van daardoor volkomen te zullen geneezen worden , zullende hy geene bctaaling ontfangen ,dan onder die voorwaarde,'dat de patiënt een geheel jaar, te rekenen van den eerften dag van het inneemen, geheel vry bleef van Aanvallen ,• de uitkomst beantwoordde aan- («) Apbor. de Cognosc. & curand. Merb.L. 1 Cap. 8. (0) Libellus de SiramonioHyoscyamo&Aconito. 1762. (j>~) Ludvig, tdverfar, - Medico - practica, p. 88. Leipf. 1769. R 5  tó6 VERHANDELING over de aan de beloften , de patiënt kreeg binnen dien tyd geen Aanvallen; de fom wierd betaald; maar de Kwaal openbaarde zig na verloop van eenige dagen op nieuw , en de patiënt ftierf, in den eerften Aanval. Ik ben ook nog onderrigt geworden, doch doch niet zo omdandig en met zo veel zekerheid, van een tweede diergelyk geval; meer andere gelykzoortige,fehoon min doodlyke gevallen, hebben my eene gegronde vreeze ingeboezemd tegen aile geheime Specifica , daar de publieke nieuwspapieren daaglyks vol van zyn , en wonderen belooven, doch welke met zulke degte gevolgen gebruikt worden,dat de patiënten doorgaans genoodzaakt zyn, hunne toevlucht tot andere geneesmiddelen te neemen. § CLXXXIK. Stahl maakt gewag van een geheim, het welk voornaamlykbeftonduit deTinctura Lunde ; dit middel genas inderdaad een jongman van eene verouderde Vallende Ziekte, doch met dat ongelukkig gevolg , dat hy in eene deepende koorts verviel, daar zig eerst' weezenloosheid byvoegde, welke vervulgens in eene volkome dolheid veranderde , waar door de ongelukkige Lyder na verloop van drie maanden weggefleept wierd. (jf). De Hr. de Sauvages is zelf ooggetuige geweest van de ongelukkige uitwerking van eene gedroogde Wolvemilt, welke eene oude Epileptique vrouw te Montpellier, eenige dagen in eene groote dofis gebruikte met zulken nadeeligen uitllag , dat zy in eene droefgeestigheid en ongerustheid ver» viel, welke haar gelhadig bybleef, en haar het leven nog veel verdrietiger maakte dan te vooren Cr). $ exc (q> Theoria Midica , p. 10-19. . (rj Nofolog. Metbod. Clmf. 8. Art. it>. No. ?. T. i. j>. 257-  VALLENDE ZIEKTE.T 167 $ CXC. Daar is nog een ander middel, 't welk veel ysfelyker is, en niettegendaande den affchrik, welken het had behooren in te boezemen , veele eeuwen lang in gebruik gebleeven is; Menfchenbloed naamlyk. Cel/'us verhaalt reeds, dat eenige perfoonen zig zei ven van Vallende Ziekte geneezen hadden, door het drinken van Warm bloed van een gladiator; de ysfelykheid van de Kwaal,voegt hy'er by, maakt de ysfelykheid van het geneesmiddel verfchoonlyk. Aretaeus beklaagt zig ook over de verfchriklykheid van deeze Kwaal, die een mensch kan doen be'miten om zig van zulke affchuwelyke geneesmiddelen te bedienen; doch hy getuigt, dat hy 'er nooit eene goede uitwerking van gezien heeft. _ Scribonius Largus wilde dat men dit middel verbieden zou , en het is zekerlyk om geen andere reden in gebruik gebleeven, dan om dat men zig verbeeldde, dat men deeze Kwaal niet geneezen kon, dan door de geheele Machine in eene geweldige beweeging te brengen , waar toe dit middel zekerlyk zeer bekwaam is, doch 'twelk niet altyd gelukkig uitvalt. Tulp verhaalt 'er twee droevige gevallen van, het een van een jongman, welke uit,wanhoop tot dit wanhoopige middel befloot; hy nam het met eene beevende hand, Üoot zyne oogen toe, en dronk het op, met alle tekenen van een geweldig afgryzen; doch wel verre van 'er baat byte vinden, verflimmerde zyne Kwaal zo zeer, dathy eenzwaaren Aanval kreeg, geduurende den welken hy in 't vuur viel, en zyn Been zo hevig brandde, dat'er Koud vuur opvolgde, waarom men genoodzaakt was, het zelve af te zetten; den volgenden dag na deeze Operatie kreeg hy weder een vreeslykeu Aanval, welke hem in 't graf lleepte. Een jong meisje, 't welk op 't zelfde oogenblik van het zelfde bloed dronk, wierd 'er zulkedoodlykegevolgen wel  a68 VERHANDELING over de wel niet van gewaar, maar haare Kwaal verflimmerde 'er evenwel zichtbaar door. (V) Doch my dunkt, dat ik my al lang genoeg met middelen van dit zoort heb beziggehouden, wier gevaar ik evenwel noodzaaklyk aan moest toonen: ik zou nu overgaan tot de behandeling geduurende de Aanvallen , indien ik het niet noodig oordeelde alvoorens van zekere nuttige hulpmiddelen te fpreeken, welke eigenlyk tot de gewoone behandeling van de Vallende Ziekte niet behooren; de zuuren, naamlyk, de melk, de koude baden, en de Cauteria. DERTIGSTE AFDEELING. Over het gebruik van ds Zuuren. § CXCI. \jalenus heeft reeds, gelyk te voorea gezegd is, de Oxymel aangepreezen, (t) en getuigt , dat hy daar door alleen meer dan eens de Vallende Ziekte geneezen heeft; dewyl nude Oxymei een Acidum vegetabile is ,zyn anderen ,die na hem geleefd en gefchreeven hebben, daar door tot de gedachten gekoomen, om zig ook van de Acida Mineralia , zodra dezelve bekend waren geworden, in deeze Ziekte te bedienen. Paracelfus is de eerde geweest, die den Spiritus Vitrioli in de Vallende Ziekte in gebruik gebracht heeft, en veele anderen, die na hem gekoomen zyn, hebben zyn voorbeeld gevolgd. Angelus Sala, heeft 'er met zeer veel lof van gefprooken, en een zeker Poolsch Doctor , Cnofell genaamd, fchynt'er zig (s') Obtervat: Med. I: 4. Cap. 4. (t) Confd. üropuenEpileptico Cap. 4. Cbart. T. 10, p. 42-  vallende ziekte, ±6> zig het meest van allen van bediend te hebben; en fehoon zy dit middel een anderen naam gaven en het zelve op eene andere wyze bereidden, dan'de Moderne Chymisten , is het evenwel waar, dat zy het Acidum Vitrioli in deeze ziekte zeer fterk aanpreezen , en voorgaven, dat zy 'er zeer goede uitwerkingen van gezien hadden, zo zhPanarolus onder anderen getuigt. De valfche ftclling van byna de geheele laatfte Eeuw, dat alle ziekten door een Acidum te weeggebraeht worden , was oorzaak, dat men dit middel byna geheel achter Weegen liet, en zig van geene andere dan van nuttelooze of fchaadlykc poeders bcdietide , ofhet ten minften zeer verzwakte , indien men het nu en dan eehs voorfchreof, door het byvoege'n van Tefrestria en Abforbentia. Eene verftandiger.Theorie bracht de Zuuren wederom in gebruik, en ik moet bekennen, dat ik derzelver nuttigheid in Zenuwkwaaien zo dikwyls ondervonden heb, dat ik niet nalaaten kan, om ze fterk aan te pryzen. Ik heb elders eene Waarneeming bygebracht Waar uit het voordeel van deeze middelen blykt' en de volgende Waarneeming van Riveriusbwyst het Zelfde. Eene zekere Dienstmaagd, zegt hy , wierd van Epilepfti geneezen, door alle ochtenden nuchteren een glas Water met Azyn te drinken • kort voor de Aanvallen dronk zy zuivere Azyn; na haare herftelling wierd zy door Rhümatiquevynen aangetast, waar van de Warme baden haar verlosten. De Acida Vegetabilia kunnen dienst doen i. Wanneer de Kwaal fpruit uit fcherpigheid of verdikking van de Gal, (men heeft te vooren reeds de goede uitwerkingen van de Cremor Tartari gezien, en ik zal 'er in 't vervolg nog meer voorbeelden van bybrengen.) 2. Door het be- («) Obfirvai. Cent. 4. Obf. 10.  570 VERH ANDELING over de bevorderen van de uitvvaasfeming, en Pis-ontlas* ring. 3. Door het duiten van zodaanige koortfige beweegingen, welke dikwyls aanleiding geeven tot nieuwe Aanvallen ; doch behalven alle deeze voordeden, bezitten de Acida Mineralianog eene andere kracht van zeer veel meer belang en gewicht, om naamlyk de aandoenlykheid van de Zenuwen te verminderen, door dezelve hard te maaken,en het is alleen daar aan toe te fchryven, dat de Spi* ritus Sulpburis, welke dezelfde kracht heeft als de Spiritus Vitrioli , verouderde Zenuwkwaaien geneezen heeft, welke naar geenerlei hulpmiddelen geluiderd hadden. Ik zelf heb dit dikwyls ondervonden j ik bedien 'er my zomtyds van te gelyk met de Valeriana, om het verhitten van dit kruid te beletten, en ik behandel tegenwoordig een jongman, van negentien jaaren, welke zig by de vereeniging van deeze twee middelen zeer wel fchynt te bevinden; hy gebruikt drie giften van de Valeriana voor den middag, en dertig droppels Spiritus Vt' trioli twee uuren voor zyn Avondmaaltyd. Mr. Defaulx , omtrent vyftig jaaren geleden, Doctor van de Cbaritétt Verfailles, prees het zelve aan als een Specificum in deeze ziekte, en brengt zelfs drie voorbeelden by van Epilepfien, wier geneezing hy daar alleen aan toefchryft. (#) De Hr Haller verhaalt ook zeer veele gevallen van de goede uitwerking van de Oleum Vitrioli in de al te groote aandoenlykheid van de Zenuwen, (y) en begreep zeer wel, dat de voornaamde kracht van dit middel alleen bedond in het verharden van dezelve. EEN- (x) Neuvelles decouvertes Cencernant In fanté et les MaJadiespar. Mr. Defaulx. Paris. 1727. p. s$7* 00 Opujcula Pathoiogica, Obf. 7^.  VALLENDE ZIEKTE. £71 EENENDERTIGSTE AFDEELING. Over het gebruik van de Melk. % CXCIL Dewyl het voor Epileptique perfoonen zeer noodzaaklykis, dar zy zig voor alle icherpe fpyzen en dranken zorgvuldig wachten, en zig alleen bepaalen by de zodaanigen, die zacht zyn en geene prikkeling te weeg kunnen brengen, fchynt de Melk een zeer gefchikt voedzel voor hun te zyn • en het is waarlyk te beklaagen, dat men'er niet meer gebruik van gemaakt heeft in deeze ziekte, in plaats van de ongelukkige Lyders zo veele nutteooze en verhittende Elixirs, Vina Medicata, (tinkende pillen , en meer diergelyke remedien ,te laaten gebruiken, welke de Kwaal doorgaans verflimmeren; en hen alle verzachtende middelen zeerftreng te verbieden, die hun de meeste verligting zouden toebrengen , inzonderheid de Melk. Doctor Cheyne heeft inzonderheid, boven alle anderen, eene zachte dieet aangeraaden in de Zenuw-kwaaien in het algemeen , en zyne fraaie waarneeming over het gebruik van de melk in Vallende Ziekte is zeer leerzaam. „ Men kan, zegthy J, deeze Kwaal niet geneezen, zonder eene groo- te maatigheiden oplettendheid, om alle fcherpe „ pyzen zorgvuldig te vermyden, en alleen zul,, ke te gebruiken, welke zeer zacht zyn; de dieet ' „ en een klein getal verzachtende middelen hebben „ in verlcheide gevallen dikwyls meer dienst zedert langen tyd aan Vallende Ziekte onderhe- » vig  s7» VERHANDELING over ds „ vig geweest, en menigmaal door een Aanval vaii „ zyn paard gevallen, als hy zyne patiënten ging „ bezoeken; te vergeefs, zo als hy my zelfbe„ tuigd heeft, had hy de gantfche Apotheek door„ geloopen, eh den raad van de vermaardfte Do> „ toren ingenoomen; niets bracht hem eenige ver„ ligting toe, maar hy wierd van langzaamerhand ^ gewaar, dat de Aanvallen minder kevig waren, ,j naar maate hy ligter voedzel gebruikte ; en j, dit deed hem befluiten, om niets anders te drin„ ken dan water, het geen van zulk een goed ge„■ volg was, dat de Aanvallen van tyd tot tyd ver,, minderden, en ligter wierden; hyfehikte derhal. ,j ven zyne dieet zodaanig, dat hy niets anders ge „ bruikte, dan Moeskruiden en water; doch dewyl „ hy daar door eenigzins opgeblaazen wierd, „ bepaalde hy zig alleen by de koemelk, waar van „ hytwee^m^op een dag gebruikte, 'sochtends „ een pint, 's avonds een pint, en 's middag3een „ quart, zonder visch, zonder vleesch, zonder }l, brood , in één woord zonder iets anders dan „ water, (z) Zo lang als hy op deeze wyze leefj, de, het geen hy veertien jaaren uithield, was ,, hy fterk en gezond, en wierd geduurende dien j, gantfchen tyd door geene ziekte aangetast, dan iy eens door eene afgaande Koorts, welke hy door een weinig Kina te gebruiken zeer gemaklyk ,, verdreef; en hy zou waarfchynlyk even lang eri j, welvaarend geleefd hebben als Comaro, indien „ hy niet ongelukkig, door in een vochtig bed té flaa- (z) Het Engelsch quart is r.et zo veel ah een pint te Parys j naamlyk tweendertig oneen , en bet Enge'scbpint is zestien oneen; derhalven maaken twee quart en vierenzestig oneen, of vier pond uit, waar van hy zestien oneen voor zyn ontbyt gebruikte, zestien oneen voor zxn Avondmaal, en twec'tndcrlig oneen voor zyn middagmaal.  VALLENDE ZIEKT Ei i?3 \, flaapen, zig een Pleuris op den hals gehaald had „ waar voor hy geene middelen gebruiken wilde' i,, zig verbeeldende, dat zyne levenswyze alle „ Kwaaien geneezen kon; waarin hy zig evenwel zeer bedroog, want hy ftierf "weinig dagen daar i, na. Indien men nu, voegt 'er de Hr. Cheyne „ by, in aanmerking neemt, dat alle Zenuw.„ kwaaien takken van dehzëlfden boom zyn, zal „ men uit deeze Waarneeming kunnen leeren, dat „ men met recht zeer veel vóordeel verwachten kan in Kwaaien van dit zoort, van eene Welge„ paste dieet en levenswyze" (a). _ lk zelf heb zeer dikwyls met een zeer goeden uitdag in Zenuwkwaaien, en zelfs in Vallende Ziekte, de Melk laaten gebruiken; in het Hoofdftuk over de ftuipen heb ik 'er een overtuigend voorbeeld van bygebracht, en niet lang geleden heb ik aan een arm man, aan Epilepfie Onderhevig, niets anders geraaden, dan dat hy zig van Spek,Kaas Wyn, en Brandewyn onthouden, en 's ochtends en's avonds een Melkfoup, of Hui gebruiken zouen deeze patiënt heeft zig daar zo wei by gevonden , dat de Aanvallen, welke te vooren zeven of agtmaal in de Maand wederkwamen, binnen den tyd van zeven maanden zig maar tweemaal vertoond hebben : indien hy op dezelfde wyze voortvaart, hou ik my verzekerd, dat hy volkomen geneezen zal , en ik maak in 't geheel geene zwaatigheid, om deeze Waarneeming van Croyden als een plechtanker aan te bieden aan veele dngelukkige Lyders, welke of geheelverlaaten, of te vergeefs overlaaden zyn met een aantal remedien ; welke hunne gezondheid gekrenkt heb. ben, O) Chfyne, att Esfay on the rout, London. 1724. t>. I03. 1 e s  a74 VERHANDELING over de ben, zonder hun eenige verligting toe te brengen, Hoe veelen zyn 'er niet, welke of door verkeerde of geweldige middelen tot den allerelendigden ftaat gebracht zyn, en die hunne gezondheid zekerlyk weder gekreegen zouden hebben, indien zy zig alleen aan deeze eenvoudige levenswyze gehouden hadden. , De Ezelinnemelk is zo wel in Vallende Ziekte als in andere Zenuwkwaaien zomtyds een voortreflyk geneesmiddel; maar in zommige gevallen is dezelve nadeelig, voornaamlyk wanneer de verteeringskrachten te zwak zyn om ze te verdraaien, of wanneer 'er verftoppingen plaats hebben, of eene opftopping der Maandftonden, of wanneer zy hardlyvig maakt; ik heb patiënten gezien, die *er zig zeer kwalyk by bevonden, en wier Aanvallen 'er door vermeerderden; doch een oplettend en ervaren Doctor, die alle omftandigheden naauwkeurig overweegt, kan zeer welweeten, waar ze te pas komt, en waar niet. TWEEËNDERTIGSTE AFDEELING. Over de Koude Baden. c cxciii. X)eKoudeBadenzyno°kzeer dien* ftig in verfcheide Zenuwkwaaien, en zelfs in de Vallende Ziekte, voornaamlyk wanneer dezelve gebooren wordt door eene al te groote aandoenlykheid van het Zenuwgeftel, het geen uit de voorheen opgegeevene kentekenen ligt te ontdekken is- maar om 'er zig met voordeel van te bedienen, moet men acht geeven, i. of de Vaten te vol bloed zyn,  VALLENDE ZIEKTE. S7S zyn, want de baden doen het zelve naar het Hoofd ftygen. 2. Of de aandoenlykheid van de Zenuwen ook al te fterk is, want in zulke gevallen veroorzaaken de koude baden prikkeling. 3. Of 'erookverbuderde verftoppingen plaats hebben, of verzweeringen , of eenige oorzaaken , welke met rederi derzelver gebruik verbieden zouden; indien men deeze gevallen uitzondert, zyn de koude baden zekerlyk een treffelyk middel om het Zenuwgeftel te yerfterken , en die fterke neiging tot ftuipen , welke door de allergeringfte oorzaak in beweegin» gebracht wordt, en een Aanval voortbrengt" re vernietigen. Ik heb reeds elders met zeer veel lof van de koude baden gefprooken , zo dat ik 'er my thans met breedvoerig over uit zal laaten, maar alleen m t voorbygaan aanmerken, dat ik den broeder van dien patiënt, waar van ik in het Artikel over de aandoenlykheid van de Zenuwen gefprooken heb, en welken ik door de koude baden geneezen heb, tegenwoordig behandel; hy is zesentwintig jaaren oud, en heeft zedert eenige maanden Aan vallen gehad, zonder eenige bekende oorzaak' ik heb hem ook de koude baden aangeraaden en hv bevindt 'er zig zeer wel by; doch hy is by ongeluk een Smid , en dat Ambacht is zeer nadeel^ voor zyne Kwaal, (b) Coelius Aurelianus fchynt reeds de koude baden in Vallende Ziekte aangeraaden te hebben. Floyer, die dezelve fterk aanprvst m een byzonder werk, voegt 'er nog de volgende aanmerking by, welke van zeer veel gewicht is in de behandeling van deeze ziekte (c). Na- (b) De boude baden, en de Valeriana, hebben hem re. bel geneezen; bet h meer dan twee jaaren gelede, dl, by den eerften Aanval gehad heeft. * ' (O Cbrenic. Lib. 1. Cap. 4. p, ,Ia ' S 3  275 VE?*IIANDELING~ovfiti d& Nadsrnaal, zegthy,dewyn,verhittendefpyzeti warme baden, en fterke reukwerken , Aanvallen veroorzaaken, kunnen wy met reden hoopen, dat het tegenovergezel ie , eene verkoelende dieet naamlyk, koud water, en koude Baden dezelven zullen voorkoomen. (d) Het zou kunnen fchynens dat Floyer de warme Baden, welken ik elders aangepreezen heb, en nuttig oordeel, op deeze plaats verwerpt; ik moet deeze fchynftrydigheid oplos* feu. § CXCIV. De uitwerkingen van warme, laauwe, en koude Baden zyn zeer verfchillende, en het is zeer te verwonderen, dat die geenen, welke der» zeiver gebruik aanraaden, daar niet naauwkeuriger op gelet hebben. Warme Baden kunnen zomtyds te pas koomen in zommlge uiterlyke ongemakken, zelden in inwendige Kwaaien ^ maar nooit in Vallende Ziekte, of in zulke gevallen $ waar in men vreest, dat het Bloed naar het Hoofd zal dygen. Ik heb §. 5*. het nadeel van heete Baden aangetoond, ter gelegenheid, dat ik fprak van dien patiënt, welke dezelve te Cauterets gebruikte (e). Laauwe Baden koomen te pas, wanneer men de uitwaasfeming bevorderen wil, of verzachten, losmaaken,bevochtigen, verdunnen, deIndammatoi* re verdikking van het bloed verminderen, of eene kleine koorts, door zodaanige verdikking of fclier* pigheid der Vochten te weeggebraeht, tegengaan. Dee- (d) -iuy^.VTM. (>. 14.4. (eS In Rusland ■bidtent men zig van de beetjle baden , de D.vnhbaden naamlyk , welke alle perzoonen zonder onderfcheid van welken rang óf ouderdom flipt gebruiken. De hitte in deeze badflooven is zestig graaden boven vorst op de thermometer van Reaumur, zo dat vreemdelingen, die  VALLENDE ZIEKTE. £77 Deeze baden derhalven zyn in veelerlei gevallen van dienst, doch minder in Noordelyke, dan in heete Landen, in welke laatften zy dikwyls noodzaaklyk, en van eene groote nuttigheid zyn; de koude Baden integendeel, welke van eene gantsch tegenflrydige uitwerking zyn , zyn wederom zeer dienllig in tegenovergeftelde gevallen, en kunnen met veel vrucht gebruikt worden in Landen, daar Inflammatoire ziekten zeldzaam voorvallen, en het bederven van de Vochten, en het verflappen van de Vaste deelen algemeener is, dan in andere Landftreeken ; doch men kan hier omtrent geen vaste bepaaling maaken, want daar is geen land, of men vindt 'er allerhande ziekten, zo wel koude als heete, zo wel Inflammatoire, als Rotziekten , en Vallende Ziekten van allerlei zoorten, zo dat 'er in alle landen zonder onderfcheid gevallen voorkoomen, welke koude Baden vereifchen, en ook gevallen, welke laauwe' Baden vereifchen. § CXCV. die daar niet aan gewoon zyn, ten eerden voelen, dathet bloed bun naar bet Hoofd ftygt, en fcbielykflerven, indien zy de macht niet bebben, om 'er zig baastig uit te btgeeven. Het fcbeelde niet veel, of de Abbeè Cbappe, en zyn knegt, hadden bun leeven daar in verhoren, en evenwel is die vermaarde man van gevoelen, dat deeze Badflooven zeer nut zyn voor een Volk, aan zulke tlrenge koude blootgefield en daarenboven hun lichaam weinig beweegende, waar door noodzaaklyk de uitwaasferning vermindert, en Scheurbuik zo wel als Rbumatique ziekten gebooren worden. Voyages en Siberië. T. i. p. 50 Ik ben egter van gevoelen , dat deeze badflooven nadeelig zyn, en dat men door andere min gevaatiyke middelen, bet zelfde te weeg zou kunnen brengen. Schoon het grootfte getal der Doctoren raaden, bet Hoofd eerst in te dompelen, Jlaat my egter voor een zekerenAucteur geleezen te bebben, die bet tegendeel aanraadde, doch zyn naam is my ontfcbosten. S 3  »78 VERHANDELING over qs § CXCV. Maar men zal misfchien vraagen, of het juist noodig is, dat men, wanneer men koude Baden gebruikt, het Hoofd eerst indompelt % De meeste Doctoren zyn yan dit gevoelen, en zy trachten het zelve te bewyzen uit het Mechanisch gedel van het Menschelyk Lichaam. Indien het geheele Lichaam , zeggen zy, in een koud Bad gedompeld wordt, behalven het Hoofd alleen, moet'ernoodzaaklyk door de zamentrekking, welke de koude vetoorzaakt over de gantfche opper-vlakte van het Lichaam, grooter kwantiteit van bloed gevoerd worden naar de Vaten van het Hoofd , welke die zamentrekking niet ondergaan, en dit zou van nadeelig© gevolgen kunnen zyn ; daaarom raaden zy , dat men beginnen zal met het Hoofd eerst in te dompelen ; doch zy redeneeren by ongeluk zeer verkeerd, en begrypen niet, dat de Vaten, die het Bloed naar de Harsfenen voeren, en in een beenachtige kas beflooten zyn_, geen deel hebben aan deeze zamentrekking , maar dat dezelve alleen werkt op de uitwendige Bloedvaten van het Hoofd; het welk op tweederlei wyze naadeelig is. i. Om dat die Vaten daar door buiten ftaat geraaken , om een gedeelte van dat overtollig bloed, het welk door de Carotides aangebracht wordt, te ontfangen, waar door het zelve noodwendig geheel en al naar de inwendige gevoerd wordt; 2. Om dat deeze uitwendige Vaten minder bloed dan naar gewoonte krygen ,' en de inwendige veel meer. Men moet derhalven nooit met het Hoofd beginnen ; want in plaats yan het Bloed daar-door van het zelve af te leiden, doet men het integendeel in grooter kwantiteit derwaarts vloeien; ook doet het baaden van het Hoofd geen meer dienst, dan het eenvoudig wasfen van het zelve met koud water ; en die geenen, welke hun Hoofd kaal laaten fcheeren, kunnen  VALLENDE ZIEKTE. «79 nen het zelve geheel en al indompelen, doch die hun eigen hair draagen , moeten het zelve onder een muts verbergen, om het niet nat te maaken , en dan kunnen zy zig baaden tot het opperhoofd van vooren, en den Nek van achteren. Ik heb voornaamlyk door de laauwe baden, door de dieet, en de Cremor Tart ari, een jongman van dertien jaaren geneezen, wiens geval zo byzonder en leerzaam is, dat het wel verdient hier geplaatst te worden. Hy was gezond, en van gezonde Ouders ter wereld-gekoomen, doch galachtig en bloedryk, en had zekere toevallen, welke een gebrek in zyn geitel aankondigden, want hy wierd zomtyds, onverwacht en zonder eenige reden, droefgeestig, narrig, en woedende van boosheid; op andere tyden wierd hy wederom, ook zonder eenige reden , door een hevigen fchrik bevangen , en meende , dat hy in groot gevaar was; en geduurende dien tyd was hy zo ver buiten zig zeiven, dat hy zyne allergemeenzaamde vrienden niet kende, en dezelven voor zyne vyanden, of voor fpooken hield; als hy deeze toevallen had, was zyn aangezicht rood, de oogappels wyder open, en zyne pols ingetrokken en ras; dit duurde doorgaans eenige minuuten, en daar volgde altyd eene zekere droefgeestigheid op. Men liet hem de allerheetde Antifpasmodica gebruiken, doch hier door verfümmerde zyne Kwaal zo zeer, dat dezelve in eene waare Epilepfie veranderde, welke, toen men my raadpleegde, zyn geheugen reeds merkelyk verzwakt had. Ik deed hem eene aderlaating doen, en bevond, dat'er eene groote ontfteeking in zyn bloed was, en dewyl de Kwaal my fcheen te fpruiten uit eene verdikking van de Vochten, eene al te groote fpanning van de vaste deelen, en voornaamlyk uit fcherpigheid van de gal, S 4 raad-  aSo VERHANDELING over de raadde ik hem', dan hy geen ander vleesch zou eeten dan hoender-vleesch, maar voornaamlyk ieeven van moeskruiden; dat hyzig zou wachten voor heete vertrekken , niets dan water drinken, en voornaamlyk alle zo genaamde Antiepileptka zorgvuldig vermyden • hy gebruikte geen andere Medicamenten dan Hui cn Cremor Tartari, en geduurende zeer langen tyd de laauwe baden. Door deeze eenvoudige middelen wierd hy van langzaamerhand beter de Aanvallen verminderden ongevoelig, en bleeven emdlyk geheel weg , en hy is nu redelyk welvaarend. Men begrypt zeer wel , dat hy door het gebruik van Antiepikptka hoe langer hoe ero-erzou geworden zyn. DRIEËNDERTIGSTE AFDEELING. Over de Cauterien, en Blaartrekkende Middelen. § CXCVI. S_Je Cauflica , of Cauteria , en de betons, zyn ook middelen, welke in Vallende Ziekte aangepreezen worden. Ik zal my nu niet ophouden met te onderzoeken op hoedaanige wyze deeze middelen werken, maar my alleen bepaalen met aan te merken, dat zy zomtyds van zeer veel dienst zyn. i. In ziekten , welke uit een grooten overvloed van kwaadzappige vochten fpruiten. 2. In de zodaanigen , waar in eene zekere fcherpe ftof dan op het eene dan op het andere deel valt, en men reden heeft om te vreezen , dat dezelve op eene der inwendige deelen vallen, en aanleiding geeven zal tot groote ongemakken en ongefteldheden» 3. Wanneer de vochten zig in een grooten overvloed voornaamlyk by een en het zelfde deel be-  VALLENDE ZIEKTE. bepaalcn. Deeze middelen kunnen op drieerlei wyzen van nut zyn in Vallende Ziekte, en wel voornaamlyk nog op eene andere wyze, daar doorgaans het minst op gelet wordt, te weeten, door eene prikkeling te weeg te brengen, welke zig altyd by het zelfde deel bepaalt, en eene de beste geneesmiddelen is tegen de ongeregelde beweegingen van de zenuwen. Wanneer men zig in Vallende Ziekte van Caute. rien bedient, volgt men maar de Natuur na, welke , zo als reeds te vooren aangemerkt is, deeze Kwaal geneest, door het ontlasten van zekere nadeelige doffen uit deeze of geene der uiterlyke deelen ; en uit dien hoofde zyn ook deeze middele n fterk aangepreezen door verfcheide Aucteuren welke getuigen , dat zy 'er zig met voordeel van bediend hebben. Ik heb reeds eenige voorbeelden van derzelver goede uitwerkingen bygebracht toen ik over de geneeswyze van Medelydende Val! lende Ziekte handelde. Craton had 'er zo veel mede op, dat hy zig verbeeldde, dat hy 'er de allerzwaarfte gevallen door te boven kon komen. Montanus genas een man van tweeënvyftig jaaren * welke zeer langen tyd aan deeze Kwaaï onderhevig geweest was, door hem een Cauterium te laaten zetten op de armen. Fabricius Hildanus genas alleen door een Seton een jongman, welke ten minften één Aanval alle dagen had, en te vergeefs allerlei geneesmiddelen gebruikt had (g). Paré^e. tuigt, dat hy door het zelfde middel een jongrrfan van tweeëntwintig jaaren , die zeer menigvuldige Aanvallen had , en daar toe op raad van Hollerius was overgegaan , volkomen heeft zien geneezen |ty Mercatus zegt, dat hy een zekeren Lyder dpor O) Centur. i. Obf. 41. (b) Oeuvres de Chirurgie L. 9. Cap. 4. S 5  s8a VERHANDELING over de door middel van een Cauterium op den Arm zo ver gebracht heeft, dat de Aanvallen byna geheel wegbleeven fï). Ik zelf heb hier van eene zeer goede uitwerking gezien by verfcheide kinderen. Willis maakt gewag van eene Epileptique vrouw' welke geen Aanvallen gevoelde , zo lang als het Cauterium open bleef, en 'er ten eerften weder door wierd aangetast, zo dra als het zelve ophield te loopen. (k) C. Pifo verhaalt, dat hy een man uit Vfancy geneezen heeft, door hem een Cauterium boven op het Hoofd te laaten zetten , en dat hy eene vrouw kende , welke daar door van eene zwaare opftyging herftéld was; doch hy merkt met xeden aan, dat het gevaarlyk is, Cauterien op die plaats te zetten , want dewyl men zig in dien tyd van vuur bediende, kon men zeer ligt de Vliezen van de Harsfenen branden , en daarom raadt hy dezelven liever in den Nek te zetten, het welk even goed en niet gevaarlyk is. (/) Meeckren, verhaaltdat hy een jongman van zeventien jaaren geneezen heeft van eene zeer zwaare Epilepfie, verzeld met ysfelyke toevallen, voornaamlyk met eene verlenging van de Tong, welke hem tot aan de Borst toe kwam, terwyl hem op denzelfden tyd debreisfem en het fchuim in eene ongelooflyke kwantiteit uit den mond vloeide: alle middelen waren vruchteloos , zo dat men eindlyk befloot een Cauterium te zetten op de zaamenvoeging van de Sutura Sagittalis , en de Sututa Coronalis. Men gebruikte om dit in het werk te ftellen, een gloeiend yzer \ waar mede men zelfs het Been brandde; de wond wierd met Bafilicum verbonden; den zesden dag viel de Koof af, en de patiënt was geneezen ; de wond (i) Confultat. Medic. Conf. 3. (£) Patholog. Cerebr. Cap. 27. (7) De Morbis a Colluvie ferofa. Obf. 31. p. 173.  VALLENDE ZIEKTE. s8j wond wierd vervolgens door een erwt opengehouden, om de ontlasting van de ftof te bevorderen, en men hield daar zo lang mede aan, tot dat alle vreeze voor eene wederinftorting geheel verdweenen was. (m) Pujati brengt een voorbeeld by van een man van vyftig jaaren, van zyne kindsheid af aan Epilepfie onderhevig, welke naar geenerlei hulpmiddelen geluifterd had , en eindlyk door een Cauterium op de Dye byna geheel geneezen wierdt. (n) Een jongman van veertien jaaren, zedert negen jaaren daaglyks door Aanvallen van Vallende Ziekte (o) aangetast , wierd door drie Cauterien, een in den Nek, en eenopyder Arm, welke niet langer dan een jaar open bleeven, volkomen geneezen: hy gebruikte, het is waar, ter zeiver tyd andere geneesmiddelen, doch dezelve waren van zo weinig belang, dat zy niet veel tot de geneezing konden toebrengen, In de Anecdotes de Medecine vindt men twee Waarneemingen, die de goede uitwerking van deeze middelen duidlyk aantoonen. Eene jonge Juffrouw, agttien jaaren oud , had zedert twee jaaren, alle maanden een Aanval van Vallende Ziekte gehad, welke nog aan ongeregeldheid der Maandftonden, nog aan eenige andere oorzaak kon toegefchreeven worden, en waar voor zy te ver- («O J. a Meeckren. Obf. Medic. Cap. p„ 45. Niettegenftaande deeze Waarneming, de twee voorgaan* de, en eenige anderen , de goede uitwerking van deeze middelen fchynen te bewyzen, moet men dezelve evenwel niet dan met zeer veel omzichtigheid in 't werk feilen. Pifb voorzag reeds hoe gevaarlyk zy zyn, en beeft 'er zelfs voorn beelden van bygebrtcht, zo wel als de Hr. de Haen, dotb elk een is zo oprecht niet. (») Decas Obfervat. Medic. Obf. 3. £>. p 95. O?) Jturnal de Medic. T. t$. p. 47.  a34 VERHANDELING over d* vergeefs allerlei geneesmiddelen gebruikt had: men zette haar eindlyk een Cauterium op den Arm het welk de Aanvallen vier maanden deed weohlyven; dit gelukkig begin was oorzaak, dat 'er op den anderen Arm ook een Cauterium gezet wierd en zy bleef negen maanden vry • ten laatden zette' men nog een Cauterium op het Been, het welk haar volkomen genas. Een man van zestig jaaren mede aan dezelfde Kwaal,' zonder eenige bekende oorzaak, onderhevig, ftuitte dezelveagtmaanden lang door middel van twee Cauterieni doch zig inbeeldende, dat hy volkomen geneezen was hadhy de onvoorzichtigheid, van 'er een te laaten toeloopen ; doch dewyl daar kort daar na weder een Aanval op volgde , wierd 'er ten eerden een Cauterium op de voorige plaats gezet, en de patiënt leefde nog zeven jaaren , zonder wederom Aanvallen te gevoelen, (p) Eenige dagen geleden ben ik geraadpleegd voor een patiënt, welke zedert veele jaaren aan Vallende Ziekte onderhevig is geweest, waar voor hy vergeefs a]lerIei geneesmid. del-n gebruikt, en zedert eenige weinige weeken een Cauterium heeft laaten zetten, daar hy meent Ze7^C^^aT reeas ^ gevonden te hehben. % CACV1L Tot de Klasfis van de Cautcrien of Brandmiddelen zou men ook de Vejicatoria of Spaanfche-Vliegen kunnen brengen, dewyl deeze eenigzins op gelyke wyze werken, hoewei zy daar m van de Cauterien verfchillen, dat zy, fehoon haare werking niet zo lang duurt, niet alleen dienst doen als Evacuantia, maar te gelyk de veerkracht van de Solida verfterken en aanzetten, waaromzv m veele gevallen van meer nut zyn dan de Cauterien Ik zal breedvoeriger over dezelve handelen in het Hoofdftuk over de Opftyging, daar zy meer in te pas (/>) Anecdotes de Mcdccine. 85. p. 124.  VALLENDE ZIEKTE. *85 pas koomen, dan in Vallende Ziekte, fehoon men evenwel bekennen moet, dat zy zomtyds ook daar in met vrucht gebruikt kunnen worden, waar van ik zelfs veele voorbeelden bygebracht heb, toen ik handelde over de Medelydende V allende Ziekten. lk heb 'er ook goede uitwerkingen van gezien in Eigenaartige Epilepfien, en de Hr. Serao heeft eene fraaie Waarneeming wereldkundig gemaakt, waaruit haare nuttigheid volkomen blykt. Deeze vermaarde Man wierd te Napels geraadpleegd over een kind van vyf jaaren, hetwelk zedert een of twee jaaren een Aanval van V allende Ziekte kreeg zo dikwyls als het begon te flaapen, waar door het geheel weezenloos geworden was, en eene zoort van lammigheid in de Beenai gekreegen had, zo dat het buiten vermogen was , om -re kunnen ftaan. Men had reeds vruchteloos verfcheide middelen aangewend. De Hr, Serao lier eene Spaanfche Vlieg leggen op het agterfte gedeelte van de Sutura Sagittalis, welke van zulk eene goede uitwerking was, dat de Aanvallen, welke te vooren onnoemlyk waren, ten eerften verminderden, en na verloop van vyftien dagen geheel wegbleeven; het kind kreeg zelfs zyn verftand zo wel als het gebruik van zyne Beenen wederom. Mr Morgagni , die ons deeze Waarneeming heeft medegedeeld, voegt 'er nog by , dat de Hr. Serao in andere zoortgelyke gevallen het nut van de Spaanfe Vliegen ondervonden had (#). (q) De Sedibus & Caus. Mtrb. Épisi. 10. $8. P- 77- VIER-  386 VERHANDELING over dé VIERENDERTIGSTE AFDEELING. Over de Behandeling geduurende den Aanval. % CXCVIIL /_^o lang de Aanval duurt, kan men den Lyderen geen anderen dienst doen, dan dat men zo veel mooglyk is zorg draagt, dat zy zig zeiven geen ongemak toebrengen, ln de eerfte plaats is het zeer goed een gedraaid en fterk ftuk linnen tusfehen de tanden te Hekken, indien dit gefchieden kan; om te beletten , dat zy de Tong niet kwetfen, het geen dikwyls gebeurt, of dezelve geheel afbyten, daar ook voorbeelden van zyn; de tip van een neusdoek, of een fyn fervet is hier zeer dienftig toe, en veel beter, dan hout of linnen. Ten tweeden, is het zeer noodzaaklyk, datmen belet, dat zy zig niet bezeeren aan het een of het ander hard Lichaam, 't geen digt by hen is; en daarom moet men hen, indien het mooglyk is,ten eerften op een bed leggen, en voorkoomen, dat zy niet op den grond vallen, en vervolgens doormiddel van zachte kusfens beletten, dat zy hun hoofd niet ftooten, en zorgvuldig acht geeven, dat zy met hunne vuisten, hun aangezicht niet kwetfen , of hunne Neus aan bloed ftaan. Bekwaameen verftandige omftanders weeten daar zeer wel zorg voor te draagen, en wachten zig vooral, om de geweldige beweegingen en trekkingen van de Lyders op dien tyd te willen beletten, het geen voor eerst ondoenlyk is, en ten anderen zeergevaarlykzynzou, al kon het gefchieden. Dewyl, geduurende den Aanval, de Duimen voornaamlyk door ftuiptrekkende beweegingen meer dan andere Deelen worden  VALLENDE ZIEKTE. aS7 den aangedaan, verbeeldde men zig dat het wezenlyke van de Kwaal daar in beftond, en men meende den Lyderen geen grooter dienst te kunnen doen, dan dat men dezelve met geweld opende en los trok, het geen, gelyk De Heer van Smeten zeer wel aanmerkt, dikwyls zeer zwaare en langduurige pyn veroorzaakt zonder eenig nut te weeg te brengen; (r) het is derhalven noodig, dat men zodaanige onnutte en dikwyls gevaarlykepoogino-en geheel nalaat. § CXCIX. Liet gebruik van fterkriekende Spirituofa, prikkelende middelen, en fterke wryvingen is ook geheel onnut; want, dewyl de werking°der gevoel-verwekkende Zenuwen geheel ftilftaat,kunnen geenerlei prikkelingen baaten, en Hinkende reukwerken zyn gevaarlyk, gelyk Celfus en Coelius Aurellanus reeds aangemerkt hebben. Men bediende zig van deeze middelen, op hoop van de Lyders te doen niezen, het geen men zeer dienftig oordeelde te zullen zyn, dewyl men zig verbeeldde, dat de Vallende Ziekte veroorzaakt wierd door eene geweldige fchudding van de Harsfenen, welke zig daar door van nadeelige vochten trachtten te ontlasten ; doch zonder van dit verkeerd gevoelen te fpreeken, het niezen op zig zeiven zou zeer gevaarlyk zyn, gelyk Coelius Auretianus zeer wel aangemerkt heeft, (s) Om hier van volkomen overtuin d te worden, behoeft men zig maar alleen te binnen te (O $. 1080. T. 3. p. 4£i. CO D* Morh. Cbronic. L. 1 Cap. 4. Val/aha keurde bet gebruis van nsesverwekkende middelen ook geheel af zo tfel als dat van het grootfte gedeelte van vlugge geesten * welh onder de neus gehouden worden. Morgagni Eplst 9. S 6. De Heer van Swieten heeft het gevaar van deezé praktyk ook aangetoond. Een verftandig Doctor dérbalven moet dezelve geheel achter weegen laaten.  a88 VERHANDELING over de te brengen; dat het niezen begint met het inhouden van den adem, waar door de Bloedvaten van het Hoofd, welke reeds te vol met bloed zyn, nog meer opgezet worden, het welk zckerlyk zeer gevaarlyk is, en dat daarenboven het niezen op zig zeiven eene ftuiptrekking, en geenzins gefchiktis, om andere ftuiptrekkingen te doen ophouden. § CC. Het wryven met olie is een vlak tegenovergedeld middel van het. Niezen. De Heer Morgagni maakt gewag van een patiënt, wiens Ruggegraat geduurende den Aanval, op raad van Den Heer Albertini, die hem behandelde, met warme Amandel-olie ge wree ven wierd, het geen hem altyd veel dienst deed. Dit middel kan zeer zelden plaats hebben in Vallende Ziekte, maar in ftuiptrekkingen, kan het, gelyk te vooren reeds aangemerkt is, dikwyls te pas koomen. § CCL De ouden, welke hunne geneeswyze fchikten naar hunne waarneemingen, raadden geduurende den Aanval eene aderlaating te doen, om de oppropping van de Harsfenen te verminderen ; doeh zo dra men van gevoelen veranderde, en de Vallende Ziekte befchouwde als eene geweldige pooging van de Harsfenen, om zig van fcherpe en nadeelige ftoffen te ontlasten, wierd het aderlaaten afgekeurd , vit vreez' dat de Natuur daar door te zwak worden, om 7ig van haaren vyand te ontdoen ; cn de patiënt bezwyken zou (V). Deeze onnutte Vreez' verdient niet dat men 'er de minfte acht op geeft ; want men kan zonder eenig gevaar geduurende den Aanval zelfs eene fterke aderlaating doen, wanneer het uit de Symptomata, de fterkte en hardheid van de Pols , blykt dat 'ex Plethora plaatsheeft; doch behalven dat dit zeer dik- (t) Scnncrt. Lib. Part. 2. Cap. 13. quasi. 6.  VALLENDE ZIEKTE. 2S9 dikwyls, moeilyk, en zelfs onmooglyk is, uit hoofde van de onophoudelyke beweeging van alle de ledemaaten, is het ook menigmaal vruchteloos ,• want dewyl men zomtyds ziet, dat 'er fterke neusbloedingen ontdaan, geduurende den Aanval, welkè evenwel denzelven geenzins verligten, («) kan men yan de aderlaatingen niet veel goeds verwachten : in gevallen evenwel, waar in men dezelve volftrekt noodig oordeelde, en welke geen uitftel veelen konden, ben ik van gedachten, dat men ten eerften eene der Vena Jugulares, welke doorgaans zeer zichtbaar zyn, openen moest. De aderlaatingen kunnen ook zomtyds onvermydelyk noodzaaklyk zyn op het einde van de Aanvallen, wanneer de ftuiptrekkingen ophouden, en de toevallen van de PUr thora der Harsfenen egter blyven aanhoudenj waar door zeer ligt eene Beroerte ontftaan kan. § CCII. Indien de patiënt, na dat de Aanval, geëindigd is, zwak, afgemat, benaauwd of dof blyft, is flilte en rust het beste geneesmiddel; het is ook zeer goed, hem nu en dan een klein kopje koud water te laaten drinken, en een klisteer van laauw water te laaten zetten. Als hy geheel en al bekóomen is, moet men hem door eene geduurige verandering van aangenaame voorwerpen trachten af te leiden van de herinnering van zyne Kwaal, welke hem zomtyds eenige uuren na de Aanvallen zeer fterk aandoet; men mag hem zelfs, indien'er zig by de afmatting geen prikkeling voegt, gerust eenige zachte Cordiaalen voor fchryven, gelyk als Aqua Melisfè, met een weinig Ltquof Anodynus Mineralis, of Orangie-bloesfem water,of ietsdiergelyks; doch de Spirituofa, welke eenige Doctoren aanraaden , koomen my al te fterk voor; want ik heb een nieuwen Aanval zien verwekken, alleen door («) Boerhaave de Morh. nerv.p. 811.'  ego VERHANDELING over de door den Spiritus Volatüis Salls Ainmoniachthzlcïi ruiken. VYFENDERTIGSÏE AFDEELING. Over de Behandeling van de gevolgen van Vallende Ziekte. § CCIII. Ik heb te vooren afgehandeld al het geen ten eerden na den Aanval verricht moest worden; ik zal nu kortelyk fpreeken over de middelen, waar door men de kwaade gevolgen van deeze ziekte te boven koomen kan. Ik heb in de Veertiende Afdeeling deeze gevolgen naauwkeurig befchreeven, en dezelve verdeeld in Zedelyke, en Natuurkundige. De zedelyke kwaade gevolgen zyn voornaamlyk, vermindering van het geheugen, en andere zielsvermogens , welke van de verzwakking en aandoening van verfchillende Deelen van de Harsfenen afhangt; derhalven is het verfterken van deeze Deelen de voornaamfte Indicatie; de tyd alleen is in dit geval een groot geneesmiddel, en indien de Harsfenen geen onherftelbaaren fchok gekreegen hebben, koomen de krachten weder, naar maate de geneezing toeneemt , en vordert : doch indien men begeert te weeten, welke andere hulpmiddelen hier met vrucht gebruikt kunnen worden, moet men die plaatfen nazien, daar ik meer in't byzonder over de verzwakking der zielsvermogens gehandeld heb. De Natuurkundige gevolgen zyn. i. De verzwakking van het gantfche Zenuwgedel, deszelfs al te groote aandoenlykheid, en andere ongemakken, wel-  VALLENDE ZIEKTE. 291 welke daar uit fpruiten. 1. Verfchillende ongefteldheden, en kwaaien, door de hevigheid der duiptrekkingen veroorzaakt, gelyk het af byten van de Tong, liet verbryzelen van de Tanden, de ontwrichtingen, verdraajingen, uitdortingen van bloed, fterke Bloedingen. lk heb,hooger,middelen aandehandgegeeven, om de verzwakking van het Zenuwgeftel te herftellen; en de ongefteldheden van de tweede klasfis, wanneer zy door Vallende Ziekte veroorzaakt worden, moeten op dezelfde wyze behandeld worden, als ofzy uit eene andere oorzaak fprooten, rriits dat men onder dewerkdaadigebehandeling,indien zy vereischt wordt, altyd de Hoofdkwaal in het oog houde; doch zulks valt zelden voor by Epileptique lyders. Het af byten van de Tong vereischt noodzaaklyk hegtingen. Turner brengt een voorbeeld by, waar uit dit zeer klaar blykt. Een zeker patiënt had de Tong zo fterk gebeeten, dat dezelve van wederzyde niet dan metkleine velletjes vast was; men deed hegtingen, en drie dagen daarna geraakten die kleine velletjes, welke zeer gekneusd waren, aan het zweeren, en vielen af, zo dat de patiënt zekerlyk de Tong geheel zou verlooren hebben, indien men geen hegtingen gedaan had, en nu doormiddel van dezelve het gebruik van dat Deel volkomen weder kreeg. * * « * # Ta ZES,  soa VERHANDELING ovEit db ZESENDERTIGSTE AFDEELING. Geveinsde Vallende Ziekte. § CCIV. 2*ie daar het voornaamfte, 't geenmy aangaande de Vallende Ziekte bekend is, afgehandeld; ik zal'er nu nog maar een woord byvoegen aangaande de nabootfing van deeze Kwaak Het menfchelyk vernuft heeft zig op alle moog. lyke fchelmcryen toegelegd, en men heeft meer dan eens gezien, dat ondeugende menfchen zekere ziekten nagebootst hebben, om daar door van arbeid of welverdiende ïtraifen bevryd te worden of medelyden te verwekken. Onder deeze ziekten is de Epilepfie de voornaamde, welke men heeft getracht na te bootfen , zonder twyffel om geen an-* dere reden, dan om dat de fchrik en afkeer, welke deeze Kwaal verwekt, ook te gelyk een fterk medelyden inboezemt voor die geenen, die'ermede behiptzyn; en misfchien ook, om dat'er maar eenige weinige oogenblikken vereischt worden, om deeze ziekte te vertoonen; want zodra de geveinsde Aanval geëindigd is , ftaat het den bedriegeren vry, om fris en gezond te zyn. Jonge meisjes, zegt de Heer de Haan,,, welke „ hebben hooren zeggen, dat het Huwelyk zom„ tyds de Vallende Ziekte geneezen heeft, doen „ haar best om dezelve na te bootfen, op'hoop „ dat men haar uit zal trouwen. Luie en lekkere „ Monnikken doen het zelfde om van de ftreno-e „ tugt van de Kloosters bevryd te zyn; jonge lie„ den , om niet genoodzaakt te zyn om ïchool „ te gaan. Het nabootfen van Vallende Ziekte is „ zomtyds zo natuurlyk, dat het zeer moeilyk is „ het bedrog te ontdekken". Ik zal ter deezer gele-  VALLENDE ZIEKTE. m tegenheid zoramige Waarneemingen van dien vermaarden Man .opgeeven, en daar by nog eene Waarneeming voegen van Mr. de Sauvages. § CCV. De Heer de Haen verhaalt, dat hy op een zekeren tyd geroepen wierd by een jong meisje 'twelk, zo men voorgaf, eerst doof; geworden' nadat zy daar van herftéld was, Vallende Ziekte gekreegen had; hy nam het meisje in het Hospitaal om haar beter te kunnen laaten oppasfen. De Aanvallen, welke in 't begin twee of driemaal op een dag weder gekoomen waren , kwamen nu alle uuren wederom. De Heer de Haen was zelfs tegenwoordig by een Aanval, welke in alles naar een waaren Aanval geleek ;'; de duimen waren zo fterk in de handen toegekneepen, dat men dezelve niet dan met veel moeite open kon krygen, en de oogen wierden op een vreeslyke wyze verdraaid; hy kreeg egter achterdocht; want. i. Als zy de oogen opende, zagen 'er dezelve zeer natuurlyk en wel uit. 2. De pols was byna in't geheel niet ontiteld. 3. Als de gordynen van haar bed toegefchooven wierden, verwydde de oogappel, en'als men dezelve opende, trok zig de oogappel'wederom toe. 4, Als men haar eene brandende kaars digt onder de oogen hield, trokken • zig de oogappels zeer fchielyk toe, en zy draaide haar Hoofd daar van af om de pyn te ontgaan. En om derhalven volkomen verzekerd te zyn, of zyn achterdocht gegrond was of niet, gaf hy aan dengeenen, welke haar oppaste, last, dat hy haar uit het bed doen opftaan, en ftokflagen geeven zou , indien zyop den grond viel. Door dit middel wierd zy volkomen geneezen, en zy bekende, dat de Vallende Ziekte, zo wel als de doofheid, geveinsde ongemakken waren om van dienstbaarheid vry te zyn. In het zelfde Hospitaal was, volgens het getuigenis * 3 van  294 VERHANDELING over de van den Hr. de Haen, een zeker jongman, diedezelfde rol nog veel konftiger fpeelde; zyne Aanvallen waren altyd verzeld van een zwaare hik en hy had vreeslyke ftuiptrekkingen in den Onderbuik ; doch dewyl de Heer de Haan evenwel eenige achterdocht had, deed hy hem opduiten in eene kamer, daar men hem verfpieden kon: zo lang als hy meende van niemand gezien te worden, washy volkomen wel, maar zo dra 'er menfchen by hem kwamen , kreeg hy ten eerften een Aanval, welke zelfs minder hevig was, als hy zig verbeeldde, dat men 'er geen acht op gaf. Eindlyk wierd hy van bedrog overtuigd, en bekende, dathyde Vallende Ziekte nagebootst had, om daar door bevryd te zyn van het timmeren te leeren, en in zyns Vaders huis te blyven. % CCVI. Men kan het bedrog doorgaans ontdekken door zodaanige perfoonen fterk te kittelen en zelfs te branden, indien het noodig is; want het is veel gemaklyker eenige zeldzaame beweegin. gen te maaken, dan pyn te ontveinzen. De Heer de Haen brengt evenwel een voorbeeld by van eene vrouw, die de proef van het vuur had uitgeftaan, en nog de lidtekens droeg van drie zwaare brandingen, welke een Chirurgyn haar gedaan had, om te weeten of haare kwaal geveinsd was of niet, doch te vergeefs, dewyl zy de pyn verdroeg, zonder haar bedrog te ontdekken, tot dat zy eindlyk, in hechtenis gebracht zynde, wegens een gepleegden Moord , waar van zy befchuldigd wierd, de zaak bekende, en in tegenwoordigheid van de Heeren de Haen, van Swieten, en verfcheide anderen , de Vallende Ziekte zo natuurlyk nabootfte , dat zy allen geloofden , dat naare geveinsde Aanvallen nu in wezenlyken ver- an-  VALLENDE ZIEKTE. aog anderd waren (V). Een jong meisje, niet meer dan zeven jaaren oud , bootde de Vallende Ziekte in het Hospitaal te Montpellier zo net na-, datniemand twyffelde aan de wezenlykheid van de Kwaal,-doch de Heer de Sauvages eenige achterdocht opgevat hebbende, vraagde haar, of zy niet eene gewaarwording van wind gevoelde, welke van de Hand begon, van daar opklom tot de ichuuder, en vervolgens zig naar de Dyen begaf; waarop zy ja antwoordde : hier door wierd het bedrog ontdekt ; Mr. De Sauvages liet haar geesfelen, waar door zy volkomen geneezen wierd. (v) lk wierd eenigen tyd geleeden geroepen by een jongman, welke, eenige baldaadigheid bedreeven hebbende, eene verlamming van de Tong zo natuurlyk nabootde, dat zyne ouders zeer verlegen wierden. Ik was eenige jaaren geleden eens misleid geweest door een diergelyk geval , en twyffelde geenszins, of hier fchuilde ook bedrog onder. Om.hem derhalven weder te doen fpreeken, gaf ik last, dat men zyne fchouders zo lang met Brandnetels geesfelen zou, tot dat dezelve begonnen te zwellen; de jonge knaap bleef zyne rol volkomen uitfpeelen, liet de brandnetels plukken, en begon niet eer te fpreeken, dan toen dezelve binnen gebracht wierden. De Heer De Haen haalt het bekende geval aan van dien bedelaar te Parys, welke zig Epileptiq veinsde te zyn , en dikwyls op ftraat neerviel; men droeg zorg, over zyne verblyfplaats, een bed van ftrooby dehandte hebben, quanfuis uit voorzorg, op dat hy zig zei ven geduurende zyne Aanvallen geen ongemak zou toebrengen: de Aanval kwam even als te vooren; men lei hem ophetdroo; doch hetzelve wierd ten eerden aan (#) Ratio Medendi, Part. 5. Cap. 4. § 5. (y) Nofologia MetbodicaCiaffl 4. Jrt.iy.T.i.p, 582.' T 4  aoS VERHANDELING over ds aan alle kanten in brand gedooken; de zogenaamde patiënt, hier door zeer verfchrikt, fprong vaardig op, en nam zeer fchielyk de vlucht. ' Om derhalven verzekerd te zyn, of eene Vallende Ziekte geveinsd is, moet men zeer naauwkeurig onderzoeken, i. Of 'er iets voorafgegaan is, waar uit eene waare Epilepfie zon hebben kunnen ontdaan, a. Of het onderwerp eenige redenen kan hehben om deeze Kwaal te vertoonen. 2: Of alle de Symptomata in alles gelyk zyn aan die van eene wezenlyke Epilepfie. 4. Of de Lyders vatbaar, zyn voor pyn, of gevaar; want indien de Kwaal wezenlyk is , gevoelen zy geen pyn , en hebben geen aandoening van gevaar, en indien dezelve geveinsd is, verdienen zodaanige bedriegers niet, dat men hen eenigzins ontziet, te meerom dat die ongelukkigen, welke wezenlyk door deeze ziekte aangetast worden, ten uiterden verleegen zyn , en door eene verkeerde fchaamte niets verzuimen om dezelve geheim te houden, en met een valfchen naam voor anderen en zomtyds misfehien voor zig zeiven te bedekken , daar integendeel die geenen, welke deeze Kwaal na bootfen, een grooten ophef daarvan maaken, en 'er als mede pronken. § CC VIL De reden, waarom waare Epileptici zo zeer hun best doen om hunne Kwaal verborgen te houden, fchynt te fpruiten uit de bygeloovigheid der Ouden, welke, onkundig van de waare oorzaaken van Vallende Ziekte, dezelve befchouwden als eene byzondere draf van de Goden, en een teken van derzelver Gramfchap; waarom ook die ongelukkigen, welke in een publiek gezelfchapeen Aanval kreegen,van alle menfchen ten eerften gemyd, en als uitvaagzelen van het menfchelyk gedagt aangezien wierden. Men  VALLENDE ZIEKTE. *97 Men behoorde, nu men meerder verligt is, dit barbaarsch vooroordeel geheel uitgeroeid te hebben, om de nadeelige gevolgen, welke daar uit fpruiten: en waarlyk, indien men minder afkeer voor deeze ziekte toonde, zouden zodaanige ongelukkige Lyders zig ook ontdoen van her afgryzen, het geen zy daar voor hebben, het welk het geluk van hun leven vergiftigt, en, door hunne zenuwen geduurig geweldig aan te doen, zeer veel toebrengt om hunne Kwaal te onderhouden, en te verzwaaren. Het is eene droevige vertooning een Aanval aan te fchouwen, maar dezelve is niet verlchrikfyk, dan voor zo verre het vooroordeel denzelven verfchriklyk maakt,* men fchrikt als men 'er voor het eerst den naam van hoort noemen; men fchrikt'ergeduurende zyn ganfche leven voor, zonder dat men 'er ooit ooggetuige van geweest is, en niets is ondertusfchen zekerder, dan dat 'er geen ongemak is, het welk zo min pynlyk is voor den Lyder, en zo min gevaarlyk voor den omftander, welke, als hy hetzelve met een bedaard oog befchouwt, niets anders ziet dan een mensch van alle gevoel beroofd, wiens fpieren met eene ongelooflyke kracht, fnelheid en verfcheidenheid bewoogen worden; zo dat hetonmooglyk is, indien men daar een oogenblik op Uil blyft ftaan , niet klaar van de verkeerde begrippen, welke men te vooren van deeze Kwaal gevormd heeft, overtuigd te worden. Men behoort zig derhalven van deezen ongelukkigen niet zo zeer af te zonderen, als maar al te veel gefchiedt; veelminder, gelyk men voorheen deed, hen onder bewaaring ftellen van zodaanigen, welke, hen alleen aanneemende om het voordeel, 't geen zy'er van trokken, door de llegtebehandeling, welke zy hen aandeeden, niet weinig toebrachten om hunne Kwaal te veiilimmeren. Het verdriet van de eenzaamheid T 5 en  «9$ VERHANDELING over de en het hartzeer van verlaaten te worden van elkeen, zouden op zig zeiven Vallende Ziekte te weeg kunnen brengen, hoe zeer dan moet dezelve daar doorniet verllimmeren ? Doch bet komt my voor, dat men gelukkig van tyd tot tyd beter en menfche. lyker begint te denken, engeenfchande offchaamte meer hegt aan eene Kwaal, welke dezelve even weinig behoorde in te boezemen, dan eene verkoudheid, of eene Anderendaagfche koorts; en ik hoop, dat binnen kort deeze Kwaal zal ophouden een onderwerp van geheimhouding en afgryzen ie zyn , maar met het zelfde medelyden befchouwd zal worden als alle andere Kwaaien. ZEVENENDERTIGSTE AFDEELING. Korte Herhaaling of Recapitulatie. § CCVIII. _|k heb my verpligt gerekend niets over te daan, het geen eenig licht by kon zetten aan de behandeling van zulk eene zwaare en menigvuldige ziekte, als de Epilepfie, en dit heeft my genoodzaakt eene groote menigte van waarneemingen by een te verzaamelen, waar door dit werkje zeer uitgedyd is; ik zal derhalven tot gemak' myner leezeren die punten, daar men voornaamlyk acht op behoort te geeven, met weinig woorden hier nog eens herhaalcn. I. In de Vallende Ziekte ftaat de werking der gevoelverwekkende Zenuwen altyd geheel ftil, doch de werking van de Zenuwen, van welken de beweeging afhangt, wordt integendeel fterker,en om deeze reden is die Kwaal altyd met een totaal verlies van alle gevoel, en eene ftuiptrekking of Spasmus  VALLENDE ZIEKTE. 295 vius van de meesten, of ook wel van eenige weinige fpieren, vergezeld. II. De Aanvallen zyn verfchillende, niet alleen in langduurigheid, maar ook ten opzicht der bykoomende toevallen en verfchynzelen, naar dat de prikkeling of op veele, of op weinige, of op ver. fchillende fpieren valt. III. De Aanvallen worden zomtyds voorafgegaan door byzondere toevallen, welke of een beginzel van belemmering in de Harsfenen, of een beginzel van prikkeling in afgelegen deelen te kennen geeven; en in zulke gevallen kan men dezelven zomtyds voorkomen , door een fterk windzel te leggen boven die plaats, daar de prikkeling begint. IV. De Harsfenen, zowel als de Zenuwen en de fpieren , worden zo fterk aangedaan geduurende de Aanvallen, dat hunne byzondere functien zeer veel lyden, indien dezelve dikwyls wederkoomen, gelyk blykt uit de vermindering van het geheugen, wezenloosheid, verfchillende Zenuwkwaaien, bederf van fpysverteering, totaale verzwakking, en eene menigte van andere ongemakken, welke daar zomtyds op volgen. V. Zomtyds volgt de Vallende Ziekte op andere Kwaaien; op andere tyden houdt zy op, en brengt andere ongemakken voort. Ik heb nog onlangs een patiënt behandeld, by welken de Kwaal een zeer byzonderen loop had gehouden; dezelve was op zyn vyftiende jaar het eerst met zwaare Hoofdpyn begonnen, waar by zig niet lang daar na een ander toeval gevoegd had, hetwelk men den naam van Duizelingen gaf, doch hetgeen eene weezenlyke Vallende Ziekte was; want de patiënt gevoelde eensklaps eene zekere belemmering in zyne Harsfenen, verloor een oogenblik daar na  3o° VERHANDELING over de na alle gevoel en kennis, en kreeg eene ligte ftuiptrekking; de Kwaal wierd vervolgens langduuriger en zwaarder, en de Aanvallen waren twee jaaren lang volkomen Epileptiq; doch na verloop van dien tyd zyn dezelve ontaard in eene totaale verzwakking van die jZenuwen, waar van de beweeging afhangt, zo dat de werking van alle zyne fpieren zeer fterk verminderd en afgenoomen is; uit dien hoofde fpreekt hy, flikt hy, en gaat hy zeer moeilyk en gebreklyk; hV kan zyne armen naauwlyks beweegen , en zyn" geheugen is zeer verminderd, doch zyne overige zintuigen fchynen niet veel geleeden te hebben. VI. De Vallende Ziekte wordt te weeggebraeht door alle oorzaaken, welke de Zenuwen fterk ge* noeg kunnen prikkelen om ftuiptrekkende beweegingen in de Harsfenen te verwekken. Deeze oorzaaken worden Caufa Procatamica gemamd. Door de Caufa Proëgumena wordt verftaan eene meer dan natuurlyke Vatbaarheid van de Harsfenen tot ftuipen. Vil. Wanneer de Caufa Procatarctica haare zitplaats in het Hoofd hebben , en daadlyk op de Harsfenen zeiven werken , noemt men dezelve Caufa Idwpathica , of Eigenaartige Oorzaaken ; doch wanneer deeze oorzaaken in eenige andere afgelegene, 't zy uit - of in. wendige Deelen, fchuilen, worden zy Caufa Sympatbica, of Medelydende oorzaaken genaamd. Deeze laatde oorzaaken zyn zeer menigvuldig, en hebben haare zitplaats zo wehn de Vochten als in de vaste Deelen. VIII Scherpe ftoifen of Vochten, welke op de Harsfenen vallen, maaken eene der voornaamfte van deeze oorzaaken uit; ik heb, hooger, een Voorbeeld bygebracht van Vallende Ziekte , op het ïnjlaan van fchurft gevolgd;, bet,Lzelfde gebeurt dik-  VALLENDE ZIEKTE. 3ox dikwyls door het injaagen van Dauworm : ikzelf heb ,behalven eene menigte van andere ongemakken, drie waare Aanvallen van Epilepfie uit podagreufe ftof zien ontftaan. IX. Deeze Caufa procatarctica zeiven worden in beweeging gebracht door de Caufa accidentales, of Bykoomende oorzaaken, welke fpruiten uit de geftadige verfcheidenheid of verwisfeling in dezes niet natuurlyke zaaken. Te groote foberheid is zelfs ook nadeelig; want men heeft een voorbeeld van een volmaakt gezond man, die twee waare Aanvallen van Epilepfie in zyn leven gehad had, en niet meer; welke beide veroorzaakt waren door al te lang te vasten, (z) waar door zyne vochten zekerlyk al te fcherp geworden waren. X. Naar maate de Zenuwen meer aandoenlyk zyn, daat men ook meer bloot voor deeze ziekte; en daarom zyn kinderen, vrouwen, en zwakke gedellen meer onderhevig aan dezelve dan Gryzaards, mannen, en fterke perfoonen. XI. Hartstochten, voornaamlyk vreeze, fchrik, droefheid, hartzeer, en fpyt, brengen deeze Kwaal doorgaans menigviddiger te weeg, danPbyp'queongefteldheden. lk heb verfcheide patiënten gezien , by welken men geene andere oorzaak ontdekken kon , dan hartzeer en tegenfpoed , waar door de Zenuwen al te aandoenlyk, en de Vochten al te fcherp geworden waren. XII. Wanneer de Vatbaarheid van de Harsfenen tot'ftuipen door den tyd zeer toegenomen is, worden de Aanvallen door de allergeringde en ondoorgrondelyke zaaken op nieuw voortgebracht. XtlL De Vallende Ziekte is zomtyds onherftelbaar, doch niet zo dikwyls, als men zig verbeeld heeft; de redenen, waarom men dezelve weinig ge- (2) JVainewricbt, on nonnaturah. p. 172.  jol VERHANDELING over. ds geneest, zyn voornaamlyk deeze. Vooreerst, öni dat men, zonder eenigzins acht te geeven op de afgeleegen oorzaaken, waar uitide Kwaal fpruit, of de toevallige oorzaaken, welke dezelve op nieuw in beweeging brengen, of op de natuurlyke gefteldheidvsn den Lyder, ade Epileptici alleen door Specifique middelen heeft willen geneezen, welke zonder op de afgelegen oorzaaken, of op de ongedeldheid van het temperament te werken, of zonderde dwaalingen in de Dieet, welke van zo veel belang is in deeze ziekte, te kunnen verbeteren, alleen gefchikt zyn, om op de Harsfenen zeiven te werken. Ten tweeden, om dat men zig doorgaans van al te zwakke en krachtelooze hulpmiddelen bediend heeft. XIV. Om zig in ftaat te dellen om de Vallende Ziekte te boven te kunnen koomen, moet men beginnen , met te onderzoeken, of dezelve uit eene Medelydende of uit eene Eigenaartige oorzaak fpruit, en met alle moogelyke oplettendheid nafpooren, door welke toevallige of bykoomende oor-, zaaken de Kwaal het meest in beweeging gebracht wordt, en welke gebreken in de gedeldheid van den Lyder plaats kunnen hebben. XV. Om de Kwaal te geneezen moet men de Medelydende oorzaaken, indien zy daar uit fpruit, door gepaste middelen, welke de geneeskunde daar toe aan de hand geeft, trachten uit den weg te ruimen, en vervolgens de vatbaarheid tot ftuipen van de tlarsfenen, indien dezelve nog overig blyft, na dat de Medelydende oorzaaken reeds weggenomen zyn , geheel vernietigen. Indien de ziekte eigenaartig is , moet men zodaanige levenswyze voorfchryven b waardoor men, zo veel als mooglyk is, belet, dat de Vochten niet naar het Hoofd ftygen. Maatigheid , en eene zeer zachte dieet,zyn de bekwaamde middelen om dit oogmerk te bereiken.  VALLENDE ZIEKTE. 3o3 ken. Indien 'exPlethora, verftoppingen,of uitdrooging, plaats hebben, moet men aderlaatingen, laauwe baden, verdunnende, en purgeermiddelen voorfchryven; en hier door geneest men zomtyds Vallende Ziekten, welke uit eene deezer oorzaaken fpruiten, zonder dat men zyn toevlucht behoeft te neemen tot Specifique middelen. Ik heb verfcheide voorbeelden bygebracht, welke dit bevestigen. Celfus heeft in het algemeen de beste voorfchriften omtrent de geneezing van deeze ziekte nagelaaten.,, Men moet, zegt hy, weinig vleesch eeten, „ voornaamlyk weinig varkensvieesch, zig wachten „ voor de Zon, warm water, het vuur, den wyn, en „ alles, 'tgeen verhitten kan; daarenboven de Min„ ver maaken, de koude, de deiltens, vermoeidheid, „ fchrik, ongerustheid, en al te groote bezigheid „ zorgvuldig vermyden". (a) XVI. Wanneer men het Lichaam in een zeer goeden ftaat gebracht heeft, en 'er geen andere ong fteldheid meer overig is , dan alleen eene af te groote aandoenlykheid van de Zenuwen, en eene vatbaarheid van de Harsfenen tot ftuipen, zo dat men niet behoeft te vreezen, dat de Specifique middelen , welke allen eenigzins prikkelen, meer kwaad zullen doen, door ontdeeking in het bloed te verwekken, en het zelve naar het Hoofd te doen ftygen, dan goed, door de zenuwen te verrterken; wanneer men, zeg ik, tot dus verre gevorderd is, dan, en niet eerder, mag men zig van dezelven bedienen; onder deeze middelen is de wilde Faleriana, 't zy in poeder, 't zylnEhtractoSp'trimfo, het beste. Koude Baden, Melk, Brandmiddelen, Muskus, Orangiebladen enz. zyn ook dikwyls zeer dienftig. XVII. Een onfeilbaar Specificum kan onmooglyk plaats Ca) De Medicina, L. 3. Cap. 23 p. 173.  3°4 VERHANDELING over de enz. plaats hebben : die voorgeeven zodaanig een middel te bezitten, zyn weetnieten of guiten; die het gebruiken, laaten zig bedriegen; want daaglyks ziet men, dat de meest geroemde Specifica niet den nnnften dienst doen ; maar doorgaans draageh de Kwakzalvers, die dezelve geeven, zorg om te gelyk zo veel kleinigheden voor te fchryven, dat het byna met mooglyk is, om ze allen een vooreen naauwkeurig naar den letter op te volgen, en zo dra de ligtgeloovige Lyders maar de geringlle overtreeding begaan, fchryven zy daar aan het misfen van hunne Specifica toe. X.VT1L Het is zeer byzonder, dat 'erbyna geene Kwaal is, welke van bedriegers zo dikwyls nagebootst, en van wezenlyke Lyders zo zeer gevreesd wordt, als Vallende Ziekte. XlX. De verkeerde fchaamte, welke men aan deeze ziekte hegt, is een wezenlyk ongemak, het welk zeer veel toebrengt om dezelve te verdimmeren ; en het was te Wenfchen, dat men deeze Kwaal in het zelfde licht befchouwde als andere Kwaaien; het vooroordeel van het gemeen in dit opzicht fpruit uit de bygeloovigheid der Ouden , waar van Hippocrates het belachelyke reeds heeft aangetoond , en welke evenwel zig ftaande heeft gehouden, zedert meer dan twee duizend jaaren. EINDE.