01 1178 11+2 UB AMSTERDAM   m  STOLPERTUS, O F DE JONGE ARTZ, B Y HET KRANKBED. Door eenen Patriotfchen Paltzer. Uit het Hoogduitsch vertaald door eenen Vriend van zyn Vaderland. Vita brevis, ars longa, oecalio prarceps , experimentunt periculofum ; judicium dijpcili, HlPP: Aphor: I. IN 'sGR A AVE N H A A GE. B y C. P h A A Ti MDCCLXXXI.  Animus- lalus bene Medicinam facit; Spiritus autem fraClüS exjïccat osfa. [Of, zaakelijk:] Een wakker, vrolijk, BLIJ gemoed, Maakt PU en Drank en Poeier goed; Maar is de geest gansch neêrgehoogen , Het merg zal in >t gebeenf verdroogen f E: M.  VOORREDE VAN DEN VERTAALER. J~y jonge Artz by het Krankbedl Wat verfchillende aandoeningen zal dit üpfchrift veröorzaaken! — .> Ha! 1 zegt er „ één ) wat zou ik met dit Werk doen? „ Het is alleen gefchikt voor Geneeskun- " digen-' * » Ik moet het hebben „ (zegt een ander); >t zal zekerlyk een P Paskwil zyn op de Doftoren. Molière „ en anderen hebben er nog niet genoeg „ van gezegd; zy verdienen het wel. Wat „ is immers hunne Kunst een raad/el!... „ Tréffen zy de ziekte, het is goed-: maar „ heeft het tegendeel plaats, de aarde be„ dekt hanne misflagen; en de lyder heeft „ altyd ongelyk. Hy heeft de orders van „ den Doctor niet naauwkeurig in acht » genoomen. En kan men hem daar' niet vanbefchu!digen,zoo vindt men andere „ uitvlugten!" —Maargy hebt het niet aan 7t rechte eind j gy Spotter! Want indien gy * dit  IV VOORREDE. dit Werkje met den naam van een Paskwil durft benoemen : 't welk het nochtans niet is ), dan zal het echter- geen Paskwil kunnen fchyntn met betrekking op de Geneesheekkn, maar misfchien eenigzins met betrekking op U, die door de buitenfpoorigheid en toomeloosheid uwer driften, en door uwe Zwelgeryen, uwe gezondheid benadeelende, met al uw ongeloof en uwe wantrouwigheid aangaande de zekerheid der Geneeskunde , verheugd zyt, een' Doftor te vinden, die de gevolgen van uw wangedrag' wil verhelpen, en ü uit den poel redden, daar gy u-zelven vrywülig in gedompeld hebt. Hieruit ziet men dan , dat dit Werk, juist niet alleen voor lieden van de Kunst, gefchikt is; hoewel deezen er vooral veel nut uit haaien kunnen: voornaamelyk jonge Doolaren, die hunne eerfïe flappen in deeze moeielyke loopbaan doen. Onze Schryver ontvouwt hun op eene aangenaame en niet min leerzaame wyze, verfcheidene Zwaarigheden, die zy in deeze hunne bezigheden ontmoeten zullen, hy wapent hen tegen de verwaandheid en den hoogmoed, die dikwyls de gevolgen zyn van een gelukkig begin; door hun onder, het oog  VOORREDE. V oog-te brengen, 'hoe weinig er noodig is, cm hunne ingebeelde geleerdheid te misleiden , en hunnen grooten Naam in ééns te doen vallen. Hoewel onze Schryver al een goed getal Zwaarigheden oppert, zoo koomt my, echter voor, dat hy er nog twéé vergeeten heeft. De éérfte is, dat fommige Heelmeesters zich verftouten, Inwendige Ziekten te behandelen, zonder de noodza3kelyke kennis daartoe te hebben! waardoor de lyders, na fomtyds al vry lang door eene kwaade en ve- keerde behandeling opgehouden en verzuimd te zyn geweest, eindelyk hunne toevlugt tot den -Artz moeten neemen; die alsdan meer moeite heeft, om de misfiagen, door Onkunde begaan, te herftellen, en de werking van de flechtgepaste middelen aftekeeren, dan hy zou gehad hebben, om de ziekte ; indien de lyder, in plaats van zich in onkundige handen overtegeeven, by hém gekoomen ware), van den beginne af aan, te geneezen. De voorbeelden hiervan zyn al te veelvuldig, dan dat men noodig heeft fterker op deeze waarheid aantedringen. De twééde zwaarigheid, die nietmin gewigtig en ten uitersten beklanglyk is , is de onkundigheid, de ontrouw, de inhaaligheid en de" verwaand-  VI VOORREDE. waandheid van fommige Apotheekers. Hierdoor wordt de Doftor misleid, en ioopt gevaar, van zynen goeden naam te verliezen ; inmiddels dat de lyder het ongelukkig flagtoffer wordt van deeze ondeugden. Hier vindt men er, die zich geleerder achtende dan de Dettoren, verwaand genoeg zyn, om het ééne middel aan het ander te fubflitueeren.; voorwendende, dat het toch middelen van dezelfde C/axJis zyn. Daar vindt men er, die, door inhaaligheid, oude verdroogde middelen opkoopen, en dezelven hunnen Patten, ten toeduwen; onderwyl dat anderen, uit eenen iJot en uit ééneFlesch, alle hunne lyders voorzien. Het koomt er (zoo 'c fchynt) niet op aan, of de lyder fterft! dat is voor des Doclors reekening; als zylieden maar hunne beurzen opvullen, en zich met het bloed der burgeren verryken. Deeze eerlooze menfehen verdienden tot affchrik van anderen, ten toon gefield te worden; indien het welzyn van hunne vrouwen en kinderen daar niet mede verknocht ware, en men niet te veel toegeevendheid omtrent hen gebruikte.... Men vindt er ook nóg-al van een andere foorr; die evenwel wat minder gevaarlyk zyn. Deezen 'maatigen zich het recht aan, om bedil.  VOORREDE. VII dillaars van de Voorfchriften derDoftoren te zyn! — en durven,(-zonder de omftandigheden te weeten, waarïn de lyder zich bevindt), valfche gevolgen trekken, uit hunne manier van voorfchryven. Is het Voorfchrift 0p eene eenvoudige wyze,dan zegt men: Ja, zyn kundighedenJlrekken ztch niet verder uit; hy is een Beuling ƒ Wat kan zulk een Drankje voor werking doen1? — Dat is u immers evenveel, Heer berisper! gy trekt er toch uw geld voor. Maar weet gy niet, dat een Doftor zich dikwylsin de noodzaakèlykheid bevindt, fets te moeten voorfchryven om zyne lyders te voldoen, die hem fchielyk zouden bedanken, indien hy vermetel genoeg ware,hunftaande te houden, dat zy gezond zyn en geene middelen noodig hebben * Is het dan niet beter iets voortefchryven da£ noch goed noch kwaad doet, dan deezen wispeltuurigen ■ menfchen zóódanig - iets voortefchryven, 't welk hunne inbeelding bevestigen en hunne gezondheid benadeeknukan?Ditalfcs.zyevenwel, maar * m betrekking tot fommige APotheekeren gezegd; want men vindt er ook zulken wier kundigheid, eerlykheid, oorechti^ heid; enmenschlievendheid, de grootfte achting waardig zyn Doch om y/eder tot  VIII VOORREDE. tot onzen Schryver te koomen, zoo kan men zeggen, dat die zyn Werk, voor alle menfclien gefchikt is; zoowel voor Doctoren als voor byzondere . perfoonen. GeïuLkig voor de Maatfcbappy , indien alle de Werken die gefchikt fchynen om een' ieder' Burger aangaande zyne gezondheid voortelichten , op dezelfde wyze ingericht waren! Dan zouden de menfehen (in plaats van zich zélven te willen geneezen, en de heilzaamfte middelen door onkundigheid in vergiften te veranderen) zich leeren toeleggen, 'om langs de wegen die de Natuur zélf aanwyst , te waaken voor hunne gezondheid, en zich veelal aan de noodzaakèlykheid onttrekken, om hunne toevlugt tot den Artz te moeten neemen. Gelukkig dan nog zy, 'die niettegenftaande alle hunne voorzorgen , met eemge ongefieldheid worftelende, zulke Doctoren aantreffen, die eenvoudig in hunne wyze van voorfchryven, den raad en de manier van onzen Schryver volgen, en niets, dan het welzyn hunner lyderen behartigen! Indien dit Werkje eenig nut aan de Maatfcbappy toebrengt, en gefmaakt wordt, zoo zal ik ten uiterften voldaan zyn. — Vaart wéll Op-  Opdragt van den Hoogduit* fchen Schryver. Oen Hoog-Welgsboo.ren'en, Hoog-Edelgeboorenen, e n Hoog-GeëerdëN! tnynen gelukkig - verzorgden, ter goeder uur geflorven', eertyds kt-anken Vrienden en Weldoeneren, • Gelukkig-Verzorgden! ElyzeeïsChe Schimmen! Ik heb langen tyd In beraad geflaan; of ik aan eenen Lyfmedicus met eens fraaie gepoederde paruik, aan eenen ryken 'Apotheeker, of aan eenen ar* beidzaamen Doodgraaver dit Geleerd de Voortbrengjel ofdraageh * wilde»  h O P D R A G T. wilde. De éérste Mecenas zou misfchlen wel, als hy e enige bladzyden geleezen had, het Werkje in den af ge' Jegenften 'hoek van zyne beftofte Bibliotheek geworpen ; maar nochtans ten Hove, van hetzelve met lof ge' fprooken hebben: de twééde , door dee'ze eerbetuiging opgeblaazen, zou de Nieuwe]aarsgift met een Suikerbrood en r enige ft ukken Storax vermeerderd hebben : en de derde, zou my na my-. nen dood, voor de helft van 't gewoone geld, hebben willen begraaveny dewyl toch natuurlyker wyze, de éêne vriendfebap de andere waardig is. Doch naardien myne inzichten zonder eigenbaat zyn, en alleenlyk het wel zyn van eerstbeginnende Doctoren, en van hen, die bet geluk of ongeluk hebben in hunne handen te vallen, ten oogmerk hebben; zoo zy aan U, Gelukkig^ yerzorgd.en , dit Werkje, al$ een teeken van myne oprechte dankbaar-.  Ö P D R A G T. m baarheid aangebooden? — Gy lieden waart by uw leeven zoo goed, My uw Lichaam en Gezondheid toe te vertrouwen : en de kwaadfpreekende weereld zeideby uw afjlerven, — dat IK u door myne Kunst, van 't leeven beroofd en tot den dood gebragt had! , Jk.laat u zélf onderzoeken, of men my naar waarheid, met eene zoo onmenfchelyke daad befchuldigen kan. jDoch ook tot nu toe, is er van ii-lieden nog niet één wedergekoomen, die door zyne toeflemming,de kwaad]preckendbeid van Booze Tongen tot myn nadeel onderfteund heeft. Zoo luidruchtig als de waanwyze Vrouwkens over myne geneeswyze fchr eeuw den, even zoo flilzwygend laagt gy lieden op 4en kraakénden flroozak; en uw ftilzwygen maakte de lastertongen deezer geneeskundige Heldinnen en hoogaanzienlyke Lapzalveresfen, befchaamd. U-lieden zy daarvoor by zonder !ykt * 2 di t  iv O P D RAGT. dit Werkje opgedraagen , Gelukkige Schimmen! Geniet met eenen volkoomenen wellust, de rust, die door geene Uchaameiyke gebreken meer geftoord wordt; en blyft altoos, de Jlilzivygcnde goede Vrienden, van Uwen, door de Erfgenaamen Spaarzaam - beloonden , en nochtans dankbaaren, eertyds geiueezen' Doctor.  STOLPERTUS, O F DE JONGE ARTZ * B Y HET KRANKBED. EERSTE AFDEELING, Van de moeielykheid om de Ziekten te kennen en te geneezen. JlK. kan my nog naauwlyks van lachen onthouden, als ik my dat tydftip herinner, op hetwelk de herfcheppende ftem van mynen Hooggeleerden Meefter, my in eene publieke gehoorzaal, op eene zeer deftige en geleerde wyze, onder hec doofmaakerid geluid van fchelle trom. petten en raazende pauken, in eenen verbaazenden Geleerden Man...,, in eeA ne»  < 2 ) nen Dottor veranderde' Op dat oogenblik zag ik alle de ziekten voor myne wonderwerkende pen fidderen, en voor de fchim van myne Doftoraale Geleerdheid, als vreesachtige nachtuilen weder in hunne holen keeren. Zoo verwaand was de langöorige bewooner van Arkadiën, onder den leeuwenhuid verborgen. Reeds zag hy de vreesachtige nederigheid der onderdaanige dieren met verontwaardiging aan, toen een looze Vos aan de ukkruipende oorlappen zyne laage geboorte ontdekte, en met verachting , zyne ingebeelde trotsheid, tot dat hy fchaamrood werd, befpottede. My gebeurde ook hetzelfde ongeval; want terftond in den aanvang van myne geleerde bezigheden, kwam er een doortrapte Rotkoorts, welke met eenen bedrieglyken pols en natuurlyke pis, myne gewaande wysheid booslyk misleidde , en kort daarna den in rouwgewaad gekleeden Begraafnisbedienaar, ten rnynen huyze zond. De eerlyke Man klopte geweldig met eene zeer eerbiedige vuist aan myne kamerdeur, en begon reeds eer hy inde kamer was, den voet naar achteren te trekken, en zynen tot buigingen gewoo- nen  ( 3 ) nen'ruggegraat in de bogt te zetten. Hy fprak met eene holle ftem zonder te ftameren; „ De bedroefde Èrfgenaa„ men van den zalig geftorven' N. N „zenden hier de treurige fieraaden >> der laatfte eerbewyzingen , (hy reik» te my een Floers en een paar witte « Handfchoenen over) en verzoeken » UEd.Hooggebooren' op het nederig/te, „ de Lykftaatfie van uwen gélukkigen „herftelden door uwe tegenwoordig * heid te verëeren, Zy zullen (ging hy " VOOrt) Voor deeze aan hun beweezene " af VriendfchaP' den hemel ern- * fg bldder- dat hy U Hoogëdel-Gen booten' van föortgeiyke droevige ge„ vallen gunftig bewaare". Wat een kleur kwam er op myne anders uk de natuur bleeke wangen { Ik flamerde een nietsbeduidend tegen-compliment uit; en voelde leevendig, hoe zich de warme bloedbollerjes in de groote vaten draaiende losmaakten, en in de fynfte hairvaatjes van de oppervlakte ongehinderd vloeiden. Ik vreesde by dit vernederend begin, den fmaad van de knorrige Mede-Collega's, welke op den ondergang van den naam der jonge ArtA 2 zen^  (4) zen, hunne eigene verwelkte lauwerkrans fen zoeken te doen hergroenen. Intusfchen klopte my het hart op eene verbaazende wyze; ik was ten minfte agt lange dagen en zooveele flaapelooze nachten, het flagtöffer van de fchaamte en van eene aanhoudende onrust, omdat myn voorzegging my in deeze bedrieglyke ziekte zoo verre gemist had, niet tegenftaande ik de Koorts met zes of zeven Syüogismi begroet, en, met de grootfte ftoutmoedigheid, gelyk de lysters in de wyngaar- den , op mynen lyder was losggegaan Nu, hy zy en blyve dan in de eeuwige rust! — Deezen had ik vooreerst op de lyst van myne gelukkige herftelden; en nu begon ik tegelooven, dat het helaas! een groot onderfcheid is, op het ziekbed of in de boeken, de lyders te geneezen. Om mynen Leezer verftaanbaar en nuttig te zyn, zal ik eenen jongen Artz (S t o lpertus zal zyn naam weezen) van het Tooneel, op hetwelk hem voor zyne z waare onkosten de Do£toraale Kap gegeeven werd, by het ziekbed brengen : daar zullen wy openhartig zonder geheimen, zonder bedrieglyke achterhouding, zonder onnutte redenen, met eene Hippo- cra-  ( 5 ) tt-atifche zedigheid, door waare menfchenliefde aangepord, zonder geleerde twistgedingen, zonder eene voor den lyder fchadelyke eigenzinnigheid, blyven zitten, en zooveel het de krachten van ons beöeffend doorzicht toelaaten, alle dezwaarigheden ontvouwen, welke eenen jongen Artz in de eerfte jaaren van zyne geleerde oefeningen voorkoomen, of die by hem, of by de hem toevertrouwde lyders, de genoeglyke hoop van herftelling vernietigen. Wy zullen met het onderzoek van alle de weezenlyke omftandigheden der oorzaaken van de ziekten ons niet haaften; en als wy by het eerfte bezoek nog onbepaald blyven, welke de beste hulpmiddelen zyn , zullen wy t'huis, in plaats van met de Kaart of in de Flesch te ftudeeren, vlytig nadenken, wat het beste voor den gevaarlyken lyder is, en de waare geneeswyze nafpooren. Welaan myn lieve Stolpertus, ik twyfel niet of gy zult de byzonderedcelen van 'smenfehen lichaam, benevens hunne werkingen in den gezondenftaat, door middel van de Ontleedkunde geleerd »— de oorzaaken van de ziekten, beneA 3 vens  ( ó ) yens hunne kenteekens nagefpoord — en eindelyk de hulpmiddelen, die de Natuur tegen de krankheden verordent, door een naauwkeurig onderzoek van derzelver deelen , en de wyze, hoe dezelve op een gevoelig lichaam werken, met behulp van de Kruidkunde, Heelkunde, en de ondervinding van braave Geneesheeren onderzocht hebben. Gy zult buiten twyfel Tissot, De Haan, Van Zwieten en andere nuttige Schryvers geleezen , en gelyk een vlytige bye den geleerden honig verzameld hebben. Ook zullen u de beste famcnftellingen van verfcheidene Apotheeken niet onbekend zyn, welkealtyd met roemryke Opfchriften, of met den deftigen eertytel des uitvinders verfierd zyn, en denlyderen duidelyk eene vaste geneezing belooven. Zoo hebt gy alle de wapens in voorraad, waarmede een verftandig Geneesheer de ziekten tegengaat, en zich van de grootfpreekende Kwakzalvers onderfcheidt; en gy zult aan Slle mcogelyken laster van fommige eenvoudige vrouwtjes ,\veikemeteene geneeskundige woede, oude en lorrige recepten dikwyls tot nadeel van hunne evenmenfchen hooger achten, en dikwyls door een arglistig  ( 7 ) listig gebruik van haare zoogenaamde huismiddelen, de poogingen der Doftoren, die op ondervinding fteunen, verydelen, het hoofd kunnen bieden. Gy zyt dus een Doctor; dat is reen man,die altyd bekwaam, befcheiden, beleefd, ftilzwygend en onverdrietig in de ziekten zyner medeburgeren , dikwylsmet gevaar van zyn eigen leeven nuttige middelen voorfchryft, en, zonder zyne andere medebroeders te verachten, zich toelegt zélf een braaf burger te zyn. Laaten wy nu overgaan tot het onderzoeken van fommige zwaarigheden, welke de oorzaaken der ziekten verbergen , den Doclor misleiden, en de gewenschte werking van zyn geneesmiddel dikwyls tot nadeel der lyder en ftooren. Eerste Zwaaricheid. De verfcheidenheid der geJleUen. jVf yn lieve Stolpertus ! behalven de geitellen die door onze onfterflyke Voorvaderen befchreeven zyn, zyn er nog ontelbaare anderen, welke den fchranderften GeA 4 nees-  ( 8 ) peesheer misleiden, en zyne middelen hardnekkig wederftaan. Men zou dezelve met recht Zenuw-Temperamenten kunnen noemen, welker kennis u in het toekoomende, misfehien van veel nut zal zyn. Ik heb door de ondervinding Kamenierstemperamenten ,Koetfiers, Vroome, Stugge , Staats- en Damestemperamenten, Bediendens, Inbeeldige, Toornige, Verliefde- en eindelykfS.... temperamenten leeren kennen. Hoe dikwyls zal uwe kundigheid met eene geleerde fchrander,heid , by het krankbed van eene fchoone Kamenieriter, de ganfche Ziekten- en Toevaikunde van den grooten Boerhaven doorloopen, om de oorzaaken van haar bleek aangezicht, der uit de diepte van haare beklemde borst opkoomende zuchten, der ondraaglyke maagpynen, van de benaauwdheid en flaapeloosheid en van den dan ryzenden dan ingetrokken' pols natefpooren. Te vergeefs zult gy u bevlytigen , de oorzaaken van dusdanige toevallen in de verteerings-wegen, in de raauwe fpyzen, in de eeuwigdampende koffiehaven te zoeken; te vergeefs zult gy de pynftil-* lende droppelen, de esfenlia van het Bee- ver-  ( 9 ) sucrgeil geeven, en met zachte buikzuiverende middelen de maagpynen beftryden , als gy niet ontdekken kunt, dat de zwarte Knecht weigert aan haare tedere geneegenheid den tol der wederliefde te betaalen, en zich verftout, de grove gezonde Huismeid, hooger te achten dan haare KamerjufTerlyke Bloem, die door de Garderobe en het blanketfel van Mevrouw nog nieuw fieraad gekreegen heeft. Een ongelooflyke gevoeligheid van de Kamenierfters zenuwen is de grondoorzaak van dusdanige toevallen; deeze wordt door het leevendig denkbeeld, van haare grovelyk bedroogene eigenliefde zoodanig geëledrizeerd, dat de daarop volgende wraakgierigheid, wonderbaare aandoeningen van het ganfche zenuwgeftel (als zynde de droevige gevolgen van de gemoedsaandoeningen) voortbrengt. Laat u niet affchrikken door den zeldzaamen pols, door de benaauwde ademhaaling, door de. hartklopping; het is geen propgezwel, geen flagaderbreuk van het hart! laat den ondankbaaren Joban zich maar vermurwen, en erkennen dat een Kamenierfter meêr waard is, dan een plompe en domme Huismeid, zoo, A 5 los|  lost in dat ingebeelde gevaar het propgezwel zich terftond op, en de flagaderbreuk yerdwynt zonder geneesmiddelen. Onthoud dan voor het toekoomende, myn lieve Vriend, hoe aandoenlyk de Kamenierflersgeftellen zyn; en daaruit zult gy in de andere ziekten van deeze lieve fchepfeltjes kunnen nagaan, door welke middelen gy haare bedorvene maagen, die de weêrglazen hunner aandoeningen zyn, moet behandelen en geneezen. Laaien we thans koomen tot de overdenkingvan de nu eens zoogenoemde Vroome geitellen ,• welke even bedrieglyk de inzichten van eenen kundigen Artz en de goede werking zyner middelen verhinderen kunnen. Onder het getal van deeze Vroome geitellen, hebben fommige bejaarde Juffers den eerften rang; die veertig jaaren lang in een aanhoudend gebrek van Minnaars geleefd hebbende , nu het grootmoedig befluit genoomen hebben, hoewel haar aangezicht nogtamelykgladis,'zich nooit of nimmer in den Echt te begeeven.— Deeze geitellen zyn ongemeen tot gramfchap geneegen;en deeze kwellende neiging is aüeenlyk gegrond op het trotfche denkbeeld, hunner byna tot volmaaktheid gefteegene deugd,  (II) deugd, ö Hoe vaardig zyn deeze in fchyn devoote dwingelandesfen! hoe ftamerend bcweegen zy haare tongen , wanneer zy, t'onvredenover zich zeiven,op reekening yan haar tedere geweeten, haarvroomiichtig bloed aan 't gisten brengen over de zwakheden van haaren evenmensch. De geringfte beleediging wordt gevolgd van honderd flaapelooze nachten: en daar zy , als ze in den aanval van haare verkeerdgeplaatfte vroomheid zyn, alhier, de Engelen in den hemel, meenen te hooren zingen, zyn haare zenuwen,door de altoos afwisfelende hartstogten ontroerd, zulke bedriegers, dat de fchranderfte Geneesheer dikwyls in het onderzoek van de oorzaak der ziekte in verlegenheid gebragt wordt. Ik heb onder veele zulke verouderde Kuisheden er ééne bediend, die dikwyls uit de woedendfte gramfchap in eene ftille befpiegelende fpraakeloosheid verviel. En waarom? .... Omdat haar Dienstmaagd, de godlcoze Hoer (dit was haar ftichtelyke bynaam) als zy naar de markt ging, by eenen welgemaakcen en grappigen Grenadier, zoo als immers een vriendelyke omgang verëischt, bleef ftaan praaten, en hem in 't wechgaan met een kenend knikje begroettede. By  ( 18 ) By deeze foort van Vroome geitellen is de pols een aardsleugenaar; engy zult dit in het toekoomende ondervinden, myn lieve Stolpertus, dat het ligter is een' vierkanten Koetfier, die zyne maag met eenige pinten zwaar bier overlaaden heeft te geneezen, als zulke Vroome driften met tempereerende poeders te ftillen. Deeze wonderbaare geitellen, zyn teffens zeer wantrouwig en eigenzinnig; en daar van koomt het ook dat by die lyders, allerhande Geneeskundige Hekfenmeeftersj Pis-Profeeten, Goed-geluk-Zeggers en Duivelbanners hooger geacht worden, dan de middelen, welke door den Algoeden Schepper verordend zyn, om de lydende Natuur te onderfchraagen. Neem u wel in acht, myn oprechte Stolpertus, om deeze aardfcheSeraphynen, geene beftraffingen over haare neiging tot gramfchap te geeven; want anders zyt gy in gevaar om uw eer en goeden naam, uit loutere Vroomheid voor altoos te verliezen. Nog meer omzichtigheid en doordringendheid eisfchen fommige geitellen, by dewelken het uit hoofde van eene hooge geboorte, een fchande zoude zyn, als zy zoo eene fterke gezondheid hadden,  (ïj) den, alsmen onder het gemeene volk en ook hier en daar in den Burgerly ken ftand vindt. Deeze nu zullen wy kortheidshalve Staats-, of liever, hooghartige geitellen noemen. De bloozende wangen zyn by zulke lieden iets zeldzaams, en om zoo te fpreeken tégen de gezondheid; en ook als hier of daar een milddaadig flagadertje, eene na•tuurlyke purperkleur in de doorfchynende hairvaatjes der wangen ftort, moet er het kunstpenfeel de duurgekochte Cochenilje-poeder, om de Natuur (die immers zoo godlyk en zoo fraai fchildert) te trotfeeren, over ftryken. Ik heb de eer, ééne zoo aartige Dame te kennen, die op aanraading van haare doorfleepene Kamenierfter, het fap van drie Citroenen nuchteren gebruikt, om haare wangen te verbleeken; zy is ook eindelyk zooverr' gekoomen, dat haare lippen met eene affchuwelyke bleeke kleur geverwd zyn. De borften hebben by dit foort van geitellen een gansch ander beroep, dan by het gemeene volk : ze zyn niet verordend om den tederen Wigten, welke uit eenen vruchtbaaren echt fpruiten, het witte voedfterfap toetedienen; maar, om de greetige oogen van wel-  ( 14 ) wellustige aanbidders aanrezetten, en de ongefchikte golven van de gekrulde Blondes op en neêr te doen gaan; tot eindelyk de jaaren toeneemende, de wreekende Natuur Zcg-gezwellen vormt, en den glans van deezen fneeuwwitten boezem ïn verfchrikkelyke kankerzweeren verandert. Hoe dikwyls, myn lieveStolpestus hoorde ikby deeze lieden de belachelyke uitdrukking: ƒ'ai mal au ctrur! En daar ik door lang overpeinzen, de grondoorzaak nafpoorde, bevond ik, dat men by het foupè van daags tevooren , als eene gemeene Ambachtsmans-Vrouw gegeeten had; en nu is het hart in de overlaadene maag, totdat dezelve zich omgekeerd heeft, en door eene heüzaame ontlasting, het arme hart weder op zyne rechte plaats zet. Deeze geitellen, lieve Stolpertus, zyn eengeesfelder Artzen; hoe meêrdezelven van de regels om de gezondheid te bewaaren afwyken, hoe minder zy gelooven gefchapen te zyn, om onder de ftraffe tucht van de zoo dikwyls beleedigde Natuur te moeten buigen. Wacht u myn lieve Vriend, om by deeze voornaame Schoonheden te laaten merken, als of gy de oorzaaken haarer opftygingen, haa«  ( 15 ) haarer hevige krampen, haarer zoogenaamde vapeurs en kwaaien, in haare verderflyke leevenswyze, in de kunftige vergiften der fterkgekruide ragouts zoeken wildet;— deeze verdenking, hoe wél gegrond, zou een ftrafbaare beleediging voor haarlieder hooge geboorte zyn, en men zou u als eenen man zonder opvoeding, uit alle gezelfchappen wreedelyk verbannen. Geloof intusfchen met my, dat de Zenuwen van ons lichaam, zeer rustige en geduldige fchepfelen zyn, zoo lang ze niet door eene wezenlyke oorzaak ontroerd worden. De woedende moederkwaaien worden zeer dikwyls door eenen zachten weltoebereiden buikzuiverenden drank, waardoor de dagelykfche overdaad ontlast wordt, geneezen, en tot natuurlyke rust gebragt. Volg by dit foort van geitellen de manier van den grooten Hippocrates, en den onfterflyken Tronchain in Frankryk, die zonder zyn oog. merk aan deeze lieve lyderesfen te ontdekken, dezel ven tot eene ftrenge dieet en tot lichaams - oeffeningen veroordeelde, en haar in plaats van eenen winderigen waaier, eenen goeden huisbezem in de hand gaf. Langs deezen weg beltreed hy 's jaars dui-  < 16) duizend adelyke vapeurs en verfchrikkelyke evanouisfements. Ik zélf heb my dikwyls in de noodzaakèlykheid gezien, om de hooggebooren darmen met klyfteeren eri buikzuiverende middelen fchoon te maaken, daar een ander kundig Geneesheer met de esfentia van het Bevergeil en de pynftillende droppelen, de ingebeelde moe» derkwaaien trachtte tégen te gaan.- De Mannelyke hooghartige geitellen, die in de jonge jaaren vrolyk en onbezorgd leeven, en in den mannelyken ouderdom reeds grys zyn, worden meeltentyds door ïangduurige ziekten aangetast, en geeven zich niet over, dewyl de Staatkunde eischt wantrouwig te zyn, omtrent de eenvoudige kundigheden van jonge Geneesheeren. In tegendeel het fatfoen eischt dat er by de gelukkig volbragte geneezing , ten minften twee of drie Geneesheeren de Lykftaatfie vermeerderen. Doch indien het fomtyds gebeurde dat zulk een voornaam lichaam zich aan uwe kundigheid toevertrouwde, zoo onthoud de volgende op de praftyk gegronde les : Is uw lyder mager, dan zyn de oorzaaken van zyne ziekte zonder vergrootglas te ontdekken; een kleine befchouwing vaa  ( 17 ) van het hofleeven, en andere.... ftaats* kleinigheden, zullen u alles wat gy doen moet, aanwyzen : doch heeft uw lyder een' dikken fpëkbuik, ó dan wensch ik u het verftand en den voorzeggenden geest van het Pis-Orakel in Zwitferland, den onfterflyken Do£tor Michel. Dees man zietterftond in de pis, hoeveel aderen er in de long en lever verftopt zyn. Blyf nooit in deeze gevallen alléén; maar deel den lauwerkrans van de heldendaadige geneezing met éénen uwer oude Mede-Collega's: gy hebt eenen leidraad van nooden, myn Medicynfche Hercules, om in de ipekdoolwegen van het gedarmte, den gevaarlyken en verraaderlyken Centaurus te vinden, en om zyne verwoestingen te bedwingen. Wy zullen nu van den verheven' kring der hooghartige geitellen, ons tot de laage dienstmaagden- en bediendensgeftellen vernederen. Deeze óók leggen de kundigheid van den Geneesheer ftrikken, en verbergen zich dikwyls zoo voor zyne oogen, dat hy menigmaal te laat de ziekte begrypt. Zoo hebben de Kamerdienaars dikwyls bedrieglyke en listige geitellen; omdat zy zeer deugdzaam voor hunne B Hee-  ( i8 ) Heeren fchynen willen, klaagen ze dikwyls aan den ge woonen Huis - Do&or, van hevige pynen in den rug, gistingen in het bloed, flaapelooze nachten, enz. De goede man gaat zitten, voelt den pols, en fchryft goedhartig op reekening van den milddaadigen Heer een middel voort — Ondertusfehen koomt er op een ander nar een hoogdraavend Latynsch Magister (alias Poetfemaaker), een man die een bekwaam Heelmeester is voor alle geheimekwaaien, in de kamer: hy ziet zorgvuldig rond, of er niemand omtrent is, die het kleine geheim zou kunnen ontdekken! ■— De deur wordt voorzichtig geflcoten. — Hy* haalt eenige bougies uit zyn' zak; de lyder knerst met de tanden beeft.... en verhaalt, om zyne pynlyke traanen wat te verbergen, op eene verachtende wyze, hoe aartig hy den Huis-Doftor betrokken heeft. Hy toont aan zynen geliefden pynverwekker het middel dat de„. Huis-Doftor hem voorgefchreeven heeft; dit wordt vérwisfeld tegen groote houtdranken (men noemt dezelven bloedreinigende); een doos met wigtige pillen vervult de inzichten van den bedroogen' Geneesheer, en wordt onder den fiilzwygen- ' den  ( 19 ) dén ftroozak verborgen. — Zoo verbergt de hoerachtige dienstmaagd, haar opzettend lyf, 't welk voor den naam van haare maagdelyke kuisheid nadeelig begint te worden. Door de wroegingen van haar knaagend geweeten gefolterd, gebruikt zy in ftilte'den vergiftigen Zevenboom , denwelken een oude koppeiaarfter, een oude reef, haar aanraadt: de onfchuldige vrucht, door dit moordmiddel ontrust, kruipt door pyn gemarteld, den fchoot der fchandelyke moeder dóór i en verdedigt zich door ftuiptrekkende beweegingen, tegen de onnatuurlykheid van deeze Ontaarte. Zoo beweegt zich da bloode aardworm, dien de moedwillige jongens tot in den grond achtervolgen, en zyne gevoelige oppervlakte met zout beftrooien, of hem aan den vishoek flaan. Lieve Stolpertus, ik kan u niet genoeg zeggen hoe omzichtig men in dit foort van hoerachtige geftellen, de oorzaak der ziekten nafpèuren moet! hun fchandelyke zwangerheid, fchuilt, dan eens onder den dekmantel vanfehynheiligheid,' dan loochenen zy die met de dierbaarfte èeden; dan is een verkoudheid, dan een B z ver-'  ( so ) verhitting oorzaak van de veftraaging der maandelykfche zuiveringen. Blyf nochtans onwankelbaar, als op eene rots,in'uw vermoeden; dit heeft my nooit bedroogen, maar veeleer dikwyls gered uit het gevaar, van door myne middelen fchadelyk te zyn. Het is immers niet te denken, dat by vryfters, die van haare jeugd af gewoon zyn te werken , en die by allerlei afwisfelingen van weêr en wind, eene heftendige gezondheid genooten hebben,— door zoo eene ligte oorzaak als zy gemeenlyk opgeeven, de natuurlyke ontlasting der maandelykfche zuiveringen zou kunnen belet worden. Ik kan daarom my naauwlyks van lachen onthouden, als een dertigjaarige gezonde fterke meid, mymet eenen kiaaglyken toon op de mouw wil fpelden: — dat zy haare ftonden door eene hevige gramfchap of door iets kouds te drinken verlooren heeft. Men geeve nu maar zachtjes-aan fchadelooze middelen; zoo zal de voorgewende gramfchap, door leevendige teekenen, eenen ongeöorloofden minnehandel ontdekken, en de koude teug, zal op den kraamftoel in heete zweetdroppelen veranderen, 't Is wel waar, myn lieve Vriend, dat dee-  ( 21 ) deeze geitellen eenigen tyd met de vleiende inbeelding geftraft zyn, dat die fterke beweegingen waardoor het kleine liefdepand zyneongewenschte tegenwoordigheid ontdekt, van cpgefiootene winden, van de Wind-oïWaterzucht voortkoornen: Doch alsdetoeneemende zwangerheid en deaann ad erende geboortetyd, met hevige aandoeningen der zenuwen op het geheeie lichaam werkt, dan wordt gemeenlyk deeze ingebeelde ziekte vanzelfs gelukkig geneezen: en deeze lyderesfen zyn daarom zoo ongelukkig niet als fommige andere van die inbeeldende gelïellen, welke door eene al te groote gevoeligheid van het zenuwgeftel, de geringfte ontfteltenis in hunne gezondheid aanmerken als eenen voorbode van eene aannaderende beroerte offmoorz.inking; en op deeze wyze, ongelukkige marteiaaresfen van hunne altoos onrustige hersfenlchimmen zyn. Hier. onder reeken ik ook de zwaai moedige mildzuchcigen, en het eerwaarde gczelfchap der Hypochondristen, die in hunne jeugd lustig geleefd hebben, of door de fterke oeffening van hunne zielsvermoogens, of door aanhoudende wisfelvalhgheden en hartgrievend verdriet, door B 3 deeze  ( 22 ) deeze kwaaien gefolterd worden. In deeze geitellen, lieve Stolpertus, is de onderbuik gemeenlyk de bron van alle de wonderbaare toevallen. Ik heb door eene naauwkeurige ondervinding waargenoomen, dat de verzwakte darmen, die door de warme lucht uitgezet worden, geen' genoegzaamen tegenftand bieden : hierdoor zetten deezen het middelrif buitennatuurlyk uit, en verhinderen de doorftraaling van het llagaderlyke bloed in deszelfs vaten: uit deeze bronnen vloeien ook voort, de verfchrikkelyke benaauwdheden, de hartkloppingen, de Vliegende hitte, de drukkingen en fpanningen, en dat raazende borrelen in de ingewanden; vooral in dat tydftip, waarïn door de volbragte fpysverteering, de luchtdeelen die in de fpyze opgeflooten zyn, zich ontwikkelen en in groote menigte famenvloeien, als de maag ledig en nuchter is, en de aandoenlyke darmen door de invloeiende fcherpe Gal geprikkeld worden. Deeze toevallen worden nog des te heviger, omdat het midderif in zyne nederwaardfche beweeging, door de inademing verhinderd wordt. — Lieve StolperTOs! de Profeet Eliza gebood den me- laar,-  ( 23 ) laatfchen Naaman, 'zich zevenmaal in de Jordaan te wasfchen. De waare Godlyke Geneesheer, toen Hy nog op aarde omwandelde, zond eens eenen blinden naar het badwater Siloam. En, wilt Cy u van verdrietelyke klagten bevryden; zend dan décze winderige en verzwakte losbollen , naar de watéren van Spa of Fyrmont: aldaar kunnen ze yzcren hoepels om hunne luchtpypen laaten leggen, en dcor de werking van de yzerdeelen, die in deeze heilzaame bronnen zyn, en door het zuivere en veerkrachtige water, de overblyffelen van hunne voorige buitenfpoorigheid, uit hun bloed wasfchen. Laaten wy nu nog eenigen tyd beftee- den tot de overweeging van de S geitellen, vóór dat wy de tweede zwaarigheid nagaan. Deeze zyn op ' het oog fterke geitellen. Dagelyks nieuwe dronkenfchap, een altyd overiaaden maag, en in den tusfchentyd van deeze vrywiliige kwaaien een méér dan beestachtige lust tot onkuisheid, zyn de kenteekens die deeze geitellen van anderen onderfcheiden. Hierom is het. ook dat hunne ziekten meestendeels ongeneeslyk zyn. Een aanhoudende Koorts van eenige daB 4 gen,  ( 24 ) gen, put het ganfche lichaam uit, niet tegenftaande alle de poogingen van de Kunst; en laat dengenen, wien de zorg voOr de ziel aanbevoolen is, niet eens tyd, om den zwelger ouder het oog te brengen, dat hy den geringften tyd van zyn leeven een mensch geweest is. By dit foort van geitellen, moogtgy, lieve Stolpfrtüï, het befpiegelend onderzoek van de oorzaaken der ziekte gerust laaten vaaren; en ga maar ltilletjes, doch daarvoor betaald wordende, achter het Lyk. Zie daar, Stolpertus, hebt gy een yerflag van de onderfcheidene geltellen, die eenen jongen Geneesheer in zyne voorneemens zoo misleiden, dat hy dikwyls , by gebrek van ophelderende omHandigheden, den fpyker naast het gat ilaat. -r Gaan wy nu over tot de befchouwing van de tweede Zwaarigheid , die voor eenen jongen Doctor lastig is. TWEE*  ( 25 ) Tweede Zwaarigheid. ]pji wat! het is een leugen.....' dacht ik duizendmaal by het krankbed, als ik in verfcheidene ziekten, de kenteekens veryerzamelde, die volgens het getuigenis van geloofbaare mannen, den aart der ziekte bepaalen, en denzelven voor den Geneesheer ontvouwen moeten. Veele van die teekeus zyn leugenachtig, en de meesten eigen aan meêr andere ziekten* Wat denkt gy Stolpertus, van een' Doftor, die ter ziekenkamer in koomt ftormen, en, na eene diepe buiging aan de omftanders gemaakt te hebben, den Pols des lyders voelt, eenige verwaande blikken op het pisglas werpt, en met een geleerd rochelen of met een lierlyk fnuifje, een recept van een el lang, daar heen brobbelt. Heeft niet zelfs één van onze gecanonizeerde Vaderen, de op de ondervinding {leunende waarheid aanbevoolen: pulfusbonus, urinabona, &^germoritur!-? B 5 Hei; Het bedrog van de dubbelzinnige teckcnen der Ziekten.  ( 26 ) Het gaat goed (zal een zoodanig geneeskundig Schutsengel zeggen): de pols, en de pis, belooven eene fpoedige herftelling! terwyl de bedrieglyke ziekte, ondertusfchen, de zuilen van het leeven ondermynt: en welhaast zal het geraas der , flerfklokken de weêrgalooze voorfpelling van den dóórkundigen Heer Doftor, tot groot nadeel van zyne te voorbaarige uitfpraak, aan de ganfche ftadbekend maaken. De Natuur heeft, >t is waar, de zenuwen van het menfchelyke lichaam gefield als wachters, die den Doctor het gevaar zouden bekend maaken, en den lyder eene gepaste neiging tot hulpmiddelen zouden inboezemen; maar zyn er nochtans geen ziekten, in dewelken een ongelooflyke gevoeïeloosheid dier zenuwen het gevaar verbergt? De lyder ligt gerust; inmiddels dat de brand in zyne ingewanden woedt, fommige geeven geen teekens van dorst \ ondertusfchen dat de tong droog is, en den gevaarlyken toeftand van de fynfte hairvaatjes in het lichaam te kennen geeft. Welk een affchuwelyk leugenaar is de pols in de zoogenaamde moederkwaaien! In de gemoedsaandoeningen .'Dan huppelt hy vrolyk, flaac ongelyk, en trilt  ( 27) ,£rilt als een éénluidende fnaar op het ciavier; dan is hy hard, dan flap, op het gevoel; dan is het of hy geheel ftil wil ftaan, en zyne Hagen verdwynen onder den voelenden vinger Hoe is het in deeze toevallen met de pis gefteld? Naauwryks is het groote oproer van de aangedaane zenuwen voorby, of de blaas ontlast zich met grooc geruisch in den blinkenden tinnen fpiegel: de maag lost de lucht, die de fpanningen aldaar in hechtenis hielden; en de flervende pols, en doodelyke -benaauwdheid, veranderen zich op dit oogenblik in een overluid lachen! De lyderes, die zoo ftraks het leeven fcheen uitteblaazen, verlangt naar een hartverfterkend en krachtig foupé, en fiaaptagt uuren aan malkander, met eenen zeer genisten pols. Kan men dat niet noemen Parturiunt Montes? Had ik ongelyk, toen ik zoo gramftoorig was, den pols, in myne Verhandeling over de Aambeien, den weerhaan van het menfchelyke lichaam te noemen? De pols is niet minder bedrieglyk in heete en langdunrige Koortfen; een beweeging van den lyder, een walging, een fterker hoest, vleeschnat pf andere warme dranken, die  ( 28 ) die de neuswyze Krukkebefchikfter den lyder opdringt, verdubbeien deeze foelie Hagen, en verheffen de koorts. Welk eene fchielyke verandering ontdekt men in den pols, als de Zielbezorger, door de zorgvuldige vrienden onderricht, in de ziekenkamer treedt, en na eene ftichtelyke voorrede over dp moogelykheid van te kunnen fterven, zynen aanvertrouwden zeer fierlyk leeraart en vermaant! — Ik zal, nooit de kunstgreepen van eenen tederen echtgenoot vergeeten, die zyne aan eene koude Koorts ziekliggende vrouw gaarne de eeuwige rust zou toege fchikt hebben. Ik,'goede fui, dacht, zyne gewaande onrust en fchynheilig zuchten te zullen verzachten, met hem dikwyls te verzekeren dat er geen gevaar te vreezen was : maar wat gebeurt er! — de aanval van de koorts kwam weder ; een ligtgeloovig Geestelyke wordt geroepen : en omdat de lyderes in de hitte van de koorts een foort van gevoeleloosheid had, zoo haastte zich de yverige Zielbezorger, i door den fchynheiügen booswicht misleid,) met alle dekerkelyke ceremoniën; de onnozele Hoof lag intusfchen halfdood van den fchrik. By geluk  { 20 ) luk kwam ik, door eene medelydendé vrouw daartoe verzocht, by het iaatfte tooneel van dit kluchtfpel in de kamer. Ik ftond verwonderd, toen ik de duisterfchynende fterf kaars in de handen van myne lyderes, en den yverigen Monnik aan het hoofdeneind van't bed zag, daar hy met groote droppels zweet op het voorhoofden de ooren van de gewaande Stervende , riep : ga heen, 6 devoote ziel ƒ Ik bleef op dat oogenblik (ik beken het) als verftomd ftaan, doch kwam terftond weder by my zeiven: ik voelde den pols; die klein en faamgetrokken tegens mynen geleerden vinger floeg. Ik kon het geheim nog niet ontdekken; maar vroeg eindelyk aan myne lyderes of ze my kende: Achl (voerde ze my toe, met eene gebrookene ftem) ik moet Jlerven; myn Man en de Heer Pastoor hebben my verzekerd, dat ik den nacht niet doorkoomen zal! Tedere verzekering! — Myn hart werd in de hevigfte gramfchap ontftooken; naardien my kort te vooren die goedhartige vrouw welke my geroepen had, de woestheid van den Man, en de dagelykfche ftokflagen verhaald had. Een gansch heir van Grenadiersvloeken, en D en B berst-  C 30 ) ïseïstitii ia den eerften yver uit mynen vollen boezem! zoodat de fterf kaars 00gettbükfcéiyfc uitwoei; en zoowel de Man als de Mcnnik, door zulk een kettersch geor.-g verfchrikt, uit de kamer vlugtten. Ik nam oen glas' wyn, (hetwelk de over den verwachtten aanftaanden dood van zyne tederafgeklopte vrouw in fchyn bedroefde Guit , by het avondeeten liet ftafcï) mengde denwyn met wat faiker .en water, en gaf zulks onder aanhoudende opwekking , aan de ingebeelde zieltoogende vrouw. Ik bleef eenigen tyd geruft op de plaats van den Monnik zitten, en zie daar, ö wonder, de pols werd vol, krachtig en werkzaam! de leevenskrachten, die door al dat ftrafwaardig benaauwdmaakenneêrgeflagen waren, bragten in korten tyd het heilzaamfte Zweet voort, en verydelden de aanflagen van een' onmenfchelyken Echrgenoot en een' bedroogen' Monnik. Hieruit ziet gy, myn waarde Vriend, hóe weinig men den pols vertrouwen mag, en hoe gemakkelyk dezelve ons door zyn flaan bedriegen kan! Ik zou u duizend gevallen, die deeze waarheid , welke op de dagelykfche ondervinding fteunt, bevestigen, kunnen bybrengen; zo©  [ si: zoo ik niet verzekerd ware, dat gy myne meening, die op redenlyke en billyke ondervinding gegrond is, toeftemt. Daarom is de Pols altyd het laatfte teeken, dat ik in het onderzoek der ziekten tot hulp roep. Heeft Hippocrates de ziekten niet meesterlyk beoordeeld, zonder te weeten, op wat wyze, en hoe de omloop van het bloed in een bezield lichaam door de vaten gefchiedt? Hoe belachelyk zyn dan niet de voorfchriften van zulke Geneesheeren, die op het voelen alleen van den zoo menigmaalen bedrieglyken pols, oordeelen; zonder doorvraagen, de waare toevallen die het kenteeken der ziekte opleveren , te onderzoeken. Het Piskyken is even zoo onzeker, zoowel in hevige als inlangduurige ziekten, zoo gy , myn lieve Stolpertus, Hechts de Geelzucht, en de ziekten van de nieren en pisblaas daarvan uitzondert. Het aanhoudend drinken in hevige ziekten , of het vrywillig dorstlyden van de lyders , uit eene walging van den hun voorgefchreevenen drank; veranderen de kleur van de pis, en bedriegen de voorzeggingen van den te driftigen Artz. — Ik ben byna Hout genoeg om te beweeren, dat, ge-  < 32 5 gelyk het bloed by duizend menfchen duizend onderfcheidene vermengingen en binnen ons tot nogtoe onbekende eigenfchappen heeft; de Pis, als zynde mede een voortbrengfel van het bloed, óók zoo veelerlei is. Drie van derzelver veranderingen heb ik altyd in koude koortfen bemerkt: In de aanhoudende koude is de pis heel waterachtig, gelyk in vrouwen die met fpanningen gekweld zyn: — in de hitte, roodgeel en helder; na het zweeten, donker bruin, en zet eindelyk na eenigen tyd geftaan te hebben een taai en rosachtig zinkfel op den grond. Is de pis niet dikwyls by longzuchtigen, van dezelfde kleur als by de gezondfte menfchen ? tefwyl nochtans een aanhoudende fluipkoorts he'ttedere weeffel van de long ongevoelig doorknaagt? En aan welke veranderingen is de pis niet onderhevig, als ze eenigen tyd in de vrye lucht bewaard wordt! De pis van een' zeer gezond' mensch wordt drabbig en ondoor-' fchynlyk, in den Winter by eene hevige koude; daar dezelve in den Zomer zeer helder is, en onverdraaglyk ftinkt. Het gebruik van de Rhabarber verwekt eene roodgeele kleur in de pis; de Casfia verwt  ( 33 ) verwt dezelve naar het getuigenis van den kundigen Loesecke, met eene groenbruine, of, om den onkundigen piskyker te verfchdkken, met eene zwarte verw ; het gebruik van den Therebentyn geeft aan de pis den reuk van Vioolen; en de Aspergiesbezwangeren de ganfche lucht van het vertrek met eenen ondraaglyken ftank. Hieruit ziet gy, myn waarde Vriend, aan hoeveele veranderingen deeze kenteekens der ziekten onderhevig zyn; en juist daarom zult gy ook kunnen befeffen hoe dwaas fommige beöordeelingen zyn, die op deeze bedrieglyke teekenen alleenlyk gegrond worden. Ik zal u niet langer met dit ftinkende bedrieglyke teeken, waarvan zich de Scherprechters en ander foort van Kwakzalvers en openbaare bedriegers van een dom en voorïngenoomen gemeen bedienen , ophouden. "WV zullen nu verder onderzoeken hoe bedrieglyk hetbraaken is .in het begin der ziekten ; en hoe omzichtig een Geneesheer deeze pooging van de hulpzoekende Natuur nafpooren moet. Deeze omzichtigheid, myn Vriend, fteunt op eenen zeer heilzaamen raad, welken onze C braa-  ( 34 ) braave Oudvader zynen nakoomelingen ter navolging gelaaten heefc. Si quid ^zegc hy ) dum morbi inchoant movendum videatur, move. ö Ware het toch zóóverre te brengen, myn lieve Vriend, dat deeze vaderlyke les, by alle de krankbedden, den'Artzen voorgehouden wierd! — dan zouden veele Geneesheeren, misfchien, met hunne moorddaadige braak- en purgeermiddelen op het lichaam hunner lyderen zooligtvaardigniet woeden, en als de koe de melkbronnen vertreeden. -— De wonderbaare verëeniging der zenuwen van het onderlyf met die van de maag, en de verbindtenis déézer zenuwen met die van de hersfenen,is de grondregel, naar welken een onbezonnen Artz zyn braakmiddel fchikken en de twyfelachtige teekens zeer omzichtig beredeneeren moest. De fteen, in degal- ofpiswegen opgehouden, — de door eene breuk uitgezakte en opgezette darmen,—het,hetzy door eene in- of uitwendige oorzaak,gedrukte of ontroerde harsfengeftel, — de naarboven-kruipende worm, '— een walging, — het vergif der kinderpokken, — de zwangerheid — kunnen de maag even zoo fterk aandoen, als de bedorvene en fchadelyke Gal, welke dc  ( 35 ) de Natuur door deeze heilzaame bewee.. ging tracht naarbuiten te brengen: En hoe ligt moogelyk is het, dat de onbezonnen Geneesheer in de fappen die reeds tot de ontfteeking overhellen, dezelve ontfteeking door zyn ontydig braakmiddel in der daad vermeerdert. — Hier zal het u ook, myn waarde Stolpertus, niet moeielyk zyn, om te begrypen, hoe twyfelachtig dit teeken van de ziekte is; en hoe omzichtig men in het begin der ziekten met de braak- en purgeermiddelen, vooral wanneer ze uit de Clasfis van de fterkstwerkende zyn, omgaan moet. Het is voorwaar een ontegenfpreekelyke waarheid, die door de dageïykfche ondervinding bevestigd wordt, dat het grootfte gedeelte der ziekten haaren oorfprong in den onderbuik hebben, ö Wierden de menfchen flechts minder buitenfpoorig in het eeten en drinken, en eenvoudiger in de verkiezing der fpyzen ! een groot aantal van ziekten zou ras verd wynen; en de achting die men den Geneesheeren bewyst zou ongelooflyk verminderen , uit hoofde van eene beftendig'e gezondheid die de menfchen doorgaans genieten zouden. Gy zult dikwyls in eene C 2 ge-  ( 36 ) geleerde twyfelingby het krankbed ftaan, lieve Stolpertus, en diep over uwe geneesmiddelen peinzen 5 vooral wanneer een menigte twyfelachtige teekens u in verlegenheid brengt over wat u te doen Haat: Haast u nooit in zulke gevallen, met fterke middelen; maar ftel u gerust, met, den lyder een' naar de omftandigheden zachten drank voortefchryven, en hem alle zyne fpyzen zooveel moogelyk is te bepaalen. Maakt de heilzaame Natuur ook beweegingen welken u den weg tot braakof purgeermiddelen fchynen aantetoonen: onderzoek dan met voorzichtigheid, of er op zulke ontlastingen, die zonder uwe medewerking voorkoomen, een waare verligting der toevallen volgt; en dan kunt gy zekerder de middelen, die gy voorfchryven moet, bepaalen, en er xl eenen goeden uitflag van belooven. Der-  ( 37 ) Derde Zwaarigheid. Owr vrofg dc leevenskrachten verzwakkende, nadeelig worden. Even zoo fchadelyk zyn ook, myn lieve Stolpi:rtuï , de verhaaste braak- en purgeermiddelen, in fommige foorten van koortfeh, de welken wy Geleerden, febres continuas & exanthematicas noemen; niet tegenftaande de Natuur zelf ons dien weg als met den vin. ger fchynt aantewyzen. Het gefchiedc niet zelden, dat er vóór de uitbotting van de pokken of mazelen, een braaking of buiköntlasting ontftaat; een teeken, dat het fenyn der pokken weezenlyk de plaats van een braak- of purgeermiddel vervult. Wy zien ook door de ondervinding, dat op zulk eene vrywillige ontlasting een waare vermindering der toevallen volgt; en misfchien is die ontroering by het braaken zelfs een uitdryvend middel, waardoor de goede Natuur, als door eene dikwerf heilzaame Jicht, de pokftof naar de oppervlakte dryfc: Reden en Ondervinding zetten deeze gisfing kracht by. Doch zoude het raadzaam zyn, om door daadelyke braak- en purgeermiddelen deeze natuurlyke poogingen te onderhouden ofte vermeerderen? Langzaam, Heer Dofior, langzaam; de Natuur is veel wyC 5 zer  (43 ) zer dan de Kunst! Gy zoudt door dit onbezonnen beftaan te overtollige ontlastingen veröorzaaken, en uwe lyders in het grootfte leevensgevaar dompelen De werking der braak- en purgeermiddelen, is, in de gevallen inwelken de ongefteldheid ontftaat van eene heerfchende fcherpte in het bloed, zeer onzeker en zeer gevaarlyk. In de ontfteeking van de lever, van de darmen, van de maag, ontftaat er ook braaking ; wilt gy deeze ziekten met den braakwynfteen begroeten ? Hoe zoudt gy het getal der ontlastingen uitreekenen, om uwen lyder niet te verzwakken ? Zoo min een Geneesheer in ontfteekende koortfen bepaalen kan, hoeveel Oneen bloed er afgetapt moet worden, hoewel hy ziet, dat de voorzorgende Natuur door eene heilzaame neusbloeding de ziekte in den grond geneest; even zoo weinig kan hy vooruitzien, en zeggen, hoe dikwyls de maag door het braakmiddel zich ontlasten moet. Het is my menigmaal gebeurd, dat ik in tusfehenpoozende koortfen, waarïn de lyders aanftonds zeer fterk Gal braakten; op dien tyd wanneer ze vry van de koorts waren, een braakmiddel gaf: en de lyder wierp niets uit, dan  ( 43 ) dan hetgeen hy gedronken had; en het Hy machtige vogt, hetwelk de Natuur verordend heeft, om het zenuwachtige bekleedfel van de maag te verdedigen. In deeze gevallen floeg ik nederig op myne borst, en zeide in my zeiven: Hou, Heer Dottor! deeze keer hebt gy bezyden het middelpunt gefchooten. Gy zyt^ braave Stolpertus, een menfchenvriend, gy hebt een gevoelig hart; en dat zyn wy onzen noodlydenden medeburgeren verfchuldigd: zyt dan nooit te fchielyk in het geeven uwer hulpmiddelen,- en geloof voorzeker, dat er meêr lyders door een te voorbaarig, dan door een te traag gebruik der hulpmiddelen in het graf daalen. Daar wordt even zooveel kundigheid veréischt, om de werkende Natuur door de middelen niet teftooren, als om haar met dezelve te onderfchraagen. ö Hoe menigmaal heb ik by het krankbed met een innig vergenoegen bewonderd engeëerbiedigd, de voortreffelyke eigenfchappen, van de heilzaame Natuur, dewelken de wyze Voorzienigheid des grooten Scheppers in de famenftelling van het menfchelyke lichaam geplaatst heeft; vooral wanneer ik opmerkte hoe heer-?  ( 44 ) heerfyk en hoe onfeilbaar de Natuur, zonder myn toedoen den lyder genas. Ik benydde het geluk van de redenlooze fchepfelen , die hun eigen Dottor en Apotheeker zyn. Doch in die befchouwing zag ik ook bevestigen, dat men niet te haastig in het voorfchryven der hulpmiddelen weezen moet. Het vasten, en de waterachtige dranken, zyn dikwyls Godlyke geneesmiddelen; en een Doftor , die in fommige omftandigheden weet.... niets voortefchryven, is een voortreffe- . lyk Medicynmeester! — Gy verlangt, lieve Stolpertus, zoodanige omftandighede te kénnen, in dewelke een Artz» moet werken met niets te doen, en hy Hechts door een geduldig aanfehouwer te zyn, den lyder herftelt. Deeze waarheid die u thans zoo wonderlyk toefchynt en echter op Reden en Ondervinding gevestigd is, zult gy beter leeren kennen als gy mynen zoo even gegeevenen raad opvolgt; en daardoor, in het toekoomende, voor u eigen zeiven, overtuigende bewyzen uit de ondervinding zult verzameld hebben. Hoe nadeelig nochtans het verhaast gebruik der geneesmiddelen is, even zoo fcha-  ( 45- ) fehadelyk kan het te lang uitftel ( een andere fout van jonge Artzen ) derzelven ,in fommige ziekten, worden. Ik herinner my nog heel wél, hoe befchroomd ik by het krankbed van mynen aan eene ontfteekende koorts liggenden lyder ftond, en hoe my het hart klopte om de derde of vierde aderlaating voortefchryven. Deeze vrees, is juist geen gevolg of bewys van onkundigheid; maar fpruitfomtyds, Hechts voort, uk gebrek van eigene ondervinding: ze rust dikwyls ook Op een vooroordeel; dewyl de bloedverwanten rondom het ziekbed fraande , door een geleerd opnaaien der fchouderen , en diepe zuchtingen wegens de ingebeelde zwakheid des lyders, den blooden Artz affchrikken. Ik lachte zelf over myne bloohartigheid, wanneer de goede wegwysfter, de Natuur, eene ader in de neusholte opende, en rykelyk een. pond bloed, met eene fchynbaare vermindering van alle de toevallen, ontlastte. Even zoo belachelyk zyn de voorfchriften van die Geneesheeren, welke in heete koortfen met zooveel naauwkeurigheidhet heerlyke Salpeter afweegen, als een Jood het Goud weegt dat hy van gerande Dukaaten afvylt. Men  ( 46 ) Men kan niet nalaaten toornig te worden, als men op de tafel een' Melkdrank of een Mixtuur ziet ftaan van vier oneen water, een fcrupel Salpeter, en even zooveel Kreeftsöogen; waarvan de brandende lyder alle twee uuren twee lepels neemen moet, om de hitte van de koorts te temmen. Dit middel is even zoo krachtig, als of men met eenen mond vol waters eene brandende fchuur wilde blusfehen; en nochtans fchryven zulke Geneesheeren het voor, die alle de teekens van achtbaarheid draagen: is het dan wel wonder , dat wanneer de verdikking van het bloed toeneemt en de ontfteeking vermeerdert; de fappen in de fynfte hairvaatjes van de oppervlakte doordringen, en de kundige Oppasfter den geleerden Doftor dit geheim in 't oor byt: De vlekken zyn reeds ten voorfchyn gekoomen l f —— » Op de borst (zegt de Vrouw) „ is alles volgezaaidV' — Te vrede met de ingebeelde heilzaame fcheiding (van welke de lyder nochtans geene verligting befpeurt) hervat de Heer Dodtor zyne Herculeaanfche-Knods, en doet nog een fcrupel zweetdryvend Spiesglas of Oostersch jBezoar-Poeder by het heerlyke middel; om  ( 47 ) om de ontlasting van dat verraaderlyke gif door het zweet te bevorderen. De venfters worden nu dicht toegeflooten! en de benaauwde lyder heeft een groot veêren kusfen op de borst liggen, om de doodelyke lucht afteweeren. Geen Klyfteeren nu; anders kon deuitflag (verfchrikkelyk ongeluk! ) naar binnen flaan. — Goede hemel! Welk een geneeswyze! —ö Wat deernis krygt de menschlievende en me'delydende Natuur met den jammerhartigen Doctor en met den onderdrukten lyder ! — Deeze laatfteverlangt naar gekaarnden Melk; en een kleine Jonge ( die in dit geval wel Befchermëngel genoemd mag worden) geeft hem dien. Hy drinkt: de neus begint te bloeden: een fterke afgang valt met geraas (door de verharde drekftoffen veroorzaakt) in den eenvoudigen nachtfpiegel: een algemeen zweet dampt aan alle kanten uit :de lyder begint vry adem te haaien, en herffelt binnen eenige dagen ! Was het Bezoar-Poeder de redder ? hoe fterk hadd' de arme bloed moeten zweeten, als hy de verfteende zweetdroppelen van de dikke darmen door de openingen van de huid hadd' moeten uitdryven! ten minfte hadd' er een halfpond Bezoar-Poeder noodig  ( 48 ) dig geweest. Ik vergeef het u, myn lieve Stolpertus, als gy over de onkundigheid van foortgelyke Artzen lacht, u grimmig maakt, of weent. Tk moet u, by gelegenheid van deeze befchryving', eene voorzorg aanraaden, die u in geen één foort van heete koortfen bedriegen zal. Het is altyd nuttig, dén onderbuik door zachtöpenende middelen met behulp van ligte Klyfteeren v:y te houden; hoe zeer ook de vrouwtjes, die de hersfenen vol puisten en vlekken hebben, tegen deeze behandeling van een' kundigen Geneesheer aangaan. Deeze voorzorg is des te noodiger, hoe fcherper en fchadelyker de Gal (die zich in deh twaalfvingerigen-darm ontlast) door de hitte van de koorts geworden is: al wil ook de'Natuur in de binnenfte oppervlakte eene heiizaame fcheiding bewerken, door de ziekftof daarheen te voeren ; hetwelk behoorlyk in aanmerking te neemen, dikwyls het behoud van den lyder is: en dan hebt gy door deeze voorzorg den weg gebaand. Hier moet gy nochtans één geval van uitzonderen; te weeten: als er een weezenlyke verzwakking ontftaat, doar eeilen vanzelfs-voortgebragten büik_ loop Noch-  C49> Nochtans is het niet genoeg, de geneesmiddelen met voorzichtigheid én overleg voortefchryven : men moet obk hunne eigenfehappen, hunne menging , en dé wyze opwelke zy op de gevöèligë en beweeglyke dee'en van ons lier aam werken naauwkeurig nagaan; en, in de vermenging der middelen, de krachten van eer.ige, niet werkeloos maaken, of hun eene vergiftige eigenfehap bybrengen* Veelminder moet men geloof flaan aan de loftuitingen, die in de Apotheeken tot walgens toe aan fommige middelen gegeeven worden. — Doch naardien elk geval al iets byzonders heeft, zoo is het raadzaam, zyne famenftellen zélf te maaken; en de byzondere omftandigheden van de lyderen naauwkeurig te overweegen. Wy zullen de noodzaakèlykheid van deeze zaaken wat nader overdenken, en vriendelyke aanmerkingen daarövei' maaken. ö Vim-*  (5G) Vierde Zwaarigheid. P^an het gebrek der noodige kennis, inde Materies Medica. Ais een Schilder de menging der verwen, en de werking van ieder in het byzonder niet kent, zal hy nooit de fchaduw met de lichtftraalen zóó verè'enigen, als een kenner van de Schilderkunst het Wel zoude verlangen; en hy zal met alle zyne bekwaamheid in de Teekenkunst, een bedroefd kladder blyven. Vergeef my, lieveStolpe ,tu - , deeze eenigzins harde gelykenis! Wy Gencsheeren moeten ook fomtyds Schüdtrs zyn; om door onze veelkleurige geneesmiddelen de geele en bleekachdge, de hoog roode en de wirte kleur van onze lyderen, in eene fiisfche en natuurlyke kleur te veranderen. — Doch hoe zal een jong Artz dit gewigrig werk, de geneezingder ziekten met goed gevolg onderneemen kunnen' als hem de eigenaamge eigenfchappen der kruiden, hunne oorfprongelyk zelfftandige deeJen, en de wyze, hoë dezelven op  C 51 ) fep" een leevendig lichaam werken, onbekend zyn ? Hoe zal hy mee de verëischte voorzichtigheid zyne middelen mengen, indien hy niet oordeelen kan over den graad hunner fcherpte, die naar den aarc van de bygemengde middelen vermeerdert of vermindert. Laaten .wy, myn waarde Vriend, met een vlugtig oog de voorfchrift- tafereelen in de Apotheeken doorloopen, en alle de misgeboorten van ellendige voorfchriften, welken dagelyks tot befpotting van de bereiders in hunne winkels koomen, opmerken. Terftond zal de eerlyke man de Harst van Jalappe in Sleedoornwater oplosfen; dan de Zenebladeren en de Rhabarber als erwten en linzen afkooken, waardoor het krachtige en het vlugge in de lucht vervliegt; — daar ziet men een hoogbeftudeerd Recept, in hetwelk de kundige Artz het Antimonium Diapkoretknm met een buikzuiverend drankje vermengt: —» daar moet de Magnejta en de Cremor Tartari met een gediftileerd water in een glas t welk oe kamenierfter op hoog bevel van haare Mevrouw , Melk of Vieeschnat, in de keel hadd' moeten gieten, zoo hadden misfchien de krachten van zyn geneesmiddel' werkeloos gebleeven, en hy zou een flagtöffet van het vooröoideei geworden zyn De gulzige vleeshouwers-hond heeft zyne maag met eene geftoolene kalfsnb overlaaden: hy vast, drinkt water eet gras; en hyiS.... (gelcof (1allie zonder vleesehnat weder L zond geworden ! - Dè naarf}ige z wordt overvallen door zyne bekende ziekte, naameiyk de vervêlling: van dit pogenblik af, eet hy niet meer; hy blyft als dood, aan den fteël van het doorgeknaagde moerbeziën blad hangen, hy fchuift de yerftorvenè huid af; en is voor zichselven alles tegelyk, Doctor, Heelmeester  ( 57 ) ter en Z'ekeverzorger. Hoe gelukkig zyn toch, myn lieve Stolpfrtus, deeze fchepfelen! Hoe verachtelyk zyn daarentegen de misbruiken van de onkundige doch neuswyze Moêr - AllebefchikS onder de menfchen ; die door haare zoogenaamde zachte ziekenfpyzen, en door het doode'yk vooroordeel, darmen zwakke lyders met krachtig Nat en Geleiënverüeiktn moet, de gezegende werkingen der geneesmiddelen omverr' ftooten Deeze moqrdenaarfters zyn gelyk, aan fommige brommende vlies en, in de vleeshouwers-winkels, die in het nog halfgezonde vleesch heure wormen leggen, en het geringe overfchot van de befcha 'igde gezondheid verderven en verontreinigen. Men wil den 'lyder goed doen; en men maakt het, gevaar door dit misbruik grooter ! De Natuur zelfs verwerpt deeze weldaadige vergiften; zy verwekt walging, en verlangt naar een viy willig vasten. Men verheugt zkh intusfehen, dat de lyder, na veel biddens en fmeekens, een bord krachtig Nat gebruikt heeft; en men hoopt te vergeefs op eene fpoedige herherftelling. Was menig kind de bond uit het huis, zoo zoude het, aan zyne natuurlyke neiging overgegeeven, veel D 5 ze-  ( S8 1 zekerder het doodsgevaar onfkoomen. — Hoe menigmaalen, zult gy u by het krankbed verwonderen, dat de toevallen, die des morgens minder waren, tegens den avond veel heviger zyn! Vernieuwde dorst, nieuwe pynen, nieuwe benaauwdheden folteren den ongelukkigen lyder; en maaken by u, de hoop van herltelling twyfekichrig. Vraagt gy naar de dieet van uwen lyder: hy zA het u zelf oprechtelyk bekennen, dat hy op aanraading van de onbezonnene Oppasfter, een weinig vleeschnat, zachte kalfshersfenen, en (tot gelukkig befluit van deeze onmenfchelyke vergiften ) een befchuitje met wat krachtigen Spaanfchen wyn gebruikt heeft; en dan zal het u, na de< openharf.ge bekentenis, niet mdeielyk zyn, om zonder bril de oorzaak van zulke toevallen te ontdekken. — Verlaat nooit het ziekbed zonder de omflanders het gevaar van zulke misbruiken te doen begrypen. Onzuivere lichaamen (zegt onze Patroon Hippocrates) moetai met gevoed worden. Welk eene Chyl, welk eene fpysverteering wil men to>:h in een lichaam verwachten, welks werktuigen door de ziekte onbruikbaar zyn, en welks  (5*) welks bymengende fappen oné'indig vértf van hunne natuurlyke gefteldheid afwyken. Laat men den besten Wyn in een . azynvat doen, zoo zal het welhaast geen Wyn meêr, maar dzyn weezen: het minlle zuur, doet terftond den melk kappelen. Jk raad u , myn braaveSTOLptR'i us, deeze voorzorg niet daarom aan, alsof ik aan uw begrip hvyfelde; maar omdat ik weet, dat jonge Geneesheeren meêr op het gebruik van hunne genees, middelen, dan op het fchandelyk misbruik der nadeelige fpyzen denken. Gy zult dikwyls de dreigende verrotting der vogten door uwe voorfchriften trachten tégen te gaan; en de Oppasfter bevordert dezelve door tegenflrydige fpyzen. Houd u, Stolpertus, als een geftreng fdefvader over uwe lyders, in al datgene 't welk fpys en drank betreft; en even daardoor zult gy hun een téder vaderlyk hart tconen. Zoo nadqelig als de invloed der opgedwongene fpyzen in het lichaam van den lyder is, zoo belachelyk zyn de vooröordeelen van fommige Doftoren» die, der natuurlyke neiging van hunne lyders tegenwerken. De  ( öo ) De lyder, verhit en uitgedroogd door het vuur van de Koorts, bidt en fmeekt om rype boom- en wyngaardvruchten, om een glas frisch bronwater, om gekaarnden of zuuren melk: — Neen! (zegt de hoogwyze Doftor, in den magistraalen toon van een' ontaarten ftiefvader) daaruit kon een buikloop (daar de reddende Natuur misfchien naar verlangt) voortkomen; en dan Jïa ik voor bet gevaar niet in. — Deeze vruchten veröorzaaken winden (reutelt de geneeskundige Toverbaas), ze liggen te zwaar in de maag. — Wel nu, myn groote Eskulaap, is dit deeenigfte onfchuldige fout, waarmede gy deeze heerlyke en heilzaame middelen befchuldigen kunt?! Zal de in deeze vruchten beflootene veerkrachtige lucht niet veeleer' een tegengift en verfterkend middel zyn, om de wanorde der maag te verhelpen? Zal het Zuurzout, met veel water vermengd, defcherpte van de Gal niet verzachten' en de Hinkende pisdeelen uit het bloed uitdryven? — Hoe zeer ware het te wenfchen, lieve Stolpertus, dat de Apotheekers hunne poeders van roodedelgefteente, en andere foortgelyke onnutte gekheden, uit hunne Winkels verban.  ( 6i ) banden, en, in plaats van deeze door vooroordeel en onkundigheid voortgebragte geheimen, luchtig-gevlochtenekorvenmetrype vruchten fielden; en op zulk eene wyze, de helft van hunne Apotheek in eenen Fruitwinkel veranderden. Ik heb meêr dan twintigmaal, de Geelzucht, alleenlyk door herhaalde Komkommerfaladen geneezcn; en had niet noodig een éénig buikzuiverend middel voortefchryven. De eerlyke van Zwieten, genas de droefgeestige mildzuchtigen met rype Kersfen: En gy, ö godlyk- heilzaame Botermelk! hoe dikwyls zyt gy de gelukkige haven geweest, in dewelke ik, het reeds waggelend leeven van myne door Galkoortfen gefolterde lyders, nog vóór het vergaan aan den wal bragt! Deeze waarheden zyn al te klaar, Stolpertus, dat dan gy nog meêr bewyzen zoudt noodig hebben. Word toch nooit een Edelgefteentenpoeder - Doctor! en uwe onderneemingen zullen wyslyk en gezegend zyn, byaldien maar de waanwyze Baazinnetjes of Piskykers, door een achterhoudend gebruik van hunne zoogenaamde huismiddelen, uwe voorneemens niet omverr' werpen. Zes-  C 62 ) Zesde Zwaaiugheid. De bedriegeryen van de ingebeelde geneeskundige Vrouwen, Scherprechters en Piskykers. Koning Saci, had by de Toveresfe te Endor, het water zyner Staatkundige vcorneemens met goed gevolg laaten zien. De gewaande Samuel zeide hem rond Uit, datzyn Hebreeuwfehe Majesteit met eene inbeeldings-ziekte geftraft was, zoo hy zich vleidde, de overwinning over zyne vyanden* de PbüiJJynm, te zullen behaalen. Maar zyn onze mcdicynfcbe Pisprofeeten ook zulke oprechte waarzeggers? Zyn ze niet veelmeér verfchrikkelyke beurzenfnyders? Als deeze ongeluksvogels by het waarzeggen alléén, bleeven; dan zoude men het door de vingeren kunnen zen, dat rmnige domme Saue zich de lotgevallen, van zyne verloorene gezondheid lirt voorzeggen; en de wonden, welken deeze fhaatroovers in het gezonde vleesch van onze medeburgeren fnyden, zouden 200 bloedig niet zyn: doch zy zoeken den  ( 63 ) den veiligften weg om te bedriegen, en hunne moordmiddelen ftil in te geevenj en dit is hun des te gemakkelyker, hoe fterker het vooroordeel van 't gemeen hunne onderneemingen onderfchraagt. Wil men dit Onkundig - Gefpuis uitroeien, dan leggen ze hunne eieren in den mest van het gemeene volk; maar nog dikwyliger dringen ze door, in de huizen der Grootcn, by de fchoone Kamermaagd of by den inhaaligen Kamerdienaar: daar worden dezelve uitgebroeid, gevoed, tegen het gezag van eene wélgefchikte Politie befehut, en tegen alle vyandelyke aanvallen dikwyls geheel en al, met onbepaalde privilegiën beveiligd. Onderzoekr men de verdienften van zulke bevoorrechte wonderbaare mannen, dan bellaan dezelve hierïn: dat zy helen door een fterk purgeerdrankje, hetwelk een kundig Artz aan geen paard voorfchryven zou, de verg.derde vuile ftoffen van de dagelykfche zwelgeryen, uit'een' wel-, gemesten vetten buik uitdry ven, en denzelven tot verdere zwelgeryen door een bitter Maag-Elixir, wederöm opnieuw geprepareerd hebben. _ Zal dit meesterfiuk, hetwelk nog een bloot geluk is, reeds  ( 64 ) reeds genoeg zyn, om aan zulk eeneft Dienaar cies Doods het verlof te vergunnen, van, op de lichaam en der overige medeburgeren te woeden. ]k herdenk nog, menschlievende Stolpertus, met het grootfte vergenoegen , aan den voor eenige jaartn uit Frankryk gekoomenen (en ongetwyfeld, van den over dit misbruik vertoornden hemel, afgezondenen) •Engel der Wraake, Visserant, die in Landau en in andere Steden , rondom zich, fans grace, gevoelige oorvygen uitdeelde, om den Dooven de ooren te openen, opdat ze de klaagliederen z uden kannen hooren, van diegenen, welker gezondheid door de Kwakzalvers, MarktOrateurs, Piskykers en verwaande Vrouwen , befchadigd was geworden; en opdat zylieden een gefchikt middel tegens deeze pest van een' Staat voortbrengen mogten. ó Hoe wenfchelyk ware het, dat ook zulk een Wraak-Engel, by veele hoog. geleerde Vrouwen , binnen meêr Stedeniti Duitschland, nederdaalde , en haare zorg- • vuldigbewaarde Recept-Magazynen met eene brandende vlaswiek verteerde! Hoe yeele kraamvrouwen en kinderen, zouden haa-  ( 65 ) haare geneeskundige woede ontfnappen, en voor 't gemeenebest braave en deugdzaame burgers worden! Ziet gy, myn waarde Vriend, dit is een foort van Geneeskundige Kwakzalvers, welke voor het algemcene wel. weezen des te gevanrlyker zyn, hoe meer gelegenheid zy hebben om Zieken te bezoeken , en van hunne wonderbaare geneezingen ganfehe dagen te zwetfen-" deezen zyn een foort van Moordenaars, die met wonderwerkende Zalven, met Bezoar-poeders en Mixtunren, de poogingen van jonge Artzen onder het bygeloovige volk verydelen, en fomtyds (helaas) onder den dekmantel van Christelyk medelyden, den zuchtenden lyder het mes op de keel zetten. Ik ken vrouwen, welken zich zelve alléén bekwaam en gerechtigd oordeelen, om by allerlei foort van^Ziekten haaren Geneeskundigen Gelukspot uittefchudden, en, hulpmiddelen zonder einde, met de verwaandheid eener Waarzcgfter uitteventen; omdat de goede Natuur haar eenen vrnchtbaaren Eierftok vergund heeft. Ze meenen dus, dat zy, het door haare ingebeelde geleerdheid verminderde getal E vay  ( <5ó ) van burgers, door haare vruchtbaarheid weer fchaaeloos Hellen. Moest' niet menig Predikant, in plaats dat hy eenige gekheden vertelt, deeze aandachtige Matroonen een waar begrip van de menfchenliefde, en de pligten van den éénen burger jegens den anderen, inboezemen ? Zoude hy haar niet moeten doen begrypen, dat ze door haare kwakzalvery, daar zy onmoogelyk iets anders dan duistere denkbeelden van kunnen hebben, even op dezelfde wyze met de gezondheid hunner medeburgeren handelen, als een onbekwaam Tuinier, die met zyn mes de vruchtbaare boomen verderft. Een fterk en gezond Koetfier , die zyne darmen met kaas en eenige pinten bier opgevuld heeft, wordt aangetast door verftoppingen en krimpingen in de ingewanden. De goede vrouw Dodorés fpoedt zich naar haare Medicynkas, en vraagt het Orakel der Medicynfche hoofdlleutelen: — Zy geeft een' lepel vol Herken Brandewyn: — De kaerel leêgt zyne darmen op eene ongehoorde wyze, en wordt gezond. — Die Dame cureert 'fraai! — Het tedere Kamerjuffertje, dat da-  (ö? ) dagelyks tweemaal koffie drinkt, eet aardappelfalaad; zy klaagt over krimpingen in de ingewanden, en over verftoppingen: de goedaartige Dame, die den Koetlier in dezelfde omftandigheid met het bovengenoemde middel geholpen heeft^ neemt haare toevlugt tot het heiligdom van haare Huis-Apotheek, en brengt alweer een' lepel vol fterken Brandewyn: het goede meisje flikt het met vertrouwen dóór, en grilt er van! — Naauwlyksbegint het heilzaame middel de maag aantetasten, of daar volgen hevige braakingen* flaauwten, kramppynen en verftoppingen. —- De doorzichtige Dame kan dit ftrydige geval niet begrypen: — hetzelfde middel heeft den Koet fier geholpen % en ziet, dat i . . . koetfiers -middel, kan nu, dit onnozele Nufje niet helpen!! — Hier kykteen Os in den Bybel! De gewoone HuisDo&or wordt fchielyk gehaald; en dees moet nu door eene tegenövergeftelde geneeswyze de goede Mevrouw doen begrypen , dat de Kamerjuffertjes geen Koetfiers zyn. Voor fterke knaapen kan de Brandewyn een goed middel weezen, daar nochtans dezelve voor tedere geitelE 3 lef--  ( 68 ) letjes een doodelyk vergift is. u&c Stolpertus, ik heb in de famenleeving, menfchen ontmoet, welken daarom alleen, de wonderbaare geneezingèft van een' domkop van Scherprechter verheffen, omdat de Artz zoo onbefchaamd was, om voor eenen veeljaarigen dienst zyne belooning te eisfehen. Heb roedelyden met deeze ondanKbaare Temperamenten! zy zyn genoeg geftraft , daarïn, dat ze het edelfte goed van de weereld, de Gezondheid, opofferen aan het moorddaadig mes van deeze bedrieglyke Kwakzalvers. Befpeurt gy ook, dat de wantrouwende lyder (die uit onkundigheid waant, dat uwe geneeswyze te lang. draadig en talmachtig is), zyne Pis, met een' fchelling er by , naar den tempel van 't Vooroordeel zendt, en met die Toverkol, als met een Orakel, heimelyk raadpleegt ; zoo vergeef hem zyne zwakheid, en bekleed de plaats van eenen verftandigen en goedertierenen Vader, die de dwaalingen zynerKinderen met zachtmoedigheid beftrafc, en hen de nadeelige gevolgen van hunne buitenfpoorigheid doet begrypen. — Gy zult, zoo doende, de pligten van een' re-  (6*0 ) redenlyk' mensch en vcrfhmdigen Geneesheer vervullen, en teftens het genoegen hebben, ondankbaarheid met grootmoedigheid te vergelden. Een derde foort van Kwakzalvers, welken nog veel gevaarlykerzyn dan de eerst befchreevenen ,verfchuilt zich onder het vroome gewaad van de Zieketroosters, die door eene lange verkeering met Doctoren en Zieken, hier en daar, in de vlugt, een weinig van de Geneeskunde geboord en van de Middelen wat kundigheid verkreegen hebben; en hun ingebeelde Kunstkabinet daarmede dikwyls tot nadeel der arme lyders verfieren. Is het menfchenliefde of verwaandheid, die deeze vroome Zielbezorgers tot zulk eene ongeoorloofde handelwyze aanfpoort? Behoorden ze niet veelmeer de ziels, krankheden hunner toevertrouwde biechtkinderen recht te onderzoeken? en . . doch laaten we zwygen ,lieve Stolpertus! want de haat van deeze lieve hemelfche Mannen is onverzoenlyker, dan de beleedigde eigenliefde van eenen vertoornden Dichter, die zyne Vaarzen zonder een daaropvolgend handgeklap voorgeleezen heeft. Laaten we thans nagaan, fommige zwaarigheden, welken een' jonE 3 gen  ( 70 ) gen Artz in den weg zyn by het raadpleegen met oudere Doctoren, en welke den lyder, of zynen eigenen goeden naam. nadeelig kunnen worden. Zevende Zwaarigheid. De Confultatiën van jonge Doótoren mes bejaarde Medebroederen. De hairige Muts houdt voorwaar menig grys-gewordenen Artz de hersfenen warm, en boezemt het gemeen meêr hoogachting en meêr vertrouwen in, dan de uitbottende vlasbaard van eenen jóngen Docter: maar vermeerdert dezelve ook teffens niet de uitdamping van den behouder des verftands, en van het geheugen, waardoor veele leevendige denkbeelden en kundigheden ( vooral wanneer dezelve door vlytig üudeeren niet onderhouden worden ) vervliegen kunnen ? Zyn niet fomtyds eenige bejaarde Doftoren zoo vol van- fchadelyke vooröordeelen voor zekere middelen, welken zy eene eeuwige getrouwigheid toegezwooren hebben, dat men?  (7i ) men» niettegenftaande deezer middelen werkeloosheid, en ongeacht de tegenfpraak welke de ziekte zelfs daartegen oppert» men wel met een gansch heir van fpitsVinnige Sophisteryën en allerlei foort van kunftig opè'engeftapelde fluitredenen zich wapenen moet, om hen te doen begrypen, dat de balfamieke pillen, door haare heete fcherpte voor veele" aandoenlyke baarmoeders een dóódelyke balfem zyn. 6 Hoe veel moeite kost het, de esfsntia van 't Beevergeil, de Markgraafpoeders, uit hunne voorfchriften te verbannen, en in plaats van deeze gedeeltelyk fchadelyke, gedeeltelyk werkelooze middelen, de ingebeelde ontlleltenis van de geduld;ge baarmceder met zachte buikzuiverende middelen en Klyfteeren te beftryden l Hoe nadeelig zyn fomtyds voor den geprangden lyder de raadpleegingen en de Confultatïén ! De jonge Doctor, die nog gezonde en leevendige denkbeelden van eene onbedrieglyke Theorie ten grondflag van zyne behandeling ftelt, en die nog zoo vérr', niet is, om op het bloote voelen van de bedrieglyke flagader de ziekte te kennen; ontdekt na eene rype overweegiog, dat de benaauwdheid, de E 4 moe-  ( 99 ) jEtïpeieïyke ademhaaling, de ligte krampen , van eene in den onderbuik verouderde ongefteldheid, van verpoppingen, en van eenen verhinderden omloop des bloeds , voortvloeien : Hy voelt in plaats van den pols, den opgezetten en gefpannen' onderbuik: De beflagene tong» de bittere fmaak, de neiging tot zuure dranken ,bevestigen zyn denkbeeld; en hy befluït, dat een uitdryvend middel met de hulp van eenige zachte Klyfteeren het eenigfte hulpmiddel is. Onder, tusfehen voelt de bejaarde Collega den pols; en zonder de verdere wezenlyke omftendigheden te onderzoeken, fpreekt hy het deftige vonnis uit: het zyn winden, myn lieve menfchen! Zonder nadenking over de onrechtvaardigheid van zj n jammerlyk vonnis, fchryfe hy Balfemwater met Liquor anodtnuf voor; en nu kan de Natuur zien hoe zy met behulp van dit heldenmiddel zich van eenen ingéflootenen vyand ontlast. Hier ftaan beide de geneeskundige Advokaaten voor het ziekbed : de bejaarde Heer Collega wil den gevaarlyken zetel van het in den onderbuik gevoelige kwaad niet ftooren, en protesteert tegen alle dwangmiddelen van, onu  , ( 73 ) ontlastende Artzenyén. —De jónge Artz, als voorfpraak der door deeze bezitting grooteiyks benadeelde Natuur, bewyst de hooge noodzaakèlykheid excipiendo & dupiicando , en bidt om de uitvoering van de Klyfteeren en der Purgatien. Wat zoudt gy oordeelen, Stolpertus, alsu. de post van beflisfer in dit twistgeding opgedraagen wierd ? Zoudt gy u door het gezag van eenen bejaarden Geneesheer en van eene achtbaare parui!:, tot nadeel van de beleedigde gezondheid, laaten verblinden? Zoudt gy deezes Doctors haat vreezen, of door eene doodelyke toegeevendheid zyn ongegronde denkbeeld goedkeuren? Ik zou, in uwe plaats zynde, ftandvastig, onverfaagd , de rype overdenkingen en de gronden van den éérilen , onaangemerkt zyne mindere jaaren, en niettegenftaande hy zoo veel ondervinding niet hadd', de gevraagde uitvoering der Purgatien en der Klyfteeren goedkeuren; en vervolgens, het aan den zoo halftarrigen bejaarden Mede-Collega vrylaaten, om by het depqfttum van het opgevulde Stilletje zyn verhaal te zoeken, of hy er van herroepen wilde ! Is het, lieve StolP e r t u s, in zulke gevallen wel wonder , E 5 dat.  (74) dat de arme lyder menigmaal het flagtöffer worde van de medicynfche Confulta* hardkloppingen en benaauwdheden waren de wreede plaaggeesten van de kwynende lyderes. De Huis - Doctor werd geroepen : hy overweegt de omftand'gheden, en velt het meesterlyk vonnis: bet zyn krampen van de baarmoeder , en winden; het is een ophooping van het bloed in de baarmoeder! Daar werd een geheel magazyn Van vergulde balfamieke kogels opgericht, om de opfrygingen van de wederftreevende baarmoeder te bombardeeren; het Liquor anodinus en de esjentia van het Beevergeil waren de ligte troepen en voorposten, die de uitgelaatene krampen den hals zouden breeken. Het gevecht begon, en daar ontftond een hevig bloedbad, 't welk zes volle weeken duurde: de kundige Zieke-Oppasfter bragt hulptroepenvan goed hoendernat en Geleien; doch deeze hulptroepen werden ook door het bombardeeren van de balfamieke pilr len, uit de verfchanfing van den onderbuik gedreeven, Nu lag de arme Sloof af-  C 76 ) gemat en uitgebloeid op het flagveld; een kleine pois, herhaalde flaauwten , verbleeking van de leevendige kleur, en een algemeene ontfteltenis van de gezondheid , waren de luifcerryke zegeteekens van de balfamieke pillen. De over de goede werking van de voorfchreevene middelen verwonderde Vrienden, begonden aan de kundigheid van hunnen Medicynfchen Veldöyerften te twyfelen. Ik werd verzocht eene raadpleeging by te woonen ! de Confultatie begon. — En , geloof my, myn lieve Vriend, ik had nog zeer groote moeite, om door eenen langen keten van" aane'engefchakelde fluitredenen, het Vredens -Tractaat te bewerken, en den Heer Collega te overtuigen dat er geen verftoppend, geen geronnen \ doch ook zeer weinig vloeibaar bloed, in de vaten van de wede fpannige baarmoeder was! dan, wezenlyk vloeide er geen bloed meêr, maar wel veel bloedig water , door de loopgraven van de doodelyk belegerde vesting. Doch hy liet zich eindelyk bevredigen : Wy begonnen met Melkdranken, die met witte Maankoppen enz. en de krampftillende Siroop van Sypenham gewapend waren, de nog ver, % fche  <77> fche wonden te verzachten, en de overblyffelen van de harstachtige pillen te omwinden , en te ontzenuwen; van buiten, een' omflag van Klaproozen en Azyn, koud op den onderbuik te leggen; en ligt kalfanat met grutten gekookt, tot voedfel te geeven. De volgende nacht was veel geruster , en beloofde eene goede uitwerking van de voorfchreevene zeer eenvou. dige middelen. By de tweede Confultatie was de Heer Collega veel zachtzinniger, en ftemde de gegronde geneeswyze toe, dat men tegenwoordig door zachtvoedfel en zachtverfterkende middelen zich moest bevlytigen het verlies van 't bloed te herftellen. Nu ging alles goed, de lyderes had een goed temperament, en gebruikte een gansch jaar by aanhoudendheid deeze middelen, en werd herlteld. Lieve Vriend! ik heb u misfchien door eene geduurig manke zinfpeeling verveeld: ik heb niettemin evenwel gezocht, u het toeval leevendig voortellellen: volg nog éénen goeden raad van uwen van harten oprechten Vriend; een raad, welke op de ondervinding gegrond, en van de beste gevolgen is. Men vindt Geneesheeren , by de Confultatiën, die eigenzinnig, verwaand, met  C 78 ) met eene fchimpende ophaaling der fchoïïderen het gevoelen van eenen jongen Artz befpotten! Volg in deeze omftandigheden het gedrag van den Vos by Ezopus, die door vleiende lofredenen, der Raave de kaas ontlokte. Veracht nooit hunne aangenoomene geneeswyze; zyt befcheiden; en betracht evenwel niets anders dan het welweezen van uwen in gevaar zynden lyder. Spreek ook (zoo 't u móógelyk is ; altoos Latyn; om uwen Collega niet te ontè'eren. Indien nochtans zyn eigenzinnig gedrag den lyder nadeelig kon worden , zeg dan in goed Hollands (zonder daarom de befchaafde welleevendheid te krenken, en zonder geleerde twisten) uw eigen gevoelen; opdatten minden , de Omftanders, indien het niet ingewilligd wordt,eenigzins over de beste middelen tot heil der lyders oordeelen en daarvoor zorgen kunnen: — maar wees gy daarentegen óók bereidwillig, om uwe eerzucht tot welzyn van den lyder opte öfferen. Dit veré'ischt de menfchenliefde, die wy Artzen onzen ongelukkigen lyderen verfchuldigd zyn. Acri  ( 79 ) AGTSTE ZWAARIGHEID. Het noodlot van een1 jongen Dottor, by langduurige Ziekten. Langduurige Ziekten zyn gemecnlyk de droevige gevolgen van eene voorafgegaane ontfteltenis der beftendige gezondheid. De Bloedfpuwer wordt onderhevig aan Longteering; de uitgebloede Kraamvrouw, aan de Bleekzucht; de genen die met hardnekkige Koortfen geplaagd zyn, aan Waterzucht; en de onmaatige Wyadrinker wordt door den Steen en het Voeteuvel gefolterd. De Venusziekte is de ftraf van den uitgemergelden afgodendienaar der hoerachtige fchoonheden ; de te veelzittende en werkzaame Staatsman, put zich uit als een Zyworm, en ligt gekluisterd aan de Zwarte-Gal; de Ledigganget wordt kwaadfappig; en de altyd onrustige en grimmige Gierigaart vergalt zélf zyne fappen. De Wangunftige fpaart den wormen na zyncn dood de moeite , om zyn overgebleeven vleesch afteknabbelen; en de Jaloerfche wordt aangetast door eene •ngeneeslyke Dolligheid. De gekoefèerde Dame  ( «o > Dame is onderhevig aan Papcurs-, dikwyls gaat haare baarmoeder den kreeftegang , en — doch laaten wy ophouden, myn Vriend, want anders zou het getal der kwaaien zich hier tot in 't oneindige vermeerderen , en wy zouden daardoor van ons doelwit te veel afwyken. Lieve Stolpe rtus, ik ben in waarheid menigmaal zelf innerlyk met gevoelige fmerte aangedaan, ais ik by fommige langduurige ziekten, die door eene fluip_ koorts vergezeld wo;den,voor het krankbed fta, en de dagen van de fmerten des ongelukkigen lyders verlengen moet; zonder de grondoorzaak van zyne ziekte te kunnen wechneemen : maar ik word ook fomtyds in gramfchap ontftooken, als ik in fommige foorten van Iangduuiige ziekten (in welken de Kunst, de geneezing met zékerheid belooft) het ongeftadige gebruik der middelen — en de dagelykfche dwaalingen in den zoo noodzaakelyken leevensregel zien moet: En deeze zyn meeftentyds de oorzaaken van de ongelukkige geneezingen: die dan door de kwaadfpreekers op reekening van den Dottor gefteld worden. De Doctor moet de edele maagen, en de  ( 8i ) de hooggeboorene Vapeurs geneezeni eri men wil zich niet onderwerpen, om dé zoo dikwyls zelfs ondervondene nideelige gevolgen van de .prachtige en fterkgekruide fpyzen te vermyden. Het bloed is fcherp, verhit, en eischt eene algemeene zuivering; en men gaat voort, om de grondöorzaaken der fcherpte aanhoudendlyk aantezettén. In het laatfte kraambed ftrafte de wreekende Natuur, door eene langduurige ziekte, de wreedheid van de Moeder, die haar Kind tegen de Wetten der Natuur de voedende borst weigerde: en nu eischt de welftand, het gemak en het fchoone aangezicht, dat men by eene vólgende kraambevalling deezen natuurlyken pligt opdraage aan eene Minne , aan eene Meid, die misfchien het bloed van den onnozelen Zuigeling vergiftigt; en hem met haar zog, teffens ook de beginfels van haaren onktrifchen aart mededeelt. — De blonde en lustige jonge Heer, A d o n i s P r i a p u s, die met Nympbjes van zyne gading zeer zoet en aartig"weet omtegaan, krygt een heimelyk ongemak , 't welk zyner gezondheid nadeelig is: de Doctor moet hem fchielyk helpen, omdat de bedwelmende' F Vas=  C 82 ) Vastenavonds - Vermaakelykheden ophanden zyn; waaraan de verblinde Jeugd haare gezondheid, op het reukaltaar des wellustes en der brasferyën, opóffert. Deeze ligte kwaal laat zich zoo makkelyk niet geneezen; men gebruikt daaröm nog andere middelen, buiten kennis van den Doóior: men gaat uit, men danst !— Het heimelyk gebruikte Kwikzilver begint in 't lichaam te woeden; het tandvleesch met de ganfche mond zwellen ontzaglyk op; en een zondvloed van taai fpeekfel flroomt tusfchen de wankelende tanden door, met eenen onverdraaglyken flank. En nu moet, helaas, de onfchuldige Doclor by Mama de fchuld nog draagen! omdat hy haaren deugdzaamen Zoon, de rotte tanden Cdie haare goedhartigheid als de oorzaak van deeze kwyling aanmerkt ) niet reeds overlang heeft laaten uittrekken of verlooden! Dit is het noodlot der Doftoren, van den kant der lyderen ; maar het is nog veel nadeeliger voor de eer van een'jongen Doctor, als hy met een onbezonnen vonnis den twyfelachtigen uitgang der ziekte als met volkoomene zekerheid bepaalt. Gy weet, myn Vriend, dat de . tee-  ( 83 ) teekens der ziekten gemeenlyk zeer dub'-* belzinnig en zeer bedrieglyk zyn: het is uniet onbekend, dat dezelfde ziekte, in verfchillende lichaamen, gedeeltelyk ont de verfcheidenheid der zenuwen, en gedeeltelyk om de reeds vóór de ziekte verborgene verpoppingen, zeer onderfcheiden is: het begin van de ziekte is dikwyls naar den uiterlyken fchyn zeer gering,' de voortgang gevaarlyk,en het einde doodelyk. — Zoo zal een fterke boeremeid die zich meeftentyds met brood, groenten en boomvruchten voedt , die door aanhoudend werken het grondgeftel van haar lichaam dagelyks verfterkt, en niet' door allerlei afwisfelende aandoeningen haare zenuwen verzwakt; zich veeleer uit de ftrikken vah eene gevaarlyke rotkoorts door heilzaame ontlastingen ontwikkelen, dan een teder Kamerjuffertje j die als een getrouw aapje van haare gekoesterde Gebiedfter, haare fappen, zocr als deeze, met de rust en fcherpe fpyzen vergiftigt; die met haar lacht, met "haar weent, met haar trotsch, verliefd,- jaloers en achterdochtig is. De zenuwen, lieve Vriend , zyn het eenigfte werktuig waar; van zich de Natuur bedient om eene heil-F i zaarnte  ( 84 ) zaame fcheiding voorttebrengen: doch hoe ondoorgrondelyk zyn de geheime eigenfchappen van deeze zoo werkzaame, ja godlyke fchepfelen! hoe verwonderlyk hoe verfchrikkelyk zyn fomtyds derzelver aandoeningen! Hoe verdoofd, hoe ftomp, hoe gevoeleloos zyn in verfcheidene lichaamen deeze leevensdraaden ! en hoe onzeker is dan ook de overwinning van de ftrydende Natuur! Naar deeze gronden kunt gy den raad afmeeten, dien gy van myne heusheid verwachten moet: Wees langzaam, voorzichtig, behoedzaam in uwe beflisfing; anders dreigt u het gevaar van eene algemeene verachting. Volg nooit de befpottelyke Staatkunde van fommige Doctoren, die bygevaarlyke ziekten in fommige huizen den dood aankondigen, en in andere de geneezing van den lyder belooven; want op zulk eene wyze verkrygt gy ten minften in elk geval,den naam van eenen ellendigen voorfpreeker van uw onbezonnen oordeel. Ik moet u hier eene waarneeming ontdekken, myn Vriend, die grooten invloed by zekere aandoenlyke lyders hebben kan op het goed gevolg van de geneezing. De lyder heeft, helaas! het vooroordeel dat  ( 85 ) dat de Doctor zyn eenige redder is: hy kent onze afhanglykheid van de Natuur niet: hy vertrouwt dat wy dezelfde kun ■ digheid, dezelfde bekwaamheid hebben, welke een ervaaren Stuurman bezit, die de zeilen naar den wind wendt. Even daarom, lieve Vriend, zoek het vertrouwen van uwen lyder ('t welk als de aandoening der vreugde op de zenuwen werkt) zoo lang het eenigzins moogelyk is, op te houden. Sta nooit voor het krankbed met een al te diepdenkend en gefronst gelaat, gelyk een trotfche Cato, die den Dood te gemoete treedt. Wees niet vreesachtig als een windmaakende Vaandrig, die echter op den eerften kanonfchoot met handen en voeten fiddert: fchrik nog veel minder uwen met hoop zich koefterenden lyder met eene geleerde ophaaling der fchouderen af; want één van beiden, of de lyder fterft, of hy krygt zyne gezondheid weder. In het eerfte geval hebt gy ten minden, door de hoop, zynen toefland voor eenige dagen verdraaglyk gemaakt: en in het tweede geval hebt gy door uwe opwekking de zenuwen niet belet, de heUzaame fcheiding , tot volmaaktheid te brengen. Wilt gy aan de waarheid van deeze F 3 . aan,-  ( 86 ) aanmerking twyfelen, herinner u dan het geval, aangehaald in het begin van de tweede Zwaarigheid. Lees' de waarneeming die de beroemde Tralles befchryft (a), van eene koorts door een' fchrik voortgebragt. Ik ken zelf eene gezonde Vrouw, die by ieder opkoomend donderweêr, uit vrees, twintig tot dertig ftoelgangen heeft. Hoe zal het in zoodanige gevallen met uwe arme lyders gaan, in welke de Natuur door een heilzaam zweet werken wil, als gy met een gelaat , op hetwelk een fchroomachtig peinzen verfchrikkelyke rimpels maakt, by het ziekbed zit, en reeds door uwe gebaarden den dood voorfpelt? Dat alté ernftigen nadenkend gelaat wordt niet by het ziekbed {a) Deeze gevallen koomen al te veelvuldig inde praktyk voor, om er aan te twyfelen. ö Hoe yeele menfchen zyn de flagtöfFers geworden van hevige aandoeningen! Onder deeze hevige aandoeningen hebben fchrik en vrees de e'érfte plaats. — Ik heb een' Heer gezien, die van eenen zwaaren Droom zoo fterk was aangedaan, dat hy door eene heete Koorts, welke met dolligheid gepaard was, en waarop een krankzinnigheid van vyf maanden volgde, werd aangetast. — Een kind zuigt aan de moeder; deeze fchrikt op dat oogenblik; en het kind krygt de Vallende-Ziekte, van de aandoening! Virt.  ( 87) bed verëischt: als de Artz maar geen verhard brein heeft, zoo mag hy zelfs wel al lachende de geneezing bewerken : —edoch, die érnftige aangezichten der Doftoren, zyn nog gevaarlyk niet, als die, welken' de fcherpzinnige en menschkundige La Vater op de zevende plaat van zyne Gelaatkunde uitgeteekend en befchreeven heeft. — Düüors-Aangezichten , in welken de overvloedig gedronken Wyn de fpieren der oogen, des monds,der tonge,der handen en der voeten , zoo zeer verlamt en beroert, dat er telkens een langverdoovende Slaap noodig is, om van 't verftand het gordyn weêr wech te trekken; zyn voor de lyders ten hoogften gevaarlyke aangezichten! Ik heb een' Doftor gekend , die in eene zoodanige onté'erende bedwelming van zinnen eens voor'tkrankbed ftond; en ongelukkiglyk, zoo verre van zyn centrum gravitatis afraakte, dat hy pardaf den zieken bloed op het lyf viel. — Dit was nochtans een gelukkig geval: — want de Geleerde-Man viel op des lyders maag; deeze keerde zich om, en wierp eene groote menigte Gal uit; en ftraks volgde een vermindering van alle de toevallen. — Was echter de dojls van F 4 het  C 88 ) bet braakmiddel niet wat al te fterk ? —-; Poch laaten wy, myn lieve Vriend , van die fchandelyke overweegingen afftappen, die eene zoo edele en nuttige Weetenfchap onteeren, en benadeelen. Wy hebben ons tot nu toe opgehouden , om voor het welzyn van onze noodlydende medeburgeren als rechtfchapene Geneesheeren en Menfchenvriendente denken, en te doen. Laaten wy nu ook de belooning befchouwen, die de dankbaare Herftelden den jongen Dottor geeven. Negende Zwaarigheid. De belooning der Doctoren, nd de. 2iekte. D e fcheppende Natuur heeft eene wonderbaare eigenfchapin de inbeeldingskracht; van een zeker foort van menfchen gelegd , waardoor de indrukfels van uiterlyke en innerlyke voorwerpen al langzaamerhand tot hun voorige Niet vervallen ; maar die toch by hunne eerfte verfchyning de beweeging van het gevoelige hart vermeerderen, en naar hun wezenlyk onderfcheid, of de beweeging der vreugde, der lief-  ( 89 ) liefde, der te vredenheid, der dankbaarheid, of van den toorn, van den haat, van de wangunst, of van de verachting voortbrengen. Deeze zoo wonderbaare eigenfchap is een füefdochter van den Tyd; en wordt door den fraaien Dichter, zoowel als door de kundige Wysgeeren, Vergeetelheid genoemd. De over den dood van zyne tedergeliefde huisvrouwe meêr dan ontrooftelyke man, wordt door den weldaadigen tyd geftild ; omdat de leevendige indrukken van het verlies, ongevoelig vergaan: andere Schoonheden,die met tegenwoordige Praaien in zyne inbeelding blinken, verdryven,en wisfchen het beeld uit van zyne eerfte Gemaalin ; en den te vooren in de hevigheid van de fmart gewenschten Dood, wordt gebeden, zyne koomst zoo lang moogelyk is, te vercraagen. Zoo verflyt de tyd het fchoone en prachtige borstbeeld van goede Regeerders , op de Gedenkpenningen. En de by dag en nacht ontruste Artz, ontvangt na de geneezing, verouderde Dukaaten (hier zyn het Schellingen, en gelukkig als men die nog krygt), op welken, of de tyd den geharnasten pyldraager afgefteeten, of de Joodfchen fchelmeryen den rand atgeknibbeld hebben. F 5 Lie-  (90) Lieve Vriend! op dezelfde wyze als de tyd de aandoeningen van vreugde, van de liefde, en der overige driften verdooft en gevoeleloos maakt, zoo vergaat ook het gevoel van dankbaarheid: naauwlyks is het gevaar by den lyder voorby (op welk tydfiip men den Artz ftandbeelden van dankbaarheid oprichten wil) of men verwyt zich zeiven reeds, dat men het getal der Vizitens heeft vergeeten met een ceconomisch Krytje aanteteekenen. Zulke ondankbaare lyders, zyn fommigen zeelieden gelyk, die by een dreigend leevensgevaar, in den woedenden ftonn, eenen mast van Wasch aan de Heiligen belooven; maar die gelukkig aan land koomende een klein kaarsje op den kandelaar zetten. Deeze zwakheid zou nog te vergeeven zyn; indien nog maar fommige lyders zoo ondankbaar niet waren, als dat uitgelaaten Paard, hetwelk den Wolf (die zoo goed en zoo dom was, hem het gezwel aan den voet, met zyne tanden te openen)zoo wreedelyk met het hoefyzer voor den kop ftiet. Het is by veele lyders niet genoeg den Doctor Hecht betaald te hebben, zy lasteren, zy belaaken hem nog. Die lastertongen! dat tygersgeflacht en ondankbaar  ( 9i ) baar adderengebroedfel! Zy trachten de eer en den goeden naam te berooven; en waarom? — omdat de Heer Doctor zoo ftout geweest is, door eene toegezondene Reekening hun te verftaan te geeven, dat hy weet, hoe de arbeider zynes loons waardig is. De gebeeten Hond likt met dankbaarheid de hand desgenen die zyne Wonden met olie beftrykt; en een Mensch kan zoo ongevoelig zyn, de weldaaden van zynen dienstvaardigen medeburger te ontkennen, en met eene veriichtelyke óndankbaarheid te vergelden! De inwooners van het eiland Cox, hadden zich uit dankbaarheid verbonden, liever hun bloed opteofferen; dan, den redder hunner gezondheid, den eerlyken Hippocrates , aan de woede van hunnen vyandelyken nabuur, den Perzifchen Koning Artaxerxes, over te leveren. Doch waar zyn in onze tyden de menfchen die zoo denken, zoo gevoelen, als deeze Griekfche Eilandbewooners? Zyn niet by de meeften de zenuwen van de dankbaarheid ftomp en ongevoelig? In plaats van eerzuilen te verwerven (zoo als men te Romen den Artzen van verdienften oprichttede) wordt  ( 92 ) wordt men laag behandeld; en de grootfte belooning bellaar daarin, dat men de eer gehad heeft, den hoogwelgebooren', of hoogëdelgebooren' pols te voelen, en zynen neus met de uitdampingen van eene moedwillig-beleedigde gezondheid te vergiftigen. Maar, lieve Vriend, laat om deeze zoo fchandelyke ondankbaarheid van fommigenuwer medeburgeren, den moed niet zinken! Gy hebt het geluk, een Paltzcr te zyn: gy leeft onder het beftuur van eenen tederen Vader en weldoenden Befchermbeer der fraaie Weetenfchappen. — Dees beminnelykfte,— (Maak hem doch onfterfiyk, Gódlyke Artz ƒ) — „ Dees groote Vorst, eert, fchat, waardeert en beloont een' ieder' rykelyk , die zich op het algemeenebest met yver toelegt: Wordt gy door den éénen of anderen met ondankbaarheid beloond ; betaal u zeiven met de voldoende overtuiging, dat gy door uwe kunst het leeven van éénen uwer medeburgeren gered hebt; dit denkbeeld is alieen genoeg, om uw zwaare ampt ligter te maaken, en u de ondankbaarheid te doen yergceten. Bedien den armen noodly- den«  (93 ) denden met denzelfden yver, met dezelfde vriendfchap en onvermoeidheid als den ryken; en gy zult het goudovertreffend genoegen hebben, te zien, hoe anderszins naakte en ouderlooze kinderen, wier vader en wier moeder gy door uwe weetenfchap gered hebt, u eenvoudige, maar nochtans harttreffende dankzeggingen te gemoet zullen ftameren. Nu, lieve Stolpertus, heb ik u al datgene gezegd, wat gy van myne oprechte vriendfchap, en uwe toekoomende lyders van de gepaste menfchenliefde der Doctoren eisfchen kunnen. Nu bid ik u, dat, indien gy by het doorleezen van dit zeer onvolmaakte Werkje bemerkt , dat ik hier of daar gedwaald heb, zoo noem my dan Heer Broeder Stolpertus, en denk gulhartig: quandoque bonus dormitat'Homerus! ïk zal my voorzeker beteren; en als ik in het toekoomende méér waarneemingen zal verzameld hebben, u alles getrouwelyk ten nutte van onze noodlydende medeburgeren mededeelen. Doch nademaal gy met my in zulke tyden leeft, in welken men, om Doctor van de Jchoone Sexe te kunnen worden, gaarne eenen goeden fmaak aan de  ( 94 ) de voorgefchreevene geneesmiddelen geeft, zal ik ü, eer dat ik u verlaat, met eenige lekkere voorfchriften wapenen! Wy zullen met vaardigheid de Apotheeken doorzien; eenige ftinkpotten wechfmyten; en eenige Cómpozitiën, van een El lang , verkorten. — De fyne paarlen en 't edel-gefteente zullen wy niet vergruizen tot ftof; maar we znllen veelliever, den blanken hals, der weeligdartelende Trippelaarjïertjes, daarmeê omfnoeren! — Onnuttige middelen zullen wy verwerpen; en de eenvoudigen doch werkzaamen, na de werking van hunne famenftellende deelen onderzocht te hebben, uitkiezen. Wy zullen teffens overweegen, of een zeer groote walging by het inneemen van de middelen, fomtyds niet nadeelig zyn kan. - Koom aan dan, myn Vriend! wy zullen ons een weinig in deeze Nieuwe Vrouwen-Apotheek ophouden; en dezelve, zooveel onze geringe bekwaamheden het toelaaten, nuttig inrichten. TWE5-  ( 95 ) TWEEDE AFDEELING, Apotheek voor de Schoone Sexe. ^^"onderbaarlyk zyn de trillingen der zenuwen des ganfchen lichaams, lieve Stolpertus, by iedere aandoening, welke de bloote denkbeeldige voorftelling van een walgelyk voorwerp, of de daadelyke indruk van hetzelve Hechts op de zenuwen der uiterlyke zinnen, in onze inbeeldingskracht voortbrengt. Onbetwistbaare waarneemingen der Geneesheeren hebben beweezen, dat in 't byzonder de Maag en derzelver bovenfte ea "onderfte opening, door de walging te famen getrokken worden. Dikwyls ontftaat er een daadelyke braaking, vooral by dezulken, die een aandoenlyk zenuwgeftel hebben; fomtyds ftroomt er een fterke vloed van fpeekfel uit den beklem-  ^^^^ C 96.) klemden mond; meérmaalen volgt er eed hevige afgang, op het enkel noemen van de Rhabarber of van de afgetrokkene Zenebladeren: en de opening van den Slokdarm trekt zich zoo wonderbaarlyk toe, dat een kleine, hoewel naauwkeurig vergulde , pil, den ganfchen omtrek van deeze anderszins nog-al aanmerkelyke tusfchenruimte opvult, en zélf daarïn geftropt blyft. Ik ken een' kundig'Vroedmeester, die, zoodra hy de ligging van de vrucht door de aanraaking nafpoort, hevig aangedaan is. Een vrouw ziet, ruikt of hoort, hoe haar maatige echtgenoot den overtollig-gedronken' Wyn, by golven uit de overlaadene maag ontlast: als een tedere wederhelft van deezen tederen bedgenoot, zingt zy uit walging hetzelfde liedje, en met eene algemeene aandoening van het ganfche lichaam keert haar maag zich om; niet tegenftaande zy uit gebrek aan leevensmiddelen, die haar verachtelyke man doorbrengt, eenen gedwongenen vastendag hield, en geheel nuchteren te bed ging. Welk een oproer! welk een wanorde is er daar, aan die vrolyke tafel?—men fpringt, men fpoegt, men vloekt! — Allen zyn ze  ( 97 ) ze verzadigd, vóór dat men recht rrie'É eecen begonnen heeft! — Waardoor ontftaat die fpoedige verandering onder die vro- lyke gasten? ten affchuwelyke dikke, en ruige Spinnekop daalt langzaam, langs haaren zyden draad van den zolder van 't vertrek, en vergalt den eetlust der gasten, door een verfchrikkelyk bezoek! De Heer Viesneus vindt een zwart hair in de groenten; en Juffrouw Teêrhart byt op een' Meel wurm, dien dé onvoorzichtige Bakker in het brood gebakken heeft. Een bloozende kleur verwt haare wangen, haar ganfche geftel wordt door ftuiptrekkende beweegingen aangedaan! Zy ftaat van de tafel op, braakt, en kan in langen tyd geen' broodreuk meêr verdraagen. Hoe doodelyk is dikwyls de walging by fommigen, dié in ongeluchte ziekenkamers den damp van vergiftige uitwaasfemingen inademen.' De dagelykfche ondervinding,myri Vriend, geeft ons voorbeelden van de toevallen, die op eene walging volgen. Krampachtige geelzuchten, maagpynen, vertraagde eetlust, aanhoudende kwaaien * bittere fmaak in den mond, zyn de gewoone gevolgen van eene walging. Ik G het»'  (93 ) heb eene Minne gezien, die, na dat men haar eenen purgeerdrank opgedrongen had , door eene hevige walging ontroerd werd, en nog den zelfden dag haar anders ftroomende Zog verloor. Laaten wy daarom myn lieve Vriend» de uitwerkingen van de walging, in het voorfchryven der geneesmiddelen zoo Veel het moogelyk is trachten aftewenden; den fmaak van eenige walgelyke doch teffens onöntbeerlyke middelen te verbeteren; en laaten wy het groote getal van onnutte middelen (die immers tot groot nadeel vandeApotheekers, een dood kapitaal zyn), door de keuze van een gezond oordeel en redenlyke ondervinding, verwerpen.£ De voorzichtige Natuur heeft drie wegen in het dierlyke lichaam verordend, langs welken zy de fchadelyke deelen ontlast. Deezen zyn de Endeldarm, de afleider der Pis, en de over de ganfche oppervlakte overvloedig verfpreide Uitwaasfemende vaten. Wy zullen dan, daar de meeste ziekten haaren oorfprong hebben in den onderbuik, uit eene Hechte fpysverteering, uit de verftoppingen die in deezen inhouder van verwarde inge« wan*  (99) wanden toorkoomen; met de opiosfehdë braak- en purgeermiddelen een begin maaken. Van deezen tak, zullen wy overgaan tot die middelen, welke de tweede natuurlyke ontlasting, deüitwaas-' fenung, of naar de omftandigheid des lyders, het Zweet bevorderen. Eindelyk zullen wy eenige kruiden voorfchryven , welken voor den derden weg, Jangs welken de Natuur, of de fchadelyke of de overtollige vogten ontlast, dienstig zyn. In deezen tak zullen wy handelen over dé Pis en Speekfeldryvende middelen ; cn teffens van diegenen welke de geboorté en de maandelykfche Zuivering bevorderen. Met deeze middelen, welke verör^ dendzyn, om het lichaam te ontlasten van zyne fchadelyke deelen, zullen wy dé ' rechterzyde van onze nieuwe Apotheek aanvullen; aan de linkerhand zal een maatige voorraad van verfterkende, krampftillende, opwekkende en hartfterkende middelen bewaard worden* Bóven dit zeer geringe getal van doozen , potten en' flesfchen , zuilen wy het oude Vadertyké, doch waarachtige Opfchrift pkatfen: Natura paucis contenta. (dat is) De Natuur vergenoegt zie-h met weinïgï G 2 Fïr~  ( 100 ) Verieerende of ontbindende Middelen. O nder dit foort zou het Sedlitzwater de eerfte plaats verdienen, zoo het den verlekkerden lyder niet te onaangenaam ware. Lieve Vriend , doe op iedere kruik, van dit voortreffelyke water, 4 lood Amandel - Siroop en vier oneen Pommeraans Bloesfem-water; zoo zult gy het den lekkerften mond met vermaak verkoopen. By dit water kunt gy het Spa- en Pyrmonts-water plaatfen, welken nevens de openende krachten, ook de zeer notabele eigenfehap hebben, om de aangenaame kleur van het fchoonfte rood weder op het jufferlyk aangezicht te brengen; welke kleur, door de waterachtige fappen verdelgd was, en door het kunftig penfeel opgemaakt móest worden. Geef den fchop aan de Borax, den gevitrioolden Wynfteen, het arcamm duplicatum; en zet een glas vol met de volgende aangenaame poeders in de plaats van de overigen. Neem twee lood Wynfteen, twee drachma Salpeter, vier lood O-  ( ioi > Citroen-Suiker; meng dit te famen, en geef het uwen lyder naar goedvinden. De Tartarus Solubilis, deszelfs terra foliata, en de flores falis ammoniaci martiale*, zullen wegens hunne voortreflyke oplosfende kracht, uit deezen tak niet verdreeven worden, maar blyven. By gelegenheid van dit ontlastende zoutmiddel moet ik u, myn' Vriend , eenen drank voorfchryven, die in heete, vooral in Galkoortfen zoo nuttig als aangenaam is. Neem een half lood Paarlgerst, een lood toom van Wynfteen , laatze beiden met 2 pint water kooken : als dees drank koud is, ontbind daar dan in, vier lood Citroen-Suiker;giet het dooreenen linnen doek, en geef het uwen kwynenden ly. der, om naarmate van zynen dorst daarvan te drinken. De krystallen van den Wynfteen, die zich met de ontbondene Suiker vermengen, en zich aan den bodem of de kantenvan de flesch vasthechten,ontbinden zich gemakkelyk door middel van het Balmum Maria. Het zuur van den room van Wynfteen, dat door het kooken gedeeltelyk ontbonden is, is veel aangenaamer, dan dat van onrype Citroenen ; misfchie-n G 3i is  ( 102 ) |s hetzelve ook veel nuttiger. Laaten wy nu tot de Braak-, Laxeer- en Purgeermiddelen overgaan; hier moeten wy er veelen de huisvesting ontzeggen , dewyl ze gedeeltelyk onnoodig, gedeeltelyk fchadelyk zyn. Braakmiddelen. R oep nu de Meid , myn Vriend, en laat ze met den huisbezem, op éénmaal, alle de walglyke braakwortels, dcGummi Gutt, het Vitrum antimonii, de eeuwige pillen en de witte Braakvitriool uit deezen hoek wechveegen; en ruim deeze plaats voor het Braakzout (tartarus emeticus ) hetwelk uit den Wynfteen en uit de Crocus metallorum famengefteld wordt, alleen in: Doch naardien de aandoenlykheid der zenuwen by verfcheidene lyders zeer verfchillend is ;zoo neem den volgenden regel te baat, die my nooit bedroogen heeft: Neem van deezen Braakfteen zes grein , 2 drachma Citroen-Suiker, deel dit in zes gelyke poeders ; de lyder neemt er alle vierendeelpurs een poeder van met laauw water, tot  ( 103 ) tot hy begint te braaken. De fmaak van dit middel is even aangenaam, en voor kinderen, en voor volwasfenen. Die Braakzout is een heilzaam middel in verfcheidene ziekten. Wy zullen van deszelfs openende en zweetdryvende kracht, in de verhandeling Van de zweetdryvende middelen eenen byzonderen Lofzang zingen. Laxeermiddelen. De Manna, de Honig en de Wei van Melk, met goeden Wynazyn toebereid, zullen wegens hunne veeljaarige trouwbeweezene dienften, in het bezit van hunne doozen en potten blyven. Maar nademaal de room van Wynfteen tenminften dezelfde kracht bezit, als deTamar inden en de Casjïa, zoo zullen wy deeze beiden, den Egyptenaaren en den Indiaanen overlaaten. In plaats van deeze beide mergachtige bastvruchten, zal er in onze kraamery een nieuwmodifche Honigazyn , die uit gekookten Wynfteen, Water en Honig beftaat, in voorraad zyn: by hetwelk men, om er eenen aangenaamen reuk aan te G 4 gee-  ( 104 ) geeven, een weinig Rozen- of Orange* bloesfemwater doen zal; doch die ge-r fchiedt naar welbehaagen. Hieronder zullen wy ook de Venetiaanfche Zeep, als een byzonder goed openend en voortreffelyk laxeermiddel, plaatfen; hetwelk in de opgezette buiken der kinderen, in deflymachrige yerftoppingen van de klieren én der ingewanden van den onderbuik, zy-? nen vereerder nooit bedroogen heeft. Nochtans moet men omzichtig zyn, die uit te zoeken, die geene lange jaaren te koop geftaan heeft. De verfche uitgeperfte en zonder vuurtoebereidde olie van zoete Amandelen, verdient ingelyks onder dit foort eene uitgekoozene plaats: doch dewyl, als dezelve alleen genoomen wordt,die olie de maag verflapt; zoo zal ik u myn' Vriend hierby de wyze voorfchryven , hoe ik ze zonder kwaade gevolgen gebruik. Ik neem verfche uitgeperste zoete Amandelolie , het dooier van een Ei, een weinig Canariefuiker: ik laat dit alles in een fteenen mortier famenwryven, en giet al langzaamerhand zwarte Kersfenwater of een ander gedistileerd water daarop. Langs .deezen weg ver.nengt die zachte olie zich. ge-  ( io5 ) gemakkelyk met de fappen van onze maag, het olieachtig gedeelte des dooiers van het Ei verëenigt zich met de Amandelolie ; en op die wyze is dit verzachtende middel beter dan alle anderen, die door de wysneuzige bakers by de kraamvrouwen ingevoerd zyn. Als gy myn Vriend met dit middel het Sal tartan, ofdeszelfs Liquor per deliq,o£ ook een ander Loogzout vermengt, zoo hebt gy een aangenaam vloeibaar vogt, hetwelk u by het zuur der kinderen, en in veele andere langduurige toevallen, heelwél dienen zal. By kraamvrouwen die in de verlosfing veel geleeden hebben,is deeze Melk, met ée'n of meêr grein Laudan. opiat. een uitneemend ftillend-middel. Eindelyk dient de Magnefta Nitri onder dit gezelfchap geplaatst te worden. Suiker en eenige droppelen Kaneelölie zyn de lokvogels, waarmede men de kinderen en verlekkerde vrouwtjes verleiden kan, dit fmaakeloozemiddel te gebruiken. G 5 Pur-  (106) Purgeer m iddelen. Van den eerften tyd af, dat ik met den geesfel der Purgeermiddelen de overblyffels van de zwelgery uit de darmen van den gemeenen man en der lieden van geboorte uitgedreeven, en menig' dapper' vreeter een' halven dag op den nachtftoel gefpykerd heb, heb ik (den hemel zy dank) maar drie Purgeermiddelen gekend, gebruikt en noodig gehad; afgetrokken Zenebladeren, Rhabarber,.en den wortel van de Jalappe! Dit waren de geheimen waarmede ik deeze heldhaftige daaden ondernam; en eenige Dukaaten, die de bygeloovige Stooker in het aqua regis ontbindt, om het aurum fulminant te bereiden, heb ik heel gerust in myne beurs gehouden. Laat nu weder den bezem in de hand genoomen, en alle de hoeken uitgeveegd worden, waarïn zich de Scammonie, de Coloquint, de Gummi Gutt, de Gratiola, de Helleborus niger en overige medegezellen van de fterke middelen verfchuild hebben. De pillen welke of uit de Extratt' panchymag, Crott, of  ( 107 ) of andere moordmiddelen bereid zyn, geef die den vrolyken jongen om zynen blaasrotting daarmede te wapenen, wiens beroep het is, de vrolyke mosfen op het dak te klyfteeren. Ongelukkig is het, en voor altoos ongelukkig, dat de Rhabarber en Zenebladeren voor fommige neuzen, die zich alleen aan den fterken reuk van de Pots pourris, Amber en Muscusgewend hebben, zoo zeer walgelyk zyn. Laaten wy dus zoeken, deeze kleine fouten der Natuur, te verhelpen! Lieve Stolpertus, als gy deeze middelen met kookend water afgetrokken hebt, en ze koud geworden zyn; zoo meng dan daarby, een drachma van den zoeten Salpetergeest, of van de Liquor anodinus, dan zal de walgelyke reuk door deeze vlugge geeften verdreeven en verflapt zyn. Eenige droppelen van de Kaneelölie, van de Anysölie, maaken den reuk der poeders van Rhabarber verdraaglyk, en beletten derzelver werking niet. De grootfte zwaarigheid is, den Kinderen deeze buikzuiverende middelen in te geeven: gemeenlyk moeten dezelve in deeze jaaren fterker zyn, omdat zich in 't byzonder by fommige kleine dikbuikjes veel  ( io8 ) veel taaie flym, het nest der wormen; in den onderbuik vergadert ; hetwelk een natuurlyk gevolg is van de onverteerbaare meelfpyzen. In deeze en foortgelyke gevallen heb ik het volgende middel werkzaam en aangenaam gevonden: Men meent B. V. twee drachma geftooten Jalappe, een drachma geftooten Kaneel , twee lood witte Suiker, en men doet er nog eenige droppelen Kaneel- of Anysólie op. Van dit mengfel geeft men naar de omftandigheid en naar de jaaren, meêr of min. Gebeurt het dat er wormen by de kinderen zyn, dan ben ik gewoon, een weinig Spaanfche Zeep daar by te doen. Men kan deeze poeder met de fpyzen der kinderen mengen, of dezelve ook met een weinig Melk ingeeven. Oordeelt men dat er fterker middelen veré'ischt worden, dan neemt men harst van Jalappe, zooveel noodig is, witte Suiker en een dooier van een Eij men wryft deeze te famen in een mortier, en giet er nu en dan watRoozenwater of eenig ander aangenaam water by. Dit middel is zoo aangenaam als heilzaam. Onder deezen tak van uitdryvende middelen,zullen wy er eenige tegen de wormen  ( 109 ) rnen en de winden (dewyl die toch dezelfde plaats bewoonen) by voegen. Deeze onverzochte gasten, die noch kost noch huishuur betaalen, zyn gezwoorene vyanden van de Purgeermiddelen ; dikwyls verhaten zy hunne wooningen zonder verdere pleitgedingen. Doch dewyl er gevallen zyn in welken deeze kruipende voedfeldieven hunnen post hardnekkig verdedigen, zoo bewaar de zoete kwik — en de uit yzer toebereide middelen , tot een omzichtig en weloverlegd gebruik. Tegen de winden zullen nevens de laxeermiddelen, het Anys- en Venkelzaad, de zoete Salpetergeest, en de Liquor ano'dinus genoeg zyn, Wilde nochtans de in de darmen ingefloopene en door de warmte uitgezette lucht, op de bezweering van dit middel het lichaam niet verlaatenzet dan uwen opgeblaazenen lyder dagelyks eenige uuren op een Paard, hetwelk de kunst heeft, om door eenen zachten tred het geheele lichaam te fchudden; en gy zult voortreffelyke gevolgen van dit middel ontdekken. Laaten wy nn eenige middelen uitzoeken die de" W fecunda(gelyk de Geleerden zeggen) van de tegennatuurlyke deelen zuiveren kun-  ( HO ) Zweetdryvende Middelen^ Oeen vak in de Apotheek werd in de eerfte tyden van de Geneeskunst met méér kasfen , doozen en potten voorzien, dan dit \ De meeste ziekten moesten door fterk zweeten geneezen worden : en dikwyls liet de diepzinnige Doctor Diaphoreticus den dreigenden Dood in het onderlyf influipen, als hy naar de omHandigheid van zaaken door zachte laxeermiddelen de darmen hadd' moeten laaten zweeten. Den Schepper der heilzaame kruiden zy eeuwig dank, dat deeze doodelyke vooroordeel en (die evenwel nog, gelyk Tissot daarover klaagt,onder dengemeenen man heerfchen) meêr en meêr vermind eren.Wy zullen dan de Bezoar-kogelen, den Eenhoorn, en de overige Aardmiddelen (die de leepe Triller zoo aartig befchryft) in het Natuurkundige Kabinet, gelyk de andere kostbaare fteenen, verwyzen; daar kunnen ze de oogen der Natuurkundigen voldoen, en de maagen onzer lyderen vry laa-  < III) laaten. De Oesters en Kreeften zullen wy op de vrolyke tafel van onze goede Vrienden zetten, en de overblyvende fchelpen op den misthoop werpen. MethetKryt zullen vrydePtzitentby onzelyderen getrouwlyk opfchryven; en de roode en witte Koraalen zullen als fieraaden aan den zeeoever in ftilheid blinken. Met de Terra metitenfis en de overige boli zullen wy de vetvlakken, welken een heerlyke maaltyd op de kleederen van de verwarde en.tuimelende gasten veroorzaakt,uitwisfchen; en de Esfenüa Alexipharmacct Stabliixde Etfentia amara en dutcis van Hatte teffens met de andere esfentia zullen niet toegeftopt worden, maar, in de vrye Atmofpheer van de Apotheek, vervliegen en wechdroogen. De Zwavel en het Spiesglas zullen alleen uit het Bergryk bewaard worden. Zou niet een grein van den Braakwynfteen op een pint aftrekfel van Vlierbloemen, of een afkookfel van Pokhout, de werking van de Antimonium diaphoreticum en van de Kermes minerale vervullen ? Eenige fchoone ondervindingen hebben my alle de anderen verdacht gemaakt. HetPlantenryk zal onze meeiïe kasfen vullen. Ver-*  C 112 ) Verzamel dan, myn lieve Vriend, defi Engelwortel, den Alants en Gentiaanwortel, eer dat zy aan het opfchietende kruid hunne krachten mededeelen. De China en de Sasfaparitla kunnen in haare eigene geboorteplaats haar fortuin zoeken. In plaats van deeze vreemdelingen, die de Hollanders zich goed laaten betaalen, zullen wyonze inlandfche Heemst- GrasZeepkruid, - Venkel- en Klittenwortelen, in dienst neemen. De Sasfafras en het roode Sandaliehout met zyne overige verwantfchap zullen hetzelfde noodlot van ballingfchap ondergaan , of tot het veelkleurige fchrynwerken gebruikt worden. De vrolyke en lieflyke medegezel ,het Pokhout, zal, tot men verdere gelukkige ontdekkingen doet, ftandhouden. Bewaar het Dulzendguldenkruid, den Gezegenden Distel, de Lavas, de groote Marjolein, de Salie, het Citroenkruid , den Eerenprys , wél gedroogd, in de medicinaalkamer. Vlierbloemen en derzelver Siroop, met Citroen-Suiker, zullen in dit foort de plaats bekleeden. Nu lieve Vriend, hebt gy middelen genoeg, waarmede gy uwe lyders zoo lïerk kunt laaten zweeten, als een postpaard, dat met fchraale haver in den  ( "3 ) den zomer drie posten loopen en fommige Jenqfche Rabulisten draagen moet. Laaten wy nu overgaan tot de betrachting van fommige middelen, die de fche'-pe pisdeelen, of door hunne verzachtende of verdryvende kracht, van het bloed affcheiden; Pitdryvende Middelen. Geef myn Vriend, de Kervel, de Pieterfelie, de jonge fpruiten van de Hop en van de Aspergies, geele en witte Peen, Cellerie, Look en Pry in de keuken, en laat er uwen lyder die Pisdryvende middelen noodig heeft, lekkere fchotels van toebereiden. De tydige boom- en andere vruchten: de Aardbeziën, de Moerbeziën, de Kersfen en derzelver verdere medegezellen, zullen op het defert, in wit porcelein, nevens een maatig gebruik van den Moezelwyn, onzen lyderen, die door het zand of de fteen gefolterd worden, toelachen: doch waarom zyn de Pfirsing zoo ongelukkig geweest, van uit het gezelfchap der overigen in den Winter in voorraad zynde Siroopen verbannen te zyn* H Doch  ( H4 ) Doch' nademaal wy geen plaats te véél in onze Apotheek hebben, zullen wy het fap der Moerbeziën , der Braambeziè'n, der Aardbeziën, en der overige bondgenooten te famen mengen, met fuiker tot eene Siroop kooken, en onder den naam van Vruchtjïroop in gebruik neemen. Het OximeL Squillit, en de Therebentyn zullen beiden by ons, wegens hunne goeoe eigenfchappen, hunne tot nog toe beftemde plaats behouden. De Spaanfche Vliegen nochtans kunnen ongehinderd uit dit vak in. dat der blaêrtrekkende middelen overvliegen; en in plaats van het inwendig gebruik van dit gevaarlyke ondier, zullen de goedaartige Pisfebedden hier gehuisvest worden. De Cineres Genis-ta, flipit fabar zoowel als de andere uit verbrande kruiden getrokkene zouten > kunnen zich by de Zeepzieders of de Goudfmits te koop aanbieden; zal niet de zuivere Wynfteen voor alles kunnen dienen? Nu myn vriend, nu hebt gy middelen genoeg, om de Pis zoo aftedryven, dat uwe lyders dezelve met pinten by. den voorzeggenden Scherprechter brengen kunnen. Eer wy van deezen tak af- fchei-  ( "5 ) fcheiden, zal ik u hier een lekker middel by voegen, dat in verfcheidene gevallen van de opftopping der Pis, van eene goede uitwerking , en teffens zeer aangenaam is. Neem 20 gefchilde zoete Amandelen: 2 lood witte Maanzaaden t zes ofagt gefchilde Perzikken-Pitten, en een weinig witte Suiker: maak hiervan met een halfpint braambeziën- of kriekenwater, een' Melk; en doe daarby naar tydsomftandigheid, of de Heemst- of Pynftil-^ lende Siroop van Sydenham, met een weinig Salpeter ~- of de Magnefia. — Probatum est. Alle middelen die de affcheiding van de Pis bevorderen, vooral die, welke prikkelend zyn, werken teffens wegens de nabuurfchap der vaten, op de deelen van de geboorte. Doch dewyl de oorzaaken der wechblyvende Maandelykfche of Kraamzuiveringen zoo menigvuldig zyn; moet ik u hier, myn Vriend, vaderlyk waarfchouwen, om met deeze zeer aandoenlyke deelen van het vrouWelyke geflacht zeer bedachtzaam, en zeer voorzichtig omtegaan: en gy zult in het toekoomende myn gevoelen goedkeuren, alle llerkdryvende reinigende middelen H 2 ver-  ( 116 ) verbannen, en de weekmaakende Klyfteeren, de zachte damp-of andere Baden, het Spa- en het Pyrmonts-Water en vooral eene goede Dieet, hooger fchatten, dan alle Moederpillen en Tinftuuren. Dikwyls worden kleine verhardingen van de Baarmoeder door het gebruik van deeze krachtdaadige middelen, in ongeneeslyke Kankergezwellen en doodelyke ftortingen veranderd. Laaten wy by de bleekzuchtige Dochter de fpysverteering verbeteren door eene goede leevenswyze, en door de lichaamsöeffeningen ; ver wy deren wy by de Kraamvrouwen het gevaar van onkundige Vroedvrouwen, en van hetingefloopene misbruik in de Dim, na de verlosfmg; vermaanen wy de gemakkelyke Moeder, den kinderen de voedende Borst niet te weigeren, opdat de na de geboorte overvloedige toebereidde melk, in deszelfs ontlasting niet verhinderd worde: dan zal men noch de Borax, noch den Baarwortel, noch den Zevenboom, noch de Aloë, noch de Myrrhe, en niet eens de op de markt verkocht wordende Beaume de Vie noodig hebben. Het is beklaaglyk dat fommige Genees-  C 117 ) neesheeren in dit foort van Vrouwelyke Ziekten zoo vol vooróordeelen zyn, en de balfamieke pillen zonder eene nauwkeurige beöordeeling in die aandoenlyke lichaamen Huwen. Laaten wy dus in dit vak niets plaatfen, dan, de Yzer-Tinctuur van den onfterflyken Boerhave, en de flores falis ammoniaci martiales, tot een zeer omzichtig en wélö'verlegd gebruik j en wy zullen veel voordeeliger zyn dan alle de Doctoren met hunne Moederpillen. ^4p>*^>*$><^>^ oo<$» Speekfeldryvende Middelen. D e goedaartige Natuur verkiest, in één en meêr gevallen, den Speekfelweg, om gedeeltelyk fchadelyke, doch gedeeltelyk ook ónfchadelyke fappen uit het bloed aftefcheiden, Het tandkrygend Kind loopt een ftroom van Speekfel uit den mond, hetwelk door de prikkeling van de uit" bottende fnytanden uit openliggende Speekfelklieren gedrukt wordt, om het tandvleesch door een aanhoudend bad week te maaken. De reuk van gekruide H 3 fpy-  ( "8 ) fpyzen, de beweeging van de onderkaak jn het kaauwen, opent deeze waterachtige bronnen, om dit vogt ten voordeele van de verteering met de fpyzen te mengen j de kinderpokken by volwasfenen zetten deeze ontlasting aan, tot eene te groote hoeveelheid,met eene daaröp-volgende vermindering der toevallen. Ik heb by 4 Vrouwsperfoonen 'smaandelyks zulk eene ontlasting van fpeekfel gezien, die de plaats van de maandelykfche zuivering bekleedde; doch zou deeze kwyling de Venuskwaal, voorzeker" geneezen ? Hoe menigen vrolyken broeder heb ik gezien, die als een zy worm uitgefponnenen in eene ellendige pop veranderd was , zonder dat het verraaderlyké vergift zyne wooning verhaten had. Wy zullen nochtans het leevendige zoete en vergiftige kwikzilver aan den Hemel van onze nieuwe Apotheek zoo lang haten blinken, en den goeden invloed van deeze gewigtige Vhneetenmetbodoextméloria Vüorzich_ tig eeren, tot dat de nieuwe ontdekking eenes geneeskundigen Sterrekykers hetzelve uit het gezelfchap van de blinkende Apotheeks-Luchtverfchynfelen verbant, pf, de menfchen zoo yerftandig zyn, geen Aagt-  ( 119 ) flagtöffers van de onkuisheid te worden. Nu hebben wy , lieve Vriend, de rechterzyde van onze nieuwmodifche Apotheekmet fommige middelen gemeubileerd, die de heilzaame ontlastingen der traage Natuur bevorderen kunnen. Laaten wy nu op de linkerzyde diegenen plaatfen, welke de verzwakte veerkracht van de vaste deelen onzes lichaams verhelpen, die of de vloeibaareftoffen verdikken.of de zulken dietetaaizyn ontbinden. Laaten wy er fommige Hellen die de nedergeflagene leevenskrachten en de zenuwen opwekken, die de buitenfpoorig-krampachtige aandoeningen van de ontftelde zenuwen bedwingen, en eindelyk door eene gemaakte prikkeling op de oppervlakte van het lichaam, of de verdoofde zenuwen opwekken, of eene ontlasting van fcherpe vogten bewerken. Wy zullen verder onze Apotheek me& eenen kleinen voorraad van uiterlyke heelmiddelen beiluiten. H 4 Ver-  ( 120 ) Verjlerkcnde en Samentrekkende Middelen. X> e geneesmiddelen , die aan de vaten van een leevendig lichaam, of, opdat ik Doctoraal fpreeke, de vaste deelen eenige krachten mededeelen, die de buitennatuurlyke uitzetting van dezelve beletten, en de veerkrachtherftellen, zullen wy Verjlerkende Middelen noemen. Hoe dikwyls moet de Artz de menfchenhuid bereiden en in den taankuil van Koortsbast leggen, om de natuurlyke' verëeniging der vaste deelen te herltellen, en de doodelyke verdeeling (affcheiding) van dezelve te beletten? Doctor Gumperz gebruikte voor eene zwakke geërfde Long 12 pond China, NB, het ée'ne pond na het ander; en het bloeden etter-fpuwen verliet hem. De 'fraaie geneezingen van Prjngle in .de Rotkoorts, de groote kracht van'den Koortsbast in de koude koortfen, de gemaakte preuven van De Haan zullen ons opwekken, aan dit Heldenmiddel de .eerste plaats onder de verfterkende middelen te geeven. Laaten wy dan, myn .Vriend, den fiechteh en middelmaatigen.Koortsbast uit . ...... ;* , P$-  ( 121 ) onzen Winkel bannen,en eene grootekas met de beste , fynste , ukgezochtfte China opvullen; dit foort zal zoowel voor armen als ryken , ten inwendigen gebruike zoo lang bepaald worden, tot dat de aangenoomene ftelregel afgekeurd wordt, dat de gezondheid van één éénig nuttig Burger ten minften even zoo edel even zoo dierbaar is, als die, van eenen aftyd iverkzaamen en altyd fchuldeloozen hoveling. Naast dit voortreffelyke middel plaatfenwy de Cascanilla, die nevens de zacht verfterkende kracht ,ook kruidachtige, in veele gevallen zeer werkzaame deelen bevat. Het Duizendblad zal met eene byzondere hoogachting, gelyk ook de Salie, hierby geplaatst worden. Gy kunr, myn Vriend, deszelfs uitmuntende deugden by Loesecke naleezen. Zoude men ook niet den Palmboom, die tot nog toe Hechts onze tuinen verfiert, onder het getal van de verfterkende middelen plaatfen ? Dit middel verdient ten minften een naauwkeurig onderzoek. De overige fterker famentrekkende middelen zullen wy tot het uiterlyk gebruik verordenen. Uit het Bergryk zullen wy het Yzer eene beftendige trouw toezweeren. Dit voorH 5 - tref?  ( 122 ) treffelyk metaal zal aan de bleekzuchtige jonge Dochter de roode kleur op haare wangen wedergeeven, en all' het blanketfel vernietigen. Het zal de traage ingewanden van de klaagende Hypochon.dristen en den verwyfden Tederling het mannenvuur in de aderen ontfteeken. DessetfsfTinÖourmet appelfap gemaakt, en de Staalwyn van den grooten Boerhaven met Kaneel en Orangefap vermengd , moeten verzwakten lyderen voorgefchreeven worden ; de Croci van Yzer zullen als verwen in de Porcelein-Fabriek dienen. Gelyk het Yzer tot het innerlyk gebruik den voorrang in dit ryk verdienteven zoo hoog moet gy het Lood fchatten, myn Vriend , tot het uiterlyk gebruik. Lees het fchoone Werkje van Goulard, en de waarneemingen van het nut van 't extract van het lood. Eer wy deezen hoek van veriterkehdemiddelen fluiten ; zoo wil ik u nog een voorfchrift eener nuttige en aangenaame China-Koffiemededeelen. Neem 2 lood gebrande en geftootene Koffie!, 2 drachma geftootene China, i drachma geraspt Elpenbeen. en  ( 123 ) cn als het de omftandigheid verë'ischt, een weinig zout van Wynfteen, laat dat kooken, doorgieten, en met fuikerzoetmaaken; dan zal u menig lief meisje verzekeren : datgy een Doctor zyt, die weet te leeven, en met de vrouwtjes weetom te gaan: Oefl un homme d'esprit zal men van u zeggen; en wie weet of gy niet in Frcmkryk even zoo gemakkelyk als zyn doorluchtigheid, de Hertog van d'AiLhaut, een Hertogdom ofte- minften een Marquizaat daarmede kunt winnen! De orde verëischt nu, dat wyover de oploslende middelen handelen: doch dewyl wy een gedeelte van dezelveonder de*%j-, tive middelen aangehaald hebben; zoo zullen wy hier nog byplaatfen, de extraden van Cichory,Paardebloemen ,van Duizendguldenkruid en van Witbeen, (Potemonium) ; en de buitenlandfche Gommen den zakgeeven. De Waterkers, de Radys enzynen broeder de Rammelas, het Lepelblad en het Pimpernellekruid, zullen wy onzen lyderen tot Salade geeven. Zr  ( «4 ) Zenuw- en Hartverjlerkende Middelen, eeze middelen, lieve Stolpertus, zyn oné'indiglyk verfcheiden,en moeten naar de oorzaaken van de verzwakking bepaald en voorgefchreeven worden. De uitgebloede en tnagtelooze Kraamvrouw moet met maatige, voedzaame en ligt-verteerende fpyzen verkwikt worden. Het wryven van de bcenen en de voeten moet eenigen tyd de leevensbeweeging opwekken. Het Wynfap fiddert in den ochtendwond , tot dat de middagfche Wynkelk, die dikwyls geleegd, en even zoo dikwyls weder a-ngevuld wordt, het verflagen zenuwfap weder opwekt. De neêrflagtige en knorrige Gryzaart begint als een jongman te fchertfen , zoo dra de vlugtige geest van den dubbelden Anys het bouwvallige fcharminkelgeftel befproeit en verleevendigt. De tedere Dorinde vak op de nabyftaande Sopha: elle Je trouve mal; Jon cceur s'en va; elte Je meurt; en zy koomt door geen hartfterkend water by, voor dat de knecht den  ( 125) den verwachten Brief brengt, in denwelken duizend aangenaame leugens op el■ kander volgen. Nu begint dat lieve Schepfeltje weder adem te haaien, en het hart begint weder te Haan. De Spanjaard lag armoedig te Romen op de ftraat, zonder eenige teekens van leeven te geeven; een nog versch waasfemende en mededeelzaame Merda, die hem zyn medebroeder onder den bleeken neus hield, wekte terftond ook by hem de ieevenskrachten op, en de lyder meende in der daad de aangenaame lucht van Madrid in te ademen — Ahl arie di Madrida. De Artz geeft den ftervenden ryken Oom het hartfterkend Paarlwater in de keel; hy opent nog eens de oogen, en ziet hoe de bedroefde Neeven zoo goedaartig en zoo ftichtelyk de befchimmelde Dukaaten onder elkander deelen. Ik fchreef eens aan eenen bejaarden Man fdie dagelyks een goed glas Brandewyn gebruikt) voor eene hevige fteek in de zyde, eene aderlaating voor, en gaf hem een' Wollebloemendrank met Honig te drinken; eenige uuren na de aderlaa'ing verviel hy in zulk eene zwakheid,dat hy fcheen te zullen fter- ven  ( 126 ) fterven : Objlupui Steteruntque coma! De gewoonlyke Brandewyn met den voorigen drank vermengd zynde, gaf hem de krachten weder, en de ziekte verdween den zevenden dag, door eene heilzaame ontlasting van fluimen. Een teug frisch Water, een glas gekaamde Melk, een weinig rhynfche Wyrt verkwikt den doritigen lyder ; de rookende Azyndamp met welriekende Nagelen vermengd, een open venfter, wekt de krachten op, die door de vergiftige lucht nedergeflagen zyn: en hoe dikwyls is een opwekkend gelaat, een hoopgeevend woord van den Doctor de beste hartverflerking voor den vfeésachtigen lyder! Hoe dikwyls is een Braak-of Buikzuiverend middel, een aderlaating het zekerfte middel om aan de Zenuwen haare leevendigheid, en haare werkzaamheid weder te geeven ! Het wryven met warme doeken, — het lucht-inblaazen in den mond der doodfchynende kinderen na eene zwaare verlosfing — de Tabaksklyfteer voor de Drenkelingen, zyn dikwyls zulke krachtige middelen , die den reeds geheelen ftilftand der fappen weder herfiellen. Dewyl wy dan geen zeker  ( 127 ) ker middel bepaalen kunnen, hetwelk onmid ellyk in aüe de gevallen op het hart en deszelfs zenuwen werkt; zoo zal dees hoek ook niet naar Muskus noch naar Amber of Civet ftinken of ruiken. Laaten wy liever , tot maatig gebruik , eenige flesfchen Champagne-Wyn — Caapfche-Wyn, Nierfteinfche of Hochheimer Agtënveertiger in derzei ver plaats zetten, en daarenboven, de eeuwige waarheid daarop fchryven: Vinum cor hominis tatificat\ Maar hoe zal het met deeze hartverfterkingenby de fchuldige Vizitatie van de Apotheek gaan ?....? Daar het één der voornaamfte pligten is, Frisfche Waaren te hebben! . . . Doch opdat dees hoek niet gansch ledig worden zou, zullen wy dien met welriekende Kruiden Bloemen, Vruchten, en B,sten, of met wat Water, of half Wyn, gediftileerde Wateren vervullen, — het Rozen-LavendelMelisfen- Balfera- en Orange-Bloefemwater,het Braambezié'n-Citroen- en Kaneelwater hier plaatfen; het Cichory-Distelen Witbeenwater zullen voor de welriekende wateren de plaats inruimen, 0f der Ganzen den dorst lesfchen. Het Liquor anodinus, de Spiritus Nitri  C 128 ) tri dalcis met den goeden Wynazyn, zullen als weêrgalooze hartfterkende middelen by de hand weezen: De Confeclio alkermes en de hyacinth zullen al langzaamerhand zonder gebruikt te worden, opdroogen. Nu hebben wy fommige middelen verzameld, die de traage zenuwen opwekken zullen. Befchouwen wy nu nog diegenen die de aanvallen van de te aandoenlyke zenuwen beteugelen, en door hunne krampflillende kracht, nuttige uitwerkfelen belooven. Kramp/tillende en Slaapmaakende Middelen. De Kramp, een werking van geprikkelde Zenuwen, ontftaat dikwyls op vérafgelegene deelen van het lichaam, op welken de prikkelende oorzaak niet onmiddelbaar werkt. De aandoenlyke Hypochondrist wordt geelzuchtig na het gebruik van een fcherp purgeermiddel, omdat hetzelve den twaalfvingerigen darm door zyne fcherpe deelen toeknelt; en daardoor den yry-  ( 129 ) tfryen invloed van de Gal belet. Een korreltje Snuif, een Mugje, vliegt in het gevoelig oog; de trouwe wachter van' de cirkelsgewyze oogfpier trekt zich in honderd plooien famen, om uit de traanklier eenen. heilzaamen vloed uittepersdn, om dit prikkelende lichaamtje uit den gevoeligen behouder te reinigen. Zelfs de Arm, de Hand, dellen-buiten onzen wil, fpoedig ter hulpej om door wryven en drukken de vyandelyke prikkeling te verwyderen. De ongelukkige misilagen van een' Houthakker, het verhaaien van.eenen onmenfchelyken dood, de luidende alarmklokken die den Brand verkondigen, trekt de ganfche oppervlakte van de huid te famen, en een algemeene opftand van de klieren der huid maakt het gladite juffertjes-vel ruw. Een Kat ontdekt den vervolgenden Hond; oogenblikkelyk ryzen de hairen van haare anders gladde pels, de ftaart wordt korter en zwelt op, en dat aartige fchootdiertje verandert in een gruwelyk Steekelvarken. Hoe dikwyls deeden de yoortreffelyke Symphoniën van eenen nu éénigen Caknabich, de ftreelende Ho* bo van den meesterlyken Lu Brun, de 1 ' zacht-  ( 13°) zachtgolven.de toonen van den harttreffenden Franzel, en de betoverende Fmt van eenen lieflyken Wendling myne Zenuwen ryzen ! Ik voelde den leevendigmaakenden invloed van een onbegrypelyk vergenoegen: .een verwonderlyke fchok deed zich aan myn Zenuwgeftel gevoelen, en de vreugdetraanen ftroomden uit beide myne oogen. Het fchaamrood worden, het niezen, het hoesten, het verfchrikken, zyn meestendeels krampachtige fchuddingen van de geprikkelde Zenuwen. De koortskoude , welke de Engelfche Léeraar te Heidelberg, de geleerde Gattenhof, zoo voortreffelyk en zoo meesterlyk befchreeven heeft, fchynt enkel krampachtig te zyn. De ftuipen die door wormen voortgebragt worden, de wonderbaare toevallen by zwangere en krampachtige Vrouwen, zyn overtuigende bewyzen van de ongelukkige neiging der Zenuwen tot krampachtige beweegingen. Laaten wy dan, lieve Vriend, de middelen onderzoeken, die deeze eigenaartige aandoeniykheid der Zenuwen, als de gezondheid daardoor benadeeld wordt (volgens  ( i3i ) gens de ondervinding, op goede redenen gevestigd;, voorkoomen kan. Ik moet u hier ook in het geheugen brengen, dat heel dikwyls de afdryvende, de verzachtende , de flymachtige , de verfterkende middelen, de beste krampftiliendenzyn, waardoor defcherpten uit de darmen en het b'oed gedreeven worden. De Natuur zelfs wyst den Geneesheer den weg; zy verwekt grooten dorst ,• een ganfche wolkbreuk van vloeibaar fpeekfel ftroomt in den mond, om één bytend peperkoorntje te verzwakken: Laaten wy inde meeste gevallen deeze onderwyzende neiging der Natuur volgen; en dan kan het Beevergeil met de Asfa faetida teffens, naar finjeur den Daimoon gaan! Geloof dan voor zeker, myn Lieve Stolpertus, dat de Zenuwen van ons Lichaam, lieve huisgenooten zyn. Nu en dan ontroeren zich dezelve , als een weezenlyk prikkelende oorzaak hunne gevoeligheid aandoet. Wy zullen daarom het Beevergeil of geheel verbannen, of alleenlyk voor den reuk in deezen hoek houden; daar 't voor het innerlyke gedeeltelyk nutteloos, gedeeltelyk fchadeI 2 lyk,  ( 132 ) lyk, en misfchien in veele gevallen on» ■ zeker is. De Liquor cornu cervi fuccinatus zal als een goed vlugrig middelzout in eene kristallen flesch een'onverftoorden weduwenftoel verkrygen. En gy, ö voortreffelyk meestermiddel! gy bedwinger van hevige pynen, gy beftryder van de krampachtige Zenuwen , heldenmoedig Maanzaad! gy zult in eenen witten porceleinen met lover bekroonden pot, in welken de groote Sydenha'm, de vernuftige Tr alles endemeesterlykeBuRG nwe loffpraak met gouden letteren gefneeden hebben, eeuwig in onze Apotheek uitblinken; en dagelyks door verftandige en voorzichtige Doftoren geëerd worden. Lieve Vriend! lees het fchoone Werk van den kundigen Tralles; lees het om zyne ontegenfpreekelyke deugd , méér dan ééns; en de groote kracht van het Opium zal u nooit bedriegen. — Gaan wy nu van het llillend tot het pynverwtkkend middel over. Laaten wy de werking befchouweü van die blinkende vliegen, die wy uit de kas der pisdry. vendemiddelen in déézehebben doen overbrengen. Deeze zoo fcherpe als goed, a2r-  ( 133 ) aartige diertjes zullen in fommige gevallen de Zenuwen der óppervlakte by- onze lyderen aantasten, en hun, tot hun eigen welzyn, pyn verwekken , Zy zullen in de zoogenaamde Kinkhoe sten der kinderen, en andere hardnekkige Zinkingen, die door eene fcherpte worden voortgebragt, tusfehen de fchouderbladen gelegd, de prikkelende' en bytende vogten tót zich trekken > en afleiden; zy zullende ontfieeking der oogen geneezen , de vervallene leevenskrachten tot heilzaame ontlastingen aan-, zetten, de flaapzuchtigen opwekken , de terug gedreevene Poafograof'Schurft, Pokken en Mazelen van de edele deelen aftrekken , en verwyderen. Maar ik' wenschte, dat menig Doctor met deeze Vliegjes in heete Ziekten wat voorzichtiger omging, en de dolheid door deeze prikkeling niet vermeerderde; doch dezelven ook niet te laat, als alle de zenuwen reeds inderdaadftómp en gevoeleloos zyn , leggen lieten. Ook moet u de Zwangerheid by volbloedigen weêrhouden, om deeze bedrieglyke gekorvene diertjes uiterlyk te gebruiken; dewyl zy door hunne pisdryvende fcherpte eene ontydige geboorte zouden kunnen veröorzaaken. I 3 Dee-  ( 134 ) Deeze aanmerking verdient t?n minsten alzulk eene toeftemming gelyk men aan welgegronde gistingen gewoon is te. geeven. Opdeeze ry van uiterlyk .afleidende middelen moet nog de heilzaame Zydebast geplaatst worden; die op de armen gelegd, nuttige bronnen van fcherpe vogten opent. Eene veeljaarige rhumatieke hoofdpyn, eene flikkende aamborstigheid, eene bloedfpuwing heb ik door deezen Bast gelukkiglyk geneezen en verdreeven gezien. Nu ben iku Lieve Stolpertus,nog uiterlyke middelen fchuldig, die door de Heelmeesteren met prachtige eertytelen voorgefchreeven worden. Ik zal hier plaatfen de krachtige wondbalfems, de wonderwerkende Esfentia en Spiritus, de kostbaare Zalven en Pleisters, die gedeeltelyk uit het Ptantenryk, gedeeltelyk uit het Dieren-, gedeeltelyk ook uit het Bergryli haare zelfiiandige deelen ontkenen, en al meest nutteloos de potten en kasfen bezoedelen; doch ook heel dikwyls door hunnen ouderdom, fcherp, garstig en nadeelig worden. Laaten wy den Dasfen, den Vosfen,den Zwynen en overigen dieren, hunne reuzel en vet laaten  C 135 ) ten behouden; en verfche ongezoutene boter, zoete amandelen en ' lynzaadölie gebruiken. Laaten wy fommigen Heelmeesteren, die in gezonde en door geene fcherpte bedorvene lichaamen den natuurlyken balfem,den heilzaamen etter, met plukfel en pynlyke fchaaren zoo zorgvuldig als fchadelyk afreinigen, uitdrukken, en door deeze onnoodige voorzorg de gezonde nabuurige deelen kwetfen: laaten wy, zeg ik , deezen Menschlievenden Pynigers verzoeken, dat zy dit witte, en immers niet Hinkende, goedaartige voortbrengfel van de heelenden Natuur, dit voortreffelyk Eierwit van onze fappen , als den besten Balfem, die nooit door de kunst kan nagebootst worden, gelieven aantezien; die de randen der Wonden buigzaam en zacht houdt, en de eerfte grondlegging tot eene gelukkige herftelling maakt. Laaten wy hun aanraaden, dat zy door de aanlegging van eene zeer eenvoudige pleister de werking van de uiterlyke lucht • afweeren; de hetzy gebrookene, hetzy ontwrichte beenderen, door meestcrlyke handbewerkingen, en goede verbanden , herftellen en bevestigen; zoo zullen zy - lieden even zoo weinig Zal-  ( 136 ) Zalven en Breukpleisters behoeven, als wy Doctoren Polychrest- en Balfamieke pillen noodig hebben. — Maar, lieve Vriend, nu zullen de Poeders- en Pillen-Doctoren » de Lapzalvende Wondheelers,-en de winzuchtige Materialisten de pylen der yver'ge Heeren Reeën/enten fpitfen, en dezelve op ons Werk lqsfchieten; zy zullen fchclden en byten! Doch laaten wy heldenmoedig het fchild des verftands en der ondervinding daartégen zetten; en deeze pylen zullen zonder kwetfing van den goeden naam, op de oppervlakte van dit fchild afgebrooken terug kaatfen. De belooning zal onwaardeerbaar en het vergenoegen ongelooflyk zyn, als wy door dit onvolmaakte Werkje, den Vaderen des Vaderlands eenen Onderdaan, en den Vaderlande zeiven Hechts éénen nuttigen Burger bewaaren. Zóó denkt, zóó gevoelt, zóó wenscht vaa ganfeher harte de Patriotfche Hollander. EINDE.