B E R IC II T WEEGENS HET WERKEND VERMOGEN, OF DE UITWERKSELEN VAN DE AQUA MEPHITICA ALCALIN A, o k LOOGZOUTIG LUCHTZUUR WATER OP HET GRAVEEL, DE STEEN EN ANDERE ONGEMAKKEN, DIE DE PIS WEE GEN AANDOEN. DOOR. WILLIAM FALCONER, M. D. F, R S. EN GE NE ES II EER- IN HE T G ENE RA AL HOSPITAAL TE BAT II. DE VIERDE UITGAVE MET B IJ VOEGSELS, VERANDERINGEN, EN EENIGE E ELANGRIJKE VV A ARNE EJH 1 N GE N , DIE INDE VOORGAANDE UITGAVEN NIET GEVONDEN WORDEN, VERMEERDERD, EN NA DEZE VIER» DE ÜITGATE UIT II E T ENGELS CH OVERGEBR.AGT OOR PAUL PHIL. du CLOUX, MED. D O C T. Te L E T D E N, lij L. HERDINGH, mdccxcvi,   O E Ë X B. D E L A N D G E N O O T E N. Indien 'de latijnfche fpreekwijze, bono vind non opus eft fufpenfa hedera, goede wijn heeftgeen uithangbord nodig * in 't algemeen waar is, zo is zij het bijzonder met opzicht tot dit bericht, waar in men zodaanig een belangrijk onderwerp met alle mogelijke duidelijkheid ett> goede trouwe voor gefield vind > dat men ''er zijn ingewikkeld geloof niet aan kan weigeren. Be grootheid van de kwaal aan de eene zijde9 en de moeilijkheid om die te geneezen, zal ik niet zeggen, maar veeltijds om 'er eenige tijdelijke verligting aan toe te brengen, maaken deze Waarneemingen des te belangrijker, en daar ik 'er zelfs meenigvuldige keeren zodaanig door gefolterd ben geweest, dat en de pijnen en dc nitgeflaane angflen mij zomtijds voor een nabijzijnde affnijding van mijne levensdraad deeden vreezen, kan ik het zeggen van dido in allen opzichte voor'het mijne aannemen, non ignara mali mifcris fuccurrere disco: Ver* a mits.  iv mits ik nu aan het laatfte gedeelte van hei versje van dido niet meer door mij zelfs kan voldoen, heb ik het van mijn plicht ge'dgt dit anderen aan té beve&len. Ik wierd door den Titel van dit Werkje, die ik m eèn maatidfchrift-yond, 'uitgelokt, óm mij door den Boekverkoper het koek zelfs te laten bezorgen , en vond ''er bij het lezen van dé eerfle bladzijden, voor mij zo veele wetenswaardige za-aken 'm^ aap ik met de grootfte graagte het^ geheele Werkje' doorliep, en mij verfchei-de gevallen h;rinnefdé\ wdar in ik de aan mijne zorg toevertrouwde lijders , indien ik dit ludpmiddel te dier tijd in zijne vermogende werking gekend had,-zo al niet- geheel geholpen ten min ft e hen aanmerkelijke verligting zoude hebben kannen toebrengen: en dit was de voornaam/Ie reden die mij bewoog om dit geneesmiddel met n-ijne landgenoten meer bekend te maken, en mij, fchoon niet genoeg fn onze taal.-ervaaren om de net gepaste en uifgezngpfte uitdrukkingen tot li-er voort' brengen" van verheevener denkbeelden op Vpapier te zetten, echter aarrdeze overzetting tewaagen; Het zal hiér dhs meer op zaaken als op' woorden aankomen, en ik hoop dat mijne Landgcr.rten mijne uitdrukkingen verftaanbaar genoeg vinden zullen, om van hit middel zelf een behoorlijk, en tot nut'van hunnen evenmenschft rekker::! gebruik ie konnen maken. De  ï)e Heer isgenhousz Af de geneeskundige wereld genoeg bekend en beroemd, en dis hei boekje van hul me over het geneezen van dj/leen, podagra, en blaauwfchuïi, uit het Engelsch in V Latijn, met eene aanprijzendeVoorrede heeft vertaald , fchijnt op dit later ontdekte middel mevr verirouwen gefield tehebben, en zet door zijn eige befekreve ongemak en genezing daar van aan deze verhan. deling zo veel luister en geloofwaardigheid bij, ah men eenigftnts kan verlangen : ook zegt zijn Ed. op pag. 114. dit zijn eigen, en andere gevallen in twee deeltjes van de Chemifche Bibliotheek niet naauwkeurig genvtg opgegeven te hebben: hier heeft zijn Ed. die bij hem genaamde onnaauwkeurigheid volkomen verbeetert, en zijn kwaal allerduidelijkst befchreven. Ik zoude hier nu zelfs eenige gevallen kunne:: bijbrengen, waar van ik zeeker weet, dat zesdert ruim anderhalf jaar, dat mij dit middel bekend is, lieden aan wie ik het door mij zelf of door mijne goede vrienden aanbevolen heb, ""er veel baat bij gevonden hebben: ik zoude van mij zelve bonnen melden , dat daar ik voor keen zelden zes weeken vrij was van graveelacces, *t zij ligt of zwaar, en dan doorgaans ft'eentjes of fteenen kwijt rankte , die r.a verloop van 5, of 6 jaaren nu nog zo hard zijn, dat men ze naauwlijks door de ha* 3 mer  mer tot gruis kan krijgen, ik thans zeedert een dagelijks , doch zeer maatig gebruik van dit geneesmiddel maanden lang vrij ben gebleven, en zelfs niet lang geleaen in een ligt acces een fleem je kwijt geraakt zijnde, het zelve tusfchen mijne vingeren verbriezelen kon, zo los was het in zijn famenhang; maar 'er zijn in deze verzameling van Waarneemingen yan onzen Schrijver omftandigheden en be+ weegredenen genoeg gemeld, om eiken menfchenvriend in foortgelijke gevallen aan te zet* ten, tot het nemen van verdere proeven, die ik van herten wensche, dat even gelukkig als de bijgebragten mogen uitvallen. O P-  OPDRJCHT van de heer FALCONER, Aan den heer BENJAMIN COLËÖRNËj SCHILDKNAAP, INWOONDE* DER. STABT «AT Hi Vergun mij U geluk té wenfchen met dé fteeds toenemende roem van een Geneesmiddel» waar van Gij de uitwerk zelen in haar vnllè uitgestrektheid ondervonden hebt, en waar aart Uwe tegenwoordige gelukkige (laat van gezondheid , zo wel als die van vêrfcheiden van uwê goede vrienden buiten alle tegenspraak toe te fchrijven is. Ik weet echter met zeekerheid, dat de eenigfte beweegreeden , die U deed wen-fchcn , dat de berichten die in deze bladeren bevat zijn, mogten gemeen gemaakt worden, is het nut, dat daar van op het roenschdonl moet nederkomen, op dat dus door het wijd efi zijd verfpreiden, en onderling mede deelen van zulke en diergelijke waarneemingen , de waare A aait BENJAMIN COLËÖRNËj  q opdracht. aart van dit middel meer bepaald, en de beste wijze om het zelve te gebruiken, op een vaste voet daar gefield wierd. Ik durve mij met die hoop niet vleijcn , van door de Voorzienigheid beftemd te zijn, om zo eene wenfchelijke zaak tot behoorlijke rijpheid en volkomenheid te brengen; maar zal mij vergenoegen met die wensch, en zo ik vertrouwe niet geheel en al ongegrond, dat de Waarneemingen , die ik in dit Werkje bij een verzaamcld heb , en wier geloofwaardigheid, boven alle verdenken of tegenfpraak is, kragtig tot dit oogmerk zullen medewerken. Terwijl ik ondertusfchen met de oprechtfte wenfchen voor de aanhoudenheid van uwe gezondheid en gelukftaat blijve WAARDE HEER.' Uwe zeer verplichte en oprechte Vriend en ootmoedige Dienaar W. FALCONER. Over  Over het gebruik van de Aqm Mephitica Aicalina, of loogzoutig luchtzuur water, zijnde eene opïospng van vast loogzout in water ., verzadigt met vaste lucht, in graveel en fteenkw aaien. D e eer van de oorfpronkelijke ontdekking , dat loogzouten door vaste lucht volkomen kunnen geneutralizeerd of geenfhgtig gemaakt worden , is men naar mijn inzien verfchuldigd aan den Heer bewlï van Groot Masfmgham, in Norfolk; welke in eenige proeven, te vinden in het Aanhangsel van het Tweede Deer van Di'. priestly's werk, genaamd Proef ondervindingen en Waarneemingen over verfcheide foor-' ten van lucht; dit ten vollen bewezen heeft, en met dit aldus bezwangerd water heeft zijrt Ed. aangeraden in rottige en andere ziektens, waar in mëit meent oirbaar te zijn veel vaste lucht in het lighaaitt te brengen, proeven te nemen: het blijkt echter nergens, dat deze Heer zelfs eenige geneeskundige ondervinding van deszelfs werkzaamheid gehad nebbe i dus hebben de Geneesheeren zeedert dien tijd, daar wel veel gebruik van gemaakt, in plaats van gëwoö* As üfl  4 over de uitwerkselen van het ne ziltige waters; dog ook zo ik denk met weinig on'lerfcheid in de uitwerking. Dog de eer van de ontdekking van de belangrijkile hoedaanigheid, die naar mijn gedagten van dit water tot nu toe bekend is, te weten het verligten van graveel en ftcenpiiren, moet aan een Inwoonder dezer ftadt Bath toegekend worden , namelijk aan den Heer benjamin coi-borne, Schildknaap, die eertijds de Geneeskunde met veel roem vcor zig zelfs, en groote verdienflelijkheid voor het menfehelijk geflapt geoefTend heeft. Deeze Heer zelfs zeer veel door die kwaal gefolterd, wierd daar door aangezet, om de vermaardfte geneesmiddelen in dit vak te beproeven ; maar naar langduurige en treurige ondervinding wierd hij maar al te zeer overtuigd van de kragteloosheid of gevaarlijkheid van de meesten, zo niet van ailen dier zo hoog opgehecmelde fteenbreekende middelen , en dit bragt hem (gelukkig voor zich zelf) mede tot het onderzoek van het thans voorgefteld middel; de uitkomst ging zijne verwagdng verre te boven, want hij bevorderde daar door zijn gelukftaat, niet alleen, . door de verligting van zijn eige kwaal, maar bekwam dus ook gelegentheid om aan zijne menschlievende neiging op de belangrijkile wijze den teugel te vieren, door dit zelfde middel aan zijne vrienden , die zig in diergelijk geval bevonden, op het fierkst aan te prijzen. Tot deze ontdekking wierd de Heer colborke gebiagt, deels door het waavneemen van de ontbindende kragt van het loogzout in pis-fteenen buiten het lighaam maar voor al door het zien veranderen van de pisfe in zoda&nigo lijders, die het  LOOGZOUTIG LUCHTZUUR WA TER. 5 het loog inwendig gebruikten, wordende dezelve in plaats van drabbig of troebel en zeer tot zetten geneigd , helder en natuurlijk van kleur: maar daar het gebruik van enkele loog zeer moeilijk is door deszelfs onaangenaame fmaak , en walgelijkheid voor de maag, zo wel als door deszelfs invreetende en bedervende hoedanigheid , en prikkelende uitwerking op het dierelijk geitel, en voor al op de waterweegen : moest men dit zien te verhelpen, door de bijvoeging van iets, dat zich naderhand weder daar van kon affcheiden, en aan het loogzout de vrijheid laaten , om zich met het zuur, dat verondersteld word tot de {teenwording mede te werken, te vereenigen. Zoude er nu aan het oogmerk te weten , het voorkomen van de fteengroeijing , of de ontbinding van het reeds faamgegroeide, grootelijks voldaan worden : kwam het gemelden Heer voor , dat vaste lucht daar in aile opzichte bekwaam toe was, als maakende met het loog, een fal neutrum of geenflagtig zout zeer zagt van aart, aangenaam van fmaak en voor de maag niet nadeelig , van veel kragt tegen de verrotting, en tefR-ns zo los in zijn famenhang, dat het loog gemakkelijk van de vaste lucht daar het mede verbonden was , door het een of ander te ontmoette zuur kon afgefcheiden worden. - Daarenboven bevond hij door proefnemingen, dat dit aldus famengefteld lighaam aanmerkelijke kragten bezat in het ontbinden van menfchen pis-fteenen buiten het lighaam, en dit zette hem aan om het op zich zelve te beproeven , en het aan anderen aan te prijzen , en de berichten van deszelfs gelukkige poogingen en uitkomst hier ingelascht zulA3 kn,  6 OVER DE UITWERKSELEN VAN HET len , zo ik vertrouwe , ten vollen bewijzen , dat zijn hoop niet kwalijk gegrond was. De meest gefchiktfte wijze om deezc loogoplosfin Wélkte eenige dagen duurde, en zelfs fchenen aan te wakkeren. Den 11 van dezelfde maand voelde hij eenige pijn in zijn maag en ingewanden, en fprak er zijn Apotheker over, die hem eenige buik - openende middelen ingaf, die ook zeer gefchikt na beneden werkten, maar hem mtsfelijkheid en gencigtheid tot braken gaven. Dit deed hem denken , dat hem de gal plaagde waar voor hij ook eenige middelen gebruikte, zelfs met verlichting, dog de pijn in de rug en in de borst bleef hem bij: en hebbende toen eenige zaken in Dorfethire te verrigten, dagt hij dat een reisje daar heen goed voor zijne gezondheid zoude zijn, waar op hij ep Dingsdag den 1 Febrüarij na Salisburij vertrok, en daar van daan na een Vriend in Dorfcthire, 't welk omtrent 30 mijlen van de genoemde Stad af ligt. Dog dit reisje, dat hij in een dag te peerd deed, verergerde hem zodanig, dat hij met veel moeite aan het einde kwa.HU De volgende dag was hij beter, dog niet vrij van  loogzoutig luchtzuur water, 41 Tan de bovengemelde pijnen, hij was niet graag, ook hardlijvig, zijnde zijn afgang hard en zwart: hij bleef in deze ftaat tot de iode December in den avond, wanneer hij met misfelijkheid in de maag overvallen wierd, en zeer veel bloed overgaf, 't welk de volgende nagt wederkwam, waar op Doft. pultneij van Blaadfbrt gehaald wierd, die hem eenige bloedftelpende middelen voorfchreef: hij bleef tot 't laatst van December aan zijn's Vricnds huis, en keerde toen te rug, altijd met pijn als te voren, en een zeer wankelbaare gezondheid. Na dat hij agt of tien dagen t'huis was geweest, loosde hij een fteen, die veel grooter was, als die hij te voren was kwijt geraakt, omtrent van de gedaante van een garften korrel, dog veel breeder, waar na zijne gezondheid en ectenslust weder beeter wierden; dog na weinige dagen wakkerde de pijn in zijn maag weder op, met veel gevoeligheid en geneigtheid tot braaken, zo- dar hij met groote moeite dc beweging van een post-chais kon veelen: waarop zijn kwaal geoordeeld wierd f imengefteld te zijn uit gal, jicht en graveel, en hem geraden wierd om na Bath te gaan, daar hij den 5 Meij 1785 aankwam; en eenige dagen daar na om Dr. ad air zond, die hem een en ander geneesmiddel voorfchreef en een voorzigtig gebruik van het water van Bath aanraadde : dog zijne gezondheid niet verbeeterende, wierden er andere geneesmiddelen voorgefchreven, en hem een fpaanfche viieg op de maag gelegt, waar op de pijn wel terftond verlichtte, dog zijne andere pijnen in de rug, borst enz., bleven hem bij, en zijne misfelijkheid en braaking gingen haar oude--, gang: toen wierd Dr. falconer geraadpl. welke te gelijk met Dr. ad air hem aanraada C 5  42 OVER DE UITWERKSELEN VA N HET proef te neemen met de Aqua Alcalina met vaste lucht, tot een pint 'sdaags, verdeeld in drie giften, en het warme bad tweemaal 'sweeks te gebruiken, en naauwlijks had hij dit geneesmiddel twee of drie keeren gebruikt, of hij vond verbeeterins in zijn eetenslust, en zijne pijnen merkelijk vermindert : dus na drie weeken gebruik, wierd zijn maag vaster, zijn eetlust kwam weder, zijne misfelijkheid verliet hem trapsgewijze, en zijn braaking hield geheel op, en van dien tijd af, bleef hij volkomen gezond, en geheel bevrijd van graveel. Geduurende zijn laatfte aanval, was zijn water hoogkleurig, en ichoon hij geduurende de nacht niet veel water maakte, was er zeer veel bezinkfel in: doch terftond op het gebruik van het loogwater, wierd zijn water bleek, kwam vrij gemakkelijk en in groote hoeveelheid voor den dag, en liet geen de minfte bezinklêl of wankleurigheid in de pot na: „ Dit verhaal is getrokken uit een brief van de Heer „ rolfe aan mij, en zo veel mogelijk met zijn eige „ woorden uitgedrukt, zijnde deze brief gedagteekend „ van Amesburij 19 OEtober 1785. en zedert dien tijd „ heb ik het genoegen gehad om van de Heer rolfe „ het volgend bericht, gedagteekent Amesburij jfanua„ rij 305 '787. te ontfangen." Indien ik anders als wel was geweest, zou ik U al eerder een lettertje met opzicht tot mijne gezondheid gefchreven hebben : ik kan mij niet herinneren ooit gezonder geweest te zijn, fchoon ik de voorlede zomer een fteen ben kwijt geraakt, maar die was als broos, en kruimelagtig, zo dat ik hem met mijne vingers drukkende, in ftukje-s kon doen vallen: Ik denk dat ik dit fteentje vergadert had, door dat ik  loogzoutig luchtzuur water. 43 ik mijn glaaze toeftel in April gebroken had, en in een maand tijd geen ander had konnen bekomen, en in dien tijd denk ik juist dat de fteen geboren is: ondertusfchen volharde ik in 't gebruik van het loogwater met vaste lucht, te weten driemaal 'sdaags eenderde van een pint. ACHTSTE WAARNEEMING. De Lieutenmit Colloncl gould oud 55 jaaren, en eertijds in het derde Regiment Guardens gediend hebbende,, was zedert omtrent zijn dertigfte jaar onderworpen aan de jicht, en had er van tijd tot tijd aanvallen.van: omtrent 19 jaaren geleden had hij verfcheide maaien opftoppingen van water, die fomtijds drie of vier uuren duurden, en na niets luifterden dan na eene Bougie of kaarsje daar hij telkens zijn toevlucht toe nemen en dezelve eens geduurende twee geheele maanden dragen moest: deze vlaagen bleven in den begin lang weg, dog in de laatfte jaaren, wierden zij meenigvuldiger. Zijne aandrang tot wateren kwam zo dikwils wederom, dat het ophouden daar van hem zeer moeilijk wierd, en zelfs bijna ondoenelijk was. Zijn water was meest al troebel en zeer genecgen tot rotten, en had reeds eene rottige reuk, als het geloosd wierd: ook was hij gewoon met zijn water veel fnotterig flijm kwijt te raken, in zo ver dat het bijna een duim hoogte maakte in een pot, daar niet meer dan anderhalf pint water in was: van tijd tot tijd kwam er ook een roode graveelftoffe voor den dag, echter nooit zo groot dat men het een fteen kon noemen : veel pijn en een aanmerkelijk gevoel van zwaarte drukte hem in de buikzijden (hypochondriaj) en ftrek- te  44 over de u i t we r k s e l e n va n het \ te zig zomtijds tot in de rug uit: Ten tijde als hij zijn water maakte, voelde hij ook aandrang, tot afgang- Wanneer nu de jicht in de uiterftens plaats genomen had, dan was hij over't algemeen vrij van deze toevallen: omtrent Maart van 't jaar 1785. zette hij zig aan 't gebruik van rijstemelk, aardappelen en raapen en andere groentens, en dronk geen gegifte drank, maar alleenlijk garste water, en na dat hij daar mede omtrent d;ie weeken had aangehouden, kreeg hij een heevige pijn in de waterwegen, en raakte geduurende twee dagen omtrent een half pint bloed des daags kwijt; pijnftillende middelen , dranken met Jperma ceti of walrus, en verandering van leevensregel, te weten het gebruik van dierlijk voedzel, en een gemaatigd gebruik van wijn verligtten deze toevallen, waar op een ligte aanval van jigt volgde. Geduurende de zomer wierd zijn gezondheid merkelijk verbeererd door het genieten van de vrije lucht en door het daagelijks te paard rijden geduurende zes weeken, echter bleef zijn water troebel en Hinkende , zelfs toen ook wanneer hij in 't laast van Augustus een vrij gunftige aanval van jicht kreeg, die hem omtrent drie wecken duurde. Vrijdag den 7 October begon hij op raad van de Heer colborne met het gebruik van de Aqua Mephitka Alcalina , en nam er daags tweemaal omtrent een derde van een pint van in, waar bij hij een weiniaje heete melk voegde, 't geen zijn maag zeer wel verdroeg. Zijne tijden van gebruiken waren omtrent twee uuren nademiddag en omtrent zes uuren in den avond, en hij behield er eene gewoone ftoelgang van, zonder meer: op de waterwegen had het geen prik-  loogzoutig luchtzuur water. 45 prikkelende uitwerking , zelfs was hij daar omtrent beter dan voor heen. Na verloop van vijf dagen, dat hij dit middel had beginnen te gebruiken, begon zijn water helder te worden, zonder fnotlijm of dank, ook gemakkelijker om opgehouden te kpnnen worden, 't welk hij nu drie of vier uuren kan doen , en loozen het dan, hoe zeer niet zonder pijn, echter veel gemakkelijker dan te voren. Dit water is thans van eene bleeke barndeene couleur geheel zonder reuk, en kan 24 uuren, en waarfchijnelijk veel langer ftaan, zonder de minfte verandering te ondergaan, of het minde zetzel in de pot na te laten: zijn eetenslust en geheele gezondheid zijn zedert dit gebruik veel verbeeterd, zo ook zijne kragten, en bekwaamheid tot wandelen , zijn fpijs is visch en andere eenvoudige fpijs, met een half flesje röodè Portwijn 'sdaags en zomtijds wel iets meer na dat het hem fmaakt, zomtijds gebruikt hij vrugten,maar deze bekomen hem na zijne gedagten niet wel. Dit bericht is uit des Colonels gould eige mond in de maand Januari] 1786 overgenomen , doch fchoon dit loogwater de fmerten veel matigde door de fcherpte van het water weg te nemen, fchijnt het echter, dat dc blaas en waterwegen, en de geheele gefteltheid van den lijder, door zo meenigvuldige aanvallen in ettelijke jaaren zo veel geleden heeft en verzwakt is, dat de kwaal ongeneesbaar was, want hij ftierf op 'c laatst van 't jaar 1786 van een inwendige verderving. NEEGENDE WAARNEEMING. De Heer francois loftus van Market-Weigton in Jorkshire , oud 76 jaaren, dog van eene goe- de  46 over de uitwerkselen van het de gefteldheid , en in 't algemeen vrij gezond, uitgezonden deze zijne bijzondere kwaal, was reeds tweemaal van de fteen gefneden, waar van de laatfte keer iets meer dan agt jaaren geleden, toen de Heer colborne deze zijne brief gedagteekend den 27 Jan. 1786. ontfing; waar in hij meld, dat hij genoegzaam zeeker is, dat er zich weder een nieuwe fteen in zijn blaas gevormt heeft, en fchoon hij te gelijk geen gewag maakt van de toevallen , die hem in die gedagten gebragt hebben, kan men uit de droevige ondervinding , die hij reeds daar van gehad heeft, hem de beflisfmg daar van gerust toevertrouwen. Deze lijder dan in een van de maandelijkfche berichtfchriften een verhaal gevonden hebbende, van de goede werking van de Aqua Alcalina Mephitica, begon daar een proef mede te nemen , volgens het voorfchrift, dat daar in voorkwam, dog het welk bij ongeval twee oneen wijnfteen - zout in plaats van één in twee pinten water deed oplosfen. Van dit middel gebruikte hij geduurende zes weeken daagelijks omtrent anderhalve pint, dog zonder eenige v'erligting van zijne toevallen, uitgezondert dat zijn water, 't welk te voren troebel was , en veel bezinkzel, dat aan de pot bleef aanhangen , neder liet vallen, bijna helder wierd. De Heer colborne waarfchuuwde hem dat er een drukfout in het Maandbericht ftond , en raadde hem de proef met de halve gift van het loogzout te nemen; doch zijn eerstvolgende Brief van Maart 7, 1786. gaf veel gunftiger bericht van hem, want zijn water gaf hem in de doortogt geen fmerte meer , en hij kon het ook langer ophouden, nog voegde hij er bij dat de 'fteen een erffelijke kwaal in zijn geflacht was,  loogzoutig luchtzuur wat e r. 47 was , en dat zijn Vader die mede gehad had , dog er zich niet van had willen laten fnijden. Zijne volgende Brief van Junij 7, 1786. bevat weinig meer dan een bericht in algemeene bewoordingen, van zijne verbeetering, en eene bevestiging (door onderzoeking) dat hij een fteen in zijn blaas had, en hij voegt er bij, dat zijn water meer ftinkende is, dan te voren: zijn Brief van den 25 Julij 1786. geeft veel gunftiger bericht van zijn ftaat, als zijnde de fmerten genoegzaam weg ; zijn water zonder ftank, en zijne gezondheid volkomen herftcld ; waar bij hij voegt dat hij met veel gemak drie of vier mijlen kan wandelen , zo dat hij nu zijn middel als onnodig, verder nalaat: geduurende het gebruik daar van was hij nooit loslijvig geweest, maar altijd regelmaatigin zijn afgang. Zijn Brief van den 6 Octet er 1786. bevestigt zijn meening omtrent de werkzaamheid van het middel: hij meld er in , dat zijne gezondheid en kragten zeer goed zijn, en boven al wat men op zijne jaaren zou können verwagten, en dat hij zonder het minfte letzel vier 'mijlen had gewandelt. Een volgende Brief van den 9 Januarij 1787. is van dezelfden inhoud, en hij drukt, zich er zodanig in uit dat hij zeer gezond, leevendig, en bijzonder fterk is, geheel van pijn bevrijd , en in ftaat om met genoegen , drie of vier mijlen ver te wandelen , en voegt er. bij , dat hij nu het water maar tweemaal 'sdaags gebruikt, en ondervind , dat het zeer wel aan zijn oogmerk beantwoord. In een Brief aan den Heer colborne van den 6 December 1788. drukt zich de Heer loftus op de volgende wijze uit : „ Ik heb nooit verzuimt het loogwater, zedert dat » &j  48 over de uitwerkselen van het gij van mij niet gehoord hebt eens daags tot een „ half pint vermindert, te gebruiken : dan zal ik , na „ uw ge dagten, al fterk moeten zijn, zo ben ik ook, en kan vier of vijf mijlen ver 's daags met genoegen „ wandelen , ja zelfs te paard rijden , en zie nooit „ eenige gruisjes in de pot, maar zo als iets velag,, tigs, en een rood fcharp zand, dat aan den bodem „ van de pot, en aan de zijwanden blijft aanhangen. „ Ik ben wonderlijk fterk en zeer gezond, en voel zel- den eenige pijn. ,, Uit een Brief gefchreeven den 17 Meij 1789. door „ de Heer loftus , aan den Heer colborne, „ blijkt dat zijne fmerten wederom gekomen zijn , en „ dat hij te Tork negen of tien keeren door een zeer „ kundig man in zijn beroep, gefondeerd is; dog dat „ men geen fteen heeft kennen ontdekken: men meen„ de veel eer dat h '.j eene verzweering in zijne blaas „ had, om dat er een wit bezinkzel in zijn water lag. „ In een tweede Brief van den 8 Mei 1789. zegt „ hij, dat het witte bezinkzel in zijn water vermin- dert is, dog dat hij zich echter niet beeter bevind, en zeedert dien tijd heeft men er geen bericht meer „ van gekregen. Het is geenfints te verwonderen, dat „ na tweemaal fteehfnijdens eene verzweering in de „ blaas zou konnen plaats hebben." TIENDE WAARNEEMING. william melMOth, Schildknaap, een man reeds van zeekere jaaren, was zeedert veel tijd onderworpen aan heevige pijnen in zijn rug, vooral als hij veel gewandeld had , 't peen hij aan zwakheid toefchreef, veroorzaakt door aanmerkelijke bloedverliezen-  LOOGZOUTIG LUCHTZUUR WATER. 49 zen door aambeijcn , welke kwaal hij al verfcheide jaaren gehad had: geduurende de tijd, dat hij aan de bovengemelde kwaal fukkelde, had hij een of andermaal na het te paard rijden kcffijkleurig water geloosd ; en nu omtrent ió jaaren geleden, kreeg hij een aanval van graveel, en loosde iets fteenagtigs ; dit kwam wederom dan eens met korter , dan eens met langer tusfèhenpóozing, dan eens met meer, dan wederom met minder pijn, tot omtrent nu 15 maanden geleden, wanneer hij zijn toevlucht tot het loog mephitie water nam , cn daar van daagelijks omtrent een half pint van de gewoone fterkte gebruikte : dit deed hij omtrent een maand of zes weeken geduurende, en loosde aanhoudend met zijn water, tamelijke groote en veelvuldige geftolde bloeddccltjes, dog zonder eenige fmért: hier uit kon hij echter denken of vermoeden, dat het geneesmiddel met te veel geweld op zijne waterwegen werkte , en op dit vermoeden verminderde hij trapsgewijze de fterkte van het middel , en vond eindelijk, dat drie drachma's wijnfteen • zout in twee pinten water gefmolten, best met zijn geftel overeen kwamen ; want zeer zeldzaam kwamen er thans bloedfpatjès in zijn water ten voor»' fchijn. Van deze aldus verzwakte bereiding gebruikt hij nu zeedert eenige maanden omtrent een half pint 'sdaags, en foms wel eens minder, en zijne gezondheid is thans zedert het gebruik van dit middel veel beter als meenig jaar te voren, ook zijn zijne kragten merkelijk hcrftcld, zo dat hij hu door de Stad kan wandelen zonder graveelpijnen te voelen , 't welk te voren op de minde beweeging plaats had: ja hij kon naauwlijks een voet buiten de deur zetten, zonder draagftoel te gebruiken, dat nu niet meer nodig D is.  50 OVER DE UITWERKSELEN VAN HET is. Geduurende het gebruik van het mephitic water, heeft de Heer melmoth even als te voren gebruik gemaakt van groenten s en andere zuuragtige fpijzen, zo als hij gewoon was onder zijn dierlijk voedzel te mengen , eh over de maaltijd twee of drie glazen wijn gedronken : ook wel eens Ale of Porcer. Nooit heeft hij eenige ftrijdigheid van het water met zijn maag ondervonden, echter deed hij in zeer koud weder , nu en dan een theelepeltje Brandewijn in zijn glas. Den 14 Decemb. 1788. „ Deze dage:: kreeg ik bericht van de Heer mel„ mo th, ter beantwoording van mijne nieuwsgierig' „ heid omtrent den ftaat van zijne gezondheid: dezel„ ve was, zegt hij even volkomen, als toen ik het be„ richt gaf tot de voorige uitgave: en dat hij had aan. „ gehouden met het gebruik van het water op dezelf„ de wijze bereid voor hem als te voren , en in de- zelfde kleine hoeveelheid, en dat zedert dat hij zijn „ toevhtgt tot dit middel genomen had, hij, geen de ,, minfte aanval van zijn kwaal meer ondervonden had. Den 3 Decemb. 17 91. „ Ik ben door de Heer colborne onderricht, dat „ de lieer melmoth aanhoudend bevrijd blijft van „ alle ongemak in zijne waterwegen, en verder vol„ maakt getond is , niet tegenftaande hij nu zedert „ zes of zeven maanden het gebruik van zijn middel „ gthe.l nasélaaten heeft.'"' ELF-  loogzoutig luchtzuur water* 54 ELFDE "WAARNEEMING/ De Heer patrick westoby van Gainsborough in Lincolnshire , een man van hooge jaaren , kreeg op zeker dag in de zomer van 177ó. fchielijk eene opftopping van water , terwijl hij beezig was zijn water zeer vrij te loozen ; dit duurde eenige ogenblikken , doch zonder veel pijn. Om nu dit te verhelpen , gebruikte hij, zo fchielijk als hij het krijgen kon, een aftrekzei van klisfen- wortel met een wei. nig zoetemelk en honing r 't welk de volgende nacht de pisfe goed afzette, en hem een klein rond fteentje aan de eene zijde wat plat, en aan de andere zijde wat verhecven van omtrent twee halflijnen middellijns deed loozen: hij bleef omtrent een jaar vrij van dit ongemak, waar na hij wederom een nieuwe aanval voelde met herhaalde aandrang om zijn water te loozen, zomtijds zelfs met een weinig pijn: hier voor gebruikte hij zijn voorig aftrekzei weder, maar vond er dezelfde baat niet bij als voorheen ; daarom ge^ bruikte hij dat zelfde en het volgende jaar veel van het fmeltmiddel van adaiis, maar ondervond er geen, beterfchap van: in de volgende twee of drie jaaren had hij elk jaar twee of drie aanvallen, dog die zeer gemaatig waren, en door zagte pisdrijvende en pijnftillende middelen verholpen wierden. Geduurendö de twee laatfte jaaren, die onmiddelijk voor deze laat-» He aanval voorafgingen, waaren zijne aanvallen zeldzaamer, dog meer dringends , en meer verzeld met bloedig water, en veele persiingen op het water, als mede met grooter fmert. in de waterwegen; dit duurde zommige nagten vrij heevig, maar hield na Verloop van twee of drie weeken weder op, D a Dê«  52 over de uitwerkselen van het Den 3 Febr. 1785. vroor het fterk, en toen kreeg hij een heevige aanval , met fterke persfingen op 't water , zo dat hij in 't beloop van eene nacht omtrent dertig keeren zijn water loosde , 't geen altijd bloedig was : alle deze toevallen verdwenen echter in korte tijd, zo dat zijn water toen weder vrij en ruim met de behoorlijke couleur en zonder pijn voor den dag kwam: Terwijl hij het bed hield, was zijn water bleek en helder, en wilden er telkens uit, 't geen zijn flaap verbaasd ftoorde: een aftrekzei van de Kina, met een pijnftillend middel verhielpen dit, zo dat alle zijne klagten binnen een maand ophielden. In de volgende maand Augustus kreeg hij weder een aanval, die drie weeken duurde, en volgens in 't laatst van October een nieuwe die met twee tusfchenpoozingen elk van 14 dagen, alzo aanhield tot den 18 Jan. 1786. Het weder was zeer ftreng, en zijn aanval fteiker dan ooit; zijn water was bloedig, met veel persfingen verzeld, pijn en prikkeling in de waterwegen , geheel zonder flaap als door de kunst. Dien zelfden dag omtrent o uuren, begon hij het mephitkc water tc gebruiken , en hield daar regelmatig mede aan , volgens het voorichrift in het aanhangzel voor het werk van Dr. dobson, geduurende vier of vijf dagen zonder eenige merkelijk» verandering in zijne toevallen te befpeuren , als alleen , dat zijn water een weinig helderer wierd: Zondag den 11 jan. bragt hij 24 uuren in groote fmerte door, dog de volgende Maandag en Dingsdag , befpeurde hij op den bodem van zijn waterpot een bruine poeder omtrent groot genoeg om er een fchelling mede te bedekken, en hij was van gedagten dat dit een ont- bin-  loogzoutig luchtzuur. water. 53 binding van zijn fteen was : toen wierd hij ook gemakkelijker; dog twee of drie volgende avonden kreeg hij weder pijn in de rug, bet fchaambcen en in de dijen , een weinig lager, dan de heupen, en dit waren nieuwe toevallen: 'swoendag 's morgens begonnen deze zijne toevallen te verminderen , zijn water gemakkelijker af te lopen, en beter couleur te krijgen, ook waren de persfingen zeldzamer , en de gevoeligheid minder : geduurende deze tijd befpeurde hij in zijn water iets , dat hem voorkwam briefes van een fteen te zijn : voor dat hij nu begon" het mephitic water te gebruiken , nam hij pisdrijvende pilletjes in van Genever-olie, Arabifchc Gom en Beerenduiif Quva urp~), maar het water Jat hij toen loosde was rood, dik en troebel, en liet ccn bezinkzel vallen, dat zeer fterk aan de pot bleef kleeven : zijn kwaal bleef minderen tot op den 7 Febr. 17S0. toen kreeg hij weder een aanval van pijn en bloedig water, 't geen maar korten tijd duurde; wanneer zijn water weder bleek en helder wierd, het geen hij echter niet veel te gelijk loosde, maar altijd met eenige pijn. Toen verminderde hij op raad van de Heer colborne, de gifte van het water, dat hij dagelijks gebruikte en deed bij elke gifte eenige druppels laudanum, 't geen het gevoel van prikkeling in de waterwegen wegnam, èu vervolgens wierd zijn water helder, en zonder fnotflijm of blced, ook loosde hij het gemakkelijk, en kon het zonder hinder ophouden. In Junij 1786 was hij in zo ver herfteld, dat hij daagclijks drie mijlen zonder pijn kon wandelen, en niets voelde dan eene geringe doove pijn ten tijde als hij de laatfte druppel van zijn water kwijt raakte. Als zijn water wat ftond, het het veel aanhar.gend bezinkzel los en zomD 3 tijds  54 over de uitwerkselen van het tijds ook klein gruis als van gcbriezelde fchulpen: Van dien tijd af tot aan April 1787 ging hij voort met het gebruik van het Mephitic water tot omtrent twee derde of de helft van de gewoone gift, en voelde zedert niets van zijn kwaal meer, uitgezonden: eens 't geen hij toefchreef aan het breeken van zijn werktuig, waar door hij in omtrent zeven weeken geen gebruik van het middel kon maken, en toen een ligt toeval kreeg, verzeld van meenigvuldige persfmgen op 't water, doe: verder met weinig pijn. Het gebruik van bet water weder in trein gebragt zijnde , deed alle deze toevallen in omtrent veertien dagen verdwijnen: Thans, den 4 April 1787 is hij vrij van alle pijn en prikkeling , of andere toevallen van de fteen. TWAALFDE WAARNEEMING. Een knegt van de Heer chari.es sheppard Schildknaap van Castle Godwjn, bij Painswick in het Gloucefterfe , kreeg omtrent Ocrober 1785 een opftopping van water , en moest zijn toevlugt tot de Catheter neemen, door welkers inbrengen men ontdekte dat er een fteen in de blaas was. De noodzakelijkheid tot deze toevlugt kwam nog een keer of twee geduurende de winter weder, zo dat dit ongelukkig mensch daar door buiten ftaat raakte om eenig werk te doen, en zelfs om eenige roeden ver te wandelen zonder bloedig water kwijt te raken : ook had hij aanhoudende loozing van ilijm. In Meij 1786 begon hij met het gebruik van dit Mephitic water, en vond reeds baat voor dat hij het een veertien dagen gebruikt had ? en kon binnen ees wee-  loogzoutig luchtzuur water. 55 weeleen wandelen en te paard rijden, zonder eenig bloed kwijt te raaken , ook verminderde de flijm merkelijk. Geduurende de laastvoorgaande winter had hij een of twee aanvallen, die waarfchijnelijk aan het drinken van Cyder of appeldrank'moesten toegefchreven worden. Thans is de ftaat van zijne gezondheid gefchikt, en zelfs geneugelijk. Plij heeft reeds tien mijlen gewandeld, en agt mijlen met veel gemak gereden, ook kan hij een ganfehen dag in den hof werken, wagt zig echter voor zwaar werk, om dat hij dan de fteen aan zijn wigt gewaar word, en meermaalcn aandrang tot wateren voeld, waar bij hij dan wel eens van die fnotflijm loosd : Dit bericht is overgenomen uit een brief van de Heer sheppard gedagteekend. Castle Godvvin den n April 1787. DERTIENDE WAARNEEMING. De Eerwaarde arthur evans oud omtrent 50 jaaren van een fcheurbuikig geftel, heeft zeedert eenige jaaren verfcheide aanvallen van graveel gehad, in November 1785 wierd hij zeer heevig aangetast met herhaalde braakingen en pijnen in de nieren: in December daar aan kwam hij te Bath, en zijnde met de Heer colborne in kennis geraakt, pleegde hij hem raad over zijn kwaal, en kreeg de vriendelijke raad van hem om terftond aan het Mephitic loogwater te gaan, en om drie lcepels heete melk telkens bij dit water te doen, tot dat de fteen was voor den dag gekomen: dus nam hij volgens deze raad dagelijks een half pint of halve fles in. Na een week gebruikens kwam er een langwerpige fteen voor den dag, hebbende de gedaante van een kleine koffijboon dog zonder D 4 veel  56 over de uitwerkselen va n het veel pijn, en dit was juist drie wecken en vijf dagen, zeedert de eerfte poogingen door hem aangewend om de fteen kwijt te raken. De Heer evans hield met het gebruik van dit water (dog zonder melk) aan tot injunij 1786, wanneer hij van Bath vertrok, en terftond daar op het ongeluk had van zijn werktuig te breken, waar door hij van het Mephitic water geduurende volle drie wecken beroofd was, 't geen ten gevolge bad, dat hij omtrent in 't laatst van Augustus een nieuwe aanval, echter zonder braaking kreeg, waarop weinige dagen daarna eenige kleine fteenrjes volgden, en toen bleef hij verder zeerwel tot in Februarij laastledcn, wanneer hij zeer onverwagts met meenigvuldige braaking en pijnen in zijne nieren overvallen wierd: dit gebeurde 'savonds, en reeds vroeg in dc volgende morgen kwam er een klein fteentje voor den dag, welke den Heer coljorke bij onderzoek voorkwam eer een afbreekfel van een oude fteen , dan een nieuw famengroeifel te zijn: hebbende de Heer evans van Augustus toe Februari] laatstleden niet nagelaten zijn dagelijkfche gifte van dit water te gebruiken, cn hebbende ook zedert dien tijd niets van zijn kwaal gevoeld : die zijn zijne eige woorden April 23, 1787. „ zedert „ die tijd is de lieer evans geftorven, doch ik ben „ onderricht dat zijne doodziekte niets gemeens met r> zHn graveelkivaal gehad lieeft." VEERTIENDE WAARNEEMING. Van de Heer m. s. brantwaijt, Schildknaap van Taverhain bij Norvvich , en door hem zelfs befchrevem Ik  LOOGZOUTIG LUCHTZUUR WATER. 57 Ik wierd in Junij 1785 door een ligte aanval van jicht aangetast, en geduurende mijne jichtpijn, voelde ik een heevige pijn in de geheele rondte van mijn lighaam, doch vooral in mijn linker nier verzeld van verfcheide poogingen om mijn water te maken, dat mij zeer langzaam en met veel pijn afliep: ter dier tijd kwam de Heer colborne van Bath mij bezoeken , en op het zien van mijn waterpot, en mijn Coffijcouieurd water, zo wel als uit de befchrijving van de toevallen, die ik geleden had, deed hij mij begrijpen, dat ik een (leen bij mij droeg: toevallig had de Heer bent. colborne een kleine reistoeftel bij zig om de Aqua Mephitka Alcalina te maken, zo als hij ook deed, en na een dag vier of vijf gebruikens, daar van kwam mijn water veel vrijer en zonder prikkeling voor den dag, en wierd volkomen helder. Toen hij mij verliet, bleef ik drie weeken zonder dat water, en loosde in die tijd een klein fteentje, en wat roode graveel fioffe ; ook wierd mijn water troebel, en gaf mij oneindige pijn in 't doorgaan: Na verloop van een dag twee, drie, begon ik weder het Mephitic water te gebruiken, en mijn water wierd helder, en kwam zonder prikkeling voor den dag, en ik bleef geheel bevrijd van alle toevallen van graveel , en was gezon ier dan ik ettelijke tijd van te voren geweest was: en inderdaad daar ik mij zo wel bevoelde, liet ik het water een maand vijf of zes ftaan, dog toen kreeg ik weder een heevige pijn in mijn regte nier, verzeld met koorts en misfelijkheid, 't geen twee of drie dagen duurde: echter niet vermoedende dat dit door het graveel kwam, en mij in 't vervolg weder wel bevindende, gebruikte ik het middel niet weder voor dat ik een tweede aanval diev?el D 5 hee~  60 over DE uitwerkselen van HET wanneer hij zijne kragten tot iets zwaars wilde infpannen , zeer dikwils eene flijmerige ontlasting van een ligt gede couleur kwijt. Eenige tijd daar na kreeg hij eene geheele opftopping van water, waar voor hij op raad van den Heelmeester adergelaten wierd , en eenige middelen gebruikte, 't geen dan zijn waterioozing weder herftelde : omtrent zes maanden daar na kreeg hij weder eene opftopping van water, welke met een fterke bloedontlasting eindigde, en dit laatfte toeval kwam toen van tijd tot tijd weder: Twee Heelmeesters, welke hem toen bezogten, waren van meening dat hij een fteen in de blaas had: hij bleef dus in dien ftaat met groote pijn in de lendenen, en veel aandrang tot waterioozing tot den 74 Dec. 1786. toen hij zeer erg geworden zijnde wederom met eene Heelmeester raadpleegde , die hem eenige hulpmiddelen deed gebruiken , doch te vergeefs; waar op een ander Kunstgenoot hem de fteenfnijding aanraadde. Zijn water was toen vuil en troebel , en deed de blaauwe gewasfen een roode couleur aanneemen. Den 27 Januarij kwam hij bij de Heer colborne, die hem het mephitic water, aan de hand gaf, en de wijze hoe het te gebruiken: terftond wierd zijn water helder en doorfchijnend, en hij kon het langer ophouden, dan te voren, zo dat hij verfcheide nagten maar eens behoefde te wateren : de pijn in zijn lendenen bleef agter, en voor het tegenwoordigen, den 20 April klaagt hij nergens over. „ Deze man is zedert dit bericht van Bath na Bris>•> to1 gegaan ; doch de Heer colborne heeft nu „ onlangs tijding gekregen, dat hij zeer wel vaard, „ en geen vernieuwing van finerten gehad heeft, ech- „ ter  loogzoutig luchtzuur wat e r. 6t „ ter bij aanhoudentheid met gebruiken van het water voortgaat." ZESTIENDE WAARNEEM ING. Zeeker werkman in deze Stad, genaamd ralph, was zeedert een reeks van jaaren toevallig gekweld, met eene vernaauwing van de pisloop (urethra) y die hem zeer dikwils de doorgang van het water verhinderde , waar voor hij kaarsjes (bougies) moest gebruiken, die hem veel pijn aandeeden, zonder hem eenige aanhoudende verlichting te geven: g< duurende het voorjaar van 1785. kwam zijn kwaal zo dikwils weder, en met zulk eene heevigheid, dat het niet mogelijk was eene bougie meer in te brengen. In. deze droevige toefcand gaf hem niets eenige verlichting , dan pïjnftinende middelen , welke ook dikwils, herhaald , en in groote hoeveelheid moesten toegediend worden. In de maand Mey van dat zelfde jaar kreeg hij eene verzweering in de bilnaad , die eene meenigte etter ontlaste, en in een maand tijcis weder genas;, doch de moeilijkheid van het water te loozen bleef hem bij , en zijn water was zeer met flijm bezet: hij bleef dan omtrent in dien zelfden toefland tot den 11 Decemb. 1786, wanneer hij het mephitiec water begon te gebruiken. Zijn water liep hem toen druppelsgewijze af, en was zodanig overlaaden met fnotflijm , die aan de pot bleef kleeven , dat zelfs met het omkeeren van de pot dezelve er niet afging, ook was de reuk daar van zo ftinkende , dat men die naauwlijks veelen kon, en zodanig loogagtig en geneegen tot rotting, dat dezelve met vitriool-olie opbruisde, en  54 OVER DE UITWERKSELEN VAN HET flaapt wel, kan zijne gewoone bezigheiden zeer wel verrichten, en geniet over het geheel een veel beter gezondheid als voor eenige jaaren. „ Deze man blijft zeer wel, fchoon hij niets meer „ gebruikt, zijn toefland blijft dezelfde; hij heeft hu „ den i. December 1791. al bijna twee jaaren niets „ gebruikt." AGTTIENDE WAARNEEMING. De Eerwaarde Henry wilson, Vicaris te Ileversham nabij Kendal in Westmoreland oud 69 jaaren was al een geruimen tijd, meest echter bij tusfchenpoofingen aan pijnen in zijn watergang onderheevig ge: weest : dit vermeerderde fterk door vogtigheid en koude, zelfs ook door gematigde lighaams beweeging: kunnende hij geen quartier uurs wandelen zonder koffij gecouleurd water kwijt te raaken ■, en zelfs was er dikwils bloed bij: dit ging ook fomtijds verzeld met heevige pijn, en zeker altijd met veel ongemakkelijkheid: zijn water maakte een korst aan de waterpot, en liet daar en boven veel los rood zand zinken. Ja zomtijds dreeven er als (tukjes vel in, en zijn eetenslust was gering. In deze toeftand begon hij den 10 Meij 1788 met het gebruik van het Mephitiec water, ander halve fles daags in drie giften verdeeld: 'smorgens een uur voor het ontbijt, ten 11 uuren voor de middag, en ten c uuren na de middag. Wel dra verminderde hij dit tot een fles 'sdaag^p dezelfde tijden gebruikt. Eerst gebruikte hij het met heete melk als boven gemeld is, vervolgens met wijn, en toen met gegemberde wijn, dog kwam weder tot de melk: dit vervolgde hij 'ao geduurende drie maanden, met een'ge dog niet groo-  LOOGZOUTIG LUCHTZUUR WAT ER* 6g groote verligïiog van zijne kwaal: Echter was zijn eetenslust verbeeterd en zijn water maakte geen korst beer aan de pot: aldus was de toefland van deze man zó. als hij mij die zelfs in 'j begin .van September befchr.èer : zijne laatfte berichten zijn echter meer voldoende; want in eene brief van den 7 Nov. 1788 zegt hjj; alle onaangenaame toevallen van mijn kwaal hebben mij nu verlaaten; ik vinde. mijne eetenslust opgewakkert, riiijne gezondheid veel verbeeterd, ook ben ik zo bekwaam tót allerleije lighaamsoeffeningen als wandelen enz., als ik voor ettelijke jaaren was, en/gaa nochthans in mijn 70de jaar. Koude en nattigheid zijn altijd even nadeelig. voor mijne kwaal; dus het waarnemen van mijne Sondagsplicht, eene begraaf* fenis, een kort verblijf in een flagregen, doen mijn kwaal voor den dag komen, 't .geen mij dan een dag drie of vier in dé rriat houd! dog ik kan thans zonder ongemak een uur of anderhalf agter een in, mijn Kerk blijven, echter niet dien zelfden tijd aan ftorm en regen bloot gefield zijn. Ik wil wel bekennen, dat 'er een flerk voorneemen, èri geen klein geloof in de kragt van dit middel vereischt word om' het zo lang agter een te gebruiken , en ik heb het meer dan .drie maanden ingenomen , voor dat ik er eenige baat bij vond: de mecsten tijd viel het mij zeer koud en .onaangenaam in dè maag, en echter kon ik het niet alle wijle met brandewijn of eenig ander geestrijk vogt aanzetten: dit niettegenflaande overrcedet gij en de Bisfchop van Landaff mij om in hét gebruik te volharden,' zo als ik ook deed, en pluk thans met genoegen de vruchten van deze mijne gehoorzaamheid: ook kan ik niet nalaaten U mijn oprechïfte dankbaarheid te  66 OVER. DE UITWERKSELEN VAN HET betuigen voor deze zeegen die ik thans geniete van bevrijd van ünerten te zijn. Uitirekzel van een Brjef van den 24 Decemb. 1788. Ik heb nu al zeedert eenige tijd, twee of drie keeren 's weeks, bezoeken te voet op een afftand van twee of drie mijlen gedaan: vrijdag over agt dagen was ik bij de geboorte-vei jaaring, van een Jufvrouw in deze nabuurfchap, en kwam 'er faturdag 'smorgens ten drie uuren van daan, zonder eenig ongemak van mijn nacht opblijvens , of van mijn morgen - wandeling te voelen. Ik kan U met waarheid, en het grootile vergenoegen verzeekeren, dat beide mijne gezondheid en eetenslust «u al zedert eenige maanden, aanmerkelijk verbeeterd zijn, 't geen ik, onder Gods zegen, meen verfchuldigt te zijn aan het Mephitic Akali water. Uittrekzel uit een Brief van dezelfde gedagteekend den 11 OStober 1791. „ Waarde Heer, zedert mijne laatfte brief aan U „ bijna drie jaaren geleden , gefchreven, kan ik met „ het zelfde genoegen en in waarheid betuigen, dat ., ik Goddank, geheel bevrijd ben gebleven, van gra„ veel of fteenpijnen ; en dat mijne gezondheid vol„ maakt is cruda mihi viridisque Seneéta: Ik heb „ echter met het gebruik van het water fteeds aange,, houden,' en neem daar [alle dagen om elf uuren ,, 'smorgens een halve fles van in: ik wierd omtrent „ een jaar geleden, overreed om voor een maand het ,, gebruik er van na te laten, dog mijne ligtgeloo,, vighcid bekwam mij duur, want alle ' mijne voor* „ gaan*  LOOGZOUTIG LUCHTZUUR WATER. 67 gaande fmerten kwamen wederom op , oogfchijtteiïjk met verdubbelde kragt: doch door het ogenblikkelijke „ weder gebruiken van het middel, was ik wel haast, „ en aat wel binnen twee of drie daagen bevrijd van ,, alle mijne fmerten , en raakte toen een fteentje kwijt „ omtrent van de gedaante van een pit van een ap„ pel, en van een ligte fteenkouleur, en toen dit fteentje „ eenige uuren in de waterpot had gelegen , had het „ al iets van zijn gewicht en gedaante verloren : in* „ dien gij van dit mijn bericht in uwe vierde uhga„ ve (mijn Heer') gebruik gebeft te maken, kunt ,, gij dit met alle vrijheid doen." NEGENTIENDE WAARNEEMING. De Eerwaarde robert burton van Oakingham in Berkshire , een man van 67 jaaren, van een fterk geitel, en van eene gematige leevenswijze, was zomtijds onderworpen aan jicht. en loosde dikmaals mee zijn water roodagtig graveel', en wel eens (teentjes als een fpeldekop : voor omtrent a»t jaaren had hij fterkbloedende aambeijen, daar hij van te vooren ook wel eens mede gekweld was, en omtrent deze zelfde tijd was zijn water dikwils coïïijcouleurig , ja zelfs op de rninfte li^haamsbeweeging met zuiver bloed, zo 't fcheen bezet, echter zonder veel pijn : deze bloedloozing verminderde door het gebruPc van de kina. In 't begin van Augustus (1788.) kreeg hij een aanval van jicht, die hij anders niet fterk zedert tien jaar, gevoeld had, en hier op volgde terftond zwaare pijn in 't wateren met fterke persfingen, en weinig kwijt te raaken, met huiveringen , en zeer zwaare prikkelinge in de rug, uitgezonuert als hij in ijn E 2 bed  <5S over de uitwerkselen van het bed lag: toen meende men dat hij een fteen in de blaas had, maar bij het onderzoek (feunded) kon men 'er geen vinden. Alle morgen loosde hij veel fnotterig flijm van een bruine couleur, zomtijds ook wel gemengd met kleine klonteftjes bloed , dog niet fterker van reuk, dan gewoone pisfe. Hij gebruikte toen het zuur en loogwater door de Heer iiulme aangeprezen, geduurende. omtrent drie weeken, dog zonder eenige baat: daar op wierd dit nagelaten , en kalk water van oesterfchulpen bereid in de plaats ingegeven. De lijder wierd er erger tegen aan, dus hield men daar weder mede op, en men gaf een aftrekzei van roode kina, daar men ook mede aanhield, tot dat een fterke bloedvloeijing hem noodzaakte alle geneesmiddelen, uitgezonderd famentrekkende en pijuftillende agtdr te laten. Toen deze vloeljing ophield , ging hij weder aan de Kina, gebruikende daar driemal 'sdaags van, met vijf droppels laudanum in ere laatfte gifte : de dorst was aanhoudende, echter zonder koorts, en alle andere gewoone toevallen van deze kwaal bleven hem op eene hooggaande wijze bij. Dit berigt gedagteekend den 23 Sept. 1788. wierd mij toegezonden, en daar op mijn raad gevraagd : waar op ik het aanhoudend gebruik van de kina, doch in kleinder gifte aanraadde, en te gelijk dat men eeri proef met het mëphithk water zou nemen t te weten een half pint 's daags met heete melk ( zo als* boven meermaal gemeld is), verdeeld in twee giften met eenige druppels laudanum er bij, en wanneer ei? hardlijvigheid bijkwam, wat manna. In  LOOGZOUTIG LUCHTZUUR WATER. 69 In een Brief van den ai November 1788. kreeg ik het volgende bericht over het gebruik van dit middel: Van de drie dozijn halve pinten heb ik er een-entwintig met heete melk met laudanum gebruikt , zo als mede de kina zo als het was voorgelèhreven ; doch vermits het laatfte middel mij te hardlijvig hield, en de middelen daar tegen mij in een ander uiterftc laagten , heb ik het zelve agtergelaten. Als ik hardlijvig ben , raak ik veel bloed kwijt, dog geen bloedige pisfe, zo als ik te voren gewoon was, en als ik loslijvig ben, is het mij benaauwd en mijne fmerten vermeerderen, zo dat ik nu alleenlijk het loógwater gebruike. Wat mijne tegenwoordige toeftand aangaat, mijn eetenslust is goed, mijn ilaap verkwikkelijk, en vrij gezond, zo ver als het kan zijn onder zo vecle prikkelingen tot waterioozing, welke hoewel zeldzaamer dan over een vee; tien dagen , menigvuldig genoeg zijn om mij een waterglas in 't bed te doen houden waar van het gebruik mij noodzaakt om bijna den mecsten tijd op mijn rug te leggen. In deze houding ont'ast zich - mijn water zo gemakkelijk, dat als ik wakker word , ik het glas dikwils bijna vol vind. Op andere tijden moet ik fterk persfen om mijn water te loozen , doch voel die lastige prikkelingen in mijn ru^ niet meer : zeedert nu omtrent een week ben ik regelmaatig in mijn afgang: dc nood tot- wateren dringt mij zo fterk niet als te voren , en de flijm is ook merkelijk vermindert, fchoon er ieder nagt genoeg afloopt om te doen zien , dat de oorzaak van de kwaal nog aanweezig is: welke die ook zij, zijn zitplaats fehijnt in de krop van mijn blaas te.zijn, want E. 3 het  7<3 over de UITWERKSELEN VA N h E T her gevoel aldaar is de eene tijd als van eene verzweering daar de pisfe over heen moet lopen, -en op een andere tij i van een foort van jeuking , als van eene geneezende wond: ik heb met zeer veel naauwkeurigheid gelet, of ik ook ftcenbrie/.eltjes of graveel zou vinden , dog te vergeefse!"!. In 't algemeen is mijne gezondheid veel beetcr, dan over drie weeken, fchoon de jicht op mijn knie gevallen is, die tot nog toe niet zweld; dit is mijne teegenwoordigc toefland. Zeedert heb ik eene tweede Brief van de l ieer burTONvan den 15 Dec. 1788 onifangen, waar in hij mij meld, dat omtrent 14 dagen, na zijne voorgaande Brief van 22 Nov. hij eene gruizige zclfftandigheid kwijt was geraakt, zo groot als een ftuiver, welke hij een ftukje van een fteen meende te zijn, en dat zijn water tegenwoordig zeer helder is, en dat hij het genoég kan ophouden om de tijd van drie quartier, of een geheel uur tusfehen de twee waterlooangen te bepaalens zijn flaap is verkwikkelijk, zijn eetenslust en verteeringskragt goed, en zijne gezondheid is na zijne meening genoegzaam herfteld, en hij in zo verre wet, zo als hij zich uitdrukt, dat hij een goed deel van de geneugtens van het leven fmaaken kan. TWINTIGSTE WAARNEEMING. jac. clayton, Schildknaap, woonende te London op het Pleyn van Cavendish, kreeg in 't laatst van 't jaar 1785. voor het eerst een aanval van graveel, en vervolgens een keer of twee in de week, vergeld met groote en meenigvuldige prikkelingen in de waterwecken, en ïoosde dikwils kleine fteentjes, zo groot ft als  loogzoutig luchtzuur water. 71 sis fpeldekopjes, en zommige vrij grooter, en van eene verfchillende gedaante en couleur, dan eens geel, en dan weder wit; dog altijd met veel pijn verzeld , als zij voor den dag kwamen : hier voor gebruikte hij veele hulpmiddelen, dog met weinig verligting: ook dronk hij een aftrckzel van althéa met wilde wortel-zaat , en dan eens wederom gcrftcn • water met Arabifche Gom, doch alles te vergeefsch. Den 30 Julij van 't jaar 1787 begon hij van het Mepnitiek water zeeven oneen 'sdaags te gebruiken, en in de drie eerde maanden, na dat hij hier mede begonnen was, kreeg hij maar zes of zeven aanvallen en dus de helft minder dan hij gewoon was: omtrent in 't midden van 0>5tob;r daar aan had hij in de tijd van twee dagen verfcheide aanvallen , en in een van deze aanvallen, die vrij heevig was, raakte hij in eens vijf of zes {teentjes kwilt, en in een tijd van zes uuren daar na nog zeeven of agt, waar van zommige zo groot waren als, en ook wel geleekenen na halve kersfefteenen, andere wederom oneffen en driehoekig, doch de meeste van hen hol of bol, even of ze van een fteen zo groot als een kleine waineut af komftig waren: onder die geduurige pijnen moest hij dikwils zijn toevlugt tot verzagtende Ciijftecren, en fomtij Js tot het laudanum nemen , waar van hij in de heevige pijn wel eens van 30 tot 60 druppels gebruikte: dit laatfte wilde hij echter liever nalaaten, om dat het zijn eetenslust bedierf, die anders onder het gebruik van het Mephitic water fcheen verbeeterd te zijn: komende dit water in allen deelen wel met zijne geftcldheid overeen. In 't begin van November 1787 loosde hij nog zeeven fteenen, zelfs grooter dan pok te voren, en wit E 4 van  7?- OVER DE UITWERKSELEN VAN HET van cou'eur, hol en bol van gedaante, en zo groot als een kersfeiteen: dit' kan men nu gemakkelijk begrijpen, dat veel fmerte in de pisweegen veroorzaakte, en zelfs eenige tijd daa' na nog in die deelen eene' aandoenelijkheid, en in de krop van de blaas een gevoel van zwaarte overliet: op zeekeredag omtrent ih 't midden van de maand November kreeg hij een' heevige pijn in de rechte nier, en voelde binnen een' Uur of twee een fteen voorwaarts fchieten , welke hij ook omtrent drie uuren in de morgen loosde, en de grootHe was, die hij immer geloosd had: na vérloop van een halfuur, dat de eerfte was geloosd kwamen ér nog zeven of agt kleinder voorden dag: hier op volgde zó eene heevige pijn in het water maken, dat die zelf grooter' was dan onder het loozen van de ftecnen : zijn water Was wolkig en flijmerig, en liet een rood bezinkzel op de grond van dé pot vallen : te dezer tijd gebruikte hij z'omwijle een warm' bad, en plaat-felijke ftoovingeh Van Camilbloemen in een flennij zakje, en dit veilig-' te hem voor een tijd.' Voor dat hij aan 't gebruik van het Mephïtkk water gegaan was, waren de fteenen dié hij loosde , geel en hard , doch zedert dit gebruik waren de fteentjes kleinder en wit en kruimelde weg' onder de drukking van de vingers: In Januarij 1788 loosde hij twee gladde eii èffene fteenen, de een zo groot als een wikke, en de ander van de gedaante van een gerstkorrel, doch beiden zonder veel pijn. Zeedert den 8 Jan. 1788 tot deze tijd Van den 16 Maart tot bijgekomen J 26 April ... 2> ^ [ 3p gr> H 4 DER*  120 OVER DE UITWERKSELEN VAN HET DERDE' PROEVE. Den 24 Januari} 1787 wierd 'er een heele fteen, wit van couleur en wegende 60 gr in een fiool met eene wijde mond gedaan, en daar alle dagen eenige pisfe opgegoten van iemand, die in de gewoonte was, zo als in de eerde Proeve, om dagelijks gebruik van bet Mephitiek water te maken : deze pisfe' wierd dagelijks vernieuwd, en in den tijd van twee maanden was de fteen agt greinen ligter geworden , en binnen de derde maand was bet geheele verlies 25 greinen: de laagjes of plaatjes van de fteen begonnen van een te fcheiden , en het bleek dat de werking van het fmcltmiddel in het eene gedeelte dieper was doorgedrongen , dan in het ander. VIERDE PROEVE. Een ftuk van een ander fteen die zeer hard en rood van couleur was, en 54 gr. woeg, op dezelfde wijze en geduurende dezelfde tijd behandeld zijnde, als in de voorige proefneeming, wierd 17 greinen ligter. Aanmerkingen over de toevallen van zodanige Lijdenr, die met de fteen gekweld zijn, en over de uitwerkzelen van het Mephitiek water op dezelven, door denzelfden Heer. De pisfe in 't algemeen maakt doorgaans het papier, dat met zonnewend of tournefols fap gekleurd is, rood, en deze couleur is duurzaam : doch de piste die door zodanige Lijders die het Mephitiek water eenige tijd gebruikt hebben, het eerst geloosd word, verwt  LOÖCZOUTIC LUCHTZUUR WATER. lat venvt het papier in 'tblaauvv: dit heeft zelfs plaats, al is het water maar een quartier uurs voor dat men zijn pisfe loosd, gebruikt. Wanneer het Mephitiek water met vaste lucht verzaadigd is, zal het onmiddclijk het gekleurd papier niet veranderen, maar na het papier een korten tijd in de bloote lucht gelaten te hebben, zal het zelve blaauw worden , door het vervliegen van de overtollige vaste lucht. De Pis van de meeste menfchen , die gezond zijn 44 uuren in de waterpot geflaan hebbende, zet den bodem en de zijden van de pot, min of meer aan, doch dit gebeurd nooit, zo ik geloove, in die geenen die dagelijks eene genoegzaame gifte van het Mephitiek water gebruiken. Het water van die geenen , die met graveel of fteen gekweld zijn , is in 'c algemeen van eene zuuragtigen aart, en verwt het papier, dat met de fap van zonnewend gekleurd is, rood, en wanneer dit plaats heeft vind de lijder doorgaans baat "bij het gebruik van het loogwater: doch wanneer het papier door de pisfe blaauw word, dan is deeze meestal Hinkende en rotagtig , en dan zal het loogwater de flank wel wegnemen , en de toevallen merkelijk verligten , dog dan is hier geen volkome genezing van te wagten. Lijders, die aan fteen bfgraveel onderworpen zijn, moeten hunne waterpot zorgvuldig nazien , of dezelve op den bodem of aan de zijden eenig aanzetzel heeft, zijnde dit het voornaamfbe kenmerk om den aanwas of de vermindering van de kwaal te beöordeelen. Indien 'er in de pot geen wankleurigheid ontflaat, na dat 'er de pisfe eenige tijd in geftaan heeft, en vooral indien de pis het voorig aanzetzel doed H 5 ver-  124 OVER. DE UITWERKSELEN VAN HET om eene ftooving op de fchaambeenderen te maken , en geeft doorgaans verligting: ook kan een clijfteer van een paar oneen olijfolie met 40 druppels van de Tint}. Thebai. ingefpoten en geduurende eenige uuren binnen gehouden niet dan goed doen. Indien echter het Mephitiek water geduurende de aanval van de kwaal, te veel fcheen te prikkelen, 't geen dog zelden gebeurd, kan men gerften-water met Arabifche gom daar voor in de plaats gebruiken, tot dat de pijn geftild is, en dan weder tot het geneesmiddel zijn toevlugt nemen. De volgende proeven zijn door mij zelfs omtrent het' zelfde onderwerp genomen. Twee {teentjes van dezelfde gedaante, wit van couleur, met flipjes of oogjes, en van zo een famenftel, dat die gemakkelijk met de punt van een mesje konde afgefchrabt worden, het een van 5 greinen , het ander van ai, wierden in zes oneen van het loogfmeltzel gezet : in 38 dagen ( onderwijle dat het fmeltvogt zes keeren vernieuwd wierd) verloren zij ff greinen van hun gewicht, doch bleven omtrent van dezelfde grootte, ett op de minfte aanraaking wierden zij zo bros bevonden, dat zij van elkander vielen. Twee andere fteentjes, gelijk aan de voorgaande en wegende beiden zes greinen en een half, wierden op dezelfde wijze behandelt: na verloop van 38 dagen waren zij beiden aan de buitenzijde van fchulpagtige gedaante, en binnen in als wurmfteekig, en in 't geheel zo bros, dat zij op de minfte aanraaking tot briefeltjes vielen: de uitwendige flipjes waren vermindert, dog de binnenfte gebleven, daar was 'in 't geheel maar anderhalve grein over, zo  loogzoutig luchtzuur water. 125 zo dat zij 5 greinen ligter geworden waren. Zes kleine fleentjes gelijk aan de voorgaande, wegende vief greinen, wierden behandelt als boven. Binnen 38 dagen hadden zij 3* greinen verloren, en waren zo bros geworden,, dat zij op de minste aanraaking van een vielen. VERGEL IJKEN END TAFEREEL. Tusfchen de ontbindende kragt van het loog fmelt vocht met vaste lucht verzadigt, en het enkele water met dezelve lucht bezwangerd. proeven van de Heer colborne met het Mephitiek loogwater. De gewoge zwaarte Tijd van derzei ver! Verlies van van de Steenen. weekinginhetvocht.; Gewicht. 51 greinen. 31 dagen. 36 greinen. 4i 37 32 54 ' 13 32 41 33 11 . 3o . 2g , Ix , 51 — 18 20 , 55 18 11 , 4i 31 132 • 49-— 31 4 , 64 31 i 42 , proeven van de Heer colborne met de pisfe van iemand, die het Mephitiek Alcal. water gebruikte. De gewoge zwaarte Tijd van Weeking. Verlies van van de Steenen. Gewiet. 55 greinen. l8a dagem 37 greinen/ 54 "" 90 ~5 proe-  Iü8 OVER DE UITWERKSELEN VAN HET PROEVEN Fan vergelijking omtrent de hoeveelheid vaste lucht in het wijnfteenzout, en in eene evemeedige hoeveelheid van Mephitiek loogwater. EERSTE PROEVE. Twee oneen wel gemeeten Mephitiek Uogwater, wierden in een flesje van omtrent drie oneen gedaan, en zeer naauwkeurig in een fijn fchaaltje gewogen: dit te zaam aan een zijde gezet zijnde, mengde ik 40 druppels vitriool-olie met eene gemeete once water, en woeg het te famèn met het flesje, dat het bevattede: doen goot ik het zuure vogt druppel voer druppel bij het loog, tot dat de opbruizing geheel ophield, wanneer ik beide de flesjes met het geen zij bevat reden op nieuw woog. Het zuure vogt was 17Ó greinen vermindert, en het loogvocht had maar 158 greinen aangewonnen, zo dat 'er p greinen luchts vervlogen waren, en hier uit blijkt dat 15 greinen zout gefmolten zijnde, 9 greinen vaste ducht kunnen bevatten, 'twelk, als men veronderfteld .dat vaste lucht in zwaarte totgemeene lucht is, als drie iOt twee, omtrent 13 oneen gewichts zal uitmaken. TWEEDE PROEVE. Twintig greinen droog wijnfteen-zout wierden in een flesje gedaan en naaawkeurig gewogen, zo als mede met een ander flesje dat verdunde vitriool - zuur bevattede, gedaan wierd: Toen drupte ik het zuur in het loog,  loogzoutig luchtzuur water. iüe> loog , tot dat alle opbruizing ophield, en toen ik beiden op nieuw woeg, had het zuur drie-en-vijftig greinen verloren, en het loog zeeven-en-veertig en een half grein gewonnen, dat een verfchil maakt van vijf ën een half grein : daar üit blijkt, dat het droog wijnfteenzout niet half yerzaadigt is geweest met vaste lucht, zijnde in dat opzicht tot dat geenet dat in het Mephitiek loogwater bevat is, als elf toé vier-en'-twintig. Volgens de proeven van de Heer dobson in zijri Medical Commentary op dit onderwerp, bevatte hei wijnfteen - zout, dat hij gebruikte , eene kleindere evenreedigheid van vaste lucht, dan het geen hier gébruikt is : bevattende volgens zijne bereekening twee. drachma's , of een half loot maar 28 greinen vasté lucht, daar in de bovengemelde proeve, diezelfdehoéJ veelheid gereekend word 33 greinen te bevatten,. AAK*  130 over de uitwerkselen van het AANMERKINGEN over, en GEVOLGTREKKINGEN uit de voorgemelde WAARNEEMINGEN en PROEVEN. D e bovengemelde Waarneemingen , welke allen of door de Lijders zeiven, of door lieden van de kunst die de zorg over hen aanbevolen was, befchreven zijn , en wier trouwe boven alle verdenken is, zullen ongetwijffeld den Lezercn van veel belang zijn voorgekomen. Het eerfte geval, namentlijk, geeft een voorbeeld aan de hand van eene volkome herftelling in een lijder , die al ver zijn middel leeftijd was overfchreden, en 'lie reeds achttien jaaren zeer heevig door zijn kwaal was aangetast geweest., die ook genoegzaam alle de beroemdfte hulpmiddelen beproeft had, zonder daar bij eenige baat voor zijne fmerten te ondervinden , en dat zelfs met aanmerkelijke vermindering * van zijne gezondheid. In deze omftandigheid fchijnt het Mephitiek loogwater niet alleen een eigenaartig middel voor de ongemakken van de fteen geweest te zijn , maar ook tot herftelling van eene gezondheid, die  loogzoutig luchtzuur water. ï%i die zo zeer door het mecngvuldig lijden, en door het gebruik van alle die fterke middelen, voer dat hem dit hulpmiddel bekend was geworden, ten agteren was geraakt, boven alle verwagting te hebben medegewerkt. De tijd die in zulke omftanuigheden, alleen de waarheid van een zaak bevestigen kan $ fchijnt de herftelling van zijne gezondheid boven alle mogelijke twijffol gefield te hebben , en 'er zijn nu meer dan dertien jaaren verlopen , zedert dat hij dit geneesmiddel heeft beginnen te gebruiken , cn geduurende al dien tijd , heeft hij geene ftoornis 'in zijne gezondheid ondervonden , dan in zo ver die duidelijk en geneeskundig kan bcreekend worden, veroorzaakt te zijn, door das hij het middel nagelaten heeft voor dat zijne neiging tot fteenmaking geheel en al te ondergeoragt was , en deze tijd fchijnt nu gekomen te zijn , ten minfte in zo ver als zó eene zaak bepaald kan worden; want hij is rtu in ftaat geweest om veele maanden agter den ander dit geneesmiddel aan een zijde te leggen, zonder iu 't minst iets van zijn voorige kwaal te ondervinden, waar van hij anders de heevige aanvallen met zeer kleine tusfehenpoozingen gewoon was te voelen. Ik heb 'net genoegen , dat ik na drie jaaren verlopens het h-richt j dat ik in dc laatfte uitgave van dit mijn werk, over de gezondheid van de Heer colborne heb medegedeeld , kan herhaalen : zijn eetenslust, fterkte, geheele geftel en zielsvermogens dragen de klaarblijke» lijkfte kenmerken van de fchuldeloosheid, zo al mei van de goede uitwerking van dit midd-1 cn de gezondheid in 't algemeen: De jicht, waar toe hij üit zijné gefteldheid geneigt is, is niet menigvuldiger nog fterker geweest, dan gewoonelijkj en heeft geën van éi I 2 léés  l$l OVER DE UITWERKSELEN VAN HET leevenswerktuigen zo aangedaan, dat hij daar door opkrimpingen of zwellingen in zijne leden, die hij allen volkomen tot zijn gebruik heeft, ondervonden heeft. De tweede Waarneeming bevestigd niet alleen het bericht wegens de uitwerking van dit middel in 't verzagten van de pijnelijke toevallen , maar maakt het ook zeer waarfchijnelijk , dat het de ombindende kragt in eene groote maat bezit. Mejuffr. Southcote had verfcheide fteenen geloosd, en daar onder zulken, die door hunne grootte zeer zwaare pijn in de doorgang veroorzaakt hadden, en wierd door eigen gevoelen grootelijks daar heen geleid , om te denken, dat 'er één bij haar gebleven was, die door zijne grootte den doorgang niet had konnen te boven komen: toen zij echter ftierf van eene ziekte , die geen de minfte gemeenfchap met de fteen of het graveel had , en haar lighaam geopend en naauwkeurig doorzogt wierd, vond men geen fteen nog in de nieren, nog in de blaas, zijnde deze beide deel en in een volmaakt gezonde ftaat bevonden, 't geen te meer te verwonderen is , zelfs in de veronderftelling dat 'er geen fteen tegenwoordig geweest is, indien men maar alleen bet oog flaat op de vreesfelijke folteringen, die zij te voren, toen deze deelen zo aangedaan waren, had moeten ondergaan. De derde Waarneeming eischt niet veel uitbreiding, als keverende een breed en omftandig bericht op van eene volmaakte herftelling, van een zo fmertelijk toefland , als men zich met mogelijkheid kan verbeelden, en hier is nog iets merkwaardigs bij, te weten dat de geheele gefteldneid tot fteenjroeijing bijna, zo al niet geheel fchijnt overwonnen te zijn, 't geen daar uit blijkt, om dat zij het gebruik van het ge-  LOOGZOUTIG LUCHTZUUR WATER. 3l$$ geneesmiddel een geruimen tijd , zonder ongemak te voelen, heeft konnen nalaaten. De vierde Waarneeming is een treffen 1 voorbeeld beide van de werkzaamheid en de fcbuldeloosheid van dit middel, en toont klaar, zo wel als de voorgaande Waarneemingen, dat de gevleidheid tot fleengroeijing door een langduurig gebruik van het Mephitiek loogwater kan overwonnen , en geheel 't onder gebragt worden. De vijfde Waarneeming bewijst duidelijk het vermogen van dit middel op een lighaam, dat zo wel tot aanwas, als tot ophooping van fleenagtigs famengroeifels fterk geneigd was. De zesde Waarneeming pleit voldoende zo wel voor de zagtheid als voor het vermogen van dit middel: wordende het gebruik daar van door een lijder van 84 jaaren begonnen, en drie jaaren aangehoudei, niet alleen zonder het minfte nadeel voor zijne gezondheid, maar ook met merkelijke verligting van zijn kwaal. De zeevende Waarneeming is een voorbeeld van fpoedige verligting door het gebruik van dit middel, en van deszelfs groote kragt in 't ontbinden van de fteen, of ten minften in het verminderen van de famenhang van zijne deelen. In de agtfte Waarneeming is dit aanmerkelijk, dat 'er door dit middel zo veel verligting is toegebragt, daar de werktuigen, die tot af kleinfing en loozing van de pis dienen, waarfchijnelijk geheel en al ongefteld waren: en hoezeer hier geene volkome herftelling kan bijgebragt worden, die ook na alle waarfchijneiijkheid door geene middelen hoegenaamt kon uitgewerkt worden: echter waren de zwaarfte toevallen, vooral de moeilijkheid in 't loozen van de pisfe, in zo verre I 3 ver-  IJ4 OVER.. DE UITWERKSELEN VAN HET verligt, dat die in geen vergelijking kwamen met het geen hij te voren geleden had, en het is zeer waarfchijnelijk uit de onhandigheden van de 16 en 27 Waarneemingen, dat indien dit geneesmiddel eerder ontdekt was geweest, het eene volkome geneezing zou te weeg gebragt hebben. _v De negende Waarneeming geeft eene aanmerkelijke fchoon maar tijddijkeverligting op:dogdaar de-opkomende fmerten eindelijk duidelijk bewezen , dat hier eene verzweering in de blaas zat, welke kwaal niet ongewoon is bij de zulken die bij herhaaling van de fteen gefneden zijn, kon het hoogwater wel verligting maar zo 't fchijnt, geene genezing uitwerken, Inde tiende Waamcemlng vind men een bewijs, dat eene zeer zwakke ontbinding van loogzout, en in kleine giften gebruikt, zomtijds een vermogend middel }s, zelfs in zulke gevallen, daar alle de toevallen zeer pijnelijk en hoogstdrinoende zijn. ' De vier volgende Waarneemingen brengen een genoegdoenend bewijs mede van de verligting in foortgeHjke kwaaien, dog hebben dit bijzonders dat uitgezonden in No. XII, alle de pijnelijke toevallen uit de weg geruimd zijn, fchoon 'er genoegzaame reden was om te denken , dat 'er een fteen was blijven zitten. Inde vijftiende Waarneeming vind men een aanmerkelijk bewijs van her. vermogen vanuit middel in pijnen in de waterwegen, die wel na pijnen door de fteen veroorzaakt gelekeuen , en echter hunne oorfpronk aan uitwendig geweld verfchuldigd waren, ' In de zestiende Waarnecming fchdjnt de lijder de waterwegen geheel onc.eft.eld te hebben gehad, ja zelfs mor «Hik de afkhinfende deelen,en échter is deze geheele « V'" • on-  LOOGZOUTIG LUCHTZUUR WATER. Ï1S ongeile 1 eid verdwenen, en zo als bet voorkomt des lijders gezondheid merkelijk verbeeterd. De zeventiende Waarneeming is bijna gelijk aan de laatst voorgaande. De agt'iende Waarneeming verfchild hier in van de meeste anderen, dat de verligting veel langzaamer i? aangekomen , daar echter de geneezing zo vast en volkomen, als het eenigfints met mogelijkheid zijn kon, .volbragt is: eene omstandigheid op het eerfte gezigt eenigfints buitengewoon in zulke eene ouderdom, indien men geen andere diergelijke voorbeelden kon bijbrengen. Ondertusfchén geeft dit geval een zeer belangrijk nadenken in de practijk van de Geneeskunde, te weten, dat zodanige lijders niet ligt moeten wanhopen aan hunne verligting of geneezing, al worden de fmertelijke toevallen bij hen zo fchielijk niet verligt, als bij zommigen, daar in deze waarnecmingen melding van gemaakt is: had deze lijder niet veel geduld en ftandvastigheid gehad, zoude hij zijne genezing gemist hebben, en dit geval zou hebben konnen bijgebragt worden als zodanig een, daar het middel van geen uitwerking op de kwaal geweest was. De negentiende Waarneeming bewijst de kragt en fchuldelooze werking van dit middel, heeft anders niets bijzonders dan het geen reeds boven aangemerkt is, namelijk dat eene gevorderde ouderdom geen tegenwerping hoegenaamt tegen het gebrek van dit'middel opleevert. De twintigfte Waarneeming behelsd een voorbeeld van de aanmerkeiijkfte verligting in eene waare fteenkwaal, en toont 'er bij dat dit middel de kragt van fteenontbinding bezit. Tn de een-entwintigfte Waarneeming vind men weder I 4 een  jjö over be uitwerkselen van het een fpreekend voorbeeld van het vermogen van ditmiddel, na dat de meeste van de gewoone middelen ( bijzonder ook de zeep-logen ) gebruikt waren, zonder eenige verligting zelfs voor een tijd te geven: en de baat die deze lijder ondervonden heeft, fchijnt niet gehindert of tegen gehouden te zijn, door verandering van luchtftreek, reizen op zee, of gewoonelijke werkzaamheden, die de dadelijke krijgsdienst vereischt. De twee-en-twintigfte Waarneeming bevat niets aanmerkingswaardig dan de kortheid van tijd binnen welken de lijder verlichting voelde. De drie-en-twintigfte Waarnecming zo wel als de voorgaande zijn medegedeeld door de Heer perry een voornaam handr Arts in deze Stad, en toonen op eene genoegdoende wijze, dat het Mephitic. Alc. water het vermogen bezit om de menfchelijke Steen te ontbinden; dog in hoe ver, is nog niet bekent: dit blijkt echter uit ons berigt , dat de ontbinding van de Steen binnen de twaalf maanden gefcuied. is. Het is uit de laatfte berigren hoogstwaarfchijnelijk , daar de lijder gezond biijft, niet tegenftaande hij het water in geen drie jaaren gebruikt heeft, en fchoon h''j het gebruik daar van niet langer dan een jaar agter den ander aangehouden heeft, dat de gefteldheid tot ^eenwording dóór dit middel in jongere lijders lohielijker overwonnen word dan in bejaarden. De vier-cn-twintigfte Waarneeming toond de werkzaamheid aan van dit middel in eene kwaal, die duk dglijk haar oorlprong fchuldig was aan de ontaarding f n, prikkelend'? hoedanigheid van de pis. De herhaalde goede uitwerking, die op het gebruik var, het geneesmiddel volgde, en de wederkomst van de  L00CZ0UTIG LUCHTZUUR WATER. I37 de kwaal op 't verzuim van hetzelve, leeverd een vollcoome bewijs op, dat zo ver als zo eene zaak kan bewezen vjorden, het Mephitiek water de oorzaak van de verbeetering was. De vijf en twintigfte Waarneeming die.de leezer ongetwijffeld zal bevinden zeer eigenaartig en naauwkeurig befchreven te zijn, is een merkwaardig voorbeeld van de kragt van dit geneesmiddel , 't welk , zelfs door de lighaamsbewceging, of de reizen van den lijder zo te paard als met rijtuig geduurende zijn werkzaam leven, niets van deszelvs uitwerking fchijnt verloren te hebben of daar door in deszelfs geneezende kragt te zijn vertraagt geweest. De zes-en-twintigftc Waarneeming voldeed volkomen aan de vervvagting , met betrekking tot de verligting van ongemakken , die in dit geflacht erffelijk ' fchijnen geweest te zijn. De zeven-en-twintigfte Waarneeming, fpreekt van een ongemak in de pisweegen geoaard met groote pijnen en beknelling, en ook waarfchijnelijk met iets kwaads in de voorftander dog denkelijk zonder eenige geformeerde Steen s dit Geval fchijnt klaar aan te duiden , dat de pijn door de fcherpte van de pisfe veroorzaakt was, en de kwaal ook door dezelfde oorzaak aanhield, waar door die voortgebragc wasgewecst: in zo ver dat toen deze fcherpte die van een zuuragtige aart was, door het gebruik van 't loogwater verftompt of geenflagtig was gemaakt, de pijn en beknelling beiden ophielden, en terftond wederom kwamen, Vanneer het middel verzuimd wierd: en dit Geval ij dies te aanmerkelijker, om dat het bewijsd, dat indien het al niet volkomen geneesd, het echter in ongemakken van de piswegen die niet door de Steen verooor* 5 zaakt  ÏAO OVRR DE UITWERKSELEN VAN HET re folteringen en fterke bloedontlastingen geloosd worden. De zanddeeltjes, die voor den dag komen, zijn dikwijls zeer weinig in ftaat, om die ongemakken, die men voeld , te veroorzaaken , indien maar niet de vliezen , die deze weegen uitmaken, in een ftaat van ontfteeking en geduurige prikkelbaarheid zijn : en deze fcherpe gefteldheid van de pisfe gaat doorgaans verzeld met eene geneigtheid tot bezinking of neerploffing: daar van daan komt dat troebele in 't water geduurende de zodaanige aanvallen , waar in de lijder zich vaak te vergeefs vleid, dat dit eene f'cheiding in de ziekte zal maken, daar het integendeel niet als een teeken is van deszelfs overhand: deze beide omftandigheden nu is het met het vaste lucht bezwangerd loogfmeltzel in ftaat om weg te nemen, verftompende door deszelfs gefteldheid de fcherpte der pisfe, en gevende daar aan weder te gelijk met de natuurlijke couleur het vermogen om die ftoffe die natuurlijk uitgeworpen moest worden, in een ftaat van ontbinding op te houden. Eene andere omftandigheid ter begunftiging van eene proefneeming met dit middel is , dat het zonder het minfte geweld werkt, en de eerfte uitwerking in alle de bovengemelde waarnecmingen fchijnt te zijn het verligten van de pijn en ongemakkelijkheid , en het herftellen van de pisfe in deszelfs natuurlijke couleur en andere eigenfehappen: het werkt als een zeer zagt prikkelmiddel op de pisaffcheiding, en fchoon het in één geval eenigzints openende fcheen te zijn, was dit echter van zo weinig aanbelang , dat men haast zou hebben konnen twijffelen , of men het aan de hoedanigheden van het middel zelfs dan aan het meer-  LOOGZOUTIG LUCHTZUUR WATER. 141 meerder vogt dat 'er bij gebruikt wierd, moest toefchrijven, 't geen zo als men weet dikwils die uitwerking doed. De eetenslust, verteerkragt, en de gezondheid in 't algemeen, hebben 'er niets door geleden: het heeft geen rottende hoedanigheden in zich zelfs, en brengt die ook niet in 't lichaam: het neemt integendeel door deszelfs gebruik die weg , die door het brandend zeep-loog in 't geitel voongebragt fchenen te zijn : De lijders die ik bijgewoond heb, en die hetzelve beproefd hebben, ondervonden deszelfs fchuldelooze werking in derzelver geheele gefteldheid alzo fterk als in hunne bijzondere fmerten: ook fchijnt het , dat het niet nodig is dat men om eenige li-se ongefteldheid het gebruik van dit middel ftaake : men heeft het in plaats van gewoone ziltige dranken mede konnen gebruiken, zonder eenig aanmerkelijk verfchil in deszelfs werking te befpeuren: en eene van onze waarneemingen toond aan, dat het zelfs zon¬ der lchijn van benadeeling, kan gebruikt worden geduurende eene gewoone aanval van jicht: men wil daarom niet beweeren, dat dit middel onverfchilbg in allerlei foorten van gezondheid kan gebruikt worden: de hoeveelheid zou dikwils bij zommigen eene tegenwerping maken, de fmaak weder bijanderen onaangenaam zijn , en 'c gebruik in eenige kwalen (hoewel ik 'er voor het tegenwoordige geenen ken) voltrekt ftrijdig kunnen zijn , dus is de^onderywdmg gepaard met voorzigtigheid de eenigfte gidze om ons in zodanige omftandigheden te konnen leiden. Hoewel ik nu voor het waarfchijnelijkst houde dat het voornaamfte nut, dat dit middel voortbrengt' is de hoedanigheden van de pisfe te veranderen tooi nen nogthans de proeven, dat het aanmerkelijke ver- mo-  144 OVER DE UITWERKSELEN VAN Hïf van 'er eenige meer tegenftand, dan zommige anderen boden, dog geen van allen heefc deszelfs invloed geheel veriedelt: Van dit verfchil kunnen verfcheide oorzaaken zijn, hcedanige zijn, dat de fteen veel langer aan de lucht is b'oot geftéld geweest, 't geen hem harder gemaakt heeft , zo als dit aan verfcheide foorten van fteenen blijkt? ten a. dat de fteen langzaamer of fchielijker voortgebragt is, ten 3. dat dezelve meer of minder dierlijk lijm bevat, en waarfchijnelijk andere omHandigheden meer, die wij tegenwoordig , en mogelijk nimmer zullen verftaan. Het is eene. tamelijk beweeze zaak , dat pisdrijvende middelen , als zodanige aangemerkt geen goede uitwerking in fteenkwalen doen : want behalven derzelver prikkeling, die ik geloof dat altoos fchadelijk is, weet men bij ondervinding, dat eene fchielijke affcheiding van de pisfe, de fteenwording niet voor* komt: die lijder waar van te voren gefproken is, heeft klaarblijkelijk de groei van een fteen ondervonden, terwijl hij beezig was met een regelmatig gebruik van het water van Harrow-gate , dat een fterke pisdrijvende kragt heeft. De proefnemingen met een fterkverzadigde loogontbinding als een tegenrottig middel, bevestigen de waarnemingen van de Heer colborne, over de uitwerking, die dezelve op zijne pisfe gehad heeft, en wij kunnen uit beiden opmaken , dat 'er geen gevaar voor eenige neiging tot rotting is, 't geen men anders met reden van een loog zou kunnen verwagten. In de voorige uitgaven van dit werkje, is 'er eene waarfchijnelijke gisfing gemaakt, dat eene ontbinding van delfloog (akali fojjile), met vaste lucht verzaadigt dezelfde uitwerking op de fteenkwalen zoude heb-  loogzoutig luchtzuur water. 145 hebben als het loog uit de gewasfen: en ik ben in 't eerst tot die meening gekomen, zo door de oordeelkundige proeven van de Heer colborne, welke bewezen heeft, dat dit loog buiten het lighaam dezelfde fteenontbindende kragt bezit als het ander, als door de groote overeenkomst van deszelfs Scheikundige eigenfehappen met het eerfte, en deze meening heeft zich naderhand bevestigd, door, het geen mij te voren niet bekend was, te vernemen, dut dit geneesmiddel onder dc gedaante van mineraal water reeds lang in gebruik, en zeer beroemd in de geneezing van diergelijke kwaaien was, geweest. Het water te Carlsbad in Bohème , dus genaamd ter eere van ca rel de IV, en welks geneeskragr.cn 111 't jaar 1370 ontdekt wierden , is door de Heer F. iioffman reeds geroemd om deszelfs goede eigenfehappen in ftecnkwaalen: In ziektens (*_), zegt hij daar (*) Si-ve tnim renes, ureteres S" vejica muco iartareo S? fabulo obfldeantiir , five calculus & lapidofa materia in ureter urn cayo fubfijfat, 6? diros dolores fufcitct, tam praclara < arolindrum eft' facultas, ut copioftus ad rtnalct fubos delatk, tni'us contentas [ordes , s? materies alienas aliquando & ftuxiles reddchdo ejiciani, fpasticis autem ftriiïiiris ureterum ïefificrido , eosdemque ampliando S" laxando humoris ope ohbcèrefcvnteth in eorum alveo lapidem protrudant & elidant. 'Qain ipfam autem gehcrationem calculi, tjusque incrementuffi arrrevertunt; dam humores diluunt & falfedinem & aay. fo'ohiabl corum conlemperant , qi:o minus mucofit & /alfa materia coirt & cincrementum lapidofum exoriri potjit: AcCcdit & iUnd qaod thermales hx aqu ■purisfimo Ulo yolatiU & minerali fpiritu esfe imbutum, lbid. $. VI. Cap. II. Nee dubitere amplius licel , quin eidem fpirituofo minerali ingredientl, falubris harum aquarum facullas quoad maxïmam partem tribuendci eft. Ibid. 5. IX. Cap. H. (f) Ibidem $. XI. XII. XIII. XIV- ( §) Ibidem, §. XIX,  LOOGZOUTIG LUCHTZUUR WATER. I5I phitiek loogfmeltzel zelfs, en dat het alsdan wel zo gerieflijk en gemakkelijk vervoerbaar zoude zijn , en geheel en al ontbloot van die prikkeling op de waterwegen die een overvloed van vaste lucht zomtijds wel eens in dezelven voortbrengd. Hebbende voor mij zelve geen proeven met dit bereidzel genomen, kan ik ook van deszelfs uitwerking niet oordeelen. Ik ben echter van gedagten, dat het niet onwaarfchijnelijk is, dat het zulks doen zoude , inzonderheid als wij nagaan, dat een gelijkaartig zout uit het Carels-badwater gecriftalHfeerd door de Heer hoffman (*) in diezelfde kwaaien aangeprezen word,. Indien dan zo eene toebereiding vervaardigd word, ■moet 'er de uitcrflc nauwkeurigheid in acht genomen worden, om eerst het loogfcmeltzcl in zijn uitterfle volheid met vaste lucht te verzaadigen, en het dan trapsgewijze tot uitdamping te brengen , en dat wel door- (*) Et cum oh abforbenttm fuam facultatcm , acldum cujus cum terra connublum gignit calculum , cicurare & in fal medium converlere valeat, hinc tam ad avertendam tar. tarei coagv.lt genefin , quam exlv.rbandiim minor em calculum inpgnis cft cficaci,e: quo nominc cliam iis commendari vix polest , qui vel ob nativam, vel ab alio qualicunque errerc. dicctetico eontraSam renum & urinar'ue vcjice imbectlHtatem, cjusmodi calculofis concretionibus £? gencrandis & fovendis punt idone;. Qitcmadmódum pariter fingularcm ejvs etxperiuntur cffieaeiam, qui vehementes a calculo in ar&um (tnervoftm, ureterum cavum intrufo dolores fentiunt , quibus pra omnibus aliis medicinis lithonthripticis, tam refolvendo , prafertim ft recent fuerit tartarei muci concrementurn, quam exturbando illius copiam egregie &" cito opitw fatur fal Carolinarum, dc Sale Med. Carolinar. § XXIÏ. K4  I5ü OVER DE UITWERKSELEN VAN HET doorgaans met de minstmogelijke hitte , en met het dikwils van het vuur af te nemen , het zout laten cristailizeeren het geen mede allengskens moet gefchieden; en daarom wanneer het vocht van 't vuur afgenomen word, moet het zeer langzaam verkoelen, en wanneer het koud geworden is, zorgvuldig afgegoten worden van de criflalleh, die reeds gefchoten zijn . en wederom op dezelfde wijze ter uitdamping op 't vuur gezet worden, en ik begrijp, dat wanneer het vocht bijna tot diehoogte is uitgedampt, dat de cristalfchieting op het punt ftaat van te beginnen, cn dat het vogt koud geworden is, het als dan nodig is hetzelve wederom in het glaaze werktuig tè gieten, cn het op nieuw met vaste lucht tc bezwangeren, het geen waarfchijhelijk', door het op nieuw aanvoeren van vaste lucht, die door de hitte eenigfints tc leren gegaan kan zijn, de cristalfchieting zal bevorderen , en de gcenflagtigheid (jntutralhui' tion) van het loog bevestigen. Wanneer de Mtphifieke loogfmclting tot de uitdamping beftemd wórd, moet die vrij fterkef zijn, als wanneer ze moet gedronken worden; echter moet ze zo zwaar niet beladen zijn , om eenige hinder .of opftopping in de buis %c maken,, waar door dc vaste lucht opreizen moet: omtrmt vier oneen wijnfteenzout op een pint '(fles) water fchijnt dc juiste evenredigheid te zijn: hier diend ook aangemerkt,dar, hoe fterker het loogfmeltfel is, des te meer tijd vereischt word, cm het behoorlijk door de vaste lucht te neutraïïzeeren: (*) mogelijk zal het delf loog beeter tot deze bewerking dienen, om dat het ge- (*) Dit dus met vaste lugt toebereid loog van beide foort, vind men in groote volmaaktheid, bij de Heer Thomas willis een voornaam Scheikundige.  loogzoutig luchtzuur water. 153 gemakkelijker cristallen fchiet dan het gewasloog, do» men moet hier ook op aanmerken, dat dit delfloo* begint te criftalliceeren, voor dat het door de vaste lucht volkomen onzijdig gemaakt is, en om die reden moet 'er meer voorzorg gebruikt worden, pm die verzadiging met vaste lucht volkomen te verkrijgen, voordat men tot eenige uitdamping overgaat, cn deze uitdamping moet zo langzaam als 't immers mogelijk is, gefchieden. De ondervinding zal verder moeten leeren, tot wat gifte men zulk een middel zoude konnen ingeven: mogelijk zou een drachma of vierendeel loots 'sdaags genoeg zijn om mede te beginnen, en dan zoude men verder tot twee , drie cn meer konnen opklimmen: De Heer hoffman zegt, dat 'het zout van Carelsbad' tot zes drachma, ja zelfs tot een once ingenomen word zonder eenige ander uitwerking, als eene ligce buikzuivering voort te brengen. (*_)' Men (*) Zie Medio. Comtnentar. p. 12?,. Men vind in de Scheikundige Bibliotheek op pag 167. een Voorflap ter gemakkelijker ber.-id:ug van het met luchtzuur verzadigd zo:u. Een uit de natuur zo veel mogelijk met luchtzuur verbon- ' de Loogzout met een of ander fterk met luchtzuur bezwangerd mineraal water te gelijk in te geven: zulk loog hebben wij in de Sal Soda, 'twelk door de mindere fcherpte vaa fmaak, en verduuring van lacht zonder vochtig te worden, vertoond eene grooter hoeveelheid luchtzuur in de Natuurlijke ftaat bij zig tc hebben: dus twee Drachmas Sal Soda in een once water ontbonden en van deze ontbinding telkens een leepel vol in goed mineraal water ingenomen, zoude waarfchijnelijk hetzelfde efTeér. doen : best Selfterwater, voor al, het geen onder den naam van Lamfcheider water verkogc K 5 word,  IgÓ OVER DE UITWERKSELEN VAN HET 'zaaken blijven in haar geheel, cn de bovengemelde Waarneemingen toonen buiten eenige twijfïel aan, dat de fmertelijke toevallen in fteenkwaalen onder het gebruik van dit geneesmiddel zijn weggenomen, en de lijders gemak is bijgebragt, en dat zonder het minste nadeel voor de gezondheid in het algemeen, ja zelfs met aanmerkelijke verbeetering van dezelve in de meeste gevallen. Nu is het verder dc taak van de Wijsgeeren om de oorzaaken van deze uitwerking op te fpeuren, en daarom heb ik mijn gevoelen, hoe onvolkomen het ook wezen mag, te berden gebragt: en of de meening die ik voor de mijne aangenomen heb wel of kwalijk gegrond is, de zaaken fpreeken voorn amenlijk, en zullen, zo ik vertrouw, anderen aanzetten om met dit middel ,het welk op zo eene gemakkelijke en gunftigc wijze op de gezondheid in 't algemeen werkt, én eene zo gezeegende weg aanbied, om in een van de grievendfte kwalen , die ooit de menfchelijke Natuur ondergaan heeft, de grootfte tot hiertoe bekende verligting aan te brengen, verdere proeven te nemen. N A S C II RIF T. De volgende Waarneeming, welke onder het drukken van dit Werk medegedeeld is, is te belangrijk om agtcrgelaten te worden , vooral daar dezelve het gebruik van dit middel aan de hand geeft, in een ongemak in de piswegen , dat niet het minst verband had met de fteen , maar waarfchijnelijk zijn oorfprong verfchuldigd was aan eene bijzondere fcherpte 'in de affcheiding zelfs: en dit geval is bevestigd door een,  LOOGZOUTIG 'LUCHTZUUR WATER. I57 een man van groote naam in zijn beroep , en wiens openhartigheid in dit verhaal hem zeer veel eer aandoed. Een jonge vrouw van ao jaaren, en die tot hier toe zeer gezond was geweest, begon in Maart 1789, te klagen over menigvuldige doffe pijn omtrent de plaats van de blaas, waar bij kwam het dikwils waterlozen, met weinig te gelijk, en verzeld met fcherpe pijn en toevallen van de fteen, daar op wierd ze gerendeerd , en daar men geen fteen vond , vielen de gedagten op een knoestgezwel omtrent de krop van de blaas, en deze meening wierd verfterkt, door dat zij in haare klagten, altijd van een gevoel van zwaarte fprak : Het weder niet gunftig zijnde om een kwikcuur te ondergaan, dagt men haar de Cicuta of dolle kervel te konnen ingeven, tot dat de zagte tijd wat aankwam, en dit middel gebruikte zij twee mamden lang, dog zonder eenige verligting: zelfs begon haar maag dit bij de geringfte gifte weder uit te werpen, en bij gevolge hield men daar mede op : vervolgens wierd zij aan de melk cn de meelfpijzen gezet, en dronk een aftrekzei van Althéa met Arabifche gom 'er in, en fcheen zig voor een korten tijd ook wat beter te bevinden, dog na verloop van veertien dagen, kwam "er weder een nieuw veiTchijnzcl voor den dag, want toen begon zij veel flijm met haar water te loozen, en van dat tijdftip af wierd haar pijn zo onverdraagelijk, dat zij zomtijds groote giften van heulfap moest gebruiken: zij begon omtrent de helft van Juli, met het gebruik van de kwik , en nam in 't na bed gaan een pilletje van bilfekruid Chyoscyamum) in plaats van opium in: dit hield ze zo aan tot Oclober toe, zonder eenige andere verandering te befpeuren, dan eene merkelijke vermindering van kragten: en daar op  l6o over de uitwerkselen van het enz. Nonvich den 24 Febr. 1792. De Heer g. harwood een voornaam Pleitbezorger van deze plaats , was zeedert eenige jaaren met zodanige toevalkn gekweld geweest, welke duidelijk pf het verblijf van zanderige ftoffe in de nieren en blaas, of de vorming van een fteen in de laastgenoemde, aankondigden. Deze ongebakken vermeerderden merkelijk in 't midden van de zomer, van 't jaar 1789. en hij kreeg de raad om eene proeve met het Mephitiek loogwater te nemen. Na dat hij dit middel langer dan twaalf maanden gebruikt had, raakte hij agt fteenen kwijt , alle met effe oppervlaktens, waar van de grootfte zo groot was als een gewoone erwt: na dien tijd bleef hij regelmaatig met dit middel aanhouden, en laastledcn December kreeg hij een allerheevigfte aanval , en in 't beloop van iets meer dan een week raakte hij omtrent hondcrt en vijftig ftukjes fteen kwijt, en eindelijk een klein fteentje, dat zo zagt was dat het op de minfte drukking verbriezeld kon worden. Zeedert dien tijd heeft hij geen nieuwe aanval van zijn ongemak meer gehad, nog ook geene loozing van bloedige pisfe, ('t welk te voren de minfte of zagtfte beweeging veroorzaakte) fchoon hij thans zomtijds drie mijlen ver wandelt. Ondertusfchen blijft hij aanhoudend in het gebruik volharden, zo als hij ook voor de laatfte aanval altijd gedaan had, en blijft fteeds kleine ftukjes fteen •kwijt raaken, dog een geheele fteen had hij zeedert . niet meer geloosd , 't welk hij geheel en al aan dit middel toefchrijfc. WILLIAM ATTHIL, gard. harwood. ' c ii1 r u r G jj n. EINDE.