01 1765 3519 UB AMSTERDAM  hét LEVEN van de RUITER.   II e t LEVEN en BEDRYF VAN DEN HEERE MICI1IEL de RUITER, HERTOG, RIDDER, &C. LIEUTENANT ADMIRAAL, VAN HOLLANDï EN WEST-VRIESLANDT, BE S CHREEVEN DOOR GERARD BRANDT i MET PLAATEN. OP NIEUW UITGEGEEVEN door e. M. en ge lb erts, PREDIKANT te hoorn. derde te amsterdam, bv johannes allah l\f ai d c c x c v«   Het leven van den heere MICHIEL de RUITER, Hartog, Ridder &c. l. Admiraal Generaal van Hollandt en Westvrieslandt. NEGENDE BOEK* Het jaar van zeftienhonderdt zesentfeftig, daar ik nu in treede, was gedenkwaardigh, door de doorluchtige zeege, die de Nederlanders^ onder 't gebiedt en beleidt van den L. Admiraal de Ruiter, ter zee bevochten; daar wel eenige tegenfpoedt op volgde, maar in welke hy geen minder lof behaalde dan in d'overwinning. Men was vroegh bezigh om Toerulïirig de vloot toe te ruften. Ter vergaadering van ter zee. de Heeren Staaten Generaal Werdt den ne- l=ft genden van Jahuarius (en daarna ook dertde Ruiter dertiertden van Februarius) beflooten, den^-"te L. Admiraal de Ruiter op nieu te beveélen, doen bedat hy in de Kollegien ter Admiraalitcit vart vorderen* Hollandt en Weftvrieflandt alle vlyt zou aanwenden, ten einde de toerufting der fcheepen van oorloge, die men voorneemens was onder de vlagge van den Staat in zee te brengen , (en der twaalf andere, die men naar de Middelandtfche zee dacht te zenden) zoo veel doenlyk was over nacht eh dagh rhoght gevordert worden; Gok werdt ten zelvöti III. Deel. A '• ' tjf"  * Het LEVEN van den Hiddesde VrieS?aanirS00!! Cn Tierk van de toeruiW d£g f u d° bevo^ering • «a /«..nieut Omrent 2? gCSev?n' desgelyks ver- De L- Ad-Adtaimï Tr Z? tydc * verzocht de L mimi ^awiraal Tromp aan de Heeren Snnf,n Tr«mp Hollandt, dat zyne lafl f 1 r n.va» verpiaatft yan Hollandt en Wefrvrieflnn^ L\Ad™™al t CW/.legie ter Aómird^^fgt^r 1 Kol- verandert, en hv in Ze' moSht I ij • ' , nv' ln P'aatze van dien rnr alvoorens het ïï? \ dlt men *»r °P Maaze verkoo^'de 9 ^u™™1 °? de de Liefde tor^^atSr^^ï J°han Heruit- Johan van Nes tot Schourhv. t* KTteia loopen der meer en te lichter vnlfr\ y?a?ht' 0m te kekrachdï-h, "ad,er P'allkMt ^ernieuc e" aCh"shc' WMr by * Scaaten verklaar- den,  L. Admiraal DE RUITER. 3 den, hoe zy verftonden, en daar by onveran- 1666. derlyk zouden blyven, dar, zelfs naa het uitloopen. van 's Landts vloote, de voorfchreeve vaart t'eenemaal, en zonder eenige verandering, het geheele jaar door geduurende, zou zyn en blyven verbooden. De Staaten van Hollandt lieten te deezer tydt 4. 4.11 Fcbr. aan de Hollandtfche Raaden ter Admiraliteit te Rotterdam by aanfchryving bekent maaken, hoe zy bericht waaren, dat zeekre twee Kapiteinen, die ze noemden, niet van zoodanige dapperheit en beleidt waaren, dat men hun, by de tegenwoordige gefteltenifTe van zaaken, 't gebiedt over ecnigh fchip van oorlooge met geruftheit zou konnen toevertrouwen: mitsdien begeerende, dat de gemelde Raaden de zaaken daar heenen zouden bellieren, dat men, hen voor d'aanftaande toght buiten dienft houdende, andere ber quaame luiden tot Kapiteinen aan hunne Hoog. Moog moght voorftellen, en nevens anderen den Schipper Ruth Maximiliaan daar toe noemen; dees hadt in den verleeden Jaare tot Bergen in Noorwegen genoeghzaame proeve van zyne bequaamheit, beleidt, en dapperheidt gegeven f. Ook werdt de mee-1 Zie Ait. ning der Heeren Staaten in dit ftuk gevolght, zema xlt. en uitgewerkt. Hunne Ed. Groot Moog. 481. verftonden ook dat men den aanbou vanMen tracht noch twaalf fcheepen van oorloge van dedenaaBb?u grootfte foorte zou bevorderen: om te zy-^"a,nf ner tydt in de plaatze van de geenen, die, groote geduurende den aanftaanden zoomer, in fcheepen eenigh gevecht met d'Engelfchen, of byvoort te ftorm of ongeval moghten koomen te veron- Zj"e^r A 2 ge*  4 Het LEVEN van den 1666. gelukken, te konnen dienen. Ook werdt LoorzT S°?.dtgevonde»> dat de Kollegien ter Admiontrent 2"?;^ eenfge bequaamë Lootzen, die ontreqt de kuiten, gronden, rivieren, havefche kuftennen ■> e" zeegaaten van Engelandt, en byervaaren, zonderlyk achter en tuflchen de banken van Loom,* HarWks en in 'E K°ni"gs Diep wel kundig 4S6n ervaaren waaren, in dienft zouden aannee' men; ten minften voor yder groot fchip een. Op de tyding dat d'Engelfchen met ettelyke' oorlogfcheepen naar d'Elve waaren gezeik, poogende eenige van hunne koopvaarders af %\zMaart.tQ haaien, werdt in Maartt heimelyk beflooten, dertig of zesendertig van de gereedtfte oorlogfcheepen, nevens etlyke branders, onder het beleidt van den Heer de Ruiter, of eenig ander Opperhooft, derwaarts te zenden, om de gemelde fcheepen op te houden , of te vernielen. Dan dees toelegh hadt Verzaam- geen voortgangk. Te deezer tydt werdt de Plaat, der verzaamelplaats f der oorlogsvloot, naa dat viootgiQ men het S°edtdlinken van den Heer de RuiTexel. 'er' en van andre Opperhoofden, mitsgat Rende- van eenige Heeren uit de Kollegien ter vous. Admiraahteit, daar op hadt gehoort, in het Texel geftelt: en den elfden van April liep de L. Admiraal de Ruiter met het nieuwe Admiraalfchip de Zeven Provinciën, nevens noch negen oorlogfcheepen, van voor Goereé in zee. Dit Admiraalfchip was een der twaalf groote fcheepen, door ordre van den Staat in 't verleden jaar gebout, van treffelyk maakfel, en uitermaaten wel bezeilt: lang over fteven honderdtdrieëntfeftig Amfterdammer voeten, wydt drieënveertig, hol zef-  L. Admiraal DE RUITER. 5 zeitien voeten en een half, en het dek hoog 1666, •zeven voeten en een half, voerende tachtig ftukken gefchuts, en vierhondert en vyfentfeventig man. Midlerwyl werdt de yrcede tuffchen de Staaten der vereenigde Nederlan4den, en den BilTchop van Munfter, die den ingezetenen van Overyfiel, d'Ommelanden, en hunne nagebuuren, veel ieedts hadt toegedreeven *, door bemiddeling van eenige AitVoriten, op den ach tienden van April gcfloo- zema XLV« tenf: 't geen den Heeren Staaten meer ruim- V^' te gaf om den oorlog tegens Engelandt voort XLV'U ^S* te zetten. Daarna keerden eenige Franfche ■} Zie Aitbenden, die den Staat tegen den BilTchop zema xlvl waaren te hulp gezonden, weer te rug $. *0£3* Wat tydts te vooren hadt de Nederlandtfche *m^x^j" Staat met den Koning van Deenemarken een 8,^, nader verbondt 4- gemaakt, (trekkende tot 935. 937. naadeel van Engelandt. Men hadt in Vrankr \ Zie Aitryk, door den Nederlandtfchen Gezant, den ggo^XLVI" Heer van Beuningen , lang aangehouden, " 5S0* ten einde dat de Koning den Heeren Staaten, volgens het verbond met hun in den jaare zeftienhonderdttweeëntfeftig geflootcn \, te- * Zie Aitgens d'Engelfchen, alseerfte verbreekers der **"a*W* vreede, zou byfpringen. Hier op hadt zyn Majefteit eindelyk verklaart, dat hy den Heeren Staaten te wil zou zyn, en, zonder langer uitftel, met d'Engelfchen in oorlog treden. Daar voorts de afkundiging der De Koning vy'andtfchap op volgde. Hy braght ook een va c" zei. n De L°Ci/Q0 ^ d°enJvk Was> » Maasrcheenen' B T^1 d? ^uiter met de treloon/n P ' ê ,iyk vei-haaJt is, in zee dT tWaa,fde« van April PieptenSll 1 voor 'c Niewe W P ai!Ul i daar «y alreedts drieëntwin-  L. Admiraal DE RUITER. $ dg fcheepen van Amfterdam, en twee van 1666. Noordthollandt by een vondt, welk getal in h kort tot drieënveertig toe vermeerde. Daar van dagh tot dagh noch verfcheide fcheepen by quaamen. Den zetten der maandt naamen de Heeren Staaten Generaal het volgende bcfiuit, raakende het gebiedt over's Landts vloote, met den gevolge en aankleeven van dien. Extraét uit het Regifter der refolutien van de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden. Jovis t den 6 May 1666. j op Don. _ :' derdagk. In deliberatie geleidt zynde, is goedtgevon- Refoiatie den, en verflaan, dat als eerjle perfoon, en der Heeren Opperhooft over 's Landts vloot, geduurende StaatenGe. d'aanftaande expeditie f, commandeeren zalner&il raa' deperfoon van MichielAdriaanszoon de Rui-kt^^tl ter, L. Admiraal van Hollandt en JVejlvries-H^^ \ landt, den welken gehouden wordt den eedt te Landts doen aan de Heeren haare Hoog. Moog. Gede- vioote.met puteerden, jegenwoordig in Texel zynde, die den Sevo1daartoe fpeciaalyk mitsdeezen werden geau-*??™ £an" thorifeert, van dat hy hem in de voor/chreevedi^n vau charge getrouwelyk zal quyten, en de bevee- \Toght. len, hem by haare Hoog. Moog. albereidts gegeven, ofte noch te geven, achtervolgen en nakoomen; en voorts als Hooftofficieren Kornelis Evertszoon, L. Admiraal van Zeelandt, de L. Admiraal Aart van Nes, de L. Admiraal Kor nelis Tromp, L. Admiraal Meppel; Tjerk Hiddes, L. Admiraal van Friejlandt; A 5 de  'o Het LEVEN van dén Banken Schram en Koenders; en de Schoul vZ 7 ? Hm$% Stach™™r, en BruinsVIL • i i 'Je.hurde dat den gemelden L, Jdmzraal de Ruiter iet menfchelyksy moehte lZlTen^ ofwel h ™kte ƒ of andere ongt tegemheit, het commando over de voorfcht%e2fZ)7leLZoudekonmn exerceren, zal by fn *fS affterv™-> dat Godt verhoede, ofte ■ tntt Z V00rêezeidf ongelegentheit ofte ab- c7e oJirT°emde Vl00te als eerPeP buiten gaats by de vlagge. De L. Admiraal Meppel zeilde den vierden met eenige Noordthollandtfche fcheepen uit het Spanjaardts fat: en den volgenden dagh voegde zich de ,. Admiraal Tjerk Hiddes de Vries met vier Vriefche fcheepen, daar's avondts noch anderen op volgden, by de vloot: die den vyfden van Junius uit vyfentachtig fcheepen en fregatten van oorlogh beftondt: te weeten, vyftien van de Maaze, zesendertig van Amfterdam, elf uit Noordïhollandt, dertien uit Zeelandt, en tien uit Vrieflandt; voorts acht advysjachten, en negen branders. De gemelde fcheepen waaren verzien, en gemant, gelyk in de volgende dyft ftaat aangeteekent. Lyft  14 Het LEVEN van den ï666. Lyft van dc vloote der verecnigde Neder-* \ &t landen' SeIvk die den vyfde« van Tuvioote. nms MDCLXVI beftondt. J 5 lun. fecheepen, wegens 't Kollegie ter Admiraaliteit van de Maaze. f Stukken. Bevelhebbers. Scheepen. s.fMts • % Mat!-00' r L-f/miraal de *«'*"■• De zeven Provinciën. 8o. 425. 50 zen t'. Jld,mlra1 Al"-' «"•» Nes. D'Ecndraght. 76 «o \a AOldaaten Schoutbynacht Jan van Nes. Delft. 61 „6o 7* Kornet Willem Jof. van Gent.Gelderlandt. 66 W' IT Laurens Davids. GnH #„/W/„. 6 ^ «' Rut Maximiha,,,. Wafenaar. 56. 220. 30 Even van Gelder. Klein HoUandia. 54. Ma 30 Philips van Almonde. Dordrecht. 46. 17; « trans van Nydek. Prinfes Louifi. 40.175.25.' „, . „ . Fregatten. Elant du Bes. Vitrecht. 36.130*0 liutbertjokobszoon Huigen. Gornicbem. 36.130 20' Niklaas Naalbout. Hardcwyk. \6. tg 2°' milem Boudeivynsz. van Eyk.'Tauartierv.Nieumegen.^. 110. *o. Jakob Pieterszoon S'.vart. Schiedam. 22. 70. ,0. „. »„ Advysjachten. Dirk de Munnik. 'T Hert. 8. 20. o. ^ „ Branders. jan van Brakcl. Rotterdam. 6 31 . Jan Broerszoon Vermtulen. De goudc Ruiter. z. l2.' - 806.3368.480. Wegens 't Kollegie ter Admiraliteit t'Amfterdam. I. AdmiraalKorn.Tromp. IMltwdUa. 8">. 400 . liceadmiraal van der Huift. Di Spiegel. 73. 350. 50 ïcbontbynacb, Ifaai Sweers. Gouda. 7~ to5 f? l^dribAdriaanszoon. De Reiger. £ u. £ =™? ^ Haan. Kalantsoogc. 66. "75. 45 Andrieszoon Sw*rt. Deventer. 60 -50 40' £ j Z»r»»Uszoon Swart. Provincie van Uitredt. 60. 250.' 40. GoïjieHi. Tb»/»,» mm UiVrwifc 60. 350. 40. il'-go van A,eawenbof. Siadt en Landen. 60. ÏSO. 40. Jan  L. Admiraal DE RUITER. i$ Jan van Amflel. ~De Vryheit. fjo. 250. 40. Thomas Fabricius. 'Thuis Tydtverdryf. 60. 250. 40. Kornelis van Hogenhoek. Suiderbuis, 50. 215. 30. Jakob Willemszoon Broeder. De Dom van Vitrecht. 46. 200! 30! Pieter Janszoon Vitenbout. De Landtman, 46. 200. 30. Jan du Bois. De Vroede. 46. 200. 30. Ottho van Treflong. Duivenvoorde. 46. 200. 30. Jan de Jong. 'T Raadthuis v.Haarlem.ifi. 200. 30. Micbiel Suis. Kamper.. 46. 200. 30. Hendrik Votlcnhovi. De Mui/tromp. 46. 200. 30. Hendrik Vroom. De waakende Boej. 46. 200. 30. Floris Floriszoon Bloem. De Zon. 44. 185. 30. iFouter Wyngaarden. Haarlem. 44. 185. 30. Fregatten. Jan Bont. De kleene Harder. 30. 120. 20. Jakob Dirkszoon Boom. Tlfi. 30. 120. 20. Arent Simonszoon Vader. Overyfel. 30. 110! 30! jfan Gyfels van Lier. A/peren. 34. 140. 20. Willem van der Zaan. De Bejlbermer. 54. 250. 40. f.nno Doedes Starre. De gov.de Leeu. 50 225. 30. Thomas Tbobias. Harderwyk. 46. 200. 30. Jakob Pauw. Staveren. 46. 200. 30. L. Kornel F. Palm. Kruiningen. 60. 250. 40. D.rkScbcy Gouda. 46. 200. 30. Jakob van Meeuwen. Amfterdam. 60. -50. 40. Jooft Verfcbuur. Jaarsvelt. efi. 200. Jo. Branders. Hendrik Hendrikszotn. 'T wapen van Engelandt. O. 20. -- Barent Volkertszoon. St. Paulus. O. 10. «- Rem Pieterszoon Mars. De Fortuin. O. 20.' — Hendrik Dirkszoon Boekhoven.De Kat. O. 20. — _ Advysjachten. Jan Janszoon Verbeekelt Pieter Martenszoon. 1894.8240.1235, 1666. Scheepen voor d'OoftindifcheKompagnic. Wegens het Kollegie van 't Noorderquartier. L. Admiraal Meppel. fVeJfvricflandt. 78. 394. -- Viceadmiraal Schram. De Pacificatie. 73. 327. — Schoutbynacht Stachowxer. 'Twapeit van Enkbuizcn.71. 308. — Adriaan Houttuin. De Prins van Oranje. 62. 242. — Jan Krook. JMlandtfibe Tbuin. 56. 238. -- Oraafjau tan lïoorne. Ctlderlandt, $4, s8o. 40. Cs-  i6 Het LEVEN van dëW Wegens het Kollegie ter Admiraaliteit in Zeelandu L. Admiraal Korn.Evertsz.Walcheren. 68. 364. — Viceadmiraal A. Bankert. Ter Thoolen. 60. 296. — S.bynacbtK. Everts.de Jonge.Zierikzee. 58. 259- — Jakob Penfen. middelburg.- 50. 210. -- Simon Blok. 'T Hof van Zeelandt. 58.256. — Adriaan de Haaze. Ter Veere. 50.218. — Adriaan van Kruiningen. Dordrecht^ 49. 200. — Jan Pieterszoon Tant. Uitrecht. 50. 220. — Jan Mattbyszoon. VHjpngen. Zo. 210. -Fregatten. Willem Marinuszoon. ' De Zeeridder. 34. 156. — Dirk Jobzoon Kiela. Delft. 34. iöo. — Abraham Krynszoon. Zeelandia. 34- 125- — Jan Krynszoon. Schaakerloo. 29. 129- " Branders. Engel Adriaanszoon. De Vryheit. 2. 14. Willem Meerman. De Iloope. 6. 13- *f Een Kits en drie Hoekbooten. Gillis Gelynszoon. De Souke. 6. 29. Klaas Reinierszoott. Soutelande. 6. 21. -- Frans Roys. Wefterfouburg. 6. 13- " Daniël Verdiefi. Oojlerfouburg. 6. 13. " 656.2906. Weegens het Kollegie ter Admiraliteit van Vrieflandt. L. Ad. Tjerk mddes deVries.Groot Frifia. ?*• 340. SS. ViceadmiraalRudolfKocnders.Groningen. 70. 300. -- Schoutbynacht II. Brunsveldt. Prins llenrik Kajimir. 72- 33°- 50. Jan Janszoon Vyfelaar. Ooflergo. 60. 225. 45. Wytfe Beyma. Wejiergo. 56. 200. 33- Batent Iliddes de Vries. De Steeden. 54- ï0°' 3cn vaa Medenblik.sfi. Jan Mau. 'Tkafteel vai>Mcdenblik.3°' Gerrit Pofthoorn. 'T wapen van Hoorn. 50. -- Ook konden ter zelve oorzaake twee Vnefche fcheepen niet klaar raaken: nocht ook het fchip de Vreede van Rotterdam, 't welk gevoert werdt by Kapitein Jeuriaan Jeuriaanszoon Poel, gemonteert met veertig ftukken. Maar de vloot, die nu in zee was gebraght, ruim honderdt zeilen fterk, voerde vierduizendt zeshonderdt en vyftien Hukken gefchuts, en was bemant met eenentwintigduizertdt negenhondert en negen koppen, zoo matroozen als zee- en landtfoldaaten. Doch ontrent de lyfte deezer oorlogsvloot ftaat aan te merken, dat eenige der genoemde fcheepen al het volk, dat ze volgens de beraamde monlterrollen moften hebben, niet konden beköomen: maar dat gebrek werdt teh deele met de matroozen , die men van dagh tot dagh aannam, of met foldaaten, die men naar de vloot zondt, vervult. Men bequam TV4nn(f ontrent deezen tydt ook tyding uit Londen der Engel III. Deel. B van  i8' Het LEVEN van den 1666". van de geftcltenifle der Engelfche oorlogsfchevio ute vloot, die op de riviere van Londen, 011 elen der zi\- dcrs, gereedt lagh, en onder 't bevel van ver fterkte'Prins Robbert, en den Generaal Monk, Hartogh van Albemarle, in zee zou gaan. Den Heer de Ruiter werdt een lyft van achtentzeventig oorlogfcheepen (behalven de kitfen en branders) toegezonden, verdeelt in drie esquadres of hooftdeclen; elk onder drie Hooftbevelhebbers, een Admiraal, een Viceadmiraal, en een Achteradmiraal, of Schoutbynacht, welker naamen, en de fcheepen, die ze voerden, hier volgen. Opperhoofden van 't esquadre der roode vlagge. Stukk.kopp. D < >PP«' De Generaal Blonk. Do> Koningklyke Karei. 82. -- 650. hoofden Cbriftoffel Myrmes. D'Overwinning. 76. 450. der Engel* l'ffl I°>dan. De Koningklyke Boom. 76. -450. fche vloote. Opperhoofden van het esquadre der witte vlagge. Ceorg siskat. De Koningklyke Prins. 92. - 620. Willem Barkley. De Swiftfnre. 66. - 380. Joban Herman. De Henrik. 70.' -- 440. Opperhoofden van 't esquadre der blaauwe vlagge. Thomas Allen. De Koningklyke lakob. 8ï. -- 520. Thomas Tiddyman. De Koningkl. Catheryne.76. — 450. leremias Smith. De Maria. 58. - 300. Het eerfte esquadre beftondt uit zesentwintig, het tweede uit zevenentwintig, en 't derde uit vyfentwintig fcheepen. Dan dce-  L; Admiraal DE RUITER. ïp deeze vloot werdt in 't kort noch merkelyk 1666; verfterkt. Ook zagh men daarna een nader lyft, daar d'Engelfche vloot in werdt begroot op eenentachtig fcheepen, met verdere aailwyzing dat die vierduizendt vierhonderdt en tfcftig ftukken voerde, en met eenentwintigduizendt • en vyfentachtig^ koppen Was bemant. Den tweeden vart Junius werdt den L. Admiraal Generaal de Ruiter; door de Gevolmaghtigden van hunne Hoog. Moog; de Heeren Huigens, Raadtpenfionaris de Wit, van der Hoolk, en Gokkinga, het volgende berichtfehrift, daar hy zich in d'aanftaande toght, als Generaal of Opperhooft. dér vloote, naar hadt te richten, behandight: waar naa de gemelde Heeren hun affcheidt naamen, hem Gode bevaalen, en Inltruaié geluk op de reis wenfehten. L^Admi™ De Gedeputeerden en Gevolmaghtigden -'^ffaajd^ü"lA de Hoog. Moog-. Heeren Staaten Generaal der (QU vereenigde Nederlanden tot uitprejjingeen over a jUKt "t employ van *t Landts vloote, hebben, naa voorgaande rype deliberatie, en naa ingenoomen advys van den Li. Admiraal de Kuiter, als Getier aal van dè zelve vloote, mitsgaders van de Gecommitteerden uit de Kollegien ter Admiraaliteit i, alhier aanweezende, goedt* gevonden en gerefolveert, dat de voorfchreeve vloote, zoo haaf; die voor gaats by den anderen zal wezen verzamelt, en in esquadres naar behoor en verdeelt, weder en windt dienende , haar koers zal feilen naar V vyandts vloot: en zulks, geen andere kondtfehap inkoomende, zich begeeven voor of ontrent de riviere van Londen, dè Duins, of andere bygelegi B a plaat*  so Het LEVEN van den 1666. plaatzen, zoo als de voornoemde L. Admiraal naar beloop van weder en windt, en naar ontfange kondtfchappcn, zal oordeelen beft en avantageuft te zyn, Dat hem voorts voor generaale inftrucTie zal dienen, dat haare Hoog. Moog. ooghmerk en intentie is, dat hy, d'occafte zich daar toe favorabel prefent eer ende, ,s vyandts vloot zal aangrypen, en onder Godes zeegen vermeefteren, ruineeren, oft uit der zee dry ven; en ten anderen meede, dat de voorfchreeve V Landts vloot met die van den Koning van Vrankryk alvoorens magh wezen geconjungeert, in cas de gelegentlieit zich daar toe zoude moogen koomen aan te bieden, efft zelve eenighftns toe te laten: dat hy tot dien einde, zoo haaft 's Landts vloot van hier begint koers te zeilen, daar van, en van zyn voomeemen, zal hebben in aller diligentie advys te geven aan den Gouverneur van Kalais, met verzoek om daar van verdere notificatie te geven aan den Koningk zyn meefter, en voorts zulks en daar V zelve hem by of van wegen zyne Majefteit zoude moogen weezen geordonneert: dat hy ook voorts fzyner aankomfte voor of ontrent de riviere van Londen , de Hoofden, de Duins, of daar ontrent, daar van insgelyks advertentie zal hebben te geven aan den gemelten Gouverneur van Kalais, ah ook naar gelegentlieit aan die van Duinkerken , Grevelingen, ofte Boulogne, met byvoeginge en verzoek als voor en: dat hy, tot uitvoering van de boven geè'xpreJJ'eerde haar Hoog. Moog. intentie, voorts generaalyk geauthorifeert werdt, om zich te vervoegen, en te onthouden, ook te doen en by der handt te net-  L. Admiraal DE RUITER. 21 neemen, wcrwaart en gunt hy zal oordee- 1666. len voor *s Landts dien/I beft en oorbaarlykft te zyn, pleegende daar inne, en generalyk in alle V geene hem zoude moogen voorkoomen, foldaat- en zeemanfchap, zulks hem V zelve mitsdeezen aanbevoolen en toevertrout wordt. A&um in V Landts jchip de Zeven Provintien, leggende ten anker voor Texel, ruim anderhalf mylvan den wal, den tweeden Ittny, 1666. G. VAN DER HOOLK. vt. Ter ordonnantie van de Gedeputeerden en Gevolmaghtigden voorfchreeven. G. BORTH. Weinig daagen daarna heeft de L. Admiraal Generaal de Ruiter een algemeen Berichtfchrift uitgegeven, en aan alle de hooge Bevelhebbers en Kapiteinen, t'hunner naarichting, ter handt geilek, 't welk van deezen inhoudt was, Algemeen Generaale inftrudtie en ordre van den L.bericht en Admiraal de Ruiter, als Opperhooftvanordre van 'sLandts vloote, tot naarichting van deden refpeótive L. Admiraalen, Flooftofficie-^^^ ren en Kapiteinen van de zelve vloote,naarich'ing om, geduurende deeze expeditie, in cas van de opvan batalje of refcontre met den vyandt, perhoof te worden geobferveert. den en Ka" pireinen rr n „ . _ der vloote. Voor eerft, zoo zullen de L. Admiraalen x B 3 Kor-  aa Het LEVEN van pen, 1666. Kornelis Evertszoon , en Tjerk tjiddes de Fries, zich met hunne esquadres gejlaadigh aan jluurboort, en de L. Admiraalen Tromp, en Meppel, met hunne esquadres aan bakboordt van den L. Admiraalen de Ruiter , en van Nejfen esquadre zich onthouden: als men voor de windt ze lx. 2. Doch by den windt zeilende , zal het esquadre van de voornoemde L. Admiraals Evertszoon , en de Vries, voor uit zeilen, 't hooft esquadre van de voornoemde L. Admiraalen de Ruiter, en van Nes in 'f midden, en dat van de voornoemde L. Admiraalen Tromp en Mepyel achter aan. 3, En by aldien 's Landts vloot den vyandt te loef waart hadde, en afquaame om den zeiven te attqqueeren, dan zullen de L. Admiraalen Evertszoon en de Vries, met haare onderhebbende esquadres, malkanderen kort volgende , zich te loefwaart voor uit van de L. Admiraalen de Ruiters en van Nejfen esquadre begee ven, zoo zullen ook van gelyken de L. Admiraalen Tromp en Meppel, met haare onderhebbende esquadres, malkanderen meede kort volgende , zich te loefwaart achter uit van 't voorfchreeve hooftesquadre begeeven en onthouden , indien 't zoo in praclyk kan worden gefieldt. £. De vloot aldus gerangeert, en in pojluur leggende om zich te defenderen, zal een yder van de particuliere Kapiteinen op zyn Hooft, daar onder hy befcheiden is, wel paffen, zonder in *t minfle van den vyandt af te wyken, tfte dragende te houden, als door hooghdringen- 4$  L. Admiraal DE RUITER. 23 de noodt, of by faute van dien aan den lyve 1666. gefiraft te worden, dat 'er de doodt naavolght. Item, üe L. Admiraalen zullen yder baar 5. esquadre, onder haare Vice admiraal en en Schoutenbynacht, met den eerfien verdoelen, gelyk de L. Admiraal de Ruiter mede zal doen; mn zoo in goede ordre den vyandt onder d'oogen te hoornen, of ingevalle hy ons fchielyk komt te bejegenen, altydt in pojluur den zeiven 't hooft te kannen bieden: en zal een yder gewaarfch -ut zyn malkanderen ruimte te geven, om ter degen den anderen uit het fchut te blyven. Tder van de L. Admiraalen zal in zyn es- 6. quadre ordre feilen, op wat voor een manier de branders zich zullen hebben te reguleeren, als ook wat fregatten te ordonneren, die expres daar op moeten paffen, zoo der van de fcheepen in den brandt oft in den grondt geraakten, om het volk te bergen. Of het gebeurde dat de vyandt aan ly, en 7. 's Landts vloot te loef waart was, zal de zelve vloot, zooveel doenlyk is, den loef'houden, en by aldien die over bakboordt zeilt, zal de avantguarde f - te weeten, de Viceadmiraal \ Faortogt, Bankert aan ly voor , en de Schoutbynacht Kornelis Evertszoon aan ly achter uit van den L. Admiraal Kornelis Evertszoon zich onthouden, gelyk ook den Viceadmiraal Koenders, en de Schoutbynacht Brunsveldt zich zullen onthouden van den L. Admiraal Tjerk Hiddes de Vries: Ende dan mede werden gevolght van het g Hooftesquadre, te weeten, de L. Admiraalen van Nes aan ly voor uit, en de Viceadmiraal de Liefde aan ly achter uit van den L. AdmiB 4 raai  24 Het LEVEN van den 1666. raai de Ruiter, daar by de Schoutbynacht van Nes is, zich zullen onthouden: 9. Ende dan worden gevolgt van de Arrierei échter-guarde ?: te weeten, de Viceadmiraal van der hoede. flulfi aan ly voor uit, en de Schoutbynacht Sweers aan 'ly achter uit van den L. Admiraal Tromp, gelyk ook de Viceadmiraal Schram, en de Schoutbynacht Stachouwer zich zullen onthouden van den L. Admiraal Meppel: en of 's Landts vloot over fluurboordt zeilde, en de vyandt aan ly was, zal de zelve vloote zich in pojluur /lellen als over bakboordt is geordonneert; met dien verflande nochtans dat de L. Admiraalen Tromp en Meppel met hun esqua- \ Voortogt.dre de avantguarde f als dan zullen moeten hebben, en zoo vervolgens. 10. Ende by aldien de L. Admiraal de Ruiter geraaden vindt dat het eerfle esquadre in den vyandt zal vallen, zal hy een witte vlagge van de voorftenge laaten waaijen, en zoo hij begeert dat zyn esquadre neffens het eerfle in den vyandt. valle, zal hy een ordinaris vlagge van de kruisfieng laaten waa'jen, en zoo hy goedtvindt, dat het heele gros in den vyandt Zal broeken, zal hy een roode vlagh daar neffens onder de bezaansroede laaten waaijen, daar dan een yder zyn uitterjle devoir zal doen om in den vyandt te vallen en te abbordeeren. ji, Werdt wel exprejptlyk gelaji, fchoon men by den vyandt niet is, maar in zee zynde, yder op zyn rangh, en by zyn H oft te blyven, daar onder hy befcheiden is, op de verbeurte van vyfentwintigh gulden voor d'eerfle reize, voor de tweede reize vyftigh gulden, en voor df  L. Admiraal DE RUITER. 25 de derde reize met rigeur geftraft te werden, 1666. ten waare wettelyke redenen ter contrarie wisten by te brengen. In 't uitzeilen of inzeilen van eenige zee- 12+ gaaten, zullen de kleene fcheepen de groote uit de zeilen blyven, en achter aan volgen; op dat de groote fcheepen gevoeghlyk in zee, en binnen konnen geraaken, ofte by ongeluk aan den grondt koomende te zitten, dat de kleenen hun dan konnen afftfteeren, en die contrarie doet zal arbitralyk geftraft worden. Ende zullen de Hooft officieren alle dagen x~ drie van haare bezeildtfte fregatten rondtom de vloot ordonneren, en van gelyken eenige galjoots, om alle kondtfchap te bekoomen, en iet nieus verneemende, zullen daatelyk aan den L. Admiraal de Ruiter daar van rapport koomen doen. Ende by aldien de voornoemde fregatten i±. eenige koopvaardyfcheepen quaamen te neemen; die voor buit verklaart wier den, zullen de zelve over V esquader, daar onder het fregat of de fregatten befcheiden zyn, verdeelt worden: en of het gebeurde, dat Godt wilgeven, dat ze een vyandtlyk oorlogfchip of fcheepen veroverden, zal het fchip of de fcheepen, fchut en de penningen, daar toe by haare Hoog. Moog. geftelt, by den veroveraar of veroveraars met haar fcheepsvolk alleen genooten worden. _ A&um in 's Landts fchip de Zeven Provinciën, ten anker even buiten gaats voor Texel, den vierden Juny 1666. MlCHIEL ADRIAANSZ. DE RüITER. E 5 Ten  2(5 Het LEVEN van den 1666. Ten zclven daagc. werdt ook by den L. De Ruiter Admiraal de Ruiter op nieuw \ bcflooten, geeft d'an- dat ^'andere L. Admiraalen, als men zyne dereL.Ad- f den rook ,f gevecht niet wel maghi cm zou konnen zien, in zulk een geval (indien in zommi- ze oordeelden met wenden voordeel te konge ongeie-nen doen) dan ook ton dien einde het gegentheden wooniyk fein zouden moogen doen: mits dat möozen W echter akydts op de feinen, die men uit doen. het fchip van den Admiraal Generaal zou %ZieD.ll. doen, zouden letten, en die konnende be/>. 49/. kennen, zich daar uip naar richten, al tydt op de vlagge pallen, en in alles de voorige Verdeeling beraamde ordre naakoomen. Den vyfden der vloote van Junius werdt dc vloot in drie esquadres in drie es- Qf hboftdeelen verdeelt. Onder het cerfte, quadres. da dc L Admiraal Generaal de Ruiter den wimpel van de groote fteng voerde, waaren L AATti befcheiden achtentwintig fcheepen en fregatraai G^ne- ten van oorlog: te weeten, dc L. Admiraal raai de Generaal de Ruiter, de L- Admiraal Aart Ruiter. van j^es^ dü Viceadmiraal Jan de Liefde, de 5 Iu!!' Schoutbynacht Jan van Nes, de Kornel der zeefoldaaten Willem Jofeph van Gent, en de Kapiteinen Laurens Davids van Konvent, Ruth Maximiliaan,Evert van Gelder,Philips vanAlmondc, Frans van Nydek, Jakob van Meeuwen, Niklaas Marrevelt, Jakob Korneliszoon Swart, Henrik Gotskens, Enno DoedcsStar, Kornelis van Ilogenhock, Jan du Bois, Otto van Treflong, Hugo van Nieuwenhof, Jan de Jong, Govert 't Hoen, Tan Krook, David Vlug, Elandt du Bois, Huibert Jakobs Huigen, Niklaas Naalhout, Willem Boudewynszoon van Eyk, en Jakob  L. Admiraal DE RUITER. 27 Pieterszoon Swart: voorts noch twee adyys- i/56r5. jaghren onder Pieter van Wynbergen en Dirk de Munnik; en drie branders, onder Jan van Brakcl, Jan Broerszoon Vermeulen, en Ba-, rent Volkertszoon. Het tweede esquadre, Het twee. onder de L. Admiraalen Kornelis Evertszoon de ecluaeri Tjerk Hiddes de Vries, zou den wimpel j^l ^d. voeren van de voorllenge, en beftaan uit in;raa'ien achtentwintig fcheepen en fregatten van oor- Kornelis loge: naamentlyk, de L. AdmiraalenEverts- Evertsz. zoon en de Vries, de Viceadmiraalen Adri- e" TJerlc aan Bankert en Rudolf Koenders, dè Schou- ^jj1 de tenbynacht Kornelis Evertszoon dc Jonge en Hcnrik Bruinsvelt, en de Kapiteinen Simon Blok, Jakob Penfcn, Jan Matthyszoon, Adriaan de Haaze, Jan P. Tant, Adriaan van Kruiningen, Dirk Schcy, Joolt Verfchuur, Thomas Tobias, Jakob Pauw, Henrik Vroom, Barent Hiddes de Vries, Jan Vyfelaar, Wytfe Beyma, Joolt Michielszoon, Chriftiaan Ebels, Jan Vinkelbofch, Joolt Herman Klant, Willem Mariniszoon, DirkJobszoon Kiek* Abraham Krynszoon en Jan Krynszoon: met noch vier Advysjachten, onder Gillis Gelynszoon, Klaas Reinierszoon, Frans Rooys en Daniël Verdieft; en drie Branders, onder Engel Adriaanszoon, Willem Meerman, en Roelof Ianszoon de Rob. Het derde esqua- Het derde dre zoude ftaan onder de L. Admiraalen Korr esquadre nelis Tromp en Ian Korneliszoon Meppel, onderdeL. en den wimpel van de kruislteng laaten waai- A;):"J,raajen. Dit beftondt uit de volgende negenen- K3J twintig fcheepen en fregatten van oorloge: f naamentlyk, de L. Admiraalen Tromp en Meppel j de Viceadmiraalen Abraham van - . der  a8 Het LEVEN van den 1666. der Huift en Volken Schram; de Schouten* bynacht Ifaak Sweers en Fredrik Stachouwer; de Kapiteinen Willem van der Zaan, Pieter Salomonszoon, Hendrik Adriaanszoon, Ian van Amftel, Ian de Haan, Iakob Andrieszoon Swart, Thomas Fabricius, Iakob Willemszoon Broeder, Pieter Jansz. Uitenhout, Floris Bloem, L. Kornel Francois Palm, Henrik Vollenhove, Michiel Suis, Wouter Wyngaarden, Adriaan Houttuin , Adriaan Berkhout, Pieter Klaaszoon Wynbergen, Graaf lohan Belgicus van Hoorne, Kornelis Viktol, Ian Bont, Arent Simonsz. Vader, Ian Gyzels van Lier , en Idkob Dirkszoon Boom: daar noch bygevoeght werden drie Branders, onder Rem Pieterszoon Mars, Hendrik Boekhoven en Hendrik HendriksEftesqna- zoon, en etlyke Advysjaghten. Daarna werdre wordt den dc drie esquadres of hooftdeelen, door j? f™. ordre van den Heer de Ruiter, elk in drie Stelt15 fmaldeelen verdeelt: op. dat men 't groote 6 bau lichaam der vloote door zyne onderleden en fmaldeelen te beeter zou konnen beweegen en bellieren, wenden en keeren. De nader verdeeling van den L. Admiraal de Ruiters esquadre in drie fmaldeelen, gefchicdde op de volgende wyze, i. Smaldeel. Bevelhebbers. Scheepen. Verdeeling De L. Minimal de Ruiter. De Zeven Provinciën. vand-Rili De Schoutbynacht Jan van Net. Delft. Kornel Willem J. van Gent. Celderlaudt. te» esqUS- Evert „„„ G<,/A.r. Kleen Hollandia. dre. Henrik Gotskens. Vitrecht. Jakob van Meeuwen. Amjlerdam. Jan du Bois. De Vreede. Otto van Trefion». Duivenvoorde. Hui-  L. Admiraal DE RUITER. so Buibrecbt Jakobszoon Huig. Jakob Pieterszoon Swart. Jan Broerszoon Vermeulen. 11. Smaldeel. De L. Admiraal Aart van Nes. Laurens Davids van Konvent. Niklaas Marreveldt. F.nno Doedes Star. Kornelis van Hoogtnhotk. Frans van Niedek. Covert 'i Hoen. David Vlug. Niklaas Naalhout. Pieter van IVynbergen. Barent Volkertszoon. UI. Smaldeel. De Viceadmiraal Jan de Liefde. Rutb Maximiliaan. Jakob Komeliszoon Swart. Philips van Almonde. Hiigo van Nybof. Jan de Jong. Jan Krook. Elandt du Bois. fVillem Boudeivynszoon van Eik. Dirk de Munnik. Jan van Brakel. Gornicbem. Schiedam. Het brandtfihip de geuit Ruiter. D%Eendraght. Groot Hollandia. t Geloof. De gouds Leeu. 'T Zniderbuis. Vrinces Louife. 7»fua. t wapen van Najfau. Harderwyk. Zwol. Het brandtfcbip St. Panlat. De Ridderfcbap van Hollandt, WajJ'enaar. De Provincie van Uitrecht. Dordrecht. Stadt en Landen. T Raadthuis van Haarlem. De Hollandtfcbe Tbuin. Uitrecht. 'T Qjiartier van Nieumegen. T hopende Hert. Het brandtfcbip Rotterdam. 1666. Ter zeiver tydt werdt ook ten aanzien van elk beraamt en vaftgeftelt, wat Kapiteinen op de L. Admiraalen en andere Opperhoofden, in gevalle van gevecht, zouden pallen, en hun byftaan: ook waar zich de fregatten branders en advysjaghten, hadden-'onthouden. Ontrent deeze daagen was de vermaarde icheepsteekenaar Willem van den Velde in de vloot gekoomen, met voorneemen om dc voorvallen van 't aanftaande gevecht naar t leven af te beelden: ten welken einde zeeKer Galjootfchipper hem rondtom zou voeren, ot ter plaatze daar hy 't befte gezicht voor zyne teekening zou vinden. Maar met een ander oogmerk begaaven zich etlyke jonge Franfche Heeren op de vloot, en in 't ge- , vaar  3o Hët LEVEN van den .ggg, vaar, poogende proeven van hunne dapperheit te toonen: onder anderen Armand van DeGrufGramont, Graaf van Guiche, (zoon van vanGui- Antony, Hartog van Gramont, Maarfchalk che, de van Vrankryk , Stadthouder van Bearn en Prins van Gouverneur van Bayonne ) en zyn fchoonMonako, broedel. Louis Griraaldi, Prins van Monako, Franrch' die geplaatft werden op het fchip Duivenedelingen, voorde, 't welk gevoert werdt by Jonker koomenop Otto van Treflong: ook de Heeren Markgra's Landts ven ^e ja perté, die, ter zaake van zeeker vl00t' gevecht uit Vrankryk gevlucht, door gelyke glorizucht gedreeven, by Graaf Johan Belgicus van Hoorne^, op het fchip Gelderland: > door ordre van den L. Admiraal Generaal de Ruiter , hun verblyf naamen. Ontrent de zelve tydt f werdt by den Heer de Ruiter, * 8 Iun' en d'andre Bevelhebbers der vloote, valt gefrelt, dat, of't gebeurde dat eenige fcheepen in 't aanftaande gevecht - of door hardt weder, zoodaanige rampen moghten krygen* dat ze niet langer zee konden houden, en de zee zouden moeten verhaten, (zonder tydt of gelegentheit te hebben om daar van kennis te geven aan d'Opperhoofden) dammen dan in zulk een gevalle fchip en volk in de gereedtfte haven zou moogen bergen, zoo lang men niet verder om de Zuidt zou zyn gekoomen; maar verder gekoomen zynde, VetM-m- zoude de vaftgeltelde Verzaamplaats + UI de plaats voor Wielingen zyn. Op gelyke wyze werdt van debefchaa- dagh tot dagh ontrent verfcheide andere zaadi§de ken ordre geftelt: om alle zwaarigheden, fcheepen. %oQ yeel ds de menfchelyke voorzienigheit j,,, "kon toereiken, voortekoomen, Wan^ de  L. Admiraal DE RUITER. m Heer de Ruiter verftondt, dat zelf een kleen 1666 verzuim in 't nuk des oorlogs, inzonderheit te water, dikwils zwaare rampen naa zich fleept. Daarna zocht men met de vloot reis te vorderen: te meer, om dat men dooreen' Zccuwfchen kaper kundtfehap hadt bekoomen, dat d'Engelfche Konings vloot aireede De Neder 111 zee was, en den derden van Junius on- .andE trent drie mylen t zeewaart van Harwits was vloot gezien: doch men kon met zulk een groote P00^ vloot niet wel wegh vorderen, als met een'd'EnZeU goeden open windt, of llaghboeg, en men !"Che,,kuft werdt door tegenwindt, en kalmtê\ etlyke ÏÏÏÏS daagen verhindert d'Engelfche kult, volgens door tegenden lalt der Heeren Staaten, te naaderen wind-en Emdelyk quam men met zeilen, getyitoppen' fti!te op- nr TV "IlLlc*" v^ myien Duiten den wal. weften loen had men de windt Noordtooft, en ftel- Ooftende, de, met goede koelte, den koers naar deenfte't«-a1 loofden, of tuflehen de zelve en 't Noordt koers naar voorlandt, om aldaar d'Engelfchen aan te ? Hooftreffen en te bevechten. Toen zondt de Heer £ Iun de Ruiter met een jaght brieven op Duinkerken, aan den Nederlandtfchen Gezant van Beuningen, die zich noch. te Parys onthielthem bekent maakende, dat 's Landts vloot ontrent de Hoofden was, om daar van kennis te geven aan den Hartog van Beaufort, Admiraal der Franfche vloote, die men verwachtte Op dien zeiven dagh liet Se ï Admiraal Generaal de Ruiter alle d'Opperhoofden en Kapiteinen aan zyn boordt fei- 2SL*ÏÏ k0ne W00rdcn' en krygsmans Tvelfpreekentheit, vermaanende, biddende en  32 Het LEVEN van den 1666. en te gelyk ernftelyk beveelende, zich in 6 aanftaande gevecht wel te quyten. zyn reede , geaardt naar zyne liefde tot het vaderDeRulterslandt, quam hier op uit. Nu, fprak hy, aanfpraak is in "t kort de tydt aanftaande dat wy by de aan $t*9-vyanden zullen koomen. Het welvaaren van perhoof- ^en Staat hangt aan tFuitkomft van > aandw en ^'aaande gevecht. Wy hebben met trotfe vyanéeZZJden te doen, die tegens alle reden onzen onomhnn wxdergang zoeken. Laat ons voor 't vaderlandt, den aan- VOor de vryheit, voor onze lieffte panden, (taanden vr ouwen en kinderen , vooomelyk ftryden. De ftrvdt.te oantfche werelt heeft nu "t oogh op ons. Wy To ZD" vinden hier gelegentlieit om de fmaadt van 'f verheden jaar met dapperheit uit te wi/fchen. Draaght u dan alle als eerelyke en dappere mannen, u quytende naar behooren. Wy hebben onze vyanden niet te vreezen, nocht ook niet te verachten: want het zyn zeeluiden en foldaaten. Neemt dan een beftendig opzet van f overwinnen of te fterven. Maar vertrouwt dat Godt onze rechtvaardige zaak zal zegenen: dewyl wy alleen oorlogen uit noodt, en om v'reede. Zyt ook verzeekert dat men de dapperen zal beloonen, maar de lafhartigen en meineedigen met 'er doodt ftrafen. Hier is niet alleen eer te winnen, maar ook buit. Dat dan elk zyn eer en eedt betrachte, en myn voorbeeldt volge. Elk weet wat ordre ik hem heb gegeven, en pas op zyn plicht. Op deeze aanfpraak werdt van alle d'Opperbevelhebbers en Kapiteinen der vloote rullig o-eantwoordt: dat ze voorneemens waaren, JÏÏL"en beftooten hadden, hun leven voor V vaderlandt op te zetten. De Heer de Ruiter, hen r daar  Li Admiraal DE RUITER. 33 Haaf öp al t'zaamen voor hünné goedtwlllig- 1666. heit bedankende, voegde daar by, Ik yerhoope dat gy met der'daadtuwe dapper heit-zult laaien blyken. Toen voer elk welgemoedt weer naar zijn boordt. Men hadt ook goedtgevonden zich met de vloot geduurende den Ooftelyken windt niet door de Hoofden te begeven; op dat niemant, door eenigenramp aan roer of maften, op des vyandtskuftmoght bezet blyven; dewyl men op de Franfche kuft ^ van Kalais af tot Havre de Grace toe $ niet een haven hadt om een zwaar fchip te konnen bergen. Dies zocht men d'Engelfchen in de vlakke zee t'ontmoeten en te bejegenen. Den ïiMüfa volgenden geheelen nacht hadt men ftilte, en den elfden van Junius kreegh men 'smorgens verandering van windt ^ en ftyve koelte uit den Zuidtweften. Dies moft men, hebbende windt en ftroom tegen, 'smorgens vroegh d'ankers laaten vallen. Dit gefchiedde tus- De vlo°fchen Duinkerken en Noordtvoorlandt (den r ^n^r hoek van Engelandt, die tuflchen het kanaal kerken en" en de riyiere van Londen uitfteekt), ontrent Noordtzéven of acht mylen Ooftzuidtooft van d'En- voorlandt, gelfche kuft. Hier leggende, werden de Ne- D~ buiten. derlandtfche buitenwachten d'Engelfche oor- Vvacl]ten 1 1 ö worden logsvloot ontrent ten negen uuren gewaar, d'Engel- en gaven dat met het gewoonlyk fein te ken- fche vIocjï nen^ waar op zich een yder tot den ftrydtbe- gewaar réidde. D'Engelfche vloot was weinig daa- gen te vooren in Duins ten anker gekoomen, en op deezen dagh, moogelyk op d'ontfange kundtfchap van 't naderen derNederlandtfche vloote, van daar in zee gefteeken. Ontrent Het fchïa ten tien uuren verloor het fchip Gelderlandt, G.'lder- * III. Deel. C \  34 Het LEVEN van den 1666. 't welk door den Kornel van Gent werdt geIandtwordt voert, zyn fokkemall enbocghfpriet,diedoor door de 't itampcn van de zee buiten boordt vielen, holle zee cn zvn frr0ote marszeils ree brak, acht of tien reddeloos, yoct van den nok^ in Hukken. De Generaal zonden!" dc Ruiter beval toen, dat men 't gemelde fchip (dat een der voornaamlle fcheepen der gantfche vloote was, en nu geen dienft kondoen) naar een der naaite havenen zou fleepen. Doch de Kornel van Gent ging over op het fchip van den Kapitein Gotskens. Een uur daarD'Engel na ? ten elf uuren, kreeg men d'Engelfche men opde'vloot in't gezicht, die voorts op deNedcrlanHolianders ders afquam. De Generaal Monk, Hartogh af. " van Albemarle, hadt hier nu alleen het oppergebiedt, terwyl Prins Robbert, op een ongegrondt gerucht, met eenige fcheepen, op den Hartog van Beaufort (die men meende dat op wegh was om zich by de Hollanders te voegen) zocht te pasfen. Hy voerde , als Admiraal , eene gewoone Britannifche vlag van de groote, en een roode van de voorfteng, en ook by gelegentheit, om fein te doen , noch een Britannifche vlag of geus van de kruisfteng. De Viceadmiraal van dit roode esquadre, Chriftoffel Mynnes, en de Schoutbynacht , Jofef Jordaan, lieten, behalven hunne vlaggen van gebiedt, roode vlaggen van de kompanje, en roode wimpels van de groote Heng waaijen. In het tweede esquadre hadden de drie Opperhoofden, d'Admiraal As^ kue, de Viceadmiraal Barkley, en de Schoutbynacht Harman, witte vlaggen, en al d'andere fcheepen van dit esquadre voerden witte wimpels van de groote Iteng, en witte vlaggen  L. Admiraal DE RUITER. 35 gen van de kompanje. P*len zagh geen Ad- r666 rairaal der blaauwe vlagge: maar den Vicead- ti W miraal en den Schoutbynacht, Smith enTiddyman, die blaauwe vlaggen en wimpels voerden; De Hollanders telden in d'Engelfche vloot ontrent tachtig zeilen: endeNederlandtfche vloot was toen ftcrkeenentzeventig fcheepen, en dertien fregatten van oorloge, negen branders en ettelyke advysjachten, volgens de lyft boven gemeldt, die alleen door 't opzenden van 't reddeloos fchip Gelderlandt was vermindert, Men liet, zoo haait als men d'Engelfchen van verre kon zien, het gebedt doen, de kok fchaffen, en alles klaar maaken. Tegens den middagh deê de L. Admiraal Generaal fein van onder zeil te gaan, maaide fcheepen konden, mits het holle water3 en by gebrek van tydt, d'ankers niet t'huis' krygen, maar moften alle hunne kabels kap- ' pen. Beide de vlooten, in dier voegen onder zeil weezende, leiden het gezaamentlyk Zuidtwaart over , de windt was Wcftzuidtweft^ invoegc dat daar door het esquadre van de L. Admiraalen Tromp en van Meppel, aan 't welk eigentlyk d'achterhoede wasgefchikt* de voortoght kreeg. De L. Admiraal Tromp, die wat zuidtweftwaart geankert hadt geleegen, cn een weinig voor uit te bakboort van den Generaal.de Ruiter was, raakte, kort naa den middagh, ontrent ten een uur, met etlyke van zyne fcheepen eerft in 't gevecht, en werdt van d'Engelfchen raauwelyk onthaalt; maar hy betoonde zich, in 't voorfte en hevighfte van den ftrydt, onvertfaaght en Begin vaa dapper; ook werdt hy door zyne byhebben- 't gevecht* Ca de  36 Het LEVEN van den 1666. de Opperhoofden Meppel, van der Huift, 11 lun. Schram, Sweers, Stachouwer, en d'andere Bevelhebbers en Kapiteinen , mannelyk onderfteunt. Daar op aanftondts ook het esquadre van den L. Admiraal Generaal de Ruiter, en den L. Admiraal van Nes, by ordre aan den vyandt quam: daar de Ruiter, volgens zyne gewoonte, weer groote blykengaf van kloekmoedigheit en beleidt. D'andere Opperhoofden en Kapiteinen, onder zyn esquadre befcheiden, droegen zich zeer kloekD'Engel- hertig. D'Engelfchen hadden den windt en fchen heb- loef van de Nederlanders, maar niet tot hun ben deloef, voordeel: dewyl hunne fcheepen, door de maar ftrekt harde windt over bakboort vry hellende, d'ondoor den derfte j n gefclnus niet konden gebruiken: w"ndetntot veele konden, te dier oorzaake, hun gefchut hunne niet vluchtig genoeg zetten, en fchooten dikfchaade. wüs in 't water. De Nederlanders daarentegen konden, uit de zelve reden, in delyhun onderfte gefchut, zoo wel als hetbovenfte, gebruiken, alszy, over ftuurboort zeilende, te loefwaart uit fchooten: daar zy hunne vyanden zeer door troffen. Als men gewaar werdt dat d'Engelfchen by den loef, die ze van de Neêrlanders hadden, naadeel leeden, liet men hun den windt behouden. Daarwerdt ter weder zijde met geen minder ftyfzinnigheit dan dapperheit gevochten. Men wendde flagh op flngh tegens eikanderen aan: eikanderen alzins beproevende, en over en weder aan fcheepen, maften, ftengen, zeilen, en v.n er00tmenfchcn, zeerbefchadigende. Ontrentten Engelfch vier uuren naa den middagh zagh men een Enftegat in gelfch fregat van 't esquadre der blaauwe vlagge,  L. Admiraal DE RUITER. 37 ge, voerende, naar giffing, ontrent vyftig 1666. ftukken, zoo haaft het den L. Admiraal Ge- den gronde neraal de Ruiter was gepafleert, en van hem gefchoode lefte laag hadt ontfangen, een weinig ach-ten" . ter hem zinken. De fcheepen van 't esqua- 11 ' dre der L. Admiraalen Kornelis Evertszoon en Tjerk Hiddes de Vries konden voor eerft nietby d'Engelfchen koomen; dewyl die te hoogh in den windt van hun waaren. Tot ontrent vyf uuren naar den middagh bleeven beide de vlooten, hevigh vechtende, den zeiven koers- houden; maar toen wendden de Engelfchen, en leiden 't Noordtweft over: zich, zoo 't fcheen, genoodtzaakt vindendvoor den windt omtehouden, om de Vlaamfche banken te myden: en als toen raakten de fcheepen van 't esquadre der L. Admiraalen Kornelis Evertszoon en de Vries van gelyken met de vyanden in een feilen ftrydt: "daar zich de Nederlandtfche Bevelhebbers en Kapiteinen ook lofFelyk en kloekmoedclyk queeten: ook toonden d'Engelfchen dat ze dappere zeeluiden waaren, dien 't aan geen moedt ontbrak. Te dier tydt werden, in't wenden van d'Engelfchen, door de Nederlandtfche vloote eenige van hunne lywaartfche fcheepen, die zoo reddeloos waaren, dat ze niet wel konden volgen, van d'anderen afgefneeden: te weeten, het fchip de Swiftfure of DriefcheeSwiftchire, gemonteert met tzeventig meelt pen van metaale Hukken, en bemant met driehonderdt- d'Engeltachtig koppen, gevoert door den Ridder ^cnf v,0°Willem Barkley, Viceadmiraal der witte NedeLvlagge: de getrouwe George , gemonteert ders afgemet vierenveertig ftukken, en 't fchip de Ze- fneeden e* C 3 vcn. verovert.  38 Het LEVEN van den 1666. venwolden, in 't voorleden jaar den Neder11 lun. lrnderen afgenoomen, gemonteert met ontrent tfeftig Hukken. Dceze drie fcheepen werden eerlang aan boordt geklampt, en de Swiftfure door Kapitein Hendrik Adriaanszoon, de getrouwe George door Kapitein Jakob Andricszoon Swart, en dc Zevenwolden door Kapitein Willem van der Zaan (alle drie behoorende onder het Kollegie ter De Ridder Admiraalitcit t'Amfterdam ) verovert. De Baïkley, Ridder Barklcy, die zich tegens zynen verViceadml- ovcraar den Kapitein Hendrik Adriaanszoon wktevtag ten uitcrflcn hadt verweert, poogende noch ge. doodt- etlyke van zyne ovcrwinners af te maaken, geichoo- weigerde zich gevangen te geven, en werdt ten. mct een piflool door de keel gefchooten. Toen liep hy, zoo gewondt, naar de hut, daar hem dc geencn die hem volgden doodt op de taafel vonden leggen, met d'armen van elkandcren geftrekt. Zyn fchip was zoo reddeloos gefchooten, dat het naaulyks langer zee kon houden, ook hadt het zyn fokkemaft vcrloorcn: 't geen den veroveraar bewoog, met zyn prys, paar 't Goereefche gat te loopen: te meer, om dat zyn fchip ook grootelyks was befchaadight, en de fchegge wel zes duim van dc Heven afgeweeken: dat in zee niet kon hermaakt worden. Maar 't geen ontrent het veroveren van 't fchip de Zevenwolden voorviel ftaat hier wat hooger op te haaien, en met eenige omftandigheden te Nader ver- vertellen. De Kapitein Willem van der Zaan, haal nm die de vlag als Schoutbynacht ineen der fmalVan der deelen van den L. Admiraal Tromps esquadre *ev"rove-voerde, hadt,nevens «idere fcheepen, dwars v * do°ï  L. Admiraal DE RUITER. 35 door d'Engelfche vloot heene geflaagen, 1666. toen hem een groot Koningsfchip, dat twee ren van'c branders by zich hadt, ontmoette, 't welkfchiP de al fchietende draagende op hem toehielt, en|evenwo1" van meening was hem te verbranden: ziende v"an rier dat hy aan zeilen en touwerk zeer reddeloos Zaan' raakc was. Zyn fokkemaft was dwars doorfchoo- in groot ten, de bezaansmaft en boegfpriet befchaa-gevaar van dight, de groote ftag cn fokkeftag beide aan 'f verbranftukken, een deel van 't wandt achter en ui,eN voor, de marlTefchooten, brallen en boelyns, maate redvoorts het loopend touwerk met de zeilen deloos ge. door 't fchieten zeer ontreddet. Hy hadt ook fchooten. twee fchooten onder water, voor 'in de boeg was een vierentwintig ponder doorgegaan", en men wa$ wel twee uuren doende eer men "t gat dicht kreeg, om dat het zoo diep onder waterwas, Dus reddeloos gefchooten, kon hy by den windt niet wenden, en moft met zyn fchip voor den windt omdraaijen, en met d'Engelfchen om de Zuidt heen leggen, om hun daarna weer afbreuk te doen. Maar de twee branders vervolgden hem met groote vierigheit, tot dat ze dicht by hem quaamen: dies maakte hy zyn groot zeilby, en hielde al trekkende, draagende naar ly, op d'andere Nederlandtfche fcheepen aan. De twee branders, hem niet konnende bezeilen, en hy hen al trekkende van hunne vloote afleidende, ftaaken 't weer by den windt Zuidtwaart over. Daar op ftak hy 't mede by den windt Zuidt over: door dien het eenige Engelfchen met hem heenen leiden, en te loefwaart van hem waaren. Kort daar aan zagh rZiet twee hy 't fchip van Kapitein Blok in lichten brandt £ C 4 ftaan,  4Q Het LEVEN van den 1666. ftaan, en noch een ander fchip boven windt 11 lun. van hem brandende, niet wcetende of 't vriendt of vyandt was. Ondertuffchen quam de Generaal Monk, die, gelyk gezeit is, gewendt was, met een gedeelte van zyne vloote Noordtwaart aan, die te loefwaart van hem heen zeilde. Kort daar aan zagh hy den Viceadmiraal der witte vlagge Barklcy een groot Huk weeghs van hem vooruit, die met noch twee fcheepen van 't wit esquadre van d'Engelfche vloot waaren afgefneeden, en ruim fchoots hunnen koers beneden windts heenen fielden. Ter zeiver tydt zagh van der Zaan verfcheide Nederlandtfche oorlogfcheepen , met twee branders, rondtom den gemelden Viceadmiraal Barkley, die hem meenTracht den aan boordt te leggen. Ook zocht hem Barkley van der Zaan te bezeilen, maar toen hy op t'aehter- een musketfehoot by hem quam, ley hem de haaien, Kapitein Henrik Adriaanszoon aan boordt, te^laat ' *iem vcroverende, gelyk verhaalt is, naa kloeke tegenweer. Het fchip de Zevenwolden, dat ook onder de witte vlagge behoorde, zette toen alle de zeilen by om t'ontMaakt vluchten. Van der Zaan, nevens den Kapimet van tein van Amftel, 'die daar dicht by was, Amftel > zochten 't gemelde fchip t'achterhaalen: maar fchip de 1 ,f: zei^e veel harder dan van Amftel, die alZevenwol- lengs achter uit raakte. Maar van der Zaan den, dat bleef het al fchietende vervolgen, en hervan Amftel maakte in 't jaagen zyne braffen, fchooten, ontzeilt, boelyns, wandt en loopend touwerk, zoo veel hy kon, om de zeilen naar den windt te Achter- konnen fchaveelen. Dus jaagende raakte hy baalt en ?t vyandtlyk fchip eindelyk dicht op zy, ley ' ""' \  L. Admiraal DE RUITER. 41 'taan bakboordt aan boordt, gaf 't de laag 1666. met gefchut, musketten en piftoolen. Daar ero^ert' op heeft het volk geëntert en 't fchip in 't le Zevenkort vermeeftert. Daarna braght men eenvvoldlltu deel gevangenen in van der Zaans fchip, en 11 men zocht met alle vlyt van de veroverde prys af te arbeiden, dewyl de zee hol ging, en de fcheepen tegen eikanderen aan llingerden. Hier door fcheurden de zeilen aan we- Wordt derzyden aan ftukken, met eenig touwerk :do°i" den en eer men van den ander kon komen brakharden het galjoen en de boegfpriet van den prys7'ndt met dicht by de fteven af. Toen bevondt vanïhPTe« der Zaan dat zyn boot en floep aan (tukkenreddeloos, waaren gefchooten. De boot was t'eenemaal onbruikbaar, en met de floep was men tot tegens den avondt toe doende om ze te herftellen: en als ze in 't water quam, was ze zoo lek, dat men ter naauwer noodt, met vier man hoozende, twee of driemaal heen en weer aan den prys kon vaaren , om d'Engelfche gevangenen daar uit te haaien. Dus kreeg men den Kapitein, en de helft der Engelfchen, op den hals, door de lekheit van de floep, aan van der Zaans boordt. Midlerwyl was men op de twee fcheepen bezig met nieuwe zeilen aan te Haan. Daarnu be- Hy zendt val van der Zaan aan zynen Luitenant deden prys Wildt, dat hy met den prys naar Texel zou naarTexel. zeilen, en deê den volgenden nacht zyn beft om opwaart aan naar 's Landts vloot te laveeren: maar hy moft t'elkens in 't wenden voor Tracht de windt omdraaijen: door dien zyn fokke-weêr by' maft van vooren met een' grooten kogel meer's Laudts dan de helft was doorfchooten, en dat ookvloot te C 5 zyn koomen.  42- Het LEVEN van den 1666. zyn boegfpriet en bezaansmaft, met de grooti hn. te ftag en fokkeftag, en de woeling aan den boegfpriet, meelt aan Hukken waaren gefchooten. Deeze reddeloosheit bewoogh hem den volgenden dagh, oordeelende dat _ „ naarhy met zyn fchip, in dien Haat, geen dienft Goereê. kondoen, den koers naar Goereê te Hellen. Swa;t Ook braght de Kapitein Jakob Andrieszoon loopt met Swart zyn prys, de getrouwe George, naar zyn prys, Goereê: dewylhy, ten deele door 't fchie- naa^GoÉ'Cen van den v3'andl-' en ten deele door 't abreè_ " oordeeren van't vyandtlyk fchip, in zulk cen holle zee, zoo reddeloos was geworden, dat hy by den windt geen zeil kon voeren. Zyn groote maft was met een koegel van zesendertig pondt tot in 't hart geraakt: zyn ftaande enloopende wandt meefl aan Hukken. Ook hadt hy verfchcide fchooten onder water, en liep gevaar van zinken. Zyn prys was ook zeer reddeloos, en niet bequaam om zee te houden. Doch dat opbrengen der pryzen werdt daarna de gemelde drie Kapiteinen quaalyk afgenoomen ; dewyl men oordeelde, dat ze te vroeg, en buiten ordre, uit de vloot waaren gefcheiden, en zich elders dan naar de beraamde en geflelde verzaamplaats, de Wielingen, hadden begeven. De fchee- Geduurende 't gemelde gevecht op Vrydagh pen van naa middagh was ook het fchip van den L. Tan*vanNes Admiraal Tromp aan zyn rondthout zoodaareddeloos nig befchaadight, dat het, by ongeval een gefchoo- ander Nederlandts fchip aan boordt raakenten. de, alle zyne maften en boegfpriet verloor. Ook werdt het fchip van den Schoutbynacht van Nes ter zeiver tydt zyn fokkemaft afge- fchoo-  L. Admiraal DE RUITER, 43 fchooten: dies waaren ze beide genoodc- j666 zaakt op andere fcheepen over te gaan, u /««. Tromp op't fchip de Provincie van Uitrecht, en van Nes op 't fchip groot Hollandia, daar zy hunne vlaggen weer lieten waaijen, en in 't betrachten van hunnen plicht voortgingen. Hunne mallelooze en reddelooze fcheepen. werden, volgens de gegevc ordre, uit de vloot, en naar Hollandt gefieept. Midlerwyl waaren twee Nederlandtfche fcheepen, 't eene genoemt Duivenvoorde, dat gevoert werdt by den Kapitein Jonkheer Otto van Twee NeTréflong, een van den Generaal de Ruiters deriandc byftanders, en 'tender genoemt het Hof van fcliefcheeZeelandt, daar den Kapitein Simon Blok oppen c!oor geboodt, in den brandt geraakt: beide, zooSSt men vertrouwt, door brandende proppen, daar de Kal die, uit hunne eige, of andere Nederlandt- piteinen fche fcheepen, gefchooten, door de kracht Tréflong des windts weer te rug en in dc wemelde f*1 Bl°k fcheepen werden gedreeven. De KapiteinenIlieuvek,n' Treslong en Blok lieten hier, met een o-edeelte van hun volk, het leeven. Het fchip van Tréflong quam al brandende met zyn galjoen en boegfpriet zoo dicht aan 't fchip kleen Hollandia, ('t welk gevoert werdt door Kapitein Evert van Gelder, fchoonbroeder van den Heer de Ruiter) dat het groot gevaar liep om daar aan valt en in brandt te raaken. Doch dit gevaar verlofte De Prins den Prins van Monako, en den Graaf vanvan Guiche, uit grooter noodt; dewyl zc toenkoende uit het galjoen van Treflongs brandend fchip S"'[vau op van Gelders fchip, met drie van de hun-S't^ nen, overfprongen, noch acht perfoonen vanop het hun  44 Met LEVEN van den 1666. hun gevolg achterlaatende. Dus ontquaafchip van men die twee jonge Heeren (d'eerfte was Ev«rt vannoc}1 peen vierentwintig, en de tweede onGeWel' trent achtentwintig jaaren oudt) ter naauwe 11 w# noodt dat fchrikkelyk gevaar. Van Gelders fchip redde zich met alles af te kappen't geen het aan Treslong kon vafthechten, maar 't raakte noch tot driemaalen in den brandt, dien men t'clkens blufchte, en't werdt voort heel reddeloos gefchooten. Waar op de gemelde Prins eh Graaf zich 's anderendaaghs op het fchip van den L. Admiraal Generaal de Ruiter begaven; om daar zyn beleidt, in 't bellieren van zoo groote zaaken, van naby t'aanfchouwen, en hunnen moedt te toonen. Eenigen vernaaien, dat te dier Vee'.e rna-tydt, het zy by geval, of door overleg van troozen mdt ? yeele matro0zen, die in Engelandt Sdandt hadden gezecten, en uit de gevangenis waaLddengcren geraakt, over de fcheepen der Nederzeten.maa-landtfche vloote waaren verdeelt: en dat ken hunne die, aan d'andre bootsgezellen verhaalende aiedema- hoe'naramen hen had gehandelt, en wat ze «n°sTEn moft^ lyden, de gemoederen met een groogelfchen te haat tegens d'Engelfchen ontftaaken, elop, en be.kanderen tot kloekmoedigheit opwekkende, weegen ze om z\ch niet in de handen van zulke onbermtoc napper-hert-ige yyanden over te geven: en dat dit hen ' alle bewoog om te dapperder en met te meer ftyfzinnigheit te vechten. Na dat d'Engelfchen 's naamiddaghs, in voegen als verhaalt is, gewendt, en de Nederlandtfche vloote gepaUeert waaren, quam de Generaal Monk met eenige zyner fcheepen ten anker. Men vermoedde dat het was om zyne vloot by  L„ Admiraal DE RUITER. 43 by>en te vergaderen, en de lekken te Mop- 1^66 pen. Ook was de gemelde Monk aan zyn n lun'. wandt en zeilen zoo befchaadight, dat hy zich genoodtzaakt vondt nieuwe zeilen aanteflaan. Maar als daarna de Generaal de Ruiter met zyn onderhebbende vloote ook wendde, en op hen toezette, kapten Monk en d'andere Engelfchen ftraks hunne ankers, en quaamen weder braaf op de Nederlanders aan. Daar viel toenmaals tuffchen hen een zeer hard, hevig, en langduurig gevecht, in 't welk de Nederlanders 't geluk hadden van geen fcheepen te verliezen. De Nederlanders liepen te dier tydt boven d'Engelfche vloot heenen en tuffchen door, en 't gevecht ging dapper aan. De Generaal Monk liep toen in de ly van den L. Admiraal van Nesheenen, en zy gaven eikanderen zoo veel vuur als het gefchut kon loffen. Maar ontrent zeven of acht uuren in den avondt is noch een groot Engelfch fchip van 't esqua-Een groot dre der blaauwe vlagge, voerende naar gis- Ense\fch fing tuffchen de tfeftig en tzeventig ftukken, fchi,p ge* ontrent een musketfchoot voorby den Gene-20" raai de- Ruiter, te gronde gegaan. Tegens 't vallen van den avondt werdt Johan Harman, Schoutbynacht van de witte vlagge, voerende het fchip de Injurie, afgefneden, en door den Generaal de Ruiter en anderen zeer reddeloos gefchooten. Uit dit fchip, gemonteert met vierentzeventig ftukken, en bemant met vierhonderdt en dertig man , werdt groote weer gedaan. De Generaal de Ruiter n„n_p„ zondt het een van zyn branders aan boordt, teganwei .die ook aan brandt werdt gefteeken, maar van den met  46 Het LEÉVEN van den If566. met het uitvoeren van riemen en handtfpaaEngel- ken werdt die brander afgèweert. Daar op fchen is cen tweede brander van 't Zeeufche esquaSchoutby- dre den zelvcn Schoutbynacht aan boordt nacht Jo- gej-oomeni) cn aanftondts in brandt geftceman. ken- Maar hy heeft zich insgelyks geredt, ii Iun. en den brandt t'elkens in zyn fchip weeten te blufTchen. Zyn achterfchip in brandt ftaande, fprongen wel twee of driehonderdt mannen van zyn volk uit wanhoop buiten boordt, om 't vuur t'ontgaan, daar veele verdronken, en etlyke van de Nederlanders werden geberght. Een derde brander poogde den gemelden Schoutbynacht, onder gunlt van 't gefchut, insgelyks aan boordt te leggen, maar werdt, eer hy noch valt was, in de grondt gefchooten. Zoo dat alle de Nederlandtfche Bevelhebbers cn Kapiteinen, die daar ontrent zyngeweelï, eenpaarighlyk getuigden, dat zich de gemelde Schoutbynacht Harmans met een zonderlinge ftandtvaftigheit als een eerlyk foldaat hadt gequeeten. Hy liep met den donker, zich poogende te berDe L. M- gen ^ Ooihvaaft op. Doch met den lelten niiraalKor-fchoot dien hy deedt fneuvelde de L. Admineiis raai Kornelis Evertszoon, wiens goedt beEverts- jejt en maniyke dapperheit in véele voorgaandoodtge- de gelegentheden, en ook in deezen flagh, fchooten. dikwils was geblecken. De Nederlandtfche vloot was ontrent den avondt in ly van d'Engelfchen. Jan Broerszoon Vermeulen, Kommandeur van 't brandtfehip den gouden Ruiter, liep te dier tydt een Engelfch fregat aan boordt, en iïak den brandt in zynbrandtfchip, maar werdt zoo gehavent met fchie- ten ?  L, Admiraal DE RUITER. 4? ten, dat hyftraks zonk. Daarna zagh men een ander Engelfch fchip branden, "zonde? ^* dat men weet of de brandt geblufcht werdt ot met. Hier mede eindigde 't gevecht van „ deezen eerften dagh 's avondts "ontrent ten JJï ^ tien „uren, en de twee vechtende Zo en lo Tet werden door den nacht gefcheiden: zondeVchti dat men toen, mits de duiiternis, in de rook rcheidenen damp, heeft konnen merken hoe 't met den genoemden Engelfchen Schoutbynacht Harmans afliep, en of hy zich hadt geredt In den volgenden nacht vergaderden de ver, Tri fch,cePen bY eikanderen. De Nederlandtfche vloot ley het Zuidt over, en men was daar dien nacht yverig bezig met lekken te floppen, kardoezen te vullen, te fplitfen en te knoopen. Ook waaren d'Engelfchen in geen gebreeke van zich tegens den dagh tot een nieuwen flrydt te bereiden. Met het ,„ r aanbreeken van den dagh feinde de L. Admi- ImU raai Generaal de Ruiter alle de Hooftbevelhebbers cn Kapiteinen aan zyn boordt, om elk af te vraagen, hoe 't in zyn fchip flondt, en hun alle een kloek hert in te fpreeken dewyl de flrydt weêr aan zou gaan. Men te de toen yan 's Landts vloot in de vyftiV fcheepen, daar de L. Admiraal Tromp, dif lï^??n hun,W£lS Seraakt' mec twaalf ot* dertien fcheepen by quam. Men zagh d'Engelfche vloot m de vyftig fcheepen fterk, ontrent anderhalf myl te loefwaart boven de Nederlandtfche leggen. Toen hebben 't beide de vlooten met gelyke kloekmoedigheit wederom naar eikanderen toegewende? de Nederlanders Noordtweli over, en d'Engelfchen  48 Het LEVEN van den 1666. fchen Zuidt over. De windt was toen ori12 Iun. trent Weftzuidtweft, en 't weer veel handtzaamer dan den voorgaanden dagh, zoo dat men nu 't gefchut onder en boven kon gebruiken. Zoo haaft de twee vlooten, dus zeilende,eikanderen waaren genaadert, heeft het de Generaal de Ruiter met dc Nederlandtfche vloot ook Zuidt over geleit, om alzoo met de vyanden een en de zelve koers te loopen. Maar d'Engelfchen, zelfs het voordeel van de windt ter zyde Hellende, hebben het draagende op de Nederlanders aangehouden, en zyn zoo voor de windt tot hen ingeloopen. "De Ruiter hieldt met de Nederlandtfche vloot zyn koers, en bleef by de windt over tegens d'Engelfchen aanloopen. Het ge- Dus zyn beide de vlooten eikanderen * met Vecht van een hevigh , fcherp en bloedig gevecht, den twee- voorbygeloopen: zonder dat in die harde den dagh. ontmoeting een eenig fchip van de Nederlandcren, noch ook; dat men weet* van d'Engelfchen is gezonken of genoomen. Naa dat de vlooten eikandereri dus gepafTeert, en ter wederzyden veele fcheepen aan hun ftaande en loopende wandt zeer reddeloos gefchooten waaren, zocht zich een yder met fplitfen, knoopen, en anderziris, zoo veel in der yl doenlyk was, te redden. Waar op het gantfch ftil werdt, zoo dat beide de vlooten van kalmte bleeven dryven, tót ontrent ten tien of elf uuren voor den middagh: toen wakkerde de koelte, en beide de vlooten leiden 't weer tegens eikanderen aan. De Nederlanders hadden toen de loef, en waaren zoo verre boven de windt dat demeefte fcheepen  L. Admiraal DE RUITER. 4r> pen boven d'Engelfchen konden zeilen, be- 1666 halven de L. Admiraal Tromp, met vyf, an- ia /«». deren zeggen, met zeven of acht fcheepen, die noodtzaakelijk beneden den vyandt heen moeiten. De Generaal de Ruiter, en de L. Admiraal van Nes, die toen met zyn fchip de voortoght hadt, zeilden met hunne byhebbende fcheepen te loefvvaart van d'Engelfchen heenen, hen met fchutgevecht alle mooge■lyke afbreuk doende, en waaren ontrentZuider zon zoo ver gekoomen, dat de Generaal de Ruiter fein deed van t'aboordeeren. Maar daar viel iets anders voor. De Ruiter was on- * trent ten halvcn van d'Engelfche vloot voort- Tromp'',* gezet, toen hy in het midden der zelve gewei- met eeni! dig hoorde fchieten, en daar uit vermoeden- &e febeede dat eenige van zyne fcheepen aldaar in de?,?"' ™* klem, en van den vyandt geheel omcingelt^S'' moeiten zyn befloot hy met zyn onderheb-cingdt, én bend esquadre daar op in te vallen, gelyk hy in groot ook aanftondts daar op draagende tot den vy-Seva,r» andt is ingeloopen: terwyl een gedeelte van de vloot, op zyne ordre, zich van hem aficheidende, het om de Zuidt wendde. D'Engelfchen met zyn komst wat opruimende, zagh hy dat de L. Admiraal Tromp, die, pen werden afgefnecden, daar hardt op werdtae,,fJ niec gefchooten. Maar tuffchen drie en vier uu- de vlig, etl ren hadt de Generaal de Ruiter het ongeluk KÏÏ " dat zyn groote ftengc werdt afgefchooten, die fchooten, toen,, met de vlagge en wimpel, op het fchip en veel neder viel. Met cene raakte veel van zyn wandt VJn zyn reddeloos. De L. Admiraal van Nes, hemEl,rcd" in die ongelegentheit ziende, quam ftraksmet ' zyn fchip achter hem zakken. De Ruiter ftel- FIv da de ter ftondt ordre om alles op zyn fchip, zoo L.Admi veel doenlyk was, te herftellen , cn vondt"»' v«b niet geraaden dit fchip te verlaatcn: want hetNet< voor was een der voornaamfte, bezeilfte en weer- T" !ydt' baarfte fcheepen der gantfche vloot, en van „ grooten dienft in allerlcy voorvallen. Hy zondt Y.evec'ht toen ftraks de wimpel met een floep aan 'c achtervolboordt van den L. Admiraal van Nes, metlaft ëe»van die onder zyn Admiraals vlagge, als Generaal, te laaten waaijen, ter tydt toe dat hv D 3 een  54 Het LEVEN van den 1666, een andere fteng zou hebben opgerecht, en ja lun. zyn fchip wat geredt, zeilende tot dien einde een weinig in ly van 's Landts vloot: van Nes beveelende met het gros van de vloot weêr, zonder uitftcl, naar den vyandt toe te wenden, en 't gevecht ordentlyk te vervolgen. 'T welk met goedt beleidt en kloekmoedigheit werdt naagekoomen. Men liep dan wederom naar den vyandt, doch 'sLandts fcheepen waaren noch al in ly, en paffeerden ontrent ten vier uuren de vyanden, en ten vyf uuren noch eens, met een fchrikkelyk fchieten tegens elkandcrcn, zoo veel 't gefchut kon lyden. Maar tegens den avondt, toen 't de Nederlandtfche vloot ten derden maale tegens d'Engelfchen hadt gewendt, Vonden ze niet geraaden insgelyks te wenden, D'Engel-maar vervolgden hunnen koers, en weeken, dien vyy-aiie hunne zeilen hyzettende, naar hunne kuft, En was toenmaals hun gros al op acht of negenendertig fcheepen gemindert. De Nederlandtfche vloote , noch eens tegens hen aangewendt hebbende, en door 't wenden een goedt ftuk achter hen geraakt, deedt toen alle moogelyke vlyt om hen op te zeilen, zettende ten dien einde alles by wat goedt kon doen. Maar de nacht en d'opkoomende ftilte waaren, naaft Godts wil, oor^ zaak dat ze hen niet kon achterhaalen. Te dier tydt zeilde de Ruiter met zyn fchip in ly van 's Landts vloot, daar hy zich zoo dicht by hieldt als 't moogelyk was, terwyl hy zonder ophouden den gantfehen nacht en een ftuk van den volgenden dagh liet arbeiden, om alles te herftellen en op te redderen. Ja  L. Admiraal DE RUITER. 55 In zeeker verhaal, by d'Engelfchen zelfs 1666 uitgegeven, wordt gezeit, dat op dien avondt 12 W. veele van hunne fcheepen, die ih haare masten, zeilen en wandt onbequaam waaren ge* maakt, naar Engelandt weeken, zonder den Generaal Monk daar van kennis te gevenen dat Monk, dat ziende, mede oorbaar dacht naar huis te keercn, hebbende toen niet meer dan achtentwintig bequaame fcheepen by hem Dat hy daar op, zvn koers naar d Engelfche kult Hellende, van fesentfelhgNederlandtfche zeilen werdt gevoteht: dat het fchip Sint Paul, uit Zeelandt, in 't & verleede jaar den frederlanderen afgenoo- sfe S men, veele voeten waters in 't hol hebben-verbrandt, de, van d'Engelfchen, vreezende dat het met zou konnen volgen, werdt verbrandt, naa dat ze 't volk daar hadden uitgelicht. Dan anderen meenen dat de Sint Paul in de naanacht of den volgenden morgenftondt werdt 111 brandt gefteeken. Den dertienden T3 T van Junius, toen Pinxterzondagh, en de derde dagh van 't gevecht der twee vlooten, hadt men de windt uit den Noordtooften* doch met weinig koelte, en de Nederlanders deeden hun uiterlïe beft om by d'Engelfchen tekoomen: zy hebben ly-en bramzeils, en al wat helpen kon, bygezet om hen te naderen. Ten zeven of acht uuren feinde de L. Admiraal van Nes de Hooft-officicren en Kapiteinen aan zyn boordt; daar beraadtflaaght werdt hoe men den vyandt beft zoude aantalten en vervolgen. De Krvgsraadt befloot dat men zou trachten in den vyandt in te breeken: dat van Nes met zyn esquadre in 't D 4 mid-  56 Het LEVEN van den 1666. midden zou zeilen, en dat Tromp met bet 13 Ittn. zyne aan ftierboordt, en Bankcrt met het zyne aan bakboordt van hem zou blyven. Doch men zagh te dier tydt dat d'Engelfchen hunnen koers Weftzuidtwcft vervolgden, D«En(,eI_niet loopcndc, maar in goede ordre wykenfchen vvy-de. De Generaal Monk hadt 's morgens ken. vroeg met eenige Opperhoofden zyner vlaggen goedtgevonden, 't gevecht fchuwende, naar dc rivier van Londen te wyken. Ook verftondt men uit eenige Engelfche gebergOrdrebyde gevangenen, dat hy Prins Robbert met Monk in eenjge yerfche fcheepen tot ontzet verwachtten te- Ryhadt'in dic ^'ken' de fcheePen ' dic meeft reddeloos en onbequaamft waaren in een linie voor aan geftelt, en zyne grootfte en befte fcheepen in een rang achter aan, als een bolwerk voor de zwakfte, houdende zyn eigen fchip onder d'achterfte enallernaaft aan de vyandtlyke fcheepen. By dc Nederlandtfche vloot werdt toen alle vlyt aangewend! om d'Engelfchen t'achterhaalcn. Maar d'Engelfchen fpanden alle hunne krachten in om dc Riviere van Londen te bezeilen, ten dien einde de bramzeilen, blinden, lyzeilen, waterzeilen, en alles byzettende, ook hunne zeilen nattende, en alles in 't werk ftellende wat baaten moght. De windt was toen Ooft, en werdt daarna Ooftzuidtooft met llappe koelte. In dien zeiven morgenftondt ftaaken d'Engelfchen eenige van hunne reddeloofte en quaalyk bezeiïfte fcheepen zelfs in dep brandt; op dat de zelve niet in handen van de Nederlanders zouden vallen. Van 'e getal deezer verbrande fcheepen werdt ver- fchei-  L. Admiraal DE RUITER. 57 fcheidclyk gefprooken. Doch d'Engelfchen 1666 bekenden in hunne gedrukte tydingen, dat 13 Im\ er in het wyken hunner vloote drie fcheepen, die door de Nederlanders reddeloos waaren gefchooten, door ordre van den Ge- twp» „f praal Monk, naa 't bergen van't volk, zvndrier3<£ «1 brandt gefteeken, en tellen daar onder het '°oze En. fchip de Sint Paul uit Zeelandt, daar ze cl- Relfche ders van getuigen, gelyk boven is gemelt, 1cheepen dat het s avonts te vooren werdt verbrandt. Dat wyken der Engelfche vloote duurde den verbÏÏd? gantlchen dagh, zonder dat de Nederlandtfche vloot haar kon achterhaalen, om op hen aan te vallen. Doch tegens den avondt raakten de L. Admiraal van Nes en de Viceadmiraal de Liefde tot ontrent een gotelin De groote ree van de Liefdes admiraal fch{ quam van boven neder. De gemelde Rohblns Engelfche Viceadmiraal, een brander ach«quadT. ter zich hebbende, met noch meer gevolg van groote fcheepen, zocht zich van d'ongelégenthëit, daar de Liefde in was vervallen, tc&diene-n. De voorzeide brander quam dicht by zyn boordt: maar een van zyn foldaaten, achter op Maande, fchoot den Engelsman met d'enterdregge van boven neder, zoo dat die brander vruchteloos verbrandde. Doch anderen verhaalen, dat Kapitein Willem Boudewynszoon van Eyk met zyn fregat, het Quartier van Nieumegen, den brander, die de Liefde poogde te aboorderen, holp afkoeren, en dat die Engelfche brander een anderen Nederlandtfchen in brandt gefchooteneh brander aan boordt raakte, en dat ze DeRuuerZoo beide te gelyk zyn verbrandt. Straks komt de daar aan quam de Generaal de Ruiter, de L. Liefde te Admiraal van Nes, en de Schoutbynacht van hulp. met meer andere fcheepen, de Liefde, daar'hy zoo reddeloos lagh, te hulpe. Toen raakte zyn fchip wat uit den vyandt, en hy gaf zyn Kapitein lalt om alles, zoo veel mooo-elyk was, te redderen, de groote ree op te rechten, de maften, die men naauwlvk kon houden Haan, te wangen, voorts alles te fplitfen en - re knoopen, en was 't doenlyk, ontrent 's Landts vloot te blyven. Hy ging ondertuflehen over op het fchip Uitrecht, dat gevoert werdt by den Kapitein Elandt du Bois, en laveerde met zyn esquadre weer naar  L. Admiraal DE RUITER. 6*5 «aar d'Engelfchen, die hy aan ly met eenige l666 fcheepen pafleerde. 's Landts vloot toen te 14 /«„. loetwaart, en ten tweedemaal gepafleert zynde, quam de Generaal de Ruiter met de meefte vloot by 't esquadre van de Liefde. Het fchip van Prins Robbert werdt, geduu- p , n t rende dat wenden en keeren, van Voeren , ESSS van achteren, en van beide de zijden zeer ze* dool doornaaget, en indien ftaat gebraght, dat nagelt, een Nederlandtfche brander hem poogde aan boordt te klampen cn te verbrandend maar een Engelfch Wndtfchip, dat op den Prins pafte, quam den Nederlandtfchen brander aan boordt, invoege dat ze insgelyks t'zaamen zyn verbrandt, met noch een ander Engelfch fchip, 't welk daar ongelukkelyk aan vaft raakte. De Prins van Monako en zyn fchoonbroeder de Graaf van Guiche hielden zich op deezen dagh op het fchip van den Generaa dc Ruiter, en droegen zich in alle gelegentheden ftout en dapper. De Graaf die door een fplinter van 't gefchut in zyn lchouder en den arm werdt gequetft, was een deronvertfaaghftekrygsluiden van Vrankryk, en vondt zich, naa 't eindigen van den ilagh, genoodtzaakt te bekennen, dat hy zich nooit iets fchrikkelykers hadt konnen verbet: den dan de gedaante van dit gevecht, daar alles ongelyk grouwzaamer was dan in de veidtflaagen die op 't landt gefchieden. Midlerwy hadt ook de L. Admiraal Tromp Het fchip met het fchip van den Schoutbynacht Sweers, vanSweer» en eenige andre fcheepen van zyn esquadre en andere IJ"i7Cen1rk1ngduuri§ en fcherP gevecht met fcheef\e" d EngebTchen gelegen, waar door zyne fchee- f^e m. Deel, E penfchooVn,  66 Het LEVEN van den 1666. pen t'eenemaal reddeloos waaren gefchooj4 AA, ten : zulks dat men genoodtzaakt was met de gemelde fcheepen.buiten 't gevecht te blyven leggen, om de zelve, zoo veel als men kon, te redden en weer klaar te maaken. . Kapitein Jakob Willemszoon Broeder, voerende het fchip de Dom van Uitrecht, hadt zvn groote fteng verloorcn, en dc Generaal Monk hem de laagc gevende, en met een brander dreigende "in brandt te fteeken, zoo hy zich niet overgaf, lïreek daar op zyn vïaggc, en d'Engelfchen quaamen met floepen'aan boordt en bemanden 't fchip: maar moften 't weer ruimen, om dat eenige Holland'tfche fcheepen hirh te naa quamen. Daarna liep hy zonder genoeghzaamc noodt uit de vloot /en ftelde zyn koers naar Texel, 't geen naderhandt quaalyk werdt opgenoomen, en hy daar over aangcklaaght. Doch wat De Ruiter daar op volgde is my onbewufl. De Gene•Jotftfeiu raal de Ruiter, midlerwyl ziende dat de zon van in te ^egon te daalen, cn oordeelende dat men een «Mhttfk cinde van 'É wcrk nioeft niaaken, heeft einzyn bert delyk beflooten, (hoewel 'er zoo veel fcheezou doen pen t'onbruik waaren gemaakt) zonder zich om t'a- aan het voordeel van de windt te veel te binboordte- het beraamde fcin te doen, om van al- ren" le kanten gelykelyk in den vyandt in te breeken, en dat yder zyn belt zou doen om t'aMen boordeeren. Waar op de L. Admiraalen van breekt van Mcppelen en Tjerk Hiddes de Vries, mitsaile kanten gaders de Viceadmiraalcn Bankcrt, Schram tot d'En- e|| Kokersals ook de Schoutbynacht geüchen fafagfaföi en voorts alle de Kapiteinen die boven de windt waaren kloekmoediglyk ia-  L. Admiraal DE RUITER. 6> jribraaken , en een yder zvn beft deedt. De liftc L. Admiraal van Nes, en de Viceadmiraal de 14 JL»! loeide, met de Schoutenbynacht van Nes en Evertszoon, cn noch eenige andere fcheepen, waaren beneeden d'Engelfche vloote en de Generaal de Ruiter met de reft der , Nederlandtfche fcheepen daar boven, dlejJSTLl gelykelyk aanvallende, het middelfte gedeel- gedeeÏÏ te der Engelfche vloote tuffchen hen beide der En- *ti w«.i«v«*«u-j cn ue zeive vloot8 c voorts voor en achter in diervoegen bevoch- !ioote ten, dat d'Engelfchen, naa een zeer fcherp gevecht van anderhalfuur tydts, zich wederom (niet gaarne, zoo .'t fchynt, geaboordeert wordende) op de vlucht begaaven, DTn„p, en daar door t'eenemaal in onorde en ver- fchc, S warring raakten. De witte vlagge, met achten op d"e 01 tien Engelfche oorlogfcheepen, zette het vIucht m J°ordt»«s heen, met lyzeilen by, enin ollorde' d Admiraalen van de roode en blaauwe vlaggen hepen by de windt over naar d'Engelfche kuft, ook alles byhaalende wat goedt kon doen Prins Robbert, meenende tegens de Pr,„, Rob. Nederlanders te wenden, vondt genoeg met herten * zien zeiven te doen: want zyn fpriet en Monk zeer groote maft, geheel doorfchooten, viel bui-«ddeiot» ten boordt. De Generaal Monk ontfin" twee gefcho°gevaarlyke fchooten in zyn kruidtkamer, en ten' verlcheide andere in zyn groote maft, en in de voormaft, 't welk hem belette eenig verder bewys van zyn kloekmoedigheit te toonen. Al de Nederlandtfche fcheepen die te dier tydt, op het gemelde fein van den Generaal de Ruiter, een Engelfch. fchip konden aan boordt koomen, naament wegh. De E a Schout-  68 Het LEVEN van den 1666. Schoutbynacht Bruinsveldt twee Engelfche u >». fregatten, die aan malkanderen vaftiaagen, Verfcbeidfl aan boordt klampende, heeft alleen beide de tngsifcbë fcheepen verovert; doch in die verwarring, verover" zo° 't fchynt» Seen genoeghzaame ordre tot bezetting van die twee pryzen gcftclt hebbende, maakten zich d'Engelfchen weer meefter van die twee fcheepen. Doch Kapitein Paauw zulks vernoemende, heeft ze beide daarna weder hernoomen. Maar het eene , genoemt De Bul, de Bul, niet langer konnende zee houden, is, die daarna eer men 't in eenige haven kon brengen, gezi"kl- zonken, het ander genoemt de ElTex, gemonDeEflex. teert met achtcnvyftig ftukken, in Texel opgebraght. Op gelyke wyze werdt noch een Engellch fchip genoomen , weer verlooren cn hernoomen. De Viceadmiraal Koenders veroverde en braght in 't Texel het fchip den De Nagel-Nagelboom, gemonteert met tweeëntfeftig boom. ftukken, en bemant met tweehonderdtvyftig mannen, 't welk in 'tverleeden jaar van d'Engelfchen den Ncderlanderen was ontnoomen. De Con- Qok heeft dc Kapitein Rut Maximiliaan het vercine. fchip de Convertine, gemonteert met tweeënvyftig, of, zoo anderen zeggen, vier-of zesenvyftig ftukken, en bemant met honderdtnegentig mannen, onder KapiteinJohan Perce, verovert, 't welk in 't Goereefche gat wordt opgebraght. Bovendien zyn ten zeiven daage , volgens het getuigeniiTe der Nederlandtfche Bevelhebbers , noch twee Engelfche fcheepen gezonken: het eene van 't esquadre der witte vlagge ging'savondts ontrent zes uuren te gronde', "en het ander een weinig tvdts daarna. Ook hieldt men dat 'cr waarJ fchyn-  L. Admiraal DE RUITER. 69 fchynlyk noch meer zyn gefneuvelt, daar de 1666. Nederlanders geen volkoomen kennis van had- 14 >«. den, en mitsdien met geen zeekerheit van konden getuigen. D'Engelfche vloote' zich in deezcn deerlykenftaat vindende, en van de Nederlanders geduurig wordendeachtervolght, heeft het Godt, die de dingen der werelt door zyn wonderbaare voorzienigheit beftiert, niet gelieft dat haar verder verderf zou treffen, of dat 'er meer fcheepen in de handen der Nederlanderen zouden vervallen, Want men Een dikke zagh 'savondts ontrentzeven uuren zeer fchie- m'ft fcbielyk een dikke milt opkoomen, geduurendede 'vkopkoo. welke de Nederlandtfche vloot, d'Engelfchen™^* noch ontrent vier glaazen naagejaaght heb- vervolg bende, zich eindelyk genoodtzaakt vondt het der Enjrel. vervolg te ftaaken. De milt werdt zoo zwaar fche. Admiraal Jan Evertszoon, de Heeren Ge- de Wic deputeerden en Gevolmaghtigden van hunne leik met Hoog. em naar  Bo Het LEVEN van den 1666. Hoog. Moog. en den Raadtpenfionaris Johan 'iLanciis de Wit, die naa de maaltydt met hem naar vloot. 'sLandts vloot in de Wielingen zeilde, om op alles ordre te helpen Hellen. Daar vondt • men elk op 't meelt beezig, om Hengen, reen en maden te rechten , of te wangen , naar eifch van zaaken, lekken te Hoppen, zeilen aan te liaan, en alles klaar te maaken, om De Wit Weer fpoedig zee te kiezen. Hier heeft, de ftelt, na Raadtpenfionaris, geduurende zyn verblyf in naiukeung de vloQ^ zeer naaukeurig onderzocht hoe 't zoek'" een zich alles van dagh tot dagh in't gevecht hadt verhaal van toegedraagen, daar over hoorende en onderden flagh. vraagende de Bevelhebbers der vloote. Uit t Zie Ait hunne vertellingen Helde hy een verhaal f van «««xlvi den flaj^ ,t welk daarna tcrvergaaderingvan V" hunne'Hoog. Moog. werdt geleezen, en pp hunne ordre in druk gegeven, om aan alle de werelt hunne overwinning te doen blykejh Dit verhaal houdt men dat met oordeel en naar waarheit is geflelt. Ook heb ik my in 't vertellen van dien flagh daar meefl van gedient: daar byvoegende eenige verdere omHandigheden uit de brieven en daghregiflers van den Generaal de Ruiter, den Viceadmiraal de Liefderden Kapitein Rut Maximihaan, cn andere verhaalen , te dier tydt gefchreevcn: geen vlyt fpaarende om de waarheit daarze fchuilt uit te vorfchen, en daar De Ruiter ze zjch voordoet ten toon te Hellen. Daarna wordt met ontfing ^e Generaal de Ruiter van alle kanten fcSZT gelukwenfchingen over den zeegen: daar hier, begroet hoe wel ze hem laater ter handt quaamen, iet van te melden Haat. Dc Heer Kocnraadt van Bcuningen, te dier tydt Gezant der vereenig-  L. Admiraal DE RUITER. 81 de Nederlanden by den Koning van Vrankryk, i665t fehreef hem een brief van den volgenden zin. Edele geltrenge Heer * Uw Ed. Gëftr. fcltryven van den tienden de* Brief van zer maandt is my ter behoorlyker tydt wel ter den Am' handt gekoomen. De Koning, en de Heeren bairadeur van zynen Raadt, aan de welke ik den inhoudt ?neu* heb bekent gemaakt, hebben gaarne daar uit hCm geverftaan de cordate refolutis, met de welke Uw zouden, Ed. Gejlr. toenmaals des vyandts groote vloote zocht f ontmoeten: en hebben federt met zonderlinge vreughde verflaan de voortrefelyke en glorieryke overwinning^, welke Uw Ed. Geftr. door zyn wys beleidt en heroique dapperheit, onder Godts zeegen, op haar bevochten heeft. Alle de herten zyn hier met die blydtfchap Tevat , en alle monden vol van Uw Ed. Gejlr. tof Onze reputatie ter zee is niet alleen herfielt, maar blinkt in de oogen van de vrienden van den Staat met meer luifter dan ooit voor deezen. De hoogmoedt van onze vyanden is verdeewoedight, en de wegh gebaant om met veel goede hoope den oorlogh te vervolgen, oft met veel geruft heit de yreède te konnen via aken. Godt heeft Uw Ed, Gefit: gebruikt als een voornaam werktuig om al dit goedt aan ons vaderlandt toe te brengen. Hy bewaare hem verder, en zegene hem in alle zyne actiën, na dat hy hem met glorie gekroont heeft, tot de aller grootfte, gewichtigfte en hachelykfte, welke de Oceaan in veele eeuwen heeft gezien. Uw Ed. Geftr. kan niet twyfelen, of dit is de gemeene wenfch van alle de goede lieflil. Deel. F heb-  ga Het LEVEN van den 1666. hebbers van den Staat, maar hy doet my juftitie indien hy zal willen gelooven dat ze op rhyn tong en in myn harte verzelt gaat met een eftime cn afe&ie fzynw aarts, welke geheel fingulier is. Men is hier bezich, zoo wel als 'in V vaderlandt, met alles by te brengen cm deeze viclorie te vervolgen: en zyn tot die intentie ordres na Bel Ijk en naa Roebelle afgezonden , aan den Heer Hartog van Beaufort, om met zyn vloote in V Kanaal te koomen, en met die van haare Hoog.Moog.teconjungeren. . . Ik fchryve hier over meerpar'ticidierlyk aan den Heer Raadtpenfionaaris de Wit, uit den welken Uw Ed. Gejlr. alles zal ver/laan, en blyve met al myn hert Edele geftrenge lieer, PeextmM in*. ?»55. Ed. Geflr. zeer ootmoedi- »eTZ,'luT ge en ten hooghften genegene BUau. dienaar. C. van BEUNINGEN. Van den Ridder Terion, Ambafladeur des Kortings van Vrankryk in Zwceden,werdt hem de volgende brief, in 't Franfchgefchrcevcn, gezonden. Myn Heer, Brief vnn Alwaar "t dat ik ook iïeere niet gchadt hadceti Rif- de van by i-w Excellentie bekent te zyn geder Ter- weeft, en indien ik niet nevens dezelve in de ion, Am- iefte oorlogen van 'Denemarken gebruikt waarc ge-  li Admiraal DE RUITER. 83 < gewëej?,Jk zoude echter niet naalaaten, *fó xr56f5. * ?/fmë dle Uw Excellentie nu verfch op ff En- b» «ka mi gel/chen heeft behaalt, haar te betuigen, dat vpSer's nooit lemant de manier e, om zich met glorie Vs™hyk I onfierfelyk te maaken by de naakoomeliligen bl^tL beter geweeten heeft, dan Uwe Excellentie dat Z Ruiter ' nu heeft in t werk geftelt door die lefie a&ie, over de m dewelke de zelve buiten twyfel'groot deeerenv9„ S VMgl°? 111 de gemoederen te Ruuer. zaaijen, heten zïch ter zelvcr tydt alomme ™ oS25? hoof nnter eeren ™n "SSS V? i 1e" Admir?al: De vermaarde Van den Vondel, die onder de Hollandtfche Dichteren deezer eeuwe uitftak, gelyk de Heer de Ruiter onder de grootfte Zeehelden, fchrcef toen een Lierdicht, met den tytehVaSj triomf der Vrye Nederlanden, en noch een fZTlg?-f-Zyn ^ Raaden? beleTdt en manhaftigheit, in zuiver Duitfch met cen hoogen toon uitbromde. Dus volghde hem geen behaagen in dien menfehclyken lof en "uehtj^ hy verftondt dat men Gode, indien 'eV fét F 3 goedts  8o Het LEVEN van den ' 1666. gocdts verricht was ten dienft van 't vaderAs!fUe op landt, alleen d'ccrc moeit geven. Den geLoeveftein vangen Admiraal Askue hadt men ondertusgebraghu fchen, eenige daagen voor 't vieren over d'overwinning, naar 't flot van Loevcftein gebraght, om daar bewaart te worden. Het ,' lyk van den Ridder cn Viceadmiraal Barklay fttf'0 ''was door laft der Heeren Staaten gebalfemt, en gezet in cen der kapellen van de groote kerk in den Haage. Dit lieten hunne Hoog. \ . I\k»og. door cen brief aan den Koning van Grootbrittcnie weeten, en fielden 't aan zyn ,L-lleit, of men't lichaam naar Engelandt zoude overvoeren, of in den Haage begraven. Doch de Koning vondt goedt dat men 't zou overvoeren, en by zyn voorouderen in zyn vaders graf ter aarde brengen: dc Staaten pryzende over hunne edelmoedigheit ontrent dit lyk, cn d'aanbieding van het over te levcEn ,ia8r ren, betoont. Dies werdt het door een golEnjretondt joot, met een paspoort des Konings voorgevoert. zien, naar Engelandt gebraght. De L. AdLyk?.«atfie miraal Kornelis Evertszoon werdt den vyfden K* Fvnu'van JpM>w te Middelburg met groote lyk'^„^^"iïaatie begraven, cn den Viceadmiraal Van ven der der Huif; braght men t'Amfrerdam, met geen Huift. minder bewys van cere, in d'oude kerk ter aarde: daar hem een giTfftcde van marmcrfteen, met zyn beeltenis, ter gedachtcnilïè van zyn hcldendaaden, ten kofte van 't gemeen, werdt opgerecht. Zyn graffchrift, door den Poëet Van den Vondel gedicht, met ■ ■ goude letteren in fwarte toetfleen gehouwen, begreep zyn lof in dccze weinig woorden: Hier.  L. Admiraal DE RUITER. 87 Hierjmmert H ULST, de fchrik der Brilfche z-ebarier , M£ Beproeft m flagh op flagh, i, bloedt, in LedTen^ l666' ^ haven Ueldts braveert net «al en marmer. D'oude L. Admiraal Jan Evertszoon heeft a„ knaa t flieuvel n n g^^J* Eveuszoon den Heeren Staaten van Zee.verLk andt zynen dienft by gefchrifte weer aan-e-V3n dc» ^. fat?,' ZeggTlf hl Zyn vcrzoekfeln-ift,^faal Oat hy ten mterfte begeerig was, als L Aè- IanLverts- leeven, den beftemden tydt daar toe gckoomcn^^^ zynae, voor het gemecne befte te moogen op.ol- l^luvh' feren, gelyk zyn vader, vier van zyn broeders en een van zyn zoonen, alle het geluk l^Jgehadi, tn verfcheide zeegevechten tegens de vyanden van den Staat, op het bedde van cere te moogen fterven. De Heeïsn Srtó , ten van Zeelandt, overweegende en aanï XLVf7™ kende zyn bequaamheit, zyn lange ervaa en- 3 hen, grondige kennifie in zaaken van 'ï oorog te water zyn goedt beleidt en beweeze Ivloekmoedighenin veele vermaarde zcefl-ngen zelfs in 't ongelukkig gevecht varPt verleden jaar, volgens het eenfS^L mh^e van alle de Hooftofficieren^a^s^l vloot, die daar tegenwoordig waaren, hebben «oordeelt dat de Staat van zoodaanSe ™Bevelhebbers indeezetydts gelegentlieit goe-zoeklï,erd£ de dienften zou konnen ontfarJL en dien !•sewü' vo gens goedtgevonden dat fy^ Z^ÏSdZ? Zr'S*] arEafl# vIP°te en voortaan «fc«»l'cbap gaan bekleeden. Dit beflu.it werdt ter ver- ^Ztfe" p . vtl landt, * gaa-  88 Het LEVEN van den ï666. gaadcring der Heeren Staaten Generaal bekent gemaakt, en van hunne Hoog. Moog. toegeltemt. , Ter zelve tydt hebben hunne Hoog. Moog., op het aanhouden van den Raadtpenfionaris de Wit, ordre geltelt om drie tonnen goudts op te brengen, tot betaaling van de premien of loongelden, weegens de fcheepen van d'Engelfchen genoomen, of verbrandt en in de grondt gefchooten: op dat men dc Bevelhebbers en matroozen te meer zoude aanmoedigen tot hunnen plicht in 't Groote toekoomende. Midlerwyl werdt aan 's Landts vlytaange vloot in de Wielingen, met ongelooffelyke wendt omfpoedt, byna dagh en nacht gearbeidt, om de vloot aues te herftellen en klaar te maaken, Etlyke weer ^Gedeputeerden en Gevolmaghtigden der Heetem 'ren Staaten dreeven 't werk met ernft aan, inzonderheit de Raadtpenfionaris Johan de Wit, die met geen gemeenen yver alles behartigde en bezorgde wat dienen kon, om dc vloot"5weer in zee te brengen. In de Maas cn in Texel werdt niet min gefpoeit. Men arfierten. ' beidde nict alIcen omdebefchaadigdc fcheepen gereedt te maaken, maar ook om de vloot te verfterken met verfcheide nieuwe fcheepen, die ten tyde toen de vloot in 't begin van Junius uitliep noch nict vaardig waaren: ook met eenige nieuwe branders: want men oordeelde dat ze van grooten dienft waaren, en men hadt de Generaal de Ruiter hoeren zefgen, zie ze niet geerne aankoomen. De Gedeputeerden en Gevolmaghtigden der Heeren Staaten Generaal over de zaaken van de vloot, waaren den derden van Julius met de Gecommitteerden der Admiraliteiten verga.  L. Admiraal DE RUITER. 89 gaden, daar ze de volgende Inftructie voor 1666-' den L. Admiraal Generaal de Ruiter beraamden, en hem overleeverden. De Gedeputeerden ende Gevolmaghtigden van inftroéKe de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der voor den vereemghde Nederlanden tot de expeditie en L' Adraiover het employ van 's Landts vloote, hebben f,"1 de naa voorgaande rype deliberatie, en innenoo- * men advys van den L. Admiraal de Ruiter, als Generaal van de zelve vloote, mitssraaders van de Gedeputeerden uit de Kollegien "ter Admiraaliteit, alhier aanweezende, goedt gevonden en gerefolveert, dat de voorfchreeve vloote zoo haaf? die voor gaats by den anderen zal ■wezen verzaamelt, en in esquadres naar behooren verdeelt, weder en windt dienende, haar koers zal feilen naar V yyandts vloote. En zal tot ncrichtinge van den voornoemde L. Admiraal dienen, dat men geerne zoude zien dat de voorfchreeve 's vyandts vloote op V onvoorzien/? ,* en noch in V ongereede weezende, zelfs terplaatze daar de jongh/le advyzen mede gebraght hebben dat de zelve was leggende wier de overvallen, en dat met alle promptitudeendoenlykefnelheit. Zonder dat nochtans hy L. Admiraal hier mede aan iets precizelyk werdt gebonden; maar dat aan zyne volkomene vryheit en difpofitie werdt gelaten, om naar occurrentie en gelegentheit van tyden en zaaken , op ontfangen of noch te ontfangene kondtfc happen, ook naar beloop van weder en windt zoodanigh met V Landts vloote te ageren, als hy tot mee/te afbreuk van den vyandt zal bevinden te behooreu. En zal hy, tot uitvoeringe van zyne geformeerde deffeynen, zich mooF 5 gen  ij O Het LEVEN van den 1666. gen dienen van de Landmilitie, op en by de vloote weezende. De voornoemde L. Admiraal V vyandts kuste genadert wezende, zal daar van by mi/Jive in aller diligentie advys geven aan den Gouverneur van Galais, met verzoek om daar van verdere notificatie te geven aan den Koning zyn meefler, en voorts zulks en daar V zelve ftem by oft van vegen zyne Majefteit zoude moogen wezen geordonneerd' gelyk hy ook, naar gelegentlieit, dezelve advertentie zal geeven aan de Gouverneurs van Duinkerken, Grevelinge en Bologne. En in cas hem van de aankomfte van de Franfche vloote, onder d'Heer Hertog van Beaufort, eenige kondtfchap moghte toekoomen, met apparentie om zich daar mede te konnen conjungeren, zal hy de zelve conjunctie door alle betaamelyke wegen en middelen tracht ten te faciliteren; zonder nochtans daar mede eenighzints te dilayeren, veel min te verhinderen, het principale deffein en ooghmerk hier boven geexprefeert. En nopende de ordre en forme, by fucces van zoodaanige conjunclie te obferveeren, zal hy L. Admiraal zich reguleeren naar V voorfchrift en d'inflruclie, hem dienthalven den tweeden der voorleden maamlt gegeven en ter handen ge fielt. Gedaan in 's Landts fchip de zeven Provintien, leggende ten anker voor Dieshoeke, den 3 July 1666. T. GERLACIÜS. Vt. Ter ordonnantie van de welgemelte Heeren Gedeputeerden en Gevolmaghtigden. G. BORT H. Des  , L. Admiraal DE RUITER. 91 Des anderendaaghs, den vierden van Ju- 1666. lius, zynde den negentienden dagh naa 't in- 'S Landts vallen van 's Landts vloot, liep de L. Admi- viootloopt raai Generaal dc Ruiter met ontrent negenen-weér in vyftig fcheepen van oorlog en cen brander in"6' zee, en bevondt zich eer, twee daagen ten einde liepen op Schoonevelt, llerk vyfentfeventig fcheepen en fregatten, cn zeven branders. Maar binnen weinig daagen wies de vloot noch mcrkelyk aan. Men meende, Toeleg om dus vroegh in zee gekoomen, d'Engelfchen ,d'E"geldie noch ongereedt waaren, voor te koomenfcben te en te verraffchen, de Rivier van Londen OfrZT te zeilen, en ook binnen Harwits te loopen, ' om te zien of men de vyanden daar kon aantreffen en overvallen. Doch toen dc Generaal de Ruiter, den zesden van Julius, den Krygsraadt op zyn fchip by een riep, en met al de Lootzen fprak, die men meende dat 's Landts vloot in de Riviere van Londen zouden brengen, werdt men haaft gewaar dat dit ftuk zoo licht niet was ais men zich in efeö Haage inbeeldde. 1 Naa veel overleg, en on- r , derzoek, kon men nict een Loots vinden, VfJ Loot die onderneemen dorft om zulk een vloot, ?en op d? ol Hechts een groot fchip in tc brengen: die Ri viere daar meeft bedreeven waaren, hadden die v:n Lon" kullen niet dan met boeijers of galjoots ofden bcure" diergelyk kleen vaartuig, bevaaren. Men moeft dan op andere middelen denken Ter zelve tydt Helde de Generaal de Ruiter, by mamere van voorraadt, den Schoutbynacht Zweers tot Viceadmiraal, en Kapitein van der ^aan tot Schoutbynacht over de fcheepen van d'Admiraaliteit t'Amfterdam, en Kapitein  qü Het LËVEN van den 1666. tein Covert t'Hoen tot Schoutbynacht over de fcheepen van 't Noorderquarticr. Dit gefchiedde ter zaake van 't overlyden van den Viceadmiraal van der Huift, en den SchoutDe vloot bynacht Stachouwer. Daarna , onder zeil wordtdoor gaande, kon men door tegenwindt met de lejren- vloot in vier daagen niet verder koomen dan windt, uil- tuffchen Ooftende enNieuwpoort: toen werdt fladT°wee de windt Wel g°cdt' maar de ftilte belette der^opgê-den voortgangk , daar weer tegenwindt en houden, ongeftaadig onftuimig weder op volgde: invoegen dat zich de vloot eerft den dertienden van Julius, den negenden dagh naa 't uitloopen, ontrent het Konings Diep, en in ftaat vondt om iet aan te vangen. De Generaal de Ruiter hadt ondcrtuffchen kondtfchap bekoomen, dat 'er niet een fchip in Duins lagh: en d'Engelfchen hadden tydt, door 't langzaam aannaderen der Nederlandtfche vloot, om zich tegens cen fchielyken overval te verzeekeren, cn op alles goede ordre te ftelToeleg om len. Men hadt ook in den zin in Engelandt net eenige te landen, waartoe zich zes- of zevenduizendt foldaaten foldaaten in fluiten by de vloot onthielden, in Enge- met de Korncllcn Willem Jofeph van Gent, En? en Robbert van Ittcrfum, de L. Kornel Kafiopyn, en den Sergeant Majoor Bifl'chop. Zeker En-Zecker Engelsman, te Rotterdam woonachge'.sman, tig, Samuel Raven genoemt, meende zich SamuelRa- ontrent het Noordtvoorlandt aan landt te beven ge geven, op hoope van aldaar vrienden te vinBOent'op.dcn' door welker hulp en aanhang eenige opte ftandt onder 't volk zoude worden verwekt, weeg te en daar door 's Landts vloot bequaame gelebrengen. gentheit te geven om iet goedts voor den Staat  L. Admiraal DE RUITER. 93 Staat te verrichten. Doch men vondt, met 1666 de vloot voor de Riviere van Londen gekoonien den aanflagh ondoenlyk. De Vicead- De Liefde miraalen de Liefde en Bankert, en de Schou- B«nke« en tenbynacht van Nes en Evertszoon, werden anderen. met zeven oorlogfcheepen en zes galjoots, f"?^? raal de Ruiter gezonden, om te zien hoe 't in van Ï k0t üomngs Diep geleegen was. Deeze zeil- ningsDiep een zoo diep opwaarts dat zv Colchefterte bezichAoonltwcfttenweften van zich "hadden, end£entot in t beginzel van de middelgronden quaamen Daar bevonden ze alle de maften af- Hm, ween aue de tonnen opgenoomen, en dat in de Omaren, p aats van de middelgrondt een kits lagh, die, hen ziende naderen, zeil maakte. Daarenboven kagen daar noch vyftien fregatten op dewachtgcrengeert, dic op ordre elkandcren niet kanonfehooten, en hunne groote ■ hramzeiis in de gye te laaten vallen, toïfeh ! den; waar op by die van 't landt in gelyke goede ordre werdt geantwoorde. Ooit zvn die fregatten terftondt Weftwaart opgeweeken naar hun gros, leggende voor Quinborg, I nde£ 3'?T,e oori0Sr^^pen en zeftien branders, bchalven de voörzeide vyftien fcheepen maakende te zaamen 't getal vïï vyfcntldhg; fcheepen. De Heer de RuSne n • zvuK^SÏ V:crfaan h^bende, vondt metSjdïeïS hor ^STP^S^mden den toclegh van daar'»ndin*oD. het landen te ftaaken: nadien 's Landts vloo- doen'yk » te, dieper inzeilende, gevaar zoude loopenzyn' van door de gemelde branders geruineert te Se0" r?yl de V,°0t' °m d ruimte, dicht op malkanderen zou moeten leg-  94 Het LEVEN van dén 1666. leggen, en daarom de branders, indien men 2fe op haar afzondt, niet zou konnen wyken: te meer, dcwyl de Nederlanders daar alle onbekent waaren, en onvcrzien van bequaame Lootzen: en dat d'Engelfchen daarentegen op hun eigen droom laagen, alle de diepten en ondiepten in 't vaarwaater kennende, en beflooten meteen landt'vol volk: hebbende daarenboven in Harwits noch ontrent twintig fcheepen, cn daar onder den Schoutbynacht van de witte vlagge, die d'afgezondene Bevelhebbers konden zien leggen, ■voornee- Men hadt ook voorgenoomen van met: de wen van vi00t te Harwits binnen te zeilen: doch toen j*nnö? men naarder kennis van de gelcgentheit ,der te Si Plaats hadt bekoomen, oordeelde de Genc'c welk,' raai de Ruiter dat men geen recden hadt om als een reu- 's Landts fcheepen zoo reukeloos te waagen: keloos be- wanc jict was te naau in 't gat, cn aan dé ft"n' Noordtzyde lagh een llerkte met achtentwinftakt. ^ *% Hukken gefchuts, en aan de Zuidtzyde laren twee baterijen yder met twaalf Hukken, en men kon genoeg merken dat d'Engelfchen daar wel op hunne hoede cn in Haat van tegenweer waaren. Eenige leeden der hooge regeering hadden groote gedachten en hoope op deezen toeleg, doch zy waaren misleidt van luiden die zich het zeemanfehap en "(6\daatfehap nict verftonden: en de L. Admiraal was te wvs om zulk een ongeziene enonmoo* gelyke aanflag zoo los by der handt te neeS. Raven mcn> D'Engclsman Raven was , op zyti tan landt verzoek? met vici. fregatten en eenig klcert onmrich vaartuig by nacht ontrent het Voorlandt naar ter zaake. landt gevaaren, op hoope van eenige opftandt te  L. Admiraal DE RUITER. teweeg te brengen: doch hy keerde onver , was' cn alJes met rtntcry en voetvolk bezet en vervult Korts daarna werdt by den Generaal dc Ruiter en den Krv-smdr met de fluiten weer naar 't vaderlandt te zenJen. ten deele, nadien zich geen ffele/em «8^28?? mede -nigegt?ding dei £ ;e rch Jf' °m dat men 'c Sitkoomef oei Lmgeifche vloote te gemoet za^b in welken gevalle men zich met de fluitfef e'pen zelve c atCU Z°U vi"de"«etPde zelve te moeten befchermen. Ook be-oft nie^'len1?",!0^^- de ^««« te ktS ["behfa Sgen^ieTnrdï^ï Defokki uryctt van vier daagen, waaren in zee eeloo- mto4„n f °0t geVQdcn van 's Wtï'veÏÏ kon zvn n " Sebn,lkt, die niet grooter I o veftein her Admi™1 A^™X Tloote hóorendn1 T" ^ Nederlandtlche de Koning van vSrvfc^ " uydc £afKoni^ dtlizendr fnl, Ól, y, dat zich twee-van Vrank- «uizendr loldaaten van 't krygsvolk, dat tus-;vk •» de ' fchenRuiter-  9ó' Het LEVEN van den ï666, fchen Boulonje en Duinkerken in bezetting kg, gereedt zouden houden om gefcheept te worden, met bevel aan den Maarfehalk van Aumont, om de zelve den Generaal de Ruiter aan te bieden. Maar die wees die aanbieding beieefdelyk en met dankzegging af; dewyl dc vloot genoeg bemandt, de gelegentheit om te landen voorby was, en dat men 't Neêrkndts krygsvolk zelf hadt te rug gezonden. Ondertuflchen bcquam de Heer de Ruiter tyding van d'Engelfche vloot. Drie Schippers, en daar onder twee Zweeden en een Dantziker, waaren van Londen en door Tyding d'Engelfche vloot gezeik. Deeze verhaalvan de den dat d'Engelfchen gereedt waaren om uit Sfngf'" te koomen, inet ontrent vyfentzeftig fchee'pen uit dc Riviere, en noch eenige uit Harwits, met vyftien branders, die zy zelfs gezien hadden. Zy zeiden, dat d'Engelfchen, die met floepen aan hun boordt waaren geweeft , om hunne fcheepen t'onderzoeken, zeer fpoeiden om in zee te loopen, en dat zy niet gelooft hadden dat de Hollanders zoo haaft op hunne kuft zouden zyn gekoomen. Et'ykcKa Dit bericht bewoogh den Generaal de Ruiter pueinen in alles te vervaardigen tot den (lag. Hy liet boete ver- den zeventienden van julius den Krygsraadt weezen ^ cen icoomen> daar etlyke Kapiteinen, die, 17 ten tyde van 't katfte gevecht, tegens zyne ordre, zich zoo vroegh, zoo wel den eerften dagh van den zeeflagh, als daarna, van de vlag hadden afgefcheiden, cn, zoo wel met als zonder pryzen, ergens anders dan op de gefielde rendevoüs, de Wielingen, hadden derven invallen, in boeten wierden verweezen:  L. Admiraal DE RUITER; 97 zen; hoewel't anders mannen waaren van 1666; trouw en dapperheit. Doch men oordeelde de zaak van te fehaadelyken gevolge te zyn om die ongemerkt te laaten voorbygaan; Willem van der Zaan werdt verweezen in de boete van drie duizendt guldens, Hendrik Adriaanszoon in duizendt ^ Jakob Andrieszoon Swart in tweeduizendtvyf honderdt $ Rut Maximiliaan in duizendt, en Jakob Willemszoon Broeder in tweeduizendt guldens; Eenige daagen te vooren hadt ook de Krygs- De maraadt de matroozen, foldaaten en Officieren; "°<^?en die, ten tyde van 't invallen der fcheepen naa °n ^^"g. den lellen flagh, zich uit die ongeredderderen, die fcheepen zonder eenig verlof hadden te lande d'ongeredbegeeven, ieder daar 't hem wel geviel, en Jercizich alzoo een gerUimen tydt van hunnen dienft hadden onthouden, en daar mede 's muaten Landts dienft merkelyk verkort, te dier oor-;n devcr-' zaake verweezen yder in een maandt hunner beurte van te goedt hebbende foldye. Doch dit vonnis een maandt werdt noch eertigen tydt geheim gehouden;folJy ver" 1t . ■ • i- tveezen. om alle misnoegen en onwilligheit voor t ^ gevecht voor te koomen. Voorts werdt be^ flooten, dat in gevalle naa deezen iemant op diergelyke ongehoorzaamheit werdt bevonden, de zelve voortaan daar mede zou verbeuren drie maanden zyner gagie, en noch boven dien ten fpiegel van anderen aan den lyve worden geftraft. Daarnaa werdt by den 20 /»/. Generaal de Ruiter en denKrygsraadt beflooten, dewyl men d'Engelfchen met alle tyen verwachtte, dat 's Landts fcheepen * zoo haaft als ze die zouden zien naderen, hunne ankers zouden lichten, en in goede ordre afIII. Deel. G dry-  Het LEVEN van den 1666. dry ven en afwyken, tot dat ze de vyanden Ordre ge- buiten d'Engelfche banken in de ruime zee fielt aan- hadden, en hun aldaar, in gevolge van de plaatsbaar beraamde ordres, het hooft bieden en beme'n ct'En vechten. Maar daarna werdt goedtgevonden, geliche voor 't aankoomen der Engelfchen, buiten vloot zou de banken en uit het gezicht van 't landt, op verwach- de vlakke zee met 's Landts vloot te verzei- 30 M ^cn: om Scen fcnvn te geeven als of men 0 ' voor haar vluchtte, indien men tot hunne aankomfte vertoefde, en dan in hun gezicht Drie Fran- verzeilde. Den eenentwintigften quaamen fche Rid-vier Franfche Heeren, nevens hun gevolg, ders bege- met een Franfche bark aan de Ruiters boordt, dTNpd^ met voorfcm"yven van den Graave van Chalan itfche" ro^' Gouverneur van Calais, en den Nedervloot. landtfchen Agent de Glarges, verzoekende, dat ze zich in d'aanftaande zeeflagh moghten laaten vinden, en hunne manhaftigheit tegens d'Engelfchen betoonen. Deeze waaren Philips, Ridder van Lorraine, tweede zoon van Henrik van Lorraine, Graaf van Harkourt, Grootfchildtknaap van Vrankryk, en Gouverneur van Anjou, een jongeling van drieentwintig jaaren: de Ridder van Coaslin, Armand du Cr.mbout, zoon van Cefar du Cambout, Marquis van Coaslin, Kornel van de Zwitfers, en van Magdalene, dochter van Peter Seguir, Kancelier van Vrankryk, en Hartog van Villamor: ook de Ridder Cavoy, en de Baron de Bufca. De Generaal de Ruiter, te zeer bemant om deeze Heeren met hun gevolgh naar hunnen fhtat en waarde tc konnen bergen, verzocht, naa dat ze een nacht aan zyn boordt waaren geweeft, dat  Li Admiraal DE RUITER. 99 dat ze zouden overgaan op het fchip Uitrecht, 1S66. 't welk gevoert werdt by een van zyn feconden, Kapitein Hendrik Gotskens, om daar' te beter hun gemak té hebben, en ten aangaan van 't gevecht Weer by hem over te koomen: zich verwonderende over d'edelmoedigheit van die Heeren, die zoo haakten om hun deel te vinden in 't gevecht. Korts 27 ïuh daarna liet de Generaal de Ruiter twee Engelfche gevangens door een galjoot aan landt zetten, den eenen, om dat hy een ftok oudt man was, en den anderen, om dat hy beter een Prediker dan een zeeman geleek. Ter- Waarwyl men d'Engelfche vloot verwachtte, kreeg fchouwffltf men eenig bericht van dert Relident Sarburg a,;!'Saandë uit Bruflel, dat eenige trouwlööZe perfoo- "arWernen, en verraders, voor hadden, met eeni- ken in kisge vuurwerken, in dubbeltgeboomde kiften ten of tonóf tonnen verborgen, de voornaamfte fchee-nen ver" peri der Nederlandtfche vloöte in brandt te bor§eiU fteeken, door een vuur dat etlyke daagert kon worden gaande gehouden, en daarna zyn werking zou doen; Dit werdt, door brieven van de Heeren Staaten Generaal, van dé Gecommitteerde Raaden der Heeren Staaten van Hollandt, en den Raadt Penfionaris de Wit, den Generaal de Ruiter bekent ge- Oridei1maakt, met laft van daar op een naau onder- zdek daar zoek te doen: 't welk terftondt in yder fchip °P gedaan der vloote werdt gedaan , zonder nochtans ™ a,le de iet te vinden of t'ontdekken. Men hieldt i^fdrche dit een vondt te zyn door den Engelfchen Je- icheepen. fuit Nevel bedacht, doch zonder verder ge- 20 lui. Volg. Midlerwyl verwachtte de Generaal de Ruiter d'Engelfche vloot van dagh tot dagh G 2 met  ioo Het LEE VEN van den 1666. met groot verlangen, niet k'onnende begryD'Engel-pen wat haar 't uithoornen belette. Dit fche vloot duurde tot den negenentwintighlten van Jubegint de jjug. toen zagn men d'Engelfchen van verre vanTon- de Riviere van Londen af koomen. Zoo dat den af te d'Engelfche vloot naa de lelie zeeflagh onkoomen, trent vier weeken laater in zee quam dan de om zee te Nederlandtfche, die de Riviere van Londen kiezen, meer dan achtten daagen beflooten had gehouden, zonder dat zich d'Engelfchen daar tegens vertoonden: daar zommigen uk beflooten, dat ze (hoe zeer zy op d'overwinriing roemden) in de laatfte zeeftrydt veel gróoter fchaade moeften geleeden hebben dan de Nederlanders, of dat ze minder vermoogen hadden; dewyl hunne vloot zoo veel laater te voorfchyn quam. Doch dat hunne geledene fchaade hun meer heeft opgehouden dan hun onvermoogen, heeft d'uitkomft gcleerdt. 30 hl. Des anderen daaghs feinde de L. Admiraal De Ruiter Generaal de Ruiter al zyne Hooftofficieren vermaant en Kapiteinen aan boordt, hen met grooten H^ftoffi- ern^ vermaanende tot hunnen plicht, en alcierenen" *e bedenkelyke beweeghredenen bybrengenKapiteinen de, ten einde, dat zich een yder kloekmoetot hunnen diglyk zou quyten, en den eedt, aan den Staat plicat. gedaan, betrachten: opdat men eikanderen, als eerlyke dienaars van V lieve vaderlandt, trowwelyk moght byflaan. Daar byvoegende, dat de genen die anders deeden, en kleenhartig afweeken, als trowweloozen, en verraders van den btaat, met ae ciooat zou woraen geftraft. Op deeze vermaaninge hebben al de Hooftofficieren en Kapiteinen, den Generaal de  L. Admiraal DE RUITER. 101 de Ruiter meteen groote hertelykheit belooft 1666 en verzekert, dat ze zich eerlyk zouden quyten. Met eenen werdt beflooten al de binnen- en buitenwachten by de vloot t'ontbieden, en met's Landts vloot buiten de banken van Harwits te zeilen, den vyandt ruimte te geven om uit te koomen, en .te met op de vlakke zee te trekken: dewyl de plaats daar men toen lagh te kleen was om met twee zoo groote vlooten tegens eikanderen aan te gaan: ook moeft men de gevaarlyke gronden onder Engelandt vermyden. Dit begoft men den zeiven dagh in 't werk te Hellen. Daarna quaamen den eerden van Auguftus noch vier, en den derden noch drie branders in de Nederlandtfche vloot, zoo dat die nu voorzien was met twintig branders. Den i Aug. eerften van Auguftus zagh men des morgens D'Engel. d'Engelfche vloot, de windt Zuidtzuidtooft, fche v.loot met de ebbe uit de Riviere dryven, in de kotnt ln tnegentig zeilen fterk, dic de Nederlanders ^ee' konden tellen. De Generaal de Ruiter deedt De Ruiter alle vlyt aanwenden, om van d'Engelfche pooght wal te geraaken, cn den vyanden geen voor- zyn vloot deel op hunne kuft te geven: want al deinderuim" fcheepen die in 't gevecht hunne maften zou- te te breQ" den verliezen, of reddeloos moghten wor- sen* den gefchooten, zouden noodtzaakelyk in hunne handen moeten vallen, of branden, zoo lang de ftrydt noch twyffelachtig zou ftaan. Dus dan met de vloot benoorden de Galper afgedreven, begoft het weer, den tweeden van Auguftus, tegens den avondt a Aug. zoo hardt op te fteeken, dat de Nederlanders Godt dankten, dat ze van de laager wal en G 3 van  ïoi Het LEVEN van den 1666. van d'Engelfche zanden af waaren. Zy zeiLden Zuidtzuidtooft over met kleen zeil, tot dat de windt 's nachts ten tien uuren met een bard Zuidtzuidtooft fchoot, met zwaare donder, blixem en reegen. Den derden was de 1 e' Nederlandtfche vloot tuffchen het Voorlandt pn de Vlaamfche banken: de windt quam uit den Ooftentenzuiden. Men zeilde Noordtnoordtooft, en quam 's morgens ten zeven Onweeder uuren ten anker. Toen beliep hen weer een van -ion fchrikkelyk onweeder van donder en blixem, der,bUxem met bikken regen. Op het fchip van KapiPn reje^ tein Myhof werdt de bramfteng van zyn groote 3 fteng afgeflaagen, en uit zyn groote maft, van ?t rak van de groote raa naar om laag, tweeëndertig voeten lang, wel een derde van de dikte van 't hout door den donder weghgenoomen: zoo dat men hem van wangen Drie mai> moeft voorzien. Drie mannen werden te gepen door lyk doodtgeflaagen, en noch zeven zwaarlyk de don- geqUetft, 'waar van vyf buiten hoop van lee#ï d[?°dt" ven lagen. Naa den middagh ten twee uuren en zeven ging de Generaal de Ruiter weer onder zeil, geqüétft. de'windt Oofttennoorden, liep met de vloot Noordt over, en vcrzaamelde de fcheepen, die door 't onweer der vcrlcede nacht wat van den anderen waaren verftrooit. Hy zagh d'Engelfche vloot in'tNoordtweften van hem leggen, en ley 't met haar Zuidtooft over, en hadt toen den vyandt drie mylen in 't Noordtnoordtweften van zich. Dien zeiven dagh beriep de Generaal de Ruiter denKrygsraadt, en befloot, dat men den vyandt, geduurende den Ooften windt, niet door de Hoofden of in Duins zou zoeken, maar de.  L. Admiraal DE RUITER. 103 zelve met 's Landts vloot op de vlakke zee, 1666 tulTchen Duinkerken en 't Noordtvoorlandt, verwachten. Maar ftraks daar aan liep de De twee windt Noordelyk, en daar mede-kreegen dev,00ten Nederlanders te windtwaarts van hun de Vy-genaake!1 anden in 't gezicht, en liepen toen met elkan-elkande ' deren- om de Ooft. 'S avondts- ten neegenrén" uuren quaamen de Nederlanders ten anker, en d'Engelfchen desgelyks. Zoo dat men 't gevecht tegens den volgenden dagh te gemoet zagh. De Generaal de Ruiter beval eenig kleen vaartuig, beftaande uit etlyke galjoots, een boeijer en hoeker, die eenige vivres en behoeften voor 's Landts vloot in hadden, naar de haven van Duinkerken te zeilen, en daar, tot nader ordre, te blyven; om in d'aanftaande flagh met der zeiver befcherming niet belemmert te zyn. Te dier tydt moeft Het fchip men 't fchip van den Kapitein Jooft Herman van Klant> Klant, Stadt en Landen, opzenden, dewylom zyn de ziekte, door quaadt voedtzel, onder fr^S volk was geraakt; zoo dat 'er van tweehon-zieken, dcrt twaalf mannen, wel vyfentnegentig ziekopgezonwaaren, en het fchip geen dienft kon doen.den« Op d'andre Nederlandtfche fcheepen was 't volk, niet tegenftaande de groote hitte der hondtsdaagen, meeft gezondt en frifch, en vol moedts. De vloot beftondt nu in achtentachtig fcheepen en fregatten van oorlog, negentien branders, en tien advysjachten: t'zaamen honderdt en zeventien zeilen, behalven het kleen vaartuig dat de vivres en andre behoeftigheden voerde. Men hadt de vloot verdeelt in drie esquadres, naar uitwy-zen van de volgende lyfte. G 4 Lyfte  i©4 Het LEVEN van den 1666. Lyfte van 't esquadre van den L. Admi^ raai de Ruiter, voerende de wimpel van de groote ftenge. Bevelhebbers. Scheepen. S.fM.t M.*S4 + Stukken.^- L-4dmiraat de Ruiter. De ze-oen Provinciën. 80.367.30 95. \ Matrnn^-L' Adm':raalvan Iicu Dc Eendraght. 7l.:89.59-54* \ iriunuu ■g^i/jceatiiniraaijan deLiefde.De Ridderfchap v.Holl.66.251.46.67. zen R.ScboutbynacbtJanvanNes.Delft. 62.223.38.43. * Mart. R.Kornel van Gent. Gelderland!. 66.195.72-93, tliers R. Kapitein Laurens Davids LSold laten van k'onvent. Groot Hollandia. 65.2o6%32.73- T" ™ R. Rut Maximiliaan. fVafcnaar. 58.177-18.59. R. Evert van Gelder. Kleen Hollandia. 54.164.22.58- R.Philips van Almonde. Dordrecht. 46.152. - -48. R. Frans van Nydek. Louife. 40.175.25 -- A.Jakob van Meeuwen, Amfterdam. 62.198-37-59- A. Niklaas Marrevelt. 'T Geloof. 64-244.46.45. A.Henrik Gotskens. Uitrecht. 66.250.40. -- A.Enno Doedes Star. Goude Leeuwen. 52.199.26.26. A.Kornelis vanHoogenhoek, 'TZuiderhnis. 50.204.27.12. A.Jakob Kornelisz. Swart. Provincie v. Vitrecht. 64.242.31. -- A. Jan du Bois. De Vreeie. 46.191. ï8.2i. A.Hugo van Nybof. Stadt en Landen. . 58.236.44.-A. Jan de Jong. 'T Raadthuis, v. Haarl.46.172. - - 60. A.Jooft Verfchuur. Jaarsvelt. 44.148.44.24. A. Thomas Tobias. Harderwyk. 44.191. 29. - - A.Hendrik Vollenbove. De Muiltromp. 46.174-20.51. W.Jaii Kr ook. De Hollandtfche Tuiu.56.l97- - - 47. N.David Vlug. Natfou. 60.234.15.36. Fregatten. r. Elant du Bois. Vitrecht. 36.103.--46, R.Huibert Jakobsz. Huige. Gornichem. 34.102.19. 9. R.Niklaas Naalhout. Harderviyk. 32. 93.18.30. ~&..Willem Boiidevcynszoon. 't Qtmrtier v. Nieum.'H-1 lo. --20. K.Juriaan Jnriaansz. Poel.De Vreede. 34. 81.16.21. Advysjachten. ~S..Pieltr Wynbergen. Zwol. 16. 37. --2I. R. Jakob Pieterszoon Svoart.Schiedam. 22. 70.--I0. R.Dirk de Munnik. 'T Loopende Hart. 8. 20. -- -Branders. K. Jan van Brakel. Lammertje Queek. 2. II.---- '-Reinier de Vos. De Ext er. 2. 12. '-Pieter Lievens. De goede Hoope. 2. 12. -- -- ••Jan Broer sz. Vermeulen. De Helena. 2. 10. R. Kornel. Jak.v.derHoeven.De Lydtzaamheit. 2. 10.---- tt.Gysbert Jakobsz. de Hay. Rotterdam. " R. Willem Peuluszoan. Delft. - - - Es-  L. Admiraal DE RUITER. 015 Esquadre van den L. Admiraal Jan ^55 Evertszoon, voerende de wimpel van de voorftenge. 7-.L. Admiraal Jan Evertsz.TValcberen. 70 %? //ermrt» tf/a»/. j,a(;t e„ Landen. 5-, 217' ..JO' Dees werdt, om't groot getaizynerzieken, " opgezonden. A.Fioris Floriszoon Blom. De Son, 44.185.13 Fregatten. Z.Willem Marinuszoon. De Zeeridder. qj.uo Z Dirk Jobszoon Kiela. Delf, Abraham Krynszoon. Zeelandia. Sa 17? Z. Kornelis Evertsz. deJonge.Scbaakerloo. !q , Z. Jan Adriaansz. Blanken.Vifchers Harder. 16. 65'. - - 40 7 „, „ . . Advysjachten. /..Klaas Reimerszoon. Soutelande. 6 20 Z.Gülis Gelynszoon. Dieshoeke. 6 », Wejler Souburg. d.xj.-.W Z.Wül. Hendr. v. der Veere.Prins te Paardt. 14. 27. ..48. 1 r,r-„ „„ Branders. Z. Willem Meerman. De Eendraght. s g Z. Engel Adriaanszoon. De Hoope. 7 ,/ " V.Meindert Jentfes. De Princefe. T 16 K.JanDaniclsz. v. den Ryn.De Fortuin. 2 n "" K. Gerrit Andrieszoon Mak.Schiedam. .. ' .. ' " r; Bartel Evertszoon Licht. Erafmus. -.. GS Es,  ïo6 Het LEVEN van den 1666. Esquadre onder den L. Admiraal Tromp, voerende de wimpel van de kruisftenge. A.L. Admiraal Tromp. Hollandia. 8o.373-4,-3ö. N.L. Admiraal Meppel. Weftvrieflandt. 78.325. '3-6o. k. Viceadmiraal V. Schram. De gedvoonge Vreedt. 73- 239.-115. A.I.ZvieersalsViceadmiraal.Gouda. 71.330.38. — A.W.v.derZaan alsS.bynacbt.De Befchermer. 52.250.34. -- ti.G.'tHoenalsScboutb'ynacbt.Iofna. 54- l9'-33-l8. a. £. Kornel Palm. Oofterwyk. 68.249.64.-- A.Kapit. Hendrik Adriaansz.De Reiger. 72.275.46.25. A. Jakob AndricszoonSwart.Deventer. 66.H7- 27-25. a- Jan de Haan. Kalantsooge. 72. 244- 34-27- A.Tbomas Fabricius. Tydtverdrvf. 56.218.29.44. a. Jan van Amftel. De Vryheit. 58.258. a. Michiel Suis. Kampen. 46.181. - - 50. A. Pieter van Middel/andt. Haarlem. 42.166.43.-- a. Pieter Magnufeti. Edam. 37-147- N. Sergeant Majoor Graaf Jan van Hoorn. Gelderlandt. 64.223-43 22. N. Pieter Klaasz. Wynbergen.'T Noorderquartier. 58. 219. 3f-25. N. Adriaan Berkhout. De 3 Helden Davids. 48.190.-- 34- N.Kornelis Jakobsz. de Boer.'TWaapenv.Holland. 48.123.- -103TSS.Ian.Hek. Kaleb. . 47.243.-- 61. N. Klaas Anker. De Eendraght. 44.120.-- 68. N. Klaas Valehen. T Wapen v. Medenblik.^6. 90. - -110. N. Hendrik Viffcher. De jonge Prins. 62.243.23-8. N.Pieter Kerfeboom. 'TWap. v. Enkhuizen. 72. 237- 3-72. A. Jakob Binkes. De vereenigde Prov. 48.202.28.— Fregatten. a. Jan Davids Bont. Kleene Harder. 34. II 1.20. 5. A.Arent Simonszoon Vader. Overyjfel. 30.120. a. Jan Gyfels van Lier. Afpéren. 84.14°- a. Jakob Boom. 37/?. 32. ! 10.20.I0. H. Gerrit Klaasz. PoJlhoorn.T Waapen van Hoorn.i\o. 120.-- 30. N.Jan Mauw. ,Tkafteel v. Medenblik.30. 82.-- 45. Advysjachten. A.Jan Janszoon Verboekelt. — a. Pieter Martenszocn. Branders. -•Hend. Dirksz. Boekhoeven.Briftol. 4- T4- " " A.Rem Pieterszoon Mars. d'Eenhoorn. 4- '4- A.Henricus Rofsus. Dc Brak. 4- '4- •-Gcrrit Floriszoon. 'TWaapen van Londen. 4. 14- r. looft Gilliszoon. Pro Patria. r. Iakob Martszoon de Haas.De Reus. " Voor 't aangaan van den flagh quam noch een  L, Admiraal DE RUITER. io7 een brandtfchip, genoemt den Briel, by de 1666. vloot, zoo dat ze nju met twintig branders was voorzien. Daar was by den Krygsraadt beflooten, dat de L. Admiraal Jan Evertszoon, met zyn esquadre, devoortoght, de L, Generaal de Ruiter de middeltocht, en de L. Admiraal Tromp d'achtertocht zoude hebben. Ook werdt yder esquadre met fmaldeelen verdeelt, en elk zyn ordre gegeven, daar hy zich m 't gevecht naar zoude richten: met bevel, dat niemandt de vlagge zoude verlaaten, buiten hooghdringende noodt,op peene desdoodts. De fmaldeeling van de L. Admi- Smaldes raai Generaal de Ruiters esquadre was op de ling van da volgende wyze gefchikt. Eerft zoude de L. Ruiters Admiraal van Nes met de volgende fcheepen «-squadr». onder hem befcheiden, den L. Admiraal Jan Evertszoon kort volgen, en den vyandt op de befte gelegentlieit aantallen. L. Admiraal Aart van Nes. Laurens Davids. Iakob Korneliszoon Stvart. Enno Doedes Star. Hendrik Vollenhove. Frans van Nydek. - Thomas Tobias. - . • Elandt du Bois. Willem Boudewynszoon van Eyk. Kornelis Iakobsz. vanger Hoeven. Ian Broerszoon Vermeulen. Willem Pauluszoon. - Pieter van Wynbergeie. D''Eendraght. Groot hollandia. De Provincie van Uitrecht. De goifdc Leeuwen. De Jffuihrtmf. Louife. Harderwyb. Fregatten. Uitrecht. TQiiurticr van Nicumegtit. Branders. De Lydtzaamheit. Helerra. Delft. Advysjacht. Zwtrl. Daar op zoude de L. Admiraal Generaal de Ruiter den L. Admiraal van Nes kort volgen,  io8 Het LEVEN van den 1666. gen, met d'onderftaande Kapiteinen, in deeze ordre. De Schoutbynacht Ian van Nes. Hendrik Gotskens. Hvgo van Nyhof. Kornelis van Hoogenhoek. - L. Admiraal de Ruiter. Kornel Willem lofeph van Gent. Evert van Gelder. Rutb Maximiliaan. Ian du Bois. Huibert lakobszoon Huigen. Iakob Pieterszoon Swart. Ian van Braakel. Reinier de Vos. Vysbert lakobszoon Hay. Dirk de Munnik. Delft. 'T Waapen van Vitrecht. Stadt en Landen. 'T Zuiderbuis. De zeven Provinciën. Gelder-landt. Klein Hollandia. Wajfenaar. De Vreede. Fregatten. Gornichem. Schiedam. Branders. Lammertjen Qjicek. De Exter. Rotterdam. Advysjacht. Het Hopende Hart. De Viceadmiraal Jan de Liefde zou den L. Admiraal Generaal de Ruiter kort volgen, met d'onderftaande Kapiteinen, ten dien einde onder hem befcheiden. Viceadmiraal de Liefde. Iakob van Meeuwen. Niklaas Marrevelt. Philips van Almonde. looft Verfcbuur. David Vlug. Ian Krook. Ian dl long. Niklaas Naalhout. leuriaan Poel. Pieter Lievenszoon. De Ridderfchap van Hollandt. Amfterdam. T Geloof. Dordrecht. Iaarsveldt. De drie Helden Davids. De Hollandlfcbe Tb ui». 'T Raadthuis van Haarlem. Fregatten. Harderwyk. De Vreede. Brander. De goede Hoope. Doch in gevalle men d'Engelfchen van d'andre kant moght koomen aan te taften, en dat de L. Admiraal Tromp de voortoght hadde, dan zou men de voorfchreeve ordres van  L. Admiraal DE RUITER. 109 van achteren moeten beginnen, en, in plaats 1666, van den L. Admiraal Jan Evertszoon, Tromps esquadre volgen. De Branders werdt belaft zich dicht achter de Ruiter en d'andre Hooftofficieren t'onthouden, en den vyanden, als haar de gelegentheit voorquam , alle afbreuk te doen. D'Advysjachten op te pas. fen, om, indiener eenige fcheepen in den brandt of in de grondt gefchooten wierden, 't volk te bergen. D'andre esquadres werden op diergelyke wyze gefmaldeelt. D'Engel- Sterkte fche oorlogsvloot, onder 't opperbevel van van ü'Enden Generaal Monk, Hartog van Albemarle, ee,rche fterk ontrent tnegentig oorlogfcheepen, en?™*;™ negentien of twintig branders, was insgelyks verdeeling. in drie esquadres verdeelt. De witte vlagh onder Thomas Allen hadt de voortoght, de roode onder Monk de middeltoght, en de blaauwe onder Jeremias Smit d'achterhoede. Den vierden van Auguftus lichte de . A. Nederlandtfche vloot haar ankers, en zagh "S' d'Engelfche, die 's nachts ook ten anker hadt gelegen, met het opgaan der n zonne recht in de windt, die Noordtooftten- vloVce'rT* noorden was, van haar leggen, en onder wenden zeil om den ftrydt te beginnen. Ditgefchied- 'egens elde in de vlakke zee, daar 't Noordtvoorlandt kanJeren ontrent acht mylen Zuidtwefttenweften vanaan' hun lagh. Des morgens vroegh quam de De Heer Heer van Somelsdyk met eenig vaartuig aan Vzn, f °," de Generaal de Ruiters boordt, die hemCïfC ■ noodigde op zyn fchip te blyven; maar hy de Ruiter,, zeide van voorneemen te zyn zich by den L. maar beAdmiraal Tromp te begeeven: en voer daar gceft zich op naar 't fchip Hollandia by den gemelden v?nTromP. Tromp.  iio Het LEVEN van den 1666. Tromp. 'T welk daarna by zommigen eenig quaadt. vermoeden baarde, als of hy daar eenig heimelyk bericht hadt gebraght, of raadt gegeven ^ die met den dienft van 't Landt niet wel overeen quam; Doch ontrent zulke zaaken, die dikwils op enklen fchyn en lofle gillingen zyn gegrondt, heeft men 't quaadt niet licht te gelooven: maar' zyn oordeel op te fchorten, tot dat de tydt de waarheit ten vollen ontdckke. De vier Franfche Heerert, de Ridders van Lorraine, van Coaslin en Cavoy, met den Baron de p. 98 09 Bnfc^ die, gelyk boven verhaalt is, zich ' op 't fchip by Kapitein Gotskens onthielden, quaamen nu over op het fchip van den Generaal de Fluiter, om daar 't gevecht by te woonen. De zeeflagh van deezen dagh is waardigh dat men ze omftandighlyk verhaale, en naa waarheit befchryve: te meer, om dat men daar zedert verfcheide ftrydende vertellingen van uitftrooide. Ten dien einde zal ik de zaaken en voorvallen naaktelyk ontfouwen, invoegen gelyk ze my uit verfcheide brieven en aanteekeningen, met de Generaal de Ruiters eigene handt gefchreeven, ook uit het daghregifter van zyn Secretaris Joris Andringa, mitsgaders de vertellingen van andre ooghgetuigen, zyn voorgekoomen. By Be0n van gebrek van wjndr. qUanl de Nederlandtfche tg<" avantgarde, door de L. Admiraalen Johan Evertszoon en Tjerk Hiddes de Vries aarigevoert, cerft ontrent den middagh met de voortoght der Engelfchen, geleidt door den Viceadmiraal Thomas Allen, voerende de witte vlagge, in 't gevecht. De Generaal da  L. Admiraal DE RUITER. m de Ruiter volgde het esquadre van Jan Everts- ltS66 zoon op de voet: maar de ftilte werdt onder- Groene wyle zoo groot, dat hy 't hooftesquadre van ft'ite. dEngelfchen (daar de Generaal Monk en Prins Robbert het gebiedt hadden: die beide op een fchip waaren, en een Brittannifche vlagge van de groote en een roode vlag van de voorftenge lieten waaijen) niet dan ontrent ten een uure naa den middagh kon aantreffen , en dat alleen met een gedeelte van zyn hooftesquadre: dewyl veele fcheepen onder hem befcheiden, te verre in ly waaren vervallen, en door de gemelde ftilte niet op konden koomen, noch de Ruiter tot'haar 'afzakken, om'haar, nevens zyn byhebbende fcheepen, in gelyk poftuur en linie aan den vyandt te brengen. Hy raakte dan met dat gedeelte van zvn esquadre, met Monk en 1)3 Ruiter zyn esquadre, in een fchrikkelvk gevecht-rMkte1m« zyne fcheepen floegen over bakioorRE* dEngelfchen over ftuurboort. Maar mid- e5qn.cS lerwyl zagh de Generaal de Ruiter, met 'E Slecht, groote verwondering, niet konnende dereeden begrypen, dat de L. Admiraal Tromp en vervolgens zyn geheel onderhebbende esquadre , dat het f ontzaggelykfle van 's Landts , ~ PJ vloot was en d'achterhoede formeerde , &md"m' met opgegyde zeilen; als of hem 't werk nie Tro'mp aan en gmgh bleef leggen, wel twee mylen komt iL beweüen dc Ruiter, waar door hy een ftuk-ter bv den weeghs achter uit dreef, en zoo verre achter Vyandt' de Ruiters esquadre raakte als de voortochtf wf onder Johan Evertszoon te voorlyk was %e- M°ek' avanceert: zoo dat d'Engelfchen daar tusichen beide inbraaken. De vier Franfche Hee-  ïia Het LEVEN van den \666. Heeren, den L. Admiraal Tromp dus ziende leggen, vraagden, wat zulks te zeggen was» daar op geantwoorde werdt, dat men niet wijl wat den Heer Tromp daar toe bewoog. De Ruiter Midlerwyl kreeg de Generaal de Ruiter een werdt vangroot geweldt van vyanden op den hals: daar alle kamer werdt ontrent de fcheepen die hy by zich aangetaft ^adt, en ontrent zyn fchip, zeer hardtneken tel be- p.evocnten. Hy hadt den Generaal, de voenten. N£gby ^ of Royaie Charles, het Koningklyk fchip de Souverain, cn verfcheide andere van de grootfte Konings fcheepen, die elkanderen zomtyds verpoosden, gelyk op de zyde. Doch hy bejegende hen in dier voegen, pf/ïegen-'én gaf van alle kanten zoo geweldig vuur, weer. van eenige weinige fcheepen trouwelyk geholpen , dat ze hem, haa een gevecht van drie uuren, zyn poft lieten behouden, en D'Engel-voor eenigen tydt Verlieten. Het Engelfch lenen hou- Admiraalfchip der roode vlagge werdt in deeden van zcn ftrydt zoo doornagelt en reddeloos gehem af. fchooten, dat de Generaal Monk en Prins Robbert op een ander fchip moeiten overgaan , gelyk men uit het verplaatzen der Admiraals vlagge kon zien. D'Engelfchen van hem afhoudende, vondt hy gelegentheit om wat aadem te fcheppen. Maar terwyl hy beZich was met zich wat op te redden, zagh hy, wat uit den rook koomende, die hem te vooren 'toezicht benam, dat de voorHet toght, of het Zceufch en Vriefch esquadre 2eeufchen yan den L. Admiraal Johan Evertszoon, het Vriefch vQor de windt draagende hieldt, met de aaïï wy bramzeilen daar by gezet, en de blinden voor ken. denboegh , om te meer vaart te maaken: en al  L. Admiraal DE RUITER. 113 al liet hy verfcheide fchooten met grof ge- 1666. fchut naar hen doen, zy konden tot geen itandt werden gebraght. De Generaal Monk met zyn hooftesquadre, dat gewaar werdcnde, quam weer met groote felheit op den Generaal de Ruiter en de Weinige fcheepen, die zich ontrent hem hielden, af, en herVatte den ftrydt. Dees ftorm werdt weêr Men valt doorgedaan, en, met ongemccne dapper- Weêr fterk heit van de Ruiter, met weinige tegens vee- °PdERuile vyandtlyke fcheepen geftrecdcn: niet zon- _ der groot verlies van wederzyde. Het fchip manne%k Gcldcrlandt, daar dè Heer Willem Jofepli verweerc4 Van Gent, Kornel der mariniers of zeeioldaaten, een van de Ruiters fecondcn of byiïanders, ovcrgeboodt, die zich dapper qucet, werdt zeer reddeloos, en zyn groote Heng Van Gent afgefchooten, en liep groot gevaar: maar in noodt, liet zyn anker vallen, en kreegh alzoo ruimte van den vyandt. Het brandtfehip 't Lam- Eenbranmertje Queek, gevoert by den Kommandeur der in de jan van Braakel, dat in 't fcherpfle van 't sronc,t ,eri gevecht zich tuffchen de Ruiter cn Monkeen ander onthielt; werdt in de gronde gefchooten, ert "erbrandt* zonk by de Ruiters fchip. Maar Braakel Voer toen met zyn floep en volk floutmoedelyk naar een Engelfchen brander, die ongetwyffelt van Gent zou hebben aangefleeken; doch, hem zoo Hout'ziende naderen, zich zeiven aandak, en met het volk in de floep vluchtte. Een andere Hollandtfche brander werdt in den brandt gefchooten, en een gedeelte van 't gebergde volk quam op de Ruiters fchip, en betrachtte daar weêr hunneü plicht. Daarna beval de Ruiter den Kapi-1 III. Deel. II tein  H4 Het LEVEN van den 1666. De Kapiteinen Rut JVlaximi liaan, Nj. hof, Ho genhoek en Poel doodt gefchooten. tein Jakob Pieterszoon Swart, zich met zyn advysjacht Schiedam by van Gent te voegen, hem uit het gevecht te flecpen, en in de naafte haven te brengen. Ook liet hy den Engelsman Samuel Ravens, dic zich in den Jlagh dapper hadt gedraagen, en met een groove koegel in zyn buik gequetft was, met een galjoot naar Vliflingen voeren: daar hy aan zyn wonde overlecdt, en begraven werdt. De Kapitein Rut Maximiliaan, een van de Ruiters feconden, werdt doodtgefchooten. De Kapiteinen Nyhof en Hogenhoek, insgelyks zyn feconden, waaren in ftaat van derven, door hunne wonden: d'eerfte was zyn been afgefchooten, en d'ander met een koegel in zyn buik getroffen. Ook fneuvelde Jeuriaan Poel, Kapitein op het fregat de Vreede. Eenige weinige andre Kapiteinen, zich dicht by den L. Admiraal dc Ruiter houdende, droegen zich dapper, en booden groote weêr: doch by gebrek van juifte aanteekening kan ik hunne naamen niet melden, nocht hun den lof geven, dien ze verdienden. De L. Admiraal van Nes hadt, toen de Ruiter tegens den Generaal Monk doende was, met den Engelfchcn Vicead,miraal van de roode vlagh, nevens etlyke fcheepen van zyn fmaldeel (want d'andre waaren wat in ly van hem af geraakt) insgelyks een harde ftrydt. Eenigen van zyn volk verhaalden, dat daar twee vyandtlyke feheer pen in de grondt werden gefchootpn. Ook weeken d'Engelfchen, zoo waaren ze getroffen, wat van hem af. Doch kort daarna quaamen ze weêr op hem aan, en vervolgh- deiï  L. Admiraal DE RUITER. 115 den 't gevecht met groote heftigheit. Toen 1666, de rook wat opklaarde zagh hy dat verfcheide van de voorfte fcheepen begolten te wyken en te vluchten, en d'Engelfchen vielen daar op te feller op hem en zyn byhebbende fcheepen aan. Dies vondt hy zich genoodtzaakt de wykende fcheepen met kleen zeil te volgen, om hen, zoo veel als moogelyk was, te befchermen. Doch zyn fchip was zeer reddeloos gefchooten, en hy hadt veel dooden en gequetften» In dit beloop der zaaken hieldt hy zich, neverts de Ruiter, geduufig in 't voorde van 's Landts vloot, naad aan de vyandt, terwyl eenige van de achterfte Weeken. De L. Admiraal de Ruiter, zoo veel vyanden op den hals hebbende, en alleen door van Nes en weinige andren wordende geholpen, toonde in°al deeze zwaarigheden en gevaarlykheden een mannelyke ftandtvaftigheit, op hoope dat hy noch ^e Rü'tef van achteren door 't AmfterdamfchenNoordt- hoT , hollandtfch esquadre, en de andre fcheepen "nTmvan die onder t hooftesquadre behoorden, of d'andre esdoor het wenden van 't Zeeufch en Vriefch quadres. esquadre, zou worden ontzet. Maar 't was vergeefs gehoopt. Onderwyle was zyn fchip ^n fchiP aan zeilen, ftaande en Ioopende wandt, eh ?eh"5?"h rondthout, zoodaanig ontrampeneert en be- «31 fchaadight, dat men 't niet langer naar be- lom. hooren kon regeeren. "Ook kon men daar uit, door de meenighte der dooden en gequetften, met het gefchut geen genoeghzaame tegenweer doen. Dies vondt hy genaden het meefle gros der afwykende fcheepen, indien hy zich van de zelve niet wilde laaten H % af.  u6 Het LEVEN van den 1666. affnyden, met kleen zeil te volgen. Wantby den L. Admiraal Tromp , die met zyn esquadre te windtwaart was, kon hy nict koomen: ook kon hy niet bedenken waarom Tromp zich by hem niet voegde, daar hy, zyns oorHy begint deels, wel kon de. Dus is de Ruiter al {laanmet eea .. de, en te gelyk afwykende, langzaam Zuidtz n^af-waart afgezakt. Want de ilappe koelte liet toght n'ct toe groote vaart te maaken, die hy ook Wochhoo- niet zocht: noch al hoopende dat hem Tromp pende op met het Amfterdamfch en Noordthollandtfch de komlt esquadre, onder 't faveur van den donder, Tromn. zoude bykoomen, daar de windt toe diende, en dat men dan 't werk gelykerhandt zoude hebben hervat. Doch tegens den avondt, weêr wat uit- de groote duifternilTe van den damp gekoomen, zagh hy den L. Admiraal Tromp, en den Kapitein van der Zaan, als Schoutbynacht, met noch zes fcheepen van d'arrieregarde en een brander, en een uur daarna den L. Admiraal Meppel wel drie mylen in 't Noordtweften van zich, als ook dc Viceadmiraal Jeremias Smit, het hooft der Engelfche arrieregarde, voerende de blaauwe vlagge, met noch eenige fregatten, die nu en dan op •Komt by eikanderen fchooten. Hy quam noch dien £ %Fr?i zeiven avondt by 't Zeeufch cn Vriefch esquadre. esquadre, en verdondt 's anderendaaghs Verhaal wat fchaade 't zelve hadt geleedert. Hier van 't ge- trof het ongeluk de voornaamfte hoofden, vecht te- Naa dat de twee L. Admiraalen Johan gens de Evertszoon en Tjerk Hiddes de Vries, met gederEn- '1un onderhebbende fcheepen, het Engelfch gelfchen. esquadre der witte vlagge, dat de voor- toght  L. Admiraal DE RUITER. 117 toght hadt, van twee zyden kloekmoedelyk \666. aanvielen, werden ze met ongelukkige fchooten getroffen. Jan Evertszoon werdt zyn Jan Evensbeen afgefchooten, daar hy aan overieedt. zoon, Tjerk Hiddes verloor ook zyn been eh lee- Tierk fIidven.; De Viceadmiraal Hoenders ffierf ins,-ies e° gelyks aan etlyke wonden. De Viceadmi-^ee8 raai Bankert, in 't midden der Engelfchen fchooten. beliooten, moed zyn zinkend fchip ter Tho- 4 Jug. len verlaaten, 't welk voort werdt verbrandt. Bank,jrts Het fchip Sneck, gevoert door Kapitein ^'P^k'Ruirt Hillebrandts, viel in handen van d'En-s"4k « gelfchen, die 'er den brandt in ftaaken. noomeuen Kapitein Henrik Vroom, dic met het fchip verbrandt, de waakende Boey van Amftcrdam onder dit esquadre was befcheidcn, werdt ook doodtgefchooten. Het fneuvelcn der twee L. Admiraalen Evertszoon en dc Vries, en van den Viceadmiraal Koendcrs, veroorzaakte zoodaanige flaauhertigheit en onordc, dat het gantfche esquadre ten een uuren naa den middagh begon te wyken, zonder op het fchieten van den Generaal dc Ruiter, boven verhaalt, af te koomen. Te dier tydt werdt op 't fchip van wylen den Viceadmiraal Koenders groote moedtwil gepleeght. Een Weerfpangedeelte van't volk, dpor een of twee ma- nlgheit op troozen opgehitft, werdt oproerig, ftondt het fchiP tegens d'Officieren op, cn weigerde de handt Grocninaan werk te daan: ja iemant liet het giertou f^Z' van 't fchoverzeil vallen, in weerwil van den Stuurman: voorts van de vyanden afhoudende, en voor de windt wegh loopende. Ook betrachtte de Kapitein zyn plicht niet naa behooren. Men hadt dan in 't Zeeufch H 3 en  113 Het LEVEN va& den 1666. en Vriefch esquadre ongelukkig gevochten, en meenen de geenen, die zich het waateroorlogh verftaan, dat de groote ftilte, en dat de Nederlandtfche esquadres daar door te verre van eikanderen verfpreit waaren, en niet gelykelyk aanvielen, ook het langszaam bykoomen van 't Amfterdamfch en Noordthollandtfch esquadre, de verhoopte overwinning verhinderden. Nu Haat ons te melden wat ontrent het esquadre van den L. Admiraal Tromp op dien dagh is voorgevallen, daar de Generaal de Ruiter eerft den tweeden Het bedryf dagh daarna kennis van kreegh. De Heer en gevecn, Tromp, eenigen tydt naa dat de Generaal de WB nde1" ^Ulter net tegcns de roode vlagh hadt aangebiaauwe6 wen^c5 zeil maakende, was ten leden by de vlagge. windt naar 't Engelfch Esquadre der blaau4 Aug. we vlagge, over 't welke Jeremias Smit het bevel voerde, toegefteeken. D'Engelfche Schoutbynacht, met een brander, op een der voorde Nederlandtfche fcheepen aankoouiende, zocht dat vergeefs te verbranden. Want de Schoutbynacht van der Zaan fchoot dien brander, naa eenig gevecht, in den brandt. Ook quam d'Admiraal der blaauwe vlagge insgelyks met een brander af, tegens wien de L. Admiraal Tromp, nevens de Kapiteinen van Amftel en de Haan, zyn fecondes, eenigen tydt fchutgevaart hielden, tot dat ze kans zaagen om een Engelfch fchip, genoemt de Refolutie, gemonteert met zesentfeftig ftukken, en bemant met drie honderdtveertig koppen, t'eenemaal reddeloos gefchooten, met by de windt te knypen, te boven te zeilen. Dit werdt uitgevoert. Tromp  L. Admiraal DE RUITER. u9 Tromp gaf het de.laage, en een brander dak 1666. 'er den brandt in. Daar werden niet meer Het Eudan vyfenveertig mannen geberght, de reftgelfch moeft in 't vuur of water vergaan. Ter zei- 'cl"P de. ve tydt raakte de L. Admiraal van Meppelen ^b°raunj* en de Viceadmiraal Zweers in een fcherp ge- scherp gevecht tegens d'Engelfchen : inzonderheit van vecht tufMeppelen, die ettelyke uuren lang den Vi- tenen den ceadmiraal van de blaauwe vlagge op zyde L- Admi" lagh. D'aanvcchting cn tegenweer was by- "j8,!-**" n na even zwaar. De gemelde Viceadmiraal en den Viwerdt wel drie of vier maaien met verfch ceamniraal volk verfterkt, maar desniettemin door den van de L. Admiraal van Meppelen met zoo groote Dlfauwe dapperheit bejegent, dat hy moeft by ftee- vla6Se« ken, en over ftaag wenden. Dan van Meppelen was zoo doornaagelt, dat hy naauwlyks kon zee houden, en al aan 't zinken was: hy hadt vyf voet water in 't fchip, en zyn onderfte laag kruidt ftondt in 't water. Doch met groote naarftigheit kreegh hy 't fchip weêr dicht. Zyn groote maft was op zeven plaatzen doorfchooten, en 't was geduurende 't gevecht meeft ftil, zoo dat hy zich niet kon wenden. Eenige Kapiteinen van 'tNoor- DeSchouc derquartier ftonden hem trouwelyk by, en 't bynacht kofte zyn Schoutbynacht 't Hoen het leeven. c lloen Hy zelf hadt honderdt zoo dooden als gequet- doo0t8eften. Zyn Kapitein Ysbrandt Klemenszoon lch00ten* werdt het been aan ftukken gefchooten, en zyn twee Luitenants wierden zwaarlyk gequetft. Daarna pooghde d'Admiraal der blaauwe vlagge, Jeremias Smit, met zyn brander Kapitein de Haan te verbranden^ maar de brander, ziende etlyke floepen gehl 4 reedt  i2o Het LEVEN van den 1666. reedt om dat te weeren, en éenige fchooten van de Haan ontfangende, vondt zich genoodtzaakt met den floep, die hem van den gemelden Admiraal Smit werdt toegezonden, over flaag van de Haan af te bougfeeren. Tegen den avondt kreeg de L. Admiraal Tromp het geheele Engelfche blaauwe esquadre op de vlucht. Maar d'opkoomende diltc belette dat men niet meer kon verrichHc-t En- ten. Daar op heeft Tromp, zonder naa de geifche es Ruiter om te zjen - den geheelen nacht de 2!1'"?,rldcr blaauwe vlag vervolght: en dit vervolgen vlagge op werdt hem daarna tot misdaadt aangereekent. de vlucht, Eenigen meenden dat het vluchten der blaatten van wc vlagge een oorlogsllift en veinftreek der Tro™Hen Engelfchen was, om Tromp van de Ruiter „a"|,t ve"r af te trekken. Ook hadden zommigen geen Tclght. goede gedachten van Tromps vervolg: mee13eder.!;er, nende dat d'ontfangenc fpyt, ter zaake dat opdat vu de Ruiter in 't verlccden jaar, toen hy uit Y°'ë?»« Guineaquam, hem boven't hooft werdt geftelt, hem noch in den krop ftak: en dat hy zich daarom nu tc min met de Ruiter bekommerde. Maar anderen hielden, dat hy, de blaauwe vlag vervolgende, zich te ver liet vervoeren door de hitte van 't gevecht, cn de drift van zyne aangeboorne klockmoedigheit, zonder op het achterfte genoeg te denken ; en dat hy alles licht zoude hebben verantwoordt, indien 't met de L. Admiraalen Jan Evertszoon, de Vries, cn de Ruiter, naar wenfeh waare afgeloopen. Dan d'ordre der zaaken vcreifcht dat wy tot de Ruiter keeren. Decs lagh den gantfehen nacht Zuidtzuidtooft over, en was vlytig bezich met-  L, Admiraal DE RUITER. mi met alles op te redden, lekken te doppen, Tf5<56 kardoezen te vullen, te fplitzen en te knoopen, tot dat men 't fchip weêr kon bellieren. De vyandt hing hem dien nacht meed in 't zogh van 't vaarwaater; jaa eenige Engelfche fcheepen quaamen hem zoo naa op zy, dat men eikanderen verpreidde. De L. Admiraal van Nes, die zich den gantfchen nacht ontrent hem hieldt, en ook gedóurig bezich was met reparceren, en alles klaar te maaken, quam in 't donker zoo dicht by een vyandtlyk fchip, dat d'Engelfchen hem toe. riepen: doch hy, hen niet konnende verdaan , liet hun toeroepen, dat ze op zy zouden koomen; maarzy ftaaken by, en wachtten hunne vloot. Den dagh, aanbrcekende, het de Generaal de Ruiter van de fteng naar d'arrieregarde uitzien , maar vernam geen andre fcheepen dan 't gros der Engelfche vloote, die hem volgde. Toen beval'hy zyn fchoonzoon Johan de Witte, Kapitein der Zeezoldaatcn, dat hy al zyn volk de musketten op den overloop zou doen neerlegden, en aan 't gefchut ftellen, om de plaatzen der gefchoote en gequetftc matroozen te vervullen. Maar veele kagen, door vermoeidtheit van den arbeidt des gevcchts, onder zommige dooden, op 't fchip cn diepen, als of ze doodt waaren. Zoo dat men ze by 't hair of de leeden moeft trekken om ze op te wek. ken, en in ordre op hunne pkatzen by 'tgefchut te ftellen. De meede Engelfche zeemaght hadt toen de Ruiter eenighzins omringht. Zy kagen rondtsom hem als een halve maan: hy hadt ze aan de loef, in de H 5 tri  122 Het levén van den 1666. ly, en van achteren, en lagh alleen, mét Ruiter weinig fcheepen verzelr. Hier begoft men .werdt op weer fei van ane kanten op hem te kanonden da"h" neeren' de koegels vloogen als haagel, met op Dienen een yftelyk gefchreeuw van de geenen dic geftreng be- troffen werden. De zeilen, van nieuws aanvochten, geflaagen, raakten vol gaaten, en aan flente5 ^"S- ren. En 't ftondt zoo gefchaapen, dat hy nooduh n'iet anc^ers voor oogen zagh, noch verwachtte , dan 't geheele verderf van 's Landts vloot, of van al de fcheepen die hy by zicli hadt, indien d'Engelfchen hunnen plicht wel hadden betracht, en naar behooren waaren ingevallen. Geduurende dit vechten liet de Hy om. l. Admiraal Generaal de Ruiter den l. Adbiedt den mjraai van Nes, die hem rrouwe'yk byratl van d°ndt, aan zyn boordt roepen. Van Nes, Nes aan by hem koomende, vraaghde de Riirrr. hoi zynboordi hy voer. Hy verhaalde hoe 't op zyn fchip geftelt was, en zy gingen t'zaamen in de hut, terwyl d'Engelfchen even fterkop hen fchooten , zonder nochtans op zy te derven kooHun on- men- De Ruiter zeidc, IVy zyn flechts met detiingge- ons zeven of'acht fcheepen by eeny wat tuiléft fprek. wy doen? Want d'andre fcheci : 1 v. i ircn anderhalf myl waters voor hun, liepen zoo veel zy moghten, en konden tot geen ftaan gebraght worden, wat moeite met feinfehooten daar om gedaan wierdt. Van Nes antwoordde , dat men zich alwykende moeft verweer en. 'T welk hy insgelyk zoo verftondt: want zy hadden geen maght by hen om zulk een vloot Engelfche fcheepen tegen te ftaan. Toen borft de Ruiter in deeze woorden uit, Wat komt ons over? Ik wou dat ik doodt was. Van  L. Admiraal DE RUITER. 123 Van Nes daar op, ik wou 't insgelyks: maar 1666, men flerft juifl niet als men V wemè'hf. Daar op gingenze uit de hut, en van Nes nam zyn aifcbeidt. Doch in dat punt des tydts quam Loopea 'er een koegel in de hut, die de plaatzen, «r-'°t gedaarze gezeeten hadden, wegh nam. Zoo vaarrUoor weinig fcheelde't of een koegel hadt twee choot' zulke hoofden weghgenoomen. In 't fcheiden beloofden ze eikanderen, dat daar d'eene bleef, ook d'ander mede zoude blyven, zonder elkander te verlaaten. Ook deed van Nes, aan zyn boordt gekoomen, al vechtende zyn uiterfle beft, om, zoo veel moogelyk was, achter hem te blyven, en de vyanden af te weeren. D'Engelfchen leiden 't al De RuIter af met voor uit naar de Ruiter en de Neder- v^volght landtfche fcheepen te fchieten: daar hy en 'yn af. de zynen achter uit op antwoordden, zei- coSht* lende al Zuidtooft en Zuidtoofttenzuiden, om hunnen koers en aftoght te vervorderen. Ten negen uuren zaagen zy Weftkapel Zuidtoofttenzuiden drie mylen van hun leggen, en zeilden geduurig voort. De Ruiter oordcelde dat hy in die geftelteniflè van zaaken den vaderlande geen grooter dienft kon doen, dan met de vloot in behouden haven te brengen. Ook was, in 't gevaar van alles te verliezen, het behouden en bergen van'sLandtS zeemaght de naafte trap aan 't overwinnen. Maar de Generaal,Monk, met zyn meefte De Genemaght hem volgende, hadt noch groote hoo- "al Monk pe (gelyk hy daarna in zekeren brief te ken- heeftgroonen gaf) om de Ruiter in handen te krygen, le h°op en de glorie te hebben van dien grooten Ad- neLeT'6 miraal, die zoo uitmuntte onder de kloekfte of zyn ' zee-  124 Het LEVEN van den 1666. zeehelden, in Engelandt te brengen, en fchip te' deedt groot geweldt om zyn fchip te ververbran- branden, dat ontrent den middagh zeer naby den. quam.- Toen quam hem een brander vry naa Loopt aanboort, zoo dat het hachelyk ftondt of hy ▼aar*foor 't aanklampen zou konnen keeren. Maar oneen bran- bcdeeft en voorzichtig in den grootften noodt, der. gaf hy terftondt ordre om vier floepen te be- Laat daar mannen, de zyne en die van de Kapiteinen tegens vier yan Meeuwen, Vollenhoven, en Jan du mannen Bois' IIier toe werdt eenigh volk gclicht uitvier fcheepen: uit de Ruiters fchip zyn Quartiermcefter Pieter Pieterszoon Lely, met noch tien matroozen: daar zich Willem Nieupoort, zyn Secretaris in de Franfche taaie, by voegde. Uit van Meeuwens fchip quam de Luitenant Philebert Wynrich, en de Quartiermeeftcr Roelof Gerritszoon, met noch zes matroozen : uit het fchip van du Bois, de Quartiermeefter Pieter Pieterszoon van Amfterdam, met noch acht matroozen, en zeven foldaaten: en uit het volk van Kapitein Vollenhove, de Luitenant Abraham vanZyl, de Schipper Govert Pieterszoon, de Quartiermeefter Gerrit Abrahamszoon , dc Scheepstimmerman Marten van der Valk, met noch acht matroozen, t'zaamen achtenveertig mannen, die op de vier floepen werden verdeelt. Toen beval hun de Ruiter, dat ze op den Engelfchen Brander, als zy zouden oordeelen dat het tydt was, zouden los gaan, en den zeiven aantallen en afweeren: doch niet affteeken voordat hy 't hun naader beval: zeggende met eenen tot de vier Franfche Heeren, die geduurende dit fchrik- ke-  L. Admiraal DE RUITER. 125 kelyk zeegevecht op zyn fchip waaren ge- 1666. weeft, zonder veel te konnen doen, (ook betuigende, dat het hun leedt was, dat z" 'er voor hunne perfoonen niet meer toe konden doen) dat ze nu, ter gclegentheit van 't naaderen des gemelden branders, zich een naam konden maaken, en hunne dapperheit toonen met het bevechten van dien brander. Waar op zy terftondt verklaarden, dat ze be- Vier Franreit waaren het ftuk te beftaan. De Ridders 'che Heevan Lorraine, Coaslin en Cavoy, met den ren beSee" Baron de Bufca, begaven zich terftondt in *eo zjch in zyn floep. D'Engelfche brander, een fchoon ITJ» lchip dat een oorlogsfregat geleek, werdt De ,' n terwyl door eenige van 's Konings fregatten der kom aangevoert, en, met een voorwindt van ach- dicht aan teren oploopende, meende het Admiraals- de Kuiter» fchip dc zeven Provinciën aan bakboordt aan boordt' boordt te leggen, en was geen fcheeps lenghte van't boordt, jaa zoo naa gekoomen, dat zich d Engcllchen daar uit en in hunne floep begaven, uitgenoomen een man aan 't roer, en een ander die den brandt in 't kruidt zou fteeken. Toen hing de behoudenis van dat groote fchip, cn by gevolgh van 's Landts vloot cn 't gantfche vaderlandt, aan een zydedraadt Maar de Ruiter, ty kavelende, Wys beleid deedtfehiclykhetroerin ly aan boordt leg-inSeegen, en de zeilen aanftuurboordt ombraflen: r™ de* Waar door de brander gladt, achterom 't brander». fchip mis viel, cn toen gaf hem de Ruiter'de laage, liet de vier bemande floepen flraks afftceken, cn op den brander aanroeijen. Doch den Engelfchen, ziende de floepen in goede ordre kloekmoedighlyk op hem aankoomen, en  j3ö Met LEVEN van den 1666. en met musketten vinnig vuur geeven, orifDie van zonk het hert. Zy ftaaken den brander zelfs f'heif61" 9an brandt, en een Engelfch oorlogfchip werd" ver- met tzeventig ftukken, dat hem zoo ver hadt laaten en aangebraght, liep groot gevaar van door zyn verbrandt, vuur aangefteeken te worden. Toen quam dat Engelfch fchip by den L. Admiraal van Nes, die't zoo haavende, dat het op de ly fmeet en krenghde. Het volk van den Engelfchen brander bergde zich ten deele in dc floep, en ten deele met fwemmen. De Franfche Heeren, die in de Ruiters floep waaren, wilden toen met groote moedighcit d'Engelfche floep naroeijen en veroveren» Maar de Ruiter, duchtende dat ze zich zelve door te groote kloekmoedigheit zouden verreukloozcn, en te verre van hem afraaken, liet de floepen te rugh roepen, met verbodt van zich verder te waagen. Daarna genoot het volk, daar de vier floepen door waaren bemant, de zesduizendt gulden, te weeten, 't loongeldt, dat by den Staat op 't vermeesteren of verbranden van een brander was geGroot ge- fielt. Naa 't mislukken van den toeleg met ^nsVe" ^en ^nSe^cncn brander op dc Ruiter, gaven RnfteM ^em verfcheide groote Engelfche fcheepen, fchip. en onder anderen de Generaal Monk in 't verby zeilen noch de geheele laagen: met zulk een geweldt, dat het alles fcheen te zullen berften en breeken. En de Ruiter, die altydts in de grootfte nooden den grootften moedt betoonde, was toen zoo hoopeDe Ruiter ^oos' <*at nv> ten aanhooren van zyn fchoonbyna hoo- zoon de Witte, in deeze woorden uitborft: peioos. OGvdf, hoe ben ik zoo ongelukkig! is ^ernu on-  L. Admiraal DE RUITER. 127 onder zoo veel duizende koegelen niet een koe- \G66, gel die my wegh neemt? Maar als d.e Witte daar op zeide, Vader, hoe fpreekt gy zoo vertwyffelt: en wilt gy enkel derven, laat ons dan op wenden, en in 't midden van de vyanden inloopen, en ons doodt vechten. Toen quam de Heldt tot bezinning, zeggende, Gy weet niet wat gy zeght: als ik dat deed dan was V al verkoren; maar als ik my Zeiven en deeze fcheepen kan behouden en afbrengen , dan kan men V werk daarna hervatten. Doch korts daarna quam 'er uitkomft.' Hy weerde zich dapper, door eenige weinige fcheepen, met naamen den Kapitein David Vlug, die zich meed achter hem en dichtft by d'Engelfchen hieldt, trouwelyk geholpen. Ook deed Monk wel haaft fein, D'Engelen men zagh d'Engelfche fcheepen d'een fchen wen. voor en d'ander naa afwenden i want de Rui- den v»n da ter begoft met zyn byhebbende fcheepen de ,er ïf* banken te naderen, daar zy zich niet dorften vertrouwen. Te dier tydt zagh de Generaal D- . de Ruiter drie van zyn fcheepen, die in den banken n«verleeden nacht te loefwaart van hem waaren dert, en geloopen, en hy merkte dat d'Engelfchen Bankerc daar veertien fcheepen op afzonden, om ze metachtie0 te onderfcheppen. Daar op riep hy de fg Vyarids fcheepen hadden zien zinken, en gezonken ^oc^ verbranden: en genoegh te hebverbrandt. ben bemerkt, dat d'Engelfchen zeer waaren getroften, en dat veelen van hun groote ran> Banken pen hadden 'gekreegen. De Viceadmiraal omzet drie Bankert begaf zich terftondt met zyn esquafcheepen. drc naar de drie afgedwaalde fcheepen, daar d'Engelfchen toen van afhielden; zoo dat ze Dc Viceadmiraal Bankert, of 't fchip van Kapit.dellaaze. De Schoutbynacht Britnsvelt. Jakob Pcujj'e. Jan Maltbyszoon. Jan Tandt. Adriaan van Krv.iningem Willem Marineszoon. Dis k j' .bszeon Kiela. Jan Adriaanszo'on Blankert. Branders Willem Hendrilsz. van der Veeret Elandt du Bois. Huibert Jakibszoon Huigen. Willem Boudeivynszoon. Philips van Almondc. linno Doedcs Star. Thomas Tobias. Barent de Vries. Pieter Feykes Eikcw.a. {Reiuier de Vos. Jan Broerszooit Vermeulen.  L. Admiraal DE RUITER. 129 ze daarna by d'andere fcheepen quaamen; 166Ö. I let fchip van wylen den L. Admiraal Tjerk Hiddes de Vries was ook in den nacht van de Ruiters esquadre afgeraakt, 't geen eenige bekommering gaf. De Generaal de Rui- De Ruiter' ter, met zyne fcheepen zyn koers vervolgen-zeilt de de, zeilde over de Wefterraan de Spleete in, Spi^cm1"* kreeg de windt Noordtooft met goede koel- binnen te, en quam ten zclven daage binnen voorvoor en daarna ook de Gedeputeerden en endaarma' Gevolmaghtigden der Heeren Staaten, en die van de daar onder den Raadtpenfionaris de Wit, Heeren aan de Generaal de Ruiters boordt, om t'onkoom"n derzoeken hoe zich alles in 't gevecht hadt aaTde" toegedraagen, en op alles ordre te ftellen; Kuiters ten einde dat de vloot weer fpoedig moght boordt. in zee raaken. Deeze Heeren toonden hun loAug. genoegen ontrent de Ruiters bedryf: 't welk ook by dè hooge Overheden werdt beaangenaamt. De Heeren Staaten van Hollandt verftonden, dat hunne Hoog. Moog. hem op de befte wyze zouden bedanken'. Ook werdt daar op de volgende refolutie gcnoomen. Ex-  L. Admiraal DE RUITER. 133 Extract uit hetRegifler der Refolutien van 1666. de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden.1 Mercurii den xi Augufti mdclxvi. In deliberatie gekit zynde, is goedtgevon- Refolutie den en ver ft aan, dat aan de Heeren haar der Staaten Hoog. Moog. Gedeputeerden en Gevolmaghtig- Generaal den in de 'Wielingen gefchreeven zal worden, ^ j^Jg" dat haare E. den L. Admiraal de Kuiter, uit den naam en van weegen haar Hoog. Moog. over zyne mannelyke dapperheit en goede conduite , in de jongfle rencontre tegens d'Engelfchen betoont, in der befte maniere willen lauderen, met betuiginge dat de zelve haar Hoog. Moog. aangenaam zyn geweefl. T. GERLACIUS. v\ Accordeert met het voorfchreeve Kegifter. N. RüYSC H. 'T is zeeker dat de Generaal de Ruiter met die braave retraitte of aftoght, zonder een eenig fchip van zyn hooftesquadre te verliezen, by de verdandigen zoo groote lof verdiende, als hy ooit in eenige zeeflagh hadt bevochten. De Koning van Vrankryk Zyn aftogt fchrebf aan den Grave d'Eftrades, zynen Ge- in een brief zant in den Haage, dat de Franfche Heeren, des Kodie in 't gevecht waaren geweefl ,. van de vlnslva£ Ruiter getuigden, Qu'il avoit fait des chofes gé^Sen de coeur de tefte, qui pajfent les farces huI 3 mat-  134 Het LEVEN van den l666. maïnes,. eflimant plus fa retraitte que s"ifi! avoit gaignè la bataille: aiant refiflé avec hult vaiffeaux a vingt - deux des grands dAngleterre, £? aux deux Admiraux. Dat is. Dat hy dingen gedaan hadde, die toonden dat hy hert hadt en herjfenen, en die de menfchelyke krachten te boven gingen, zyn aftoght hooger achtende dan ofhy den flagh hadt gewonnen: hebbende met acht fcheepen eens tweeëntwintig der groot/ie fcheepen van Engelandt , en twee Admiraalen , wederflaan. De Heer van Beuningen, Amballadeur der Heeren Staaten by den Koning van Vrankryf, fchreef, aangaande dat zeegevecht, en de hooghachting die de L. Admiraal de Ruiter by dat Hof hadt verdient, aan den Secretaris Willem Nieupoort den Jongen, met meer omdandigheeden, op dcezen zin; Myn Heer. BHef van Jk dank u Ed. zeer dienflelyk voor het omb^Tadeur fi.an^S bericht van 7 zeegevecht met d'Engel- f'*n,ïïï fchen, en Godt almachtig met al myn hert, van Beu- j 1 b t> ' j 7 ningen, dat hy onzen groot en Zeeheldt, den lieer Adaaneaande miraal de Ruiter, in't midden van zoo fchrikde Ruiter, kelyk een gevaar, zoo genadelyk heeft bewaart, en zyn af- jjs ppcer Bufca is voorleeden Saturdagh tot toght. Bologne aangekoomen, en heeft van daar een fchriftelyk verhaal overgezonden, V welk den Koning voorgeleezen, en aan my ter handt ge fielt is. Ik heb in V leezen niet zonder fchrik konnen aanmerken en overdenken, hoe zeer het welvaar en van V Landt in deeze gelegentheit in de perfoon van onzen onyergelykelyken Ad-*  L. Admiraal DE RUITER.. 135 Admiraal in gevaar heeft ge/laan , en niet 1666. minder dan voor een mirakel aangezien, dat men met een enkel fchip zoo veel tegenweer en afbreuk aan zyn vyandt kan doen. Maar zoo wel de KaPitein Marion by den Krygsraadt van zyn ampt werdt afgezet, en verklaart onbequaam te zyn om 't Landt voortaan meer Een ma. te waater te dienen. Men verwees Taake troüs ter Maartenszoon om met de koorde geftraft te doodt ver-wortien jat 'er doodt na volghde. Dit + vonnis werdt eenige daagen daarna f uitge- voert, en met eene een matroos die by Kapitein Almonde hadtgedient, ter zaake van een manflagh, geherquebufeert, en beide hunne lichaamen in zee geworpen. Een Quartiermecfler van 't fchip Groeningen liet men, wegens de bovengemelde weêrfpannigheit, met tweehonderdt flaagen flrengelyk "4. Juk *aarzeni en driemaal van de ree vallen. TerJJe Rui- wyl 's Landts vloot noch ontrent Vliflingen .tersiongftekgh, overleedt daar ter fteede, van de beoochtet fmettelyke ziekte, de jonghfle dochter van den  L. Admiraal DE RUITER. 139 den L. Admiraal de Ruiter, JufFrou Anna de 1666. Ruiter, een kindt van geeftig verdandt, en ftérft te" zeer geneegen tot deught, in den ouderdom Vliffingen van elf jaaren min twintig daagen. Dit was van de cen droevig verlies: doch hy troode zich, peft* met gelaatenheit, in Godts wil, en zocht zyn droef heit, door zyn gewichtige en geduurige beezigheden, ten dienft van 't gemeen, te verzetten. Nu ftaat ons te vermelden 't geen te deezen tydt, noopende de perfoon van den L. Admiraal Tromp, voorviel. De L. Generaal de Ruiter hadt, ten tyde van zyn inkoomen in de Wielingen, met een brief aan de Heeren Staaten, boven gemeldt f, en daar- f p> 12„ na by monde aan hunne Gedeputeerden, en die van d'Admiraaliteitcn, 't geen zich in 't gevecht hadt toegedraagen, bekent gemaakt; DeRuiters niet zonder eenig ongenoegen over 't beleidt ongenoe-' en doen van den L. Admiraal Tromp te ken- gen over nen te geeven, ter zaake dat hy (gelyk hier TromPboven, volgens dat fchryven, is verhaalt) Aitzeme> zoo laat t'zeil ging, om by den vyandt teXLVI' koomen, en zoo lang van de vlag bleef. De Heer Tromp, hier van kennilfe krygende fchreef daarna, den dertienden van Au- nAug, guflus, een brief aan hunne Hoog. Moog. fromps ook een aan de Heeren Staaten van Hollandt, fchryven die in de Hiftorie van Aitzema kan geleezen ai" deHee' worden, daarhy zyn doen en beleidt in zocht renMaa":a* te verfchooncn, en den L. Admiraal de Ruiter in 't ongelyk te ftellen: hem befchuldigende met woorden, die genoeg te kennen gaven hoe verre de vriendtfehap en 't ver- ^'tzstna trouwen tuOchen hen beiden was afgebroo-XLVi- ken.  140 Het LEVEN van den ■ 1666. ken. Dc Heeren Staaten van Hollandt, over dit gefehil ten hooghften bekommert, en deswecgen voor verder onhifl en ongemak iSAug, beducht, bcvaalen eenige Heeren uit hunne vergaaderinge dit ftuk eens nader t'ovc-rweegen, en hunne Ed. Groot Moog. van hunnen raadt te dienen Dit werdt in 't werk geftelt. Daar verders op volghde, dat de Raadtpenfionaris de Wit, den negentienden van Auguftus, ter vergaadering der Heeren Staaten van Hollandt d'inzichten cn 't goedtvinden der Heeren, die dc zaak gezaamentlyk hadden overwoogen, voordcldc; te kennen gevende, wat men, om alle onorde en verdecling in 's Landts vloot voor tc koomen, en om de zelve met goedt beleidt tc bellieren, Voorftel Schoorde te doen : 't welk hier op uitquam, van den &at men de L. Admiraal Tromp moefl op Raadtpen- ontbieden: dat hy met den L. Admiraal de fionaris de Kuiter met overeen quam: dat s Landts Wit ter dienft vereifchte dat noodtzaakelyk een van Tn^de6" beiden moeft van zyn dienft ontflaagen worden: Heeren1, dat Tromp by de Ruiter niet was te gelyken : Staaten dat Tromps laft alleen Meldt tot weerzeggens van Hoi- toe: dat men hem van zyn ampt behoorde fontlandt, ten ftaan, en een anderen L. Admiraal in zyne einde dat piaats te kiezen: dat de Leeden in dit (luk men den 1 . , , . 7 . , n 1 L. Ad mi- eenpaarigu, geheim, en hartigh moe ft en zyn: ml Tromp dat zulks ten hooghften noodig was f. Dit van zyn voorftel ftemden de Heeren Edelen toe, en ampt zou-de fteeden van Dordrecht, Delft, Leyden, flaan°nt Amfterdam, Goude , Rotterdam , Gorni19 Aug cncm5 Schiedam, Schoonhoven, Briel , ■f Dit werdt Alkmaar, Hoorn, Edam , Medenblik en vaad'Ed »Purmereindt. Die van Haarlem verdonden, dat  L. Admiraal DE RUITER. 141 dat men den L. Admiraal Tromp zoude op xfóó. ontbieden, en hem zynen brief, tegens deinen de Ruiter gefchreeven , voor oogen houden, ineefte LeEnkhuizen, dat men noch een proef Zou '1en 'oegedoen om 't gefchil by te leggen. ^Monniken-llcim' dam, , dat men de zaak zou beleiden, om Tromp met een requeft zyn ontflaaging te doen verzoeken. Hier op volghde 't befluiï naar de flemmen der meede Leeden, 't welk aldus luidde: De Raadtpenfionaris heeft ter vergaaderin- Befolutie v ge get-apporteert de confideratien ende V ad-der Heeren yys van de Heeren, haar Ed. Groot Moog.f™1™^ Gecommitteerden, hebbende in gevolge en fttfjandt, °anvoldoeninge van der zeiver refolutie commiffo- gaande den riaal, in date den achtienden deezer kopende L. Admimaandt, overleit en overwoogen, wat tot voor-raal koominge van alle dij"ordre en divifie in Vl™.1?^, Landts vloote, mitsgaders tot goede conduite^ ht!m\ over de zelve, by haare Ed. Groot Moog. L. Admizoude konnen en behooren gerefolveert en ge- raalfchap difponeert te worden: ook fpecialyk geexami-te doen neert en aandachtelyk gepondereert den in- veila*ten« houde van zeekere miffiye, by den L. Admi- 19 S' raai Tromp aan haar Ed. Groot Moog. c-efchreevenuit V Landts fchip Hollandia, leggende voor Vliffingen, den dertienden deezer kopende maandt, houdende, naa een ompandig verhaal van zaaken, die met zyne kennisfe, geduurende de jonghfle bataillie tegens de Engelfchen, zouden weezen voorgevallen, het befluit V welk hier naa van woorde te woorde is volgende, Ede-  142 Het LEVEN van den 1666. Edele Groot Moog, Heeren, „ Nu, naa deeze en alle myne getrouwe „ dienflen, van den Heere L. Admiraal de „ Kuiter, door pajjïe, zonder my gehoort of „ gefprooken te hebben, en jaloufe, ([om dat „ Godt almaghtig met kleinder maght my op ,, den vyandt heeft avantagie gegeven, ende „ hem met een groot er maght disavantigie) „ voor oorzaake van de neederlaage ende voor een fchelm gedecrieert te worden, is my on~ ,, lydelyk, ende zoo geen reparatie daar van „ kryge, ben ik incapabel het vaderlandt te ,, konnen dienen: want zoo wy nu niet wel ge,, daan hebben, meenen nooit te zullen kon„ nen voldoen; en is geen tydt om fchelmen te „ employeeren, maar wyze, voorzichtige en „ couragieufe Zeehelden, die voor V vader,, landt en haar eige reputatie bereidt zyn ,, goedt en bloedt op te zetten, welke ik meene „ tot noch toe zoo wel, door Godes genad'igen ,, zeegen , te hebben geconferveert, dat ik „ geen L. Admiraal de Ruiter j noch eenig „ menfch ter wcrelt (zoo lang ik leve) capa,, belacht, my die te zullen ontffoelen, maar „ zoo doende veel confufie in dc vhst, tot myn „ leetweezen, te gemoet zie, ende de Offcie,, ren en matroozen aan landt koomende, mal„ kanderen te zullen vermoorden , V welk „ Godt verhoede. Waar op gedellberecrt zynde, ende in achting genoomen dat de voornoemde L. Admiraal Tromp, naa demonftratie van zoo groote animbfiteit en verbittertheit tegens den L. Admiraal de Kuiter, 's Landts vloote als Generaal cn •  L. Admiraal DE RUITER. 143 en Chef commanderende, te gelyk met den zei- \ 666. yen L. Admiraal de Ruiter niet gelaaten kan •worden in employ, zonder 's Landts welvaaren ten uiterfle te doen pericliteeren, door eene apparente tweedraght en confufie, die in zulken cas met reden in de voorfchreeve vloote zoude ftaan te bevreezen, is, tot verhoedinge van men, ver ft aan en gercfolveert, dat de commiffie, aan den voornoemden Tromp, als L. Admiraal van Hollandt en Weftvrieflandt onder V Kollegie ter Admiraaliteit tot Amfterdam, by provijie, en tot haare Ed. Groot. Moog. kennelyken wederzeggen', gegeven, zal werden ingetrokken, gelyk "de zelve ingetrokken wordt midsdeezen; en dat dienvolgende op V allerfpoedighfle wederom tot fuppletie van de voorfchreve plaatze, met een ander Officier van couragie en beleit, geprocedêert zal worden : en op dat zulks met de meefte ordre ter executie geleit werde, dat over zulks van weegen haare Ed. Groot. Moog. ter Generaaliteit de zaake daar heenen zal worden gedirigeert, ten einde de voornoemdeTromp by haare Hoog. Moog. ten fpoedighfle en op fichts bricfs mooge worden herwaarts befchreeven, om V zyner aankomfte alhier hem de voorgeroerde zyne dimijfie bekent gemaakt te worden, als tiaar behooren. De L. Admiraal Tromp, op 't aanfchry- Tromp ven der Heeren Staaten, den drieëntwintigh-komt hy den der maandt in den Haage gekoomen,den Raadtvervoeghde zich (eenige kennis hebbende^"*101"bckoomen van 't geen 'er gaans was) by dcnr!S* / , Raadtpenfionaris "de Wit: hem niet alleen "S' vraagende de reden waarom dat hy ontboo- den  144 Het LEVEN van den 1666. Zyn aan bieding. Die den Heeren Staaten wordt bekent gemaakt- 24 Aug. Hunne Ed. Groot Moog.blyven hy hunne refölutie.34. Aug, den was, maar daar by voegende, dat hy be• rcidt was den Heere de Ruiter alle voldoening te geven, en zynefaute tegens hem en de kööge regeering opent lyk te bekennen. Indien men, Zeide hy, hem geen vlagh of esquadre toevertroude, V zou hem genoegh zyn dat hy dan maar voor zyn feconde moght vechten. Hy wilde in deezen tydt liever als Kapitein fzee gaan, en zoude zich draagen gelyk V een eerlyk man betaamde. De Raadtpenfionaris maakte dees aanbieding den vicrentwintighften ter vergaadering der Heeren Staaten bekent: waar op de zaak in naader overleg werdt gebraght. Maar de Heeren Edelen bleven by 't voorgaande befiuit, en verftonden dat men hem zou ontdaan en hem dat aanzeggen, met laft van voor eer ft in den Haage te blyven, zonder naar de vloot te gaan of te fchryven, op peene van fchuldigh gehouden te worden aan muitery. De fteeden van Dordrecht, Delft , Leiden , Amfterdam, Gouda, Gornichem, Schiedam, Schoonhoven, den Briel, Alkmaar, en Hoorn waaren van 't zelve verdandt. Haarlem zeide niet gclaft te zyn. Enkhuizen verftondt dat men de zaak moeft zien by te leggen: doch, in gevalle van cenpaarighcit^ zoude het aanzien. Edam fprak het voorneemen tecgen * met verzoek van aanteikening. Monniken-dam vreesde voor onheil. Men bleef dan,, door dc meerderheit van ftemmen by 't voorgaande befiuit, 't welk aan den Heer Tromp, toen hy binnen ftondt, ten zeiven daage door den Raadtpenfionaris werdt bekent gemaakt, hem aanzeggende, dat hunne Ed. Groot Moog.  L. Admiraal DE RUITÈR. 145 Moog. hadden goedtgevonden, de commiftie, 1666. hem voor deezen, als hun L. Admiraal onder Hy wordt *t Kollegie f Amfterdam, gegeven, in te trek- van zvn ken, hem die weder afvorderende. Hy anr- flmapte°m" woordde, dat hy daar toe bereidt was: en ^&AUg. nam aan hunne Ed. Groot Moog. ordre met 0 alle ontzich te gehoorzaamen, hunne Ed* Groot Moog. bedankende voor alle de gunft 6n eere die hy hadt genootem Men beval hem met eenen, tot naarder ordre, in den Haage tc blyven, zonder naar de vloot te gaan, of te fchryven. Dit bevel beloofde hy insgelyks te zullen naakoomen. Daarna Zyn ververzocht hy mondeling aan den Raadtpenfio- zoelê* naris, dat hem, naa een dagh vyf of zes blyvens in den Haage, van hunne Ed. Groot Moog. verlof moght worden gegeven, om een keer naar 'sGravelandt op zyne goederen te moogen doen. Ten anderen, dat hem een fchriftelyk befcheidt moght worden toegedaan, waar by hunne Ed. Groot Moog. zouden gelieven te verdaan en te verklaaren, dat de zelve hem, Tromp, van zyne functie niet hadden gedemitteert ofte gclicentineert uit reeden van eenigh delict: oftequaade feiten by hem gecommitteert: maar alleen uit andere confideratien, haare Ed. Groot Moog. daar toe gemoveert hebbende. Dit tweevoudig verzoek werdt door den Refoluiie Heer Raadtpenfionaris de Wit ter vergaade- daar op gering voorgedraagen, en daar op goedtgevon- noomenden en verdaan, dat de Heeren Gecommit- J^^f5 teerde Raaden zouden worden geauthorifeert, omme, des verzocht zynde, den voornoemden Tromp, naa expiratie van wei- III. Deel. K nig  146 Het LEVEN van den 1666. nig daagen, zyn verzoek om naar 's Grave* landt te gaan te moogen toedaan: des dat het zelve zoude moeten gefchieden met circumfpectie, en onder behoorlyke precautien: en wat de verzochte adle aanging, werdt de finale refolutie, dienthalven te neemen, uitgedelt tot naader deliberatie. Ten zeiven daage hebben de Heeren Staaten van Hollandt, op 't ontfangen der brieven van de Raaden ter Admiraliteit van Amderdam en 't Noorderquartier, (houdende voorflagh van perlbonen, omme daar op by hunne Ed. Groot Moog. in 't vergeeven der L. Admiraalsplaatze, het Viceadmiraals en 't Schoutbynachts ampt, door 't veriaaten van de Heer Tromp, cn 't overlyden van Van der Huift en 't Hoen open ftaande, gelet te worden) beflooten, eenige bequaame perfooncn daar De Kornel toe te verkiezen. Dienvolgens werdt de Heer van Gent "Willem T0fcph van Gent, Kornel van 't rewordt ver- • _ r u 11 1 kooren tot giment zeeloldaatcn, by hen verkooren tot L. Admi- L. Admiraal onder 't Kollegie ter Admiraaliraal, Ifaak teit tot Amfterdam: de Schoutbynacht Ifaak Svyeers tot Sweers tot Viceadmiraal onder 't zelve KolraaT3 laT" *e^*e' en de Kapitein Jan Gideonszoon Verctdeonsz. ^urg tot Schoutbynacht, in de plaats van Verburg ' Sweers: voorts de Kapitein David Vlug tot totSchout-Schoutbynacht onder 't Kollegie ter Admibynacht raaliteit van 't Noorderquartier. De Kornel fterdam "en VM ^ent °P ter vergadering van Hol- Vlug tu't ^a"dt verfchynende, en hem 't goedtvinden Schotuby- der Heeren Staaten (aangaande 't L. Adminacht van raalsampt) aangezeit zynde, bedankte hunNoordt- ne Ed. Groot Moog. in de befte forme voor hollandt. ^ en genacje f die de zelve aan hem belief-  L. Admiraal DE RUITER. 147 liefden te betoonen: doch te gelyk betuigen- 1666. de, van harten te wenfchen, dat hunne Ed. Vsn Gent Groot Moog. hem van den voorfchreeven zoek,t zicl1 diend geliefden te excuferen, daar toe ver- Y? 'c L" fcheide redenen bybrengende, en onder an- ^pre deren wel voornaamentlyk dat hy zeer wei- excuferen. nig tydts de zee hadt bevaaren, en nooit voor- 24 Aug. neemen gehadt daar inne te continueren, mits welke hy ook zeerweinigh kennifle hebbende bekoomen van het duk, de 'zeemanfchap betreffende, zich niet alleen ten hooghften bekommert, maar ook onbequaam bevondt om een esquadre te commanderen: verzoekende nochmaals, dat de voorfchreeve dienft door een ander bequaam perfoon moght werden bekleedt. Naa dat hier op geraadtflaaght was, hebben de Heeren Staaten aan de voorfchreeve redenen geenfins konnen defereren, en mitsdien goedtgevonden en verftaan, dat de Kornel van Gent Refolmie nochmaals zou worden verzocht, aange- derHeerei maant, en, des noodts, precies gelaft, deStaaten» voorfchreeve functie en employ , zonder d£ eenigh uitftel, op zich te neemen, en dengenoojj dienft van den Lande te betrachten: des dat zaakt te gelyk van 't geen voorfchreeven is notulen werdt dien gehouden, en den voornoemden Kornel vandienftaan Gent, op des zelfs verzoek, by extract au-te neemen* thentyk ter handen geftelt zouden worden, omme zich daar van te dienen daar en zoo hy te raade worden zal. Gelyk ook daar op de Kornel van Gent den behoorlyken eedt als L. Admiraal heeft afgeleidt en gedaan. Toen dit ter vergadering der Heeren Staaten Generaal bekent werdt gejnaakt, toonden deHeeren van K 2 Ui-  i48 Het LEVEN van den \ 666. Uitrecht, Overyflêl, S tadt Groeningen en Lari* iviisnoe- den eenigh misnoegen: mcenende, dat zulk.3 ter. niet zonder kennifle van hunne Hoog. Moog. General}- benooren te gefchieden: maar hun Aitzema werdt geantwoord^ dat de laft van L. Admi- xlw. raai, die aan Tromp by Hollandt alleen was gegeven, ook by Hollandt alleen kon ingetrokken worden: laatende zyn commiffie als Kapitein, die hy van hunne Hoog. Moog. hadt, in haar geheel. Dus raakte de Heer Tromp, die voorheenen zoo groote proeven hadt gegeven van zyn kloekmoedigheit, door zyne twift met den Generaal de Ruiter, uit der zee. Dewyl de Heeren Staaten toen oordeelden, dat, een van beide moetende wyken , zy reeden hadden de Ruiter aan te houden , en boven Tromp te ftellen. Hoe ook zyn zwager de Heer Kievet, Gecommitteerde Raadt der Heeren Staaten van Hollandt in den Haage , wegens Rotterdam, te dier tydt, ter zaake van zeeker gedrukt verhaal, tot naadeel van den Heer de Ruiter, door - zyn toedoen in 't licht gekoomen, in haapering raakte, en daarna, nevens den Heer Ewout van der Horft, ter Zaake van hun verftatidt met den Heer van Buat, ten lande uitweek, ftaat hier niet t'ontfouwen; nocht ook den droevigen uitgangk van den zeiven Buat, die te deezer tydt in hechtenis was, en daarna zyn hooft op een fchavot moed laaten. Want het verhaal van deeze dingen, t Zie Ait- by anderen in.'t breede befchrceven f, zou temaxhru my te verre van het ooghmerk deezer Hifto17 Aug. rje doen afwyken. Weinig daagen voor 't afzetten van den Heere Tromp, beftooten de Ge-  L. Admiraal DE RUITER. 149 Gecommitteerden der Heeren Staaten van de 1666. Stadt Groeningen en d'Ommelanden, ter gelegentlieit van 't fneuvelen van den Viceadmiraal Koenders, den Generaal de Ruiter de Die van maght op te draagen, om in des zelfs plaat- Groenmze een anaer bequaam perfoon tot Kapitein |.0mn5e. en Viceadmiraal, weegens de Provincie van |anden ge. Vriedandt en Stadt en Lande, (daande ter ven de beftellinge van Stadt en Lande) met den Ruiter eerden te verkiezen: oordcclcnde dat de gemelde Generaal de bede kennifle hadt van de ren Kap,~ qualiteiten, die tot bekleeding van 't gemel-iein en vide ampt werden vereifcht: ook mede van ceadmizoodaanige perfoonen, die in de voorgaande raai, inde gevechten genoeghzaamc proeven van hunne j^^™" moedt en dapperheit hadden gegeven: hem te v^.We.' tot dien einde de commiflic toezendende,zen, met oopene plaatze, om die met den naam van den perfoon, dien hy zoude verkiezen, te vullen. Op dit verzoek heeft de Generaal Dje daar de Ruiter Enno Doedes Star, Kapitein on-toe den der 'tKollegie ter Admiraaliteit t'Amfterdam, Kapitein als een ervaaren foldaat en zeeman, die 't ^"g^ ftuk der equipagie grondig verftondt, en verkieft> daarenboven van ouder tot ouder uit de Provincie van Stadt en Lande was gefprooten, tot Viceadmiraal der gemelde Provincie verr kooren, en hy daar op den gewoonlyken eedt gedaan. Den negenentwintighften der ge- 2c> Jug. melde maandt werdt de Generaal de Ruiter aan landt ontbooden : daar hy den Heer d'Eftrades , Ambafladeur van Vrankryk , vondt, die, nevens den Marquis van Belle^ fons, met de Gedeputeerden van hunne Hoog, Moog, heraadtflaagde, over de cqü- k 3 'w*  150 Het LEVEN van den 1666. junctie of t'zaamenvoeging van 's Landts vloote met die van Vrankryk, onder den Hartog van Beaufort, zoo lang verwacht, die toen in 't korte te Rochel ftondt te koomen. Ten zeiven daage werdt de Generaal de Ruiter, door den gemelden Graave d'Eftrades, in 't byzyn van Bellefons, ter zaake van zyne heldendapperheit, uit den naame en van weegen zyn Majefteit van Vrankryk, De Ruiter met de Ridderlyke Ordre van Sint Michiel d^Ordre1" vereert: daar bv voegende des Konings afvan Sint beelding op goudt geamaljeert, en met een Michiel, meenighte van diamanten, in drie ryen, als en andre met een lyft of krans, omringht, hebbende giften,we-in . Michel. A noftre cher & bien aimê le S'-. Comte d'Eftrades , Chevallier de nos Urdres, & noftre Ambajfadeur extraordinaire en Hollande, Salut. Üafection que ' têmotgne pour noftre perfonne, & pour le bien de noftre Eftat, le Steur de Ruiter, LieutenamAmiralGeneral de nos tres-chers ,grands anus, alhez& confederez, les Sleurs Eftats Gejieraux des Provinces Unies des Pays-bas, CST la reputation que fon experience dans les armes & fon grand courage luy ont acquife, ayant donnéfujet aux Chevalliers de noftre ordre de S'. Michel, qui font prés de nous de lajjocieren leur compagnie, nous avons creu que pour luy en donner le Collier nul ne pouvotr s acquit er de cette ceremonie-la plus dignement que vous ferez. Ceft pourquoy nous vous avons commis, ordonné &>■ deputé, commettojis, ordonnons & députons par ces preJentes fignées de noftre main, pour de noftre f art prefenter audit S> . de Ruyter le Collier prendre de luy le ferment de la mamere accoütumée, & plus 'a plein declaree en l wflrufticn que mus vous enyoyons, &  L. Admiraal DE RUITER. 153 generalemem faire en cela ce que nous ferions 1666. ou pourrions faire fi nous eftions 'prefent en perfonne. De ce faire vous donnons pouvoir, authorité, commiffion, & mandement fpecial par ces prefentes. Car tel eft noftre plaifir. Donné a Vincennes fous le fcel de noftre fecret, le 22 jour dAouft, Van mil fix eens foixan-, te fix. LOUIS. Par le Roy, chef & fouverain de Vordre de Saint Michel. DE LIONNE. Van weegen den Koning, Opperhooft en Souverain van d''ordre van Sint Michiel. Aan onzen waarden en wellieven den Heere Gr ave van Eftrades, Ridder van onze Ordres, en onzen extraordinaris Ambajfadeur in Hollandt , faluit. De genegentheit die de Heer de Ruiter, L. Admiraal Generaal van onze zeer waarde groote vrienden, geallieerde en bont genoot en, de Heeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden, betuigt tot onze perfoon en tot de welftandt van onzen Staat, en de reputatie die zyn ervaarentheit in den oorlog, en zyn groote kloekmoedigheit hem hebben verworven, den Ridderen van onze Ordre van Sint Michiel, die by ons zyn, reden gegeven hebbende om hem in hunne compagnie aan te neemen, zoo hebben wy gelooft, dat, om hem den halsbandt over te geven, piemant zich ontrent die ceremonie beter zal K 5 quy-  i54 Het LEVEN van den l6'66. qnyten dan gy. En daarom is V dat wy » ecommtf teert, geordonneert en gedeputeert ebben , committeren. ordonneren en de.tmte. ren door dit fchrift, met onze handt ondertee* kent, om van onzent weegen aan den gemelden Heere de Ruiter den halsbandt van de voorzeide Ordre aan te bieden, en hem den eedt af te neemen op de gewoonelyke wyze, hreeder verklaart in d'inftruclie die wy u toezenden , en in V generaal daar ontrent te doen 7 geen wy zouden of konden doen, indien wy in perfoon tegenwoordig waaren. Om dit te doen geeven wy u maght, authoriteit, commiffte en fpeciaal bevel door dit tegenwoordig gefchrift. _ Want het ons alzoo gelieft. Gegevente Vincennes, onder ons f eer eet zee gel, den 22 dagh van Auguftus, in den jaar e duizendt zeshonderdt fesentfefligh. LOUIS. Vm weegen de Koning, hooft en feuveraht van d'Ordre van Stnt Michiel. DE LIONNE. By 't Koningklyk gefchenk werdt het volgende fchrift gevoegt, tot een eeuwige getuigeniffe der Koningklyke gunde, en 's mans verdiende. ' fr^w^lke Aujourd'huy xx jour dAouft mdclxvi, 2. vïl\na^£ ROY efiant d Vincennes, bien ïnformê van Vrank-aes tmportants & recommandables Jervices, ryk zyn que rend depuis longues années le Sr. de Rttybeekenis, ter aux Sieurs E flats Gencraux des Previneei unyes  L. Admiraal DE RUITER. 155 unyes des Pays-bas, qui lui ont fait merite* 1666. la charge de leur Amiraf & voulant luy dé- met diapartir des effecls de fon ajfetlion qui correfpon- manten dent a l'eftime que fa Majeflé fait de fa per- yens e'en fonne, & auxpreuves esclatantes, qu'il a fi g0ude keefouvent données de fa valeur & de fa grande ten aan de experience au fait de la guerre, & du com- Ruiter mandement des armées nayalles, fa Majeflé vereercie> luy a fait & luy fait don par le prefent Brevet de fon portrait, enrichy des diamants & cTune chaine d'or; & defirant par ce tesmoignage de bienveittance faire cognoitre au public la conflderation qu'elle fait du courage & des talents extraordinaires qu'elle a reconnus en la per fonne du Sr. de Ruyter, elle a cru qu'en ce rencontre elle ne pouvoit le faire plus avantageufement qu'en prenant foin que cette marqué d'honneur foit confervée dans fa familie; Pour eet effeEt fa Majeflé a ajoufié cette condition, <£? a declaré & entendu, declare & entend bien expreffément, qu'aprés la mort dudibl Sr. de Ruyter, fondit portrait, enrichy de diamants, enfemble la ditte chatne (Tor, paffent & appartiennent au Sr. Engel de Ruyter fon fils aisné,fans que fes autres enfans & heretiers y pui ff'ent pretendre aucunepart, en quoy fa ditte Majeflé s'efl portée d'autant plus volontiers qu'elle a déja conceu une fort bonne opinion du merite perfonnel duditÈngel de Ruiter, qui luy donne lieu dïefperer qu'il heritera de toutes les grandes qualitez d'un fi illuftre pere, & c'efl par cette 'conflderation que fa Majeflé a youlu luy donneten fon particulier des preuves de fa bonne volonté, «Sr1 pour tesmoignage d'icelle, elle m'a com-  i$6 Het LEVEN van den 1666. coinmanclê d'en expedier le prefent Brevet, qu'elle a volu figner de fa main & eflre contrefignépar moy, fon Confeiller & Secretaire d Eftat & de fes commandements & finances. LOUIS. De Lionne. Dit gefchrift, ten naaften by van woordt tot woordt vertaalt, zoo veel d'eigenfchap onzer taaie toelaat, behelft deezen zin. Vereng DE KONING, zynde op deezen dagh, den x\mv\»\ xx.van Auguftus, in V jaar mdclxvï, te gefchrift. Vincennes, wel onderricht van de gewichtige en loffelyke dienft en, welke de Heer de Ruiter federt veele jaaren den Heeren Staaten Generaal der vereenighde Nederlandtfche Provinciën heeft gedaan, die hem 't ampt van hunnen Admiraal deeden verdienen; en genegen om hem d'uitwerkingen van zyn genegentheit mede te deelen, overeenkoomende met d''achting die hy heeft van zyn perfoon, en met d'uitneemende proeven die hy zoo dikwils van zyne dapperheit, en van zyne groote ervarentheit in 't ftuk van den oorlog en 't gebiedt over [cheepsmaghten, heeft gegeven, zoo heeft zyne Majefteit hem befchonken, gelyk hy hem befchenkt door dit tegenwoordig Gefchrift, met zyne beeltenife, verrykt met diamanten, en met een goude keeten: en begeer ende door dit getuigeniffe van gunft aan een ygelyk bekent te maaken hoe veel werks dat hy maakt van de hloekiriocdigheit en ongemeene gaven die hy m  L. Admiraal DE RUITER. 157 in de perfoon van den Heer de Ruiter heeft be- 1666. vonden, zoo heeft hy ver fi aan dat hy zulks in dit geval niet voordeeliger kon doen, dan met te bezorgen dat dit teeken van eere in zyn t f Familie, huis bewaart wierde. Ten welken einde zyn Majefteit daar deeze voorwaarde "heeft bygevoeght, en heeft verklaart en ver ftaan, gelyk verklaart en verftaat wel uitdrukkelyk, dat 7iaa de doodt van den Heere de Ruiter zyn beeltenis voornoemt, verrykt met diamanten, nevens de genoemde goude keeten, zal koomen in eigendom op den Heer Engel de Ruiter zynen oudtften zoon: daar zyn Majefteit te gewilliger toe heeft ver ftaan, om V goedt gevoelen dat hy aireede heeft opgenoomen, aangaande d'eige ver dienfte van den gemelden Engel de Ruiter, V geen hem reden geeft om te hoopen, dat hy ook van al de groote hoedaanigheden van zulk een"1 doorluchtigen vader zal erven: en V is uit deeze inzicht dat zyn Majefteit hem in V byzonder ook proeven van zyn goede gunft heeft willen geeven: en tot betuiging der zelve heeft hy my beyoolen dit tegenwoordig Gefchrift te vervaardigen, V welk hy zelf met zyn handt heeft willen teekenen, en dat het ook mede onderteekent zou zyn door my, zyn Raadt en Secretaris van Staat, en van zyn beveelen en geldtmiddelen. LOUI S. De Lionne. Te dier tydt gaf de Marquis de Bellefonds De Koning te kennen, dat zyn Majefteit van Vrankryk van Vrank. groo-  158 Het LEVEN van den 1666. groote genegentheit hadde om des Generaal rykbegeert de Ruiters afbeelding in fchildery te hebben. Jit? Ook werdt die fchildery daarna gezonden : aibeelaing.en W£Ct .fe ^ de Heer jjUg0 de Lionne> Marquis de Berny, Bewindtsman enGeheimfchryver van Staat, in zeekeren brief, aan den Heer de Ruiter gefchreeven, daar van Brief van gewach maakt, met deeze woorden: MonfoUoZlföari Sa Majeflé alt end voflre portrait avec ted\etzizJmPat^ence-> & fera tres-aife de le recevoir, ke ge- & de placer dans Vun de fes appartemens le fchreeven. portrait d'un hommepour la gloire & la haute valeur du quel elle a tani d'eflime. Pour moy j'en ay le mefme fentiment & de plus un defir tres-ardent d'avoir des occafions de vous témoigner que je fuis autant que per fonne, Monfieur, Voflre tres-humble & tres -affe&ionné ferviteur. DE L I O N N E. 'T welk naar den zin dus kan vertaald worden. Myn Heer, Zyn Majefteit verwacht uw afbeelding met zeer groot verlangen, en zal zich verheugen dat hy ze magh ontfangen: en dat hy de beelten is van eeii man, wiens glorie en hooge dapper heit hy in zoo groote waarde heeft, mag plaats geeven in een van zyn vertrekken. Wat my  L. Admiraal DE RUITER» 159 my aangaat, ik ben van V zelve gevoelen, en 1666* heb daarenboven een zeer vierige begeerte cm u by alle gelegentheden te betoonen dat ik ben zoo zeer als iemant, Myn Heer, Uw zeer ootmoedige en zeer genege dienaar. DE LIONNE. Als ook de Generaal de Ruiter de Koningklyke weldaadt van 'tRidderfchap, en d'andre koningklyke giften, met een brief van dankzegging erkende, zeide zyn Majefteit tot den Ambafladeur van Beuningcn, die den brief yan '^egm overleverde: dat hy den Heere de Kuit er nin^en in gaarne hadt willen betuigen , hoe hoogh hy een brief zyn ver dienpen waardeerde. Ondertuflchen van den werdt in Zeelandt over dagh en nacht gear- 30 Se-fit' beir*, om de vloot te herdellen en van alles te voorzien : maar terwyl men daar mede bezich was zeilde d'Engelfche vloot naar 't Vlie, daar ze, onder 't beleidt van een ontaarden Hollander en verrader , Laurens Heemskerk genoemt, te vooren om zyn laf- Koopvaarhartigheit gebannen, met een oorlogfchip enters in 't ander kleen vaartuig in quaamen, en een J'',e d°o: groot getal koopvaardyfeheepen verbrand- fchrngeVgt den. D eeze fcheepen waaren niet alleen brandt, door de Gecommitteerden der Heeren Staa- zo Aug. ten, Geeraardt Haffelaar, van Amfterdam, en Jakob Baart, van Alkmaar, gewaarfchouwt, maar hun was ook belaft, binnewaarts, en naar de haven daar ze van daan quamen te loo-  lóo Het LEVËN van den 1666. loopen: maar zy hadden geen oogen om 't gevaar te zien, voor dat hun 't quaadt overviel. Daarna gingen d'Engelfchen op het eylandt der Schelling aan landt, koelden hun moedt aan een deel wcerlooze menfchcn, en Ook het leiden het Wefteinde in kooien: waar op ze Wefteinde met hunne vloot eerlang te rugh en naar hunScheffine HÖ havens keerden, om hunne befchaadigde s- fcheepen te repareren, de gantfche vloot te vervérfchen, en waater en lyftoght in te neemen. Midlerwyl hadden de Heeren Staaten , va" Hollandt goedtgevonden en verdaan, alDePredi-len Predikanten, in de Heden en ten platten worden land<:' door de Magiftraaten en Officieren aange- eindig aan te maanen, om, in deeze bekommaantom merlyke gedeltenifle van tyden en zaaken, opdebe- niet alleen op de maandelyke bededaagen dedaagen hunne predikatiën en gebeden, naar gelegent- voor den 1*1 1 0 00 weiftandt heit va" den tydt, met byzondren nadruk te van'tva- doen, en Godts zeegen over 't lieve vaderderlandt landt af te bidden; maar ook datzy alle mooemftig te gelyke ernd en yver zouden bybrengen, ten bidden,en einde de toehoorders tot rechte boetvaardigteefemver-heil: en leedtweezen van hunne zonden moghmaanentotten werden gebraght, en te gelyk opgewekt boete en om in hunne byzondre huizen ten zeiven eindaagelyk- de daagelyks gebeden tot den almaghtigen febe gebe. Godt uit te florten, en om zyne goedertiere24 Aug ne bydandt te fmecken. Ook volgden d'andre Provinciën ditgodtvruchtigfpoor. Voorts werdt ordre geilek om den aanbou van twaalf nieuwe groote oorlogfcheepen, te vooren bedooten, te bevorderen cn voort te zetten; bp dat die tegens 't voorjaar volkoomentlyk gereedt moghten zyn. Ook werdt in de tegen-  L. Admiraal DE RUITER. 161 genwoordige gelegentheit ontrent de toerus- 1666. ting, en herdelling van 's Landts vloot, niet De vloot verzuimt, maar met de zelve zoodaanig ge- weer ln haad, dat ze in "t begin van September weêr J^eeTe in daat was om te konnen in zee loopen, en i00pen. begoden toen verfcheide fcheepen van ontrent Vlidlngen op te zeilen. De Gedeputeerden en Gevolmaghtigden van dc Heeren Staaten Generaal over d'expeditie en 't cmploy van 's Landts vloote, waaren den vierden van September op 't fchip van den L. Admiraal Generaal de Ruiter, nevens eenige Gecommitteerden uit alle de Kollegien der Admiraaliteiten, by een vergadert, daar dè volgende Inftruétie van den gemelden L. Admiraal Generaal werdt vad geilek, cn hem met de bylaagen behandight. De Gedeputeerden en Gevolmachtigden van ïnfirtïale de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der voov de.n vereenlgde Nederlanden tot de expeditie en raa[ over het employ van 's Landts vloote, hebben, RUiter, naarrype deliberatie eningenoomen advys van den L. Admiraal de Ruiter, als Generaal van de voorfchreeve vloote, en d'aanweezende Heeren Gecommitteerde uit alle de Kollegien ter Admiraaliteit, goedt gevonden, den gemelten L. Admiraal mitsdeezen te ordonneeren, dat hy zich by provifie met de zelve vloote zal hebben te vervoegen naa ende ontrent de Hoofden, tuffchen V Noordtvoorlandt en de Vlaamfche kuft, of daar ontrent op de vlakke zee, houdende ende doende houden een waakent ooge op h vyandts navale macht, ende zich by provipe dienende van de ingrediënten van voorgaande inftrutlien, van den 1 Juny en 3 July beyde III. Deel. L left-  iö* Het LEVEN van d£n 1666. le ft leden, voor zoo veel de zelve op de jegenI woordige conjwjfiure van ty den ende zaken apj plieabel zyn: Mitsgaders ook van V geconcer'" teerde met de Heeren Gr ave d'Eftrades,. en de Marqyk de Bellefonds, in dato den negenentwimigftcn der verlegde maant, 't welk hem L. Admiraal voornoemt hier benevens mede copielyk ter handen geftelt wordt, om te dienen tot de ff elfs■ narichtinge ende inftru&ie, alles by provifie, ter tydt ende wylen toe, op ontjangen nader kondtfchap, hem eenige nadere ordre ende inftra&ie zoude 'moogen werden toegezonden; zoo nochtans-, dat men niet en yerft aat^ hem L. Admiraal voornoemt hier mede precife te binden, maar dat aan Zyne volkoomene vryheit. ende, difpofitie werdt gelaten, om naar occurrentle ende gelegentlieit van tyden ende zaaken, op ontfangen kondtfchap, ook w,qq beloop van weder en windt, zoodanigh met 's, Landts vloote te ageren, als hy tot mcefte afbreuk van den vyandt , ende ten meesten dienfte van den Lande bevinden zal te kefre?r'G$t;:v.\ïi'i % ~.. Snw$l tónrc t •• •' IPyders zal, tot narichtinge van den voornoemden L. Admiraal, hen f werden ter han* den geftelt extracl uit zeekere mifftve, gefchresven by den Konink van Vrankryk, uit Vincennes den 28 Augufti le ft leden, aan de Lieer e Gr ave d'Eftrades, de f elft Ambajfadeur, r aakend e 'tfalusren en refalueren van wederzydts vlooten: Ende zal ook tot narichtinge van den zeiyen L. Admiraal dienen, dat haar Hoog. Moog. daar op zoo wel als op de evidente reden en voorige pra&ykque verwachten, dat de ordinaris falutatie van deeze zyde gedaan  L. Admiraal DE RUITER. 163 daan zynde, met-het or dinar is pryken van de 1666. vlagge, ende V loffèn van It kanon, daar .op van de zyde van Vrankryk met het flryken van de vlagge, ende \t loffèn van V kanon zal werden geantwoordt. Des dat hy L. Admiraal voornoemt zyn vlagge niet wederom zal ophyfen, voor ende aleer de vlagge van Vrankryk weder opgehyp zal zyn. Aldus gedaan in \? Landts fchip de zeven Provinciën, leggende ten anker op de reede ontrent Soutelande, den vierden September 1666. B. van VRYBERGEN Ter ordonnantie van -welgemelte Heeren Gedeputeerden en Gevolmaghtigden. G. B O R T II. ExtraicT: d'unc lectre du Roy de France efcrite a Mondeur le Comte d'Eftrades, fon Amhaffadeur auprés les Seigneurs Eftats Generaux. Vous pouvez dire au Sr. de Witt, que fattends aujourcThuy par un Courier que man Coufin le Duc de Beaufort, m'envoye les advis de tous les Officiers de mon Armee, fur les faluts des pavillons, £5* que je prendray tousjours en cela, & en toute autre chofe le party , qui fans trop intereffer ma dignité, fera le plus propre pour maintenir la 'bonne intelligence, que je de pre conferyer avec les EP at s: fur ceje prieDieu, Monfieur le Comte d'EpraL 2 des,  i64 Het LEVEN van den i666. des, qu'il vous ait en fa faintle garde. E/crit d Vincennes le 28 jour d'Jottft\666. Signé' LOUIS. Extraét uit een brief van den Koning van Vrankryk aan den Heere Grave d'Eftrades, zynen Ambafladeur by de Heeren Staaten Generaal. Gy kont den Heere de Wit zeggen, dat ik op deezen dagh door een Courier, dien myn neef de Hartogh van Beaufort my zendt, d'advyzen van alle d'Officiers myner vloote over het faluit der vlaggen verwacht: en dat ik in dit ftuk en in alle andre zaaken altydts de zyde zal kiezen, die, zonder myne waardigheit 'zeer te henaadeelen, meeft dienftig zal zyn om de goede intelligentie, die ik met de Staaten begeer te onderhouden, te handt haven. Hier op bidde ik Godt dat hy u, myn Heer den Graaf van Eftrades, houde in zyne heilige hoede. Gefchreeven te Vincennes. den 28 dagh van Auguftus 1666. Was onderteekent LOUIS. Verfprooken met d'Heeren Grave d'Eftrades, ende den Marquis de Bellefonds, den 29 Augufti 1666. Qj,ie  L. Admiraal DE RUITER. 165 Que la /lotte des Eflats fortira dés auffïtofl 1666. qu'elle [era prefte, ce qidelle fera felon toute apparence fur la fin de cette femaine, Qu'elle tdchera de battre la flotte des ennemis en cas qidelle continue de fe tenir devant les ports de Hollande. Qid autrement elle fuivra obfervera la mefme flotte fans rechercher le combat en efperance que la flotte du Roy fe pour ra joindre cï elle avant que le combat fe donne. Qiie la flotte du Roy s'avancera le phitofl que faire fe pourra vers les co fles de ces Provinces pour faire laditte jonclion, Que de tous les accidents & eveneménts qui etrriveront cependant, on en donnera advis de part & d'autre en toute diligence, y ajoiitant ce quon fera refolu de faire, & ce que fon jugera que Fautre flotte pourra entreprendre pour le bien de la caufe commune. De zin van dit verfprek komt in onze taal hier op uit: Dat der Staaten vloot zal uitkopen zoo haafl als ze gereedt zal zyn, het welk naar alle apparentie op V einde van deeze maandt zal weezen. Dat de zelve des vyandts vloot zal trachten te flaan, in geval die zich voor de havenen van Hollandt blyft onthouden. Dat de zelve anderszins de gemelde vloot zal volgen en waarncemen, zonder het flaan te zoeken, op hoop dat s Konings vloot voor het flaan zich by de zelve zal konnen voegen. Dat 's Konings vloot zoo haafl als doenlyk is zich naa de kuft en van deeze Provinciën zal begceven, om de gemelde conjunclie te doen. L 3 ' Dat  166 Het LEVEN van den 1666. Dat m.en weder zydts in aller yl advys zal geeven van alle toevallen, en van alles wat onder tuffchen zal gebeuren, daar by voegende wat men gerefolveert is te doen, ende wat men oordeelt dat d''andere vloot zal konnen voorneemen ten befte van de gemeene zaake. Daar op liep 's Landts vloot, voor zoo veel die ontrent Vliffingen lagh, den vyfden van September, net een maandt naa 'ï invallen, weer in zee, eenige weinige fcheepen uitgezonderdt, die in 't kort volgden. Ten zeiven daage werdt den L. Admiraal Generaal de Ruiter noch een naarder Inftructle, aangaande het invallen der vloot, door grooten noodt, en het falueren der Franfche zeevloot, in gevalle van conjunctie, ter handt geftelt, van deezen inhoudt. Extrarft uit het regifter der refolutien .van de Edele Moogende Heeren Gedeputeerden en Gevolmaghtigden van de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenighde Nederlanden, tot de expeditie en over het employ van 's Landts vloote. Dominica den 5 September 1666. Naarder Jb$ deliberatie geleit zynde, is goedtgevoninflraclle den ende ver ft aan, dat, of het mocht koomen Rnk-r' » &eha,ren dat de ziekte in V Landts vloote, , t. ■ dat Godt verhoede, quam de overhandt te neemen, zulks dat den L. Admiraal de Ruiter , als Generaal van de zelve vloote, daar door, of om andere onverwachte toevallen, gene-  L. Admiraal DE RUITER. 1.67 neceffiteert wier de de vloote in te laten vallen, 1666, hy in zulken cas daar van aanflondts advertentie zal Jiebben te geeven aan de Gouverneurs van Calis en Duinkerken, met verzoek om van zulks zonder uitflel aan den Kmiük van Vrankryk, en de Hertogh van Beaufort, by expreffe Couriers kennijj'e te geeven, om haare mefures daar naa te konnen neemen: in welk onverhoopt invallen , ter occafle als booven, den voorgenoemde L. Admiraal wyders werdt geauthorifeert: om V Landts fcheepen ie laten loopen inyders quartier daar de zelve zyn fhuis hoerende, cn zoo het mocht koomen tc gebeuren dat hy L. Admiraal, naar een gevecht of bataille met den vyandt ?i ook zoude moeten inkoomen, 'tgunt Godt verhoede, en hy zoo lange vermyden zal als, woogelyk is, dat als dan werdt gelaaten Vrankryk geen rechten ernft was gebruikt om den Hartogh van Beaufort in tydts te doen naderen: ook weet men dat den Heer de Li-RaarU van onne den Koning zocht diets te maaken, dat Lionne. hy d'Engelfchen en de Hollanders moeft laaten -dnzema bever den en malkanderen verderven, het /pel LVl* van verre aanziende, cn V vuur konftclyk aanblaazende, groot gerucht en boha maakende van de Hollanders te zullen helpen, haar trooftende van tydt tot tydt met kleene hulp, doch hun al den laft van den oorlogh op den hals laaiende, tot dat hy hen in ftaat zou zien van zich niet langer te konnen ftellen tegens zyn voornoemen op de Spaanfche Nederlanden. Hoe verre deezen raadt werdt gevolgltt, of verworpen, laat ik de geencn die de geheimen van Staat weetcn t'ontdekken naavorfchen. Doch 't is zecker dat de Koning de Hollanders naa den zeeflagh van den vierden Auguflus zocht te helpen: maar in zulker voegen, als zyn Majefleit in zeekeren brief aan den Hartog van Beaufort (ten tyde toen men ontrent Boulogne weêr een zeegevecht tuffchen d'Engelfche en de Hollandtfche vloote te gemoet zagh gefchreevcn) tc kennen gaf, met deeze woorden. Gy hebt met zoo j>r;rf- des groote naarftigheit als gy kondt in 't Kanaal Kq,,;.).^ te avanceren, nochtans acht gevende op het van Vr.-r.fcfucces en 't gevolg van V gevecht. Indien Y:rvk aatl de Hollanders hebben gewonnen zoo moet gy u ten eerften met hun conjungeren, indien zy V M 4 . ver-  i84 Het LEVEN van den 1666. verhoren hebben, en dat een merkelyk getal van hunne fcheepen in 't Kanaal koomen, om te wyken naar de kuflen van Bretagne, dan moet men met hun conjungeren, en hen verzaamelen om d'Engelfchen te gaan bevechten. Maar indien in 't tegendeel d'Engelfchen yolkoomelyk mee fiers van de zee moght en zyn, en dat hunne vloote byna in haar geheel bleeve, tn zulk een gevalle, zoo moet gy denken om myne zeemaght in goede verzeekering te pellen. Deezen brief was den twaalfden September gefchreeven. Den negentienden werdt de Nederlandtfche vloot 's avondts met een zwaare dprm uit den Weden overvallen, die De vlootruim drie daaSen duurde. Verfcheide fcheelydt rclm.Pen werden befchadight: het fchip de Dom de door van Uitrecht, gevoert by den Kapitein Broeftorm. ' der, verloor zyn fokkemad en boeghfpriet, en werdt naar 't Trxel'opgezonden: verfcheide andere fcheepen leeden fchaade aan ankers en touwen. Den. drieëntwintighden werdt inden Krygsraadt beflooten, dèvvyl de vier daagen, die men, volgens de toezegging aan den Graave de la Feuillade gedaan, ontrent de Hoofden moed blyven, verdreeken waaren, en dat men daar lag op een gantfeh onbequaame plaats en een' vuilen deenachtigen grondt, dat men met de vloot zou loopen tuffchen Dollende en Blankenburg, en daar d ordre van den Staat afwachten. Zedert, 25 Sept. dwars van Blankenburg gekoomen, quam 'er fchryven van Calis, dat men daar in 't Kanaal cen vloot hadt gezien, die men zeekerIyk hielt de vloot onder den Hartogh van Beaufort te zyn: weshalven de Generaal de, Rui-  L. Admiraal DE RUITER. 185 Ruiter met zyn Krygsraadt befloot derwaarts 1666. te zeilen, zendende eenig vaartuig om nader kondtfchap: doch men werdt haad gewaar dat het Vlaamfchc fcheepen waaren. Daar^ 26 Sept. na maakte de Generaal de Ruiter zynen Krygsraadt, daar toe by een geroepen, bekent, wat ordre hy beraamt hadt, om achteryolght te worden, in gevalle 's Landts vloot met de vloot van zyn Majedeit van Vrankryk noch moght koomen tc conjungeren. Dees ordre was begreepen in de volgende Artykelen. Eerflelyk, wanneer de Franfche vlaot out-. 1. dekt en verkent wierdc, en 's Landts vloot bo- Ordre by yin windt van de zelve was, dan zou men Vde R-uter met 's Landts vloot draagende daar op naar toe houden, en naa gsdaane falutatie achter va|i'e vail~ de zelve omloopen: maar in gevalle de vloot i'zaamenvan Vrankryk de loef hadde, dan zou men met voeging 'j Landts vloot d'onderzeilen opgyen, en haar™" de blyven inwachten, en alzoo de behoorlyke fa- 'ra,,rcne lutatie doen. tervoigbt Ten tweeden, dat als dan de Heeren van te worden. den Krygsraadt, daarna te noemen, aan 't 2. boordt van den Heere Admiraal van Vrankryk zouden vaaren, en den zeiven van weegen den Staat der vereenigde Nederlanden in civile termen congratuleeren, verwellekoomen en compliment eer en. Ten derden, dat in 't falueren de L. Admi- 3. raaide Kuiter, als Generaal en Opperhooft van 's Landts vloot, vyftien eerfchooten zoude fchieten met kanon, d'andre L. Admiraalen yder dertien, de Viceadmiraalen en SchoutenM 5 by-  i8Ö Het LEVEN van den 1666. bynacht negen, en alle de Kapiteinen en Kom mandeur s yder zeven eer fchooten. 4, Ten vierden, dat alle Hooftofficieren die eenige vlaggen van kommandement voeren verdacht zouden zyn, dat zoo haaft de L. Admiraal Gereraal de Ruiter zyn vlagge ftrykt, zy dan terftondt de haare mede zouden ftryken, ook zoo lang geftreeken laaten blyven tot dat de L, Admiraal Generaal de zyne weder zoude ophyffen. 5. 7e» vyfden, dat alle particuliere Kapiteinen en Kommandeurs wel zorge zouden draagen van zich geftaadigh , byzonder in V falueren, onder hunne rcfpeblive esquadres en fmaldeelen in goede ordre te voegen en fonihoud.cn': en dat de refalutatie alleen door den L. Admiraal Generaal de Ruiter, en de voorfchreevene Hooftofficieren zoude worden gedaan. De Heeren Staaten Generaal hadden, op het fchryven van den Generaal dc Ruiter, en 't mondeling bericht van den Secretaris Nieupoort, aangaande de geileltcnis der vloote, de ziekte en zwakheit van den Generaal en andre Hoofden der vloote , de groote mecnighte van zieke matroozen cn foldaaten, behalvcn de rampen dic dc fcheepen door 't quaade weder waaren overgekooDe Staaten men, den eenentwinrighden September goedtbefiuiten gevonden , den Generaal de Ruiter te DCv.eet'nuis00' *cn ^at ky C'° §eme^e vloote in 's Landts t'ontbie- zeegaaten zoude doen invallen: doch dat hy den. twintig of vyfentwintig fcheepen zou zenden om den Noordt, om tuffchen 't Zandt en 't Landt op de verwacht wordende Ooftindifche en  L. Admiraal DE RUITER. 187 en andere fcheepen te kruisfen, en acht of 1666. tien fregatten om in en ontrent de Hoofden tc kruisfen. Doch vier daagen daarna ont- Tyding fingen de Staaten de tyding van den brandt ™* den van Londen, d'allerverfchrikkelykde daar men Lo"d(!nte by mcnfchen gedenken van heeft gehoort, giê Ait. die zoo fnel en fel voortfioeg, cn voor eii in zèmaw.vu de windt vyf daagen lang alomme zoo hevig 12. «3-»twoedde, dat het een vuur fcheen 't welk uit '5 en l& den hemel nederdorte, om Godts gericht te houden op der aarde: een brandt, die den inwoonderen van die groote ftadt, ja gantfeh Engelandt, wel een andre fchaade tocbraght, dan 's Landts ingezetenen, ontrent drie weeken te vooren, door dat onbarmhertig brandtftichten der Engelfchen in 't Vlic en op der Schelling, hadden geleeden. Daar werden ontrent twaalfduizendt huizen, en meer dan tachtig kerken in kooien geleit, en men begrootte de fchaade op 6900000 ponder decrlings: behalven 't verlies der goederen en koopmanfehappen, dat onnoemelyk en onwaardeerlyk was. De Raadtpenfionaris de Wit fchreef die tyding in der yl aan den Generaal de Ruiter, als een onverwacht cn wonderbaarlyk toeval, waar op wel eenige verandering zou konnen vallen ontrent het befiuit der Heeren Staaten, noopende het invallen van 's Landts vloot genoomen : want dewyl men wid dat de Generaal Monk zelf te Londen was aangekoomen, kon men daar uit vermoeden dat d'Engelfche vloot niet in daat was om binnen korten tydt wederom in aftie gebraght tc worden. Daar op volgde w-aar op dat de Heeren Staaten Generaal hem den zes- de Staaten en-  i88 Het LEVEN van den 1666. entwintighden der maandt aanfchreeven en 't invallen bevaalen, dathy, op zoo gewichtig een tyuhftlllen' ^inS' 's Landts vloot noch zou by den andeL * ren houden, zonder die te doen fcheiden of invallen, tot naarder ordre van hunne Hoog. 27 Ociob. Moog. Dit fchryven, met een galjoot afgezonden , quam hem 's anderendaags ter handen, en met eenen kreeg hy bericht van Calis, dat de Franfche en Engelfche vlooten in 't Kanaal ontrent Boulogne aan den anderen waaren, met erndig verzoek van zich aanftondts derwaarts te begeeven. Hy bcfloot daar op met de vloot naar 't Kanaal te zeilen: en fchreef aan den Ambaffadcur van Beuningen op Parys, dat al waar 't dat Vrankryk en Hollandt met dat gevecht waar verlooren geweed, hy met 's Landts vloot daar niet zoude hebben konnen koomen om dat te beletten: dat hy ook niet een oogenblik zou laaten voorbygaan, maar met alle neerdigheit Wedwaart aan trachten te laveren, zoo veel menfchclyk en moogelyk was. Doch Die met de ongedaadige winden beletten dat voorneeeen zwaare men . ^QS nacnts cuffchen JCn zeven- en lrormword , . , „ , . ... overvallen, achtentwmtighden, naa dat de windt in zes uuren tydts byna het geheele kompas hadt omgcloopen, zulk een harde cn vliegende dorm uit den Wedzuidtweden, met zwaare regen en zeer donker weder, op volgde, dat men op de fcheepen quaalyk kon daan of gaan, of zien wat men zou aantaden om zich te redden. Des morgens waaren tien fcheepen uit het gezicht geraakt, zonder dat men wid waar ze waaren belandt: vier andere hadden hunne maden, en veele andere hunne  L. Admiraal DE RUITER. 189 tic ankers en touwen verlooren. Daarna 1666. vernaln men zeekerder- tyding van de Fran- Tyding fchc vloot: dat de Hartogh van Beaufort wel j^1 fd? voor Diepe was geweed, maar dat hy zich viQQtcie daar vierentwintig uuren hadt opgehouden, om zyne achtergeblevene fcheepen daar te verzaamelen: en daarna, op verfcheidekundtfchappen, geen kans ziende zich by de Ruiter te konnen voegen, weêr te rug naar Breft was gezeik, en zyn vloot in behouden haven hadt gebraght: en 't was gclooffelyk, dat indien hy het Kanaal met zyn vloot verder waare afgezeilt, naa dat hy te Diepe zoo lang hadt vertoeft, hy gewiffelyk met de zelve in handen der Engelfchen zou zyn gevallen. Ook raakten drie van zyn achtergeblevene fcheepen onder d'Engelfchen, die een der zelve, de Robyn genoemt, naa kloeke tegenweer, hadden verovert. Drie Nederlandtfche fcheepen, die onder Beaufort» vloot waaren geweed, en met etlyke koopvaarders naar 't vaderlandt wilden keeren, werden by Boulogne van d'Engelfchen aangcrandt: waar van twee zyn gedrandt en verbrandt; maar't derde, met etlyke koopvaarders, is 't op de Rivicre de Scine ontkoomen. Dit gevecht hadt het gerucht, van dat de Franfche en Engelfche vloot flaaghs De Ruiter waaren, veroorzaakt. Öndertuflchen vondt ^z°ekc» zich de Generaal de Ruiter door zyn geduu- zjekte en rige ziekte zoo verzwakt, dat hyzich in geen zwakfaeit, flaat vondt om in alle dc voorvallende ram- zich naar'c pen noodige ordre te dellen, en de bediering vaderlandt der vloote naar behooren waar te neemen: ^ee™g°fna derhalve verzocht hy aan hunne Hoog. Moog. 2| ^/ door  ioo Het LEVEN vaü den 1666. door cen brief verlof, om zich ten eerderf naar 't vaderlandt te begeeven, op hoope dat hy aan landt tc beter aan zyn voorige geVootftel zondtheit zou geraaken. Eenige daagen te der Heeren vooren hadden de Heeren Gedeputeerden en Gedepu- Gevolmaghtigden over 't employ van's Landts ove^Terri- v^00t aan hunne Hoog. Moog. bekent gepioy van maakt, dat ze nu tot verfcheide maaien by 's Landu de voorfchreeve vloot in Texel en in de Wievloot ter üngen waaren geweed, en, met de Hooftvergaue- officieren verfcheide beraadtflaagingen hebhunne311 bende gehouden, niet anders konden oorHoog, deelen dan dat het tot merkelyken diend vart Moog.raa-den Staat zoude drekken^ by zoo verre hundende metnc Hoog, Moog. konden goedtvinden, twee ve^clieide of drie cordate en dandtvadige mannen van daVmen kennis cn beleidt uit de Hooge Regeering te Gl-voI- Verkiezen, om als Gedeputeerden en Gevolmaghtig- maghtigden van hunne Hoog. Moog. in dé den op de voorfchreeve vloote op zee en in de expedi- vloot be- tien zelfs c;ebruikt te wordeni in voegen als hoorde te ■■ , , . ' " zenden. ar van In 1 voor^e"-en Jaar ecn aanvang was gemaakt: zoo omme met advys van deHooftofficicren op alle voorvallen, naa gelegentheit van kondtfehappen, en veranderingen, daagclyks in zee voorkoomende, aandondts, zonder ruggefpraak, te difponeren, en alle defleincn tot afbreuk van den vyandt te helpen formeren, authorifcren, en d'executié van dien tc faciliteren, als mede om alles in de vloot te helpen houden in goede ordre en harmonie, niet alleen ten aanzien van 's Landt hooge en mindre Officieren, zoo over de vloote, fcheepen en matroozen, als over dé foldaaten; maar ook, ten aanzien van de zei-  L. Admiraal DE RUITER. i9i zelve, met de Hoofden en Officieren van de 16661 vlooten der Geallieerden, die men verhoopte dat in 't kort met 's Landts vloot zouden zyn geconjungeert: en byzonderlyk om te bezorgen dat aldaar goede difciplinc onderhouden, alle wandevoiren en overtredingen Van den artykelbrief ontdekt, achterhaalt, en volgens d'ordonnantien van hunne Hoog. Moog. drengelyk gedraft moghten worden: ende omme voorts den Generaal van de voorfchreeve vloote t'ontladen van ontallykc bezigheden, niet eigentlyk weezende van zyn profedic, als van 't vifiteren van papieren, gevonden wordende in fcheepen die daagelyks door de brandtwachtcn -by de vlagge opgebraght werden; om de zelve t'ontilaan of op te zenden, naar bevinding van zaaken: het geeven van rekenfehap en advertentie aan de hooge Regccringe: het fchryven aan de Kollegien ter Admiraaliteit over defecten en ongelegenthcden, zich daagelyks openbaarende aan d'cen of d'ander van de fcheepen t'haarer bezorging daande, en meer andere diergelyke occupatien, continuelyk in grooten getale invallende, oinmc alzoo den Generaal te bequaamer te maaken en te houden, om buiten cmbaras met een bedaart gemoedt te konnen bedenken en executeren de zaaken die eigentlyk van zyne functie en van foldaaten zeemanfehap dependeren, en om meer andere redenen, te lang en onnoodig uit te drukken. Dit alles heeft ook de Raadtpenfionaris de Wit ter vergaaderinge der Heeren r " Staaten van Hollandt voorgedraagen. Maar de Leden verzochten copie van 't voordel, en  192 Het LEVEN van den 1666. en 't befiuit werdt uitgeftelt. Doch naa dé bRdïe'van tydinS van dcn Wandt van Londen werdt by HoHi'adt" hunnc Ed* Gr00t Moog. goedtgcvonden ter daarover Gcneraaliteit te bevorderen, dat men zonder genoomeii. uitdcl Gedeputeerden en Gevolmaghtigden 26Sept. naar's Landts vloot zou zenden, met volmaght om zonder ruggefpraak daar de zaaken te bedieren, ten einde dat ze met de Franfche vloot moght conjungeren, en den vyandt tc water en te lande alle afbreuk doen: dat ook de Raadtpenfionaris in de voorfchreeve Men be- commiffie zou worden gebruikt. Daar op fluit drie werdt ter Generaliteit befiooten den RaadtHeerun penfionaris de Wit naar de vloot te zenden, te^zenden.nevens noch twee Heeren, d'eene uit Zee' landt en d'ander uit Vrieslandt, om daar 's' Landts befte, uit den naame van hunne Hoog Moog. te bezorgen. Doch de gemelde twee \ Aitzewa Provinciën niemandt willende zenden f, bexlvi. ggf z]cjj de Heer de Wit, zonder tydtvcroc Se» Zui,n' mct het roeyfregat de Jonge Prins te 09 / • paardt,' alleen in zee, en quam den negenDe nsadr.entwintighften aan de Generaal de Ruiters penfionaris boordt. Hy werdt met dertien fchooten verde Wit wellekomt, eri vondt den Heer de Ruiter in komt in een fterke koorts en zeer zwak. Den twees Landts ^en dagh daar aan werdt, ter begeerte van Gevoi'm!gS.den Raadtpenfionaris, by den L. Admiraal tigde van de Ruiter en andre Hooftofficieren der vlooden Staat, te, een atteftatie of verklaaring beleidt, aan1 OÖob. gaande 't geen voor deezen tuffchen de vlaggen van Vrankryk en den Staat der vereenigde Nederlanden, noopende het falueren en refidueren, was in gebruik gewceft: op dat, in gevalle men de vloot van Vrankryk moght ont-  L. Admiraal DE RUITER. 193 'ontmoeten'en zich daar by voegen, en dat 1666. derhalven, eenigh difpuit moght ontdaan, men iet hadde om zich eenighzins naar te richten. De gemelde verklaaring was van deezen inhoudt. Wy ondergefchreeven L. Admiraalen Ml- Atteffatie (hiel Adriaanszoon de Ruiter, Adriaan van of'verklaaTrappen, gezeit, Bankerts, Aart Janszoon ™ g aanvan Nes, ^Viceadmiraalen Johan de Liefde, j^andenhei" Kornelis Evertszoon , Volhert Schram , en V ^ala6. Schoutbynacht Jan van Nes , alle Hooftoffi- ren tus_ eieren van de vloote der vereenighde Nederlan- fchen de den $ verklaar en en attefteren hier mede waar vlaggen en waaracht'wh te zyn, dat wy in den jaare van Vrank. , : ; ö t t-» 1 rvlc enden 1652. m de maandt van December, naar ons s-[(m der befte onthout, den dagh onbegreepen, met de vereenigde vloote van hooghgemelte haare Hoog. Moog., Nederianonder kommandement van den Heere L. Ad- den.voormiraal Mart en Harpertszoon Tromp, goeder ltt memorie, koomende op-de reede van Paliffe, l6^2t aldaar gevonden hebben een confiderabel gros oorloghfcheepen, in dienft e van den Heere Konink van Vrankryk, waar onder de vlagge van boyenen voerde, als Admiraal, Monfieur de Neuchaife, tuffchen de welke en den voornoemden Heer L. Admiraal Tromp, ten refpetle van de waardigheit van haare. refpeblive Heeren en Mee ft er s, eenige confideratien vielen over de falutatie en refalutatie, om die Welke in der minne, tot wederzydts contentement, te adjufteeren, eenige wederzydts Gecommitteerde Hooftofficieren met den anderen in conferentie quaamen, en zoo zy verft aan hebben d'accoord vielen, dat, conform voorgaande gebruik, den Heer L.AdmiraalTromp III Deel. N en  ip4 Het LEVEN van den 1666. en des zelfs by hebbende Hooftofficieren hunne refpe&ive vlaggen zouden ftryken, en met kanon fchooten d''eerfle falutatie doen. Dat den Fraufchen Admiraal en zyne Hooftofficieren daar op haare vlaggen mede zouden ftryken, en insgelyks met eenige weinige eerfchooten de refalutatie doen. Dat, zulks gedaan wezende, de Franfchen haare refpetlive vlaggen wederom zouden ophyffen, en dat den Heere Admiraal Tromp, met zyne Hooftofficieren vervolgens haare vlaggen mede weder zouden ophyffen: immers verklaren zy alle eenparighlyk, dat de falutatie en refalutatie even alzoo , en in maniere als voorfchreeven fiaat, efpeclivelyk is gedaan en gepra&ifeert: alleguerende voor reden van wetenfchap, dat zy doenmaals alle onder de vlagge van den voornoemden Heer L. Admiraal tromp hebben gereforteert, en zulks in de voorfchreeve aclie prefent zyn geweefl, mitsgaaders de voorfchreeve falutatie en refalutatie met haare eigene oogen 'gèzteh, en d" eerfchooten met hunne ooren gehoort hebben: dat haar ook noch zeer wel voor fiaat, dat tot de voorfchreeve conferentien van de zyde van 's Landts vloote zyn Gecommitteert geweefl, en V voorfchreeve concert hebben helpen beraamen, de Heeren Johan en Kornelis Evertszoon, gebroederen, r efpeclivelyk deezen leftleeden zomer, als L. Admiraalen van Zeelandt, overleden: hebffetide alle de voornoemde Hooftofficieren de voorfchreeve haare depofitie met zolemnelen eede geconfirmeert in handen van den Heere Raadtpenfionaris de Wit, als Gedeputeerde en Gevolmaghtighde van de Hoog. Moog. Hee-  L Admiraal DE RUITER. Heeren Staaten Generaal der vereenighde Ne- 1666. Herlanden in de voorfchreeve vloote. Atlum in V fchip de zeven Proyintien, ten anker leggende acht mylen beooften ten Noorden 'f Noordtvoorlandt, den eerften OQober 1666. en was onderteekent by alle de voorfchreeve depofanten. Onder ftondt, Accordeert met de originele-minute, geinfereert in V regifler van V gebefoigneerde van de Krygsraadt in *$ Landts vloote, den eer f en O&ober, 1666. In kennifle van my ondergefchreeven Secretaris: geteekent. J. A N D R I N G A. Des anderen daaghs werdt by den Krygsraadt, dewyl de L. Admiraal Generaal de Ruiter toen weêr in een fterke koorts lagh, en dat hy zyne zwakheit meer en meer begoft te voelen, (naa dat men het advys van den Doétor en Chirurgyn daar op hadt gehoort) geoordeelt, dat van den zeiven in 's Landts vloot geen verderen dienft was te trekken: maar dat in 't tegendeel, door het ongemak en d'ongeleg'entheit, die hy moeft uitftaan, zyn ziekte, tot grooten ondienft van den Staat, zou konnen verzwaaren. Wes- Hy ver» halven werdt zyn vertrek goedtgevonden.trekt U1C Men braght hem op den derden van Oftoberd® in een der bezeilde fregatten of oorlogsjachi , N 2 ten,  196 Het LEVEN van den 1-666. ten, Schiedam genoemt, gevoert by Kapitein Jakob Pieterszoon Swart, vergezelfchapt met zyn zoon Jonker Engel de Ruiter, met lalt om hem naar de Maaze te brengen. In 't afzeilen deeden de fcheepen uit 's Landts vloot etlyke eerfchooten , met gelukwen^ Komt fching op zyne ryze. Den vierden Oélober t'Amfter- quam hy voor den Briel, van waar hy met b'kómt" een iacht' birmen door, den vyfdcn t'Amlangzaam derdam werdt gebraght, daar hy langhzaam van zyn beeterde, en noch dikwils met derke koortziekte. zen werdt aangetad. De bekommernis over zyn zwakheit, en de wenfeh van zyn hertelling, was by alle liefhebbers des vaderlandts even groot: want elk verdondt, dat den Staat aan zyne behoudenis ten allerhooghden was gelegen. Zelfs zyn Majedeit van Vrankryk, en de Heeren van zynen geheimden Raadt, en die 't hooghde bcwindt van zaaken hadden, ook de Hartogh van Beaufort, betuigden op verfcheide wyzen hoe veel werks dat ze van zyn perfoon maakten, cn hoe zeer zy naa zyne gezondtheit b6 Sept. verlangden. De Koning gaf in zekeren brief gerebree- aan de Staaten zyn genegentheit met deeze ,aa woorden te kennen, la maladie de voflre xivl' %ei- "/lmira\ mns *touché fenfiblement. Quoy que vous efperons de la bonté diyinc qiielhTne voudra pas ofter, a la bonne caufe uii Chef fi brave^ & d'une experience fi confommée. Dat is: De ziekte van, uwen Admiraal ging ons zeer ter herten. Hoewel wy van den goeden Godt verhoopen dat hy de goede zaake van zulk een braaven Overfie, met zoo grondige kenniffe en ervaarentheit voorzien, niet zal ont'  L. Admiraal DE RUITER. 197 ontblooten. Zyn echtgenoot en etlyke van 1666. zyne kinderen werden insgelyks met ziekte bezocht, die allengskens weer afnam, gelyk ook de zyne. Doch 't liep noch aan tot den eerden Sondagh in December eer hy 5 Decemb. zyn eerden kerkgangk deede, met openbaare teekenen van dankzegging aan Godt voor de weldaadt zyner gezondtheit. Naa 't ver- De vloot trek van den Generaal de Ruiter uit de vloot blyft noch was de L. Admiraal van Nes op zyn fchip in zee. overgegaan, om zyn plaats te bekleeden. Doch de Raadtpenfionaris dc Wit hadt het • dier der zaaken in handen, en delde, nevens van Nes en den Krygsraadt, met groote wakkerheit, op alles ordre, inzonderheit op de verdeeling en fmaldeeling der esquadres, om, in gevalle men met de vyanden flaaghs raakte, te beter bedandt tc zyn. Hy poogde met de vloot noch door de Hoofden naar 't Kanaal te zeilen, om zich, waar 't moogelyk, by de Franfche vloot (daar men toen noch geen zeeker befcheidt van hadt) te voegen, of d'Engelfchen op te zoeken. Men ging t'elkens met d'ebbe onder zeil, en men heeft dan de vloedt weer afgedopt: doch men kon daar weinig meê vorderen, mits de Wedelyke en Zuidtvvedelyke winden, die toen daagelyks waaiden. Maar den vyf- 5 o#;£. denOclober, als de Nederlandtfche vloote, ontrent negen mylen beooden 't Noordtvoorlandt, weêr onder zeil ging, zagh ze Kry.iht d'Engelfche zeemaght naa den middagh te d'E.>»elloefwaart van haar, derk ontrent tfedig zei-fchen ,n len, en men dacht noch dien dagh, of im-p^tt ' mers 's anderendaaghs 's morgens, met hunaf\veiKiea, N 3 in  198 Het LEVEN van den 1666. in gevecht te koomen: doch d'Engelfchen zyn afgewendt: en 's nachts werdt 's Landts ,lZ™ T mu\ ZWaarC ft0m uic de" Zuidtftorm op Jfen ^floppen, en daar door van d'Engelvoight. lche.n afgedreven. Eveneens als of Godt uit den hemel door zyn ftormwinden de twee .vyandtlyke vlooten van een wou fcheiden en Bankert, t verder bloedtftorten beletten. Door dat £D,°™.De:?nWelr werdt merkelyk getal fcheepen deren, van , ,"af \ts van de vloot verfteeken: naamentde vloot Jyk de L. Admiraal Bankert, de Viceadmiverfteeker. raaien Evertszoon en Enno Doedes Star en andere Hooftofficieren en Kapiteinen van der zeiver onderhebbende esquadres. Het gros van de vloot heeft het den volgenden dagh ontrent den middagh, naargiffing dwars van de Maaze acht mylen t'zeewaart, voor een anker gefmeeten: daar toe genoodtzaakt, om niet voort geheel om den Noordt gedreven te worden. Men poogde naa 't herzaamelen der vloot weer over te fteeken naar d Engelfche kuft, en noch een zeedagh te waagen: maar 't faizoen was verloopen, veele lcheepen waaren met zieken belaft, in zommigen ontftondt gebrek van lyftoeht, en men hadt nu daagelyks vyanden eenoej; M^-elfden Oftober goedtvondt, ten minften noch tot den dertienden zich ontrent de Vlaamfche kuft t'onthouden, om te- zien 01 de vyandt, die daar jongft van was afgewendt, noch genegentheit moght hebben daar weer naar toe te koomen: om m zulk een gevalle noch iet goedts ten fcelte van 't vaderlandt onder Godts zegen 'ö1- ie  L. Admiraal DE RUITER. 199 te verrichten. Maar in dien tydt geen vy- 1666. andt verneemende, zou men de vloot in de Men behavens doen invallen: behalven zeven fchee- de pen, drie branders, en drie galjoots. Dit navenen ie esquadre werdt, onder 't gebiedt van den doen inval" Viceadmiraal Lnno Doedes, op een aannagnien. naar 'tLieth en andere havenen m bchotlanclt gezonden; om zoo veel doenlyk was de Schotfche kapers te verbranden, en d'opgebragte Nederlandtfche fcheepen te herneemen , of nevens alle andere Engelfche fcheepen te verbranden. Ook liet men noch veertien fcheepen en drie galjoots in zee blyven, om ontrent Doggers Zandt tot in 't begin van November te kruisfen, om de zee veilig te houden, de Nederlandtfche aankoomende fcheepen te bcfchermen, en d'Engelfchen aan te taften. Ten zeiven daage, den elfden, quam de L. Admiraal Bankert met zyn byhebbende fcheepen weêr by de vlagge. Doch 't gros van 's Landts vloot liep ontrent het midden van Oftober in Zeelandt, de Maaze en Texel binnen. De Raadtpenfionaris de Wit quam den dertienden met het fchip dc zeven Provinciën, en den L. Admiraal van Nes, binnen Goereê, naa dat hy 's daaghs te vooren van den gantfchen Krygsraadt voor zyne dienden was bedankt, gelyk te zien is uit de volgende refolutie. Refolutie van den Edelen geftreugen Krygsraadt in's Landts vloote, genoomen op Dingsdagh den 12 Oclober ï666. 'savondts, in 's Landts fchip de N 4 ze-  soo Het LEVEN van den 1666. zeven Provinciën, ten anker tuflchen de vyf en zes mylen Wefttennoorden van Goereê, prefent de L. Admiraalen van Nes,_ Bankert, van Gent en Meppel; de Viceadmiraalen de Liefde, Sweers, Evertszoon en Schram; de Schoutenbynacht Vlug en van der Zaan. Refolude Is by den Krygsraadt in confideratie genoovan den mgn s eensdeels de zwaarwichtige affaires , var1|rssraa 'die de zelve geduurende deeze expeditie zyn '«Lands voorgekoomen in der zeiver deliberatien en revloote. byfolutien, zoo belangende de conjunclie met de de «elke armade van Vrankryk, als het gunt daar ondeRaadr.- trent heeft gedependeert, aangezien die meer VAz\v\TmvanP°iï(yk dis militair employ waaren. Envoor zynt^ daarentegens aan d'andere zyde overwoogen goede de groote verlichting en by zonder foulagedieniten ment, die de zelve zoo wel in de voorfchreewordc be-ve als andere gelegentheden hebben bekoomen ankt* met de prefentie van den Heere Raadtpenfionaris de Wit, als Gedeputeerde en Gevolmaghtigde van haare Hoog. Moog. weshahcn de zelve hebben goedt gevonden en gerefolveert, . den welgemelten Heere de Wit voor alle des zelfs goede officien, tot voorftandt van 't gemeene befie gedaan, gantfch dienfielyk te bedanken, gelyk de zelve bedankt wordt mitsdeezen, met ferieufe recommandatie, dat zyn Ed. gelieve aan haare Hoog. Moog. uit den, naameen van weegenden voorfchreeven Raadt, te verzoeken, dat de zelve-doch in het toekoomende zoude gelieven te continueren in die goedtheit, van haar wederom met eenige.  L. Admiraal DE RUITER. aoi ge wyze, ervarene en cordate Heeren uit den \ (,66. midden van der zeiver illuflre vergadering te ajjifteren. Ter ordonnantie van den voornoemden Krygsraadt. J. ANDRINGA. De Heere Raadtpenfionaris deedt den Hy doet veertienden van Oétober ter vergadering der rapport ter Heeren Staaten van Hollandt rapport van \V;^gada~ geen, geduurende zyn verblyf op 's Lands HoiIanc# vloot als Gedeputeerde en Gevolmaghtigde I+ oaob. van hunne Hoog. Moog. was voorgevallen. Waar op hunne Ed. Groot Moög. zich over de voorzichtige conduitte, wyze beftieringe en kloekmoedig beleidt ontrent het employ der vloot, by hem gebruikt en in 't werk geftelt, ten hooghften vernoeght en voldaan hielden: en voorts goedtvonden, dat den zeiven, tot betuiging dat zyn dienft hunne Ed. Groot Groot Moog. zonderling aange- En wordt naam was geweeft, uit den naame van hunne bedankt. Ed. Groot Mo og. in de befte forme zoude worden bedankt: 't welk ook gefchiedde. Ook nam men ter Generaaliteit in zyn beleidt, op 's Landts vloot gehouden, insgelyks genoegen. De L. Admiraal de Ruiter De Ruiter nam onderwyl in krachten zoo verre toe, dat wordt weêr hy den vyfden van December zyn kerkgangk grondt, deedt, en maakte zulks aan de Heeren Staaten van Hollandt met een brief bekent, daar by voegende, dat hy zich eerftdaags d'eere yerhoopte te geeven van haar Ed. Groot N 5, Moog..  202 Het LEVEN van den ï666. ^Reconvtr kfcentie. En met treffelyke gefchenken van eere begiftigd. Zyn af. beelding wordt in de raadtksamerster Admiraaliteitenten toon gehangen. Moog. beveelen in perfoon te komen ontfangen. Waar op de Heeren Staaten den zevenden goedtvonden den gemelden L. Admiraal dooreen brief te laaten weeten, dat hunne Ed. Groot Moog. uit zynen brief met aangenaam heit de f herdelling van zyne gezondtheit hadden verdaan , met hoope dat de Staat noch lange tydt goede dienden van hem zou trekken. Ontrent deezen tydt betuighden verfcheide Kojlegien ter Admiraalitèit in hoe hooge waarde dat ze hem en zyne dienden hielden, hem vereerende met treffelyke gefchenken. Die van Amderdam fchonkenhemeen houwer, met een zwaar goudt geved,' in een feegryne fcheede: die van Rotterdam een zilver verguldt lampet: die van Zeelandt een treffelvk boek, den Atlas. ol de befchryving en afbeelding der geheele werclt, by de Blaauwen gedrukt: die van \ Noorderquartier hadden bedooten hem met een kodelyk bedaage commandantdok te vereeren; maar zy bleven, by gebrek van geldt of goede ordre, in gebreeken. Ook verzochten de Heeren Raaden ter Admiraaliteit zyn afbeeldinge, die zy in hunne raadtkaamers, als een fpiegel der Zeehelden, ten toon hingen. Dit hadt eenige gemeenfehap met het gebruik der ouden, die den Helden, zich loffelyk ten diende des vaderlandts gequeeten hebbende , eerbeelden lieten oprechten, en hunne gedachtenis, door dat middel, zoo veel in hun was, vereeuwigden of onderffelyk maakten. Wyders werdt in de maanden van November en December weêr beraadtflaaght over de fcheepen die tot be-^ fcher-»  L. Admiraal DE RUITER. 203 fcherming van den Staat tydelyk tegens het 1666, aandaande voorjaar zouden dienen in zee gebraght te worden, en overdagh gemaakt wat de zelve voor een jaar zouden koden. Hier op werdt het advys der Gedeputeerden uit 's Landts Admiraaliteiten door eenige Heeren uit de Staaten van Hollandt overwoogen, en eindelyk hy hunne Ed. Groot Moog. den Vocrflagh zedienden December goedtgevonden en ver^- va!1 d'oordaan, dat de zaake ter Generaaliteit daar d°ss^1°n°tj heenen zou bediert werden, ten einde door 't'eVoor"aa" ordre van hunne Hoog. Moog. by de Kolle- jn zee zou gien ter Admiraaliteit, naar de gewoonlyke brengen, verdeelinge, tegens het voorjaar toegerud moghten werden tweeëntzeventig kapitaale oorlogfcheepen, d'eene helf te monteren met fedigh tot tachtigh dukken, en te man^ nen met driehonderdt tot vyfhonderdt koppen , en d'andere helft met veertigh tot festig dukken, en te mannen met tweehondcrdt tot driehonderdt koppen; twaalf fregatten, vierentwintigh branders, twaalf op nieuw aan te bouwen advysjachten, met het minder vaartuig daar toe vereifcht. Dat bovendien in de zeegaaten vaardigh en gereedt moghten gehouden werden achtien kapitaale fcheepen van oorlogh, met chauwers bemant, ook zoo veel moogelyk waare gemonteert en volkoomelyk uitgerud, om, naa den uitval van een zeeflagh, of andere ongelegentheden, die 's Landts fcheepen zouden konnen overkoomen, door een fpoedige verwilTelinge, te konnen dienen tot herdelling der Hooftofficieren en andere Kapiteinen, daar zulks te paffe zoude moogen koomen: en dit bp-  s©4 Het LEVEN van den enz. \666. boven en behalven de twintigh fcheepen van oorloge, die by d'Oodindifche Compagnie, volgens contracl met haare Hoog. Moog. aangegaan, toegerud en in zee gebraght mosten worden. Des dat, tot verval van d'onkoften, te dier zaake by den Staat te draagen, by den Raadt van Staate een petitie of eifch van negen millioenen en viermaal honderdtduizendt gulden (daar uit geoordeelt wierdt de voorfchreeve equipagie zou konnen worden vervallen) ten fpoedighde zoude worden gedaan, en aan alle de Provinciën afgezonden. Uit welke reekening en eifch kan afgenoomen worden met wat voor een kodelyken oorlog zich de Staat, met naamen Hollandt, die daar meed in te gelden hadt, vondt bezwaart: maar men quam alles, door de wakkerheit der Regeer-r ders, de goedtwilligheit der onderdaanen, en dapperheit der zeehelden , met eere te boven. HET  HET LEVEN van den heere MICHIEL de RUITERj Hartog, Ridder &c. L. Admiraal Generaal van Hollandt en West, vrieslandt. TIENDE BOEK. De mcede voortydt des jaars zedienhon- 1667. derdt zevenentzedig werdt by de Nederlan- Toerufting ders weer met ongemeenen yver bedeedt in der oorhet toeruden Van 's Landts oorlogsvloot, logsvloot Maar een drenge naawinter gaf eenige ver- 5,1 de Nehindering. Het begod den zedienden of ze- derlandenventienden van Maart derk te vriezen, zoo dat men twee daagen daarna by den Briel langs 't ys over de Maaze liep, en duurde de vord tot in 't einde der maandt. Midlerwyl toonde de Koning van Grootbritanje meer genegentheit tot de vreede dan voorheenen, en hadt, door tufichenfpraak der Gezanten van Zweeden, toegedaan, dat men te Breda by een zou koomen, om aldaar over de voorwaarden in handeling te treden. Hy hadt te vooren aangebooden zyne Gezanten in den Haage te zenden, maar dat was by de Heeren Staaten, uit reden van daat, afgeflaagen. By d'Engelfchen zag men weinig toeruding ten oorlogh. Zommigen meenen dat de brandt van Londen hunne krachten hadt ge- kneuft:  206 Het LEVEN van den 1667. kneuft: maar anderen zeggen, dat men aari 't Hof van Vrankryk de Koninginne moeder van Engelandt hadt doen gelooven, dat de Hollanders in dit jaar niet dan weinig fcheepen, tot bevryding hunner kullen, in zee zouden brengen, en dat haare Majefteit den Koning haaren zoon met die waan hadt ingenoomen, en daar door veroorzaakt dat hy niet dan een kleen getal van fcheepen toeruftte. Doch men kon niet lang in dat gevoelen blyven, dat de Staaten geen oorlogsvloot zouden in zee zenden, dewyl 'er te veel toeftel tot de toerufting van nooden was, en veel honderden van menfchen aan te werk quaamen. Ontrent deezen tydt, terwyl men beraadtflaaghde op wat wyze men zich ontrent het ftryken en falueren zou draagen, in gevalle de yloot van deezen Staat dc Franfche vloot moght koomen t'ontmoeten, werden by den L. Admiraal de Ruiter en etlyke andre Zeeofficieren twee atteftatien of vcrklaaringen gegeven, meldende op wat wyze de vlooten van den Koning van Grootbrkanje en die van deezen Staat eikanderen plaghten t'ontmoeten, en wederzydts met het ftryken van de vlagge en eerfchooten te falueren, in zulker voegen gelyk uit d'atAttelratie tedatien, die hier volgen, blykt. aangaande ondergefchreeven L. Admiraal Michiel hetfakerefl Adriaanszoon de Ruiter, Kommandeur JVilen refalne-^ van der Zaan, en Kapitein Jakob van Ralteren alle in dienft e der vereenigde Ne- Mon»gne,^^w?» verklaaren ende attefteeren hier den 29 mede, waar ende waarachtigh te zyn , dat Aug.i66i.wy in den jaar e 1661. op Maandagh den 20 Au-  L. Admiraal DE RUITER. 207 Augufti, met onze refpe&ive onderhebbende ''s 166?. Landts fcheepen, onder V commandement van den gemelten L. Admiraal de Kuiter, als Viceadmiraal , doch voerende de vlagge van de groote ft enge, in de Middelandtfclie zee, van Malaga zyn koomen opzeilen naa'tnaauw van Gibralter, en aldaar inpaffant onder Fangarolo ten anker hebben vinden leggen eenige fcheepen ende kitzen, in dienft e van den Konink van Engelandt, onder V kommandement van den Heere Admiraal Montagu,, by dewelke wy 's namiddaghs mede ten anker zyn gekoomen , ende hebben den zeiven, conform ons or dinar is gebruik, gefalueert met het ftryken van de vlagge, ende eenige eerfchooten, waar op den gemelten LIeere Admiraal Montagu, met het ftryken van des zelfs vlagge, ende weinige eerfchooten, de refalutatie heeft gedaan , gelyk wy dat met onze eigene oogen gezien , ende d''eerfchooten met de oor en gehoort hebben, prefenteerende V zelve ten allen tyden, des noodt, ends verzocht zynde, met folemneelen eede te beveftigen. Aclum in Amfterdam, den 18 Maart 1667. Ende was onderteekent, Michiel Adriaanszoon de Ruyter, Willem van der Zaan, Jakob van Meeuwen. Onderdondt, In kenniffe van my ondergefchreeven Secretaris , ende geteekent J. ANDRINGA. Wy ondergefchreeven L. Admiraal Michiel Atteftatie Adriaanszoon de Ruiter, Viceadmiraal Ifaak aangaande Sweers, Kommandeur Willem van der Zaan,*"* felue. Ka-  20* Het LEVEN van jdên 1667. Kapiteinen Hendrik Adriaanszoon, ende Jaren en re- kob Komeliszoon Swart, alle in dienft e der falueren vereenighde Nederlanden, verklaren , ende Ruiter6 en attefteeren h'ier me'de waar ende waarachtigh LauVon te zyn, datwyin den jaare 1664. op Maanden 12 dagh den 11 Augufti, met een esquadre van Aug 1664. vyftien 's Landts fcheepen zyn gezeilt uit de Baay van Kadix in Andalouzia , onder V kommandement van den gemelten L. Admiraal de Kuiter, als Viceadmiraal', doch voerende de vlagge van de groote ftenge, om te geleiden door V naauw van Gibralter een gros koopvaardyfeheepen, in de voorfhreevenvereenighde Nederlanden t'huis hoorende, ende daar mede des anderendaaghs gepaff'eert de Baay van Tahger, in de welke doen ten anker lagen dertien Engelfche Konings fcheepen, onder '£ kommandement van den Viceadmiraal Joan Laufon, die ook de vlagge van boven voerde, ende hebben de voorfchreeven Opperhoofden malkanderen met het fchieten van eenige eerfchooten gefalueert, ende gerefalueert, gelyk wy dat met onze eigene ooren gehoort hebben, _ prefenteerende V zelve ten allen tyden, des noodt, ende verzocht zynde, met folemnelen eede te beveftigen. Acium in Amfterdam ^ den i 8 Maart 1667. • Ende -was ónderteekent, Michiel Adriaanszoon de Kuiter, Ifaak Sweers, Willem van der Zaan, Hendrik Adriaanszoon , en Jakob Komeliszoon Swart. Onderdondt, In kennijfe van my ondergefchreeven Secretaris, ende geteekent J. ANDRINGA. 'T geen  L. Admiraal DE RUITER. 209 'T geen ook aangaande dat, dryken der 1667: vlagge, en't falueren met eerfchooten, tusïchen de vloot van deezen Staat en dié van zyne Majedeit van Vrankryk, hi den jaaré MDCLii op de Reede van Palide, met onderling overleg; in der minne was goedtgevonden, blykt uit een andere verklaaring, die in 't voorgaande boek werdt gevonden: daar 't beduit, dat de Heeren Staaten daarna op dit ftuk naamen eenighzins naar werdt gericht, gelyk in 't vervolg der zaaken zal worden "verhaalt. Korts daarna werdt, op °è Ruiter den negenentwintighften van Maart, by hun-*"^*^ ne Hoog. Moog. weêr goedtgevonden eri opp-r- ° verftaan, dat de L. Admiraal de Ruiter als hooft over eerfte perfoon en Opperhooft ovcf 's Landts's Landts vloote geduurende d'aanftaande zeetoght zouvloo'e« gebieden. De Heeren Staaten verftonden; dat men de vreedehandeling, die in 't kort ftondt te beginnen, niet beter zou konneri vorderen dan met de wapenen, cn dat meii met iet groots té beftaan de befte voorwaarde zou bedingen. De L. Admiraal de Ruiter, in April op zyn vertrek ftaande naar Hellcvoetfluis, om ontrent de fcheepen aldaar leggende alles te vervaardigen, verzocht Hy veraan de Heeren Raaden ter Admiraaliteit tot zoekt te Rotterdam te moogen verftaan, hoe hy zich ^èet<^>°P aldaar zou hebben te draagen in 't aankoo- ^en^'Enmen der fcheepen daar mede d'AmbalTadeurs Reifche uit Engelandt hier te lande wierden ver- Ambaflawacht, zoo met het gebruiken van 't gefchut deurs met als van de vlaggen, met welke men gewoon'* kandis 'was de zelve te begroeten. Dit verzoek ^„^j"^ werdt den Heeren Staaten voorgedraagen, rïn< III. DeeI. O die  aio Het LEVEN van den l66j. die daar op goedtgevonden en verdaan hetn Reiolntie ben, dat de L. Admiraal de Kuiter op het ^SmSlink°0men van de gemeldt'Ambaffadeurs de neraal op" vlcf&gen van de oorloghfcheepen van den Staat dat punt *ü* zou doen ftryken. Des zouden de jachgenoouien. 'ten, gedeftineert om te paffen op daankomfte 13 Aptit. van de zelve Heeren Ambaffadeurs, zich hebben te vervoegen naar dhiiterfte tonnen buiten het Goereefche gat, of andere zeegaaten deezer Landen, alwaar de gezeide Ambaffadeurs jftonden aan te koomen, die verzocht zouden worden in de voorfchreeve jachten over te gaan, en ?net de zelve jachten koomende te pafeeren d" oorlogfcheepen van den Staat, door de zelve met het losbranden van het kanon zouden worden gefalueert. Doch m cas de meergemelde Heeren Ambaffadeurs , buiten vermoeden, met de fregatten van oorloge, die hen herwaarts zouden overbrengen , zouden moogen koomen binnen te zeilen, zonder in de voorfchreeve jachten over te gaan, dan zouden de fcheepen van oorloge van deezen Staat in . zulken gevalle de gemelde Heeren Ambaffadeurs falueren met het losbranden van haar kanon, by aldien de voorfchreeve Engelfche fregatten eerft zouden koomen te falueren, en $ May. anders niet. Daarna werdt ook'by haare Hoog. Moog. goedtgevonden, dat men zich ontrent het ontfangen der Heeren Ambafladeurs van Z weeden, die insgelyks uit Engelandt werden verwacht, om'zich naar Breda te begeven, op gelyke wyze zoude draagen. Den vyfden van May is tuiTchen den Graave d'Edrades, Ambafiadeur des Konings van Vrankryk, en de Heeren haare Hoog. Moog. Ge-  L. Admiraal DE RUITER. zn Gedeputeerden tot de geheime zeezaaken, ,1667. .gemaakt, gedooten en geteèkent zeekere conventie of overeenkooming, raakende het • in zee brengen, conjungeren, en doen ageren van wederzydts vlooten, die ten zeiven daage ter vergaadering van haare Hoog. Moog. werdt bekent gemaakt, en van deezen inhoudt was. Overeenkoomingc , gemaakt door den Heer Extraordinaris Ambafiadeur van Vrankryk, ende de Heeren Gedeputeerden van de Staaten Generaal der vereenighde Nederlanden. I. Dat men van wederzyde zyn uiterfie ver- Ovcreenmoogen zal aanwenden om zoo confiderable of kooming flerker vloot in zee te brengen als die van \l tuflehen voorleden jaar geweefl is. den Am_ II. Om den vyandt te prevenieren, zullen ^v,^ de Staaten Oeneraal alle moogelyke deyoiren ryk en dê doen, om haare vloot tegens den vyfentwin- Gedeputighften deezer maant in zee te brengen, <ƒ teerden der eerder in dien 't doenlyk is. . *ieiren III. Dat vangelyken deKonink van Vrank- faakendè ryk voor, of in dien tydt zyn vloot in fiaat zal het in zee brengen om 'i Kanaal in te zeilen, zoo haafl brengen, •als zy vemo.om.en zal hebben dat die van de conjungeStaaten in zee zal zyn, en zal zich vervoegen rfn en naar de Kiviere van Londen of naar de Hoof-?°nenv*fs~ den. weder- IV. Dat der Staaten vloot (eerder als diezyduvloovan den vyandt in zee, ende de Windt Wefie- ten« lyk zynde ) haar naar de Hoofden zal vervoegen , of tuffchen de Hoofden er. de Kiviere van O 2 Lon-  412 Het LEVEN van den 1667. Londen, en die van zyne Majefteit zal onder 't faveur van de zelve windt avanceren in 'f Kanaal, om zich by die van de Staaten te vervoegen. V. Maar Zoo in de zelve gelegentlieit de windt Ooftelyk loopt , zoo zal der Staaten vloot, zoo haafl ah zy advys zal hebben dat die van zyne Majefteit uit Breft geloopen zal Zyn, verder 't Kanaal in zeilen, en gaan die 'van zyne Majefteit te gemoet tot op de hooghte van Pontrieux, of daar ontrent, tot daar toe daar zyne Majefteit in die gelegentlieit de zyfie zal doen avanceren, ten einde dat (de byeenkomfte door Godts genade zoo gefchiet zynde ) men den vyandt gezaamentlyk kan gaan zoeken en bevechten. VI. Ende alle de atlien van de voornoemde vlooten (by malkanderen wezende) zullen gedirigeert en geleidt worden door overeenkoominge van de twee Admiraalen, of die aan wie zyne Majefteit ende haar Hoog. Moog. refpeclive d'opperfte direftie van haare fcheepsmaghten betrout zullen hebben, de welke van beide zyden ten vollen daar toe geauthorifeert zullen zyn, en byzonderlyk ook, de gelegentheit voorvallende , om door alle moogelyke en redelyke middelen de wederomreize van de Franfche vloot te helpen verzeekeren tot in zyne Majeftcits havens , om alle periculen te eviteertn die zy als dan in 'f Kanaal of elders zouden moogen vreezen , zoo veel als het de gelegentheit van den tydt en zaaken eenigzins zoude konnen toelaaten. VII. Maar zoo de Engelfche vloot eerder ah  L. Admiraal DE RUITER. 5113 ah die van de Staaten in zee is, alhoewel het 1667* gevecht ah dan zeer qualyk te eviteeren zal zyn voor de byeenkoominge, zoo zal men 't evenwel zoo veel ontwyken als 't d'eere ende reputatie van den Staat kan toelaaten: ende in die gelegentheit zoo zal men malkanderen, zoo te water als te lande, zeer zorghvuldiglyk verwittigen van alles datter van tydt tot tydt zal pajjeeren, ende van 't geene dat den een en den ander zoude konnen doen en onderwinden, om te trachten de byeenkomjle te faciliteeren. VIII. Zoo in d'eene of d'andere gelegentheit zich eenige favorable occafie aan den Konink of aan de Staaten prefent eert, om d'Engelfche vloot of een partye van die te attaqueren, ofte cm den gemeenen vyandt in eenige maniere notoir lyk en gevoelyk te incommodeeren, zoo zal men niet manqueeren van zich daar van te dienen, en het zelve met dapper heit te doen. Gedaan in den Haage in Hollandt den 5 May 166j, en is geteekent en gecachetteert, D'ESTRADES. L, S. B. van Ommeren. Gerard Coltermans. Johan de Wit. B. van Vrybergen, G. van Hoolk. C. Kann. Johan van Sehriek. H. Gokkinga, Waar op gedelibereert zynde, is goetgevon- i^erolutïa 4en ende verf aan, dat de gemelte Heeren haa- der Heeren re Hoog. Moog. Gedeputeerden, den welgemel- Staaten ten Heer Extraordinaris Ambajfadeur, ne- aangaande O 3 vens  214 Het LEVEN van den vens d'extraditie van de voornoemde geteekenbei lalue. de conventie, in duydelyke en klaar e termen Franfche zullen bekent maaken, dat haare Hoog. vioute. Moog. geméint endegerefolveert zyn, het Opperhooft van de vloote van den Staat aan te fchryven ende te laften, dat hy de vloote van den hoogftgemelten Konink, ten tyde van de ontmoetinge ende bejegeninge, met het ftryken van de vlagge zal hebben ) raai hem op de voorfchreeve ontmoeting met 7 May. het ftryken van de vlagge zoude falueren9 op vaft vertrouwen dat hy Opperhooft van gely- ken met het ftryken van de Franfche vlagge aan die van deezen Staat zoude doen. Doch in gevalle hy L. Admiraal uit hei rapport van de voorfchreeve af te zendene Officieren, tot zyne meefie geruftheit, niet pofitiyelyk zoude konnen afneemen en beftuiten dat 'zulks zoude gefchieden, dat hy alsdan de vlagge van den Staat ongeftreeken zoude laaten ftaan, en de voorfchreeve Franfche vloote alleenlyk zoude falueren met het kanon: aan haare Hoog, Moog. in allen gevalle overfchryvende wat dies aangaande zou zyn gepafte er t. Twee daa- p May. gen daarna werdt by haare Hoog. Moog. Qrdre op nochmaals verdaan, dat de L. Admiraal de den rang Ruiter als eerde perfoon en Opperhooft over der Hooft- 's Landts vloote zoude gebieden, en vervol- °ffici«ren gens den rang van de verdre Hooftofficieren ^aLan(jts geordonneert, in deeze ordre. vloote. Aitzema De L. Admiraal Michiel Adriaanszoon xlvii. 108. de Ruiter. O 4 De  zi6 Het LEVEN van den \é6y. Be L. Admiraal Adriaan van Trappen % gszeit Bankert. Be L. Admiraal Aan van Nes. Be L. Admiraal Willem Jofeph van Gent. Be L. Admiraal C. Meppel. Be L. Admiraal Hans Willem van Aylua. Be Viceadmiraalen de Liefde , Zweers, Kornelis Evertszoon, Schram en Enno Boedes. Be Schout enby nacht Jan van Nes, Jan Gideonszoon Verburg, Jan Matthyszoon, Vlug en Brunsveldt. Doch den L. Admiraal de Ruiter iet menfchelyks overkoomende, of by ziekte, ofte andere ongelcgenthcden , het opperbevel niet konnende voeren, zoude de L. Admiraal Aart van Nes over dc voornoemde vloot als eerde perfoon of Opperhooft gebieden, en by deszelfs overlyden, ongelegentheit of afweezen, dc L. Admiraal van Gent. Des zoude de L. Admiraal de Ruiter en d'andere Hooftofficieren zoodaanige ordre dellen, dat, in geval van zoodanige voorkoomende cngclegentheden van afderven, daande het gevecht, en vermengt weezende onder 's vyandts vloote, geene de minde teekenen van zoo droevige toevallen, ofte eenige d? Verklaa- minde veranderinge in 't beleit der zaaken ring wee- zoude worden befpeurt. De Gedeputeerden ger.sHol. van Hollandt en Wedvrieflandt hebben ten gaande de ■ daa&'e ter Generaliteit verklaart, wel extw-eede t?'es vcor te behouden, dat de tweede rang in, Wfy' v? gemelde refolutie, by forme van expediënt .  L. Admiraal DE PvUITER. 217 dient, als voor deezen, aan den L. Admiraal 1667. Bankert toegevoeght, in V toekoomende niet Aitzem* ■wierde gebruikt tot eenig prejudicie: maar dc XLV11, i0§' extraordinaris en ordinaris Gedeputeerden vanZeelandt hebben de bovendaande conclude wel expres gecontradiceert, referverende daar op zoodanige aanteekeninge te doen als de Heeren haare Principaalen zouden goedtvinden hun toe te zenden. De L. Admiraal de Ruiter, die noch eenige overblyfzelen zyner ziekte gevoelde, en weer zomwylcn van de koorts werdt aangetad, was al den twintighden van April tot Hellevoctfluis aangekoomen, om de toeruding der fcheepen die daar laagen te bevorderen en op alles ordre te dellen. Maar daar liepen noch etlyke weeken voorby eer men in daat was om met de fcheepen derMaaze te konnen zee kiezen, en naar Texel, daar 't rendevous der vloot was, te zeilen. Den twintighden van May aogfay zagh men een Engelfch Konings fchip, voe- D'Ambajrende ontrent fedig dukken, 't welk de Hee- fadeursvan ren AmbalTadcurs van den Koning van Zwee-^weeden_ den (die van Londen quaamen, cn als ndd-p"^"^1' delaars der vreede naar Breda gingen) in had-^nQ0g°e| de, om de hoek van 't eilandt Goereê door 1 't gat inkoomen, en liet nevens zyn roode ylagh van de kompanje, ook aan bakboort een witte vlag waaijen. Dit fchip, met noch een fiuitfehip voor de bagagie, quam ontrent anderhalf kanonfehoot t'zeewaart van Het Ende L. Admiraal de Ruiters fchip de zevengelfch oor* Provinciën ten anker, en falueerde toen de!ogfci?lP' vlagge van den Staat met drieëntwintig eer-^^voer6-* fchooten: waar op by den L. Admiraal deda ft. O $ Rui-  2l8 Het LEVEN van den 1667. Ruiter met even veel fchooten werdt geantla-er, ae woordt, en vin de red van 's Landts fcheeden's™ pen naar Sraade, volgens de lad daar van te met drie- vooren gegeven. De Heeren Ambafladeurs emwintigh waaren in 's Landts jachten, die hun met den icuootcn. Heer van Sterrenberg 's morgens waaren in 't gemoet gezeik, overgegaan, en de Heer dc Ruiter zondt den L. Admiraal van Nes aan boordt van de jachten, om hunne Eicellentien te verwcllekoomen, en den Kapitein Laurens Davids van Konvent aan den Kapi* tcin van't Engelfch oorlogsfchip, om hem te begroeten, en te verneemen of hy iet van nooden hadt. Maar eer zy te rugh keerden en hun wedervaaren verhaalden, paflêerde eerft het Engelfch bagagie fchip, en liep in de haven van Hellevoetlluis, om aldaar de bagagie met meer gemak te loden. Daar op volghden de jachten met d'AmbalTadeurs en hun gevolgh, die de Heer de Ruiter in 't voorbyzeilen met eenige fchooten van 't kanon en drie chargies met musketten begroette, en geluk op de reize wenfehte. D'Engelfche Ambafladeurs waaren den twaalfden 's avondts met drie fregatten en vier boeyers voor Vliffingen ten anker gekoomen, en hadden zich zonder tydtverliès naar Breda begeven. Den zevenentwintighften raakte de L. Admiraal de Ruiter, door veel tegenwindt De Ruiteren andere beletzelen opgehouden, van Goezeik met ree met de Maasfcheepen in zee, en liep den r~he'a" de gelegentheit voorkoomende, zyn bequaam ndfiagh te verbeteren. Maar Saloo werdt om'tLandtvan zyn diend t'eenemaal afgezet, en verte dienen klaart onbequaam te zyn om ooit of ooit in Tvi?' dienft van den' Scaac gebruikt tc worden, jawen in 'tDok werdt al zyn gagic, in dien toght vcrrafphuis klaart, verbeurt te zyn, en hy wyders vergebannen, weezen, om vierjaaren in 't rafphuis t'Am- ■ der-  L. Admiraal DE RUITER. 223 ■ fterdam te zitten, en daar zyn kod met arbei- 1667. den te verdienen. Dit vonnis werdt den vierden van Junius uitgefprooken: en op den zeiven dagh f quam den Heer Kornelis de t Andereri Wit, broeder van den Raadtpenfionaris van ze£«en<*en Hollandt, Ruart van Putten en regeerendt6Ju„y' Burgermeeder der dadt Dordrecht, in Texel, ™PpJJ!J als Gedeputeerden en Gevolmaghtigde van komt inde haare Hoog. Moog. in 's Landts vloot. De vloot als Heeren Staaten hadden f noodigh geoordeeltGevo!eenige weinige cordate * en dandtvadigemagligde mannen van kennis en beleit, tot twee of™^3316 drie in getale, uit de hooge Regeering te Moog. committeeren, om als Gevolmaghtigden vant 4 hm. haare Hoog. Moog. in de vloot van den ,Ta Ma3. Staat, op zee en in dc expeditien, gebruikt * HaniSe« te worden, in voegen als daar toe in de voorleedene jaaren mdclxv. en mdclxvi. commiiïie was verleent. Wegens Hollandt 20 May. werdt dc Heer Ruart van Putten ten gemelden einde gecommitteert. In de commiflie 27 Ma.% by haare Hoog. Moog. gegecven werdt al- ' leenlyk de naam van den Heere Ruart gcfpelt, en plaats open gelaaten voor de Heeren die daar wegens d'andere Provinciën moghten by koomen. By de gemelde com- commiffimiffie werden de Gevolmaghtigden geautho- en maehc" rifcert en volmaghtight, om gezaamentlyk ,hemsegeeefwel een of eenigen van haar, zonder rugK-ysa' fpraake, door alle bedenkelyke en betaamelyke 27 May* middelen, naar ingenoomen advys, en gehoort de confideratien van ■$ Landts L. Admiraalen en andere Hoofden, de conjunctie van de gemelde vloote met die van den Koning van Vrankryk te faciliteren en effeclueren: ook de 1 zei-  22* Het LEVEN van den i66j. zelve vloote tot afbreuk van den gemeenen y$* andt te water en te lande te doen ageren $ naar dat d'occafte en toevallen zulks zouden toelaaten, en voort alles te refolveren en effectueren, ook te doen effectueren wat naar gelegentheit en vereifch der zaaken ten meefteit dienft e, welft andt cn zerzeekering van den Staat, en af breuk als vooren, bevonden zoude worden te behooren; mitsgaaders de verdiende ftraffe te decreteren, of doen decreteren j tegens alle de geenen, die ter zaake van wandevoiren, desordre, ïnobedïentie, ofte anderzins f eenigen tydt culpabel zouden moogen bevonden worden: beloovende hunne Hoog. Moog. voor goedt, vaft en van waarde te houden al het geen by haar E. fzaamen, oft een, of eenigen van hun luiden, noopende V voorfchreeve, gedaan en geefteclueert zoude worden. Laftende en ordonneerende dien volgende elle L. Admiraalen, Viceadmiraalen, Schoutenbynacht, en alle andere, zoo Officieren als gemeene matroozen en foldaaten, in de voorfchreeve vloote weezende, de voornoemde haare Gedeputeerden en Gevolmaghtigden in de voorfchreeve qualiteit te erkennen, refpecleren Verbaal en obedieren. De Heeren Staaten oordeelvan den den te deezer tydt, dat d'Engelfche maght Ruart. jegenwoordigh niet beftandt fcheen te zullen ?• 3. zyn om 's Landts vloote V hooft te konnen bieden, en dat mitsdien naar alle apparentie deezen Staat meefter van de zee zoude zyn, RefoUi • cn wer^z daar °P ky haare Hoog. Moog. en toeleg6Soedtgevonden en verdaan, dat met alle rederWeererfolzttheit eenige deffeinen zouden worden getenStaaten om teert^ zelfs met het inzeilen en loopen in de Rt<  L. Admiraal DE RUITER. 225 Rivieren, baai jen, oft havenen van den vy- 1667. andt, V attaqueren van eenige eilanden, ook iet groots fteeden en plaatzen van V vafte landt... Metl^ns ferieufe en ernffige recommandatie aan ^e fche"f 1 Heeren haare Hoog. Moog. Gedeputeerden en beitaan. Gevolmaghtighden over V employ van 'j Landts vloot, (die ten tyde van 't neemen deezer refolutie in Texel waaren) dat ze daar on- Uithet retrent met alle refolutheit wilden befoigneren gifier der en procedeeren, ook liever wat hazardeeren fecrete re's en doen hazardeeren, als de vloot in zee ie^o/u"f" laaten gaan, zonder iet notabels te effectueren "h^J™'''' en te verrichten: alles op dat men daar door Moog. sc. des te eerder moght bevorderen en confequee- noomen ren een fpoedige, eerlyke en verzeekerde vree- den 3o de met den gemeenen vyandt. De Provinciën Mfl' van Zeelandt en Vrieflandt was ook ter ver- X gaderinge van haare Hoog. Moog. toegedaan, xLvtTioo. iemant uit de hunnen by den Heer Kornelis de Wit te voegen, doch zy hebben niemant daar toe genoemt noch gelad; zoo dat de Heer Ruart alleen met de waardigheit van Gevolmaghtigde van den Staat bleef bekleedt: die ookfedert, om 't gezagh van 't Landt te beter te bewaaren, met een garde of lyfwacht van ontrent dertigh matroozen werdt voorzien. Naa dat de L. Admiraal De Ruiter de Ruiter in Texel den eedt van zich in doet den zyne charge, als Opperhooft der vloote,eedt als getrouwelyk te zullen quyten, en de bevee- ^^rj len, hem by hunne Hoog. Moog. alreedts vi00(tff er gegeven, of noch te geven, zoude achter- ' volgenen nakoomen, in handen van hunne Hoog. Moog. Gedeputeerden en Gevolmaghtighden tot de zeezaaken hadt gedaan, liep III. Deel. P hy  526 Het LEVEN van den 1667. hy den zeden van Junius met 's Landts vloot, En 1 optvoor zoo veel die vaardig was, uit Texel in •"lanrf Zee' Toen hebben de Heeren GedeputeervlootV ,den en Gevolmaghtigden tot het employ van jCe, 's Landts vloot, gehoort en ingenoomen heb6 Iun. bende d'advyzen van den Heer L. Admiraal de Ruiter, en d'aanweezende Gecommitteerden van de Kollegien ter Admiraaliteit tot Rotterdam, Amderdam, Vrieflandt, en 't Noorderquartier, d'indruétie voor den Heer L. Admiraal de Ruiter, daar hy zich op den aandaanden toght naar zoude "richten, vadgedelt, en den Heere Ruaart, mitsgaders den gemelden Admiraal ter handen gedelt. Daar op hebben de bovengemelde Heeren den zeiven alle geluk, vooripoedt, en Godts zegen toegewenfcht, en vertrokken voorts naar Texel. De Heer Admiraal hadt zyn zoon Jonker Engel de Ruiter, toen ontrent achtien jaaren oudt, (die den Staat ter zee nu drie jaaren lang als vrywillige onder zyn opzicht hadt gedient, en de lede zeetoghtennaar de Middelandtfche zee,- Afrikaanfche en Amerikaanfche kuden, ook de zeeflaagen des voorleeden jaars, kloekhertig, naa zyne jaaren, hadt bygewoont) gezocht te beweegen, om met zyn halve broeder Jan Pauluszoon van Gelder, die op gelyke wyze hadt gedient , geduurende d'aandaande toght t'huis te blyven , of dat ze hun vermaak buitens landts zouden neemen. Maar zy hadden geen ooren naar dien voordagh, en meenden dat het nu de rechte tydt was om door kloeJonker Et.ke daaden hunne vordering, te zoeken. Ook gel de Rui-werdt Jonker Engel > die ai voor twee jaaren met  L. Admiraal DE RUITER. 227 met een acte van Luitenant van 't Kollegie 1667. ter Admiraaliteit t'Amfterdam was begun- ter ftight, geftelt tot Kapitein Luitenant op Vot KaiM" fchip Hollandia, gemonteert met tachigl'f'r "ff ftukken, dat gevoert werdt door den Kom- ï,ir ot, 't mandcur Wülcm van der Zaan. 'T gemelde . h p van Kollegie ftelde zyn broeder jan Pauluszoon v'a" der van Gelder op 't fchip Harderwyk, dat vier-ZiaIK enveertigh ftukken voerde, om op 't zelve als Kapitein te gebieden. De vloot, die den zeden van Junius uit Texel liep, was in 't eerft niet fterkerdan negenenveertig fcheepen en fregatten van oorlóge. Het fchip groot Hollandia was in 't zeilen van de Maaze naar Texel aan zyn groote mai zoodaanig befchaadight dat het in 't Texel noch moft blyven leggen, om alles te herdellen. Ook waaren de fcheepen uit Vrieflandt noch niet gereedt om zee te kiezen Den zevenden van Junius liepen noch eenige Noordthollandtfche fcheepen in zee. Maar de Zecuvvfche fcheepen quaamen niet te voorfchyn, meeft by gebrek van voik. DMnflruclie voor den L. Admiraal de Ruiter, die. den zeilen, gelyk boven is gemeldt, door de Gedeputeerden en Gevolmachtigden van hunneHoo<*- Moog. r„ . i ? t i ï R Inftrnftle tot het employ van s Landts vloot was valt- den gedelt, quam hier op uit. Dat V Landts r„. Ad.niyloot, in esquadres verdeelt, haar koers zou- rail delluide ftellen naar de Maaze, en aldaar of onder- e-. weegen, by haar bekoomen hebbende de landt- ^ff*^* foldaaten, én eenige noodige behoefte in de > d?n Maaze ingefcheept, voorts haar koers zou t(ur]rt van zetten naar de Kiviere van Londen. Wyders, Hutten, dat men de'vloot, onder Godts toelaating, de?> 4- 5* P a Ri-  228 Het LEVEN van den 1667. Riviere van Londen zou worden ingezeilt, eti voort de Rivier e vanChattam ofRochefier met gewaapent kleen vaartuigh, branders, en zoo veel oorlogfcheepen als doenlyk zou zyn* opgeloopen, om aldaar, onder Godts genaadë en zeegen, te vermee fleren ofte ruineren zoodaanige Engelfche fcheepen, voor of ontrent Uiattam en elders op de Riviere gevonden wordende , mitsgaders ook de Koningklyke magazynen, provifie en amonitie van oorlog, die tot Chattam zouden worden gevonden, te verbranden of op andere wyze onbruikbaar te maaken. Bat tot dien einde de landtfbldaaten en Mariniers of zeefoldaaten, op de vloot zynde, mei eenig aantal matroozen voet aan landt zouden zetten, zoo om de perkten en blokhuizen, die d'uitvoering van V voorfchreeve voorneemen zouden konnen verhinderen te bemaghtigen, als om 't exploit zelfs met te meer nadruks te helpen uitvoeren. Alles met dien verfande nochtans, dat aan de volkoome en abjolute difpofitie van haare Hoog. Moog. Gedeputeerden en Gevolmaghtigden op de vloote, volgens den text en inhoudt van hunne commifie, zou worden gelaat en, om met advys van den L. Admiraal de Ruiter en andere Hoofden^ der zelve vloote, zoo over de zaake ze Ijs w t generaal, als over alle de particulariteiten van dien: inzonderheit, mede aangaande de ordre, forme en manier e van executie, alles te doen en in V werk te feilen 'f geen zy ten meeften dienpe van den Lande bevinden zouden te behoor en: en generaalyk, zich met de voorfchreeve vloot, geconjungeert oj verdeelt, te vervoeren en i'onthouden wer- waarts  L. Admiraal DE RUITER. «29 waarts en daar zy luiden zouden achten V 166^. zelve met de refolutien en intentie van hunne Hoog. Moog. heft over een te koomen, en oorbaarlykft te zyn. Ten welken einde haar ter handt geftelt waaren de conventie, op den vyfden der verleden maandt tuffchen den Graaf d'Eftrades, Ambajfadeur van Vrankryk, en de Gedeputeerden van haare Hoog. Moog. geflooten. . . Ende zoude van toen af aan de Gouverneurs van Calis en Boulogne kenniffe gegeven werden, dat V Landts vloote zee hadt gekoozen, en werwaarts zy haar koers ftelde: cm zulks den Koning hunne Meeft er, en den Hartogh van Beaufort, Admiraal van zyn Majefteits vloote, te verwittigen, ten einde ook de voorfchreeve conventie van die zyde met allefpoet^ achtervolght en voldaan moght worden. Eindelyk, dat aan de Heeren ter Admiraaliteit in Zeelandt, en den L. Admiraal Bankert, van V uitloopen der vloote kenniffe zou gegeeven worden, met ernftige aanmaaning dat V Landts oorloghfcheepen, in de zeegaaten der voorfchreeve Provincie gereedt leggende, zonder uitftel moghten worden uitgepreft, ende vlagge te gemoet gezonden, met aanwyzing van den koers dien ze hadden te houden. De vloot werdt ftraks naa dat ze VerdeeuitTexel in zee was geraakt in drie esquadres Hng «an verdeelt, doch die verdeeling werdt in 't's L,nd" kort, vermits d'aankomft van eenige fchee-vloot' pen, en 't achterblyven der Zeeuwen en Vriezen, wéér verandert.. Men ftelde ook ordre waar zich elk, in gevalle van vyandtlyke ontmoeting, hadt t'onthouden, én hoe men eikanderen in 't gevecht zou bvftaan. P 3 "Bar.r-  23° Het LEVEN van den 1667. Daarna zette de vloot haar koers naar de V„n Maaze. De Kommandeur Willem van• der zeven"1"' Werdt bcM 'ir,et zeven fcheepen, feu. ep.-n voor' of bezy°en 's Landts vloot, op kundt- f..?onden fchap te kruiden, op alle vreemde fcheepen om .p acht te geeven, doch zich 's avondts weer kundt. by de vlagh te vervoegen, ten waare hy oor- ku&n deNld° de vluchtende fcheepen te konnen inzeden; cn evenwel in zulk een gevalle niet langer dan cen nacht van dc vlag" te blyven. Den negenden en tienden zvn verfcheide fluitfebecpen, met landtfoldaaten en andere behoeften, uit de Maaze by de vloot gekoomen , die tot verfcheide tyden van andere werden gcvölght. Den tienden quam 's Landts vloot op Schoonevelt, en men verham 's ahderendaaghs uit twee Oodender fcheepen, dat de Franfchen met een leger in Vlaanderen waaren gevallen, en zich daar den mecfler maakten: zich dienende van de gelegentheit des tydt, terwyl de Hollanders, met d'Engelfchen in oorlogh blyvende, in geen daat waaren om hunnen voormuur, de Spaanfche Nederlanden, te helpen befchermen. De Zecuwfche fcheepen werden met verlangen te gemoet gezien, maar vergeefs. T ontbrak daar aan matroozen. Den dertienden was de vloot aangegroeit tot eenentfeftig fcheepen ejj fregatten van oorlogh: zeventun uit de Maaze , zesendertig Van wèïdHn Am,krdam: zcven van 't Noorderquartier, «iT.ePfqu.-e" een ,UK v»cdandt. Deeze werden ten divs ver- ïclven daage m drie esquadres verdeelt, in deelt. maniere "als volghr0  L. Admiraal DE RUITER. 231 Eerfle Esquadre. 1667, JL. Admiraal de Ruiter. ^.Viceadmiraal de Liefde. R. Schoutbynacht Jan van Nes. R..Evert van Gelder. a.Hendrik Gotskens. a. Jakob van Meeuwen. a. Niklaas Marrevtlt. A.Jan Roetering. a. Abraham van Zyl. A.Jan Paujusz. van Gelder. A. Jakob Audi ieszoon Swart. A. Jakob Paauw. n Jan Hek. A.PietcrKomelisz. de Sitter. n. Jan Janszoon Mnauw. A.JakobWillemszoon Broeder. r. Francais van Nydek. r. Niklaas Naalbout. r. Willem Boudewynsz. v.Eyi. r. Pieter JakobszoonNanning. V..Jan Dirksz. Keuvenboven. ^.Kornelis van der Hoeven. r. Gerrit AndrieszoonMak. Ik.Jan Danielsz.van den Ryn, 'iü. Jan Komeliszoon Jacht. De zeven Provinciën. De Ridderfchaf v. BoJl. Delft. Gelderlandt. Vitrecht. De Komeetftar. 'T Geloof. Ooftcrwyk. De Leeuwen. Harderwyk. Stadt en Landen. Efei. Juftina van Najfau. Jaarsvelt. Kaleb. De zeven Provinciën. Princes Louife. Harderwyk. 't Qttartier van Nieum. Gornicbem. Branders. Delft. Rotterdam. Schiedam. Pro Patria. De Vygeboom. 80.400.60. Eerde 66. 285.50. esquaare. 62. 220. 45. ^ 66. 205. 45. 62. 250. 40. 68 275.45. 60. 275- 4°62. 2ro. 40. EO. 225. 30. 44- '75- 30. 62. 250: 40. 50. 225. 30. 6o. 260. 50. 46. 175- SC 48. 15c. 50» 46. 175. 3°.' 40.1:0. 25. 36. 80. 25. 34. 80. 20. 36. 80. 25. 4. 20. -; 4. 20. -- 4. 20. -- 4. 20. -- Tweede esquadre. R. L. Admiraal van Nes. \'.Viceadm.Enno Doedes Star. A.S.bynacbt W. van der Zaan A.Jan van Amftel. r. Kornelis de Liefde. A.Dirk Scbey. A. Jakob Komeliszoon Swart A.Jooft Verfcbuur. V..Jan van Nes iVOude. a. Thomas Fabricius. A.Tsbrandtde Vries. N. Gerrit Boos. E. Jan du Bois. A.'Michiel Suis. A. Jan Gyfels van Litr. V..Elant'du Bois. r. Jakob Pieterszoon Swart. %.Pieter van Wynbergen. a. Linnens dl Bruin. De Eendraght. Groningen. Hollandia. Tydtverdryf. IV jfenaar. De Spiegel. De Prov. v. Uitretht. Amfterdam. Klein Hollandia. 'T Zuiderbuis. Staveren. Jfilltm, Prins v. Oranjt De Vreede. De ftadt Gouda. De Muiltromf. Uitrecht. Schiedam. Zwol. De Pofteljcn. P 4 80.s15.55. Tweede 70.300.60. , 80.400.40. esquadre,, 60.250.40. 56. 195. 3570. 325. 5o. 60. 250. 40. 62. 250. 40. 54. 180. 3546. 175- 3° 46. 175. 30. .62. s8o.60. 46. 175- 30. 46. 175. 30. 46. 175. 30. 86. 80. as.t 32. 60. 15. 16. S5. 5. 29. 75- -* r./75-  Het LEVEN van den 1667. Wynant van Meurs. a. Gerrit Forens. A.Jan Baptifi ie Graaf. A. Hendrik Hendrikszoon. A.Willem Willems zoon. Derde A.L. Admiraal van Gent. CJquadre. ^-L. Admiraal van Meppel. A.Viceadmiraal Sweers. ^.Viceadmiraal Schram. a. Schoutbynacht Verburgh. n. Schoutbynacht Vlug. A. Hendrik Adriaanszoon. A. Jan de Haan. A.L. Kornel Palm. „ a. Hendrik Vollenhove. a. Jakob Binkes. A.Thomas Tobiaszoon. n. Pieter Klaasz. Wynbergen, a. Gillis de Wildt. a.Pieter Magnuszoon. r. Jan van Braakel. a. Kornelis Jooften Smient. a. Jakob Pbilipszoon. A- Jan Janszoon Verboekbolt. A. Kornelis Gerritszoon Vos. a. Hendrik Esdn. A-Jan Janszoon. A.Symon Poppinga. Willem Gerritszoon. A.Kem Pieterszoon Mars. T Loopende Hart. Branders. 'T Waapen vi.n Briftol. De goude Appel. De Katharina. De Draak. 8. 25. - 20. - - 24. -- 20. -- 20. - - Derde esquadre. 84- 475. 75. 78. 320. 75. 80. 450. 75. 78. 310. 75. 80. 425. 60. 72. 290. 50. 68. 275. 45. <58. 275. 45. 62. 250. 40. 50. 225. 30. 50. 225. 30. 50. 225. 30. 60. 250. 45. 46.175. oO. 46. 175. 3<5. 40. 1 io. 25. 32. 100. 25. 20. 75. - 18. 70. 22. 60. - - -- la. - -- 20. - - Smaldee. De fmalle verdeeling van 't Hooftesquadre Ruiter" * gfchiedde ten zelven daage op de volgenesquadre. wyze. Abraham van Zyl. Iakob Paauw. Pieter de Sitter. Viceadmiraal de Liefde. Trans van Nydek. Niklaas Marrcvclt. Fregat. Iakob Nanning. Iakob Willemszoon Brteier. Iakob van Meeuwen. Ian Pauwelszoon van Gelder. L. Admiraal de Ruiter. Hendrik Gotskens. £vert van Gelder. Fregat. Dirk Je MuimHr. Bran- De Dolpbyn. Wefivrieflandt. D'Olyfant. De Pacificatie. De goude Leeuw. 'T Waapen v. Vitrecht. Woerden. Kalantsoogh. Deventer. Agatha. Effen. De Befcbermlng. T Noorderquartier. Kampen. 'T'Raadthuis, v. Haarl. De Vreede. Dê Star. De Brak. De Windthondt. De Galey van Daveren. Branders. De Sufanna. 'TW.v.denHartogv.Jtrk. T Waapen van Londen. De Marte. De Cyptrfche Kat.  L. Admiraal DE RUITER. 233 Branders. Branders. j 667* Ian Dirkszoon Kiiveuhoven. KornelisIakobsz.van derlloeven. * Ian Komeliszoon Jacht. Ian Danielszoon van den Ryn. Niklaas Naalhout. Iakob Andrieszoon Swart. Ian Maauvi. Fregat. Ian Hek. Willem Boudewynszoon. Scbo-.abynacbt Ian van Nes. Brander. Ian Rottering. Gerrit Andrieszoon Mal. D'andere twee esquadres werden op gelyke wyze gefmaldeelt, om met beter ordre te zeilen en te vechten. Des anderendaags werdt de Schoutbynacht van Amfterdam Jan Gidionszoon Verburg met een galjoot, om zyne krankheit, naar de Maaze gezonden , en den Kommandeur van der Zaan bevoolen de vlagge als Schoutbynacht, geduurende zyn afweezen, op te zetten en te voeren. Midlerwyl was de vloot, zonder naar de Zeeuwen of Vriezen te wachten, tot ontrent vyf of zes mylen van d'Engelfche wal, voor en buiten de Riviere van Londen, genaden, als de windt den vyftienden met den dagh 's Landt» zeer fterk uit den Zuidtweften begoft te waai- vioodc jen. Men nam in's Landts vloot de mars- werdtdoor zeilen in, en zeilde met de fok en bezaan: £1" *!L_ tot dat er ontrent ten zes uuren een relle v dight aan den Hartog van Beaufort, den Ambafladeur van Beuningen , en den Gouverneur van Duinkerken: dienende om te ver-' ivittigen dat 's Landts vloot ontrent de Hoofden en de Riviere van Londen was aangekoomen; op dat de Franfche vloot, volgens d'overeenkooming in den Haage gemaakt, zich by de Hollandtfche vloot moght voegen. uen zeventienden quam 's Landts vloot voor het Koninss Dien ren anker. Tn<=>n wprrlf>M de Kornellen van Gent en Dolman aan de Ruiters boordt ontbooden, en hun belaft een lyft te formeren om de landt- en zeefoldaaten zoodaanig over de fcheepen van oorlogh en ander vaartuig te verdeelen, dat men. de zelve bequaamlyk zoude konnen aan landt zet-  L. .Admiraal DE RUITER. 235 zetten en tot eenigen aanflagli gebruiken. 1667. Men beriep des avoridts dc Heeren van den Daar werd Scheepskrygsraadt, dien men kennis gaf.van Krygsraadt d'inftruftie van den L. Admiraal de Ruiter, ^rh°"akee"' den zeden van Junius geteekcnt, en den toe-yan ^en legh, daar in gcmcldt: doch dewyl ontrent toeleg op de Rivier van Rocheder of Chattam een ofctmtam. meer derkten laagen, werdt goedtgevonden Tweed^ daar op te hooren d'inzichten en den raadt^^'"^ van de hooge Officieren der landtmilitie, dieke gehoö. den achticnden 's morgens ten vier uuren,den. nevens den Scheepskrygsraadt, aan den L. Admiraal de Ruiters boordt werden gefcint, te weeten, de Kornel Thomas Dolman, de L. Kornellen Palm en Guicherie, en de Majoors Bredercde en Limburgh. Daar werdt toen, niettegcndaande verfcheide zwaarigheden die zich opdeeden, wegens d'onkunde Bc.flujt aj. van d'ondiepteii in de Riviere, goedtgevon-daar geden en bedooten, uit's Landts vloote, zon-noomen. der naa de Zeeuwen of Vriezen te wachten, 18 IuiU zeventien van de lichtde fcheepen en fregatten te kiezen, nevens vyf advysjachten, eenige galjoots en boots om 't Konings Diep zoo naad moogelyk was op te zeilen, en dat men in de Riviere van Londen gekoomen, met alle moogelyke vlyt en fpoet zou trachten te beloopen tien of twaalf Engelfche fregatten , nevens twintig Barbcidosvaarders, die men wifl, volgens het aanbrengen van een Noorweeger Schipper, van Londen kooinende, dat in de Hoop by 's Gravezant laagen, en dat men de zelve zou trachten te beTechten of te ruinecren: dat men dan voorts zou onderzoek doen op de gelegentheit van de  236 Het LEVEN van den 1667. de Riviere van Rochefter, en de derkte, op 't inkoomen der zelve, aldaar nieuw geleidt. Ten welken einde, met goedtvinden van den L. Admiraal de Ruiter, het bevel over de gemelde zeventien fcheepen werdt gegeven aan den L. Admiraal van Gent, en daar nevens als Viceadmiraal Johan de Liefde geilek, en als Schoutbynacht David Vlug. Voorts werdt eenig klein vaartuig geordonneert om voor af gezonden te worden, en de diepten in 't Konings Diep, nevens de gronden te peilen, om alzoo de fcheepen van oorloge van der zeiver gelegentheit te konnen waarfchouwen. Men verftondt ook dat de L. Admiraal de Ruiter met de zwaare fcheepen by de Middelgronden zou blyven leggen, en tien of twaalf wat boven de Middelgronden, om in gevalle, eenige Engelfchen door de LalTen uit de Zuidt de Riviere wilden inkoomen, 's Landts fcheepen, die op zouden zeilen, te befchermen. De fcheepen die tot die vermaarde toght werden uitgekoozen zyn vervat in de volgende lyfte. Lyfle van 's Landts fcheepen, fregatten, advysjachten, brandtfcheepen en galjoots, die: door de Heeren haar Hoog. Moog. Gedeputeerden ende Gevolmaghtigden op 's Landts vloote, met Advys van den Heer L. Admiraal de Ruiter, en andere Hooftofficieren van de zelve vloote befcheiden zyn , onder 't commandcment van den L. Admiraal Willem Jofeph van Genr-, om neffens den Viceadmiraal Johan de  L. Admiraal DE RUITER. 237 de Liefde, en de Schoutbynacht David Vlug, daar mede een korte expeditie te doen. Uit de Maaze. Officieren. Elandt iu Bois. Nikolaas Naalhout. Willem Boudewynszoonvar. Eyk. Ian van Braakel. Pieter lakobszoon Nanningh. Dirk ie Munnik. Gerrit Andrieszoon Mak. Ian Danielszooa van den Rvn. l667. Van Amfterdam. Scheepen. Vitrecht. Harderwyk. yT Qiiartier van Nieumegtn. De Vreede. Gornichtm. Advysjacht. De Faam. Branders. Schiedam. Pro Patria. Lyfte van de fcheepen, geilek onder 'c bevel van Van Gent, de Liefde en Vlug, om de toght te Hendrik Vollenhove. Thomas Tobiaszoon. Abraham van Zyl. L. Kolhnel Palm. - - Jan du Bois. Jakob Binkes. Jan Pauluszoon van Gelder. Kornelis Jooften Smient. Laurens de Bruin. Jakob Philipszoon. Jan Janszoon Verboekelt. Kornelis Gerritszoon Vos. Jan Janszoon. Hendrik Hendrikszeon. Dirk Komeliszoon ie Turk. Jakob Thomaszoon Kamp. Adriaan Martinszoou Baske. Jan Pieterszoon Ootie. Kornelis Janszoon Drontbtm. Albert Kool. Jan Bafiiaanszoon. Willem Trompetter. Abraham Krifpynszoon. Gondert Pieterszoon. Cent Pieterszoon. Ary Komeliszoon Moenes. Klaas Mttuweszosn van Jen Raait. - . . d'Agatba. ccen naar Dt Befcherming. e Ruiter den middagh by den Ruart en van Gent, die den" Rum 'S morSens mct den Noordtooften voor de cn van Wlndt cn rcdelyke koelte met het opgaande Gent, optv t,zciI waaren gegaan, en dc Riviere onde Rivier trent vier mylen opliepen, daar ze by ChatvanRoche tam verfcheide groote Engelfche fcheepen ChVuam V°T hll",ne ?°Sen zaaSGn lcSScn- De Ruiter begaf zich terftondt met een floep naar dc binnewaartfle fcheepen, dic naaft aan den vyandt waaren, om op alles ordre te helpen ftellen. Daar laagen vier Engelfche branders dwars in de Riviere gezonken om de doorvaart te beletten. Wat beneden het kaftcel van Upnor hadden zich zes Engelfche fcheepen, een weinig van den anderen afgefchciden, bequaamlyk geplaats, cn hier hadden ze ook twee groote fcheepen gezonken om de Riviere te floppen, dic ze daar ook met een dikke yzerp ketting, loopende over katrollen, die op vlotten dreven, hadden geilooten. Achter die ketting beneden het kaHeel van Upnor laagen vier van hunne fcheepen, en twee fregats boven dc ketting. Aan beide de zyden van de ketting, op het landt, •waaren twee batcryen, yder met acht ftukjken , die geduurig fchooten, ook laagen «laar etlyke muskettiers, die insgelyks vuur gaven. Eenige van 's Landts voorfte fcheepen en fregatten , gclaft om d'Engelfchen vecht «ST fi? tC Wften' tc vcnneeAcrcn of tc verbrande Riviere ?^ hadden nu een geruimen tydt tegens de van Chat- zes Engelfche fcheepen gekanonneert, zont»m. , der da.t ïëraant moedes genoeg hadt om tegens dc  Afbeelding' van de STAD en RIVIER Tan ROCHESfER ,011 AT TAM waar in vertoond werd de Victoriew.se uilver. kmo'e van's land s Oorloos Viool ouder'l beleid van den li" ABMIB.AAL MICHIEL DE RUITER A° iGGj. * i0* leetlerMltenJ/He Vüei reet- eje Xirtev. t. 0e,r» C MütaAam - jf^ef'Sreetel yeU' cyee- Jeiettene en reeerce-3 et.f Mie^yneeeny.U^en rtU X&*JUiU » eU JLüJty nvt XceAittee-. cjeTniMie Mtfan .•exeaUa inJe mcnd eenJeiiy^. Je. JiiuttUa nufff ttliiièM'. • V J>'Jp** J~- «/»"> Je*"*** c 3re^ce-J'rcFe^M zeUJ Je ieUirut ezeev/ud: jfereeeJ Jeerjïaet VeUcnAcyen . f Jirtjenjrneeje/. gHuétuniere, tag.StZ. Seeietoy. Ji.€)e%xe,-è^ett.k- .-eièeemen ere- JcMirUr. JUn vx reriraeul Je Jtm«\V„ nuf fx^SmUxa: U.9t tmttOta'laJJJ. >**Jr2eeJe rlp rerenrJ. jjPiUetieJèureen, Ueetxyte'/taeten taf en, Jie iI./rn4gyvl referent IK Jxees- nn~ rcrlyenJ . St.zt.-.z Teiet yrierden yeenieJJ . JX ■ Z Grrcie c>eeye Zcnécn Jciy.'ck />e Je ketting jy. iZec-Aee yuentus enerffe/ajA?Jfey JeeieWam ycr?»-en.' ■ zz .liever ieeteeZ met-een AnTye meen rcryter-te- Zj.Se 2e*gy teeeneree- t Cy'teeirTih Uener j.y. Aecei:dUeYieeltJ-'ren J■ X'ieee )7af rerinuzei JZ. £etJffU tfy,. SetiteM p&riMySf ren Ciettam. . Xf. etVC&emJ/SAe /eAefcn *Zr^üerrfer»>yi. GcenicAeezï^. SA.*le.xcee en Telt raeeJt eyinutJorj Jie Je Jrit.iz. l\èci£? Xeez\ ran ZcJieetce- . ■ ' ?/v.'.!:-.v y.- 'S.'^'yè.i.-eten ecti^^h-e.' yen Uency. ^JereireMt JéAeevcn rceireene'-fteèZen ■ 34.l^etCuJe &e?ecZ . X5 tMjJéneSm Zffireet e'elizuye r&eejecejc xc>. JeJureetle^eeJlt yen Je Vitte Tlccp . j.t. Jteceje er~rcrrszej jZr eten ne gnvWM* eefef. . jjeenjee- Zettere/een, vcrlranj . & zo .irXo eetejireexic er Je Jienentrrrcry' ■ 3c\J^elcfJiueenJc'w.cn\?ee^Jen^\-r*cryenVcrc«\. lS.Hece'JemeeM!yenJeVittere\eeyer-ireJiJ. IJ . Mee ttMn 't fccr-rieeeenwU■^Xaenz len>. ■ en .iteneJ cm treeder .XenJen te l-eietcen, ■   L. Admiraal DE RUITER. 249 de zelve naarder in te dringen, vermits dc 1667, diepte der Riviere daar zoo naau was dat 'er niet meer dan cen fchip te gelyk kon inkoomen , ook raakten zommige van de zwaarde fcheepen by gebrek vanwaater aan de grondt. Maar eindelyk heeft Kapitein jan van Braakel , behoorende onder 't Kollegie ter Admiraaliteit te Rotterdam, met een heldenftuk den wegh ter overwinning gebaant. Hy was dien morgen, omdat hij, tegens 't verbodt van geen matroozen aan landt te laaten gaan, zyn floep meteenig volk daags te vooren hadt laaten afgaan, door laft van den Ruart in hechtenis genoomen. Doch nu ziende dat zich hier gelegentheit voordeedt om zyne miflagh met dapperheit uit te wiflen, boodt zich aan, en beloofde dat hy, indien men hem wilde ontflaan, met zyn fchip, de Vreede, dat cen flecht fregat was, en licht gemonteert , leggende een van d'achterfle, d'ander zou poogen te pafleeren , en het voorfte der Engelfche oorloghfcheepen aanr boordt te leggen , cn - de branders aan te brengen. Decs aanbieding werdt aangenoomen: men ftelde hem in vryheit, en liet hem wederom op zyn fchip overgaan. Ook hielt Van Bwa hy zyn woordt, en zeilde met een grooteke,s d,Ponvertzaaghthcit voor uit en over de ketting Perheitzonder een fchoot te fchieten, al hoewel de' vyanden van de fcheepen cn bateryen onophoudelyk, en zoo hevigh als moogelykwas, op hem kanonneerden , tot dat hy ontrent een musketfehoot van zvn vyandt afwas; toen gaf by 't Engelfch fchip (dat te vooren tot bewaaring van 't Fort Charnclfe hadt *e0. 5 " le-  250 Het LEVEN, van den 1667. legen, en van daar herwaarts was opgeloopen) de laage, zooveel hy met de voorfte en boeg-Hukken kon bereiken, cn het daar op eens loops aan boordt klampende, heeft het als in een oogenblik verovert , alleen met verlies van twee of drie mannen en minHv ver der gequetften. Dit fchip, genoemt Jonaoverthet ^ïvin, was een kloek fregat, "den Hollande- athan mi wcl ccr oncno"°'m€n * gemonteert met Sat " ' vierenveertig ftukken, en bemant met honderdtvyftig man. Dc Kommandeur Jan Danielszoon Van den Ryn, met het brandtfehip Pro Patria van Braakel volgende, zeilde recht op dc ketting aan, zoo dat zc brak, en Het fchip hy het tweede fchip, genoemt Matthias, dat de Mat- 0ok wel eer den Hoflandcren was ontwel?h,M.w" dight, gemonteert met twecënvyftig ftukken brandt. gj^jjjjj^ aan boordt ley, zyne dregh vart hechte, cn 'cr den brandt in ftak. Doch eenige melden dat de ketting door ordre en beïe'idt van den Schoutbynacht Vlug werdt los gemaakt, brengende of zendende eenige matroozen aan landt, die een der yzere bouten, daar ze aan vaft was, braaken: en dat die bout noch heeden ten daage t'Enkhuizen, ter gedachtenis van dat ftout beftaan, werdt bewaart. De Kommandeur Hendrik Hendrikszoon, met het brandtfehip de Catharina, die toen ftoutelyk volgde, meende toen het fchip Karolus Quintus, insgelyks door d'Engelfchen van de Nederlanders weleer genoomen, en toen gemonteert met tfeftig ftukken, aan boort te koomen, maar werdt in de grondt gefchooten, en zonk voor de boeg en ten deele aan de zyde van den Karo-  L. Admiraal DE RUITER. 251. lus Quintus. De%derde brander, genoemt 1667. Schiedam, gevoert door den Komman deur Gerrit Andrieszoon Mak, toen daar op aankoomende, is insgelyks aan d'andre zyde van tóseetyka 't fchip gezonken, maar zoo nochtans dat ^e Karolus die, aan brandt raakende, ook den gemcldcn vlJin.us" Karolus Quintus eenighzins ontftak; zoo dat dit fchip den gantfehen dagh fmculde en fmookte, en den volgenden nacht in dc lucht fprong. Anderen zeggen, dat Kapitein Braakel met de doep van Kapitein Naalhout, zyn eigen floep cn boot verlooren hebbende; eerft naa dat fchip voer, en, met een gedeelte van zyn'volk by de boegen valreep opklimmende, d'Engelfchen- in de wapenen vondt om hen tc wceren; maar dat ze, hem ziende, om quartier riepen, en zich opgaven: dat hy dc Kapitein, dic 't zocht t'ontzwemmen, gevangen kreeg, en op beide de fcheepen zesenvyftig gevangens bequam, het ander volk met floepen cn boots aan landt vluchtende; en dat dc Karolus Quintus daarna verbrandde. Niet ver van de ketting ftondt een groote hoop foldaatcn geplaatft; maar de Nederlandtfche fcheepen maakten daar met eenige kanonfehooten een oopening in, zoo dat ze in onordc cn op dc 1 vlucht raakten. Ook fchooten ze zoo gc weldig op de bateryen, dat d'Engelfchen die eindelyk, naa 't verlies van eenig volk, verlieten. Maar 't verbranden van 't fchip de Matthias veroorzaakte zulk cen verflaagentheit en fchrik onder d'Engelfchen, dat al het volk van 't fchip de Royale Charles daar afliep, enten deele in 't water fprong: by  552 Het LEVEN van den 1667. welke ongelegentheit dat Koningklyke fchip De Royale door de boot van den Viceadmiraal de LiefChartes (ie? cn r\c (]oep van den Kapitein Thomas verovert. Tobiaszoon , wiens volk de vlag daar afhaalde, zonder eenige tegenweer te doen, werdt verovert. Eenige vernaaien dat 'er in 't veroveren noch andre floepen by quaamen, we'shalven daarna verfcheide Kapiteinen voor zich zelve en de hunnen ook deel eifchten in de prys en 't loon der verovering. Dit was een van de grootfte en fchoonfte fcheepen der Engelfche vloote, wel eer ten tyde van Kromwel gebout, en Nasby genoemt, ter gedachtenis van d'overwinning daar ter plaats bevochten, doch naderhandt naa 's Konings naam vernoemt. 'T was het zelve fchip dat den Koning in den jaare mdclx uit Hollandt naar Engelandt overvoerde. Het voerde voorheenen honderdt ftukken gefchuts, maar men vondt het Hechts gemonteert met tweeëndertig metaale ftukken; want men hadt 'er het zwaarfte gefchut af gelicht. Dc Hartog van Jork en de Generaal Monk hadden daar voor deezen mede in zee geweefl:, en 't hadt Het Slot met d'Admiraals vlag gepronkt. Het flot van Honin- van Honingen, een fchip dat ook voorhecjren ver- ncn Dy d'Engelfchen was verovert, voerende bnBdt* nu tzeventig ftukken, meeft metaal, werdc ook verhaten, endoor floepen vermeeftert; doch daarna, zonder ordre, en by misverftandt, in den brandt geflecken. Men zagh toen cen groot ftuk hooger in de Riviere noch vier groote Konings oorlogfcheepen leggen, dic men dien zeiven dagh meende aan te taften. Waarop de L. Admiraal van Gent  L. Admiraal DE RUITER. 253 Gent op het fchip de Befcherming by den \C6j. Kapitein Thomas Tobiaszoon, als meed voor uit zynde i en de Viceadmiraal de Liefde op 't fchip Gornichcm, 't welk van Kapitein Pieter Nanning gevoert werdt, overging. Doch het ty was ten deele verloopen en het water zoodaanig gevallen dat dc Befcherming en Gornichem, en meed alle d'andere Nederlandtfche fcheepen , aandondts aan de grondt raakten, zoo dat men 't werk dien dagh mod ftaaken, en naa 't hooghwaatcr wachtem De L. Admiraal de Ruiter hadt zich ook in 't fchip de Befcherming begeeven, daar hy zich dien nacht onthieldt. Hy was te vooren, nevens den Ruart, op het fchip de Jonathan geweed, om den Kapitein Braakel te begroeten over zyn dapperheit, cn geluk te wenfehen met zyn prys. De Ruart zondt den zclven avondt met een galjoot de tyding van deesoverwinning aan hunne Hoog. Moog, met brieven die 's namiddaghs ten twee uuren in 't fchip de Royale Charles waaren geteekent. Den volgenden dagh , den drieë'ntwintighften van Junius, 23 Jun. was weêr en windt weer gunftig; het woey uit den Noordtooden. De brandtfeheepen, Men bedie men op ontbooden hadt, quaamen tenfluit de Rinegen uuren tot vyf in getaale, en men gafvier va" terdondt lad om de vier groote Konings J*-odlefter fcheepen, dic hooger op laagen, insgelyks te°feilenP te vernielen: hoewel tuffchen die fcheepen en ook ' en't Nederlandtfch esquadre het kadeel van d'andre Upnor lagh, dicht aan de kant van de Rivie- Konings re, die daar zeer naau was, en dat uit hctrchcePeil kadeel zonder ophouden met zwaar gefchut raH" werdt  254 Het LEVEN van den 1667. werdt gefchooten. De L. Admiraal de RuiDe naainen ter hielp hier de noodige ordre ftellen. Het der Kapi- uitvoeren van dit groote werk werdt den teinen die kapiteinen Niklaas Naalhout, Pieter Nanhetuicvoe-n.n Takob Philipszoon, Kornelis Smient, dieVTóe- Laurcns de Bruin, Elant du Bois en JanJanslejth werdt zoon Verboekelt bevoolen: men gaf hun belaft. fchriftclykc laft, dat zc de Riviere zouden oploopcn tot aan des Konings fcheepen, en dc branders onder 't faveur van hun kanon aanbrengen. De Kommandeurs der branders, Jan Dirkszoon Keuvenhoven, Kornelis van 'der Hoeven, Willem Willemszoon, Symen Poppinga, Jan Baptirt dc Graaf en Meindert Jentjes, werdt ook by gefchrift belaft dat ze 'hunne brandtfchccpcn, Delft, Rotterdam, de Draak, het waapen van Londen, den gouden Appel, en de Princes, aan de gemelde'Konings fcheepen zouden befteeden, zonder hier van te blyven in gebreeke, op peene van Ivfltraffe. Daarna werdt by den Ruart, dc L. Admiraal de Ruiter en van Vier Kapi- Gent, goedtgevonden dat vier van de gemelrc'inenwor-de Kapiteinen, te weeten, Elandt du Bois, dentoton-Naalhout, Nanning en Smient, met hunne tre-.it het fcheepen de branders zouden geleiden tot on''u££ ge' trent 'het kaftcel van Upnor, doch daar niet ' zonden om voorby loopen; dewyl daar een groote bocht debran- cn drooghte was, zoo dat ze daar niet wel ders te ZOuden konnen uitgeraaken. In 't affcheiden geleiden. hceft de Ruart; en je l. Admiraal de Ruiter dc Kapiteinen cn Bevelhebbers met een ern' ftige vermaning aanbevoolen, dat ze zich m deeze gelegentheit, ten dienft van 't vaderlandt, naai: behooren kloekmoedig, en ge- ly k.  L. Admiraal DE RUITER.. 25-5 lyk dappre krygsluiden toeftaat, zouden qUy- 'i66r. ten. Dit beloofden ze, en quaamen 't na. Zy gingen ontrent Zuiderzon met een Ooftnoordtoofte windt, en ftil water, t'zeil, en. quaamen ten twee uuren naa den middagh by 't gemelde kafteel, daar ze geweldig op fchoö- Befci,;eten ten; op dat de branders onder dat fchieten'tkafteel. voorby moghten loopen, en d'Engelfche fcheepen aanklampen. Uit het kafteel werdt met gefchut en musquetten vinnig vuur gegeven , ook van een batery, dic aan d'andre zyde van de Riviere lagh. D'Engelfchen, dit onweer te gemoet ziende, hadden de drie grootfte'fcheepen in dc grondt gehakt, maar zc bleeven noch zoo hoogh boven water dat ze 't vuur niet konden ontgaan. Ook zagh De branmen etlyke branders, geduurende dat fchie- ders looien tegens 't kafteel, daar voorby zeilen'. PavoorDe L. Admiraal dc Ruiter fprong te dier tydt ^ het ka" zclf in een floep, om by 't werk te zyn: enoeeRu!tsr de'Ruart, dat ziende, vraagde waar hy heen vaart derwilde? Hy antwoorde, M zal gaan zien 'hoe waartsmec V ons volk daar zal maaken, en de Ruart den Ruart, daar op, -Ik zal u dan ver gezelfchappen, en fte!t,or" voer toen met hem derwaarts. Waar op deJir°JLL uiter een van de branders aanvoerde, en der bran. ordre gaf hoe hy 't zoude aanleggen. De ders. grootfte Engelfche Konings fcheepen laagën ontrent een gooteling fchoot boven het kafteel van Upnor dicht by Chattam, daar ze, zonder den donder van 't gefchut en den haagel der musketten t'ontzien, tegens opzeilden. De Kommaudeur Kornelis Jakobszoon van der Hoeven, voerende het brandtfehip Rotterdam, was de voorfte, die t fchip d'ou- de  i$6 Hèt LEVEN van dên 1667. de James of Jakob, Admiraal van de witte Het ichip vlagh, voorby zeilende, het fchip de Loyaal of't getrouwe Londen, Admiraal wordt"2ver van de blaauwe vlagh, aan boordt ley en aan brandt/ 'brandt dak. De tweede brander, daar op Ook d'ou- volgende, dak den ouden James insgelyks in de James, brandt. De derde brander raakte gclukkelyk En de aan 't fchip de Royaal Oake, of den KoningkRoyale lyken Eykeboom, Viceadmiraal van de witOake. tc viag? en fj.ak 'er den brandt in: zoo dat de Royaal Oake ten eerde lichter laage brandde. Maar de James en Loyaal Londen niet genoegh brandende, vondt men zich genoodtzaakt aan yder fchip noch een brander tc zenden, waardoor ze voort ontdceken werden. Dus zyn die drie fcheepen* dc grootfte en wcerbaarde van gantfeh Engelandt, voerende elk tachtig dukken gefchuts, tot het wajje jyIar_ter toe afgebrandt, en vernielt. Het vierde, mout ontl de Marmout, een nieuw fchip met een ftomp zeilt het gallioen, liep de Riviere op, en ontfnapte gevaar. ter naauwer noodt dat groot gevaar. De Nederlanders hadden wel gaarne de Riviere hooger op geloopen: maar 't foldaat-en zecmanfehap liet zulks niet toe; ten deele om de enghte, ook waaren daar eenige rakken in den windt, en daar laagen etlyke wrakken in dc grondt. Dat groote werk was ten drie Monk zynuuren naa dcn Middagh al verricht, en dat in aanfehou- 't gezicht van den Hartog van Jork en den wers van Generaal Monk, Hartog van Albemarle, den brandt die, gelyk men uit eenige gevangenen verder Cchee-nam_) daaghs te vooren noch op de gemelde pen" drie fcheepen waaren geweed, en zich nu te Rocheder of daar ontrent onthielden. Dces zaa-  L. Admiraal DE RUITER. 25? zaagen nu de glorie van d'Engelfche fcheeps- 1c67. fnaght, onlangs noch zoo ontzaghlyk, voor hunne oogen in rook en vlam vergaan, en 'c verbranden van de koopvaarders in'tVlie, naa tien maanden daghs, met den brandt der Koningklyke oorlogfcheepen betaalt gezet. De Nederlanders verheugden zich nu in zoo Die zeegroot een zeegen, die hun op weinig bloedts kortte ftondt: want zy hadden, zoo op de branders dei-> Neder, als fcheepen van oorlog, geen vyftig, of, *"^j£tt gelyk anderen melden, geen dertig man ver- bloedts. looren, en weinig gequetften. Acht brandt- Denaamen fcheepen zyn in die twee daagen befteedt: der branop den eerden dagh de branders Pro Patria, ^gSbg3ar de Catharina en Schiedam: en op den twee- q^^" den dagh de branders Rotterdam, de Draak, 't Wapen van Londen, de Goude Appel, en de Princes: die aangevoert wierden door de Kommandeurs Jan Danielszoon van dert Ryn, Hendrik Hendrikszoon, Gerrit Mak, Kornelis van der Hoeven, Willem Willemszoon, Symon Poppinga, Jan Baptift de Graaf, en Meindert Jentjes, boven gemeldt. De lyft der veroverde en verbrande fcheepen werdt nu alom bekent, en meldt de volgende naamen. De Royale Charles, genoomen. Lyft der De Jonathan, genoomen. veroverde De Carolus Quintus, verbrandt. en Ver" DeMatthias, verbrandt. fcheepen; Het Slot van Honingen, verbrandt. ' De Royale James, of de Koningklyke Jakob, verbrandt. . III. Deel. R Dt  258 Hêt LEVEN van den 1667. De Loyal Londen, of'het trouwe Londotl, verbrandt. De Roy al Oake, of de Koningklyke boom, verbrandt. Bovendien hebben d'Engelfchen verfcheide fcheepen en branders in de Riviere van Chattam laaten zinken. Groote Gantfch Engelandt ftondt als voor't hooft verbaaft- geflaagen over dit manhaftig beftaan : 't ont- ïoilnd o." ftelde de g1'00^"» en ,£ verbaasde de kleeverdenê-nen. Geheel Londen was vol fchriks, en deriaage men vreesde voor noch zwaarder rampen, van Chat- De Koning, en 't gantfche Hof, ftondt vertam- ftelt. De vreeze beeldde zich 't quaadt veel grooter in dan 't was. Men riep, dat de Nederlandtfche vloot etlyke duizendt foldaaten en ook Franfchcn hadt gelandt, dat ze alles overvielen, roofden en verbrandden daar ze quaamen: dat ze naar Londen trokken. Veele burgers en ryke koopluiden zochten te vluchten en hunne goederen te bergen. 'T was iet wonders in ieders oogen dat de Nederlanders zoo diep in Engelandt dorften koomen, in de Riviere van Rochefter, daar men van oudts gewoon was de grootde fcheepen van 't ryk als in een veilige hoede op te leggen en te bewaaren: dat ze daar de kracht van 't ryk hadden verbrooken en verbrandt. Elk klaagde dat men de Duitfchen niet genoegh hadt geacht, verzuimende zichinftaat van tegenweer te ftellen, en hebbende niet dan weinig fcheepen in zee, die nictbeftandt waaren om hun 't hooft te bieden. In 'tlandt van Kent en ontrent Rochefter was alles in rep en roeren. De Hartog van Jork en de Ge-  L. Admiraal DË RUITER 259 Generaal Monk braghren in dar gewefteenig ïöö/r. krygsvölk, te voet en te paarde, öp de been, om den Nederlanderen het landen te beletten, en d'ingezetenen geruft te ftellen; Eenige Engelfchen riepen dat het een vermeetele, ja dulle daadt was, die licht door te weinig of te veel windts, of door tegenwindt, enhoriderdt andere verhinderniffen , hadt konnen miiïen, en nu alleen gepreezen werdt omdat ze gelukte. Zy meenden dat dit de vreede, daar elk naar haakte, zou te rug zetten; dat de Koning de wapenen niet zou afleggen voor dat hy dit fpytigleedthadtgewrooken. Maar anderen verftonden, dat men zomwylenveél moet waagen om veel te winnen: datdeNeerlanders meer hadden gewonnen dan gewaaght: en dat dees overwinning den vreedehandel te Breda meer zou vorderen dan honderdt t'zaamenfpreekingen: 't welk in 't kort door d'uitkomft bleek. Van eenigen werdt aangemerktj dat de fpoedt een groot gewicht tot d'overwinning braght: en dat de zelve hier op eeri wonderbaare wyze werdt gevordert door den Noordtööften windt, die de Nederlandtfche fcheepen zoo fterk Voortdreef, dat het geérj d'ervaarenfte Schippers, zelfs Engelfche ^ (die de krom ten, diepten en ondiepten, plaaten en zanden van den Teems, en de Riviere Van Rochefter, beft kenden) oordeelden niet eerder dan in drie daagen, ook als 't naar wenfeh ging, kon gezeik worden, nu door een voorwindt, en 't geluk van den vloedt, in weinig uuren werdt afgezeilt, metzoodaanig een fpoedt, dat men daar over moeft verbaaft ftaan. 'T welk te grooter ontfteltenis R s baar-  260 Het LEVEN van den t667' baarde in de herten der Engelfchen die zich Tien ïtuk- der zaake verdonden. Naa 't verbranden der ken ge- Koningklyke fcheepen haalden de Nederlanlandfge-8"ders ^en avondt noch tien ftukken gefchuts Laait. van '* landt, braaken en hakten al wat ze vonden, en tot toerufting van fcheepen of den fcheepsbouw diende, aan ftukken, en Pe,^fiver" ftaaken 't in brandt. Voorts bleeven ze dien fcheepen nacnt leggen, ruftende tot den volgenden dryven de dagh, toen begoft het esquadre met de twee Rivier van genoome fcheepen, de Royale Charles, en Rochefter de Jonathan, de Riviere van Rochefter, daar weer af- niet meer te doen was, weer af te dry ven. 24 j)e l. Admiraal de Ruiter raakte toen met het fregat Harderwyk, dat zyn ftiefzoon, Jan Pauwelszoon van Gelder, voerde, aan de grondt. Men moeft wachten tot hoogh water, en dreef daarna af tot den eerften boom, of de plaats daar d'Engelfchen hunne fcheepen en branders hadden gezonken. Toen voer de L. Admiraal de Ruiter met zyn floep, nevens den Ruart, naar 't gros van 's Landts vloot, en quam 's avondts ontrent Quinenburg aan zyn boort. D'andere fcheepen volgden allengs, en zommige raakten ook aan de grondt, doch zonder gevaar. Zy zaagen den oever van de Riviere, dic niet veel breeder dan de Maaze voor Rotterdam was, met ruitery en voetvolk vervult, en hadden kundtfchap, dat de Hartogh van Jork en de Generaal Monk wel twaalf duizendt man by een hadden; maar zy konden 't afzeilen van 's Landts fcheepen niet verhinderen, en •dienden alleen om 't landen te beletten. Midlerwyl waaren ook de Zeeufche fcheepen,  L. Admiraal DE RUITER. 261 pen, onder den L. Admiraal Bankert, by 1667. 's Landts vloot gekoomen, vyf in getaale, Bankert met een brander en hpekcr, gemonteert en koim mec bemant als volght. Jgjjgg; pen by de L. Admiraal Bankert. Walcheren. 7o,< 189. 127. vloot. Viceadm. Kornelis Evertsz. Zierixzce. 6a. 174. 90. 1 ,,.1. j,. S.bynacbt Jan Matthyszton. Fliffingeu. 50.124- So. „ 5 U " Adriaan de Haaze. yèere. 50. 136. 70.^eeuWlChe Kornelis Evertszoon, Middelburg. 50. 118. loö.fcheepen» Brander. Willem Meerman. De Hoope. 2. Hoeker. Daniël Verdiejl, Oofterfouburg. 6. - Hier door werdt de vloot nu verderkt tot tachtig fcheepen van oorlog, daar zedert noch vier fcheepen by quaamen, te weeten. Adam vetn Brederoode. Leyerdorp, 26. Anske Fokkes. Overyjj'el. 32. --• --« Klaas Vaalehen. De 3 Helden Davids. 50.--- -r- Klaas Anker. 'T Wapen van Najfau. 52. - Daarna werdt den vyfentwintighften van 25^». Junius by den Burgermeefter en Ruart de Wit, met goedtvinden van den L. Admiraal de Ruiter, beflooten, dat de L. Admiraal Van Gent van Gent met zeventien fcheepen, een bran-wordt.met der, drie galjoots, en een fluit met ammoni-f^6"1*11 tie, naar de Noordt zou zeilen, dat hy 't ei- naar Hitlandt Hitlandt met de maght van zyn matroo^ landt en zen en landtfoldaaten zou trachten te ver-Fero eemeefteren^ zonder nochtans zich daar on-20"^ trent langer dan twee of drie daagen op te houden. Van daar zou hy voort zeilen naar 't eilandt Fero, en aldaar naar d'Ooftindifche retourfcheepen, die men verwachtte, verneemen ? die niet, verneemende daar op kruis.' R 3 fert  26a Het LEVEN van een $6o7. fen tot den zeften'van Auguftus, en naa die tydt de ftevens naar Hollandt wenden, en daar naarder ordre van haar Hoog. Moog. ontfangen. Doch in gevalle hy de gemelde Ooftindifche fcheepen daar aantrof zou hy de zelve naar 't vaderlandt geleiden, en daar nieuwe ordre bekoomcn. Voorts zoude hy geduurende die tocht den vyandt alle mooge- Kornelis jy^g afbreuk doen. Den Viceadmiraal Kor- rts".rAr nelis Evertszoon werdt belaft, met elf fcheezoonwerct .... , , 1 . belaft met Pen en drie galjoots voor den tydt van acht elffchee- daagen van Harwits af naa de Hoofden, tot pen in de in 't gezicht van Calis te kruiden, en den Hoofden, vy£mdt alle bedenkelyke fchaade toe te brenEn van der gen. Den Kommandeur Willem van der Zaan met ^aan werdt ordre gegeven, dat hy met zeven "hen Mar- fcheepen tuffchen Harwits en 't Konings Diep wits en't zou kruiden, en zich 's avondts laaten vinden Konings dwars voor 't gat van Harwits en 't gemelde piep te Diep, trachtende den vyandt afbreuk te kruinen, doen, en kundtfchap van zaaken te bekoomen: doch indien 'er een fterker maght van vyandt op hem moght af koomen, zoude hy al fchietendc en waarfchouwende met zy»* fcheepen naar de hooftvlagge wyken. 'Den ad hm. volgenden morgen quaamen de meefte fcheepen vanChattam by de vlagge, en dien voormiddagh, 't was Zondagh, heeft men, uit laft van den Heere Ruart en den L. Admiraal Dankdagh de Ruiter, een gemeenc dankdagh door de over de ge- gantfche vloot gehouden, en Godt gedankt beele over den zeegen en overwinning den Staat te vloot. Chattam verleent. Men richte dc fcheepspredikatien naar de ftolfe, en erkende in de gebeden en dankzeggingen degoddelyke goer" der-  L. Admiraal DE RUITER. 26.3 dertierentheit en bydandt die men oogen- 1667. fchyrdyk hadt befpeurt: want Godt hadt ten tyde van 't uitvoeren des grooten toeleghs dagh op dagh voorfpocdige winden en handtzaam weder verleent, en den uitvoerderen wysheit en moedt gegeven om zulk een hagchelyk ftuk t'onderneemen. Dien zeiven avondt kreegh men een groote travade, of dwarrelftonn, uit den Zuidtzuidtweftcn, met reegen en windt, die niet lang duurde, en alleen fcheen aan tewyzen watfchiclyke verhindernidën denwelgelukten aanflagh hadden konnen beletten. Daarna zyn d'oorlogfchee- 28 Iun. pen der drie esquadres , onder van Gent,Van Gent, Kornelis Evertszoon en Van der Zaan, i?zeüKomelii gegaan. De twee veroverde fcheepen, dezov*"se"n Royale Charles en de Jonathan, werden on-yan der der 't gcley van den Kapitein Braakel naar Zaan gaan Goereê en de Maaze gezonden, en van Gentt'zeil, bevoolen de zelve ter halver zee te brengen. ,Dsc!^gg Men zondt met eenén zeekeren Engelfchen een dej0na. Kapitein, genoemt Fortescue, en noch nes-t|,an WOrtig of tfeventig Engelfche gevangenen, on-den naar trent Chattam bekoomen, naar 't vaderlandt. Hollandc De L. Admiraal de Ruiter bleef noch met gezonden. 1 j • r 1 c -De Ruiter achtendertig fcheepen en fregatten , vier b]yft inet branders, en etlyke galjoots of advysjachtcn,achtender- in de Riviere van Londen by dc Noordtboey tig fchee- ontrent Chappey, welke fcheepen nu in drie P--n.in de esquadres, cn elk esquadre in drie fmaldee-R,viere , 1 , 7 ii- • 1 ii van Lon- len werden verdeelt, in maniere als volght. den) Verdeeling en fmaldeeling van 's Landts fcheepen onder de Hooftvlagge, in de Riviere van Londen. R 4 Eer-  eÓ4 Het LEVEN van den 1667. Verdeeling der fcheepen onder de Hooftvlagge. Eerlle esquadre. 50 lun. Landing op Chap- pcy. Kapitein Kornelis de Liefde. L. Admiraal van Nes. Jooft Verfcbuur. Jakob Komeliszoon Swart. Pieter Komeliszoon de Sitter. Niklaas Marrevelt. Viceadmiraal Zweers. Jakob Binkes. Hendrik Gotskevs. L. Admiraal de Kuiter. L. Kornel Palm. Brander. Hendrik Rsdre. Floris Floriszoon Blom* Brander. Gerrit Forens. Tweede esquadre. Tde IJilkes Kolaart. Jooft Michielszoon Knik. L. Admiraal Aylua. Jan Janszoon Vyfelaar. Jan Gyzels van Lier. Schoutbynacht Jan Matthyszoon. L. Admiraal Bankert. Kornelis Evertszoon. Pieter van Wynbergen. TVytze Beyma. Viceadmiraal Enno Eoedcs. Roelof Ketelaar. Niklaas Naalbout. Brander. Willem Meerman. Derde esquadre. Abraham vltn Zyi. Viceadmiraal Schram. Jan Boetering. Michiel Suis. Jakob Andrieszoon Swart. L. Admiraal Meppel. Pieter Klaaszoon Wynbergen. Jakob Willemszoon Broeder. Wynant van Meurs. Pieter Magnnszoote. Schoutbynacht Vlug. Jan van Amftel. Jan Janszoon Verboekclt. Brander. Willem Gerritszoon. Men beval nu al de Kapiteinen dat ze door gemande boots cn floepen des nachts zorghvuldelyk voor de fcheepen zouden waaken, om niet fchielyk overvallen te worden. Daarna deedt men den negenentwintighften van Junius vierhonderdt en vyftig zoo lawdtals zeefoldaaten, onder het beleidt van den L. Kornel Palm, en den Majoor Brederode, met boots en floepen op het eilandt Chappey huiden, om eenige yerverfching voor de vloot  L. Admiraal DE RUITER. 265 vloot te haaien. Zy trokken door 't gant- 1667. fche eilandt zonder eenige tegendandt t'ontmoeten, en quaamen 's avondts met een deel fchaapen en hoenderen weer aan boordt. Eenige matroozen, die te dier tydt buiten Plondeordre aan 't landt liepen, en groote gewei-™ars Se" denary met rooven en droopen tegens d'inge- ™ zeetenen pleegden, werden daarna, door^ ,35,141. ordre van den Krygsraadt, elk met driemaal van de ree te vallen en honderdt en vyftig laarsdaagen geftraft. Diergelyke draf moesten ook etlyke foldaaten lyden, die hunne pod niet hadden waargenoomen, en buiten verlof van hunnen Kapitein te landtwaarts in liepen om te plunderen. Op zeeker be- Voorftel richt, dat men te Londen een groot getalvandeRuibranders toemaakte, werdt by den L. Admi-ter' raai de Ruiter en d'andre Opperhoofden den Heere Ruart te gemoet gevoert, dat men 's Landts vloote door de voorfchreeve branders, by Chappey op de Riviere leggende , met een Wcftelyke windt, in groot gevaar zou konnen dellen: dewyl de branders in flecht water veel zeekerder en met minder gevaar konden aangebraght worden dan in ruimer zee. Op dit voordel werdt met cenpaarig- Men be-r heit goedtgevonden, dat men van voor Qui- fiuitdeRinenburg met het toekoomende gety zoude viere weer afdryven naar de Middelgronden, om vanaf te drv-: daar voor de Riviere buiten het Konings 7en ™.dia , j n • • 1 ■ van buiten Diepte loopen, en de Riviere van buiten te bezet. meteen esquadre voor 't Noordtvoorlandt, ceu. Saulsbay, en Olfernes, te bezetten : 't welk met minder gevaar van 's Landt vloot, en immers zoo veel afbreuk van den vvandt R 5 " kon  266 Het LEVEN van den .1667- kon gefchieden. Dit werdt draks in 't werk 29 en 30. gedelt. Ter zeiver tydt raakten het veroDeRo al vcv^e Konings fchip de Royale Charles, en Charteren de fcheepen van den Viceadmiraal de Liefde, noch drie ende Kapiteinen de Wildt en Paauw, in 't Staaten begin der ebbe, ontrent de Middelgronden fcheepen .op de Zuidtwal vad: weshalven de L. Admiraakenvaft raaj van Qent zjcn genoodtzaakt vondt met zyn esquadre pas buiten de Middelgronden van 't Konings Diep ten anker te koomen, Van Gent om de gemelde fcheepen in te wachten. Hier aietontrent leggende zagh hy van verre ontrent twintig twintigh zeilen in en voor Harwits. Waar op hy met in^en^vc! • een*§ vaartuig daar kennis van gaf aan den ïiarwits. Ruart, als Gevolmaghtigde van den Staat, Verzoekt en den L. Admiraal de Ruiter, verzoekende ordre om om de gemelde Engelfche fcheepen te moozeaan te gen aantaden. Men fchreef tot antwoordt, taftea. ^at ; indien hy daar kans op meende tc hebben, gelad werdt de zelve te bevechten, De Ruiter te veroveren of te verbranden. Ook begaf begeeft zich de L. Admiraal de Ruiter in perfoon zich naar mct een galjoot naar \ fchip van Van Gent, fchtp om te helpen overleggen op wat wyze dat men den vyandt de meede afbreuk zou doen. Men zondt de Viccadmiraalcn de Liefde en Kornelis Evertszoon, om de gelegentheit van Harwits, en de fcheepen die daar laaDoch men gen , van naby te bezichtigen. Dan toen bevindtdat werdt men gewaar dat het niet dan flechte httnietdan koolhaalders waaren, cn fcheepen van gerinkodfV ^e waarde" Dies vondt men ongeraaden daar pen waa!' vee' moe^e om aan te wenden, en de weinig ren. branders die noch overig waaren daar aan te fpillen. Derhalvcn werdt van Gent bevoo- len,,  L. Admiraal DE RUITER. 267 Jen, dathy, zonder verder tydtyerlies, zyn 1667, koers zou vervolgen, en zyn laftnaakoomen. Ondertuffchen was de tyding van d'overwin- Groote ning, by Chattam behaalt, door de brie-,ylyMcbap ven, met vaartuig afgezonden, in Hollandt'°nii[ gekoomen, en vervulde alle harten der rech-^oyg,.^,,. te Hollanders met onuitfpreekelyke blydt-ni.;g by fchap: overweegende hoe nu de zaaken ze- Chauam. dert de ramp van 't jaar vyfentfedig waaren verkeert, en dat nu 's Landts vloot buiten kyf meeder ter zee was, en zoo diep in 't hart van Engelandt inbrak. De Heeren Staa- 27 iUKt ten Generaal gaven Gode d'cere der voorfpoedt, en befchreeven een dank- en bededagh over de vereenigde Provinciën, tegens den zeden van Julius. Het fchip de Royale Charles, daarna te Hellevoetduis, en de Jonathan in de Maaze gekoomen, verdrekten toen te gelyk tot bewys en zeegenteeken der Hollandtfche dapperheit. Ook reisden duizenden van ingezetenen naar Hellevoetfluis, en verklaarden hunne oogen met het aanfchouwen van 't Koningklyk fchip, wel eer de fchrih der zee. Hunne Hoog. Moog. bedankten de Helden, die hunne ordres hadden uitgevoert, met minnelyke brieven , en fchreeven in 't byzonder aan den L. Admiraal de Ruiter, dat ze uit de brieven van hunnen Brief der Gevolmaghtigde gaarne hadden vernoomen, Heeren dat hy zonderlinge kloekmoe digheit, yver en StaatenGewakkerheit hadt betoont in V uitvoeren van ^^uhei d''ordres, zoo tot het inzeilen van de Rivieren 2g jun^ van Londen en Chattam, als in den aanjlagh zelfs, die door Godts zegen gelukkelyk was uitgevallen. Daarom zy gondtvonden te be- tui-  2 68 Iïr.t LEVEN van den 1667. tuigen dat zy zulks voor aangenaam hielden , en in gedachtenis zouden houden. Verwacht tende dat hy in alk voorvallende gelegentheden ftandtvaftelyk in zynen plicht zou volharOok Aerden. De Heeren Staaten van Hollandt gaven SraT'" hun S'enoeSen aan den L. Admiraal de va" Hol- Ruitc;r> over zYn kloekmoedig beleidt, tot landt. aanleiding en uitvoering van den bewuden a hl. aanflagh op de Rivieren van Londen en Rocheder, met een brief te kennen: daar noch by voegende, dat haar Ed. Groot Moog. hadden goedtgevonden, door de Heeren Gecommitteerde Raaden voor hem een goude kop te laaten maaken, niet tot recompenfe, maar alleen tot een gedenkteeken in zyn familie en voor de pofteriteit der zelve. Zulk een gift van eere werdt ook door de Heeren Staaten van Hollandt aan den Heere Burgermeelter en Ruart Refolutie de Wit, en den L. Admiraal van Gent, ge^ der üeeren fchonken: achtervolgende hunne refolutie, Staaten van den tweeden van Julius genoomen, luidende Hollandt gel k vo] h denRuan ®P '? ëeene de Heeren GecommitteerdeRaade Ruiter den aan haare Ed. Groot Moog. voorgedraaeri van gen heiben', is, naa voorgaande deliberatie, Gent ge-" goedtgevonden en verftaan, dat van weegen wakende llfare ^root Moog. by een mijfive van den go a- dankzegginge, en betuiging van ftngulier gedenkop, noegen, mutatis mutandis, als op den achtenaan elk van twintïghften der voorleede maandt by haare hunts ver-Hoog. Moog. is gedaan, aan den Heere Bur^iAr baa1 &srmeeP:er de Wit, jegenv/oordig Gedeputeervan den de en Gevolmaghtigde van haar Hoog. Moog. Ruart. op ts Landts vloot, mitsgaders aan den L. p. 170. Admiraal de Pasitcr, als Generaal der zelve yfoa,-.  L. Admiraal DE RUITER. 269 yloote, en noch aan den L. Admiraal van \66j. Gent, als, onder de fuperintendentievanhaar Hoog. Moog. Gedeputeerde en Gevolmaghtigde voornoemt, en Chef gecommandeert hebbende het gros van fregatten, branders en ander klein v dar tuig,- en op den 21, 22 en 23 der yoorleede maandt het bekende fameus exploit op de Riviere van Londen en die van Rochefter uit gevoert hebbende, bekent gemaakt zal worden de ftnguliere fatisfaclie, die haare Ed. Groot Moog. gefchept hebben in haaren yyer, -\ couragie, en voorzichtig beleidt, in en ontrent d'executie van V voorfchreeve exploitl allenthalven betoont en by gebraght: ende dat voorts aan yder van de zelve, uit den naame en van weegen haar Ed. Groot Moog. zal worden vereert een goude kop, of ander ftuk werks, daar t>p het voorfchreeve &xploi£l en de verkreegé viclorie ten beften uitgebeelt zy, niet tot eenige recompenfe, maar alleenlyk i ot een gedenkteeken in haare familien en voor de pofteriteït, en zulks ie zaamen ter waardye van duizendt ponden vlaams, of daar ontrent: daar toe de Heeren Gecommitteerde Raaden mitsdeezen •verzocht en gelaft worden de vereifchte ordre te ftellen. De Kapitein Jan van Braakel werdt insge- Vereering lyks, wegens zyne dapperheit, eerlyk be-"*? fchonken. Hem en zyn bootsvolk werdt, Braakel boven het genoomen fchip, door ordre vanen zyn hunne Hoog. Moog. noch vereert een fom- fcheepsme van twaalfduizendt gulden, en aan hem vo,k Sein 't byzonder noch een goude ketting met ffiffafy; een gedenkpenning ter waarde van twaalf gJper jer honderdt gulden. Ook werdt hem daarna Refolutitn, al*  270 ' Het LEVEN van den I667. als Kapitein bevel gegeven op een kloek genwmen nieu oorlogsfchip. Aan de Kommandeurs deniSIun. van zeven brandtfcheepch, Körnelis Jakobszoon v:in der hóeven, Willem Willemszoon, Ferbdal Simön Pöppinga, Jan Baptid de Graaf, Gerp.1161.7 rit Andrieszoon Mak, Jan Danielszoon van Beloontag den Ryh, en Meindert Jentjes, gaf de Heer aan zeven ^nnn verklaaring en getuigenis by gefchrift* denTs1"'" "^dende hoe hy met zyn eigen öögen hadt brandt- " £czien dat ze hunne brandtfcheepen, genaamt fcheepen. Rotterdam, de Draak, het wapen van Briftol, de Goude Appel, Schiedam, Pro Patria, cn de PrincclTc, in de Riviere van Rocheder loffelyk cn met vrucht hadden befteedt, cn het premium, daar toe gedelt, verdient: waar op hun ook de beloofde loongelden werden toegeleit en voldaan. De treffclykfte Hollandtfche Dichters betuighden ook te dier tydt hunne blydtfchap over den zegen van Chattam, en vereerden den zeehelden^ den Ruart, de Ruiter en van Gent; met hooghdravende lofdichten; Toen fchreef de vermaarde Dichter van den Vondel op die doffe twee uitneemende gedichten* die noch onder zyn werken worden geleezen: 't eene was genoemt, De Zeeleeuw op den Teems, en 't ander hadt den tytel van Zeegeyuur der vrye Nederlanden opdenTeems* Daar by quaamen noch etlyke andere Gedichten van Jacobus Lydius, Joachim Oudaan, Arnout van Overbeeke en anderen, te Men ft vee' 0m te noernen' Midlerwyl zochten laftonf6 1 hunne Hoog. Moog. alles by tc brengen wat nieuwe dienen kon om den zeegen te vervolgen - en branders beflooten ten dien einde, dat 'er noch een goedt  L. Admiraal DE RUITER. 271 goedt getal branders in 't kort zoude worden 166*7» gereedt gemaakt èn by de vloot gezonden,g'reedt te dewyl 'er een merkelyk getal by Chattammaakenwas bedeedt. Ook werdt goedtgevonden, verzoek't dat door den Heer van Beuningen, Ambafla- doen aan deur van den Staat in Vrankryk, met alledenKoning vlyt by den Koning zou werden gearbeidt, van.Vrankten einde zyne Majefteit moght bewoogen ryk. _ worden om een goedt gedeelte van zyne oorlogfcheepen, behoorende onder de vlootevande».j van den Hartogh van Beaufort, te zenden fan. en 't naar den opgangk van 't Kanaal, om dat vaar- Verbaal water en die palïagie, met en nevens eenige vgn den oorlogfcheepen, van weegen den Staat daar bytevoegen, voor d'Engelfchen beflooten te houden, gelyk nu dc Riviere van Londen met 's Landts vloote was bezet; om den vyandt alomme te benaauwen, en daar door tot reden te brengen: te meer, dewyl 't niet waarfchynlyk was dat de vyandt, vermits de voorgevallene ramp, met eenige groote maght in zee zou konnen koomen, en dat' daarom geen hooftgevecht ftondt te verwachten» Doch hoe zeer men wegens den Staat in Vrankryk aanhieldt , om , volgens d'overeenkomfte en de belofte van den vyfden May leftleden , de Franfche zeemaght in zee te De Graaf brengen, daar werdt niet mee uitgerecht, envan Hoorn Beaufort quam nooit te voorfchyn. Ter^^tdee zelve tydt zonden de Heeren Staaten den GraafZOndérT" van Hoorn, met zoo veel compagnïen van 27 ƒ«"«. zyn regement als 'er by der handt waaren, naar 's Landts vloot, om 't krygsvolk te verfterken. Midlerwyl hadt de L. Admiraal De Ruiter de Ruiter het gros der vloot in verfcheide es-verdeelt qua-  r72 Het LEVEN van den 1667. quadres zoodaanig verdeelt, dat daar mede het ütos de gantfche zee van Harwits tot voor het enbezet1 KoningsDicP»en vandaartotaan hetNoordtdeRiviere voorlandt en Marigat, werdt bezet, en de van Lon- Riviere van Londen genoeghzaara geflooten. den. In 't verdeden van deeze fcheepen was ""elct 30 /«». dat elk esquadre niet te ver was verfpreidt, en dat de Bevelhebbers zichnaaftby dehooftvlagh onthielden, om by eenig voorval te bequaamer eikanderen te konnen fpreeken. Toeleg op Daarna werdt beflooten, den L. Admiraal Botton. van ^es met een eSqUadre Van veertien oor4 logfcheepen, en eenige landt- en zeefoldaatcn, onder den Kornel Dolman, naar Bofton te zenden, om daar te landen, en den vyandt alle moogelyke afbreuk te doen. Doch d'uitflagh van deezen toeleg, of 't belet dat 'ervoorquam, is my niet gebleeken. Maar de Heeren Staaten, verflaan hebbende dat 's Landts vloot naar de verrichting by Chattam de Riviere van Londen weêr was afgezakt, fchreeven daar over aan den Ruart, dat de zeegen van Chattam niet alleen door geheel Engelandt, en inzonderheit te Londen, groote fchrik hadt gemaakt, maar ook van zoodaanig gevolgh was geweefl:, dat men te Breda meerder buighzaamheit en geneightheit tot de vreede dan te vooren in d'Engelfchen hadt konnen bemerken, doch dat nu hunne Hoog. Moog. beducht waaren, dat het verlaatcn van de Riviere van Londen den vyandt wederom zou moedt en dof geeven om hun eindt te houden, tot verachtering van de vreede: en dat derhalven hunne Hoog. Moog. oordeelden dat het voor den dienft, eer en acht-  L. Admiraal DE RUITER. 273 achtbaarheit van den Staar, zoo wel binnen 1667. als buitens Landts, ten hooghften noodig waare^ dat het vertrekken uit de Riviere moft geleidt werden op eenigen toeleg dien men voor hadt: en dat men daarom de fcheepen die binnen Harwits laagen moeft trachten te verbranden, en, naa dat zulks gelukt of mislukt was, dat men dan met de vloot de Riviere van Londen weer zoü in- en op-JOs Heeren zeilen tot ontrent Gravezande, of zoo veel ^."^ hooger als doenlyk zou zyn, om den vyandt dat men alle afbreuk te doen, en in geduurige fchrikmec en alarm te houden. Dit aanfchryven quam 's Landts den vyfden van Julius in 's Landts vloot, *,oct rie waar op terftondt alle de Hooftofficieren door R-,viere , r.. , . , i t a i van Lou- het waaijen der witte vlagge aan den L. Ad- den weê miraal de Ruiters boordt werden gefeint, en, zal in- en naa voorgaande befprek, goedtgevonden, opzeilen. het anker te lichten en de Riviere van Lon- 5 ^«'. den weêr op te zeilen. Des anderendaags 6 ƒ«/. was 't de tydt die beftemt was tot den dank- Dankdagh dagh over d'overwinning by Chattam, en ^v^°l werden niet alleen door 't gantfche landt, en 'vreugh- naa 't pleegen van den godtsdienft, vreugde- deteeke- vuuren ontfteeken, de klokken geluidt, en nen ge- andre teekenen van blydtfchap getoont; maart0011t over zulks gefchiedde nu ook in 's Landts vloot: '„„^h™ de L. Admiraal de Ruiter fchoot dertien um< a" fchooten; d'andere L. Admiraalen ieder elf, de Viceadmiraalen ieder negen, de Schou- tenbynacht ieder zeyen , en de Kapiteinen ieder vyf. Ten zeiven daage werdt by den KoJn"]^9" Krygsraadt vaftgeftelt, dat men de Vicead- Everts- miraalen Kornelis Evertszoon en Enno Doe- zoon en des Star met een esquadre fcheepen voor de EnnoDoe- III. Deel. S Ri-  274- ■ Het LEVEN van den 1667. des voor de Riviere van Londen poft houden Riviere van Londen zoude laaten, tot naarder ordre, om ontrent Harwits poft te neemen, en vier of vvf fcheenen af en aan in zee op kundtfchap te laaten kruiden. Drie oorlogfcheepen, onder Kapitein Gotskens, werden gezonden om twee fluiten naar de Maaze te geleiden, en onderweegen in 't gaan cn keeren op den vyandt te kruiden. Men ftelde dusdaanige ordre, om dc Riviere van Londen zoo veel als men kon geflooten te houden, en op alle aankoomendc fcheepen te paffen: voorneemens zynde om met d'overige fcheepen den laft der Heeren Staaten naa tc koomen, en hooger op de Riviere zyn voordeel te zoeken. De L. Admiraal de Ruiter hadt toen het gros der vloote , dertig fcheepen in getaale, in drie esquadres verdeelt, volgens d'onderftaande lyfte. Eerfle Esquadre. Verdeeling van de fcheepen by de Hooftvlagge in drie esquadres. 6 hl. T.. Admiraal de Ruiter. L. Admiraal van Nes. Viceadmiraal Sivcers. Schoutbynacht van der Zaan. Kapiteinen Jooft Verfcbuur. Jakob Komeliszoon Szvart. L. Kornel Palm. Nikl.i.-.s Marrwbeft. Jakob Biokes. Evert van Gelder. Tweede Esquadre. L. Admiraal Bankert. Wytze Beyma. L. Admiraal van Aylua. Roelof Ke telaar. Kapiteinen jan Jansz.Vyfelaar. Niklaas Naalhont. Jan Gyfels van Lier. Hendrik Adriaanszoon. Kornelis Evertszoon. Jan Pieterszoon Vinkelbofch. Derde Esquadre. L. Admiraal Meppel. Viceadmiraal Schram. Scho utbynacht Vlug. Kapitein Jan Rottering. Michiel Suis. Jakob Willemszoon Broeder, fitter Magnuszoon. Jan Maawco. Jan de Haan. Jan Pauluszoon velt Gelder. Dee-  L. AdmIraal DE RUITER. 175 Deeze vloot, dus verdeelt, zeilende 's 1667. morgens vroeg naar 't Konings Diep, pas- De Ruiter leerde ontrent den middagh de Middelgron- ze>l1, *"et den. De L.. Admiraal, d'ordrc van den Staat ^"'^^ dus naakoomende, vondt evenwel met zyn weêr in de Krygsraadt geraaden haare Hoog. Moog. met Riviere een brief te gemoet te voeren 't geen volght. van Lon« Dat, aangemerkt de vyandt zich met een es- def"jf ^ . quadre van zesentwintigh fcheepen van oorloge de eRu-lter in V Kanaal, en noch met een ander esqua- en zyn dre om de Noordt onthieldt, die buiten tv/yfel Krygsraadt zich by den anderen zouden trachten te yoe-aan de gen, cn V Landts vloote koomen bezoeken, de g1^^" Krygsraadt zich derhalven verplicht vondt q^I^ hunne Hoog. Moog. te vertoonen, dat ze met raakende' de geheele vloote de Riviere niet konden opzei- d'ordrevan len , maar noodtzaakelyk een esquadre buiten deRiviere de zelve op d''af- en aanvaar ende fcheepen moe ft 1-311 hoa' laaten kruijjèn, en het ooge op den vyandt ^ houden: V ■welk nochtans met zulk een groot fchreeven. getal fcheepen uit V Landts vloote niet kon gefchieden dat de zelve tegens des vyandts maght beft andt zou zyn, en, genoodtzaakt werdendó op het gros te wyken, door de Middelgronden en drooghten, daar de vyandt beter bekent was, gevaar zouden loopen van door den zeiven een affront te lyden, V welk de Krygsraadt in alle maniere zocht voor te koomen. Dat ze daarom, onder reverentie, van gevoelen was, dat men, de Riviere van buiten bezettende, en 's Landts vloot by malkanderen houdende, daarmede haare LÏoog. Moog. den zeekerften dienft, en immers zoo veel nadeels aan den vyandt, in 'if bekommeren van derzeiver vaart en koophandel, zoude konnen toeS a brem  276 Hët LEVEN van den 1667. brengen. Doch indien hunne Hoog. Móog. by hun befiuit, op dat ftuk genoomen, gelieft den te blyven, dat dan, naar V oordeel van den Krygsraadt , ten allerhooghften noodig zou zyn, dat 's Landts vloote met de fcheepen en branders, die in Texel en andere zeegaaten, zoo wel Franfche als Nederlanders, gereedt laagen, of noch zouden konnen worden vervaar dight, met den eerften wier de verft erkt, om, met behulp der zelve, zich dan zoo wel van buiten als van binnen tegens den vyandt in poftuur te konnen houden, hunne aankomft en aanvallen af te wachten, en daar 6 lui. tegens behoorlyke tegenweer te doen. Decs brief was door den L. Admiraal de Ruiter, uit den naame van den Krygsraadt, onderteekent; maar werdt by de Heeren Staaten niet wel opgenoomen, en zoo verftaan, als of de Krygsraadt het uitvoeren van hunne refolutie tot het inloopen van de Riviere van Londen hadt opgehouden. Doch de Heer Ruart heeft federt in een brief aan de Gedeputeerden en Gevolmaghtigden tot de fecrete zeezaaken het tegendeel vertoont, en betuight, dat de Krygsraadt, zelf voor 't afgaan van dien brief, de gemelde refolutie op den vyfden al begon in 't werk te ftellen. Op welk bericht ook hunne Hoog. Moog. genoegen naamen. Maar op den dagh van 't afzenden zeilde de vloot noch tot voorby het eilandt Chappey, en quam boven de fterkte Overleg van CharnefTe ontrent den avondt ten anker, hoe verre Daar leggende werdt met den Krygsraadt men met overleidt , hoe verre men met 's Landts vloot devlootdede Riviere zou konnen opzeilen. Men be- riedt  L. Admiraal DE RUITER. 277 riedt zich met Teunis Willemszoon, Schip- 1667.7 per van Rotterdam, die de Riviere verfchei-Riviere de maaien hadt-. opgevaaren, ook noch on-van Lon- langhs het lichaam van den Ridder Barkley feö zou t j 1 konnenop« naar Londen overgevoert, cn toen, doorzei|Cll< ^ lad van den Raadtpenfionaris de Wit, op de diepten en gronden van de gemelde Riviere naauw acht hadt genoomen: ook met ecnen Keiier, Schipper van Dordrecht, die insgelyks de Riviere lange jaaren hadt bevaaren. Uit hun bericht verdondt men, dat deeze Riviere voor fcheepen van die grootte, als zich nu onder de vlagge bevonden, niet hooger bevaarbaar was dan ontrent de Kalkovens, ftaande ontrent een kanonfehoot boven Gravefandt, vermits de meenigvuldige zanden en ondiepten, die boven die Kalkovens laagen. Daar op werdt goedtgevonden dat de Beflnit E. Admiraal Bankert, de Viceadmiraal Zweers, d «ar op ge, cn de Schoutbynacht Vlug, met veertien vannoomen* de lichtde fcheepen, en twee branders, zou- 6 Iui' den opzeilen tot by en ontrent Gravefandt, en, indien ze daar of beneeden de Kalkovens geen vyandtlykc fcheepen vernaamen , aldaar verblyven, om 's Landts fcheepen en volk niet, zonder hoope van voordeel op den vyandt te verkrygen, onnuttclyk in gevaar te Hellen : maar in gevalle in dc Hoope, of boven Gravefandt, eenige fcheepen van den vyandt gevonden werden, dat ze dan de zelve hadden te vervolgen, en do kafteelen van Gravefandt, was 't doenlyk, te paffeeren, om de voorfchreeve fcheepen te vermcederen, of te verbranden; doch de Riviere niet hooger op te loopen dzn ontrent de gemelde S 3 Kalk-  a;S Het LEVEN van den 1667. .Kalkovens. Ten dien einde zyn de volgen-? de Kapiteinen en fcheepen uitgekooren. L. Admiraal Bankert ^op Kap!'tein Kornelis Evertszoon. Middelburg. Viieadmiraal Zweert, op Kapitein Jakob Binlos. Schoutbynacht Vlug. .- 'f Wapen van Uitredt. L. Kornel Palm. - Deventer. Niklaas Naaibout. - Harderwyk. Jakob Komeliszoon Swart. De Provincie van Uitrecht. Wytze Bcyma.- - ,- U'cftergo: ' R'Hofl elf laar. - Stadt cn Lande. Jakob Pieterszoon VinkelbofcK De Wintltbondt. Pitter Magnnszoon. - 'T Raadthuis vau Haarlem. Ji» mHauw. - - Kale/,. ' Jein Patilltszoon van Gelder. Harderwyki I Dirk dc Munnik. - ' De Paam.- Jan Gyfels van Lier. - De Tromp. Ontrent een half uur naa 't ondergaan der zonne zagh men zeven of acht zeilen de Riviere af koomen, met Borgonfcbc vlaggen : Etlyke >t w^j-gn Vlaamfche fcheepen. Abraham Vlaamlcne -c _ ir • ■ ■ „ 1' t-r fcheepen ^aas? Kapitein in dienft van den Koning van met Engel- Spanje, voerende een fregat van Oodcndc, fche fol- quam aan den L. Admiraal de Ruiters boort, daaten,ten verklaarende dat hy in twee Vlaamfche dienft van bocyers, drie fuyen, en drie fregatten, vyfpafTereti honderdttweeëntfeftig Engelfche foldaateu door de hadt gclaaden, dienende tot vervulling deivloot. Engelfche regimenten tqn dienft van zyn Majefteit van Spanje.in Engelandt geworven, en verzoekende dat hy met de zelve vryeiyk naar Ooftende moght paflceren. Dit verzoek werdt hem ingewillight.' Hy verklaarde verder, dat hy, acht daagen geleden, te Londen vyftien brandtfeheepen hadt gezien, alle gereedt, en eenige ten volle bemant: dat ïwollit? d'Engelfchen ontrent Wollege f en Blakwal Bericht v. nnegen groote fcheepen in de Riviere hadden A. faas, gezoniien ? en onder dc zelve de Vogel Fenix en  L. Admiraal DE RUITER. 279 en 't Huis te Zwietcn, beide voor deezen 16*67. d'Ooftindifche Kompagnic der vereenigde Viaamicn Nederlanden afgcnoomen, en noch drie van KaPltein» hun eige maakzcl, en vier groote fluiten: ?a"8,aande " -"o het tofirus* dat ze noch op cen andere plaats daar ontrent cen der En_ vyf andere fcheepen in de grondt hadden ge- gelfche hakt, daaronder, door groote haaft en ver-branders, baaflheit, eenige die ten deele gelaadcn waa- Hct zinken ren: dat ze daar door dc paffagie zoo naau ™" 1^*' hadden gemaakt, dat men met kleene fchee- Rj.iere, pen quaalyk kon pafleeren: dat ze boven dien En 't planden oever der Riviere ter wederzyde wel met ten van gehonderdt en tfedig ftukken gefchuts haddenfcllut ter beplant; om daar mede d'aankoomende f'chee-*"dmy" pen te begroeten. ' Den volgenden morgen' 7 juim met het ryzen der zolme maakte de L. Admi- B nkert raai Bankert met zyn esquadre zeil, cn liep zeilt de Rimeteen Noordtooften windt de Riviere op W!5*'°P| tot voor Gravefandt, daar hy zyn anker wierp yg^jjra" een gooteiingfehoot beneden dat fteedeken. De L. Admiraal de Ruiter, met het gros daar Ook de terftondt op volgende, quam ontrent ten ne- Ruiter, dié gen uuren by Tiibery Hoope, niet verre yanms' den Bankert, ten anker, en voer terftondt, ne- " : vens den Heer Ruart, aan zyn boort: daarboort zy't alles bereidt vonden tot een aanval: maar vaart, zagen geen vyandtlyke fcheepen daar men by kon koomen, beha.lven een ■fpeeljacht voor Gravefandt. Doch uit de mars kon men noch vyf Konings fcheepen en vyf branders zien, die wel anderhalf myl hooger laagen, en, naar't zeggen van d'Ooftendenaars, op d'aankomft der Hollanders zoo verre waaren geweeken : zoo dat 'er geen kans was hen t'achterhaalen. Men ley toen in beraadt of men S 4 met  aSo Het LEVEN van den 1667. met 's Landts fcheepen noch hooger zoude Don Ber- op loopen: maar geduurende 't beraadtflaamrd de Sa- g-en quam daar de Heer Bernard de Salinas, mende'van weegens den Marquis de Cadelrodrigo Londen, di Engelandt was geweed, ter zaake van de begroet werving ten dienft van Spanje, boven geden Ruart meldt. Dees, met verfcheide Heeren veren de Rui- gezelfchapt, van Londen koomende , bedankte den Heere Ruart en den L. Admiraal de Ruiter over de vrye paffagie, aan 't Engelfch krygsvolk verleent. By deeze gele-? gentheit zocht de Ruart uit Don Bernardo de Salinas en zyn gevolgh naaukeuriglyk te verneemen wat ordre d'Engelfchen op de Riviere van Londen tot hunne verweering, ?hc van"en om zc te ftoPPen' hadden gedelt. De 't zinken Salinas en d'andere Spaanfche Heeren verder fchee- zeekerden den Ruart, dat het geen de Kapipen in de tein Faas, aangaande het zinken der fcheeRwiere.en pen ontrent Wollits, verhaaldt hadt, zeeker vange^hut^8' Voorts, dat te Gravefandt een batery op ver- was gedelt van vyftig dukken kanons, en feheide dat ook opwaarts aan noch verfcheide bate-r plaatzen, ryen langs de Riviere waaren opgeworpen: dat de paffagie ontrent Wollits zoo was gedopt, dat ze met een kleen fregat, gaande niet dieper dan acht of negen voeten, daar niet hadden konnen paffeeren, dan met het uitwerpen van werpankers: dat ook op de Riviere by Wollits geen meer Engelfche Bedenken fcheepen waaren verbleeven. Doch zoramiop de Sali-gen zeggen, dat de Spaanfche Heeren uit reder"Spaan"^en Van Staat d'Engelfchen begundigden, fchèhiee- en' om ^en Ruart rc misleiden, en 's Landts ren. vloot te rugh te doen kecren, de dingen veel bree-  L. Admiraal DE RUITER. 28i breeder verhaalden en grooter maakten dan 1667. ze in der waarheit waaren, en hun ooghmerk bereikten. Want de Ruart, oordeelendeivlen vindt dat men met hooger op te loopen den Staat g^aaden geen diend kon doen, en dat de fcheepen en'"[oofde 't volk door de gemelde bateryen merkelyk Rjv;ere zouden konnen worden befchaadight, vondt weêr af te eindelyk geraaden dat de vloot weêr uit het zakken, enge van de Riviere zou afzakken, en zich 7 pofteeren ontrent de Baay vanNoordt of voor Quincnburg. Dit werdt by den L. Admiraal de Ruiter te eer goedtgevonden, om dat hy, gelyk gcmeldt is, van verdandt was, dat men 't Landt meer diend kon doen met de vloot by een te houden, cn de Riviere van Londen van vooren te bezetten, dan met de zelve te verdeden, cn beide de dcelen in gevaar te dellen. Men begon dan 's namiddaghs De vloot met af te laveeren, en quam 's avondts tot komt voor op anderhalf myl hy Baay de Noordt ten an-Quinenkcr. Den volgenden morgen ging men weêr-, !jg\ , tzeil, en quam ten negen uuren by dc ge- Den Vi_ melde Baay, daar vondt men den Viceadmi-ceadmiraal raai Kornelis Evertszoon met zyn elf fchee-Kornelis pen, die federt den vyfentwintighden der1^"3voorleede maandt onder zyn bevel waaren^^^J^ gedelt, leggen. Waar op hem terftondt^,. J~ werdt belaft, dat hy weer uitwaarts aan zou[reni Harzeilen, en zich vervoegen by 't esquadre dat wits by onder den Viceadmiraal Enno Doedcs StarKnnoDoezich tuffchen Harwits en 't Konings Diepdes 3tar te onthielt. Voorts dat hy, met raadt van denvervoesen' Viceadmiraal Star, de fcheepen zoodaanig. zou verdeden en pod doen neemen, dat de vyandt daar door op 't meed wierde verhinS 5 dert  282 Het LEVEN van den 1667. dert: dc Riviere in 't op- en afzeilen te gebruiken: zendende boven dien ook drie of vier fcheepen ter halver zee, om aldaar by beurten eenige daagen te kruiffen, tot beveiliging van de gaande en koomende fcheepen: gelyk tot dien einde Kapitein Gotskcns zich VerdcelinjrmeI: drie fcheepen daar ontrent bcvondt. Men der vloote. ■ ftelde ook ordre hoe 't gros der vloote zou om de R.i- worden verdeelt, om de Riviere van Londen LondeT1 ^ezet tc houden. Het hooftesquadre, onder bezet Te ^en k* Admiraal de Ruiter cn Aart van Nes, houden, zou zich in 'c midden, wel van den anderen V lui. verdeelt; onthouden, en met boots cn galjoots de wacht doen waarncemen op d'opcn afkoomende vyandtlyke fcheepen. De L. Admiraalen Bankert en Aylua zouden op gelyke wyze met haar esquadre in 't~VVeft boven 't hooftesquadre leggen. Dc L. Admiraal Meppel zou met zyn esquadre pod neemen in t Ooit, of beneden 't hooftesquadre, op 't verft een groot half myl, en, insgelyks wel verfpreit, goede wacht houden. Dé boots, op de wacht leggende , liet men, om meer weer te konnen doen, met twee De Graaf dul^kens gefchut voorzien. Ten zeiven daavan Hoorn ge quaamen vyf zeilen, voerende den Graaf komt in de van Hoorn, met acht compagnicn van zyn Vl8°/»/ regiment, by de vloot, tot verderking der landtfoldaaten. . Men ontboodt daar op de Kornellen en andere Bevelhebbers aan den L. Admiraal de Ruiters boort, en men begeerde dat elk zyn gedachten zou laaten gaan op eenigen toeleg, om den vyandt met landing afbreuk te doen. Hier over werdt by den Heere Ruart en den L. Admiraal de Ruiter  L. Admiraal DE RUITER. 283 ter met veel ovcrleghs geraadtflaaght, en 1667, verfcheide voorflaagen overwoogen. De Bêraadt- Heer de Ruiter oordeelde dat ontrent de ha- ü™mg venen van Portsmniden en Plevmuiden niet01'2" eeril" j • 1 5 t i ï gen san- te doen Viel, dataie ongenaakbaar waaren: j]^ to en verklaarde naauwe-kennifle van der zclvcriande by gelegentheit te hebben. Maar hy meendeder handt, dat men in het Kanaal op verfcheide plaatzence neenieil« wel eenige fleedekens zou.konncn vermcelte- 9 ren en plondcren. Men kon ook op. de Riviere van Londen verfcheide dorpen plonderen en verbranden, Doch dathieldt men ondienltig: om darmen van alle kanten bericht kreegh, dat de belpcfthcit cn medoogende vriendelykheit, die,men jegens d'Engelfchen betoonde, groote gunft tot den. Staat der vercenigdeNederlanden verwekten. Daarna werdt voorgcflaagen, dat men een verzoek op het Fort, leggende op de Noordthoek van de Baay van Harwits, genoemt Lan°wardfort,.zou doen, cn dat mcn't met eenige fcheepen tc waater-, en door ioldaaten en matroozen te landt, te gelyk zou aantaftcn. Dit werdt goedtgevonden, en terftondt ordre Toeleg op gedelt wat fcheepen mem tot dien aanflagh"' Fo« vau zou gebruiken, en .met wat boots en floepen 'iarw»S' men 'tvolk aan landt zou zetten. .Men befloot, met ruim duizendt mannen, onder 't bevel en beleidt van den Kornel Thomas Dolman, te landen: dat men daar by .zou voegen vierhonderdt- matroozen, onder 't beleidt van den Schoutbynacht-.David Vlug, en de Kapiteinen Adriaan Jakobszoon Swart en Abraham Lus: dat onder yder getal van t.waalf vier geftelt zouden worden bequaam om  »84 Het LEVEN van den \%66y. om handtgranaaten te werpen: dat eenige ftormladders zouden draagen, andere met zwaare handtbylen gewapent worden, om met de zelve, cn eenige troffen touwerk, de paliffaden om tc hakken en om te haaien. De Ruiter Naa 't ftellen van deeze ordre is de L. Admizeilt met raai de Ruiter den tienden 's morgens met 's Landts neE gros der vloot van voor Quinenburg t'zeil banvi[s.aarSeSaan naar Harwits. Hy hadt door zyn 10 lui. ftuurluiden het Konings Diep doen peilen, en kaartsgewys afteikenen, en een fchriftelyk bericht ftellen, meldende hoe men \ moeft in en uit zeilen. Zoo dat de ftuurluiden daar zoo wel bedreven waaren ais eenige Engelfche lootsluiden: en verftonden, dat men nu dat Diep met min gevaar kon op- en afzeilen, dan men een der zeegaatcn van Texel kon in- of uitloopen. De L. Admiraal dc Ruiter deedt nu de galjoots in "t Konings Diep langs de drooghten leggen, om Komt voor zoo te veiliger dc Riviere uit te zeilen. On*t gat van trent den middagh paffëerde de vloot de Harwits. Middelgronden, en quam's avonts voor het gat van Harwits, by do Viceadmiraalen Evertszoon en Enno Doedes Star, (die zich daar, volgens dc voorige ordres, ontheildcn) ten anker. Toen werden de hooge Officieren en Kapiteinen aan des Admiraals boordt beroepen, en ordre geftelt , dat elk zyn boots, floepen en volk gereedt zoude houden, om's anderendaaghs de landing te doen. Men beval den Viceadmiraal Evertszoon, met dertien oorlogfcheepen en een advysjacht, met de twee overige branders, nevens den Schoutbynacht Jan van Nes, als tweede per-  L. Admiraal DE RUITER. 285 perfoon, het Fort te water te befchieten. 1667* Hier toe heeft men zich gedient van de volgende fcheepen. Viceadmiraal Evertszoon. Schoutbynacht van Nes. Kapitein Dirk Scbey. Jan de Haan. Jakob van Meeuwen. Hendrik Adriaanszoon. Niklaas Naalbout. Pieter Jakobszoon Nanning, Jan Maauw. Den volgenden morgen was de windt hun De windt tegen. Met den daage woey ze Welken-1 >opt tenoorden, kort daar aan Wednoordtwed, enS2"* ten zeven uuren Noordtwedtenweden. Toen 11 ^un' werdt goedtgevonden, dat men met d'ebbe zou loopen naar den hoek van Olphordnes, en met de vloedt van de Noordt inkoomen. Naa den middagh, dicht voor Olphordnes gekoomen, liep de windt Welt, en dien volgens tegen ; zoo dat men tuffchen de zanden niet kon door loopen, en zich genoodtzaakt vondt daar anker te werpen, en 's nachts te blyven leggen. Ten zeiven daage hadt men gnnoDoe den Viceadmiraal Star ordre gegeven, dat des werdt' hy, nevens de Kapiteinen Kornelis de Lief-belaff voor de, Jan Janszoon Vyzelaar, Wytze Beyma,'*- Konings en Jood Michielszoon, zich kruidende zou^F'6 blyven onthouden voor 't Konings Diep, totkruillen' afbreuk van den vyandt, en om kundtfchap van den zeiven te bekoomen. Met het aan- .„ ? , breeken van den dagh was de windt Noorde- lyk, en de vloot, onder zeil gaande, liep ten zes uuren binnen de vuurboet by Olphordnes, en zeilde zoo naa aan 't Fort van Harwits Adriaan de Haaze. Jan Pieterszoon Vinkelbofch. Roelof Ketelaar. Advysjacht. Dirk de Munnik. Branders. Willem Meerman. Willem Gerritszoon Amberlandt.  a86" Het LEVEN van den 1667. wits als 't moogelyk was. Het esquadre van Kornelis den Viceadmiraal Evertszoon was weêr geEvens fmaldeelt in twee esquadres. Hy zelf met zoon enjai) zcyen fciieepCn werdt naar de Noordtooft van Nes , , t ... , word: be- kant gezonden, met lalt om van die zyde op laft het 't Fort te kanonneercn, en den SchoutbyFort te wa-nacht van Nes bevoolen met zes fcheepen ter te be- binnen tot voor 't Fort te loopen, en 't zelen, ve van die kant krachtelyk te befchieten. De foldaa-Toen zyn de landt- en zeefoldaaten, met de ten en ma- matroozen, tot den aanflagh gefchikt, op troozen het fein daar toe gedelt, met boots, floepen 811 ea' en galjoots, ontrent Feltonclif aan landt gezet, en met groote vaardigheit in flaghordre gedelt. De Ruart, cn de L. Admiraalen de Ruiter en Aylua, ziende dat de fcheepen onder den Viceadmiraal Evertszoon , die 't De fchee- Yort van vooren zouden befchieten, verre pen nade- van ^e Wal bleeven leggen, en dat de fcheerennietge- ^er den Schoutbynacht van Nes het noegn. r- .... , n J . , , gat niet inliepen, beflooten, zich aan dc gemelde fcheepen te doen zetten, om de zelve De Ruart, te doen naderen en binnen loopen. Daar de Ruiter koomemje, zaagen ze dat de fcheepen onder en Aylua , , ÖT, ■ 1» begeven den genoemden Evertszoon, vermits d on- zich der- diepte, niet nader aan de wal konden koo* waart. men, en naaulyks tot aan 't Fort toe konden D'ondiep- fchietcn. Van daar lieten ze zich roeijen aan h«bnade- ** boort: van ^en Schoutbynacht van. Nes. retl< " Dees raakte met zyn fchip op een rif, dat op de hoek leit, aan de grondt: en Marten Ros, (die, hoewel hy Luitenant was op 't fchip van de Ruiter, aan den Schoutbynacht van Nes was overgezet, om hem voor Loots te dienen, dewyl hy lang op Harwits hadt ge-  L. Admiraal DE RUITER. 287 gcvaarcn, en die haaven zeer wel kende) ifó7 verklaarde, dat alle merken en teekenen, En Zónen zelfs de boomen daar ontrent afgehakt kunde van waaren; zoo dat het hem niet moogelyk was 'l ëat der het gemelde gat, zeer naau zynde, te vin-haven* den. Men gaf toen laft, dat men dc diepten met doepen zou doen zoeken. Maar ondertuflehen verliep dc vloedt, en de windt ging leggen , zoo dat het niet moogelyk was, al hadt men't gat konnen afpeilen, 't zelve, ter oorzaake van de ftilte, te konnen inzeilen. Men liet toen de fcheepen zoo dicht aan dc wal loopen als men kon, en bevondt met doepen dat men niet nader dan een halve kanonfehoot van 't Fort kon vlotten, zoo dat men uit de fcheepen met fchieten, om dc verheit, geen groot geweldt kon uoen. Terwyl men uit de fcheepen zoo veel kanonneerde als men kon, daar 't Fort van gelyken op antwoordde, voer de Ruart, ne- n n vens den L. Admiraal de Ruiter, met de floep en der,? aan landt, daar zy 't volk in goede orde von- ter kooden flaan, wachtende tot dat de fcheepen ni' n aan van oorloge zouden binnen loopen. Doch landt bv men vertoonde hun, dat de fcheepen 't o-arde foldaa" niet konden inzeilen; en werdt daar op be- 'eU* flooten, dat men, zonder eenig tydtverlies voort zou trekken, en 't Forste lande mer Men be. de gemelde landt- en zeefoldaaten, nevens voort de matroozen, aantallen. Doch de Hooft-te «ekkea. officieren vonden geraaden, den Graaf van Hoorn met een goedt aantal voetvolk te laaten op zeekeren pas; zoo tot bewaaring van de boots en floepen, als om te beletten dat A(.wP geenrintery op d'andere troupen van achte- hoede ren  «88 Het LEVEN van den 1667. rcn zonde invallen. Daar op trokken de gemelde troupen, onder 't beleit van den Kornel Dolman, naar't Fort, in goede orde, gevolght wordende van den Ruart en de Ruiter, tot onder een musquetfehoot, om by der handt te zyn, en op alle voorvallen Men komt befiuit te neemen. Dicht onder 't Fort kooby't Fort. mende, liet men de matroozen voor uit trekken met de ftormladders en 't handtgeTegen- weer. Maar d'Engelfchen fchooten zoo weer der £jer|{ mct fchroot, inzonderheit een galjoot, fchen'" binnen 't gat zeilende, dat'er zulk een fchrik Schrik oti-quam onder de foldaaten, en voornaamelyk der de fol-onder de matroozen, dat ze, dc ladders nedaaten en derwerpende, achter een hooghte bleeven matroo- leggen. De Bevelhebbers der foldaaten, zen* het Fort toen van naaby naarder befchouwende, oordeelden dat 'er geen kans was 't Men be- zelve tc veroveren, zonder hulp van de fchcefluit weer pen aan de waterkant, en beflooten dcrhalaf te trek- Ven dat men weer zou afwyken. Waar op ken. de tr0Upen in goede orde aftrokken. Doch eenigen vernaaien, dat de Nederlanders noch eerft cen ftorm op 't Fort deeden eer ze weeken, en geen hoop zaagen van het te vermeefteren. Ondertuffchen zochten d'Engelfchen, onder 't beleit van den Graave vart Suffolk, met eenige ruiters en voetknechten, het volk dat onder den Graaf van Hoorn tot 'T geen een achterhoede was gelaatcn te flaan. Hier d'Engel- werdt een langen tydt hevigh gevochten: fchen te maar de Graaf van Hoorn en de zynen ververgeefs daadigdcn d;en poft, hun toebetrouwt, met bSen. 'zulk cen dapperheit, dat d'Engelfchen naar zonnen ondergang afvveeken, en de Neder- landt-  L; Admiraal DE RUITER. 289 landtfche Foldaaten en matroozen in goede 1667; Orde, door de doepen, boots en galjoots, weer aan dc fcheepen van oorlog werden gebraght. Dus liep die wel beleide aandagh te niet, met kleen verlies; want over de geheele vloot hadt men niet meer dan zeven dooden en vyfendertig gequetften, en d'eere der braave aftocht verzoette 't verdriet der gemifte hoope. Men vernam ter zeiver tydt dat d'Engelfchen in de Riviere van Harwits vier fcheepen hadden gezonken, om 't inkoomen der Nederlandtfche fcheepen te beletten, 't geen temeer reden gaf om den toeleg te daaken. De. zee- en landtfoldaaten, die tot den gcmeldcn aandagh zyn gebruikt, beftonden alleenlyk in 486 musquettiers, 192 fpicflen, 396 fnaphaanen, daar bygevoeght 400matroozen,' maakendegezaamentlyk het getal van 1474 mannen. Dit kleen getal'lieten d'Engelfchen aan landt hoornen* Cn konden met al de gewaapende maght van hunne trainbands de hertoght niet beletten. Daarna begaf zich dc L. Admiraal de Ruiter rje Ru;tej met 's Landts vloot weer hooger op voor de keert met Riviere van Londen, houdende de zelve van 's Landts alle kanten bezet, gelyk voornoenen. Hyvloot weêr liet den Schoutbynacht van der Zaan metr*,0.0!132 , r 1 » 11 • 1 Kiviere acnt fcheepen voor t gat van Harwits leg-van Loa. gen, om de vyaudtlyke fcheepen, die uitden. de Noordt moghten koomen, waar te neemen; De Viceadmiraalen Evertszoon en i^Iuh Enno Doedes Star werden naar 't Noordtvoorlandt gezonden, om aldaar den vyandt „j,' hef inkoomen te beletten. Midlerwyl hadr.deryr™°jj; de voorfpoedt der wapenen en de verrichting handeling, III, Dïel. T ön-,  aoo Het LEVEN van den 1667. ontrent Chattam groote verandering ontrent den vreedehandel te Breda veroorzaakt. De Gevolmaghtigden der Heeren Staaten gaven Verklaa- nu rondelyk te kennen, Dat de gemoederen ring der van hunne Hooghmoogende wel geenzins waaGevotaag.m* °Pgezet door ''geluk dat Godt hunne watigden. penen en vloote hadt verleent: en dat zy, Aitzema Staatfche Gevolmaghtigden, als noch bereit xlvii boek. bleeven om 't vreedewerk op de voorgejielde p. 46. gronden te vorderen en te fluiten: maar dat men hun niet kende verzeekeren dat hunne Hoog. Moog. en hunne bontverwanten altydt zouden willen bepaalt blyven binnen de paaien van hunne geuiaatigtheit, en by vorderen zeegen of overwinning altydt zouden willen gePandt doen V geen ze te vooren hadden aangebooden of toegeftaan. 'T welk was, dat ze een van beide moeiten kiezen: of tc behouden al wat wederzydts gewonnen was, of om alles aan beide dc zyden wederom te geDe gefchil- ven. Ook toonden d'Engelfchen wel haaft len werden dat ze de vreede meer zochten dan voorheemeeft ver-nen; zoo dat den tienden van Julius de ver"Do-hCo- fcilUlen tuflehen hunne Hoog. Moog. en den ventryreifr" Koning van Grootbrittanje, ook die van de naar Enge- Koningen van Vrankryk en Denemarken met landt, om d'Engelfchen , werden vergeleeken ; zoo 's Konings vcrre a]s het met de Gezanten van Engelandt, rotogen na-ten aanzien van hunnen laft, kon gefchicden. der laft op En Sin§'Cocn ecn der Gezanten, de Heer Coeenige ventry, op het fpocdigfte naar Engelandt, punten te om des Konings approbatie of toeftemming bekoomen. te verkrygen, met laft tot d'ondertcekening 15 u' op eenige punten van gewicht, die by de partyen met toeftemming der Engelfche Ge- zan-  L. Admiraal DE RUITER, aor zanten, waaren ter neder geftelt, en daar 166?. toe zy zich niet genoeghzaam gelaft vonden. De tyding, dat dit groote werk dus verre De Heeren was gevordert, ontfing men den veertienden Staaten van Julius in 's Landts vloot. Daar op quam d^ jg"^" 's anderendaags een naader aanfchryven der ,,i00t Heeren Staaten, geteekent den twaalfden van deler tydt de maandt, met lad, dewyl de vreede noch in't pleeniet geflooten was,, dat men met 's Landts ?en dec vloote den vyandt alle afbreuk zou blyven j^3" c" doen naar vermoogen , gelyk voorheenen : voortgaa. voorts dat men in de vloot geene tydingen Verbaai van 't fluften der vreede, van waar die ook™*» den zouden moogen koomen, of door wie dieRaan' moghten worden uitgeftrooit, geloof zoude'** 2"5* geeven: maar dat men als vooren zoude voortgaan in 't bevechten der vyanden, ter tydt en wyle toe dat men van hunne Hoog. Moog. bericht en nader laft zoude hebben ontfangen. Men ftelde ook ordre om noch een merkelyk getal van proviantfeheepen en branders uit de Maaze en Texel naar de vloot te zenden: voorts werdt in bedenken gegeeven of men niet een goedt esquadre van oorlogfcheepen van 's Landts vloote zou konnen afzenden, om te gaan ontmoeten en onderfcheppen veertig Engelfche Smyrnaas- en Straatsvaarders, die, met vier of vyf oorlogfcheepen tot geley, eerftdaags door 't Kanaal op d'Engelfche kuft verwacht werden, en de zelve te veroveren of te vernielen, waar 't doenlyk, al waar 't fchoon dat ze in d'een of d'andere haven alreedts moghten zyn in geloopen, of noch quamen in te loopen. Ten De vloot zeiven daage werdt 's Landts vloot verdeelt wordt in Ta in  iyz Het LEVEN van den 1667. twee esquadresverdeelt. in twee esquadres, het eene, onder den L. Admiraal van Nes, werdt gefchikt om de Riviere van Londen bezet en geflooten te houden, en beflondt uit de volgende fcheepen. Lyft van 't esquadre dat, onder den L. Ad¬ miraal van Nes, gelaft werdt de Riviere van Londen bezet te houden. Lyft van de Hooftofficieren en Kapiteinen die gedeftineert zyn, onder't coramandement van den Heer L. Admiraal van Nes, om poft te blyven houden voor de Rivier van Londen, den 15 July 1667. Ollicieren. L. Admiraal Dan Nes. L. Admiraal Meppel. Viceadmiraal Zweem. Viceadmiraal Schram. Viceadmiraal Énne Doedes Sta Schoutbynacht David Vlug. Schoutbynacht Jan r>Iatlljyszoo, Kapitein Hendrik Gotskens. Dirk Schey. Hendrik Adi iaamzoon. Jan Rottering. Jooft Verfibum: Jakob Andrieszoon Swart. Jan van Amftel. Jakob Komeliszoon Swart. Nikolaas Marreveldt. Abraham van Zyl. Jakob Willemszoon Broeder. 'jan du Bois. Michiel Suis. Pieter Magnnszoon. Jan Gyzcls van Lier. Pieter Komeliszoon Sitter. Nikolaas Naalbont. Gerrit Boos. Francais Nyhtk. Jan Maauw. Pieter Klaaszoon Wynbergen. Jan Hek. Pieter van Wynbergen. Dirk de Munnik. IVynant van Meurs. Schaopen. D'Ëendracbt. Weftvriejlandt. De Oliphaut. De Pacificatie. "F Wapen van Uitrecht. x.Vlifiingen. Uitrecht. Dc Spiegel. Woerden. Oofterwyk. Amfterdam. Stadt en Landen. Tydtvcrdnf. DsProvincie van Uitrecht. 9T Geloof. Dc Leeuwen. De Vereenighde Provinciën. De Vreede. De Stadt Gouda. 'T Raadthuis van Haarlem. De Tromp. Jaarsveld!. Harderwyk. Prins Willem. Lonife. Caleb. 't Noorderquartier. Juftïna van Naftouw. Advysjachten. Zwol. De i aam. 'T Leopende Hart. Stukk. 76. ?8. 8a. 78. 70. 50. 64. 70. 68. 64. 64. 60. 61. 6-2. 60. 50. 46. 40. 46. 46. 44. 46. 6:. 38. 48. 60. 60. 13. 12. S. De  L. Admiraal DE RUITER. 293 De fcheepen die by de Hooftvlagge zouden verblyven zyn in de volgende lyft begreep en. Naamenvan de Officieren en Kapiteinen, die met haare fcheepen gedeftineert zyn by de Hooftvlagge te verblyven, den 15 July 1667. L. Admiraal de Ruiter. L. Admiraal Bankert. L. Admiraal eau Aylua. Viceadmiraal Evertszoon. » Schoutbynacht van Nes. Schoutbynacht van der Zaan. Kommandeur van Meeuwen. Kapitein Evert van Gelder. Kornelis de Liefde. Pieter Jakobszoou Nanning. Adriaan de Haaze. Kornelis Evertszoon de Jonge. L. Kornel Palm. Jan Pauluszoon van Gelder. Jan dc Haan. Jakob Paauw, Floris Floriszoon Blom. Jakob Binkes. Adam van Brederode. Anske Fokkcs. Jan Janszoon Vyzelaar. Wytze Bevna. Jooft Michielszoon. i'de. mikte Keiaart. Jan Pieterszoon Vinhelbos, Roelof Ketelaar. Jakob Pieterszoon Staart. Jan Janszoon Verbeekelt. Kornelis Gerritszoon Vos. Rem Pieterszoon Mars. Herman Dirkszoon Boer. ÏVillem Meerman. - , J[an Komeliszoon Jacht. Willem Gerritsz. Amberlandt, De zeven Provinciën. .Walcheren. 'Groot Frifia. Zierixzec. Delft. Hollandia. Comeetftar. .Gelderlandt. Wajfenaar. Gomicbem. Veert. Middclburgh. Deventer. Harderwyk. Kalanisooge. D'Efex. Groote Harder. Effen. Leyerdorp. Overyfei. Ooftergt. Weftergo. Albertina. Kleyn Frifia. De Wiutbondt. Stadt en Landen. Advysj achten. Schiedam. De Windtktndt. De Prins te paarde Branders. De Cyperfche Kat. De Muonik. 80. Lyft van 7°-'t esquadre g0|der hooft6i\ vlagge on80. der den L» 68- Admiraal 6f Generaal 34-' de Ruiter, 50. "t welk ge5°- fchiktwori 6+- oin 't Ka. naai af te so. zeilen. 32. 50. 26. 64^ 56. H- 3ö! 54- 22. 18. 16. Dit esquadre der Hooftvlagge werdt beT 3 laft,  sp4 Het LEVEN van den \66j. laft, onder het bevel van den L. Admiraal de Ruiter, het Kanaal af te zeilen, om alle opkoomende Engelfche fcheepen tc vermeefteren of te vernielen, en voorts d'Engelfchen op de kullen en in de havens, in het Kanaal gelegen , zoo veel te befchaadigen ais docnlyk zou zyn. Dus zocht men door 't voortgaan in 't pleegen der vyandtfehap bet befiuit der vreede voort te zetten: en men hielde dit het kraghtigftc middel tc zyn om den Koningen zyne Raaden te beweegen tot het aanneemen en bewilligen van 't geen daar men alrcedts in was overeen gekoomen, en aan zyne toeftemming hing. De fcheepen, by de Hooftvlagge befcheiden, zyn daarna verdeelt op de volgende wyze. Verdeeling van de fcheep;n der hooftvlagge in drieesqua» dres of fmaldeelen. L. Admiraal de Ruiter. Schoutbynacht van Nes, Jakob van Mee f wen. Evert van Gelder. L. Kornel Palm. Jan Pa'uluszoon van Gelder. Pieter Jakobszoon Nanning;. Jakob Binkes. Advys.iachtcn. Adam van Rrederode. Jakob Pieterszoon Smart. Kornelis Gerritszoon Vos. Branders. Hem Pieterszoon Mars. Herman Dirkszoon Boer. L. Admiraal Bankert. Viceadn/iraal Evertszoon. Adriaan Berkhout. Kornelis Evertszoon de Jonge. ■ -Adriaan de llaaze. Jakob Paauw. Jan de liaan. Floris Floriszoon Blom. Advys lachten. Auske Fokkes. Daniël Verdiejl. Branders. Willem Meerman. Jan Komeliszoon Jacht. L. Admiraal Aylua. Schoutbynacht van der Zaan. Wytze Lcyma. Jan Pieterszoon Vinkelbos, 1'de Flilkes Kolaart. Jan Janszoon Vyzelaar. Jooft Michielszoon. Roelof Ketelaar. Advysjachten. Jan Janszjon Verbotkelt. Kornelis Licvenszoon. Brander. Willem Gerritszoon. Het fmaldeel onder de L. Admiraal de Ruiter werdt in de volgende ordre verdeelt. Verdeeling Schoutbynacht van Nes% Jan Pauluszoon van Gelder. m  L. Admiraal DE RUITER. 295 . Jakob Pieterszoon Swart. Pieter Jakobszoon Nanning. j Adam van Bredercde. Kornelis Gerritszoon lros. ' Jakob Binkes. Jakob van Meeuwen. en ordre Evert van Gelder. Branders. Van het L. Admiraal de Ruiter. Rem Pieterszoon Mars. Imaldeel X. Kornel Palm. lierman Dirkszoon Boer. Onder den L. Adtni- Voorts werdt beraamt in wat ordre elk zou- raai de de zeilen, en, by voorval van vyandtlyke ont- Ruiter, moeting, zich draagen. Men delde ook de rendevous-of verzaamelplaatzen, daar men by tyde van florm elkander zou trachten te vinden of wachten. Men zondt ook etlyke.aankoomende fcheepen en branders naar't esquadre van den L. Admiraal vanNesin'tKonings Diep. Doch de L. Admiraal de Ruiter, met Tegenzyn esquadre van voor de Riviere van Londen WIüdt> afzeilende, kon door de geduurigeZuidtwestelyke winden in etlyke daagen niet veel vorderen. Hy quam eerft den achtienden in de Hoofden, en den volgenden dagh op de hooghte van de Singels: zonder dat 'er iet van gewicht voorviel. Men zagh geen Engelfche fcheepen in zee, en men hadt reden om tegelooven dat d'Engelfchen alomme advysjachten en kleene vaartuigen hadden uitgezonden , om d'opkoomende koopvaarders te waarfchouwen. Daarna verftondt men uit een Vliflin- 20 Jul. ger kaaper, dat hy ontrent tien mylen buiten Tyding Heyzant een vloote van vierenveertig Engel- van fche Barbadosvaarders, onder 't geley van een ^j^J^ oorlogfchip , hadt ontmoet, met welke hy vaarders " vyf etmaalen hadt gezeik: maar dat ze op die in Maandagh, den achtienden van Julius, aan Wicht waahet Wefteinde van Wicht langs de Naalden ren ëelowaaren binnen geloopen. Op dit bericht werdt pen" goedtgevonden, dat de Viceadmiraal KorneT 4 lis  296 Het LEVEN van den Maar koe-. 1667. lis Evertszoon; en dc Schoutbynacht van peVicesd-def Zaan, met negen oorlogfcheepen, vier miraal E- advysjachten, drie branders cn vier galjoots, S™ n°der voor uit zoudcn zeilci' o'Ooftnaal'de van Zsan wtr.?t eilandt Wicht, tot ontrent St. Helena, om den mot er» op te fpeuren wat oorlogh- of koopvaardyJykefchee- fcheepen aldaar, of voor of in Portsmuidcn pen voor laagen, en, daar op cenigh voordeel ziende, l^ichtee aan te ta^:en en tc veroveren. De Vicegondéo. ' admiraal Evertszoon, met de gemelde fchee»3$ul pen voor uit zeilende, werdt van de L. Admiraal de Ruiter met d'overigc fcheepen van zyn esquadre op den voet gcvolght. Maarden derden dagh daar aan met een Noordtnoo.rdtooften windt d'Óoftnaalde van Wicht, langs de reedc van Sinte Helena, in laverende, en 'naar PortSifUiidon nvprP-nrVrnVp »aooWi 7c men te , , . , . ' ' .» iaat, ciat "aar niet een koopvaarder was gebleeven , ook niet cen binnen dc haven van Portsmuidcn, daar veertien of vyftien oorlogfcheepen laagen. Doch dewyl de haven liep achter een zandt, op het welk een groote fterkte met veel gefchutslag, cn dat het gat van de haven zeer naau was, ook dat men tuffchen dat zandt cn de ftadt, die insgelyks met veel kanon was voorzien, moeft doorloopcn, zoo werdt niet raadtzaam geacht daar iet t'ondcrnecmen. Men gifte toen dat de koopvaarders met denOoftelyken windt naar Pleymuiden waaren gezeik, en vondt men derhalven geraaden weer buiten Wicht te loopen en de koers naarPleymuiden te zetten: hoopende onderweegen, of ten einde van 't Kanaal, eenige Straatsvaarders, die men verftondt dat daagelyks verwacht wierden , tc zuilen bejegenen. Maar voor Pley- mui-  L. Admiraal DE RUITER. 297 muiden koomende, verftondt men uit een En- 1667. gelfchen Viffcher, dat, acht daagen gelee- 25 Jul. den, ontrent veertig Engelfche Straatsvaar- Men komt ders voorby Pleymouth Ooft waart aan waaren ^°u°ideUiiey" gezeik , die hy meende dat op Wocnsdagh binnen Dortmouth waaren ingeloopen, In de haven van Pleymuiden laagen niet meer dan zes of zeven fcheepen. Deeze waaren zoo bezet en bewaart met twee groote en fterke forten , en de toegang tot de haven tuffchen de forten en klippen was zoo eng, dat daar geen hoop was om iet te verrichten. Toen befloot De L. Admen , zich naar Dortmouth te begeeven : hoe miraal de wel men verftondt dat die haven voor de vloot ^'j^ ongenaakbaar was. Men zeilde dan derwaarts, □0lt_'aar ten deele om verzekert te konnen zyn of de mou;h. gemelde Straatsvaarder's daar waaren ingeloopen : ten deele om dc gelegentheit van die haven wel te bezichtigen. Den achtentwintigh- Hy komt den quam de L. Admiraal de Ruiter met zyn voordehaesquadre fcheepen voor Dortmouth, zoo naavenaan de wal tot op dertien vadem, en verre bin- .^ef"cnrynen fchoots van de forten. Hier bevondt men ™£ van ' dat het inkoomen of gat van de haven tuffchen zeer hooge klippen lag, en zoo naau dat het met een yzeren ketting' van d'eene tot d'andre zyde kon worden beflooten : hebbende van achteren zeer hooge bergen, zoo dat men, van buiten voor het gat koomende, de fcheepen in de haven leggende niet kan zien. Op hunne aankomft vonden ze den toegang der haven met een zwaare yzeren ketting geflooten, die, van het eene kafteel tot het andere gefpannen, van twee boots werdt onderftut. Behalven de kafteelen was aan 't inkoomen een T 5 gróót  2p8 Het LEVEN van den 1667. groote batery, op cen platte form, met veel gefchuts voorzien. Dc windt was toen Noordtoofttennoorden, cn der halven t'eenemaal on« moogelyk op dien tydt het gat in tc loopen. Daarenboven getuigden alle" de ftuurluiden, de gemelde haven bevaaren hebbende , dat het voorfchreeve gat, door de dwerrelwinden die de ftraksgemelde hooge bergen veroorzaaken, nimmermeer koningezciltworden: maar dat men de fcheepen daat altydt met werpankers moeft binnen trekken , of door boots, met kabeltouwen voorzien, inhaalen. Men zagh op het geberghtcveelkrygsvolktepaardt en te voet, onder kornets en vaandelen, in ordre geftelt: ook drie vaandelen voetvolk op de batery. De L. Admiraal dc Ruiter liep met zyn fchip dicht voor de haven, binnen een kanonfehoot, doch de vyandt gaf evenwel geen vuur: het zy dat hy hem trachtte binnen tc lokken, of op zyn verder inkomft Wachtte. Dicht voor dc haven gekoomen wende het de L. Admiraal, nevens zyn andere fcheepen, overftaag, zonder aldaareenige fcheepen te zien, behalvcn een groot fchip, leggende dicht aan dc ketting, "om, zoo 't fcheen, benevens dc kaftcelen, den zeiven te bewaaren. Daarna laveerden 'sLandts fcheepen met de vloedt te rugh tot dwars van TorToeleg op kaaY •> cn Quaamên daar ten anker. Ter zelTorbaay. ver tydt werdt beflooten, dat men met drie lichte fregats, drie galjoots en zes floepen, een aanval op Torbaay zou doen, en zien goede kundtfchap te bekoomen. 'Snachts ten tien uuren ging de L. Admiraal de Ruitermet de gemelde fregats, galjoots en floepen, zelfs on-  L. Admiraal DE RUITER. 299 onder zeil, doch door ftilte moeft men met 1667. fcheepsriemen roeijen, met doepen voor 't hooft. Maar ter middernacht kreeg men een kleen koelken uit den Noordtooften, en zeilde tot dicht by Torbaay, daar men ten anker quam , om den dagh af te wachten. D'Engelfchen ftaaken veel vuuren op langs de kuft, en gaven elkandercn teeken dat 'er vyandt ontrent de kuft was. Met het aanbreeken van den dagh gingen de doepen van boordt naar Torbaay, en de fregats volgden. Dicht by Tegen't landt koomende fchooten d'Engelfchen van weer der alle kanten met musketten, maar de doepen, j?^1' hoe zeer dat ze fchooten, roeiden al voort tot n' voor de haven van Torbaay, die men in 't inkoomen peilde. D'Engelfchen, de floepen ziende, voegden zich by een aan troepen, cn fchreeuwden als wilde menfehen. Doch de floepen bleeven wachten op de fregats, die, by haar koomende, met haar gefchut begoften te fpeelen, en d'Engelfchen noodtzaakten te Die eindewyken , waar op de floepen tegens de Mouil-1ykwyken* je aan roeiden, daar twee leedige koopvaar- Twee ders in laagen, die in brandt werden geftee-^"^p^ ken. Het volk van 't dorp liep den bergh op, en de Hollanders hadden gelegentheit om alles aan brandt te ftceken, maarzy deeden geen fchaade aan de huizen. Naa deeze verrichting quam de Ruart van Putten, Gevolmaghtigde der Heeren Staaten op 'sLandts vloot, (die te Dordrecht, in zyn afweezen, weêrop nieuw tot Burgcrmeefter der gemeente was verkooren) met een floep , om het gat van Torbaay te bezichtigen. Daar naa keerde ieder weêr naar zyn boordt, en men ging onder  300 Het LEVEN van den W667. der zeil, om d'Engelfche fcheepen elders op te zoeken. Daarna werdt de vloot van verfcheide noodtwendigheden en lyftoght voorzien, om noch tot het einde van September De Ruiter te konnen zee houden. Maar hoewel het esverandert quadre 't welk door den 1 Admiraal de Rui- maak/van ter Sevoert werdt verfcheide maaien van koers koers. veranderde, en in 't Kanaal de vyandtlyke fcheepen zocht aan te treffen, men hadt het geluk nict van ze t'ontmoeten, en werdt ook zomtydts, als men eenigh bericht kreeg van opkoomende fcheepen, door tegenwindt, of ftilte, of hardt weder, verhinderdt de zelve En houdt te genaaken. Daarentuffchen hieldt de Heer fcheTus- de Ruitcr d'Engelfche kuft in een geduurige ten in onrufl: dewyl hy zich aan veele oorden vervreeze. toonde, en men niet wid waar men hem hadt te wachten, en op veele plaatzen vreesde. Geheel Engelandt verlangde nu naar't befluic der vreede, om de zee weêrvry, en de RiKomton- viere van Londen open te zien. Den derden trentBeve-van Auguftus was de L. Admiraal de Ruiter ontrent vyf mylen van Bevefier, dat Noordttenweften en Noordtnoordtweftvanhcmlagh, en bequam 's anderendaaghs tyding dat Kapitein Jakob Komeliszoon Swart, nevens noch zeven fcheepen van oorloge, acht branders cn twaalf viclualiefcheepen, den dertighften der voorlecdc maandt van voor de Riviere van Londen was afgezeilt, met ordre om hem in 't Kanaal op te zoeken. Daar op werdt goedtgevonden den koers Noordtweft te zetten, en op die aankoomende fcheepen te kruiden. Deeze verfterking werdt, door laft der Heeren Staaten, van den L. Admiraal van Nes de«  L* Admiraal DE RUITER. . 301 den Heere de Ruiter uit zyn esquadre toege- 1667* zonden; dewyl men van goederhandt bericht was, dat de vyandt een goedt getal oorlogfcheepen om de Welt tot Pleymouth en daar ontrent verzaamelde, en noodig oordeelde dat de L. Admiraal de Ruiter, om zulks te beletten, en den vyandt alle moogelyke afbreuk te doen, met die fcheepen verfterkt, noch eenigen tydt in't Kanaal bleef poft houden. Den vyfden is de gemelde Kapitein De Ruiter* Swart met de voorzeide fcheepen en branders esquadre by de vlagge aangekoomen, cn daar op be- werdj met flooten, met deeze zeemaght, en Ooftelyken fcheepen* windt, koers te zetten naar de Weft, en het 8 bran- ' Kanaal af te loopen tot ontrent d'eilanden de ders en 12 Sorlinges, om den vyandt, zoo veel doen-viftualie" lyk, t'alarmeeren, en aldaar, mitsgaders in vchjïep£a 't opkoomen van 't Kanaal, alle vyandtlyke V" fcheepen waar te neemen, aan te taften en Men bete ver meefteren. Voorts werd beflooten, "uit naar dat eenige van de bezeilfte fcheepen en fre-de Weft en gats zouden loopen langs Goutftaart, Pley-de Sorlinmuiden, Vaalmuiden, cn vervolgens langs f***6 Zei" d'Engelfche kuft, om eenige Engelfche visfchers of ander vaartuig te bekoomen, en daar door kundtfchap van hunne oorlogfchee • pen of koopvaarders, die ingekoomen waaren of verwacht werden, te verkrygen. Deeze vloot beftondt toen uit tweeëndertig oorlogfcheepen, zeven advysjachten en twaalf branders, in alles eenenvyftig zeilen. De zelve werdt op nieuw verdeelt in drie esquadres. Het eerfte onder den L. Admiraal de Ruiter, het tweede onder den L. Admiraal Ban-  goa Het LEVEN van den 1667. Bankert, en het derde onder den L. Admiraal Aylua, gelyk de volgende lyde aanwyfl. Lyft Admiraal dc Ruiter- L. Admiraal Bankert. Ae> n\M-\\\7f*StbynficiJt ?tan v.Ncs ,alsViceadm.Vieeadmiraal Evertszoon. verdeeling der vloote door de L. Admiraal de Ruiter. Kap.van Meeuwen , als S.bynacht.Kap.de llaaze, als Schoutbynacht. Jakob Swart. Evert van Gelder. L. Kornel Palm. Jan Pauluszoon van Gelder. Pieter Jakobszoon Nanning. Jakob Binkes. Jan Boetering. trans van Nydek. Advysjachten. Adam van Bredcrode. Jakob Pieterszoon Swart. Kornelis Gerritszoon Vos. Branders. Adriaan Berkhout. Klaas Valehen. Kornelis Evertszoon de Jonge. Jakob Paauw. Jan de liaan. Floris Floriszoon Blom. Pieter dc Sitter. Advysjachten. Anske Fokkes. Daniël Verdieft. Branders. Willem Meerman. Jan Keefiaart. Rem Pieterszoon Mars. lierman Dirkszoon Boer. Henrik Molle. Jan Jakobszoon Vonk. L. Admiraal Aylua. tiJLit v.,.i*n, ni,Xrhr.„th»~j.r.u* Advys.i achten nr.>.. Jan Janszoon Verboekclt. Jakob Willemszoon Broedc Jan Pieterszoon Vinltelbos. Adriaan Wallingsblank. Barcnt Wilt. Klaas Anker. Kornelis Lipvenszoon. rde Ililkes. Jooft Michielszoon. Roelof Ketelaar. Pieter Kerjfeboom. Branders. Frcdrik Pieterszoon Groot. Gerrit Roehfszoon. Sybrant Pieterszoon, jan Komeliszoon Jacht. Het fmaldeel onder de Hooftvlagge was aldus verdeelt. Smaldeeling van de Ruiters Viceadmiraal Jan van Nes. esquadre. Jakob Pieterszoon Swart. Frans van Nydek. Adam van Bredcrode. Jan Roetering. Jakob Binkes. Evert van Gelder. L. Admiraal de Ruiter. Francois Palm. jakob Komeliszoon Swart. Jan Pauluszoon van Gelder. Pieter Jakobszoon Nanning. Kornelis Gerritszoon Vos. Schoutbynacht van Meeuwen. Branders. Henrik Molle. Rem Pieterszoon Mars. Herman dc Boer. Jan Jakobszoon Vonk. Naa  L. Admiraal DE RUITER. 303 Naa 't uitftaan van hardt weder quam dee- 1667. ze vloot den achtften van Auguftus ontrent De vloot Pleymuiden, en den volgenden dagh tegens ontrent den avondt zagh men een doep, met eenPleymui" witte vreede vlagh voor op , uit de haven van dea" Pleymuiden naar 't boordt van den L. Admiraal de Ruiter af koomen. In dc doep vertoonden zich twee Engelfche Kornellen, de Heeren John Tralane en Spars , vergezel- Twee Enfchapt met twee Edelluiden, den welken de gelfche Heer de Ruiter, toen ze op de zyde van zyn Korne,Ien. fchip waaren gekoomen, aanzeide, dat zy, p?™'™'* indien ze 't goedvonden, zonder eenig be-den aan de denken konden overkoomen. Hier op aan Ruiters zyn boordt overtredende, braght hy ze in de boordt, kajuit by den Heere Ruart van Putten, Gevolmaghtigde van den Staat. Zij verklaar- Bren-.„ den, den Heere Ruart en den L. Admiraal tyding van de Ruiter beleefdelyk begroetende, dat de 't fluiten vreede tuffchen hunnen Koning en hunne der vreede. Hoog. Moog. t'eenemaal geflooten was, met Aitzema verdere hooge betuiging van vriendtfehap en J"11,? genegentheit. De Heer Ruart met den L. Verbaal Admiraal de Ruiter de hooghfte plaats van van den den tafel neemende, verzochten hen dat .ze R»?rt. mede wilden aanzitten, 't welk zy decden.^ 26l'2Öa' Zy werden met een coilation van confituu- M"jjJ" ren, ofdoorfuikert ooft, onthaalt, en men dronk eenige glaazen wyn op het welvaaren van den Staat der vereenigde Nederlanden, H op de gezonthcit van den Koning van Enge- hadvan"* landt en andere groote perfoonaadjen. Zij een geverhaalden dat hunne Straatsvaarders binnen vecht op Dortmouth laagen: dat de vloot onder den de Riviero L. Admiraal van Nes op de Riviere van Lon- JJJ Loa' den  304 Het LEVEN van dén' 1667. den met d'Engelfchen in gevecht was goWeed: dat eenige fcheepen befchaadight, en verfcheide branders ter wederzyde verbrandt waaren: doch bekenden dat d'Engelfche fcheepen de vlucht genoomen hadden, en naar Gravefande geweeken waaren. Ook zeiden ze, dat Jeremias Smit met ontre-dertig fcheepen in de haven van Kynfale, in Yrlandt, lag. Voorts deeden ze een heufche aanbieding van eenige ververfching te willen zenden. Maar de R.uart cn den L. Admiraal de Ruiter, hen bedankende, zeiden, dat ze den volgenden nacht met de landtvvindt onder zeil meenden te gaan. Toen zyn ze, naa dat ze daar ontrent twee uuren waaren vroolyk geweed, met de floep weer van boordt geroeit, en naar Pleymuiden gekeert. In 't afvaaren zyn ze met eenige kanonfehooten vereert, die, naa dat ze aan landt waaren gekoomen, uit het fort van Pleymuiden met eenige fchooten zyn beantwoordt. Naa hun Vertrek Werdt verftaan dat men de tyding van vreede geen geloof zou geven , maar den Vyanden by alle gelegenthcden zou trachten afbreuk Jje doen, ter tydt en wyle toe dat men aanfchjryving van haare Hoog. Moog. eil rtaader laft uit het vaderlandt zou hebben bekoomen. Men befloot toen verders met dc vloot tot aan Engelandts einde, ontrent den hoek van Lefardt cn de Sorlinges te loopen, en aldaar eenige daagen te kruiflen', op hoope vart eenige Engelfche fcheepen te zullen bejegenen. Des anderendaaghs ging men onder zeil, en ontrent den avondt quam een Engelfche kits met een groote witte vlagge uit  L. Admiraal DE RUITER. 505 Uit Pleymuiden in de vloot, en een van d'En- 1667. gelfche Edelluidcn, die daags te vooren met de twee Engelfche Kornellen op het fchip van den L. Admiraal waaren geweefl:, quam uit dc kits met een floep weer aan zyn boordt, hem meteen heufche groete, uit der zeiver h ame, tot een vereering van ververfching ververaanbiedende een reebok, een quartier ofle- fching uk vleefch, acht fchaapen, een kalf, zes een-Pleymuiden, acht hoenderen, twaalf kiekens, twee r1en.aan de manden met fruit, een halve ton aal, een Kaiterver" verfchezalm, voorts peen en knollen. Decert* L. Admiraal de Ruiter aanvaarde de ververfching, en men vereerde den Kapitein van de kits, door ordre van den Heere Ruart, met twintig ducaten. De gemelde Edelman, het avondtmaal met de Heeren Ruart en den L. Admiraal de Ruiter gehouden hebbende, is daar op weer naar Pleymuiden vertrokken, en de vloot hi'eldt haar koers, met weinig voortgangk, by gebrek van windt. Men zondt te dier tydt de leedige vichialiefchee- Etlyke pen en fluiten, onder't geley van de«Kapi- oorlogteinen Berkhout, Kerfleboom ^ Blom en fcheePeu Broeder, naar't vaderlandt: met laft, dat^"an([^s Berkhout en Kerfleboom, door de Hoofden naar van gekoomen zynde, zich ^ nevens drie bran- Nes gezonders, by den L. Admiraal van Nes voor deflen« Riviere van Londen zouden vervoegen: ook werdt Blom en Broeder bevoolen, dat ze, de leedige fcheepen Onder 't Landt hebbende gebraght, zich ook naar van Nes zouden begeeven. Onder hun geley vertrokken ook etlyke kapers, met vier rykgeladene pryzen, van d'Engelfche verovert. Men hadt in de - III. Deel. V Yloot  306 Het LEVEN van den 1667. vloot van den L. Admiraal de Ruiter, gelyk boven gemeldt is, eenig gerucht van zyn gevecht met d'Engelfchen gehoon, en wilt niet zeekers van d'uitkomft: ook was men beducht dat de vyandt op de Riviere te zeer in getal moght aanwaffen , 't geen den L. Admiraal de Ruiter, nevens den Ruart, bewoogh hem dc gemelde fcheepen toe te zenden; op dat hy te beter bedandt zou zyn de vyandtlyke fcheepen 't hooft te bieden. Maar nu daat ons de gelegentheit van dat gevecht, op de Riviere van Londen wat vroeger voorgevallen , kortelyk te vernaaien. Verlaat De Heeren Staaten hadden den L. Admiraal Huaru van Nes met een brief' den achtentwintighp, &5t\ denvanjulius gefchreeven, bevoolen, met zyne fcheepen de Riviere weêr op te loopen, om d'Engelfche oorlogfcheepen, die met eenige branders in de Hoope waaren gekoomen, en licht laager zouden afzakken, aan te taften, te veroveren, te vernielen, of te verjaagen: en den vyandt in geftaadigc alarm te houden: ook het volk dat aan 't hermaaken van 't fort Charneffe arbeidde, in 't opzeilen of wederkeeren met zyn gefchut, zoo veel doenlyk was, te verftooren en te beGevecht fchaadigen. Volgens deezen laft zeilde de vfere vanl"L' Admiraal Vïm Nes den tweeden van AuLooden. 8'uftus mer zvne vloot de Riviere op, tot boven in 't rak van de Hoop, daar d'Engelfchen , onder den Viceadmiraal Eduart Spragh, voerende de blaauwe vlagge, met vyf fregatten, zeventien branders, en veel kleen vaartuig laagen. 'T was ontrent den middagh dat men d'Engelfchen naderde. De  L. Admiraal DE RUITER. 307 L. Admiraal Meppel hadt de voortoght. Ka- ic56"7. pitein Niklaas Naalhout .werdt met acht bran- Uit een ders belad vctor uit te loopen, daar Meppel brief van met vyf fcheepen op volghde, dien van Nes ^".^i^"' met d'overige fcheepen dekte. De L. Admi- "nippel, raai van Nes was op't fchip van Kapitein Kor- gefchrelnclis de Liefde overgegaan: en de Viceadmi- ven den raai Zweers op 't fchip van Kapitein Henrik 9 AuSAdriaanszoon. D'Engelfchen, ziende Naaihout met zyn branders klockmoedelyk op hen t^Admt» toezetten , en merkende dat het hen gelden raai van zou, maakten hunne zeilen los, de Hollan-Ww» geders evenwel inwachtende tot dat ze by d'En- fchreeven gclfche branders quaamen: die voor aan 't rak d^a 'L^. van de Hoop ten anker leggende, toen zoo be- ij0S/J,Mernaauwt wierden, dat ze uit wanhoop de tou-cuH 18 wen afkapten en liepen naar des Konings fre- deelp. 131. gatten. Deeze ftelden 't ook terdondt op 't Verbaai loopen: daar Kapitein Naalhout met zyn bran- v^afjn ders klockmoedelyk op aanviel, tot dat hy 2gj*r* onder d'Engelfche branders quam, die zich zoo dicht rondtsom des Konings fregatten onthielden dat hy ze niet kon genaaken, en genoodtzaakt werdt de branders aan te taden. Daar op werdt het zoo dil dat d'Engelfchen met hun kleen vaartuig de Hollandtfche branders het vuur zoo naa braghten, dat 'er waaren die hunne branders moeften verlaaten en 'er den brandt in fteeken. Doch zommigen vernaaien , dat eenige der Nederlandtfche branders zich buiten noodt, en uit laf hartigheit, al willens aandaaken. Ook zyn 'er een of twee Hollandtfche branders, die 'sKonings fregatten naderden,door het fchieten der Engelfchen in brandt geraakt. VerfcheiD'andere branders hebben 't op d'Engelfchede braaV 2 bran-  308 Het LEVEN van den 1667. branders aangezet, en vernielden zoo elkanders ter deren, zonder ter wedcrzyden eenig oorlogweder?y- fchip te konnen aanfteeken. In dit brandcrbrandr. gevecht, dat de ftroorr) in vuur zette, verlooren d'Engelfchen acht cn de Nederlanders elf branders, zoo dat de lelie maar een overhielD'Enge:- den. De Viceadmiraal Spragh werdt in dit fc'uen wy- gevecht aan zyn achterfchip zeer befchaadight. kcn- Daarna quam 'er een koelte, en al d'Engelfchen naam en de vlucht, de Nederlanders hen naajaagende tot onder het kafteel van Gravezande, dat dapper op hen fchoot, en de wykende befchermde. Toen naamen van Nes cn Meppel hunne plaats in , en hebben 't tegens den avondt gezet daar d'Engelfchen 0 °' voor t gevecht ten anker hadden gelegen, Des'anderendaaghs bleeven dc Nederlanders op hunne poll leggen : doch d'Engelfchen, door hetvcrlies der Hollandtfche branders eenige hoop van voordeel in zoo een befloote Berinnen ftroom hebbende, begoden hen cen weinig tll^rlda'tc naderen. Waar op van Nes, om meer ruimlanders , r , 7 , . , wéét :e tc tc krygen, met zyn fcheepen naa den midnaaeren dag een weinig afzakte. Doch toen raakte zyn -lede brander aan dc grondt en bleef vaft zitten, die men genoodtzaakt werdt in brandt te fleeken; dewyl men door ftilte hem niet kon helpen, en door 't gety te hardt van hem afdreef. Tegens den avondt waaren d'Engelveebt"86 *'chcn dicht bv dc Nederlanders gekoomen, . ju. en men hieldt fchutgevecht met malkanderen, ö tot dat van Nes met de zynen ankerden, toen weeken ze van hun af. Den volgenden dagh ging de Nederlandtfche vloot 'smorgens weêr onder zeil, en quam met dat gety zoo verre in 'truim der Riviere dat 'er geen gevaar was van  L. Admiraal DE RUITER. 309 van aan de grond te raaken. Doch d'Engel- 1667. fchen volgden hen naa, op hoope dat 'er eenige aan de grondt zouden blyven zitten, die ze dan meenden te verbranden: maar tegen den avondt zyn ze door de Nederlanders wederom op de vlucht gedrecven. Met het op- 5 «£* gaan van den volgenden dagh hadt men een dyve koelte uit den Ooftnoordtooden,entocn zaagen de Nederlanders eenentwintig zeilen, Eenige vyf fregatten, veertien branders en twee gal- fregatten joots, die uit Jdarwits waaren gezeik, voor ders^oöwindt en ty op hen af koomen. De L. Ad-menu\t miraal van Nes, weetende dat de vyandt op Hanvitsop de Riviere van Chattam of Rochefter ook zes van Nes branders gereedt hadt, en dat de fcheepen aan* daar hy mee daaghs hadt geweest aan d'ccne zyde een half myle van hem ten anker laagen, en die van Harwits van d'andere zyde hem genaakten, befloot, naa overleg der zaake met zyn Krygsraadt , terdondt te ankeren , cn, Hy ver„ zonder te wyken, af te wachten wat de vyandt wacht ze zoude onderneemen, en hem't hooft te bie-ten anker, den. Men kon niet dan fprengkels op de touwen fteeken, toen die van Harwits op hen begonnen aan te zetten. Eerft quaamen ze op Kapitein Naalhout, die de voorde vooruit lagh, met twee branders af, hem mecnende te verbranden. Naalhout, in alle fpoedt zyn Naa!r|0!Hs anker lichtende, queet zich dapper: hoewel^*Fper' tzeventig mannen van zyn volk in zee fprongen, ziende dat hen twee branders aan boordt quaamen. Doch hy wift met fchaveelën hen af te weeren, en ontquam 't gevaar daar hy in ftak , tot geen kleene verwondering van vrienden en vyanden. Dc twee branders verV 3 gin-  3i o Het LEVEN van den 1667. gingen door hun eigen vuur. De Schoutbynacht van Zeclandt, Jan Matthyszoon, kreeg ook een brander voor den boeg, en raakte daar door zyn boven blinde deng quyt, maar hy weerde den brander echter af, die door zyn eigen vlam verteerde. Te dier tydt dreeven d'aangedeeke Engelfche branders door de Nederlandtfche vloot, die groot gevaar liep van verbrandt te worden. Van Nes hadt de branD'Engel-ders voor en achter zich. Een andere Enfchen nee-gelfche brander werdt in de grondt gefchooviucht.6 ten: de overiSe> ziende dat hun voorneemen Leren' nier we* ultvle^ i naamen de vlucht, en liepen naar Har- a^e te loefwaart dicht onder de wal boven de wits. Nederlanders heenen naar d'andere Engelfchen, die binnewaart een groot half myl van de Nederlanders af geankertjaagen. Dit kon men hun niet beletten, hoewel men dapper op de geenen die men bereiken kon fchoot, en twee van hun den pas affneedt, jaagende den eenen in een kleene haven beooften Chapey, en den anderen aan de grondt, dic zich zelf in brandt ftak: zoo dat nu 't getal der branders by d'Engelfchen verlooren, en dat van de Nederlanders genoeghzaam gelyk uitquam. De Nederlandtfche vloot daarna tot de Middelgronden voor tzeilende, raakten daar drie van hunne fcheepen op vaft, en daar onder de Schoutbynacht Jan Matthyszoon, die zoo lek werdt, dat men hem naar Zeelandt moed opzenden om te verdellen. D'andere twee fcheepen, Marreveldt en van Lier, raakten noch zonder fchaade weer los. Maar 't fchip van Kapitein Naalhout was aan zyn masten zoo befchaadight , dat men 't insgelyks op-  L. Admiraal DE RUITER. 311 opzondt. In 't afzeilen werden de Neder- 1667. landtfche fcheepen van d'Engelfchen meermaalen gevolght, maar t'elkcns, als men hun tegens ging of bleef inwachten , wecken ze weer te rugh. Op den zeden cn zevenden quam de L. Admiraal van Nes, nevens zyne onderhebbende fcheepen, weer in't Konings Diep, en begaf zich op zijne oude poft, houdende de Riviere van Londen van alle kanten bezet en beflooten, gelyk voorheenen. De Nederlanders zaagen d'Engelfchen te dier tydt met vyftien of zeftien zeilen door de fpitfen heen naar Harwits loopen, en de reft zette zich wederom in 't rak van de Hoop : houdende een fregat by de Rivier van Chattam op de brandtwacht. Dus verloor men ter wederzyden niet dan branders, het gruwzaamfte oorlogstuig daar men zich in de waterkryg van dient: en d'Engelfchen moeften gedoogen dat de Nederlanders de Riviere van Londen noch beflooten hielden. De oe Ruiter L. Admiraal de Ruiter, midlerwyl tuffchen ontfangot Pleymuiden en Vaalmuiden kruidende, en ze- tyding van kerheit van 't geen op de Riviere van Londen ^^^j was voorgevallen verwachtende, ontfmg dep i^Aug.' dertienden van Auguftus tyding van 't fluiten der vreede, die den leften van Julius te Bre-s da was geteekent. De Heeren Staaten maak- Met laft ten dit met een brief aan den iïcere Ruart, van met de hunnen Gevolmaghtigde, bekent: doch d^?|00^e wyl dat wederzydts de ratificatie binnen een ge^Jn" toc" maandt naa de teekening moeft werden uitger naa de uitwiffclt, en dat alle actiën van vyandtfehap, wifleling volgens het zevende artykel, op zeekere ge-derra;n-ftelde tyden, op d'eene plaatze vroeger en op caStó| *° ■* Y 4 d'au-  3i2 Het LEVEN van den 1667. d'andre laater, zouden ophouden, werdt by tot de ty. hunne Hoog. Moog. verftaan, dat de vloo- neerdeTv n0ch nZ°° IanS zouden blyven agerefi cn sudtfchap fn vyfOden alle afbreuk doen, zonder van moert op- des te doen eenighzins in gebreeke te blyven, houden, tot naader ordre van hunne Hoog. Moog. Dewyl ook in een van d'artykelen der vreede was bedongen dat alle eilanden, plaatzenen fterkten, die naa den dertighften May leftleden op den anderen moghten genoomen zyn, wederzydts weergegeeven en ingeruimt zouden worden, zoo bcvaalen hunne Hoog. Moog. dat men met de vlooten, naa den ontfang van hun fchryven , geen eilanden , fterkten of plaatzen van den vyandt zou overweldigen D-» landt-u\lnnccmen met meening om de zelve te fbldaaten °ehcmde"- Ten aanzien van dit punt werdt werden uit by den Ruart cn den L. Admiraal de Ruide vloot ^r geoordcclt, dat de landtfoldaaten, die by naar 't va- de vloot waaren, voortaan weinig dienft voor SndL den S^ckondcn doen; dewyl men geen fterkS kn ren of plaatzen moght inneemenden werdt dèrhalven goedtgevonden dc zelve weêr naar 't vaderlandt te zenden, en alleen de foldaaten dic tot de volle bemanning van eenige oorlogfcheepen by de vlagge waaren ovcr°:ezet te behouden. Ten zeiven dage vertrokken de Graaf van Hoorn, de Kornel Thomas Dolman , dc L. Kornel van Rheede, de L. Kornel Guicherie, de Sergeant Majoor Bredcrode, dc Majoor Limburg, de Kapiteinen Caftcljcgo, Dolman, en'dc L. Paulus Baks, met hun gevolg, en twee duiten met foldaaten, drie branders, veertien Yicluahefcheepen, en twee kapers met vier p?y-  L. Admiraal DE RUITER. 313 pryzen, onder 't geley van vier oorlog- 1667, fcheepen, ©ra hen in goede verzekering voor 't Landt te brengen. Ter zeiver tydt werdt by de Heeren Staaten ordre geftelt om 'sLandts vloot noch voor een tydt van levensbehoefte in zee te voorzien. Om midlerwyl de laft der Heeren Staaten naa te koomen, vondt men goedt met 's Landts vloot het Kanaal te vcrlaaten: dewyl men geen kans zagh om daar vyandtlyke fcheepen t'ontmoeten; vermits dc waarfchouwing door d'Engelfchen aan alle hunne ingezetenen en opkoomendc fcheepen gedaan. Dies werdt beflooten, buiten het Kanaal en buiten de Sorlinges tc loopen, en aldaar eenigen tydt te kruiffen, op hoope van eenige Engelfche koopvaarders aan te treffen.. Dit werdt ftraks in 't werk geftelt. Ontrent Me3n^£' zeven mylen van Goutftaart gekoomen, ver-bericht ftondt men uit Kapitein Evert van Gelder, ee- van eenige nige daagen buiten 't Kanaal, tuffchen Enge- Engelfche landts einde en de Sorlinges, gekruift heb-fyn inge. ontrent twintig koopvaarders, met wol ge-lo°pen. laaden, derwaarts koers hadden geftelt. Men k4/^' befloot dan zonder uitflcl derwaarts te zeilen, ^ o^2" en zondt de Kapiteinen Jakob Komeliszoon die tebeSwart, Jakob Paauw, Kornelis Evertszoon ietten, de Jonge, Frans van Nydek, Jan Pieterszoon Vinkelbos cn Ydc Hilkes Kolaart voor af, om 't Noordcr gat van de Sorlinges te bezetten: en dc Kapiteinen Valchcn, Jan Pauluszoon van Gelder en Klaas Anker naar 't Oostergat, om 't ontvluchten der Engelfchen te V 5 be-  314 Het LEVEN van den 16Ó7. beletten. D'advysjachten van Jakob Pieters-r zoon Swart, Adam van Bredcrode , Pieter Nanning en Daniël Verdied hadden ordre door ?t Zuidergat in te loopen, en door fein tekenen te doen, of en hoe veel vyandtlyke fcheepen binnen dc baay laagen: en den Schoutenbynacht van Meeuwen, de Haaze enVyzer laar werdt gelad zich op een der gemelde adyysjachten te begeeven, en de gelegentheit van de voorfchreeve baay zelfs te bezichtigen, en daar van rapport te doen. Het voorneemen was, dat de L. Admiraal de Ruiter met d'overige fcheepen het Zuidergat zoude inzeilen, indien zich daar eenige Engclfchen 15 Aug. onthielden. Maar 's anderendaaghs vernam Bericht men uit d'afgezondene Schoutenbynacht, die, ntheit verm*cs de dilte, met floepen in de baay waavan de ren geroeicr dat binnen de baay niet dan een baay der oudt fchip zonder fokkemaft op 't droogh lagh Soriinges, onder een kafteel aan d'inkomft van de baay, daar men en dat 'er aan de waterkant noch een batery geen En. % opgeworpen met eenigh gefchut voor- gelfche . j i_ j ° 5 • ■> 1 fcheepen zien> doch dat men met meerder winat wei vondt. met eenige fcheepen kon binnen loopen, en tot zes of acht toe ankeren, genoeghzaam buiVee van ten fchoots van het kafteel en de batery. Men landt ge- Vondt dan niet dienftig om dat oude fchip te har,k . . doen binnen loopen : maar men haalde met Lie vloot ,, r\ ■ r 1 J in drien zes °* zevcn floepen eenige Ichaapen en ander verdeelt, vee van een eilandeken, dat alle d'inwoonom bezui- ders verbaten hadden , vluchtende naar 't den en be- grootfte eilandt daar het kafteel lagh. DaarSortUycs na wcrdt gocdtgevonden, met de vloot, in tekruiflên. drich verdeelt, bezuiden en beweften dc Sorlinges etlyke daagen te krüiflen: de L. Admi-  L. Admiraal DE RUITER. 315 «miraal de Ruiter in 't midden, de L. Admi- 1667. raai Bankert in 't Zuiden, en de L. Admiraal Aylua in 't Noorden van den Heere de Ruiter. Daarna heeft men met de vloot weer ' gekruid in 't Kanaal dwars van de hoek van Lefardt. Op een nader bericht van zesendertig Engelfche fcheepen , ontrent Doodemanshooft gezien , zocht men de zelve t'onderfcheppen: maar een zwaare ftorm, die verfcheide Staatfche fcheepen befchaadigde, belette dat voorneemen, en d'Engelfchen, van alle kanten gewaarfchout , raakten in verfcheide havens binnen: eenige binnen Pleymuiden: eenige liepen naar Bridol: andere bergden zich binnen Vaalmuiden, andere binnen de haven van Foy. Daar op werdt be- Toeleg op flooten naar Foy te zeilen, om de fcheepen eenige Endaar ingcloopen te vermeelteren. Den vyf-^fche entwintighden van Auguftus ontrent Foy en £ ^haDoodemanshooft gekoomen , met buijigh ven van weder en Noordtnoordtweften windt, laveer-Foy. de men naa de wal en haven van Foy, en liet' 25 dugm het anker vallen ontrent een kanonfehoot van 't gat. De Heer Ruart, de L. Admiraal de ^ Ruiter Ruiter, de Schoutbynacht van Nes, cn ^aXtde Kapiteinen Johan dc Wit en Knoppert gingen haven, in een galjoot om de gelegentheit der haven Befchryte bezichtigen. Derwaarts laverende zaagenvinS van aan d'eene zyde een kleen fort, of oude toorn, de:^lver en aan d'andere zyde een batery met vyf ftuk-j^j *ent" ken, die op't galjoot, toen't voor de haven quam, hevig fchooten. Binnen de havenzaagen ze meer dan twintig gelaadenc fcheepen, zoo pinaïïen als grooterluiten, die ze Virginisvaarders hielden te zyn. Dc haven was van  3i6 Het LEVEN van den 1667. van wcderzyden cn van achteren met hooge bergen bezet, ltrekkende Noordtoofttenoosten en Zuidtwcdtenweften een kanonfchoot lang. Van de bergen aan de haven werdt ook met musketten of haaks naar 't gemelde galjoot fterkgefchooten, maarnicmantgekwetft: doch het kreeg eenige fchooten door 't zeil en 't touwerk. Naar overleg van zaaken werdt geoordeclt, dat men met de Noordelyke en Noordtweften windt, die toen woey, cn 't ongeftadig buijigh weder, de haven niet kon inzeilen, ook dat men, daar binnen geraakt, niet weder daar uit zou konnen koomen zonder noodtzaakclyk aan laagerwal, en tegens de decne klippen te vervallen: te meer dewyl de haven geen halve musketfehoot wydt was, cn dat men uit het kaartboek bemerkte, en daarna uit eenige gevangenen verftondt, dat het diep van de haven zeer naau, en, in 't midden van de zelve loopende, licht gemid kon worden, en met laagh water maar twaalf voeten diep was. Men kon dan niet raadtzaam vinden daar eenige oorlogfcheepen binnen te doen loopen , maar bedoot ordre te ftellen om d'Engelfchen, in de haven leggende, met branders aan te taden. De L. Admiraal de Ruiter beval den Kapiteinen Nanning, Brederode, Anske Fokkes en Verboekelt, dat ze zich met hunne fregatten zouden pofteren dicht onder 't gemelde fort en de batery, en de zelve zoo veel moogelyk was befchieten ; en dat ondertuffchen de Kommandeurs Koeftaart, Meerman en Molle met hunne branders onder dat fchieten zouden inloopen, om d'Engelfche Viginisvaarders te loef-  L. Admiraal DE RUITER. 317 loefwaart aan boordt te leggen en te verbran- \66j. den. De gemelde fregatten, onder zeil gaan- Men poogt de om naar de voorzeide poll te loopen, be-™^^?"vonden dat de windt veel te Noordelyk en te nens d^a> fchraal was, en dat men door de valwinden,ven vzn die over de gemelde bergen zoo uit als in Foy te fchooten, die poft niet kon bezeilen. Bre-ioopen. derode, Fokkes en Verboekelt vervielen zeer verre beneeden, en Kapitein Nanning raakte alleen ten deele voor 't gat van de haven : • maar die van 't kafteel fchooten beide zyn Hengen aan ftukken, en eenige fchooten in zyn fchip. Hy fchoot ook geweldig op het fort en de batery: tot dat men, ziende dat d'andre drie fregatten hem niet konden te hulp koomen, hem beval met fchieten op te houden , en weêr af te koomen: want men wilde 'T welk de branders niet onnuttelyk verliezen en fpil-door telen, die ongetwylfelt, indien men ze hadtaf-^e°w'ndt gezonden, binnen de haven aan laagerwalwer eet* zouden hebben vervallen. Men vondt zich dan genoodtzaakt op beter windt te wachten: hoewel men oogenfchynlyk kon zien dat men zich haaften moeft en de fpoedt noodig was: dewyl de vyandt van tydt tot tydt met volk werdt gefterkt, en zonder ophouden arbeide om zich in ftaat van weerbieding te ftellen, en meer gefchuts aan landt haalde en opvoordeelige plaatzen ftelde. Ook werdt de haven met verfcheide vaartuigen cn met kabels, zoo veel als moogelyk was, gedooten. Weshalven men honderdt dukatons beloofde voor 't bootsvolk die de voorzeide touwen: als men zulks /Zou goedtvinden , zouden afkappen. Des anderendaaghs bevondt men, met een 26Mg. gal-  Si8 Het LEVEN van den 1667. galjoot weêr voor de haven koomende, dat al d'Engelfche fcheepen dieper waaren ingekort, en dat men niet meer dan vyf van de S7Aug. zelve kon zien. Dit, en dat de windt uit den Noorden bleef waaijen , bewoogh den Heer Ruart en den L. Admiraal de Ruiter dien toelegh te laaten vaaren, en wederom naar den hoek van Lefart te zeilen, en daar ontrent met de vloot, in drie esquadres verdeelt, üV'Ruk'r noc'1 eerdge daagen, te kruiden. Den leden ontfanght daSb van Augudus ontfing de L. Admiraal van hunne de Ruiter, zeilende drie mylen dwars van Hoog. Montsbay, door een brief van hunne Hoog. Moog.be- Moog. zcekere tyding dat de ratificatien der 'è^uUwiffe gedootene vreede den vierentwintighden van len van dé Auguftus te Breda wederzydts waaren uitgeweder- wilfelt, en de vreede aldaar ten zeiven daage zydts mi-gepubliceert of afgekundight: en dat dienvolficatiendergenS5 naar den inhoudt van het zevende arVrevande tvkcl der vreede, alle aftien van vyandtfehap tyden naa 'n ?t Kanaal en de Noordtzee zouden ophoude welke den naa den vyfden der maandt September; de vyandt-en van 't opgaan van 't Kanaal tot de kaap van fchap Sint Vincent naa den vyfden Oclober; en van houdenP' de ze*ve KMP a^tot de Linie toe naa den tweeden November nieuwe ftyl; en aan d'andre zyde van de Linie, en voorts door de geheele werelt, naa den vierentwintighden April des jaars mdclxviii. De L. Admiraal de Ruiter werdt belaft zich daarna te fchikken, en met zyn onderhebbende esquadres zich in en buiten 't Kanaal noch eenigen tydt, af en aan kruidende, t'onthouden , tot naader ordre. Dit werdt noodig geoordeelt, zoo tot befcherming van de uit-en inkoomende koopvaar-  L. Admiraal DE RUITER. 319 vaardyfcheepen deezer Landen, die aldaar 1667. noch zes weeken lang in gevaar zouden zyn van door d'Engelfchen vyandtlyk aangetaft te worden, als tot andere voorvallende dienden in zee. Dus liep d'oorlogh ten einde door een eerlyke en glorieuze vreede, gelyk uit d'artykelen der zelve, in andre Hiftorien te leezen, voor al de werelt bleek: naa dat de vloot van den Staat de Koningklyke fcheepen by Chattam hadt verbrandt of genoomen; de meede zoomer meefter ter zee was geweed; de kuften van Engelandt, zonder tegendandt, in geduurige alarm en vrees hadt gebraght; en de Riviere van Londen meer dan twee maanden bezet en bedooten gehouden: die nu eerft naar d'uitwiffèling derradficatien, door't vertrek van den L. Admiraal van Nes, van de Heeren Staaten op ontbqoden weêr werdt open geftelt. Daarna werdt by den Heer Ru- * art, den L. Admiraal de Ruiter enzynKrygs-b|. e^utie raadt verftaan, dewyl de meefte van 'sLandts Ruart, onder de vlagge: vlagge. braght een brief van den Hartogh van Beaufort, met twee pypen wyn, vier kocijen en eenige andre ververfching aan den L. Admiraal , en ook een brief aan den Heere RuBrieven art. In zyn fchryven, den twaalfden van JuHa"rto»h Idis getcckent, gaf hy te kennen, dat hy met va" Beau- &een ^eene onverduldigheit op d?ordre van zyfort aan denen Koning hadt gewacht, om zich met zyne Ruiter e 1 vloote by de zeemaght van den Staat te moogen aan den voegen. En onder den brief dondt in 't naaRwan. cc ]-, rj ft ^ (]at j,y i naa >f fcJiryyen van föen brieft ordre van den Koning hadt bekoomen, om ten e erft en fzeü ie gaan, en zich by de vloot van de Heeren Staaten te voegen; maar dat hy ter zeiver tydt verftont, dat de Heer Coventry nu al te Breda moeft zyn te rugh gekeert met de ratificatie van den Koning zyn meefter op alle Wartykelen van het traclaat der vreede, door v/elke tyding hy zich in geen ftaat zagh om d''ordre van zyne Majefteit te konnen nakoomen, '£ Dc vloot weifc Jiem zeer heat was. Uit dit fchryven kan p^rovian-" men Zim boe 'c mct de Franfche hulpe, die deert. zo° dikwils belooft, cn altydt opgehouden wierdt, afliep. Den achtften van September is de Kommandeur Wynbergen op de hoogh- te  L. Admiraal DE RUITER. 321 te van Bevefier met drie victualie fluiten, 1667. door de Heeren Gecommitteerde Raaden afgcfcheept, by 's Landts vloot 's morgens aangekoomen, en ontrent den middagh quaamen noch zes fluiten, met bier en water, en andere victualie , van Amfterdam afgezonden. Hier door werden de meefte Hollandtfche fcheepen genoegzaam voorzien, en ook eenigh bier cn water aan de Zeeuwfche en Vriefche fcheepen overgedaan. Ten zeiven daagever-Den ^n9rt trok den Heer Ruart dc Wit, op het fchip"SSéS*" Deventer, gevoert van den L. Kornel Palm,'t vader" naar 't-vaderlandt, 't geen hem door de Hee-iandt. ren Staaten, by hunne Hoog. Moog. refolutie van den vyfentwintighften Auguftus, was toegeftaan. Doch voor zyn vertrek werdt by den Krygsraadt van de vloot goedtgevonden, den gemelden Heere de Wit voor de goede dienften , geduurende deeze zeetoght op 'sLandts vloot gedaan, te bedanken. Ook voeren daarna de L. Admiraalen de Ruiter en Bankert des avondts aan 't boordt van Palm, daar zy noch naarder affcheidt van den Heer de Wit naamen , en den zeiven nochmaals voor zyne goede dienften ernftelyk bedankten, met aanbieding van hunnen dienft en betuiging van genegentheit. Met wat betuiging van genoegen hem de Heeren Staaten Generaal, de Staaten van Hollandt, en de Magiftraat van Dordrecht, wegens zyne dienften, bedankten en vereerden , kan men in andere Hiftorien leezen. Den elfden September, op Ziet Aiteen Sondagh, werdt op alle de fcheepen van zema '» •* 's Landts vloot, toen zeilende tuffchen Poort-XLV" boek landt en Ornay in 't Kanaal, Godt gedankt^' I3a* III. Deel. X over  322 Het LEVEN van dén 16Ó7. over de verkreegene vreede, en teekens van Verbaal vreughde, met het losbranden van 't gefchut Ruan"p en anderszins * getoont 'tgecn'sWoensdaaghs 316 - 318.te voore»5 den elfden der maandt, in alle dë Dankzeg- deeden en landen der verecnighde Nederlangingen den was gedaan. De L. Admiraal de Ruiter vreughde- hadt nu de noodige ordres en rendevoufen aan oveTde" allc d'0fficiercn en Kapiteinen uitgegeeven, vreede. en hun daar in voor didricl aangeweezen de De Ruiter Noorder breedte van 49 graadcn en 10 of 20 fielt ordre minuten , wat Zuidelykcr of Noordelyker, op het ontrent twintig mylen buiten 't landt, om al- Srvlüote daar' af en aan kruifrcnde> zich t'onthouden 'tot den zeden Octobcr, en daarna de ftevena naar 't vaderlandt te wenden, ten waare dat 'er ondertudchen naarder ordre van hunne Hoog. Moog. wierde gezonden. Ook ontfing de L. Admiraal daarna naarder lad : te weeten, dat de grootde fcheepen zouden zee houden en op haar poft blyven tot den laatften Ocdober, en de mindere tot den laatften November. Sedert hadt de vloot meeft alfydts ongeftaadig weder en harde winden , waar door zomwyle etlyke fcheepen afdwaalJ°e'^j0p den. Midlertydt bequam men tyding, dat fdhe Bar- ontrent: honderdt Barbadosvaarders, met nebadosvaar- Sen oftie" Konings fcheepen, alle daagen in ders Engelandt verwacht Wierden , daar men toen t$ Sept. vlytigh op paftte, verhoopende de zelve noch voor den tydt van 't ophouden der vyandtfehap buiten 't Kanaal aan te treffen: en was men Zoo ver gekoomen dat men de Sorlinges ontrent 25 mylen van zich hadt leggen, doch door de ftyve Weftelyke winden , en harde ftormen, raakte de vloot weêr in 't Kanaal,  L. AdmirAaL DE RUITER. 323 €n Över zulks was fnen hiet in ftaat om vyandt- 1667. fchap te moogen pleegen, al hadt men d'Engelfche fcheepen bejegent. De L. Admiraal -6 Sept. de Ruiter gaf toen lad, dat, ingevalle zy ee"h^dreeftg|[ nige Engelfche Konings fcheepen in ditkruis-0^egnecheet: fen, of in de t'huisreize $ moghten ontmoe- ftryken en ten, zy in tydts hunne vlaggen zouden innee-falueren, men, de marszeilen eenige voeten neerzetten, ingevalla en de wimpels laaten waaijen* en d'Engel-Vïn t0,nt' 0 , r . r t f 1 i moeten der Ichen met eenige eerfchooten ialueren, ai- Eno-eifche Voorens dat zy zouden fchieten: op dat ze, Koningsals men zo© handelde, geen reden zouden fcheepen. hebben om te meenen dat ze de Hollanders daar toe hadden gedwongen; Dit gefchiedde ten opzichte dat hunne Hoog. Moog federtdé gefloote-vreede noch geen lad hadden gezonden hoedaanig zich 's Landts oorlogfcheepeti daar ontrent voortaan zouden hebben te draagen. Doch op dat ftuk was in het tractaat van vreede geert verandering gemaakt, mnai? alles gelaaten op den ouden voet. Behah en dat de vloot met daagelykfche ftormen, dié in dit herftsfaizoen geduurigtoenaamen, hadt te worftelen „ begoft oök de fcheurbuik ge- ScheurWeldig onder 't volk in zwang te gaan, waar buik in de door veele in hunne kooijen bleeven leggen, vloot. 1 en eenige overleeden. Dit gebrek nam van dagh tot dagh toe. Ook vonden zich verfcheide fcheepen in 't kort verlegen om water: dewyl 'er veel water en bier was verdorven. Dit alles perfte den L. Admiraal weer 3 OStei. naar de Hoofden in de Noordtzee te keeren, het vaderlandt te naderen, den Heeren Staaten van d'ongelegentheit der vloote te verwittigen, en naader ordre af te Wachten: daar & a den  Het LEVEN van den 1667. den negenden en tienden van Oftober cen he* Storm, vige ftorm op volgde, die de fcheepen zeer verdrooide: zoo dat weêr en windt, zoowel als de vreede, de vloot fcheen t'huis te roeBankert pen. De L. Admiraal Bankert en de Zeeuwzeilt naar fche fcheepen waaren ten einde van victualie 11S en W£ltCr' 200 dat hy zich genoodtzaakt vondt ' naar Vliffingen te zeilen: dewyl d'andre fcheepen niet over hadden om hem by te zetten, n . en, indien ze iet hadden, hy het om 't harde Etlyke weór niet kon overneemen. Ook werden etfcheepen tykc andere fcheepen door fchaade of gebrek naar Texel raar Texel en de Maaze opgezonden. Korts opgezon- daarna, den veertienden October, ontfing de den- L. Admiraal dc Ruiter een brief van hunne 14 uaob. Hoog. Moog. en der zeiver refolutie, genoomen den zeilen October, raakende 't invallen der vloote, die van deezen inhoudt was: Extract uit het Pvegiffer der refolutien van de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden. Jovis den 6 October 1667. d«eHeë"e h ëehoort het rapport van de Heeren Huiren Staa- Sem'' en de andere haare Hoog. Moog. Gedelt disputeerden tot de zaaken van de zee, achterraal raa- volgens der zeiver refolutie van den vyfden dekende'tin-;^, gevifit eert ende geex ambieert hebbende de ^Lan i™ tWee mi$ven van den L. Admiraal de Ruiter, vloote' heide êefchreeven in V fchip de zeven Provinciën, d?eerfle, hebbende Goutftaart Noordttenooften vyf mylen yan haar, den achtentwin- tigh-  L. Admiraal DE RUITER 325 tighflen September leftleden, en d'andere, zei- 1667. lende in de Noordtzee, den derden dezes, zynde by de eerftemifftvegevoeghteennotitie, waar uit te zien is voor hoe veele dagen zyne onderhebbende fcheepen noch van water voorzien waren den zestienden September voornoemt; waar op gedelibereert, ook gelet zynde dat het f aizoen des jaars albereits verre verhopen is, en dat 'f Landts fcheepen, langer in zee blyvende, door ftormen en winden veele rampen Jitbjecl zoude konnen weezen , is goedtgevonden ende verftaan, dat aan den gemelten L. Admiraal gerefcribeert zal werden, dat hy alle de fcheepen van oorloge, zich tegenwoordigh onder zyne vlagge bevindende, zoo groote als mindere, zonder onderfchcit, zal hebben te zenden naa de refpeclive diftricfen daar de zelve uitgevaren zyn, omme aldaar tegens het aanftaande winter faizoen opgeleght te werden; Wyders is verftaan , dat aan de Commiffarifen Qjeacq ende Knyf gefchreeven zal werden, dat zy luiden re- • fpe&ivelyk alle de galjoots ende advysbarken, in dienft van den Staat zynde, zullen hebben af te danken; des dat den voornoemden Com-* mijfaris Quacq noch voor deeze reize twee gal" joots aanhoude, om de jegenwoordige depêches aan den meergemelten L. Admiraal de Kuiter, mitsgaders de duplicate van dien, af te zenden: gelyk ook aan den zeiven Commiff'aris Quacq gefchreeven zal werden, dat hy de zeven yi&ualiefcheepen ende andere , in haare lioog. Moog. refolutie van gifterenvermelt, zal hebben in te houden, ende naa haare refpecliye diftriclen op te zenden, in cas dat de zelve poch niet uitgeloopen zouden moogen zyn: zj.:l-> X 3 len*  3*<5 Het LEVEN van den 1667. lende hier van ook extratl gezonden werden aan de refpeilive Kollegien ter Admiraaliteit, om te ftrekken tot der zeiver•narichtinge, ende wyders te dienen zulks en daar V behoort. V. MEJONTSMA. Vt. Accordeert met het voorfchreeve regifler. N. RUYSC IL Daar op gaf de L. Admiraal de Ruiter terftondt ordre, dat alle d'oorloghfcheepcn hun koers naar de zeegaaten daar ze t'huis hoorden zouden ftellen, en aldaar invallen. Dic komfbin WCrdt terftondt achtervolght, cn hy zelf quam nenGue. mec z^ fchiP> nevens de fcheepen van den ïede Schoutbynacht Jan van Nes, en zyn fchoonDoet rap-broeder Kapitein Evert van Gelder, den port ter vyftienden van O&ober behouden binnen Goerinïwn rede' en voor Hellevoetfluis, Godt dankenhaare de voor z?n genade. Hy vertrok toen ter-, Hoog. ftondt naar den Haage, daar hy ter vergaaMoog. deringe van hunne Hoog. Moog. den zeWordt be- ventienden fommier rapport deede van zy«hnfct, ne verrichting en wedervaaren: waar op den L. Admiraal door den Heere Gokkinga, ter vergaaderinge voorzittende, werdt aangezeit: dat haare Hoog. Moog. het goedt beleidt, de wakkerheit en kloehnoedigheit die hy geduurende de jonghfJe expeditie ter zes hadt gebruikt ?n betoont, aangenaam was, en zich de zelve wel lieten gevallen. Van deeze bedanking, die in het regifter van de refolutien der Heejren, Staaten ftaat te boek geftelt, werdt hem kopy  L. Admiraal DE RUITER. 327 kopy gegeeven, by den Prefident H.Gokkin- \66y, ga en den Commies J. Spronflen, in 't afzyn van den Griffier, onderteekent. Dus quam onze Zeehek de Ruiter weêr t'huis met een dubble heldenkroon, met den laurier der o-r verwinning, en met den olyf der bevochte vreede. Hy ontfingnu den gouden kop, bo- Ontfangt ven gemeldt, hem door de Heeren Staaten van en de vreede daarop ning te ' gevolght. Aan d'eene zyde dondt een vroudeezertydt wen beeldt als Pallas, met een helm op 't geOaagen. hooft, hebbende in de flinker handt een fpecr, het teeken der dapperheit, daar de zeven pylen, het blazoen van den Staat, aan waaren gebonden: in de flinker handt hieldt ze een fepter daar een oog boven op dondt, beteekenende het voorzichtig beleit. Aan haar rechter zyde lagh een lam, aan de flinker een leeuw, en met haar flinker voet vertradt ze de Tweedraght, of dc Nydt. In 't verfchiet zagh men de ftadt Rochefter, en t branden der fcheepen by Chattam. In de locht las men deeze woorden, MITIS ET FORTIS, dat is: zachtmoedig en dapper. En onderaan, PROCUL. HINC. MALA. BESTIA. REGNIS. 22 Jun. 1667. dat is, Laat datboozebeeft van de regeeringen verre af zyn. Aan d'andre zyde dondt een vrouw, beteckenende d'eendraght of vreede, draagende in de flinker arm en handt een hoorn van ovcrvloedt cn Merkuurs ftaf: in haar rechter handt hielde ze een zwaardc, dat in de fcheede ftak, met een  L. Admiraal DE RUITER. 329 cen laurierkrans aan 't punt. Om hoogh in 166/» de lucht aan haar rechter zyde hing het wapen van Grootbritanje, aan de flinker het wapen der Staaten Generaal, de leeuw met zeven pylen. Met haar rechter voet tradt ze op een ftokbeurs, daar een kroon bezyden lagh, met haar flinker voet op een helm en deegen. In 't verfchiet zagh men de haaringbuizen in zee veiligh vaaren. In de lochtHonden deeze woorden,IRATO BELLUM PLACATO NUMINE PAX EST. T is krygh is Godt verftoort, V is vreê is hy verzoent. Onder de voeten van 't vrouwen beeldt Honden deeze letteren,PvEDIITCONCORDIAMATER BRED/E, 31 Jul. 1667. Be vreede werdt te Breda weer geflooten , den 31 Jul. 1667. By deeze lefle letteren zagh men 't wapen van Breda, daar de vreede was geflooten. Rondtsom de randt van den penning werden deeze woorden geleezen, NUMISMA POSTERITATI SACRUM BELGA BRITANNOQUE RECONCILIATIS. CUM PRIVIL: ORDINUMHOLLAND: ET WESTF: Dat is, Penning, die den nakoomelingen is toegeè'igent toen de vreede tuffchen Nederlandt en Engelandt was gemaakt, met privilegie van de Staaten van Hollandt en Weftvriejlandt. Dees gedenkpenning werdt hier befchreeven, om dat ze federt een van de reedenen en dekmantels moeft zyn van den Engelfchen oorlogh , die ons in den jaare zeftienhonderdt tweeëntzeventig overviel. Ook werdt daarna, om dien fleen des aanftoots wegh te neemen, de ftempel van dien penning door ordre der hooge Overheit ingetrokken, en vcrX 5 nic-  33=> Het LEVEN van den \667. nietight. Men betaalde den Stempelfnyder, Chrirtoffel Adoiphs, voor de fchaade die hy daar by leedt, de fomme van duizendt ducatons. De Heeren Burgermeefteren en Regeerders der ftadt Amderdam lieten, ter gelegentheit van de vreede, met Engelandt geflooten , ook een gedenkpenning flaan of fchroeven, op welker eene zyde in de voorgrondt de Leeuw van Hollandt lagh, met gefchut en wapenen onder zyne pooten. In 'c verfchiet zagh men de zee met een oorlogsvloot, en daar boven dit tydtdicht. sIC fInes nostros , Leges tVtaMVr et. VnDas zoo hoeDt De LeeVV zIIn reCht, en zee, en oVDe grensen. Aan d'andere zyde zagh men 't wapen van Amfterdam 9 en daar onder deeze woorden: DEO. AUSPIC'E. ASSERT1S. NON. MINORE. ANIMO. QUAM. SUCCESSU: AVIT/S PATRIO. LEQIBUS. ADVERSVS. TRES. POTENTISSIMOS. HISPANIARUM. REGES. COACTIS. DEINDE. SEMEL.ITERUMQUE. CONTRA. VICINOS. BRITANNOS. ARMA. SUMERE. B ATA VIS. POST. PACEM. EGREGIA. VIRTUTE. BELLO. PARTAM. ATQUE. REDUCTA. GENER1S. HUMANI. COMMERCIA. CONSULES. SENATUSQUE. AMSTELODAMENSIS. MONUMENTUM. HOC. c:0. Io. c. lxvii. E- C.  L. Admiraal DE RUITER. 33ï Naa dat de Hollanders, onder Godts zee- 1667» gen, met geen minder kloekmoedigheit dan geluk , tfaaloude vaderlyke wetten tegens drie zeer maghtige Koningen van Spanje hadden beveftight: en daarna, eens en andermaal genooatzaakt de wapenen tegens de naabuurige Engelfchen aan te neemen, de vreede met groote dapperheit door den oorlogh hadden verkreegon, en den vryen zeehandel door de geheele werelt herftelt, hebben de Heeren Burgermee-? fleren en Raadt van Amfterdam dit gsdenkteeken in den jaare 1667. doen ftellen, Ontrent den zeiven tydt zagh men verfchei- Schriften de fchriften, gedichten en opfchriften, ter6" Micheeren van den Staat en de Zeehelden, ook van ke" den Heere Ruart, als geweezene Volmagh-gefloote tigde hunner Hoog. Moog. in verfcheide taa- vreede uitlen,. over de gedoote vreede, te voorfchyngegeeven. koomen: onder anderen, De Vreepylaar der [eoragnt. jjit ïtrckte tot mortiücatie en vernietiging van hctStadthouderfchap, en om alle de Regenten en Magiltraaten te verbinden aan de forme van regeering die toen plaats hadde. Ook volgde op deeze vreede 166%. in 't volgende jaar een nader verbondt met En- Alliantie gelandt, op den voorflagh en 't aandryvenmet £nSevan den Ridder Temple , Ambafiadeur vand"$r',™ zyn Majefteit van Grootbritanje in den Haa-aiiiantie ge: 't welk ftrekte om den Koning van Vrank-tufichen ryk zyne wapenen in de Spaanfche Nederlan- Engelandt, den te doen nederleggen. In welk tradtaat,Nedei> dat den drieëntwintighften van Januarius eerftïï? tufichen den Koning van Grootbritanje enden Ait-em* Staat der vereenighde Nederlanden werdt ge-/» Vxurnr flooten, ook de Koning van Zweeden werdt^ Pingelaaten, daar de naam van de Triple alli-^6' 39* antie, of het Drievoudig verbondt, uit ont-393' 4l6, ftondt. De Heeren Staaten, wel voorziende 755' dat die verbintenifie Vrankryk zou konnen verbitteren, en quaade gevolgen naar zich fleepen, begeerden ter zeiver tydt, tot hunner verzeekering, zich naauwer met Engelandt te 'ver-  Het LEVEN van den 1668. vereenigen, en flooten ten zeiven daage met den Ridder Temple noch een defenfive alliantie , of verbinteniiTe , tot onderlinge be^'^^'fcherminge. Welke twee traclaaten, van zoo ^aiïadeuT. grooten gewichte, op een ongewoone wyze, Ho. ii. ' met het hooghfte geheim, in vyf daagen tydts, />. 400. door den vlyt van den zeiven Temple, en den voornaamften Bewintsman van den Staat, den Raadtpenfionaris de Wit, werden ontworpen, opgefieltcn geteekent. Daar op volghde den zeventienden van Februarius noch het fluiten x£i\\"boek. vfin een traélaat van commercie en marine f, *.*79»4*uvan den koophandel en zeezaaken. Door de Vreede van gemelde Triple alliantie , en d'ernflige beAken. middeling daar op gevolght, werdt de Koning "Jay ,.„„ VrcmL-rvb in Hpn nnn 7:vnpr nverwinnm- M VjIlvui sen tegens Spanje gefluit, en eindelyk te *«oe/>7i4weegh gebraght, dat de vreede tufichen de tweeKroonen tot Aken werdt geflooten. Hier door heeft men het Spaanfche Nederlandt geredt; op dat het een middelmuur bleeve, om de vereenighde Nederlanden tegens de Franfche nabuurfchap en maght te Verzeekeren. Want men hadt d'onheilen, die daar uit te vreezen ftonden, al over lang in *t oogh gehadt; niet alleen ontrent het fluiten der vreede met Spanje, maar vroeger. 'T is aanmerkelyk dat de vermaarde Hugo de Groot, Gezant van de Koninginne en Kroon van Sweeden, die Fenix der geleertheit, indenjaare mdcxxxix, in zeeketen brief, dien ik gezien hebbe, van den tegenWoordigen Koning Lodewyk den XIV, toen dcnDolphyn genoemt* en noch in de wiegh leggende, fchreef, Del* phinus, dus luiden zyne woorden, nutrices non  L. Admiraal DE RUITER. 335 Hop lafat^ tantum fed & lacerat^ Caveant vi- 1 668. cini jibi a tam matura rapacitate. Da: is, De Dolphyn vermoeit zyn voed/Ier niet alleen, maar hy fcheurt ze ook. Laat zich de naagebuuren hoeden voor zulk een yroegrype roofgierigheït. Zich tegens dat naabuuiTchap in verzekering gedelt te hebben door een naau verbondt met Engelandt, en de Triplealliantie, het gevolgh der verkreege vreede , maakte den Nederlandtfchen Staat nu ontzaghlyk by alle de gekroonde Hoofden en Moogenthcden der geheele Chridenheit. Daar noch by mkktfort quam, 't geen de Nederlandtfche Republyke Hifi. iiv. meer aanziens gaf, dat men rtaa 't eindigen™' van deeze en andere zwaare en kodelyke oorlogen, federt de Spaanfche vreede gevoert, (eerft tegens d'Engelfchen onder Kromwel, daarna in 't Noorden tot befcherming van De- ' nemarken, en nu laatft tegens den Koning van Engelandt en den Biffchop van Munfter) ml bevondt, dat de Provincie van Hollandt, die> in de laden meeft hadt te draagen , ontrent twee millioenen guldens, of twintig tonnen goudts, van haare fchulden, of gelden, eertydts op rente genoomen, hadt afgeleit: en dat men geduurende dien tydt een merkelyk getal oorlogfcheepen, en daar onder etlyke yan de grootfte foorte, ontrent 160 voeten lang, en 42 voeten wyt, hadt aangeboudt, en dat men etlyke duizenden ftukken metaal gefchuts, heele en halve kartouwen, ook van kleender foorte, hadt laaten gieten: en zich daar door te meer ontfaghlyk gemaakt by allerley vyanden. Hier op volgde zoo groote voorfpoet in de zeevaart en neering van 'sLandts  33<5 Het LEVEN van ben ió68. 'sLandts ingezetenen, dat men in veele jaa-> ren geen gelukkiger tyden hadt beleeft. Doch 't en leedt geeh vier jaaren of dc dingen naamen een keer, en het radt van 't geluk en ongeluk draaide naar onzen ondergang, en maakte den Staat tot een leerzaam voorbeeldt van de wilfelvalligheit der menfehelyke zaaken , gelyk te zyner daat te melden. Dces korte uitweiding diene 'alleenlyk om 't beloop en de verandering der tyden en zaaken kortelyk aan tc roeren. wfhRUiter ^e Admiraal de Ruiter, wiens gefchicz!ch°Ain- den'dcn nu verder daan te vernaaien, hielde Herdain. zich nu t'Amfterdam in zyn huis, op 't Waals eilandt, aan den oever van 't Y, daar hy den tydt van drie jaaren ruftte van al de gevaarlykc zeetochten, die hy dertien of veertien jaaren naa eikanderen, ten dienft van 't vaderlandt, gelukkelyk enmeteerehadtuitgevoert. Hier werdt hy van d'ingezetenenaanfchouten aangemerkt als de vuift des vaderlandts, daar Godt den Staat door hadt gezegent, en met overwinning en vreede gekroont. By d'uitheemfchen was de glory van zyn naam zoo groot geworden, dat te bevraagen ftaat, of in luifter vanvermaardtheitendeught ooit man van zyn' foorte ter werelt zoo hoogh gefteegen zy. Groote Koningen, Vorften en allerley trcffelykc perfoonaadjen fpraaken lolfelyk van zyn beleidt en dapperheit, in zoo veel Zyn ne- zeetoghten betoont. Maar dees groote man drigheiten bleef by zich zeiven kleen, en hoe hoogh hy zeedig- van anderen verheven wierdt, hy hielde zich ' even nederig, zeedig en burgerlyk. Al was hy nu tot de waardigheit vanL. Admiraal Gene-  L. Admiraal DE RUTTER, 337 neraal van Hollandt en Wedvrieflandt opge- 1668» klommen, en van groote Koningen verheven tot den Adelyken en Ridderlyken ftaat, men zagh echter in hem geen teeken van grootsheit, noch verandering in aaufchyn of gelaat, cn hy bejegende elk met de zelve minzaamheit en meevvaarighcit, als hy deede toen hy noch Schipper of Stuurman was. Ook zagh men de zelve nedrigheit en zecdigheit ontrent zyn ge waadt, gevolg en huis. Dit fchry vende kan ik hier niet naalaaten te verhaalcn 't geen de Ridder Willem Temple, te deezer tydt Ambaffadeur van den Koning van Grootbritanje in 's Gravenhage , desaangaande in zyne Aanmerkingen over de vereenigde Nederlanden betuight. Spreekendc in dat fchrift ^ . van 't geen den Staat groot maakte cn deedt » 0 , , ,11, , getuigenis toeneemen , telt hy onder d oorzaaken van van den haaren opgangk ook de nedrigheit en zedig- Ridder heit der Magidraaten , en beroept zich op Temple het voorbeelt van twee groote mannen, die ""^"^j. ik niet van een kan fcheiden, om dat ze de viraal de" Ridder Temple by eenvoeghde: te weeten, Rj,[er en den L. Admiraal dc Ruiter en den Raadtpen- den Raadtüonaris de Wit. Ik zal zyn eigen woorden penfionarii gebruiken. De nedrigheit en zeedigheit, zeit de Wic' hy, was zoo groot, dat van de twee aanzienlykfle perfoonen die in mynen tydt in hooge bedieningen waaren, de L. Admiraal de Ruiter en de Raadtpenfionaris de Wit, Qden eenen by d'uitheemfche volken geacht voor zoo groot een' Zeeheldt, en den ander voor zoo groot een" polityk als eenigen in hunne eeuwe) ik den eerjlen heb gezien zoo fiecht gekleedt gaan als een III. Deel. Y ge-  338 Het LEVEN van den 1668. gemeen Zeekapitein, en niet meer dan met ee~ nen knecht achter hem, en nooit in een karos. Wat zyn huis en huishouding belanght, dat was van buiten niet koftelyker van 'aanzien , noch van binnen heerlyker opgetooit, noch zyn tafel dien hy hieldt niet overdaadiger dan die yan eenen gemeenen koopman of •winkelier in de fladt daar hy woonde. Aangaande den Raadtpenfionaris de IVtt, die in de Regeering vry veel gezaghs hadt, de gantfche fieep en koftelykheit zyner huishouding ging gant/ch eenpaarigh met d'andre Gedeputeerden en Bedienaars yan den Staat, zyn kleeding was fiaat ig, fiecht en burgerlyk, zyn tafel voor zoo veel als diende tot gerief van zyn huisgezin, of voor een' yriendt: zyn trein (behalven de Commifen en Klerken, die men voor hem, dicht aan zyn huis, in dienfi hielt ten kofien van 't gemeen) was fiechts een eenig perfoon, die alle geringe dienflen tot zynent in huis verrichtte: en zullende zyn ceremoniële vifiten afleggen, floeg die dienaar een flechte levryrok om 't lyf, en pafle buitens huis op zyn karos. Maar by andere gelegentheden zagh men hem gemeenlek te voet, en alleen over ftraat gaan, gelyk als een van v^Mbnce ^e ftechtfte burgers van den Haage. Ook verSarcliiobet haalt men dat de Prins van Monte Sarchio, zoekt de een der Admiraalen ten diende des Konings Ruiter,en van Spanje, op een tydt t'Amderdam kooverwon- mende, terwyl de L. Admiraal de Ruiter zich dert zich ^aar ophielt, en naar zyn huisvraaa;ende, om over de, . r 1 ; v • kleenheit em te Dezoeken en te begroeten, hem in een van zyn groot palais dacht te vinden, dat eenige ohuis. vereenkooming zou hebben metzyn hooge bediening en den luider van zynen doorluchtige11  L. AdMiraal DE RUITER. 339 gen naam. Maar in zyn huis koomende ftondt 1668. hy als voor 't hooft gedaagen, en buiten zich zeiven, ziende dat zoo groot een Admiraal en zeeheldt, den vaderlande zoo meenighvuldige en groote dienften hebbende gedaan, in zulk een burgerlyke wooning, die niet uitftak boven de huizen zyner 'buuren, dechts amptelooze burgers of gemeene koopluiden * zyn verblyf hadt, en daar als een burger met zyn gezin leefde. Maar die nedrigheit en bur- Zyn ma gerlykheit verhief hem te hooger in d'oogen ' iere V!U1 van alle verftandigen. Zyn verder leeven ver- 'fvet) f' ftrekte den burgeren een fpiegel van allerley _Chriftelykedeughden,jegensvriendenheufch,b!yf aan jegens vreemden vriendelyk, jegens ellendi-landt, gen meedoogendt, en inzonderheit godtvruchtig in al zynen wandel: vindende zyn hooghfte vermaak in de kerken en in 't hooren van ftichtelyke predikatiën, niet alleen des Sondaghs, maar ook in de week. Den meeftcn tydt van den dagh befteede hy in 't leezcit der heilige Schriften, en men zagh hem zelden andere boeken in de handthebben. Zomtydts zat hy uuren lang by zyne huisvrouwé en een nicht, terwyl ze met linnen te naaijen bczich waaren, en las haar eenigh capitteluit het goddelyk woordt met luider ftemme voor; of zong met haar eenige Pfalmen: hebbende de bequaamheit van vry wel te zingen, en een goede ftem. Voorts onthieldt hj^zich van alle quaadt gezelfchap, en toonde zich een groot vyandt te zyn van dronkenfehap, en andere overdaadigheit : zich vernoegende met gemeene burgerlyke en zeemans fpyze. Dus braght hy zyn tydt geduurende de vreede door , Y 2. wen-  34© Het LEVEN van den i668. wenfchende dat ze lang moghtduuren; opdat hy zyne oude daagen (want hy bereikte nu den ouderdom van eenentfcflig jaaren) gerudelyk cn gbdtvruchtelyk moght ten einde brengen. De L. Admiraal de Ruiter hadt nochnictlang t'Amfterdam in dilte geweed, of de Viceadmiraal Sweers quam uit Spanje met vyf oorlogfcheepen, dic etlyke koopvaarders, die veel zilver in hadden, tot geley dienden. Decs was iet ongewoons, zoo hy verftondt, van d'Engelfchen ontmoet, dat hy de Raaden ter Admiraalitcit t'Amfterdam aandiende. Waar ' op goedtgevonden werdt, dat de Heer de Ruiter het wedervaaren van Sweers in den Haage aan de Gedeputeerden van hunne Hoog. Moog. De Ruiter toc de zaaKen van de zee zou bekent maaken. maakt liet Hicr op den tweeden May met den Heere van wedervaa- Ommeren en andere Gedeputeerden, in den mi van Haage, in gefprek getrceden, verhaalde hy, admHnf" ^ DCSeert:e van de gemelde Raaden ter AdSwêen miraalitèit-, Dat de Viceadmiraal Sweers by in 't Ka- einde van 7 Kanaal, ontrent Lezare, den naai, ter Heer Thomas Allen, Viceadmiraal van Enbegeerte gelandt, met eenige Konings fcheepen hadt ontvan de moet, en den zeiven met het ftryken van zyn Raaden ter , l-»•/■»• ^ / r * 7 j. Admiraali- vla.?ge en 'iet inmeten van eerjehooten hadt get 't t'Am- falueert. Waar op de gemelde Allen alleen met ïterdam, eerfchooten hadt geantwoordt: en de Viceadin uen miraal Sweers toen zyn vlagge ophyffende, en kent86 weer latende waaijen, zoo werdt hem uit den c ' naam en van weegen Allen aangezeit, dat hy Sweers , onaangezien de gedaane falutatie, zyn vlagge moe/l inhouden zoo lang hy by de 3 May. vlagge van Engelandt zou zeilen. Naa overBefluit leg van zaaken werdt beflooten, dat uit den naa-  L. Admiraal DE RUITER. 341 naame van hunne Hoog. Moog. in zeer ern- 1668. ftige termen aan de Heeren Meerman en Bo- daar op recl, hunne Ambaffadeurs in Engelandt, zou genoomen. worden gefchreeven , om het voorfchreeve gepalTeerde den Koning bekent te maaken , ten einde dat ordre geliefde te ftellen , dat diergelykc nieuwigheden nict meer moghten worden gepleeght. Naa 't afgaan van dien brief ontfingen hunne Hoog. Moog. zeekeren brief van de gemelde Heeren Ambaffadeurs, welks affchrift by hunne Hoog. Moog. werdt gezonden aan den Heere de Wildt, Secretaris van d'Admiraaliteit t'Amfterdam, met laft, om zich by oude en ervarene Kapiteinen, cn andere meerdere en mindere Officieren , te laaten informeeren, hoe het zich t'andcren tyde hadt toegedraagen, als vlooten ofesqua- , dres van Engelandt en die van deezen Staat met den anderen hadden gezeik en eenen koers genoomen, ten regarde van het ftryken van de vlagge, en het falut en contrefaiut, en hunne Hoog. Moog. daar van naaukcurig bericht tc laaten toekoomen. Met eenen zon- Re Heeren den hunne Hoog. Moog. ook een affchrift van q^"^ dien brief aan den L. Admiraal de Ruiter, met zeB(jenaan gelyke laft, van zyn ondervinding, en 't geen te Huiter aangaande dat falut en contrefaiut tot zyne het aft kenniffe moght zyn gekoomen, zoo verre zyn fcn,,ift Ym geheugenis gedroeg, en hy wyder uitaftde-ÜeD ,bnef' ö ö , ö js» . j 'j daar hunne ren zou konnen verneemen, aan hunne Hoog. [j00?r. Moog. bekent te maaken. De brief der Hec- Mooi. ren Ambaffadeurs , ftraks gcmeldt, was te zyn bericht meer aanmerkelyk om eenige woorden van °P begee- den Heer Arligton, die daar invloeiden, metren * ,aan" j 1 1 j ■ 10 gaande het een ronde belydems ter eeren van den Staat, £.!ut en Y 3 ter  342 Het LEVEN van den 1668. ter zaake van de bevochte vreede, en luidde contrei* van W001'dt tot woordt, gelyk volght, lüC. Hooge Moogende Heeren, Brief der U H00g. Jtf00g. m^e yan dgn dgrden ^ deuren zes' fPr.eekende van V geene den Viceadmiraal 3V1 eerm»n $weers 'm ^et Kanaal nu jongfïmaal voorgekooenBoreel,*»*" " geweefl, is ons op den achtfl en dezer wel uit Enge- geworden, ende hebben vervolgensgemeent, «tof landt aan ^2 circumfpecle manier e om die 'tedere zaake Sta8tenWen'f'^'* beginnen deeze behoorde te zyn, nament-. Generaal ^' dat wy niet alleen de peremptoire redenen, gezonden. die voor het contrafdlut militeren, voor eer(l en voor al aan MilordAtiington krachtelyk zouden reprefenteren, maar dat wy ook byzonderlyk ende boven al infifteren zouden op de only■■ delykheit van de proceduren van den Viceadmiraal Allen , met de welke hy de voornoemde Sweers op een ongehoorde, immers aan ons tot noch toe onbekende manier e geobligeert hadde, om zyn Vkeadmiraals vlagge niet wederom te laten waaijen, gedut/rende dat den voornoemden Allen en de voorfchreeve Sweers by den anderen gezeilt hadden, als fchynende dat teprefupponeren een dependentie ende fubjeclie van een yrye en fouveraine Staat, en dat noch in een element, dat, naa het bekende volkeren recht, aan alle natiën even vry is. Wy hebben dan, ten fine als vooren, de ah der eerfle bequaame occafie daar toe geëmployeert; Ende heeft den voornoemden Milordons daar op gelieven te gemoete te voeren, dat hy yan het voorfchreeve gepaffeerde geen gewach ter werelt noch hadde hoor en maaken: maar dat  L. Admiraal DE RUITER. 343 dat hy ons wel konde zeggen, dat, zoo die zaa- \ 668. ke een nieuwigheit was, dat daar inne reparatie zoude werden gedaan; waar zoo het altydt s ende altoos zoo was gepra&izeert, dat hy meenende dat het traclaat in dezen dan decifoir zoude zyn , als zynde dat gepaffeerde , mitsgaders het niet doen van 'tcontrafalut, een gedeelte ende dependentie van het falut zelfs, ende dat in zulken gevalle zyn Majefteit daar van tegens de gewoonte en praclique aan, al was de reden noch zoo palpabel, daar voorniet en zoude konnen relafcheren, ofte toegeeven, bezonderlyk niet in deezen tydt, dat het geluk van de wapenen van de yereenighde Nederlanden de vreede uitgevrocht hadde op een maniere die voor Engelandt de alderhonorabelfte niet en was geweefl: jaa zelfs; dat hy vertroude, dat, al wilde in zulken geval zyne Majefteit aan de inftantien van den Staat wat toegeeven, dat hy zoodanige krachtige oppofttien by yder een alhier zoude rencontreren, dic niet te furmonteren ofte te boven te komen zouden zyn: Ende vraaghde zyn Ed. ons daarom, ofwy hem ook eenige informatien, over het geene in gelyke zaaken van vlooten, met den anderen eenen koers neemende, ende nevens malkanderen zeilende, f anderen tyde moghte zyn voorgevallen, konden fuppediteren, alzoo hy niet en wifte wat het voorgaande gebruik daar ontrent hadde mede gebraght; doch alzoo wy dat niet doen konden,, heeft zyn Ed. ons zeerferieufelyk verzocht, dat wy ons daar op eensgrondelyk wilden informeren, en als dan de voorfchreeve zake met fondament weder op het tapyi brengen: Wy hebben gezeght, dat wy niet en verY 4 trouw  344 Het LEVEN van den ïöf58. trouwden dat ooit zoude blyken: dat de vlooten van den Staat dier gelyke verongelykingen, van de vlagge zoo lange onqfgeftreeken te hebben moeten houden, aangedaan waaren; ende als het ooit gefchiet zoude mogen zyn, dat zoodanige actiën niet als voor notoir gewelf, ende attentaten die niet gevolght maar gerecht zouden dienen te werden, zouden moeten werden aangezien; maar dat wy echter dies niet tegengaande alle mogelyke informatien zouden trachten te doen beleggen, ende aan zyne Majefteit en deszelfs hooge Minifters ter handen te ftellen. T welk te gemoet ziende, zoo da voorfchreeve informatien anders f onzen voordeele te bekoomen zouden zyn, zullen wy Gods almaghtig bidden, Hoog. Moog. Heeren, &c. Londen den n May 1668. geieekent J. MEERMAN, JOHAN BOREEL, Wat antwoordt en bericht de L. Admiraal de Ruiter aan de Heeren Staaten, belangende zyne ondervinding van dat dryken der vlagge, en het falut cn contrefaiut, in zulk geval van zaaken, tc dier tydt heeft toegezonden , is my nict gebleeken. Maar 't is zeeker dat hy 't geen den Viceadmiraal Sweers „. ... van Allen was bejegent hieldtvoort'eenemaal £maaY ^S^g^ ongehoort en uitfpoorig. Voorts ■xCvMboeh kan men in ^e Hidorie van Aitzema zien, wat n. 4»7- de Heeren Ambafladeurs, Meerman cn Bo406, 407. reel, op dat ftuk aan zyn Majefteit van Groot-. bri*  L. Admiraal DE RUITER. 345 britanje voordelden, op dat daar ontrent een 1668. vade voet en ordre beraamt moght worden. Ook werden daarna by den Heer de Ruiter 9 Jttn. en andere Hooftofficieren, te Rotterdam, daar ze toen by een waaren, twee verklaaringen gegeeven, cn onderteekent, meldende d'eene hoe de vlaggen van deezen Staat cn Engelandt eikanderen in den jaare mdclxii hadden gefalueert en gcrefalueert voor Algiers , en d'andere hoe zulks in den jaare mdclxiv was gefchiedt voor Mallaga. Welke verklaaringen ik noodig heb geacht, om 't gewicht en 't gevolg der zaake, hier in te voegen. Wy ondergefchreevèn L. Admiraalen, Mi- Atteftatie chiel Adriaanszoon de Ruiter, Aart Janszoon0^ verklaa- van Nes, Jan Komeliszoon Meppel, en de Vi- ™? Vïn de ceadmiraal Johan de Liefde , verklaaren en attefteren hier mede vaar ende waarachtighte r', k. Mep- zyn, dat wy in den jaare 1662. in de maandtpeï enj. November, met een esquadre 'sLandts fchee- de Liefde, pen, navigeerende in de Middelandtfche zee, "an£aande ende voor de ftadt Algiers in Barbaryen tenj1 falut r r 7 7 ö, , J erj comre- anker leggende, onder t commandement van fajUl IUS. den voornoemden L. Admiraal de Ruiter, han- fchen' de delende aldaar, uit den naame en van wegens Ruiter en den Staat der vereenigde Nederlanden, met deéeD En^sI- Regeeringe van de gemelte ftadt van vreede, 0^ ceaTmiraal den zestienden des zeiven maandts, zynde dfer/aufon dagh dat wy de voorfchreeve vreede geflooten in den j'aa- hadden, uitter zee naar ons toe hebben ziende ±662, hoornen een confiderabel gros oorloghfcheepen,dan '7 in dienft van den Konink van Grootbritanje, JNovC!B- r 7 11 1 oer» voor., waar over het commandement ende de vlagge gev\uea, Y 5 yan  346 Het LEVEN van den 1668. van bovenen voerde Sr. Johan Laufon, koomende doen jong/l van Tripoli de Barbar ie, alwaar de vreede, uit dennaamevandenhooghflgemelten Konink, met de Bajja en de Regeeringe hadde vernieuwt: maar overmits het /lil wierde, zoo zyn zy eerjl des anderendaaghs ''smorgens by ons ter reede verfcheenen, ende door den voornoemden L. Admiraal de Ruiter verwellekomt, ofte gefalueert, met hetfchieten yan elf kanon fchooten; ende de dankzegginge, ofte refalutatie, is daar op door den voornoemden Sr. Laufon op gelyke wyze gedaan, zonder dat van d'een of 'd''ander zyde eenige vlagge gejlreeken, of eenige andere ceremonie gebruikt is geworden , als reciproquelyk, door het afzenden van eenige Officieren met haare chaloupen aan wederzydts boorden, malkanderen te doen betuigen alle civiliteit ende vriendtfchap, waar naa wy ook op den vyfentwintighfen daar aan volgende aldaar van haar ingelyker manieren gefcheiden zyn, als goede vrienden toe/londe en behoorden te doen: allegeerende voor reden van weetenfchap, dat wy doenmaals alle onder 't voorfchreeve esquadre hebben ger e fort eert, ende zulks in de voorfchreeve aclie zyn prefent geweefl, ende de voorfchreeve falutatie ende refalutatie met eigene oogen gezien ende met oor en gehoort te hebben, prefent eerende V zelve ten allen tyden, des noodts, ende daar toe verzocht wezende, te renoveren, ende met folemneelen eede te f erken: foirkonde der waarheit hebben wy depofanten deeze met onze gewoonlyke handtteekeninge bevestight, in Rotterdam den o Juny 166B, En-  L. Admiraal DE RUITER. 34^ Ende was onderteekent 166$. Michiel Adriaanszoon de Ruiter, Aart Janszoon van Nes, Jan Komeliszoon Meppel, en Johan de Liefde. Onder ftondt, In kenniffe van my ondergefchreeve Secretaris , en geteekent J. ANDRINGA, De bovenftaande actie hebben mede by ge- woont deeze onderftaande Officieren, zynde op dato noch alle in 't leven, Be Beer L. Admiraal Adriaan Bankert. Viceadmiraal Ifaak Sweers. Schoutbynacht Willem van der Zaan, Kapitein Jakob Komeliszoon Svsart. Wy ondergefchreeve L. Admiraalen, Michiel Attertatia Adriaanszoon de Ruiter, Aart Janszoon van aangaande JVm , Jan Komeliszoon Meppel , Viceadmi-hsi fa,ut raai Johan de Liefde, ende Schoutbynacht Jan'SutrtS?* van Nes, alle Hooftofficieren van de vloote der fchen de vereenighde Nederlanden, verklaaren ende at- Ruiter en tefleren hier mede waar ende waarachtigh r* Laufon, zyn, dat wy in den jaare \66\. meteen grosd,en l\g 's Landts fcheepen, onder 't commandement vantll'L^i den voornoemden L. Admiraal de Ruiter, na-len. vigerende in de Middelandtfche zee, op Maan4agh den 18 Augufli ymet het voorfchreeve gros, en  348 Het LEVEN van den 1668. en eenige byhebbende koopvaarders, uit de Ooft zyn koomen zeilen naar de reede van de fladt Malaga, met voornemen omme van daar noch eenige andere Nederlandtfche koopvaardyfcheepen af te haaien, ende door het naauw van Gibraltar te geleiden, alwaar ook ten anker hebben vinden leggen een esquadre van Elf Engelfche Konings fcheepen, waar over het commandement ende de vlagge van bovenen voerde den Viceadmiraal Sr. Johan Laufon, tuffchen de welke ende de gezeide ftadt wy onze ankers mede in de grondt hebben gefmeeten, ende heeft den voornoemden L. Admiraal de Ruiter de gemelte Engelfche vlagge met elf kanonfcho ten gefalueert, waar op door den voornoemde n Sr. Laufon weder-mme met het zelfde getal van kart nfchooten is gerefalueert, zonder dat van d''een of d"ander zyde eenige vlagge geftreeken, of eenige andere ceremonie gebruikt is gewordin, als dat deeze voornoemde Opperhoofden malkanderenreciproquelyk door haare Kapiteinen aan boordt de vijite ende contrevifite hebben doen geeven, ende uitterlyk alle heusheit ende vriendfehap betoont end beweezen, ende des anderendaaghs 'sm rgem vroegh is het gemelte Engelfche esquadre fzeil gegaan, ende hebben ons aldaar ter reede gelaten: allegerende voor reden van wetenfehap, dat wy doenmaals a'le in de voorfchreeve aftie zyn prefent ge>veefi, ende de voorfchreeve falutatie ende refalutatie met eigene ongeil gezien, en^le met onze oor en gehoort te hebben, prefenterende 't zelve ten allen tyden, des noodt, en daar toe verzocht wezende, te re-  L. Admiraal DE RUITER. 349 renoveren, ende met folemneelen eede te Jler- 1668. ken: foirccnde der waarbeit hebben wy depofanten dezen met onze gewoon lyke handtteekeninge bevejïight in Rotterdam den 9 Juny 1668. Ende was onderteekent Michiel Adriaanszoon de Ruiter, Aart Janszoon van Nes , Jan Komeliszoon Meppel, Johan de Liefde, en Jan yan Nes. Onder dondt, In kenniffe van my ondergefchreeve Secretaris, en was geteekent J. A N D R I N G A. De bovendaande actie hebben mede bygewoont deeze onderftaande Officieren: zynde op dato noch alle in 't leven, De Heer Viceadmiraal Ifaak Sweers. Viceadmiraal Enno Doedes Star. Schoutbynacht Willem van der Zaan. Kapiteinen Leendert Haaxwandt, Hendrik Adriaanszoon, Jakob Komeliszoon Swart. . Weinig tydts te vooren verheughde zich de Jonker EnL. Admiraal de Ruiter over de vordering van gel de Ruizynen eenigen zoon Jonker Engel de Ruiter,ter werd die, nu negentien jaaren oudtmineenentwin-1?1 vatt tig daagen, den elfden van April, in de plaats veXorcn. van den overleeden Kapitein Henrik Gotskens, u jpr;j' by  35° Het LEVEN van den 1668. by 't Kollegie ter Admiraaliteit t'Amfterdain tot valt Kapitein werdt gekooren, en den dertienden, ten dien einde, in handen van den Heere Reede van Renswoudc den gewoonelyken eedt afley. Men gaf hem een nieuw fregat, genoemt het Wapen van Leyden, gemonteert met .... Hukken , cn bcmandt met tnegentigh koppen, met lad om zich naar Engelandt te begeeven, en den Heer Ambaf» Enmetcen fadcur Johan Meerman af te haaien. Hyquam fregat naar r\cn elfden van Tulius voor Gravefande op den Engelandt rr< , tt j 1 1 gezonden. ^ee1113 tcn anker. Van daar nam hy zyn reis Komt té ovcr landt naar Londen, daar hy aan 't Hof Londen, met veel betoogh van beleeftheit door de Wordt met Grooten werdt ontfangen. Hy ging met den veel heus-fjeer Meerman, den Koning, de Koningin* heit beie- j tt 1 tt • T &i gent. 110' en "art°gh cn Hartogmne van Jork , Prins Robbert cn den Grootkamerling be* groeten, en werdt van den Generaal Monk, den Heer Temple en Mylordt Craven met groote heusheit onthaalt. Elk zocht des vaders groote oorlogsdeughden cn hcldcndaadcn in deezen zoon, zyn levendig afbceldtzel, t'er* kennen en te vereeren. Met dat ooghmerk En van den werdt hy den eerden van Augudus door den Koning Koning, met dc gewoonlyke ceremoniën cn Ridder ge- plegbtigheden, Ridder gcflaagen , en zeer goedertierentlyk en gunftig bejegent, waar a' op hy ten zeiven daage naar Gravefande ver8 Aw tr°k' ^er een'gc daagen door tegenwindt opgehouden wordende, begaf hy zich onbckendt naar Rocheder cn Chattam, daar hy de fcheepen en werven bczichtighde, end'afgebrande wrakken van 't verlecdcn jaar in de dokken zagh leggen. Den negenden met den Am  L. Admiraal DE RUITER. 351 Ambafiadeur Meerman t'zeil gaande , quam i6<5gt hy den elfden voor den Briel. Niet lang daar na, in den jaare zedienhonderdt en negenentfeftigh, begeerde de Koning van Denemarken , Frederik de derde, die voor deezen den Heer de Ruiter met d'adeiyke waardigheit hadt vereert, zyne afbeelding. Zyne Majedeit was noch indachtig wat groote dienden hem die Zeeheldt ontrent Funen en elders hadt beweezen, en's mans achtbaarheit was doof de lede zeetochten en heldendaaden noch grooter in 's Konings oogen geworden. De L. De Ruiter Admiraal de Ruiter, zyn Majedeits begeerte^|n^yV niet dervende tegenftreven, liet zich uitfehil- J^ng aa"" deren, en zondt de fchildery naar Koppenha- den Kogen, daar ze door den Admiraal Koert Sie-ningvan vertszoon Adelaar aan den Koning (in 't by- Denemarzyn der Koninginne en veele Ryksraaden en^g ^ Hofedelen) werdt overgelevert. Zyn Maje- jefteits befteit ontfing het tafereel met geen kleen ge- geerte. noegen en vreugde, zeggende, dat het uit- 27May. neemendt wel gely kende, hem ten hooghften behaaghde, en dat hy lang hadt verlanght om de beeltenis van zoo groot een" Zeeheldt te moogen aanfehouwen, en zyn perfoon, deughden,' daaden en dienften daar by te gedenken. Ook toonde de Koning en de Koningin te dier tydt met veele erndige en vriendeiyke betuigingen, ten aanhooren van den Admiraal Adelaar en veele Grootcn, dat ze den Heer de Ruiter met een tcedre genegentheit beminden, en dat ze bereit waaren dat by alle gelegenthedcn aan hem en de zynen met 'er daadt te betooncn. Geen minder gunfl vondt hy ook, naa 's Konings overlyden , by zynen zoon  353 Het LEVEN van den 1670. zoon en navolger in 't ryk, Koning Chriftaan Koning den vyfden, die in den jaare mdclxx, op zyn d "T" verzoek' zvn huisvrouwen voorzoon, Kapiden ^e. tcm Jan Pauluszoon van Gelder, en zynenaafchenkt dekoomelingen ■> het recht van adeldom fchonk , Kapitein en een adelyk wapen vereerde: een eere daar jan Pau zommigen in Denemarken wel veertig ofvyfiuszoon tjduizendt ryksdaalders voor uitloofden, zonvan Cel- ,° , J , . T . ' . <-er ■> In gevolge , ende tot voldoeninge van aan den ,, de begeerte van Uwe Excellentie, ende het Ambafla- 55 briefjen dat ik met de laatft voorgaande poft deur yan ^ aan de zelve by provifie hebbe afgezonden, een*' be- " ^cnt deezen ten principalen (onder verbcheUende" teringe) tot antwoordt op de vragen in ofzyn ant- ■>■, dre, gelyk uwe Excellentie my die in deswoordtop,, fclfs miffive van den 10 Juny Icftleden, uit Lon-  L. Admiraal DE RUITER, 353 „ Londen gefchreeven, heeft belieft voor te 1670* „ ftellen. eeriige „ 1. Dat die van de ftadt ende hetKonink- vraagen* „ ryk van Tunis de vreede, die ikuitdennaa- „ me ende van wegens haare Hoog. Moog. „ 1662. daar mede hebbe gedooten, tot noch „ toe hebben geobfervcert; énde dat conform „ den inhoude van het tractaat, tuffchen dee- „ zen Staat ende die van Salé daar te vooreiï „ opgerecht, (voor zoo veel my bekent is) „ de ingezetenen dezer Landen aldaar noch „ worden gehandelt. „ 2. Vertrouwe dat die van Algiers nu ter „ tydt effeclivelyk hebben, ende in zee kort„ nen brengen de riombre van 32 a 34 roof„ fcheepen en fregatten, waar van i8gèmon„ teert zyn van 40 tot 38,36,34, 32 en 3oftuk„ ken, en de refterende van 28,26,24,22, „ 20,18,16,12 en 10 ftukken, behalven de ,, galeyen , die in den jaare 1664. doen ik „ jongft daar was, 6 in 't getal waaren, de,, welke mede met eenige zwaare ftukken ka„ non ende baffen zyn voorzien. ,, Dat tot Tunis 1662. acht diergelyke „ fcheepen en fregatten waren, gemonteert „ van 32 tot 30,24, 18 en 16 ftukken; maar „ ben bericht dat federt het getal vermeer„ dert is tot 12 a 14 fcheepen, Waaronder „ twee zyn die yder 40 ftukken voeren, heb„ bende noch daarenboven Ook vier galeyen; „ Dat die van Tripoli in den voorfchree„ ven jaare 1662. mede acht kapitaale fchee^ „ pen hadden, daar van den Admiraal lank „ was 142, ende wydt 43 hollandtfche! voeten, ende gemonteert met 56 ftukken en III. Deel. Z „ 26  354 Het LEVEN van den 1670. ■>■> -6 metaalè baden, den Viceadmiraal met „ 50 dukken en 20 dito haffen, den Schout- bynacht 46 ftukken, baffen naa proportie, „ ende zoo dc refte vervolgens, behalven dat „ ik geloof dat dit voorfchreeve getal nuook „ al is vergroot. ,, Alle drie dc voornoemde ftceden hebben „ abundantie van volk, zoo van Turken als „ Moorcn , behalven dc Rcncgadcn ende „ Chridencn flaven, die van verfcheiden na„ tien daar by worden gevoeght , voorna„ mcntlyk om de zeilen ende het gefchut be„ neffens de Mooren te helpen manieren, ge,, lyk zy dan ook haare fcheepen ongelyk fter„ ker bemannen als cenigh Chriftcn Poten„ taat die ik weet; maar als het haar daar aan „ eenighzins zoude moogen ontbreeken, dat „ zoude moeten wezen in de zoomer , als „ wanneer zy jaarlyks gewoon zyn, fpecia„ lyk die van Algiers, haare foldatesque te „ velde te employeren, omme de contribu„ tien van de Lariboflen ende Mooren op te „ haaien terwyle haar vruchten noch in 't „ veldt ftaan, ende als dan is ook haareequi„ page ter zee altydt op het gcringhfte, an„ derszins houden zy doorgaans haare gehec„ le maght in employ, maar eenige werden „ gebruikt tot affiftentie van den grooten Heer, „ andere naa de Levant tc koopvaardy, en„ de de reft op de kaap, dewelke dan opvcr„ fcheide tyden weder binnen koomen, over „ zulks kan ik het getal van die op de roof „ alleen werden uitgezonden niet pertinent begrooten, maar ftelle die circum circa &p „ twee derdeparten van haare geheele macht, » ge-  L. Admiraal DE RUITER. 355 „ gelyk zy nu ontrent deeze tydt ook wel in 1670. ,, zee gehadt hebben. „ 3. Zoude ik van gevoelen zyn, dat het „ genoeghzaam cnmoogelyk is de fcheepen ,, van die van Algiers achter haare moeilje te „ ruineren, het welke in den jaare 1655.met „ acht oorlogh- cn twee brandtfeheepen van ,,. dezen Staat, by my ook te vergeefs is ge- tenteert, niet tegendaande dat wel andcr„ half etmaal daar ontrent lagen , om de „ zaake tc effectueren, maar door ftilte waa„ ren genoodtzaakt genoeghzaam binnen een ,, kanonfehoot van de voorfchreeve moeilje ,, te moeten blyven leggen, zonder nader te ,, konnen koomen, en hebbe als doen ende „ op naavolgende tyden geobferveert, dat ,, alle fcheepen ende vaartuigen, die üitter „ zee koomen, ende achter de moeilje van „ Algiers bcgecren te zyn, den meeften tydt „ van 't jaar, als zy onder de loute van dé ,, ftadt koomen, die door deszelfs hooghté „ veroorzaakt wordt, een groote rnusket,, fchoot van de voorfchreeve moeljeincalm„ tc vervallen, en moeten dan verder, met „ boots of chalouppen voor de boegh, hun ;, naa binnen laten boeghfeeren , ofte met „ haare werptuigen naar binnen korten, 't „ welke uwe Exellentie wel kan oordeeleri dat traagh en langhzaam moet toegaan, en„ de dat tegens een ftadt aan die zoo wel met „ kafteelen ende gefchut is voorzien; behal„ ven dat door dit langh zammelen die van „ de ftadt tydt winnen, om, met het fpan„ nen van ketenen, ende leggen van vlotten Z 2 „ als  356 Het LEVEN van den léyo. ,, als anderszints, hun op haare defenfie te „ voorzien , in gevalle zy zulks te vooren „ niet en hadden gedaan, door dien men haar ,, te onverwacht op den hals moghte wcezen ,, gekoomen, het welke dan ook in den jaa„ re 1662. tot myn leetweezen, mede heb,, ben ondervonden den Heere Grave van „ Sandwits , ende andere vaillante Officie„ ren, weezende in diend van zyn Majefteit „ van Grootbritanje, want ik wenfche van ,, herten , dat diergelyk defTein , door de „ maght van eenigh Chriden Potentaat 011„ dernoomen, met beter fucces magh wer' „ den uitgewerkt, als Godt almachtigh my „ daar ontrent heeft believen te verleenen. ,, 4. Ben ik van fentiment, dat het bezet ,, houden van de ftadt Algiers te water, het gchcele jaar deur , met groot prykel gc,, menght is, door dien de fcheepen in de ,, winter, wanneer de winden uit den Noor,, den, Noordtoofttenooden,ende Oodzuidt,, 'oollen zeer flerk waaijen, ende de zee grof „ doen aanfchieten, aldaar een botte lager„ wal hebben, ende daar uit te verwachten ,, de zwarigheden welke die van Algiers 1662. „ in dc maandt van December zelfs hebben „ gevoelt, met het verlies van 14 van haare „ rooffchecpen, ende 7 prinfen, te zaamen ,, ecnentwintigh, die zoo voor als binnen de „ moeljc, door dyve Noordtoodelyke windt, ,, zyn gcbleeven. „ Maar genoomen dat men dit prykel over „ het hooft zagh, de fchaade daar uit te ver„ wachten hazardeerde, ende die van dedadt „ Al-  L. Admiraal DE RUITER. 357 „ Algiers door een lange blocade conftrin- 1670. „ geerde tot het fluiten van eenigh contract „ van vreede, zonder haar in haare navale „ maght te hebben befchaadight, zooenzul„ len zy hun daar aan niet langer houden ge„ reftringeert, ofte gebonden, dan tot dat „ zy de handen wederom ruim hebben, en„ de haare advantagie zien, gelyk daar van de preuves aan Vrankryk, Engelandt, ende deezen Staat, evidentlyk zyngegeeven. ,, 5. Zoo zoude ik oordeelen, dat met kruifTen op de voorfchreeve Barbarifche 5, rooffcheepen haar de meefte fchaade zou■)•) de konnen werden toegebraght, ende het 55 equipceren moede gemaakt, obfcrverende, 55 tegens haare wel bezeiltheit van fcheepen, 55 dat men onze fcheepen , inzonderheit te« gens den avondt, wel van den anderenver» fpreidt, ende met klein zeil laat leggen in ■>■> 't vaarwater daar men vermoedt dat zy te •>■> verwachten zyn, wanneer dan des nachts, 11 of des morgens vroegh, een of meer ge55 waar worden , zoo maakt men (naar ge55 daan fein) daar op gelykerhandt jacht, en5j de op dusdanige maniere hebben wy hun 55 dikmaals diermate in de neep gekreegen, 55 dat zy het over geen van beide boegen kon55 den ontleggen, maar genoodtzaakt waaren 55 met d'een of d'ander van ons te flaan, of 55 tegens de wal te ftranden, ende aldus heb55 ben wy veele van die roovers geruineert; 55 waar toe ons ook geholpen heeft de vry55 heit, by inflruftie van den Staatgegeeven, 55 dat wy niet en waaren gelimiteert aan ee.n z 3 55 vaft  358 Het LEVEN van den 1670. ,, vaft diftrict, maar, naa gelegentheit, van ,, plaatze mochten veranderen , omme het „ vaarwater alomme, zoo veel doenlyk was, „ te bevcilcn. ,, 6. Wanneer men hier te lande conti„ nueert in 't maaken ende doen onderhou„ den van goede reglementen op de montu„ re ende bemanninge van dc fcheepen, dc „ Middelandtfche zee bevaarende, het for„ meren van Admiraalfchappen, ende mede geeven van derke convoyen, even gelyk „ uwe Excellentie dat belieft voor te dellen, , dat ook een zeer goedt werk is, zoo ben „ ik van gevoelen, dat het de Barbaren in 't „ eerfl wel wat van het gewoonelyke voedt„ zelzal onthouden, maar merkende dat men „ door dit middel haar als dc keel tracht toe ,, te binden, zoo en twyffcle ik ook niet dat ,, zy hun zuilen ontzien, volgens de com,, moditeit die hun de nature geeft, van haa„ re maght te zamen te trekken, esquadres „ te formceren, ende daar mede onze con„ voyen te attaqueeren, ende wat apparentie ,, als ze zoo fterk koomen, dat zy dezelve „ niet en zouden vermeefieren, want de ty„ den van het uit ende t?huis gaan der Chris„ tenen fcheepen, in de Middelandtfche zee ,, traffyquerende, zyn haar bekendt, oftekon„ nen daar van altydt kenniffe bekoomen ; derhalven dunkt my, dat kruidende fchce,, pen deBarbaren meerder ontzagh zullen gec-. ,, ven, en fchoon dat die wat kodelyker val,, len , zoo blyven de convoyen , dewelke ?, dan zoo zwaar nict behoeven te zyn, ge- „ affeu-  L. Admiraal DE RUITER. 359 „ alTeurecrr, ende den Staat ontrent die Bar- 1670. ,, baren ende andere Potentaten in reputatie „ geconfervecrt. ,, 7. Dat de Engelfche fcheepen , over„ deekende van de kude van America, Ter,, rcneuf, de Canarifche, Vlaamfche, ende „ andere daar ontrent gelegen eilanden, om „ te loopen in de Middelandtfche zee, hun „ zelvcn noodtzaakelyk in prykel moetenftel„ lep van de roovers, die hun buiten het „ naauW van Gibraltar , op hoope van een „ goede prinfe, begcevcn ende onthouden, „ is zeeker, want het vaarwater aldaar te „ wydt ende te breedt is, ende haare kom„ den te onzecker, om de zelve door eenige „ kruidende fcheepen waar te doen neemen, „ ende in dc baay van Kadix of onder Tanger ,, tc geleiden, maar een van die beiden op ,, haar eigen rifico bekoomen hebbende, zoo „ lange de vreede tuffchen Engelandt ende „ Spanje flandt houdt, anderszins Tanger al- leen, zoo zouden zy aldaar konnen verza„ melen , goet convoy ofte compagnie af,, wachten, ende ondertuffchen verneemen, „ hoe, ofte waar dat hun de Barbarifche Cor,, fairen onthoudende zyn, ende hun daar naa ,, verder regulccren. „ 8. Zoo wanneer tuffchen deezen Staat „ ende Engelandt wierde geconcerteert, ge,, lykerhandt offenfive te ageren, totfuppres,, fie van de refpeétive Barbarifche roovers, „ in de Middelandtfche zee, of daarbuiten , „ graderende, dat zoude myns oordeels be„ quamelyk konnen werden geëffeclucert met „ de nombre van 24 van de beft bezeilde Z 4 „ fchee-  36b Het LEVEN van den 1670. „ fcheepen ende fregatten, te weeten, 8 ge„ monteert van 60 tot 50 ftukken, 8 van 50 „ tot 44 ftukken, en de refteerende 8 van 40 „ tot 36 ftukken, alle naa behooren bemant „ en geprovidcert, waar mede ontrent ofte „ in de Middelandtfche zee gekoomen zyn,, de, zoo en zouden de zelve niet dienen te „ combineren , ten waare dat het de noot m vereifchte , maar ieder esquadre een di„ drift apart moeten werden geprevigeert, „ om dat te zuiveren, ende om daar ontrent „ de onluflen ende jalouiien te evkeeren, dat „ den eenen niet meer advantagic of disadv vantagie als den anderen zoude moogen ge„ nieten, of werden geverght, zoude kon„ nen werden gedipuleert,'naa het verloop ,, van eenige maanden van de voorfchreeve „ diflriclen te -verwifTelen , ende hier door „ zoude ik achten dat de Barbaren in 12 a 15 „ maanden tot reden zouden konnen werden „ gebraght. „ Maar in cas het wierde goedtgevonden te „ zamen maar dcfenfive te gaan, zulks zou„ de myns oordeels niet wel anders konnen „ gefchicden dan het tegenwoordigh werdt „ gepraftizeert, namen tl yk , dat de koop„ vaardyluiden van wederzydts natiën, onder „ des eenen of des anderens convoy begee,, rende te zeilen, daar onder naa vermoogen „ zullen werden geprotegeert, ende gecon„ duifeert, voor zoo veel den Kommandeur „ van het convoy zulks buiten prejuditie van „ het convoy zulks buiten prejuditie van de „ fcheepen van zyn eigen natie eenighzins „ zal konnen doen. „ 9. Hier  L. Admiraal DE RUITER. 36*i „ 9. Hier op meine ik uwe Excellentie in 1670. ,, 't voorendaande zede articul myner beant„ woordinge te hebben gcdient, ende hebbe „ ook dikmaals aan de Heeren van deRegee„ ringc deezer Landen, daar het occafie gaf, „ vermaandt, dat dc Middelandtfche zee niet „ buiten kruidende fcheepen van deezen Staat „ en behoorde te werden gelaaten, ten*Fe„ fpecte dat zulks zoowel tot haar eigenpre„ juditie in tyden ende wylen zoude koomen „ te (trekken, als tot die van de gemecne „ Chriftenheit, ende dat het zullen beklaa,, gen wanneer het niet zoo gemakkelyk zal „ weezen te rcdrelfceren, ende dit puir tot ,, ontlaltinge van myn gemoedt ende plicht. „ 10. Hier op verklaare ik, gelyk het uwe ,, Excellentie wel gevat heeft, dat het een „ het ander heeft geholpen, ende gelyk dc „ ingezetenen deezer Landen hebben gepar„ ticipcert aan het geluk, dat de Franfchcn „ ende Engelfchen confiderable zeemaghtcn ,, onlanghs in de Middelandtfche zee' heb„ ben gehouden, zoo hebben die ende ande„ re natiën in voorgaande jaaren ook voor„ deel genootenvande fcheepen die aldaar we„ gens deezen Staat zyn geëmployeert ge„ weed; doch d'Engelfchen vreede maken„ de met die van Algiers, gelyk de Fran„ fchen hebben gedaan, ende deezen Staat „ daar mede in oorlogh blyvende, zoo zou„ den des zelfs ingezetenen ongelyk meerder „ prykel loopen, als wanneer dat Engelandt „ refolveerde neffens de vereenighde'Neder„ landen defenfive te gaan. ,, Dit is het waar mede ik uwe Excellen^5 tie  36a Het LEVEN vatï dei 1670. Verrichting van den L. Admiraal van Gent tegens zes Algkrfche rooficheepen. 28 Aug, „ tic maar hebbe wceten te dienen, hoopen„ de dat de zelve de goethcit zal believen „ te hebben van het geene niet wel gevat „ zoude mogen weezen, naa zyn groot en „ ryp oordcel, tc vergoeden: ende waar ik „ de" zelve in deeze of andere gelelentheit „ verder kan behulpzaam zyn, ben ik, des „ vermaandt zynde, altydt bereidt, als zynde, ende blyvende, Weledele geftrenge lieer, Uwe Excellenties, Ootmoedige Dienaar. Daar op zagh men een vloot Nederlandtfche oorloghfeheepen onder 't beleidt van den L. Admiraal van Gent, en een vloot Engelfchcn onder den Viceadmiraal Allen, noch den zeiven zoomcr in de Middelandfche zee tegens dc roovers van Algiers kruiden, tot dat van Gent met zyn fchip, cn drie fcheepen onder de Kapiteinen Joolt Vcrfchuur, Thomas Tobias. cn Dirk Schcv. zes Turkfche rooffchecpen van Algiers in 't gezicht krecgen, en vier daagen naajoegen, tot dat ze van vyf Engelfche fcheepen, onder Kapitein Bits, werden geduit, en eindclyk door de Nederlanders, van d'Engelfchen trouwelyk geholpen, naa een gevecht van vyf of zes glaazen, by nacht aan drandt gejaaght, en's anderendaags verovert en verbrandt, d'overgeblevene Chriden flaaven daar eerft uithaalendc cn vcrlofiendc. Het zevende rooffchip van  L. Admiraal DE RUITER. 363 van Algiers was 'c ontzeilt. Te deezer tydt 1670. begoden zich weer eenige donkere wolken van onluften en zwaarigheden, eerd ten aanzien van Vrankryk, en daarna van Engelandt, tegens den Ncderlandtfchen Staat te vertooncn, dic daarna in een fchrikkelyken oorlogsftorm uitborltcn. De Koning van Vrankryk, Onluften zich in zynen toclcgh op de Spaanfche Ne-met Vrank, derlandcn, door de'Triple alliantie, of het ryk, en drievoudigh vcrbondt, tufichen Engelandt;J"™5™£ Ncderlandt cn Zwecdcn, ziende geduit, nam b" een groote onwil op tegens dc Staatfche regeering, als aangelcit om de Koningen, en hunne onverzaadelykc daatzucht, in tc binden. Hy hadt den Nederlandcren zedert eenigen tydt den voet ontrent de zeevaart en koophandel dwars gezet, en met vcelcrley bezwaarniffen van 't beladen der waaren, en 't vatgeldt, 's Landts ingezetenen gedrukt. Hy liet ook alle middelen aanwenden om de Triple alliantie te verbrecken: poogende alles aan te leggen om Engelandt, cn veele andere Vordcn', .aan zyn zyde tc krygen, cn dan de vcreenigde Nederlanden gezaamentlyk op het lyf te vallen. Dc vriendtfehap der Nederlanden met Engelandt dondt ook op lofie gronden: de fpyt van Chattam, cn 't belang der zeevaart cn koophandel gaf altydts dof tot misnoegen en vyandtfehap. Men zondt de Hartoginne vanOrleans, zufler des Konings van Grootbritanje, met eenige Franfche Heeren verzelt, in de maandt van Junius, in Engelandt, die men meent dat daar den wegh baanden tot het vernietigen der Triple alliantie, cn 't vcrbondt zedert tus- fchen  364 Het LEVEN van den 1670. fchen Vrankryk en Engelandt, tot naadeel van den Nederlandtfchen Staat, geflooten. In 't eindt van 't jaar verftondt men dat de Koning van Vrankryk met een maghtigh leger in de voortydt des volgenden jaars naar Duinkerken zou trekken. De Heer Pieter dc Groot, te dier tydt Ambafiadeur van deezen Staat in Vrankryk, quam daar over in gefprek met den Maarfchalk van Turenne, dic tot hem zeide, dat hy hoopte dat de Staat zich in fiaat van tegenweer zou ftellen. Ook zeide dc Heer Lionne te dier tydt tegens den Ambafiadeur de Groot, dat de Koning tegens de Staate niet zou doen, maar het traclaat nadioomen. Men begoft tc Stokholm voor te geeven, dat Zweeden niet gehouden zou zyn deezen Staat by te fpringen, als Vrankryk die, onder eenig ander voorgeeven dan de Triple alliantie, zou willen beoorloogen. 1671. Daar op volgde, dat men in't begin des jaars zeflienhonderdt eenentfeventig, naa dat men vergeefs hadt geklaaght over de belafting der Nederlandtfche waaren in Vrankryk, het inbrengen der Franfche brandewynen en manufacturen in de Nederlanden by plakkaaten verboodt: met hoope, dat men door dit a Jan. middel, 't welk tot groot nadeel der ingezetenen van Vrankryk ftrekte, den Koning tot nader en beter bezinning zou brengen. Voorts werdt beflooten, dewyl men vreesde dat de Koning van Vrankryk met zyn toght naar Duinkerken iet in den zin hadt tot naadeel der Spaanfche Nederlanden, een zoomervloot De Heeren van ecn mcrkelyk getal oorlogfcheepen, freStaatcnbe-gatten en branders, onder't beleidt van den L.  L. Admiraal DE RUITER. 36*5 L. Admiraal de Ruiter, in zee te brengen, 1671. en op des Konings beweegingen een waakendt fluiten een ooge te houden. Ook lieten de Heeren Staa- oorl°gsten by den Koning van Grootbritanje ontrent de(r°j°n" $ dien tydt aanhouden, om ook, nevens hen, Ruiter in ten dien einde een vloot in zee te brengen, zee te om alzoo gezaamentlyk te ageeren, en de brengen. Triple alliantie te handthaven en flaande te houden. Maar in Engelandt liepen de gedachten op geheel andere zaaken. In 't einde van May begaf zich de Ruiter naar Hellevoetfluis, om d'oorlogfcheepen uit de Maas in zee te brengen, en daarna d'andere uit Texel en Zeelandt by zich te verwachten. Daarna ontfing hy zyn indructie, of bericht- 5 fchrift, van de Heeren Staaten, vervaatende eenige artykelen, daar hy zich, geduurende deeze toght, naar hadt te richten, luidende gelyk volght. Extract uit het Regider der refolutien van de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenighde Nederlanden. Mart is den s Juny 1671. Is gehoort het rapport van de Heeren Schim- Infiruclie melpenningh, ende andere hare Hoog. Moog. l"0^™ Gedeputeerden tot de zaaken van de zee, heb- raal de bende, in gevolge ende tot voldoeninge van der Ruiter. zeiver refolutie commifforiaal van den 23 May lef leden, geconcipieert ende op 't papier gebraght, tot in/iru&ie voor den L. Admiraal de Kuiter, ende de verdere hooge ende andere Be-  3ó"6 Het LEVEN van den 1671. Bevelhebberen over de vloote van de bewuftc extraordinaris equipagie, daar op alvooren ingenoomen hebbende de conftderatien van den zeiven L. Admiraal de Ruiter, ende van den L. Admiraal Bankert, de poinhlen ende articulen hier naa volgende. Eerftelyk, Dat de gereede fcheèpen van de refpeclive Kollegien ter Admiraaliteit ten allerfpoedighften, met den eerften bequaamen windt ende weder, haar zullen begeeven uit de zeegaaten deezer Landen tuffchen de Blaas ende Oofleude excluis, om aldaar tevergaaderetl ende in te wachten de fcheepen die fuccesfïyelyk door de refpeclive Kollegien derwaarts zullen werden gezonden, om met den anderen te conjungereiu II. Over de voorfchreeve vloote werdt als Opperhooft geftelt, omme cn Chef te commandeeren, Michiel Adriaanszoon de Ruiter, L. Admiraal van Hollandt en Weftvrieflandt, ende onder de zelve Adriaan van Trappen, gezeit Bankert, L. Admiraal van Zeelandt, den L. Admiraal Aart van Nes, den L. Admiraal Willem Jofeph van Gent, Hans Willem van Aylua, L. Admiraal van Vrieflandt; de Vicëadmiraalen, de Liefde, Sweers, Kornelis Evertszoon ende Enno Doedes; ende de Schoutenbynacht, Jan van Nes, Jan de Haan ^ Jan Matthyszoon Vlugh ende Brunsvelt; doch of het gebeurde dat den gemelten L. Admiraal de Ruiter iets menfchelyks moghte overkoomen^ ofte wel dat hy by ziekte, ofte andere ongelegentheit, het commando over de voorfchreeve vloote niet en zoude konnen exerceren, zal by des zelfs affterven, (des Godt verhoede) of in cas  L. Admiraal DE RUITER. 36? cas van de voorgezeide ongelegentheit', ofte ah- 1671. fentie, ófe voornoemde vloote, perfoon ofte Opperhooft, commanderen den voornoemden L. Admiraal Aart van Nes: ende by des zelfs overlyden, ongelegentheit ofte abfentie, X. Admiraal van Gent: de voorfchreeve vloote by het gemelte Opperhooft te verdeelen, ende onder alzulke esquadres te brengen, ah hy zal koomen goedt te vinden. III. De voorfchreeve fcheepen in V voorfchreeven difiricJ een begin van verzamelinge maakende, ende de refl verwachtende, zullen hun by daagh houden onder zeil, ende 's nachts ten anker, de wal in V gezicht, zoo naa als behoudens zeemanfchap zal konnen gefchieden, ende door bekommeringe van een lagerwal moetende ruimen, niet verder fzee loopen als den noodt vereiffchen zal, ook terftondt wedcrkeeren zoo haaft als de zelve noodt zal gekoomen weezen te cefferen, exercerende middelerwyle geftadigh haar ophebbende fcheepsvolk in feheepsyyerk ende a&ien van oorloge, om in alle voorvallen des te bequamer gevonden te werden, ook in alle occafien hun in goedt poftuur ende yeerdigh houdende. IV. Ende of, boven vermoeden, moghte gebeuren dat ze, alzoo kruiffende aangedaan wier den van eenige fcheepen van oorloge, zullen verdacht weezen wel op haar hoede te zyn, maar nochtans zorghvuldelyk yermyden alle actiën van hoftiliteit, conferverende alleenlyk het refpeB van den Staat, naar V ordinaris gebruik van zeemanfchap, tuffchen geallieerden of neutralen gepleeght werdende; ende of dies niet tegenftaande van de andere zyde eeni-  368 Het LEVEN van den 1671. ge hoftiliteit moght e werden getenteert ofte gepleeght, V zy tegens haar, ofte tegens eenige fcheepen de ingezetenen van deezen Staat toehehoorende, zullen zich zelve ende de voorfchreeve fcheepen niet alleen vigoureufelyk defenderen, nemaar d'attaquanten zelve bevechten, veroveren, ofte ruineren, is V doenlyk, hun daar inne quytende als eer- ende cedtlievende foldaaten ende zeeluiden toebehoort, ende van de zelve refpeclivelyk werdt verwacht. V. Zullen mede, in gevalle, binten venmoeden, eenige fcheepen van oorloge, of andere vaartuigen, of gewapent volk, moghten onderneemen eenige havenen ofte de kuft en deezer Landen vyandtlyk aan te doen, de zelve attaquanten van gelyken bevechten, veroveren, ofte ruineren, is V doenlyk, hun daar inne quytende als vooren. VI. Ende in gevalle, boven vermoeden, eenige Officieren ofte Kapiteinen van V Landts vloote in zee, ofte anderszins, eenige wandevoiren moghten komen te pleegen, zoo werden de meergemelte L. Admiraal ende zyn fcheeps Kryghsraadt geauthorifeert by deezen, om daar over recht ende juftitie te adminiftreren, ende te decreteren fufpenfte, caffatie ende andere ftraffen, tot de doodt toe incluis; tot welken einde den Fifcaal van V Landts vloote werdt geordonneert, goedt regardt op de comportementen ende devoiren van een yegelyk te neemen, en tegen de nalatige, conform den artykelbrief en ordre van V Landt, zonder eenige verfchooninge te procederen. VII. De voornoemde L. Admiraal zal ook gehouden zyn goede toeverzicht te dragen, dat VLandts  L. Admiraal DE RUITER. 369 V Landts kruit, door fchooten van eere ende 1671» recreatie, niet onnuttelyk gefpilt ende verquift en werde; ende en zullen der halyen geene van de Opper- ofte andere Bevelhebberen van de voorfchreeve vloot, V zy binnen, V zy buiten gaats, vermoogen eenige fchooten van eere of van recreatie te doen, zonder praealabel fein van den voornoemden L. Admiraal, op de verbeurte yan vyfentwintigh guldens voor ieder fchoot yan eere ofte van recreatie, die zy luiden buiten zoodaanigen fein zullen hebben gedaan, d'eene helfte van de voorfchreeve vyfentwintigh guldens te gaan ten behoeve van den Fifcaal van de voorfchreeve vloote, ende d'andere helft ten behoeve van den armen, daar vooren de voornoemde Opper- ende andere Bevelhebberen aanflondts paratelyk zullen werden geëxecuteert; des zal den voornoemden Adyocaat Fifcaal gehouden zyn van de voorfchreeve boete pertinente notitie te houden, en aan de refpectiye Kollegien ter Admiraaliteit yan de voorfchreeve helfte yan dien reekeninge te doen; ende zullen de gemelde Kollegien ter Admiraaliteit daarenboven aan het maandt ende koflgeldt yan de voorfchreeve Opper- ende andere Bevelhebberen korten de waardye van het kruit, dat alzoo by haar door fchooten van eere ofte yan recreatie verfchooten zal zyn: zal ook V gemelte Opperhooft niet vermoogen eenige fchooten van eere ofte van recreatie te doen, ofte laten doen, dan voor vreemde fcheepen, hooge Perfonagien, in welkers regardt de eer van het Landt V zelve zoude moogen koomen te vereiffchen, de Heeren Gedeputeerden uit haar Hoog. Moog yergaaderinge, oft& HL Deel. Aa van  3.70 Het LEVEN van den 1671. van de Heeren Staaten van de refpeclive Provintien, als mede uit de refpeclive Kollegien ter Admiraaliteit, zoo wanneer de zelve' Gedeputeerden uit haar Hoog. Moog. yergaaderinge van de Heeren Staaten van de rejpeclive Provintien, ofte uit de refpe&ive Kollegien ter Admiraaliteit, met eenige commiffe ofte laft derwaarts gezonden zullen zyn, om V een of V ander aldaar te verrichten, en anders niet; ende zoo wanneer de voorfchreeve vloote niet hy den anderen verzamelt, maar gefepareert zoude moogen zyn, V zy buiten, 7 zy binnen gaats, zal het Opperhooft van ieder van de voorfchreeve gefepareerde esquadres daar ontrent gehouden zyn de zelve ordre te ftellen, ende zulks 't geen hier vooren is uitgedrukt in ieder van de voorfchreeve gefepareerde esquadres, 't zy buiten, V zy binnen gaats, mede geobfcrveert moeten werden. 'VIII. Ende cf buiten deezen allen ietwes mochte voorkoomen daar van deeze inftruciie niet en mentioneert, ende V voorgemelte Opperhooft door haar Hoog. Moog. middelerwyle door aanfchryvinge niet en zal wezen gelaft, zal den zeiven, de zaake geen uit ft el lydende, met advys van den Krygsraadt, of den tydt niet toelaatende den Krygsraadt te convoceren, alleen refolveren, executeren, ende doen executeren V geen ten meefien dienfte van den Lande bevonden zal werden te behoor en; ende op dat daar inne met des te meerder kenniffe zal konnen werden geadvifeert, zal copye van deeze inftruciie , ende alle andere ordres, hier naar te volgen, die geen byzondere fecreteffe en vereiffchen, om by 'i Opperhooft alleen  L. Admiraal DË RUITER., 371 genie fnageert te werden, geftelt werden in i6fu handen van alle de kommanderende Officieren, die door den gemelten L. Admiraal, ofte den kommanderende Officier, tot den Krygsraadt beroepen zullen werden. IX. Hetgemelte Opperhooft zal ook van tydt tot tydt aan haar Hoog. Moog. geeven advertentie van V geen in de voorfchreeve vlootezoude moogen voorkoomen, eenige conftderatien meriterende. Ende zullen de voorfchreeve articulen denmeer gemelten L. Admiraal verhandtrykt werden , ende de refpeclive Kollegien ter Admiraaliteit Joegezonden werden, om de Hooftofficieren ende Kapiteinen van hunnen refforte dien volgende te laften ende inftrueren, met ordrè omme zich puncluelyk daar naa te reguleer en, ende voorts ten fine als in de voorfchreeve articulen vermeldt. JOHAN de WIT. \h Accordeert met het voorfchreeve rógifier. GASP. FAGEL 'T liep noch aan tot den achtflen van Junius eer de Ruiter met etlyke Maasfcheepen in zee liep, en 't zeil ging naar de verzaamelplaats der vloot tufichen de Maas en Odcnde. De jonge Adelaar, Schoutbynacht van De- De jonge nemarken, zoon van den Deenfchen Admi-Adela" raai Koert Sieuwertszoon Adelaar, quam te'.j*"^* deezer tydt by de Ruiter, met een brief van wegen zyn Majefteit van Denemarken, by 't Aa 2 weik  8f4 Het LEVEN van den 1671. welk verzocht werdt, dat hy, ter begeerte van den Koning, op deezen toght op de Ruiters fchip zou vaaren, om onder zyn oogen het fcheepsbeftier en den oorlogh ter zee te lecren: dewyl zyn Majefteit hem voor een van de befte Admiraalen ter zee hieldt, die in de gehecle werelt waaren te vinden. Den veertienden der maandt zagh men den L. AdVan Gentmiraal van Gent, en den Viceadmiraal Enno voegtat Docdes Star, met ettelykc Amfterdamfche d'Amfter- fcI.iecPcn •> zicIï ontrent vier mylen van Oodamfche ftende .by de vloot voegen, die 's anderenfcheepen daaghs in Schoonevcldt in twee esquadres by'sLandts werdt verdeelt, in maniere als volgt. Het vloot. eerfte, onder den L. Admiraal de" Ruiter, beftondt uit negen fcheepen cn drie fregatten van oorloge, drie branders en drie advysjachten: en 't tweede, onder van Gent, uit gelyk getal, t'zaamen zesendertig zeilen. Jonker Engel de Ruiter, onlangs te vooren by 't Kollegie ter Admiraaliteit t'Amfterdam tot Kapitein gekooren, voerde nu 't fchip Stadt en Lande, en was met van Gent in de vloot gekoomen, om den Staat onder zyn vaders Insgelyks oogen te dienen. Daarna werdt "de vloot Bankert. noch door de komft van den L. Admiraal Bankert met de Zeeuwfche en andere fcheepen verfterkt. In de maandt van Julius hadt de vloot met veel hardt weder tc worilelcn, waar door etlyke kabels en ankers werden verlooren. De Ruiter onthicldt zich meed in Schooneveldt, in 't gezicht van Wedkappel, en ook tuftchen de Maas en Ooftende zeilende of ten anker leggende, naar gelegentheit van zaaken, of weêr en windt: al- tydts  L. Admiraal DE RUITER. 273 tydts wachtende op d'ordre van den Staat. 1671. Ook liet de Ruiter, geduurende dit kruiden De Ruiter ontrent 's Landts kuilen, de fcheepen zich oent"ent tie meenighmaal oeffenen, om op zyne feincn iny'00t,om , 0 ., 7 r J .m ordre te ordre en rang te zeilen, te wenden en te kee- zeilen als ren, als of men daags waar geweed. Dus 0f men in zocht hy de Kapiteinen en zeeluiden, door gevecht geduurige oeffening, aan zyne vechtordres te waare. gewennen: op dat ze zich daar van in tyden van noodt moghten bedienen, om met voordeel te vechten. In 't eerft werdt de Ruiters ordre ontrent het zeilen en zich te rangeeren by zommige fcheepen niet wel waargenoomen: waar op hy eenige Hooftofficieren en Kapiteinen aan zyn boordt beriep, en hun aanwees waar in dat zc hadden gemift, met ernftige vermaaning van dat tc verbeteren: gelyk ook zulks daarna beter werdt achtervolght. Den achtftenvan Julius ontfing den L. Admiraal de Ruiter, by aanfchryving van hunne Hoog. Moog. ordre aangaande het viétualieren van 's Landts vloot, om tc konnen zee houden tot den laatften van Oélober. Daar op werdt by de drie L. Admiraalen, de Ordre ge Ruiter, Bankert en van Gent, goedtgevon- fte't0P«et 11 'O o VIctUflilG- den, dat men zou volgen zeekeren voorflaghren van de door't Kollegie ter Admiraaliteit t'Amfterdam vioot. aan haare Hoog. Moog. met een brief, den 8 lui. derden deezer maandt, gedaan: te weeten, dat de fcheepen van Amfterdam een keer tot voor Texel zouden doen, en aldaar buiten gaats hunne victualie inneemen: en die van Rotterdam desgelyks in zee voor de Maaze. Dat ondertuffchen de L. Admiraal Btnkert DeRotterAa : met  374 Het LEVEN van den 16*71. met d'overige fcheepen, tot vyf in 't getal, «kmiche op de rendevous zich zou blyven onthouden fcheepen t0E LJe wederkomft der andre fcheepen. Dit dien'einde wer^z zonder uitdel in 't werk geftelt f. En naar de den vierentwintighden der zelve maandt quaa-» Maaze, en men al de Rottcrdamfche en Amdcrdamfche ö'Amiter- fcheepen weer by den L. Admiraal Bankert, damiche ontrent vyf mylen van Weftkappel: uitge' ïojoderdt Jonker Jan van Gelder, die laft De vloot hadde om de gemaalin van den Heere Pomtoait weer pone naar Diepe te brengen: en Jonker Enby den an-gel de Ruiter, die binnen Texel onder de deren, Vlieter was gcloopen, en, vermits lekkagie van 't fchip Stadt en Lande, op het fchip Oofterwyk zoude overgaan. Ook was de Viceadmiraal Star noch voor gaats van Texel blyven leggen, daar hy zyn victualie ver-. s8 /»/ wachtte. Daarna quaamen d'andre Vriefche en de Noordthollandtfche fcheepen weêr by de vlag, ook noch etJyke fcheepen die nu eerft in zee waaren geloopen. Waar op de vloot in 't kort beftondt in zesenveertigh fcheepen en fregatten van oorlogh, tien ad-, vysjachten en zes branders, in alles twee-= Verdeelin? ëntïeftig zeilen, die in drie esquadres wer-i der vloote. den verdeelt: gelyk te zien is uit de volgen-, de lyfte, Lyft van Lyfte van 's Landts vloot, totnaar^ s Landts ^er orcire kruidende tuffchen vioot-* de Maas en Ooftende. Esquadre van den L. Admiraal de Rui-, ter, Opperhooft der vloote, voeren*  L. Admiraal DE RUITER. 375 rende de wimpel van dc groote 1671. ftcnge. Officieren. Schecpen. mat.fold.ftukk. R. L. Admiraal is Ruiter. De zeven Provinciën. 400. 86. 80. J, EsquaR. L. Admiraal van Nes. D^Eendraght. 290. 72. 70. j„ nnrlpr R." Viceadmiraal de Liefde. biMaagbtvan Dordr. 270. 63. 66. j £ . W.Schoutbynacht Vlug. Monnikendam. 2(8. 73. 64. c'e ">-ulter. K.Kap.Laursns Dav .v.Konv. Groot hollandia. 240. 46. 60. A.Engel de Ruiter. Oofteriyyk. 218. 48. 52. R. 'jan van Braakel. fVaffenaar. 2!o. 35. 54. K-Jan van Gelder. Noordtbojlandt. 175. 40. 44. R. Niklaas Naalhout. Zeeland ia. 150. 30. 44. fi. Pieter Klaasz. Wynberg. juftina van Naffau. 200. 43. 64. N. Kornelis Jakobsz. de Boer. 'tlVapen van Hollandt. 160. 54. 48. N. 'ja" Kroot. ,t Wapen van Alkmaar. 186. 56. 62. Fregatten. R. Philips van Almonde. Harderzvyi. 95. 20. 30. A. Volkert S-.vart. De Haas. 80. 20. 24. K..Iiloyfcs IVichmans. Schiedam. 65. 20. 24. Advysjachten. A. Kornelis van der Zaan. De Galcy. 50. - - 12. R. Piet. Dirksz. Drooghart. 't Galjoot St. Paul. 7. - - - . W.Kornilis i ir.k. 't Galjoot Rour.n. 7. N.Gondert Pieterszoon, 't Galjoot de Prins. 7. - - - - Branders, R. Kornelis van der Boeven, \iornicbem. 27. - - 6. A. Hendrik Hendrikszoon. Velfen. 20. - - - - R. Dirk de Monnik. Swol. 20. -- 4. Esquadre van den L. Admiraal Adriaan van Trappen, gezeit Bankert, voerende de wimpel van de voorftenge. 7..L. Admiraal Bankert. Z. Viceadmiraal Evertszoon. V. Viceadmiraal Star. Z. S. bynacht Jan Matihysz. V. Schoutbynacht Brunsvelt. Z. Kap. Adriaan v. Kruiniug. V. Jan Vyzelaar. Z. Dirk Jobszoon Kicla. V.Tde Hilkes Kolaart. V.Wytze Beyma. 7..Salojuon la Sage. y.JooJI- Michielszoon Kuilt. Z. Kernei. Evertsz. de Jonge. Walcheren. ISO.155. 70. TJ, Esqila- Zierikzee. 149.121. 60. , " j Groeningen. 276. 54. 70. dJS °nder Domburgi. 135.100. 60. BatllCert. Pri?isHendrikKafimier.l67. 84. 74. Veere. Ooftergo. Dordrecht. Weftergo. De Steeden. Delft. De Windtbondt. Vitrecht. Aa 4 97- 127. 100. 112. 106. 76. 66. 100. 86. 50. 81. 60. 85. 4777- 56. 72. 50. 45. 32. 22. 28» 75- 48. Fre-  37é Het LEVEN van den 1671. z. Willem Heudrikszoon. n. Airiaan Berkhout. k. Jan Maav.w. z. Kornelis Holla. v. Laurens Jakobszoon. Fregatten. De Vifchers Harder. 55. 45. I4, £»ri*M«. 87. 33. 14. Mtrctinus. 8p. 25. 24. Advysjr-ehten. De ftia-rw Tjdtve-dr\ f. 22. -- 6. V Ga//, 'ƒ # ti. ft-hff. 6. - - Esquadre van den L. Admiraal Willem Joleph van Gent, voerende de wimpel van de kruisdenge. Gent. III. ES- A. L. Admiraal van Gent. quadre Oll- A. Viceadmiraal üvecers. der van A- Scboutbynacbt de Haan. A, Kaf nemen Dirk Sebey. A. <-jcofi Verfcbanr. A. J,.lob Binkes. A. Niklaas Verfebocr. A. Hendrik van Tol. A. Thomas Tobiaszoon. A. Jakob Berkbout. N. Jan Dik. K. Gerrit Boos. A. Ifaak Uiterwyk. A. David Swcrins. A, Jan Gyzels van Lier. A. Pieter Dekker. A. Jan de Jong. A. Rucmer Vlak. A. Pieter Kornelisz. Koorn a. Henrik Refeus. A. Willen Willemszoon. A- Jan Janszoon Bout. De goude Leeuw, hollandia. De R gsr. De Spiegel. Waa.dorp. Steenbergen, 't Geloof. Kritiuii.gen. De Prins le Paardt. Harderwyk. Kal eb. De goude Leeuw. 400. 90. 82. hollandia. 350. ól. 80. De R gsr. 3co. 69. 74. De Spiegel. 275. 60. 70. Waa dorp. 0.60. 48. 64. Steenbergen. 260. 53. 64. / Geloof. 240. 50. 60. Kruiuii.gen.. 240. 50. 60. De Prins le Paardt. 2 = 5. 50. 56. Harderwyk. 180. 40. 44. 184. 59. 48. De drie Helden Davids.loz. 58. 42. Fregatten. De Poflellion. 77. 2 3. 24. ■öe -ö>«£. 77. iö. ^A. Bommel. 80. 10. 24. Advysjachten. .Ds Kaler. 18. - - 8 De Kat. 18 -. 8* De Kits. 0. t Lootsgaljoot de Kek. 6. - - Branders. De Beemfier. 20. -- . - De Windtbondt. 20. Sollenbuigb. oq# _ Uit deeze lyft kan men zien dat deeze vloot gemonteert was met 2379 ftukken.gefchuts, en bemant met 8090 matroozen, cn 2768 fol! daaten, tzaamen 10858 mannen. Deeze zeemaght hadt nu in 't midden van de zoomer noch veel uit te ftaan, door de ftormwinden , die dikwils op ftaaken, en zomtydts de vloot  L. Admiraal DE RUITER. 377 eenighzins verftrooid.cn, en verfcheide fchee- 1671, pen befchaadighden , inzonderheit op den nveccntwintighften van Auguftus. Twee daa- 24 Aug. gen daarna viel iet voor dat nu ftaat te melden , en daarna veel gezeghs veroorzaakte. Terwyl verfcheide fcheepen van 's Landts vloote, den vierentwintighden van Augudus, naa 't bedaaren van den bovengemelde ftorm, ontrent zes of zeven mylen van Weftkappel ten anker laagen, en het fchip van den L. Ad- Jnniiraal de Ruiter op zy lagh en krengde, zagh^™ hy een Engelfch Konings jacht, dat cen Bri-deMedin tannifche vlagge van de groote maft liet waai-zeüc door jen , genoemt de Merite , dat uit de Maas ie Ho'quam en naar Engelandt wilde, door devlootla,ndlche zeilen, hem met eenige eerfchooten falue-ïerdVeeS rende: daarhy, dewyl al zyn gefchut in dedoor v3n ly ftondt, om te krengen, niet op kon ant-Gene, daarwoorden : maar de L. Admiraal van Gent,m door daar het jacht dichtft langsliep, antwoord-deRuicer de met zeven eerfchooten. Waar op ook deEhoSea Ruiter zyn volk in 't krengen aanpreftc, en begroet, ftraks daarna, toen zyn fchip weerrechtlagh, vereerde hy 't gemelde jacht met negen eerfchooten, zonder dat het daar weer op antwoordde. Daarna ging de Ruiter onderzeil, verzaamelende de vloot, en beriep toen de Hooftofficieren cn Kapiteinen aan zyn boordt, opnecmende wat fchaade ieder in 't hardt weder hadt geleeden. By die gelegentheit verhaalde de L. Admiraal van Gent, dat het Ko- De Kapf' nings jacht, naa dat hy 't met eerfchooten"'" vbaen.'c hadt begroet tweemaal met fcharp op hernia dac choot, oni dat hy zyn vlagh nict ftreek end. L. Ad. net topzeil niet liet vallen. Dat hy daarop mi""i van A»S zyn  378 Het LEVEN van den 1671. zyn Kapitein aan 't jacht (tuurde, om de reeGene aa! den van dat fchieten te onderzoeken, en, uit Ptyken. hcm verdaande dat het Mevrou Temple in hadt, en wat de Kapitein cifchte, zelf aan 't jacht was gevaaren , om Mevrou Temple, dewyl, hy t'haaren huize, in den Haage, voor deezen veel cere hadt genooten, te begroeVan G:r*ts tin; en-dat hy daar den Kapitein, met alle vertóogh bcdenkclyke bclecftheit, aandiende, dat hy aan den een zaak van zoo groot een gewiekte, als was Kapitein fog ftryken voor een Konings jacht op onze eigen kuft, zonder een particuliere ordre daar toe te hebben, niet op zich dor ft neemen: en by aldien zyn Majefteit van Grootbritanje oordeelde dat het hem toequam, dat dit verfchil tuffchen zyne Majefteit en de Heeren Staaten, hun beider Meefters, ftondt beflecht te worden. Dat hy daar op met vriendtfehap van den Kapitein was gefcheiden. De Heer de Ruiter en d'andere Hooftofficieren verdonden toen, dat men tot dat ftryken niet gehouden was, als leggende met de vloot op onze eige kuft, en niet in de Britannifche zee. Naderhandt heeft men in Hollandt gelooft, dat eenigen van 't Hof van Engelandt, die den Staat derNederlan' den gaerne wilden beoorlogen, en daar redenen toe zochten, het zenden van dit jacht hadden bedacht en uitgevonden , om 's Landts vloot, op haar eigen kuflen leggende, op te zoeken, en den Admiraalen het dryken af te vorderen; op hoope dat de nieuwigheit der zaake eenig voorval zou veroorzaaken tot bevordering van hunne voorncemens. Men liet ook niet naa zich in Engelandt van dit voorval te dienen: voorgeevende: dat van Gent tot  L. Admiraal DE RUITER. 379 tot den Kapitein, genoemt Carrou, hadt ge- 1671, zeit, dat hy uitdrukkelyke lad en ordre hadt, nocht voor den Koning van Engelandt, nocht voor eenigen Koning van de werelt te ftryken. Men riep dat men den ilandaart derKoningk- Tjjiflrooj. lyke hoogheit verachtte, en het recht der vlag- jjng jBEn, gc hooghmoedeiyk fchende, en dat hetgant-geiandt. fche volk van Engelandt zich dit ongelyk en ftnaadt hadt aan te trekken. Dat niet alleen enkele fcheepen, maar gantfche vlooten voor een enkel Konings fchip of jacht gehouden waaren te dryken. Ook maakte de Heer Johan Boreel, Ambafiadeur wcegens den Staat ia Engelandt, door verfcheide brieven aan de Heeren Staaten Generaal bekent, hoe hoogh dat weigeren van Van Gent by 't Hof en 't volk werdt opgenoomen, en hoe verfcheidelyk de zaak werdt verhaalt. De Heeren Staa- De Heeren ten zonden d'affchriftcn van Boreels brieven Staaten beaan de Ruiter, met lad cn ordre, dat hy, degeeren dat verklaaring van Van Gent cn anderen, aan"n'.jnRzu(j^r gaande het voorgevallene, gehoort hebben-berichten de, hunne Hoog. Moog. een omdandig enwaton. net bericht, hoe zich alles hadt toegedraa-trent de gen, ten fpoedigde , over nacht en dagh, Merlinwas zoude toezenden, Op dit aanfehryven zon- v°orgevalden de L. Admiraalen, de Ruiter en van Gent, en* het volgende verhaal en bericht, met zyne bylaagen, aan de Heeren Staaten. ' Hobg, Moog. Heeren. Myn Heeren, Gifteren tegens den middagh Bericht zyn my te gelyk hier aan boordt, door drie het verfcheide booden, verhajidtreikt drie diftincJe seen 'us- fflisi  380 Het LEVEN van den ■1671. mibfiven, die U Hoog. Moog. aan my Hebben gèfchen cie Heven te fchryven, nament lyk, een van den eerfchevf ot deezer hopende maandt, hebbende tot byen tet En- copielyke brieven, gefchreeven van ggpch Ko //twe Ambajfadeur Boreel, ref Londen, nings jacht zjW/jfe wtf^V relatif tot de jonghfte van lange als de zelve my niet expreffelyk injugcren, ende beveelen zoo dicht op de kuflen der vereenighdeNederlandenteftryken , gelieven zich de zelve te verzeckeren dat het niet en zal gefchieden, tot welken einde wy niet verder ofte nader van ofte aan de zelve kusten zullen trachten te koomen, dan wy waren toen ons het gemelte Koninklyke jacht, den 24 van de voorleden maandt, is gepaffeert, alwaar 't zaake dat ik wijle dat het zelve jacht, ofte ee-  384 Het LEVEN van den 1671. eenige andere Engelfche fcheepen , daa? obvoofbedachte lyk uitquaamen, ofte gezonden wier den, ende dat tot geen ander ooghmerk als omme U Hoog. Moog. goede meyningen ende intentie wel ende getrouw elyk te pareren, t'obedieren ende fa-htervolgen. P S. Tot bewys, ende contradictie van 't gunt in 't begin van extract uit eenmijjive van de He r Ambajfadeur Boreel, gefchreeven tot Londen den 25 Augujli 1671 , werdtgepofeert, gaat hier nevens noch ee 1 verklannge van den Schoutbynacht de Haan, cm te dienen na behooren. Waar m de eindigende , Hooghmoogcnde Heeren , zal ik Godt almaghtigh bidden, U Hoog. Moog. loflyke regeering! ende der zeiver perfoonen hoe langer zoo meer te willen zegen. n. Actum in 's Lan .ts fchip de zevm Provinciën, zeilende, de Maas Üofltenzuiden ontrent 0 mylen van ons, den 12 September 1671. Uwe Hoog. Moog. Ootmoedigh, gehoorzaam ende getrouwe Dienaar MICHIEL ADRIAANSZ. DE RUITER. Hoog. Moog. Heeren, Myn Heeren. Den Heer Admiraal de Ruiter heeft my, onder fecreiejfe , gecommuniceert U Hoog. Moog. briev n van den eerjlen ende 4 September 1671 , met de nevensgaande bylagcn van den Heer Ambaffadeur B.reel, in dato den 25»  L. Admiraal DE RUITER. 385 25,28 en 29 Augufti des zeiven jaars, uit de \6jx. welke my gebleeken is, dat den Kapitein, commanderende het jacht van den Koningh van Grootbritanjen, waar mede Mevrouwe de Ambaffatrice Temple naar Engelandt getranfporteert, ende op den 24 Augufti door 'j Landts vloote gepajfeert is, een zeer abufif, ende in veelen deelen direclelyk tegens de waarheitftrydende, rapport gedaan heeft, gelyk als U Hoog. Moog. uit het hier nevensgaande extra ft van myn journaal, ende het rapport van den Kapitein, die ik aan bet voornoemde jacht geftuurt hadde , klaarlyk zullen konnen zien. Ik hebbe geoordeelt, dat de beleeftheit vereifchte, ende U Hoog. Maog. niet onaangenaam zoude zyn, dafik (het jacht zoo naar op myn zyde pafferende, dat men met een ft een daar in zoude hebben konnen werpen) gingh begroeten eene Dame, in welkers huys ik, in den Haage zynde, veele eere ende civiüteit genoosten hebbe. Ende wat belanght het geene in de voorgenoemde mijfiven van den Heer Boreel gemeldt wordt, dat men my mede naar Engelandt zoude hebben willen voeren, hebbe niet konnen merken, door het onthaal, ende affcheit van den Kapitein ende verdere Officieren, dat daar toe de minfte gedachten geweefl zyn, ende zoude ook misfchien zoo licht niet ter executie hebben konnen geftelt worden. P. S. Tot meerder verklaaringe is hier bygevoeght een extracl uit het journaal van myn Opperftuurman. Op Landts fchip de goude Leeuw, dryven- III. Deel. Bb de  S§f5 Het LEVEN VAN DEN 1671. de met Jlilte Noordttemveften ontrent 9 mylen van de Maas, den 12 Septemb. 1671. 'smorgens. Ik verblyve met alle onderdanigh refpeS, Hoog. Moog. Heeren, Uwe Hoog. Moog. Getrouwe en zeer gehoorzaame Dieiwar W. J. V. GHENT, 'T en bleef daar niet by: en men vernam in 't kort dat de Koning van Grootbritanje iemand^ naar den Haage zoude afzenden, om zyn misnoegen over dat voorval te betuigen. Daarna werdt den L. Admiraal de Ruiter by hunne Hoog. Moog. maght gegeeven met 's Landts vloot van plaats te moogen veranderen , en daar mede te loopen ter plaatze daar hy zoude oordeelcn dat in 't hardt weêr de minde fpilling van ankers en touwen zoude hebben te verwachten. Naa overleg van zaaken verkoos hy daar toe de plaatze ter halver zee, tufichen de Maas en de kud van Engelandt: te weeten, tien of elf mylen Noordtwed van Walcheren, en elf of twaalf mylen Noordtwefttennoorden van de Maas. Maar in 't midden van September werdt beflooten, dat dc vloot zich zou onthouden tuffchen de Maas en het eilandt Schouwen: 't welk de L. Admiraal aan de HooftbevelhebbersenKar piteinen by gefchrift bekent maakte. Hy ftelde met eene eenige ordre op het falueren van Koningklyke fcheepen of jachten, die de vloot,  L. Admiraal DE RUITER. 387 vloot, daar leggende, moghten bejegenen, 1671. in manicre als volght. Michiel Adriaanszoon de Ruiter, Ridder L. Admiraal van Hollandt ende Wcftvrieslandt, Opperhooft van 's Landts vloote; Notificeert hier mede alle Hooftofficieren en ^*r£er Kapiteinen, onder de voorfchreeve vlotste ö£e* ^verzei>rende, dat het voortaan met de zelve vloote zal .en ^er werden gehouden tuffchen de Maas ende het ei- vloote, en landt van Schouwen, ontrent 6 a 7 mylen uit- ook op het terlyk buiten dic kuflen, alwaar, tot nader or- falue^_ dre , de generaale rendevous voor devoorfchree- ningyyke ye vloote zal weezen, die zich aldaar onder zeil, fcheepen dryvende, ofte ten anker zal onthouden, naa of jachten. dat de gelegentheit van weêr en windt zal prefenteren ende koomen toe te laaten. Ende in cas dat iemant van de zelve aldaar quaame t'ontmoet en , ofte aangedaanwierde door eenige fcheepen ofte jachten, zynde in dienft van d'een of d'ander van de nabuurïge Koningen, de zelve zal verdacht weezen, in gevalle dat het ons gefchiet, en wy de eerfte zyn die zoodaanigefcheepen koomen te paffeeren, de zelve zullen falueren met 13, ofte iemant van de andere L. Admiraalen 11, Vice■admiraalen 9, Schoutcnby nacht 7, ende een gemeen Kapitein 5 eerfchooten. Ende wanneer de gezeide Koninklyke vaartuigen, in manieren als vooren, van een fchip uit 's Landts vloote zyn gefalueert, zullen zich de refte van de zelve vloote daar van onthouden, 'f en waare dat het Opperhooft zulks goedt vonde zelfs te doen, zonder met het jlrykenvan Bb a vlag-  388 Het LEVEN van den r'671. vlaggen ofte marszeilen in dat diftrici eenfre meerdere eere aan zoodanige Koninklyke fcheepen ofte vaartuigen te defereren, maar zich verder reguleren naa haar Hoog. Moog, refolutie-van den 2 jfuny, articulo'~\, h de welke wy zyn geinflrueert, ende onze particuliere ordre, in conformité van dien gegcsven den 6. der zeiver maandt, ar ticulo 2, heide leftleden, ende gelyk luidende, de welks refpe&ivelyk by deezen worden gerenovecrt, ende een ieder gel aft de zelve ftriktelyk ie obj"erveren, zonder daar van te blyven in gebreeke. ABum in 's Landts fchip de zeven Provin tien, ten anker leggende, de Haas WeftnoordPweft ontrent 7 mylen. van ons., den 15 September1671. MICHIEL ADRIAANSZ. de RUITER. De reize des Konings van Vrankryk naar Duinkerken, daar hy zyn leger monfterde* afgeloopen zynde zonder iet wandtlyks t'ondemecmen tegens de Spaanfche NederlanDeHeeren den, zoo beflooten de Heeren Staaten der Staatenbe vereenighde Nederlanden hunne oorlogsvloot 'Ti andts weêr t,huis ^ontbieden, cn in 's Landts ha, vloott'hulsVenen te doen invallen: tc meer, om dat het te roepen, hcrlllfaizoen de zee met daagelykfchc ftorDe Ruiter giep begoft t'ontftcllcn. Den eenentwintighdaafme' ?Cn VM ScPtember ontfing de L. Admiraal ordre. dc Ruuer tcn d>cn einde zyn ordre van de gemelde Staaten, die den negentienden was geteckent. Doch dewyl hetYpade was, cn de vloot te verre van eikanderen verfpreidt lagh, kon daar van geen kennis aan alle de Hooft-  L. Admiraal DE RUITER. 389 Hooftofficieren en Kapiteinen werden gegee- 1671. ven: nocht ook niet des anderendaaghs, door dc harde windt, die ontrent den middagh in een zwaare ftorm uit den Zuidtzuidtwellen veranderde. De vloot lagh toen tert anker, hebbende de Maas ontrent vyf mylen en een half Ooilzuidtooft van zich leggen. Het onweer, dat toen met een zeer belloote Schrikkéen dikke locht, ert groote regen opflak^ be- 'yke itonn liep de kullen van" Vrankryk, Engelandt, l™.*1™ Vlaanderen, Zeelandt, Hollandt, en andere zui'dt^es. Landen, met een fchrikkelyk en verderffelyk ten> die geweldt, houdende de llorm aan meer dan veel onheil twee etmaalen lang. De windt joegh zee enbaardt; ftroomen op verfcheide plaatzcn zoo hoogh, dat llceden en landen etlyke mylen onder vloeiden, veele menfehen en becllen in de huizen of weiden verdronken. Veele fcheepen gingen te gronde, of werden op droogh en tegens de hooghten gezet, overal zagh men de wrakken dryven. Etlyke dyken braaken in, of werden merkelyk befchaadight: eenige polders liepen onder. De muuren en wallen van zommige ileeden, inzonderheit aan de zeekant i zyn ingeftort. Veele groote gebouwen en meenighte van huizen werden in 't geheel of ten deele omvergeworpen, en ontallyke hooge fchoorlleenen, en zwaare boomen , omver, of uit d'aarde gerukt. Doch op. d'eene plaats duurde de llorm langer en trof veel feller dan op d'ander: en, dat En'tJal wonderlyk en aanmerkelyk is, 's Landts vloöt ^""jjjj'j* leedt in deezen gemeenen llorm, daarze ook vl'10t wei. het gevoelen van hadt, geene of weinig nigbefchaa. fchaade. Al de fcheepen bleeven op haar dight. Bb 3 an  39» Het LEVEN van den 1(5/1. ankers leggen: doch een Vriefch fchip, onder 't esquadre van Bankert, raakte den tweeden dagh driftig van zyn anker, en dreef twee uuren lang, wel twee mylen ver, Zuidtood aan, tot dat men 't weer achter zyn anker zagh op draaijen. De Schoutbynacht Vlug hadt drie kabels met een anker verlooren, ook werden de fcheepen van den Schoutbynacht Jan Matthyszoon, en den Kapitein Wytze Bcyma eenigermaate befehaadight, maar zoo niet, of ze konden noch zeehonden. De L. Admiraal de Ruiter, en al die 't vaderlandt lief hadden, dankten fJodt .voor dc behoedenis van 's Landts vloot in zulk een algemeen gevaar: en 't fcheen dat de goddelyke voorzienigheit dees vloot in dien florm wou bcwaaren en fpaaren, om in 't volgende jaar tot een voornaam werktuigvan 's Landts behoudenis te flrekken. Naa 't bedaaren van 't onweer zondt de L. Admiraal de Ruiter met advysjachten ordre aan de Hooftofficieren en Kapiteinen, aangaande het invallen van 's Landts vloot. Hy'beriep de Bevelhebbers der Maasfchccpcn aan zyn boordt, cn beval de zwaare fchecocn met hem naar Goereê en de lichte naar de Maaze s5 Sept. te zeilen. Toen fcheide de vloot van elkan- fctVtïïy^v?1111^ zette zyn koers met de een. ^eeuwfche fcheepen naar Zeelandt. Van Gent V ug en Enno Doedes, zeilden met d Amderdamfche , Noordthollandtfche en Vriefche fcheepen naar Texel, daar ze alle behouden inliepen. De Ruiter quam den negenentwintighften van September met zes iVlaaslcheepen voor Hellevoetfluis, en nam in  L. Admiraal DË RUITER. 391 in perfoon zyn reis over den Briel en Maas- 1671. landtfluis naar den Haage , daar hy den vyfden van Oclober ter vergaadering der Heeren Staaten rapport of vcrflagh deedt van zyne reize en toght, die alleen gedrekt hadt om d'oorlog voor te koomen , de Spaanfche Nederlanden tc bewaaken, en 's Landts havenen en kuften tegens allcrley overval te befchermcn. Ondèrtuffchen vermeerderden de ge- Gedachdachten, dat dc Koning van Vrankryk iet ten van voor hadt tegens de vereenighde Nederlan- oorlog, den, en 't vermoeden, dat de Koning van Engelandt met hem verdandt hieldt. De Heeren Staaten werden van verfcheide kanten onder de handt gewaarfchout, dat dc Koning van Vrankryk geduurig liet arbeiden, niet alleen om Engelandt van de Triple alliantie af te trekken, maar ook met Hollandt te doen breeken. Dat de Koning fprak van de Staaten te zullen vernederen, of gedwee maaken: dat hy veel volks liet werven, en een leger van over de 100000 mannen te veldt, en 40 oorlogfcheepen in zee zou brengen. Doch in Engelandt gaf men goede woorden, en de Nederlandtfche Ambaffadeur Boreel drong zoo weinig in 't geheim der zaaken, dat hy op verfcheide tyden aan de Heeren Staaten fchrcef, dat het innerlyk in Engelandt noch 2 08ob, niet quaalyk ftondt: dat de Koning van Engelandt hem gezeit hadt, dat hy niet zou na- 17 Nov. laaien de Heeren Staaten, volgens het gemaakt tra&aat, by(landt te doen: dat hy met bemiddeling d'oorlogh zou zoeken voor te koo- 94 /Yov. men, of anders zyn beloften, van hun met 40 0orloghfcheepen te hulp te koomen, houden. Bb 4 Dat  3oa Het LEVËN van dèn 1671. Dat hyniet geëngageert was■, maar cïallian1 Dec. tie heilighlyk wilde onderhouden: dat de Franfchen van complimenten tot engagementen hadden gezocht te koomen: daar de Koning niet toe wou verftaan. Dat zyn Majefteit de 12 Dec. Triple alliantie zou blyven. Maar de Heer Pieter de Groot, Ambafiadeur van den Staat in Vrankryk, naamver lucht van zaaken heb- 13 Nov. bende, fchrcef uit Parys, dat dc defleinen konden veranderen, maar dat de haat onverso Nov. zertélvk -waS: dat Engelandt oorzaak was van al 't quaadt, om dat de party hadt verlaatcn: H Nov. dat Vrankryk 40 fcheepen by 60 van Engelandt zoude voegen: met verder bericht van 't geen tuffchen beide de Koningen in 't heimelyk was beflooten, en wat vlyt wegens Vrankryk werdt aangewendt, om andre Vorften tegens den Staat op te maaken, of tot ftilzittcn te bcweegen. Dat men in 't begin van November (ziende dat Vrankryk de Nederlandtfche koopmanfehappen noch daagelyks met nieuwe tollen meer en meer bezwaar* de) ook het inbrengen der Franfche koele wynen, azynen, kancfafTen, papieren cn kaftanien verboodt, om den Koning, door de fchaade die zyn onderdaanen daar door lceden, tot nadenken te brengen, en de vreede voor den oorlogh te doen kiezen. Maar dat verbodt werdt niet wel opgenoomen, en men zei aan 't Hof van Vrankryk, dat het geen Republyk pafte tegens zoo groot een'Koning op te ftaan. Eenige Franfche Heeren gaven toen genoegh te kennen dat ze de vloot der Staaten vreesden , maar niet het leger te landt. Dit deedt hun te meer moeite en kosten  L. Admiraal DE RUITER. 393 ten aanwenden, om Engelandt in 't fpcl en 1671, aan hunne zyde te brengen. Dc geenen die onder de Staaten, met naamen dic van Hollandt, de maghtighfte Provincie, het meefte bewindt van zaaken hadden, zochten de Provinciën, Leden en Steeden wel te bcweegen Wat de om zich in Haat van tegenweer te ftellen, Staaten maar veele beletzelen verhinderden hun voor- vern;»£jert neemen: met naamen het twiftèn over 't uic- j^j,t'Tn vinden van gcldtmiddclcn : het krakkeelën ftaat van over 't aanftellen van cen Kapitein en Admi- cegeeweer raai Generaal, cn het bepaaleri van zyne"- ftellen, maght met verfcheide inbindingen: daar zoo In*otlder'" veel tydts mee verflecten wierdt, dat men de j^'j^0 wervingen van 't nieuw krygsvolk (dic eenige Leden nict wilden inwilligen, of men moeft cerft den Kapitein en Admiraal Generaal verkiezen) tc laat by der handt nam, cn veel tc langhzaam en traagh was ontrent het befluiten der zaaken , cn verbonden, die tot 's Landts befcherming konden dienen. Hier door werden veele dingen, tot verzekering van de grenzen aan delandtzydc, niet in tydts naar behooren bezorght. De befte landtmilitie was, door een vreede van vierentwintigh jaaren, en verfcheide afdankingen, zeer verftorvcn, verbaftert, en vernietight: 'tgeen zoo geen plaats hadt ontrent hetzeevolk; dat zoo langh geen vree hadt gehadt, en zelf in tydt van vreede, door de natuur der zeevaart, altydts ten oorlog werdt geoeffent. Hier uit ontftondt, dat ontrent deezen tydt in 't ftuk van 't oorlogh te water beter ordre werdt gehouden, dan ontrent den krygh te lande. Maar veelen konden zich niet inbeelden dat En-  394 Het LEVEN van den Beraadtflaasinghover liet toeruften van em oorlops vloot tegens 't voorjanr. .8 en 4 Dec • 1671. Engelandt met Vrankryk tegens dc vereenighdc Nederlanden zoude aanfpannen om die te gronde te helpen, dewyl zulks zou ftryden tegens het eigen belang van Engelandt, tegens alle d'allianticn met de Staaten gemaakt, ook tegens d'aanmoediging van 't Parlement, dat den Koning tot het handthaven van de Triple alliantie, of het drievoudigh vcrbondt, boven gemeldt, een drievoudige onderftandt van geldtmiddclen hadt toegedaan, die ontrent tot 2500000 pondendeerlings beliepen, met aanbieding van des noodts noch meer in te willigen. Doch d'uitkomd der zaaken leerde dat men dat geldt tot een geheel ander einde, en tegens den Staat der Nederlanden gebruikte. Ook hadden de Heeren Staaten deeze zwaarigheden in 't oo"e: 't creen oor¬ zaak gaf dat ze in December met grooten ernfl over het toeruden van een oorlogsvloot tegens 't voorjaar in handeling traaden, en daar over door etlyke Gedeputeerden der Admiraalitcitcn, cn den L. Admiraal de Ruiter, ten dien einde in den Haage ontbooden, lieten beraadtflaagen. Daar werdt voorgeflaagen, en aan de Heeren Staaten vertoont, dat men tot verzcekering van den Staat behoorde toe te ruften een oorlogsvloot, beftaande uit de volgende fcheepen. 36 Oorloghfcheepen, gemonteert van 60 tot 80 ftukken, en ieder bemant door den anderen met 310 matroozen en 80 foldaaten. 36 Oorloghfcheepen, van 40 tot 60 /lukken, en ieder bemant met 200 matroozen en 50 foldaaten. 24 Fre-  L. Admiraal DE RUITER. 395 24 Fregatten van oorlog, van 20 tot 30 1671, ftukken, en ieder bemant met 80 matroozen en 20 foldaaten. 24 Branders, elk bemant met 22 koppen. 24 Galjoots, om te dienen tot advyzen en aanvoer van water. 24 Snaauwen, of licht vaartuig, elk bemant met 25 koppen. Men maakte ook overflagh van de koflen, en bereekende dat het beloop deezer uitrusting in acht maanden tydts zou bedraagen ontrent 789399- gulden. Ook werdt den Heeren Staaten aangedient, dat al deeze koften zouden moeten worden gevonden uit extraordinaire fubfidien, ten dien einde te bewilligen, doordien de loopende middelen van de Kollegien ter Admiraaliteit daar toe niet zouden konnen furneeren, ten opzichte van de lallen daar mede ze waaren bezwaart, zoq wegens de groote achterftallen der gemelde Kolle gien, door de wanbetaaling van de Pro vincien die in gebreeke bleeven, als mede om de verfperring en vermindering van de commercie. , , Doch op deezen voorflagh quam men tot geen befiuit, en 't liep noch etlyke weeken aan in 't volgende jaar eer men met eikanderen over dit hooghwich* tig ftuk kon overeenkoomen. eynde van het derde deel,  ■ i. dê haan. Boekbinder. 'tmgèftlranm