01 1819 5551 UB AMSTERDAM  het LEVEN van de RUITER.   het LEVEN en BEDRYF van den heere MICHIEL de RUITER, hertog, ridder, &c. lieutenant admiraal van hollandt en west-vrieslandt, be s chreeven door GERARD BRANDT, met plaaten. op nieuw uitgegeeven door e. m. engelberts, predikant te hoorn. vierde deel. ^g^F/h tb amsterdam, by johannes allart, m d c c x c v.   HÉT LÉVEN VAN DEN IIEERE MIC HIEL de RUITER, Hartog, Ridder &c. L. Admiraal Ge^ NERAAL VAN HoLLANDT EN WESTVRIESLANDT. ELFDE BOEK. ]N[u volght de fchrikkelykfte en gevaarlylc- i6j Het LEVEN van den 1672. vlooten; en in gevalle men bevondt dat 's Landts vlooten voor een enkel fchip hadden geftrceken, zy zouden erkennen dat het recht waare, en daar niet verder over difputeren: dat ze niet liever zouden zien dan dat een reglement op dat ftuk gemaakt moght' worden. Dat ze te vreeden waaren alle refpeét te toonen, doch hoopten dat hun niet Voor- nieuws geverght zou worden. Daarna zeide flagh van de Raadtpenfionaris de Wit in de vergaadedenRaadt.ring der Heeren Staaten vanHollandt, dathy penfionaris ^es nachts zyn gedachten op 't ftuk der vlagdtf Wit' ge hadtlaaten gaan, en, aangemerkt dat men de gemeente in Engelandt indruk zoude geevcn dat de Koning den Staaten geen oorlogh aandeedt ten gevalle van de Franfchen, maar voor 't recht van de natie en devlagge, een ontwerp hadt opgeftelt, dat voorgeleezen Aanbie- werdt, en van deezen zin was: dat hunne ding aan Hoog. Moog. op het fondament van een rededen Ko- lyke vriendtfehap, en mits dat Engelandt het «log van Vyfde artykel derTriple alliantie naakoomenunie°. de, en dienvolgens de Heeren Staaten tegens den Koning van Vrankryk byftandt doende, by aldien hy hen quam beoorloogen, aanbooden, en vrywillig toeftonden, dat zoo wel hunne gantfche vloot, als byzondre fcheepen, voor een enkel oorlogsfchip, voerende des Konings vlagh, zoude ftryken: maar dat het ftryken zou gefchieden om alle refpecten eere aan een bondtgenoot en groot Monarch te bewyzen, en over zulks uit enkel refpeét, en dat daar uit geen argument tot naadeel van de vrye vaart zou getrokken worden. Dees voorflagh werdt ingewillight: maarDowning wou  L. Admiraal DE RUITER. 5 wou de zelve niet aanneemen, onder voor- 1672. geeven, dat ze te laat quam, en hy laft hadt te vertrekken. Naa dat afflaan beflooten de Heeren Staaten die aanbieding, door een Ambafladeur, ten dien einde naar Londen gezonden , den Koning bekent te maken: maar. alles vergeefs, dewyl de oorlogh alreedts vaft ftondt. Want men houdt dat het befluit van met Vrankryk aan te fpannen al voor etlyke maanden was genoomen, en men kree°zedert kennis, dat zeeker traclaat tuflehen Engelandt en Vrankryk, ftrekkende om de Staaten te beoorloogen, al den tweeden van Februarius, ouden ftyl, was geflooten. Van des Konings zyde werdt ook geklaaght over zeekre Pilaaren (dit fcheen te zien op een gedicht van den Poëet Vondel, over 't werk van Chattam, en de Bredaafciae vreede, onder den tytel van Vreepilaar der vrye Nederlanden'): en over valfche Medalien, ziende op de gedenkpenning over de vreede te Breda geflooten, boven gemeldt: ook over ongerymde fpottelyke Schilderyen: te weeten, d'afbeelding van den Burgermeefter en Ruwaart de Wit, ter gedachtenis van 't werk van Chattam te Dordrecht in een groote zaale op 't Stadthuis opgehangen. Daar zeeker uitheemfch Schryver op aanteekent, dat wel eer een Poëet met een /leek van zyn pen een oorlog tegens Poolen hadt veroorzaakt: en dat dit d'eerjle reize was dat een Schilder met een penceelftr eek pof hadt gegeeven tothetverbreeken van een trficlaat: en dat, dewyl al V geen wegens Engelandt tot het wettigen der vreedebreuk werd/bygebraght veel te zwak was, zy A 3" dee-  "6 Het LEVEN van den 1672. deeze Pilaar en van nooden hadden om hunne redenen fterkte, de Medalien om ze gewicht, en de Schilderyen om ze een koleur en glimp te geeven. Men toonde ook misnoegen over zeker boeksken van den Predikant van Dordrecht, Jacobus Lydius, genoemt Belgium gloriofum, Het verheeriykt of verhooght Nederlandt: en ook over 't fchip de Royale Charles, dat men, ten trots des Konings, voor elk ten toon liet leggen. D'Ambafladeur der Heeren Staaten zocht den Koning op alles, zoo veel moogelyk was, te voldoen, en vernoeging te geeven, dan de zaaMidJelen ken waaren te ver gckoomen. By den Koaange- njng van Vrankryk werdt ook, door ordre wend?dwe*der Heeren Staaten, allemoogelykevlytaanHeeren6 gewende om zyne Majefteit voldoening te Staaten om geeven, en den oorlogh voor te koomen. den Ko- Ten dien einde verkreeg d'Ambafladeur de ning van Qro0t, naa veel aanhoudens, den vierden Vrankryk van Jaftuarius, gehoor by zyne Majefteit, die te^gTeven. hy een brief der Heeren Staaten, vol beleefde aanbiedingen tot weghneeming van misnoegen en herftellingvanvriendtfchap, overleverde, en, met een wclfpreekende en kraghtige redeneering, zyn Majefteit voorAanfpraak droeg: Dat men de Heeren Staaten, zyne ou~ van de bondlgenooten, niet erger behoorde te han£rüQC* delen dan misdaadigen, die niet geflraft worden voor dat men hun de redenen zeght waarom , en hunne verantwoording hoore. Dat men zonder deegen te trekken, finantie te drukken, troepen te hafarderen en bloedt te forten, f'atisfaciie zou konnen hebben. Voorts ftrekte zyn reede om den Koning af te vraa-  L. Admiraal DE RUITER. 7 gen, waar toe en tegens wien zoo groote oor- 167a. logsbereitzelen werden gemaakt. De Koning DesKozeide met een indignatie, of verontwaardi-nl£Ss *ncging, op 't ontfangen van der Staaten brief, e^0g^r*ek dat hy geen brief 'van doen hadde, nadien hy inet de de copie in zyn zak hadde, die door alle Ho- Groot. yen hadt gewandelt. Daar de Groot op ant- 4 Janwoordde, dat de Heeren Staaten altydt gewoon waaren opentlyk te gaan. Daarna zeide de Koning, dat hy zich hadt gewapent om dat de Staaten zich hadden gewapent. De Groot daar op, dat de Staaten bereidt waaren het krygsvolk af te danken, het verbodt van V inhoornen der Franfche brandewynen en koele wynen en manufacluren in te trekken: de verionden heilighlyk naa te koomen, en indien men moght bevinden dat iet tegens de zelve moght begaan zyn, niet weetende wat het zou moogen weezen, dat ze dat wilden vergoeden en her feilen. Doch de Koning, nergens na Imiterende, borft eindelyk uit in dceze woorden , dat hy bezich was met het verzaamelen yan zyn krygshoopen, en het toerufen van zyn oorlogsvloot, en ondertusfchen zoodaanig befluit zou neemen als met zyn interef en glory bef zou overeenkoomen. Hier by voegde de Koning een brief aan de Staaten, tot antwoordt op den hunnen, die ook diergelyke taal fprak. Terzelve tydt fchreef de Groot, dat de haat zoo groot was, dat d'oorlog zou voortgaan; ten waare dat de Staaten in zulk een poftuur raakten, dat het uitvoeren van des Konings toelegh daar door zwaar moght worden : dat ze hunne hoop bouden, om dat de Staaten geen ordre tot tegenweer ftelden, A 4 zeg-  g Het LEVEN van den. ! zeggende, dat ze geen ervaaren Krygsoverften en Officieren hadden: maar dat ze de vloot ontzaagen, cn bekommert waaren voor hunne kuiten. Alle aanbiedingen tot vreede werden dan afgeweezen, of afgcfneden. Ook gaven de Heeren Staaten Generaal in zekeren brief, den cenentwintighften van Februarius gefchreeven, d'onbillykheit hunner tegenftreevers met dceze taal te kennen, D'oorlog met den welken wy worden gedreight fchynt niet aangevangen te worden om een punt van eere, ofte om iet daar inne wy aan haar behoorden te defereren, of toe te geeven, dewyl wy ons aan onze qualyk geaffeclioneerden daar op, met zoo veele demonftratie van eere aan haar te willen bewyzen, en zoo veel te willen toegeeven, hebben verklaart, als eenigzins van ons afgewacht of geëifcht hadt konnen worden :■ zonder echter daar mede maar zoo veel gevor-. dert te hebben, dat men aan ons heeft willen bekent maaken, waar mede zy in het partïcu-. lier verftonden beledight te zyn en fatisfaclie te moeten ontfangen: en dat men derhalven voorneemens fchynt te zyn om ons van het gebruik der waare Chriftelykc Gereformeerde Religie, en van onze vryheit, ons en onze voorouderen altoos zoo lief en w aardt geweeft zyndc, font-, zetten, en onze tydelyke middelen te vermeefteren. Men zagh te deezcr tydt te Parys Medalicn of penningen met twee zinnebeelden voor den dagh koomen In d'eene, flaands op Vrankryk, ftondt een zon die de dampen yit de moeraden trekt, met dit byfehrift, Evexi, fed difcutiam, dat is, Ik heb ze in $e hooghte opgetrokken, maar ik zal ze weer-  L. Admiraal DE RUITER 9 verftrooljen, In d'andre, flaande op Enge- kW landt, was de maan en de zee vcrbeclt, met deeze woorden, Mihi foli obtemperat cequor, dat is, My alleen gehoorzaamt de zee. I11 deezen bckommerlyken toeftandt van zaaken bleef men in Ilollandt met clkandercn, en d'andere Provinciën, noch lang twiftcn en hairkloven over 't verkiezen van een Kapitein Generaal, 't uitvinden der geldtmiddclen, 't aanftellen van nieuwe wervingen, en 't fluiten van verbonden met andere Moogentheden, tot onderlinge befcherming. Maarcin- Zvn dclyk werdt zyn "Hoogheit Willem Henrik H°°sMt Inns van Oranje, denvierentwintighftcnvaniVSFcbruarius, het gemelde Kapiteingcneraal- ,VordïS (chap, onder de bepaalingcn en inbindingen Kapitein m andere Hiflorien te leezen, by de gezaa-Gcneraal mentlyke Provinciën," geduurendéd'aanflaan- Sek°oreq, develdtoght, opgedraagen, en naa tydts gelegentheit, zoo veel moogclyk was," verdre ordre geflelt om alle vyandtlyk gewcldt te wederftaan. Dan hier van zou meer te zegr gen vallen, indien 't oogmerk deezcr Hiftorie niet meer vereifchte te iprceken van de zaa-ken der zee. Den vierden van Februarius werdt by de Heeren Staaten Generaal vaftgeftelt, dat men ten oorlogh, voor zeven maan- Befluit den , zou toeruften achtenveertig kapitale der Staaten oorlogfcheepen: teweetcn, 36fcheepenvan aaneaande de grootftc charter, gemonteert van 60 tot!,et CoeruSB 80 (tukken, en bemant door den anderen met C"n van 320 matroozen en 80 foldaaten; noch 12 loLvïoqt (cheepen van de grootfle charter naait de 4 Fefa% voorfchrecve 36 fcheepen, elk bemant met 2qo matroozen en 50foldaaten; 24 branders • A 5 tik  io Het LEVEN van den 1672. elk bemant met22 koppen; 24fnaauwen, of licht vaartuig, elk bemant met 25 koppen, en daar by noch in te huuren 24 galjoots, totadvyzen, aanvoer van water, en anders. Dat ook daar toe van toen af aan geworven zouden worden 10000 matroozen, in mindering van het meerder aantal van volk dat tot de geheele bemanning van noode zoude zyn, welke vloot voor de gemelde tydt werdt gereekent te zullen koften 4776248 gulden. Dat aanneemen der gemelde 10000 matroozen werdt beflooten ter aanmaaninge van den Verbodt L Admiraal de Ruiter. Men vondt ook gevaart op raaden, op het voorltel van die van HolGroen- landt, de Groenlandtfche vaart en vhTchery landt, Oo- ter walvis voor 't aanftaande faizoen, als ook ften en de vaart op Ooften en Noorweegen, bytwee Noorwee- piafekaaten voor dit loopende jaar te verbieg?7 en 55 den: 't welk gefchiedde om de fcheepen van Febr. oorlogh des te beter met bequaam bootsvolk te konnen voorzien. Daarna werdt de toerufting ter zee, naar gelang van de noodt en 't gevaar, noch merkelyk vermeerdert, en ordre geftelt om meer fcheepen in zee te Refolutie brengen. De Heeren Staaten Generaal beder Heeren floor.en den drieëntwintighften van FebruariStuaten us, dat de Kollegien ter Admiraliteit zou Stnvoort worden aangefchreeven dat ze met allen zetting dei fpoedt en meelt doenlyken yver de fcheepen equipagie van oorlog zouden gereedt maaken, en alle ter zee. bedenkelyke vlyt en voorzorge aanwenden *}Fcbr' om de matroozen, tot manning der voorfchreeve fcheepen vereifcht, in dienfl aan te neemen. Ook werdt ten zelvcn daage den L. Admiraal de Ruiter, voor zoo veel de drie  L. Admiraal DE RUITER. u drie Kollegien ter Admiraaliteit in Hollandt 1673. en Weftvrieflandt, den L. Admiraal Banken, voorzoo veel het Kollegie ter Admiraaliteit in Zeelandt, en den L. Admiraal van Aylua, voor zoo veel 't Kollegie ter Admiraaliteit in Vrieflandt betrof, gelaft, dat zy zich in de gemelde Kollegien zouden vervoegen, aldaar een waakendt oogh laaten gaan over de toerufting f met den gevolge en aankleven vant Equipadien, toezien of alle d'ordres, by haare£'«. Hoog. Moog. daar ontrent gegeven, wel en naaukeurig werden uitgevoert, de zelve uitvoering in den naame en van weegen haare Hoog. Moog. bevorderen, en van tydt tot tydt aan de zelve van hnnne ondervinding en verrichting net en omftandig bericht geeven. Deeze laft werdt zonder uitftel in 't werk geilek, en vertrok de Heer de Ruiter ten dien einde van Rotterdam naar Amfterdam, en van daar naar 't Noorderquartier, om dat noodig werk naar vermoogen voort te zetten; doch de harde vorft en 't ys gaven veel verhindering. In de Kollegien ter Admiraaliteit in Hollandt en Weftvrieflandt werdt elks aandeel in de 48 groote fcheepen, die men in zee zou brengen, wel klaar gemaakt, maar geen van de fregatten noch branders, die men daar by hadt te voegen. Hier-op gaf de Heer de Ruiter met een brief aan den Raadtpenfionaris de Wit, en met een anderen brief aan hunne Hoog. Moog. te kennen, dat de De Ruïfregatten, branders en ander kleenyaartuig, ter oorwel voor afdienden klaar gemaakt, om binnen deslt dat gaats voor zee op de wacht te konnen worden men de gepofteert, tegens. alk invafie van den vyandt, g^"^? die  i% Het LEVEN van den 1672. die zomwyle met kleene maght de groote fcheeders eerft pen, als de zelve noch ongewapent op jflroom khar"" voor ^e^evoetflu'ts °f on^er de Vlieter zonden maaken kggen, onverwacht moght koomen aan te t asen binnen ten, en die trachten te verbranden of andergaats op zins te ruineren. Derhalven verzoekende dat de waeht de Kollegien moght aangefchreeven worden, t8 leggen. Jpoedig met d'equipagie van de gemelde fregatten, branders en kleen vaartuig, voort te gaan; op dat de Staat deezer Landen by manquement van dien in geen ongelegentheït moght vervallen. Decze raadt van voorzichtigheit werdt in acht genoomen. Maar 't ys bleef noch tot in Maart in *t water. Korts daarna zagh men wat Engelandt in den zin hadt, door d'aankomft van een Hollandtfche koopvaardyvloot van Smirne, en die uit Spanje en Portugaal werdt verwacht, zeer ryk gelaaden, fterk vierendertig zeilen, onder 't geley van vyf of zes oorlogfcheepen. De Ridder Robbert Holmes, die wel eer in den jaare zeftienhonderdtvicrentfeftigh de vreede met de Hollanders, door 't neemen van Kapo Verde, en 't pleegen van andre vyandtTceleg fchap, hadt gebrooken, werdt nu gebruikt fchen'cfp1"101 gelyken einde, en met etlyke kloeke oorde Hol- logfcheepen en kitzen afgezonden om de landfche Smirnefche vloot aan te taften, en zoo groot Smirnefcheeen buit, daar men de koften van den oorvlooc. logh, die men wilde voeren, ten grooten deele uit zou konnen vervallen, te veroveren. Dus werdt die ryke vloot den drieënDie doortwrntigh{ïen van Maart door Holmes, met Holmes acht kloeke fcheepen en drie kitzen, ontrent vergoe s jjet ejjan(jt wicht ontmoet en fel bevochten: maar  L. Admiraal DE RUITER. 13 maar de Nederlanders verweerden zich met ió/ih zoo groote dapperheit, dathy, naaeenbloe-wordtbe. dig gevecht van etlyke uuren, tegens denV0Gnten« avondt moeft afwyken: maar des anderendaaghs werdt hy met vier groote fcheepen en eenig minder vaartuig verfterkt, en 't ge- Het gevecht hervat, maar met geen beter uitkomft: ^ 1 her; en 't ftondt gefchaapen dat hun de gantfche vloot zou zyn ontgaan, indien ze 's naamiddaghs, ten derden maale aanvallende, geen Derde gelegentheit hadden gevonden om 't fchipa»nval, van Kapitein Jan van Nes den ouden t'omringen, en, naa 't fneuvelen van den Kapitein, te veroveren; maar zoo doorfchooten dat het Een veN korts daarna zonk. Door dit verlies raakte ;7gef"hi°or" t'eene esquadre koopvaarders wat in onorde•.zinkt, waar door d'Engelfchen vier fcheepen affnc- Vier den en weghnaamen: en onder de zelve eenfcheePetl Smirnaas- en een Meffinaas-vaarder. Met§enoomeo' deeze winft moften ze zich genoegen, en de vloot verlaaten, die voorts behouden in 'c vaderlandt aanquam. In dit gevecht hadden zich d'oorlogsfcheepen en koopvaarders uitermaaten wel gequeeten: maar de Kapitein Adriaan de Haaze, die 't opperbevel hadt, liet hier, in 't betrachten van zyn plicht, naa 't bewys van groote manhaftighcit, het leven. Hier op werdt de verklaaring, by welr ke den Koning van Grootbritanje de Heeren DeKoStaaten den oorlogh aanzeide, den negenen-nins van twintighften van Maart in zynen Raadt vaft-J^f Jndt geftelt, en den zevenden van April afgekun-s[aaten dight, naa dat de vreede zeventien daagen te den oorvooren, door het aanranden der Smirnefchelogh aanvloot, was gebrooken : zonder eenige voor-kundii5«»- gaan-  H Het LEVEN van den Nea'erlandifchefcheepen in Engelandt aangehouden. ï6j24 gaande waarfchouwing of aankunding van vyandtfchap. Mier meé laagen nu al de gemaakte verbonden onder de voet: en de vermaarde Triple alliantie, op het aandryven van Engelandt geilooten, hadt de Nederlandtfche Provinciën geen voordeel toegebraght, maar eenonverzoenlyke vyandtfehap van de zyde van Vrankryk op den hals gehaalt. De Heeren Staaten zochten door den Heer Meerman, onlangs te vooren naar Engelandt gezonden, den gedreigden flagh, met den Koning alle billyke voldoening aan te bieden, te breeken: maar t was te laat. Voor d'aankunding des oorlogs werden verfcheide Nederlandtfche fcheepen in d'Engelfche havens aangehouden, of opgebraght; tegens den inhoudt van het 32 artykel van het tractaat te Breda geflooten: mede brengende, dat, in cas van rupture, de fcheepen, koopmanfehappen en goederen van d'een of andre zyde gcenzins zouden geconfisqueert, of eenigermaate geincommodeert worden; maar dat aan den onderdaanen en inwoonders van d'een en d'andere zyde den tydt van zes volle maanden zou worden vergunt, om hunne goederen werwaarts het hun believen zou te vervoeren. Hier op lieten de Heeren Staaten ook etlyke Engelfche en Schotfche fcheepen in 's Landts havenen aanhouden: als oordeelende, dat ze niet gehouden waaren aan hunne zyde een tractaat te voldoen, dat de Koning van zyne zyde niet hadt believen t'onderhoudcn. Doch daarna hebben de Heeren Staaten van Hollandt verdaan, dat Jillyk het gemelde 32 artykel, al wierdt het by den Ko* Ook etly ke Engelfche fchee pen in Hollandt.  L. Admiraal DE RUITER. 15 Koning verbrooken, evenwel van hunne zy- 1672» de moeft onderhouden worden: en dat men beflmt d'aangehoude fcheepen dienvolgens vry en der Heeren vrank moeft laten vertrekken, dewyl ze op zèTo^0"1 de publyke trouw van hunne Hoog. Moog. flaan°n " hier te lande gekoomen waaren. Dit werdt i+Maj. ter vergaadering der Staaten Generaal zoo uitgewerkt, en d'aangehoude fcheepen ontflaagen. Waar op d'Engelfchen insgelyks 'Twelk etlj/ke Nederlandtfche fcheepen ontfloegen: va"d'£ndoch de vier fcheepen, in 't gevecht tegens fe/haivea de Smirnefche vloot verovert, behielden ze werd gevoor goeden buit. De Koning van Vrankryk volght. hadt ook den zevenden van April, den zel-DeKoniD8 ven dagh toen Engelandt d'oorlogsverklaa-va" Vrank" ring uitgaf, met openbaare afkundiging, ZJfgü den oorlogh, dien hy tegens de Staaten op-d'oorlog nam, te Parys alomme bekent gemaakt. De tegens de Biffchop en Vorft van Munfter f, en de StaatanKeurvorft en Biffchop van Keulen $ hebben In^e'ykj insgelyks, ten gevalle van den Koning van rchoT'vati Vrankryk, de Staaten den oorlog aangezeit: Munfter en Zweeden, daar de Koning toen noch een endeKeurkindt was, liet zich door geldt beweegen, vorft van om, onaangezien de Triple alliantie, ftil tePuJe!!; zitten, en de Staaten te verlaaten. Onder-TI S' tuffchen hadden de Heeren Staaten, op dety- Zweeden ding van 't aantaften der Smirnefche vloot, worde bebeflooten, dat de Kollegien ter Admiraaliteit wo°gen noch een meerder getal fcheepen, tot ver- °,m ftil te fterking van 'sLands vloot, op het fpoe- De°óe dighfte zouden uitruften, en de toerufting rufting ter over dagh en nacht, zondereen oogenblikte«e werdc verzuimen, verhaaften en voortzetten devergrootgereede fcheepen, zonder naa d'ongereede25 Maart' fchee-  16 Het LEVEN van dén 1672. fcheepen te wachten, naar d'uiterfte zeekanten zenden, en alle moogclyke vlyt aanwenden om de matroozen, daar toe vereifcht, in dienfl aan te neemen: en den L. Admiraal de Ruiter, de L Admiraalen, Bankert en van Aylua, weer te beveelen zich naar de Kollegien ter Admiraaliteit te begeeven, om dc gemelde toerulïing met allen bedcnkelykenyvcr te bevorderen. Dit werdt den Raadcn ter Admiraaliteit en den gcmelden L. Admiraalen ' DfiR"itPT aangefchreevcn. Den zeiten van April werdt tTÏZirTdc L- Admiraal de Ruiter weer by de Heeren Opp >r- öïaaten Generaal verkoorcn tot eerfte perfoon hooft van en Opperhooft van 's Landts vloot , en de 'stands rang geitel t, gelyk in de volgende refolutie vloot. kaö worden gezien. Extract uit het regiiter derrefolutien van de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenighdc Nederlanden. Woensdagh den 6 April 16?2. Refolutie Is, na voorgaande deliberatie, goedtgevonby hunne den en verjïaan, dat als eerjle perfoon etide 0[>M°°g' d Perh00ftovev^sLandtsvloote,gediiurended''aanIml^d* ft.amds exPeditte, onder de direclie endefuperen ter 'zaa- Intendentie van de Heeren haar Hoog. Moog. ke van den Gedeputeerden endeQevolmaghtigden op de voorrang der fchreeve vloot, commanderen zal de perfoon van Hooftoffi- Michiel Adriaanszoon de Ruiter, L. Admiraal noomèiT" van -^ollandl ende Weftvrieflandt, de welke ge'• houden werdt den eedt te doen aan haar Hoog, Moog. van dat hy hem in de voorfchreeve charge getrouwslyk zal qnyten, en de beveelen, hem h  L. Admiraal DE RUITER. ïf by haar Hoog. Moog. albereits gegeeven , ofte 167* noch tc geeven, achtervolgen ende 'naarkoomen. Ende dat onder het voorfchreeve Opperhooft zullen zyn Adriaan van Trappen, gezeitBanken, L. Admiraal van Zeelandt, de L. Admiraal Aart van Nes, de L. Admiraal Willem Jofeph van Ghent, Hans Willem van Aylua, L. Admiraal vanVrieslandt• de Viceadmiraalen de Liefde, Sweers, Koynelh Evertszoon, Schram en Enno Doedes; de Schoutenby nacht Jan van Nes, Jan de Haan, Jan Matthyszoon, Vlug en Brunsveldt, doch of het gebeurde dat den gemelden L. Admiraal de Ruiter iets menfehelyks moghte over koomen, ofte wel dat hy by ziekte ofte andere ongelegentheit het commando over de voorfchreeve vloote niet en zoude bonnen exerceren, zal by des zelfs afjlerven, dat Godt genadelyk verhoede, ofte in cas van de voorgezcide ongelegcnthcid ofte abfentie, ds voornoemde vloote als eerfle perfoon ofte Opperhooft commanderen de voornoemde L. Admiraal Aart van Nes, en by des zelfs overlyden j ongelegentheid ofte abfentie, de L. Admiraal van Ghent. H. VAN GOCKINGA. Vt. Accordeert met het voorfchreeve register. G A S P. F A G E li Daarna werdt by de Heeren Staaten ; op d'aanmaaning van den L. Admiraal de Ruiter, boven gemeldt, een nader ordre geftelt tot verzeekering der zeegaaten: op dat d'Engel- IV. Deel, B febeiï  iS Het LEVEN van den 1672. fchen met geen fcheepen en branders in 's Landts havens zouden vallen , en aldaar Ordre ge- d'oorlogfcheepen verbranden. Men beval, vlziïl aHe Jachten en gewapent vaartuig, 't welk ring der" me0 by der handt kon krygen, ten fpoedighzeegaaten ^e ■> wel bemant en voorzien, naar 't Goereêil April, fche gat te zenden, om alle beduchte landing der vyanden ontrent Hellevoetfluis en elders te helpen afwecren en beletten. Ook werdt beflooten, het groote houte baaken, ftaande op het ftrandt, ontrent het inkoomen van de Maaze, af te breeken; om daar door het inzeilen van de gemelde riviere aan de vyanden te bezwaarlyker te maaken. Daar werdt ook beraamt, op andere plaatzen alle tonnen op te neemen, en fchuitjens in de plaats te leggen, de kaapen en baakens wegh te neemen, een looze kaap op te rechten!, om de vyanden te misleiden , en een deel galjoots en . lootsbeoten buiten gaats te laaten kruiHen. J^"" De Hecr dc Ruiter werdt ter dcezer tydt door de staaten ne Heeren Staaten van Hollandt, op zyn vervan Hoi zoek, met een compagnie fchecpsfoldaaten landbegun-begunftight, by dispenfatie van voorgaande ftight met refolutien, houdende dat geenè compagnien gnLTe"'fcheepsfo]daaten aan Hooi'tofBcieren, Korafóldaaten. mandeurs of gemeene Kapiteinen ter zeezou13 April, den moogen vergeeven worden. Ook werdt goedtgevonden , dat van weegen haare Ed. Groot Moog. (tot vergoeding van 't geen hy anderzins over onkoftèn moeft draagen) de zaake ter Generaaliteit daar heenen zou worden gedirigeert, ten einde den Heer de Ruiter , geduurende d'aanflaande zeetogt, voor «xtraordinaris moght worden toegevoeght een fora,-  L. Admiraal DE RÜITÈR. ip fomme van duizendt Karolus guldens ter loo- 16*72* pende maande. Dit werdt den negentienden I0^„/ van April by hunne Hoog. Moog. ingewil- ' light. De Heeren Staaten van Hollandt had- 2 April. den den tweeden van April goedtgevonden, DeRuden Heer Kornelis de Wit, Ruwaart vanPue- waart vafl een, Oudt Burgermeefter derftadt Dordrecht, PuuHen. te verzoeken, om van weegen de Provincie tloll/ndt Van Hollandt ter Generaaliteit te worden verzocht voorgedraagen tot Gedeputeerde en Gevol- om weêr maghtighde van den Staat op 's Landts vloo- alsGed(=ee in d'aanftaande expeditie ter zee: verzoekende de Heeren Gedeputeerden der ftade m3gh°i"hDordrcche, ontrent hunne Heeren en Mees- de van den ters alle goede officien aan te wenden , ten Staat met einde de zelve den gcmelden Heere de Wit 's Lands tot het aanneemen van de voorfchreeve com- Woot in Sniffie moghten difponeeren. Ook werdt by I'S"* hunne Hoog. Moog. den achtften, commiffie 16 ApriL op hem, Heere de Wit, ten gemelden einde verleent. Daar op werdt de Heer de Wit den zefhenden der maande uit den naame en van weegen hunne Ed. GroocMoog. gefommeerc, zich ce verklaaren onerenc hee aanneemen van de voorzeide commiffie: waar op hy zich met een zonderlinge refoluitheit ter vergadering heeft verklaart en volvaardig getoont om ter gehoorzaamheit van haare Ed. Groot Moo"\ Neemt dé de voorfchreeve commiffie aan te neemen eii commiffia de zelve onder den zegen van Godt almagheig 'afc mee alle wakkerheic, yver en getrouwheid haar zyn vermoogen uit ce voeren. Hier over is de zelve niec alleen bedanke enGodcsze«-en toegewenfehc, maar ook, op hee voorftelvan de Gedeputeerden der ftadt Amfterdam 5 met B 2 €eni8  eo Het LEVEN van den 1672. eenpaarige fteramen van alle de Leden, goedtgevonden en verdaan , dat, in gevalle de voornoemde Heer de Wit, geduurende de HetRu- tocht, aflyvig quam te worden, als dan het waarschap RUWaart- Bailliuw- en Opperdykgraaffchap gevalle'hy van c*en van Putten op des zelfs zoone opdevluot 2011 worden gebraght. Ontrent deezen tydt quam tï werdt by de Heeren Staaten goedtgevonden, biyven,zya ziende hoe veel zwaarigheden zich van alle zountoe- kanten op dccden, een uiefchryving van een Maaiulely- maandelyke bededagh, te houden op deneerke bede- ^en Woensdagh van ieder maandt, aan alle dag. de vereenighde Provinciën, Steden en Leden De rende-van dien, af te zenden, om de goddelyke vToo'tln't. ^ulpe m den n0°dt des vaderlandts af te bid^ oot m t cjen^ -Qe rcn(jeVous of vcrzaamelplaats der vloote werdt in 't Vlie geilek, en voorts door de Heeren Staaten bevoolen, dat de grootfte en gereedtde fcheepen van oorlog uit de Maaze , nevens den L. Admiraal de Ruiter, al waar 't dat 'er aan de fcheepen noch vry veel fchortte , met den eerden bequaamen windt uit het Gocrocfche gat naar 't Vlie zouden verzeilen, en dat het geen hun noch ontbrak binnen door of buiten om hun zoude worden ilApril. nagezonden. Dit werdt den Heer de Ruiter door de Raaden ter Admiraaliteit te Rotterdam aangefchreeven. Hy zocht den zevenentwintighden van April in zee te loopen, maar werdt döor harde tegenwindt verhinderdt. Toen riep hy de Kapiteinen der andere fcheepen aan boordt, en ordonneerde hoe en op wat wyzc 'sLandts fcheepen, geduurende de tegenwindt, zich zouden rangeren en poderen tegens alle vyandtlyke aandaagen,omniet on-  L. Admiraal DE. RUITER. 21 onvoorziens overvallen te worden. Hy zondt 1672. ook twee lootsbooten om drie myl dwars van de Maas en Goereê in zee op kundtfchap te kruiflcn. Hy hadt ook de Kapiteinen Frans van Nydek en Moyfes Wichmans, met de fregatten Schiedam en Harderwyk, etlyke daagen te vooren doen zee kiezen, om , een kenning van den anderen , tot ontdekking der zee, en afbreuk van den vyandt, te kruiflen. Den negenentwintighftèn raakte hy in zee met Dj Ruiter zeven 's Landts fcheepen, twee fregatten, drie loopt met branders, een advysjacht, en een fluit, van"n'g?, Dordrecht gekoomen met de bagagie van den pen 5n 2Pe> Ruwaart van Putten, Gedeputeerde en Vol- najpil! maghtigde van den Staat op 'sLandts vloote. Met die fluit quaamen ook 93 braave matroozen , onder twee Kommandeurs, tot een zeelyfvvacht f voor den gemelden Ruwaart, wel- \GuarJe ke matroozen toen op de Ruiters fchip over-1 maritime" gingen. In zee voegden zich de gemelde fregatten en lootsbooten, die gekruid hadden, en noch een tweede advysjacht en vierde brander, uit de Maas, onder zyn vlagge. Doch hy zondt, op het aanhouden van de Heeren der Admiraaliteit te Rotterdam, de twee kleenfte branders weer naar binnen, den eenen binnen Goerci, en den anderen voor de Maaze in de put, met ordré om zich daar op de wacht en tot befcherming der achtergeblevene fcheepen te pofteeren, en hem met de zelve naar de rendevous te volgen. Den eerften May, op de hooghre van Egmondt gekoomen, ontmoette hem een advysjacht, van den Ruwaart afgezonden, met de volgende ordre. B 3 OpA  22 Het LEVEN van den 1672. Op de onderrïchtinge van de Lootsluiden, Ordre,ten dat V Landts fcheepen uit het Vlie niet in zee 's Landts &ehra"Jlt bonnen werden dan met een windt vloot in aan ^ne zyde Oofttennoorden, ofte uiterlyk Texel zou Ooftnoordtooft, en aan de andere zyde Zuiden, verzame- ende zulks alleenlyk ten uit erf en met tien ftreejen.ennie;/^ die goet zyn, tegens tweeëntwintigh ftreeVile- ken daar mede de groote fcheepen alhier zouden moeten binnen blyven, ende ah oor ens gehoort het advys van de aanweezende Heeren Gecommitteerden van de Kollegien ter Ad mi-, raaliteit tot Amfterdam ende in V Noor derquartier , is, naar voorgaande deliberatie, goetgevonden ende gercfoheert, dat alle de fcheepen van oorloge, alhier in 't VUeftroom leggende, ge reet ofte ongereet, met deezeOostelyke windt, zoo die continueert, zullen het Vlie uitzeilen, en het Texel weder inloopen, ende aldaar voort van alle noch deficierende behoeften verzien , en ten vollen klaar gemaakt worden, daar naar den L. Admiraal van Ghent ende alle 's Landts Officieren ende Kapitein en mitsdeezen belaft ende geordonneert werden haar te reguleren: en zal hier van tenfpoedighften advertentie gegeeyen werden aan den Is. Admiraal de Ruiter, om zich met zynebyhebbende fcheepen in V Texel te vervoegen, ende de zelve aldaar te pofteeren omtrent de tonnen van de Laan, zoodanigh dat zy, naa beloop van weder en windt, aan wederzyde het Landts Diep , ende aan de andere zyde het Spanj'aartsgat bonnen uitzeilen, zulks dat haar ook de Sleng altydts open blyve: gelyk ook hier van advertentie gegeeven zal worden aan de var den drie Kollegien ter Admiraliteit, om elks  L. Admiraal DE RUITER. =3 elks in zyn regard mede zoodanige ordreteftel- 1672. len, en die yoorzieninge te doen, ten einde alle de volgende fcheepen van haarluider equipagie haar mede op v fpoedigfte naar Texel konnen hegeeven. Ad urn in's Landts fchip de Dolphyn, leggende in de Middelgronden van v Vlie ft room, den 30 April 1672. Accordeert niet de voorfchreeve refolutien. C. DE WIT. Volgens deeze ordrc liep de Ruiter met de RTMdelby Maasfcheepen naar Texel; doch dewyl daar ^Ruiter de tonnen en baakens waaren opgcnoomen, qJ;^^ was't gevaarlyk zoodaanige zwaare fcheepen TrXei,Mar binnen te lootzen. Dies vondt de L. Admi- de tonnen raai de Ruiter geraaden, twee advysjachtcn en bakens naar den Helder te zenden, met een brief aan '■vriaren °Pden Commiiïaris Henrik Knyf, ten einde dat gJJJJJj* hy die jachten, met advys en kennis van de Lootsluiden, in 't inkoomen van de Sleng, of 't Middeldiep , het ecnc , de Fama genoemt, aan de Zuidc- en 't ander, deHoope, aan de Noordtwal zou doen leggen, en vervolgens zoo veel kleine fchuiten aan wederzyden van het vaarwater, aan beide de kanten van de Sleng, inwaarts aan, zou plaatzcn, als hy zou dienftig oordeelcn, om 's Landts fcheepen voor tonnen en baakens in 't inzeilen te verftrekken: daar by voegende, dat hy zou ltaat maaken dat het advysiacht de Faam, als ook de fchuiten aan de Zuidtkant, het marszeil en de zeiltjes zouden opgeheczen hebben: maar 't jacht de Hoope, en de fchuiB 4 ten  Het LEVEN van den jn Texel 3 May. 1671. ten aan de Noordtkant, zonder zeilen leggen; op welke kennelykc feinenhy, tuflehen beide door, met zyn byhebbende fcheeoen zoude Hyltomt inzeilen. De CommilTaris Kn vt lier dnr mid¬ del in 't werk dellen, en zondt daarenboven éenige fchuiten om 's Landts fcheepen voor ie ^enen, cue dus binnenliepen, en ontrent . de ton of plaats van de Laan den deden May ten anker quaamen. Dien zeiven dagh , toen de L. Admiraal de Ruiter noch buiten gaats \vas_, ontmoette hem de Kapitein Kornelis Holiaardt, voerende een fnaauvv, door den L. Admiraal Bankert uit Zeelandt afgezonden , met laft om t'onderzockcn of de zee vcylig was, en wat fcheepen in de zeccaatcn van Hollandt laagen. De Ruiter liet toen aan Bankert wecten , dat hy g&en vyandt hadt vernoomen, en zondt hem èop-ye vand'ordre aangaande de rendevous in Texel, boven gemeldt, tot zyne naarichtinge. Des anderendaaghs ontfing de Heer de Ruiter een brief uit het Vlie van de Heeren Gedeputeerdenen Gevolmaghtigden der Heeren Staaten tot uïtpreffing van 's Landts vloote, van deezen inKryght houdt: dat al eenige zwaare 'sLandts fchee- omezreerteepen q" het V!ie in zce waarcn geraakt, op kiezen. ll00Pc dat de red zou konnen volgen, en niet van meening waaren daar mede weder in 't Texel te koomen, maar dat ze hem, de Ruiter, met zyne byhebbende fcheepen, op het fpoedighfte buiten gaats in zee zouden" verwachten. Hy liet terdondt weer fchuiten aan beide de zyden van 't gat leggen: om op gelyke wyze uit te zeilen, als hy was binnen gekoomen, ook beval hy ten dien einde het Span-?  L. Admiraal DE RUITER. 25 Spanjaarts gat te peilen : maar de Lootzen 1672,. zeiden dat ze maar 21 voeten waters hadden gevonden, en daar mede zoo zwaare fcheepen niet dorften in zee brengen. Den zeilen 6 May. May quaamen de Heeren Gedeputeerden en Gevolmaghtigden der Staaten, en onder de zelve den Raadtpenfionaris de Wit, aan de Ruiters boordt, deeden fein om te zeilen, en gaven ordre dat een ieder die maar konde zoude zee kiezen, en zich buiten gaats onder de ■ vlagge van den L. Admiraal van Ghent vervoegen. Hier op raakten de gemeene fchee- Eenige pen en vaartuigen van de Maaze door 'tSpan- fcheepen jaarts gat buiten by 't voorfchreeve gros, enraa'{enin ook d'overige fcheepen, die uit het'Goereê- Zce' fche gat verwacht werden, en anders insgelyks binnen Texel zouden zyn ingeloopen, en nu, aankoomende, laft krecgen om buiten te blyven. Maar de L. Admiraal de Ruiter bleef Vierv!aS. met zyn fchip en d'andredrie vlaggefcheepen gs fchee-" ■ van den L. Admiraal van Nes, eV'Viceadmi-P;n b;yyen raai de Liefde en den Schoutbynacht van Nes, "och leg" met noch een advysjacht, leggen: door ver-gei1' zuim van de Lootsluiden , die ftyfzinniglyk m^5ha ftaande hielden, dat 'er voor hen te weinigLootsjui, water in 't voorfchreeve gat was. Waar op Jen." de Raadtpenfionaris de Wit en de L. Admiraal de Ruiter, zelfs met een jacht naar 't Spanjaarts gat vaarende , en de'diepte peilende, het tegendeel aanweezen, en de Lootsluiden over hunne dommigheit fcherpelyk overhaalden; dewyl ze 21 of 22 Maasvoeten waters vónden. Dan midlerwyl verliep de tydt: daarna werden ze door hardt weder en tegenwindt verhindert tot den negenden May. Toen 9 Maj. B 5 fchoot  26 Het LEVEN van den 1672. fchoot de windt met een barftNoordtnoordtDeRuicer weft, en toen zeilde de L. Admiraal de Ruiraakt in ter met deMaasfcheepen en den Viceadmiraal Ruwaart6 ^nno DoedesStar, en eenig kleen vaartuig, komt op ^oor het Landts diep in zee. De Heer Kor?yn fchip. nelis de Wit, Ruwaart van Putten, quam toen uit van Ghents fchip over aan de Ruiters boordt: om d'aanftaande zeetoght als Gedeputeerde enGevolmaghtigde der Heeren Staaten by te woonen. De Raadtpenfionaris de Wit nam te dier tydt met een byzondere blygeeftigheit zyn affcheidt van zyn broeder den Ruwaart, den Admiraal de Ruiter en d'andere Bevelhebbers, hun wenfchendeGodtszeegen ten goede van 't lieve Vaderlandt. Hy voer daar op met d'andre Heeren Gedeputeerden van- boort : dan voor hun vertrek werdt het volgende bcfluit genoomen. Maandagh V voormiddaghs den 9 May 1672. In 's Landts fchip de zeven Provinciën, zeilende even buiten gaats van Texel. Prefent de Heeren Cornelis de Wit Ruwaart van Putten, M. Merens, Mauregnault en Starkenburgh , L. Admiraal de Ruiter, Van der DuiTen, de Wildt, Ockertzen en Sonk. Refolutie &e Gedeputeerden en Gevolmaghtighden van aangaande de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der hetemployyereenighde Nederlanden tot d''expeditie ende van'sLandsoj;(?r ->t employ van 's Landts vloote, hebben, y]oot' naar voorgaande rype deliberatie , conform ffadvyzen van den L. Admiraal de Ruiter, ah Gc-  L. Admiraal DE RUITER. 117 Generaal van de zelve vloote, mitsgaders de 1672. Heeren Gedeputeerden uit de Kollegien ter Admiraaliteit , alhier aanweezende, eenparïghlyk goedtgevonden ende gerefolveert, dat de voorfchreeve vloote ,' veder ende windt dienende, haar koers zal feilen Zuidtwefelyk aan, ende onderwegen , gelyk verhoopt werdt , hy haar bekoomen hebbende d"1 oorloghfcheepen , branders ende ander vaartuig, van Zeelandt verwacht werdende, voorts zal hopen naar de rivier e van Londen, ofwel daar anderszins, volgens nader in te koomen kondtfchappen, de navale magiit van Engelandt zoude konnen werden aangetroffen : zynde d^intentie ende refolutie , dat met de voorfchreeve vloote, onder Godes toelatinge, de voorfchreeve rivier e van Londen zal worden in gezeilt, en de yyandt aldaar aangegreepen, ook den zeiven, onder Godes zegen, alle moogelyke afbreuk gedaan, by zoo verre eenige Engelfche oorloghfcheepen in de voorfchreeve riviere moghten werden gevonden; ende dat anderszins het zelve zal werden getenteert, ende onder Godes toelaatinge uitgevoert op haare rendevousplaatzen in de Gunfliet, inSoulsbaay, in Duins, of 'elders, daar de verzaamelinge van haare zeemaght zoude moogen gefchieden : doch in gevalle , buiten vermoeden, de Franfche vloote met die van Engelandt moghte weezen geconjungeert, dat in zidken cas, ende daar van zeekerlyk con(lerende , een hooftbattaille met die geconjungeerde maghten zal werden geeviteert, ten waare de Gedeputeerden en Gevolmaghtighden van haar Hoog. Moog. op de zelve vloote, met advys van den gemeltên L, Admiraal de Ruiter, als Gene-  a8 Het LEVEN van den 1672. neraal van de zelve vloote, door eenige toevallen , occafien of circumftantien, moght en oordeelen, dien onaangezien, op de gecombineerde yyanden eenige advantagie te bonnen doen: alles met dien verftande ' nochtans, dat aan de volkoomene ende abfolute difpojitie van de gemelte Heeren haare Hoog. Moog. Gedeputeerden ende Gevolmaghtighden in de vloote, volgens den text ende de teneur van haare commijjie, zal worden gelaten, gclyk gelaten werdt mits deezen , om met advys van den tneergemelten L. Admiraal de Ruiter, in qualitê voorfchreeve, ende, des noodt zynde, ook van de andere Hoofden der zelve vloote, zoo over de zaake zelfs in het generaal, als over alle de particulariteiten van dien, inzonderheit mede aangaande de ordre, forme ende maniere van executie, alles te doen in V werk f eilen "t gunt zy luiden ten meef en dienfle van den Lande bevinden zullen te behoor en; ende getier aalyk haar met de voorfchreeve vloote, geconjungeert ofte verdeelt, te vervoegen ende fonthouden werwaarts , ende daar zy luiden zullen achten V zelve met de intentie van haar Hoog Moog. beft over een te koomen, ende oirbaarlykft te zyn. Accordeert met de voorfchreeve refolutie. In kenijfe van my onder gefchreeye Secretaris. J. AND RIN GA. 'Tgetalvan 'sLandts vloot, gelyk die nu voor Texel '$ Landts was verzaamelt, beftondt uit 12 groote fchee-' pen  L. Admiraal DE RUITER. Q> pen uit de Maas, 18 van Amfterdam, 4 uit 1672. het Noorderquarticr , 1 uit Vriefiandt , 11 vlootjefregatten, 12 branders, en 9 advytjachten,lvk öie t'zaamen ontrent 67 zeilen: welk getal binnen vo° • • j j r 1 -i r 1 ■ wasver- weimg daagen, door verlcheide icheepen uit zaameir. 's Landts zeegaaten, merkelyk werdt ver- Verdee- meerderdt. In d'eeriïe verdceling in drie es-ling in drie quadres, den negenden van May gefchiedt, esqnadres. waaren ook de Zeeuwfche en etlyke andere fcheepen, die men in 't kort verwachtte, be- greepen, gelyk de volgende lyit uitwyft. Esquadrc onder den L. Admiraal Generaal de Ruiter. Officieren. ii. L. Admirarl de Ruiter. r. I. Admiraal van Nes. 1e\.yiceadiuiraal de Liefde. r. Scboutbynacbt -jan Nes. r. Kap. Laurcris Dav. v.Katlv. R. Jan van Braakel. A. Engel de Ruiter. A.jiin van Celder. A.Jan Davids Hout. r. Philips van Almoadt. A.Pieler jfakobz de Sitter. A. Davitl Sivet ius. TL.Joan Jakob de Laucmrt. r. Francais van Aurjfen. N. Jan Dik. "SirMê-ifês irhhmans. A. Kornelis van der Zaan. V.Jo»ft Micbielsz. v. Kuilt. A. Roemer Vlak. N. Klaas Anker. A.Huibrecht Ceel. A. laas Jansz. v. Porttig. r. Korn.'J'akobz.v. clerHoev. Tt.lFpiant van Meurs. r. Dirk de Munnik. R. JanDavitlsz.v.den Ryn. Scheepen. mat.n.M.ftukk. Hooftes_ De zeven Prevtncteti. 420. 90. 80. , VEcndragkt. 335. 85. 70. quadre on- DcMaagbtvanDordr. 320. 80. ÖS.derdeRuiDeRidderfcbapv.lloll. 290. 75. 66. ter. Gelderlandt. 64, Groot llollandia. 60. Deventer. 250. 60. 66. Del'roviucievanUitr. 230. 50. 60. De ftadt Uitrecht. 65. Waffenaar. 230. 60. 60. . D'Agatba. - - De Jjefcbermer. 200. 45. 50. Zeelandia. 150. 38. 44. 'T fregat Uitrecht. 36. Tfregat IIardel*jivk. 90. 30. 24. 'T fregat de Brak.' 24. 'Tfregatdeirindthondt. De Poftiljon. 24. Alkmaar. — -- -- Advysjachten. De Triton. Mhrcurius. — Fama. 47. -- 13- Rotterdam. 25. 8. Branders. Gornicbem. 30. -- 4. De Vrtedt. 34- -- 2. R.Abra-  30 Het LEVEN van den 1672. R. Abraham Schryver. r f itter Befsncwn. A.AndricsRandel. a. Klaaspfttersz. Schuit. Svjol. D'Eenhoorn. St. Salvador. Sollenburgh. 20. -19. -- -- Esquadre onder den L. Admiraal van Ghent. Esqv quadre a. L. Admiraal van Ond^rvan A- Vïceadmir. Ifaak Stveers Ghent. n. Vice.idm. Volhert Schram. A.S.bynacht Jan de liaan. a. Kapitcinen jaltëb Binkts. A. Hendrik van Tol. A.'jakob Berkbout. A.Anskc Fokkcs. A.VolkertSuart. A. Philips de JShr.mik. A. Jan Gyzels van Lier, A. Daniël Elfe vier. A. Harent Hals. A. Tittu van Nafan. n. Jan Hek. A.Pieier Klaasz. Dekken A. kornelis Tyloos. N.Jan Maauw. A.Marc. Willems», v.Ron. A. Jan Klaasz. v. Ooftbniz. A. Jakob Stcdt'.ander. A.Jan Jlogaart. r. Ifaak Teunisz. v. Anten. n. Jan Pyyer. a. Hendrik Hendrikszoon. A.lVillem Willemszoon. A. Hem ik Rifeu* A.Janszoon Bout. A. Pieter van Groot-jeldt. a. Sybrant Barentszoon. De Dolpbyn. 420.120. Sa. DOlyfant. SS0.100. 82. De Pacificatie. Gouda. 3,s, 9o. 7«! Woerden. 27o. 70. 70. De Komeetftar. 270. 70. 70. D Akerboom. 250. 50é <50i Amfterdam. 230. 50. 60. Ooflervcyk. 23a go. ÖOt EJsn- 200. 45. so. De Leeuwin. 200. 45. 50. Staveren. _ '7'fregat Af eren so. Tfregat de Haas J'iftlna. Ó4- T fregat Bommel. — i yfregat Overyffel 30. T Noorderquartier. Qo. Advysjachten. De Galet. De Walvis. D" Eenhoorn. Egmont. - - - _ _ De Hoop. De Moffel. Branders. Velfen. É2. DelVindthondt. 22. --- -. De Beemfier. 22. De Sollenburg. De Draak. De Leydtftar. Esquadre onder den L. Admiraal Bankert. Esquadre Z.L. Admiraal Bankert. Walcheren, Onder Ban- Z' f KornelisEvetrsz. Zierixzee. tert V.Viceatlm.Enno Doed.Star. Gr jeningen. Z.S.bynacht Jan Mattbysz. Oranje. - -- - --70. 60. --- ---70. Z. Kap.  L. Admiraal DE RUITEPv. 31 z. Kap. WillemHendrikszoon. a. Thomas Tohiaszoon. K.Uendtik Bi omver. a. Pieter van Middeldndt. Z.Adriaan van Kruiningtn. r. Niklaas Naalbout. z. Karei van der Putten. a. Jan Roeteriug. A.Baltbazarvan de Voorde. A.Jan de Jong. n. Klaas Valehen. n. Marien de Boer. r. Frans van Ni dek. A.Mattbeus Meegangk. Z.Salomon le Sage. n. Pieter Kerfeboom. Harent Maartenszeen. Z.Simon Lonk. •-Paffchier de TFilte. z. Kornelis Hollaart. a. Abraham Taalman. A.Jan Kraamer. z. Willem Meerman. Z.Kornelis livcouts. z. Heiman Adriaanszocn. Z.Antony Janszoon. n. Pieter Syvertsz. Bokkes. Middelburgh. 50. I öVa, Oudtsboorn. 290. 70.70. * KaJantsovg. 270. 70.70. De Gideon. 60. Veere. 50. Scbielandt. Ï30. 60.60. 'T fregat Ter Goes. Steenbergen. -- Kruiningen. 50. Dainiaten. *■ -- - -- Dt drie Helden Davids. 5o-. Gelderlandt. 'Tfregat Schiedam. 70. 20. 20. 't fregat Popkensbnrg. fWsfingen. 50. 'fWapen van Nalfau. ---62. 'Tfregat de Vijf. Harder. 'T fregat Delft. 'T'fregat Schakerloo. Advvsjachten. De Bruinvis. De Kat. De Kater. *- Branders. Middcliiurgb. ........ Het Prinsje. De Hoop. - -- Heiena Leonora. ----- -- Naa 't formeeren der esquadres by maniere van voorraadt, beriep men den Krygsraadt aan de Ruiters boordt, en deelde de feinboeken uit, en de naarder orders, ook de plakkaaten der Heeren Staaten, tot aanmoediging van 't volk uitgegeeven. De Ruwaart van Putten en den L. Admiraal Generaal de Ruiter vermaanden ieder tot het betrachten van zyn plicht. Ook werdt de ge- Generale neraale ordre waarna zich elk hadt te rich- ^d^cwaat ten, vervattende verfcheide zaaken van ge-,sLa'ndt, wichte, uitgegeeven: wat esquadre aan 'tvi00t naijt ftuurboordt, en wat esquadre aan 't bak-te richten, boordt van het Hooftesquadre hadt te zeilen als  32 Het LEVEN van dén 1672. als men voor de windtzcilde, en hoe men by' de winde zou zeilen, en wat ordre elk esquadre in 't wenden zoude houden. Hoe zich elk esquadre in drie fmaldeelen zou verdcelen, en etlykc fregats ordonneeren'om'tvolk van de fcheepen, die in den gronde of iri brandt zouden geraaken,te bergen. Voorts dat men eikanderen ruimte zou geeven om uit elkanders gefchut te blyven, zonder nochtans te groote affcheiding te maaken, op dat de •vyandc niet tuflehen beide moght inbreeken: ook wel lecten op den brandc, die door 'c fchietcn van 'svyandts of eige proppen in 'sLandts fcheepen zou kunnen worden veroorzaakt. Wat ordre men zou houden wanneer 's Landts vloot den vyandt te loefwaart, en in't tegendeel, wanneer men den vyandt te lywaart moght bejegenen, hoe dan elk esquadre en fmaldeel zou zeilen en volgen , en d'ordre naa tydts gelegentheid veranderen. Dat elk Kapitein op zyn Hooft, daar hy onder befcheiden was, zou paften, zonder van den vyandt af te wyken of draagende te houden, dan door hoogdringenden noodt, al waar 't dat hy zaage dat iemant, die voor hem gerangeert was, door noodt of verzuim zyn poft niet hielde, op peene daartoe geftelt. Daarenboven werdt belaft dat ieder, fchoon men by den vyandt niet en waare, op zyn rang en by zyn Hooft zou blyven, en dat de Hooïtofficiercn van' elk esquadre drie van hunne bezeilfte fregatten, benevens eenige galjoots, rondtsom de vloot ordonneeren zouden, om door de zelve alle moogelyke kundtfehap ee bekoomen. Ontrent de L. Ad-  L. Admiraal DE RUITER; 3j Admiraal de Ruiters esquadre, en des zelfs 1672. drie fmaldeelen, was de volgende ordre beraamt. Ordre ende ïnftructie beraamt ende ge- Inftruelie geeven door den L. Admiraal de Rui- en ordre ter aan de naar genoemde Officieren,'00r de rcforterende onder 't Hooftesquadre deelerfvan van 'sLandts vloote, gelyk dat hier de Ruiters volgens in drie fmaldeelen öaat geran- esquadre. geert, waar naa hun ilriktelyk zullen hebben te reguleeren. Smaldeel van den L. Admiraal van Nes» Braakel. Klaas Anker, •Laucourt. Jooft Michielszoon. /Vigbiuans. Advysjacht. ffrjiiandt Meurs. Sittert. h. Admiraal van Nes. Branders. Dirk de Blunmnk. Klaas Pieterszoon: Smaldeel van den L. Admiraal de Ruiter» jan Pauluszooit van Gelder. Aartzen. Scboutbynacht van Nes. L. Admiraal de Ruiter, i.aurens Davidszbon. Engel de Ruiter. Vlak. Advysjacht. Kornelis van der Hoeve. Branders. Jan Danielszooiu Andries Gandel. Smaldeel van den Viceadmiraal de Liefde; Jan Davids Bont. Kornelis van der Zaan. Philip van Almonde. Viceadmiraal de Liefde. Jan Dik. David Sweers. Advysjachten. Huibreebt Geel. Klaas Porttigaal. Branders. Abraham Scbryver: Pieter Befancon. Voor de windt ofte met ruime windt zeilenIV. Deel. C de.  34 Het LEVEN van den 16*72. de, zoo zal de L. Admiraal van Nes met zyn fmaldeel hem aan fuurboordt van den L. Admiraal de Kuiter onthouden. Op gelyke maniere zal de Viceadmiraal de Liefde hem als dan aan bakboordt van den L. Admiraal de Kuiter onthouden. Maar by de windt zeilende, zal de L. Admiraal van Nes met zyn fmaldeel hem voor den L. Admiraal de Ruiter begeeven, en den Viceadmiraal de Liefde met zyn fmaldeel hem achter den L. Admiraal de Ruiter onthouden. In V wenden zullen de achterfe fcheepen al tydt eer ft wenden, conform het vyfde articul in de generaals feinen, alzoo dat de Viceadmiraal de Liefde als dan met zyn fmaldeel voor den L. Admiraal de Ruiter zal verblyven, ende de L. Admiraal van Nes met zyn fmaldeel hem achter den L. Admiraal de Ruiter onthouden, zulks dat in V wenden altydt de yoorfte de achter fe, ende de achter fe de voorfie zullen worden, ende elk in zyn rangh verblyven. Ook zal in *t wenden onder ieder fmaldeel apart de zelve ordre gehouden worden als van V geheels esquadre is gezeidt. Doch de brandt fcheepen ende advysjachten zullen haar altydt weder dicht achter 's Landts fcheepen vervoegen, gelyk zy in deezen gerangeert ftaan, de eerfe op dat zy onder V faveur van de kracht ende rook van der zeiver kanon aan een ofte meer vyandts kapitaale fchip of fcheepen, die den anderen aan boordt moghten raaken, refoluit ende met een goedt fucces moogen werden befleedt, en d''andere om advyzen af ende aan te brengen, ende 'svyandts  L. Admiraal DE RUITER. 35 andts branders rigoureufelyk te re ff eren ende 167%. trachten te ruineren, als mede zoo 'er eenige fcheepen in de grondt ofte in brandt geraakten, het volk daar van te bergen, op peene van, contrarie doende, exemplairlyk aan dett lyve gefraft te werden. Aëtum in VLandts fchip de zeven Provinciën , zeilende voor gaats van Texel Zuidtweftenzuiden aan, den 9 May 1672. C. de Wit. Michiel Adriaanszoon de Ruiter. Daarna werdt een galjoot naar 't Veerfche gat gezonden, met een brief aan den L. Admiraal Bankert, om de Zeeufche fcheepen uit te preflen: en verfcheide andre galjoots liet men kruilTen, om alle aankoomende fcheepen, die by de vlagh waaren befeheiden, bekent tcmaaken waar ze de vloot zouden konnen aantreden. Etlyke fregatten gin- De Rui. gan insgelyks op kundtfchap, en de Kapitein rer "ndc Philips de Munnik werdt met het fchip Es- ï: de fen, en de fregatten Harderwyk en Schie- ^""d'En. dam, en't jacht Rotterdam, belaft naar d'En- gèifche gclfche wal te zeilen, en van Olphernes af kuft op t'onderzoeken wat getal van vyandtlykefchee- kundtpen in Soulsbaay, Harwits, Konings Diep, fchaP • om Gunfliet, en tot in Duins toe moghten leg- ^J^' gen: met verdre laft, dat hy, door 't ver- naar'd'Enfpreeken van neutrale fcheepen, of door 't gelfche neemen van Engelfche of Franfche fcheepen, v'oot. of viiTchers, eenige kundtfchap van 'svyandts vloot, en der zeiver ftaat en gelegentheit , zou konnen trachten te bekoomen, en C 2 zyn  3*Mzei,°' wyl zy boven windt en ftroom van 's Landts fcheepen waaren, die alle, hadlen ze 'tanker geworpen, zouden genoodtzaakt zyn ge* weeft, hunne, kabels te kappen., indien da D 3; vyan,.  g4 Het LEVEN van den 'l$f zf vyanden hadden gocdtgevonden op hen aftö koomen. Ontrent de middagh nam de windt noch toe uit den Zuidtweilen, en ten vier uuren zyn de Nederlanders voor windt omgewendt. Hun groot marszeil naamen ze in,en zeilden Noordwefttenweften. Dus af en aan houdende, zyn ze, door den Herken windt en inkoomende vloedt, hoewel ze alle vlyt hebben aangewendt om op te koomen, zeer verre afgezakt: zoo dat ze 's avondts ten vyven tuflehen de kuil van Vlaanderen en Walcheren quaamen., en Brugge ontrent twee myl en een halfZuidtooft van hun lagh. Hier hielden ze zoo veel af en aan als ze konden, tot dat hun beter gelegentheit en kans van jlfay voordeel op de vyanden zouvoorkoomen. De volgende nacht ftilde de windt, zoo dat ze 'S Landts n'ct verder afdreeven. Des anderendaaghs vloot woey de windt uit den Weftnoordtwellen mee krvgtde weinig koelte, en ze zaagen des morgens de vyanden vyanden in 't Wellen twee mylen boven hun. W' Tht c Waar op zich de Nederlanders in ordre ran* ' geerden, en zeilden Zuidtzuidtooft van zeven tot elf uuren voor den middagh, en toen weêr wendende zaagen ze Ooilende drie mylen Zuidtzuidtooft van hun, en fteldcn hun koers Weftnoordtweft , niet twyfteiende of 't geDie weêr vecht zou dien dagh hebben begonnen. Maar afwender de vyanden, geftaadig boven windt zeilende, vecnifchu- von^en °tec geraaden op hun af te koomen, wea< maar hebben 't weêr afgewendt. De Ruwaart, de Ruiter en de Krygsraadt beflooten, dat men van de vyanden niet zou afwyken, en alle vlyt doen om de zelve te bezeilen. Men kon niec bedenken wat de vyanden bewoogh • om  L. Admiraal DE RUITER. 55 om ?t gevecht weêr te fcbuwen: daar de windt 1672; hun zoo gunftig was als zy 't van den heemel konden wenfchen, en dienvolgens de Nederlanders met merkelyk voordeel konden aantallen. Eenige oordeelden dat hun moedt ge- Bedenken brak : 't welk aan d'andere zyde de Neder- opdataflandtfche Officieren en matroozen te meerwykeu* aanmoedighde om 't gevecht te zoeken jwant geduurig boven windt te zyn en niet af te koomen, jaa tot tweemaal, als men hun naaderde , af te wenden, hielden ze voor verzaaghtheit. Anderen meenden, dat ze zwaarigheit maakten om zoo dicht op de Vlaamfche kuil te vechten. Ook ontfing de Ruwaart eenige tydingen uit Engelandt, hem door zyn broeder den Raadtpenfionaris de Wit toegezonden, meldende, dat 'er op d'Engelfche vloot veel zieken waaren, die noch daagelyks vermeerderden: dat ook d'Engelfchen de Franfche fcheepen zoodaanig niet bevonden als zc wel hadden verwacht. Hier uit hadt men bedenken dat 'er licht eenigh misnoegen, misvertrouwen en oneenigheit tufichen beide kon, ontftaan. De Ruiter deed midlerwyl geftaadig zyn beft om by de vyanden te koomen: cn zondt eenige van de bezeilfte advysjachten op kondtfchap, om te verneemen werwaarts dat DeRuiters ze waaren verzeilt. Men hadt dien dagh weêr reeën bre'efterken windt, en als de Ruiter tegens den ken door avondt Zuidt over wendde, braaken zyn groo- baidc wete ree en grootmarszeilsree te midden door. ff™ val" Zyn zeil en groot marszeil, fcheurden van bo- 4«W*i yen tot beneden: het boevenet raakte geheel en febo-' in Hukken, en de Hukken van de rees met de verzeilen feilen vielen te gelyk om laagh, naauwlyksom,a^l,• D 4 eqn, 3'te  Het LEVEN van den 167a» een mans langhte van den L. Admiraal, zonder dat hy, of iem'ant'anders, hoewel 't op die plaats gemeenlyk vol volks was , werdt geraakt of bezeert. Dees ramp gaf eenige ontfteltenis by zommigen, vreezende datmeri *t fchip zou moeten opzenden, of te veel volk$ en tydts zou moeten hebben om alles te heritellen. Maar de L. Admiraal braght, door zyn kennis en wakkerheit, met zyn eigen volk te weegh, dat binnen weinig uuren alles weer kant en klaar was. Doch dien nacht ftak hy met de fok en bezaanen Zuidtweft over; tot den eerften van Junius, toen hy in Haat was dat hy d'andrë fcheepen kon byhouden. Hy vervolgde zyn koers, en zagh Duinkerken naa den middagh Zuidttenopften van zich leggen, en zeilde Weftnoordtweft tot middernacht. Toen fcherpte de windt, en men kon maar Hy meent Noordtnoordtooft zeilen. Twee uuren daaronder na zagh men eenige fcheepen, die men in den pacht by duifter niet kon onderfcheiden en voor EngeldenVt^zyn,fcnen ofFranfchen aanzagh. De Ruiter deedt enfteltor-daar op fein als op vyandtlyke fcheepen, en dre; doch'elk maakte zich flagvaardig, meenendc mid't was van ^en onder de vyanden te zyn: maar met den Client, dagh zagh men dat het van Ghent niét zyn esquadre was , die cenighzins zyn koers hadt yeranderdt. Dus heeft men van dagh tot dagh alle vlyt aangëwendt om de vyanden t'óntdekVoomee-ken. Doch hoe zeer dat men de vyandtlyke men der yi00ten ZOcht te naderen , men was echter dereri1 wó-P^ van meening 't gevecht met taftelyk naagsai (li deel, en groot voordeel der vyanden, te zoeUzeége- ken: maar men verftondt, (gelyk ook al de WStHji rcfolutien, zoo wel by den gantfehen Krygsraadt,  L. Admiraal DE RUITER. $? yaadt, als met de L. Admiraalen genoomen, 1674, inhielden) dat men zou trachten 't voordeel van den windt tebekoomen, ofte, beneden den windt blyvendc, ontrent de Zeeuwfche of Vlaamfche kaft te vechten; op dat alle red^ delooze vyandtlyke fcheepen op de gronden en zanden, tegens de 'laage wal, zouden vervallen. Den tweeden van Junius was men met 2 Jm, *s Landts vloot opgelaveert tot ontrent acht mylen van 't Noordtvoorlandt, zonder d'Engelfche of Franfche vlooten te verneemen. Doch de Kapitein Titus van NalTbu, voerende het fregat de Haas, en voor uit kruiflende, maakte den Ruwaart bekent, dat hy de vyanden voor 't opkoomen van den dagh ontrent vier mylen van 't Noordtvoorlandt hadt gezien. Den derden der zelve maandt werdt verfter's Landts vloot noch verfterkt met vyf brandt-king van fcheepen, uit Texel, t'Amfterdam tocgcruft:'5 Landts ook nöch met honderdtendertig matroozen ,vl°°c" om óp d'Amfterdamfche fcheepen 't gebrek oJU Van zeevolk te vervullen. Te vooren f was \ 50 Ma^ ook de Kapitein Jan Krook, met het fchip de Kaleb, van Hoorn, by de vlagh gekoomen. Voorts werdt beraadtllaaght om, naar 't exempel van 't jaar mdclxvii, eenige rluitfchecpen met vivres en bier naar 's Landts vloot te Zenden, op dat men by gebrek van levens- Ordre op middelen niet geuoodtzaakt zou zyn t'ontyde't viftuain te vallen 3 ten Welken einde de Ruwaart'^er^van ordre gaf, dat alle de Bevelhebbers der fchce-p^ncne^" pen zouden opgecven voor hoe lang zy, van dccs tydt af te reekenen, van victualie, bieten waater waaren voorzien , om daar uit overflagh te maaken wac men uit het vaderland* P S hadt  g8 Het LEVEN van den f672. hadt c'ontbieden. Den vyfden quam de Ka-j 5 'jen. picein Ilenrik Vifichcr, met het fchip het wa¬ pen van Medenblik, uit Noordthollandt, by de vloot, en noch achtendertig matroozen 6 Jun. van Rotterdam, cn den zeilen noch een fre¬ gat van Rotterdam , genoemt de Graaf van Hollandt, en noch vierRotterdamfchebrandtStertte, of fcheepen. Naa 't aankoomen deezer fchee't getal dei pen beftondt nu 's Landts vloot in ontrent 91 fcheepen fcheepen en fregatten van oorlogh, 54, of, van sLanJs ' 1 0 1 1 ri vloüve. 00 andcren zeggen, 44 brandtfcheepen, en 23 advysjachten, t'zaamen 168 of 158 zeilen. Ook was de vloot, door 't volk van tydt tot tydt toegezonden, nu redelyk wel bemant^ cn alle de Bevelhebbers, matroozen en foldaaten uitermaaten wel gemoedt, en verlangden , naar 't uiterlyk fcheen, om den flagh, onder Godts zcegcn, aan te gaan en te waaK^ndt- gen. Dien zeiven dagh zyn de twee advysfcnapvan jachten, te vooren afgezonden om de vyanfch ^en °P tc zoe^en' te riigh gekeert, verhaaFran'che ^cnc^e dat ze °P Vrydagh, den derden van Juvlooten,inn'us ■> d'Engelfche en Franfche vlooten in' Soulsbaay Soulsbaay hadden gezien, die daar ten zeiven ten anker daagen waaren geankert. Ook braghten de leggende. Kommandeurs der gemelde jachten drie Schippers van Noorweegen aan de Ruiters boordt, die 't zelve betuighden: en een der zelve verklaarde, dat hy zelf op 't fchip van den Hartogh van Jork was geweeft, en metzyn HoogMenhe- heit had gefprooken. Op deeze kundtfchap iluiihaar riep men den Krygsraadt by een, cn befloot e)«ir tebe-met eènpaarige ftethmeni , dewyl de windt nu vecliun. u}(; jjgr, Nocrdcooften wocy,en'sLandtsvlooe naar a;le w aarichynlykheit den loef zou beb-  ' L. Admiraal DE RUITER. & ben, dat men dat voordeel moeft waarnee- 167$, men, en d'Engelfchen en FranfchcninSoulsbaay flagh leveren. Men heeft toen, op 't Ordrebe-, goedtvinden van den L. Admiraal Generaal de s Landts vloot voor Soulsbaay, ecu Jykevloo , c . , „ , TT . ,J ' ten in 't liaven ot inham tulTchen Harwits en Jarmuigedcht. den, met een Ooflnoordtoollen windt, en kreegh de Engelfche en Franfche vlooten ten vyf uuren in 't'geakht^ flerk ontrent Sterkre hunderdtdertig zeilen. Doch ecnigen meindt^k ^en ^'Engelfchen 116 oorlogfcheepen in Vlooten! getaa^e waaren, behalven 24 kitzen: en de Franfchen 48 fcheepen, of, gelyk anderen willen, 33, en 8 branders, met vier fluiten: voorts dat d'Engel-fckeh bemant waaren met 23530 koppen, engemonteert met4092Hukken gefchuts, de Franfchen bemant met ontrent 11000 man, cn gemonteert met 19^0' Hukken. D'Engelfche cn Franfche vlooten laagen ten anker, en de Nederlandtfche. vertoonde zich zoo onverwacht en fchielyk voor de baay, dat veele hunne ankers moeften kappen, om onderzeil te gaan, en zich in ordre te Hellen;. dat iu der yl gefchieidc?, Zy warren i  L. Admiraal DE RUITER. ét ten, gelyk de Nederlanders, in drie esqua- irj^kt 1 dres verdeelt, en de Hartogh van Jork, die, DeilagalsAdmiraal des Ryks, het opperbevel hadt, ordre der voerde 't esquadre der roode vlagge in 't EnnpV^* midde. De rechter vleugel beflondt uit hctfci.e vi0óesquadre der witte vlagge, daar de Franfcheteri. fcheepen waaren geplaatll, onder't gebiedt van Johan, Graaf van Ellrées, Viceadmiraal van Vrankryk: en 't esquadre der blaauwe vlagh, onder 't gebiedt van den Admiraal Eduard Montagu, Graaf van Sandwich, maakte de linker vleugel. De Hartogh van Jork voerde het fchip de Prins, of, zoo 't anderen noemen, de Sint Michiel, niet een Koningklyke vlagh van boven. D'Engelfchcn en Franfchen, onder zeil geraakt, leiden't om de Noordt. De Nederlandtfche vloot, D'ordré die nu 't voordeel des windts hadt, doch met der Neder» kleene koelte, zakte allengs naar de vyandenIantUfche toe. De L. Admiraal de Ruiter liet de roo-T 00 e" de vlagh onder de bezaansroe waaijen, tot een teeken om aan te vallen. Hy ley het mee zyn esquadre om deZuidt, omby'tEngelfch, Hooftcsquadre der roode vlagh te koomen* De L. Admiraal Bankert liep ook om de Zuidt, om de witte vlagh, of de Franfchen, aan te tallen. De Li Admiraal van Ghene ilelde zyn koers naar 't esquadre der blaauwe vlagge, dat het Noordelyklle was; De drie csquadres zeilden, elk in den rang van hun drie fmaldeelen, byna als in een rechte linie benevens malkanderen: de Ruiter in 't midden, Bankert aan de flinker en van Ghent aan de rechter zyde. De twee oorlogfcheépen^ elk met twee branders, uit elk fmaldeel ge- koo«  ö'i Het LEVEN van Dm 1672. kooren, gelyk verhaak is, maakende t'znamen een getal van achtien fcheepen en achtien branders, zeilden voor eik esquadre een DeRui- weinig voor uit * van d'andere gev©lght De Si" Ruiïer hadt de ^nen raet weil"g woorden *ynen té 9* dapperheitaangemoedighc, cn elk in ge%dt. jenerpt hoe zeer zy verplicht waaren om 't lieve vaderlandt, om 'sLandts vryheit, en aller lyf en leeven, göedt en bloedt, tegens t ongerechtig geweldt der vyandtlyke KoninA.n™„„ £5" met kloekmoedigheit te bcfchermen. van ?" u6nt ten ZeYen 0f achc uuren voor midzecf]agh daS_h raakten de twee vlooten in een zwaar voor gevecht. De Ruiter, met zyn esquadre op Souls- de roode vlag toezettende, zeide tot zyn Opbaay. perftuurman, Stuurman Zeger, dat 's onze man, wyzende met zyn vinger op den Hartog van Jork. De Stuurman, zyn muts lichtende, antwoordde op zyn zeemans, Myn Heer, dat zalu gebeuren, en liep tot op eeii piftoolfchoot recht op hem toe; maar toen Gevecht wendde het fchiP met zYn zydc tegens de zytiuTcbendertc' ,en Saf hem de Iaage> daar nY met zyn Ruiter en gelchut op antwoordde, en daar mee was't Jurk. gezicht door de dikke rook genocghzaam wegh, en de weinig windt, die men haddeï werdt tcrltondt gelyk als doodtgefchooten. D'ylTelykheit van 't gevecht dat daar opvolgde kan men zich bezwaarlyk in zyn eigen gedaante verbeelden. Het fchip de zeven Provinciën lag den Hartogh ontrent twee uuren op zyde, en zy fchooten eikanderen zeer reddeloos. De Ruiters gefchut ging zoo gezwindt af, als of men met musketten hadt gefchooten: en eindelyk werdc ontrent ten  L. Admiraal DE RUITER. 63 ïiegen uurén des Hartoghs groote fteng, met 167*» de roode vlagh, afgefchooten, en hy zou Jó;ks groot gevaar gelooperi hebben van door de P'oote branders aaugefteeken re worden, hadt he^j^l".^ de ftilte niet belet; De HartogvanJork hieldt fchooten, het ondertuiïchcn draagende,1 en week van dc Ruiter af, doch meer daii een Konings fchip' vervulde llraks zyn plaats: en hy vondt zich genoodzaakt om met zyn perfoon en vlag over te gaan op 't fchip Londen, daar men d'Admiraals vlagh of Koningklyken ftandert zeden zagh af waaijen, zonder dat hy de Ruiter daarna weer naderde. Ontrent den zeiven ]ori^et tydt werdt de Kapitein Jonker Engel de Rui-n„fte].^. ter, die op zyn poll in zyn vaders fmaldeelqUetft, vocht, door een groote fplinter op de borft gequetft, zoo dat hy in twee of drie daagen naaulyks kon fpreeken of geluidt Haan. Zyn kardoeskiften raakten in 't gevecht tweemaalen leeg. Hy fchoot een Engelfch oorlogfchip de groote fteng af, en hadt dien dagh elf dooden, tien zwaare en vyf mindre gequetften, zes fchooten onder waater, drie van zyne ftukken werden de trompen afgefchooten, en de groote fteng en bezaansree £eer befchaadight. Twee jonge Heeren, van Drie vry* Amfterdam herkomftig, en noch een Rechts-^'^j^ geleerde van de zelve ftadt, betoonden in ditren e^ ' gevecht hunne kloekmoedigheit cn liefde tot met een het vaderlandt. Zy hadden zich als vrywilli- goedt getal gen op 'sLandts vloot begeeven, elk rnetmatro?een goedt getal bootsgezellen, op eigen kos-»^^11 te geworven. D'eerfte, Geerftardt HalTe-vi00t. laar, uit het Burgermeefterlyk en manhaftig Geeraard* geflacht der HalTelaaren gefprooten, de twee tiaffdaar, moe-  Di. Met LEVËN van den 1672.. moedeflöoze döchterkens, geteclt by eèn die 'er "t dochter van den Burgermecfler en Schout leven laat, Geeraardt Haflclaar, aan landt liet, vocht met veertig matroozen, alle met Engelfche mutzen met roodt fluweel gèltoffcert, op het fchip de Befchermer, onder den Kapitein DavidSwerius, in 't esquadre van den L. Admiraal de Ruiter: maar bekocht zyn yver met zyn bloedt, en hadt d'eere van met een ede-4, lê doodt, door een koegcl getroffen, voor 't vaderlandt Op 't bedt van glory te fterven. Koen- De tweede, Koenraadt van Heemskerk, een raadt van zoon van Wylen den geleerden Raadtsheere ierk?S~ J°han van Heemskerk, en een' zufler van den Burgermeeflef Koenraadt van Beuningeny door zyn welfpreekentheit en verfcheide Gezantfchappenvermaardt,-was met vyftig bootsgezellen, alle met Engelfche mutzen met blaau fluweel gevoert, op het fchip van den L. Admiraal van Ghent, de Dolphyn, daaf hy zyn manhaft toonde, en 'er't leven ongeEn Mr. qüetlt af braght. De derde, Johan Bcrgh.» Johan Rechtsgeleerde, uit eerlyken ftamme van Bergh, baarden afkomftig, maar een inwoonder en Vaandrig der burgery t'Amfterdam, hicldt zicht met acht matroozen, alle met groen of graauw geltoffeerde Engelfche mutzen, op het fchip de ftadt Uinccht, gevoert by den Kapitein Johan Bont, onder 't fmaldeel van den Viceadmiraal de Liefde. Dces hadt ook het geluk van zyn ftoutheit t'overleven en 't gevecht na te vertellen. De Ruwaart van Putten, die, zoo lang hy in zee was geween;, met zinkingen werdt gequelt, hadt.té pe Ru- deezer tydt eenig ongemak aan zyn been. Hy liet  L. Admiraal DE RUITER. vS Het derhalve een groen fluweeleleenftc'el voor iÖT-aj de bovenhut brengen, daar hy zich, op een waari fluweel kullen, (daar't wapen van den .Staat hoi}dt z'cw op ftondt geborduurt) als hy vermoeit van 111ge" ftaan was, neder zette. Hier hieldt hy zich deboven.den gantfc hen dagh, om alles t'aanfchou wen, hat* én op elks bedryf te letten: doch de geduurigc rook belette 't gezicht, zoo dat hy naauwlyks een fchips lenghte van zich kon zien. Onder tulTchen waaghde hy zyn leven voor 't vaderlandt, zoo wel als de minfte matroos, en de koegels haagelden rondtsom hem heenen. Hy 'hadt te dier tydt twaalf foldaaten tot Helbardiers* in roode rokken tc met gecle voering, het livrey van Hollandt, gekleedt, by zich, die ontrent hem of op de bovenhut by 't hakkebort ftonden, als'er een kanonkoegel, dicht by zyn hooft voorby fnorrende, drie Van die lyfwachten met eeu fchoot ter nedervelden: twee of drie zyner andere Helbardiers werden doodelyk gequetft, zonder hoop van leeven, en een van hun zyn becnen afgefchooten. Hy beval > in al dat gevaar even onvertzaaght, den Kapitein der zeefoldaaten,'Johan de Witte, de Ruiters fchoonzoon, die by hem ftondt, dat men de lichaamen der drie dooden, met hunne roode rokken, in zee zou werpen, 't welk terftonut werdt nagekoomen. Nu ftaat De l* tc melden 't geen ook elders in den ftrydtAdmiraa! voorviel. De L. Admiraal van Nes liep met^LNe* etlykc fcheepen van zyn fmalverdeeling, inden VicI't begin van't gevecht, naar den Viceadmi^dmiraai raai, en Schoutbynacht der roode vlagge, cnr,errooJe ley 't toen met hun mede al fchietende om de*iagge in'* IV. Deel, E Noordt/evechtj  (& Het LEVEN van deï* 1Ó72. Noordt. Maar 't werdt daar zoo doodt kalm, dat ze by malkanderen heen dreeven, en dat men geen fcheepen kon verleggen. De gemelde van Nes en d'Engelfche Viceadmiraal der roode vlagge waaren wel anderhalf uur dicht op malkanders zyde, en gaaven wederzydts dapper vuur. Te dier tydt milte de L. Admiraal van Nes den Kapitein Braakel, dewyl de rook cn damp hem 't gezicht benam; maar toen 't wat op klaarde zagh hy etlyke gezonke fcheepen, en vermoedde toen dat Braakel in den grondt was Palmen gefchooten. De L. Kornel Palm en de Jan van Schoutbynacht van Nes raakten toen by onNesraaken geval aan elkanders boordt, en dreeven zoo by ongeval rondtsom, want ze konden door ftiltc niet ■au elkan-yan een j^oomen> Doch Palm quam ten anfcoordt. kér, en toen raakten ze van een. Ontrent den middagh viel het Engelfch fchip de Koningklyke Catharina, gemonteert met 80 Hukken, en gevoert door den Kapitein johan Chichely, voor 't fchip van den L. Admiraal van Nes over ftaag: zoo dat hy daar niet beneden, of qualyk boven kon koomen: dies Gevecht dreeven ze naar eikanderen toe, en hielden met de lang fchutgevecht. Daar quam een brander Royale u}t ]iet fmaldeel van Van Nes, roeijende en Catharina. boecnzeeren(ic den Engelsman aan boordt, die de vlagh van achteren ftreek, en zich zocht op te geeven. Maar de brander raakDeL.Ad-te in brandt: en de L. Admiraal van Nes miraal'van dreef met zyn achter fchip tegens den branNesin der aan, cn liep groot gevaar van te vergroot ge- branden, dewyl de brander tulTchen hem en vaar van te den Engelsman lagh. Doch hy liet alle vlyt aaii  L. Admiraal DE RUITER. 67 Èteti wenden om van den brander' af te fcha- \6fit. veelen, en dreef zoo langs de zyde van den verbrau» Engelsman af, eenige grondtfchooten op hem deiu fchietende. Ook zette Chichely den brander weêr van zyn fchip af. Van Nes, toen ziende dat zyn gefchutpoorten aanftuurboordt aan 't water langen, zondt den Kapitein Fraüf cois van Aarfien, met het fregat Uitrecht, cn den Kommandeur Wynant van Meurs, met het advysjacht Rotterdam, naar hem toe, met lalt, om 't volk daar liit te haaien, en 't fchip in den grondt te helpen, of in den brandt te fteeken. Zv liepen daar naar toe, DeR°y^ cn haalden een deel volks> met den Kapitein £ Chichely , uit het fchip. Doch de L. Ad- vert, en miraal van Nes ley 't weer om de Zuidt, en wéér vets raakte weer in den vyandt: zoo dat hy toenlooren* niet wilt waar dat dat Engels fchip belandde. Maar daarna verftondt men uit Engelandt, dat de Nederlanders, die Op 't fchip waaren, zich zoo verre in 't ontydig plonderen vergaaten, en zoo weinig ordre hielden, dat d'overige Engelfchen hun flagh waarnaamen, hen overvielen, eenige van hun doodtllcegen, 't fchip hernaamen en naar Engelandt braghten. De Kapitein Jan van Braakel, Kapiieïü voerende het fchip Groot Hollandia., zvnde, ^ v™ gelyk verhaalt is, een van die zes, die ge- Braake,s laft waaren elk met een brander voor de Rui- a0*^*?' ters esquadre wat voor uit te zeilen, om de moedigbranders aan te brengen, deed op dees daghhsit. een' daadt van d'uiterfteftoutmoedigheit, die byna nooit in eenigh zeegevecht was gezien, doch wat buiten ordre, dan niet min van nadruk. Volgens de geftelde ordre moeft hy E %  Het LEVEN van den 16720 uit de Ruiters esquadre, en het fmaldeel Vall Van Nes, tegens de fcheepen der roode vlagh vechten. Maar hy, in 't begin van denftrydt ter rechter handt uitfpattende, met den brander Dirk de Munnik, zette zyn koers om de Noordt naar den Admiraal der blaauwe vlagge Montagu, en zeilde recht op hem aan, zonder een fchoot te fchieten, hoe zeer ook etlyke Engelfche fcheepen op hem fchooten, om 't naderen te beletten. Ook fchootMontagu, om hem af tc weeren, zoo vreelTelyk, dat het koegels fchecn te haagelen, en de zee, door 't vallen van koegels en bouten, opftoof, als of ze vol walvilTen waargeweelh \ Maar Braakel, fchoon hem veel volks werdt afgefchooten, wachtte met fchieten tot dat hy Montagus fchip, de Royale James, 't welk al zyn gefchut hadt gelölt, aan boordt Hy leit ley 4 en zich daar aan vall maakte. Toen gaf den Admi-hy hem de volle laage, met een nederlaagh raai Mon v£m meenighte van menfehen, en yflelyk geboort311 fchreeuw van noch grooter getal gequetlten. , Grouw- Hier ontftondt toen een grouwzaam gevecht zaam ge- tulTchen ongelykc partyen. Braakel lagh aan vecht. Montagus boordt als een boot tegens een groot fchip: want hy voerde niet meer dan ontrent 300 mannen, en 62 Hukken, en Montagu over de 1000 mannen, en io4ltukken. Doch echter lagh hem Braakel wel anderhalf uure aan boordt, fchoot zonder ophouden, en bracht Montagu in zulk een ftaat, dat hy zyn fchip zou hebben opgegèeven, (gelyk zedert zyn Luitenant verklaarde) indien Braakel een vlag hadt gevoert. Hy kreegh wel etlyke floepen met verfch volk, en zocht met en-  L.'Admiraal DE RUITER. 65 enteren, door overtal van volk, zyn vyandts ïct?a. fchip te vermeefteren: maar als d'Engelfchen *' 't fchip boven in hadden, verweerde zich Braakel met zyn volk van onderen, zonder te krenken: doch echter werdt zyn fchip en wandt zoo doorfchooten, dat het geen zeil kon voeren. Ook fchoot Montagu twee of drie branders, die op hem afquaamen, in den grondt. De Ruwaart van Putten, ziende hoe Braakel, tegens zyn ordre, in plaats van by de Ruiter en van Nes tegens 't esquadre der roode vlagge te vechten, zich zoo itout tegens Montagu in 't gevecht begaf, nain dat overtreeden zyner ordre (een punt van 't grootfte gewicht in alle zeegevechten) zeer quaalyk, en hieldt zyn daadt ftrafbaar te zyn: doch hy kon echter niet nalaaten zyn ftoute dapperheit ten hooghiten te roemen: wenfchende dat hy zich in dier voegen tegens Jork hadt aangewendt, en niet ftraf en roem maar lof en loon verdient. Ondertuflchen quaamen noch etlyke andre fcheepen (dewyl het esquadre van den L. Admiraal van Ghentook aan den vyandt was gekoomen) op den Admiraal Montagu af: waarop hy, omzien te beter te konnen redden , Braakels fchip liet los hakken, 't welk daar toen reddeloos heenen dreef. Montagu, van Braakel ontIJaagen, was in geen ftaat om zich langer ter gens andre fcheepen te konnen veÈweereru Hy gaf evenwel d'uiterfte proeven van rampfpoedige manhaftigheit tot, ontrent den middag. Toen meende de Viceadmiraal Sweers hem aan boordt te leggen; maar ziende dat m Kojpnandeur jan Danielszoon van dea E 3 Ryn  fo Het LEVEN van den $($9Z. Ryn, met het brandtfchip genoemt tle Vicode, op hem afquam, veranderde van voorncemcn, hielde, naa dat hy hem de laagh hadt gegeevcn, van hem af, cn liet de gemelde brander daar aan koomen, die daar Het fcMptftjaks aan valt hechtte, en dat Koningklyk, van den fchip in een oogenblik in den brandt Hak, IVfomagu tot cen deerlyK Ichoulpei van vrienden envywordt anden. Dit fchip verbrandde zonder in de door een locht te fpringen ; dewyl t door Braakel zoo brander was doorboort, dat het kruidt nat was, cn't benenver- fcö*P aan '< zinken, liet volk fprongbyhonbrandt, derden buiten boort, en poogde 't vuur in 't water t'ontgaan. D'Admiraal Montagu meende zich met zyn zoon in een floep of boot te bergen, maar die werdt door de meenighte van 't volk in de grondt geloopcn, zoo dat hy nevens zyn zoon, of, gelyk anderen verhaaien, met twee zoonen, jammerlyk verwi R*°n' dronk. ■"-^t W£ls nct deerlyk einde van Edutagu iün" ard Montagu, Graaf van Sandwich, ViceadGraafvan miraal van Engelandt, een Heer van dappeSandwich, ren bedrvve, kloek verftandt en belcidt, verdrinkt, heufch van zeeden, aanminnig en vriendclyk van gelaat en raai, die zynen Koning, niet alleen in den oorlogh, maar ook in ftaatzaaken, en gezandrfchappen, treffelykedienfleQ hadt gedaan. Hy was een der fchoonfte mannen zyner ecu we, bloozendvan weezen, verciert met blondt lang hair, en werdt van den Koning en 't gantfche Hof, om zyn deughden en dienftcn., zeer beklaaght. Zyn lichaam was, onder d'andre dooden dryvende, uit de zee gevifcht, maar zyn aangezicht, fchoon hajr, en borft, waaren door den brandt van.  L. Admiraal DE RUITER, jn ?t fchip zoo verzcnght dat hy niet kenbaar 167%$ was, dan alleen aan zyn gewaadt. Men voerde 't lyk naar Londen, en braght het met een treffelyke lykftaatfy ter aarde. Vcrfcheide andere mannen van aanzien moeiten met hem {heuvelen. Zyn Kapitein, Haddok, hoewel gequetft, ontquam 't met zwemmen, en werdt geberght. Zyn Luitenant was door de floep van den brander, die hem hadt aangefteeken, uit het waater gehaalt, en noch voor de middagh in de Ruiters fchip gebraght, die hem kleederen deed geven, en beval om laag te gaan, op dat hy geen onge- 7 luk kreege. Doch hy verzocht boven te moogen blyven, om te zien hoe 't zou afloopen, zeggende tot den L. Admiraal de Ruiter, My 11 Heer, is dat vechten? T en is noch geen middagh, en daar is alreeds meer gedaan dan in den jaare mdclxvi in alle de vier daagen. Hy bleef dan boven, en ongequetll. De Kommandeur Jan Danielszoon van den Ryn, die met zyn brander het Admiraalsfchip van Montagu hadt aangelleeken, bequam daarna met zyn matroozen het loongeldt van tien duizendt gulden. De KapiteinLuitenant van Ewyk, die met eenige matroozen van den Kommandeur van Meeuwen een vyandtlyk brandtfchip veroverde en vernielde, ontfing met de zynen het loon van zes duizent gulden. De L. Admiraal van Ghent, ge tergt door den eifch der Engelfchen, die hem, om \ weigeren van 't ftryken der vlagge voor 't jacht de Merlin, ter ftraffe hadden gevordert, was met een groote drift van kloekmoedig-' Jjjeit tegens de blaauwe vlagh. aangewendt, E 4 daar  Het LEVEN van den daar hy dapper op in viel, en groote ffehrlBE De L. maakte: maar een halfuur na den aanvang ^dmirnl Van't gevecht werdt hy dooreen kanonkoevan Ghent gCcroffen, en liet 'er het leven: tot groot fchooten". verlies van den Staat der vereenigde Nederlanden. Dus fneuvelde de dappre Willem Jofeph, Baron van Ghent, L. Admiraal van Hollandt, onder 't Kollegie ter Admiraaliteit van Amllerdam, en Kornel van 't eeïfte regiment zeefoldaaten ten dienfl: van den Staat: Zyn ge- uit een zeer oude cdeIe rtam in Gelderlandt Jicht, gebooren, die den vermaarden Marten van Roflcm, dien blixem van oorlogh, onder zyn voorouders reekende, cn tot oomen hadt Walraven en Ottho, Baronnen van Ghent, door hunne heldendaaden in den oorlog tegens Spanje wydt beroemt, inzouderhqit de lelie, bekent onder den tytel van Heer van Dieden, en door't inneemen van Weezei, inden jaare mdcxxix gefchiedt. Hy was van een ïandtfoldaat in korte jaaren een treffelyk Zeeovcrlle geworden, die in verfcheide aeeflaa* gen, onder d'oogen van den L. Admiraal dé Ruiter, en op zyn voorgang, ongemecne ' proeven van manhaftigheit en beleidthadtge? geeven;, den toelegh op de riviere van Rochellcr, by Chattam, gelukkigh uitgevoert, en daarna den zeetocht tegens de Turkfche rovers geen minder eer ingcleidt: zoo dat men, niet reeden, iet groots van hem ver* wachtte. Zyn doodt werdt van alle lief hebr . bers des vaderlandts te meer betreurt, om dat hy ftorf in de kracht van zyn leven, en in een ouderdom waar in hy zyn vaderlandt noch ¥ Om, veel dienllen hadt konnen bewyzeu. Zynlyk werd.  L. Admiraal DE RUITER. 73 Werdt met een galjoot naar Hollandt gevoert, 16724 in den Haage gcbalzemt, en daar na t'Uitrecht in de Domkerk, met de praal der ge- , woonlykc eerteekenen, begraaven. Ook heeft men zedert zyn graf met ecn-heerlyk gedenkteeken van marmerlleen , daar zyn deugden en daaden met gulde letteren in werden uitgehouwen , op kollen van 't gemeen , verciert, tot een prikkel van glory voor de nakoomelingen. De L. Admiraal Bankert, om Gevecht, weer in 't gevecht te keeren, was met zynvanBanesquadre op de witte vlagh, meelt uit Fran- ^tte^ta*9 fche fcheepen beftaande, ook in tydts aangc-ge'"^ da|" zeilt , daar ook een harde ftrydt ontltondt: Franfchen, maar eerlang heeft het de Graaf van Eftrées die om de met zyne fcheepen om de Zuidt gewendt, waar Zuidc w.en" door zy verre van d'Engclfchen af raakten ,de,n, enJn en Bankert wende het toen insgelyks om dej^ea" Zuidt, en bleef bynaa den gantfehen dagh met hen vechten, de Franfchen in ly geduurig afzakkende, en Bunkert hun na vermoo-r gen volgende, zonder nochtans veel op hen te winnen.' Doch eenige zeggen dat'er een groot Franfch fchip in den grondt werdt geichooten,daar ik geen zeeker befchcidt van heb. Ook meenden zpmmigen dat men genoegh kon merken, dat de Franfchen maar toeleiden om hunne fcheepen te bewaaren, enaanfchouwers te zyn van 't gevecht der Engel-, fchen en Nederlanders, waar door die twee maghcighftc zeevolken van Europe elkanders 'krachten (pilden, en Vrankryk ruimte gaven om zyne voorncemens uit te voeren, MidJerwyl bleef de Ruiter met zyn esquadre noch {n een geduurigh cn hevigh gevecht tegens de,  74 Het LEVEN van dek» fcheepen der roode vlagge. Doch door gebrek van winde kon men de fcheepennaaulyks beuieren, zoo dat ze ondermalkanderendreeven : 't welk groot belet gaf in 't houden der ordre. Hier door is't gefchiedt dat de fcheepen die aan malkanderen quaamen, elkanderen, zonder fpoedig te konnen wenden of keeren, te meer befchaadighden. Men zagh aan Tïrgel- wederzyde vecle heldendaadenbcdryven. Een fehefchee- groot Engclfch Konings fchip met 70 Hukken brandt f f wcrdt door een brander aangeftooken en veri""e^° brandt: twee groote Engelfche fcheepen wergrotidrge- den in den grondt gefchooten. Ook meent fchooten. men dat 'er noch andere Engelfche fcheepen zyn gezonken, of verbrandt: daar ik met te minder zeekerheit van fpreek, om dat degeenen die 't vertelden in verfcheide esquadres waaren, en zomwylen, door onkunde in de verwarring van 't gevecht, van een en 't zelbranderï vc ^cniP tweederley vertellingen konden maavruchte- ken. Negen of tien Nederlandtfche branders loos ver- zyn door d'Engelfchcn vruchteloos verbrandt brandt. _ of vernielt. Een groot Engelfch fchip.fchoot pvyf of zes branders in den brandt. Ook werdt d»*Enge!-Wr^et 'Cu'P Joftiu, gevoert door den Kapitein, fchen ia Jan Dik, door d'Engelfchcn in de grondt geden grondt fchooten. Zy veroverden , naar kloeke tegei'choo genweer, het fchip Staveren, gevoert door ''En'tfchi dcn ^apJtein Daniël Elfevier. Naa 't fneuS taveren veIen van ^an Ghent bleef zyn fchip, cn by verovert, gcvolgh (want elk esquadre ziet op denvoorVerfUau gang en feincn van zyn Admiraal) het meefté wing in ^ccl van Zyn esquadre boven de windt hanvanGhtntSgcn_| cn verv.0lgjjjen hun indruk Op de biaaugsqu re. v^ vlagh niet gelyk by zynleeven. Hierdoor von-  L. Admiraal DE RUITER. 7% vonden d'Engelfchen der blaauwe vlagh ge- 1672,. légentheit om zich meelt by de roode vlagh te voegen, waar door de Ruiter en zyn esquadre te grooter geweldt op den hals kreegh. Maar nooit draaide hy 't roer voor den vyandt, en 't gevecht ging te heviger aan, Daarna quam Panhuizen, Kapitein van de zeefoldaaten op 't fchip den Dolphyn, aan de Ruiters boordt, en braght den Heere Ruwaart inftilheit tyding van Van Ghents doodt; waar op hem belaft werdt de zaak geheim te houden, en voorts te helpen bevorderen dat de dienfl: van den Staat met het Admiraalsfchip, dat de vlagge zou blyven voeren, naar behooren zou worden betracht. Hy voer dan met die ordre weêr derwaarts, en naa zyn aankomft wendde hy 't met van Ghents esquadre weer tegens den vyandt aan, waar door den ftrydt temeer klemde. ' De Ruiter leide het in den aanvang DeRuiterg van 't gevecht om de Zuidt: maar daarna zyn voorzien» d'Engelfchen om de Noordt gewendt en de ^j^l1 ^n Ruiter desgelyks, 't welk een uur of twee \^\\\^ duurde: maar de Ruiter met zyn byhebbendegeduurenfcheepen drong hen zoo fterk tegens de wal,de't gedat ze weer om de Zuidt moeiten wenden, en vecnt« hy toen ook wendende, quam zoo dicht by de wal, dat men, de rook in 'twenden wat opklaarende , de huizen en menfehen op 't landt in zyn fchip befcheidelyk kon zien. D'Engelfchen, om de Zuidt gewendt, maakten toen groot zeil, om boven de Ruiter en de zynen te koomen: maar hy, hun voorneemen merkende, liet alles byzetten, om boven hen te blyven, en verheughde zich dat. men 1 die koers houdende , Bankert en de Fran-  7-6 ■ Het LEVEN van den #672, Franfchen , die ver om de Zuidt waaren, zou-? de naaderen, en niet te ver van een verfchefr den vechten, en hun, des noodts, byftaan. Dus hieldt hy geduurig den windt, daar hy zich van diende zoo veel moogelykwas, hoewelfde ftike groot belet gaf. Men vocht onDteVgC"'te!s dcmuTchen zonder ophouden. De Schout» wetToiinn -»yB*okt der roode vlagge, Johan Herman, lierman. ccü dapper foldaat, lag de Ruiter meteenigen van de zynen lang op zyde, of ontrent hem, cn gaf vinnig vuur: ook werdt hy op gelykc wyze bejegent. Tegens den avondt waaren vyf Engelfche fcheepen van de blaauwe vlagge te loefwaart boven de Ruiter geraakt, die met twee branders de myne maakten van op hem af tc koomen, dewyl toen de Kapitein Philips van Almonde en noch een Ihaauw zich alleen dicht achter hem hielden, cn d'andre fcheepen wat verder afgefchciden. Maar 't ontbrak den Engelfchen aan hart: want die vyf fcheepen, en daar onder een Viceadmiraal, in plaats van de branders, onder 't behulp van hun gefchut, en den rook, aan zyn boordt te brengen, bleven, eer zy binnen fchoots waaren, boven de windt hangen. Twee Maar de branders waaren ftouter, en quaamen branders _ evenwel op hem aan: waar op Almonde en op ''5kui"de fhaauw, hun plicht betrachtende, zich zonden, tnffchen de Ruiter en de branders fteldcn. De Ruiter, dewyl beide zyn floepen in den grondt of in Hukken geflagcn waaren., zou de branders op zyn gefchut hebben moeten ontfan-r Alnrondegen. Maar nu zocht hen Almonde met de aoektzeaffhaauw af te keeren : doch wat weer hy met tekeeren. zyn ggfgj^ en fl0Cp jee(j Qm 'r. gevaar af te wen-  L. Admiraal DE RUITER. ff Wenden , hy kon evenwel niet beletten dat 1672: d'eene brander in zyn bezaanswant valt raakte. Toen hieldt men hem voor verlooren: Raakt in doch de brander eerlt wat Fmeulende, hadt 8root 8<ïhy tydt om met de zyneri, door 't afkappen V™èene van zyn want, zich van dien brander los te brander maaken, die, achter hem om dry vende, toen verbrandt.' eerlt zyn vlam begolï op te geeven en vruch- 7 Jn"* teloos verbrandde. De tweede brander, dat D'ander ziende, was zoo ftouthartigh niet als de eer- vlucht, ite, maar liep achter de Ruiter om naar den Schoutbynacht van de roode vlagh, die noch in de ly van hem was; De Nederlandtfche fcheepen die te loefwaart van de Ruiter waaren naar hem toe wendende, werdt het gevecht noch met groote ftyfzinnigheit vervolght. Men zagh toen van verre dat het esquadre der witte vlagge , onder den Grave van Êftrées, wel twee mylen in ly van d'Engelfchcn was afgezakt, en dat Bankcrts esquadre noch in goeden Haat was, en de wykcnde vervolgde. Doch gelyk in de zeeflaagcn op verfcheide plaatzen, of ter zei ver tydt, verfchodof op verfcheide Honden, gevochten wordt, ning des en de rook het gezicht dikwils belet, zoo dat Schryvers* men in 't eene esquadre of fmaldeel veekydts niet weeten kan 't geen in 't ander gefchiedt: zoo is 't ook onmooglyk in al die verfcheide voorvallen, in 't veranderen van koerlTen, en in 't wenden en kcercn, ontrent het vertellen der zeeltryden een nette ordre te houden, en niet zomwylen vroeger te vernaaien 't geen laater, en laatcr't geen vroeger gefchicdde: veel minder kan mén te gelyk vernaaien 't geen op verfcheide plaatzen teffens voorviel: 't welk  7S Het LEVEN van dei! 1672. 't welk ook plaats heeft in 't volgende verhaal van 't geen verders ontrent het fmaldeel van den L. Admiraal van Nes op deezen dagh is Voorgevallen. Toen de L. Admiraal de Ruiter het 's naamiddaghs met d'Engelfchen om, de Zuidt hadt gewendt, krecgh men wat meer koelte uit den Ooftnoordtooitcn , en de L. Admiraal van Nes lloegh een nieuw marszeil aan, dewyl 't oude van de ree was afgefchoo-, Braaicel ten, fcheureilde van onder tot boven. Ter wordt uit zeiver tydt zagh hy Kapitein Braakel in onde ■ loot maght leggen, en zondt Kapitein Aariïen, die ge eept. met zvn freg-at weêr by hem was gekoomen, om hem met een touw uit den vyandt, en verder uit de vloot naar Zeelandt te lleepen. Hy hadt op zyn fchip, daar 't byna alles aan Hukken was gefchootcn, honderdt en vyftig zoo dooden als gequetilen, en was zelf gewondt. Het fchip Den Kapitein Niklaas Boes , voerende het Jaarsveidt fchip Jaarsveldt, was zyn groote mafl afgemaft.loos. fchooten, en zyn'fokkemalt aan Hukken. Hy vraaghde den L. Admiraal van Nes wat hy zou doen? Van Nes zeide, dat hy zyn beft mocH doen, en blyven buiten d'Engelfchen. Toen verzocht hy gefleept te worden. Maar Van Nes zey dat hy zich zeiven moefl redden, dewyl 'er geen meer fregatten by zyn fmalEenigeEn-deel waaren. Te dier tydt quaamen eenige gelfche Engelfche fcheepen voor van Nes, en dc fcheepen fcheepen die by hem waaren , ovcrloopen: oi^'a^Nes c'aar '*y en ^e zynen fterk op fchooten. Een op van ^ der Engelfchen werdt aan boordt geklampt cn flreek ten eêrften: doch dat fchip werdt niet opgebraght, 't zy dat het werdt verbrandt, verlaaten, of verlooren. Van Nes d'Engelfchcn  L. Admiraal DE RUITER. % fchen wat inwachtende , hieldt de Hartogh 167a; 1 van Jork achter uit, en de Viceadmiraal en Enraaken Schoutbynacht van de roode vlagge waaren mec hem in te loefwaart van hem, en quaamen hem bin- 1 invecht, nen fchoots op zyde, llerk fchietendc. Van Nes hadt toen maar zes of acht fcheepen by een, met den Viceadmiraal Sweers, die wat voor hem was, en het tegens d'Engelfchcn aanwendde, om boven hen te zeilen: maar hy kon niet, en toen wendde hy 't weêr met van Nes heenen. Een groot Engelfch fchip, zeer reddeloos gefchooten j hieldt het voor de^ windt om en liep achter in zyn esquadre. Midlcrwyl klaarde de rook wat op, en van Hykryghc Nes met de zynen zaagen de Ruiter en't fchip de Ruiter van Van Ghent te loefwaardt van hun, watin 'c genaar hen afzakkende, en de Engelfchen hiel- zicht' j den wat af. Toen wende het van Nes weer om de Noordt, en liep boven d'Engelfchen heenen, die 't beneeden zyn fcheepen heen hielden, achter hem om. Dus quam van Nes 7juiti ' by van Ghents fcheepen, waar op hy 't weer ftraks om de Zuidt wendende, weer afhieldt naar den vyandt toe, en gaf fterk vuur op de boven gemelde fcheepen der roode vlagge. Hy zagh ter zei ver tydt den L. Admiraal de Ruiter aan ly achter uit van hem, alleen met twee of drie fcheepen verzelt, (want 's Landts vloot was door de ftil te zeer van een verfpreit) en dat het esquadre van de blaauwe vlagge naar hem toeliep, en dat d'Engelfche Schoutbynacht van 't gemelde esquadre tegens de Ruiter aireede doende was dies En komt wendde hy 't weer voor den windt om, liep hem fegens öaar d'Engelfchen der blaauwe vlagge, dichtdefc]"-- ach-peader •  m Het LEVEN van dén 1672. achter hun heenen, daar ter wcdcrzyde vin*blaauwe nigh werdt geichooten. Van Nes gaf den ge* vlagh ce melden Schoutbynacht tweemaal de laagei up' Waar op d'Engelfchen toen afweeken , en achter de Ruiter om hielden. Op die ftonde was dc Viceadmiraal der blaauwe vlagge wat te loefwaart met zes of zeven fcheepen, die naar den Schoutbynacht van Nes wat afhiclHy ontzet den. Dees was t'eenemaal reddeloos gefchoo* derd°e" ren' Cn ^e ^" -Admiraal van Nes, hem zienSchoutbv- c^e 'm Sevaar i hieldt het naar d'Engel-1 racht. fchen toe, en quam zyn broeder te hulp. De vyanden ftaaken toen ftraks by de windt, en dc Schoutbynacht van Nes werdt weer by 's Landts vloot gebraght, cn naar Zeelandt gelleept, maar hy ging met zyn perfoon over op 't fchip van Kapitein Laucourt, en bleef daar zyn plicht betrachten. Toen quam van Ghents fchip, en andre fcheepen van zyn esquadre , naar de Ruiter toe, en d'Engelfchen van de roode vlagge zyn toen gewendt, en liepen boven van Nes heenen: d'Engelfchen der blaauwe vlagge, die aan ly van hem waaren, leyden 't ook omdeNoordt, en voegden zich by de geenen die te loefwaart van hem waaren geweeft. De Nederlandtfche fcheepen onder de Ruiter, van Nes en van Ghent, voegden zich toen, gelyk boven is verhaalt, by een, cn leyden 't om de Zuidt; Hetffê'- D'Engelfchen toen om deNoordt van hunafvechcein- loopende , fcheiddc de nacht dit ftyfzinnig dightmet gevecht. De L. Admiraal Bankert, die de denda^h. witte vlagh hadt bevochten en aan 't wyken gebraght, vocghde zich, volgens zyn plicht, noch den zeivcn avondt met zyn esquadre weer  L. Admiraal DE RUITER. 8t weer by de vlagge. Hy was aan zyn been ge- 1672. quctft, en moeit etlyke daagen 't bedt houden. Dus nam 't bloedtvergieten van dien bekommerlyken dagh en hachelyken itrydt, daar 't toen al aan hing, een einde, en men hoorde de L. Admiraal de Ruiter verklaaren, dat hy veel zeeflaagen hadt bygewoont, maar nooit in fcherper en langduuriger gevecht was geweefl. De Luitenant van den Admiraal Montagu, die , naa 't verbranden van zyn fchip, gelyk verhaalt is, op de Ruiters fchip was gebraght, en daar alles wat daarna , tot laatcn avondt toe, was voorgevallen met zyn oogen hadt gezien , kon zich niet genoegh verwonderen over't beleidten dapperheit van den Nederlandtfchen Admiraal. Ook heb ik Getuigenis uit een ooghgetuige, dat hy, 's avondts met vaniVIontade Ruiters Luitenanten en andre OfficierengunsLuite_ ectende, als 'er van den Admiraal werdt ge-"""T^'f fprooken, zich niet onthouden kon van hem.er. met openhartige woorden hoog te pryzen, en eindelyk, als opgetoogen in verwondering, tot hen zeide, Is dat een Admiraal! Dat 'j een Admiraal, een Kapitein, een Stuurman, een matroos en een foldaat. Ja die man, die Heldt, is dat alles te gelyk. Eenigen vernaaien , dat hy dien dagh op zyn fchip alleen 25000 pondt buskruidt hadt verfchooten, en ontrent 3500 kanonfehooten gedaan. Ook De Ruiters was zyn ichip zeer befchaadight aan maften,thipzeer rees en zeilen. Hy hadt ook etlyke fchooten befchaaonder water. Op zyn fchip waaren ontrent* dertigh dooden, en zoo veel zwaar gequet-, ™££. lten, die meeft arm- of beenloos waaren, be-d-n en Rehalven de mindre gequetften, die geen noodt quetften. IV. Deel. F had- «  r.2 Het LEVEN van den 1672. hadden. Zeeker matroos, die op dc bakzytl : arm was afgefchooten, quam als een windt vochtig alleen om laagh loopen, en aan de kombuis een ee- koomende, daar 't drok werk was met andere quetftma- gequetften in te laaten, riep hy met een fors -noos. gemoedt cn Hem , Sta ruim. Hoe ftaat gy hier en hoetelt ? al was een kaarl den kop af ge fchoot en, gy zoudt daar niet een handt aan 'jlaan, en daar mede wipt hy met een fprong naar beneden. 'T verdere getal van dooden cn gequetften op d'andre fcheepen, heb ik, by gebrek van aanteekeningen, niet konnen bekoomen. Doch 't is zeker, dat 'er, bchalven van Ghent, in de Nederlandtfche vloot weinig Kapiteinen of luiden van naam zyn gc'T verlies blecven. Maar d'Engelfchen vcrloorcu , neder Engel-vens den Admiraal Montagu, ontrentachtien 'c!iejjain Kapiteinen, of Ridders van hoogen Haat, en en a^ ' ontrent negentien waaren zwaarlyk gequetft, cn 't getal der dooden of zwaar gequetHe matroozen,'was ontrent 2500 mannen. Daarenboven zyn 'er veele gevangen, die uit het fchip van Montagu, en andre gezonke of verbrande fcheepen, waaren geberght, en in de Nederlandtfche vloot verdeelt, en daarna opgezonden. Onder de Nederlanders waarèh verfcheide fcheepen der geene die meelt gevochten hadden zeer befchaadight: met naamen het fchip van wylen den L. Admiraal van Ghent de Dolphyn, en van den Viceadmiraal 7Jun. Sweers d'Olyfant, en meer andere. Dan dc Ruiter, trachtende het bevochte voordcel ten üiterfté tc vervolgen, zeilde met's Landts vloot den gantfehen nacht met een Ooften windt Zuidtzuidtooft aan, om 's morgens de vyan-  L. Admiraal DE RUITER. 83 vyanden weer aan te treffen. Ook was men 1675.. de gehcele nacht in zyn fchip en in andere fcheepen bezich om alles te herltellen, nieuwe zeilen aan te liaan, te knoopen, te fplitzen, lekken te floppen, kardouzen te vullen, en zich weer flaghvaardig te maaken. Indien Het fchip zelvcn nacht of in den morgenltondt raakte vVeftergo het fchip Weltergo, 't welk gevoert werdt verbrandt, door den Kapitein Yde Hilkes Kolaart, by ongeluk , of verzuim, lichter laage in den brandt, en fprong eindelyk door zyn eigen kruidt in de locht. Maar eer 't daar toe quam werdt de Luitenant, de Schipper, en ontrent tachtig man door kleen vaartuig daar afgehaalt, geberght, en op deVriefche fcheepen verdeelt. Den volgenden dagh toonde de Ru- %jun waart en dc L. Admiraal Generaal dc Ruiter, Toeleg om dat ze gezint waaren 't gevecht te hervatten, d'Engel. en de vyandtlyke vlooten, die onderwyle met£chen en een flaghboeg boven windt geraakt waaren, „"ST op nieuw aan te tallen. Mits het overlyden te taften. van Van Ghent werdt den Viceadmiraal Sweers VerandV belaft, dc vlagge, by maniere van voorraadt, ring der op zyn fchip van boven te voeren, en over Hooftoffi" van Ghents esquadre als L. Admiraal tcgebic-^gj" den. Den Schoutbynacht de Haan liet men esquadre overgaan op van Ghents fchip, dcnDolphyn, om daar de Viceadmiraals vlagge te laaten waaijen: en den Kapitein jakob van Meeuwen gaf men de Schoutbynachts vlagge in dat esquadre. De Ruiter werdt in de morgenltondt d'Engelfche vloot, ontrent vyftig zeilen fterk, recht in 't Noordtweft, wel drie mylen van hem af, gewaar. Ten acht of negen uuren wende 's Landts vloot Noordt over, en zagh E 2 kort  84 Het LEVEN van den 1672. kort daarna de vyandtlyke vlooten in'tNoorD,En„ei. den van haar zeilen, toen ontrent honderdt fche en " zeilen fterk. Ontrent ten elf uuren wendde Franfche de Ruiter met 's Landts vloot Ooftzuidtooft vlooten ^ over, met goede koelte uit den Ooftnoordtfchuwen't o0n.en ^ en zeilde zoo den gantfchen dagheen Een my! v£ln' d'Engelfche en Franfche vlooten, die zich boven gcftaadig boven den windt, en te loefwaart windt. van de Nederlanders af, eene koers met hun bleeven zeilen, zonder te willen of derven afkoomen. Ontrent ten vier uuren tegens den avondt fcheen 'er hoop om aan den man te jykfcg koomen : maar daar ontftondt een dikke mift, mifi. zoo dat de vyanden meer afweeken. Maarten zes uuren klaarde het weer op: doch d'Engelfche en Franfche vlooten hielden zich voorts boven windt, zonder de Nederlanders (die al gedaan hadden wat moogelyk was om hen te bezeilen) verder te naderen. Dus zeilde men met eikanderen tot 's- avondts ten negen uuren. Toen wendden de vyandtlyke vlooten, en de Ruiter vervolgde zyn koers Zuidtzuidtooft aan tot naa middernacht, wanneer hy Noordtnoordtweft wende tot den volgenden dagh. Hier was nu voor yders oogen gebleeken wie gifteren de meefte eer hadt bevochten : dewyl men d'Engelfche en Franfche vyanden nu weer opentlyk ten ftryde hadt gedaaght, en zich vechtvaardig hadt getoont, daar zy 't gevecht met d'uiterlte zorghvuldigheit hadden gemydt. Geduurende 't gemelde vervolgen der vyanden hadt de Ruiter gemerkt, dat d'esquadres van Bankert en Swcers wat te verre van het zyne , en de fcheepen wat te wydt van den anderen waaren ver-  L. Admiraal DE RUITER. 85 verfpreit, weshalven de Ruwaart, met advys 1672. van de Ruiter, hun by gefchrift door cenigh Ordreaan vaartuig ordre zondt, zich in 't een en 't an- Kaskenen der wat beter te fluiten : op dat de vyanden Swe,ers ge* geen gelegentheit moghten vinden om door2 * tebreeken: doch indien zy dat echter moghten doen, dan zou men, werdt'er belaft,van Bankert of Sweers, wie van beide beft kon, verwachten dat hy met zyn esquadre daar tegens aan zou wenden, met hoope dat men, eikanderen zoo te hulp koomende, noch wat goedts zou verrichten, was 't dien dagh niet, het waar dan den volgende. Dien zeiven dagh is Kapitein Adriaan Teding Berkhout, uit het Noorderquartier , met het fchip de roode Leeuw, gemonteert met vierenveertig ftukken , onder de vlagh aangekoomen, en noch een brandtfchip uit de Maas. Den ne- 9yun, genden van Junius, 's morgens voor dagh, wendde de Ruiter Ooftzuidtooft over, met groot gevaar van zyn maften te verliezen, zoo waaren ze in 't gevecht doorfchooten. De Ruwaart en de Ruiter oordeelden, dat men't Manhe' met 's Landts vloot naar de Zeeuwfche kuft.nrit™ec zou wenden, inzonderheit om twee redenen .'vloot naar eerft, om dat verfcheide fcheepen zeer wei- deZe^uwnig kruit en fcherp overig hadden,'t wel daar frhe kuil te bequaamlyk kon toegezonden worden. Tenwen ,enanderen , op dat men met de vyanden op Redenen 's Landts kuft moght vechten, 't welk de Rui-nS. ter en d'andere Hooftofficieren tot groot voordeel reekenden: om dat al de Nederlandtfche fcheepen, op d'Engelfche kuft reddeloos gefchooten wordende, niet dan met groot gevaar en behulp van noch een of twee fcheeB 3 pen.  86 Het LEVEN van den 1672. pen, die men dan mifïcn moeft,van 'svyandts wal konden afgefleept worden , 't welk op 's Landts eigen kuft veel gemakkelyker, en met minder verzuim cn fchaade kon gefchieDe vloot dea* Ten zeven uuren quam de vloot ten anten anker, ker , en elk was weer beczigh met wangen van maften en reën, fplitzcn en knoopen, en Dairde alles klaar te maaken. De vyanden waaren vyanden toen ontrent vier mylen Noordtnoordtweft op konden Vlin Nederlandtfche vloot , daar ze voor indienze"' *vm^t konden by koomen, terwyl ze gcanwiiden. ^crt K?- Doch het bleek dat zy 't niet zochPevioot. ten. Daarna quam'sLandtsvlootin'tNoordtkomt in weft van 't eilandt Walcheren in zee ten ant No irdt j{er Wcftkappel vier mylen Zuidtzuidtooft W Icheren van naar a'" "e gequetften werden dcntienten anker, den naar Vliffingen, Middelburgen ter Vccio'Jun. re in de Gafthuizcn gezonden. Dien zeiven dagh quam de Kapitein Jakob Willemszoon broeder, met het fregat Edam , uit Texel, by de vloot. De Viceadmiraal Swcers zeilde met het fchip d'Olyfant naar Vliffingen, om zyn lekken te floppen. Ter zclver oorzaak liep ook daarna het fchip van Van Ghent bini! Jun. ncn gaacs- 111 d'andre fcheepen werdt etlyke daagen geduurig gearbeidt, om alles te her» Driefre Hellen en vaardig tc maaken. Men zondt drie gaiten en fregatten, onder dc Kapiteinen Broeder, Tytweefnaan ]oos en Vlak, om te kruilTen van de vloot tot wer» op ^ jy[aas cn voort halver zee tuflchen de Maas kuiidtfcl.np. , , - , . gezonden 611 Eng< landt; cn twee Inaauwen, om tekruis= fen van Zeelandt af tot halver zee, tulTchen de Maas en Olpherneffc, en voort naarSoulsbaay, van daar voor de riviere van Londen, en van de riviere naar de vloot, en te verneemen  L. Admiraal DE RUITER. 87 men waar zich d'Engelfche en Franfche vloo- 1672. ten onthielden. Daarna werden t'elken:; weer andre fregatten en vaartuigen op kundtfchap i2>». uit gezonden. Twee fcheepen, waar van't Hardt een den twaalfden , door harde ftoriri , zynweder* boeghfpriet en fokkematl,' en 't ander zyn groote mail hadt verlooren , liet men binnen de Wielingen boven Vliffingen tot op 't Flaak zeilen, om zich weer van fpriet en mallen te verzien. De tyding van den flagh voor Souls- Detyding baay, die men verllondt dat tot eereen handt- van deD having des Vaderlandts was uitgevallen, quam den negenden van Junius in den Haage , en Holland, recht ten tyde om de verbaasde gemoederen van groot en kleen, door droeve maaren(die daagelyks van de landtgrenzen quaamen) ter neêrgeflaagen, weêr eenighzins teverquikken en op te beuren. Want terwyl men ter zee d'Engelfche en Franfche byeengevocgde vlooten op d'Engelfche kuil dorll'bellooken, en manhaftig 't hooft bicden, deedt wyken, het Koningklyk Admiraalsfchip der blaauwe vlag in brandt Hak, en de vyanden zoo matteerde, dat ze, den volgenden dagh ten llrydc gedaaght, het gevecht, hoewel ze't voordeel van den windt hadden, ontwecken: zoo dreef alles aan de landtzyde over Huur. De gren- Ellendige zen werden door drie legers van den Koning tóeiUbdt van Vrankryk, cn het leger vandcnKcurvorll y?n ïn:li:en van Keulen, en Biffchop van Munfler, in *tJJJ begin van Junius, te gelyk aan alle kanten doord'arrnovcrvallen: Orfoy, Burik, Weezei en Ryn-kom!> des berk, in vier daagen tydts, byna zonder weêr- Konirgs bieding , verovert. Op Rynberk , een der V3" Vr£n^ fterklle veilingen van den Staat, viel vermoe-ry F 4 den  88 Het LEVEN van den 1672. den van verraadt. D'andere Heden gaven zich op door kleenhartigheit, onmaght, en onorGroote de. De Koning trok voort. Een fchielyke friirik. fchrik , die 't verftandt bedwelmt , en de krachten verflikt, hadt de harten bevangen. Men verwachtte alle oogcnblik dat de Yffel van de Franfche legers zou worden overweldight, of van d'onzen veriaaten: dat de vyanden zouden doorbreeken tot in deBetuw, Uitrecht bemachtigen, en tot in 't hart van Hollandt doorbooren. Het Neerlandtfch leger vondt zich niet beflandt tegens zoo groote Oomaken maght. De nieuwe werving, door het twisvan't on- ten over het Kapiteingeneraalfchap, van d'eene heil. party te lang opgehouden, quam te laat by, ook de hulp van buiten: bchalven van de zyde van Spanje, 't welk, uit de SpaanfcheNederlanden, den Staat, de grensfteden, zelfs tot in Hollandt met krygsvolk te hulp quam, en fterkte. Men mille d'oudefoldaaten,door groote fpaarzaamheit en misvertrouwen afgedankt , of door den tydt verflorven. Men was den oorlogh te landt, door een vreede van vierentwintig jaaren met Spanje, ontKleenmoe- wendt. VeeleBevelhebbers waaren lai'hartig, digheit. of verflonden zich den krygh niet, de foldaa» Onorde. ten noch min. Over al was gebrek van ordre, Twee- en groot verzuim, tweedraght en misnoegen. d"ght. ^ Ook hadt een ongemeene drooghte de groote Proog tv.fl.roornenf ecrtyiïts grachten van den Staat, uitgeput en waadtbaar gemaakt, en de moeralten, die verfcheide grensveflingen dekten, in hardt landt veranderdt: zoo dat heemel en aarde fcheen t'zaamen te fpannen om een volk, dat zich wel eer zoo dapper tegens de Ro- main-  L. Admiraal.DE RUITER. 89 inainfche cn Spaanfche heerfchzucht hadt ge- 167U kant, ten val te brengen. Men fprak alreedts van 't leger, dat niet fterker was dan 9200 man te voet en 4800 ruiters, den Yfiel verlaatende, op te breeken, en de meefte maght naar Hollandt te trekken. Daar was voorgeflaagen, dat men in d'uiterlle nooden tot d'uiterlle hulpmiddelen moeit koomen, en, de vyanden doorbreekende, de Huizen openen en 't water inlaaten; de pallen befchanftèn; de grensfteden verdeedigen; Amfterdam tot een ftoel des oorloghs maaken; al 's Landts geldt en magazynen derwaarts brengen , en aldaar de vergadering der Staaten beleggen en houden; als in een ftadt die in zich zelve onwinbaar, en wel gelegen was, om van daar het oorlogsbeleit, tot befcherming van't gemeen, tc ftiercn. Dit werdt inzonderheit door den Raadtpenfionaris de Wit gedreeven. Dusdaanig was de toeftandt der zaaken binnens Landts, als men de tyding kreeg van d]uitkomil des zeeflaghs tegens de twee Koningklyke vlooten: cn men moeft toen, en zc-dert bekennen, dat de goddelyke voorzienigheit door dat gevecht den Staat heeft behouden : want by aldien d'Engelfchen en Franfchen te waater zoo veel voorfpoedts hadden gehadt als de Franfchen te landt, en dat 's Landts vloot, in die geileltenilTe van tyden en zaaken, waar geflaagen, ten is niet te twyffelen of alles waar verlooren geweeft, en rnen hadt den hals onder 't uitheemfch juk moeten buigen. Maar nu hadt men met de vloot de houte veilingen behouden, die noch r $ - in  po Het LEVEN yan den -1672. in flaat waaren om 's Landts zeekuften voor Ordre by alle vyandtlyke landingen en invallen te bede Heeren fchennen. De Heeren Staaten van Hollandt, Staaten van ,t r wrypcnde wat hun aan die vloot geHollanrft ... ° Tu^ „„,. nemen ten wrucvuwv, voorzie- nigh buskruidt, in den mondt van de Maaze ning van gereedt leggende, naar de vloot te verzen'sLandts den, dat men ook een goede quantiteit- koevloot7e- gels uit de magazynen 'te Delft naar de Maa9 ze en voorts naar de vloot zou nieren: dat ook het Kollegie ter Admiraaliteit te Rotterdam alle voorziening van kruidt, kocgels en verdre krygsbchocfte, ten fpoedighlle zou verzorgen. Ook werdt beflootcn, met brieven aan den Heere Ruwaart en dc L. Admiraal de Ruiter, als Generaal over de vloot, te betuigen, hoe aangenaam haare dienlten by hunne Ed. Groot Moog. waaren. De brief aan den Heer de Ruiter was van den volgenden inhoudt, 1 De Staaten van Hollandt en Weftvrieflandt. Edele, manhafte, vroome, difcreete, lieve getrouwe, Brief der ^ hebben met zonderlingh genoegen, by Staaten fchryvens van den Heere de Wit, Gedeputeervan Hol- de en Gevolmaghtighde van den Staat over des landt aan zeifs yloote, verft aan de goede f conduite cn t d,ecourage by UE. ten dienftevan den LandegeVvanïr-bruikt, voor, in, en ontrent het voorgevallen heit. gevecht met de vlooten van de vyanden van den zeiven Staat: ende gelyk ons het zelve ten hoogh-  L. Admiraal DE RUITER. 9t hooghfen aangenaam is, zoo verzoeken wy dat 16*72,' U E. daar in wil continueren *; den goeden * t'oWarJ Godt biddende, dat hy het zelve believe te ze- den. . genen, en U E. te houden in zyne genadige befcherminge. Gefchreeve-ft in den Haage, den o Juny 1672. Ter ordonnantie van de Staaten, IIERBERT VAN BEAUMONT. De Heeren Staaten Generaal fchreeven aan hem ten zeiven daage, gelyk volght. De Staaten Generaal der verecnighde Nederlanden. Edele, geftrenge, vroome, lieve getrouwe, Wy hebben niet konnen nalaat en U mits dee- Brief der zen bekent te maaken, dat wy ons zeer voldaan Heeren houden van de mannelyke dapperheit, courage Sta!Uen en devoiren, by U in het gevecht tegens de vy-^nóen anden van deezen Staat aangewendt, ende dat ZAvca. wy zullen betuigen, hoe zeer aangenaam het zelve aan ons is geweeft. Ende gaat hier nevens onze refolutie van huiden, genoomen op de miffive van den Heer Kornelis de Wit, van den achtf en deez.es, geaddre/feert f aan den t Houdt*, Heer Raadtpenfionaris de Wit, en door dendt' zeiven huiden in onze vergaderinge gecommuniceert f, welke wy goedtgevonden hebben U$ Bekent toe te zenden, om te f rekken tot des zelfs naa-gemaakt' richting. Waar mede eindigende, beveelen U  §1 Het LEVEN van den 1672. U in Godes heilige protectie *. In den Had.' * Be/cèer- get den 9 Juny 1672. J. DE MAUREGNAULT. Vt. Ter ordonnantie van de hooghgemelds Heeren Staaten Generaal. GASP. FAGEL Extract uit het regifter der refolutien van de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden. Jovis den 9 Juny 1672. Refolutie De Heer Raadtpenfionaris de Wit heeft ter der Heeren yergaaderinge gecommuniceert 1 twee miffiven Staaten van den Heer Kornelis de Wit, haar Hoon. Moog. Gedeputeerde ende Gevolmaghtighde op 's Landts vloote in de jegeuwoordige expeditie - ter zee, beide gefchreeven in 7s Landts fchip de zeven Provinciën, ontrent negen mylen van Olphernes, V zelve Weftennoorden van haar, den acht f en deezes, ten vyf en zeven uuren refpe&ive, ende geaddreffeert5 aan den Heere Raadtpenfionaris voornoemt, houdende advertentie; waar op gedelibereert zynde, is goedtgevonden ende verf aan, dat copye van de voorfchreeve miffiven gezonden zal werden aan de Heeren haare Hoog. Moog. Gedeputeerde en Gevolmaghtighde te velde, ende den Heere Prince van Oranje, als Kapitein Ge- Generaal. 1 Mede. gedcelt. 2 Tocht. 3 Houdende.  L. Admiraal DE RUITER. 93 Generaal over de legers van den Staat voor de 16721 jegenswoordlge expeditie, als mede aan Burgermee/leren ende Regeerders der fladt Nyme'gen, tot derzelver informatie ende narichtinge, met byvoeginge, dat haar Hoog. Moog. ait het rapport van de Galjootsfchippers, de voorfchreeve brieven overgebracht hebbendei ver neemen, dat de Franfche fcheepen, met het esquadre onder denL. Admiraal Bankert geengageer t^, zoo verre zyn afgezakt, dat die des ^Bezicb anderendaaghs niet meer in het gezicht van de zlnde' vloot gevonden zyn geworden, niet tegengaande den voornoemden L. Admiraal Bankert zich, volgens zyn plicht en devoir, des avondt s laat wederomme by de vlagge hadde vervoeght. Dat voorts den gemelden Heer de Wit en den L. Admiraal de Ruiter by mijjive zal werden bekent gemaakt, dat haar Hoog. Moog. haar zeer voldaan houden van de mannelyke dapperheit, couragie ende devoiren, in deezen tegens den vyandt aangewendt, ende dat de zelve zullen betuigen, hoe zeer aangenaam het zelve aan haar is geweeft, ende dat gelyke copyevan de voorfchreeve miffive gezonden zal werden aan de refpetliye Kollegien ter Admiraaliteit, ten einde de zelve alle het kruit dat by de gemelde Kollegien in voorraat is, of bekoomen kan werden, ten minften alle het fcherp dat de zelve machtig konnen werden, ten fpoedighfen zenden naar 's Landts vloote voornoemt , op dat de zelve vloote by mancquement van dien itiet geneceffiteert s magh werden de S Qf advantagie 6, door Godes genadigen zeegen opmodf' den vyandt verk reegen, ende het gevecht tever-*™^ haten, ende uit der zee in te vallen, zoo als voordeel.  94 Het LEVEN van den tóy'2. by v ö"?/^ van v voorfchreeve kruit en fcherp anderzins onfeilbaarlyk, ft?? een irreparable 7 Onber-prejuduie 7 van den Lande, zal moeten geftelbfialr fihieden, dewyle, het voorfchreeve gevecht 1111 ee' zeer fcherp ende langh gednurt hebbende, veel kruit en fcherp gefpilt zal weezen, ende eenige fcheepen van gebrek van dien zeer hebben geklaaght; Dat voorts door den Agent de Heide copye van de voorfchreeve mijfive ter handen ge feit zal werden aan de Uitheemfche Minis- 8 Onder- ters alhier refi'derende, tot infsrmatie 3 van rctbting. dezelve, en op dat de zelve zouden moogen weeten wat tot noch toe tuffchen de vloot van deszen Staat ertfle die van de vyanden voorgevallen is. Ende is mede noch wyders goedtgevonden en verflaan mitsdeezen, te verzoeken den Heer van Ghent, dat hy Heer van Ghentzoodaanige voorzieninge wildoen, dat het lichaam van den L. Admiraal van Ghent zaliger, tot kof en van den Lande, naar behoor en gebalfemt, gekift, ende by provifie in eene van de Kapellen alhier in den Haage neder gezet magh werden, daar toe de Heeren Gecommitteerde Raaden van de Heeren Staaten van Hollandt en Weftvriefandt, voor zoo veel devoorfehree- 9 Ver. ve Kapelle aangaat, mitsdeezen verzocht wereifchte. den de ge-requireerde 9 ordre te flellen. J. de mauregnault. Vc. Accordeert met het voorfchreeve regifter. gasp. fagel. Koegels Men zondt daar op, door ordre der Staaten  L. Admiraal DE RUITER. 95 ten van Hollandt, 4000 koegels van 24 pondt, 167$» 4000 van iS, 1000 van 12, 600 van 8, en en bus500 van 36 pondt, naar de vloot. Behalven kruit naar 40000 pondt buskruit, door dc Raadcn terdevloot Admiraaliteit op de Maaze gezonden, wer- Sezondsn* den noch 60000 pondt door de Gecommitteerde Raaden der Staaten van Hollandt naar de vloot afgefcheept. Maar dewyl dit alles, ten aanzien van het groot getal oorlogfcheepen, weinig zou konnen ftrekken, werdtaan de Bewinthebberen der Ooftindifchc Com- Busk™"<'c pagnie ter kamere van Amfterdam, Rotter- k. ,.• dam en Delft verzocht, alle hun buskruidt fche Coml dat ze in voorraadt hadden te leenen, op dat pagnie te het naar de vloot moght worden -gezonden,'een veronder belofte cn verzeekering, dat door dezocluHeeren Staaten het kruidt, dat by de zelve u Iun' zou worden geleent, in weinigh daagen uit de moolens, die byna alle ten behoeve van 't Landt gaande waaren, zou weder gegecven worden. Dit verzoek werdt op'tallcrverholenllc gedaan, op dat de vyanden van den Staat van dat gebrek geen kennis moghten bekoomen. Daarenboven werdt aan den Heer van Beu- 11 lua' ningen, die te BrufTel was, gefchreeven, dat hy, 't zy by lecning, 't zy by inkoop, al het buskruidt dat hy uit de magazynen der Spaanfche Nederlanden zou konnen bekoomen, ten allerfpocdighflezou verzaamelen, en 't zelve zonder cenigh tydtverlies overzenden naar Zeelandt, om van daar op de bequaamfle wyze naar de vloot afgefcheept te worden. Ook werdt door den Raadt van Staate noch 7.0000 pondt buskruidt, uit het Gencraaliteits magazyn te Delft, naar de vloot gezonden.  $6 Het LEVEN van den 1672. Men reIblveertgeen meer buskruidt naar de vloot te zenden. 13 lun. Fregatten en jachten den. Doch toen de tydingcn ten aanzien vart den voortgangk des Konings van Vrankryk daagelyks zwaarder wierden, het landt in bekommeiiyker {landt raakte, en dat men vernam dat de Franfchen, naa 't bemaghtigcn van verfcheide fleden cn flerkten, den Nedcrryn waaren gepaffeert, en in de Nedcrbetuw gekoomen, werdt by de Heeren Staaten van Hollandt beflooten, geen buskruit meer naar de vloot te zenden: maar 't geen alreedts voor den Briel moght zyn aangekoomen te rug naar 't Generaliteits magazyn tot Delft te Slieren. Ook fchreeven zy aan den Ruwaart, dat men hier te Lande in groote verlegentheit was over de fchaarsheit van goedt buskruidt, om daar mede de grensfteden en flerkten van den Staat naar behooren te konnen voorzien : met verder verzoek, dat hy, dewyl men al een goede meenigte pulver naar de vloot hadt gezonden, hunne Ed. Groot Moog. zou berichten, of de zaak daar mede in de vloot voor eerft niet zou konnen worden geftelt, en in gevalle van neen, hoe veel daar in noch wierde vereifcht. Hy zondt daar op eeniyft van 't geen zommige fcheepen ontbrak, inzonderheit van fcherp, én men gaf ordre om die gebreklykheden uit het magazyn tot Delft te vervullen. Ook werdt de vloot, die, gelyk gemeldt is, in zee ten anker lag, zonder dat 'er de vyanden op af quaamen, van dagh tot dagh met bier, water, en andere noodtwendigheden, voor een geruimen tydt voorzien, en de Ruiter zondt dagelyks etlyke fre¬ gatten en jachten uit om op kundtlchap tc kruiflen, en op de vyanden en hunne beweeging  L. Admiraal DE RUITER. §f ging te letten. Voorts quaamen noch ver* frö& fcheide fcheepen, jachten en branders, byoPku,dt*. de vlag, tot verfterking van de vloot, dier-*>p gedaarna een myl Zuidtzufdtweft aanzeilde, eniondèn< daar weer ten anker quam, doch zedert zich verder naar Schoonevelt vervoeghde. Indee- ' zen fbmdt van zaaken werdt de Ruwaart van Putten , Gevolmaghtigde der Heeren Staaten op 'sLands vloot, zeer ziekelyk. Hy was geduurende deeze zeetoght dikwils met zinkingen gequelt, hoewel hy daar over niet opentlyk klaaghde, maar evenwel met zonderlingen yver de voorgevallene zaaken ter herten en waarnam. Doch nu werdt hy van 18 /afc die quaale zoo hevig aangetaft, dat hy zich niet kon reppen noch roeren. Dit werdt door den Li Admiraal de Ruiter met een brief aan de Heeren Staaten bekent gemaakt^ die daarna den Ruwaart, zyne zwakheit toeneemen- d° fta* de, toeftonden dat hy uit 's Landts vloot zou ver* mogen opkoomen. Hy vertrok den tweeën- welft zletwintighften van Junius, met zyn gevolgd keiy'? uk dienaren, en matroozen, gedient hebbende tot een guarde maritime, of zeelyfwacht, ten landt getaale van 102 koppen, naar Hollandt, in 22 'lun. t galjoot Rouaan, onder 'tgeley van de Kommandeurs jakob Pieterszoon Swart en Roemer Vlak, voerende de fregatten Nieu Rotterdam en de PouMljon. Voor zyn vertrek hadden de Burgermeeller en Regeerders der ftadt Dordrecht, terwyl de Franfchen naaderde, Gornichem in noodt, en Dordrecht in gevaar was, door een boode, aan hem afgezonden, eenigh kruidt by leening verzocht. Hy kon daar toe in'teerfi niet verftaan: maar Zendi IV. Deel. G de  9 3 Hèt LEVEN van den 1672. de zaak nader overweegende, en met den L* 3000 Admiraal de Ruiter overleggende, hadt hy pont bus- daarna 3000 pondt derwaarts gezonden, of, ^ruijC "li* aan landt koomende, zelf overgebracht: 't Dordrecht. , , ' • . ■ 1 j. welk hem zedert van zommigen tot misdaadt werdt aangereekent: hoewel de Magiilraat der ftadt beweerde, dat zulks niet ongeoorloft was: dat de Gouverneurs van lieden wel kruidt verzonden naar andre plaatzen die noodt leeden, gelyk van den Bofch naar de GraaVe. Dat de vloot daar door niet werdt verzwakt: dewyl men d'eerfcheuten hadt naage* katern Ook toonden ze zich bereidt dat Komt te kruidt met de Waarde te vergoeden. Hy Dordrecht.qUam Jen vierentwintighlten te Dordrecht, daar hy alles in beroerte en oproer vondt. De gemoederen van 't volk waaren ten hooghften tegens hem verbittert: zyn dienllen verVindt zyn geeten. De fchildery die zyn beeltenis en 't afbeelding verbranden der Koningklyke fcheepen by verfcheurt. Chattam vertoonde, t'zyner eeren opgehangen, was door 't graauw, etlyke wceken voor zyn komfl, varf't lladthuis gehaalt en verfcheurt. Dc Hukken hadt men rondtsom de hooftwachtplaats, en 't uitgefneedc hooft aan de galge gefpykert. Vier daagen voor zyn aankomll uit der zee was zyn broeder, de Zynbroc* Raadtpenfionaris Johan de Wit, ('snachts der ge- uit je vergaadering der Heeren Staaten naar q«! r „ huis gaande) door vier perfoonen, die hem meenden af te maaken, met vier wonden Toelegh zwaarlyk gequetll. Ook fchcen men op des op zyn ie- Ruwaarts leven toe te leggen: want weinig ven. tydts na zyn t'huiskomll quaamen vier onbekende perfoonen 's nachts ten elf uuren aan zyn  L Admiraal DE RÜTTËR, zyn huis kloppen, begeerende, roen men de deure opende, hem re fpreeken. Maar men antwoordde, dar hy onpafTelyk was, en dat men zoo t'ontyde aan onbekenden geen toegang tot hem kon geeven. Waar op zy dieper naa binnen zochten in te dringen, en naa alle waarfchynlykheic hun voorneemen tegens hem zouden uitgevoert hebben: zoo niet ie* mant van de huisgenooten achter uit waar ge* loopen, en de burgerwacht van 't ftadthuis hadt gehaalt, waar op zy zich wegh maakten. Men begolt nu die twee Gebroeders tot een doelwit van den algemeenen haat tc Hellen, en hen uit te kryten voor landtver* raaders, die 't vaderlandt aan de Franfchen zochten over te leveren, en d'oorzaak waaren dat] de vyandtlyke maghten zoo diep inbraakem In deeze verlegentheit was by de ÖezanteS Heeren Staaten beflooten, Gezanten aan denzonden Koningen van Vrankryk en Grootbritanje teaindeKoj zenden, om opening van de voorwaarde te S"? verzoeken, op welke d'eene de wapenen zou en Grooi* wdlen afleggen, eh d'ander zich tot vreedebritanje. laaten beweegen. Ten welken einde den negentienden van Junius twee Heeren met een fnaauw door de vloot paHeerden* om naar Engelandt tc vaaren, die, door ordre van de Ruiter, onder 't geley van de Kapiteinen vart Aariïèn en Broeder, tot beweften van Duin* kerken werden, gebraght; Den drieëntwin* öghftea quaamen noch vier branders, uit Texel,^ by de vloot, die ten zeiven daage op nieuw in drie esquadres werdt verdeelt, ge* lyk te zien is in de volgende lylte. Ga Na<  ido Het LEVEN van den i Gemaakt. Nader vcrdeelingc van'sLandts vloote in drie esquadres, geformeertfin 's Landts fchip de zeven Provinciën, ten anker leggende Wefttennoordcn drie mylen van Wellkappel, den 23 Juny 1672. Eerfte esquadre. I. Etquadre onder den L. Ad' miraal de Ruiter. De zeven Provinciën. D'Eendragbt. De Margit van Dordrecht. De Ridderfcbap. Delft. Schielandt. Wafeuaar. Zeelaudia. Dordrecht. Gerderlandt. Waasdorp. Groot Hollandia. Deventer. De Provincie van Uitrecht, De ftadt Uitrecht. D'Agatha. De Befchermer. We/ivricflandt. L. Admiraal de Ruiter. L. Admiraal van Nes. Viceadmiraal de Liefde. Schoutbynacht van Nes. Kapiteinen Kornelis de Liefde. Nikolaas Naalboui. Philips van Almonde. Joan Jakob de Lanconrt. Frans Reverlszoon. Gerrit Kallenburgb. L. Kollouel Palm. Jacob Biukes. Engel de Ruiter. * Joan van Gelder. Jan Bont- Pieter Thomaszoon Sittcr. Jan Noirot. Graaf Johan van Hoorne. - Pieter Klaaszoon Wynbergen. 'T Wapen van Hoorn. Adrtaan Teding Berkhout. - De roode Leeuw. Klaas Anker. - - Alkmaar. Fregatten. Uitrecht. Niew.v Rotterdam. Hardcrvcyk. Schiedam. De Brak. De Pofteljon. Advysjachten. De Faam. Rotterdam. De Griffioen. De Hoope. De Triton. De Moffel. De Vaandrigh. Branders. D^Eenhooru. De Blakmoor. Francois van Aarffeu. Jakob Pieterszoon Sivart. ■ Mofes Wiclmans. Frans van Nydtk. - Kornelis van der Zaan. Rcemer Vlak. Kornelis van der Hoeven. Wynandt van Bteüi s. Kornelis Halfkaagh. Jfaak Teuniszoon van Anten. Jluybert Geel. Jan Pyfer. Pieter Jakohszoon Kraaker. Pieter Befancon. Lens llarmenszoon. jfanDirkszoonvanKmvenbevin.De Hoope. 4>h  L. Admiraal DE RUITER. r.èi /lildries Randel. Karei de Bruyn. Jan van Kampen. Pieter Blok. Gillis van Convent. Dirk Janszoon. Jakob Martenszoon. Jan Gilliszoon. Pieter Hendrikszoon Pop. St. Salvador. t/?«* DebergbALtna. I0/2'* De Sayer. De Samfon. D'Eendraght. 'Wapen van Emmerik. De vergulde Poft. Tweede esquadre. L. Admiraal Bankert. Vfeadmiraal Evertszoon. Viceadmiraal Star. Schoutbynacht Mattbyszoon. Schoutbynacht Brunsvelt. Kapiteinen Willem Hendriks: Adri aan van Kruiningen. Kornelis Evertszoon. Abraham Biffchop. Salomon h Sage. Thomas Tobiaszoon, Hendrik Brouwer. Jan Roetcringh. Klaas Valehen. Pieter Kerjfeboom. Marters de Boer. ' Jan Vyzelaar. Wytze Beyma.. Chriftiaan Ebelszoan. Symon Lonke. Karei van der Putten. Paffchier de Witte. Marent Martenszoon. Jan Pieterszoon Vinkelbofcb. Mattheus Megank. Kornelis. Hollardt. Antbony Mattbyszoon. Karei de Ridder. Tieleman Jakobszoon Fruit. Audries de Boer. Pieter Paauzv. Kornelis Reindertszoon Eenar jan Janszoon de Jongb. - Walcheren. Zierixzee. Groeningen. - 'Oranjen. - Prins Hendrik Kajimier. oon.Middelburgh. - Veere. Zwaanenburgh. Domburgh. Vliffingen. CfutshoOrn. ' KalantSooge. Steenbergen. De drie Helden Davidt. 'T Wapen van Kafj'auva, Gelderlandt. Ooftergo. Se Steden. De Vreede Wolden. Fregatten. Delft. Ter Goes. Ücbakerloo. De Viffcbers Harder. De Windthondt. Popkensbtirgh. Advysjachten. De Bruinvis. De Zeehonds. De Smaluw. ■ St. Joris. De Tonyn. Willem BImn,an. Dirl; van Kerkhove. ik""',''1 Kwotits. m. De Liefde. , De Hoope. Branders. • Middelburgb. De Vliegende Valb. 'T Prinsje. G 3 Haf  los Het LEVEN van den .loVs Haymati Adriaanszoon. - ■ v(~' Anthony Janszoon Schalje. - Pieter Harmenszoon, JBfnjamin Stevens. Adriaan Janszoon. - - - Pieter van Hoeke. - Huihrecht Korneliszoon. Jakob Schenk. Tshraudt Ulbertszoon. Kornelis Janszoon, Perde esquadre. fïceadmfraal Sweers, alsL.Admir. Viceadmiraal Schram. Schoutbynacht de Haan,alsViceadm. Schoutbynacht Vlugh. Komm.enKap.v Meeuwen,alsS.byn, Kapiteinen Hendrik van Tol. Jakob Berkhout. Balthazar van de Voorde. Anske Fokkes. tVolkert Swart. - Philip de Munnik. * Pieter van Middellandi. Nikolaas Boes. - Jan Gyzele van Lier. Michiel Kindt. Jan Hek. .... Kornelis Jakobszoon de Boer. Jan Kroot. - - WtUem Klerk. Hendrik Vifeher. - Jakob Willemszoon Broeder. Pieter Klaaszeen Dekker. Barent Hah. Titns van Najptuw. Kornelis Tyloos, - Abraham Taalman. MIarcus Willemszoon. Jakob Stadtlander. Jan Bogaardt. Klaas Janszoon Toorcn. Jan Fokken, 'jan Kramer. De Luit. van Qoftbttizex, genoemt, ffendrik Hendrikszoen, - ■» De Pellikaeut. St. Anna. St. Jan. St. Catharina. De Samfon. De Pampiermolen. De Welkomft. D'Glipbar.t. De Pacificatie. Gouda. 'T Wapen van Bulthuizen* De Blaauwe Reiger. De Comeetftarre, D'Akerboom. Krttnir.ge». Amflerdam, Ocjrcrwyk. £fen. De Gideon. Jaarsveldt. De Leeuwen. Den Dolpbyn. De J-.:flina. De Jupiter. De Kalcb. *T Noorderquartier. 'T Wapen van Medetwhh Fregatten. Edam. Bommel. A/peren. De Haas. OveryJJ'el. Advysiachtcn. De Kat. De Galey. D'Eenhoorn, Egmondt. De Haas, De Kits. De Kater. De Walvifcb. Branders. Velzen.  L. Admiraal DE RUITER. 103 Jan Janszoon Bout. Pieter van Grootveldt. - » (Pybrant Bareutszoon. - Kornelis Mik. - r - Marten Andrieszoon. Pieter Siewertszoon Bokker. - Dirk Klaaszoon van Amjlerdam. Arent Gerritszoon Ruigbaver. Dirk Gerritszoon Kam. - Jan Andrieszoon, ? De Salmauder. De Draak. De Leydtflarre. De zwarte Ruiter, D'Eendracbt. lïelena Lconora. St. Jakob en Anna. De Vreede. XT Melkfchuitje. De witte Mol. Des anderendaaghs ontfing de L. Admiraal 24^«u. Generaal de Ruiter ordre uit den Haage van hunne Hoog. Moog. dat hy twaalf fnaauwen „ advysjachten, of ander kleen vaartuigh, bequaam om op de Zuider zee, tot beveiliging der zelve, gebruikt te worden, in Texel hadt op te zenden, en tot op Pampus by Amfterdam tc doen verzeilen, en aldaar nader ordra te verwachten. Ten dien einde werden de volgende fcheepen, onder 't gebiedt van de Kapitein Pieter Klaaszoon Dekker, derwaarts gezonden. A.KapiteinenPicterKlassz.Bekker. A.Mattbeus Mcegangk. - A.IIuibert Geel. - A. Jakob Stadtlander. - A. Abraham Taalman. - V. Kornelis Reindertszoon Eenarni. IS. Jan Pyper. - - a. Jan Kramer. ; a. Jan Bogaart. - N. Klaas Janszoon Tooren. N. Pieter Jakobszoon Kraaker. ^fregat Bommel. 'T fregat Popkeu*bnrg, Advysjachten de Triton, D^Eenhoorn, De Kat. De Liefde. De Moffel. De Kater. Egmondt, De Haas. De Vaandrigh, Twaalf »oo fregasi ten alsadvvsiachtenuit de vloot naar Texel gezcnden,to8beveili¬ ging der De Ruiter beval den Kommandeur over zuidQtzeek deeze fcheepen, Pieter Dekker, verdacht te zyn, zoo wanneer hy tulTchen 's Landts vloot en Texel van een te maghtigen vyandt wierde aangedaan, en geen gelegentheit van weer cn windt hadde ojn denzelven t'ontzei'lcn en naar'Texel te koomen a dat hy in zulk qen geval % Q V «ft  ïo4 Het LEVEN van den 167a. en anders niet, weer naar dc vlagge zoude wyken. Te dier tydt kreeg de L. Admiraal de Ruiter, die, volgens dc Ruwaarts ordre, alle brieven, aan hem behoorende, en naar zyn vertrek aankoomende, open brak, kennis hoe men den Raadtpenfionaris de Wit hadt gequetlt: een daadt dien hy ten hooghfien verfoeide, gelyk uit deezen brief, aan den gemelden Heere gefchrecven, is af te neemem Weledele gelirenge Heer, Brief van & heb gift er en avondt uit Uw Ed. brief van de Ruiter den 22 deezer kopende maandt, aamnyn Heer aan den den Ruwaart, Uw Ed. broeder , houdende , Raadipen- met yerfchrikking gezien het gruwlyk feit dat fconans de >s nacnts^ H V0Qrén cum des zelfs iuifteehendt perfoon is begaan. 'Doch ben van herten verheught dat de Medley ns niet en wanhoopenaan s»v * jtc-tuiig yurt i^u<,uutititcit, , aie 2,1 ten hooghfte wenfche: en dat de handtdaadigen moogen worden in hechtenis genoomen, en flrengelyk naar verdien ft e geftraft: ende dat Uw Ed. noch vee le jaar en, ten dien ft e van den Staat, en zyn zelfs genoegen , in voorfpoedt magh leven: verblyvende, nevens myne dienftelyke gebiedeniffè aan myne Heeren Uw Ed. vader, broeder, en Uw Ëd. zelf, <***• '.* *'>*** * *»?'» Weledele geftrengeHeer, Provinciën, ten anler o ö 7 leggende fPeft 'ten JVoor- 'i^Mtrenti myien vanUwEd.ootmoedigeDienaar, MICHIEL ADR. DE RUITER, Te.  L. Admiraal DE RUITER. 105 Te deezer tj^dt werdt in de vergadering der 16*72; Heeren Staaten geraadtflaaght over 't vermin- Bemdcderen van 's Landts vloot, dewyl de legers ünging s van den Koning van Vrankryk vall naderden,''ver't veren Uitrecht zich aireede hadt moeten over- m'n,deren geeven. Waar op eindelyk by die van Hol-v*öot landt werdt goedtgevonden , de zaaken ter 21,03,24 Generaaliteit daar heenen te bellieren , dat ?«». ontrent een derde deel van de vloot zou t'huis geroepen, en alleen in zee gehouden werden achtenveertigh groote fcheepen van oorloge, en achtien fregatten: en dat de overige fcheepen, die minft hemant en voorzien waaren, zouden invallen, en dat de Mariniers, ofzeefoldaaten, op de zelve gevonden werdende, zouden opkoomen, om'te lande gebruikt te worden; nevens al de zeefoldaaten die op de gemelde achtien fregatten zouden worden gevonden ; mitsgaders noch twee derdedeelen van de zeefoldaaten die op de gemelde achtenveertigh oorlogfchccpen waaren verdeelt: doch dat men 't gebrek van die zeefoldaaten in 's Landts vloote wederom door matroozen, die van d'invallende fcheepen flonden genoomen te worden, zou moogen vervullen. Dat wyders een goede partye buskruidt, ten minflc tot tzeventig duizendt ponden, en verdre krygsbehoefce van oorloge, nevens d'invallende fcheepen , zouden afgevoert worden. Daar op volgde dat drie CommifTariffen van hunne Hoog, Moog. Meerens, Mauregnault en van Fierflen , nevens eenige Gecommitteerden der Kollegien ter Admiraaliteit van Rotterdam en AmfWdaro, den zevenentwintighilen in de vloot quaam^;, en ordre fiej-, C» 5 den  io6 Het LEVEN van den 1672. den om twee derdendcelen der zeefoldaaten uit 's Landts fcheepen te lichten, 't welk ter^^^"ftondt in 't werk werdt geilek, en toen uit de uitdeWoo[v^oot: genomen een getal van ontrent 2000 ppgezon- mannen. Nevens deeze foldaaten zeilden ook den. de fcheepen van den L. Körnel Palm, ende Ook*"i' ^aPit:cincn Roetering , Laucourt, Rees „ k? fcbe> ^rooi:;-> VifTchcr, Adriaan Berkhout, enKorpcn. " ne''s de Boer , naar Goereê. De Kapitein Johan de Witte, de Ruiters fchoonzoon, die met zyn compagnie zeefoldaaten op 't fchip dc zeven Provinciën hadt gelegen, vertrok toen met 44 man naar Rotterdam. Door dit aflichten der zeefoldaaten werdt devlootmerkclyk verzwakt; want of wel een goedt getal matroozen, van d'invallende fcheepen, over eenige fcheepen, noch onder de vlagge blyvende, werden verdeelt, dat kon 't geGebrek brek niet genoeg vervullen, Men bevondt van vork in by naareekening dat aan de fcheepen van 't gcvioot, Kollegie ter Admiraaliteit t'Amfterdam noch ontrent het getal van elf honderdt matroozen, ontbrak, en aan dc fcheepen der andere Kollegien meer of min , naa dat haare grootte En van veteifchte. Ook waaren veele fcheepen niet fcherp en naar behooren van fcherp cn buskruidt voorbuskruidt. zien: zoo dat zommige in een gemeen gevecht geen halven dag zouden konnen uithouden. Dit gebrek fhaakte de L. Admiraal Generaal aan dc Heeren Staaten door brieven bekent, met verzoek van daar in te voorzien : 't welk by hunne Hoog. Moog. werdt behartight, en de vloot zoo veel toegezonden als de tydt en de noodt aan de landtzyde toeliet. T was ondertufichen een geluk voor den Staat, dat  L. Admiraal DE RUITER. 107 fd'Engelfche en Franfche fcheepsmaghtenniet 1672, te dier tydt te voorfchyn en op's Landts vloot af quaamen : het zy dan dat ze geen kennis hadden van 't geen 'er gebrak, of zelf zoo gehavent waaren in 't lefte gevecht, dat ze meer tydts van nooden hadden om zich weêr toe te ruften: of dat ze zich ontzaagen op de Zeeuwfche kuft te vechten, door hunne onkunde op onze ftroomen, en uit vreeze van't gevaar dat hunne fcheepen, als ze befchaaBight of mafteloos moghten worden, zouden Joopen. Onderwyl ftondt de Franfche voor- T fpoedt te lande niet ftil: geen ongeval quam rp0edue alleen, en d'eene droeve maare d'andre jaa-lande, gen. Men verftondt met d'uiterfte droefheit en fchrik het haaftig overgaan van veele fteden en flerkten: ten deele aan Vrankryk, ten Veeleftedeele aan de Biiïchoppen van Keulen enMun-den en fter. Rees, Grol, Knodzenburg, Arnhem, tokten Emmerik , Brevoort , Harderwyk , Deven- verlooreB* ter, Doesburg, Schenkenfchans, Sint Andries , Hattem , Zwol, Kampen, Uitrecht en Zutphen, waaren onder 't ongelukkig getal der geenen die onder'tuitheemfch gewelde den hals hadden geboogen. 'T verlies van Uitrecht en Naarden braght gantfeh Hollandt Defluizen in laft, daar men tot het uiterfte middel moefti" Hoüandg koomen, de Huizen opende, en't water liet »eoPeac' inloopen.; oordeelende , dat het beter was verdorven landt dan verlooren landt. Het leger van den Staat, onder zyn Hoogheitden Vyfpaffèn Heere Prins van Oranje, werdt op vyf pos-of pollen ten, of paffen, daar men de vyanden hadt te be"*« wachten , verdeelt. De zwaarigheden die den Staat; van alle- zyden overvielen veroorzaak^  io3 Het LEVEN van den i ïtifz. zaakten groot gemor onder de gemeente, irtC.n.oron-zondcrheit onder 't graauw, aitydts gewoon mTentegen de rarnPcn van ]-™dcn en luiden d'Overheden 'tgraauw. te wytcn- I" 's Landts vloot, daar ook daagelyks quaade tydingen aanquaamen, vondt zich de L. Admiraal de Ruiter in geen kleene bekommerniflë om alles in ordre en by plicht ?r°< irTg" ^ houden- Hy zocht derhalven d'inkoomenvioüu^ de maaren-> zoo veel moogelyk was, te verbergen, of geheim te houden: doch kon al 't quaadtfprecken van 't volk, en hunne woordenftrydt over d'oorzaak van 'tquaadt, niet verhinderen; hoewel zulke hakketten dikwils groot krakkeel veroorzaakten: daar een byzonder voorval van ftaat te vernaaien. Zeker Chirurgyn , of Heelmeefter, Marten Bvlo, vaarcnde op het advysjacht de Walvifch, raak re den ZPVPnpnrwinrici-KU-^n von Tn,-,;,,c A^*. -.. , ..,.„.,IUIUglmw„ ViiiijllUlUMlll.UK.U twü'tilis- ;.V . • J^lil"'-"UI1 va" luimucuu, Woorden Ain A^n~ „ 1.. J J ... TT" - • icheii een Ilu ' uuul L uvcnyuun van uen rvapitem, toen - 't gebiedt hadt, in woorden, zoo over de fleren Lui- fcheepsbelriering als over den toellandt van 't tenant, vadcrlandt, cn eindelyk over zaaken van Godtsdienli: d'eerfle voor de Gereformeerde, cn de tweede voor de Roomfche kerk yvercnde. Hier rcezen de woorden zoohoogh, dat de Luitenant den Chirurgyn beval metzyngocdt uit de kajuit te gaan , 't geen d'ander zoo euvel opnam, dat hy befloot den Luitenant de relt te geven. Hy gaat by den Konflapel, en vraaght of de pilïoolen, die in de kajuit aan een rak itaaken , gelaaden waaren? en verftaande dat ze gelaaden waaren , zeidt daar Boos op- op, Zoo zal ik dienPaapfchen fchclm denhals *e'- breeken. De Kosihpcl dat voor dronkeman klap.  L. Admiraal DE RUITEPv. ioo klap achtende, en 't niet geloovende, ging 1672* in zyn kooy te ruft , en de Chirurgyn midlcrwyl alleen over 't fchip wandelen, met eenige zelfftrydt in 't harte, en twyffel, of hy 't zou doen of laaten. Dc haat dreef hem voort, en de fchriklykheit van 't feit hieldt hem tegen. Doch de boosheit nam d'overhandt, en't was of iemant (dit heeft men hem daarna hooren zeggen) hem in 't oor zeide: Mofcs fJoetfi den Verkeerde Egyptenaar wel doodt, en dees' Eapifl 'te noch overiegh. erger, waarom zoudt gy hem dan ook niet dooden? Daar op treedt hy, 's avondtstulTchen tien en elf uuren* in de kajuit, zinneloos van haat. Daar vindt hy den Luitenant en een Zeeuwfche boode, die beide Diepen, en twee vrouwen , die wakker laagem Hy vraaght Dedhi üfwaar de Luitenant lagh ,• 't geen hem zoo. Ryn doorhaal!: niet gezeit was, of hy grypt een piftoolfchietdei1 van 't rak en fchiet den Luitenant zoodaanig.Cuite,miik in de flinker borft, dat hy, naa 't fpreekenJJT1 van weinige onverftaanlyke woorden, terftondt daar van ftorf. Op 't gefchreeuw van de vrouwen quam de Konftapel met anderen uit den flaap, vonden den Luitenant in zyn bloedt, zonder leeven, en den moorder in zyn kooy : daar ze hem eerft in vaft fpykerden, op dat hy 't niet zou ontkoomen. Daar- Demoofna werdt hy te recht geftelt, en, alles vry-der ge. willig bekennende, wees de Krygsraadt, datftralr;* hem eerft de rechter handt, daar hy demoort mee gedaan hadt, zou worden afgekapt, en hy vervolgens met de koorde geftraft dat 'etde doodt naa volghdc, en 't lichaam in zee geworpen. Hy leedt daarna de verdiende pee- .,ju, ne, met groot bewys van berouw, maarzonder  lió Het LEVEN van dën 1672. der 't minde teeken van fchrik* Den lefteti Zojun. dagh van Junius, en den eerlten en tweeden 'SLand' van Ju^ius' ^eedt 's Landts vloot eenige fchaavlootiydt de door hardt weder en ftorm uit den Zuidtfchaade weftentenzuiden, uit den Weften en Noordtdoorftorm. weften. De Ruiters daagclyks anker ging door, ert men zagh de kabels van veel andre fcheepen breeken j en de ankers doorgaan. De groote maft en bezaansmaft van den Aralterdamfchen brander, de Melkmeidt, flingerde buiten boordt : een brander van der Veere werdt zeer reddeloos en lek , cn zyn brandttuig nat: zoo dat men beide die fcheepen naar Zeelandt moeft opzenden om te her* 3?ü/. Hellen. Dert derden der zelvë maandt werdt werdc^ou" de vdoot' nadien daar eenige fcheepen waanieuwin tcn a%egaan, op nieuw in drie esquadres verdrie esqua- deelt, ieder van zeventien capitaale fcheepen dres ver- en vier fregatten. Maar vier fcheepen waaren deelt. naar Zeelandt om herfteldt te Worden i zoo lingTan de dat men toen °P Schooneveldt noch 47fcheeRuiters Pen' en 12 fregatten en ontrent 30 branders esquadre. by den anderen hadt. De Ruiter verdeelde zyn esquadre in drie fmaldeelen , gelyk in deeze lyft werdt gezien. Ordre ende rangh voor d'Officieren,geren\Oeplaatjh geert f onder 't esquadre van den L. Admiraal dc Ruiter, gelyk het zelve geformcert, ende in drie fmalle verdeelingen gedeeltis, dus volgende. Ctrrit Kallcnburgb. Advysjacfit. trans van Nydek. Wynandt van Meurs. Klaas Anker. Branders. £. Admi, aal van Kts. Dirk Ilendriksz. van Kerkhtven. Graaf  L. Admiraal DE RUITER, ui Graaf Joan van Hornes. Karei de Bruin. Pieter KlaaszoónlPynbcrgen. Jan Gilliszoon. 10/2» Nikolaas Naalbout. -jakob Martenszoon. Jakob Binken Advysjachten. Joan van Gelder. Kornelis van der JJttvt t. Schoutbynacbt van Nes: Kornelis Half - r, «b. Admiraal de Ruiter. Branders. Engel de Ruiter. Jan van Kamp. ,;. Moifes Wigbmans. tem Harmenfzeeé. Marien de Boer: Andries Raadel. Jan Dirkszoon van l- awenboovco* Philip van Almonde. Ad\Tys:acht; Jakob Pieterszoon Swart: Ifaak Tennisz'oon van Anleri, Kornelis de Liefde. Branders. Viceadmiraal de Liefde. Pieter Befaucon. Jan Noirot. Gillis van Convent. Francais van Aarjfen. Pieter Jlendrikszoon Pop. jan Davidszoon Bont. Dirk Janszoon. Doch onder de vloot begoft zich nl eenig *yui. gebrek van vivres t'openbaaren, bczonderly'k Bericht onder d'Amfterdamfche fcheepen aan bier:vaneen daar van eenige maar voor twee of drie daa-?ekenfch gen waaren voorzien: dan 't lagh tAmfter-jL„Se dam al gebrouwen en gefcheept, en ftondt etlyke naait te koomen. Ten zclven daagen naa den fcheepen middagh quam een Deenfch Schipper in de voorDuinvloot, verklaarcnde dat hy dien morgen de kerken êe" klok acht uuren veertigh groote fcheepen voor Zie"' Duinkerken hadt zien leggen, daar onder eenige met roode vlaggen van de companie, t welk hy geloofde Engelfche en Franfche icheepen te zyn geweeft. De Krygsraadt werdt daar op vergadert. Men geloofde datdevyan- Beraadtden met verre waaren, en befloot op Schoo- daging in ncveldt te blyven leggen, en eer men tekens den Kryg«hen aanging de Heeren Staaten 't zelve be-raadt daar kent te maaken. Voorts werden drie fregatten naar Duinkerken gezonden, om te vernee-  112 IÏEt LEVEN VAN VZK 1672. neemen of 't zoo was als de Deenfche fchip» per hadt bericht, om in dat geval dan verder te belluiten 't geen ten meciten dienfte van den Lande bevonden zou worden te behooren, of naa 't geen hunne Hoog. Moog. zouden beveelen j welker nader ordre de L. Admiraal de Ruiter op dit cn andre diergelyke voorvallen verzocht t'ontfangen.; en by antwoordt zou verwachten. Dit was te meer noodigh, om dat men, door 't vertrek van den Ruwaart, nu geen Gevolmaghtigden van 3 Jut. den Staat in de vloot hadt. Tc dier tydtpasBukkingr berden twee Engelfchen Konings jachten ^g-on^n door de vloot naar de Maaze, inhebbendc (beHailifax halven den Meer van Dykvelt, een der Sta'atpa^eeren fche Gezanten, onlangs naar Engelandt gezondoor de den) den Hartogh van Bukkingham,. den Graaf vloot. van Arlington, en den Heer Hallifax, die van den Koning van Grootbritanje aan zyn Majefteit van Vrankryk werden gezonden, en over den Haage naar 't Franfche leger zouden vcr4/«/. trekken. Des anderendaaghs zeilde noch een Engelfche kits door de vloot, met de begagie van de gemelde Gezanten: met deezekits Kapitein quam de Kapitein Jan Dik uit Engelandt, Jan Dik, wicns fchip in 't gevecht op den zevenden iiartoah vcin Jun^us 'n den grondt was gefchooten : by van lork Rcm was eGn Engelfch Trompetter, die een omflaagen, brief van den Hartogh van Jork aan den L. komi met Admiraal de Ruiter braght, meldende, dat jjjfj* ^e,"hy den Kapitein Jan Dik op zyn woordt hadt i £ui_ontflaagen;, en aan hem zondt, op vertrouur. ' wen, dat men daartegen den EngclfchenKapitein Johan Chichley, op 't fchip de Catharine gevangen, en te Rotterdam zittende^ zou-  L. Admiraal DE RUITER. 113 7.nU(\p \vi(tp]pn nf ^loi-o«^„^ J„r/.„:..!„rv, Weer naar Engelandt in zyn gevangenis zoude Jorks óe accicii. ^e muiter ventondt dat men Chichley geerte. behoorde los te laaten, en d'eene beleeftheit tegens d'andre Hellen. Hy fchreefderhalven in ernlïige termen aan 't Kollegie ter Admiraaliteit te Rotterdam: die den Eno-clfchen Kapitein, op zyn verzoek, ontfloegen? D'Engelfche Trompetter, die met den Kapitein Dik aan de Ruiters boordt was gekoomen, toonde wel haaft dat hy noch een andere boodtfchap hadt te verrichten. Hy firooide aro-h- E,e" En' hftelyk eenige gedrukte artykelen, in drie Trompet taaien, in 't Ichip de zeven Provinciën, in-ter tracht houdende aanbiedingen van loon en gunft, zaadc van voor de gcenen die uit de vereenigde Provin- °P'oei"n cicn, in deeze benaaude tyden, met fchee- af *' h da pen, goederen, of perfoonen, tot d'Engel-ftroo'ijS ichen wilden overkoomen. De Ruiter, een aarts vyandt van oproer en verraadt, des Irompetters doen gewaar wordende: nam liem deegelyk voor, hem dreigende met de galg, indien hy iet verder zou beftaan om 't volk tot oproeren ten afval te trooncn. Hy zey ook, toen men hem zelf verraadt fchecn te vergen: Als V Landt al feenemaal verloo- De Ruf. ren ging, zoude ik met de vloot ik weet nietXm ™»'ga waar liever heenen zeilen, dan my aan uwen WOjrdenKoning, die geen woordt noch verkondt houdt, cvergeeven. De Kapitein Dik vertelde, aan Tydin* cle Ruiter, dat hy, uit Engelandt koomen-vand't-ade, d'Engelfche en Franfche vloot, noch8e'^c'ie by een gevoeght, honderdten tien fcheepenv,oot* van oorlogh fterk, behalven de branders en't ander vaartuig, volkoomen klaar en in ftaat IV. Deel. II hadc  H4 Het LEVEN van den 1672. hadt gezien om uit dc Riviere van Londen in zee te koomen, of die nu moogelyk al zee zou genoomen hebben. Uit dit verhaal werdt afgcnoomcn, dat het geen fcheepen van 00;-logh waaren geweelt die de Deenfche fchippcr te vooren voor Duinkerken hadt gezien. NaJerbj-De Ruiter met zyn Krygsraadt daar over raadcilaa- raadtflaagende, werdt verdaan, dat's Landts mthl vloot' nu 200 zeer verzwakt, tegens zoo groote maght, menfchelyker wyze, niet wel in de ruime zee zou konnen beftaan, noch ook buiten ordre van hunne Hoog. Moog. de zee moght verhaten: maar dat men moeit overleggcn, waar dat zich dc zelve op 't voordeclighlt cn vcilighlt zou konnen en behooren te pofteeren, om de vyanden daar af te wachten, tot dat de vloot zou zyn verfierkt, of dat men andre ordre van hunne Hoog. Befiuitby Moog. zou hebben ontfangen. Voorts werdt en dn"* goedtgevonden, zonder tydt verzuim het anKrygsmdt ker K lichten, en met 'sLandts vloot wat genoomen, naader aan de gronden tcloopen, tot dat ze dc Dcurloo (dit was een diepte ftrekkende naar de Wielingen en Vlilfingen) open zouden hebben: en dat ze daar in zoodaanig poltuur, als de vloot in haare esquadres en fmaldeelen nu was verdeelt en gerangeert, het bezoek van den vyandt op onze kult zouden afwachten, gelyk men lelt op d'Engelfche kult hadt gedaan. Men Itelde ook ordre, dat de Kommandeurs der branders de voordeelighlte plaatzen werden aangeweezen, om hunne brandtfeheepen op de vyanden, in gevalle die op d'onzen afquaamen, met geluk te moogen belteeden. Ook werdt den  L. Admiraal DE RUITER. tl^ tien L. Admiraal dc Ruiter door dc Heeren 1672. Staaten van Hollandt het affchrift van zeker advys, of bericht, tot Londen den achtentwintlghiïen der voorledene maandtgefchreeJ°nA „r^gezonden ; houdende , dat, zoo haa t a Engelfche vloot in ftaat zou zyn om zee te konnen neemen, men aldaar van voorneemen was een landing tc doen op 't eilandt van lexel ofte in Zeelandt. Te dcczer tydt naamen de zwaarighedeh binnens landts daageiyks toe, cn men ontfing geduurigh tydingen in dc vloot die bckommerlyk cn droevig waaren. Men hadt te gelyk met den buiten vyandt en d inwendige oneenigheden te worfteicn. De Koning van Vrankryk, met de twee Vorftcn van Keulen en Munfter, hadden binnen een maandt tydts meer dan dertig «eden, veilingen en flerkten, en de drie ?eneele Provinciën van Geldcrlandt, Cvervflèl en Uitrecht bemaghtight, en ook etlyke'fteden van Hollandt. Met de tegenfpoedt wies cie ichnk en verbaaftheit, door de verbaaftheit d'onorde, door d'onorde 't misvertrouwencn ]t quaadt vermoeden. D'argwaange- Groote loofde t ergfte, en binnen weinigh daagén tweedraght dreunde gantfeh Hollandt van tweedracht en enopftandt oproer. Men hadt het op d'Ovcrheden eo1,n],oU \\ ethoudcren gelaaden. Die hieldt men voor * doorzaaken van 'sLandts onheilen, en riep dat ze 't vaderlandt verrieden. Aan de gemeentens, door bekende en onbekende middelen op de been geraakt, cn gaande gewor- n den w?s knger geen houden.' D'ingewor- Ontheft telde, ingeente en aangequeekte genegent-Tot neit tot zyn Hooghcit den Heere Printte van Hoog"heïc H a O-  n6 Het LEVEN van den 1672. Oranje, die in dc harten van zommige Wet* bouderen, van de meefte Predikanten, van't gfootfte deel des volks, ook krygsiuiden en matroozen, niet tegcnflaande de bekende Secïufie cn 't Eeuwigh Edict, nooit was verftorven, maar met zyne jaaren opgegroeit, borft nu t'cvcns uit. Men riep overal, dat de Staat niet was te redden, of men moeft de Locven'leinfche factie, (die naam gaf men dc Heeren die de Stadthoudcrlyke regecring tegen waaren) en 't Eeuwig Edict vernietigen: cn zyn Hoogheit het Stadthouderfchap en Kapiteingcneraal- en Admiraalfchap van Hollandt opdraagen, op zulk een voet gelyk zyn voorvaders en voorzaaten die waardigheden hadden bekleedt. Dit was de gemeene ftem des volks, die men eerlang moeit volOpltondt gen. D'cerfte opflandt begon te Dordrecht, des volks daar de burgers zich by 't graau voegden, en rechten de Vroedtfchap perften, by fchriftclyke onciders te- dertcekening, van't Eeuwig Edicl af te gaan, genj de zyn Hoogheit, van 's Stadts weegen, tot ftiagiftraa- Stadthouder te verklaaren, en den zeiven van ten, tot den eedt, tot het niet ontfangen van 'tStadtIZ zyn8 houderfchap, t'ontflaan. Dit gefchrift werdt Iloogiieit. by de Vroedtfchap, Luiden van achten, cn eenige Predikanten onderteekent. De Ruwaardt van Putten, noch ziekelyk te bedt leggende, weigerde te teckenen, niet tegenftaande eenige gewapende burgers zyn huis hadden omcingelt, cn dat 'er zwaare dreigementen omgingen, Maar hy gaf ten antwoordt, dat hem in den lef en zee flagh zoo veel koegels over V hooft waaren gewaait, dat hy 'er geen meer vreesde, en liever een koegel zou.  L. Admiraal DE RUITER. 117 zots afwachten, dan dat fchrift teekenen. 167%. Doch toe het teekenen werdt hy eindelyk door zyn echtgenoot bewoogen: die, met haar jenghfte kinderen aan dc handt, hem met traanende oogen badt, dat hy van de noodt een deught zou maaken, cn zich, was 't niet over zich zelvcn, ten minden over zyn vrouw en kinderen erbermen. Hy teekende, doch met byvoeging van twee letteren, V. C. dat tu coa^us-> of' door geweldt gedwongen. Maar 't volk, zulks ziende, was niet te vreeden, zoo dat by eindelyk die letteren moeft uitfchranpen. Dit exempel floegh voort van d'eene ftadt tot d'ander, doch op verfcheide wyzen, en op d'eene plaats met meer geweldts cn oproers dan op d'ander. Veele Regenten werden gedwongen 't Eeuwig Edicl af te gaan, en hunne ampten te verlaaten. De bezondre voorvallen van decze veranderingen hier t'ontfouwcn zou 't ooghmerk en 't beftek van dit werk tc buiten gaan: ik zal dan maar met weinig woorden, om de wifleïvalligheit der zaaken by de Ruiters leven tetoonen, ter loops zeggen, wat het gevolgh was van deezc beroerte. Eerft hebben Zvn de Heeren Staaten van Hollandt, op het Hoogheit voorftel van die van Leiden, tocgeftaan, dat wordt men zyn Hoogheit den Heere PriniTc van 0-ma«ntover ranje de vrye maght over dc patenten, gelykde pa en" zyn voorouders die hadden gehadt, tot ken-S. nelyk wederzeggen toe, zoude opdraagen. Voorts werdt by de Staaten verdaan , dat de Leden der Provincie malkanderen, en al die den eedt op 'tEcuwigh Edict hadden gedaan, Het Eeu. van oen zeiven eedt zouden ontflaan: en daar wig Ediét H 3 op  li8 Het LEVEN van den lófi, op werdt zyn Hoogheit by hunne Ed. Groot vemie- Moog. aangeftelt en verkooren tot Stadthou- tight. der, Kapitèingcneraal-en Admiraal van Hol- Enzvii feodt en Weftvrieflandt, met alle zoodaanige Hoogheit waardigheden als by de Printten zyne voorou- tot t,cadt_ ders waaren bekleedt. Men liet daarna, door houder, een aanzienelyke Staatsgewyze bezending, KapiLein- zyn n00ghcit dc voorfchreeve waardigheden it'^Tn?; opdraagen , cn van den eedt, tot het niet ont- mal van langen cn aanneemen van het btadtnouder- Hollandt fchap gedaan, ontflaan of ontbinden. De verkooren. Staaten Generaal hebben insgelyks den hoogh- 3 lui. gemelten Prins tot Kapiteingenenal- en Ad- Ook tOt 1 A Kapitein, miraal, over de militie te water en te lande generaal* van de vereenighde Nederlanden aangeftelt. enAdmU Doch die van Vrieflandt, Stadt Groeningen jraat der cn Ommelanlanden, behielden het recht van veréenigde dc patenten. Die van Zeelandt vonden zich den. ook genoodtzaakt het Stadthouderfchap van 8* lui. hunne Provincie aan zyn Hooghcitop te draaEn tot gen. Doch dit kon al 't oproer niet ftillcn. S.adthou- J^en wou mCn grooter verandering in de re^ Zeehadt &eer'ng der Hollandtfche lieden te weegh 't*aM ' brengen, cn zommige Regenten, die in 't oogh liepen, afgezet hebben: hoewel zyn Hoogheit in een brief, aan alle of verfchei» laami. Vroedtfchappen rondtsom gezonden, en terftondt door den druk gemeen gemaakt, oVerklaa- pehtlyk tc kennen gaf: dat d''ongelukken, die ring van 'f Qodt belieft hadt aan den Staat te doen overzyn Hoog- i0flmen t yoor een gro0f gedeelte veroorzaakt pntrcbuTdl- Vdarett door de trouwloosheit en de lacheteit #ing van van zoodaanige Bevelhebbers, Officieren en de Hol, foldaaten, den welken d'eerfe en principale \ Uadjfch« p0f en op de frontieren van V Landt waaren dan-  L. Admiraal DE RUITER. uo aanbetrouwt. Bat hy ook aan alle de werdt 1672. betuighde, dat hy geen kennis ter werelt, ook Regen ie». zelfs geen opinie hadde, dat 'er eenige Regen- uf* een ten van de Provincie van Hollandt, of van de ^fij™ Steden der zelve, zouden zyn, de welke tegens "§"it jf„ eer of eedt Zich zouden hebben vergeet en, om 8 IuL door verraadt correfpondentie \ met devyan- 1672. in't den van den Staat, of met eenige andere onbe- !eSer h hoorlyke middelen, iet te hebben gedaan of on- ggfcfrra^e dernoomen V welk tegens de plicht zou zyn van ven% een eerlyk of trouw Regent. Decs' ronde \ Fer. verklaaring, die ik met zyn Hoogheits eige ftandhouwoorden verhaale, werdt toen in de windt dinS> gcflaagen, en kon d'opgevatte cn gevoedde arghwaan niet weghneemen. De tyding van De ty. 't verheffen zyner Hoogheit totdehoogcamp- ding van ten en waardigheden, boven gemeldt, den zy_n Hoog. L. Admiraal de Ruiter, door de Heeren £e£sverMeerens, Mauregnault, Kan en Sterkenburg, Gedeputeerden van hunne Hoog. groote Moog. den elfden van Julius bekent gemaakt, vreugde ia veroorzaakte een groote vreughdc onder de de vloot. Bevelhebbers, matroozen cn foldaaten, in 11 de vloot. De L. Admiraal de Ruiter begroete daar op zyn Hoogheit met een brief, ten zeiven daage gefchreevcn, van deezen inhoudt. Dat hem in deeze bekommerlyke tyden bui- De Rui. ten maaten hadt verheught, van de Heeren ters bricf hunne Hoog. Moog. Gedeputeerden en Gevol- z^f maghtigden met zeekerheit te verf aan, dat den°SPrhiszyn Hoogheit tot Stadthouder van de Pr ovm- fe van cien van Hollandt en Zeelandt was verkooren: Oranje. en derhalven van zyn plicht hadt geacht, zyn Hoogheit dieshalven van geheeler harten alle H 4 heil,  120 Het LEVEN van den enz. 1672. 18 lui. Bekentrraakingaan den Krygsraadt in's Landts vloot. Verklaaring daar op gevolght,met geluk wenfcliing. heil, geluk en zeegen van den hoogen heemel toe te wenfchen: hoopende dat de Staat onder des zelfs hoogwys heleidt en regeering wederom zoo gelukkig zou worden, als die ten tyden van zyn Hoogheits doorluchtige en dappere voorouders was geweeft: en dat hy wyders met alle eerbiedigheit d'eere van zyn Hoogheits gebooden en beveelen zoude afwachten. Daarna vertoonde de Ruiter aan zynen Krygsraadt ook een brief van zyn Hoogheit, aan hem gefchreeven, en zyne verkiezing tot gemelde amptcn te kennen geevende, met recommandatie aan alle Hooft- en mindere Officieren van 's Landts vloote, zich, by deeze bekommerlyke gefeltenis van tyden en zaaken , ten bef en van '$ Landts dienft ten uiterfte te quytcn, en zyn Hoogheit van tydt tot tydt van alle gelegentheden en voorvallen omfandigh te berichten. Hierop heeft de gehecle Krygsraadt in 't gemeen, cn elk lidt in 't byzonder verklaart, dat hun zulks ten hooghften verheughde: cn den L. Admiraal de Ruiter werdt verzocht, zyn Hoogheit by zyn antwoordtbrïcf van hun aller genegenheit tot het welvaaren en dienfl van den Staat, en zyn doorluchtige perfoon, te verzeekeren, en met zyne hooge ampten geluk, heyl cn zeggen toe te wenfehem HET  HET LEVEN van den heere MIC HIEL de RUITER, Hartog, Ridder &c. L. Admiraal Generaal van Hollandt en Westvrieslandt. TWAALFDE BOEK. Naa 't verkiezen van zyn Hoogheit den r Heere Printte van Oranje, werdt ook in de ^J^' vergaadering der Heeren Staaten van Hol- flao^igtêr landt gcraadtflaaght over de gebreklykhcdcn vergadein 'sLandts vloot, cn 't geen men met de ""g der zelve ftondt t'onderneemcn. Haar Ed. Groot Staaten Moog. verftonden dat men de zaaken ter Ge- ,van,,HoN i- • j i , , . , , landt ter ncraaliteit daar heenen zoubeleiden, dat we- zaakevaa gens hunne Hoog. Moog. den Kollegien ter *s Landts Admiraaliteit zoude aangefchrecven wor- vloote. den, dat ze de fcheepen met manfehap, 5 kruidt en fcherp , cn 't geen daarwyders gebrak, ten fpoedighfte zouden voorzien, en de vloot in ftaat brengen om den Lande dienft tc konnen doen. Dat voorts den L. Admiraal de Ruiter zou worden belaft., den vyandt niet te gaan zoeken, om zich daar mede ten ftryde in te laaten , maar op Schooneveldt blyven leggen, tot naader ordre van hunne Hoog. Moog. Ook werdt, op den voorflagh van noch eenige fcheepen t'huis te roepen, verftaan, dat men de vloot noch in zee H 5 en  1*4 Het LEVEN van den 1672. cn byeen zoude houden, in zoodaanigenftaat als die toen was, en dat men ze op de poft daar ze zich toenbevondt, of daar ontrent, zou laaten. Te deezer tydt was den Heer van Beuningen gelaft om dc Hartogh van Bukkingham, en d'andere Engelfche Heeren op hunne reize naar zyn Hoogheit, en voorts naar den Koning van Vrankryk, een ftuk weeghs te geleiden, en by die gelegenheit t'ondcrftaan of men met hun niet iet zou konnen handelen. Met dat ooghmerk, in 't byzyn van zyn Hoogheit, met hun in een gefprek geraakt, hadt hy uit hunne redenen gemerkt, dat ze verftelt fcheencn te ftaan over d'onbegrypelyke en fnelle voortgangk der Franfche wapenen. Ook gaven ze te kennen, dat men met Engelandt haaftig moeft fluiten, en eenige Zeeuwfche fteden inruimen: ook zeiden ze, dat de Hartogh van Jork iet zou onderneemenop''sLandts vloot, ook op Amfler7 lui. dam, miljehien door Texel. Ditgefprekwerdt door den Heer van Beuningen ter vergaaderingvan de Heeren Staaten bekent gemaakt, en daar op met te grooter voorzorge over het Laftaan ftuk van's Landts vloot beraadtflaaght. Men de Ruiter beval den L. Admiraal de Ruiter, op nieu gezonden. aije ontmoeting of gevecht met d'Engelfchen, zoo veel doenlyk was, te vermyden, en de vloot van den Staat op een verzeekerde poft te houden: doch by aldien de vyandtlyke vlooten op de kuften van Hollandt moghtcn koomen, of ook aldaar iet onderneemen, dan dat de Ruiter op de vlooten der vyanden zou doen acht geeven, en naar gelegentheit tot afbreuk van de zelve, foldaat- en zee man-  L. Admiraal DE RUITER. 123 manfchap gebruiken. Daarna ging hy, Rui- 167». ter, met 'sLandts vloot etlyke maaien onder zeil, om de fcheepen van ieder esquadre wat beter in ordre, cn elk op zyn poll: te leggen. Hy quam ten anker tulTchen den Deurloo en Steenbank, Wcllkappel Ooftzuidtooft van hem, op zeven en een halven vadem: Bankert met zyn esquadre voor Deurloo, Zuidtzuidtweft, en S weers met zyn esquadreNoordtnoordtooft van de Ruiter af. Den dertien- Tyd,^ den der maandt verftondt hy van een Briel-ge"fcl|e e" fche Loots, dat dc vyandtlyke vlooten weêr Franfche" in zee waaren geloopen, dat d'Engelfchen vlooten. met elf fregatten den tienden der maandt voor '3 /«t de Maaze waaren geweeft, en eenige Hollandtfche vilTchers hadden genoomen. Dien zeiven dagh braghten de Kommandeurs Vlak en Marcus Willems naader tyding van de vyandtlyke vlooten, die zich op de-Hollandt■fche kuft onthielden. Een Hollandtfche Zweed verhaalde, dat hy den twaalfden op 't fchip van den Hartogh van Jork was geweeft, die met de twee vlooten Noordtooft aan zeilde. Dat de gemelde Hartogh hem zeide: dat hy langhs de Hollandtfche kaften heene wilde, en 'j Landts vloot niet zou zoeken aan te tasten , maar eenigh ander voordeel in V oogh hadde. Een ander genaamde Zweed was den elfden by d'Engelfche en Franfche vlooten, (die by de Breeveertienen ten anker laagen) en ook op Jorks fchip geweeft: zeggende, dat de twee vlooten fterk waaren ontrent 90 \f IuJf Engelfche, en 40 Franfche fcheepen, értvuldighefe met het ander vaartuigh 160 zeilen. De Hee- der Staaten. ren Staaten van Hollandt, uit een brief van van Holde  124 Het LEVEN van den 1672. de Wethoudercn van den Briel, den elfden landt on- gefchreeven, verftaan hebbende dat de vybefche6 anc^lyke vlooten zich ontrent het landt van ming der Voornc en voor de Maaze vertoonden, met kutten. verzoek dat de zelve Stadt met mecrderguarnifocn verzien moght worden, lieten zich 't gevaar ter herten gaan, en verzochten dat zyn Hoogheit eenige compagnien paarden en voetvolk naar 't eilandt Voorne en den Briel geliefde te zenden, dat de compagnien burgers van Vlaardingen, en huisluiden van Maaslandtsfluis zich derwaarts moghten vervoegen: gevende zyn Hoogheit in bedenken, of niet het bootsvolk, onder den Kapitein Jan van Braakel tc Schoonhoven leggende, naar Hellevoetfluis behoorde gezonden te worden. Zy pooghden ook ordre telteilen, dat men met burgers en huisluiden de landing ontrent andere oorden en ftranden van Hollandt, Scheveningen, Texel, ook ontrent Willemfladt, zou trachten te beletten, en voorts de vloot van alle behoeften, inzonderheit volk, te voorzien, Doch aan de landtzyde was 't krygsvolk zoo weinig in getaale, dat men weinig ruiters of foldaatcn kon miffen, om de kullen of ftranden te beDeRui- fchermen. Maar dc L. Admiraal de Ruiter ters fchry- fchreef toen aan de Heeren Staaten van Holstraten" en n("t' 011 de Staaten Genera»!, ook aan zyn zyn Huog-H°°£hcit, te hoopen dat Godt de ftyve Zuiheit. dclyke winden, die toen waaiden, noch lang 14 lui. zou laatcn waaijen, tot een merkelyke verhindering der vyanden, vertrouwende dat ze, zoo lang de windt zoo ftondt, zich ontzien Ordre aan ZOuden het landt aan te doen. De Heeren Staa«  L. Admiraal DE RUITER. 125 Staaten Generaal lieten hem te diertydt door i6fë$ een brief weeten, dat men de vyandtlyke de Ruiter vlooten voor de kullen deezer Landen, en°Pnieu8ebyzondcrlyk ontrent Egmondt op zee, hadt za,u^n; gezien, hunne koers noordtwaarts aan zetten- 13^ de, met nieuwe lalt van op de vyanden te doen acht geeven, zonder zich tot eenigh gevecht in te laaten, maar 't zelve, zoo veel doenlyk was, te vermyden , ten waare de vyanden moghten onderneemen te landen, of eenige voornaame fcheepen, in deeze Landen verwacht werdende , aan te talten : in welken gevalle hy 't zelve zou trachten te beletten, zoo veel naar foldaat- en zeemanfehap zou konnen gefchicden. Daar op befloot de Uybe. Ruiter met de vloot van Schoonevelt te ver-!]uit met zeilen tot voor of ontrent Goereê , en tus-'sLands fchen beiden, oft aldaar gekoomen , zich 1°^™ te richten naa de naarder kenniffe , die hy Goereê ta. uit 'er zee, of over landt, zoo van den Staat,verzeilen, van zyn Hoogheit, als anderzins van de i8>/. vyandtlyke vlooten zou moogen bekoomen. Dit voorneemen liet hy aan de Heeren Staa- Zynfchry. ten en zyn Hoogheit weeten: daar byvocgen-venaande de, dat hy, de vyanden in 't gezicht krygen-silenen de, niet kon zien dat men 't gevecht zou kon-zyn Hoog, nen vermyden, daar de vloot, menfehelykerhiit. wyzc, toen te zwak toe was: dewyl die Hechts beltondt in 47 fcheepen van oorlogh, 12 fregatten en ontrent 20 branders: dat vecle gebrek van volk hadden, en die van 't No'orderquarticr en Vriellandt gebrek van buskruidt en fcherp : zulks dat hunne Hooftofficieren verklaarden, dat de mcelten maar 40 fchooten tot yder ftuk hadden: dat men gilte dat het  Het LEVEN van sé» 1672. her op d'Amllerdamfche fcheepen nïetruimef omquam. Ook ontbraaken daar 1225 man: zy hadden niet meer dan 5749 mannen, en 'S Lindt< moeiten bemant zyn met 6972 koppen. Midvlootkomtlerwyl werden door de harde winden, die Goeree. daaê'eIyks woeijen, verfcheide fcheepen bcfchaadight, en men moeit 'er eenige opzenden om ze te herftcllen : doch men hieldt dat ook de vyanden door 't zelve onweder veel eajut. afbreuk moeiten lyden. Den twintighftcn quam dc vloot, Goereê Ooflzuidtoolt drie T.veegal-mylen van haar, ten anker. De HeerdeRui- il3t°P tcr zondt toen twec Sali00ts' om kundtfchap fchap ge. van dc Vvana£ te bekoomen. Zy hadden lalt zonden. om drie mylen buiten de Hollandtfche kult tot voor Texel, en buiten Texel voor't Vlie, en 't ccne galjoot tot voor den Eems te zeilen, en dan weer te keeren. De L. Admiraal de Ruiter onderzocht toen hoe lang deMaasfcheepen van levens middelen waaren verzien, en bevondt dat ze tot het eindt van Augustus 't konden uithouden: maar dc meeltehadden maar 21 of 22 daagen water en weinig bier, ook ontbrak hen wel zeshondert drieUjul. entachtigh mannen. Den veertienden van JuTyding lius ontfingen de Heeren Staaten van Hollandt Texe " bericnt van de Helder , den dertienden gefchreeven, houdende dat de gantfche vyandtlyke vloote zich aldaar voor de wal vertoonde, cn dat men vreesde dat de vyandt daar met de naafte vloedt wel zou moogen landen. Hier op werdt goedtgevonden, eenige ruitery, in den Haage leggende, derwaarts te zonden, en zyn Hoogheit verzocht de noodige patenten daar toe uit tc geeven: ook zocht men  L. Admiraal DE RUITER. 157 men dien oordt met noch meer voetvolk te 1 onvoorzien ; op dat het gemcene landt ontrent de voorfchreeve kuil, en langs de ftranden, tegens alle gevreesde invallen moght worden verdaadight. Dat d'Engelfchen toen ter tydt in den zin hadden ontrent Texel te landen, wordt vaft gelooft, cn daar by verhaalt dat hunne toelegh op een wonderbaare wyze werdt belet: want ten daage daar toe beraamt op de Dejvyandt vloedt wachtende , om met kleen vaartuig landing naar 't landt te zeilen, bleef de ebbe, tegensdoor een haar natuurlyke orde, wel twaalf uuren duu-^j^yren : tot groote verwondering der Teftclfche beleu zeeluiden, die daar van fpraaken als van iet wonders dat bovennatuurlyk was. Ook hadt toen elk de mondt daar van vol, als van een bewys der goddclyke hulpe, cn veele Predikanten maakten daar van gewagh in de bedeftonden, die in die tyden weekelyk, of daagelyks , werden gehouden , Godt opentlyk dankende voor zyne genaadige voorzorge en befcherminge; want door dat lang duurender ebbe verliep de tydt en gelegentheit, en de vyanden moeiten hun voorneemen ftaaken. Ook volgde op die onnatuurlyke ebbe een zwaare ftorm, daarna te melden, die de vyanden noodtzaaktc de kuft, die ze eerft zochten aan te doen, met fchrik te myden. Ontrent dien tydt ontfing men fchryven van denHeere van Halewyn, Gedeputeerde f van den Staat \Afgezon~ aan den Koning van Grootbritanje, melden- dene. de, dat te Londen zedert eenige daagen ltcrke fpraak hadt gegaan , dat de Hartogh van Jr rk den Briel hadt ingenoomen. Zyn Hoogheit werdt derhalven by die van Hollandt op nieuw  Ï28 Met LEVEN van den '1672. Bekommeringvoor den Briel. 21 j'ui. nieuw aanfteridighiyk verzocht, de gemelde ftadt van genoeghzaame krygsbezetting ce voorzien, om de gevreesde aanvallen der vyanden te konnen tegenitaan cn afwyzen. Te deezer tydt was men ter vergadering der Heeren Staaten zeer bekommert over 's Landts vloot, cn de plaats daar men die zou leggen : dewyl men niet wilt waar men de vyanden hadt te wachten, en wat hun toelegh was: zommige meenden dat ze zouden trachten te landen, anderen dat ze 't op de verwachte Ooftindifche retourfcheepen hadden gemunt. Ter vergadering der Staaten Generaal viel hier over eenige beraadtflaaging van gewicht. Die van Zeelandt, weetende dat 'er uit Texel tyding was dat de vyandtlyke vlooten haaren loop zuidelyk aan fcheenen te zetten, en dienvolgende de vloot van den Staat lichtelyk zouden ontmoeten , en met de zelve in gevecht trachten te treeden, verftondendatmen dat moeft voorkoomen, en dreeven met yver dat men aanftondts moeft befluitcn, en den L. vloot naar Admiraal de Ruiter bevcelen met de vloot op Schoone. Aa —n t- u u. 1* Beraadtflaagingover't verblyf van 's Landts vloot. Die van Zeelandt verftann dat de blyven. Uit een brief van tien Heer keeren, of1*611' 111 gevalle hy voor 't ontfangen vandccdaar ver- ze ordre alreeds van daar moght zvn verzeilt. Doch dat hy niettemin noodlge kundtfchap van des vyandts beweeging moeft zien tc bekoomen, en zich altoos bereit houden, om, P. de Hui- indien 'er landing werdt ondernoomen, daar bent, den ontrent te zyn, en 't zelve naar zyn uiterfte 19jful' vermoogen trachten te beletten. Voorts, dat 1672 ge- men aue v\yt mocf| aanwenden om 't gebrek TiTevl" van de v'001: te vervullen. De Heeren van Hollandt, Hollandt, 't geen die weck ter vergaadering voor  L. Admiraal DE RUITER. 129 voorzat, verftondcn, dat de vloot zich voor- 1672. eerft ontrent Goereê behoorde te blyven ont- dat iczïch, houden. Zy beweerden, dat die zaak eerft ontrent by Gedeputeerden f behoorde overwoogen Goereézal te worden, en hun tydt gelaaten om !t zelve aan hunne laftgeveren, den Heeren Staaten zoeken een van Hollandt, die den volgenden dagh zou-dagh uitden vergaderen, bekent te maaken. Die van ilelZeelandt beweerden in tegendeel, dat deeze iGemigb^ zaak geen uitltel kon lyden: dat een zeege- '^e'van vecht moeft worden vermydt: want indien 'er Zeeïandc ook een ongeval over 'sLandts vloot quam, beweeren daar door zou de Staat in 't uiterfte gevaar dat de zaak worden gebraght: en, ten tegendeele, als gdenu;'ftil die in ftaat zou blyven , dan zou ze altoos fe0" y ' konnen dienen, om zich ontrent de landing, die de vyanden op de kullen van Hollandt moghten onderneemen, te begeeven, en die te beletten. Daar by voegende, dat het ook niet waarfchynlyk was dat de vyanden zouden befluiten eenige landing te doen , zoo lang de vloot noch in goeden ftaat was: maar eens geflaagen, of wel in Texel of Goereê in gedreeven zynde, dat ze dan de landing zonder vreeze zouden konnen in 't werk ftellcn. Deeze en meer andere redenen, ter zaakedie- Hoüandt nende, hadden Zoo veel krachts, dat de Pro-wordc vinden van Vrieflandt, Stadt Groeningen en^™^ Omlanden, zich met die van Zeelandt voegh- flUjC dat de den, en Hollandt overftemden. Maar de Ruiter met Heer FlorisKant, wegens Hollandt voorzit-'a Landts tende, zwaarigheit makende tot een befluit vloot weêr te koomen, zoo werdt het befluit genoomen "^boone. by den Heere van Braakel, als de voorgaande vejt zal " tveeken , wegens Uitrecht, hebbende voor- keeren. IV. Deel. I ge-  130 Het LEVEN van den J672. gezeeten. De refolutie luidde van woordt tot woordt gelyk volght. Extract uit het regifterderrefolutienvande Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden. Dingsdagh den 19 July 1672. Ontfangen een mijjive van den L. Admiraal de Ruiter, gefchreeven in het fchip de zeven Provinciën , ten anker leggende op Schoone^Diener.de velt, den 18 deezes, houdende advertentie \ ; tot narkh- waar op gedelibereert zynde, is goedtgevonden ting. ende verf aan , dat aan den voornoemden L. Admiraal de Ruiter zal werden gerefcribeert, dat hy met 's Landts vloote hem zal blyven houden ter plaatze daar de voorfchreeve vloote voor dato van haar Hoog. Moog. refolutie van den 13 deezes is gepofeert geweef, en indien hy van daar albereits verzeilt zoude moogen weezen , dat hy in zulken gevalle zich wederom derwaarts zal begeeven, obferverende ende doende obferveren de aclie van de vyandtlyke vlooten, ende daar van trachtende te bekoomen zoo veele informatien als eenighzins moogelyk zal weezen: ende by aldien hy L. Admiraal de Ruiter zoude moogen bekoomen eenige advertentien, dat de voorfchreeve vyandtlyke vlooien zouden onderneemen eenige landinge te doen, dat hy in zulken gevalle de voorfchreeve vyandtlyke vlooten, zal trachten te ontmoeten, te bejegenen , ende de voorfchreeve landinge te beletten , zoo als hy naar foldaat- en zeemanfchap zal oordeslen te behoor en, ende dat hier van  L. Admiraal DE RUITER. tp van kennlfe zal werden gegeeven aan den Hee- 1 re Princeyan Oranje, mitsgaders de refpeclive Kollegien ter Admiraaliteit, tot narichtinge van zyn Hoogheit ende de gemelde Kollegien; ende dat, dien onvermindert, de voorfchreeve miffive ge feit zal werden in handen van de Heeren van Ommeren, ende andere haare Hoog. Moog. Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee, om te vifi'teren, examineren, te overleggen ende overwegen, hoe ende in wat voegen de defecten , in s Landts vloote bevonden werdende, bef zouden konnen werden gefuppleert, de voorfchreeve vloote tot de a&ie tegens den vyandt bequaam gemaakt, ende over het employ van dien met den hooghgemelden Heere Prince van Oranje te delibereren, ende van alles rapport te doen. J. BRAKEL. Vt. Accordeert met het voorfchreeve regifer. GASP. FAGEL. Dit befluit, den L. Admiraal dc Ruiter langs vier verfcheide wegen, met vaartuigh, toegezonden, quam hem den eenentwintigh- ai$uL ften , ontrent drie mylen van Goercè met 's Landts vloot ten anker leggende, ter handen. Hy maakte dee? ordre den Hooftofficieren bekent, en ftondt gereedt om die naa te koomen, als 'er ten zeiven daage een vrees- Zwwe felyke ftorm uit den Zuidtwefttenweften op-üorm. ftak, die zoo zwaar was, dat de Ruiter alle *1,^*3.«3* menfehen die in zulk een weêr op zee waaren h.'M I 2 ten  i32 Het LEVEN van den 1672: ten hooghften heklaaghdè. Dit onweer duur-' de meer dan drie daagen en drie nachten,met korte vlaagen van wat mindering van windt; De Ruiter hadt drie kabels voor hoofde. Eenige fcheepen fpoeldcn van hun ankers met groot gevaar: andere lecden groote fchaade aan ankers cn kabels, inzonderheit de branders, die 't zwaar weder niet konden uitltaan. j);e Eenige werden zeer lek , haar brandttuig 'sLandts werdt nat, en de loopgaaten raakten vol wavtootbe- ter: zoo dat 'er vyf naar dc Maas werden opfchasdight. gezonden, andere moeiten buiten ordre opduwen. 'T fchip Middelburgh was de lievenuitgeweeken, (die by dc kluizen dwars af En échter was) en werdt naarZeelandtgczonden. Doch den vader-a] c|ac narc[e weder, hoewel met groot gevaar lande nut , i 3 1 1 lfc vermenght, was den vaderlande zeer nut: zoo dat dc goddelyke beltiering en voorzorgh tot 's Landts belle daar ontrent werdt befpeurt: dewyl die llbrmwinden niet alleen aan de Engelfche en Franfche vlooten verhinderden eenige landing te beftaan, of iet anders t'onderneemen, maar hun ook merkclyke afbreuk toebraghten , daar men naderhandt naarder Bericht befcheit van kreegh. De L. Admiraal de wn de Ruiter kreeg tc dier tydt bericht, dooreen ke«löo- der galjooten, op kundtfchap gezonden , dat tea, de vyanden noch Noordtwcft vanKykduin ten anker laagen. Hy ontfing een brief van den Comrniflaris Knyf van de Helder, den eenentwintighftcn gefchreeven, meldende dat de vyandt noch daagelyks van hen werdt gezien: dat ze daar drie compagnien ruiters en 3000 man tc voet by een hadden, en langs ftrandt eenige befchanflingen op wierpen, om 't landen  L. Admiraal DE RUITER. ir> den te beletten. De Schipper van het twee- 1672. de galjoot, op kundtfchap uitgezonden, diende hem aan, dat hy den drieëntwintighften zeven Engelfche fcheepen dwars van 't Wefteinde van 't Vlie hadt ten anker zien leggen, en een ander galjoot hadt gefprookent dat dien zeiven dagh door 's vyandts vloot was gezeilt, ten getaale van honderdt en tien zeilen, leggende alle ten anker. Ook zaagen de buitenwachten van 'sLandts vloot, tervvyl ze voor de Maas lag, nu en dan eenige Engelfche kitfen af en aan zeilen: buiten tvvyffel insgelyks op kundtfchap uitgezonden, om de Nederlandtfche vloot te befpieden. Den vyfcntwintighflen raakte 'sLandts vloot weer ^SJul. onder zeil, om zich, volgens het befluit van hunne Hoog. Moog., den negentienden ge- DeRuiter noomen, weêr voor de Wielingen opSchoo- saatmetde rieveldt tc vervoegen. De Heer de Ruiter t5„«? hadt met een briel, den tweeëntwintighflenSchoonegelchreeven, den Heeren Staaten bekent ge-velt. maakt, dat hy hunne ordre van den negentienden zou nakoomen, zoo haafl het onftüimig weder eenighzins zou zyn bedaart. Op i^Jul. dit fchryven viel wederom een zeer ernflige Naderorberaadtflaaging ter Generaaliteit, en werdtdreaa,,de eindelyk verftaan en goedtgevonden, dat meni1"';21' ge' aan den L. Admiraal de Ruiter zou fchi»yven,men dat hy hunne Hoog. Moog. zou bekent maa- geert zyn ken, naa dat hy 't gevoelen van den Scheeps-advys aankrygsraadt zou hebben gehoort, waar, en 0psaandetia wat plaatze hy vermeinde dat 's Landts vloot da*r heft zou konnen worden geplantft, om aan d'eene nootle zyde het gevecht met de vyandtlyke vloote, zoo boort te' veelmoogelyk, te vermyden, ende om aand-an- Pokeren. I 3 dr e  134 Het LEVEN van de» 1672.. dre zyde de landing, en d''aanfaagen en aanvechtingen, die door de vyanden op eenige voornaame hier verwacht werdende fcheepen moghten ondernoomen worden, voor te koomen. En beveelt ^00rts werdc nem bevoolen, dat hy zichmidhem mid- ^erv>'^e met de vloot zou onthouden op de plaats lerwyl te daar die tegenwoordig was leggende, gebrulblyven kende in alle voorvallen foldaat- en zeemandaarhy fchap. Met eenen werden de Heeren Penfiowas< naris Hop, van Mauregnault, Kanen Hoorenken gecommitteert, om aan den Heere Printte van Oranje de Ruiters brief, en de bedenkingen op het employ van 's Landts vloot vallende, aan te dienen, en zyn Hoogheits hooghwyze bedenkingen en raadt daar op in te neemen , en van alles verflagh te Men ver- doen. Dit befluit , door den Heer Floris fwheits Kant' tocn voorzittende, en den Griffier advys on- Gafpar Fagel onderteckent, werdt den Heer trem het de Ruiter met een brief ten zeiven daage toepofteeren gezonden. De Heer Penfionaris Hop , ne-* van de vens d'andre hunne Hoog. Moog, Gedepufloote. teerden, met zyn Hoogheit den Heere Prinsfe van Oranje te woorde gekoomen, om zyn Hoogheits raadt ontrent het plaatzen van 's Landts vloot te hooren en in te neemen, ontfingen tot antwoordt, dat zyn Hoogheit de t Ordre by provifonele ordre f , daar ontrent by hunne voorraadt fjQ0^ jtffag, gcftelt, zich wel liet gevallen, f^yn Hoog ec^ÜCh dat hy, die zaak niet grondig verfaanheits ant- c'e, het advys van den Heer L. Admiraal de woordt. Kuiter, V welk by hunne Hoog. Moog. dien aangaande was vereifcht, zoude afwachten, ^Gehriii- om > 't zelve gezien zynde, als dm zyne be-< %en, denkingen ontrent het employ \ en V pofeeren van  L. Admiraal DE RUITER. 135 van *s Landts vloote naarder te uiten. De L. 1672. Admiraal de Ruiter was den zesentwintigh- a^jui. Hen met de vloot in 't gezicht van Blanken- DeRuiter burgh , dat toen drie mylen Zuidtzuidtooft komt met van haar lagh, niet ver van Schoonevcldtge- devlooc koomen, toen hy den brief der Heeren Staa- s^hoone ten Generaal, en hun befluit, op den drieën- veiac. twintighflen genoomen, ontfing. Hy beriep de Krygsraadt aan zyn boordt, en befloot, met hun goedtvinden, op Schooneveldt te blyven tot nader ordre. Ten zeiven daage werdt ook beraamt cn vaftgeftelt, wat advys de L. Admiraal de Ruiter ter zaake van het pofteeren van 's Landts vloot hunne Hoog. Moog. zou toezenden, 't welk hier op uk- quam. Dat de Krygsraadt, op dat ftuk aan- Zyn en dei dachtelyk gelet en ernltelyk beraadtflaaght Krvgs- hebbende, eenpaarighlyk van oordeel cn ge-raadts ad' i 7 . 7 . ö vvs over voelen was, dat ze zich op geen plaats met 't pofteeren 'ï Landts vloot wiften te pofteeren , daar zy van de hunne Hoog. Moog. zouden konnen verzeekeren vloot aan dat te weegh zou konnen werden gebraght 'tde Heeren geen hunne tloog. Moog. by de voorfchreeve en Staat^n en voorige refolutien hadden believen te beveelen: llft • 7 77- n 7 r. ' neugezon- aangezien dat een landing, 0]te het aantaften den. en veroveren van eenige voornaame fcheepen, 26Jul. door de vyanden zoude konnen werden ondernoomen en uit gevoert, eer en bevoorens dat men met V Landts vloot, die de Krygsraadt geheelyk acht tegens de maght der vyanden, menJchelyker wyze, niet te konnen beftaan, daar by zoude konnen koomen: ende dat derhalven 's Landts vloote op geen bequaamer plaatze, om, tot de meefte reputatie f, een gevecht met f eer, of de vyanden te vermyden, en wiften tepoftee-eerbebaI 4 ren,lini'  136" Het LEVEN van den 1672. ren, dan op Schooneveldt, gelyk ze dat op den, vyfden der hopende maandt hadden gerefolveert, en hunne Hoog. Moog. bekent gemaakt: by welk gevoelen ook de Heeren hunne Hoog. Moog. Gedeputeerden , die laaft in de vloot waaren, den elfden zyn gebleeven, gelyk ook de Krygsraadt daar noch by bleef Verklaavende niet te min ten allen tyden, met behoorlyke eerbiedenis, wel genegen te zyn zoo naa aan den vyandt te gaan, ah hunne Hoog. Moog. zouden believen te beveelen, wiens refolutie en toefemming , oft anderzins nader ordre , zy, hier op met verlangen in V gemoet zouden zien, en zich daarna flip reguleren. Dir.goedr.vinden werdt den Heeren Staaten Generaal, den Heeren Staaten van Hollandt, cn zyn Hoogheit , zonder uitftel toegezonden. Des anderendaaghs quam 'sLandts vloot, Wertkappel drie cn een half myl Ooft van haar af, op Schooneveldt ten anker. Hier liet de L. Admiraal de Ruiter zyn fchip, dat zeer vuil was, krengen: want men hadt in een maandt geen weder noch gclegentheit gehadt om te konBericlu r,cn fchoonmaaken. Hy ontlïng den achtenvsn de twintighften tyding van de Helder, den vicrvyandtljkeentwintighften door den Cormuiflaris 'Knyf vloot. gefchrcevcn, meldende dat een Galjootfchipper, koomende uit'er zee, voor Schimmelkoog in de dertigh vyandtlyke fcheepen ten anker hadt gezien, leggende, zoo voor der Schelling cn 't Vlie, tot aan 'tVVefteindetoe, wydt cn zydt van den anderen verfpreidt,hebbende meeft alle haar boots achter aan leggen : maar dat nevens Vlielandt een trop van veertien of vvftien fcheepen by een lagh. Ook  L. Admiraal DE RUITER. 137 Ook verhaalde Knyf, dat een van de Bran- 1672. ders, in Texel ter reede leggende, een groote Engelfche boot hadt gevifcht, en dat twee andere op Texel waaren geftrandt, zoo dat men vertrouwde dat de vyandtlyke vlooten, door 't laatfte hardt weder, vry wat fchaadc zouden hebben geleeden. De Heeren Staa- Refolutie ten van Hollandt, het goedtvinden van denderHeeren Heere de Ruiter en den Scheepskrygsraadt, ^l™^311 boven gemelt, ontfangen hebbende, befloo- ^'gilnde ten, dat men 't goedtvinden en deaaniuerkin- »g Landts gen van zyn Hoogheit daar op ten fpoedigh- vloote. fie zou verzoeken, en, dien onvermindert, 27 de Gecommitteerden uit de Kollegien ter Admiraaliteit in den Haage ontbieden, om met de zelve t'overleggen en overwegen , waar men de vloot ten meelten dienfl van 't Landt zou plaatzen, en of de zelve in deeze bekommcrlykc gcfleltcnis van tyden en zaaken niet, zoo veel doenlyk, verflerkt, cn in Haat zou konnen gebraght wordeu , en behoorde gebraght te worden, om den vyandt, des noodt zynde, het hooft te konnen bicden: des dat midlerwyle dc zaake van wegen hunne Ed. Groot Moog. daar heenen zou worden beftiert, ten einde den L. Admiraal de Ruiter by hunne Hoog. Moog. moght aangefchreeven worden, zich voor eerlt ten fpoedighfle wederom te bcgeeven, en te blyven onthouden voor ofte ontrent het Goereêfchc gat, of de Maaze , tot nader laft van hunne Hoog. Moog. Ten zeiven daage werdt ter vergaderinge van hunne Ed. Groot Moog. geleezen zeekre brief van de Heeren van Halewyn en Boreel, extraordinaris Gedeputeerde, cn orI 5 di-  138 Het LEVEN VAN DEN 1672. dinaris AmbalTadcur van deezen Staat aan den Waar-_ Koning van Grootbritanje, den tweeëntwinnitK118 tighften tot HamPtonc°u", aan den Griffier landt." Fagcl' gefchreeven, houdende onder anderen verzoek, ten einde van daar zouden t'huis geroepen worden , en voorts , dat twintig fcheepen van oorloge van de vyandtlyke vloote waaren afgefcheiden, om op de verwacht wordende Oollindifchc retourfchecpen te kruinen. Dit gaf bekommerlyke gedachten, en werdt goedtgevonden, dat affchriften van dien brief aan zyn Hoogheit, aan deBewinthebberen der Ooltindifche Maatfchappye ter kamere van Amfterdam, en aan den L. Admiraal de Ruiter, tot hunne narichting, zouden worden gezonden. De Heer PenfionarisKornelis Hop, nevens iemant van de Heeren Gedeputeerden van Rotterdam en Hoorn, werden gelafl om 't beflootene der Heeren Staaten van Hollandt, aangaande 's Landts vloot, Beraadt, ter Generaaliteit uit te werken. Zy vertoonflaagingter den 's anderendaaghs ter vergadering van hunGeneraah- ne Hoog. Moog. met verfcheide redenen, dat 't verplaat-mcn de vIoot: weer ontrent: Goereê moed: laazen van "ten koomen. Die van Hollandt en Vrieflandt 'sLandts Hemden dit toe. Maar die van Zeelandt, en vloot. Stadt Groeningen en d'Ommelanden, verflonz-ijul. den dat de vloot in 't Schooneveldt zou blyven, totdat men 't goedtvinden van zyn Hoogheit zou hebben verflaan. Die van Uitrecht en Overyffel waaren niet tegenwoordig, en die van Gclderlandt zoo zeedig dat ze dit gcfchil met hunne flem niet wilden beflechten. Eindelyk werdt het volgende befluit genoomen, en den L. Admiraal de Ruiter toegezonden. Ex-  L. Admiraal DE RUITER. 130 Extract uit het regifter der refolutien van de 1673. Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenighde Nederlanden. Jovis den 28 July 1672. V namiddaghs ten 3 naren. Ontfangen een miffive van den Luitenant Ad- Refolutie miraal de Ruiter , gefchreeven in 's Landts der Heeren fchip de zeven Provinciën, ten anker leggende Staat(jnGe: in Schooneveldt, Wefkappel Ooft ontrent vyf^ni' mylen daar af, den 26 deezes, houdende advertentie , ende onder anderen, in gevolge van haar tloog. Moog. refolutie van den 23 daar te voor en, het advys van den voornoemden L. Admiraal de Ruiter ende den Krygsraadt, waar ende op watplaatze 'sLandts vloote beft zoude konnen werden gepoft eert, omme te doen ende waar te neemen 't gunt in de voorfchreeve refolutie van den 23 deezes ftaat geexprefifeert f, j. uuge« tn dat hy midlerwyle met de voorfchreevevloote drukt, was gekoomen in Schoonevelt voornoemt. Waar op gedelibereert zynde, is goetgevonden ende verft aan, dat de voorfchreeve miffive gezonden zcfl worden aan den Heere Prince van Oranje, om haar Hoog. Moog. ten fpoedighfte te laaten toekoomen zyn Hoogheits hooghwyze confderatien ende advys op het pofteeren ende employ van 's Landts vloote voornoemt, ende dat, dien overmindert, aan den gemelden Luitenant Admiraal de Ruiter zullen werden toegezonden de advyzen jong ft uit Engelandt endeBrabandt ingekoomen, tot zyne narichtinge, en om te overleggen, overweegen ende executeeren, wat hy naar de kondtfchappen, die hem van de vyandt'  140 Het LEVEN van den Jt6f&. vyandtlyke vlooten zouden moogen werden toegebraght, tot bereikinge van haar Hoog. Moog.fai Heil. lutair { ooghmerk, ende het beletten van alle deszaam. fejnen van vyandtlyke landinge, ende entreprifes op eenige confiderable fcheepen van den btaat, naar foidaat en zeemanfchap zal eordeelen te behooren, zonder hem aan eenige plaatzen te attacheren of te binden. M. MERENS. Vt. Accordeert met het voorfchreeve regijler. C A S P. F A G E L. De brieven uit Engelandt en Brabandt, in deeze rcfolute gemeldt, dunkt my niet ondienftig deezen werke in te laflen, als naaktelyk toonende de waare gelteltenifle der zaaken in deeze tyden. Zy luiden dan, gelyk de volgende afichriften te kennen geeven. Myn Heer, Brief van T'zedert ons arrivement 1 in dit Ryk zyn de Heeren wv jn zoodanigen ftaat gehouden, dat niet al- »ie" leen ons benoomen is geweeft de faculteit - om wyn en >. ■ , r .. n ö •> J . Boreel. ontrent het Jubject van onze commijfie iets te i Aankoo- konnen verrichten, maar boven dien zyn wy metnen. de continae/yk gepriveert 3 gebleeven van alle * Berooft ëe^eSent^eit ■> omme door ommegank ende comefverfte- mmicatie van luiden, de zaaken van de weien. re^! verftaande, de intentie van dit Hof ontrent de jegenwciordige toefiant van zaaken te ■pene-  L. Admiraal DE RUITER. 141 penetreren*. Men heeft, omme ons met meer- \6pi. der fucces daar van te ontzetten, aan d'eene 4Deerzyde publicq gemaakt de communicatie van zyne &rottden' Maiejleits ongenoegen, tegens die ge ene welke moghten onderneemen eenige gemeinfehap met ons te houden, ende, tot eene ernjiige demonJlratie s van dien, al voor eenige daagen in 5 BlyL den Tour gezet een perfoon van conditie, daar van gefufpeèïeerf 6, doch ten aanzien van ons 6Daar daar m onfchuldigh, ende aan d'andere zyde mm dat af ons toegevoeght een Officier, om een ieder, die ™Jmoedbuiten fpeciale permiffie 7 ons zouden koomen j Byzenzien, te detoumeren en af te wyzen, behalven dere toela* noch andere perfoonen, naar wy bericht wer-tinSden, gepofieert, om op ons gejladigh te letten. Wy hebben (raifonneerende » over de oorzaak 8 0nze van de voorfchreeve extraordinariffe 9, ende on-fj^fj^* trent pubheque Minifiers ongehoorde atlien) gaa"„m e . fzedert en van de tydt onzer aankomfte geoor- 9 Ongi. deelt, dat al het zelve fproot uit een onveran- w"one. derlyk v-.orneemen van dit Hof, om Vrankryk ten uitterfte te mesnageren 10, ende ten opzich' 10 ter. te dat het zelve niet doenelyk en was, als te-f^08'1^. gens de aniverfele inclinatie van alle menfehen alhier, (zoo wel van die geene welke attaché- , yeriin. ment i aan het Hof hebben als anderen) zootenis. heeft men ongetwyffelyk een tweede oogmerk in 2 Per af ons eloignement ", van Londen gehadt. te wee- tefcffiden> ten, omme te prevenieren 3 dat de natie van foomen. de toegeventheit en fincere intentie van den Staat \ Beramet nader geinformeert worde, en daar door de dingen, voorfchreeve confilia 4 ende engagementen s met SlnlaiinVrankryk, mitsgaders de autheurs van de zel-se"^en( ve, meerder gedecrieert 0, trachtende onder- geji/ti, , tutr >  14* 3? Het LEVEN van dë« 1672. tuffchen mede door ons verblyf alhier de gemehtyin te te te hnhueren 1 met eene opinie, dat de Konink neemen. wei geref0iveeit is met den Staat te traSteeren, doch dat de voortgangh van de handelinge hapert aan de zyde van haar Hoog. Moog. gelyk men dan de Extraordinaris Ambaffadeurs naar BVerwe. Vrankryk met die coleur 8 tracht ie verbloemen, dat zyne Majefceit de zelve heeft afgezonden 9 Over- uit eene exuberante 9 genegemheit tot de vreevlocijende, de, en om dat wy vanbehoorlykepouvoirs 10 gem^hten deftitueert11 zyn, om de zelve alhier met zyne ,1 on- Majefteit te konnen aangaan, daar nochtans in voortien. der daat met de gemelte Ambaffade niet anders beooght werdt als eene nadere confirmatie van 't geene, tot ruine van den Staat, met Vrankryk voor deezen gehandelt is, of wel om in een 12 Be. verder concert 12 te treeden over zaaken die de ^onfarhan- onverwac^lte progrejfen van de zelve jegenwoordeling. ' digh eerft, oecafionneren '3. T is nu ontrent 13 Ver. veertien daagen geleeden dat wy uit het vaderoorzaaken. landt geene tydinge van den toeflandt van zaaken aldaar hebben vernoomen, fpecialyk mede niet of met de gemelde Extraordinaris Ambas- 14Onder-fadeurs eenige aanvangh van negotiatie ^gehandeling. maakt is: en al hoewel wy deshalven wel begrypen dat haar Hoog. Moog. particulier der iSfVaar.kenniffc konnen hebben van de apparentien js tot fcbynlyk- traStaaten met deezen Konink als ons eigentlyk beden. bewuft is, echter, oerdeelende dat de gemelde Heeren Ambaffadeurs voor haar vertrek naar 'f 16 Dicht Franfche leger zeer gereferveert «6 zullen heben inhou. ben geweeft, ende dat de zelve moogelyk van dende. ^aar ngcj} njet wejer Zyn gekeert, zoo moeten wy u Ed. zeggen, dat, als men zyn oordeel wil  L. Admiraal DE RUITER. 143 wil int er poneer en v ontrent devoorfchreevezaa- \6ji. ke op de algemeine opinie18 en fentimenten »9 al- 17 Vefti* hier, mitsgaders naar het bericht *f welk wy £éB» vafl ontfangen van. de difpofitie "~° van het Hof, Jtf^%ee men te vergeefs eenige veranderingen van confi- ningeiu' lia ZI by deezen Konink te gemoet ziet. Ben \9Gev0eHeer Ambaffadeur van Spanje , die zeer geper-lenfuadeertwas, dat de Konink van Engelandt -°Gefieltot andere mefures zoude refolveren, is nu zelfs ^"'ihervan geheele contrarie gedachten, cordeelende nemem. " mede met alle de werelt, dat liet alhier onbe- Vafteweeghlyk leidt, niet te fepareren 2? van Frank- l^kverryk, ende dat de verbinteniffen met de zelve tr"'H'b ■ van tydt tot tydt meerder bevefight werden. del. ' ■ Ons aangaande, gelyk wy aan de eerfte opinie van den gcmelden Heer Ambaffadeur eenigermaaten hebben moeten twyjfelen, confidererende dat een Minifler van een Prins, wiens intereften vereifchten, dat de Staat, door ^Belan. wanhoope van met Engelandt te tracleeren, niet£ens' werde gedifponeert -> tot handelinge met Vrank- 25 Beworyk, buiten manifefle perfuafie, ter contrarieSm* geen andere taal konde Jpreeken, zoo konnen wy door de zelve redenen billyk aan het nader fentiment yan den gemelden Heer Ambaffadeur niet dubiteren; ook werden wy te meerder geconformeert, dewyle alle de pogreffen van de Franfche wapenen met een ongemeen genoegen en applaudijfement ~ van den Koning van En- 26 Toegelandt werden opgenoomen, en niet anders als jukbing. voor eigen viclorien en advantages gereputeert. Wy hadden wel gehoopt dat men alhier eenmaal begreepen zoude hebben, dat alleen de jegenswoordige conflitutie van zaaken de vriendtfehap van  H4 Het LEVEN van den 1672. van Engelandt aan Vrankryk neceffairlmaaakt i 1 Noodt- en dat dienvolgende Vrankryk daar door geozaaken. bligeert - werdt deezen Konink contentement tè dg,, '"^"'geeven , doch dat, dezelve conjunclure gepas feert zynde, ende Vrankryk door de voorgenoomen conquejien zyn ooghmerk bereikt hebbende, wel ha aft' die menagementen zullen verdwynen, en Engelandt te laat befpeuren dat het niet als zStreeken. artificien s zyn met dewelke men haar tegens 4 Zekere, hunne indifputable 4 intereflen heeft doen arbei¬ den , en dat de zelve van alle haare geimagi- 5 hge. meerde 5 avantagie niet anders zullen overhouheelde. den als een redeutabie 6 vyandt, die haar wel 6 Veefe- Uchteiyk van haare geimagineerde partage door Ijken. geweit van wapenen zal ontzetten. Doch wy 7 Gretig- befpeuren dat de aviditeit 7 tot de geimagineerbeit. de conquejien van Hollandt en Zeelandt zoo 8 Heime- krachtigh, ofte de fecrete 8 rejforten 9, die lyte Vrankryk hier doet gaan, van zulken effica- g Draije-c-ie lo^yra, dat de gemoederen van die geene ry'""i'- ,. welke de affaires in handen hebben voor zooda- 10 Kracof. . n ■ 17/1 , o/> niSe refexien 11 t eenemaal gejlooten zyn: zoo merktfce,dat, naar onze geringe opinie, voor den Staat niet anders re fleert, als dat men refolveert de overige Provinciën met de nitterfie flandlvafligheit te defenderen, en daar door deeze campagne , zonder verder verlies, te winnen, afwachtende wat veranderinge de interventie 12 van f 5 TfiS. 111 ? , fcbenka- tjat' za^ konnen geeven: immers konnen wy niet mii g. te gemoet zien, dat met negotiatie alhier ietwes 13 Opge geobtineert l"> zal konnen werden, oordeelende daan. mede dat de Heeren Extraordinaris Ambaffadeurs , uit het Franfchè leger wederkeerende, de handelinge met den Staat of in 't geheel zullen  L. Admiraal DE RUITER. t4j kn declineren h, al was het maar onder pre~ i6fa± text van alvoorens aan den Konink van Enge- 14 Mydeiii landt rapport te moeten doen, of in allen gevalle de zelve handelinge in longeur trekken '5, 'e^Zu/feti 'pin immiddels occafie te hebben van op de pro-re^en' vinden van Hollandt en Zeelandt. een ejfort l0te 16 Tom. konnen doen, Wy hebben al tzedert onze aa'nkomfie in dit Ryk aan haar. Hoog. Moog. gefchreeven. dat wy, onder der zeiver permisfie '7, affcheit zouden neemen, by aldien .zich 17 foela* geen ouverture 18 tot negotiatie vertoonde, doch, Engten refpecle van de tujfchengekoomen Ambajf'ade .'8 0^ naar Vrankryk , aan den Heer van Dykvelt ge-"'"^' recommandeert gelaten, V zelve aan haar Hoogi Moog. nader in bedenken te geeven, tzedert hebben wy aan u Ed. by onze miffive van den 12 deezes, Jt zelve fubjecï nader aangeroert, en daar nevens gemoveert '9, qf niet in allen 19 Èj£é° gevalle geraaden was efclairciffement20 van des bracht. Koninks van Engelandts intentie, en dimijjie 20 Fer" te verzoeken:, en overmits, ,onzes bedunkens, arw&' daar aan gelegen is, dat de ingezetenen van liet Landt niet langer door een ydele hoo/ e werden gevoedt, ende daar door tegens de Regenten geanimeert, in een tydt dat de eenigheit ende goede wille van de zelve zoo noodtwendigh gerequireert 21 werdt, en het ten dien inzicht e VeH geraaden fchynt te wee'zén de gedetermineerde eifcht*2 intentie van Engelandt te doorzien, zoo ver- 22 zoeken wy Hat haar Hoog. Moog. 'op onze revo~00ghmerL catie « gelieven te difponeren, ofte immers re- »3 Her. folutie te neemen, of wy niet behooren ?infifle-roetinZ> 'ren alhier op onze dimiffie; doch by zoo verre haar Hoog. Moog. moghteng etvinden ons alhier IV. Deel, K no5h  Ï4, ftondts den Heer Grave van Monterey be- "a"gv"y™ „ groet, ende aan zyn Excellentie een am-bergen. " 5f, pel f rapport gedaan van alle het geen van \ Drccdh] i, den beginne aan in de onderhandclingemet „ den Heer Hartogh van Bukkingam en den „ Heer Arlingron is voorgevallen, endeheb„ ben daar tegens wederom van zyn Excel'„ lentie confidente communicatie ontfangen „ van 't geen tulTchen hem ende de voorzei„ de Heeren, geduurende haar aanweezen „ in deeze Stadt, is gepaiTeert, daarinnebe„ fiaande, dat zy tot verfcheide reizen in „ difcourllen, niet alleen met welgedachte „ zyne Excellentie, maar ook met andere, „ die zy gelooven mochten van eenigh cre!,, dit Ontrent hem te zyn, hebben voorge„ flaagen ende geurgeert |, dat hy zigh be-1 OeJrUh „ hoorde meefler te maaken van de plaatzen §en' „ van haar Hoog. Moog., in de wélke trou„ pen van hier, tot verfterkinge van garni„ foen, zyn gezonden, ende dat hy fub„ jeét % hadt om te apprehenderen, dat de* Réttefit „ Franfchen hem over 't fecoureren van haar „ Hoog. Moog; den oorlogh zouden moo„ gen aandoen. Op 't eerfte is gevraaght, „ of zy laft haddén om zulks voor te flaan; 3, ende dewyle geantwoort wierdt van neen, „ dat hy voor zyn particulier daar op niet an■i, ders ^zeggen konde^ dan dat de Kroon » Spanje nooit andere wegen gebruikte als K s ?? dis  ?ït8 Het LEVEN van den 1672* „ die van trouw ende eer; ende datf vol,, gens de zelve, de troupes van hierin haar Hoog. Moog. plaatzen niet langer zouden „ blyven, als 't haar Hoog. Moog. zoude „ gevallen: maar dat ze die getrouwelyk ,, zouden helpen defendcren, zoo iangh zy „ in dc zelve zouden zyn. Ende voor zoö „ veel den oorlogh met Vrankryk aangingh, „ dat zyn Excellentie die zoude afwachten, ende* uit apprehenfic voor dc zelve, niet „ zoude laaten haar Hoog. Moog. metmeer,, der fecours te ftyven. Wy twyffelen zeer, „ of ftaat te maaken zy op 't geen welgedach,, te Heeren Ambaffadeurs in haar difcours„ fen verder hebben doen influeren, van dat „ de plaatzcn, in de welke Spaanfch garni„ foen is, niet zullen aangetaft werden „ maar zoo't waar is, kan het dienen om té „ doen gclooven, dat dc Franfche intentie „ is, haar viótorien tegens deftedenenplaat„ zen, die in de vereenighde Provinciën aari „ deeze zyde van de Revieren zyn, te vef,, volgen: ende zal des te meer op der zei„ ver defenfie voorzien dienen te worden. „ Wy hebben zyn Excellentie voor deeze ,, demonftratie van trouwhertigheit bedankt, ,, ende wyders aan de zelve communicatie „ gedaan van den laft die de Heer van Beu,, ningen heeft overgebraght, om aan de ,, Heeren Engelfche Ambaffadeurs, die haar „ althans hier bevinden , bekent te maa'„ ken de redenen, waaromme haar Hoog. „ Moog. ondraagclyk ende onaannemelyk }, vinden de conditiën van vreede, die haar -i, by Vrankryk en Engelandt zyn voorgedraa- „ geii.  L. Admiraal DE RUITER. 149 gen. Welgedachte Heer Grave heeft die „ lalt goedtgevonden; maar te gelyk voor ,, zyn advys gezeit, te oordeelen, dat het „ niet dienftigh zoude zyn, de welgedachte „ Heeren Ambafladcurs, op dc voet van een „ vreede te gelyk met Vrankryk en Enge,, landt aan te gaan, naa 't openen van zoo „ exorbitante f, conditiën, aan te zoekentUitfpoe. „ Want voor zoo veel zyn Excellentie hadtrtse' „ kunnen vernecmen , begonnen zy bekom„ meringe te vatten over 't laatitc engage-, ,, ment met Vrankryk, ende irrefolute ge„ dachten te voeden over h geen 't zelve. „ zoude moogen voortbrengen. De Heer „ van Beuningen heeft daarop gerepliceert, „ dat hy. noch lall noch addrca hadt tot ee,, nige negotkitie, ende dat alle het geen hy ,, hadde te zéggen aan welgedachte Heeren „ Ambafïadeurs niet diende als om haar „ Hoog. Moog. in -'t gelyk te flellen, on,, trent het afflaan van de voorfchreeve con,, ditien, ende om aand.e Engelfchen defau5, te | van 't geen zy gedaan hadden met \.Denmh« ,, Vrankryk te doen apprehenderem Naa.Aff« ,, ons wederkeeren van den Heer Grave vai\ ,, Monterey, is by geval gebeurt dat de ,, Heer Arlington zigh met een karolTe voor „ ons logement bevondt, zoo dat by die oc,', cafie, onze vilite valtgeflelt zynde korts „ naa den eeten, mits wy te gelyk de maal-. „ tydt deden met zyn Ed. de Heer van Beu-, „ ningen zigh ten huize van haare Excellen-, „ tien heeft'vervoeght, en de Heeren Buc-. „ kingam, Arlington ende Hallifax aldaar te, j, zaamen yindende, aan de zelve heeft ge-», K 3 2cit.s  i£o Het LEVEN van x>m 16*72, „ zcit, dat haar Hoog. Moog. door. den „ Heere Prinfle van Oranje ontfangen heb„ bende de conditiën van vreede, die byden, ,, Heer Silvius waaren overgebraght, ende „ daar over gedelibereert hebbende, naa. fi voorgaande advys van zyn Hoogheit, en„ de van de Miniflers van haar Geallieerden ende vrienden, met de welke de zaake was. ,, gecommuniceert, met eenparigh goedt„ vinden hadden verftaan , die conditiën zoo hart, ondraagelyk ende onaannemelyk te „ zyn, dat zy nooit haar zouden laten difpo„ neren om dc zelve aan te gaan, en my ge„ lalt hadden de redenen van deeze haare re„ folutien aan haare Exccllenticn bekent te s, maaken, tot welken einde zy verzocht zyn „ te confidereren, dat, dewyle het eenigite motif om zoo fchadelyke ende fchandely„ ke vreede te accepteren, geen ander kolte ,, zyn als een valte perfualïe, die men haar. Hoog, Moog. wilde geeven, van dat zy ,, door geen ander middel als door 't acccp„ teren van de zelve konde cviteren een voi„ koomen overheeringe van haare Republya, ke, door de geene die met zoo ongemeen „ fucces een gedeelte van de zelve in een „ korten tydt hadden't ondergebraght, haar 9, Hoog, Moog. in alle geval moeiten geper„ fuadeert zyn, dat die vreede draagelyker ,, waar, als overheert te weezen; maar dat ,, daar tegens met groote reeden konde ge„ zeit worden, dat het veel draagelyker zou» „ de zyn voor dc Landen ende Ingezetenen, „ die by de voorfchreeve vreede aan haar n Hoog. Moog. onderhoorïgh quaamen te . „ bly-  L, Admiraal DE RUITER. 15; „ blyven, ponder een machtigh Konink te 167$» koomen, ende te genieten de protectieen„ de de voorzorge van de zelve, als dat zy, „ onder de naam van een tractaat te maaken ?, over de commercie ende navigatie, en o„ ver de Indies, naa d'appetyt van twee naabuurige Koningen, die tot haar deftructie confpireren *, haar zeiven van flimmer , **™,en* „ conditie maakende als alle haare naage- ' „ buuren, in de gronden, waar op haar „ welvaaren is gebouwt, zouden koomen te „ verquynen, ende haar Janden en lieden zien „ verlaaten door alle die geene die haar met „ koophandel bemoeijen, ende de zelve elli ders meer avantagieufelyk f ende gerufte- f bordes„ lyk als onder haar gebiedt zouden kunnen^„ dry ven. Dat daar by gevoeght zynde, dat „ zy zouden moeten betaalen dertigh mjllioenen guldens, ende dies miflehien meer „ als al het contant | geldt dat in haar landt \ Gereedt* „ moght werden gevonden, ende dat op zoo ,, fmadelyke maniere, naauwelyks eenige ,, conditie droeviger ende arger in te bcel„ den was, als van luyden die op deeze mar „ nier, naa de zwaare fchaaden ende devafta„ tie 1, door den oorlogh haar gecaufeert*, i^fwce' „ de geene die haar op zoo vreemde maniere *^,yMr. 9i mishandelt hebben met alle het geen haar zaaks. „ overigh is zouden verryken, om in armoc„ de te zitten onder de geweldige handt van „ de geene die haar naa haar welgevallen verder zouden kunnen onderdrukken, wan,, neer 't haar geliefde. Dat buiten deeze twee voorwaarden een ieder lichtelyk kon- ^ yer^p, de bcfefien, hoe perniqieux \ ende gè-fe/yk. " ' K.4 „ vaar-  ïja Het LEVEN van den 16-72. ,, vaarlyk het voor haar Hoog. Moog. zoude iBeiot- f5 zyn,"haar zoo verre te laaten priveren \ ven- „ van de difpofitie over de exercitie van rei op bet « lïgie, dat zy, op de ftipulatie - vaneen v maghtigh nabuurighKoning, by een trac-,, 5, taat van vreede haar zouden laten aldrins, gen de vrye publique exercitie van de Paapsv gezinden, om altydt levendigh te hebben. „ een partye in den Staat, die, door da * Onder. „ voorz'eide Koning geappuyeert * zynde, fteunu „ ende door den blinden yver van de Geeitelyke zynde gedreeven, haare Republyke t ruw en ^ in combufHe f zoude ftellen, als het den „ zeiven Prins geliefde. Dat hier by ge„ voeght zynde, dat Engelandt zoude be„ zitten de eilanden van Cadzandt', en dc „ fladt Sluis , Walcheren , Goereê ende • Voorn, ende dies alle de zeehavcnen van J, de Maaze ende de Schelde, wel tebevroe„ den was, dat alle de geene, die door geen „ andere haar navigatie ende commercie dry-? „ ven, tot difpofitie van Engelandt zouden „ zyn, ende niemandt zoude denken om in ?, de dieper ingelegen fteden tot het dryven „ van koophandel te verblyven, inmiddeh „ die in de eigen zeegaaten, waar door de koopmanfchappen uitgevoert moeten wer„ den, aan een uitheemfche macht ende „ difpofitie zoude fubjeót zyn. Dat hier by gevoeght wcrdende, dat in handen vaa „ Vrankryk zoude moeten werden overge„ geeven de difpofitie over den Ryn en de v Maaze, door'tafitaanvan de fladt Maftricht i, en de Grave, ende van Schenkefchans, ende van de plaatzen op den Ryn, in d,g „ wel-.  L. Admiraal DE RUITER. 155 „ welke haar Hoog. Moog. haar garnifoenen 1672^ 5, hebben gehadt, om nu niet te fpreeken „ van Nuys, Keizerswaart, ende 't geen de „ Franfche liltigheit meer de Keurvorft van „ Keulen zoude ontfutfelen, ende datnevens „ dit alles, de Franfchen noch meefter zul„ lende zyn van alle haar Hoog. Moog. fte,, den ende landen in Brabandt en Vlaander „ ren, ende door de Betuwe en de Bomme,, lerweert een vrye ende open palTage acqui,, rerende i over haar Hoog. Moog. rivie-| Verkry. „ ren, nevens de Spaanfche Nederlanden,^^ • ,, die aan een evident + gevaar bjeeven geex- i^lykelyk. „ poneert t', niets zoo miferabel zoude zynCS~' „ als de conditie van haar Hoog. Moog., „ die men noch daarenboven wilde doen fa,, tisfactie geeven aan de Geallieerden van de „ Franfchen in Duitflandt, zonder te zeggen „ waar inne die zoude beftaan, buiten dat „ het niet rnoogelyk was aan haar Hoog, „ Moog. de landen, die Engelandt begeer? „ de, van haar te demembreren t: ende dat t Jfte. ,, om dit alles niet als al te notoir bleek, dat A2^». „ de voorfchreeve vreede hart, onverdrager „ lyk ende onaannemelyk is. Dat daarenbo„ ven geconfidereert moeft werden, dat op ,, de voet als de oorlogh aan haar Hoog, 2, Moog. was aangedaan , ende getracht „ wierdt de vreede aan haar Hoog. Moog. te „ overdringen, noch reden noch equiteit f, f Billyk„ noch eenigh refpect, waar op de rulle en- beit. „ de vreede tulTchen de natiën van minder tor. „ meerder beftaat, was in achting genooI, men, ende alles gebouwt op het meerder ^ vermo.ogen, ende dat het zelve dies aan de  ï54 Het LEVEN van dem $£72, ,, zyde van Vrankryk ende Engelandt, naa't ,, aangaan van deeze vreede, meer als voor „ den oorlogh zullende verblyven, geenvcr„ trouwen van de minfie fecuriteit op . de voorzeide vreede konden werden gefticht. „ Tot alle het welke eindelyk by gevoeght „ zynde, dat het vervolgh van den oorlogh wel min hoopeloos zoude moogen zyn, als het mocht fchyncn, door dien verfcheide „ Printten haar in haar Hoog. Moog. faveur ,, begonden te roeren, ende dat men ver,, trouwen moght, dat Engelandt zelve in 't ,, einde in zyn waare interefle zoude treeden, „ is een befluit van dit difcours gemaakt, ,, met te zeggen, dat zyn Hoogheit den Hee- re Printte van Oranje met veel reden defi- dereerdc dat haare Excellenties wilden in,, dachtigh zyn 't geen zy op haar aankomflc met hem hadden gedifcoureert, ende dat, ,, itlsl zy wederom traden in de zelve gron,, den, die men doenmaals gezamentlykhadt geleidt, een goede afkomlt van zaken zou,, de konnen werden gemaakt. De Heer Ar„ lingtori nam hier op het woordt, ende ge,, zeic hebbende , dat hy niet wel konde be* ,? grypen hoe dat men met de Heer van Beu,, ningen in negotiatic zoude kunnen treeden, \Ma:ht. „ dewyle hy noch pouvoirl, noch inftruc- tie, noch brieven van addres toonde: en» „ dc by den zeiven Heer van Beuningen daar op geantwoordt zynde, dat hy in effect „ niet daar was om cenigh traclaat te ad„ jufteeren, maar niets van alle het geen dc „ Heer Arlington melde van noode hadt, oiu „ te zeggen 't geen hy hadde gededuceert,  L. Admiraal DE RUITER. 155 ?. ende om daar ontrent geloof te vinden, 16724 „ dewyle zy hem in onderhandelinge gezien }j hadden, ende dat hy niet anders deede als „ met reden te bekleeden, 't geen zy in haar „ Hoog. Moog. refolutie, door den Heer „ Silvius overgebraght, gevonden hadden. 9, Waar op by haare Excellentien verzocht „ zynde, dat zy den anderen alleen zouden j, moogen fpreeken, zyn zy meer als een „ halfuur in converfatie geweeft; ende heb5, ben eindelyk tot antwoordt toegevoeght, „ dat zy, mits 'er geenlaft was om te hande5, len, niets hadden te repliceren; ende zyn „ daarop, naa eenige indifferente difcours„ fen, ter maaltydt gegaan, naa dat de Heer „ Arlington aan den Heer van Beuningen in „ 't uitgaan hadt gezeit, zyn Ed. wenfchte, ,, dat hy, Heer van Beuningen, laft hadtom „ te tracteeren, ende dat men zoude hooren 9, wat haar Hoog. Moog. op de conditiën „ rabbateren t wilden ; daar op is gezeit, dat * i>llre9t p 'er haaft laft zoude zyn, als men op rede-*"* ,, lyke conditiën, ende niet op dusdanige, ,, wilde trarjteeren, ende dat zyn Excellen„ tie zich daar op wel konde expliceren; „ maar hy zeide, dat Engelandt niets fepa,, ratelyk zonder. Vrankryk konde doen: en,, de de Heer van Beuningen daar op, dat dit 3, een ftrik was voor Engelandt zoo wel als „ voor haar Hoog. Moog.; want indien men „ niet konde met Engelandt handelen, zon„ der dat Vrankryk naar zyn appeteit * vol-*//r^ „ daan zoude zyn, zoo was 'er van geen ne-valien° v gotiatie voor als noch iets te wachten. „ De Heer van Beuningen heeft dit nader- „ handt  'ï$6 'Het LEVEN van den "\6yi. ,, handt noch nader met den Heer Germainge-r. ,, expliceert, ende dewyle hy Heer Germaiu "\Redelyk. zeer equitabelf wilde fchynen met te zeggen, ,, dathy de conditiën van Vrankryk endeEnge? „ landt niet hadt willen overbrengen aan zyn ,, Hoogheit, om dat hy ze zoo onaanneme-„ lyk kende, als ze hier voor zyn afgefchil,, dert, noemende die van Vrankryk exorbi,, tant ende fpottelyk, ende zeggende, dat „ Engelandt zich wel met veel minder zoude ,, contenteren, jaa, zoo hy fcheen tc willen doen verttaan, zonder afftandt van fteden ,', ofte landen zoude te vreede zyn, maar dat „ men met Vrankryk gelyk moeft handelen, ,, zoo is aan zyn Ed. gezeit, hy wilde aan de ,', Heeren Ambafladeurs doen confidereren, ,, dat de Franfchen wel hadden voorzien dat haar Hoog. Moog. niet konden op zulke „ conditiën in negótiatie trceden , 'zondc-u ,, haar Geallieerden buiten actie te houden., „ ende dat zy daaromme op deeze wyzc had,, den getraeïeert, ende Yvervolgh van den „ oorlogh heceffair hadden gemaakt, ende i Bondig- ,, zoo hem daar op iets folide f geantwoorde „ wierdt, dat het moghte geweeten werden. ,, Daar op is niets gevolght, ende vinden wy ,, echter goedt het zelve hier tc vermaanen, „ om dat daar- op in de inftruétie voor haar ,, Hoog. Moog. Minifters in Engelandt re\Opzicht. „ flexie \ zoude moogen werden gemaakt, „ om het jongft getracleerde tuffchen Vrank%raflpl- ,, ryk ende Engelandt buiten ratificatie £ te -".i. °fl!it~ 11 doen blyven, is het doenlyk, tot welken Wtjehng. - einde wy ook copie van deeze aangemelde „ Minilk'ïs zullen overzenden, ende den. ! ' ,., IIcc-  L. Admiraal DE RUITER. i$f ,, Heere Grave van Monterey by de eerfte i6l®n „ gelegentheit zullen aanmaanen, ende op 't befte inftrueren, om daar toe ook zyne of„ ficien * te contribueren; Maar de irregu- *Dienflen, > „ liere f proceduren van deeze Heeren maakt \0norden* „ allés fufpe.v.Meeuwen. A. Kapitein. Hendrik van Tol. ■ A. jakob Berkhout. A. Balthazar van de Voorde. A. Anske Fokkes. A. Volken Swart. A. Philips de Munnik. A. Pieter van MSddellandt. A. Jan Gyzels van Lier. A. Michiel Kindt. N. Jan Hek. N. Jan Dik. A. Jakob Willemsz. Broeder. A. Barent llaasz. A. Kornelis van der Zaan. A. Roemer Vlak. A. Markus Willemszoon. A. J'*n Moeniszoon. A. Jan l okken. A. Hendrik Hendrikszoon. A. Jan Janszoon Bout. A. Pieter van Grootvelt. A. Wybrandt Barentszoon. A. Artnt Gerr. Ruichaver. N. Pieter Siewertszoon. N. Jan Andrieszoon. A. Dirk Gerritszoon Kam. D'Oliphant. De Pacificatie. Gouda. 'T Wapen v. Enkbuizen. De blaauwe Reiger. De Comeetftarre. D''Akerboom. Kruiningen. Amfterdam Oofieiwyk. Elfen. De Gideon. De Leeuwen. Den Doi .hyn. Dejuftina. 7T NoorderquArtier* Fregatten. Edam, After,n. De Brak. De Pofteljon. Advysjachten. De Galey. De Walvifcb. De Kits. Branders. Velzen. De Draak. De Salmander. De Leidtftar. De Vreede. Helena Leonora. De witte Mol. 'TMelkfcbuitjI. L a 44-I- 31. 82. 371- -4- 7Ö. 349- 23- 74. 3'4- 19- 72. 3cl. ia. 74. 288. 18. 70. 197. 16. 60. 184. 12. 56. 210. 15. 60. S35. --- 60. 187. 13. 50. 212. 13 60. 180. 13. 50. 310. 24. 82. 278. 12. 64. 256. 13. 60. 100. — 32. 77- 7- 3o. 75. 6. 24. 73. — 24. 41. — 12. 26. -— 12. 17. — 8. 21. — 4. 20. '4. 20. — 4. at. — 4. )?. — 4. >3. 14. — 2. 18. — 4. Be  16*4 Het LEVEN van den 1672. De vloot quam den tweeden van Auguftus De vloot tuiïchen Goereê en de Maaze ten anker, onfctieC g S trent v*er °^ v^ my^en Noordtwefttcnweften relTen de'van Goereê , van waar de L. Admiraal de Maaze. Ruiter ftraks twee galjoots naar Texel zondt, 2 4ug. om kondtfehap van de vyanden te bekoomen. Hy liet ook zes buitenwachten ontrent de vloot kruiflên, om tegens alle overval op zyn hoede te zyn. Hier leggende quaamen eenige galjooten met bier en buskruidt onder de vlagh, 12500 pondt buskruidt uit Hcllevoetfluis, voor de fcheepen van 't Noorderquartier, en 7000 pondt uit Zeelandt, 't welk terftondt werdt verdeelt. Ook volgde noch meer fcheepsbehoefte, om de vloot, zoo veel als moogelyk was , tot een nieuw gevecht be^Aug. quaam te maaken. Korts daarna ontfing den Heer de Ruiter de volgende brief van de Heeren Staaten van Vrieflandt. Edele, Geftrenge, Manhafte. R lef der Op V bericht, door de Heeren GecommitHeeren teerden wegens de Provincie van Stadt enLanVïieülnfad' aan ons gedaan, dat de Biffchop van Mun«an de fter twee daizendt laf en rogge van de fladt Ruiter. Embden begeert ende gevordert hadde, hebben wy aanflonts wel konnen begrypen, dat daar tegens, zoo veel moogelyk, diende voorzien te worden, ende hebben daaromme aan de Heeren Burgermeefleren ende Raadt van de voorfchreeve fladt Embden in ferieufe termen ge- fchree-  L. Admiraal DE RUITER. 165 fchreeven ende gerecommandeert, dat den vyandt zynen eifch mocht werden ontzei't: waar cp of wy wel iets goedts zouden moogen verhoopen, zoo zyn wy evenwel in geen ?ninder apprehenfie en bedenken, dat de zelve ftadtEmbden , door de algemeéne conft er natie \ bevan- t ^er/lagen zynde, licht uit vreeze ietwes tegens haa- ge»tbeitt re oude goede vrienden ende geallieerde zoude doen, dat zy in andere occafte niet zoude denhen , ten zy daarinne ten fpoedighften , zoo veel moogelyk, werde voorzien: het welke wy des te meer apprehenderen , dewyle wy van goeder handt geinformeert \. worden, dat meer- 4- Onder, gemelde ftadt Embden reedts aan de Furftinne recbtDouariere van Ooftvrieftandt gefchreeven heeft cm raadt en advys, wat zy op den eifch van den Biffchop zal hebben te doen; zulks wydaar uit met reden beducht zyn, dat onze brieven, . in hoe raifonnable + en ferieufe termen de zelve % Redelyke. ook zouden moogen ingeftelt zyn, weinigh zullen gelden tegens den eifch van een vyandt, die de fchrik van zyne wapenen wydt en zeidt verfpreidt, ten zy de zelve brieven mede met eenige middelen van nadnik werden geappuieert]-, \Geflyft. En zouden my daaromme met de Provincie van Stadt en Lande van fentiment \ en advys {Gevoelen. Zyn , dat twee fcheepen van oorloge , neft'ens een fnaauw, of ander klein vaartuigh, in den mondt van den zouten Eems , of hooger op , naar gelegentheit van zaaken, werden geleit, omme niet alleen de bevreesde toevoer van vivres ende ammonitie van oorloge uit Embden naar den Biffchop te beletten, maar ook die Stadt zelfs daar door te encourageren \, mits- % Aan te E 3 ga- moedigen»  ï66 Het LEVEN van den l6>a, gaders Delfzyl, Lier oor t en andere poften te* gens alle onverwachte overval ende hefprmgin? gen te dekken ende verzeekeren. Ömmenet welke te eerder te bevorderen, zoo hebben wy onze Raaden ter Admiraaliteit tot Harlingen gefommeert, of haar Kollegie niet in ftaat waare om de noodige bezetfinge op de Eems te doen; maar bekoomen tot antwoordt, dat alle haare uitleggers ree de op haare geafftgneer^ %y7b'' dS * reildevms t gepofteert laagen, ende dat p/mtzen' 'É weinigh appareniie ende middel was om nieuwe te beftellen , te meer , door dien alle haare fcheepen en bootsvolk tot noch toe in 's Landts vloote bewaart- wierden, daar Hollandt en Zeelandt een goedt gedeelte van de haare_ weder te rugh bekoomen hadden, en dat mits dien,zoo der eenige fcheepen naa den Eems moeft en gezonden worden , gelyk haar Hoog. Moog. ende de 'Raadt van Staatc dikwils daar over alhier verzoek ende aanmaninge hadden ln t£ &cdaan ' de zelve vootzaakelyk uit"s Landts * „ 1 vloote moeften werden gedetacheert \. En naad erna al het aan U Ed. Ge ft r enge ftaat de noodige ordres daar toe uit tc deelen, zoo wik len wy de zelve op het fcricufte gerecomman-. deert ende verzocht hebben, dat hy niet in gebreeke wilde zyn, een paar fcheepen van oorloge , met een fnaauw ende ander klein vaartuigh, naa den Eems toe te commanderen, al-, zoo wy niet konnen zien hoe ons, buiten exiften-? tie van zulks, door eenigh middel van die kant tegen den Vyandt te dekken ende verzeekert te Zyn Waar mede zullen wy , Edele, ManWfte, Geflrenge, JJ Ed, Qefir. beveelen in ds  L. Admiraal DE RUITER. 167 genadige prote&ie van Godt Almachtigh. 1672, Leeuwaarden deezen 28 July 1672. UEd. Geflr. goede vrienden, De Staaten van Vricflandt. G. VAN BROERSMA. Vt. Ter ordonnantie der zeiver , ]. DE SCHEPPER. Op dien brief fchreef de Heer de Ruiter DeRuiters aanftondts tot antwoordt aan de Heeren Staa-antvvo°rdt ten van Vrieflandt, dat hy wel kon zien dat**" hun Ed. Moog. begeerte op goede reeden VanYrjeswas gegrondt, en dat de verzochte twee oor- lande, logfcheepen , fnaauw en ander kleen vaartuigh, ontrent den Eems dienfl zouden konnen doen; maar zich evenwel niet bevoeght vondt, buiten byzonder aanfchryven en laft van hunne Hoog. Moog. daar in te treeden. Doch als die ordre te weegh gebraght en hem ter handt geftelt zou zyn, zoude hy de zelve vaardighlyk nakoomen. De Ruwaart van Put- DeRaten , tegens wien de haat of 't quaadt ver- Semoeden zoo was toegenoomen ; dat de boe-™Q0lt°™ ren van 't eilandt Voorn hem wel zes daagen naan. gezocht hadden om doodt te flaan, raakte onlangs te vooren f in groote zwaarigheit en t »4>/. hechtenis: cn dewyl onder de zaaken die hem G«vangen. nagingen ook dingen waaren op de vloot voorgevallen, werdt zyn broeder de Raadtpenfionaris de Wit te raade desweegen aan L 4 den  i68 Het LEVEN van den 'l6j2. den Heer de Ruiter te fchryven, en van hem getuigenis der waarheit te verzoeken , tot zyn broeders ontlafting. Hy fchreef dan den volgende brief, die met eene gericht was om zyn broeder, zoo veel als in hem was, fontfchuldigen. Wfi Edele gejlrenge Heer, Brief van „ Ter rechter tydt is my wel in handen jSfionïfc" Sekoome" U Ed. miffive van den a5 deide Wit aan" vo5»rleeden maandt, daar by de zelve bede L.Ad- » tuigende is zyn gevoelyk medelyden over miraalde ,, myn ongeluk ende ontfangen quetzuuren, Ruiter, ^ van de weifce fe ^ocje zy lof, iegenwoor- het vangen" 8 200 verre ben geneezen ende gercxan den " c°nvalefceert, dat drie van de zelve t'eencïtuwaart, ■>•> maal zyn geflooten ende geheelt, en dat endezaa- „ de vierde, wezendc de quetzuure op dc ken die j? flinker fchouder, die de grootfteende diepte*, geS,n"" llc' aI hocwel de -n-nft periculeuze wonde lcnréeven. " was' 1TIC'de naar apparentie in korte dagen „ ftaat te fluiten ende te heelcn: de kcortze, ,, die my tot over ontrent acht dagen geduu„ righlyk by geblceven was, heeft my zedert „ mede t'eenemaal vcrlaaten, zoo dat ik nu „ niet alleen door het huis beginne te gaan, „ maar ook voorleden Sondagh myn kerk„ gangh gedaan hebbe; doch'het fchynt dat „ de nydt van eenige quaadtaardigemenfehen „ tegens onze familie in deeze ongelukkige „ tyden zoo hoog is geklommen, dat 't gee" "e CCl lt eeniSen tegens my door een aflas* fia t"" " finaat ^ raeinden te weege te brengen, vermLrit. " volëens getracht is, onder pretext van  L. Admiraal DE RUITER. id> „ juftitie, tegens myn broeder den Ruwaart 1672, „ van Putten uitgevoert te werden, welke „ Uw Ed. outwyfïelyk al zal verftaan hebben, „ op ordre van 't Hof van Hollandt, door „ den Fiskaal van Dordrecht gehaalt, ende „ in de kafteleinie van den zeiven Hoove ge- „ gebraght te weezen , alwaar hy noch je- „ genwoordigh bewaart werdt. Wy en heb- ben ons in 't cerfte niet konnen imagineren „ uit wat oorzaake of op wat pretext zulks on„ dernoomen wierde , alleenlyk was eenige „ mompclinge ende morringe onder zommi„ gen geweeft, over een quantiteit van drie „ duizendt pont buspolver, die hy uit de ,, vloote tot Dordrecht mede gebraght had- de; waar op de voorfchreeve proceduren ,, uiterlyk fcheenen gefondeert | te weezen: \Gegrond i. „ maar zedert zyn wy in ervaaringe gekoo„ men , dat het een andere toelegh is ge„ geweeft, namentlyk, dat zeeker"Barbier, „■ met naame Willem Tichelaar, woouende „ of gewoont hebbende onderPiershil, ende „ zulks mede onder dc jurisdictie van Geer,, vliet, met ftyve ende itoutc kaaken aange- \ ,, braght zoude hebben , dat den gemelden. „ Heere Ruwaart van Putten, hem Barbier „ hadde geinduceert ende met een groote „ fomme geldts omgckoft, om den Heere „ Prinffe van Oranje het lecven te beneemen: doch wel verzeekert ende geruft zynde, dat „ zoo horriblen faicl: ? ende zoo execrabel * t&èritt* ,, voorneemen in de gedachten van den ge- hkenHuk. „ melden Heere Ruwaart van Putten niet eii *y'ervl*ekt' kan vallen, veel min dat hy iets diergelyks ■I zqude konnen in 't werk Hellen, zoo beq L g „ik  !7o Het LEVEN van den ÏÓ72. „ ik ook in een volkoomen valt betrouwen, „ dat, gelyk het Godt Almachtigh goeder„ tierentlyk heeft gelieft my , ais by mira\Wonitr. 11 Cü^ t> tt»- de handen van de bekende vier werk. „ moordenaars te verloffen ende in h leeven „ te behouden, het alzoo ook zyne godde„ lyke Majefteits gelieftc zal weezen, niette „ gedoogen dat de onnoozelheidt door vals„ heit ende bedrogh over rugge geworpen „ werde , ende dat mitsdien den gemelden „ Heere Ruwaart van Putten zoo wel de lift „• ende de toelegh van zyne valfche accufa\Befcbul- „ teurs j., als ik dc handen van de afTalfins \, d*Mn' 7 " ontkoomen zaI: behalven dat wy ook in 't wan. " zeek<:r verneemen, dat de voorfchreeve „ Barbier, die men zeit zulks aangebraghtte „ hebben, hier bevoorens door myn voor„ noemde broeder, als Ruwaart van Putten, „ voor de hooge vierfchaar van den zeiven „ lande criminelyk geaccufeert is geweeft, n over ende ter zaake dat hy getracht zoude 91 hebben een vrouwsperfoon te verkrachten, 91 en dat hy daar over is gecondemneert in de „ voorfchreeve vierfchaap op zyn bloote „ knien Godt ende de Juftitie om vergiffenis„ fe te bidden, zulks dat het is een menfeh „ niet ftaande ter goeder naam ende faam, „ ende die ook apparentlyk over de voorii fchreeve accuf-itie voor de vierfchaar van „ Putten een quaadt gemoedt tegens myn „ broeder is draagende. Wy hebben noch „ andere zeekere kondtfehap, dat de voor„ fchreeve Barbier over veertien daagen, of„ te drie weeken , tot Dordrecht by myn s, broeder is gekoome», dat hy den zeiven „ al-  L. Admiraal DE RUITER. 171 M alleen heeft willen fpeeken, dat hy ook 1672» „ is binnen gelaaten, doch dat de huisvrqu„ we van myn gemeldcn broeder zyn dienaar „ gelafi heeft aan de deure van de kamer wac „ op te palTen , ende te letten of de voor- • ,y fchreeve perfoon ook iets onbehoorlyks „. tegens haar man zoude moogen willen on„ derneemen: welke dienaar nu weet te zeg,, gen, ende ook voor CommilTarifien van den „ Hoove onder eede verklaart heeft, dat hy, „ traande in manier voorfchreeve aan de deu,, re , gehoort heeft, dat de voorfchreeve Barbier openinge wilde doen van eenige fecreete zaaken, ende dat daar op by zyn „ Heer was geantwoordt, is het wat goedts „ zoo mooght gy het wel openen, ende ik „ zal u met hert ende ziel fecondcrenf, maarf „ is het wat quaats of onbehoorlyks zoo moet ,, gy het zwygen ,, want ik zoude het aan,,. itondts aan de Rcgeeringe ofte Jullicie be„ kent maaken: dat, daar over eenige pro„ pootten gewiflelt zynde, de voorfchreeve 9, Barbier eintlyk gezcit heeft, dewyle ik „ dan zie dat myn Heer de openinge niet en „ zoekt te ontfangen, zoo zal ik het by my „.behouden; ende dat hy daar meede brus„. quementjaffcheidt genoomen heeft. Welk ts/ouiefst „ voorfchreeve gepallberde myn voornoem-fors. „ de broeder aandondts bekent gemaakt heeft „ aan den Secretaris van 't Gerecht van Dordtt recht, -die hy cxprelTelyk by hem ontbop„ den hadde, met verzoek ende begeerte om „. daar van ook aanflondts aan den Heere Bqrgermeefter communicatie te geeven, zoo ??. als Ü méde js gefchiedt \ boven dien heeft >• myn  -72 Het LEVEN van den IÓ72. „ myn voornoemde broeder het zelve noch „ doen aandienen aan den Stadthouder van „ den Officier, of Ondcrfchout, (devvylede „ Schout zelve mede ziek tc bedde was leg„ gende) om de perfoon van de voornoemde „ Tichelaar op te zoeken, gelyk hy ook ge„ daan, doch hem niet gevonden heeft: zoo „ dat, myns oordeels, in deezen niets en is *Afte nee-,, te apprehenderen \ als de boosheidt van de mn' 35 tyden, en de quaataardigheit van de men„ fchen, die zelfs zoo verre gaat, dat men „ publykelyk derft voorgeeven, dat het on„ gemak^ 't welk myn voornoemde broeder ,, door zinkingen heeft aan zyn rechter arm, ,, niet uit die oorzaake is voortgekoomen, ,, maar dat hy met U Ed. op ,'s Landts vloote „ in hevige woorden zynde vervallen, UEd. ,, hem in de arm zoude hebben gequetft, en,, de dat uit die quetzuure, en niet uit zin,, kingen, het voorfchreeven ongemak voort,, gekoomen zoude weezen. Daar benevens ,, werdt mede uitgeflrooit ende by veelenge,, looft, dat myn voornoemde broeder met ,, de vyanden niet zoude hebben willen vech,, ten , ende voornaamentlyk niet met de ,, Franfchen: dat hy den tweeden dagh be,, let zoude hebben de continuatie van cleba„ tailje , ende diergelyke leugenen meer; „ mits welken ik U Ed. gantfch gedienfligh ,, bidde, tot voorltandt van de waarheitende „ gerechtigheit, eene contrarie verklaaringe ,, ofte getuigeniffè by een miffive aan haar „ Hoog. Moog. ende aan haar Ed. Groot ,, Moog. te willen doen ende geeven, daar s, van ik, onder U Ed. welgevallen, een ,, con>  L« Admiraal DE RUITER. 173 », concept opgeftelt ende hier bygevoeght „ hebbe,'t welk U Ed. gelieve te examinee- „ ende naauwkeurigh te letten of het ook in ,, allen deele met de waarheit overeenkomt, „ ende anderszins het zelve zoodanigh te re- „ dreffèren f als naar de waare gefchaapent-j/^y-^ „ heit der zaake bevonden zal werden te be-ve», hooren: ende indien U Ed. noch een ver„ haal ofte getuigeniffè daar by gelieft te „ voegen, in wat maniere myn voornoemde „ broeder zich gedraagen heeft voor, in en„ de naar de batailje, dewyle hier onder het „ volk gedebiteert J. werdt, hy in het kabel-lUitge. „ gat zoude hebben gezeten, 't zelve werdt'fVo«'/. „ aan U Ed. overweginge ende goedtvinden „ gelaaten. Waar mede U Ed. zonderlinge „ zal verobligeren die geene die is ende al„ tydt zal blyven, Weledele, GefirengeHeer, a 4»- jjej% ootmoedige Dienaar, guftus 107a. O ' JOHAN DE WIT. De L. Admiraal, deezen brief den vierden van Auguflns ontfangende , fchreef daar op dien zeiven dagh de twee die hier volgen: d'eerfle aan den Raadtpenfionaris, en de tweede aan de Heeren Staaten. Weledele gefirenge Heer, Gelyk het my aan de eene zyde van harte De Ruiters Hef is geweeft, uit Uw Ed. miffive van den 2 brief aan dee-dsn Raad>  174 ■ Het LEVEN van den '-I672. deezer hopende maandt, heden ontfangen, 1ê penü. rar s bemerken, /we /fe z t*aan de andere zyde ten hooghften leet de ongeteitber- makken te ver ft aan, die myn Heer den Ruwaart fieii. van Putten, Uw Ed. broeder, worden aangedaan: in gevatte zyn wel Ed. in alles zooonfchuldigh is, als van V gunt dat tujjchen ons hier op de vloote zoude weezen voorgevallen, gelyk ik vaftelyk hoope en ver trouwe van jaa, zoo gefekiit hem groot ongelyk , ende ik ben daaromme ter ftondt gerefoïveert geworden dienthalven aan haar Hoog. en Ed. Groot Moog. te fchryven de miftiven, onder cachet van 't Landt^ hier nevens gaande, tot Uw Ed. naarichtintPan ge- ge, fuft'merende \'dat het zelve omrent deeze voelen zyn-zaake krachtigh genoeghzal weezen omme alde- le redelyke gemoederen te disabuferen, ende wat %Toebren- ik daar ontrent meer kan contribueren t ben ik %"u ten allen tyden bereidt, en zal verblyven, DeRniters Myn Heeren. My is niet zonder grooteverdeH«eren wonder'mge u'u ^et Vaderlandt te vooren geStaatenvan^00'7^' dat aldaar by zommige zoud werden Hollandt, voor ge geeven ende uit geftr ooit, dat tulTchen den Hee- Aft urn in V fchip de zeven Provinciën , ten anker leggende Noordtzveft ontrent drie mylen vanGaeroè^den^Augi.fiui iÓ72. Weledele, Gefirenge Heer, fhip dezeven UwEd.ootmoedis.endienar. °n , ten anker ö Onder ftondt, MICHIEL ADR. DE RUITER. Edele Groot Moog. Heeren.  L. Admiraal DE RUITER. 175 Heere Ruwaart van Putten, haar Hoog. 1672. Moog. Gevolmaghtighde op deeze vloote, ende tot wedermy difcrepantien ende difputen zouden zyn ge- Ieggi"g weefti jaa zoo verre, dat wy niet alleen invatl een!ge> heevige woorden met den anderen vervallen»jingen'temaar zelfs handtgemeen geworden zouden zyn, g2rjs den dat ik den gemelden Heere Ruwaart van Put- Ruwaart ten in zyn arm zoude hebben gequetft, ende van Putten dat die quetfure eigentlyk zoude weezen het Sercnreecoghmerk, V welk ik voor deezen U Ed. Grootven* Moog. genotiftceert hebbe door zwaare zinkingen veroorzaakt te weezen. Dat daarenboven den gemelden Heere Ruwaart met de vyanden van den Staat niet zoude hebben willen vechten, ende voornamentlyk niet met de Franfchen. Dat hy den tweeden dagh belet zoude hebben de continuatie ofte hervattinge van de batailje, ende diergelyke. Waar op ik, zoo tot verdeediginge van myn eigen eere, als tot voorftandt van de gerechtigheit ende waar heit, my verplicht gevonden hebbe U Edele Groot Moog. by deezen in fineeerheit ende oprechtigheit myns gemoets te verklaar en, ende te betuigen, gelyk ik ben doende by deezen: dat den gemelden Heer Ruwaart van Putten, in de voorfchreeve qualiteit als Gedeputeerde ende Gevolmaghtighde ep de vloote, met my gelee ft heeft in allebroederlyke eenigheit, ende openhartige vriendtfchap, dat nooit tuffchen ons is geweeft eenige de min ft e difcrepantie, diffentie, oftedifpute, veel min, dat wy ooit of ooit in heevige woorden zouden zyn vervallen, ende noch veelmin, dat ik hem zoude hebben gequetft; ver klaar ende  i76 Het LEVEN van den 1^72. de in openhartigheit ende waarheit voor Cödt Almachtigh, ende voor U Edele Groot Moog. dat alle V zelve zyn ver"fier de en valfchelyk uitgeftrooide zaaken. Gelyk ik my mede in confcientie verplicht échte naar waarheit by deezen te betuigen, dat de gemelde Heer Ruwaart van Rutten altydts een grooten ende byzonderen yver geioont heeft om de vyanden te bevechten, ende dat altydts met geen minder animoft'eit, ten aanzien van de Franfchen, als van de Engelfchen, zoo als ook uit de effecten is gebleeken, dat de refolutien om den vyandt aan te grypen, op zyn voorftel, met veele aanraadende redenen bekleedt, by eenpaarighlyk advys van den gantfchen Scheepskrygsraadt zyn genoomen: dat hy hem, geduurende de gantfche batailje, met ongemeene ftandtvaftigheit heeft gedragen: dat hy ook wel ernftigh gerefolveert is geweeft, den tweeden dagh het gevecht te hervatten , gelyk wy dan ook der vyanden vlooten naargewendt, ende den gantfchen dagh zoo dicht by haar gehouden hebben, als het ons eenighzins moogelyk is geweeft; maar de vyanden doenmaals door een ftaghboegh boven windt geraakt zynde, hebben wy haar niet konnen bezeilen, of by haar koomen, ende het en heeft haar, zoo V fchynt, niet gelieft op ons. af te koomen, zoo als zy den geheelendagk zeer gemakkelyk hadden konnen doen, maar zyn des avondt s van ons af gewendt, ende naa dat wy haar daar op te vergeefs noch eens hadden naagewendt, alzoo der geen apparentie was haar te konnen bezeilen, zoo is, niet tegens myncn wille ofte opinie, maar met myn ad-  L. -Admiraal DE RUITER. iy7 advys, tot 'sLandts mee ft en dienft, geraaden ïóya, gevonden ende gerefolveert, de vloote voor de. kaften deezer Landen te pofteeren, om ah dan . ten fpoedighften van alles naar behoor en wederom^ geprepareert ende voorzien te worden; ■ Alle V welke zynde d'oprechte waarheit, ik van U Edele Groot Moog. ook niet anders kan gevoelen, of verwachten, dan dat de zelve niet . alleenlyk de zaaken in diervoegen zullen hebben_ opgenoomen, maar dat het haare goede geliefte ook zal weezen, zoo veel doenlyk, te helpen disalufeeren die geene die daar ontrent met een verkeerde ende onwaarachtige imprcsfie f ingenoomen moogen zyn: V welk van her- t' Indruk* ten biddende, zal ik hier mede eindigen, ende blyven, ■ ATJ:Cn\ziifx Ed-Gr- Mo°s-Heeren'&c* ten nn\er Noord; wc ft ■van Goereê ontrent z-i . . drie mylen,gtn 4 Au* GeteekCUt gu]H 1672. MICTIIEL ADR. DE RUITER. Op dien zeiven dagh da: deezen brief ge- De Raadt, teekent was werdt de Raadtpenfionaris Johan Penfionaris dc Wit van de Heeren Staaten van Hollandt,dê^ltver" op zyn ernflig verzoek, niet alleen van 'fcJSjfc Raadtpenfionaris ampt ontflaagen, maar ookomflagh bedankt: en voorts ingewillight, dat hy,van zyn volgens voorgaande refolutien, voor deezen3"^genoomen, het Raadtsheers ampt in den ± AuP Hoogen Raade zou bekleeden. Hy verftondt J^l^* dat de tegenfpoeden en rampen, den Lande/fa**;» IV Deel. M over*  ?78 Het LEVEN van den 1672.. overgekoomen, de gemoederen der gemeenachter P. te zulk een verkeert gevóelen van hunne ReValkenien genten en ook van zyn perfoon hadden doen ^Eurlte ƒ °Pvattenn dat hy in goeden gemoede niet an* ders kon oordeelen of dc verlenging van zyn dienfl; zoude aan de gemecne zaake ondienfl: toebrengen. .. Ter gelegcntheidvanzyn ontflaaging fchrecf hy aan den' L. Admiraal de Ruiter deez' aanmcrkelykeïï brief, die wy hierin voegen, hoewel wat laater gezonden, Zyn brief ö 0 E'aand^n Weledele, Gcflrengc Heer, L. Admiraal de Het fublt f overgaan van de Steden aan den Ruiter ge- j\yn 5 nst doorbreeken van den vyandt aan den ^Shiehk i}'e^"> ende ^et totaal verlies van de ProvinJLaf'har- clen van Gelderlandt, Uitrecht ende Overystigheit. fel, by naar zonder tegenweer, ende door ee\ Per- ne ongehoorde lacheteit { of poltronnerye +, tzaagt- Zoo niet ten regarde van zommigen ook verra- %eltS gt! derye, heeft my meer ende meer seconfirmeert brek van , * J , ■>. < , , fc> J moedt. de waarheit van t geene eertyats op de Repu*Zoo,tivelbiyk van Roomen gepaft wierde, Profpera omgaatelk ei- nes fibi vindicant adverfa uni imputantur *, gent zyn zoo yerre dat $ ondervonden en gezien hebbe, T'ohT- het ^atavifche volk niet alleenlyk alle de il teken- voorfchreeve rampen ende defaftres \ heeft wilfpoef zoekt 'le'fi fchniven op myne fchouderen, en dat het men eenen zich noen niet en heeft gecontenteert met my enkelen ongewapent te hebben zien vervallen onder de man detg handen van vier gewapends perfoonen, die my, "geeven. Zo° vee^ 'in ^aar was■> hebben gemaffacreert \, i Ongeluk-'w'aar dat zy, my door Godes wonderlyke beken, ftieringe uit haare handen levendigh geefcha4. Onge- peen t , ende van myne ontfangen quetzuuren trtgbt. mct.  L. Admiraal DE RUITER. ïf§ iket der tydt wederom genezen ende herfielt ge- i f \ zien hebbende, tegens alle haare Magiftraa- fOn/W ten ende Overigheden, die zy oordeelen in den :»sn6 Staat eenigh gezagh of directie te hebben , ende voor al mede tegens my, al hoewel maar een dienaar zynde, met een generaale ongenegentheit ende haat ingenoomen geworden oft gebleeven zyn: V welk my dan gepermoveert ende geobligeert heeft myne dimijjïe en ontftaaginge van het Raadtpenfionaris ampt te verzoeken , op de gronden ende fondamenten kortelyk vervat in de propofiüe door my daar toe eerft by monde gedaan, ende vervolgens in geJchrifte over gelever t, daar op by haar Hoog. Moog. myn gedaane verzoek is toegeftaan, zoo als u Ed. V een en V ander uit het by geleide extract breeder zal gelieven te bemerken; 'i welk ik van myn plicht geacht hebbe U Ed. by deezen te notificeer en, op dat de zelve voortaan geene brieven, tot kenniffe van den Staatfpec'terende*, meer aan my gelieve fe addreffee- * • ren, maar de zelve by provifie te laaten af-rl, gaan, met opfchrift aan den Heere Raadtpenfionaris van den Lande van Hollandt ende Wflvrieflandt, of die geene die de voorfchreeve fun&ie jegenwoordigh zoude moogen bekleeden. Verblyvende altydts, die ik waarlyk beth Weledele, Gefirenge Heer, i/age de" 12 ju- U Ed. ootmoedige Dienaar $ guflus 1672. J O H A N DE WIT, M 3 Dees  i8o Het LEVEN van den * Ï672. Dees brief, den twaalfden gefchreeven, quam den Heer de Ruiter eerft den achttien dagh daar aan ter handen: te weeten, op dien dagh, die in 'sLandts hiilorien, door den moordt aan de twee Heeren gebrocderen de Wit begaan, met bloedt is geteekent. Dan eer wy dien gruwel gedenken, ftaan eenige zaaken te melden ontrent 's Landts vloot voorgevallen. Zyn Hoogheit de Prins van Oranje, weetende dat de vloot onder zeil was naar de hooghte van Goerec en de Maaze, en den lalt aan den L. Admiraal de Ruiter gegeeven, zondt hem den volgenden brief. \ Edele, Gefirenge, vroome, lieve bezondere, Brief van IVy twyffelen geenzins ofte U E. zal volgens zyn Hoog- krygs- en zeemanfchap zich ten uiterflen everheit den tueren, omme, de ordres van den Staat naa- X.'n„sJ" koomende, den'vyandt alle mooeelyke afbreuk Uranje aan . " i , , , 3 • de Ruiter.toe te brengen, en het vaderlandt zoodaamgen dienfl by deeze gelegentheit te doen, als het Zelve van U Ed. bekende kloekheit ende couragie is verwachtende. Dies niet tegengaande hebben wy U E. by deezen ten overvloedt noch willen aanmaanen, omme, by voorval van gevecht, den dienfl van den Lande enU E. eere en reputatie te betrachten, zoo veel doenlyk en moogelyk zal weezen, zullende wy \Dienfltn. U E. loffelyke devoiren \ i'allen tyde , zoo veel in ons zal' weezen, dankelyk helpen-  L. Admiraal DE RUITER. 181 pen recompenferen j.. Beveelende U E. hier 1672. mede, , 4. Mergel¬ den. Edele, Gefirenge, vroome, lieve bezondere, in de protectie van Godt almaghtig. I»'s Crsivcnbagc den TJ I£ gOedtWilHffe vHendt , 3 Augufti 1671. 0 0 G. H. PRINCE d'ORANGE. De Heeren Staaten van Hollandt, kennis- Verzoek fe van dat fchryven bekoomen hebbende, weegens beflooten, dat de Heer van Beverning zyn ^n Hoogheit over 't afzenden van dien brief uit anjc ;er hunnen naame zou bedanken, en daar bene- .eiegentvens verzoeken, dat zyn Hoogheit by naaderhek van fehryven den L. Admiraal de Ruiter op hetdat 'chryernftighfte geliefde aan te beveelen, om niet ™ alleen op de handelingen en onderneemingen heit gevan de vyanden naauwkeurigh acht te geeven, daan. maar de zelve van tydt tot tydt, onder Godts 4 Aug. genadigen zeegen, alle moogelyke afbreuk te doen, en zich ten beften tc bedienen van de gelegentheit die de goede Godt, door het verftrooijen der vyandtlyke vlooten, naar d'ingekoome kondtfchappen, fcheen aan de handt gegeeven te hebben: en dat hy L. Admiraal ook een waakendt ooge zoude houden op de verwacht wordende Ooftindifche retourvloote, aan welker bchoudeniffe den Staat ten uiterfte was gelegen, en mitsdien tot der zeiver bewaaring met alle kloekharM 3 tig-  ï8s Het LEVEN van de^ j^ï|. tighcit naar foldaat- en zecmanfehap alles toe. te brengen. Ook was by hunne Ed. Groot Moog. goedtgevonden, de zaake ter Generaaiiteit daar heenen te belciden, om de vloot zoodanigh van feheepsbehoefte op nieuw tc doen voorzien, dat de zelve tot het einde van September zou konnen zee houden. Tyding Hier op quam den yyfdèn van Augultus tykomlfè'de"^in£ V£ln d'Qoftindifche retöurvioote, beOoftindU ^aande Ulï veertien fcheepen. Ter vergadefche re, ring van de Heeren Staaten van Hollandt tourvloot werdt een brief van Arnout van Overbeeke, omrent dc Kommandeur, der gemelde vloote, gelcczen, jfcems. (jcn tvvcet5lCn van Augultus gefchreeven , bc5 /%. kent maakendc, dat ze dien dagh (naa d.at i Bejege. ze een harde rencontre f met twee Engelfche ont Konings fcheepen gehadt hadden) drie of ywmng. yjer myjep beoolten de Eems waaren aangekoonien, cn daar beflootcn hadden, in gevalle de windt, die hun geheel tegen was, zoo bleef waaijen, den volgenden dagh het gezaamentlyk naar d'Elve te zetten: met voorneemen, liever te fterven dan die ryke fchatten in de handen der vyanden over te leveren» De Lootsman die den brief braght verhaalde, dat, toen by den derden van de. fcheepen fcheidde, dc zelve met goeden windt boven de Eems waaren, en Lootzen aap boordt hadden. Zy hadden van Maandagh af, den ecrilen van Augultus, twee Engelfche fregatten by zich gehadt, die dapper op hun fchooten, daar zy niet minder op hadden geantwoordt: maar ontrent d'Eems koomende was 't eene fregat van hun afgewendt, moogelyk om kondtfehap aan d'an- qm  L. Admiraal DE RUITER. 18& drc Engelfche fcheepen of vloot te geeven, 1672,. terwyl 't ander fregat noch by d'OofHndifche fcheepen bleef en niet deedt dan fchieten, ten tyde toen de Lqotsman van hun ging, of zich aan landt liet zetten, wanneer zy Hechts een myl van de Eems waaren. Men merkte ontrent d'aankomlte en 't behouden der Ooftindifche vloot, tot dus verre, een wonderlyk geluk, of liever goddclyke beftiering en voorzorge? D'Engelfchen hadden zich met j,™' alle moogclyke fpoedt gerept, om hunne.vloot had door ftorm befchaadighde fcheepen weêr te d'Ooftindiherftellen en in zee te brengen, enopd'Qoll- i'che fckeeindifche vloot te paffen: verzuimende mid-Pen Selerwyl het bevechten van de Nederlandtfche °n< verzwakte vloot. Zy hadden zich op het pcn^ maar Doggcrszandt gepofteert, daar d'Ooltindi-zy Waafche fcheepen voorby moeiten, en hielden ren't mec daar de wacht, op hoope van hun t'under- ^00t ee' fcheppen. D'Ooltindifche fcheepen waareng!":-Êon^ te laat verwittight van 't verbreeken der vree- Zgilt^ de, en den oorlogh met Engelandt en Vrankryk: zoo dat ze, toen ze daar tyding van kreegen, aireede zoo verre naar't Doggerszandt vervallen waaren, dat ze zich zonder groot gevaar in geen der Noorweeghfche havens zaagen te bergen. Zy Helden dan hun koers recht naar't vaderlandt, cn zeilden over 't Doggerszandt, zonder vyandt te zien, (want men kon 't in de ruime zee niet overal . bezetten) tot dat ze voorby 't Heilige landt,, pen kleen eilandt, ten Wellen van de Holfteinfchc kuit, waaren genaadert. Toen werden ze door d'Engelfche fregatten de Cam--. bxics cn Briftcl ontdekt. Decs pooghden, M 4 h,1?.-/-  184 Het LEVEN van den 1672. hunne vloot, die te diep in zee was, mee veel feinfehooten daar van te verwittigen; maar vergeefs. Ook meenden ze een der Ooitindifche fcheepen, wat loom in 't zeilen, af te fnyden, doch d'andere fcheepen 'c zelve tc hulp koomende, moeilen ze afwyken, en eindelyk met ongedult aanzien, dat zich die ryke buit, gefchat op honderdtveertig tonnen goudts, niet tegenftaande al hun fchieten, op de Eems berghde. Op de tyding van hunne aankomil beoollen de E*ems, werdt ter vergadering der Heeren Staaten van Hollandt ovcrleidt, wat ontrent dit voorval flaaTng ^on^z te doen. Die van Dordrecht z.idea csar over dat ze bekommert waaren aan d'een cn d'anin de ver-dre zyde. Maar eindelyk, dat men den L, gndenng Admiraal de Ruiter den brief van Overbeeke der Staa zoude toezenden, en aanmoedigen om kloe- IMlandt keiyk te werk te Saan' en ncm de Zaak aan" bevoolen laaten. Haarlem verftondt, dat men eerfl advys zou verzoeken van zyn Hoogheit den Prins van Oranje. Amlterdam, dat falus populïfuprema tex, het heil des volks de hooghlle wet was: dat dc geheele weiHandt des vaderlandts hier aan hing. Dae d'Engelfchen de retourvloot zouden zoeken tc neemen of te bederven: dat men de Ruiter moeft kennis geeven, en vermaanen dat foldaat- cn zeemanfehap zou betrachten: dat men den Prinfie van Oranje kennis zqu geeven, zonder de zaak op te houden. Alkmaar, dat men de Loots, die den brief hadt gebraght, ook naar de Ruiter zou zenden. Hoorn, dat men twee Bewinthebbers naar de vloot, cn ook aan zyn Hoogheit den Prins van  L. Admiraal DE RUITER t8$ van Oranje zou zenden, om 't gewicht der zaake te vertoonen. Eindelyk werdt ver- Befluit liaan, dat men de Ruiter zoude aanichryvendaar °P ten fpocdighfle op te zeilen, om de retour- S^S1* vloot op te zoeken en in behoude haven te brengen. Voorts door den Heer van Beverriing zyn Hoogheit kennis te geeven, en zyn advys te verzoeken. Hier op volgde, dat noch dien zeiven dagh, .of'savondts ten tien uuren, ter vergaadering van hunne Hoog. Moog. de volgende refolutie genoomen werdt. Extracl uit het rcgifler der refolutienvan de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden. Venerïs den 5 Augufli 1672. 'savondts ten tien uuren. Be Gecommitteerden van de Bewinthebbe- Refolutie ren der Geo&royeerde Oopindifche Kompagnie rler Heeren deezer Landen, ter vergaaderinge verfcheenen Staaten zynde, hebben aan haar Hoog. Moog. gecom-v'entir.adl> tnunicecrt een miffive van Arnout van Over-1^^^^ beeke, Kommandeur over de Oojïindifche re- ter d'Oofttourvloot, gefchreeven op V[chip Tydoor, denindiCchs 2 deezes, geadreffeet "t aan de Beyvinthebberenï-t°m~ van de gemelde Kompagnie, houdende, dat de '*lootzou zelve retourvloot dien zeiven dagh, doorGodts 11^*^ genade, naar dat een harde rencontre met^^env^ twee Engelfche Koninks fcheepen hadde ge- brengen. hadt, drie a vier mylen beooften de Eems was gearriveert, ende dat hy gerefolveert was, in gevalle de windt, die de voorfchreeve vloot tot die tydt toe heel contrarie was, zoo bleef conM 5 ti-  ?86 Met LEVEN van den '%$?2. timieren, liet des anderendaaghs 's ochtens ge'■ zamentlyk te zetten naa de Elve: verzeekerende voorts, dat het aan haar devoir niet zoude ontbreeken, ende dat zy gere/blveert waaren liever te ft erven, ah de voorfchreeve rykefchatten in de handen der vyanden over te leveren; ende heeft een Loolsman, op de voorfchreeve vloote geweeft zynde, daar nevens gerapporteert, dat de voorfchreeve vloote den 3 daar aanvolgende was gekoomen boven de Eems, ontrent een myle van de wal, ende dat naar alle apparentie de voorfchreeve vloote• de voor fchreeve Eems opgeloopen zoude weezen, dewyle de windt doenmaals daar toe was dienende, ende Lootzen aan boort gekoomen waaren. Wiiar op gedelibereert zynde, is goedtgevonden ende ver (laan, dat aan den L. Admiraal de Kuiter zal werden gezonden copye van deadvertentien, die de voornoemde Bewinthebbers van de Ooftindifche Kompagnïe van '# gunt voorfchreeven is bekoomen hebben, ende dat de voornoemde. Lootsman mede naa den voorfchreeven. L. Admiraal de Ruiter zal afgaan,- om hem voorla hreeder mondelingh van alles te informeren. Dat wyders den voornoemden L. Admiraal de Ruiter zal werden aangefchreeven, dat_ hy. met "sLandts vloote voornoemt op het fpoeaighfte zal verzeilen naar de Eems, ende al zeilende hem zoo veel. moogelyk informeren' van de conftitutie ende gelegentheit van de vyandtlyke vlooien, ende voorts op de voorfchreeve inkoomende cdvertentien, zoo veel naar foldaat- en Zeemanfchap zal konnen gefchieden, de voorfchreeve Qoftiudilche fcheepen zal trachten te profeteren', baclurmeu, ende, zoo doenlyk, • T ...... W  L. Admiraal DE RUITER. 187 mider Godes zee gen, in falvo in deeze Landen i$-y2 'brengen, ook, indien de zelve by de vyanden, dat Godt verhoede, bemachtight zouden moogen weezen, naar foldaat- en zeemanfchap als 'vooren, trachten te libereren ende bevryden. Dat wyders deeze haare Hoog. Moog. refolutie zal werden gezonden aan de refpeclive Kollegien ter Admiraaliteit ende de voornoemde Bewinthebberen van de Ooftindifche Compagnie, ende de zelve aangcfchreeven, om, tot conferyatïe van de voorfchreeve fcheepen, alle devoiren aan te wenden, ende zulks ""sLandts. vloote voornoemt zoo veel met fcheepen, volk, munitie van oorlogh, branders en anders te ver ft erken, als eenigïizins doenlyk zal weezen; ende werdt den. Heer van Beveming verzocht zich aanft-ondts te vervoegen by den Heere Prinffe van Oranje, om aan zyn Hoogheit van t gunt voorfchreeve. is de noodige advertentie ffe geeven, ende de redenen bekent te maaken, die haar Hoog. Moog. tot het neemen van de voorfchreeven refolutie hebben bewoogen, ende op alles zyn Hoogheits hooghwyzeconfideratier. in te neemen, en aan haar Hoog. Moog. daar van rapport te doen; ende dat hier van insgelyks over dag en nacht kenniffe zal werden ge-. geeven aan de Heeren Staaten van Stadt et%. Lande, tot der zeiver nat'ichtinge, ende ten, dien einde haar Ed. Moog. met geene bekommeringe over de rencontre, die aldaar zoude moogen, voory allen, zouden moogen werden, bezwaart. YSBR. van VIERSSEN. Vt. Accordeert met het voorfchreeve re gift er. G A S P. FAGEL, Po  188 Het LEVEN van den 1672. De Heer van Beverning, nevens de Heer Geipie:; Mauregnault, traaden met zyn Hoogheit den met zyn Heere Prinffe van Oranje over den inhoudt denPrins der ftraksgemclde refolutie in gcfprek, ten van O.sije by weezen van den Heere Fagel: en zyn over de ge- Hoogheit gaf hun zyne inzichten te kennen, melde re- zeggende dat aan de behoudenis van 's Landts foluae. vloot de behoudenis van 't gantfche Landt „ hing: dat ook aan de behoudenis der Ooliin- Hoogheits dïfclïe fcheepen zeer veel gelcegenwas. Dat inzichten, rnen op vier zaaken hadt te letten. I. Dat. men 'sLandts vloot niet reukeloos hadt te waagen, om de Ooftindifche retourvloot in behouden haven te brengen. II. Dat de Ruiter, voor de Eems koomende, en d'Engelfche vloot daar zoo fterk vindende dat men groot gevaar zoude loopen, dan geen flagh zou waagen, maar weer te rugh keeren op de voorige poften. III Maar zoo d'Engelfchen daar niet fterk waaren, dat dan de Ruiter de retourvloot herwaarts zou brengen. IV. Doch indien hy bcvondt de retourvloot genoomen te zyn, en zich niet beftandt achtte die te herneemen, dat hy zich dan in geen gevecht zoude inlaaten, maar te rugh keeren. Voorts gaf zyn Hoogheit te kennen, dat hy zonder zulke verhoedeniflèn de refolutie niet zou konnen goedtvinden, doch zich gedroegh aan de Regeering. Daar by voegende, dat men in Engelandt fterk prefte, de vloot zocht te verfterken, en miilchien hier zou poogen te landen. Overzulks als de retourvloot niet te redden was, dat men dan 'sLandts vloot hadt te rugh te roepen. Dc Heer van Beverning vertoonde aan zyn Hoogheit  L." Admiraal DE RUITER. 180 heit de koftelykheit van d'Ooftindifche vloot, 1672,. en de gelegeniheit om den vyandt; aan te tasten. Dat de vyandt van tydt tot tydt fterker zou worden. Dat 'sLandts vloot veel geldt kofte, en niet moeit blyven leggen als een doodt lichaam. Dat zaaken van oorlogh altydts onzeekre toevallen onderworpen waaren. Doch zyn Hoogheit bleef by zyne mee- Naarder ning, 't welk ter vergadering der Heeren beraadtStaaten bekent werdt gemaakt, en gelegent-fl^g'ng" heit gaf om de zaak naader t'overweegeri.^3^" Hier verftonden de meefte Leden dat men 't Hollandt. by de refolutie zou laaten. Die van Dor- 6 Aug* drecht oordeelden, dat men zou blyven by de woorden van de refolutie: dat, indien daar verandering in wierde gemaakt, zulks de L. Admiraal de Ruiter irrefoluit \ zoude f^feU maaken. Dat in de woorden foldaat- en zee- moedigb, manfehap alles begreepen was. Dat men echter aan 't advys van zyn Hoogheit iet moeft toegeeven, doch de punten van geen flagh te leveren buiten de refolutie laaten. Die van Amfterdam verftonden insgelyks, dat in de woorden van foldaat- en zeemanfehap te gebruiken, alle voorzichtigheit en verhoedeniffen begreepen waaren. Dat het bepaalen en inbinden van de refolutie met veel verhoedeniffen den L. Admiraal de Ruiter, en zyn Officieren, irrefoluit of twyffclmoedigh zoude maaken, niet weetende wat te volgen. Dat de muytery weer zou toeneemen, indien de retourvloot verlooren ging. Voorts, dat men moeft zien hoe men de Provinciën beft kon infehikken, om niet te gaan tegens het advys van zyn Hoogheit den Admiraal Generaal.  "ioo Het LEVEN van den ■t'672. raai. Die Van der Goude verftonden, dat de bepaalingen der refolutie in zommigen vertzaagtheit zou veroorzaakeh. Rotterdam verftondt, dat men alles aan 't beleidt van dc Ruiter beh< orde te Hellen, en voorts met Amfterdarr. Die van Gornichem, dat van de vloot niet veel te verwachten was, indien men niet klaar fprak, bleeven derhalven by t geen gifteren was beflooten. Doch indien men tegens 't kdvys van zyn Hoogheit ging, en de vloot eenig ongeluk overquam, dan zou de gemeente niet te Rillen zyn. Alk\ Verhoe- maar' dat metl aan de wa* "iet kón ftuuren. 'deniffem'op®^ a"e conditioneele cauteelen % niet anders voorwaar- dan quaadt konden doen," voorts met Amfterde. dam. Hoorn met Amfterdam". Enkhuizen, dat altydts van Verftandt waaren geweeft, dat men behoorde toe te taften: dat men wat moeft waagen, of dat het beeter waare de 'vloot te doen invallen. Dat de landing niet belet kon worden als wy geen ftandt dorften houden. Dat des vyandts maght van dagh tot dagh zou toeneemen. Dat men by de refolutie van gilleren behoorde te blyven. Van dat verftandt waaren oök die van Edam en Purmerendt. Men befloot dan te blyven by de refolutie, en dat men de zaake ter Generaaliteit by de Bondtgenooten ten beften zou zien in te fchikken. In de vergaadering der Heeren Staaten Generaal verftonden''Hollandt, Vrieflandt, Stadt en Landen, dat men by de refolutie van den zeilen zou blyven: maar Zeelandt liet aanteikenen, dat ze zich naar het advys van zyn Hoogheit gedroegen, en dat men 'sLandts vloot niet moeft waagen. : Hier  L; Admiraal DE RUITER. loi Hier over viel noch veel te doen, zoo wel 1672. ter vergaadcring van Hollandt als ter Gene- 6 en f raaliteit; Eindelyk hebben zich die van Hol- ^"Slandt mcefl gevoeght naar 't advys van zyn Hoogheit, doch met deeze verandering, dat men in plaats van te 1 tellen, zkh wederom zal begeeven naar de voorige popen, zou ftellen, zich wederom zal begeeven tot voor of ontrent het Vlie. Hier op begaven alle de Leden van Hollandt zich ter vergadering der Generaaliteit, daar eindelyk de volgende refolutie (blyvende Zeelandt by de voorige aanteekening) by die van Hollandt, Vrieflandt, Stadt en Landen, werdt vaft geftclt. Extract uit het regifler der refolutien van de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vercenighde Nederlanden.' Dominica] den 7 Augufli 1672, 'snamid- \Sondagb. daghs ten vyf uuren. Vilgens het geproponeerde van de Heeren Stad- Refolutie ten van Hollandt ende Weflvrieflant, en corps der Staaten ter vergaderinge verfcheenen , op het rapport Generaal. van de Heeren van Beverning ende van Mau~ regnault , haar Hoog. Moog. Gedeputeerden, hebbende, in gevolge ende tot voldoeninge van der zeiver refolutie van den 5 deezes, de redenen ende fiiotiven die haar Hoog. Moog. tot het tieemen van de zelve refolutie hebben bewoogen aan den Heere Prinffe van Oranje gecommuniceert, er.de daar op zyn Hoogheits hooghwyze conjïderatien ingenoomen, by refumpie gedeli- be-  102 Het LEVEN van den .1672. bereert zynde , is goedtgevonden ende ver/laan, dat den L. Admiraal de Ruiter zal werden aan. gefchreeven, dat de principaaljle intentie van deezen Staat, in het neemen ende arrefieeren van de voorfchreeve refolutie van den 5 deezes, is gewee/l, te beoogen, ende onder Godes genadigen zeegen te bereiken, de confervatie van 's Landts vloote aan d'eene, ende van de Oojlindifche retour fcheepen aan d 'andere zyde, ende dat mitsdien hy, L. Admiraal de Ruiter, in het executeren ende uitvoeren van de voorfchreeve refolutie zal trachten 't voorfchreeve ooghmerk uit te werken, zoo veel het zelve op goede inkoomende advertentien ende kondtfehappen zal konnen gefchieden, dien volgende, dat hy L. Admiraal de Ruiter zich daar naa, in het feilen van zyn koers met 'j Landts vloote voornoemt naa de riviere de Eems, zal reguleeren, ende by aldien hy uit de voorfchreeve goede advertentien ende kondtfehappen, of met der daadt zoud: moogen ondervinden dat de vyandtlyke vlooten haar voor de voorfchreeve riviere de Eems niet zouden moogen onthouden, ende dat de voorfchreeve Ooftindifche retourfcheepen op de voorfchreeve riviere de Eems zouden moogen leggen, dat hy L. Admiraal in zulken gevallen zal trachten , by alle meefl doenlyke middelen, de voorfchreeve Ooftindifche retourfcheepen van daar ten fpoedighften in het Vlie of Texel, of andere beft gelegen zeehavenen deezer Landen, te brengen ende falveren : maar in zoo verre de voorfchreeve vyandtlyke vlooten voor de voorfchreeve riviere de Eems zouden moogen weezen gepofteert, ende dat in zoodaanigen aantal en COtl'  L. Admiraal DE RUITER. 193 conflitutie, dat hy L. Admiraal de Ruiter zonde 1672. .vermeinen dat hy de zelve vyandtlyke vlooten, onder Godes hulp , naar foldaat- "en zeemanifchap van daar niet zou e derven onderneemen te ver dryven, ofte daar door te breeken, zonder evident hazardt ende pericul van's Landts vloote voornoemt, dat hy L. Admiraal de Ruiter in zulken gevalle zich met de voorfchreeve vloote van daar wederom, by provifie, ende tot nadere ordre , tot voor of ontrent het Vlie, zoo haafi doenlyk , zal begeeven: ende by aldien hy L. Admiraal de Ruiter op goede inkoomende advertentien ende kondtfehappen zoude moogen verneemen, dat de voorfchreeve Oofiindifche retourfcheepen , datGodtgenadelyk verhoede, in handen van de voorfchreeve vyandtlyke vlooien zoudm moogen Vy'eezen vervallen, maar dat de veorfchree've vyandtlyke vlooten haar in zoodaanigen aantal ende conflitutie zouden moogen bevinden, dat hy onder Godes hulpe, zonder evident hazardt ende pericul van V Landts vloote voornoemt , niet zoude derven tenteren de voorfchreeve retourfcheepen te libereren ende beyryden, dat hy L. Admiraal als dan met de voorfchreeve "s Landts vloote zich insgelyks wederom , by provifie, ende tot nader ordre , ten fpo dighflèn Zal begeeven tot voor ofte ontrent het Vlie voornoemt , ende dat deeze haar Hoog. Moog. refolutie getonden zal werden aan den hooghgemelden Heere Prinffe van Oranje, tot zyn Hoogheits informatie. YSBR. van VIERSSEN Vt. Accordeert met het voorfchreeve regifler. GASP. FAGEL. IV. Deel, N Dé  194 Het LEVEN van den 1Ó72. He L.Admiraal de Ruiter, de refolutie der DekuiterHeeren Staaten, op den vyfden genoomen, gaat met ontfangen hebbende , ging den zevenden 'sLandts 's morgens met 'sLandts vloot t'zeil , om naar de knss de Hollandtfche kuft voorby Texel en't Eems. Vlie naar de Eems te loopen : cn quam 's an7 Aug. derendaaghs 's avondts voor Texel ten anker, Komtvoor drie en een half myl van Kykduin. Hier van ^It/i»* daan zondt ny een galjoot naar de Eems, en "s' een ander tot voor 't Vlie, twee of drie mylen in zee, om op kondtfchap van den vyandt De vloot te kruilTen. Hier leggende werdt de vloot uit werdt met Texel mcrkelyk verltcrkt : eerft met twee fcheepen 00ri0gfcheCpen Van Amllerdam 't een met en volk „ 0 i 1, „ . , verfterkt. 4°-> en tander met 44 Hukken gemonteert, 9 Aug. en noch met een fregat, voerende 22 Hukken, cn daar benevens met noch 600 matroozen voor de fcheepen van Amftcrdam, voorts met noch twee fregatten uit den Noorderquartiere, ieder voerende 24 ftukken, en ook met eenigh volk voor de Noordthollandtfche Tyding fcheepen. Toen bequam de Heer de Ruiter van't in- 00]. zeekcre tyding, dat de retourvloot den koomen vJenjen der maandt in d'Ecms voor Delfzyl der retour-, , , , 1 j r> vloot in behouden was aangekoomen, en dat de 13ed'Eems. winthebberen niet buiten bekommering waa9 Aug. ren, dat de vyanden de zelve daar zouden1 poogen aan tc taften: derhalven verzochten ze den L. Admiraal de Ruiter, zorg te willen draagen dat ze daar moghten blyven bevei' 10 Aug. Hght. Den tienden zeilde 's Landts vloot Noordtooft aan naar 't Wefteinde van 't Vlie, als de L. Admiraal Generaal, docr een galjoot uit Texel, een brief en refolutie, by hunne Hoog. Moog. des Sondaaghs, den zeven-  L Admiraal DE RUITER. 195 Venden van Auguftus, naa de predikatie ge- ic'-a» fchreeven en genoomen, ontfing, meldende, dat hunne Griffier dien dagh door Don Manuel_ Francisko de Lira, Afgezandt van den Koning van Spanje, uit den naame van den Heere Grave van Monterey, Gouverneur der Spaanfche Nederlanden, zeekre fehriftelyke .Veriv!»',waarfchouwinge was ter handt geftclt, te ken-s'ng "a" nen geevende, dat men de kuiten van deezenm°enr^' Staat, en in 't byzonder die van Zeelandt,vyaiioV. met eenige ruitery, die beftandt was om deomteianlanding der vyanden te beletten, moeft voor- t)en'en de zien. Voorts dat de Grave van Monterey rer°kuie noch verder liet weeten: dat men te Duin-noom?™* kerken veel krygsvolk by een braght, en dat de Ruiter hy zeeker bericht hadt, dat men toeley omtoegezca* te Sluis, of in Zeelandt, of ontrent den Briel den« te landen, en derhalve meende dat men, zoo haaft als 't doenlyk was, den L. Admiraal de Ruiter ordre moeft geeven, om de vlooten van Engelandt en Vrankryk aan te taftem Dat, daar. op gelet zynde, was goedtgevonden en verftaan , dat de voorfchreeve waarfchouwing zou gezonden worden aan den Heere Prinfje van Oranje, om daar op zoodaanigh te overleggen $ en zoodaanige voorzieninge te doen, als zyn Hoogheit zoude oordeeleii te hehooren, Ende dat daar van insgelyks kenniffe zou gege.even worden aan den L. Admiraal de Kuiter, tot zyne informatie, en oni daar ontrent, volgens voorige haare Hoog, Moog. refolutien , de noodige re flexie te neemen. Dees refolutie was door den Heere Ysbrant van Vierlïen en den Griffier Fagel onderteekent. De L. Admiraal de Ruiter, hebN 2 ben-4  Het LEVEN van den 1672. bende d'ecrfre refolutie van den zevenden, raakendc d'Ooftindifchc retourfcheepen , al den achtftcn van Augultus, dwars van Petten gekoomen, ontfangen, en nu eerft den tienden de ftraksgemelde refolutie , betreffende dc landinge die de vyanden voorneemens waaren te doen, ftondt daar over verzet, hebbende nu twee verfcheidene, en van den andere , verftondt hy, verfchillende ordres, die zyns oordeels met malkandcren niet konden DeRniteis overeen gebraght worden. Hier vondt hy bekom- zich ia geen kleene bekommering. Daa\; overdefie*was ' . 22. Sweers. ' Vfehip dcivai.k.Kraan. 16''. 6. 44. Ruiter. ''Vfchip deBnrgbv.Lcid.\6%. 5. 48.' Ruiter. 'Tfreg.J Meratrins. 100. — 24. Sweers. ,rrfreg,:tZicrilzee. 100. — 24. Sweers. '7' adspj. a"Eenhoorn. 32. — 10. Sweers. 'T advysjacht de Triton. 32. — 12. Ruiter.' 'Tadvysj.deMcrcnrius. 34- --- Ï2. Ruiter. Dc brand.'t kaft.v.Loon. 1Ü. — 4. Ruiter. . De brander de Salm. — 4. Ruiter. 'T advysjacht Egmont. 34- — ïo. Sweers. *T fregat Popkensbnrgb. 77. 20. 24. Sweers. *T advysjachtaeKiUcr. 35. 3. Sweers. N 5 Hier  S»i Het LEVEN van den :i6>c. Hier by quam noch den zeventienden dermaandt het fregat Overyfïel, gevoert by Kapitein Kornelis Tyloos, bemandt met 124 mannen, en gemonteert met 30 ftukken, en de Kommandeur Jan Gilliszoon , met den brander 't Wapen van Emmerik, gemonteert met 4 ftukken , beide van Amfterdam ; die gerangeert werden onder 't esquadre van den Viceadmiraal Sweers: ook de Kommandeur Lucas Harmanszoon, met den brander Blaakmoor, gemonteert met 4 ftukken , en geDe vloot plaatft in de Ruiters esquadre. Den zestien^"mi, v°or den quam de vloot voor de Weftereems ten J^nJ,"'? anker: daar men 't balderen van 't gefchut ten anker. . , . 1 n-/v 1 16Aug, voor Groeningen, cat door den biHchop van Munfter fterk was belegert, en zich dapper Biief door verweerde , belcheidelyk kon hooren. De deBewint.Heeren Bewinthebbers, die voor Delfzyl by htbbererN de retourfcheepen waaren, verwittighdenden z°Me^gen-L- Admiraal de Ruiter door een' brief, dat de, aan "cezc eenige koopmanfehappen die voor de handt Ruiter ge- laagcn hadden geloft, cn met lichters, onderzonden. \ geleide van twee oorlogsjachtcn , en vyf 15 Aug. finalfcheepen, over de watten, naar de plaatzen daar ze t'huishoorden,afgezonden. Maar dat ze geen matroozen of foldaatcn, op dc retourfcheepen herwaarts gekoomen, hadden fchecp konnen houden, niet tegenftaandealle vermaningen, bewecghredenen en middelen daar toe gebruikt en aangewendt. Zoo dat ^Arlei- zc de gemelde fcheepen met fjouwers f zoo^rJ,Vnnj- daanig"niet hadden konnen bemannen, dat die fcbeCom* voor a's "ocn bcquaam waaren a Eems al te pagnie «sezeilen , en zee tc kiezen: maar verhoopten de tenaamt. gemelde fcheepen binnen twee of drie daagen  L. Admiraal DE RUITER. . 003 een langhften daar toe te zullen bequaamrnaa- \6j%. ken: Verzoekende dat men hun in deeze gelegentheit met een- of tweehonderdt bevaare mannen uit 'sLandts vloot wilde te hulp koomen, om 't vertrek der genoemde fcheepen te meer te verhaaften. Daar by voegende, dat ze met vreughde hadden verftaan, dat het fregat d'Eendraght, een Zeeuwfche kaper, een koftelyk Engelfch Ooftindifch retourfchip, waardigh zeven tonnen gouts, ontrent de Sorrels hadt verovert, en tot Bergen in Noorweegen opgebraght. De L- Admiraal Zynanede Ruiter fchreef tot antwoordt, dat hy wel wo?ttt' genegen was hun 't begeerde volk by te zet- 1 ten, als de retourfcheepen voor d'Eems of in zee by 's Landts vloot zouden zyn aangekoomen. Maar zich bezwaart vondt dat volk uit de vloot voor Delfzyl op te zenden: uit reden, dat men dat volk aldaar zoo weinig zou konnen houden, als de geenen die op de retourfcheepen waaren geweeft: dewyl de miT troozen en foldaatcn op 'sLandts vloot doorgaans al zeemoê en landtziek waaren, en dat de meefte byna een half jaar t'fcheep waaren geweeft, zonder aan landt te koomen. Hy was dan bereidt dat volk, als de retourfcheepen voor gaats zouden koomen, te doen over-, gaan: maar zoude, voor 't Vlie of Texel koomende, 't zelve daar wederom moeten afneemen; hen verder met verfcheide rédenen vermaande, zich met het uitprelTen der retourfcheepen met d'uiterfle vlyt te verhaaften, om '5 Landts vloot niet vruchteloos op te hou* den: op dat de zelve vloot by lang wachten met moght vervallen tot gebrek van. leeftocht, de-  204 Het LEVEN van dsn 1672. dewyl die niet langer dan tot het einde der loopende maandt was voorzien: daar noch by quam de vreeze voor Wefrelyke winden, die dees tydt 's jaars wel veel plaghten te waaijen, en 's Landts vloot in de bocht ontrent d'Eems zoo lang zou konnen ophouden dat men 't zich zou beklaagen. Dat ze derhalve* zoo veel haalt beliefden te maaken als immers Hyzeadi doenlyk zal zYn- Daar naa befloot dc L. Ad13/ma" 'nr,iraal Generaal, met goedtvinden van zyn troozen Krygsraadt , om 't uitkoomen der retournaar de re-fcheepen te verhaaften, 232 matroozen tot towfcaee- voor Delfzyl op te zenden, met verzoek,dat pen* men de gemelde fcheepen daar mede zou in zee helpen, en ordre Hellen tegens 't verloopen van 't gemelde volk. Maar ondertusfchen hadden de Bewinthebbercn zoo veel bevaaren volk van Amlterdam en Enkhuizen bekoomen , dat ze de retourfcheepen bequaamelyk konden bemannen,dcrhalvcnzonden ze de gemelde 232 matroozen weer te Derercur- rugh naar de vloot. Den achtienden raakten feneepen (ie retourfcheepen in zee by'sLandts vloot, koomen m j- j , , J , t,T ^ zeeenby die toen mct "c ze've den koers Welt aan de vloot, ftelde. Te dier tydt gaven de Heeren Gede\tAug. puteerde Staaten van de Stadt Groeningen en Ommelanden den L. Admiraal de Ruiter met een brief te kennen, dat het krygsvolk, voor den Staat in Duitflandt geworven, van Hamburgh d'Elve af niet naar deeze Landen kon afgevoert worden, vermits een Engelfche kaper, voerende achtien of twintigh Hukken, zich voor de Elve onthoudende, zulks belette: hem vèrzoekende, daar tegens te voorzien. Hier op zondt hy twee fregatten, het een  Li Admiraal DE RUITER. £05 een van 24, cn 'tander van 30 ftukken, voor 1672; den tydt van acht daagcn derwaarts, met Tweefrelaft,, om d'Elve van kapers te zuiveren, cn ga!ten naar 't afkoomen van de geworve volkeren te be- d'Elve gcgunftigen. Hier toe hadt hy wel geen'be-zondeu' zondren laft, maar oordeelde dat den dienft van 't gemeen die voorzorgc vereifchte, en vertrouwde dat het afzenden van dees fregatten hunne Hoog, Moog. niet zou mishaagen. Den twintighilen van Augultus quam 's Landts 2o Aug. Vloot met de retourfcheepen voorby't eilandt ter Schelling, hebbende Vlielandt acht of negen mylen Zuidtzuidtooft van zich leggen. Ten zeiven daage ontfing de L. Admiraal de Ruiter den volgenden Brief. De Staaten Generaal der vereenighde . Nederlanden.' Edele, Gefirenge, vroome, lieve getrouwe , Wy hebben huiden, naar ingenoomen advys Brief der van den Heere PrinJJe van Oranje, in onze Heeren vergaderinge gecompareert f zynde, goedtgevonden u te lajlen en te ordonneeren, dat gy hem ba. * met 's Landts vhote u wederom ten fpoedighjien veelende zult begeeven naar Schooneveldt: om van daarmee de . de vyandtlyke vlooten fobferveren, en de des- v]00^ weer feinen van de vyanden van den Staat te verhin-°evelt^te°" deren en beletten, zoo veel het zelve naa Jol- begeeven. daat- en zeemanjchap zal konnen^ gefchieden: t Ferfcbeewaar toe deezen alleen dienende, beveelen wy nen' u in  aör5 Het LEVEN van dén 16-^2. u in Godes heilige protectie. In den Haags den 17 Augujü, 1672. F L. C A N T. Vts Ter ordonnantie van de Hooghgemelde Heeren Staaten Generaal, G A S P. F A G E L Hier by was gevoeghc het affchrifc van den volgenden brief. Myn Heer* Gijleren, naa dat wy onze brieven hadden afgezonden , wierden wy geinformeërt, dat alle de militie alhier zynde ordre hadde haar naa omlaagh te begeeven, werwaarts ook albereits eenige kompagnien waaren vertrokken; 't is onmo'ogelyk eigentlyk het dejfein te penetreren, het gemeen gevoelen is tweederley, of dat dezelve trouppes zullen worden over gebraght in Vlaanderen, om aldaar, met die van den Hertogh van Mommouth ende eenige Franfche geconjungeert zynde, iets te tenteren, of dat de trouppes onder den gemelden Hertrgh zullen worden geembarqueert, om te zaamen met dee\Landing.%e ergens een defcente \ te ondernemen, waar toe dan, gelyk wy voor deezen te meermalen gefchreeven hebben, eenig platboomde vaartuigH op de riviere zyn geprepareert; dit is zeeker dat men alhier oordeelt met deeze trouppes, mits-' gaders het regiment van den Hertogh van Mommouth,  L. Admiraal DE RUITER. kö? tnvutli, ende des zelfs verdere onderhebbende itya militie, ende voorts eenige foldaaten van de vloote, te konnen uitmaken een corps van ontrent tienduizendt man, welk e gezeght werdt dat de Prinffe Rupert, hoewel daar toe niet zeer genegen, zal kommanderen. 'T is ook zeeker dat in Schotlandt by het Parlement ontrent de twintighduizendt trainbands zyn op de been gebraght, met overgifte van de zelfde ter begeerte van den Koning van Engelandt, en werwaarts het hem Koning believen zal te laaten tranfportcren; doch wy verneemen niet of de zelve zyn gedeflineert om buiten 's Landts; geemployeert te werden, nochte ook dat eenige preperatien gemaakt zyn om de zelve trouppes over zee te brengen, zullende haar Hoog. Moog. oordcelen wat reflexie op alles zy ti maaken, waar mede blyven. Myn Heer, &c. B*°'fff*fpÜJm Geteekent J. van HALEWYN. JOH. BGREEL; Den volgenden dagh zeilde de vloot met een ftyve koelte, de windt Wefttennoorden, Zuidtwefttenzuiden: twee galjoots, gezonden om 't Landt op te doen, deeden bericht, dat men voor Texel was, en men zagh de °2 vloot Koog drie mylen Zuidtooftvan haar af: maarkorat voor 't woey zoo fterk uit den Weftentennoorden,T^e^0. dat men maar een marszeil, cn dat gereeft, "3* kon voeren, en dat de lywaartfte fcheepen niet  208 Het LEVEN van dén 1671. niet boven de Haaks, die voor Texel leggen, konden koomen. Derhalven befloot de L. Admiraal de Ruiter ten anker te koomen: Want met over te wenden kon hy maar Noordttenweflen zeilen, en maar Noordt_ tenooften behouden, cn liep gevaar van beteTsfchlv noorden het Vlie te vervallen. Hy zondt Ven aan de S*68 Kapots naar de Ooftindifche retourHeeren dïe fcheepen, met een brief aan de Heeren Lan't bcivindtgewaagen, Krap en van Breen, die 't behadden op windt hadden over de gemelde fcheepen: teheïw""^ bekent nmkcndc da£ hy ordre hadt, zich 21 Aug. mec dc vloot tcn fpoedighftcn naar Schooneveldt te begeeven, om den toeleg der vyanden, die daar ontrent iet fcheencn voor te nebben, te verhinderen. Daar by voegende, dat hy derhalven, om het zeekerc voor 't onzeekere te kiezen, van gevoelen zou zyn, dat de retourfcheepen van de Maas en Zeelandt, nevens die van Amfterdam en den Noorderauarticre, mede in Texel behoorden in tc vallen • doch dat zy zulks verder aan de gewoonlykë wyshcit der gemelde Heeren bevoolcn liet. Hy verftondt, dit fchryvende,' dat 'sLandts vloot, van die retourfcheepen ontlaft zynde, by voorvallende vyandtlyke ontmoeting zich tc bcquaamer zou konnen vcrweeren, en de vyanden afbreuk doen. Dc retourfcheepen hadden toen gelegentheit öm voorwindt en met een goedt gety naar 't Vlie te loopen. De Heer Langewaagen, die zich cp 't retourfchip de gekroonde Vreede onthieidt, de Ruiters brief ontfangen heb- toutfeheetbendc' fte3de ordre dat zeven fcheepen, koo" mende voor de kamers van Amfterdam enden Noor-  L. Admiraal DE RUITER. 209 Noorderquartiere, die beneeden gaats van 'c ió>*. Texel waaren , terftondt naar het Vlie draa- pen. zeilen gende hielden, en liep zelfs met het achtlte na3r,t Vlie; fchip naar het Texel. De refteerende zes, .cETnes"*ar daar vah twee voor de kamer van de Maaze, 6 e' en vier voor de kamer van Zeelandt quaamen, dc Ruiters fchryven wat laater bekoomende, bleevcn noch by de vloot, cn door Ook noch dien de windt tc fchraal was om boven de andre vyf. Haaks te zeilen, moeiten ze ook ten anker 22 Aug. koomen, tot 's anderendaaghs. Toen weer Het rebnder zeil gaande, zyn 'er vyf in Texel inge- tourfchip -vallen: doch het zeite genoemt Rotterdam, ,^0"e^danl kon door 't harde weder zyn anker niet kry- nJdc, Jjj gen: diesliet men dat daar leggen, met een noch aan 'oörlogfchip en brander. Doch't quam daar-zyn anker ?ia, zoo wel als d'ahdere, behouden binnen. ieSSen> -'sLandts vloot vorderde toen zonder uitllel?aar kom haar koers om de Zuidt; doch werdt door ES tegenwindt, hardt weêr, en florm, merkelyk verhindert, zoo dat ze eerll den zesentwintighlten van Augultus op Schooneveldt De v'°öt - ten anker quam. Ten zeiven daSge quaamen köm? Wcer zeven galjoots, die gedient hadden om de hu0" "Zeeuwfche retourfcheepen binnen gaats te só Aug. brengen, weêr onder de vlagge. En toen OïUufiêf bmfing men eerlt dc fchrikkelyke tyding van^yg1" ty-* ^'ongehoorde en onmenfchelvke moorden ,dlng van én mi-shandelinge, aan de perfoonen van fCê^"^^ Heeren Kornelis de Wit, Oudtburgermedter | reerea d« der Ihdt Dordrecht, cn Ruwaart van Put-Wit. ten, en Johan de Wit, onlangs Raadtpenfionaris van Hollandt, en nu Raadtsheer in den HoogenRaade, den twintighften, 'sav'ondts Omrent vyf uuren, in> den"Haage, door de IV. Deel. O Haagb-  aio . Het LEVEN van den 1672. Haaghfche burgers en 't graauw gepleeght, en dat als onder d'oogen en in 't gezicht van 's Landts hooghfle Overheit, de Heeren Staaten van Hollandt, die in een' brief aan zyn Hoogheit den Heere Prinffe van Oranje, ten zeiven daage gefchreevcn, te kennen gaaven, vtaevan' dat dit gefchiedt was door de burgery, die, op dien moord kun hevel en ordre, van de Magiftraat in de met de wapenen was gebraght, om alle onheilen te woorden verhoeden: dat die de gevangepoort, door der,Heeienfchieten met musketten, hadden geforceert, • de Heeren Kornelis de Wit, en Johan de Uit, hunnen geweezen Raadtpenfionaris, die zich, naa de gegeeven fententie van hunnen Hove, cp de voorfchreeve gevangenpoort e by zyn broeder hadt begeeven, met geweldt daar uit gehaalt, doodtgeftaagen, en hunne Uchaamen fchandelyk en moedernaakt op V fchavot gebraght, en met de heenen aan de wip, aldaar flaande, gehangen, een zaake die voor hun en de gantfche werelt deteftabel was, of met De Hui. afgryzing te verfoeijen. De L. Admiraal de tersoer- Ruiter hoorde 't verhaal van deeze moortmet dee1, onfleltenis en droef heit, zeggende, dat die Heeren zoo om hals zyn gebraght, is droevig om te hooren. Zyn ze fchuldig, gelyk men roept, aan verraadt, of'aan V omkoopen van een Barbier, om zyn Hoogheit te doen vermoorden, dan moeft men hen door wettige Rechters hebben ter doodt verweezen: dat zou tot luifter en eere van den Staat en 't Recht hebben geftrekt: maar nu zyn ze door V raazende volk vermoort. Godt bewaare ons lieve yaderlandt voor zoodanig en meerder oproer en oploop. Eenigen verhaalen, dat de Heer de ■Rui-  L. Admiraal DE RUITER* 21 i Ruiter, twee of drie dagen eer't gerucht van 1674, den moordt in de vloot quam, door een brief daar van werdt vervvittight, en de tyding by zich hieldt en fmoorde, tot dat ze t'evens uitborfl. Dat jammerlyk einde van die twee doorluchtige gebroeders kon niet anders dan deernis en medoogen in zyn gemoedt verwekken. Hy zag 'er de wiffèlvalligheit der menfchelyke hoogheit. Hy hoorde dat de Ruwaart, die tot tweemaalen toe, als Gevolmaghtigde van den Staat, het hooghfte bewindcin de vloot hadt gehadt, en zelfs over hem gebiedt gevoert, die, zonder de koegels van 't gefchut en musketten t'ontzien, zyn leeven in den lellen flagh hadt gewaaght, op de bcfchuldiging van een enkel Barbier, (dien de Gedeputeerden der fladt Dordrecht ter vergaadcring der Staaten van Hollandt hadden befchreeven, als een eerloos perfoon, fchuldig aan een vuile misdaadt, en die op bloote knien om vergiffenis hadt moeten bidden) op den pynbank was geworpen, frrengclyk gepynight, zonder iets te bekennen, en echter gebannen, met verklaaring, dat hy van alle zyne waardigheden en eerampten was vervallen; dat het volk, met dat vonnis niet te vreeden, hem met zyn broeder, die hem uit trcuwherdgheit quam bezoeken, op zulk een Barbarifchewyzehadt vermoordt, en mishandelt. Inzonderheit jammerde hem het omkoomen van den Heere Johan de Wit, den geweezen Raadtpenfiona-. ris, die onlangs van vrienden en vreemden, ook van vyanden, gehouden werdt voor het Staatorakel van Hollandt, die met zyn wysO 2 heit,  2ia Het LEVEN van den enz. ïo^s. heit, beleidt, kloekmoedigheit, wakkerheic cn welfpreekentheit, zoo veele gewichtige handelingen hadt beleidt en uitgevoert. Die tot tweemaalen toe het voornaamlte beleidt, als Gevolmaghtigde van den Staat, op 'sLandts vloot hadde gehadt, eerft nevens de Heeren Huigens en Boreel, en daarna alleen: ' die ontrent de beleiding der zeezaaken deri vadërlande onbedenkelyke dienften hadt gedaan, die, door zyn raadt en aanpryzen, hem, de Ruiter, tot den dienft van Hollandt hadt getrokken, en te weegh gebraght, dat hem eerft het Viceadmiraalfchap, en daarna hetL. Adtnifaalfchap, en 't Opperbevel over 'sLandts vloot werdt opgedraagen: die hem altydts in hooge waarde hadt gehouden, tederlyk bemindt eh begunftight, in den Haage koomende, in zyn huis geherberght cn vriendelyk onthaalt. De herdenkenis deezer dingen hadden krachts gehoegh om dat manhaftigh gemoedt met medelyden te beweegen, en hem d'ondankbaarheit en woede de3 volks te doen verfoeijen. HE?  HET LEVEN van den heere MICHIEL de RUITER. Hartog , Ridder &c. L. Admiraal Ge-ï neraal van hollandt en westvrieslandt. DERTIENDE BOEK. ^(^einig daagen naa 't ontfangen van die 157a, ichrikkelyke tyding, in 't voorgaande boek Storm uic gemeldt, werdt 'sLandts vloot op den acht-den Znidcentwinnghften van Augultus met een harde W^T™' ftorm uit den Zuidtweften op Schooneveldt * ' aangetaft, met groot gevaar, van merkclyke fchaade te lyden: dewyl verfcheide ankers doorgingen, en de fcheepen 't met de Hengen en rees om laagh voor twee ankers naaulyks konden houden. Dit onweer duurde den volgenden nacht; doch met den dagh flilde de windt, en verfcheide ankers werden gevifcht.. Toen bequam de L. Admiraal de Tyd'ngRuiter, door 't bericht van een Ooflender va" c£En" Schipper, die van Nieukafteel quam, tydin- Frasen/" ge, dat hy den vyfentwintighflen de vyandt-vloote ïyke Engelfche en Franfche vlooten., fterk ontrent honderdt zeilen, tulTchen de Welle en het witte Waater hadt gezien; dat zy eerft hadden gelegen om den Zuidtooften, maar 4e windt fchcvilende, zy 't doen hadden ge- a^r^ wendt om, den Noordtweften. OndertulTchen vs^ O 3;;"' bet  214 Het LEVEN van den 1672. lie in de NederlandtfcheVloot. Op de vloot begint ook ziekte in zwang te gaan. begoft zich eenigh gebrek van levensmiddelen in de Nederlandtfche vloot t'openbaaren, inzonderheit onder de Zeeuwfche fcheepen: eq de Heer de Ruiter was zeer bekommert of 'er wel eenige victualie uit Zeelandt te verwachten ftondt, door gebrek van geldt, en de muitery cn 't oproer dat aldaar by de gemeentens in verfcheide fteden werdt aangerecht, waar door zich de .Regenten niet in ftaat vonden om de noodige ordres te konnen Hellen. De L. Admiraal Bankert deed tedier tydt, met de Heer de Ruiters goedtvinden, een keer naar Middelburgh, daar de Heeren 'Staaten van Zeelandt vergadert waaren, om den noodt der Zeeuwfche fcheepen mondeling te vertoonen. Ook fchrcef de Heer de Ruiter derhalven aan haare Hoog. Moog. op dat de gebrekkelyke fcheepen in tydts_ moghtcn worden verzien, die anders ongetwyft'ek de vlagge zouden moeten verhaten.' Daar begoften ook, door het lang en geduurig in zee blyven, heftige ziektens in de vloot in zwang te gaan : zoo dat uit verfcheide kheepen twintig en .dertig te gelyk naar 't landt in de Gallhuizen modellen opgezonden worden: en 't ftondt te duchten, dat, door 't vuil, nat, koudtweêr, en de lange nachten, die nu voorhanden waaren, ook de weinig plundje van kleeren en dekzel daar 't volk mee was voorzien, de ziekte meer toe, dan af ftondt te neemen. Op den lellen dagh der maandt ontfing de L. Admiraal de Ruiter ordre van de Heeren Staaten Generaal, op het verzoek van Abraham van Peer, en zyne medeftanders, Koopluiden tot Vliffingen, dat hy  L. Admiraal DE RUITER. 215 hy twee fregatten van oorloge naar Bergen 1672. in Noorweegcn zou afzenden, om zeeker avonturier ofkaaper, genoemt Ifaak Rochus, en 't Engelfch retourfchip, door hem verovert, van daar af te haaien, te befchermen, en in 'sLandts havenen te geleiden. Vol- Tweefre. gens dit verzoek geboodt hy de Kapiteinen f*"6" jakob Broeder, en Jakob Pieterszoon Swart, j00t naar met hunne fregatten, Edam en Rotterdam, Bergen in benevens een galjoot, derwaarts te zeilen, Noorween de gemelde fcheepen, en andre fcheepen, sen Sezondie van daar de wil herwaarts hadden, af te haaien, en naar 't vaderlandt te brengen. 'S daaghs daar aan werdt de Heer de Ruiter verquikt met de tyding, dat de Biffchop van Munfler het beleg der ftadt Groeningen, naar een felle aanvechting' van meer dan vyf weeken, hadt moeten verhaten. Den tweeden van September ontfing hy een brief van hunne Hoog. Moog. te kennen gevende, dat de vyandtlyke vlooten op de hooghtc van Petten waren gezien, daar noch was bygevoeght de volgende refolutie. Extraft uit het regifler der refolutien van de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenighde Nederlanden. Jovis f den eerft en September 1672. 'sa- f Donder, vondts ten half tien uitren. ^agb. Is gehoort het rapport van de Heeren Me- Refblmie rens ende andere haare Hoog. Moog. Gedepu- der Hee- teerden, hebbende, in gevolge ende tot voldoe- renScaaten vinge van der zeiver refolutie commijjoriaal ^"za^'L* Generaal O 4 van  ' 2 i tj Het EEVEN van den rjö^a. Vfl» huiden, aan den Heere Ptitiflf van Oranjs. van de gcconimuniceert, dat de Kamimfjans Fifcher v°aiidt] 1< 'J""^c gereforeert, uit een kommifjieva rder vlooten 0r]verjiaan te hebben, dat hy ontrem ac hondcrdlde hoogh' endertigh Engelfche fcheepen op de hooghte v m te van Pee- Petten zoude hebben gezien, mitsgaders daar ten. 0p jngenoomen zyne Hoogheit s hcoghwyze. covji1 Sept. cieratien en advys; waar op gedeiibereert zynde , is goedtgevonden en veijtaan, dat van de voorfchreeve advertentie ten Jpoedighjten ken%\jje zal werden g geeven aan den L. Admiraal de Ruiter, om daar op behoorlyke reflectie te neemen, de vyandtlyke vlooten te doen obferveren, in gevolge van haar Hoog. Moog. refolutie van den 17 Augufli leflleden, en de desfeinen van de vyanden van den Staat te verhinderen en te beletten , zoo veel het zelve naa foldaat- en zeemanfcliap zal konnen gejehieden. Dat voorts ge lyke advertentie zal werden gedaan aan den L. Generaal van Weideren, om insgelyks op zyn hoede te weezen, ende alle noodige ordre te flellen, en voorzieninge tot tegenweer te doen, in gevalle de voornoemde vyanden van deezen Staal eenige cleffeinen van landinge of anders zouden moogen willen onderneemen. Dat wyders den voornoemden L. Generaal van Weideren, en den L. Admiraal dc Ruiter zal werden aangefchreeven, dat de zelve haar, zoo veel moogelyk, op de voorfchreeve vyandtlyke vlooten zullen informeren, en haar Hoog. Moog. zonder eenigh tydt verzuim, adverteren van de kondtfehappen, die haar van de voornoemde vyandtlyke vlooten zouden moogen weezen toegekoomen, of noch zouden moogen tos-  L. Admiraal DE RUITER. 217 toekoomen. Ende .dat den Kommiffaris Knyf zal werden gelaft en geordonneerd, zoo als hem gelaft en geordonneerd werdt mits deezen, 0772 door eenige galjoots, ofte ander fnedigh vaartuigh, te verneemen en doen verneemen de contenantie f en fterkte van de voornoemde vyant-\ Gefle/telyke vlooten , en de kondtfehappen, die hy dien nis> °^Se' aangaande daar uit of anderszins zoude moo- lee,eui'3e^ gen bekoomen, aan haar Hoog. Moog. over ■nacht en dagh bekent te maaken. Zullende deeze haare Hoog. Moog. refolutie gezonden werden aan den hooghgemelden Heere Prinffe van Oranje, tot zyn Hoogheits informatie, YSBR. van VIERSSEN. Vt. Accordeert met het voorfchreeve regifter. II. F A G E L. De L. Admiraal de Ruiter, den inhoudt De Rui- der gemelde refolutie overwcegende, oor-tersilizict>- deelde'dat hy met 'sLandts vloot wel Noordt-u" °p.dift i- j ., , , refolutie. waart diende, te zeilen , om op de vyanden te 3 beter te konnen letten, en door het afzenden van eenige vaartuigen, die dan tefpoediger weer tot hem zouden konnen te rugh koomen, van de fterkte, voornemens en beweegingen der vyandtlyke vloote kennis te neemen, en hunne Hoog. Moog. en zich zeiven daar van te dienen. Doch aan d'andrc zyde werdt hem bericht, dat 'er noch eenige krygsvoorraadt uit Zeelandt ftondt te koomen, en zagh zonder de zelve de Zeeuwfche fcheepen niet by de vlagh te houden. Ook verftondt o 5 ' Nhy>  2i8 Het LEVEN van den 1672. hy, dat de vloot niet diende vermindert, noch van een gefcheiden: en verwachte noch eenige fcheepen, die ter zaake van eenige fchaade'waaren opgezonden, daar noch by quam, dat de, windt uit den Noordtnoordtooflen bleef waaijen, zoo dat de vloot met zeil te maaken weinigh Noordt zou konnen Zyn voor-winnen. Doch niettemin bciloot hy, zoo neemen. draa hy maar 't minflc voordeel zou zien te doen, met de vloot onder zeil te gaan, en tot voor de Maas, of tot tuffchen Goereê en de Maas te loopen, en daar de krygsbehoefte En bericht uit Zeelandt en de Maas te verwachten. Dit aan de fchreef hy aan hunne Hoog. Moog. voorts te Heeren kennen geevende, dat, indien de vyanden Staaten. zjcIl ontrent Texel moghten pofteeren, eer de viétualiefcheepen, die van daar verwacht werden, waaren uitgekoomen, zulks een groot gebreken ongemak in 'sLandts vloot zou veroorzaaken, verzoekende, dat hunne Hoog. Moog. daar tegens zoodaanige ordre geliefden te ftellen, als zy naa der zeiver hooge wysheit zouden vinden dienftig te zyn. Hy maakte ook zwaarighcit voor de fregatten, de Brak en Overyflel, gevoert werdende door de Kommandeurs Kornelis van der Zaan, en Kornelis Tyloos, die van voor d'Elve naar 'sLandts vloot Honden te keeren, en floegh voor, dat men, meteen brief, over landt gezonden, hen door den Refident van hunne Hoog. Moog. te Hamburgh behoorde te waarfchouwen, op dat ze op hunne verzeekertheit moghten letten. Voor de twee fregatten en het galjoot, den lellen der voorleden maandt naar Bergen in Noorweegen  L. Admiraal DE RUITER. 219 gen gezonden, hadt hy minder bekomme- 1672. ring, oordeelende, dat ze door de tegenwindt de hooghte van Texel niet hadden bereikt, en vertrouwende dat ze, de vyanden in zoo groot een getaalc gewaar wordende, liever weder op 'sLandts vloot zouden afkoomen, als zich van de vyanden laaten overweldigen. Ter zeiver tydt Helde de L. Admiraal de Ruiter ordre, dat men 'sLandts fcheepen, die zeer vuil waaren, zou krengen en fchoonmaaken. 'T geen den vierden in der yl werdt in 't werk geilek. Ten zeiven daage fchoot de windt tegens den avondt Noordtwell, en met zonnen ondergangk was ze al Weftnoordtweft met reedelyke koelte. Daar op deed De Ruiden Heer de Ruiter ftraks fein van onder zeil1^ ea« te gaan, 't geen terflondt gefchiedde, hy™"Qt ^ ftelde zyn koersNoordtnoordtooften Noordt-Sc[loon^ oolltennoorden , zeilende den gantfchen velt t'zeil nacht. Hy liet een galjootopSchooneveldt,naar deom d'aankoomende fcheepen aan te zeggen ,Maasdat ze hem zouden volgen, en voor dc Maas * opzoeken. Den vyfden quam 'sLandtsvloot De vlo"ot met zonnen opgangk, Goereê Zuidtooftten-komt onooflen vier mylen van haar leggende, op vyf-trent Goe, tien vadem ten anker. De L. Admiraal deree teQ Ruiter Helde hier terllondt ordre op dc bui-Ker* tenwachtcn , en zondt twee fregatten naar Texel, om de victualiefcheepen, die van Amfterdam en uit het Noorderquartier wei-den verwacht, af te haaien en te geleiden. Hy ontfing den zeilen een brief van de Heeren Staaten van Zeelandt, den vierden gefchree- _ , _' 1 3 j + ■ j. Brief def ■yen, hem te gemoet voerende, dat ze met en^ iwyjfslden of hy zou. naar zyn gezvoonlyk goedt$~mea sa  sao Het LEVEN van den 1672. en voorzichtig overleg, d'ordre van hunns. van Zee- Hoog. Moog. om met 'sLandts vloot vanSchoode RuiTer neveldt naar Texel te verzeilen, om alle quaagezonden. ^° aanflaagen der vyanden tegen te ft aan, en onder Godts zeegen af te veer en, met alle cmzichtigheit te werk te feilen: doch dat ze echter niet konden nalaaten zyn Ed. te ver-, zoeken, het 00ge mede op de Provincievan Zeelandt te willen houden: vermits de vyanden wel zouden konnen de myne maaken, van op Texel of daar ontrent te willen landen, om daar door 'sLandts vloot van de Zeeuwfche kuft te trekken, en ondertuffchen de Zeeuwfche eilanden, of dat van Kadzand, op het onvoorzienfte te hefpringen, V zy met hunne geheele vloot, of eenige andre fcheepen met krygsvolk gelaaden, gelyk dc geruchten al lang gegaan hadden, dat daar toe een groot getal van foldaatcn, zoo in Schotlandt, als in de rivier: Ty.lin? van Londen, zou zyn ingefcheept. Ten zeivan devyven daage verftondt de Heer de Ruiter, dat &V>6Se t ^Ct Pakketboot, van Harwits zeilende, aan e? ' een van zyn galjootsluiden hadt verhaalt, dat het de vyandtlyke. vlooten ontrent Harwits hadt gezien en gelaatcn. Verfcheide andre kondtfehappen verfterkten hem in 't gevoelen, dat 'er geen vyandtlyke vlooten op de Hollandtfche kuft- waaren. Hier leggende beriep hy den hoogen Scheepskrygsraadt by een, en was met hun bynadengeheelendagh doende in 't onderzoeken van eenige wandcver ' voircn f' dic etlyke Hooftofficieren werden Kijjlnl"16' ce ^ gc*eit:, als of ze zich in den lellen zeeflagh, op den zevenden van junius, niet wel padden gequeeten. Dc L. Admiraal de RuU te*  L. Admiraal DE RUITER. saï ter fchreef te dier zaake aan hunne Hoog. i6fa* Moog. dat daar, 200 veel de Krygsraadt tot noch toe hadt konnen befpeuren, pafpen onder [peelden, en dat de befckuldigingen veel vaardiger gedaan waaren, dan de bewyzen, die daar toe vereifcht werden, voor den dagh quaamen: De Viceadmiraal Volkert Schram cn Schout- De Vice» bynacht David Vlug werden befchuldigbt. admiraal De Schoutbynacht Jan de Haan dïóegh zich als befchuldiger, en hadt d'atteftatien of r,aclu yiUg gctuigenilTen t'hunnen lafte laaten beleggen, van wande» De Krygsraadt hadt, door deri Advocaat Fis-voir bekaai Johan van Wouw, en twee onpartydigefc'auldi21,u Officieren, den Kommandeur en Kapitein Jakob van Meeuwen, en Willem Knyf, Kapitein by den Viceadmiraal Sweers, by allé fcheepen * daar zy zouden oordeelen iet te, konnen opfpeuren , 't welk zou konnen of moogen dienen om te bewyzen wie dat misdaan hadt, nette onderrechting genoomen: niet alleen ten aanzien van den gemelden Schram en Vlug, maar ook van noch drieKa* piteinen, die insgelyks werden befchuldight. De ftukken, ten wederzyden door den voornoemden Schram en Vlugh, en den Fiskaal*' pvergelevert, werden in den Krygsraadt, in 't afweezen van de befchuldighden, en van hunne party, de Haan , geleezen en overwoogen, eh gelet zoo wel op hunne mondelinge verantwoording, als op den criminelen Vonnisb$ eifch van den Advocaat Fiskaal: tot dat ein-denKrygsdelyk dc Krygsraadt, recht doende uit denraadtt'hunnaame en van weegen de Hoog. Moog. Hec-^".""^ ren Staaten Generaal der vereenighde Neder- weezetu landen, eenpaarighlyk verklaarde, dat de Vi- a Sept. cead-  aas Het LEVEN van den ÏÓ72. ceadmiraal Schram cn Schoutbynacht Vlug: quaalyk en f onrecht waaren befchuldight, erkennende de zelve voor eerlyke en goede Officie\ Bevelen- ren, foldaatcn en zeeluiden: en inj tingeer de j e- den Schoutbynacht Jan de Haan, (over en ter re latinde'Zraalie dat hy zi°h ' hu%ten fPecïale f ^uthorifatie van den Krygsraadt, met het doen beleg- • Te» na- gen van atteflatien , in prejudicie * van den deek. gemelden Viceadmiraal en Schoutbynacht, te _ verre hadt ingewikkelt, en waar van de depo- *^ettl!Scn-fanten f, by den Krygsraadtgehoort weezende , in prefentie van den Schoutbynacht de Haan, de zelve hebben tegen gefprooken, en opent lyk verklaart, dat daar inne meer en anders was gefchreeven, dan zy wel hadden getuight, of haar was voorgeleezen, en het zelve met cede beveflight, ook dat hy de geweeze aangeklaagdens met woorden hadt geinjuri- \ eronge eert j ^ ^ zel])e daar vQQr medg f erkennen, of anders ontzeiden hem zyn. ceffie in den Krygsraadt , zoo lange hy van zulks te doen zou blyven in gebreeke : gelyk ook den Avocaat Fifcaal zynen eifch en conclufie, op en tegens den voornoemden Viceadmiraal Schram en Schoutbynacht Vlug gedaan en genoomen, geheel en al wierdt ontzeit... Doch echter werdt d'uitfpraak in advys gehouden, tot dat de zaake van de bcfchuldighde Kapiteinen insgelyks De Kapi.zouden zyn afgedaan. De drie Kapiteinen, lers^Brc-'u ho.vcn Semeldt > dien ook te lalt werdt gewerenvan leidt' dac ze hur>ne plicht in den lellen zeeKruinin?.en naS"h niet naa behooren hadden betracht, waaïns^elyks ren Jakob Binkes, van Amfterdam , en Hentonrecht rik Brouwer en Adriaan van Kruiningen, uit ui- Zeelandt. Doch die werden daarna insgelyks on-  L. Admiraal DE RUITER. 223 onfchuldigh bevonden. Terwyl men in 1672. 'sLandts vloot op deeze wyze d'onfchuldi-dige.enby gen zocht vry te fpreeken, en in hunne goe-vonnjfl*en 1 1 r 1 • !l j^van den de naame en ampten te befchermcn, ging de Krygsraacjt muitzucht, en 't oproer, binnen 's Landtsvrygefprohaar gang. De Heeren Staaten van Hollandt ken. zochten 't oproerigh volk met een flreng n Sept. plakkaat in te toornen, maar konden hun ^"g°lsl1 ooghmerk niet bereiken. Zommigen poogh-muitery den alomme groote verandering in de regee-deringezet ring te maaken, en al de Regenten die hun in tenen in den wegh waaren daar uit te dringen. Men Hollandt, riep tot dien einde, dat al d'aanhangers van den geweezen Raadtpenfionaris de Wit verraaders en niet te betrouwen waaren, dat ze van 't kuffen moeiten. Hier door raakten de burgeryen in verfcheide fteden meer en meer tegens hunne Wethouders gaande, en demuitery was niet te ftillen, of men moeft tot de gemelde verandering koomen: en werdt dien- Verandevolgens zyn Hoogheit den Heere Prinffe van vt"^net T^ Oranje door de Heeren Staaten maght gege-f^g^ên, ven, om de Magiftraaten, die by de burgersjngewn. ' verdacht waaren, in de fteden van Hollandt,light. clie zulks begeerden, van hunne amptent'ont- a7'Aug. flaan, en anderen in hunne plaatze aan te Hellen. Doch onder verklaaring, dat zulks alleen zou gefchieden voor die reize, zonder gevolg voor het toekoomende, en onvermindert 't naadeel van de privilegiën + , vry- ^\Vo»rrecby gerechtigheden der voorfchreeve fteden in \ten. toekoomende : en dat de voorfchreeve Regenten daar door geenzins zouden worden gequetft, of benaadeelt in hunne goede naame en faam: veel minder dat de zelve daar uit zou-  Ü24 Het leven van èrM 16/2. zouden moogen worden gehouden, of aangezien al hadden ze zich in de regeering van den Lande niet naa behoóren gedraagen: en dat *Huisge- zyn Hoogheit de zelve, met hunne familien* zinnen en goederen , zou neemen in zyne fpeciale jVrye hoe- prol:eftic en fauvegarde f..Hier door raakten vecle Regenten, die in 't oogh liepen, iii Verfcheide fteden, op het aanhouden der gcmeentens, of dóór 't beleidt van anderen,uit de regeering: en geduurende deeze beroerte en opftandt der burgeryen was *i geen konft om iemandt, hoe deughtzaam en trouw dat hy was, by 't volk, dat nu gewent was het erghfte te gclooven, een lafterkladde aan te wryven , verdacht te maaken, in haat te brengen, en op 't ly f te vallen. Hier van zagh men in deezen tydt een wonderlyk en byna ongelooffelyk voorbeeldt t'Amfterdam, ontrent het huis van den L. Admiraal de Ruiter. Al zyn voorige dienften , den vaderlande in voorgaande tyden, inzonderheit in dit tegenwoordige jaar, cn tot deezer uure toe-, beWeezen, konden hem zoo niet bevryden tegens dc loogehs van valfche tongen, (diehenl uit nydt of andere verbórgen-inzichten zochten ten val tc brengen) of etlyke honderden J jaa miffchien duizenden van domme of booze menfehen leenden d'oorett aan d'achtcrklap, Loogcn. die men van hem uitftrooidc, dat hy's Landts totnaadeel ploot hadt verraadeu en verkocht. Den zeilen vandeRu * van September, op een Dingsdagh , raakte Ihooi't. dc ^ndt 111 rocrcn- ^cn zagh veel volks van Beroerte a^c kanten t'zaamen rotten : geen eerlyke t'Amfter- burgers , die waaren te verftandig om iets dam on- fnoodts van den trouwen zeeheldt te denken f maar  L. Admiraal DE RUITER. 225 maar 't fchuim van 't fnoodtfte graau, en daar 1672; onder veele vreemde bootsgezellen, graatigh went de naar buit en roof, en etlyke honderden van Rtliters wyven, welker mannen op 's Landts vloot J^"^ dienden. Men liep als dulle menfehen naar eiianad[*" de buitenkant van't Waalseilandt, daardeL. Hetg'raau Admiraal zyn wooning hadt , en zyn huis-raaluopde vrouw, met een dochter, die zy by hem hadt,been met en een nicht, mitsgaders twee dienftmaagh-^1 wy" den, zich onthicldt, zonder ecnigh manvolk in huis te hebben. Dees beroerte quam, door Schietyk- een flinks geval of loos beleidt, zoo fchielyk h,eic van de op, gelyk een zoomerftorm, die de zeelui-lotïmg?' den verraft. Ten een uuren naa den middagh, naa 't afgaan van de Beurs, zagh men niet een eenigh menfeh ontrent het huis, en een oogenblik daarna quam 't graau, mans en vrouwen, van alle kanten aangeloopen: zoo dat het menfehen fchcen te regenen, en de gantfche flraat op 't eilandt aan beide de zy- den van 't huis zoo vol werdt, dat men over de hoofden fcheen te konnen gaan. Men Straatge- hoorde met groot gedruis fchreeuwen, dat ichreeuw men V huis zou pionderen, en 't quam Me- o"™" het vrouw de Ruiter ter ooren: die, zich zon- ' der manvolk in huis vindende, den Heer Wes- fel Smit, een voornaam koopman, en Kapi- m£vrouw tein van een vaandel burgers, wiens dochterde j , t , t 1 11 zendt om met haar voorzoon Jonker Johan van Gelder huIpe< getrouwt was, t'harcn huize ontboodt, om zich te dienen van zyn raadt en hulpe. Hy Weffel woonde daar Hechts een huis of twee vanSmit' naar daan naar de zyde van Kattenburg, en op zyny.^h°0™°af floep koomende, vraaghde hy aan 't volk,datdcer° Kap^ ook voor zyn deur ftondt, wat 'er te doenteinvande IV Deel. P was?  zz6 Het LEVEN van den 1672. was? Zy riepen met onbefchofte taal , Gy burgery, dikken fchelm komt van de floep, men zalu op fprqskt Zyn jan (je JfTitf handelen. Hy begaf zich graau!" daar °P ft°ui:elyk van de floep, en zeide, heb Wordt '? verdient gy kondt my dan zoo handelen. qusalyk Op dat zeggen begoflen hem eenige te verbejegent fchooncn, en te roepen, dat zy tegens hem dreMit niet ^ac^en' Daar °P drong hy door tot aan Ko^iK by '£ nuis van den Admiraal, vindende Mevrouw desAdmi- de Ruiter zeer verlecgen, en fpreckende van raalshuis. de deur cn venfteren te fluiten, doch hy verftondt dat men met dat betoogh van vrees het graau te meer zou tergen of aanlokken, en riedt deur en venfters wydt open te zetten, goet gelaat te tooncn , en 't graau goede Stelt ordre woorden te geeven, om tydt te winnen. Toen kom* aV beSat'nv zicn naar 'c huis van zy° Vaandrigh, bur"er7hie NikoJaas Duizend, die 't bedryf van 't domde wape- nie v°lk verfoeide, en overley met hem hoe nente men zyn vaandel burgers, 't welk dien dagh brengen, of 's avondts de wacht zou hebben, en naar de Muider poort moeft trekken , beft in de wapenen zou brengen. Geen trommelflaagers by der handt hebbende, dewyl ze zich, naar 't gebruik van dien tydt, op den Dam onthielden, zondt hy zyne dienftbooden door de geheele wyk ten huize van al zyn fchutters, hun beveelende dat ze met hun volle geweer voor 't Vaandrighs huis zouden koomen. Den Vaandrigh liet hy 't vaandel in zyn ftoep zetten, 't welk een groot gefchrceuw onder 't volk verwekte. Maar de Heer Smit gaf te kennen dat het dien dagh zyn wacht was , en dat zyn volk ten dien einde moeft vergaderen, 't geen 'c graau wat ftilde. Hy zondt  L. Admiraal DE RUITER 22? zonde ook zyn Luitenant naar de Heeren Bur- 16 jz. germcelteren, om hunne Ed. Grootachtbaar- Hy zendt heden van den oploop te verwittigen, en by-aandeHee- ftandt van krygsvolk te verzoeken. Onder-1^^^" tulTchen begofr. het graau Iterker op het huis en ver. * van den Admiraal aan te dringen, met zoo zoekt by- groote vinnigheit, dat het flechts fcheen (tandt van t'ontbreeken aan een aanvoerder, die den eer-'o^331611, ften fteen wierp. De Heer Smit, zich daardri*gfa*ia op weêr aan 't huis van den Admiraal begee- aail> vende, vertoonde zich aan't volk , vraagen- Wettel de, uit wat reden zy daar in zoo groot en ge- Smits ge- taale voor V huis quaamen? Zy riepen , gy fPrek met weet het wel. Hy daar tegen, dat hy V niet etSraau' en wijl. Toen fchrecuwden ze met veele 'T graau keelen en yfielyk gebulder, om dat tTAdmi- befchul- raal, die fchelm, 'sLandts vloot aan de Fran- ^'1^^ fchen heeft verkocht, en in hunne handen zoe- en ^c[jeidJ ken over te leveren. Eenige vrouwen riepen, hem voor Hy zocht de vloot te verraaden, en zoude voor een verraa- ieder van onze arme mannen een ducaton ge- der. nieten. Andere riepen met woorden, fry Rnzekdat hebben hem 's daags te vooren in den Haage hy gevan- gevangen, en aan handen en voeten gebonden, 111 clen o o ~ o Hance was zien inbrengen. Mevrou de Ruiter, zeer ver-get)°(rti baaft over zulk een boozen loogen, zeide tot ö den Heer Smit, hoe kan dat zyn? want Dieloogen heb op deszen dagh een brieft van myn man g^1rbtrie°or ontfangen, die gifleren was gefchreeven, waar van ^m ' in hy my bekent maakt, dat hy met 'j Landts Admiraal vloot de vyanden eerlang weêr verhoopte te gaan omfangen, opzoeken. Smit verzocht dien brief aan 't wederleidt. graau te moogen vertoonen; om, terwyl ze die laazen en daar over fpraaken, den tydt te rekken, en ondertulTchen ordre te ftellen en P 2 hulp  fia8 Het LEVEN van den 1672. hulp te bekoomen. Zyn raadt werdt ge- volght, en hy vraagde aan 't volk, dferniemant was die des Admiraals handt kende? Benige riepen dat ze zyn handt kenden. Leeft dan, zeide Smit, dien brief, en gy zult be_ vinden dat liet zeggen van des Admiraals geTwifl- on- yangenis loutre verdichtzelen zyn. Uit hetleeer tgraau. zen yan d{en brie^ont^oncjt ee"nio-c twjft: want zommigen, des Admiraals handt kennende, zeiden, V zyn fchelmen die den Admiraal dit nageeven. Ondertuflchen hadt men ruim een half uur tydt gewonnen : en ontrent twaalf of veertien burgers waaren in hun volle geWelTel weer voor 't Vaandrighs huis gekoomen, als Smits kom-de Heer Smit zyn gantfche kompagnic, die g«"koratr"mcn in dc wandding de Wilde Yren noemde, indewaPe.yan de hmS h7 de Weftindifche pakhuizen in nen. haar volle geweer zagh aantrekken. Eenige riepen, waar toe dit volk? daar Smit op antwoordde , Ik heb te nacht de wacht aan de Muider poort: daar de Franfchen licht den eerften aanval zullen doen, daar om wil ik met myn kompagnie, die zeer fterk is, by tydts op Hy ftek de wacht weezen. Ondertuflchen van 't huis ordre om aftreedende , ftelde hy met zyn Vaandrigh, teb««Cn SarSeanten en andre Bevelhebbers, ordre, ten, en 't om 'c geweldt af te wecren. Hy liet denieuhuis te be-we Schippers ftraat, die niet ver van 't huis fchermen. was, door drié gelederen muskettiers bezetten, onder't beleidt van een Sargcant, dien hy lalt gaf, indien 't graau wilde doorbreeken, daar onder te fchieten. Met dereft van zyn volk, meer dan tweehonderdt man fterk, 't welk wel gemoedt en bereidt was hem te volgen, ook zyn bevel naa te koomen, trok hy  L. Admiraal DE RUITER. 229 hy naar 't huis van den Admiraal, en dreef - 1672. het graau met rottinghflaagen tot aan zyn eigen huis, zonder het verder te konnen krygen. Toen gaf hy bevel dat zyn burgers zich gereedt zouden maaken, en als 't graau nergens naar luiflerde, geboodt hy, dat demuskettiers zouden aanleggen, en de piekeniers hunne pieken vellen. Dit veroorzaakte een fchrikkelyk gefchreeuw, daar men echter op Dryft het toe tradt, en met het liaan van de rotting,graau v»oreri de gevelde pieken, die zommigen op debv'thuis' borlt {lieten, werdt de woefle hoop tot verby des Admiraals huis gedreevcn. Op dat Daar komt zelve oogenblik quam daar, door een geluk- byseyaI kig geval, een tjalk of kleene uitlegger, ge-""mè^f monteert met zes Hukken gefchuts, recht voor bikken 6$ 't huis, die, door de meenighte van fchui-voor de ten, die met volk in de gracht laagen, om Ruiters dit baldaadig geweldt t'aanfchouwen , nietdeur* wel voorby kon vaaren. De Heer Smit riep den Kapitein toe, of hy niet geneegen was den Admiraal dienfl te doen, en zyn huis tegens het raazende volk te helpen hefchermen? Hy toon- o;e toont de zich willigh en bereidt, maakte zyn ge-zich befchut, op Smits bevel, klaar: 't werdt tereidt,en boordt gebraght, en met fchroot gelaaden.Iniakt a,ies Dit veroorzaakte groote fchrik onder't graau, ^j^0,1'1 dat zelf niet wilt door wien 't gaande was ge- „raau ,\ worden, en dien 't aan een aanleider hadtont-Schieten, brooken, om irï tydts aan te vallen. In dee- Eenige zen flandt van zaaken quaamen achtien wel- ruiters gemonteerde ruiters, door de Heeren Bur- koomen op germeelters, op 't bericht van Weifel Smits't Waals. Luitenant, derwaarts gezonden , met. groo-ellalldtten haalt op 't eilandt aanltootcn, en zy zouP 3 den  S3o Het LEVEN van den 167a. den veel honderden van 't graau met hun ren* ncn in 't waater hebben gedreeven, ten waa- re Smit, zich naar hen toe begeevende, hen verzocht hadt zich in ordre te fluiten, en Het graan zacnter te ryden. Dus quaamen ze by de gewordt van j ' 1 "f 1 ö • 'thuisge- waaPen"c burgers , die toen nevens de nu- jaaght. ^ers °P de moedtwilligen aandrongen, en joegen ze tot aan de nieuwe Bantemerftraat: hen De Heer rG[ dus verre voortdryvende , quam ook de f°Hbm-1 Heer Kornelis Roch, Oudtfchcepen en Raadt ge"senan- der ft&dt, met een gedeelte van zyn kompadreimrger-gnie burgers, in volle waapenen, ter goeder vaandels uurc den Heer Smit met de zynen te hulp. Isoomen Ook quaamen korts daarna, toen 't graau vall: tot hulp. afweek 5 de vier naaflgelegene kompagnien De vier burgers t'hunner byllandt. Men vondt toen vanê'td- gezaamentlyk geraaden, dat men de vier landwor- bruggen van 't Waalseilandt ieder met een den bezet, kompagnie burgers zou bezetten : 't welk En't graau ftraks in 't werk werdt geftelt, en al 't graau moet het m0eft toen \ eilandt verlaaten; een ieder liep ta«en.tVef ?vns weeghs, en de toeleg van pionderen was hun gemiit. De Heer Smit, ziende dat 'er op 't eilandt niet meer te doen viel, trok met zyn volk naar zyn wachtplaats, de Muider lïeteüandtpoort. Maar 's nacht werdt het gehecle ei-: •wordtden landt door de vier kompagnien, die left waapachtdoorren aangekoomen, rondtsom bewaakt, en de burgers men ^ct daar niemandt op koomen, dan die bewaakt, men zeekerlyk wift daj daar woonde, Des anderendaaghs, op den maandelyken bededagh, quam 'er 's morgens weer eenigh gemeen volk voor den Heer de Ruiters deur; maar door 't hooren leezen van een zyner brieven, meldende de plaats daar hy zich melde  L. Admiraal DE RUITER. 231 de vloot toen in goeden ftaat bevondt, gin- 1672, gen ze wel haaft huns weeghs. Ook hieldt zich de gemelde uitlegger noch voor de deur, en bleef daar noch wel vier of vyf daagen leggen. Daar by bleef't, en die beroerte hadt geen verder vervolgh: want de boozen zaagen geen kans, en d'onweetenden vonden zich bedroogen. Men merkte nu dat al 't quaadt gerucht, ten nadeele van den Heer de Ruiter uitgeftrooit, geen fchyn van waarheit hadt. 'T is aanmerkelyk en vreemdt dat dees dulle beroerte, en fnoode oploop, door voorzichtigh en kloekhertigh beleidt zoo geftuit werdt, zonder een droppel bloedts te vergieten: en noch vreemder , dat men nooit met zekerheit kon verneemen wie de ftichter en aanlegger was van zoo verfoeilykeentoelegh. Daar Bedenking viel wel fterk vermoeden op zommige per- d fooncn , die op geen gillingen , al fchynen t0Ue°egh, ze eenigen grondt te hebben, liaan te noemen. 'T is zeeker dat iement, daar ontrent woonende , toen de burgers van den Heer Smits vaandel begoften te vergaaderen, zich daar by voegde, en, zich gclaatende nergens van te weeten, den Kapitein vraaghde, wat het volk begeerde, en als die hem gezeit hadt wat 'er gaans was, daar op antwoordde, Ik ben flraks by een Heer geweeft, die by dit volk met een enkel woordt meer zou ver moogen, dan gy met al uw burgers. Dat dees' beroerte met voordacht was verwekt, werdt te meer gelooft, om dat Mevrouw de Ruiter drie daagen te vooren, opZondagh, een brief van haar mans dochter, de huisvrouw van den Kapitein Johan de Witte, uit Rotterdam P 4 hadt-  232 Het LEVEN van den 1672, hadt ontfangen, te kennen geevende, dat daar 't gerucht liep, dat haar vaders huis t'Amfterdam geplondcrt was, of geplonderdt zou worden En weeten wy uit veele ondervindingen, dat zulke vroege en voorbaarige geruchten veeltydts uit voorbedachte of beleide toeleggen, zcekere voorneemens, envaftgeflelde belluiten, plaghten t'c-n titaan , en dat ook zulke tydingen mecnighmaal voorbooden waaren van ongeziene en onverwachte zaaken. Dus liep de Heer de Ruiter, terwyl hy in zee was, en zyn leeven voor'sLandts welftandt waaghde, gevaar om van al 't zyne, zoo eerlyk gewonnen , ontbloot en berooft te worden: 't geen mifïchien by de nakoomelingen ongelooffelyk zal fchynen , en nochtans veele duizenden van ingezeetenen met hunne eigen oogen zaagen. 'T is ook zeer geloofiyk dat het quaade voorneemen zyn voortgangk zou gehadt hebben, indien de trouwhertigheit van den Heer Smit, en de gocdtwilligheit zyner fchutteren , en andre burgeren , niet in tyds in de weer waar geweeft, om 't quaadt af te weeren, en 't huis te befchermen. De L. Admiraal de Ruiter eenige daagen daar naa, uit een brief van zyn huisvrou , verftaandc wat t'Amfterdam ontrent zyn huis was voorgevallen, ftondt verbaaft over zoo onverwacht en vreemdt een tyding, en borft, met verwondering en ontfteltenis over de boosheit der tyden, in deeze woorden uit: My wordt nagegeeven, als of ik 's Landts vloot aan de Franfchen zou hebben verkocht. Ik weet niet hoe de yalfchemen-> fchen zulk een hogen konnen verzinnen: daat 1  L. Admiraal DE RUITER. 233 1 "t in de vloot noch alles in goede ordre en by een \ 672* is. 'J1 is my leedt dat "er menfehen in ons lieve vader landt'zyn die zulk een quaadt vertrouwen op my hebben: daar ik V nochtans, met goedt en bloedt voor den Staat te waagen, wel anders betome, Hy vondt zich te deezer tydt in een dubble bekommering: eerit ten aanzien van 'sLandts vloot, die hem werdt toebetromvt, hebbende alle daagen 't gevecht met de vyanden te verwachten: en daarna over 't gevaar van zyn huis, vreezende dat het graau, 't welk eens was gaande gemaakt, voor de tweedemaal aan 't hollen moght raaken, en den fnooden toelegh hervatten. Naa eenig overleg vondt hy geraaden, Sauvegarde , of vrye hoede, van zyn Hoogheit den Heere Prinffe van Oranje te verzoeken, en fchreef daar over den volgenden brief. Doorluchtige, Hooghgeboore Vorft en Heere, ^efvm 1 de Ruiter _ aan zyn Dewyl my bericht wordt dat de Heeren Re- Hoogheit genten der fladt Amfterdam, zoo wel als in den Prins andre Steden van Hollandt en Zeelandt, by de vanOranje, gemeente verdacht zyn, en dat ik, als een in- ^g™^*11" woonder van die Stadt, ontrent myn huis ^« garde vóór familie aldaar mede nu onlangs al eenige info-Zya huis, lentien f heb moeten fupporteren \, gelyk uwe huisvrou Hoogheit dat buiten twyffel zal hebben ver- en familie. fiaan: die tot noch toe door de goede directie en 'J^^'y yoorzorge van de gemelde Regeering zyn ge- J^j^».'" fluit: zoo ben ik nochtans beducht, wanneer £yerdra* de gemeente andermaal iet meerder moght be- gen. P $ gin-  23+ Het LEVEN van den 1672. ginnen , dat de devoiren van de Magi(lraat daar ontrent van het zelve fucces niet zouden moogen weezen: omme daar in'ne in tydts te voorzien, heb ik de vrymoedigheit genoomen van uwe Hoogheit by deezen onderdaanighlyk te verzoeken, dat dezelve degoedtheit believe te hebben van de gemeente tot Amfterdam te \Aanhech-doen verftaan, door affixie f van een biljet van ttnS' Sauvegarde , voor of aan myn huis, gelyk my bericht wordt dat aan anderen isgefchiedt, dat uwe Hoogheit het zelve, mitsgaadersmynhuisvrouwe en familie, is neemende onder des zelfs illuftre prote&ie, waar mede vertrouwt wordt dat alle verdere gedreighde onheilen tydelyk zullen konnen worden geprevenieert en voor gekoomen. Ik en de mynen zullen zulks ten allen tyden met een fchuldige dankbaarheit erkennen , en in alle occafien betoonen dat ik ben en Uyve, Doorluchtige, Hooghgebooren Vorft en Heere, AStnmhftfchip de zeven TJW£ HoOgheitS Provinciën, tenanker 0 leggende, de toeren van cotreê Ooftzmdtooft ^eer ootmoedige en getrouwd Jtyf 4 mylen daar af, 7-.. 0 <=> 4»n 11 septcmb. 1672. Dienaar, MICHIEL ADR. DE RUITER. Doch zyn Hoogheit hadt al voor 't ontfangen van dien brief, op 't verzoek van andre vrienden, Sauvegarde ingewillight, gelyk dit affchrift te kennen geeft. WIL»  L. Admiraal DE RUITER. 135 WILLEM HENDRIK, by der gratiën Go- 167a; des , Prinfle van Oranje en van Nafiau, Sauvegar. Grave van Catzenellebogen , Vianden ,de van zy« Dietz, Lingen, Meurs, Buuren, Leer-"^g.^ dam , &c, Marquis van der Veere en var,Qranje Vliffingen , Heere en Baron van Breda, voorden " der fladt Grave en Lande van Kuik, L. AdmiDieft, Grimbergen, Herftal, Kranen-raal de - donk, Warncfton, Arlay, Noferoy, St. RuIter' Vyt, Daasburg, Polanen, Willemftadt, Niervaart, YlTelltein , St. Maartensdyk, . Steenbergen, Gcertruidenbergh , de hooge en laage Swaluwen, Naaldwyk, &c. Erfburggrave van Antwerpen en Befaneon, Erfmaarfchalk van Hollandt, Gouverneur en Stadthouder van Hollandt, Zeelandt en Weftvrieflandt, Kapitein Generaal en Admiraal der vereenighde Nederlanden. • Allen den geenen die deezen zullen zien ofte hoor en leezen faluyt. Doen te weeten, dat wy, om goede confideratien, ons daar toe moverende, in onze hezondere prote&ie en Sauvegarde genoomen hebben, en neemen by deezen , den perfoon van den L. Admiraal Michiel Adriaaszoon de Ruiter, mitsgaders zyne■ huisvrouwe, kinderen en domeftykken, als tnede zyn huis tot Amfterdam, de meublen van het zelve, en voorts alle zyne zoo roerende als onroerende goederen en effèclen, waar en hoedaanigh de zelve zouden moogen weezen, omme voor alle geweldt, plonderinge, infolentie en overlaft, waar mede hy zoude moogen ge4reigh$ werd]en 1 befchut, befchermt en bewaart  *3$ Het LEVEN van den 1672. waart te zyn: Laft ende en ordonnerende derhalven allen en een iegelyken, van wat ftaat ofte conditie hy zoude moogen weezen , den voornoemden L. Admiraal de Ruiter , mitsgaders alle die van zyne familie , vry en vrank , ruftelyk en vreedelyk te laaten woonen, en alomme verkeer en, zonder hem aan zyn perfoon ofte goederen eenighzins te molesteren ofte beleedigen, op peene van onze indignatie, ende van daar over, anderen ten exl Oog/ui- empel, zonder conniventie j, geftraft te werking, den. Gedaan in V leger by Bodegrave, den p September 1672. G. H. PRINCE d'ORANGE. Ter ordonnantie van zyn Hoogheit, C. HÜIGENS. Het zegel van zyn Hoogheit was hier op gedrukt in roode waflche. Doch dees Sauvegarde werdt ergens opgehouden, en quam eerft etlyke weeken daarna in handen van Mevrouw de Ruiter: ook verdween het valfch gerucht en met eenen de bekommering voor 'S Landts meer ongemak, 's Daaghs naa de beroerte, vloot ontrent de L. Admiraal de Ruiters huis Goéïê001" r'Amftfrdam voorgevallen , werdt hy voor met een Goereê met 's Landts vloot door een zwaazwaare ren ftorm, uit den Zuidtwefttenweften, overflormover-vallen. Men moeft ftengen en rees ftryken. vallen. Hy liet twee boeghftukken naar achteren haa7Sept. jen> om >t fcijip v00r te beter te doen reizen,  L. Admiraal DE RUITER. 437 zen, zyn daagelyks anker ging door, zoo dat 16*72,; hy 't plechtanker moeit laaten vallen, om den Schoutbynacht niet voor de boeg te koomert. Dit harde weder duurde byna drie daagen, hoewel het zomwyle wat minderde. Kapitein Naalhout was van zyn anker gefpilt, doch men zagh hem om de Ooll. Een brander hadt al zyn kabels op een naa verlooren, en de Ruiter deedt hem door een lootsboot belaften naar binnen te zeilen, om zich weêr te voorzien. Den zevenden, even voor den. ftorm, ontfing hy een refolutie van hunne Hoog. Moog. den derden der maandt, aangaande hetrevictualierenf van 'sLandts vloot, i Opnieuw genoomen, en den elfden, naa het onweer, J'7" *''^s' noch een ander op verfcheide punten van zyn fje'-e te r 1. itt -nir 1. . - voorzien. lcnryven aan hunne Hoog. Moog. die hier ,, sept. beide Haan in te voegen, op dat" het blyke hoe zeer het bezorgen van 'sLandts vloote den Heeren Staaten ter herten ging. ExtracT: uit het regifter der refolutien van de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenighde Nederlanden. Sabbathi f den 3 September 1672. fSatur* dag. Ontfangen een miffive van den L. Admiraal Refolutie de Ruiter, gej'chreeven in 'f fchip de zeven Pro- A& Heeren vinden, ten anker leggende op Schoonevelt ,Staaten» den 31 Augufli lesleden, houdende «^vme^ reviéhv tie, ende onder anderen, dat, nademaal «aalierenvan den tydt van vier maanden buiten duins geviftu-'s Landt» alleen te moeten weezen zyn omgekoomen, vloot« daa*  <238 Het LÉVEN van den =1672. daagelyks zich al meer ende meer defetlen \ 4 Gebrek-van vivres in 'sLandts vloote begonden fopenX^ervul' ^aaren - zm^er dai tot remplacement + van eetin*,rVU' n'£e 'Rottigten ^r Admiraaliteit voor deeze maandt September noch iets aldaar was aangefebikuü Zoomen, dat men malkanderen accommodeerde * 9 ubulp* h forme van leeninge , zoo veel het moogelyk quam. w®s > om de voorfchreeve vloote by malkanderen te houden, in venvachtinge dat de victualie , die men te gemoet ziet, ondertuffchen zal t Aankoo- arriveer en f: maar dat voor de Zeeufche fchee*»en. pen, die het meefte benoodight waaren, veel zwaarigheit wierde gemaakt, of dezelve wel gerevictualieert zouden konnen werden, byfaute van geldt; Voorts, dat by den L. Admiraal uit Zeelandt wierde bericht, dat hy den Schoutbynacht Mattbyszoon met het fchip Oranje van daar niet alleen niet en hadde te verwachten , maar dat de Kapitein Willem Henrikszoon met het fchip Middelbargh, die hy, voor het afpeilen naar de Eems, derwaarts hadde gezonden om te repareren, albereidtsmede was opgelegt; Waar op gedelibereert zynde, is goedtgevonden ende verftaan, dat aan'tKollegie ter Admiraaliteit, refiderende tot Middelburgh in Zeelandt voornoemt, gefchreeven zal werden, dat haar Hoog. Moog. over de. voorfchreeve haare nalaiigheit ten hooghflen zyn misnoeght, ook zeer verwondert en gefurpreneert, dat ze niet alleen de voorfchreeve fcheepen van haare dif Varende, reftie , onder 's Landts vloote navigerende 4, niet tydelyk ende naar behooren hebben gerevictualieert en van alles verzien, nemaar ook noch daarenboven het voorfchreeve fchip Oranje in hou-  L. Admiraal DE RUITER. 239. houden, ende het fchip Middelburgh hebben op- 16724 geleght, dat zoodaanige proceduren voor den Staat onlydelyk ende onverdraagelyk zyn, te meer, ge confedereert dat de meergenoemde 's Landts vloote onder anderen jegenwoordigh in zee ageert, om de kuflen van de hooghgemelde Provincie van Zeelandt jegens gevreesde attacques f, ofte defcentes [, van de vyanden dee-t Aanval, zer Landen te protegeren en te befchermen;hnDat ze derhalven alles ten fpoedighflen ende\en "ndin' aan/lonts willen repareren, ende dienvolgens deö voorfchreeve fcheepen van haare directie als noch in aller yle reviclualieren, ende van de gerequireerde $ noodtzaakelykheden ende behoeften ver- * Vereifcbzien, tot den leflen van deeze hopende maandtte' incluis, ende de voorfchreeve twee fcheepen , feene genaamt Oranje, ende f andere Middel, burgh, wederom onder 'sLandts vloote zenden, zonder daar van langer in gebreeke te blyven, op dat de dienfl van den Staat daar door niet meerder en werde verachten, ende dat ze haare Hoog.. Moog. zullen hebben te berichten, wat by hun daar ontrent zal zyn gedaan ende verricht: des zal gefchreeven werden aan de Heeren Staaten van de heoghgemelte Provincie van Zeelandt, dat haar Ed. Moog. het gemelde Kollegie ter Admiraaliteit tot 't geene voorfchreeven is , door prompt furniffement * van * FaardU de noodige penningen, willen bequaam maaken f vercn animeren. Dat wyders andere vier KolleAcba^"s% gien ter Admiraaliteit zal werden aangefchreeven, dat haar Hoog. Moog. ten hooghflen verwondert zyn, dat tot noch toe by haar geen ordre tot het voorfchreeve reviftualieren is geflelt - ende  44© Het LEVEN van dén '}6?a. ende dat de gemelde Kollegien aangemaant zullen werden, om de fcheepen van oorloge van haare directie als noch ten fpoedighflen te reyiclualieren, ende van alles verzorgen tot den leften van deeze hopende maandt incluis, voor Zoo veel zulks op den ontfangh van de te fchryvene brieven niet en zoude moogen zyn gefchiet. Ende zal extract; van deeze haar Hoog. Moog. refolutie gezonden werden aan den gemelden L. Admiraal de Ruiter, om te flrekken tot des zelfs narichtinge. YSBR. van VIERSSEN. Vt. Accordeert met het voorfchreeve regifier. J. SPRONSSEN. Extract uit het regifter der refolutien van de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenighde Nederlanden. Lunce den 5 September 1672. Refolutie M Ontfangen een miffive van den L. Adder Heeren^ miraal de Ruiter, gefchreeven in 't fchip verfcheide >» de zeven Provinciën, ten anker leggende zaaken, „ op Schoonevelt, den derden deezes, houraakende dende rcfponfive f op haar Hoog. Moog. 'sLandts ?5 brief ende refolutie van den eerlten daar te vl°^_ „ vooren, ende advertentie, dat hy met woordt. r> 'sLandts vloote wel Noordtwaart aan dien,, dc te avanceren, om de vyanden zoo veel „ beter te konnen obferveeren, ende door ,, het  L Admiraal DE KUITER. s4i >> het afzenden van eenige vaartuigen, die 167S1 „ dan te fpoediger weder zouden konnen tot „ hem koomen, ons op der zeiver fterkte „ ende aéticn te, informeren, ende haare Hoog. >, Moog. ende hem daar van dienen; Dat ook „ dc windt noch continueerde uit den Noordt>, noordtoolten^ zoo dat hy met zeil te maa>, ken weinigh Noordt zoude konnen win„ nen, zal niettemin, zoo draa hy maar de „ minlte voordeel zal zien te doen, met de „ vloote onder zeil gaan, ende tot voor de „ Maas, ofte tulTchen de Maas ende Gocree „ avanceren, ende dcviétualievoordefchec» Pen Zeelandt aldaar doen volgen, ende „ over neemen, gelyk hy,daar mede zal doen >, met de viétualie voor de fcheepen uit de „ Maas, van Rotterdam verwacht werden„ de, ende ondertuflchen van, haar Hoog. „ Moog. verwachten communicatie van de „ kondtfehappen, die de zelve, door direc„ tic van den KommilTarisKnyf, zullen 11100„ gen.toekoomen; maar dat zeeker Galjoot„ fchippcr, genoemt Pieter Janszoon Schot„ ter, voorleden Woensdagh 'snamiddaghs „ ten drie uuren,, zynde geweeft denlaatlten „ van de voorleden maandt, uit Texel was „ gczeiltj ende des anderendaaghs, zynde „ den cerlten deezer, by hem in dc vlootge„ koomen, zonder een eenigh vyandtlyk „ fchip daar ontrent in 't water te hebben „ vernoomen, doch hadde inaar twee mylen „ van de wal gezeik, ende by gevolge maar b vier mylen in zee konnen zien. Hy maakte ook reflexie, dat, in gevalle de vyanI' dTe"haar weder voor ofte ontrent het Texel IV Deel. Q . ioa,  •2.j2 Het LEVEN van den J072- « zouden, moogen hebben, ofte noch koo„ men te polteren, eer en bevoorens dat de „ victualie van daar was uitgckoomen, die „ de Heeren van 't Kollegie ter Admiraaliteit „ tot Amfterdam hem, by der zeiver miffive „ van den 30 Augulti leftleden, hadden ge,, communiceert dat een dagh twee a drie „ daar naa zoude uitgezonden werden, het n zelve geen kleine incommoditeit aan „ 'sLandts fcheepen van Amfterdam, den „ Noorderquarticre, ende Vriefiandt zoude „ cauferen, onderdaanighlyk verzoekende, ,, dat haar Hoog. Moog. in zoodanigen cas „ 't zelve believen te neemen in bchoorlyke ,, coniideratic, ende daar tegens zoodaanige „ ordre tc lteilcn, als naar der zeiver hooge „ wysheit zouden vinden dienftigh te wee„ zen. In de voorfchreeve ongelegentheit „ maakte hy ook zwaarigheit voor de fre,, gatten dc Brak en Ovcryflèl, gevoert wer„ dendc door de Kommandcurs Kornelis van „ der Zaan, ende Kornelis Tyloos, die van „ voor de Eive weder naa 'sLandts vloote „ Haan te kceren, ende was van gevoelen, „ dat het dienfl: zoude konnen doen dat haar „ Hoog. Moog. over Landt aan der zeiver „ Mini der tot Hamburgh by aanfehryvinge t ft geliefden t'injungeren j, dat hy de voor- len- „ fchreeve Kommandcurs daar van adverteerj Geruft- ^ dc, om mefures tot haare fccuriteitJ.daar . ■>■> naa te neemen: de twee andere fregatten „ met het galjoot, naa Bergen in Noorwee„ gen afgezonden, konnen door de voor„ fchreeve contrarie windt noch de hooghte n van Texel niet hebben bereikt, en alzoo „ hy  L. Admiraal DE RUITER. 243 '„ hy dc zelve gilleren noch hadde gezien, tsM „ derhalven hy hoopte, datzy, dc vyanden „ zoo nombrëüs t gewaar wordende, liever £ TakyL i, by hem weder zouden afkoomen, als haar „ daar van te laaten overweldigen. Doen „ hy jonghlt van de Eems voor het Texel „ quam was aldaar, zonder de minlte ken- „ niffe aan hem te geeven, van de vlagge gc- „ fcheiden ende 'ingevallen den Kapitein „ Klaas Anker , met zyn onderhebbende „ fchip, genaarnt Alkmaar, llaande ter di- „ rcótie van 't Kollegie ter Admiraaliteit in „ Wellvnellandt ende den Noorderquarticre , „ hy_ hadde 't zelve in 't begin ten belle ge- „ duidt, ende gcoordeclt, dat het was ge- „ fchiedt by defedt * van victüalie, ende dat * GeJ>rej!-> „ hy, daar van voorzien zynde^ wederom „ zich onder de vlagge zoude hebben ver- „ voegt; maar was tzedert ter contrarie be- „ richt, dat het welgemelde Kollegie van ,, voornemen zoude zyn hetzelve fchip op te h leggen, ende de volkeren tc beenderen f, t Ajffi |, dat hy geloofde tegens haar Hoog. Moog. danken- intentie \ tc wcezen, ende daarom vanzy- ^PugmérM. „ nen plicht geacht hadde de zelve daar van |, te verwittigen, gelyk hy ook aan de meer„ gemelde Heeren hadde gefchreeven, dat „ hy den Advokaat Fiscaal aldaar hadde ge-„ laft, dienthalven zyne acTie tegens den i, voornoemden Kapitein Anker teinftitueren |, naar behooren ; En in cas haar Hoog, i, Moog. moghten goedtvinden daar over aan h het gemelde Kollegie ter Admiraaliteit in I t Noorderquartier tc fchryven, datdezclw ve daar benevens geliefden te recommanQ 2 „  2^4 ^ET LEVEN van dep» 'k6>c-. „ deren, dut op 't fpocdighfte aan des zelfs „ Viceadmiraal Schram en Schoutbynacht „ Vlug, mitsgaders andere Kapiteinen, ee,, nige zwaare ankers cn touwen geliefde toe „ te zenden, hebbende de gemelde Viccad„ miraal gecne andere ankers als een, daar „ hy tegenwoordigh voor leidt, en het ver„ loopen zaifoen zou in toekoomende geen „ ankers en touwen fparen. . Waar op gede„ fibéreert zynde, is goedtgevonden ende „ verllaan, dat aan 't Kollegie ter Admiraa„ litcit tot Amfterdam zal werden gefchree„ ven, datzy alle moogclyke ordre hebber! „ te Hellen, en zoodaanige voorzicninge te „ doen, dat de vi&ualiefcheepen, indevoor„ noemde miffive geroert,, kcnniiïe magh „ werden gegecven, ende in aller yl gewaar„ fchout, dat des vyaudts vloot haar voor „ ofte ontrent Texel wel moghte hebben ge„ poftcert, dat zy derhalven op haar hoedé „ moghten wcezen, om niet onbedachtelyk „ in ''svyandts vloot en handen te vervallen, „ waar "door groote ongelegentheit aan „ 'sLandts fcheepen zoude werden veroor„ zaakt: dat mitsdien het gemelde Kollegie, „ tot verhoedinge van alle fchaade, voorts „ zoodanige ordre zal hebben te Hellen, als „ naar gelegentheit des tydts zullen bevinden „ te behooi-cn; Dat insgelyks by miffive den „ Refident Roomcr tot Ilamburgh zal wcr„ den aanbevoolen, alle moogclyke vlyt cn„ de neerftigheit aan te wenden, om de twee „ Kapiteinen, van der Zaan en Tyloos, die „ van voor de Elve weder naar 's Landts „ vloote liaan te keeren, aanftondts mcede ^, hier5  L. Admiraal DE RUITER. 24.5 j, hier van advertentie te doen, ten ein- 1674^ de de zelve haare mefures, tot haare fe„ curiteit ende verzeekeringe, daarnaarnoo„ gen neemen; Dat eindelyk aan't Kollegi-e „ ter Admiraaliteit in 't Noorderquarticr zal ,, werden gefchreeven, dat haar Hoog. Moog. ,, ten hooghflen verwondert ende misnoeght •„ zyn te verneemen, dat het welgemelde Kollegie van meenirige zoude zyn het fchip „ van Klaas Anker op te leggen, en de vol„ keren te licentieren, dat zoodaanige pro„ ccduren zyn van een perniceufe confequen,V Öë f> en voor den Staat onlydelyk: inzon-1 Verderf. „' derheit nu ter tydt, daar.daagelvks de vy-feWge„ andtlykeattacquen, of defeentesJ,, tebe-vo/f,, vreezen Haan, dat ze derhalven ten fpoe-J^™1"" ,, dighften daar in zullen hebben te voorzien, ,;, ende zulks te repareren, ende haare Hoog.' „ Moog. aanltoridts te berichten, wat by %, hun daar ontrent zal zyn gedaan. Dat „ mede het welgemelde Kollegie aan denVi„ ceadmiraal Schram en den Schoutbynacht „ Vlug, mitsgaders aan andere Kapiteinen, „ eenige zware ankers en touwen op hei: „ fpoedighfte zullen hebben toe te zenden, „ in conformité i van het verzoek by de voor„ noemde miffive gedaan: zullende hier vah«'>*)ik „ extracb gezonden werden aan de gemelde „ L. Admiraal de Ruiter, tot des zelfs narichtinge. Iï O R E N K E N. Vt. , gen neemen; Dat cindelvk aan't Kollerie , ter Admiraaliteit in 't Noorderquarticr zal , werden gefchreeven, dathaarHoog. Moog. 5 --w uuuiimini H.IHUUUI.IL (.1 UC IlliMiUCtilIL Accordeert met. het voorfchreeve regifter. H. FAGE I,.  B4Ö Het LEVEN van den •ïó/2. Ter zeiver tydt bequam de Ruiter noch een briel' van hunne Hoog. Moog. den zeiten ge.fchreeven, by welke hem een affchrift van een brief der Heeren van Beuningen en Vrybergen, uit Brunei, van den vierden deezer, werdt toegezonden, voor zoo veel 't van de vyandtlyke vlooteniprak, meldende, dateen vertrouwt man, den negenentwihtigften Jun* d°En- ^us U^ ^c rcv'erc van Londen overgekooRelfche " 5?-^P' hunne Ed. hadt bericht, dat men in vloot. Engelandt bezigh was om volk te prcffen, en met het toerullen van eenige groote koopvaardyfeheepen, om Merker als voorheenen in zee te koomen, dat op de reviere van Londen over de 5000 foldaaten by der handt waaren , die Honden om ingefcheept te worden... Met noch een anderen brief, den achtlten 'savondts ten acht uuren gefchreeven, lieten Nasfder hunne Hoog. Moog. hem wecten, dat een bericl tvan Schipper, door een kaaper van voor uit de rel?" •Je, vlere van Londen gehaalt, en tot Middelbargh toelei e" *pgehrajrht\ verhaalde, dat hy daar den twee' ■ den September gezien hadde dat d'Engelfche cn Franfche vlooten in de reviere ontrent Ouinenburgh laagen, om te revi&ualieren en fchoon te maaken, cn dan landt foldaaten inte neemen, ook paardevolk, daar toe hy gezien "hadde dat vier fluitfeheepen waaren geprepa%eert,, die aan deeze zyde van Gravezande laagen: dat hy ook vier mindere vaartuigen, mei fchoppen, fpaaden en kruiwaagens gelaaden, hadt gezien,, en dat daar 'tgemeenezeggen was, dat het op Walcheren was gemunt, rnesnende dat zy dan alles zouden mee fier zyn, immers van de kaapers, die hen nu zoo veel fchaa-  L. Admiraal DE RUITER. 247 fchaade en afbreuk deeden. Hunne Hoog. 1672, Moog. hadden ook dit bericht aan zyn Hoogheit den Heere Prinfte van Oranje gezonden, om daar op zyn aanmerkingen en advys te verzoeken. Zyn Hoogheit fchrecf daar op den Advys negenden, uit het leger by Bodegrave, dat van zyn hy, ten opzicht van zulk een toclcgh op Wal- iioogheir. cheren, voor den dienft van't landt beft hieldt te zyn, dat men den L. Admiraal de Ruiter ordre zou zenden, van zich met zyn onderhebbende maght weer op zyn voorige poft van Schoonevelt te begeeven. Volgens dit DeRt,iadvys werdt by hunne Hoog. Moog. den tien- ll * den bellooten, den Heer de Ruiter die ordre .veür naac toe te zenden: welke laft hem ook den elf- ich;>oneden , nevens de gemelde refolutien \, ter ve!t te zeihandt quam. Op den zeiven dagh, gelyk If"' . boven gcmeldt is, onfing hy ook de tyding u'nj van den toeleg om zyn huis teplondcren, en werdt nu zoo wel door vyanden van binnen , 't inlandtfch fchuim, als door buiten vyanden d'Engelfchen en Franfchen, gedreigt. T viel hardt zyn lyf en leven daagelyks voor 't vaderlandt op d'onftuimige baaren te waagen, en voor een landtverrader uitgekrecten tc worden: 's Landts ingezetenen by hun recht en eigendom te befchermen, en ondertusfchen gevaar te loopen van al 't zyne te verliezen. Doch hy hadt zich te trooften met het gemeene heldenlot, dat ook den beften te beurt viel: te wceten, dat onbeloonbre dienften dikwils met afgunft en nydt wierden vergolden. Maar hy' liet daarom niet naa 'sLandts dienft, volgens zyn plicht, te behertigen en te betrachten. Midlerwvl hadt Q 4 " hy,  e4$ Het LEVEN van den tfi/a. hy, door 't fchryvcn van de Heeren Raadei\ ter Admiraaliteit t'Amftcrdam, kennis ge -' kreegen, dat hunne Ed. Moog. op het gerucht dat men de 'vyandtlyke vlooten voor „ i'-y' :. ?s Landts zecgaaten verwachtte, hunne refotiibgefcen. ^utw ■> van dc victualie { uit Texel naar de vloot te zenden, hadden veranderdt, en beflooten, de leeftoght in lichters en kaagen te doen overfcheepen, om van daar, binnen door, naar Zeelandt, en vervolgens naar de vloot voortgezonden te worden. Dus werden de levensmiddelen , ten dcelc door 't geGebrek rucnt van 't naaderen der .vyanden, cn ten van Ivf- decle door 't harde weder opgehouden : waar toght, an- door de vloot in 't kort in een algemeenc gekérs en brekkclykheit verviel. Daar noch een zwaaUab.«!s, ip fighéit by quam, die niet geringer was, dat iae vlóot. veeje fcheepen, inzonderheit de Zeeuwfche en die van 't Noorderquarticr, zoo weinig van rytuig, goede ankers entouwen, voorzien waaren, dat eenige der zelve zouden moeten binnen loopen. Zy hadden door de meenighvuldige ftormen veel rycuigh vcrloorën. Dit alles maakte hy met een brief aan hunne Hoog. Moog. bekent, met verzoek van op alles de noodige ordre te Hellen. Stern nit Den zclven dagh tegens den avondt begolt het denNooK'- v/cer fterk uit den Wcftiioordtwcften te waaiweften"* jen, cn 'sanderendaags hadt men een harde lïSe'pt. ftorm uit den Noordtwefttenweftcn. Men zagh verfcheide fcheepen dryven, en kabels brecken. Maar den dertienden, naa dat de windt's nachts meelt was gaan leggen, wer^ Re vloot den d'ankers gelicht, en dc vloot ging, op onderzeil.^ Rnjrcns fein. onder zeil. met fedelvkö door de vloot m t kort tn een algemeenc gebrekkclykheit verviel. Daar noch een zwaarighcit by quam, die niet geringer was, dat veele fcheepen, inzonderheit de Zeeuwfche en die van 't Noorderquarticr, zoo weinig van rytuig, goede ankers entouwen, voorzien waaren, dat eenige der zelve zouden snoeten binnen loopen. Zy hadden door de meenighvuldige ftormen veel rycuigh vcrloorën. Dit alles maakte hy met een brief aan hunne Hoog. Moog. bekent, met verzoek van op alles de noodige ordre te Hellen. Den zclven dagh tegens den avondt begolt het weer fterk uit den Wcftnoordtwcften te waaijen, cn 'sanderendaags hadt men een harde ï'torm uit den Noordtwefttenweftcn. Men zagh verfcheide fcheepen dryven, en kabels breeken. Maar den dertienden, naa dat de windt 'snachts meelt was gaan leggen, wer^ den d'ankers gelicht, cn dc vloot ging, op de Ruiters fein, onder zeil, met icdclyke fuoedt:;  L. Admiraal DE RUITER. H$ fpoedt: zoo dat men noch'savondtsNoordt- 1672* ivelttennoorden in 't gezicht van Weltkappel Komtiri ' ten anker quam. Toen moeiten de fcheepen'c gezicht Zicrikzcc , Domburg, en 't Wapen vanvanWeft" Hoorn in de Wielingen loopen, by gebrek Jjj**1 ?— van ankers, en noch een brander, door zyn lëkhcit. Daar op nam de windt uit denWcstelyken hoek weer dermaaten toe, dat het onmoogelyk was eenige victualie van binnen te bekoomen: waar door 't gebrek van lyf-en rytoght in 'sLandts vloot eerlang zoo groot vvierdt, dat de L. Admiraal moeit verklaaren, dat hy noch nooit hier onder 't Landt in zoodaanige vcrlegcnthcit was vervallen: ook moeft hy twee fcheepen, by gebrek van levensmiddelen, in Zeelandt laaten invallen: daar hy hunne Hoog. Moog. van vcrwittighde, en voorts te gemoet voerde, dat de fcheepen, de verwachte victualie al krygendc, evenwel bczwaarlyk tot het einde' der maandt' zouden konnen zee houden: zulks Da Ruidat hunne Hoog. Moog. daar uit konden af-ter mdc neemen, dat het noodtzaakelyk waare ordre^ are^dt te ftelleö, om de vloot uit 'er zee t'huis tezsdevj0a? roepen: dewyl met der Zeiver. verblyf ontrent zouden Zeelandt op dc kult de fcheepen te zeerwici> t'huis roe,den uitgevaareh, en, vermits het faizocn van Pe!1'i jaar verloopen was, weinig of gantich geen 17 dienft meer'zouden konnen doen:' cn dat ook, door 't verloop des tydts en der gelegenthoden, de vyanden, zyns oordeels, metergens landing tc doen, niets van naadruk zouden konnen onderneemen. Doch hy onderworp 2ich niet tc min 't geen hunne Hoog. Moog. De vioo* hem zouden gelieven te bevccLcu. Dewiadtkjoit weêt Q 5 wr  *5o Het LEVEN van den 1672. ter zeiven tydt wat afneemcnde, ging hy met op sehoo-de vloot weêr onder zeil, en laveerde wat ■evelt. Zuidclyker op Schoonevelt; ten einde dat II Sept'. andere fcheepen, ten minde't Veerfche gat, Klaghce' indien de noodt hen daar toe moght perflen, van Kapi- zouden konnen inloopen. Hier quam Kapitein yho- tejn Xhomas Tobias aan zyn boordt, klaagenmas Ib- ^ dat zyn fchip Oudtshoornzoolckwas, dat Van Ban- nv 't met twee pompen naauwiyks kon gaanken en de houden, en boven dien dat hy maar twee Sweeis. daagen cecen hadt. Korts daarna quaamen dc L. Admiraal Bankert en de Viceadmiraal Sweers, bekent maakende, dat zy't met hunne fcheepen, door gebrek van eeten en drinken, niet langer konden uitftaan, verzoekende dat men op morgen vroegh de witte vlagh zou laaten waaijen, en onderzoeken hoe 't 19 Sep'. 0p de fcheepen geilek was. Den negentienden was het weder zoodaanigh bedaart, dat Grootge men >Smorgens by tydts den gantfchen Krygsvloot."116 raadt, cnal de Kapiteinen, aan den Heer de Meiibe- Ruiters boordt fcindc. Hier verftondt hy, fluit de dat eenige groote fcheepen lekkagie hadden, meeft be- en, benevens veele anderen, ten einde van j?°cd;gh!te viftualie waaren. Men vondt zich hier in bïnnentfe d'uiterfte vcrlegenthcit, en was genoodtWieiingen zaakt met eenpaarighcit te befiuiten, dat men op te zen- dc meelt benoodighfle fcheepen binnen de den, om Wielingen, achter denEllcboogh, beweften Zlch £.e de lladt Vliffingen, zoude opzenden: met ' laft, van aldaar over dagh en nacht, met de uiterfle fpoedt , zich van victualie te voorzien, en bequaam te maaken, om den Staat, voor zoo langh als 't noch was, te konnen dienft doen: cn als dan wederom buiten by de  L. Admiraal DE RUITER. 251 de vlagge te koomen. De geheelc Krygs- 1672, raadt verftondt, dat men tot dituiterfte moeft K^aea koomen: en dat het meer eere voor den Staatva" dac was dat de gemelde fcheepen met ordre wier-0lifluit' den opgezonden, dan dat het volk, by gebrek van levensmiddelen, d'Officieren hadt willen dwingen, de vlagge, buiten ordre, te verhaten, gelyk buiten twyffel anderzins zou zyn gefchicdt. Het getal der fcheepen die toen weinig daagen te vooren, by gebrek van rytuig en victualie, in de Wielingen werden opgezonden, kan men in de volgende lyfte zien. Bran- Den 13 September. < Viceadmiraal Kornelis Evei tizoon. Kapitein Abraham Bifcbop. Kommandeur Klaas Pieterszoon Wyn- b'ergen , mits bet overlydenvau zyn vilder Pieter Klaasz. Wynbergen. Kommandeur Kornelis Ezvouts. - Lkn 16 September. Kapitein klaas Vuieben. Kapitein Abraham van ZyU Den j9 September. Schoutbynacht de liaan. Kapiteinen Thomas Tobias. Jakob Binkes. 'jan Bont. - David Swerius. Volkert Staart. - Anske Fokkes. - 'Philips de Munnik. Jakob Berkhout. - - Baltbazar van de Voorde. Jan toetH Lier. Kommandeur Mattheus Mee gang. Kapitein Jan Dik. - Kommandeur Pieter Befancon. Hendrik Hendrikszoon. Scheepen Zierixzee. ^ ^ Damburgh» opgezonden. 'T'Wapen van Hoorn, De brander 'f Prinsje. De drie Helden DfiVtds, De Dotybya. Gouda. Otushoorn. ■Waerden* Uitrecbi. De Befchermcr. Qofterivyk. Amfterdam. Efeu. D''Akerboom. Kruiningcv.. De Lecv.v:sn. Popkensbnrgb. 'T Noorderquartier. Braildërs^ D^Eenboom. 'TFelzer Waptn,  a55 Het LEVEN van dei+ 1672, Branders naar der Vecre gezonden. JIuibrecht Kerneliszoim. - Dc Samfön. llayman Adriaauszoon. - Dc Roskam. Toen bleven noch op Schoonevelt by de. vlagge ontrem 32 fcheepen en 7 fregatten.., en eenige branders en advysjachten, die met de victualie die htm aireede van buiten wa§ toegekoomen, en die binnen itondt overgenoomen te zullen worden, het niet langer konden ftrekken dan tot het einde der loopendc maandt, 't geen den Heer de Ruiter met een brief aan hunne Hoog. Moog. liet wecten, verzoekende daar op tc letten, cn 'sLandts vloot'in geen grootcr ongelcgentheit te laaten vervallen. " Doch de Heeren vStaaten Generaal hadden , op zyn voorig fchryvèn, 'den vyftiendcn September al befluit genoomen op het invallen en opleggen van '"sLandts vloot, bchalven vierentwintig van dc lichtlte fcheepen, en daar onder al de fregatten die by dë vlag waaren, voorts al dc branders, die men noch in dienft zou houden, om in ''sLandts zeegaaten, tot der zeiver befcherming en verzekerthcit, ge&o.Sept. poltccrt te worden. De gemelde refolutie quam den twintigften September den L. Ad. miraal de Ruiter ter handen, die, cm den inhoudt cn't gewicht der zaaken, hier werdt; ïngevoeght, en dus luidde.  %. Admiraal DE RUITER. 053 Extraét uit het regifter der refolutien van ió/üf de Hoog. Moog. Heeren Staaten Generaal der vereenighde Nederlanden. Jov'u den 15 September 1672. Is gehoort het rapport van de Heeren Mee- Refolutie rens, ende andere haare Hoog. Moog. Gedepu-^^**^ teerden tot de zaaken van de zee, hebbende, neiaa, aan" in gevolge ende tot voldoeninge van der zeiver gaande het refpeclive refolutien commifjoriaal van den 1 3 fchéiden.» deezes, gevifiteert ende ge examineert, eerft de'MV&l[en en miffive van den L. Admiraal de Ruiter, ge-l^f^^ fchreevcn in 't fchip de zeven Provinciën , tenv[00,ei anker leggende , Ooflzuidtooft den tooren van Goereê flyf vier mylen daar af, den elfden daar te vooren , houdende refponfive op haar Hoog. Moog. brieven van den 3, 5, 6, 8 en 10 van, de zelve maandt refpective, ende dien volgens, dat hy hem naa den inhouden van dien met behoorlyk refpecl zoude reguleren, ende zich zoo draa het moogelyk was met 's Landts vloote van daar naa Schoonevelt begeeven, ende de zelve aldaar pojleren, om de vyanden te obferveren, ende voorts advertentie, dat de victualie uit de refpeclive diftriclen van Hollandt voor de vloot voor als noch niet was toegekoomen, welke haar byna in een generaale neceffiieit hadt gebraght, dat de Kapiteinen haar addrejfeerden aan hem dm raadt ende affiflentie , die hy ongetrooft moeftè heenen laaten gaan , als geen victualie hebbende , ende haar geen dimiftfie dervende gee+ v'en; Waar by noch een zwaarïgheit quam, die niet geringer was, namentlyk, dat de fcheepen uit  254 Het LEVEN van den 1672. uit Zeelandt ende den Koorderquartiere byzbrider Jlecht van rytidgh, of goede ankers endé touwen , waaren voorzien, jaa zommige daar van al f eene maal ontbloot: dat de Viceadmiraal Evertszoon, gelyk hem L. Admiraal door een Kommandeur van een brander bericht was, by defecl van de zelve, de vlagge hadde moeten vcrliaten, ende naar Zeelandt inkopen. Dat hy L. Admiraal ook genoodtzaakt zoude weezen den Kapitein Wynbergen, uit den Noorderquartiert, vermits hy maar een anker tot zoo kapitalen fchip hadde , naar Zeelandt voornoemt binnen te zenden, gelyk hy albereidts een brander naa de Maaze hadde moeten doen, ende dat hy in de idttcrfte bekonimeringe was, wegens alle de klachten die hem dienthalven zouden té voor en loomen.. als het weder fccnemaal bedaart zoude weezen; dat hy L. Admiraal derhalven gantfeh ernfiêlyk verzochte , dat haar Hoog. Moog. het fchryyéns , dat de Officieren ende Kapiteinen van daar aan de refpetlive Kollegien ter Admiraaliteit, wegens haare defecten , fuccefhelyk waaren doende, krachtelyk gelieven te feconderen, op dat de zelve defecten ten fpoedighflen zouden moogen werden ge» fupplcert , te meer, dewyle het fatzoen des gaars het zelve was ver elf diende, ende dat het ook op Schoonevelt bezwaar der voor ankers ende touwen , als daar de vloot doen ge ankert lagh, dd te tyden; Noch de miffive van''tKollegie ter Admiraaliteit tot Amflerdam , gefchreeven aldaar den is van de zelve maandt, houdende refponfive op haar Hoog. Moog. brieyen ende refolutien van den 10 daar te vooren, en-  L, Admiraal DE RUITER. 255 ende dien volgen., , dat haar E. niet hadden 16/2, konnen nalaten haar Hoog. Moog. daar op dicnjiehk te gemoet te voeren, dat zy genoegh&aam naar zeemanfchap onmoogelyk fielden dat de vloate van den Staat , maar gevi&ualieert zynde tot de i laatjlen deezer hopende maandt, gelyk als de zelve was, zonde konnen zee houden tot den uitflagh van de refolutien, by haat Hoog. Moog. te nemen op de aan te flellen befoignes met de Heeren Gecommitteerden uit de refpective Kollegien ter Admiraaliteit op den 20 deezer, maar dat de zelve vloote genootzaakt zoude zyn, by faute van victualie, confufelyk te fe- ar er en, ende dat daar door zoude koomen te 1 ervallen d'intentie van haar Hoog. Moog. ook de voorfchreeve vloote gebraght buiten alle poftuir om wederom by den anderen gecolligeert te konnen werden, immers in eenigen jïant om dienfl te konnen doen, ende dat, om de voorfchreeve ongelegentheden te prevenieren, geen nader expediënt aan de handt zoude zyn, dan aan den L. Admiraal de Ruiter te ordonneren , om alle de fcheepen, zoo moogelyk , uit Zeelandt te doen provideren tot half Otlober naaftkoomende, alzoo de tydt niet en zoude lyden om de voorfchreeve vivres uit de refpective dijlritlen van de Kollegien ter Admiraaliteit derwaarts te zenden , dewyle doch de voorfchreeve victualie genoeghzaam gerequireert zoude werden om de groote fcheepen tot aan de voornoemde fladt Amfterdam te doen opkoomen, al was het fckoen dat in de aanjïaande week by haar Hoog. Moog. wierde gerefolveert om de zelve te doen binnen vallen, gelyk dondervin- din*  Het LEVEN van bfcü jtti-^fel dinge van voorgaande jaar en haar zulks gelcert hadde. Ende laatftelyk, de miffive van 'f Kollegie ter Admiraaliteit in Zeelandt, gefchreeven tot Middelbargh, den negenden van dezelve maandt, houdende refponfiye op haar Hoog. Moog. miffive ende refolutie in dato den daar te vooren, raakende het revictualieren van de fcheepen f Haar der directie flaande onder 's Landts vloote, ende het weder uitzenden van de fcheepen Oranje ende Middelburgh. Waar op gedelibereert, ook door de gemelde Heeren haar Hoog. Moog. Gedeputeerden gehoort ende ingenoomen weezende de hoogïnvyze confiderutien ende V advys van den Heere Prinffe van Oranje , is goedige vonden endj verftaan , dat den voornoemden L, Admiraal de Ruiter zal werden gerefcribeert, dat hy uit 'ƒ Landts vloote voornoemt zal difpicieren vierentwintigh zoo fcheepen als fregatten van oorlogh, te weeten, eerft de fregatten, ende voorts de lichtfte fchec* pen van oorlogh, om by provifie, ende tot nader order van haar Hoog. Moog. als noch te blyven continueren aan den Lande den gerequireerden dienft te prefieeren. Dat wyders hy L, Admiraal de Ruiter acht van de voornoemde fcheepen ende fregatten zal verzenden naar de lüttcrfie zeegaaten van de Provincie van Zee-, landt, te we eten, de Wielingen, ende'tVeer^ fche gat refuective, acht naa dc uitterfte zeegaaien van Goereê en de Maaze refpciïive, ende acht in de uitterflc zeegaa'.en van hetTexel, ende dat hy L. Adrriraal de Ruiter de verdere J<;heepen van V Landts vloote voornoemt zal opzenden in de dijiriclen van de Kollegien t.rAd- mi~  L. Admiraal DÉ RUITER* 25/ 'mlraallteit daar onder die Zyn gehoor ende, oni tGvfa èy de zelvé voorts afgedankt ende opgeleit té * werden. Dat wyders hy L. Admiraal de Ruiter alle de branders, by 's Landts Vloóte voor* r.oemt gevonden werdende, zal verd'eelen in drié gelyke deelen, ende de zélve branders in ge* lyk getal zenden naar ieder der voorfchreeve drie refpective diflriiltn, Zeelandt, Goereê en Texel, ende dat de gemelde Kollegien ter Ad* miraaliteit zal werden aangefchreeven , dat zy± luiden alle de branders, lot haar lafie flaandei 'V'óor zoo veel die door florm, onweer of andere rampen, by de vloote niet gevonden, maar in eenige ztegaaten of havens geloopen zullen ïveezen , ten fpoedighflen wederom te laaten repareren, ende naa de voornoemde refpective difiriclen doen verzeilen. Dat wyders van 'C gunt voorfchreeven is kenniffe zal werden ge* geeven aan de refpective Kollegien ter Atimiraa^ liteit: ende dat de gemelte Kollegien ter Admiraaliteit , in Zeelandt , op de Maaze , tot Amfterdam en V Noorderquartier refiderende * tioch mede zal werden aangefchreeven, dat de zelve, te weeten, het voornoemde Kollegie ter Admiraaliteit in Zeelandt, voor zoo veel Zeelandt aangaat, het Kollegie ter Admiraaliteit bp de Maaze, voor zoo veel Goereê ende ds Maaze belanght, ende het Kollegie ter Admiraaliteit tot Amfterdam ende den Noorderquar* tiere , voor zoo veel het Texel betreft , dé Voorfchreeve fcheepen van oorloge , fregatten ende branders , willen pofleren op zoodanige plaatzcn, daar de zelve zullen oordeelen dat de voorfchreeve fcheepen van oorloge, fregat* ï\i Deel. ' R teri  Het LEVEN van den 4Ö72. ten cn branders, den Lande den meejïen dienft zullen konnen doen, zoo om alle vyandtlyke invajien in de zeegaten , als alle dejjelnen van landinge der voorfchreeve vyanden in ende ontrent de voorfchreeve zeegaten, of eenige plaatzen daar ontrent gelegen, te konnen af weer en ende beletten, midts daar van felkens kennijfe ende advertentie gevende aan haar Hoog. Moog. ende den Heere Prince van Oranje, als Admiraal Generaal. Dat voorts den hooghgemelten Heere Prinffe van Oranje zal werden verzocht , gelyk zyn Hoogheit verzocht werdt by deezen, de voornoemde fcheepen ende fregatten van bequame Hoofden, ende andere Officieren , te voorzien; Ende nademaal haar Hoog. Moog. van alle kanten werden geadverieert , dat de vyanden van den Staat van voorneemen zouden zyn een landinge, of defcente, op de kujlen deezer Landen te tenteren , dat derhalven daar van kennifjé zal werden gegeeven aan de Heeren Staaten van de Provinciën van Hollandt, Zeelandt, Vrieflandt, ende Stadt en Lande, met verzoek, dat de zelve ontrent de refpeclive plaatzen van de hooghgemelde Provinciën, naafl aan de zee gelegen, zoodanige voorzieninge willen doen, dat die van 'f gunt voorfchreeven isgewaarfchoinvt ,vermaandt ende gslafl moogen werden, wel op haar hoede te weezen, om de zelve vyandtlyke deffeinen, onder Godes genadigen zeegen, te konnen tegen gaan, weeren ende repoufj'eren : ende dat van weegen haar Hoog. Moog. gelyke advertentie zal werden gegeeven aan den Gouverneur, of Officier, kommanderende binnen de fladt  L. Admiraal DE RUITER. 259 fladt Sluis, om mede op zyn hoede, ende be- iSpi. quaam te weezen tot het afweeren van alle vyandtlyke aggreffïen ende infulten : ende dat noch mede de Heeren Staaten van de hooghgemelde Provinciën zullen werden verzocht, de gemelde Kollegien ter Admiraaliteit te doen voorzien van de penningen, de welke gereqirircert werden tot betaalinge van de foldyen van het bootsvolk, op de voorfchreeve fcheepen gedient hebbende, op dat, by ontftenteniffe van dien, geen disordre , commotie ofte onluflen moogen koomen te entflaan, tot irreparable frejuditie ende or.dienfl van den Lande. Dat voorts de voornoemde Heeren Meerens, ende andere haar Hoog. Moog. Gedeputeerden tot de zaaken van de zee, zullen werden verzocht, gelyk de zelve werden verzocht by deezen, 'met de Heeren Gecommitteerden alt de refpeclive Kollegien ter Admiraaliteit , alhier verwacht werdende , te ■overleggen ende everweegen, of eenige ende hoe'damgh verder employ aan de voorfchreeve fcheepen van oorlogh ende fregatten zoude konnen of behooren te werden gegeeven, ende daar van alhier ter vergaderinge rapport te doen ; Ende dat de gemelde Kollegien ter Admiraaliteit zal werden aangefchreeven , de voornoemde Gecommitteerden , alhier venvacht werdende, daar op zoo veel te inftrueren ende informeren als naar gelegentheit van zaaken zal konnen gefchieden. F L. CANT. Vt. Accordeert met het voorfchreeve regifïer. H. FAGEL R s • De  s6o Het LEVEN van dén + 672. Dé L. Admiraal de Ruiter maakte ten zei* De zaaken ven daage zynen Krygsraadt de gemelde re* van den Vi- fblutie bekent , en liet ze 's andcrendaaghs ceadmiraal aan Zyn boordt vergaderen, om de zaak der deSóuï.befchuldiSnde Zeeofficieren af te doen. De bynachc Heer de Ruiter oordeelde dat 'er in 't betichVlug,ende ten groote partyfchap was gepleeght. Het Kapiteinen VOnnis, tevooren, tot voordeel van den Vi* Binkes.van ceadmir„al Scriram , cn den Schoutbynacht enTou-™ vluS » gewëezen , boven gemeldt, tot dus wer^ wor-lang opgehouden, werdt nu uitgefprooken. den afge- De gantfche Krygsraadt oordeelde , dat ze daan.enzy ten onrechte warren aangeklaaght: insgelyks onfchul- de Kapiteinen Binkes , van Kruiningen, en film' Brouwer. Zy werden alle erkent voor ecr2iSept. lyke en goede foldaaten en zeeluiden, endaar op ontfchuldigh en vry verklaart: ontzcggcnOrdrege-de den Advocaat Fiskaal zynen eifch. De fteltop't Heer de Ruiter hadt nu ordre geltelt op het fcheiden fcneidcn van 'sLandts vloote. Tot dien einvfoot0 de beval hy-, niet een brief, den SchoutbyaoSept. nacht de Haan, met de fcheepen van AmlterD'Amftér- dam en 't Noorderquarticr, die in de Wielindamfcheengen waaren ingevallen, terltondt, zondereen Noordt- oogenblik vruchteloos te laaten voorby gaan, tl0'1 r ' wederom uit te koomen: al was het maar met Pruu de zoo veel victualie dat zy het Texel daar mede wielingen konden bereiken, 't welk met de Zuidtwelteopontboo-lyke winden, die toen woeijen , zeer fpoeden> digh zou konnen gefchieden. Voorts heeft hy geordonncert wat fcheepen, fregattenen branders, naar 't Texel en andere zeegaaten zouden zeilen , om daar gepolteert te worden, gelyk te zien is uit de volgende lyfce. la  L. Admiraal DE PvUITER. A6ï In 't Texel. fymmandeurPietervanMiAdelajiit David Swerius. * Philips dc Munnik. Jiareut Hals. Roemer Hak. - - Jan Muis. ' - - . Pieter Olfertszoon Bakker. - Hendrik Hendrikszoon. Jan Janszoon Bout. - , Pieter van Grootveldt. if'hrnndt Barents. Dirk Gerritszoon Kam. • Arent Gerritszoon Ruiqbavcr, Adries Randeh Gubraudt Smart. Dirk Klaaszoon van Amfterdam. : Dc Maas. Kommandeur Frans van Nydek, Pieter Dekker. Muifes Wichmans. Mattheus Megang. Karei de Bruin. Jan van Kampen. Jan Giïliszoon. Pieter Hendrikszoon Pop. Goereê. Kommandeur Philip van Almonde. "Francais van Aarjfen. Hendrik Span. Robhert Ray, Lens Harmanszoon. Jakob Martenszoon de Haas. Pieter Befancon. Jan Dirkszocn van Kuvenbcven. Symen Jakobszoon Jong. Ter Veere. Kommandeur Pafcbier de Witte. Barent Martenszoon. Klaas Valehen. Jan Pieterszoon Vinkelbofcb. ^ Scheepen en fregatten. De Gideon. De Befcbermer. Ellen. Afperen. De Pofiiijon. Zierikzee. Mtrcurius, Branders, Pelzen. De Draak. De Salmander. De Leydtffar. T Melkfchnitje. De Vreede. St. Salvador. T Kafteel van Loon, St. Jakob en Anna. Schiedam. Bommel. Harderivyk. Popkensburg. Branders. De Berg jEtna. De Sayer. T Wapen van Emmerik. De vergulde Poft. Wajfenaar. Vitrccbt. De Burg van Leiden. De vuaakende Kraan. Branders. De Blakmoor. D'Eendragbt. De Salm. De Hoope. De Salm. 60. *6r- 5o acneepen, 50. fregatten ' 30. en bran24-ders, tot bezetting , ' en befcher-. ming van. 't TexeJ. 20. Scheepen f?- tot befcher'f' ming van J de Maas. <5o. Van Goe* 3£ reê. 4;. Pieter Syvlrtszoon Bokkes. Jan Andrièszoon. Tsbraudt Ulbertszoon. , ' Jakob Schenk. ■ I De 'Wielingen. S,%mmaud/:ur4driaanvaiiKruiningen. Veert Schakerloo. De Vifcbers Harder. De drie Helden Davids. De Windtbondt. Branders, Helina Leonora,. De witte Mol. De Welkomft. De Pampicrmoolen* Van*& Veerfcns»: 30.' S«o 5.0. K.'l-'  i$% Het LEVEN van ren Svaanenbrirg. Sï^ Ter Goes. 34% Brander*, Sirite Anna. De Rosbam. St.Jan. De Samfcn. Hy beval den Kapitein" Pieter van Middelandt, als hy, onder 't beleidt van den Viceadmiraal Sweers, in Texel zou zyn gekoomen, dan dc wimpel van de groote llcngc te laaten waaijen, en het gebiedt over de fcheepen en branders, die men daar zou poftceren , t'aanvaardcn. Den zeiven laft gaf hy ook aan den Kapitein van Nydek, in dc Maaze, den Kapitein Almonde, in Goereê, den Kapitein Palfchicr de Witte, in 't Vccrfche gat, en den Kapitein van Kruiningen, inde "Wielingen: doch alles by maniere van voorjaadt, tot dat zyn Hoogheit den Prinffe van Oranje daar toe andre Officieren volle macht 2ou gelieven te geven. Den eenentwiiuighflen der maandt woey 't zoo hardt dat men geen ankers kon winden: maar den volgenden dagh raakte de vlöot ónder zeil, en men zagh den Schoutbynacht de Haan, met d'Amfterdamfchc en Noordthollandtfche fcheepen, te vooren in de Wielingen ingevallen, weer uithoornen, zich voegende by dc vlag van den Viceadmiraal Sweers, ftellcnde hunne koers De vloot naar Texel. Dc Zeeuwfche fcheepen, onder worchvaii den L. Admiraal Bankert, liepen dc Wieiineeu gs- gen in. De L. Admiraal de Ruiter quam met febeirien. ^ Maasfchccpen den zeiven dagh binnen mSepi. Gocrc£ ^ en tCgcns den avondt voor Hellevoet- '1672. Van de Wielingen. Kornelis Evertszoon. Salomon le Sage. Karei van der Putten. ' Pieter Hermans, ffayman Adriaanszoon. • • üeujamin Stevens, liv.ijrecbt Korncliszoon.  L. Admiraal DE RUITER. «63 voetfluis ten anker: Godt dankende voor zyn 1672. genade, en vaderlyke voorzorge, voor'sLandts DeRuiter vloot gedraagen, in al dat zwaar en florm-komt krachtig weder, dat men hadt uitgcflaan: ookne? Goe" beval hy zyn Predikanten Godt daar over tCy^uei. danken, en 't volk met predikatiën daar toeievoetfiuis, op te wekken. De fcheepen die t'Amfter- atSept. dam, inNoordthollandt en in Vrieflandct'huis En dankc hoorden, raakten den drieëntwintighften bin- f°^J°ot nen Texel. Daarna werden de fcheepen enrZjnge>ewaa" branders, boven gemeldt, in de zeegaatenop z^Sept, de wacht geleidt, om alle vyandtlyke aanvallen af te weeren. Den Heer de Ruiter quam zoo haalt niet aan landt, of hem werdt van zeker aanzienlyk perfoon gevraaght,/^//?r. zyn verftandt en voorzichtigheit was geweeft, toen hy zulk een brief, tol verfchooning van den Ruwaart van Runen , uit de vloot hadt gefchreeven? Hy merkte genoegh waar men heenen wou , en gaf dit rullig antwoordt: Indien V hier in V vader landt zoo gelegen is dat men de waarheit niet magh fpreeken, zoo is V 'er ellendigh geftelt. Nochtans zal ik die fpreeken zoo lang als myn oogen open ftaan. Zyn trouw en oprechtigheit liet zich door uSefiA geen verandering der tyden kreuken. Den volgenden dagh tot Rotterdam koomende, vondt hy by de Heeren ter Admiraalitcitnoch geen ordre om de fcheepen te. doen havenen. Hy vertrok dan naar den Haage, en deedtden zesentwintighften verflagh van zyn verrichting 26Septaan hunne Hoog. Moog., die hem heulfchelyk bejegenden , cn voor zyne dienflen bedankten, gelyk men zien kan uit het volgende affchrjft. & 4 £.r  SÖ4 ^ET LEVEN van den f(Jfi, Extract uit het rcgiftcr der refolutien vx% de Hoog. Moog Heeren Staaten Generaal der vereenighde Nederlanden. Maandagh den 26 September 1672. Doetr?p- Be L. Admiraal de Ruiter, in de ver gade* port aan rhige verfcheenen, cn op een ordinaris ftoclge.r kinne zeeten, ook gedekt zynde, heeft aan haar Hoog. Moor. Moog. kort rapport gedaan van zyne laatfte ' ' - gedaane expeditie mei de geheele Landts vloor te, waar op gedelibereert zynde, heeft deHeev Tsbrant vdnVierffen, ter yergaderinge preftderende, den gemelden L. Admiraal uit den naame en van weegen haar Hoog. Moog. beEn wordt dankt, en verklaart, dat hooghgemelde haar pedplct, Hoog. Moog. met zonderlinge aangenaamheii en groot contentement opgenoomen hebben zyne goede devoiren, notable dienflen , mannelyke couragie en dapperheit, mitsgaders lofelyke conduite en direèie, nu laatftelyk wederom betoont in den zeeflagh tuffchen 's Landts vloote en die van de twee maghtige Koningen van Vrankryk en Engelandt, den 7 Juny lef leden voorgevallen, ende heeft wyders uit den naame als vooren den gemelden L. Admiraal de Riftr ter gerecommandeert, met gelykenyver ,kloehraoedigheit en couragie , in alle voorvallende qccaflen daar inne voorts te willen continueren^ YSBPv. van VIERSSEN. Vt, Aceerdeert met het voorfchreeve regiftcr. ÏL FAGE L, lieiv\  L. Admiraal DE RUITER. $65 Hem werdt voort belaft, ook naar zyn ifyaj Hoogheit den Heere Prinffe van Oranje te trekken, en daar insgelyks. verflagh te doen. Doch met zyn huisvrouw, jonghfte dochter, en Secretaris, te Swadenburgerdam,ofSwammerdam, gekoomen, was zyn Hoogheit vertrokken. De Ruiter vondt daarna den Voril: Komtby aan den Uithoorn, verhaalde zyn verrichting, zyn Hoog» werdt met Vorftelyke heusheit, en betoogh heit> van hooghachting, bejegent. Hy verkreegh llff*' verlof om zich naar Amfterdam te begeeven, ' daar hy ten zeiven daage aanquam, en 's anderendaaghs ter vergadering der Heeren RaaT den ter Admiraaliteit insgelyks verflagh deedt van 't geen in zyn zeetoght was verricht en voorgevallen. Den derden Odtobcr vertrok 3 oneiK hy, om bezondrc zaaken, weer naar Bodegrave, en een half uur met zyn Hoogheit gefprooken hebbende, werdt hy's avondts teq negen uuren weer by hem ontbooden, die tyding van den eerden deezer uit Engelandt hadt bekoomen, meldende', dat d'Engelfche vloot, JXdïnf1dal fterk dricën-zeltigh zeilen, op dien dagh weer vloot uit de riviere van Londen in zee was gezcilt, weêr i'n Hier over met zyn Hoogheit en den HeerBe- zee was. verning wel een uur lang beraadtflaaght hebbende, werdt hem belaft , zich zonder uitftel naar Rotterdam, en van daar naar Hellevoet- DeRoftw lluis te begeeven, om in 'sLandts fcheepen, wordt naaf daar leggende , goede ordre'te Hellen, cn He.lletfoet"f zich tegens alle vyandtlyke invallen vaardigfluis,ge" te houden, en die af te koeren. Hier op ver- T0l"k trok hy den zclven nacht. Maar 's anderendaaghs , tcrwyl hy op reis was , zagh men \ ayondts ontrent ten negen uuren od den R 5 ' Brief  £(56 Met LEVEN van den 'lèyo.. Brielfchen tooren en al d'anderen daar on~ Valiche tfërit, vieren: waar door te Ilellcvoetfluis, alarm. cn jn de fcheepen daar ontrent alles in allarm raakte, cn ieder meende dat de vyanden zochten te landen, 't welk alleen uit het zeggen der Viflchers , en anderen , op kondtfchap Uitgezonden, ontilondt: want eenige fcheepen gezien hebbende , zonder die recht te kennen , riepen ze dat de vyandt met in de tzeftig fcheepen-voor de wal was. Dan niemant vernecmende, raakte alles weêr inftilte. $oaob. Doch den volgenden morgen ontrent ten negen uuren deeden de fcheepen, die in 't gat van Goereê op de wacht laagen, het bcraam- Twoede dc fein , als of de vyanden aanquaamen. Daar ?larui. op bereide zich ieder een, in 't Fort en op de fcheepen, met yver tot tegenweer. Men deedt de vrouwen en kinderen., die by meenighte op dc fcheepen waaren,, om hunne mannen en vaders te bezoeken, om laagh gaan, want'er was geen tydt om ze aan landt te zetten: cn maakte 't gefchut en alles flaghvaardig. Zommige vrouwen baaden dat men ze niet om laagh zou zenden, zeggende, dat ze wilden helpen: 't geen ze ook naar vermoogen deeden. Midlerwyl begolt het zeer te milten: zoo dat de fcheepen die ontrent Hcllevoetiluis laagen de brandtwacht voor Goereê niet meer konden zien : cn daar op begolt men llerk te hooren fchieten: 't welk een'iegelyk deedtgelooven, dat de vyanden met de brandtwacht al in gevecht waaren, dat men zc wel haalt voor de boeg zou hebben. Maar de milt ondertusfchen wat opklaarende, zagh men dat d'inkooniende fcheepen Staatcnviaggen lieten waai- jen;  L. Admiraal DE RUITER. Mf jen : h welk 't Necrlandtfch fcheepsvolk 167avreeradt voor quam. Maar de Kapitein zich aan 'geen vlaggen vergapende , liet op hun vuur geeven. Waar op zy ftraks hun ankers lieten vallen, en aan zyn boordt quaamen. 'T waaren, bevondt men toen, twee Zeeuwfche Twee kapers, die met zeven pryzen binnen qUaa-Zeeuwfc:i° men. De buitenwacht hadt hen eerft voorUapors net vyandt aangezien, en daar op het fein gedaan, "^"die^ dat zoo veel omziens baarde: en 't fchieten men'voor dat men in de mift hoorde, waaren niet anders vyanden dan eer- en vreuchtfehooten. De L. Admiraalaan zash» de Ruiter was den zeiven dagh, over nacht cnu?omea di • 1 , .07 binnen agn reizende, s morgens ontrent ten tien Goereê. uuren, van Rotterdam, met den L. Admiraal DeRuiter van Nes, voor den Briel gekoomen. Hy voer komt voor ten eerften met het jacht,"nevens van Nes, om denB.riel« de fregatten en branders, die voor in de Maas ^de' gepofteert laagen , tc bezichtigen , en ver-buitenmaande de Kapiteinen en Kommandeurs tot wacht, het betrachten van hunnen plicht. Toen liep Steekt in hy met het jacht verder in zee, om dc zelve zee« t'ontdckken: met meening om buiten om naar Hellevoet te zeilen. Maar ontrent twee mylen ziet negen in zee geraakt, zagh hy negen raazeilen, (ditzeilen, waaren de twee kapers, ftraks gemelt, met hun zeven pryzen, die toen noch buiten waaren) die hun koers naar en binnen Goereê Helden , en ontmoette een' Maasvlficher, hem En hoort toeroepende, dat hy noch een andre vloot van meer fcheepen, ontrent vyfenveertig in gctaale,fcheepen. daar ontrent in zee hadt gezien, en daar onder Admiraal, Viceadmiraal, en Schoutbynachts vlaggen. Op dit bericht, en om zich K«ert te metrcukeloos te waagen, keerde hy metdea?^ "a" ' J , deu Briel zei-  a68 . Het LEVEN van den .167c. zclven Viffcber weer naar binnen: te meer,' ^aar'tmies dewyl 't zeer mlftigh werdt, cn ftyf begoflte ju alarm is. waai jen. Ontrent ten twee uuren in den Briel koomende, vondt hy 't alles in alarm, en men riep dat d'Engelfchen met hunne vloot binnen "Begeeft Goereê en Hellevoet waaren ingevallen. Hier 7kh naar Gp nam hy ftraks zyn affcheidt van zyn huisJHeilevoct- vrouw die in den Briel was, en begaf zich fiuis: maar • 1 , ,>t ,, 0 vindt daar in "er P> met van ^es vergezellchapt, over in plaats 'landt naar Hellevoetftuis. Daar koomende, vanvyandt, vondt hy al de bekommering verandert in de twee blydtfchap, door d'aankomfte der twee kapers met hun zeven pryzen. 'T waaren twee frepers met Sacren: de Kapiteinen Pieter Leendertszoon hum'ezc- en Gillis Kaazcn, beide van Middelburgh: 't venpry- eene voerde 26 ftukken en 130 man, 't ander zsn. 16 ftukken en 90 man. De pryzen waaren vyf Barbadosvaarders, en een van 't eilandt Nivcs, alle gelaaden met fuiker en tabak , en een Lisbonsvaarder, koomende uit Engelandt, gelaaden met boter en andere waaren. De Kapiteinen verklaarden, dat ze die pryzen tusfchen den 29 en 30 Auguftus, in 't gezicht van de Sorrels, hadden verovert, en daar mede achterom herwaarts waaren gekoomen: zon-; der tulTchen-beiden eenigen vyandt te hebben gezien; maar dat ze tuffchen den vier- en vyf-. entwintighften van September by een gros fcheepen waaren geweeft, dat daaghs tevooren uit de Elve of van Hamburgh was gekoomen, hebbende de wil naar Engelandt,Vrankryk en Spanje. Dit meende de Ruiter dat de vloot was, die de Maasviffcher zeide gifteren gezien tc hebben. Daarna werdt, ten aanzien yan't bericht dat zyn Hoogheit uit Engelandt*  L\ Admiraal DE RUITER. üSp Aangaande 't uitloopen der Engelfche vlo-df, 1673. hadt ontfangen, op alles goede ordre geitelt: zoo wel op 't landt als in de fcheepen. Doch De Ruiden L. Admiraal de Ruiter vertoonde aan detars fc,ryHeeren Staaten, en'aan zyn Hoogheit, door*,™ aan da een brief* dat binnen Hellevoetfluis maar vier kompagnien foldaaten in bezetting laa-èn aanzytt •gen: verzoekende meer volk, en eenige am-Hoogheit* monitie van oorlogh. Behalven de fcheepen en branders, voor gaats van Goereê gcpofleert, laagen voor Hellevoetfluis noch zes van de grootfle Maas fcheepen : de zeven Provinciën, d'Ecndraght, de Maaght van Dordrecht, en de Ridderfchap van Hollandt, en noch twee andre fcheepen : doch ze waaren, door verloop van 't volk, niet naar beboeren gemant, en de Ruiter deed alle vlvt om weêr volk aan boordt te krvgen. Maar by naader beraadtflaaging met eenige Heeren R.aaden ter Admiraaliteit op de Maaze, toen zich tc Hellevoetfluis bevindende, werdtaangemerkten overwoogen, dat, in gevalle de vyandtlyke maghten quaamen in te breeken» de fcheepen die op llroom cn voor gaats laagen, zynde maar tien in getal, behalven vier branders, daar tegen, als niet genoegh bemant, niet zouden konnen beftaan, maar gevaar loopen van genoomen of verbrandt te worden. Dies verftondt men, om daar inne in tydts te voorzien, datmentenminftendezes zwaare fcheepen voor af binnen de haven van VoorfJagh Hellevoetfluis moeft doen korten, cn 't volkvan de zeS daar van gebruiken tot befcherming van de^^Ü Wellen, en 't eilandt van Voorn, daar 'tS de bevonden zou moogen worden noodigh te haven van zyn.  hfo ■ Het LEVEN van den 1672. zyn. Dees voorflagh werdt door den L. AdHellevoet- miraal de Ruiter, door twee brieven, d'ccnc fluis te aan hunne Hoog. Moog. en d'ander aan zyn doen kor- Hoogheit, bekent gemaakt, met verzoek, volk daar dat inen, zulks goedtvindende, hem daar van op't toe maght zou geeven. Daar byvoegende, landt te ge- dat by ontftentenis van dien alles in ftaat zou bruiken- blyven. Hier op antwoordt verwachtende* 6 nï0^' heeft hy midlerwyl alles tot tegenweer vervaardight, zoo veel hem naar tydts gelegcnt- DeRui- heit moogclvk was. Hy zondt eenigh bootster iteit er- yolk aaïl im'd^ jn de fonrefle van Hellevoet- Goaeó.en fluis> om bY '* gefchut gebruikt tc worden, en liet de zes zwaare fcheepen zich tot tusfeben de Quak en Goereê vervoegen, de zelve op bequaame plaatzen poftereude, om de En be- vyandtlyke aanllaagen tegen te ftaan: voorts raamt fei- ook eenige feinen beraamende, om van nen tot 'sLandts fcheepen gedaan te worden, als zy waatfehou- eenjge vyandtlyke 'maghten op het Goereêwing. fche gat zouden zien naderen: totwaarfchouwingc van d'anderc fcheepen, en alle omleggende goede ingezetenen; op dat elk op zyn hoede zou zyn, en alle middelen van weder-* ftandt bybrengen. Hier leggende verftondt hy uit eenige luiden van Brouwershaven, dat daar een Viffcher, vaarende met een vrye Vlaamfche pas, uit der zee was ingekoomen, Tyciinganverhaalende, dat hy den tweeden van ,Oftouit 'er zee. ber benoorden jarmuiden by een esquadre van Vand'En-o i ^„q^q fregatten was geweeft, over't onder6" welk de Heer Eduard Spragh, voerende de Spragh. blaauwe vlag van boven, Admiraal was. Dat hy aan zyn boordt was geweeft, en dat d'Engelfchen, naa zyn affcheidt, hun koers ora ö J den  L. Admiraal DE RUITER. ifi den Noordtooften fielden. Daarna verftondt 1672; hy uit een Engelfche prys, die den achtften binnen Goereê in quam, dat een kaper van. Vliffingen den derden van de maandt de Fran- an(!e fche Konings vloot, fterk 36 of 37 febeé-Franfcha pen, groot en klein, in 't Kanaal hadt ge-vloot, moet, die, met een Weftelyken windt om de Welt laveerende, naar Vrankryk keerden. Maar den negenden 's morgens vroeg ontfing hy twee brieven, d'eene van de Èurgermeefteren en Vroedtfchappen der fladt Briele, en d'andre van den Kommandeur Kornelis Jakobszoon van der Hoeven, voerende het advysjacht de Faam, gemonteert met twaalf ftukken, en afgezonden om kondtfchap van de vyanden: meldende, dathy, van der Hoe- Nader Beven, tulTchen den zeilen cn zevenden 's nachtslot vao dwers van Duinkerken onder d'Engelfche sPraSQ« vloot was vervallen, en dat die hem langs de Vlaamfche kuft naajaaghde tot voor Schoonevelt cn de Wielingen, in 't gezicht van 't landt van Walcheren: en dat ze hem eerft den zevenden 's avondts verliet, en weer zeewaart in ftak. Van dit alles verwittighde hy hunne Hoog. Moog. en zyn Hoogheit. Maar zyn De Rmbncven waaren naauwlyks een uure wegh ge-Kr ontweeft, of hy ontfing nader laft van zyn Hooo"-^an'n heit, den achtften, en daarna van de Heerenea m/êt Staaten, den zevenden geteekent: beide hcm^Sf' maght geevende, dathy, volgens den voor-Maaslcheeflagh, boven gemeldt, de zeszwaarftefchee-P2n °P » pen binnen de haven van Hellevoetfluis zoulegsendoen korten en opleggen. Zyn Hoogheit ichreef, dat hy zich naar dien voorflagh wel kon voegen: te meer, dewyl hy nu in V zeeker be-  èfa Het LËVEN van tifeS 1672. bericht was, Azf van d* Engelfche vloote Mcï boven vierentwintig van de licht ft e fregatten tegenwoordig zee hielden, om te krui ft en op deezer zyde Komtniftievaarders: zoo dat hy het deffein van de landing der vyanden zonderling 'Twëlk met meer fcheen te duchten. Volgens dees in 't werk ordre quamen de gemelde zes fcheepen noch werdt ge- den ticnden binnen de voornoemde haven, daar ze werden opgeleit. De Kapitein Almonde werdt met de vier fcheepen cn vier branders , die t'zynen gebiede ftonden, weêr op nieuw voor de zcegaaten, cn recht voor de haven van Goereê gepofteert, tot naadcr ordre, zonder dat men eenigen vyandt Vernam. Ook hadt men daar domme meerder getal van krygsvolk, ert eenige ruitery gebraght; Dé Rut- Den elfden vertrok de L. Admiraal de Ruiter ter reift naar den Briel en Rotterdam * daar hy ter Adnaar Rot- m]'raaliteit verflagh deed van zyn verrichting, lerda"V daarna in den Haagc aan den Heere RaadtpenDen Hage.fionaris Fagel, cn eindelyk teBodegrave aan iAOaob. zyn Hoogheit, die hem toeliet naar AmfterBodegrave.dam te vertrekken, cn zich in zyn huis, tot i$Ocïob. nadcr aanfebryven, t'onthouden. Derwaarts reizende, werdt hy aan den Uithoorén door Prins Maurits van NafTau, en eenige andere hooge Bevel-hebberen ontmoet, en met veel minnelykheit begroet 4 cn quam ten zeiven Kbit)t daage t'Amflerdam, daar hy eenigen tydt van t'Amtkr- alle zyne gelcedene ongemakken uitrufcte. ëam. Zich hier onthoudende, en zoo veel gevaari6Qctob. jykjjfedsn van vyanden en ftormen hebbende uitgellaan, dacht hy nu inveilighcit te zyn^ maar vondt zich haaft bedf oogen: en 't fcheelde weinig of hy waar door de haat en handt van  L. Admiraal DE RUITER. 273 van een vyandtlyk booswicht omgekoomen. 1672. Men pooghde hem onlangs hetvuil van landt- Toeleg!» verraadt aan tewryven, en zyn goederen te °P deRuIplonderen: maar nu was het op zyn leven ge-ter" munt. Op zekeren morgen, de dagh werdt niet aangeteekent, quam een onbekent man t'zyncn huize aankloppen, cn in 't voorhuis indringende, hebbende een bol broodts met een groot mes in dc handt, roepende wel 011befchofteiyk, Waar is Mkhiel de Ruiter? Men vraaghde, op geen quaat denkende, wat hy begeerde? en hy riep weêr, dat hy Michiel de Ruiter wou fpreeken. De Heer de Ruiter, op een opkaamer, ter zyde van 't voorhuis, dit geroep hoorendc, quambenecden, om t'onderftaan wat men hem zeggen wilde. Maar d'ander, hem ziende, en met Iemant het bloot mes, zonder een woordt te fpree- ™ heffl ken in arrenmoede naar hem toe trcedende, „ies te zoude naar alle waarfchynlykheit hem door-doorfreeftooken hebben: ten waare dat een van zyn kendienaaren, toen juift daar ontrent gekoomen, 'T welk ' en 't boos opzet merkende, hem in der haalt "oc5,bdeE geen kleene ladder, die daar ftondt, op 't Jyt, ot d'armen, hadt geworpen, en den fteek verzet: den boosdoender voort ten huize uit dryvende: die daar op ftraks wegh vluchtte, zonder dat het iemant van 't gezin, door d'algcmeene verbaaftheit, in den zin quam hem vaft te houden, of naa te loopen: ten einde dat men, hem in handen krygende, moght naavorfchen, wat hem tot zulk een boos ftuk hadt bewoogen. Dit werdt te laat1 bedacht, en de dienaars van den Geweldige, fen andere gerechtsdienaars, deeden hun uit' IV. Deel. S ter.  yft Het LEVEN van den i6>. terfte beft om hem in kroegen, pfkuffen, op te zoeken cn arm tc treffen. Maar vergeeis. Bedenken Hier over viel veclerley bedenken. Men kon over dat niet bevroeden wat haat, of nydt, 01 eige, fnoodt bc-of cen anders booshek, of vyandt van buiten llaan' of van binnen, dien heiloozen rnenfch tot zulk cen fnodden daadt hadt aangedreeven. Ook wilt men niet of het ftuk, by eenen onderleit, niet door een ander, ot door vcclen, zou hervat worden. Want men beleefde nu booze tyden, vruchtbaar van fnoode ftukken, in welke d'onfchuldighften dikwils d'onrelukkighftcn wierden, en de beften t boofte loon ontfingen. Maar de bekommering hadt hier geen quaadt gevolgh, en de Heer de Ruiter, met een goedt gewcetcn gefterkt, was in Godts vaderlyke voorzorge "eruit, doch hieldt zich evenwel voorzichtelyk op zyne hoede. Midlerwyl waaren dc fcheepen van 'sLandts vloot, gefchikt om m te vallen, behouden binnen gekoomen: en 0rdre opmen hadt ordre geilek tot de betaaling van' d"heaa. 't bootsvolk: om voor te koomen aat by Jmg der ontflentenuTe' der betaaling, geen onordre, matroozen.beroerte, of onluften moghten ontftaan,^tot Daar Hol- £?root nadeel en ondienft van den Lande. Ten landt tien dien einde bevaalen de Heeren Staaten van tonnen Hollandt hunne Gecommitteerde Kaaden, gou.its toe aan de Koilep-ien ter Admiraaliteit binnenden Uitkef' Lande der Provincie van Hollandt uit te kee33 P ren dc zomme van een millioen, of tienmaalhonderdtduizendt Karolus guldens. Door dit middel werdt het bootsvolk ten eerlien betaalt, en alles in ordre gehouden. Zedert vernam men van geen meer verrichtingen ter zee.  L. Admiraal DE RUITER. 275 zee, behalven alleen van der Nederlandtfche 16H* Retorfievaarders, of kaapers, die in dit jaar Groote een groote meemghte van koopvaardyfchce-''chaad2 hi pen, meed Engelfche en weinig Franfche ver-d'Engeioverden, en in verfcheide havens, tot mer ffhen door kelyke afbreuk de vyanden opbraghten : frlSST' zonderhek de Zeeuwen, die den vyanden men £ meelt overal m htm vaarwaater waaren ver- Zee"wvolghdcn cn overvielen: zoo dat zommio-en fche' ë63 lchryven, dat ze ten dien einde van dit jaarleedetl* ontrent 320 tonnen goudts uit de prvzen alleen in Zeelandt opgebraglu, hadden'gemaakt, en getrokken: behalven 't geen iékoomen was van de pryzen die zy inBiscavcn cn elders hadden verkocht. Doch van die reekenmg, die byna ongelooffelyk fchvnt heb ik geen rechte zeekerhek: noch ook van t zeggen, dat d'Engelfche koooluiden in zeker vertoogh aan den Koning hunne fchaade op 500 tonnen goudts hadden begroot- daar ook onder gereekent moeit werden, 't o-ecn by dc Hollandtfche en Vriefche kapers hun was benoomen, of ontweldight. Dit 'shet ongerechtig lot der oorloogen, dat ohderöaanen , d!ën 't van herten leeclt was dat hunne Koningen de vreede braaken, daar 't mee te verlies by leeden. Van zommio-en werdt aangemerkt, darde Nederlandtfche koopvaarders 111 dit jaar weinig fchade leeden i om dat de Heeren Staaten alle^zeevaart envisfchery in tydts by plakkaat hadden verbooden. Dochin t naajaar werdt de kleene visfchery weer open geilek; en ordre gegeven, om de vifchfehecpen door eenige lichte fregatten tegens de Duinkerfche en andere S a kai  a7ö Het LEVEN tan den 1672. kapers te befchermen. Naa 't vernaaien der Rort ver-zcezaal:en, (laat nu iet, ter loops en meteen haal van W00rdt, van den toeftandt te lande te meld,en,t0-' den. Hollandt werdt te deezer tydt, door Sen te het inlaaten van 't water, cn 't bewaaren van lande. dc panen of poften te Gornichem, tc Schoonhoven, by en over Jan Goeverwelle flui», by Nieuwerbrugge, en te Muiden, befchermt: en tc minder van de vyanden aangevochten, door d'aantoght van de legers, die dc Keizer en de Keurvorft van Brandenburg!*, ter hulpe van den Nederlandtfche Staat, alzonden. Hier door vondt zich de Koning van Vrankryk genoodzaakt, den Maarfchalk van Turenne met een leger hun tc gemoct te Toele? zenden. Men zocht in November cen aanop Naar- Qagh 0p Naarden in 't werk te ftelien, cn den- zondt den elfden van November laft aan d'Amfterdamfche Kapiteinen, die met hunne fcheepen in Texel waaren ingevallen, en ontrent Pampus gekoomen, dat ieder zich met zeftig of tzeventig man ten dien einde naar Muiden zou vervoegen. Maar de matroozen, vermoeidt door de lange zeetoght en al 't gelcedene ongemak, waaren zeer onwillig. Jonker Engel de Ruiter kon niet meer dan twintig vrywiiligen bekoomen, en vertrok daar mede, nevens den Kapitein Berkhout, naar Muiden. Doch d'aanllagh ging te met: en Aandagh de toeleg op Woerden, ontrent dien tydt by op woer-jryn Hoogheit ondernoomen, liep vruchteden mis- j^os en met verlies af. Men braght daarna luk- een regement matroozen by een van vierentwintig kompagnien, onder den Viceadmiraal Sweers, alsKornel, den Kapitein Brouwer,  L. Admiraal DE RUITER. 377 wer, als Lukenantkornel, en Jonker Engel 1g7zde Ruiter, als Majoor. Dit volk werdt met ' eenige foldaaten naar Willis en daar ontrent gezonden, om al het hooy af te haaien, naar Amfterdam te brengen, en voorde Franfchen t'onbruik te maaken. Dit werdt in 't werk geilek en uitgevocrt. Miciïenvyl trok zvnZynHoo*. Hoogheit dc Prins van Oranje met een leger, beits tocht m der yl by een vcrzaamek, mar de grenzen naar Cha» van Vrankryk, met meening om de Franfchen leroy* daar t'overvallen. Hy zocht dc Graaf van Duras aan de Roer te liaan: doch die ontquam 't gevaar met de vlucht. Toen rukte zyn Hoogheit naar Charleroy, 't geen hy ftraks omringde en dacht t?overweldigen; maar een vroege, fchielyke, en felle vorft verhinderde zyn voorneemen. Zoo dat hy genoodzaakt werdt, naa't veroveren en verwoeftcn van Bings, te rug te keeren. De zelve vorft, die zyn Hoogheus toeleg belette, braght hier 't ys in 't water, en gaf den Hartogh van Luxenburg gelegenthek om met Luxenecn leger Franfchen, uit Uitrecht cn andre burss toeveroverde fteden by een gerukt, een inval in !es°ra°Hollandt te doen. Hy naakte, (tervvyl de^LZ Graaf van Koningsmark methetNeêrlandtfch in Hollandt krygsvolk van Bodegrave naar Leiden week) te doen. hoewel 't weêr begoft t'ontlaatcn, met eenig " volk, zonder veel tegenweer te vinden, by gebrek van goede ordre, te Swammcrdam over den Ryn: met meening om voort te trekken, indien hem de vorft hadt willen dienen. Ter zeiver tydt werden de fchanücn by de Nieuwerbrug, door onorde en verflaagenthek, verlaaten. Gants Hollandt, hooS $ ren-  • 78 Het LEVEN van den léVa. rende dat de Franfchen waaren ingebrooken, £ " en verwachtende dat ze zouden voort trékBelten- ken, daverde toen van fchrik. Doch delleedigheiten rcn Staaten van Hollandt betoonden in dat wakteerheit aevaar ilunne beftendigheit en wakkcrhcit. Sta™nZy bcflooten, den Veldtmaarfchalk Wirts Hoiiandt,' naar 't leger, dat Bodegrave verhaten hadt, dia ordre op 't fpoedighfte t'ontbieden: zonden eenige ileiltnom Heeren, te vooren derwaartsgecommitteert, den pandt da£ll. wccr heeneriï mitsgaders de Heeren te " Kornelis Hop, Raadtpenfionaris der Hadt Amfterdam, Johan Kievit, Raadtpenfionaris van Rotterdam, en Meinard Sonk, Burgcrmeefter der fladt Hoorn, benevens den Raadtpenfionaris Fagel, omordreteftellen, krygsvolk van alle kanten op t'ontbieden, de Magiftraaten der fteden te verzoeken, zoo veel vrywilligcn uit te maaken als by een konden brengen, om den vyandt het hooft tc bieden. Men beval Koningsmark, (die men te Leiden weigerde in te laaten) met zyn volk naar Men vat de Goudtfche fluis te keeren. Daarheeftmen poft aan de p0fl- gevat. Voorts werdt laft gegeevcn, dat óoudtfch» de Kornellen van de opgezetenen ten platten fluir? lande zich met hunne kompagnien ten aller fpoedighfte naar 't leger van Koningsmark zouden vervoegen, om tegens den vyandt, tot befcherming van 't lieve Vaderlandt, te „ . . worden gebruikt: dat ook drie kompagnien denènbur- vry willige burgers van den Haage ten gemelgers der- den einde derwaarts zouden worden gezonwaaitsom-den: 0ok al 't gewaapend manfehap vati ppoden. viaardingen en Maasfluis dat men zou konnen bekoomen. Men liet ook verfcheide Huizen openen, om, daar 't noodt vereilch*  L. Admiraal DE RUITER. 279 tc, meer water in te laaten. De Hartogh 1672. van Lüxenburg ontrent de Goudtfche lluis gekoomen, vondt daar tegenweer, en zich. genoodtzaakt te rugh te kceren, alles onderweegen in den brandt llcekendc cn verwoeftende: ook liet hy de dorpen van Zwammer- Zwamdam en Bodegraven jammerlyk in d'aliche merdara en leggen, en al d'inwoonders, mannen, vrou- Bodegrawen, maaghden, kinderen, ouden en jon- ven ,ver' gen, die 't niet ontvlieden konnen, deerlykS k cn vermoorden of fchenden, en op allerley wy-mishandelt, ze mishandelen. Geduurende zyn aantrekken was't weder, gelyk gemeldt is, wataan 't dooijen: maar zedert hadt het weer gevrooren; doch den negenentwintighlten van December, 'sdaaghs voor deverwoeftingder twee dorpen, begolt het op nieu zoo fchielyk en fterk te dooijen, dat hy, zonder veel beraadts, befluiren moeit weer naar Woerden te wyken. Denwegh dien hy gekoomen was hadt nu de dooy en 't inloopend water onbruikbaar gemaakt: en 't is zeeker dat hy met al zyn leger daar zou gekleeft hebben, indien men de fchanfien by de Nicuwerbrugh' in bezetting hadt gehouden. Nu mocl-t hy Luxehlangs dien wegh zich zeiven en zyn foldaaten burg trefct bergen, en liep in 't aftrekken noch groott3 ruS na3r gevaar, mits het wallen van 't water. In zyttjj^.** attoght liet hy overal vuile voetltappen van C verwoefting, van branden en blaaken, langs den gantfchen Ryn. Ondertuflchen quam Zyn Hoog. zyn Hoogheit, van Charleroy gekeert, denheit komc eenendertighllen in 't leger ontrent de Goudt-1^1 'j.!eger fche fluis, en alles werdt vervaardight totGoudifche tegenweer. Ook heeft men daarna dc ver-Huis. S 4 laa- *  «8o Het LEVEN van den 1672. laatcne fchanfT'en by de Nicuwcrbrugh weer Mam.o- in bezetting genoomen. Korts daarna zyn zen van van Amfterdam, onder 't beleidt van den ViAmfterdam;ceadmiraa, Sweers,. en verfcheide Kapucijn geïóa- nen, en onder de zelve Jonker Engel dc Ruiden, ter, twaalf kompagnien matroozen, fterk 650 man, naar 't leger by de Goudtfche Huis gezonden. Zy quaamen met dertig overdekte fchuiten, vyfentwintig chaloupen, en eeDeRegen-nig ggf^hut en amonitie. In deeze daagen Amfterdam hadden de Heeren Burgcrmeefteren cn Keitellen na- geerders der ftadt Amfterdam , op^de gcruchder ordre ten van den aantoght en inval derFranlchen, opdebe- en ter o-ciegentheit van 't winter weder en fchenning befloote water, wat nader op hunne befchcr'e ming gelet, en, met goedtvinden van de Vroedtfchap, den L. Admiraal de Ruiter het bevel over al 't krygsvolk aan 't Y en de Waalkant opgedraagen, volgens den inhoudt van deeze fchriftclyke laft, DenL. Burgermeefteren en Regeerders der fladt Admiraal jmfterdamme, in deeze bekommerlyke geftelwerdhef tenis van tyden, bezondere reftexie hebbende gebiUt gemaakt op de groote bequaamheit, ei varentp over'c 'heit cn wakker heit van den Heere L. Adnn-> krygsvoik raal de Ruiter, hebben zyn Ed. verzocht, om, aan "t Y en onjcr ]uulr opper direttie, in cas van een ge_Vaalkar.t, p(,raaie an4rm, te kommanderen over de miry,™o- litie aan 'tïen del baalkant, zoo burgerye, zen als lol- matroozen als foldaaten, en anderen, die haar dtateu, en poften aan de waterkant is aangeweezen: au«aderen, thoriferende desweegen den welgemelden HeeJ";;;a'!ü re, over de zelve zoodaanigh te difponeren, gSerïïe Mi *P Ed-m meefie Hc,'iermin& nm dee^  L. Admiraal DE RUITER. a8i ze fladt, en afbreuk der vyanden, oordeelen 1672. zal te behooren: laf ende dienvolgende alle Of-Marm, op f eieren, burgers, matroozen en foldaaten, sedraagen haar fliptelyk naa de beveelen en ordres van Dec' welgemelden Heere de Ruiter te reguleren, en de zelve yaardiglyk naar te koomen. AcJum onder V cachet der voorfchreeve ft ede, den 28 December anno 1672. Ter ordonnantie van haar Ed. Grootachtbaarheden, C. V. HEEMSKERK. Hier door werdt den Heere de Ruiter, in tyde van noodt, gebiedt gegeeven langs 't gehcele Y, van d'uiterile'hoek, ontrent de Muider poort, by 't volk Funen genoemt, tot het Blaauwe hooft, ontrent dcllaarlemer poort toe. Des andcrendaagbs werdt by de Heeren van den Gerechte, Burgermeeltcren en Scheepenen, een nieuwe en noodige or- Ordre itj drc, om zich in tydt van allarm naar te'rich-tydc van ten, vallgellelt en afgekundight. Waar byallanru ook bekent gemaakt werdt, dat de Heeren Burgermeefteren, met advys van de XXXVI. Raaden, den Heere L. Admiraal de Ruiter verzocht, en gecommitteert hadden, om over Met laft alle de geenen die haar poft hadden aandewa-ova deRuiterkant, zoo burgers, foldaaten als matroo-tec*an.de zen, te kommandeeren: en dat de zelve ^^hoorgelaft werden, zyne ordres en beveelen behoor-zaamen. lyk naa te koomen en te gehoorzaamen. Biet verderen laft, dat ook uit dien hoofde alle d''Officier-en, en alk andere perfoonen, die in dienft S 5 van  s§2 Het LEVEN van den 1672. van de Heeren der Admiraaliteit, of der Heeren Bewindthebberen van d'Oofiindijche Kompagnie zouden geordonneert en befcheiden worden, om tegens vyandtlyke aanvallen, zoo te ■water als ie lande, dienfl te doen, aan d"ordres van den Heere L. Admiraal zouden geMar)geehh°orzaamen. Ten zeiven daage gaven de kemmaght,Heeren Burgermeefteren den Heere de Ruicm,nevens ter, mitsgaders den Kommiflarifcn van de anderen. Waal, en den Havenmeefter maght, om zoo matroozen ycel officieren en matroozen by den dagh aan daghaTntete neemen, als vcreiicht zouden worden tot asemen, bemanning van d'oorlogfcheepen cn tjalken, die geprdonoeèrt waaren voor de Stadt wacht te houden. De Heeren Raaden ter Admiraaliteit hadden al over etlyke maanden, weinig daagen naa dc komft der Franfchen te Naarden, ordre geftelt, om vier of fregatten van oorlogh op'het Y, ontrent Durgerdam, te pofteeren/en de Stadt van die kant tegens allerley vyandtlyke overval tc verzeekeren. Doch by deeze ongclcgcntheit der tyden, en dat men de vyanden daagelyks te verwachten hadt, hebben de Heeren Burgermeefteren den L. Admiraal de Ruiter, nevens Henrik Roeters, toen Oudtfcheepen , naderhandt Schout der Stadt, (die insgelyks eenige laft hadt ontrent de bezorging van de Stadts verzeekering aan de waterkant) ordre gegceven En vier tot het tocrullen van "vier bequaame fcheepen oorlog- van oori0gh, om te dienen tot uitleggers, en ta»TZ bevryding van de Zuiderzee, aan het Voort. ötfn. " Doch dit viel eenige daagen laater voor. Ter zeiver tydt hadt men Stenig misnoegen op den Kommandeur van d'oorlogfcheepen, die 00  L. Admiraal DE RUITER ag_3. op 't Y, ontrent Durgerdam, laagen, over i6ys,, eenige onwilligheit van te landt dienft te doen, waar over hy van zyn Kommandeurfchap werdt verlaaten, eh de L. Admiraal de Rui- Hy ftelt ter, nevens de Heer Roeters, Helden, vol-nevensdea gens de maght hun gegeeven, daarna Jan **eer H* Reylofs van Hoorn, die, zedert den drieën- ta°ejw. twintighften van Junius, op een der gemelde iotszoon" fcheepen, genoemt Middelburg, bevel hadt tot Kom. gehadt, in zyn plaats. Dit was de zelve Rey- tnandeur lofs, wiens manhaftigheit in de voorige boe- ^tTf^if^^"* ken is gemcidt, en dien 't aan geen trou, p0^"0^6" noch dappcrheit ontbrak. Hem werdt in zyn wacht hoi*, jnftruftie, of berichtfchrift, door de Heeren dcnde op dc Ruiter en Roeters, als laft hebbende vanhet Y» de Heeren Burgermeefteren, onderteekent, belaft, dat hy zyn fregat, en d'andre fregatten en vaartuigen, onder zyn gebiedt geilek, in behoorlyke ruimte van den anderen, voor en ontrent Durgerdam zou gepofteert houden: en, met een of meer gemande chalouppen, alle fcheepen in 't vaarwaatcr waarneemen, en verhinderen dat 'er geen fcheepen of vaartuigen van boven naar de Stadt zouden koomen, zonder alvorens de zelve ie doen onderzoeken, of daar geen vyandtlyke volken waaren ingefcheept, en, zulks bevindende, de zelve aan te tallen of te veroveren, Doch by nacht zoude hy alle fcheepen, naar de Stadt willende, ontrent 'sLandts fcheepen ten anker doen koomen, cn tot den dagh by haar houden, en dan, geen zwaarigheit vindende, laaten vaaren. Den zeiven ReyJofs werdt zedert noch bevel gegeeven over $1 de gewapende fcheepen, tjalken en vaai> tui-^  184 Het LEVEN van den 'SÖ72. tuigen, leggende, in dienfl van de Heeren Burgermeederen der Hadt Amfterdam, langs de Gooyfche cn Gelder fche kuft, van Naaiden tot ter Elburg toe: met laft, dat hy ze naar zyn goedtdunken zou pofteeren , tot dienft van den Staat, en tot beveiliging der Zuiderzee, en zomwylcn onderzoek doen of elk zyn poft wel waar nam. Doch terwyl men hier zoo yverde om 't hart van 't Landt te bewaaren, en dat de L. Admiraal de Ruiter zyn verftandt, vlyt en voorzorge, ten dienft" van Amfterdam beiteedde, werdt het Tyding lichaam van den gantfchen Staat, op den van 'c ver»iefl-en dagh van dit jaar, noch verquikt met KoerverVa" de heugedvke tyding van 't veroveren der fladt den. Koeverden: daar zaaken ontrent aangemerkt worden, die gedenkwaardig en wondcrlyk 30 Dcc. zyn: want juift op den zeiven dagh, toen de Franfchen hun moedt koelden, met de twee weerlooze dorpen van Swammcrdam en Bodeo-rave door den brandt te verwoeden, werdt die llcrke veiling door 'tkrygsvolk van Groeningen verraft, onvertzaaght aangetaft, cn vechtenderhandt ingenoomen: en die zelve vorft, die zvn Hooghcits toelcgh op Charleroy belette, en in Hollandt de wateren met ys bevloerde, daar de Franfchen over trokken, baande, door eengoddelyke beftienng, dien van Groeningen den wegh (demoerallen rondtsom de Stadt hardt maakende) waar langs zy den wclbeleiden aanllagh kloekmoedig te werk fielden, en gclukkelyk uitvoerden. Dus liep het jaar van zeitienhonderdttweeentzeventig ten einde, met zoo veel tegenfpoedts tc lande, door 't verlies van veele r grens-  L. Admiraal DE RUITER, 285 grensveftingen, en drie Provinciën, en zoo 1672: veele inwendige beroerte en muiteryen: maar Geluk ter met geluk en zeegen ter zee, door den ftrydtzee in di£ voor Souwlsbaay, en zelfs door wonderbaa-^aar' re ftormen, die gemcenlyk plaagen zyn, maar toen tot voordeel van den Staat uitvielen. In voegen dat de Graaf van Schafsbury, Kancelier van Engelandt, in zyn aanfpraak, van 's Konings wcegen in 't naafte Parlement gedaan, opentlyk bekende, Dat Bekentehet mirakulen van ftormen en van onweedernis van den waaren, die in de verleedene zoomer de Hol- Kancelier landtfche Ooftindifche retourvloot in behoude™' En£ehavenbraghten, en hunne zeekuften voor een ' aanlanding befchermden. HET  HET LEVEN van den heere MIC HIEL de RUITER, Hartog, Ridder &c. L. Admiraal Generaal van Hollandt en Westvr1eslandt. VEERTIENDE BOEK. 1673. t^et begin van 't jaar zeftienhonderdtdrieBekom- entzeventig was zeer bckommerlyk. Men wering was zecr beducht voor den Briel, Hellevoetvootdea. (luis, en 'sLandts grootfté oorlogfcheepen, leTOelnuiï'te Hellevoetfluis opgeleit. De Burgermeeen'sLandts fteren en Regeerders van den Briel fchreeven groote den vyfden van Januarius aan de Heeren Staa■oorlog- ten van Hollandt, dat ze in 't zeker bericht fcheepen waaren van de gro0te preffing, en krygsbeïeï reidtzelén, die in Engelandt gedaan werden, om, by de tegenwoordige zwaare ongelegenheden van tyden en zaaken, den eenen of den anderen aanflag t'onderneemen, 't zy op den Briel, of op Hellevoetfluis, daar maar een kompagnie foldaaten was, en 'sLandts groote oorlogfcheepcn laagen: en dat zy, mits het zenden van vier kompagnien foldaatcn van den Briel naar den Haage, (ter oorzaake van 't doorbreeken der Franfchen te Swammerdam) zich t'eenemaal onbequaam vonden om de ftadt van den Briel te konnen befchermen: verzoekende, dat hunne Stadt, en  Met LEVEN van den enz. aSp* en Hellevoetfluis, aanftondts, tegens alle ge- i6f%i vreesde en gedrcighde aanvallen, met meer- "* der bezettjng voorzien moght worden; op dat^ alle verdre wonden en rampen van den Staat moghten worden verhoedt. De Heeren Staaten vonden goedt het affchrift van dien brief aan zyn Hoogheit den Heere Prinsfe van Oranje te zenden, met verzoek van op den inhoudt te letten, en te doen als tot verzeckering van die Hadt, mitsgaders Hellevoetfluis, cn de fcheepen aldaar leggende, bevonden zou worden te behooren. Dit hadt groote reeden, want die twee flerkten waaren de voornaamfte zeefleutels van Hollandt, en de groote oorlogfcheepcn de noodighfte en dierbaarfte wapenen, ter befchermingvan den Staat. De L. Admiraal de Ruiter, zich De L* A<*nu, geduurende den winter, t'Am lier dam d.e onthoudende, begaf zich, ter begeerte van geek'ziet den Grave van Waldek, Veldtmaarfchalkvan.net eea den Staat, ontrent het midden van Januariusjachtnaar des jaars zellienhonderdt en dricëntzeventig,de Geerniet een oorlogsjachc der Admiraaliteit t'Am-She efnh flerdam, over de Zuiderzee, ontrent de iladtku°ft0y Harderwyk: om op de Gelderfefae, endaar- Zyn onna op de Gooyfche kuiten t'onderzoeken,derze* ter wat plaatzen men op 't bequaamlte eenignaar de krygsvolkzou konnen landen; om op 't har-^/^ de tc koomen, en daar de vyanden aan tetas-mst loyg*. ten. Hy hadt een zeilchaloup by zich, om volk zou de geftekenifiè der gronden te beter te doenkon"eo naafpeuren, en bevondt dat tuflehenHarder-landeo* wyk en Nienkerken de grondt wel hardt en valt was, als men 't brandt hadt gevat, maar dat tulTchen de diepte en 't llrandt de grondt meer  288 Het LEVEN van den f673- meer a^s een royl zo vlak was,dat men met 't lichtfte vaartuigh, dat allcrvlotlt ging, daar niet zou konnen aankoomen: doch dat ontrent het Nienkerkcr lluisken het water aan den dyk zoo hoogh llondt,en gemcenlyk bleef flaan,dat men met vaartuigen,zoo diep gaande als'tAdmiraaliteits jacht, daar op zy zou konnen aanleggen, V cn daar uit tc lande treden: maar dat aldaar binnens dyks het Iaage landt tot het hooge onder water ftondt: en dat over zulks, om op het hooge landt te koomen, de dykOoltvvaart op, of Weftwaart af, zou moeten worden gevolght: en dat men dan, aan 't hooge landt, koomende , met affnydingen en een kleene maght zou konnen worden geftuit, in zulkcr voegen gelyk zulks op de poften in de Provin¬ cie van Hollandt nu m t werk werdt gclteldt. Dies verftondt de L. Admiraal, dat 'er geen bequaamer plaats was tot de landing indatgeweft, dan tuflehen de ftadt Naarden en de reviere de Eem , of tuflehen oudt 'Naarden en het dorp Huizen , daar was wit en hardt ftrandt, en dat gevat hebbendevondtmenzich tcritondt op net noogc , van waar men zou konnen voortrekken, werwaarts men begeerde : ook zou men daar alle toevoer met vaartuigh konnen bekoomen. De Heer de Ruiter, te rugh naar Amfterdam keerende, liet zyn ondervinding cn oordcel daar over den Heere Grave van Waldek door een brief weeten. Doch de toelegh op Naarden, daar men 't oogh op hadt, werdt noch eenigen tydtuitgefteït. Ondertuflchen waaren de twaalfkompagnien matroozen , die men , onder 't gebiedt van den Viceadmiraal Sweers, naar de Goudt-  L. Admiraal DE RUITER. 289 Goudtfche fluis hadt gezonden , den zeven- i6>ó, den van Januarius (naa dat de poften ontrent de Nieuwerburgh by d'onzen op nieuw waaren bezet) weêr t'Amfterdam gekeert, daar ze in de Stadts buitenpoften werden geleit. Maar den negenden van Februarius werden Eenige weêr twaalf kompagnien bootsvolk naar den matroozen Uithoorn gezonden, daar de Kornel Palm 't Baar den gebiedt hadt. Jonker Engel de Ruiter was ^02Z een van hunne Kapiteinen, en lagh hier met dit volk ruim een maandt, in veel koude en ongemak. Ook werdt noch ander bootsvolk En °°kop' ontrent andere poften gebruikt, tot dat den andfe L. Admiraal de Ruiter zyn Hoogheit de Prins Jr°S ge" van Oranje in 't begin van Maart, met een 4 Maart. brief, in bedenken gaf, of de matroozen niet DeRHÏtet* hoe eer hoe beter uit de poften daar ze laaien 1{fhry*en naar Amfterdam, Rotterdam, en elders d&aar daar over sLandts fcheepen laagen, dienden te rugh h'ÖoXil geroepen en opgezonden te worden: eer en alvoorens de zelve met eenige legerziekte, die daar alreedts onder begoft in zwang te o-aan, meerder zouden moogen worden befmet, en daar door belet de vereifchte dienft in d'aanftaande zectoght daar van te trekken. Op dit De mafchryven liet zyn Hoogheit de matroozen te troozen rugh keeren , en 't volk van den Uithoorn keeren té quam den twaalfden Maart weêr t'Amfterdam.rush' Men zagh weer een feilen oorlogh, zoo wei ter zee als te lande, te gemoet. Daar werdt Toeiegh t'Amfterdam een toeiegh ontdekt, om'sLandts omd'ooroorlogfchcepen, daar ze laagen, in brandt té KS" fteeken; maar de brandtftichter, een Schots- Aniierdani man, johan Frafer, daar toe omgekocht door inorandtté eenige perfoonaadjen in Engelandt, die ik, "eeken IV, Dlel. T m ontdekt, eö  aoo Het LEVEN van den 1673. QJB der cerc wille, niet zal noemen, werdt debwncit- gevangen, en zyn voornecmen buiten pyn en fticluerge banden bekennende, werdt van onderen geradbraakt. Draakt, gewurght, met een bos ftroo in 't 1 aangezicht geblaakt, en zyn lichaam aan de Voolewyk , over 't Y, op een radt geleit. Hy hadt daar toe brandtgereedtfchap met zyn eige handen gemaakt, 't geen men hadt bekoomen. Men zocht daarna in 't pakketboot, uit Engelandt koomende , eenige van zyn mcewulligen en helpers t'ontdekken , maar vergeefs. Van zommigen werdt aangemerkt, dat 'sdaaghs naa't rabraaken van dienbrandtZeftig ftichter Frafer, tc Londen zeftlg huizen zyn huizen te afgebrandt, zoo dat hen 't recht der wederLonden af vergelding fcheen te treffen. De Koning van s\b*pef; Grootbritanje hadt in de maandt van FebruaParlement rius een Parlement by een geroepen, meelt, in Enge- om geldt tot den oorlogh tegens de Hollanlandt. ders te bekoomen, en men kon toen uit d'aanfpraak des Graven van Schafsbury, Kancelier van Engelandt, uit des Koninghs naame aan 't Parlement gedaan, klaar genoegh merken, tot wat top de vyandtfehap was opgefteegen, en wat men in den zin hadde : want menhoorDeknda de daar dat felle woordt, DELENDA EST tftCarïbt. CARTHAGO, Karthago moet uitgeroeït wori°' den. Hy zeide ook, dat de Staaten van Hollandt Engelandts eeuwige vyanden waaren, zoo wel van weegen interefl of belang, als inclinatie of neiging. Eindelyk heeft men den Koning voor achtien maanden , ieder maandt Toerufting 70000 ponden fterlings ingewillight. Daar ter zee in op werdt de toerufting ter zee met grooten Engelandt. ernft voortgezet: Prins Robbert geilek tot 0 A 3  L. Admiraal DE RUITER. sol Admiraal van de roode vlagge, JohanHerman 1673. tot Viceadmiraal, Johan Chicheley tot Schoutbynacht; Eduard Sprag tot Admiraal over de blaauwe vlagge, Johan Kempthorn tot Viceadmiraal, en Kapitein Norbury tot Schoutbynacht. Het witte esquadre werdt onder den Grave van Ellrée gelaaten. De Heeren Eninde Staaten der vcreenighde Nederlanden, door «reenigdö de onvcrmydelyken noodt gedreeven , en 't Nederlaanaadrend gevaar geperll, fpanden al hunne den> krachten t'zaamen , om weêr cen maghtige oorlogsvloot in zee te brengen. Men befloot, geen minder getal van fcheepen klaar te maaken, dan in 't verleeden jaar was gefchiedt. Tot dien einde zou d'Admiraaliteit van de Maaze 12 fcheepen en 4 fregatten van oorlogh, 6 branders, 4 advysjachten, en 4 galjoots ; d'Admiraaliteit van Amlterdam ,"24 fcheepen en 8 fregatten van oorlogh, ^branT ders, 6 advysjachten, en ... galjoots ; die van 't Noorderquarticr 12 oorlogfcheepen, ... fregatten, ... branders, ... advysjachten, en ... galjoots taexuilen; de red zoude Zeelandt, Vrieflandt, Stadt en Lande toebrengen. Tot het verval van de kollen, daarop 8 Maart. loopende, werdt by de Heeren Staaten van Hollandt een tweehonderdrllen penning, by forme van kapitale leening , ingcwilïight : mits dat het geldt, daar van te koomen, tot geen andere zaaken dan alleen tot de vloot zou worden gebruikt. Ter zei ver tydt werdt 9 Maart. ter vergaadering van Hollandt door de Heeren Voorflap Gedeputeerden der ftadt Briele voorgedraa- n df gen, en in bedenken gegeeven , of het nietcS?*» pelt zou zyn dat by deeze tydts gelegentheit floopea, T 2 h«t  Het LEVEN van den 1073. het fchip genoemt de Royale Charles, (In den jaare mdclxvii by Chattam verovert) leggende in de haven van Hellevoetfluis , ten meeften voordeele van den Lande, gefloopt 'Twelk wjerde. De Heeren Staaten verllonden op ÏJnïtSen dat voordel, dat de zaake ter Generaaliteit van Hol. ' weegens hunne Ed. Groot. Moog. daar heelandtwordt nen zou worden gelliert, ten einde hetKollecoegeftaan. gje ter Admiraaliteit op de Maaze moght worden aangcfchreeven, de Royale Charles, ten meellen voordeele van den Lande , te doen - Ter Gene floopen. Ook werdt dit daarna ter Generaaraaliteit Hteit insgelyks ingewilligt, en eerlang in 't goedtge- wérfc geflelt. Men zagh ontrent dit floopen i'n0" werk " hoe de tyden veranderden : want zommige geilde. willen dat de Heeren Staaten van Hollandt in den jaare mdcliii met onbenoegen opnaamen, dat het Kollegie ter Admiraaliteit te Rotterdam het fchip dc Roozekrans, onder't beleidt van den ouden Admiraal Tromp op d'Engelfchen verovert, van naam hadtveranderdt: zoo ten aanzien dat daar mede de gedachtenis van de gemelde verovering werdt verduillert, Refolutien als ook om verfcheide andere redenen: dies van Hol- begeerden toen hunne Ed. Groot Moog. dat lM»men~ die zaak hei"daan,en 'c gemelde fchip de naam *6*53?a8 van Roozekrans gelaaten zou worden : doch Jun. 'en te deezer tydt werdt de naam van de Royale 5 Charles met het fchip te gelyk vernietight. Doch dat floopen kon de geheugenis der verovering niet fmooren noch dempen. Dus raakte dit fchip, dat verhaate zeegenteeken van 'sLandts voorig geluk, uit der menfehen oogen en aan kant: op dat het in 't toekoomende tot geen hinderpaal zou itrekken van de  L. Admiraal DE RUITER. 293 de vreede, daar men zoo langh om wenfchte, 1670 en vergeefs naa ftondt. Terwyl men met de toerufting van 'sLandts vloot doende was, DeRuiter liet de L. Admiraal de Ruiter den Heeren Staa- raadt dat ten voordellen, en in bedenken geeven, ofmen ver" men d'afkondigingen van verfcheide plakka- Slt ten, om de fcheepsvolkeren tot hun plicht ten om't aan te moedigen, niet behoorde te vernieu-fchèepswen : met naame de plakkaaten op de pre-volk tot mien f en belooningen aan de veroveraars van hunP,ichc vyandtlyke fcheepen; en tot belooning voor i"Xen de verminkten; de nader ordre tot onderhou-zou v/r ' ding van goede tucht in 'sLandts vloote; de nieuwen, punten dienende tot beter beftandt en onder-1 ^afhouding van goede ceconomie j; en lyfto°-ht * Huishou' bezorging van en in 's Landts vloote; mksgaders het plakkaat van pryzen, voor degeenen die met chaloupen eenige van 's vyandts branders van de fcheepen in 's Landts vloot afweerden, en vernielden; het plakkaat op het verbranden en in de grondt booren van veroverde fcheepen , en dubbelt loon daar voor te verdienen, en van de ftraffen dero-eenen die met hunne pryzen ontydig, en ftaande het gevecht, uit 'sLandts vloot loopen; ten laatften, d'ordre gcraamt tot vermyding van verfchil tuflehen de Zee- en Landtofficieren op de zelve vloote. Op ditvoorftel werden de gemelde plakkaaten en ordonnantiën, met advys en invloeijing van den naam van zyn Hoogheit den Prinfle van Oranje, als Admiraal, op nieu afgekundight. Zynhoogo-emelde Hooghei t (begeerende dat men 's Landts vloote met bequaame Bevelhebbers zou voorzien) zondt weinig daagen daarna de lyften T 3 van  s>94 Het LEVEN van dEn 1673. van d'Officicren en Kapiteinen, die gefchikt waaren deezen zoomer in zee te gaan , aan den L. Admiraal dc Ruiter, met den volgenden brief, geheel met zyn eigen handt gefchreeven. Myn Heer, Brief van Jk zende U Ed. hier nevens eene lyfte van syn Hoog- jg Officieren en Kapiteinen, die deezen zooPrinlTevan mer °P SLandts vloote zyn gedeftpicieert omgeOranje aan hruikt te worden. Ende naar dien ik geeme de Ruiter, particulierlyk zoude zyngcinformeert van haar so Maart goede ende quade qualiteiten \, 200 verzoek ik \Hoeda- 'tj my in aller diligenlie \. ende fecretesi'a^'Jv fe *te laaten toekoomen zyn advys. UEd.kan heit. tg verzeekert zyn, dat ik V zelve zal fecreteren, $Geheim- dat niemandt in de werdt daar van zal weehouding, ten; ten einde dat U Ed. daar door in geen mocilykheit cn geraake. Hier op met den eerften antwoordt verwachtende, hlyve, Myn Heere, U Ed. zeer geaffiectioneerde vriendt, P*V » 2L,ar, Q. PRINCE d'ORANGE. 1673. P. S. Indien U Ed. eenige van de zelve onhequaam vindt, zoo gelieve U Ed. my mede te willen fuppediteren die men in haar plaats zou konnen gebruiken. De  L. Admiraal DE RUITER. a gehoorzaame, ge1672. trouwe Dienaar. MICHIEL ADR. DE RUITER. Uit de lyft der fcheepen die in Zeelandt Gefteltewerden toegeruft, den Heer de Ruiter door nifle der den L. Admiraal Bankert toegezonden, zaghzaaken in men dat 'er noch wel een fchip drie of vierZeelandt' ontbrak : ook was daar gebrek van volk en geldt. Hy verftondt ook van goeder handt, r„Vriesdat in Vrieflandt niet een eenigh fchip vaniandt. oorlogh werdt toegeruft. De tweedraght veroorzaakte daar onmaght: en men was beducht voor een inval van Munfterfchen en Franfchen : zoo dat men op zommige plaatzen 't landt moeft onder water zetten , en genoegh te doen vondt om de vyanden buiten te keeren. Daar werdt evenwel een bezending naar Vrieflandt gedaan, om de toerufting der fcheepen te bevorderen , maar zon-  3oa Het LEVEN van den lc'73. zonder veel te verrichten. De L. Admiraal de Ruiter heeft ook ter vergadering van de Heeren Staaten van Hollandt rapport gedaan van den tocltandt der equipagie: voorts verzoekende , aangezien hy zich met den eerHen naar 's Landts vloot ftondt te begeeven, met de laatlte beveelen van hunne Ed. Groot DeKuiter Moog. vereert te moogen worden. Hier op aUchei//" hebben hem de Heeren Staaten voor 't bevande!!£e. richt bedankt, en hem voorts op den aanren Staaten ftaandcn toght Godts zeegen tocgewenfeht. van Ho!- Hunne Hoog. Moog. hadden hem in 't versi v leedene jaar een fomme van duizendt gulden 10 April' maanchlyk , tot verval van buitengewoone 1674, onkoften. op de toen aanltaande toght ter zee, tocgeleit, derhalven verzocht hy , zullende nu geen minder koften hebben te draagen, De Ruiters dat hunne Hoog. Moog. 't zelve ook voor verzoek d'aanltaande zeetoght geliefden toe te liaan. ï1™- Voorts verzocht hy, dat hem een bequaam Moog. Predikant, beide in leer en leven tot ftich2.0 April ting van zyn fcheepsvolk, moght toegevoeght 97 April, worden. Beide deeze verzoeken werden inHem werdt gewillight, en aangaande het lelte werdt hem eeegveuge" niaght gegeeven, zelfs een bequaam Predize^feen kwi te"verkiezen. Doch eenige Leeraars, Predikant daar hy 't oogh op wierp, konden tot zulk te kiezen, een gevaarlyken dienfl niet belluiten: zoo dat doch kan iiv Qp 't pUnt ftondt om zonder Predikant in f'fzee te gaan. Maar D. Theodorus Weltho- lyk bekoo- . zï* ... it , ,. 1 men. vius, Predikant tot Hekelingen, een dorp in Theodorus 't eilandt van Voorn, by SpykenuTe,dathoo- Wefrho- rende, oordeelde dat het onbetaamlyk en vius, Pre- jaramer zou zyn dat die groote Zeeheldt, met Sekeiin°C een fchiP 'c welk ontrent vyf honderdt zielen zou  L. Admiraal DE RUITER. 303 zou voeren, zonder Predikant zou zee kie- 16V3. zen. Mier door geroert en bewoogen ,gen,biedt befloot hy zyn dienft den Meere de Rui- ^yn dienft ter aan te bieden, en hem op dien toghtdaartoe voor Leeraar te dienen, hebbende geen be-aan' letzelen van vrouw of kinderen die hem weerhielden. Zyn aanbieding werdt dankelyk aan- En wordt genoomen, en 't Claflis van Voorn en Putten voorPrediverzocht, ordre te ftellen op de bediening katn aangevan zyn gemeente, geduurende zyn afwee-noo"eBzen. Doch 't leedt noch etlyke daagen aan 5 eer hy ordre kon ftellen op zyn vertrek, en affcheidt neemen van zyne kerke: zoo dat, ondertuflchen de Heer de Ruiter zee kiezende, hy daarna met een advysjacht moeft volgen. Zyn Hoogheit hadt den zesentwintigh- 26 April ftcn April den Kollegien ter Admiraaliteit aangefchreeven , dat de fcheepen , by hen toegeruft, en die noch in alle fpoedt zouden konnen toegeruft worden, op het fpoedighfte naar het rendevous f van Texel zouden verzonden worden. Men hadt te deezer tydt Rendeeen toeleg van etlyke fcheepen, met ballaft vous van zwaar gelaaden, in de riviere van Londen te's,Lands doen zinken, om, waar 't moogelyk, die teT'°°e7n floppen en onbruikbaar te maaken. Tot dien \Afgeeinde waaren t'Amfterdam bedcktelyk achtfprooken zink fcheepen gereedt gemaakt, en alree naar Plaats om 't Texel gezonden, en men oordeelde dat hetelianJeren geluk der. uitflagh hing aan defpoet, waar-ïotom om de toerufting te fterker werdt voortge- fcheepen dreeven. Dit was een aanflagh om gantfeh te doen Engelandt, hadt ze willen gelukken, zonderzinkeD in zeeflagh, of bloedtftorting, in verlegentheitde riTviere te brengen. Den vyfden May quam de Heer J£. ■ Lo-  304 Het LEVEN van den 1673. Lodeftein, Secretaris der Admiraaliteit té DeSecre-Rotterdam, aan de Ruiters boordt, ten anft°in van6* ^eY 'eSSenc"e voor de have van Goereê. Dees zyünHoog-was van zVn Hoogheit afgezonden, en gelaft heit aan de om met den L. Admiraal de Ruiter, mitsgaRuiterge- ders de Heeren Gedeputeerden van 't Kollczönden, gje ter Admiraaliteit voornoemt, die zich daar als toen bevonden , te beraadtllaagen, en t'overlcggen wat men met 's Landts vloot ftondt t'onderneemen , en om 't geene by henluiden dien aangaande zou goedt gevonden worden ter uitvoering te helpen brengen , zoo fpoedig als 't moogelyk zou zyn. De gemelde Lodeftein vertoonde den L. Admiraal de Ruiter zeeker bericht en verklaaring van een Schipper, Jakob Timmcrs, Bericht uit ujt Engelandt gekoomen , meldende , dat Engelandt. mcn aitfaar met grooten yver over nacht cn dagh bezigh was ontrent d'uitrufting hunner vloote: dat de rendevous zou zyn te Portsmouth, daar men zesendertig Franfche fcheepen, en ook zoo veel branders, verwachtte: dat Prins Robbert al naa Portsmouth was vertrokken , en dat hy een nieuw fchip met 114 ftukken zou voeren: Dat d'Engelfche vloot fterk zou zyn tulTchen de tzeftig cn tzcventig fcheepen, en vyfentwintig branders: dat men daar ftaat maakte tegens den tienden zeilvaardig te zullen zyn. Men ley daarna met den Heere Lodeftein en andere aanweezende Heeren in beraadt, en nam met den L. Befluit op Admiraal de Ruiter dit befluit, dat men in' 'temploy plaats van naar Texel te zeilen, naar vooroor. 3n Sëaande ordre , met de gereedt'.fcheepen, zoo - draa windt en weder zou- dienen , den koers zou  L. Admiraal DE RUITER. 30$ kou -peilen tiaar de Wielingen, en zich daar i6f$ ontrent onthouden , ter tydt en wyle dat de fcheepen, leggende in Texel, by de vlagh zouden zyn gekoomen, omme als dan met de zelve, en de geene die uit Zeelandt by 's Land lx vloote moeften worden gevoeght, onder Godts zeegen , de beveelen van zyn Hoogheit ( aan* gande het zinken der fcheepen in de reviere van Londen) met de meefie vaardigheit en fpoedt, door zoodaanige weegen en middelen uit te voeren, als men naar gelegentheit van zaaken zou bevinden ie behooren. Ten dien einde werdt noodig gevonden , de Heeren Gecommitteerden in 't Texel van dat voorIicemen kennis te geeven, .op dat de fcheepen , daar leggende , in aller fpoedt zouden uitzeilen, om zich by cle vlagge te voegen* Van dit befluit werdt zyn Hoogheit door den L. Admiraal de Ruiter verwittight, die hem daar op de volgende inftrü mct de geene die uit de Maas waaren ge-onder zyiW loopen, 72 zeilen. De L. Admiraal dc Rui- vlagge* V s tsr  5c§ Hët LEVEN van d'èi* 1673. ter fcinde toen met dc witte vlagge al d'öfficieren der AmfterdamfehecnNooRlthollandcfche fcheepen aan zyn boordt, en liet hun de fcinboeken en andere vereifchré ordres ter handt dellen. Toen hielden ze t'zaamen den zeiven koers, en quaamen ontrent Zuiderzon op Schoonevelt ten anker. Naa de middagh beriep den Heer de Ruiter metde roode vlagh de Hooftofficieren of Krygsraadt by een, en verdeelde de fcheepen, daar toen de vloot I Hooft. uit beftondt, in twee esquadres |, gelyk in, deelen. {je volgende lyfl: werdt aangeweczen, Provifionele vcrdcclinge van de prefen'te 's Landts fcheepen, fregatten , branders , en advysjachten, by dc hooft* vlagge, zynde in twee esquadres verdeelt, waar naar zich een ieder, daar inne vermeit, tot nader ordre, ItiptclyU zal hebben tc reguleren. Eerfte esquadre. R. L. Admiraal is Ruiter. - De zeven Provinciën. R. Viceadmiraal ie Liefde. - De Vryitit. i;o. R. Scbcutbyuacbt van Nes. - De 02aagt va» Dordt. . 6". R. Keiiiteir.cn Kornelis de Liefde. Gelderlandt. 6 \. R. 'Elar.it du Beis. - De Ridierfibap. 64. R. Pbilift van. Almonde. - Delft. 6-- R. Airia.m Pcor't. - Scbielandt. 60. R. Barent Rees. - - Wafftnaar. 6o. R. trans van Nydek. - Dorit. 44. R. Symon van Panhuis. - Zeelandt. 40, n. Pieter Kerfeboom. - 'TlTaïe* tan tïaf.-a. 58» N- Kornelis de Moer. - 'TTffafnva* Hêllami$. 44. N. Pieter Bakker. - Jupiter. 44. X. Klaas IVmhergen. - De Kalei. ifi'i N. Hendrik Vijfeber. - 'T iTapen tam MtdinHik. 44Fregatten. R. Jan Snel. s I Vitrecht, Sw R. Ja'  L. Admiraal DE RUITER. s°? k. Jakob Hvoart. r. j>y»'Etendraght\ Holi.ndia. TWapen van Er.bbuizen. De Gidetw. De Prins te. paardt, sfAgatba. Tydtverdryf. Dj Lie.uvcejt. 'T Zuiderbuis. Zeelandia. De ivahendc Kraan. Weflvriiftandt. d'Eenhoorn. Juüiua van Nalfau. T Noorderquarticr. 'T Geloof. K Fregatten. Middslbxrgb. Vut Carfp'el. Edam. De Haas. De Brak. Damiatek. Branders. De Leidt/ia:. De Saye;. Dc Bcrgh JEtna. Jakob en Annae Dé Salm. De ytee-dcu ft " ■ . A. 76. 80, do. 50. 50. £9. 44. 44. 4480.~o. 66. 60. cU 14. Rotterdam. 30. I (y'7f*1 Hardtr'.vyk. 54. ' 0' Schiedam. po. Pu'ikensburgb. 24. Binimtl. 54, Branders. De Louize. De Blakmoer. Een Buis-en , gennamtSt. Pieter. D Eenhoorn. Velf.n. De Salmander. De Draak. De veiite Mol. De vei galde P, ff. Advysjachten. Rotterdam. De Hoope. (j.  3iq Hei LEVEN van den l6vn. p'et'r HenirlkszeemPep. ,T Kafteel van ƒ>.-», r ,A. Jan van Kampen. - 'T Wapen van Emmerik. ■ N. Pieter JSokkes. - - Chriftina Lconora. Advysjacht. A. DirkPieterszoonvandeVeldc. St. Pieter, 't Waterfchip. Kommandcurs van de Zinkers van Amfterdam, Jakob Vroom. Jakob de Graaf. Jcllis Cbaley. - - Jan Gilliszoou. Jan Adriaanszoon van Net. Dirk Gerritszoon Kam. Jakob Janszoon Schenk. Hymen Jakobszoon. Aldus verdeelt ende geerdonhtert tn sLandts [chip de zeven Provinciën, ten anker leggende op Schoonevelt, den 10 Mey 1673. Elk esquadre werdt verder in drie fmaldeelen verdeelt, en elk daar onder gerangeert in de volgende ordre, Ordre ende rangh voor het Hooftesquadre van 'sLandts vloote, in drie fmaldeelen ] verdeelt, daarnaar hem cen ieder, daar \ inne vermeldt,'zoo wel van als aan den vyandt, mitsgaders in 't zeilen ende an- j keren, tot nader ordre, ftriktelyk zal, hebben te reguleren. Onder den Viceadmiraal de Liefde zyn gerangeerd Philips van Almoudt. Jakob Svjart. ricepilyiraal de Liefde* Groeningen. 'T Koning) Wapen, cen fluit» Out Haarlem. St. Jan, een fluit. St. Salvador, een pinas. 'T IMclkrcbuitjc. '2' Kafteel van Mcdcnblik. Dc Hoope, ecu fluit. Branders, Willem de Rave. Getril Hatfkraagb. Willem ll'il.'imszoon. fóril  L,. Admiraal DE RUITER. 311 Koinelis de Liefde. JJcid ik 1'iJJcber. Jan iVoirot. Kernelis de Beer. Simon Panhuis. Jan Boogaards. L. Admiraal de Ruiter. Pieter Kerjfehoom. Kornelis van der Hoeven.\ Adriaan Poort. Branders. Jan Danielszoon vrinden Rytu Lens Harmenszoon. Hendrik Rofeus. Kornelis Boermans. Advysjacht. Tfynandt van Meurs. Onder den Schoutbynacht van Nes zyn gerangeert, Klaas Wynhergtn. Jan Snel. Barent Rees. Schoutbynacht van Nssa Llandt du Bois. Moifes Wicbmans. Pieter Bakker. Branders. Abraham van Koof ere. Jan Janszoon Bout. Dirk dc Munnik. Hendrik Munt. Ordre ende rangh voor het tweede esquadre van 'sLandts vloote, in drie fmaldeelen verdeelt, daar naar hem cen ieder, daar inne vermeit, zoo wel van, als aan den vyandt, mitsgaders in 't zeilen ende ankeren, tot na Ier ordre, ftriktelyk zal hebben te reguleren.. Onder den Schoutbynacht de Maan, als Viceadmiraal, zyn gerangeert, Onder den L. Admiraal dc Ruiter zyn gerangeert, Advysjacht. ^7Z* Ifaak van Anten. Pieter de Sitter. Barent Hals. Hcndiik Slmn. S.bynacbt de Haan. alsViceadm. jakob van Bergen-^ V 4 Branders. Dirk Klaaszoon. Jan Boimgaardt. Kornelis Jejinertszoon Kok. Dirkvai: dil~il.de ,ttt'„iei fb.  jjia Het LEVEN van min 167 3. w Scify- ' * J Kr>rlfelis Tyhes. Onder den L, Admiraal van Nes zyn gerangeert, Mattbnis HJeegangb. .' Jan van Lier. 1 -*'§ï»rt de Jongb. Daniël Eifevier. L. Admiraal van Nes, Jan Muys. Onder den Schoutbynacht Vlugh zyn gerangeert, fakeb Ros. jan Dik. fPillem va;: E-.vyk., { Scboutbyndébt Ving. Ifitak üitterv.'yk. Ham Haitvcik. • ■ Jan Hek. Aldus geordonneert ende gerangeert y,i ■s Landts fchip dc zeven Provinciën, ten anker leggende op Schoonevelt, den löMey 1673. 1MICHIEL ADPv. DE RUITER. Doch behalven de fcheepen in dc lyft gemeldt, bevonden zich in 'sLandtsvlootnoch acht galjooten, zoo dat ze nu beftondt in 80 zeilen. Ten zclven daage hadt de L. Admiraal'dc Panter aan 't Kollegie ter Admiraaliteit in Zeelandt zyn komd op Schooneveldt met een brief bekent gemaakt, en yerfton.dt ter zeiver uurc, by geval, uit een Zceuwfch Schipper, dat dc Zeeuwfche fcheepen noch i.n geen ftaat waaren óm tc kpnncn yitkoo- n-e/n y Actvvslnclit. Klaas Pertngal. Roemer Plat. Pieter ütkkes. Brr.nders. U'Sbrandt Bareutszenn. Pïitfr. van Crooivelt. Karei de Bruin. Branders. Pieter lleudrikszoen Pap, jan van Kamt.en. Pieter Bekkes.  L. Admiraal DE RUITER. 313 jrien, cn dat het wel een dagh twee drie zou 1673» aanloopen eer men cen fchip van daar hadt te wachten. Dies bclloot dc Ruiter met zyn De Rui* Krygsraadt, zonder tydtvcrzuim, en zonderterbefluit naa Zeeuwfche of andre fcheepen te wach-naar e n" . iji ir - • viere vaa ten, des anderendaaghs naar de riviere vanLondeno- Londen over te fteeken, en daar de voorge- ver te ftee- melde zinkfeheepen, was't doenlyk, te be-kcn,endaar lleeden. Hy Helde de rendevous, indien ce-rcheePea nig fchip door npodt van de vlag moght vror""^n^en" den vcrlleeken, voor de reviere van Londen Rem^,„ in 't Konings Diep, de hoek van de MaasVous. Noordtweft van zich; en de vloot van daar Weer tc rug keerende, zou de rendevous op Schooncvelt zyn. Den volgenden morgen n May, ten negen uuren ging men onder zeil, en de Heer de Ruiter zondt vier buitenwachten in 'tWeft, enWcfcnoordtwcfl:, buitendevloot. Den twaalfden zagh men Souwisbaay en 01- 'iMay, plu-mes Weilnoordtweft van zich: met dy- zigh weder en reegen. De buitenwachten quamen weêr by de vlagh, cn een der zelve, Wynant van Meurs, voerende 't advysjacht Rotterdam, hadt dicht onder de wal een Èn- "y,^ ve"j" gelfch fluitfehip, koomende van Bordeaux, overE. gelaaden met wynen, en willende naar jar- muidc.n, verovert. D'Engelfche Schipper zeide in Wicht verdaan te hebben, dat de Franfche vloot, fterk ontrent veertigh zei-* len, in't Kanaal was, en dat in Portsmuiden Yyftien Engelfche Konings fcheepen laagen, Dc L. Admiraal dc Ruiter riep daar op zyn, Krygsraadt aan boordt, daar beilooten werdt, de Schoutcnbyinicht, Jan van Nes en David£enb Vlug, met zes fregatten, zes branders, twee vaa Ne*dfc V 5 ' fnaau-  314 Het LEVEN van den 1673. fnaauwen, cn zeven galjoots, nevens d'achf ▼lug nor- zinkfeheepen, in dc Middelgrondcn en de reden met dK viere van Londen tc zenden , 'om de gemelde peniiaardezlnI"c!lccP.cn te nocn zinken ter plaatzen hun Middel, kv gefebrift aangcvvcczcn : tewecten, de vyf gronden fcheepen genoemt Grocningen, Oudt Haarvoortge- lem, de fluit het Konings wapen, 't Kafteel i*ï*fe ^ Medcnblik> en de "Pinas S', Salvador, Qrdr/hun in '£ voornaamfte gat, hun in de zeekaart gcby c,e-' toont, 't weik Jakob Vroom, Kommandeur fchrfft ce. van een der zinkers, voerende het fchip Groegcevcn. ningen, verklaarde zeer wei tc kennen, en hun verder zoude aanwyzen. D'andre drie zinkers, de fluit Sr. Jan, het Melkfchuitje, cn dc fluit de Hoope, zou men bezuiden het bansken in dc Middelgrondcn doen zinken, om daar ook de doorvaart voor eerft onbruikbaar te maaken. Doch dit lelie werdtgcftelt aan 't oordeel van dc Schoutcnbynacht van Nes en Vlugh : mits daar over hoorende het goedtdunken van den gemelden Kommandeur Vroom. Voorts werdt den zclven Schoutcnbynacht belaft, zich met dc fregatten cnbranders naa feehoorèn te pofteeren, om 't werk tegens dc vyanden , die 't zouden willen verhinderen, te befchermen, en zich naa 't zinken der fcheepen weer onder de vlagh te begeeven, die in of voor het Konings Diep op hen zou blyven vertoeven. De fregatten, branders en ander vaartuig, die men zondt om de zinkfeheepen tc geleiden, zyn begreepen in dc volgende lyft. - , Uitredt. ff£ ~t«k>.» $.i:-rt. , - - lloi(.erJav>. 3lO.  L. Admiraal DE RUITER. 3*5 J.m Ncirot. Hendrik Span. Jan de Jong. Willem van Eveyk. Abraham van Kooi ere. Jan Janszoon Bout. Hendrik Munt. Pieter Bokkes. Jan van Kampen. Pieter Henkrikszoou Pop. - Ifdak van Anten. Jan Pieterszoon Kryger. Jan Janszoon. Stek. Dirk Franszoon. Tennis Jakobszoon. Jan Kornelis Petten. ■ Jelle Albertszoou. Dirk Tark. - - Pcpkensbnrg. Middelburg, bndtkaspcl. Edam. Brander1:. De Blakmoor. De Salmander. De veil te Mol. Cbriflina Leouora. 'T Wapen van Emma ik. '2' Kafteel van Loon, Advysjacht, De Hoope. Galjoots. Parys. Haarlem, Eouan. St. Maria. De Loolzer. De jonge Prins. S434- De naamen der zinkfeheepen zyn in de ly ft der vloot uitgedrukt. Ter zelvcr tydt werdt1111 * het zoo miftig cn donker, dat mcn noch landt noch zandt kon zien, zoo dat mcn naar de wal op *t loot moeft aanloopen, en daarna genoodtzaakt werdt ten anker te koomen: doch de Schoutenbynacht, van Nes cnVlug, lieten 't noch voortgaan: ook trok de mift ftraks daar aan wat op, zoo dat ze voort zeilden. De Ruiter bleef met het gros der vloot voor 't Konings Diep, dwars van Harwits, leggen. Dc Schoutenbynacht, mecuczink- De Zinkfeheepen reis vorderende, moeften 'savondtsrcll2ePen ten zeven uuren, wegens de mift, die wecr^'dej1 verzwaarde, cn hun 't gezicht benam, tenm^ropege_ anker koomen. Zy bellooten , in den na-houdea° nacht met d'achtereb, indien 'er eenighzins gezicht was, weer onder zeil te gaan, cn ordonneerden wa,ar de galjootcn met eenige cha- iau-  3iö' ÏIet LEVEN van den 'fOr,v loupen zich aan dc kant van de Middelgrondcn zouden pofteeren. Maar 't was den gantfchen nacht zoo donker, dat mcn geen zeil 23 May. l.on voeren. Met den dagh quam 'er cen Wenk van licht, en mcn raakte weêr onder zeil: doch in 't kort werdt dc loch.t zoo dik, dal men weêr moeft ankeren; dewyl men gantfeh geen gezicht hadt, cn dc rakken daar D'Engel men lagh niet kon verkennen. Daar leggcnfchen lef-de quam iemant uit het galjoot dc jonge Prins £«n met et-den Schoutenbynacht aandienen , dat ze met pénomréntSaU00t ftaW dc reviere waaren geweeft, de Middel-010 °P dc aanbevolene poft te gaan leggen: gronden, maar dat d'Engelfche brandtwacïiten hun dat om'tzin- hadden belet: en datzc in de dertigh Engel!'p be-fch.? fcheepen pas binnen de Middelgrondcn [et en. hadden zien leggen, naa alle waarfchynlykJaeïjc om hun toeleg tc beletten: derhalven, zorgende dat ze de fcheepen niet dan vcrwardè.1 yk en vruchteloos zouden konnen doen zinken, lieten ze den L. Admiraal de Ruiter hun wedervaaren terftondt bekent maaken: verzoekende verdre ordre. De Ruiter, oordealende dat d'Engelfchen alrecdc kennis van den toeleg moeften hebben gehadt, riep den ' De Rui- Krygsraadt by een, cn mcn vondt niet geraaje,rsl>e- den 'sLandts byhebbende macht, door de faadtfitó; gemelde zinkers met geweldt te willen beftecd^ri Krygs-d.cn» ?c waagen, maar dc Schoutenbynacht raadt; ftraks te rug t'ontbieden: dewyl dat men op dc vyanden, die uit het Kanaal verwacht werMhn be;den, ook acht moeft geeven. Men liet dan w " ^ den Schoutenbynacht wceten, dat indien zy Vjug met ?waarigheit in 't uitvoeren van den toelegde zinkerszaagen, zulks dat het werk met met de ver"* eifcfc.  L. Admiraal DE RUITER. 2 Leden van den Krygsraadt; uit den naameraadt werdt van zyn Hoogheit, met krachtige woordenvenMandc aangemaant en aangemoeuight/by voorval J^St van gevecht of flagh, wel te dóen; en hun0m zich bevoolen zulks uit zynHoogheits naame allen weltequyKapiteinen en Bevelhebbcrcn wel in tefeher-W"» pen, met uitdrukking van beloöning voor de geenen die zich wel, en van ftrafte voor die zich quaalyk zouden clraagen. Daar op beloofden de Heeren van den Krygsraadt, dac ze hun plicht als eerlyke luiden zouden betrachten, en de drie Gemaghtigdcn naamen hun affcheidt, met het toewenlchen van den zegen desAlderhooghften, vertrekkende naar Zeelandt, om de toerufting der oorlogfcheepen daar naar vermoogen voort te zetten. Midlerwyl zondt den L. Admiraal de Ruiter van tydt tot tydt verfcheide klcenc fregatten cn andere vaartuigen naar d'Engelfche kusten, om kondtfchap van de vyanden te bekoomen. Ook quaamen van dagh tot dagh ^°0dr^ëh noch etlyke fcheepen onder de vlagge, totHeerenom verfterking van cle vloot. De Heeren vand'onbeBeuningcn cn Mauregnault, daar de Heermande Kornelis van der Lyn, van Alkmaar, nochfcheePen» by was gekoomen, tot voortzetting der toe-}"jS^S rufting ter zee, gaven daarnaa, door zekerende de vioót brief, den negentienden tot Middelburg aan te bemanden Heere de Ruiter gefchreeven, hem inlien> bedenken: of'c niet raadtzaam zou zyn, dat, -9 Ma> j om  3*ö Hét LEVEN van tiA Ï673. om de mecflc maght op 'c fpocdighfle onder* de vlagge te verzaamelen, eènig volk van de bed bemande fcheepen op de fcheepen, die in Zeelandt noch onbemahtlaagen, gebraght wierde: om te meerder fcheepen van oor'Twelk de *°Sn' a^loewei mm bemandt* te konnen gcj^Lliterni(.j bruiken. Doch de Ruiter fchreef tot antlisn goerit- woordt, dat hy zulks, onder verbetering gevinden, enZeit, in geenen deele zou konnen goedtvinden tegen- door dien V altydt by ondervinding gebleeken êom" < Was- ^at ^tct *er>^ en ^e krac'lt der vloot e meer beftondt in een minder getal van fctheepen, wel bemant en toegeruft; dan in een meerder getal, daar zoodaanige noodtzaaklykheden aan ontbraaken: die dan ten meerendeel dienden tot een embaraffe, of hinder padie, en èmflagh, behalven dat het ook tot noch toe niet wel hadt willen vallen, dat men volk van de fcheepen der Admiraaliteit en in Hollandt, die noch gebrek hadden, zoude overzetten op dis van Zeelandt. Zoo dat hy over zulks die zaake, tot vader ordre, ongeroert zoude laaten. Op den zclven zin fchreef ook den Heer de Ruiter - Vcrfier- aan zYn Hoogheit, daar 't by bleef. Deeze Hing van brieven waaren den twintighllen geteekent, 's Landts cn. ten zclven daage quam dc Viceadmiraal Moote. Evertszoon, benevens een fregat uit Zeelandt, onder de vlagge, en noch vier fcheepen uit Texel, zulks dat men van daar noch tien groote fcheepen verwachtte. Daarna zondt zyn Hoogheit de Prins van Oranje den volgenden brief aan den L. Admiraal dc Ruiter.  L. Admiraal DE RUITER. 321 De Prins van Orange. 16*73. Edele, Geltrenge, vroome, lieve bezondere, Wy hebben, naa deliberatie, gehouden over Briefvan het employ van \s Landts vloote, goedtgevon- ^ den, Ü E. mits deezen te ordonneren, met de RUit4!r. zelve gepoft eert te blyven leggen op Schoonevelt, ten waare zich eenige occafte op deede, van daar mede met avantagie ietv/es op den vyandt t'onderneemen, daarvan U E. naar foldaat- en zeemanfchap, en inkoomende advyzen, zal konnen oordeelen. Wy zullen onder des niet onder laaten U E. zoo veelrenfort f van t Ferjlerfcheepen als anders toe te zenden, als eenigzins zal doenlyk weezen. Godt almachtig biddende, Edele, getrouwe, vroome, lieve bezondere, U E. te houden in zyne heilige befchertninge. In's Gravenhage, den 21 May 176$. U. E. goedtwillige vriendt, G. H. PRINCE d'ORANGE. Ter zeiver tydt, op Pinxterdagh, begoft het pnweer fterk te waaijen uit den Noordtoolttenooften, "!t (1^n zoo dat men in 'sLandts vloot de rees moeft ftry- dénken , en de Hengen doorftryken: twee fchee- ,J0rten." pen verlooren hunne kabels, en 't onweêr 2t en 2a duurde tot den drieëntwintighften. Opdien^* IV, Deel. X * zei-  522 Hel LEVEN van fifeft tof 3- zclven dagh beriep den L. Admiraal dc Ruiter s^ WJay. d'aanwcczende Leden van den Krygsraadt aan DeKrygs-gyn boordt, om de vloot in drie esquadres te eer?" bV verdeden. Doch in't begin van de zitting der pen,S(*r0e'Leden heeft de Viceadmiraal Evertszoon het Gefchii verfchilj dat de Zeeuwfche Bevelhebbers ecniover den ge achtereen volgende jaaren "(of zedert den ranS- tydt dat dc Staat zoo veele Hooftofficieren ter 23 ay' zee hadt aangeftelt) met die van Amfterdam Voorftel hadden gehadt, wederom opgehaalt: bewceen bewee- rende uit den naame en van weegen de Heeren den "ice Staaten van Zeelandt,. cn d'Admiraaliteit der admiraal" zeiver Provincie, dat der zeiver Viceadmiraal Everu- en Schoutbynacht de rang, zitting en ftcm in zoon. den Scheepskrygsraadt, in zulker voegen toequam, als het voor dc verkiezing van zoo veele Hooftofficieren was in gebruik geweeft: dat was, naa den Viceadmiraal cn Schoutbynacht van de Maas, cn voor den Viceadmiraal en Schoutbynacht van Amfterdam, gelyk de Zeeuwfche L. Admiraal altydt in dat bezit was geweeft, en tot noch toe onverftoort gebleeDeRui- ven. De L. Admiraal dc Ruiter gaf hem tot ters a»t- antwoordt, dat hy op dat punt van zyne Hoogwoordt. kejt njet was geiafl-7 maar dat hy daaraan zou Verzoeken, dat 'er op dat ftuk eenig befluit moght worden genoomen, en hem aanbevoolerT, 't geen zyn Hoogheit zoude oordeelen dat tot bewaaring van de waardigheit, cn onderlinge vriendtfehap de twee Provinciën van Hollandt en Zeelandt, en haare Kollegien ter Admiraaliteit, behoorde te gefchicden:opdat mcn moght weeten waar naar men zich, dien aangaande, voortaan zoude hebben te fchik- | ken. Dit verzoek werdt zyn Hoogheit daarna  L. Admiraal DE RUITER. 3*3- met een brief voorgedraagen. Geduurende 1673. den zeiven Krygsraadt werdt de lylï van ver- 'sLandts dceling der tegenwoordige , en eenige ver- v'ooc in wachtwordende fcheepen, in drie esquadres^'«squ*r ontworpen, en tot nader ordre vaft geftck, dgg|^er" gelyk in 't volgende affchrift is uitgedrukt. Esquadre van den L. Admiraal Generaal de Ruiter. Officieren. R. L. Admiraal de Ruiter. ÏS..L. Admiraal van Nes. R. Viceadmiraal dc Liefde. K.Scboutbyuacbt van Nes. f\. Kommandeur v. Mceuivcn. l\.Kapit. Kornelis de Liefde. R.Jau van ISraakel. A. Engel de Ruller. A.Jan van Gelder. A.Jan Bont. V^.Simon van Panhuis. ]S. Jan Krook. A.Willem van Kuilenburg. A. David Svjerius. W.Frans van Nydek- A. Philips de Munnik. n. Klaas Palebén. n. Klaas Wynbergen. n. Hendrik Viffcber. W.Jan Snel. A.Willem van Eivyk. A.Mattbeus Meegangh. R. Kornelis van der Hoeven. R. Jr.nDar.ielsz. v. den Ryn. R. Abraham van Kooperen. K.Dirk de Munnik. R. Leus Harmanszoon. R. Gcrrit IMfkaagb. R. Willem de Rave. A.Jan Janszoon Bout, A. Wybrant Barentszoon. a. Abraham Taalman. A.Gerrit Koot. Schecpeo. fhikk.nmt.folci; . . Dc zeven Provinciën. So. 38. EsqUsdfé D'Éendragbt. 72.337- 83. onder deri Dc Vryheit. 80.510. ---L. Admi- DeMaagtr.DordrecbtM. 345. 55. ra!iippnfi. De Spiegel. 70. 350. — «"'^enC- Gelderlandt. 63.319. 26. «al de De Voorzicbtigbeit. 84. 337. 143. Ruiters Waasdorp. 68. 284. 54. Steenbergen. 70. 340. —- 1 De Stadt Uitrecht. 66. 310. — Zeelandt. 42. 147. 23. Alkmaar. 64. 250. 10. Deventer. 66. 310. De Befcbermeri 50. 216. 29. Dordrecht. 44. 174. 1. Effen. 50. 209. iC'. De Prins. 64. 300. — Kalib. 46. 200. 20. 'TWapcnv Medenblik.4.4. 1S9. 1!. Fregatten. Uitrecht. 34- 133. 27. F.dam. 2,6. 11 3. —- Damir.ten. 32. 84. 26. Schiedam. 24. C}0, Branders. De Kouize. 4. De Blakmoor. — 18'. — De Maria. Dc Jifper Kerk. St. Pieter. — 18. — D>Eeuhoorn. — — — De Salmander. 4* 22. De Sayer. 4. 19. — Advysjachten. De Kater. 10. 54- — O Ecuboern. lö. 34. X Z ** ***  324 het LEVEN van den ïoVQ. Z.Amout Lctmijfen. De jongt Maritt. 10. — — Z. Pieter de Moor. De Tonyn. 6. Galjoots. A. Tennis Jakobszoon Duit. St. Maria. - A.Jan Kornelisz.v. Petten. De Lootzir. A.Jelle Albertszoon. De ViJfcber. Esquadre van den L. Admiraal Bankert. Esquadre Z.L. Admiraal Bankert. OI1 iet den Z. Viceadmiraal Evertszoon. L. Aomi- V. Viceadmiraal Star. raai Dan- N.ScboutbynatbtVlug. kerr 'ü. Kapiteinen Jan lick. *eU' N.Jan Dik. A. J.^kob Berkbout. A. Pieter van Middellands. R. Elandt du Beis. N.Jan Muis. n.Jakob Roos. n. Mas ten de Boer. A. Barent Hals. A.Jan van Lier. n. Pieter Kerffeboom. A. Gillis Scbey. X.Karei ven der Putten. Z.Dirk Kiel». Z.Adriaan Bank. de Jonge Z. Barent Martenszoon. R. Moijes Wichmans. R. Jakob Sa-art. A. Roemer Vlak. Z.HuibrechtWelff'eriszoos. Z. Lieven Zacharias. z. Fredrik van Konvent. z. Rei nier Dirkszoon. n. Hendrik Munt. n. Pieter Bokkes. A.Karel de Bruin. A. Pieter Hendriksz. Pop. z. Daniël Scuye. Z.David van Geersdaale. Z. Tennis Pop?. Z. Matlbys Laurens. Z. Jakob Hamers. Walcheren. Zierikzee. Groeningen. 'TWap.v.Enkbuiz, Wejivrieflandt. D'Eenhoorn. D Akerboom. De Komeetjlar. De Ridderfcbap. Juftina van Na ff au. 'TNoorderquartier Gelderlandt. De Gideou. De Leeuwen. 'T Wapen vanNaffau. 53 dyatveraryj: Domburgb. Ter Veere. Fregatten. Delft. Goes. Hardervoyk. Rotterdam. De Brak. Branders. De Burg. Samfon. St. Latrina. De Dadelboom. De tuitte Mol. Chriftina Leonora. De Bergb JEtna. 'T Kafteel van Loon. Actvysjaentcn. De Lapmande. 8. Der Goes. 8. De Parel. 8. De Swaluzv. 6. De Waterhonds. 4. 70. 60. 64. r. 72. 336. — 78. 3iS. If. 70. 319- — 62. 23'. 49. 70. 34°- — 65. 230. IIS. 65. 270. 10. 60. 254. — 00. 240. — 62. 227. 53. 50. 245. — .58. 220. 10. 56. 235- 10. do. 230. 70. 48. 164. (Si. 34- 34. 142- — 24. 94. 6. Jo. ii 6. 29. 22. 83. 17. 2. 1". — — 17. — 2. 16. — — 20. 2. — 18. 4. 25. — 25. —  L. Admiraal DE RUITER. 325 Galjoots. \C>"71 Dt Prins. 'j' De gekroonde Prins. — dondert Pieterszoon, milem Philips. Esquadre van den L. Admiraal Tromp. A.L. Admiraal Tromp. A.Viceadmiraal Sweers. IS.Viceadmiraal Schram. A. Schoutbynacht de liaan. A. Kapiteinen Volhert Swart. R. Barent Rees. R. Philips van Almonde. R.Adiiaan Poort. A.Kornelis van der Zaan. A. Kornelis Tyloos. A. Hendrik Ti; usv. Kaffau. A. Pieter Dekker. A. jakob van Bergen. A. Daniël Elfevier. A. Pieter de Silter. A. Ifaak Uitterwyk. N. Kornelis de Boer. ü. Pieter Bakker. A.Hendrik Span. A.Jan de 'long. A. Hans Hartvoicb. A.Jan Noirot. A.Jan Bogaart. A.lVillem IVillemszoen. A.Henrik Rofeus. A. Kornelis Jelmersz. Kok. A. Pieter van Grootveldt. A.Jan van Kampen. A. Kornelis Boermaus. A.Jan Boomgaart. A.Dirk Klaaszoon Haruey. IS.Darmen Dirkszoon Boer. A.Klaas Portugaal, A.Jan Kramer. '/..Tobias Adriaanszoon. A.Huibrccbt Geel. 'A.Jan Korucliszoon Poot. A.Dirk Turk. A. DirkPiet.v.denVeldc. De goude Lecuvc. 81. 500. --- Esquadre jyoiyfant. Sa. 4S0. -onderden De Pacificatie. 00. 340. • _ . . . Hollaudia. 80. 331. 109. L" A-itDl- Kaïautsoogb. 70. 340. — raalTrornp. Wajfenaar. 60. 139- 46. Delft. 62.- 283. 42. Schielandt. 60. 166. 119. Amfterdam. 60. 220. Co. 'T Geloof. 56. 229. 51. De Provincie v.Uitr. 60. 280. De vsaakende Kraan. 44. 178. 22. De Prins te paarde. 54. 188. 57. Zeelaudia. 44. 188. 12. cTAgatha. 50. 198. 47. '7Zuiderbuis. 48. 170. 30. ,TlVaJ'.en v. Hollandt. 46. 196. 4. Jupiter. 42. 137. 63. Fregatten. Middelburgh. 36. 115. 20. Oudtkafpel. 34. 114. 16. De Haas. 24. 100. — Popkemburgh. 24. 87. 13. Bommel. 24. 82. 18. Branders. Dc Draak. 4. 2t. 1, Velfen. 4. 24. De Salm. 4. ' 18. 4. De Leydtftar. 4. 21. 1. ,TTVapeu v. Emmerik. 4. 13. 4. De vergulde Poft. 4. 17. 5. Jakob en Anna. 4. 18. 4. De Vreede. 4. 18. 4. De Vis. Advysjachten. De Triton. 10. 28. 6. Egmondt. 10. 34. De Hazevciudt. 7- 23. — Mercurius. 12. 34. — Dc Bruinvis. 6. - Galjoots. De Jonge Prins. - St.Pieier,'tlVaterfih, — — — X 3 De  &f ÏÏET LEVEN VAN DEN tfyS' ( Pc bemanning der vloot is hier geftelt, g*< |6..4%.Jyk zc weinig daagen-voor dc verdeel insein drie esquadres by de Officieren cn Kapiteinen was opgegeeven, en blykt daar uit hoe veel volks in zommige fcheepen te dier tydt noch entbrak. Eenige weinige fcheepen hadden wel iet boven hun getal, maar die óverige werden daar afgelicht, en op andere fchecpen , daar gebrek was , verdeelt, doch die van Noordthollandt op Noordthollandtfchc, en die van Zuidthollandt op Zuidthollandtfche fcheepen, om verwarring te vermyden. SoflS v S'eïegcnthcit van de bovenltaande verdec$cieren,by llnS' bevaI den L- Admiraal Generaal de Ruia.i.niïre ter5 dat de L. Admiraal van Nes hetesquavan v,(0r- dre, den L. Admiraal Tromp toegelchikt, geraad», in duurende zyn afweezen, als Hooft zou o-ciéi&r den en gebieden De SchoutbjT.achjJali van zende ge. INes vvcrdt §efteIt over 'c fmaldeel dat dc L. flelc. Admiraal van Nes in 't Hooftesquadre daarna zoude voeren: de Viceadmiraal Evertszoon over 't esquadre van den L. Admiraal Bankert, dc Schoutbynacht Vlug tot Viceadmiraal, en de Kapitein Dirk Kiela tot Schoutbvnacht over 't zelve esquadre : voorts dc Kapitein Philips van Almonde tot Schoutbynacht over at esquadre van Tromp: doch alles by maniere van voorraadt, tot dat de gemelde Tromp, en andre verwacht wordende Hooftofficieren, by de vlagh zouden koomen. Ten zelvcndaage werdt de algemecne bcrichtsbrief, waar, naar de Hooftofficieren, Kapiteinen cn Kommandeurs van 'sLandts vloot zich zouden hebben te draagen, in den Krygsraadt gelcczen cn vallgeilek: behelzende in wat ordre cn Vv*r ^  L. Admiraal DE RUITER. g»# rang dc drie esquadres in zee zouden zeilen, en, naa voorvallende gclcgemhcdcn, op de feinen wenden, keeren, ook d'ordre veranderen , met den aankleven van dien , gelyk 't zelve hier onder werdt uitgedrukt. Generaale inllructie ende ordre vanMichicl Adriaanszoon de Ruiter, Ridder, Lieutenant Admiraal van Holland: ende Wc.ftvrieslandt, commanderende en Chef,uit den name ende van wegen zyne Hoogheit den Heere Printte van Oranje, &c. &c, &c. de vloote van den Staat der vereenighdc Nederlanden, voor de Hooftofficieren, Kapiteinen ende Kommandcurs van de zelve vloote , daar naar^ zy haar in de aanftaande expeditie, batailje of rencontre met den vyandt, zullen hebben tc reguleren. Eerflelyk, wordt ernfelyk gelafl, dat in 'ƒ infrru&ie nlt ofte in zeilen van eenige zee gaat en de klei- voor ie n'e fcheepen de groote uit de zeilen moeten bly- Hooftoffiven, ende de zelve achter aanvolgen, om, ^,|JJJ^ de groote fcheepen aan de grondt quaamen ie ;< ,m')Wn, zitten, haar altoos te konnen afpfeereu, op jeors yaa dat de zelve groote fcheepen gevoeghlyk in zee m du ofte binnen moogen geraaken, ende wie contra-, vioore. ris doet zal arbltralyk geftraft worden. Ende alzoo 'sLandts vloote tegenv/oordighis verdeelt in drie esquadres, te weeten , éérpv tïavantguarde, ofte (voor de windt zeilende} de rechter vleugel; ten tweeden, het corps ds batailje , ofte V middel ft e gedeelte; ende ten derden, d'arrkreguarde, ofte (als . men voor ' " X 4 " 4i  328 Het LEVEN van den 1673. de windt zeilt) de flinker vleugel, zoo zullen, in zee gekoomen zynde, den L. Admiraal Adriaan Bankert, benevens de Viceadmiraalen IC melis Evertszoon ende Enno Doedes Star, met haare onderhebbende esquadre aan ftuurboort , ende den L. Admiraal Kornelis 7 romp , benevens de Vice admiraalen Ifaak Sweers ende Volken Schram , met haare onderhebbende esquadre aan bakboort van 't Hooftesquadre . gevoert door de L. Admiraalen de Ruiter ende Aart Janszoon van Nes, benevens den Viceadmiraal Johan de Liefde, zich begeeven ende onthouden, als m»* voor de windt zeildt. Maar by de windt zeilende, zal het esquadre van de voornoemde L. Admiraal Bankert voor uit zeilen, 't Hooftesquadre van de voornoemde L. Admiraal de Ruiter in 't midden, ende dat van de voornoemde L. Admiraal Tromp, in maniere als vooren, achter aan. Item , wanneer de Hooftvlagge geraaden vindt. by daage , ofte des nachts over te wenden , zal de zelve het fein doen, dat daar toe in de generaale feinen, artieul 5 of 6, is beraamt ; d'ander e Hoofden, zoo L. Admiraalen, Vice admiraalen , ende Schoutenbynacht, 't zelve gewaar wordende, zullen, conform dezelve articulen, mede fein doen, waar op dan 't achter/ie esquadre eerft zal wenden, daar aan het Hooftesquadre, ende zoo vervolgens het voorfte : zulks dat, 's Landts Vloote alzoo gewendt zynde , H esquadre 't welk te vooren het laatfle was, als dan zal weezen het voorfte; ende zal ook de zelve ordre tuffchen de vlaggen van ieder esquadre onderhouden werden. De  L. Admiraal DE RUITER. gz* De voornoemde Hoofden zullen ieder lianrn -tA-rm esquadre in drie fmaldeelen v.rdeelen, ende daar uit eenige fregats deflineren, die expres daar op paffen, zoo der van de fcheepen in d. grondt, ofte brandt geraakten, het volk te bergen; mitsgaders ordre te flellen, dat de branders zich reguleren, volgens ende in conformité van het zeventiende articul in de ordre van zyn Hoogheit, tot obfervantie van goede difcipline in 'sLandts vloote, gearrefteert den vierentmntighflen April zejlienlwnderdt drie'ntzeventigh, om zoo ingoede ordre in zee te koomen, ende niet ccnfuis te wsezen, maar den. vyandt fchielyk koomende te bejegenen, altydt in pofluur den zeiven 't hooft te konnen bieden; Ende zal een ieder gewaarfchouwt ivcezen, malkanderen ruimte te geeven, cm tér deegen den anderen uit het fchut te blyven , achtervolgens het twaalfde articul van de gemelde ordre , zender nochtans te groote feparatïe te maaken, op dat den vyandt niet tusfchen beiden in en breeke, ook wel tc doen letten op den brandt, die door het fchieten van 's vyandt-s, of eigen proppen, in 'j Landts fcheepen zoude konnen werden veroorzaakt, op dat die tydelyk magh werden gelefcht. Ende zal derhalven, wanneer 'j Landts vloote den vyandt te loefwaart mochte gewaar worden, indien de zelve vloote over fluurboordt zeilt,den Viceadmiraal Evertszoon te loefwaart voor uit, ende den Viceadmiraal Star te loefwaart achter uit van den L. Admiraal Bankert, ende des zelfs enderbebbende fmaldeel, zich met haare refpective onderhebbende fmaldeelen begeeven, ende onthouden. X 5 Zoe  S3<3 Het LEVEN van dem £673. Zoo zuilen ook van gelyken den L. Admirad van Nes te loef waart voor uit, ende den Viceadmiraal de Liefde ie loefwaart achter uit van den L. Admiraal de Ruiter, ende des zelfs onderhebbende fmaldeel, zich met haare refpective onderhebbende fmaldeelen begeeven ende onthouden. Desgelyks zullen ook den Viceadmiraal Sweers te loefwaart voor uit , ende den Viceadmiraal Schram te loefwaart achter vit van den L. Admiraal Tromp, ende des zelfs onderhebbende, fmaldeel, zich met haare rfpeciive onderhebbende fmaldeelen begeeven, ende onthouden. Maar indien''s Landts vloote in't voorfchreeve geval over bakboort zeilt, zal de zelve vloote haar in pofluur ftellen, als over jiuurboort is gcordonnsert, ende zoo doende zal 't esquadre Van den L. Admiraal Tromp , dat te vooren d'arriereguarde gehadt heeft, nu d'avantguarde bekoomen , ende daar van den Viceadmiraal Schram, met zyn onderhebbende fmaldeel, die te vooren de achterfis van de gelieele V Landts vloote zyn geweefi, nu de voorfle van de gel;ccle vloote worden; ende vervolgens de voorfle van de geheele vloot e weder de laatfle, namentIjk den Viceadmiraal Kornelis Evertszoon met zyn onderhebbende fmaldeel, ten waare nochtans hi dit geval 's Landts vloote zoodaanigh gepofteert lagh, ofte in zoodaanigen ordre onder zeilwas^ dat, om te fpoediger in een goet pofluur aan den vyandt te koomen, deeze ordre moefte werden omgekeert. Ende of het quaame te gebeuren , dat dén vyandt in ly 5 ende V Landts vloote te loef- waarz  L. Admiraal DE RUITER. 33 s waart was, by dldien de zelve V Landts vloote 167J; over bakboort zeilt, zal den Viceadmiraal Evertszoon aai ly voor vit, ende den Viceadmiraal Star aan ly achter uit van den L. Admiraal Bankert , ende des zelfs onderhebbende fmaldeel, zich met haare refpective onderhebbende fmaldeelen begeeven, ende onthouden. Zoo zullen ook van gelyken den L. Admiraal van Nes aan ly voor uit, ende den Viceadmiraal de Liefde aan ly achter uit van den L. Admiraal de Ruiters onderhebbende fmaldeel 3 zich met haare refpective onderhebbende fmaldeelen begeeven, ende onthouden, Desgelyks. zullen ook den Viceadmiraal Sweers aan ly voor uit, ende den Viceadmiraal Schram aan ly achter uit van den L. AdmiraalTromp, ende des zelfs onderhebbende fmaldeel , zich met haare refpeftixe onderhebbende fmaldeelen begeeven. en'.e onthouden. Maar indien V Landts vloote in dit geval over ftuurboort zeilt , zal de zelve vloote haar in polluur ftellen , als over bakboort is geordonr.ecrt, ende zoo doende zal wederom "t esquadre van den L. Admiraal Tromp , dat te vooren d'arriereguarde gehadt heeft, nu d'avantguarde bekoomen, ende daar van den Viceadmiraal Schram mei zyn onderhebbende fmaldeela die te vooren de achterfte van de gehcele vloote zyn geweeft, nu de voorfle van dc zelve vloote worden, ende vervolgens de voorfle van de geheele vloote weder de laatfle, namentlyk den Viceadmiraal Evertszoon , met zyn onderhebbende fmaldeel; ten waare dat ook in dit geval^ '4 Landts vloote, zpodmvgh gepnfkert lagh, of  332 Het LEVEN van den •Ü673. tn zoodaanigen ordre onder zeil was, dat, om tefpoediger in een goet pofluur aan den vyandt te koomen, deeze ordre moeft e werden omgèkeert. ü De vloote aldus gerangeert, ende in een der voorfchreeve gevallen in pofluur leggende, om zich te de f enderen, of den vyandt te attacqueren, zal een ieder van de particuliere Kapiteinen op zyn Hooft, daar onder hy hefcheiden is, wel paffen, zonder in V minfte van den vyandt af tewyken, ofte draagende te houden, als door hooghdringende noodt, alwaar V dat hy zagh dat iemandt , die voor hem gerangeert was, door noodt ofte wandevoir, zyn geordonneerde poft niet en hielde, maar naaf zyn uhterfte vermoogen betrachten de plichten van foldaaten zeemanfchap, op poene van, contrarie doende, aan den lyve ge ft r aft te werden, in confornutê van het zefte articul in de meergemelde ordre, ende andere publicatien , by hooghseinelde zyne Hoogheit gearrefleert. ü Ook werdt wel expreffelyk gelaft , fchoon men by den vyandt niet en is, maar in zee zynde , ieder op zyn rangh, ende by zyn Hooft te blyven, daar onder hy hefcheiden is, mede op de poene als in de meergemelde ordre ,articuU ftaat vermeldt. Ende zullen de Hooftofficieren van ieder esquadre alle daagh drie van haare bezeilfte fregatten , benevens eenige galjoots, rondtomme . de vloote ordonneren, omme door de zelve alle doenelyke kondtfchap te bekoomen , ende iets nieuws verneemen de, zullen daar van datelyk aan de Hooftvlagge koomen rapport doen, zonder daar van in V minfte te blyven in gebreeke. Al-  L. Admiraal DE RUITER. 333 'Aldus gedaan ende geordonneert in 's Landts 1673; fchip de zeven Provinciën, ten anker leggende op Schoonevelt, den 23 May 1673. MICHIEL ADR. DE RUITER. De L. Admiraal de Ruiter verdeelde daarna -\\Mayt het Hooftesquadre der vloote, naar zyn gewoonte, in drie fmaldeelen, op deeze wyze. Onder den L. Admiraal van Nes. Kommandeur van Meeuiven. Klaas rijnbergen. Kornelis van der Hoeven. D.vid Sieerius. L. Admiraal van Nes. Philips de Munnik. Jan Snel. Klaas Valeben. Branders. Dirk de Munnik. Abraham van Kooperen. Willem de Rave. Advysjachten. Abraham Taalman. Pieter de Moor. Verdeeling van deRuiters esquadre in drie fmaldeelen. Onder den L. Admiraal de Ruiter. Schoutbynacht van Nes. Simon van Panhuis. Engel dc Ruiter. L. Admiraal de Ruiter. Jan van Gelder. Willem van Evjyk. Willem van Kuilenburg. Jan van Braakel. Branders. Jan Danielszoon van den Ryn, Lens Harmenszoon. Jan Janszoon Bout. Advysjachten. Wynant van Meurs, Arnout Leunijfcn. Onder den Viceadmiraal de Liefde. Jan Bont. Jan Krook. Frans van Nydek. Viceadmiraal de Liefde. Hendrik Viffcber. Mattheus Meegang. Kornelis de Liefde. Branders. Gerrit Halfkaagh. Wybraudt Barentszoon. Advysjachten. Ifaak Teuniszoon. Gtrrit Koot.  354 Het LEVEN van de:? 1673- Wyders Hdde den lieer de Ruiter een bo ]SrT' T^™™Me Schrift, waarnaar iortjt. Zlch d officieren , Kapiteinen en Kommandeurs m 't gevecht zouden richten, met aanwyzmg waar elk, wanneer de vyandt uit de loef aiquam, zich ontrent den L. Admiraal zoude houden, en vechten. Ook wat ordre dat men zonde houden als men den vyandt in de ly kreeg, en den zelvcn wilde aangrypem Hoe men zich, als 'sLandts vloot zcodaani"* wendde dat d'achterile dc voorde wierden* zou rangeren. Op wat wyze zich de Kommanucurs der branders zouden draagen, om s vyandts fcheepen aan boordt te koomen, cri vyandtlyke branders af te weeren: hoe zich d'advysjachten zouden gereedt houden, om advyzen af- en aan te brengen, en het volk te bergen van fcheepen die in den brandt moghten raakcn,of in den grondt werdengefchootcn, ook om branders in 'tgemoettc zeilen en af te weeren. Hoe men in 't zeilen en ankeren den zclven rang cn ordre zoude houden. _ Ten lellen, hoe men zich, als de L„ Admiraal van vyandtlyke fcheepen wierdt aan boordt geklampt, of, zelf een vyandts fchip aan boordt wilde leggen, zou draagen, om hem t'optzetten, cn te hulp te koomen. Diergelyke inlrrucb'e werdt ook voor de twee andre fmaldeelen ontworpen en vallgcitek. Ook hieldt mcn den zeiven voet in 't verdeden van d'andre esquadres, onder de L. Admiraalen HMÜj. Bankert cn Tromp. Op den zclven dagh quam den L. Admiraal de Ruiter, dooreen fchuit van Zierikzèe, cen brief van den Heere PrinlTe van Oranje ter handen, in den welken zyn  L. Admiraal DE PvUITER. 335 zyn Hoogheit, met kraght van taaie en erniti- 1673$ gc woorden, den Beveihebberenop 'sLandts vloot, en voorts eenen iegelyke, van den meelïen tot den minden, den geeft derklockmocdigheit zocht in te boezemen, op de volgende wyze. Edele, Geftrengei vroome, lieve bezondere, Wy hadden gewenfcht dat de zaaken van 't BrJ'ef' vSa Landt ons hadden gelasten de faculteit om ons j^." naa 's Landts vloot te vervoegen, en 't vf J"-Prins van noegcn te hebben van daar by een te zien zoo Oranje aatj veel eerlykc Patriotten, die cordatelyk de 'handtdmU Adaan 'f werk flaan , om 't Fader landt tegens p!™e'r ^*. vyandtlyk geweldt te helpen dekken. De aan- f^ rjeve™ zitnlyke zeemaght, welke ten dien einde by hebberen . een werdt gebraght, is een van de noodige efjenKapueiconfidcrabele middelen die tot behoudeniffe van • 1 i , Hooftoffi. vysjachten, aan de Ruiters boordt, daar men eieren,Ka-zc by een hadt geroepen, voorgcleezen, en r-iteinen en met groote beweegenis der gemoederen geandre hoort. Waarop den L. Admiraal de Ruiter ren voor- Cen iec,cr met gr00ten crnft tot zyn plicht gelejzen. vermaande, en al die daar tegenwoordig waaren, zoo hooge als mindre Officieren, beloofden met een rullig gelaat, dat ze huneer Cn eedt zonden betrachten, gelyk als lief- Doorluchtige, h Vorft en Heere. hooghgebooren Aitnm in 'sL'andts fchip ie zeven Provincie;:, ten anker leggende op Stbeottevels, ifen SJJIny 1673. Uw Iloogheits Zeer ootmoedige en getrouwe dienaar, MICHIEL ADR. DE RUITER heb-  L. Admiraal DE RUITER. 339 hebbers cn dienaars des lieven Vaderlandts 167?. fchuldig waaren. Dus verwekte die brief een Hunne' byzondre kloekmoedigheit door dc gantfche belofte van vloot. Men hoorde veele Officieren eenige /-ichnaa van zyn Hoogheus woorden t'elkens herhaa- ^"én™ len: inzonderheit daar hy zeide, dat V voor quyten. de lafhartigen niet zoo gevaarlyk zou zyn dan de havenen van den Staat: en men bcfloot derhalven, te winnen of te fterven. Twee Zeeuwfche fnaauwen, den negentienden op kondtfchap door de Hoofden, tot voor Wicht, en Portsmuiden, uitgezonden, met laft, van eenige Vilïchers te neemen, of luiden van 't landt te haaien, en daar door tyding van de vyandtlyke fcheepsmaghten te bekoomen, quaamen deezen dagh weerby de vloot. D'ee- *5M~ay. ne hadt by de Singels een Engelfch advys- Eeri Bn* jacht, een huy, genoemt Elizabeth, veró^S?" vert, en, om dat het geen zeiler was, in den verovert, grondt gehakt, hebbende twintigEngelfchen met vier yzere ftukken daar afgelicht. Men braght den Kommandeur van dat jacht aan het bpordtvan den L. Admiraal de Ruiter, die uit hem verftondt, dat hy den twintighften 'savondts van d'Engelfche vloot, leggende in de Baay van Rhy, tuflehen Vierlcy cnBevefier, was gefcheiden, fterk ontrent veertig fcheepen van oorlogh: dat de Franfche vloot Tyding toen ontrent Wicht was gekoomen, daar zich van d'Envyfeien Engelfche fcheepen uit Portsmuiden 'ïelfch- en by hadden gevoeght: dat hy den twintighften Fl:anrche de Franfche vloot met die vyftien Engelfche en" fcheepen 't Kanaal hadt zien opkoomen: zoo dat hy vaft fteldc dat die twee vlooten den cenentwintighften, op Pinxterdagh, by een Y 2 waa-  340 Het LEVEN van den t6~%. waaren gekoomen, uitgenoomen veertien ot vyftien Engelfche fcheepen, die noch voor Doevres laagen. Zoo dat d'Engelfche vloot ontrent uit tzeventigh fcheepen zou beftaan. Maar van de fterkte der Franfche vloot werdt ó zeide hy, by d'Engelfchen zelfs zeer verfchciden gefprooken, begrootende zommigen haar getal tot tzeftig, anderen tot tachtig'zeilcn: doch hy oordeelde dat 'er zoo veel niet waaren, al waar 't dat men de branders, advysjachten en victualicfcheepen daar onder telde. DsRni- Deeze tyding maakte den Heer de Ruiter, tersver. dooreen brief, aan zyn Hoogheit bekent: toogh aan • j i i 5, • n sy:i Hoog- vert0°nende dat men alomme d uitcrfte naarljeiC ftighcit behoorde aan te wenden, en alles by te brengen om 'sLandts vloot tc verfterken, en dat men in zonderheit de verwachtwordende fcheepen uit Texel moell voortpreffen en naar Schoonevelt laaten koomen, tcrwyl dc zee noch veiligh en voor hun open was^ 2$ May. Ter zelvcr tydt gaf den L. Admiraal de Ruij y|*atBdeter ordre, dat men wat om de Zuidt naar de om°de wal zou zeilen, om de vloot in de yercifchte Zuidt zei- ordre te rangeren. Toen zeildej de'Viceadlen en zich miraal Evertszoon met Bankers esquadre aninordre derhalf myl om de Zuidt, daar hy 't anker wierp. Den Keer de Ruiter ging insgelyks onaer zcii, en poneerde zyn esquadre niet ver van den Viceadmiraal Evertszoon; daar op volgde de L. Admiraal van Nes, en ankerde wat benoorden den L. Admiraal de Ruiter: die toen zyn Hoogheits brief van den eenentwintighften, boven gemeidt, dien hy eerft 'sdaaghs te vooren hadt bekoomen, den Krygsraadt bekenc maakte, en belloot dat men  L. Admiraal DE RUITER. 34V won voor eerft met 'sLandts vloot noch op 1673; Schoonevelt zou blyven, en den L. Admiraal Tromp met d andre fcheepen verwachten. Daarna bequam hy zeekre naarichting Naarder uit drie Schippers, een Zweedt, en twee 'fonduchap Lubekcrs, dat de Franfchen den viercntwin- vt°f?i'fn" tigllcn noch by d'Engelfchen niet waaren ge- vloot'2 koomen, maaralleen etlyke daagen te voo- zjiilay. ren eenige fcheepen en branders uit Portsmuiden, die de Kommandeur van't veroverde Engelfch advysjacht, boven gemcldt, voor Franfchen hadt aangezien. Uit een' an- a7 Ma% deren Zweedtfchen Schipperhadthyverdaan, dat d'Engelfchen fterk waaren tzeftig fcheepen van oorlogh, en met de branders en advysjachten wel tachtig zeilen, en daar onder een groot nieu fchip uit Portsmuiden, gemonteert met 120 ftukken, daar men Prins Robbert op verwachtte: dat ook een En- Ee,iE& gelfch fchip, uit Portsmuiden koomende,ge"ch 'door ongeluk was in brandt geraakt en ver-fchip ver" brandt, niet weetende of het een fchip vanbrandc' oorlogh of brander was. Den achtentwin- atMay. tighften quam de L. Admiraal Tromp, met pe L.Adzes fcheepen van Amfterdam, benevens den!Siraal Viceadmiraal Schram, en een brander uitkor^niet Noordthollandt, tegens den middagh in dezeven vloot. De L. Admiraal Tromp quam met fcheepen zyn fcheepen, uit eerbiedenis van de vlagde,en een achter den Heer de Ruiters fchip omlocpen, ;irflc1e,r!il begroette de vlag met eenige ' eerfchooten , ^loot" '& cn verfcheen in perfoon aan zyn boort. In welke byeenkomft, d'eerfte in zeven jaaren, alles met minlykheit en betoogh van vriendtfc^ao toeging. Den Heer de Ruiter, hem X 3? vricn^  34a Het LEVEN van den 1073. vriendelyk verwcllckoomcndc, verhaalde de» toeftandt van "sLandts vloot, en hy berichte hem van de geftelteniflè der zaaken in Texel: zeggende, dat het fchip van den Viceadmiraal Sweers noch niet over het Vlaak was: maar dat men den Kommandeur van Meeuwen, cn den Kapitein Jan van Gelder, de Ruiters ftiefzoon, op morgen by de vloot d^°kl^°"i: hadt te verwachten. Ter zeiver tydt quam miraaiBan- °°k de ^- Admiraal Bankert met een fnaauw kert in per-aafi dc Ruiters boordt, op hoope, die hem Don by dc door dc Heeren ter Admiraaliteit in Zeelandt Ruiter, en was gegeeven, van daar ccnigh volk voor de b-eRh o 'tZeeuwfche fcheepen te zullen bekoomen: fchip Dom-maar ziende dat dc zaaken daar niet naar ftonburgb. dcn' bcfloot echter in de vloot te blyven, en zyn verblyf op 't fchip Domburg, dat gevoert wierdt door den Kapitein Karei van der Putten, cn tot dien eindevyftig mannen, nevens zyn bagagie, uit de Wielingen van 't fchip Walcheren derwaarts t'ontbieden. Den L. Admiraal de Ruiter hadt hem aangebooden, dat hy zou moogen overgaan op't fchip itMay. van den Kapitein Hek, uit het Noorderquarticr, dat veel grooter was, en wel bemant: doch hy vondt dat ongeraaden, om de Heeren van Zeelandt geen misnoegen te geeven. Weinig uuren naa d'aankomfl: van den Heer Tromp ontfing den L. Admiraal de Ruiter in ' der nacht den volgenden brief van zyne Hoogheit, raakende het gefchil van den rang met de Zeeuwen, en 't geen hy den vierentwin, tighften, aangaande de perfoon van den Heere Tromp, aan zyn Hoogheit hadt gefchreeven. De  L. Admiraal DE RUITER. 343 De Prins van .Orange. l073» Edele, Gefirenge, vroome, lieve bezondere, Ons is wel geworden U E. fchryyen van den Zyn Hoog24 deezer maandt, hebbende geerne gezien d'ad- neit'i vertentie daar in vervat, Ende voor zoo yeel ter u " belanght de fufienue van den Viceadmiraal Evertszoon, van dat de Viceadmiraal en Schoutbynach, van Zeelandt in rang zoude moeten precederen die van 't Kollegie ter Admiraaliteit van Amfterdam, vinden wygoedt, dat, zonder daar door prejudicie te leggen aan iemants recht, voor het jegenwoordige zulks verblyve by 't geene dien aangaande eenigen tydt herwaarts is geobferveert, ende zal U E. zich daar naar konnen reguleren. Vorder hebben wy in ernjlige termen gelajl en gereconimandeert aan den L. Admiraal 2romp, U E. en uw commandemcnt allenthalven te bejegenen met behoorlyk refpect en gehoorzaamheit, gelyk gemelde L. Admiraal ons het zelve mede toegezeght en belooft heeft. Wy vertrouwen dat hy zulks in der daadt zal nakoomen, en dat het zelve ten dienfle van den Lande, in de jegenwoordige occafie, van goedt en falutair effecc zal weezen, beveelende UE. onder des , Edele, Geftrengc, vroome, lieve bezondere, in de heilige befcherminge Godes. In het quar* tier tot Aljen, den 27 May 1673. U E. goedtwillige vriendt, G. H. PRINCE d'ORANGE. Y 4 Nier.  344 Het LEVEN van den 1673. Niet lang daarna, den dertighften, qua*. De Heeren men de Heeren Lodeftein en Davidde Wildt» Lodeftein a]s Gecommitteerden van zyn Hoogheit, en fndef"';kde Heeren hunne Hoog. Moog. Gedeputeerkoomen in , , •, t> , • j ■ ,i„„» 'sLandis den tot de zaaken van dc zee, m de vloot, vlaai. om met den L. Admiraal de Ruiter en den SöMay* Krygsraadt te beraadtflaagen, en befluit te Voorftel ncemen op iiet bedrvf der zelve. De Heer rr^Ldr Lodeftein, in den Krygsraadt het woordt vocyt rende, begeerde dat alle de Leden van den Krygsraadt hun goedtdunken zouden zeggen, en tc kennen geeven, hoe en in welker voegen zy oordeelden dat met de tegenwoordige vloot van den Staat tegens de groote ent'zaamengevoegde Engelfche en Franfche fcheepsmaght' behoorde te werk gegaan te worden: ten aanzien dat de gemelde vloot, naaft Godt, een van de voornaamfte werktuigen was om den Staat te water te befchermen cn tc dekken, en daarom met dc vyanden aan te grypen niet behoorde gewaagt te worden, dan met voordeel: welk voorftel hy met eenige inzichten van Staat bekleedde. Hier op werdt, naa eenige beraadtflaaging, genoeghzaam met eenparige toefcemming van den Krygsraadt goedtgevonden, en by de gcmelBeflufc dc 'j-Ieeren Gedeputeerden bcflootcn, dat smoornen 'sLandts vloei zich op V voordeellykfte zou ge"" pofteert houden op Schooneveldt, ofwatZuldelyker naar Ooft ende , laat ende 't zelve aan het beleidt van V Öpperhooft en den Krygsraadt, die geduurighlyk op de vyanden zouden-achtgeeven, en, daar van bezocht of aangetaft -wordende, ofte dat de zelve eet:landing op de kullen deezer Landen zouden trachten fonder-*  L. Admiraal DE RUITER. 345 neemen, de zelve met d'uiterfle kracht en vi- 1673, geur daar in tegens gaan en weder/laan, veroveren , verbranden en vernielen, zoo veel naar gebruik van foldaat- en zeemanfchap eenighzins doenlyk zou zyn. Dit werdt beflooten in 't byzyn van de L. Admiraalen de Ruiter, Bankert, van Nes en Tromp; de Viceadmiraalen deLicfde, Evertszoon en Schram; en de Schoutenbynacht Jan van Nes en de Haan. De Heeren Lodeftein en de Wildt bleeven "smiddaghs, met den gantfchen Krygsraadt, Ma9lt rft by den L. Admiraal ter maaltydt, daar eenop «t fcMp glas van vriendtfchap en eenigheit omging, van deRuienelk, met hertelyke betuiging van onder-ter, met ïittge liefde, te kennen gaf, dat ze elkande-8r?ote be" ren in 't gevecht trouwèlyk zouden byftaan,^"^11 en de leftc druppel bloedts voor 't vaderlandt onder de ten beften geeven. De Heeren Gedeputeer-Hoofcoffi. den verheughden zich*ovcr hunne eenigheit eieren, geen goede wil, inzonderheit over dc vriendt- houden, fchap die tulfchen de Ruiter en Tromp werdt befpeurt, zeggende, dat ze zyn Hoogheit met die tyding zouden verblyden: en vertrokken daar op, hun allen Godts bewaaring en zcegen tocwenfehende, naa den middagh weêr naar Zeelandt, om daar noch eenige ordre ten befte en tot verfterking van de vloot te ftellen. Dien zeiven avondt quam de Kapitein Jonker Jan van Gelder, de Ruiters ftiefzoon, met het fchip Steenbergen, uit t lui*. Texel by dc vlagge. De Heer dc Pvtiiter, De vloot daarna eenig vaartuig op kondtfchap van de^^2^» vyanden uitgezonden hebbende, ging denpi£ej,ren ;* eerftcn van Junius met 'sLandts vloot 'smor-'( houden geus onder zeil, om de Kapiteinen cn Kom-vaa denj V 5 maft-  346" Het LEVEN van den ,2073. mandeurs, ontrent het nakoomen van den rangen or-beraamden rang, en ordres op de gefielde dres te feinen, wat te oefFenen, en hun de zelve wat jonk"r En- Semeen en gewoon te maaken. Dit duurde geideRui-tot ontrent den middagh, toen quam men ter werdt weêr op Schoonevelt ten anker. Ten zeiven belaft met daage beval de L. Admiraal Generaal zynen dne ichee-zoone; Jonker Engel de Ruiter, cn de Kakon^fthapPkeinen Simon van Panhuis en Philips de tekruiiien. Munnik, die onder zyn gebiedt werden geilek, naar de" Hoofden, Duins en daar ontrent, of onder 't Noordtvoorlandt op kondtfchap te kruiden, en waar 't moogelyk te verneemen, of d'Engelfche en Franfche vloo ten zich hadden by een gevoeght, hunne fterkte, en waar zc zich onthielden: doch met laft, van den vyanden alle bedenkclyke afbreuk doende, te bezorgen, dat hy daar van niet wierde bezet, en van 'sLandts vlooDeRui te a%efneeden, maar, te fterk op hem after en dé k°omende, naar de vlagge te wyken. Op Krygsraadt dien dagh werdt den L. Admiraal de Ruiter worden en de gantfche Krygsraadt van den L. Admivan Tromp raai Tromp, op zyn fchip, ter maaltydt,met tydront a^er^ey bewys van hooghachting en vriendthaait. " fcnaP? onthaalt: en ontrent ten vier uuren, geduurende de maaltydt, gaaven de buitenwachten met feinen te kennen dat ze 'svyTyding andts vlooten zaagen. De Kommandeurs van d'aau- van twee advysjachten, die in 't Zuidtweften komfr der hadden gekruift, toen te rugh keerendc, vervyandtlykehaalden aan den Heere de Ruiter, dat ze uit Yiooten. een Vlaamfch Schipper, vanNanteskoomende , hadden verftaan, dat hy gifteren by d'Engelfche cn Franfche vlooten was geweeft, die  L. Admiraal DE RUITER 347 die "s namiddaghs ten drie uuren , 120 of 1673. 130 zeilen fterk, uit het Kanaal door de Hoofden in de Noordtzce waaren gekoomen, en hunnen koers Ooftnoordtooft hadden aangeftelt. Niet lang daarna zagh men in de Ne- Die men derlandtfche fcheepen van om laag eenige derin'tgezicnt Engelfche buitenwachten en voorloopers, enkryght' van boven van den ftenghunne gantfchemaght. Doch zy, ziende dat het te laat op den dagh was , ftaaken by, en zeilden Noordtwcft in zee. Daar op heeft den Heer de Ruiter den laft, aan zyn zoon Jonker Engel gegeeven, als nu onnoodig, weêr ingetrokken. Hy verftondt, nevens den Krygsraadt, zich zooveel moogelyk was met de vloot op hun voordeel te houden; maar echter op morgen met de eb onder zeil te gaan, en de vyanden eenige mylen t'ontmoeten, en vermaande elk,met ernfthaftige woorden, tot zynen plicht. Alle Bevelhebbers cn matroozen waaren wel gemoedt, cn beloofden eikanderen als eerlyke luiden te zullen byftaan, cn baden Godt om den zeegen. Dien avondt quam het fchip van den L. Admiraal Bankert, Walcheren, uit de Wielingen, en om het zelve te beter te bemannen , heeft men de volkeren der drie fregatten , die gevoert werden door dc Kapiteinen Bankert, Barent Martenszoon, en Andries de Boer, daar afgenoomen, en op 't fchip Walcheren gezet, zoo dat het toen driehonderdt vyfentachtig mannen aan boordt hadt. Voorts werdt alles in de vloot klaar en llaghvaardig gemaakt. Den volgenden dagh zagh men de zjun* vyanden in't Weften te loefwaart van'sLandts vloot ten anker leggen. De windt was Zuidt- zuidt-  34$ Het LEVEN van de» IÓ73. zuidtweft, en zy gingen, naa 't vroeghfehaffen,mct de vooreb onderzeil. 'sLandtsvloot deê van gelyken t'zeewaarts over; maar't werdt toen zoo ftil dat wederzydts vlooten maar met den ftroom konden dryven: de Nederlandtfche zakte naar de Welt, tot dat ze met Ooftzuidtooller zon de Bruggelingen twee fchcepsIcnghte beweften Lisweegen hadt, en genoodtzaakt was ten anker te koomen. Kort naa de middagh, als de vloét weer begon te gaan , quaamen d'Engelfchen en Franfchen Wat op de Nederlandtfche vloot af: maar toen zy tot op ontrent twee mylen genaderat waaren, en 's Landts vloot wel hadden bezichtight, ftaaken ze , mitsdien het laat in den achtermiddagh was, weer by, met den lieven ■ om den Noordt, en quaamen derdehalf myl ten Weften van de Nederlandtfche vloot, in haar gezicht, ten anker. De Nederlanders telden in 't eerft hondert en dertig vyandtlyke zeilen, maar 's avondts, toen ze wat beter uit eikanderen geankert laagen, wel honderdt en «tiite, in de veertig. Gelyk de llilte dien dagh het vechten belette, zoo werdt het den volgen- 3 jun. den dagh door hardt weder verhindert. Daar Storm, ftak een ftorm op uit den Zuidtweften, met dikken regen, zoo dat beide de vlooten in elkanders gezicht, twee mylen van den anderen , ten anker blecven leggen. Men vierde de kabels, ftreek dc voorftengen, piekte de groote cn fokkeraa, en verfcheide van 'sLandts fcheepen gingen d'ankers deur, door dien de nJuu. grond zoo los was. Des anderendaaghs was dc gantfche Nederlandtfche vloot noch by cen, en dc windt ftak noch meer op; zoo dar xer^  L. Admiraal DE RUITEPv. 349 verfcheide kabels braaken, en ankers verloo- i6>St ren werden, en men merkte van ver dat het de vyanden niet beter hadden : want men zagh van de fteng, dat ze in d'ordre, gelyk ze ten anker waaren gekoomen, niet en laagen, cn dat verfcheide fcheepen van hunne ankers waaren verdrceven. Op dien dagh werdt op den Het heilig Heer de Ruiters fchip het Avondtmaal desAvondtHeeren gehouden. My verftondt, dat men ,maal worde de vyanden in 't gezicht hebbende, daarom°,jS If;"1." die plicht niet moeft uitftellcn: maar zich door genoudCB. 't broodt cn den wyn des heiligen Nachtmaais ook naar de ziele Herken, om allerleygevaar* lykheden te ruftiger door te ftaan. Den vyf- 5 jun, den hadt mcn noch hardt weder. Den L. Ad-, miraal dc Ruiterzondt toen een beflootcn brief aan ieder lid van den Krygsraadt, hunafvraagende , of men daar op Schooneveldt , op 'f yoordcelighft leggende, den eerft en aanval van den vyandt zonde afwachten, volgens \t geen den dertighften May, ten over ft aan van de Heeren Lodeftein en de Wildt, was beftooten: dan of men meer voordeels op den vyandt zoude hebben , en dienft aan den Staat doen, indien men den zeiven eerft ging aangrypen: verzoekende daar op hun goedtdunken by gefchrift te . verftaan: met verder laft, dat eenige fcheepen, die wat ie verre van hem gezet laagen, de vlag wat zouden naderen. Hier op werdt by alle de Leden van den Krygsraadt, 't een voor en 't ander naa, geantwoordt, dat ze bleeyen by V geen den dertighften was beftooten, en dat men d'eerfte aanval van den vyandt behoorde af te wachten, ten waare dat men meer voordeels kreeg dan mcn tot noch tos hadt j en als dan  35° Het LEVEN van den 1673. dan moght befluit en den vyandt aan te grypett* Deeze brieven werden door floepen van branders , by gebrek van galjoots, afgezonden. 6Jun. Den zeden woey 't bramzeils koelte , metongeftaadig , regenachtig , miftig weêr : doch de zon Weiltenzuiden klaarde 't op , en de windt liep Wednoordtwell met labbere koelte. Men zagh veele van dc vyandtlyke fcheepen onder zeil gaan, die, zoo'tfchcen, clkanderen te naa hadden geleegen, cn zich wat 7jun. beter in ordre zochten te Hellen. Den zevenden van Junius , op den maandelyken biddagh, en juill den zeiven dagh op welken mcn in 't verleeden jaar dc vyanden in Souwlsbaay aantalle, raakten beide de vlooten aan elkanD'Engel. deren. Den L. Admiraal de Ruiter feinde fche en naa 't vrocghfehaffen den Krygsraadt aan zyn vlooten3 boordt : daar bellooten werdt, dat elk zyn gena-iken kodtzoude inkorten, zoo verre dat d'ankers deNerl-r- maai" °P en ncer zouden daan, om, wanneer lar,der.sd e men de vyanden zagh afkoomen, de zelve te haar tegen vaardiger te konnen lichten, en met de ebbe gaan. daar tegens aan leggen. Doch alle de Leden van den Krygsraadt waaren noch niet van de Ruiters boordt gefcheiden, of d'Engelfchcn en Franfchen bègoften met alle hunne esquadres, by manier van een halvemaan, op de Nederlanders af te koomen en hen te nadeVergely. ren. De windt liep Weftnoordtweiï mettop- beïdeT11 Zeils koelte' 200 dat d'Engelfchen en FranZy()tsvloo.fchen den loef hadden. Hier vertoonden zich ten. nu de twee vyandtlyke zeemaghten tegens elkanderen , maar in een ongelyke gedaante. D'Engelfche en de Franfche vlooten overtroffen de Nederlandtfche in getal en grootte van  L. Admiraal DE RUITER. 351 van fcheepen. Zy befloegen de zee zoo ver- 1673. re als men kon zien. Men hadt ontrent hon- 7 Jun. derdt, en wat min dan vyftig zeilen gctelt, en daar onder tulTchen de tachtig en tnegentig groote fcheepen cn fregatten van oorlogh. 's Landts vloot daarentegen beftondt nu Hechts in ontrent 52 fcheepen van oorlogh, 12 fregatten, 14 advysjachten en 25 branders, in alles ontrent honderdt zeilen. Verfcheide fcheepen, op de lyft der drie esquadres geilek, waaren noch niet aangekoomen. Uit Zeelandt hadt men Hechts drie of vier fcheepen, en uit Vrieflandt, Stadt en Lande, niet een fchip onder de vlag. Ook ontbraaken van Amfterdam en Rotterdam noch de fcheepen van den Viceadmiraal Sweers, den Kommandeur van Meeuwen, den Kapitein Braakel, en anderen. Drie Zeeuwfche fregatten hadt men, gelyk boven gemeldt is, ontvolkt, om 't fchip van den L. Admiraal Bankert te bemannen. Zoo dat de Hollandtfche Matroozen, ziende 't onderfcheidt der twee vlooten, en dat 's Landts vloot wel vyftig zeilen minder was, de zelve te deezer tydt het kleen Hoopken noemden, daar een fpreekwoordtuit ontftondt : in voegen dat ze t'fcheep van 's Landts vloot fpreekende, geen andre benaaming gebruikten. Dan daarom ontzonk hun 't hart niet: maar zy fcheenen naar de Katten (een volk van oudt Duitflandt, daar de Batavieren, nu Hollanders, uit gefprooten zyn) te aarden: daar men van leeft, dat ze zich meer op den Krygsoverfte, dan op '£ heir verlieten. Maar den Heer de Ruiter zagh op hooger hulp: want als op zyn fchip van de  552 Het LEVEN van deï-5 1673. de zwakbeiï der vloote gefprooken werdt* hoorden hem eenigen, uit welker mondt ik DeRniters dit fchryve, zeggen : om dat onze vleet kleen godtvruch-fchynt te zyn, heb ik te greoier vertrouwen van en verfrou" een Soe^e uitkom ft: niet op onze maght, maar wen. op Godts almaghtigen arm. In d'Engelfche en Franfche vlooten hadt Prins Robbert,; voerende 't fchip de Royale Charles , nies het esquadre der roode vlagge, d'avantguarde of voortoght: de Graal van Efcréc, met. het esquadre der witte vlagge, de batailje of middeltocht: en Spragh, Admiraal derblaauwe vlagge, d'arriercguarde of achterhoede. In de Nederlandtfche vloote hadt Tromp de voortoght , de Ruiter lag in 't midden , en jóévyandt- Bankets hieldt d'achterhoedc. 'T is zeekery lykeAdaii- jc Franfch verhaal ("dat 's daaghs vaRgevoe- naa den flagh in de vloot gefchreeven was) lendatde geblcckcn , dat de vyandtlyke Admiraalen, Neder- Prins Robbert, Ellréc, cn Spragh, van gelandtfche voelen waaren , dat de Nederlanders , zoo ^een'ge-vee* mi"dcr van getal, op hunne aankomfte vecht zou ftraks zouden wyken, en binnen de banken inlasten, naar Vliffingen loopen. Daarom hadden ze maarbin- vyfendertig van hunne lichtfte fregatten en nendeban-ticn branders van hun gros afgezonden, om ken wy- Wy]5;ende te vervolgen en aan te talten. Doch de Doch" zy behoefden niet bekommert te zyn Nederlan- dat men hun zou ontloopen, naardien ze van derswach-dc Nederlanders in goede ordre werden verten hen in. wacnc. Eenige van hunne fcheepen.waaren byna een half myl naarder aan de vyanden dan d'anderc, dié daarom niet te rugh weeken op de ly waande, maar bleeven op de plaats daar zy ten anker gelegen hadden onder zeil de vyan-  L. Admiraal DE RUITER. 353 Vyanden inwachten, töt dat ze met de voor- 167$: Hen in 't gevecht raakten. Ondertuflchen loefden de lywaartfle fcheepen geftaadigh aan, om insgelyks d'afköomchde vyanden aan te 'treffen, of t'ontmoeten, zoö dat elk yverdé om aan den man te koomCn. De vyfendertig lichte fregatten, die, gelyk gemeldt is, van 't gros der vyandtlyke vlooten waaren afgczondert, cn vooruit flaaken, begoflen, voor de windt afkoomende, van verre te kanonneren, als of ze de Nederlanders wilden vervaaren en injaagen. Daar etlyke Hollandtfche zeeluiden op zeiden; deeze luiden zyn bang, en fchieten eer ze konnen raaken. Midlerwyl werden de gemelde fregatten van 't gros der vyandtlyke vlooten in goede ordre gevolght. Maar 't esquadre der witte vlagge, onder Es- 7 Juti. trée, was het Noordelykfle, en't eerde dat zich met het esquadre van Tromp, ontrent ten een uuren naajniddagh, in den flrydt recht inliet. Zy leiden 't al vechtende met den an- ' Begin vari deren om den Noordtooilen. Tromp hieldt 1 het zoo veel als doenlyk was by dc windt, die ™ttcec hy zocht te winnen, roepende geduurigh in quadreeri 't zeilen, Loef, loef, loef. De Ruiter cn Bart- Tromp; kert konden met hunne esquadres zoo dra van Prins Robbert en Spragh, met het roode en met het blaauwe esquadre, om dat zcachterlyker waaren, niet aangetaft worden. Onder 't esquadre van Tromp hadt de Viceadmiraal Schram dé voortoght, die zich daar eerlyk quect, en vechtende , door een koegel getroffen, 't leven voor'tVaderlandt liet. D'avantguarde of voortoght der Engclfchen en Franfchen werdt met zulk een vierige kloekIV. Deel. Z moe-  354 Het LEVEN van den 1673. moedighek aangetaft , dat ze gcnoodtzaakt waaren wat af te wyken, en hunne gantfche vloot in eenige onorde braghtcn. Ook getuigen d'Engelfchen van dc Franfchen, dat ze met hun vierig aanvallen, zomwyle door d'Engelfchcn en door eikanderen loopende, den Nederlanderen eenigh voordeel gaven. Onder 't vechten quam dc Kommandeur van Meeuwen met het fchip de Spiegel van Amfterdam, nevens den Kapitein Jan Pieterszoon Vinkelbos, met het fregat dc Windthondt, DeRuitei uit Vrieflandt by de vloot. Den Heer deRuizeiltne- tcr midlerwyl, ziende in wat ordre, en op vens Ban- „ t> • r» 1 t 1 , r kert wat wYze "nns Robbert met het roode, en Noordt- Spragh met het blaauwe esquadre op hem en ooflwaarc Bankert zocht af te koomen, hieldt het, ne°P- vens Bankert, om zich van malkanderen niet te laaten affcheiden , ook Noordtoollwaart heenen, tot ontrent ten twee uuren naa den Wendt middagh. ' Toen oordeelde hy dat de tydt en Zuidtwaartgelegenthèit daar was om Zuidt over te wenover* den : en liet daar toe fein doen, en den L. Admiraal Tromp met een advysjacht daar van Rnakt met kennis geeven, om insgelyks te wenden. Naa Banken te- 't wenden raakte de Ruiter met zyn esquadre Robbert tcSens 'c roode esquadre, onder Prins Roben Spra^ in kert, en vervolgens Bankert tegens het blaaueen hevigb we esquadre, onder Spragh , ih een fcherp gevecht, gevecht. Dc Ruiter lagh toen met etlyke fcheepen tuflehen des vyandts branders, cn Prins Robbert en veel andere vyandtlyke fcheepen in, en hy boorde met Bankert dwars door d'Engelfchen heenen. Maar hy met meer T00rfVnlt geluk dan Bankert. Want waar hy met zyn ge/chut.' fchip de zeven Provinciën vuur gaf maakten hem  L. Admiraal DE RUITER. 355 hem d'Engelfchen plaats , en weeken voor 1673. zyn gefchut. Waar op hy tegens iemant, die toen op zyn fchip was, zeide, Be vyanden heiben noch onizagh voor de zeven Provinciën. Doch den L. Admiraal Bankert .werdt zyn, ^jJJJ^ voorlïeng en groot marszeil afgefchooten, en zyn esquadre raakte Wat in onorde, daar de ,v ^ van Ruiter acht op nam, en, naar hem toeloo- deRuiter pende , hem ontzette , en d'orde herftelde. ontzet. Te dier tydt quam een Franfche brander op VahNei den L. Admiraal van Nes af, doch viel ach- in gevaar, ter hem om, en liep naar een ander fchip, zonder iet te verrichten. Bankert by de Rui- Een nierter geraakt, kreegh mcn d'Engelfchen wat ^yk, f"f aan 't wyken: cn naa dat de Ruiter en Ban- ^ f"hee" kert met de twee esquadres de zelve voorby pen wor. geloopen waaren , hadt hyze in onorde ge- r;en afgcbraght , en een merkclyk getal vyandtlyke fneedtoi fcheepen van hun gros afgefneeden. Dies was 'er kans, dewyl hy daar van bovenwindt was geraakt, om ze te veroveren. Doch hy DiedcRmvondt niet geraaden hen te vervolgen. Want £ JJ*J ziende dat Tromp met zyn esquadre niet ver- be^m^e. fcheen , was hy beducht dat hy noch geen ring Voor kennis hadt van 't wenden, of moogelyk tc Tromp en diep in de vyanden was verwardt, en ontzet zynesquavan nooden hadt. Hy oordeelde wyffelyk, dat rï' d'esquadres van 's Landts vloot niet van el- 7Jatt> kanderen moghten gefchéiden blyven,,maar by een moeiten zyn, en dat men aan d'afgefneede vyandtlyke fcheepen, met die te veroveren, zoo veel niet zou konnen winnen, als men aan Tromp en zyn esquadre, indien hy in noodt was, zou verliezen. Hy zeide derhalven, V zwaarft moet zw aar (l wee gen: Z % '*  356 Hét LEVEN van den 1673. V is beet er vrienden te helpen, dan vyanden te deeren, en beval terftondtNoordnvaardtover te wenden, en Tromp op te zoeken, of t'ontmoeten , 't welk ten zes uuren tegens den avondt gefchiedde. Dit werdt met zoodaanig een ordre, beleidt, en ruftigheit uitgcvoert, dat de v}^anden daar over verhaalt, ftonden: niet geloovende dat iemant ter werélt, behalven de Ruiter, zulk een t'zaamenvocging van esquadres en krachten in 't gezicht cn in weerwil van vyanden zou konnen DeRuiter uitwerken. By hem koomende lagh hy met tT™\* de Zynen tufll'hcn Prins Robbert en een ander in g"oot yyandt!yk esquadre in een zwaar gevecht, en gevaarwas.111 Sroot gevaar van een ongelukkige uitkomd: zoo dat hy naa de Ruiters kom ft met verlangen hadt uitgezien : cn zyn volk, dat moedev loos werdt, met dc hoope van zyn ontzet ge- trooft, cn moedt ingefprooken. Hem ziende naderen, riep hy zeer verheught, Mannen, daar rs Beftevaar, (zoo werdt te dier tydt de Ruiter onder 't bootsvolk genoemt) die komt ons helpen. Ik zal hem ook niet verhaten zoo lang als ik adem kan fcheppen. Tromps groote ree en voorfteng werdt eerft afgefchooten. Toen ging hy op het fchip de Prins te paardt, dat naa een wyl vechtens zyn groote maft verloor. Van daar begaf hy zich op 't fchip Amfterdam, daar zyn vlagh tot het einde van 't gevecht op woey. Het aankoomen van de Ruiter met zyn en Bankerts esquadres holp Tromp cn de zynen aan aamtoght, de wanden weeken van hem af, eenige, die dichtfl by hem waaren, in 't loopen de bramzeilen byzettende. De Nederlandtfche vloot heeft toen  L. Admiraal DE RUITER. 357 toen met de vyanden Zuidt heenen geleidt, en 1673. met geduurigh voordeel gevochten. In al dat vechten zagh men dat d'Engelfchcn, al hadden ze geftaadig het voordeel van de windt, nooit tot de Nederlanders dorden inbreeken: maar altydt hun beft deeden, om van hun af te raaken : de Nederlanders in 't tegendeel hielden zoo dicht by hen als't moogelyk was: zoo dat ze 'savondts wel een myl of twee dieper t'zee waaren, dan toen 't gevecht begon. Geduurende dees zceftrydt werdt van veelen met groote dapperheit gevochten : doch by den eenen meer dan by den ander: door dien d'eene meer voordeel van windt dan d'andere daar toe heeft gehadt. Ook werdt d'eene door zyn aangeboorene kloekhertighcit, of eenigh bezonder toeval , dieper in den llrydt ingewikkelt dan d'ander. Kapitein Willem van Kuilenburg, voerende 't fchip Deventer,van Amfterdam, en vechtende onder 't fmaldeel van de Ruiter, werdt laat in den achtermiddagh , toen de Ruiter tulTchen het roode en blaauwe esquadre doorboorde, zyn marszeil van boven neder gefchooten. Een groot Scherp geFranfch fchip, onder 't gebiedt van den Ka- vechttus- pitein Tean Gabaret, hem in die verlegent-fc!ienrK.aP1" • tcin i ui heit ziende, leide hem aan boordt, en daar|enburg "en werdt naa 't enteren handt tegens handt ge- een groot vochten. Een deel van 't volk, wel ten ge- Franf'ch taaie van vierendertigh mannen, verliet denoorl°g- Kapitein en 't fchip, en vluchte met de cha-fchiP' Joup naar 't advysjacht de Kater , voorgee- vende dat hun fchip aan 't zinken was. Dan des niet te min verdeedigde de Kapitein zyn fchip met groote manhaftigheit. Den Ridder 'Z 3 de  358 Het LEVEN van den I673. de Lery, oudtfte Luitenant van Gabaret, die eerft op 't Neerlandtfch fchip overfprong, hadt zich alreedts meefter van de bak gemaakt, als de Kapitein Kuilenburgh , gevolght van etlyken der zyne, een fterken uitval uit het 7jun. achterfchip op hem deed. Hy greep hemby 't kruis, hem dat afrukkende , en zou hem met kracht ter aarden geworpen hebben, ten waar hem de Heer de Rivaux, een Franfche vrywillige , waar te hulp gekoomen. De Chabotiere, tweede Luitenant van Gabaret, werdt met drie piftoolfchootcn cn'etlyke fabelhouwen doodelyk gequetft. Verfcheide andre Franfchen werden door Kuilenburghs matroozen verflagen, en vier of vyf op 't halve dek met zyn eigen handt ter neêrgeleit. Zoo dat de vyanden genoodtzaakt wierden 't fchip teverlaatcn, en hun anker te laaten vallen, om zoo van malkandercn tc fchavielcn. Anderen vernaaien , dat dc Viceadmiraal de Liefde, hem in noodt ziende, met zyn fchip en 't advysjacht dc Kater t'zyner hulpcquam, en dat de Franfchen, het jacht vooreen brander aanziende , daar op terftondt afweeken. Kuilenburg hadt in dit fcherp gevecht over de tfeftig dooden en vyfentfeftigh gequetften. Voorts was zyn fchip zoo bcYchaadight en reddeloos gefchooten , dat het niet 'langer t'zee kon blyven. Ook hadden de Franfchen met een vuurwerk den brandt in 't fchip gebraght, doch dc Nederlanders vonden midMa-inus del om 't uit te bluflchen. Zommigen verJerbrS haalcn' dac ze het Franfch fchip, dat Kapieenvyatidi tein Kuilënburgh zoo lang en ftreng bevocht, lykebran- daarna hadden zienzinken. Marinus Willemszoon ,  L. Admiraal DE RUITER. 359 zoon , Kommandeur op het Zeeuwfche brandt- 1673. fchip den Arent , heeft het zelve aan een der,enontvyandtlyken brander, die in ftaat en op hec**^ punt was om 't fchip ter Veere, 't welk ge- v'eeie> voert, werdt door Kapitein Kiela, aan boordt te klampen, gelukkelyk befteedt, zulks dat beide de branders t'zaamen zyn verbrandt, en Marinus 't loon verdiende dat op 't vernielen der vyandtlyke branders was geftelt. Twee Twee AmAmllerdamfchc brandtfeheepen zyn ter zeiver jgjJJJ^ tydt vruchteloos verbrandt. Het eene, g#d^,vftc'hi noemt de Salmander, werdt van de vyanden te;oos vcr. in brandt gefchooten. Het andere, genoemt brandt, het wapen van Emmerik, gevoert door den Kommandeur Jan van Kampen, meende een groot vyandtlyk fchip aan te fleeken , doch dreef al brandende voorby. De Kommandeur-Dirk de Munnik fmeet het brandtfchip de Maria, van Rotterdam, een Engelfchfchip kloekmoedelyk aan boordt, dat meenende te verbranden. Maar d'Engelfche Kapitein wifl zich daar van t'ontflaan. Het brandtfchip Swol werdt door den Kommandeur Abraham Schryver zeifin brandt gelteeken. Men ley hem eerft te laft dat hy 't buiten noodt hadt gedaan. Maar zedert werdt door den Heelde Ruiter en den Krygsraadt bevonden en verklaart, dat hy door ftilte en bekoomene rampen daar toe genoodtzaakt was geweeft. Dc floep van Kapitein Vlak is met elf man, met een Franfche brander, weghgevloogen. Behalven de Branders, ftraks gemeldt, hebben de Nederlanders niet een fchip verlooren. Aan de zyde der Engelfchen en Franfchen was 't verlies veel grooter. Ontrent acht of tien Acht of Z 4 van  3<5a Het LEVEN van den 1673. van hunne branders werden verbrandt of' hi fien Engel den -grondt gefchooten, zonder iet tc vcrrichFraafche te"" ^ verlooren ook verfcheide groote oorbranders Jogfchcepen. De Ruiter zagh een Engelfch verbrandt fregat met ontrent vyftig ftukken in de'locht pf gezon- fpringen , daar niet cen menfeh , dat men ken. weet, van werdt geberght. Mcnbraghtdrie geïfeh fïê- Franfcl}e matroozen, die van de Nederlangat in de dcrs' in zee dryvende , waaren geberght , Hochtge- daarna aan de Ruiters boordt : daar ze vcrJpro:i-en. klaarden, dat ze quaamen uit het Franfch fregat genoemt la Friponne, bemant met twee-, honderdt koppen, cn gemonteert met zesenderrigh ftukken, dat gezonken was, en dat de Ridder de Sourdis daar't bevel op hadt; dat ook het fchip leFoudroyant, gemonteert met tzeventig ftukken, en bemant met tusfchen de vyf- en zeshonderdt man, onder 'c gebiedt van den Kapitein Jean Gaberet, ins7 Jun, gelyk s. gezonken was: dat zenoch twee of drie Ook noch andere fcheepen van hunne vloot hadden zien vyanddvkezinken' die zy "iec kiften tc noemen, noch fcheepen. hadden konnen zien of het Engelfche of Franln aiies cn- fche waaren. Zoo dat ze reekenden dat d'Enuent veer- gelfchen en Franfchen, met de branders, ontrent veertien fcheepen hadden verlooren. Dit werdt ook van andere ooghgetuigen bevestight. Zcekcre Officieren van kleene vaartuigen, die 't buiten de Nederlandtfche vloot hadden gehouden, verklaarden daarna dat ze drie vyandtlyke fcheepen hadden zien zinken pf fpringen, dat geen branders waaren. Twee groote Engelfche fcheepen , de Cambridge en de Refolutie, waaren zoo doornaagelt en ï«ddelo.os gefchooten, dat Prins Robbertdje naar-  L. Admiraal DE RUITER. 361 naar Engelandt moeft opzenden. Het fchip de 1673» Rupert, gemonteert met tzeventig ftukken gefchuts , onder 't bevel van Kapitein Herbert, een kloek zeeman, hadt zoo lang te-* gcns Tromp gevochten , dat het mafteloos werdt gefchooten, en zoogchavcnt, dat het daar gekleeft zoude hebben, indien 't eenige Franfchen, met naame Vallebclle, niet hadden ontzet, en uit het gevaar geholpen. D'Engelfche Kapitein Wiiliam Reycs braght een brander te lywaartvan Tromp, doch de Kapitein van den brander hadt geen harts genoeg om Tromp aan boordt te koomen, en Reves raakte zoo in den drang der Nederlandtfche fcheepen, dat hem de Kapiteinen Story cn Wctwang te uulp moeften koomen eer hy zich kon redden, De Graaf van Oftèryqueet zich, naar 't getuigenis der Engelfchen,dapper , en liep groot gevaar van eenNcderlandtfchen brander. Ontrent de Ruiters fchip was 5t gevecht eenigen tydt zeer fcherp. Zyn voorfteng werdt aan ftukken gefchooten: zoo dat hy zyn looze fteng, die op zy lag, moeft opzetten. Een Engelfche brander quam hem, onder de rook van zyn aanbrengeren, zoo dicht by,dat men 't roer Hechts kon overleggen: waar door hy misliep. Doch in 'tvoor^ by zeilen werdt hy uit de Ruiters fchip zoo reddeloos gefchooten, dat het volk in dechar joup viel, cn 't brandtfchip zelf aanftak.Hier zngh men toen de goedthartigheitvan zommige Hollandtfche matroozen. Het volk van den Engelfchen brander bleef met de chaloup dicht onder de Ruiters fchip hangen, en kon \en eerften niet wegh raaken. Waar over ieZ § mant  362 Het LEVEN van den 1673. mant fprafc van de chaflpup, die men met het gefchut kon bereiken, in den grondt tc fchieten. Maar andere matroozen zeiden daar op, Goedther; Dat zou moordenaars werk zyn. Laat die artigheit cn me menfehen maar vaaren : want zy hanen gmvtn" ons nu 'ècen V^ndt doen. Ook zyn cen mcreeoigeJHoj keIvk Sctal van matroozen , die vandevvandtlandtfche lyke branders, inzonderheit van de Franmairoozin.fchen, waaren gevlucht, ter zuiver tydt geberght. Kapitein Pieter Bakker, voerende het fchip Jupiter, werdt 'snamiddaghs van de vloot afgefneeden, en d'Engelfchen zonden een brander op hem af. H.y gaf laft dat eenige matroozen in de boot zouden vallen, om TfcMp den brander af te weeren. Doch daar begaf Ed-En-S Z0° ,VGrel, volks ïn de boot' dat I** geifchen j101" van, c icheepsvolk binnen boordt bleef: genoomen, 'c welk d'Engelfchen ziende, leiden hem aan en hun boordt, vermeefterden 't fchip, enhielden't we)é.r.ont" ontrent twee uuren in, tot dat Bakker, geweldige. waar werdende t]at dc vyanden in 't gevecht te kort fchooten, 't fchip weêr overweldighde en by 'sLandts vloot braght. Uit dit voorval naamen d'Engelfchcn ftof om tc roemen, dat ze cen fchip'hadden verovert: daar Prins Robbert ook gewach van maakte in zeekeren brief aan den Graaf vaa Arlington, naa 't gevecht gefchreeven. Jonker Engel de Ruiter, onder zyn vaders fmaldeel vechtende, werdt zyn fokkemaft, ree en marszeil afgeindeNe.fch?oten' en kreeSh Jn 't palfeeren der Enderlandt- geifchen elf gequetften en een doode. 'T was fche vloot aanmerkelvk dat aan de zyde der Nederlanzyn weinig ders in deezen zaeflagh doorgaans zoo geluk- ge°queTfteenn.Idg WCrdt ScvochtcN dat mcn op'sLandts vloot,.  L. Admiraal DE RUITER. 3^3 vloot, niet tegenflaande het hecvigen geduu- 1673; rigti fchieten der vyanden met gefchut en musketten, zeer weinig dooden en gequetften hadt. Men fchecn in 't wilde te ichieten, en dc kocgels raakten weinig: 't geen de Ruiter ten "deele meende veroorzaakt te zyn om dat de vyanden zoo veel gepreft en onervaaren volk op hunne fcheepen hadden : maar boven al erkende hy, ontrent dat geluk in 't vechten, Godts byzonderen zeegen, en gal £s ™ den Almaghtigen d'eere. Men hoorde hem, toenhy kennis hadt van 't getal der dooden en geouetften, en verderen toeftantvan'sLandts vloot, opentlykzeggen Godt ismerkelyk aan onze zyde geweeft: ^Godt heeft het volk en de Hoofden in zulk een dichten hagel van koegels wonderlyk bewaart: Godt heeft door onze kleene maght wonderen gedaan. Naa dat de Ruiter zich, gelyk verhaalt is, met zyn en Bankers esquadre weêr by Tromp hadt gevoeght, en met de vyanden al ftrydende'Zuidtwaarts heenen hadt geleidt, vocht men tot ontrent tien uuren in den avondt, De nacht toen de duifternis der nacnt, want het wasgjjg*? donkre maan, 't gevecht fcheidde. Den L. *>Di N^ Admiraal Generaal de Ruiter deedt fein met rforlaacit. vuuren dat elk ten anker zou koomen, 'ïfche vloot welk in den donker gefchiede: ook ftak men komt tea in al de fcheepen vuürep op, om eikandcren amvir* te kennen en te myden: terwyl d'Engelfchen en Franfchen, zonder vuuren t'ontfteekcn, in ftilheit afweeken. De Nederlandtfche vloot ankerde op zeftien of zeventien vadem waters, ter zeiver plaats daar't gevecht was begonnen: zoo dat men Weftkappel ontrent 0 vier  364 Het LEVEN van den 1673. vier mylen Ooftzuidtooft van zich hadt. Ten tien uuren in den avondt of voornacht verDe Vice- ftondt den Heer de Ruiter, dat de Vieeadmi"cK.en raal Schram cn de Schoutbynacht Vlug, beide Schout- dc hnnne PÜcht loffelyk betrachtende,' d'cerbynacht fte onder 't esquadre van den L. Admiraal Vlug Tromp, en d'ander onder 't esquadre van den doo.itge- L. Admiraal Bankert, aan hunne wonden, ooien, op 't bedde van eere, waare geftorven. Men zeide ook dat de Kapiteinen Pieter Bakker cn Marten de Boer waaren geblceven: doch daarna verftondt mcn dat ze beide leefden, en Kapitein ?aC dc KaPitcin Jakob van Bergen , voerende Jakob van fcniP de P"ns te paardt, was gcfneuvclt. Bergen. He Kapiteinen Kornelis de Boer, Hcnrik K. de Boer Titus van Nnflau, en Matthcus Mcegang van zyn waaren zwaarlyk gequetft; inzonderheit dc overleden Boer' dic daarna aan zY"e wonde overleedt. Kaarder' Fen geberghde Kommandeur van een Franberichevan fchen brander verhaalde toen aan den Heere de fterkte de Ruiter, dat d'Engelfche vloot fterk was fch Et"nf'el"Scwcelr tzeiligh fcheepen van oorlogh, en Franfche tun"cncn de vierentwintig en dertigh branders; vloot voor de Franfche vloot dertigh fcheepen van oorden Uagh. logh, de minfte van vyftig ftukken gefchuts, en tien of elf branders: gezaamentlyk met d'advysjachten ontrent honderdtenveertig zeilen fterk: dat Prins Robbert over de vloot als Opperhooft bevel hadt, de Graaf van Eftrce over 't witte esquadre, en de IIccr t Spragh over 't blaauwe: doch dat d'Engel' fchen en Franfchen door eikanderen waaren gerangeert, maakende de Franfchen onder ieder esquadre een fmaldeel op zich zeiven Uit; als de Schoutbynacht, de Heer, d'Affen-* dan,  L. Admiraal DE RUITER. $65 dan, onder dat van Prins Robbert, en de 1673. Marquis Grancy la Cornette, voerende een gefpleete witte vlagge op dc kruislténg, onder dat van Spragh. Men houdt dat die verdeeling dus was gefchiedt, om dat d'Engelfchen de Franfchen mistrouwden, vreezende dat de Franfchen, indien men hun een esquadre op zich zclven hadt laaten maaken, hunne fcheepen te zeer zouden hebben gefpaart. Nu ging hun de lof naa dat ze zich, zelfs naar 't oordeel van d'Engelfchen, ook van de Nederlanders, beter hadden gequeeten dan in den zceflagh van 't voorlecden jaar. Doel* men oordeelde met oenen^ dat ze hunne branders met meer vermeetelheit en voorbaarigheit dan beleidt (eer dat noch de Nederlandtfche fcheepen met fchieten waaren afgemat, of in onmaght gebraght) hadden aangevoert, en vruchteloos gefpilt. Aan hunne zyde fneu- Kapiteinen velden de Kapitein Dothinas, die lang te" ?a^di.zy~ gens Tromp hadt gevochten, en de Heerenfcehe" Vidant des Croix, en Rombran. Onder Engeld'Engelfchen lieten de Kapiteinen Fowles, fchen geWorden en Finch hun lecven, enKornelHa-bleeven. milton werdt zyn been afgefchooten, en overleedt daarna te Londen aan die wonde. Dit las men in 't Franfch verhaal, boven gemeldt, en in een brief van Prins Robbert, 'sdaaghs naa den flagh gefchreeven. 'T getal der andre dooden werdt zeer geheim gehouden. Eenigen melden dat aan de zyde der Engelfchen vyf Kapiteinen waaren gebleeven, en aan de zyde der Franfchen veele vrywillige Edelen. ïn meelt al de tydingen en vernaaien, die, aangaande den zéeflagh, aan  $66 Het LEVEN van den 16/3. aan 't Hof van Vrankryk werden gezonden, zagh mcn groote verfchcidenheit en tegen- ftrydigheft ontrent verfcheide omftandighe* den, doch in een punt quaamen ze overeen, Bi Ne- daar ze fpraaken tot lof van de Nederlandt- rAr*A fche Admiraalen; met naamen van de Ruiter, lene Admi- . , . raaien, in- wiens kloekmocdigheit en wysheit in t beïonderbeit dieren der zaaken zoo hoogh werdtgeroemt, de Ruiter, dat de Graaf van Eflrcc, Admiraal der Franbyde vy- fche vloot, in zeekerfchriftelykverhaal, aan préezen. dcn H°cr Colbert gezonden, rondelyk beEftrées tuighdc, dat hy gaarne het doen van zoo groot getuigenis een daadt, en het toonen van zulk een beleidt van de als de Ruiter in deezen zeejlagh hadt gedaan Ruiter. en betoont, met zyn leeven zou willen koopen. In zoo hooge waarde wordt de hcldcndcught by de dapperen gehouden, dat ze die ook erkennen en pryzen in hunne vyanden. Dc kloekmocdigheit van Tromp werdt insgelyks byde vyanden hoogh gerocmt. De gantfche nacht was men in de Nederlandtfche vloot vly.tig doende met fpliflen en knoopen, kardoezen te vullen, en alles klaar tc maaken tegens een nieuw gevecht, dat men met den dagh te gemoct zagh. By dc vyanden was men ongctwyffclt met diergclyk werk bczich. S lan. focn de zon 'sandcrendaaghs opging zagh mén 'sLandts vloot, die in den donker ten anker was gekoomen, vry dicht by een leggen: niet binnen dc banken, gelyk zommi.yE gen met gedrukte brieven roemden en uitrenen roe- 'lltooiden: maar buiten de banken, in de zelmvn ()p ve zee daar ze gevochten hadden, die ze in overwin- hielden, en daar hun de vyanden tevergeefs, B"ig. en tot hunne groote fchaade, hadden aangc- tafti  L. Admiraal DE RUITER. 367 café: ook zaagen ze daar de wrakken van drie 1673, Engelfche of Franfche fcheepen, die 's daaghs te_ vooren gezonken waaren, met de maften of ftengen bovenlater, voor hunne oogen leggen, tot bewysteekenen van hunnen zeegen. De Nederlanders, gelyk gezeit is, hadden maar drie of vier branders, en niet een fchip, en d'Engelfchen en Franfchen, hunne vyanden, ontrent negen of tien branders, en ten minltcn drie of vier groote fcheepen verlooren, cn hun toeleg van de Nederlanders binnen te jaagen, of te vernielen, was hun gemifl: zy waaren wel .twee mylen dieper in zee geweeken,' en evenwel roemden ze op overwinning. Doch om de waarheit ontrent dit gefchil, of itrydigheit, te zien, heeft men alleen elks ooghmerk in den ftrydt aan te merken, en t'overwccgcn wie dat het zyne beft bereikte , dewyl aan d'eene zyde geltreeden werdt om in Hollandt of Zeelandt eenige landing te doen, en aan d'andre zyde om 'sLandts kullen tegens het vyandtlyk geweldt te befchermen. Dien zclven dagh * werden de gequetften naar Zeelandt gezon- ^e§ecJuetden: en den L. Admiraal de Ruiter feinde ^ in Zeden Krygsraadt en Kapiteinen aan boordt, landtopgepm naa hunne fchaade en behoefte te vernee- zonden, mcn. Het fchip Zuiderhuis, gevoert van Drie beKapitein Uiterwyk, dat beide "zyn ftengen ?haadigde hadt verlooren en t'eenemaal reddeloos was, SJfS* en t Ichip de Prins te paardt, daar Kapitein binnen, van Bergen op was gefneuvelt, dat mafteloos was en zeer doorfchooten, zeilden naar Zeelandt. Het fchip Damiaten, daar de Kapitein op werdt doodtgefchooten, liep insgelyks  368 Met LEVEN van den ï ($73. lyks reddeloos naar binnen, cn noch een bfans der, die zyn fokkemaft naa 't gevecht buiten Ook het boordt dampte. De Kapitein Kuilenburg fchip De- hadt toen de Ruiter zyn fcherp gevecht en dc venter. reddeloosheit van zyn fchip Deventer te kennen gegeeven , en kreeg laft, binnen de Wielingen en op 't Vlakke te zeilen, en daar alles op 't fpoedighlte tc laaten herftellcn. D'Admiraal gaf hem de Loots van zyn eigen Daton- fchip, om hem binnen tc brengen. Maardc V^°"werdt ^u'ccrs voorzichtigheit ftrekte hem tot ramp. verzeilt Want door d'onachtzaamhcit of quaade toeen aan (luk- zicht van dien Lootsman, is 't gemelde fchip kenftoot, Deventer ten zelvcn daage naa den middagh Ontrent voor de Wielingen, tegens het punt van de ia6men- ZuidtoolterafTen aangevallen, en in een ooi chci ver* dronken genblik aan ftukken geftooten. In dit jamen daar ' merlyk ongeluk zyn van honderdt zes geonder Ka. Zonde, en vyfentzeftig gequetfte menfehen, pitein Kul- die daar noch op waaren, niet meer dantuslenburgh. fc^en de veertig cn vyftig man, cn daar onder beide de Luitenants, geberght. Dc Kapitein en de Loots, die zich op het wrak hadden gehouden, en wel konden zwemmen, zyn ook verdronken. Den Heer dc Ruiter hadt deerni's met dit ongeluk, en bcklaaghdc 't verlies van zoo veel menfehen, inzonderKuylen- heit den doodt van Kuilenburgh, die zich in burghs iof. 't gevecht zoo manhaftig hadt gequectcn, en naa 't uitilaan van zoo veel gevaars derven moeit, toen hy buiten gevaar fcheen. Mert verhaalt van hem, 't welk in een zeeman iet zeldtzaams is, dat hy was bezaadight en zeeDe Rui ^8 'n zvn omincSar,S? en 200 voorzichtig als tersbrie- kloekmoedig. Den L. Admiraal de Ruiter zondt-  L. Admiraal DE RUITER.; 369 fcondt ten zei ven daage brieven aan zyn Hoog- 1673, heit den Prinffe van Oranje, aan de Heeren ven a"an Staaten van Hollandt, of aan den Raadtpen- zy" Hooèfionaris Fagel, en etlyke Kollegien ter Ad- h.f en an' miraaliteit, verhaalende d'uitkomft van 't gevecht, met betuiging dat d'overwinning aan de zyde van den Staat was: en voorts verzoekende, dat men de vloot met buskruidt, fcherp en andre noodtwendigheden zou voorzien. Ten zal niet noodigh zyn die brieven hier in te voegen, om dat dmhoudt in 't voorgaande verhaal genoeghzaam wordt ver- De piaa'vat, en geleezen. Ter zei ver tydt ftelde de zen »an dé Ruiter ordre om de plaatzen der doode of gefneuvelgequefle Officieren te vervullen. Den Schout- de Officiebynacht de Haan werdt belaft de plaats van ren enn ,f" den Viceadmiraal Schram waar te neemen j'S en den Kommandeur van Meeuwen, die, ge-worden lyk gezeit is, geduurende 't gevecht in de vervult, vloot was gekoomen, de plaats van den 10 I,iHl Schoutbynacht de Haan. Aan Jan Hek, als oudtfte Kapitein onder 't Kollegie van Weftvrieflandt en 't Noorderquartier, gaf men, by maniere van voorraadt, het gebiedt over de fcheepen en vaartuigen over dat Kollegie. Eerlt werdt Dirk Pater, en daarna Jan de Jong het gebiedt gegeeven op 't fchip dc Provincie van Uitrecht, in plaats van den gequetften Kommandeur Henrik Titus van Nasfau: en in de plaats van den gequetften Kapitein Kornelis de Boer, die 't fchip genoemt het wapen van Hollandt hadt gevoert, werdt Matthys Dirkszoon Pyl, eerfte Luitenant op t zelve fchip, tot Kommandeur geftelü. De Brief wö Heeren Raaden ter Admiraaliteit in Zeelandt d«R-«>deii IV. Deel, A 3 had*  37o Het LEVEN van den 1673. hadden den vyfden van Junius aan dc Heer de ter/Cdrni- Ruiter gefchreeven: dat, terwyl ze niet onmlkeit in derliete'n dat bedachtkou worden om 'sLandts Zeelandt v\00t halp te zenden, verfcheide Liefhebaf,dü bers zich hadden aangebooden , om methun^5/»». ne lichte fregatten onder 'sLandts vloot te Aaiibie- loopen , om daar dienfl te doen, en voordeel dingvsn te zoeken op den vyandt: aanbiedende by de eenige vry- viont te blvven, en zich op d'ordre van den willigen, ^ Admiraal Generaal overal daar men hun bTnnellch- zou 'beveelen te laaten gebruiken: voornaate fregat- mently k om te paffen op de vyandtlyke brandtten"7;ch fcheepen cn vaartuigen, die af te weeren , te by'sLandts vernjcien cn te veroveren : en dat buiten kosvlü0t te ten van 't Landt, als vry willigen, alleen op ophoop hoop van buit en 't loongeldt daar toe geilek, van buiten Daar by voegende, dat zy deeze aanbieding loon. niet hadden konnen afwyzen, maar hadden aanrenoomen, en ieder van hun genoeghzaaïrié borg doen dellen van de voorfchreeve v fl voorwaarden te zullen naakoomen. Voorts vaTaoo werdt in den brief gewagh gemaakt, dattweeFranfche honderdt Franfche gevangens, die meelt van gevange- de Gereformeerde Religie waaren, hunnen nen op de Kon)rig hadden afgezwooren, en den Staat vl0°t te trou belooft, die men, hunnes oordeels, en * met goedtvinden van zyn Hoogheit den Prins van Oranje, met wien daar over geraadtpleeghtwas, over de geheelc vloote zou konnen verdeden, in ieder fchip eenige weinige, zoo als 't veilighll en dienflighll zou zyn: en dat daar tegens zoo veel volks van de fcheepen zou worden gelicht, om de fcheepen die in Zeelandt gereedt laagen te bemannen: met verder verzoek, van de zaak met den L. Admi-  L4 Admiraal DË RÜiTER; mimi Bankert ^overleggen, en middelen uit i 6M> te vinden om het gemelde volk in 'sLandts dienfl te brengen, en de fcheepen, die maatroozen van nooden hadden, onder 'sLandts vloot te helpen. Dees brief quani den Heef de Ruiter eerft den achtften Junius, 'sdaaghs naa den flagh, ter handen, daar hy den negenden ftraks op antwoordde: Dat hy met De Rui, verlangen te gemoet zagh dat de Liefhebbers ccrs antmet hunne lichte fregatten moghten uiikoonien vvoordcen goeden dienft doen. Maar wat belanghdè 9lm' hunne Ed. Moog. voorflagh, om de tweehonüerdt Lranfche gevangenen, op hunne vrijwillige aanbieding, op 'sLandts vloot te verdeelen en te gebruiken: dat hem by aanfchryveii % vfhdi: van hunne Hoog. Moog. volgens hunne refolu-zich be" tte, den vyfden van Junius in den jaare ZlVaart>611 MDCLxxn genoomen, was belaft, zich daarZTZ"de van t onthouden: ten einde, dat daar door de Franfche gelegentheden moghten voor gekoomen worden»Kevangedat den Staat op 's Landts vloote, V zy dootma °P de verftandt houding met de vyanden pan dien, of^l™-? anderzins geen ondienft gedaan nochtnaadeel^T toegebraght wierde. Dat hy daarenboven ook fcheide zelfs, onder verbeetering, van gevoelen was, redenen„ dat het gebruiken van die Franfche gevangens die hv tn der^ daat naadeelig zou zyn: want het%envoatMti ze op sLandts vloot ten koften van den Staat zouden leer en, dat zouden ze daarna ten ondienft Van den zeiven, en ten dienft van onzen rnaghtteen vyandt gebruiken en in V werk (lellen. Daar by voegende, dat ook de Kollegien ter Admiraaliteit in Hollandt altydts met Groote bekommering en veel achterdocht zwaari^ nett maakten, om eenige van de vyandtlyke A a 2 V0U  372 Het LEVEN van den 1673. volken op hunne fcheepen in dienft te neemen. Derhalven verzocht hy, dat hunne Ed. Moog. niet geliefden te misduiden dat hy hunne voorflagh en begeerte in die zaak niet kon goedtvinden, noch nakoomen, ten waare dat hem zulks uitdrukkelyk cn van hoogcr handt wierde bevoolen. Midlerwyl was de tyding van 't zeegevecht in 't Vaderlandt gekoomen, emyerwekte veel blydtfchap onder De tyding de Regccring en ingezetenen. De brief, van de zee-d00r den L. Admiraal de Ruiter den achtften ï'fvader' dcr maandt aan zyn Hoogheit den Prins van lanlh. ' Oranje gefcheeven, werdt den tienden, 'saRefólutie vondts ten tien uuren, ter vergaadering der der Heeren Heeren Staaten Generaal, door den RaadtSuacenGe- penfionaris Fagel geleezen, en daar op terneraat daar {wndt goedtgevondcn, dat een affchrift aan menf'10°' a!lc dc Kollegien ter Admiraaliteit zou ge10' Iufi. zonden worden, met ernftig verzoek en begeerte, dat de zelve zonder tydtverzuim voorraadt van fcherp en buskruidt, rondthout, reen en andre fcheepsbehoeften over nacht en dagh binnen deur naar de Wielingen zouden afzenden, ten dienfte van's Landts vloote: dat het Kollegie ter Admiraaliteit op de Maaze tien galjoots zoude inhuuren, om tot het overbrengen van advyzen en noodige ordres gebruikt tc worden: voorts dat^ het Kollegie ter Admiraaliteit in Vrieflandt in 't byzonder zou worden verzocht, hunne oorlogfcheepen gereedt te maaken, en naar 'sLandts vloot af te zenden, op dat die daar door verfterkt moght worden... Hunne Hoog. Moog. fchreeven den zeiven avondt den volgenden brief aan den Heer te Rui' ter,  L. Admiraal DE RUITER. 373 ter, welke hun genoegen over zyn bedryf te 1673. kennen gaf. De Staaten Generaal der vereenighde Nederlanden. Edele, Gefirenge, vroome, lieve getrouwe , De Heer Raadtpenfionaris Fagel heeft in Brief van onze vergaaderinge gecommimiceert copye van - ftaan uit U E. miffive van den achtften deezer, heit den 7 geen zich tot die tydt toe hadde toegedraaOralf e aa" Sen« m gepajfeert was tuffchen de vlooten van öeiii^ter. den Staat en die van de vyanden, ende vinden ons verplicht omme U E. zeer hooghlyk te be-danken over 4e goede couragie en zonderlinge conduftte, by den zeiven in deezen getoont €ti gepleeght, Wy wachten als, noch de yer-?. ##  L. Admiraal DE RUITER. 375 dre effeilen van de zelve u verneemen, en wil 1673» U E. yerzeekert wcezen dat die f allen tyden by ons en den Slaat (laan erkent en geconfidereert ie werden naar behcoren. Verders hebben haare Hoog. Moog. cn wy goedt gevonden naar 's Landts vloote te commiiteeren de Heeren Bosveldt, Maregv.anlt en Gemnich , omme nevens UE. te concerteren en foverftaan 't geene verders met gemelde vloote ten dicnfla van den Lande zoude konnen ondermomen werden. UE. gelieve de zelve geloove ie geeven in alle V geene zy luiden den zclven uit onzen naame zullen koomen voor te houden. fVy'zullen ons daar toe verlaaten , en Godt almaghtig bidden, zynen zeegen te willen continueren overde wapenen van den Staat, onder U E. commando , ende den zeiven houden in zyne heilige protectie. In V Gravenhage, den 11 Juny 1673. U E. goetwillige vriendt, G. H. PRINCE d'ORANGE. Ondertuflchen liet den L. Admiraal met al-, Men h in le moogelvke vlyt zonder ophouden aan sLai,rits »tj i i 'j 11 *' ■ . vloot vly- s Landts vloot arbeiden , om alles weer t-e tig b^czigh herflellcn dat gebrooken of ontreddert was. 0m alles te Hy zocht 's daaghs naa den flagh dc vloot, herftellen die, gelyk verhaalt is, by nacht was gean-en klaarte kert, en malkandercn vry naa gezet lagen, m™*f£' wat beter in ordre te leggen : maar daar ftak onwtér zulk een ftorm op uit den Wellzuidtweflen, uit den dat het onmoogelyk was onder zeil te gaan. Wettzuidt- Aa 4 Men weften.  >6 Het LEVEN van den 1673. Men kon d'ankers niet lichten: de Ruiters ging door, en hy liet het plechtanker vallen, Veele fcheepen lagen voor twee ankers, en etlyke kabels braaken. Men zagh toen de vyandtlyke vlooten ontrent twee mylen en een half Weftnoordtwell van 's Landts vloot op anker leggen, en telde van verre tnegentig zeilen. De L. Admiraal Tromp fchreef daarna pan de Heeren Staaten, dat den Heer de Ruiter met hem van gevoelen was om de vyanden weêr onder d'00gen te zien: doch dat het de harde windt belette-. Het onweder p>3. duurde den gantfchen nacht. Den volgenden dagh nam de windt wat af, cn de Ruiter zette een nieuwe fteng op, verzagh zyn rondthout, ftaande en loopende want, en verdelde zyn zeilen. Aan d'andrc fcheepen werdt Ewyk en met geiyke naarltigheit gearbcit. Op den Taalman zeiven dagh zondt den Heer de Ruiter de worden op Kommandeurs Willem van Ewyk en Abrara?iu ar ham Taalman , met het fregat Edam , en 't 'svyandts" jaclu5de Kater, onder 't bevel van Ewyk, vloot ge- "aar 's vyandts vlooten, om die te bczichti?onden, gen, en naau tc letten op haare fterkte, en in wat orde of onorde dat -ze laagen, 1 met ftengen pp of niet, of ze noch befchaadigde fcheepen by zich hadden, cn wat ze verder zouden konnen ontdekken :• bezorgende dat ze niet wierden bezet en van 's Landts vloot Hun vet- afgefneeden. Zy quaamen 's avondts weêr %n, te rugh, en zeiden dat de vyanden niet fterker waaren dan honderdt en acht zeilen: daar onder drieëndartig zoo kitzen als huyen, de relt fcheepen van oorlogh en branders, en dat  L. Admiraal DE RUITER. 377 dat de meelïe fcheepen met de Hengen door 1679. ten anker laagen. Hier uit kon meft afneemen dat de vyandtlyke vloot over de dertig zeilen was vermindert, en dat men een merkelyk getal befchaadighde fcheepen naar Engelandt moeft hebben opgezonden. Met het »(Landts opgaande ty lichte 'sLandts vloot het an-vloot zeilt ker, zeilde wat om de Zuidt, en de fchee- wat om da pen quaamen op zeventien vadem in goe'de ^SJj^j^ ordre ten anker. Dien zeiven avondt quam |n beteror* Kapitein Lonk , met het fregat Delft , uit dre. Zeelandt, by de vloot, met tyding, dat het fchip Deventer op de Raffen was verzeilt en verongelukt. Voorts werdt'sLandts vloot Wor(Ic den tweeden dagh daar aan noch met etlyke met etlyke fcheepen verfterkt, eerft met het fchip van keepen den Viceadmiraal Sweers, d'Olyfant van Am-Vilfl.erkt' fterdam, en met het fregat Goes, uit Zee- ll3un° landt, onder 't bevel van den Kapitein Willem Hendrikszoon : daarna op den. avondt met het fchip de Voorzichtigheit, onder Kapitein Jan van Braakel, koomende uit Goereê , gemonteert met vierentachtigh Hukken, en bemant met driehondertzevenendertig man, daar, door ordre van dc Ruiter, noch tachtigh man uit het fchip van Jakob Swart werden bygevocght: zoo dat hy toen vierhonderdtzeventien man voerde : doch hem ontbraaken noch drieëntfeftig koppen , om zyn monlterrol vol te hebben. 'T fchip d'Olyfant hadt al zyn volk , en was bemant met vierhonderdttachtig koppen, Terwyldetwee 'jonker vyandtlyke vlooten , de Nederlandtfche en R"ge' de d'Engelfche, hier op de Zeeuwfche kuft te-Ruiter Aa 5 gens2eiicnaar  378 Het LEVEN van den en«. 1673. gens malkanderen lagen, en alles tot een 's vyandts tweeden ftrydt werdt vervaardight, begaf zich vloot om Jonker Engel de Ruiter met eenigh vaartuig d'iehtlben naar d'Engelfche vloot, om die te bezichtiZl 10Junï ëen- Daar quam een fregat op hem af, maar toen hy 't inwachte, ftak het by, en hy keerde daarna behouden te rugh. HET  HET LEVEN van ©en heere MIC HIEL de RUITER, Hartog, Ridder &c. L. Admiraal Generaal van Hollandt en Westvrieslandt, vyftiende boek. D en vyfden dagh naa den zeeflagh ontrent de Zeeuwfche kuft was 's Landts vloot weer in ftaat gebraght om tegens de vyanden te konnen aangaan. Den L. Admiraafde Ruiter beriep toen den Scheepskrygsraadt aan zyn boordt, en ftelde hun voor, Dat de vloot nu DeRlliten naaftenby was herfielt, en in ftaat ge-Zumdla braght om weer te konnen vechten, en voor Krygseerfi geen meer verfterking hadt te verwach-iazdt. ten, dat men kenlyk voordeel op de vyanden Ia Iun* hadt gehadt, en klaarlyk gebleeken was dat hunne eerft e woede vry was vermindert. Dat hy uit die reeden van gevoelen zou zyn, dat men dat voordeel behoorde te vervolgen, en de vyanden, die daar noch in hun gezicht laagen, hoe^ eer hoe beter zelfs aan te grypen, eer ze wier den verfterkt: in gevalle hy niet oordeelde eenigermaaten gebonden en bepaalt te zyn aan V geen met de Heeren Secretariffen Lodeftein en de JVildt, als Gecommitteerden van zyn Hoogheit, en de Heeren hunne Lloog. Moog , Gedeputeerden tot de zaaken van de zee , op  38o Het LEVEN van den 1673. op den derdighfïen May leftleden, aan zyn boordt was beftooten, met bybrenging. van polityque aanmerkingen, op die zaak 'paffende. Daar op werdt cen aantekening, by manier van befluit, wegens den Krygsraadt daar van gehouden, nagezien: en, naa verder overleg van redenen en zaaken, met cenparigh Befluit goedtvinden verftaan, Dat men, buiten de daar op yoorzeide bepaaling en inbinding, de vyanden genoomen. van ftonc}en aan behoorde aan te doen: maar nu, ten opzichte van de zelve, zou vertoeven tot 's anderendaaghs ''s avondts: dat men ondertuffchen alles zoude vaardigh en gereedt maaken: en indien als dan geen Heeren Gedeputeerden, ofnadre ordres van den Staat en zyne Hoogheit, op de verwittiging door den Heer de Kuiter daar aan gedaan, inquaaVoornee- mm ^ onder des Allerhooghftens ve- rnenvande '. V , > ö » vyanden ie naadtgm zee gen, daags daar aan volgende, bevechten, den 14 van Junius, de vyanden met alle kracht zou trachten aan te grypen, en waar V moogelyk uit zee te /laan. Volgens de gemelde bepaaling fcheen men de vyanden te moeten verwachten, en niet te moogen zoeken, ten waar dat hy moght trachten te landen. Ten zeiven daage werdt by den Krygsraadt verJan Dik ftuan, dat Kapitein Jan Dik, niettegenltaanwerdt in d& j ^ j^o-hfl-g Kapiteinen uit het plaats vsn ,T J , . J ö , r • Vlug 10c Noorderquartier was, by maniere van voor- Scboutby. raadt, de vlagge als Schoutbynacht in plaats nacht ge. van Vlug, in den voorgaanden flagh gefneuüelt. velt, zoude opzetten, en in 't esquadre van den L. Admiraal Bankert dat ampt bekleeNader den, terwyl hy daar toe uit dat Quartier de verdeeling bequaamlte werdt geoordeelt. Ook werdt toen  L. Admiraal DE RUITER. 381 toen'sLandts vloot op nieuw in drie esqua- 1673, dres verdeelt, op de volgende wyze. van'suanJï vloote. Esquadre van den L. Admiraal de Ruiter. K.L. Admiraal dc Ruiter. • R. L. Admiraal van Nes. R. Viceadmiraal de Liefde. R. Schoutbynacht van Nes. A.Kommandeur vanMeeuiveu. A. kapiteinen Engel de Ruiter A.Jan vau Helder. R. Jan van Braakel. R. Kornelis de Liefde. A.Jan Bont. W.Simon van Panhuis. - A. David Sveerius. A. Philips de Munnik. KJanKreoi. N. Klaas Wynbergen. R. Frans van Nydek. N. Hendrik Viffcher. - W.Jan Snel. A. Willem van Evjyk. W.Moifs Wicbmaus R. Kornelis van der Hoeven. W.JanDanietsz.v.denRyn. R. Abraham van Kooperen. Vi. Dirk de Munnik. IR..Lens Harmanszoon. W.Willem de Rave. R. Gerrit Halfkaagk. A.Wibrant Barentszosn. ■ A. Jakob Schenk. R, Wynant van Meurs R. Ifaak Teuniszoon van An /. Aruout LeuniJJen. Z. Pieter de Moor. V. Joibem Janszten. De zeven Provinciën. D'Éendragbt. De Vryheit. DeMaagt van Dordrecht. De Spiegel. Waasdorp. Steenbergen. De Voorzichtigheir. Gelderlandt. De Stadt Vitrecht. Zeelandt. De Befcbermer. Effen. Alkmaar. Kaleb. Dordrecht. 'TWapen van Medenblik. Fregatten. Vitrecht. Edam. Harderveyk. Schiedam. Branders. De Lcuize. De Blakmeor. De Maria. De Jifper Kerk.' D,Eenhoorn. "P buisje St. Pieter. Dc Sayer. De Mclkfcbuit. Advysjachten. Rotterdam, n. De Hoope. De jonge Maria. De Tonyn. De Liefde. Esquadre van de Ruiter.  38a Het LEVEN van bëM Esquadre van den L. Admiraal Bankert. Esquadre van Bankert. Z.L.Admiraat Banken. Z. Viceadmiraal Evertszoon. N. Jan Dik, ais Schoutbyn. N. Leenden Kuiper. N. Jan Hek. N.Jan Muis. N. Jakob Roos. iS. Mar ten de Beier. N. Pieter Ker jj'eboom. a. Jan Gy zeis van Lier. A. Gillis Scbcy. A. Barent Hals. Z.Dirk JobszoonKiela. Z.Karel van der Putten. A. Pi etervauMiddellandt. R. Elandt du Bois. N. Klaas Valehen. Z.SimonLonke. Z.Willem Hendrikszoon. v. Jan Pieterszoon Vinkelbos A.Roemer Vlak. Z. Lieven Zacharias. Z. Fredrik Konvent. Z. Rei uier Dirkszoon. N. Hendrik Munt. N. Pieter Bokkes. a. Pieter Hcndriksz. Pop. - Z. Antony Janszoon Scbalfe. Z.SimonArentszoon. 7.. Daniël Scbuye. Z.David van Geersdaale. - Z. Tennis Poft. Z. Matthys Laurenszoon. - Z. Jakob Hamers. Z. Tobias Adriaanszoon. - Walcheren. Zierikzee. D'' Eenhoorn. 'T Wapen van Enkhuizen, Weftvrieflandt. Juftina van Naffau. 'jP Noorderquartier, Gelderlandt. 'T Wapen van Naftau» De Leeuwen. Tydtverdi ff. De Gideon. Ter Veere. Domburgb. Dc Komeetftar. Dc Ridderfchap. De Prins. Fregatten. Delft. Der Goes. DeWtndtbondt. De Brak. Branders. Samfon. St. Katrina. De Dadelboom. De witte Mol. Chriftina Leonora. 'T Kafteel van Loon. Sivillie. Samuel en Jakob. Advysjachten. De Lapmande. Der Goes. De Parel. De Svcaluie. De Waterbondt. De Hazevjindt. Esquadre van den L. Admiraal Tromp. Esquadre &.L. Admiraal Tromp. fan 1 romp. A. Viceadmiraal Sveeers. De goude Leeuw. • i D'Olyfant. a. Schout-  L. Admiraal DE RUITER. 385 a. Schoutbynacht de Haan. N. Kornelis Bakker. A. Volkers Sviart. R. Barent Rees. R. Philips van Almonde. • V..Adriaan Poort. Ajfornells van der Zaan. A.Kornelis Tyloes. A. Jan de Jong. A.Pieter Klaaszoon Dekker, A. Daniël Elfevier. A. Pieter de Sitter. N. Mattbys Dirkszoon Pyl. N. Pieter Bakker. A. Jakob Barkbout. A. Jan van Aikoude. A. Hendrik Span. A. Hans Hartvoyk. A.Jan Noirot. A.Jan Bogaart. A.lVillem Willemszoon. A. Kornelis Jelmerszoon Kok. A. Pieter van Grootvelt. A.Kornelis Boermans. A.Jan Boomgaart. A.Dirk Klaaszoon Harttey. ü. Harwen Dirkszoon Boer. A.Jacob Vroom. A. Klaas Pertugaal. A.Jan Kramer. Z.Jan Korneliszoon Poot. r. Abraham Taalman. Joeft Willemszoon. Hollandia. T/v79 ' De Pacificatie. t O' Kalantsoog. Waffenaar. Delft. Scbieianit. Amjierdam.] 'T Geloof. De Provincie van Uitredt. De vjaakende Kraan. Zeelandia. d'Agatha. 'T Wapen van Hollandt. Jupiter. D'Akerboom. Fregatten. Oudtkafpel. Rliddelburgb. De Haas. Popkensburgh. Bommel. Branders. De Draak. De Salm. De Leydtflar. De vergulde Poft. Jakob en Anna. De Vreede. De Vis. De Salvador. Advysjachta». De Triton. Egmont. De Bruinvis. De Kater. , 'THuis van Najfau. In dees lyft ftonden nu, gelyk in de lyft van Getal en den drieëntwintighften May, geen fcheepen fterkte vaa die men noch verwachtte, maar zulke die in 's Landt» der daadt onder de vlagh waaren: enbeftondt vloot* 'sLandts vloote nu uit eenënvyftig fcheepen van oorlogh, dertien oorlogsfregatten, vierentwintig brandtfcheepen, en zeflien advysjachten. De drie Amfterdamfche fcheepen, in den leliën flagh befchaadight, de Prins te paar  384 Het LEVEN van den tó>3, paarde, het Zuiderhuis, en 't fregat Damiaten, laagen noch in Zeelandt, om herflelt te worden; en 't vierde, Deventer, was, gelyk gemeldt is, in 't inzeilen verongelukt. Doch 'sanderendaaghs quaamen noch twee brandtfeheepen uit Zeelandt, 't een genoemt het wapen van Medenblik, by de vloot. Den Heer de Ruiter, verdaan hebbende dat de Gedeputeerden van hunne Hoog. Moog. over 't bedryf van 'sLandts vloot te Vliffingen waaren aangekoomen, met voorneemen van zich naar de vloot te begeeven, maar dat ' zc door harde windt werden opgehouden, terafchr'v ZOndt hwi dcn dertienden 't afichrift van 't ven aan dé benuic by den Krygsraadt genoomen, raakenGedepu- de het aantallen en bevechten der vyanden: teerden met verzoek, dat, in gevalle zy daarop eevan hunne nige inzichteh ten têgendeele hadden, zyhem Moog te de Zelve met d'uiterllc fpoedt zouden toezenVliffingen ,dcn- Daar byvoegende, dat hy daarop tot aangekoo- 'sanderendaaghs, denveertienden, tot negen men. of tien uuren voor de middagh zou vertoe- 13 lun. ven, en hun antwoordt met verlangen te ge- puxeerten" m°et Zien' °m daar °P tC gerufterce moogen koomen z^n in '£ ^voeren van zyn en des Krygsraadts aan de voorneemen. Doch dc gemelde Heeren, te Ruiters weeten, Bosveldt, van der Meyden, Mauboordt. regnault, en Gemnich, quaamen, voor 't 14 ' ontfangen van zyn' brief, den veertienden 'smorgens vroegh aan zyn boordt, hem behandigende zyn Hoogheits brief, op den elfden der maandt gefchreeven, boven gemeldt: voorts hem uit den naame der Heeren Staaten Generaal en zyn Hoogheit met heufche woorden bedankende voor den dienft, den Lande. in  L. Admiraal DE RUITER. 385 in't lefte gevecht gedaan. Daarna werdt het 1673. befluit van de vyanden aan te taften op nieuw by de voorzeide Heeren, in 't byzyn van ver- " fcheide Leden van den Krygsraadt, (dewyl die alle, door de friflche koelte uit de Ooftelyke kant en het mede gaande ty, niet konden aan boordt koomen^) overwoogen, en eenpaarighlyk verdaan, dat men daar zou by blyven , en de vyanden bevechten. Hier op Men b'vft deedt den L. Admiraal de Ruiter ftraks, in by'tvoor't byzyn van de Heeren Gedeputeerden, fein "an de"vyom onder zeil, en op de vyanden los te gaan. andenaart Den Heer de Ruiter maakte, naa 't morgen- tc taften. gebedt, zyn volk bekent, dat menbeflooten '4 hadt de vyanden te gaan beftooken, en ver- Ds Ruu maande een ieder met korte woorden tbt San?i kloekmocdigheit: daar ze alle met een vroo- zynen tot lyk gelaat op beloofden, dat ze hunnen plicht hun plicht, zouden betrachten. Ontrent ten tien uuren voeren de Heeren Gedeputeerden naar hun jacht. De windt woey toen met een ftyve DeNcderkoelte uit den Noordtooften, en 't was on-Iandtfche trent elf uuren of half twaalf op den middagh vl°ot ^lï ■> t j 1 1 .1 . " onder zen toen sLandtsvloot, onder zeil geraakt, haar en op de koers, volgens de Pvuiters fein, om den vyanden Noordtweften op den vyanden aan ftelde. De^af, diehaar vyanden, Engelfchen en Franfchen, 's Landts t,racnten vloot ziende afkoomen, maakten ook zeil, ,,ontwy" en fcheenen in 't eerft de Nederlanders te willen inwachten: maar toen ze hun begoften te genaaken maakten ze meer zeil, en liepen Noordtweft over ruim fchoots af. Dus met volle zèilen naar hunne kuft houdende, konden hen de Nederlanders niet voor vier en Vyf uuren naa den middagh inhaalcn en aanIV. Deel. B b tref-  386 Het LEVEN van den 1Ó73. treffen. Ten vier uuren nam 't gevecht zyn 4 Begin van begin tuflehen wederzydts avantguarders of t gevecat. yoortoghten, d'esquadres van Tromp, en dat van dc blaauwe vlag onder Sprag. Toen hieldt de Ruiter met zyn esquadre het op 't hooftesquadre der roode vlagge, die van Prins Robbert werdt gevoert, aan, en raakte ten half vyven met hem, die zich nu op 't fchip de Royale Souvcrain bevondt, in een harden flrydt, en kort daarna de L. Admiraal Bankert, voerende d'achtertoght, tegens 't esquadre der witte vlagh, onder den Grave d'Elirée. De Ruiter was van meening in 't roode esquadre van Prins Robbert in te brceken, maar de vyanden hielden 't geduurig draagende, en liepen voor de windt af, zoo dat men hen niet recht tot Handt kon brengen. Men kon, dewyl de windt wat flyf was, in 'sLandts vloot d'onderflelaagh van 't gefchut quaalyk gebruiken, 't welk den L. Admiraal de Ruiter, den L. Admiraal van Nes, en andre Bevelhebberen, bevvoogh hun loefwaartlle gefchut te loefwaart uit te haaien, om de fcheepen wat te rechten, waar toe zy hun zeil opgydden, en hun ooghmerk bereikten. Dus vocht men, nevens den anderen zeilende, langen tydt met groote heftigheit, vervolgende d'Engelfchen en Franfchen hunnen koers, en zich dienende van 't voordeel des windts, om d'Engelfche kuft tel naaderen. Tromp en Spragh bleeven clkanSweers deren niet fchuldig, en vochten hier met gedoor do' tyke kloekmoedigheit. De Viceadmiraal bezeütheit Sweers, 't gebiedt hebbende over cen fmalvan zyn deel van Tromps esquadre, kon met zyn fchip  L. Admiraal DE RUITER. 3S7 Fchip den Olyfant veel harder zeilen dart 1673; Tromp met den Gouden Leeuw. Dies kon-fchip voor den hem de meelle fcheepen van zyn fmaldeel uit raa^ennict volgen, en toen hy, voor uit zeilende, ^ .*er* met Spragh en den Viceadmiraal der blaau- VzJ^"g^ we vlag in 't gevecht raakte , hadt hy nie- vecht, mant by zich dan de drie fregatten van de Kapiteinen de Jong , Hardtwyk , en Noirot. Waar op d'andre Kapiteinen van zyn fmaldeel , Adriaan Poort, Pieter Dekker, en Pieter Bakker, achter aan koomende, in plaats van Sweers, volgens hun plicht, te volgen, zich by den Heer Tromp voegden. Waar op En werdt "Sweers, van die hulp ontbloot, door de^redde" fcheepen der blaauwe vlagh zoo reddeloos fchooten. werdt gefchooten, dat hy 's avondts ontrent ten acht uuren zich genoodtzaakt vondt wat van de vyandt af te deizen, en by de windt op te loeven , om zich wat te herlielleni Dat afwyken uit noodt werdt toen van zommigen Van verre aangezien als of hy zich niet qucet naar behooren : 't geen daarna ftof gaf om hem t'onrecht te befchuldigen. Den L. Admiraal de Ruiter raakte eenigen De Ruiters tydt met Prins Robbert en andre fcheepen gevecht van 't roode esquadre in den llrydt, doehmet Prins 't en duurde niet lang, en die hem eerftRo!ilDerc' op zyde laagen keerden hem de fpiegels haafttoe, cn fchooten van achteren. In 't be- i^Iun* gin fchecn 't dat men 't fchip aan fpaandercn zou fchieten, cn etlyke van zyn volk werden getroffen : maar daarna werdt hy door een zonderling geluk , of goddelyke bewaaring, als met een fchildt bedekt, en hadt weinig dooden of gequetften: jaa van eenigen werdt Bb * aan-  383 Het LEVEN van den I673. aangemerkt, dat verfcheide fcheepen , die zoo naa by dc vyanden, noch in 'tgedrang van 't gevecht niet waaren, dan hy, nochtans veel meer fchaade leeden , cn meer dooden hadden. Etlyke fcheepen van zyn fmaldeel Honden hem trouwlyk by. Braakel, Ewyk, en zyn lliefzoon Jonker Jan van Gelder, hielden zich voor hem, cn zyn zoon Jonker Engel , Panhuizen , cn de Schoutbynacht van Nes dicht achter zyn fchip. Toen Braakel, ook zich treffelyk quytendc, zoo reddeloos werdt gefchooten, dat hy wat achter uit moeit wyken , om iet te herftellen , ftondt Jonker Jan van Gelder, met het fchip Steenbergen, als een fteenrots in zyn plaats, tot dat hy, klaar geraakt, weêr op zyn oude poft quam. Hy zocht daarna een brander aan Prins Robberts boordt te brengen , maar zyn toelegmislukte. Jonker Engel, nevens andre fcheepen , eenigen tydt tegens den ouden Souverain en twee groote Franfche fcheepen vechtende, leedt veel fchaade; beide zyn Hengen, de groote ree en marszeiisree, en veel wandts werden Hukken gefchooten : evenwel kreeg hy, dat vremdt was, niet meer dan vier dooden, cn acht of tien gequetften. De L. Admiraal van Nes lagh eenigen tydt op de zyde van een Engelfch fchip, dat hy de fokkeree aan ftukken fchoot. Voorts hieldt hy met eenige der zynen lang fchutgevccht met de ^2dryfvan Viceadmiraalen van de roode en van de witte ratte* vla£Sen> en noch zeventien of achtien Engelesquadre fcncn en Franfchen, die by een waaren. Het der witte esquadre van Bankert, dat, gelyk gezeit is, vlagge. d'achtercoght hadt, raakte met het esquadre der  L. Admiraal DE RUITER. 389 der witte vlagge, onder Elïrée, minder in't 1673» gevecht, om dat men 't, meer zeil voerende, minder kon achterhaalen, of daar laater by quam. Niettemin deedt Bankert de vyatiden zoo veel afbreuks als hy kon. Midlerwyl hadtPrinsRobbert van zyn Admiraalfchip den Royalcn Charles moeten overgaan op'den ouden Souverain, en hy begoft, al vechtende en wykende, met zyn vloot d'Engelfche kuft meer en meer te genaaken, als d'avondt en donker beide de partyen overviel. 'T was op De nacht die tydt nieuwe en by gevolg donkre maan, fcheidt het en de Nederlanders hielden van hunne vyan-2eveciu* den niet af, tot lang naa zonnen ondergangk; tot dat mcn door de duifternis niet meer rooy of doel kon fchieten, en de Herren al cen poos hadden gefcheencn. Toen heeft de Ruiter, DoRuiter ten deele om dc nacht , ten deelc om zichwendtom niet te verre van de Zeeuwfche naar d'Engel-den Zuidrfche kuft te begeeven, met vuuren fein ge-00'16"* daan om te wenden, en zeilde met'sLandts vloot met klein zeil om denZuidtooften: verwachtende dat detweeKoningklykezeemaghten dien zclven koers zouden hebben gehouden tot den dagh, en dan 't gevecht hebben hervat. Doch 's morgens vroeg kon mcn in Verneemt 's Landts vloot noch Engelfchen noch Fran-'s anderen, fchen zien: en mcn vernam daarna, dat ze, daa?ns de zee verlaatende, naar de rivieren van Lon-feen Jya," j 1 r\ -Tiii den, die de den waaren gekeert. Dus emdighde detwee-zee Verlie- de zeeflagh , in deezen zoomcr gevochten, ten. tot merkelyke eere en nut van den Neder- is^»»* landffchen Staat. De Nederlanders verloo- Voordeel ren in deezen ftrydt geen fcheepen: en boe-bv de N*- wcl ze maar een vyandtlyk fchip hadden zienderIanders T, t bevochten. Bb 3 ver-  39° Het LEVEN van den 1673. verbranden, zonder te weetcn of 't een bran* der of oorlogfchip was, en dat men alleen fprak van twee Engelfche of Franfche fcheepen die gezonken waaren , hunne overwinning beftondt in grooter zaaken , die 't bevochte voordcel aan de gantfche werelt ten toon fielden. Zy hadden de twee Koningklykc vlooten, ongclyk fterkcr dan de hunne, die zeven daagen geleeden op hun afquam,nu zelf op dc Zeeuwfche kuft aangetaft, cn als die 't gevecht zochten te myden, vervohdit, achterhaalt, cn zoo veel afbreuks gedaan dat ze de zee hadden geruimt. Mcn hadt dan de vyanden wel niet veel fcheepen benoomen of t'onbruik gemaakt, maar, dat veel meer is, hen uit der zse geflaagen. Daarentegen blecven de Nederlanders in zee, zonder binnen te loopen, en zy begaven zich weer op hunne oude poft, op Schoonevclt, om van daar op de vyandtlyke bewecgingen te letten, en den Staat tegens hunne aanflaagen te bewaaken. Doch op dat nicmant zou denken dat my de zucht myns vaderlandts in 't opzetten van dcez' overwinning te ver vervoert, zal ik hier by voegen 't geen een Engelfch Schryver in 't Leven van den Heer de Ruiter, te Londen uitgegeeven , op 't einde van ditzeeAamner- gevecht aantekent. Ten leftcn, zcit hy, moesktiyk ge- ten crEngelfchen bekennen , dat ze hier, tot van een ^ume ëroote verwondering, van de Hollanders Engelfch eerft geleerdt hadden dat het Hollandtfch busSchryver kruidt krachtiger was, en hun gefchut langer aangaande dan het hunne... Prins Robbert keerde wet d'mtkoma yerlies van veele menfehen, en met veele omJSdag?/ ^dderde fcheepen naar den Teems: en de Ruiter  L. Admiraal DE RUITER. 391 ter, hebbende, mits het voordeel van den windt, 1673. en met van ver te vechten, weinig fchaade ge- en tot ïof leeden, verkoos de Zeeuwfche kuft weêr tot zyn ™n.de oude poft. In dit bedryf gaf de Ruiter blyke- ^f^ife lyke proeven, dat hy, als het tydt was, den,efdeRuiyyandt zoo wel kon opzoeken als vermyden, en ter, Lon. dat hy zyn plaats nooit verliet dan om V voor- donprinhooft te tconen. Eenigen meenden dat de Rui- 'fff" ter in 't gevecht fein zou gedaan hebben van fle™**n% in den vyandt in te breeken. maar toen 't daar l6?7m toe tydt fcheen te worden, was de tydt te ^. 88.89. zeer verloopen , en de donker op handen. *S morgens zeilde 'sLandts vloot, geen vyanden vindende, Zuidtooft aan. Daarna zagh men noch eenige fcheepen van achteren opkoomen: te weeten, den Viceadmiraal Sweers, en eenige anderen, die 's avondts te vooren niet hadden gewendt, noch het fein, daar toe gedaan, gezien. Tegens den avondt ontrent 'S Landts ten vyf uuren quam 's Landts vloot weer op vloctkomt Schoönevelt ten anker, zoo dat Wcftkappel weêr op ontrent drie en een half myi Oofttcnzuiden ^k°°^e' van haar lagh. Men was zedert het gevecht anlj;er# weêr over nacht en dagh bezich geweeft, om al wat ftukken was gefchooten, zoo veel mcn kon , te herftcllen, en al wat ontreddert was te redden : inzonderheit ontrent het rondthoudi, daar veele fcheepen aan waaren befchadight. De Ruiter verwittighde toen zyn DeRuiterj Hoogheit, den Raadtpenfionaris Fagel , en fchryven de Gedeputeerden van hunne Hoog. Moog. y"0^°. die noch te Vliffingen laagen, met brieven, ena°dejên. d'nitkomft van 't gevecht, cn't verdryvender vyanden van 's Landts kuften: verzoekende Zyn verdat men, behalven 't vereifchte buskruidt en z°ek Bb 4 fcherp,  392 Het LEVEN van den 1673. fcherp, vooral ook noodig rondthout naar de vloot zou zenden: ook kardoespapier, naaynaalden en gaaren, zonder 't welk men zich van 't buskruidt niet naar behooren zou konnen dienen: voorts eenige kippen lont. 'T wcik hier aangeroert zy, om aan te wyzentot wat geringe zaake zich ook de zorge van een voorzichtig Admiraal moed ukftrekken: dewyl het gebrek van een kleen ding ook zomDegequet tydts groot hinder kan veroorzaaken. Hy den rTatr' ZOndt daarna de mecite gequetllen naar de MaaRotterdam ^c en Rotterdam, ( dewyl de galthuizcn in gezonden. Zeelandt noch vervult waaren met de wonden 16Jm. van den eerden flagh) om van daar ook, voor DeRuiceiSeen gedeelte, in andre Hollandtfche ftceden burfaan.' verc'ee^ te worden: met ernftig verzoek, dat gaande.' de Magiflraaten aan hun werken van barmhertighcit geliefden te ocffenen, en hun geneezing met goedt gemak en gerak tc bevorderen: om hun in deeze gelegeuthekdestydts den dienfl: van den Lande niet onfmaakelyk te maaken. Van zommige werdt aangeteekent, dat in de gantfche vloot niemant der Hooftofficieren noch Kapiteinen , geduurende 't ge^ vecht, gefneuvelt noch gequetfl waaren: behalven den Viceadmiraal de Liefde, die met een fplinter boven 't rechter oogh eenweinig was bezeert. Van 't getal der dooden en ge- quetflen heb ik geen kennis konnen bekoomen, dan alleen van d'Amiïerdamfche fcheepen. Tromp hadt 32 dooden, maar veel grooter getal van gequetllen : Sweers 1 r doorden en 15 gequetflen : de Haan 11 dooden en 10 gequetllen: Tyloos 18 dooden cn 15 gequetften: Kornelis van der Zaan n dooden en  L. Admiraal DE RUITER. 393 en 19 gequetften : Volkert Swart 9doodenen 1673; 23 gequetften: Jonker Engel de Ruiter 4 dooden en 8 gequetften : Schcy 9 dooden en 5 gequetften: de Sitter 13 dooden: Elfevier 7 dooden en 8 gequetften : van Gelder 11 dooden en 1 gequetlte: Berkhout 7 dooden en 3 gequetften: Vlak 12 dooden: de Munnik 7 dooden en 7 gequetften: van Lier 6 dooden en 5 gequetllen. Meell al d'anderen hadden minder fchaade geleedcn. Op de Rotterdamfche en Noordthollandtfche fcheepen, hoewel ze zich niet minder gequeeten hadden, waaren nochtans doorgaans minder dooden en gequetllen. Daarentegen werdt men metbrie- Tyding ven van Londen verzekert, dat d'Engelfchen^Lon" en Franfchen, die, fel gehavent, op de reviere van Londen waaren gekoomen, in beide de lelie zeeflaagcn ontrent drieduizendt dooden en gequetften, volgens hun eige bekentenis , hadden bekoomen : en dat d'Engelfchen van fpyt raasden, om dat men ze uit der zee hadt gedreeven. Dat 'er groote twift was tulTchen d'Engelfchcn ende Franfchen: dat elk den anderen defchultgaf. Men fchreef van Ooftende, dat de Franfchen te Duinkerken geen booden van de Spaanfche Nederlanden lieten in.koomen; en dat daar, op verbeurte van 't leven, was verbooden, op eenige maniere van de zeegevechten te fpreeken. Prins Robbert fchreef weêr aan den Graaf van Prins RobArlington, als of hy met groot voordeel hadt bertsi'chry. gevochten. Ook riepen en roemden de Fran-veD* fchen in hunne brieven van overwinning. Dan zeeker Engelfch Heer fchreef 's daaghs naa 't gevecht uit d'Engelfche vloot. Op den 14 Bb £ van  394 Het LEVEN van den 1673. van Junius 's morgens ten 6 uuren hieldt men e?nEfnVaD-V* ^ fchiP van Prins Kob^rt Krygsraadt, en gelfch " beft00t-> met den Noordtooften windt naar EnJHeer,raa- gflttndt te wenden : vermits de lyftoght ten kende'tgreinde was, en dat men noch veel'gequetften vecht en binnens boordt hadt, en veele foldaaten , be£h van zo¥erlyk °P de Franfche fcheepen , die zeer dién, vuil waren» ziek wierden. Hier op werden ten 10 uuren d'ankers gelicht: doch een uur daarna zagh men de Hollandtfche vloot aankoomen. Men hieldt toen weer krygsraadt, en befloot, den vyandt aan te taften, maar eerft den windt te winnen. Doch dat mislukte. Ten 5 uuren raakte men in V gevecht, en men moeft toen met waarheit bekennen dat de Hollanders buiten hunne banken dorften vechten, en ons, hoewel veel onfterker dan 'wy , een aanvecht enden oorlogh aan doen. Men vocht zoo laat als men kon zien. Op den 15 hieldt men weer Krygsraadt, Prins Robbert wou vechten : maar vondt niemant van zyn gevoelen. Zy zeiden dat men de gantfche vloot in gevaar zou ftellen , en zulks niet kon doen. Wy hebben veel dooden en gequetften, daar onder■ veele van aanzien, en drie Kapiteinen. Veele fcheepen zyn reddeloos. Twee Franfche fcheepen zyn noch van ons, die men vreeft dat verhoren zyn. Onder d'Engelfche dooden werden genoemt de Kapiteinen White en Sadlington, nevens den Landtkapitein Henshaw, en den Luitenant Fitsgerald. Maar de rechte gelegenheit Ka Itdnen Va" ^ ver]ies werdt verfuft. Onder deNeonderde " der^anders viel te deezer tydt iet te zeggen Nederlan- ten lafte van zommige Kapiteinen , die men ders vaa meende dat zich in 't gevecht niet naar bc- hoo-  L. Admiraal DE RUITER. 395 hooren hadden gcqueeten. Doch hunnenaa- 1673, men worden niet gemeldt: ook zyn zommi-Kleennergen t'onrecht beticht, In zeeker gedenk- lWf befchrift, by iemant die een ooghgetmge van pZoxnmi^f 't gevecht was geweeft, werdt, als iet aan- diete v00_ merkelyks, verhaalt, dat zommige Kapitei-ren zich . nen , die in voorgaande zeeftryden groote dapper proeven van manhaftighcit hadden gegeeven, fj^"' nu kleenhartig fchecnen, of waaren: cn dat k!eenher. andere, die in voortyden zich tc zeer achter^ tig) enan. lyk hielden, in deezen flagh met ongclooffer deren, die lyke dapperheit vochten, en, hoewel zc van te voorea de klcenfte fcheepen voerden, geen ^JjJjJS draayden voor de grootfte van de vyanden, dc^ quee^ Ook leerde d'ondervinding in verfchéïde ge* tenzichnu, lcgentheden, dat fomtydts cen man geen half manhaftig, man is, en fomtydts voor twee, jaa voor tien Bedenking kan verftrekken. Daar geen andre reeden van opde menkan worden gegeeven, dan dat Godt fomwy* fcheiyke len den menfehen hun hert beneemt, als hy, jS™* om zyne ondoorgrondelyke oordeelen uit te é * voeren, de Helden vertzaaght maakt: of honderd t door vyf, en duizendt door honderdt laat vervolgen: op dat de menfehen op zich zeiven, noch menfehelyke maght niet te zeer zouden betrouwen , maar den Almaghtigen om zyne byftandt aanroepen, De zelve ooghgetuige verhaalt ook, dat in dit lefte gevecht zeeker Admiraal onder d'Engelfchen,die zich in alle voorvallen t'allen tyden met ongemecnc kloekhartigheit hadt gequecten, zich nu zoo achterlyk hieldt, en zoo dikwils afweek, dat den Heer de Ruiter en andre Hoofden van 's Landts vloot niet konden gelooven dat hy ffcheep was, of meenden dat hem eenighon■ ■ ge.  %06 Het LEVEN van den 1673. geluk hadt getroffen. Doch de dof van dit verhaal brenght my in gedachten 't geen ik weleer aangaande den Heer dc Ruiter zelf heb hooren vertellen, en, als uit zyn eigen mondt Anrmer- voortgekoomen, hier ftaat aan te roeren. Zul- lCly val lend° 0p zcekeren tydt» die «iet gemelde ontrent wordc •> zich fa cen der grootfte zeeflaagen den Heer met 's Landts vloot tegens de vyanden inïaade Ruiter ten, bevondt hy zich voor 't aangaan van den voor'tcan-flagh, buiten gewoonte, klcenmoedig, met zeekèrTee-Veel bek°mmeringen beftreeden, cn'l'cenegevech"6""?"111 onbequaam om naar gewoonte de vereifchte ordres te geeven, 't gevecht naar behooren te belciden, en ruftigh op de vyanden los te gaan. In deeze verlegentheit was hy ten einde van alle raadt, niet weetende werwaarts zich te keeren of te wenden. Hy verwarde in veel gedachten, en zoekende vergeefs raadt en hulpe by zich zeiven, viel hem eindelyk in, dat hy 't hooger moeft zoeken. Hy begaf zich derhalven in zyn kajuit in eenzaamheit, viel Godt met een kort maar vierig gebedt tc voet, biddende dat hy hem te dier uure niet zou vcrlaaten , maar byftaan met zyn geeft, met den geeft der wysheit en kloekhertigheit, ten goede des Vaderlandts. Op dit bidden ftreek alle zwaarigheit van zyn hert, zyn gewoonlyke blygeeftigheit cn rustighcit quam weer boven. Hy gaf orde met bedaarden gemoede , 't gevecht werdt met dapperheit begonnen, geïukkigh uitgevoert, en hy zeide daarna, dat hy naa 't bidden als een ander man was opgedaan, en zoo wel in 't betrachten van zyn plicht, als in den uit- ' flag'h* van de zaak gevoelt hadt dat Godt hem- by-  L. Admiraal DE RUITER. 397 byftondt. Twee daagen naa den zeeflagh, om 1673. weer tot het verhaal der zaaken te keeren , i6 '}un. ontfing den Heer de Ruiter den volgenden brief, door zyn Hoogheit den Prins van Oranje, ten daage van 't gevecht, daar hy geen kennis van kon hebben, met zyn eigen handt in 't geheel gefchreeven. Myn Heer, U Ed. miffive van den 11 deezer is my hui- Brief van den wel geworden, waar op ik goedtgevonden zyn Hoog- heb aan U Ed. in aller diligent ie af te zenden ^eit den den Heer Secretaris de Wilde, om U Ed. fin- L'lDl].e van r r ■ t 7 Oranje aan formeren van myne jentimenten wegens het de. RUjter ageeren van ''sLandts vloot. UEd. gelieve den voor'taan- voornoemden Heer Secretaris volkoomen geloof saan van te 'geeven, en verzeekert te zyn dat ik ben, den na6a ö j ■> gefciiree- Uw Ed. zeer geaffeclioneerde vriendt, ven" Hage,den l^Jun. Qm |J. PRJNCE d'ORANGE. 1673. Voorts werdt ter vergadering der Heeren Reiblutie Staaten van Hollandt, op de tyding van den der Heeren uitflagh des tweeden gevechts, zeer gcyvertStaaten van om de vloot op nieuw te voorzien en te ver- ^ ol^ndd fterk cn: en den zeftienden van Junius goedt- om'sLands gevonden en verftaan , ter Generaaliteit de vlootop zaaken te beleiden, ten einde dc Kollegien ter nieuw te Admiraaliteit ernftclyk moght aangefchree-doen voorven worden, dat de zelve over nachten dagh-»^^JJJ zonder het alderminile tydtverzuim, binnen \e Veii'ter- door ken.  39S Hèt LEVEN van dén 1673. door naar de Wielingen, en vervolgens naar 'sLandts vloot zouden zenden zoo veel kruidt en fcherp , fondthout, kabels, en andre fcheepsbehoeftcn, als zy eenigzins by den anderen konden krygen: en bezorgen dat de befchaadighde fcheepen, die ingevallen waaren, met d'uiterfte vlyt herftelt en wel bemant , weêr ten fpoedighflen by de vloot moghten koomen. Dat de bemelde Kollegien alomme in alle fteden den trommel zouden doen roeren , en zoo veel vaarentvolk 'aanneemen als' zy konden bekoomen, en tot verfterking van'sLandts vloot, manning der ontmande fcheepen, en vervulling der dooden en gequetften eenighzins noodig zou zyn: en dat ze van tydt tot tydt het zelve volk naar de Wielingen, en van daar naar de vloot zouden afzenden. Dat men daarenboven de Kollegien ter Admiraaliteit in Zeelandt en in Vrieflandt byzonderlyk zoude aanfehryvendat Ze wilden inzien van wat groot gewicht het was dat 's Landts vloot verfterkt, en in goeden ftaat gehouden moght worden i en dat ze mitsdien over nacht en dagh by alle wecgen en middelen zouden bezorgen dat hunne fcheepen naar 's Landts vloot moghten worden verzonden. Dat de Gecommitteerde Raaden van Hollandt en Zeelandt, mitsgaders de Bewinthebbercn 'van d'Ooftindifche Compagnie ter kamere van Middelburgh , verzocht moghten worden, te weeten, de Gecommitteerde Raaden in mindering van de \Taege- confenten f, tot de zaaken der zee gedraafiaane gel- gen, en de Bewinthebberen by leening, zoo den. veel kruidt, fcherp , rondthout en fcheeps- bc-  L. Admiraal DE RUITER. 399 behoeften, naar de Wielingen en 'sLandts 1673. vloot te willen afzenden, als uit de Magazynen eenighzins kon gemill worden. Ten Eenige zeiven daage quaamen de Heeren Gedeputeer-GedePuden van hunne Hoog. Moog., de Heerent3erd^a Bosvelt, van der Meyde, Mauregnault Jf^f11"18 Gemnich, en de Secretaris de Wildt, metM0og. het Staaten jacht uit Zeelandt, aan de Rui-koomen ters boordt. Den Heer de Wildt behandigh-aan deRuide hem zyn Hoogheits brief van den veer- tertb°^dc* tienden, boven gemeldt, en hieldt zich voorts 1 by d'andre Heeren, om gezaamentlyk over 't bedryf van 'sLandts vloot te beraadtflaagen. Den L. Admiraal Generaal de Ruiter liet op hunne komlle de gantfche Krygsraadt aan zyn boordt vergaderen, daar de gemelde Heeren verfcheenen. De Heer Bosvelt, het woordt voerende, begroette den L. Admiraal de Ruiter over de bevochte zeegen, en bedank- ZY he' te den Heer de Ruiter en den gantfchen ^'^"^ Krygsraadt voor het goedt beleidt, dekloek-jeRui^r moedigheit en de vlyt, op den zevenden enen de veertienden der loopende maandt in 't gevecht Krygsraadt tegens de vyanden gebruikt en aangewendt: *?or dm met ernflige aanmaaning, dat ze op g^yke^6"^1™ wyze in hunnen plicht, ten bellevan'sLandtsiefte Zeedienft, zou volharden. De Krygsraadt be-flaajen geftondt te deezer tydt uit de L. Admiraalen,daan> de Ruiter, Bankert, van Nes, en Tromp; de Viceadmiraalen, de Liefde, Sweers, en Evertszoon; de Schoutenbynacht, Jan van Nes, de Haan, en den Kommandeur van Meeuwen, voerende de vlagh als Schoutbynacht. Van deeze vereifchte de Heer Bcs-^"11 voor* veldt, uit den naame van hunne Hoog. Moog. ,fte1, dat  400 Het LEVEN van den 1673. dat elk zyn gevoelen zoude zeggen van 't geen voor eerli met 'sLandts vloot'behoorde geAntwoort daan te worden. Naa eenige beraadtflaa'div ^"nvedr^-k werdteenpaarig verftaan, en den Heeren aanKrygs-" gezeit-> dat dc vloot voor eerft en voor al door raadt. alle bedenkclyke middelen diende te worden verfterkt: dat het rondthoudt, de zeilen, het ftaande en loopende wandt aan de fcheepen moeft worden herftelt, en de zelve met behoefte cn fchecps krygstuig naar behooren voorzien, inzonderheit met volk. De Heeren Gedeputeerden naamen aan en beloofden, dat ze dit verzoek aan den Staat cn zyn Hoogheit den Prinllè van Oranje zouden aandienen, en daar 't behoorde de handt daaraan houden, ten einde dat al 't verzochte met de meefte fpoedigheit zoude worden verzorght, en de vloot in ftaat gebraght om 'tvaderlandt flaa'TnV" tc 1{onnen dienen. Toen werdt andermaal aasgaande in omvraagh gebraght, wat de Krygsraadt 't employ oordeelde dat met 'sLandts vloot, dus vcrvan'sLands fterkt, en in polluur gebraght, zou bchoovloote. rcn ondernoomen te worden. Hier op vervoel'enVan ftonden <*e nieefte Leden van den Krygsraadt, de Ruiter mcc dcn L. Admiraal de Ruiter, dal men zich ende mee- met *sLandts vloote ontrent Schoonevclt öp het fte Leden voondeelighji behoorde te plaatzen, en dé kusvan de* tm deezer Landen tegens alle vyandtlyke in-\ ïsllt' vallen en onderneemingen te dekken. Maar Het ge- d'anderen waaren met den L. Admiraal Tromp voelen van van gevoelen, dat men de vyanden alomme, Tromp en ddar men de zelve zou konnen aantref en, hed andre hoorde aan te grypen en het hooft te bieden. en' Dc Heeercn Gedeputeerden zeiden daar op, dat ze deeze gevoelens aan de Heeren Staaten Cl}  L. Admiraal DE RUITER. 401 'en zyn Hoogheit zouden bekent maaken, oni 1673-, daar verder op te beraadtflaagen. Geduurende het byeen zyn van deezen Krygsraadt viel iet voor, dat den Heeren Gedeputeerden niet lief was te hooren. Dc L. Admiraal Tromp b2rchülbefchuldigde den Viceadmiraal Sweers in zyn dighc dén aangezicht, en zey hem aan dat hyin 't jong- Viceadmiile gevecht met de vyanden plichtverzuim raai Sweers hadt begaan: geevende daar van deeze ree- va" P!lcnta den, dat hy, Viceadmiraal Sweers, met ry/zverzuhDi fmaldeel voor zeilende, de vyanden niet naar behoor en en in het hooft hadt aangegreepen, noch recht draagende gehouden, maar te loefwaart op was blyven leggen, zulks dat de Kapiteinen, die onder hem gerangeert waaren -, hem hadden verlaat en, en tot byftandt van hem, Tromp, in '* gevecht waaren af gekoomen , die dat ook zouden konnen getuigen. De Sweers Viceadmiraal Sweers antwoordde daar op, verantdat hy voor was gezeilt, en harder kon zeilen w00"*"5^ met zyn groot zeil in de ghy, dan den L. Admiraal Tromp met al zyn zeilen daafby, maar dat zyn fcheepen hem niet konden volgen, en overzulks dat hy, toen hy met den Engelfchen Admiraal en Viceadmiraal der blaauwe 'vlagge in V gevecht geraakte, nïemant by zich hadt gehadt, als "t fchip van Kapitein de' Jong, en de fregatten van de Kommandeun No 'frot en Hartwyk:_ dat de Kapiteinen Poort, Dekker en Kornelis Bakker, achter hem koomende, zich by den Heer Tromp hadden gevoeght, daar zy luiden by hem Viceadmiraal hadden behooren geweefi te zyn: voorts dat uit de gefteltenis en rampen ; mitsgadsrs de dooden 'en gequetften op zyn fchip bekoomen, zou konnen IV. Deel. C c Hy-  402 Het LEVEN van den 1673. hlyken, dat hy in V begin naa genoegh aan aa vyanden was geweeft. Maar dat hy zich ge noodtzaakt vondt daar wat van af te deinzen, door dien zyn groote marjfe raa aan (lukken was gefchooten, en buiten dat zyn fchip moeft her ft ellen, zonder dat hy op dat van de Jongh, 't welk ook zyn deel liadt gckreêgen, ofte op een van de fregatten, die te kleen waaren om daar van de vlagge te laaten waaijeu-, hadt konnen overgaan, bcwccrendc derhalven, dat hy zoo wel als iemant hadt gedaan, en zich Hevieh in zyn plicht ten vollen gequeeten. Over dat verfchil befchuldigen en verantwoorden reezen tusT^oit^'1 ^cben dü Heeren Tromp en Sweers harde en Sweers CD hevige woorden, tot vechtens toe. Doch de Heeren Gedeputeerden Helden zich tusfchen beiden: vermaanende cn gebiedende beide de partyen, dat ze zich van alle verdere hevigheden tegens eikanderen zouden ontKornelis ;mujen Ter zeiver tydt werden dc Heeren _vfns"T Kornelis Evertszoon, Viceadmiraal van Zeezoon , Jan 1 1 t tvt o 1. 1 1 1 van Nes en landt, Jan van Nes, Schoutbynacht van ue Jan Dik, Maas, cn Kapitein Jan Dik, als Schoutbywoden _ nacht van 't Noorderquarticr, met byvoegecommit- gjng van ^en Advocaat Fiskaal van Wouw, fchip van' S*^8**' 0111 de geftekenis en gclegentheit van Sweers ie 'c fchip van den Viceadmiraal Sweers te bebezichti- zichtigen en t'onderzoeken, cn van hun wegen, dervaaren aan den Krygsraadt verflagh te doen. Over dit befchuldigen viel daarna veel Verklaa- te doen. De Heer Tromp heeft veertien verringen klaaringen in den Krygsraadt ingclcvert, om Sweers zyn befchuldiging waar te maaken: welke vcrklaaringen byna alle van eenen inhoudt waaren, en te kennen gaven, Dat ze den Heer  L. Admiraal DË RUITER. 403 lieer Sweers te loefwaarts op hadden zien leg- 1673V1 gen, zonder de reeden te weeten. Hier tegens VenmaWees de Viceadmiraal Sweers de recden, van ringen tot dat men te loefwaart op hadt zien leggen, ^[",",1" aan, eerft met een lyft van rampen en fchaa- ,ing fm de aan Zyn fchip geleeden, befcaande in vee- Sweers. Ie fchooten aan 't hol, rondthout, ftaande en loopende wandt, en zeilen, met cen andre lyft van dooden en gequetften. D'eerfte Getuigenis lyft was geteckent van den Viceadmiraal Kor- vanKornenelis Evertszoon, den Schoutbynacht Jan lis Everts,. Van Nes, en den Kapitein Jan Dik, die, als van Ne 'ea KommilTarhTen, door den Krygsraadt gezon- jan Q\^a den, het fchip hadden bezichtight. De twee-tot voorde lyft was geteckent door de Chirurgyns van deel van 't fchip. Boven dien hadt de lieer Sweers Sweers* noch een verklaaring van zyn Officieren: getuigende, dat, indien 't noch te doen ftondt, zy zyn bedryf'in dat voorval niet zouden weeten te verbeteren. De gemelde KommiflarifTen, Kornelis Evertszoon, Jan van Nes^ en Jan Dik, verhaalden, dat ze het fchip van Sweers, denOlyfant, zeer reddeloos hadden bevonden, en dat zy insgelyks op gelooft zouden hebben, indien V hun fchip waare geWeeft, en hunne maften zoo ft ukken waaren gefchooten. Daarna werdt by den Krygsraadt v^et ^"'f5 beflooten, dat den L. Admiraal Tromp het waordrweers fchip van Sweers door drie Kapiteinen uit zyn door "drie esquadre zou doen bezichtigen, om t'onder- Kapiteinen zoeken of 't in zee zou konnen herfielt wor- "'tTromps den of niet, en zoo niet, dat men 't dan zou es!luad!e binnen zenden. De Heer 1 romp zondt ten hezichdien einde de Kapiteinen Philips van Almon- tight, en de, Volkert Swart, en Henrik Span, met van ht» C e 2 hun-  404 Het LEVEN van den 1673. hunne Timmerluiden, naar 'c fchip den Olygeoordoelt fant. Dees' alles bezichtigende, oordeelbhinen" dcn ^at ^Ct ^C*"P no°dtzaaklyk binnen gaats moeit wor» moeft worden gebraght, om de fokkemaft dengczon.van al 't want kaal te maaken, en dan met den, ora wangen te verzien, en alles weder te redden herfteltte Op dit verflagh beval den L. Admiraal de Rui^T^weik tcr' dat het gemelde fchip uit de ruime zee door de binnen de gronden in Hecht waater zou looft uitersor-pen, en aldaar zyn geleedcn rampen verbetedre wordt ren. Ten zeiven einde werdt ook het fchip in 't werkt genoemt Tydtverdryf, 't welk gevoert werdt geftelt. ^00r den ^apjtejn Qiiüs Schey, opgezonden. Den Heer de Ruiter fchreef te dier tydt aan de Heeren Staaten Generaal, dat de getuigeniflen der geenen die 't fchip den Olyfant bezichtight hadden niet tot naadeel van den Viceadmiraal Sweers laagen. Ook gaf hy aan anderen te kennen, dat de hefchuldigingen, tegens hem ingehraght, maar oude •wrokken fcheenen te zyn, of daar uit fontftaan. Doch tot nader opening der zaake konnen de volgende ftukken dienen: te weeten, de vcrklaaring en 't getuigenis der Bevelhebberen en anderen, die op het fchip in 't gevecht tegenwoordig waaren: voorts d'ondervinding van de Gecommitteerden van den Krygsraadt, die 't fchip hadden bezien en onderzocht, met d'aanwyzing van de fchooten, die 't fchip alomme, en ook in 'trondrhout, touwerk, en zeilen, hadden befchaadight; en eindelyk de lyft der dooden, en der zwaare en mindre gequetften. A T-  L. Admiraal DE RUITER. 405 ATTESTATIE. 1673. Verklaar en zvy onder gefchreeven, alle varende in de qualiteit als onder deeze gefpecificeert met 'sLandts fchip de witte Olyphant, ge commandeert door den Heer Viceadmiraal IJfaak Sweers, hoe waar ende waarachtig is , dat wy op den 14 deezes. naar voorgaande refolutie om met 's Landts vloot de twee Koninghlyke vyandts vlooten te attaqueren, ende waar '£ doenlyk uit der zee te flaan: zyn dienvolgende ontrent den middagh van Schoonevelt onder zeil gegaan, en wy, hebbende met ons fmaldeelinge de avantguarde van den Heer L. Admiraal Tromp , zynde de vyanden ongevaar twee mylen waters aan ly van ons, 't welk zy ziende lichten insgelyks haare ankers, en fielden haaren koers Noordtnoordtwefl aan by de windt, met alle macht van zeilen , en wy zeilende met ons fchooverzeil in den bant, ofte op flootgarens, vermits zeer vaardigh in '£ zeilen waaren, echter en heeft ons fmaldeelingh, exemt f den Kapitein Jan de Jongh , die met \ UUgealle zyn zeilen voor uit in zyn rangh was, enn'J0nun' neffens ons de Kapiteinen Hans hlartwyk, ende Jan Noirot, zynde twee kleine fregatjes, ende ons principale fecondens [, als de Kapt- j Noodtteinen Kornelis Bakker, Pieter Klaaszoon Dek- HiPen' her, ende Adriaan Poort, en konden door haare onbezeiltheit niet volgen, om in haare rang te koomen, en den Heer Admiraal Tromp, met alle macht van zeil ons volgende met zyn esquadre tot ontrent naa giff'mg half vyf uuren, brajlc den Admiraal van de blaauwe vlagh zyn C q 3 groot  4°5 Het LEVEN van den *°73- graat marszeil aan den windt, en korts daar aan Zyn voormarszeil op fiengh, om zoo zyn Viceadmiraal onder zyn ly te doen paffee,-en; waar op wy toen draagende hielden, zottfaanigh ddt twee van de voorfle fcheepen van den vyandt op onze loefboegh zaagen, die ftraks weer afhielden, waar me ede den Kapitein de Jongh in gevecht was, en wy tegens de voorfchreeve Admiraal en Viceadmiraal, ende de andere voorfle fcheepen in een hevigh gevecht zynde, wicrdt ons groot marszeil ten doele van de ree gefchooten, en al ons loopendt tomverk daar aan dependetende, ende de marffe ree aan ftukken, rukten doen ons fchoovhzeU by, daar mede wy in 't korte zoo gehavent wierden, dat alles reddeloos en gedevaiifcert was, zoo dat geduurigh 2 a 3 Jtreeken "van de windt laagen kanonnerende , kreegen doen 5 a 6 fchooten onder water, cn veris alles zoo ontramponeen dat 't fchip niet me r in ons geweldt en hadden, gelyk zulks brecder Mykt by de nevensgaande acte van de vifitatie van de Heeren van den Krygsraadt, daar toe ge committeert, des genoodzaakt waaren zoo veel doenlyk by de windt op te flecken, om f. middels alles zoo veel moogelyk te repareeren, zynde doen ongevaar acht uuren, en zyn totn de achtergebleven fcheepen van ons fmaldeeüng by den Heer L. Admiraal Tromp gekoomen, en in ly van ons ■m gevecht met den vyandt, tot dat de nacht haar fcheide, wy geen andere gedachten hebbende ofte zouden 's anderendaaghs 't gevecht hervat hebben , zoo dat weer kardoezen vulden, en de ftukken die uit de roodaarden gefchooten  L. Admiraal DE RUITER. 4°7 waaren her/lelden, wenden doen, en /meten *t 1673. op zy, en krenghdcn; maar tegens 'tlumierenj \ Aanheb van den dagh quam 't advysjacht van Klaas ten' Pörtugaal, die niet beetcr cn wijl ofte onze fcheepen waaren in ly van ons, zoo dat de Viceadmiraal Sweers daar in overgingh, met intentie om den Beer Tromp te fpreeken, en op een anderJchip te gaan, en toen 't wat meerder opklaarde wierden wy gewaar dat het devyandelyke vlooten waaren, deeden een fchoot, waar op genoemden Viceadmiraal weer aan boordt quam, en wierden toen onze vloot in 't Zuidtooft van ons gewaar, daar wy toen met de noch achter, zynde fcheepen en galjoots, die ook yan 't wenden niet en wijlen , naa toe flaakcn. Verklaaren vorders, dat de meefle jchaade, ons aangedaan, is gefebiet van den Admiraal en Viceadmiraal van de blaauwe vlagh, als blykt by de fchooten in ons fchip , en de koegels yan zesendertig!; cn achtenveertigh ponders, noch in 't fchip beruflende: zoo dat wy depofan- ,CetuU ten \ verficlt Jlaan dat van wandevoir $ beruchtgefU worden, alzoo ons weetens, als het te hervat- \piicht. ten jlondt, met geen bedenkelyke middelen het verzuim, zoude konnen verbeteren. Eindigende hier mede onze verklaring, die wy bereidt zyn ten allen tyden, ende ter plaatzen daar 't vercift, met folemneele eeden te beveftigen. Ten oirkonde der waarheit hebben wy dit alle met onze handttekeningc ofte merken beveftight. Actumin 'sLandts fchip den Oliphant, ge ankert op Schoonevelt, deezen 10 Juny 1673. Was geteckent, Kapitein Luitenants , Willem Knyj-, J.Baak. Luitenants, AbrahamWilmerdonks, C c 4 Adn-  4°S Het LEVEN van oen ï6>3. A.riaan Schoref O. Vollenhove. Schipper, Kippen Krynszoon. Stuurlieden, Gysbert Vanszoon 6. Boojaart, Dirk Arentsioon, Klaas Hemlmszoon. Jan Cletcher Volontaire. Lootzen ,an Gabnelszoon. jan Hendrikszoon, ■ mde Adnaan Kryncn Bootsman. OnderJlondt l iBeveïli m\kemvAe ™n *&* ondcrgefchreeven die H Meldn? aimUere *' waiS^teekent'Steven Naa collatie met het principaal bevonden t accorderen. En was geteekent, STEVEN MELON, Schryver, Vilitatie en ondervinding aan 't fchip den Oliphant, door ons ondcrgefchreeven, daar toe Gecommitteerde, gedaan deezen 18 Juny 1673. .. 4- SwMft fchooten op de beven l. dito dicht daaraan. , , %• dito voor de Fokkemi.fi aan de *\; dito achter aan de Spiegel, de vorft e Hukken Lantarenyferlfianderfiakken. U dito achter di Fokk,maft aan 7 ,., . , , , Stunrboort die boven over pc- l. atto in de boven Hui. koemeni- 4- Schooien op V Sonuedek vanl. dito doof den Overloop en eet, drtepondt ofte minder calibre. Jl„/!aart alt vooren. fT'ff '°' "'f'"s 'h Ee'A- dh° °*ikn ials nh *'«•'»■ Jiansmajt. I. dito achter de Groote maft. Bovenfte Dck. 3. dito door 't Sonncndek. I. Svcaare■ fchoot door drie koyen Tweede Dele. tn a onder H,,t aan Bakboort. 2. S-.vaare fchooten in de Galde«. duo ouder t Sonncndek, en 1 ry aan Bakboort. dit, voor t Sonncndek. j. dito ouder de Poort, ende door \- %'f ™»**Valreep. >t Rofaan va„ ftuk u j i'. 9'f» pel" daar aan. Kajuyt. * ■ « f'lwv" $ Af"'d""-,t van del. dito door de Kaften, en vjeder hkkcjcb.e,, XruUbout, afl door aan Stunrboort.  L. Admiraal DE RUITER. 409 ^. dito voor de Kajuit. re fchoot, doch kan bequaam X&JQ ï. dito achter de maft. gemaakt worden. • (9* 3. dito nevens de Groote maft. Touwerk. 1. dito voor dc Groote maft. 3- Schooien in 't Groot flagh mid- 1. dito hoven de Kombuis. den door af. 3. Schooien voor de Fokkemaft aan 2. Groote fleitgc vcintreefs aan de voorfle ftukken. ftukken. 4. dito zoo in V Galjoen als in I. Groote marfte draayreep. den uitlegger. I. Groote marfte fchoot. Otlderfte Dek. I. Groote draayreep. I. Siv.aare fchoot in de Konftapcls 5« Hoofitouwen in^t Groote want. kan:er achter op de billen van I. Gyn. de fnegel. 4' Schooien door de groote Par- I. dito n.iaft de Kamer. dons. 1. dito door een Poort daar aan , I. Fokke riep. dc gek van de pomp ftukken. 3. Spannen wandt boven aan de 3. Schooien nevens V geoote ft>il. top van de Fokkemaft ftukken. i. dito achter de groote maft by 4. Topreep?, tivce Gyns, en twee. de groote knecht. Taaiels. 3. dito nevens dc Kombuis. 1. Hoofttouwen van de blinde l. dito door V Kalf van een Ra- Jhngh. paart voor de Kombuys. 3, Booftieuwen in 't bcfanns I. dito nevens ,t Kabelgat-. «tandt. 1. dito in de Beeting. Eenige puttings , ende V meeften- 4. dito op de Drayingh van de deel van 't loopende ivan.lt aait Boegb, en een ne vens V water, ftukken. 2. dito onder de If'intering ne- Zeilen. vens 't water. 'T Groot marszeil onbruikbaar, Rondihotlt. en voorts alle de teilen naar I. Schoot door de Befaans maft. advenant zeer reddeloos en aan E. dito in de Bagyns raa. ftukken gefchooten. %. Swaare fchooten in de Groote maft, daar van een van 48 WyondergcfchreevcuGecompoudt door en door, de 껫-mitteerden uit den Ed. Krygsraadt, gers, 't rak, e»jroo/erper'dat. van plichtverzuim, ine eenige Leden van den die be." Krygsraadt werden te laft geleit en nageges- fchuldiging ven, onvermlndert ieders gevoelen en verdee-1 Hes in diging, alles zonde worden gelaat en in ftaate, ft'iate zal omme naa de aedaane zeetocht by zyn Hoogheit vVorJsnS2,rj 7 • b f laaten, om ze ijs daar van kennis genoomen en daar over geoordeelt te worden , als in recht en juftitie daar van zou bevonden worden te behoor en: vermaanen- kei ais te de en beveelende derhalven de gemelde Hooftof- ^^a. ficieren, dat zy ondertujjehen, zoo lief als hun de dienft van V Kader-landt was, van alle op- loopentheden en hevigheden tegens eikanderen zouden afftaan, en in die harmonie ofovereen- lm-  4i2 Het LEVEN van den 1673. kooming heven , en tegens de vyanden aangaan, als of daar geen verfchil of oneenigheden waaren geweeft: en dat met noch wel te doen, indien 'er iemant zou moogen quaalyk gedaan, veel zou konnen worden "te boven gekoomen. Dit werdt in 'tgemeenaangenoom'en, en van alle de Leden der Krygsraadt, ook de Heeren Tromp en Sweers, belooft zich daarna ftiptelyk te zullen gedraagen. Hier door werdt dat hevigh gefchil voor dien tydt gcT>e Heeren ftilt. Weinigh daagen te vooren ontfing den Staaten be-L. Admiraal de Ruiter cen brief van hunne iërfown00 Hooff- MooS- met emftige betuiging van 't over de be- genocgen dat ze fchepten over 't voordeel dat vcchte nu ten tweeden maale door 'sLandts vloot tezeetren. gens de vyanden, onder zyn kloekmoedig be\7jun. lek, was bevochten. Zyn Hoogheit zondt hem den volgenden brief. Edele, Gefirenge, vroome, lieve bezondere, hdts'brief" ^ie^en met oveWaot genoegen vemoomen aan deRui- tn wat ma,uere Godt de Heere de wapenen van ter, terzaa-den Staat, onder U E. beleidt, in het tweede kevsm't voorval met d'Engelfche en Franfche vlooten Jeftezeege-Zz-f eft gelieven te zecgenen, ende vinden ons ten vec :' uiterflen voldaan van de dapperheit, wakkerheit, en goede befliering , daarmede U E. den dienfl van den Lande in de zelve gelegentheit heeft betracht, en dewelke by den Staat en ons ly alle gelegcntheden naar verdien/len zullen /taan erkent te worden. Verders is noodig bevonden nochmaals naar 's Landts vloot af te zen-  L. Admiraal DE RUITER. 4*3 zenden de Heeren Bosveldt, van Mauregnault, 1673. en Qemnich , met byvoeging van zoodaanige Heeren van de refpeftive Admiraaliteit en ahzichin Zeeland' jegemvoordig zullen bevinden, om U E. te onderrechten van onze oogmerken ontrent het verdere bedryf van 's Landts vloote , en in wat maniere wy oordeelen en goedtgevondcn hebben dat daar mede alsnoch ten dienjle van den Lande zal worden geagecrt. U E. gelieve derhalven hun, 't geene voorfchreeve den zehen bekent maakende, volkoomen geloof te geeven, en zich daar naar, aangaande de verdere aanflaagen en uitvoeringen, te richten en te reguleren. Wy bidden Godt almaghtig die genaadelyk te willen te hulpe koomen, en UE. te houden in zyne heilige bewaaring. In \s Gravcnhage, den 19 "juny 1673. U E. goedtwillige vriendt, G. H. PRINCE d'ORANGE. Den zeiven dagh dat die brief was getce-Tydingvan kent bequam den L. Admiraal de Ruiter, door den Kommandeur Henrik Span, voerende het praen^nhe fregat Middelburg, dien hy op kondtfchap vlo*oten. hadt uitgezonden, bericht, dat d'Engelfche ipjun. en Franfche vlooten den vyftienden op de reviere van Londen, en tot de Middelgrondcn waaren gekoomen. Waar op ten zclven daa- DeSchoutge by den Heer de Ruiter en zyn Krygsraadt ^'c^ J( werdt goedtgevonden , den Schoutbynacht metnetlyke Jan de Haan , met twaalf zoo fcheepen als fcheepen, fregatten van oorlogh, twee branders, en vier branders ad-  4*4 Het LEVEN van dei* 1673. advysjachten, naar de reviere van Londen te en «dvys- zenden. Dit gefchiedde eensdeels om met her Ede're °Pzcndcn van advysjachten, en daar op beviere van" Hmame perfoonen, tot in de gemelde RevicLonden rc, naarder kennis tc neemen van de gcftalte gezonden, en gelegentheit der vyandtlyke vlooten:doch ip>«. andcrsdeels, en wel voornaamentlyk, om met 'er daadt te doen blyken dat 's Landts vloot noch in ftaat was, cn de volkerengemoedight waaren om zich met zoo kleen een maghtop de vyandtlyke kuft te derven vertoonen. Tot deeze toght zyn de volgende Officieren cn fcheepen afgezonden. Schoutbynacht dc liaan. Kapit. Pieter Tbornasz.de Sitlcr. Hendrik Span. Jan van Braakel. Simon van Panhuis. - Klaas Wynbcrgen. Jan van hier. Pieter Klaaszoon Dekker. Jakob Roos. - Wjtze Bcyma. Leendert Kuiper. Kornelis Tyloos. Willem Willemszoon. Pieter van Grootvelt. Amant Leuuifen. Tennis Poft. Mattbys Lnurenszoon. Jille Alkertszoon. * Kapitein Beyma, voerende 't fchip deSteStorm uitdcn' gemon!:eerc en bemant met vyftig ftukdenOoft. ken en 283 koppen, was dien zeiven dagh uit noordt. Vrieflandt by de vloot gekoomen. Op den ooflen. twintighften der maandt woey 't een ftormuit aojun. den Ooftnoordtooften, en de Kapiteinen Al- mon- Hollandii. rfArsatba. Middelburgb. De Foorzichtigbeit. Zcelandia. Kalcb. De Leeniveu. De icaakcnde Kraan. T Noorderquartier. De Sleden. T Wapen van Lnkhui'zen"T Ce loof. Branden. De Draak. De Leydtftar. Advysmclitcn. Dc jonge Maria, De Parel. De Sivalvvs. De Viffcher.  L. Admiraal DE RUITER. 41$ monde en Span, en her brandrfchip van Ja- 1673* kob Schenk, verlooren hunneboeghfprieten, die alle naar binnen moellcn om herltelt te worden. Des andcrendaaghs was het weder bedaart , cn men zagh op de middagh cen fnaauw met een Adnairaaliteits jacht, voerende de vlagh'van boven, uit Zeelandt naar de vloot koomen. Met dit jacht quam de Veldt- De Veldf* maarfchalk Wirts , de Raadtpenfionaris van n"ar(cha'.k Zeelandt , Hubert , nevens de Heeren Vry- „"/êenJÏ bergen, Munniks, en andere Heeren, aan Heeren aan den Heer de Ruiters boordt, hem begroeten- de Ruiters de en veel geluk wenfehende met den zeegen, boordt,en die Godt den Vaderlande, onder zyn beleidt, ,b^r°"e op den zevenden en veertienden der maandt, J^™^ hadt verleenr. De gemelde Veldtmaarfchalk vvinningen. onthieldt zich te deezer tydt met cenighkrygsvolk op het eilandt Walcheren, enfleldedaar de noodige ordre om d'Engelfchen en Franfchen af te weeren: want men hieldt het voor een zcekere zaake, dat ze voornemens waaren daar te landen, doch dat het hun door 't eerde en inzonderheit door 't tweede zeegevecht was verhindert: en nu hadt men minder bekommernis, vermits zy de zee hadden vcrlaatcn. Doch ze waaren zoo niet geflaagen of ze konden hunne fchaade hcrflellen, en den ftrydt ten derden maak waagen. Hier vonden zich nu de twee gfootfre helden, de Ruiter cn Wirts, die den Vaderlande inden uiterflcn noodt, d'een rer zee, en d'ander te lande, zoo groote dienden hadden gedaan,by een, en aanfehouden eikanderen met verwondering. De gemelde Hoeren vertoonden den L. Admiraal de Ruiter eenige tydingen, over Oos-  4*6 Het LEVEN van duiS io>3. Ooftende uit Engelandt gekoomen, melden* de dat de vyandlyke vlooten de reviere van Londen waaren opgezeilt tot voor Charnefle Zy werden heufchelyk onthaalt, en zeilden ten drie uuren naa den middagh weer naar landt. In deezen tydt was men in 's Landts vloot daagelyks bezigh om de befchaadigh.de fcheepen te herftellen, cn't buskruidt, fcherp^ cn andre oorloghsbchoefte, dat dagelyks werdt fetWn ï.°,cSezonden» OTer te neemen, en onder de Komt van ^"Pf behooren te verdoelen. Dc deieviere fc,choutbynacht de Haan, die met twaalf fcheevan Lon- Pen en andre vaartuigen naar de reviere van denweer Londen was gezonden , hadt, door hardt weterugh. der belet, niet konnen t'zeil gaan voor den *5Jt>n. cenentwintighflen, en quam de-n vyfentwintighften, naar 't verrichten van zyn laft, weêr riohtnïaen Q¥erde,vlaggeJ berichtende aan den L. Adde vyandt \fTl de Ruiter' dat hv u" ccn Lubekcr lykevloo- bchlPPcr' die den zeftienden van Londen ten. quam , hadt verftaan dat de vyandtlyke vlooten noch ontrent Charneffe lagen, "fterk ontrent 70 fcheepen, en dat de zelve naar Tilbury Hoope zouden zeilen, om daar 30000 foldaaten in te neemen,met welke zy een landing op de Zeeuwfche kuften zouden trachten te doen: en dat 'er 20 fcheepen klaar laagen. Den Heer de Ruiter dit verflagh hoorendc,' oordeelde dat de zaaken zoo brcedt niet en laagen. Ook zeide de Haan, dat hy uit onzydige luiden hadt vernoornen* dat 'er veel dooden en gequetften uit dc vyandtlyke fchee'S Landts pen aan landt werden gebraght. Des andevioot rendaaghs quam de Schoutbynacht van Vrieswordtmet iandt) Brunsveldt, voerende het fchip Prins Hen-  L. Admiraal DE RUITER. 417 Menrik Kafimir, en de Kapitein Jan Vyfe- 1673, laar, voerende het fchip Ooltergoo, met etlyke noch een fnaauw, een galjoot, en een bran-tcliaePen der, by de vloot: voorts den Kapitein Salo-vsrtlerkE' mon le Sage, met het fchip Vliffingen: en daarna de Viceadmiraal Sweers h met zyn fchip den Olyfant, en noch etlyke andere fcheepen, die in Zeelandt waaren hèrftelt. Zoo dat men in 't kort weêr over de honderdt fcheepen , zoo kleen als groot, onder de vlagge telde. Dat aankoomen van etlyke fcheepen uit Zee- s3 landt en Vrieflandt noodtzaakte den L. Admiraal de Ruiter eenige verandering in d'esquadres te maaken, en de vloot weêr op nieuw te verdeelen. Den Kapitein Jan Dik Werdt nu, mits d'aankomlle van den Schoutbynacht Bnmsveldt, belaft, de Schoutbynachts vlag, die hy eenigen tydt by maniere van voorraadt gevoert hadt, wederom af té neemen: doch dat hy des niettemin het ge^ biedt zou behouden over de fcheepen van 'c Noorderquartier, zoo in 't entfangen, verdeelen en verantwoorden van de behoeften als anderzins. Ten zelvén daage waaren weêr Eemgede-» eenige Gedeputeerden van hunne Hoog. deputeerMoog. en der Admiraaliteiten van Hollandt d.en der aan den Heer de Ruiters boordt gekoomen: ^mtm ea te weeten, de Heeren van der Mey den, Mau-derAdmiregnault, Gemnich, Reigersbergen, Kien;,realiteit Okkertszoon cn de Wildt, om met den L.kooraen Admiraal de Ruiter en den Krygsraadt t'over- aa"ueR!!l" weegen wat men met 'sLandts vloote be-1'*"boom' hoorde ter handt te neemen. De Heer van der Meyden, het woordt voerende, gaf de meening der Heeren Staaten in deezer voeIV. Deel. D d gen  4i 8 Het LEVEN van den 1673. gen te kennen: Dat, nadien ''sLandts vloote Hnnvour door Godtsgenaadigen zeegen, mitsgaadershet ftel aan de ^ yeièidt en de kloekmoedigheit van het JnKry" Opper hooft, den Heer de Ruiter, en de verraadt. " dre Hooftofficieren, in de twee lejle zeeflaagen d'overhandt en de zee hadt behouden, endaar door dermaaten van ftaat was verbetert, dat daar door de redenen ophielden, die men verftondt te hebben, toen men den dertigh ft en May leftleeden be floot, dat de vloot zich zoude geplaatft houden op of ontrent Sehoonevelt, en Voorflagh aldaar de vyanden verwachten. En overzulks, van met dewyl de gemelde vloot in een dagh of twee weer vs1La"d" zou zyn herftelt, met voorraadt voorzien, en L°kuftvan *» Paat gebraght van te konnen dienft doen, Engelandt men daar meede behoorde overtefteeken, naar over te en in 't gezicht van de kuft van Engelandt, tot Hoeken. voor Soulsbaay, de reviere van Londen, Duins en daar ontrent. Zoo wel om de vyanden alle bedenkelyke en moogelyke afbreuke te doen, als ook om te toonen dat men daar waare, en niet geftaagen, of binnen de gronden gedreeven, gelyk de vyanden uitftrooiden, en, tegens hun beter weeten, hunne gemeente en andere wil'T welkby den doen gelooven. Op dit voorftel werdt ter de Ruiter begeerte van de gemelde Heeren beraadt*a den flaaght, cnby den Heer de Ruiter, en alle „adf" de Leden van den Krygsraadt, met eenpaa•wordt righeit van Hemmen, de gemelde voorflagh toegeftemt.goedtgekent, en verklaart, dat men bereidt was den voorgeftelden toght op 't fpoedighfte in 't werk te ftellen, en naar d'Engelfche kuft overtefteeken: met die meening nochtans, dat, wanneer zy, door inkoomende kondtfehappen, of eigen ooghbefchouwing, de vy.  L. Admiraal DE RUITER. 419 Vyanden te maghtig moghten Vinden, zy dan Zich weder met ordre van daar zouden begeeven naar de verzamelplaatze f, die mén nu f Rendezoude dellen juift niet op Schoonevelt, maar vohs. van daar ter halver zee ende reviere van Londen, naa dat de Krygsraadt het zelve cen meeften dienlie van den Staat zoude goedtvinden. Dit werdt in deezer voegen by de gemelde Heeren beflooten en vaftgeftelt. Toen werdt ook door hen bekent gemaakt, dat de zaak van de befchuldighde Hooftofficieren in ftaate zoude worden gelaaten tot naa 't eindigen der zeetoght, gelyk boven is gemeldt. Naa 't vertrek der gemelde Heeren naarVlisfingen, werdt alles vervaardight, om ten ecrlten t'zeil te gaan. Maar den eerden van Julius ontfing den L. Admiraal de Ruiter een brief van den Heer Lodeftein, Secretaris van d'Admiraaliteit te Rotterdam, hem beveelende uit den naam van zyn Hoogheit, dathy met 'sLandts vloot noch niet zou verzeilen, maar noch een dagh of twee vertoeven, tot dat hy, Lodeftein, met noch etlyke andre Heeren hem zouden hebben gefprooken: alzoo 'sLandts dienft daar aan gelegen was. Daar op verfcheenen des anderendaaghs aan De Veldtzyn boordt de Heeren Veldtmaarfchalk Wirts, ^artr[chjk de Raadtpenfionaris van Zeelandt, de Hu- RaadVpenbert, en de Secretaris Lodeftein, als Gede^ donaas de puteerden van zyn Hoogheit, die in den Hubert,ert Krygsraadt, door hun ordre vergadert, de d.eSecreta* Raadtpenfionaris de Hubert het woordt voe-^^^" rende, dit voordel deeden, Dat alzoo deKo* men by d* ning van Vrankryk de fladt Maaflricht hadt Ruiter. belegert, en hardt liet be flor men, en dat d& % lui.. D d a /&-  •Y-o Het LEVEN van den Ï673, Koning van Grootbritanje eenige volken uit Hun wo'.- Engelandt naar Vrankryk zou doen overvoeKryMMadtrsU' * Zy t0t wftérktpg van 't leger voor un den Maaflricht, c/ rim etórj r« worden gebruikt , naam van derhalven de gedachten en overleggingen van zyn Hoog- zyn Hoogheit daar heenen waaren gegaan, of heit- door 's Landts vloot niet d'een of d'ander e plaats in V'~ankryk of Engelandt zullen konnen aangetafl worden, met hoope van die te vermeeftettn, en aldaar poft te neemen en te houden: ten einde dat daar door de vyanden van de geOverlec me^e belegering en andere voorneemens moghdaarupge-ten worden afgetrokken. Hier op verzochten vallen. ze het goedtdunken van den Krygsraadt te verdaan. Men overley de zaak, en noemde verfcheide plaatzen. Doch naa 't hooren van veele redenen, vooren tegen, werdtniet geraden gevonden voor als noch tot eenigh befiuit te koomen. Men ftcldc alles uit tot nader gelegentheit, met bevel van 't voorftel by zich en geheim te houden. Toen begaven zich dc Heeren Wirts cn de Hubert weer naar Vliifingcn, en de Secretaris Lodeftein voer naar de Maas. Doch Maaftricht hadt zich te dier tydt al aan den Koning van Vrankryk, naa een belegh van ontrent drie weeken, overgegeeven, en op dien dagh, den tweeden van julius, trok de bezetting van 't Nedcrlandtfch Krygsvolk uit de Stadt. In dier voegen, dat de Franfche wapenen te lande voorfpoedt hadden, terwylbeide d'Engelfche en Franfche vlooten ter zee voor de Nederlanders moften wyken, daar zeeker Poeëtfche geeft op fpeeide met het volgende gedicht. Duin  L. Admiraal DE RUITER. 4*1 Duin Batavi terra cedunt, mare deferit 1673. Anglus. Curh mark domino Gallus ê? ipfefugit. Sic pelago affli&is reparatur gloria Belgis. Sed Galli terra promptius ar ma p-erunt: Scilicet unde aliquid fperent fucceffibus iflis Belgce & Gallus habent, Anglïafolanihïl. 'T welk van iemant dus werdt vertaalt, Terwyl men Hollandt ziet te landt voor Vrankryk wyken, Moet Engelandt de vlagh ter zee voorNeêrlandt ftryken ; Jaa zelf de Vrank vlucht met den Zee- vqoght voor den Heldt, Die 't bange Ne der landt weêr in zyn eer her/lelt. Maar Vrankryk windt te landt. Dus wordt uit ieders zeegen, Voor Hollander en Vrank, noch hoop var. win/l verkreegen. Doch Engelandt alleen, dewyl het vecht en vliet, Vindt nergens ftof tot hoop, of hoopt en vecht om niet. Te deezer tydt werdt de gewoonlvke be- Dank_ ea dcdagh, die den eerden Woensdagh in dè .hededagb maandt, op den vyfden julius, moefi; ge-in de verhouden worden, door de Heeren Staaten aenicn een galjoot, onder't gebiedt van den Kavan Geicin-pitein Jonker Jan van Gelder, de Ruiters beWjJdl°et houdtzoone, voor de reviere van Londen, fcheepen mec la'1 van dric °* vier dragen aldaar te blyvoordere-Ven kruilfen, tot afbreuk van de vyanden,  L. Admiraal DE RUITER. 425. en om alle moogelyke kennis en bericht van 1673, de geftelteniflè en 't voorneemen van der zei- ;vievè van ver zeemaghten te bekoomen, en dan 's Landts Londen vloot tc volgen, en op de beraamde verzaa- °m daar'w melplaatze, ter halver zee tuflehen de Wie- kruifiea. Hagen en de reviere van Londen, aan te tref- De Ruifcn. Des anderendaaghs quaamen eenige ters voorgaljoots met zoet waaier, en ververfching, jichtige uit'de Maas, by 'sLandts vloot: en dewyll™ toen ook de windt uit den Zuidtwcllen helder doea bedeurwoey, kreegh den Heer de Ruiter be- fluiten van denken, dat de vyanden, die'tzyns oordeels koers te al lang genoegh in de reviere van Londen v;«nderen hadden gemaakt, van daar met die windt Weirende?0U( moghten uitkoomen, en zich aan het Opper, te i00pen. tuflehen Walcheren en de Vlaamfche kuft, 10 lui. plaatzen: weshalven hy goedt vondt, niet n lal. voor dc Maas tc loopen, maar zyn loop Zuidelyk naar de poll te zetten die hem voor 'sLandts vloot voorderlykll dacht: en alzoo tc beletten dat de vyanden hem daar ontrent niet voorquaamen, en dat voordeel bcnaamen. Dus voort zeilende, werden de zieken al gaande wegh met galjoots haar Rotterdam opgezonden. Daar na quam de vloot ontrent vyf mylen van Weftkapel ten anker: 15 ,„ ook verfcheencn cle fcheepen die, onder 't bevel van Van Gelder, voor de reviere van Londen hadden gekruid:, weer onder de vlagge, zonder eenige kondtfchap van gewicht mede te brengen. De ziekteen beftnetting De ziekte nam noch toe, cn de fterftc veel volkswegh. «ft;Öerfte Jn 't fchip d'Agatha, 't welk gevoert Werdt1'' sUnJts door Kapitein de Sitter, waaren in 't kort neemt toe,. gesentwintigh perfoonen geftorvcn, cn over D d 5 boordt  Het LEVEN van den 1073. boordt gezet, en op 't fchip EiTen waaren zoo veel zieken, dat men bezwaarlyk volk over hadt om d'ankers tc konnen lichten. Den Heer de Ruiter, om de voornaamfte fcheepen, die door 't opzenden van zieken, en door de dooden en gequetften van den leften flagh, gebrek van volk hadden, weêre<'::'.ghzins in ftaat te brengen, beval eeiiigh voli; van zommige fregatten en advysjachten daar op over te gaan: ook werdt van dagh tot dagh noch eenig verfch geworven volk van Rotterdam en Amfterdam naar 's Landts vloot gezonden. Doch dit alles kon 't gebrek niet genoegh vervullen: 't geen de Heer de Ruiter bewoogh om met geduurig fchryven te verzoeken, dat men hem noch meer volk zou zenden, ten einde dat hy 'sLandts fcheepen naar behooren moght bemannen. Ook deeden d'Admiraaliteiten alle vlyt om matroozen te werven, en de vloot te voorzien. Ook werdt vaftgeftelt, dat men de fcheepen noch De vice- Van ly^S'ht zou verzorgen tot in 't einde van admiraal"" Auguftus. Voorts quaamen noch twee fcheeEnnoDoe- Pen onder de vlagh: eerft het fchip Grocnindeszoon gen, 't welk gevoert werdt door den Vicekomtoti- admiraal Enno Doedeszoon Star, toegeruft viLb* en bemant mec °4 Hukken, 300 matroozen 16 'lui. en 3° foldaaten, daarna het fchip Dordrecht, Ook de uit Zeelandt, onder den Kapitein Willem Kapitein Hendrikszoon, bemant met 175 zoo matrooWiiiem Zen als foldaaten, en voorzien met 50 ftukzoon S" ken' De Viceadmiraal Star werdt naar ge19 /«/. wo°nte gefchikt onder 't hooftdeel f van den itsqua- L. Admiraal Bankert, met laft, om te voe4rt. ren het fmaldeel dat te vooren was geftelton- dcf  L. Admiraal DE RUITER. W der 't gebiedt van den Schoutbynacht Bruns- 1673. veldt. Daarna liep 's Landts vloot wat nader aan de kuft van Walcheren, en pofteerde zich in behoorlyke orde ten anker, om de vyanden van d'eene, en de fcheepsbehoefte \ en 't vereifchte volk van d'andere zyde ]^,aua' af te wachten. De L. Admiraal de Ruiter _'p luL ontfing den negentienden een brief van den Raadtpenfionaris Fagel, met eenige Engelgelfche tydingen van den elfden Juhus uit Tyditlgea Londen, meldende, dat men in EngelandtuitEngezeer prejle om de vloot weer in zee te bren- landt. gen, maar dat men niet dan onervaren volk 'kon krygen, en dat het volk opentlyk in de vloot zeide, dat zy tegens de Hollanders niet wilden vechten: dat het noch vel tien of twaalf daagen zoude aankopen eer de vloot zou konnen zee kiezen. Daar by voegende, tc gclooven, dat zy noch een ftorm t zouden zoeken ^W'* te doen: dewyl het zeeker was, dat de_ zyde die V met hun hieldt bedierven zou zyn, indien ze met hunne vloot niet zouden konnen uitrechten, zynde aireede zeer oneenig en verdeelt. Weinig daagen daarna braght een Zeeuwfche 25 Jal* klecne kaper een Franfch fcheepjen onder de vlagge, wiens Schipper, van den Heer de Ruiter ondervraaght, verklaarde, dathy den vierentwintighften der maandt de twee Koningklyke vlooten op de reviere van Londen, ontrent de Noordtbaay, hadt zien leggen, en dat ze geheel gereedt waaren om uit te koomen, De Heer de Ruiter cn al de Leden Van den Krygsraadt dacht het zeer vreemdtdac de vyanden zoolang fukkelden met uit te loopen, en hadden vermoeden dat 'er ongele- gent-  428 Het LEVEN-van den '1673. gentheden m oeften zyn die hen rot noch toe verhinderden cn ophielden. Ook verftondt men uit eenige Nederlandtfche gevangens, met het pakketboot overkoomende, dat 'er groote ziekte in der vyanden vloot was, en dat daarom noch fterk werdt gepreft: en dat aS h>', Cle £cmecnte om vreede met dc Hollanders riep. Doch den achtentwintighllen 'smorgens verftondt dc Heer de Ruiter uit een van dc brandtwachten, die hy ter halver zee op kondtfchap hadt gezonden, dat ze de vyandtfS*"** IykC vlooten 'SÏU'ondts tc vooren onder zeil, I ranfche cn 0111 uic de revicre van Londen tc koomen» vlooten hadden gezien, en ontrent honderdtdertig koomen in zeilen getelt: doch dat ze die niet alle kon«e. den zien: voorts dat ze dien avondt doorftilte in 't Konings Diep ten anker waaren gekoomen. Over Ooftende kreegh men bericht, dat ze mcthonderdtvyfentwinti>h oorlogfchccpcn in zee quaamen, met eenige duizenden landtfoldaaren in koolfchccpcn: cn dat ze iet groots voor hadden. Op deeze tyding oordeelde den Heer de Ruiter, dewyl de Windt hun diende, die uit den Weftnoordt, , v/eften woey, dat men eikanderen noch dien vloot "mT 'gh Z0U zicn' ,sLandts vloot ging daar op onderzeil. ro.cn voor dcn middagh in zyn rang onder De Rui- zeil, om zich in goede ordre te leggen. Hy ter beroept beriep den Krygsraadt, te weeten, de L. Adden Krygs- miraalen Bankert, van Nes en Tromp, de vema'andt Viceadmiraalcn dc Liefde, Sweers en Star, de Leden ^ Schoutenbynacht Jan van Nes en Brunstot hunnen veld:, cn den Kommandeur van Meeuwen,plicht. aan zyn boorde, hun bekent maakende, dat 'svyandts vlooten in zee waaren, cri voorts  t. Admiraal DE RUITER. 429 ëlk vermaanende tot het betrachten van' eer .1673» en eedt, ten dienft van den Staat. Toenbe- Hunne loofden al de Leden van den Krygsraadt, dat°^rïin2° ze eikanderen getrouwelyk zouden byftaan, L als cerlyke liefhebbers des Vaderlandtsfchuidigh waaren. Voorts werdt, cp het voor- Befluit ilel van den L. Admiraal dc Ruiter, naa ryp°? deRuioverlegh, met eenpaarigheit van ltemmeri, [^f den goedtgevonden en bellooten, daty zoo men Krygsraadt met de vyanden in gevecht raakte, en dc loef genoomen. daar van hadt, men daar kloekmoedelyk op a8 luk in zou breeken, en trachten onder Godts zeegen d'overwinning te bevechten: maar zoo wanneer de vyanden de loef van 'sLandts vloot moghten krygen, dat men dan met de zelve vloot zoo hoogh by den windt zou zeilen , en zoo veel vlyt aanwenden als doenlyk zou zyn: poogende van gelyken alzoo by hen te koomen en daar in te breeken; op hoope van naa een kort en fcherp gevecht d'overhandt te bekoomen. Daarna feinde de L. Admiraal ook alle de Kapiteinen van zyn hooftdeel f aan boordt, hun insgelyks met^^i7"*" ernllige woorden tot hunnen plicht opwekkende. De L. Admiraalen Bankert, van Nes, en Tromp, deeden niet minder ontrent de Kapiteinen die onder hun ftonden. Daar op werdt alles klaar gemaakt tegens 't gevecht. Op dien dagh ontfing den Heer de Ruiter ordre van zyn Hoogheit, verzclt met cen brief van de Heeren Gedeputeerden van het Zuider- en Noorderquarticr, geteckent den 2.3 en 24 van de maandt, met laft van ten fpoedighfte twee van de lichtfte fregatten of fnaauwen van 'sLandts vloot af te zonderen cn af te  430 Het LEVEN van Mn 1673. te zenden, om daar mede op de kuiten dee-» zer Landen, enindeNoordtzee, allezoodasnige buizen, en andere fcheepen, als op de haringvangft en de groote viflchery uit waaren, zonder fchriftelyke toeflemming van zyne Hoogheit, op te zoeken, en vervolgens in de Maaze op te brengen. Maar den Heer de Ruiter fchreef ten zeiven daage in een brief aan hunne Hoog. Moog. dat hy, die ordre ontfangen hebbende, zich daar toe als noch, mits d'aankomflevan de vyanden, onbequaam vondt; maar dat hy 't zelve in goede geheugenis zoude houden, en daar toe, zoo haaft *9lul. het doenlyk was, de vereifchte ordre dellen. Des anderendaaghs ging 'sLandts vloot weer onder zeil, en ieder zeilde in zyn rang, tot dat ze Weflkappel vier mylen Ooftwaarts van zich hadden, en toen heeft men Noordwefb over gewendt, zonder dien dagh vyandt te 30 lu ' zien. Maar den volgenden dagh tegens den avondt begolt men de vyandtlyke vlooten in 't gezicht te krygen, die ontrent vier mylen van 'sLandts vloote ten anker quaamen. Daar Pe(R^" op zondt den Heer de Ruiter twee brieven, aa" Ban- den eenen aan den E. Admiraal Bankert, cn ken- en den anderen aan den L. Admiraal Tromp: Tromp, hun beveelende, dat, op't afkoomen der vyden, d'esquadres, die de voor-en achtertocht dan van 'sLandts vloot zouden hebben, zich zoo naa aan 't hooftesquadre zouden vervoegen, als naar gebruik van foldaat-en zeeman1'chap eenighzins zoude konnen gefchieden, op dat men te bequaamer moght zyn om elkanderen, en die men zou zien dathardiïaangetalt werdt, te konnen helpen en byflandt doen,  L. Admiraal DE RUITER. 43* doen. De vyanden zeilden den volgenden 1673» dagh Zuidt over, ontrent twee mylen boven 'sLandts vloot, en quaamen ten een uurenaa den middagh ten anker. Tegens den avondt quaamen hunne brandtwachten dicht by de Nederlandtfche wachten. De Heer de Rui- Hy zendt ter zondt drie jachten of fnaauwen, onder 't driejachgebiedt van den Kommandeur Wynant van ^"ht™Meurs, om zich al kruiffende tulTchen 's Landts r~h:enus" vloote en de vyanden t'onthouden, en op al •'sLandts hunne beweegingen wel tepalTen, byzonder- vlooten de lyk wanneer ze by nacht met eenige brandt- vyanden of fpringhfchcepen op 'sLandts vlootafquaa- * °"thoumen: met verderen laft van in zulk een gevalle de Nederlandtfche fcheepen te waarfchouwen, en alles te doen wat in hunne maght zou zyn, om zulke vaartuigen af te weeren en te vernielen. De Heer de Ruiter, ziende dat de vyanden, valt naaderende, hunnen ftreek niet booven 's Landts vloot om de Noordt, maar in 't tegendeel om de Zuidt hielden, hadt daar op zyn opmerking en achterdenken, als ftrekkende, zyns bedunkens, tot een zeeker einde, hem als noch onbekent. Hy fchreef dien zeiven avondt twee Zvn brieven, den eenen aan Bankert, en den an- ea deren aan Tromp, van gelyken inhoudt, lui- Tromp, dende als volght, Nadien ons de vyanden he- 31 ƒ«/. den in V gezicht zyn koomen leggen, en wy elkanderen nu niet geveeghlyk konnenJpreeken, zoo heb ik goedt gevonden U Ed. mitsdeezen bekent te maaken, dat, indien ik morgen , naar beloop van weêr en windt, oordeele dat wy met het opgaande ty zullen onder zeil gaan, en tegens de vyanden aanleggen, ik dan, wanneer  AZi Het LEVEN van den ■ I673, *eef ik de wacht doe af fchieten, de vlagh van een oZ" ** een chiou t zal laaten waal jen. Ende r7ld?vi'(lJPdien Uw Ed- myn voorneemen toeflemt, zal ge. »* verwachten dat U Ed. van gelyken Uw vlagge van booven in een chiou laat waaljen , en met een kanonfchoot antwoordt. Doch zoo U Ed. daar iet tegen heeft, zal ik uw antwoordt by gefchrift afwachten. In dien zeiven brief vermaande by nöchmaals, dat men onder zeil gaande, zich dan wat dicht geflootón zoude houden , om de vyanden met meerder kracht te konnen aan taflen ofwederftaan, naar dat de gelegentheit zou vèreifchem De twee Des anderendaaghs 's morgens vroegh , den vlooten ^ eerflen van Augullus, zyn d'Engelfche cn f8?" ondlet Franfche oorioghsvlooten onder zeil gegaan: lAug. ook S'"£ 's Landts vloot genoeghzaam met ü' hun gelyk onder zeil, cn dc drie Nederlandtfche esquadres Helden zich in goede ordre, in rang dicht gcflootcn. De windt woey uit het Weficn, en beide dc vyandtlyke zecmaghtén leidden het eerft met hét hooi't om de Zuidt. De Nederlanders liepen zoo verre om de Zuidt, dat den Heer de Ruiter oordeelde, dat men booven of ten minden in de vyanDeRuiterdcn kon zeilen: cn tuflehen acht en neegen wendt met uuren, toen hy Brugge vier en een half myl 'sLandts van zich zagh , wende by 't met 's Landts vloot mar vl00t om dé Noordt naar de vyanden toe, en toVdievan de vvas,dcn V£U1 hun af> maakende zulk cen hem af. harden vaart, by een getropt,niettegenltaanwenrfen, de^ de Hoofden fein deeden om in rang te en wyken. zeilen, dat mcn hen ni-et kon achtcrhaalcn. De Heer de Ruiter meende dat dit gefchiedde om hem met de zynen ter halver zee te flee-  L. Admiraal DE RUITER* 433 floepen, cn dan 'c gevecht te beginnen;, daar iéf$i hy niet tegens hadt; maar toen men al lang ter halver zee was ^ en zy zonder wachten voortgingen; en lichter afliepen; zoo konhy wel bemerken dat 'er iet moefl in de wcegh zyn, zonder te weeten waar 't ichortte : hoewel hy zomtydts dacht dat het miflchien gefchiedde uit onluften tuflehen de Hoofden, en de twee verfcheide volken, Engelfchen en Franfchen. Ontrent den middagh wendde \£tt^ itl d'Engelfche Admiraal van de blaauwe vlagh fChy"'en'zti naar de Nederlanders toe, maar niet welbin- ftandt te hen fchoots gekoomen liep hy weer naar 't willenhorfgros van Prins Robbert, die voor den windtden« liep , zeilende harder dan de Nederlanders $ die toen het Franfch esquader, en noch een goedt getal andre fcheepen, benoorden d'anderen zaagen , daar Prins Robbert naar toe hieldt , en de Nederlanders liepen hem naa met zoo veel zeil als goedt kon doen. De L. Admiraal Tromp, die met zyn esquadre de voortoght hadt, fchoot zomtydts naar de vyanden , dat zy zouden wachten, maar zy gingen al voort. Ook zagh men de Franfchen eens voor de windt om wenden, en by de windt naar 's Landts vloot koomen.; maar 't en duurde niet lang of men zagh hen weêr \venden, en insgelyks met d'andeten om de Noordt voor den windt aflöopen. In al hun Sètyri v'iri zeilen en vluchten meende mcn te merken dat onorde orizy in onorde waaren , of zy gaven 't diender de . fchyn. Dan liepen ze, dan flaaken ze weêr v^anden' by, als of ze de Nederlanders wilden inwachten : doch toen de zonne Zuidtweit was fmeeten zy 't gelyk voor de windt, tropten kort IV. Deel; Ee 0$  434 Het LEVEN van den 1673. op een, en vervolgden hunnen ftreek, zon-' der ophouden wykende, en 's Landts vloot hen naajaagende tot 's avondts ten vier uuren toe. In dit jaagen telden de Nederlanders ontrent honderdtzcsenveertigh zeilen in de DeRuicer vyandtlyke vlooten. Men was nu met'sLandts om Ie wen-vloot aI tot ontrem acht mylen Weft van de den. Maas de wykende vyanden ingevoight , toen den L. Admiraal de Ruiter fein deedt , om daar van af cn Zuidt over te wenden. Hy ftondt ten hooghften verwonderdt over het wyken der vyanden : niet weetende waarom zy ztdk een fchoonen dagh , windt en ty, alles tot hun voordeel, zoo vruchteloos hadZynin- den laaten voorby gaan. Hem quam toen in aichten op de gedachten, dat men geen rceden hadt om der vyan!" zich te vlevcn' aIs of de vyanden, die veel den. * fterkcr waaren dan 's Landts vloot, en op nieuw van alles voorzien, uit vreeze weeken, en dat het miflchien een vcinsftreck was, om 'sLandts zeemaght van de Zeeuwfche kuft af te trekken. In dit gevoelen werdt hy verllerkt door 't aanbrengen van twee Engelfche Schippers, die ten zclven daage met'hunne kitzen , met water gelaaden , haare vloote volgende docr een Zeeuwfche fhaauw waaren genoomen, zeggende dat de koolfchecpen, die gefchikt waaren omdelandtfoldaatcnover te voeren, noch in de reviere van Londen, in de Baay van Noordt, laagen. Waar uit den Heer de Ruiter vermoedde, dat de vyanden wel gelegentheid moghten zoeken, in 'tafweezen van 'sLandts vloot van Schoonevelt, de gemelde koolfcheepen met de landtfoldaaten, onder 't geleide van eenige lichte fregat-  L. Admiraal DE RUITER. 435 gatten naar Zeelandt af te zenden, eh aldaar 1675. een landing t'onderneemen. Hier op feinde Zyn bede Ruiter den L. Admiraalen, Bankert, vart raadtflaaNes en Tromp, aan zyn boordt, en gaf hun f'"^dmi^0 zyn gedachten en inzichten, op het wykenraaler)Ba"„, der vyanden, te kennen. Zy waaren alle vankerc, van 't zelve verftandt, en oordeelden dat de vyan- Nes en den, indien ze eenigen aanflagh op Zeelandt TromPin den zin hadden, daar toe geen gelegent- 1/,US* heit zaagen zoo lang 'sLandts vloot daar ontrent boven gaats leggen bleef: ter oorzaake dat, indien 'sLandts vloote, in gevalle van gevecht, eenige ramp moght overkoomen, en in de Wielingen invallen $ de zelve noch altydts hun toeiegh zou konnen tegenftaani Maar indien 'sLandts vloot zoodaanig ongeval elders beneeden gaats over quam, zulks dat ze in de Wielingen niet kon inkoomen* dat dan de vyanden meer voordeel zouden hebben, en hun aanflagh op Zeelandt in't werk konnen dellen. Derhalven werdt beflooten, Men be* dat men, ten dienft van den Staat in 't ge-puk mee meen, en tot befcherming van Zeelandt in 't^g0^byzondcr, weer aanltondts met de vloot naarnaarschoaSchooneveldt zou zeilen j de zelve aldaar pos- nevelde te teeren als vooren, en, de vyanden afwach-zeilen, rende, op hun doen acht geeven. Dit befluit werdt gevolght, en men quam 'savondts ten acht uuren, ontrent vyf mylen Noordtwelt van Weftkappelj ten anker. De vyanden hadden, naa 't wenden van de Nederlanders , hunnen ftreek om den Noordtnoordtwesten vcrvolght, en waaren voor zonnen ondergang uit het gezicht. Een van de gevangene Engelfche Kitsfchippcrs, boven gemeldt, Ee 9. zei-  4$6 Met LEVËN VAN den Ï673. zeide , dat der vyanden vloote beftohat uit* tnegentig oorlogfcheepcn, behalven de jachten en kitzen, en uit veele branders, endaar onder eenige van een nieuwe uitvinding, eri ongemeene grootte, zonder kenbaare haakcn, met gefchut voorzien, en tot Havrcde Grace *Au&' in Vrankryk toegeruft. Den volgenden dagh, den tweeden van Auguftus, ging 's Landts vloot weêr onder zeil, om wat beter op haar poft te koomen, en quam 'snaamiddaghsweêr ten anker, zonder vyandt te zien: ook was de windt toen zoodaanig uit het Weiten, dat men niet te vreezen hadt dat de vyanden iet op de kuft van Hollandt zouden onderneemen. Tweeïr- Tegen den avondt werden door een Zeeuwgelfcbekic- fche kaaper, die zich met zyn fregatje ontrent me/en hl'* 's Landts vloot onthieldt , twee Engelfche 'sLandts kitzen, die 's nachts te vooren vanJarmuiden vloot ge- met water en andre behoeften naar d'Engelbraght. fche vloot waaren afgezonden, onder dc vlagge gebraght. Op een van die kitzen was een Engelfch Predikant; die op een groot'Engelfch Konings fchip gefchikt was" dienft te doen, en te Leiden in Hollandt zich hadtgeoeffent. Den Heer de Ruiter, deezen man vriendelyk aanfpreekende, en hem zyn vryheit beloovende, braght door zyn minlykheit zoo veel te weegh, dat hy eenige dingen, die d'andre gevangenen buiten orde verhaalden 4 wat klaarder en omftandiger Ontleedde , 't tieficht welk op deezen zin uitquam, Bat den 30 van Van een Julius vier fcheepen van oorloge , yyfentwin^ Engelfch ^igh koolfcheepen en twee kitzen, uit de Baay Jngaande'V(m boordt, gelegen in de revierevanLonden^ «finge. waaren ge zeilt, en vervolgens te Jarmuiden aan*  L, Admiraal DE RUITER. 437 fyangekoomen. Dat deeze fcheepen vol gepropt 1673, yaaren met brave en welgeoefende foldaaten, fcoeépte ten getaale van 8000 mannen, in acht regi- ^n§e}ffM menten verdeelt. Dat daar ook gereedt fton- JU^^ den drie troupen ruitery., ieder van 120paar- det'zaaden. Dat deGrdaf vanSchomberg over dit krygs- mengeyolk zou gebieden. Dat de vloot beftondt uit 80 voeghde, Engelfche, en 28 Franfche fcheepen van vlooten. logh, fzaamen 108 zoo fcheepen ah fregatten, mitsgaders i,zofi\ branders, en met jachten, en kitzen wel 160 zeilen fterk. Daar by voegende , dat men in de kitzen de gemelde vloot dien dagh, ontrent tien mylen benoorden dfi Ne-L derlandtfche vloot, hadt onder zeil gezien, leggende, met het. hooft om de Noordt, Den L. Ad- Krygs» miraal de Ruiter zondt daar op eenige gal^raad*» joots langs de Hollandtfche kuft, tot aan Texel toe: om op de beweegingen der vyanden te, letten, en hem. van alles, kennis te geeyen. Hy, ^f%s'. beriep ook den gantfchen Krygsraadt by zich ontfanght* a'an boordt, dien hy de kondtfchap cn 't be- t,ves briericht, ftraks gemeldt, bekent maakte , als, ven,daar ook't befluit van zich met 'sLandts vlooton-.nyaf"'"cnri/i trent Schooneveldt t'onthouden, den eerften^"j^j1'" van Auguftus by hem en de drie L. Admiraa- dï"eeSq°"_ CT' leh genoomen, welk befluit nu by alle de Le- dres, cal den van den Krygsraadt met eenpaarige ftem- é» tot zyn men werdt goedt gekent. Ontrent deezen tydt p1-cht te ontfing den Heer de Ruiter twee brieven, den bew'?c$??*. eerften van den Raadtpenfionaris Fagel, en den tweeden van hunne Hoog. Moog. de Heeren Staaten: van welke brieven hy verfcheide a'ffchrïften liet maaken, en onder de hooft-' deelen f omcleeleri en gemeen maaken: opdat f- Esqua, niet alleen alle, Opperhoofden en Kapiteinen,'dra. . e e 3 maar - "' v  43§ Het LEVEN van den 'I673. maar ook de matroozen en foldaaten, die ook in den tweeden brief gedacht werden, daar door tot hunnen plicht moghten aangcmoedight en opgewekt worden. ' Deeze brieven, die de Heer de Ruiter noodigh achtte, dat door de gantfche vloot zouden geleezen werden , en den tcgenwoordigen tpeftandt der zaaken ontvouden, kan ik niet nalaaten hier in te voegen. De brief van den Raadtpenfionaris Fagel hadt hy den eerften van Augultus pntfangen, en luidde gelyk volght. Weledele, Geftrenge Heer, Ik ontfange zoo aanflondts een miffive van den Heere Prinffe van Oranje, gefchreeven in 't leger tot Raamsdunk den 29 deezer kopende maandt , nevens welke zyn Hoogheit my toezendt eene miffive , van een zeekère en vertrouwde handt gefchreeven idt Londen den 24 van de zelve maandt , meldende dat de Ko1 Voor- «fat van Grootbrittanjen deffein 1 hadde om zynecmen. ne vloot wederom in zee te zenden, en het gevecht voor de derdemaal te hervatten: dat zyne Majefteit met eenen ordre hadde gegeeven om sMeenig- een goede quantiteit - infanterye3 in klein vaar^Voetvolk tB em^ariueren 4 5 met intentie s om eene \7nfcLèJandin%e te doen, en voorts te rooven en te brempen, den, en dat men dat vaartuigh onder de be$Oogmerk.fcherminge van de groote vloot zoude laaten zei. len, ende geduurende 't gevecht Jlillekens doen landen, en wel voornaamentlyk, zoo men konóFervjar'de, ontrent Scheveningh, om den Haagh in ring. confujïe 6 te brengen. Zyn Hoogheit fchryft my  L. Admiraal DE RUITER. 439 hier by, dat wel niet vreejl of veel acht het des- 1673. fein 7 van de voorfchreeve landinge, doch niet- iVoomte* temin ordre gegeeven heeft, dat twee regimen-mn' ten paarden naar den Haagh zullen koomen, en begeert dat ik Uw Weled. Geflr. daar van aanflondts kenniffe zoude geeven, en in bedenkken ftellen, of Uw Weled. Geflr. door eenigh klein vaartuigh, geduurende het gevecht, haar klein vaartuigh zoude konnen doen obferveren 8, en die defcente 5> beletten. Ik zal be- Z^chtzorgen dat noch van deeze middagh aan alle defaa^-^ Kollegien, inzonderheit van de Maas en van fifl„™' Amfterdam, gefchreeven magh worden, dat de " zelve Uw Weled. Geflr. toezenden 't geen noch zoude moogen deficieren io. Godt de Heer al- \oOntmachtigh, die weet wat moeite wy gedaan heb- treeke». ben om d'Engelfchen te appaiferen 11, en hoe " Te vree. geerne wy hadden ontgaan met onze Geloof^gtpfj*'* nooten in een nieuw gevecht te koomen, en die weet met hoe grooten onrecht wy van haar aangegreepen zyn ende vervolght worden, hoope ik dat in den daage des ftrydts een rechtvaardige rechter tuffchen ons en haar zal weezen: en gelyk zyne goddelyke Majefteit ons tot tweemaal genaadelyk voor die twee groote maghten bewaart en dc overwinninge gegeeven heeft, dat hy ook alzoo ten derde maale ons, om zyns Zoons wille , naar zyne vaderlyke barmherti.iheit byfiaan zal. Ik zalmeede bezorgen rat in alle de nabuurige Steden, ten dien einde, gebeden aan Godt den Heere onophoudelyk moogen worden gedaan. 'T voorfchreeve advys , uit Engelandt gefchreeven, brenght mede, dat dit het laaifle I2pr0^ ejfort11 is dat men doen zal, en zoo 't zelve poging. * Ee 4 kan '  440 Het LEVEN van den ïö'73. kan werden gefluit, dat men haajle'yk eenvresde met Engelandt zal hebben. Uw Weled: Geftr. kan hier uit wel bevroeden , dat, naa ft den zeegen van Godt den lieer e almaghtig, van 13 jlfban-w'iens goetheit alleen wy dependeren*} de be%en. boudeniffe van ons lieve Vaderlandt aan die van 's Landts vloote'h'anght, en daf de zeegen of liet ongeluk, dat zyne goddelyke Majefteit van die zyde verkenen zal, ons of cen gewenfehte vreede , of een jammerlyke etende jlaat te baaren: en magh ik daarom niet nalaaten Uw Weled. Geftr. te bidden, dat Uw Weled. Geftr. vil %Vreeze. eenige apprehenfie f voor landinge, 's Landt* 'vloote niet en wil verzwakken, ik zal daarvoor te lande zoo veel ordre zien te {lellen als hei moogelyk zal zyn : en bidde dat de goede Godt de Heere der heirfchaaren, Uw Weled. Geftr ende de andere Hoofden, en gemeene Officie', ren van de vloote , met zynen zeeircn wil by. ftaan , en de hoofden van haar alle kroonen met eene vicloric over onze onrechtvaardige vyanden , en dat wy , den anderen in goede hchaamelyke gezondtheit ontmoetende, 't geluk 4 Refiie. moogen hebben , om aan de goede conduite 1, ri«jr- beleidt ende mannelyke dapperheit van Uw Weled. Geflr. en van de andere Hoofden endè Officieren, naafl Godes genade, ddnk te wee. ten de behouderaffe van ons lieve Faderlandfi. Ik zal in alle gelegentheden trachten te betoo". tien dat ik ben, Weledele, Gedrenge Heer, 3C'7"h Uw Weled. Geftr. ootmoedige dienaar, 9 AS P, F A G E L. Da  L. Admiraal DE RUITER. 441 De brief van de Heeren Staaten werdt ge- 1673, duurende het zitten van deezen Krygsraadt ontfangen en geleezen, en was van den volgenden inhoudt. De Staaten, Generaal der vereenighde. Nederlanden. Edele, Gefirenge, vroome, lieve ge-i trouwe, „ Zyn Hoogheit den HeerePrinffe vanOran- Brtef va» „ je heeft ons by miffive, gedateert.in 't le-5^^" „ ger tot Raamsdonk den 29 deezer maandt, neraalaan" „ doen adverteren \, da,t zyne Hoogheit bydenL Ad„ miffive, gefchreeven tot Londen den 24miraal.de „ der zeiver maandt, was geinformeert datRuiter„ de Koning van Grootbrittanje van meenin- ^f^ken' „ ge ende gerefolveert was, zyne Majefteits 2 onder* ende des Konink van Vrankryks vloote we-recht* ,-, derom zee te doen neemen, ende het ge„ vecht tegens onze vloote te hervatten. Dat „ voorts zyne Majefteit een groot getal landt„ militie in aparte ende byzondere fcheepen „ hadde doen embarqueren, om daar mede, „ het zy geduurende het gevecht niet onze ,-, vloote, ofte ook afzonderlyk, eene lan,, dinge te onderneemen, ende alles te roo„ ven, plunderen, branden, ende alzooeen „ generaale confternatie 3 onder de goede in- i^er/iaa,y gezcctenen van den S taatte verwekken :en-Ssnbeit. ,, de dat dit zyn laatfte en kraohtighftc efforr, „ op ons zoude weezen , waar naa wy zcc„ kerlyk of een gewenfehte ende avantagieu- yoorjeê. as fe 4 vreede, of zeer zwaare ongemakken//^. 6'c 3 v. cn~  442 Het LEVEN van den *» ende onverdraagelyke conditiën s van han„ delinge te verwachten zouden hebben, maarden. ^ Hooghgemelde zyne Hoogheit heeft, voor ,, zoo veel het Landt aangaat, zoo veel or„ dre geilek, als menfchelyker wyzetotnoo6Befcber-„ digc defenfie ö ende tegenweer is srereouiTrtreifcbt " ^n moei:en wy den grooten Godt '„ daar voor danken, dat zyne goddelykeMa„ jelleit de zaaken te Lande totnochtoezoo,, daanigh heeft gefchikt, dat wy, zoo door iGeflelte-^ de conftitutie " van het Landt, de militie „ by ons op de been gebraght, de afkoo„ mende hulpe van onze geallieerden, ons „ onder zynen vaderlyken zeegen fchynen te ,, konnen belooven, niet alleen gelegentheit 9 Onder- „ om hem alle verdere entreprifes 9 te belet«emingen. ?j ten, maar ook iets notables10 op den zeiven Je°trlyh » vvandt: te konnen entreprenneren ». Godt 'u Onder-" de Heere almaghtigh zal onze getuige zyn, vesmen. ■>■> dat wy by alle wegen ende middelen heb„ ben getracht het herte van den hooghflge„ dachten Koning van Grootbritanjen tot „ vreede te beweegen, ende voor te koomen „ het bloedtvergicten van luiden die eene pro^ i Bclyde- „ feflie f van religie doen: hy weet ook met ,, hoe groote onrechtvaardigheit den hooghll,, gedachten Koning obs den jegenwoordigen „ oorlogh heeft aangedaan, ende daar mede „ noch vervolght: ende hoopen en vertrou„ wen wy derhalven, dat die Heere derheir„ fchaaren in den dagh des Itrydts, als een „ rechtvaardige rechter, tulTchen haar ende „ ons zal aanzien het groot ongclyk en ge„ weit, dat zy ons aandoen, ende dat zyne „ goddelyke Majclïeit zal volvoeren het werk, „ dat  L. Admiraal DE RUITER. 443 9, dat hy tot tweemaal toe zoo genaadelyk 1673. „ ende heerlyk, tot eeuwige prys van zynen „ heiligennaam, begonnen heeft. Wy heb„ ben zeer groote reden om Uw E. tebedan„ ken voor de goede conduite]., beleidt en f 2?■> en een eeuwige benedictie. % te verwerven, Hng. „ als , door een flaauwe lafhertigheit Godts. „ kerke ende den Staat tot zyne eeuwige. „ khande ende vermalcdydinge te brengen. „ Ende kunnen U , en de andere Hoofden. „ ende Officieren, mitsgaders gemeene fol„ daaten en matroozen,wel verzeekeren,dat! „ wy aan de eene zyde, die geene, die haar, „ in deezen vroomelyk gequeetcn ende ge„ draagen zullen hebben , als behouders % „ naait Godt, van. onze lieve Vadeijandtzul„ len aanzien, ende. haare verdienden erken,, nen: ende dat wy die geene, die haar ia. „ deezen lafhercelyk ende niet naar bch.00-  L. Admiraal DE RUITER. 445 ^ ren koomen te comporteeren1, voorverra- 1673, ,•, ders van haar Vaderlandt zullen houdeiri3}Draa'geth „ en als zoodanige de uitterfte ftraffe * zoo „ eerlooze menfehen rechtveerdelyk compc- „ terende 2; doen gevoelen: en dat dien vol- 2 Pajferitlè, „ gende de eerfle ons als liefhebbende va- „ ders; ende de andere als ftrenge Rechters „ hebben te verwachten $ Godt den Heere „ almaghtigh zelfs die geene ^ die in deezen „ ftrydt het zwaart flappelyk of flaauwelyk ,; tegens den vyandt gevoert hebben, of niet ,-, mede ten ftryde gekoomen zyn 5 met een ;, geduurige vloek gevloekt hebbende. Wy ,, begeeren daarom dat gy deeze onze ernfti- ,, gemeeninge, die wy weeten de wille en- „ de intentie 0 van zyne Hoogheit cdn-.3 Oogmerk^ j, form 4 te weezen, aan de andere Hoofden, ^Cctyk. „ Officieren, mitsgaders foldaaten en ma- 4, troozen, zult voorhouden, ende doen voor- „ houden , ende haar notificeren s, dat ic- sBekenl 9, der naa zyn verdienden , of een eerlyke „ vergeldinge, of een fchandclyke ftraffe zee- if kerlyk te verwachten zal hebben. Wy ^, wceten wel dat een goede uitkomfte in zoo „ zwaaren toeftandt van zaaken vandenGod- „ delyken zegen dependeert6; maar wy wee- 6 Afhangt, „ ten ook dat Godt de Heere almaghtigh door „ middelen zyn zegen uitwerken wil : ende „ gelyk wy dit laatfte Uw goede conduite 7, 7BefHe-> „ mitsgaders de onverfchrokken moedt, cou-'v»^. „ rage s, goede wille en genegentheit der ^Dapper* JV andere Hoofden en Officieren, mitsgaders „ foldaten en matroozen , om U daar in te „ fecunderen f , aanbevoolen laaten , zoo <; Te hulp }j zullen wy niet nalaaten Godt den Heere al- te koomen. „ magh-  Het leven van den 1673. „ maghtigh vierighlyk tc bidden; en isnU „ bereidts bezorght, dat de Dienaaren des „ Goddclyken woordts in haare predikatiën „ en bedeftonden Zullen bidden, ende de Ge„ meente opwekken, om den zeiven Godt te „ fmeeken, dat zyne goddelyke Majefteit ,, de andere Hoofden van 's Landts vloote, „ en Officieren, mitsgaders foldaaten enma„ troozen, vaderlyk ende genaadelyk wil by„ ftaan, in leeven en gezontheit fpaaren, mét i „ mannelyke dapperheit en zynen goeden „ geeft aandoen, tegens de machten der vyan* „ den laaten beftaan, ende een eerlyke vie„ torie en overwinninge laaten weghdraagen, ,, tot grootmaakinge van zynen heiligen „ Naam, en welvaaren van ons lieve Vadcr„ landt. Ende ons hier toe verlaatende,zul,, lcn wy U, benevens de andere Hoofdenen ,, Officieren, mitsgaders foldaaten en ma„ troozen, beveelen in Godes heilige be„ fcherminge. Aétum in 's Gravenhage, „ den 30 July 1673. Was onderteekent, „ JOH. EEK. Onderftondt, ter ordon„ nantie van de hooghgemelde Heeren Staa„ ten Generaal, was geteekent, H. F A G E Li to op- Be fuperfcriptle 10 luidde: Edele, Geflr enri{Lè ■ &e" vroome' mze ^eve getrouwe, Michiel A'éknde 16 driaanszoon de Ruiter, L. Admiraal van HoU "3 Ah fondt en Weftvrieflandt, jegenwoordigh comllcoft. manderende 11 's Landts vloote en Chef1-. Het leezen van deezen briefin den Krygsraadt,  L. Admiraal DE RUITER. 44? raadt, gaf groot genoegen by alle de tegen- 1673* woordige Leden; waar over de Heer de Ruiter ook den Heeren Staaten met een brief tot antwoordt fchreef: Dat hy voor zich zeiven, DeRuien voor alle de verdre Hoofden en Leden van den tsts ir>tKrygsraadt, mitsgaders voor alle de andere^f3^ Officieren, foldaaten en matroozen, hunne 0 Hoog. Moog. onderdaanighlyk bedankte voor de hartige vermaaninge, en trouwhartige waarfchouwing, als ook voor d'eere die hunne Hoog. Moog. hun by hunnen brief hadden gelieven toe te fchryven: hoopende alles zoodaanig te beftieren en uit te voeren, dat hunne Hoog. Moog. geen reeden van misnoegen zouden hebben , maar met 'er daadt zouden bevinden dat ze getrouwe dienaars en liefhebbers van 't Vaderlandt en vryheit waaren. Ook liet de L. Admiraal de Ruiter den gemelden brief, door zynen Predikant Wefthovius, den volgenden Zondagh, naa de gedaane predikatie, aan 'tgantfcheYcheepsvolk voorleezen. Welk leezen met groote lult werdt gehoort, en de gemoederen metkloekhartighcitontftak: zoo dat veele met groot gejuich wenfehten, dat ze gelegentheit moghten hebben om te doen 't geen de Heeren Staaten op hen begeerden. Midlerwyl ontfing men den tweeden van Au- Devyandtguftus in den Haage tyding, dat dc vyandtly-,ykev!o°- ke vlooten zich op de kuilen van Hollandt lic- ko°' . „„ _. , ,r , , , men op de ten zien, en dat dc gemelde vlooten, metcenijUften vat, zeer groot getal kleen vaartuig, de ftranden Hollandt. zeer naa begoften tc koomen, met meening, Men (lelt zoo'tfchcen, om tc landen. Hier op had-°rdre om den de Gecommitteerde Raaden eenige ordre de ,!*nt|,n8 r nu . . D , te beletten, beginnen te ftellen, tot bezetting van de ftran-  448 Het LEVEN van den! ï673' ftranden by den Briel en Hellevoetfluis, doPf burgers, cn 't manfehap ten platten lande; ook belaft eenig gefchut, kruidt, fcherp ert lonten, naar de ftrariden te doen voeren: en voorts van het naderen der vyanden kennifle gegeeven aan de Gecommitteerde Raaden in Weftvrieflandt en 't Noorderquartier, om in dat geweft de noodige ordre te Hellen: insgelyks aan de drie Kollegien ter Admiraaliteit,' en aan de Burgermeefteren der ftadt Amfterdam, om, zoo veel moogelyk was, ordre tc ftellen, dat de zeegaatcn van de Maaze en Texel moghten worden bevrydt. Ook hadden ze zyn Hoogheit verzocht, zoo Veel ruk tery als uit het leger gemift kon worden naar den Haage te willen zenden, om de vyandtlyke aanflaagen des te beter te konnen afweeBeraadc- ren. Ook werdt over dit ftuk ter vergadering flaaging der Heeren Staaten van Hollandt, den twee* tvVe™Lden AllS"rtus, 's nachts ten elf uuren , dering rdlrheraadl:flfirigh':-. en zeven Heeren uithunmidStaaten den gemaghtight, om te bezorgen dat het opvan Hol- ontbodc manfehap op de noodige plaatzcn landt in moght worden geleit, en voorts alles te doen gehouden,dat tot den meeften dienft van het Landt, en en hunne 'afbreuk van den vyandt, zou konnen ftrekÊd, Groot ken. Ook werdt beflooten, de burgery van Moog. re den Haage, en eenige burgers van Delft en f0,iuriedaarRotterdam, naar Scheveningen te doen trek«>p^genoo- j,C]^ cn twee ji0mpagnien ruiI:crs vanHaaftrecht % Aug. derwaarts t'ontbieden, een Kommandeur met vyftig matroozen,of kanonniers, naar den Briel te doen zenden, en zyn Hoogheit door drie Heeren te verzoeken, dat des zelfs geliefte moght zyn zich in den Haage te begeeven,  L. Admiraal DE RUITER. 449 en zoodaanig aantal van krygsvolk te voet en 1673» te paardt op de ftranden te zenden, als tot afweering van 't gedreigde quaadt beftandt zou zyn. Dit alles werdt in der yl in 't werk ge- %Aug.^ ftelt, en den volgenden dagh goedtgevonden, De-R-U1' den L. Admiraal Generaal delluiter kennis te [jf g^eVenf geeven, dat de vyandtlyke vlooten op de kullen van Hollandt wierden gezien. Daar- Poften en na werdt by hunne Ed. Groot Moog. ordre ^akhesn^e geftelt, om poften langhs de ftranden te laa- ft"^/^ ten loopen, en baakens langs de kullen te ^Aug. ftellen: ten einde, dat men t'aller uure fpoedigh tyding van de vyanden zou moogen bekoomen, cn door de feinen der baakens by dag cn nacht van hun bedryf en beftaan móght gewaarfchouwt worden. Op het doen der ,prdr.e op feinen werdt de volgende ordre geftelt. u* ,*J!^?* rwr • 1 » 7 r 1 , by tyden Wanneer eenige vyandtlyke fcheepen voor de van \ naa. wal gezien werden, zal van den tooren wor- deren of den gefeint, by nacht met een vuur, by dagh landing der met een mande; ende by dagh zoo wel als by vvaildea te nacht, vier qu ar tier uur s aan den anderen, Beevm een fchoot gefchooten worden. Wanneer den vyandt de Maaze by nacht nadert, met twee vuuren nevens den anderen, by dagh met twee manden nevens den anderen, mede vier quartier uurs aan den anderen, felkens drie fchooten, zoo wel by dagh als by nacht. Naderende het Goereêfche gat, by nacht met twee vuuren onder den anderen, by dagh met twee manden onder den anderen, mede by dagh ofte by nacht, vier quartier uurs aart den anderen, felkens twee fchooten. Wanneer de vyandt landt aan de Brielfche TV. Deel. Ff kant,  45° Het LEVEN van dek? ï6~3. kant, by nacht twee vuuren, als vooren, nevens den anderen, by dagh twee mandens nevens den anderen, met zes fchooten twee quartier uurs te doen. Landende op Hellevoetf uis, hy nacht twee vuuren onder malkanderen, by dagh twee manden s onder malkanderen, twee quartier uurs aan den anderen, felkens vier fchooten, zoo by dagh als by nacht. t H»!p, Qp weifce feinen promptelyk fecours f te ver-> mt-zet. wachten hebben. Ter zeiver tydt werdt ook ordre geftelt, om de Heeren Staaten van Zeelandt te volmaghtigen, dat ze met kaapers zouden handelen , om 't kleen vaartuigh van den vyandt, 't welk op de kuften van Engelandt, tot hec overvoeren van de landtfoldaaten, gehouden werdt, te vernielen, of het uitloopen te beletten: dat ook d'Admiraaliteit t'Amfterdam met kaapers zoude handelen , om hunne fcheepen by 's Landts vloot te voegen. Met cenen werdt befiooten, de vloot noch van lyftoght tc bezorgen tot den leftcn van September. De Gecommitteerde Raaden van de Heeren Staaten van Zeelandt, zich ten hooghften voldaan houdende over 't geen op den eerften van Auguftus tulTchen 'sLandts vloot en de vyanden was voorgevallen, cn de Ruiters inzichten opdcbcfchermingvanZeelandt, zonden hem den volgenden brief, die hem den vytden der maandt ter handt quam.  L. Admiraal DE RUITER. 451 Weledele, Gefirenge Heer, 1673,' Wy vinden ons verplicht U Ed. niet alleen te bedanken voor de notificatie 1, die de zelve 1 ^f*5"*' ons is doende by des zelfs miffive van den tweeden deezer, gefchreeven in *t fchip de zeven Provinciën, zeilende ontrent Schoouevelt, over de rencontres - tuffchen ''sLandts vlonte met die a ^ntm van de vyanden voorgevallen: maar wel in- '"0CtinSen' zonderheit voor de voorzichtige diretlie ■>, wys 3 Beftie-, beleidt en goede voorzorge, die U Ed. in dee-ri:iSze, als in alle andere zyne aclden 4 en diretli- 4 Handeen 5, tendienfievanden Lande, en tot afbreuk Ungen. _ van de gemeene vyanden, hebt gedaan en aan- 5 ^eleicit' gewendt, en waar inne wy hoopen dat Godt almaghtigh U Ed- alseenweerdighiuftrumenta, 6fVer\. noch veele jaaren genadelyk zal believen telMS' houden, fpaaren en be waaren voor de confervatie l van Staat en Kerke, en dienfl van ons 7 Bebouw algemeene lieve Vaderlandt. Waar mede ,cIenis' Weled. Gefl. Heer, zullen wy UEd. indeprotectie 8 des Alderhooghfien beveelen. In 't 8 BeHof van Zeeland.t, m Middelburgh, den ^fiberniing. Augufty 1673. U Ed. goede vrienden, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Zeelandt. Ter ordonnantie van de zelve, JUSTUS DE HUIBERT.  45* , Het LEVEN van den ,1673. 'S daaghs te vooren quam de HeerMoolenBezeu- beek, Burgermeefter van Brugge, afgezonfiaigGraaf den door den Graaf van Monterey, Gouvervan Mon-neu.r dcr S'oaanfche Nederlanden, aan de tery aan Ruiters boordt, verhaalende wat. ordre zyn de Ruiter. Excellentie op de kuft van Vlaanderen tegens 4 AuS. de vyandtlyke aanfiaagen hadt geftelt:'met aanbieding van alles, dat ten behoeve of tot Verfchei- dicnlr van 'sLandts vloot van dc Vlaamfche de spaan-kuft verejfcht moght worden. Wegens deefche Groo ze beleef theit liet den Heer de Ruiter zyn Exton koo- cellentie ten hooghften bedanken. Doch op ™Landt ^en vy*"deu "juaaiaen verfcheide Grooten van vloot be- 9ofil:n^e in 'SjT-andts vloot, om die te bezichtigen , zïchtigen, en den Heer dc Ruiter aan zyn en deIUii-boordt begroeten, met naame, de Hartogen ter begroe van Villa Hermofa cnMontalte, de Prins van ten< Vaudemont, de Marquis van Mortarra, de 5 lieve bezondere^ Wy hebben wel ontfangen Uw E. miffive^ gefchreeven in 'sLandts fchip de zeven Provinciën, zeilende ontrent Schoonevelt, den tweeden deezes, mitsgaders de refolutie van den hooge n Scheepskrygsraadt, daar inne vermeldt, ende daar uit met dangenaamheit gezien de goede conduite 1 „ dapperheit en courage 2, by Uw iBelcidh E., en de andere Hoofden ende Officieren van 2 Moedt. 'sLandts vloote beweezen, om de vyandtlyke vlooten te bejegenen ende aan te grypzn; En naademaal wy zyn gei. formeert 3 uit een ge- 3 Onder* vangen, gif eren avondt ten zes uuren, on-iecJ.' trent.de hooghte van Wyk op zee, uit het fchip van den Heere Prins Robbert gefcheiden, dat des vyandts vlooten ontrent tweehonderdt zeilen jïerk zouden zyn, ende dat de zelve vlooten ■ koers zouden zetten naar Texel, gelyk men dan hiér van deflranden heeft gezien, dat de zelve vlooien, een tydt langh alhier voor Scheve ningen in het gezicht van 't Landt hebbende blyven hangen, verder Ooft ende Noordtooft-> waart aan langhs de kaf en dêezer Landen gezeilt zyn. Dat ook de ddvyzen 4, die van alle 4-TyJirii zyden uit Engelandt ingèkaatnen zyn, hebben0'''1' mede gebraght, dat de landmilitie, in Engelandt ingefcheept, van daar met des vyandts vlooten verzeilt zoude weezen. Zoo hebben wy voor den dienfl van "t Landt geöordcelt beft te Ff 4 vvc6-  456 Het LEVEN van den wazen Uw E. hiervan kenniffe te geeven. en* de vervolgens goedtgevondcn Uw E. by deeze 5 Bevee- te ordonne er-en s, dat Uw E. de voorfchreeve '*6'Acbt- vya*iïtiyke vlooten zal obferveren 6 ende doen paan. obferveren , de zelve volgende, zoo veel Uw Ed. zal meinen dat ziüks naar foldaat- en zeemanfchap zal konnen gefchiedcn, ende dat Uw E. ook de voorfchreeve vyandtlyke vlooten zal be^ jegenen en aangrypen, zoo wanneer Uw E. met overlegh van den hoogen Krygsraadt, naa foU „ dc.at- en zeemanfchap zal achten 'ï zelve mit Jee!.°r" ('en dienfl ende avantage i van 't Landt ever een 8 Beleidt te ^6omen' T we& "7 &w E- gr'cde condui- 'te s en beproefde voorzichtighe t zullen aanhc-. voolen laaten, ende zullen Godt almaghtigh bidden, zynen zeegen te willen continueren overds wal enen van den Staat, onder Uw Ed. com- 9 Bevel. ma}Ui0 9 ? en de zelve houden in zyne heilige fchemïng. Prote^ie I0- dn 's Gravcnhagc , den 4 Augus- ' tj 1673, U E. goetwillige vriendt, G. H. PR1NCE d'ORANGE. Dccs brief quam den Heer de Ruiter eerft den zevenden van den maandt ter handen. Hy ontfing toen ook een brief van eenige BefMaat- winthebberen der Ooftindifche Compagnie f ^ntnctit ter kamerc van Amfterdam: hem, met ernenverzoek ^'S verzoek van de zaak geheim te houden, van de Be- ontdekkende wat ordre dat zc op den koers wintheb- van de verwachtwordende retourfcheepen beren dtr- hadden geftelt: zoo dat de tydt van hunne Qemfldi- komft voorhanden was, 't welk hem bekent wenk  L. Admiraal DE RUITER. 457 werdt gemaakt,„ten einde dat hy eengunftigh 1Ö73. oogh zoude houden op de behoudeniffe vanfebe Korade voorfchreeve fcheepen: 't geen ze hem p*gnie_aan crnftelyk verzochten. Ter zeiver tydt werdtds &ünsu hem door twee galjoots, die hy langs de HolJandtfche kuft op kondtfehap hadt uitgezonden, bericht, dat ze de vyanden ontrentdrie mylen in 't Noordtweften van Egmondt, en zoo voorts naar 't Texel, den derden en vierden der maandt, hadden ten anker zien leggen. Dien zeiven dagh werdt, op 't ontfangen van zyn Hoogheits brief, bydengantfchen Krygsraadt bcilooten, van Honden aan met 'sLandts vloot te verzeilen, en vooreerft tot in 't gezicht van Scheveningen te loopen, en dan verder t'overwecgen wat men zoude doen. Daarop ging men t'zeil. Opdien . ^f11 < • r 1 1 1 viootgaat dagh werdt sLandts vloot noch met tweet/eij fcheepen verflerkt, eerft met het fchip Ui- 7 Aug. trecht, 't welk gevoerdt werdt door Kapitein Lonke, uit Zeelandt: daarna met het fchip de Prins te paardt, onder 't gebiedt van den Kapitein Adam van Brederode, van Amfterdam. Toen quaamen noch wel vierhonderdt mannen, verfchvolk, in de vloot, om op de fcheepen van Amfterdam verdeelt te worden. Den volgenden dagh quam 'sLandts vloot in Komt in *e 't gezicht van Scheveningen. Daar verftondtSezi£n* de L. Admiraal de Ruiter uit zeeker Schipper, ^in^ent die den zeilen noch in d'Engelfche vloot en g j^g.' op 't fchip van Prins Robbert was geweeft, Bericht dat hy uit verfchcide Engelfchen hadt ver-van een ftaan, dat de landtfoldaaten door ordre van Schipper. Prins Robbert naar Jarmuiden wel waren opgezonden, maar dat het voornecmen was, F f5 wa^  45 8 Het LEVEN van c?.fj 1673. wanneer 'sLandts vloot zich van Schoring veldt zoude hebben .afgewendt, dat volk dan De Rui- 0p Walcheren te doen landen. De Meer de mdtflaa- Ruiter rieP llicr °P dc L- Admiraalen, Bangingmec kcrt' van Ncs Ga Tromp, aan zyn boordt, Bankerc, en, dat bericht van dien Schipper overweevanNesen gendc, vonden goedt, met een brief, door Tromp. hun vieren onderteckent, zyn ïloogheit te venten7' 8ernoct tc voeren; wat ze uit dien Schipper zynjteög." tóten verflaan * en of ze wel oordeelden dat Juk. dit bericht zoo zeekef niet en ging, zy nochtans wei klaarlyk zaagen dat de vyanden hun,. hetzyttiHoMandt, of het zy in Zeelandt, of elders, een voordeel zochten af te zien, daar zy de bequaamfte gelegentheit toe zouden hebben wanneer 'sLandts vloot een ongeval over quaamè. Dat der vyanden vloot zeer fterjt •was, doch niet zoo dat zy die zouden ontzien aan te taften, volgens het aanfehryven van zyn Hoogheit van den vierden der maandt. Maar om dat ze ook een quaaden uitfiagh moe ft en voorzien, en foverweegen hadden wat ongelegen theden het Vaderlandt daar uit zou den over hoornen, vonden ze hun verplicht de zelve zyn ■ Hoogheit voor te draagen: te meer, dewyl zyn Hoogheits brief van den vierden uitdrukke'lyk vereifcht, dat het overlegh van den Scheepskrygsraadt daar h,e enen moe ft zyn gericht, dat alles met den dien ft en V voordeel van den Lanflun ge- de overeen quaame. Voorts zeiden ze van gevo?ien voelen te zyn, dat het beft waare, omme op aangaande (\e yyanden zoo ten Zuiden als ten Noorden ïtnwn * ac^t'te' &eeven'> ^at Ze met ,$LdndtS vloot e 's Landil ZIC^1 voo:' de Maas poft eer den. Hier opzonden vloot, ze zyn Hoogheits antwoordt venvachten, eer dat iti  L. Admiraal DE RUITER. 45.9 ke van plaats zouden veranderen,?/den vyandt in \ 6j§. Vgezicht hoornen: want dan oordeelden ze dat ze geen gevecht van hunne zyde, behoudens ddeere van den Staat en zyn Hoogheit, zouden kohnen en behoor en fontgaan. Hier op baadeii zé, dat Hun ?erzyn Hoogheit hun met zyn hóoghwys oordeel zoek. beliefde te helpen, ofte onbepadlt te gebieden, wat ze doen zouden. In zyn Hoogheus brief Deivedea was belaft, dat de Ruiter de vyanddyke vlöo- van dat te zoude bejegenen en aangrypen, zoo wan-yiV£0tk' neer hy, met overleg van den hoogcn Krygsraadt , naar foldaat- en zeemanjchap zoude achten V zelve met den dienft en voordeel van 't Landt over een te hoornen. Dees bepaaling gat hem zeer veel bekommering; dewyl dë vyanddyke zeemaght veel fterker was dart 's Landts vloot, en dat men ze nooit dan met groot gevaar van quaaden uitflagh zou konnén bevechten: cn geflaagen wordende, zou men den L. Admiraal de ramp konnen wytcn. Ook hadt men meer dan eens, als de noodt perftc. , op halve kans den ftrydt met geluk gewaaght. Dies verzocht hy klaarder ordrc, en zondt den gemelden brief door den Schout van Scheveningen aan zync Hoogheit. Op dien zelvcfi dagh werdt ter vergadering der Heercn Staaten van Holïandt bcflooten, zyri Hoogheit te verzoeken, om 's Landts vloot met foldaaten te verfterken. Ook werdt goedt- HeFTopfpij gevonden, (dewyl men veflrondc dat 'sLandts StMt?n van vloot voor de wal was) dat de HeercnMr. Ni- i?01.""^ klaas van Molefchot, cn Mr. Kornelis Hop, pen(|ona. Penfiohariffen van Dordrecht cn Amlterdam, riffVn Mornet Simon van Veen , Raadt cn Vroedtfchap l ^chot, der ftadt Alkmaar, zich ten fpocdighften zou- y"p>en den  460 Het LEVEN van den 4673. den begeeven naar en op het fchip van denL. den neer Admiraal de Ruiter, en met den zelvcn fpreevan Veen,ken over de gefteltcnis van 's Landts vloot, aandeRui-cn over »£ gecn jn je zejvc v}00t ZOude moo- gen ontbreeken, hem bekent maaken de kondtfchappen, die, noopende de geitelteni(Te der vyandtlyke vlootcn ,en waar die zich onthielden, waaren ingekoomen: cn voorts met hem fpreeken over al 't geen den dienit en welflandt van 't Landt zou moogen betreften, en daar van ter Vergadering verflagh te doen* De gemelde Heeren quaamcn noch 's avondts ten negen uuren, vergezelfchapt met den Hartogh van Holftein, aan de Ruiters boordt, daar ze dien nacht biceven, en den L. Admiraal de goede meening der Heercn Staaten van Hol- Hun ver.landt bekent maakten. Hy vertoonde hun dc richiing. gcftelteniffe van 's Landts vloot, cn klaaghde inzonderheit over gebrek vankleenvaartuigh. Des anderendaaghs 's morgens ten negen uuren voeren ze weer naar landt, en dceden terftondt verflagh aan hunne Ed. Groot Moog. gJug. van hunne verrichting. Ten zeiven daags werdt by de gemelde Staatengoedtgevonden, dat men 'tregement fchcepsfoldaatcn van den Kornel Palm naar de vloot zou zenden: cn dat zich ook de Raadtpenfionaris Fagel, en de Secretaris Lodefiein, naar 'sLandts vlootzouden begeeven, om met de Ruiter in gefprek en in onderhandeling te trceden over den brief op den achtfeen aan zyn Hoogheit gefchreeven, en door hem en Bankert,vanNes cn Tromp, geteekent. Dit werdt Araks in't werk geftek, en de gemelde Heeren quaamen tegens den middagh aan boordt, daar den . groo-  L. Admiraal DE RUITER. 461 groeten Krygsraadt by een werdt beroepen. 1673, De Heer Raadtpenfionaris Fagel, hetwoordt De Raadtvoerende, liet eerft zyn Hoogheits brief vanPenfionaris den vierden, en daarna den brief by de vier FageI komc L. Admiraalen den achtften gefchreeven, op^^ leezen, en toen vertoonde hy de geftelteniiïe boordt, der zaaken die toen in achtmoefiengenoomen Zyn voorworden, om op de vyandtlyke zeemaghten, öeiaandea die zich in zee voor en ontrent het Texel en hetKrygs" , Vlic hielden gepofteert, te letten, en die te * wederftaan. Voorts gaf hy uitdrukkelyk te kennen, dat zyn Hoogheit tegens den toelegh •der vyanden , van te willen tanden, alreedts alom ontrent 'j Landts zeegaaten, en de kuflen van den Staat, zoodaanige voorziening hadt gedaan , en zulke ordres geftelt, dat men daar over menfehelyker wyze geen zwaarigheit hadt te maaken, maar redehyk geruft moght zyn: en dat over zulks '* sLandts vloot (onaangezien dat veele, zoo binnen als buitens landts, van ander verftandt waren, en dat tegenfpraaketi) wel op Schoonevelt zou hebben konnen gelaaten worden, indien men niet zoo koftelyke Ooftindifche retourfcheepen alle uuren te verwachten hadt. Doch dewyl die nu daagelyks te gemoet werden gezien, zoo verzocht hy V gevoelen van een ieder van de Leden des Krygsraadts daar over te verft aan, en van hun te weeten, in wat voegen zy oordeelden dat met 's Landts vloot zoude konnen en behooren iets ondernoomen te worden, om de gemelde retourfcheepen te behoeden , en te verhinderen dat de vyanden die tot geen prooy weghrukten: waar door hun zelfs van 's Landts ingezetenen middelen aan de handt gegeeven zouden worden om in den ootiogh noch lan-  462 Het LEVEN van den • langer te volharden, cn den Staat in d* uit ter-* * ° verlegcntheït te brengen. Daar ze m het tegendeel, indien hun zulks wierdt ontleit, zich gcnoodtzaakt zouden vinden een redelyke vreede f omhelzen. By dit voorilel voegde hyecnige kraghttgé redenen, dienende om de Leden van den Krygsraadt te bewecgen, teneinde zich op zyn voorftel ten beften van 's Landts diénft zouden uitten, met verdre aanbieding, dat, indien 'er iet aan volk of oorlogsbehoefte moght ontbreeken, men zulks naar '/ uiterfte vermoogen zou trachten te vervullen. Doch met eencn bekent mankende, dat mende Kol' legien der Admiraaliteit tot het leveren van hun aantal in de fcheepen, die men dit jaar hadt uit te ruften, met geen bidden hadt konnen- brengen , en dat men over zulks geen meer rerfterking van fcheepen hadt te verwachten. De Krygsraadt hier op raadtilaande, oordeelde wel dat het geen geringe zaak was, dat men 's Landts vloot, daar de meefte ma^ht van den Staat in beftondt, tegens zulke maghtigó vyanden in een zeegevecht, daar d'uitkomft zoo onzecker was, zou moeten-waagen: maar niet te min werdtgenoeghzaammet DesKxygs-cenpaarighcis van Hemmen geoordeelt, dat raadt» tm-de noodtzaakelykheit vereifchte, dat *$ Landts woordc. vloot, met eenige zeefoldaaten zynde verfterkt, de vyandtlyke viaghten hoe eer hoe beeter wai nader zoude loopen: en dat men de bequaamfte gelegentheit van weer en windt moeftwaameevien, om dezelve aan te taften, van 'f Landts zeegaaten te dryven, en de zee alzoo veiligh voor d^aankoomende retourfcheepen te maaken, en een goede vreede ie verkrygen. Daarop hïb -  L. Admiraal DE RUITER. 463 •ben de Heeren Raadtpenfionaris Fagel, en de i6>q. Secretaris Lodeftein aangenoomen, het antwoordt des Krygsraadts, op hun voordel, aan den Staat en zyne Hoogheit te zullen bekent maaken , en der zelvcr befluit en ordre, neffens eenige foldaaten, op 't fpoedighft naar de vloot te zenden. Toen hun affcheidt nee- 9Au§. mende, deeden ze dien zeiven avondt noch verflagh van hun wedervaaren aan de Heeren Staaten van Hoilandt, die daar op ftraks goedtvonden , de Heeren Molelchot, Pen- Be7en,w fionaris van Dordrecht, Maarfeveen van Am- aan zyn Iterdam, Simon van Veen, Raadt en Vroedt- Hoogheit. fchap der ftadt Alkmaar, den Raadtpenfionaris Fagel / en den Secretaris Lodeftein, naar de Helder, daar zyn Hoogheit was, te zenden : om met zyn Hoogheit over 't verhaalde in onderhandeling te treeden, en zyn Hoogheit te verzoeken , dat hy , naa rype ovcrweegmg van 't geen ter zaake zou moogen dienen, ontrent het bcdryfvan 's Landts vloot, /.uvuddmoe Dcvccien zoude gecven , a -T ' s1-»-'»-" , UiS 4ÏU Hoogheit ten dienfte van het Landt zoude pordeelen te behooren. Doch eer de gemelde Heeren op de Helder quaamen, verftonden ze dat zyn Hoogheit weer naar den Haage was vertrokken: dies keerden ze te rugh, en fpraaken met den Vorft in den Haage. Daar* na deedt de Raadtpenfionaris Fagef, den elfden van Auguftus, ter vergadering van hunne Ld. Groot Moog. verflagh van den uitflagdof onderhandeling, door hem, en d'andre vier Gedeputeerden der Heeren Staaten , met zyn Hoogheit den Heere Prinfle van Oranje, over ï kedrjf van'3Landts vloot,gehouden. Mier op  464 Het LEVEN van den 1673- op werdt by de Heeren Staaten, naa beraadcReibiutie flaaging, goedtgevonden en verftaan, dat zyn der Heeren Hoogheit door een brief zou worden verHoU^ndT" zocnt, te willen beveelen, dat de L. Admiraakende' raai de Ruiter met 's Landts vloot de vyandtbet geen lyke vloote zou volgen, de zeegaaten deezer men aan Landen, tot die van Texel en 't Vlie toe, onheil 'aanÊ" ^? Godts genadigen zeegen , voor d'Ooftingaand^het diïehe retour- cn andre fcheepen, met de employvan maght van 't Landt open en veilig maaken, de 'sLandts zelve retourfcheepen, de kuften deezer Lanvicot,zou^.en naderende, zoo veel moogelyk befcherverzoe*en. nien^ ^e vvancien van Voor de voorfchreeve s' zeegaaten, met de Goddelyke hulpe, verdry•ven: zoo nochtans, dat, in gevalle de vyanden de voorfchreeve zeegaaten zouden moogen openen en verlaaten , het dan niet noodig zou zyn de gemelde vyanden aan te grypen of te volgen; ten waare hy L. Admiraal de Ruiter oordeelde, dat hy hen in zoodaanigen gevalle met voordcel zou konnen aantallen: dat zyn Hoogheits goede geliefte moght weczen, dit befluit van hunne Ed. Groot Moog. mede voor dienftig en noodig aan te zien, en toe te ftemmen. Dat voorts zyn Hoogheit insgelyks zou worden verzocht te willen goedtvinden, dat negen kompagnien voetknechten van het regement van den Kornel Palm, ten dcele albereits naar 'sLandts vloote verzeilt, ten deele in d'uiterfte gaaten deezer Landen zeilreede leggende, op 's Landts vloote tot de voorfchreeve toght moghten worden gebruikt; dewyl 't voorfchreeve volk bevaaren , zeekundigh, en op de vloote zeer noodig was, en dat de voorfchreeve toght alleen voor eeni-  L. Admiraal DE RUITER. 465 ge weinige daagen zou duuren, en overzulks ifyfr aan hooghgemelde zyne Hoogheit geen groote ongemakken zou toebrengen: dat ook zyn Hoogheits goede gelicftemoght zyn, dat twee fregatjcs, tcgenwoordigh ontrent Schoonho■ ven gebruikt wordende, naar 's Landts vloote moghten gezonden worden , dewyl die van alles waaren voorzien, geen nut op die poft konden doen, en in de vloot den Lande groot voordcel zouden toebrengen : en dat zyn Hoogheit wyders moght verzocht worden, in de tegenwoordige geftelteniffe van tyden en zaaken wat meerder krygsvolk in deeze Provincie ontrent de zeeftroomen te willen brengen. Ten zeiven daage werdt ter vergadering van Hollandt noch goedtgevonden, dat de Heercn van Dordrecht , Delft, Amftcrdam , Rotterdam , Schiedam , Alkmaar > Hoorn, Enkhuizen, en Medenblik, met den Raadtpenfionaris, en den Secretaris Lodeftein, over't voorfchreeve bedryf van'sLandts vloot met zyn Hoogheit in nader onderhandeling zouden treeden, en zyn Hoogheit verzoeken , om over het voorfchreeve bedryf zoodanige beveelen te geeven , als de zelve ten meeften dienfte van den Lande zou oordeelen te behooren, Ook werdt toen by die n Aug\. van Holland^ verftaan en beftooten : dewyl 'j- Landts vloot zoude worden gebruikt, om de vyandtlyke vlooien, met Godts hulpe, van voor Texel en V Vlie te ver dry ven, den Raaden ter Admiraaliteit tot Amper dam en PFeftvrieftandt, mitsgaders den Bewindthebberen der Ooftindifche Kompagnie deezer Landen, aan te fchryyen, dat ze over nacht en dagh zoo veel toegeIV. Deel. Gg ruft  4^6 Het LEVEN van den 1673 ruft Meen vctartuigh naar de vloot zouden zëtt* ' den, als zy eeniglizins zouden konnen bekoomen. Daarentullchen bleef 's Landts vloot ontrent derdehalve myl van Scheveningen leggen, wachtende op naarder lalt. Hier werdt de L. Admiraal dc Ruiter van den Gezant van Spanje, Don Emanuel de Lira, den negenden tegens den avondt bezocht en begroet. Daar op volgde den tienden ruw weder, zoo dat'er eenige kabels braaken; doch 's anderendaaghs zagh men 's Landts vloot noch in iz'Aug goeden ftaat leggen. Den twaalfden der Zyn Hoog» raaandt, naa't houden van verfchcide beraadtheic cie fiaagingen te lande , quam zyn Hoogheit met Prinff'e van Cen viüchcrs pink, voerende de viaghvanboOrar.je «g naamiddaa:hs naar 's Landts vloot , kottin 'sL»ndu ' verzcl- mct de Heeren Ryngraaf, van de Lek, vloot. Beniingh, en verfcheide andere Edelen. De L. Admiraal de Ruiter zondt hem zyn tweeden Kapitein, Pietcr dc Liefde, met de Hoep te gemoet, daar hy in over ging. Aan boordt koomende, werdt hy met dertien eerfchooten Algerace* ontfangen cn verwelkomt. Men befpeurde ne vrtughi op zyn komft alom groóteblydtlchapby groot ko",Zyn en ^ccn' de ^hecpen lieten al hunne ." vlaggen cn wimpels afwaaijen. Het geroep vin Lang leef de Prins, klonk van fchip tot fchip door de gantfche vloot. De L. Admiraal de Ruiter liet terltöndt, op 't bevel van zyn Hoogheit,'den Schccpskrygsraadt aan boordt feinen, en terwyl men de Leden verwachtte, ging de Vorft met den L. Admiraal het fchip alomme bezien. Daar op quaamen dc L. AdmiraalenBankert, van Nes cn Tromp, cn voorts de Viceadmiraaicn cn Schoutenby- nacht  L. Admiraal DE RUITER. 4$ iiacht aan boorde, en zyn Hoogheit vraagde 16M* aan den Heer de Iluiter, cn d'andre Leden Zyn hoog* van den Krygsraadt, hoe cn op watwyze men aeils voor'sLandts vloote, ten dienft van den Staat, en ^elaand*a tot behoudenifle van de verwachtwordendë JJu*' Ooftindifche fcheepen, tegens de t'zaamcnge-1 ■ vocghde Koningklyke Engcifche enFranfche vloote, die zich voor en ontrent het Texel en 't Vlie hieldt gepofteert, zou konnen cn behoorde te bezigen? Hier op werdt by den Krygsraadt rypelyk beraadtflaaght, en in acht genoomen, dat het alomme groote opfpraak ' en twecdraght zou veroorzaaken, indien zoo koftelyke fcheepen'in handen van de vyanden vervielen , zonder 's Landts zeemaght tot der zeiver befcherming en behoudenis gebruikt te hebben. Derhalven hebben al de Leden een- D^Krygspaarighlyk geoordeclt, dat men de vyanden raadt verhoe eer hoe liever behoorde te naderen, en de fta2: dac zelve met het meejlevoordeelmoefttrachtenaanm6a ^e te taften, en, onder Godts zeegen, deküftéé^^^ zeegaaten deezer Landen te doen verlaaten, en bevechten* de zee alzoo voor d''aankoomende'r et ourfcheepen vry en veiligh te maaken. Dit goedtvinden Dit wordt werdt door zyn Hoogheit toegeftemt, als over- hY zyn eenkoomende met het ooghmerk der Heeren Ho°gneiStaaten: en werdt dienvolgens beflooten, dat t0g^!ïint* men zulks van ftonden aan in 't werk zouftel- daarop ge* len: gelyk breeder vervat was in zyn Hoog- noomen. heits brief, op dat fl.uk te vooren gefchree- . ven, die toen werdt geleezen, onderteekent, en den L. Admiraal de Ruiter, t'zynernaarichting, ter handt geilek, luidende gelyk volght» Gg s Ede*  468 Het LEVEN van den 1673. Edele, Geftrenge, manhaftc, vroome, lieve bczondere, Wy hebben we! ontfangen dc mifftve , by Uw .E. cn de andere L. Admïraalen gefchrceven in het fchip de zeven Provinciën, dryvende iusfchen Scheveninge en Katwyk , den achtflen deezer hopende maandt, ende daar uit gezien de bekommeringe die de zelve hebben, om op onze ordres van den vierden daar bevooren den vyandt aan te grypen, ende hebben vervolgens uit \Ftrfiag. het rapport f van den Raadtpenfionaris Fagel, en den Secretaris Lodejiein, omftandelyk en in 't breede verjlaan, wat gedachten Uw E. en den b.ougen Scheepskrygsraadt, ontrent dat geheele werk hebben opgevat, wy en moogen dan niet naar laat en Uw E. en de andere Hoofden van *s Landts vloote dank te zeggen, voor de goede 1 Bekidf. conduite 1 ende voorzichttgheu die de zelve gebruiken , om in den beginne en voor den aanvang de gantfche anke wel te overleggen, en de mannelyke dapperheit die Uw E. en de voorfchreeve andere Hoofden en Officieren betoonen, 3 Be/loo- om ,t gunt eens gerefolveert = is, onder Godes ten, zeegen, wel uit te voeren; Wy konnen wel verklaar en dat wy wenfehten niet in deeze ne3Noodt, cefjiteit "i gebraght te weezen, van te moeten refolveren , de vyanden van deczen Staat te doen 4sffivy. retireren 4 van voor de gaaten en de zeekuftèn ken. deezer Landen, tot het Texel en het Vlie toe, of ,s Landts maght, met Godes bulpe, te em5 Befiec- ployeren 5, om die van daar te ver dryven y en tien. de voorfchreeve gauten open ende veilighte maaken voor de Oojiindifche retourfcheepen, enzou. den  L. Admiraal DE RUITER. 46*9 den alsdan wel hebben doen blyken , dat wy niets 1673. liever zouden hebben gedaan, dan het leeven en de behoudeniffe van zoo veel dappere mannen , die zoo veel voor den Staat en voor ons hebben gedaan, en onder Godes genade het Landt hebben helpen bewaar en, buiten alle perykelen6 & Gevaarte Jtellcn, en niet wederom in de waaghfchaale hkbeden. te brengen eene fcheepsvloote, welkers confervatie 7 ofte verlies ons alle te zaamen van de ? Bcbow uitterfte importantie s is; Maar nademaal wy tief"'sden Koning van Grootbriitanjen tot noch toe niet ^Ge"-l'tch" hebben konnen beweegen tot het aangaan van eene vreede met deezen Staat, en alzoo voor te hoornen het vergieten van zoo veel Chriflen bloet, als wy voorzien dat in een naader gevecht tusfchen geloofsgenooten vergooten zal worden, en dat den almaghtigen Godt daarinne onze getuige zal weezen, dat ook 't voorfchreeve naader gevecht by ons niet ondernoomen werdt uit eene fucht tot glorie, ofte om te vcrkrygen eene naa me, dat wy een maghtige vloote van twee magh ■ tige Koningen hebben durven aangrypen ei.de tegengaan, maar dat wy tegens onze dank genoodtdrukt werden het leeven van zoo veele couragieufe 9 mannen in perykel te brengen, 0772 bet lie- 9 Dsppeve Vaderlandt te befchermen en behouden; enrcdat wy, om die voorfchreeve defenfie 10 te 'o Be. prefteren 11 , hebben geemployeert 14 alle het^herminS- vermoogen dat ons Godt den Heere almaghtigh tljBet0°' 7 r ,° ,. , 0 o nen. heeft believen te verleenen, zoo moeten wy ook uTewerk betrouwen dat de goede Godt en Heere van allegckght. lieirfchaaren en krygsmaghten in den dagh des Jïrydts Uw E. en de andere Hoofden, mitsgaders Officieren en matroozen, krachtelyk zal Gg 3 by  47° Het LEVEN tan den 1673. hyfiaan in een gevecht, dat tot befcherminge van den Lande, uit eene onvermydelyke noodt, ter handt genoomen moet werden; En gelyk zyne goddelyke Majejïeit zyne genaade tot tweemaal toe zoo vaderlyk en ziehlyk, tot ajjifien13 By- tie 13 en befcherminge van Uw £. en de andefiaiidt. re Hoofden, mitsgaders Officieren en matroozen van de voorfchreeve vloote, heeft laaien pit fchynen, dat ook alzoo die goeden Godt voor dc derdemaal den vyandt, die daar dar niet bewoogen heeft konnen worden om aan een redelyke vreede het oor te lecnen, zal befchaamen , en in den daags des Jirydts doen bezwyken, en dat zyne goddelyke Majejïeit openbaar zal maaien, dat hy een grooten vyandt, op zyn macht zich zoodaanigh verheffende, dat hy geloojt daar door albereits alles vermeeftert te hebben, door eene mindere maght zeer wel kan inbinden , en eene verlofjinge en aitkomjle geevcn, daar door zyn heiligen Naam des te meerder geeert en gevrecjl moet werden, zoo als wy niet alleen in voorige, maar ook in deeze jegenwoordige tyden van die Goddelyke genaade handttajtelyke proeven, zoo te water als te lande, hebben gezien; Wy weeten wel dat ook die Godt door menfehelyke middelen wil werken, en dat het een reukeloosheit zoude weezen, met een handt vol volks tegens een geheel heirleger aan te gaan, cn dat Godt v rbiedt zyne goclde^ lyke Majejïeit te verzoeken; maar naadcmaal dit gevecht by ons ondernoomen moet werden, Otn dat wy geen middel zien hoe het zelve te ontgaan, en dat wy, tot onze lehoudenijje, jiebben by gebraght alles wat wy hebben konnen \ by  L. Admiraal DE RUITER. 471 by een krygen, zoo moeten wy hoopen dat Godt, 1673. de rechtvaardigkeit onzer zaake inziende, ons om zyns Naams wille behouden ende een zeegen verkenen zal; Uw E. en de andere Hoof' den hebben zeer wel gecovfidereert >, dat het \ da„ge. de uiterfce murmuratie - en confufie 3 zoude werkt yeroorzaaken, dat zoo kojlelykcn fchat, als ? Morzyn de Ooflindlfche retourfcheepen, in handen'u"gper_ van de vyanden zoude hebben laaten vervallen, warring, zonder V Landts maght gebruikt te hebben lot ^Merkder zeiver reddinge: en dat de vyandt, zoowaa'dieen notablen 4 rykdom en aivantagc 5 behaaltge"^Mr hebbende, niet te di [poneren 6 zoude weezen ^ tot eene eerlyke vree de: ende die reden obli- <5 Bezveegeert 7 ons om de jegemvoordige refolut'ie tegen, moeten nee'men. Wy meenen niet dat het van f.^ff' noode is Uw E. en de andere Hoofden, en Officieren, mitsgaders foldaaten en matroozen, op te wekken, om haar hier ontrent mannelyk te draagen, dewyle wy overvloedige floffe ende reden hebben om haar alle te zaamen te danken voor de goede wille, by haar, onder Godes zeegen, zoo lofjelyk ende dapperlyk betuight; ende en zullen ook niet onder laaten te betoonen hoe aangenaam hetzelve aan ons is gcweejl, maar verzoeken alleen dat de zelve, tot afweeringe van dit laatfte ejfort8 onzer vyanden, oogen. daar in willen continueren 9, en, voor oogen ^olber" hebbende de rechtvaardigheit van onze zaake tegens- die voorfchreeve vyanden, de groote ge-_ nade door den grooten Godt tot tweemaal toe in deeze gevechten zoo klaarlyk f onzer hulpe beweezen, den wel/landt die een gelukkige uitkomfïe van dit derde treffen het Landt zoude Gg 4 toe-  472 Het LEVEN van den ÏÓ73. toebrengen, ofte de jammerlyke ellende, daar in zoo veele goede menfchen en onnozele kinderen, zoo naar ziele en lichaam, zoude werden gebragkt, indien de vyandt de overhandt quam te verkrygen, ende zulks den zegen, die dc zelve by Godt en menfchen zullen behaalen, indien zy vroomelyk tegens den vyandt koornen te 10 Las- flyyden ? 0fxe de fchande en blame 10 die zy op haar zouden laaden, inden zy haar laffelyk i! Draa- koornen te comporteren 11 , haar uiterfle vermoogen. gen willen aanwenden om den vyandt met cou- ïiMoedt.rage 12 aan te taflen, met een loffelyke flandtvajligheit allomme bejegenen, en den anderen 13#y- als broeders feconderen '■• en te hulpe koornen, fiaan. n-iet twyffelende of zyne goddelyke Majejïeit zal zoodaanige goede refolutie met een gezee- Mï'er gende uitkomjt kroonen, en ons obligcren '4 om binden. onze gedachten op dank en belooninge voor alle te keeren: en hebben derhalven, naar dat wy ' 15 Beden-an s wat te confidcreren *5 fconde aandachtelyk hebben overwoogen, ende op het eenpaarigh advys van de Heeren haar Hoog. Moog. Gedeputeerden ter Generaaliteii, en van de Heeren Staaten van Holiandt en Weflvrieflandt, goedtgevonden , Uw E. mitsdcezen te ordonneren, 16 Oo. dit Uw E. zonder eenigh moment 16 tydtverlies, icnllik. '* anker zal lichten, de vyanden van deezen Staat met V Landts vloote volgen, de zeegaaten deezer Landen, tot die van Texel en 't T'lie toe, onder Godes genaadigen zeegen, voor de Ooftindifche retour- en andere fcheepen, mei de maght van V Landt zal openen en veiligh maaken, de zelve retourfcheepen, de kujlen deezer Landen naaderende, zoo veel moogelyk, pro-  L. Admiraal DE RUITER. 473 protegeren , ende de voorfchreeve zeegaaten 1675. voor de voorzeide vyanden, met zyne godde'y- 17 üeke Majejïeits hulpe, bevrydcn zat: zoo noch- febermen. tans, dat, in gevalle de voorfchreeve vyanden de voornoemde zeegaaten zouden moogen koornen te openen en z er laaten, het niet n odigh weezen zal de voorfchreeve vyanden aan te grypen ofte te volgen, ten waare Uw E. oordeelde dut Uw F,, haar in zoodaanigen gevalle met avan- ^ tage f zoude konnen aantajien. Wy bidden ' Godt den Heere almaghtigh, dat zyne goddelyke Majejïeit eene goede en genadige uitkomjt, tot zyns Naams eer e, hierop wil verkenen, en Uw E. in zyne heilige befcherminge nemen: ende blyven, Edele, Geftrenge, manhafte, lieve byzondere, ^ztJtl Prt"ifchf,Pttn Uw E. vriendtwilUgc, anker ttijjcben Kctivyk en Scheveningen, den 11 Avfitftt 1673. G. H, PRINCE d'ORANGE. Ter zclver uure heefc ook zyn Hoogheit by monde alle de Leden van den Krygsraadt tot hunnen plicht vermaant, enmetverfcheide redenen opgewekt, hun ook aanzeggende, dat de Itranden cn zeegaaten alomme wel waaren bezet en bezorght. Daarna liet men al 't fcheepsvolk boven koornen, ftaande zyn Hoogheit, de L. Admiraal de Ruiter, en andere Heeren van den Krygsraadt, op het halfGg 5 ver-  474 Hit LEVEN VAN DEN ïü73. verdek, daar dematroozen en foldaatenzich rondesom plaatteen, en die daar niet liaan konden klommen in 't wandt, om zyn Hoogheit te zien, en te hooren wat men hun zou voorDe Rui-houden. De lieer de Ruiter, het woordt ters aan- neejTienc]c zcide met korte woorden: Manfpraak aan , ,. , . 1 , Zy„ nën, t Jchynt dat men noch eens zal moeten fchceps- (laan, en dat de vyanden niet zuikn ruften volk in't yoor dat wy noch een derde kans met hun zulbyzyn van jcn jie^en gewaaght. Ook kan ik niet hvyfzyn Uoog-^^n ^ 6^^ ? my nu fWeemaal getrouwèlyk hebt by ge ft aan, zult nu ook de derdemaal toonen dat gy mannen zyt, die genegen zyn voor 't-lieve Vaderlandt, voor cToude vryheit, voor zyn Hoogheit, en voor vrouwen en kinderen, tegens alle vyanden, nevens myteftryden. Zyt gy niet alle in 't gemeen, en elk in V by zonder , hooft voor hooft, gezint uw eer en eedt, als eerlykè luiden, tot 'er doodt toe te betrachten: temeer, omdat zyn Hoogheit, die hier nevens my ftaat, de blooden zal doen ftraffen, en de geenen die zich wel draagen eèrlyk belooncn, welke lefte woorden zyn Hoogheit met zyn mynen en woorden toeftemde, en ■ beveftighdei Waar op al het volk met groot gejuich Ja riep, en de meefte lieten de muts, op zyn matroos, om't hooft gaan, en 't geroep van Lang leeft de Prins, werdt hervat. Welk bctoogh van genegenthek van den Vorft met dricmaalcn den hoedt te lichten heufchelyk werdt bejegent. Straks daarna ging zyn Hoogheit weer in de floep, en liet zich aan de pink roeijen , cn voorts naar Scheveningen voeren. In 'taffcheiden werdt hy van alle de fcheepen met veel kanonfehoo- ten  L. Admiraal DE RUITER. 475 ten vereert. Ten zei ven daage is ter vergaa- 1673. deringe der Heeren Staaten van Hollandt, De spanaar voorgaande beraadtllaaging, en naa dat^„](j^ in achting genooinen was, hoe eerlïdaaghs b °ve^ tuflehen de vyandtlykc vlooten en die van dcc- Goclt vie. zen Staat wel een zeegevecht zou moogen rïghlyk ~ie voorvallen, en dat den Staat aan den goeden bidden om ( uitflasrh van dien ten hooshften gelegen lag, ^overwin1, • • n 1 "1 u- ninginden cn d overwinning alleenlyk hing aan Goots aan^a>a_ almaghtigc fchikking, goedtgevonden en ver- den z'e'e. ftaan: dat Burgermeefteren cn Regeerders flagh, en van de Steden der Provincie zoude aange- daar toe fchreeven worden, ieder in dc zyne zoodaa- °^iJ^5["be nige ordrc te ftcllen, dat dc Predikanten al-™^^*" daar zyne goddelyke Majefteit daar over zon- aln te ftej, der ophouden vierighlyk zouden bidden, enien. by alle gelegentheit van prediken hunne gebeden daar naar richten, en de gemeente daar toe vermWien, ook daagelyks byzonderebedeftonden daar toe aanllellen: en byzonderlyk mede ten zeiven einde de gemeente zouden doen byecn koornen, zoo wanneer door 't gehoor van fchietcn met kanon het voorzeide zeegevecht zou moogen bekent worden. Pesandcrcndaaghs, 'smorgensvroegh, ging- 'SLandts 'sLandts vloot onderzeil, Noordtwaartaan, v,!oot 2aat meteen flappen Weftely ken windt, die'snafl-1**1^ middaghs wakkerde, en tegen den avondc 'ö' Noordtweft liep, met een betrokken lucht cn regen. Derbalveiv werdt de L. Admiraal dc Ruiter te raade, om niet van elkandcrcn te vcr'lrooijen, d'ankers ontrent drie mylcn dwars van Petten te laaten vallen. Daar leggende, krecgen ze 'snachts zulk een harden ilorm uit den Weftnoordt wellen, dat verfchei- de  476 Het LEVEN van ben 1673. dd kabels gebrooken, en ankers verlooren werden, onder anderen brak de Ruiters anker, zoo dat hy 't plechtanker liet vallen. Dit harde weder duurde, hoewel d'eene tydt zwaarder dan d'ander, drie of vier daagen. Zommige fcheepen verlooren twee kabels, een Vriefch fchip drie kabels en een anker, cn de Viceadmiraal Evertszoon twee ankers cn kabels: zoo dat men, toen 't weer wat bedaarde, noch genoodtzaakt was te blyven leggen, om te zien of iemandt zyn ankers en D« vloot kabels kon viflehen, cn bergen. Den zevenijè:jzf'tie»den der maandt ging de Heer de Ruiter 6' met de vloot wcêr onder zeil, met voorncemen om zich te begeeven tuflehen het Texel en'tVlic, het landt in 't gezicht. De windt was toen Noordtweiltennoord.cn, en men laveerde dien gantfehea dagh en den volgenden nacht, om de vyanden te naderen, die men toen verftondt dat vier of vyf myjeri van daar op anker laagcn. Op dien dagh ontfing de L. Admiraal de Ruiter twee brieven , van eenige Bevvinthebberen der Ooftindifche 'Compagnie, en Gevolmaghtighden van de vergaadering van Zeventienen , beide dien dagh gefchreeven, d'cerfte op den Helder, de tweede in 't Compagnies jacht, leggende Bekom- 'in't Nieuwe Diep: meldende hunne groote maring bekommering en vrceze voor de retóurfchced'*Ooilia-' pen' die al'e uaJen Honden te koornen, ja difebe ' a^ behoorden gekoomen te zyn: hem met cefcheepeo. «cn bekent maakendc, dat dc vyanden dien dagh gezien waaren tuflehen de Breeveèrtierien en 't Landt, cn dat ze, naaft Godts hulpe, geen andre hoop hadden, dan dat de zee-  L. Admiraal DE RUITER. 477 gaaten van 't Texel en 'tVlie weder geopent, 1673, en de gemelde fcheepen door hem en'sLandts vloot befchermt moghtcn worden: met verder verzoek, dat hy daar een gunltigh ooge op zou blyven houden. Ook quam hem ten dien daage noch een brief van zyn Hoogheit ord!ü "a ter handen, van dcezen inhoudt: dat zynZynHooï' Hoogheit in bekommering was gebraght, dat heit. •de vyandtlyke vloote wel naard'Eems moght Cefcbreeverzeilen, om de retourfcheepen daar waaf ve2*Jen te neemen: met verdre ordre, dat de Rui-1 "s' ter, van dat verzeilen kondtfehapbekoomende, zich in zulk een gevalle met 'sLandts vloote mede derwaarts zou moogen begeeven , indien hy oordeelde dat de retourfcheepen aldaar van de vyanden zouden konnen aangetaft worden, en dat het verzeilen van 'sLandts vloot naar de Eems, naar foldaaten zeemanfehap zou bchooren te gefchieden. Eenige daagen te vooren hadt de Heer Raadtpenfionaris Fagel hem gefchreeven, dat zyn Hoogheit 'sLandts vloot niet alleen met zyn hart, maar ook met zyn oogh zou volgen, zich daarom naar den Helder begeeven, opdat hy V werk zoo veel te naader zou moogen zyn, en zoo veel ordres zou moogen [lellen, als tot verfterking van ,sLandts vloot zouden konnen gegeeven worden. Ontrent deezen tydt hadt de L. Admiraal de Ruiter bevoolen, dat men een nette lylt zou opmaaken van 'sLandts vloote, verdeelt in drie esquadres, en elk esquadre in drie fmaldeelen, mitsgaders der zeiver bemanning en monture, die den zeventienden der maandt werdt voltrokken, en daarna aan hunne Hoog. Moog. gezonden. 'sLandts  478 Het LEVEN van den 1673. 's Landts vloot beflo.ndt toen, op den zeventienden van Augüftus, in 75 fcheepen en fregatten van oorlogh, 25 branders, en 18 advysiachtcn, t'zaamcn 118 zeilen, voorzien met 4312 ftukkert géfchuts, en bemant met 17452 matroozen, en 2582 foldaaten. Ook werdt de vloot den achtienden noch verflerkd met 165 foldaaten en 177 matroozen, die op de fcheepen, daar men 't mcefte gebrék van volk hadt, werden verdeelt. De zee- cn landtfoldaaten Honden onder Luitenants, Vaandrighs, Sergeants of Korporaals: ook Etiyl:e vonden zich verfcheide Kapiteinenop 'sLandts Kiplteloen vloot: naamcntlyk, Johan Rammelman, Gervan zee rit Krabet, JanMorrcs, Picter de Glarges, ec landt- Hugo van Alten del ft, Jan Tceding Berkhout, folduien j^redrik Lier van Wycnhorlt, Korneiis Wit▼toou*" S zen' ^irk Iiaringhkaspcl, Scveryn van 01•denhof, Picter van Zullen van Nievelt, Blommc, Aibcrt van Harderwyk, Jan Babtiü. Beniard, Heer van Rcfé, en Warnard Matthyszoon, die daarna hun deel hadden in 't gevaar cn in d'eere van 't volgende geDe vloot vecht. De vloot, gelyk gezeit is, hadt den wordt zeventienden cn den volgenden nacht de vv- 000- te- , , ™, r- . eenwindt am-en met laveren gepooght te naderen , maar en hardt kon door 't hardt weder, dat t'elkens opweder op-ftak, weinig vorderen: ja verfcheide fcheegehouJen,pen lecden door 't laveren en hardt prangen fa''! ,\ merkelyke fchaade. Zelfs de Ruiters groot marszeil woey aan ftukken, een ander fchip verloor zyn groote fteng, ech ander zyn voorfteng, en twee verlooren hun voormarszeilen , cn braaken hunne rees: en wel zefiicn fcheepen raakten een groot Huk weeghs in de  L. Admiraal DE RUITER. 479 ly van's Landts vloot af. De Keer dc Rui- 1673. ter, oordeelende dat met onder zeil te blyven vcele fcheepen zouden worden befchaadiriht, en de vloot van een verfpreidt, verftondt dat men met de vloot wat dieper in t8^«Tzee zoude loopen, cn weer ten anker koornen, om beter weder en gunfüger windt af te wachten. Daar op ftak men t'zeewaart in, Staekt en quam op vyftien vadem, Kamperduin"iePer"f Zuidtoofttenooften van zich, ten anker.kojn't daaf Toen deedt dc buitewacht fein , dat ze det2n anker, wanden zaagen. De L. Admiraal dc Ruiter zondt twee galjoots, om de lywaartfte fcheepen aan te zeggen, dat ze hun heil zouden doen om by de vloot te koornen. Op den wondt braght Kornclis van der Moeven, Kommandeur van 't fregat Schiedam, een Engclfche kits of hoeker, gemonteert met acht ftukken, en bemant met achtendertig man, die hy gen oom en hadt, onderdevlagh. Ter zclver tydt móeft men uit ieder esquadre Driebrancen brandtfehip, dat niet langer zeckonbou-oers °PSe" wen, uitdevlooteopzend.cn: het eertle omZuBdea* dat het geen cbaloup hadt, het tweede by gebrek van ankers en touwen, en het derde mits lekkagie, en andre onbequaamheit. Den l9 ^"Snegentienden bleef men noch ftil leggen, wachtende op beter windt, en de brandtwacht bracht tyding, dat de.vyanden noch -kagen als vooren. De Meerde Ruiterfchreef toen aan eenigc Heeren, wat vlyt by hem was aangewendt om de vyanden te naderen, D„ . en dat hy verwondert ftondt, dat de vyanden, tergve^' die 'sLandts vloot daar wel zaagen, niet wondering ieefder waaren, met hem een weinigh te ge-over't v«- moet  48o Het LEVEN van den 1673. moct te hoornen, dewyl ze de windt tot hun toeven eer voordeel hadden. Zeeker Heer, die zich op vyanden. den Helder onthiekk, liet hem wceten, hoe uit Keulen, daar men 'toen van vrcede handelde, werdt gefchreeven, dat een Gezant van Zwceden, met een Engelfch Gezant in Boertree gefprek geraakt, al boenende hadt gezeit: de ie Ku.-( ziende miflehien op het geen tuflehen d'Enha. geifche en de Ncderlandtfchc vlooten den eciken van Auguftus was voorgevallen) Dat d'Engclfchen beleeft waar en, dewyl ze voor de Hollanders ruimte op de zee maakten: en dat d'EngeHche Gezant daar op antwoordde : Dat de Hollandtfche vloot met de pefl was befmet, en dat d'Engelfche daarom met dezelve geen doen wilden hebben: maar dat de Gezant van Zwceden daar toen op zcide : Verflaan ie hebben- dat d''Engelfchen aan de loop vaft waaren, V welk ook al een befmettelyke ziekte was. Of dit gefprek zoo waarlyk was voorgevallen, of van iemant verziert, kan ik met geen zekerheit zeggen: maar den brief, die 't te dier tydt verhaalde, heb ik zelfs ge^ zien, en laat een ieder daar van oordcclen EenOoft-naar zyn believen. Gcduurende dat ftil le'gindifch re-gen van beider zydts vlooten, viel een Holtourichip^ iandtlch ■ Ooftindifch rctourfchip, genocmt Sj^°^"1 volgens zyn gewoon beleidt, ziek printed ' dienende van het behulp der duijlernh , zich \$HK ■J'aeoi -&E^ PRINS ROBBERT EN GKAAE DE ESTRÉEBYKYKD^1AUG.1% Lf-k^' ^fefer^^ i^zë&t),^ tPf^^. fSiïJS^- tS&BËBX: %&^Tr%zL. '  L. Admiraal DE RUITER. 483 tydts fein, dat zich elk in ordre zou rangeren, 1673. om de vyanden aan te taften. Dit werdt fpoedelyk in 't werk geftelt: ook zagh men dat d'Engelfchen en Franfchen zich insgelyks in ordre fchikten, wachtende de Nederlanders met kieen zeil in. Zy waaren van gelykenin drie esquadres verdeelt. Het hooftesquadre onder Prins Robbert, als Admiraal, voerende de roode vlagh, hadt Johan Hermans toe Viceadmiraal, en John Cliichelcy tot Schoutbynacht. In 't esquadre der blaauwe vlagh hadt de Ridder Eduard Spragh het gebiedt, en de Graaf van Oflery Schoutbynacht. De Graaf van Eftrée geboodt ovcr't esquadre der witte vlag, beftaande uit Franfchc fcheepen. De Nederlanders naar de vyanden toeloo- *i/f*p pende , hadt Tromp cerft d'avantgucrde^ 01 voortoght, de Ruiter dc batailje of middeltoght, en Eankert d'arriereguarde of achterhoede. Maar de vyanden'ontrent ten half achten tegens hen aan wendende, liet de Ruiter ftraks'daarna fein doen van ook te wenden, en liep met 'sLandts vloot voor dc windt om, om des te eer a?,n de vyanden teraaken. Door dit wenden kreegh nu Banken met zyn esquadre de voortoght, de Ruiter de middel toght, en Tromp d'achterhoede. Ontrent ten half Begin van negen viel Bankert op 't esquadre van Eftrée, ^ej™* die 'svyandts voortocht voerde, in, en ver- ^^fa volgens de Ruiter op Prins Robberts esqua- en den dre' der roode vlagh, en Tromp op d'achter- Heider. tocht der vyanden, 't esquadre der blaauwe ~\ dug. vlagh, onder den Ridder Spragh. Toen begon den ftrydt aan alle kanten, doch in 't eene esquadre veel fcherper dan in 't ander. Van Hh a 'c  4B4 Het LEVËN van deh 1673. 't Franfch esquadre der witte vlafge onder' T«SlnChtP5é!' W^dc ^npaarighlyk van°de'Nederke™ landers en Engelfehen gctuight, dat het zich hetesqua- vry achterlyk hieldt, zonder zich recht in 't dre der gevecht m te laaten, hoewel 'tEftréeaan "-een witte vlag- moedt noch beleidtontbrak. Doch men houdt ge onder dat hy door een heimelyke laft van zvnenKoDapper "mg werdt wederhouden. Maar zyn Schoutheit van de by.nacht, de Martel, poogende zyn eer tebeMartel. trachten, raakte met etlykc fcheepen van Bankerts esquadre in zulk een hardt gevecht, zich dapper verweerende, dat hy in groot gevaar verviel, en inden brandt werdt gefchooten, dien hy ter naauwer noodt blufchte, zich bergende by d'andre fcheepen van Eftrée, hebbende wel zesendertig man verlooren, en zich beklaagende, dat men hem niet hadt bygeftaan naa behooren. Ontrent den zclven tydt pooghden de Franfchen den L. Admiraal Bankert, die eenighzins van zyn esquadre was afgeraakt, te verbranden; maar de brander, die t op hem hadt gemunt, werdt vruchteloos geipilt. Daarna dreef Bankert de Franfchen om de Ooft, daar ze in de windt bleven leggen hangen, zonder wederom af te koornen waar op zy door de Viceadmiraalen Everts' zoon en Enno Doedes Star werden naar °-cwendt, doch geduurigh afwvkende, hielden Je Ruiters ze voor hun geen ftandt. De L. Admiraal de £ pï.n, S"." 3f onde^yl met zyn esquadre een Robberts ÏChnkkdyfc gevecht met Prins Robberts e.sesquadre. quadre der roode vlugge. Men floegh etlvke maaien door eikanderen heen , dan d'een,dan d ander de loef hebbende. De Nederlanders lchooten met hun kanon zoo ras als met musket-  L. Admiraal DE RUITER. 485 ketten, driemaal tegens de vyanden eens. 1673. D'Engelfchen zeggen, dat men zoodaanig m 4ug. vocht,als of men door een verborge drift wou te kennen geeven, dat dit de lefte ftrydt zou zyn, in 't welk men d'uiterftc proeven van beleidt en dapperheit zou toonen. Ter zclver tydt werden in verfcheide Hollandtfche Ste-> den, daar men, door 't grouwzaam gefchiet, of by andere middelen, kennilTe kreegh dat de vlooten aan malkanderen waaren, openbaare gebeeden tot Godt uitgeftort. Op het Gebedeluiden der klokken liepen de kerken, en de tonden vergaderplaatzen van alle gezintheden vol, en ^g^ veele duizenden van menfchen fmeekten, op vecht in den voorgang der Predikanten en Leeraaren, verfcheide om genaade, byftandt en verloifing, ten goe- Steden van de des Vaderlandts. Ook gedenkt my dat men Hoiiandt binnen Amfterdam al ten negen of ftien uurengell0U en" de Gemeentens by een klepte, en niet alleen voor den middagh, maar ook namiddagh, en 's avondts bedeftonde-n hieldt: met zoo groot een beweegenis der gemoeden, en vuurighek van geeft, als mén daar noch nooit in eenigen noodt onder d'ingezcetenen hadt befpeurt. Want elk hieldt dat aan deezen flagh het gantfche Vaderlandt hing, en dat men nu vocht om't uitheemfch juk t'ontgaan. Doch ik keer weder tot het gevecht, daar dc L. Admiraal de Ruiter met de zynen grooxe vlydt deedt om Prins Robbert te naderen :• dan die was met vier- of vyf branders omringht, en werdt van zyne noodthulpen manlyk befchermt. Maar des niettemin braght de Ruiter eenige onorde in zyn esquadre, dat wat van een raakte., zoo. dat ecnigc- branders, van. hfimi af drer H.h 3 yen..  486 Het LEVEN van den 1673. ven. D'Engelfchen zochten met hunne bran«S *Öi 16 Zy C,°C ^-"^ntvvintigh toe indevloot branders ^aduen veel te verrichten, doch de Nederverovwrrf Jan«crs hebben hun eenige der zelve met flouverbiandr. Pcn afgenoomen , of hen genoodtzaakt daar den brandt in te llceken. Een brander, genoemt dc Luipaart , een Pmasfchib , met twintig man en zes yzre Hukken, gevoertdoor Matthcus Borren, werdt door dcRuitcrsvoik verovert, en daarna door zyn laft verbrandt. Ontrent ten tien uuren, ofwatlaater, kree^h men een dikken mift met reegen, die ontrent een uur duurde, doch evenwel werdt geduuVanNes righ gevochten. Dc L. Admiraal van Nes in v ge raakte met Prins Robbert en noch zes of zeSRob-Ve\En?clfche fcbeePe« ineen hachclvk geberr. vec^, dewyl hy meelt in 't voorde van zyn Ly,1t imaldeel was. Zyn bezaansroede werdt midfcha.de. den door gefchooten, en al zyn rondthout zoo befchaadight, dat hy zeer reddeloos en onLtrhartig-waghtigh wierdt. Dus leggende, zash hv drieZi- f"0 KaPitei»en van zyn fmaldeel boven hem teineu. le£Sen> zonder de vyanden te naderen: dies zondt hy een fnaau naar hen toe, met bevel dat ze nader zouden koornen: maar in plaats van dat t'achtervolgen, deeden ze geen vlyt altoos om van plaats te veranderen. Een van de gemelde drie, voerende een fchip vantze, ventigh ftukken, brafte dan 't een en tlan 't ander zeil tegen de maft, en bleef zoo aan bakDrie En 5°°" Va" Van Nes leSgen, d^ de vyandt te geif'he ft»"rboordt van zich hadt. De mift of rook fcheepen wat opklaarende, zagh van Nes drie vyandtofbnnders.fyfce fcheepen, 't zy branders of andere"branverbrandi. den. Daarna, terwyl van Nes bezich vLs om voor  L. Admiraal DE RUITER. 487 voor zyn groot marszeil, dat nukken was ge- 1673. fchooten, een voormarszeil aan te liaan, en zich weer klaar te maaken, was Prins Robbert met noch eenfge andre Engelfche fcheepen hem voorby gefchooten, de blinden voor de boegh byzettende, en licht af voor hem heft», nen ïoopende, maar zy koften 't voor den L. Admiraal de Ruiter niet overhaalen, waar om zy byftaaken. De L. Admiraal Bankert, zien- De Fraude dat de Franfchen geen ftandt hielden ^tEFJJJ f*£ vondt ongeraaden hen lang te volgen, omniet d^de>°a" te verre van 't gros van 's Landts vloot af te voeght' wyfcen, en wendde het naar de Ruiters es-zicnBanquadre, zich daar bv voegende, om 't csqua-kert by de d're der roode vlagge met te meer krachts aan Ruit^' te vallen. Hier door werdt Prins Robbert de prjns R«bm laft te zwaar, men gaf van alle zyden vreeflyk beuaan't vuur op hem en de zynen, en dreef hem om Wyken. de Weft. Men zagh hem te dier tydtNoordtweft aan, en de Franfchen Ooft aan loopen , waaijende de windt toen uit den Zuidtzuidtweften. De Ruiter, van Nes, en Bankert, vervolgden Prins Robbert cn 't esquadre der roode vlagge, dat te vergeefs hulp van de Franfche verwachtte, tot ontrent twee uuren naa de middagh, Ondertuffchen was dc L. Admiraal Tromp met zyn esquadre, en 't esquadre der blaauwe vlagh , in 't Noorden f t'eenemaal uit het gezicht geraakt. Derhalven oordeelde de Heer de Ruiter, dat hy met de zynen noodtzaakelyk diende te wenden;, om Tromp op te zoeken ,en des noodtst'ontzetten. Hy brafte zyn voormarszeil tegen, DeRu'ter en hieldt het met zyn en Bankerts esquadre wendt bet voor windt af, naar 't gefchje? toe, dat men naarTromP Hh 4 Noord;- ««•  ASS Het LEVEN van den 1673. Noordrooft van zich tuiïchcn Tromp en Spraghs esquadre hoorde. Prins Robbert dit ziende, en zoo bekommert voor Spragh als de Ruiter voor Tromp, heeft insgelvks met de zynen gewendt, en zeilde aan bakboort, doch even buiten fchoots van de Nederlanders, cenen ftreek met hun heenen , enEitrce met de Franfchen volgde d'Engelfchen, maar tuffchen 'at Tl'e achtCr aan" DeL-AdmiraalTromps Troirpen ^quadre was ontrent ten negen uuren tegens »te«qu»dr< d achterhoede der Engelfchen, het esquadre deibiaju- der blaauwe vlagh , aan gewendt. Hy werdt . vlagge. van den Admiraal en Ridder Spragh, met het topzeil op de mail , kloekmoedighlyk ingewacht. Doch eenige Engelfchen vernaaien, dat Spragh met dit inwachten Prins Robberts ordre te buiten ging, en dat hem belaft was, en hy belooft hadt, met zyn esquadre ontrent Prins Robberts esquadre te blyven, en niet van zyn zyde te wyken, daar hy nu ver in ly van al de relt een afgezonden gevecht aanging. Doch wat daar van zy, \ is altydtzeeker dat hy, toen hem Tromp ten ftryde vorderde, niet met ccre kon afwyken, en noodig oordeelde hem zonder te aarzelen 't hooft te bieden. De Viceadmiraal Sweerswasmet zyn fmaldeel d'eerlie die met de voorfie fcheepen der blaauwe vlagge, JohanKemthorn, en den Graaf van OfTery, den ftrydt begon: en korts daarna raakten beide dAdmiraalen, Tromp en Spragh, aan den anderen, elk geGevecht volght van de zynen. Sweers dronp-zoo fterk VoSweeis op Kempthorn aan, dat hy eindelykgenoodtzaakt werdt te deinzen : 't welk de meelis fcheepen dep blaauwe vlagge deed afzakken, wcr^  L. Admiraal DE RUITER. 4S9, werdende van de Nederlanders kort gevolght, 167$* Maar Tromp en Spragh bleven eikanderen, Gevecht, d'eene met het fchip de Goude Leeuw, d'an- "jflchen der met de Royale Prins, zonder zeil te rep- gp^^611 pen, ontrent zeven glaazen, dat zyn drie uuren en een half, op zyde leggen, zonder ophouden op elkander fchietende met gefchut en musquetten : en zoo gelukkelyk voor Tromp Tromp en de zynen, dat daar iet voorviel,vecht on't geen zoo onmooghlyk fchynt als 't waar- trenrdrie achtig is: te weeten, dat men zes geheele^"^"ë glaazen (te weeten, drie geheele uuren, be- gequecften ginnende een vierendeel uurs naa achten, entebekoocindigcnde een vierendeel uurs naa elven) irieu. vocht, eer dat icmant op Tromps fchip, onder vierhondert en in de tzeventigh menfchen, gequetft of bezeert werdt: 't welknietanders kon aangemerkt worden dan voor een wonderlyke bewaaring, in zoo groot een gevaar, niet by geval gefchiet, maar door een goddelyke beftiering en hulpe. Ook fchryf ik dit nietuit een los gerucht, maar uit een geloofwaardigh bericht der geenendie't den Heer Tromp en andre ooghgetuigen meer dan eens hoorden verhaalen. De meefte koegels vloogcn mis of over 't fchip heenen. Ook werdt met «\Atigx geen minder zekerheit vertelt, dat de L. Admiraal de Ruiter insgelyks met groot geluk vocht, en weinigdooden engequetlten kreegh: 't geen zommigen bewoogh te zeggen, dat het fcheen ah of men de koegels van zyn fchip* zagh affluiten. 'T is ook zecker dat men den Heer de Ruiter, in 't midden van 't gevecht, tegens iemant hoorde zeggen: Ik bidt u ziet dit werk eens aangaan , ziet. dg koegels eens H h 5 vfie-  49° Het LEVEN van den 1673. vliegen, en hoort ze eens [norren en huilen, en evenwel ons wandt [laainoch, en ons volk is noch meeft gezondt. Verfcheide andere fcheepen fpraaken van gelyk geluk: en 't is zeek» dat het getal dor dooden en gequetlten ten ekSprfgh be- de van den llagh zeer kleen was. Dan 't fchip keD,,eW"*Van SPra;?h werdt zoodaanigh.getroffen, dr.t hy ten twaalf uuren op den middaghdc vlucht móeft ncemen; doch dc L. Admiraal Tromp wdcle hem niet verlaaten, en fchoot al volgende hem zyn zeilen en rondthout van boven neer, met naamen zyn bezaans maft. Ook hack hy ('t geen de Graaf van Olïery naderhandt aan den Heer Tromp mondeling betuighde) op zyn fchip eerlang ontrent vierhonderdt dooden cn drichonderdt gcquedlen, Vyfticn of zeftien fcheepen van Spraghs esquadre ftenden hem trouwclyk by. Hierdoor raakte Tromp zoo verwerdt onder de vyanden, die Van aile kanten op hem troffen," dat hy zeer reddeloos werdt. Het hing dien dagh mét zyn fchip den gouden Leeuw meenighrtiaal als aan een zyden draadt, door de meenrghvuldige branders, die daar opafquaamen, en' tY'ii-.ens werden afgeweert, vernielt , of Tof vm vergeefs gefpilt, Hy'hadt tot cerlten KapiThuto'n t€.'n °p Zyn dcn dapperen Thomas To- Tobias? b.ias' een Yr van geboorte, en Roomfchgeziut,doch een groot liefhebber van denvryen Staat, die voor deezen als Kapitein op verfcheide oorloghfeheepen 't gebiedt hadt gevoert, en altydts om zyn trouw en vroomheit feT'°'rpSd WUS iK'dankt. Does gaf nu op nieu grootte jeerbT-' 1 D'yken. van zyn belcit' cn klockmocdi'ghek; ('cbadi^ht. doch cindelyk werdt het fchip door 't groot  L. Admiraal DE RUITER. 491 getal der vyanden zoo doornagelt, dat zyn 1673. mailen dreighden buiten boordt te vallen. Hy g,at Waar op hy uit de vloot moeit wyken, en de j^P, L. Admiraal Tromp ging over op het fchip ftar> de Komeetftar; daar hy zyn Admiraals vlagh liet waaiien, en hieldt zich geduurigh ontrent den Royalen Prins, het fchip van Spragh, die op het fchip de Sint Joris over ging, en met • het zelve de Royale Prins, die groot gevaar liep van verovert of verbrandt te worden, befchcrmde zoo veel als hy kon. Ook zagh men Kempthorn met zyn fmaldeeling van . fcheepen daar weer naar toe wenden, waar door 't gemelde fchip van 't blaauw esquadro zoo zeer werdt omringt, dat 'er geens kans was om 't zelve ia vermeelleren, of door brander? te vernielen. In dit gevecht werdt de SFM Sint Gcorgc, of de Sint Joris, zooreddelops gefchootcn, dat d Admiraal Spragh zich ge- !thip> noodczr.akt vomlt dat fchip te vcrlaatcn. Hy ging dan in zyn (loup , met voorneemen, om zich in den Royalen Charles te begeeven. Doch hy hadt geen tien lloups langhtc gcrocic, of een koegel, die dwars door de Sint Joris paneerde , brak dc floup , of trof den "floup zoodaanig , dat hy laft gaf terllondt weer naar de Sint Joris te roeijen : maar 't was te laat: want eer men binnen 't bcwerp der touwen kon koornen, zonk de floup, cn men zagh den Admiraal Spragh jammcrlyk Het jamverdrinken. Hy werdt van d'Engelfchen, dat mer'iykëfnj. vremdt was, gevonden met het hooft en de de van dea fchouders boven waatcr , cn echter zonder -«J' oor een doode- . ^ lyke kracht zoo val! geklemt aan eenigh deel spragll. van  492 Het LEVEN van den 1673. van de floup, dat men groote moeite hadtom Entf AStlk2Se^ Ditwashetdeerlyk einde «pyllof. van den Ridder Eduard Spragh, den dapperiten oer Engelfche Admiraalen,die van vrienden en vyanden, om zyne manhaftigheit en heusheit, werdt gepreezen , en uit meedoogen betreurt. Met hem verdronken de Hee-, ren Litleton , Smithe , en anderen , en de floup van de Sint Joris, die 't lichaam van Spragh bequam, vileine zyn Luitenant, doch halt doodt. OndertufTchen werdt by Trompa esquadre noch hevigh gevochten tegens 't biaau esquadre en de befchermers van 't fchip D-Ru.tervan Spragh: en in deezen Handt van zaaken SP le ïaam dcRuiter met zyn en Bankerts esquadre F ontrent ten vier uuren by Tromp. Daar zagh men dat meelt al de fcheepen van de blaauwe vlagh fchrikkelyk waaren befchaadight , en dat veele hunne mallen of Hengen hadden verlooren, en andere rampen geleden: 't fchip van Spragh werdt mafleloos door een fregat gcflccpt, en 't ftondt gefchaapen dat 'er 't gerede blaauw esquadre zou gekleeft heb-, ben, ten waare het Prins Robbert met de PrlnsRob- zvncn hadt ontzet. Ook hadden ze alles bybertwolght gezet, om niet te laat te koornen: en gelyk de Ru.ter de Ruiter zich by Tromp voeghde , zoo bebouw K Zlch Prins Robbert by Spragh. OlTery enuidre iaS'h toen aan E ™er van den Royalen Prins, t'ontiet- "iet twee fregatten by zich : daar Prins Rob-, ten. bert noch twee fregatten by zondt, om dat reddeloos fchip te meer te verzekeren, en uit het gevaar te fieepen. De L. Admiraal TromD rangeerdexich met zyn bvhebbendcfcheepen onder de hooftvlaggc, cn ontrent ten vyfuur ren  L. Admiraal DE RUITER. 493 ren ftaaken 't de Ruitervan Nes, Bankert 1673; en Tromp, wederom by, en op de vyanden, die toen de loef van hun hadden, aan, en men Het ge. raakte op nieu aan eikanderen, en in een ver- vecllj fchrikkelyk gevecht. De gantfche zee ftondt ^°Jdt her" in vuur en vlam , die, door den dikken rook, De'^nnuvgelyk blixemftraalen uit een donkre lochtuit- zaamheit borlt. Elk verging 't hooren en zien door de van dcri duilterheit der buskruidtdamp , en door de toydti donderllaagen van zoo veel duizenden (tukken gefchuts, en 't balderen van zoo groot een meenighte Van musketten als 'er geduurigh vuur gaven. Hier vertoonde zich de fchrikkelykhcit van den oorlogh ter zee aan allë kanten. De kocgels, bouten , fchroot en fplinters vloogen vah alle zyden* met eenysfelyk gekraak en geknars van al wat getroffen wierdt. De zee werdt met lichaamen, door geen eene lbort van doodt omgekoomen, bezaait. Zommigen moeiten door 't fcherp , and-eren door fplinters, anderen door 't vuury anderen in 't water derven. 'T gekryt en 't gejammer der gequetlten en (tervenden vervulde verfcheide fcheepen, en hy moed eén hert van fteen of harder dan metaal hebben, die 't vergieten van zoo veel Chrilten bloets met droogen oogen kon aanfehouwen; Dit was het deerlyk lot der twee vermaardtlte zeevolken , wel eer door de banden van eenen godtsdienft, en van 't naabuurfchap, aaneen verknocht, en die nu hunne uitterlte krachten infpanden om eikanderen te vernielen: doch de Nederlanders door den uitterften noodt geperft, hebbende geen ander middel om den Staat van 't Vaderlandt voor zyn onder-  494 Het LEVEN van den IÓ73. dergatjg te bevryden. In dat zwaar gevecht werdt Prins Robbert door verfcheide van zyne befte Kapiteinen trouwelyk geholpen:met naamen, door den Heer John Herman, den Graaf van Oftery, Johan Kempthorn, en de Kapiteinen Davis, Stont, Legge, Berry, Earnly, Roger Striklant, Karteren anderen. Doch de Ruiter, van Nes, Bankert, en Tromp, drongen zoo fterk op hen in, en vochten zoo dapper, dat d'Engelfchen genoegh te doen hadden om 't Admiraalfchip van Spragh , den ftoyakn Prins, en andere befchaadighde en reddelooze fcheepen , te befchermen cn uit 31 Aug. het gevecht te fleepen. Men hadt groo:e moeite aangewendt, om 't fchip van Spragh met branders aan te ftccken: doch men kon't door de tegenweer der omleggende Engelfchen niet aan boordt koornen. Een der Nederlandtfchc branders raakte aan drie, Engelfche fregatten vaft, doch fmeulde alleen zonder branden, en d'Engelfchen ontquaamen 't Een^e gevaar. Ontrent ten half zeven uuren raakEagelfche -ten twee Engelfche branders, en ccnvanhunfcheepen ne 0orlop;fcheepcn in brandt, en een ander verbrande 1 ,• • , . , , ' ZS , . engezon- fWlogfcmp zagh men zinken. Ook was het kea. .jacht de Henriette aan de zyde'van Oflery gezonken. De Graaf van Eftrée lagh nu met het Franfchc esquadre op een bequaame veerte boven windt van PrinsRobbert, en bleef daar leggen, zonder op de Nederlanders aftekooD'Envi mcn' die zo° ^8 vochten tot dat Prins Robfchen wy-' ^en en d'andre Engelfchen ontrent ten zeven ken en rui- uuren afweeken, en van dc Nederlanders tot men de naa zonnen ondergang werden gevolght. D'Engelfchen hebben 't naar hunne kuft over- gc-  L. Admiraal DE RUITER. 495 gewendt, en dienden zich van de nacht, om 1575. t fchip van Spragh, en andre fcheepen die zeer reddeloos waaren, en aan 't rondthout zeer befchaadight,met fregatten weghtefleepen. Dus keerden ze weer naar hunne kuflen en havens, en ruimden de zee. De Heer de DeRaiter Ruiter dankte Godt dat 'sLandts vloot in dien danUrGtwit harden llrydt de zee hadt behouden, en devorrden vyanden gedwongen 's Landts zeegaaten te zeeSenverlaaten. Als iemandt hem geluk met den zeegen wenfchte, en zich verheughde dac Godt hem wederom in zoo veel gevaar by 't leven hadt bewaart, was zyn antwoordt: Myn leren is niet, V* is ten dien ft van, V Vader-landt. Dcch ik zou wel zoo langwenfchehte leven, dat ik V zelve moght herftelt zien, en daar V myne toe doen. Ban zoo V Godt niet belieft, ik ben oudt, en des levens en der moeite zat. Hv zey tot zyn Predikant Wellhoyius, Numaghmen zeggen , ziende op zeekre fchriftuurfpreuk, Heeden heeft de Heere heil in Ifraël gegeevcn, onze gebeden verhoort, en voor ons geftreeden: en tegens een ander, wat zal ik zeggen?Monden en tongen ontbreeken ons om Godts goedtheii, aan ons betoont, naar waarde te melden en te verkondigen. Ook heeft men hem 'savondts over taafTel hooren zeggen: Dezeegen is groot, moght en wy flechis V geluk hebben van recht dankbaar te zyn. Hy beriep Beroept «te noch dien zeiven avondt de L. Admiraalen, drieL AdBankert, van Nes en Tromp, aan zyn boordt,miraslen daar verllaan werdt, dat, nu-men, volgens het ooghmerk van den Staat, en 't befluit op Hun beden twaalfden der maandt genoomen, de vy-fluit, anden van 's Landts kullen hadt verdreeven, men  49Ö Het LEVÈN vAn den" 1673. men met 's Landts vloot (dryvende naa 't gevecht ontrent negert mylen Noordtwelt vari Texel) in 't Noordtwelt tuflehen het Texel en 't Vlie, die eilanden in 't gezicht, ten anker zou koornen, en de gemelde zeegaaten verder veiligen voor de fcheepen die uit het Ooften of het Noorden te gemoet werden geDekuiter zien. Daarna verltondt de Heer de Ruiter» verftaat de dat de Vicèadmiraalen , Jan de Liefde , en de°Liefde Sweers, hun leven, in 't manhaftig Jbe- Sweeri *'tracnten van hunnen plicht, voor 't Vaderzyn be-' landt hadden gelaaten: en ook de Kapiteinen, houdtzoon Jan van Gelder, de Ruiters behoildtzoon, DavauGelder, vid Sweerius \. Hendrik Vificher , en Dirk en anderen. Jobszoon Kiela. Van Gelder was de buik wegh gefchooteh. De Kapitein Jan Dik waszwaarlyk in zyn been gequetft, eri de Kapitein Jan de Jong werdt aan zyn oogh gewondt. Ook werden Joris van Andringa, de Ruiters Secretaris, en Jonker Henrik van Eeden^ metfehroot in'sLandts in de bèenen gefchooten. Wyders hadt men vloot _ jn 's Landts vloot weinig gequetlten en doofeéneniKhd^n: ja *n 'E gant^cne esquadre van Arnlteroorio"- dam vondt men niet meer dan 71 dooden, en fchipge- 120 gequetlten, en in d'andre esquadres naar mift. gelang. Niet een eenigh oörloghfchip werdt aan de zyde der Nederlanders vermift of verai Av.g. iooren. Doch zy raakten vier of vyf branders quyt. Het brandtfchipd'Eenhoorn werdt in den grondt gefchooten, maar de Kommandeur Willem de Rave met zyn volk geberght. Vier be- j)e fcheepen van den L. Admiraal Tromp, eri fcheepen"0 dcn Schoutbynacht de Haan, en van de Kaworden piteinen van Braakel en Jan de Jong, moeit: opgezon- men daarna opzenden ^ om binnen gaats her^ fteh  L. Admiraal DE RUITER. 407 ftelt te worden. Al d'andre bleven in zee, 1673; en hermaakten hunne zeilen, ftaande en loo-den, om pende wandt, rondthout, en al 't geen bui-£erepatcn gedaan kon worden. Maar d'Ènge!fchereert te vloot was zoo gehavcnt en reddeloos, dat ze worden' noodtzaakclyk de zee moeft verlaaten. Ook was 't getal der dooden en gequetlten aan hunne zyde ongelyk grooter dan aan de zydc der Nederlanders. In'tichip van Prins Robbert waa- Schaada ren 't zeftigh dooden of doodelyk gequetlten, aan de z* in dat van Spragh noch meer: doch de doodt van tie dvecht te hervatten. 'S Landts vloot lagh nu daar zich te vooren de vyanden hadden gepofteert, en eik was even beezich om alles te herftellen, en zich weer klaar te maaken. De gequetften werden naar Texel, cn voorts De genaar Aitiftèrdam, en andre naaftgelegene Ste- «fetifeii den, gezonden. De doode lichaamen van den wo;dei1 Viceadmiraal Sweers , en der Kapiteinen, ^fzoa" van Gelder, cn Sweerius, braght men naar ' * Amfterdam. Het lichaam van den Vicead- °okde miraal de Liefde werdt over Amfterdam naar Tv-^a Rotterdam gevoert. Daarna heeft inen de mlaaSj gemelde lykcn met een trelfclyke uitvaart, deerde' éu veel cerbewys, als Helden, voor 't Va- én j. Ii a der-.  500 Het LEVEN van den 1673. derlandt geftorven, ter aarde gebraght. De Sweers, befchuldigingcn, wel eer tegens de Liefde en cier Ka en Sweers ingebraght, veranderden nu in lykvanGe? klaghtcn of lofdichten, en alic faamvlekken der en waaren door hun bloedt afgewiieht. De ViSweeuus. ccadmiraal dc Liefde werdt door den Dichter J. van Vondel met dit graffchriu vereert: Craffcnrift Hier ruft V Landts LIEFDE, of eer een tot lof van deel gefcheurt aan flenteren ■> de Liefde, jj^ fcjmW(ie ftkutgevaart van verre,' en paste fenteren , Getrooft te winnen, of te ftervcn als een fieldt. Beleidt en moedt betoomt al V Britfch en Franfch geweldt. Grafie- Maar ter eere van den Viceadmiraal Sweers vV £?" werdt *n ^c Oude Kerkt'Amfterdam, daarhy ftat Sweers begraven leit, op koften van den Staat, een opgerecht, heerlyk graf- cn gedenktccken van wittemarmorftccn opgerecht, verciert met zyn borftbecldt, in den Heen, een weinig van den grondt verheven, uitgehouwen, cnomringht met zegen teekenen: voorts meteen byfehrift, meldende het kort begrip van zyn leven , dapKortbe- pCrhcit cn dienften. Hy hadt in zyn jeught fy,^j"en lang gcworftelt met allerley tegenfpoedt, en lof. ' meermaalen vyandtlyke gevangkenilTen bezuurt, en zomtydts met lyfsgevaar. Inmeenightc van voorvallen hadt hy den Vadcrlande trouwclyk gedient, en zich in alle zeegevechten, daar hy befcheiden was, het zy onder den ouden L. Admiraal Marten Tromp, het zy onder den Heer de Ruiter, manhaftig  L. Admiraal DE RUITER. 501 tig gequeeten, en veel lofs verdient. Dus 1673. was hy, door zyn eigen dcught, uiteen geringen Haat, van trap tot trap, tot het Viceadmiraal fc hap van Hollandt, onder d'Admiraaliteit van Amfterdam, opgeklommen. Ook werdt zyn veriïandt en beleidt zoo zeer gepreezen als zyn kloekmoedigheit, en van hem werdt getuight, dat hy was kloek yan hert, wel ter taal, en wel ter pen. Zyn graffchrift, in 't Latyn t'zyner eere gellelt, luidde, in HoJlandtfch vertaalt, als volght; H!EPv LEIT ISAAK SWEERS, DIE DEN IIEÏ.DHNAARDT, DIEN HY, DOOR T LOT PER GEBOORTE EN ZORGHvULDIGS OPVOEDING, VAN 7.YSE OUDEREN ONTFJNG, ' GODE EN DEN VADER LANDE TOEWYDDE. D'eerfte gronden der krygsoeffcningcn te lande en te water heeft hy in Wellindie geleidt. Weer in 't Vaderlandt gckeert, en beflooten hebbende langs den koningkiyken wegh naar eere te ftrevcn, kon hy zich op 't landt niet houden, en t'zee gegaan, heeft hy alle krygsbedieningen van onderen op in zyne jongkheit moeten doorworftelcn. De Mahumetaanfche rovers heeft hy dikwils verdreven, en de Middelan'dtfche zee voor de Hollanders geveilight. Hy gaf zoo veel blyken van deught, dapperheit en voorzichtigheit, dathy, naar't oordeel van allen, al de hooghfte ampten verdiende, en van de Edele Moog. Raaden ter Admiraaliteit de naafte plaats onder de hooghfte Zeeoverlten verli 3 kreeg;  •502 Het LEVEN van den 1673. kreeg: en tcnvyl hy die waardigheit als Viceadmiraal bekleedde, is hy in dat enlanghs derde en lelie gevecht, tegens de zeer machtige vlooten der Koningen van Vrankryk en Engelandt, dapperlyk en cdelmocdighlyk ilrydende, met een koegel doorichootcn, den 21 van .Augullus des jaars mdclxxjïi heerlyk geJiorven: cn heeft den Vaderlande d'overwinning, 's Landts ingezetenen een groot verlangen naar zyn perfoon, en den naakomelingen een voorbeelt tot navolging nagelaaten. Dc Zccraadt der verecnighde Provinciën t'Amfterdam heeft den grootmoedigen Heldt dit gedenkteeken, dat hy aan de Republyk wel verdiende, in den iaare mdcexxiv opgerecht. Dc bcfchuldiging, boven gemelde, als of hy zich in den ilagh van den veertienden Juniuswatachterlyk hadt gebonden, hieldt de Heer de Ruiter uit partyfehap cn verkeerde driften te zyn voortgekoomen. Ook weet ik uit den monde van een der voornaamfte Bevelhebbcren, hoe cenige Leden van den Krygsraadt te dier tydt geloofden, dat zecker Officier- in 't Amfter.damfch esquadre, uit loutre nydt, met quaadtfpreeken en achterklap, den bcfchuldiger van den Heer Swecrs gaande maakte, om hem te betichten, hem poogendc een lak op den hals te werpen, uit zynen dienft te ftooten, en zich zei ven in zyne plaats te drinDeRuiters gen. De Heer de Ruiter hadt nu zyn byzoncirotftneit t|re droef heit, en proefde in't midden van moeJig-" ^en zeegen' dat het zoet niet zonder zuur heit over wa-% door't fneuvelen van zyn behoudtzoon , de dooUc den Kapitein Jan Pauluszoon van Gelder, dien  L. Admiraal DE RUITER. 503 tuen hy hoogh achtte, cn naar zyn waarde 1673. betreurde. Doch hy maatighdc zyn rou met van zyn zyn gcwoonlyke gclykinocdighek cn gcdult,,,ohoudc* zeggende tegens icmant, die zyn verlies tc- g°°"™n gens hem bcldaaghdc, Ik weet dat dit de yruch- Zyngë1 den oorlogh zyn, dat ik my zeiven laatenheit. Qod,ts wille moet onderwerpen, en daar in te vreede zyn. Heeden was het zyn gebeurt, en morgen zal 't mijj'chien de myue zyn. Ook^yn ovsrhadt hy, wectende in wat gevaar hy geduu-denken des righ rnoeft leeven, de doodt altydts voor 00- doodis.ora p-en, cn zocht zich daagelyks met godtvruch- d,e 111 r^ tige betrachtingen tot een zahgh einde te be- getroofl; reiden: ook is my uit de getuigenis van vrien- te Zyn. den, die 't gezien en gehoort hebben, gebleckcn, dat hy ten dien einde zeeker boek, genoemt Vertroojling der geloovige ziele, tegens de verfchriklykheden des doodts, een "llichtelyk werk, dat door Karei Drclinkourt, Predikant tc Charcnton, in 't Franfch was gcftclt, en zedert door icmant in 't Hollandtfch vertaalt, geduurende den zeetoght van dcezen zoomer, tot driemaalen toe van vooren tot achteren uit las. En dus was onze Zecheldt de doodt t'aller uure getrooft, 't welk in een Chriften, die een beter cn eeuwigh zaalig leven te gemoet ziet, de grootfteprikkel tot ruftige klockmoedigheit verftrekt. De Lykklaght gemelde Kapitein van Gelder werdt ook van q^"11 zyn fchoonbrocder, den geleerden Predikant e Bernardus Somer, met een treffciyk Eatynfch 'ykdicht vereert, cn betreurt. Maar de blydt.- BlyJtfchap over 't verdryven der vyandtlyke vloo- ^haP oveï ten van 'sLandts kuiten en zeegaaten vondt doverwltt" jneer vats op de gemoederen der ingezetenen, n'ng' ïi 4 dan  504 Het LEVEN van den l6~2. dan de rou over de ge fn euvel de Helden, en De Ruiters elk verhief de groote dienften, door den L. Admiraal de Ruiter den Staat in deezen zooacht? mcr gedaan: zyn naam, te vooren genoegh vermaardt, ftëeg nu noch hoogerin den top der doorluchtigheit, cn de galm zyner giory Zynglory klonk door alle geweften. Eenigen gaven vermeer- hcm den tytel van Redder des Vaderlandts, cr'c- cn men zagh éerlangh zyn afbeelding in print ten toon hangen, met dit byfehrift': Byfchrift Aanfchou den Heldt, der Staaten recht ILlliül terhanat, Den Redder van V vervallen Vader landt, Die in een jaar twee groote Koningkrykcn, Tot driemaal toe, de trotze vlagh deed ftry ken. Het roer der vloot, den arm daar Godt door jïrcê. Door hem herleefde vryheit en de vree. Inmiddels bezorghden de Heeren Staaten , op de tyding van c'uitkom!! van 't zeegevecht, den welftandc van 'sLandts vlootmet Staaten"6"^'001011 yver" In de vergaad««ng der Staavsn Hol- ten van Hollandt werdt den dricentwintighlandtrefol- Hen van Augullus goedtgevonden cn verliaan, vieren dat dat van weegen hunne Ed. Groot Moog. de men Gede-Zaake ter Generaalitcit daar heenen zou \vorraai * dcn bdl'iert> ten einde, dat op 't fpoedighite 'sLandts eenigc Heeren, by hunne Hoog. Hoog. daar vloot zou- toe te maghtigen , naar 'sLandts vlootmogh yens zult vinden: ende deezen hier mede eindigen-  $io Het LEVEN van den *$73- zullen wy onder des Godt bidden, U te houden in zyne vaderlyke en getrouwe hoede, en befcherminge. In den flage, den 21 Augufty 1673. SCATO GOCKINGA. Vr. Ter ordonnantie van de hooghgemelde Heeren Staaten Generaal. H. FAGEL. De Heeren Gedeputeerden uit het Ed. Moog. Kollegic ter Admiraaliteit tot Amfterdam, toen in Texel leggende, zonden den Heer de Ruiter den volgenden brief. Weledele, Gcftrengc Heer, Brief van Wy hebben op gifleren ontfangen Uw Wel J putelrdln W$J h'J* dclt ous H< &dieHn tè uUhetKol-^T^ de ^arie, daar mede dat Godt allegieter ™aghtigh de wapenen van den Staat, onder Admiraa- Uw Weled. conduite, heeft gelieven te zeëiöliteit tot nen, daar voor dat zyne heilige Naame %dam aan dfnk!moet^-> ™de hebben ook zoo fMorts de Ruiter tr S,eoor deelt Uw Weled. met zoo géifJkki'genfucceste begroeten, en by deezen te betuigen hét part en deel dat wy, buiten het gèmeene intereffe van den Staat, voor ons particulier daarinne neetnen, gelyk wy ook ttvoellgh zyn , dat deeze groote glorie Godt niet en heeft willen laaten aan Uw Weled. toekoomen, zonder de zelve mede te raaken met het verlies van den Kapitein van Gelder, dat Wj> ver-  L. Admiraal DE RUITER. 51* yerhoopen door Uw Weled. des te minder zal 1673, ■worden geapprehendeert, om dat het is hoornen voor te vallen in een actie die zoo veel avantage heeft gegeeven aan de wapenen van den Staat, en 'daar uit dat ons lieve Vaderlandt zoo veel nuttigheit heeft te verwachten, waar toe dólt hy door zyn devoir ontwyfelyk veel zal hebben gecontribueert, en zoo loffelyk is hoornen te overlyden. Wy zenden met dit goede weder naar buiten de vivres, die wy in kaagen en lichters alhier by der handt hebben, voor zoo veel als voor maar een fchip helaaden zyn, of uiterlyk twee, cn onder dié gaat mede naar buiten de victualie voor den Kapitein van Gelder zal. In cas dat wy niet oordeelden dat wy noodigh alhier waaren, om het werk wat voortgank te doen hebben, zouden Uw Weled. mondelingh hoornen falueren, doch zullen daar mede nu patiëntie nemen tot volgende gelegentheit, en onderwylen, Weled. Geftr. Heer, Uw Weled. beveelen in de befcherminge des Alderhooghften, en yerblyven U Weled. goede vrienden, De Gedeputeerden uit het Ed. Moog. Kollegie ter Admiraaliteittot Am per dam, prefent in Texel. ï&ü*m*ik M. HASEW1NDIUS, lui 2f*S NICOLAAS TEENGS, séw *» }. DE W1LDT. Zyn  5ii Het LEVEN van dïn tfyó' zYn Hoogheit de Prins van Oranje be* tuighde zyn genoegen , over d'uitkomft van 't gevecht , met den volgenden brief, den yiercntwintigften aan den Heer de Ruiter Gefchreeven , ö Edele , Geftrenge , vroome , lieve bezondere , Brief van Wy hebben wel ont fan gen Uw E. miffïve van *y^J0oS-den 22 deezer, behelzende het gelukkigh gePrinsvan vecht met V vyandts vlooten, voorgevallen op Oranje, den 21 deezer maandt. Ende kan Uw E. zich aan de Verzeekeren, dat wy, nevens den Staat, naar Ruiter, meriten confidereren de goede couragie, en uitneemende conduite, daar mede Uw È. den dienft van den Lande in deeze occafie, gelyk in veele andere hier voorens, heeft betracht: gelyk wy insgelyks niet zullen onder laaten de zelve by alle moogelyke en voorvallende gelegentheden te erkennen, en te recompenferen. Uw E. gelieve zich daar toe volkoomentlyk te verlaat en, die wy hier mede Godt almaghtigh bidden, Edele, Ge ft r enge , vroome, lieve bezondcre, in zyne heilige prote&ie te houden. In V hooftquartier tot Raamsdonk , den 24 Ausuttui 1673- ÜE. goetwillige vriendt, G. H. PRINCE d'ORANGE. Den vyfentwintighften der maandt quaamcn dc Heeren Gedeputeerden van 't Kollegie ter Admiraaliteit van Amfterdam, 's morgen?  L. Admiraal DE RUITER. gi§ gens ten negen uuren, uit Texel aan de Rui- léj\ï tèrs boort , en een uur daarna de Gedepü* teerden van de Heeren Staaten Generaal : waar op de Hooftofficieren van's Landts vloot by een werden geroepen, en naa eenig overlegh van zaaken, nam men het volgende befluit. De ondergefchreeve Gedeputeerden uitdever- Reibhuié gaderingh van de Hoog. Wïoog. Heeren Staaten an de Ge» Generaal, in gevolge van de authorifatie, opdeputeerden 23 deezer kopende maandt verleent, tot ex*A*n l1er peditïe ofte employ van 's Landts vloote, heb-^''™™^, ben, op het eenpaarig advys van den Heer'L. .ar^aandé Admiraal Generaal de Ruiter, de Heeren Ge*\ emnoy committeerden uit het Kolkgie ter Admiraali-v\\x\i\^>.\\&i telt tot Amfterdam, mitsgaders de pref ent e^0*31*Hooftofficieren van "sLandts vloot, goedtgevon^ den den Heer L. Admiraal de Ruiter te lafteii en te ordonneren', gelyk zy kiften en,ordonneren by deezen, omme met 's Landts vloote, zoo haafl de zelve van de noodige depeièrehde vivres en ammoriitie van oorlogh zal weezen voorzien , te verzeilen tot op ofte bezuiden het Doggers Zandt, om 'aldaar eènige daagen te vèrblyven, tot verzeekering vün de verwachtwer- , dende Ooftindifche retourfcheepen ^ daar inden welgemelden Heer L. Admiraal Generaal zal continueren ^ zoo langh als met den dienft van den Staat, en de conftitutie van 's Landts vloote naar zeemanfehap raadtzaam vinden zal^ en by verhoopte ontmoetinge van gemelde retourfcheepen , de zelve te conduiferen in de ge* reet/ie. ofte bequaamfte zeehaven deezef Landen, die hy zal konnen bezeilen ofte aandoen § IV'» Deel; ! Kk  gï4 Het LEVEN van den 3673. ende zulks verricht hebbende, zich, als dan met 'sLandts vloote te poft er en als hier onder werdt vermeldt. Edoch naar verloop van boven gemelde tydt, de zelve retourfcheepen niet aantreffende ofte ontmoetende, zal hy L. Admiraal Generaal met zyn onderhebbende 'sLandts vloot hem begeeven naar de Breeveertien , en zich poft er en tuffchen Texel en Kamperduin, om de naader ordre van den Staat aldaar af te wachten , ondertuffchen waarneemende alle goede occafien die zullen voorkoomen, om den vyandt afbreuk te doen, zulks als welgemelde Heer L. Admiraal Generaal die naar zyn bekende goede conduite van foldaat- en zeemanfehap zal weeten in achting te neemen. Actum in 't fchip de zeven' Provinciën, We ft van 't'Ey erlandt , omtrent vier, mylen in zee, den 25 Au~ gufty 1673. KornelisGraaflandt. J.vanderNycnburgh. B. van Vrybergen. j. van Geinmenich. Joh. Eek. as Aug. Op dien zei ven dagh zondt de Heer dc Ruiter drie fregats, behalvcn etlykc advysjachten te vooren uitgezonden , naar Soulsbaay cn de reviere van Londen , om kondtfehap Ruw we-van de vyanden te bekoomen. Hier op volgder« de ruw weder, zoo dat men de rees en Hengen moert fïryken, en etlyke daagen bleef leggen, zonder dat men eenige fcheepsbehoefte uit de galjoots kon verneemen. Dit duurde _ Eenige drie daagen lang. Den achtentwintighlten ]»chcen,opquaamen verfcheide uitgezonde advysjachten we-  L. Admiraal DE RUITER. 515 weder onder de vlagge. Eenige hadden 15, 1673. l8 en 20 mylen in 't Noordtnoordtweftcn en'tkondtNoordtweften buiten 'sLandts vloot geween:, Ccbapuitzonder dat ze eenigh vyandts fchip of vaar-|^fJ'n :n» tuigh hadden vernoomen. Maar de Komman-^g^"" deur Kornelis van der Hoeven , voerende 't' 2fi Aug. fregat Schiedam, (die met eenigh ander vaartuigh in 't Weltzuidtweften was gezonden) hadt een verguit Konings jacht, genoemt de EenEnKatharina, bemant met 28 mannen, koornen-geifchKo. de van de reviere van Londen, naagejaaght^nmgs 'actlt en verovert; inhebbende een voornaam Chi- eJffrT"' rurgyn of wondtheelder, dien men hadt af- -s Landts gezonden, om eenige perfoonen van aanzien, vloot gedie op d'Engelfche vloote gequetft laagen, tebrast". bezoeken en by te ftaan. Dit jacht werdt ten zelvcn daage in 'sLandts vloot gebraght. De Kapitein, genoemt Thomas Louvel, vanden Heer dc Ruiter ondervraaght, hieldt zich zeer „ dicht en bedekt, zonder iet van den toeftandt der Engelfche vloote te willen fpreeken; maar hy toonde zich, gelyk meeft alle d'Engelfche deeden, zeer misnocght op de Franfchen en hunne Bevelhebbers te zyn. Jakob Hoek van Tyding Rotterdam, die ook met eenigh vaartuigh op van 's kondtfehap was geweeft , verhaalde dat h#. vvand,s den zevenentwintighften , voormiddagh 011- V'°0t* trent ten tien uureh, des vyandts vloot ter halver zee, fterk tnegentig reezcilen, en in alles honden en vyf zeilen , hadt gezien , Noordtweft en Noordtweftenweften van de Maas: dat ze alle onder zeil waaren, en met een Weftnoordtweften windt Weftzuidtweft aan leiden, zoo dat men gifte dat ze het Noordtvoorlandt van Engelandt dien dagh Kk 3 zou-  5i6 Het LEVEN van dén ió7;% zouden hebben bezeilt. In 't einde van Au» guftus, en 't begin van September , hadt 'sLandts vloot veel ongeftaadig weder, eri 7waare werdt van ftorm op ftorm" beloopen. Hier flè-rm» ^oor leeden verfcheide fcheepen groote fchaa^ de aan ankers of kabels. Een galjoot van lyftoght fpoelde tweemaal van zyn ankers: een Noordthollandtfch fchip moeft zyn groote maft kerven. Het fchip Waasdorp, 't welk door den Kapitein Engel de Ruiter werdt gevoert, werdt ook driftigh, cn liep groot gevaar van vergaan. , De SchoutbynachtBrunsveldt verloor insgelyks zyn touwen, cn moeft het boven het Weftcrbooms gat zetten. Dit viel voor op den leften van Auguftus, toen 't weer zeer vervaarlyk was, niet alleen door de grouwzaamc winden, maar ook door fchorren donder^ feilen blixem, zwaaren hagel, en dichte ftortreegen. Op zommige fcheepen begoft tc dier tydt gebrek t'ontftaan, inzonderheit van bier en broodt, 't geen men door 't ongeftuimigh weer zeer bezwaarlyk uit de galjoots, die daagelyks met allerlcy behoeften aanquaamen,kon overneemen. Doch t'elkens als 't weder wat bedaarde liet men geen tydt verlooren gaan, en elk deedt zyn beft om zich van 't noodighft te voorzien, 't geNeRu!we^ nochtans langzaam te werk ging, door iertrsedt de tulïchenkoomende ftormen. Den tweeden in de be- van September werdt den Heer de Ruiters diening ais zoon, Jonker Engel, gelyk boven is verhaalt, &cboutby- by maniere van voorraadt, tot Schoutbynacht Amfter-811 ondcr 'c Kollegie ter Admiraaliceit van Amdam. fterdam verkooren , en liet den derden de iScpt. vlagge als Schoutbynacht van hetfchipSteen- ber>  L. Admiraal DE RUITER. 517 bergen, daar hy op overging, waaijen, en 1673. fehoat drie fchooten. Waar op de Heer de Ruiter dit met een brief aan zyn Hoogheit den Prins van Oranje liet wee ten , dat zyn D j Ruiters zoon , by eenpaarigh goedtvinden van denfebryven Krygsraadt, tot dat ampt was verkoor en, ^ .iaar over dewyl dat in dier voegen, zonder zyn toedoen ,a.3n zvn. door Godts voorzienigheit fcheenbeftiert, hy, ^S^? in gevolgh van zyne yaderlyke plicht, niet yoorby kon zyn Hoogheit onderdaanighlyk te verzoeken, dat hy de goedtheit beliefde te hebben van zynen zoon ter gelegener ty dt by de gemelde waardigheit te beveftigen en vaft te p)ellen : niet twyffelende of hy zou zich daar in zoodaanigh draagen en quyten, dat zyn Hoogheit daar aan-genoegen zou vinden. Ook was v • • zyn Hoogheit den vader te wil, en beveftigh-Thomas"1' de daarna den zoon in dat ampt. Daarna quamTobias de Kapitein Thomas Tobias, die met het red-wordt op'c deloos fchip de goude Leeuw in Texel, ge- fcrhip lyk verhaalt is, was ingevallen , weer in ?éftjk°rP 's Landts vloot, den L. Admiraal de Ruiter,<%Sep't met voorfchryven van de Raaden ter Adiniraaliteit t'Amlterdam , zynen dienft aanbiedende, en werdt hy als Kapitein geftelt op 't fchip Waasdorp, 't welk te vooreh door jonker Engel de Ruiter was gevoert. Te voo- Overlegh, ren hadt de Heer de Ruiter met den Krygs- -.vaar men ' raadt overleic, waar men 'sLandts vloot Bétl'»Land» zou leggen, om van 't hardt weer allerminff vlootbeft befchaadight te worden , en daar men de lyf-rg" po toght cn krygsbehoefte, die noch uit Texel, fsept. dc Maas en uit Zeelandt verwacht werdt, zou konner. over neemen. Hier op werdt goedt- Beduir gevonden, dut men wat zou verzeilen, en 1::!' ■■ P Kk Q zich ï^oomen..  5i8 Het LEVEN van den 1673. zich poftceren in 't Wcften, ontrent vier my» lcn van Kykdtün: en dat men ondertulïchen, tcrwyl men de behoeften moeft afwachten, in 't Zuiden, Wellen en Noorden , negen of tien mylen buiten de vloot , fregatten op kondtfchap, cn tot afbreuk van de vyanden, zoude uitzenden. Daarna heeft men met de ebbe noch eenige behoeften aan boordtgchaalt; doch met groote moeite : want de vloedt duurde daar wel acht uuren, end'ebbe llecht:; vier uuren , cn de vloedt viel wel dc helft woMtT? ficrker dan dc cbbe- Voo»'ts zocht men, vol 't harde°C'r Sens hct llraks Semelde befluu, met'sLandts weerver- vloot te verzeilen, en quam meer dan eens hinderde, onder zeil , doch men moeit door 't harde wcêr, dat t'clkcns opilondt, verfcheide maaien ten anker koornen: hier door verftrooide de vloot eenigzins van een, en 't liep noch ctiyke daagen aan, tot den negenden of tienden September, ccr men op de beilemdepoft kon koornen. Den achtfien quaamen twee advysjachten, die naar Souisbay cn de reviere van Londen waaren gezonden , weer te vJyjinS ruSn- Dc Kapiteinen verhaalden, dar zeeën vyandTiyk* Zu'ccdts ScniPPcr van Kalma.r, koomende viJuien. dcn yyfden van Londen , hadden gelprookcn, en uit hem vcrltaan, dat'er twee zwaare Konings fcheepen voor Grinwich laagen zeer befchaadight , en dat hy de rell van 's vyandts vloot in 'tKonings Diep hadt gezien, en daar onder wel twintigh fcheepen t'cencmaal reddeloos: voorts dat de Franfche fcheepen de lywaartfte laagen. Twee daagen daarna werdt de Heer de Ruiter, door dcrl Kapitein van een uitgezonden fregat, pit den mondt van een Schip-  L. Admiraal DE RUITER. 519 Schipper van HulTum, den achtlten van Lon- 1673. dep gefcheiden, bericht, dat hy vyftig Engel fchc oorlagfcheepen in deNoordtbaay hadt zien leggen, cn dat de Franfchen,Iterkachtentwintig zeilen, in en boven dc Middclgronden laagen. D'Engelfchen cn Franfchen hadden, door hardt weder en tegenwindt, noch etlyke daagen, naa den flagh in zee gezworven, en waaren den derden van September voor Harwits gelcoomen,- daar het verder opzeilen, en daarna 't opleggen der Engclfche, en 't vertrek der Franfche fcheepen op volghde. Dus was men verzeekert dat de vyanden uit 'er zee waaren. Maar korts daarna zagh men D'Enge!in Engelandt verfcheide verhaalen door den fchetuoe' druk gemeen maaken, in welke d'overhandtmen °? en overwinning aan d'Engelfchen werdt toe- °jVnegWin* gefchreeven, cn voorgegecven dat ze vier of vyf Kollandtfchc oorlogfcheepen hadden vernielt, cn de Hollanders naar hunne kuiten gejaaght, Deeze verhaalen las men inHollandt niet verwondering en verontwaarding. Want Wederlegmen wilt dat d'Engelfche en Franfche vloo- gJPg van ten ettclyke weeken het Texel en 't Vliehad- nu°yo°rden beflooten gehouden , cn dat de Neder- ^* " landtfche vloot, om hen te verdry ven, op hen was aangevallen, zoo dicht by 't landt, dat veele honderden van menfchen 't gevecht van Kykduin en daar ontrent met hunne eigen oogen hadden aanfehouwt: dat de vyanden niet alleen 's avondts maar den gantfehen nacht waaren geweeken, en daarna niet meer gezien : dat de Heer de Ruiter met 's Landts vloot hadt zee gehouden, en dat ter plaatze daar hy de vyanden hadt verdreevén, en daar Kk 4 hy  520 Het LEVEN van den Jffifg. hy noch zee hieldt, nu zy de zee hadden verlaaten. En 't bleek voor een ieder dat al de Ncdcrlandtfche fcheepen, in de lylt van den zeventienden van Augultus gemeldt, naa den flggh in weezen waaren, uitgcnoomen eenige weinige branders. Ook'hadden de Heeren Staaten hun ooghmerk, van de vyanden van 'sLandts kullen cn zeegaaten te verdryven, mee dit gevecht ten vollen bereikt, en de vyandtlyke toeleg van met foldaaten te landen, was met Prins Robberts vlucht cn néderkage in rook verdweenen. Daarom werdt by de Heeren Staaten van Hollandt ter Generaaliteit bewerkt , dat d'aanllaande maandelyke bededagh, den zeilen van September, in een dank- vall- cn bededagh werdt veranderdt, en Dankdagh in des zelfs uitfchryvingopentlykgezeit, Dat pverd'o- }m Q0(ft (jen Heere ahuaghtigh hadt, belieft, ■rinTvan il'lt *$ne 8°ddelyke Majefïeits ^onemdelyke goe's Landts dertierenheit en vaderlyke bermhertigheit, den vloot inde Staat deezer Landen, in de tegenwoordige bewreenigh- kommerlyke en gevaarlyke gefhltenijfe van tydefXeder- cjen en Zaaken,in den jonshft voorgevallen-zee]er.ien uit- <7 , 7 . J- J b 1 , y> . gettkree- ' a&1' teKens "e * zaamengevoeghde vlooten van venen ge- de maghtige Koningen van Vrankryk en Groothouden, britanje, niet alleen met groot voordeel, maar 9$ Aug. ook met zegen en overwinninge te begenaadigen: zulks dat, de vyanden afgeweekenzynde, 'daar de zeegaaten deezer Landen voor de verwachtwerdende fcheepen vry en open waaren geflelt.,. Voorts bevaalen dc Heeren Staaten, Godt ten gemelden daage van gantfeher herten tc danken, te loven en te pryzen, over de voorfchreeve victorie, zoo wonderbaaiiyk, /Atden z,e, aan ons gegeeyen, qh voorts om  L. Admiraal DE RUITER. 3*1 verder zeegen , by alle voorvallen , over 1673. 's Landts vloot en de.wapenen van den Staat te lande, tot herftelling van de verval!enezaakc, vienghlyk te bidden, en te fmeeken. Dus betuighden de Heeren Staaten voor Godt en de menfchen , door deeze uitfchryving, en door de mondt van alle de Predikanten en Leeraaren des gantfehen Landts, in hunne predikatiën en dankzeggingen, in alle kerken, dat ze de gelukkige uitkomft van 't Befte zee- 6&pt. gevecht Gode dank wiften. Ter zeiver tydt werdt ook in Engelandt noch een ander verhaal van den zeeftrydt uitgegeeven,befchreeven door een gunfteling van Prins Robbert, dat in Hollandt , ten aanzien van zominige zaaken, al zoo wcinigh geloof vondt als d'andere bovengemelde Engelfcho verhaalen. Doch 't fprak, gelyk ook d'andre vertellingen, naar waar-heit van 't omkoomen van den Admiraal Spragh, en 't fcheen voorts te (Trekken om de Franfchen, en hunnen Admiraal te, befchuldigcn, als luiden die d'Engelfchen in 't gevecht hadden veriaaten , of zich meeft buiten 't gevaar gehouden-: en in dat verftandt waaren ook de Bevelhebbers der Nederlardt» fche vloote. Weinigh tydts te vooren werdt den Heer de Ruiter door een geheim bcfluit van hunne Hoog. Moog. bekent gemaakt, dat 'er een goedt getal koopvaardyfehecpen in de Sondt gereedt laagen , om met den ccrltcn goeden windt naar 't Vaderlandt af tc koornen, en hem daarnevens in bedenkengegeeven, of hy niet goedt zoude vinden, twee van de lichtfte fregatten van 's Landts vloot derwaarts te zenden, om die fcheepen af te, Rk 5 ' haa-  522 .Het. LEVEN van den 1673. haaien. Op dit fchryven zondt hy de Korafche?oee„ mandeBP Meegank, en Noirot, met de frewarden 4attenDamiaten' en Popkensburgh, naar de raar de Sont, met laft, om die fcheepen in dc herSontge- waartsreize te geleiden, en tegens een ieo-e2o.iden. lyk te befchermen. Ook werden dc KapiteiEn drt nenTKorncIis van der Zaan, Kornelis Tyloos, naar'tDog4n Jn van Abkoude, met de fcheepen Aragers Zandt.iterciam' 'c Geloof, en 't fregat Oudtkafpel, tSept. naar 't Doggers Zandt gezonden, om op Quaade d'Ooltindifchvaarders te kruiffèn. Midlerwyl llZrZ ^uaamen in Hollandt dc geruchten, datd'Enindifchere.'gdfchen ccn!Se Ooltindifchc retourfcheepen, totirvloot. ontrent het eilandt van Sinte Helena, in d'Ethiopifche zee , hadden verovert, 't welk daarna bevonden werdt waar te zyn. Op deeBcraadt- ze geruchten werdt by de Heeren Gedepuovef'"gern teerden dcr Staaten Generaal tot het bedryf pioy van van 's Landts vJoot, Graaflandt, van der Nyen•sLandts burgh, van Vrybergen,Gemmenich,enÈek, vloot, die zich in 't Landts jacht in 't Nieuwe Diep 7 &i>t, onthielden, naarder beraadtllaaght over d'ordre, aan den Heer de Ruiter gezonden, en noch te zenden. Zy vcrltonden, dat d'Ooftindifche retourvloot (al ten belte genoomen) zou verftrooit zyn, en dat daarom op der zeiver komftc geen Itaat was te maaken, en konden derhalven niet raadtzaam vinden dat 's Landts vloot naar 't Doggers Zandt zou gaan, gelyk te vooren beflooten was. Doch ten leften werdt by de gemelde Heeren, naa dat ze 't fchriftelyk goedtvinden van den L. Admiraal Generaal de Ruiter, en der andre DeRuiter L. Admiraalen, daar op hadden verftaan, beJtryglu laitfl00ten? dat mn mef ^ imdts vlm ^ zoojpoe. Hek  L. Admiraal DE RUITER. 523 digh als doenlyk zou zyn, zou ov er ft e eken naar 1673, d'Engelfche kuft, 11a Soulsbaay, of voor de re- om mee de viere van Londen, ofter plaatze daar de £ vloot naar Admiraal Generaal zal oordeelen den Lande ^ den meeften dienft, en den vyandt den meeften over te afbreuk te konnen doen; en zoo aan al de we- fteeken. relt te betoouen, dat de Nederlanders in den loiept. laatften zeeflagh, door Godts genaadigen zeegen, de overwinninge hadden bekoomen , en "noch in ftaat waaren om hen te vervolgen: met verdren laft, om den vyandt over al aan te tasten, in gevalle hy zulks, naar foldaat-en zeemanfehap , raadtzaam zoude oordeelen. Dce-lQ ^ ^ zc laft en ordre was den tienden van September geteekent, en quam den Heere dc Ruiter ten zelvcn daage ter handen. Doch in plaats van de vyanden op hun kult te zoeken, vondt hy genocgh tc ftryden met tegenwinden en (tonnen. Hy raakte cerft den twaalfden met De vloot 's Landts vloot onder zeil; maar den volgen- onder zeil. den nacht begoft het hardt te waaijen uit den ^Sept. NoordtnbordtQÓften,en daarna uit den Noordtnoordtweftc-n, met dikken regen, en den dertienden werdt men met een feilen ftorm overvallen. De L. Admiraal van Nes verloor zyn Maar voorfteng, die achter over, en over boordt wcrdtdoor viel. Hy moeit alles, bchalven het liaande een *waa' wandt, alkappen, om zich te redden, daar-ovemlleiu na moeft hy ten anker koornen op 23 vaam. uSepti De Kapitein Berkhout verloor zyn groote malt, en quam daarna ten anker. Twee andre fcheepen verlooren hunne Hengen. Ook Verftrooimoeften de Viceadmiraal' de Haan, en de L. der Admiraal Tromp , insgelyks ten anker koo- vloot< men, ook de L. Admiraal de Ruiter, die maar acht^  5=4 Het LEVEN van den 1673. achtentwintigh fcheepen van de gantfebe vloot kon zien, zoo dik cn duider 'was de lucht' door de regen. Doch naa den middagh nam de windt af,, cn men zagh toen eenentzeftig fcheepen, zoo dat men 'noch drie of vierenitSept. veertigh zeilen mille. Den veertienden dcedt wéér onder d° Heer & Rüftei1 feta, om weer onder zeil feil. tc Saan> en de verftroorde fcheepen by den anderen te verzaamelen, terwyl men noch zesentwintig fcheepen uit den Zuidtooften naar ».5 Sept. 's Landts vloot zagh^oefteeken. Maar den dtnZuidt- v7fdenden hadc men weer een zwaaren. ftorm wfc'ftei). llit dcn Zuidtweften, met een zeer onftuimigc zee, en ftreek reen en Hengen. Dc Ruiter lagh voor vier kabels, Bankert ging zyn anker door. Een fchip van 't Noorderquartier brak zyn kabel, maar quam voor een an16Sept. der anker noch ten anker. Den volgenden dagh was 't rcdelyk weder, doch'twoey noch fterk, cn de L. Admiraal de Ruiter zondteen' galjoot om de 'Wed , cn een ander om den Zuidtooften, om alle fcheepen aantezeggen, dat ze, zonder tydt tc verzuimen, overdagtf cn nacht , by de vlagh zouden koornen. * Land» 'S Lnndts vIoot was nu ter halver zee, tusvioot.' fchen de kuften van Hollandt en Soulsbaay, gekoomen: maar veele fcheepen hadden gebrek van levensbehoefte , inzonderheid van bier cn waater : cn de galjoots, die de lyftogt, bieren waater in hadden, waarendoor den ftorm op den dertienden en vyfaenden van de vlagge yerftroóit : ook hadden vcclo 17 Sept. fcheepfefl. gebrek van ankers en kabels. Hier op beriep de L. Admiraal de Ruiter, den zeventienden van September, den gantfcHé» Krygs-  L. Admiraal DE RUITER. 505 Krygsraadt aan zyn boordt, dien hy den toe- i6j%. ftandt van 'sLandts vloot voor oogen ftelde, 17 Töen werdt i riaa overleg ,van zaaken, befloöten, dat men, indien V moogelyk was, ^s^c en by toelaating van Godts weêr en windt, metv^ (t V Landts vloot ten fpoedighfle naar d''Engel- ^aar'op f. he 'kuft zou overfteeken, om daar noch een genoomer* verfooning te doen van 'sLandts zeemaght^ en dat men dan noch zee zou houden tot den tweeëntwintighften van de maandt: dan naa dien tydt. zouden "s Landts fcheepen, elk onder zyne vlagh, naar de zeegaaten daar ze fhuis hoorden verzeilen, dewyl V faizoen van 'r jaar om zee te houden tneeft was verhopen, en dat de vloot, door de daagelykfche ftormen veelfchaade leedt» Dit befluit 'maakte de Heer de Ruiter aan hunne Hoog. Moog. met een brief bekent. Ten zeiven daage ging Jonker Engel de Ruiter weêr op 't fchip Waasdorp, en de Kapitein Thomas Tobias op 't fchip Steenbergen: en een fchip van Enkhuizen moeft, by gebrek van levensmiddelen, uit de vloot vertrekken. Doch het voorneemen van 'sLandts vloot noch eens voor de kullen van Engelandt te vertoonen werdt door windt cn weêr belet: 't was of DeftormGodt door zyn ftormwinden de Nederlandt-wjt"ednenbe* fche vloot verboodt verder dan ter halver zee >s Lanjts te koornen. Want het woey vier daagen naa vloot zich elkander, by buyen en vïaagen, uit den voor d'EnZuidtwefttenweften.cn Weftzuidtweften, zooSel!bhe fterk, dat men t'elkens de reën moeft ftry- kulttever* 1 „ n. ai 1 • toonen. ken, ltengen neerleggen, enten anker Koornen. De Schoutbynacht de Liefde fpoelde den eenentwintighften van zyn anker. Twecr was  $2(5 Het LEVEN van den 167$. was toen zeer zwaar, de lucht ftondt zeer droevigh, en de zee zeer hoogh cn ongeftui«2 Sept. migh. Dus lagh men tot den tweeëntwintighften, den dagh die beftemt was tot het fcheiden der vloote, en zich 's morgens zeer ongeftuimigh op deed. Maar 'smiddaghs Werdt het ftilder, de windt woey Wefttcnnoorden, en de Heer de Ruiter deed fein, om onder zeil te gaan, en elk naar zyn haven De vloot te zeilen. Hy ley het met de Maafche en icheidtvau Zceuwlche fcheepen Zuidt over, en die van Amfterdam en 't Noorderquartier zeilden Noordt over, de Ruiter hun in 't affcheiden 23 Sept. met zeven fchootcn bedankende. In 't gezicht van 't eilandt Schouwen gekoomen, wendde de L. Admiraal Bankert Zuidt over, om naar dc Zeeuwfche havens te loopen, en vereerde den Heer de Ruiter met elf fchooUSept. ten, die hem met negen antwoordde. Den vierentwintighften quam de L. Admiraal de Ruiter met zyn fchip, en met andre fcheepen in 'tGoereêfchegat, en zeilde dien dagh, met zyde vlaggen en wimpels verciert, toe een teeken van overwinning, tot voor HelleDe Rui- voctsfluis. Hy dcê, tot teeken van behoude voor Hef. reizC' dcrtien fchooten, de L. Admiraal van levoenV* Nes elf, de Viceadmiraal van Nes negen, de (luis. Schoutbynacht de Liefde zeven, en d'andre jKapiteincn elk drie fchooten, en van 't fort {werdt met zeven fchooten geantwoordt. Hier ontfing de Heer de Ruiter ten zeiven daage een brief van hunne Hoog. Moog. met de bylaage van een refolutie, den eenentwintighften genoomen, by de welke de Heeren Staaten te kennen gaven, dat ze zich het befluit  L. Admiraal DE RUITER. 52? fluit van den Kryghsraadt, aangaande 't in- 16734 vallen van 'sLandts vloot, op den negentienden genoomen, zeer wel hadden laaten gevallen. D'Am'fterdamfche, Noordthollandtfche en Vriefche fcheepen, quaamen meelt den drieëntwintighften binnen Texel. En dus werdt 'sLandts vloote, naa dat ze in de verleeden zoomer tot driemasten de twee Koningklyke vyandtlyke vlooten gelukkigh hadt bevochten, hunne voorneemens van te landen verhinderde, tot tweemaalen uit der zee geflaagen, en altydt zee gehouden, jaa naa den lellen zecflagh noch ruim een maandt tydts in zee was gebleeven, eindelyk door 't onweder genoodtzaakt binnen 'sLandts zeegaaten in te vallen. 'S daaghs naa de Ruiters komft voor Hellevoetslluis, zyn ook twee OofHndifche retourfcheepen binnen Texel met een ftorm behouden aangekoomen, de Pynakker, ende Starmeer, en een Hoeker, genoemt de Kokmeeuw, van Ceylon. Deeze fcheepen waaren d'Engelfchen by Sinte Helena, toen ze daar, ontrent drie maanden gelceden, vier retourfcheepen naamen, ontvlucht. 'S Landts vloot was nu wel ten tyde binnen gekoomen. Want den vyfentwintighIten was 't weêr zeer ongeituimig, en den zesentwintighilen woey 't een ftorm , die tot den dertighlten duurde, en noch tot denvyfden van Odober aanhieldt: zoo dat het met 'sLandts zwaare oorloghfcheepen zeerhachelyk zou geltaan hebben, hadt men ze zoo langh in zee gehouden. Den zeven- en achten twintighlten van September verfcheen de L. Admiraal Generaal de Ruiter, nevens de L. Ad-  5aS Het LEVEN van den L. Admïraalen van Nes cn Tromp, ter vergaderinge van de Heeren Staaten Generaal, "en der Heeren Staaten van Hollandt. Doch met wat eere zy daar werden bejegent, gepreezcn en bedankt, en wat belooningen hun, in erkenteniffe hunner dieniten, als ook aan de weduwen van de Viccadmiraalen, dc Liefde, Sweers cn Schram, aan de Schoutenbynacht, Jan van Nes en de Haan, en aan de weduw van den Schoutbynacht Vlugh, werden toegevoeght, kan men zien uit de volgende affchriften, cn d'cige woorden der Heeren Staaten. Extract uit het regifter der refolutrén van de Hoog. Moog. Heercn Staaten Generaal der vereenighde Nederlanden. Woensdagh, den 27 September 1673. des avondts ten half vyvetii De Li Ad- De Heeren L. Admiraals, de Ruiter, van miraal Ge- Nes en Tromp, in de vergaderinge gecompdneraal de reert, en op ordinaris ftoelen gezeten, ook geüeL^dTdekt zynde ■> hebben aan haar Hoog. Moog. mlrailen, fommier rapport gedaan van haare laatfte van Nes en gedaane expeditie met de geheele 'j Landt svlooTromp, tc. Waar op gedelibereert, zynde, heeft de lUh a mi" ^eer P°mPc 1 ter vergaderinge pre f derende j dekkeren de gemelde Heeren L. Admiraals, de Ruiter, StaatenGe ivan Nes en Tromp , uit den naam en van weneraai, en gen haar. Hoog. Moog. bedankt, en ver klaart, Worden dat hooghgemelde haar Hoog. Moog. \met zonbedankt, clerlinge aangenaamheit en groot contentement opgenoomen hebben haar goede deyoiren, noJ ta-  L. Admiraal DE RUITER. 559 table dienften, mannelyke couragie en dapper- 1673. heit, mitsgaders loffelyke conduite en dire&ie, nu laat/llyk wederom betoont in de drie zeeft aagen, tuffchen 's Landts vloote en die van de twee maghtige Koningen van Vrankryk eh Grootbritanjen, den 7 en 14 Juny, mitsgaders den 21 Auguftylepf ledenvoor gevallen: ende heeft wyders uit den naame als voóren de gemelde Admiraals, de Ruiter, van Nes en Tromp, gerecommandeert, met gelyken yver, kloekmoedighcit en couragie, in alle voorvallende occafien daar in voorts te willen continueren-. MAT tl. POMPË. Vt. Accordeert met het voorfchreeve regijler. II. F A G Ë L. ËxtracT: uit de refolutien van de Heeren Staaten van Hollandt eii Weuvrieflandt, in haar Ed. Groot Moog. vergadering genoomen. Op Donderdagh, den 28 September i6j%. Is ter vergaderinge verfcheenen de Heer L. Verflagh Admiraal Generaal de Ruiter, met en nepenster vergade Heeren L. Admiraaien van Nes en Tromp, deri,1g der en heeft fitccin&elyk aan haar Êd. Groot Moog. gerapporteert, V gunt zedërt eenigen tydt ^,11HoL. herwaarts op de jongfte expeditie ter zee van landt. confidératie wds voorgevallen en gepaffeert. iVaar op gedelibereert zynde, hebben haar Edi IV. Deel. LI Groot  53ö Het LEVEN van den 1673. Groot Moog. de gemelde Heeren L. AdmirctaDe Rui- ien voor >t voorfchreeve gedaane rapport, en ter, van > J . 7 . ° re- * 7 Nes, en we( voornaamentlyk mede over en terzaakevan. Tramp, de dapperhei't, couragie, yver en goede conworden dutte, by hen luiden refpeBivelyk in de drie van kumedi/lincle batailjes, tuffchen de vyandtlyke geMoog°blcom^'ineerde v"00ten en die van deezen Staat, dankt,' en*'w deezen hopende jaare voorgevallen, ten besvoorts ten van den Lande betoont en gebruikt, bewerdt dankt, gelyk de zelve daar vooren bedankt goedtge- worden by deezen, en is voorts goedtgevonden vonden. n 7 1 b ° dat aan en ver/tttan, dat, tot meerder encouragement ieder der van de voorfchreeve Hooftofficieren, aan ieder 2eive een van de zelve eene honorable remuneratie op ce.-lyke_ deeze Provincie zal werden toegevoeght, ineroTde'prcf kenten'IJTe van de goede dienflen, die de zelve viiicie van ™ de voorfchreeve rencontres aan den Staat in Holiandt generaal, en aan deeze Provincie in V parzaï toege- ticulïer beweezen hebben; des zal op morgen, yoegt wor- noopende de begrootinge van de voorfchreeve den. remuneratie, nader deliberatie aan gepleit werden. Accordeert met de voorfchreeve refolutie, SIMÖN VAN BEAUMONT. Extrafl uit de refolutien van de Heeren Staaten van Holiandt en Weitvrieflandt, in haar Ed. Groot Moog. vergadering genoomen. Op Saturdagh , den 30 September 1673. derHeeren ^ naa vooraaar2^3 deliberatie goedtgevonden en  L. Admiraal DE RUITER. 531 en verflaan, dat, in voldoeninge van haar Ed. 1673; Groot Moog. refolutie van den 28 deezer loo- Staaten pende maandt, en zulks in erkenteniffe van ^vanHoldienflen, by de Hoofden van 's Landts vloote , gl^tïe^dï in de jong (ie gevechten ter zee tegens de vyandt- 7ergei. lyke vlooten, den Lande gedaan, zal werden ding, die gegeeven, te weeten, aan den L. Admiraal*™ de Generaal de Ruiter een rentebrief van zesdui- Hoofden zendt guldens kapitaal; aan de L. Admiraals ,v*"0Stza"u van Nes en Tromp , ieder een rentebrief van worden vier duizendt guldens kapitaal; aan de wedu-vexeeiu wen en erfgenaamen van de Viceadmiraaien, de Liefde , Sweers en Schram, een rentebrief van twee duizendt gelyke guldens ; en aan de Schoutenbynacht, 'Jan van Nes en de Haan, ieder een rentebrief van duizendt guldens; mitsgaders aan de weduwe en erfgenaamen van den Schou'bynacht Vlugh mede een renteMef van 'duizendt gelyke guldens kapitaal. Accordeert met de voorfchreeve refolutien, SIMON VAN BEAUMONT. De Staaten van Hollandten Weftvrieflandt. Doen kondt allen den geenen die deezen ver- AfTchrift toont werden ende aangaan zal, dat wy, wil- ^.\^ef lende erkennen, en aan de pofleriteit getuige- Dyde rieel nijfen geven van de dapperheit, courage, yver ren Staaten ende goede conduiten, daar mede de Heerban HoiMichiel Adriaanszoon de Ruiter , L. Admiraal1™^*^ van Holiandt ende Weftvrieflandt, als Chef miUa\ de" Van de vloote van deezen Staat, onder het op-Ruiter* ia LI % per  53a Het LEVEN van den 1673. per commando van zyn Hoogheit den lieert «kenteo'*-Prinjje va 1 Oranje, Admiraal Generaal der jjj**ft *>n'vereenighde Nederlanden, in de drie dijlinfte vereert.' batailjes, ge duur ende de expeditie ter zee van deezen jaare 1673, tuffchen de vyandtlyke vlooten van de Koningen van Vrankryk en Grootbrittanjen, en die van deezen Staat voorgevallen , de voorfchreeve vyandtlyke vlooten geattaqueert, bevochten, en door den zeegen van Godt almaghtigh zoodanigh bejegent, getracteert en getroffen heeft, dat daar door de vyandtlyke defeinen, die de hooghgemelde Koningen tegen deezen Staat voorgenoomen hadden, gantfchelyk verydelt zyn geworden , geedtgev-nden en geordonneert hebben , dat aan en ten behoeve van den voorfchreeven Heer Li Admiraal de P ter vergaderinge van haare mende ter Hoog. Moogende zal werden ge admitteert, om vergade- van 'f gepaffeerde rapport te doen, als alleenring van jyk de L. Admiraal, ofte wel die geene, die , Hoog. by des zelfs "fiyügheit, van de hopende maandt, in de hooghgemeide vergaderinge ?y SeV affeert en voorgevallen. MA TH, POMPE. Vt. Accordeert met het voorfchreeve regifler. H, FAGEL,  L. dmAiraal DE RUITER. 535 Ontrent deezen tydt f werdt Jonker Engel 1673. de Ruiter, zoon van den L. Admiraal, doort6üctob. zyn Hoogheit den Prinffè van Oranje, in de^^oog. waardigheit van Schoutbynacht onder 't KoJ- Vgftight legie ter Admiraaliteit tot Amfterdam-, welk jonjcer e„, ampt hy in de lefte toght Hechts voor een gel de Rui- ■ tydt, by maniere van voorraadt, hadt bedient, ter in 't ten vollen beveftight. Ook fteldc zyn Hoog- gjjJJJ^ heit de Heer de Ruiters fchoonzoon, Johan y" dc Witte, Kapitein over een kompagnie zee- En heit foldaaten, nu tot ordinaris Scheepskapitein de Ruiters onder 't gemelde Kollegie van Amfterdam. Op fchoondeeze wyze werden des vaders getrouwe dien-™™'^ ftcn in den zoon en fchoonzoon, die dcesgunft te totordi" niet onwaardigh waaren, erkent en beloont.na'r;sK^piDe Kapitein de Witte lagh te deezer tydt ge-cein. quetft: zynde in 't belegh van Naarden, daar £>s Haan hy zich met zyn zeefoldaaten treffelykqueet,|°.^'"a " met een musketkoegel inde wang gefchooten. Willem Zyn Hoogheit fteldc nu ook den Schoutby- Baitiaaii'z. nacht de Haan in 't volle bezit van 't Vicead-tot L. Admiraalfchap, in plaats van den Heer Sweers.»™"»8' yan Hy verkoor Willem Baftiaanszoon tot L. Ad- jJ^T" miraal van 't Noorderquarticr, en Thomas Thomas Vlugh , broeder van wylen den Schoutby-viugh tot nacht David Vlugh , tot Viceadmiraal , inViceadmiplaats van Schram. De Kapitein Philips van™3.1Almondc werdt geftclt tot Schoutbynacht on-^'^"1 der 't Kollegie ter Admiraaliteit in de Maas, totSchout. en Jan Dik tot Schoutbynacht van't Noorder- bynaciit quartier. Op de zeegen, die 's Landts vloot van de nu tot driemaalen toe tegens de vyanden, on- M.a3s: der 't beleidt van den Heer de Ruiter, gelyk Dik [ot verhaalt is, ter zee hadt bevochten, volghdeSchoutby$11 ook meer yoorfpoedt te lande, 'tgeen hier nacht van LI 4 ter  53^ Hte LEVEN van den 1673. ter loops ftaat aan te roeren, om 't aan eer> Noorut- hangen der Zaaken. Want naa den letten zee- Sïovw- ' °P d0R 21 van Auguftus5 en 't verdrywJnningen vcn dcr v>'aridcn van'sLandtskutten, kon mén rer zee a^ dc landtfoldaaten en ruitcry , die op de ▼olgt ook ftranden ontrent Texel cn in d'andre zeegrenvcorfpoetJt zen waaren gebraght, om de gedreighde lantc an c. ding te verhinderen, daar van daan lichten, en Kaarden elders gebruiken. Dit gaf zyn Hoogheit den verovert. Printte van Oranje gclegentheit, om met het Ook Bon 1-CgCr V£m den Scaat' met huIP van de SpaanisNov"' ^*c^cn' naar Naardcn te trekken, en, naa't overgaan van die ttadt, met het heir, en ctlyke Spaanfchc troepen, (zich voegende by 't Kcizerlyk leger, 't welk onder 't gebiedt van den Graaf van Montecuculi, tot byttandt dcr Heercn Staaten, was afgekoomen) voorBon tc rukken,en die ttadt met gewelttehelp,? wan- Pen Mnta^en5. en tot overgeeven te dwingen, den verlaa-Dees óptpght, en de vreeze voor 't afkootenWoer mende Keizerfch leger, braght zulk een omden, uit- zien cn fchrik in de Franfchen en hunne bont- ïai ïe'b8'^"00^11' ^dic Scen volk Senoeg hadden om de Provin- "1!c dc vcroverde vettingen bezet te houden, cien van cn tc gelyk tegens de legérs van den Keizer en Uitrecht, den Staat tc veldt tc koornen, cn die 't hooft Gelder- te bieden) dat ze zich genoodtzaakt vonden , Overyffel dc meefl:e veroverde tte'den en fterktcn te verhad.ie'n be-^aten. Dus verlieten ze Woerden <, dc ttadtmaght'gHt, Bommel2, Uitrecht -?, en daarna al wat ze in 1 Den - dc Provinciën van Uitrecht, Gelderlandten °%°Deni 9veryflH? hadden bemaghdght: doch niet N?vimb*zon^T ^'ingezetenen met het uitpërflèn van 3 Den '3 zwaare brandtfehattingen uit te mergelen, en Novemb. de muuren, toorens, wallen en vaftighèden van  L. Admiraal- DE RUITER. 537 van zommige (leden overhoop te werpen, en 1673. met buskruidt te laaten fpringen, en fnoode voetllappen van de hi'tterfte vyandtfchap achter te laaten. De gewoonlyke-biddagh, die Dankdag den zeiten van December moeft gehouden J""*^ Worden, werdt by,de Heeren Staaten Gêne- 6 Dl,cfen,t,. raai weêr veranderdt in een dank- vaft- en be- u}tge. dedagh , en in d'uitfchryving, die den vyf-fcfireeveif. tienden November was geteckent, werdt ook »5 gewach gemaakt van de drie zeeflaagen, mee bevel van Godt te danken over zoo groote op • nieuws verleende overwinninge van Don, en d'onverwachte ontruiming van ftcden en plaat* zen, mitsgaders, over alle de voor,gaande weldaaden, die het zyne Goddelyke Majejïeit zoo zicht baar lyk en wonderbaarlyk den verheden zoomer te waater en te lande, zoo in de drie ondet 'fclié idene zeeflaagen, tegens de twee magh'iige Koningklyke vlooten van Engelandt en yrankryk, als in d'overwinning der facit Naarden , gelieft hadde te bewyzen. Ook werdt ter 30Mo. vergadering der Heeren Staaten van Holiandt Dewn*» goedtgevonden, dat men de tonnen en baa-Wofden ia kens, in de Maaze en 't Goerecfche gat (teda Maaze Vooren weghgenoomen , om daar door den en'c Goevyandt het inzeilen in de zelve reviere tereêfche gat moeylyker te maaken) wederom zoude leg- JJJ^ 1 gen, tot veiligheit van d'uitgaande en inkoo-0 mende fcheepen. Daarna liet men zyn gedachten weêr gaan over het toeruften vaneen oorloghsvloot tegens het voorjaar, en om te beter vólk te bekoomen, verbooden de Heeren Staaten Generaal by plakkaat allevaart, Walvifchvanghft, en 't neemen van vremden^™^ dienft. Men was van voorneemen een fter- m ker  538 Het LEVEN van ken ÏÓ>3. ker vloot in zee te brengen dan 't verleden den dieilft ,bei.' b? twaalf dertien Heeren, uit de Kolverboo- legieri ter Admiraaliteit daar toe gemagïiden. tight, een ftaat van equipagie of toeruftm* van j!^en, dat men in zee zou brengen 42fchceeqaipagie pen ™n oorlogh, voorzien door den anderen voor het van 66 tot 80 Rukken gefchuts, en daar bojaar van, ven, en bemant met 400 matroozen: en noch i-eefe'n18 ïï f™ oorlogh' gemonteert doo'r jeetjn, den anderen van 50 tot 60 Rukken, en daar oorlog- q^!1' cn b=manc met 300matroozen: noch fcheepen, 18 'cneencn van oorlogh, gemonteert van40 6fregat- tot 50 Rukken, en ieder bemant met o00maten 24 troozen: noch 6 fregatten van oorloo-h nCbra„derS, monteert van 30 tot'36 Rukken, cnVemant jooB,"ia 130 macroozen: noch 24 branders, elk kleender pemant met 22 koppen: noch 24 groote galgaljoots, joots: noch 12 kleender galjoots: noch ïd cn ,» fnaauwen, of licht vaartuigh, ieder bemant fteS?et 3° Zoo dat dee&ze vloot zou be¬ zeilen! faia,n l"c wegenngh fcheepen en fregatten van oorlogh , en met dc branders , galjoots en fnaauwen , in alles uitmaaken honderdt en tweeentzeftigh zeilen , cn bemant zynfbehalven t volk van de galjoots die men zou hüuren; met 29268 mannen. Ook hadt men uitgercekent, dat dees vloot in de tydt van zes maanden aan foldy , koftgeldt, equipagie , flytagie en andre onkoften, zoude koften 6.°75?54 gulden. Dees voorflagh Was men voorneemens te volgen. DochohdemuTchen, terwyl men zoo groote toerufting ondernam, deeden de Spaanfchcn, die al in de maandt van  L. Admiraal DE RUITER. 539 van Oftober den oorlogh tegens Vrankrykhad- [1673. den verkondight, (uit kracht van'tverbondt, te vooren met de Heeren Staaten Generaal geflooten) door den Marquis van Frefno, des Konings AmbalTadeur in Engelandt, groote vlyt, om de vreedehandeling tuflehen den Ko- Vr«dening vanGrootbritanje en de Heeren Staaten, h™£S te Keulen aangeheven, te Londen voort te zetten: en men begoft nu hoope te fcheppen tot een p-oede uitkomft. Hier vertoon- Wondefde zich nu omrent denNederlandtfchen Staat ^re wiseen wonderbaar tooneel der wereltfche ver-^«lg anderingen , daar *t radt der wiflelvalhgheit fi;g der geduurigh draayde. De Koningen van Vrank-mken. ryk cn Engelandt, weleer vrienden en bondtgenootcn, waaren nu vyanden, en de Koning van Spanje, en de Keizer, hoofden van'thuis vanOoftenryk,eertyds vinnige vyanden,waaren nu de trouwfte bondtgenooten en byftanders van den Staat. De Vorften, die, door inzicht en reden van Religie, de naaftevrienden waaren, zaaten ftil, of weeken af, met naame de Keurvorft van Brandenburg, die, om zyn byzonder voordeel, de wapenen nederley, en de twee voornaamfte Vorften van 't Pausdom bleven beftendigh by hunne trouw, en oordeelden dat ze met Nederlanders te helpen, ook hunne, eige Ryken en Staaten mosten befchermen. EINDE VAN HET VIERDE DEEL.  J. DE HAAN, Joekbinder.