HEELKUNDIGE MENGELSTOFFEN, DOOK. GERRIT JAN VAN W Ï.ECTOR IN DE GENEES- HEEL- EN VROEDKUNDE, TE ARNHEM; LID VAN HET PROVINCIALE UTRECHTSCHE GENOOTSCHAP VAN KUNSTEN EN WEETENSC HAPPEN, ENZ. TWEEDEN DEELS EERSTE STUK. MET DE NOOD.IGE AFBEELDINGEN OPGEHELDERD Te AMSTERDAM, by W. HOLTROP, 1791,   VOOR R E D E- waarde landgenooten, geachte lezers! l~Tet was my byzonder aangenaam ce onderbinden, cat u e e v e , medegedeeld, (zie Algem. vaderl. letteroefen. 6de d. 3de ftuk, en naderhand overgenomen, en geplaatst in myne Heelk. Mengelft. ifte deel,) hieromtrent zal ik den kundigen leezer, alsnog niet ophouden, of my daaromtrent uitlaaien , immers ik heb tot nog toe geene genoeg- zaa-  INLEIDING. zaameredenen, ommy ten tweedenmaale intelaaten, om de waarheid van zulk een fysthema, 't welk ik eens door een voorbeeld beweezen heb, een nieuw kleed aan te doen, voor en slëer ik daartoe gefchikter aanleiding hebben zal: — althans het fchynt my toe, dat ik my zonder dat, aan befcjiuldiging van voorbaarigheid zoude bloot (tellen; te meer, daar de grootfte en voornaamfre, binnen' en buiten - landfche Heelartfen, wegens de tydige wegneeming der kanker, overeenilemmen, en dezelve als nog , onder zekere bepaalingen , blyven aanpryzen. — Niets zoude derhal ven gemakiyker voor my zyn, dan het gevoelen van den grooten richter, ik zwyge van den niet min voortreffelyken Heelkundigen camper, te volgen, en hunne waarneemingen met honderden anderen, van voornaame mannen zamentelTellen , om de ongegrondheid van andere denkbeelden te bewyzen: althans ik zoude inzonderheid zeer veel voorraad, daartoe, konnen vinden, in het onwaardeerelyk, nuttig, leerzaam, en fraai heelkundig zamenltelzel van voorgemelden Hoogleeraar richter, onlangs in onze taal, overr gezet, en in 't licht gebragt. Inhetvoorbygaan, zal ik alleenlyk, tot heit geene ik te vooren gezegd heb, maar aanmerken, dat de ondervinding my tot nu toe beftendig heeft doen zien, dat eene tydige wegneeming van die kanker- ' ge-  INLEIDING. gebreken, welken daarvoor vatbaar en gefchiktzvn firtS*dergu,de fpreuk van ovidws te* MUM»? 7W»r, gftto» mala per hngas invaluere Mor as! Dat is: 'tBeginfel dient gefluit: Geneeskunst baat tog nier Wen \ kwaad, door langen tyd, te diepe wortels fchier! UIT-  UITLEGGING VAN DE PLAAT; Wegens het nieuw bekend geworden en in deeze MengelftofFen lefchreeven beengebrek , ( Hydrosteon,) bovenfte gedeelte van het linker dyebeen, 't welk alhier , met betrekking tot het onderfte zieklyk gedeelte, alleen , afgebeeld is , heb ik " niet noodig geacht, hier bytevoegen, om rede» pen vooral, dat hetzelve, noch ten opzichte van het uitwendige maakzel en gedaante, noch, met betrekking tot het inwendige celvvyze weefzel, of holle kanaal, iets van het natuur!ykeafwykende, (na de vergelyking met anderen, en na de doorzaaging,) vertoond heeft. Fig. h A. Het linker , gedroogde dyebeen , even boven deszelfs uitzetting , in *t gezonde afgezaagd , van welks zieklyke gefteldheid, ik inzonderheid op bladz. 75. enz. gewag gemaakt heb, en't welk ik, (ziebladz. 77.) ter nafpooringe van den aart des gebreks, bewaard had j van den Voorkant befchouwd. s, e,  UITLEGGING a. a. De plaats alwaar de uitzetting of vergrooting van 't been een' aanvang neemt, en naar beneden a. a. a. a. a. a, gradatim en aanmerkelyfc toeneemt. . . b. De gladde oppervlakte voor de geleding der patella, welke gezond is. c. c.c.c.c. De voorfie, vergrootte doch gladde oppervlakte, waaromtrent niets optemerken is, dan , dat men even boven de geledingsoppervlakte, van dekniefchyf,d.d d.d. verfcheide meer dan natUurlyk groote gaatjes, (waarfchynelyk door de vanëenwyking der beenplaaten ontftaan.j ontdekt; welke anders minder zichtbaar zyn, tot doorlaating van vaatjes dienende. Fig.II. B. Het zelfde onderfte linker dyebeens gedeelte, omgekeerd, of van den achterkant en uitwendige oppervlakte te zien. a.a a. De Linea Aspera, welke naar beneden verbreed uitloopt, en niet van het natuurlyke en gewoon'e afwykt. b b. b. b. De plaats alwaar de uitzetting, san den achterkant begint, en gradatim benedenwaarts voortgaat. c. c. c. c. c. c. c. De omtrek van een byzonder omfchreven, rondachtig beengezwel, aanmerke1$ k boven de knobbels van het dyebeen k, h. h. h,9 en het hoogere dyebeens gedeelte a. b. uitpuilende, welks oppervlakte d. glad, gezond en effen is, en waarin men alleenlyk cenige byzonderheden ontdekt. e. e. e. Verfcheidene aanmerkelyk vergroote gaten tot  y a n de PLAAT. fcbt doorgang van vaten, onder welken een f, aller'aanmerkelykst is, en de aandacht verdiend. — By de ontleding, of fchoonmaaking van dit gedeelte iieens, vondtik hier terplaatze een bloedvat, hetwelk genoegzaam met de helft der ruimte van'i: gat, in opzicht van dikte, evenaarte; voor hét overige was hetzelve ter vullinge van 't gat, met een ontaart, tendineus wezen bekleed. g. Een pet, of indrukking als of ze met de top eener vinger gemaakt was , en waarin kleine gaatjes gevonden worden. ~ Deeze pet, isbyna van dezelfde grootte als het gat ƒ ■ doch of fchooa er reeds dezelfde omfchryving en bepaaling der grootte van het gat ƒ gemaakt is , zo is er evenwel geene doorgaande opening tot in Het holle been , maar in den grónd derzelve is nog eene dunne laag van beènvezelén óvërgebleeven : misfchien zoude er door den tyd, door de mee/dere vaneCnvvyking der béenplaaten , ook op dèeze plaats, een gat, gelyk aan f. gemaakt zyn geworden. li.h. h. h. De omtrek en gladde* , doch meer dan natuurlyk uitgebreide Conduli osfis femoris 8 waaromtrent voor het overige niets tegennatuurlyks waargenomen is. i. Deeze verdiepte, tusfchenknobbelige oppervlakte , is meer dan natüurlyk verheven en de beénvezelen zyn losfer en meer uit elkander gedrongen. Fig. 111. C. De achterfte helft Van het in de langte doorgefrieedene dyebeens onderfte gedeelte; Fig. 11. van deszelfs inwendige oppervlakte te zien. a.a. De plaats alwaar de tegènnatuurlyke vergrooting, in den omtrek van het been, begint, en zig baar beneden 'd, ckd.d. d. d. langzaamerhand uitbreidt * * h. b.  Uitlegging b. b. Eene door een lyn t. t. u t. t. omfchree. vene afzonderlyke verdieping , of holte , afgefcheiden van het natuurlyke merghol, i. door eeoe byzondere lyn h. door de- inëenfchuiving , of zamendrukking der beenvezelen tegen elkander gemaakt, en insgelyks afgefcheiden van het aan- merkelykfte, hol^.^. %. ^. door eenen rand c.c.c.c.c.c.c.c. gemaakt door de afgeweekene Cancellu Het beenige tegennatuurlyke hol ^. welk met eene vliezige waterzak is bekleed geweest , is allerwegen glad, en geeft du'delyke kentekenen der laagsgewyze, vast op elkander gepakte beencellen. — Dit byzondere hol , loopt achter de meer oppervlakkige en ongelyke verdieping b f.t. tot aan en achter het mergkanaal h. i. opwaards, tot aan de affchjiding h. e. Het gat f, van Fig. II van deszelfs inwendige" zyde te zien. ƒ•ƒ•ƒ/ƒ• De beenvezelen ryzen alhier eenigzins op , of voorwaards, waardoor een byzondertus. fcheufcheidzel , tusfehen het mindere en meerdere diepe hol b en^. ieder door eene byzondere vliezige zak bekleed, gemaakt wordt. g. De Cancelli, welken in den gezonden flaat, alhier, zeer los zyn, of liever de beenvezelen, welke anders ter deezer plaatze zeer los van weefzel zyn, zyn in dit geval zeer zamengepersc en inzonderheid ter plaatze van o. zeer vast inI ëengedrongen. k. k De Conduli os fis femoris, zvn, buiten de meer dan gewoone grootte, natuurlyk. Fig. IV. D. De voorde helft, van het in de langte door-  VAN DE PLAAT. doorgefhedene dyebeens onderfte gedeelte Fic, ï. van deszelfs inwendige oppervlakte te zien.° a. a. De plaats alwaar de tegennatuurlyke vergrooting , in den omtrek van het been begint, zig naar beneden d. d. d. d. langzamerhand uitbreidende. h. b. b. b. b. b. Het waterzuchtige beenhol, het welk zig alhier veel verder opwaards uitltrekt, dan aan den achterkant, en omfchreeven is door de beenige lyn c. cc cc c. c c. c. eindigende op de hoogte van eene a< aere s s. s insgelyks door inëengedrukte Cancelii gemaakt; welke laatfte lyn, dit waterhol', met die van de achterfte helft b. van het natuurlyteen gezonde mergkanaal h. i. Fig. III. en t, v. van deeze Fig. affcheidt. Dit hol, is aan de boven en voorkant, derhalven , afzonderlyk, door een menigte opgefchovene en zamengedrukte Cancelii, welke anders in den natuurlyken Haat, dit onderfte gedeelte bee^s aanvullen , en maar zeer geringe tusfchenruimten overlasten , als door een byzonder gewelf Fig. III. b.b f.f f-f f.t.t u t. t. én de bovenfte c. c. c. bedekt ueweest. In den grond van dit hol, (volgends de omgekeerde af beeUing , of anders volgends de gewoone en onverdeelde plaatzing van het dyebeen , tegen de voorde oppervlakte , of beenfchors,) ziet men b. b. b. b. b b eene ontallyke menigte onregelmatige en opeengepakte beencellen, vastaanëengedrukt en aangehecht. De Cancelii binnen de uitwendige been» fchors , welke op de meeste plaatzen natuurlyk zyn , dan, op fommigen in 't midden, zyn dezeiven tegennatuurlyk vast inééngedrongen, gelyk aan de uitwendige been fchors. e. e. De Cancelii Condulorum, welke natuurlyk zyn *** AL  ALGEMEENE INHOUD VAN HET TWEEDE DEEL, STUK, D E E Z E S MENGELWERK S. EERSTE WAARNEEMING. Wegens eene kwaadaartige kankerachtige zweer, inzonderheid in het aangezicht, aan den hals, en aan de borst. Bladz. \* TWEEDE WAARNEEMING. Wegens een byna foortgelyk ongemak, als bet voorgaande. . 8. Briefwisfelende Raadpleegingen , van een jong Heelmeester in Overysfel; wegens een kind van drie jaar en, aan een waterbreuk [tikkelende . . . 14. ' Antwoord, ten ricbtfnoer aan bovengemelden Heelmeester: dato 24 September 178c. 15. Tweede Raadpleeging van bovengemelde» Overyifelfchen en raadplcegenden Heelmeester. .... %\, Antwoord op de tweede Raadpleeging e£rekkelyk tot het laatst voor gepelde geval. $3, Laa:-  ï N H OUD. Laatfte Antwoord , wegens de volkopietie geneezing van de voorgemelde Hydrocele, door de aan legging van een veltcatorium: van den jongen Overysfelfchen Heelmeester. . . Bladz. aS» Byvoegzel, tot de voorgaande Raadpleegingen. . . . . 30* DERDE WAARNEEMING. W>.g?ns eene breuk, of uitperfing van het druivenvlies, „ . . 35. Proeven of Waarneemingen, wegens de opgegeevcae geneeswyze eens beengebrek*, bc/chreeven en medegedeeld door den Heer V van der haar, ijl de Vaderlandfche Letteroefeningen, 6de deel No. 7. Mengelftoffen, hladz. 278. . . 41, VIERDE WAARNEEMING. Of, befchryving en geneeswys ee'ner waterzucht der kniebeenderen. . . 44. VYFDE WAARNEEMING. W'gens de voorgemelde kniebeensziekte. 47 ZESDE WAARNEEMING. Wegens een foortgelyk ongemak, {als het voorgemelde kniegebrek ,jlaan de armbeenderen, . . . . . ZEVENDE WAARNEEMING, Wegens het voorgemelde kniebeenson gemak, van eenen venerijcben aart: Hydrosteon Venereum. . . . <6. 1* 3 Uit-  INHOUD, Uktrekfel der medegedeelde Waarnezming, des Heer en van der haar, " wegens 't bovengemelde kniegebrek , in de Vaderlandfche lerceroefferrn^en 6de deel no Mengelfiofen, bladz. 27H enz. " Bladz. fjO.' , teerhartige B^naammg , en Verklaaring van den aart der ziekte, in gemelde Waarneemingen voorkomende. ' . 74. Bedenkingen en Gevolgtrekkingen, uit de voorgaande Waarneemiiaen geboren, en medegedeeld aan den Heere j. van jD ru haar . . . ^p„ Raadpleéging, wegens eene verouderde plaatslyke boofdpyn gg. Antwoord op deeze Raadpkeging. . 00. Raa ipleeging: wegens de beste wyze van opdrooging der borsten , van zoogende vrouwen: door een Dorp-heelmeester. . 99. Antwoord op deeze Raadpleéging. . iqi. Raadpleeging, wegens eene kwaadaar• iige en tot verfterving geneigde Zweer, (Ulcus gangrjenoiu n.) - . . J0-- Raadgeeving op de laat ft e Raadplee'. i07. AGTSTE WAARNEEMING, Eener zeldzaame en zeer aanmerktlyke Tong-wond. , . . ?. ugt  1 HEEL K U N D 1 G Ê MENGELSTOFFEN Wegens eene kwaadaartige kankerachtige zweer j inzonderheid in het aangezicht, aan den hals, en aan de borst. D l ., oud 30 jaaren, geboortig van Amftelda«, kwam den 5den November, 1783,^1 onsziekenhuis, na zeer veel armoede geleeden, en eene flechte leevenswyze gevolgd te hebben, om geneezen te worden van eene ongefteldheid in de vochten, welke haare gezondheid had benomen, en van eene groote zweer op het linker fchouderblad, met ontblooting van de Üpina deezes beens; benevens eene aiïchuwelyke Ulcus phagadenicum vel nomat in het aangezicht, weikedegeheele rechterzyde, van vel , vet vlies., en een gedeelte der fineren, tot op het os jugale en partem dextram inferioris maxillaris, (ingevolge haare ongefteldhcid ) ontbloot had. Niettegenftaande de zorgvuldigfte oplettendheid welke dit ongemak vereischte, en wederzyds door den Heer van eri- a chem  h ■% e l k d„n d 1 g * chEm, en my, in het toedienen en aanwendeii van gepaste hulpmiddelen, (welken geene byzondere befchryving vcreifchen, om reden dat ze naar geené byzondere, maar algemeene en bekende kunstregelen ingericht waren,) waargenomen werd; hadden wy het ongenoegen te ondervinden, dat deeze lyderes, tot aan den ^den Juny, 1784, in dezelfde zieklyke omftandigheid bleef, en dat het ulcm noma, van tyd tot tyd, onder het gebruik van die midde* len, kelken daar toe, uitwendig ten gëbrüike, zo menigvuldig aangepreezen zyn, verergerde, langs den hals en borst aan die zyde voordiiep, en de lyderes' in gevaar van het leven bragt. Om voorgemelde reden der leevenSwyge, welkè wy verdacht hielden, offchoon haar van tyd tot tyd, ooit kwikmiddelen waren toegediend, beflooten wy te beproeven, wat de kwikbereidingen uit- en in-wendig,onder ons opzicht, uitrichten zouden: hiertoe werden de toeneemende uitwendige kwaadaartige zweeren, met wieken bedekt, in het aq. Phagaden. nat gemaakt, fomwylen befmeerd met een mengfel van melk rojdrum en folutione mercurii, van welke wy in andere venerifche zweeren zeer veel voordeels ondervinden; en inwendig gaf men het decoSl. Ssorfonera. C. Solutione mercuriali s w 1 t e n i i , volgends onze ge woone methode, waarmede wy in de moeijelyklle gevallen gelukkig flaagen : dan, niettegenltaande wy hiermede van den  I Ê fi G E L ' T O F P E N, 4 den Sften Juny tot den loden Oclober» 1784, aanhielden, zo vorderden wy echter niets, maar de wanhoopige omftandigheid der lyderesfe, deed ons eindelyk befluiten, om te beproeven wat de Spin SaL amm. cum calcs viva parat, (waarvan ik in andere hoopelooze gevallen, van welken ik geene melding maaken zal, om reden dat dezelven te menigvuldig zyn, en ik alleenlykdevoornaamfiegevallen ten bewyze van de nuttigheid der S. f. a. c.c.v. wilde mededeelen, alsmede om dat ik van dezelven geene aantekening gehouden heb, zo veel Voordeel gezien had,) in dit geval uitrichten zoude. Gegronde redenen, (zo wy dachten,) deeden ons befluiten om de geneezing langs eenen anderen weg te beproeven, om reden vooral , dat indien niet eene geheele andere Cachexia, dan wy vooronderfteld hadden predomineerde, er althans eene gemengde ziekelyke gefteldheid der vochten, welke zig tot byzondere deelen ter uitberstinge bepaalde, aanweezig konde zyn; en dat het volgends eene goede theorie' meer dan waarfchynelyk was, dat deeze ontaarting der vochten, noodwendig van eenen zuuren aart zyn moest, waarom wy ook overeenfiemden, de geneezing door alcalia, in- en uit wendig aangewend, en wel de Spiritus falis ammomacl, cum cake viva te beproeven. Immers het kon aan het oplettend oog van den A z Hee-  4 heelkund1 ge Heere van iïri chem niet ontvluchten, optemer-ken, hoe veel voordeels ik verfcheidene maaien in ontaüyke gevallen ondervond , en hieruit met my te befluiten, dat dit geval, voor zo verre het eenigzins overeenkomstig was , met andere weluitgevallene genezingen, der beproevinge waardig was. Hiertoe had gemelde Heer de ïnfchikkelyk» heid myne wyze van toediening der Sp. f. a. c. c. viv. tot het inwendig gebruik onder een DecoEt» cort. peruv. optevolgen, en dagelyks de noodige oplettendheid ter verdere befluuringe aantewenden. Den li Oftober, 1784, werd onzelyderesonder onzen gewoonen Kinadrank, een half unce Sp.f.a, v. c. viv. toegediend, welke haar eenige moeijelykheid in het doorzwelgen veroorzaakte; dan, den isden dito, en voords tot den if>den, werd dit gemaklyker, waarom wy, op het voetfpoor van myne voorgaande proefneemirgen, voornamen, haar den ! 6den dito, onder dezelfde hoeveelheid Deco&, cort. peruv., zes dragmen van hetzelfde -middel integeeven. Men zag reeds de zweeren in voordvreeting, omkrulling, verdikking der randen", enz, niet alleemyk bepaald, verbeterd en een fchooner aanzien krygen, maar ook daarenboven, zag men dagelyks betere etter uit dezelven te voorfcbyn komen. In de vooronderftelüng, dat zulk een geneesmiddel,  MENGELSTOFFEN. 5 del, welk verbetering' in de ?iekte ren wegebrengt, ter volkomene gentezir ge veeltyds niets anders ontbeert, dan dat hetzelve in zodanig eene ruimere hoeveelheid, welke de zieke-ftof geheel te onderbrengen kan, toegediend moet worden, hadikmeerrnaalen zo langen tyd met het gebruik van't gemelde alcaün. opgeklommen, tot dat de lyders, door te groote hitte en gevoeligheid in de keel en rraag, aanduidde de verdere opklimming te moeten ftaa« ken; ook had ik beftendig waargenomen, dat men weinig meer dan één en een half unce, ten hoogden twee uncen daags, veilig toedienen kon de: hierop werd ook onze lyderes, den aofien, onder voorgemelden drank, één unce, den zullen tien dragmen, enden 3oflen één en een half unce ingegeeven; en naar. maate de opklimming, befpeurde men beterfchap. Alle de uitwerkingen der geneesmiddelen waren gunstig; alleenlyk ontdekte de lyderes fomwylen, fchemeringen, of verduisteringen des gezichts, welken echter oogenbliklyk weder verdweenen, en van geen gevolg waren, ten nadeele van 't gezicht: fomwylen verwekten de inneemingen walgingen, doch welken van geene braakingen gevolgd weiden, en niet verhinderden dat zy her geneesmiddel konde aanhouden, zo dat eindelyk de natuur ook hieraan gewende, en zy, fchoon met eenigen afkeer , haar geneesmiddel zonder eenige hindernis gebruik te. A 3 Dan, \  6 HEELKUNDIGE Dan, om te beproeven of eene grootere hoeveek heid des gemelden geneesmiddels, ook meerdere geneezingsuitwerkingen hébben zoude, in gevalle het gebruik mogelyk ware, fchreef de Heer van erichem haar, ten gebruike voor één dag, den 3den November, onder den gemelden drank, veertien dragmen van gezegde Sp. f. a. c. c. v. voor; doch, dit verwekte van tyd tot tyd, zoda» danige zamentrekkingen der keel, hitte in de maag, en duizeling, dat men genoodzaakt was, den Sften van dezelfde maand, tot één unce aftedaalen. De kankerachtige zweeren ondertusfchen,van welken wy te vooren gefproken hebben, en welken deezen naam met recht verdienden, waren nu zodanig veranderd en verbeterd, dat er niets dan velteeling ter volkomene geneezinge vereischt werd , hetwelk ondertusfchen, om reden der aanmerkelyke uitge» ftrektheid, een zaak van aanbelang bleef. Tot hiertoe heb ik alleenlyk fchetswyze van de toediening der inwendige geneesmiddelen, (welke zekerlykin loortgelyke gevallen het voornaamfte is,) melding gemaakt, en alleenlyk ter loops van de uitwendige behandeling iets aangeftipt : het zal ten deezen opzichte deswegen genoeg zyn, dat ik zegge, dat daarin geen ander verfchil heeft plaats gehad, dan dat ik ook in dit geval, zo wel als in alle anderen, gedacht heb, dat de toediening volgends den Heer  MENGELSTOFFEN. 7 Heer m. martinet, niet genoeg vermogend was, even zo min ten opzichte der uitwendige, als der inwendige behandelinge; en dat ik hierom, beginnende op ce wyze des Heeren martinet, gradatim ben opgeklommen, zo, dat ik eindelyk gelyke deelen waters en Spir. S. a.c.c.v. aangelegd heb, tot dat de zweer zodanig zuiver , en de ontaarting der vochten zodanig verbeterd waren, dat ik geene uitwerking ter voltooijing der geneezinge van dat middel alleen verwachten konde, maar de volkomene fluiting door een goed en beftendig velteken, moest verwachten, van de zogenaamde velteelende middelen, inzonderheid betraande uit een mengzel van gelyke deelen Ungt Epul. schlIGt i n g i i , en , Ungt. grys. of iets dergelyks. Hiermede , en met het inwendig gebruik van laatstgemelden drank , tot den ^ften January, 1785, aangehouden hebbende, is onze lyderes volkomen geneezen, en heeft ons ziekenhujs den 25 den dito, zeer gezond verlaaten , daarenboven heeft zy zig aan my, den 5 den April deszelfden jaars, nog in dezelfde gezonde omftandigheid vertoond. A4 TWEE-  HEKLKUNPIGE TWEEDE WAARNEEMING Wegens een by na foortgelyk ongemak, ah hes voorgaande. Jn zeer veele hardnekkige huidgebreken, by wei, •* ken de Cellulofa door de eene of andere onbekende , fcbeurbuikige , kropzeerige , venerifche, afzonderlyke, of zamengemengde, verbastering der vochten, ontaart is, en, of plaatslyk in het aange» zicht, of te geiyk op meer andere afgelegene dee^ len, die alle kunstmiddelen wederlrreevende zweeren vertoonen , welken van fommigen kankerachtig, omvreetend, enz., genoemd worden; en, in het aangezicht voorvallende, den veel betekenenden naam van Ujcus noma gegeeven wordt; heb ik, met zeer veel vruchts, de Spir.fal. amm. c. calce viva, toegediend, en de geneezing in veele gevallen gelukkiglyk zien volgen. Dewyl het nu m gevallen waorin alle bekende en beproefde middelen vooraf vruchtloos bevonden waren, gebleeken is, gemelde middel van zulk eenen uitfteekenden dienst te zyn , zo oordeelen wy aan de weetgierigen genoeg voldaan te zullen hebben, door één dier aanmerkelyke gevallen medetedeelen, zyndeinalle de anderen dezellde geneeswyze gelukkjglyk geflaagd. .  mengelstoffen» 9 j... d , naar gisfing ruim 50 paren oud, had in zyne jeugd aan Lues venerea gekwynd; hy was op de gewoone wyze daarvan geneezen, althans zo, dat hy verfcheidene jaaren daarna, gezond gebleeven is: dan, federt veele jmren in ons ziekenhuis, om reden van innocentise zyn verblyf gehouden hebbende, kreeg hy, vóór ruim twaalf jaaren, van tyd tot tyd zeer moeijelyke en langduurige zweeren, op verlchillende plaatzen van het lichaam, welken, met gruote moeite geneezen zynde, telkens van anderen, op naby, of verafgelegene plaatfen, gevolgd werden, offchoon men hem zo wel in- als uit - wendig gefchikte middelen toegediend had, en offchoon wy, flaandeden tyd, dat dees lyder aan onze zorgen toebetrouwd was, de kwik, behoorclyk toegediend, ook niet verzuimd hadden te beproeven ; met één woord, tegen alle bekende ontaartingen der vochten, waar* uit men kon vooronderftellen dat zyne voordvreetende vuile zweeren zouden kunnen ontftaan, had men, zonder vrucht, corrigentia aangewend. Sedert het begin van 't jaar 1784 , befpeurde men eene kleine zweer in het rechter gedeelte van 't aangezicht, onder het jukbeen, in het midden der wang, welke fpoedig grooter en dieper werd, zodanig dat binnen een maand tyds, het geheele rechter gedeelte van 't aangezicht, het onderfte A 5 oog„  ï° HEELKUNDIGE ooglid, een gedeelte van den neus, hals, en van het oor aangedaan waren, en eene vuile Hinkende ulcus noma; of liever kankeiüchtige zweer, een dunne fcherpe ichor ontlastende, zig vertoonde, waardoor eene kleine ontblooting van het jukbeen ontfiond. Alle bekende in- en uit-wendige middelen, by zonderlyk daarvoor aangepreezen, fwelken ik onnoodig acht alhier opcenoemen, dewyl zy te overvloedig bekend zyn, en ons, zonder nut, te verre zouden doen uitwydenO gepaard met de cort. peruv. werden tot aan den laatften November des \ 'f ien jaaTs, niet alleenlyk zonder eenige vrucht gebruikt, maar het ongemak verergerde, en breidde zig zodanig uit, dat een onvermeidelyke dood ons toefcheen de' eindpaal zyner elenden te zullen weezen.1 In deeze omftandigheid nam ik voor, te beproeven wat de veelvermogende Sp.fal. ammon. c. c. r.oicwerken zoude; en ziedaar den weg ter volkomene geneezinge allergelukkigst en onverwachtst gebaand. Den eerfien December werd hem , onder een pint gewoon en fterk afkookfel van de cort. peruv. Sp. [al. amm. c. cake viva §i. ingegeeven : uitwendig bedekte en vulde ik de afgryzelyke zweer, met plumaceolen, nat gemaakt in Sp.fal amm. c. c. v. Syi. gemengd met tien uncen gemeen water, en daarover leide ik vier dikke compresfèn , zo veel genoeg ware, om het ge- hee-  MENGELSTOFFEN. II heele zydelyke gedeelte des aangezichts en hals, zo verre het ongemak en de ui erfte miskleurige rand van het vel zig uitbreidde, te bedekken; alles voorzien door een maatig aanfluitend, eenhoofdig wis ïdzel, gaande over de wang en om het hoofd, met zo veele flagen en omwindingen, als genoegzaam waren , om deplumaceolen en compresfen wel en gelyk te bedekken, en vast te houden; een verband dat zeker eenigzins omflactuig en moeijelyk aanteleggen is, ook eene naauwkeurige oplettendheid in de applicatie vereischt, en 't welk daarom misfehien van fommigen onnoodig, zo niet nutloos en te omflachtig geoordeeld zoude konnen worden, ware het niet, dat ik verzekeren konde, by ondervinding, in dit en andere gevallen, geleerd te hebben, dat de naauwkeurige enmaatige aanfluiting, door een foortgelyk windzel, de geneezing zeer begunstigt, en meer dan dat men, in plaatfe van dit windzel, eenen eenvoudigen band aanlegt. Op gemelde wyze had ik naauwlyks veertien dagen aangehouden, of de pynen waren geheel verdweenen, en het ongemak was bepaald. Van deezen tyd, tot aan den isden Maart, 1785, bleef de behandeling, om reden der vordering, ten opzichte der verbetering van het ongemak, dezelfde ; het geheele Ulcus was zuiver en plat geworden niet alleen, maar het grootfte gedeelte was  ia heelkundige was reeds met eene zeer gezonde huid gedekt: dan, een klein gedeelte, ter grootte van eene Holland' fche fchelling, federt eenigen tyd onveranderd gebleeyen zynde, fcheen my toe een ander (velmaakend,) middel, ter geneezinge, te vereifchen, en hiertoe koos ik httüngt.epul schligtingii, meteene gelyke hoeveelheid Ungt. grys., gemengd als in het voorige geval, op plumaceolen gefineerd, aantelengen, en daarover het voorgemelde, doch meer aanfluitend windfel: dit hulpmiddel wilde ondertusfchea voor deeze keer niet flaager, ; de kleine zweer ontlastte weder eene fcherpe iebor, die zig zo iang de Sp.fal. amm. c. cake viv. gebruikt was, niet vertoond had: hierom was ik genoodzaakt het eerstgemelde middel weder aanteleggen, waardoor de zweer zig weder ter geneezinge fchikte; dezelve gaf eene goede etter, en fcheen geneigd tot fluiting; dan, dewyl de rand der zweer droog was, en de velgroeijing traaglyk voordging, zo beproefde ik, den^ften derzelf. de maand , weder het zelfde mengzel van Unna ^p. schligt. en ungt grys. en hield daarmede' met een gewenschten uitflag aan, tot de volkomene geneezing, welke den 3o!ren daaraanvolgende voltrokken was, tot welken tyd ook de toediening van de Kina, met de Spir. fal. amm. c. c. y. inwendig op dezelfde wyze als gemeld is, voortgeduurd had. De geneezing van deezen Iyderis bovenal gelukkig om  MENGELSTOFFEN. om reden der ontblootinge van het os jugale, data zonder eenige zichtbaare exfdiatie, weder met vel begroeid, en om reden dat hy beftendig gezond gebleven is , aan geene ongemakken waaraan hy voorheen kweinde, weder onderhevig geweest zynde, tot aan de plaatzing deezer waarneeming, den 2often Juny, 17S5. Soortgelyke, alle andere geneesmiddelen weder» ftreevende ongemakken in 't aangezicht, heb ik even gelukkig, op dezelfde wyze, of met eenige geringe verandering kunnen geneezen; en niets zoude voor my gemaklyker zyn , dan dezelven medetedeelen, indien de tyd my dit vergunde: zo zoude ikookaanmerkelyke geneezingen kunnen aanwyzen, van veele venerifche zweeren, inzonderheid eene , welke eenige maanden , alle Genees- en Heel-kundige beproevingen te leur gefield had, en eene byna volkomene vernietiging van den neus, en een gedeelte van 't aangezicht dreigde; doch welken terftond, op voorgemelde wyze behandeld wordende , gefluit en geneezen zyn; dan ik achte voor ditmaal deswegen genoeg gezegd te hebben, terwyl ik de overige Waarnee^ neemingen , (nog veel aanmerkelyker,) tot eene nadere gelegenheid befpaare, BRIEF.  HEELKUNDIGE BRIEFWISSELENDE RAADPLEEGINGEN, Van een jong Heelmeester in Ovenwfel • wegens een kind van drie jaaren ?aan eene waterbreuk fukkelende. Ht zoomïe van jan b....... heeft «yne geboorte, tor op heden, zynde thans drie jaaren oud, anders zeer welvaarende geweest • al leenlyk federt eenige maanden heeft men waarg-enomen, dat zyn Scrotum, (waarin evenwel del'esticult reeds vroeg befpeurd wedden,) meer dan natuurlyk begint optezetten, te Zweilen, hard en doorfchynend te worden: de roede is niet gezwol len, en het fchynt dat de balzak, die Oh. lyklyk, niet oneffen, ter grootte £ vuisten is uitgezet, in de diepte als in twee afzon, derlyke beuhngswyze gezwellen verdeeld is, welken ng, van den buik tot aan de ballen uitftrekken Vdör twee maanden kwamen de Ouders van het kmd my om raad vraagen en ik h 7 water van Goulard, warm gebakt, omdeTbalzak te leggen: eenigen tyd hiermede aangehouden en uw» gevorderd zynde, verwisfelde ik dir huipmid- del  mengelstoffen. 1§ del met eene fmeking van ammoniac zout in water; dan, noch dit, noch' de Campber, die ik er eiadelyk byvoegde , heeft eenige verandering ten wege gebragt, integendeel, de zwelling is meer toegenomen. - "- Wat oordeelt U Ed. van den aart des ongemaks? en op welke wyze dunkt U Ed» moet de geneezing nu beproefd worden? Ik ben enz. 16 Sept. 1780. antwoord, ten richtfnoeraan bovengemelden Heelmeester: dato 24 September 1780. Het ongemak van het kind aan uwe zorgen toebetrouwd , fchynt my toe zamengefield te zyn: voor eerst, dat ongemak, zo bekend zelfs by de bakers en oude vrouwen, het welk by haar humeurbreuk je, en by ons waarlyk met geen beter naam benoemd wordt, (naamlyk die foortvan waterbreuk welke in de cellulofa van het Scrotum plaats heeft, en zig of met, of zonder eene algemeene waterzucht vertoont,) heeft ongetwyfeld by uw lydertje plaats ; immers de blyken en kentekenen daarvan zyn allerduiJelykst. Het twee He byzondere ongemak dat my allerwaarfchynelykst voorkomt plaats te hebben , en waarom ik gezegd heb, dat het ongemak my zamengefield toefchynt, is, zeer ontwyfelbaar, eene wa-  Jö HEELKUNDIGE waterzucht van de fchederok der zaadvaten ; (ik vooronderftel dat er geene kentekenen van darmbreuk , welken zig afzonderlyk laaten onderfcheiden, inzonderheid door de mogelyke inbrenging der beuliPgswyze, of langwerpig ronde zwelling, wdke in de diepte gevoeld wordt, en wat verder daaromtrent meer waarteneemen vereischt wordt, U Ed. overbekend, plaats hebben.) immers dit is genoegzaam blykbaar uit de beulingswyze zwelling en uitgeftrektheid derzei ve, van den buik tot aan de ballen zig bepaalende. De balzak is, behalven gemelde afzonderlyke opfpannihg van de fchederok der zaadvaten, gelyklyk* meer dan natuurlyk, gefpannen en uitgezet, zodanig dat dezelve aan twee mansvuisten evenaart; welke zwelling voorzeker om derzei ver doorfchynendheid, door Water, afzonderlyk in de cellulofa opgehouden , veroorzaakt wordt: dewyl uwe juiste bepaaling der voorgemelde zakswyze waterbreuk van zulk &en gering , fchoon tastbaar volumen , duidelyk aanduidt, dat de grootfte omtrek, door eene afzonderlyke vloeiftof voordgebragt is, en offchoon het waar zy dat meestal in dat foort van waterbreuk welke zig binnen het cel wyze weefzel van den balzak ophoudt, de roede mede zwelt, zoheefE: de ondervinding my evenwel geleerd, dat het (inzonderheid by kinderen,) meermaaleh gebeurt, dat de balzak, afzonderlyk waterzuchtig kan worden, zon-  MENGELSTOFFEN. 17 zonder dat de roede daaraan deelachtig zij , en zonder dat er eene algemeene waterzucht in hec lichaam plaats hebbe, in welk laatfte geval de roede ook mede zwelt. . Het fchynt U Ed. ook onbekend te zyn (althans dit maak ik op, om reden dat gy daarvan geene melding maakt,) welke der afzonderiyke vergaderplaatzen , het eerst is kenbaar geworden, en of beide deeze byzondere loprten van tumores ziggelyl tydig vertoond hebben; byzonderheden welken zekerlyk niet weinig verandering ten opzichte van het ziektekundige maaken kunnen; dan, het fchynt alleenlyk uw oogmerk te zyn, (en zeker, dit is het voornaamfte,) om de geneezing van het aan USd.toebetrouwd lydertje, op de beste en zekerde wyze te bezorgen, althans, hiertoe was uwe raadpleeging te mywaards ingericht. De mislukking uwer regelmaadge handelwyze ter geneezinge beproefd , kan niet dan den weg tot eene ongunstige voorzegging baanen, in zo verre naamlyk het lydertje misfchien langzaam, indien ook volkomen, zonder eenig Heelkundig handwerk, gjneezen zal; althans, om het ongeduld der ouderen, niet op te wekken, ('t welk, en met reden, zo dikvvyls plaats vindt, en niet weinig gaande gemaakt wordt door vroedvrouwen,bakers, buurvrouwen,enz., welken allen even veel rechts meenen ce hebben, bevoegd D mee-  iB HEELKUNDIGE meenen te zyn,en kunde genoegvooronderflellente bezitten, om foortgelyke ongemakken te kennen en te geneezen;) en het vertrouwen te uwaards niet te verliezen, zal het best zyn, in tyds het vooruitzicht ter radicaale geneezinge niet te gemaklyk voorteftellen : hierdoor zult gy den weg tot alle kwakzalveryen affnyden , de behoorelyke tyd ter beproevinge van vermogende hulpmiddelen zal UEd* vergund, ja zelfs eenig handwerk vereiscbt wordende , zal U Ed. om redenen van vroegtydige voorfpelling niet afgeweerd worden; tot welke als noodzaakelyk te bepaalen, en de wyze hoe, ik, na de vruchtlooze beproeving van het volgende zeer genegen zyn zal , indien ik andermaal door U Ed. om raad gevraagd mogt worden. Uwe aangewende, middelen ter herftellinge , zyn, volgends goede Heelkundige grondbeginzelen, wel uitgekoozen; dan, zeer dikwyls heb ik ondervonden, dat foortgelyke hulpmiddelen, als door U Ed. gebruikt zyn, (waarin onder anderen uitmunt de Spir. [al amm. cum cake viva parat, met een gelyke hoeveelheid water verflapt, met compresfen om den balzak gelegen, en geduurig vernieuwd, benevens de aanlegging van eenen behoorelyken fchortband,) van geenen dienst waren: in zulke gevallen zag ik fomwylen zeer veel dienst, en de volkomene geneezingen volgen, door de zamenmen- g^g  MENGELSTOFFEN. ging van de vinum fquilliticum, Spir. Junip. aa giv en aq Samb. gviij. Ondertusfchen is het zeer noodig dat men ltaande de uitwendige behan. delingen, ook inwendig nu en dan eene behoorelyke veelheid draftica toediene, het welk niet weinig de geneezing begunstigt ; althans in fommige gevallen , waarin ik niet fpoedig vorderde, volgde ik altyd deeze wyze van geneezing, welke ik in foortgelyk toeval gevalhg voordeelig bevonden had, by een kind, 't welk, (bande de behandeling der Hy drocek, (welke reeds voor de helft verminderd zynde, doch nu federt eenige dagen in den welfden toeHand bleef,) tegen eene hevige Ophthalmïa Humida met gewenscht gavolg, drastica toegediend werd ; immers de waterbreuk verminderde toen meer in agt dagen, dan te vooren in vier weeken, en herftelde in korten tyd volkomen, zo dat hec kind, thans ongeveer twaalf jaaren oud, federt het tweede jaar zyns ouderdoms, aan geene waterbreuk weder onderhevig geweest is. Het gebeurt ondertusfehen dikwyls, dat het vei der fcbaamdeelen door bovengemelde hulpmiddelen al te veel aangedaan wordt; ten minsten in die gevallen waarin men om den traagen voordgang in de geneezinge, verpügt is, langen tyd aantehouden: de ontvellingen welken dikwyls op deeze gewoonlyk voorvallende huidontdeeking volgen, verhinderen niet weinig, voor een'tyd, de aanlegging van B z foort-  so heelkundige foortgelyke hulpmiddelen, genoegzaam krachtig om aan 'c oogmerk te voldoen; in zulke gevallen is men verpligt, de ontvellingen en ontfteeking eerst weder te geneezen , met het Ungt. nutrit, cum Sacchar.Saturn. of iets dergelyks, eer men voorgemelde middelen weder durft aanleggen; de watertucht neemt in dien tusfchentyd fomtydi weder zo aanmerkelyk toe, dat de geneezing verdrietig en zeer langwylig wordt: hierom heb ik twee- maaien in zodanige gevallen de geneezing doorandere, min prikkelende, maar zeer zamentrekkende middelen, beproefd, en ongehinderd volbragt: ik liet om het geheele deel corapreslèn leggen, nat gemaakt in het volgende \.Cort.qutrcin. Granat. aa. man. i. vin. rub. aq. Comm. aa. unc. xvi. Colat. unc. xvi. telkem warm aangelegd, en het bei otum behoorelyk gefchort. Ik ben enz. twee.  m "ngelstoffen.- tweede raadpleeg ing van boven gemelden Overysfelfchen en Raadpleegenden* Heelmeester. Ik heb uw richtfnoer ter geneezinge van myn lydertje gevolgd, en ben daarmede zee;- gelukkig geflaagd: ik hield met het gebruik des Spir. Sal. amm. c. cake viva, tusfchenbeide inwendig drasticatoedienende, volgends voorfchrift, aan, tot dat'de aanlegging, om reden van ontvelling van den balzak, te pynlyk werd en nagelaaten moest worden; de zwelling ondertusfchen was reeds meer dan de helft verminderd. — Ik koelde de huidontfteking, en genas in korte dagen de ontvellingen met het ungt. nutrit, cum Saccbar. Saturn: de verdere geneezingrn durfde ik om reden der dunheid en gevoeligheid der huid, niet weder met het zelfde middel beproeven ; maar ik heb de volkomene geneezing, tot groot genoegen der ouders van 't kind, en van my, met het afkookfel van de Cort. granat. en Cort. quercini, den 3ofl:en Oéto-ber van 't laatstleden jaar volbragt; zynde het kind thans nog zeer welvaarende. Het Scrotum heeft niet meer dan de natuurlyke grootte , is zacht, bied op het aanvoelen geenen wederuand, in één woord, het is gezond. De gelukkige uitflag van het bovengemelde geval, fpoorde my tan, om te beproeven,in hoe verre die geneeswyze vermogend zoude zyn, tegen een verli 3 ou-  SS H EELKUNDIGE ouderde Hydrocele van een' man van 40 jaaren, welken ik reed* vier maaien te vooren, in den tyd van zes jaaren , telkens ongeveer twee pinten vochts, door middel van de troicart afgetapt had. Deeze beproeving ftelde ik, heden agt dagen geleden, en agt dagen na de laatfle aftapping, in 't werk, toen het Scrotum weinig minder omtreks dan ooit te voo* ren, door water opgevuld, weder aangenomen had —* dan de prikkeling welke de Spir. Sal. amm. c. cake viva , verwekte, en de ontdeeking die er op gevolgd is, heeft den lyder ongemaklyk gemaakt , genoodzaakt het bed te houden , en my doen afzien van den verderen vóórdgang met gemelde hulpmiddel, offchoon ik befpeurde dat de toeneeming der zwellmge niet alleenlyk bepaald werd, maar dat de omtrek van den balzak, zelfs eenigzins vóór de opkomst der ontfteekinge, verminderde: het wondje door de troicart gemaakt, is zeer ontftoken , en pynlyk op de minste aanraaking. Wat moet er in dit geval gedaan worden? is het mogelyk de volkomene geneezing op eene andere wyze, dan doordegeheele(waarlykwreede,) opfbyding des balzaks, en met vermyding van de wyze des Heeren el.se, (waar toe de lyder op myne voortelling daarvan niet beiluiten kon,) te bewerken ? Ik ben enz. 4 Juny 1781. ANT-  mengelstoffen. 23 antwoord op de tweede raadpleéging van voor gemelden Heelmeester, alleen betrekkelyk tot bet laatst voor gepelde geval: Jammer is het dat de aanlegging van Spir. Sal. amm. cum calce vivat niet kan aangehouden worden ,* misfchien zoude anders in dit geval, hierdoor de volkomene geneezing kunnen ten wege gebragt worden , gelyk my éénmaal in foortgelyk geval gelukt is: — dan, daar gy onder zekere bepaalingen mynen raad vraagt; zal ik UEd., ten richtfnoer, myne ondervindingen kortlyk mededeelen. Zeker aanzienlyk Heer, a. ... c.... omtrent 50 jaaren oud , had, door een' ftoot, eene kleine verharding in den rechter bal gekregen, tot welker verdwyning de beste en bekende middelen, de Sp. Sal. amm, c. calce viv. niet uitgezonderd, vruchtloos beproefd waren: —- hy kreeg, in gevolge hier van, Hydrocele ; men Helde hem de radicaale geneezing door de geheele openklieving van den bal- en breukzak, en de wyze van el se, voor, en ter onderhoudende geneeswyze de priemswyze doorbooring, op de bekende manier,* dan, het een en ander, verwekte een afgryzen , en verwerping by den lyder , die ondertusfchen zeer begeerig was, dat men , behalven foortgelyke kunstmiddelen, B 4 al-  tl HEELKUNDIG* alles ter zyner herftelIiDge beproeven zoude Hertoe liet ik hem drukdoeken, nat gemaakt in *p Sal. amm. c. calce viva fvi. aq Comm.§ni< m. (a) om het gcheele Scrotum leggen, en door een behoorelyk fchortverband bevestigen Wem-ge dagen hiermede aangehouden hebbende, begon de balzak rood te worden; daar kwamen zig kleine zweertjes allerwegen openbaaren, en een, w„ den grond van den balzak, de aanmerkelyküezynde fcheen my toe eenige overeenko mst met een kleine fu runculus te hebben , zynde in den grond zeer hard ■ dit maakte my bedacht, om, ware het mo^elyT de verzweering deezes gezwel*, zo gunstig tehe,peH bevorderen, en aanmerkelyker dar Z'. woonlyk te maaken, door middel van de OTtflL kmg optewakkeren. Tot dat einde leide ik een verkoelend Ceraium om het geheele Scrotum, ten einde de pvnen d ' exconatte van den geheelen balzak eenLins Z verminderen; maar, de plaats van bovengemelde furunculus liet ik door dit rerkoelend dekzel ont bloot, en bedekte hetzelve byzonderlyk met een krach- 00 Op aanraaden Tan den Hoo8I«raar Fom,, rsRscHui», toenmaals praccifeerend en bernJLï^ neesheer te AmrteIdam, in eer» byzondeï Z? ^ *yn Ed. de.wegen geh0ude„. y2°nde' fiefprek ««  MENGELSTOFFEN. krachtig werkenden Sp*.anfchevliegpleister. _ Dit ontlreekir.g vermeerderend middel, liet ik, van 's avonds ten g , tot den anderen morgen ten p uuren, liggen, oflchoon de lyder den geheelen nacht koortzig was: — de pynen waren, ftaar,de de aanlegging, hevig geweest, en het kleine furun* culus was geweldig opgezet, vooruitpuilend en pumig verheven. Ten einde nu meer dan noodige ontfteeking, ter deelneeminge van genoegzaame belendene ctilulofa, tunica, vaginalis testis, en verdere toevallen te weeren, liet ik Cataplasmata EmoL Uentia et refrigerantia aanleggen, en ik had hec genoegen te zien, dat de door kunst vergroote en ingedronge furunculus, na vier dagea, zig opende en eene ontlasting van het water binnen den fchederok des bals, ter hoeveelheid van meer dan een en een half pint, ten gevolge had. De zweer welke hier op nableef, etterde behoorelyk, en werd-allereenvoudigst verbonden: de toevallen van koorts hielden aanftonds op, en de lyder herftelde langzaam , want het duurde byna drie maanden eer eene kleine nageblevene fistuleufe opening , welke dagelyks veel waterachtig vocht ontlastte, wilde toefluiten; dan, eindelyk gebeurde dit, en hy genas volkomen van zyne waterbreuk niet alleen, maar ook de verharding van den bal, Welke vdör de verfchyning van Hydrocelc plaats B 5 had  »o heelkundige had, was niet meer aanweezig; met één woord, myn lyder bevond zig volkomen gezond en herfleld. In een ander geval, en korten tyd na het gemelde, werd ik om raad gevraagd, en tot de aftapping van Hydrocele van denzelfden aart, dooiden Heer d. v... verzocht: ik volbragt deeze operatie, en ontlastte, naar gisfing, twee pinten waters, welken de lyder federt drie jaaren verzameld had: dan, wat gebeurde er? hem ten volgenden dage bezoekende, was ik niet weinig verwonderd, de waterbreuk even aanmerkelyk groot en den lyder zeer mistroostig te vindenhy was door verlegenheid aangefpoord om my tot eene radicaale onderneeming, die de minst gevaarlyke was, te verzoeken. Ik nam deeze gelegenheid waar, om te beproeven wat een blaarmaakend middel, 'twelk door de gemaakte wonde gelegenheid konde krygen , den breukzak , of de tunica vagina, lis testis zelve aan te randen, uitwerken konde; en of ik in dit geval niet even gelukkig als in het voorige flaagen zoude ; en zie daar, een Spaanfche vliegpleister, ter grootte van een twee ftuivers ftuk, had naauwlyks zes uuren aangelegen, of er volgde eene koorts, fchoon minder dan die welke na de aanlegging van het middel van else, verfchynt: ik aam dan na vier-en-twintig uuren deezen Spaanfche- vlieg-  MENGELSTOFFEN. 37 vliegpliener weg, bedekte deszelfs plaats met «ene vette zalf, en daarover een pap van gort : na verloop van eenige dagen was de verettering volkomen; een gedeelte vel, vetvlies, en voor zo verre ook, een gedeelte der tunica vaginalis testes ontlastte zig naar buiten , en dagelyks vloeide veel waterachtig vocht uit, tot dat eindelyk de zweèr met vleesch aangevuld werd, en na verloop van vyf weeken geheel gefloten was, geen de minste hinder nalaacende, en volkomen van de waterbreuk geneezen. Het zal UEd. gemaklyk zyn optemaaken, welke handelwyze ik UEd., ter herftellinge van uwen lyder, in dit geval aanraade , naamlyk de aanlegging van eenen kleinenSpaanfchevliegpleister, op 't wondje, aan het onderfte gedeelte van den balzak , alwaar ik vooronderftel, dat UEd. met den troicart het Scrotum doorboord hebt; benevens de verdere behoedzaamheid ter beftuuringe der onvermydelyke toevallen, die echter niet zeer te vreezen zyn, en ter geneezinge van de door kunst ger maakte zweer. SJ Juny 1781.  HEELKUNDIGE s laatste antwoord, wegens de volhomtne geneezing van de bovengemelde Hydrocele, door de aanlegging van een veftcatorium: van den jongen Overysfelfchén Heelmeester. Aangenaam vroor my, en gelukkig inderdaad voor mynen lyder, was de beproeving van uwen voorgeftelden regel, immers de volkomene geneezing, niettegen(taande eenige kleine toevallige omftandigheden, die de behandeling verzelden, is het gelukkig gevolg derzelve geweest. Daags na het ontvangen van uw voorfchrift, leide ik een' Spaanfchevliegpleister, ter grootte van een' tweeftuiversftuk aan , en bedekte voor het overige den gebeelen balzak met eenen linnen doek, befmeerd met Ungt, nutrit, cum Sacch. Sat. De pyn welke dit blaartrekkend middel veroorzaakte, was in de eerde uuren aanmerkelyk ; tegen den avond kreeg de lyder huivering en koorts, die echter niet zeer hevig was, en, tegen den volgenden morgen verminderende, eindelyk geheel ophield. Ik nam vier-en-twintig uuren na de applicatie der veftcatorium het aangelegde verband af, en vond rondom de wond, door de troicart gemaakt eene aanmerkelyke blaas, met geelachtig vocht gevuld, welke ik opende, en het vocht ontlastte; maar in het midden derzelve , was eene kleine zwar-  « E N G E L I T O r Ft N. 2J*J zwarte ftip, ter plaatfe daar ik te vooren de pun&io gedaan had. Tot eene eenvoudige en zachte behandeling, om de ontvelling te doen etteren, en de pyn te verzachten, verkoos ik het geheele Scrotum met het Ungt. Coeruleum, op linnen gefineerd, te bedekken , terwyi ik intusfchen naar den uitflag ver» langde. De pyn, ter plaatze der gemelde zwarte ftip, hield nog eenige dagen aan, en ftrekte zig uit in de diepte, tot aan den bal zeiven; doch eindelyk verminderde die; de etterontlascing werd ter deezer plaatze aanmerkelyk; de zwarte ftip raakte los, en deeze ontlastte zig na verloop van agt dagen met de etter , by het afneemen van het verband. — Ik vond hierna eene opening welke tot binnen de tunica vaginalis testis toegang vergunde, en ontlasting bezorgde van het water, 't welk weder verzameld was geworden. Van dien tyd af, vloeide er, by aanhoudendheid, zeer veel dun wankleurig vocht uit, zo dat de lyder verpligt was, zeer dikwyls daags, een nieuw verband, voorzien met een zestien dik compres, aanteleggen. — Deeze ontlasting hield ongeveer veertien dagen aan , verminderde trapswyze , en eindelyk genas de zweer zodanig, dat het lidteken met den bal vereenigd fchynt te zyn. De balzak heeft  3^ heelkundige hseft zyne natuurlyke grootte wederbekomen; ds lyder geniet eene volmaak;e gezondheid, en van den tyd der geneezinge, tot op heden, heeft hy geen binder, pyn, noch eenig ander ongemak van zyn voorgaand gebrek ontdekt, zo dat hy van zyne waterbreuk, volkomen geneezen zynde, my verzocht heeft, ©m zyne dankerkentenis aan UEd. te betuigen, 't welk ik echter tot deezen tyd uitgefteld heb, ten einde met meerder zekerheid tot de radicaale geneezing te kunnen befluiten. — Indien het UEd. behaagde van myne raadpleegingen ten nutte van het algemeen gebruik te maaken, zal het my niet onaangenaam zyn. Ik ben enz. 14 April 1782. byvoegzel Tot de voorgaande Raadpleegingen. Het blykt ook uit deeze waarneemingen, zo als uit een menigte anderen, inzonderheid van else, sharp, pott, enz. dat men alleen door eene genoegzaame ontfleeking en verzweering van de tunica vaginalis testis ten wege te brengen, de volkomene geneezing van de waterbreuk kan verkrygen, en het is buiten tegenfpraak, dat die handel wyze ter bereikinge van dit oogmerk, welke de gemaklykfte, min pynlykfte, en minst gevaarJykfle is, de verkiezelykfte zy, en dus, dat de geheele door-  menge lstoffen. $1 doorfnyding van den balzak, wreeder, pynlyker, gevaarlyker, en hedendaagsch in de meeste gevallen vervverpelyker is, dan ooit, dewyl men thans veel eenvoudiger, gemaklyker, en min gevaarlyker geneeswyze, proefondervindelyk verkiesbaar bevonden heeft. —Ondertusfchen kan men de openfnyding van den balzak niet in alle gevallen voorkomen, doch desniettegenstaande blyft evenwel de voorgemelde ha nelwyze, of die van el se den voorrang behouden, dewyl de openfnydingen in die gevallen althans veel minder pynlyk zyn, om reden dat ze nimmer te pas komen, dan in gevallen van aanmerkelyke verzweeringen en etterboezems van eenige uitgeftrektheid ; want buiten die gevallen, is het nimmer noodig, in gevalle van noodzaakelykheid, meer dan eene kleine opening tot binnen de tunica vaginaiis testis, met een gewoon lancet te maaken, om aan het oogmerk, de ontlasting en geneezing volkomen te voldoen : dan, om reden van aanmerkelyke verzweeringen en etterboezems, zeide ik, dat men niet altyd de openklieving van den balzak konde voorkomen; hiervan ontmoette ik een voorbeeld in het laatfte van 't jaar 1783, by eenen myner lyderen, in ons buiten.gasthuis: — een robust, gezond en fterk zeeman, ruim 30 jaaren oud, had, na eenen geweldigen flag tegen den balzak , twee jaaren te vooren, zeer veel pynen uitgedaan ;  3« Heelkundige ftaan; en na de groore onrfteeking welke er op gevolg 1 was, door een' Heelmeester overwonnen zynde, had hy eene aanmerkelyke verharding in den rechter bal,welke van tyd tot ryd was toegenomen, ontdekt; eindelyk en kort voor dat hy onder myn opzicht geraakte, was zyn Scrotum aan die zyde aanmerkelyk beginnen te zwellen, zo dat hy niet dan- met moeite gaan konde , om reden dat dit ongemak niet gefchort, maar aan zyn eigen zwaarte overgehater> wordende, veel pynen, inzonderheid in de lendenen, ten wege bragt: ik ondekte by bet eerfte onderzoek dat zyn ongemak Hydrofarco. cele was, of liever dat het zel;e belfond, uit een waterbreuk, gevolgd op eene verharding en ontaarting van den bal zei ven. Aan den onderkant van den balzak, ontdekte ik een meer ui-puilend, eenigzins ontdoken gedeelte, op het welke ik befloot een kleinen Spaanfchevlie"-pleister, ter grootte van een tweeliuiversfr.uk te leggen: dit verwekte in één etmaal zo veel pyn, koorts en toeneeming van ontfteking op die plaats, dat ik verpligt was de Spaanfchevlieg weg te neemen , de blyn te openen , en het geheele Scrotum, na de ontvelling, met een verkoelend en zacht Ceratum voorzien te hebben, met een Cata- plasma EmolUens te omdekken. De ont- fïeeking ondertusfchen verminderde niet, maar na or-  MENGELSTOFFEN. 33 korten tyd openbaarde zig in den grond van het Scrotum, ter plaatze van gemelde uitpuiling, eene etterverzameling, welke ik met een lancet opende, en waardoor ik weinig etter, maar zeer veel Hinkend zwartachtig water ontlastte ; ik hield nog eenige dagen met de gemelde Cataplasma aan; ontlastte bij elk verband veel Hinkend en dun vocht, benevens een menigte vliezige vellen, meer dan waarfchijnelijk van de tunica vaginalis testis , en 't fcheen als of de hydrocele langs deezen weg zoude geneezen , althans ik had reden om my hiermede te vleijen, dewyl de gemelde toevallen, niet alleenlyk bedaarden, maar dat de balzak, zo veel mogelyk, (aangezien den vergroocen, verharden en ontaarden bal,) inkromp : maar, op het alleronverwachtst hervattede de koorts, pyn, ontfleeking en zwelling, allergeweldigst, en eindigden in een uitpuilend ettergezwel, ter voorgemelde plaatze, 't welk ik opende, en waaruit een menigte etters ontlast werd, langs de gemaakte opening , welke duidelyk een fonde tot in het lichaam van den bal toegang vergunde: ik bedoor, ten einde de behoorelyke mid« delen tot den grond der verzweeringe te kunnen brengen, het geheele hol, dat is de verzweering van den bal, van onderen naar boven, op het geleide van een holle fonde, welke tot aan het bovenfte" gedeelte opgevoerd konde worden, openteC klie.  34 heelkundige klieven: — hierna bedaarden alle toevallen regelmaatig, en de verdere behandeling, welke allereenvoudigst cn naar de gewooöê regelen der kunst ingericht was, had eene gelukkige en volkomene geneezing en herttejliög der gezondheid ten gevolge : de lyder verliet na eenige weeken, volkomen herfteld van zyne hydrocele, met verminderde natuurlyke grootte van den bal, die echter door het lidteken, en op deszelfs plaats,, eenigzins hard was, zeer vergenoegd en herfteli ons hospitaal. Zie daar één dier gevallen, waar uit blykt dat men de geheele openfhyding van den balzak niet akyd vermyden kan , offchoon het ons oogmerk zy om daardoor de geneezing gemaklyker, en min gevaarlyk te maaken: ondertusfehen zyn foortgelyke gevallen, welken wy ten bewyze aangevoerd hebben , zo zeldzaam , dat men daardoor geenzins tot het onvoordeelige van de opgegeevene handelwyze befluiten kan; behalven dat men nog vylig kan vooronderftellen, dat de gehoudene handelwyze gebkeken is, zeer goed, zo niet de beste geweest te zyn, ter volkomene genezinge van dit zeer za» mengeflelde en moeijelyke geval, blykens de gelukkige en voorfpoedige geneezing ; en derbalven fchynt het ons toe, dat de opgegeevene geneeswyze voor hydrocele, althans boven de pyniyke en wreede doorfnyding van den geheeien balzak en het fchedevlies des bals, verre de voorkeur verdient. der-  mengelstoffen. DERDE WAARNEEM ING,' Wegens eene breuk, of uitperfng van bet druivenvlies. Van een groot aantal Iyders aan de kinderziekte, welken ftaande den tyd dat dezelven in het jaar 17^4, en in het begin van 1785, zo gewoed heeft, en in ons hospitaal door den Heer van Euichem, beharfdeld zyn, is er niet alleen flcchts een zeer gering getal geftorvsn,maarook zeer weinigen hebben eenig hinderend overblyfzel nabehouden; en offchoon by fommigen de oogbollen zelfs} coor de zogenoemde mpokken, hevig aangetast werden, hebben zy echter hun gezicht door eene gepaste handelwyze behouden ; en voor zo veel wy ons kunnen herinneren , is er maar één , dien bet gezicht in het linker oog niet ongefchonden gebleeven , maar door eene verzweering venjietigi, en van ftaphyloma gevolgd is; welk gebrek zo aanmerkelyk, en de doorfchynende oogrokken, zo ontaart geworden waren, dat geene hulp ter hcrftellinge van 't gezicht in aanmerkinge konde komen: alleenlyk, de verzeilende ontibeking te heriteiien en verdere nadeelige gevolgen, ter vernietiginge van den geheelen oogbol, aftekeeren, vertischte onze aandacht en hulp, en hierin flaagdeu wy allergeC 2. luk*  3" heelkundige lukkigst, zo dat onze lyderes, eindelyk volkomen herffcld van haare ziekte, ons hospitaal dankbaar verlaaten heeft. Het is wel waar, dat deeze lyderes, in gevolge de gemelde wreede ziekte , een onherftelbaar ongemak nabehouden heeft, dan, het is ook waar, dat haar ooggebrek , vóo'r dat zy ons ziekenhuis verliet , zodanig verminderd , en door een vast lidteken begroeid was, dat wy voor den aangroei en uitpuiling van 't oog, en verdere gevolgen, geene gegronde vreeze overig .hielden , en derhalven oordeelen wy met recht, dat zy, ten aan" zien van de hevigheid der ziekte en der toevallen, ingevolge de zamenvloeijende pokjes, zeer gelukkiglyk herfteld is. Een foortgelyk toeval, en vernietiging van het gezicht in het linker oog, door de pokftoffe, zoude waarfchynelyk zeker jongeling, genaamd barend niewenhof, getroffen hebben, indien wy de beginfelen even laat, of ontydig ontdekt hadden, (b) Dan, ) De voorgemelde lyderes, werd eerst in ons ziekenhuis gezonden, na zy reeds eenige dagen aan efcn allerkwaadaartigst foort van kinderziekte bedlegerig geweest, het hoornvlies reed« verzwooren, door de pok floffe doorvreeten, en de we» door dit gat aanrr.erkelyk doorgeperst, of dcorgefchooten , tn tot verworgens toe be. Idemd was.  MENGELSTOFFEN. 37 Dan, de gemelde lyder was, niettegeofhande een alJerflechts foort van pokjes te beurt vallende, in de opkomst zyner ziekte, den 21 January 1785, in ons ziekenhuis ingekomen, en herftelde, tegen alle verwachting , offchoon zig, in het beloop zyner ziekte, veele doodlyke kentekenen vertoonden, als zsmenvloeijende pokken in zwarte verftorvene plekken, die allen naderhand met huid en vetvlies uitgevallen zyn, en de*rgelyken: dan, in het begin van de maand Maart, na dat hy van het levensgevaar fcheen vry te zyn , kreeg hy op het alleronverwachtst, en per mtthastajis, een ettergezwel, metaanmerkelyke pyn en zwelling, in het linker oog, wa:rtegen te vergeefsch de vereischte middelen ter be\eüiginge van het gezicht; door derivatie, werden aangewend : ik nam voor , het oog , of de camera anterior de?zelven, te openen; dan, de Natuur was my vóór den bepaalden tyd myner wederkomst vóórgekomen, en ik had het ongenoegen te zien, dat het doorfchynend hoornvlies, met een aanmerkelyk gat, door de fcherpte der ftoffe doorvreeten, cn dat de uvea, voor het gröotde gedeelte, den Aroom van het humor aqueus gevolgd hebbende, door die wond naar buiten gedrongen was, en eene breuk van het druivenvlies ten wege geC 3 bragc  3§ HEELKUNDIGE bragt had; de pupilla zodanig van zyne ronde gedaante doende veranderen, dat dezelve zig in eene langwerpige overlangfche ftreep vertoonde. De uitgeperste uvea, welke men in ditgevalmet reden hernia uveae konde noemen, vertoonde zig aanmerkelyk boven de oppervlakte van de cornea uitpuilende, en Waasachtig: — in deeze omftandigheid vooifpelde ik weinig hoops, althans ter herftellinge van 't gezicht; ondertusfchen bewilligde de lyder zeer gaarne in de onderneeming ter zyner herftellinge, zo niet van 't gezicht, ten minsten ter voorkominge van andere en meer gewigtige onheilen. Ik beproefde de terugbrenging van het druivenvlies ' dan, dit gelukte niet, voor en aleer ik de opening in de cornea tramparens, eenigzins, en op eene voorzichtige wyze, door middel van een daar toe gefchikt fatoury, verwyd had, om ie (ïrangulatie wegteneemen , niet alleen, maar ook, na dat ik eene zeer verhevene doorfchynende blaas op verscheidene plaatfen ingekorven, en, ter ontlastinge vaneen waterachtig vocht, om verflapping te maaken, doorfreeden had; als toen konde ik (de beklemming los gemaakt zynde,) het grootftegedeelte uitgeweeken druivenvlies , met een klein lapidil binnenbrengen, en zodanig in voorigen ftand herftellen, als meest mogelyk was, en als ik oordeelde g.n^egzaam te zyn, om naderhand tot breeking der  mengelstoffen. der lichtftraalen in (iaat te weezen, offchoon ik de ronde gedaante des oogappels, niet volkomen konde te recht brengen. De wedeiuitzakking der breuke van het druivenvlies, werd belet dpor een (leunend verband, doornat, en geduurig bevochtigd , met bet wit water, of aq. vegzt. min. goülardi, en hierdoor hebben wy het genoegen gehad te zien, dat, de flaphylorna herfteld ïs, niet alleen, maar dat daarenboven de wederkomst belet is geworden, door een vast lidteken in de cornea, tegelyk mee verëcniging der uvea aan het eersrgemelde' vlie- h zodanig echter dat er genoegzaams ruimte in de camera amerior overgelaaten , de vasthechting der uvea niet zodanig is, dat zy de riooÉge contrarie des oogappels , ter onderfcheidinge van voorwerpen verhindert, en hy in ftaat was om zonder , hinder zig , fchoon alleenlyk op dit oog ter geleide betrou wende , en met een eenigzins verandeide gedaante des oogappels , alle voorwerpen, hoe gering ook, te konnen onderkennen, en ons hospitaal, in volkomene gezondheid en met een volkomen herfieldenduidelykgezicht, den4denApril,des zelfden jaars, vergenoegd en dankbaar te verlaaten. Men ziet voornaamlyk uit deeze waarneeming, hoe aanmerkelyk veel het oog, en wel byzonderlyk het weeke druivenvlies, verdraagen kan, indien men C 4 maar  40 heelkundige maar kloekmoedigheid, met voorzichtigheid paart; dit heeft my althans de ondervinding dikwyls doen zien, en ik zelf heb eenmaal, de tegennatuuilyke en veranderde gedaante, des oogappels, welke door eene, twee jaaren te vooren, mislukte kunstbewerking en kwetfing van den ro.ontftaanwas, met een klein, plat, zilveren werktuig, weder zodanig te recht gebragt, dat de lyder naderhand, na het wegneemen der verduisterde lens cristalüna, weder zien konde ; daar hy vóór het doen myner kunstbewerking, offchoon de lens cristallina niet aan den rand van den iris vast gegroeid ware, (zekerlyk door de onregelmaatige en tegennatuurlyke gedaante des oogappels,) bet Jichf van de duisternisfe, niet konde onderfcheiden. r r o e£  mengelstoffen. proeven of waarnseminoen, Wegens dè opgegeevene geneeswyze eens beengebreks , befchreeven en medegedeeld door den Heer j. van der haar, fa de Vaderlandfche Letceroefeningen, 6de deel No. 7. Mengclltoffen Bladz. a/3. De voortreffelyke en kundige Heer, j. van der haar, gaf ons in het bovengenoem» de Maandwerk weder blyken zyner menschlievende poogingen, ter uitbreidinge van het kunstvermogen, tegen die ongemakken, welken tot aan die tyd, niet genoeg gekend, en of verkeerdlyk behandeld, of als ongeneeslyk befchouwd wier Jen: — de Heelkundigen derhalven zyn weder aan den Heere van der haar, ten deezen opzichte, veel verfchuldigd, en het blykt ook hieruit, dat zyn Ed. niet ophoudt, zelfs in zynen gryzen ouderdom, gelyk hy in den bloei zyner jaaren gedaan heeft, dooreenen onophoudelyken , heelkundigen yver, tot welzyn van zyne evenmenfehen, aangefpoord te worden: getuigen hiervan zyn niet alleen de gemelde waarneeming, maar veelvuldige anderen, en afzonderlyke verhandelingen, welken 'smans gezond oordeel, onöpgefmukte redekavelingen, ten einde de C 5 een-  4* heelkundige eenvoudigfte, veiligfte en beste geneeswyzen aantepryzen, treffelyk ten toon fpreiden. Van de goede trouw en kunde desHeeren van der haar ten vollen verzekerd, werd ik by het kezen zyner geneeswyze aanltonds tot navolging en beproeving aangefpoord, door de edelmoedige erkenning , wegens te weinige ervaaring , om ten opzichte zyner Heelkundige aanmerkingen en geneeswyze van eenige langduurige gezwellen der gewrichten, metgrootere zekerheid tefpreeken; te meer daar byzondere vriendfchap my verpligtte, zyn vriendlyk verzoek, fchoon betrekkelyk tot proefneemingen aan andere gebreken, ook op de hier bedoelde gezwellen der gewrichten, om reden van het zo even aangehaalde, toetepasfen, en by voorkomende gelegenheden, ten uitvoer te brengen : immers zyn Ed. zegt , bladz. 284. „ ik ,, fmeck weder myne vaderlandfche Kunstgenootei?, „ om ook hierop , by gelegenheid , proeven te* ,, doen: mislukken zy, dan ftaan ze, met duizend „ andere onvolmaakte geneeswyzen, gelyk : ik zelf heb er nog geene genoegzaame bevinding „ van. —* Ons leven is kort, de kunst lang, en „ als nog vry duister; dan het is onze pligt omze „ opteluisteren." Het zal niet noodig zyn fommige waarneemingen, wegens het goed gevolg der zachte en trillende fla- -  MENGELSTOFFEN. 43 flagen, met een dikken en natten doek, volgends de opgaave des Heeren, vanderhaar, inbeginnende hy drops articuli, tegen het boongezwel der knie,en in fommige beginnende ganglia enz. alhier optegeeven, en met den verdienden lof aanrepryzen; ik houde het voor genoegzaam, dit aangevoerd te hebben, om hierin met vrucht nagevolgd te worden. Ik had voorgenomen my voor het tegenwoordige tot meer moeijelyke gevallen te bepaalen, ten einde daaruit te meerder blyken zoude, welken ongemeenen dienst de Heelkundigen, uit waarneemingen., die minder uitgloryzucht, dan wel totwezenlyk nut en getrouw medegedeeld worden, trekken kunnen. Eene verbreeding, uitzetting en waare zwelling van de uiteinden der dye en fcheenbeenderen , is, naar myn inzien, en volgends myne geringe ondervindingen , niet zelden het gevolg eener hy- dropsarticuli: fomtyds ook, is de waterzucht binnen den beursband van het kniegewricht, een ge« volg der beenige uitzetting •, althans, naauwkeurige waarneemingen, bepaalen my tot deeze denkwyze: ondertusfehen zy het hiermede zo het wille, de handelwyze door den Heer van der haar, tegen de uitzettingen, of zwellingen der bsendndens voorgefchreeven, komt in beide gevallen te pas, en zal ook in beiden, met het zelfde goed gevolg in het werk gefield kunnen worden: immers ik heb reeds ter  44 HEELKUNDIGE ter loops aangemerkt, dat deeze geneeswyze, in gevalle van hy drops artkuti, alle aanpryzing verdient, Menigwerf heb ik foortgelyke harde uitzettingen der kniebeenderen, verzeld van geringe, of, ook wel van geene beweeging der kniefchyfaangetroffen, en by verre de meesten, aan den buiten kant van het ligamsntum paielU , eene uitpuilende veerkrachtige verhevenheid, vochtgolvïng, en dus voor het meerdergedeelte, hy drops articuli daarby verg zeld gevonden, het welk deeze en de volgende wuarneeming^n bevestigen. VIERDE WAARNEEM ING, Of, befchyving en geneeswys eener waterzucht der kniebeenderen. Tn 't jaar 17C2. kwam in ons buitengas'huis, eene J- lyderes, ruim 50 jaaren oud, met eeneaanmerkelyke uitzetting van het onderfte en rechter kniegewrïchrs gedeelte des dyebeens, verzeld van ondraagelyke pynen, en onvermogen om op dat been te kunnen gaan: - aan den buitenkant van het ligamemumpatellce, vertoonde zig een klein, veerkrachtig, uitpuilend gezwel, ter grootte van een ge-3  MENGELSTOFFEN. 4) gewonnen fluiter, welk gezwel zeer duidelyk eene verzeilende waterzucht van het kniegewricht aanduidde, en 't welk zy verhaalde niet langer dan federt vier weeken befpeurd te hebben ; terwyl de aangroei des dyebeens-omtrek, reeds federt zes maanden, en met pyn, na eene onverwachte terugge- blevene afgaande koorts, begonnen was. De bekleedzelen, waren in den omtrek van het kniegewricht, voor zo verre zy, (buiten gemelde uitput» ling, ter zyde het ligamenttim patetim ^) onmidde]yk met de beenderen verhonden zyn, niet afzonderlyk opgeheven of gezwollen; integendeel men voelde zeerduidelyk, terftond onder de zachte bekleedzelen, het vaste uitgezette dyebeens uiteinde. Alle aangewende middelen, inzonderheid koude omfhgen ,met een vocht, waarin eene ruime hoeveelheid ammoniac zout ontbonden was; noch herhaalde aanleggingen van fpaanfchevliegen , rondom het kniegewricht, noch pappen 'voor het meerdergedeelte uit faces vin. rubr. beftaande, baarden eenige beterfchap; maar de aanlegging van gonpappen, ryklyk befproeid met de Spir. Sal. amm. c. c viva, en den drop van warm water, waarin ammoniac zout ontbonden was, van eene zeer aanraerkelyke hoogte, op de bekende wyze, tweemaden daags, telkens een uur lang aangewend, herfteldé onze lydetesfe, in zo verre, dat de uitzetting der knie, 20  4 „ fchen eenig bederf in de vogten of zagte deelen „ plaats heeft. Maar meermalen zynze een haastig „ gevolg van eene onvolmaakte fcheiding of raming, „ (Crifis imperfecta,) eener voorgaande Ziekte, „ waar van de ziekmakende ftof zig op, of liever in, de hoofden van de beenderen neerlegt, en „ aldaar, met of zonder eene verzwering te ma- „ ken, verblyf houd. Zomtyds is eene in- „ wendige , langzaam werkende , Scrophuleufe, „ of eenige andere ziekmakende ftof, daar van de „ oorzaak, althans het gevolg is, dat de beende„ ren van dit Gewrigt, dog vooral het Dyebeen, „ langzaam, met min of meer pyn, en zonder uit„ wendige kleurverandering, beginnen te zwellen, „ en zodanig tegen elkander gedrongen worden, „ datze naauwlyks eenige buiging of het uitftrek- „ ken kunnen toelaten. Behalven de Knie zyn „ 'er de meeste Gewrigten vatbaar voor. „ De ware zitplaats van dit gebrek, (fchoon ze „ vry duidlyk is, als men het zieke tegen het ge„ zonde deel betast,) fchynt, zo veel ik als nog „ gezien heb, by eenigen niet zeer bekend, wyl „ zy het veelal als een gebrek der zagte deelen, „ het zy een Waterzugt, Sponsgezwe], of een ver, n men-  MENGELSTOFFEN. 6j „ menging van dezelve, aanmerken. Ik heb hier „ van in een geval, hec welk ik aanftonds melden „ zal, met" verfcheiden Genees- en Heelmeesters, „ de proef genomen, en alle betuigden zy, op het uitwendig gezigt, dat dit gezwel, zo niet eene „ Waterzugt, althans een Sponsgezwel of GliednJcbwamm, naar purmann en hei ster, of ,, eene witte zwelling, naarMONRo, was. Maar ,, zo las ik hun de knie deed bevoelen, en met de ,, gezonde vergelyken, betuigden zy eenparig, dat „ de zwelling, waarlyk, en alleen, in het been, ,, plaats had. Zo wel by het Sponsgezwel als de Waterzugt „ der Gewrigten, komt dikwyls eene weekheid, „ zwelling en bederf in de hoofden dier Beende„ ren, dan deze zyn als een gevolg van de eerden „ aan te merken: in het tegendeel, by ons gezwel „ heeft de uitzetting van het Been het eerst plaats; ,, en het is niet vreemd, dat, daar op een Spons„ of Watergezwel, of wel beide , volgen. Ja, ,, het heeft my wel eens toegefchenen, dat deze twee „ of drie onderfcheiden gebreken gepiard gingen, „ zonder dat ik durfde bepalen welke Ziekte 'er „ het eerst had plaats gehad. ,, Iemand van eenig oordeel en ervaring, zal my „ gereedlyk toeftaan , dat ik dit ftuk vry verre zou kunnen uitbreiden. Maar alzo voorbeelden ,? meer  <*4 HEELKUNDIGE „ meer dan woorden leren, zal ik, uit vele andere, „ flegts maar één geval opgeven, in vertrouwen, ,, dat men daar uit tevens myne handelwyze, in ,, deze en foortgelyke Gewrigt-gezwellen , zal „ konnen zien. „ In de ftrenge aanhoudende koude van dit Jaar „ 1784 , vertoonde my een fterk en gezond Man, „ van ruim 30 Jaren, zyne regte kromme Knie, „ die , in omtrek , over de Kniefchyf gemeten, „ ruim eene derde dikker dan de gezonde was. — „ Hy verhaalde my, dat deze Knie, na eene voor„ afgaande kwaadaartige koorts in het voorgaande Jaar, eerst pynlyk, en daar na gezwollen, was: „ — - dat de gewoone Pappen, Plaasters, Sme„ ringen, enz. door zynen gewonen Heelmeester „ daartegen aangewend, ja zelf eene fterke Kwik,, fmeering met Camphora gemengd, daar tegen „ vrugtloos waren gebruikt geworden. „ Wyl hy deze kromme Knie niet konde buigen „ nog uitflrekken, nog ook de Hiel op den grond „ brengen , was hy verpligt, op eene pynlyke ,, wyze, en op de tenen, te moeten gaan. „ De Knie zelf was natuurlyk van kleur, zonder „ de minfte weke of bolle zwelling, maarbeenhard ,, in het betasten: ook flrekte zig dit Beengezwel „ van het Gewrigt, tot byna in het midden van het „ Dyebeen, uit. De Kniefchyf, die zeer gefpan„ nen ftond, liet zig nauwlyk iet bewegen. Voer „ het  MINCEL3T0FPEN. 65 „ het overige gevoelde de Lyder, in dit deel, op „ de minfte beweging, zelf in het bed uil liggen? „ de, altoos enige pyn. „ Aldus merkte ik dit gebrek aan als een waar„ achtig Gezwel aan het Hoofd en van het onderfte „ des Dyebeens; waar van ik, in myne Verbande» „ ling over de Ontfteking, Verzwering, Verbar„ ding en Ver ft erving , van de groote Beenpy pen (*), verfcheiden voorbeelden getoond, en „ tevens , zo ik meen, bewezen heb, dat de Been,, deren dezelfde Ziekten als de zagte delen onder* „ worpen, zyn. — En alzo dit Gezwel reeds „ enige maanden oud was, en misfchien nog dage„ lyks toenam, had ik maar weinig hoop op zyne „ herftelling. „ Om de felle koude van dien tyd, durfde ik ., by hem, voor als nog, van het (laan of klop„ pen met doeken, in eenig koud vogt genat, geen „ gebruik maken, vrezende datze bevriezen mog„ ten. Intusfchen deed ik hem van tyd tot tyd „verfcheiden groote [Spaanfchevlieg - plaasters , „ die, gelyk ook de etterdragten, by weke Ge,, wrigts-gezwellen , dikwyls zo vele dienden j» doen, „ O) Hoilandfche Maatfchappye der Ifeetenfc/mppen, „ XVde Dsei, bladz. 1, enz. E  66 HEELKUNDIGE „ doen, over de gehele Knie leggen, en mee et„ terlokkende middelen lang openhouden, waarna „ wel de pyn , maar geenzins de zwelling ver„ minderde. ,, Eindelyk nam ik een twaalf- of zestiendikken „ hnnenlap, veertien of zestien duimen lang, en „ vier dunnen breed, en deed het eene eind daar „ van nat maken in Aqua Calcis unc: XX1F, en „ Sal. Ammoniac dr. iij. Het drooge eind hier »> van in de eene hand houdende, gaf by zig met „ het natte afhangende, 'smorgens, 'smiddags en „ 'savonds, telkens byna aoo flagen op en over de „ gehele zieke Knie en het onderfte des Dyebeens. „ De Hiel van het zieke Been, op, of tegen een „ bank fteunende , wierden de flagen zo gerigt, „ datze altoos eene zagte, en niet onaangename „ trilling en fchudding door het gehele Been, te 5, weeg bragten. „ Onder dit flaan wierd de Knie altoos van eene „ roode Rozekleur; maar dezelfde linnenlap, in „ het zelve koude vogt genat, en dag en nagt over „ de Knie gehouden, deed de roode en witte kleur, „ driemalen daags, verwisfelen. ln het be- „ gin had ik de Lyder gelast dit flaan, tweemalen „ daags, en tot flegts 100 flagen te doen; dan hy „ vond zig daar by zo wel, en zyn geest was 'er H 20 mede ingenomen, dat hy de flagen, uit eigen „ beweging, vermeerderde. » De  MENGELSTOFFEN* 6? ^ De Lyder, volmaakt gezond zynde, gebruikte v, gene inwendige geneesmiddelen, die tog, by de m meeste gevallen, nodig' zyn. Alleenlyk deed ik 3> hem eene ftrikte levenswyze, en enen open buik» », houden, zonder eenig vleesch of bederf aanbren„ gende voedzelen. „ Door een aanhoudend gebruik van het voorge,5 melde hulpmiddel, is dit Been- en Kniegezwel , >> in den tyd van ruim twee maanden, byna twee j, en een halven duim dunner, de Kniefchyf losfer, „ en het Been genoegzaam regt geworden; waar„ om hy, fchoon tegen mynen zin, het Hospitaal „ verliet, en, als Bakkersknegt, buiten deze Stad, „ ging dienen; dog met oogmerk, om, door een„ aanhoudend flaan, het nog overige ter zyner.her„ ftelling , zo verre het mooglyk was, te be« „ werken. ,, Ik kan vrymoedig zeggen, dat ik veie en ver* „ fchillende foorten van Gewrigts-gezwellen in de „ Knie, Enklauw of Eiboog, waarop reeds vele „ hulpmiddelen vrugdoos gebruikt waren, en die i, my, om de vermenging der zwelling, vry duister „ voorkwamen, door de bovengemelde handel» „ wyze, met of zonder Spaanfchevlieg-plaasteren, „ geheel, of ten dele, en zelf zomwylen boven „ myne verwagting, genezen heb. „ Deze geneeswys fs niet nieuw. — Hippo» „ crates heeft reeds, voor ruim 2000 Jaren,  6Z HEELKUNDIGE i» gezegd: De gezwellen en pynen, in, of aan, 5, de gewrigt en, dog zonder verzweringen, gelyk n als het Podagra en de Kramp, worden door „ veelvuldige overgiet in gen van koud water ver„ minderd: want eene matige verdoving fiilt de » Pyn (*)• — En fchoon ik deze handelwyze, by „ alle gezwellen en pynen, mt Podagra en Kramp, „ niet algemeen zou durven aanraden, maar daar „ tegen liever een warm dampbad verkiezen, meen ik nogthans vrymoedig te mogen zeggen, datze, „ by gezwellen en pynen van enen anderenen lang. „ zamen aart, gelyk deze, al te weinig gebezigd „ word. En ik bidde myne Medebroederen, dat„ ze, zonder vooroordeel, daar vaa gelieven proe„ ven te nemen (f). A Dan „ (::) Jphorismi XXV, Sectio V. „ (t) Ik heb voor meer dan 20 Jaren , by Been- en Ge;', wrigtsgezwellen, het baden en bedekken met koud Wa„ ter, Azyn, Sal-Ammoniac, enz. zeer geprezen Ziet „ Hullandfche Maatfck. derWeetenfcb. XVdeDeel, bladr. „ 9 en 13, maar vooral het VlIIfte Deel, bladz. 369,' „ enz. — Jammer is bet, dat dit fchoone Werk, welks „ Spreuk : G»d! en het Vaderland! is, tot zulk enen hoo. „ gen prys geleverd, en daar door het lezen by velen t, belet wordt. De beroemde schmucker pryst, „ en toont met voorbeelden, in Ontfteking en Verzwe- ring by zware Hoofdwonden, het baden en ftoven van t, dit deel, met koud Water, Azyn, Salpeter, en Sal„ Ammoniac; en hoe veel geruster is dit niet byde Ge. „ wrigten te doen?  MENGELSTOFFEN. 69 „ Dan deze geneeswys bepaalde zig niet flegts by de meeste diepe pynen, ontfteking en ge„ zwellen der Gewrigten , maar ook by onvol5, maakte fcheidingen en neêrlagen (Crifis & Me„ tastafis) van, en naar, voorafgaande Ziekten, „ die dikwerf het geheele Beenvlies en de groote Beenpypen aantasten, en een exosto/is of liever, „ Poriostofis, Hyperostofis, en groote Verzwerin. „ gen met Beenbederf, enz. veroorzaken. —— En „ fchoon ik de beginzelen dezer Ziekten , door „ het tydig flaan met koude natte doeken, en het „ aanhoudend bedekken met dezelve, niet altoos „ geheel heb konnen afkeren nog herflellen; heb ik nogthans, zo ik niet dwaal, den gedreigden fterken voortgang daar van enigzins getoomd, „ en tot eene andere geneeswyze gemaklyk gemaakt. „ Het heeft my zeer gefmert, en het fmert my ?, nog, dat ik, tot hier toe, niemand heb konnen „ vinden met groote Klier-verftoppingen (Scro„ phuli) aan den Hals, of met eerstbeginnende „ Spina Fentofa in de Handen, Voeten , enz. -., die zig aan deze , enigzins langzame, genees- wyze, heeft willen onderwerpen. Want ik fta, , (hoewel ik misfchien dwaal,) in die gedagten, datze op deze verdrietlyke Ziekten , op ver?, harde Klieren, Borsten, Testiculi, enz. gepaard met welgefchikte inwendige middelen 3 zo wel Eg „ als  7° HEELKUNDIGE „ als op andere fponswyze Beengezwellen, gelyk „ ik meermalen gezien heb, van enig vermogen ,, zoude konnen zyn. — En ik fmeek wederom s, myne Vaderlandfche Kunstgenooten, om ook-hier „ op, by gelegenheid, proeven te doen. Mis» „ lukken zy , dan daan ze, met duizend andere onvolmaakte geneeswyzen, gelyk. Ik zelf heb 'er nog gene genoegzame bevinding van. > Ons leven is kort, de Kon/} lang, en als nog ,, vry duister; dan het is onze pligt om ze op te „ luisteren. „ Tot hier toe heb ik.my veel al bediend van „ Kalkwater met Ammoniac-zout, en, by gebrek „ van het eerde, van 24 oneen zuiver water, met j3 een halflood Ammoniac-zout, en even zo veel „ Pot-asch, of van één lood Geest van Ammoniac» „ zout, met levende Kalk bereid; zonder dat ik zelf weet waarom ik deze dingen voor andere „ gekozen heb. Want ik heb , van verfcheiden „ plaatzen, Menfchen, met Gewrigt.gezwellen „ in Handen, Voeten en Kniën, gehad , welke „ ik raadde, om deze delen dikwyls onder de „ pomp te houden, en 'er eene groote, hooge ,, draal water te doen op affluiten. Andere, die „ het hunne woonplaats toeliet, raadde ik, om s, daaglyks in het midden, of aan den rand van „ eene sfbopende rivier te gaan , en de droom „ des waters op en over het zieke deel, vooreen ,j half  MENGELSTOFFEN. 7l „ half of geheel uur, te doen loopen; en ik heb, „ door een aanhoudend gebruik daar van, zowel „ by den een als den anderen, en vooral by dikke, „ harde, zugtige Benen, dog by" anders gezonde „ Menfchen, byna dezelfde uitwerking gezien. }> Het genadig bedekken met Kalkwaier en " Ammoniac-zout, meen ik, dat, nogthans, veel „ voordeels heeft. „ Dan, zonder veele woorden te gebruiken, het s, fchynt my toe, dat, aan de daadlyke koude, en „ de zagte drillende beweging enfchudding, op, en door, het'zieke deel, het voorname G'eneesvermogen moet worden toegekend, wyl dezelve „ gefchikt fchynen, om de diepe pyn en ontfteiring te ftillen, de byna werkloze doffe te ont„ binden, in beweging te brengen, en het bovenmate uitgerekte te doen inkrimpen. Dan dit zy " hoe het zy, het is genoeg 'er deze dingen van T» gezien, en my verpligt gevonden te hebben, om ze anderen te moeten aanpryzen. ' Niemand, hoop ik, vermoede, dat ik deze „ geneeswyze tegen alle verouderde uitftortingen " van Water, Sponsgezwellen, en verflyving der Gewrigten, door zwelling der Beenknobbelen, .'■ aanpryze. Neen! ze is, zo veel ik weet, alleen " gefchikt tegen verfche, of althans niet al te oude, gebreken; en ik heb te weinig ervaring, • om 'er met meer zekerheid van te fpreken. Ik " E 4 » geer  7S HEELKUNDIG! „ geef ze flegts op als eene onvoltooide proef, waar » van , nevens het reeds bekende , kan worden i, gebruik gemaakt. 3, Voorheen heb ik de moeite gedaan, om een s, groot Kniegezwel, door overgietiiagen , (dou» chts) te herliellen, en ftak, ten dien einde, » enen groten tregter door een gat der zolder, die ,, ik met warm kalkwater, byna een half uur lang, „ een- en tweemalen daags, gevuld hield, en waar „ uit een ftraal water, van een vinger dik, 7 of 8 „ voeten hoog, op de daar onder rustende dikke „ Knie viel. Dit gefchiedde in naarvolging van Les douches , te Aken , die de natuur aldaar „ geeft en de kunst naarvoigt. Dan men ziet lig» telyk dat dit vry lastig is, en niet overal kan »> gevolgd worden: in een groot Hospitaal zyn ze goed. Maar ik meen, dat het liaan met natte koude doeken, zo als ik boven getoond „ heb, door eene zagte drillende fchudding en be„ weging in het verdopte deel te maken, van vee' „ meer vermogen is, en vooral, zo het waar mogt „ zyn, dat, door het flaan, enige fyne luchtdelen, ,, die ruim 800 maal ligter dan water zyn, daar ,, door naar binnen konnen gedreven worden. — „ En in hoe verre de bekende vaste lucht kan drin„ g( n , in vaten daar gene vogten konnen inko„ men , leren de zogenaamde minerale wateren, 9> die voomaamlyk en alleen , door hunne fyne », lucht,  MENGELSTOFFIH. 73 „ lucht,op verft oppingen, daar de fynftevogtenflil „ voor flaan, werken; —- verkiest egter iemand , dit flaan met erig warm vogt te doen , ik heb'er „ niets tegen; mistchien evenaart het, op eene vry „ gemakkelyke wyze, de bekende goede uitwer„ king der douches. „ Tot hier toe heb ik, zo verre het tot myn „ oogmerk diende, alleen gefproken van de uitj, wendige behandeling der Gewrigts - gezwellen, waar by niet zelden inwendige Geneesmiddelen ,, zeer noodzaaklyk zyn. En een Heelmeester, die ?, niet tevens een goed Geneesmeester is, zal maar „ zelden in de genezing flagen. — Is het onge,, mak versch, en door eene uitwendige oorzaak, „ dan dienen herhaalde Aderlatingen en Purgeer,, middelen. — Is het zelve reeds eenigzins ver„ ouderd en de Lyder gezond, dan zyn de open. „ lyf houdende middelen, nevens eene fobere leef, wys , goed. —< Komen deze ongemakken na „ eene voorafgaande Ziekte, of Scrophuleufë in„ wendige oorzaak, dan dienen, naar de omftan, digheid, de inwendige middelen gerigt te wor„ den. — Is de Lyder zwak en dun van vogten, „ met een koortzig of etterachtig zetzel in het „ water, dan komen verlterkende middelen, als: „ Cort. Peruvianus met Limatura , Vitriolum „ martis, of met Flor. Sal. Ammoniaci Martia„ lis gemengd, te pas. — Is zyn geftel met taaije E S „ fly-  74 HEELKUNDIG* „ flymige vogten bezet, en voorheen aangedaan ,, geweest van Kropgezwellen , Hair- of Daau„ worm , enz. dan vordert dit een voorzigtig en „ aanhoudend gebruik van Pillulx /Ethiopië*, na „ de fchoone Edenburgfche Apotheek, dog met „ eene derde minder Kwik, bereid; nevens een ,, flandvastig gebruik van een decoStum zarzapan rilla, alleen, of met Kina, gekookt; dan hier ,, in dient men zig naar de byzondere omfiandig„ heden te voegen. eigenaartige benaaming, en versla ar in g van den aart der ziekte, in gemelde Waarneemingen voorkomende. "0"eelligt verwondert men zig over myne bepaald ling in de voorgaande bladen , wegens de waargenomene beenziekte, tot nog toe onbenaamd, en vdor de befchryving der geneeswyze van den Heere van der haar, niet, ten minsten niet genoeg, bekend; althans men vindt by geenen Schryver deswegen eenig duidelyk gewag gemaakt Wy  MENGELSTOFFEN. 75 Wy hebben daarom, aan dezelve den eigenaartigen naam, van Hydrosteon gegeeven, waardoor wy verftaan, eene waterzucht van het inwendige celwyze weefzel der uiteinden van de beenderen, inzonderheid die der Knie, en eene verdunning, en ontaarting van het mergachtig vocht binnen deeze vakjes of cellui*, (uitmaakende het inwendige beenvlies,) bevat. Veelligt verwondert men zig, herzegge ik, over deeze nieuwe benaaming en (telling , dan, deeze verwondering zal rasch ophouden, zo dra ik den grond tot deeze gedachten en bepaaling van den oorfprong en zitplaats doezes ongemaks zal medegedeeld hebben. — Immers het fchynt my uit de waarneemingen en ontleedkundige onderzoekingen toe, dat ik eenig recht heb te (tellen , dat de verdunning, ontaarting, (of beiden te gelyk,) van het mergachtige fap, binnen het cel wyze weefzel, het welke allerwegen de beenvezelen verzelt, bedekt, en za« menbindt, door verfchillende oorzaaken, of eene ons nog onbekende, de eerfte oorfprong is, en dat vervolgends alhier eene waterzucht in dat celwyze weefzel ontftaat, even gelyk op alle andere plaatzen van ons lichaam, daar dezelfde cellulofa, waarvan de gemelde niet dan eene continuatie is, gevonden worde. Vol-  Volgends deeze grondiïelling, dringen, de met water gevulde vliezige cellen, langzamerhand, gelyklyk en allerwegen, de beenplaaten van eikanderen ; de vliezige cellen verbreeken hier en daar, tot dat ze eindelyk een gemeenen hollen vliezigen waterzak formeeren, die, na dat de fyne beenige cellen gradatim uit hun verband en te rug, alsvan binnen naar buiten, gedreeven zyn, in (laat is, ook de geheele uitwendige en vastere beenfchors uittezetten, en in grootte aanmerkelyk te doen toenee- men: en zie daar de redenen, waarom de bui- tenfte oppervlakte gelyk is, en geene andere ontaarte veranderingen in den ftaat der ziekte , waarin wy dezelve befchouwen, ondergaat; haare gedaante behoudc,«IIeenl,k in omtrek van het natuurlykever. fchillende, om redenen, dat de lamellae der buitenfte beenfchors, zo veel vaster als de inwendige cancelii, van maakzel en ineengedrongen zyn en wel zodanig, dat zy geene vanëenwyking door de ceUulofa, welke er ook min aanmerkelyk is, toe* laaten, ten zy dan dat dit ongemak, geheel en al van aart verandert, caries, of, dat fchromelyke ongemak, melicera celsu , 't welk ook hieruit zoude kunnen voordkomen, te voorfchyn brengt. De gronden waarop myn nieuw béfchreven ongemak rust, zyn de volgende. By het onderzoek eens lyks, aan eene voor my on-  MENGELSTOFFEN. 7f, onbekende ziekte geftorven, vond ik, (taande de behandeling van j. s. (zie bladz. 47. J beide de knieën, op eene zelfde wyze, zonder zwelling der zagte deelen, of banden, uitgezet De begeerte om meer kennis van dit ongemak te verkrygen, fpoorde my aan tot de ontleeding deezer kniebeenderen; alleenlyk bewaarde ik het linker dyebeen , om te laaten droogen , en daarna te onderzoeken, en zie daar, ik was niet weinig verwonderd , na de doorfnyding der hoofden van het eene dye- en fcheen-been , alle de cancelii, zelfs de kleinfte beenplaaten van eikanderen gedrongen , fchoon aan het celwyze weefzel vast-' hangende, te vinden, en een menigte geelachtig water te zien uitvloeijen , het welk aanhield, of vermeerderde, naarmaate ik met myn fcalpel, de cellui* meer verbryzelde ; terwyl ondertusfehen in den geheelen omtrek deezer beenderen , het binnenfte weefzel, met een gezonde, niet vanëengeweekene, nochontaarte beenfchors, overdekt was. Veelvuldige bezigheden deeden my verzuimen en vergeeten, om het linker dyebeen, (het nevensgaande afgebeelde naamlyk,) met de vereischte naauwkeurigheid te onderzoeken: — het was niet voor de maand July deezes jaars, toen ik een afgezonderd uur, ter in orde (telling deezer waarneemingen, uit myne aantekeningen, befteedde, dat my in de gei  ^8 IIeeLK(;ndige ^n, te beatten; anders iad ft » M 1 dyebM"S' en W'2+2 ^^Mndiennaam- Z\ * fetaMS ««W ware, vüdr dat eene « «» ftand had itunnen doen verenderelOndertusfehen twyfel ik geenzins, dateraweldeafb«ld,ng zeer vee, Hchts ter ophelderinge v "£ h o s f verfchafffn kan en *medede^ — ■£ autheuren, waarneemingeja zal kunnen aantreffen nd, echter Biet onvcrfchillig, neen maar zobelangryk toefchynende, dat ik oordeelde verpligt te zyn, zvn Ed. tot de algemeeniraaking te verzoeken; en waarlyk de kunstg.-noeten in 't algemeen hebben er te vee! belang by, dan dat iets dergelyks van zyn Ed. agterwege blyven zoude. Jk zal niets omftandigers aanroeren , wegens onze verfchülende gevoelens van den oorfpronk dier kinderbeenziekte, of hydrosteon infantum , zo wel, om den Heere van der haar niet vooruitteioopen , en des te meer tot eene nadere verklaaring zyner gedachten , wegens deeze beenziekte optewekken , als om reden dat ik niet op my neemen durve, dezelve klaar genoeg te kunnen voordellen , hoe zeer ik ook daartoe door zyn Èd^aaSijefpooid werd. F 4  88 HEELKUNDIGE Ik laat het voor het tegenwoordige hier hy berusten, en wil myne bedenkingen niet voor onwederleggelyk, of volkomen beweezen, aangemerkt hebben: het zal my tot genoegzaam vergenoegen vertrekken indien ik den weg ^ * fpoonng gebaand, en daardoor de aanleiding tot de beste, gemaklykue en vcüigfte geneeswyze gegeeven most hebben. J & RAADPLEEGING, Wegens eene verouderde plaatslyke htofdpyn. Wekere aanzienlyke Dame, (Weduwe van wylen fi ^, 6 ^ N' diS d°°r eene °"S<*ondene enfïechte leevenswyze, eenige maanden vóórzynen dood aan ondraagelyke nachtpynen in het hoofd en elders, gefukkeld, en een aanmerkelyk ftuk'van zyn linker tibia, na een langduurige verzweerW verlooren had,) zig thans in Zuidholland, op haar buitenplaats bevindende, veertig jaaren oud, anders van eene (ierke en gezonde conilitutie, heeft mv voor ruim drie maanden hulp gevraagd, tegen ondraagelyke diepeen fcherpepynen marmen en beenen dewelken doorgaands'snachtsverheften^inzonderheid' we-  MENGELSTOFFEN. 89 wegens eene verouderde plaatslyke pyn , op de hoogte van het bovenfte gedeelte van het achterfte hoofdsbeen. —— Haar voorige en gewoone Geneesheer, in eene nabuurige ftad, had haar reeds eenige maanden te vooren , merkelyke verligting toegebragt, dan zy was niet lang op haar buitenplaats geweest, of de pynen namen allerverfchrikkelykst toe, en het linker onderfte gewrichtsgedeelte van de tibia , was en bleef aanmerkelyk uitgezet. Ik heb haar Opium met zoete kwik toegediend, en zy is hierdoor, en door andere noodige geneesmiddelen , van die ziekte, welke ik op goede gronden durve voorönderftellen, by haar plaats te heb^ ben, en waartegen ik de geneesmiddelen ingericht heb, genoegzaam herfteld, alleenlyk behoudt zy nog haare plaatslyke hoofdpyn, welke fomwylen onverdraagelyk is; ook blyft de tibia even zeer, fchoon onpynlyk, uitgezet, niettegenllaande ik op het hoofd, herhaalde reizen,Spaanfchevliegpleisters heb laaten aanleggen , en kwikpleisters, ja zelfs fmeeringen, ryklyk met kwik bedeeld, tegen de uitzetting van het been, heb laaten gebruiken. De Dame verzoekt in deeze omftandigheid uwen raad, wegens het geen er behoort gedaan te worden, en ik verlang inzonderheid, uwe gedachten te mogen weecen, wegens de gelyklyke uitzettingen F 5 ver;  9° HEELKUNDIGE vergrooting van den geheelen omtrek der tibia, welke ik nimmer, in foortgelyke gevallen, op. die wyze, zonder knobbelig, ongelyk, noch bultig, boven de overige oppervlakte verheven te zyn, heb waargenomen. Ik ben enz. ANTWOORD. Uwe aanzienlyke Jyderesfe, fchynt my toe, tot nog toe niet volkomen vry te zyn van die ziekte, waarvan de overblyfzels het leven verdrietig en kwynend maaken,aan UEd. zo veel moeite verfchaffen, en die volgends de gewoone wyze behandeld, niet wyken willen. De uitzetting van het fcheenbeen op die plaats, en op foortgelyke wyze, is zeker zeldzaamer, dan aan het bovenfte meer porreufe gedeelte, daar dit been het kniegewricht rrede helpt uitmaaken; doch ik heb foortgelyke uitzettingen van been, ook alöaar meermaalen waargenomen , althans voor zo veel ik meen te moeten opmaaken, dat het onge. mak der Dame, beftaat in eene gelyklyke harde uitzetting van het fcheenbeen, zonder gedaanteverandering, en zonder andere, (ten minsten geene aanmerkelykej uitzetting ofzwdlinS derzachte deelen. De  MENGELSTOFFEN.' 91 De bedoelde beengezwellen, zyn niet knobbelachtig, noch van een vast ineengedrongen weefzel, gelyk in de meeste beengezwellen , (Exfthofes) plaats heeft; ook is in dezulken de buitenfte omtrek van 't gezwollen been, of de beenfchors, meestal gezond, alleenlyk inden omtrek afgeweeken, ofuir waards gedrukt, door een verzameld vocht, binnen de celluloja, of periofliumintemum, welke de ca»» celli van het porreufe gedeelte van been , aldaar bekleedt. — Dit waterachtig vocht, of deeze waterzucht van het been, ontftaat door dezelfde oor» zaak, als waardoor de andere ongemakken voord* gebragt zyn, en is misfchien niet weinig geholpen, door het langduurig en noodwendig gebruik der kwik, (die men immers ter geneezinge dier ziekte be« noodigd is,) welke de ontbinding der vochten en verzwakking der vaste deelen, altoos begunstigt, en naarmaate dezelve toeneemt , het binnenfte weefzel der beenderen uit elkander dringt, laagsgewyze tegen de buitenfte beenfchors aan, waardoor inwendig een leeg hol, door water alleen aangevuld, gemaakt wordt: naarmaate nu deeze beenwaterzucht (hydrosteon) aanwast, vermeerdert de omtrek van het been, ook evenredig, door de terugwyking der uitwendige beenfchors, die op de perfing van het water volgen of wyken moet, terwyl ondertusfehen deeze beenfchors . vaster van weefzel zynde, geene andere verandering van het wa-  £2 HEELKUNDIGE water ondergaat, om dat deeze beenlaagen daartoe te vast ineengedrongen zyn. Met betrekking tot de plaats der hydrosteon, behoeft men zig niet te verwonderen i deeze tot nog toe niet kenbaar befchreevene, veel min met den echten naam beftempelde beenziekte, kan in alle de beenderen van 'smenfehen lichaam plaats m-ypen, en ten bewyze hiervan ftrekt het geval 'door den beroemden en kundigen Greeve, in 't jaar i778 onder den tytel van, Waarneeming, van een zeel hyzonderen nooit bef ebreuen ongemak , aan de onderkaak medegedeeld; ten minden, indien men de omfchryving van het zelve, van bladz. i/totaanhet einde zyner keurige en fraaije waarneeming, naauwkeung nagaat, en wel overweegt, dan dunkt my, duidelyk blykbaar te zyn , dat deeze onderkaaksziekte met anders dan eene waare beenwaterzucht, (hydrosteon-, gelyk ikze genoemd heb,) geweest zy. Althans toen rayn vriend greeve, den 14 Augustus deezes jaars, ray met zyn bezoek vereerde, getuigde zyn Ed., na dat ik hem van myn gevoelen wegens de waterzucht der beenderen onderricht, en door een voorbeeld van een dyebeen' dat door deeze ziekte aangedaan geweest was, over! tuigd had, dat hy van achteren gemaklyk konde opmaaken, en dat het hem ook ontwyfelbaar toescheen , dat de ziekte der kaak, door zyn Ed, be-  UïNGElSTOFfEH. $3 behandeld en befchreven, eene waare hydrosteon geweest zy. In een' brief den sollen Augustus, van Utrecht, door zyn Ed. aan my gefchreeven , zegt dees voortreffeiyke heelarts : „ Ik ben verlangend van U Ed. te weeten, of myn befchreven gebrek in „ de onderkaak, (na dat gy het naauwkeurig zult „ overwogen hebben,) geene overeenkomst zal toe„ fchynen te hebben , met het uwe, in het dyebeen „ waargenomen," en hierom heb ik U Ed. (dewyl het my toefcheen foortgelyk ongemak te zyn geweest,) tot de naleezing zyner waarneeming, willen opwekken, terwyl U Ed. uit de befchryving van het kniegebrek , hier nevensgaande , verder uwe eigene gevolgtrekkingen , ten voordeele, maaken kunt. Wat nu belangt de behandeling welke, naar myn inzien, in het geval van de lydende Dame, thans te pasfe komt, zal ik u kortlyk , en zo voldoenend mogelyk, ten einde aan haar verzoek te beantwoorden, opgeeven. Het aanhoudend gebruik dier inwendige middelen, waaraan zy, voor 't overige, de beterfchap van haaren toeftand te danken heeft, dient nog eenigen tyd wel in acht genomen te worden, dewyl er geen volkomen zeker teken, (althans tot nog toe niet,) der te onderbrenging, van de zaaden der ziekte, aanwezig  94 HEELKUNDIGE Ten opzichte der uitwendige behandeling en met betrekking der fcheenbeens*welling, zal het allernoodzaakelykst en ook van dienst zyn, het voorfchrifc en den raad des Heeren vanderhaar ,zie Vaderl. Letteroefen: 6de deel No. 7. Mengelw. bladz. a78. tegen de uitzetting der kniebeenderen, te volgen; maar wat belangt de plaatslyke pyn in het hoofd, hiertegen zal geen gefchikter middel zyn, dan de daadlyke branding, volgends c l a u d i u s p 0 u T e a u, in zyne heelkundige mengelwerken, vertaald door p. m. nielen, 1774. te Utrecht, by g. t. van paddenburg: en dewyl niets meer in ftaat is, dan voorbeelden van geneezingen aan de hand te' geeven , om onze lyderen tot de applicatie van zulke geneesmiddelen, welke in de daad, in den eerden opflag, wreedfchynend zyn , te doen befluiten, zal ik U Ed. eene waarneeming deswegen, van een foortgelyk geval, mededeelen. Catharina van jaarland, ruimdertiojaaren oud, kwam in het begin van dit jaar in ons kleine zieken- of pokhuis, kwynende aan het Lues venerea, en klaagende over onverdraagelyke plaatslyke pyn, aan het rechter zydelyke gedeelte vanher hoofd , waaraan zy federt langen tyd onderhevig geweest was, en waartegen zy reeds alles vruchtloos beproefd had. — Zy werd op de gewoone wyze van antivenerea voorzien, dan, geene derzelve had eeni£  MENGELSTOFFEN. 95 eenig goed gevolg, ten opzichte der bepaalde hoofdpyn, en hierom befloot ik , den üsften January, tot de beproeving van de daadlyke branding, volgends den Heere pouteao, op het midden der plaatze, alwaar de pyn'het hevigfte was, en geen de minste aanraaking duldde. Onze lyderes verdroeg deeze branding der katoen-kegel met byna onmerkbaaren- hinder, niettegenftaande ik dezelve geheel liet uitbranden, zo dat er niets dan de asch van nableef, het vuur van zelven uitdoofde, en de bekleedzelen tot eene ronde, zwarte, ingedoken korst, verfchroeid waren. ■ In den omtrek der doode huidplek, waren de bekleedzelen wel twee duim opgeheeven, zo als men by het koppen waarneemt. De pyn waartegen dit te onfecht wréedfchynend middel aangewend was, fcheen zig hier na, meer verdeeld over het geheele hoofd te verfpreiden, doch was zeer hevig, tot aan den aóften dito, terwyl onderrasfchen, en langen tyd daarna, de doode korst met zachte digestha enz. verbonden werd, welken niet dan traaglyk losraakte en langzaam fcheidde. De pyn bleef ondertusfehen, doch meer over het geheele hoofd uitgebreid, dan meerder, dan minder, fomtyds zeer gering , aanhouden , tot aan den 2 jften Maart, toen ik tot eene nieuwe branding, op dezelfde wy^e befloot, na dat de plaats der eerlte, welke met ont-  $>° H E ï U t' N B j S ■ ontblooting van been vergezeld geweest was, zonder eenige de minste zichtbaare Exfoliatis, den 6den van dezelfde maand reeds geneezen was. — Onze lyderes liet zig tot eene tweede beproeving gemaklyk overhaalen , dewyl zy van de eerfte weinig meer hinder, dan de dagelykfche behandeling ten wege brengt, gehad, en daardoor, ten minsten verligting van haare onlydelyke plaatslyke pyn , welke die, na de branding volgende, verre overtrof, ondervonden had. Ik plaatfte dan voor de tweedemaal een katoenkegel, volgends den Heere poüteau, op eenigen affland van die plaats, alwaar de eerde gewerkt had. ——— Deeze , verhaalde zy , veel meer pyn, fchoon verdraagelyk, te verwekken, dan de voorgaande; doch, ik twyfel niet of de heimelyke vrees voor 't vuur, heeft hiertoe medegewerkt , want fchoon ik wel verre ben van te gelooven, dat de afbranding van zulk eene Conus, pynloos zoude zyn, heb ik evenwel reden om niet te twyfelen dat haare klagten deswegen, meer door de vrees, dan door de reden veroorzaakt waren, dewyl zy nu bewust was van 't geen er gebeur* de , van het welk ik de eerde reis zorge gedraagen had , haar onkundig te houden; te meer daar zy by de eerfte beproeving, wel blyken van ongeduld, wegens haare onkunde van 't geen er gebeurde, en van' t welke men haar niet voor de ein-  M ENGEfcSTOFF EN. 97 eindiging onderrichte, gegeeven had,maar van niets dan van ongemaklyke warmte geklaagd had; althans het zy hier mede hoe het ook weezen moge, zy getuigt tot heden, dat het zeer gemaklyk is, deeze beproeving door teftaan, ten minsten dat al het ongemak , 'twelk zy hierdoor geleeden heeft, op verre na niet in vergelyking komt, met een dier oogenblikken, in welke zy door haare plaatslyke hoofdpyn is gefolterd geworden. Na de afbranding der tweede kegel, waren de bekleedfelen in den omtrek, zo als in het voorige geval, aanmerkelyk opgeheven en zeer zacht op het aanvoelen. Ik befloot tot het doen der infny- dingen, met een bifloury, op de gewoons wyze van Scarificeeren t aller wegens deeze zwelling, en ontlastte een menigte dun waterachtig bloed; ik ver* bond deeze wondjes en verbrande plek voor de eerfte maal eenvoudig, en vervolgends met digestiva* tot aan den 2den April. wanneer de verbrandi korst gefcheiden en uitgevallen was, terwyl ondertus* fchen de pyn van tyd tot tyd aanmerkelyk vermin»derd was, zo dat dezelve, naarmaate de geneezing der zweer, die door de branding ontftaan was, ea zeer veel ichor, ftaande de behandeling ontlast had," naderde, ook verdween, zodanig, dat zy den 25ften dito geheel vry was , van die geweldige fmarten waartegen de eerfte en tweede katoenkegel geappliceerd was; althans zo rasch de zweer, * G (na 0  o3 HEELKUNDl GE (na de Jaatfte branding ontdaan) den 8iten Mef vclkomen geneezen was, waren ook de pynen geweeken , terwyl zy intusfchen van haare overige venerifche ongemakken, eenigen tyd tevooren, herHéld was geworden. Het komt my voor, dat het geval van onzeraadpleegende Dame, met betrekking tot de plaatslyke hoofdpyn, van eenen gelyken, en alle geneesbeproevingen weerftreevenden aart zynde , foortgelyke handelwyze vereischt, offchoon het waar zy, dat myne gelukte beproevingen , geenzins den lof, Van daarop zeer fpoedig gevolgde geneezing, verdienen ; dewyl ik voor my overtuigd ben, van de nuttigheid derzelve, en de hertelling niet alleen toefchryve aan de toediening der geneesmiddelen, welken zy ftaande deezen tyd gebruikt heeft, vermits zy reeds langen tyd te vooren, kwikbereidingen en plaatslyke middelen, tegen deeze plaatslyke hoofdpyn, vruchtloos in 't werk gefield had, maar de verdwyning der pyn meest, zo niet geheel, aan de werking der katoenkegel toekenne. Ik ben, enz. RAAD-  MENGELSTOFFEN. RAADPLEEGING, Wegens de beste wyze van opdrooging der borsten, van zoogende vrouwen; f Door een Dorp • heelmeester. De gevallen waarover ik by deezen uwen raad vraag , zyn niet van de allergewigtiglie foort, echter, omredenen der moeijclykheid, zodanig van aanbelang en fomwylen zo verdrietig in de behandeling , dat ik het wel der moeite waardig geacht heb, uwe fedachten deswegen te vraagen. De tedere kunne, welke waarlyk onze aandacht, wegens haare veelvuldige ongemakken, ingevolge de kinderbaaring, ten hooglten verdient; zyn niet weinig de flachtoffers van onkundige raadslieden, en, om uit veeleneen enkeld voorbeeld tot ftaavinghier., van by te brengen, zo zal ik my bepaden tot, en uwe aandacht verzoeken te vestigen op, dat tydftip, waarin de vrouwen genoodzaakt zyn, haare zuigelingen tot vaste ipyzen te gewennen, den gewoonen melkllroom naar de borsten te verhinderen, en de menigvuldige onheilen, welken uit zulkeitremmingen der natuurs-affcheidingen ontdaan, aftekeeren. Hierdoor immers ziet men zo dikwyls de raelkverkaazingen, runningen , verhardingen , pynen , G 2 ont-  100 HEELKUNDIGE ontfteekingen, zwelling, verzweering enz, welken zo lastig als verdrietig, en fomwylen langduurig in de behandeling zyn, gebeuren; althans het is éé i dier ngemakken, waartegen de kwakzalvery het meeste woedt. < Door eene fchraale leevenswyze , purgeermiddelen , enz. gepaard met de gewoone uitwendige behandeling, welke zo verfchillend door de heelkundigen, als fomwylen dwaas door onkundigen en kwakzwalvers, aangewend wordt, ben ik tot nog toe , in het opdroogen van het zog , gelyk het doorgaands genoemd wordt , zodanig als ik wel wenschte niet gedaagd: offchoon ik het meeste vertrouwen gefield heb op de onthouding van die voedzels welken veel en fpoedig zog verfchaffen, en op de toediening van fchraale, drooge fpyzen, en zo veel mogelyk onthouding van drank : tusfchen beiden , als het vereischt werd , heb ik bdikopenende middelen ingegeeven , en wat de uitwendige behandeling betreft, hieromtrent heb ik my veelmaalen moeten fchikken naar dat de vrouwen gewoon waren in voorige gevallen behandeld te worden, of door de een of ander haarer bekende , of vroedvrouwen, bakers, minnen, enz. vermaand waren : ondertusfehen heb ik my verbeeld , het meeste voordeel te doen , met een maatig , niet knellend , maar fluitend verband, over dikke compresfen , waarmede ik de borsten over  MENGELSTOFFEN. 10,1 over de pleisters, (meest uit het Empl. defenfiv. rub. Diapomphol: of dergelyken befhande) bedekte , na dat het zog uit de borsten eerst wel geledigd was. Dan, niettegenftaande alle de behoorelyke voorzorgen , heb ik echter maar al te c'ikwyls met ongenoegen gezien, dat ik den melkftroom niet gemaklyk verhinderen konde, en dat er verhardingen ontltonden, waartegen ik fomwylen Compresfen in Sp. minderen met water behoorlyk verlengd, zelden met voordeel, maar vrachtloos , over de bloote borsten aangelegd heb; althans, in zeer veel gevallen heb ik ue verzweering, welke zo nadeelig als hoogst pynlyk is, niet kunnen afkeeren , en het is hierom dat ik voorgenomen had, U Ed. ten deezen opzichte te raadpleegen, of er misfchien by U Ed. ook eenige betere of andere voordeeliger handelwyze bekend ware. Jk ben enz, ANTWOORD, Uwe wèl ingerichte raadpleeging, duidt my ren klaarden aan, dat gy, betrekkelyk uw opgegee ■ ven geval, niet onbedacht, maar, op de beste wyze geharadeld hebt, zo wel als het my overtuigt, dat uwé oordeelkundige geneezingsbeftuuringen en applicatien, aan U Ed. het recht ter verdediging van G 3 on-  102 HEELKUNDIGE onfchuld verfchafFen , tegen dezulken, welken zeer veel, onbezonnen en te onrecht, (immers hier van zyn ontallyke voorbeelden,) op zekere beruchte pleister enz. roemen mogten. De beste handelwyze, voor zo verre de inwendige zogs-afleidende geneezingsbeduuring betreft, hebt gy in t kort, zo naauwkeurig mogelyk opgegeeven, dat het my niet toefchynt, vereischt te worden, in het algemeen , en ten opzichte van byzondere gevallen, iets daar by te voegen, alleenlyk zal ik, ten opzichte der uitwendige gemaklyke, en my meest voldoende handelwyze , welke my door gevolgtrekkingen , van ontallyke waarneemingen, de beste toefchynt, U Ed. ter navolging, het volgende opgeeven en aanpryzen. Na even ongelukkig als U Ed. op de gewoone wyze gedaagd te hebben, en genoodzaakt te zyn geweest, Cataplasmata tegen ontdeeking^ri dreigende verzweeringen dikwyls aantewenden, ondervond ik dat het wit water van goulard, het meeste voordeel deet, en in die gevallen alwaar ik tydig genoeg hiermede begonnen was, verdween de ontdeeking, pyn, hardheid, enz. en ik zag ra veele gevallen, dat de melk eerst vrylyk uit de tepels tegon uittevloeijen, naarmaate de verhardingen of zogsverkaazingen opgelost werden; en eindelyk, na dat ik met dezelfde pappen, met dit water ryklyk za-  mengelstoffen. IO3 zamengefteld, aanhield, verdween ook 't zog van zelf: ik zag geene verdere ongemakken te voorfchyn komen ; dé verhardingen en ontfteekingcn verdweenen, de borsten verminderden in grootte tot die van de natuurlyke, waarin ze behooren, wanneer dezelven geene voorraadfchuuren , ter onderhouding van het leven der kiftderen zyn : eindelyk ik leerde hieruit dat foortgelyke pappen, uit gort, alieen met het water van goulard, gekookt, en tot eene behoorelyke confidentie beryd , en nog daarenboven, in geval van zogenaamde opdrooging, met hetzelfde water, vóór de aanlegging befproeid, het beste middel ware, en na dien tyd, heb ik my altoos, en in een aantal gevallen , zonder eens naauwkeurig op uwe , (waarlyk oordeelkundige) afleidende geneezingsbeduuring, ter dremming van toevloeijingen van zog, veel te letten, van dit raiddel bediend, zo dra er eene ontdeeking reeds aanwezig was, of er alleen de opdrooging bedoeld werde, en van dien tyd af, heb ik, zo wel in myn hospitaais praftyk, als in byzondere gevallen, daar ik om byzondere redenen en niet tot andere behandelingen genoodzaakt was, allergelukkigst gedaagd; en ik kan des noods, met genoegzaame voorbeelden aantoonen, dat op deeze wyze, alle gewoone toevallen afgewend, of ten minsten in die gevallen, daar dit middel te laat gebezigd is, zeer verminderd en verzacht zyn, althans op geene van aanbelang G A Pyn*  *°4 heelkundige pyniyke, maar zeer geringe verzweeringen , tea hoogften, uirgeloopen zyn. Ik cwyfel geenzins of de opgegeevene handelwyze, zal aan uwe begeerte van veilig, fpoedig en gelukkig te flaagen voldoen, alleenlyk oordeeleik het noodig U Ed. myne, op ondervinding gegronde en beste manier van zamenftelling van het wit water van g o u l a r d , medetedeelen. — Hoe nadeelig ik ook een te fterk, van goudgelit zamengefleld water van goulard, tegen velöntfteekingen, waar in het de meeste diensten doet, fchatte; zo heb ik in deeze gevallen echter gezien, dat hetzelve, zal men er den gewenschten uitflag van zien, ten minHen beftaan moet, uit een deel zogenaamd Extr. Saturni , of fterk af kookzel van azyn op goudgelit, volgends voorfchrift, een deel Spirit: vini, en vier deelen water: althans ik heb het vermaak te zien, (zelfs by die in ons ziekenhuis, om byzondere redenen, altoos hunne kinderen ontnomen en ter opvoedinge by andere minnen bezorgd worden en veelal zeer zogryk zyn) , dat de meeste zeer gemaklyk , zonder verzweeringen , zonder uit. zuigingen , of eenige andere dan gewoone voorzorgen, met foortgelyke pappen, allergemak' lykst, het oogmerk bereiken. — Beproef deeze niet weinig gelukkig gebezigde handelwyze en ik ben verzekerd dat gy er uw wel by bevinden zult} althans dit wenscht van harten hy die is, enz. RAAD-  mengelstoffen. RAADPLEEGING, Wegens eene kwaadaartige en tot verderving geneigde zweer, (Ulcus Grangrtsnofum.') Eene middenjaarige, en kwaadfappige weduwe, wier man , aan eene kwynende ziekte en uitwendige verzweeringen geilorven is, vroeg voor eenige maanden, kort na het overlyden van haaren man, myne hulp, ter geneezinge van een foortgelyk ongemak , als waaraan haar man na veele folteringen geftorven was. Ik vond aan haar rechter been, ter plaatze van de aanhechting der Tendo van achilles, aan het Os Calcaneum , eene gangraneufe zweer, verzeld van aanmerkelyke allerpynlykfte ontfteeking, langs de musea li gastrocneifiii, tot aan het knie-hol uitgeftrekt. Een zeer ervaren en kundig Geneesheer, heeft alle moeite aangewend, om haare kwaadfappig? heid, zodanig door verfehillende Corrigentia, inzonderheid de kwik, (inwendig toedienende,) te verbeteren , dat men zig met reden durfde vleijen, hierdoor zou de fcheiding der koudvuurige plek bevorderd, de ontfleeking verdwynen, en de geneezing ten wege gebragt worden ; dan, «iets van dit alles hebben wy vernomen, integenG 5 deel,  106 HEELKUNDIGE deel, de verderving en oncdeeking, is toegenomen , en niettegendaande ik uitwendig de meest vermogende verderving- en rotting-weerende middelen heb aangewend, zo in forra van pappen, als by wyze van doovingen, is dezelve echter zodanig toegenomen , dat thans, niet alleen de tendo van achilles afgerot is, maar dat daarenboven de Musculi Gastrocnemii, voor het grootde gedeelte vernield zyn. -—— Zeer dikwyls heb ik my onder de langduurige behandeling van deeze elendige lyderesfe gevleid, de geneezing te zullen volbrengen, wanneer de geduurig weêrkeerende verdervings» plekken en zwarte randen der zweer affcheidden, en ik eene vlakke zweer, die goede etter opgaf, zag te voorfchyn komen; doch, hoe ydel was deeze hoop! het leed niet lang, of, zelfs daande dezelfde behandeling, waaraan wy de verbetering der zweer, na by de geneezing, toefchreeven, deed zig rondom dezelve al weder een zwarte rand in den omtrek op: -»— dit nieuw en ongunstig verfchynfel, kon niet voorgekomen nog verhinderd worden , integendeel de loodkleurige of zwarte rand breidde zig uit; de zweer was na derzelveraffcheiding weder voor zo veel, in grootte toegenomen en onzuiver geworden, zo dat zy thans in deeze troostlooze en gevaarlyke omdandigheid, niet dan den dood te gemoet ziet. p Wat dunkt U Ed. van het ongemak deezer beklagenswaardige  MENGELSTOFFEN. IOJ* iyderesfe? is er hoop tot haare leevensbehouding en volkomene geneezing? en eindelyk, welke zyn de middelen, welke ü Ed. buiten de gewoonlyk gebruiklyke, in foortgelyk geval, toefchynen dienflig te zyn, om my ter navolginge aantepryzen?.., RAADGEEVING. Het fchynt my uit uwe raadpleeging, toe, dat U Ed. benevens den Geneesheer van uwe lyderes, eenig verborgen fmet, misfchien van eenen venerifchen aart % by dezelve verdacht gehouden hebt, dan, dat gyliecen door de vruchtlooze beproevingen met tegengiften, ter geneezinge, in zo verre twyfelachtig geworden zyt, dat er bedenkin» gen gemaakt worden, of de gisfingen wel gegrond zyn, dan niet, en of er niet wel eene geheele andere oorzaak, als waartegen, zo men meende op goede gronden , eenig geneesmiddel uittedenken ware, by haar plaats heeft. ——— Althans uit de verfchillende handelwyze, welke .zy met oogmerk ter geneezinge en vruchtloos ondergaan heeft, fchynt het my toe dat ik eenigen grond hebbe tot myne gevolgtrekking. De mislukking der geneeswyze van uwe Iyderesfe , dunkt my in geenen deele genoegzaam overtuigend te zyn, dat hierom awe vooronderftelling van den aart des ongemaks ongegrond, en, veel min  10» HEELKUNDIGE min dat de toegediende inwendige genees- en plaats-middelen , niet in ftaat zouden zyn , eene volkomene geneezing ten wege te brengen, indien dezelve, nu en dan, met foortgelyke anderen, ver* wisield, of in ruimere hoeveelheid toegediend worden. — Het is ondertusfehen niet geheel vreemd, indien het al waar was, dat het ongemak van uwe Iyderesfe van een geheel anderen aart was, als waar tegen uwe geneesmiddelen ingericht waren. —De ervarende en beroemdfte genees en heel kundigen, zullen gaarne met my bekennen hierin dikwyls misleid te zyn; althans menig] vuldige foortgelyke gevallen, inzonderheid in myne hospitaals praétyk, hebben my in zulke duistere en moeijelykegevallen, zelden ietsbeflisfends, wegens den waaren aart der algemeene voqhtsverbastering, waaruit foortgelyke plaatslyke en vernielende zweeren ontdaan kunnen, geleerd; maar wel dikwyls door beproevingen op allerleie wyze, tot de beste geneeswyze handleiding gegeeven ; en deeze geneeswyze is het, welke ik U Ed., fchoon een. voudig en kort ópgeevende, als de meest vermogendde, ter behoudenisfe en geneezinge uwer Iyderesfe, dutve aanpryzen. Ik zal, ten einde niet breedvoerig uittewyden, uit de gevallen welke nog versch in myn geheugen liggen, eene korte fchets, ter beantwoordinge van uwe vraagen, ter nederdellen. In  MENGELST O F F E N» IOQ In veele foortgelyke gevallen als door U Ed. opgegeeven is, en ook in fommigeandere venerifche zweeren, heb ik dikwyls gezien, dat, niettegenftaande een langduurig uit- en in-wendig gebruik der beste kwikbereidingen, en andere welgeregelde geneeskundige beteringen, welken men op goede gronden dacht dat de oorzaaken der zweeren geheel ten onder gebragt zouden hebben , in 't werk gefield waren, dezelve evenwel kwaadaartig bleeven, of ook fomtyds na eenigen tyd zig ter geneezinge gefchikt te hebben , op nieuw ambuleerde ; geheele vernietigingen van een deel, ja fomwylen van het leven, dreigde; terwyl een enkelde, het met den dood bekoopen moest. In verfcheidene gevallen ondertusfehen , en niettegenfta3nde alle overige venerifche tekenen geheellyk geweeken waren, was ik verpligt, om redenen der dreigende gevaaren, het zy door kwikfmeeringen of door ruime inwendige giften van dit vochtverdunnend middel, eene volkomene falivatie te beproeven, en hierdoor hebben wy dikwyls de radicaale geneezingen zien volgen. Ik heb daarenboven zeer dikwyls opgemerkt, dat men in alle foortgelyke hardnekkige, kwaadaartige en gevaarlyke zweeren, wil men de geneezing bereiken, eene geduurige verwisfeling van plaats middelen, allernoodzaakelykst moet aanwenden; dan eens, is het noodig, het aa. pha-  HO HEELKUNDIGE gadenica, in plaats van het aq. divini Fernelii te gebruiken, om daarmede de plukzelwieken nac te maaken; dan eens zag ik het meeste voordeel, van 60 tot 100 droppels van Solui, Mercur., met 8 uncen waters gemengd, en meer; dan wanneer men deeze kwikbereiding met roozen - honing vermengde. (£) Af kookzels , van Cort. peruv. rad. Scorzon. of DecoSt. Lignorum örY., zullen, onder de toediening van kwikbereidingen, moeten gegeeven woiden, inzonderheid die van de Cort. peruv.; maar, ten op. zichte der houtdranken, (buiten het af kookzel van de Cort- peruv.) kan ik niet voorby aantcmerken dat ze niet in die veelheid toegediend moeten worden, dat verzwakking der maag en andere ingewanden , die noodzaakelyk tot eene goede fpysverteering zyn, daardoor ten wege gebragt worden. Alle fpyzen welken de kwaadfappigheid voed- zel geeven , zyn voorzeker nadeelig, en moeten naauwkeurig gemyd worden; dan, het is niet noodzaakelyk , veel min dienstig , eene te flrenge en verflappende diëet, ver van de gewoone afwykende, voor- (£) Gemelde Solut: Mercur. zo als wy dezelve ook fomwylen inwendig, van i0 tot 35 droppels, onder het aene of andere vehiculum , & gebruik hebben , beffaat uit het volgende: Merc. viv. Spirit, nitri Fum. aa, |/3. felve et dilue aq. Comm, 5xn'  MENGELSTOFFEN. II t voortefchryven; bierdoor zoude zelfs kwaadfappigheid veroorzaakt kunnen worden, by hen welke anders gezond waren, en derhalven komen over 't algemeen voedzaame fpyzen het meest te pas. Ik kan niet voorby, U Ed. openhartig te belyden, dat niettegenftaande alle gemelde voorzorgen en aandacht in de behandeling, ik echter fomwylen, in gelykfoortige ongemakken, als door UEd. opgegeeven zyn, en in anderen, niet geflaagd ben, en dat ik dikwyls vruchtloos aangehouden heb , middelen te gebruiken, tegen een vooronderftelde fmet in de vochten, de welke niet meer aanwezig, maar door een ander vervangen was. Menigmaalen hebben wy de oorzaaken der verfchynzelen , en de herhaalde, weêrkeerende, en vernielende uitwerkingen, van de ontaartingen der vochten, vruchtloos nagefpoord, tot zo lange, dat wy eindelyk uit veele gevallen en proefneemingen , voor ons ten richtfnoer , opgemaakt hebben, de mogelykheid van de te onderorenging der venerifche fmet/lofe, intusfchen dat er eene andere zi&klyke gelleldheid in de vochten plaats grypt; het zy zulks door het langduurig gebruik der vochtontbin. dende kwik, of door andere nog onbekende oorzaaken voordgebragt worde. Deeze, hieruit voordfpruitends , of reeds voor de venusbefmetting aanwezige cachexia , is , zo wy uit  Iia HEELKUNDIGE! uit gelukkig gedaagde behandelingen, eenig recht hebben ter gevolgtrekkinge , misfchien van eenen zuuren aart: althans wy hebben door geene andere tegengiften, dan door akalia, met annodU na gepaard, immer de geneezing kunnen verkrygen: —- ten minsten foortgelyke geneesregelingö met eene daaraan beantwoordende dieet, heeft ons menigvuldige voorbeelden van gelukkige geneezingen opgeleverd. Het is er ondertusfehen zeer verre van daan, dat men, in die foort van zweeren, welken ik alhier bedoel, aan een enkeld middel, al het vermogen ter geneezinge zoude kunnen toekennen ; het is hiermede gelyk in veele andere gelegen; dikwyls ziet men na zeer geringe, zelfs beuzelachtige ver-* anderingen, aanmerkelyke verbeteringen, die ter geneezinge fchynen overtehellen, dan die veelal zeer onbedendig zyn, gebeuren : desniettegendaande heeft de ondervinding evenwel geleerd, dat zulke zweeren, welken, a prior i, uit eene „onbekende fcherpte der vochten ontdaan, best, door akalia en het opium inwendig, en met eene uitwendige, daarmede overeenkomstige behandeling, geneezen. Daar het nu zeer mogelyk is, dat het ongemak van uwe Iyderesfe, althans voor het tegenwoordige, niet meer behoort gerangfehikt te worden onder de venerifche zweeren, maar onder die, welken uit  MENGELSTOFFEN. lig üit eene onzekere fèherpte, (misfchien van eenen voorgemelden zuuren aart) ontdaan ; zo fchynt het my toe, dat eene bedekking der zweer, met draadplukzel-wieken, compresfen en windfel, nat gemaakt in een mengzel van vier uncen Spirit. SaU ammon. cum cake viva, en twaalf uncen gemeen water, naar eisch der omftandigheden, van tyd tot tyd, met hetzelfde vocht natgehouden , zeer voordeelig zyn kan, en misfchien; de geneezing zal uitwerken: althans ik heb in veele zulke gevallen hiermede geflaagd, inzonderheid in die, alwaar wy met de toediening van opium, niet fpaarzaarrt te werk gingen; maar, integendeel,langzaamerhand tot eene aanmerkelyke hoeveelheid opklommen, ja zelfs hebben wy ons wel eens in de noodzaakelykheid bevonden, tot 3,8 grynen daags toe te dienen ; ook hebben wy een geruimen tyd, zonder eenig kwaad toeval, met gewenscht gevolg, 20 grynen daags doen gebruiken. Ten opzichte van het opium, fchynt het, dat in fommige langduurige, kwaadaartige, ook tot verderving neigende zweeren, het zy dezelven van eenen venerifchen, of anderen kwSadèn aart vya^ door deszelfs exciteerende en daarna verdoovende kracht, de gevoelige en beledigd wordende zenuwen, opwekt, verderkt, de verzeilende ontdeeking uitdooft, en alzo het vermogen bezit om de verftervingen, van welke oorzaaken ook ontdaan 4 H te  il4 ÖEELKÜNIÏIGE te fluiten, te doen affcheiden, en de geneezhigen der zweeren te helpen bevorderen, zelfs van die, welken van de venusziekte overgebleeven zyn, doch in welker lichaamen geen venusfmet meer, maar eene andere zieklyke gefteldheid der vochten, aanweezig is; althans zo wy ons niet geweldig bedriegen , dan bewyzen onze waarneemingen zulks ten klaarden. Tot fiot deezer raadgeeving, en in de onzekerheid van den Waaren aart of oorfprong des ongemaks, van uwe iyderesfe , oordeel ik het noodig , by deeze korte befchryving der handelwyzen tegen zweeren, Van verfchillende oorzaaken afhangelyk, op ondervinding gegrond , nog het volgende te moeten byvoegen, laaiende aan UEd, de keuze dier handelwyze en geneesmiddelen, welken gy zult meenen meest verkiezelyk te zyn, ter geneezingsbeproevinge aantewendeft, over. Z?er dikwyls hebben wykwik, met opium gepaard , toegediend , met gevolg eener radicaale geneezing der venusziekte: — zeer dikwyls heb«J ben wy in foortgelyke gevallen , alwaar eene kwaadaartige ,- voordvreetende zweer , of ulcuS gangrcenofum , nableef, de geneezing derzelve «iet kunnen verkrygen, offchoon wy ryklyk opium toedienden, en uitwendig antifeptica, alcalia, enz. gebruikten: wy maakten hieruit op , dai fchoon er geene zichtbaare kentekenen van het  mengelstoffen. !tf virus vcnereum aanweezig waren, wy evenwel misleid, en er tog iets verborgen konde gebleven zyn, welks zichtbaare uitwerkingen, door het vermogen van het opium, of door andere middelen verhinderd en fchuil gehouden werd; of dat hetzelve door de voorafgebruikte kwikmiddelen, zodanig verzacht en in zo verre te onder gebragt was, dat het te krachtloos geworden was , eenig uitwendig verfcbynzel ten voorfchyn te brengen: —- in diepgevallen, werd de volkomene geneezing der uitwendige zweeren , door eene welbefluurde en eene behoorelyke tyd aangehoudene kwyling, voltrokken; terwyl dezelven > met niets anders dan droog draadplukzel „ gedekt werden; —— de Kwik derhalven, het zy op deeze, of geene wyze, alleen, of met andere middelen, naar verzeilende omftandigheden gemengd, fchynt tot nog toe, het onöntbeerelyke» beste en eenige geneesmiddel, ter geneezinge van }ue venerea , en alle daar uit voordkomende prgemakken, te zyn. WAARNEEMING, Eener zeldzaam* en zeer aanmerkelykeTongwond. Zk zoude geene bedenking wegens de mededeeling deezer waarneeming gemaakt hebben, ware het niet dat foramige genees- en heel * kundigen, het Ha ge-  ïiö HEELKUNDIGS geval, fchoon een opzichte als tongwond nies zeldzaam, maar ten aanzien der aanmerkelyke uitgebreidheid en byna geheele affnyding en gelukkige geneezing , der aandacht waardig geoordeeld, en my ter mededeelinge aangefpoord hadden, Den i3den Odober deezes jaars, werd ik geroepen by het zoontje van j. dep., oud ruim 7 jaaren, die onder het vallen van eenige trappen, zyne tong verre buiten den mond gedoken hebbende dezelve zo aanmerkelyk gekwetst, en door de tanden doorfneeden had, dat niet alleen eene allerverIchrikkelykfre bloedftorting volgde , maar dat ik daarenboven , ten opzichte der verëeniging deezer aanmerkelyke tongwonde , byna geene mogelykneid voorhanden zag. " Deeze tongwond was achter de tongriem, anderhalf duim van de punt der tong, dus 'zeer ver naar achteren en in het dikde gedeelte, dwars en byna geheel doorfneeden; zodanig, dat het voorde gedeelte alleen aan eenige weinige vleeschvezelen en in den grond derzelve zo weinig aangehecht gebleeven was, dat, indien dit meer naar de punt plaats gehad had, misfchien, de bedenking om het doorge fieedene gedeelte, wegteneemen, met reden zoude opgekomen zyn en hetwelk gemaklyk uitgevoerd had konnen worden. 6 In dit verdrietig en, voor het kind, zomlyk toeval; nam ik het befhir nm ta u oï , * oeijjit, om te beproeven, of de hech-  mengelstoffen» u/? hechtingen gelukken wilden , en hienn werd ik door het ongemeen geduld en de kloekmoedige onderwerping (ha gedaane belangryke beloften,) van myn lydertje, niet weinig begunstigd. De meeste en beste Heelkundige Schryvers, hebben de wonden der tong oppervlakkig verhandeld, en , met reden , als ligt geneesbaar befchouwd; dan ter geneezinge van aanmerkelyke fcheidingen van dit deel, zyn de hechtingen, en het werktuig van pi brac, voorgefchreeven; ondertusfehen zegt heister, in zyne fraaije en onverbeterlyke Heelkundige onderwyzingen, dat de hechtingen moeijelyk en fomwylen ondoenlyk zyn, inzonderheid, indien de wonden naby de wortel der tong ?ig bevinden: dit bevestigt de ondervinding mede. '—— Het denkbeeld van moeijelyke uitvoering der hechtingen, of andere behandelingen, ter zamenvoeginge der vaneenfeheidinge, aan een deel ,'t welk op de minste aanraaking, zo beweegbaar is, endaar. enboven eene onhandelbaare plaatzing en gladheid, is veelal de reden waarom men aanmerkelyke tongwonden op eene allereenvoudigfte wyze, volgends voor. fchrift van heister, en anderen behandelt, zonder eens te beproeven of de hechting mogelyk zy dan nier. Dikwyls flaagt ook deeze behandeling, dan in het geval, waarin ons lydertje zig bevond, kon dit geene plaats vinden; want, indien ik de hechtingen H 3 niet  jtl8 HEELKUNDIGE piet ondernomen had, dan had ik om de bloeddorring ce deipen, verpligc geweest, het aanmerkelyke en voorde afgefcheurde ftuk wegteneemen, of bloeddelpende middelen tusfchen de lippen der wonde aanteleggen : in het eerde geval, was het gebruik der tonge voor een aanmerkelyk en voornaamst gedeelte, vernietigd geworden, en in het laatde, zoude de aangewende bloeddelpende middelen , ten minsten zo langen tyd hebben moeten aanleggen, dat by derzelver affcheiding, of wegneeming, geene hechting, nog aaneengroeijing weder plaats konde hebben, en derhalven zou in dat geval, her. voorde duk meer gehinderd hebben, dan wanneer hetzelve geheel ware weggenomen geworden. Staande deeze korte overweeging, daande den tyd van de befchouwing der wond, bedoot ik, en om de blpeddorting te ftelpen, en om andere voordeelen, aan eene onverdeelde tong eigen, de hechting met eene fcherpe kromme naald, voorzien van een gewaschten draad, even als men by de onderfchepping der dagaderen bezigt, op drie plaatzen te onderneemen —— hiertoe nam ik in acht, eerst de hoeken der wond gelyklyk aanëentevoegen, door de naald, (de mond onderwylen door een' helper opengehouden wordende , en terwyl ik het voorde gedeelte met eene drooge lap linnen voorzichtig tusfchen myne vingeren van de linkerhand vast  MENGELSTOFFES. H9 vast hield,) zo verre na achteren, en achter den achterften rand derzelve, in de tong in te Voeren, door den grond derzelve te doen doorgaan, en vóór den voorften rand weder zo verre te doen uitkomen, als de dikte der tong, (om uitfcheuring der draaderi Voor te komen) vereischte —— eindelyk ftelde ik eene foortgelyke onderfcheppirig , in het midden der tonge in 't werk ; ik voegde de lippen der Wond naauwkeürig by elkander, en terwyl dezelven aldus gehouden werden, knoopte ik de draaderi op de gewoone wyze , den een na den anderen; liet de wond zachtkens befmeéren met roozen-honig en witten wyti, onder eikanderen gemengd; beval naauwkeürig opzicht om alle beweegingen der tong te vermyden, het zy door fpreeken, kaauwen van harde fpyzen, als anderzins, en hier door was de wond, of liever byna geheele affcheuring der tonge, den aoftert van dezelfde maand volmaaktlyk , aaneengegroeid, wanneer ook reeds de draaden, van dé hechtingen op de hoeken derzelve, uitgevallen waren. Den 2aften, toen ons lydertje andermaal door eenige Kunstgenooten gezien werd, was ook reeds de middenfte hechtingsdraad los gegaan, maar nog voor een gedeelte in de tong blyven zitten: ondertusfehen bleef de wond naauwkeürig en gelyk vereenigd —— het kind zeer gehoorzaam aan de bevelen , tot de meest mogelyke rust voor de ge-  ÜO HEELKUNDIGE M ENGEL ST OFFE geneezing der tonge, tot aan deezen tyd géweest zynde, had zekerlyk myne onderneeming ter herftellinge, niet weinig begunstigd * en ik had het genoegen dezelve zodanig te zien flaagen, dat hy op deezen tyd, reeds verftaanbaarj fchoon nog eenigzins ïiootende, en moeijelyk, fpreeken konde deeze moeijelykheid in 't fpreeken, is .langzamerhand verbeterd, en thans kan men hieromtrent weinig of genoegzaam geen hinder meer befpeuren. Men ziet uit deeze waarneeming, dat eene welberedeneerde en onbefchroomde onderneeming, in de moeijelykde gevallen , dikwyls allergewensc'hte gevolgen hebben kan. DRUKFEILEN. Bladz. J0 Regel lftaat y^vinmnfquiUi.\ee5 ^vtm,mfqaUi 25 10 tunica, vallis testis tt"Z7"aginalis 2? 5 testes ( tesZS"S 28 zz teivef,calori„m van gfime,da ___ , „ \ veficaiormui ZZ ,3|ZZ " f! ""*-VM» per methanöfi». 33 ' 15 tranfparens . . tranfparent 52 8 Hyirmeon vemrea . Hydrosteon ve. J 53 14 idem «ereum. ; 59 8 venera ^em" , lt ZZ J4ZZ gjg" — bladen. —1I4 üken zz sïïken- De piaat moet achter dee*e Mengelftoffeu gepletst worden.'