Boekbinderij Drukkerij RUSTENBURG Tel.72 17 78 Amsterdam  01 2422 9840 UB AMSTERDAM  EPISTEL VAN DEN OUDEN WAE RE LD BURGER SIJRACH? AAN DE NATIONAALE CONVENTIE, VAN . F R A N K R IJ K, BETREKKELIJK TOT DE WAA11E BELANGENS PER SAMENVERBONDEN MOGENDHEDEN, E N TOT DE GRONDTREKKEN VAN EENEN DUURZAAMEN VREDE. EENE VERTALING.   .' BURGERS REPRESENTANTEN DER FRAN, SCHE NATIE De liedevoering, door den Burger BOiSSÏ 'm"! ^ f6 StüatS'belangen?van elnll tegen frankrijk famenverhonden? Mogendheden Tefj'gTdr^T VerZade™Z gouden, * op m te8enWOord'ëe ongelukhige oorlog tegen mnkrijkfS, eene gees/elroede -voor geheel ËfZ P^iVerfprei ZV'ne ™™esiingenBtot Aten Afrika en Amerika toe; het geheele menschdom heeft dus belang bij eiken voor/lag om een Z de van denzelven te maaken. De Redevoering van uwea Amptgenoot boIs T> om8'"' ^entanten der FranjlTZ. tie. om u te onderwijzen, en -uwe volJndl gedragingen te regelen. Zij is door u hll *, gemaakt, dewijl g§ dezelve doelmaatig en g\tiït &n!?ZiïïZnen Europa is dan opgeroepen, om dit openbaar endermjs te Uezen \*te behartigen en metaZ dacht t* beproeven , bijgevolg moet eii pj r ' tanten der Franfche ^b^g^^Ttt hooren, „at de Natiën buiten FrankriikmiJj daarop hebben aantemerken. Een lenSÏtT een onpartijdig en bedaard ondW 1?S wordt, op dat het [tuk in eefchil Z ë f fld i - * Ziet,  Ziet, Voorftanders van een verwonderenswaar. dig Volk, dit zijn de gronden, die den ouden fVaereldburger siirach bewogen hebben, de Redevoering van uwen Broeder met oplettenheid te ontleeden, en aan een naauwkeurige beoordeeling te onderwerpen. Bezield met de bewustheid van zijne goede be» doeling, met het gevoel van het gewigt eener zaak, waarvan het lot van Europa afhangt , en die het heil of onheil van ten min/ten vijf eeuwen beflisfen zal, treedt Vader siirach hier voor uwe balie, geeft zijne oprechte bedenkingen eerbiedig aan u over, en verzoekt dat gif moogt goed vinden, deezen Epistel in uwe Vergadering te laaien leezen, en op deszeljs inhoud even zo veel, als op de Redevoering van den Burger boissï d'anglas, acht te /laan. Bij de Nederduitfche Uifgaave, Schoon de vooringenomenheid van den ouden Vader sijrach ten opzigte van Oostenrijk zigtbaar is , behelst egter dit Stukje , zoveele gewigt tige Staatkundige Reflectiën , dat het zeer gevoeglijk kan aangemerkt worden als eene gewigtige bijdraage tot die fchrijteri, welken over de Staatkundige betrekkingen van Europa hande* len , zonder dat men door de uitgave bedoelt, in eenigen opzigte , het zegel te . hangen aan de Theorie of Stellingen van Vader s ij ra en.  De Volksvertegenwoordigers in de Nalionaala Conventie van Frankrijk houden dikwijls zeer fraaije redevoeringen. Ik heb in mijne jeugd ook in Rijksvergaderingen als Volks.Reprefentant gezeten , en gevoeld, met welk een verhevene geestdrift het hart van een man vervuld is, die, gevohnagtigd van zijn Vaderland , onder zijne medegevohnagtigden moet optreeden , om zijne ftem voor het heil des Vaderlands te vei heffen; met welk een verhevene geestdrift het hart van een mensch bezield wordt , wanneer hij den mond opent ter plaatze, alwaar de partij, die zijn voorftel goedkeurt , hem haare taéftemminé, en daartegen de partij , die hetzelve afkeurt, hem haare verbittering toewenkt , en alwaar boven de hoofden der Vergadering, de Tribunen der Hoorers zweeven , die minder hartstogtelijk , doch ook niet minder oplettend in eene heilige ftilte het vertoog van den Redenaar volgen , en met een onverbiddelijke rechtvaardigheid , oogenblikkelijk nadat hij zijne reden geëindigd heeft, eer en fchande over hem uitfpreeken. Ik heb wel befpeurd hoe hoog de geest van den Redenaar verheven ! hoe zijne reden vuur des hemels wordt , wanneer inde Tribunnen de Engel zit, naar wiens hand hij reikhalst, en wiens hand het loon van vuunge Vaderlandsliefde zijn zal. Vraagt gij waar het was , dat hij dit verheven gevoel van zijn hart ondervond? geenszints op Rijksdaa gen wanneer de Tribunen opgevuld waren met bezoldigde booswichten , om voor geld goed- of afkeuring te verdeden * nimmer fcherpten des A awar-  ( 2 ) zwarten onder mïjn volk hun verftand tot zoda» nige gevloekte kwinkflagen ; het was op die Rijksdagen, die in Iaatere tijden door de pieken en fabels van Afialifche dwingelanden te onder gebragt zijn , van welke Rijksdagen deeze woeste benden mij reeds, zints mijn overleg riiper was, verjoegen , en die thans door de onverzadelijke overmagt geheel geilooten zijn. Maar nog kookt mijn bloed , wanneer ik mij deezen of geenen zwaaren , en tot laat in den nacht verlengden dag van onze Rijksdagen te binnen breng , waarop ik al mede in mijne jeugd voor de welvaart van dit ongelukkig , zelfs tot den naam toe verdelgd Vaderland geieverd en geftreeden had ; en wanneer ik dezelven herdenk — ondoorgrondelijke Voorzienigheid ! vergeef, wanneer mij in deeze oogenblikken de rechtvaar-: dige fmart over uwe ons drukkende wegen overweldigt —' ik zwijg. Ik moet derhalven bekennen , dat de man , die in eene Volksvergadering optreedt , zo hij niet geheel onnoozel is , in geestdrift wordt weggerukt, dat de Geest Gods boven hem zweeft, en hem met een vuurige tong leert fpreeken. Welfpreekendheid is derhalven een noodzaakelijk voortbrengzel der openbaare Volksvergaderingen ; de geheele Vergadering wordt mede ontroerd , wanneer de man , die tot haar fpreekt, v.elfpreekend , dat is, van het onderwerp zijner redevoering doortrokken is. hn met dit alles zo grenst op de aarde altoos volmaaktheid aan onvolmaaktheid, het goede aan het kwaade, het nuttige aan het fchadelijke —. met dit alles is de welfpreekendheid in talrijke Vergaderingen altoos een gevaarlijk talent. Jeder graad van geestdrift is eene hartstogtelijhe genegenheid voor het goede , en wel voor dat gef.ie , 't welk in het oogenblik van geestdrift als g>aeJ voorkomt, en deeze zielsgefteldheid deugt niet  i 3 j hiet bij raadpleegingen. Het 7 óór en /«»n met eene evengelijke kracht te wikken en te weegen , is aan weinige lledenaaren eigen, ja zelfs zelden het oogmerk van lledenaaren ; veel meer trachten zij gemeenlijk de Vergadering tot een bepaald beiluit overtehaalen, en ten einde hierin te ilaagen , komen zij met daarvan afwijkende belkuten voor den dag , en toonen , dat dezelven dwaas en fchadeljjk zijn ; vervolgens gaan zii over tot hunne raadgeeving , welke zij tegen de voorige over ftellen , en daar door komt dezelve reeds zeer aanneemelijk voor. Daarop toonen zij , hoe rechtmaatig , hoe nuttig hun raad is , terwijl zij eindelijk denzelven als zeer lof- en roemwaardig vóórhellen , en zwij?en niet voor zi] de eigenliefde van hunne hoorers aan hunnen voorflag reeds vast meenen geboeid te hebben. ° Door middel van deeze konst heb ik menigmaal befluiten der Vegadering heden zien bewerken, en met eene verbaazende drift omhelzen , die morgen reeds door een bedaarde , ongekunstelde redeneering wederom vernietigd werden. En gelukkig is de Vergadering, waarin een bedaard onderzoek van een door welfpreekendheid afgeperst befluit, nog hier ter rechten tijd ftand gri'pt ! Boiss.r dan glas heeft voor u , Regenten des Franfchen Volks ! een zeer welfpreekende redevoering gehouden. Vader sur ach is te oud om fraai te fpreeken, ook begeert hij geen geestdrift bij u te verwekken , maar hij zal u op den weg van een onzijdig onderzoek leiden. Weiger niet , dit effen , gerustftellend pad met hem te bewandelen. ,, Boissu d anglas zegt, dat hij voorgeno„ men heelt, den uiterlijken toeftand van Frank- rijk , deszelfs betrekkingen tot andere volken , en de belangens van deeze volken omtrent A 3 „ Frank-  I 4 l ,, Frankrijk, zal onderzoeken." >— Dit zijn zeer gewigtige onderwerpen , welke thans noodzaakelijk door geheel Europa rijpelijk moeten overwoogen worden. Hij zal toonen, ,,dat uit het vestigen der "Vrijheid in Frankrijk het geluk der waereld , en uit den vrede van Frankrijk de vrede des geheelen aardbodems noodzaakelijk moet gebooren worden." •— Daarover zou de 'geheele aardbodem zich voorzeker verblijden, en ïk wil ook wel gaarne gelooven, dat zulks mooglijk is; doch ik zoek in de geheele redevoering het te werk ftellen en het bewijs van deeze hellingen , maar vind geen van beiden. Hij zal , de volken, die met Frankrijk in oorlog zijn, ,, kennis geeven van het gevaar , waarin zij zichzeiven dompelen. Flij wil de lasteringen we,, derleggen , welke tegen het nationaal crediet van Frankrijk verfpreid worden." Hij zal dit alles doen ,, met zodanige vrijmoedigheid en waarheid , die fterk zullen aflteeken ,, tegen de leugenachtige debatten van het En,, gelsch Parlement." i— Deeze aanval op het Parlement is zeer kwaalijk gelukt, terwijl dezelve ongelukkig voorgefteld word in eene fpreekwijze, waardoor de Piedenaar zich van het vertrouwen zijner hoorers wilde verzekeren. Ik heb lang, zeer lang de debatten vzn het Engelsch Parlement gebeftudeerd , en 'er oneindig veel uit geleerd, M«n weet, dat in dit Parlement altoos twee partijen zijn , onder welke ieder gewigtige nieuwe voorflag oogenblikkelijk eene in gereedheid zijnde oppohtie ontmoet. Vermits beide partijen in het Parlement met eene onbepaalde» vrijheid debatteeren , wordt elke voorflag van de oppohtie door alle de konsten der redenmaatige fcheikunde getoetst, ja door alle mogelijke kons'tènarijë'n aangevallen , en moet bij eiken aanval ten min ('ten door éi-ne waarfchijnelijke verdediging gehandhaafd worden. En de onbevooroordeelde , leer-  ( 5 ) Ieergrnage Iioorer , al wordt hij ook niet van de wijsheid en waarheid van het genoomen befluit overtuigd , gaat ongetwijfeld door de voorafgaande debatten in de theorie tan zijn onderwerp VOOrt. FOX , ERskine) GREr, sh'fut». dan, zijn mannen , van welke men leert , zo dikwijls zij hunnen mond open doen ; zelfs kan men den hardnekkigen pitt, ook dan niet,, wanneer hij de acte van Habeas .Corpus wil. opgefchort hebben , geenszints betwisten, dat hij bondig fpreekt. En ik zou bijna niemand wee? ten , dan ten lasten btjrke, dien men eene uitzondering moet noemen , die altoos gemeene dingen fpreekt , altoos verveelt , en den aanval van boissij b'asglas volkomen verdient. En wat is deeze enkele onnozele hals in vergelijking, met zo veele fchrandere vernuften ï Waarom- wil, men dan de wezenlijke verdiensten bij zijne vijanden miskennen ? Waarom wil men zulks zelfs, doen in eene Natiónaale Conventie , waarin elk woord in een heiligen naam der Natie uitge* fprooken , en een verheven nationaal gevoel de Redenaars tot Goden verhoogen , bijgevolg dezelve van alle laage wraak en vijandfehap zuiveren moest. | | De goede merci er , die langer reeds dan dertig jaaren bij mij gewoond heeft, en zo dikwerf in de boslchen van Sarmatie met mij rond wandelde , of ook de onwederftaanbaare VolksRedenaar freron mogen hier rechters weezen tusfehen boissij d'anglas en den waereldburger sur ach. Doch ter zaak ! Ten einde de redevoering van boissij d'anglois te toetfen , moeten wij haare groote , belangrijke onderwerpen van elkander afzonderen , en ieder van dezelren bijzonder in overweeging neemen. A 3 Be.  C 6 ) Belangens der met Frankrijk oorlogende Mogendheden. De eerzucht van Engeland, de eigenbaat van Oostenrijk , en de opgeblaazenheid van Rusland zijn de oorzaaken van het ongeluk der „ waereld. Deeze Magten, doch bovenal Rusland en Engeland, zijn de waare vijanden van Europa, en de eigenlijke vijanden van alle d» zwakke Magten , die hen thans in den oorlog ,, tegen Frankrijk onderheunen. Het voornemen „ van Frankrijk te verdeelen , was de eigenlijke ,, bron van den tegenwoordigen oorlog. Pruislen, Spanje , het Duitfche rijk en Sardiniën , moeten zich, willen zij hunne wezenlijke belan,, gens niet uit het oog verliezen, ten fpoedigften ,, van deezen oorlog ontdoen." Dit zijn de hoofdltellingen van de voor onze oogenliggende redevoering , in zo . verre dezelve de belangens der Europeefche Magten ten onderwerpe heeft. Laat ons ouderzoeken , hoe deeze ftellingen beweezen worden. Oostenrijk. De Redenaar befchuldigt hetzelve, ,, dat zijne ftaatkunde Iteeds de vergrooting ten doel heeft; ,, dat het zich ter bereiking van dit oogmerk bedient nu van verbonden , dan van huwelijk ken, dan van kwinkflagen , dan ook van de wapenen ; ,, Dat weïëer Frankrijk , Turkijen en Zweeclen ,, alleen de befchermers van het Duitfche rijk ,, tegen de Keizers zijn geweest , maar dat Oos,, tenrijk dit geheele tegenwigt van zijne magt door gefchikte verbintenisfen heeft weeten ta verzwakken ; ,, Dat het Rusland aan de Turken opgeofferd en Frankrijk verleid heeft , den koning van „ Pruislen te helpen verdrukken ; „ Dat  ( 7 ) ,, Dat het reeds tweemaal getracht heeft Beije,, ren te bemagtigen; Dat het frankrijk en zijne Geallieerden op ,, eene trouwlooze wijze heeft vernielen, en dan ,, den Elfas , Lotharingen en IlaanJeren , met ,, geweld overmeesteren willen, en dat het nu, ,, daar het de Nederlanden verloeren heeft , geheel Europa wil verpligten, hem tot dcrzelver herovering de behulpzaame hand te bieden." Ik heb dit met alle getrouwheid afgefchreeven, hoe moeijelijk het mij ook gevallen is. Want alle deeze reforinementen ontbreekt het in alle opzichten aan rechtvaardigheid en gefchiedkundige waarheid; in de vertoogeu van ijertzberg of zijnen medehelper do hm , zijn zodanige leugenen een met geld betaalde pligt ; maar wat zijn ze in den mond van eenen Volksvertegenwoordiger , die beloofde : / ,, De taal , die ik zal fpreeken, zal waarheid ,, en vrijmoedigheid zijn, zal merkelijk affteeken tegen de arglistige woorden , welke men in de leugenachtige trotfche debatten van het Britfche „ Parlement hoort." Zodanig een plegtige belofte , en nu reeds in een enkele afdeeling zo veele leugenen en onwaarheden als woorden. — Dit helpt mijn bloed aan 't kooken , en , Reprefentanten ! ik fchaain mij in de ziel van uwen .Amptgenoot, boissij d'anglas, die hier zo diep vernederd wordt onder de Redenaaren van het Engelsen Parlement. — Vergunt mij eene tnsfehenpoozing van eenige oogenblikken , om dit gevoel vau fchaamte te overwinnen , en mijnen, ijver voor de waarheid,-en mijnen haat tegen de leugenen met de menfchelijkheid wederom in het everiwigt te brengen. Vader sur ach wenscht zijne broederen , den waereldburgeren in de Natiönj-d>: Conventie, de waarheid bedaard onder de oogen te mogen brengen. A 4 Tos  C 8 ) Tot heden toe hebben wij de weetenfchap no* met volbouwd , die alles zonder uitzondering behelsde , het welk tot de famenftel der ftaats* Iigchaarnen, tot derzelver regeering , verbeelering en altoos gebjkvormige behoudenis behoort deeze groote weetenfchap, welke eene beoefenende gebruikmaking en het pit van alle de overige menfchelijke weetenfchappen en ondervindingen weezen moest; deeze groote weetenfchap, die miifchjen boven het bereik yan de menfchelijke zielsvermogens, voor welke de naam Regeering,, kunde veel te bekrompen is , en die min Staatswijsheid behoorde te noemen, gelijk 'er oo* eene waereld.wijsheid plaats heeft. Het Amenkaanfche Staatsligchaam , als op één na Het jongfte werd eerst door middel van de onvoltooide theorie van deeze weetenfchap gevestigd , het bragt dezelve bij zijne ftigting eeliige ftappen verder, gaf aanleiding tot haare8 verdJe ontwikkeling en de Franfche Republiek , als de allerjongfte ftaat, kan ongetwijfeld op eene nog raeer gezuiverde theorie gegrondvest borden, dan haar laatfte voorganger, onderfteld, dat dé hartstogten van de aankweekers deeze^ w,eten fchap of de magtfpreuken van zijn majéstJit , het Volk of St Anthonij , de verbeter/.,, £J geb.uikmaakmg deezer theorie niet belemmeren Doch hoe veele dwingelanden de waerrld ook gedraagen heeft heeft echter geen één van hen het menfchenverftand zo zeer eetrotfeerd dat, zo wanneer hij heden den afgod Bel od de markt oprichtte , en beval , dat de voorbijgangers hunne knie voor denzei ven moesten buigen, hij een mensch daarom in.den vuuri-eh oven zou geworpen hebben , dewijl hij twee dagen te vooren , toen de afgod nog niet d.ar was, de markt was overgegaan , zonder den toekomenden afgod aan te bidden. Sadrach, Me/ach en Abednego hadden alle drie den af.  ( 9 ) afgod gezien, toen zij denzelven de buiging der knie weigerden. De rol van zulk een roekeloozen , nimmer gehoorden dwingeland , die daaden voor twee dagen verricht , maar wetten van heden oordeelt , fpeelen de Volks-Redenaaren in de Nationaale Conventie , wanneer zy van de nieuwe grondltellingen , waarop zij het gebouw van hunnen itaat vestigen , gebruik willen rnaaken bij Staaren , die zo veele eeuwen voor derzelver uitvinding beftonden. Geheele eeuwen lang oordeelden de volken dat Regenten noodzakelijk waren , hielden , afgedoold onder de menigvuldige ellende, die eene opvolging door verkiezing over de volken verfpreidde, de erffelijke opvolging beter , dan die door verkiezing , en zij hadden ongetwijfeld recht , gelijk de Poolfche gefchiedenis alleen duidelijk aantoont. Dit grond begin fel van erflijke opvolging eens vastgefteld zijnde, waren huwelijken het meest gelchikte en rechtmaatige middel , om de Staaten te vergrooten , ook is een groot gedeelte van Frankrijk door huwelijkenhetzelve ingelijfd. En wie kan vreedzaame verbonden alkeuren , waardoor landen aangewonnen worden ? Zelfs zou men listige aanflagen, wanneer daardoor nog iels goeds bewerkt wordt, zo lang kunnen laaten heen gaan , als de ftaatsgefteldheden niet het werk van een onbloedige, vreedzaame , welberaaden onderlinge overeenkomst der menfchen kunnen weezen. Maar de zucht tot veroveringen , deeze menfchen-vernielende zucht , alles verwoestende oorlogen , om deeze zucht te bevredigen , zijn allerverfoeijelijket. ^ Waar is die Monarch . die niet met deeze zucht belmet is , en 'er mede moet befmet zifn , zo lang de volken en fclnijvers deeze liartstogt vleijen en hoog opveizeleh? En in zekeren graad kan vader s ijracii , die, A 5 ge.  I 10 ) gelijk gij ziet, zeer tolerant is , deeze'zucht ter vergrooting der Staaten ook nog wel ontfchuldigen. Daar alle Staaten , zo als wij ze zien , door toevallen en geweldige onderneemingen afgedaald > zijn, hebben veelen van dezelven geene natuurlijke , welverkooren gr'önsfcheidingen , en dit is juist bij verfcheiden Staaten een gewigtig beletfel i van inwendige gereegeldheid en van befchermmg. Poogingen , om dit gebrek wegteneemen , zijn verftandige poogingen, en zo lang men rechtmaatige middelen bezigt , en dat geene wat 'er ontbreekt niet door den moord van onfchuldige menfchen tracht te bereiken , valt 'er ook niets aan te berispen. Het , is een zeer doelmaatige wensch van Frankrijk , nadat het door de gelukkige roverijen van iodewijk XIV het hedendaaglche Frankrijk is geworden , wanneer hetzelve den Pvhijn, de Alpen , de Pijreneën en de Oceaanen tot een grenslinie begeert. Men kan het goed keuren , dat Frankrijk zich bedient van elke gelegenheid , waardoor hetzelve zonder onrechtvaardige aanvallen en oorlogen ter verovering , dit oogmerk bereiken kan , maar hetzelfde grondbezinzel , het welk deezen wensch goed keurt , moet ook rechtmaatig genoemd worden , wanneer Poolen zich niet wil laaten berooven van zijne oevers aan de Oostzee, welke hét noodig heeft , om zijne vruchten te verkoopen , wanneer Oostenrijk , dat geene vaarbaare rivieren en bekwaame havens heelt , zodanige rivieren en havens zoekt ; en dit alles is geenszins een zucht tot veroveringen , maar poogingen ter verbeetering, welke dan eerst overbodig kunnen worden , wanneer menschlievendhetd , en niet gelijk hedendaagfche nijd en baatzucht het grondbeginzel van alle Staatsverbonden zijn zal. Wanneer toch heeft nu Oostenrijk oorlogen gevoerd, om zijne landen te vergrooten ? Oostenrijk , het welk zints eeuwen hervvaards koning-  ( « ) nlngrijken en provintiën verliest, die hetzelve rechtmaatig bezat. Was ka rel V, de ftamvader van het huis Oostenrijk , niet even zo wel een rechtmaatige bezitter van de Spaanfche Monarchij en de Nederlanden , als van de Oostenrijklche Provinciën ? Toen hij deeze uitgebreide Staaten vrijwillig met zijnen broeder deelde , kan het dan wel in het geringfte menlchenverftand opkomen van te onderftellen , dat het zijne mening was, om , in» gevalle zijne eigene nakomelingen zouden uitlterven , de nakomelingen van zijnen broeder van de erflijke opvolging in de Spaanlche Monarchij voor altoos uit te fluiten ? Onderfteld nu voor één oogenblik , hij had eens dit dwaaze en haatelijke oogmerk gehad, het welk immers veele van zijne volgende handelwijzen rechtftreeks tegen fpraken , zou dit oogmerk dan wel recht, maatig en wettig geweest zijn ? "Waren de rechten der erfelijke opvolging van zijnen broeder en deszelfs nakomelingen in zijne willekeur gelegen , of fteunden zij niet veelmeer op denzelfden, van ka rel V onafhanglijken grond, waarop zijne eigene bezitting fteunde. Wanneer 1612 matthias zijnen broeder rijdol ph II in de Oostenrijkfche Staaten opvolgde , en zijnen Neef ferdinand de erfelijke opvolging , die hem van zelve toekwam , verzekerde , verklaarde de Spaanfche /tam te Madrid uitdrukkelijk , dat, ingevalle ook ferdinand deeze laatfte tak van den Oostenrijkfche ftam, zonder erfgenaamen , zou komen te overlijden , de Oostenrijkfche Staaten aan Spanje moesten terugvallen. En zulks was wel rechtmaatig , want de ftam der Oostenrijkfche en der Spaanfche Regenten waren kleinzoonen van een en denzelfden vorst phi lip, zij waren afkomelingen van twee broeders, naamelijk van karei, y. en ferdinand I. Hetzelfde nu, 't geen wet-  ( 12 ) wettig zou gewaest zijn , wanneer def nakomelingen van ff'rdinand I zouden uitfterven , moest ook wettig weezen, wanneer de mannelijke afftammelingen van ka rel V zouden uitfterven, en evenwel heeft deeze geheele opvolging aan Philips van Anjou moeten overgaan. Hóe prijswaardig waren niet de poogingen van kar el V, om na zijnen dood bloedvergieting te verhoeden ? Kan een vorst mensenlieven* der , rechtvaardiger, verltandiger handelen , dan hij in de grondlegging en bevestiging van de Pragmatieke Sanctie gehandeld heelt? Hij deed overal opofferingen, om dezelve bij zijn bekrachtigd en geguarandeerd te zien. Frankrijk guarandeercle ze iri dèn te Weënen 1735 ontworpen en 1738 voltrokken vrede. Hetzelfde hadden het Duitfche ri k , Groot Briltanje , de vereeriigde Nederlanden , Rusland , Saxen, Denemarken , Spanje gedaan. Zij was den Oostenrij kfchen , Silehfchen, Hongaarfchen , Nederlandfchen en Boheemlchen ftanden ter aanneemin" en bekrachtiging' aangebooden , en van alle aangenoomen en bekrachtigd. Waar vindt men in de gefchiedenis der huropeefche Staaten een voorbeeld van zulk eene voorzichtige , plegtige en wettige verordening ven erfelijke opvolging ? Zij was immers ongelijk veel bondiger, dan het testament van ka rel II , of het magtwoord van peter I de opvolging betreffende. Frankrijk had voor de guarantie van Pragma* tieke Sanctie , Lotharingen en Bar gekreegen en evenwel onderfteunde hetzelve op eene trouwlooze wijze , na den dood van karel VI. de tegenkantingen tegen deeze wet der erfelijke opvolging met eene Armeée van 110,000 riian En door de trouwloosheid Van Frankrijk verloor Oostenrijk in Duitschland Silefien, en "in Italiën drie Hertogdommen. Zints twee eeuwen worftelt dit rijk met een on.  C *3 ) ongelukkig gevolg , alleen ter behoudenis van zijn eigendom; waar zijn dan de oorlogen betrekkelijk tot de vergrooting van zijnen haat, waarvan men hetzelve befchnldigt ? Ja , zegt men , in Duitschland heeft het altoos zijne magt vermeerderen , en dit rijk aan zich onderwerpen willen. Uit de laatere tijden is deeze befchuldi. ging van allen grond ontbloot; beroept men zich pp vroeger tijden , dan kan in de daadzaaken , waarop deeze befchuldiging gegrondvest wordt t volltrekt geen onrechtvaardigheid gevonden worden. Laat ons toch tolerant weezen , en de Regenten in de duistere eeuwen niet beoordeelen naar de grondftellingen , welke thans door de wijsbegeerte voldongen zijn. Waardoor is Frankrijk de groote, magtige Staat geworden , die na een flegt beftuur geduurende eene halve eeuw, zijne pnafhanglijkheid en onverdeelbaarheid tegen het geheele famengezwooren Europa handhaaven kan? Door de welgelukte roverijen van l ode wijk XIV; en door de verdrukking der groote Leenhouders, waaraan zijne koningen geduurende zo veele eeuwen onvermoeid gewerkt hebben. Hadden de Hertogen van Frankrijk wel oorfpronglijk minder rechten , dan de driehonderd en veertig Duitfche Rijksftanden ? Indien de Leenheeren van Frankrijk nu nog dezelfde voorrechten hadden bezeeten, zou dan de verdeeling van Frankrijk thans wel hebben kunnen verhinderd worden ? Waarom is Poolen tweemaal verdeeld, en thans uit de rei der Staaten geheel verdelgd? om dat geen eene tak van magt in deezen ftaat permanent en erfelijk , maar alles eene magt bij verkiezing was. Geen één van Poolens Koningen verzettede zich tegen de groote Vafallen , geen één van hen verftoutede zich , om zijnen troon erfelijk en Souverain te maaken , dit was de oorzaak , dat Poolen bij een grooter uitgeftrektheid van zijne ftaaten, nimmer eene Monarchij kon worden , gelijk Frankj,  C '4 ) Frankrijk geweest is. De dagen van deszelfs luister moet men in de tijden der duisternis zoeken. Omgekeerd: zijn de Woijwooden, vanPodoliën, Wilna, Trozk, Mafoviën, Rusland , Lublin enz. van een minder hooge afkomst, dan de plaats- Land- en Markgraaven van Baijëren , Brandenburg , Lauzitz , Brunswijk, Flesfen enz. doch het kwam geen één van de Radziwils, van de Orginski's , Sapiëta , Potozki, Chodkieuitcz, Malachowski, Czartorijski, Lubomirski enz. enz. in de gedachten , om geduurende de magteloosheid hunner Koningen , hunne ampten erfelijk te maaken, gelijk de Generaals Gouverneurs of Hertogen, Grens - Commisfarisfen of Markgraaven, en de menigvuldige Rechters of Graaven, in Duitschland deeden , zij hadden aan' Poolen zeer gemakkelijk de duitfche ftaatsgefteldheid geeven , zich van Woijwooden tot Keurvorsten van Volhijniën , Brazlaw , Podoliën , Chelm Krakow, Sendomir enz. verheffen, en de Koningsverkiezing uit het midden van deeze keurvorsten bepaalen kunnen , veele van de bovengemelde Familiën bezitten een uitgeftrekter land, dan de eerfte Duitfche Keurvorlten, en bezitten hetzelve als een onbeperkt eigendom , doch zij beftuuren het nooit als Vorften, maar altoos als rijke eigenaars, en uit dien hoofde kon Poolen niet eens de duitfche ftaatsgefteldheid verkrijgen. Welke van beide deeze regeeringsvormen zou Poolen gelukkiger gemaakt hebben ? ongetwrfeld de eenhoofdige. Naast de Poolfche ftaatsgefteldheid wordt 'er geen één gevonden, die rampzaliger is dan da Duitfche. De Vrijheid, welke deeze in een rijk geconfedeerde Staaten , zedert den Wesfaalszen vrede , door de valfche bemiddeling van Frankrijk genieten, om zich ieder afzonderlijk, buiten de toeftemming van het Rijk met buitenlandfche Staaten te kunnen verbinden , is de oorzaak , dat dit rijk zich te onmogelijk houden kan. Men befchouvv de grondwetten der Amerikaanlche, der  ( i5 ) der Nederlandfche, der Zwitferfche Staaten ; zijn zij niet allen even gelijk Duitschïand , Confederatien van afzonderlijke onafhanglijke Staaten tot een grooter, gemeenfchappelijk beltnurd Staatslichhaam; rnaar hoe lang zouden deeze Staatslichaamen in hun geheel kunnen beftaan, wanneer Friesland buiten vergunning van de Staaten Generaal , Virginiën buiten de toeflemming van het Congres, en Zug zonder het overig gedeelte van het Zwitfersch Bondgenootfchap , buitenlandfche verbintenisfen zou kunnen aangaan ? en nimmer zal eene Franfche Conftitutie aan Bretagne toeftaan , om met uit/luiting van het overig gedeelte van Frankrijk een verbond met England te maaken. We! is waar, dat de Franfche Monarchij, zo lang zij beftaan heeft, belet heeft dat de duitfche Keizers in Duitschïand hunne magt vergrooten konden , Frankrijk's Monarchen hebben, terwijl zij hunne eigene vorften tot Slaaven maakten, de duitfche vorften tot kleine despooten verheeven, en alle duitfche Nationaale Vrijheid onderdrukt , ten einde de Keizeis en geheel Duitschïand bij de magteloosheid te onderhouden. Doch is Duitschïand daar door gelukkig geworden , en kan zich de tegenwoordige Staatsgefteldheid van Duitschïand wel op den duur handhaaven ? beide deeze vraagen moet een onzijdige Rechter met neen beantwoorden. In plaats dat Duitschïand, een rijk , het welk veel grooter , volkrijker en vruchtbaarer is , dan Frankrijk, reeds eeuwen lang rust, aanzien en eigene beftaanbaarheid zoude genooten hebben, bijaldien het onder eenen éénigen Souverain was verëenigd geweest, is hetzelve bij aanhoudendheid een voorwerp van vreemde befpotting , verdrukt door eene Jlavernij , die in Brandenburg aan den corporaalsftok , in Beijeren aan de monnikskap haaren oorfprong verfchuldigd is , en in Hesfen sselfs den Vorst de magt geeft , om zijne onderdaanen Yoor geld le verkoopen. In  ( as ) In plaats dat Duitschïand , wanneer het llegts éénen Staat uitmaakte , niet meer , dan één krijgsleger zou te onderhouden , en maar eene uiterfte grens te verdeedigen hebben, moet het thans veertien onderfcheiden krijgsbenden van verfchillende grootte onderhouden , en niet alleen zijne uiterite grens verdeedigen , maar m het inwendige van het Rijk moeten ook de grenfen van tweehonderd Staaten onder en tegen elkander belchermd worden. in plaats, dat Duitschïand, wanneer het maar één Rijk was , zich inwendig als een groote en magtige Staat, eene rust van geheele eeuwen zou kunnen belooven , is het altoos een tooneel van ongelukkige oorlogen , die altoos door de natuurlijke veranderingen van zo veele Vorften Huizen beftookt worden. In plaats dat Duitschland's koophandel bloeijen zoude , wanneer het één Staat en één Rijk was, ligt dezelve thans door de menigvuldige tegen elkander woelende Staaten onder de fterkste verdrukking Meer dan vijftig lollen drukken de vaart op den Rhijn. Hamburg , Hannover , Brandenburg en Saxen, maaken niet meer één Staatsligchaam uit wanneer er gefprooken wordt van de fcheepvaart. Wie kan in Duitschïand denken aan grootë kal naaien en algemeene wegen, die den handel begunftigen ? en hoe kan de duitfche Nationaale eer in Europa haaren zetel vestigen, wanneer de Saxer , den Zwaab, de Holfteiner den Meklenburger , de Paltzer den Baijër belagcht, en deeze alle den , als een Pruis infolent geworden, Brandenburger haaien? zijn de bezitters van landgoederen, inde dertig groote duitfche keur , en erfelijke Rijken minder , of niet veelmeer hooger gelchat en' gedrukt , dan die in de Oostenrijkfche erflanden ? en is 'er onder de vorften van deeze Staaten , die allen magtig genoeg zijn , om de duitfche regeeringloos- heid  C '7 ) heid in ftand te houden , wel een magtig genoeg om zichzelven te verdeedigen ? En wie kan het Duitfche Rijk , van hed:m afgereed kend , nog tien jaaren borg ftaan voor deszeifs ondeelbaarheid , indien de verdeeling van geheel Poolen doorgaat, en de groote Coiosfus van het Noorden op de Duitfche grenzen aanrukt ? Wanneer Rusland heden , om deszeifs veroveringen in Poolen te beveiligen , aan den kant van het oosten eenen inval in Duitschïand deed , terwijl de Iranfchen van het noord-westen het Rijk indrongen, zou dan de laatfte toevlucht van Oos tenrijk niet weezen , zich met flusland te vereenigen , en ingevalle Puisland dan de bemagtiging van alle Duitfche Vorsten , en de verdeeling van dit geheele ongereegelde Rijk eischte , en het , gelijk tot hiertoe , vooraf reeds met Prtiislen eens was; zou Oostenrijk dan alle deeze verdeelingen der Staaten kunnen beletten? Indien derhalven het huis Oostenrijk, als het Hof van den Duitfchen Keizer voor eenige eeuwen op de Duitfche Vafallen zo jaloers geweest was , als de Koningen van Frankrijk op de hunne waren , indien het zelfs Duitschïand in een enkel monarchaal Staats - ligchaam had willen herfcheppen, gelijk het onder de Carolingen geweest is , dan zou het niets anders gedaan hebben, dan het wezenlijk geluk van Duitschïand te bevorderen , de misgreepen van zijne voorzaaten te verbeteren, en overeeiikomftig eene waare, rechtvaardige, voor het tijdvak gepaste Staatkunde te handelen ; indien het in zijn voornemen gedaagd was , zou Duitschïand noch door een dertigjaarigen oorlog , noch door de Paltfifche, Silehlche en Baijerlche oorlogen verwoest geworden zijn , het zou den Eifas niet verlooren hebben , en had zo veele andere rampen kunnen ontgaan , ook zou het niet meer de eenige B Staat  ( »8 ) Staat In Europa weezen , die mede aangeftooken wordt, hst mag branden waar het wil. Deeze groote ftrijd der Keizeren tegen de magtige Valallen , is ondertusfchen tot een ongeluk voor Duitschïand , zedert den Westfaalfchen vrede, geëindigd, hij is ook zinls dien lijd geheel op. gegeeven ; waarom zal dan een geëindigd gefchil hervat worden ? Doch de Heer boissij d'akgiis zegt : „ Oostenrijk heeft Frankrijk , Zvveeden en de Turken verzwakt , en dit is een groot mis- drijf!" Lieve boissij d'anglas! hoe kunt gij toch zo verkeerd redeneeren! Frankri k , het welk Oostenri.k verlcheiden van zijne Jcboonfte Provinciën ontwrongen heeft, en door den buit uit Oostenrijk zo groot en magtig geworden is, zal door Oostenrijk verzwakt zijn ? En Zweeden , magteloos en zwak zedert de dolle onderneemingen van ka rel XII, en zints het geheele verblind Europa , Rusland tot een geduchte magt verheeven heeft \ en het rijk der O.tomannen , het welk bij de grootlte ongeftoordc kracJit niet dan door gebrek aan regeeringkonst zwak is, deeze zullen door Oostenrijk verzwakt z;jn; van die magt , van welke Zweeden den Westfaalfchen vrede afperstte , en die d&ar de Turken zonder den heldenmoed van Sobieski in YYeenen geheel zou vermeld zijn geworden ! Meer behoeft vader sijrach u hierop immers wel niet te antwoorden. Dan ga ik over tot andere befchuldigingen ! Wij leezen al verder : ,v Oostenrijk heeft Rus. land aan de Turken opgeöffeit ; " maar wij leezen niet, zedert wanneer de Porfe begonnen heeft, de befchermer en natuurlijke verbondeiing van Oostenrijk te zijn. Fiet zij verre van mij , het Oosterfche ontwerp goed te keuren, het welk josephus II geen voordeel heelt toegebraat, en zelfs wel catharina van den troon zoude  C 19 ) de gebonsd en den losbandigen potemkix daarop geplaatst hebben. Josephtjs II mistastte zeer in deel aan deezen oorlog te neemen, gelijk zijne voortreffelijke moeder daarin , dat zij deel nam in de verdeeling van Poolen. Men kan nogthans niet zeggen , dat Oostenrijk weleer kwaalijk deed , wanneer het de Turken, die met geweld Europa ingedrongen waren, en Oostenrijk zo veel nadeel gedaan hadden, door Rusland deed kortwieken. Want zo gevaarlijk Rus. land heden voor de vrijheid van Europa is, zo gevaarlijk zoude morgen het Oitomaniche Rijk voor haar zijn, wanneer een Petersburgsch kabinet , of epn werkzaam vernuft, als fredkix was , over hetzelve heerschte. Maar Oostenrijk heeft Frankrijk verleid , om ,, den Koning van Pruisfen te drukken." En waarom mogt het zulks niet doen ? Wanneer de Natiönaale Conventie , die thans de Souvereiniteit van Frankrijk waarneemt , zich verpügt rekent , om elke grens van Frankrijk , hoe onrechtmaatig ook door to de wijk XIV verworven , met haare gewaapende magt te verdeedigen; dan is het even ontegenzeggelijk de pligt van een Oostenrijksch Regent , op welken de Souvereiniteit van zijne even zo eerwaardige Natie rust , alle zyne grenzen te verdeedigen. Daar hij nu , door de trouwloosheid van Frankrijk , Silehen moest misfen, was hij verpügt en bevoegd, om Frankrijk in zijne belangens overtehaalen , ten einde het eigendom van zijne Natie wederom te krijgen , of zich ten minnen tegen nieuwe ge. weldenarijën te beveiligen. Wat wil het over 't algemeen zeggen : eenen Staat verleiden ? Was Frankrijk dan in het jaar 1706 eene Natie , die uit baardelooze knaapen beftond , die zich door een Oostenrijks Minister heten verleiden > Had Frankrijk niet destijds eenen zeer bekwaamen Staatsdienaar aan het hoold van zijne buitenlandB a fche  ( 20 ) fche zaaken ? Of voegde zich Frankrijk niet in den zevenjaaaigen oorlog, om eigene voordeden te bejaagen , bij Oostenrijk , en wat heelt het in dien tijd Oostenrijk wel geholpen? Oier 't algemeen kan men vraagen : heeft Frankrijk verftandig gehandeld, den Keurvorst van Brandenburg , die , zo lang hij nog maar Keur. vorst was , de belcherming van Frankrijk even zo noodig had, als Baijërn , Mentz , Paltz , Trier, Keulen en Saxen dezelve noodig hebben , zijne voogdi fchap te laaten ontwasten ? Heeft Frankrijk verftandig gehandeld met Pruisfen door de verovering van Siïdiën zo magtig te laaten worden, dat hetzelve van twee erfvijandenRusland en f rankrijk , den eenen d,ig deezen en den anderen dag geenen verkiezea, en heden Frankrijk mét eerbied vleijen, morgen Poolen, den ouden vriend van Frankrijk , vernietigen , en Rusland inagtiger maaken kan ? ö li oi ss ij u'anclas ! hoe veel valt daarover niet alleen te zeggen, maar ook heden op oetzen voor altoos bellislenden dag bij de Naiiona.de Conventie te overweegen . en rijpelijk te bedenken ! Ik zal in 't vervolg hiervan nog meer zeggen. Wat nu betreft de poogingen om Baijërn te bemagtigen; heb ik in de eerfte pooging , die een weezenlijke -aanfpraak op Baijërn was , altoos nog meerder rechtvaardigheid gevonden , dan in alle de Priiishfche aanfpraaken op Silifiën; meer dan in de erfelijke aanlpraak , welke Sa::en in denzelfdeu tijd daarop inbragt. Pruisfen bezit Cleeve , zonder het Saxilche huis ooit of ooit wegens deszehs gegronde rechten voldoening gegeeven te hebben , bezit Oostfriesland alleen door verovering , zonder het huis van Hannover in het mihfte verwaardigd te hebben, met hetzelve uit aanmerking van deszeifs rechtmaatiger aanfpraak in onderhandeling te treeden; en de ge-  ( 21 ) geheele waereld heeft deeze geweldpleegingen vergeeten , maar de aanfpraak van Oostenrijk op Baijërn moet den ,, vrijmoedigen , waarheidrriïn,, nenden , boven de Britfche Parlamenïsleden door waarheid zo zeer uitmuntenden boissit ,, d'axglas," een voorwerp tot befchuldiging opleeveren. De tweede pooging van Oostenrijk, om Baijërn tegen de Nederlanden in te ruilen , was eene pooging , die de toejuiching van ieder waereldburger wegdroeg. Zij zou de Nederlanden gerust gefteld , en Oostenrijk daarvoor vergoeding gageeyen hebben. En vader sur ach; gelijk meerder waereld burgers , zagen met verontwaardiging , dat de eene Koning van Pruisfen deezen zo verftandigen voorflag door kwinkflagen verijdelde , en dat zelfs de volgende de Nederlanders tot oproer aanfpoorde , en hen Generaals toezond. Alle deeze thans wederlegde befchuldigingen betrelfen daaden en ontwerpen van overleedene Regenten, en al waren deeze Oistenrijkfche ontwerpen ook niet zo blijkbaar rechtmaatig, als zij indedaad zijn , met wat grond kan men een tegenwoordigen Regent van Oostenrijk verwijtingen doen wegens daaden en voorneeraens van zijne Voorzaaten ? ó Tallien ! me rein! ereron! bourdon! boissij! kan men ulieden verantwoordelijk lekenen voor alle de euveidaaden . welke lodewuk XIV tegens de vrijheid van Europa en tegens de menlchelijkheid gepleegd heeft ? Zoudt gij het billijk vinden , wanneer men u de zwarte misdrijven wilde te last leggen, welke rob espier re , zelfs in uwen naam beging? Wel nu , vervult dan ook wederkeerig den eerften menfchenpligt : doet, 't geen gij wilt dat men u doen zal ! ivtaar nu vinden wij eene befchuldiging , die den tegenwoordigen Keizer aangaat: OostenB 3 rijk  ( 22 ) rijk. heeft in deêzen oorlog het oogmerk ge,, had , om den Elfas, Lottharingen en Flaan,, deren met geweld te overmeesteren." Hoe onrechtvaardig is hier de uitdrukking : met geweld overmeeste?en! Zijn dan alle de wreedheden uit de gefchiedenis uitgeroeid, waarmede lodewuk XIV de Hertogen van Lotharingen kar el IV en ica rel V, van hunne Staaten beroofde ? Is het geweld vergeeten, waarmede hij Straatsburg, in weerwil van de traktaaten , waardoor de Elfas aan hem werd afgeftaan , overrompelde en bemagtigde ? Zijn zijne collegïen van Herëeniging in het vergeetboek geraakt ? Zijn zijne onrechtniaatige aanfpraaken op de katholijke Nederlanden ooit in de gefchiedenis goedgekeurd? Kan in zijne verdeeling van de Spaanfche Monarchij , door hem zonder toef:emming der Spaanfche Regenten, bij het leven van ka rel II. ondernomen , ook llegts een zweem van recht gevonden worden ? En toen Lotharingen en Bar aan Frankrijk voor de guarantie van de Pragmatieke Sanctie afgeftaan werden, bewerkte frankrijk deezen afltand niet zeiven, zoras het den prijs van dezelve terug nam, en tegen de Pragmatieke Sanctie aan te veld trok ? Toskanen , waardoor het Huis Lotharingen Ichadeloos werd gefteld , behoorde niet aan Frankrijk, maar was dui'sch , verltorven Rijks-leen, en Duitschïand betaalde Lotharingen en Bar , waarvoor Frankrijk de erfelijke opvolging van maria therssia guarandeerde. Wanneer derhalven Oostenrijk door de vernietiging van het Koningfchap in Frankrijk, zijn met een Franfchen Koning geflooten verbond geëindigd rekende , en trachtede , geduu. rende de onlusten in Frankrijk, zijn Lotharingen, zijnen Elfas, zijn fiaanderen te veroveren, het welk echter nog niet eens bevveezen is ,  ( 23 ) Is , dan vvilde het niet met geweld overmeesteren , maar het hem ontnoomene terug neemen. ,, Geheel Europa , dit is de laatfte befchuldigiug in de voor ons liggende redevoering, zal thans Oostenrijk de Nederlanden helpen }, herwinnen." En daartoe zijn Ëngland , en Pruisfen , en Rusland , en Spanje , en het Duitfche Rijk openbaar verpligt , zo 'er nog eerlijkheid en rechtvaardigheid in de kabinetten plaats heeft. In eenen oorlog , tot een gemeenfchappelijk oogmerk ondernoomen , moet winst en verlies eyengelijk verdeeld worden. England kan uit deezen oorlog geen eilanden verkrijgen , doch Pruisfen het derde gedeelte van Poolen, terwijl Oostenrijk de Nederlanden verliest. Ik heb boven reeds aangemerkt, dat de Regenten van Oostenrijk even zo wel verpligt zijn , als de Regenten van Frankrijk, om hunne Staaten in de uitgeftrektheid , gelijk zij ze geërfd hebben, te behouden. En alle de bovengenoemde Magten kunnen, zonder zich aan nieuwig-, aan trouwloosheid fchuldig te maaken, niet weigeren, om, of voor Oostenrijk de Nederlanden te heroveren , of hetzelve op een andere wijze, zonder roverijën , deeze fchade te vergoeden. Zo rechtmaatig als het is, dat Oostenrijk voor het verlies der Nederlanden fchadeloos gefteld wordt, zo zeer verëischt het belang van geheel Europa , dat zulks gefchiedt, en dat Oostenrijk niet langer gelasterd, vervolgd en verzwakt, maar veelmeer ten fpoediglte in zijnen voorigen magtigen , werkzaamen, luisterrijken toeltand heriteld worde. Waaróm ? Dit zal ik hierna bewijzen. Ik moet eerst voortgaan met de onderhandfehe redenvoering , die niet zo vrijmoedig en waar is, als zij aange» B 4 kon-  C 24 ) kondigd is, al verder te ontleeden en van dvvaalingen te zuiveren. England. „ De Engelfche Regeering heeft zich alleen onder alle de befchaafde Staaten, op eene ,, fchaamtelooze wijze verzet, toen door de ge,, waapende neutraliteit de aan den koophandel „ van onzijdige Magten gepleegde roverijen , t, paal en perk zouden gefield werden, Deeze Proteftantfche Regeering vat de wa„ penen cp, om het bijgeloof van Romen te ,, handhaaven. Deeze Regeering geeft voor , de vrijheid „ te beminnen en ftaat in een verbond met de onderdrukkers van Poolen. „ Van alle Regeeringen is zij de wreedfte: „ Aiiè'n heeft zij geplunderd en met lijken be„ dekt. In Amerika bezoldigt zij Wilden , om ,, de Amerikaanen t'onder brengen. In Duilsch,, land koopt zij menfchen en taxeert won,, den , verminkingen , bloed en menfchenle- ven. ,, Deeze Regeering heeft in deezen oorlog ,, alle Franfche Volkplantingen willen bema". tigen. ö ,, Zij heeft vier en twintig milliöenen menfchen op de afgrijsfelijkfte wijze van honger ,, willen doen vergaan. ,, Zij heeft Genua, Veneliën , Zweeden en ,, Denemarken willen dwingen, van derzelver ,, heiligst recht, naamelijk van de neutraliteit ,, altezien. ,, Met Rusland verbonden, heeft zij evenwel, nog niet lang geleeden , de Turken tegen }, Rusland opgehitst , vervolgens de 'Turken ,, verhaten, en ze nu wederom met Rusland Yerëenigd. „ Zij  ( 25 ) Zij heeft de Polakken aangefpoord , om „ eene revolutie te werk te ftellen , en n heeft nen daarna haare onderfteunine ont,, trokken, „ Zij heeft de Republiek der verëenigde Nederlanden genoodzaakt, tegen Frankrijk te ,, oorloogen , en dezelve zeer weinig onder„ fteund. D Zij heeft de ongelukkige bewooners van de Vendée en Toulon verleid , en zich naderhand in hunnen ondergang verheugd. ,, Wanneer zij de Volkplantingen van Frankrijk eerst zal bemagtigd hebben, dan zul„ len Mexico, Peru, Portoriko, Cuba haar niet lang kunnen wederftaan. „ Door het bezit van Corfica wil zij de „ middellandfche , gelijk den Oceaan beheer,, fchen." Dit zijn de befchuldigingen, welke boissij d'anglas tegen England inbrengt. Hier vindt men veel waarheid, maar ook wel verdichting. Flelaas , vader surach moet bekennen , en bekent tot zijne grootfte kroefheid, dat bijna alles waarheid is. England heeft in laatere tijden, bijna in alle weetenfehappen , voortreffelijke Schrijvers , die in hunne werken zuivere menschlievendheld en wijsheid leeraaren; England heeft bijzonder in dat gedeelte der Staatkunde , het welk de huishoud- en cijfferkunde van den Staat betreft, zeer goede Schrijvers, die de grondbeginfelen van het recht der Volken zeer fchoon ontvouwd hebben ; England verheugd zich federt den dood van wiclem III, in vredelievende, menfchelijke Koningen , die niet naar een ijdele roemzucht, noch naar de onafhanglijkheid van de wetten trachtten; England heeft een Parlament, waarin het nimmer ontbreekt aan voortreffelijke en fchrandere vernuften ; England's Ministers, man. R 5 nen  C 26 ) nen van groote talenten , hebben het voordeel , dat in dit Parlament alle de .happen, die zij doen, beoordeeld en afgekeurd worden, zo dat zij nooit ongewaarfchouwd mistasten kunnen ; England heeft , als een eiland befchouwd , het groote voordeel van geene grenzen met andere Staaten te hebben; England, hoewel als Staat met zwaare fchulden belast, en zelfs iniolvent , heeft nogthans zeer rijke Burgers , en deeze volks rijkdom is zo groot , dat daardoor een nationaal bankrot altoos nog verhoed wordt; want de Engelschman is op zichzclven vatbaar voor groote, edelmoedige daaden. Hoe komt het dan , dat England , het welk bij alle deeze voorrechten, bij deeze gelukkige ligging , een belchermëngel der menfchelijkheid en van den algemeenen vrede zou kunnen weezen, evenwel de beul van Europa is i Een Staat , die zo veel kundige mannen heeft, die denzelven reeds voorlang de Ichets van een edele, eeuwig ftandgrijpende Staatkunde tot eene regelmaat en grondflag voor zijne buitenlandfche zaaken hadden kunnen bezorgen ï een Itaat, die zich3 inwendig zo ge* makkelijk tegen eiken aanval van builen verdeedigen kan; een Staat, die uit hoofde van deszeifs ligging nimmer genoodzaakt is , zich zonder een hooger beroep, met de gefchillen van Europa te bemoeijen; deeze Staat bouwt een alleszins onrechtvaardige Staatkunde op geldzucht , en pleegt in waerelddeelen , geweldenarijen , waardoor de waereld even zo verre van een altoosduurende rust verwijderd wordt, als de dagelijks toeneemende verlichting dezelve tracht daartcftellen. Ja het is waarheid, en nog niet vergeeten , dat de Engelfche Oostindifche Compagnie , nog niet zeer lang geleeden , aan de oeveren van de Hindus, eenige milliöenen menfehen door het  het opkoopen van alle de rijst en de vernieling der rijstvelden, op de ' ij.felijkfte wijze vermoord heek. Deeze goede, braave, vroome Hindie'rs kwomen bij ichaaren, om de door de Compagnie opgekochte rijst tot eenen honderdvoudigen prijs weêr te koopen , om hun leven te behouden , maar zij werden met een ontmenschte wreedheid , zelfs met Ichietgeweer terug gedreeven , en moesten van honger kerven. Even zo gegrond is het ook, dat England fteeds geweigerd heeft , rechtvaardige , uit het recht der natuur afgeleide , grondbeginfelen ter veiligheid van neutraale fchepen te eerbiedigen en dat het integendeel een wetboek van ge' weid voor zichzelven, ten koste van alle Natiën , door de overmagt van zijne vlooten heeft gehandhaafd. Waarheid is het ook, dat England, onaan. gezien de in den vrede van Olive aangenoomen' garantie van Poolen, nimmer eenen krachtigen of pligtelijken ftap gedaan heeft, om de verdeeling van Poolen teegen te houden , en dat het geheel onverfchillig is , omtrent de vrijheid en den vrede van Europa. In den eigenlijken zin kan men juist niet zeggen , dat het Poolen in deeze laatfte jaaren onmiddelijk tot de revolutie van 1791 heeft aangezet; dit deed eigenlijk de Koning van Pruisfen , door eenen Gezant, die eene zeldzaame vrijpostigheid in het liegen had, en England had ten zelfden tijde eenen Gezant in Poolen, die flegts tot dien post bekwaam werd geoordeeld , zo lang hij een veel betekenend geveinsd Itilzvvijgen in acht nam : doch het is ontegenzeggelijk , dat deeze zwijgende Gezant uit naam van Groot Brittanje , alle de groote beloften des Konings van Pruisfen bekrachtigde, dat hij overal een werktuig en voorfpreeker van den Pruis-  ( 28 ) Pruisfifchen Gezant was, dat hij al mede uit naam van zijn Hof hegeerde , dat Poolen eene Conftitutie zou aanneemen , dat ook. hij de Conltitutie , lang voor derzelver aanneeming aan zijn Hof gezonden en de goedkeuring van deeze Poolfchen rijksdag, uit naam van zijn Hof verzekerd heeft; dat hij eindelijk zelfs den afftand van Dantzig en Toorn, die lijnrecht aanloopt tegen de belangens van England, aan Pruisfen bezorgd, en ten behoeve van deeze negoliatie eene laffe Verhandeling gefchreeven en zich daardoor eenen penneftrijd met den 'Rusfifchen Gezantfchaps Secretaris aitksti , en een algemeene befpotting op den hals gehaald heeft. Dezelfde zwakke man werd naderhand naar Kopenhagen gezonden , alwaar hij zich door een proces met zekeren Schrijver van een Maand boek nog belagchelijker maakte. In Warfchau is hij door een braaf, verftandig man vervangen ; doch England bli ft met de Magten , die het ongelukkige Poolen' verwoesten , vernielen , met lijken opvullen, en eindelijk onder zich verdoelen, geallieerd,. en zijne Ministers, wanneer hun daarover door edeldenkende en rechtvaardige leden der Oppofitie verwijlingen gedaan worden, antwoorden met armhartige drogredenen en gaan in hun onverftandig gedrag, in de geveinsdheid en in hunne geweldöefening onbelemmerd voort. Waarheid is het , dat het ten minlten eene tegenftiijdigheid is , wanneer een Slaat , die van ouds af met den Paus overhoop ligt en dsn Roomsch-Katholijken Godsdienst bij zich onderdrukt heelt, denzelven in Frankrijk herftellen wil. In het zeer beruchte Manifest, het welk de Hertog van Brunswijk bij de opening van den tegenwoordigen oorlog voor zich heen zond, verklaarde ook de Koning van Prüisfeti, die nog wel in Regensburg de Chef van het Cor-  ( 20 ) Corpus Evangelicorum zijn wil , zich ook voor eenen verdediger van het outaar. Manifesten en daadzaaken van dien aart bewijzen duidelijk, dat de Proteftantfche Regeeringen den Godsdienst alleenlijk tot een dekmantel van haann eigenbaat gebruiken, en gereed zijn, in den fchoot der Koomfche Kerk weder te kecren, zodra zij 'er voordeelen door weeten te behaalen. Het zou voorzeker allerverfoeiielijks weezen , wanneer Engeland in deezen oorlog het fchrikfcèlijk ontwerp had gefmeed , om Frankrijk uit te hongeren. Zints den tijd , dat Europa befchaafd is geweest , worden de oorlogen door krijgsbenden tegen krijgsbenden , maar geenzints door gewapende troupen tegen den weerloozen, vreedzaamen Landman , geenzins tegen vrouwen en zuigelingen gevoerd. De Aiiatifche Rarbaaren van de oevers der Wolga en Obi, veroorloofden zich wel te Oczakow , te Ismaïl , en onlangs nog te Praag ; de zuigelingen uit de armen der moeders te rukken , en de weeke befckeneelen der ftamelende onfchuld tegen munren te verbrijzelen , of de zich krommende ten hemel roepende kinderen met hunne voeten te vertrappen. Ondertusfchen zou deeze Ahatifche wreedheid elke Europeefche Natie doen bloozen, en de inborst der geenen, die dezelve pleegden, word in geheel Europa verfoeid. Maar zou het Engelsch ontwerp van Frankrijk uit te hongeren minder wreed , minder afzigtig weezen? Het zou niet meer een oo log zijn , die door gewapende mannen tegen gewapende mannen gevoerd, maar een oorlog , die aan den vreedzaamen Landbouwer , aan weerloeze moeders , kinderen en zuigelingen verklaard werd. Indien dit ontmenscht ontwerp eens gelukt ware , wat zou 'er het gevolg van geweest zijn ! Milliöenen zou. den op de jammerlijkfte wijze van honger ge. ftorven, toekomende geflachten verflikt, maar de Re.  ( 3o ) Republiek zou des te vaster geworden zijn. Ge. vaar en nood zijn het niet, die de repnblikainfche geestdrift hnooren kunnen. De geenen van de Natie , die tot den honger waren veroordeeld geweest, en ftaal en ijzer hadden kunnen draagen , zouden met een moordgeweer op de aangrenzende landen aangevallen zijn, en de woede van hnnne wanhoop in den oorlog overgebragt hebben. Had het plan van hongersnood te bewerken , niet reeds het decreet ten gevolge, dat men geen Engelschman noch Hannoverfche pardon zou geeven. Op wien valt de fcliuld van de offeranden deezer wraak ? Immers op dien, die dezelve eerst tergde. De n:enfchenhandel met den Landgraaf van llesfen Casfel kan in den tegenwoordigen oorlog daarmede verfchoond worden , dat de Landgraaf als lid van het Duitfche Rijk met Engeland voor dezelfde zaak ftrijdt ; maar hij herinnert om den oorfprong van dit koop kontract, naar welken de verkogte Hesfen weleer naar Amerika overgevoerd werden , tegen het gelchut, de bajonetten en zwaarden van een volk ; het welk door uitgeftrekle zeeën van Duitschïand gefcheiden is. Duitlchers ! wanneer gij in plaats van in driehonderd kleine Staalen verdeeld te zijn , een eenigen Souverain had , zou dee<;e u wel in een ander vvaerelddeel verkogt hebben ? Maar 't is het vaderland der newton's , der sidseij's , der locke's , der popb's , der menschlievende addissos's en steske's, het welk deezen gevloekten handel in Europa invoerde. Men kan England even zo weinig verdeedigen , wanneer het bij de middelen om te kunnen oorloogen , ook het fabriceeren van vallche asfignaaten gevoegd heeft. Dit is al mede een oorlog tegen den weerloozen , onvoorzichtigen yerkooper , een bedrog , waarover de veertiende eeuw  ( 3i ) eeuw zich zoude fchaamen , en dit bedrog is voorzeker door het recht van oorlog even zo fterk verbooden , als het gebruik van vergiftigde wapenen en met glas gemengde kogels; en wat zoude Groot-Brittanje wel zeggen, wanneer men zijne, alleen op de nijverheid der Natie beleende Exchequerbills in Frankrijk zou willen namaaken ? Dat zulks even zo gemakkelijk is , als valfche asfignaaten te maaken, heeft de eenige , jaaren geleeden , in Londen met de galg geftrafte trice zeer handig getoond , terwijl hij zelfs het papier daartoe vervaardigde. Wat gij niet wilt , dat de lieden u doen zullen, _ hoe dikwijls moet men het toch herhaalen? ~ doet gij hun dat ook niet! Het is bekend, dat England den laatften oorlog met de Turken beftookte , de oorlogs-verklaaring tegen Rusland bewerkte , met Pruisfen gemeenlchappelijk den koning van Zweeden overhaalde , om Rusland te beoorlogen, en dat England en Pruisfen daarna den koning van Zweeden en de Porte in de pekel lieten zitten. En deeze flinkfche ftreek , waarvan, England noch Pruisfen niet het minfte voordeel haalden , terwijl zij integendeel veel van hunne openbaare achting verlooren , had Zweeden groote fommen , veele menfchen en fchepen gekost, zonder ooit op fchaêvergoeding te kunnen hoop en, gelijk de Porte insgelijks lchatten , menfchen en provinciën verloor. Wie kan het goedkeuren , dat England , niet voldaan niet in geheel Europa het oorlogsvuur te doen ontbranden , in het voorleden jaar op het vaste land van een ander waerelddeel het zelfde trachtte te werk te.ftellen? Wie kan het gedrag van England jegens neutraale Staaten in deezen oorlog verlchoonen ? Immers heeft in rninverlichte eeuwen de flegtfte Staatkunde het recht van eenen Staat om neutraal  ( 32 )■ traal te kunnen blijven, ongelchonden gelaaten. En dit heilige recht kan niet' gefchonden worden, zonder de onafhanglijkheid der Natie, die verkiest neutraal te blijven , aanterancien. De Staat derhalven , die van eenen anderen Staat eischt, van de neutraliteit af te zien , en deel in zijnen oorlog te neemen , die eischt van denzelven hulpbenden , maakt hem tot zijnen vafal, maatigt zich eene opperheerfchappij over hem aan , die geen anderen grond heeft, dan overmagt en de fterker hand , en een oppergezag, het welk des te onrechtvaardiger is , wanneer de Staat , van welke zulks gevergd word, hoegenaamd geen voordeden daarvan kan verwachten. Dus moet in Europa het recht der volken tot den laatften wortel toe uitgeroeid worden, en onder het geweld bukken. England heefr zich dit openbaar despotismus tegen Zweeden en Denemarken veroorloofd, en toen deeze Staaten zich aan deeze onbevoegde wetten niet wilden onderwerpen, hunne Schepen geroofd, en deeze geweldpleegiug tot heden toe nog niet vergoed. England heeft Genua , alleenlijk omdat het verkoor neutraal te blijven , ingeflooten , met oorlog gedreigd , en in zijne haven Franfche Schepen genoomen. En had de Regent van Oostenrijk het oor willen leenen aan de dringende vóórhellen van Engeland, dan hadden Oostenrijkiche en Sardinifche troupen het gebied van Genua moeten bezetten. Hoe veel grooter is niet Genua hij de ftandvastigheid , waarmede hetzelve de begeerte van Engeland van de hand wees , dan de Staaten , die , omdat zij magtig zijn , geen recht, geen pligt,met achteraan helling van hunne baatzucht, in het oog houden! Wie heeft wel het gedrag der Engelfchen tegen den Groothertog van Toskanen , broeder van hunnen ecrften Geallieerden , zonder verontwaardiging kunnen belchouwen? Wilden wij hier ook  C 33 ) ook niet denken' i aan hun willekeurig gedrag , waarmede zij , terwijl zij Toskanen zo veel moeijelijkheid aandeeden , Pruisfen nimmer beletteden , aan zijne naar Frankrijk handelende Schepen zodanige pasfan te geven , als of zij komen uit landen , die met Frankrijk niet in oorlog waren ; hoe veel belangrijker befchouwingen bieden^ zich dan ons nog aan ? Een onafhanglijk Vorst in zijn paleis harde wetten voor te fchrijven ; hem flegts eenige uuren tijd van beraad te vergunnen , of hij al of niet wilde gehoorzaamen ; zich voor geheel Europa van den zegepraal der fterkte te beroemen; zich met de keus van zijne Ministers te bemoeijen. ;; alle deeze bittere beleedigingen den broeder van eenen Geallieerden aantedoen ; eenen Vorst, die zeer gaarne door toedoen van deszeifs broeder tot een. onderhandeling zoude overgaan : ö wat fchandelijke voorbeelden van het gelchonden recht der volken voor de volgende eeuwen ! Wulke de menschheid ontëerende zegepraal -van het fnoodfte despoiismus ! Zodanige geweldöefeningen, 6 Engelfchen ! worden niet vergeeten. Het ijzeren grifje der gefchiedenis graveert ze in een onverganglijke tafel. De edele Groothertog offerde het grievend gevoel van zijne rechtvaardige verontwaardiging op aan de welvaart van zijn" volk; had hij den i ngellchen Gezant, die hem in zijn paleis op eene verregaande wijze hoonde, verklaard , het recht der volken verbeurd te hebben , wat zou daar van het gevolg geweest zijn ? De Zaekoningen , met hunne vloot aan de oeveren , zouden Livorno befchooten , eene bloeijmde Stad , als een tweede Toulon verwoest, en haare fchuldlooze inwooners , \ die aan de Frankhe Conftitutie hoe genaamd geen deel hadden , in rampen , armoede en wanhoop gedompeld hebben. En omdat dit ons het lot van Toulon doet C hei-  ( 34 ) herdenken , zo laat ons een oog flaan op de gruwelen , door de Engelfchen in deeze weleer zo bloeijende Stad gepleegd. Dit gezicht is zo akelig, als dat van eene , geleerdheid , verdienden, wijsheid, deugd , onfchuld, Ichoonheid en jeugd moordende Guillotine. Was iemand van ons veroordeeld geweest , om de flagting der Brisfotijnen , der Dantoniaanen, of van een ander honderd flagtöffers van robespieb.ru te moeten aanfchouwen , eiken ongehoorden wensch , elke woedende of doodelijke fmarte deezer flagt-. offers , elke gedachte aan vaders , moeders , vrouwen , kinderen en vrienden, elke gedachte aan het in vuur en vlam ftaande vaderland , elk berouw _ of wroeging, elk hopend of wauhoepig vooruitzicht in de duistere eeuwigheid , eindelijk elke afzonderlijke traan, te tellen, te befchouwen en mede te gevoelen; wie zou in ftaat geweest zijn , om dit uittehouden ? Zelfs zonder een enkel van deeze gruwelijke tooneelen gezien te hebben , wekten zij de verontwaardiging van geheel Europa , en tekenden den naam rob espier re bij de eindelooze na-waereld met nog zwarter kooien , dan dien van zijnen voorlooper nero. En dit gevoelige menfchelijke Europa blijft gevoelloos , wanneer de zedenloosheid en het onveiltand van lucchesini, eene Natie, die hem rijk maakte, en die zijnen Koning zeer genegen was, in het verderf bragt. Europa blijft gevoelloos, wanneer ziju bedrog meer dan zesmaal honderd duizend huisgezinnen uit de hoogte van deszeifs welvaart en genoegen , in de diepte van armoede , rouw , vlucht en wanhoop ter neder ploft. Europa is Jlegts voor een oogenblik ontroerd, wenneer de nageaapte gehaatte Italiaanfche ftaatkunde van deezen Gezant daarmede eindigt , dat zi n koning , niet meer indachrig de liefde, waarmede Poolen vier jaaren te vooren hem te gemoet kwam, dit goede land aan vuur, bederf, roof  ( 35 ) roof en oorlog overgeeft, en dat de tiheslAM- van onzen tijd twee- en twintig duizend menfchen van verfchillenden ouderdom en «efiacht m éénen dag te Praag op de flaetbanfc ievert. Even zo ligtvaardig vergeet Europa binnen weinig dagen , wanneer de inwooners van louion, door omkooping en listige overreeding tot den , itandaard . van lodewijk XVUi ".-leid worden , en dit gevangen kind trouw toetwee. ren ; wanneer na verloop van vier maanden alle deeze rampzaligen, beroofd van alle belchermine of onderkenning , zelfs van medelijden , gedeeltelijk aan den dood in de zeegolven , gedeeltelijk ook aan wanhoop en nood aan onze eigene oeveren worden overgegeeven. Even als of de bijtel der Guillotine alleen de kracht had om medelijden en rilling te verwekken ! Deeze bij. tel , ö Menfchen! is een dood werktuig, hetwelk in 't geheel niet behoort tot de voorwerpen uw°r deelneeming of verfoeijing. De zwarte ziel alleen verdient uwen geheelen afkeer, die in fombere nachten den_ lijst der offeranden opmaakte, die aan deexen bijtel zouden overgegeeven worden. Het gedrag van England [jegens de Republiek der vereemgde Nederlanden , hoe voortreffelijk ook bereekend voor de roofzucht der Engelfchen kan even zo weinig met do rechtvaardigheid beftaan Zints eene geheele reeks van jaaren lpanoe het alte krachten in, om deezen vrijen Staat, die weleer zijn mededinger in den Koophandel en de Scheepvaart was , te beheericherr ten einde deszeifs handel te vernielen, en hem op de lijst niet alleen der Zee-jnogendheden maar zelfs der onafhanglijke Staaten uit té fchrappen. Wannee- het geen voorwendzef vinden kon , om dit Gemeenebest onmiddelijk te beoorloo-en , bediende het zich daartoe van vriendlchap en vr.rbintei.isl'en , zond Gezanten naar 's G ravenna, age , óm de Regenten, aldaar, C 2 ver-  ( 36 ) vergaderd , lot den ondergang van den Staat te verleiden. De Financiën deezer Republiek zijn door deeze Regenten , aan England verknocht , op den rand van ven Staats-bankrot gebragt , haare zëemagt is, zo lang England in Holland eenen beflislenden invloed heeft, ontzenuwd en betekent genoegzaam niets. Ondertusfchen zijn Holland's burgers zeer verlicht in alles , wat tot den koophandel betrekking heeft. Zij befpeurden reëels voorlang, dat de verbonden van England alleen bedoelden , om Holland door Gezanten te regeeren, en deszeifs handel te vernielen * dit zagen zij nooit duidelijker , dan in den AmerikaanIchen zee-oorlog. England verklaarde destijds den oorlog aan de Republiek, nam haare Sche.pen, Volkplantingen , en rijke bezittingen weg, en beheerschte tevens de Regenten van dit Gemeenebest zodanig , dat de Hollandfche Vloot nimmer in Raat geraakte , noch om zijnen handel en zijne bezittingen te beveiligen , noch Frankrijk te ouderfteunen. Deeze rerraaderJijke verdrukking had twee zeer natuurlijke gevolgen , die ieder inwooner van Neerland met imarte gevoelde , naamelijk vermeerdering van belastingen en vermindering van neering en handteering. Van daar het algemeen misnoegen van 's lands ingezetenen over hunne verkogte regeering. Van daar deeze algemeene Volks beroering tegen de Regenten , om welke te fmooren Pruisfen's krijgsbenden ingeroepen werden , die een fchadelijk voorbeeld geeven moesten , dat een onalhanglijk volk door een vreemde gewapende Magt kon belet worden, om zijne huishoudelijke regeering zelf te reegelen, en zich door de inwendige verbetering van zijne regeeringsvorm van den ondergang te redden. Zedert de omwenteling in Frankrijk had een Lngelfche Gezant het roer der regeering volkomen in handen. Het ftadhouderlijke Hof , het welk  ( 37 ) welk zich tegen den algemeenen haat der Natie niet anders kon befchermen , dan door de wapenen van England en Pruislen , kon'geen van beiden eene volftrekt blinde gehoorzaamheid weigeren; en zo doende werd Holland geboeid aan de verbonden met England en Pruisfen , welke de Pruishlche benden hetzelve , fchoon regelregt ftrijdig tegen deszeifs belang , hadden afgeperst ; uit dien hoofde kon de Na. tie bij den tegenwoordigen oorlog niet neutraal blijven , want eiken ftap tot de neutraliteit wist Lord auckland zo krachtig tegen te werken , dat hij de Republiek noodzaakte van te moeten belooven , overal met England de concert te handelen. Bijgevolg moest een oorlog van Frankrijk met England. zelfs al had xjumouriez dit gevolg niet verhaast, altoos tot een -oorlog ook met de Republiek over11 aan. En de Republiek moest gedwongen worden tot eenen oorlog, die, zelfs- dan, wanneer dezelve tegen Frankrijk wel gelukt was , altoos met den ondergang van Neêrxand eindigen moest. Doch wat is het oogmerk van England bij deezen geheelen oorlog ? Misleiden met f r edrik wilhelm de altaaren van den Roomfchen Godsdienst wederom optcbouwen ? Of door de hulp van Rusland .Frankrijk tot de herftelling der monarchaale regeering te noodzaaken ? Voorzeker geen van beiden. Niemand wenscht meer , dan Fiusland en England , dat Frankrijk eene Republiek , eene bedorven Republiek , en een zetel van regeeringloosheid blij ven moge. Maar England heeft zints eeuwen herwaards, flegts één oogmerk, waartoe het alle zijne poogingen aanwendt , te weeten de uitfluitende heerfchappij op alle de zeeën. Spanje is reeds zedert' eene eeuw voor England niet meer geducht ; Portugal , het welk te vooren C 3 al-  ( 38 ) alleen in Indien wetten gaf, is thans een gehoorzaame trawant van England ; Holland is voorlang reeds van eene magtige zeemogendheid tot eenen handeldrijvenden Staat neêrgezonken ; Zweden tn Denemarken kunnen zich noch ieder afzonderlijk , noch ook zamen verëenigd , tegen England ter zee roeren. Dus is 'er gèen Staat , dan alleen Frankrijk , die England de heerfchappij over de zeeën kan betwisten , en zelfs over deezen Staat heeft England in de laatfte helfc van deeze eeuw de overmagt weeten te verkrijgen. England , nog gloeijend van wraak wegens de van Frankrijk aan Noord-Amerika verleende hnlp , tracht deeze overmagt bij elke gelegenheid nog te vergrooten en de zeemagt van Frankrijk re vernielen. Slaagt het in dit voorneemen , dan kan het de Franfche, vervolgens de Spaanfche bezittingen in beide de Indien bemagtigen j en het gevolg daarvan zal weezen , dat de Portugeefche en Hollandfche Volkplantingen zich zonder flag of ftoot moeten overgeeven. De algerneene heerfchappij over de zeeën is gemakkelijker te bewerken, dan eene algerneene monarchij op het vaste land. Is England in het bezit van dezelven , dan kan het hem zonder Schepen niet wederom ontnomen worden , en dan heeft England geen be. mande vlootcn meer te beftrijden ; maar alleenlijk zeehavens , alwaar oorlogfchepen kunnen gebouwd worden om de fchepen op ftapel te verbranden. Uit de algerneene heerfchappij over de 'zeeën vloeit dan van zelf de bemagtiging van allen zeehandel, en het opëenltapelen van alle fchaiten der waereld in de kafïen der Engelfchen. In dit geval zou England geen volkplantingen in vreemde waereld«deelen meer noodig hebben , het zou een nieuwe acte van navigatie kunnen waaken, die alle Natiën de vaart op China en de  ( 39 ) de Havana verbieden, alle Europeefche zeehavens tot Engeliche factorijen , en alle Europeefche kooplieden tot Englands Boekhouders en Kraamers maaken zoude ; England zou naar goedvinden den prijs kunnen bepaalen , welken Europa voor fuiker , kolfij , kruiderijen , verfhout , thee, haaringen, traan, boomwol, enz. moest betaalen ; het zou , wanneer het zich bovenmaate rijk en geheel Europa arm gemaakt had, aan Europa de ondraaglijkfte van alle geweldenarijen, die naamelijk van rijke vrekken , kunnen pleegen. Dit, Europa ! zijn de trotfche en gulzige ontwerpen van England , die u , indien zij moeien gelukken , duur zouden te ftaan komen , en welke gij derhalven bij tijds moet perk en paaien ftellen. England zal altoos den geest der verovering toonen , welken hetzelve met de fchending van alle de rechten der volken , in de jaaren 1672 en 1780 tegen Holland, in het jaar 1711 tegen Spanje, en in het jaar iy56 tegen Frankrijk toonde. Deeze opëenftapeling van voorbeelden geeven de duideli,kfte blijken , hoe England de oorlogen begint , niet door dappere uitdaging ten ftrijd , maar door een onverwachten overval , en de tegenwoordige oorlog bewijst, dat het England evenveel is , welke middelen het gebruikt ter bereiking van zijne oogmerken. Waarom toch konden zints eenigen tijd zo veele fchendingen van het recht der volken onbefchroomd in Europa gepleegd worden i Omdat met de ftaatkunde der volken nog geen gevoel van eer , ja zelfs niet van rechtvaardigheid gepaard gaat, en na koele berekeningen niet door een aitoosduurend voordeel , maar door een 00• genblikkelijke winst beftuurd wordt. In de burgerlijke maatfchappij zoude ieder zich verwijderen van iemand, die alle menschlievendheid , alle C 4 we-  C 4° ) wederzijdfche pligtsbetrachting van zijne grondbeginzelen zoude uitfluiten. De eeuwige en altoosdumende egoïst kweekt in de burgerlijke Limenleeving zijn egorsmus op de fiegtlie wijze. In de Volks maatfchappijën heelt juist het tegendeel plaats; want een Staat , die altoos tot geweld oefening gereed is , vindt gemakkelijker bondgenooten , dan een Staat, die de grondbeginfelen van vredelievendheid en rechtvaardigheid onafgebrooken uitoefent, De ftaatkunde van England zal eeuwig die van Koorenkoopers , van Üpkoopers en Alleenhandelaars ( Monopolisten) zijn , die in hunne Comptoiren uitcijfieren, hoe zij gebrek ondsr de menlchen kunnen bewerken , om daarna aan hunne winzucht en woeker te voldoen. Dee,'e Itajtkunde is een natuurlijk gevolg van de hoging van England, als eiland belchouwd , en het kan volhrekt geen winst doen met zich op een andere v\ijzej te bemoeijen met de aangelegenheden van het vaste land. Europa moet dit vooral in het oog houden , en de Engelfchen eene grenslinie bepaalen, welke zij bij hunne neiging tot den alleenhandel niet mogen te buiten gaan. Maar Europa , indien hetzelve oveial een vrijë Staat wil blijven , moet vervolgens ook Frankrfk, wanneer deszeifs zeemagt die van England zal evenaaren , verbieden , zich de heerfchappij der zeeën in plaats van England aantemaatigen. Eheróver heeft boissij d'anglas nog lang niet genoeg gezegd , en ik — ook niet. Rusland. ,, Rusland, zegt onze Redenaar, is de tweede vijand , dien men aan de geheele waereld , ,, als zodanig een moet ten toon Rellen ; deeze' ,J, Staat is een vernielende ftroom , wiens vloed men  „ men fluiten moet. Rusland en England zijn het lot hier toe nog alléén , die van de al„ ge eene rampen en de mistastingen der Co„ alilie voordeel hebben getrokken. Rusland tracht naar de heerfchappij over de aarde , ,, gelijk Albion naar het oppergezag over de zeeè'm Herdenkt , Volken ! dat het magtige „ Romeinfche rijk door den inval der Gothen en Vandalen verwoest werd. Zints zestig jaaren , waarin Rusland zijne woestheid onder ,, den fchijn van welgemanierdheid verbergde t en zei Is bij het aankwecken der konslen en den nieuwen wapenhandel , de herkte der „ Wilden behield , heeft het reeds China verne„ derd , volkplantingen op de kusten van Amej> rika aangelegd, is den berg Caucalus overgetrokken , heeft Georgiè'n bedwongen , aan een gedeelte van Peihën wetten voorgefchreeven, ,, de Kofakken te onder gebragt , de Tartaren vernield , de Krim veroverd , Poolen verdeeld' het Ottomanfche rijk fchrik aangejaagd, Griekenland beroerd , en Conftantinopel gedreigd. n W.ie weet niet. dat Rusfifche Bataillons eens ,, Berlijn ingenoomen hadden , en dat , zonder ,1 de zeldzaame luim van peter III , zelfs de naam van den PruisCfchen Staat , niet meer ;, in weezen zou geweest zijn ? Begrijpt Europa niet , dat de trotfche c i, „ th a r i n a den uitgeweekenen Franfchen groo„ te dingen belooft , en de Duitlche Vorften ,, tegen Frankrijk ophitst , ten einde de Mag„ ten , die zij met geen goed oog befchouwt, „ in eenen verwoestenden oorlog te wikkelen „ en middelerwijl Poolen te bemagtigen, en dé poorlen van Duitschïand voor zich open ts ■ „ zetten ? Wel is waar, dat deeze Colosfus , Rusland ,, genaamd , op een voetftuk van verbreekeüjk „ leem rust , dat bij hem het bederf de rijp. C 5 heiJ  ( 4* ) heid Js voorgegaan , dat de flavernij des volks zijne magt van alle vastheid, en zijne krach„ ten van alle nadruk beroofd , dat dit rijk onmeetelijk in deszelts uitgeftrektheid , maar ,, voor het grootfte gedeelte woest, luisterrijk, ,, maar arm, en veel te uitgebreid is , om wel ,, beftuurd te kunnen worden , dat het door het verdere uitzetten van deszeifs grenzen zijne „ vernietiging verhaast ; maar dat dit gedroch- telijk gevaarte , vóór dat het inftort , Dene- marken, Zweeden, Duitschïand, Pruisfen en de „ Porte verdrukken , en zich zeiven niet ver- pletteren zal , zonder alle deeze Staaten ver- woest, verdeeld, vernietigd te hebben." Hier moet men al mede den Pv.edenaar bijvallen , Ichoon de onvergeeflijke eenzijdigheid in het oog loopt , waarmede hij van Pruisfen zwijgt onder de Magten, die met de algerneene ellende voordeel gedaan hebben. Het gevaar , 't welk het vaste land van Rusland dreigt , men kan het niet ontkennen , is even zo groot, ja grooter nog, dan dat, 't welk het van den zeekant van England te duchten heeft. De onmaatige ontwerpen van England moeten te niet loopen , zodra het overig gedeelte van Europa England niet meer tegen zichzelven bijftand verleent ; zodra Europa hetzelve voorfchrijft , om de jaloezij tegen Frankrijk paaien te 1 tellen , en, indien het niet wil gehoorzaamen, Frankrijk 's handen vrij laat , om England tot rechtvaardigheid en billijkheid te noodzaaken ; Europa behoeft flegts zijnen inwendigen vrede te herftellen , dan kan het den ftrijd op de zeeën, naar dat het noodig is, of gerust aanfchouwen, of denzelven zonder veel infpanning van krachten den uitflag geeven. Doch geheel anders is het gelegen met het gevaar , waarmede Enropa van den kant van het oosten, door het verbaazend groote Rushfche rijk  c 43 ) rijk bedreigd wordt. Dit rijk, dat meerder land in zich bevat, dan de geheele trawant van onzen aardbol hebben kan , is van binnen het ongelukkiglte van alle bekende rijken des aardbodems. Deszeifs verbaazende uitgeftrektheid maakt het onmogelijk , dat de befcherming en de regeering van den Regent, op den afzonderlijken onderdaan werken , en in het detail van de handhaving der wetten indringen kunnen. De bezigheden der regeering van dit groote rijk zijn zo menigvuldig , dat het leven van den werkzaamften Regent naauwlijks toereikend is om ze allen in het groot te overzien. Elke befchouwing der bijzondere Rukken trekt den Regent af van het noodzaakelijker opzicht over het Geheel; elke buitenlaiidfehe onderhandeling, elke oorlog verhindert hem in den voortgang van het inwendig beft uur. Deeze opè'enftapeiing van de bezigheden der regeering heeft de wet noodzaakelijk gemaakt , dat in het rijk zeiven niemand , dan de Hoofden onmiddelijk aan de Keizerin mogen fchrijven. Het volk is derhalven van zijnen Regent en Befchermer gefcheiden , aan Onderkoningen onderworpen , en de handhaving der op zichzelven gebrekkige wetten, en het ftaaisbeftuur hangen onbepaald af van Ministers en Hoofden , die ieder in zijn vak willekeurig handelen. Nog meer hangt de geheele regeering der Provinciën af van Gouverneurs of Landvoogden , die in hun gouvernement naar goedvinden kunnen doen wat zij willen , en die , zo zij flegts den geene verlchoonen \ die invloed heeft en befcherming vindt bij het Hof of bij de Hoofden der departementen , voor het overige alle andere inwooners uitzuigen en onderdrukken. Wat baat het den koopman te Irkutzk , of de bezitters van goederen aan den oever van de Baïkal , dat cathaeina de welvaart van haare onderdaanen beoogt , en niets dan  ( 44 ) dan goedheid en rechtvaardigheid ademt. Deeza menfchen zijn alleen naar den naam van catharina onderworpen , zij hebben met haar niets anders uitftaan , dan dat zij haaren naam onder de gedrukte wetten leezen, of denzelven in de kerkgebeden hooren , en dat zij weeten , dat ca th ar] na het is, die hun van tijd tot tijd koningen geeft , van wier goeden of kwaaden inborst alleen , hunne rust en veiligheid afhangt. In dit uifgeftrekte rijk is de flavernij , onder den naam van fubórdinatie, het eenige blijk dat het maar één rijk is. De Regent kan in deezen Staat alleenlijk de geénen kennen ; die naast zijnen troon Itaan , en van hunne gehoorzaamheid hangt zijne veiligheid af ; deeze moeten dan vertrouwen kunnen ftellen in de gehoorzaamheid van de geenen , die hun de naasten zijn , en zo doende is gehoorzaamheid op den geheelen ladder van rang-< fchikking, van den Souverain af tot het Volk toe , het eerfte van alle' veicischten , en de eeïiiglie pligt- De hooger rangen , die daarenboven nog dagelijkscli door zo veele afleidingen van een luisterrijk Hof geftoord worden , kunnen niet, dan met moeite oogenblikken affnipperen, om algerneene regelen voor hunne bezigheden te bepaalen; voor de overwecging van deeze of geene uitzondering fchiet geen tijd over : bijgevolg moet deeze gehoorzaamheid in alle opzichten blind , in alle opzichten flavernij weezen. Hierom is deeze Staat alleszins een militaire Staat , en wordt zelfs ten aanzien der burgerlijke regeering op denzelfden voet als het militair beftuurd. En zelfs is de Regent in dit groote rijk niet in ftaat , om deeze flavernij te verzachten. De uitgebreidheid van zijne magt is zo- groot , dat elk gedeelte , 't welk hij daarvan aan anderen opdraagt , altoos nog een groote magt blijft., Daar-  ( 45 ) Daaruit ontftaan veele bedieningen , die voor den Regent zeiven gevaarlijk blijven , en hem noodzaaken , oin veele en fchreeuvvende bijzonder© 'gebreken over het hoofd te zien , om lleg'ts het Geheel altoos in eenen geëvenredigden gang te houden. De Regent dobbert altoos tusfehen ahnagt en onmagt. En dit is de reden, waarom het c athahi* na gemakkelijker is gevallen , om Poolen te vernietigen , dan aan haarén grooten Staat een goed wetboek te geeven. Europa kent en bewondert zints dertig jaaren de inftructie , welke cathakina tot het opmaaken van een wetboek gaf, en die, fchoon geheele bladzijden van woord tot woord uit moïtisquieü en anderen daarin overgenomen waren , nog met opzicht tot de keu3 en de famenvoeging van vreemde ftoffaadje , haar doorzicht en hart eer aandoet. Doch zij heeft in een beloop van 'dertig jaaren met alle haare magt de uitvoering van dit prijswaardig voorneemen niet ten einde kunnen brengen. In alle onderneemingen van dien aart zijn de Hoofden der departementen niet zo werkzaam , dan in de onderdrukking van vreemde volken. Want bij de eerften kan de baatzucht alleen verhezen , maar bij de laatfte kan hij altoos winnen. Het despotismus — ik heb mij met opzet tot hier toe van dit woord nog niet bediend, om niet bitter te fchijnen ; doch wat is het militair geweld , 't welk de drijfveêr van het rus- •fisch iiaatsbeftuur is , anders dan despotismus ? Plet despotismus derhalven verwoest, ontzenuwt, ontvolkt , zo verre zijn fcepter reikt. Wanneer de ménsch hetzelve kan "ontduiken , dan neemt hij de vlucht, en ontziet niets, om hetzelve te ontgaan, de oceaanen .over te vaaren , ten einde jpnder Philadelphia's zachteren fcepter een verblijf te vinden. liet.  ( A6 ) Hetzelfde despotismus, 't welk het groote Rusland onder éónen fcepter houdt , is van eene andere zijde befchouwd, een grond van deszeifs ontvolking, een hinderpaal der befchaaving, bijgevolg een grond van inwendige zwakheid. Uit alle deeze befchouwingen van Rusland op zichzelven, volgt echter ook, dat het ongelukkig voor de menschheid, en voor alle vreedzaame bezigheden is , wanneer de rusfifche fcep. ter zich uitbreidt. Want met deszeifs uitbreiding vermeerdert de verwoesting , vernieling en ontvolking van Europa. De aan de Oostzee geleegene Provinciën, Lijfland en Estland, die uit hoofde van haaren handel het meest bevolkt moesten weezen, en het ook welëer waren, hebben thans niet half zo veele menfchen op een mijlwegs , dan Pruisfen en Kourland. De Krim had in het midden van deeze eeuw viermaal honderd duizend braave en gegoedde inwooners, en drie jaaren na de bezitneeming door de Rusfen woonden ;er nog maar twintig duizend arme bedelaars in. Wat hebben dan zodanige veroveringen voor gevolgen ? Geen voordeel voor den veroveraar. Want vierduizend familiën van bedelaars en roovers zullen nimmer de kosten kunnen goedmaaken, welke de handhaving der bezitting van de Krim verëischt. Ondertusfchen is de Krim verwoest. In hetzelfde jaar toen de Confederatie van Targowitz de Rusfen op een verraaderlijke wijze in het Vaderland riep , weeken, zelfs nog vóór dat deeze fchandelijke Confederatie de flusfen naar Warfchau brengen kon,; meer dan twaalfduizend menfchen uit Warfchau, en de meesten van hen trokken naar Saxen en Oostenrijk ; en zints tamerlan suwarow, zich op den troon dei Piasfen geplaatst heeft, en hunne burg bewoont, is de volksmenigte van Warfchau niet half zo groot, als dezelve geduurende den gezegenden vierjaarigen Rijksdag was. Praag ,  ( 47 ) Praag, deeze neeringrijke voorftad van Warfchau is niet meer in weezen, zij is de begraafplaats van twee- en twintig duizend , bij God om wraak roepende onfchuldig vermoordde menfchen. Toen Poolen , geduurende de vier fchielijk voorbijfnellende jaaren van 1788 tot 1792 van geluk en rust, van recht en vrijheid droomde, kwamen 'er alle dagen menfchen in Poolen vvoonen, die in het oosten de knoet en in het westen den korporaals ftok ontvluchteden. Zo wanneer de Rusfen uit den Turkfchen oorlog koomende, hunne roofzieke wapenen tegen Poolen keerden , verlieten zelfs de Polakken hun thans wederom aan het bederf overgegeeven Vaderland , en zochten onder den zachten en recht.' vaardigen fcepter van Oostenrijk's Regent , een verblijfplaats. Poolen kan dertig milliöenen menfchen voeden , en had vóór de laatfte verdeeling niet meerder , dan agt milliöenen inwooners. Dit was het gevolg van de verwoesting der Zweeden in de voorige, en der Rusfen in deeze geheele eeuw. Indien de tegenwoordige verdeeling van Poolen blijft ftand houden , dan zal het volk van Poolen tot op de helft fmelten , en in dit geval kan Poolen de magt niet meer opleveren, noch ook de inkomflen opbrengen , om zijne uitgeftrekte grenzen te befchermen; want de rijkdom van Poolen is geleegen in den landbouw , die menfchenhanden en vrede verëischt; bijgevolg zal de regeering van Rusland , Poolen in eene woestijne veranderen, en 'er geen voordeel uit trek« ken. Maar zou Rusland Poolen, naar andere grondbeginzelen, dan zijne overige Staaten , willen beftuuren : dan zonde het de eenheid van zijne regeering vernietigen , en evenwel niet lang meester van Poolen blijven. Want alleen het uitgemergelde , van alle vrijheidminnende menfchen ontvolkte Poolen zal zijne vrijheid vergee- ten,  ( 43 ) ten , en den ijzeren fcepter der Rusfifche Gouverneurs gehoorzaatnen. . Rusland zal derhalven van Poolen weinig voordeel hebben , te meer nog ontlat de koning van Pruisfen het aan den anderen kant door de verdrukking van den koophandel arm maakt. Bijgevolg zal Rusland zijne g heel vervallene Financiën door de verovering van Poolen niet verbeteren , maar de kosten, die 'Je handhaving ,van hetzelve zal yerëisfchcii, zullen veel meerder bedra.agen , dan deeze bezitting opbrengen kan. Geldleeningen in Holland en Genua , waarmede Rusland zich geduurende deeze regeering geholpen heeft, zullen ook al niet meer gelukken ; dus zal Rusland' door nood en gebrek gedwongen worden, om nieuwe veroveringen te zoeken , deeze zuilen van de bezittingen der Portè moeten genoomen worden, en de hulp , welke Pruisfen daartoe verleent, kan Duitschïand alleen betaalen. Rusland kan Conftantii. opel niet veroveren , of Pruisfen moet hem den rug vrijlaaten. Dit zal Pruisfen gaarne doen, wanneer Rusland 'hem Meklenburg', Hamburg , Ilannover , Westfaalen , Brunswijk en Saxen fchenkt, en dit gefchnnk kost Rusland niet meer , dan in vroeger tijden den Paus de verdeeling der beide afgodifche Indiën tusfehen Portugal en Spanje kostte. Pen ander ongeluk voor Europa , het welk uit de verdere uitbreiding van Rusland ontftaat , is een fchromelijke aangroei van zedeloosheid. De menfchen , die van Petersburg komen , om landen te onderdrukken en te beheerfchen , zijn bezield met ontinenschtheid , trots , trouwloosheid , gierigheid , wellust , fpeelzucht en lichlmisferij. Zints den tijd , dat 'er Rusfifche Ambasfadeurs in Warfchau heerschten, lred de Natie grooter nadeel door het zedenbederf , 't welk zij aldaar verbreidden , dan door alle hunne overige listige en bedrieglijke aanfla- gen.  ( 49 ) gen. Zij heerschten door omkooping en geweld» hun beroep was derhalven alle deftige , braave bekwaame , boven geld , titels en ordelinten verheevene mannen van de bezigheden te ver! wijderen, op de rijksdagen de Natie door fpeeIers , bedriegers en verraaders te laaten vertegenwoonhgen , aan welke armhartige vertegenwoordigers vervolgens lands ampten moesten begeeven worden. Dus zag de Poolfche jeugd, nat er , om eer en geld te verkrijgen , maar een weg over was, naamelijk verkleefdheid aan Rusland. En welke verkleefdheid? Zodanig eene die alle oogenblikken gereed is , eiken pligt van eer en vaderlandsliefde aan het kwaalijk-bereekend belang van Rusland opteófferen, en eene hebbelijkheid in vieijende taal te fpreeken , met ijver voor het algemeen belang te pronken, en onder oeeze fraai klinkende woorden den ondergang van het vaderland te bevorderen. Immers het was door de magtige poogingen der RusflIcne Ambasladeurs zo verre gekomen , dat het blaauwe lint den ouden bedreeven , en het roode den aankomenden booswicht kenfchetste. Uit dien hoofde weigerden alle de braave Polakken , die de Conftitutie van den 3de Meij bewerkt hadden , de hun van den koning aangebooden ordehnlen aanteneemen. En zelfs nog bij den afloop van den rijksdag te Grodno gehouden, antwoordde de jonge vorst sapieka den Am' •basfadeur sievers, toen deeze hem het blaauwe lint aanbood, dat hij nimmer verkiezen zou een ordelint te draagen. Bijgevolg verfpreidt de Rusfifche fcepter , wanneer hij zich verder uitbreidt, verwoesting ontvolking en zedenloosheid. En om dit oogmerk te bereiken , is het evenveel welke middelen men bezigt en vielke wegen men indaat. Rus and bedient zich van alles , om invloed te hebben in de regeeringszaaken der aangrens & zen»  ( 5o ) ■jende Staaten. De orde der Jefuiten , zo gehaat bij alle Roomseh-katholijke Mogendheden , wordt In Mohilew behouden en belchermd. Alle de laathe Zweedfche onlusten zijn door het Hof van St. Petersburg beftookt en gerugfteund. Bijna een halve eeuw heerschte Piusland onbepaald over het Deenfche Hof, door een afzonderlijk tot dat einde gemaakt verbond , en door het wantrouwen tegen Zweeden te voeden. Het vernederde den overleeden koning van Pruisfen in de onlusten van Danizig. In fooien was de befcherming der niet geünieerde Grieken het eeuwige voorwendzel , om deezen Staat te ontrusten. In het jjar 1767 kreeg de Rusfifche Ambasladfur vorst ra pint in hef in zijn hoofd, zijne keizerin eene ;, keizerin van alle Grieken in alle de Oosterfche landen en in het Her,, togdom Courland " te noemen. Omtrent tien jaaren geleeden benoemde de keizerin een Griek* fchen Bisfchop over de Ukraine, ,De GriekIche boeren in Poolen werden geduurende den vierjaarigen rijksdag door Ruslifche Poopen aangezet , om hunne Roomsch-katholijke Heeren te vermoorden, en zij vermoordden indedaad eenige familiën van Roomsch katholijke Edellieden. Den vorsten in Moldaviën en Wallachi ën wordt onophoudelijk ingeboezemd , als Griekfche Christenen de befcherming van het griek lelie keizer, li k Hof liever te verkiezen , dan die van het turkfche Hof. De verlosfing der griekfehc Christenen van de onderwerping aan een mahomedaansdi Regent, is het voorwendzel , om de Montcnegrijnen brieven van befcherming te geeven, ten einde Griekenland te beroeren ca Conffantinopel te veroveren. Om dit rijk ook van den kant van den Arcbipelagus aantevallen , ftond het Hof van Petersburg reeds zints eenen geruimen tijd in onderhandeling met den Generaal pa o li, wegens Coifica. Zelfs wordt den oos-  ( « ) oostenrijkfchen onderdaanen, die den eriekfchea Godsdienst zijn toegedaan , door hunne Poopen zonder ophouden ingeblaazen , dat zij zondigen door een roomsch-katholijk vorst te gehoorzaamen , wanneer zij onder een grieksch Pegent Kunnen kootnen. Omtrent twee jaaren geleeden, toen x nnsfen , om eene nieuwe verdeeling van . ^00,en te bewerken, zich zo naauw met Rusland vereenigde , zeiden de aanhangers van Pruisfen in Poolen ronduit , dat Rusland Galliciè'n als een gedeelte van het voormaalig Rusland ' alwaar het grootfte gedeelte der inwooneren den gnekfchen Godsdienst beleed , zoude wegneemen Reeds ïang heeft Rusland getracht , in de plaats van frankrijk , de Garant van den verouderden westfaalfchen vrede te worden, om daardoor gelegenheid te verkrijgen , den rijksdag te Regensburg te beheerlchen. In' den Baijërlchen bucceshe-oorlog verklaarde het Hof van Petersburg volmondig, dat het in elke verandering van de duitfche ftaatsgelteldheid belang had, en dat hetzelve zijne vergrootingen van duizend en drieduizend vierkante mijlen voor het evenwigt m Europa als niets rekenende , eene veiandering van het evenwigt in Duitschïand, waardoor Oostenrijk eenige honderd vierkante mijlen aanwinnen zoude , geenszins met onverfchillige oogen zou kunnen aanzien. Door toedoen van fruislens gantsch niet prijswaardige ftaatkunde gelukte het Rusland , Garant te worden van den Teichenfche vrede , en nu wordt zedert dien tijd door zotte of omgekogte Hoogleeraaren in hunne lesten verzekerd, dat in den Tefchenfchen vrede de Westfaalfche bekrachtigd , en b jgevolg Rusland door de garantie van den Te. fchenfchen vrede , ook Garant van den Westfaalfchen vrede geworden was. Het is nog maar weinige maanden geleeden , dat zelfs de Landgraal van Hesfen ka-del op eene vergadering van D * Vors-  C 52 ) Vorsten te Wilhelrnsbad , wervvaards hij veele Vorsten, hoewel vruchteloos genoodigd had, het geheele rijk trachtte te beweegen, om de guarantie der Rusfifche Keizerin te verzoeken. De Graaf romainzow, Afgezant bij den Rhijnfchen Kreitz en bij de Princen van Frankrijk, woonde deeze vergadering bij , en de vader van de jonge Grootvorftin , die alleen met den Landgraaf deeze groote vergadering uitmaakte , nam op zich , om de beiluiten deezer vergadering ter kennis van de Rusfifche Keizerin te brengen. Rusland heeft alles wat mogelijk was , te werk geheld , en zelfs beloften gedaan , die het niet voorneemens was te houden , om alle Regenten van Europa tegen Frankrijk optezetten. Van alle de Magten heeft Rusland alleen , geduurende deezen oorlog , den éenen broeder var. lodewijk XVI voor den Regent, en den tweeden voor Stadhouder-Generaal van Frankrijk erkend', en een Minister aan hen gezonden. Het recht en de voorzichtigheid verëischten tot nu toe , dat vreemdelingen in eenen Staat, zo lang zij in denzelven woonen , alleen de wetten des lands moesten gehoorzaamen, en dat zij , bij de komst in den Staat , om 'er hunne woonplaats in te neemen , aan deszeifs Regent en wetten den eed van getrouwheid moeten afleggen. In Rusland moesten , tegen alle grondbeginzelen en tegen al het gebruik aan , de aldaar woonende Franfchen lodewijk XVI getrouwheid toezweeren , en zelfs in Poolen, 't welk destijds nog een onafhanglijke Staat werd genoemd, perste de rnsLTche dwindandij allen Franfchen in Poolen woonende , deezen tegenftrijdigen eed af. Daardoor had derhalven Rusland aan de door hem opgeftookte verbondelingen veel dienst gedaan. Én welke wreedheid veróorlooven de R.usfen zich niet in hunne oorlogen ? De gruwelen , die zij in Turkijè'n en Poolen pleegen verneemt , om-  ( 53 ) omdat de taaien deezer landen niet zeer in trein zijn , het overig gedeelte van Europa flegts dan , wanneer 'er bijzondere moorden gedaan worden aan vrouwen en kinderen, gelijk in Oczakovv , Ismaïl en Praag ; het getal der door de Rusfen bij gelegenheid der Confederatie van Bar, verminkte ellendelingen, die in Poolen hun ongelukkig leven , dat men hen nog gelaalen heeft , omdraagen , kent niemand dan hunne deelneemende Landgenooten ; de groote menigte der naar Siberiën gefleepte en aldaar om het leven geraakte Polakken , kan zelfs hun vader, land niet tellen. Evenwel zijn de wreedheden der rusfifche benden in Europa niet geheel onbekend, en het is in meer dan een' gefchiedenis opgetekend , dat de Kofakken nog in den zevenjaarigen oorlog in Pommeren, Priesters en vrouwen leevend geblaakt hebben, om hun geld af te persfen. Het is ook niet mogelijk , dat de Rusfen anders, dan met rooven en fteelen oorlog kunnen voeren , want hun volk wordt ongemeen liegt betaald ; een gemeen Soldaat heeft in een geheel jaar nog geen twaalf roebels , of vier dukaaten. Dit levert hem alle dagen voor twee blanken aan brandewijn op. Zelden wordt hem vergund voor loon te arbeiden , en omdat zij als dieven te boek ftaan , valt het hun zeer moei eüjk, om arbeid te verkriigen. De rusfifche Soldaat moet derhalven toevlucht neemen tot fteelen , en de Officier , zelf een vriend van rooven , ftraft minder de dieverij zeiven , dan wel de lompheid van zich daar van te laaten overtuigen. In geen geval ftelt zich de onverfchilligheid der rusfifche ftaatkunde , met opzicht tot alle middelen , fchandelijk ten toon , dan in hun gedrag jegens Poolen. Lang reeds voerde Rusland , door Pruisfen gerugfteund , en door de D 3 op.  ( 54 ) oplettendheid of kwaalijkbegreepen tosftemming der voorige Regenten van Oostenrijk , het onbepaald bewind over deezen Staat. Poolen zou , indien het onder deezen afhanglijkheid rust en veiligheid had genooten, dit juk nog lang met geduld gedraagen en gaarne algezien hebben van de ijdelheid , van in het (taalkundig evenwigt van Europa mede eenigen invloed te hebben. Maar het juk der ruslilche Gezanten was voor het menfchelijk gevoel ondraaglijk. Hun Hof was altoos omringd van de laagfie karakters onder de Polakken , en deeze fchandelijke menfchen , die zich alleen uit baatzucht aan het rusfisch gezantlchap overgaven , waren onverzadelijkj en wie zich niet vernederen kon , de be fcherming van den rusfifchen Gezant te zoeken , die was noch voor zijnen perzoon , noch voor zijne bezittingen veilig. De Graaf thaudetjs mostowsku werd , in het jaar 1793 , na dat hij , een reis naar Parijs gedaan hebbende, te rug keerde , niettegenftaande hij 'er kennis van gegeeven had aan den Generaal igelstróm te Warfchau, die hein ook de vobnaakfte veiligheid beloofd had , weinige weeken daarna , op de één of andere geheime befchuldiging en op het bevel van den Gezant sievers, op zijn landgoed benevens alle zijne bedienden , ja zelfs met alle zijne boeren , in hegtenis genoomen; en wel deeze laatften onder het voorwendzei van de briefwisfeling van hunnen Heer te beletten. Bij het doorzoeken van zijne papieren konden de Rusfen , die een misdrijf trachtten te ontdekken, niets vinden , 't welk hun eenigen aanltoot had kunnen geeven , en na verloop van vier maanden werd hij en zijn volk op vrijó' voeten geheid , echter niet dan onder de voorwaarde , dat hij fchriftelijke verzekering geeven moest van de grondbeginzelen der Jakobijnen altoos gehaat te hebben en altoos te zullen haa-  "( 55 ) haaten. Zodanige gevangemieemingen gebeurden 'er destijds dagelijksch. Geen ftand noch rang werd daarbij ontzien. De wil van den Gezant was alleen de grond, welken men opgaf, wanneer men aanzienlijke perloouen in hunne bedden overviel en vervolgens in de gevangenis ileepte. Veelen worden onzichtbaar; anderen uit Poolen verjaagd. De Pianuhe Conful boshot, die naar Srhlusfelbnrg gevoerd , werd, alwaar hij nog gevangen zit , werd door den Ambasfadeur sieveks in perzoon gemishandeld , toen hij reeds gevangen genoomen was. Zulks gebeurde vóór den ophand van den Generaal nosciusko. Ik zwijg van 't geen 'er thans gebeurt. Her geheele gedrag van Rusland geeft derhalyeii duidelijk te kennen , dat het eene Magt is , welker yergiooting niet flegts , gelijk die der Engellcbé zeemagt , koffij , en zuiker en zijde kost ; maar Rusland's vergrooting veifpreidt overal woestheid en menfcheli ke ellende : bijgevolg moet geheel Europa deszeifs voortgangen met verè'enigde krachten tegenwerken. Maar het is een Itilzwijgen, waardoor Europa zal misleid worden, wanneer boissij d'a n g l a s afkeer tegen Piusland verwekt , zonder denzelfden afkeer tegen den Helper van. Rusland inteboezemen , zonder welken Rusland zijne roverijen niet verder zou kunnen voortzetten, denwelken het van eiken prooi een klein gedeelte laat toevloeijen, en die zich nu reeds zonder de verkleefdheid aan Rusland niet meer handhaaven kan. En deeze Helper is Pruisfen. Dat geene, 't welk boissij d'a n glas, met fchending van waarheid en vrijmoedigheid , die hij evenwel beloofd had, niet doen wilde , moet ik hier doen en onderzoeken : D 4 Waar-  C 56 ) Waarom heeft Pruisfen zich met den oorlog tegen Frankrijk bemoeid ? En Hoe verdient Pruisfen door het overig gedeelte van Europa befchouwd te worden? Doch hier valt een Pruis mij in het woord , die onlangs den naam van den Volksvertegenwoordiger sieijes gemisbruikt, eene redevoe' ring van dien braaven man , alsof hij dezelve in eene geheime loge te Parijs zoude gehouden hebben , verzonnen heelt , en in dezelve den Abt si eijes de vraag in den mond legt : Is Frankrijk wel met Pruisfen in oorlog ? Zotte vraag ? Even zo zot , als een foortge. lijk woord , door lucchesini te Weenen in de nieuwspapieren gebeezigd, waarmede hij ook wilde te kennen geeven, dat Pruisfen niet eigen3ijk met Frankrijk in oorlog was. Wel zekerlijk is' het dat ! En wat nog meer is : Pruisfen heeft zich ongeroepen met den oorlog tegen Frankrijk bemoeid , het heeft het vuur van deezen oorlog aaugeblaazen f het is in den eigenlijken zin de aanvaller , en heeft Frankrijk uitdrukkelijk den ©orlog verklaard. Terftond na dn. Wanneer Pruisfen verbonden aangaat, vrian Ifchap en hulp beloofd , dan wil het verraaden , aanvallen en berooven. Maar wanneer het den oorlog verklaart , dan fpeelt het maar voor het oog de rol van vi and , om de Geal« liëerden , ra nr niet den vijand , te benadeelen. Een Gealliëerde van Pruislen kan nooit ftaat maaken op zijn gegeeven woord ; maar moet veelmeer  C 59 ) meer tegen hetzelve op zijne hoede weezen , om niet van hem overvallen en beroofd te worden. Daarentegen kan de vijand van Pruisfen, die geen hulp van hem verwacht, eti bi:gevolg aan geen verraad blootgefteki is, verzekerd zijn, dat Pruisfen alle oo<;eiihjikken geneegen is , tot hem overtegaan, zijne bondgénuoten openlijk te verlaaten , of zelfs door eené geheime verltandhouding met den vijand tegen zijne bondgenooten te werken. Zelfs de Keurvorst fredrik wilhelm dien de Pruislen den Grooten noemen , wist zijn voordeel te doen met van den één tot den anderen overtegaan , en 't geen hij den één te danken had, te vergeeien , zo dra hij iets van den ander winnen kon. Pruislen wilde door den tegenwoordigen oorlog het verbond tuskhen Frankrijk en Oostenrijk vernietigen , en dan zijne kans waarneemen , waar hij zich noodzaakelijk zou kunnen maaken om zich daarvoor te doen beladen; het ligt immers tu^fchen Duitschïand en Poolen , waar aan beide kanten wat te deelen viel. Fredrik II was ook bedrieglijk , doch nimmer nog was het kabinet van Berlijn zo diep in trouwloosheid weggezonken , dan in de laalstverloopen agt jaaren. Wanneer de volken van Europa door eene redevoering van een Repreientant in de Natiönaaie Conventie gehouden , in betrekking tot hunne belangens zullen verlicht worden , dan kan deeze redevoering geen vertrouwen verwekken , wanneer zij na de gevaaren opgeteld te hebben , waaimede England 'en Rusland Europa bedreigen , met geen één woord gewag maakt van de euveldaaden, welke Pruislen in zo weinige jaaren tegen de menschheid , tegen de Vrijheid en veiligheid van Europa gepleegd heeft. De eerlte daad of veel meer wandaad in dit tijd-  ( 6o ) tijdbeftek, was de geweldige onderdrukking der Hollanders in hun eigen land , de geweldige handhaaving der Engelfche verdrukking van dit land. Pruijfen onderhond daardoor , gelijk boven reeds is aangemerkt , een groot en gevaarlijk voorbeeld te geeven van een vreemde magt, die eenen onafhanglijken Staat belet , zijne eigene regeeringsvorm ten meesten voordeele te reegelén. Thans nu deeze geweldige door de pruishfche bajonetten in de Republiek der verè'enigde Nederlanden bevestigde regeeringsvorm , door den bijftand der franlche wapenen in duigen gevallen is , blijkt de trouwloosheid duideli,k , waarmede h^t itadhouderlijke Hof deeze Republiek geregeerd heeft. Groote fommen gelds zijn , tegen de ftaatsgefteldheid aan in 't geheim uit het heiligdom der Amflerdamlche Bank genoo« men , 's lands zeemagt is ten eenemaal vernield , in de Admiraliteits.kasfen is niet alleen geen geld , maar zij hebben groote fchulden. Wat was een Erfltadhouder meer , dan de eerfte Staatsdienaar ? Kan zijne afkomst van duitfche Vorften, en zijne vermaaglchapping met het huis van Brandenburg , de minhe verandering maaken in zijne pliglen en verantwoordelijkheid ? Blad de Èrlltadhouder het recht , bij zijne tegenswoordige vlucht uit Holland , de kasfen te leedigen ? Kan hij , uit zijnen Staat ontweeken , nadat hij zelf zijne ampten vóór zijn vertrek heeft neergelegd , in Londen uit naam van den Staat wel éénen wettigen hap doen ? Kan hij , die immers nooit alleen de Staaten Generaal uitmaakte , en altoos flegts één lid van dezelven was , in Londen , buiten de Staaten-Generaal , de Hollandlche Koloniën aan England overgeeven? Doch op wiens hoofd valt het haatelijke van den tegenwoordigen verwarden toeftand van de Republiek fterker terug , als op dat van den ko-  ( 6i ) koning van Pruisfen , zonder wiens gevveldplee* ging de Nederlandfche Natie reeds in het jaar 1787 hun ftaatsbeftuur zouden onderzocht en den Erfltadhouder de magt van in 't vervolg nadeel te kunnen toebrengen , benoomen hebben ? En wien deed Pruisfen door deeze gewapende onderneeming den meesten dienst. Alleen England tegen frankrijk. Door de onderdruk, king der flollandfche Patriotten , die deezen eerwaardigen naam in den volften zin verdienden, hoorde Pruisfen de juist in dien tijd tusfchen Frankrijk en de Republiek gemaakte Alliantie , onttrok Pruisfen aan Frankrijk allen invloed in de Republiek , en maakte den invloed van England zo fterk als mogelijk. Pruis, fen ftelde derhalven England , door eene verftandhouding met den Erfltadhouder , in ftaat, om de Republiek voor het vervolg weerloos en onmagtig te houden , en holp zo doende England eenen gewigtigen ftap doen tot de algerneene heerfchappij over de zeeën, Was dit wel ftaatkundig van Pruisfen gehandeld ; van Pruisfen , dat thans zo dikwijls verzekert , een natuurlijke Gealliëerde van Frankrijk te weezen ? Ieder van zijne eilchen op de verzoening vari Frankrijk ftrijdt lijnrecht tegen zijne in Holland gepleegde geweldenarijën. Droeg de koning van Pruisfen wel wezenlijk zorg voor de welvaart van zijne zuster en fchoonbroeder ? Immers even zo weinig. Hij had hen met nadruk moeten aan het verftand brengen , dat hun belang altoos aan de ftaatsbelangens van Holland moest verbonden zijn , dat een Erfftadhouder alleen door eene gemoedelijke waarneeming van zijne ftaatsbedieningen eer en veiligheid verwerven konde, en dat een verbintenis met Frankrijk en dé herftelling der zeemagt voor zijnen Staat veel voor-  ( 62 ) voordeelig er was , dan. alle zijne verkleefdheid aan England. Deeze onderdrukking der Hollanders werd gevolgd van daden , die, zo mogelijk , met nog zwarter' kooien geteekend zijn. De revolutie van Luik werd door Pruisfen beftookt , en de Luikers werden naderhand verlaaten en aan alle rampen en ellende blootgefteld. De roomschkaiholijke Nederlanden werden door pruisfifche zendelingen beroerd , een pruisfifche , bij de Infurgenten gevolmagtigda Minister drukte op de infurreclie het zegel van wettigheid , en een pruisfisch Generaal voerde hunne krijgsbenden aan tegen hunnen Regent. De Nederlanden werden in de Conventie van Reifchenbach door Pruisfen Opgeofferd. Pruisfen zond geld en zendelingen naar Galliciën en Hongarijën , om ook aldaar oproer te- bewerken. f ngland en Pruisfen , die zich kort daarna door de Conventie van 't Loo nog naauvver aan elkander verbonden , verleidden de Porte en Zweeden , den oorlog aan Rusland te verklaaren. Toen het den koning van Zweeden ontbrak aan geld, dat hem beloofd was , wilde de koning van Pruisfen deezen Geallieerde Zweedsch Pommeren afpersfen. Pruisfen bedreigde destijds Poolen roudüit met eenen vijandlijken inval , indien het zich met Rusland zoude willen verbinden. De pruisfifche Minister te Warfchau , ltjcchesini, fprak den geheelen dag van den morgen tot den avond , van niets dan vijandelijkheden tegen Rusland. Ilij verdreef den rusfifchen Gezant , Graaf stackelberg, die eertijds het pruisfi fche Hof zo geneegen was geweest, door perfoneele beleedigingen en allerlei listige ftreeken uit Warlchau. Hij raasde en tierde geweldig , wanneer hij vernam , dat 'er in een herberg eene dronk aan een Rus verkogt was. Hij ver-  < 63 ) Veroorloofde zich , de roekelooste fmaadredenen tegen de perloon der keizerin uittebraaken , ten einde haar gehaat te maaken , tot dat de nu door hem ongelukkig geworden ignatius potocki hem aan het verhand bragt , dat een Gezant nimmer Souverainen perloneel moest aantasten. Vervolgens begeerde Pruisfen, dat Poolen een verbond met hem zou aangaan. Pruisfen begeerde , dat Poolen zichzeiven voor het fluiten van dit verbond een Conftiturie zoude geeven, bpdat het weeten mogt , op wat grond het zich met Poolen kon verbinden. I ruisfen zette, de Poolen aan , om zich te ontdoen van alle afhanglijkheid van Rusland , de ftaatsgefteldheid, welke Rusland in het jaar 1775 met° hulp van Pruisfen Poolen had algedrongen , te vernietigen , en de rusfifche guarantie van deeze ftaats» gefteldheid oplezeggen. Wanneer Poolen huiverig was in alle deeze eifchen te bewilligen , uit vrees van zich het ongenoegen van Rusland daardoor op den hals te haaien, wanneer hetzelve aan het pruisfifche Hof vóórhelde , dat de tijd wel eens wederom zou kunnen gebooren worden, dat Rusland ruime handen krijgen zoude , om zich aan Poolen te wreeken , en hetzelve het oude juk met verdubbelde lasten van nieuws optedwingen , dan antwoordde de pruisfifche Minister : ,, daartegen zal mijn ko,, ning u beveiligen ; Poolen en pruisfen heb,, ben flegts één, tot dus verre , helaas ! mis„ gekend belang ; gij hebt niet meer met ;, hertz berg te doen, ik heb den koning overtuigd , hoe naauw het één aan het an,, der verknocht is , hoe krachtig beide de ,, Staaten , ten naauwftcn onderling verëenigd , ,, zich wederkeerig beichermen , en van elke vreemde magt onafhangliik maaken konden. „ Pruisfen is de magt , die uwe onafhanglijk- ;, heid  C H ) „ heid en de veiligheid van uwe inwendige regeeringsvorm tegen alle aanvallen verdeedigeu zal ; Itelt maar eerst een Conftitutie vast en maakt u van Rusland los , op dat Pruisfen op u vertrouwen kan." Nadat hij deeze grootfche taal gevoerd had, haalde hij brieven van zijnen koning voor den dag , om te bewijzen , dat hij niet met hertzbeiig , maar onmiddelijk met den koning handelde. Terwijl Poolen altoos nog huiverig bleef , terwijl de pruisfifche Gezant lucchesini door zijne de nieuwheid in het vertoonen van zijne magtbrieven , door veele zotternijen , waarmede hij de zaak aanlei , door zijne neiging tot grootfpreeken het vertrouwen op zodanige fchoon" klinkende aanbiedingen van zijn Hof verminder" de , voegde de Engelfche Gezant zich bij hem > die weinig fprak , die destijds door de drukpers nog niet had durven fpreefcen , en die, wegens zijn ftilzvvijgen en het vooroordeel , 't welk men voor de Engelfche heeft , meerder gelool vond , dan de babbelaar lucchesini. England , aldus liet de Gezant hahes zich daarover uit, England is het volkomen met den koning van Pruisfen eens , ten naauwften aan hem verbonden , en heelt hem tot zijne tegenwoordige handelwijze in betrekking tot Poolen verpligt ; England wenscht mede zich nader met Poolen te verbinden , maar het kan deeze verbintenis niet aangaan , of het moet eerst weeten , welk een Conftitutie Poolen verkiezen, en of het de vriendelijke aanbiedingen van den koning van Pruisfen , omhelzen zal , terwijl England voor de oprechtheid deezer aanbiedingen inftaat. Noch de menigvuldige uitvoeringen van l u cc hesini , noch de beknopter vertoogen van h ai les konden Poolen zo lterfc overhaalen , dan de waarheid van deeze ftelling : dat het nuttiglte , beste , edelfte ftaatkundig lijs-  ( 65 ) £)stema van Pruisfen eene vaste verkleefdheid aan Poolen , een naauvve verbintenis met zijnen voorigen Leenheer was. Poolen vernietigde derhalven den door Rusland den koning bijgevoegden parmanenten Raad , ontdeed zich van de rusfifche guarar.tie , bewerkte , gerugfteund door Pruisfen , dat de rusfifche troupen het poolfche gebied ontruimden , ontwierp eene Conftitutie , ftelde dezelve voor aan ' de Hoven van Londen en Berlijn , floot den 2s>ften van de maand Maart 1791 een defenfive alliantie met Pruisfen, en voltooide den 3den Meij 1791 zijne door England en Pruisfen goedgekeurde Conftitutie. Poolen berustede bij deeze Rappen , die deeze Republiek zouden beveiligen , en wees alle de eifchen van Pruisfen van de hand , om dit vreedzaame , verftandige Sijstema te buiten te gaan. Want Pruisfen begeerde , dat Poolen eene tweede diverfie ten voordeele der Turken maaken en eenen inval in Rusland doen zoude. In het vei bond van 1790 tusfchen Pruisfen en Poolen, beloofde Pruisfen, om Poolen tegen elken aanval met dertig duizend man te bullen bijfpringen , en in het zesde Artikel werd vast geheld , dat , ingevalie de één of ander' buitenlandfche Magt zich heden of morgen op de ééne of andere wijze zou willen aanmaatigen , zich met de inwendige aangelegenheden der Republiek Poolen en der van haar afhanglijke landen , te bemoeijen , en de koning van Pruisfen door vriendelijke bemiddelingen de vernietiging van zodanige eifchen niet bewerken kon, hij in dit geval uitdrukkelijk verpligt zou weezen, de bepaalde hulp-troupen te leveren. De hier gernel de van poolen afhangelijke Janden waren ten tijde van dit verbond Courland , Dantzig en Thooren. — V*n de vreedzaame en wijze omwenteling van den 3den Meij 1791 was voor de engelfche en E pruis»  ( 66 ) pruisfifche Ministers niets verborgen , dan de dag van haare bekendmaaking en de verkiezing van den Keurvorst van Saxen tot troons-opvolger. Het is geheel Europa bekend , met welke geestdrift de engelfche Natie deeze omwenteling goedgekeurde. Loftuitingen van eenen buue verltrekken meer tot fchande dan tot roem , en die , welke deeze bedorven ziel de poohche Conftitutie in een ruime maat toezwaaide, werden door de edele Poolen met verontwaardiging befchouwd , te meer nog, dewijl zij hun ge ölferd werden , om Frankrijk door deeze tegen, overhelling te vernederen. Maar des te aandoenelijker was het gedrag der engelfche Natie , die te Londen een feest aanlei ter verjaaring van deeze revolutie van Poolen , vrijwillig een fom bijeen bragt, die zij aan poolen ter verdediging van deeze Conltitutie wilde overzenden , en nog geld verzamelde , toen het Ministerie , en biibh en pruisfen deeze goede zaak reeds verraaden hadden. De engelfche Gezant in Warfchau verklaarde , dat hij de nieuwe Conltitutie volkomen goedkeurde , en dat zijn Hof 'er het grootfte genoegen in nam. De koning van Pruisfen , die 'er niet alleen door zijnen Gezant bericht van had ontvanjian, maar denwelken dezelve bijzonder bekend gemaakt werd door de Graaf stanislatjs potozki , die alleen tot dat einde naar Berlijn gezonden werd , keurde de Revolutie even zo volkomen goed in de bevelen aan zijnen Gezant , in zijne mondelijke verzekeringen aan den Graaf potozkj, en in zijn antwoord aan den koning van Poolen. In alles was het : deeze beflislende hap der Natie was den koning van Pruislen ongemeen aangenaam en gewenscht* zij droeg zijne volmaakte goedkeuring weg; hij was 'er blijde over , en wenschte de Natie daartoe geluk ; hij was zeer verheugd , dat de keus  ( °> ) keus der Natie gevallen was op den Keurvorst van Saxen , een voortreffelijk vorst en zijnen goeden nabuur en vriend ; hij vvenschte zichzelven geluk , dat hij 'er iets toe had mogen aanbrengen , dat de Natie haare vrijheid en onafhanglijkheid had kunnen handhaaven. Hij gelastte zijnen Gezant , om deeze zijne geneigdheden in de fterkue , krachtiglte uitdrukkingen te betuigen. Bijaldien deeze geneigdheden des konings van Pruislen niet oprecht waren , wat moet men 'er dan voor een oogmerk aan toefchrijven, dat hij eenen Staat , die destijds veel zwakker was , dan de zijne , door ijdele woorden vleide. Geduurende alle de happen, waardoor het verbond tuslchen den koning van Pruislen en de Republiek Poolen te werk geheld werd , trachtte zijn Gezant lucchesini den afftand van Dantzig en Thooren te bewerken. Hij bewees bij deeze onderhandeling , dat hij een zeer Hegte keus had gedaan, zo wel met opzicht tot het tijdftip , als ook ten aanzien van de middelen. De waardige, onómkoopbaare mannen , sta nislaus n a L e N c Z malachowski eil i g n a T ï u S v o t o z k i waren te getrouw en te waakzaam , zo dat lucchesini door andere Leden van den rijksdag omtekoopen niets konde uitvoeren; de armhartige penneftrijd , waarin lv ecu es i n t den Gezant uaues wegens deeze onderhandeling wist intewikkelen , werd afgekeurd , en wanneer lucchesini na een menigte van leugenachtige aanbiedingen eindelijk ook nog beloofde , het Huis üostenrii'k Gallieren te ontneemen, en hetzelve aan Poolen voor Dantzig en Thooren weder te geeven, dan haalde men bij het hooren van deeze bedrieglijke vleitaal de ichouders op. Het verdrag van Reichenbach werd geflooten, meer dan een geloofwaardig bericht kondigde £ 2 aan4  C <58 ) aan, dat lIicchehm bij' de daarbij plaats5 hebbende onderhandelingen begeerd had , dat Oostenrijk aan Pruisfen zoude toeftaan , zich door een gedeelte van Groot-Poolen voor zijne gedaane onkosten fchadelcos te hellen, of des noods eene nieuwe verdeeling te maaken. Men gaf den pruisfilchen Gezant in Warfchau zijne verwondering daarover te kennen. ,, Zijn ko,, ning gelastte hem dit gerucht uit alle magt tegen te Ipreeken, vast te verzekeren, dat in ,, zijne onderhandelingen met het Hof van Wee- nen nooit een woord gefprooken was over ,, een nieuwe verdeeiing van Poolen , dat , bij,, aldien iemand zulks zoude kunnen voórftel,, lerry hij, de koning van Pruisfen de eerfle zijn zoude , zich daartegen te verzetten , hij ,, zoude nimmer eenige opofferingen van Poolen begeeren , nimmer zijne onderhandelingen met ,, deezen Staat op iets anders , dan op evenre- digheid van wederzijdfche voordeeien en ftren,, ge rechtvaardigheid grondvesten , en de Ge- zant moest overal in de jterhfte uitdrukkingen, ,, verzekeren, dat de geene, die tegen deeze zo ,, uitdrukkelijke verklaringen des konings van ,, Pruisfen de minften twijfel zoude voeden , ,, zijne koninglij ke eer en zijn perjoneel karak- ter zoude beleedigen." Op alle openbaare plaatzen van Poolen, aan eiken handwijzer in Poolen , aan eiken boom aan de gemeene wegen zou deeze plegtige , ongevergde , vrijwillige verklaaring de3 konings van Pruisfen, die hem tot eer verffrekte, aangeplakt worden. Zij toont , hoe verre de koning boven zijn kabinet verheeven is. Doch wat moet men oordeelen van Ministers , die hunnen Monarch zodanige plegtige verzekeringen en beloften doen vergeeten ? . De keizer uopolb keurdu de Poolfche Conftitutie van den 3den Meij 1791 even zo wol goed ,  ( 6o ) goed , als de koning van Pruisfen , doch met meerder oprechtheid. In de bijeenkomst te Pillnits was uitdiukkeHjjfc gefprooken over de ondeelbaarheid van Poolen. Deeze beloofde de koning van Pruislen ook hier , en herhaalde zijne gelukwenfchingen aan den keurvorst van Saxen met den troon van poolen. Oostenrijk en Pruisfen Uooten in December 1791 een onderling verbond, waartoe de franfche revolutie aanleiding gaf ; bij dit verbond werd de ondeelbaarheid en onafhanglijkheid van Poolen op nieuws afgefprooken en vasfgefteld. ia denzelfden tijd maakte de R usGfche' keizerin met de Porte te Giliacz en Jashj vrede , waarbij zij de aangeboodeno bemiddeling van Pruislen met verachting van de hand wees. De Porte werd van England en Pruisfen op eene trouwlooze wijze verbaten. De Statut qun , welken beide deeze Magten aan de Porte beloofd had jen , en die het minfte was , van 't geen zij van eenen door toedoen van England begonnen oorlog hoopen kon , werd bij het Puiten van deezen vrede zeer gelchonden. De Rusfifche keizerin zag Oostenrijk en Pruisfen in oorlog met Frankrijk , holp dit oorlogsvuur aanblaazen , en gaf , toen zij het za<^ branden , haare afkeuring van de in Poolen ver° an.lerde ftaatsgefteldheid openlijk te kennen. Zo ras zulks gefchied was , vergat de koning van Pruisfen het verbond , dat geene , 't welk hij eenige weinige maanden geleeden , zijn belang, zijnen pligt en zijnen wensch genoemd , en ' waarbij hij zijn perloneel karakter en zijne eer verpand had ; ging tot de Rusfifche keizerin over; liet door denzelfden veelkleurigen Minister , die drie jaaren te vooren Poolen overreed had zich van alle Rusfifche afhanglijkheid te ontdoen' nu Poolen aanraaden , zich aan de eifchen der E 3 kei-  ( 7° ) keizerin van Rusland te onderwerpen ; hij weigerde de in het verbond beloofde hulptroupen tegen deezen gewetdaadigen inbreuk op de huishoudelijke gelteldfaeid van Poolen ; hij verbood Poolen , om de minfte wapenen in zijne Staaten optekoopen ; hij nam zelfs op de Weichfel de oorlogs-behoeften met geweld weg , welke Poolen ter zijner verdeediging in England gekosX had ; hij deed eenen inval in Poolen , werd zelf de vijand en aanvaller van zijnen verbondeling, bemagtigde een groot gedeelte van deszeifs Staat door geweld van wapenen , dwong half Poolen zich aan Rusland overtegeeven; plunderde en mishandelde de goederen en familiën der Landboden , die te Grodno op den met geweld bewerkten en beftuurden rijksdag de begeerde laagheden niet wilden tekenen ; bewerkte dat Rusland door zijne Bataillons de leden op den rüksdag te Grodno omcingelde , de Stad iniloot , en door de Officiers , die in het heiligdom der rijksdag zitting indrongen, en zich naast den troon plaatlten , zelfs de natuurlijke vrijheid van den rijksdag geweldaadig verdrukte , door dit geweld noodzaakte hij de Poolen , dat ook dat geene, 't welk hij zich tegen alle recht en reden had aangemaatigd , fchrifielijk aan hem moesten afftaan ; hij leverde het ongelukkig overfchot van Poolen volkomen over aan de Rusfifche onderdrukking , en toen de ongelukkig verdrukte Natie haare laatfte krachten infpande, en haar bloed ftortede , om zich van deeze gruwelijke onderdrukking te bevrijden , trok h\\s, de nog maar vier jaaren geleeden met Poolen geallieerde koning , in perfoon met zijne krijgsbenden tegen Warfchau op, om het te vornielen , en de akkers en wooningen van zijne verbondelingen te verwoesten. Aan den overfte szekuli , een partij looper , die van een hongaarfche flager en oostenrijkfche overlooper tot overlte van d» Pruis-  ( 71 ) Pruisfifche Hoezaaren was opgeklommen , een zeer liegt , zedenloos mensch , die geduurende het pesi-cordon verbaazend in Poolen geftoolen en geroofd , Nonnen gefchaakt , 1779 in Saxen zich aan veelwijverij fchuldig gemaakt had , en ondanks dit alles met de orden van Pruisfifche verdienste pronkte , aan deezen ondeugenden knaap gaf de koning van Pruislen volm^gt , om alle getrouwe vaderlandlievende Poolen , die hij onder de wapenen vinden zoude , oogenbükke. lijk te laaten vermoorden. Dit ontmenscht fchep. zei deed terltond galgen oprichten, liet verfcheiden perfoonen van den eerften rang, zo geestelijken als waereldlijken gevangen neemen , liet zelfs ongewapende voornaame vrouwen in haare huizen opligten , in Inowrazlaw onder de galgen brengen , hoonde en pijnigde dezelven uuren lang met verfchrikkingen des doods , voor hij den pardon - brief des konings van Pruisfen hunnen verbondeiing , voor den dag haalde! Pen waterpot voor de Dames ! riep deeze beul wanneer hij eindelijk den brief opende. De edelmoedige Poolen gieepen deezen rampzaligen na verloop van tijd , verfchoonden hem van de galg , en begroeven hem , nadat hij in de gavangenis aan zijne wonden^ overleeden was als eenen Officier. De edele Natie is t'ondergebragt , is verguisd door het verbond met den koning van Pruislen, aan honderd duizend braave, voortreffelijke men.' fchen kost de trouwloosheid des konings van Pruisfen het leven , en vijf maal honderd duizend familiéii zijn van haaie welvaart , haare veiligheid , haar eigendom , haare rust beroofd ; alle de mannen, denwelken lucchesini in de jaaren 1789 en 1790 een verbond met den koning van Pruisfen aftroggelde , zijn aan de Rusfifche wraak opgeofferd , of in Rusfifche gevangenisfen , en in de ellende van het ruuwe E 4 Si-  ( 72 ) Siberiè'n vergaan , of zwerven verre van hunne bezittingen verwijderd, in Europa rond, om een fchuilplaats te zoeken , welke de iiusfifche vervolging hen overal zeer moeijelijk maakte , en zo doende is het verbond met Pruisfen op zijn Carthago's geflooten geweest •, dit is de oorzaak, dat de naam van Pruisfen thans in Poolen veel zwarter is , dan die van robespierre in Frankrijk. Kent de laatere gelchiedenis een foortgelijke zwarte trouwloosheid jegens eenen verbondeling ? Kent zij een voorbeeld van wreeder' behandeling, die eene vr edelievende , voortrelfelijke Natie ondergaan heelt ? Zoude Europa, zints den tijd , dat hetzelve de leer van het 'evenwigt voerde , federt hetzelve verbonden floot, ter handhaving van algerneene veiligheid en rust, in een der voorige ecu wen een foortgelijke gruweldaad ongeltraft hebben laaien doorgaan ? En kan Europa zich na dit zo fchandelijk en gruwelijk voorbeeld , in de agttiende eeuw wel beroemen van een recht der volken , van heiligheid der openbaare verbonden, \an Christendom , van zedekunde , van een gevoel voor eer en fchande , van rechtvaardigheid en menfehelijkheid i ö Wat' mensch zou het weezen , die deeze gruweldaaden zou kunnen herdenken, zonder de grootlte verontwaardiging bij zich te befpeuren ! Zij beledigen evenmaatig niet alleen de veiligheid der Staaten , maar ook de veiligheid en rust van ieder afzonderlijk mensch. En met dit trouwloos 'Pruisfen , dat nog nimmer woord heeft gehouden , dat u zo even in Poolen een voorbeeld heeft gegeeven , hoe het zijne bondgenooten behandelt , gaat gij, lleprefentanten des Franfchen Volks ! u verbinden? Zoudt gij wel onnoozel genoeg kunnen weezen van te gelooven , dat Pruislen zijn woord aan u gegeeven, beter houden zal, dau dat 't welk  ■ C 73 ) 't welk hij aan Poolen gaf? Gij zoudt u veilig , kunnen oordeelen tegen eenen aanval van Pruislen , wanneer deeze Geallieerde van Poolen eenen vrede met u onderteekent? Gij zoudt u kunnen vleijën, dat Pruisfen zijne verbindtenis met Rusland ook Jlegts voor één oogenblik aan u zou willen opofferen, terwijl voor hem het behoud der van Poolen geroofde landen van deeze verbintenis daarvan afhangt? Gij zoudt kunnen geiooven , dat Pruisfen u zijn woord beter houden zal , dan den Engelfchen in het tractaat van het voorige jaar , 't welk den Koning van Pruisfen, twaalf maal honderd duizend ponden fteilings aan onderhand gelden voor niet inbragt ? Frankrijk zou kunnen geiooven dat Pruislen niet hoe eerder hoe liever , bijl aldien England in ftaat zou weezen den ExErfftadhouder naar Holland terug te brengen tot den ftandaard van England, zou wederkee' ren ? O hoe weinig achting zou Europa voor de Plaatsvervangers van de Franfche Natie toonen, zo het een oogenblik kon onderftellen , dat dezelven bij zodanige fterk in het oog loopende waarheden blind zouden weezen! Of moet en mag men geiooven, dat Frankrijk , zints den Olivifcheii vrede de eerfte garant van Pooien zijnde:, dat Frankrijk, 't welk nog nimmer zo laag gedacht heeft, dat het de . eerlte verdeeling van Poolen, 't welk de oude Geallieerde van de Porte is , en derzelver vriendfehap thans meer, dan ooit noodig heeft, zou goedgekeurd hebben, dat Frankrijk, terwijl boissij d'anglas zoo overluid en metzoo veel grond tegen England's fchreeuwende onrechtvaardigheden en jegens Rusland's ontinenschte wreedheden roept, door een verbond met Pruisfen de vernietiging van Poolen zijnen ouden Bondgenoot, ondertekenen, zelfs de E 5 recht-  C 74 > i' rechtmaatigheid van elke toekomende onderdrukking en verdeeling van Frankrijk toeftemmen, den val van den Ottomanfchen troon verhaasten, Zweeden en Denemarken, wier verftandige onzijdigheid in den tegenwoordigen oorlog voor Frankrijk van zo veel nut was , aan een volllaagen onderdrukking prijs geeven , het aanrukken van Rusland naar de grenzen van Duitschïand verzegelen, zelfs de Rarriere, die het Duitfche Rijk voor Frankrijk en alle de magtige Staa. ten, naar het oosten toe, vormt, verzwakken wil? O waar zou het menfchen verftand in Frankgebleeven. zijn, en wie zou met Frankrijk in onderhandeling kunnen treeden, indien deszeifs eerfte Staatkundige Rappen zoo onberaaden waren ? Refultaaten , Grondbeginfejen. Boissu d'anglas wil in zijne redevoering de waare belangens van eenige tegen Frankrijk verbonden Mogendheden ontvouwen. En hoe heeft hij zulks gedaan ? Wij leezen niets, dan in zeer algerneene uitdrukkingen : „Dat Sardiniè'n , Spanje, Pruisfen, het ,, duitfche Rijk , Zweeden , Denemarken , ,, de Poolen en de Zee - Mogendheden uit hunnen flaap ontwaaken , en eindelijk ontwaaren zullen , dat zij zich zeiven \\ opofferen , om England de algerneene ', heerfchappij over de Zeeën , Rusland de ,, Opperheerlchappij over Europa , en Oosten,, rijk de verlooren Nederlanden te helpen ,, bemagtigen." En is dit een zo gewigtige en groote ontdekking , dat het der moeite waardig was, om in eene redeneering bekend gemaakt te worden? Doch het zij zoo, is dan door dit losfe gezegde het  ( ?5 ) het belang van deeze Magten in het daglicht geheld ? Zal Pruisfen niet antwoorden: ik ben zoo zot niet, dat ik mij voor Rusland , of England of Oostenrijk zoude opofferen ; ik heb hun weinig dienst gedaan , en wat ik nog gedaan heb, is gelchied , om mijzelven grooter te maaken , ik ben zeer goed bëtaald, en nu ik zie, dat Frankrijk het volhoudt en 'er door heen flaat , zou ik mij wel bij hetzelve willen voegen , indien het mijnen roof in Poolen zoude willen belchermen en garandeeren. . Wat nu het duitfche Kijk betreft, wat baat hetzelve een enkel algemeen voorftel van het gevaar zonder nadere ontwikkeling? Zal nu ons werk eenig nut aanbrengen, dan moet het dit onderwerp nader ontvouwen. Tot dat einde moeten wij de flotlommen (refultaa* ten) van de bovengemelde daadzaaken opzoeken, en daarbij ontegenzeggelijke grondbeginfelen vast ftellen, waarop de welvaart van geheel Europa berust, en waaruit vervolgens het belang van Europa en het belang van deszeifs afzonderlijke Staaten kan afgeleid worden. Ik zal een begin maaken met het algemeen, 't welk het bijzonder moet voorgaan. Algemeen belang van Europa. Europa maakt door eene menigte van verbonden , welke Staaten aan Staaten verbinden, eene jtilzwijgende Staaten - Republiek uit. Zedert de vrees voort de invallen der Turken in Europa, door de verbeetering der Europeefche Krijgskunde , en door den flaap der Turkfche Sultans , verdweenen is , wordt 'er van het algemeen belang der Christenheid niet meer gefprooken. Maar des te meerder oorlogen worden 'er gevoerd, des te meerder tracr taaten worden 'er geilooten, om het evenwigt yan  v 76 ) van Europa in ftand te houden. Dit evenwigt, wanneer wij 'er eene verklaaring van geeven zullen , betekende niets anders, dan dat geheel Europa meende te moeten beletten , dat één afzonderlijke Staat zodanig de overmagt verkreeg, dat hij andere minder magtigen onderdrukken , of ziek in de Staats aangelegenheden van Europa, alleen eene beflisfende Item aanmaafigen kon. Op dit evenwigt van Europa hebben zich alle deszells Staaten zoo dikwijls beroepen, dat men hetzelve gerust als een uitdrukkelijke ahpraak, én als eene willekeurige wet van Europa bcfchouwen kan. Ik zeg: wdlekeurige wet. Want het recht der natuur verbiedt nergens een al :te gioóten aangroei van eenen Staat door zo' danige toevallen of gebeurtenisfen , die eene rechtmaatige vergrooting van denzelven, ol eene reohtinaalige iiiëenfmeliing van meerder Staaten tot éénen Staat veröorzaaken kunnen. De willekeurige hoedanigheid van deeze wet des evenwigts wordt ook door twee gronden buiten allen twijfel gefield. Vooreerst door haaren nog zeer onvolmaaklen aart, terwijl zij me« nigmaal zonder ' haare bedoeling [gebezigd , en omgekeerd, dikwerf in gevallen, waarin haare bedoeling de gebruikmaaking daarvan verëischte, verwaarloosd of overdreeven is; ten anderen daardoor , dat zij vergrootingen van Staaten, die uit haaren aart rechtmaatig zijn, verhindert; en daarëntegen zodanigen, die in alle opzichten onrechtvaardig zijn, bevordert. Hieruit volgt nu ook nog , dat deeze wet niet door het recht, maar door nood en willekeur boven andere wetten verheeven en onmiddelijk van eene hooger wet afgeleid is. Deeze hooger wet is de inftandhouding der algerneene rust van Europa, en daaruit heeft men de wet des evenwigts aldus afgeleid: De  ( 77 ) De algerneene vrede is tot hier toe menigmaal en wel zeer ongelukkig gehoord. Geen eén Staat wordt door het recht, maar door eigenbelang beftuurd. Wij moeten derhalven een provihoneele hulp tot onze veiligheid zoeken, de bijzondere veiligheid behouden, zo lang wi niet in ftaat zijn, de algerneene veiligheid te grondvesten, ten einde eiken afzonderlijken Staat te weeren , dat hij zich niet voor Weteeever van de overigen opwerpen, en den openbaaren vrede met geweld ftooren kan , moet 'er in voorzien worden, dat geen afzonderlijke Staat eene tot geweldóefening1, toereikende overmagt verkrijgen moge. Zulks kan alleen daardoor bewerkt worden , dat men zodanige Staaten, die door hunne magt voor anderen geducht worden, tracht te verzwakken, ten minften derzelver vergrooting belet, en daarbij geenszins in aanmerking neemt , of de vergrootingen rechtmaatig ol onrechtmaatig zijn , omdat dit m het algemeen gevaar niets afdoet, en hiertoe wordt vereischt, dat verlcheiden zwakke Staaten hunne krachten tot tegenftand tegen eenen magtigen Staat verëenigen. De verëeniging van meerder Staaten tot hetzelfde oogmerk vereischt eene ahpraak , een verbond. Zo doende omftonden de verbintenisfen van meerder Staaten tegen eenen gevaar-dreigenden Staat , die deezen laatlten daardoor noodzaakten, om ook aan zijnen kant verbindtenisfen te zoeken , opdat hij door die tegen hem aangelegde verbindtenisfen niet de zvvakfte partij mogt worden. hen Staat, die ter handhaving ran eene vergrooting tegen-verbonden aanging , moest natuurlijk zijnen Bondgenooten voordeden belooven die tegen hunne eigene jaloezij over deszeifs vergrooting rijkelijk konden op weegen. Op deeze wijze ontftonden de Sijsteemen van verbindtemsfen, waardoor Europa zich in laa.. te.  ( 78 ) tere tijden verdeeld heeft, en door middel van welke de Staaten hunne wezenlijke inwendige magt nog met een nieuwe magt verrijkten, welke zij eene ■ verëenigde Magt noemen , die het werk van hunne nijverheid is, meer in de verbeelding dan iets wezenlijks beitaat, en meermaalen mislukt, dan dat 'er vast itaat op te maaken is. Deeze verbintenisfen zijn het , die de natuurlijke ongelijkheid der Staaten gelijk maaken zullen , die ter bedoeling der algerneene rust zo lang Staaten met Staaten van wederszijden vereenigdcn, tot dat daaruit even zwaar weegende Staaten ontltaan. En evenwel heeft al dit welgemeende trachten naar een evenwigt, tot hier toe noch de algerneene rust behouden , noch afzonderlijke Staaten tegen onderdrukking en het lebenden van hun grondgebied beveiligd. En zonder voorbeelden daarvan uit de gefchiedenis aantehaalen, kan eene oogenblikkelijke befchouwing van de wet des evenwigts in haare uitwerkingen , ons reeds op zichzelven overtuigen, dat dezelve een onvoldoende, kwaalijk gekoozen wet is. Vooreerst is de berekening van de magt van eenen Staat , die hierbij ten grondflag ligt , gantsch geen gemakkelijke zaak. Het komt hier op de eigenlijke inwendige magt vaii eenen Staat , alleen niet aan. Noch de grootte der landen alleen, noch de vólks-menigte, noch de llnanciëele ftaat, die insgelijks alleen wel kunnen bereekend worden, voor zo verre zulks alleenlijk tot deeze in het groot aanteleggen berekening noodig is , zijn voldoende, om den invloed van eenen Staat in het evenwigt te begrooten. De werkzaamheid van zijne krachten ter bereiking van hetzelve , de ltandvastigheid in zijne verkleefdheid aan dit oogmerk , de oprechtheid, trouw en infpanning van zijne ver. r mo-  ( 79 ) mogens , zijn moeijelijker te berekenen , zijn zodanige ftukken van deeze rekening, waarin het nooit kwaad is te weinig te rekenen. Bijgevolg is de wet des evenwigts onzeker. Ten tweede is de wensch , welken ieder afzonderlijke Staat voor het evenwigt voedt, gelijk wij zo even hebben aangemerkt, een middél tegen het gevaar; men neemt de mogelijkheid van te benadeelen voor den wil om zulks te doen tegen de eerlte en niet tegen de laatfte is de wet des evenwigts werkzaam; zo dikwerf derhalven een afzonderlijke Staat van de vergrooting van eenen anderen Staat geen zodanige verandering van het evenwigt te vreezen heeft, waarin hij voor zich zeiven , het zij over eenen korten of langen tijd, eenig gevaar ziet, is hij onverfchillig bij de vrees van zijne Bondgenooten. Bijgevolg kan men op de wet van het evenwigt geen ftaat maaken. ° Ten derde kunnen 'er veele geweldöefeningen plaats hebben, die in het evenwigt van Europa geen invloed hebben; deeze zijn derhalven m de wet van het evenwigt niet begreepen. Bijgevolg is dezelve onvoldoende. Maar wanneer deeze wet ten vierde onderneemt rechtmaatige vergrooting te beletten , enkel en alleen omdat zij het evenwigt ftooren, dan is zi, tiranniek en zaait het zaad van onverzoenelijken haat en berokkent oorlogen. Deeze wet onderftelt m deeze gevallen een vermoeden van ondeugd het welk in alle andere wetten verworpen wordt, te weeten, het vermoeden dat een al te maglige ftaat zijne magt tot geweldpleegingen en ter onderdrukking van zwakkere Staaten aanwenden zal Deeze tfwinglandij pleegt deeze wet rut gemak, om naamelijk niet noodig te. hebben na eene rechtmaatige verrukking van het _ evenwigt, deszeifs heritelling, „iet met veel moerte al mede op eene rechfmaatige wij- ze.  ( 8o ) ze te zoeken. Zij is bijgevolg eene onwettige wet. De wet des evenwigts berust ten vijfde volftrekt op de onderftelhng , dat het mogelijk is, alle Staaten in Europa in twee evenmagtige deelen te Iplitzen , zodanig , dat het nimmer het één van deeze deelen der Staaten zal kunnen gelukken, leden van het ander gedeelte in zijne belangens overtehaalen , en vervolgens deeze geheele partij te onder te brengen. De wet fteunt daarbij op het losfe vermoeden van een eeuwigduurende jaloezij onder de grooter' Magten. Doch dit vermoeden is insgelijks onzeker , en fteunt op geen vasten 'grond. De grooter' Magten zouden , in plaats van deeze jaloezij aantekweeken , openbaar haare eigene belangens beter behartigen , wanneer zij door eene verftandige verdeeling van geheel Europa een einde maakten. Het is immers geen tcgenltrijdig denkbeeld , wanneer men onderïtelt ,j dat de grooter' Magten , al was het ook flegts voor eenen bepaalden tijd en tot een bepaald einde , alle jaloezij ter zijde ftellen, en zich legen alle zwakkeren verbinden konden. Wanneer , bij voorbeeld , lOBEWiJK XIV zich met Oostenrijk, Spanje, England en Zweeden vercenigd had, om Europa te verdeelen , wie had zulks kunnen beletten ? liet mes van ravaillac verhinderde een foortgelijk ontwerp , en de eerfte verdeeling van Poolen heelt een voorbeeld opgeleeverd van eene verëeniging der anderzints op elkander jaloerfe Magten tot een gemeenlchappelijke verdeeling. Juist omdat zich hier de deelende Magten van andere daartegen aanloopende Alliantiën los maakten , om zich tot dat einde te verëenigen , was de verdeeling voltrokken vóór dat 'er een tegengeftelde Alliantie tusfchen andere toen niet veiëenigde Magten, tot ftand kon gebragt worden. Dat dit gelukt is, moet ons zó vreemd niet  ( 8! ) niet eens voorkomen, dan dat de Europeefche grooter Magten niet reeds voor zo lang, in de zwaare twisten, die zo veel menfchen.bloed gekost hebben , in het deukbaeld gevallen zijn, om hunne gefchillen in der minne , door een gemakkelijker berooving en verdeeling van minder-magtige Staaten, die aan het gelchil geen deel hadden, te verëiienen. Hadden zij zulks zinls tweehonderd jaaren gedaan in alle de gevallen , waarin zij Itroomen van menfchenbloed met niet minder onrechtvaardigheid vergooteu hebben , dan kou Europa thans uit agt vrij gelijke Staaten beitaan , en misfchien nu reeds da droomen van eenen aitoosduurenden vrede wezenlijk daar gefield hebben. De wet des evenwigts moet ten zesde altoos op de bereidvaardigheid der Regenten vertrouwen , om dezelve in ftand te houden ; deeze algerneene wil der Regenten is nu eene zaak , waarop men óf al óf niet vertrouwen kan ; in het eerfte geval kan men een betere natuurlijke wet, dan die des evenwigts, daarop bouwen, en in het laatlte geval is deeze wil niet eens een vaste grond voor de laatfte. De wet des evenwigts is ten zevende in haa re betrekking zeer naauw bepaald, omdat dezelve alleenlijk de vergrooting der landen tegengesteld wordt en ook gevolglijk alleen daartoe Jcan betrekkelijk gemaakt worden. Zal zij derhalven te pas komen, dan moet zij onderhollen, dat het evenwigt niet dan alleen door de grenzen der landen verder uittezetten, gefchonden wordt. Doch hoe ongegrond deeze onderftelhng is, zulks bewijst zedert twintig jaaren het door een liegt beftuur van zijn groot ftaatkundig gewigt zo diep gevallen Frankrijk , als mede reeds zedert meerder jaaren en duihjker nog Rusland, het welk bij zijne verbaazende , alle tegenwoordige en voorige Staaten f over-  ( 82 ) overtreffende uitbreiding, zo magtig niet is, als Oostenrijk en Frankrijk, niet tegenftaande ieder deezer Staaten niet het dertiglte gedeelte van de grootte der llushfche landen bezit. Wanneer de tegenwoordige keizerin van Rusland alle de fchatten, die zij in haare tweeen dertigjaarige regeering door de oorlogen tegen de Turken en door de onderdrukking van Poolen verfpild heeft , bij de daarbij gefpaarde verbaazende menigte van menfchen, en bij eene goede huishouding, aan de befchaaving van haare Staaten, aan het aankweeken van den landbouw , van de manufactuuren en den binnenlandfchen handel befteed had: dan zou de bevolking van Rusland thans verdubbeld, en het ÏSatiönaale vermogen meer, dan tiendubbel kunnen vermeerderd zijn ; Turkijën en Poolen zouden , in plaats van geld te kosten, Rusland door eenen vreedzaamen en vriendelijken koophandel verrijkt hebben; en Rusland zoude veel magtiger zijn , dan het ooit kan worden door de verovering van nog meerder landen, als Poolen en Tauriën zijn. En op deezen verbaazenden aangroei van magt zouden de poogingen , om het evenwigt in ftand te houden , hoegenaamd geen invloed hebben; bijgevolg is zij een onvoldoende wet. Indien zij echter ook ten agtfte tot deezen aangroei van magt betrekkelijk zou gemaakt worden, en bevoegdheid geeven kunnen, om deezen aangroei uit vrees voor een kwaade gebruikmaaking der magt , te beletten : dan zoude zij zelfs een beginlel van rustverftooring , ja zelfs van verwoesting worden ; bij gevolg is zij alleszints een verkeerde wet. Dus geloof ik , de inftandhouding van het evenwigt uit mijne afleiding van het algemeen belang van Europa te" kunnen weglaaten. In  C 83 ) In wat opzicht maakt dan Europa een ge. heele en een famengevoegde Republiek uit, die een gemeenfchappelijk ramengevoegd belang zou kunnen hebben ? Dit dient nader onderzocht te worden; en ik zal dit onderzoek uit zeer duidelijke en bekende grondbeginfelen afleiden. Het belang van eenen Staat vloeit uit zijne bedoelingen, die aan deszeifs hoofd-oogmerk ondergefchikt zijn. Het eerfte , en ik zeg met overtuiging , eemgfte oegmerk van eiken Staat, is veiliheid. ö Deeze bedoelde veiligheid is de zekerheid van een mensch in den Staat-, om alle burgerrechten ongehoord te kunnen genieten. Elke itooring der burgerrechten is een aanval , en elke mogelijke vrees voor zodanigen aanval , is onveiligheid. Ik fpreek alleen van burgerrechten , niet van rechten der menschheid ; want ik oordeel het zeer ongevoeglijk, wanneer men in de burgerlijke rnaatfchappij rechten der menschheid, als rechten der menschheid befchouwd , wil verbindend maaken. De mensch is , vóór hij in den Staat treedt, flegts mensch, maar zodra hij in den Staat is , wordt hij burger genoemd. Ik ontken daarmede niet , dat 'er rechten van den mensch zijn, die volftrekt niet kunnen vervreemd worden , maar alle deeze onvervreemdbaare rechten van den mensch, die derhalven ook door de intreede in den Staat niet vervreemd worden , moeten door de grondwet van den Staat, ter voorkoming van alle willekeurige uitleggingen en misverftand, opgenoemd en bekrachtigd worden , 1 en door deeze afkondiging of bekendmaaking worden zij rechten van den burger. Ik wil gaarne toeftemmen, dat elke fplitfing der tot F 2 hier-  ( 84 ) hiertoe al te zeer famengeftelde rcgeeringsvormen, bijgevolg ook de uitgeitrektlte overneeming der rechten van den mensch tot rechten van den Burger, voor de Maatfchappij voordeelig kan weezen ; maar ik fpreek hier eene theorie tegen, welke in zulk een gewigtige weetenfchap nooit te naauwkeurig kan bepaald worden. Aanvallen op de rechten van den Burger kunnen uit den Staat zeiven of van buiten opkomen , van daar de verdeeling der veiligheid in de inwendige en uitwendige. De uitdrukking Staats.belangens begrijpt naar het taai-gebruik, alles onder zich, wat betrekking heeft tot de uitwendige veiligheid van eenen Staat, gelijk als alles wat tot de inwendige veiligheid behoort, deszeifs algerneene welvaart genoemd wordt. Wanneer verfcheiden afzonderlijke Staaten zich tot één grooter Staaten-verbond verèenigen, dan blijft altoos nog deeze veiligheid , in haare beide takken, dat is , de inwendige en uitwendige , het hoofdoogmerk van dit verbond. Staaten zijn medeleden en als 't ware Burgers van zodanig een Staaten-verbond, gelijk Huisvaders het zijn in afzonderlijke Staaten. In zulk een Staaten-verbond kunnen niet meer rechten van den Burger, maar alleenlijk, rechten van den Staat in aanmerking komen. En gelijk in afzonderlijke Staaten de grondwet of de Conltitutie uit rechten van den Mensch , rechten van den Burger maakt ; zo moet ook de grondwet van een Staaten-verbond duidelijk en onwrikbaar bepaalen , welke rechten van den Burger bij de intreede van den Staat in het Staaten-verbond onvervreemdbaar zijn, en zo doende uit rechten yan den Burger rechten van dan Staat moeten worden. Een Staaten-verbond kan wederom befchouvvd worden als één famengeftelde Staat, en onder dee.  ( 85 ) deeze benaaming grooter Staats-verbonden aangaan , waarbij de regelen altoos dezelfden blijven , • weshalven ik hier niet noodig heb , deeze afzonderlijke trappen van Maatfchappijè'n verder Te ontvouwen , want anders zou ik ook vooraf moeten gewag maaken van de verè'eniging der Huisvaders tot Gemeentens , en van de ondergefchikte rechten der Gemeenten. Met de rechten gaan altoos pligten gepaard. Men heeft pligten van den Mensch ■ gelijk men rechten van den Mensch heeft, en'in den natuurftaat van den Mensch , is 'er, vóór hij de de burgerlijke Maatfchappij intreedt, ten minften één pligt voor hem. Vrijheid is dat geene , het welk voor den Mensch in eiken toeftand zowel buiten als in de Maatfchappij, van de willekeur , den pligt daarvan uitgezonderd , overblijft. Een wiskundige zoude te recht zeggen : Vrijheid is het onderfcheid tusfchen pligt en willekeur. Tot den pligt kan het denkbeeld van vervreemdbaar te zijn , niet betrekkelijk gemaakt worden , maar wel het denkbeeld ontheffing of oiitllag. Bij de intreede in de burgerlijke Maatfchappij wordt de natuurlijke Vrijheid tegen de meer bepaalde maatfchappijlijke Vrijheid verwisfeld ; over 't algemeen veroorzaakt elke intreede in eene Maatfchappij eene beperking der voorige Vrijheid door de pligten, welke deeze nieuwe Maatfchappij vordert. " Door elke intreede in de Maatfchappij , wordt de uitgeftrektheid der Vrijheid verminderd , en de uitgeftrektheid der pligten vermeerderd. Tot ieder maatfchappijlijk oogmerk worden kosten en arbeid verèischt, en dus eene verdeeling van de maatfchappijlijke lasten en arbeid. bijgevolg kost ieder intreede in de F 3 Maat-  ( 86 ) Maatfchappij eenige opoffering zowel van rechten als ook van eigendom en Vrijheid. Maar dit heeft plaats , wanneer afzonderlijke Staaten in een Staaten-verbond treeden. Zij moeten daarbij iets van hunne voorige Staatsrechten opofferen; zij moeten hunne voorige Staats - vrijheid belnoeijen ; zij moeten tot de de lasten en den arbeid van het Staaten-verbond iets toebrengen; zij vermeerderen hunne pligten door de pligten , die het Staaten verbond vordert. Men praat, en fchrijft van eene Luropeefche Republiek, van het algemeen belang van Europa, zonder tevooren onderzocht te hebben, wat het eenen Staat moet kosten, vóór hij~ recht verkrijgt , om zich mede tot het ftaatkundig Europa te mogen reekenen. Maatfchappijën worden , maar maate zij flegts voor zekeren tijd of voor altoos aangelegd worden , naar derzelver duurzaamheid verdeeld in Maatfchappijën, die flegis eenen tijdlang duuren , cn eindelooze of eeuwige Maatfchappijën. Alle menfchelijke verdragen worden óf uit drukkelijk, mondeling , fchriftelijk , óf Itilzwijgende geflooten. Een ftilzwijgend verdrag ontleent zijne regelen uit de grondbeginfelen van algerneene rechten , uit gewoonten , over 't algemeen uit bronnen, die moeijelijk te zoeken zijn, en die gevonden wordende , niet zelden aan den toetslteen van het gezond menfehenverftand , aan een gefchil der wijsgeeren onderworpen zijn. Uitdrukkelijke verdragen brengen hunnen regel altoos met zich ; in mondelinge bewaart het geheugen en het ge weeten deezen regel, in Ichrifteiijken hebben zij een bewijs van duurzaamheid. De beste verdragen zijn derhalven op zichzelven zodanigen , die op uitdrukkelijke , volledige en fchriftelijk opgetekende regelen gevestigd zijn; en de flegtfte  ( 87 ) gedaante der verdragen is eene ftilzwijgende overeenkomst: zij is altoos een voortbrengfel van toeval , van nood, van vrees of van bedrog. Dwaasheid zou het weezen, wanneer eene Maallcliappij zich een oogmerk , tot welks bereiking een langen tijd verè'ischt wordt vóórhellen, en het maatlchappijlijk verdrag'korter van duur wilde doen zijn, dan ter bereiking van dit oogmerk noodig is. Wat zou men van twee koopheden in Archangel moeten oordeeien, die voor den tijd van zes maanden eene Maatfchappij tot den handel op China wilden op. richten? r Zo bekend en eenvoudig deeze grondbeginfelen zijn, zo belangrijk zal derzeiver gebruikmaaking moeten weezen. Alleen uit deeze grondbeginfelen kan het afgeleid worden : wat men voor een denkbeeld vormen moet van de algerneene rust van Europa, van de veiligheid en Vrijheid van geheel Europa, van het algemeen belang van Europa , van deeze benaamingen , die men in Europeefche ftaatkundige verhandelingen vindt , als de bovengenoemde zo even verworpene leer van het evenwigt in Europa; als mede wat het te zeggen is, wanneer Europa niet flegts als een aardrijkskundig gedeelte van onzen aardbol, maar ook als een groot famenhangend, voor zich beItannd ftaatkundig ligchaam befchouwd wordt. Ik fchrijf hier geen leerboek, maar ilegts'een proeve : en derhalven zullen mijne Eeezers geen volledige ontvouwing van zulke gewigtige leerJiufcken verwachten, maar genoegen gelieven te neemen in hier de meest in het oog' loopende voor ons tijdvak allergëwigfïgfte hellingen van dezelven ten toon gelpreid te zien Zij zullen den ouden susach niet kwaalijk neemen wanneer hij veel in fpreuken zal uitdrukken ' oude ■ heden , en vooral de suaach's, zija F 4 ïm-  ( 83 ) immers gewoon veeltijds hunne gezegdens in ipreuk.cn voortedraagen. Alle groote vruchtbaare waarheden zijn eenvoudig en gemakkelijk te begrijpen j bijgevolg zijn de boven aangehaalde bekende grondbeginzelen voldoende , om de gegrondheid van de groote waarheden , die ik nu zonder bewijs zal ter neder hellen , den geene , die dezelven beproeven wil, te doen blijken. t. Europa als een Geheel, als een groot Staaten - verbond befchouwd , verëischt vooreerst eene bepaaling van de vraag : wat is Europa ? Rusland , alleen bezitter zijnde van de oosilijke grens van Europa, heeft dezelve onlangs bepaald. Deeze nietsbetekenende aardrijkskundige bepaaling kan hier in geene aanmerking komen. De Porie bezit een groot en Ichoon gedeelle van Europa. Rusl and, al moet het Poolen wederom misfen , blijft nog in het bezit van een groot en over 't geheel zeer vruchtbaar land in dit waerelddeel. Doch beide deeze rijken behooren, uit hoofde van derzelver grooter bezittingen in Ahën meer lot de Ahatilche, dan tot de Europeelche Mogendheden. Ook werd het algemeen belang van Europa weleer tegen dat van Turkijën overgeheld , en het is ontegenzeggelijk , dat in llaatkundige verhandelingen de Porte nimmer mede bedoeld werd, wanneer Europa daarvan het onderwerp was. En wie dacht in de voorige eeuw, wanneer hij Europa noemde, aan Moskoviters? Rusland heeft zich in deeze eeuw in de Europeelche Staats-verbonden ingedrongen ; en de Porie wordt reeds geduurende honderd jaaren aangezet en geplaagd, om zich bij deeze groote Republiek te voegen , en kan 'er geen fmaak in vinden. 2. Onüangezien deeze dubbelzinnige hoedanig heid van Rusland en de Porte, bemoeit zich Europa tot hier toe zo weinig met de gefchil- len  C 89 ) len van Rusland, met de Tartaren , Perfers en Chmeezen , als met de oorlogen der Porte in Arabièn en Pgipten , fchoon deeze Afiatifche gefchilien Europa middelbaare fcbokken kunnen toebrengen. Hier vinden wij derhalven een grensItrtïe van het belang van Europa. De grens van Europa , ftaatkundig belchouwü , loopt tot aan Rusland en Turkijën. Reide deeze Alagten behoeren niet meer tot de Europeelche Republiek. Alle haare vergrootingen , naar het westen toe , zijn belnoeijingen van Europa. Beide Maoten zijn nabuuren van hetzelve , met welke &het lamenverbonden Europa alleen, en geen één afifor.derli ke Europeelche Stuat, buiten" toeftemmin<^ vjn het lamenverbonden Europa of- en defenfive alliantiën behoorde aantegaan. 3. \eiiigheid zoekt de mensch , wanneer hij uit den natuurftaat tot de burgerlijke maatichappij overgaat; veiligheid zoekt een Staat, wanneer hij zich met meerder Staaten verbindt ; veiligheid moet ook het oogmerk weezen , wanneer* de Europeelche rijken zich tot ééne groote algerneene Repnbliek vereenigTii. 4. Deete veiligheid van het famenverbonden Europa fplitst zicli insgelijks in de uiterlijke en innerlijke. De eerde wordt door de rustverftooring uit andere Waerelddeelen , de laatfte door onderlinge twisten der Europeefche Staaten gefchonden. ' ° 5. Zints honderd jaaren zien wij uit de . Europeelche ftaatkundige verhandelingen, dat de vrije Scheepvaart op de zeeën al zeer dikwijls een voorwerp van de algerneene aanfpraak , ja zelfs van twist en oorlog is. Wij ontdekken behalven da of- en del deeze geëvenreedigde berekening verliest Rusland .nog meer daardoor, dat het behalven de geheele noordzijde van Siberiën, alwaar het alleen van beeren kan aangevallen worden , nogthans eenen omtrek van meer dan vierduizend mijlen, en onder deeze agtien honderd mijlen grenfen te verdeedigen heelt. Hoe zwak fchijnt in deezen opzichte Rusland met! Wanneer de Porte Ilegts een enkele keer die werkzaamheid tegen Rusland zoude aanwenden welke Rusland reeds langen tijd tegen de Porte in Egipten , Griekenland en Afiën aanwendtwanneer de Porte Rusland in eenen -volgenden oorlog afwendingen in het noorden door Denemarken en Zweeden, en in het zuiden uit Afiën door omkooping berokkende; wanneer zij daar bij inwendige beroeringen door geld bewerkte , waartoe de genegenheid niet gering is • wanneer zij eindelijk de Europeefche wapenöel fening invoeren en dit alles te werk ftellen wilde , voor dat Rusland een vasten voet in Poolen krijgt: dan kan men met zekerheid onderitellen, dat het geduchte Rusland geen drie veldto^ten uithouden kan , en dat dit gedrochteli 1c gevaarte vallen moet , zonder iemand te verpletteren. Want bij zodanigen aanval van veele zijden en uit den boezem,des rijks tevens, heeft Rusland ten minften tweemaal honderd duizend man tot eene binnenland/die bezetting van zijne drie maal honderd duizend vierkante mijlen noodig; en hoe zal het vier duizend mijlen, of ook flegts de helft , ingevalle de tweede helft 111 vrede bleef , met minder, dan vier maal honderd duizend man verdeedigen , die zich ten minften in agt benden moesten verdeden, en nergens fterk genoeg konden weezen; en waar zou Rusland zo veel geld van daan haaien, om zo veele heirlegers ook Heats twee jaaren te onderhouden. • ö Bij  ( 84 ) Bij deeze zwakheid van Rusland, voortvloeijende uit deszeifs uitgeftrektheid' , komt nog , dat de Porte rijk is , en de Europeefche kunst, om fchulden te maaken, nog niet geleerd heeft; en Rusland integendeel, buiten de uitgegeevene banco-briefjes, die eene wezenlijke en zeer drukkende binnenlandfche Staats fchuld is , en zonder de kabinet-fchulden der Keizerin, buitens lands meer dan zestig milliöenen Roebels fchuld heeft, terwijl de intresten, die 'er jaarlijks voor moeten betaald worden, dit land, dat zo - arm aan geld is , ten uiterste lastig moet vallen. Ook moet hier in aanmerking genoomen worden , dat de Porte in Europa , wegens haare achteloosheid wel uit ligtvaardigheid befpot en belagcht wordt, doch geenszins een. voorwerp van wantrouwen en vrees bij geheel Europa is. Zonder derhalven in twijfel te trekkeu, dat Europa niet vertoeven moet , om Rusland perk en paal te hellen, en eene fcheimuur te maaken, die Rusland voor altoos van Europa afzondert en zo doende belet , dat het zich met: de Europeefche Staats - aangelegenheden bemoeijen kan, mag ik echter ook van het tweede uitwendig gevaar van Europa met zwijgen. Rusland zal door zijne nimmer - eindigende ontwerpen de Porte weldra noodzaaken , om het eenigfte waarin zij nog zwak is, naamelijk haare wapenoefening , te veranderen, en dezelve met den Europeelchen wapenhandel te verwisfelen. Dit geval, het mag gebeuren wanneer het wil, zal voor geheel Europa van de groothe gevolgen weezen , en de geheele oplettendheid van Europa op nieuws op de Turken doen vestigen. En tegen deeze groote vrees kan Europa niet gerust geheld worden, dan door de r v her-  ï mi herftelling van Poolen , en vooral door aan Oostenrijk eene magt te, bezorgen, die in ftaat is ; om eiken nieuwen aanval der Turken tegenftand te bieden , door eene volmaakte P^egg'ng van alle gefchillen tnsfenen Oostenrijk en de Porte, en door zijne verandering van derzelver geheel Staals*belang. Wanneer men hiertegen zou willen inbrengen,' dat 'er nog zo fchielijk niets van de Turken te vreezen is, dat hunne geheele gefteldheid , hun Godsdienst, hunne neiging tot weelde, hen belet eene Europeefche Conltitutie aanteneemen , dan zou ik deoze tegenwerping van weinig gewigt oordeelen. Welk eenen fchofc en ommekeer heeft niet de halve barbaar, pieter f, die zijnen Staat voorzeker eene geheel verkeerde rigting gaf, aan de Europeefche Staatkunde toegebragt en hoe fpoedig helde hij zulks te werk ! Onder zeventig milhoenen menfchen vindt men ongetwijfeld alle dagen veel meer, dan één, die hem zeer verre overtreffen, men vindt 'er gewisfelijk meer dan éénen duitfehen ka hel onder. Welk een gering toeval kan eenen man van zo veel geest , en die zo onderneemend is, op den troon van' Konftantinopel plaatfen ? Wie durft het tegenfpreeken , dat onder de Natiën aan den Scepter der Porte onderworpen , vcelen zuhen weezen, waarvan men in den tijd van twintig jaaren veel meer maaken kan, dan in tweehonderd jaaren van alle de Rusfen? De dapperheid der Turkfche Soldaaten is in den iaatften oorlog genoegzaam gebleeken. Een fchrander man , tot veldheer gebooren, die , gelijk Frankrijk toont , niet zeer moeijelijk te vinden is, zo men flegts de konst verhaat, om hem te zoeken, kan zonder de manieren der iurken te veranderen , zonder hunnen Godsdienst aanteranden , binnen den tijd van vijf bf  ( 96 ) of zes jaaren, mogelijk zelfs binnen eenen kor. ter' lijd , ^ooial daar hij Europeefche Officieren genoeg vinden zal , die hein helpen zullen ,. geduchte legerbenden op de been brengen. Dat dus Europa in zijne Staatsgefteldhêdeii nimmer vergeete , hoe groot de nog niet ontwikkelde magt der Porte is j dat dezelve t'avond of morgen kan. ontwikkeld worden , en dat de •veiligheid van Europa op de werkzaame magt van Oostenrijk en op de herftelling van Poolen berusten moet. 9. De binnenhndfche veiligheid van Europa is de veiligheid van tien éénén zijner Staaten tegen den anderen ; uit dien hoofde wordt zij , wanneer 'er van geheel Europa gefprooken wordt, deszeifs inwendige welvaart, en wanneer 'er van eenen afzonderlijken Europeelchen Staat gefprooken wordt, de uitwendige veiligheid genoemd. Daartoe wordt verëischt, dat geen één Staat tegen den anderen een willekeurig geweld kan en wil pleegen. tn de burgerlijke Maatfchappij is het door wetten en Rechters zo verre gebragt; dat de roover daarvan uitgezonderd is. In de groote Europeelche Staats • Maatfchappij heeft het tegendeel plaats ; onrechtvaardigheid is de regelmaat , de rechtvaardigheid is daarvan uitgezonderd, en deeze treurige ondervinding was het, die de bovengemelde onvoegzaame wet des evenwigts heeft voortgebragt. Zwaare oorlogen , oorlogen tusfehen de eerfte Magten van Europa , geeven op meer dan ééne wijze aanleiding, om d« inwendige veiligheid van Europa te bevorderen Vooreerst omdat zij de eifchen, de geheime wenfehen der afzonderlijke Staaten, de ontwerpen van hunne kabinetten aan den dag brengen, zonder welker kennis aan de bijlegging der gëfchilten niet te denken is; ten tweede omdat zij de politie. ka  t 97 ) ke gefteldhcid der Staaten uit haare rust brengen , en bijgevolg aanleiding geeven tot groote onderhandelingen die , zo zij van menfchen-Vnenden en kund,ge mannen beftuurd wordende groote Republiek Europa telkens eenen Rap nader kunnen brengen tot haare verhevene bedoeling naamelijk eenen ahoosduurende vrede te bewerken. ió. De geheele algerneene ftaatsgefteldheid vair Europa is nog een chaos ; want zij is nog een zeer duister Jn zwijgend verdrag , het Welk opwelt uit alle de bronnen , waaruit ik boven de Itilzwijgende verdragen over 't algemeen heb afgeleid ; de vorderingen van Europa in befchaafdheid en menfchelnkheid moeten als toeval , de inval der Turken in Europa als uit vrees en nood , gebooren , en de kwinkflagen der kabinetten als bedrog befchouwd worden. ii. Juist omdat de denkbeelden van een almeen Europeesch verbond Ilegts denkbeelden *ijn van een fhlzwijgende Maatfchappij , zijn de regelen voor dezelve ook zeer moeijelijk te vinden; en het recht der volken van Europa , het «eik deeze regelen tracht bijeen te verzamelen, kan met zo verre komen , dat deszeifs ftellin! gen waarop geen bedenken valt , en die afzonderlijk door alle Staaten uitdrukkelijk aanpenomen zijn algemeen bekend gemaakt kunnen worden. dft 1S 00k d rede/waaröm krachteloos was , om de pragmatieke fanctie van kakel VI te vernietigen , de omkeering van Poolen te bewerken, e„ f rankrijk te doen uithongeren. 12. Elke flap, welken Europa doet, om van dn fldzwijgend verdrag tot een uitdrukkelijk, tot een fchriftelijk opgeheld verdrag overtegaan , is éene vermeerdering van inwendige Veiligheid en welvaart , als mede eene bevordering van eenen algemeenen vrede voor Europa, G i3, Doof  13. Door middel van deeze vorderingen zal van het recht der volken , tot hier toe ilegts^ door de Geleerden ontworpen, een algerneene Conjtitutie van Europa worden. Menfchenvrienden moeten afzonderlijk , en dikwerf ieder in zijnen werkkring aan dit groote werk arbeiden. De toeftemming van eenige der voornaarnfte Mogendheden in Europa tot deezen arbeid , kan deeze vordering tot geluk voor de Staaten doen verftrekken. , 14. Eene Conftitutie Yan Europa! 1 is dit dan een zo moeijelijke , konstige zaak , dat men zou kunnen twijfelen dezelve fpoedig daargefteld te zien ? De eerfte wet van deeze Conftitutie is: geen Staat mag tegen den anderen geweld oefenen , wie geweld pleegt , die verbeurt alle befcherming van het algemeen verbond van Europa en wordt een vijand van de Staaten. Heeft deeze wet de minfte zwaarigheid in ? Zou eene wet, welke zodanige Regenten , die trouwloos genoeg zijn , om hunne verdragen te verbreeken , voor onbekwaam verklaarde , om ooit of ooit wederom verdragen aantegaan , die alle met hun geilooten verdragen bij hunne eerfte trouwloosheid voor vernietigd verklaarde, niet rechtvaardig en doelmaatig zijn ? Poolen heeft in het verbond te Weiau en in den Olivifchen vrede de Souvereiniteit van Pruislen , en in het jaar 1764 den konings titel aan hetzelve bewilligd , alleenlijk onder de voorwaarde, dat het nimmer aanlpraak op Poolen zoude maaken. Zou Poolen dan thans niet het onbetwistbaar recht hebben , om de Souvereiniteit van Pruisfen en den Pruisfilchen koningstitel te herroepen V Kan 'er wel de minfte bedenking vallen op eene wet , die het algerneene recht op de oceaanen, zeeën, en rivieren vastheide? Zou  C 99 ) Zou niet ieder menlchenvriend wentellen eene wet tot ftand te zien brengen, die eiken grooten Staat , zodra hij zelf moest bekennen in alle zijne eifchen bevredigd te zijn, voor eeuwig verbieden zoude , zijne grenspaalen te buiten te gaan , of andere Staaten , hoe klein ook , met den zijnen te vereenigen i Kan 'er met grond iets ingebragt worden te. gen eene wet , welke aan kleine Staaten vergunt, om zich bij rechtmaatige gelegenheden , bij voorbeeld, bij het uitfterven van eenen Regenten-ham , met andere kleine Staaten tot één hgchaam te verëenigen ; en zou het niet verhandiger weezen; bij voorraad door een Conftitutie van Europa te bepaalen, welke veiëeni-nng van Staaten al of niet geoorloofd zoude zijn , dan deeze belangrijke zaak aan de luimen van een ftervende in testamenten, of aan de kwinkHagen van famiüën door huwelijken , of ook aan de ouderwetlcfie wederkeerige erf-verdragen , of zelfs aan de krakeelen over alle deeze fchikAingen en daarüit ontliaande onvermijdelijke oorlogen , overtelaaten ? £n diergelijke wetten, die zonder de minfte bedenking ip de algerneene Conftitutie van Europa zouden kunnen opgenoomen worden , zijn er nog zeer veel. En al ware 't ook , dat 'er maar één van dezelve, waarop geen bedenking vallen kan , als een' grondwet der Conftitutie, openhjic werd aangenoomen , dan zou l uropa reeds eenen grooten ftap gedaan hebben. De eerfte moet noodzaakelijk alle de overigen ten gevolge hebben. En zou het wel zo nioeijelijfc vallen , door middel van deeze wefgeeving alle rechtvaardigheid- en vredelievende Regenten te vereenigen, hen te beweegen , om de belangens van roofzieke Regenten te verhaten, en daardoor te bewerken , dat de eerstgenoemden als verhevene Wetgeevers aan ééne zijde honden, G 2 ter.  t 100 ) terwijl de laatstgemelden aan de andere zijde als befchuldigde en aangeklaagde kwaaddoeners gefteld werden ? 15. Gelijk 'er rechten van den mensch zijn, die de mensch niet vervreemden kan , wanneer hij de burgerlijke Maatfchappij intreedt; gelijk 'er vervolgens rechten van den burger gevonden worden , die de volken niet kunnen vervreemden , wanneer zij zich in het Staaten - verbond begeven : zo zijn 'er ook onvervrcemdbaare rechten der Staaten, welke door de vereeniging van alle Staaten tot één groote Republiek , niet kunnen afgeftaan worden. 16. Deeze onvervreemdbaare rechten ontftaan allen uit dezelfde bron , te weeten uit onvervreemdbaare rechten van den mensch en den burger : zij zijn derhalven altoos door een onderling verdrag aangenoomen ; en kunnen geen grondbeginzel van het tegendeel behelzen. 17. Doch men vindt ook rechten der Staatenj, celijk ook rechten van den mensch , die ver. vreemdbaar zijn , waarvan bij de intreede in de grooter' Maatfchappij iets moet opgeofferd worden. 18. Deeze opofferingen beperken die ftaatkundige vrijheid , welke de Staaten buiten het algemeen verbond van Europa genooten. 19. Dat geene , het welk ieder Staat van zijne vervreemdbaare rechten in dit groot algemeen verbond zal behouden , moet tevens uitgeoefend kunnen worden, met dat geene , 't welk andere Staaten van derzelver vervreemdbaare rechten in het groot algemeen verbond behouden. Alle de rechten van afzonderlijke Staaten moeten dus in het groot algemeen verbond op een onderling verdrag gegrondvest zijn , en wanneer dat geene , 't welk van de aangemaatigde vervreemdbaare rechten in het groot algemeen verbond buiten dit onderling verdrag i3 , nu onder dit  ( ioi ) dit verdrag begreepen wordt; dan behoort dit al mede onder de voorbereidende happen tot de algerneene Conftitutie van Europa, 21. Dit, dat alle vervreemdbaar* rechten der Staaten onder dit bovengemelde verdrag begreepen worden , vereischt eene kennis °van alle deeze rechten , in zo verre dezelven door de Staaten gehandhaafd worden ; een rigtfnoer naar t welk derzelver wettigheid kan beflist WOroen; en verftandige bemiddelaars, die met ijver en ernst , maar tevens in der minne kunnen bewerken , dat 'er van alle openbaar-onrechtmaatige eifchen afftand wordt gedaan , en dat alle evengelijk-wettige eifchen , die tegen elkander mloopen , -in het vriendelijke afgekoat en vereffend worden. 22. De eifchen der hedendaagfche Europeefche Staaten zijn oneindig in getal , en loopen rh. meest alle opzichten tegen elkander in. Ik zal niet fpreeken van Rusland , 't welk no" geen ontvolkte landen genoeg, 't welk no<* geene eilanden , en CorGka , Corfu , Candia , Cijpnen volftrekt noodig heeft. Ik fpreek 'er niet van, omdat ik het niet meer onder de Staaten van Europa reeken, Zweeden wenscht Rusland van zijne grenzen te verwijderen , om de hem ontnoomen landen terug te kunnen neemen Poolen vordert luidkeels zijne vrijheid , zijné onafhanghjkheid , zijne Staaten wederom , van de Emieper af tot aan de Oostzee toe. Pruis. Leo kan bewijzen , dat Courland, Semigallièn , Lijfland en Esthland tot Pruisfen behooren, dat Po.rusfia zo veol beteekent als aan Rusland, en dat ten tijde van den Italiaanfchen koop. man , die door fchipbreuk dervvaards verflaagen en de eerfte koning van Pruifen werd , omdat hij de inwooners vuur leerde haan , en dat zeg ik , Pruisfen zich aan de overzijde de' Weichlel tot aan Kiow ^uitftrekte , gelijk al* O 3 Noord.,  ( 102 ) Noord-Duitschland van Wollin af tot Emden of zelfs wei lot Rotterdam toe weleer Po • morze, dat is : aan dc zee , genoemd werdt , en tot Pommereu behoorde. Oostenrijk wenscht de Nederlanden te verruilen tegen eene Provintie , die hem beter gelegen is , het wenscht zee-havens , die van het hart zijner Staalen niet zo verre afgelegen zijn, dan Ostende. Frankrijk wil zich Savoijen en de landen tot aan den Rhijn toe inlijven. England , het zo befcheiden England , begeert niet meer dan alle de volkplantingen en rijken in beide de Indiè'n te bezitten. Zo koestert ieder groote en kléine Staat zijne wènfchen, tot den Landgraaf van ïlesfen Casfel toe , die gaarne zijne aanfpraak op het Graaffchap Schaipnburg, veertigduizend Hesfdche boeren en twee milliöenen volwigtige duitfche daalders , voor den negenden kcurvorslelijken hoed zoude willen geeven , en de bevrediging van deezen zijnen wensch zelfs in St. Pelersburg zoekt. Zo lang de onvergenoegdheid van alle Staaten met 't geen zij hebben , hand grijpt, is het volftrekt niet te vermijden , dat deeze geheime oorlog tusfehen hunne wenfehen , welcens in eenen Wapen>oorlog zal uitbarften. Vóór men derhalven eenen duurzaamen vrede in Europa verwachten kan, moeten alle deeze wederzijdfche eifchen eerst vereffend worden. Deeze vereffening is hetzelfde , wat binnen in eenen welgereegelden Staat, de grensftheiding van afzonderlijke goederen is. De wet : „ doet 't geen^gij wilt , dat de menfchen u doen zullen;" is de beste prov'ihöncele regel , die wij hebben , zij is echter niet voldoende , om deeze twisten uit den weg te ruimen. Hier moeten opofferingen plaats hebben , om de grensfeheidingen Yast te Rellen. iL. Na-  C io3 ; 24. Natuurlijke grenzen van den Staat zijn dat geene, het welk de hulsdeuren en de tuin muuren in eene ftad zijn. Een goede welgeregelde Stads politie beveelt de burgers 's nacht» hunne huizen te fluiten. 25. Onrechtvaardige eilchen worden door de Staaten voor. derzelver uitvoering niet bekend gemaakt. Zij zijn de eigenlijke Kabinetsgeheimen. Het kabinet van Berlijn — o hoe menigmaal geelt het ons , helaas ! voorbeelden ter ftaaving van onze hellingen , dit kabinet verklaart openlijk, dat het nimmer iets van Duitschïand begeert , en treedt op denzelfden tijd te Romen in onderhandeling met den Paus , om zodanige Duitfche Bisdommen, die te zeer overhellen tot de fchadelijke franfche gevoelens , en voor de algerneene rust welëens gevaarlijk zouden kunnen worden , in waereldlijke Staaten te veranderen. Eén jaar vóór de tweede verdeeling van Poolen , betuigde de koning van Pruisfen fchriftelijk , dat men zijn perfoneel karakter zoude beleedigen, zo men uitftrooide , dat hij zelfs niet de minfte opoffering van Poolen voor zich begeerde. Ook zullen de vertoogen van 't geen Po-rusfia en Po-mor ze eigenlijk betekent , vóór den eerst-aanftaanden Turkenoorlog niet in het licht komen. 26. Alle uitgebreide Staaten kunnen zonder Despotismus niet geregeerd worden. Daarvan geeven Rusland , China en Turkijën blijken. Zulks leert ook de theorie van derzelver ftaatsbeftuur. 27. Kleine magtelooze Staaten moeten van hunne rechtmaatigfte eifchen tot eenen gele«enen tijd , zwijgen , uit vrees van magtiger Staaten daardoor aanftoot te geeven en zich derzelver wraak op den hals te haaien. 28. Kleine Staaten zijn bij de befchikking van het algemeen verbond van Europa, een G 4 groe-  ( io4 ) groote last. Zij zoeken hunne veiligheid , gelijk de weêrlooze vrouwelijke Sexe , die door coquetterie de Iterker' fexe tot befcheidenheid tracht te beweegen. 29. Kreupelen , lammen en blinden bchooren niet mede onder het getal der ftrijdbaare mannen. Wie zichzelven niet verdeedigen kan, die heeft eenen Befchermer noodig, 30. Het is niet meer dan bülijk , dat deeze befcherming , als een last , moet vergoed worden. Tot nu toe betaalde men dezelve veelal door het gepraat van evenwigt, en de magtiger Staaten droegen den last , om de zwakker' te bcfchermen , als eene rechtmaatige ftraffe voor hunne jaloezij en van de verwaarloozing van alle grondbeginzelen. 31. Het onvermogen van Zweeden was de oorzaak , dat het veele jaaren lang aan het magtiger Frankrijk fchatting moest betaalen. Want de naam van onderhandgelden is niets , dan een compliment. 32. Wanneer alle groote Staaten goed znllen geregeerd worden , dan zal het gevolg daarvan weezen , dat de kleiner' Staaten zich aan dezelven zullen aanbieden , ten einde aan de meerder veiligheid van grooter Staaten deel te neemen. Toen één jaar geleden het Pruisfisch despotismus de eerfte poogingen aanwendde , om in Hamburg eenen vasten voet te hebben, hoorde men verltandige mannen deezer ftad zeggen , dat zij zich liever aan Denemarken overgeeven, dan zich langer aan de dwingelandij van > Pruisfen bloot ftellen wilden. Zulks was een gevolg van het vertrouwen , dat men in het tegenwoordig goede ftaats-behuur van Denemarken helde, 33. Over 't algemeen is het voordeeliger te befchermen , dan befcherming te genieten. Flet j§ Vpordeejiger zich eenen wéTgeregeerd-wordende Staat  ( -195 ) Staat intelijven , dan befcherming yan denzelven te zoeken. 's Menfchen hart wordt ook meer bemoedigd , wanneer hij tot eene groote Natie behoort. Een Spanjaard , zo dikwerf hij zich hoort noemen , is bezield met de bewustheid ; dat 'er meerder handen tot zijne befcherminegereed zijn : dan tot die van eenen inwooner van Lucca. 34. Elke burgerlijke Maatfchappij is een altoosduurende Maatlchappij. Het groot algemeen verbond van Europa moet al mede een altoosduurend verbond weezen. , 35s Deeze befpiegeling ontglipt den Diplomatiekkundigen van onze eeuw ten eenamaal Zij gelijken naar de bovengenoemde zotten van Archangel, die, om met China handel te drijven , eene Maatfchappij voor zes maanden op. richten. Het leven van een mensch duurt zeventig tot tagchentig, maar dat van eenen Staat duizend tot vijfhonderd jaaren. De reden WSarÖm tot hier toe weinige Staaten deezen ouderdom bereikten , was daarin geleegen, dat zij zich door eene Üegte leefwijze zeiven vermoordden , of door krankzinnige Geneesmeesters lieten vermoorden. Sterft niet ook de helft van het menfchelijk genacht vóór het zeventiende jaar bereikt te hebben ? En hoe kunnen Staaten beftaan , wanneer hunne Bewindsmannen niet zo. danige Staatsgefteldheden weeten uittevinden die , al hebben zij geheele eeuwen ter uitvoering noodig , daartegen duizenden van jaaren vast en onwrikbaar in ftand blijven ? Hoe kunnen Staaten beftaan , wanneer hunne Staatsgefteldheid alle tien jaaren veranderd wordt , kan het beftaaabaar geacht worden, wanneer England zich heden met Oostenrijk tegen Pruisfen , en morgen met Pruisfen tegen Oostenrijk verbindtwanneer hetzelve heden voor zich nuttig oor'deelt, dat Oostenrijk de Nederlanden bezit , en Q 5 mor.  ( »o6 ) morgen den koning van Pruisfen onderfteunt in dezelven te beroeren; wanneer het heden verèenigd met Pruisfen , de Porte tegen Piusland ophitst , en zich morgen wederom met Rusland verbindt ? Ploe kunnen Staaten bcltaan , wanneer roofzucht, de vernietiging van alle grondbsginzelen , de fteunpijlaar van hunne Staatsgefteldheid zijn zal ! Zou niet ieder eerlijk man zich van een mensch, die alle jaaren van vrienden veranderde , en fteeds zijnen vriend van heden tegen den vriend van gisteren ophitfte , als een twistftooker verwijderen. Van iemand , die met zulk een voorwerp of met eenen roo. ver verkeerde , zou iedereen zeggen : Cognoscitur ex focio , qui non cognoscilur ex ipfo. De waarheid is altoos maar één, en in alle zamenvoegingen en betrekkingen dezelfde. 36. De grondlegging van eene langduurende Staatsgefteldheid berust bij afzonderlijke Staa* ton op de kennis van hunne oogmerken; én derzelver eenvoudige daarftelling en rechtmaatigheid , als mede op de ftandvastige aankleeving deezer oogmerken. Men vindt Staaten , die zelfs geen tien jaaren bij hunne oogmerken ftandvastig blijven. Men vindt Staaten , die hunne oogmerken zo verre uitftrekken , dat de middelen, waarvan zij zich ter bereiking van dezelven bedienen , daartoe niet voldoende zijn. Bijna alle Staaten verliezen bij hunne oogmerken en middelen de rechtmaatigheid uit het oog. Voorbeelden van alle deeze misgreepen levert Pruisfen zints agt jaaren in menigte op. — Altoos toch en eeuwig Pruisfen ! 37. De duurzaamheid van eene ftaatsgefteldheid zal dezelve niet tegen alle wederwaardigheden kunnen beveiligen. Welk verftandig man zou wel van alle tegenfpoeden bevrijd willen blijven. Zij zijn voor de ziel 't geen het koude bad voor het ligchaarn is. Doch in eene ftaats- ge-  ( io7 ) gefteldheid zijn zodanige wederwaardigheden altoos van de ongeinkkigi'te gevolgen. Een vaste , onwrikbaare llandvastigheid leidt altoos eindelijk op tot het voorgeftelde doel. » 38. De ontwerpen van volks-congresfen , of van eenen algemeenen vrede , behooren vooral niet tot de ijdele, noch tot de al te voorbaan* ge droomen. Het zou een verbaazende fchandelijke en onberaaden ftap weezeu , wanneer het groot algemeen verbond van Europa zonder plan en overleg gevormd zoude worden , even gelijk de afzonderlijke Staaten ontftaan zijn. Het moet geenszins een weifc des noods zijn, gelijk deeze, maar een voortbrengzel , dat van alle kanten gewikt en gewogen en tot de volmaakte rijpheid gekomen is. Deskundige mannen moeten derhal. ven opgeroepen worden, om dit gewigtig onder* werp onder handen te neemen. Ongetwijfeld zal 'er veel zotheid voor den dag komen; doch het Publiek van Europa , dat is , de Wijzen uit alle Natiën zullen het goud van het fchuim wel weeten aftezonderen. 3o. De uitvoering van dit groote voor het menschdom over 't algemeen , en voor Europa in 't bijzonder gewigtige werk behoort tot de Db plomatie. Niet voor die , welke wij tot hier toe gehad hebben , die bekleed werd door kluchtige maats , door faletjonkers en heertjes, die nergens anders konden geplaatst worden , aan welke men de belangens der geheele Natie toevertrouwde omdat men hen buiten ftaat oordeelde, een onnozel dorp behoorlijk te beftuuren. Het groot algemeen verbond van Europa werkt een eeuwfge Maatfchappij. Het kan zijne regelen flegts op eeuwige waarheden grondvesten , en de aanftaande Diplomatiekundige, wiens beroep het verhevendfte in de waereld is, moet zeer diep denken, het rijk der hooger waarheden met een onbevooroordeeld oog overzien, en een fcherp vooruitzicht ia  ( io8 ) in de volgende eeuwen hebben. Laaten wij eenen nieuwen ïmetloozen naam voor deeze verhevene weetenfchappen uitvinden , terwijl die van Diplomatiekundige in Warfchau. . . en. . . door Charlatans ai te befpottelijk is gemaakt. 40. Het werk van dueze weetenfchap is ten hoogften belangrijk voor ieder kloekmoedig man. Wanneer hetzelve tot rechtvaardigheid zal herfchapen zijn , zal het geen gehehn meer behelzen. De bekendmaaking van alle ftaatkundige •handelingen zal , gelijk van elke andere handeling , de beste waarborg van haare wijsheid en rechtmaatigheid zijn. 41. Frankrijk opent de nieuwe verbeterde Diplomatie de baan , wanneer het openlijk aankondigt , dat het zeeën, rivieren en rotfen tot grenslcheidingen begeert te hebben, ten einde tegen alle buitenlandfche aanvallen veilig te zijn, en nimmer in de verzoeking te geraaken , om de rechten van andere Staaten te fchenden. 42. Laat ons nu verder onderftellen , dat een tweede even zo groote magt daartegen opkwam en even zo rondborstig zeide : ten einde ook mijn rijk van begeerlijkheid en vrees moge bevrijd blijven, eisch' ik insgelijks zeeën, ftroomen en groote gebergten tot grensfcheidingen, laat ons onderftellen , dat deeze magt even als Frankrijk voor zich met overleg zodanige grenfen albaakende, die haar de beste gelegenheid ter verdediging en eenen vrijën handel bezorgden , dat deeze magt in Frankrijk deeze verbetering en vergrooting van hunne wederzijdlche ligging tot de voornaamfte voorwaarde en grondlegging van den aanftaanden vrede maakten, dat zij dit wijze oogmerk bereikten, dat beide deeze Magten nu volkomen bevredigd waren, van liet overig gedeelte van Europa niets meer te eifchen hadden ; zouden beide deeze Magten niet alle haare krachten kunnen befteeden, om daar  < s«9 ) daarna de algerneene Republiek fan Europa te vestigen } 43. Eéne Magt is niet voldoende ter bereiking van dit groote oogmerk ; ook moet de grondwet van Europa geen magtfpreuk, maar een onderling verdrag, eene zelf-verkooren wet van alle Staaten weezen. 44. Zo lang als niet ten minften twee groote Staaten van Europa volkomen bevredigd, en dus zonder eigenbaat de vernieuwing en algerneene bekendmaaking van het recht der Volken bewerken kunnen , is het onmogelijk, dat de vrede van Europa duurzaam kan worden. 45. Het is ongemeen gelukkig voor Europa, 'dat de Porte zich zo vergenoegt met dat geene, dar zij in Europa bezit, dat zij van eene verwoestende, eene behoudende Magt is geworden , en Europa zich uit dien hoofde tegen haar kan beveiligd rekenen. Doch van dit tijdftip , waarin zulks plaats heeft, behoorde, vóór dat het voorbijfnelt , gebruik gemaakt te worden, om een algerneene Conftitutie van Europa daarteftellen. Hier breek ik mijne befpiegelingen af: De ftellingen , welke ik hier te borde heb gebragt, zijn uitzichten van een Waereldburger, wiens vaderland de geftarnde hemel is. Men neeme de proeve, alles in eene wiskundige orde te rangfchikken , en dan al verder te ontwikkelen : men zal ontdekken , hoe vruchtbaar en evenwel eenvoudig alle deeze grondbeginfelen zijn. Maar wij hebben ook door dezelven het we* zenlijk belang: van Europa in den tegenwoordigen oorlog gevonden. Laaten wij het nu famentrekken. Hier is het. Europa_ wenscht uit deezen oorlog eenen vrede te zien ontftaan , die den algemeenen vrede van Europa vaster helt, dan 'alle tot hier toe  ■ ( "O ) toe ftand gegreepen hebbende verdragen ooit gedaan hebben. Europa wenscht, dat alle de Ichendingen van het recht der Volken, waaraan England, Rusland en Pruislen zich ftaapde deezen oorlog hebben durven fchuldig maaken , in rijpe overweeging genoomen, en dat 'er gepaste en voldoende middelen uitgevonden worden, om het menschdom en de Volken tegen foortgelijke wandaaden te beveiligen; Europa reikhalst naar eenen vrede , die de groote algerneene Europeefche Republiek uit haaren verwarden toeftand van eene in 't alge. meen op niets dan ftilzwijgan.de verdragen berustende Maatfchappij , eindelijk tot eene uit. drukkelijk afgefprooken Maatfchappij opleiden moge 5 .... Het groote belang van Europa is, uit zijn tot nu toe zeer onzeker recht der Volken, zij. ne aanftaande grondwet , zijne algerneene Conftitutie , al was het ook vooreerst nog maar provifioneel onder de vastltelling van een aan« ftaande verbetering , te zien gebooren worden; Het belang van Europa in het Oosten is, om Poolen en Oostenrijk, deszeifs grens-bewaarders, tegen invallen uit Afiën, in Raat gcfteld te zien, dat zij hetzelve van dien kant kunnen verdeedigen en befchermen ; Het belang van Europa is , om, alzo Poolen door de onverftandige handelwijze van Europa zodanig verzwakt is, dat het vijftig jaaren ter zijner herftelling noodig heeft, aan de eisvan Europa te voldoen, door Oostenrijk, als den eenigen en laatften befchermer van deszeifs veiligheid terftond in den volmaaktften ftaat van tegenweer te Rellen; Het belang van Europa vordert, de twee Magten , die meer Ahatifche, dan Europeefche Magten rijn , naar evengelijke grond beginzelen te be-  ( "1 ) behandelen, beiden van zijne Republiek, dat is van allen invloed in de Europeefche aangelegenheden uitteiluiten , maar ook op beiden een waakend oog te houden , en Rusland nimmer door de Porte , noch de Porte door Rusland t© laaten onderdrukken. Het grootfee belang van Europa is , door den naastvolgenden grooten vrede , twee Mogendheden te behouden , die beiden even magtig worden , beiden geen éénen onbevredigde» wensch meer hebben , die beiden alle armzalige jaloezij afleggen, nooit meer hunne ftaatkundige handelingen geheim houden , die , met openhartigheid en edelmoedigheid bezield , het plan tot de Conftitutie van Europa ontwerpen en alom bekend maaken ; die zich onderling verpligten , om hunne overmagt , door hunne nieuwe eensgezindheid verkreegen , ter beteugeling van alle eigendunkelijk geweld te befteeden , en den weg van openbaare onderhandeling tot eene algerneene omhelzing deezer Conftitutie inteflaan. Europa heeft in den Oostenrijkfchen Staat êenen fteunpijlaar van zijne veiligheid , welken het niet kan laaten ondermijnen , zonder zich door de roofzucht van Rusland en Pruisfen eeuwen lang in de uiterfte ellende gedompeld te zien. Eén groot belang van Europa is, dat Frank* rijk de tweede fteunpijlaar van zijne rust wordt. Uit deeze naauwkeurige famenvoeging van het algemeen belang van Europa , volgt van zeiven, dat de tegenwoordige Coalitie tegen Frankrijk fchadelijk en onnatuurlijk is. Oostenrijk , de befchermer en de hoop van Europa , met de vijanden van het algemeen belang van Europa in een verbond, Oostenrijk door deeze trouwlooze Magten in den oorlog tegen Frankrijk bij aanhoudendheid verwikkeld te zien, ten einde hetzelve buiten ftaat te hou- den t  i 112 ) den , voor de rust en vrijheid van Enropa werk.* zaatn te zijn, is iets het welk ieder Waereldbuiger geweldig moet grieven. Indien gij derhalven! Bewindvoerders van Frankrijk ! aanfpraak wilt maaken op de dankbaarheid en het vertrouwen van Europa , dan fcheurt u af van deszeifs vijanden , weigert hun den vrede, en vertoeft niet , u met Oostenrijk te verzoenen , en met hulp van hetzelve de Conftitutie van Europa te vestigen. Holland, Denemarken, Zweeden, Saxen, Zwitzerland , Toskana , Genua, Venetiën, Spanje zullen deeze Conftitutie onverwijld ondertekenen ; Poolen zal 'er zich met de groothe dankbaarheid bijvoegen , en de Porte zal uit deelneeming aan Poolen's lot , dezelve helpen doorzetten. Wie zou nog bij zulk een voortreffelijk , magtig verbond een oogenblik kunnen twijffelen, dat de Conftitutie van Europa thans gemakkelijker , dan ooit, kan gevestigd worden ? Wie zou kunnen twijfelen, dat zodanig menschlievend plan , indien gij ilegts blijken geeft van hetzelve met ernst en oprechtheid té beöogen, niet zelfs in England, alwaar zo veel» edeldenkende mannen woonen, magtige Voorftanders zou vinden, Voorftanders, die het Ministerie binnen weinige dagen van de meerderheid tot de minderheid vernederen, en vervolgens de jaloezij van Romen en Carthago voor eeuwig als eene woestheid, uit hun. midden bannen konden } Vertegenwoordigers der Franfche Natie, zouden zodanige uitzichten in de volgende dagen uwe harten niet met een edele grootheid moeten bezielen ? Afzonderlijk belang van eenige Magten. Wanneer nu het algemeen belang van Europa , een meer duurzaame en vaste vrede, met al-  ( i.3 ) alle oprechtheid behartigd wordt, dan is hét bi zonder belang van afzonderlijke Staaten lil luk te vinden; óf het ftrookt .net het algemeen belang en i« aan hetzelve ondergefchikt Jöl hS ftrijdt daartegen. ' e liet Duitfche Rijk. Deszeifs ftaatsgefteldheid, hoe ook de Duitfche Hoogleeraaren en de vergaderingen te Redensburg daarover mogen denken, ° fa nog erl" danonvolmaakt, zijfa ongerijmd, en^ het6 zal met lang duuren of zij heeft haar einde be> reik. Alle tegenftrijdigheden in eene ftaatsge. ftedheid zijn gronden van haare onb./taïïbaarheid, zij moet van gedaante veranderen naar maate het één of ander van de te*enS dige grondbeginselen , beurtelings boven drijft. ' Duitschïand beftaat uit meer, dan driehonderd Staaten van een geheel verfchillende uitgeftrektheid ; men vindt 'er Staaten onder, die mert in eenige weinige uuren rond loopen kan, en deeze zijn vermengd met Staaten , dia vaste krijgsbenden van drie, vijf, tot dertigduizend man houden , en hebben zelfs Staaten onder zjch, die buiten Duitschïand magtige Monarchen zijn. b ° i,xu"<»r hik ' V^h Siaa r" fl" Z°nder een "itdrukkehjk, de geheele Conltitutie omvattend, verdrag rne elkander verbonden, en dobberen derhalvel tusfchen ariftokratïfche, republikeinfche en mo «archaale_ regeenngsvormen. De ware inwendige regeeringsvorm van Duitschïand is regeert Rosheid. De gehoorzaamheid der RikTS*' heeft trappen naar maate van derzelver maat en de groote ongelijkheid van magt bij £ zonderhjke Staaten maakt het onmogelik, om n plaats van de regeeringloosheid eene' wezem bjke regeering aanteleggen. De grooter' DuitH fch«  ( "4 ) fche Staaten maaken kleine voor zich beftaande Monarchiën uit, voeren of zelfs liet gezag over magtige Rijken buiten Duitschïand , en zijn vervolgens ieder uit hoofde van een ander zijdlings oogmerk en allermeest uit eene zucht tot vergrooting, aan het Duitfche Rijk gchegt, en befchouwen het voorrecht van Rijks-hand te weezen als een geringe bezitting, of zo dit het geval niet is , dringen zij zich toch, waar zij kunnen, op , in verbonden met vreemde grooter Staaten te treedon , en moeten het doen, om dat hunne verbintenis met het Duitfche Rijk hen geen volmaakte veiligheid bezorgt. In de Duitfche Staaten, wier Vorften een privïlegïum. de non appellando hebben , heeft de JNatie geen deel meer aan het Duitfche Rijk, cn de verbintenis met dit Rijk is flegts eene perfoneele verbintenis ven den Regent. De geheel magtelooze Standen zijn door de onderdrukking der grooter Standen voorbereid _, om dezelven volkomen ingelijfd te worden. Het Duitfche Rijk is een Rijk bij verkiezing en heeft erfelijke kiezers ; deszeifs Opperhoofd is de voornaamfte van alle Monarchen met opzicht tot de waardigheid , maar de geringfte met opzicht tot de inkomfteu; Staaten des Rijks voeren oorlog tegen hun Opperhoofd, den Keizer, zonder als Rebellen aangemerkt te worden. Men vindt Staaten, die mede tot Duitschïand behooren , en onaf hang]ijk zijn van het Rijk. Welke verbaazénde tegenftrijdigheden' En evenwel nog de Ichandeiijkftcn niet. De wezenlijklie wet van alle Staats - verbonden, dat naamelijk geen afzonderlijke Staat geen verbintenisfen met vreemde Mogendheden mag aangaan, dat de ééue Stand zich niet met andere Standen buiten loeftemming van het geheel verbond in bijzondere verbintenisfen kan inlaaten, heeft, gelijk, wij boven reeds hebben aan-  C i'5 )• gemerkt, bi? dit tegen ftrijdig vërboiïd niet plaats. Deszeifs Leden kunnen, waar zij maar willen, buiten Duitschïand verbintenisfen aangaan, zonder liet Duitfche verbond te verlaaten. Wie kan ontkennen , dat dit recht een ÊTi w V3n de verdeeIdh<^ van het Duitfche K*J;fcf /Wanneer een Keurvorst van Trier zich vrijwillig _ onder voordeelige voorwaarden in de befcherming van Frankrijk had willen begeeven; wanner de Koningen van Poolen uit het huis van Saxen zich aldaar erfelijk hadden weeten te ooen verklaaren, en zich daarna met Saxen van het Dmtfche Ilijk afgefcheurd hadden, zou Oostenrijk z.ch hebben moeten opofferen, om deeze fcheunngen te weeren ? Of zo wanneer men eindelijk het huis van Oostenrijk , het welk alleen aan de Keizerlijke waardigheid luister kan bijzetten, deeze voor hetzelve zo nut eW en kostbaare kroon zodanig tegen maak- Duitfche Rijk affcheurde, zou in dit geval het geheele heilige i Duitfche Rijk Oostenrijk wel kunnen noodzaaken , aan hetzelve gehegt te blijven ? Niet genoeg , dat zints tweehonderd jaaren, de Standen zich door den Godsdienst in twee hgchaamen verdeelen, waarvan het één voiftrekt met ondergefcliikt wil weezen aan het Opperhoofd van het Rijk, omdat het geen twee Godsdiensten tegelijk kan toegedaan 'zijn; niet genoeg, dat de verdeelingen der Rijks I Standen zich in veele opzichten doorkruisfen, zo dat een afzonderlijke Stand door Godsdienst, door Rijkcollegieu en door Rijks-kreitfen in afzonder-" hjke betrekkingen geplaatst is, dat deeze ondericheiden verdeeldheden alleen in regeering. loosheid overéénftemmen , en dat Leden van zodanige afdeelingen des Rijks zich willekeurig daarvan affcheuren; niet genoeg, dat afzonder! ujke klasfen van deeze Standen zich in bijzonH 2 Jders  C H Ó' ) dere verdragen of alliantiën uit eigenbelang Ie' gen de overige verbonden ; niet genoeg , dat de Keurvorst van Brandenburg geduurig alle de amptsverrichtingen van den Keizer , zijnen Opperheer, op de haatelijkfte wijze tracht uitteleggen , dat de regeeringloosheid van Duitschïand eertijds altoos door de Koningen van Frankrijk befchennd en gehandhaafd werd : alsof dit alles niet genoeg ware: nrogt j o s ephus II maar blijken geeven, dat de welvaart Van het Duitfche Rijk hem aan het hart lag, en dat hij niet in fchijn, maar indedaad Kei. zer weezen, en de weinige aan hem overgeIaatene rechten der regeering uitoefenen wilde of Brandenburg bewerkte een Poosch Bondgenootfehap tegen hem , het welk de Brandcnburgfche Schrijvers naderhand met den fchoonklinkenden naam van een verbond der Duitfche Vorften hebben beftempeld. Dit verbond, dat reeds vergeeten was, vóór nog alle -^Vorften zich bij hetzelve voegden , begint teritond met eene zeer ongegronde helling, wanneer het beweert, dat de vrijheid en veiligheid van geheel Europa van de inftandhouding der reen.■woordige ftaatsgefteldheid des Rijks wezenlijk afhangt. ö Op welk eenen losfen grond zoude de veiligheid van Europa gevestigd zijn, zo zij daarvan zoude afhangen, dat eene Conftitutie ïn ftand werd gehouden, waarin alle bedenkeli ke ouderwetfche inrichtingen en tegenifri dia. heden opëengeftapeld zijn! Het valt integendeel zeer gemakkelijk te bewijzen, dat de veiligheid van Europa op eenen veel vaster grond zoude fteunen., wanneer het duizendvoudige zaad van lweedragt en jaloezij , het welk in de Duitfche Conftitutie ligt, en door zijne Vorften aan alle Europeefche Regenten vermaagfehapt, onophoudelijk uit Duitschïand in het overig gedeelte van Europa overwaait, met wortel en tak korj uit-  t "7 ) uitgeroeid worden. Alle de Artikelen van dit tirandenburgsch Bondgenootfcbap ademen niets dan inftandhouding der Rijks • wetten , en der Rijks-Conftitutie ; maar daartoe zijn immers de Keizer, en het Rijk, en bijgevolg ook alle afzonderlijke Rijks-Standen buitendien reeds verPhgt, en dit Vorften - verbond, indien het niet m geheime Artikelen eene zijdlingfche overeenkomst, ftrijdig met de Rijks-Conftitulie, behelst, was m alle opzichten nutteloos. Toen in Poolen het Bondgenootfcbap van Targowicz gellooten werd, welks Opperhoofd den Koning meende optehitfen, ]as men ook in dit Poolfchê Vorften - verbond niets dan ijver voor de ftaatsgelteldheid des lands, voor de openbaare vrijheid , veiligheid en inftandhouding der iiijks- wetten. Ook las men 'er in dat Eu ropa's vrijheid en veiligheid van de Poolfchê ltaatsgefteldheid, van de voorlduuring der opvolging van de Poolfchê Koningen bij verkiezing en van het liberum veto , afhing. Trouwens men verhaat in Targowicz zo "goed als in Berlijn, de konst van met woorden te fpeelen. r Ook heeft Pruisfen zeer lang, fchoon vruchteloos in Warfchau alle poogingen te werk geheld, om Poolen te o verreed en; zich bij het iJuiLcue \orften-verbond te voegen. Ingevalle looien zich nu eens daartoe had laaten verleiden, hoe veel prachtiger nog zou de naam van een üuitsch - Sarmatisch vei bond niet hebben moeten klinken , en zou dit verbond — het Berlijnfche kabinet gelieve mij deeze vraag met kwaalijk te neemen — „zou dit verbond en geheel Duitschïand wel verhinderd hebben, dat Pruisfen en Rusland Poolen onder zich verdeeld hadden? De onderdrukking van Duitschïand heeft met den Westfaalfchen vrede een begin genoomen. Want II 3 dit  , ( n8 ) dit was liet tijdftip toen' de Viijheid yan twintig miiliöenen menfchen aan die van vier en f>vintig Famiiién. werd opgeofferd. Dit was het tijdllip , toen het voortrclleiijkfte voorrecht van elke Kroon, naamclijk het voorrecht, om de uiagtcloozen en zwakken te beiehermen , den Keizeren werd ontwrongen. Zedert deezen vre• de konden de Keizers niet meer beletten, dat de meefte Vorften in hunne landen de heden, de land handen en het Volk onderdrukten , en hunne onderdaanen zo despotiek, regeerden , als ooit een Koning van Frankrijk, of een Sultan in Afiën doen kon. Zcedr.rt deezen vrede hebben de Duitfche Vorken het ongereimde recht , om ook buiten Duitschïand , zonder vergunning vau het Rijk , verbonden aantegaan. Ren Duiisch Vorst kan ongeitrafd , even als het Pondgenoodfchap van Targowicz , vreemde troupen tegen zijn Vaderland inroepen, zö hij zich ilegts wacht van den naam van Keizer en rijk daar bij uit te fpreeken , doch zo hij ook al goedvond zulks evenwel te doen , wat zou hij bij zulke magtige verbintenisfen van den Rijksban te vreezen hebben ? Deeze Weslfaaliche vrede , waardoor Frankrijk Duitschïand op de lijst van geduchte Europeelche Staaten uitichrapte, en die voor de Vorften zo belangrijk is, om dat hun despotismus daarop gevestigd werd, is door Zweeden en Frankrijk gegarandeerd. De garantie van Zweeden is zints de dol..d'rihige onderneemingen van Karei XII krachteloos; endoor de tusfehen Zweeden en Duitschïand zo zeer aangegroeide Pruislifche magt, ten eenemaal als nul in het cijlfer geworden: en de garantie van ! raukrijk zullen de Duitfche Vorften uit wantrouwen legen de republiekeinfche grond begin felen, niet langer begeeren. Dit ge. val waakt hen zodanig verleegen, adat de Landgraaf  C 119 ) graaf van Hosfen Casfel in zijne Vergadering van Vorfien te Wilhelmsbad wilde aandringen, bij de Keizerin van Rusland aanzoek. Ie doen, om deeze garantie overteneemen. Niets bewijst de zwakheid van dit Rijk meer s dan 'deeze eigene belijdenis van deszèlfs Vorften, dat zij na hst luisterrijk Vorften-verbond door hen^ rnet den dagelijksch magtiger wordenden ^ Koning van Pruisfen aangegaan, nog een buitenlandfche garantie oordeelen noodic te hebben. ° Doch ook niets geeft den afkeer der Duitfche Vorften van een goede ftaatsgefteldheid fterker te kennen, dan dat zij hunne garantie en veiligheid elders; dan bij hunnen] zeif-verkooren Keizer zoeken. Duitschïand bevat buiten de Pruisfifche en Oostenrijkfche Provinciën , een uitgeftrektheid van zesduizend en agthonderd mijlen in 't vierkant, en deszeifs volksmenigte bedraagt een getal van negentien milliöenen menfchen. Balderen, Saxen, Hannover, Mentz, Trier, Keulen Brunswijk , Wurtemberg, Plesfen, Baden homden in vredenstijden honderd en twee en dertig duizend man vaste troupen, en wanneer ten tijde van eenen Rijks oorlog dit zelfde Duitschïand, met uitzondering van Oostenrijk en Pruisfen, voor een drie dubbel getal zeventig duizend man leveren moet, dan worden zij in geen drie jraren voltallig. Het ontbreekt derhalven het Duitfche Rijk niet aan kracht, om zich-zelven te befchermen en te verdeedigen , maar aan algerneene bereidvaardigheid en.' een goede ftaatsgefteldheid. De rampzalige ftaatsgeiteldheid van Duitschïand verjaagt de algerneene bereidvaardigheid ; want zij Iaat aan de grooter' Standen de keus, of zij tot de belangens van het Duitfche Rijk, dan tot die van H 4 Frank-  ( 120 ) Frankrijk, Engeland of Pruisfen willen overgaan. Slaapende Vorften! wat toch zullen garantiè'n tot uwe veiligheid toebrengen ? Hebt gij dezelve tot hier toe in de garantie van Frankrijk gemeend te vinden, dan zijt gij het fpoor ten eenemaal bijster. Gij waart voor Frankrijk werktuigen tegen uw Vaderland, gelijk Felix Potocki en Brainiki het tegen' hun Vaderland voor Rusland waren. De jaloezij van Frankrijk tegen Duitschïand verfchuilde zich onder de jaloezij tegen Oostenrijk- Deeze jaloezi. aan den éénen en het onvermogen van Irankrijk, om zonder bewilliging van Oostenrijk den Rhijn tot zijne grenfen te neemen , aan den anderen kant, waren de eigenlijke waarborgen van uwe ftaatsgefteldheid. De Koningen van Frankrijk waren te verftandig, dan dat zij Oostenrijk door eene verdeeling van Duitschïand zo veel tusfchen den Mainftroom en de Alpen zouden aanbieden, als Frankrijk tot aan den Rhijn begeerde. In de tractaaten van Welan en Oliva is de ondeelbaarheid van Poolen door Oostenrijk , Frankrijk , Spanje en Zweeden gegarandeerd. De Porte haat in voor de tractaaten van Oliva, Warfchau, Pruth en Carlowitz. Zo menigmaal Pruisfen van Poolen iets begeerde , garandeerde het deszeifs bezittingen, dit is gefchied te Welan, het is 1766 gefchied, toen Poolen eindelijk den Konings-titel aan Pruisfen bewilligde, en 1775 bij gelegenheid der eerfte verdeeling. Nimmer heeft een Staat magtiger en talrijker garants gehad , dan Poolen; zelfs had het nog eenen magtiger' garant, dan alle deeze genoemden : het algemeen noodzaakelijk belang van geheel Europa was deszeifs allerbeste garant, en nogthans is het verraaden en verlcheurd; en wie voltooide een jaar geleeden , deszeifs geheele vernietiging ? Nie-  ( 121 ) Niemand anders, dan zijne borgen en bpndgenooten. Ieder Duitsch Vorst behoorde zich te verleedigen, om alle de Staats verhandelingen tusfchen Rusland en Poolen zedert het jaar 1764 te leezen , om zijnen geest diep inteprenten , hoe alle de happen van Rusland door nabuurlijke vriendfchap , door ijver voor de vrijheid en Godsdienst , door waakzaamheid voor de welvaart van Poolen; voor deszeifs ftaatsgefteldheid en vrijheid, be/tuurd werden; hoe Rusland de garant van de vrijheid van Godsdienst der Disfidenten In Poolen werd, terwijl dezelven door hem en Pruisfen tevooren tot een ondankbaar oproer aangezet waren ; hoe het Kabinet van Petersburg in Poolen Confederatiën bewerkte, en dee« ze altoos voor het beste en grootfte gedeelte der Natie verklaarde; hoe het de Confederatie van Targowicz reeds daarvooor verklaarde, toen dezelve nog maar door drie verraaders geteekend was ; hoe het Poolen bij de eerfte ver» deeling eene regeeringsvorm opdrong, en dezelve garandeerde, om nimmer gebrek te hebben aan voorwendfelen tot deszeifs verdrukking; hoe het vervolgens op deeze regeeringsvorm een waakend oog hield 'door zijne Gezanten, door welke het Poolen deed regeeren , en zo doende het geluk en de welvaart van Poolen al meer in het oog hield , tot aan den afftand, eenen ongewaapenden en weêrloozen Rijksdag afgeperst , en tot aan den grooten menfchenmoord te Praag. De herhaaling deezer gebeurtenis zal Duitschïand ontwaaren, ingevalle het de garantie van deszeifs ftaatsgefteldheid aan Rusland opdraagt. Dan zullen 'er binnen weinige jaaren nieuwe Vorken-verbonden daargelteld worden, en onderlinge verbintenisfen van Reden , en borgen voor de inftandhouding van een vrije GodsdienstöefePI 5 ning,  ( 122 ) ning, en nieuwe gedaanten van liet beftuu.r der afzonderlijke Kreitfen, en nieuwe KeurvorTtelijke hoeden en Confederaliëu der larger' Standen , die met uitfluiting der Kéurvorften Keizers zullen verkiezen , en aanmaaningen , om de Keizerlijke Kroon aan het Oostenrijkfche huis te onttreken, en dezelve aan "Brandenburg bptedraagen , en aanhoudende betuigingen van den grootften ijver voor het geluk en de vrijheid van Duitschïand. En bijaldien zulks nog niet toerijken zoude,, om Duitschïand te verwarren , zal men onder de Cadels der Duitfche voritelijke huizen eenige flegte knaapen zoeken; • drie of vier zullen genoeg zijn — die men in de Rusfifche Armeé aanhollen , tot hooger' rangen bevorderen, betaaten en vervolgens naar lever zenden zal , om eene boven alles uitmuntende Confederatie , onder de befcherming van Rusland tot ftand te brengen. Dan moogt gij, Duitfche Vorften! uwe zevenduizend Boeken(jchrïj'vers aan het werk zetten, ik wil 'er alles onder verwedden, dat zij niet in ftaat zullen weezeu, orn te bewijzen, dat iets anders dan de Confederatie van lever het meest verlichte, het beste en groolfte gedeelte der Natie is. En waartoe zoude Rusland deeze garantie van Duitschïand ook anders kunnen dienen, terwijl het niets heeft tegen de vergrooting van eene magt , zo men hem flegts vergunt het meeste te neemen ? Het is Rusland zeer wel bewust, dat de vernietiging van Poolen , de Porte, Zweeden en Denemarken zeer moet verbitteren; dat de aan Poolen grenfende Duitfche Staaten zich even zo weinig verblijden in Rus. land tot eene nabuur te hebben; dat geheel Europa deeze Iaatfte verdeeling in alle opzichten met verontwaardiging befchouwt: bijgevolg bezit Rusland deezen roof met vrees en onrust. Het  ( 123 ) Het heeft ter bandhaaving en befcherming van denzelven maar éénen bondgenoot , naam lijk. dien die al mede geroofd heefr. Doch dit is iemand wiens . haatkunde reeds bekend genoeg is ; zó dikwerf men hem noodig heelt moet hij beiaald worden; en betaald zijnde moet men nog zeer op zijne hoede weezen, of hij zijn woord ook wel houden zal. Daar nu Poolen geheel en al gedeeld is, ligt Duiischland aan de beurt om weg gegeeven te werden, en zulks is immers alleszins gemakkelijker en aangenaamer , dan garandeeren. Zouden de Vorften van Duitschïand 'er nog wel onkundig van zijn, dat Rusland ten einde de verfpreiding der Franlche grondbeginfelen in Duitschïand even gelijk in Poolen te beletten , eenige maanden geleden den voorflag gedaan -heeft van Duitschïand in drieën te verdeelen ; in Zuid - Duiischland, 't welk het aan Oostenrijk geeven zal , in Noord - Duitschïand , 't welk het aan Pruisfen fchenkt voor eenige dienflen, jen die llusland van Pruisfen begeert , en in een ftrook lands als een Barrière, welken bij voorraad Saxen en llesfen nog zullen uitmaaken. Wat zou een Duitfche Provincie wel liever willen weezen, een gedeelte van het Koningrijk Noord- of Zuid - Duitschïand of van de voor beide kruipende Barrière ? Zouden de Vorlten van Duitschïand in 't geheel wel niet weetcn, dat Rusland deeze voorhagen niet Regts in vriendelijke termen doet; maar zelfs in geval van weigering dezelven door zijne eigene magt en door die van Pruisfen, dreigt optedringen? Wat moet Oostenrijk daarbij nu doen? Zal het, terwijl nu de last van den Franfchen oorlog alleen op zijne fchouderen ligt, zich tegelijk eenen tweeden oorlog met Rusland op den hals haaien, en liever een aanzienelijke Provincie  ( 124 ) cie op nieuws verliezen, dan eene zuid-duitfche kroon erven? Zal het na zulke zvvaare verliezen Zuid-Duitschïand onaangeroerd laaten, terwijl llusland en Pruisfen zich het bezit van Poolen en Noord-Duitschland verzekeren? Het eerfte , dringendfte belang van het Duit. fch* Rijk vordert, dat het zich dankbaarlijk voor zijnen Keizer opoffert , gelijk hij zich voor hetzelve heelt opgeofferd , en zich vast met hem te verbinden , om aan de verwoeitende noordfche ontwerpen van verdeeling een einde te maaken. Duitschïand kan wel met Frankrijk in onderhandeling treeden; maar vooral moet zijne eerfte pooging daarbij zijn, te overtuigen , dat d« oorlog van Frankrijk nu niet meer door de neergevelde Jakobijnfche , maar door de bevordering van de nog erger' Moscovifche grondbeginfelen , het bederf van geheel Europa bewerkt, Frankrijk te overtuigen, dat Europa verlooren is, wanneer Frankrijk den oorlog door buiten, fpoorige eifchen nog langer aan den gang houdt, en zich niet hoe eerder zo liever met den laatften Befchermer van Europa tot deszeifs behoud verëenigt. Wanneer Duitschïand het groot gevaar, waarin het thans verkeerd, eerlang eens geëindigd ziet, dat het dan zijne inwendige ftaatsgefteldheid onderzoeke, en begrijpe, dat alle uit Berlijn komende Vorften - verbonden niets anders zijn, dat listig aangelegde voorbereidingen tot een aanftaande verdeeling van Duitschïand, gelijk het verbond van Targowicz die van Poolen voorging. Wanneer het tegenwoordig gevaar een einde zal genoomen hebben, laaten dan de Standen van Duitschïand, met uitfluiting van alle de geenen , die een grooter buitenlandsch, dan duitsch belang hebben, of zelfs wenfchen van ver-  verdeeling koesteren , bijeenkomen , en eene betere Conftitutie voor Duitschïand ontwerpen en vervolgens hun ontwerp den Keizer en het Rijk onder het oog brengen. Pruisfen. Ik heb van de verfoeijelijke ftaatkunde van deezen Staat zelfs reeds meermaalen gefprooken , dan mij aangenaam is. Deszeifs belangens zijn gemakkelijk te ontdekken. Pruisfen heeft Oostenrijk zijne Nederlanden zien verliezen, en heeft voor zich - zeiven in Poolen eenen aanzienelijken buit gemaakt. Het verbond tusfchen Frankrijk en Oostenrijk, het welk alle de Pruisfifche Plans; tot de vergroo > ting van deszeifs bezittingen betrekkelijk, perk en paaien helde, is verbrooken. De Pruisfifche landen, die vóór deezen oorlog met opzicht tot Oostenrijk als een tegen drie gereekend werden , ftaan thans in eene evenredigheid van één tot twee, en ten aanzien van de volksmenigte van één tot vier, dus hebben zij van twee gewonnen tot vijf. Indedaad zwaare winften! De wensch van Pruisfen is nu vrede; omdat het alles heeft wat het bij deezen oorlog trachtte te verkrijgen , en de voortzetting van den oorlog zijne krachten, om den roof in Poolen te kunnen befebermen, nutteloos verzwakt. De wensch van Pruisfen is vrede, om doer verbonden en garantiën zich in het bezit van dien roof bevestigd te zien. Het zou den vrede gaarne zo willen inrichten, dat de oorlog tusfchen de overige Mogendheden nog aanhield, en Rusland genoodzaakt mogt worden , zich verder van zijne grenfen te verwi deren; want Rusland is een zeer onaangenaame nabuur. Het zou gaarne zien, tdat de Porte, Dene- mar-  C 126 ) marken , en Zweeden op Rusland los gingen; ■want in dit geval zou het zoeken voor de garantie van zijn deel 1 in Pooien, bondgenoot van deeze Magten . tegen Rusland te worden. Doch ingevalle het befpeurde, dat Rusland de overhand had, dan zou zulks eene goede ge« legenheid aan de hand geeven, om tegens eene vermeerdering van zijn gedeelte in Poolen, of tegens den afftand van flolftein , tot Rusland wederom over te gaan. Voor zulke prijzen zou Pruisfen ook nu terftond met Frankrijk tegen Oostenrijk in een verbond treeden en zich aanbieden , om de magt van Rusland tegen Frankrijk te vernielen. In Pruisfen geeft men 'er niet om, of in Europa alles het onderlte boven gekeerd wordt. On vit en atlendant le jour In journée. Men leeft wel zo udld in de waereld heen , doch komt met dit alles al eenen dag verder. Denemarken , Zweeden. Wie zou wel noodig oordeelen, om aan dee. ze Mogendheden zelfs één woord ter ophelde. ring van haare belangens te zeggen, daar zij geduurende deezen geheelen oorlog zo wél gehandeld hebben; hun gemeenfchappelijk gevaar gelijk als het gevaar van geheel Europa begrij. pen, zo verftandig alle oude jaloezij tegen elkander fmooren, en zich van tijd tot tijd naau. wer onderling verbinden? Pruisfen fmeert haar thans honig om den mond, biedt haar aan, Rusland uit Poolen te verjaagen ; doch zij zullen niet vergeeten , hoe Pruisfen deszeifs bondgenoot Poolen , behandeld heeft , dat het bij alle zijne tegenwoordige aanbiedingen de bevestiging van zijnen geheelen rooi bedoelt, dat het naar ZweedschPommeren tracht, Meklenburg inruilen wil, en zowel den mond van Elve, als dien  ( *v ) dien van de Memel, Weichfel en Oder begeert. Denemarken en Zweeden hebben bondgenooten tegen Rusland noodig; doch geene anderen dan dezulken, die zich niet laaten omkoopen. De Porte. Deeze loopt het grootfte gevaar, wanneer Rusland in het bezit blijft, van het vruchtbaare Poolen , 't welk hetzelve alle de toegangen tot' Turkijën opent , wanneer het den rug door Pruislen gedekt heeft. Het belang en de pligt van Frankrijk vordert , de Porte zulks aan het verftand te brengen, haar krach; en werkzaamheid inteboezemen, en haar in liet gebruik van haare voldoende middelen te onderfteunen. De Porte heeft eene groote zotheid begaan, dat zij 'ér niet op inhieuw, vóór kosciusko, de cuiiTius -onzer eeuw, vief. Holland. Deeze kleine Staat, die in het beloop van deezen geheelen oorlog een voorwerp van flaatkundige vrijheid geweest is , heeft aan Frank, rijk eenen nog grooteren zegepraal bezorgd met opzicht tot de algerneene denkbeelden van het zelve , dan door den roem in den oorlog behaald. Frankrijk had in Holland een partij tot vrienden , die het door eene vrijwillige keus geworden waren. Rusland . had in Poolen . zich voorlang reeds den haat der Natie op den hals gehaaid , en moest laaggeestige verraaders omkoopen, ten einde zich van de verkleefdheid eener factie te kunnen beroemen. De heirlegers van Frankrijk trokken, verzeld van Hollandfche Vaderlanders, tegen Holland op. Benden van Rusiands Kofakken belchermden de omgekogte verraaders voor het ftrafzwaard der • ° a Na.  ( ) Natie. De Franfchen beoorloogden in Holland gewaapeude krijgsbenden. De Rusfen in Poolen vermelden en verbranden weérlooze Dorpen vóór nog, «n ook geduurende den tijd, dat zij tegen heiren van Poolen vochten. De krijgslieden van Frankrijk zegepraalden en ftaken hun zwaard in de fcheds. De armeeën der Rusfen zegepraalden, en verzadigden na de overwinning haaren bloeddorst aan vrouwen en kinderen ° vermoordden in koelen bloede, na de heiren reeds overwonnen en Praag reeds ftormenderhand bemagtigd te hebben, alles wat leven en adem had; zij offerden meer dan veertiendiüzend weérlooze menfchen aan hunnen moordlust op De Franfche krijgsbenden trokken Amlterdam in , luidruchtige vreugde - oetooning omringde hen, de lucht weergalmde van een bh)d gejuich , het dankbaare Volk wilde zich onderling de één den anderen overtreffen in de zegepraalende redders gefchenken aan te bieden, en hen gemak en rust te verfchaffen. ta mer lan SïïWAKow en zijne horden trokken Warfchau in, de verflikkende damp van het in Praag nog rookende bloed ging voor hen heen; de Rille, bange wanhoop omringde hen; men hoorde niets dan de ftappen van moordenaaren en ieder werd geteld; Warfchau, dat poorten noch Reutels had, moest eenen Reutel laaten maaken , om deozelven suwarow ter hand te hellen; Warfchau, dat verguisd zijne droefheid diep in het hart moest verkroppen, Warfchau, waarin ieder inwooner uit de bergen van lijken te Praag eenen vriend, of eenen nabeftaande had op te zoeken, om deszeifs ligchaam een ongehoorde verrotting te verfchaffen, dit Warfchau moet veinzen blijde te weezen. Verblijd u , of wij moorden , zeiden de Barbaaren, en Warfchau meesmuilde met een vertrapt hart, en gaf al bevende de verze-  I 129 ) zekering , met gouden letteren gefchreeven ï aan suwarow over, dat hij de Redder was. 1 .CHKGRu de menfchelijke held, maakt in Jrio land verdragen , en houdt dezelven als een eerlijk man ; s u vv a r o w , de menfchen-moorder, belooft voor zijne intrede in Warfchau aan ieder en vooral aan de Leden der Regeering , veiligheid van perfoonen en eigendom , en doet na verloop van weinige weeken , den Koning, en de edele mannen ignithts potocki, thaddetjs mostowski , zakrzewsk1, gutakowski, en veele anderen naar de gevangenis fleepen , fleept noch alle dagen menlenen naar de gevangenis , en acht zijn woord zo weinig als menfchenbloed en menfchen kwelling. Frankrijk bemagtigt Holland, kat hetzelve zijn regeermgs. en inwendig ftaatsbeftuur i en behandelt het als eenen verbroederden Staat • Kusland bemagtigt Poolen , en verdrukt , ver' deelt, vertrapt hetzelve. Frankrijk is eene behoudende , Rusland eene vernielende Magt. Frankrijk verdient het vertrouwen van Europa, en Rusland deszeifs verontwaardiging. Welke van beide deeze Mogendheden heeft0 voor zichzelven nuttiger en heilzaamer gehandeld ? Frankrijk , 't welk eenen bondgenoot veroverd heeft die uit dankbaarheid geene infpanning van krachten te moeijelijk vinden zal, om Frankrijk te onderfteunen ; of Rusland , dat eene geheel verbitterde Natie , bij aanhoudendheid indachtig de naamen van haare vermoordde broederen in ketenen gekluisterd heeft; en alle dagen een verdiende Sicihaanfche vesper vreezen moet ? Wie kan hier in beraad ftaan van te kiezen ? Geheel Europa heeft belang in het behoud van Holland Ik voeg bij de bekende gronden nog eén , die niet minder opmerking verdient De kooplieden van Holland verwerven meer door fpaarzaamheid , dan door 't geen de eigenlijke J han,  ( ï3o ) handel hen inbrengt. Zij zijn ilaaven van hunne bezigheden , bijgevolg flaaven van geheel Europa* Men vindt de Heeren h e o p e lang na zonne ondergang zeiven nog op hunne comtoiren aan het werk , wanneer in andere handelplaatzen min rijke kooplieden reeds lang aan de fpeeltafel hebben gezeelen. Deeze geest van geregelde orde, van werkzaamheid, van fpaarzaamheid , en men moet 'er bijvoegen van eerlijkheid en trouw , die den koopman in Amfterdam kenfchelst , huisvest alleen in Holland , en is van daar in geheel Europa werkzaam door "den invloed van deezen Staal op den Europeefchen handel, Verliest Holland deezen invloed in onze werkzaamheden , dan zal de handel overal in roof, en woeker , en bedrog ontaarden , en hij zal meer nog door zedenloosheid , dan door het gemis der Hollandfche kasfen verliezen. Voor het overige is het belang van Holland gemakkeU k te bepaalen : veiligheid ter zee , veiligheid op het vaste land zijn deszeifs oogmer ken. Holland moet zich van de Engelfche dwing landij ten eenemaal los rukken , het moet alle zijn vermogens aan zijne zeemagt befteeden , om ïn Europa dat ge?ne wederom te worden , 't welk het vóór den vrede van Utrecht was. Zijn handel op de Ojstzee geeft hem eenen wenk , om met Zweeden en Denemarken verbonden te fluiten , en nimmer in den ondergang van Poolen, nimmer zelfs in de verwijdering van Poolen van de Baltilche zee toeteltemmen. Op het vaste land is Pruisfen de Staat, die eindelooze eifchen aan Holland doet, en zo het zelf geen eifchen heeft, vreemde eifchen laat opkoopen. Holland kan zich op het vaste land zonder vrienden wel eenen tijd lang verweeren, maar het kan zich nooit met een goed gevolg befchermen. Holland is tegen Pruisfen beveiligd, wanneer het de befcherming van Oostenrijk en . 3 rank-  C l3i > Frankrijk- geniet. -Nimmer echter moet de befcherming den befchermer ten last vallen. Holland moet overleggen, waardoor het de befcherming, die het noodig heeft, vergoeden kan. Frankrijk, wanneer het Holland door requihtiën uitput, berokkent zich zelve de grootfte fchade. Flolland is door zijn voorig flegt beftuur zodanig in fchulden geraakt, dat het zeer werk. zaam zijn moet, om 'er zich uit te redden." Stoort Frankrijk deeze poogingen, die de onvermoeide Hollandfche nijverheid niet te moeijelijk vallen zullen , dan is Holland voor Europa, maar ook voor Frankrijk verlooren. Kon Frankrijk met Holland alleen eene defenfieve alliantie fluiten, in deeze alliantie deszeifs nieuwe Regeeringsvorm en neutraliteit garandeeren, en deeze neutraliteit zoude door het overig gedeelte van Europa geëerbiedigd worden, gelijk het toch dezelve behoorde te eerbiedigen, zo het recht der Volken eenig gezag heeft, dan zou Flolland het best geholpen zijn, en het zou Frankrijk welhaast de behulpzaame hand kunnen bieden, in zijnen koophandel en zijne hnantiën te herftellen, 't welk de beste hulp is, die Frankrijk van Holland verwachten kan. Dat Holland , wanneer het in zijne Jaarboeken het tegenwoordig gedrag der Franfchen in zijne fteden fchetst, altoos daarbij aantekene, hoe Rusland in hetzelfde jaar te Praag moordde; dat Holland dankbaar zij! Poolen. Oudé, eerwaardige Staat! welken ieder Staatkundige Schrijver met onverftand als een voorbeeld van onzin ten toon Itelt , zonder het vreemd geweld, 't welk alleen zints eene geheele eeuw de bron van al uw zedelijk en ftaat. I a kun-  < l32 ) kundig bederf geweest is, voor de waare erl eenige ooi zaak van hetzelve te willen erkennen ; oude befchermer van Europa tegen de Moscoviters ! gij zult wederom van den dood opltaan! Gij hebt nog vrienden, die u niet kunnen verlaaten. Wees niet wederom zo voor. baarig met uwe rechtmaatige, gewettigde revolutie. Maar wanneer de dag gebooren wordt, dat gij daartoe wordt opgeroepen, fchilder' dan ïn uwe vaandels den moord, welken llusland en Pruislen tegen u gepleegd hebben , en alle de trouwelooze verbonden, die Pruislen van Wehlau af tot den 2c/te Maart 1790 toe, met u floot. Vergeet de galg van Inowraclaw nimmer ! Praag en Lucchehni moeten uwe leufen zijn! Zij onlhcllen u van alle de regelen des rechts der volken ; elke wreedheid Itaat u door deeze twee woorden tegens deeze vijanden vrij. Ja ik ben een Polak , en reken het mij op dit oogenblik tot eene eer, deezen naam van een vrij man te draagen. Mijn grijs hoofd zat mogelijk den dag van onze heilige wraak niet beleeven. Maar ik heb zoonen en kleinzoonen , deeze heb ik geleid aan den oever van de .Weichfel, die Praag en Inowraclaw befpoelt ; daar hebben zij het Vaderland en deszeifs heiligen Godsdienst befcherming, en den moordenaaren eeuwige wraak gezwooren, daar hebben zij mij gezwooren , nimmer met eenen Rus of Pruis vrede te maaken , en zo lang zij nog éénen arm, zo lang zij nog wapens en vergif hebben , deeze barbaaren van de aarde te verdelgen. ,, Wie waardig is, den naam van een Polak te draagen, die ga heen en doe desï> gelijks!" En wanneer gi] eerlang , o mijn hemelsch , mijn allerbekoorlijkst Vaderland! een zwaaren, bloedigen ftrijd voltooid hebt, welken gij nood- zaa.  ( i33 ) zaakelijk moet beftaan, zie dan uit naar een goed , dapper en verftandig vorst uit een magtig huis, dat u en hem befchermen kan, en bied hem uwe erfelijke kroon aan! zie vervol, gens onder zijne leiding uit naar verbintenisfen jegens Rusland en Pruisfchen ! wees maar eerst zelf belangrijk, dan zult gij deeze verbintenislèn gemakkelijk kunnen vintien. De geest der s oeieskie's zal in Weenen voor u fpreeken , en eigene veiligheid in Stokholm en Kopenhagen. Grondtrekken van eenen duurzaamen Vrede. Aldus noemt boissij d'anglas het tweede Deel zijner Redevoering; doch hij heeft dit onderwerp zeer kort en ter loops behandeld. Of men met Frankrijk in onderhandeling treeden kan ? — Deeze vraag kan niemand doen, die begrijpt , dat men met den Koning van Pruisfchen na de tweede verdeeling van Poolen nog onderhandelen kan. Of de tegenwoordige regeeringsvorm van Frankrijk op de zekerheid der verbonden kan ftaat maaken ? -— Deeze vraag is even zo ijdel. Wat raakt Europa de zekerheid of onzekerheid der 1 ranfche Regenten ? Eene Natiónaale Conventie fterft in éé.ien nacht niet uit ; maar een Monarch kan binnen één uur door een zwakke maag in 't graf gefleept wordeu. In Konftantinopel heeft men gezien , dat een oproer in het Serail in éénen dag den Regent veranderd heeft. pi et er 111. overleed binnen weinige dagen aan de ambeijen ; gustavus lil, viel even zo onverwachts door eenen moorddaadigen fchoot. Alle deeze toevallen kunnen eene talrijke Conventie niet overkomen. Regenten verwisfelen dikwijls en fchielijk; maar Staaten blijven in ftand. I 3 Ah  C *&4 ) Alle deeze zijdelingfche of voorbereidende vraa? gen verdienen derhalven niet , dat men bij dezelven blijft ftaan. Het Congres te Bafel , de gezantfchappen van Zweeden , Denemarken Venetiën, Genua , Poolen, Zvvitferland > Amerika te Parijs, de vrede met Toskana , het voorgevallene in Plolland hebben daarenboven alle deeze vraagen reeds beantwoord. Welke grondtrekken van eenen duurzaamen vreede heeft dan boissij d'anglas geteekend ? Ik zoek, en zoek, en vind niet meer dan één. ,, De doorgeftaane gevaaren van Frankrijk , zegt hij, de noodzaakelijkheid , om derzelver „ vernieuwing onmogelijk te maaken, het voor„ beeld van het dreigend verbond , 't welk }, Frankrijk t'onder wilde brengen , en voor een oogenblik de verwoesting in het hart van Frank, rijk overbragt , de pligt der Conventie , om „ haare Medeburgers voor hunne opofferingen „ fchadeloos te hellen, de oprechte wensch, den vrede duurzaam en bondig te maaken , dit alles verpligt Frankrijk zijne gTenspaalen verder uïitezetten, groote rivieren, gebergten en den ,, Oceaan tot zijne grensfchéidingen te bepaalen, en zich zo doende bij voorraad reeds voor een lange reeks van eeuwen te beveiligen ; voor ,,, deezen prijs kunnen de Mogendheden van Europa op eenen onfehendbaaren vrede , en op „kloekmoedige Bondgénooten haat maaken, die „ hen wel zullen weeten te bevrijden van de overmagt van twee houte gedrochten, die zich in hunne ftrafwaardjge zinneloosheid te gelijk ,, de heerfchappij over de aarde en over de zeeën willen aanmaatigen. " De vrijmoedigheid van deeze verklaaring is pv' kfeïijk. Het duiten van vrede is de gewigtïglt» aangelegenheid der volken, geen voldoends^ reden is 'er. oir; zulk een gewigrigé bezigheid ter geheime bewerking aan weinige mannen  ( i35 ) nen optedraagen. Ieder verlicht mensch behoorde bevoegd te zijn, en gelegenheid te hebben , zijn gevoelen aan dezelven bekend te maaken. Het eerfte gedeelte van deeze verklaaring behelst eene waare vertooning van het ftaatsbelang van Frankrijk. Ieder Staat kan echter dezelfde woorden mede zich toepasfen; vooral geldt zulks v^an Oostenrijk , het welk even zo bevoegd en verpligt is te zeggen : „ Onze geleden verliezen, het ,, verlies van Vlaanderen, Lotharingen, Elfas, Sileiïën, de Nederlanden, zonder te fpreeken van het verlies van geheel Spanje ; onza duure pligt, om onze op eene onrechtvaar,, dige wijze van ons rijk afgefcheurde Proyin„ ciën aan hetzelve wederom te bezorgen; de ,, noodzaakelijkheid , om meerder verliezen on,, mogelijk te maaken ; het voorbeeld van trouwloosheid, waarmede de van geheel Eu,, ropa aangenoomen' Pragmatieke Sanctie verbrooken is , het welk de verwoesting tot in ,, het hart van onze Staaten overbragt, en ,, ons een gedeelte van dezelven ontweldigde; de plicht van onze volken voor hunne op,, öfferingen fchadeloos te ftellen; de oprechte wensch om den vrede duurzaam en bondig te maaken: dit alles verpligt ons, onze grenspaalen verder uittezetten, groote rivieren , gebergten en den Oceaan tot onze ,, grensfchéidingen te bepaalen , en ons zo' „ doende bij voorraad voor een lange reeks' van eeuwen tegen eiken aanval te beveiligen. Voor deezen prijs kan Frankrijk, op fi eenen onfehendbaaren vrede met Oostenrijk, ,, en Europa op eenen piagtigen en kloekmoedigen befchermer van den algemeenen j) vrede ftaat maaken." Maar hoe kan Frankrijk op eenen wezenlijI 4 ken  ( i36 ) ken vrede ftaat maaken, wanneer hetzelve in het hart van de geenen , met welke het den vrede fluit, de grievende fm art van een verlies vereeuwigt? fredrik de Ilde heeft , zo lang als hij regeerde, geen een ftuk lands op eene rechtmaatige wijze verworven; alles was overweldiging. Kan een geweldenaar, die eerst verdragen , verbonden , volks - rechten Ichond , zich verbeelden, dat de verdragen en verbonden, die hij naderhand anderen ter handhaving van zijne overweldigingen afperst , vaster zullen weezen , dan de geenen waren, die hij, door zijne overweldiging verbrak ? Bragt dan nu fredbh. zich-zeiven daardoor niet in de noodzaakelijkheid, om, terwijl hij op bondgenootlchappelijke veiligheid volitrekt geen haat kon maaken , zijne eigene veiligheid te zoeken in altoos gereed ftaande en de krachten van zijne Staaten fchier te boven gaande krijgsbenden ? Is deeze innerlijke overtuiging van Pruisfen , wanneer het zijne bezittingen overziet, dat Cleeve , Oostfriesland, Silehën, Voor Pommeren , West- en Zuid-Pruisfen met geweld geroofde bezittingen zijn , niet de bron van een altoosduurend wantrouwen, en tevens van de wispeltuurigheid zijner Itaatkunde ? Zou wel het thans zo verzwakte Frankrijk zich door de benijdde veroveringen in denzelfden ongelukkigen ftaat van eenen roover willen hellen, die zijnen roof dag en nacht bewaaken moet ? En kan Frankrijk zich een oogenblik verbeelden, dat het zonder toeftemminoen medewerking van Oostenrijk iets wezenlijk tot de welvaart van Europa zal kunnen aanbrengen ? Onderftelt eens , dat Europa zou kunnen toeftemmen, dat Frankrijk groote rivieren, zeeën en den oceaan ten koste vaa andere Staaten tot zij-  C *37 ) zijne grensfchéidingen bepaalde; want Frankrijk wil toch niet terug wijken tot aan de Rhone en Saone ; onderfteld nu , dat Europa zulk eene magtige vergrooting van Frankrijk bewilligde : hoe toch kan Europa verzekerd zijn, dat Frankrijk niet van eene Republiek wederom tot eene Monarchij zal overgaan ? In dit geval zal de overgang van de Monarchij tot het despotismus des te fneller gefchieden , naar maate ae uitgeftrektheid van Frankrijk grooter zal weezen. En dan helle men zich eenen doldriftigen sarei XII op den troon van Parijs voor , dan is Europa met ellende en bloedvergieten opgevuld. Alle uw« plegtige eeden , Mannen van de Nationaale Conventie! doen niets aftegen dit zorglijk vooruitzicht, Het lev«n van eenen ftaat duurt , gelijk ik u reeds gezegd heb, duizend jaaren, en als het hoog loopt vijftienhonderd jaaren. Zo verre moet Europa vooruit zien, wanneer het voor u zulke gewigtige opofferingen doen zal. Europa heeft Frankrijk, ten allen tijde, behalven wanneer l o d e w ij k de XIVde • hetzelve noodzaakte het tegendeel te denken als een fteunpijlaar van zijne vrijheid befchouwd. Maar ik heb u boven beweezen, dat Europa even zo wel een tweeden fteunpijlaar noodig heeft, die Oostenrijk is; en gij weet uit de Bouwkunde , dat , wanneer twee fteunpijlaaren niet even vast en onwrikbaar ftaan, het gebouw op den één alleen rust , denzelven verdrukt en dus inkorten moet. Hoe goed gij derhalven ook uw belang bereekend hebt, behoort echter dit nog daarbij, dat gij alles wat gij wilt bemagtigen , zodanig bemagtigt , dat ieder, dien gij" het wilt ontneemen, (chadeloos geheld wordt, en dat 'er vooral bij Oostenrijk geen zweem van Ongenoegen overblijft. I 5 En  ( i38 ) En liet tweede gedeelte van uwe verklaaring , te weeten, uwe belofte, van de twee vijanden van Europa voor deezen geè'ischten prijs kloekmoedig te zullen beftrijden , —3 neemt liet eenen grijzaart, die zich fchaamen zoude te vleijen, niet kwaalijk , dat hij vrijmoedig fpreekt .' — deeze belohe is fnorkerij, zo lang als gij niet volkomen verzekerd zijt van Oostenrijk geholpen te hebben uit die verlegenheid , waarin het zich genoodzaakt vindt ,^ voor de algerneene welvaart van Europa werkeloos te zijn. Gij kunt nog oneindig veele verwarringen in Europa aanrechten, wanneer gij u tegen uw eigen belang en tegen het belang van geheel Europa, zo naauw met Pruislen verbindt. Gij zult niet het minste goede uitvoeren zonder de medewerking en hulp van Oostenrijk. Elke ftap derhalven , welken gij doet, om den vrede te bewerken , is, vóór gij u wegens de menigvuldige beledigingen , welke Oostenrijk u verwijten kan, met deeze Staat wederom verzoend hebt, en onöverlegd en onverftandig. Deeze verzoening is uwe zaak , gij moet daar toe de eerfte happen , en voorhagen doen, die even zo wel de belangens van Oostenrijk, als uwe eigene beöogen. Wat dit wel voor voorhagen konden wee. zen? Gij hebt kundige mannen genoeg, om de* zeiven optegeeven. Zij behoeven niet verre gezocht te worden; eene naauwkeuiige befchouwing van het algemeen belang van Europa geeft dezelven aan de hand. En wanneer gij vader Sijrach de eer aandoet , om deezen Epistel onder de Leden van de Natiónaale Conventie ter beproeving uittedeelen: zal hij zo vrij weezen, fpoedig wederom aan u te fchrijven. Dat  ( i3o ) Dat de welvaart van Europa u beftuure ; van haar hangt het behoud en het geluk van Frankrijk af. Vaart wel.'  DRUKFEILEN. Pag. 4 reg. i fiaat zal lees te - — 27 vzn — van — 5 — 12 — ten lasten — den laffen ■ ■ 21 — een —> den * — 4 van ond. ——■ D'anglois — D'Anglas — 8 —- 3 de het 1— 9 4 < maar -— naar 1 —— 11 van ond. moet' — met — 10 5 afgedaald —- afgedeeld 1 — 5 van oru3- hedendaagfche - hedendaagsch — 12 — 13 zijnbekrach zijn leven bt- tigd krachtigd 1 — 26 -— ven van < 30 van —— der — 14 5 plaats _ Paltz ' 1 * Sapita — Sapieha 1 2 van ond. —■ moet - Weet — 16 10 van ond deSaxer,den— denSaxerde» 23 —- 23 nieuwig — nieuwe  I  91