JAC. v. ZOELEN BOEKBINDER KANAALSTRAAT 8 AMSTERDAM-W. TELEFOON 8 3 4 7 0  01 1020 8790 UB AMSTERDAM  BEKNOPTE GESCHIEDENIS DER GEHEELE STAATSOMWENTELING I N FRANKRIJK- TWEEDE DEEL, behelzende het vervolg van het eerste jaar der frans c he vrijheid. mrtaaling uit een Hoogduitsch Gefchrift door den beroemden Heer campe uügegeeyen.) met plaaten. te AMSTERDAM, B>j JOHANNES ALLART. m cc se ii   Van den vierden Augustus af ging de Natioiiaa» le Vergadering veel fpoediger voord in 'haare be» zigheden , die tevens meer afdeeden en uitgeftrek» ter waren dan vóór deezen tijd: in plaats van één werden 'er dagelijks twee zittingen gehouden: het grootfte gedeelte van den tijd werd belteed aan de debatten over de nieuwe Staatsgefteldheid, te weeten aan het voordel en de ontlceding 'derrechten van den mensch; de bepaaling van dezelven zou de Conltitutie, waarover men 't nu ééns Was geworden, voorafgaan, en deezen zouden, als 't ware, den voorgevel vormen van het groot nieuw Staatsgebouw , het welk , met denzelven Verbonden, den grond zoude leggen tot een nieuwe orde, tot eenen nieuwen ijver Voor de algemeene welvaart, en door deeze wederom tot der» bloei, het geluk, de magt en grootheid des Rijks. De volgende zeventien ftellingen zijn een werk van bijna agt dagen, en men kan met waarheid zeggen , dat geen woord , ja zelfs geen woord* fchikking gebezigd en ter ntder gefield is, zonder Wèl overdacht , verklaard , door de' meerderheid goedgekeurd, en vast bepaald te zijn; II. D E EL. A.  4 STAATSOMWENTELING I. „ De menfchen worden vrij en niet evengelijke „ rechten geboren, en blijven vrij,en in het bezit „ van deeze rechten. De maatfchaplijke onder„ fcheidingen kunnen niet dan op de algemeene „ welvaart gegrond zijn. II. „ De bedoeling van elke maatfchaplijke verbintenis moet weezen inftandhouding der natuur- „ lijke en onvervreemdbaare rechten van de menschheid: deeze rechten beftaan in vrijheid» „ veiligheid der eigendommen, algemeene zeker- „ heid, en het vermogen om zig tegen verdruk- 3, king te kunnen verzetten. BEL „ De hoogfte magt berust wezenlijk in dea „ boezem der Natie : geen bijzonder ligchaam, „ (corj&/)geen afzonderlijk perfoon,kan de minfte „ magt hebben en uitoefenen , zo dezelve niet „ uitdrukkelijk door haar aan hem opgedras, gen is, ' IV. „ Vrij zijn is, alles te kunnen doen, waardooi  , IN FRANKRIJK. $ ,, niemand, hoe genoemd, benadeeld wordt: bij „ gevolg heeft het genot van de natuurlijke rech,, ten bij ieder mensch geene andere paaien, dan „ die, welke aan de andere leden het vrij genot „ van dezelfde rechten verzekeren: deeze grenslij „ nie kan alleen door de wet bepaald worden. V. „ De wet alleen heeft het recht, om daaden te ,?sverbieden, welke de maatfchappij kunnen be„ nadeelen. 't Geen de wet niet verbiedt kan niet belet, en niemand kan gedwongen wor„ den , om te doen wat zij niet uitdrukkelijk „ beveelt. VI. „ De wet is de Item van den algemeenen wil! „ ieder Staatsburger heeft het recht, om in per,, foon of door vertegenwoordigers medetewer* „ ken, wanneer de wet gevormd wordt; zij moet „ voor allen een en hetzelfde weezen; zij mag „ befchermen, of Itraffen dreigen ; vermits alle „ Staatsburgers naar' de Wet gelijk zijn, hebben ,, ook allen, naar maate van hunne bekwaamhe„ den, een recht en den toegang tot alle open„ baare waardigheden , bedieningen en amten , zonder den minften voorrang, dan die uit der„ zeiver deugden en begaafdheden voordkomt. A a.  4 STAATSOMWENTELING VII; „ Niemand kan befchuldigd, gevangen genomen, of in hechtenis gehouden worden, dan alleen in de gevallen,, welken de wet bepaald, „ ejo op die manier', die zij voorgefchreven heeft: „ wie aanzoek doet om willekeurige bevelen, „ dezelven vervaardigt,, uitvoert en doet uitvoe„ ren, moet geftraft worden; doch elk Staatsbur„ ger, volgends de wet gedagvaard of gevat, moet „ oogenbliklijk gehoorzaamen: wederfpannigheid „ maakt hem ftrafwaardig, VUL „ De wet moet geene andere ftraffen vastflel3, len, dan die volltrekt en blijkbaar noodzaake„ lijk zijn ; en geen misdaadiger mag geitraft 3, worden, dan uit kracht van een vastgeftelde n en voor begaane wandaad bepaalde en duidelijk „ afgekondigde wet. IX, „ Daar ieder mensch onderlteld wordt zo lang „ onfchuldig te weezen, tot dat zijne fchuld be„ wezen is, moet, in gevalle men zijne. gevan„ genneeming noodzaakelijk oordeelf, alle nood„ looze harde behandeling , 'die men daarbij te9, gen hem uitoefent, zeer ftreng door de wet „ verboden woyden.  ÏN FRANKRIJK. S „ Niemand kan wegens zijne gevoelens, zelfs „ niet wegens godsdienltigen , lastig gevallen „ worden ; onderfteld , dat deszelfs openbaare .,, oefening de algemeene rust niet ftoort, welke J3 die wet heeft vastgefreld. XL De vrije mededeeling van gedachten en ge„ voelens is een van de dierbaarfte rechten van ,, den mensch : uit dien hoofde kan ieder Staats„ burger vrij fprceken, fehrijven en laaten druk- keil, evenwel onder die voorwaarde , dat hij „ in.alle gevallen, die door de wet bepaald zijn, „ verantwoordelijk is wegens het misbruik dee- zcr vrijheid. XII. „ De inftandhouding der rechten van den mensch en den Staatsburger maakt eene open„ baare magtoefening noodzaakelijk : deeze „ magtoefening is derhalven ten voordeele van „ allen ingefteld, en niet tot het bijzonder voor„ deel der geenen denwclken dezelve is toebe„ trouwd. XIII. 4, Ter onderhoudinge van deeze. openbaare magt->  é STAATSOMWENTELING oefening, en tot goedmaaking van de kosten s die het bewind vereischt , is eene algemeene fchatting volltrekt noodzaakelijk, en deeze moet ,, over alle Staatsburgers , naar maate van hun vermogen, evenredig verdeeld worden. XIV. „ Ieder Staatsburger heeft het recht, in per„ foon of door vertegenwoordigers, de noodzaake- lijkheid van eene algemeene fchatting te onder- zoeken; dezelve vrijwillig toeteltaan; over der„ zeiver gebruikmaaking een waakend oog te hou9J den, en de hoeveelheid, de verdeeling, de in- vordering en de duuring vaa dezelve te bepaa* » len. XV. „ De Maatfchappij heeft het recht, om van ie* „ der openbaar Amptenaar rekenfchap van zijn be^ „ fluur te vorderen. XVI, „ Geen Maatfchappij, bij welke de handhaving der rechten niet vast bepaald, noch de juiste 9, verdeeling der onderfcheidene magtoefening „ niet duidelijk bepaald is , kan zig van eene „ Qrondwettigt ftaatsgejleldheid beroemen.  ÏN FRANKRIJK. ? XVIL „ Het recht van eigendom onfchendbaar en hei„ lig zijnde, kan niemand daarvan beroofd wor„ den, in zodanige gevallen, wanneer eene algc,, meene , klaar - beweezene noodzaakelijkheid „ zulks vereischt , voorbehoudens evenwej altoos eene wcl-geëvenredigde, voorafgaande, „ fchadelooshouding," Het zou moejelijk vallen, om het ftelfel van de rechten van mensch en burger, in betrekking tot de groote ftaatkundige burger - maatfchappij zelve , over 't algemeen treffender , korter en zaaklijker opteflellen , dan hier in deeze zeventien artijkelen gefchied is : wanneer eenigen van dezelven te bovennatuurkundig fchijnen te weezen , dan dat zij, zo als zij zijn , met voordeel op eene Staatsgefteldheid , die werkelijk zou gegrondvest worden , zouden kunnen toegepast worden; wanneer anderen te algemeen zijn , om de afzonderlijke wanorden , die in de maatfchappij onvermijdelijk zijn , afteweeren ; wanneer nog anderen zelfs zodanige wanorden moeten veroorzaaken, wanneer weder anderen flechts voor de jeugd der wereld en voor de kindsheid eener Natie fchijnen gefchikt te zijn ; en wanneer eindelijk het Geheel alleen theoretisch opgefteld is, en van vooreu befchouwd weldaadig fchijnen kan, zonder praéticaal afgetrokken , vergeleken , gcA 4  8 STAATSOMWENTELING vormd en beproefd bevonden te zijn, dan moet men bedenken , dat een Staatsgebouw, gelijk bet bedoelde , niet zonder grondlegging kon opgehaald worden; dat de grond, die 'er gelegd is, üitgeftrekt en diep uitgegraven moest worden; dat de hier gefchetfte zulks indedaad is, en men bijgevolg zonder dwang en vrees voor vastigheid en ruimte, verder daarop bouwen en het gebouw zelf er zo gezond, gemaklijk en duurzaam inrichten kan, als men wil; en dat eindelijk de Vergadering zelve verklaard heeft, dat zij in het verder beloop van haaren arbeid aan het Staatsgebouw zelf, op de voordeden en gebreken van deezen ceriten aanleg terug zien., verwerpen wat van geen nut, bevestigen wat goed en gebruikbaar is, en zo doende over en weer theorie met de practijk vergelijken, de één door de andere verbeteren, en eindelijk beproeven zoude, om een werk tot Itand te brengen, het welk voor haare Natie een bron van rust en geluk zijn, en tevens voor deeze rust en dit geluk borg ftaan zoude. De Nationaale Vergadering was geduurende het opftellen deezer Hukken, met eenen ijver, en , over het geheel befchouwd, met eene eensgezindheid bezield geweest, welke een vooruitzicht gaven, dat zulks ook bij de volgende verhandelingen ftand zouden grijpen : men ging nu tot het ppftellen van de Conftitutie zelve, onmiddelijk na de zitting, over, waarinde bepaaling dej: rechten  IN FRANKRIJK. van den mensch en den Staatsburger geëindigd was. De Commisfie aan welke men opgedragen had, de grondlegging van de Conditutie ter neÊr te (lellen, had haar werk nog niet voltooid , het welk echter den volgenden dag gefchieden zou, als wanneer zij de ccrfle Hukken van 'dezelve zoude overgecven ; doch men deed den voorflag , om dat geenc zamentevoegen , wat in de Cahiers (*) over dit onderwerp gewenscht en gelast wierd , en hetzelve aanteneemen , alzo het op zigzelf de begeerte der Natie behelsde : men las 'er een uittrekfel uit voor, 't welk de eerlle Prefident (f) gemaakt had, en waarvan de eerfte Hukken de iVanfche regeering voor monarchaal verklaarden, en den Koning de uitvoerende magt en de bevoegdheid, om de hefluiten der wetgeevende magt te bekrachtigen, toekenden en indedaad aan hem opdroegen; maar welhaast Hond de volkspartij op, en verklaarde , dat zodanige zamenvoeging der Cahiers de Conflitutie zelve niet konde vormen; dat de aanwijzingen, daarin opgegeven, niet dan flechts de doffe daartoe opleverden; dat het eerde werk, 't welk de Natio- (*) Voor min kundige Leézers merkt de Schrijver hierop aan, dat deeze Cahiers, of kleine boekjens de fchriftlijk beredeneerde volmagten behelzen, welken den Gevoltnagtigdeu van hunne Afzenders , pis eene aanwijzing en richtfnoer toegezonden zijn, (f) CLERRIOiNT TONNERRE. A 5  £0 STAATSOMWENTELING naale Vergadering onderhanden neemen moest, het plan van de Conditutie was, 't welk men aan de bovengemelde Commisfie had opgedragen ; en eindelijk , dat ingevolge de geheele orde in het onderwerp en in het beloop der gedachten , de wetgeevende vóór de uitvoerende magt, evenals de wet zelve vóór de uitvoering der wet, nood» zaakelijk moest vooraf gaan. Beide partijen waren daarover in eene hevige woor Jenwisfcling geraakt, toen 'er een brief van necker in de Vergadering gebragt werd, die 'er een einde van maakte: den voorigen dag had hij reeds door een ander fchrijven kennis gegeven , dat zijne onpasfelijkheid niet toeliet, in perfoon voor haar te verfchijucn , maar dat hij een opftel over den dringenden ftaat der financiën zoude bezorgen; dit opftel werd nu gebragt en voorgelezen : necker gaf daarin te kennen , dat de geldleening van 'dertig millioenen geen voordgang had , en wel om die reden , dat de Nationaale Vergadering de intresten van vijf tot vier en een half had verminderd, in eenen tijd, waarin de Capitalisten zes ten honderd winnen konden , daar zij wel zoude tot ftand gekomen zijn , bijaldien zijn plan ftiptlijk en geheel gevolgd was, alzo men 'er reeds zodanig vertrouwen op had gefteld, dat een enkel perfoon voor een millioen getekend had ; het openlijk credit was derhalven verloren, en wel alleenlijk , om  IN FRANKRIJK. ïi dat de Nationaale Vergadering van een ander gevoelen was geweest, dan hij, in eene zaak, waarin het algemeen vertrouwen zijn gevoelen als voldingend geoordeeld, en niet verwacht had, dat men zijne voorflagen veranderen en verbeteren zoude. In deezen dringenden tocftand van zaaken waagde hij 't , om nog één plan optcgceven , inhoudende eene nieuwe geldleening van tagtig millioenen , die half in gereede penningen en half in koninglijke effecten konde bijeengebragt worden. Dit opftel was in eenen toon en met eene in» fchikkelijkheid en hartlijkheid, doch ook tevens met zodanig een overleg en kunde gefchreven , dat alle de leden der Vergadering daardoor moesten overgehaald worden, en indedaad overgehaald werden, om hunne Hemmen daartoe te geeven : men bewilligde niet alleen in de geldleening, maar liet het ook aan den Minister der Financiën over, om de manier van de ontvangst te bepaalen; het Geheel naar zijn eigen goedvinden te fchikken en de fom bijeen te brengen — hier was het, dat necker zig in het algemeen vertrouwen der Nationaale Vergadering mogt verheugen ; want ook de geenen, die het plan tot de geldleening % van dertig millioenen veranderd hadden, zelfs m irabeau, kwam 'er fterk voor uit, dat men alles aan hem moest overlaaten , en dat in dit geval sdleen de nieuwe geldleening niet mislukken kou»  Ü STAATSOMWENTELING De zegepraal, welken hij ditmaal zelf aan necker bezorgde , had zekerlijk zeer natuurlijke oorzaaken, waarvan de voornaamftc was: ,, dat het volle over het mislukken der eerfte geldleening algemeen misnoegd was, en zulks niet toefchreef aan den Minister der financiën, maar aan de geenen, die zijn plan hadden willen ver« „ beteren." Reeds eenige dagen te vooren had mirabeau bij eene gelegenheid, die eenigzins gezocht was, daarop aangedrongen, dat de manier van iedere geldleening zonder de fflinfte bepaaling aan de uitvoerende magt moest overgelaten worden: men ziet, hoe goed hij de kunst verftond om iemand tot de verandering van zijn gevoelen voortebcreiden , om hetzelve alsdan, wanneer het daartoe kwam, minder vreemd te doen voorkomen; doch men ziet ook, dat hem alleen dat geene nader met necker vereenigde, 't welk de liefde des volks jegens hem had kunnen verminderen , en dat hem deeze liefde des volks tot dat geene, wat hij wilde doen, zo onontberelijk was, als necker dezelve wegens dat geene , wat hij had gedaan, volkomen bezat; men ftond derhalven den Minister eene foort van gezach in het Financie - wezen toe, het welk hij misfehien zelf, na 't geen 'er was voorgevallen, niet verwacht had, maar juist om die reden hem des te meer tot eer verftrektc. Het is ontegenzeggelijk, dat dit geval het nationaale credit deed herlee* sren en mede de oorzaak was van het enthufias-  IN FRANKRIJK. i3 mus, waarmede in de eerstvolgende dagen Staatsburgers uit alle Manden en van beide fexen , als om ftrijd , toefchooten , om het Vaderland met vrijwillige gefchenken te onderdennen. Zodra deeze zaak afgedaan was , hervattede de Nationaale Vergadering haare bezigheden betrekkelijk de Conftitutie : de voor dezelve aangeftelde Commisfie gaf de zes eerde Hukken daarvan over: zij waren de volgende: I. „ De regeering van het Franfche Rijk is monar„ chaal. In Frankrijk heeft geen gczach plaats „ boven dat van de wet: alleen door deeze „ heerscht de Koning, en zo hij niet uit naam; ,, van de wet bevelen geeft, kan hij geene ge„ hoorzaamheid eifchen. II. „ De Natie kan geene verordening voor wet„ tig erkennen, indien dezelve niet door haar of „ haare Vertegenwoordigers bewilligd , en door „ den Koning bekrachtigd is. III. „ De hoogde uitvoerende magt berust alken ia de handen des Konings.  T4 STAATSOMWENTELING IV. De Koning mag de gerechtlijke fnagt niet „ uitoefenen , en de Rechters aan welken dezelve „ is toevertrouwd, kunnen binnen den tijd, door de wet bepaald, niet van hunne amten ontzet worden, dan door de wet. V. „ Het recht op de Kroon is ondeelbaar en ervelijk van fpruit op ïpruit, van manlijk op manlijk oir , volgends het recht der eerstge- j, boorte : de vrouwen en haare aframmelingen „ zijn daarvan uitgefloten. VI. ,, De perfoon des Konings is onfchendbaar en heilig , maar de Ministers en de overige Verte,, genwoordigers der Koninglijke magt zijn verantwoordelijk voor alle inbreuken , waaraan J5 zij zig tegen de wetten fchuldig maaken, men „ moge hun bevolen hebben wat men wille." Het eerfte Huk gaf reeds gelegenheid tot zeer hevige debatten: de volkspartij begeerde, 't welk zij te vooren ook al had te kennen gegeven, dat de Conftitutie niet met de uitvoerende, maar met de wetgeevende magt begonnen, en de vor-  IN FRANKRIJK. ffling der diftriften en Municipaliteiten, als de wezenlijke deelen van elke nationaale magt, eerst Vast bepaald moest worden: doch zij werd voor deeze maal overftemd en de orde bleef zo als de Commisfie dezelve had goedgevonden: vervolgends werd het woord monarchaal een onderwerp der debatten en bleef het ook, met eene elk 00genblik toeneemende drift, langer dan twee uuren, na verloop van 't welken wel ieder vermoeid, doch niemand met den anderen ééns geworden was — men floeg een menigte van nieuwe opftellen van het eerfte (luk voor, die deszelfs woorden en bijgevolg ook deszelfs inhoud duidelijker bepaalen, en de gevaarlijke uitleggingen , waarover de volkspartij een zwaar hoofd had , onmogelijk maaken zouden : het volgende van zekeren Heer rousier opgegeven, kwam het meest tegen het eerfte in aanmerking: ,, Frankrijk is een monarchaale Staat, waarin ,, de Natie de wet geeft, en de Koning de„ zelve uitvoert : deeze afzondering der „ dubbele magtoefening is het wezenlijke „ ftuk van de Conftitutie der Franfche Mo„ narchij. " Hierover ontftonden wederom de hevigfte debatten, doch 'er werd niets beflist : de meerderheid was altoos nog voor het opftel van de Commisfie: vermits het echter een duidelijk be-  16 STAATSOMWENTELING paald ftuk van het Reglement was, dat elk voor* ü-el , betrekkelijk de nieuwe Staatsgesteldheid , de debatten van drie-zittingen moest uithouden: werd beflooten , om dezelven tot den volgenden dag uineftcllen: men was ook den anderen dag indedaad bezig , om ze wederom te hervatten, toen de Vicomte de noailles, wiens beurt het was te fpreeken , een ander voorftel deed , met verzoek , om dit, aleer men verder voordging , te onderzoeken en aftedoen: het beftond uit de volgende vier ftukken. I. „ Men zoude opgeeven en verklaaren wat ,, men door de Koniuglijke bekrachtiging verftond. ir. „ Men zoude beflisfen, of dezelve bij eigen.,, lijke wetten wel noodzaakelijk was. III. ■ „ Men zoude bepaalen , of de Nationaale Ver„ gadering beftendig , dan bij afwisfeling ,, moest gehouden worden, en IV. „ Of zij één ligchaam blijven , dan of zij in „ twee huizen moest verdeeld worden. " Dit  IN FRANKRIJK. 17 Dit voorftel werd door de volkspartij ijverig bnderfteund en met veel drifts opgevat; zij kon echter thans mede haar gevoelen niet doorzetten: reddon en espremenil bragten bij deezë gelegenheid grondbeginiëlen aan den dag t welken voor de eerstbevochtene vrijheid op zigzelven niets gevaarlijks inhielden; doch met opzicht tot de belangens , die beiden , vooral de laatstgenoemde , door de volkspartij, met of zonder grond .(dit is nog duister) befchuldigd werden, te voeden en te onderftcunen, wezenlijk als gevaarlijk genoeg konde uitgelegd worden. Mirajïeau zelf fprak espremenil aan, en duwde hem,: toen hij zig bij zijne Helling op het gczach der Cahiers beriep , de bekende fpotrede toe: „ Indien de Cahiers, in plaats van onze gevoelens ,, te leiden, dezelven zouden binden, dan had ,, de Heer vak espremenil beter gedaan, ,, zljhCahier Hechts in de Vergadering te zenden, ,, en wij zouden het genoegen niet gehad heb- ben, van hem te hooren fpreeken: " de Vergadering eindigde wederom, onder hetzelfde voorwendt, als de voorige. De verhandelingen der Nationaale Vergadering hadden federt eenige dagen , omdat zij vari het grootfte gewigt waren, de oplettendheid van geheel Parijs, doch vooral der Patriotten van het Paleis Royal gewekt, en dezelven altoos in beweeging gehouden: bij de ftrengheid, waarmede II. DEEL. B  f8 STAATSOMWENTELING dc genoemde Patriotten eiken flap , die de min> fle inbreuk op de vrijheid koude doen , beoordeelden, moest hun voornaamlijk liet voorftel. en de bcflisfing der vraag over de koninglijke bekrachtiging der wetten gewigtig voorkomen: volgends hunne denkbeelden van de vrijheid , had de Koning met het opftellen, en derhalven ook met de bekrachtiging der wetten, volftrekt niets te doen , maar hij moest alleen zorg draagen voor derzelver uitvoering: toen zij nü zagen, dat de leden der Nationaale Vergadering , die met hun van éen gevoelen waren , dk niet konden doorzetten , kwam 'er een wantrouwen tegen hunne tegenpartij bij hen op, het welk des te zorglijker en onftuimiger werd, toen zig lieden onder dezelven als overwinnaars toonden , die bij ieder als vrienden van de thans verdrevene Arittocraaten bekend ftonden : nadat de laatfte verhandeling der Nationaale Vergadering in het Paleis lloyal bekend werd gemaakt , en men bijzonder den naam van espremenil daarbij noem-, de , geraakte alles in rep en roer: uit hoopen van honderden, werden welhaast zamenrottingen van duizenden; verdenking veranderde in zekerheid, en zekerheid in daadlijkheden: men meende overtuigd te weezen, dat de nog niet vernielde ariftocratifche flang nieuwe hoofden in de Nationaale Vergadering uitflak; men ftrooide uit ent geloofde, dat in dezelve een getal van meer dan vierhonderd leden zig zamen verbonden had-  IN FRANKRIJK. den, die de Natie langzaamerhand aan de Voofige keten leggen en thans bij de voldinging van 's Ko* nings voorrechten , dcnzelven door de meerder* heid van. (temmen middelen verfchalfen wilde, om de oude (taatsgefteldheid allengs wederom intevocren. Op het oogenblik , waarin deeze overtuiging , of van zeiven opgevat, of door aanftooking medegedeeld, de hoofden bemagtigde, verloorcn zij ook het evenwigt , en vervielen tot de gedachten van geweldige maatregelen daar tegen te beraamen: een kring van het Paleis Royal, wiens middenpunt de Marquis van st. huruguE was, (telde een gefchrift, ondertekend door den Marquis en door nog andere mannen, aan de Nationaale Vergadering op,zijnde van den volgenden inhoud: „.Men-had z"eer wel kennis van het „ gevaarlijk complot, 't welk de koninglijke be„ krachtiging wilde doorzetten , alsmede Veele „ andere befluiten die de oude gefmoorde Aris„ tocfatie wederom konden doen herleeven; men „ (tond echter ook reeds gereed, om, indien dit „ complot zijn oogmerk bereikte, twintig düi-» „ zend man op de been te brengen , die de ,, kasteelen verlichten (*) en den Gcvolmagtig„ den, die het vaderland wilden verraaden, het „ lot van berthier en foulon berokkenen (*) Etlairer les clulteauX. Ba  ito STAATSOMWENTELING „ zouden, enz. " Dit gefchrift werd den Preiidcnt ter hand gefield en ten zelfden tijde ontving lally-tolendal eene bezending mede uit het Paleis Royal,. die. verklaarde : „ Dat zij „ hem voor eenen goeden Staatsburger hielden, „ en uit dien hoofde ook aan hem gezonden „ waren : zij hadden door deeze zending den „ aantogt van twintig duizend gewapende man„ nen verhinderd, die het befluit der Nationaale „ Vergadering nog wilden afwachten i Parijs „ wilde van gccn.Feto iets weeten, befcbouwde „ alle de geenen, die het wilden doorzetten, als „ verraaders , en de verraaders zouden hunne „ welverdiende ftrafFe niet ontgaan : cenigen van „ de Gevolmagtigdcn deezer flad hadden deezen m liaam rec'ls verdiend , zouden, terug geroepen „ worden, en , alzo. zij dan niet meer onfehend„ baar waren, hun loon vinden: " daarbij noemde men hem eenige Gevolmagtigden op , wier hoofden reeds getekend waren. Lally-tolen-dal gaf aan deezè bezending een antwoord zo als men verwachten zal van een' man. die den van de eerden was,welke reeds vóór den twaalfden Julij hun leven waagden voor de .vcrlosfing der Natie van de dwingelandij ;die vervolgends vooreen verdandig gebruik van de bevochtene vrijheid even zo nadrukkelijk ftitkwaffl, als hij tegen de geweezenc onderdrukkers der vrijheid was uitgekomen; die thans „ nu,  IN FRANKRIJK. |j hij begon de vermogens der Nationaale Vergadering niet ter hcrftelling van de koninglijkc magt als Despoot, maar als uitvoerder van de magt deiNatie, die hem als haar Opperhoofd befchouwde, opteroepen , gevaar liep , bij het volk , in deszelfs dweepachtige vrijheidszucht, even zo gehaat te worden, als hij tevooren bij hetzelve bemind was: deeze man, wiens bedoelingen en pocgingeu van den beginne af zuiver en zonder valsheid- waren , antwoordde de bezending van het Paleis Royal met den moed, die hem, om alle de bovengemelde redenen, eigen moest geworden zijn: ,, Verraaders zijn de geenen, die het volk „ door onrechtvaardige en valfche fchrikbeelden „ ophitzen en aanzetten , om zijne ijve„ rigtte verdedigers als zijne vijanden te be,5 fchouwcn. Gij noemt mij eenen goeden Staats„ burger en ik meen deezen naam verdiend te „ hebben ; doch ik zou mij gelukkig achten , „ wanneer ik mij in doorzicht en begaafdheden „ meeten mogt met die mannen, die gij mij als „ gevloekten genoemd hebt. De Had Parijs be„ hoorde, alvoorens zij haat of vertrouwen „ toedeelt, liever het voorig gedrag en leven „ der geenen in aanmerking te neemen, aan „ welke zij zulks toedeelt. Ik voor mij, oor„ deel, dat de koningüjke bekrachtiging een van „ de voornaamite bolwerken der vrijheid is. Ik „ heb den geheelen nacht aan een vcrweerfchrift „ voor dezelve gewerkt , en bijaldien gij kunt. B 3  f» STAATSOMWENTELING „ goedvinden , om mij in de vergaderzaal te „ hooren fprceken, dan zult gij getuigen zijn, „ dat ik alle mijne vermogens zal inipannen, om ., dezelve doortezetten , en dat ik van uwe be„ zending de getrouwfte rekenfchap geeven zal." Deeze ftoute en edele verklaaring droeg de goedkeuring en bewondering weg van deeze Afgezondenen zeiven, en zij waren in de zaal, toen hij den volgenden dag aan de hun gegevene belofte voldeed. De Nationaale Vergadering had van den oproer in het Paleis Royal bericht ontvangen. Twee brieven van den Graaf van st. priest, en het Sdres , door den Marquis van st. hurugue ondertekend , aan haar gezonden , hadden haar daarvan verwittigd : dè eerde oogenblikken was zij dil, niet van fchrik, maar van afkeer en verontwaardiging: clehmont-tonnerrü beklom eerst den fpreekdoel, en toonde in eene redevoering die edelmoedigheid en onvertzaagdheid ademde , hoe weinig de waarc Vaderlandsliefde voor het zwaard vreesde , dat men boven haar hoofd zwaaide: hij floeg voor, dat men den Marquis de la fayette en bah. ly diende te vraagen : of zij voor de rust van de Hoofddad en bij gevolg voor de veiligheid der Nationaale Vergadering wilden indaan ? dat deeze-, in gevalle zij dqor gevaar gedreigd wierd, met den  IN FRANKRIJK. »j Koning affpraak moest neemen, om haare zittingen naar eene ftad in eene afgelegene Provincie overtebrengen; en eindelijk, dat de Marquis van st. hurugue en zijne geweldige medepligtigeu opgezocht en aan de rechtbanken als verftoorders der openlijke rust, en als fchuldig aan majcsteitfchennis tegen de Natie moesten overgeleverd worden. Veele leden der Vergadering waren met hem van hetzelfde gevoelen, doch anderen oordeelden, dat bedreigingen van dien aart niet verdienden in aanmerking te komen , en dat de Vertegenwoordigers der Natie, al ware het gevaar wezenlijk voorhanden , hetzelve trotfeeren en van hunne ftandplaats niet wijken moesten. M o ti n i e r ftond op, en gaf voor de eerfte maal ronduit te kennen, het geen veelen van het Paleis Royal ondcrftelden te weeten: dat 'er lieden waren, die, zelfs wel uit de Nationaale Vergadering, de kringen van het Paleis Royal, en door deeze het volk van Parijs aan hun fnoer hadden , en hetzelve, naar maate zij zulks noodig oordeelden , fchrik aanjoegen of tot daadlijkhede-n ophitften: hij ftelde voor, dat men eenen prijs van vijfmaal honderd duizend livres uMooven moest aan den geenen, die deeze zam?.nzwcering en complotten aanbrengen , ten toon fte!len en bewijzen zoude, en dat men hem, indien »4  24 STAATSOMWENTELING hij medcpligtig ware, van vergiffenis verzekeren moest: hij kenfchetfte den geenen, die men zeide , dat deeze complotten beduurde , duidelijk; genoeg, terwijl hij fprak van lieden, „ die bun „ geluk op de puinhoopen der algemeene wel* „ vaart trachtten te vestigen " en die ter bcreikinge van dit oogmerk wanorde wenfchten aantcr rechten en voeden moesten. Men ftond op het runt, om nadrukkelijke maatregelen te beraamen , toen de volkspartijmet haare voorige gronden, dat en waarom men het volk niet verbitteren en de Nationaale Vergadering niet aan gevaar bloot Hellen moest, opkwam , het grootlle gedeelte der Vergadering daardoor deed fchrikken, den oproer in het Pa: leis Royal als van geen belang, en het bericht daarvan als overdreeven ten toon fpreidde , terwijl men tevens de v:aag opperde: „ of het met , de waardigheid der Nationaale Vergadering " ftrookte, daarover te raadpleegen ?" de meerderheid bragt haare Hemmen daarop uit, om het niet tot een onderwerp der raadpleegingen te maaken , en zo werd het geheele geval ter zijde gefield. Ondertusfehen was het wezenlijk wel van d?{ belang , dat de Nationaale Vergadering zig , uk hoofde van de daaruit,voordkomende gevolgen, nadrukkelijk en .eenpaarig daarover had behooren  IN FRANKRIJK. 0$ •uittelaatcn , of ten minften den bevelhebber der gewapende burger® en het Hoofd der burgerij had mogen bekleeden met eene magt te,cn fooitgclijke voorvallen, welke haar tegen de bcfehuldiging, waarmede men haar van nu af begon te vervolgen, had kunnen beveiligen: de [clnkkiugen naamlijk , die beide deeze mannen maakten om de rust te herltellen, fcheenen het volk toe, willekeurig te weezen, omdat zij geene behoorclijke bevelen daartoe ontvangen hadden: de patrouillen ter afwecringe van oproeren en gistingen in het Paleis Royal; de gevangennceming van den Marquis van st. hurugue en de verordeningen van het Hotel-de-Ville, mede daartoe betrekkelijk, veroorzaakten een bijna algemeen gemor, en zelfs die burgers van Parijs , die over den laatften oproer misnoegd waren, meenden daarin eigendunkelijke befuoejingen te vinden van de vrijheid van fpreeken en zijn gevoelen over de algemeene welvaart des Rijks te zeggen : daarbij werkte een verbod, aangaande het yerkoopen van bittere blaauwboekjens, als mede de daadlijke gevangennceming van eenigc uitventers en openbaare voorleczers dcezcr boekjens, vrij fte-rk mede., om dit gemor te voeden : het Veto , het welk men bij de nieuwe ftaatsgeftcltenis den Lvouing wilde tóeftaan , was , in den kwalijk begrepen zin, een voorwerp geworden, dat afkeer en fchrik bij het volk verwekte, ja het werd zoi!s afgekeurd door eene menigte uit de bétere cl.isB 5  46 STAATSOMWENTELING fen (*), dewijl zij vreesden, dat de Koning daar» van een kwaade uitlegging en een verkeerd gebruik mogt maaken: de voorltanders van hetzelve waren en bleeven ook in hunne oogen vijanden der vrijheid en zulks was de oorzaak , dat men het van tijd tot tijd meer noodzaakelijk oordeelde, om den Koning, zijne'familie en de Nationaale Vergadering zelve naar Parijs ovcrtebrengen, ten einde des te beter een waaleend oog daarop te houden, en de plans en voorilagen der gevreesde Aristocraaten, in de Nationaale Vergadering , terftond in derzelver beginfelen te kunnen fmooren: zeker is het, dat deeze gisting en 'de daarmede gepaarde omltandigheden eene voorbereiding zijn geweest tot den oproer van den 5 Oclober, en dat deeze oproer, alle daaruit voordkomende omltandigheden daarbij gevoegd , moest uitbarften , zonder dat het juist noodig was, denzelven met veel konst te berokkenen; fchoon men dien, ééns uitgeborften zijnde, wel ftuuren en heviger maaken konde. (*) In cenen brief aan de Vertegenwoordigers der flad , bij deeze gelegenheid gefchreven, van lieden die niet tot het gepeupel behoorden, Honden de vagende woorden - // n\ji pas un msmlre de la commune , qui ne regarde le Veto cojnme un facrilége ««. tional. Nous avons entend*, ce maiin ringt mille eiioyens crier point de Veto, point de Tyrcnsi Eehigte wijken der Had kwamen daartegen op met formede befluiten en waren voorzeker niet omgekochtf  IN FRANKRIJK. 27 Doch voor deeze keer werd de rust weder hcrfteld , en de Nationaale Vergadering kon haare bezigheden ongcftoord voordzetten : tcrftond in de volgende zitting werden de raadplegingen over de koninglijke bekrachtiging weder hervat, en, geduurende de eerfte drie dagen , met zeer veel ernst behandeld ; echter kon men daarover tot geen vast bciluit komen: den vierden daa; Hapte men 'er wel niet geheel van af, maar verbond daarmede , zonder in dezelve afzonderlijk iet beflist te hebben, twee andere vraagen : Aan„ gaande de voordduuring • der Nationaale Ver„ gadering en haare verdeeling in twee kamers:" deeze vraagen openden een ruim veld tot hevige woordwisfelingen tusfehen de Koningsgezinde;! , of Aristocraten, en de patriotfche of volks-parnj: de laatstgenoemde wilde maar ééne kamer hebben en had daarvoor de gewigtigfte gronden terwijl de eerstgemelde op eene verdceling in twee kamers aandrong , en ook haare goede rfid*Rsn daarvoor meende te hebben : in de zitting van den 9 September rcezen de debatten tot den hoogften graad van woestheid, ja zell's van lompheid: „ Indien het uitgemaakt en befloten „ is, " zeide de Graaf van mirabeau, „ dat „ de Nationaale Vergadering altoos zal ftandèött„ den, dan is het ook reeds voldongen, dat zij „ niet in twee kamers moet verdeeld worden : „ bij gevolg kan zulks in 't geheel geen onder,, werp van raadpleegingen zijn:" zijne partij  28 STAATSOMWENTELING gaf daarover haare goedkeuring door handgeklap en fchreeuwen te kennen; doch juist deeze-goedkeuring was een nieuwe fpoorflag voor de overigen , om daartegen optekomen: duport en cierjiont-tonnerre beweerden, dat deeze uitlegging verkeerd was en op drogredenen fteunde, en dat men over de verdeeling der Nationaale Vergadering nog niets bcflist had: eene Nationaale Vergadering konde, meenden zij, één zijn, wanneer zij befluiten nam, maar verdeeld, wanneer zij onderzocht en raadpleegde : mirabeau antwoordde: ,, hij had altoos ontzien, „ om zig tegen de reden, maar nimmer tegen a>'zonderlijke menfchen te verzetten : wanneer nu de vraag was , om de Vergadering in afzo'fi„ derlijke deelcn of comptoirs te fplitzen , dan was dit een onderwerp voor de politie der Vergadering en geen vraag, die ccnigc betrek„ king tot de ccnftitutie had," — zijne aanhangers keurden zulks insgelijks met een geweldig geraas goed,en ovcffchreeuwden de andere partij, die uit dien hoofde met een hernieuwde drift daartegen aandruischte: onder anderen fprak de Graaf van virieu van Demagoogen en van beroeringen des volks: dit bragt de volkspartij fli eene waare woede en zij riep den Prefident, zelfs niet met de behoorelijke uitdrukkingen, toe, den voorigen redenaar den fpreekftoel te doen ruimen : hij poogde altoos nog zijn woord te doen gelden , en werd door laley-tolexdal  IN FR.ANKRIJK. a9 met veel nadruks onderfteund; doch men overfchreeuwde deezen ook, en toen hij evenwel den fpreekftoel nog niet verliet , keerde de geheele woede der volkspartij tegen den Prefident , welken men met verwijtingen overlaadde en zo toornig maakte , dat hij van zijn Prefidentfchap afftand deed en de Vergadering zonder hoofd liet: volgends de wet moest.de voorige Prefident in zijne plaats treeden, en dit was clermontt o n n e r r e : deeze nam. het aan, en oordeelde , dat hij de Vergadering voor deezen dag moest doen fcheiden : de volkspartij was 'er tegen; doch hij zeide met zijne bekende ftandvastigheid: „ Indien gij niet wilt, dat de Vergadering fchei„ de, dan ziet gij in ééne zitting twee Prefiden„ ten bedanken:" dit woord drong door, en de Vergadering ging uit elkander. Deeze zitting had de twee partijen meer da» te vooren tegen elkander verbitterd , en het natuurlijk gevolg daarvan was, dat 'er binnen de eerfte veertien dagen in de Nationaale Vergadering niets bepaald , niets befloten noch ook ondernomen en uitgevoerd werd : ondertusfehen drong evenwel de partij door, die flechts ééne kamer in de Nationaale Vergadering begeerde; maar omtrent de koninglijke bekrachtiging had men tot nu toe tot geen befluit kunnen komen, omdat de eigenlijke betekenis van dit woord nog niet klaar genoeg ontvouwd was.  Sö STAATSOMWENTELING In deeze dagen leverde n e c ke r een vertoog in bij de Vergadering, waarin hij 's Konings, of -beter gezegd , zijn gevoelen over de koninglijke bekrachtiging en daaruit, onftaane debatten , zeer fijn, infchikkelijk en befcheiden voorltclde , en waardoor hij de verdeelde gemoederen meende te kunnen verëenigen; doch dit vertoog gaf op nieuw aanleiding tot tweefpalt : de patriottenwaren 'er tegen, dat het gelezen zou worden , alzo; zij beducht waren , dat -den Koning daardoor eenigen invloed op de Vergadering zou toegedaan worden; de meeste Koningsgezinden wilden het gelezen hebben en drongen zeer hevig daarop aan; doch de eérlten behielden weder de overhand en necker. moest de nieuwe vernedering ondergaan , dat men zijne voorilagen van de hand wees : ook- dit had hij den Graaf van miraueau te danken , en wanneer lallytoléndal en mounier ook in dit geval tegen hem gefproken hadden , deeden zij zulks echter op eenen toon, die geen nijd noch perfóoneele bedoelingen te kennen gaf, maar wel bleek daaruit, dat beide deeze mannen de hernieuwing van den Staat ernftig behartigden: deeze ftöp had de wantrouwigen volkomen kunnen overtuigen , dat men de genoemde mannen ten onrechte verdacht hield; want waren hunne grondbeginfelcn indedaad aristocraatsch geweest, (gelijk men het noemde), zij zouden met hunne  IN FRANKRIJK, 31 gehecle welfpreekendhcid op de voorleezing van dit ministerieel oordeel aangedrongen hebben. In deezen toeftand bleef de Vergadering tot het laatlte van September ; drift werd met drift beantwoord , en zeer weinige zaaken werden volkomen in het daglicht gclteld en beflist : de zittingen zouden aan nog meerder beroeringen onderhevig geweest zijn , zo zij niet fomwijlen tusfehen beiden geltoord waren door verfchijnfelen, die de gemoederen-voor een poos vereenigden en van dé uitberftingen der eigenliefde eii der partijfchap, tot de behartiging van de algemeene welvaart terug bragten. ■ Eenigc uitdrukkingen van necker in het Vertoog aangaande de geldleening van tagtig millioenen , hadden naamlijk de liefde voor het Vaderland in alle Standen' tot een waar enthufiasmus verheven ; hij had onder anderen , na den hachelijken toeltand van den Staat gefchetst te hebben, daarin gezegd: ,, Alleenlijk verzoek ik, „ dat men daarom nog niet alle hoop opgeeve! „ een groote Natie kan alle hinderpaalen te bo„ ven komen , zo lang zij met haaren Koning-, ■ „ de handen in één Haat, om rechtvaardigheid,, ,, rust en geluk te handhaven : van het oogen„ blik af, dat gij u met die kloekmoedigheid en" met dien nadruk, die alles bemoedigen, omtrent den ftaat der geldmiddelen zult bezig houden.  gt staatsomwenteling i. zullen denkbeelden en voorflagen van allerleien „ aart bij u zamenloopen: ceh algemeene naijver „ zal ontvlammen, en juist deeze patriotfche na„ ijver zal misleiden de eerfte blijk van hét her5 leevend credit weezen , dan zullen alle braave -,• Staatsburgers , (en deeze zijn menigvuldig in \ 't getal,) door eeuen evengelijken ijver bezield, ., u de hand bieden en van alle kanten zal de nieuwe'hoop herboren worden (*)." Vooral fcheen de vrouwlijke fexe zig voor de werkeloosheid, waarin men haar bij de verovering der bastiile , bij het regelen der nationaale militie en bij de raadpleegingen over de nieuwe getïcldheid van het land, gehouden had, op eene fchittcrende en eerbiedwekkende wijze te willen - ■ ' ■ • : in. ' wree- (*) Je demarJe donc en grdce, qu"on Hl défespire tffore de tien. Unc grande r.ation peut dominer imtet les dificultês, ioutes les fois qu\-lle efl unie avec fon Rot, pour defetidre la juftice, la tranquillité £? te bonheur. Combkn didéés de tout genre ne vous fervr.t pas apportèes du moment, quon vous verra occufês des f.nances, avec cette energie , qui donne du cou > tage a tout. Ie monde! On verra naitre l emulation générale , & cette emulation patriotique deviendra petit-ètre le premier fignal de la renaijfance du ere- /ilori, Metficurs I tous les bons ciloyens, s? -il en cft beaucoup, mimi du mime zéle, viendront yous fuonder, & iefperance renaiira de toutes parts, Rapp. au 27111e Aout.  IN FRANKRIJK. 33 wreeken, en. toonen dat zij ook wel dingen kon opofferen, die haar, naar het algemeene vooroordeel , nader aan het hart zouden liggen, dan Vaderland, 1'chatkist en financiën: het begin werd gemaakt door tien of" twaalf" vrouwen en dochters van kunstenaarert (*), die zig vereenigden, om haare verderfden en kostbaarheden op het altaar des Vaderlands ten dienste van hetzelve te offeren ; zij reeden naar Ferfailks en lieten zig bij de Nationaale Vergadering aandienen.- Deeze was juist bezig met zeer hevige debatten over de bovengenoemde onderwerpen, toen de Prefident de komst en den wensch der Patriotfehe vrouwen aankondigde: eensklaps was alles ftil, en ieder zonk weg in befpiegelingen, welke de af beeldzeis der edele Romeinfche vrouwen deeden geboren worden, die in tijden van nood het Vaderland onderfteunden, met dat geene, wat haar het lieflté in de wereld was: zij traden binnen, alle in 't wit en zeer bevallig gekleed, met de bedeesdheid, die een groote vergadering gemeenlijk bij de tedere fexe voordbrengt: allen waren in de bloei van haare jeugd en veele zelfs fchoon: bouciie, een lid der Nationaale Vergadering, deed voor haar het woord , 't wélk zij zelven te befchroomd wa- (*) Men begrijpt in Parijs daaronder de Beeldhouwers, Plaatfnijders, Goudfmeden, Horologierhaakers, Fijnfchilders, cn foortgelijke kunstenaars. II. deel. C  p- STAATSOMWENTELING ren te doen, en deeze befeheidenheid maakte haare deugd nog bekoorelijker en belangrijker: onder anderen zeiden zij, door hem, als haaren fprceker: Wij bieden de Nationaale Vergadering onze „ verfierfelcn aan, die wij ons fchaamen zouden ,, te draagen, zo rasch de vaderlandsliefde der„ zeiver opoffering eischt: welke Franfche bur- geresfe zal niet het zoet genot, om dat geene, „ wat haar het liefde is , aan den dienst des Va„ derlands bedeed te hebben, liever verkiezen, „ dan het laffe genoegen van het langer, ten „ gevalle van haare ijdelheid , te behouden ? „ waarlijk, onze gaavc is van weinig belang, „ doch de kunstenaars beminnen den roem boven „ den rijkdom; zij is overcenkomdig met ons „ vermogen, maar zeer verre beneden onze ge„ voelens en wenfehen." De geheele Vergadering antwoordde haar door een enthufiastisch gefchrceuw van toejuiching, ende Prefident (de Bisfchop van langres,) voegde de gevoelens van alle de leden der Vergadering zamen, in de volgende woorden: • De Nationaale Vergadering neemt met een -„ uitdeekend genoegen het edelmoedige offer aan, 3, dat gij, gedrongen door uw patriotismus, het ± Vaderland aanbiedt: het bekoorelijke voor,', beeld, 't welk gij geeft, moet het hcldenge3, voel, waaruit het geboren wordt, voordplan-  IN FRANKRIJK. 35 •„ ten en even zo veele naarvolgcrs als bewondei, raars vinden: uwe deugd moet u voortreffelijk ,, ker vcriieren, dan de kostbaarheden, welken1 ,, gij aan het Vaderland opoffert." Een hernieuwd gefchreeuw van toejuiching toonde den Prefident, dat hij uit het hart der Vergadering gefproken had: men wees de nieuwe' Romeinfche vrouwen plaatfen aan, en verzocht dezelven , zo lang als de Zitting duurde, in de Vergadering te blijven en derzelver raaufhgen te hooren: deeze waren van dit oogenblik af, niet zo luidruchtig, dat de zachte geaartheid en de vaderlandlievende bedoelingen der fchoone aanfehouWeresfen , de Vertegenwoordigers der Natie hadden kunnen befchaamd maaken. Dit kloekmoedig voorbeeld der vrouwen van minderen rang, maakte wel rasch indruk op die van hooger aanzien: bij eenen avondmaaltijd, alwaar verfcheidene vrouwen van aanzien bijeen zaten, werd beflooten , de Natie insgelijks een offer aan verfierfelert en kostbaarheden te brengen: de Dame, die den avondmaaltijd gaf, had deezen voorflag eerst gedaan, en zij werd tot Voorzitfter en Verzamelaarfter der kostbaarheden verkozen, welken men opofferen wilde: de overige Dames zonden den volgenden morgen, getrouwlijk, haare meest geliefkoosde verfierfelen aan deeze Voorzitfter, en dezelven werden in een kistje» C 2  gtf STAATSOMWENTELING bewaard; doch de voorzittende Dame had tijd gehad, om haare kostbaarheden nog eens te bezien vóór zij dezelven daarbij voegde, en deeze bezichtiging had haai' opgeleid tot bespiegelingen, die haare vaderlandsliefde zeer deeden verflaauwen: zij befloot bij zigzelve, haare kostbaarheden aan de opwellingen haarer edelmoedigheid te onttrekken, e-n niet bij de overigen te voegen: het kistjen werd verzegeld en aan de Nationaale Vergadering gezonden : den volgenden dag werd een lijst van de afzonderlijke ftukken terug gegeven, maar de Dames ontdekten, toen zij dezelve doorzagen,. dat wél haare yerfierfelen, doch niet die van haare vriendin, daarin opgetekend waren: zij werden over dit bedrog ten uitenten verbitterd en bcfloten zig op eene bijzondere wijze aan deeze bedriegfter te wrecken : den anderen morgen vervoegden zij zig allen naar haar Hotél, de ééne met een geladen pistool, en de overigen met garden gewapend: de fchuldige Dame was- nog niet opgeftaan: eensklaps zag zij haare vriendinnen aan haar bed; de ééne dreigde haar het hoofd te zullen verpletteren, indien zij het minde geluid geeven en om hulp roepen zoude, en de overigen haalden haare garden voor den dag: bcnaauwdbeid en fchrik noodzaakten de arme vrouw, eene fcraffe te ondergaan ,. die men zegt, dat van bloedige gevolgen is geweest, terwijl zij geen woord zeide, dan alleen, dat zij gaarne alle haare kostbaarheden wilde opofferen: men nam ze aan,. ea  IN FRANKRIJK. 37 zond ze nog den zelfden dag, in een pakjen , aan de Nationaale Vergadering. Dit geval, dat welhaast door geheel Parijs vcrfpreid werd, voedde aan den ecuen kant's volks wantrouwen tegen de hoogere (landen, die zelfs bij hunne edelmoedigheid gierig waren, en vermeerderde aan den anderen kant den ijver, om in edelmoedigheid boven hen uittemunten: eenige honderden van arme daglooncrs, die in de fabriek van den koopman reveillon werkten, bragten een patriotsch gefchenk bijéén, en het kwam Hechts éénen dag laater bij de Nationaale Vergadering, dan een ander, 't welk eenige patriotfche landlieden, naar hun gering vermogen, in haaren fchoot hadden nedergelegd: de weldaadige verrukking was algemeen, en fchier dagelijks werden 'er nieuwe offeranden van dien aart, met en zonder naamtekening aan het Vaderland gebragt, die fomtijds vcele duizenden beliepen. Zo als het volk een wantrouwen (telde in de opofferingen, die de hoogere (landen in geld en kostbaarheden aan den Staat deeden, wantrouwde ook. de volkspartij der Nationaale Vergadering die van haare medeleden, welke op den 4den Augustus van alle hunne rechten affland hadden gedaan, maar na dien tijd begonnen te onderzoeken, of zij ook affland daarvan hadden kunnen doen? deeze wijze van hun woord in den hals te haaien, C 3  38 STAATSOMWENTELING haè het volk in de bovengemelde gedachten zeergeftijfd, dat zij in dien tijd niets uit het grondbeginfel van edelmoedigheid en menschlicvendhcid, maar van angst en noodzaakeiijkheid hadden gedaan ; en de daarop volgende verhandelingen der Nationaale Vergadering, die bedoelden, den Koning bij de nieuwe Staatsgcftjldheid voorrechten te bewilligen, welke met de meeste denkbeelden van vrijheid niet ftrooktcn, had het volk volkomen in het denkbeeld gebragt, dat de GeestUjkheid en een groet gedeelte van den Adel arglistig te werk ging, en dat men tegen de kabaaien va:i beide deeze Handen, altoos op zijne hoede moest weezen: dezelfde gedachten koesterde de volkspartij en een van haare magtigfte fteunpijlaaren. Barnaye deed nu (*) een voorftel, bedoelende een dubbel oogmerk, te weeten: „ dat „ men de uitvoering der befluitèn van den 4den s, Augustus moest vastftellen, zowel door de „ Koninglijke bekrachtiging, als ook door de be„ paaling, dat de Koning deeze bekrachtiging ?, niet weigeren koude " Dit voorftel maakte opgang, doch werd, gelijk men wel denken kan, door de andere partij geweldig beftreeden: de Abbeés montesquiou en maury kantten zig tegen mirabeau aan, en de meerderheid der. ftemmeu viel tegen hem en (*) In de zitting van den 14den September.  IN FRANKRIJK. zijne aanhangers; evenwel deed hij met de zijnen dit voorftel doorgaan, en 'er werd befloten, dat de Prefident zig met de befluitcn van den Aden Augustus bij den Koning vervoegen, en derzelver bekrachtiging van hem begeeren zoude: hij kon ze hem eerst den tweeden dag ter hand ftellen, en hem werd geantwoord, dat de Koning zig oogenbliklijk met de begeerte der Nationaale Vergadering zou bezig houden. Zulks gefchiedde ook, en den tweeden dag daarna werd 's Konings antwoord bij den Prefident ingeleverd: hij keurde, over 't geheel genomen, den inhoud der befluitcn van den Aden Augustus goed, befchouwde de afzonderlijke ftukken als de ftoffe tot ondergefehikte wetten (*), die de Nationaale Vergadering zoude vastftellen; zag alle deeze ftukken door; verklaarde, dat hij verfeheidene van dezelven bekrachtigde., en drukte zig over anderen voorwaardelijk uit, dewijl het hem toefcheen , dat de wciteu, die daarmede zouden gepaard gaan, onder de tegenwoordige omltandigheden uitgeoefend wordende, niet ftrookten met zijne liefde tot rechtvaardigheid. Dit antwoord, een modél van befcheidenheid, billijkheid en kunde, had de Vergadering algemeen moeten voldoen, zo niet partijfchap en wantrou» (*) Loix de detail. C 4  4o STAATSOMWENTELING wen van alle kanten tegen en vóór hetzelve waren opgekomen: de volkspartij, gelijk men ligtlijk begrijpen kan, was daardoor beledigd; zij geloofde en beweerde , dat de geheele Vergadering zig daardoor beledigd moest vinden: de Koning, meende le ciiapelier, mogt op deeze wijze op de bekrachtiging, waarom men hem had aangezocht, niet antwoorden, en begeerde , dat men hem deeze befluiten andermaal onder het oog brengen en verzoeken moest, dat hij ze, zo als zij waren, „ zonder aanmerking en zonder voorwaarde (*)" mogt bekrachtigen: zijne partij was volkomen met hem ééns, en drong, fchoon de overigen de meerderheid van Hemmen hadden, door, dat de Prefident zig andermaal bij den Koning vervoegen, en op de bekendmaaking van deeze befluiten aandringen zoude, met de verklaaring, dat men de aanmerkingen, welken hij daarop gemaakt had, met eerbied aanneemen en 'er gebruik van maaken zoude, wanneer men tot het opflellen der ondergefchikte wetten overging: de Koning bewilligde zulks in eenen brief, die des anderen daags bij de Vergadering werd ontvangen, doch met de volgende woorden, waarvan de eerfle helft voor de Patriotten insgelijks aanflootelijk was. „ Eigen„ lijk," zegt de Koning onder anderen daarin, „ kunnen alleen die wetten bekend gemaakt wor„ den, die in zodanige firenge vorm opgefteld en (*) Parement £? fimplement.  IN FR ANK RIJK. 41 ?, krachtig gemaakt zijn, welke derzelver üitoe?, fcning onmiddelijk ten gevolge hebben moet; „ doch vermits ik verklaard heb, dat ik de beflui,, ten, over 't geheel befchouwd, en vecle af„ zonderlijke (lukken regelrecht ondertekend, en „ dat ik aan de gevoelens van edelmoedigheid en billijkheid, waaruit dezelven voordgefproten „ zijn, gaarne recht doe , zal ik bevelen geeveri, „ dat dezelven door mijn geheele Rijk bekend ge„ maakt woorden" — deeze leiding van woorden was, naar het oordeel der volkspartij, nog niet bepaald genoeg; ten deele vreesde zij, dat'er arglistigheid onder fchuilde, ten deele meende zij dezelve reeds daarin te vinden, en het volk, ja zelfs vecle van de bcfchaafder rangen in Parijs, waren van dén gevoelen en verkeerden in hetzelfde benaauwde wantrouwen. Den volgenden dag vermeerderde dit wantrouwen door het bericht, 't welk de MunicipaHteit van Verfailles aan de Nationaale Vergadering gaf: dat zij duizend man geregelde troupen had ontboden , om de gewapende burgerij deezer ftad haaien dienst eenigszins gcmaklijker te maaken: zulks verwekte bij de volkspartij groote onrust, en de Graaf van mirabeau verklaarde, dat de Municipaliteit van Verfailles, zo zij noodig geoordeeld had, om deezen (lap aan de Nationaale Vergadering te moeten bekend maaken, ook tevens de .drangredenen duidelijker had moeten tooC 5  42 STAATSOMWENTELING Ben, die haar daartoe hadden kunnen beweegen; doch werd de beroering, waarin de eene partij der Vergadering door deezen wenk .geraakte, door de. andere partij onder een geweldig gefchreeuw wederom onderdrukt, en men verklaarde, dat. zulks geen onderwerp der raadpleegingen kon weezen. In Parijs reezen door deeze omftandigheid de voorige gistingen ten top , en men begon te ondertreden, dat het ontboden Regiment het gevaarlijke oogmerk had, om de verdeeldheid over de Koninglijke bekrachtiging en andere ontwerpen der altoos nog zeer gevreesde Ariftocraaten, welke men zig verbeeldde, dat daarmede gepaard gin, gen, met geweld, en ten koste der vrijheid, byteleggen: de gewapende burgerij, te Parijs, vond het veel gepaster, dat haare medeburgers te Ferfailks liever van haar, dan van de Armeé hulp moesten verzocht hebben, en zij kon haar uiterst misnoegen daarover niet ontveinzen, dat de Koning geen vertrouwen in haar fcheen te willen Hellen: het volk geraakte tevens in de IterkIte gisting, en was reeds in deeze dagen zeer genegen, om eenen hevigen oproer te beginnen, toen het vall'che gerucht in Parijs werd uitgeUrooid, dat het leven van mirabeau, en van anderen zijner vrienden, gevaar liep, en dat 'er listige aanflagen gefmeed werden, die welhaast geweldig uitberiten, en dat geene, wat tot nu toe  IN FRANKRIJK. 43 yoor de vrijheid gedaan was, het onderfrc boven keeren zouden: dit verdichtfel, 't welk door da laatfte verhandelingen der Nationaale Vergadering waaifchijuelijk werd, verkreeg nog meerder ge? wigt, daardoor dat'er wederom gebrek aan meel en brood begon te komen, en dat zekere heethoofden wederom de oorzaak van dit gebrek aan de Ariltocraaten toefchreeven; men zag beweegingen in Parijs, die zig als nog Hechts ten deele bij enkele perfoonen, ten deele ook bij den dén' of anderen hoop in het Paleis Royal bepaalden , die echter eencn geweldigen ftorm voor de volgende dagen voorfpelden, Ondertusfchen fcheen deeze benaauwdheid weder te zullen verdwijnen, of veelmeer, andere daar tusfehen komende zeer gewigtige omltandigheden dceden dezelve voor eenigen tijd vergeetcn, zonder evenwel haar te fmooren: necker waa pp nieuws in de Nationaale Vergadering verfchcenen (*), en had eindelijk het groet gevaar, waarin de geldmiddelen en met deeze de Staat zig bevonden, zonder de minde achterhoudendheid en met levendige kleuren afgefchetst: van de onlangs geopende geldleening van tag:ig ïniiiiocncn, waren nog riet meer, dan elf of t aalf ingekomen, en evenwel had de Staat, vóór het eindigen van het jaar, meerder dan tagtig noodig ! dc (*) Den-2411e September.  44 STAATSOMWENTELING Minister der financiën floeg thans niet één, maar een geheel aaneengefchakelde rij van hulpmiddelen voor, om het Staatsgebouw van alle kanten te ftutten, en zo lang te behouden, tot dat de Vertegenwoordigers der Natie eenen nieuwen grond gelegd hadden, en zij geen gevaar liepen van bij het opbouwen onder de puinhoopen begraven te worden: zijne voorflagen liepen in de drie volgende hoofdrukken zaaien: ,, Men moet eene ,, vaste bepaaling maaken van den ontvangst en de „ gewoonc iutgaaven; men moet de vereischte „ hulpmiddelen uitvinden, om de buitengewoone „ behoeften van het loopende jaar te kunnen gocd„ maaken, en vooraf aan die voor het volgende jaar denken ; men moet alle poogingen aanwen„ den, om zig in de angstvallige verlegenheid „ van dit jaar te helpen :" deeze drie Hukken ftonden, naar zijn oordcel, in het naauwfle verband , en niet dan bij het vooruitzicht op een aangaande vastbepaalde geregelde orde, zou men kunnen overgaan tot zodanige opofferingen, waardoor in de tegenwoordige en toekomende behoeften konde voorzien worden: uit den overdag, die een gevolg was van deeze grondbcginfelcn , bleek klaar, dat het geen 'er te kort fchoot,beloopendc,bij de opening der Nationaale Vergadering; zes-en-vijftig millioenen, thans tot één-en-zestig gerezen was: om dit wederom te vergoeden, floeg hij]de volgende middelen voor: eene aanzienlijke bezuiniging in het Departement van oorlog,,  IN FRANKRIJK. 45 In het huis van den Koning, de Koningin en de Prinfen,ïals mede in de bczolding der Ministers ; vrijwillige giften, beftaande in het vierde gedeelte van het vermogen en de inkomften van alle Staatsburgers; oproeping, om al het zilver in de munt te brengen als geleend aan het Vaderland, dat bctaalen zou, wanneer het zijne inkomften wederom geregeld had; oprichting van eene Nationaale bank, gevestigd op de thans in wezen zijnde Disconteer-kas; eene manier waardoor men, zonder de tegenwoordige inkomften der Geestlijkheid aantetasten , een gedeelte van de vernietigde Tienden ten behoeve des Vaderlands zou kunnen befteeden ; vermindering van uitgaaven in het Departement der buitenlandfehe zaaken ; als mede eene vermindering in de jaarwedden; vernietiging van de gift, twee en een halve millioen bedraagende, jaarlijksch aan de Geestlijkheid betaald; gelijk ook het intrekken van bij de anderhalve millioen aan lijfrenten, en eindelijk eene verecniging van de belasting op de bezittingen met den twintigftcn penning, tot een enkele fchatting op de vaste goederen, waaraan allen van die goederen , die 'er tot hier toe vrij van waren geweest, zouden onderworpen zijn. De fchets van necker, betrekkelijk het gevaar van den Staat en de mie!delen , om hetzelve te boven te komen , was met eene deelneeming, welfpreekendheid, haniijkheid en kunde  46 STAATSOMWENTELING öpgefteldj'die óp de Nationaale Vergadering en met baar op de gchecle Natie, indruk en overal werkzaamheid maaken moesten : de cerlte keurde zijne voorllagen ook zonder de minile bepaaling", goed, én de laatlte fpancle, onder alle de opwellingen van verrukking, alle haare krachten in, om den zinkenden Staat te onderfteuncn: terwijl mirabeau zig in eene redevoering over den toeltand van den Staat en deszelfs dreigend bankrot met een vuur en met een deftigheid had uitgelaten, die het veritand en hart van ieder overwonnen, en tot moed en werkzaamheid ontvonkten, fnelden de inwooners van Parijs, bij geheele fchaaren, met hun zilverwerk naar de munt, en offer* den hetzelve met des te meerder bereidvaardigheid aan het Vaderland op, dewijl de Koning, de Koningin , 's Konings oudfte broeder, necker en eenige andere Ministers, hen reeds met hun voorbeeld hadden voorgelicht : 'er was geen Hand, geen rang, geen ouderdom en geen fexc, die niet zonder bedenking toegeftemd had, om liet vierde gedeelte van hun vermogen aan het Vaderland toetewijden. Bij deezen ijver voor' de behoudenis van het Vaderland, welke zig zo fpoedig en onbaatzuchtig openbaarde, moest de Natie, hoe meer zij van 1 ar daad bewustheid had, ook met des te meerder naauwkeurigheid een waakend oog daarop houden, dat dezelve niet als nutloos of zonder  IN FRANKRIJK. 4? gewaardeerd te worden, befchouwd werd , maar dat eene algemeene deelnceming daarbij plaats hadde: nimmer had zij haare waardij fterker gevoeld, dan nu; ■ nimmer was het derhalven ook gevaarlijker geweest, om haar te beledigen, dan juist in dit tijdftip : zij handelde edelmoedig en oprecht, en het was natuurlijk, dat zij op dezelfde wijze begeerde behandeld te worden: dit was een van de meer verborgene redenen, waardoor zij bij de bedrijven, die nu dag op flag volgden , in zulk een algemeene en wilde gisting geraakte. Ondanks het waarfchouwend bericht van den Maire van Parijs, dat de inwooners der hoofdftad en het grootite gedeelte der afzonderlijke wijken , over het inroepen van het Regiment Vlaanderen misnoegd waren, en deszelfs verwijdering geëischt hadden, was het evenwel te Ferfailks aangekomen en aldaar ondergedoken: men had ronduit verklaard, waartoe het zoude gebruikt worden, naamlijk , om den Koning cn de Nationaale Vergadering te helpen verdedigen, tegen het volk van Parijs, het welk gedreigd had, te Ferfailles te zullen komen, en de Koninglijke Familie, mitsgaders de Nationaale Vergadering, naar de hoofdftad aftehaalcn: de gewapende burgerij te Ferfailïes was van gevoelen, dat zij uit haaren aart mede tot deeze verdediging verpligt was, en 's Konings Lijfgarde meende, vooral haar leven aan de vervulling van deeze belteminiiig te moeten  48 STAATSOMWENTELING waagen: dit gevoel vereenigde deeze drie ligchaamen ten naauwfre met elkander, en zij befloo-i ten, om door een deftig gastmaal, aan de Officiers1 van het Regiment Vlaandëren gegeven, hunne eensgezindheid, gelijk mede den pligt zeiven, welken deeze beftemming hun oplegde, volkomen te verzegelen en te bevestigen. Dit gastmaal werd den eerften Oftober indedaad gegeven, en men verkoos daartoe de Opera-zaai in het Kasteel: het gezelfchap was talrijk en de tafels ruim voorzien van fpijzen en wijn: de natuurlijke blijgeestigheid van het franfche charakter openbaarde zig in haare geheele Iterkte, verwarmde de gemoederen, en was de voorbereiding tot eene verhitting, die welhaast, toen een orchest zijnen pligt begon te volbrengen, tot een verrukking, en daarna, toen de Koning zelf met de Koningin en den Dauphin verfcheen, tot eene foort van zinloosheid overfloeg, geduurende welker opwellingen men den tcgenwoordigen toeftand van zaaken geheel uit het oog verloor, en 't Aria uft RICHARD LEEUWENHART O Richard! 6 mon Roi! UUnivers fabandonne, Sur la terre il n'eft que mot &c. begon te zingen en te fpeelen: de muzijk van dat Aria is op zigzelve zeer aandoenlijk, en de  IN FRANKRIJK» 40 'cfe tekst, opgedeund door meer dan honderd eil Vijftig menfchen, die allen in verrukking weggezonken waren, ging gepaard met eene plechtigheid , die reeds uit haarcn aart den fterklten indruk zoude gemaakt hebben, al ware 't ook, dat de w oorden niet gefchecnen hadden op den tegcnwoordigcn toeltand des Konings gemaakt te zijn: 'ef was geen één van de zangers, die zig in deeze oogenblikken niet zou geiteld hebben in de plaats van den getrouwen troubadour, die, met levensgevaar, aan zijnen gevangen' Meer kennis gaf van zijne tegenwoordigheid, en beloofde zijn bloed voor zijn behoud opteofioren : zo doende verëenigde zig alles, om de Lijfgarde en de overigen te ontvlammen , en van de eene onbezonnenheid tot de andere te doen overllaan. Alzo devolks-cocarde niet gepast fcheen te weczen aan het gevoel, 't welk zij thans te kennen gaven, legden zij dezelve af', en hechtten in haare plaats de witte cocarde, als het algemeene kenteken van den Franfchen krijgsdienst, bijzonder voor den Koning gefchikt, aan de hoeden, en yerpligtten zig, onder eenen eed, om voor den Koning, in gevalle hij door het volk van Parijs eenig gevaar loopen zoude, tot den laatfren druppel bloeds toe in de bres te fpringen : als zij bij het uitbrengen van de gezondheden geen gewag maakten van de Nationaale Vergadering, dan gefchiedde zulks alleen daarom niet, dewijl het tegenhfijdig zoude geweest zijn met den waaien "art van hun- II. DEEL. D  5o STAATSOMWENTELING nen ijver, cn om dat bij de denkwijze, welke men onderftelde dat de Koning koesterde, omtrent deeze magt, die hetn alle magt ontnam deeze üver zeiven dubbelzinnig zou gefchecnen hebben , zo zij haar onder zijnen oogen de eer beweezen baddcn,welke zij hem meenden te bewijzen: deeze nauwgezetheid,of deeze blijk van verachting, of deeze Onbezonnenheid - want drie partijen, met drieërleie grondbeginfelen, waren hier de rechters _ brak hun, vooral de lijfgarde, eenige dagen daarna bitter op. Het eerfte bericht van dit gastmaal werd naar ParUs overgebriefd door den Courier de Vcrfadles een gefchrift, 't welk van eenen ftijven aanhanger der volkspartij werd uitgegeven: de omltandigheden van dit geval waren, gelijk men ligt- k begrijpen zal, naar de denkwijze en zorgi kc vooruitzichten deezer partij verhaald, uitgebreid en vergroot: hij gaf dat geene oP als een kabaal 't welk flechts ijver in den dienst was; al, Lblik bewerkt had; als vuilaartigheid t w Ik u t dan onbezonnenheid was; als verachting der Sie 't welk alken het janhagel raakte ; als veitód n* der Nationaale Vergadering en haarer ^cleden,VwdHdits een kwahjk be! pen nauwgezetheid was, en a s een zamenIwSring tegen de vrijheid, het welk, zo men d o rde, en haare overige tafelgenoot», niet  IN FRANKRIJK, 5I als zinlooze menfchen wilde bcfehoiiWen, alleenlijk bedemd was, om een breidel voor het dolzinnig gepeupel van Parijs te worden. Ongelukkig waren de inwooners van Parijs allen genegen, om te onderdeden, dat dit bericht naar alle deszelfs omltandigheden waarheid be» helsde, terwijl ten deele hun wantrouwen, ten deele hun misnoegen over de ruime gastffiaaleu te Ferfailles, in eenen tijd dat Parijs aan het nood* zaakelijkdc Voedfel, naamlijk aan brood, gebrek had, hun daarin dijfde: daarbij kwam nog, dat de openbaare nieuwspapieren, die de aridocratifche partij waren toegedaan, van dit gastmaal óf in 't geheel geen gewag maakten, óf hetzelve van zo weinig belang opgaven, ais de andere partij liet gewigtig oordeelde, en dat deeze eenige bijzonderheden voldrekt ontkenden, welken door geloofwaardige ooggetuigen evenwel gezien waren, en die zig aanboden dezelven met eenen eed te bekrachtigen : deeze ongelukkige geest van partijfchap, die aan beide kanten even verre van de waarheid afweek, bragt het volk wel in verwarring, en veroorzaakte, dat het nog eenige dagen befiuitlous bleef; doch eindelijk drongen wantrouwen , misnoegen, maar meer nog dan dit alles, broodgebrek door, en men zag welhaast daarvan de fchrikkeiijkfle uitwerkingen. Da  52 STAATSOMWENTELING Tot nu toe bleef 't echter alleen nog het gemee» ne volk, dat de meeste beweeging maakte: de fatsoenlijker inwooners van Parijs, waren bedaarder , eii de gewapende burgerij bleef nog bij haare oude grondbeginfelen en fuste gedeeltelijk het volk, gedeeltelijk dreef zij hetzelve ook uit elkander , waar het zamcnrottede: de gewezen franfche Garde, die de gewapende burgerij thans ingelijfd was, begon eerst te woelen, het welk veroorzaakt werd door eene oude jalouzij, die altoos het gevoelen van gelijkheid met de Lijfgarde bij hen had gevoed, en thans, nadat zij reeds voor lang van den perfoon des Konings verwijderd was geweest, evenwel nog, in 't geheim, haare denkwijze bepaalde en beduurde: daarbij kwam,dat zij ongaarne onder het bevel van lieden wilden liaan, die zij begreepen, dat geene foldaaten waren, en den krijgsdienst niet verdonden: dit misnoegen hadden zij gemeen met de leden der Nationaale krijgsbenden , die arm waren , en uit dien hoofde van officiersplaatfen veriteeken bleeven : het volk zelf, zag de geheele wetgevende-, en de krijgs-magt der ftad insgelijks, in de handen der Rijken; werd misnoegd over de eerde, omdat zij rust gebood, en evenwel niet genoeg voor brood zorgde, en over de laatde, omdat het van haar gedoord werd, wanneer het zig verbeeldde de welvaart des Vaderlands te behartigen: alle de geenen, die het graauw - den teugel niet ruim vierden, hield het voor Ari-  IN FRANKRIJK. 53 ftocraaten, en langs deezen weg werden zijne beide afgoden, de la fayette en eailly, in zijne oogen Ariftocraaten. Doch de fatzoenlijker klasfen der inwooncren van Parijs, begonnen nu ook te woelen: moijnier was tot Prefident der Nationaale Vergadering verkoozen; zijne koningsgezinde grondbegiulëlen, welke echter niets anders ten doel hadden , dan de volkswoede te doen bcdaaren, waren bij ieder verdacht van ariftocratie, en juist deeze keuze , waardoor hij het prefidentfehap had verkregen, fcheen te bewijzen, dat zijne partij , of veelmeer de geenen die zig met geene zo zuivere patriotfehc bedoelingen bij hen gevoegd hadden, de bovendrijvende partij, in de Nationaale Vergadering geworden was: mirabeau, die altoos nog van allen als de befchermengel der vrijheid befchouwd werd, en het ook wezenlijk was, doch niet om de vrijheid, maar om zijne plans te begunltigen; mirabeau was federt ecnigen tijd, in de Nationaale Vergadering, dikwijls overltcmd en overfchreeuwd, en zelfs dit geval moest de algemeene zorgelijkheid aankweeken, al ware 'er geene andere bijgekomen , 'r welk zelfs deeze fatzoenlijker lieden beroerde, e-n eene verandering in de thans plaats hebbende denkwijze dei" Nationaale Vergadering en van het Ministerie deed wenfehen : dit was , dat de volkspartij , in dit tijdftip, de konniglijkc bekrachtiging voor het opftel van de rechten der menschheid D 3  54 STAATSOMWENTELING en voor de eerfte afdeelingen der Conditutie •eischte; maar dat de Koning, of veelmeer zijn Raad, zig volgends het algemeene gevoelen, zeer onbepaald en dubbelzinnig daarover had verklaard : deeze bijzonderheid, vergeleken met alle-de overige voorvallen in deeze dagen gebeurd, bragt hen mede in de war, en zij meenden nu vast te moeten ondertreden , dat 'er indedaad eene zamcnzweering plaats had, die'er op toelegde, om de met zo veel moeite vcrkregene vrijheid der Natie aanteranden en eindelijk haar dezelve te onteringen. Dus was alles in beweeging, en 'er was flcchts; e'én fchok nbodig, om eenen woesten en nlgemeenen oproer te doen ontdaan: deeze fchok kwam, en met denzelven ccne geduchte en afgrijslijke' tweede omwenteling. 1 TJet was déö sdeu October, toen het gebrek r.an brood, in Parijs, den hoogden trap bereikte: overvloed was 'er den gehcelen zomer in deeze dad niet geweest, en hiervan zijn de oorzaaken daarvan aangedipt,; maar agt of tien dagen was dit gebrek drukkender geworden, dan ooit te voo~ ren: van vier uur des morgens af, vérfchccncn reeds honderden van koopers voor de bakkershuizen, en wachtten op het openen van den oven, zonder meestal meer, dan éën brood voor hunne familie :c kunnen bekomen, om dat de bakkers ge-  IN FRANKRIJK. 55 Wek aan meel hadden: den 5den Oclobcr, des morgens, werden veele bakkerswinkels niet geopend , omdat zij den voorigen dag niet allen van meel hadden kunnen voorzien worden: de koopers, maar nog meer de koopfters, die de bittere fin art dubbel gevoelden, dat zij zig den geheelen dag, van een hongerig naar brood jankend huisgezin, moesten omringd zien, werden oproerig; de, wijken der ftad, die zig geen ander voedfel, dan droog brood konden verfchaffen, waren de cerlten , die! als verwoed kwamen opdaagen; de. bewooners der voorlieden rottcden zamen, en onder deeze fehrceuwden bijzonder de Poisfarden wederom het meest: de poogingen der mannen, om ze tot bedaaren te brengen, deeden haare woede ten top rijzen, en de ellende, die zij voor oogen zagen, kon haar bijna zo flerk niet aanzetten, dan de gedachte, dat de mannen niet alleen werkeloos blijven, maar haar zelfs dwingen wilden om het ook te blijven: de voorrechten, of de eer, welke men haar gcduuren.de den zomer had toegedaan, kwam daarbij, om haaren heldenmoed te ontvonken, die, alzo hij niet door kracht en overleg verwekt en bevestigd werd, overllocg tot eene foort van domme woede, welke van alle kanten al fchuimbekkende uitberstte, en het gevoel van zwakheid bij haar verdoofde. Zij liepen bij hoopen te zamen, hielden alles, wat zij van haare iëxc ontmoetten, aan, en ltooD 4  5S STAATSOMWENTELING ven ten iaatften de huizen in, om de dienstmaagd den, en andere wclgefpierde wijven, daaruit te haaien, en deezen te noodzaaken, om haar getalte vermeerderen: zo llroomden zij welhaast, bij duizenden, naar het Hotél-de-Ville, en maakten een begin met de Detachementen der gewapende burgerij, die hier {tonden, van lafhartigheid te befchuldigen, hen hunne wapens afteeifchen, en 'er op aantedringen, dat zij in het Hotél-de-Ville mogten toegelaten worden: in den beginne hadden zij geen ander oogmerk, dan van den Maire en de Vertegenwoordigers, over het broodgebrek rekenfehap te vraagen, en hen over hunne zorgloosheid , als mede over hunne gewaande zamenfpanning, met de Ariftocraaten, ernftig te onderhouden; doch zij gingen welhaast verder in haare drift , en begonnen reeds droppen te zoeken, om de geenen, die misfehien fchuldig mogten bevonden worden, eigenhandig te recht te (tellen, toen eenige honderden van debewoonerendervoorftad St. Antolne kwamen opdaagen, zig bij haar voegden, en haar nog meer onbefuisden moed inboezemden, clie in hetzelfde oogenblik tot daadlijkheden begon overteflaaiu zij drongen de burgerwacht, die geen.burgerbloed wilde vergieten, tetsuj^ beftormden het Hotél-de-Ville , braken de zaaien en de kerneis open, waarin de fchriften uitgevaardigd werden, verfcheurden en vertrapten ,i'ie de papieren. Hoopten de kasfen, en binnen njge oogenhUlvken waren honderd duizenden.,.  IN FRANKRIJK. 57 zo in gereede penningen, als in kasbricfjcs, in de handen der menigte: cenigen luidden de allarmklok vaifhet Hotel-de-Ville, en gaven daardoor aan alle overigen het fein, om insgelijks te ftormen: nu was geheel Parijs in rep en roer: de arbeiders liepen uit het werk, de knechts en leerlingen, van alle ambachten, vloogen bijeen; de gewapende burgerij vergaderde op haare loopplaatzcn , doch vóór nog dat zij'er tusfchen konde of wilde komen, was de ftorm op het Hotélde-Ville reeds gedaan; honderden van wijven hadden de Barrieren ingenomen, en floegen, verzeld van een groote menigte van gewapende en ongewapende mannen, meestal van het graauw, op weg naar Verfailks. De wijven zeiven leverden een even zo belagchelijk, als walgelijk en vreeslijk gezicht op: breede aangezichten met grove trekken, mismaakt door woede; uitpuilende glinfterende oogen; een fchorre keel, waaruit de woorden,meer als opgerispt dan gefproken, genoegzaam uitgeperst en uitgerukt werden ; eene gebaarntaaking, bij wijze van ftuiptrekking gevormd, door twee geweldige, bruine, en in groote, breede klaauwen eindigende armen ; een vierkant ligchaam, en beenen als boomen, die onder de korte rokken, overal even dik, uidteeken, en in even zo plompe holsblokken uitliepen; een kleeding, wier grove ftof, ondefwetsch fatzoen, D 5  58 STAATSOMWENTELING door den Herken wind beweegd, en gelijk een zeil gefpannen werd; en eindelijk ontblootingen, veroorzaakt door woede, dolzinnigheid enbeitorming , gepaard met de verregaandite Schaamteloosheid, die als een lederen zak nu in diepe 'ploojen vielen , dan heen en weder wapperden, en voor oog en gevoel ondraagelijk waren: alle deeze dingen aan veelc honderden tegelijk zichtbaar, vormden een geheel, welks afzichtige gedaante de vlugltc verbeeldingskracht des kunltcnaars, wanneer zij bezig is , mismaaktheid en karrikatuur uittcbroejen „ buiten ftaat zijn zoude zig voortellellcn: voegt men daar nog bij, dat eenigen vau deeze vrouwlijke moniters geweer op de fchouders, groote houwers aan de heupen, en hellebaarden als herdersftaven in de handen droegen; dat anderen tederhartig aan de armen van halfnaakte, uitgehongerde' barrevoetsloopende bedelaars hingen; nog anderen als in eene uitgelaatene vreugde zig, gelijk bceren, ronddraajenden; en eindelijk, dat nog anderen, wel dertig tegelijk, voor kanon gelpannen, met vloeken en fnuivcn voordtrokken: dan is de ichildetjj van deezen heirtogt voltooid, die in de jaarboeken der wereld en der menschheid, een uitmuntende plaats vinden en behouden zal. Alles wat deeze trein, op den weg van Parijs naar Verfaïlks, het mogten vrouwen of mannen Aveezen,'vond, werd aangehouden, en wie de  IN FRANKRIJK. 59 nationaale cocarde niet droeg geraishandeld: eenige koetzen, naar Parijs rijdende, werden geruimd, en in de piaats van den rechten Heer of Vrouw, wijven daarin geplaatst, die wegens vermoeidheid niet meer over weg konden: vooraf trok het Bataillon der zogenoemde Volontaires de la Bastille, uit de voorftad St. Antoine, te midden van de wijven ; naast dezelven liepen daglooners, bedelaars, favoijardeu en geboefte van allerhande fiag, en een heir van knaapen van vijf tot vijftien jaaren, allen met vodden behangen, llooten den trein: aldus trok deeze bende Verfailles in, en omringde tcrflond eenigen in de nabijheid, anderen in eenigen affland, het huis der Nationaale Vergadering; dit was des nademiddags te vier uuren. De zitting der Nationaale Vergadering was nog niet geëindigd: reeds des middags had de Prefident mounier bericht ontvangen, dat 'er veertig duizend Parijfcnaaren op wegwaren, en men had hem eenen wenk gegeven om de raadpleegingen te verkorten; doch hij had verklaard, dat niets in de wereld hem zou kunnen beweegen, om over de beflisfende onderwerpen, die verhandeld werden vlugtig heenteloopen: tegens half vier uure was beflooten, dat hij zig bij den Koning vervoegen, en de onbepaalde bekrachtiging der bovengenoemde artijkels van hem vraagen zoude : zo op het oogenbük dat hij de zitting wilde eindigen,  6o STAATSOMWENTELING gaf men hem kennis, dat de Parijfche wijven reeds verfcheidene maaien de zaal hadden willen indringen , dat zij gehoor begeerden, en op de wacht hadden willen aanvallen: hij ftelde haare begeerte aan de Vergadering voor, en men werd het ééns, om ze binnehtelaaten: zij kwamen dan in menigte binnen,' hebbende twee mannen aan het hoofd, waarvan de één het woord voerde en verklaarde: ,, dat zij te Verfailles waren gekomen om brood „ te vraagen , en op het llraffen van de Lijfgarde „ aantedringen, die de nationaale cocarde met „ voeten getrapt, en alles volop hadden, ter„ wijl zij in Parijs van honger moesten ver„ gaan: zij waren goede Patriotten, alle cocarden, die de nationaale kleur niet hadden, wa,, ren onderwegen en in Parijs afgerukt, en hij „ wilde het genoegen hebben, zodanig eene co„ carde, onder de oogen der Nationaale Verga„ dering te verfcheuren" — hij haalde op dit oogenblik een uit zijn' zak, en fcheurde dezelve aaa ftukken, Deeze handelwijze mishaagde de Vergadering even zo zeer, als zijn toon, waarop hij fprak, en men hoorde van alle kanten een afkeurend gemor: „ Zegt wat gij wilt", vervolgde hij, „ wij, „ zijn tog alle broeders!" de Preüdent vattede het woord op en verklaarde, dat de gchccle Nationaale Vergadering zulks wist en geloofde, en zij waren niet misnoegd over hem als Staatsbur-  ÏN FRANKRIJK. 6i gér j maar over zijnen toon en zijne dreigementen , dat hij ieder wilde noodzaaken, om de cocarde te draagen; hij kon zig dit recht over niemand aanmaatigen, en hij moest met meerder eerbied voor de Nationaale Vergadering fpreeken: hij zeide , dat hij zulks doen zou, doch op goede gronden aldus handelde : „ de Ariltocraaten had„ den zig met eenen eed verbonden, om Parijs „ uittehongeren, en heden nog had iemand ze„ keren molenaar een kasbrief jeu van tweehonderd ,, livres gezonden, met de belofte, dat hij alle ,, week eene evengelijke fom kon ontvangen, in„ dien hij niet wilde maaien" — de geheele Nationaale Vergadering hoorde zulks met de uitcrltc verontwaardiging, en eenige ftemmen riepen: „ Hoe heet deeze man? wie is hij?" De Preüdent drong insgelijks bij hem aan, om den naam optegeeven en beloofde, dat deeze daad met alle ftrengheid geltraft zou worden: daarover was de redenaar en zijn makker eenige oogcnblikkcn verlegen, doch eindelijk verklaarden zij: ,, Dat twee „ Dames, onderwegen in haar rijtuig door hen „ aangehouden, hun gezegd hadden, dat een „ Prediker dit verraad bij de Nationaale Verga„ dering had bekend gemaakt" — dit geval was wezenlijk in zo verre waar, dat een lid van de Geestlijkheid kennis van deeze daad had gegeven; maar echter niet in ftaat was geweest dezelve te bewijzen, noch ook de nnamjm noemen: de twee Spreekers zeiden: „ De A«fi:sbisfehop van  62 STAATSOMWENTELING „ Parijs zal het geweest zijn" — de Nationaale Vergadering gaf eenpaarig, en inet veel nadruk te kennen, dat deeze man voor zulk eene verfocjelijke handelwijze niet vatl-.aar was ; doch dit bragt het volk niet tot andere gedachten, alzo de Aartsbisfchop reeds federt langen tijd, als een der gevaarlijkfte en arglistigftc Ariftocraaten bij hetzelve te boek ftond en gehaat was: alles fchrceuwde als uit eenen monde, eischte onbelemmerde toevoer en brood voor Parijs. De Prefident verklaarde, dat het broodgebrek in Parijs voor de Nationaale Vergadering zeer grievend was, maar dat zij ook met even zo veel ijver, als de Koning zelf, alles had te werk gefield, en verder alle poogingen doen zoude, oiu hetzelve te vergoeden: inmiddels zou kunne tegenwoordigheid in Verfailies niets baaten, maar veeleer zou de Vergadering daardoor in haare raadllagen verhinderd en gebonden worden: zij had nog zeer veele onderwerpen van het grootfte gewigt te verhandelen; hij raadde hen aan, gerust naar Parijs wedertekeeren-, en verzekerd te zijn, dat zij van haaren kant met den besten wil bezield was; „ dit voldoet niet!" riepen eenige {temmen; de wijven bleeven aan het woelen, en weeken niet van de plaats. Thans was het, dat een lid der Vergadering den voorflag deed, cm eene deputatie aan den Koning  IN FRANKRIJK. *3 te zenden, en hem kennis te geeven, in welke hagchelijke bmiiandigheden de hoofditad was: de voorflag werd óndertteund en goedgekeurd; de Prefident maakte zig gereed, om met de deputatie den voorflag te volbrengen, terwijl de voorige Prefident , de Bisfchop van langr.es, zijne plaats verving: de wijven begeerden mede naar den Koning te gaan, en hielden den Prefident tegen: met veel moeite verkreeg hij toch zo veel van haar, dat zij niet allen mede naar den Koning wilden gaan: 'er werd dan befloten, dat niet meer dan zes hem zouden verzeilen; doch tot aan het kasteel wilden evenwel allen medegaan, en hij kon zulks niet beletten. Hij zowel als de deputatie gingen te voet; het regende fterk, en zij moesten diep door den modder gaan: de wijven en haare halfnaakte, dvch met pieken, bijlen en knodfen gewapende geleiders, omringden de deputatie, en drongen met haar op het kasteel aan: de optogt, het gedruis en de wilde beweeging van deezen hoop, maakten de patrouillen van de Lijfgarde gaande, en een van dezelven, die de Gedeputeerden onder de menigte niet zag, fehoottoe, drong door, en joeg deputatie en volk in den diepfien modder: het volk werd woedend, dat het zig onder het geleide der Gedeputeerden niet eens veilig zag, en hoewel het nu nóg niet tot daadlijkheden kwam, werden evenwel de patrouillen met vloe-  64 STAATSOMWENTELING ken en fcheldwoorden vervolgd: men hcrltclde zig weder, en nu ging 't op het kasteel toe, al* waar de overige Lijfgarden, een detachement Dragonders, het regiment Vlaanderen, de Zwitfers, de Invaliden en de militie van Verfailles, op de pleinen in orde gefchaard Honden: de Gedeputeerden werden erkend, de rijen openden zig en lieten ze door: in plaats van de zes wijven, gelijk men afgefproken had, moesten zij twaalf mede na den Koning neemen; het overige volk wilde ook al mede, en kon niet dan met veel moeite terug gehouden worden. De deputatie werd bij den Koning toegelaten, en de Prefident ftelde hem zijne geleidficrs voor s hij fcheen aangedaan te weezen over de treurige getteldheid van de hoofditad, en keurde de verzekering goed, welke de Nationaale Vergadering aan de vrouwen had gegeven, naamlijk, dat zij met hem gemeenfchaplijk alle middelen zou rfj werk Hellen, om gebrek en duurte van levensmiddelen wegteneemen: vervolgends iprak hij eenige woorden met de aanvoerder der wijven, en omhelsde haar volgens gewoonte: toen de Koning zig wilde verwijderen, verzochten zij nog een van zijne Kamerheeren , de Koningin en den Dauphin te mogen zien; hij Helde den Koning zulks voor, en deeze fcheen in den beginne zwaarigheid daarin te vinden; doch necker kwam 'er bij en gaf den raad, dat men haar bij de Ko- nin-  IN FRANKRIJK. 65 ■wjgró mogt toelaaten: hij ging tevens met den Koning vooruit in het vertrek der Koningin, die zij zeer ongerust, en, uit dien hooide, zeer bereidvaardig vonden, om het bezoek, waarmede zij gedreigd werd, aanteneemen: de Poisfarden traden binnen, en vonden de Koningin in eenen armdoel zitten, met den Dauphin op de fchoot* en de Prinfes tusfchen haare knieën: zij naderden met plompe buigingen; de aanvoerder kuschte eerst den Dauphin, vervolgends de Prinles de hand, en eindelijk dé Koningin den rok: de overigen traden mede, de ééne na de andere, nader,en deeden hetzelfde: de Dauphin dak zijn handjen geduldig uit, en zag zijne moeder aan met eene benaauwdheid, die gepaard ging met fiddering en fraanen, en de Prinfes draaide zig om, drekte beide haare armen uit naar de moeder, en weende bitterlijk, toen zij zag dat 'er geen einde was Ran de rei van lelijke wijven: de moeder zocht beiden te troosten en gerusttedellen, met eenen glimplach, die haar niet zeer fcheen van harte te gaan, en verzekerde hen, dat deeze Dames hen recht lief hadden, en hun geen kwaad doen zouden: „ Neen, Monfeigneur! neen, neen, lieve Prinles!" fchreeuwden allen als uit éénen monde, „ wij zullen u geen kwaad doen (*)": daarop Kielden zij haare klagten, over gebrek en nood, aan (*) Non, Monfeigneur, non, ma Princesfe! non„ tion, je n' vous feront pas d; nial, H. DEEL, B  66 STAATSOMWENTELING den Koning en necker op nieuws voor; en zulks gelchied zijnde, zeide de aanvoerder, Madame chablis: „ Wij hebben de Koningin nog iet in 't geheim te zeggen, Uwe Majesteit en " de Heer necker zullen, derhalven, wel de goedheid willen hebben, om ons eenige oogen" blikken met haar alleen te laatcn:" de Koning "ag zeer benaauwd, en zeide: „ Waarom? wat 'wilt gij hebben? ik hoop immers niet, dat gij " een kwaad voorneemen hebt?" — ,, Maak u * niet ongerust," antwoordde Madame chablis, „ wij zullen wat met haar praaten: en zo gij ons niet vertrouwt, neem dan zes van ons als gijzelaars; deeze wijven zijn ruim zoveel " waard als alle de Hofdames, dat zeg ik u!" — de Koning verwijderde zig met n e c k e r , en nu «raven de wijven de Koningin eene vermaning, op haare manier , zeer oprecht gedacht en nadrukkelijk uitgefproken, te weetcn: „ dat zij zig in 't vervolg beter moest gedraagen (*):" deeze keer zouden zij haar nog door de vingeren zien; doch dit was ook voor de laatfte maal; zij had den goeden Koning geweldig om den tuin geleid; indien zulks nog ééns gebeurde, dan.... hierbij werden haare gebaarden en wezenstrekken zo wild, dat de Koningin eene beweeging maakte, alsof zij om hulp wilde roepen - „ Wees maar „ gerust", zeide Madame chablis,,, wij gce- (*) De fe mitux conduire a l'avenir.  IN FRANKRIJK. 6f *A ven u Hechts eenen geringen vriendfchaplijkcn „ raad, en ten olijke dat alles vergeten en ver„ geven is, zullen wij u omhelzen: wij zullen u „ genade bewijzen in plaats van recht te doen (*)"; zij omhelsden de Koningin de eene na de andere, en daarop zeide Madame chablis tegen een van haare geleideresten: „ Welnu , vriendin! laat de Koning weder binnenkomen:" de Koning verfchecn, en was nieuwsgierig te weeten wat 'er verhandeld was; doch de wakkere, fijne en welbcfpraakte chablis, zeide: „ Het gaat de mannen niet „ aan, wat de vrouwen onder zig hebben: (f) „ blijf gij onze goede Koning, en laat u niet te„ gen uw volk ophitzen: het heeft u zo lief als vader en moeder, en zal bloed en leven voor u laaten." Nu traden zij af, en vervoegden zig bij haare overige geïeidfiers: in het heengaan zeide Madame chablis nog tot de Koningin, indien haar iemand leed zou willen aandoen, zoude zij zig maar ©p haar beroepen; zij ftond voor alles in. Terwijl dit in het kasteel voorviel, was buiten hetzelve reeds het fein gegeven tot bloediger tooaeeleri: de lijfwacht had zig'langs het traliewerk (*) Car a tout péeheur mifericorde. (t) Lts af air es des f erames ne font pas (tiks des &mmes. El  6i5 STAATS OM WEN TELING op het voorplein gefchaard; een 1'oldaat van de burger-militie wilde alleen het plein op, en men had hem door de gelederen gelaten, om dat men wist, dat de getraliede poort gefloten was: voor deeze deur ftond een Zwitfer, bij welken hij 'er zeer op aandrong, om hem dezelve te openen: op liet weigerend antwoord werd hij woedend, itiet met zijnen fabel op hem aan, en riep: ,, of ,, hij niet goed genoeg was, om zynen Koning te. „ bewaaken?" de Marquis de savonnier.es. bevelhebber der Lijfgarden, reed naar hem toe,* en onderhield hem fcherp over deeze gewcldenaarij; in plaats van hem te antwoorden, hieuw de barger-foldaat met den fabel na hem, raakte echter alleen den ftaartriem van zijn paard: de Marquis beantwoordde zulks met eenige flagen met de kling; de foldaat viel, en hield zig als of hij dood ware: in hetzelfde oogenblik vuurde een foldaat der burgermilitic, van FerfaiF.es, op den Marquis , en verpletterde zijnen arm. Dit was het fein tot daadlijkheden: men ging op de Lijfgarden los, doch vóór dat zij nog handgemeen werden, kreegen zij bevel, om terug te trekken: de overige foldaaten werden crnltig gelast , om geen geweld te gebruiken: het volk begon eenigzins te bedaaren. Door de fchootcn, die 'er gedaan waren, was op het kasteel alles met fchrik bevangen: vermits  IN FRANKRIJK. imen oordeelde dat de Koningin het grootfie gevaar liep, doeg men voor, om haar en den Dauphin tc verwijderen, en in veiligheid te brengen: men liet rijtuig komen, maar de burgers van Verfailles hielden het aan ; doch al hadden zij het tot aan het kasteel laaten rijden, zulks zou evenwel vruchtloos geweest zijn, om dat de Koningin volftrekt niet kon overgehaald worden, den raad tot haare verwijdering aanteneemen,en verklaard had, liever aan de voeten des Konings tc willen derven, dan hem te verlaateri: het zou anders geen moeite geweest zijn, haar aan de andere zijde van het kasteel door het park eenen weg tc laaten ncemen, langs welken zij het volk ongemerkt had kunnen ontkomen. Terwijl' zulks te Verfailles voorviel, was in Pa~ rijs alles mede in rep en roer: de burgermilitic was bijeen getrokken, en (rond tegen twee uure reeds marschvaardig: de geweezene Gardes Frangoifes waren de eerden, die hét voorftel deeden, dat men naar Verfailles trekken, de Lijfgarden en het Regiment Vlaanderen wegjaagen, en de Koninglijke familie, als mede de Nationaale Vergadering naar Parijs haaien moest: bij de zorglijke en misnoegde gedeldheid, waarin de overige burgers van Parijs zig bevonden, moest dit voordel wel goedkeuring vinden, en men was 't reeds tegen drie uuren , daaromtrent, volkomen cens: doch de Marquis de la pavette keurde deeE 3  7a STAATSOMWENTELING zen inval op goede gronden af; hij verzettede zig wel twee uuren lang daartegen, en toen hij niets, konde verwinnen, meende hij door een kunflig uitftel tijd te winnen, en de aangevuurde verbeeldingskracht te doen verkoelen; doch deeze was te fterk ontvlamd, dan dat zijne poogingen niet de tegcnovergefteldc uitwerking zouden hebben moeten voordbrengen; de benaauwdheid voor de Ariftocraaten, bezielde allen zodanig, dat zij begonnen hem mede als zulk een te befchouwen, dewijl hij den flap met hun niet wilde doen, welken zij den werkzaamften oordeelden , om alle nog overige Ariftocraaten eensdeels uitteroejen, andcrsdccls krachtloos te maaken: zij drongen nogmaals zeeF hevig bij hem aan: hij kwam met nieuwe vertoogen en met een nieuw uitftel op: nu lieten zij zig niet meer wederhouden: zij riepen hem op, om zig aan het hoofd tc ftclle.11, en daardoor te bewijzen, dat hij niet tot het ariftocratisch rot behoorde , of te moeten verwachten, dat zij allen naar Verfailles trekken ,en hem aan de woede des volks prijs geeven zouden: hij wist geen' uitweg meer, en moest aan hunne begeerte voldoen: wijgerde hij hun aanvoerder te weezen, zij zouden evenwel gaan, des was 'er niets mede gewonnen; maar {lelde hij zig aan het hoofd , dan kon hij ten minfl-en veele onheilen beletten, die onvermijdelijk waren, zo zij aan zigzelven overgelaten bleeven:. deeze bedenking was het, die hem kon overhaakn, om hun aanvoerder te zijn, en terftond gin-  IN FRANKRIJK. 7* gen bij de veertigduizend mau op marsch naar Verfailles. Alle de geenen, die te Parijs bleeven, verwachtten met angst en beeving de uitkomst van deezen geduchten togt: alle winkels en huizen waren gefloten, alle ftraaten ledig, alle huisgezinnen , van de vaderen verlaaten, in hunne kamers opgeflotcn: Parijs was eensflags van alle zijne befchermers beroofd, en geduurende twee uuren, zonder op eenige redding te kunnen hoopen, blootgeftcld aan alle buitenipoorigheden, welke een woest cn toomloos graauw goedvond te pleegen: de Hoofdofficier , QMaire) het eenigflc opperhoofd der ftad, was, gelijk mede de Vertegenwoordigers der Gemeente, van het Hotel-de-Ville, verdreven, en met bedreigingen van den fmaadlijkften dood vervolgd: het Hotel-de-Ville zelf, was geplunderd; in de vergaderzaalcn en de overige vertrekken, was alles het onderflc boven gekeerd , zelfs het. papier gefcheurd, en de inkt op den grond geftort:'cr was geen gewapende hand, en geen Hoofd het welk men ter bcveiliginge van de ftad had kunnen oproepen: in deezen fchromelijkcn tocfland bleef Parijs tot over negen uurc, als wanneer eindelijk de trommen op alle ftraaten aankondigden, dat 'er weder iemand was , die zig de ftad aantrok: de Mairc en de Vertegenwoordigers hadden zig weder veréénigd, cn lieten aanE 4  ys STAATSOMWENTELING ' Zeggen, dat de eerde verdieping van alie huizen* verlicht worden, en alle burgers, die van wapens voorzien waren, de wachthuizen in hunne wijken, bezetten, patrouillen uitzenden, en posten (tellen zouden: welhaast kwamen de- nog overige gewapende burgers op., bezetteden de wachthuizenen ver-ftroOiden de zamengerotte menigte : dus-, doende was men tegen geweldpleging beveiligd, en nu waren de inwooners van Parijs alleennog. in eene kwellende verwachting, hoe de. togt> naar Verfailles, zoude afloopen^ Middelerwijl had de gewapende burgerij" den weg dervvaards voor een gedeelte afgelegd: het re-, geude geweldig (lork cn bij aanhoudendheid, en hun opperbevelhebber bediende zig van deeze om-, ftandighekl, om hun nog édns voorteftellen, of het niet raadzaamer-was, inde ftad te blijven, en hunne onderneeming tot den volgenden dag uittedellen: doch de gemoederen waren en blecveneven driftig: tot op de huid toe nat, overdektniet modder, klappertandende van koude-, lagchte men met regen, ftorm en hagel: de la pavette verkreeg echter zo veel van hun, dat zij heinplechtig en met een groot gefchreeuw beloofden, aan alle zijne bevelen tc gehoorzaamen, en fiechtsdan geweld te gebruiken, wanneer men hen mei geweld zoude ontvangen: dit (lelde den Genera;^ «nigzins. gerust, cn hij zond een'van zijne-Adjti-  IN FRANKRIJK. 75 danten aan de Nationaale Vergadering, met het bericht, dat hij welhaast in dezelve vcrfchijnen zoude. De Prefident der Vergadering was nog al op het kasteel, verwachtte, en drong verfcheidcne maaien daarop aan, dat de Koning de ingeleverde artijkëlen, met zijne onbepaalde bekrachtiging beklcedcn mogt: hij bragt den Staatsraad ouder 't oog, dat deeze bekrachtiging een middel zijn zoude, om het volk te doen bcdaaren, maar dat de grootfie onheilen te duchten waren, in gevalle hij dezelve niet, zo fchielijk als mogelijk, verkreeg; doch zulks werd vertraagd, en- het eene-uur verliep na het andere; het was reeds over tien uuren , toen hij de bekrachtiging, eigenhandig door den Koning gefchreven, ontving: nu fpoeddc hij, om dezelve aan de Nationaale Vergadering te gceven. Daar komende, vond hij Hechts nog weinige leden in de zaal, die alleen door nieuwsgierigheid aangezet, gebleven waren:hij vond, daarentegen, het Amphitheatcr vol wijven , die aan de zijde van haare halfnaakte geleiders, de Vertegenwoordigers der1 Natie fcheencn te willen vertegenwoordigen s zij fchreeuwden , tierden , zongen , lachten en waren op haare manier geestig': ééne van haar hadde plaats van den Prefident bemagtigd, doch was echter zo beleefd, dat zij bij zijne komst aftrad, en hem verzocht plaats te neemen; zij verzekeïE 5  74 STAATSOMWENTELING den hem allen, dat zij met Smarten op hem hadden gewacht» en nu hoopten goede tijding van hem te verneemen: eindelijk voegden nog eenige gevolmagtigden zig bij hem, zeggende, dat men in zijne afwezigheid een befluit over het koom genomen, maar dat het volk zig ook daarmede bemoeid, wenfehen, verzoeken, als mede bevelen uitgebragt, en eindelijk daarmede geëindigd had, dat het eischte den prijs van brood, vlcesch cn kaarsfen verminderd te zien: vervolgends was de Vergadering gefchciden. De Prefident oordeelde dit tijdfiip voor al te bcflisfend, en dat geene, 't welk hij had voorteftellen, te gewigtig, dan dat de Vergadering had kunnen verwijderd blijven: hij-zond iemand aan de Municipaliteit, met verzoek, van de trom in nlle ftraaten te laaten roeren, ten einde de Gevolmagtigden in de vergaderzaal terug te doen komen: dit gefchiedde ook,'en in deezen tusfehentijd maakte hij aan het volk bekend, dat de Koning de artijkels der Declaratie en Conftitutie had aangenomen: het volk betuigde zijne goedkeuring door een wild handgeklap cn gefchreeuw, men omringde hem endrong bij hem aan, om affchriften van 's Konings eigenhandige verklaaring te willen hebben; doch van alle kanten hoorde hij vraagen: „ Zijn wij daardoor wel veel verbeterd?" of: „ Zullen de armen, in Parijs, daardoor ook brood „ verkrijgen?"  IN FRANKRIJK. 75 Deeze vraagen deeden den Prefident reeds half vermoeden, waar deeze deftige Vergadering de fehoen wrong; fommigen zeiden het ook ronduit, dat het de honger was die hen drukte: oogenbliklijk gebood hij, dat 'er van alle bakkers brood, moest gebragt worden; het kwam ook fchielijk, en wel niet alleen brood, maar ook wijn, worst en gedisteleerde wateren: aldus fmulde men, zelfs in de Vergaderzaal, zeer vrolijk, onbekommerd en eendragtig. Terwijl men hiermede bezig was, kwam de Adjudant van den Marquis de la fayette met het boven aangeftipte bericht; een lid der Nationaale Vergadering , werd den Bevelhebber ten gemoete gezonden, om hem te melden, dat de Koning de geëischte bekrachtiging, zonder alle bcpaaling, en in de duidclijkftc bewoordingen gegeven had; dat hij zijne troupen daarvan kennis moest doen hebben, om ze mogelijk van Verfailles terug te houden. De wijven waren nog al in de zaal gebleven; zij drongen op den Prefident aan, en onderhielden zig met hem: veelcn zeiden rond uit, dat het in 't geheel niet naar haar genoegen geweest was, dat hij had kunnen goedvinden, om het verfoejelijk Veto te verdedigen; hij mogt zig maar voor den lantaarnpaal wachten; doch hij anwoord* de , dat men haar het geheele beloop van zaaken,  7 me fprak ;in de herhaalde benaauwde vraagen, naar den weliland van haaren echtgenoot, in't kort, juist in dat geene zag hij dezelven het meest doordraaien, het welk zij met zeer veel moeite wilde verbergen of bedekken : dit gedrag maakte den gewenschten indruk op den grooten hoop, en men kan wel met waarheid zeggen, dat dezelve zig, hoe nader zij bij Parijs kwamen, des te meer en oprechter met haar verzoende: vermits bij deeze Natie elk gevoel oogenbliklijk, en thans fneller dan tevooren, tot daaden overllaat, werd zij ook welhaast door een mcnigvuldiger Vtve la Reine! van deeze voor haar zo gunftige verandering verzekerd, cn het duurde niet lang, of zij werd alleen nog maar door den angst van haar hart, en niet meer door de  IN FRANKRIJK. benaauwdheid gekweld, die men bij haar verwekte. Dc Dauphin" en de Prinfes zagen met een natuurlijke benaauwdheid, aan kinderen eigen, het gedruis aan, cn gedoogden gaarne, dat men hen een Vive! toeriep, en de handen drukte en kuschte: op de overige koninglijke Familie, die in het derde rijtuig volgde, werd in 't geheel geen acht geflagen. Deeze togt, en bijgevolg ook de kwelling des Konings en zijner familie, duurde van twaalf uuren des middags, tot des avonds half negen toe: dit gcheclc bedrijf werd nog veel woester en afgrijzelijker toen het avond begon tc worden, ca groote lantaarnen, windfakkels en toortzen, zwarte gezichten in de uitftorting van losbandige vrolijkheid, halfnaakte mannen en vrouwen, voorzien van ouderwetfche wapens,verhit door het patriottismus, trotsheid en Herken drank, groote, door den wind heen en weder wapperende, vaandels, en gladgepolijste geweeren en fabels, door een duister gewoel doorblinkende, alles begon te verlichten. Door de naauwe ftraaten der ftad, die aan wederszijden door zwarte rotfen fcheenen ingefloten te weezen, drong een ftroom van woelige menfchen, wier gefchreeuw zig met de trommen en  94 STAATSOMWENTELING het raazend Janrateaarcö - inuzijk der nationaale foldaatcn paarde j en met deeze in een eenïg klaterend geluid uitliep, 't welk het angstig gefchree«W der vrouwen, kinderen en oude menfehen, die gevaar liepen van in het gedrang te Hikken, verdoolde en verflqjld* Aan den flagboom was de Koning door den Hoofdofficier der Had, gevolgd van eenige Vertegenwoordigers der gemeente, ontvangen: het fcheen alsof hij nieuwen moed greep , toen hij deeze mannen zag: dc eerbiedige houding van allen, cn vooral het zachte, vertrouwenwekkend, voorkomen van het Opperhoofd der Had, Hak geweldig af bij het opdringend, gebiedend en luid* ruchtig gedrag van het graauw: «ailly fprak den Koning aan, in de volgende bewoordingen: j, Sire! het is een fchoone dag, die u en „ uwe Koninglijke Gade, en eenen Prins die „ goed en braaf worden zai, gelijk lcde„ wijk de zestiende is,aan uwe hoofd- Had fchenkt: vergun, sire! den Maire „ van Parijs, u den wensch der Had voorte„ Hellen: ieder'oogeublik, 't welk uwe ?vla- jefteit ons fchenkt, hoe kort ook, is ons „ zeer dierbaar; doch wij reikhalzen om onzen Koning altoos in het midden van ons te „ zien; zijn volk begeert alle zijne oogen„ blikken te genieten: indien gij aan dit ver-  IN FRANKRIJK. zoek voldoet, sire! dan herkrijgt dc ,, ftad het voortrcffelijkfte en dierbaarfte van haare voorrechten: nu reeds is de vaderlij„ ke zorgvuldigheid van uwe Majesteit dub* „ bel gebleekcn, om het gebrek wegtenee„ men; gij zult nu ook getuige worden van „ onze trouw; onder uwe oogen zullen orde en rust, en alle de zachte en beminnelijke „ deugden weder opluiken, welken uw voor„ beeld verwekken en onderhouden moet; ,, in één woord, onder l ode wijk den ,, zestienden zal de Koning magtig zijn ,, door zijn volk, en het volk gelukkig door ,, zijnen Koning." De Koning antwoordde met zekere gerustheid en aandoening: „ Dat hij altoos blijmoedig en vol „ vertrouwen, in het midden der inwooneren „ .van zijne goede ftad Parijs kwam: " ver* volgends ging de trein verder naar het Hotel-deVille. Op het plein de Greve was een tajjooze menigte van menfehen zamengevloeid, die den Koning en zijne familie met een vreugdegeroep verwelkomden: de la fayette cn baillv hielpen den Koning uit het rijtuig, en leidden hem in dezaal der Vertegenwoordigers; hetzelfde deeden eenige Gevolmagtigden van de Nationaale Vergadering met de Koninginne, en de overigen van do  0 STAATSOMWENTELING koninglijke Familie: was de aanfpraak van b a i ï> iy, aan den Koning, vol heuschheid, in betrekking tot zijnen tegenwoordigen toefland, die geene was het niet minder, waarmede een der Prefidcnten van dc Gemeente tc Parijs, morrau de Saint-mery, hem ontving. Sire!" zeide hij, „ indien de burgers van „ Frankrijk ooit zweercn moesten, dat zij hun- nen Koning wilden beminnen, het zou bij het goede hart van lodewijk. den zestien„ den gefchieden, en onze eed zou onfehend,» baar weezen; doch een volk, dat dc liefde des ,, Konings, meer als ecnebehoef'te, dan als een'pligt j, befchouwt, mag aan zijne eigene trouw en ver„ kleefdheid niet twijfelen: thans meer dan ooit, ,, hebt gij uwe heerfchappij over onze harten ge- vestigd; gij hebt de Conltitutic goedgekeurd en „ aangenomen, die van nu af de Natie aan den „ troon en den troon aan dc Natie, door eenen „ vasten band ,hechten zal: eindelijk,om liet zc- gel te drukken op de vervulling van alle onze „ wenfehen , komt gij nog met dc dierbaarfte „ voorwerpen uwer tederheid, te midden onder „ ons woonen: bij het blaakend gevoel van onze „ harten, waagen wij het echter niet, om te zeg„ gen, dat uw befluit, vooral die geenen van uwe „ onderdaanen gelukkig maakt, die u de vuuriglte „ liefde tocdraagen; maar wanneer een geëerbic9, digd vader, door den wensch van een ontal- „ lijk  IN FRANKRIJK. 9? „ lijk groote familie geroepen wordt, hij zal ali, toos die plaats tot zijn verblijf verkiezen, ali, waar het grootfte aantal van zijne kinderen zig bevindt." De Koning knikte, in plaats van te antwoorden ± een en andermaal, zeer vergenoegd met het hoofd , vervolgends trad de Maire na hem toe , ontving zijne bevelen, en verhaalde, dat de Koning hem op zijne aanfpraak, voor de Barrière, had geantwoord: „ Ik kom altoos blijmoedig in het mid„ den der inwooneren van mijne goede ftad Pa»> "fi" — » gij vergeet iet", viel de Koning hem driftig in 't woord, „ ik heb gezegd: blij„ moedig en vol vertrouwen" — ,, Medebur„ gers!" riep de Maire, in het zelfde oogenMüc, „ gij zijt gelukkiger, dan wanneer gij zulks ,, uit mijnen mond haddet vernomen! " een vrolijk handgeklap dankte den Koning voor zijnen — angst, en tevens den Maire voor zijne tegenwoordigheid van geest: de eerfte toonde daardoor, dat hij den inwooneren van Parijs niet te weinig had willen zeggen, en dat hij door het vertrouwen, 't welk hij bekende op hen tc ftellen, een nieuw recht op hunne befcherming meende vcrkreegen te hebben: na verloop van een half uur, verliet hij, met de Koningin en de overige Familie, het Hotel-de-Ville, en reed, geduurig nog door het juichende volk verzeld, naar het kasteel der Tuilcrië'n: hier had men, in grooten haast, e«.- II. DEEL. G  93 STAATSOMWENTELING nige vertrekken voor hem gereed gemaakt, maaf juist omdat zulks zo haastig in 't werk was gegaan , vond hij, mogelijk voor de eerde maal in zyn leven, de vertrekken nog koud, het huisraad oud cn bekrompen, en dat de wind door alle dc venlters blies: de Koningin omhelsde hem wcenende, en fcheen door de fmart zodanig getroffen te zijn, dat zij geen woord kon uitbrengen: het avondeetcn was ftfl en treurig (*). Terwijl de burgers van Parijs over de komst des Konings juichten, waren die van Verfailles over zijn vertrek van fmart doordrongen: zij zagen zig, in hem en met hem, van het grootfte gedeelte hunner broodwinningen beroofd, en voor' veelen van hunne medeburgeren het vooruitzicht van gebrek en ellende geopend: de ééne Koning •had deeze ftad beftaan en vastigheid gegeven 3 omdat hij een vrijer en lichter woonplaats verkoos te hebben, cn een ander ontneemt haar het eerfte zowel als het laatfte, omdat de hoofdftad haare? (*) Le fouper a eté fort gat, zegt een democratisch blad, waaruit de Schrijver desze bijzonderheden, voor een gedeelte, ontleend heeft: men zal 't hem wel willen ten goede duiden, dat hij, in dit geval, liet woord gat, door ftil en treurig vertaalt: deeze fpotrede, die, in den mond van eenen partijdigen Franschman, Hechts wreed is, zou in den mond van eenen Duitfcher, vooral van eenen gefehiedfehrijver, fcjnsbaalstaal weezee-.  IN FRANKRIJK. 99 rechten op zijne perfoon, die bijna fcheenen verouderd te \yeezen, op nieuws doet gelden, met eene magt, welke men hem,nog met zeer veel heuschheid, als een verzoek van het volk, en als ëcn vrij befluit van zijnen kant, begon onder het oog te brengen: eodewijk de veertiende was de zon van deeze nieuwe en bekoorclijke ftad, lodewijk de zestiende WaS be- ftemd , om dezelve te verwoesten, en als medepligtige van het despotismus te ftralfen : daarmede ontlook zij, en daardoor zou zij haaren ondergang vinden; Zij bezat nog wel de Nationaale Vergadering, en de voor haar daaruit voordvloejende hulp, doch de tijd naderde, dat zij deeze mede zoude verliezen: dit ligchaam had naamlijk het befluit genomen, dat het van 's Konings perfoon niet kon afgcfcheiden worden: de Oorzaak waarom die Vergadering thans nog te Verfailles bleef, was geen ander, dan- dat men eerst nog een gefchikte plaats voor haar in Parijs moest in gereedheid %>rengen. Doch de Vergadering zou niet alleen van plaats veranderen, maar haar inwendig ftelfei was reeds veranderd: van het oogenblik der uitbarfting af, welke den 5den en Cden Getober had plaats gehad , had o; volkspartij over de ariftocraatisch-koningspartij eene beflisfende overwinning behaald: G a  ïoo STAATSOMWENTELING *£ geen. deeze gevreesd en geene gedreigd had, was wezenlijk gebeurd; het volk had zig eigenmagtig met de raadpleegingen bemoeid; door dreigementen en ten toon gedragene hoofden, de gronden cn onderwerpen der Dcmocraaten kracht; en klem bijgezet, en dezelven daardoor uitvoerbaar gemaakt: mounier, lally, bergasse en andere uitmuntende mannen van hunne partij , waren in het hagchelijk geval, dat zij verkiezen moesten te vleien of te fterven , en indien zij geen van beiden wilden verkiezen, te zwijgen of zig te verwijderen: thans, nu de Koning volkomen in de handen des volks was geraakt, bleef liet onmogelijk, hem zekere rechten te doen behouden of weder te verfebaflen, die, zo dezelven aangenomen en gebezigd waren, de eigendunkelijke magt en de trotfche losbandigheid van het gemeen, zou tegengehouden, en juist daardoor de twee eerfte Standen des Rijks , tegen eene volflagcne onderdrukking beveiligd hebben: het bleef onmogelijk, om zekere grondbeginfelen en voorflagen, betrekkelijk tot de ftaatsgefteldheid, te doen gelden, welken gefchikt waren, om het Land eene ftaatkundige gedaante te geeven,die de Engelfche zeer nabij zoude komen; het bleef eindelijk onmogelijk, om tegen de plans der Demagoogen, die alleen om deeze plans zodanigen waren , met vrucht te werken, dezelven te ontmaskeren , en door hunne verwijdering, of ten minften door de vermindering van vertrouwen, eest  IN FRANKRIJK. meer gezuiverd vrijheidsgevoel bij de Natie te doen ftand grijpen; want deeze fcheen thans Hechts vrij te willen weezen, cn zig niet meer daarover te bekommeren, hoe zij vrij werd, en hoe zij zig als een zodanige wilde handhaaven: haare demagogifche Vertegenwoordigers hadden haar zo om den tuin geleid,, Deezen feheenen voor het grootfte gedeelte tot hier toe alleenlijk de meerderheid van Hemmen in de Nationaale Vergadering, beoogd, en niet eigenlijk voor dc bevestiging en bekrachtiging der vrijheid, door dcrzelvcr innerlijke fteunpijlaaren , tc wceten, dc financiën en de uitvoerende magt, gewerkt te hebben; zij waren altoos nog bezig geweest om de reeds lang magtlooze vijanden der vrijheid te ontdekken en te onderdrukken, maar hadden niet begreepen, dat zij door deeze min hoofdzaaklijke bezigheid, de reeds ongetwijfeld bevochtene vrijheid, in eene algemeene regeeringloosheid veranderden; dat zij de gevaarlijke gistingen van het gemeen, en de zorglijke verwachtingen der Natie, daardoor aan den gang hielpen; dat zij een bijna algemeen wantrouwen op de Nationaale Vergadering, en uit dien hoofde ook eene traage uitvoering van haare befluiten voedfel gaven , en dat zij eindelijk het algemeen belang een onherftelbaar nadeel toevoegden, wanneer zij bij hunne grondbeginfelen , dc bekwaamde zogenaamde koningsgezinde leden der Vergadering vervvijG3  io* STAATSOMWENTELING derden, cn daardoor bij hunnen arbeid aan dc Conftitutie, de partijdigheid den ruimen teugel vierden. De Hoofden der koningsgezinde partij, die met veel vaderlandsliefde aan de wederherftelling van den Staat hadden gewerkt,moünur, lally, ibergasse en anderen, verwijderden zig indedaad eenige dagen, nadat de Koning naar Parijs pvergebragt was, en door hunne verwijdering leed de Natie het bovengenoemde nadeel: met hun verwijderden zig anderen, wéare Ariftocraaten zijnde, die zig voor de rechten des Konings alleen in de bresfe hadden gefield, om dc hunnen niet aan het algemeen belang opteofferen: bij deeze verloor de Natie niets, want hunne plans waren ten deele betrekkelijk tot den Stand, tot welken zij behoorden; ten deele bedoelden dezelven alleenlijk hunne perfoonen, cn verfchilden wezenlijk van de Koningsgezinden, fchoon zij zig ook wel van derzclver middelen, ter uitvoeringe van hunne ontwerpen, wilden bedienen: nogthans waren deezen zelfs niet eens meer verklaarde werkzaame vijr anden der vrijheid, over 't algemeen, die thans niemand kon trachten te vernietigen, of hij moest •jaazend geweest zijn, maar zij wilden flechts redden, wat nog gered kon worden: hun eigendom en heftaan, doch niet meer hunne' voorrechten: dit was het geval met de leden van de hoogere Geestlijkheid, en van den voornaamer Adel, waar-  IN FRANKRIJK, ï03 aiede, men op eene onredelijke wijze , over dénen kam gcfchooreji had, alle overige letten van hunne Standen, die zig voor het grootfte gedeelte nimmer, door het kanaal van eigendunkelijk gezach, tot vette gcestlijke- en hooge flaats-amten verheven hadden,noch ook voorneemcns geweest waren, zulks te doen: dit onderfcheid had de bovendrijvende partij der Natie, van het begin af, niet in het oog gehouden, en zij verongelijkte de geenen van haare adclijke cn geestlijke medeburgeren , die, bij eene fobere wedde en bij een klein riddergoed, of bij eene kaale monteering, door armoede met den derden Stand nader ver* maagfehant waren, dan de burgerlijke welgedelde Koopman, of de ruimbczoldigde Geestlijke. Mirabeau, die in het beloop der Nationaale Vergadering zijne grondftelling, als Demagoog, getrouw gebleven was, fcheen zulks ook in het vervolg, ten minftcn de eerfte dagen na 's Konings vertrek, te willen blijven; hij dreef het met zijne vrienden door, dat de Nationaale Vergadering verklaarde, onaffcheidelijk van den Koning te weezen; zijn oogmerk kon, wilde hij zigzelven niet tegenfpreeken, niet zijn, dat de Vergadering zig daardoor van den Koning afhangelijk verklaarde, of dat zij hem als den eenigen gezachhebber, die 'er nog in het Rijk was overgebleven, voor het graauw befchermde; of dat zij hem en zigzelve, tegen de kabaaien der Ariftoeraatèn, G 4  io4 STAATSOMWENTELING en derzelver daadlijke ondernecmingen beveilig, de; maar veelmeer, dat hij zig met de hoop vlei, en konde, om in Parijs, met hulp der gallerijen , zijne cn der zijnen grondbeginfelen en plans doortezetten, en, over 't algemeen , meer onder de oogen van de hoofditad, die nu door en door democratisch gezind was, naar haare eigene grondftelUngeq te fpreeken en te handelen, en daarvoor, alzo zij thans alles in handen had, van haar beloond te worden; hij wilde de hoogde plaats in den Staat bekleeden, en oordeelde dit oogmerk niet beter te kunnen herijken, dan wanneer hij als Minister zig den weg daartoe baande. Hij hegreep dat necker nog veel te vast in de gunst des volks ftond, dan dat hij hem regetT recht had kunnen aantasten; doch de Minister van Parijs, saint-priest, ftond 'er zo vast niet in, en deeze zou zijnen post in het ministerie ver-f liezen. Mirabeau gaf voor, dat hij tot de vrouwen, die, op den 5den Octobcr, den Koning de rampen van Parijs onder 't oog bragten, zou gezegd hebben: „ Toen gijflechtséénen Koning had, had gij „ geen gebrek aan brood ;thans hebt gij twaalf hon„ derd, gaat 'er deezen nu om vraagen." (*) Deeze befchuldiging kwam den Minister ter ooren, (*) Qusnd vous aviez un Roi, vous aviez du pain,  IN FRANKRIJK. 105 en hij bewees, in eenen brief aan de Nationaale Vergadering, dat hij in de groote gallcrij, alwaar hij met de vrouwen zou gefprokcn hebben, in 't geheel niet geweest was: 'er kon derhalven niet verder over geraadpleegd worden , en het plan van mirabeau liep in 't riet, doch Hechts in zo verre, dat de Minister, door de Commisfie van onderzoek, niet vervolgd, en van het graauw niet verfcheurd werd; dan, hij bereikte evenwel daardoor het oogmerk, dat hij een wantrouwen tegen den Minister verwekte, het welk na deezen tijd, bij de minile verdenking, levendig moest worden r 20 doende ondermijnde hij zijnen roem, gelijk hij den roem van ne cker ondermijnd had; het overige deeden de blaauwboekjens-fchrijvers der Demagoogen, en de Natie vattede welhaast een algemeen wantrouwen op tegen den Minister: de uitzichten van mirabeau helderden daardoor meer en meer op, doch het duurde flechts eenige dagen , of zij werden hem, door een befluit der Nationaale Vergadering, geheel benomen. Werden hier zijne plans vernietigd, zo liep de invloed en de achting, die hij bij het volk had, mede gevaar van vernietigd te worden: eenige dagen na 's Konings komst te Parijs, meende men ontdekt te hebben, dat broodgebrek niet alleen de aujourd" hui vous en avez. douze cents, allez leur en demander. G 5  io6 STAATSOMWENTELING vrouwen gaande gemaakt, en na Verfailles ge-r dreven, cn dat het graauw 's Konings Lijfwacht, niet Hechts wegens de ontëering der nationaale cüt carde zo gruwelijk mishandeld, maar dat een kabaal dit broodgebrek, zo niet bewerkt, nogthans vergroot, en de woede van het gemeene volk, doch vooral der wijven, door verkleede mannen, die men haar tot aanvoerders gaf, beftuurd, en nog oproeriger gemaakt had. Men geloofde, dat deeze cabaal een ontwerp had gefmeed, om den Koning geheel moedloos te maaken; hem tot de vlugt aantezetten; naar eene welbevestigde ftad, naamlijk naar Melz, overtebrengen, en daardoor de verdenking genoegzaam te bewaarheden, alsof hij zig'fehuldig vond aan zekere plans, betrekkelijk tot een Contra-revolutie, die hij nu voorgenomen had, vandaar, als eene plaats die rijklijk van wapenen voorzien was, doortezetten. De Koningin,had men onderfteld, dat door het in gramfchap tegen haar ontftoken volk, misfehien de Dauphin mede, van het leven beroofd, of ten rninften verwijderd, en de ouder broeder des Konings benaauwd worden, en de vlugt ncemen zoude; des was 'er dan geen één van de Bourbons meer overig, als de Hertog van orleans, en deeze zou, in dit geval, als de afgod van het gemeene volk, zo niet voor Koning, echter voor  IN FRANKRIJK. 107 Regent van het koningrijk uitgeroepen worden: mirabeau en eenige anderen hadden nu in deezen Prins over Frankrijk willen heerfchen. Men ging, om dit plan van den Hertog in het licht te brengen, tot het begin der omwenteling, de oproeping der Gencraale Staaten, terug: hij lag, zeide mert, in deezen tijd met het Hof overhoop , en wel zodanig , dat eene volmaakte verzoening onmogelijk was: de Koningin en de Graaf van artois, droegen hem eenen pcrfoncelen haat toe, bijgevolg de Kening ook, des de geenen die den Koning de naasten waren niet minder; het Hof fcheen door de Generaale Staaten in 't gedrang te komen, en hij trachtte dit gedrang te vermeerderen; toen het Hof hem van zig verwijderde , bleef niemand voor hem overig, om hetzelve in benaauwdheid te brengen, dan het volk; bjj moest zig, derhalven, aan deszeifs hoofd ftellen, om de beweegingen van den derden Stand kracht en nadruk bijtczetten; hij, was gevohnagtigde bij de Nationaale Vergadering, en zijne Cahiers,dooiden Abbé sieyes opgefteld, ademden niets dan liefde voor het volk; begeerden niets dan vermindering van belastingen, die hetzelve drukten ; en fprak van niets dan van opofferingen, die hij, ten beste van denderden Stand, beloofde te doen: hij wist het ten deele door zijnen invloed, ten deele door omkoopingen, zo verre te brengen, dat 'er nog andere Gevolmagtigden verkoo-  io3 STAATSOMWENTELING zen werden, die met zijne grondbeginfelen bezield waren, en moed en begaafdheden hadden, of weinig genoeg te verliezen, om dezelven te opperen en doortezetten: aldus, zeide men, werd onder andereu de Graaf van mirabeau tot Gevolmagtigde verkozen , en daardoor een ijverige en zegepraaiende voorftander van den Hertog van orleans, die hem tevens met geld onderlteunde, Necker, zeide men mede, was bij de hofpartij even zo gehaat als hij-zelf, maar bij het volk zo bemind, als hij wenschte van hetzelve bemind te worden: het was derhalven noodzaakelijk, dat hij zig aan deezen verbond; dit gefehiedde ook, en hij verkreeg, door deeze verbintenis, een nog grooter gedeelte van de liefde des volks: het gemeen trok hij in zijne bclangens, door werken van weldaadigheid, en dit vergat, bij deszelfs natuurlijk gebrek aan overleg, zijn voorig leven, zo wel als zijne voorige verbintcnisfen, en bad hem daarna aan als weldoener en befchermcr; zelfs werd de Natie , over 't geheel befchouwd, allengs in een beter denkbeeld van hem gebragt, en eenige weldaadige, edelmoedige en republikeinfche daaden,deeden haar duizend morfige, zedenlooze en despotieke wandaaden vergeetcn. Men zag daarenboven nog, dat hij binnen de «muren van zijn paleis, de vrijmoedigfte debatten over de vergadering der Gencraale Staaten duldde;  IN FRANKRIJK, iop dat hij gedoogde, om ontdekte befpieders, door het gericht uitgezonden, daarin te mishandelen; dat hij deszelfs toegangen niet floot, zelfs niet voor lieden van de laaglte clasfen des volks; dat hij den derden Stand vergunde, om daarin de verëeniging der drie Standen met woeste vreugdebedrijven te vieren; dat hij deezen Stand niet belettede, daarin geld te verzamelen, voor foldaaten, die de fubordinatie gefchonden hadden , en dat hij, eindelijk, de eerften, die in zijn paleis riepen:,, te wapen! te wapen!" niet alleenlijk niet deed verhuizen, maar zelfs deed aanvuuren (*): dit alles zag men nog; derhalven kon het volk geenszins twijfelen, dat het hem aan het hoofd had, en dat hij hetzelve befchermïng of hulp verkenen wilde, fchoon het niet fijn genoeg dachte s cn te veel vertrouwende goedhartigheid bezate, om zijne beweeggronden en geheime ontwerpen te begrijpen. Gcduurende de uitbarftingen van het vrijheidsgevoel, die nu flag op flag volgden, dc hofpartij verjaagden, de Koningin dreigden, den Koning (*) De Schrijver zag den i sden Julïj, dat *s HeN togs Cancelier, den Graaf de la touche, in hec Paleis Royal, midden onder de wanhoopigen, die door de verwijdering van necker beroerd waren, dezelven toelachte, en zig daarvoor van de morfigfte knaapen liet omhelzen.  no staatsomwenteling buiten werkzaamheid fielden, en den derden Stand de overhand in de Nationaale Vergadering bezorgden , zeide men verder , dat hij zig, zo het fcheen , lijdend gedroeg, terwijl zijne afgezanten des te werkzaamer waren: necker was zijn mededinger geworden, ten opzichte van de aanbidding des volks, en had daardoor zijne jalouzij opgewekt: in eene evengclijke jalouzij van zijne aanhangcren, en vooral van mirabeau, vond hij flof en genegenheid genoeg, om de liefde des volks jegens necker te verminderen. Ter bereikinge van dit oogmerk, maakte men gebruik van de door hem begeerde algemeene amnestie, van de mislukte geldleening van dertig millioenen, van 's Konings aanmerkingen op de befluitcn van den nacht van den Aden Augustus, welke men aan hem toefchreef, en eindelijk, van zijne wijgefing, om dezelfde befluiten, als mede de daarflelling van de rechten dér menschheid te bekrachtigen: verloor necker nu, om dit alles, veel van de liefde des volks, zo verminderde tevens het vertrouwen op de overige Ministers : de Hertog van o r l e a n s en m i r a b e a u , waren in deezen tijd, indedaad, de eerfte en eenige gewigtige mannen bij het volk. Van dit voordeel, zeide men vervolgends, zou de Hertog van orleans, nadar zijne aanhangers zijne oplettendheid daarop gevestigd hadden,  IN FRANKRIJK. iii mede ndg een ander gebruik maaken, dan zig op den Koning en de Koningin te wreekeu, necker te vernederen , en de afgod des volks te weezen ; hij zou eenen hoogcren trap in den Staat beklimmen, opdat zijne vrienden mede hooger konden verheven worden: fohoon hij zig met zijne tegenwoordige ltandplaats vergenoegde, waren zijne aanhangers met de hunne niet voldaan , en defhalven begonnen zij nu de hoop bij hem te verwekken , van eerlang Regent van het Land te zullen worden: hij zelf, een man in den zedelijkeu en natuurlijken zin verzwakt, had geen moeds genoeg, om iet te beftaan, 't welk, naar den zamcnloop van alle omltandigheden, nu of nimmer gelukken kon, maar wel was hij ijdel genoeg, om iet te wenfehen, dat zijne eigenliefde Itreelen , en zijnen tweeden charaktertrek, naamlijk de gierigheid, voedfel en bevreding verfehaffen kon : de Graavcn mirabeau en la touche, zeide men, hadden zeer veel moeite, om zijne lafhartige bcfluitloosheid, door zijne eigenliefde en gierigheid te overwinnen, en nog denzelfden dag, toen de bellisfende flag zoude gedaan worden, liepen zij groot gevaar van door zijne lafhartigheid te leur gefield te worden: den sden of 6den Oétober, zeide mirabeau, zo dat het verfcheidene lieden hoorden: ,, de zotte poltron is 't nietwaar„ dig, wat men voor hem doen wil! (*) " (*) In de onlangs verfchecnen üfieuöim du Cfat  na STAATSOMWENTELING De flag werd nu gedaan, doch het gevolg WaS niet, gelijk men gewcnscht had: de Koning vlugtte niet, de Koningin werd niet vermoord, 's Ko-» nings broeder bleef, de Dauphin was in veiligheid, en het volk had, zelfs in zijne verregaandfte verbittering, niet eens aan den Hertog van orlea n s gedacht; hij werd geen Regent, noch m i r abe'ac en la touche zijne mombers — alles was verijdeld, ^ De Marquis de l a f a ye f te , en de Parij» fche nationaale militie hadden, de eerfle door zijne kloekmoedigheid, en dclaatltedoor haare trouw, deeze ontwerpen vernietigd; niets, zeide men, wyas derhalven natuurlijker, dan dat het complot den Marquis verwijderde, en de nationaale militie bij het volk verdacht maakte. Men ftrooide nu uit, en liet zulks, door gehuurde pennen, de geheele ftad door herhaalen, dat de la fayette naar het oppergezachdes Rijks ftond, en reeds zo niet de geheele nationaale militie , nogthans het Grenadier-corps, in zijn belang had: dit maakte indruk op het onbefuisde graauw, onder 't welk reeds federt eenen geruimen tijd, de verdenking rondliep, alsof de la f a- telct, betrekkelijk de bedrijven van den 5d.cn en 6deiï October, wordt door meerder getuigen verzekerd, deeze woorden van mirabeau gehoord te hebben.  IN FRANKRIJK. n3 fa vet te een Aristocraat ware : van alle kanten zag men blijken van eenen naderenden oproer, doch aleer dezelve kon uitharden , werd dc bewerker ontdekt, en die was geen ander dan de Hertog van oiileans: de la fayetTe vervoegde zig in allerijl bij den Koning en gaf hem kennis van deeze ontdekking; hij drong aan op onderzoek en ftraffe, doch de goedaartigheid van den Koning, het aanhoudend verzoek der Koninginïic en de deerniswaardige toeltand der Hertoginne van orleans, konden hem beweegen, om van de aanklagt aftezien, en alleen op dc verwijdering van den Hertog aantedrirtgen: deeze werd gewaar* fchouwd , door den Koning voor zijnen verraaderlijken toeleg in perfoon vernederd , van de La pavette met een onteerende ftraffe gedreigd (*), en eindelijk onder het voorwendfel van eene commisfie aan den Koning van Grootbrittanriiën, en met eenen geleibrief van de Nationaale Vergadering naar England gezonden : in Bologne-fur-mer, vanwaar hij derwaards wilde overfteeken, werd hij aangehouden cn zo lang door eene eerewacht bewaard , tot de Couriers aan de Nationaale Vergadering gezonden , terug (*) Het gerucht was algemeen , dat de Marquis de la fayette hem met eene aanfpooring tot moed, zo als men wel eens bij lafhartigen doet, met een' (lag aan zijn oor gedreigd heeft, welken hij hem toedienen zou hoe of waar hij hem vond. II. DEEL. H  1J4 STAATSOMWENTELING .kwamen cn dc verzekering van dezelve overbragteOa dat hij indedaad eenen pas van haar had bekomen: daarop liet men hem aan boord gaan. Mirabeau, zeide men eindelijk, bemoeide zig om gegronde redenen met deeze zaak in 't geheel niet, 't welk hij evenwel had moeten doen, zo hij overeenkomftig zijn vrijhcidsfteliel had willen handelen : hier fchuilde een geheim, 't welk in de bezigheden Van eenen vrijen Staat geen plaats moet hebben : de Koning zond idt eigene beweeging een lid der Nationaale Vergadering aan eene buitenlandl'chc Mogendheid, zonder aan de Vergadering kennis te geeven, wat hij aan hetzelve had opgedragen; hier verwijderde zig dit lid,vervolgd door eene algemeene verdenking, en evenwel met eene geheime commisfie gelast; en hier fprak mirabeau niet, die tog anders zo driftig en wild gefproken had tegen voorvallen , welken de vrijheid fcheenen te kunnen bcnadcelen, fchoon ze van geen belang altoos waren: wat geeft zulks te kennen , en wat bewijst het ? — was het niet een blijk van verftandhouding met den vlugtcling, of ten minnen van dankbaarheid jegens hem? Dus verre was men in dien tijd gevorderd met de ontdekking der cabaal , en men is nog niet verder: mirabeau, als een doorfleepen man, kwam welhaast van de eerfte verrasfehing weder  IN FRANKRIJK. 115 bij; ging op zijnen ouden weg, als Demagoog, voord, en misleiden met meerder ernst en onbaatzuchtigheid , dan tc vooren : 't geen hij toen deed, gefchiedde misleiden alleen, om zijne ontwerpen te beguuftigen , thans fchijnt hij zulks te doen, om zijne denkwijze getrouwlijk te volgen: tot het Ministerie is hein door een befluit der Nationaale Vergadering , cn tot den eerften man in den Staat door een algemeen wantrouwen , alle hoop benomen: van zijne fpeelpop, den Hertog Van orleans ziet hij geheel en al al', en hij heeft denzelven, 't welk men wel van hem kon verwachten , Volkomen ter ncêr geflagen , omdat hij hem niet verheffen kon. Wij fnijdeu hier den draad van de gëfeh'iedenis der inwendige revolutie, af, tot dat wij denzelven , nadat de tijd ons nadere ophelderingen daaromtrent zal verfchaft hebben , met meerder ze-' kerheid cn overtuiging wederom kunnen aanknonpen: wij zullen middelerwijl de gefchiedenis, me .echte ftukken opgemaakt, vervolgen. Men had gedacht , dat het' gemcene volk te Parijs, na deszelfs nieuwfte patriotfche onderneemingen, bedaaren en met meerder gedulds afwachten zou, welke fchikkingen men maaken cn welke poogingen men aanwenden zoude, om'deszelfs lasten te verminderen; doch het tegendeel gebeurde; men zag nog dagelijks nieuwe gistingen> H a  n6 STAATSOMWENTELING omdat derzelver hoofdoorzaak, te we eten broodgebrek, nog niet volkomen was weggenomen, en eenige woedende drijvers nog niet ophielden, met de menfehen het hoofd warm tc maaken over een ariitocratifchc harsfenfehim, liet welk dit gebrek zou veroorzaaken: de dweepers de s mo ulin s , prud'homme, maiiat, cn eenige anderen, ftijfden het volk van dag tot dag meer in zijnen toomloozen ijver voor dc vrijheid, maakten Zelfs de ea fayette cu b a ! l l y bij hetzelve verdacht , daar het tog mannen waren , die tot nog voor de vrijheid het meest gewaagd en gedaan hadden. Het volk flelde zig, aan den ddnen kant, wel gerust, daarbij, dat de Koning in Patijs was, doch aan den anderen kant maakte het zig ongerust, alzo het altoos nog beducht was , dat hij hun weder mogt ontwrongen worden : eene patrioffche of aridocraatifche cabaal voedde deeze ontjustende gedachte, daarmede,dat zij fommige huizen met zeer verftaanbaare tekenen, met letters waarvan men den zin gemaklijk begrijpen kon, en met galgen, kruifen , dolken cn dergelijken meer, liet befchilderen. Deeze ongerustheid floeg tot daadlijkheden over : het gerucht liep , dat zeker bakker, genaamd francois, wel brood gebakken, maar hetzelve gedeeltelijk verborgen , en gedeeltelijk  IN FRANKRIJK. 117 in dc Scine geworpen had ; het gemeen rottede voor zijn huis zamen , en eischtc zijn hoofd ; alëer de gewapende burgerij tusfchen beiden komen en de rust bewaaren kon , had men hem reeds uit zijn huis naar het plein de Gréve gefleept, hij vond zijnen dood, gelijk veelen denzeiven gevonden hadden, cn zijn hoofd werd in zegepraal door geheel Parijs rondgedragen. In de Provinciën woedde mede hier cn elders dc vlam van een driftig, zorglijk patriottismus z '« Konings overvoering naar Parijs, en bovenal dc berichten van de vreeslijke omftandigheden , welken daarmede gepaard gegaan waren, beroerden het volk overal en het zag welhaast in elke ichikking, die ter bewaaringe der openbaare veiligheid gemaakt werd , ariftocraatifche complotten cn cabaalen : te Akncon boezemden, eenige. heethoofden en kwaadaartige boeren, het volk zodanige vrees in , en de uitbarfting van dezelve had een' jong man van veelc verdienden bijna den fchandelijklten dood berokkend. Dit was de Vicomte van caraman; hij was in het laatst van de maand September door den Marfchalk van contades naar Alengon gezonden , om daar het commando over tweehonderd paarden opteneemen : hij was zeer wel bewust, hoe moejelijken hachelijk zijn post onder de tegenwoordige omftandigheden was, doch nam echtex de H 3  n8 STAATSOMWENTELING pligtcn, die dezelve van hem eischten met zeer veel beleid en met de openbaare goedkeuring der Municipaliteit waar. Eensflags verviel men op dc gedachten, dat de jaagers, over welken de Vicomte het bevel voerde, den eed van getrouwheid nog niet aan de Natie gedaan hadden 5 men eischte deezen eed 5 hij fchreef daarover aan zijnen bevelhebber cn verzocht deszelfs onderricht , hoe zig in deezen te gedraagen; maar dit uitftel baarde verdenking, niet tegenftaande de Gevolmagtigdcn der Gemeente daarvan kennis droegen. Daaruit kwam argwaan voord; uit den argwaan emtftonden befchuldigingcn , cn welhaast werd de Vicomte gekenmerkt als een vijand des volks, die gereed ftond, met zijne vijftig man, (want meer waren 'er van zijn volk niet in de ftad,) een revolutie tegen de algemeene welvaart te bewerken: dc Vicomte begreep, deeze onlusten niet beter en fpocdiger te kunnen dillen, dan wanneer hij den eed van getrouwheid deed afleggen, zonder het bevél van zijnen Generaal aftewachten, en hij verzocht de Officiers der Municipaliteit , deeze plechtigheid, die op den veertienden Octobcr bepaald was , bijtcwoonen ; doch in plaats dat deeze ftap de gemoederen tot bedaaren had moeten brengen, bragt dezelve hun eerst recht aan het gisten ; men meende daarin  IN FRANKRIJK. n9 liet masquer van een fchrikkelijk plan te vinden, om de gewapende burgers der Had te vermoorden en de Had zelve in brand tc Hccken. Dc gisting werd algemeen en voorfpelde den Vicomte van caraman gevaarlijke vervolgingen : hij verneemt, dat de burgers in 't geheim vergaderen, terwijl de woede van het jan-hagel ten top Hijgt, en men van alle zijden begint te roepen : ,, Het hoofd van den verraader! zijn „ hoofd! " hij belast zijne jaagers zig bij hem te voegen, maar om uit hunne afzonderlijke woonplaatfen bij hem tc komen, moeten zij door groote hoopen van zamengerot volk, 't welk hen tegenhoudt, heen dringen : de jaagers doen eenige fchooten , maar de gewapende burgers beantwoorden dezelven met geheele falvo's : bij toeval wordt 'er gelukkig niemand gedood, zelfs niet eens zwaar gekwetst; men plaatst een kanon voor het huis van den Vicomte , laadt hetzelve met kardoezen, men wil driemaal losbranden en het weigert tot driemaal toe, wegens den zwaaren regen. Thans fcheen het oproer eenigzins te bedaaren ; men verzocht den Vicomte , zig naar het ftadhuis te begeeven; hij deed het en zag zig op 'éénmaal door eene raazende menigte omringd: men ontwapende hem en zijne jaagers, Hoot hem op in een kamer en Helde hem nu bloot aan hetII 4  Mo STAATSOMWENTELING vloeken en verwenfchcn van het volk, het welk onder zijn venfter twistte over den gruwelijkften dood, welken men hem wilde doen ondergaan. In den beginne van het oproer was 'er reeds een Courier met een bericht van al het gebeurde aan den Prefident der Nationaale Vergadering gezonden, die oogenbliklijk gelast werd, aan de Municipalitcit van Akn$on te fchrijven, ten einde, zo liet nog tijd was, alle geweldocf'ening te keeren; necker, de omllandigheden daarvan, vernomen hebbende , febreef insgelijks daarover aan de Municipalitcit. Beide deeze brieven werden het volk voorgelezen cn affchriften daarvan verfpreid : eensflags bedaarden alle gemoederen : de Commisfie der ftad bcfioot den Vicomte lostelaaten, cn hem en zijne jaagers den eed van getrouwheid en gehoorzaamheid te (docn afleggen : dit gefchiedde , en terftond omhelsden burgers cn foldaaten elkandereen algemeen vreugdegeroep volgde op het raazen der woede, en een plechtig Te Deum veredelde het gevoel van dc burgers cn het graauw: de Vicomte werd in zegepraal t'huis gebragt; men ftelde in de jaagers een algemeen vertrouwen en droeg hun oprechte achting toe, In Parijs begon men eindelijk zodanige gistingen door ftrengheid tc fluiten: men had een der  IN FRANKRIJK. isi belhamels , die den oproer tegen den bakker fkancois bcüookt had, ontdekt en in hechtenis gezet; het bleek dat hij het was, die hem uit het huis gehaald cn naar het plein da Grêve tot den lantaarnpaal gefleept had; hij was naar boven geklommen, had een ftrop neêrgelaaten en den ongelukkigen daaraan gehangen ; vervolgends had hij hem het hoofd afgefneden en hetzelve in Parijs rondgedragen: hij werd tot de galg veroordeeld, en nog denzelfden dag, toen het vonnis was uitgefproken , opgeknoopt : zijn naam was BL i n ; met hem werd een ander oproermaaker , genaamd adrien, op dezelfde wijze ter dood gebragt: deeze had de inwooners van de voorllad St. Antoine voorgelteld, om zig met die van de voorllad St. Marcell te verëenigcn, en 'er op aantedringen, dat de prijs van het brood op agt fols moest verminderd worden ; tevens had hij den voorllag gedaan, om eenige kloosters te overweldigen , ten einde geweer magtig te worden : het talrijk graauvv zag beiden hangen en bleef in rust. Ondertusfchen was de Nationaale Vergadering naar Parijs getrokken en men had bij voorraad de groote zaal van het Aartsbisfchoplijk Paleis tot haare vergaderplaats verkozen: haare intrede en een'le zitting hadden het volk gelegenheid gegeven , om den vreugdegalm te herhaalcn: eene onnoemelijke menigte Hond op de Itraaten, welke de trein moest doortrekken, en vooraaamlijk II 5  ita STAATSOMWENTELING was het bij het Aartsbisfchoplijk Paleis opgepropt met menfehen, die zig in twee reiërt fchaarden, tusfchen welken de rijtuigen der Ge'volmagtigden heen reeden. De Vertegenwoordigers der Gemeente hadden zeer wijze en nadrukkelijke maatregelen genomen , om de rust tc bewaaren, en deeze werd indedaad door niets geltoord: de aanfehouwers verwelkomden de kleine, en in doorzicht uitmuntende, Commisfie der Natie, met eene dronkenfehap van vreugde, welke in een luidruchtig gejuich overging , cn vooruaamlijk die leden der Nationaale Vergadering betrof, welken voor de vrijheid het meest gewaagd cn gedaan-hadden : mirabeau werd zeer toegejuicht, doch zulks zou nog glansrijker geweest zijn ,' wanneer het volk zekere zaaken, die wij boven hebben aangeftipt, geheel , had kunnen vergeétèn : algemeencr nog was de fchreeuwende toejuiching, waarmede men le c hap él ier, earnave cn andere Democraaten begroette. Zodra de Vergadering de zaal was ingetreden, begon men te begrijpen, dat dezelve op verre na niet ruim genoeg was : de Vergadering was nog geen agt honderd leden Iterk, en evenwel waren 'er verfcheidenen die geen Roeien vonden , en nog meer die geen lucht of adem fcheppen konden ; men moest de venfters openzetten; doch  IN FRANKRIJK. ï33 z'i] die aan dezelven {tonden waren toen aan den ge* vaarlijkften togt blootgeftcld, terwijl de overigen in het ruim van de zaal meenden te Hikken : men geloofde ook te midden van het dof gedruis een gekraak te hooren van de Itutten, waarmede de gallerijen gefchraagd waren , die boven in- dc zaal rondliepen, en-de ongerustheid, welke daaruit öntltond, veroorzaakte bij de Gevolmagtigdcn, zowel als bij de aanfehouwers, zwaare hartkloppingen : welhaast hoorde men van alle kanten in de zaal roepen, dat men een andere provifioneele plaats begeerde, en men befloot, dat de daartoe aangeftelde Commisfie zodanige vergaderplaats zoeken, en de noodigc fchikkingen daarin zoude laaten maaken. Ondertusfchen maakte men echter een begin met de raadpleegingen, doch zij werden weldra afgebroken door het bericht, dat een bezending van dc Vertegenwoordigers der ftad wenschte gehoor te hebben; zij had de la favette en eailly aan het hoofd. Men ontving dezelve met een bruifchend handgeklap en kort daarna zonk alles weg in een diepe itiltc, oin de aanfpraak .van den Maire ter verwelkoming der Vergadering te hooren, welke de Prefident der Nationaale Vergadering, freteau, met veel geest en nadruk beantwoordde.  1-4 STAATSOMWENTELING Nu verzocht de Graaf mirabeau te mogen fprceken: dit was, om het voorftel te doen, oin den Wijsgeer en den Held, uit naam van de Natie , den plechtigften dank te mogen betuigen , omdat zij te midden van de hevigite Itormen, die het vaderland dreigden , met zo veel werkzaamheid, kloekmoedigheid en het beste gevolg voor de vrijheid gewaakt hadden. Was dit in den mond van deezen man een onverwacht voorftel, het ftemde echter volkomen overéén met de overtuiging en het hart van de overige leden der Vergadering: men raadpleegde daarover niet eens, maar een algemeen gefchreeuw verkondigde een algemeen, Ja: men kon de fkin van beide deeze mannen naauwlijks hooren, maar hunne woorden , uit een fterk innerlijk gevoel voordgevloeid, en met eene beevende Hem uitgeiproken, maakten des te meer cn algemeencr indruk, omdat men hier eenen erkenden held en eenen kloekmoedigen wijsgeer zag ontltellen er* beevcn , in hetzelfde oogenblik waarin zij met den welverdienden lof beloond werden. De Nationaale Vergadering bleef nog eenige dagen in de zaal van het Aartsbisfchoplijk Palcis baare bezigheden voordzetten , maar vcelcn der leden bezochten dezelve met angst en bcnaauwdheid, en wel niet zonder grond: den zes-en-twinEgHen October vielen 'er hevige debatten voor ,  IN FRANKRIJK. **5 doch tc midden van dezelven, trok een vreeslijk 'gekraak de gemoederen daarvan af, en hield ze ■op eene andere wijze bezig: twee van dc Hutten der galerijen glccdcn uit, cn het geheele gedeelte dat daardoor gefchoord werd, kwam met een ijslijk gekraak naar beneden; de geheele Vergadering drong zig, met op de vallende galerij (taarende oogen, in het midden van de zaal digt bijéén, vloog naar dc deuren, en werd weder terug geltoten, omdat 'er op éénmaal maar weinigen doorkonden : zij, die onder de galerij gedaan hadden, liepen grooter gevaar, dan die 'er boven op geweest waren; de eerden werden door het houtwerk neêrgeflagen en de laatden tot bijna midden in de zaal geflihgerd : de opfchudding was algemeen en drukkend, ja zelfs in de eerde oogenblikken gevaarlijker, dan de oorzaak die dezelve voordbragt: een der Gevolmagtigden werd zeer zwaar gekwetst, en eenige anderen mede, doch minder, befehadigd. Dit voorval was van dat gevolg, dat men met meerder fpoed dan te vooren , de nieuwverkoozene vergaderplaats voor de Vergadering in orde bragt: deeze was de groote manege aan de tuillerïên , die ruim en hecht genoeg was , om de .geheele Vergadering te bevatten , maar nogthans niet al het gemak opleverde, 't welk men in de groote zaal te Verfailles had gehad: de (temmen der redenaaren werden door het hooge langwer-  ï2ö STAATSOMWENTELING pige gewelf verflondcn, en door deeze omftandigheid verkregen de zwaarfte ftemmen meerder invloed op de befluiten der Nationaale Vergadering, dan ooit tc voorcn. Haare debatten en befluiten werden fedeft den zesden October fpoediger afgedaan en met meerder nadruks vastgefleld , dan xmmiddclijk vóór deezen tijd: reeds in Verfailles ging men voord met aan de Conflitutie tc werken ; men bepaalde ■ de belastingen, welken ieder burger van den Staat naar evenredigheid van zijn vermogen en inkomften, bij de nieuwe ftaatsgefteldheid , zonder de rcinfte uitzondering en voorrechten, ten algcmeenen beste zoude opbrengen : bij voorraad flocg men een patriotfche gift voor, die ook bewilligd en waarvan de inrichting bepaald werd : men kwam overéén in de wijze, hoe cn onder welken naam de Koning de wetten cn verordeningen bekrachtigen en bekend maaken zou: men verkoos daartoe den tijtel, Roi de Francais (*) , waarfchijnclijk door aanleiding van rousseau, die (*) Een morfige woordenvitterij fchijnt in Duifschlar.d deezen naam belagchclijk te willen maaken: zou bet niet goed weezen , dat men om deeze redenen den Duitfchèn naam franken, in Duitschland, aan den Franfchen wedergaf? zul les zou wel doorgaan, zo Hechts eenige vermaarde Schrijvers een begin daarvan wilden maaken.  IN FRANKRIJK. eens zeide : „ Wanneer zij Koningen van het „ Land zijn , dan zijn zij 't des te zekerer van „ de Onderdaasen." Men debatteerde en decreteerde vervolgends over dc nieuwe gedaante der halsftrafi'ijke rechtspleeging, en over de manier, hoe dc wetten tot ieders kennis zouden gebragt worden: daarop ging men over tot het allergewigtigst voorlid aangaande de geestlijke goederen , en het vermogen der Geestlijkheid over 't algemeen: mirabeau was, gelijk men van zclven wel begrijpen zal , de eerfte , die het opperde , en naar zijn gevoelen waren ze allen ecu eigendom van den Staat , die daarvan bezit neemen en de Leeraaren van den Godsdienst bezoldigen moest: het is bekend , dat hij zulks doorzettede en dat de debatten daarover meer btflisfend werden , toen de Nationaale Verga lering eerst onder de oogen der inwooneren van Parijs handelde : hier was het gevaarlijker voor de leden der Geestlijkheid, die met mirabeau en zijne partij in gevoelen verfchilden , hunne gronden voor de rechtmaatigheid en tegen de intrekking der geestlijke bezittingen te willen voori lellen en doen gelden; en al waren 'er ook eenigen ouder, die hun leven aan deeze overtuiging waagden, bleef het hun evenwel onmogelijk, om ze doortedrijvén: er werd befloten, dat zij een eigendom der Natie zouden zijn , en dit befchouwde men naderhand als een middel, waar-  12$ STAATSOMWENTELING door de Staat behouden, ten minften het bankrot verhoed was geworden. Gedtntrénde deeze verhandelingen over dit onderwerp werden er nog meerder zaaken afgedaan : men bragt de krijgswetten in orde, men ilejde een rechtbank aan voor de geenen die zig aan de misdaad van beledigde Natie fchuldig maakten , als mede een Comité de Recherches , die gefchikt was, om elke aanbrenging en eiken toeleg, betrekkelijk tot de ondermijnde of wezenlijk aangevallene vrijheid, te onderzoeken: men Helde de Parlementen buiten werkzaamheid. Men trad vervolgends tot de verhandelingen over de nieuwe vorming van het Rijk ; deed onderzoek en uitfpraak over dc manier der verkiezingen tot de Nationaale Vergadering, over liet plan tot de onderfchcidene Municipaliteiten , over de daartoe vercischte nieuwe verdccling van het Rijk, en de provinciaale vergaderingen. Nu viel de gewigtige vraag voor, of de Ministers in de Nationaale Vergadering toegelaten worden , en of de leden der Vergadering in het ministerie overgaan mogten? Mirabeau moest bij het opperen der laatlte vraag eene perfooneele vernedering ondergaan, welke hij echter bij zijne bekende onverfchrokkenheid en ijzeren voorhoofd,  IN FRANKRIJK. 129 hoofd, daardoor trachtte te beantwoorden, dat hij mede van de overwinnende partij fcheen te weezen : 'er werd beflotcn, dat geen lid der Nationaale Vergadering ooit een lid van het ministerie worden zou, cn zo doende werd één van zijne plans verijdeld, welks aanvang en einde, van alle zijne overige plans , nog het meest is bekend geworden. Men onderzocht daarna het flil invreetend kwaad, 't welk de opkomften van den Staat, voor een groot gedeelte, mede verteerd en deszelfs financie-wezen geweldig in de war geholpen had; tc weeten: ,, Het kwaad der meerendeels om „ niets en weder niets bewilligde penlioencn:" het zo genaamde roode boek zou voor den dag gehaald , en alle daarin opgetekende pennoenen zouden gedeeltelijk ingetrokken, gedeeltelijk ook verminderd worden: de Staat won daarbij millioenen , hoewel afzonderlijke perfoonen daardoor zwaar gedrukt werden. De betrekking der Amcricaanfche volkplantingen en het eiland Corfica, tot het moederland, kwam nu in aanmerking, en de Nationaale Vergadering deed, vrij eenpaarig, met veel billijkheid en gemaatigdheid daarover uitfpraak; doch nu nog niet met eene volftrekte bepaaliug: vervolgends vielen de debatten wederom over het financie-wezen van het Rijk, en over de voorflagen van necker, II. deel. I  i3s STAATSOMWENTELING die tot dus verre ter zijde waren gefield : men had een werktuig in den Staat noodig, 't welk voor het Lapd dat geene worden moest, wat dc bank van Londen voor Graotbrittanniën is: men onderzocht verfchcidcne plans, die daarover ontworpen waren; ftelde echter voor als nog geen een van dezelven vast: dit onderzoek moest voor dat over de asfignaaten op de geestlijke goederen wijken; men befchouwdc dezelven, naamlijk, als een eigendom van dc Natie, het welk bellemd zijn zoude, om haare fchulden niet flechtstcverrenten, maar ook van tijd tot tijd aftclosfeii: de waardeering van dit vermogen fcheen te bewijzen, dat de ©pkomilcn daarvan voldoende waren, om dit dubbel oogmerk tc bereiken: tot dat einde bedoor men papieren geld in omloop te brengen,dat zijne waardij van een gedeelte van dit groote eigendom ontleende, 't welk gedeeltelijk verkocht, gedeeltelijk aan de Natie blijven, en het welk dan zo voor capitaal als intresten tot borgftelling {trekken zoude: met dit onderwerp hield dc Vergadering zig bezig tot het einde van het jaar,(1789) ,doch deeze zaak werd nog niet volkomen voldongen, cn «iets daarover vastgcfteld. Wij hebben tot hier toe den draad der voorkaamde bezigheden, in de Nationaale Vergadering , gevolgd, cn allen, met achterlaatinge van minder gewigtigen, bepaaldlijk, fchoon min of meer iroog, opgegeeven: men kan 'er ten minden uit  IN FRANKRIJK. 131 opmaaken, dat de Vergadering wezenlijk werkfcaam bleef', en geregeld iu haaren arbeid voord, ging, daarbij ook altoos nog den meestert tijd, en de meeste oplettendheid, aan de gewigtigfte onderwerpen der Staatsgefleldlieid befteeddc. -Al het overige, waarmede zij zig bezig hield, of genoodzaakt was zig bezig te houden, is indedaad nimmer van dat aanbelang, nimmer zo tijdvcrfpillend en aftrekkend geweest, als men in gevolge de vliegende aridocratifchc bladen, die" flechts eenige oogenblikken in wezen blijven, vermoed en geloofd, en waaruit men de onrechtvaardige verdenking tegen haar opgevat heeft, dat zij flechts omver rukte en niet bouwde; dat zij de fchade Wel zag, maar geene geneesmiddelen Voorflocg; dat zij den tijd met kleinigheden verfpildé en gewigtige zaaken liet liggen, cn dat zij eindelijk dikwerf, bij het begin van haare raadplegingen, niet wist, waarover en hoe zij raadplecgert zoude: men vergeet, uit eenen trek van onrech:vaardigheid, al vrij dikwijls, dat de kleinflc Staaten, die- een nieuwe Conltirutie aannamen, tien, twintig en dertig paren boodig hadden, om alles m i\m(l te brengen; en men begeert van deezen , die grootef'én verwarder was,"dan ooit ednig andere aankomende vrije Staat, dat hij' zig binnen den tijd Van één jaar, niet alleen volkomen herftelleh, maar Ook een vaste gedaante geevcu zal, die, gcduurende 'gehetde volgende eetiwen, nieuwe ongcI 2  132 STAATSOMWENTELING regeldheid afweeren moet; doch dit onbillijk oordeel, ontflaat, voor een groot gedeelte, zelfs uit den eerbied, welken men aan de talenten en de hulpmiddelen van deeze buitengewoone Natie, en haar even zo buitengewoon laud, niet weigeren kan. De Natie, over het geheel befchouwd, betoonde meerder billijkheid jegens haare Gcvolmagtigden, dan de buitenlandfche Courant - fchrijvers, en het buitenlandsch publiek: zij, die in Frankrijk, bij de omkecring van de oude ftaatsgefteldheid verlooren, konden naauwlijks in aanmerking komen, tegen de geenen die 'er bij wonnen : wanneer , op het hoogst genomen, vier millioenen tegen de Nationaale Vergadering fchreeuwden, dan waren 'er twintig millioenen, die dezelve zegenden en wezenlijk onderfteunden: het gefchreeuw van de eerden, geftijfd door de drukperfen,. en de ariftocratie van andere landen, waarvan geheel Europa weêrgahnde, fcheen het algemeen gefchreeuw der Natie te weezen, en was het indedaad flechts van een agtfte gedeelte, terwijl de ftille blijdfehap der overigen, als 't ware, meer binnen de grenzen des Vaderlands bleef, en aldaar tot eensgezindheid en voorgenomene handhaving der bevochtene vrijheid, medewerkte. Deeze blijdfehap werd betoond, door onnoemelijke dankaddresfeD, aau de Nationaale Vergade.-  IN FRANKRIJK. 133 ring: de groote zowel als de kleine (leden van het Rijk, bragten van tijd tot tijd hunne fchatting van dankbaarheid in het midden van hunne Vertegenwoordigers, en zelfs de armée, die natuurlijk de laatfle moest weezen, welke mede in dit algemeen gevoel deelde, zond van verfcheidenc oorden gcvolmagtigden en addresfen aan haar: de beroeringen , die hier en daar nog plaats hadden, werden beltookt door de Geestlijkheid, door de Parlementen , door den militairen Adel, en het graauw. Zo onderftond de Bisfchop van Treguier in Neder-Bretagne , eenbevclfchrift uittegeeven,waarin hij de omwenteling vertoonde als eene zaak, die alles het onderfte boven keerde; de nieuwe grondbeginfelen, die wortelen begonnen te fchieten, als vijanden van wet, trouw en geloof; en de tegenftribbclingen, welke de nieuwe zwaai der Staatsmachine noodzaakelijk ten gevolge hebben moest, als het begin van eenen orcaan, die van alle kanten losbarsten, cn Rijk en volk in eenen afgrond van onoverzienlijke rampen cn gevaaren dompelen zoude. Behalven deezen bevcibrief, werkte hij ook nog door zijne predicatiën, en door zijne geestlijke onderzaaten, op de inwooneren van zijn bisdom, en welhaast voegden zig eenigen van den Adel bij hem, die hem onderfteunden, en langzaamerhand kurger en gepeupel zodanig op hctdwaall'poorhielI 3  134 STAATSOMWENTELING pen, dat een gedeelte van de nationaale militie in compasaiën van vrijwilligers bijecu trok, cn zig plechtiglijk tegen de Nationaale Vergadering verklaarde: doch hoe liiel en hoe verre zig ook de dsöwttij outllaande onlusten verfpreidden, waren zij evenwel niet in Haat, om de overigen der inwooneren van Neder-Bretagne optehitzen: deezen trokken zig de zaak aan, ontwapenden dc mis•noegden, en gaven 'er bericht van aan de Nationaale Vergadering, die aan de uitvoerende magt opdroeg om het overige te doen : dc onlusten werden welhaast geluld, en de belhamel,de Bisfchop, werd aan zijn berouw en fchaamte overgegeven; >dc Nationaale Vergadering behandelde deeze zaak insgelijks, met zeer veel gemaatigdheid en edelmoedigheid, cn toonde daardoor, dat zij voor zig cn haare belluiten niet meer vreesde. Even zo gedroeg zij zig jegens, dc Parlementen van Roven, Remies en Meiz, die tegen eenigen van haare befluitcn hevig uitvoeren': zij Werden gedeeltelijk buiten werkzaamheid gefteld, gedeeltelijk ook op eene zeer zachte wijze met woorden beftraft; zij waren, gelijk alle de overigen , thans reeds magtloos, en zijn het ook gtbléeven. Gevaarlijker hadden de onlusten kunnen worden , die de militaire ariftocratie te Tanion berokkende : een Officier van het regiment Dav.phlné komt een, der poorten van Touion in, en dc Bur-  IN FRANKRIJK. i35 geïg, aan dcczc poort dc wacht hebbende, ontdekken dat hij, in plaats van dc nationaale cocarde, een zwarte aan den hoed draagt: zij houden hem aan, en eifchen, dat hij van cocarde veranderen zal: dc officier weigert zulks, en ftelt zig te weer: welhaast rotten de officiers cn foldaaten , van zijn regiment, zamen, om hem te verdedigen, en het fchijut, flat 'er een zwaar gevecht, tusfebèn henen de nationaale militie, die dc wacht heeft, ontdaan zal; doch dc wachthebbende burger- officier heeft het geluk, door zijn beleid en kloekmoedigheid, dccze beweegingen te fmooren, en men acht dat alles bijgelegd is. Den anderen dag vervoegt zig een aanzienlijk getal van Officieren en foldaaten der burgermilitie , gewapend, bij den Gouverneur, aleerï van rioms, om door hem voldoening van den Officier van Dauphins te vraagen, die de Natie zo verachtelijk had behandeld: de Heer van rioms vindt sig, door deezen gewapenden eisch , zeiven beledigd, en verklaart, dat hij, dus gevraagd wordende, nooit gewoon was tc antwoorden; dat hij voor niets vreesde; dat de Koning alleen zijn opperbevelhebber was, en dat hem middelen ten dienst Honden, om eiken aanval aftewecren. De bezending treedt af, om te overleggen hoe men deeze verklaaring moest opneemen, cn wat 'ei- verder moest gedaan worden: ondertusfehen 1 4  136 STAATSOMWENTELING bedaart de Heer van rioms, en begint nader te overweegen wat hij gezegd had: hij oordeelt het niet voldoende, om de gemoederen gerustteftellen: fchrijft tot dat einde aan een van de Officieren de Municipaliteit, op eenen toon , die wel veel gemaatigder was, en meer ftrookte met dc tegenwoordige denkwijze en grondbeginfelen der Natie, maar echter nog al te veel trotschheid op zijnen post te kennen gaf: doch de Officier der jMunicipaliteit toonde, of uit lafhartigheid, of uit eerbied jegens tijtel en rang, deezen brief aan geen van zijne amptgenooten. Ondertusfchcn rolt dit geval in de ftad en aan de haven van tong tot tong, en hoe meer het veVhaald en gehoord wordt, des te gevaarlijker wordt het vergroot; des te kiaarblijkelijker ichijnen ontwerpen tegen de vrijheid, en dreigementen daarin doorteftraalen : een aanzieulijk getal van Officieren cn artvueristeai der marine, fchrijven ecjic löort van uitdaaging en manifest aan de nationaale militie, waarin zij verklaaren, dat zij geene andere magt boven zig erkennen, dan den Koning; dat het in ieders keus ftond, welke cocarde hij draagen wilde , en dat Zij meenden fterk genoeg tc weezen, om zig, en de landtroupeu, tegen elke belediging te beveiligen. Daarop vervoegt zig de geheele nationaale militie gewapend bij den Gouverneur, en cischt dat  IN FRANKRIJK. 137 hij het artenaal hun moest overgeeven: hij verklaart , liever zijn leven te zullen opofferen, dan het wapenhuis afteftaan: men beltormt zijne wo'ning, vat hem, en neemt hem met eenigen van zijne Officieren gevangen: de woede des volks kan niet, dan met veel moeite , beteugeld worden. • Men geeft oogenbliklijk van dit voorval kennis aan de Nationaale Vergadering; de Heer van rioms is een braaf Officier, daarvoor verklaart de Vergadering hem eenpaarig; doch zijn gedrag in deezen gehouden, komt een groot gedeelte der leden, zo niet gevaarlijk, nogthans zeer berispelijk voor: bij dc eerfte raadpleeging, over dit geval , zeide de graaf karel vanlameth,zeer treffend: „ De tijd is in Frankrijk voorbij, dat ,, fchoone daaden als goeden befchouwd worden," en men was vrij algemeen met hem van hetzelfde gevoelen, doch niet met opzicht tot de uitfpraak,"~ welke desaangaande zou gedaan worden: in deeze zitting vielen daarover hevige debatten voor, maar men befliste niets, en belastte het geheele geval naauwkeuriger te onderzoeken: in de tweede handeling over dit onderwerp, befloot men vrij eenpaarig, dat de Gouverneur nnToulon, en de met hem gevangen genomen Officiers, in vrijheid gefield worden èn onder de befcherming en hoede der wet blijven zouden. Toen men dit befluit der Natonaale Vergadering I 5  138 STAATSOMWENTELING te Tattion ontving, was het volk en een groot aantal van burgers nog zeer aan het gisten: het gedrag van den Gouverneur fcheen hen altoos nog geheime plans te bedoelen, en men zeide, cn meende wèl te wceten, dat hij zig met de vijanden der Natie verbonden , de zeetroupcn in derzelver belangen overgehaald had, en dat deezen flechts op de komst van eene vijandige vloot wachtten, om de burgers van Toalon te vuur en te zwaard te vervolgen , en dan ftad en haven aan de vijanden overtcleveren: hoe meer de een den ander het hoofd door dit verdichtfel warm maakte, des te heviger werden de onlusten, en meer dan eens werden de Gouverneur , de Officiers en land- en zec-troupen met eenen fmadelijken dood en bloedigen aanval gedreigd : eindelijk kwam het bovengenoemde befluit der Nationaale Vergadering te Toulon, en alles bedaarde eeusflags: de woorden: Onder de befcherming en de hoede der wet, maakten den fterkften indruk op alle gemoederen: de Officiers der Municipalitcit kwamen bijéén; de geheele gewapende burgerij trok op, en ging in eenen plechtigen trein, vfifzeld van bijna alle de inwooneren der ftad, heen, om te zwecren, dat zij dit befluit met haar bloedzonden handhaaven: dezamengevloeide burgers zwoeren hetzelfde , onder een woest gcfchreeuw, cn nu werd de Gouverneur met zijne Officiers in vrijheid gefteld: alle vijandlijkheden waren op éénmaal geftaakt.  IN Pil ANKRIJK. Gebeurtenislen van dien aart, vielen van tijd tot tijd zeldznamer voor, cn zulks kon niet anders, alzo zclls die Handen in de Natie, welken bij den te.genwoordigen Haat van zaakenmeest verlooren, ten deele uit noodzaakelijkheid, ten deele ook uit overtuiging, tot de baniere der vrijheid begonnen overtegaau: de geregelde benden, die wel beleden konden, dat een foidaat in eenen vrijen Staat niet zo geacht wordt, dan in eenen Monarchaalen, begonnen evenwel in hunne afzonderlijke garsifocnen , zig met de vrij ge worden e burgers tc veréénigen , en de Nationaale Vergadering plechtig, en met dankbetuigingen voor haare fchikkingeh, van deeze' veréeniging kennis te gceven: zulks deed het garnifocn van Straatsburg, en dit voorbeeld werd gevolgd door de zwaare garnifoenen van meerder aanzienlijke deden. Zo ontving ook de Nationaale Vergadering dankaddresfen cn verzekeringen van een onbepaalde eerbied cn gehoorzaamheid, van de Geest'ijkheid uit verfcheidene provinciën: onder anderen voer die van den Opper - El [as zeer uit, tegen eenige beflnkea der Geestlijkheid van den Neder-Elfas, welke over de befluiten der Vergadering, aangaande de Geestlijkheid, misnoegd was: de Geestlijkheid van Auch, die te vooren in hetzelfde geval was, veranderde van denkwijze, cn verklaarde weldra openlijk, de nationaale befluiten te zullen, gehoorzaamen en eerbiedigen.  i4o STAATSOMWENTELING De bewooners van de afgelegenlte provinciën, tot den derden Stand behoorende , fielden een onwrikbaar vertrouwen op de Nationaale Vergadering, en waakten zorgvuldig over de uitvoering van haare befluiten: zo vereenigden zig de bewooners der Sevennes, en fielden gerust, of beltreeden, alle de geenen die zig tegen het nieuw beloop van zaaken, en bijgevolg tegen de openbaare rust aankantten: de bewooners van Corjlca gloeiden niet minder van het vrijheidsvuur, dan de burgers der oudere Franfche Provinciën, en hun ijver was niet minder met beroering en bloed getekend. Ook zij wilden eene Nationaale militie onder zig oprichten, en geraakten met het regiment Maine, 't welk zig tegen hen verzettede, handgemeen, dat niet zonder bloedvergieting afliep; het gevolg daarvan was, dat zij de wapenen, de vaste plaatfen en de magazijnen bemagtigden, en evenwel in deezen toeltand van volmaakte vrijheid, de Nationaale Vergadering in eenen nadrukkelijken brief hunne naauwfle verkleefdheid betuigden: vóór en na de overhandiging van deezen brief, werden 'er niet minder dan vijf-en-twintig foortgelijke brieven ingeleverd, van even zo veele fteden of gemeenten, uit de afgelegcnfle gewesten des Rijks: men fcheen in deezen tijd algemeen te begrijpen, dat het vruchtloos was, afzonderlijke wenfehen en onderneemingen tegen de wenfehen en ontwerpen van allen te waagen, en  IN FRANKRIJK. 141 dat geene magt of list in de wereld meer in (laat ware, eene omwenteling te keercn, die fedcrt lang in de gemoederen voorbereid en gevestigd was. Met het uiterst genoegen zagen de burgers van Frankrijk, dat hier en daar hunne nabuuren, door hun voorbeeld aangevuurd, hunne natuurlijke rechten weder begonnen terug te eifchen; zij geloofden een geluk bevochten te hebben, het welk zij, fchoon zeiven daarvan nog niet volkomen verzekerd, alle Natiën in Europa toewenschten: hunne nabuuren, de Brabanders, konden zig eenen tijd lang in hunne hartlijkfte deelneeming verheugen, doch zij begreepen welhaast, dat derzelver omwenteling uit eene geheel andere bron opwelde , dan de hunne (*), cn zij werden daarbij wel zeer onverfchillig: de Hoofden der Brabandfche revolutie, fchreeven over hunne zaak aan den Koning en de Nationaale Vergadering, en verzochten, om hunne wettigheid te erkennen; maarzij kreegen geen antwoord. (*) Het gerucht liep eens in Parijs, dat men zig de Brabanders aantrekken, en hunne poogingen, uit frankrijk, niet geld en vrijwilligers onderfteunen zoude : de Schrijver van deeze maare, fprak daarover mee een' man in het Paleis Royal, dien hij wel niet kende, maar een braaf' burger fcheen te weezen: hij vroeg hem, of hij zulks wel waarfehijnelijk vond? Oh Movfieurl antwoordde de Burger, »' en treye* rien, ga revolte malt  142 STAATSOMWENTELING „ Dé geest der broeder- en burger-liefde (*)% die federt veele jaaren in Frankrijk ten deele een ijdele klank, ten deele beneden de fatyre der geestige vernuften gezonken was geweest, herleefde federt de omwenteling met een geweld en uitgeftrektheid, die den opmerker ruime (tof tot bcfpiegelingen, over de volllagene omkeering van het nationaale charakter aanbooden : wanneer voor deezen alles, met onvriendelijke grondbcginfelen van het egoïsmus doortrokken was , fcheen thans alles broederlijke liefde voor broederen te ademen: zo onderhielden lieden, wegens ouderdom of ziekte buiten ftaat om de wapenen voor 't vaderland aantegespen, anderen in kost en kleding, om hunne plaats te vervangen; zo waren anderen, die niet met arm en degen van dienst konden weezen, door kunde en fchriften werkzaam, ter bercikinge van hetzelfde oogmerk; zo leverde de Maatfchappij van land- en akkerbouw een uitvoerige, met veel moeite uitgewerkte verhandeling, bij de Nationaale Vergadering in, behelzende voorflagen, hoe het beltaan des volks , gemakiijker, op eenen vasteren voet geileld, en ruimer worden koude; gelijk le c lerc, Ridder van de Lodewijks• orde, een nieuw plan tot een opvoeding voor dc Vrijheid; gelijk bori een ontwerp tot het verbeterde beltuur van het zeeweczen; gelijk lokseau nuttige voorflagen betrekkelijk tot de adminiflratie (*) Efprit public, public Spirit.  IN FRANKRIJK. 143 «er Provinciën, en e s p a g n a c een gefchrifr. aangaande de grondlegging tot een nationaale bank; alle werken, die niet, dan met de edelmocdigüe opofferingen van tijd, naaritigheid en begaafdheden hadden kunnen tot fhvnd gebragt worden: de Nationaale Vergadering was thans, als 't ware, de fchatkamer van het menschlijk geluk bedoelende kundigheden-, van alle gedachten cn plans die tot nut' van 't algemeen verfirekkeu, van alle vaderlandlievende wenfehen; ja zij was het middenpunt geworden, waarin de geheele kracht der algemeene overtuiging ten deele zamenliep, ten deele dezelve verfpreidde. Wanneer hier een vaderlandlievend ambachtsman over het wachthuis zijn werk verzuimde, en zig uit dien hoofde kommcrlijker behelpen moest, dan tevooren; wanneer daar een rijk man zijne zilverkamer ledigde, cn zig overwon om van aarde borden te eeten; wanneer hier een bedelaarfler haar vermogen aan een tros bloemen befleedde, om een braaf burgerfoldaat daarmede optetoojen; in één woord, wanneer ieder opofferen Wil, zonder iet daarvoor te winnen, dan oordeel ik wel tc kunnen onderftcUen, dat een volk van twintig millioenen zig wel redden kon, en reeds gered was: vier millioenen, die van het tegenovergefleld gevoelen waren, moesten noodzaakelijk door deeze masfa zo niet geheel verdrukt, ten minften uitgefloten worden.  144 STAATSOMWENTELING De gefchicdenis van dit tijdgewricht ftelt voorbeelden van eene vaderlandsliefde ten toon, welke met de Griekfche en Romeinfche in derzelver fchoonften bloei, om den voorrang ftrijden kon: men kan niet zonder aandoening leezen, 't geen een geleerd man, dien men wegens zijne uitmuntende kundigheden bewonderde , doch nu om zijn hart aanbad, te weeten de anqüetil dupernon,in dit opzicht fchreef en deed: aan den Prefident van zijne wijk zond hij het volgende briefjen: „ Ik ben doordrongen van het gevoel der Ver„ pligting, die elk mensch bij zijne geboor„ te aan zijn vaderland fchuldig wordt, en „ vast overtuigd, dat het bij demneteligen toe„ (land van het onze, de pligt van een goed „ burger is, om hetzelve te hulp te komen; ,, en ik vind in de opoffering van een goed, ,, het welk de Staat behoeft', niets, dan een ,, betaalde fchuld, of wedergecving van cenen toevertrouwden fpaarpenning. „ Mijn geheel inkomen beltaat in eene jaar„ wedde van de Academie (*), welke 2000 „ livres; in een aandeel aan den Franfchen „ Mercurius, 't welk 1000 livres , en in een jaar- (*) Dss Sciences.  IN FRANKRIJK. I4- „ jaargeld van de koninglijke Bibliotheek, dat „ 900 livres bedraagt: de rekenpenningen (*) ,, der Academie worden niet betaald. Gij ziet, dat ik alleen leef van de weldaaden „ des Konings, des bied ik met het hart„ hj'kst genoegen, en met een innig gevoel „ van dankbaarheid,het vierde deel van miiu inkomen, duizend livres, aan',en men kan „ dit geld van mijn jaarwedde, van de Aca,, demie of van de Bibliotheek aftrekken. „ Mijne broeders ontvangen jaarlijks van mij „ 1400 livres, en zij kunnen dit geld thans „ minder dan ooit ontbeeren: mijne woo,, ning, mijn tafel, mijne uitfpanningen en ,, mijne boeken, kosten mij in 't jaar 900 „ livres; des blijven 'er nog 6"oo over, die» „ ik mijne wijk nog zal geevcn, en zij zal ,, dezelve op uwe voorfpraak welaanneemenr „ deeze fom is wel klein, en ik fchaam mij" „ bijna, dezelve aantebieden, doch ik bid „ u,bcfchouwze als het mijtjen der weduwe: „ is zij al te gering, dan heb ik nog een ho„ rologie, dat mij 1200 livres kost, hetzelve (*) De leden der Academie ontvangen voor elke vergadering van dezelve , die zij bijwoonen, een rekenpenning , (jettoii) we'ke met veertig fois behoorde betaald te worden. II. DEEL. K  I46 STAATSOMWENTELING • zal ik inleveren, om het zo goed tc vcr„ koopen als men kan. „ Men wordt wel eens Nabob', wanneer men "„ naar Indien reist; ik heb vandaar niets l, medegebragt, dan handfehriften; de gewigtigften van dezelven heb ik den Koning ' gegeven, de overigen bewaar ik in mijne ',' Bibliotheek, en ik Hel ze op hooger prijs dan de onmeetelijkc fchattcn , die onze na„ buuren cn mededingers uit deeze Landen „ getrokken hebben." Hier offerde een Geleerde, vol edelmoedigheid , zijne inkomften op, behoudende flechts een kleine rest voor zigzelven; daar bragt een geweezen generaale Pachter, mercier, het derde gedeelte van de zijnen; dit derde gedeelte bedroeg met minder- dan drie maal honderd duizend livres: deeze offerande is even patriotsch. als de cerstgemelde, fchoon ze uit een ruimer bron gefchept ware: zo als de menfehen thans zijn , cn zo als zij bijzonder in Frankrijk waren, vindt men zig genoodzaakt, veeltijds de gaven vaneen rijk man', die veef kan ontbeeren, hooger te waardecren, dan de gaven van een arm mensch, die niets ontbeeren kan. Zo werden uit alle gewesten van het Rijk patriotfche offeranden, zowel van de hoogfte alsook  IN FRANKRIJK. x±? van de laagfte (landen, bij de Nationaale Vergadering ingebragt, en zij bedroegen reeds in do eerfte, maanden eenige millioenen: even zo aanzienlijk was dat geene, 't welk aan zilveren vaten en gouden verficrfelen in de munt geleverd werd, en een uitvoerige berekening daarvan zoude al vrij wat moeten bedraagen, zo zij thans reeds naauwkeurig kon opgegeven worden: het is bekend dat alleen in de maand October, zes millioenen eenen-dertig duizend twee honderd en zcs-cn-negentig livres, op deeze wijze in dc munt gebragt zijn (*). Het verlies van tweemaal honderd duizend livres, 't welk de (tads-kas van Parijs, bij het bedrijf van den sden October, had geleden, Wjft reeds den oden van dezelfde maand, tot op zesduizend i;a, wederom vergoed: de Schrijver van zekeren Advocaat had, te midden van den (tornt en het gevaarlijkst gewoel,ecu pakjen wceten magtig te worden, waarin honderd duizend livres in kasbriefjens waren, en waarvan niemand iet wist, 't welk hij echter eerlijk en ongefchonden overgaf: vier-en-negentig duizend leverde een ander, genaamd courïois, oppasfer in het comptoir van den Ontvanger-generaal, weder in de (tads Kas: de overige zesduizend rekende men reeds verloo- (*) Journal de Paris, van den pden November i?8p. bladz. 1458. K 2  i48 STAATSOMWENTELING ven; maar na verloop van eenige dagen, veffclieéö een Savoijard met een pakjen, onder liet addres : den Ilcere de la ric har diere, 't welk hij den itads Kasfier ter hand Helde: de Kasfier zeide hem , dat men geenen lieer onder deezen naam kende: hij antwoordde: een man, dien hij mede niet kende , had hem dit pakjen in de ftraat St. 'rfvó'ye gegeven, en gezegd, dat het addres niet recht gcfchreven was, maar dat men hetzelve in het comptoir openen en zien zoude: met deeze woorden verdween hij: de Kasfier opende het pakjen daadlijk , en vond 'er vijf kasbriefjens in, ieder van duizend livres: binnen in den omflag Honden deeze vier woorden: Het zesde komt óók; en men kon duidelijk zien, dat ze met een valfche hand gefèhreven waren: half November werd ook dit zesde briefjen met de kleine post bezorgd: waarichijne» lijk zegepraalde hier het patrottismns over het eigenbelang, en het laatfte briefjen was, naar alle vermoeden, reeds uitgegeven toen. het -patriottisrnus overwon, maar door een vrijwillige zuinigheid weder bijéén gebragt cn overgeleverd: zo doende had het Hotel-de-Ville niets verloren. Alle deeze trekken, waarvan men nog een groote menigte zou kunnen opnoemen, beweezen, dat de zuiverHe Vaderlandsliefde, door de nieuwe gefieldhcid van zaaken ingeboezemd , alle de rangen der Natie bezielde: des te onvoorzichtiger en hagchelijker werd het, grondbcgiafclcn en plans  I IN FRANKRIJK. H9 te uiten, die tegen dezelve inliepen: de Marquis van favras werd het flagtoffer van zodanig eene onvoorzichtigheid. Van het oogenblik af, dat de Natie, vooral de derde Stand, cn deszelfs Vertegenwoordigers in de Nationaale Vergadering, het doorgezet hadden , dat 'er buiten de Majesteit der Natie .geene andere Majesteit in het Rijk meer plaats had, was het gevaarlijk geworden, blijken te geevcn van deelneeming in de voorige liefde voor den Koning en deszelfs Familie: men hield met eene achterdochtige onverdraagzaamheid de Handen in het oog, die uit hoofde van geboorte of ampt de naasten bij den Koning geweest waren, en de natuurlijke verkleefdheid aan denzelvcn was in de oogen van het overig gedeelte der Natie thans hoog verraad, cn aldus werd dezelve ook gehraft. De Marquis van favras, een planziek maar kloekmoedig man , was wegens zijne geboorte en rang, van de jeugd af, zeer gemeenzaam geworden met de grondbcginfelen, welke men thans met den naam van ariHocratie belfempelde; hij was foldaat,en Hond als een zodanige in denaauvvKe betrekking tot den Koning; bij had toegang aan het Hof en bij de Prinfen, en rekende zig, ter behartiginge van zijn eigen belang, verpligt, voor den Koning zowel als voor de Prinfen alles' te moeten, opófferen: hij deed wat hij koude, K 3  150 STAATSOMWENTELING om den Koning te beveiligen en tc behouden , toen het volk in Verfailles, op den sden October, raasde ; hij Helde in dien tijd reeds voor, dat men den Koning cn zijne Familie naar Metz, of eene andere welbevestigde plaats, moest overbrengen;hij bleef dit plan ook aankleeven, bij dc verplaatfing des Konings naar Parijs, en geduurende zijn verblijf in deeze ftad. Dit verblijf fpreidde zekerlijk bedrijven ten toon, die een man' van zijne grondbeginfelcn grieven , en uit dien hoofde zijne natuurlijke zucht tot groote ontwerpen den ruimen teugel vieren moesicn: vermids de nood alleen den Koning had gedwongen naar Parijs tc trekken; vermits hij hier van eene burgerwacht genoegzaam werd opgefloten gehouden; menfehen zig aan hem opdringen en hem naderen mogten, die te vooren niet dan buiten zijn Paleis hunne oogen in 't geheim op hem durfden vestigen; de Vertegenwoordigers der Natie dag aan dag zijne voorrechten befnoeiden, en 'er voor hem niets anders overbleef, dan de fchaduw van de koningljke waardigheid; vermits hij, gelijk mede zijne broeders en de overige Prinfen van den bloede, gemeen burger was geworden van een Rijk, waarvan hij, zo als men hem van zijne jeugd af had .ingeboezemd, ervelijk bezitter was; vermids elke opwelling van wantrouwen of patriotfche dronkenfehap zijn leven in gevaar brengen konde, en eindelijk zijne koninglij-  IN FRANKRIJK. 151 ke Echtgcnoote zo aan dc tergingen als fmaadheden, zo aan de luimen als overtuigingen, van een tegen haar' ingenomen en nu met haar verzoend, dan op nieuw wederom verbitterd graauw, blootgelteld was , zo moest dit alles door een' man als favras van denkwijze, befchouwd worden als een toeltand, die erger was dan de gevangenis, en eiken man van gevoel cn eer oproepen, om in den Koning tevens de eer der menschheid over 't algemeen, en de eer der Handen en menfehen in Frankrijk in't bijzonder te behouden, die hem tocfchecnen, natuurlijke befchermers van hunnen Monarch te wcezen: 'er was veel roem bij te behaalen , maar ook een menigte van gevaarlijke hinderpaalen te overwinnen : doch dc laatstgenoemden fpoorden hem , bij zijn charaktcr, misleiden nog des te derker aan, om dit waagfpel te onderncemen. Om alle deeze redenen was het natuurlijk, dat bij zig voegde bij dc klasfe van mannen, die met hem dezelfde grondbeginfelen koesterden; doch deeze klasfe werd thans in den Staat verfoeid en vervolgd, gelijk zij voor deezen aangebeden en gevreesd was geweest: 't geen de Koning te verliezen had verloor zij mede; wat hij nog redden wilde , redde zij ook; doch hij "en zij konden niets verliezen , waarbij de Natie niet meende te winnen, cn niets winnen, waarbij zij niet meende te verliezen: de Natie was nu de eerde magt in den Staat, en men kon het voorig gezach niet we .'er herftelkm, of K 4  I5a STAATSOMWENTELING hetzelve ook Hechts niet alles willen laaten verliezen, zonder in de oogen van de ecstgenoemde s verraaders des Vaderlands te worden. Zo doende liep de Marquis de favras bij de eerde gelegenheid , dat hij blijken van zijne denkwijze gaf, gevaar, om aangebragt, in hechtenis genomen en gedraft tc worden: zijn ijver deed hem dit gevaar niet bemerken: wie van eene overtuiging eerst recht doortrokken is, toont alle poogingen aan, om ook anderen deeze overtuigingen eigen te maaken, cn gaat welhaast zo verre, dat hij de flotfommen van dezelven, tot eene grondlegging maakt van plans, welke de zaaken zodanig zullen beduuren , als hij zig dezelven als belangrijk cn nuttig voordelt: favras was in dit geval; hij had helpers noodig; bij de keus van dezelven was hij niet voorzichtig genoeg, en zij bragtcn hem aan. Men nam hem cn zijne Echtgcnootc gevangen (*) : dc geheele dad was in rep en rocre: het gerucht liep, dat favras de aanlegger en het Hoofd was van een zamenzweering, waarin menbefloten had, den Marquis de la fa vette, bailly cn jviecker tc vermoorden, den Koning en zijne Familie naar Percnne overtebrengen, cn met een reeds aangenomen bende van vreemde cn binnen- (*) Den 2 4flen December, i/Sju I  IN FRANKRIJK. 153 landfche troupen eene tegenomwenteling doortczetten: Monfieur,, 's Konings oudltc Broeder, zeide men, was medepligtig aan deeze zamenzwcering. Dit gerucht werd in gedrukte bladen door de gchjcle Had verfpreid; 't gemeen was reeds op dc been; het woedde nu nog Hechts met woorden, tegen 's Konings Broeder. Deeze, door ccn niet ongegronde benaauwdheid genoopt, verfchcen in, eigen perfoon op het Hotel-de-Ville , en verklaarde het volgende: Hij kende den Marquis de favras niet anders, dan dat hij eenen tijd lang bij hem in dienst had gedaan; dat hij zig door aanbeyeeling van een derden, wel van hem had willen bedienen tot eene geldleening, doch dat hij hemzelven in langen tijd niet gezien, noch gefchrecven, noch ooit in eene nadere betrekking met hem geflaan had; voor de omdandigbeden, welke hij opgaf, en naderhand ook aan de Nationaale Vergadering tot zijne zuivering in eenen brief voordelde, werd zijne verklaaring bewaarheid; hij bleef buiten alle verdenking, cn beveiligd tegen de vervolgingen van het volk. Ondcrtusfcnen werd favras aan het chatclet, dc thans gcvolmagtigde rechtbank over het hoogverraad tegen de Natie, overgeleverd, en zijn proces zonder-tijdverzuim opgemaakt: men K 5 |  154 STAATSOMWENTELING was ten uiterften verlangende naar den uitflag,welken zijn verhoor moest hebben, en men werd zulks nog meer door een geval, 't welk fcheen in betrekking te ftaan met het plan, waarvan favras befchuldigd werd: men vond narmlijk twee of drie dagen na zijne gevangenneeming, een burgerfchildwacht vermoord, en nabij deeze plaats de woorden aangeplakt: ,, Ga vooruit en verwacht „ den Marquis de la fayette (*):" hierin meende men dc leus tot een algemeen bloedbad tc vinden, het welk de Ariltocraatcn zouden afgefproken hebben, en Parijs bleef eenige dagen in de grootlte ongerustheid: de waakzaamheid en kloekmoedigheid van de la fayette onderdrukte eindelijk dit blinde gerucht, en men verwachtte nu den uitgang van favras proces met meerder bedaardheid. Het chatelet verhoorde twaalf getuigen tegen hem, wier getuigenisfen hem meer of min aan een plan van tegenomwenteling fchuldig verklaarden: dc voornaamlte inhoud daarvan was het volgendc (f): (*) Va devar.t & attends la fayette. (f) Wij ontleenen dit uittrekzel uit het verhoor der getuigen, zo als hetzelve in 'c Journaal van Parijs is afgedrukt, en wel wat breedvoerig, om dat deeze merkwaardige gebeurtenis elders niet dan zeer onvolmaakt bekend is geworden.  IN FPvANKRIJK. i55 Favras had reeds in het laatst van de maand Junij een ontwerp gefmeed, om troupen bij Moniargis bijéén te trekken;ten einde zulks geene verdenking mogt verwekken, wilde hij voorgceven, dat zij beltemd waren , om een transport van graanen naar Parijs te verzeilen: in Parijs zijnde, zouden zij het masker afligtcn, alles bezetten, op Verfailles aanvallen, dc Nationaale Vergadering vernietigen, dc Gevolmagtigdcn van de volkspartij geboeid naar Parijs brengen, de ftad wetten voorfchrijven, cn op dc uitlevering van den Marquis de ea fayette CI1 deil Maire eailly aandringen: dit oordeelde hij te kunnen uitvoeren, wanneer hij meerder Grootcn in zijne belangens kon trekken, geld bezorgde, en vooraf den Koning naar Metz overvoerde: zijnen vertrouweling, die naderhand tegen hem getuigde, verzekerde hij, dat veele Grootcn in Plcardye, in Champagne , in Bourgogne , in den Elfas , in Vlaanderen en in het graalfchap Artois zig veréénigen, cn eene bende van vijf-en-twintig duizend man bijéén brengen zouden: wanneer de trein der vrouwen cn der gewapende burgerij van Parijs, Verfailles introk, zou dc zaak uitgevoerd, en de Koning, zijne Familie en de Groot-zegelbewaarder naar Metz gebragt worden: hij kwam den 5d.cn October des avonds bij den Minister st. priest, en verzocht voor zigzelven en een aantal vrijwilligers, paarden uit 's Konings Ital, onder het voorwendfel, dat hij dezelven voor het kanon,'t welk  156 STAATSOMWENTELING door de wijven cn haare geleiders herwaards werd getrokken, {pannen, en haar hetzelve met weinig moeite ontweldigen wilde : de Minister verklaarde, dat hij over de paarden van den koninglijken ftal niets te zeggen had, en zig over't algemeen met deezen voorflag niet kon inlaatcn — „ Gij verkiest dan niets te doen?" zeide favras — „ Neen!" antwoordde de Minister, en favras ging heen; doch hij had met de paarden niet het kanon den wijven ontweldigen, maar den Koning fchaaken willen: zijn plan werd verijdeld, door dc weigering van den Minister, en de Koning kwam te Parijs en niet te Metz. Favras had zijne ontwerpen altoos nog in liet hoofd, cn hervormde dezelven naar maate de omltandigheden veranderden: zijn vertrouweling, turcati genaamd, droeg 'er kennis van: toen het tooneeiïluk : Karei de Negende, of Bariholomeus-nacht zou gefpeeld worden, wenschte hij dat het geen opgang mogt maaken, cn deeze wensch toonde, welke'richting zijne denkbeelden genomen hadden: dit ltuk was voorzeker niet van dien aart, dat het de Natie wederom eenen fmaak aan Koningen en een willekeurige magt kon inboezemen; het werkte veelmeer met vuur en nadruk op het tegendeel: maar favras had ter uitvocringe van zijn plan een hcrleevcnde verkleefdheid aan den Koning noodig,  IN FRANKRIJK. 157 Ingevolge dit denkbeeld droeg hij aan turcati op, eenen man te zoeken, die invloed genoeg had, om het ftuk in minachting te brengen: turcati verviel op morel, Schrijver van eenige tooneclltukken, die de goedkeuring van liet publiek hadden weggedragen: favras had beloold , agttien tot twintig duizend livres te betaaïen aan dien, die de afkeuring van het Huk' zoude bewerken. Turcati gaf morel daarvan kennis, ontdekte hem echter tc gelijk, dat het hem tocfchccn, alsof dc Marquis verdachte 'eri gevaarlijke plans koesterde ; zij namen voor, hem een bezoek te ge-even , en als dan een befluit met opzicht tot hem te neemen, opdat zij zigzelvcn niet aan gevaar mogten blootitellen; zij legden het bezoek bij hem at, en hij liet hen eenen tijd lang wachten: eindelijk, verfcheeu hij, en zeide: „ Mijne Ileereu! ''er wordt niet meer gefproken van karei, dt.n negenden , maar van lo de wijk den ,, zestienden, dien men, gelijk ik van ze* „ kcre hand weet, tracht te vermoorden:" hij föhriRte", en zeide, of 'er dan geen middel was; om hem te behouden'?,, Dit willen wij weldoen,:' antwoordde de Marquis, en morel vroeg hem: ,, Hoe?" — ,, Wij hebben twaalf-honderd paarden," hernam dc'Marquis , ,, waarvan het groot» „ lle gedeelte te Ferfai/les itaat; wij hebben „ Hechts nog ruiters noodig, waarop wij kunnen  158 STAATSOMWENTELING „ vertrouwen; ik maak in dit opzicht ftaat op u, „ mijne Heeren { cn gij zult ze voorzeker ver„ fchaffen: ware het getal grooter, dan dat der „ paarden, dan konden wij eenigen naar St. Gei„ main zenden: wij trachten de Zwitfers in onze „ belangens ovcrtehaalen, laaten zo veel van hun »« a]s mogelijk is, naar Parijs trekken, cn , om „ achterdocht te vermijden, wenden wij voor, „ dat zij mede tot de lijfwacht behooren: onze „ paarden worden gezadeld, cn wij trekken zo uit Verfailles, fat wij tegen twee uure des mor„ gens te Parijs zijn: de ruiterij verdeden wij in », drie kolonnen: vierhonderd komen dc poort „ Maillot, vierhonderd de Barrière de la Coufe„ rence, en vierhonderd de Barrière du Roule „ binnen: men overweldigt de wacht cn houwt s, ze neder; de overige, benden wachten te St. „ Deals op ons, cn zij hebben rijtuig, met paar„ den befpannen, bij zig: hebben wij de drie „ Barrieren bezet, dan fnellen wij naar de Tuilc„ riën: drie rijtuigen met een fterk geleide, Haan „ aan de draaibrug achter den tuin gereed: wij „ haaien den Koning, dc Koningin cn den Ze„ gelbewaarder van het Kasteel, en brengen ze „ naar Peronne: men zegt den Koning, dat de „ voorllad St. Antoine in oproer is; dat het „ raadzaam voor hem weezen zou, op zijne vei„ ligheid te denken, en dat 'er tot dat einde rij„ tuigen gereed Baan: wil de Koning niet vrlj„ willig volgen, dan moet men hem met geweld  IN FRANKRIJK. i59 „ in het voor hem gefchikt rijtuig brengen: middelerwijl fnellen eenige ruiters naar het huis „ van den Marquis de la fayette, of lie,, ver, wij zenden, om ons niet te verzwakken, ,, Hechts vier mannen derwaards; deezen hou„ den hem vast, onder het voorwcndfel, van ,, hem eenen brief te willen ter hand Hellen, cn ,, vervolgends fchiet de gewaande beflcller hem ,, overhoop: ondertusfeheu hebben zig eenigen „ van dt colonne, die de Barrière du Ronk in,, komt, naar de wooningen van necker en „ bailly vervoegd, en deezen vermoord." Morel vraagde den Marquis, of hij wel van de inwooneren van Peronne verzekerd was? ,, Ja," antwoordde hij, ,, ik bedien' mij van het ,, voorwendfel, dat ik eene bende, die naar Bra,, band beftemd is , in hunne Had wil bijéén trek,, ken: wordt het getal der aangeworvenen te „ groot, dan zendt men een gedeelte daarvan naar „ Parijs, om de nationaale militie in onze belan„ gen te trekken: op denzclfden dag, wanneer „ wij den Koning wegbrengen, komen twintig „ duizend foldaaten in Parijs aan, waarvan ik „ door mijne correspondenten in Vlaanderen, in „ Picardije, in Champagne en Bourgogne ver,, zekerdben: men is ook reeds bezig, om twin- tigduizend Zwitfers overtehaalen; de Duitfche „ Keurvorsten zullen twaalfduizend, en Sardis-  6o STAATSOMWENTELING •„ rtiên mede twaalfduizend man zenden : gij ziet dat „ dit een aanzienlijke année worden zal, en ik „ beloof u, eene voornaame post daarbij te zul- „ len beklecden: is zij bijéén, dan marcheert men ,, naar Parijs, bezet de Seine boven en benc- „ den, noodzaakt de Had, door den toevoer afte- ,, fnijden, tot haaren pligt wedertekeereu, en „ vernietigt de Nationaale Vergadering door de „ oproeping der Bailluwfchappen , die hunne „ Gevolmagtigden moeten terug roepen. „ Ten einde de nationaale militie te winnen of ,, in toom te houden, is het noodzaakelijk, vcr„ volgde de Marquis, dat men het loontrekkend ,, gedeelte van'dezelve, de geweczene Franfche ,, garde overhaale: bij de grenadiers deezcr garde „ heb ik mijn oogmerk reeds bereikt, door zekeren „ marquié, dien ik overhaalde, door hein „ voortedellen, dat de onbezoldigde nationaale „ militie alleen dc Lijfwacht wilde weezen, ,, waardoor ik zijne eerzucht gaande maakte: ,, daardoor zal hij zijne fpitsbroeders mede tot „ misnoegdheid aanzetten, terwijl daarbij het gc„ fchrift Onvrez donc les yeux (*) , tot hetzelfde „ einde medewerkte: ik heb het hem ter hand 3 5 ge™ (*) Dit gefelirift is in Duitschland mede bekend ■geworden.  IN FRANKRIJK. 1S1 », gefield, en de nadrukkelijkfte plaatfen aange»» gedipt, om dezelven aan zijne kamcraaden ,, voorteleezen." Daarop vraagde morel den Marquis, of hij ook op vcelen van cie Gevolmagtigden in de Nationaale Vergadering {laat kon maaken? „ O vee„ len", antwoordde de Marquis, „ entrag,, nes is van onze partij, als mede dc Abbé ,, maury: den Graaf van mirabeau ver-, ,, trouw ik niet; doch men kan 'er hem kennis „ van gecven wanneer het gefchieden zal, en met ,, duizend Louis d'or kan men van hem maaken wat men wil." - Eenige dagen daarna verhaalde de Marquis aan morel, dat turca t i juist bij hem was geweest, toen een voornaam Heer uit den Elfas een bezoek bij hem afgelegd, en hem verzekerd had, dat deeze provincie gehccllijk in hunne bclangens was: vcrvolgends toonde de Marquis hem ook een plan, over de bijeentrekking van troupen te iVronne, te St. Qjfept/n;, en de omliggende plaatfen, «1 zeide, dat hij door hulp van édn' zijner vrienden een papier zou laaten drukken, om de Grenadiers van de nationaale militie aantezetten, dat zij eifchen moesten, den Koning, met uitfluiting van allen, alleen tc willen bewaaken. Met dit alles wist favras nog niet van, II. j9.ee l. L  l6z STAATSOMWENTELING waar hij het geld krijgen zou, 't welk tot deeze onderneeming noodig zou weezen; hij gaf zulks ook aan mor.el te kennen;deeze floeg hem eenen bankier, ciiomel, voor, verzekerde echter daarbij, dat die mogelijk daartoe wel zou overgaan, onder de voorwaarde van Hof bankier te worden 5k O," zeide favras, ,, dat zal bij wor„ den!" — Maar," zeide morel, ,, al is „ dit alles nu aangelegd; zullen de troupen dan 3, ook zonder order van den Krijgsminister willen „ marcheeren?" — ,, Maak u daar geen zwaar „ hoofd over," zeide favras, ,, deezen laaten wij eenen fprong doen." Favras fprak indedaad met den bankier chomel, doch deeze wilde eerst ILifbankier weezen en dan geld fchieten: turcati kwam 'er juist in, toen favras door deezen eisch zeer toornig was: de Marquifinne van favras zeide: ,, Chomel is een gekl" Hij trad vervolgends nog met andere bankiers in onderhandeling, onder anderen ook met abbema: bij deezen ontmoettede hij eens den Baron van capelle , welken hij in den tijd der onlusten , in de vereenigde Provinciën, in 'j Graavenhaage had leeren kennen:hij verviel terliond in zijn gefprek op de mogelijkheid van eene tegenomwenteling, welke in de veréénigde gewesten, ten voordeele der Vaderlanders, zou kunnen bewerkt  IN FRANKRIJK. 163 worden , wanneer men een genoegzaam getal trou?' pen aan de grenfen van Braband zou bijéén trekken: hij verzocht capelle oin brieven vau aanbeveeling, aan zijne landlieden in Brusfil, ter uitvoeringe van dit werk; doch hij verkreeg dezelven niet: kort daarna onderhield hij dezelfde Baron en Bankier, andermaal en breedvoerig over dit onderwerp; en bij deeze gelegenheid zeide abbema: ,, Het fchijnt wel, Mijnheer de Marquis! ,, alsof gij een tooneelfpel in drie bedrijven wilt „ vertoonen; het eerfte zal in Holland, het twee,, de in Braband en het derde in Frankrijk ge,, fpeeld worden" — Nog liet favras niet los : hij zocht,, eenige dagen daarna, den Baron nog eens op , en ontvouwde hem een wijdlopig plan, ten voordeele der patriotten in de vercénigde -Nederlanden , daarbij voegende, hoe veel dienst men den Keizer zou kunnen doen, aangaande de geiteldheid der zaaken in Braband: na verklaarde capelle ronduit, dat zijne bedoelingen cn ontwerpen, hoe zuiver dezelven ook fcheenen te weczen, nogthans bij de tegenwoordige omltandigheden eene gevaarlijke verdenking tegen hem, zouden kunnen verwekken; hij mogt maar voorzichtig zijn: favras kwam daarop niet weder bij' hem, en zijn plan, om van de onlusten in Braband, en hetvoorgeeven,om eene tegenomwenteling in de veréénigdc Provinciën , tot een omwenteling in Frankrijk gebruik te maaken, Iciieei; eiuiitvoerbaar te blijven. h 5-  IÓ4 STAATSOMWENTELING Dit zijn de verdenkingbaarendc omltandigheden , voordvloejende uit den historifchen zamenIiang, van dat geene wat de getuigen tegen favras hebben afgegeven (*): men ziet, hoe dat geene, wat hij voorhad, flechts een ruw plan was, en dat 'er een menigte van zaaken in gevon, den werden, die volltrekt niet konden uitgevoerd worden: als bij voorbeeld, dat hij den E.'/hs in zijne belangens wilde overhaalen; dat dc--Duitfche Keurvorsten en de Koning van Sardimè,r\\z\\\ troupen zenden; dat de inwooners van Peronue hem niet verdacht houden; dat de bankiers, zonder eene voldoende verzekering, zulke groote lommen opfchicten zouden,, en meer anderen, die bij den cerften optlag van 't oog bersfenfehimmig moeten voorkomen: zijne rechters hadden hem nimmer ter dood kunnen veroordeclen, zo zij alleenlijk op de onmogelijkheid of mogelijkheid van de uitvoering zijner ontwerpen hadden (*) De getuigenis van morel is de voiledigfïe: dat hij, gelijk men hier cn daar heeft uitgeurooid', alleen uit winzuchc den Marquis van favkas zou aangebragt hebben, kan om die reden geene plaats hebben, dewijl de premie van duizend Louis d'or, niet dan vier weeken na zijne aanbrenging, op foortgelijke bekendmaakingen gezet werd, en omdat hij ook deeze fom, toen men hem dezelve aanbood, van de hand wees: voor het overige is hij een gegoed man, en dft is mede het geval met den bankier chomel en de« Baron van capelle.  IN FRANKRIJK. 165 willen zién; doch nu waren zij door de gedeldhcid van zaaken gedwongen, om zelfs de gedachte aan eene tegenomwenteling te dratfen : was het hersfenfehimmige, in het plan van favras, uit een bekrompen verdand ontdaan , hij had wel kunnen gered worden, en hij had in dit geval ook moeten gered worden; doch 's mans kloekmoedigheid, gepaard met zijn woelig, planziek charaktcr, deed altoos, zo niet voor dc omkeering van dc nieuwe Conditutie, toch ten minden voor onlusten beducht zijn, welke den vrijen loop, en de vastllclling van dezelve druikelblokken in den weg leggen konden. Uit alle omdandigheden blijkt ook nog, dat da man voldrekt geen denkbeeld had, van de daatkundige gedeldheid der zaaken; dat hij, in plaats van deeze 'kundigheid alleenlijk met ijver en moed bezield was; dat hij zelf nog veele gebreken in zijn plan- ontdekte, en dat, in één woord, hij zelf zeer wel begreep, dat zijn plan nog een zeer on.riipe vrucht Was, welke hij. nu eerst bezig was tot volkomene rijpheid te brengen, toen men hem daarbij verraschte en 'cr voor draftc: mogelijk was het zelfs bij hem Hechts een van die ruwe uitbroedfelcn, welke eene planziek brein dikwerf té voorfchijn brengt, echter alleenlijk vormt , om aan zijn vernuft een gepaste bezigheid te vcrlchaffen: was de nieuwe daatstgedeldheid reeds gevestigd, geweest, mcu zou hem, op het hoogst genomen, L-3  Ï66 STAATSOMWENTELING opgefloten of het Land uitgebannen hebben; maar thans werd 'er een voorbeeldig flagtoffer vereischt, en zijne llralfe moest cn kon eene menigte andere foortgclijke ontwerpen in de geboorte fmooren: dienvolgends fprak het Chatelet, niet tegeultaande hij de tegen hem uitgebragte getuigenisfen, voor onwaarheid, en de getuigen voor omgekocht verklaarde , en van alles niets bekende, dan het plan tot eene tegenomwenteling in de veréénigde Provinciën , cn ter bijééntrekking van een armée voor Braband, nogthans het doodvonnis over hem uit: zulks ftrookte gcenzins met het ltrenglte recht, omdat hij niets belceden had, doch uit alle de befchuldigingen , die bekend geworden zijn , en uit de gezegdens van vijf getuigen , die niet openbaar tegen hem wilden opkomen, maar zig bij den Prefident van het Chatelet noemden, en beweerden, .dat favras hun insgelijks het plan 'tot eene tegenomwenteling had medegedeeld, bleek duidelijk genoeg, dat hij dezelve wel in gedachten heeft voorgehad, en zelfs deeze gedachte alleen, (dit is het gevaarlijke, en de rechten der mensehheid vernielende fielfel, van alle eerstont'ftaaude vrije of despotieke liaatsgefieldheden,) moest hier zö fiïëng gefiraft worden als de daad zelve, het welk ook gefchieddc: het Chatelet deed de uitfpraak, dat hij voor den hoofdingang Van de-Cathedraale kerk, in het blootc hemd, met ongedekte hoofde en barrevoets, met een briefjen op de börst, waarop dé woorden Honden:  IN FRANKRIJK. 167 Confpiratefir contra l'Etat, afbidding doen, en vervolgends op het plein de Greve zoude gehangen worden. Den anderen dag (*) voormiddags ten elf uure , werd hem dit vonnis voorgelezen, nadat men hem het Lodewijks-kruis had afgerukt: hij brak de leezing van het vonnis meer dan ééns af, door hoog en. duur te verzekeren, dat hij onfchuldig was: nadat dezelve geëindigd was, zeide zijn Rapporteur quatremere , tegen hem: ,, Uw ,, dood is een olfer, 't welk gij de openbaare rust ,, en veiligheid brengen moet, ik weet u geen an,, deren troost te geeven , dan dien , welken de Godsdienst aanbiedt: maak daarvan ge,, bruikl"—,, Mijn grootfle troost," antwoordde de Marquis, ,, is die, welken mijne onfchuld! „ mij verleent: ik ben een flagtoffer van twee „ kwaadfpreckers : ik beklaag u allen hartlijk, mijne Ilcercn! ," zeide hij tot de omflanders, ,, wanneer de getuigenis van twee menfehen vol,, doende is, om u ter dood te doemen — Ik ,, wensch een Pastoor van St. Paul tot mijnen ,, biechtvader te hebben." Deeze verfcheen, cn de misdaadige bleef langer dan twee uuren met hem opgefloten: hij verzocht , geduurende deezen tijd, een en anderen*) Den ipden Februari!, 1790. L 4  168 STAATSOMWENTELING maal, dat men hem mogt ontboejcn, doch de fcherprechter moest hem zulks weigeren, als mede zijn Rapporteur, dien hij insgelijks verzocht, dat men hem deeze laatite gunst mogt bewijzen. Ten drie uure werd hij op eenen hoogen wagen naar Notre Dame gebragt, om afbidding te doen : zulks gefchidde in. het bloote hemd, met ongedekten hoefde , barrevoets, met een drop om den hals en een waschkaars in de hand: dit oogenblik fcheen hem het fmartlijkde te weezen: tot nu had hij met bedaardheid, op het gewoel des volks rondom hem , neêrgezien; doch nu verbleekte hij, en fprak met een beevendc dem: hij kwam echter fqhjehjk wederom bij, nam zijn gedrukt doodvonnis den fcherprechter uit de hand, en zeide: „ Moor, vergaderd volk! 't geen ik u zal voor- kezen: de getuigenissen, waarop het vonnis „ is uitgefpvoken, zijn valsch; ik ben onfchul„ dig, zo waarachtig als ik binnen weinige oo,, geablikkeu voor God verfchijnen zal!" — Nu las hij het doodvonnis met ecu luide en vaste dem, klom vervolgends met bedaardheid weder op den hoogen wagen, cn zeide: ,, Brengt mij naar het ,, Hotel-de-Ville; ik heb gewigtige geheimen te „ ontdekken," Ten vier uure kwam hij op het Hotel-de-Ville: hier waren drie van zijne Rechters: zijn Rapporteur vraagde hem, of hij zijn geweeten nog wilde  IN FRANKRIJK. 169 ontlasten met iet te ontdekken? — „ Ik ver„ klaar ", dit was zijn antwoord, ,, voor mijne ,, Rechters, thans, in het fchrikkelijk oogenblik waarin ik voor God verfchijnen zal, dat ik dc ,, menfehen vergeef, die zo zwaar en geweeten„ loos mij befchuldigd hebben, van plans, die „ nimmer in mijne ziel zijn opgekomen: misfehien ,, durft in dit oogenblik een ongelukkig, ten dood „ veroordeeld man, zijnen Rechters onder het 5, oog brengen, dat zij zekere getuigen niet heb„ ben willen verhooren, die in ftaat zouden ge„ wcest zijn, om de valschheid en het bedrog in „ de getuigenisfèn, tegen hem uitgebragt, ten ,, toon te fpreiden: hadden zij zig nader willen ,, laaten onderrichten, zij zouden niet op het ,, dwaalfpoor geleid zijn, cn een vonnis, 't welk „ dc onfchuld aan den dood overlevert, zoude „ dc lippen en handen der geenen niet bevlekt ,, hebben, die hetzelve uitfpraken en onderte„ kenden." Hij betuigde voor God, dat hij noch injulij, noch in September, noch in Oclober,toen hij den Heer van st. priesï om paarden verzocht had, een enkel woord had gefproken, 't welk de befchuldiging zou kunnen bewaarheden, die mea tegen hem had doorgedreven: ,, Dat ik," vervolgde hij, ,, om paarden verzocht heb, gefchied„ de met oogmerk, om het gevaar afteweeren, 5, waaraan de koninglijke Familie blootgefteld was: L 5  I7o STAATSOMWENTELING ,, ik beminde mijnen Koning, zijn toeltand door'„' griefde mijn hart; ik ftcrf met mijne tedere ver„ kleefdheid aan zijn perfoon." Vervolgends verhaalde hij, met zijne gewoone. bedaardheid en duidelijkheid, dat in de maand November, bij gelegenheid der beroeringen, welken in dien tijd plaats hadden, een aanzienlijk Heer uit een hvüs, onmidlijk in rang op de Prinfen van den bloede- volgende , en uit hoofde van den post, welken hij bekleedde, naauw aan het Hof verbonden, hem bij zig had laaten ontbieden, zijne bekommering over den toeltand der Koningliike Familie te kennen geevende, die, gelijk men in dien tijd geloofde , van alle kanten met gevaar gedreigd werd: hij had hem verzocht, onderzoek te doen, naar de beroeringen in de voorftad Si. Antoine, en hem, welweetende, dat hij niet rijk was, honderd Louis d'or,voor naauwkeurige berichten vandaar, beloofd; hij had hem, tegens den anderen dag, in de voorzaal des Konings bcfchcidcn, om aan deeze belofte te voldoen; hij had ook wezenlijk daaraan voldaan, en hem, uit 's Konings vertrek komende, honderd Louis d'or in twee rollen ter hand gelteld: hij had hem niet ronduit gezegd, dat dit geld van den Koning kwam, doch genoeg om te doen gelooven dat het indedaad zo was. Daarop gaf hij een breedvoerig verhaal, aan-  IN FRANKRIJK. 171 gaande de flappen, die hij in de voorflad St. Antolne had gedaan, en eenige andere omftandigheden, welken betrekkelijk waren tot de tooneelen van den 5dcn en ödcil October, en tot zijne kennis aan den bovengcnoemden marquic. ,, Ik verzoek de geenen van mijne medeburge„ geren, die mij hooren kunnen ," vervolgde hij, cn op welke mijn verhaal indruk maakt, om de onfchuld van een' man te onderzoeken, die ge,, reed flaat, als een getekend, maar zig in zijn „ lot fehikkend flagtoffer zijn leven te laaten: mijn ,, oprecht cn prijswaardig gedrag, levert blijken ,, op , dat alle mijne ontwerpen de behoudenis dcS „ Konings bedoelden (*): dit brengt mij, wel ,, is waar, op het fchavot, doch het verfchaft „ mij ook in deeze ©ogenblikken rust der ziele, „ vrede in 't gewecten, en ftandvastigheid, om „ mijn ongeluk te verdraagen : de valschheid van „ mijne befchuldigers cn getuigen, komt voorzc,, kcr aan den dag; doch ik verzoek, dat men ,, 't hun vergeevc: dat niemand vreeze voor de ge,, volgen van eene gewaande zamenzweering: ik ,, beklaag de dwaaling der juflitie; zij is voor een (*) De ongelukkige gevoelde niet dat zijne misdaad juist hierin gelegen was, en dat hij, naar het nieuw beloop der zaaken, zig juist daardoor voor fchuldig verklaarde, waardoor hij zig Keende te zuiveren.  i7i STAATSOMWENTELING „ gedeelte gegrond op de geruchten, die onder „ het volk omloopen en geloofd worden : deezen „ hebben haar bedroogen, en verleid om mijn „ doodvonnis uittefprecken - ik verlies 'er niets „ bij, dan dat ik mijn leven wat vroeger aan het „ eeuwige Wezen, waarvan ik hetzelve ontvan„ gen heb, wedergeef; dit Wezen zal mij, wan„ neer ik genade bij hetzelve vind , misfehien een „ perfooneele fchadelooshouding fchenken, voor „ de onteerende ftraffe, die mijn leven doet ein„ digen: ik beveel mijn aandenken de achting van „ mijne goede medeburgeren: aan deezen doe ik „ hetzelfde, met opzicht tot mijne Echtgenoote „ en kinderen, tot wier onderhoud en opvoeding» „ ik nog zo noouzaakelijk zoude geweest zijn. „ Ik verzoek mijne Rechters, dat de Pas„ toor van St. Paul, die mij in mijne laatfte „ oogenblikken zal bijftaan, mijn ligchaam mo„ ge laaten wegbrengen, en bij andere Chris„ tclijke Catholijken begraavcn ; want Godbewijst -„ mij de genade, en laat mij ftervenin dedenkwij„ ze van een waar Christen , in den trouw , die „ ik aan mijnen Koning verfchuloigd ben , cn „ hem met een'eed beloofd heb, cn in de hoop,, „ dat de nieuwe ftaatsgeftcldheid de burgers van „Frankrijk zo gelukkig makken zal, als ik „ wensch: mijne onfchuld is niet twijfelachtig; „ ik beu niet in ftaat de misdaadén te bedrijven, „ waarvan men mij befchuldigt; doch dewijl 'er  ÏN FRANKRIJK. . 173. een offer vereischt wordt, is 't mij Liever, dat „ ik, dan dat een ander hetzelve brengen zal, en> „ ik ben bereidvaardig, het fchavot te beklim,, men, om de ftraffe te lijden voor eene mis,, daad, die ik niet begaan heb, doch waaraan „ mij echter het volk fchuldig oordeelt." Hij verhaalde nog veel tot zijne rechtvaardiging; doch weigerde den aanzienlijken man te noemen, van wieh hij gewag had gemaakt: hij zeide bij deeze gelegenheid tot zijnen Referent: „ Zeg mij ,, op uw gemoed, als mensch, niet als Reclitcr, ,, za! mijn doodvonnis opgefchort, en mijn pro„ ces op nieuw hervat worden , wanneer ik dee„ zen Heer noem ?" — De Referent antwoordde, dat de wet zulks niet gedoogde — ,, Wel „ nu", zeide hij, ,, dan Iterf ik met mijn ge,, heim." Hij gaf eenen Geheimfchrüver, op het Hotel.de-Ville, zijn testament in de pen; en hij deed zulks met eene hilfte vaste ftetai , liet zig fluk voor ftuk wederom voorleezen, en veranderde en verbeterde verfcheidene uitdrukkingen' un zamenvoegingen, welke hij niet taalkundig vond: dit duurde langer dan drie uuren, en hij bleef, geduurende deezen tijd, zigzelven altoos gelijk. Tegen agt uure werd hij eindelijk naar de gerechtsplaats gebragt; hij boog zig voor zijneRech-  174 STAATSOMWENTELING tcrs cn voor de aanfchouwers, Act eenen deftigen eerbied; zelfs verliet hem zijne ftandvastigheid nog op de ladder niet: met deeze ontving bij ook deii Root, die zijnen dood ten gevolge had: zodra hij dood was, eischte zijne familie het ligchaam op, en het werd terftoud begraven. Dit was het einde van een' man, aan wiens charakter men zijne verwondering niet weigeren kan , en over wiens proces de oordcelen des menschdoms verdeeld zijn, ja voor altoos verdeeld zullen blijven : de Staatkundige zal zijnen dood billijk, de Wijsgeer geoorloofd, en de Wereldburger hard vinden: onfchuldig was hij, naar zijne, grondbeginfelen, maar fchuldig naar de grondbeginfelen van een zo even vrij gev/orden volk : dat hij de zijnen wilde doorzetten , was manmoedig , doch niet verftandig; dat het volk de zijnen deed gelden, was noch onbillijk, noch opzettelijk wreed : aldus zal het menschdom altoos in twee partijen verdeeld blijven, die beiden gelooven recht te hebben, beiden dit recht willen doordrijven, en beiden daarbij even onverbiddelijk zijn, wanneer zij de overmagt hebben: even zo zeker zouden necker, de la fayette, ba1lly Cll mirabeau,in gevalle een ariltocratisch-koningsgezinde vierfchaar vonnis over hen had zullen uitfprceken, gehangen zijn geworden, om dezelfde plans, voor wier beproefde of zelfs Hechts hersfenichjmmige omkeering, de Marquis van fa-  IN FRANKRIJK. r75 vras deezen fchandelijken dood ondergaan moest. Het gedrag des volks bij zijne terechtftelling gehouden, gaf, gelijk men wclligt begrijpt, blijken, dat het meende eene foort van overwinningbehaald te hebben, en deszelfs ruwer clasfen verheugden zig in 's mans ongeluk: het was onverduldig, toen hij zo lang op het Hotel-de-Ville bleef, en fchreeuvvde: favras! favras! — uit eenigen riep de Haatkundige dweeperij in haare kanibaalfche vrolijkheid: Saute Marquis (*)! Schoon het volk van Parijs zig in zijn nieuw charakter, bij deeze terechtflelling onverbiddelijk getoond had , jegens ieder die op' eene tegenomwenteling dacht, was het evenwel eenige dagen tevooren menschlijker geweest, toen twee jonge mannen van het fchavot om medelijden en genade fmcekten: de grondbeginfels van de menigte, betrekkelijk tot Wet en itralfe, Hemmen niet altoos overeen met de grondbeginfelen der rechtsgeleerdheid , en zij meet haar medelijden of haare hardhartigheid niet af naar de ib-engheid der wet, maar naar den aart van de misdaad. (0 Kom op Marquis! Het Franfche woord behelst nog eene zinfpeeling op de getneene fpreekwijze : faire lefauttn fair: (gehangen worden.)  176 STAATSOMWENTELING Twee broeders, a gas se genaamd, hadden valfche acties op de disconto-kas, en valfche koninglijke effecten gemaakt, waren ontdekt, en door het chatelet tot de galg veroordeeld. Hun vader was een man van veele verdiensten geweest, en reeds overleden; zij hadden ook een zeer braaven oom, die nog leefde, en op welken, als mede op hunnen derden broeder, naar de oude Conititutie van Frankrijk, hunne fchande zou overgegaan zijn, zo niet de Nationaale Vergadering kort te vooren een befluit hadde genomen, dat de ftraffe hen alleen treffen, en geeuzins tot hunne familie overflaan zoude: dit befluit, het Welk een van de menschlievendllen is van allen die de Nationaale Vergadering, in het beloop van haare verrichtingen, genomen heeft, was door de geheele Natie met blijdfehap aangenomen, en de ftrafoefening, aan de gebroeders agasse, gaf gelegenheid , dat hetzelve voor de cerllemaal met eene algemeene verrukking werd opgevolgd. Zodra het chatelet, in de eerfte rechtspleegïng, beide broeders ter dood verweezen had, vergaderde de wijk St. Honoré, waarvan hun oom Prefident was, en nam het volgend befluit: ,, De wijk van St. Honoré, is eenpaarig over„ tuigd, dat de Staatsburgers, die verlicht ge„ noeg zijn om hunne natuurlijke rechten terug  ÏN FRANKRIJK; tyf tè eifchen, en kloekmoedig genoeg, om de ketenen van het despotismus tc vcrbreekeu, b, ook niet langer aan liet fchandelijk juk der voor-,, oordeelén moeten onderworpen zijn; dat het ,, zinnelooslte en vloekvvaardigdc van dezelven zij, de fchande van eenen gefttaftbn misdaadi,, ger ook op zijne familie uittebreiden, dat ein,, delijk, al ware 't ook, dat de hoogmoed van eenige rangeu en bedieningen, in dit barbaarscb. •„ vooroordeel behaagen fchepte-, hetzelve nog„ thans' eeuwig moet verfoeid worden, van een Natie, die van nu af, de misdaad alleen voor ,, zig brandmerken, gelijk de deugd alleen voor ,, zig hoogachten wil. „ Deeze wijk rekent onder haare meestgeiief* ■,, koosde pligten ook deezen, de rampen , welke ;, haare medeburgeren overkomen , zo veel in. ,, haar vermogen is te verzachten: het ongeluk« kig geval, 't welk onzen medeburger a gas se „ in deeze oógenblikken het hart verfeheurt, was met zekerheid reeds te voorzien, toen de wijk ;, hem, met eenpaarige Hemmen, tot den aanzien* ,, lijken post van Prefident beriep , en zij oordeelde, dat zij door deeze rechtmaatige hulde, „ welke zij aan de wezenlijk vaderlandlievende deugden van deezen Staatsburger deed, denzei„ ven tevens eenige gronden tot.zijne gerustlteU „ Iing zou kunnen aanbieden: thans, nu dit ,T, treurig geval algemeen hekend is geworden, lh deel» M  178 STAATSOMWENTELING „ moeten liet ook die grondbcginfclen weezen,, „ naar welken de wijk gehandeld heeft; moeten „ alle, die deeze grondbeginfelen aankleeven, in „ hetzelfde oogenblik , waarin de wet den fchuldi„ gen ten dood veroordeelt, hunne armen naar de „ overige fchuldlooze flagtoffers, die het voor„ oordeel ter neder werpen wil, broederlijk uit„ (trekken, en dezelven met de geheele achting ,,' cn tederheid omhelzen, die hunne perfooneele „ deugden hen verworven hebben. „ Dicnvolgends befluit de wijk, dat een be„ zending van twaalf haarer leden, met den Vice„ prefident aan het hoofd, zig terftond bij onzen „ medeburger :> gas se vervoegen, en hem uit „ naam van de geheele Vergadering, en van elk , haarer afzonderlijke leden , een openbaare blijk van de verkleefdheid en hoogachting, die hij „ met recht verworven heeft, overbrengen; hem , de hartlijkfte deelneeming aan zijnen ramp betuigen, en hem uitnoodigen zal, om fpoedig in het midden van zijne medeburgcren te verfchijnen, en den post aanteneemen, welken zij hem zo eenpaarig en met zo veel genoegen „ toegekend hebben." In gevolge dit befluit, vervoegden twaalf leden van de wijk, verzeld van zestig andereburgers, zig bij ag as se; hij ontving dezelven in den kring van zijne familie, die men met hem, onder  IN FRANKRIJK. i79 het blijde handgeklap van alle aanfchouwers, naaide vergaderde wijk geleidden: eene onoverzicnlijke menigte menfehen was in de kerk zamengevloeid: de waardige man wilde fpreeken, doch de traanen fmoorden zijne item, die zijne dankerkentenis wdde uitboezemen; allen die hem omringden flooten hem met wecnende oogen in de armen, en deeze algemeene aandoening; deeze vunrïge tegenkanting tegen een fchandelijk vooroordeel, fchcencn hem den fchoonften troosc te verfchaffeu, welke de algemeene achting hem aanbieden kon. Eensklaps trad beaulieu, een algemeen bemind Tooneellpeeler, en Lieutenant bij een compagnie van de wijk, te voorfchijn, en verzocht, dat men hem van deezen post, waarin hij ongemeen genoegen vond, ontflaan, en denzelven aan den broeder der ongelukkige agasses opdraagen mogt: „ Zeer gelukkig", zeide hij, „ zou ik „ mij achten, wanneer dit offer zou kunnen me„ dewerken, om een der wreedfte en onrecht„ vaardigfle vooroordeelen te vernietigen!" — een gefchreeuw van goedkeuring, beloonde' hem voor deeze edele en patriotfche aanbieding; doch het werd welhaast door lolt vel ave, Hoofdman van eener Grenadier-compagnie, in dezelfde wijk, afgebroken: hij Helde voor, dat de ionga ag as se, als grenadier onder deeze c^mpsgnl* kchoorde, en dat alle zijne kameraads en de ComM 2  i8o STAATSOMWENTELING mandaat van het bataillon vvenschten, dat mett hem bij hetzelve- eene Lieutenantsplaats mogt geeven: dit voorltcl ging door; oogenbliklijk nam louvelaye zijne grcnadiersmuts af,enzettede dezelve zijnen kameraad op het hoofd: nu begeerde beaulieu, dat men den zoon van den Pre-' fident, eenen jongeling van veertien jaaren, zijne plaats fchenken mogt; doch alles riep,, dat hijdoor dit edelmoedig gedrag, bij zijne medeburgeren eerst recht bemind was geworden, hij zou zijne plaats behouden, en de jonge agasse zoude nis boventallig Officier bij de compagnie aangclteld worden. Den volgenden morgen vervoegden eenige Gevolmagtigden van het bataillon der wijk St. Honoré, zig bij den Prefident agasse: de Chef van hetzelve, silly, was aan het hoofd» en deed de volgende aanfpraak aan hem: „ Het bataillon van St. Honoré neemt oprecht„ lijk deel aan uwe droefheid, en is hier, om, „ in dezelve te deelen, doch deezen eerften pligt „ vervuld hebbende, rust nog een tweede op „ ons, die de onveranderlijke wet van rechtvaar' „ digheid en reden ons voorfchrijft; te weeten: „ dat de fchande, die met de misdaad uwer nee„ ven gepaard gaat, geenzins mede op u en uwe famiHe moet vallen; dat ons bataillon alle de ^ nabeftaanden van deeze rampzaligen,. voor zij-  IN FRANKRIJK. iti „ ne broederen aanneemt, en u vriendfchap, eens,, gezindheid en bijftand, als mede alle overige j, gevoelens toewijdt cn toezweert, welke u moe,, ten geworden voor deugden, wier glans nog e, door uw tegenwoordig ongeluk verhoogd „ wordt," Vervolgends keerde hij zig tot den broeder der twee veroordeelden, en zeide: „En gij, jonge edele man! gij wordt van uwe ,, kameraaden verwacht, om van dezelven een ,, openbaar bewijs van hunne broederlijke gene„ genhcid voor u te ontvangen." Nu fprak hij den veertierijaarigen zoon van dca Prefident aan: „ En gij, veelbeloovende zoon van een eer,. waardigen vader! ook gij zult van de familie, ,, die u onder zig opneemt, een blijk van de te,, derbartigftc vriendfchap ontvangen." De Gevohnagtigden namen de twee jöngc mannen mede naar de Louvre, voor welks gallerij het bataillon op het groene plein, met wapenen en vaandels gefchaard ftond : de Hertog van a ijsi o n t , Chef der divifie, en silly, de Commandant van 't bataillon, waren aan het hoofd:, met toeftemming van den Marquis de la faM 3  j8a STAATSOMWENTELING yette en van den Generaal-Majoor van go uvinon, las silly het befluit voor, door de burgers van de wijk St* Honorè genomen , en keerde zig vervolgends tot de twee jonge agasse s, en fprak dezelven aldus aan: „ Het bataillon van St. Honorè heeft u bij voor„ raad plaatfen onder zig opgedragen : u (tot den „ oudflen) de plaats van Lieutcnant bij de grena„ diers, en u (tot den zoon van den Prefident) dezelfde plaats bij de eerlte compagnie: het „ bataillon twijfelt niet, of de Chef der nationaa,, le militie van Patijs,cn de Municipalitcit, zul„ len u in deeze plaatfen bevestigen, en hoeft „ mij benoemd om u de vcrfierfclen van dezelven ,, ter hand te Hellen; neemt dezelven uit de han,, den van uwen Generaal, gelijk die twee de,, gens; vergeet nimmer, dat deeze belooning aan de deugd gegeven wordt, en dat dc deugd ,, alleenlijk door pcrlbonecle fchuld kan verduis„ terd worden.-". Nu werden de trommen geroerd, de Marquis de la fayette klein van het paard, verklaarde beiden voor Ofliciers, tn gaf hun de degens over: de jonge mannen konden hunne aandoening niet verbergen, en deelden dezelve aan alle de aanfchouwers mede : het bataillon defileerde voorbij deu Gentraal, naar dc kerk Si. Honoré, alwaar hetzelve een. plechtige mis bijvvoonde; de Prtfi-  IN FRANKRIJK. rtj dent agasse had her genoegen, van tijd tot tijil de burgers van geheel Parijs bij zig te zien of te ontmoeten, allen om te toouen, hoe zeer zij in zijne fmart deelden, en hoe verre zij 'er af waren , om hem de gevolgen van een onrechtvaardig vooroordeel te laaten ondervinden. Deeze tooneclen hadden de gemoederen, als 't ^arc, tot een gevoel van medelijden voorbereid, en het was natuurrijk, dat zig een groot gedeelte daarvan zelfs tot de fchuldigen uitllrcktc: doch de voltrekking van hun vonnis werd daarom niet uitgefleld, hoe veel hoops ook de twee jonge misdaadigers uit dat geene, wat met hunne familie gebeurd was, meenden te mogen fcheppen: deeze hoop, die niet vervuld werd, fcheen hun de laatfte oogenblikken vreeslijker te maaken, dan zij buiten dezelve wel zouden geweest zijn: zij riepen , toen men hen ter dood leidde, om genade ^ cn llrektcn, ftaande, hunne armen over de menigte uit: deeze werd op éénmaal aangedaan, en riep als uit éénen monde: ,, Genade! genade!" doch de wet bleef onwrikbaar, en beiden ontvingen hunne draf: de ligchaamen werden aan de familie uitgeleverd. Dc ijver der Natie, om de befluitcn van haare Vertegenwoordigers invloed en gehoorzaamheid te verfchatfen, was kort te vooren geheel algemeen en vuurig geworden, door dat de Koning zig bij de M 4  ï§4 STAATSOMWENTELING rdeuwo.ntworpene Conltitutie, op eene plechtig» Wijze gevoegd had: de bijzonderheden van di.t ge-: yal, vertoonden een-van de grootlte en aandoenlijklte fchouwfpclen, welke geduurcude het geheele beloop der omwenteling, die zo, veclen daarvan opleverde, gezien zijn (*), Reeds in het laatfte van de maand Januarij liep het gerucht, dat de Koning eerstdags eene zitting der Nationaale Vergadering zoude bijvvooncn, en in de eerfte dagen van Februarij werd het bevestigd , djt hij niet alleen haare raadplegingen hooren, maar eenen Hap doen wilde , welke het ze,gel op dc bevochtcne vrijheid en de nieuwe Staats-, gelleldheid drukken zoude: geheel Parijs was gcT .deeltelijk in een blijde, gedeeltelijk in een onrustige verwachting, en veclen twijfelden, of het plan des Konings daarbij wel zo, als liet opgegeven was,weezen zoude;veelen wenscheen ook,dat her zo niet zijn roogtc; doch het grootllc gedeelte van do geenen, die 's Konings gedrag, geduurende de geheele omwenteling gehouden, befpied hadden , .bleef overtuigd, dat hij ook deezen flap, over* ccnkomflig met zijne betoonde" handelwijze , doen (*) De Schrijver, was daarvan geen ooggetuiga meer, doch hij. bedient zig bij de befehrijving van •hetzelve van twee bijzondere brieven, en van de berichten, welke het j.ourva/ de Paris daarover heeft aedegcdeekl.  IN FRANKRIJK. 185 Koude, en deeze verwachtten met vertrouwen en blijdtcliap den bepaalden dag, terwijl de overigen dcnzclven ten deele met bekommering, ten deele met verontwaardiging te gemoet zagen, Den derden van de maand Februarij, vernam men eindelijk met zekerheid, dat de Koning den volgenden dag verfchijnen zoude: zeer eenvoudig was de tóeftel om hem te ontvangen, dc armftoel van den Prefident, als mede de trappen, die tot denzelven opleidden, werden met een nieuw, met leliën verfierden vloertapijt belegd, en naast deezen armftoel werd een gewoone ftoel geplaatst; op den eerflen zou de Koning, en op den laatlten dc Prefident zitten. Eene onnoemelijke menigte van aanfehouwers drong door tot op de fpreekltoelcn en het groot amphitcatcr: de zitplaatfen- voor de leden der Nationaale Vergadering waren alle bezet: deeze lieten zig daardoor.in hunnen arbeid niet ftooren, cn raadpleegden over de vorming der wijken tot het oogenblik toe, waarin de volgende woorden, eigenhandig door den Koning gefchreven, aan den Prefident ingeleverd werden: „ Ik maak u be,, kend, Mijnheer Prefident! dat ik tegen twaalf ,, uure in dc Nationaale Vergadering zijn zal, 011„ gedwongen cn zonder omflag:" eenige leden der Vergadering werden hem ten gemoete gezonden, en hij verfcheen op het bepaalde uur, met M 5  i86 STAATSOMWENTELING twee OfHcicrs van de nationaale militie, en eenige pages vóór en achter zig: zodra de deurwaarder riep: Le Rot! ftond de geheele Vergadering op, en de menigte der aanfehouwers, als inééngepakt, de een genoegzaam boven den anderen zweevende, ftak hetligchaam met oor en oog, vol van verwachting, vooruit, en de gewelven weêrgalmden van eene algemeene'fchreeuwendewelkomgroet,zo lang tot de Koning bij den voor hem beftemden armftoel gekomen was: naast en achter hem Honden de Ministers, en aan zijn linker zijde de Prefident: hij was eenvoudig in 't zwart gekleed, met den hoed in de hand: hij zettede zig niet neder; dc Nationaale Vergadering, benevens haar Prefident , bieeven insgelijks ftaan; alles verzonk eenflags in een diepe ftilte, cn men kon de ingefpannenc verwachting van allen, in een enkelen op zijnen mond ftaarenden blik, duidlijk leezen; in dc eerfie oogenblikken fcheen hij verlegen en benaauwd tc weczen, 't welk echter ophield toen hij zijne redevoering zelve begon. „ Dc hagchelijke omfiandigheden, waarin dc „ Staat zig bevindt," dus zeide hij, „ brengt „ mij in 't midden van uwe vergadering; de tel„ kens meer veldwinnende verfcheuring van alle „ de banden der geregelde orde en gchoorzaam„ heid , de HilHand of werkeloosheid van het ,j recht, het misnoegen ontfprooten uit een pcr„ foneel verlies, de tweefpalt der partijen, de  IN FRANKRIJK. l87 „ gevaarlijke haat, opwellende uit eene aanhou„ dende tegenipraak, dc netelige toeltand der „ financiën, en eindelijk de algemeene gisting der „ gemoederen, dit alles fchijnt zig te veréénigen, „ om de ongerustheid der waare vrienden van den >> Staat, over eene gelukkige en gelukkigmaakende ontwikkeling van deszelfs herboorte te voe„ den. ,, Een groote bedoeling ligt voor uwe oogen en „ vordert uwe poogingen, doch zij moet bereikt worden zonder nieuwe onlusten, zonder nièti,, wc beroeringen; langs eenen meer genisten en ,, minder ruwen weg, meende ik u derwaards te „ leiden, toen ik het befluit nam, om u rondom „ mij te vergaderen, en de begaafdheden, kun„ digheden en wenfehen van de Vertegenwoordi„ gers der Natie, tot haare welvaart te veréénim SC1]; doch mijn geluk en mijn glorie , zijn daar,, om niet minder ten naauwlte verbonden aan het ,, gelukkig gevolg van uwe poogingen." Bij deeze laatfle Woorden werd de Koning voor de eerltemaal, door een algemeen hpndgeklap gcftoord: dc inleiding der redevoering, die den hoorderen uit den mond van den Grootzegelbewaarder fcheen voordgekomen te zijn, had niet bepaald, of zij een klagte over de omwenteling, dau een voorfchrift voor dc Vertegenwoordigers der Natie behelzen zoude, en was' derhalven met  £88 STAATSOMWENTELING eenige ongerustheid gehoord; doch de laatfte volzin ontdekte duidelijk het oogmerk waarom de Koning thans aanwezig was. Men bedaarde weder, toen hij het woord andermaal opvattede, en zig breedvoerig daarover uitliet , dat hij bij de algemeene gisting, over de veiligheid der Nationaale Vergadering had gewaakt; het gebrek aan koorn cn brood was voorgekomen , en in wcêrwil van de verwarring in de financiën; in weerwil van het verlooren credit en de vermindering der inkomften, de daaruit voordvloejende onlusten, ten ininflen met opzicht tot geweldige uitbarftirtgen, geweerd, werk verfchaft, en ook van buiten vrede en vriendfchap met de Europifche Mogendheden had weeten te behouden. Dit alles waren gebeurde zaaken, cn een algemeen toejuichend handgeklap erkende zulks: nog onverduldiger werd het dankgevoel der menigte, bij de volgende plaats van zijne redevoering: „ Dewijl ik u derhalvcn tegen groote floorenis„ fen heb beveiligd, die'uwe zorgvuldigheid ge,,, maklijk hadden fchokken, en uwen arbeid ver- pielen kunnen, oordeel ik, den tijd geboren „ tc zieu, waarin de welvaart van den Staat ver,, eischt, dat ik mij nog hepaalder cn duidelijker 5, met h vereenige, ten einde te kunnen bevorde-  IN FRANKRIJK. xRo ,, ren en uitvoeren, 't geen gij voor eenen nicuwen gelukkiger toeltand des Rijks gedaan hebt: „ ik kan geen gepaster tijdftip verkiezen, waarin „ gij mij dc bciluiten ter bekrachtiginge voor„ Helt, die verordend zijn, oin eene vorming.in „ het Koningrijk intevoeren, die eenen gewigti-, ,, gen en gelukkigen invloed op de welvaart mij„ ner onderdaaneu en op den algemeenen bloei. ,, des Rijks hebben zal." Mier werd het handgeklap en toejuichend gefchreeuw lterker dan te vooren, en alzo het gedruis driemaal op nieuw hervat werd , hoorde men bijna niets van dat geene, 't welk de Koning over de provinciaale Vergaderingen zeide, waartoe . hij, reeds tien jaaren geleden, zijne toeltemming had gegeeven, en die thans, aangaande haare'geiteld-, heid, door de Nationaale Vergadering gevormd eri bevestigd was. „ Ik zal," vervolgde hij, ,, deeze uitgeflrekte. ,5 vorming, waarvan, gelijk ik volkomen over3< tuigd ben, de welvaart van geheel Frankrijk „ afhangt, door alle de middelen, die in mijne „ magt ftaan, begunltigen en onderlteunen." Het onverduldig gevosl der hoorderen ftoovde hem hier wederom, en het duurde wel eenige mi nuten, aleer hij zijne rede kon vervolgen: hij. fprak van eensgezindheid en rust, als de eenigfte  ipo STAATSOMWENTELING middelen, waardoor men eene ftaatsgefleldheid, die een aanhoudend geluk zou bezorgen, volmaaken konde. „ Laat de geheele wereld weeten en zien ", zei. de hij, „ dat de Monarch en de Vertegenwoordi,, gers der Natie, flechts dén belang, flechts éc„ nen wensch hebben, op dat de Provinciën daar„ van mogen overtuigd, en de geest der rust en „ gezeggelijkheid daardoor overai verlprcid wor„ den, en opdat alle braave Staatsburgers, die ,, den Staat door hunne kundigheden en ijver wee„ zenlijke dienften kunnen doen, hunne plaatfen in de afzonderlijke afdeelingen van een alge,., meen rijksbeftuur aanvaarden, wier aanéénfeha„ keling en verband, de orde en het geluk van „ het Rijk moeten herftellen en grondvesten. „ Wij kunnen en mogen het niet ontkennen, „ dat 'er nog veel moet gedaan worden, om dit ,, oogmerk te bereiken: flechts één wil, flechts „ ééne kracht, eenpaarig opgevat en eenpaarig te „ werk gefteld, kan ons derwaards leiden: gaat ,, derhalven voord in uwe poogingen, zondereen „ zucht voor iet anders, wat het ook zij, dan ,, voor de algemeene welvaart: vestigt uwe oplet„ tendheid altoos eerst op de vermindering van ,, de lasten des volks, en op de openbaare vrijheid; vergeet echter ook niet, om eiken zweem „ en betooning van wantrouwen te weeren, en  IN FRANKRIJK. i9t „ neemt zo fpoedig als mogelijk, de bekommeringen weg, die een groot gedeelte van Frank„ rijk's burgers buiten hun vaderland houden, „ en wanneer dc oorzaaken zo ftrijdig zijn met de ,, wetten van veiligheid en vrijheid, welken gij „ wilt invoeren: niet, dan uit een algemeen gc,, noegen kan de welvaart des Staats ontfpruiten; „ overal zien wij een gelukkige hoop voor ons ,, ontluiken; laat ons onvermoeid trachten, om ,, het geluk zelf overal te grondvesten." Dit gezegde werd als voortreffelijk uitgefproken, en tevens liefderijk gedacht, mede door een woest handgeklap toegejuicht; doch, zo mogelijk, nog flerker, het volgende, wanneer hij zeide: dat alle burgers van Frankrijk met den tijd zouden overtuigd worden, dat Stand noch rang noodzaakelijk waren, om het algemeen welzijn te beoogen; dat verdienden met opzicht tot het vaderland, de eenigde deugd, de eenigde orde was; dat de geweezen hooger Standen des Rijks wel iet verlooren; dat hij mede in hetzelfde geval was; doch dat hij in den aangroei van de algemeene welvaart eene volkomene fchadelooshouding vond, en dat hij deeze verzekering uit het binnenst van zijn hart hier openlijk uitboezemde. Eene algemeene ontroering bemagtigde de gemoederen, en de aandoening, waarin zij geraakten , fcheen niet van den <*én aan den anderen me-  192 STAATSOMWENTELING degedeeld, maar allen in hetzelfde oogenblik éénflags gevoeld te worden: nög meer ftofs daartoevond men in de volgende woorden des Konings: „ Ik zal derhalven dé vrijheid, wier groildbc-ginfelcn door den wensch der geheele Natie, en „ door mijn eigenen wenseh geheiligd zijn, hand* „ haaven ert in haare geheele uitgeltrektheid in ,, ftand houden; ik zal nog meer doen ; ik en de 3, Koniilgin, die in alle mijne gevoelens en oVcr3, tuigingen deelt, zullen vroeg beginnen met het 3, verltand en hart van mijnen zoon, tot de niéuwe gelteldheid der zaaken voorteberciden; hif ,, zal zig van de vroegfte kindschheid af gewen,, nen, om alleen in het geluk der burgeren zijn 3, geluk te vinden; hij zal zig, in weênvll van ,, de ftreelende tong der vleiers, overtuigen, dat ,5 een wijze ltaatsgelteldheid hem tegen de gevaar„ lijke misitappeu van onbedreevenheid bevei,, ligt, en dat een welgeregelde vrijheid een nieu„ we waardij verleent, aan het gevoel Van liefde ,, en trouw, waarvan de Natie, in een reeks van ,, eeuwen, haare Koningen zulke herhaalde en ■„ aandoenlijke blijken heeft gegeven* lïet duurde al vrij lang, eer het aan ftof en herhaaling ontbrak, tot uitbarfting van toejuiching, aandoening en verrukking,waarvan 's Konings woorden in het luidruchtigst gefchreeuw, en onder traa-> iaën en fnikken gevolgd werden: deeze gezegden maak"  DeKoning1 bevestigt de nieuwe Constitutie den 4 3?ebruarij 1790.   IN FRANKRIJK. 193 maakten een geweldigen indruk op de hoordcren, en wanneer 1.odewijk de zestiende ooit het tijdllip wil bepaalen, waarin hij in den eigenlijken zin van zijne Natie aangebeden werd, zal hij de oogenblikken moeten kentekenen, waarin bij deeze woorden uitfprak, cn waarin dezelfdewoorden van de burgeren der Provinciën, in de openlijke nieuwspapieren gelezen werden. FJij herhaalde nu nog breedvoerig eenige wen-" fchen, die hij wegens de verhaasting van eene vaste llaatsgedeldheid, dc herftelling van de openbaare rust, de 1'chikking in de financiën, de bepaaling der juilitic enz: aan de Nationaale Vergadering had voorteftellen, cn befloot eindelijk met de volgende woorden: ,, Hoe zeer wenschte ik, dat deeze dag, op ,, welken uw Koning zig zo openhartig en ver* „ trouwelijk met u tot denzelfden arbeid verbindt, j, een gedenkwaardig tijdgewricht in de gefchie-> ,, denis van het Rijk mogt wor'en! hij zal het „ weezen, ik hoop 't, wanneer mijne vuurige. „ wenfehen en dringende bede een fein tot vrede „ en eendragt onder u worden! 0 dat toch allen , „ die met den geest van eendragt, welke voor; t,, ons zo noodzaakelijk is, nog niet bezield wor-ï. ,, den, mij dc herdenkingen, die hen het hart ,-, grieven, ten offer wilden brengen ! met mijne M ë^ele dankbaarheid en liefde, zoude ik had II» deel, N  l94 STAATSOMWENTELING „ daarvoor betanlen! laat ons van dcczcn dag af, „ en ik ga u daarin vóór, laat ons flechts ééne over„ tuiging, één zclfsbelang, éénen wil aankleevcn, „ om dc nieuwe ftaatsgefleldheid getrouw te zijn, en 3, de vrede, het geluk en de bloei van ons vaderland, „ met eenen onbezweeken ijver te bevorderen." Hier floegen de betooningen van vreugde en toejuiching over, tot een eenig geweldig en verward gefchrceuw, het welk, veréénigd met het geklap van meer dan tienduizend handen, een geheel uitmaakte, 't welk even zo plegtig als belachelijk was, en door dc menigvuldige beweegingen van hoofd, wezenstrekken en armen, waarin men dc hartstochten van eiken afzonderlijken aanfehou\ver gefchetst zag, tot den hoogften top van nieuwheid in dc afwisfeling, maar ook van zeldzaamheid en buitenfpoorige verrukking rees. Na dat het gedruis eenigzins verminderd was, trad de Prefident der Nationaale Vergadering voor den Koning, en zeide: „ Met het levendigfte gevoel van dankbaarheid , s, hoewel zonder dat het haar vreemd voorkomt, 5,.ziet de Nationaale Vergadering het vaderlijk en B, vertrouwelijk gedrag van uwe Majesteit. Gij wist, sire! (en hierom verfmaadet gij £ ook dc pracht en praal des troonsj) gij wist,  IN FRANKRIJK. lp- ,, dat gij u, om alle gemoederen tc overtuigen, „ en alle harten aan u tc verbinden, flechts in den „ eenvoudigen glans uwer braafheid en oprecht,, hcid behoefdet te vertoonen; en wanneer liwe „ Majesteit te midden van de Vertegenwoordi„ gers der Natie verfehijnt, ten einde met hun „ tevens de gelofte te doen, dat gij de nieuwe „ ftaatsgefleldheid zult beminnen , in ftand hou,, den en handhaven, dan zal ik mij wel zorg,, vuldig wachten , door een fchets het gevoel en „ de blijken van dankbaarheid, eerbied en liefde „ te verzwakken, die & \Tatic aan de vaderland sa liefde van haaren Koning verlchuldigd is, maar „ de uitdrukking van dezelven uverlaaten aan het „ zuiver gevoel, het welk in deeze oogenblikkcn „ uit de burgeren van Frankrijk zetven fprceken „ zal." Deeze woorden van den Prefident, werden Itttf. eene algemeene goedkeuring opgenomen cn beloond: de Koning verwijderde zig, en eene groote menigte drong met handgeklap achter hem in. Dit tooneel had zodanigeu indruk op de Nationaale Vergadering gemaakt, dat men dacht, zij Zoude fcheiden; maar zij bleef, en bet eerite voorftel dat 'er gedaan werd, was, om eenige GeVolmagtigden tc verkiezen, en aan dezelven optedraagen, om den Koning en de Koningin heden nog kennis te geevan van de uitdrukking der dankN a  196 STAATSOMWENTELING baarheid en vreugde der Nationaale Vergadering: dit voorftel werd eenpaarig goedgekeurd. , Goupil van prefeln oordeelde, dat het tuir, waarin de itaatsgciteldheid zo plechtig erkend was, ook moest belteed worden,. om den burgereed afteleggen , die alle burgers van het Rijk aan dezelve verbond :■ het formulier van den eed was het volgende: „ Ik zweer de Natie, de Wet en den Koning „ getrouw te zullen aankleevcn , cn met alle vcï„ mogens de Conltitutie in lland te houden, die „ dê Nationaale Vergadering opgelteld , cn de ,, Koning aangenomen en bekrachtigd heeft." In den beginne was men van gevoelen, dat alle Gevolmagtigdcn deezen eed te gelijk zweeren moesten; doch men begreep welhaast, dat dezelve nog heiliger zijn, en de ziel een nog plechtiger gevoel inededeelen zoude, wanneer hij door ieder afzonderlijk bij het oproepen van zijnen naam, voor de Nationaale Vergadering werd uitgefproken; zulks gefchiedde ook; de Prefident fprak eerst het geheele formulier uit, en vervolgends klommen de overige Gevolmagtigden, elk afzonderlijk, op het fpreckgeltoelte, en zeiden met een opgeheven hand: Ik zweer het! Naauwlijks konden de aanfehouwers bij hunne  IN FRANKRIJK. i97 aanhoudende verrukking wachten, tot dat de Gevolmagtigden gezworen hadden: alle de mannen en vrouwen, grijsaarts cn kinderen, op de gallerijen en op het amphiteater, hieven in een verward gewoel de 'armen op; elk riep: Ik zweer het! en omhelsde hem of haar, die naastltaande was, met blijde traanen: voor de zaal der Vergadering fchooten duizenden van aanfehouwers toe, tot welke de verrukking der geenen, die binnen waren, overging, en die Onder den vrijen hemel den piechtigen eed overluid herhaalden. Tegen den avond kondigde de toeloop des volks naar het Hotel-de-Ville, ook hier een plechtig tooneel aan : de geheele Municipaliteit was aldaar vergaderd, en deed, in getale van driehonderd leden, den burgereed: een onnoemelijke menigte volks drong toe, cn verwachtte met ongeduld den eerden wenk, om hetzelfde te doen: de Maire verfcheen eindelijk met twaalf Gevolmagtigden op de trappen, herhaalde den eed, en had denzelven naauwlijks iiitgeiproken , of de ge-heelc onmeetelijke drom van vergaderd volle, Ichreeuwde hem mede uit: het was eene verrukking, die Qogenbliklijk de inwooneren van geheel Parijs bemagtigde, en in het midden van dc ftad zodra niet uitgeboriten was , of zij rolde, aan alle hoekeu van dezelve, van ieders lippen en uit ieders hart: brieven en openbaare nieuwspapieren gingen, deezen dag nog uit de hoofditad, en ftorttcn deezo N 3  198 STAATSOMWENTELING patriotfchc dronkenfchap over de afgelegenftc Provinciën uit; zij openbaarde zig welhaast in geduurige herhaalingen van het eerde plechtig bedrijf; cn burger en foklaat, Municipaliteit en Stafofficier , zwoer overal, in geheel Frankrijk , om den. Koning, de Wet cn dc nieuwe. Staatsgeftcldheid getrouw te zijn, even als kort daarna alles zwoer, om elkander eene onderlinge broederliefde te zullen tocdraagen: thans ontdond ook de eerde gedachte aan een plechtig bondgenootfehap tusfehen alle de burgers van Frankrijk, welk ontwerp naderhand op den verjaardag der vrijheid uitgevoerd werd, en met eene menigte v:in aandoenlijke toonceleu gepaard ging. Noodzakelijk moesten, van deezen tijd af, dc bezigheden der Nationaale Vergadering, rasfeher cn met meerder vastigheid voordgaan, dan te vooren, toen men de luidruchtige en algemeene verklaaringen der Natie, om dezelven aantcneemen en doortezettcn, nog niet onder go veel gewoels had vernomen: zij had van den eerden dag van het jaar 1790 af, de gewigtjgde ftukken der nieuwe ftaatsgedcldheid doorgezien , verhandeld en bcflotcn; zij had de plans over de Municipalitciten,"over de provinciale cn andere vergaderingen, bij verkiezing bijéén geroepen, die in den gehcclen Staat plaats zouden hebben, en de voorflagen tot eene nieuwe vcrdeeling van het .Koningrijk onderzocht, ten deele verworpen, ten dee-  IN FRANKRIJK. 199 le aangenomen cn uitfpraak daarover gedaan; zij had de vrijheid der drukpers verhandeld; zij had de Joodcn niet alleen van, verdraagzaamheid, maar zelfs van burgerlijke rechten verzekerd, en hen reeds, ten voorbedde, tc Bourdeaux, tegen daadlijke aanranding van den Nijd befchermd; en eindelijk had zij haare raadpleegingen over de financiën, over den toeftand der nationaale fchuld, cn dc vcrfchcidcne daarover ingebragte voorflagen en plans, voordgezet. Vervolgcnds hield zij zig bezig met de nieuwe gefteldheid der rechtspleeging; met dc vernietiging der kloosters en kloostergeloften, en met eene nieuwe burgerlijke gefteldheid der Gêestlijks heid; met dc bcpaaling cn verbetering van debetrekking der armee tot de Natie en haare innerlijke inrichting; met de volftrektc vernietiging der leendiensten; met de aangelegenheden der volkplantingen, en haare betrekkingen tot het moederland; met de verdeeling der belastingen en onderdrukking der zoutpaebt; met de koninglijke bevelbrieven , {lettres de cachet;) met den voorgeftelden aankoop der geestlijke goederen door de Munjcipaliteiten; met de disconto-kas; met den handel naar Indien en de IndiJcJie Compagnie; met de aslignaaten; met de ontdekking en uitgaave van het zogenoemde Roode Boek; met de nieuwe vorming der Municipaüteit in Parijs; met het recht van den Koning, om oorlog te vcrklaaren en vrede N 4  209 STAATSOMWENTELING te fluiten; met dc aahftclHng ,hct getal en de bezolding der Ministers; en eindelijk nog met een menigte van andere onderwerpen, min of meer betrekkelijk tot de nieuwe Condi'tutie, hij voorbeeld, met de beflisfing over de penfioenen, die in 't vervolg nog zouden betaald worden; over de civile lijst des Konings , over den weduwezetel der Koninginne, over de invordering van de patriotfche giften , over de Parlementen, over de bedelaarij, de bezorging der armen, en de bezigheid der daglooners; over de hérftelling der verjaagde Hugenootcn in hunne goederen, en eindelijk over de belooningen, die toegedaan zouden worden aan dc geenen , die aan het vaderland, op dc eene of andere wijze, eenen aanmerkehjken dienst zouden doen. Alle deeze raadpleegingen werden van tijd tot tijd afgebroken door minder gewigtigen, waaraan de Vergadering de tweede helft van haare zittingen bclloot te befteeden: de hinderpaalen en oneenigheden, welken uit haare vcrfchillende betrekkingen noodzaakelijk moesten ontdaan , openbaarden zig in het beloop van haare bezigheden, altoos nog, ten deele met meerder drifts, ten deele ook met meerder zachtzinnigheid; doch de volkspartij, die altoos nog mirabeau, barnave, kar el van la met ii en andere, of voortreffelijke, of flechts woelige mannen aan het hoofd hadden, behield de overhand over de ariftocratijfcbx_„ o.ultr welke zelfs(nu nog de Abbéën mal-  IN FRANKRIJK. zot R Y , ESPREMENIL, dc Vicomte Vail M i R Af «eau enz. voornaamlijk uitmuntten , en zig blootdcldeu aan het gevaar, om van liet volk in Parijs, zo niet verfeheurd, nogtbans gemishau* dehi te worden: het laaide kwam hen een cn andermaal over, kon hen echter bij hunne hardnekkige gemoedsgedeldheid niet beweegen, om na den anderen kant overtegaan : de afzonderlijke partijen , die zig buiten de twee hoofdpartijen, in de Nationaale Vergadering nog bijéén gevoegd hadden, cn onder den naam van patriotfche en Jacobijner-elubs, van Modcrés en Impartiaux, hunne plans of wenfehen vóórhelden , Haan wij over, omdat derzelver denkwijze en bezigheden, zo als hunne vervolgingen en vergodingen, bekend ge^ noeg geworden zijn. F)é gistingen, welken nog hier cn daar in de Provinciën en zelfs in Parijs ontftonden, waren niet meer zo algemeen en geducht, dat zij de l ezigheden der Nationaale Vergadering hadden kunnen hooren , cn haar vertrouwen bij de Natie vermindereu : de garnifoenen van verfchcidene deden waren onrustig, en hielden ibmtijds eene flagting onder elkander; de godsdiendige dweeperij, door de Priesters opgedookt, dak hier en daar het hoofd op, en dorttede bloed; broodgebrek zettede, in eenige deden, tót volk aan tot oproer, en tot herhaalde bloedige terechtdellingeij; eenige Parlementen verzetteden zig, en N 5  sas STAATSOMWENTELING fpandcn het laatfle overfchot van hunne krachten in, om/de nieuwe fchikkiug der zaaken omver te itooten; doch alle deeze vcrl'chijniëlen moesten wijken voor dc ftandvastigheid der overal gevormde burgermilitie, die ten deele met goedheid cn vóorfWHngen, ten deele met eenen önbezweeken moed en geweld, op de gehoorzaamheid jegens de befluitcn der Nationaale Vergadering, en de openbaare rust en veiligheid een waakzaam oog had. In Parijs zelf bewaarden de ea fayette cn bailly de noodige rust, door de achting, welke het volk hun toedroeg, als mede door hunne itandvastïgheid en beleid: beiden wendden door een reeks van wijze maatregelen, aile onlusten ten deele af, ten deele onderdrukten zij dezelven welhaast, wanneer'zij reeds uitgebörften waren: bij den invloed, welken de hoofdflad, geduurende dc geheele omwenteling, gehad en gehandhaafd had, was het dubbel noodzaakelijk, om haare inwooneren met beleid te befluuren , want hunne denkwijze, gelijk ook hunne onderncemiugen, werden, zodra het gerucht daarvan zig in dc Provinciën verfpreidde, van deeze even zo fchieiijk cn bcgeerig omhelsd en gevolgd, als in voorige dagen hunne moties: een naauwkcurigc kennis van het volks-charakter, welke beide deeze mannen in eenen hoogen graad bezaten, werd volftrekt vereischt, om van hunne maatregelen zodanig gebruik te maaken, dat het fcheen, als of  IN FRANKRIJK, -03. zï van het volk zelve afkomflig waren, cn dat ze altoos als zodanigcn moesten voorgefteld worden , die, vooral wanneer zij ftreng en bitter waren, niet dan tegen het fchuim van "t volk te werk gefield werden: door dcezc handelwijze zetteden zij zulke dingen door, die het volk, zo het altoos ovcreenkomflig zijne gewoone denkwijze hadde kunnen handelen, veeltijds voorzeker als koningsgezind, dan ook als arillocratisch , of zelfs wel eens als despotiek hadden moeten voorkomen : de woedende volksgezinde blaauwboekjens-fchrijvers, die altoos een naauwkeurig oog Oocgcn op hunne handelwijzen, betrapten beiden ook weieens daarop, en zeiden hun niet zelden zeer bittere zaaken; doch hunne achting bij het volk, had reeds al te flerke wortelen gefchooten, dan dat zij daardoor had kunnen gefchokt worden; beiden bantwoordden aanvallen van dien aart met een kloekmoedig flilzwj'gen, en ook dit was zeer fijn overlegd, ten aanzien van het volk waarmede zij te doen hadden; wie zig verdedigt, is altoos in eenen neteligen en dubbelzinnigen toeltand, welke nog hagchelijker wordt, wanneer hij mee menfehen te doen heeft, die goed noch eer te verliezen hebben , cn elke verdediging gerust kunnen beantwoorden met nieuwe aanrandingen, omdat dezelven, met grond of uit boosheid tewerk gefield, noch meer noch minder verdrietige velgen voor hen kunnen hebben.  ao4 STAATSOMWENTELING Vastigheid van charaktcr'behoort mede tot de heldendeugden, die zelfs op het laaglte fchuim van' volk indruk maaken: de ea fayette had in het beloop van de omwenteling, meer dan ééns, bliiken van deeze deugd gegeven : onbaatzuchtigheid, die zowel den lof als ook geld en waardigheden verfmaadt, 'maakt niet minder indruk, cn ook dit voorrecht toonde hij bij alle gelegenheden te bezitten: men bood hem eenpaarig eene foort van militair oppergezach in bet Rijk aan, maar hij zeide : ,, Spitsbroeders! zullen wij dan onze ronden naar„ ftiger doen?" en hij nam het niet aan: men wilde hem eene vergoeding gecven van de kosten, die hij in deezen'tijd, ten beste des vaderlands, had moeten hefteden, doch hij weigerde dezelve: „ Dit zoude," - zeide hij, ,-, eene betaaling zi jn „ voor iet, het welk mij niet veil is; voor mijne vaderlandliefde: doe ik iet goeds, dan is dit ,, voor mij en mijne familie een capitaal, 't welk „ nimmer kan verkwist worden: ik dank u!"' — Teen het'gerucht van eene tegenomwenteling, die een begin m-cmen zou met hem te vermoorden, in Parijs rondliep, meende hij'- de daaruit voor hem ontflaandc zorglijke gedachten zelf te moeten wegneemen: hij begaf zig in alle de wijken der ftad, en in de vergadering van één derzelven zeide hij: Medeburgers! alis'tcok, dat gij mijn „ hoofd op een ftaak ziet ronddraagen, de over„ winning is ïiogthans aan uwe zijde!"  IN FRANKRIJK. Ècnige honderd man van de nationaale militie, waren voorncemens om hunne eifchcn aan den Staat, met opzicht tot hunne bczolding , nog hooger te drijven, cn zulks gewapenderhand te doen: zij verkoozen de elizeefche velden tot hunne vergaderplaats: de la fayette kreeg, bij zijne waakzaamheid, ichielijk kennis van dit voorneemen, en ontdekte tevens wat dag en uur zij zouden bijdén komen: hij gaf terltond bevel aan eenige detachementen van de nationaale militie, tc voet en te paard, dat zij zig op verfcheidene plaatfen gereed moesten houden: het eene detachement trok de voorllad St. Honorè door, naar de elizeefche velden, cn hij zelf kwam aan het hoofd van het andere, over het plein van lodewijk den vijftienden mede derwaards: de misnoegden waren ten getale van tweehonderd zamengekomen: eensklaps verdeelden zig de detachementen, en zij waren ingefloten: de la fayette reed onder ben, en niemand had, toen zij hem zagen, moeds' genoeg om te fpreeken of zig te verzetten: ,, Gij „ zijt niet waardig," zeide hij, ,, den foldaaten,, rok te draagen; gij doet den dienst bij de Natie „ fchande aan: legt uw geweer neder!" allen waren als van den donder getroffen: zij gaven geweeren en fabels af, en lieten zig zonder tegenftand de monteering uittrekken; vervolgcnds werden zij naar de gevangenis van St. Denis gebragt, en eenige dagen daarna Parijs uitgejaagd.  to6 STAATSOMWENTELING Gelijk zijne kloekmoedigheid hier den geest van oproer bij de foldaaten onderdrukte, zo fmoorde hij kort daarna den geest van wreedheid bij het gepeupel: men had twee of drie dieven gevangen j in plaats nu van dezelven aan de politie overteleveren, wilde het gemeene volk zelf hen tcrechtftellen, en wel wederom met den lantaarnpaal: de la fayette ontving 'er terltond bericht Van: Hechts verzeld van twee zijner Adjudanten , fnelde hij naar de gerechtsplaats; de touwen van den lantaarnpaal waren reeds ncergclaaten: „ Houdt!" riep hij van verre, en op dit woord zelfs beefden de handen der beulen: zij lieten de misdaadigers los , en deezen bleeven, te midden onder hen,onaangeroerd : „ Gij moet weeten, volk!" >»ep hij, toen hij midden onder de menigte was, ,, dat ik de „ eerfte ben, die zijn leven voor de handhaving ,, der wetten laaten zal! mij moet gij eerst ver„ moorden, vóór gij deeze menfehen aan het le,, ven komt!" — deeze woorden veranderden de verwoedden in de bedaardfixn; dc lantaarnpaal werd weder in orde gebragt, cn de dieven aan de politie overgeleverd. Deeze en meer foortgelijke trekken, verfchaften en onderhielden hem de onbepaaldftc genegenheid en eerbied bij het volk; waar hij verlcheen vloogen alle de handen tot één geklap zamen, en zijn naam was op ieders tong.  . IN FR ANK RIJ K. 20? f Gelijk hij zig in deeae achting doör vastigheid van charakter hanclhaafde, zo handhaafde n a i h l y zig daarin door zijne zachtzinnigheid cn gedieuftigheid, als mede door zijne welfpreekcndheid; hij hoorde de bezwaaren van eiken burger, en weigerde zelfs menfehen van dc laaglte foort den toegang tot hem niet: de tegenitribbelingcn en oneenigheden, in dc wijken, wist hij te verzachten en bijteleggen, en zelfs de geenen onder hen, die zijnen grooten invloed , als eerfte gezaghebber der ftad, met nijdige oogen aanzagen', wist hij ten deele met zig te verzoenen , ten deele beraamde hij zodanige maatregelen, dat zij niet daadlijk tegen hem opftaan, en daardoor bcroeringeii en onlusten beftoken konden. Necker had in deezen tijd op verre na die achting niet meer bij het volk als te vooren, èft zulks trof hem zeer fterk, zonder de natuurlijke, oorzaaken daarvan te begrijpen, cf, zo hij ze at begreep, dezelven uit den weg te ruimen: men weet, dat de van hem verzochte cn naderhaui vernietigde amnestie, bij zijne terugkomst, zijne aanprijzing van het Feto en andere dingen, die den volksvrienden gelegenheid gaven, om hem als een koningsgezinde bij het volk verdacht te maaken, eene koelheid tusfehen hem en zijne eerbiedigen? veroorzaakten, welke zig bij de eersgenoemden door onverfchillighcid, en bij hem door gevoelig* heid of klagten openbaarde: deeze klagten Werden  2o8 STAATSOMWENTELING Van tijd tot tijd fterker en menigvuldiger, toert zijne plans over de fchikking der financiën, in 't vervolg van tijd, dikwerf, zo niet geheel verworpen, nogthans zeer naauwketirig onderzocht en ten deele vrijmoedig beoordeeld, ten deele gelaakt werden: vermits het zijn charakter, over 't algemeen, ontbrak aan kloekmoedigheid en vastigheid , zo droegen ook zijne voorgemelde en uitgevoerde ontwerpen, daarvan de zichtbaarfte blijken; hij was, in de oogen der Natie, veel te langzaam en te zorglijk: deeze onverduldighéid werd argwaan , toen hij, bij verfeheidene gelgenheden, te zeer fprak als Minister, die den Koning aankleefde, en niet als Minister, die dc Natie de uitvoerende magt tot hulp had bijgevoegd; hij fpaarde de Voorrechten, die den Koning nog overfchooten, tc veel, en fcheen juist daardoor de rechten , Welken de Natie hernomen had, te zullen lebenden, of in 't geheel niet te erkennen: bij de republikeinfcho onverdraagzaamheid, welke de handelwijzen der Natie thans bezielde , waren de grondbeginfelen , die hij opperde , veel te onbepaald : zij waren een gevolg van eene befchroomdheid, die den Koning niet te veel neemen, cn de Natie niet te veel geeven wilde ; doch cieeze befchroomdheid kon hem bij de laatfie niet ontfchuldigen, dewijl dezelve bij hem ontftond uit een ontzach , 't welk haar thans, nu de Koning de bezorger van haare belangens, en niet meer haar heerfcher was, ten deele noodloos, ten deele eene uitwerking van zwak»  IN FRANKRIJK. 209 zwakheid fcheen te weezen; ook kon hij niet vergeeten, dat hij het toch oorfpronglijk geweest Was, aan wien de Natie de voorbereiding tot het geluk, waarin zij zig thans zo verheugde, moest dankweeten; dat zij hem in den beginne met liefde en aanbidding daarvoor had gedankt; dat zij hem derhalven , ingevolge deeze getuigenisfen, meerder achting, dan iemand, behoorde toetedraagen, en dat uit dien hoofde zijne denkwijze en voorflagen onveranderd en eenpaarig behoorden omhelsd en doorgezet te worden: als een welmeenend man was hij wel degelijk bewust, de Natie nimmer iet te willen toevoegen of aanneemelijk te maaken, het welk haar tot nadeel kon verftrekken; hierom fprak hij op een toon, die het gevoel van een welmeenend raadgeever, en een waarfchouweud vriend te kennen gaf, zonder ooit te denken, dat dit onder de tegenwoordige omftandigheden juist de toon was, waarop zij niet zonder verontwaardiging, zelfs hem niet, kon hooren fpreeken: ook in de gemeene zamenleving geraakt men veelal in verzoeking, om zijnen dank te weigeren, wanneer men met nadruk aan de dankbaarheid herinnerd wordt, en bij de Franfche Natie moest dit mede het geval weezen, te meer nog, dewijl zij nu trotsch op zigzelve was, en, natuurlijker wijze hem flechts als de aanleidend» oorzaak, maar zigzelve als de uitvoerende kracht meende te kunnen befchouwen: daarbij kwam nog de algemeene kennis van zijn aandoénlijk , ver* II. DEEL. O  m STAATSOMWENTELING' wijfd en ijdel, niet manlijk en trotsch charakter, het welk men de billijke ontfchuldiging weigerde, en zo doende verminderde langzaamerhand dc eerbied, die men hem weleer toedroeg, eiï Veranderde, toen dezelve niet meer onbepaald was, in onvcilcbilligheid: deeze onverfchillighcid werd welhaast misnoegen, toen hij,bij aanhoudendheid, zogenaamde koningsgezinde grondbeginfelen openlijk te kennen gal', de noodzaakelijke gevolgen def omwenteling, als al te verwoestend en bloedig Vóórhelde, en alleen aan deeze den neteligen toeltand der financiën toel'chreef; en zij fioeg over to* wantrouwen en haatclijkcn argwaan, toen hij zig tegen de bekendmaaking van het beruchte Roodt Boek aankantte; toen hij nog penfioenen betaalde, nadat de Nationaale Vergadering bcfloten had, dat zulks niet meer mogt gcfchicdcn; en eindelijk , bet vermaarde befluit, wegens de vernietiging des Adels, openlijktafkeurde: deeze en meerdere omHandigheden, die allen bij hem uit dezelfde-bron Opwelden, maar ook juist om die reden eenen afkeer bij de Natie moesten verwekken, bragten hem m eêne zeer onaangenaame betrekking tot haar, en «j banden hem allengs geheel uit hart en oog; het beter gedeelte der Natie werd onverfchrllig, het gemeen vergramd, en dc Demagoogen werden verwoed (*): hetzelfde lot trof alle de overige Mi- (*) DesmouliNs en prud'homme, die hei» te vooren 0p de handen droegen, noemden hem nu ia  IN FRANKRIJK. üit nisters, die , de één na den anderen, als vijanden der omwenteling aangeklaagd, als zodanigen ter verantwoordinge opgeroepen, belasterd en gefmaad werden: mirabeau had federt lang niet meer" uitgevaaren tegen necker, noch tegen het geheele ministerie; hij fcheen de zorgelijke betrekking, waarin zij tot den Koning en de Natie (tonden, op haar natuurlijk beloop te zullen laaten, en zij nam indedaad deezen loop, om eenen haat (*) tegen hen opgevat, algemeen te maaken; eenen haat, welken hij eenige maanden tevooren,' hoch door zijnen invloed op het volk en de Nationaale Vergadering, noch door zijne ongemeen* welfpreekendheid had kunnen bewerken. Met den Koning en de Koningin was het volk langzaamerhand verzoend, en hun verblijf in Parijs was, zo niet aangenaam, evenwel ook niet meer gevaarlijk: de Koning had federt zijnen plechtigen overgang tot de Conftitutie, de liefde, welke men hem, wegens zijne algemeen bekende ophunne fchriften: Le petit frippon , U grand voleur , k Jeremie de la finance, le petit fcelerat, ie fat feur de grarJs mots, le vil efc/ave &c. —■ het volk la* dit, en verfeheurde deeze Schrijvers niet, of bragt hen niet in 't dolhuis. (*) Men verkogt in Parijs openlijk eten klein gefchrift, onder den tijtel: Pendez mot c.es B** 5 la; 'e# deeze B**5 vvaren geen anderen, dan de Ministers; feet flelde hen allen in een afzichtig charakter ten toott, O a  sia STAATSOMWENTELING rechtheid, toedroeg, in eene foort van aanbiddingveranderd, die hem echter niet zo zeer ais Koning, dan veelmeer als mensch befchouwd, te? beurt viel: om deeze te onderhouden verfcheen hij dikwijls in 't openbaar, monlterde fomtijds de Kationaale militie, ging in .den tuin der Tuileriën wandelen, bezocht de voorllad St. Antoine, bezag de merkwaardigfte manufacluuren en fabrieken , liet het volk toe, om hem tc zien eeten, en deed geld onder hetzelve uitdeelen, wanneer meri in de eene of andere wijk der ftad gebrek befpeurde* Dit alles deed de Koningin ook, en voegde bij dit gedrag nog meer fijnheid en kennis van het menschlijk hart, en vooral van het Parijfche gepeupel: zij wist, dat de vrouwen altoos meer op haar verbitterd geweest waren, dan de mannen; zij poogde derhalven deeze eerst te winnen, cn met en in haar de mannen van zeiven: zo befteedde zij terltond, na haare komst in Parijs, eenige duizend livres aan de inlosfing van de winterkleederen, die de vrouwen van het gepeupel, en vooral de Poisfarden, in den lomberd verpand hadden ; zo zorgde zij zeer liefderijk en weldaadig voor de weduwe van den door het graauw gehangen bakker, francois; zij verklaarde zig voor befchermfter van de Societé de la charitè mafernelle, en liet zig de berekening van ontvangst én uitgaave toonen; zij gaf tienduizend livres uit haare beurs, om de vaderen der huisgezinnen vrij-  IN FRANKRIJK.' aï$ tekoopen, die wegens het geld, dat zij voor het zoogen en de oppasfing huuner kinderen moesten opbrengen (*), in de gevangenis gezet waren: bijna even zo fterk, als deeze tienduizend livres, werkte de uitdrukking, welke zij bij de bewilliging van deeze penningen bezigde: „ Ik kan niet meer „ geeven, hoe gaarne ik ook wilde!" zeide zij, en het contrast van deeze woorden, met den toon waarmede zij weleer honderdduizenden tot groote gastmaalen in Trianon bewilligde, was van eene gewenschte uitwerking, ' Wanneer zij met den Koning uitreed, fcheen zij niets te zien dan het volk, het welk haar omwemelde , en niets te hooren dan het toejuichend gefchreeuw, waarmede hetzelve haar eerbiedigde; alle haare trekken toonden blijken van de oprechtRe vreugde, en alle haare woorden ademden de menschlijkfte en weldaadigfte gevoelens : bij gelegenheid, dat zij de fpiegelfabriek in de voorftad St. Antoine bezocht, en het volk haar zijne toejuiching op dc gewoone wijze te kennen gaf, zeide zij: ,, De menfehen zijn zo goedaartig, wan„ neer men bij hen komt! " „ Dit is zo," zeide iemand , die naast haar ftond, ,, maar wanneer ,, de menfehen tot iemand komen, zijn zij zo „ goedaartig niet!" — zij antwoordde: ,, Dan handelen zij ook niet naar de drift van hun ei» (*) Mois de nourrice. O 3  ai4 STx^ATS OMWENTELING/ ?, gen hart; dan heeft men ze opgehitst" — toen zij het rijtuig weder inklom, wilde zij geld onder het volk uitdeden, maar zij had niets, dan kas7 hriefjens: ,, Kinderen!" zeide zij, „ wanneer „ ik u briefjens gaf, zoudt gij ze met verlies moeT ,, ten omzetten , doch gaat uit mijn' naam bij den „ Heer van villequier, die zal u daalders „ geeven: " toen het Chatelet de woeste buitenfpoorigheden van den 5den en 6den Oclober begon te onderzoeken , zond hetzelve eene deputatie aan de Koninginne, om van haar te verneemen, of zij zig niet nog veele van de perfoonen herinnerde^ die zig onder haare oogen aan zulke buitenfpoorigheden hadden durven fchuldig maaken, en zij antwoordde: „ Nimmer zalikde aanbrengfter worden. „ van de onderdaanen van mijnen Echtgenoot; a ik heb alles gezien, alles gehoord, maar ook p, alles vergeeten 1" Men begrijpt wel, dat deeze trekken, die ten gepastcn tijde in alle week- en dag-bladen herhaald werden, dat geene moesten uitwerken, wat zij zonden uitwerken, cn nu kon dc vermaarde en volleerde lofredenaar, boufflers , het ook wel waagen, zijne beruchte aanfpraak (*), uit (*) Zij is ïn verfcheidene opzichten wel waardig, pok hier bekend of bekender te worden, dan zij indedaad is: zie hier een overzetting van dezelve, welke, zp mogelijk, alk de fijne trekken en tegenftellingen van  IN FRANKRIJK. ai3 naam van de Franfche Akadenüe, aan haar te doen ; jccn paar maanden te vooren zon hij daarvoor ge* het' oorfpronglijke, in woordeu en gedachten, fchooH niet volkomen bereikt, nogthans opgeeft. „ Indien ik zou durven waagen, om uwe Maje? j, fteit het beeld te fchetfen van eene vrouw, die we* „ zenlijk waardig was van de geheele wereld hulde te „ ontvangen; die de hemel bij voorraad reeds met den „ luister der koninglijke kroon omftraald had 5 die met „ eene meer dau mcnschlijke waardij, • bijna godlijke „ bekoorelijkheden paarde; wier gedienftige vriend„ lijkheid verbonden was met, ik weet niet welken, „ zachten ernst, die tot eerbied noopte en vertrouwen „ veroorloofde; en aan welke eindelijk de tederheid, van haare kunne,benevens de uitdrukking van zacht-. „ heid, aan de fexe eigen, een fluier werd, die dq „ kracht en den moed van den mannjoedigften held, „ overdekte, dan zoude uwe Majesteit -mij de verhe„ vene mak ia th ere s ia, en geheel Frankrijk zou „ mij haare dochter, tot een origineel, voorflaau: „ wilde ik 'er nog meerder trekken onder verfmelten, „ wilde ik die ziel willen afmaaien, die zig altoos ge„ lijk is, die altoos even verheven blijft,die bij eigene „ zorgen pal ftaat, eu bij de bekommering van anderen „ aangedaan wordt; wilde ik dat verftand fchilderen, „ het welk ten alten tijde even bedsard blijft, van din„ gen buiten hetzelve dikwerf aangerand wordt, tog nimmer bezwijkt; wilde ik eindelijk de gelukkige „ gaven, waardoor haare houding en haar voorkomen, „ altoos zeer deftig, eu evenwel met de fijnlte fcha- keeringen der oinftandigheden overeeakoxltiü', de O 4  2i6 STAATSOMWENTELING fteenigd, of ten minften uitgejouwd geworden zijn. De verzoenelijklieid van het Franfche volk liep even zo ftcrk in het oog bij den Baron van besenwall: zijn proces had lang geduurd, en ftaande deeze rechtspleeging, waren honderden van getuigen verhoord: men geloofde algemeen , dat hij aan hoog verraad fchuldig was; men verwachtte algemeen hem, gelijk den Marquis van favras, veroordeeld te zien: men kan begrij- „ harten fchokken en nogthans winnen; wilde ik de onbegrijpelijke bekoorelijkheid befchrijven , welke uit „ eene welgekozene en natuurlijke bevalligheid voord„ komt, en het kleinfte woord meerder kracht weet te verfchaffen, dan wapens hebben ; meerder dank3, gevoel, dan weldaaden kunnen verwekken: altoos nog zoude uwe Majesteit gelijkvormigheid vin„ den, en gelijkvormigheid gevonden worden — ja zo zag men eertijds uwe onftervelijke moeder, en zo „ meent men dezelve nog te zien; zo toonde zij zig, „ zo vertrouwde zij zig, het teder wichtjen in haare „ armen fluitende, waarop de hoop van het Rijk be,j rustte; de hoop der Natie, die op haare onaf„ bangelijkheid zo jaloers was: zodanige middelen mis- lukken nimmer: liet vlammende oog werd in traanen „ afgekoeld , de bitterde vijandfehap ging over in „ deelneeming, en nu zag men, dat het vrijfte volk „ zijne verrukking geweldig verre uitftrekt, en al„ lerbest verftaat, deugden te gehoorzaamen, die „ waardig zijn het«elve te gebieden."  IN FRANKRIJK. ai? pen, dat het graauw 't meest op hem was verbitterd, en evenwel was het gerucht naauwlijks onder hetzelve verfpreid, dat hij door het Chatelet was vrijgcfproken en op vrije voeten gefield, of de Poisfarden en haare vrienden waren de eerften, die hem haar, lang kevel en bloemtrosjens bragten. Dit was ook het geval met den Prins van conti, die in den beginne bij het volk niet minder gehaat was, dan de Graaf van artois zelf: zijn gedrag was even zo fijn, om zijn oogmerk te bereiken , als dat van de Koninginne: van Frankfort aan den Main zond hij reeds eene verklaaring, dat hij het vierde gedeelte van zijne inkomften, ingevolge het befluit der Nationaale Vergadering, als een patriotfche bijdraage aan de kas van den Staat zou laaten betaalen: het was eene fom van meer dan honderd en zes-en-veertigduizend livres: eenige dagen nadat de Koning zig plechtig bij de Conftitutie had gevoegd , zond de Prins zijnet), burgereed; niet lang daarna kwam hij zelf weder te Parijs, en een hoop Poisfarden was hem al j iif chende te gemoed gekomen: vóór hij nog ergens in Parijs aanlegde, klom hij van het rijtuig ne wijk; hier werd hij met blijdfehap ontvangen, beklaagde zig, dat 'er zulke haatelijke geruchten van hem uitgeftrooid waren; betuigde dc nieuwe ftaatsgefleldheid aantel'leevcn, cn liet zig als gemeen nationaal foldaat optekenen: het ftreeleude, O 5  BI3 STAATSOMWENTELING »t welk in dit gedrag lag opgefloten, verkreeg door. de tweeduizend livres, die hij aan de armen van Zijne wijk gaf, nieuwen nadruk; het volk verzelde hem al juichende naar zijn huis, In denzelfden tijd had de Hertog van orleans insgelijks den burgereed gezonden, ook dit was voor hem bij het volk van eene goede uitwerking. Deeze genegenheid ter verzoeninge, begon al, Jengs zig over de geheele Natie tcverfpreiden, en het eerfte denkbeeld van het groote nationaal verbond voor den iAden Julij, 't welk thans in voorflag gebragt werd, was daarvan een gevolg: federt den Aden Februarij had de geheele Natie, ten deele in afzonderlijke ftedeu en gewesten, ten deele in geheele Provinciën zig vereenigd, en, in een enthufiasmus, 't welk dc plechtigfle tooneeIcn opleverde, de Conftitutie trouw, cn zigzel, ven onderlinge broederliefde toegezworen: de berichten, die dagelijks daarvan bij de Nationaale Vergadering en bij de Vertegenwoordigers der Gemeente, te Parijs, inkwamen, fleeptcn beiden in eene levendige verrukking weg: de Municipaliteit van Parijs was de eerfte, die op het denkbeeld verviel (*), om alle deeze afzonderlijke patriotfche bondgenootschappen tot een enkel algemeen te (*) Den ^den Junij, \7%**  IN FRANKRIJK. ffiI9 yereenigen, en in de hoofdftad, onder dc oogen der Nationaale Vergadering en des Konings, dooi? de Gevolmagtigden, uit het midden der gezamentlijke nationaale militie cn armée,dcn burgereed, die reeds afzonderlijk afgelegd was, nog eens, als uit éémn mond te doen afleggen: den i4den Julij van het voorige jaar, riep alles: „ Burgers van Frank* ,, rijk! wij zijn vrij!" den i^dcn van dezelfde maand, in dit loopende jaar, zouden allen roepen; „ Burgers van Frankrijk! wij zijn broeders!" Toen bailly dit denkbeeld aan de Nationaale Vergadering voorftelde, was de toeflemming eenpaarig; van allen werd hetzelve met eene levendige toejuiching cn algemeene goedkeuring aangenomen , en nog in dezelfde zitting befloot men., dat de Gevolmagtigden der Couflitutie voorflagen zouden opltcllcn, hoe dc verkiezingen, aangaan-: de de bezendingen der Provinciën, tot de feestviering van het bondgenootfehap, bepaald cn te werk gefteld zouden worden: drie dagen daarna werden deeze voorflagen reeds bij de Nationaale Vergadering ingeleverd, en vervolgends als een regelmaat naar de Provinciën verzonden: volgends dezelve zouden, van ieder regiment voetvolk, de oudfte Officier, de oudfte Onderofficier, en de vier oudfte gemecne foldaaten, naar de jaaren die zij gediend hadden, als Gevolmagtigden uitgekipt worden: op dezelfde wijze zouden van de Regiföetiten van de Garde eji Zwitfas, van het corps  £ao STAATSOMWENTELING der Invaliden, van de Krijgscommisfarisfen, van de marine, in één woord, van elk corps of van elke bediening tot het krijgswezen betrekkelijk, eenigen van de oudllen, zo Officieren als gemecnen, verkooren, en als Afgevaardigden gevolmagigd en gezonden worden: zodra men dit befluis in de Provinciën had ontvangen, maakte men in een algemeen enthufiasmus een begin met de verkiezing, en welhaast was een corps van agt tot tienduizend oude krijgslieden uitgekipt, die den bepaalden dag met ongeduld verwachtten: met deezen werden 'er tevens Afgevaardigden van de nationaale militie, van elke Provincie, verkooren en gevolmagtigd: de Koning had het geheele plan met genoegen goedgekeurd, en het befluit der Nationaale Vergadering gewillig bekrachtigd: zeker kunftenaar, genaamd augusti, meende deeze burgerlijke denkwijze door een ftandbeeld, ter eere van den Koning vervaardigd, en op het Confedcratiefeest opgericht, te moeten vereeuwigen, en hij ftelde zijn plan daarvan aan de Nationaale Vergadering voor: „ Neen!" riep een van haare leden, de Marquis van vaudreuil, „ niemand „ dan hooffche vleiers, richten Koningen ftand„ beelden op bij hun leven:" men ging terltond , zonder verdere raadpleegingen over tot de orde van den dag. De verwachting van het groote feest, van het broederlijk bondgenootfehap, ontvlamde de ver-  IN FRANKRIJK. sii beeldingskracht van allen, en maakte de nieuwverbreidde denkbeelden van vrijheid en gelijkheid , algemeener en vinniger dan ooit: de Koning belastte in deezen tijd, dat de fchriftlijke verzekering van de geflachtrekening, die men hebben moest, wanneer men aan hem wilde voorgelleld worden, in 't vervolg niet meer zoude geëischt worden : deeze ftap des Konings was, overéénkomftig met zijne denk- en handel-wijze, tot hier toe gevolgd, en werd met eene algemeene goedkeuring aangenomen; doch 't charakter van deeze Natie brengt het niet mede, dat het ooit den middenweg tusfchen twee uiterften zou kunnen houden: dat men van nu af niet van waaren Adel behoefde te weezen, om den Koning voorgefteld te worden, bragt eenige heethoofden in het denkbeeld, dat 'er van nu af, over 't algemeen, geen Adel in den Staat meer noodig was; daarbij kwam de bovengemelde verhitting, met opzicht tot het broederlijk verbond en de onbepaalde gelijkheid, om dit gevoelen te bevestigen, en 'er was maar één fchok van buiten"nog noodig, om het openlijk voorteftellen en doortezetten. Deeze fchok kwam: eene deputatie verfcheen in de Nationaale Vergadering, die uit haaren aart en natuur haar zelfs verraschte: dertig mannen van fchier alle Natiën in Europa en Aft'èn, verfcheenen voor haar, om haar en de Natie, wegens de bevochtene vrijheid, geluk te wenfchen, en haar tq  S22 STAATSOMWENTELING verzoeken, dar zij hen bij het groot verbóndsfeest plaatfen mogt doen aanwijzen, alwaar zij het geheel meer van nabij overzien , en vervolgends ■den indruk daarvan, in de verafgelegeufte gewesten der wereld, mede overneemen en verbreiden konden: hun aanvoerder fprak met zo veel Waarheid en vuur, dat de Nationaale Vergadering en haare gallerijen , tot eenen blijden oproer weggefleept werden: een algemeen en langduurig toejuichend gefchreeuw, verhief zig in den geheelen omtrek van de zaal, en werd met een vermeerderd geraas hervat, nadat de Prefident de volgende woorden tegen deeze deputatie gezegd had; „ Wanneer gij in uw vaderland wederkeert, ver„ haalt dan, met welken onvermoeiden ijver gij „ ons aan de herftelling van den Staat hebt „ zien arbeiden; doch maakt vooral uwe Konin„ gen en Vorften bekend, dat zij bij de groote" veranderingen, die voor de geheele wereld in ,, aantogt zijn, niet dan door deugden veilig ea gelukkig zijn kunnen; deugden die lodeWijK 5, de zestiende bezit." Deeze woorden die hem, had de Natie nog éétien trek van haar oud charakter gehad, voorzeker een puntdicht of ftraatdeuntjen zouden opgebragt hebben, verfchaften hem thans de luidruchtigfie en eenpaarigfte toejuiching: bij de vuurige drift, waar' in alles geraakt was, kon het den Graaf alexainder lameth niet mislukken, een voorftel  IN FRANKRIJK. 223 met ontroering en verrukking aangenomen te zien, *t welk zo zeer ftrookte met de tegenwoordige gemoedsgefteldheid van allen: ,, Zullen nu nog," riep hij, fchielijk van zijne zitplaats oprijzende, „ zullen nu nog, terwijl alle Natiën Herouten „ van onze oulkluistering worden , en alles to „ midden van ons en rondom,van het geheiligde „woord, Vrijheid! Vrijheid! weergalmt, zul,, len nu nog de gedenktekenen, die het despotis„ mus zig door flaaven deed oprichten, zowel „ ons oog als ons gevoel langer beledigen? zullen „ wij nu nog, terwijl de burgers van Frankrijk, uit alle Provinciën, naar de hoofditad fpocden, 9, om den nieuwen band van broederverbond naau„ wer te flrengelen, en tot een familleverbond te „ verheffen; zullen wij nu nog gedoogen, dat ,, het oog der edele burgeren van Franche-Comtè!, „ op het plein des Vicioires, het flandbeeld zie, „ het welk een kruipend hoofsch vleier vooreenen ,, trotfeben dwingeland oprichtte, en waaraan de ,, genoemde Provincie mede onder de flaavenbcel„ den vertoond is, die, aan de voeten van lo- „ dewijk den veertienden, geboeid „ daar liaan? laat ons het werk der kunst achting „ bewijzen, doch afrukken wat een werk van het 4, despotismus is! het ftandbeeld mag blijven ftaan» „ maar laat ons de flaaven, in ketenen aan des„ zelfs voeten, wegneemen, of veelmeer op dezelfde plaats, alwaar het flandbeeld van eenen „ onbepaalden Koning flaat, een ander oprichten  224 STAATSOMWENTELING „ ter ecre van dien Koning, die voor het gevoel ,, der vrijheid eerwaardig is gebleeven." , Hierover ontftond een algemeen handgeklap, en gourdan, een der Gevolmagtigden van Franche-Comté, dankte met ontroeringen traanen: nog fprak ieder van l ode wijk den veertienden, en van flaavenbeelden, toen eene (km midden uit de gedruis zig verhief: lambel riep met infpanning van krachten: „ Wanneer alle ge„ denktekenen der trotschheid zullen omver ge„ rukt worden, vernietigt dan niet flechts de „ ftandbeelden, vernietigt ook alle de tijtels van „ Hertogen, Graaven, Marquifcn! enz." — Hij had deeze woorden nog niet volkomen uitgefproken, toen karel lameth en de la fayette tevens opftooven, om te fpreeken: ,, Ik onder„ fteun beide deeze voorftellen," riep lameth, die het de la fayette afwon, ,, het oog „ van vrije menfehen moet niet langer, bij eiken „ flap, door ftandbeelden der flavernij beledigd „ worden! en indien het noodig is, dat onder vrije burgers de één boven den ander uitfteekt, laat zulks dan niet beftaan in ijdele tijtels, maar in daaden, die aan éénen roem, en aan allen s, geluk bezorgen: wanneer een tijtel niet de kor„ te gefchiedenis van eene nuttige daad is, dan is „ hij een vrijheidsbrief, om een nutlooze Staats„ burger te weezen, en alleen door lint of fter eenige waardij te verkrijgen: ik ftem derhal- „ ven,  IN FRANKRIJK. aa5 li vèns dat alle tijtels moeten vernietigd wor„ den." „ Dit voorftel," zeide de la fayette, „ is een zo noodzaakelijk gevolg van de aange„ nomerie ftaatsgefleldheid, dat gij, zo gij u zelj, ven wilt gelijk blijven, hetzelve zonder alle „ bepaaling moet aanneeraen: ik ten fninftèn „ ftetti het met hart en ziel toe." Enkele Hemmen kwamen wel tegen de voórigé Redenaars op, doch zij werden verdoofd, en het befaamde befluit over de vernietiging van dén ervelijken Adel, en van alle tijtels werd vastgeftcld: deszelfs eerfte gedeelte beval het afrukken van alle flaavenbeelden, aan de ftandbeelden der Koningen, in de hoofdftad, en het tweede de vernietiging van dén Adel en alle tijtels. Het volk van Parijs juichte, en veroorloofde buitenfpoorigheden tegen de wapens aan de hotels en rijtuigen, terwijl de betere burgers, bezield met een gemaatigder gevoel , naar het Hotel-de-Ville fpoedde, ten einde zig te laaten optekenen, oni de uit de Provincie komende broederen als gasten te zullen onthaalen. De ftad Parijs nam aan om dit groote feest, op haare kosten , aan geheel Frankrijk te geeven: zij ÏL deel. p -  236 STAATSOMWENTELING benoemde Cornmisfarisfen, die daartoe een bekwaame plaats zoeken en verkiezen zouden; men floeg vier plaatfen voor; dc pleinen van St. Bevis, de pleinen van Qrenelle, dc pleinen des Sallods, eu het Champ de Mars: hunne keus viel op het laatfte , en het had ook indedaad alle de voorrechten , welke daartoe verëischt werden; zelfs de naam was zeer gepast voor een krijgsfeest; het was zeer groot in den omtrek,in het midden doorfneeden van vier rijen boomen, en door vier andere rijen beperkt; aan het eene einde ftond een prachtig gebouw, en tegenover hetzelve kon aan het andere einde, een luisterrijk amphitcater opgericht worden, het welk aan veele duizenden met gemak kon plaats verfchaflen; het plein lag binnen de muuren der ftad, en verwijderde derhalven de burgers van Parijs, die flechts dcclnecmendc aanfchouwers wilden weezen, cn de krijgsbenden, die haare veiligheid en rust bewaarden, niet te verre van dezelve. De plaats bepaald zijnde, begon men terftond de noodige fchikkingen tc maaken: alle kunftcnaars werden opgeroepen, om hun vindingsvermogen intefpannen, ten einde alles in de fraaifte orde te fchikken: zij boden zig bij honderden aan , met een enthufiasmus, gepast aan het voorwerp, en met eenen rijkdom vanideën, welken eene plaats en feest voor millioenen niet zouden uitgeput heb-  IN FRANKRIJK; 22? ben; doch men wilde eenvoudigheid met gemak en hechtheid paaren, en deeze grondftellhnj floot alle pracht cn losfe zwier daaruit. Een talrijke menigte menfehen maakten met den arbeid, aan het geheel, allen mogelijken fpoed, én in het laatfle van de maand Junij was men reeds zo verre daarmede gevorderd, dat het tegen den bepaalden dag gereed kon weezen; doch het onverduldig charakter der Parijfenaaren, meende redenen te hebben van te moeten vreezen, dat het misfehien niet gereed zoude worden, en deeze charaktertrek gaf gelegenheid tot het fchoonfletooneeljiet welk de menschheid. ooit gezien hceftf twee of drie aanlchouwers vatteden eerst houweel en ipade op, om de daglooners te helpen; welhaast zag men honderden dit voorbeeld volgen,, het gerucht daarvan verfpreidde zig door geheel Parijs, en was als een vonk in het buskruid; den anderen morgen trokken geheele fchaaren naar het veld van Mars, zonder onderfcheid van fland, ouderdom of gedacht; veelen om te kijken,'nog meer om te werken; de ijver van de laatflen werd een fpoorflag voor de eerften, en niemand begeerde meer ledig te.ftaan; Abbéén en foldaaten, Ridders van de Lodewijks-orde en Monniken, vrouwen en kinderen, arbeidden met een blijd gewoel , het welk met elk oogenblik eenen nieuwen aangroei verkreeg; alleen de deftiggckleede aanP a  aft8 STAATSOMWENTELING fchouweresfen (tonden nog van verre; op éénmaal drong één van haar den hoop door, en greep de eerlte fpade, welke zij vond (*); haar voorbeeld werd oogenbliklijk door meerder, en welhaast door allen gevolgd; eenflags zag men onder de bemorste arbeiders tedere Dames gemengd jj gekleed in zijden en neteldoek, en in de grachten, die men delfde, een woud van wapperende bonnets •* pluimen; dit verwekte bij de arbeiders een nieuW enthufiasmus, 't welk nog levendiger werd, toen op éénmaal een menigte van oude cn verminkte Invaliden hunne rustplaats verlieten, en met het vuiif van jeugd en gezondheid, fchoon niet in de armen, nogthans op de tong en in het oog, zig bij het heir dcrarbeideren voegden, en gaarne deeden, wat zij nog doen konden; een tooneel,zo aandoenlijk en kluchtig tevens, dat de aanfchouwers niet wisten of zij weenen of lagchen zouden: het was onmogelijk, dat allen die toegevloeid waren om te werken, aan het werk konden komen, dus wemelde het veld van Mars den geheelen dag, doch vooral des avonds, van een heir van aanfchouwers, wel honderd-duizend in 't getal, en nn reeds werden alle de tooneelen in 't klein gefpeeld, die den idden Julij in hunne geheele grootheid en verfcheidenheid vertoond zouden worden: de plaats was reeds eenige dagen vroeger gereed. (*) Het was Mevrouw vintot, de Echtgenocte van een aanzienlijk koopman.  IN FRANKRIJK. aao Middelerwijl hadden de Nationaale Vergadering en het Plotel- de -Ville, de overige maatregelen genomen, aangaande het ceremonieel en de politie : de Koning zou het Opperhoofd van het bondgenootfchap zijn"; de Prefident der Nationaale Vergadering zou bij deeze, gelijk bij alle overige openbaare plechtigheden, de plaats onmiddelijk naast den Koning, ter rechterhand hebben, en haare leden rondom hem en aan wederszijde: wanneer de Afgevaardigden der Provinciën den burgereed van den 4den Februarij hadden uitgefproken, zou de Prefident denzelven herhaalen, de leden der Nationaale Vergadering zouden opftaan, en met een opgeheven hand zeggen; ,, Ik zweer het!" vervolgends zou de Koning den eed afleggen naar het volgende formulier: ,, Ik, Koning der burgeren ,, van Frankrijk, beloof de Natie met deezen „ eed, om de geheele uitvoerende magt, welke ,, de conflitutioneele wet aan mij heeft opgedra,, gen, te befteedcn, ter inftandhouding der ftaats„ gefteldheid , en tot de uitoefening tier wetten :'* de Koning zou de noodige bevelen geeven, om zijne familie bekwaameplaatfen te bezorgen, De Provinciën werden door het Hotel-de-Ville aangefchreven, om, vooral niet laater dan den twaalfden Julij ,ter beftemde plaatfe te weezen; terftond bij hunne komst zouden zij zig naar het Hotel van den Maire vervoegen, om aldaar, in het comptoir yan het bondgenootschap, hunne geloofsbrieven P 3  $30 STAATSOMWENTELING re vertonnen; den dng vóór het feest zouden zij opgeroepen worden, om bijdentekomen, en zo hunne departementen te vormen, welken in drieen-tagtig afdeelingen zouden gefplitst worden, ieder van deeze afdeelingen gekentekend door een banier, waarop de naam van haar departement zoude liaan, en dc Gemeente van Parijs zoude driecn-tagtig banieren bezorgen; deezen zouden doorAfgevaardigden vooruit gedragen worden, die dezelven ook, na dat het feest zou afgelopen zijn, in de vergaderplaatfen der afzonderlijke wijken ten toon zouden itellen, ten einde aldaar als een gedenkteken, en waarborg van de heilige verbintenis aller burgeren van Frankrijk, bewaard te worden: de Afgevaardigden van de armée zeiven, zouden een hoofdvaan hebben , dat daarna in de zaal der Nationaale Vergadering zoude ten toon gehangen worden: alle Municipaliteiten, in het geheele Koningrijk, zouden den idden Julij, op den flag van twaalf uure, lmarc Gemeenten, en de troupen uit haaren omtrek, bijéénroepen, opdat de broedergelofte, eenpaarig, en in hetzelfde uur, voor alle burgeren des Rijks, mogt uitgcfproken worden. In Parijs zelf zoude ten dage van het feest, opliet veld van Mars, noch op de ftraaten, niemand met een rotting, vooral niet met zodanigen verfchijnen, waarin degenklingen verborgen waren: de tteleins der geltoffecrdc hotels, moesten naauw»  IN FRANKRIJK. ép keurige lijsten opmaaken van hunne vreemdelingen, en deeze lijsten bij de Commisfarisfen van hunne wijk ter overzieninge inleveren: geene livcrei mogt zig, ten dage van het verbondsfeest, op de ftraaten van Parijs vertoonen, uitgezonderd de liverciën van Afgezanten en andere vreemdelingen, ora geen zweem van kneehtfehap te zien: geen ttaatlij- of vracht-wagen, geen kar of ruiter, mogt in het binnen gedeelte der ftad, en om, of bij het veld van Mars , zig vertoonen; de toegangen naar het gezegde veld, als mede dc verder afgelegene der waards leidende ftraaten, moesten van fteenen, ftellaadjen, tafels en tenten gezuiverd; geen zwermer, geen pistool of vuurpijl, mogt op de ftraat of uit de venfters afgefchoten, alle winkels en gewelven moesten gefloten, alle huizen der ftad en der voordeden des avonds verlicht, en eindelijk in ieder wijk eene commisfie aangefteld worden, die over de bewaaring van rust en veiligheid, irt alle de deelen der ftad, waaken, op elke navraag antwoorden, alle bezwaaren cn klagten hooren, en oogcnbliklijk het departement der politie ken*nis geeven zoude van alles, wat betrekkelijk zijn' konde tot de openbaare veiligheid en eensgezindheid. Alle deeze fchikkingen werden gemaakt cn verkondigd , en ieder verwachtte nu den grooten dag met telkens vermeerderende hartkloppingen: meest ■ altoos is de vutirigc verwachting van een grooteP4  532 STAATSOMWENTELING blijdfehap, gepaard met een zorgelijkheid, dieonttt?M uit de vrees, dat deeze blijdfehap zal gefioord worden: in ebt geval waren thans de inwponers van Parijs ook, en zwaarmoedige ariftocratifche en demagogifche geruchten, gaven aan die zielsgelteldheid dagelijks nieuw voedfel: de komst van den Hertog van orleans, tegen wicn thans het wantrouwen zo algemeen heerschte, als weleer vertrouwen en liefde; zekere angstvalligheid bij den Koning en zijne Ministers, waarvan zij bij alle hunne Happen blijken gaven; het gerucht, alsof onder de afgevaardigden der Provinciën vijanden der vrijheid waren , die onder de tpevloejende vreemdelingen eenen grooten aanhang hadden; en eindelijk de ontdekking van een plan tot eene tegenomwenteling, waarvan mailleb o i s befchuldigd, en gezegd werd , hetzelve met voorkennis van den Graaf van artois en saint-priest, van den kant van Sardinïèn en Duitschland te zullen uitvoeren , de zamen loop. van alle deeze dingen werkte mede, om zekere bekommering bij de inwooners van Parijs te verwekken en te voeden , welke , toen men ze van grond ontbloot vond, de betooning van genoegen en blijdfehap, op den plechtigen dag zeiven, des te algemecncr,maar ook des te toomeloozer maakte» Eindelijk brak deeze plechtige dag aan, en bragt Miecr dan een halve millioen menfehen in beweeging: de armée van Parijs en de Afgevaardigden  IN FRANKRIJK. 233 fier Provinciën, vergaderden reeds des morgens, even na zes uuren, op de Boulevards St. Martin en du Tempte; zij hadden de Municipaliteit, de Kiezers, de Vertegenwoordigers der Gemeenten en der land-en zee - troupen, aan het hoofd: met den flag yan agt uuren begaf deeze arméc, meer dan vijftig duizend man fterk, zig op weg; voorT Uit trok, met krijgsmuzijk, een detachement van de Parijfche nationaale militie te paard; nu volgden de Kiezers der ftad Parijs; voords een tweede detachement vaii de Parijfche nationaale militie te voet; dan weder een burger-commisfie; daarop volgde een tweede zodanige commisfie van honderd en twintig mannen, die de honneurs van het feest zouden waarneemen; achter deeze de zestig voorloopige beftuurders der ftad Parijs, en dan eindelijk de Maire; hij had, gelijk alle de corpfen der burgerij, rondom en nevens zig, afdeelingen van de burgermilitie met hun muzijk. Deeze trein werd gevolgd van een battaillon kinderen van agt tot twaalf jaaren , allen in de burgermonteering en gewapend; tusfehen deeze én het bataillon uitgediende foldaaten, waaronder eenige grijsaarts van negentig jaaren waren , ging een hoop Vaandraagers; dan volgden de Afgevaardigden van de eerfte twee-en-veertig departementen des Koningrijks , met derzelver banieren, de hoofdvaan-. dels, en de Afgevaardigden van de armée, V2n de Maire, en van de overige één-en-veenig d^pane-P 5"  234 STAATSOMWENTELING inenten des Rijks; op deezen volgde een bataillon jaagers, cn een corps ruiterij met een' ftandaard, en twee trompetters flooten den trein. In deeze ordu trok dezelve van de Boulevards de ftraaten Si. Denis, de la Ferronerie, St. Honorè en Royale door, naar bet plein van l ode wijk Pen vijftienden; alle ftraaten, venfters en daken , waren opgevuld met aanfebouwers van beide fexen, oud en jong; een algemeen gejuich ontving en volgde den trein; ftortregens vielen in zwaare droppelen van den hemel , en rolden ftroomswijze de daken af; de naauwe ftraaten waren bedekt met water en modder; geen kleed bleef droog, geen fehocn ongevuld; een enkel groot dak van regcnfchcrmcn, fcheen boven arméc en aanfehouwers uitgefpanncn te zijn, uit 't welk banieren en vaandels zwaar van water wapperende, of aan de pieken kleevende, uitttaken; ieder bevroor, tot de huid toe nat zijnde, en ïagchte evenwel met verftijfde lippen; ieder riep, al klappertandende: „ Lang leeve de Natie!" het innerlijke vuur van vreugde verwarmde ieders hart, en men achtte de uiterlijke bezwaarlijkheden niet , die men als magtlooze hinderpaalen van eenen ariftocratifchen hemel befchouwde; vreugdetraauen en geestige invallen, fprong en val, omhelzing en flikkende persfmg, muzijk en kindergefchrecuw, gejuich en gezucht, vereenigden zig tot een enkele groote masfa, welke uitliep op weenen en lagchen, aan-  IN FRANKRIJK. 235 dQenrng en befpotting bij haare afzonderlijke deelen, en op een grootsch, hartverheffend gevoel, zamengeflcld uit deelneeming eu verwondering. Ondertusfchcn waren de Vertegenwoordigers deiNatie in hunne zaal bijéén gekomen; zij zouden, zodra een gedeelte van dc Verbonds-armée op het plein van lodewijk den vijftienden zou aangekomen zijn, van dezelve ingefloten worden; tot dat einde vervoegden zij zig in de nabijheid yan dit plein, in den tuin der Tuileriën , alwaar zij zig in de groote laan fchaarden: flortregens vielen hier geweldig op hen neder, en onder éénen fcherm Honden dikwijls drie of vier, tot op de huid nat, en lachten: men had gedacht, dat de Koning zig aan dezelven fluiten, en daardoor deezen togt nieuwen luister bijzetten zoude; doch hij fcheen zulke wettige gronden niet te hebben, pm over de regen te lagchen , als de Natie. Eindelijk verfchecn de la fayette aan het hoofd der Verbonds-armée, en bijzonder van het bataillon der kinderen: de Afgevaardigden gingen dc draaibrug over, en werden van beide zijden door de troupen omringd: hun volgde onmiddclijk het bataillon der grijsaarts: aldus trok de trein het plein van lodewijk den vijftienden, de Cours de la Reine over, naar dc kaai van Chaillot, alwaar men een breede fchipbrug over de Seine geflagen had: aan wederzijde van  a36 STAATSOMWENTELING den weg, ftonden agt tot tiendubbele rijen van aanfchouwers, elke hoogte, elk dak was met men? fchen bezet, en de huizen in 't rond, waren in plaats van pannen, met regenfchermen bedekt; een enkel algemeen gefchreeuw liep , gelijk een loopend vuur, voord, van de Tuileriën tot Chaillot toe; de Marquis de la fayette joeg langs den trein des bondgenootfchaps op en neder, en fcheen overal tevens, en overal de held van deezen dag te weezen: terwijl hij tusfchcn dc Tuileriën en de Barrière ftil hield, om de noodige bevelen te geevcn, fchoot een man van het gemeenc volk toe, hebbende in de éöne hand een wijnilesch, en in de andere een glas; zijn oog vlamde, en uit zijn gelaat draalde eene verhitting, waarbij men in twijfel ftond, of dezelve uit de bijdfehap over deezen dag, uit den georberden wijn, of uit eene foort van dweeperij voordkwam; hij ftelde zig voor de la fayette, fchonk in, reikte hem het glas toe, en zeide: Buvez, mon General! (*) deeze fcheen voor een poos verfchrikt, en vestigde ondertusfehen zijn oog ftijf op dit mensch, gelijk het oog der omftanders zorglijk en vol van verwachting op hem gevestigd was: oogenbliklijk nam hij het glas, en dronk het, zonder tusfchenpoozing, geheel uit; de man fcheen begi-cepen te hebben,wat in hem omging;welraschftrekte hij zijn hand naar het glas uit, nam het, (*) Een dronk, Heer Generaal!  IN FRANKRIJK. 237 fchonk het met overhaasting tot den rand toe vol, en dronk het even zo fchielijk uit: de la fayette melde weg. Men trok naar het veld van Mars: dit leverde een grootsch en prachtig gezicht op, het welk nog luisterrijker in het blijde oog zou gevallen zijn, zo niet een duistere en zwaare lucht boven hetzelve meer hangende dan gewelfd, verfcheenen was ; die het geheel, in zekeren opzichte, flaauw en verwoest had doen voorkomen: een groote, met toepasfelijke fchilderijen en opfchriften Verfierde, driedubbelde zegeboog was de poort, door welke de Verbonds-armée het veld optrok; van deezen zegeboog liepen langs twee zijden van het groote plein, wallen van aarde opgeworpen, die met tienof twaalf-dubbele banken, in de gedaante van een amphitheater, bezet waren, bij en op welke honderd duizenden vnn nanfchouvvers in het onrustigd gewoel wemelden; de vlakte, van deeze Wallen ingefloten, vertoonde in het midden een groote terras, (terre-pkin,) aan 't welk van vier zijden breede trappen opliepen, en welks vier hoeken, ieder met een klein outaar bezet waren, waarop reukWerk brandde; op het plat van hetzelve, vertoonde zig het altaar des Vaderlands , omringd van Priesters in hun wit kerklijk feestgewaad, het welk door lintjens van de kleur der Natie verfraaid , en' in dit tijdftip nog belangrijker gemaakt werd: tegenover den driedubbelen zegeboog, breid-  238 STAATSOMWENTELING de zig een uitgeftrekte en prachtige , bedekte gaflerij uit, die in haare afzonderlijke deelen, cn over het geheel, in eenen edelen fmaak vervaardigd was ; zij was van binnen bekleed met een behangfel van blaauw met goud, en in het midden rees een tent, naar den besten fmaak, met 's Konings troon, op, boven welke men een verheven plaats voor de Koningin, den Dauphin cn de overige koninglijke Familie zag: aan beide zijden van dc tent liepen, in de gedaante van een amphitheater, bijna zo hoog als de tent zelve was , de trappen der gallcrij op, waarvan de bovenfte rijen voor de leden der Nationaale Vergadering, en de bencdenftcn voor de leden der Municipaliteit en de Kiezers van Parijs, als mede voor dc buitengewoone Afgevaardigden van het geheele Rijk gefchikt waren. Kanonfchooten kondigden de komst van de Verbonds-armde aan, als mode het einde van haaren trein; zij trok door den zegeboog binnen, en elke afdeeling en elk corps, nam dc aangewezene plaats: het was bij vier uuren, toen alles bij elkander was: de Koning en zijne Familie waren in hunne rijtuigen gekomen, doch waarlijk vrijlaat, en hadden daardoor eene onverduldigheid verwekt,die alleen door het overig gevoel van den dag, en de onnoemelijke afwisfeling van voorwerpen en groepen , zodanig kon onderdrukt worden, dat zij den Koning niet te kennen gegeven werd, door een flaauvver welkomgroet; dit was het eerfte oogenblik.  IN FRANKRIJK. 2nQ waarin het feest, en wat daartoe betrekkelijk was, den graad van verfcheidenheid en grootschheid verkreeg, die alle befchrijving te boven gaat, maar nogthans bij alle deezen rijkdom door de vier oogcnblikkcn van het inwijden der vaandels, de mis, den eed der Verbonds-armée, in en met haaren Aanvoerder,-en den'eed van den Koning en de Nationaale Vergadering uitgefproken, tot de minite fchaduw toe, verdrongen werd: hier waren meer dan driemaal honderd duizend menfehen, naar ligchaam en ziel, in beweeging; hier fchooten dc uitbarftingen van eene verbazende vreugde en levendigheid, ieders oog en ieders mond uit; drongen in elke hand en in elk hoofd, ontvlamden zelfs de geenen, die zig niet konden verheugen, zelfs de geenen, die zig niet wilden verheugen, en verflonden de door vrees en fchaamte afgeperste vrolijkheid, met haare thans onmerkbaare, mismaakte wezenstrekken, zodanig, dat alles, zonder uitzondering", in eene woelige blijdfehap fcheen weggerukt te zijn, en dat zelfs verdriet, onverfchilligheid en nijd, met de oprechtheid en de republikeinfche hartsgefteldhéid, als om fttijd zig hecsch febreeuwden, en zig bbiêreu m de handen klapten. Na dit oogenblik verdween het groote tijdflip der zielsvereeniging, en werd onder kleiner'hoopen verdeeld, door dezelven genoegzaam hier en daar heen gedragen : armée en aanfehouwers gingen uit elkander; de eerfte in de orde, zo als  240 STAATSOMWENT. IN FRANKRIJK. zij gekomen was, en de laatften in afzonderlijke blijde lioopen, die naar hunnen ftand eh charakter, naar hun verftand en belang, nu natuurlijk, dan gekunsteld, nu fterker, dan flaauwcr blijken gaven van hun gevoel, waarmede het feest hen bezielde: de volgende agt dagen waren herhaalingen in 't klein van den grooten dag: broederlijke gastraaafen, vuurwerken, verlichtingen, watergevechten , bals voor het volk, wisfeldert met èlkanderen af: de plaats, alwaar te voorerï de handhaaffter der dwingelandij, de Ba'ftille ftond, was veranderd in eenen tuin , en boven deszelfs ingang ftonden de woorden: Joi Von danfe. BERICHT voor den BINDER. De Platen te plaatzen. Optocht op den 6den October 1789. te Verfailles;; bl. 82. De Koning bevestigt de nieuwe Conftitutie, den 4den Februarij 1790. . . 192.-