012113 3599 UB AMSTERDAM    VERTOOG ter aan wyz in GE van het SEEKERE MIDDEL WAARDOOR DE ZEEMAN IEDEREN NACHT ZYNE WAARE L4NGTE KAN TE WEETEN KOMEN uit den stand en de ver sc h yni n GE. der vaste starren. Door MATHYS ADOLPH van IDSINGA. Oud-Secretaris der Stad Harüngen. Te HARLINGEN, By V. van der PLAATS» MDCCLXXXVII.  Eerbiediglyk toegewyd aan alle Menfchen , het zy van hoogen of minderen ftand , welke belang ftellen in de bevordering van de konst der groote Zeevaart, en ter onderfoek voorgedragen aan alle Genootfchappe:i en befondere liefhebbers van fraeye Weetenfchappen , het zy in of buyten myn Vaderland.  VERTOOG TER AANWYZIN GE VAN HET SEEKERE MIDDEL WAARDOOR DE ZEEMAN IE DEREN NACHT ZYNE WAARE LANGTE KAN TE WEETEN KOMEN UIT DEN STAND EN VERSCHYNlNGE DER VASTE STARREN. De pooging om door gegrondde weetenfchappen iets te ontdekken het geene ter bevordering van het algemeene nut der weereld kan dienen, is althoos lofwaardig geacht; bezonder als daar mede beoogd wordt, en de ontdekkinge {trekken kan tot behoud van het leven en goederen van veele menfchen. Onder dat flag van dingen, zyn buiten twyfel te tellen , de vorderingen in de weetenfchappen die de Zeevaart betreffen, welks leerftellige beginfelen en gronden , thans als een kunst befchouwd, en in de Schooien geleerd wordende , onder de Europeaanen tot een trap geklommen zyn , waar van men by ouds geen denkbeelden konde formen. Van de iiiterfte dienst en noodzaakelykheid in de A groote  (O groote • Zeevaart, is, dat men dagelyks gewaar kan worden op Wis- en Starrekundige gronden, hoe verre men gekoomen is in het Noorder-of Zuider - halfrond der aarde , het geene men noemt de Pools hoogte, of anders de Latitudo of breedte, tusfchen de beide poolen der aarde ; en dit is zeedert lange een zeer bekende weetenfchap , begrypbaar voor elk .gemeen verfland, door dien de reeden van de zaak in der daad zeer eenvoudig is, en de reegel van die bereekening met weinig moeite door ieder Jongeling kan geleerd worden , waar van hy vervolgens dagelyks gebruik kan maaken wanneer hy de Zeevaart werkelyk aanvaardt. Tot ontdekkinge van de plaatsverandering Zuidwaards of Noordwaards, is geen ander middel dan de meeting der hoogte die de Sonne geklommen is boven den Horizon of gezicht-einder; of ook door de hoogte meeting van eenige vaste Star: tot de eerfte heeft men van nooden, te weeten de Sons declinatie of afftand, ten Zuiden of ten Noorden van de squator der Heemelsboog, op den dag als men de waarneemïnge doet, en tot de Iaatstgemelde wordt vereischt dat men weete hoe veele grsaden en minuten zulken Star afllaat, het zy ten Zuiden of ten Noorden van den sequator: De Sons declinatie is veranderlyk tot 47 graaden , maar de declinatie van de Starren is altoos beftendig en geen Verandering onderworpen. Voor de zulke die eenigzints kundig zyn van deeze weetenfchap , is 't niet verwonderlyk , dat men in de Zee- en Landkaarten , zeer zeeker heeft kunnen bepaalen de Pools hoogte , of de breedte v«n alle plaatfen die ooit door bekwaame Zeeluiden bevaaren zyn : maar in deeze kennis heeft men flegts de helft van het geene de Zeeman noodig heext om te Wteten op welk plek der aarde  Csl aarde hy zig bevindt: Hy heeft wel klaare kenteekenen hoe Zuidelyk of Noordelyk hy is, maar hy kent geen aanwyzer die hem zegt hoe verre hy jnaa 't Oosten of naa 't Westen gevorderd is : Indien by een middel hadde, om op even wisfe gronden te kunnen onderkennen hoe verre hy in de groote Oceaan Oostwaards of Westwaards gevoerd is, als hy heeft om zyne vordering Zuidof jNoordwaards te weeten, zoude hy in Haat zyn om vry nauwkeurig de regte plaats van zyn aanweezen te weeten ; en vervolgens met volkoomen vertrouwen en ge» rustheid zynen cour3te bepaalen naa alle Landen die hy begeert aan te doen, en te myden de zulke ontrent welke hy in gevaar vervallen zoude van Schipbreuk en vergaan. De ontdekking van zulken aanwyzer van Oost- en West (zoo men het gemeenlyk noemt) fchynt wel het laatfte middel te zyn, om de beoefening der groote Zeevaart te brengen tot de hoogfte trap van volmaaktheid die ze in het leerflellige bereiken kan. Men heeft in de Zee- en Landkaarten ook wel de Longitude aangeweezen , en meede taafels uitgegeevem waar in dezelve woidt gemeld van veele plaatzen in de vier weereld deelen : maar de kennis van dien heeft geene vaste grondflag; als {leunende eeniglyk op gisfin* gen van Zeeluiden die zulke Kusten en Zee'n bevaaren hebben; welke, met hoe veel kunde om de verheid van ^ïun reis te gisfen, en met wat fchmnderheid en infpanning hunne waarneemingen gedaan , en by hun zelve en by anderen herhaald, en de verzaamelingen van die waarneemingen ook mogen uitgegeeven zyn , evenwel geen zeekere reegel opleeveren om de waare legging der Kusten en Zeehaavens te weeten; zoo dat de Zeeman zig daar op niet even zeekeren vast verlaaten kan, alshy A 2 mag  co mag doen ten opzichte der breedte van de plaatzen ditf hy begeert te bezeilen. Om een middel uit te vinden ter zeekere onderkenning hoe verre men in de groote Oceaanen Oost- of Westwaards gevorderd of vervoerd is, op dat de Zeeman daar in niet langer zoude behoeven te dwaalen, of zig te behelpen met omflachtige en teevens onzeekere gisfingen, die door toevallige, veelvuldige veranderingen van winden, ftormen eh fbroomen, hem het vinden van den regten weg zeer moeijelyk maaken, waar door hy niet met gerustheid zynen cours en de verheid der plaats zyner deftinatie , of der onveilige kust die hy te myden heeft, kan bepaalen ; om hier toe een middel uit te vinden, zeg ik was van eeuwen herwaards een voorwerp van befpiegeling en onderzoek voor Starrekundigen en de ervaarendfte Zeeluiden: En om dat onderzoek aan te moedigen , zyn door verfcheidene groote Vorften en Moogendheeden in Europa, zeer aanzienelyke belooningen uitgeloofd voor den Ontdekker ; maar tot hier toe is 'er niemand geweest die met volkoomen reeden die uitgeloofde prsemien heeft kunnen vraagen , of aan wien men dezelve heeft kunnen toewyzen. De vinding om deeze Longitude te kunnen weeten, door de waarneeminge van de verduisteringen der Satelliten van de Planeet Jupiter, is iets zeer zonderling in onzen tyd gebeurd ; waar van niemand eenige gedachte of befef heeft kunnen hebben, voor en aleer men, doof* de uitvinding der Vergrootglazen en Verrekykers, gewaar geworden is dat by die Planeet zulke Satelliten of Maantjes vvaaren,die ingereegelde order,entydftonden, geduurig rondom de Planeet loopen, even als de Maan rondom onze aarde loopt , van het Westen door het Zaiden naa het Oosten, De  C5> De naarflige waarneeminge van de tyd welke ieder van die Maantjes befteedt tot zynen omloop , heeft aanleiding , en het middel aan de hand gegeeven, om de Longitude van de afgeleegenfte plaatzen deezer weereld te ontdekken en aan te wyzen op gewisfe gronden; maar daar toe wordt vereischt een goede Telescoop, flaande op een onbeweegbaare plaats , van waar men de verduistering en verlichting dier Maantjes kan waarneemen; zoo dat dit middel niet gebruikbaar is op een Schip in Zee , hoe goed het zyn mag op 't vaste land, ter verbeetering van de Kaarten en taafels in welke de Landen tot hier toe al te Oostelyk of te Westelyk zyn gefield geweest, volgens de oude feilbaare raaminge der Zeeluiden hoe verre ze Oost- of Westwaards gezeild hadden : Daar by koomt dat deeze waarneeminge niet gefchieden kan in een groot gedeelte van het jaar, maar alleenlyk in fommige maanden, geduurende dewelke de Planeet des nachts te zien is, en de aarde eeniges maate ontrent of in dezelfde zodiacsteekens is als de Planeet (a). De Franfchen en Engelfchen , hebben van deeze kennife der nette tyd die ieder van die Maantjes van Jupiter tot zynen omloop befteedt, het nuttige gebruik gemaakt, om daar van taafelj te vervaardigen, waar in te leezen is, op welke dag, uur en minuut die verduisteringen geduurende het gantfche jaar zullen gefchieden, en^te zien zullen zyn, in de bekwaame nach- ( a) Terwyl ik dit fchryve in de maand April van 't jaat 1787 , is de aarde in het Zodiacsteeken van Libra en de Planeet in het teeken van Gemini, zullende in onze zoomermaanden niet gezien kunnen worden: dog ifl de maand December zal hy te middernacht weeder in onze meridiaan ver. fchynen. A3  (6) nachten, tot Parys en Londen ; waar door geleegend- heid wordt gegeeven tot ontdekking en verbeetering van de feilen die in de Kaarten en langte taafels bevonden worden. Men zoude ook een zeer bekwaam middel hebben, indien men een Uurwerk konde toeftellen , beftendig volmaakt correct gaande zoo op Zee als te lande; hoedaanig een tot nog toe niet is uitgevonden, en waarfchynlyk nooit door menfchen handen gemaakt zal kunnen worden ; hoewel een vermaard Konftenaar in Engeland 'tzeer verre gebragt heeft; waarvoor hy door den Koning en het Parlement aanzienlyk is befchonken geworden, terwyl men dachte dat om de langte op Zee te ontdekken, zulken Uurwerk het beste, jaaheteenige bedenkelyk middel is , en dat men door dat Konstwerk nu zeer naby gekoomen is aan het verlangde einde. Deeze beide genoemde middelen om de waare Longitude te ontdekken , hebben gelykelyk hunnen grond van zeekerheid , en koomen alleen daar op uit, dat men daar door te weeten kan-koomen het verfchil der uurtyd van dien dag of nacht, het geene 'er is tusfchendeeene plaats en de andere : Terwyl het 12 uuren in de nacht is op de plaats myner wooninge, is het ook 12 uuren in alle andere plaatzen van de weereld welke regt ten Zuiden of ten Noorden van my gelegen zyn , dat is die onder dezelfde meridiaanlyn leggen: maar zoo is 't niet met dezulke die Oost- of Westwaards van deeze meridiaan woonen; hebbende zy, naa maate van hun meerder of minder Oostelyke legging , de middag en gevolgelyk ook alle uuren van het etmaal zoo veel eerder, en die Westwaards geleegen zyn hebben de middag naa dezelve eevenreedigheid zoo veel laater: En het is bekend dat ieder graad verfchil in de langte der  (7) dier pïaatzeii, een verfchil van 4 minuuten in de uurtyd veroorzaakt, zoo dat 15 graaden langte verfchil juist 1 uur verfchil voortbrengen in de uurtyd van de dag en nacht : De geene die 90 graaden Oostelyker geleegen zyn , hebben juist 6 uuren in de morgen terwyl het by my middernacht is; en de geene die 90 graaden Westelyk van my zyn, hebben op dat zelfde tydftip 6 uuren in den avond; terwyl de teegenvoeters, of de zulke die regt agter my aan de andere kant der aarde zyn op 180 graaden verfchillende langte , de waare middag hebben; en dit alles op hetzelfde oogenblik van de volftrekte tyd : gevolgelyk als het uurverfchil tusfchen twee plaatzen bekend is , weet men daar uit het verfchil der langte; en weederkeerig als het verfchil der langte bekend is , weet men het uurverfchil ; zoo dat men , weetende de uur en minuut van de Sonnetyd ter plaatze waar men zig bevinden mag , en daar by het verfchil van de graaden en minuuten der langte , zeeker kan zeggen hoe laat het op dat moment is naa de klok van de plaats welke als het eerde punt der langte is aangenoomen: En in deeze verhandeling wordt aliyd als een volftrekt vereischte onderfteld, dat de waarneemer over al waar hy zig bevinden mag , kundig zy van zyne waare middagftond, en vervolgens van de verdere uurtyden van dat etmaal; zonder welke kundigheid, alle bereekening en vergelyking zyner uurtyd teegens die van een andere plaats, ten eenemaal ydel zoude zyn. De groote hooftvraag is dan, ofer middel gevonden kan worden om dit uurverfchil te vveeten te koomen wanneer men door de groote Oceaan vaart: En indien daar toe een middel kan opgegeeven worden het geene de Zeeman gebruiken kan om zyne bekoomen langte daagelyks te weeten , even als hy zyn veranderde breedte A 4 daa-  CS) daagelyks kan waarneemen aan de Sonne en Starren is voldaan aan het voorftel en het oogmerk van dien. Om de Vraage in zyn volle kracht voor te Hellen worde my toegelaaten den Leezer te verzoeken, dat hy als ter opheldering van de zaak, in zyne gedachten, een bekwaam Stuurman, op zeekere bepaalde dag neederzette in de groote Zee, Zuidelyker als de Caa'p de Goede Hoop , alwaar van de Straat van Magellanes af Oostwaards tot aan Nova Hollandia, wel 2ooo mylen waater ts (b); en tusfchen die plaatzen een uurverfchil van meer als 12 uuren, om dat ze meer dan 180 graaOost en West van elkander geleegen zyn. De Stuurman voorzien zynde van een Graadboog, Quadrant of Octant, en daar by van declinatie taafels van de Sonne op dien dag, weet door waarneeming van de Sons hoogte , op de eerfte middag hoe verre hy is in het Zuider-halfrond der aarde ; of zoo hy eenige bekende Star 's nachts voor hem ziet. en hy uit een deelinatie taafel weet hoe verre die Star Zuidelvk of Noordelyk afftaat van den squator der Heemelsboog, is hy meedc terltond kundig van zyne breedte; terwyl hy nog ten eenemaal onkundig is van zyn langte s dat is, of hy zig beyinden mag ontrent de Straat van Magellanes of by Nova Hollandia , en daar door in volkoomen onzeekerheid, 0f hy Oostwaards of Westwaards moet zeden om de Caap de Goede Hoop aan te doen, of om tot behoud van Schip en Volk eenig ander Land te zoeken: men ftelle zig eens vóór de naare omftandigheeden waar in zulken man met zyne geheele Equipagie zig kan en mogt bevinden! Het (») Verflae altyd Duitfche mylen, * in deeze verhande. •mg mylen geuoemd worden.  (9) Het is een algemeen en tevens gegrond zeggen, dat aan den Hemel geen zichthaare meridiaan is welke STREEK HOUDT met de meridiaan van eenige plaats op de aarde, en dat by aldien er zulken meridiaan was, de langte aller plaatzen van de aarde zo ge' makkelyk te vinden zoude zyn, als wy nu de breedte , door de pools hoogte, of door de Waarneeminge van de hoogte der Sonne of Starren kunnen vinden. Het groote werk is derhalven, te onderzoeken of men in de plaats van zulk een vaste, zichtbaare ftreek houdende meridiaan aan den Hemel, eenig ander vastgaand merk kan ontdekken aan de Starren, waar door de onderfcheiden langte der plaatzen op onze wereld, op Starrekundige zekere gronden kan waargenomen worden. Ik hoope en wenfche ten vuurig» ften , dat niemand die eenigzins over deeze zaaken kan oordeelen, afkeuren of tot mynen nadeele duiden zal, dat ik onderneeme een ftuk te verhandelen, waar over zo veele bekwaame Mannen tot hier toe te vergeesch zig hebben ingefpannen; en dat ik aan allen die in de Starrekunde en in de kunst der navigatie bedreeven zyn, openbaar voordraage ter onderzoek en beoordeeling , het geene dien aangaande in myne gedachten is gekomen. En dit beftaat in de Helling, dat zonder zulken zicbtbaaren Jireek houdenden meridiaanwyzer, aan de vaste Starren , en door derzeiver geregelde verandering van de uurtyd, op welke ze onze meridiaan doorloopen, een ingeheeldde meridiaan. lyn kan bepaald worden (c_). Myne pooging zal zyn om de waarheid en grond deezer flellinge te betoogen. Hier CO Men beeft ook geen zichtbaare pool die men de axis mun» A 5  • C 10 ) Hier vooren is gezeid, dat de grondflag van te kunnen weeten hoe verre de eene plaats Oost- of Westwaards van de andere geleegen is , beitaat in de ontdekkinge van het verfchil der uurtyd van die beide plaatzen; anders gezeid hoe veel verfchil 'er is tusfchen beider meridiaan Lynen. En op die welgegronde bafis , zal myn werk moeten geblyken te berusten , indien het verdienen zal goedgekeurd te worden, en te voldoen aan de hoofdvraage. Om de Waarneeminge te doen in afgelegen Landen , aan de verduisteringen van de Maantjes van Jupiter, is een volflrekt vereischte dat de Waarneemer weete het uur en minuit van de nacht, na de Sonne tyd , ter plaatze waar hy zig bevindt. Dit moet dan de eerfte bekende waarheid zyn ; maar dewyl tot vinden van nog, onbekende Geömetrifche dingen, althans twee bekende paaien vereischt worden ( gelyk in de regel van drien en ook in alle verftandelyke fluitredenen ) moet hy ten tweeden weeten, het uur en minuit in welke die verduisteringen gezien worden , op een andere plaats in opzicht van welke hy zyne Oostelyke of mundi noemt, insgelyks geene zichtbaare ecliptica , die even-wel de Maatlyn is van de bereekening der eclipfen van de Sonne en Maan , en van derzelver hoegrootheid als met den duimftok afgeraeeten: ook is de zodiacs ring , waar buiten geene der planeeten ooit korat, alleen een bevatting in 't verftand, en geeuzins weezenlyk beflaande ; maar ze is des niet te min dienftig 'in de Starrekundige leerftelzels , waarom men ze ook altyd ziet aan een Sphera, als daar toe onaf fcheidelyk- behoorende: de halfronden der aarde, nog van het uitfpanzel , zyn door zichtbaare Lynen gefcheiden; en evenwel fteunen daar op alle reekeningen van de breedte op de aarde en aan het hemelrond.  of Westelyke afftand begeert te weeten, als van een Terminus a quo zyne afmeetinge begint. Onderfcheiden Volken hebben tot hun gebruik ter onderkenning van de legging der Landen, na hun believen onderfcheiden eerfte punten der aarde gekoozen , waar van daan ze dc langte reekening beginnen; tellende alle eenftemmig de graaden Oostwaards rondom de ganfche Aarde, tot dat men wederkomt aan den eerften meridiaan lyn van waar men begonnen is. En dit onderfcheiden begin der meetinge is niet hinderlyk , nog baart eenige verwarringe, by de kundigen van het verfchil der langte van die onderfcheiden plaatfen (d\ Om nu tot het waare doel myner gemelde ftellinge regtftreeks over te gaan, zal ik de bereekening van de langte der Aarde beginnen , van een der voornaamfte Koopfteeden der wereld, van waar onmlddelyk een zeer groote Zeevaart gedree ven wordt, naamelyk van de Stad London ; over de welke ik, in het verftand, even als over een Wereld Globe, een eerde meridiaan Lyn Helle van de Noord- tot de Zuidpool. Hier by moeten wy noodzaakelyk ook hebben een verbeeldde me« ridiaan Lyn, loopende van de Noorder - tot de Zui- derpool (d) De Hollanders hebben hun tellinge van Pico de Te. neriffa. De Franfchen, van de Eilanden Corvo en Flores, en ook wel van de Stad Parys. De Engelfchen, van de Stad Londen, welke na de Hollandfche reekening 18 gr. 39 min. Oostelyker legt dan Pico, het geene den middag te London 74 Minuiten eerder geeft dan op Pico. Corvo en Flores leggen 14 gr. 5* nün. Westelyker dan Pico, en Fero 1 gr. en 40 min.  C «3 ) derpool aan het Hemelrond, welke op een zeker tydftip van het jaar overeenkomt met de aangenomen meridiaanlyn der Aarde. Deeze kunnen wy nergens vinden dan in eene kenbaare Star, als een punt waar van daan men de langte reekening over de Starrenhemel begint , tellende van daar de graaden gelyk op de Aarde : doch myns oordeels, zal best zyn de langte reekening van die Star af, te verdeden in Ooster en Wester langte , aan weerskanten elkander ontmoetende op 180 graaden; en vervolgens dan ook de langte op de Aarde, te verdeelen in Ooster en Wester langte van London, even als of die meridiaan Lyn de aquator der langte uitmaakt. Het is bekend, dat in de Wiskunde alle ronden het zy groot of klein verdeeld worden in 360 graaden, en ieder graad in Co minuiten; en dus verdeeld men het Hemelrond, het geene zig als een gewelf of holle bak aan ons gezicht vertoont in 350 graaden, even als de ronde omtrek der Aarde; waar uit volgt, dat gelyk als ieder graad der breedte op de Aarde, linea recta Haat, tegen over ieder graad der breedte aan het Hemelrond , ook ieder graad der langte waar in de Starren van malkander Haan, regt ftaat tegen over de graad der langte van ieder plaats der Aarde; naamelyk op een punt van de volftrekte tyd , waar op men zig eens verbeelde dat de Aarde en Starreu gelykelyk ftilftaan ; wanneer eene Radius , getrokken uit het middelpunt der Aarde , door deszelfs oppervlak tot aan den Starrenhemel, moet gaan door het fripjen der Aarde, het welke in breedte en langte overeenkoomt met de breedte en langte van een Star. Hoewel waar is dat wy geen vastftaande meridiaan aan den Heemel hebben , en dat demeridiaau lyn die wy ons in het verftand voorftellen, eiken dag verloopt, door dien de  (n) de aarde in een jaar Oostwaards rondom de Sonne loopen de, binnen>de Starrekring die vast ftaat, van dag tot dag een verandering moet ondergaan ten opzichte van de uurtyd waar in de Starren voor ons in de meridiaan koomen: maar dewyl de reeden en oorfaak van die verandering nu ter tyd volkoomen bekend zyn zoo wel als de hoe grootheid van dezelve, is 'er middel, en zelfs een zeer ligt doenlyk middel, om dezelve op elke dag van het jaar te weeten, en by ieder dag aan te teekenen ; het geene ons eeven het zelve kan verfchaffen als of wy een zichtbaare vaste meridiaan - wyzer aan het Heemelrond hadden: jaa ik hoope in 't vervolg by den uitflag te doen blyken, dat die verandering, zeer gun-; ftig niet alleen, maar zelfs noodzaakelyk is om te vinden het geene in deezen gezocht wordt, en misfchien nooit te ontdekken zoude geweest zyn indien ze geen plaats hadde, of de reegelmatigheid van dezelve ons onbekend gebleeven waajre: ik erkenne volkoomentlyk geenerlei middel te kunnen uitdenken om de verandering der uurtyd van de culminatie der Geftarntens, en daar door de verandering der langte op Zee te kunnen ont. dekken, dan alleen door een uurwerk met zig te voeren; zoo lang men geen eerfte meridiaan lyn aan den Starren Heemel bepaald heeft, waar van af men de maat der langte beginne te reekenen; en zegge zelfs volmondig, te gelooven dat het onmoogelyk is om daar in te flaagen, ten zy voor af gaa dat men een foodaanigen meridiaan lyn aan eenige Star bepaale; en als dan eenige andere Starren aanwyze welker afftand van die eerfte aangenoomen meridiaan Star wel is afgemeetenj dit gedaan zynde zal alles van zelve volgen: Een rond heeft geen begin of einde ten zy men een eerfte merk ftelle van waar men de meetinge van den omtrek begint: Hei  ( 14 ) Het gebrek der vastftellingevan zoodaanigen punt aa* het Heemelrond, is misfchien jaa zeer waarfchynlyk, de eenige oorzaak geweest dat men tot hier toe geen middel geweeten heeft om de langte op Zee te ontdekt ken op vaste Starrekundige gronden. Gelyk ik de Stad Londen genoomen hebbe tot het punt om de telling en bereekening van de langte op de Aarde te beginnen, zoo ftelle als het punt om de meeting en telling van de graaden aan het Heemelrond te beginnen, de groote Hondftar Sirius: een Star zoo fchoon en helder flikkerende als 'er een kan gevonden worden: maar inzonderheid om dat dezelve aan het uitfpanfel zyne plaats heeft, zoodaanig dat hy in onzen l Januari nacht te 12 uuren in de meridiaan moet zyn overal waar men hem ziet culmineren: dezelve ftaat als dan in een ftreek van de Aarde af, regt teegen over de Sonne; maar op alle andere Nachten is hy, van de Aarde befchouwd zynde buiten die ftreek; dew\l de Aarde in haare wandelkrfng rondom de Sonne , Oostwaards van die ftreek afwykt, waar door die Star, en gevolgelyk ook alle andere vaste Starren, iedere volgende Nacht 4 minuuten vroeger in de meridiaan koomen • het geene in 15 dagen 60 minuuten en dus een uur beloopt; in 30 dagen 2 uuren, in do dagen 4 uuren, en in 90 dagen 6 uuren; zoo dat men naa verloop van 90 dagen, de Sirius reeds te 6 uuren in den avondftond voor zig in de meridiaan heeft: Dit wordt veroorzaakt door den omloop der Aarde rondom de Sonne binnen de Starrekring, met dat naruurlyk vast gevolg, dat op het einde van de maand Juni, de Aarde regt aan de an dere zyde van de Sonne ftaat, waar door de Star Sirius als dan van ons is in dezelfde ftreek met de Sonne, en dus des middags te 12 uuren in onze meridiaan, zoo dat  C »5) dat hy door het fterker Sonnelicht onzichtbaar is voot bykans aller menfchen oogen. Het is wel zo dat die Star ftaat 16 graaden en 17 minuuten bezuiden den asquator, waar door hy weinig ryst boven de kim van de geene die verre Noordwaards zyn, maar in de meeste Landen van Europa, bezonder in de Zuiderdeelen , wordt hy des Nachts op een maatige hoogte gezien in ons Winter Saizoen: tot London is zyne hoogte 22 graaden 13 minuuten boven den Ho. rizon, en tot Gibraltar 37 graden 13 minuuten; en voor alle die zig in het Zuider halfrond der Aarde be» vinden is hy meer in top; b. v. op de Kaap de Goede Hoop wordt hy gezien i 8 graden 7 minuuten Benoorden hun toppunt: maar hier aan is weinig of niets geleegen, vermits de geene die zeer Noordelyk zyn, tot de waarneeminge waar van wy fpreeken zullen, zig zo wel kunnen bedienen van andere vaste Starren die Noorde» lyker ftaan, als van de Sirius , die doch voor een groot deel van het jaar niet gezien kan worden om reeden voorengemeld: andere " kunnen hunne waarneemingen het gantfche jaar dóór, alle Nachten doen aan andera bekende vaste Starren die des Nachts verfchynen over het oord der Aarde waar men zig ook bevinden moge: en al waare het dat men de groote Hondftar, geduurende een reife rondom de Aarde geheel niet te zien kreeg zulks zoude niets beneemen van de zeekerheid, om de bekoomen langte te bereekenen uit de waarneemingen aan alle andere bekende vaste Starren; mits volgende dc reegels die daar toe noodig, en in hunne aard en natuur zeer eenvoudig, en met weinig moeite door ieder bekwaam Stuurman dagelyks in 't werk te ftellen zyn gelyk ik hoope ie doen blyken. De Star Sirius aan het Heemelrond, en de Stad London  don op de Aarde, dan aangenoomen zynde voor de twee punten der langte reekening, hebben wy twee meridiaan Lynen die in de eerfte Januari Nacht te ia uuren juist teegen elkandsren over ftaan, het welke een begin is van de weg die wy moeten inflaan, om daar op te vinden het geene begeerd wordt. Om waar in te ilaagen, heeft men flegts te vervaardigen een bezonder Heemelsplein, waar in de Star Sirius het eerfte, op zyne regte declinatie plaats Bezuiden den equator cirkel, verbeeld worde als de eerfte meridiaan Lyn, (taande neevens de eerfte dag van Januari, waar van afmen ten Oosten en ten Westen, zo veele Geftarnten met Starren van de eerfte en tweede grootheid kan (tellen als men ter goede onderkenning en waarneeminge dienltigst oordeelt. Deeze Starren geplaatst zynde op haare juiste langte Oostelyk en Westelyk van Sirius ( en ook op haare breedte ten Noorden of Zuiden van den tequator > zullen dienen als aanwyzers van de Oostelyke of Westelyke declinatie der Starren, waar van men op de rand van het Heemelsplein een bezonder tafeltje zoude kunnen maaken, om des te beeter het getal der graaden en minuuten te kunnen aanteekenen, het geene niet wel zo gevoeglyk binnen in het Heemelsplein kan gefteld worden, ten zy het vry groot waare.. Ik noeme hier de langte der Starren ten Oosten of ten Westen van Sirius, Ooster en Wester declinatie; eeven geiyk men zegt Zuider en Noorder declinatie, ten opzichte van derzelver breedte of afftand van den equator: dus hebben Oostelyke declinatie van Sirius Castor, de bovenfte van de gr. min. tweelingen IO, 4D. Procyon, de kleine Hondftar ia. ij. Al-  <*7) gr. min. Alphard, in de Waaterflang 44- i°« Regulus, het hart van de Leeuw 49. 4°« De groote Star by 't hooft van Virgo 76. : De Koornair van Virgo 98. 3°« En zo voort Oostwaards, de Arcturus, de Weegfchaal, de Noorder Kroon, de Slang van Ophiuchus, de Schorpioen, en zo veele voornaamfte Starrebeelden en Starren, onderfcheidentlyk met grooter of kleiner Starretjes aangeweezen, als men tot beste gebruik vaa den Zeeman begeert daar op te plaatzen. VVestelyke declinatie van Sirius hebben Betelgeufe 8r' miiu de Ooster. Schouder van Orion 13* 5°- De hovende van de drie Koningen of van de Gordel van Orion 18. 20. Bellatrix, de Wester- Schouder van Orion 22. 20. Rigel aan de Knie van Orion 24. 30.' Aldebaran in de kop van de Stier 32. ; Menkar in de bek van de Walvisch 57. : Vervolgens de Starren van Andromeda, van Pegafus, de Zwaan, de vliegende Arend, en zo veele als men bekwaamst vindt; tot dat de geftelde ten Oosten en Westen, eikanderen ontmoeten op 180 graaden van Sirius. Op den 1 Januari flaat de Sirius in de meridiaan uuren. min. van London 's Nachts te 12. : De Wester Schouder van Orion te ïo. 30. Rigel te 10. 32. Aldebaran te 9. 52* Menkar te «J. «• gr. min. Door dien de eerde aa« 20.  C is ) „ „. , gr- min. De tweede De derde ~ S8, : De vierde _^ Westelyke declinatie hebben van Sirius Na Middernacht koomen in dezelve meridiaan uuren. min. Castor te I2; naby 43. Alphard te , Regulus re "e 3« 19. De star by 't hooft vanVirgo te 5. 4 i00rdienze ' gr. min.' De eerfte ^ io, 40. De tweede De derde - , 49' 4°« De vierde Oostelyke declinatie hebben van Sirius; en" na die zelfde reegel, en na eevenreedigheid der afïtand van de aangenoomen eerfte meridiaan Star Sirius, koomen alle Starren op dien eerften Januari in de meridiaan van London, eerst de W.estelykfte en vervolgens de Oostelyke, en dus gaat het rondom de gantfche Aarde door het geheele jaar; iedere Star in een volgende Nacht 4 minuuten vroeger als in de voorgegaane Nacht in de meridiaan Lyn van elke plaats verfchynende, waar door men zeeker weeten kan hoe verre de Sirius en alle andere Starren, op een gegeeven dag zeedert den 1 Januari venvyderd zyn van het eerfte aangenoomen meridiaan punt der Aarde. De bovenfte van de drie Koningen, is wel de naaste Star van de tweede grootheid aan den equator, ftaande alleen 3a minuuten beneeden of ten Zuiden van dezelve, en  C 19 ) en is dus bykans voor alle Inwooners der Aarde, in zeeker Saifoen des Nachts zichtbaar; maar de ftand van Sirius regt teegen over de Sonne op den i Januari, houde voor gemakkelyker in de beöfFening. De Leezer gelieve aan te merken, dat deeze opgaaven van de langte der genoemde Starren, bier flegts gefield zyn als voorbeelden ter opheldering; zynde getrokken uit eenige Hollandfche tafels van de langte der Starren, voor meer dan hondert jaaren reeds gedrukt; en meede volgens het gemeene Hollandfche Heemelsplein, gemaakt door Niclaas Voogd. ( e ) Dus zyn deeze aangeweezen graaden en minuuten niet te houden voor juist en correct; maar de misdagen fhan te verbeeteren, door nauwkeurige afmeetingen of waarneemingen van bekwaame Astronomisten, die daar toe op hunne Obfervatoria alle noodige Werktuigen aan de hand hebben, en welker beroep de nauwkeurige kennisfe van zulke zaaken vordert en meedebrengt; en zonder twyfel zal elk van hun met vermaak de hand bieden om zulke taafelen op te maaken, die net zullen overeenftemmen met de verfchillcnde uurftonden en de verfchillende langte van ieder plaats. Het geene in deezen vereischt wordt, is eeniglyk, om waar te neemen hoe veel tyd 'er verloopt tusfchen het culmineren van ( e ) Iu die taafelen en op dat Heemelsplein, wordt de langte der Starren, na het algemeene gebruik der Starrekundigen gereekend van het eer He punt van Aries af, het geene 99 graaden Westelyker is dan Sirius: dogh, gelyk reeds gezeid is, ik denke in deezen best te zyn, dat men de graaden van afïland der Starreu reekende Oostelyk en V/estelyk van Sirius, ieder tot 180. B 2  van meer dan de helft van alle Geftarntens, die nu dooi den omloop der Aarde om de Sonne, en door de verwisfelinge van dag en Nacht, in de verlcheiden jaargetyden voor elks gezicht koomen; alle met een klein uur verfchil van 4 minuten vroeger in ieder etmaal, het geene in een jaar 24 uuren uitgemaakt; waar uit geblykt dat- de voorgemelde aanmerkinge in goede reeden beftaat, fpreekende van de nuttigheid en uoo . zaakelykheid van de waarneemingê deezer veranderinge in de uurtyd van het etmaal, ter ontdekkinge van de zaak die hier gezocht wordt; en zulks zal naader geblyken. Wy hebben gezien dat de Star Sirius in de eerfte Januari Nacht te ia uuren de meridiaan van London doorloopt; ( f ) en dat deszelfs komst in die ftreek ieder etmaal 4 minuuten vroeger koomt, maakende ten einde van het jaar effen 24 uuren; en dit is het echte kenmerk van het verloop van een jaar; zynde de Aarde als dan juist eenmaal meer voor de Star om haare as omgedraaid, dan voorde Sonne: Dezelve Star die den 1 Januari 's Nachts inde meridiaan is geweest, koomt vervolgens aldaar. den 14 Februari te 9 uuren des avonds den 30 April te 4 uuren nademiddag r f ) Indien bevonden mocht worden dat dit niet de vol. koomen correcte uurtyd is, maar dat'er eenige minuuten verfchil was, zulks zal geen verandering maaken in de grond van de zaak: alleenlyk moet dit verfchil aangeweezen en verbeterd worden en alles zal vervolgens zig van zelve dpr naa fchikken. Ba  C 22 ) den ia. Tuni ** A V te 1 uur 's middags den 17 Augustus te n i. , i ïvT 9 uur "es morgens den i November te „ „„- a * „, , 4 mu des morgens zo als men op het Heemelsplein .terftond aangewezen -2.et door de Zuidftreek van de beweegbaare Horizon te fchmven op de Star, en de draad [te fpannen op de dag: dus gemakkclyk kan ook.de uur van de verfchvningen van alle andere bekende Starren in dezelve meridiaan Lyn vernoemen worden: daar door kan tot London en overal ter weereld, geweeten worden, op welke tyd van het etmaal eenig Geftarnte moet koomen te liaan over ieder Gewest der Aarde; en wederkeerig, de verfdnllende tyd-van het etmaal waar op een Star h de ruendmn van eenige pïaats verlbhynt, openbaart h t verfclnl der langte: de vaste Starren onveranderlyk blyvende ftaan op hm afliand van malkander, fpreekt he van zelve, dat ze alle, reegelmaatig na evenreedig. h :d van hunne aflland van Sirius, vroeger of laarer f„ eerst en vervolgens die ten Oosten Haan Op het Heemelsplein waar van gefprooken is, de verkooren Starrebeelden en bezondere* groote Starre , „ dezelve geteekend zynde 20 nauwkeurig en onderfche dentlyk kenbaar als mogelyk is ten dienlïe van den Ze man zo ten opzichte van hun breedte of declinatie ten Zuiden of Noorden van den arator cirkel, als ook ten op-hte van hunne Ooster of Wester dedinat e v^ aangenoomen eerfte meridiaan Lyn, zoude men m vracht meridiaan lynen uit de nnni l ,, yilcn U1C oe pool kunnen trekken tot over den arator op den afftand van i5 tot « graden wen zdft " TU ™^-pheteerne 2£2t voor'' 1 Z01] ? eCnige naameetin^ ^ bereekenmg, voor t oog zal koomen hoe verre althans in geheele « halve  ( *3 > halve graaden, een verfchynende Star afflaat van do meridiaan lyn van Sirius. de Zeeman dit weetende, en. ziende dat de culminatie der Star by hem valt op een ander uur als tot London, weet daar uit zeeker dat hy niet is onder de meridiaan lyn van London: dit gaat even vast, als dat hy op ]t tydflip van de Londonfcbe Klok van iz urnen, geen middag of middernacht kan hebben, indien hy 10 of meer graaden ten Oosten of ten Westen van London is: vindt hy een Star in 't Zuiden of Noorden voor hem culminerende, op de uurtyd op welke dezelve ook tot London .culmineert, dan is hy zeeker dathy onder dezelve meridiaan lyn is als London C g ) zynde onmoogelyk dat hy de Star op t zelfde moment der volftrekte tyd, zoude kunnen zien in dezelfde ftreek indien hy was in een verfchillende fireek. leder Star die dus op 't Heemelsplein geplaatst is op zyne juiste langte en breedte, wordt daar door tot een • vaste meridiaan wyzer; en een bekwaam Stuurman dm uit den Azimuths Boog van de Sonne, zyn bekoomene breedte weet te vinden, en zyne breedte gevonden hebbende , uit de Azimuths Boog het uur van de dag weet, zal op een reeds bekende pools hoogte, uit de Azimuths Boogeencr bekende Star, ïnsgelyks ras bereekenen het uur waar oP zulken Star in zyn meridiaan moet koomen ; of indien hy de Star waarneemt m een Westelyker r g ) Dit heeft echter geen plaats ten opzichte van de Star Sidus bepaaldelyk oP de eerfte januari Nacht: dezelve wysc ,s dan de middernacht aan, overal waar llMJ gelyk de Sonne aan de andere zyde der Aarde de mrddag aanwyst: maar op alle andere Nachten van het jaar, enaanal* andeie Starren gaat deeze regel vast. B 4  Westelyker ftreek, zynde reeds de meridiaan doorgei loopen, zal hy wel naareekenen op wat uur de Star in zyne meridiaan geweest is : doch deeze waarneeming en bereekeninguit de Azimuths Boog, heeft de zwaarigl heid dat ze eenigzints berust op de juistheid van zyne compasfen of op de zeekerheid van derzelver miswyzine • maar de ftreek van de Star onderfteld wordende als juis°t,' kan hy door verfchuiven van de beweegbaare Horizon' op '