II   è. A N M V N E MEDÊBÜR.GEN DER STAD MONTFOORT, TER OVERWEEGING fan ons Rtquest aan de Edele Achthaare Heereti Burgemeesteren en Vroedfchappen derzetver Slad} laastleeden, geprafenteerdi Alomme te bekomen voor vier Stuivers,   AAN M YN Ë MËDEBURGEREN c kr STAD MON TFOORT, TER OVERWEEG ING Van ons Requêst aan de Edele Achtbaan Hèereri üurgemeesieren tn Froedfchappèn dèrzeher Stad iaatstlcèdèh, gépréfentêerd. ' Het reegenachtig Weêr dat wy dezer da^ gen hebben gehad , deed my meer dan gevvoon thuis blyven; daar door eeraakte ifc iï verfchilhende overdenkingen , wal^onder ook deeze: Hoe het thans met onze Stad en Inwoonderen wasgelteld en wel byzonderlyk vest°°d en dit mo«Ten wy nooit hebben verzogtl Dan, ik weet wel, dat tapte Medeburgeren; my konnért teègecwerpen^ A 2 en  C4") en zeggen: Zulks zoo zynde , hebben ivy beeter gelee* genheid, om in vervolg van tyd, bekwaame Regenten uit onze Burgers, voor ons te verkrygen, en van geen Vreemdelingen te worden geregeerd Niet lang geieeden hebben vjy daar nog een voorbeeld van voor ban~ den. Een ieder van ons is bekend, dat ten tyde van tene vacante Vroedfchaps-plaats, zeker Ij eer om dezelve, by onzen Gezagvoerder van de Stad, foüiciteerde, en aan tvien ook door Hem de eerfle openkooviende Vroedfchapsplaals, was toegezegt. Doch ziet 'er komt eene tweede Sollicitant te voorfchyn , een menscb die nooit anders geleerd hadde, dan in de Vyzel te ftampen, en zommige Recepten, door Profsfor of Do flor voor Zieken geordonneerd. in gereedheid helpen maaken , en naar het buis der Zieken te brengen', jaa misfehkn zyn geboorte plaats niet hebbende geiveeten. Dcezen zeggen vjy wierd tot verwondering van een ieder onzer. door Zyne Doorluchtige Hoogheid aangeleid als Vi oe.dfchap, met voor by gaan van de eerfle, van tvien> cis ook van deszelfs Vader, onze S.ad en Armen zier vecle voordeden genooten Dan, dit was juist het ftuk dat ik beöoge TJ liedtn is bekend, dBtde eerfte door onzen Chef de Vroedfchapsplaats zoo veel als toegezegt was, doch mislchien, naa eenige overwe gingen berouw daar van gehad, en gedacht hebbende: help ik lieden van verftand en vermogen in de Vroedfebap. woonen en regeeren die in onze Stad, dan zal myne heerfchappve gekortwiekt worden. Die zoo konnende zyn , komt onzen i\potekar als SJlicitant te voorfchyn , toen had me een zoo genaamd eerlyk verleg, men prefenteerd om quafie, een man van woord te zyn , het lot tusf hen beide, dat de eerfte, als ouder Üurger en Inwoonder afflaat. Waarop de tweede is voorgefteld en Vroedf hap geworden, en door fterke aankruijmg van onzen Stads Chef'het zoo verre heeft gebracht, dat hy by vacature van het Secretaris - ampt, met het zelve door een van  co van Hun Ed. Mog., wiens tour het wis om tebe- geev/cn, is begunftigt geworden Maar helaas! zyn brem heeft deeze posten niet konnen weeritaan! Hy is aan 'c zwymelen geraakt! en iaar door zoo verzwakt, dat hy eim.elyk en ten laatiten^ gelyk ons btkend is, den adem heeft uitgeblaafen; is ,n de kist gelegt. en door Timmermans Knegts achter uit het huis gedragen en in de Schuit gebracht , naar Utrecht vervoerd en aldaar onder de aarde gedolven. Tot welzyn van onze Stad en Secretarye. Zyne vergaande Huisvrouw was hem in zaaken onze Fe-retarye betreffende nog al behulpzaam geweest, doch Jet is gebleeken dat zy in vroeger dagen meer kenms en ervarenheid van de Galanterie en J^rnarkten heeft gehad , als van zaaken onze Stad betreffende. Want naa zyn overlydéh heeft men aan zynen Opvolger een douceur toe*elegt, om de Notulen en andere ftukken, ra-kende Stad en Ingezetenen , in order te brengen. Maar twee bovengemel de Heeren Vader en S°/n\Tunde ,de,fleSte huishouding van onzen tbej, hebben beide gerelolveerd , om een ieder met zyn Huisgezin uit onze Stad te veraderen, en naar elders te gaan woonen, hetwelk wL cZ1?™ nda, is §efchied; en alle hunne vaste Goederen rerkogt, als willen ie geen eenen fteen meer in onze Stad bezitten. Zyndedi' vertrek tot een zeer merkdyk nadeel voor Stad Ambachtslieden enz. Doch bvzondervoorDia- iZ^rkhQ-Am™>die d- « Nu vraag ik U lieden allen : Wat konnen «n Pfö?® Doorluchtige Hoogheid Stengen ? Wat kwaad heeft dien Vorst ons bewont? immers niets! Is dat Zyne üoorlugtiVe Hoogheid te wyten , dat Hy door een kwaiyk getmenttoneerd mcnsch, (die als AlleenheerHier met alleen onze Stad en Burgeren , maar het A 3 ge-  gchede Land van Montfoor.t, en dat qndsr fehyo van echt, onder zyn geweld zoekt te krygen) door het voorftelien van zulke en dergelyke perfoonen als Vroedfchappen, bedrogen word? Ik zegge, en op goede gronden> Neen! Zyne Hoogheid heeft g en kennis aan die perfoonen mnar is in dat vertrouwen, dat een Schou van eene Stad niets anders ten doelwit hebbel als nm het welzyn van Sad cn Inwoonderen te behartigen, en ook niet anders dan volgens de wetten , een van de bekwaamfte en gegoedfte Burgeren y/orden voorgefteld. Zyne Doorluchtige Hoogheid word hier in misleidVertrouweede dat Hy met een onrecht behartiger van Stad en Inwoonderen te doen heeft, en dat de vqorgeftelde perfoonen de vereischte bekwaamheid en bezittingen hebben Doch zulks is zoo niet. Niet anders dan Eigenbelang word 'er gezogt! En dat konnen wy hier uit zeer duidelyk opmaaken. Hebben wy niet gezien en beleefd, dat onzen Chef by zyne Ambten nog heeft wee en re verkrygen, eene plaats in de Vroedfchip? Hebben wy hem niet zien regeeren als Burgemeester? jaa zelfs de Commisfen zien bekleeden en dat v/el eea van de groofte in de Ad wiraliteit. Noch meer! Hebben wy niet moeten zien en ondervin-Jen, dat Hy een van onze Vrodfchappcn, een menseh verre boven het getal van Jaaren, daar den Komnqiyken proleet David van fpreekt, die fchier," zoo niet geheel, in de kindfche weereld was; jaa zelf ooor zeeker Advocaat, by een gehouden pleitg.ccing als innocent wierd aanhaald, tweemaalen tot het Burgemeesterfchap heeft weeten te bevorderen, enkel en alleen om door dat manneken zyn heerfchxucht in ftand te houden, ui dat alles met voorby gaan van andere braave Regenten. Daarom zegge iknogmarls, dat wy Zy  C7) Zyne Doorluchtige Hoogheid hier in nietskonnen wyten. Maar de fchuld legt op ons. Hoe menigmaalen hebben wy wel niet gezegt: De Wagen gaat niet regt! Hebben wy ooit over die handelwyze geklaagt, aan onze Vroedfchappen, aan de Ed Mog. Heeren Staten van onze Provincie, of aan onzen dierbaaren Erfftadhouders? Neen! maar wy hebben uit menleken vrees, of vrees voor onderdrukking; of, Ik zal hei u te pas brengen, is het aan u niet, hét is aan mve familie! zulks in de geboorte gcfmoord, met voorby zien van God, Wienzelf. de.harten der Koningen in z\ne hand heeft, en neigt ze tot ivaterbeekcn iverivaards Hy uil. Daarom zeg ik, le^t all' deeze handelwyze ten onzen lasten. — Wy 'hadden ons by Requeste ootmoediglyk moeten vervoegen aan de Edele Achtb. Magiftraat, als onze Burger-overbeeden met verzoek: of Hun Ed. Achtb. met gunftiglyk zouden willen geheveu te voorzien, om 'een uit hnnner midden (exempt onzen Chef) te committeeren, om, by vacature van een Vroedfchap, volgens ordonnantie d~ar op geëmaneerd, by zyne Doorluchtige Hoogheid, aari wien by zyne Inilallatie het begeeven van "Vroedfc happen, Bürgemeesteren en Seheepe-. nen; jaa alle commisfien zyn geoffereerd, eene nieuwe Vroefchap, uit een van onze gequalificeerfte Burgeren, uit na?m en.van weegen onze VroedlHiap, ter vervulling van dé open zynde plaats voor te nellen; insge'.yks met het overl; everen van de Jaarlykfche verandering der R geering van Bürgemeesteren, Scheepenen en de Commisfien Dus doende zouden de zaaken gewis eenen anderen keer hebben genoomen. Dan. wy zyn nog dezelfde, dat niet gefchie.1 is kan nog gefchieden! Hadden wy het gemk mogen genieten van een onzer Bargervadereu, aan wien de ArcbiA 4 Oak zoude de vraag verder konnen gaan. Waar biyft dan het overige geld? Hier op zoude men konnen antwoorden: Dit zou mén konnen hooren als de Reekeningen van Ambachtslieden en andere Sinjeurs, die aan en voor de Stad werken, met open deuren ten aanhosren van een ieder Burger, die zulks wilde bywoonen , wierden üoorgeleezen. Daarom herzeggeik, hebben wy billyk en met recht verzogt, van deeze vreemde belastingen ontheeven te zyn. Dan wy hebben tot dus verre ons eigen welzyn behartigd; maar wy zyn ook verplicht voor Stad en arme Ingezetenen zulks te doen. Dus moet f*S Deezen Rel verflove! de Asrtïe en T)nodsb?onderérf vaÜf het Kerkhof. door dezelve naar zynen Tliuhi te laaten vervoeren. (*') Als deezen Draak op zekere plaats . daar Reent eli Gerechtigheid heerscht, zomtyds niet een koe!;s!;eii wierd gBRüc'. ven,.dat facm in zyne woede wat bitter üalt om k vsrteerï»}. daar zou rcesni^ een Uce.r zyn Kaan niet kraaijeu.  C n ) moet ik dan myne waarde Medeburgeren onder 'ï oog bFfingen, dat wy in ons Request hebben vergeeten aan Hun Ed- Achtb- ootmoedig te verzoeken: Dat de Ordonnantiën en Placaaten van onze SEad, het zy die, welke door Hnn Ed. Mog. de He-eren Staaten van onze Provincie , gegeeven, of die, welke door Bürgemeesteren en Regeerders der «Stad Montfoort zyn gemaakt, ten ftipften zullen moe-ten worden naagekoomen. Het zy omcrend het Verknopen van Va^te-of Meubilaire-Goederen, Transporten, Plechten, Taxatiën , Extra&en , als ook in zaaken van Rechten, en wat des meerder is. DatgeeneOrdonnantiën van andere Steeden ter zaake van eeE-ig. gefehil, zoo als die van de Stad IVyk by Duwfieede, zal worden gebruikt, om daar dezelve Reekening te rnaaken ten lasten van de'een of ander Burger of Jngezeetenen, maar een ieder wie hy ook zy, zig zal moeten reguleeren volgens onze Stads-Ordonnantiën daar van zyn de. Insgelyks dat onze Ordonnantiën en Reglementen, raakende de Schmtcry en het link van den Brand , ten naauwkeurigfte zullen worden ten uitvoer gebracht. En ook wel in 't byzonder die, omtrent het onteeren en fchenden van Gvds Heiligen Naam cn Dag. Waar door aan onze getrouwe Leeraaren veele moeite en zweet zoude [worden gefpaaFd, om zulks openlyk van den Predikftoel, jaa zelf met den vinger wyze, en grooten aandrang te verzoeken, dat deeze heilzaame Piacaatm en Ordonnantiën zullen worden naagekoomen Dat het Hun Ed. Achtb. zouden gelieven te behage-n, om den Thefaurier Burgemeester in der tyd te gelasten, vangeenDiennerstoteenigStads Werk hoe genaamd te gebruiken, of laaten gebruiken, om dat die perfoonen buiten dat hun beftaan,-jaa meer dan veele Burgers, en boven dat  C 12 > dat nog twee uit hun vrye Wooningen van de stad hebben; Maar daar toe te neemen, lieden des kundig, die anders fchier hun brood moet-n gaan bedelen, ten minnen in eenen zeerarmoedigen ftaat leeven, van welken wy Inwoonderen genoeg binnen onze muuren hebben. Dat Hun Ed- Achtb. ook wel naauwkeuriggeheven gade te flaan, op de Reeken ngen van de Ambachtslieden die voor Reekening van de Stad werken: Voor eerst, of de Porten op hunne Reekening en gefield, wel over een komen met netwerk door hun ge,:aan; ten tweede, of de bouwftoffen welken zy leeveren wel van goede fpecie en deugd zyn, hier door zoude konnen worden voorgekoomen, dat het werk welk het eene Jaar is gemaakt, het volgende Taar niet wederom behoeve hermaakt te worden Dat Hun Ed. Achtb. ten tyde als de Stadspalen en Wandelwegen worden gezand, ook wel m acht gelieve te laaten neemen; op dat het zand welk voor Reekening van de Stad geleeverd word, niet van de regte Paden en Wegen afloopt. ° Of Hun Ed. Achtb. niet zouden kunnen goedvinden, om de gefnoeide Takken van de Ype enLmdeboomen, in de Stad en buiten dezelve gefnoeid wordende, voor zoo verre dezelve de Stad zyn betreffende, by publicoue veilinge te verkoopen. Niet twyfelende, of Han Ed. Achtb. zullen ons ook dit te verzoeken, gunftig approbeeren; als ftrekkende tot nut en voordeeleen voor Stad en Ingezeetenen. Wat onze Schuttery betreft, die, naa ruim een derne van eene Eeuw als onder de aarde is gedolven geweest, maar nu wederom te voo-fchyn is gekoomen. Of fchoon Collonel enverciere Officieren, het zy in naam of daad, zoo veel en weinig als 'er zyn geweest, evenwel twee  ( '3 ) tweemaal in ieder Jaar het Rouwmaal daar vatï hebben genoomen, en zomtyds tot dat de klok weinig floeg, duurde: zonder zig in 't geringde over de Rechten en Voorrechten, die een ieder Burger van dezelve, volgens Ordonnantie daar van zynde, toekoomen te bekreunen, Dan het is meede onzen post en plicht, om aan Hun Ëd. Achtb. oormoedig te verzoeken, dat het Hun Ed. Achtb gunftiglyk zoude behaagen: Om Collonel of Capitainen, by wie van Hun drieën de Penningen de Schuttery toebehoorende, zyn berustende, te gelasten en beveelen, om binnen den tyd van de eerstkoomende zes weeken, te doen behoorlyke Reekening van ontfang en uitgaaf, en dat wel met open deuren, naa voorafgegaane bekendmaakinge en openbaare klokkeflag, ten aanhooren van een ieder Burger die geneegen is dezelve aan te hooren. Op dat wy daar door zoude konnen weeten , hoe veel 'er voor ons te goede is, van het geene ons Jaarlyks van de Schuttery is competeerende. En als wy dan deeze penningen ontfangen hebben, zoude ik aan mync Medeburgeren ter overweeging geeven, of het niet raadzaam waare, dat, wy in fteede van dezelve nutteloos te verteeren, niet liever daar voor zouden koopen, Snaphaanen, Patroontasfen, Kruid en Lood, op dat een ieder Burger volgens onze Ordonnantie van de Schuttery , daar van voorzien moge zyn, om, het zy in tyde van tumult, of andere ongelukken (jdaar God ons genaadiglyk voor behoede) als een braaf en getrouw Schutter onder zyn Vaandel te konnen komen. En dan hebben wy geene' verzoeken te doen, of de Stad lastig te vallen, om ons van het noodige tot den Wapenhandel te voorzien. Maar wy kunnen zulks koopen en betaalen uit de penningen , die ons rechtvaardig toekoomen. YVant in voorgaande tyden hebben wy  (H) . Wy het genöoteri, waarom dan nu ook niet$ Bë Goederen en Jnkoomen van de Schuttery zyn immers dezelve? Het inkoomen dat dezelve heeft is Jaarlyks betaald, of zoo het niet in iede1" Taar is geweest, echter is ons bekend, dat 'er geene mankeering aan de penningen zyn geweest. Örft verder hier hfc te wyden z«Uenwy voor dit maal ihaken: Alleen nog dit volgende: Pftl wy thans in den Wapenhandel zoo verre zyn gevordert, laat ons dan niets affchrikkenVerdeeldheeden moeten onder ons nog ftand ] nog p aats grypen. Een iegelyk zy getrouw on^ der zyn Vaandel Laaten wy onze Officieren alle achting, gelyk betaamd, toedragen, zyn er onder dezelve oude van dagen, laaten wy geduld oefenen. Eensgezindheid moet ons al'en bezielen, tot welzyn van Stad, Land en' Kerk* Laaten 'er geene vreemdigheeden onder ons Schutters door listige uitvindingen, die reedenen tot twist onder onze eensgezindheid zouden konnen verwekken, influipen. Bemerken wy zulks onder ons: Laaten wy ons dan wenden toe onzen Ccmpetenten Rechter, metoot. oedig verzoek. Om de zulken onder ons, wie hy ookzy al was bet zelf onzen Collonel, te deporteeren en • voor inhahii te verklaaren. Laat menfehen vrees ons noo't bekruipen want dan maaken wy ons fchuldig aan Mem eed) Wy hebben gezwooreu, om, in alle voorvallen* de geleegenheeden, onze Stad houw en getrouw te zyn Jaa zelf moeten wy, indien het kwam te geoeuren dat onze Heeren Staaten, met en beneevens onzen Doorluchtigen Êrffcadhouder ons kwaamen op te roepen , om voor het Vaderland te ftryden, het. zy, of, om in de Bezettingen of te Véld te trekken, met ons Geweer (*) Hier ren he'ben onze P*r*uea in het hgln vr.n ieezt Ecu-:: nog een Myk gegetveu»  C*5) weef en Wapenen manmoedig den Vyand tegen gaan, tromp en punt bieden, om te overwinnen, of tot den laatften droppel bloed die in ons is, daar aan te waagen; dat wy met met woorden, maar met daaden betoonen te zyn, welmeenende Burgeren van onze Stad, Provincie en Vaderland. Ter verdeediging en hanahaaving van onze Vryheeden en Voorrechten, door onze roemruchtigen Voorvaderen bevochten, als ook ten aanzien van die, door onze Ed. Mog Heeren Staaten, als Burggraaven van onze Stad en Lande van Montloort, gegeeven. Laaten wy dit alles met ïever en dankbaarheid behartigen. Verder is rnvnen wensch: J Dat de fchynheiligheid onder ons moge Worden ontdekt (*> en geiiraft Dat recht en gerechtigheid binnen onze muuren woonen. Laat ons dan met een vereenigt hart God bidden, dat Hy Eigenbelangzoekers, Bloedzuigers eu Onderdrukkers van weduwen en Weezenonder ons, doet zien, wat gevaarlyke fcheozelsdat zyzyn, en, offchoon zy zig verbeelden, alles naar hunnen zin en welgevallen hier op de weereld te konnen verrichten, zy evenwel hier in volhardende, namaals niets andrrs zullente wanten hebben, dan van Beëlzebub en zyne Euvelen gety>terd te worden in bet helfche vuur , daar niets dan wroeging en knaaginge, over bun al bier eehuaen gedrag, zal zyn. Nu dan waarde Meedeburgeren, myn hartgrondige wensch en bede is: Dat deu geerder van 't geheel al, onze harten, gangen cn wegen moge bellieren en richten naar Zy- nen (*) Daar door zou zeeker G.. Geleerd™ konnen worden, om. te zien, hei fcj faddvke^ r,?° «"»,v«Hdi zyne Dochters; en belenen haaren aaeelvkrrh™ £handelyke van  nen wil en welbehaagen. Dat wy moogeü lêeven tot, eere van Hem, nut en welzyn van Stad, Land en Kerk.. Ik eindige met dit nuttige Versje vau Pater Abraham van St. Clara. De Nacht kan voor geen Jihaduw' firekken, Om gruweldadn te bedekken. Gods oog, van hoven, ziet beneên Door de ollerdikfee neevels heen. En ben Uwen getrouwen Medeburger Montfiort. ; den .November1783.