TEGENWOORDIGE STAAT der DUINEN van het voormaalio gewest HOLLAND; zijnde het EERSTE DEEL v a Jï het ALGEMEEN RAPPO der COMMISSIE van SUPERINTENDENTIE over het onderzoek der DUINEN. * 1 E WiË%? HERDINGH e n<4^^^P^I TIER mdccxcviii.  Op Last der Commisüe ten bewijze van egtheid ondertekend door mij étcretaris der Commisfe,  GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. De Cornmisfie van Superintenderitie ove-f het onderzoek der Duinen Van het voormaalig Hollandsch Gewest, Aan Het Adminiftratief Belïuuf van hétzel< ve Gewest. Medeburgers! w ij hebben de Eer hier nevens overteleggen hét Eerfte Deel van het Algemeen Rapport jegens be£ onderzoek der Duinen van het voormaalig Hollandsch Gewest, in voldoening aan den Last, ons,bij Decreet Van het voormaalig Provintiaal Beftuur van Holland van 37. September 17^6. opgelegd. Het zal veelligc Uwe verwondering wekken, dat wij naa ee,n tijdsverloop van bijna twee Jaaren, eerst dit pns Rapport uitbrengen; doch eensdeels is dit toetefchrijven aan den aart der Commisfie zelve i die wij de eer hadden te bekle'eden. Immers veele informatien moesten wij inwinnen, die van fommigen fchoorvoetende inkwamen, eer wij ons tot de Infpectien der Duinen konden begeeven, en .deeze Infpectien vorderden ook herhaalde en langduurige Reizen. Dit moest voorafgaan , om- Bouwfioffl-n optezamelen voor ons groote Rapport, en ten einde vaste oogpinten te ftellen, waar uit wij het geheel kenden does overzien; terwijl ook onder de Leden onzer Commisfie, op vier onderfcheide Plaatzen woonende, meest alies door Briefwisfeling moest worden gehandeld, * a waar  waar mede natuurlijk veel tijd verliep. — Anderdeels heeft de verwisfeling des Beftuurs in het voorig Holland ons meer dan ééns onzeker doen zijn , wegens de voortduuring onzer werkzaamheden. Bij de aftreeding in den beginne des voórigört jaars van het geweezen Provintiaal Beduur, uit wiens Boezem wij gekoozen waren, Haatten wij onze werkzaamheden, en vatten die niet weder op, voor wij bij het vernieuwd Beduur als Le. den deezer. Commisfie gecontinüeerd werden. Nog meerder werdt onze arbeid gedremd naa de groote gebeurdtenis van 22. Januarij 1. 1. Te vergeefsch hebben wij van het Intermediair Adminidracief of eenig Hooger Beduur een ltelhg Befluit op onze aanvraage ingewagt, of wij met het reeds ver gevorderde onderZoek na den tegenwoordigen daat der Duinen al dan niet konden voortgaan. Dit alles moest het Rapport natuurlijk doen vertraagen; en wij vertrouwen dat men, deeze redenen in agt neemende, vooral na de Leftuure vart hetzelve zijne verwondering zal afleggen, dat wij niet eerder daar mede gereed hebben kunnen zijn. — Het fmert ons, dat het Rapport, uit hoofde van het agterblijven van een Decreet wegens de voortduuring cr.zer werkzaamheden, waar door wij vermeend hebben ,'het neemen van vifie van de Bewijzen van Eigendom, en van andere Informatien, niet verder te magen voortzetten * onzes ondanks minder volleedig is geworden , dan wij gaerne gezien hadden. •; De informatien die wij nog moesten inwinnen, waren egter niet van zodanigen aart, dat wij langer behoefden te vertoeven met het Rapport, en met het ontwerpen van het groote Plan, 't geen van ons gevorderd is. Ons verlangen om van onze bevindingen en handelingen veiflag te doen, deedt ons zelfs in de laatite Maanden daai mede allen fpoed maaken. Wij gevoel-  VöeWèn-önza verpligting, om liet tijdperk zo veel hi 6ns was te vervroegen, dat het Bataafsch Gouverndment daadelijk eën aanvang maakte met het neemert •der noodigé middelen, dm van de woeste grond-n ort*. zes Vaderland meerdere voordeelèn té trékken: bovenal riaa dat de Aélé van Staatsregeling was aangenomen, Waar bij volgens Art. LIV. der Algeméene Beginzelen, •„ De Maatfchappij beveelt de meeste "bevordering van iy den Landbouw, en deszelfs bloei, bijzonderlijk térl „ aanzien der nog ledige en Woeste gronden door de i, gantfche Republiek.". Wordende bij dezelfde Adte .het Vlllfte der Addiciorieelè Artikelen, ter bevordering •van den Landbouw, het neemen van de kragtdaadig* fte maatregelen aanbevolen aan de Zorg van het Vertegenwoordigend Ligchaam, „ dm de woébte Gronden ten vocrdeele der Republiek te bereiden": terwijl het Agentfchap van Nationaale Öeconomie, zich mede tot den Landbouw üitftrekkende, de Natie Verders Verzekert, dat deeze bron van haar welfaaren langs hOa milder zal vloeijem . Wij verheugen ons in dé fehoöne vooruitzichtenlij die zich van deeze zijde voor ons Vaderland opdoen j en wij verwagten te meer, dat het niet bij enkele uit-' ziichten zal blijven, om dat dè Natie langs hoe meer op deeze haare belangen opmerkzaam wordt, eri eene zacht ter bevordering van dezelve langs hoe meer bij Haar; aanwakkert. Wij rekenen hét ons zo tot eer als pligê dien ijver aantevuuren; en wij, die in deezen geheel belangeloos gearbeid hebben , ftellen er eeri hoogert prijs op, de Ecrfte Commisfie te hebben bekleed, die immer van wegens het Beftuur in deéze Republiek Gp« zettelijk heeft mogen arbeiden aan een Plan, om' nutloos liggende Gronden nuttig te doen worden voöf de Natie. * 3  De ijver die ons bezielde , fpoorde ons aan om het afge werkte Eerfte Deel van ons Rapport ten fpoedigften bij U intezenden, bevattende den Tegenwoordigen Staat der Duinen met alles wat hier toe betrekking beeft. Dit maakt op zich zeiven een geheel uit, waarom wij oordeelden dit afzonderlijk te kunnen inleveren; terwijl de inlichting hier door verkreegen in eene zaak, die in het donker verhooien lag, het Be? ftuur te beter kan voorbereiden , om te wikken en te weegên het Algeméene Plan, 't geen het Tweede Deel van ons Rapport zal uitmaaken, en waarbij wij met overzicht van het geheel, de voornaame zaaken zullen tragten aantewijzen, waarop men tot meerder Vruchtgebruik der Duinen moet agt geeven; — en zodanige kragtdaadige maatregelen voorflaan, als onzes oordeels va-n de zijde de» Beltuurs kunnen genomen worden», om deeze Vruchtgebruiken daadlijk aan de Natie te bezorgen : maatregelen, die wij vertrouwen dat voor het meerendeel niet alleen op de Duinen , maar ook op de Honderd duizenden Morgens Heijden en woeste Gronden, die over de geheele Republiek verfpreid zijn, betrekkelijk kunnen gemaakt worden. DitPlan is reeds voor het meerendeel ontworpen, terwijl hec eerfte Deel werdt afgedrukt, 't geen wij hoopen binnen weinig tijds door het tweede Deel-te doen agtervolgen. Het belang, 't geen wij meenden dat de Natie in het algemeen, en de Eigenaars die hierin onmiddelijk betrokken zijn in het bijzonder, zouden Hellen in dit ons Rapport, deedt ons befluiten het zelve met allen mooglijken fpoed ter Drukpers te leggen, om dit, naa dat het bij U ware ingeleverd, algemeen verkrijgbaar te maaken. Wij befchouwden die als een noodzaakelijk aanhangzel op den Tegenwoordigen Staat der Nederlanden, daar het werk onder dien naam uitge- gee-  geeven, hoe naauwkeurig in andere opzichten, bijkans niets meldt van de gefteldheid der Duinen; waar na men ook in andere Plaatfelijke befchrijvingen van ons "Vaderland te vergeefsch zal zoeken. Daarenboven wilden wij ons Rapport openlijk uitgeeven, om de algeméene onkunde wegens den ftaat der Duinen, en de vooroordeelen die hieruit zijn ontdaan tegen de Cultuur derzelven, bij de Natie zo veel mooglijk wegteneemen, en Haar, die eenmaal de maatregelen door het Beduur te neemen in de hand moet werken, Wier toe optewekken; terwijl wij ook geenszit;s onverfchillig waren hoedanig onze werkzaamheden door het Publiek befchouwd werden, tot wier beoordeeling wij Hetzelve thans in daat dellen. Te minder aarzelden wij dit door den druk gemeente maaken, omdat dit zonder eenige kosten voor den Lande kon gefchieden. Het is ons egter niet genoeg het nevensgaande Rap-' port aan U overteleggen, behelzende onze bevindingen van het geen wij onderzogt hebben: wij meenen iook te moeten berigten de wijze, waarop wij ons Onderzoek hebben ingerigt. In het Provifioneel Rapport op 17. Maart 1797. bij het toenmaalig Beduur van Holland ingebragt, en te vinden in de gedrukte Decreeten van dien dag, gaven wij een verflag van 't geen wij tot dien tijd verrigt hadden; waar uit bleek, dat wij toen flechts Cognitie hadden van de Gronden, die in Erfpagt waren uitgegeeven. Wij gaven bij het gemelde Rapport te kennen, dat deeze Erfpagts - gronden weinige Morgens be-droegen, en het voornaamlijk aankwam op de groote Partijen, die Particulieren in Eigendom bezaren. Oia deswegens de beste en naauwkeurigfte informatien te bekomen, fchreeven wij de volgende Circulaire aan de Secretarien van de Dorpen en Didriclen, langs; 'denDuinkant geleegen. * 4 _^an  Aan den Burger Secretaris van medfburger! „ De Commisfie van SSuperintendentle over het Öa» ,, derzoek der Duinen, door het Provintiaal Beftuuf j, aangefteld * om dèn tegenwoordigen ftaat van Hol„ lands Duinen te onderzoeken, en in het bijzonder „ zich te införmeeren wegéns de Eigendommen, die ,, aan Particulieren toebehooren; heeft geoordeeld zich }, ten'dien einde ook te moeten vervoegen, bij de re,, ipeótive Ambachten en Diftriflen der Provintie. En ,, het is op la^t der Commisfie voornoemd, dat ik U „ als Secretaris van verzoek mij te berigten, of er onder uw Diftridl „ Duinen zijn, welke aan Particuliere Eigenaars of „ Heerlijkheden toebehoren: en zoo jaa; uit de boe„ ken der Verpondingen van uw Ambacht, in zo „ verre zulks aldaar gemeld ftaat, aan mij optegeeven, of te doen opgeeven. 1. „ Van welke Duinen, Zo woeste als gecultiveer„ de, onder uw Diftriét geleegen, Verponding betaald, „ of van i welke remisfie van Verpondingen verleend „ wordt " . 2. „ Op wier naamen deeze gronden ftaan." 3. „ Hoe groot de Verponding deezer Duinen is.** 4. „ De groote in Morgentalen en Roeden van elk „ deezer gronden." 5. „ Waar dezelve precieslijk geleegen, en hoe ze „ belend zijn." „ Ik verzoek U , mij deeze opgaave te fuppediteeren, „ uiterlijk binnen den tijd van twee Maanden." Heil en Broederfchap, Legden 1797. (get.) JAN KOPS. A. L. B. T. Secretaris dsr Commisfie Voornd. Nai  Naa dat'de informatien bij de bovenftaande Circulaire gevorderd fuccesfievelijk waren ingekomen, maak* ten wij ons gereed de Duinen zélve te infpecteeren, bij welke infpeftien wij ons twee voornaame oogmerken voorftelden: vooreerst te onderzoeken, Welke Duinen aan de Natie, welke aan Particulieren toebehoorden , en hoedanig de loop en belendingen dier oaderfcheide 'Eigendommen waren: ten anderen, de plaatfelijke gefteldheid der Duinen opteneemen, inzonden heid Voor zo verre daar van eenig Vruchtgebruik zou kunnen getrokken worden. Wegens het eerfte den loop der Eigendommen waren wij gebrekkig voorgelicht door de ftraks gemelde Informatien, waar bij ons van veele Duinen geene groote of belendingen waren opgegeeven; en öp de plaats zelve zouden wij, alleen met deeze Informatien toegerust, weinig tot ons oogmerk hebben kunnen uitrlgten. Wij meenden hier in het best te zullen llaagen, door bij de InfpecYien elkett Eigenaar ter aanwijzing van zijnen grond opteroepen, waartoe wij bij onze eerfte infpeftie de volgende Annonce in de openlijke Nieuwspapieren deeden plaatzen. „ De Commisfie van Superintendentie over het ort„ derzoek der Duinen van Holland, door het Provin,, tiaal Beftuur aangefteld; gereed zijnde, om door oculaire Infpeclien te onderzoeken, welke Dnïnert „ aan de voormaalige Graaflijkheid, thans het Vólk van Holland toebehooren, ten einde te pra?pareeren '?, de afmeeting Van deeze Duinen, welke vervolgens onder haar opzicht zal gefchieden, zal hier toe bin„ nen kort vaceeren in de Ambachten en Distriéten ■„ van Velzen, Aelbertsberg, Tetterode en de Voge^ „ lenzang, Noordwijkerhout, de beide Noordwijkert „ en Langeveld, de beide Katwijken, Wasfenaar en % Scheveningen." * 5 n Edoch  „ Edoch, daar uit hoofde van de onzekerheid van „ fommige limietfcheidingen , tusfchen de Nationaale ,, Duinen, en de Duinen die aan Particulieren toebe,, hooren , bij de gemelde meeting eenige prsejudicie ,, aan de wettige Eigendommen van Particulieren zou 5, kunnen toegebragt worden, indien niet de Eigenaars „ zelve vooraf deswegens gehoord werden ; zo wordt I, een iegelijk, die in de bovengenoemde Diftriclen of „ Ambagten. eenige Duingronden bezit, 't zij hij de„ zelve gekogt, van den Lande gehuurd, of in Erf„ pagt verkreegen heeft, ten ernstigften verzogt, en des noods gelast; omme zich op zijnen grond te „ fifteeren, of iemand van zijnentwege te Hellen, ten „ einde aan de Leden der Commisfie van Superinten„ denrie voornd., of aan door haar hiertoe Gequalifi„ ceerden, aanwijzing te doen, hoe verre zijne Duin„■ gronden zich uirftrekken, en hoe dezelve belend zijn: „ egrer met dien verftande, dat deeze aanwijzingen „ niet zullen gereekend worden daadelijk te beflisfen, „ de wettigheid en uitgeftrektheid dier Eigendommen, „ indien naamlijk deeze aangeweeze limieten op eene „ enkele fustenue, en niet op valable bewijzen zou„ den mogen fteunen. — En zullen die Eigenaaren, „ welke nalaatig mogten zijn, deeze aanwijzingen te „ doen, zich de geyolgen moeten getroosten, die hier „ uit kunnen voortvloeijen." „ De Commisfie zal met deeze InfbeóUen en het ont,, vangen der gemelde aanwijzingen een aanvang maa„ ken in het Distrid van Velzen, en wel op den 12, „ en 13. Meij eerstkomende, en aldaar den 12. Meij „ 's morgens ten 9. uuren beginnen aan de Scheidspaal van Biederode: vervolgens zal de Commisfie deeze „ Infpeclien op gelijke wijze voortzetten in Aelberts„ berg (of Bloemendaal), Tetterode (of O verveen), „ en  „ en de Vogelenzang, op den 19., 20. en 23. Meij, „ en zullen de dagen op welke de Commisfie in de „ overige Distriélen bovengemeld zal Infpefteeren, door „ Publieke Annonces nader worden bekend gemaakt." Ter Ordonnantie van de Commisfie voornd. CGe/.) JAN KOPS, Leyden den 29. April 1797. Secretaris. . A. L. B. T. ' Wij hebben bij ons Rapport (a ) opgegeeven, waar» om de meeting, waar van wij in deeze Annonce ge. wag maakten, voor als nog niet gefchied is. — Om de Eigenaaren zo veel mooglijk te gemoed te komen, en van ons oogmerk kennis te doen draagen, hebben wij niet alleen den dag waar op wij een Diftriét zouden inlpedteeren , bij advertentie in de Courant telkens bekend gemaakt, ons daar bij {leeds refereerende aan onze eerfte Annonce; maar ook de gemelde Annonce door de respedtive Secretarisfen in elk Diftriét vooraf doen Publiceren en Affigeeren, en door Dezelven nog nader den Eigenaaren doen aanzeggen den tijd, wanneer men apparentelijk zich op hunne gronden zou bevinden. Deeze Publieke afkondigingen zijn egter niet gefchied in de Diftriclen van Wijk aan Duin tot op Texel, om dat in één van deeze Diftriften Hechts vier, en in de overigen zelfs maar één of twee Eigenaars zich bevonden. Op deeze wijze hebben wij getragt alles voortebereiden, om met vrucht te infpeétceren, en hebben geene moeite ontzien om alles te bezichtigen, ons des noo- dig Cd») Hoofd. I. $• 4- bl. 38. cnv.  dig oordeelende, van de kundigfte gidfén bedienende 'y en om alles ten naauwkeurigften opteneemen, waaromtrent het Rapport zelve tot onze verantwoording zal moeten ftrekken. Alle de Duinen , uitgenomen eenige Binnen • Duinen ), op het vaste land, van de Helder af tot aan den Hoek van Holland als mede die van het Eiland Texel, zijn in diervoege geinfpecleerd. Wij hebben het niet noodig geagt de Duinen van Ter Schelling en her; Vlieland te inlpecteeren , om dat wij zo naauwkeurige en onlangs gemaakte Kaarten (£) hier van in handen hadden , en dus den tijd en kosten tot het reizen na deeze Eilanden konden befpaaren. Bij elke Infpectie , één of twee uitgezonderd, heeft beftendig één of meer van onze Leden geadfifteerd; en zijn bij alle de Infpedien tegenwoordig geweest niet alleen onze Secretaris, maar ook de Burger Francais Pieter de S«, woonagtig te Voorfchooten, van wiens beproefde kunde en ervaarenis in alles wat de Cultuur der Duinen betreft, wij geoordeeld hebben, ingevolge tfe Qualificatie bij onze Aanftelling op ons verleend, fteeds het beste gebruik te moeten maaken: terwijl nog de Burger Abraham Stegerhoek te Noórdwijk, in het werk der Helmplanting zeer ervaaren, eenige Diftricten mede geinfpefteerd heeft. De Infpectien die fiic-» cesfivelijk hebben plaats gehad, zijn allen volbragt in aa. Dagen, uirgenomen den tijd, die vereischt werdt. tot het reizen na en van de plaatzen, welke men moest infpe&eererv Hoe (e) Hier van hebben wij reden gegeeven in het Rapp. 'i>U 63. 64- (O Deeze zijn nader bcfchieeven in het Rapport bl. 34. en 36%  Hoe veel lichts wij ook door de ccuhire Infpe&ien, en gedaane aanwijzingen hadden verkreegen omtrent de ligging en belendingen der Duinen van Particulieren, gelijk mede wegens het Eigendom der Natie, als 'p geen door niemand was aangeweezen; wij hadden egter nog geene bewijzen van Eigendom gezien , en konden dus in deeze enkele aanwijzingen niet tterusten. — Wij beflooten hierom de Eigenaaren andermaal opteroepen, met Hun de volgende circulaire te zenden. Den Burger te De Commisfie van Superintendentie over het on« „ derzoek der Duinen van Holland, ingevolge de An« nonces die in de Publieke Nieuwspapieren van i. en „ i. Meij 1. 1. als ook bij, afkondiging en affict.ie in „ het Diftrift van zijn gedaan, door U „ of van Uwentwege aanwijzing ontfangen hebbende, wegens de limieten van de Duinen die U in eigen„ dom toebehooren; zou egter aan een zeer voornaam gedeelte van haaien Last, om bij haar uittebrengen „ Rapport aan het Provinitaal Beftuur van Holland de ,, juiste Limiecfcheidingen op te geeven , zo van de „ Duinen der voormaalige Graaflijkheid, als van Pat- ticulieren, naauwlijks ten halve hebben voldaan, in» „ dien zij hierbij alleen berustte. Hoe naauwkeurige aanwijzingen zij ook mogt ontfangen, zij deedc niets meer dan dezelve aanteneemen , zonder eenige be« wijzen te requireeren van het geen als Particulier „ Eigendom werdt opgegeeven, en bleef dus onzeker, M of deeze opgaaf op eene enkele fustenue, dan op valable bewijzen fteunde. „ De Commisfie heeft uit deezen hoofde, en om in ,? haar moeilijken taak op zekere en vaste gronden te, « bQUfl  bouwen, het van eene onvermijdelijke noodzaaklijk„ heid geoordeeld, de bewijzen in te-winnen van het „ wettig Eigendom van de Duinen van Particulieren. „ En wordt gij, ingevolgen van dit haarBefluit, ver„ zogt en des noods gelast; om aan eene Sub-Com„ misiie uit ons midden , vifie te geeven van alle de „ Grond-Brieven, Papieren, Kaarten, en welke ver„ dere Documenten ook door U kunnen geproduceerd „ worden, waar uit aan de Commisfie overtuigend zal „ kunnen blijken, dat de Duinen geleegen onder 9, waar van door U aanwijzing is ge- „ daan , U in wettigen Eigendom toebehooren; als „ mede welke de grootte zij van deeze Duinen in „ Morgen talen, en hoe die precieslijk belend zijn." „ De gemelde Sub - Commisfie zal hier toe vaceeren }5 te en wordt Gij verzogt U aldaar „ ten gemelden Uure te fifteeren, of een Gemagrigden „ van Uwentwege te zenden, om bovengemelde Papie„ ren aan dezelve te produceeren." Heil en Broederfchap! 1797. De Leden der Commisfie van Sa» perintendentie voornoemd. P. S. Gij wordt verzogt ten fpoedigften den ontfangst deezer te accufeeren door eene Mislïve aan onzen Secretaris, woonende, te Leyden, ten einde de Commisfie zeker zij, dat U deeze Misfive is in handen gekomen. "Wij hebben tot het neemen van vifie deezer bewijzen op onderfcheide tijden zo te Haarlem als te Leyden, in verfchillende Sub-Commisfien gevaceerd, en het refultaat van onze bevindingen is bij het Rapport op-  opgegeeven; nogthans hebben wij om te vooren gemelde redenen wegens ae onzekerheid onzer Exiftentie, van de Bewijzen van alle de Duin-Eigendommen geene» vifie kunnen neemen. Verders hebben wij de noodige informatien, wegens Verhuurde Nationaale en Erfpagtsgronden, wegens Kaarten, Verpondingen, Remisfien, Helm-en Strooplantingen, Vergoedingen van Pagt van gedepopuleerda Duinen en andere Bijzonderheden bij het Rapport gemeld , ingewonnen bij het Committé van Rekeningen van het voorig Holland, de Domein-Kamer, de Rentmeesters van 's Lands Domeinen in het Noorder; en Zuider Quartier, gelijk mede van 's Lands Particuliere Goederen onder Huisduinen en de Helder, en oolc van het Eijerland en Vlieland ; bij de Commisfie van Superintendentie over de Zeedijken en Zeeweeringen, het Dijks-Collegie van Texel, en de Heemraadfchappen van den Hondsbosch en Duinen tot Petr.en, van Rhijnland en van Delfland: alles ingevolge de fpeciaale Authorifatie op ons verleend bij Decreet van bet Proyintiaal Beftuur van 29. September 1796. — Nog hebben wij aanfchrijvingen gedaan, ter bekoming van informatien wegens de Duinen in den Lande van Voorne en op Goederede, waar aan egter fommigeri nog niet voldaan hebben; en wij hadden ook ten oog. merk gemelde Dnïnen in dit Jaar op gelijke wijze als de overigen te infpecteeren, doch hier van hebben wi| moeten afzien, uit hoofde van de ftremming in onze werkzaamheden veroorzaakt. Daar wij tot de aanneeming deezer Commisfie ons geëngageerd hadden, zoveel het Daggeld betrof, buiten eenïg bezwaar van den Lande, zo zijn wij ook naarijvefïg geweest onj van de. Tien Duizend Guldens door ,hec: Pro-  Provintiaal Beftuur tot dit onderzoek ter onzer Dispöfkie gefteld, zo veel mooglijk te befpaaren. Bij de inlevering van het Tweede Deel van ons Rapport, zullen wij eene fpecifieke opgaaf van de gemaakte onkosten, met alle de door ons betaalde Rekeningen, ter Examinatie en tot onze Decharge overleggen, aart zodanige Vergadering, _Collegie of Commisfie, waar aan wij dit als dan zullen moeten inzenden. Wij zullen Uwe aandagt niet ophouden met U in het br^ede aftefchetfen de moeiten, die aan dit onderzoek verknogt waren, inzonderheid veroorzaakt door de duisterheid waarmede veele zaaken bedekt waren, door de gebrekkige belcheiden, die wij dikmaals verkreegen, de agterhoudendheid die fommigen deeden blijken, en de groote onkunde van anderen, die ook niet zelden de éénige rede was, dat men ons de verzogte informatien met kon mededeelen. — Dikwijls ontvingen wij meerder lichts' door het geen van ter zijde tot onze kennis kwam, dan door regtftreekfchc informatien, die wij zogten"intewinnen. Wij hebben egter fteeds getragt, alles tot één Geheel te brengen; en hebben, ten einde de befchouwing van den ftaat der Duinen voor een iegelijk gemakkelijker te maaken, elke znak afzonderlijk ovenvoopen en behandeld, en alles wat wij deswegens konden informéeVen bij één gevoegd, waarom wij het ook best geoordeeld hebben zekere orde en verdeeling te volgen. Hier door moge van deeze en geene Duinen, op meer dan ééne plaats in het Rapport melding zijn gemaakt, doch hadden wij van Diftriét tot Diftrift opgegeeven, 't geen van elk derzelven te berigten viel, hoe éénzelvig zoude het Rapport zijn geworden; en zouden wij ook voor veele algeméene aanmerkingen geene voegzaame plaats hebben kun* asn vinden. Hes  - xvn Het ware mooglijk dat deeze of geene Eigenaaren met bevreemding eenige berigten wegens hunne gronden in ons Rapport vonden opgegeeven. En het ware even rmogelijk, dat door verkeerde of gebrekkige informatien daar omtrent eenige misflag was begaan; doch wij vertrouwen dat deeze bevreemding bij veelen, zoo nier-allen zal zijn weggenomen , indien zij zich bij ons aanmeldende, kennis zullen 'hebben bekomen van de authentieque' ftukken of informatien, waaruit deeze berigren genomen zijn; en zullen wij ttceds bereid zijn, hun zodanige inlichting te geeven.- Naa dat reeds ons Rapport w?s afgedrukt, zijn wij nog onderrigt geworden, dat op het Huis der Gemeente van Haarlem eene getcekende" kaarr. berust, welke omtrent eenige Eigendommen rondom Haarlem mooglijk veel lichts zal kunnen géeven , en waarem wij hier van ten flot nog melding wilden maaken. — Op gemelde Kaart wordt deeze aantekening gevonden: „ Caarte van de Limietfcheiding der Heerlijkheid de „ Vogelezang, Overveen en Eloemendaal, vertonende „ alleen de Schijlinien, Vaarten en Siooten, en de ,, Plaatzen der Schijpalen van deeze drie HeerlijVne„ den, in opzigre van de aangrenzenden : alies zeer néc „ afgerneeten , door de Landmeeters Ant. en Corn „ Velzen en Maurits Walraven ; zijnde van de meetin•„ gen ook nog verbaalen gehouden , waartoe deeze „ Caart relatie is hebbende, alles volgens order van de „ Ed. Groot Agtb. Hr. Burgem. en' Regeerderen der „ Stad Haarlem gedaan 1723—1729," Op deeze Kaart zijn de vernieuwingen van paaien door aanteekeningen van Landmeeters genoteerd Eindelijk: vertrouwende met dit ons berigt en Rap port aan het eerfte gedeelte van den algemeenen last bii bet reeds gemelde Decreet van het voormaalig Provintiaal  Tvnr tiaal Beftuur van top. September; 1796. voldaan, en naa nogmaals betuigd te hebben onze bereidvaardigheid, om het tweede Deel van dit Rapport fpoedig in gereedheid te brengen, hebben Wij de Eer ons te noemen. 30. Augustus 1798. Uwe Medeburgers Het vierde "Jaar der Ba- taaffche Frijheid. De Leden der Commisfie vin Supcrintendentie voornd. J. NIC. van EYS. C. G. RE1NHART van MARLE. M. T E M M I N C% Fr. van der G O E 5 JAN van STYRUM.  INHOUD. ■ EERSTE DEEL. Tegenwoordige ftaat der Duinen, met alles wat ., Hiertoe, betrekking heeft. Inleiding, wegens de noodzmkKjkheid van het onderzoel na den tegenwoordigen ftaat der Duinen, bl. i. EERSTE HOOFDDEEL. Van het Eigendom der Natie., en de Eigen^dommen -van Particulieren. ; I. Noorpeiijke Duinen die aan de Natie be- hooren. .' bl. 4. De Zee. - Olmers. . — 7. Zuidelijke Duincn die aan., de. Natie bc- hoqren. , ' . ^— 10. II. Liggiqg der. Duinen van. Particulieren. . — 13. III. Wplke geweekende Kaarten van dc Duinen exteeren.. „ . . — 33. XV. Oogmerk der. Cpmrnisfie. om eene algeméene. Kaarr te doen formeeren. . . — 38. Ruwe begrooting der Duinen — 41. V. Over de wettigheid der Particuliere ■ Eigendommen . . — 42. . VI. Grpote duisterheid tc'n aanzien van fom- mige Eigendommen — 49*. VIL De  xx INHOUD. VII. De wijze cn conditiën, waarop men Duinen in Erfpagt verkreeg bl. 61. VIII. Waarom van veele Binnen - Duinen niets Opgegeeven — 63. TWEEDE HOOFDDEEL. Befchrijving van de "Ptaatfclljke gcfteldheid der Duinen. Algeméene gefteldheid der Duinen. . . . bl. 64. Plaatfelijke befchrijving van de Duinen' bp Ter Schelling. . . . — 66, Het Vlieland. — 67. Het Eijerland cn Texel. . . . . . — 6%. Huisduinen en de Helder. — 71. Het Koegras — 73. . Callantsoog. ,._v. . •. . . . — Petten en den. floadsbosch. , — 76. Schooiicr Duinen — 77. Berger en Wimmenummer Duinen. . . —r'- 80, ■ Egmondcr Duinen. - . ■ * » -. •. . . — 81. Castricummer., Heemskerker cn Wijker Duinen. . . ........ — 81. Duinen-onder-Velzen.- . , . ... — 87. "Bloemendaal — 90. Overveén en Vogelenzang — 91. -'. . -Noordvvijkerbout. ......... — 96. Noordwijk. — Wfe. ~ De Katwijken. ..... — 100. Wasfenaar — 103. Haag-Ambacht, en Schevcningen. . . — 107. Loosduinen, Monster cn .ter-Hcydc. . — 111. 's Gravcfande en Zand-Ambacht. . . — 112. Eenige algemeens opmerkingen. . . .. „ ..— 112, 7 ' I. Mtó*  I N H O U Di derde hoofddeel. Staat der Helm - en Stroo - planting. I. Middelen tegen verftuiving aangewend. . bl. 115. II. Helmplantjngen van wegens het Gemee- neland — nfi, III. Wegens Rhijnland bl. 118. IV. Wegens Delfland — 123. V. Kosten van de voorichr. Helrnplantingen. — 124. VI. Helmplantingen van wegens de respective Dorpen — 127., VIL Door particuliere Eigenaars — 129, vierde hoofddeel. Staat der Konijn - en Konijnlooze Duinen. I. Oude vooringenomenheid voor het Konijn, bl. 132, II. Duinen van wegens den Lande gedepopu- leerd — I3S. III. Staat der gedepopuleerde Eigen Duinen. . — 139. IV. Staat der Konijn-Duinen naa de Revolu¬ tie van 1795. . . ' _ I44, Naa de vernietiging van het Jagt-gerigt. « — 146, v ij F d e hoofddeel. Voordeelm cn vruchtgebruiken van de Duinen ge* trokken, vooral ten aanzien van het geen beplant, beweid of betceld is. ï. Het nut van Zanderijen bl. 148. Hargcr Zandmennerij. . . '. . . . — 151. Turf uit de Duinen geftooken. . . . _ j^. II. Nuï  Xxii INHOUD. II. Nut voor fommigc Trafieken van de Duinen getrokken , en andere heilzaame einden. . , . ....... bl. 154, Begraafplaatfen. . . . . . . . . — 155. III. Verfcheidenheid van nuttige Kruiden en Planten. . . . — 156. IV. Voordcelcn van het Wild — 158. V. Houtbosfcben in de Duinen aangelegd. . — 159. VI. Staat'der ondernecmingen ter beweiding. — 164,* Schaaphoederijen - . — 166. VII. Staat der Beteelde Gronden — 170. ■VIII. Voordeden voor 's Lands Finantiên. . — 191. Bijlaag A, bevattende eene Lijst van Nationaale Duinen, in Huur of Tijdelijke Pagt uitgegecven. Bijlaag B, bevattende eene Lijst van Duingronden, die door Leen of Koop aan Particulieren in Eigendom toebehooren, met dc Verpondingen, als ook de Remisfien daarvan genooten wordende. Bijlaag C, zijnde eene Lijst van Duingronden, in altoosduurende Erfpagt uitgegecven. Bijlaag D, Memorie van Mn Jan Six, tot betoog van zijn Regt tot de Duinen van Wimmenum. Bijlaag E, Extract uit de Refohrcien van de Staaten van Holland en West - Vriesland van 4. Augustus' 1763. wegens het depopuleercn cn gedepopulecrd hoeden van Konjjnlooze Duinen,  GELIJKHEID, VR IJ HEID, BROEDERSCHAP. RAP PORT van de Commisfie van Superintendentie over het onderzoek der Duinen van het voormaalig Hollandsch Gewest, wegens den tegenwoor~ digen ftaat der Duinen; met opgaave van de middelen, om daarvan meerdere en betere vrugtgebruiken te trekken. EERSTE DEEL. Tegenwoordige ftaat der Duinen , mei alles wat hiertoe betrekking heeft. Het was een voornaam gedeelte van den inleiding» gewigcigen en edelen Jast, ons opgelegd, om den ftaat der Duinen van het voormaalig Hollandsch Gewest, zo als die zich tot nog bevinden, te onderzoeken, en daarvan een volleedig Rapport optegeeven. Het Beftuur oordeelde zo regtmaatig, dat het te vergeefsch ware, middelen voorceflaan, om van de Duinen het meeste voordeel aan de Natie te bezorgen ; en dat alle ontwerpen hiertoe te beraamen , luchtkasteelen waren, zo lang men niet volkomsn onderrigt A was*  % Tegenwoordige Jïaat der Duinen inleiding. was, hoedanig de Duinen, met het geen hiertoe onmiddelijk betrekking heeft, tegenwoordig gefield zijn. Immers alle middelen en ontwerpen moeten hierop alleen gebouwd wezen ; en daar de diepfte onkunde wegens de waare gefleldheid der Duinen algemeen plaats hadt, zo bij de Natie als bij het Gouvernement zelve, was dit onderzoek volftrekt noodig, indien het Befluur in deezen zeker wilde gaan. Aan deeze onkunde is het alleen toetefchrijven, dat zo weinigen het gewaagd hebben Plans optegeeven, om de Duinen ter Cultuur te brengen; en dat de ontwerpen, die daaromtrent voorhanden zijn, duidelijk eene onkunde aan den dag leggen van de hinderpaalen, die de uitvoering van zulke ontwerpen onmooglijk zouden maaken. Ten vollen overtuigd van de noodzaaklijkheid van dit onderzoek, waarvan de middelen, die wij zouden voorflaan, alleen moesten afhangen, poogden wij alles uit de diepte optedelven. Wij bevonden rasch, dat het niet genoeg was de Eigendommen der Natie, in onderfcheiding van die van Particulieren, te doen kennen, ('t geen op zich zeiven reeds zo veel moeite vorderde,) en eene algeméene befchrijving optegeeven van de locaale gefleldheid der Duinen: ons groote doel was, woeste gronden meerdere winflen te doen geeven, 't zij die aan de Natie , 't zij die aan Particulieren toebehoorden. men moest dus met de voordeden, die zij tegenwoordig aanbrengen, en den aart van deeze voordeden, als ook met de onkosten  van het voormaalig Holland, 3 ten, die tot hunne tegenwoordige inftandhouding noodig zijn , bekend wcezen ; en hiermede ftaan in een onmiddelijk verband de Lasten, die door Particulieren worden opgcbragt, de ontheffing van dezelve aan fommigen vergund, de ftaat der Helm- en Strooplanting, het befluur over de Duinen, enz. — Uit dit alles vermeenen wij ook de oorzaaken en redenen te hebben opgefpoord, waarom zo veele duizende Morgens woest zijn blijven liggen , en konden dus op de beste wijze, gelijk wij vertrouwen, het groote doelwit treffen; door zulke middelen optegeeven, welke deeze oorzaaken , met het behoud van een iegelijks onvervreemdbaarEigendom, en overeenkomstig de groote beginfelen van Burgerlijke Vrijheid, zo veel mooglijk konden wegneemen; middelen, die inzonderheid beftaan in aanmoedigingen van het Beftuur, en ontheffing van lasten voor eenigen tijd. Wij oordeelden die vooraf te moeten bijbrengen, ten einde de verwondering, die bij fommigen is opgereezen, te kunnen wegneemen, waarom wij zo veel tijd en moeite hebben beueed, tot het onderzoek van Particuliere Eigendommen, met het ,geen hiertoe behoort; en ten einde rede te geeven, waarom wij getragt hebben den tegenwoordigen ftaat der Duinen in zo veele bijzonderheden, en mee zo veel naauwkeurigheid optegeeven, A * EER- Inleiding,  4, Tegenwoordige /iaat der Duinen EERSTE HOOFDDEEL. Van het Eigendom der Natie en de Eigendommen van Particulieren. D e eerfte vraag, waaraan wij moeten voldoen is: Wien behooren de Duinen toe, en welke zijn het Eigendom der Natie? Men heefc tot hiertoe algemeen in het denkbeeld geftaan, dat verre het grootfte gedeelte het Eigendom der Natie was. Zij, die de Duinen altoos voor enkele fchraale Zandbergen hebben aangezien, konden zich niet verbeelden, dat dezelven eenige waarde hadden en dat Particulieren eenig belang zouden hebben gefteld , een gedeelte van die rauwe bergen in eigendom te hebben. Het tegendeel is ons bij het onderzoek gebleeken, zo zelfs, dat wij u moeten bengten, dat de meeste Duinen aan Particulieren toebehooren. T Eerst zullen wij opgeeven, welke de Nationaale Duinen, en waar die geleegen zijn; en daar naa de Duinen van Particulieren doen kennen, zo als die naast eikanderen •Noordelijke Duinen die tin de Natie behoO' ren. liggen. , 1. De Nationaale Duinen, wat het eigendom betreft, zijn tweeërlei , zodanige die altoos behoord hebben tot de Domeinen der voormaalige Graaflijkheid, doch die, toen  van het voormaalig Holland. 5 het Bataafiche Volk zijne oppermacht her> nam, en hier door in het wettig bezit is gekomen van de eigendommen en rechten van den gewaanden Grond-Heer, den Graaf, een Deus ex machina, en een overblijfzel der Graaflijke overheerfching, het eigendom der Natie zijn geworden, en nu tot 's Lands Domeinen behooren. — Ten anderen bellaar» zij in zodanige Duinen, die uit zekere Kas, geiidminiftreed van wegens Gecommitteerde Raaden van het Noorderquartier, en altoos bekend onder den naam van de Kas van Monnikendam , meerendeelsgekogtzijn, en welker revenuën door hun tot biizondere uitgaaven hefteed werden. Deeze Duinen ftonden bekend als Duinen of Gronden van Gecom» mitteerde Raaden van het Noorderquartier, en zijn naa de Revolutie van 1795. genoemd geworden 's Lands Particuliere Goederen. De Duinen die aan de Natie behooren zijn de volgende, te reekenen van het Noorden af; van waar wij, zo in deeze, als in onze volgende plaatfelijke befchrijvingen, altoos beginnen zullen. De Duinen van het Vlieland zijn allen Nationaal, zoo ook die van het geheel Eiland Texel met het Eijerland. Hier van behooren de Duinen van het Eijerland, den Zanddijk daaronder begreepen, tot 's Lands particuliere Goederen; de overigen , als die van 't Vlieland en de Hoorner en Coogcr Duinen, tot 's Lands Domeinen: zo ook zijn alle de Duinen die onder het DistricT: van Huisduinen en ,de Helder liggen , met het groorile gedeelte van Gorfen en Zandgronden, die algemeen A 3 pa- Noordelijke Duinen die aan de Natie behooren.  Noordelijke Dui nen die «an de Na 'tie behooren. 5 Tegenwoordige (laat der Duinen onder den naam van het Koegras bekend zijn, INationaale Goederen: hiervan behoort flechts ééne partij, geleegen bij de plaats en wooning Vrcede en Vrijheid, tot de Domeinen der voormaalige Graaflijkheid, doch alle de overigen tot de bovengenoemde 's Lands particuliere Goederen, zijnde ook de geheele Zanddijk tot aan de Keten, fchoon voor een gedeelte onder hec District van Callandsaqg liggende, daar onder begreepen; en zijn verders Zuidwaards op gccnc 's Lands particuliere Goederen meer geleegen. Zeer weinige zijn ook de Nationaale Duinen die 's Lands Domeinen zijn, welke in het verdere gedeelte van het voorig Noordholland, in Kenmeiiand, en zelfs in een groot gedeelte van Rhijnland gevonden worden. Van het einde van den Zanddijk onder Caliantsoog af, tot bij het Dorp Noordwijkerhout, wordt hier en daar flechts een klein hoekje Nationaale Duin^rond gevonden: als onder Schoorl zo verre de Harger Zanderij zich aldaar uitftrekt (a). Deeze wordt genoemd de Haraer Zandmennerij, of ook zo als zij op de kaart van den Hondsbosch van A". 1730. bekend Haat, de Hondsbosch Zantmijnderij. Dezelve ligt aan den voet der Duinen tusfehen de Dorpen Camp en Groet, voor de Harriger Ban enzeerdigt bij den (a) Dit zou egter eenigszins twijffelagtig kunnen voorkomen , om dat van de f 2400 voor welke het s'jaars verpagt wordt, de helft komt ten voordeele van die van Schoorl, en de andere helft aan de Dsmei■en van heiNoorder Quartier wordt verantwoord.  van het voormaalig Holland. 7 , Noord*, lijke Duinen die aan de Na-> tie behooren. De ZeeOlraers. den Hondsbosch Zantvaart en Slaaperdijk Onder Velzen de Oostelijker Duinen groot 40 Morgen voor de Breefaap liggende. •— Onder Bloemendaal twee voorduinen beien dende ten Noorden de zogenoemde Heere Duinen, en ten Zuiden ftrtkkende tot niet ver van het fcheid van Bloemendaal en Overveen, en fluitende ten Westen tegen het Duin vanj. M. de Neufville. Dit zijn de voorduinen van witte Kaas, en van den Heer Thys« fen, zo als die vanouds zijn genoemd geworden ( b ). In het Leyduin in de Vogelenzang, twee kleine gedeelten; h?t ééne bij Woestduin ten Westen van de Mannepads Laan, het andere ten Zuiden van de Vogelenzanger Laan, en fluitende tegen den grond van C. Lanckamp, beide flechts 16 of 18 Morgen bedraagende. Nog moeten wij in de bovengemelde uitgeftrektbeid doen kennen eene ftrook Nationaale Duinen, zich ftrekkende langs de ftranden, en bekend onder den Naam van Olmers, fomwijlen ook AJmers genoemd. — Wij zijn in het zekere onderrigt, dat deeze ftrook zich in de lengte uitftrekt langs de zee, zo verre het Diftricl loopt van Bloemendaal, O/erveenende Vogelenzang, Santvoord hier mede onder begrepen; terwijl wij ook gegronde redenen hebben te onderftellen , dat deeze ftrook verder gaat tot aan Wijk aan Zee, of zo ver het DiftricT: van Velzen zich uitftrekt, fcaoon de Eigenaaren aldaar vermeenen, dat hunne gron- (<0 Zie verders beneden J. VI. van dit Hoofddeel. A 4  De Zee Olmers. 8 Tegenwoordigs ftaat der Duinen gronden tot aan de itranden loopen. — Deeze onze meening; want de bewijzen van Eigendom der particuliere Duinen aldaar, gee^en hieromtrent geene de minde opheldering; is hier op gegrond, dat de Duinen onder Velzen ter zelfder tijd, en op dezelfde Conditiën uit de Domeinen zijn verkogt, als die onder Bloemendaal, Overveen en Vogelenzang; en dat in die Conditiën ook ftellig gefprooken wordt van Olmers onder Santvoort en Velzen, terwijl ook de Duinen onder het laatHe Diftrift, mede behoord hebbende tot de Duinen van de oude Graaflijkheid van Brederode, die zich van daar uitirrekten tot aan hot ZuidiijkJimiet van de Vogelenzang, natuurlijk allen ftceds op gelijken voet zijn befchouwd en behandeld geworden. Dat deeze Olmers onder Rhijnland tegenwoordig nog meer bekend zijn dan in den Hondsbosch, waar onder Velzen behoort, is niet te verwonderen, om dat Heemraaden van Rhijnland altoos de helmplanting in de Zeeduinen bezorgen, \ geen in het Zuidelijk gedeelte van den Hondsbosch aan geen Heemraadfchap of eenig ander Collegie is aanbevolen. Of deeze Olmers zich ook uultrckken lattgs de kust agter Noordwijkerhout in de Luchter Duinen, is ons door gebrek aan informatien onbekend, inzonderheid veroorzaakt door de aanhoudende nalaatigheid der Municipaliteit van INoordwijk en Langeveld", in ons de noodige berigten te geeven ondanks de ilerkfte inltantien van onze zijde , en de correctie van het Provintiaal Beltuur zelve. — Doch  van het voormaalig Holland. o Doch fchoon al de uirgeftrektheid der Olmers in de lengte zo ten Noorden als ten Zuiden bekend mogt zijn, wij zijn egter onzeker omtrent de breedte van deeze ftrook. Volgens mondelinge berigten zou dezelve 300 Roeden Rhijnlandsch breed zijn, 't welk door de afneeming van de Zeeduinen aanmerkelijk verminderd kan zijn. Maar noch kaarten, noch aedere authentique ftukken hebben ons hieromtrent eenige inlichting gegeeven. Wel is waar, dat bijna alle de Zeeduinen in Rhijnland van Noordwijkerhout tot aan Velzen in 172a. door Particulieren uit de Domeinen gekogt zijn, zonder eenige Conditie van helmplanting; cn dat het Collegie van Rhijnland de fchadelijkftc verftuiving aan de Zeeduinen voorziende , zich deswegens geaddresfeerd heeft aan gecommitteerde Raaden , met dat gevolg, dat bij Relblutie van gemelde Gecommitteerde Raaden van 16. Augustus 1720. Rhijnland is gequalificeerd geworden, om jaarlijks voor Reekening van den Lande die verftooven Duinen met helm te beplanten, mids niet excedeerende 90. Morgen Doch wanneer hier de Olmers mede bedoeld zouden zijn geworden ; kunnen dezelve , fchoon hier door alleen de Olmers onder Bloemendaal , Overveen en Vogelenzang verftaan worden, niet 300. Roeden breed zijn, daar dit veel meer dan 90 Morgen zou bedraagen. Konden wij in eene zo verbaazende uitgeftrektheid als van Callantsoog tot NoordA 5 wij- De Ze«Olmer».  io Tegenwoordige (laat der Duinen .Zuidelijke Duinen die aan de Natie behooren. wijkerhout u niet dan weinige verftrooide brokken Nationaal goed aanwijzen, her. tegendeel heeft plaats verders Zuidwaards opkomende. — De op elkander volgende particuliere Duingronden eindigen van het Noorden af gereekend bij een weg genoemd Duindam vervolgens ook de Schulpweg, aoo Roeden ten Zuidwesten van de Kerk van Noordwijkerhout, of 50cRoeden Noordlijker bij de Langevelder Laan. — Wij kunnen dit weder niet met zekerheid bepaa]en, om dat de Heer van Noordwijk, wiens duin aldaar geleegen is, bij de infpeótie geene aanwijzing gedaan en de Municipaliteit ook niets berigt heeft. De Heer van Noordwijk heeft een gedeelte van de Luchterduinen, die zich tot aan gemelden weg Duindam uitftrekken, maar welk gedeelte, is ons onbekend. Bij één van deftraks gezegde wegen treft men weder Nationaalen Duingrond aan; en van daar tot op de hoogte van het Dorp Loosduinen zijn alle de Duinen, die niet als binnenduinen gerekend worden, gelijk die onder Wasfenaar en Haagambacht, voor verre het meerendeel aan de Natie behoorende. Van deeze geheele Masfa duinen, op fomtnige plaatzen de breedte hebbende van 800 Roeden hebben particulieren, bebalven eene fmalle ftrook agter veele Hoffteeden, in Eigendom , de kleine partijen, op de Lijst der eigen gronden Bijl. B. onder N°. 38, 39, 41 en 42. aangeweezen, terwijl de gronden aldaar in erfpagt uitgegecven, blijkens Bijl. C elk flechts weinig Morgens bedraa- gen»  van het voormaalig Holland. n gen, uitgezonderd de drie partijen N°. 39, 55 en 74. Onder de Katwijken liggen de Erfpagts gronden tusfchen de beide Dorpen meest aan de zuidzijde van den weg naast elkander. Onder Wasfenaar is de uitgegeeven pan van Berkhey Hechts van eenig aan* belang: cn onder Scheveningen maaken te midden der Nationaale gronden de partijen op genoemde Bijl. G.N°. 58, 59, 62 tot71. maar ééne ftrook uit, tegen de Noordoost zijde van het Dorp aan, allen liggende langs éénen weg, die in het midden van het Dorp uitkomt. Aan den Zuidwest kant van den Scheveningfchen weg liggen N°. 72 en 73. en de Bosfchen langs den weg van de Laan van Zorgvliet tot aan de Rondte, maaken uit N°. 74. Van Loosduinen af bij de Hofflede Ockenburg, en verders Zuidwaards pp, zijn de duinen wederom meer het Eigendom van Particulieren, en bezit hier door de Natie flechts eene ftrook langs de kust, die voor bij ter Heide of liever het Copier Duin zich bijkans verliest aan den hoek van Holland. Het fmert ons, dat wij van de breedte van deeze ftrook wederom niet dan eene zeer onbepaalde opgaave kunnen doen, 't geen eensdeels toe te fchrijven is, dat de Eigenaars die tegen deeze ftrook fluiten van Loosduinen tot voorbij ter Heide, bij de infpectie niets hebben aangeweezen: anderdeels, om dat wij met het neemen van vifie van de bewijzen van eigendom tot hiertoe nog niet gevorderd waren. Onder 's Gravefande en Zandambagt liggen, behalhet Duinland Helmftein bij de Kaapwoo- ning Zuidelijke Duinen die aan de Natie behoeren.  it, Tegenwoordige /Iaat der Duinen Zuidelijke Duinen die aan de Natie behooren. ning, nog eenige andere van eikanderen afgefcheide kleine gedeelten Nationaale grond tusfchen de Duinen van de Polder 't Nieuwland, wier ligging en belending wij U niet kunnen befchrijven, om dat dezelve met allerleije infnijdingen en hoeken tusfchen de genoemde Duinen van het Nieuwland geleegen zijn. —> Verders is alles wat op de groote kaart van Delfland als CappictelDuinen is aangeweezen, die alle langs de ftranden liggen, het eigendom der Natie; maar door de bekende gedugte afneeming van onze kust aldaar, zijn die Cappittel Duinen voor een groot deel door de Zee ingezwolgen ; 't geen de onzekerheid wegens de breedte derzelven niet weinig vermeer» dert. Meerdere Duingronden, behalven nog ee» nige kleine gedeelten, die wij bij het on« derzoek van de wettigheid der Particuliere eigendommen zullen aanwijzen, zijn ons niet gebleeken aan de Natie te behooren. 'tGeen hier van in tijdelijke pagt of huur is uitgegeeven, wijst de daarvan opgemaakte Lijst Bijl. A. uit; waar omtrent *vij U kunnen berigten, dat de partijen onder Vlieland, Texel, en Huisduinen en de Helder opgegeeven, uitmaaken alle de Duinen, die aldaar gevonden worden, en dus allen van wegens de Natie zijn verhuurd. — Op de gemelde Lijst hebben wij ook gefteld het jaar wanneer de huur van eiken grond expireer!, en dus de Natie haar regt van eigendom, des noodig oordeelende, op eene andere wijze zou kunnen uicoeffenen. II.  van het voormaalig Holland. 13 IT. Is er de Natie ten hooglïen aangeleegen haar eigendom te kennen; zij kan ook niet onverfchillig weezen, welke het eigendom is van Particulieren, vooral ten aanzien van eene zaak, die zo diep verhooien lag, en door welke kennis wij alleen in ftaat zijn gefteld geworden, de voorige opgaaf te doen van de ligging der Nationaale Duinen. Wij zullen de Geographifche ligging dier Eigendommen zo die door Leen of Koop verkreegen zijn, als ook de groote partijen in Erfpagt uitgegecven, gelijk die naast eikanderen liggen, tragten optegeeven, zo verre dit voor befchrijving vatbaar is. Deeze opgaave vertrouwen wij dat veel opheldering zal geeven aan hun, die de gewoone Heemraad - kaarten van de Uitwaterende Sluizen in Kenmerland, van Rhijnland en Delfland hier bij in de hand kunnen neemen. Op het eiland ter Schelling, behooren alle de Duinen zo van Ooster als Westerfchelling aan Regenten aldaar, of liever aan de gezamentlijke Ingezetenen in Erfpagt. Wegens Vlieland, Texel, Huisduinen en de Helder hebben wij U reeds berigt. Onder Callanrsoog, ook wel alleen 'c oog genoemd, en Petten is het Duin, 'tgeen in elk van deeze Diftricten wordt gevonden, behalven den Nationaalen Zanddijk, die gedeeltelijk onder Callantsoog geleegen is; het Eigendom van de Heeren van die Diftricten. De geheele Masfa van duinen daar op volgende genoemd de Abtsduinen onder Schoorl Harge en Camp, beginnende aan Canv» Ligging der Duinen vaa particulieren.  14 Tegenwoordige ftaat der Duinen Ligging der Duinen van particulieren» Camperduin zijn allen, uitgenomen de NanaaleHargerZandmennerij, aan Gerrit Schoonhoven en Comp. te Alkmaar in Erfpagt uitgegeeven; hebbende deeze nogthans mee de Ingelanden van Schoorl een accoort getroffen wegens den hak van het hout aldaar groeijende (#). Op Schoorl volgen langs de Kust de drie voormaalige Heerlijkheden van Bergen, Wimmenum, en de Egmonden, zo op den Hoef, binnen, als aan Zee: en de uitgeflxekte Duinen, in elk van deeze üiuricten geleegen, tot aan de ftranden toe gerekend, worden weder in Eigendom bezeeten door hun (£) die te vooren aldaar de heerlijke rechten uitoeffenden; zijnde egter de Duinen van Wimmenum door den Heer in altoos duurende Erfpagt .[uirgegeeven aan de Ingelanden aldaar. Zeer gemakkelijk zijn de belendingen van alle de tot hiertoe opgegeeven Duinen te vinden, om dat zij ten Noorden en Zuiden geene andere limieten hebben, dan die van hunne Districten, welke dien op de Kaart kennelijk zijn. Van Egmond tot aan de Banfcheidingen van Wijk aan Duin en aan Zee, in de Districten van Baccum , Castricum en Heemskerk, waren tot aan het midden der voorige Eeuw alle de Duinen onder éénen Eigenaar: zij behoorden aan het Ridderlijke Huis Marquette, en zijn tot dien tijd toe altoo? in (a ) Zie verders op het einde van §. V. (b 1 Zie de Lijst der eigen Gronden, Bijl. B. No. *• 5-  van het voormaalig Holland. ' 15 in één Leen verheft geworden Vervolgens zijn ze in agt deelen of ftukken verkogt, en thans in het bezit van bijzondere Eigenaars. Deeze agt ftukken Duin, die ten Noorden en Zuiden tegen elkanderren aan liggen, zijn in hunne belendingen ten Oosten en Westen zeer gemakkelijk te onderkennen. Volgens de ons gedaane aanwijzingen in loco, ftrekken zij zich allen nagenoeg in regte lijnen ten Oosten uk tot aan de binnenlanden; en met ééne kleine uitzondering, ftraks nader optegeeven, ten Westen tot aan de Stranden; want hier fchijnen even min als verder Noordwaards op eenige Olmers bekend te weezen. — Het eerfte Stuk, behoorende aan Boken de Boer en Erven van de Nolle te Alkmaar, belendt ten Noorden de Egmonder Duinen , ligt geheel onder Baccum, is* het breedst aan den voorkant tot omtrent 70 Roeden van de Banfcheiding tusfchen Baccum en Castricum, doch wordt fpoedig fmaller; loopende verders deszelfs Zuidelijk limiet in eene kromme lijn naar het Strand. Dit limiet is de Noordelijke belending van het volgende of tweede Stuk, ftaande op naam van Joan Geelvink en P. van der Nolle, woonende de eerfte te Amfterdam, waaronder behooren de overige Dui* nen van Baccum, zich uitftrekkende tot ruim 100 Roeden over de Banfcheiding onder Castricum, alwaar dit in eene regce lijn van de C«) Zie Rademaakers Kabinet van Nederlandfch* Qudhcdtn, van Ao. 17*?. D. I. bl. 157. Ligginf der Duinen van Particulieren.  ió" Tegenwoordige ftaat der Duinen Ligging der Dui nen van Particulieren. de Binnenlanden tot aan het Strand eindige. Jn gelijke regte lijnen, ter breedte van omtrent 400 Roeden , is hier naast geleegen het derde Stuk , zijnde van C. E. Huysman, Wed. Abbink c. f. te Amfrerdam; hier aan . grenzen het vierde en vijfde Stuk, naast elkander liggende, beide behoorende aan A. A. Deutz te Amfterdam, en nog geheel onder Castricum, omtrent 150 Roeden van de Banfcheiding van Castricum en Heemskerk eindigende. Alle deeze opgegeeven limieten zijn aangeweezen met gelb'ppelde lijnen op eene groote gedrukte Kaart van de Heerlijkheid van Castricum , uitgegecven. A°. 1737. bij J. Covens en Mortier. Van de drie overige ftukken der voortijds Marquetter Duinen heeft de gemelde Burger A. A. Deutz nog één ftuk Duin , en de twee anderen zijn het eigendom van G. de Graaf te Amfterdam; maar gelijk dit laatfte Duin van Deutz niet naast zijne twee voorigen onder Castricum geleegen is, zo ook zijn de twee ftukken van den Burger de Graaf van eikanderen afgefcheiden, liggende het laatstgenoemde Duin van Deutz daar tusfchen beide. Het zesde Stuk is dus één van de Duinen van G. de Graaf, ten Noorden belendende aan het vijfde Stuk, liggende voor een gedeelte nog onder Castricum , en {trekkende zich uit over de Banfcheiding onder Heemskerk tot op de hoogte van de Noord Dorper Buurt; en aan de binnenzijde voor een klein gedeelte over den Postweg naar Alkmaar, te weeten van den fcheidspaal van Heems.  van het voormaalig Holland. 17 Heemskerk en Castricum toe aan het Huis te v lotten. Üit is het eenige Duin, 't geen volgens mondelinge informatien in loco zich niet uitftrekt tot aan het Strand. Het Noordlijk limiet onder Castricum loopt in de ft rekking van W. Z. W., (en dus niet ZQ a]s het op de bovengemelde Kaart is afgeftippeld) tot dat dit bij de Zeeduinen de lijn van affcheiding van het volgende Duin van Deutz ontmoet, en aldaar een punt vormt, welke plaats ook bekend is onder den naam van de Punt. De Zeeduinen daar achter behooren aan Deutz, wiens Duinen onder Castricum, zijnde het vierde en vijfde ftuk, zich aldus, wat de Zeeduinen betreft, vereenigen met zijn Duin, 't geen geheel onder Heemskerk ligt, en het zevende (luk is , zich uuftrekkende ten Zuiden tot aan de Heemskerker Duin-buurt, en ook ten Westen aan het Strand. Het overige der Duinen onder Heemskerk, weder behoorende aan den Burger G. de Graaf, is het agtfte en laat/ie Stuk der voormaals Marquetter , en die thans allen bekend zijn onder den naam vart Heemskerker Duinen; gelijk zij ook allen, fchoon het meerendeel onder Castricum etl Baccum ligt, Verponding betaalen tér Secretarie van Heemskerk (». Wij moeten nog tot voorkooming van verwarring in de naamen waaronder de Duinen aldaar ter plaatze bekend zijn, zeggen, dat men van het Zuiden afrekenende, het door ons genoemde Wo"*7_f,1Ie de8Z* Duintn z'in gemeld op Bijh B. B Ligging der Duinen van particulieren.  l8 Tegenwoordige ftaat der Duir.en Ligging der Duinen van pariculieren. de agtfte en zesde ftuk in de wandeling gewoon is te noemen het eerfte en tweede Duin van de Graaf; en het zevende, vi.fde en vierde ffuk het eerfte, tweede en derde Duin van Deutz. Hieraan volgen de Wijcker Ouinen in twee verdeeld naar de twee Diftriéten van Wijk aan Duin, liggende aan den binnenkant, en van Wijk aan Zee, daar tegen (trekkende naar de Zeeduinen toe; vindende de beide Duinen hunne belendingen in de bandleidingen van hunne Diltriótcn. — Van het eerlte is Eigenaar Pieter de Veer ( a) , woonende op de Hofftede Westerhout daar bij geleegen, naar welke plaats deeze Duinen meermaalen genoemd worden Die onder Wijk aan Zee, zijn in het bezit van Cornelis Munter te Amfterdt.m (&); wordende een ftrook langs het llrand Dorps Juinen genoemd, om dac die ftaan ter bezorging van de lngezeetenen van Wijk aan Zee. Onder het Diflriét van Velzen komende, beginnen de Brederoder Duinen, welke fluiten tegen de Diftriéten van Noordwijkerhout en I. angeveld, en willen wij hier onze bedenkingen wegens de Olmers (c) geduurij; in het oog hebben gehou en. In het Noorden van Velzen tegen de Wijkerduinen aan, is de Uitgefhekte vlakre de Bree- (a) De^e Duinen zijn gemeld op Bijl. B. No. ia.' (*) Al bov. No. 13. C# j Zi: bl. : en 8.  van het voormaalig Holland. x$ Breefaap, op de kaart zeer kennelijk. Deeze vlakte en alle de Duinen, die ten Westen daar van liggen, welke laatfte alleen de naam hebben van Breeiaaper Duinen, worden in Erfpagt bezeeten door M. L, Geelvink Wed. H. Hoeufft Vrouw van Velzen (<«). De vlakte de Breefaap ftrekt zich ten Oosten uit tot niet ver van de Binnelanden; en de ftrook Duin daar tusfchen liggende is in twee partijen verdeeld, het eerfte is het Accummerduin (£), welks vijf Eigenaars elk hun aandeel getermineerd hebben; het tweede de Oosterlijker Duinen (c) zijri van wegens de Natie verhuurd, waar van ook ieders aandeel bekend is: aan het einde daar van is waarfchijnlijk geleegen het Duin van de Wed. F. G. Beeldfnijder (<ƒ) agter de Hoffteede Velzer Duin; waar omtrent wij ten oogmerk hadden ons nader te informeeren,. De Verdere Masfa buiten Duinen ónder Velzen zijn de zogenoemde Heere Duinen (e) waar van P. van de Pol Ti^. de Wed. Nic. Faas r%%. A. Hoope T|3? J. C. C. den Beer Poortugaal en D. jVden Beer £L, J. M. de Neufville T|s. F. J. Prince TV»- de Wed. F. G. Beeldfnijder VA- Jan Caspersz. Alders TVf- en Casp. Caspersz Alders deelen Competeeren. Hoe bekend ieders portie moge zijn, zijri ég' («") Zie Bijl. C. No. a. (*.) Bijl. C. No. 3. CO Bijl. A. No. 14. CO Bijl. C. No. 4. (<) Bijl. £, No. 14. B é. Ligging der Dui. nen van Particulieren. 1  »o Tegenwoordige ftaat der Duinen Ligging der Dui neri van ParticU' lieren. egter deeze Duingronden geheel onverdeeld, cn worden enkel als eene commune bezee ten; bet Zuidelijk limiet is de banfcheiding van Velzen, of het Icheid van den Hondsbosch en Rhijnland. INog ligt onder Velzen een gedeelte van het binnen Duin genaamd Molenduin, beginnende aan de Molen van de Zandpoort, en (trekkende langs den gemeenen weg tot aan de Jan Gijzen Vaart; en van daar agter de binnen gronden omloopende, eindigt het niet ver van de Bloemendaalfche Kerk. Het is geheel in Erfpagt uiigegeeven, waar van de voornaame partijen op de Erfpagtslijst Bijl. C. N°. 5-11. zijn aangewezen. De Buitenduinen, zo verre Bloemendaal zich enkel uitftrekt, behooren aan J. M. de Neufville (/z), woonende op de Hofflede Jagtlust: hier van moeten uitgezonderd worden de Olmers, en de reeds gemelde Nationaale voorduinen van den Heer Thysfen en van witte Kaas, tusfchen welke het Duin van deeze Burgeres inligr. Van daar onder Overveen komende verdeelen zich de Duinen van de fchciding van Bloemendaal en Overveen tot aan het Santvoorder Voetpad; de Olmers weder hier en verders uitgenomen; in twee Partijen, door tene Lijn die van het Zandvoordtr voetpad een weinig ten Westen van het Kraanne Lek, tot aan de gemelde fche;dirg, ongeveer de itrekking zal hebCIa ) Bi,l. B. N«. 15.  van het voormaalig Holland. 21 hebben van NV N. O. en Z. Z W. Ten Westen van deese lijn ligc de partij ge noemd Midden Duin (a.) ten W N. W agter Overveen, omtrent een quartier uurs van daar geleegen (gelijk dit in het Octrooi word befchreeven.) Dit is bij Octrooi van 1795. aan de Burgers P, H. Klaarenbeek, A. Dewaal Malefyt, C Lanckamp, J. C. Sterk, Dav. Hoeuft en W. Ph. Kops, allen woonende te Haarlem uirgegeeven, en wordt door hun gemeenfchappelijk bezeeten. Ten Oosten van de genoemde lijn ligt het Duin van de Erven van Jacob Boreel, genaamd het Zwarteveld, 't_ geen Gecommitteerde Raaden bij Refolurie van 1775 v.rklaard ,, hebben, dat voortaan zal gehoud.m wor„ den aan de Overveenfche zijde zich uit„ teftrekken tot aan of tegen de Overveem„ fche weg, en zulks van het Dorp Oven,, veen af, tot aan de Kleverlaan toe:" waar over wij ftraks nader onze bedenking zullen opgeeven. Van dit Duin moeten uitgezonderd worden de Erfpagtsgronden op Bijl. C. No. 13. 14 en 15- beneevens de kleine Partij van 378 Roeden aan Hend. Lis, agfer zijn gaarenbleek naast No. 13. bij Acte van 1784 in Erfpagt uirgegeeven (£). Het Duin Eigendom van ge- («) Bijl. C. No. 16. (è 1 Wij moeten erkennen dat het eenigszin* gewaagd is, van deeze en verdere Duinen onder Overveen en Vogelenzang , door enkele befchrijving de limieten op te geeven; naardien deeze Duinen, waar van wij geene Kaarren dan flech:s van een of twee par« tijen voor ons hadden, met zo verfchilleude hoeken teB 3 8e& Ligging der Duinen van Particulieren.  22 Tegenwoordige ftaat der Duinen Ligging der Dui nen van Particulieren. gen eikanderen liggen. Doch even als wij door onze voorige befchrijting der Eigendommen niet willen gehouden worden iets ftelligs te beflisfen; meenen wij dit hier althans te moeten verklaaren. Ons oogmerk is, het Beftuur, dat wegens de ligging dier Eigendommen zo volfiaagen onkundig was, eeIligermaate voortelichten. (a) Bijl. B. No. 18. gemelden Boreel, ftrekr. zich verders voorin ij het Kraantje Lek, aan den voorkant agter deszelfs Hofilede Elswout uit, tot op de hoogte of voorbij de Bakkers Laan: ieq Westen grenst dit agter gemelde Hofltede Elswout aan de Duinen van het Bentveld (0), toebehoorende den Burger Jan Nicolaas van Eys te Amfterdam, waar van de Hofltede het groote Bentveld met de daar bij behoorende Bosfchen en Landerijen, het eigendom is van den Burger H. Jac. Koenen. De limieten van beide deeze Duinen eindigen volgens mondelinge informatien in loco gegeeven, in een punt op het Zantvoorder voetpad, ter plaaize waar de itraks gemelde lijn van affcheiding tusfchen Midden-Duin en Boreel zoude eindigen, en wel bij een boom, in de wanrieliig genaamd het Spookboompje; terwijl ook aan het zelfde punt ten Westen daarvan beginnen de Zandvoordcr Duinen van den Burger P. C. Hartfink te Amfterdam, waarvan itraks nader. Van het gemelde Punt vormen de Duinen van het Bentveld eene lijn, die ter lengte van omtrent 280 Roeden Z. Z. W loopt tot op een afftand van 115 Roeden van het van  van het voormaalig Holland. 23 van ouds genaamde huis het kleine Bent' veld; van waar deeze lijn zich ten Westen uitltrekc tot in de vlakte het kleine Zwar teveld, op de Kaart bekend: van daar maaken zij eene lijn tot nabij het groote Bentveld, eindigende ten Oosten op de hoogte vi den Santvoorder Rijweg, niet- verre voorbij het gemelde huis het kleine Bentveld, en fluiten aldaar tegen de Duinen van den Burger P. Muilman (a) te Amfterdam, die na binnen liggen, en ten Noorden aan de gronden van Boreel grenzen. — Naast de Duiren van het Bentveld liegen die van de Burgers P. G, en A van Holst, bewoooende de plaats Marienbos Cb y, welke Duinen achter deeze Hofltede zich terftond Zuidwaards uitftrekken tot in het midden der groote masfa Duinen onder de Vogelenzang, bij de vlakte het groote Z^arteveld, en aldaar met eene hoekige lijn eindigen ter lengte naauwlijks van '.00 Roeden. — De Duin n die ten Zuidoosten van de voorige gronden na de binnenlanden liggen, en in het Zuidwesten eindigen tot op vijf Roeden voorbij de Slingerlaan die loopt cp de Bartenbrug aan de Leydfche Vaart, behooren aan den Burger P. C. Harrfink te Amfterdam; van daar 3C0 Roeden terug reekenende, vereenigt zich dit naar de Zeeduinen toe, met een ander ftuk; zijnde een ander gedeelte van de Vogelenzanger Duinen, beide ia ) Bijl. B. No 17, (i) Als vooren No. so. B 4 L'gging der Duinen van Particu-' lieren.  24 Tegenwoordige /Iaat der Duinen Ligging der Dui« nen van Particulieren. (a ) Bijl. B- No ai. Als vooren No 22 ( weder aan Hartfink tocbehoorende. Deeze Zandvoorder Duinen loopen van daar langs de Olmers, Noordwaards agter het bovengemelde tweede Huk van Hartfink, agter de Duinen van van Holst en het Bentveld, en Huiten tegen het Zandvoorder Voetpad, eindigende in het Oosten aan de punt bij het zogenaamde Spookboompje, bl. 22. aange weezen. De drie Zandvoorder Duinen worden genoemd het Paradijs, het Kostverloorcn , en het kleine Duintje bij Zandvoort. Eindelijk ligt in de Buitenduinen van de Vogelenzang tegen de Banfcheijjing van Noordwijkerhout, van de Binnenlanden af tot omtrent 400 Roeden van het Strand, het Duin van den Burger Willem van der Swet (c), Duinmeijer aldaar, onlangs door hem gekogt van den Burger J. B. "Bicker. Betreffende het Binnenduin onder de Vogelenzang: het weinige Duin, liggende van het Klaphek aan den Aardenhout tot aan de Spuibrug, agter de Hofltede Leijduin van  van het voormaalig Holland. S15 J. van Loon, behoort tot de Hofltede Boekenrode van den Burger T. N. van Eys (a) ; verders ftrekc het Leijduin , aan de voormaalige Graaflijkheid behoord hebbende, zich uit tot bij de Bartenbrug; doch 't geen, uitgenomen de twee Nationaale hoekjes geheel in Erfpagt is uitgegeeven, waarvan reeds vier pirtijen zijn afgelost, en de overigen, zo veel die twee Morgen en daar boven bedraagen, gemeld zijn op Bijl. C. N°. 18 tot 31. Nog ligt onder de Vogelenzang een klein gedeelte 't welk als Binnenduin kan worden aangemerkt, van de meergemelde Laan na de Bartenbrug tot aan de plaats Tieltenberg, of het fcheid van de Vogelenzang en Noordwijkerhout; dit heet het Kijfduin, en is weder Particulier eigendom O). Het vervolg daarvan is het Zilkerduin van den Burger Jan Six te Amfterdam, geleegen onder Noordwijkerhout (d), eene ftrook Duin, liggende ter lengte van 800 Roeden tusfchen de Binnenlanden, zijnde ten Westen de Stokweijden. Eer wij de eigendommen in de Buiten duinen van Noordwijkerhout en Langeveld doen kennen, moeten wij aanmerken, dat de geheele masfa Duinen van het Langeveld, die tot aan Zee ftrekken, in twee yoornaame deelen moeten onderfcheiden worden, Ca") Als vooren No. 19. (i) Zie boven bl. 7. CO Zie Bijl. B. No. 23—25(y) Bijl. als vooren No. 28. B 5 Ligging der Dui-' nen van Particulieren.  26* Tegenwoordige /iaat der Duinen L-gging der Duinen van Particulieren. den, naar de twee Districten van Noordwijk en Aoordwijkerhoiit, waarin die ge. Icegen zijn. Het gedeelte van 1 angeveld, dat onder Noordwijk behoort, ftrekt zich langs de kust, en begint zo wel als het ander gedeelte , dat onder Noordwijkerhout geleegen is, aan de fchciding vr.n de Vogelenzang. Ald ar neemen de Noordwijker Largevelder Duinen hun begin, ongeveer fco Roeden van de Stokwciden af; loopen van daar in eene Zuidelijke flrekking tot voorbij de Duinvhkte Starrenbroek, welke vlakte, als ook die van Ilaagsveltcn Wolfsvelt, alleu op de RhijnJnndskaart bekend, daaronder begreepen zijn Verders gaan zij Zuidwaards op, en bevatten de ftrook Duin, tusfchen Duinfchooten en de LangevelJer Capptl , en eindigen bij de Langevelder Laan, mogelijk bij den weg Duindam (a~)> Veele deezer Noordwijker Langevelder Duinen moeten aan den Heer van Noordwijk behooren, maar welke is ons onbekend om bovengemelde redenen, waarom wij ook niet kunnen bepialen de ligging van het Langevelder Duin van II. Duivenvoorde (£). De Langevelder Duinen hebben ook den naam van Lugterduinen, naar het lang vervallen Huis ter Lugt. Minder duister is de ligging der particuliere Duingronden in het ander gedeelte r a~) Zie hoven bl. JO. Geen wij hiervan hcbi'en opgef'poord, is opgegeeven ia üij 1. E. No. 3*> 37O; Bijl. B. No. 35.  van het voormaalig Holland. te van Langeveld dat naar binnen, en onder Noordwijkerhout geleegen is. Deeze liggen met de overige Duinen van Noordwijker* hout allen nagenoeg in ééne rei naast elkanderen gelijk de Heemskerker Duinen, ten Oosten tegen de Binnenlanden. De Westelijke lijn is uit het boven opgegeevene terHond te vinden. De eerfte van deeze rei is het Duin van den Burger van der Swet tegen het fcheid van de Vogelenzang, en naast het Duin van denzelfden Burger onder dat District: het eindigt eene kleine 300 Roeden van daar in eene regte lijn. Het volgende is van den Burger INicolaas Six te Amfterdam en ftrekt tot een weinig voorbij de wooning het Paarden-Kerkhof. Hier naast ligt dat van de Wed. Hend. Verdegaal (c), wonende in de Vogelenzang, en eindigt bij de Cluislaan. In het midden moet aan den voorkant het kleine Espelduin (d~) geleegen zijn. Van gemelde Cluislaan tot op de hoogte van de Langevelder Laan is het Duin van den Burger Gysb. van der Eist (0> en deeze rei Duinen eindigt met het Kerk/duin van Noordwijkerhout, 't geen met het Boekhorster en het Wraaduin toebehoort aan de Erven N. Harting (ƒ) te Leyden. Onder Noordwijk, zo als door ons reeds is f>) Bijl. B. No. 17. C*0 Als voor. No. 29. CO Als voor. No. 31. C<0 Als voor. No. 30. CO Als voor. No, 32. (/J Als voor. No. 33, 34,' Ligging der Duinen van Particulieren.  '28 Tegenwoordige ftaat der Duinen Lteging der Duinen van Particulieren. (tf) Zie boven bl- !0. ( * ) Zie egter bov bl. 11. ( c } B.|l t\. No 17, Bijl. B. Nu. 43- is opgegeeven ( doet zich weder Nationaale grond op , zich uirtr kkende tot Loosduinen. De ligging van de liigendommen , in kleine partijen in deeze uitgeftrektheid verdeeld, en die met eikanderen ongeveer 330 Morgen zullen bedraagen, hebben Wij op Bijl. B. en C, gelijk zij op elkan Ier volgen, aange weezen. De DuinEigendommen van Loosduinen tot ter 1 lende, allen door koop verkreegen , hebben wij niet op Bijl. B. gebragt, om dat het moeilijk valt te onderfcheiden, wat als Binnenduinen en Geestgronden , wat als gewoone Duinen moet worden aangemerkt. Alle deeze gronden, zo ver zij aan Particulieren behooren; want de keten Duinen aan de kust, is Nationaal {b)\ bedraagen volgens fpecieficke opgaaf van de Secretarie aldaar, 027 Morgen 122 Roeden: verders ligt het verhuurde Nationaale Copier Duin (O agter Monitor, tegen den Zanddijk bij de (teenen Hoofden; en bij den hoek van Holland, onder 's Gravefandc en Zand-Ambagt, zijn geleegen de Duinen van de Polder 't Nieuwhmd (d «, tusfchen verfcheiden hoeken Nationaale grond in, tot aan den Keeten hooee Bergen langs het Strand, die mede Nationaal zijn. Deeze Duinen loc-pen ter plaatze waar in voorde jaaren een doorfnijding na de Maas geprojecteerd is, in de forekking van  van het voormaalig Holland 29 Zuidoost, met eene ftrook paralel aan gemelde Rivier, tot voorbij de Wooning de Hill. Het vervolg van deeze Strook, fluitende tegen de Oranje Polder, is het Staalduin, het Eigendom van den Burger Jacobus Merfen O). Bij deeze opgaave der Eigendommen, moeten wij nog melding maaken van eene Strook eigen grond, die op veele plaatzen agter de Hoflieden en Landerijen langs de Duinen geleegen is: deeze Strook heeft verfchillende breedten van 7 tot 50, en zelfs op fommige plaatzen van nog meer Roeden. Geen van deeze Strooken ftaan als afzonderlijk eigendom bekend, maar behooren tot de daar bij liggende Goederen , en zijn daarom, ook niet afzonderlijk in Verponding aangetogen. — Op fommige Piaatzen zal het bewijs van Eigendom en de breedte daar van moeilijk te vinden zijn: wij kunnen in hec algemeen zeggen, dat die Strook, waar zij tegen Particuliere Duinen fluit, fmaller is, dan waar zij aan de Duinen der Natie grenst. Onder Heemskerk zijn ons bij de infpeclie het eerst zodanige ftrooken aangeweezen van Landlieden , met Boschjes tegen de Duinen aankomende; onder Wijk aan Duin fchijnen de Particulieren 50 Roeden Duin agter de Schuttingen van hunne Landen en Tuinen in eigendom te hebben. Onder Bloemendaal zijn zoodanige Strooken tot op den kruin van het hoogeDuin agter de Hofltede Mee- (*) Bijl. B, No. 44. Ligging der Duinen van Particulieren. t  30 Tegenwoe-rdige ftaat der Duinen Ligging der Duinen van Particulieren. Meerenberg, het Huis te Bloemendaal, en de Gaarenbleekerije van Simon Nieuwenhooven aan het Agterduin, welke dit met eene Kaart verifieerde ; als ook agter de Hoffteede Duin en Daal. Onder Noordwijk van den weg na Zee of de Breelofter Weg, tot aan de Plaats Vinkeveld, behoort de Cingel boomen tot aan het hooge Duin , zeer waarfchijnlijk aan de daar langs geleegen eigen gronden. Wij twijffelen hier te minder aan, om dat de Duinfloot door deeze Particulieren gemaakt, zeker zal gegraaven zijn op een afftand van het hooge Duin, ten einde de Sloot niet fpoedig zoude toeftuiven. Om deeze overltuiving verder te verhoeden, zullen ongetwijffeld de Particulieren deeze Boomen aan de overzijde der Sloot hebben geplant; doch deeze ondergeftooven zijnde tot aan hunne toppen , liggen nu onder de Bergen , aart wier voet thans de Duinfloot loopt. — Onder Wasfenaar ligt van den Schulpweg bij den Berg de Klink, tot aan Waalsdorp, weder foortgelijke Strook over de Duinflooten, tot aan den Teen van het hooge Voorduin, agter de volgende Hoflieden, als Duinrel, en aldaar breed 25 Roeden; Wildrust ( Vinkelust zo ver het Hout ftaat; Blankenburg, (<0 De Burger D. P du Tour, eigenaar van deeze Hofltede , heeft ons Copie toegezonden van twee eensluidende verklaringen van Ao. 1767. dat toen reeds de Klingen, deeze ftrook uitmaakende, veele jaaren geconfidereerd waren tot de Hofftcde te behooren, welke Copie berust onder de Bijl. tot onze handelingen, zijnde No. 86.  van het voormaalig Holland. 31 burg ter breedre van 15 Roeden; VoorLinden, de Plaats van Theod. Diert, en' eindeli k de Hofltede Groendaal, op het] breedst ie, Roeden, volgens de geprodu-1 ceer e Kaart der geheele Hofltede. - Nog treft men zulk eene Strook aan voor bij den Scheveninger Weg.agrer de Wooning Houtrust; en op de hoogte van Eykenduinen bij de Wooning van Dicrt; vervolgens agter Kloosterswooning, de Hofftede Meerenbosch , en laatftelijk de Wooning van van der Duin. Meerdere Strooken langs den voorkant zijn ons bij de Infpeftien niet aangeweezen. Van al wat wij tot hier toe hebben opgegeeven , moeten wij andermaal verklaaren niet te kunnen inftaan voor misflagen, die wij ondanks het naauwkeurigst onderzoek mogten begaan hebben. De befchrijving is getrokken uit de Rapporten, die wij vaft de locaale infpeclie van elk Diflricl hadden opgemaakt; waarin veele Belendingen , in haare rooijingen op onderfcheide kennelijke plaatzen naar het Compas raauwkeurig zijn opgegeeven; en waar uit de ligging van fommige Eigendommen altoos zal kunnen opgehelderd worden. Maar hoe bezwaarlijk viel het ons dikmaals op vaste kentekenen in d.ezen aftegaan. De verbaazende uitgeftrektheid dier Eigendommen laatcn geene omrastering of omheining toe; zo ook is er naauwlijks één, dat binnen Slooten getermineerd is. en zeer weinig; zijn de kennelijke Wegen, die door de Duinen loopen, welke'de Belendingen anders gemakk^i'k zou» Ligging ier Duinen vaa ParticUn lieren.  3* Tegenwoordige ftaat der Duinin \ Ligging der Duinen van Particulieren. zouden doen onderkennen: wij moesten dusi enkel afgaan op Bakens en Tekenen van Limietfcheiding óns aaftgeweezen, die egter op veele plaatzen ontbraken , 't zij uit onagtzaamheid, of dat die buiten fchuld der Eigenaars onder het zand verftooven lagen. De Bakens waarop wij óns alleen konden verlaaten, waren zodanige Steenen en Paaien,1 die alleszins blijken droegen van reeds lang in den grond te hebben gedaan; want fomwijlen hadt men kort vöor onze komst nieuwe Paaien gezet, 't geen het geval was aan het Zuidlijk Limiet der Heereduinen onder Velzen. Dikwijls troffen wij fleenen aan die los op den grond lagen, en ligt genoeg om door ieder naar welgevallen te kunnen verdraagen worden. Somwijlen waren de Bakens enkel houten Stokjes, losfe Dakpannen, ja ook wel Bekkeneelen van Paarden, Runderen, Schaapen enz. die meteen punt in den grond Haken. Meermaalen wist de Eigenaar, of die uit zijnen naam kwam, de waare Belending niet: was er meer dan één die van wegens zijnen Meester aanwijzing deedt, zij verfchilden niet zelden in de opgaave. Neemt men hier bij in agt, dat men door de hoogten en laagten meestal het Terrain .niet in ééns konde overzien, en dus dé flrekking der aangeweezen Bakens gebrekkig kon waarneemen; zo zal een iegelijk bezeffen, dat wij fomwijlen als in een doolhof omdwaalden. Bij dit alles voege men nog het gebrek aan veele noodige Kaarten van elks eigendom, waaromtrent wij ook iets moeten berigten. III.  yan hei voormaalig Holland. 33 III. Sómmige Eigenaaren hebben naauwkeurige Kaarten van hunnen Grond, en wij hadden het genoegen dat ons de volgende Eigenaaren Kaarten van hunne Duinen ter hand fielden, waar van wij Copien hebben doen formeéren, die tot de door ons gecolligeerde Kaarten behooren: als de Burgers Bolten de Bóer en Comp. Bijl. B. N°. 7. eene zeer geëxtendeerde Kaart van A°. 1614. bevattende niet alleen hun Duin, maar ook alle de Duinen van Egmond tot aan de Beverwijk: de Burger Willem van der Swét eene Kaart van zijn Duin onder de Vogelenzang, op gemelde Bijl. B. N*\ 26. gecarteerd' A°. 1727, waar op tevens aanwijzing gedaan wordt van de daar aan belende Duinen N°. 20 en 2a. en nog eene andere Kaart van het Duin vari denzelfden Burger onder Noordwijkerhout, zijnde N°. 27. en gemaakt A9. 1736: de Burger Jan Six eene Kaart van het Zilkerduin N°. 28. gecarteerd A°. 1667: en eindelijk de Burger G. van der Eist N°. 32. de Kaart van zijn Grond, opgemeeten A°. 1660— Verders is ons bewust, dat 'er van de eige Gronden op Bijl. B. gemeld, Kaarten exteeren van de Partijen N°. 10, 16, 18, 19, 20, 29, 31, 39, 4' > 43- waar van de Burger van Eys, wiens kaart van het Bentveld. op nieuw gemaakt is, en de Burger van Holst hebben aangebooden, die 't allen tijde ter Copieering aan de Commisfie te overhandigen. Sommige der andere kaarten zijn uit hoofde van haare grootte, niet vervoerbaar, en zouden op de plaats waar zij hangen (moeten gecopieerdC wóf- Welke geteekendeKaartenvan de Duinen ;xteeren,  Welke geteekendeKaartenvan de Duinen extceren. (*) Zie Bijl. C. No. 77 34 Tegenwoordige Jïaat der Duinen worden, — wegens de Partijen No. 5, 14, 15, 21, 22, 33, 42 en 44. kunnen wij melden, dat er geene afzonderlijke kaarten zijn; en van de overige eige gronden, zijn wij deswegens onzeker, om dat wij ons onderzoek zo ver nog niet hadden uitgeftrekt. Ten aanzien van de meeste Erfpagts gronden, doet zich weinig duisterheid op, in de belending, en waare ligging. Aan verre de meeste Aften daar van uitgegecven zijn kaartjes geannexeerd, die wij allen van de Domein kamer gerequireerd, en hebben doen Copieeren. In meer dan ééne Acte beroept men zich nogthans op kaartjes, die vermist zijn, of ten minften daarbij niet gevonden worden. De groote Partijen ftaan weder gelijk met die der eige gronden. Van het Eiland ter Schelling met deszelfs Duinen, in Erfpagt uitgegeeven (tf), beftaat eene groote en naauwkeurige kaart, zijnde dit Eiland meetkundig opgenomen en gecarteerd in 1794. door J. Peereboom Boude wz. 's Lands Landmeeter; van deeze alleen geteekende kaart bezit de Commisfie Copie Van deBreefaap en Breefaaper-Duinen is eene niet vervoerbaare kaart ten huize van de Eigenares. Doch van de Erfpagts gronden op Bijl. C. genoteerd onder INo. 1, 3, 5, 10, 52 en 74. zijn geene kaarten gemaakt, of thans niec meer voorhanden. We-  yan het voormaalig Holland. 35 Wegens de Nationaale Duingronden hebben wij buiten de gewoone en bekende gedrukte kaarten, weinige geteekende gevonden, die ons de noodige opheldering konden geeven: yeel dienst konden wij ons nogthans belodven van twee groote geteekende kaarten, van den Voorkant der Duinen in Rhijnland en Kenmerland, die wij bevonden hebben dat op de Domein-kamer (a) berusten ; niettegenftaande de Adv Fiscaal der Domeinen M. van der Craght in zijn Rapport aan het Beftuur op de Requeste van Jan Kops c. f., wegens de vruchtbaarmaaking der Duinen verzekerd hadt, dat geene Kaarten die zouden kunnen dienen, om de Nationaale gronden daarop afteteekenen, bij de Domeinen gevonden werden (£). Beide zijn op den zelfden voetmaat, naamlijk zesmaal grooter dan de voetmaat, waar op de gewoone Heemraadskaart van Rhijnland gecarteerd is. Die van Rhijnland is in 4 Vellen, opgemeeten door den Landmeeter Joh. Dou, Aa. 1660. en die van Kenmerland in drie vellen gecarteerd door J. van Swieten Landmeeter Ao. 1661. Zij bevatten alleen den voor- of binnen-kant, zonder eenige vlakte of iets van het midden gedeelte der Duinen aantewijzen, en hebben ongetwijffeld gediend, tot («) Behalven twee vellen van de eerfte Kaart, bevattende de Luchter en Brederoder Duinen onder K-hijnland, die niet op de Domein - kanier maar ter Secretarie van dat Heemiaadfchap exteerden. (i) Zie de gedrukte Decreeten van het Prov. Beftuur van £©. September 1796. bl. 458C a Welk* geteekendeKaartenvan de Duinen exteeren. \  36 Tegenwoordige ftaat der Duinen Welke gettekendeKaartenvan de Duinen «zteeren. tot een grondflag van de advifen van Gecommitteerde Raaden in de beide quartieren, die van de Rekening der Domeinen, en van de Heemraaden van Rhijnland en Delfland te dier tijde; waar op Staaten van Holland en Westvriesland bij eene breede Refolutie van t. en 2. December 1661. bellooten hebben tot het depopulceren voor eenige jaaren van alle deeze Duinen aan den voorkant. Alle de Velden of Duinen in deeze Refolutie opgenoemd, komen ten vollen overeen met de Duinen die op de gezegde kaarten zijn aangeweezen , waar door men in fommige gevallen veel opheldering kan verkrijgen O). Behalven deeze zijn ons nog ter hand gekomen twee geteekende kaarten van voornaame gedeelten Nationaale Duinen, berustende onder bovengemelden Burger J. Peereboom, als voorheen Landmeeter van Gecommitteerde Raaden in 't Noorder quartier. De ééne is van het Eiland Vlieland, niet minder mauw keurig dan die van het Eiland Tèrfchellfnjg door denzelven Burger meetkundig opgenomen, en op veel grooter Voetmaat den . Terfchelling gecarteerd in 195., waar op met onderfcheide Couleuren" niet alleen de hoogten en vlaktens zijn aangeweezen , maar ook welke raauwe, welke begroeide Duinen zijn. De andere kaart is van Texel en het Eyerland, .en flechts figuratief door gemel- den O) Men zie alzo onder §. VI.  van het voormaalig Holland. 37 den Burger, uit de jongften voorhanden zijnde ftukken zaamgelteld Ao 1796; geevende zeer onderfcheidenlijk te kennen, welke de hoogten en vlaktens zijn in de Duinen van het geheele Eiland; terwijl nog genoemde Burger Peereboom bezig is met het opmeeten van alle 's Lands goederen onder Huisduinen en de Helder, waar onder de Duinen en Zantgronden zijn in dat dittricï, algemeen onder het koegras begreepen, welke meeting in dit jaar zal voltooid zijn. Eindelijk is ons van de Domein - kamer gefupediteerd eene kaart van de verhuurde Nationaale Houtakkers onder Katwijk Bijl. A. No- 15. met de gronden daar bij geleegen. Deeze akkers zijn, naa uitwijzing van een proces Ao. 1779, waar bij de voorige Vrouw van Katwijk , deeze gronden onwettig geoccupeerd hebbende, gecondemneerd werdt, ƒ 700:-:- aan de voormaalige Graaflijkheid te betaalen; verklaard tot de Domeinen te behooren, wordende egter aan genoemde Vroiiw als onbetwistbaar eigendom gelaaten, 't geen op gemelde kaart met A. A. B. C. E. is aangeweezen, en de gronden met eene roode couleur afgezet, daar tusfchen liggende, als ook de partij FFFF. Thans heeft dit de Burger W. F. H. van Wasfenaar in eigendom. — De Collectie van kaarten der Commisfie is met de copien van de opgegeeven kaarten van deeze Nationaale gronden vermeerderd. C 3 IV. Welk» geteekendeKaarteavan de Duinen exteerea.  Oogmerk der Com misfie, om eene algeméene kaart te doen formeeren. («) zie de gedrukte Decreeten van di«n dag, bl. 465—374. 38 Tegenwoordige /iaat der Duinen IV. Het was ons niet genoeg deeze kaarten zo van Nationaale, als van Particuliere Duingronden te hebben opgefpoord en bij één verzameld. Deeze en verdere kaarten, die ons bij het voortzetten van ons onderzoek na de particuliere Eigendommen ongetwijfeld nog zouden in handen zijn gekomen , hadden wij alleen ten oogmerk te colligeeren, om daar van één geheel te maaken, en die op ééne algeméene kaart te doen overbrengen, waar op de Nationaale en Particuliere Duinen zouden zijn afgeteekend; welke kaart wij bij dit Rapport aan U zouden zouden hebben overgelegd. Dit oogmerk gaven wij reeds te kennen bij ons Provifioneèl Rapport aan het Provinciaal Beftuur van Holland op 17 Maart l797 (a)-> en wij Helden alles te werk om die oogmerk te bereiken; dan hoe veel nut wij van onze Collectie ook konden trekken, inzonderheid van de groote geteekende kaarten van den voorkant der Duinen in Rhijnland en Kenmerland; ééne zaak van groote aangeletgenheid ontbrak ons. Uit deeze kaarten kon men alleen vinden de waare ftrekking van den voorkant, dat is, van de Duinen zo als die tegen de binnenlanden grenzen; maar van den buitenrand aan de ftranden, is daar op niets aangeweezen. Er was dus flechts één van de twee hoofdlijnen, tusfchen welke de Duinen liggen bekend; doch de andere lijn, die van den Zeekant, moest  yan het voormaalig Holland. 30 moest ook volftrekt bekend weezen, om niet aan veelvuldige misflagen te zijn bloot gefield; en ten einde vaste punten te hebben, waarop men bij het overbrengen van de kleinere kaarten op ééne algeméene kaart zeker zou kunnen afgaan. Deeze buiten rand is ook geenszins met eenige zekerheid op te maaken uit de gewoone gedrukte kaarten van Delfland, Rhijnland en de uitwaterende Sluizen; om dat de eerfte in het begin van deeze, en de twee anderen in de voorige Eeuw gemaakt zijn, en de Duinen zedert dien tijd aan den Zeekant verbaazende veranderingen zo van af- als aanneeming hebben ondergaan. Wij beflooten dus, op dat wij een vasten grondflag zouden leggen, deezen buitenrand te doen opmeeten; en ten einde onze algeméene kaart te belangrijker te maaken voorde Natie, zouden wij daar op te gelijk hebben doen brengenden buitenrand, zo als die, volgens de gedrukte kaarten, was in de voorige Eeuw, om daar uit het tegenwoordig verfchil te beter te kunnen ontdekken. Hierdoor zouden wij teffens getragt hebben te herftellen een verzuim, 't geen bij het Beftuur 't allen tijde heeft plaats gehad, van niet telkens naa verloop van eenige Jaaren de geheele Zeekust te hebben doen opmeeten; op dat men niet gelijk tegenwoordig, geheel onzeker zoude zijn, waar, en hoe veel de kust afneeme. Deeze kennis zo onontbeerlijk om een groot gedeelte onzes Vaderlands niet een prooi te doen worden van de Noord Zee, zal hei C 4 Be Oogmerk der Commisfie , om eene algeméene kaart te doen formeeren.  40 Tegenwoordige [iaat der Duinen Oogmerl der Cora misfie, om ^ene algemee ■ ne kaart te doen formee* ren. Beftuur alleen in ftaat ftellen, de beste behoedmiddelen hier tegen te neemen. — • Te minder wierden wij afgefchrikt, deeze meeting yan de kust te laaten doen, om dat dezelve, uit hoorde dat de Duinen aan het ftrand meest in regte lijnen loopen, met weinig kosten kon gefchieden. Naa dat wij den Landmeeter den Burger F. Beijerink, die zich, gelijk wij in ons bovengemeld Provifioneel Rapport van 17. Maart 1797. aan het Beftuur berigt hadden, tot de noodige meeting geëngageerd hadt, op zijn verzoek daar van ontflagen hadden; hebben wij dit werk opgedraagen aan den meergenoemden en zeer bekwaamen Burger J. Peereboom; en de kosten der meeting van den buiten rand zouden naauwlijks ƒ 400 bedraagen hebben Deeze Burger heeft reeds een groot gedeelte van de oude kust uit de gedrukte kaarten opgemaakt, en de meeting Zelve zoude in de Maand April deezes jaars gefchied zijn; dan eerst hadt men de kaarten der particuliere Eigendommen kunnen overbrengen; en op deeze en geene plaatzen waar men geheel onzeeker was, zouden wij door meeting de waare ligging hebben doen opipooren. — Niet eerder kon hier mede een begin worden gemaakt, voor wij reeds veel onderzogt hadden. Dit is de reede dat de algeméene kaart niet vioeger dan dit Jaar kon geformeerd worden, en, indien wij ons oogmerk om het Rapport zo veel mogelijk volledig te doen zijn, hadden mogen bereiken, zouden wij niet dan op het einde van dit of in het volgend Jaar daarmede gereed hebben kun*  van hei voormaalig Holland. 41 kunnen zijn. De onzekerheid onzer Commisfie, van wegens de ontbinding van het Provintiaal Beftuur van Holland, heeft ons de reeds gegeeven orders tot de meeting doen contramandeeren; en door de ppgegeeve befchrijving van den loop der Eigendommen hebben wij het gemis dier algeméene kaart voor als nog poogen te vergoeden. Uit deeze kaart zouden wij mede fpeciefiek hebben kunnen opgeeven, waaromtrent men ook zo geheel onzeker is, hoe yeel Morgens de gantfche Masfa Duinen, en wel bijzonder hoe veel de Nationaale, hoe veel de particuliere goederen bedraagen. — Wij willen egter hier in niet geheel te kort fchieten, en daar van de volgende ruwe opgaave doen, uit de gewoone kaarten opgemaakt. De Duinen van Huisduinen en de Helder, met de drie Eilan- Rh. Morg. den, bevatten 8,662. Van daar tot aan Noordwijkerhout, ongeveer. .... 21,000. Van daar tot aan den hoek van Holland, ruim. .... 6,000. 35,662. Daar men nu gewoon is de Bergen, Heuvelen en verhevenheden der Duinen te bereekenen, als een derde van het geheel, vlakke grond uittemaaken, zo zal dit nog bedraagen 11,887. dus het geheel 47,549. M. C 5 V. Oegmerk der Commisfie , om eene algemec. ne kaart te doen forraeeren. Ruw* begrooting der Duinen.  42 Tegenwoordige /iaat der Duinen Over de wettig. heid der Particuliere Eigendommen. V. Thands keeren wij terug tot de particuliere Eigendommen , en zullen tragten te voldoen aan de zo dikwijls gedaane vraagtn, of er genoegzaame legaale bewijzen van deeze Eigendommen voorhanden, en van welken aart die bewijzen zijn. Het komt hier voornaamlijk aan op de eige gronden, Bijl. B. opgegeeven. Veele Duinen in Noordholland, hebben behoort tot de Heerlijkheden, onder welke zij geleegen waren, en de voormaalige Heeren zijn in deezer voege hier van Eigenaars geworden: of zij waren Leenroerige Goederen, die bij verleij overgingen. Tot >,de eerile behooren die van Callantsoog, Bergen en Wimmenum, N°. a, 4 en 5.: tot de laatfte, de oudtijds Marquetter of Heemskerkerduinen ia) Na. 7—11. In Zuid-Holland zijn ook eenige Duinen , die nog leenroerig zijn, als N°. 28, 32. en 33. doch de meeste zijn gekogt uit de Domeinen der voormaalige Graaflijkheid A°. 1722. en 1725, welke door ons op gemelde Bijl. B. met * en ** zijn aangeweezen. Deeze uit de Domeinen gekogte Stukken of Perceelen Duin waren 28 in getal, en zijn thans in het bezit van niet meer dan zestien Eigenaars: dezelve hebben eene verbaazende uicgeftrektheid, bevattende niet alleen de Eg. monder Duinen maar °°k bijna alle de (<0 Z'e boven bl. 14. en. IJ.. (*) Tot aan den Jaare 1607. hebben deeze san de Graaflijkheid van Egmond behoort, maar 2ijn toen met de overige Heerlijke Goederen van Egmond, door  van het voormaalig Holland. 43 de Buitenduinen van Heemskerk af, tot die van Noordwijkerhout en Langeveld ingeflooten: uitgenomen de twee groote Erfpagtspartijen, de Breefaap met Duinen en midden Duin, Bijl. C. N°. 2. en 16. Deeze Verkoop heeft zo min aan 's Lands Finan- tien voordeel, als aan de Duinen verbeetering toegebragt. Zij waren allen Konijnduinen, en door het Land daar toe verpagt, brengende overeenkomstig het begrip van die tijden, dat Duinen tot niets anders gefchikt waren, goede Revenuen op. Doch roekeloos heeft men toen dezelve als 't ware weggefchonken. Alzo werdt bij voorbeeld een Duin, 't geen 's Jaars ƒ 270 in pagt deedt, van wegens de toemaalige Staaten van Holland verkogt voor ƒ 1200,- een ander dat ƒ 180 aan Pagt opbragt, voor ƒ 500; een derde dat / 300 revenuen gaf, voor ƒ 2070: en in deezer voege zijn toen alle de overige verkogt. — De Graaflijkheid moest wel de Verponding betaalen; maar hier mede hebben zich deeze Koopers voor die geringe Som wel willen bezwaaren. Naa veel moeite en zoekens in de Registers ter Domeinkamer, hebben wij de cognitie bekomen van den Verkoop deezer Duinen : en uit de Rolle van de Veiling en Verkooping der Dominiaale Goederen in genoemde Jaaren, meenden wij het noodige licht door de Staaten van Holland gekogt en aan 's Lands Domeinen gehegt, en Ao. 1722. weder verkogt. Zie RaitmaaUrs Kabinet van Nederlandfche Oudheeden» Deel I. bl. aio—au. Over de wettigheid der Particuliere Eigendommen.  44 Tegenwoordigs (laat der Duinen Over de ■wettigheid der Particuliere Eigendommen. licht omtrent belending en groote van deeze Duinen te kunnen verkrijgen \ maar hier in zagen wij ons deerlijk te leur geileld. Dezelve bevat enkel eene lijst van de naamen dier Duinen, waar onder zij altoos bekend waren, welke naamen wij uit deeze Rol op Bijl. B. bij elk Duin hebben overgenomen. Verders worden de Koopers genoemd, en de fom voor welke zij dit gekogt nebben: bij veele is ook gefield de naam van den Duinmeijer die het in Pagt had, en voor welke fom 's Jaars. Bij het eerfte en tweede Perceel wordt nog het woord belend genoemd, en gemeld: „ dat het belend is als volgens de ?, Rolle daar van zijnde;" maar hoe veel moeite men zich ter Domeinkamer gegeeven heeft, om ons deeze Rol op onze aanvraag ter hand te {tellen , heeft men die niet kunnen vinden. Evenmin hebben wij eenige opheldering wegens belending kunnen verkrijgen, uit de bewijzen van eigendom, waar van wij vifie hebben genomen. In de eerfte Koopbrieven zijn de enkele naamen der Duinen, zo als die op de genoemde rol Haan, opgegeeven, en in de Transporten altoos gevolgd. l\1en fchijnt van ouds zich weinig bekommerd te hebben in het bepaalen van belendingen der Duinen. Zij werden dikwijls genoemd naar de Duinmeijers, die ze rot de Konijnvangst in Pagt hadden: alzo fiaan zij op de bovengemelde groote geteekerde Kaarten van den Voorkant bekend, als het Veld van . . , . begaan door de belending en groote werden geheel toevertrouwd aan elk  van het voormaalig Holland. 45 elk Duinmeijer, en men liet het over aan de zorg van deezen, dat zijn naastgeleegen Gebuur niet zou violeeren de Limieten, binnen welke zijne Voorzaaten hem altoos hadden voorgezegd, dat zijn Duin zou bepaald weezen. Mier door moge de minlte onzekerheid ontftaan zijn, waarde particuliere Duinen tegen andere Particulieren grensden; maar daar zij tegen hetNationaale goed ftuitten, Itondt geen zo waakzaam toeziener, als ieder nabuurige Duinmeijer was; en daar uit is alleen gebooren de duisterheid van de Olmers. Men gevoele dus, hoe zeer wij dikwijls als in het blinde moesten omtasten, zo wel ten aanzien van belending, als begrooting van veele Duinen; van welk laatfte fommige Eigenaars ons niets wisten te zeggen. De Gronden, wier grootte ons bekend was uit Kaarten, Gaarboeken van Verponding, Transporten, of andere egte Stukken, hebben Wij op Bijl. B. genoteerd; van anderen niet dan zeer ruwe bereekening kunnen opgeeven, en van veelen liever niets gemeld, om niet te veel mis te tasten. Daar wij hier het fcerfte fpreeken van begrooting door de Particulieren gevolgd, moeten wij in het algemeen aanmerken, dat men in deezen geen algemeenen en vasten regel houdt, en ook hier op weinig zekers kon afgaan. Niet alleen moet men hier Hondsbosfche, en Rhijnlandfche voetmaa■ten onderfcheiden, maar ook fpreekt men meestal op de Duinen van gevouwe Morgens , die het dubbeld uicmaaken van gewoone ongevouwen of heele Morgens; men Over de wettigheid der Particuliere Ei» gendommen.  Over de wettig heid der particuliere Eigendommen. 46 Tegenwoordige ftaat der Duinen men verzekerde ons meermaalen, dat de' Duin Morgens, op fommige Boeken van Verponding gemeld, geene dan gevouwe Morgens zijn. Evenzeer als de uit de Domeinen A°. 1712. en 1725. gekogte Duinen (*;),voor het meerendeel in belendingen en groote onzeker zijn; zo ook zijn toen van wegens de Staaten van Holland aan de Koopers weinige Conditiën en verpligtingen opgelegd, die natuurlijk ook voor hunne Succesfeurs verbindend zouden moeten gereekend worden. Behalven de gewoone conditiën van verkoop, hebben gecommitteerden van de. Staaten van Holland en Westvriesland, geauthorifeerd tot de toen vastgeftelde verkooping der Domeinen bij een advertisfement, te vinden in de Haarlemmer Courant van 29. October 1722. uitgenomen eenige fpeciaale conditiën, dit in 't algemeen verklaard: „ Dat de Duinen verkogt „ worden voor allodiaal. Dat geene „ gedepopuleerde Duinen zullen worden „ verkogt: en dat onder de Vogelenzang, „ Overveen en Bloemendaal , het haa„ len en fteken van Helm in de 01„ mers zal blijven na de oude gewoonte, ,, gelijk ook onder Santvoort en Velzen." Verders hebben gemelde Gecommitteerden ten dienfte des Lands niets voorbehouden; Van deeze kunnen wij het meest berigten , t'aar wij ons onderzoek na de Grondbrieven der eige Duinen nog weinig verder hebben kunnen uitftrekkcn.  van het voormaalig Holland, 47 den; en is ook geen woord gerept van helmplanting, zo min dat de Eigenaaren hiertoe verpligt waren, als dat zij hier van omheeven zouden worden: terwijl wij ook in verdere oorfprongelijke papieren , zo van deeze als andere Duinen, die onder ons oog zijn gekomen, geene bijzondere Heilige Conditiën hebben gevonden, waar toe de Eigenaaren verpligt zouden zijn. Met dat allés kunnen wij U melden, aan ons volkomen gebleeken te zijn, uit de Grondbrieven, waarvan ons" vifie is gegeeven, dat van de Duinen op Bijl. B. gemeld in wel en wettigm eigendom hebben verkreegen en thans bezitten; Jan Six, No. 5 en 28. P. van de Pol c. f-, No. 14. J. M. de Neuffville, op naam van F. Beerewouts, No. 15. J. Nic. van Eys, No. 18 en 19. P. G. en A. van Holst, No. 20, P. C. Hartfick, No. 21 en 22. W. van dei Swet, No» 26 en 27. Nicolaas Six, No. ao Wed. Hendr. Verdegaal jNo. 31. G. van der Eist, Nu. 32, de Erven N. Harting, No. 33 en 34. C. J. van Perfyn, No. 39. C. J. van Haansbergen No. 40. en B, Oosterveer No. 41. Wij kunnen egter ten deezen niet meer attefteeren, dan wij uit de grondbrieven gezien hebben, en willen dus niet gehouden zijn, door deeze onze verklaaring te decidceren, dat de Duinen inzonderheid die met * genoteerd Haan, en van de meeste van welke geene belending of groote is gemeld in de papieren, in waarheid die uirgeltrektheid hebben, als ons is opgeeven. Van de onderfcheide fubcom- mis- Over de wettigheid der particuliere Eigendom»men-  Over de wettig' heid der particuliere Eigendommen. 48 Tegenwoordige ftaat der Duinen misfien welke op onderfcheide plaatfen ea tijden gevaceerd hebben, om vifie te neemen van de bewijzen van Eigendom deezer Duinen, is een algemeen Rapport door ons opgemaakt, zijnde de 143de Bijlaag tot onze Handelingen, waar aan wij ons in deezen refereeren. Van de overige eige gronden op gemelde Bijl. B. uitgenomen eenige weinige, waar van ftraks nader, kunnen wij weder niets ftelligs melden; om dat wij ons onderzoek na de bewijzen van Eigendom in het midden hebben geftaakt. Het was noodeloos van alle de Erfpagts gronden op Bijl. C. de bewijzen intewinnen, om dat ons uit de origineele aélen, als ook het Oclrooi van 17. November 1795. wegens Middenduin No. iö. het wettig Eigendom gebleeken was, en wij daar uit het noodige tot onze inlichting hadden geëxcerpeerd: gelijk ons mede bekend was een Request van Ao. 1604 (a~) van Schepenen en Regeerders van Schoorl, Camp en Groet, met de Apoftille daarop gefield, waar bij zij te kennen geeven de Schoorler Duinen in Erfpagt te hebben, welke naderhand in Erfpagt zijn bezeeten door diverfe Particulieren, en thans door Gerrit Schoonhoven en Comp. te Alkmaar, Bijl. C. No. 1. Van eenige weinige partijen, waar (_a) Men zie dit Request als ook een Accord tusfchen den Houtvester van Holland, ende die van Schoorle van 16. Maart 1597. in Merula Placatea ende Ordonnancien op *t ftuck van de Wildernisfea in Fel. Ao. 1605. bl. aSa en 263.  yan het voormaalig Holland. 49 waar van, of de Acte op de Domeinkamer te vergeefsch gezogt was, of die ons om andere redenen duifter waren, hebben wij de bewijzen gerequtreerd, die wij alleszins voldoende hebben bevonden >, omtrent bet Accummerduin No. 3. het Duin van W. F H. van Wasfenaar No. 39 en de gronden van C. J van Haansbergen No* 51 — 54, kunnende dit mede blijken uit het evengenoemd Rapport. Vi. Konden wij van de opgegeeven Eigendommen met éénige zekerheid fpreeken, meerdere duisterheid heeft zich nogthani voor ons opgedaan, wegens andere Eigen, dommen. Alzo heeft de Eigenaares van de Breefaap en de Breefaaper Duinen rb) ons geen ander bewijs kunnen toonen, dat zij deeze gronden in Erfpagt bezat, dan de quitantie van den RentmeefTer van Dam, dat zij jaarlijks van deeze Duinen de Erfpagt betaalde. Op de Domein - en voormaalige Reekenkamer van Holland heeft men alleen de aanteekening gevonden: Dat het eerfte en tweede Stuk Duin onder „ Velzen na Wijk aan Zee, laatst gepagt „ geweest door L. Kaay om ƒ 225. en ,, planting van 10 Morgen Duinhelm, met de leverantie van 52 Koppel Hofkonij* „ nen, van Haar Ed. Mog. in Erfpagt i«' uitgegeeven aan den Heer Oud Burge„ meester G. Corver, en naa deszelfs ovef„ lijden nu bezeeten bij M. E. Geelvink» » Huls» C*) Zie ook boven bl. 37. CO Zie Bijl. C. No. b D Groot* duisterheid ten aanssien van fom. mige Eigendommen.  50 Tegenwoordige ftaat der Duinen Groote duisterheid ten aanzien van fommige Eige ndo romen» „ Huisvrouw van H. Hoeuft, Jaarlijks om „ ƒ ioo." Doch de Acte zelve heeft men nergens kunnen opfpooren. Nogchans heeft de Breefaap reeds Ao. 1661. aan den Heer van de Breefaap behoort;immers deeze Duinen ftaan op de groote getekende kaart van den voorkant in Kenmerland in dien jaare geformeerd bekend , als de Landen van den Heer van Breefaap. Dit heeft oudtijds behoort onder de Graaflijkheid van Bredero* de, en de Acte zal waarfchijnlijk te zoek zijn geraakt, toen deeze Domeinen aan die van den Lande gchegc, en de Charters en de papieren na den Haag zijn getranspor» teerd geworden. Bij het inzien van de Erfpagts Lijst Bijl. C. zal men gaarne eenige opheldering erlangen wegens het geen bij No. 17. is genoteerd, dat door de Erven J. Boreel loco G. P. Bodaan, Jaarlijks ƒ 14. aan de Domeinen betaald wordt, wegens het geen hij nopens het Duin genaamd het Zwarteveld, meerder heeft bekomen, als van 's Lands wegen gefuftineerd is, Hem te competeeren. Toen in den Jaare 1765. bij Afte van 25. September door Gecommitteerde Raaden aan Will. Ph. Kops Phz., uit de Graaflijkheids Domeinen in altoos duurende Erfpagt ter fomme van ƒ ia: 4. werdt vergund 5 M. 70 R. Duin agter deszelfs Hofltede de Rijp; en vervolgens bij Acte van 16. April 1766. aan David van der Poorten voor ƒ 5. s'Jaars, mede in Erfpagt was gegeeven 3 M. 37. R. zijnde het hooge voorduin agter de Gaarenbleekerij van H. Lis,  van het voormaalig Holland. 51 Lis bij de Kleeverlaah: beklaagde zich G. P. Bodaan, toen Regeerend Burgemeeiter van Amfterdam, bij een Request op 13 Meij 1767. aan Gecommitteerde Raaden wegens deeze uitgifte, poogende daar bij te demonftreeren, dat het Duin het Zwartèveld hem wettig toebehoorende, altoos geoordeeld was zich te (trekken langs den Heereweg van Bloemendaal tot Overveen : want bij de Koop Conditiën Ao, 17*2. toen dit Duin door de Graaflijkheid verkogt werdt, Waren niec bepaald de belendingen aan deHalmers COlmers, ) aan het ftrand, noch tot aart of omtrent den Overveenfche Weg: vvordende deeze fuflenue inzonderheid geadltrueerd door verklaaringen van aldaar wonende oudé lieden. Dat gevolglijk hier onder moeiten gereekehd worden de gronden, uitgegeeveh aan W. P. Kops Pz. en D. van der Poorten, en dus de Jaarlijkfche 'Erfpagten van deeze gronden aan hem moesten uitgekeerd worden. De toenmaalige Rentmeester Jus* tus Witte, in wiens handen dit Request gefield was om te dienen van c mfideratieh 4 heeft bij een zeer ampel en uitgewerkt adVis met verfcheide Bijlaagen gemunieerdj deeze argumeDten gerescontreerd. Om te bewijzen ,dac het Duin in queftie nog aan de Graaflijkheid behoorde, kwam vooral in aanmerking, dat bij den verkoop Van het: Zwartèveld uit de Domeinen in 17*2. uitdruk, kelijk bepaald was, dat geene gedepopuleerde Duinen verkogt waren (a). Kon hü èê (») Zi« feoveri bl. 40". d i Groot* duisterheid téa aanzien van fommigé Ëigendórri»mcii.  Óroote duisterheid ten aanzien van fotnnugé Ei gendom- men. (^) Zie boven bl. 55- 5a Tegenwoordige ftaat der Duinen de Rentmeefter demonftreeren, dat het Duin inquaeftie tot deeze gedepopuleerde Du „en altoos behoort hadt; zo moest het verzoek van G. P. Bodaan van zelve vervallen. De Rentmeefter geeft ten dien einde de naamen van deeze gedepopuleerde Duinen opzo als zij in zijne Blafferds gevonden worden; en die van Ao. 1661. tot op heden bij fuccesfieflijk gevolgde OeW.jen van Staaten van Holland altoos zijn gedepopuieerd «rebouden, en waarvan de vergoeding v,n oaet tot nog aan de Domeinen wordt ZSl de hit door Rhijnland, en de wederhelft door het Gemeeneland. Doch w are ligging van deeze Nationaale Duiden uUgeSen van het Leyduin en MoSin, erkende de Rentmeester door het 'van Authentieke kaarten of andere Ken hem onbekend te weezen. Deeae Zekerheid zou cerftond zijn weggenomen «wees ; indien onder het oog van den Rentmeester hadt kunnen komen, dat gedee è van de geteekende groote kaart van den voorka-c der Duinen, 't welk ons van de Secretarie van Rhijnland is gefupped. werd geworden O) en waar op van drie door hem opgenoemde Nationaale gedeponeerde Duinen de waare ligging en ftrekl ' aan den voorkant is aangeweezen. it duintje of veld van Cornelis Pieter Boon, neemt volgens deeze kaart zijn aanvW bij het Dorp Overveen, en gaat van daar N N. Oost op ten lengte van 300.  van het voormaalig Holland» 53 R., dat is tot aan den voet van het hooge Duin van Verpoorten, nu J. Mesfchert van Vollenhoven: hierna volgt het veld van Klaas Pieterfe, 't geen eindigt aan den infpringenden hoek van het Duin,omtrent 260 R. bezuiden het huis te Bloemendaal geleegen. Hieraan grenst het veld of duin, genaamd dat van den Heer Thysfen, (trekkende tet aan het huis te Bloemendaal; en van daar tot aan den Velzerban of het fcheid van Rhijnland en den Hondsbosch, is geleegen het veld of duin van Corn. Jacobs Wittekaas. Het Duin van Klaas Pieterfe, waar in de twee bewuste Erfpagts gronden geleegen zijn, is het eenige Duin 't geen op de Blalferds van den Rentmeester niet bij naame als Nationaal Duin bekend ftaat, fchoon dit veld in de Refolutie van Staaten van Holland Ao. 1661 (a), als te depopuleeren Nationaal Duin is opgegeeven. Mogelijk heeft het vervolgens een anderen naam verkreegen; zeker is het, dat het eerstgenoemde veld van C. P. Boon, nimmer tot het Zwarteveld behoort hebbe; en zonderling zoude het zijn, dat daar van Overveen tot aan den Velzerban zeker drie Nationaale Voorduinen liggen, en het veld van Klaas Pieterfe in de voorige Eeuw buiten alle contehVie mede Nationaal was, het zelve naderhand onder het Zwarteveld zou gekomen zijn, en het laatfte alleen daar ter plaatfe tot aan den voorkant zou zijn ingefprongen. Het 00 Zie boven bl. $5. D 3 , Groote duisterheid ten aanzien van fommige Eigendommen.  54 Tegenwoordige /iaat der Duinen Groote duisterheid ten aanzien yan 1'om•njge Eigendo.mEen.' Het is waarfchijnlijk enkel toetefchrijven aan de onzekerheid der ligging van deeze Nationaale Duinen, welke nu alleen door de ontdekking van deeze kaart is weggenomen, dat Gecommitteerde Raaden bij Refolutie van 25. April 1775., verklaard hebben het Zwarteveld zich uittestrekken zoo als door G. P. Bodaan in zijn Request was gefuitincerd; en dat de Erfpagten van de bovengemelde gronden van Kops en Verpoorten, voortaan door hem zouden mogen gevorderd worden, mids hij Jaarlijks aan de Domeinen betaalde eene fom van ƒ 14. in het Advis van Commisfarisfen in deezen, in de Refolutie als motiven geinfercerd wordt erkend, dat of wel de „ fuppliant tot ftaaving van zijne, fullenue „ diverfe gronden en redenen, welke , Commisfarisfen als peremptoir voorkwa„ men, bij zijne Voorfchrecve Requeste „ aücgueerde; het tegengeitelde van dien „ aan de zijde van de Graaflijkheid met geen » minder kragt beweerd zou kunnen wpr» den." „ En word in de prsmisfen verders v gemeld, dat Heeren Commisfarisfen wel ^ getragt hadden den fuppüant van de Abu„ liefheid van zijne fuiienue te overtuigen, » doch daarin niet na genoegen hadden kun» nen reusfeeren; doch dat de fuppliant had„ de gedeclareerd, niet ongeneegen te zijn » over het ontdaane different in 't vriende» lijke te willen Convemëeren \ dat zij Hee* ren Commisfarisfen, pondereerende dat n deeze zaak' niet vsn zodanige importantie •ê voor 't Gemeeneland is, dat om te ob-  yan het voormaalig Holland. 55 » tineeren al 't geen een Jus ftriétisfimum „ aan de Graaflijkheid in judicio conrrario „ zoude toeleggen, kostbaare en langduu „ rige procedures ondernomen of geventi„ leerd zouden behooren te worden •, ver„ meend hebben, dat aan 't voorfchreeve » declaratoir van den fuppliant behoorde » gedefereerd te worden." —. Dit narré opgemaakt uit de Origineele papieren door ons van Domeinkamer gerequireerd, oordeelden wij te moeten geeven, om dat wij in ftaat "waren gefteld eenig meerder licht over deeze zaak te verfpreiden. — Verders hebben de erven van Boreel zich bereid getoond vifie te geeven van de bewijzen van Eigendom, zo van de klingen op Bijl. B. N° 16. gemeld als van het fwarteveld. En wij zijn ook geinformeerd dat van dit Zwarteveld eene Kaart exteert, gemaakt door den Landmeeter Spruitenburg A°. 1736,, dus Posterieur van den eerften verkoop, en die uit deezen hoofde niets kan demonftreeten. Van het Duin van den Burger-P. Muilnjan Bijl. B. No. ij. hebben wij geene bewijzen van Eigendom gezien, niet tegenftaande deeze Burger hiertoe bij herhaaling was opgeroepen; (bftineerende gemelde Eigenaar dat hij deeze bewijzen niet behoefde ter vifie te geeven, omdat zijn Duin nergens aan de Nationaale Duinen, maar rondom aan die van particulieren belend is. Wij zijn dus onzeker of dit al dan niet uit de Domeinen gekogt is, fchoon wij het eerfte voor waarfchijnlijk houden. D 4 Van Groote duisterheid ten aanzien van fommige Eigendommen.  56 Tegenwoordige ftaat der Duinen duisterheid ten janzien van fommige Ei gendom- men. Van de Duinen van H. Duivenvoorde en den Heer van Noordwijk Bijl. B. No. 35 en 36. hebben wij alleen eenige Cognitie bekomen uit de quitantiën van kwijtfchelding voor deeze Duinen, ons van het Committé van Finantien van Holland ter handgefield: de reedenen waarom wij van deeze Duinen als ook. van No. 37. niets meer kunnen berigten, zijn boven (ö) reeds gemeld. Onder Katwijk aan Rhijn bezit M. Duindam wed. van der Gugten (£) eenigen grond bij het Mallegat, welke reeds in de voorige Eeuw geaccordeerd is, om afcezanden; maar het is uit de pipieren zeer moeilijk optemaaken hoe veel onafgezande grond nog overig is, die zij zou mogen afzandcrï. De Burger Binke Karei Boers zeden voor» leeden Jaar Eigenaar van het Koningsduin (O ie Katwijk , werdtdoor ons opgeroepen ■ Om ons te elucideeren, uit welken hoofde zekere vaart, daar bij geleegen geflooten was, daar in de Acte, (d) bij welke deeze grond is uitgegeeven, gemeld word; dat deeze Vaart, voor de Graaflijkheid ten minftcn, niet mogt belemmerd worden. Gemelde Burger die deeze Acte zelve niet bezat, heeft ons hiervan geene opheldering kunnen geeven. — Zo ook heeft men van wegens den Burger W. F. H. van Waslenaar ons verfa ) Z:e M. to. (' * ) Zie Bul- <-'• No. 384 ^ t ) Zie Bijl, C> No. 47. f jgebleeken, dat omtrent 43 of 44. Morgens door den Burger C.G. van Wasfenaar in Erfpagt wordt bezeeten. Doch bij de infpeétie waren ons naamena deezen Burger als zijn Eigendom aangeweezen, de beide op de kaart bekende pannen van groot en klein Berkheij benevens de Houtbosfchen, die buicen deeze Pan tot aan en over den Wasfenaarfchen fchulpweg liggen. Alle deeze Gronden maaken met elkander het dubbeld, en meerder uit van 44. Morgens hem bij de Aéte toegekend , terwijl ook in de Aéte alleen gefprooken wordt van de Pan van Berkheij, zonder dat de benaaming van Groot of klein hier bij gevoegd is. — Niet veel Jaaren geleeden is er wegens de Bosfchen die buiten de groote Pan liggen eenig different ontltaan tus« fchen de Graaflijkheid en gemelden Eigenaar; maar dit different is in 't midden gelaaten, ten minlten heeft men deezen Burger dit Hout ongefloord laaten hakken. — Deeze Eigenaar door ons opgeroepen zijnde om bewijzen te produceeren, van het geen hij boven de gemelde 44. Morgens had aangeweezen, meende die te kunnen vinden in eene CO Bijl- C. No. 55- (■ i) De copie van deeze Afte is te vinden ondei 4? Bijl. tot onze Handelingen No. 115. D 5 Groote duisterheid ten aanzien van fommige Eigendommen,  5 8 Tegenwoordige (laat der Duinen Groote düisierkeid ten aanzien van fom» Biige Ei. gendom, men. eene zeer oude Acte van Ao. 1395. waar bij aan zijne Voorzaaten Geaccordeerd is, „ een Dwn npcer Zee hondert Roeden „ lang, fo waert hun best geuocht jegens „ den Ambocht van Zwdwijc en in den „ Ambocht van Zwdwijc, ende daer of „ een heide te maken." Benevens veele voordeden van den hof Visch die op het Zeedorp Berkheij, op oude kaarten bekend, zou gevangen worden De bedenking door ons aangevoerd, waarom in de Acte van Berkheij van Ao. 1661. niets gemeld wordt van de Acte van Ao. 1395. daar de Eigenaar hier door reeds eenige posfesfie in de Duinen hadt, die hij door het verkrijgen van de Pan van Berkheij aanmerkelijk wenschte te doen excedeeren; heeft men ons niet kunnen oplosfen: maar het is ons waarfchijnlijk voorgekomen, dat de Heer van Wasfenaar bij zijn Request van Ao. 1661. waarin hij de Pan van Berkheij in erfpagt verzogt voor een geringe fom, om dat hij het vervallen Zeedorp Berkheij wilde herftellen, en aldaar lieden tot de Vischvangst lokken, opzettelijk van deeze oude Aéte zal gezwegen hebben, om dat hem anders waarfchijnlijk de Pan van Berkheij niet voor de geringe fom van ƒ12. 's Jaars zou geaccordeerd zijn geworden; naar dien hij bij het herftel van het Dorp Berkheij terftond reeds aanzienlijkke voordeden zou hebben getrokken uit de inkomften van de Vischvangst (•*) Hier van Copie als vooren, zijnde Bijl. No. 114.  van hst voormaalig Holland. 59 vangst, Hem uit kragte van de Aéte van Ao. 1395. Compcteerende. Van de Partij' onder Scheveningen Bijl. B. Ne. 42. van J. van Duin is ons niets meer bekend , dan wij aldaar genoteerd hebben; zijnde wij zelfs in 't onzekere of dit eigen grond is , dan flechts in Erfpagt verkregen. — Verders heeft men ons bij de ln« fpeétie onder Monfler geïnformeerd, dat in het Duin van den Burger Pieter van Gaaien, liggende tegen dat van de Wed. M. Slichers, een gedeelte Nationaal Duin zoude zijn. Doch deeze Burger geene aanwijzing hebbende gedaan, en zijne papieren ook door ons niet gevifeerd zijnde, kunnen wij hier van niets meer berigten. Van de Duinen van de Ingelanden van 't Nieuwland Bijl. B. No. 4 }. zouden wij zekei meerdere opheldering hebben ontfangen.indien wij met het zien der bewijzen tot daartoe waren gevorderd : gelijk wij dan ook beter hadden kunnen beöordeelen of fommige fchuttingen aldaar regtens of ten onregte zedert eenige ' Jaaren aanmerkelijk verder waren uitgezet. Bij de ïnfpeétie van deeze Duinen heeft de opzigter M. van Geest ons vertoond eene gedrukte kaart van de Polder en Duinen van het Nieuwland gemaakt 13. Julij 1665. En de directie over het zelve wordt daar opgenoemd Dijkgraaf en Hoofd-Ingelanden van het Nieuwland. Deeze kaart is nimmer uit' gegeeven, en berust alleen onder de directie, welke ons verklaard, heeft aan ons verzoek om een exemplaar van deeze Kaart bij onze Collectie te mogen voegen, niet te kunner vol- Groote duisterheid ten aanzien van fommige Eigendommen.  Groote dnijterheid ten aanzien van fommige Eigendommen. VII. 60 Tegenwoordige ftaat der Duinen voldoen, uit gebrek aan genoegzaame afdrukken. Deeze direct ie, fchoon den naam voerende van Dijkgraaf en Hoofdingelanden, is in zo ver niet af hanglijk geweest van eenig Beltuur , dat zij alle de Goederen tot het Nieuwland behoorende adminiftrecren, en de baaten en fchaaden aan malkanderen verantwoorden. Eindelijk moeren wij U berigten, dat fchoon van de Wimmenummer Duinen Bijl. B. No. 5. ons uit de papieren gebleeken is Eigenaar te zijn Jan Six, en dat dezelve door zijne Voorzaaten in eeuwigduurende Erfpagt zijn uitgegeeven aan de Ingelanden aldaar; nogthans gemelde Ingelanden zedert Ao. 1795. gedifficultecrd hebben deeze Erfpagt optebrengen. De genoemde Burger Jan Six hiertoe onze intercesfie verzogt hebbende, hebben wij geoordeeld als alleen uitmaakende eene Commisfie van onderzoek, tot deeze intercesfie nietgequalificeerd te zijn. Nogthans hebben wij ons verpligt gevonden zijne klagten tegen de Ingelanden ter uwer kennis te brengen; en zijne Memorie ons ter hand gefield tot opgaaf en betoog van zijn Regt tot de Duinen onder de Heerlijkheid van Wimmenum geleegen, en tot eene Jaarlijkfche fomma van ƒ 335. voor de Erfpagt van dezelve Duinen; te voegen agter ons Rapport, zijnde Bijlaag D. Verzoekende dat hierop het noodige Reguard worde geflaagen, en deeze zaak door U naar regt en billijkheid befiist worde.  yan het voormaalig Holland, 61 VII. Daar wij de Erfpagtsgronden fteeds als Eigendom hebben aangemerkt, zullen wij ook nog iets van die Eigendom en de wijze waar op het zelve verkreegen wierdt, zeggen. Wij bedoelen alleen Duinen, van wegens de voormaalige Graaflijkheid in eeu¬ wige of altoos duurende Erfpagt uitgegeeven, die desniettegenflaande altijd den naam behielden van Graaflijkheids Duinen. Wij hebben die op Bijl. C. gefield, zo als zij naar hunne ligging op elkander volgen ; doch de kleine partijen die minder dan twee Morgens bedragen, zijn daarop niet gefield; waarom wij ook niets gemeld hebben van de huizen en tuinen van eenige weinige Roeden, onder Noordwijk aan Zee, Katwijk aan Zee, Scheveningen en Terheide, die op Nationaale grond liaan, en van welke aan de Domeinen Erfpagt wordt betaald. Ter verkrijging van eenig Duin in Erfpagt moest men zich bij Requeste vervoegen aan Gecommitteerde Raaden , die niet disponeerden dan op advis van den Rentmeester, onder wiens Resfort dit Duin behoorde, en die vooraf daarvan locaale infpeétie deedt neemen. Deeze Requesten wierden zeer zeldzaam, althans in de laatlle helft van deeze Eeuw aangenoomen, ten zij daaraan geannexeerd was een kaartje van den verzogten grond, door een beëdigd Landmeeter ten kosten van den Requeltrant geformeerd. Dit alles vereischte zeer veele kosten; behalven het doen formeeren van de kaart, moest men ook bekostigen de Leges van de Secretarisfen van Ge- De wiize en Conditiën waarop men Duinen ia Erfpagt verkreeg*  fja Tegenwoordige (laat der Duinen De wijze en Condi. tien waarop men Duinen in Erfpagt verkreeg. Daar alle de Nationaale Duinen, uitgenomen eenige Verhuurde Gronden gedepopuleerd, of konijnloos zijn, zo zijn ook alle deeze Erfpagtsgronden gedepopuleerde Duinen. Ten aanzien van de Conditiën waarop dezelve werden uitgegeeven, zullen wij nog niet fpreeken van de verbazende ongelijkheid der fornmen voor welke zij geaccordeerd werden; ons zijn daarenboven nog andere ongelijkheden in de Conditiën voorgekomen, en wij meenen duidelijk befpeurd te hebben, dat men aan fommigen bijzondere gunsten heeft willen bewijzen ; waarom is bij voorbeeld in eenige Aftens niets gemeld van de verpligting, om den grond met Dijken, wallen, fuffifante fteenen of paaien aftebaakenen ? waaraan de meeste gehouden waren , en welke paaien of fteenen ia tegenwoordigheid van een Landmeeter door den Rentmeester te ftellen, en door den Requeftrant te bekostigen, moesten gezet worden. In fommige Aften werdt ftellig bepaald, den grond tot geen ander einde te gebruiken, dan waartoe men die gevraagd hadt; terwijl anderen hier med« na«r Gecommitteerde Raaden, die voor de Acte nooit minder ontvingen dan ƒ3: en zeldzaam meer dan ƒ 18. Dezelfde Leges werden nog daarenboven door den Rentmeester genooten. Dit gevoegd bij de kosten der Zegels fchrikte veelen af, Duin in Erfpagt te ncemen, daar men eene Acte van flechts weinige Morgens zelden minder dan voor ƒ 60 of f 70 kon bekomen.  yan het voormaalig Holland. 6*3 naar welgevallen konden handelen, en weder anderen aan geene Conditiën hoegenaamd gebonden waren. Omtrent fommige gronden waren bijzondere Conditiën noodzaaklijk uit hoofde van bijzondere plaatzelijke omftandigheeden, die wij niet behoeven optegeeven; doch met leedweezen zijn wij ontwaar geworden, dat deeze voorwaarden het meest bezwaarend zijn voor Boeren en Landlieden; en dat zekere praedileétie fchijnt plaats gehad te hebben, voor eenige zogenoemde grooten, die deel hadden aan de toenmaalige regeering des Lands. Dan het was bijna ouverfchillig of er veele of weinige conditiën gefield waren, om dat zij voor het meerendeel niet gehouden zijn: inzonderheid heefc men weinig zorg gedraagen, om de fteenen of andere tekenen van af baaking in orde te houden; en veelen hebben ook hun grond al meer en meer geëxcedeerd boven het geen hun bij de Acte was toegeftaan, al moet men die ook rekenen naar gevouwe Morgens en Roeden. VIII. Ten flot van dit Hoofddeel moeten wij nog eenige rede geeven, waarom wij geene melding hebben gemaakt van de binnenDuinen, onder Heemftede, Bennenbroek, Hillegom, Lisfe, Voorhout, Wasfenaar en Zuidwijk, Haag-Ambacht en Eikenduinen. Wij hebben niet noodig geoordeeld, deeze Duinen voor als nog teinfpeéteeren, om dat ons uit de informatien de Secretarien deezer Diftriéten ontvangen, gebleeken is, dat aldaar geene Nationaale gronden liggen, en alle deeze Duinen, in klei. De wijza en Conditiën waar op men Duinen in Erfpagt verkreeg. Waarom van veel» binnen Duinen niets opgegeeven.!  Waarom van veele binnenDuinenniets opgegeeven. Algeméene gefleldheidder Dui. Een, 64 Tegenwoordige ftaat der Duinen kleine deelen verdeeld, het eigendom zijtl van Particulieren. Ten anderen hebben wii van de meeste deezer Eigendommen zeer naauwkeurige berigten ontvangen, met opgaave in Morgentalen en Roeden; zo dat zich wegens deeze gronden weinig duisterheeden opdeeden: zelfs zijn wij door volleedige in. formatien bij ons ingekomen, in ftaat gefield van te berigten, dat onder Heemftede ongeveer 220 Morgens binnen - Duin zijn: onder Hillegom 433: en onder Wasfenaar en Zuidwijk 325 Morgens, maaken. de te zamen 978 Morgens, waarfchijnlijk gevouwe Morgens uit. Van het Binnen Duin onder Lisfe kunnen wij niets melden om dat aan onze aanfchrijving aldaar nog geheel niet voldaan is. TWEEDE HOOFDDEEL. Befchrijving van de Plaatslijke gS' fteldheid der Duinen. Ij^r is geen gedeelte van onzen Vaderlandfchen grond, dat minder bezocht, minder bekend is dan Hollands Duinen; zij worden door het gros der Natie befchouwd als eene woestijn , die enkel uit hooge en raauwe Zandbergen beltaat. Dit denkbeeld heeft zelfs veelen in den waan gebragt, dat van de  van het voortiiaalig Holland. 6$ de Duinen ge h Vruchtgebruik was te trékken, ten zij dezelve geapplaneerd werden;] en hier uit werdt bij deezen de vrees geboo- [ ren, ons meer dan ééns te kenweri gegee-i ven, dat door de uitvoering van het op te geeven Plan de horstweering tegen de Noord Zee zou weggenomen worden. •—- Zij die de Duinen nimmer dan in het verfchiet gezien hebben, zijn natuurlijk alleen de hoogten ert bergen in dezelve ontwaar geworden, terwijl al wat laag en vlak, en daar agter geleegen is, zich aan hun gezicht Verborg Doch hei; is hun die deeze Oorden doorkruist hebben, te overbekend, dat deeze Bergen enkel Zekere keeteris in de lengte der Duinen, en dus voor het Oog 't meest zichtbaar,, uitmaaken: en het is bij de irifpeclien gebleeken, dat op de meeste plaatzen * vooral in het vóorig Zuid Holland drie zo* danige voorrtaame keetens zijn, die evenwijdig loopen met de Zeebanken voor onze Kust; tusfchen welke zeer Uitgelrekte en begroeide Vlakten of valieijeti liggen, die men hierom gewoon is te onderfcheiden in Voor- Midden- eri Zee « Duinen. Men zal het vooroordeelals of dé Duinen eene enkel Bergagtige Zandwoestijn opleeverden, reeds terftond moeten afleggen * bij het inzien der Heemraads Kaarten van Delfland Rhijnland en der Ultwaterehdë Sluizen in Kemmerland; waarop zo Veele vlakten, en onder deeze Van zeer groote uit' geftrektheid onderfcheiden zijn aangeweezen. Op de Rhijnlandskaart telt men er ten getale Alge- neène ge-* teldheid Iet Dui" ie tl.  Algemene gefteidheidder Duinen. Plaatfe- lijke befchrijvingvan de Duinen op Tcrfchel ling, I 5f5 Tegenwoordige ftaat der Duinen van 45. en op de laatstgenoemde kaart niet minder dan 63; te rekenen van de Breefaap tot aan Petten. Dèeze zijn van dar aanbelang gerekend, dat zij onderfcheide naamen voeren; en fchoon de gezegde kaarten, waarop deeze naamen gelteld zijn, in de voorige Eeuw zijn eemaakt, hebben wij meest alle deeze Valleijen in haare ligging en uitgeftrektheid , nog zodanig gevonden, als zij op deeze kaarten zijn afgetekend. Doch wij zullen tot eene meer bijzondere befchrijving van de plaatzelijke gefleldheid der Duinen overgaan. Het locaale van de Duinen op de drie Noordelijke Eilanden van het voormaalig Holland, is zeer duidelijk te onderkennen op de geteekende uitvoerige kaarten deezer Eilanden, die door ons tot de gecolligeerde kaarten behooren (a). Het Eiland ter Schelling is aan den kant der Noord Zee door een onafgebrooken keeten hooge Duinen omringd, welke zich op drie of vier plaatzen na binnen uitltrekken en breede Cirkels vormen die uitgeflrekte vlaktens in zich befluiten, waarin hier en gindsch zich nog eenige hoogten opdoen. De geheele IVJasla Duinen heeft van het Oosten tot het Westen nagenoeg dezelfde breedte, uitgenomen bij het Dorp Wester- Schelling, waar zij aanmerkelijk breeder zijn. Zij liggen geheel woest en worden alleen door eenig Konijn beweid, 't geen zo wel als het Verwaailoozen der Helmplanting oorzaak is, C*) Zie boven bl. 34 en 36.  van het voormaalig Heiland. &? is, dat zij op veele plaarzen raauvv v/order en deerlijk verüüiven, Ir zonderheid is dii hec geval van de Duinen die toe Westerfchel ling behooren. De ingelasdcn vin die Dorp hebben hier van de droevige onderbinding, ?o zelfs dat fommige ftraar.<_;i onb.-uiktmr zijn geworden en niet meer met wagens kunnen bereeden Worden; en hei overgeitooven zand ftaat zodanig tegen veele huizen "aan, dat de ingang in dezelve langs hoe meer bezwaarlijk wordt. De Munieipalueic heeft in het Voorleeden jaar zich bij Request aan hic Voorig Provintiaal Beftuur vervoegd, eeni^é maatregelen ter hunner foulageering voorflaande om deeze verftuiving te berftellen. Op dit Request gefteld in dnze handen ord advis zullen wij de van ons gevorderde Confideratien mededeelen in het tweede Deel van dit ons Raport ingevolge het algeméene Plan van redres, daar bij door ons optegeeven. Het Vlieland bedaar., uitgenomen het Dorp en eenige Gronden daarbij geleegen geheel uit Duinen. Eene reij van vaste hoog. ten omringd het geheeie Eiland; eri evenwijdig daaraan en dicht bij den buitenrand liggen nóg andere ketenen hooge Duinen. In het middett Zijn veelvuldige valleijen, doch fteeds niet hoogten bezet: verre het meerei* deel is begroeid en bekorsc, zo wel de hoogten als laagten, inzonderheid tfntftreeks hec" Dorp, 'tgeen voornaamlijk is te weeg gebrast' door de ftroo en helmplanting zederc wei* nigjaaren aldaar kragtdaadig voortgezet, zijnde deeze nu begroeide hoogten voorbeen E * ge* lijke be fchrijving van de D ü i n au opi T-ri'eüelling. Tiet Vïief land  68 Tegenwoordige ftaat der Duinen Het Vlieland. Het Trcvlsrd en Texel geheel kaal en verftuifbaar geweest. Alles ligt woest ten dicnftevan het Konijn , fchoon de luchrgeileldbeid van dit Eiland voor de cultuur aller gunftigst is; want de weinige Tuinen die hier zijn aangelegd; leeveren zo aangenaame Moeskruiden en fijne Vruchten cp, als in ons geheeie Vaderland gevonden worden. Tegen over het Vlie ligt het Eijerland, tot het Eiland Texel behoorende. Het heeft in zijn omtrek reijen hooge Duinen, welke influiten eenige Vlaktens. inzonderheid ééne , van eene verbaazende uitgeftrektheid, welke ruim coo. zo geen 55cM.Rh. uitmaakt. Hier zo wel als op geheel Texel zijn de Duinen Konijnleos, en'op het Eijerland worden zij door groote en veelvuldige kudden fchaapen beweid. Aan den Noordelijken hoek ligc eene fiuifdijk ter lengte van 200. Roeden; en het Eijerland zelve,, 't geen voorheen een Eiland was, is door een gemaakten Zanddijk lang 1280. Roeden aan Texel gehegt. Deeze Dijk blijft in zeer goeden ftaat, en hier door zijn iran den Zeekant, zelfs eenige Duinen aangewonnen. Ten Zuiden van den Zanddijk ligt het buitenveld of buiten Gorfen, die niet minder groot zullen zijn dan het Eijerland zelve, en door veel Vee beweid worden, doch bij hooge ftormvloeden onder water fiaan. De Duinen van -Texel liggen flechts aan r'en kant der Noord Zee, en firekken zich alleen na binnen uit in eene fmalle ftrook, van de Goog langs het Buitenveld tot aan het Disirift Waal en Burg. De hooge 2ce  yan het voormaalig Holland, 69 Zee Duinen zijn het fmalst bij de Coog, en verbreeden zich van daar al meer en meer ' tot aan den Hoorn: zij hebben weinig raau- we hoogten, en tusfchen beiden worden er goede en begroeide vlakten gevonden. Agter den Hoorn en Westen is een groot gedeelte met Schnapen beweid zeden 1792. die zeer weelig tieren, en de Duinen meer en meer • doen begroejen (ö). Maar boven al moeten wij doen opmerken de groote ftrook Gronds, genaamd de Meend of Gemeente die voor den riggel deezer Duinen ligt, en nog gereekend wordt tot dezelve te behooren. Deeze onafoogbaare vlakten, die aan de bebouwde binnenlanden grenzen, verdienen veel eer ongebruikte Weilanden, dan Duinen genoemd te worden. Op enkele plaati zen zijn ze flechts heuvelachtig; hier en gindsch zagen wij heij groeien, doch voor het overige was de grond rijk in Gras en zulke planten, die een zeer Vruchtbaaren grond aanwijzen: op één of twee plaatzen vonden wij eenig water, en de natuur hadt er 'van zelve flooten gevormd, zo dat er niets dan handen ontbraken, om deeze thans woest liggende Gronden in rijke Vrug Schoor* Ier Duinen.  Schoor, ier Duiiaën. (#) Zie boven bl. 6. cn onder hoofdd. V. $. -* 78 Tegenwoordige ftaat der Duinen ven voorbij Groet tot in bet Diftrict van. Bergen aan de binnen zijde voor een groot deel van onderen tot aan den top beplant zijn met fchoone eiken, Berken, en enkele ijpen Boomen, die op veele plaatzert een zwaarcn lommer verspreiden over de wegen, langs den voet deezer Bergen liggende. Hier worde dus onwederleggelijk getoond de inoogelijkheid van de hoogé Duinen, ten minften aan de Oost eri Noord Oosl zijde met hout te beplanten tot aart hunne toppen. Ter plaatze waar geen hout ftaat, is alles zwaar bekorst en dik met helm begroeid; terwijl wij het ook der bijzondere opteekening waardig agten, daar* wij dit nergens dan hier ter plaatfe gevonden hebben; dat fommige Bergen meer na het midden geleegen van boven tot beneden met gewone heide geheel bedekt waren. —- Het Zand heefc zo hier, als verders Noordwaarts op, zelfs toe op Texel eehe witheid, fijnheid en doorfchijnendheid die aan hei Duinzand, Zuidwaarts op niet gevonden wordt, dan in eenige fmalle laagen en beddingen; doch in de UarrigerBan valt dit Zand bij uitneemendheid wit, waarom aldaar de bekende Zandmennerij is aangelegd Qa~). Het Zand der Schoorler Duinen is niet overal even fijn en wit; wij vonden in tegendeel op fommige plekken boven op de Bergen zulke gfove en keiag«» tige Zandkorrels en ook van onderfcheide kleu«*  van het voormaalig Holland. 79 kleuren, als wij op geene andere Duinen hebben aangetroffen. Behalven het wktszand, en het hakhöuc Schoor? Ier Duinen. aan den voorkant,-werden van deeze frjasta Duinen groot tusfchen 2500 en 3000, M. geene de minde voordeden getrokken , liggende woest en ongebruikt; in het midden zijn zeker veele aanmerkelijke groene vlakten, waarop mogelijk eenige fchaapen geweid, of hout zou kunnen geplant worden; maar veelen van dezelve zijn moerig door het water van de Bergen afzakkende, en hebben O'jk gevaarlijke wèlgronden , terwijl, zij des Winters in Poelen en Meiren veranderen: daar en boven maaken zo wel de bergen aan den voorkant, als die tusfchen de valleijen liggen, dezelve viij ontoegankelijk om 'er het gemelde gebruik van te maaken. Het is hierom zeer verfchoonbaar, dat de hoogten in het midden raauw en onbezorgd worden gelaaten, waar door zij naar welgevallen Verftuiven. Alle deeze oorzaaken brengen te weeg, dat nergens in het voorig Holland eene zo barre uitgeflrekte wovstiin gevonden wordt dan in het midden der Schoorler Duinen- — Aan den Voor en Zeekant wordt de Helm- en Stroo-planting zeer wel bezorgd, inzonderheid moet aan het Camperduin 't geen als aan den uithoek ligt, en dus aan de meeste winden is blootgelleld, jaarlijks fterk de hand gehouden worden. Een aanmerkelijk verfchil doet zich op tusfchen deeze en de daaraan grenzende Berger Duinen ten voordeele van de laattte —■ Tot op de hoogte van het Rampen - boa worden  8o Tegenwoordige plaat der Duinen Berger Duinen. WimrnenummerDuinen. den zij allengkcns minder breed, en hebben ook minder vervaarlijke en raauwe hoogten dan de voorgaande Weinig minder dan de helft van alle deeze Duinen, zal geheel uit yallcijen beftaan, die, daar dit gedepopuleerde Duinen zijn * allen , uitgenomen de Vlakte Zuider-achterveldi met fchoon Berkenhout bezet zijn; waarvan veelen opzettelijk gezaaid zijn, doch de moesten zich zeiven door zaaijing en opflag voortplanten: oh deeze bostenen zullen ongeveer 400 zo niet 500 Morgen uitmaaken. Volgens mondelinge informatien ons op andere plaatzen medegedeeld, wordt er van wegens de gewecze Heerlijkheid van Bergen op de Jaarlij kfche hout verkooping omtrent 10,000 of ii,000 Gulden hout verkogt: het is waar dat hier onder begreepen is al hec hout, dat in het groote Berger Bosch gehakc worde, maar een groot gedeelte komt ook van het hout, dat in deeze Duinen vak. Een gedeelte van den voorkant in dit Diflriél als ook in het Noorder deel van Wimmenum, Welks Duinen de meeste overeenkomst hebben met die van Bergen; bellaarook gelijk onder Schoorl uit zeer hooge Duiften, die even zo mee vrij hooge boomen beplanc is. De Wimmenummer Duinen, die tot aan Egmond weder in breedte een, weinig afneemen, hebben in het midden uitgeftrekte vlakten, die ook allen beplant zijn, en goed hakhout opleevcren : het overige ligt woest en brengt geen ander voordeel op dan eenig konijn, dat hier gevonden wordt. — Veel fterieler en met minder vlakten bezet t zijn s  van het voormaalig Holland. 81 zijn de Egmonder Duinen, uitgenomen aan het Zuidelijk gedeelte. Zij liggen allen [ woest ten behoeve van her Konijn, en hebben in het midden regelmaatige hoogten en laagten, die vrij goed bekorst zijn; doch digt aan Zee vindt men barre hoogten en dalen, die langs de kust zo veel mogelijk met helm bezorgd worden, gelijk ook ©nder Wimmenum en Bergen. Op de|gg| Duinen doet zich eene omftandigheid op, zeer gunftig voor alle proeven die hier immer ter cultuur mogten genomen worden; dat zij naamlijk aan den voorkant geene hoogten van aanbelang hebben, en dus zeer toegankelijk zijn. Aan het Zuidelijk einde van Egmond rerbreeden zich de Duinen, en behouden' vervolgens nagenoeg gelijke breedte tot aan i de Heemskerker Duin buurt: van daar tot even voorbij de Breefaap zijn zij omtrent 300. Roeden minder breed, en ftrekken zich vervolgens wederom meer na binnen uit; en in deeze breede uitgeftrektheid van Egmond tot voorbij hec huis te Brederode, of het Noordlijk fcheid van Bloemendaal, .hebben wij de Duinen van eene zo goede gefteldheid, vlakken en vruchtbaaren grond gevonden, dat wij in onze befchrijving van dezelve, eenigermaate vreezen van groocfpraak te zullen befchuldigd worden. — Bij de twee aanmerklijke vlakten, hec grooc en klein Vogelwater, nog gedeeltelijk onder Egmond liggende, en waar van de eerfte alleen eene valleij yan ongeveer 150 Morgens zal uitmaaken, beginnen de valieijen van F ge- Egmoa» ier Duinen. m' m Caftri-' :uimiier tieems. {erker ck Wij lier Duinen.  8 a Tegenwoordig: ftaat der Duinen CaftritrimmerHeemskerker en Wijker Duinen. Zie bl. 69. (b) De gunftige befchrijving van deeze vlakten gegeeven in de Nieuwe Algeméene Konst en Letterbode van Ao» 1756. No. 140. bevonden wij nog te gelijke en meerdere groote, die in het midden der Duinen bijna onafgebrooken op elkanderen volgen; en Hechts door eenige fmalle reijen van begroeide heuvelen , die zich nu Oost en West, dan Zuid en Noorden uitilrekken, zijn afgefebeiden. Van de Breefaap tot aan Egmond hebben wij twee dagen, eiken dag ruim zeven uuren door Ittjj^nige valleijen gewandeld, die wij niet Tchroomen, alleen zo ver de Heemskerker en Wijker Duinen betreit, met elkanderen in het ruw te bereekenen op ruim 3000. Morgens: op veele plaatzen in deeze vlakten werdc het gezichc zo voor als agter ons door door niets geftuit, en konden wij aan wederzijden den horizont zien; beftendig werden wij in het midden der vlakten de Toorens van de Egmonder Kerk en Abtdij gewaar, zelfs tot onder Wijk aan Duin, van waar in eene lengce van 3000 Roeden geene hoogten ons verhinderden, nog deeze toorens te zien. Alle deeze vlakten zijn bedekt met eene meenigte van onderfcheide grasfen en planten , men vindt er zelfs t' clkens veel witte en ook roode klaver, zo dat wij van de meeste kunnen zeggen, 't geen wij boven (#) van de Meente op Texel verklaarden, dat zij als ongebruikte Weilanden moeten gerekend worden (b). Veele Greppels zijn ook  van het yoormaaüg Holland* 83 eok door de Natuur gevormd, van welke de geenen die tusichen Noortdorp eh de Beverwijk liggen, haare üitloozing hebben door beekjes die na de binnenwateren vloei jen. Indien dezelve Hechts verbreed of tot flooten werden gemaakt, om het Water betere afleiding te bezorgen; en de gronden naar behooren werden toegemaakt, zou hier eene aanzienlijke meenigtè van Runder &e4 zelfs, kunnen geweid worden; Boven al zou men teri dien einde dë Besté partij kunnen trekken van de groote hoepbeek, die op de kaart is afgeteekend, eri met zijne kronkelingen 1700 Roeden lang zal zijn. Dezelve begint op de hoogte van Noortdorp, loopt Noordwaards op door dé Duinen van Deutz, Abbinek en Geelvink en vindt zijne uitwatering bij Baccum in dê Schulpvaart, die na Limmen loopt: dës Zomers is de beek meest droog, doch iri de overige tijden van het Jaar vloeic zij fterk. Zeer gunftig ziïiï ook deeze vlakten geleegen ten aanzien van den voorkant, dlè behalven onder Caftricum, nergens hoogten van aanbelang heeft; fommige vlakten vodral Onder Heemskerk liggen tot aan de biti* hengronden, en van anderen is de töegarig na het midden zeer gemakkelijk: in hec korc, hier is flechts noeste vlijt noodig toe bearbeide fïaauwe denkbeelden té gëevèn Van derzèlyëf uitgeftrektheid en gefchikthcid voof de Cultuur. Alzo worden de Duinen van Deutz aldaar bereeltërl^ óp ongeveer 900 Morgens groot, terwijl dit aüttlend» tjue berigten blijkt, dat Zij 1414. Morgéns gio'oc ilföf Etë Bijl. B; Ka. ïb. F i CaftricurhmerHeemskerker éS Wijker Duinen;  J$4 Tegenwoordige {iaat der Duinen Caftric immer Heetns ii-iker en Wuincr). Bö Tegenwoordige ftaat; der Duinen der Duinen onder Caftricum is het konijn, het éénige product, en vrij talrijk*, en on-r aangezien de bekende nadeelen, die hetzelve aan alle Landen veroorzaakt, heefc die gedierte deeze gronden niet geheel kunnen bederven, daar dezelve eene fchoone groene oppervlakte behouden hebben. Van de verdere Heemskerker Duinen zijn die van (^e*r!tz geheel Konijnloos, en die van de Graaf, als ook de Wijker Duinen, kunnen tegenwoordig bijna niet meer den naam van Konijn Duinen draagen. En het is in de Duinen van Deutz, dac men van het ^oorden afkomende, en moede van niet dan onbebouwde en onbewoonde ftreeken doorkruist te hebben, zich voor het eerst kan verheugen in proeven te zien, die aldaar tot eigenlijke Cultuur genomen zijn. Wij Zullen vervolgens in die ons Rapport de onderneemingen van eenig aanbelang bij eikanderen voegen en gezamentlijk doen kennen \ hec zij thans genoeg te berigten, dat in het derde Duin van Deutz niet ver van de Hoepbeek eene fchoone, \iicge!trekte en alleszins weifiaagende Bouwboei-rierij gevonden worde, ruim 25 Jaarcn geleeden cpgerigt; terwi'1 een groot aantal jong Rundvee en eenige Schaapen op, de overige nog ongeroerde gronden geweid worden. Verders treft men hier en gindsch eenig*: kleine bebouwde ftrooken aan, waar V.itoeèmende Rog, Haver en Garsc worden, ge-»- (qy Jjk-t vierde Stu,k der Heemskerker Duinen,,  van het voormaalig Holland. 87 geteeld; en het Duin, dat van de Scheidspaal van Caftricum en Heemskerk tot aan' het huis te Vlotten aan de Oostzijde van, den Postweg ligt, is ook meest bebouwd1 of beplant; gelijk men mede aan den bin-] nenkant van hec eerfte Duin van Deutz {a) zeden weinig Jaaren veel Duin allergelukkigst heeft beteeld. Van de woest liggende gronden moeten wij hier ook uitzonderen de vlakke Krofcen, op de kaarc kennelijk, niec verre vaH Wijk aan Zee liggende, die met wallen in verfchillende Kampen zijn afgefcheiden, en waar eenig Rundvee en Paarden geweid worden. Meer na hec Dorp raderende, vindc men eenige houtbosfchen reeds van over langs aangelegd, en andere gronden tot Teelland gebruikt; jaa de Zeekroft vlak bij het Dorp is tegenwoordig eene Grasrijke weide: tegen de Binnenlanden aan zijn ook de Wijkerduinen met eenige gedeelcen gelukkig beplanc, en hier en gindsch kleine ftukken becceld. Doch alle deeze beceelde, beweide of beplance Strooken zijn naauwlijks merkbaar in de verbaazend uitgeftrekte woeste Velden, waar* in zij geleegen zijn. Van meerdere aangelegenheid is in deeze volgreeks van Vlakten de geheel bebouwde Breefaap onder Velzen; groot omtrent 400 Morgen, en zedert hec midden deezer Eeuw aanzienlijk verbeeterd, zov zelfs dac tegenwoordig daar in reeds zeven boerderijen zijn aangelegd: bovenal is dezelve opmeren) Het Zevende Stuk der Duinen als vooren. F 4 CaftricummerHeemskerker en Wijker Duinen. Duinen onder Velzen.  88 Tegenwoordige [laat der Duinen Duinen onder Velzen» merkelijk door eene bijzonderheid, die nergens dan hier plaats heeft, dat zij naamlijk geheel omringd is door eene Duinfloot, die niet alleen na binnen , maar zelfs na Zee eene gelukkige uitloozirsg heeft. Van oude tijden her heeft hier zeker water na Zee gevloeid 't geen thans niet meer is dan eene Duin-Beek, op de gewoone kaarten {b~) afgebeeld, en genaamd het Watergat* van de gemelde Duin-Sloot vloeit dit met kleine kronkelingen, en digt bij Zee tusfchen groote hoogten, tot aan het ftrand. Wij bevonden dat deeze Beek, fchoon door ons geïnfpecteerd in hec midden van Oétober, als toen niet ffcerk vloeide digt bij Zee: aan den voet der Duinen op hec Itrand vormt hec gemelde Watergat eene plas, welke het water ontlasc door eene lmalle kreek, die zich onmerkbaar in Zee verliest. Het heeft veel ce lijden van de Overiluiving der Verwaarloosde hooge Duinen; en wij bevonden, dat het, zo aan den mond als meer binnenwaards, zedert korc eenigszins hadc moeten uitgegraaven worden, om het water doortogc te geeven. De Breefaaper Duinen zijn niet allen even zo (e) Door fommigen gehouden voor één der oude uitloozingen van don Rhijn, inzonderheid is dit nog onlangs beweerd in de fchoone Voorrcede van een Werk, waarvan zeer weinige ixemplaaren voor bandc'n z;j;j"- Traité du Cuerre tntre les Balaves & !es Roinaini, par Ie Marquis de Si Simon , au deitnfe a's l'autêur. ( b j Ook op de Rhijnlands Kaart, doch allee» :p de -.eincftwiie van Ao. 1746.  van het voormaalig Holland* 89 zoverwaarloosd als bij Wijk aan Zee, na het Zuiden zijn zij minder hoog, meer bekorst, en zijn tusfchen beiden groene vlakten geleegen. — De ftrook Duin tusfchen de vlakten de Breefaap en de binnenlanden liggende is meer heuvelagtig dan de vlakte zelve; doch de natuur, hieruitneemend mildinveelvuldige gewasfen opteleeveren O), toont zo hier als meer Noordwaards op ten duidelijkften, dat zij geene pooging ter cultuur onbeloond zou laaten, gelijk dit daadelijk het geval is aan het Zuideinde der Oostelijker Duinen, alwaar eene hoek zederc 9 jaaren uitneemend bebouwd is. — Hetzij ver dat deeze reeks van vlakten zoude ophouden, wanneer men op de zogenoemde Heere - Duinen komt. Deeze beftaan voor verre het meerendeel uit Vallenen ; zelfs vindt men digt bij Zee agter de hoogten langs het ftrand reeds op veele plaatzen groene en Grasrijke vlakten: en hier heeft de Natuur zelve gelijk in de Berger Duinen niet gewild, dat deeze 8co of 900 Morgen nutteloos zonden liggen, zijnde bijna alle de vlakten vol van Berken opllag, die uitgeftrekte Bosfchen opleeveren. Zelfs werdc ons in deeze oorden berigt, dat er in het voorig jaar (A°. 1796) ruim 40,000 takbosfchen uit deeze Duinen zouden gekomen zijn. F (<0 Het is den Botanici bekend, hoe in de Gor. ters flora vu provinciarum , de Breefaap en de Duinen van Westerhout daar bij geleegen , als groeiplaatzen van veelvuldige Planten woiden opgegeeven. F 5 Duinen onder Velzen. I  9© Tegenwoordige fïaat der Duinen Duinei ender Velzen? Bloemendal. ( Bloemendaal. Overveen en Vogelenzang.  pa Tegenwoordigs ftaat der Duinen ©verveen en Vogelenzang. ongeveer 60 Roeden ten Zuiden van ge* melde Kolk eene Zanderij geopend, die reeds tot digt bij het Duin hec Kraancje Lek gevorderd is ( b)% hebbende genoemde Eigenaar nog meer Znidwaarcs op, bevoorens reeds eer verfraaijing zijner Hofftede doen afzanden. Ageer de eerfte Keecen hooge Duinen, die allen aan wederzijde zwaar bekorscen begroeid zijn, liggen de midden Duinen mee uicgeftrekte en fchoone vlakten ■, alwaar men cerftond de gelukkige gevolgen befpeurt van de groote onderneeming van eenige Haarlemfche Burgers, met de wooningen en'tallingen door hun gebouwd, die wij vervolgens breeder zullen befchrijven. De agter of Zee-Duinen zijn mede niet ontbloot van zeer goede vlakten; terwijl wij ten aanzien van de Duinen langs de kust zo hier als onder Bloemendaal, beide behoorende onder het Heemraadfchap van Rhijnland, een merkbaar ondericheid gewaar wierden bij de ftraks befchreevene onder den Hondsbosch, zij maaken eene fchoone, gelijkmaatige en welbezorgde keeten uie coc bij Zandvoorc. Laae ons weder coc den voorkanc ee rug keeren: te vergeefsch zal men ten Zuiden van het kraantj e Lek zoeken zekere vlakke grond, weleer cegen de binnenlanden aanliggen- Ca) De ligging en ftrekting van deeze Zanderij, als ook van de Brouwers Kolk is aangeweezen op de gednikte kaart, opgemaakt Ao. I794door den Landmeeter D Engelman , en bevattende eene afteekening van den omtrek der Siad Haailem, in deszelfs te. genwoorige fuuatie.  van het voormaalig Holland. 93 gende, genaamd de Volmeer, en op de Rhfnlands kaart afgebeeld: deeze was metj de wooning, daar op geleegen reeds Ao. 1739. ondergeftooven en vernield ( bl. 84.  van hei Voormaalig Holland. 99 deren. Van de Breefaap tot aan het Zuidlij'-: fcheid van de Vogelenzang zullen zij niet veel in breedte verfchillen, uitgenomen op de hoogte van Haarlem, en wel inzonderheid tusfchen de kleeverlaan en het Dorp Overveen, alwaar zij zich ruim 150. Roeden meer na binnen uit/trekken; doch onder Noordwijkerhout worden zij terflond allen^kens imaller, en even voorbij de Langevelder Cappel verliezen zij als op ééns hunne gewoone breedte, en houden niet op langs de kust al meer en meer 'fmal te Worden tot bij Noordwijk aan Zee, alwaar zij tegenwoordig nog geen 200 Roeden breedte hebben; terwijl deeze fmalle ftrook, doch zich een weinig meer verbreedende, vervolgt tot aari het Mallegat bij Katwijk aan Zee. Deeze geheele ftrook welke Nationaal is, heeft geene noemenswaardige vlakten, en beftaat meest uit hoo ^e Duinen, doch minder hoog dan om Haarïe rj. Agt,er de Langevelder Cappel zijn dezelve deerlijk verwaarloosd, en in een beklaugü/^en verf'uifbaaren ftaat; ert Verder Zuidwaards op ia dit weinig beeter ^e* fteld. Rondom hetDorp Noordwijik^ en verders tot aan Katwijk zijn de hoog:eri meer beklonken en bekorst, en de laagten ook van beter' natuur; nogthans vindt men er, door het Verwaarloozon der helmplaviting, raauwé en kaale gedeelten, die grootelijks verfluit Ven , Waarvan men een geducht voorbeeld ziet agter de Hofftede VinkevJJ; het rasterwerk aldaar op het hooge Duin ftaande* is telkens ondergeftoven , th in den tijd Vafi bq Jaaren reeds ten derdemaalen veniieuwd. Ga 10 Noofa-j wijk.  Noordwijk. De Kat wijken. ioo Tegenwoordige ftaat der Duinen In de genoemde uitgeftrektheid is elke verftuiving te gevaarlijker uit hoofde van de fntalle ftrook Duin, welke aldaar de Zeeweering moet uitmaaken ; en die aan de ftranden veel overeenkomst heeft met het geen wij in het Zuidelijkst gedeelte van den Hondsbosch boven O)'deeden opmerken", doch met deeze nadeelige uitzondering, dat de gemelde ftrook door de afneeming van de kust fteeds fmallcr wordt. Van deeze ftrook, die natuurlijk woest en ledig ligt, zijn alleen aan den voorkant eenige kleine gedeelten beteeld. en langs den Duinflooc een Cingel van hoog geboomte geplant; inzonderheid is de voorkant, op de hoogte van zekere ftrook gronds, genaamd de Plas onder Rhijnsoever tor aan hetlVlallegat, noch bet meest ter beteeling gefchikt, en daartoe met veel voordeel gebruikt. ' HetMallegat is eene breede gegraave Vaart , frrekkende van Katwijk aan Zee tot Katwijk aan Rhijn, bij het uiteinde van de Rivier den Rhijn. Het ligt zeer hoog boven het binnenwater; heeft daar mede geene gemeenfehap, en is verders genoeg bekend door veele Nederlandfche Gefchriften over de oude uitgangen van den Rhijn. Hier worden de Duinen weder aanmerkelijk brqeder, en behouden tot aan den Scheveningfchen weg nagenoeg eene breedte van 600 tot 700 Roeden, uitgenomen voorbij de Plaats Rijksdorp, waar zij ruim 100 Roeden breeder zijn. Over het i Mal- ( a~) Zie bl. 84, 35. (*) Zie bl. 30.  van het voormaalig Holland, 101 Mallegat komende treft men cerftond weder Duingronden aan, die alleszins van de voorige verfchillen in goede gefleldheid en vlakke vruchtbaare gronden. —Rondom Katwijk aan Rhijn is alles tot op de helft c|er Duinen , en dus in eene breedte van 300 Roeden vlakke grond, die rijk in planten zijnde, zwarte aarde opleevert en volkomen gefchikt is tot de Cultuur. Aan den voorkant langs den Wasfenaarfchen weg zijn bekorlle hooge Duinen , bij het Dorp meest beplant; doch waar tusfchen op meer dan ééne plaats de laage Duingronden in eene aanmerkelijke breedte zich ftrekken tot aan den weg, en dus zeer gemakkelijke toegangen hebben. De vlakten worden meer Zuidwest van het Dorp af heuvelagtiger, en bij de IVieent nemen zij aanmerkelijk af in breedte, tot aan het fcheid van Wasfenaar. Langs de Zee zijn hec weder hooge bergen, die in hunne natuur, raauwheid, en gebrekkige bezorging door helmplanting, veel gelijken naar de ftrook ten Noorden Katwijk op Zee. Nogthans liggen er digt bij dac Dorp fqhoone groene velden, waar van eenigen, zelfs niec verre van den Vuurboec, eer beceeling in Erfpjgc gevraagd zijn. (#) Van deeze, alle Nationaale Gronden, is tusfchen de beide Dorpen veel partij getrokken, blijkens de Erfpagcsgronden aldaar, en 't geen wij daarvan op Bijlage C. hebben aangeteekend. Nog geen 50 Jaaren ge- (<*) En wel voor f 5 per Morgen, _zijnde, o.ji Bijl. C. de partijen No. 40—42. G 3 De Katwijken.  De Katwijken. Z e Bijl. A. No. 15. 102 Tegenwoordige ftaat der Duinen geleeden wordt tusfchen de beide Katwijken aan wederzijde van den weg, die midden door het Duin en de Erfpagtsgrund van W. F. H, van Wasfenaar loopt, hoog geboomte geplant, 't geen tot op de helft van den weg zeer hoog en voordeelig is opgegroeid, niec tegenftaande deeze Laan, inzonderheid aan de Noordzijde geene befchutting heeft, en fterk aan de winden is blootgefteld. Niet minder gelukkig liaan de verhuurde Nationaale houtakkers ( a.) ten Zuiden van den weg, fchoon de Huur conditiën niet in alles worden opgevolgd; want niet alleen worden deeze bosfchen gebrekkig fchoon gehouden , maar op fommige plaatzen zelfs aardappelen daar tusfchen gepoot, zo dat de meeste van deeze Bosfchen, niet, volgens de expresfe conditiën, naa het expireeren der huurjaaren in denzelfden ftaat weder zullen kunnen geleeverd worden. —< Het is ook in dit District, dat wij gelijk onder Overveen, afgezande gronden aantroffen , niet alleen digt bij hec iViallegat, maar ook bij het Koï'.ingsduin, alwaar de afgezande gronden de fchdonfte en vruchtbaarfte eedlanden opleeveren , en hunne afzakking van water hebben in de daar bij geleegen vaart. Voorbij de gemelde houtboslchen ligc onder Kacwijk weder alles woesc enlcedig; en zijn er nogjr.ee-. ne handen gë,vondeih,)dié die onder beftendige 'cuituuï bragteh'ï of door beweiding verbe» aerden ; ccch tegen het fcheid van Wasfenaar- yindc  yan het yoormaalig Holland. ioj vindt men bij de Pan (' a) Duizend fchild, eenig gedeelte zeer goed en gelukkig be teeld (b), en in de Pan zelve, die ook den naam heeft van de Pan van Perfijn, goede Berk en Els; loopende hier langs zekere greb , waar door het Duinwater zich na binnen onrla«t. Van hier komende onder Wasfenaar, vindt men weder hooge Duinen, welke den voorkant bezetten met eene doorgaande keeten , die wel bekoist en bezorgd is, tot nabij Waalsdorp. De gronden agter Rijksdorp (c) en de verdere ftrook, die van daar langs den voet van deeze keeten agter de Hoflieden ligt, zijn tot aan de plaats Voorlinden, meest met hoog geboomte beplant. Langs den gehee* len voorkant loopt eene goede Duinfloot, die zo wel als de Caswatering meer binnenwaards liggende, het water ontvangt, dat van de Duinen afzakt. Het was alleen aan dtn voer' kant, dac wij de hooge Duinen in gelijkmatige rijen en in goeden ftaat vonden; de overige masfa der Waslenaarfche Duinen zo in het midden als naar Zee beftaat, ten minften tot op de hoogte van groot Haasbroek, meerendeels uit Bergen die zeer 'onregelmatig liggen; zo dat men hier bezwaarlijk dé'onderfcheiding zal kunnen maaken van voormidden - en Zee duinen. Deeze Bergen liggen in fa") De Vlakten in de Duinen worden in het Zui. den van HoUami Pannen genoemd, (ij) Dit is de psirij op Bijlage C. No 50. (c) Dit zijn de Erfpagtsgronden, Bijlaage C. No. 51 54. G 4 De Katwijken. Wasfenaar.  ïe>4 Tegenwoordige (laat der Duinen Wasfe.. o»ar. in een deerlijk verwaarloosden ftaat; zij zijn geheel kaal , van alle korst ontbloot, en verftuiven naar welgevallen. In de uitgeftrektheid van meer dan één uur gaans in de lengte, zijn wij niet dan over zodanige ra-auwc bergen getrokken, en behalven eenige weinige Helm, niet het minfte kruid of plant, gewaar geworden: jaawij verbeelden ons, dac wij ons weder bevonden in het midden der? barre Schoorler - Duinen. Het is hier te minder twijfelagtig , dat dit alleen te wijten is aan het fchandelijk verwaarloozen der Helm - en Strooplan^ ting ; ,naardi«.n ervaare Lieden van Wasfenaar ons verzekerden, dat deeze Duinen over ao Jaaren even goed bekorst waren als aan den voorkant. Tusfchen deeze raauvre hoogten liggen nogthans hier en daar fchoone aitgeftrekte vlakten verfpreid: de eerfte van. deeze is het groot en klein Berkheij (a) agter Rijksdorp , zeer bekwaam voor eene weide, en niet lang geleeden daartoe ge-i bruikt, doch 't geen thans nutteloos ligt: tusfchen deeze vlakte en dén voorkant is het Duin ook eenigszins begroeid. Aan hec Zuidlijk einde van groot Berkheij liaan, eenige (■*) Zie black 5-?. Het zal den Ondheidminnaaren niet onaangenaam zijn te verncemen., dat vaa het oude Zeedorp, waar naar deeze Pan genoemd is, nog onlangs door een Burger die ons dit verhaalde,, gezien zijn een weinig binnenwaards van het ttrand , fundamenten cn andere cverb'ijfïels van huizen , dje »U VCder zi.!n ondergeïtooven : deszelfa waare liggitTg is, ie reekenen van den hoek van het Rasterwerk van, SJiksdorp op denJBe#g de Klink» in de ftrekking vaa, jjvwd West tcu Noorden.  van het voormaalig Holland. 105 ge Berkenbosfchen, die het begin zijn van ^ die talrijke en uitgeftrekte Bosfchen, welke in de overige vlakten van deeze Nationaale Duinen gevonden worden In de Berger, Wimmenummeren Heere-duincn zagen wij de gefchiktheid der Duinen tot hecopleeveren van Houibosfchen: die van Wasfenaar ftaan ten deezen opzichte hier(mede gelijk, Abeelen maar bovenal Berken zijn hier op het mildst door de natuur gezaaid in uitgeftrektheden, die nu ééns 30, dan weder zelfs 60 Morgens uitmaaken. In de meeste Bosfchen is het geboomte hoog opgegroeid, en niet alleen in het midden der Duinen, maar ook digt bij Zee; zelfs deedt zich maar 100 Roeden van het ftrand af de Nagtegaal hooren. Doch de verbaazende mildheid der natuur, niet door menfchen handen geleid, is eene oorzaak dat dit geboomte niet nog weeliger groeit. Schoon fommige van deeze vlakten door het afzakkend water 's Winters drasagtig liggen, zijn ze nogthans bezet met zo veel Berk, Abeel en ander opflag, waar onder bovenal de Liguster, dat het malkander verdringt en ook den groei1 van het hoog geboomte veel belet. Met het enkel opflag van deeze Bosfchen zou eene uitgeftrektheid gronds kunnen beplant worden, nog grooter dan deeze Bosfchen uitmaaken, welke van dit opflag gezuiverd zijnde , ook lucht zouden verkrijgen en veel fterker groeijen. Wij zeiden ftraks, dat de Duinen tot op de hoogte van groot Haasbroek het meest verwaarloosd lagen. Verders op zijn zij ook minder bergagtig, en verftuifbaar, terwijl ze G 5 ook } Wasfelaar.  Wasf{ ior5 Tegenwoordige*ftaat der Duinen - ook meer boschrijke vlakten, fchoon elk minder groot en uirgeftrekt is, opleeveren. De Rhijnlands kaart, die van hier tot aan Scheveningcn bijkans alles als hoog Duin doet voorkomen, is in deezen het minst naauwkeurig; en is de gefleldheid deezer Duinen op de kaart van Delfland, zoverre die ftrekt, veel beter aangeweezen. — Omtrent de Hofltede Voorlinden wordt de voorkant mede vlakker, en flechts met heuvelen bezet; terwijl ook van daar tot aan den Scheveningfchen weg zich zeer weinige hooge Duinen opdoen, zijnde de hoogfte van deezen hec beplante Kijkduin van Fagel. Onder de vooraanliggende vlakten wordt men inzonderheid getroffen door het uirgefirekte bekende Camp agter Waalsdorp (a), dat meer dan 50. Morgen bedraagende , eene grasrijke weide opleevert.. Toe hiertoe is deeze vlakte altoos van wegens de Natie onder de nadeelige voorwaarden verhuurd geworden, dat hec ten dienfte van groote Militaire Exercitiën moest gefchikt blijven; doch was deeze grond van dit bezwaar ontheven, en wierdt dezelve voords als eene weide behoorlijk aangelegd, hoe aanmerkelijk meer vee zou hier voedzel kunnen vinden, dan er thans op geweid wordt; zelfs zoude het even als de daarvoor liggende klingen kunnen beteeld worden. — Voor bij dit Camp verbreedt zich de vlakke en enkel heuvelagcige voorkanc al meer en meer; en onder Haagambachc en («O Bijl» A. No.' 16".  van het voormaalig Holland. 107 cn Scheveningen vind mera tot aan den ftraatweg, geene hooge Duinen meer dan eene keeten langs de kust. Alles leévert daar een fchoonen en goeden grond op die . flechts heuvelagtig , fterk begroeid , en rijk in verfchillende planten is. Spoedig troffen wij weder het vervolg aan van de fchoone bosfchen onder Wasfenaar, die wij ftraks befchreeven hebben; doch hier zijn ze minder verwaarloosd, en zedert weinige jaaren heefc men van wegens de Do* meinen eene meenigte bosfchen hier aangelegd, waar door men bij afwisfeling wandelc: Berken, Abeelen, Popels, Eiken, Elfen, en lpen Boomen groeijen hier elk om 't weeligsf, men gaac celken jaar voort, eenige gronden, die hier toe zo gunftig geünieerd zijn, te beplanten, waartoe men genoeg voorraad vindc in hec opflag dac uit de andere bosfchen worde gehaald. Hec is ons niec mooglijk de juisce groote van dezelve optegeeven, doch men rekent dac de Nationaale Bosfchen zo onder Wasfenaar als Scheveningen, met eikanderen bedraagen zullen tusfchen 300. en 400. Morgens. Veel, aanmerkelijk veel, wordt hier van op eene fchandelijke wijze geroofd, bovenal door de Zeedorpelingen van Katwijk op Zee en Scheveningen; en hier naar gerekend brengen zij goede revenuen op aan het Land (V). Bovenal moeten wij doen opmerken het zwaare Nationaale Bosch en de Hourgewasfen, ten Noord Oosten langs den Scheve- (:' haar verlangen te kennen gegeeven yaa deswegens nader onderrigt te worden. —  van het voormaalig Holland. 119 Ten aanzien van de wijze van planting, moeten wij eerst iets zeggen van de algeméene bekende verwaarloosde directie, door het oud Beituur van Rhijnland in deezen gehouden ; om dac daar aan alleen is toetefchrijven de deerlijke toeftand van zoo veele Zeeduinen, als uit onze plaatfelijke befchrijving gebleeken is. Alles gefchiede bij aanbefteeding; en de perfoonen, door wien dit beftendig wierdc aangenomen, waren gunstelingen van Heemraaden; deeze Lieden hadden er onmiddelijk belang bij, dat de Helmplanting altijd noodzaaklijk bleef; en de fchandelijke wijze, waarop zij gewoon waren te planten, kon hun hier van op de beste wijze verzekeren. — De Helm, door hun uit de naast bijgeleegen begroeide Duinen gedikt, om daar mede het raauwe te beplanten, werdt zo weinig digt onder den grond afgeftooken, dat de meeste geen wasbaaren knokkel of lidwortel hadden. Hiernaa werden zij op eikanderen gelegd of gekuild , dikwijls zonder eenige bedekking van aarde, en bleeven veele weeken na den anderen liggen, tot dat men aan het planten ging; wanreer reeds de Helm, die men nog leevend geftikc hadt, meesc geftorven was. Even verkeerd was de planting zelve, al ware die ook van enkel groeijenden Helm geweest. De dikte van de bosfen, waarin de Helm met het bijgevoegde Stroo geplant wierdt, moest natuurlijk deszelfs groei verhinderen; en ten anderen werdt er op plaatfen geplant, die nog veel raauwe H 4 . Dui- Wegen» Rhijnland.  14© Tegenwoordige ftaat der Duinen Wegens Sfchijn|a??d. Duinen agter zich hadden, door wier overhuiving het geplante dikwijls fpoedig onder het zand begraven lag. De meeste zorg droeg men aan den voorkant, vooral onuer Wasfenaar, op dat de langsgeleegen 11 of fteden geen nadeel zouden lijden. Jaarlijks werden tusfchen de 250 en 300 Morgens Rh. (a) op de gezegde wijze beplant, 'tgcen twintig Jaaren door één, 's Jaars bedraagen heeft ƒ 15,53a: n (£). Doch alle deeze kosten zijn t' eenemaalen verfpild geworden, daar men de overblijfzelfs der oude plantingen alleen gewaar wordt aan den verrotten Helm, die hier en gindsch gevonden wordt. Zeer veele verbeeteringen zijn bij het nieuw Beltuur van Rhijnland deswegens ingevoerd. In plaats van de nadeelige aanbelteedingen heeft men vaste Opzichters aangelleld, negen in getal, en elk hun hepaald diitriét aangeweezen, met de daarin gemaakte bedekken. Deeze neemen onder hunne flipte verantwoordelijkheid, en volgens eene bjeede inftructie yan 3 September 1796, werklieden in daggeld aan, en mogen niet doen Helmplanten dan in de daartoe gefchikte Maanden van Februari), Maart, October en November. De planten worden $ei? diepte van eene fpaa onder den grond, dus niet wortelen geflikt, en zo veel xaoog» (s~) Volgens het ftraks gemelde Rapport der Com,$U$e tot Je Helmplanting. (k) Men zie het gedrukte Rapport van Heemras,den en HoofdIngeland? n vta. S-l- Qétoter 1^95  van het voormaalig Holland» iai ïnooglijk cerftond geplant. Zij mogen alleen geduurende den Winter langer dan drie dagen gekuild blijven, en moeten als dan vol* gens de opgegeeven voorzorg groeiende ge» houden worden. Zij worden geplant in bosfen, flechts van vijf duimen omtrek (V), zo dat de Helm lucht genoeg heeft om optegroejen; en op elke Morgen ruim iooo bosfen. — Zeer wijsfelijk heeft men ook begreepen, dat men, daar de heerfchende Weste en Zuidweste Winden het zand altoos na binnen jaagen; van Zee af na het midden toe plasten, en geene ftuifgaten agter zich moet laaten liggen, terwijl ook op de gezegde windllreeken thans het fterkst wordt geplant. Op fommige plaatzen is men bedagt geweest, om den uitgebloeiden ouden Helm, die op het verdorren ftaat , aftebranden, en eer die tot asch verteert en nog in koo. len is, uitteblusfchen; waarnaa dezelve weder op nieuw uitfpruit, en frisfche planten geeft 't geen wij op meer dan ééne plaats ten duidelijkften zijn ontwaar geworden. — Bij het bovengemeld Rapport berigt de Commisfie aan Heemraaden, dat fa~) Volgens de inftruftie moet elke bss maar uit drie volwasfe Helmplanten beftaan, zijnde nagenoeg de dikte van a| duim; doch men heeft hier yan moeten afgaan, om dat veele van deeze dunne bosfen, vooral wanneer zij hun ruigte laaten vallen, tegen harde ftormen gebrekkig beftand waren. (&) Dit is alleen toetefchrijven aan de veroorzaakte Koolftof of Carbonc, welke volgens de nieuwe ontdekkingen der Scheikunde de yoornaam.e oorzaak; i» van den groei der planten. H % Wegen* Rhi]n. land.  isa Tegenwoordige /iaat der -Duinen Wegens Rhijnland . dat in dien jaare ruim 170. Morgen Rh, geplant waren, zijnde buiten den Helm zeven voer Rogge- fchooten itroo gebruikt; en dat zij bij de fchouwing, die door gemelde Commisfie Jaarlijks in perfoon wordt waargenoomen, b::jna geene plantingen hadden gevonden, die geen volkomen wasfenden Helm opleeverden, 't geen wij in alle opzigten kunnen bevestigen. Maar hoe veel lof en goedkeuring deeze wijze van Helmplanting bij alle des kundigen moet weg draagen, en tot een voorbeeld 11 rekc aan anderen, zo geldt hier nogthans dezelfde bedenking, die wij ftraks (0) wegens de plantingen van de Commisfie tot de Zeeweeringen bij bragten. Men zie uit onze befchrijving, hoe wij de Duinen in Rhijn» land bevonden hebben, vooral onder Wasfenaar: wat baat eene planting alleen van 170. Morgen in eene uitgeftrektheid van Velzen af, tot een [quartier uurs ten Noordoosten van Scheveningen toe. De beplante hoogten en laagten, (wij fpreeken uit ondervinding, volgens het geen wij gezien hebben) ,zijn naauwlijks merkbaar temidden van de Zandwoeftijnen, vooral aan Zee, waartusfchen zij geleegen zijn. Tot deeze planting is nog geen ƒ7000. bedeed; en het ftrekt zeker tot minder bezwaar voor de Ingelanden van Rhijnland, dat bij de Jaarlijkfche Rekening de Post voor de Helmplanting de helft laager is gefield, dan onder het voorig Beftuur; maar wij geeven ia Ca') Zie bl. 11?.  van het voormaalig Holland. 123 in bedenking, of deeze bezuiniging niet verkeerdelijk werkt. Indien men zich wei- x nige jaaren naa den anderen eene meerdere uitgaaf getroostte; indien men grootere bellekken maakte, meer Velden beplantte, en gevolgelijk ook meer arbeiders tot de planting gebruikte; zou men eerst de Duinen aanmerkelijk veel kunnen verbeeteren, om dat men thans niet dan groejenden Helm plant. Het gebrek aan Helm tot beplanting, 't geen hier zeker in aanmerking komt, en waar van wij vervolgens nader zullen fpreeken, is zo groot niec, dat het deeze bekrompe planting noodzaakelijk maakt. IV. Van wegens het Héemraadfcbiap van Delfland, dat veel minder Duinen heefc dan dac van Rhijnland, worden mede de Nationaale Duinen aldaar bezorgd. Hec zal niec noodig zijn ce onderzoeken, of Heemraaden ook op parciculiere gronden planien, naardien dezelve niet zeer uicgeflrekc, meesc vlak zijn, en weinig kaal Duin hebben. Hec hoog belang, 't geen men ftceds gefield heefc, in het behoud der {malle Zeeweering van Delfland, heefc hleemraaden 'c allen cijde de plancing langs de Kust minder doen verwaarloozen, dan in Rhijnland; en viel er dus zo aanmerkelijk veel niet te verbeeteren. Alles wordt nog publiek aanbefteed, en naa voltooid werk opgenomen, en volgens fchrijven van den Secretaris J. van Breda van 11. September 1797. fcheenen toen nog de keuren deswegens van A° 1763. gevolgd ce worden; althans h?efc men ons van geene reedg plaats heb. Wegen* *.hijn> and» Wegen* Delfland. , \ \ v  124 Tegenwoordige flaat der Duinen Wegens Belöand. Kosten van de voorfchr. Helmplanungen. hebbende verbeeterïngen iets gemeld. Aan den Zeekant wordt alles met Helm en daar bijgevoegd ftroo wel bezorgd, en van ter Heijde tot aan den hoek van Holland daarenboven veel door Rietfchuttingen beveiligd. Doch meer binnenwaards en aan den voorkant, oordeelt men de Duinen genoeg te conferveeren, door die enkel met ftroo bosfen te befteeken, waarvan het ongenoegzaame algemeen bekend, en ons ook hier allerwegen gebleeken is , inzonderheid van den Scheveningfchen weg af tot voorbij Loosduinen. V. Wij hebben hec best geoordeeld de kosten , die tot de gemelde plantingen door de respeclive Beftuuren befteed werden, bij één te voegen en hier te laaten volgen. In hec gedrukce Rapporc der Commisfie coc hec onderzoek van den ftaac der Finantien van L'loliand , gedaan op den 4. Jauuarij 1796, vindt men wegens het geen door de Commisfie van Superintendentie coc de Zeeweeringen worde beplanc, deeze post gefield bl. 29. Onderhoud van de Beplantingen in de Zee-Duinen van Schoorl , Bergen , Wimmenum en de Egmonden , alsmede van de Binnendijken , agt Jaar door malkander, 's Jaars ƒ 2,026:12: o Op dezelfde bl. worden opgegeeven de onkosten van 9 Lands Werken, Zeewee-  van het 'voormaalig Holland. 115 Transport ƒ 2,026:12: o weeringen en Helmplantingen op Texel, Vlieland en Terfchelling, mede agt Jaaren door malkander, 'sj'aars te bedraagen ƒ30,025:17, waarvan, zoo wij wel geïnformeerd zijn, de Helmplantingen geene ƒ2000 zullen beloopen; en dellen die dus op * 1,600: o: o Voor Rhijnland zijn in den Jaare 1797.bekostigdf» * 5.852: 5:1* Onder deeze fom zijn gebragt de Traétementen van negen Opzichters, ten bedrage van ƒ2250, elk a ƒ250. Daarenboven wordt voor het geen Rhijnland plant itt de Duinen van Brederode, van wegens de Domeinen Jaarlijks eene ordonnantie gedepecheerd, groot . . * 1,102: o: o Dit heeft waarfchijnelijk betrekking alleen op de 01- ƒ10,580:17:12 mers f>) Dit is zoo laag als immer gefield; onder het end Beftuur werdt alleen voor rekening van het Heemraadfchap femwijlen ruim / 13000 hefteed, Kosten van de vooifchr. Helmplantingen.  ia6 Tegenwoordige /iaat der Buitten Kosten van de voorfchr. Helmplan' tingen. Dus hec geheel ƒ20,612; 8: 4 Wan* (#) Zie bl. o. Dit kunnen wij egter niet Heilig bej paaien, om dat wij van de daar aangehaalde Refolutie van Gecommitteerde Raaden geene Copie of vifie hebben bekomen. Transporc ƒ10,580:17:18 mers onder Brederode , volgens hec geen wij boven ( a ) noceerden. Nog worde door de Domeinen betaald een vierde van de kosten der planting in de Oost - duinen onder Rhijnland , bedraagende het laatlte Jaar . . . * 179:18: & In Delfland draagt hetHeemraadfehap in de kosten der Helmplanting voor en de Domeinen voor waartegen de Domeinen voor de planting in de Capittel-' duinen draagen ^, en Delfland i porden , 't geen 19 Jaaren door elkander geflaagen, voor het \ en -J wegens de Domeinen bedraagt "sjaars . . #> 4,378:10: o En dus de 7 en | voor Delfland 'sjaars 5,473: 2: o  yan het voormaalig Holland. \%f Transport ƒ20,612: 8: 4 Wanneer men hier van aftrekt de twee posten, die Rhijnland en Delfland betaalen, zijnde 11325: 7:12 Bekomt men de fom die geheel van wegens het Gemeeneland wordt betaald ƒ 9*287: o: 8 De Som der Heemraadfchappen wordt gevonden uit de Morgengelden over alle de Ingelanden omgeflaagen ) , uitgenomen dat in Rhijnland eenige Dorpen nog daarenboven bij accoord vergoeding betaalen aan Heemraaden, voor hetHelmplanten der Voorduinen: als Overveen, Bloemendaal, en de Vogelenzang ƒ76:10, Catwijk aan Rhijn en Valkenburg ƒ38:10. Behalven alle deeze kosten worden nog, zo van wegens hec Gemeeneland als gemelde Heemraaden, voor het gedepopuleerd houden der Duinen, aanmerkelijke fommen betaald, die nog gerekend kunnen worden tot de Helmplanting te behooren, en in het volgende Hoofddeel zullen opgegeeven worden. VI. Van oude tijden her zijn bijna alle Dorpen langs den Duinkant gehouden geweest , fa) In het begin der zestiende Eeuw fcheen het nog twijfelagtig, of Heemraaden verpligt waren, ten kosten van de Ingelanden eenige Helmplanting te doen; leezenswaardig ziin de ftukken deswegens te vinden in Merulas Plac. over de Wildern. vooral bl. 207. en 208. Kostea ,'an de voorfchr. Helmplaa. tingen.  128 Tegenwoordige ftaat der Duineri Helm- plantingen van wegens de respeflive Dorpen- weest, eene ftrook Duin langs hun Dorp re beplanten, ten kosten der gezamendijke Ingelanden * 't geen genoemd wordt de Buurt - planting. Zelfs moeten de Ingelanden van Schoorl j Bergen, Wimmenum * en de Egmonden, niet alleen de voor- maar ook de midden - Duinen bezorgen, waaraan in 'c algemeen vrij wel voldaan Wordt; gelijk ook de Ingelanden van Callantsoog het raauwe Duin in hun diftricT: zeer wel beplanten. Maar voor het overige is deeze Buurt planting bij veelen in onbruik geraakt: bij fommigen beftaat die alleen in eene kleine opbrengst daar voor aan het Ambagt; en bij die geenen waar deeze fom daadelijk tot de planting bedeed wordt, is de beplante ftrook zo fmal, dat die van geene beduidenis is. Zeer veel duisters heefc in deezen plaats. Bijna nergens is de breedte van deeze ftrook thans bepaald (tf), terwijl ook geene fchouwing hier over plaats heeft, dan die door de Municipaliteicen gedreeven wordt, welke in deezen hoogst nalaatig zijri* Ooffprongelijk was deeze fchouwing aanbevolen aan het vernietigd Collegie van Houtyester en Meesterknaapen. Zij, die de Buurt-plantingen het meest verwaarloosden, hebben dikwijls in de noodlottige ge- vol- C«) In Merul. Plac. over de Wildernisfen vindt men opgegeeven bl. 204. hoe veel Morgens de Dorpen van Wasfenaar, Berkheijde , de Katwijken en Valkenbufg, Noordwijk, Noordwijkerhout en Langeveld , volgens eene Acte van Ao. 1521. geduurende vier Jaaren moeiten planten, zijnde te zamea elk Jaar 45 Morgens.  yan het voormaalig Holland, 129 volgen hier van gedeeld: Dit getuige Caftricum tot een affchrik voor allen. 't Geen wij van de Buurt - plantingen met zekerheid zijn te weeten gekomen, is al leen de geringe kosten door eenige Amb.agten daartoe befteed, en waaruit men kan opmaaken, dat deeze planting bijkans niets moet betekenen: alzo-betaalt hiertoe het Dorp Valkenburg ƒ 11: 16, Katwijk aan Rhijn ƒ8. Catwijk aan Zee fio. Noordwijkerhout ' ƒ10": 12. Vari meer betekenis zijn de twee volgende opbrengften, zo als die waren A°. 1738 (a). te weeten voor Bloemendaal, Overveen, en Vogelenzang ƒ291:8:8. en voor Velzen ƒ170. Wij zijn onzeker of dit nog wordt opgebragt; en even zo kunnen wij van de Buurtplantingen van de overige Dorpen verders niets met .zekerheid berigten. VII. Wij zullen nog niet fpreekert van de natuurlijke verpligting van eiken Eige j naar om zijne Duinen te onderhouden; ten, minften te zorgen, dat geene naasrgeleegen gronden door zijne verwaarloozing bedorven worden. Wij kunnen in 't algemeen verklaaren, dac ons geene papieren onder het oog zijn gekomen, waar bij eenig Eigenaar van deeze bezorging wordt vrij gekend; maar wel zodanige ftukken, waarin de Heilige verpligting van den Eigenaar hier f>) Opgegeeven in de Confideratien om de Duinen te herftellen bl. 33. aangehaald noot(i; bl. £0. Helmi plantingen van svegens de refpective Dorpen. Door pariculiereïigelaars.  Door particulieie Eigenaars £«) Zie bl. 67. (*) Bijl. B. No. 14. 13a Tegenwoordigs /iaat der Duinen hier toe ftaat uitgedrukt. Alzo moeten die van Terfchelling, welke in deezen als Ei* genaars voorkoomen, hunne Duinen bezorgen, zo verre die niet onmiddelijk aan Zee liggen; en oordeelden zich bij Request aan het Beftuur te moeten vervoegen om eenig foulagemenc te verkrijgen, tot het herftellen van eene droevige verfluiving, door hun eigen verzuim alleen veroorzaakt. Het Dijkscollegie van Texel heeft de Cooger en Hoorner Duinen in tijdelijke pagt verkreegen, onder voorwaarde, van boven de pagtpenningen Jaarlijks 5. Morgens Helmplanting te moeten doen, 't geen de drie laatfte Jaaren door één gerekend, s' Jaarsbedraagen heeft ƒ 337: 6. die uit de DijksCasfe der ingezeetenen betaald worden. Even duidelijk is die verpligting uitgedrukt ten aanzien van de zogenaamde Heere-duinen onder Velzen (£), immers de remisfie van verponding deezer Duinen is, blijkens de quitantie van kwijtschelding, verleend onder de mits, dat door deeze Eigenaars Jaarlijks ,, ter finantie worde geëxhibeerd een „ behoorlijk bewijs, dat ieder jaar ten min„ ften zo veel boven de Ordinaris Helm' „ plantingen, tot het Extraordinaris plan„ ten van Helm is befteed, als de verpon„ ding en Honderdfte Penningen van de „ voor-  van hei voormaalig Holland. 131 voorfchreeve Duinen bedraagen." Hier worde alleen eene bijzondere verpligting tot eene Extraordinaire planting opgelegd; en wordt de ordinaris Helmplancing, altoos door Eigenaars moetende gefchieden, als iets dat buiten alle contellatie is, onderfteld: trouwens hoe kon dit ook anders wezen, vooral teri aanzien van deeze en de verdere «Noordwaards liggende Duinen onder den Hondsbosch tot aan Egmond; daar er geen Collegie of Heemraadfchap is, welke, uitgenomen de Buurt plantingen verpligt is aldaar eenig Duin te bezorgen. Dit fluit van zelve ih, dat het door de Eigenaars moet gefchieden, immers het Beftuur in der tijd kan nooit gerekend worden, zo zorgloos ce Zijn geweest, voor de gronden der aangrenzendeLandlieden en gebuuren, dat hetzelve hierin anders niet zou voorzien hebben. Nogthans kon hec Beftuur niec van alle zorgloosheid in deezen worden vrijgefprooken. Zo wel ren aanzien van den Hondsbosch, als Van Rhijnland en Delfland zijn er geene Keuren of Ordonnantiën vascgeiteld, wegens de verpligting der Eigenaaren toe Conferveering hunner Duinen, en gevólgelijk ïs hier over ook nooic door eenig Collegie fchouwing gedaan. Vanhier dac de meeste Eigenaaren nimmer om hec beplanten hunner Duinen gedagc hebben, en dac wij bijna overal zo veel verwaarloosd vonden, als bij' onze befchrijving is opgegeeven. Van hier de onheilen te Castricum meest uic de verwaarloosde eigen gronden voortkomende. Van hier de deerI a lijke Door Particuliere Eigenaars.  Door particüliere Eigenaars. Oude vooringenomenheid voor het Komijn. 132 Tegenwoordige flaat ^der Duinen lijke toeftand op Terfchelling > bij Wijk aarl Zee, langs de ftranden aldaar, bij Zandvóort enz. — Van bier het bederven van zo veele wegen door de Duinen loopende tot groot nadeel der Zee- dorpelingen, en fchulpvoeders, wier zuurc arbeid hier door nog meer bezwaarlijk wordt gemaakt. Van hier' dat veele Eigenaaren, fchroomende voor het verftuiven hunner raauwe Duinen, dikwijls afzien van iets tot Cultuur hunner gronden te onderneemen; terwijl ook de goede vlakten in dezelve hier door Tomwijlen veel geleeden hebben. VIERDE HOOFDDEEL. Staat der Konijn - en Konijnlooze Duinen* I. Het is een algemeen gevoelen van de vroege voorouderen overgenomen , dat Duw nen bijna geen ander product: dan bet Konijn kunnen opleeveren. Het Konijn hadt in zijn voordeel een oud adelijk denkbeeld. Het werdt in oude dagen gerekend, mede te behooren tot het edele wild; en het maakte voor diverfe hooge amptenaaren zeker emolumcnt uit, jaarlijks eenige Konijnen, als dan Hof - Konijnen genoemd, te ontvangen, waar voor hun naderhand zekere fom is toegelegd, die tot op heden on-  van het voormaalig Holland. .133 onder den naam van konijn gelden nog bekend ftaat, en betaald wordt. De Duinen^ als een Wildernis te behouden, en enkel teni dienfte van hec Konijn te laaten, kwam ookl alleszins over één met de zuchc van den' ouden adel coc de jagt: te meer daar in het voorig Holland behalven de Gooijfche Heijde nergens eene Wildernis dan op de Duinen werdc gevonden. De Duinen werden dus behalven als Zeer weering , verders alleen befchouwd uic het oogpunt, van zo veel mooglijk Konijn te rcoecen voortbrengen; en aan die oogmerk moesr alles dienstbaar weezen. Tor aan het midden der voorige Eeuw waren zij bijkans allen vol Konijn,en alleen tot dit einde verpage; en alles werdc aangewend, om het Konijn te behouden en eene ruime weide te geeven. Hec was volgens de weccen van het Jagc-gerigc, dac de Konijnen komende op de naasc geleegen goede gronden van Landlieden, of anderen die geene hooge bevoorregten waren coc de jagc, aldaar ongeitoord eer weide konden gaan, en dac de pagcers of Eigenaars van Konijn-Duinen dit wild aldaar mogcen agterhaalen. Veele Duinen hadden een befchreeven Regt van eene verbaazende afweiding over de goede gronden der Gebuuren, die zich drie en viermaal verder uicltrekte, dan hec Duin zelve groot was. Jaa 'er werden Duinen gevonden, op twee Morgens berekend die meer dan 20. Morgens afweiding hadden. Zeer drukkende was vooral hec Placaat van 1550, in volgende Jaaren, doch vyeinig ■\ 3 Oude . vooringe» nomenheid voof het Kp. nijn. 1  »34 Tegenwoordige ftaat der Duinen Oude vooringenomenheid voor het Konijn. gemitigeerd (a), waarbij den Landlieden langs de Duinen op zwaare boeten geordonneerd wierdc, hunne Slooten aan de zijde der Wildernis met geene regt opflaanrie, maar fterk af hellende wallen te maaken, op dat het Konijn niet zou verdrinken: hier door wierdt het gemakkelijk gemaakc voor dit wild, om aan de overzijde der Slooten op de Weilanden te komen. In het grootde gedeelte van Noordholland werdc het Konijn wel door een algeméene Konijn - heining, ook de Harte- heining gerioemd, van de Binnenlanden afgehouden; maar deeze heining die tot aan het midden deezer Eeuw, fchoon zeer vervallen, nog in weezen was, moest door de lngezeetenen der Dorpen onderhouden worden. Zelfs nog in den jaare >747 werdt dien van Caftricum bij Refolutie van Staaten van Holland van 8. Junij des gcmcldcn Jaars geordonneerd, eene fo m van f 5,600. te befteeden tot herftel hunner Konijn - heining, waar voor zij geduurende vier jaaren telken jaar ƒ 1,000. remisfie van Verponding zouden genieten, doch aan welke refolutie niet voldaan is geworden. In voorige Eeuwen werdt de Konijn-vangst zoo zeer bevoorregt, dat het Weiden van Vee in de Duinen, op fommi. ge tijden vergund, ftrengelijk werdt verboden, om het wild in 't algemeen, en de Konijnen in 't bijzonder geene floornis toete- (a) Merula's Plac. over de Wildernisfen bl. 186\  van het voormaalig Holland. 135 tebrengen, en hun het voedzel niet te benee men ra). II. Van dit vooroordeel en geliefkoosd denkbeeld is men door den nood gedrongen geworden, eenigermaate terug te komen. Eene langduurige ondervinding perfte eindelijk de erkentenis af, dat alle kosten tot helmplanting bedeed, verlooren waren ter plaatfe, waar het Konijn overvloedig geweid wordt: dat dit gedierte, boven alle wild talrijk en fpoedig voortteelende, door de veelvuldige holen, die het maakt tot wooning zo voor zich als zijne jongen, de Duinen op de deerlijklle wijze doet verftuiven, en ook de hoogten ondermijnt: dat het de jonge helmplanten afknabbelt, cn den helm in 't algemeen door eene natuurlijke zucht tot krabbelen en omwroeten van het loste zand, uit den grond haalt, en geheel doet derven; terwijl het ook, zo uit deezen hoofde als door zijn vergoorenden drek en urine, alle andere ruigte en planten die den grond zouden bekorsten, verhindert te groeien: in 't kort, dat Duinen en vooral ae Hoogten, rijkelijk met Konijn gepopuleerd, niet dan verftuifbaar kunnen weezen. Deeze overtuiging heeft Staaten van Holland Ao. 1661 (<*) doen befluiten, om veele Nationaale Duinen van het Konijn te doen ontblooten, of blind Qb) te maaken, en daar («) Meruk als voeren, bl. 032 en 233. ( * ) Van deeze Refolutie is reeds te vooren ge. fprooken bl 36. {e) Blinde Duinen worden genoemd die van Ko1 4 nija Duinen van wegens den Lande gedepopuleerd.  Tegenwoordige /Iaat der . Duinen Duinen van we gens den Lande gedepopuleerd. ƒ2354: 5= o . :' • ■ -. . . ... Eene nijn ontbloot of gedejmpuleerd zijn , in onderfchei» ding van ziende Duinen die met Konijn gepopuleerd zi.n. - (tf ) De Nationaale Duinen onder Brederode zijn nog bij naam bekend. Drie daarvan zijn reeds bl- 5a, 53. dpor ons opgenoemd : de overigen zijn , het Leiduin , het1 Bi^negeester Duiutje, Moolen- of Keukenduin, Nieu*lands Duintje , Stukduin bij 't M»ny ' ' ' ne- daar mede voor eenige jaaren eene proef te ncemen, 'c welk fteeds gecontinueerd is; uitgenomen van die Duinen,welke Ao 1722. en 172^, .verkogt zijn uit de Domeinen. Daar men onverwrikbaar in het denkbeeld ftondt, dat het Konijn, waar toe deeze Duinen van wegens de Domeinen alleen Verpagt waren, daar van verdelgd zijnde; ook aile Vrugtgebruik van die Duinen verJooren was, zo moest de kas der Domeinen eene aanmerkelijke fchade lijden door hec gemis dier pagtpenningen: en daar een hardnekkig vooroordeel belette na andere middelen tot vergoeding deezer fchade om te zien; meende men die alleen te moeten zoeken, in de pagtpenningen te doen betaaJen aan de Graaflijkheid, de helft van wegens het Gemeeneland, en de andere helft door Rhijnland., Alzo worden tegenwoordig van wegens dit I ïeemraadfchap nog telken Jaare betaald rot vergoeding van pagt der gedepopuleer.de Nationaale aldaar ƒ 1490: o: o en voor die .onder, Brederode ^a,). . . . . , # 864: 5: o  van het voormaalig Holland* 137 Transport f 2354 : 5 : o Eene gelijke fom wórdt van wegens het geryeene land aan de Domeinen betaald, en dus uit de ééne Nationaale kas, in eene- andere Nationaale kas overgeftort, — De Heemraaden van Delfland betaalen mede voor vergoeding van pagt hunner blinde Duinen # 1050 : o : o Zo ook die van den Haage, welke den beplanten Scheveningfchen weg niet konden conferveeren, zonder amotie van het Konijn, en daar voor. . . . . . o 130: o: o Eindelijk wegens gedepopuleerde Duinen onder s'Gravefande o 142: o: o f36y6: 5: o Het Beduur in der tijd is vervolgens zo zeer overtuigd geworden, dac de Nationaale Duinen met behoud van het Konijn door Helmplanting niet kunnen geconferveerd worden ; en ten anderen, dac hec Konijn van de binnenwaards liggende Duinen door zijne afweiding de langsgeleegen gronden bedorf, (blijkens veele dringende Requescen der aan. ge. nepad, Duintje van Sijraen Koster. Van deezen is de' ligging van het Leiduin en Molenduin tegenwoordig alleen bekend. I 5 Duinen van wegens den Lande ge« depopuleerdV  ï$8 Tegenwoordige ftaat der Duinen Duinen van wegens den Lande gedepopulêerd. gelanden,) dat tegenwoordig alle de Nationaale Duinen, uitgenomen de Verhuurde van het Vlieland, Huisduinen «n de Helder, konijialoos zijn; en van daar dat geen dan gedepopuleerd Duin van wegens j de Graaflijkheid in altoosduurende -erfpagt is uitgegeeven. Op het Eijeriand geniet iemand ƒ 60. 'sjfaars van wegens het Land, om den Zand dijk konijnloos te houden. Bij de bovengemelde Refolutie van Staaten van Holland van Ao,. 1661. werdt ook beflooten tot de Depopulatie van eenige particuliere Duinen,en daar voor eene volkomen kwijtfchelding van Verponding dier Duinen geaccordeerd. Van drie zodanige Duinen als van Bergen, van de Heer van Noordwijk en dat van Duivenvoorden (a.) wordt nog heden de volle remislle telkens verleend, met deeze bijzonderheden, dat van de twee laatst genoemde Duinen, Rhijnland beftendig de helft dier Verpondingen betaald, voor elk de Som van ƒ 70: en ten aanzien van de Berger Duinen is het niét genoegzaam geoordeeld., d^n Eigenaar door volle Rëmisfre zijne fchade aan het Konijn te vergoeden. Deeze geniet nog daarenboven een dedomagement van ƒ 340. \sjaars, waarvan de helft uit 'sLands kas betaald wordt; waaruit de andere helft wordt gevonden, is ons niet bekend. En tot overmaate van alles is iemand van 'sLandswegen gefield, pm dit Duin gedepopuleerd te houden, daar voor genietende uit de kas der Domeinen 'sjaars ƒ72. Men zie (<) Zijnde op Bijl. B. No. 4. 35 en 35.  van hst voormaalig Holland, 139 zie wat wij bij onze befchrijving gemeld hebben, (a) van de revenuen uit de Houtbosfchen deezer Duinen door den Eigenaar genooten wordende, en die hij voornamelijk daaraan heeft te danken „ dat hec konijn zijne Bosfchen niet benadeelt: en men beoordeele hieruit, hoe rijkelijk zijne fchaade aan het konijn is vergoed, en welk eene gunst aan deeze Eigenaars, thans de Erven van W. A. van Nasfau, lleeds is betoond geworden- Hl. Hoe zeer het Beftuur, blijkens de opgegeeven maatregelen , overtuigd ware van het fchadelijke van het Konijn, liet men nogthans het oude vooroordeel niet vaaren. Bij de groote verkooping der Nationaale Duinen in hec begin van deeze Eeuw, oordeelde men dat geene Duinen eenige waarde hadden voor Particulieren, dan die met Konijnen waren gepopuleerd, waarom men ook alleen zodanige Duinen verkogt: terwijl men toen mede in het begrip ftondt, dat de voordeden voor s' Lands finantien, komende van de hooge verpondingen, die altoos op Konijn-Duinen gelegd wierden, door geene andere middelen konden genooten worden. Doch allengkens heeft men ook het verkeerde hiervan ingezien: en het Beftuur heefc in de laacfte helft van deeze Eeuw, zich alleszins faciel becoond, om aan Parciculieren, die hunne Duinen wilden depopuleeren, remisfie of afllag van verponding te verleenen. Van een bijzonderen aart (ö) Zie Bl. 80. Duiniu van wegens den Lande gedepopulaerd. Staat der gedepopuleerde eigen Duinen.  140 Tegenwoordige ftaat der Duinen Staat dei gedepopuleerdeeigen Dui. nen. aart is nogthans de geheele Remisfie (a"j der zogenoemde Heere duinen, voor het eerst omtrent Ao. 1740. verleend, en welke op geenerlije wijze aan het Land wordt vergoed, ten zij men dit wilde dellen in den gelukkigen groei der Houtbosfchen in deeze Duinen, zo zeer door de depopulacie bevorderd, doch die boven al voor de Eigenaars voordeelig is. Maar behalven deeze en de drie flraks gemelde particuliere Duinen, worden van alle de gedepopuleerde Duinen van bijzondere Eigenaars zekere Verponding betaald, van drie tot fes Huivers per Morgen. Een Eigenaar zijn ziende Duin blind willende maaken, verzogt aan hec Beduur dat het uit deezen hoofde niet meer als KonijnDuin, maar als Klingen of ook als Geestgronden werde aangemerkt, en voor de gemelde geringe fom in verponding aangeflaagen. Dan deeze gunflige befchikkinr, van het Beduur beantwoorde niet alleszins aan deszelfs ' heilzaame bedoeling, Éeer traag ging men dikwijls in dit depopuleeren te werk, en veele zogenoemde blinde Duinen bleeven nog rijkelijk van Konijn voorzien. Dit deedt Staaten van Holland kragtdaadige maatregulen neemen bij Refolutie van 4. Augustus 1763. om deeze in naam gede- pofa) Waarfchijnlijk uit hoofde van de opgelegde verpligting tot Extraordinaire Helmplanring boven bladi. 130. opgegeeven; doch waaraan met opzichte tot'die weinige gedeelten, welke niet van zelve bekorst zijn, zeer gebrekkig voldaan'wordt.  van het voormaalig Holland. 141 populeerde Duinen op de zekerde wijze van het Konijn te ontblooten en beftendig Konijnloos te houden: welke Refolutie, die alle blinde Duinen betreft, wij geoordeeld hebben, omdat zij thans weinig bekend is of weinig wordt opgevolgd, als Bijlaag E. agter ons Rapport te moeten voegen. Ook deeze Maatregelen hebben hun doel gemist. Het declaratoir, bij gemelde Refolutie geeischt, 't geen Jaarlijks van wegens Schout en Schepenen van het District:, waarin het gedepopuleerde Duin geleegen was, moest worden overgelegd, dat het in waarheid gedepopuleerd en Konijnloos gehouden werdt: zodanig declaratoir is bij de meesten in onbruik geraakt; en ter plaatfe waar dit nog gepasfeerd wordt , gaat de Municipaliteit hierin dikwijls op eene onverfchoonbaare wijze bij oogluiking te werk. Dit is althans het geval ten aanzien van de bovengemelde twee Duinen van den Heer van Noordwijk en van Duivenvoorden, beide liggende onder Noordwijk, en waarop de Refolutie van A°. 1763. mede geheel geappliceerd is. Schoon de Municipaliteit aldaar ons onkundig heeft poogen te houden van 't geen in hun diftrict geleegen was, meenen Wij egter wel geinformeerd te zijn, dat deeze beide Duinen, fchoon van alle Verponding ontheeven, vol Konijn zijn; zo zelfs dat het van wegens de Eigenaars aan Duinmeijers verhuurd is, om de vruchten Van het Konijn er van te trekken, even als van (O -Zie bl. 138. Staat der gededopuleerde eigen Duinen,  Staat fier gedepopuleerde- eigen Duinen. 142 Tegenwoordige [laat der Duinen van gewoone ziende Duinen. Meer^ voorbeelden van deezen aarc hebben wij wegens andere blinde Duinen niet aangetroffen. Maar tot aan den Jaare 1795. waren veelen verre van geheel Konijnloos te zijn, 't geen bovenal plaats hadt op de gedepopuleerde Nationaale Duinen. De Helmplanters eri anderen vonden er hun helang bij , om het Konijn aldaar niet geheel uitteroejen, en rekenden de Vangst derrelven onder hunne Emolumenten. Het zal niet noodig zijri Optegeeven de Duinen, die tegenwoordig gedepopuleerd zijn, 't zij in naam 't zij in daad. Dit zijn alle die geenen welke op Bijl. B. niet als Konijn-Duinen zijn opgegeeven 5 — en ten aanzien van de Binnen • Duinen in de Diftriéten boven bl.^3. gemeld, kunnen wij berigten, dat zij mede allen als gedepopuleerde klingen in de Verponding zijn aangeflaagen; uitgenomen één onder Wasfenaar van den Burger C. J. de Lange van Wijngaarden, doch over wiens Request ter depopulatie bij het Beftuur gedelibereerd wordt; terwijl het van een ander Duin, dac van den Burger Jac. Mosfel bij de Hofftede Groot Haasbroek mede aldaar geleegen, eenigszins twijffelagtig zou kunnen voorkomen, of dit als Konijn-Duin moet gerekend worden. Op de publiek geaffigeerde Biljetten, waarbij de veiling van Grooc Haasbroek regen den 6. Februarij deezes Jaars was gëannonceerd, worde hec dus befchreeven: „ Ze« „ ker Duin of warande, grooc omcrenc ' » 3*  'van het voormaalig Hollandt 143 „ 32 Morgen, jegenswoordig nog als ook „ van oude tijden met Konijn gepopu„ leerd geweest, met het regt van waran5, derijen over dezelve Duinen, zo als het „ zelve regt daar over nog ten huidigen ,, dage gebruikt werdt." Deeze annonce heeft ons eenigermaate bevreemd, daar het ons gebleeken is, dat dit zeden Ao, 1749. als gedepopuleerd Duin van de hooge Verponding is vrijgefteld, en met een ander Duin te famen bedraagende 72 Morgen 10 Roeden, als klingen in de Verponding zijn aangellaagen flechts voor ƒ7:3:15. Geenszins zijn wij onkundig van eene Refolutie van Staaten van Holland van 5. November 1763. waar op men zich veelligt zou beroepen. Doch hier bij wordt ingevolge een Request van den Eigenaar alleen verklaard, dat de waarfchuwing in de flraks aangehaalde Refolutie van 4. Aug. 1763. op des Suppliants voorgemelde |klingen en Duin of warande niet is applicabel: te weeten de daar bij gegeeven vrijheid aan de aangelanden , om binnen de 1000 Roeden van hunne Landen af, het Konijn uit gedepopuleerd Duin te mogen uitroeien. Behalven nu dat dit Duin reeds toen, immers zedert Ao. 1749. gedepopuleerd was, zo werdc bij de Refolutie van 5. November 1763. de volkomen uicroejing van hec konijn alleen aan den Eigenaar, en niec aan de aangelanden overgelaacen; maar geenszins verklaard, dat het weder Konijn - duin zou mogen worden: anders moest het weder even hoog in Verponding als te vooren ter fom- Staaf. ier gedepopuleerJe eigen Duinen.  Staaf der KonijnDuinenna de Re'olutie in I795> 144 Tegenwoordige ftaat der Duinen * fomtna van ƒ 64. zijn aangeflaagen geworden. Niettegenftaande dit alles is het nu met Konijn gepopuleerd. IV. Ten aanzien van den ftaat der Konijnen Konijnlooze Duinen heefc de groote Revolutie van 1795. eene verandering te weeg gebragt, die alleszins opmerking verdient., In de eerfte zes maanden naa die Revolucie is eene aanmerkelijke verwoesting onder het Konijn aangerigt door de Franfche Militairen, die in groocen gecale op de Zeedorpen geinquartierd waren; als ook door veele Burgers van de Dorpen langs de Duinen geleegen, welke geduurende dien tijd eene volftrekt onbepaalde Jagc geoeffend hebben. Hier door zijn roen de gedepopuleerde zo Nationaale , als particuliere Duinen volko. men blind geworden , en het Konijn aldaar geheel uitgeroeid, fchoon het zich nu weder op fommige Plaatfen vertoont: terwijl ook de Konijn - duinen, die niet fterk gepopuleerd waren, voor het meerendeel van Konijn zijn ontbloot geworden, zo als het geval is met die Duinen in Moord Holland van welke wij op Bijl. B, (a) hebben opgegeeven , dat zij alleen nog den naam hadden van KonijnDuinen. — Op de talrijk gepopuleerde Duinen , is geduurende dien tijd het Konijn niet geheel verdelgd geworden, doch hebben de Eigenaars, of die dit als Duinmeijerijen in pagt hadden, hierbij aanmerkelijke fchaden geleeden. De Provifioncele Reprefentanten van 't Volk Ca) Zijnde No. 11, 12 en 13.  van het voormaalig Holland. 145 Vblk van Holland hebben hier ih te ge moet willen komen, en aan alle Eigenaars van Konijn-Duinen onder Noordwijkerhout remisfie verleend van Ord. en Exrnord. heele en halve Verponding voor den tijd van één jaar; gelijk ook drie Pagters van verhuurde Nationaale Konijn - Duinen onder Huisduinen en de Helder ( a) eenige remisfie van hunne huurpenningen hebben bekomen; de één van den Jaare 1795 tot '797 en de twee anderen tot i 798. 't geen voor de drie Pagtersgeduurende elk van deeze Jaaren naauwlijks ƒ 350 heeft bedraagen. Andere Eigenaaren met zulke eene fchavergoeding niet te vreeden, hebben bij Requeste aan het Beftuur remisfie verzogt voor een aantal Jaaren, ten einde gelegenheid te hebben van hun Duin weder volkomen te populeerén; en hoe zeef zij hierin ten hunnen voordeele geflaagd zijri, kan de Colom van Remisfien door ons op Bijl. B. gefteld, uitwijzen. De Duinefl van de Graaf No. 11 genieten remisfie * (blijkens de quitanfcie van kwijtfchelding,) „ uit Confideratie van de hóoge lasten en j, Verpondingen , waarop de Voorfchreeve Duinen zijn aangeflagen. " Doch van de overigen is dit door het Beftuur verleend, ,, Uit Confideratie van de bij de Eigenaaren „ in den Jaare 1705. geleeden fchade, door ondergraaving der Duinen en berooving >, van Konijnen door eeniire Militairen." Op eene zeer ongelijke wijze is deeze gunst uitgedeeld; en deeze ongelijkheid (*) Zijnde ep Bijl. A. No. j>. 10. en ia. K Staat dief KonijnDuinennaade K e= volutie van 17S>£* 1  14Ö Tegenwoordige ftaat der Duinen Staat der Konijn - ' Duinen naa de Revolutie^van 1795 Teel II, gt. 2, bl. É89. 6nd in Erfpagt verzogt hebben. ■ Te Overveen, onder de beide Katwijken, Haag-Ambacht en Scheveningen, heeft men het Duin zich ten nutte gemaakt tot hec aanleggen van begraafplajtzen, Hunne gefchiktheid hiercoe boven alle andere gronden van hec voormaalig Holland, uit hoofde van den hoogen en droogen grond, en bijzonder om de weinige koscen, die hiercoe op de Duinen vereischt worden; verdienc, bovenal in deeze dagen, onder den aandagc van hec publiek gebragc ce worden, waarin men langs hoe meer algemeen beginc overtuigd ce worden van zijne- verplichting, om de lijken ce begraaven in de open lucht en op weinig bewoonde plaaczen: en het zij aan de zorg van het Beftuur aanbcvoolen, ■pm het aanleggen van Begraafplaatzcn in de Duinen te onderfteunen en te begunftigen. Verders zijn het veele Bergen en Hoogden langs de Ku§t, die den Zeeman tot wisfe Bakens verftrekken: andere dienen tot Seinplaaczen, van waar men door Seinen aan hooge ftaaken opgeheisd, in tijden yan Oorlog op de fpóedigfte wijze berigten doet toekomen van Texel tot aan den Zuidhoek Nutvoor fommige Trafieken van de Duinengetrokken , en andere heilzaame einden. ■ Begraafplaatfen.  Begraaf plaatzen. Verfcheidenheidvan nuttige Kruiden en Planten. O) De lijst van Duinplanten, opgegeeven door Le Fiancq van Berkhcy in eene bekroonde Verhandeling , over het gebruiken van andere middelen tot weering van verftuivingdan de Helmplanting, te vinÓen in de weiken der Holl. Maatlch. Deel XXVI. SU 156 Tegenwoordige /Iaat. der Duinen hoek van Holland: en op de Hoogten aan den voorkant zijn door fommige Eigenaars van Hoflieden Huisjes, en Zicplaatzen gefield, om een w.ijd uitgeilrekt gezigt te hebben over de weelige landsdouwen en bosfchen, die overal langs den Duinkant gevonden worden 111. Het bleek uit onze plaatfelijke Befchrijving, dat de Duinvelden met veelvuldige van zelfs wasfende Planten en Kruiden bedekt zijn. Nergens ontmoet de Kruidkundige eene zo groote verfcheidenheid; en een groot aantal van deeze Planten wordt op geene anderes plaatzen van ons Vaderland gevonden: zelfs zijn fommige zeer zeldzaam in andere Landen. Men kan reeds eenigerraaate over haare verfcheidenheid oordeelen bij het nazien van de gorters Flora VII. Provintiarum , alwaar van ruim 240 foorten van Planten, de Duinen als Groeiplaatzen worden opgegeeven ; en behalven deeze, hebben wij bij onze infpeclien nog omtrent 100 foorten gevonden, die bij de gorter niet als Duinplanten daan aangetekende^). Veele behooren onder de heilzaamde Planten, zo tot Geneeskundig als Oeconomisch gebruik, en de Kruidboeren en veele Apothekers doen dezelve in groote menigte opzoeken. Van  van het voormaalig Holland. 157 Van de gewoone Héy worde ter plaatze waar die gevonden wordt, hec bekende'gebruik gemaakt. De Duinzooden worden uic hoofde van de fijne Grasfoonen, Waar uit zij beltaan* voor de beste gerekend bij het aanleggen van Tuinen en Plantfoenen. De Braamen op het weeligst en overvloedigst in de Duinen, vooral agter Monster en 's Gravefande groeiende, zijn eene aangenaame verfrisfehende Vrugt, die door behoeftige Lieden opgezameld en op de netastgeleegen Plaatzen verkogt worden. — Veele ervaren Hoveniers doen bij voorkeur de' Aardbeziën- Planten, die mede op de Duinen overvloedig zijn, opzoeken, en deeze in de Tuinen verders aangekweekc, geeven de geurigde en fmakelijkde Aardbeziën. De Plant, genoemd Eerenprijs Manneken (^0? waar mede zommige ftreeken als geheel bezaaid zijn, en die reeds lang bekend geweest is , dat, gedroogd zijnde, veel overeenkomst hadt met de gewoone Thee, wordt door de daar bij geleegen Landlieden in Noord-Holland in groote menigte gezogt; en het aftrekzei daar van, j met dat van geringe foort van Thee gelijk ftaande, door hun gebruikt. — De Doornen en Dis. telen worden mede toe heilzaame einden gebruikt, en door veelen uitgedooken, om den grond te dekken tegen verduiving;, als ook om de Aarden Wallen rondom beteelde gron- St. 2. bl. 12—20 is hoogst onnaauwkeurig en ook zeer onvolleedig. (a) Veronica Officinalis. L. Verfchetienheidjzn nuttige K>ui. icr cn Planten,  558 tegenwoordige-/Iaat der Duinen Verfcheidenheidvan nutige. Kruiden en Planten. Voordeel van het Wild. gronden te verfterken, waar toe zij bovenal met vrucht gebruikt worden onder Scheveningen en verders in de Duinen van Delfland. Doch' dit. afflaan of uithaalen van. Doornen en Ruigte, gefchiedt dikwijls zo fterk, en op zulk eene onbehoorlijke wijze, dat de Duinen rauwe gaten bekomen, zo dat men meermaalen bij Placaaten de maat en wijze hier-van heeft moeten bepaalen, of dit geheel verbieden. IV. Gronden zo rijk in Planten, en daar bij geheel onbewoond, moeten natuurlijk veel Wild opleveren. De liefhebbers van de Jagt kunnen getuigen, hoe zeer zij fteeds in de Duinen hunnen lust hebben kunnen voldoen in het opvangen van veelvuldig loopend en vliegend wild; waar door de Duinen zo als wij boven deeden opmerken, altoos voor onze Voorvaderen eene geliefde Wildbaan geweest zijn. Onder de voordeelen van dit Wild, uit hoofde van zijn vleesch, hair en huid getrokken, willen' wij nogthans het Konijn niet gerekend hebben. Het heeft voorzeker van deeze zijde zijne nuttigheid, maar wij meenen in het volgende deel voldingend te kunnen betoogen, dat de nadeelen door hetzelve aangerigt, zo zeer tegen deeze voordeden opweegen, dat de laatfte naauwlijks noemenswaardig zijn. Toen door het bovengemeld Placaat van -1795. het Jagt-gerigt werdt vernietigd; maakte het Beduur hier van gebruik, om op eene voordeelige wijze de Nationale Duinen, van den hoek van Holland tot aan het huis te Brederode voor den tijd van twee jaa-  van het voormaalig Holland. 159 jaaren, alleen, ten .gebruike van de. Jagt publiek te Verpagten in Veertien Perceelen, ] elk door fteenen paaien afgebakend: alles onder de noodlge bepaalingen , dac de Pagters niecs aan deeze. Duinen bederven, en dezelve vooral, blind zouden houden, In den jaare 1797. zijn deeze Duinen voor andere twee Jaaren verpagc, doch in mindere Perceelen verdeeld. V. Hec is gebleeken uic onze plaacfelijke befchrijving, hoe zeer de Duinen aan veele Oorden van zelve uicgedrekte Bosfchen opleveren. . Wij zullen niec herhaalen, wat wij deswegens gemeld hebben, van de Berger, Wimmenummef en Heere-Duinen, waar van de Eigenaars zo veel revenuen crekken, als ook van de Nationaale Bosfchen onderWasfenaar en Scheveningen. Deeze voordeden is men niec aan menfchen handen maar aan de goeddadige Nacuur zelve verfchuldigd; 't geen reeds overtuigend aanwijst de gefchikcheid der Duinen om met Houcbosfchen beplanc ce worden. Deeze aanwijzing der Nacuur heefc men - op veele plaatfen gevolgd, en is daar in alleszins gelukkig gedaagd, zo dat veele eertijds woes« te Oorden rhans uicgeftrekce lommerijke bosfchaagien opleveren. Men zie flechts op de lijsc der Erfpagts-gronden Bijl. C. de laacde Colom na, opgeevende het gebruik daar van gemaakr: alle de Parcijen, die daar als beplante Duinen daan aangeteekend, lagen ten tijde toen zij werden uitgegeeven, mede op eene andere Colom aangeweezen, geheel woest. Vooral geldt dit Vopr* kei van iet Wild4 li-wufj r Hout- bosfchen in de Duinen aangelegd.  ï êó Tegenwoordige ftaat der Duinên Hout bosfchen fh de Duinen aange. legd. dit omtrent het Molenduin onder Velzen en Bloemendaal, en het Leiduin onder de Vogelenzang, die uitgenomen eenige kleine niet noemenswaardige hoekjes, tegenwoordig geheel beplant of beteeld zijn. 't Geen verders in de Vogelenzang en Aardenhoüt, geleegen in den omtrek van Haarlem beplant is, en het hoog'geboomte aldaar groeiende, is meest alles door Particulieren op hunne woesteDuin* gronden aangelegd. Veelen bejaarden Lieden heugt het nog, hoe in hunne jeugd niet dan bar Duin gezien werdt, waar tegenwoordig de aangenaamde wandeldreeven gevonden wórden. Men kan zich het beste denkbeeld vormen van het Duin, dat in deeze Oorden zedert de voorige Eeuw beplant is, door de gewoone Kaart van Rhijnland te vergelijken, met de aftekening van den omtrek van Haarlem door den Landmeeter Engelman van Ao. 1794. boven reeds aangehaald; waar op de tegenwoordige Bosfchen en Plantzoenen op de Duinen aangelegd,Zeer naauwkeurig zijn aangeweezen. Meer Zuidwaards op, Waar de particuliere Duinen gepopuleerd,' en de overigen, Nationaale gronden zijn, heeft men minder groote Plantzoenen aangelegd. Doch toonen niet de fchoone Rijen Boomen , die als eene Cingel de Hoffteden aldaar beveiligen: kan niet de geplante Laan tusfchen de beide Katwijken: de Scheveningfche weg met het hoog geboomte ter wederzijde,- en het Hout dat op de hoogte van Loosduinen niet verre van Zee is geplant, een iegelijk overtuigen , dat indien aldaar meerder en groo- ter  van het voormaalig Hólland. tSi êr Houtbosfchen wareri aangelegd geweest, dezelve niet minder vooideelig, dan om Haarlem . zouden 2ijn opgegroeid. Döch ééne omdandigheid heeft aan alle óndernee rmngen ter beplanting zeer veel nadeel töegebragt; te weetert, de fchaamtelooze rdofzugt bovenal van de Zee -Dorpelingeh, die op fommige plaaczen niet alleen het geboomte maar zelfs het raste~werk orri de Hoffteden niet ongefchonden hebben gelaaten onaans;ezien verfcheide Placaatefi vart Scaaterï van Holland hier tegen expresfelijk geëmaneerd, en het laatst gerenoveerd op 21. September 1790. Men meene niet, dat het Hout alleen op vlakke of enkel heuvelagtige Duinen kaft groeien, men is ook op de Höogtfen hierin gedaagd. De Bergagtige voorkant van Schoorl, Bergen en Wimmenum, reeds door ons befchreeven, ftrekt hiervan teh bewijze. Het zelfde wordt men ook onder Bloemendaal gewaar, vooral agter de Hofitedè Meèrenberg; gelijk mede de ErfpagtSgronden agter Rijksdorp onder WasfehaaY nieest •uic hboge Duinen bedaan, die goed Plantzoen opleeveren. *• Behalven dèeze zijri er nog twee voorbeelden, die eene bijzondere opmerking verdienen. De eerde is hét beplante hooge Voorduin onder Overveén 't geen de Burger J. Mesfchert van Vollenho* ven van de Erven Boreel in Erfpagt bezit {>). Deeze aanleg is, ruim 30 Taareri geleeden begonnen * en zeer Wel gedaagd* De' <«) Zie boven bl. 5a «n 511. r h Hoüf bosfchen in tle Duineri aarige> legd.  Hout bosfchen in de Duinen aangelegd. ïf5a Tegenwoordige ftaat der Duinen De Berg ftaat geifoleerd, en is rondom van den voet tot aan den top met verfchiüend Hout beplant, 't geen tot hoog geboomte zeer gelukkig is opgegroeid. Op de noogte wandelt men als door een gewoon Bosch, op den vlakken grond aangelegd, in welks midden men met verwondering eene Boomgaard ontdekt, die goede Boomvruchten opleevert. Het tweede voorbeeld is dat van Kijkduin, agter Waalsdorp O). Het oogmerk van den Burger Fagel, om eene proef te neemen ter beplanting van een zeer hoogen Berg, waar toe hij deezen in Erfpagt verzogt hadt, is alleszins geflaagd: bijna alle de gewoone Boomfoorten , groeien weelig tegen deeze hoogte. Dan wij moeten ten aanzien van deeze en de voorige opgegeeve Beplante Bergen «rkennen, dat dit Hout niet gelijk ftaat met het geen op de Vlakten groeit. Veele Jaaren moeten er verloopen, eer het tot eenige aanmerkelijke hoogte is opgegroeid, en het verkrijgt ook nooit zulke zwaare Hammen als in de laagte, terwijl zij ook eenige Jaaren geftaan hebbende, niec veel hooger of zwaarer worden: doch van alle aeeze proeven op de Hoogten genoomen, zijn de Sparren het best gelukt. Wel verre, dat wij met deeze aanmerkingen, die wij aan de waarheid verfchuldigd zijn, de Beplanting van hoog Duin wilden afraaden; wij zullen in het volgende Deel nog iets ter aanmoediging hier van zeggen. De (*) Zie Bijl. C. No. 57'  yan het voormaalig Holland. 16$ De Boomen die wij bevonden hebben, zo in de Vlakten als op de Hoogten het best te groeien, zijn vooral Berk, Abeel, kunnende deeze laatfte inzonderheid de win den doorflaan ; Eiken, Sparren en grove: D ennen: deeze drie laatfte foorten worden het best door zaajing voortgekweekt. Behalven deeze groejen ook gelukkig zekere Popels (a) en Poeswilg, en op fommige plaatzen ook hls en gewoone Wilg. Maar zedert vier of vijf Jaaren heeft men van een weinig bekenden Popel, zijrde de Virginiefche de voordeeligfte partii getrokken ; en de Burger van Eijs medelid onzer Commisfie heeft op hooge barre Duinen in zijne Hofftede Boekenrode, proeven genomen welke alleszins bewijzen, dat deeze Popel die van dék geplanc woidt, boven alle andere Boomen in het raauwe zand voortwil, zeer fpoedig groeit, en tegen de Winden beftand is. Schoon wij ten aanzien van de onderneemingen ter beplanting of beteeling ons liefst bepaalen , tot het geen in de Buiten-dumen is verrigt, omdat hier tegen altoos de meeste zwaarigheden geopperd zijn; moeten Wij egter met een enkel woord doen opmerken de verbaazende veranderingen, die de Binnen-duinen door verfchillende bepl-mtingen ondergaan hebben. Overal heefc men dit met den besten uitflag beproefd, en veele Hoflieden hebben haare Bosfchen zeer ver Ook Espenboomen genoemd , in onderfcheiiing van de hahaanfche of Lombardfche Popel». Hout bosfchen n de Duinen tangeegd.  j Hmit in de Du nen aanaelegd. Staat der ondcrneeitiing ter He'-veiding. (a) Deeze Éurger heeft de wijze, waarop hij dft m.n eerst heeft doen beteelen en vervolgens t«t bosch aanleggen, door den druk zonder zijnen r,aam bekend gemaakt in een ftnkje get.jield „ op„ gaavc van eenige proeven, ten bewijze dat Hoi„ fandscn Duinen tot grooter voordeel dan tegen„ wooidig zouden kunnen gebezigd worden. A« 64 TtgenWoördige ftaat der Duinen rér kunnen uitbreiden. rt Geen op de ilhijnlands kaart der voorige Eeuw ah ivoest Binnen - duin is aangeweezen, is tegenwoordig voor een groot deel met verfchillende Bosfchen bezet; en bovenal verdient opmerking de groote en al les afdoende proef, die hiervan genomen is op de Raaphorfter Duinen onder Wasfenaar. De meeste fchoone Bosfchen, die aldaar van het huis ten Deijl tot aan de zogenoemde Zandzee ten Oosten van den gewoonen weg gevonden worden, zijn nog geen 30. Jaaren geleeden aangelegd door dén kundigen Burger t. P. de Bas O) op geheel woest Binnen-duin. VI. Het is flechts van weinig aanbelang 't geen op de Duinen door Paarden en Runder Vee beweid wordt. Behalven in Delfland van Loosduinen tot aan den hoek van Holland, nader bij onze plaatzelijke befchrijving aangeweezen, vindt men flechts eenige beweiding op de volgende Duinen: als_van Deutz, waar een aanmerkelijke troep jong rtmdvee, door een jongen in het wild wordt gedreeven, en zijn voedzel vindt. Desgelijks op Midden - Duin agter Overveen, en ook op een gedeelte der Duinen van  van het voormaalig Holland. 165 van Boreel, omftreeks de Hofftede Elswoud. Op de twee eerstgenoemde Duinen wordt dit Vee s'nachts gezet op ftajlen, aangelegd in den Brabandfchen fmaak en alleszins gefchikt, om de meeste mest te winnen {a~). Op de Wijker-Duinen en onder Heemskerk heeft men de vlakke kroften zelfs eenigszins in Campen tot weiding afgedeeld, zo als ook hec Camp bij Waalsdorp hiertoe gebruikt wordt; en onder Scheveningen doec men op eenige kleine Erfpagts groaden Paarden weiden. -Deezegronden, zo wel als onder Delfland, worden allen in dezelfden woeften ftaac gelaaten, en hieraan worde geene de minfte moeite, arbeid of koscen befteed. Zelfs moec hec Vee in Delfland weiden, ce midden door fcherpe kaccedoornen, die daar zeer veelvuldig zijn. Hier door verbeeceren deeze Duinen nimmer van nacuur, want de mesc van het Vee worde hierop ce zeer verfpreid om nuc ce doen; en zij kunnen fleches weinige cijden van hec Jaar beweid worden, of er is een verbaazend cerrain noodig, (gelijk ook de Duinen van Deucz en Midden-Duin eenige Honderden,'ja Duizend Morgens bedraagen) om zeker aancal Vee genoegzaam voedzel ce geeven: terwijl nog in alle gevallen hec Wincer voeder van elders moec komen, zo wel als hec geen hun s'nagcs op de Hallen moec gegeeven worden. Zo lang men niec deeze gronden, naa dij (a) Dit is breeder befchreeven in No. 140 van, 4e Letterbode, b.1. 82. noot (*,) reed* aangehaald.. Staat der ondernes». mirtgen ter beweiding.  i66 Tegenwoordige (laat der Duinen Staat der t)ndernee mirpen ter beweiding. die vooraf beceeld te hebben , door arbeid, toemaaking, bemesting en het maaken van greppels, om het water afzakking. en zoo mooglijk het Vee op den duur drinken te bezongen, tot weiden wil verbeeteren, gelijk door Leend, v. d. Harst te Scheveningen gefchied is ; zal men hier in natuurlijk niet met voordeel llaagen: waar toch zijn eenige zelfs goede Landen, welke den Bruiker voordeel zouden aanbrengen, die hij niet doorarbeid hadt gewonnen. Van eene goede behandeling hangt in deezen alles af, en het verwondert ons niet, dat men op fommige plaatzen van zodanige beweidingen fpoedig heeft afgezien, gelijk het geval geweest is in de Pan van groot Berkheij onder Wasfenaar, welke men ruim agt Jaaren geleden, zo als die lag, heeft willen doen beweiden door paarden, jong rund Vee en Varkens. Doch aan deezen grond, die door het Winter-water zeer kouwli'k is, hadt men niets gedaan, dan die met wallen te omgeeven, om het Vee daar binnen Schaap, hoede. jijen. te houden. Het heeft ons ten hoogden verwonderd, dat wij bij onze infpeétien even fchairs Kudden Schaapen hebben aangetroffen Behalven op het Eijei land en de Hqorner Duinen van Texel, op welke laatde maar ééne troep Schaapen weidt, (0) zijn het alleen de Duinen van Deutz , van Midden - Duin bij Overveen , nog eenige daarbij geleegen puin gronden, en eene zeer qitgeftrekte ver- («) Zie bl. 60,.  van het voormaalig Holland, 167 verhuurde Vlakte in de Bentvelder-Duinen van den Burger van Eijs, waar Kudden Schaapen van eenig aanbelang geweid wor• den. Wij kunnen hier niet opgeeven de Kudden, die meer Zuidwaards op eenige Dorpen gehouden, en. fomwijlen fluiksgewijze op de Nationaale Duinen gedreeven worden. Deeze kunnen niet gerekend worden van de Duinen hun voedzel te trekken, daar zij dit voornaamlijk meer binnenwaards langs de wegen zoeken. - De vierK udden op de genoemde Duinen worden allen gehoed , en bezorgd naar de proefondervindelijk beweezen regelen van d'Aubenton, Anderfon en anderen. Bij dag worden zij gehoed onder het opzicht van een Herder, en s'nachts gebragt, of in open hokken, of in fchuuren die gedeeltelijk overdekt zijn. Somwijlen worden zij ook geperkt, 'tzij in vaste perken tusfchen aarden wallen bcflooten, waaruit telkens de bekomen roest wordt weggevoerd; of tusfchen losfe heinfels, die geduurig kunnen verplaatst worden, waardoor men op de onkostbaarde wijze de teelgronden bemest. Deeze Kudden tieren wel, en leveren veel fijner wol op, dan die op minder hooge gronden geweid worden, terwijl ook het Vleesch fmaakelijker is; en deeze proe« ven bewijzen onwederleggelijk dat Schaapen nergens beter dan op de Duingronden kunnen geweid worden. De troep Schaapen van Deutz bij de Brabandfche Wooning zal het minst talrijk weezen, en bellaat alleen uic Inlandsen Ras, h 4 Doch S«haap"- hoederijea.  Schaap* linede- ï68 Tegenwoordige {laat der Duinen Doch de drie overigen hebben zo door de gunftige gelegenheden, die de Nationaale Huishoudelijke Maacfchappij ( vqormaals OEcpnorailcheTak) hier toe geopend heefc, als door. andere wegen-, Spaanfche Rammen bekomen, waar dqor zij hunne Kudden, en de daar van verkreegen Wol zq aanmerkelijk verbeteren, en verfijnen- — Wegens de troep Schaapen op Middenduin heefc men ons in daac gefield te kunnen be> igr ten, dat men zich aldaar inzonderheid heefc toegelegd op het verfijnen der Wol le in de Schaaphoederij. Hiertqe heefc men niet alleen aangekogt Schaapen van het beste Inlandfche Ras, dat voor de Duingronden ge{chikc is, maar hec is ook den Onderneemeren in den voorleeden Jaare gelukt, cwee besceRammen en één Ooij dire& uit Spanje te bekomen; en zij hebben hec genoegen, mee alleen een zuiver. Spaansch Ram uic de gemelde Ooij, maar ook omtrenc 100Lammeren uit de vermenging der Spaanfche Rammeren mee de Inlandfche Ooijen verkreegen te hebben. Deeze Schaapen eieren wel; immers in den cijd van cwee jaaren is onder, hec opziche van een kundig Herder onder deeze kudde geen-ongemak befpeurd, hoe zeer bij veelen in den omtrek van Haarlem her fchurfc in den voorleeden Wincer geheersc heefc, tewijl hun. Wol, volgens het getuigenis van den Kooper zelve, weder fijner was, dan die van het voorig jaar. De Burgers H. Veen en S. T. Beecs, wien mede één der vier bovengemelde Kudden tpebehooxc, zijn in. hunne Scha,aph,oe1?  van het voormaalig Holland. icto derij niet minder gelukkig gelhagd. De tegenwoordige ftaat hunner onderneeming is opgegeeven in de gedrukte Relölucien van de ftraksgenoemde Huishoudelijke Maacfchappij van Ao. 1796 en 1797. Terwijl de Maatfchappij ter bevordering van den Landbouw te Amfterdam bij derzelver Programma van 1797. hun nfe deezen hoofde een Zilveren Medaille, benevens eene premie van tien Ducaaten heefc toegeweezen. —■ Even zeer kan men een gunftig berigc geeven van de croep Schaapen, die ten gecale van I2Q van wegens de 'Burgers P. van Buuren en gebroeders Penninck Hoofd geweid worde op de ftraks gemelde vlakte in de Bentvelder Duinen. Schoon fteeds ons voornaame doel is, den ftaat der Buiten - Duinen met hec geen hier op ondernomen worde ce doen kennen, moeten wij nogthans hier ook met lof gewag maaken van de Schaaphoederij door den Burger W. Ph. Kops aangelegd, en gelukkig vooregezee op een daar coe afgeperkt gedeelce van zijn Duin (a), in hec binnenwaards geleegen Molen - Duin, en waar van men naauwkeurige berigcen vindc in de meergemelde Refolucien van de Huishoudelijke Maatfchappij van Ao, 17^5. coc op heden. — Het zijn verders deeze Refolucien (£) en (-O Zie Bijl. C. No 10. (j) Allerbelangrijkst zijn daarin de jaarlijksch medegedeelde berigten, van het geen de Burgers Couperus te Alphen, en P. A. Twcnt onder Wasfe. Maar zeden \a Jaaren in deezen verrigtea. h 5 Schaap*.- hoede, rijen.  i?q Tegenwoordige ftaat der Duinen Schaap. hoederijen. i i Staat der beteelde Gronden. en andere gefchriften, die reeds lange het Rubliek onderrigt hebben aangaande de nieuwe en betere wijze van Schaap hoeden; inzonderheid hoe door het koppelen van Spaanfche Rammen met Inlandfche Ooijen, en verdere vermengingen een beter Ras, en beter Wol kan verkreegen worden. Deeze behandelingen, die bij de gemelde onderneemingen met gewenschten uitflag gevolgd worden, behoeven wij dus niec optegeeven.— Dan ten aanzien van het hoeden deezer Kudden op de woest liggende Duinen onder toezigcvan een Herder, zullen veelligt eenige aanmerkingen gelden, die wij draks omcrenc zodanige beweidingen door Rundvee hebben bijgebragc. VII. In hec cweede Hoofddeel hebben wij reeds in 'c algemeen aangeweezen, welke gronden beceeld worden. Op Bijl. B. en C. is die nog meer bijzonder opgegeeven. Doch wij hebben eenige algeméene opmerkingen deswegens coc hiercoe befpaard, en wilden ook fommige onderneemingen in het bijzonder doen kennen. - Het zijn voornaamlijk de Erfpagts gronden, die eer culcuur zijn aangelegd, cerwijl op de grooce Eigendommen, cwee of drie uitgezonderc, of mees, of 'c geen weinig ce beduiden heefc, is beteeld geworden: de laacde Colommen van de gemelde Bijlaagen kunnen die uicwijzen. Hec is geenszins onverfchillig ce weecen, hoe veel jaaren men eene Duingrond reeds heeft beceeld. Hierom ftelden wij in eene afzonderlijke Colom de datum van de uicgifce der Aften, waaruic blijkt dat de meeste reeds veele  van het voormaalig Holland. 171 veele jaaren geleeden , zijn ontgonnen. Dit lost dus volkomen op de bedenking van fommigen, die in den waan zijn, dat men jaa eenige weinige jaaren iets op Duinen kan voortteelen, maar dat deeze gronden fpoedig zijn uitgeput, en men dus genoodzaakt wordt, zonder de grootfte fchade te lijden, van zijne onderneeming aftezien. Hier leert ons eene Ondervinding, niet van 2. of 4, maar van io tot 20, jaa zelfs van 30 Jaaren het tegendeel. En hoedanig waren deeze Duinen, voorzeker vlak of flechts heuvelagtig, maar behalven twee partijen onder hacwijk, zijn geene van alle deeze gronden afgezand, nog is het Duin eersr. aanmerkelijk van Natuur veranderd. VVeshalven ook dat vooroordeel, als of men alleen op afgezande Duin-gronden iets van belang en op den duur kon verrigten, door de fpreekende Ondervinding wordt weerlegt. De liisc der Erfpagt gronden bevat geene andere Duinen, zo als wij ftraks reeds aanmerkten, dan die ten tijde der uitgiften geheel woest waren: en thans zijn, uitgenomen de weinige groote partijen, bijna allen vruchtdragende gronden. r Geeft dus de Ondervinding alles afdoende bewijzen op, dac het mooglijk zij, Duingronden te cultiveeren, het is egter van de hoogde aangelegenheid te weeten, of de onderneemers hier bij hun voordeel hebben gevonden. Om dit te beoordeelen moec men voornaamlijk agc gepven op de wijze van bebouwing en behan 'ei'ng, en vooral hoe de gronden ontgonnen zijn; op het gunftige of min- Staat der beteelde Gronden-  ijï Tegenwoordige flaat der Duinen Staat dei Veteelde Gronden. rnin gunftige der ligging en locale gefleldheid; en op den ftaat der onderneemingen naa verloop van eenige Jaaren. Wij bewonderen de drie groote onderneemingen van Deutz, van Leenderc van der Harst onder Scheveningen en van de Eigenaars van Midden - Duin. De eerfte aanleg heeft zeker aanzienlijke kosten veroorzaakt, maar zijn die niet inzonderheid yergroot, door terftond groote en kostbaare fteenen gebouwen daar op neder tezetten, waar mede die onderneemingen fpoedig bezwaard wierden. Dit moge een bemiddelde Deutz, als ook die van Middenduin, waar onder zo veele vermogende deelneemers zijn, zich hebben kunnen getroosten; maar hoe drukkende viel dit in den beginne voor eenen van der Harst, die daar en boven nog ƒ4. per Morgen erfpagt moest opbrengen. Te minder zou bij deeze onderneemingen het dellen van zodanige Wooningen, die Duizenden gekost hebben, in den beginne zijn aanteraaden geweest, om dat zij diep in de Duinen geleegen waren, waar door de transporten van het benoodigde zeer hoog moesten loopen: en ten anderen, om dat deeze afgelegenheid reeds veel kosten noodzaaklijk maakte. Immers geene van deeze gronden hadt een weg, die derwaarts liep, en dus opzettelijk moest gemaakt, enfteedsmoet onderhouden worden. De weg na de woning van Deutz is ruim een half uur, ea die bij de twee andere Wooningen ruim een quartier uur gaans. Men lette op alle deeze omftandighe- den,  van het voormaalig Holland. 173 den, en oordéele' uit den tegenwoordigen ftaat dier onderneemingen, of zij, onaartgezien den noodeloozen kostbaarzen aanleg j thans den Eigenaars goede- Revenuen geeven. — Wij poogen ons t'elkens te onthouden, van berigten in dit ons Rapport overteneemen, die reeds door den druk aan •het Publiek zijn medegedeeld. Wij mogen ons dus ten aanzien van de onderneeming van Deutz weder beroepen op het meergemelde No. 140. van de Letterbode , waarin de Bouwboerderij genaamd de Brabandfche Landbouw, aldaar omtrent 25. Jaarea aangelegd, in het breede befchreeven wordt, zo als die was Ao. 1796. Wij hebben bij onze infpecïie van voorleeden jaar alles zodanig bevonden, als bij dit berigt worde opgegeeven. Ruim 40 Morgens zijn allervoordeeligst met verichillende graanen beteeld; alles draagt kenmerken van welvaaren, en de arbeidzaame Burger Evert AsGe, deeze Boerderij van den Burger Deutz in huur hebbende, kan zo tot de Bouwerij ais tot bezorging van hec omweidend Vee drie knegts, ééne meid en twee jongens in dienst houden. Zo zeer neemt hier hec welvaaren toe, dat de Landheer meende thans meerder huur te mogen vorderen; fchoon wij hoopen, dat hij hier van nog eenigen tijd 2al afzien uit aanmerking van den ijver van den Bruiker in deeze Bouwerij betoond. Eéne bijzonderheid moeten wij hier nog opteekenen: dat naamlijk de Staartmolen hier aangelegd, om het water uit deeze Valleij vooral des Winters uittemaalen, en bree- Staat det beteelde Gronden»  174 Tegenwoordige ftaat der Duinen Staar der beteelde Gronden. breeder bij het gemelde berigt befchreeven, de éénige is, die wij in de Duinen hebben aangetroffen. De gelukkige uitwerking van deezen Molen doet ons dit middel alleszins aanprijzen bij andere onderneemingen, wanneer het locaale dit eenigszins toelaat. De groote hinderpaal van het winter- water wordt hier door geheel weggenomen; en ééne Watermolen, die hier voor ééne Boerderij moest worden aangelegd, zal tegelijk voor veele onderneemingen, die in zekeren bepaalden omtrek gefchieden, een gelijken dienst kunnen dóén, en dus zo wei« nig tot bezwaarnis drekken. Naa den rëeds lang overleeden verdiendelijken Andries Deutz, aanlegger van dit Goed, zal de groote Leendeft van der Harst (#) fteeds verdienen genoemd te worden Wij zullen de onderneeming van deezen Burger thans een 75 Jaarigen grijsaard; zijne wijze van bewerking, en den gelukkigen uitflag derzelve niet behoeven te befchrijven; zij is weder in Publieke gefchriftt n opgegeeven, zo in de werken der Maatfchappij van Landbouw (£), als in de Refolutien van de Nationaale Huishoudelijke Maatfchappij (O, welke hem beide 13 Jaaren geleeden zo zeer naar verdienden beloond en bekroond hebben. Zederc dien tijd («") Zijne gronden zijn opgegeeven Bijl. C- N»> 58 en 59. (>j /.ie de Werken dier Mtatfch. I>. V. St. I. bl. 83—96- . .. (e) Zie deeze Refolutien r»n Ao. »7IS- •*«» 56-568.  van het voormaalig Holland. 175 tijd zijn zijne Landen weder aanmerkelijk verbeterd en is zijn welvaaren tosgenomen. Wij zagen hier in het midden dèr Duinen den hooibouw gezegend, en op de weiden fchoon vee graazen. Zodanig heefc hij deez© te vooren woeste Duinen tot zijn voordeel verbeterd, dat hij onlangs 3 Morgens daarvan heeft verkogt voor omtrent ƒ 2,100.— Deeze van der Harst, die de eerfte Boer en Landman geweest is in ons Vaderland, welke woest Duin ontgonnen heeft; die de 16. eerfte Jaaren geene de minfte aanmoediging genoot; aan alle vooroordeelen en tegenkantingen het hoofd boodt, en dezelve onverfchrokken en met een ongelooflijken moed en werkzaamheid overwon; die zelfs de Maanefchijn te baat nam om te arbeiden, en te ploegen: deeze van der Harst zal voorzeker de erkentenis van het Beftuur, die hij nog nimmer heeft mogen genieten, en door Hun de erkentenis der Natie mogen verwagten. De onderneeming op Middenduin zal met de voorigen niet kunnen gelijk gefield worden, om dat men hier flechts eene ondervinding van nog geen vier jaaren voor zich heeft; em men gevolgelijk nog niet kan beoordeelen, of het noodeloos kostbaa re hier in 't werk gefteld, waar in dit met de voorige onderneemingen, wat den aanieg betreft, gelijk ftaat; door even gelukkige gevolgen zal vergoed worden. Deeze edele poogingen verdienen reeds de hoogde erkentenis der Natie, en de Provifioneele Ueprefencanten van het Volk van Holland heb. ben hier hec eerfte voorbeeld gefteld, van de Staat der betcelde Gronden-.  i?6 Tegenwoordige ftaat dér Duinen Staat der beteerde Gronden. de cültuur de woeste gronden te willen bevorderen, door deeze Duinen te ontheffen van alle Lasten hoe genaamd, voor den tijd van tien jaaren; zullende eerst daar na ƒ 3. Erfpagt per Morgen op het gemelde ftuk gronds gelegd worden. Üp het einde van 1795- is deeze aanleg begonnen, en geduurende dien winter, heeft men omtrent 70 Menfchen werk verfchaft, door ruim 30 Morgens te doen om (pitten. Men bouwde de reeds gemelde fteenen wooningen zo voor den Boer als den Herder, en (lallen voor de Runderen en Schaapen. En men heeft zich begonnen toeteleggen op den Akkerbouw en Houtteelt, door het teelen van Aard-appelen, Rogge, Haver, enGarst; door het Zaaijen van Akers; en het Planten van onderfcheide foorten van Houti en de Aard-appelen, en Graahen, hebben reeds goede revenuen opgebragt. Zodanig is de ftaat van drie groote onderneemingen , welke door de afgelegenheid der plaats, als anderszins in den aanvang zeer groote kosten vorderden. Doch zijn de twee eerstgemelden thans haaren aanleggeren in de daad voordeelig; hoeveel meer moet dit het geval weezen van die beteelingen, welke van dit bezwaarlijke ontheven, vooral die aan den voorkant geleegen zijn. - Het zijn alleen de goede Revenuen die zo veelen uitlokken, om fommige gedeelten Duin van de groote Eigenaars in huur of Erfpagt te neeroen ter beteeiing. Waaraan anders is hec toetefchrijven, dat de Duinen van de Graaf, van Deutz onder Heems- kerk  van het voormaalig Holland. 17? kerk en van Boreel te Overveen, aan den voorkant van jaar tot jaar op zodanige wijze al meer ontgonnen worden, tot aanmerkelijk voordeel van Huurder en Verhuurdër. Zo ook is het geleegen mee de Erfpagtsgronden: men zie op Bijl. G. ééns oplectend na, de jaaren wanneer die zijn uitgegeeven; hoe zeer men in de laatfte ao. jaaren op fommige plaatfen als om ftrijd zich beijverd heeft gronden te bekomen, onaangezien den kostbaaren Erfpagts - brief, en de zwaare Erfpagten, die veelen moesten opbrengen. De voordeden die men zijn gebuur van woest Duin zag trekken, warert fterke fpoorslagen om hem in de Duincultuur natevolgen. Waarom hebben ook fommige perfoonen, ('t geen inzonderheid het voordcelige van deeze Cultuur bewijst,) naa eenigen tijd" Duingrond bebouwd te hebben, vervolgens nog meerdere gronden '(blijkens dezelfde Bijlaag) in Erfpagt genomen , indien zij bij de eerfte proeven tot hun fchade geteeld hadden. De ondervinding hadt hun geleerd, dat men bij eene goede behandeling hier van winften kan trekken, en hierom wilden zij hun Duin - eigendom doen vermeerderen: en dit alles is te meer opmerkelijk , om dat dit plaats heeft gehad onder omftandigheden zeer nadeelig voor de cultuur, zo als wij in het volgende deel zullen aanwijzen. Maar lommigen zullen veelligt in het denkbeeld (taan, dat dit alleen begonnen en voortgezet is door bemiddelde Lieden, die iri deezen meest te werk gingen uit zucht voor M dea Staat iet neteelde Gronden.  178 Tegenwoordige ftaat der Duinen Staat dei bceelde Gronden. den Landbouw, en uit een waaren Patriotfchen ijver, om het woeste Vruchten te doen geeven; en die hierom minder berekenden of zij er hun voordeel bij vonden. Wij zagen reeds, dat een Leehderc van der Harst, die flechts een geringe Voerman op Scheveningen geweest is, hier van moet worden uitgezondert. Zeer veelen die hem hebben nagevolgd, waren even geringe, en weinig bemiddelde Boeren en Landlieden. Inzonderheid zijn verre de meeste Erfpagtsgronden, die in het Leijduin, en onder de Katwijken en Scheveningen beteeld zijn, door zodanige Lieden bebouwd, die hiertoe geene andere hulp' hebben gevonden, dan hun gering vermogen, maar bovenal hunne arbeidzaame handen. Deeze Lieden hebben die gronden alleen verzogt, en zich zwaare Erfpagten getroost, om er winsten van te trekken, aan welkeverwagtingzij beilendig voldaan zien, indien het bi] hun niet aan kunde en ijver hapert. — Onder deezen munten uit een Jan Gijzen Middelkoop ( Men zie de Ocuvrts Po.thumus ,di Frederic It oét druk van Amfterdam Tum. V. Cnap. II. pag. 110, 111. Staat der beteelde Gronden.  ipo Tegenwoordige ftaat der Duinen Staat der beteelde Gronden. laate herfst eikanderen gednurig afwisfelen, hiertoe uitnêemend gefchikc zijn; hebben wij egter alleen in de Breefaap, onder Bergen , en op Texel Bijen - ftallen aangetroffen. De Bijen - teeld langs de Duinen heeft dit bijzonder voordeel, dat, daar de Bijen-houders op veele plaatfen eenige tijden van het Jaar met hunne korven na de Heijen verhuizen, deeze lieden ze bij huis kunnen houden, waardoor men wel iets minder maar ook veel beter honing wint, die meerder waardig is. Inzonderheid hebben wij op Texel bij de Coog veele welgefleldc Korven met Bijen gevonden, die op de fchoone Duinvlakte de Meente boven befchreeven aazen en zwermen. Wij hebben in onze opgaave en beoordeeling van de beteelde gronden wederom van geene andere Binnen - Duinen dan van het Molen- fa Leijduin iets gemeld. Wij zouden oordeelen het Beftuur, en het Publiek te beleedigen, indien wij uit de ondervinding wilden bewijzen de geichiktheid der overige Binnen-Duinen, om met voordeel beteeld te worden. Deeze meer bekende en .bezogte Oorden geeven van Jaar tot Jaar hier van aan elk overtuigende bewijzen op. Gelijk de Burgers Bronkhorst en Lugt op hun Duin onder Hillegom bij de eerfte proef over twee Jaaren, van 9 Morg omtrent 1000 ton Aardappelen, en van 3 Morg 41 zak Rogge van 12a pond bekomen hebben (<«); zo ook is het gefteld («) Volgens medegedeelde in;ormatien van deeze Bur-  van het voormaalig Holland. 191 fteld met bijna alle de overige onderneemingen, wanneer die goed zijn aangelegd. Elke Eigenaar met zijn belang • raadpieegende, zet de Cultuur deezer gronden meer en meer voort. VUL Ten einde het Beftuur met grond zou kunnen beoordeelen de voordeelen, die tegenwoordig van de Duinen getrokken worden, moeten vooral in aanmerking ko¬ men de Huuren,Lasten en andere lnkomiten, die ten voordeel van 's Lands Fmantiën hier van genooten worden. Deeze zijn wel opgegeeven op Bijl. A. B. en C. maar wij oordeelen hier omtrent nog eenige aanmerkingen tot opheldering te moeten bijbrengen. Volgens Bijl. A. brengen de verhuurde Duinen vrij aanzienlijke revenuen op, ten bedraage van ƒ8,760: 8, doch deeze fom zal naauwlijks voor de helft van de Duingronden zelve komen. Tot de Perceelen van hec Eijerland, en onder Huisduinen en de Helder, van welke het land de hoog' fle huurpenningen trekt, behooren Huizen, Wooningen en ook eenige goede Binnenlanden, die wij ten aanzien van de Huurpenningen niet van elkander hebben kunnen fplitfen. Hier van moet het Land de Verponding betaalen en de Huizen repareeren, welke Verponding en reparatiën , onder HuisDuinen en de Helder alleen, voor het Land 'sjaars door één gereekend beloo- pen Burgers, welke tegenwoordig ongeveer 25. Morgens onder de cultuur hebben göbragt. Staat der beteelde Gronden. Voordeelen voor 'sLands Finantiën.  192 Tegenwoordige ftaat der Duinen Voordeelen voor 'sLands Finantiën. pen ruim ƒ 1,000. Naa aftrek van deeze Perceelen, en die van Eijerland geeven de overige verhuurde Duinen flechts ƒ3,157. aan Jaarlijkfche pagt. Was het Camp bii Waalsdorp ontheevcn van hec bezwaar, dac het tot Militaire Exercitiën moest dienen, hier van zou «veel meerder Huur dan tegenwoordig kunnen gecrokken worden; waarom wij bij hec expireeren van deeze Huur in den voorleeden Jaare aan hec geweezen Commiccé Provintiaal geadvifeerd hebben, die voor als nog niec langer dan voor één Jaar mee die bezwaar ce verhuuren. Op de eigen Duinen is alleen Verpondingen gelegd, cwee Erfpagcs partijen uitgezonderd. Deeze Verpondingen bedraagen blijkens Bijl. B. niet meer dan ƒ 5,539: 16. zo hec Ordinaire als Extraordinaire («z ), naa aftrek van de vier partijen No. 4, 14, 35 en 36. waarvan de Eigenaaren altoos geheele Remisfie hebben genooten. Van de gemelde fom brengen de Konijn-Duinen op ƒ4,493: 4: 4. doch waarvan de Remisfien, die naa den Jaare 1795. geaccordeerd zijn, Jaarlijksch bedraagen ƒ 2,54;:6 behalven de Remisfie van ƒ961: 19. welke die van Noordwijkerhouc voor éénmaal hebben genooccn (&). Wij hebben op de gezegde Bijlaag niec gemeld de natuur van den grond, waar naar elke Verponding zou kunnen beft or- f <0 Het ware mooglijk, dat door gebrekkigs infoi nintien , van eenige weinige gronden de Extra* DrJ V" rponding niet was opgegeeven. Oj Zie üiad^. 145-  van het voormaalig Holland. 193 oordeeld worden. Die was niet mooHijk, met korte woorden optegeeven, uit hoof de van de uitgeftrektheid deezer Duinen, en wij venrouwen door onze plaatfeliike befchrijving hieraan voldaan te hebben, J— In deeze Verpondingen, doet zich ten'armzien van de groote en gefteldheid der Duinen eene verbaazen de ongelijkheid op; eri daar de groote van veelen op eenige Honderd Morgens na onbekend is, moet men met verwondering vraagen, welk een rnaacftaf op de Duinen gevolgd zij, bij het opmaaken van het laatfte Quohier van ver^ pondmgen. Het kon niet anders, of deeze berekeningen en bepaalingen moesten iil veele gevallen willekeurig zijn. Sommige gronden,,eenigen zelfs die met hout beceeld zijn, draagen niets in de Verponding, zo ook deelen in Haagambagt de meeste Binnen - Duinen, indien niet allen, in geene Lasten hoegenaamd. De binnen-Duinen in de verdere Distriéten zijn als de overige Klingen aangeflaagen van 3 tot 6 Huivers per Morgen uitgenomen de 22? Morgens i22 Roeden van Loosduinen toe ter Heijde f>), die te zamen in de Ord. Verponding opbrengen ƒ304 : 10: 10. - Gelijk Rhijnland voor twee Duinen van particulieren ƒ i4o. Verponding, onder den Naam van vergoeding van Pal aan hec -Land betaalt r\y% Lngeooï Delfland voor de Ordinaris Verponding van de (<*) Zie bl. *8. (>; Zie bl. 138. N ltn voor Fihs'ntiëh.  VoordeeIer» voot 'stands Financiën 194 Tegenwoordige ftaat der Duinen de Duinen onder Haag-ambagt, Monfter en 'sGravefande jaarlijksch op f 628 : 9 : 12. door ons niet op de Bijlaag gefteld. Bijlaag C. wijst aan de Jaarlijkfche Erfpagts Sommen van Partijen, die twee Morgen en daar boven groot zijn: beloopende te zamcn f 2,258: 14: 8. De kleine partijen beneden de twee Morgens zullen met elkander s'Jaars nog geen ƒ150. aan Erfpagts Penningen opbrengen. Wij hebben geoordeeld van alle de gronden wier groote bekend ftaat, te moeten berekenen, hoe veel elke Morgen in de Erfpagt draagt, en dit op ééne Colom te (lellen, ten einde men met een opflag van het oog konne zien de ongelijkheid, die men hierin heeft gehouden Alle gronden konnen voorzeker niet met even hooge Erfpagts penningen belast worden: hierin moet de natuur van dezelven geraadpleegd worden, die wij ook op de gemelde Bijlaag gefteld hebben, doch waardoor de ongelijkheid te meer zigtbaar wordt. Weinig heeft men zich hier aan vaste regelen gehouden; eenige gronden van gelijke natuur en naast elkander geleegen, voor meer dan de helft in de ErlpagtSom doen verfchillen; fommigen boven matte hoog gefteld, en de Landlieden inzonderheid bezwaart 't Geen wij m het eerfte Hoofddeel wegens de Conditiën zeiden, dac eene praadilectie voor fommige perfoonen fchijnt plaats te hebben gehad, vertoont zich ook hier ten duidelijkflen Moeten niet onder Katwijk de Boeren ƒ 5. per Morgen becaalen voor Duin, fomwijlen 0 (leg-  van het voormaalig Holland. t95 uegter van grond, dan die den voormaalig Heer van Katwijk f» flechts ƒ i f " - 8 bZ\ Gei?e focm,van/5. wordt dooVde Boeren onder Scheveningen opgebragt erwyl voor het fchoone Bosch vfn & tmck (h) vijf duivers en zes penningen £ Morgen betaald wordt. En den geweezen Jwl? nWrf,nT k°mt de B^he, Se l'an CO ook flechts op vijf duivers airr penningen de Morgen. gC Van de Nationaale Bosfchen onder Was. fenaar en Scheveningen, heeft het Land op de daartoe aangelegde Houtverkoopingen van Ao. 1774tot i796getrokken ƒ 11,627?!™ nen altoos eenige Arbeider! in dienst die BtLn\teVan ^ R—deTïlaat ueezen zijn thans vier in getal 't zeen de°toXarhe-f °°-er * doch ™ Taaren b\ ï Z1J° w Zederc verfcheide Jaaren bij affterven geene anderen aange- de zen hLTu r^00^ wiJze Worden zler VZÏ l °°nd' d3ar hunne arbe* zeer gering is, en zij voor een groot deel den tyd ledig doorbrengen, of Z lntl be« OO Bijl. c. No. 30; (O Als voor. No. 7*: CO Als voor. No. 55. (O Zie bl. 107. S$' N » Voordee» 'en voor 'sf.snda Finantiën.  Voordee len voor 'sLands Iniantiër ,90 Tegenwoordige /laai der Duinen teifbeden ***** h£££*Sfi RfNlchen te werken. L\\ genieten s w 5" 8 bedraagendecius 's Jaars ƒ .80 : i& 'K 5 \. voor de vier Arbeiders ƒ 1103: £ O e de Bosfehen onder Wasfenaar is mede ? n Oozicb er aaogefteld op eene Jaarwed de v.nP ƒ tfï die voornaamlijk bet toezicht tlt hoUn, dat geen Hout geroofd wor- %'an de heeft het Land n de eer ^ ontvangen s Jaars ƒ 17°" ™eedefleIht7",nA '-et omda« de voor flechts ƒ 10£u', , D ae deerPagters bevonder» badd« Jat op ^ li',k verwaarloosde iNanon bekomen, de voorfz A™,? JVeUcfi. Guarde Chasfe te addresfeerèn aan defrl^gg Hor ^ ZUlkn moecen vestcrij waar onder n ioi,tV0stei'™ de Hc-utfeède4? d^SSfeS&y^ zijn' ofden houden zal zijn, aSifey^fSB?. dewelke ge, feilen, des dat deAatetZ^\t 3°°?^ ordre " geert, de voorfz. gequalifidoen, zonder daar oJènRT Jrnjetlg'"S nullen mogen als boven nodig te hebben Pie,ndei: of Guarde Chasfe Eigenaars ran de voorfz V,- " fe>? al,e gevaUen de |o?gen, dat de7elv?%fe|nW hebben te ver! Jaar zullen weezen gedepopuleer? t 7" het Ioopende ne van het Quanie? 3r '! ' e", daar van ter finai> ben te doceertop'pdn van'«eho°r«. *>»CT hebde Gratiën te zclff verlLS^ÏV?fVaf geaccordeerte Publicceren dflStfS&nJS^ daarvan bii eei> kennis worden $4!^^0ft-«? een iegelijk QnS - Westvriesland e» te Hoorn Redderende n Geconimi"eerde Raaden # gedepopnleer^ïuinc fe? authorifeeren om voorzoo verre eenige Duinen JZZ ™fPeébeere", en. met na behooren ^énoöiW,- - i "evonden, welke digften, en wel 5-" fdve £en fPoe" te laaten eflcÖoeÖ< d?k!J- dlC Opende Jaar, en te laaten ftoppei ' t te infefteWen te ordonneeren aan dè o?Prif, de gedaane depopulatie, op-  land en Delfland, zullen ^en JU Gerechte, waar 's Jaarlijks een Cert ficane var &cno erp0„ding zijn onder de Gedepopuleerde= Duinen ui aanvang van aangeflaagen,_gegeeven op den &e d haa?e Bediening gedaan, dooi ^ ^ ^ dc Dmnen depopuleerde Duinen werde ovagel t, ^ inPder daad Konijnoos worden hejo ^ geen Ordonnantiën van Renulie w ,sTaarlijks word oen geflaagen, ten zyjdoor ög.^Q enJGeve|te, as E5?ÏW^^ fzodanige " ^^^aT^cSSien en Continuatie* En dat voorts de nieuwe . et deeze pre- weegens bet depopuleeren vande ^ cautien zullen - orden P^^^ aan de Heeren Refolutie aanlchnjvmg worden ^aa iere en aan Di kGecommitteerde Raaden m l^ d'etl Delfland, graven en Hoogheemraaden vanom zich daar zoo om de executie ^^^^Ttefens aan Dükgrana te reguleeren, met aanicnnjvin _ pinan_ ven en Hoogheemr^ verklaatie van haar Edele Groot Mog re ? rbediemngen gering, op den ^^ï^^iSde ftaanje, en daan, dat de Duinen onder ,edepopudie gedepopuleenmoeten °worden gehouden, met leert, en in der^d K oUitteerde Raaden, om authorifatie op de Heeren o te n aan SlrSSTSTlfö '- einde * dan daarin nader werde voorzien.   Bijlaag" ü, ïjfST rA| N ATIONAALE DUINEN, in HUUR or TIJDELIJKE PAGT UITGEGEE TEN. Ï77I^7i7rV«*PAOT ^W. JAAILLIJKSCH. IVOOR HOE VEEL ,U- WANNEER. EX NUBW VAN i> 8 N GROND. GEBRUIK D A A S. V' A K GEMAAKT» PAGT. REN IN PAGT GA- UREERT. GEEVEN. Op het Vlieland i. Alle de Duinen vaDdit a 26tf M. Rh. ƒ 736-. - Voor 3 Jaaren. - 1. Jan. 1800. Wordt in 4 Perceelen ten voor- Eiland. y oeele van het Wees-en Ar¬ menhuis aldaar verhuurd als eene Konijnvangerij. Op het Eijerland en Texel. N«. 2. Een gedeelte der Eijer- ^ ƒ1200:-- Voor 6 Jaaren»- 25. Dec. 1802. Met kudden Schaapen beweid, landi'che Duinen of de i Quelder met Boerewoo- 1 ning en Duin. I 1N°. 3. Het ZarrddijkfcheTuïs f ƒ 700:- Voar 6 Jaaren. —25-Dec. 180a Als boven. en Schaapenboed. • 4. Het Eijerlandfche Huis J 2280 M. Rh. ƒ 35°; — Voor 6 Jaaren.-25.Dec. 1802. Als boven. en Duinen. / __ . N° k De Cooger Duinen" ee- I ƒ 275:— Voor 20 Jaaren. — 2. Febr. 1804. Aan den Zeekant hooge Duinen, Ligt geheel woest en ongebruikt. 5' pBgtdoorhetDijks-Col. I waarin eenige vlaktenvdoch een kgie van Texel. 1 *eer §ro°c Sedeelte v.anr meer p I dan 3^0 M. uitneemendefchoo- \ ne en vlakke grasgrond , ge- J naamd de Meent of Gemeente. N» 6 DeHoornerDuinen ge- ƒ 500: — O) Voor 15Jaaren.—2. Febr. 1799. In alles als boveri, ftrekkende Met eenige Schaapen beweidt pagt als boven. zich ook de Meent daar langs, ligt verders geheel woest, ge- p ° ' lijk ook de Meent. Onder Huis duinen en de Helder. N° 7 De Plaats en Wooning "I ƒ 385:— Voor 7 Jaaren. — 25.Dec. 1798. Bekorst en Heuvelagtig Duin. Alleen Konijnduin, zonder dat ' • Vrede en VrijYieid, tuetl \ er "niS an^ gebruik van gede Duinen van de voor-/ / . maakt wordt, maalige Graaflijkheid. N°. 8. De Plaats,"Wooning en ^ ƒ813:18- Voor 4 Jaaren. — 25. Dec. 1798. Als boven. Als boven. Duinftiek,deSchooten, g en een fluk Binnenland. pe al- ^ _: fc*. 9. De Plaats enDuinjtiek, leea * ƒ817:10- Voor 5 Jaaren.- 25.Dec. 1798. Als boven. Als boven, genaamd de Garst en \ a- Quelder Duin. ______ W. 10. De liu^^o^ f f PdóH ~ i.Febr. 1799. Hier onder ligt een groot ge- Het Duin als boven, genaamd de kleine Kee- deelte van net Koegras. ten, met de gronden aan den Zanddijk. N» 11 Een gedeelte van~dën De Geheele f i3a;- - 31. Dec. 1798 De Zanddijk met bet bijliggend De Zanddijk moet Konijnloos ' " Zanddijk en Buitenrig Zanddijk lang n,li" ;" u zie het Rapport. gel van 't Koegras. 2300 R. . ^ ^ j ^ ove_ 'W. 12. Het Oo^neTiuI ƒ «75Voo< 6 ^ ~ l' MeiJ 1799 ^uvehgtfg* Dui, rige alleen om het Konijn zing, Duinen, en een ge- woest gelaaten. deelte van den Zanddijk. J ■ — —~~~ " Onder Schoorl. ü o rimoeinend wit Zand. Wordt afgekard. Zie verders N'.,}.J.NieropenCornCor„, / ..o.:-W «°°'7 J«— .800. - 01—»»' het RapV Dalenbergh de Harger- | Zanderij. ._____—— . '■ Onder Velzen. N°. 14. De Oostelijke Duinen D Hooft efGzP' 21 M. 200 R-) .... Enkele gedeelten beweid en be- "V JaL Im tooR ^ - — Schoone vlakke en rtjkbegroeide teeid, uKt Voor het overige tcMHeyfteL |i_M. \l f 9«- (Voo^g Jaaren.--.Febr. 1803 Duinen, met enkele heuvelen. ^ « J. P. van Beek. 2 M. 300 R. I P , I _.____«_»_-~.— Wed. D. Duin. 2 M. J . ,. . ' ' Onder Katwijk. N°. 15. DiverfeHoutakkers,van , Pieter Haafebroek. i M. 100 R-' ƒ 9 = — Matth. Schuddemat. 3 M. 293 R £ ƒ SI:~~ . TT ,. . , , - _ P. enD. Bol. i M. 224 R. _j ƒ »7:~ ^ .,._..__. Schoone vlakke Grond. Met Hakbosfchen beplant, fom, P.W. Boers. ^ S^R.^ ƒ 5°;-lfg A1£___or "•_.,. Dec. 1800. mige gedeelten beteeld. D. Dorrepaal. 2 M. 44 R- f 5 £ 2+ I V J^™" 5 KI. Outshoorn. 4 M. 197 R- I ^ ƒ 5°— I Corn. van der Swan. 58a R' r / ia:~ J. Varkevisier. 1 M. 583 R-J ƒ ^--j . . " Onder Wasfenaar. .0 NTnvoonTaar —01.Dec. 1798. Eene fchoone en begroeide Wordt met eenig Vee beweid, N-.I6. BastiaanOosterveer,hetWaarrchijnIijk tos- ƒ 80:- Nuvoorijaar. 31.l1ec.179 doch is verders woest blijven - Exercitieveld bij Waals- fchen 50 en 60 M. liggen voor de Militaire Exerdorp, of bet oude Rijs ci"en; Onder Mons ter en 's Gravefande. , l6.__ Cc^ Zoo lang de Pagter leeft, vol- Vlak en begroeid Duin. In het najaar met eenig Vee beN» 17. KI. Huibz. Duindeede, 8 M. ƒ CO ~ ^ yan fft> Maart i?50. tokL het Copier Duin. - —^ ■ •■ ~ .. ' Als boven. Z " 7—;— Voor 5 Jaaren. - 25. Dec. 1800. Als boven. Ais N°. 18. J. van Hees, het Duin u M. 170 R. ƒ 00. vuu3J land Helmftein bij dt ____________ ___-__^__-^^ Kaapwooning. - -' i".n ' het geheel f 8.760:8. C«) Behalven ai Verpondiag?  Bijlaag B. a. lijst van duingronden, die docr leen of koop aan particulieren in eigend0m toebehooren, met de verpondingen, als ook de rem1ssien daarvan genooten wordende. De Duinen der Eigenaars, voor wier naamen één * gefield is, zijn allen publiek gekogt van de Domeinen der voormaalige Graaflijkheid op 2. en 6. November 1722. en welke met twee ** genoteerd ftaan, op 16. Jpril 1725. EIGENAAR. 5* «RONDEN, WAAR GELEEGEN EN HOE JGROOTE IN MORGENS RENDEMENT , ZO VAN ORDI- REMlSSIEN VAN VERPONDING. HOE GEBRUIK VAN DE GRONDEN GENOEMD. I EN ROEDEN. NAIRE ALS EXTRAORD. VEEL VOOR HOE LANG WAN. GEMAAKT. I VERPONDINGEN. NEER EXPIREERT. N*. 1. Het Dijks Collegie van De Hoorner Duinen: zie Lijst van Ver- ƒ 46 : o : o Geene Remisfie. Zie gemelde .Lijst. Texel. huuringen Bijl. A. N*. 6. Ne. 2. De vier "vöörmaalige Alle de Duinen van Callantsoog, en VVaarfchijnlijkmetel- Metdegeweeze Heerlijk- , Sommige gedeelten beweid. Vrij heeren vanCallants- van een gedeelte van het Koegras. kanderen omtrent heid te gelijk in Veroog. 200 M. ponding aangedagen. N°. 3. N. van Foreest,als voor- Zijnde de nog overgebleeven Duinen Omtrent 30 M. Niet in de Verponding Kunnen .niet gebruikt worden. maals Meer van Petten. van Petten. , aangedagen. ^ - In*. 4. De Erven" Willem A- Alle de Duinen onder Bergen. Worden ruw gefchat ƒ 98 : o : o. Hiervan wordt geheele Remisfie genoten Meer dan een derde gedeelte vol met driaan van Naslau. op 1600 M. zedert de voorige Eeuw, waarfchijn- Berken - Bosfchen , die meest zich lijk telkens voor 10 Jaaren, het laatfte zeiven zaaijen, en met voordeel ge. Octrooi is van a. Julij 1794: zie ver- hakt worden. Het overige ligt woest, ders het Rapport. — expireert 1804. N°. k. Tan Six. Alle de Duinen onder Wimmenum. 457 M. 2-6 R. ƒ 75 : o : o (*). Geene Remisfie. In het midden eenige Bosfchen, aan de ^ J Ingelanden door den Grond-eigenaar in eeuwige Erfpagt gegeeven. N». 6*. De Erven Hercules van Alle de Duinen onder de Drie Egmon Waarfchijnlijk ruim ƒ coo : o : o. Geheele Remisfie voor 10 Jaaren. — Alieen om het Konijn woest gelaaten. Foreest. den, bedaande in 5 parken Duin. iaoo M. expireert 1805. N\ 7. Bol ten de Boer en Er- ~ Onder Baccum. Onbekend. ƒ 422 : 8 : 10. Voor 1.0 Jaaren. Als boven. ven van der Nolle. . N\~8. loan Geelvink en P. van Onder Baccum en Castricum. Onbekend. ƒ 267 : 18 : 12. Ter Somma van ƒ 218 :17. voor 10 Als boven. "der Nolle. ! N° 0 C E Hi'vsman Wed ' Ondfer Caftricum. Onbekend. ƒ291 : 4 : 13. Ter Somma van ƒ 108:9. voor 10 Als boven. Aobinck c.'f. . Jaaren. - expireert 1804. - , Nc 10 A A. D-iuT Onder Castricum en Heemskerk, zijnde Onder Castr. 860 m. ƒ305 : 18 : 6. Geene Remisfie. Geneel gedepopuleerd. Aan den voor- ' drie Duinen. onder Heemsk. 554 M< kant op deeze en geene plaatzen wel bebouwd: wegens de groote bouw- * n 't geheel 1414M boerderij aldaar, zie men het Rap¬ port. Verre het grootde gedeelte I ligt nogthans woest. jvjo fI n Ae'Gra'af Twee Duinen, de zogenaamde Heems Onbekend. f 638; "18: 2. Ter Somma van ƒ597. voor 6 Jaaren. - Staan bekend als Konijn-Duinen. Op i\ . 11. O. de uraat. No0rtdorper Duinen. expireert ,8of. fommige plaatzen met Graanen be- • r bouwd en met Boschjes beplant, en de vlakke Kroftett in het midden liggende met Vee beweid. Het overige Jigt woest. N° 12** PkTer de Veer Het Oosteinde' van de Wijker- Duinen, ' 7^~m7 Waarfctójnlijk ƒ60(*> ~" ÖTene Remisfie.Ah Konijn - Duin bekend. Aan de *Kt" d£ VC 0f alle de Duinen onder Wijk aan of met de Hofltede binnenzijde voor een gedeelte geluk- Duin. Westerhout in ééns kig beplant, en hier en daar bebouwd. aangeflagen. ________ ^iT^cTrnelis Mume7 Het Westeinde van de Wijker-Duinen, Onbekend. J^TiTo : o. Geene Remisfie. Als Konijn Duin bekend. Op fom- IV. ,3 . Cornehs Munter. ^ ^ ^ ^ ^ _^ \ ^ mige plaatzen bebouwd en beplant. N» 1.* Pietei-vandePoic f. ~HeT qe., 5C. en 6e. ftuk derNoord - Dui ~R^w bereekend op ƒ 351 : 5 : o. Geheele Remisfie zedert de helft van Vol met Hakbosfchen , die van zelve 4 ' fSZ^Ei^, nen onder .rederode, het laatfte ge- 800 of 900 M. deeze Eeuw, telkens voor 15 Jaa- zijn opgeflagen. Het overige hgt Se verdek hef 15^ leegen agter den Kruidberg onder Vel- ren. - expireert 1809. woest als eene onverdeelde Ge- port- zen, anders genoemd de Heere-duinen. meente. JN°. 15*. J. M. de Neufville, Het 7*. ftuk der"No"oTd"^Duinen als Onbekend. / S5 : o : o. Geene Remisfie. Ligt woest, ftaande op naam van vooren. F. Berrewouts. . . ■ ■ ' ,6». D. Km. J.cb Bo* 1_^~^H.m—El-.* « U.M. ^ ff>15.» Geene Ren*ne. \*™JZ' fö^Tupl™ ^ ree] Overveen (c). t ■ 5TT7. Pieter Muilman. ^n a^r óostetduTTen Spiegelen- 93 M. 106 R. ƒ,1:19: 8. Geene Remisfie." be?lant met fch°°a£ B°S" rr-T; T- nP Duinen van heilknlvdaT" 777~tVL ! T70 : 13 :~ ~~. Géèfe Remisfie!: Een gedeelte beplant: fommige vlakten N°. 18*. Jan Nic. van Eys. De Duinen van net centveia. 451 / 7 _ ^ Scbaapnoederij gebruikt. N°. 10*. Dezelfde. l^hTgeTbij de Hofftede Boekenrode JTü. ƒ ,5 : 14 : «i SSrSSE J Meest met Hout beplant. in de Vogelenzang. , . „ ■ — WTorï^rA—oET Tfaö_S-^TT5^ ,99 M. fS7:5:i. Geene Re,nis„e. A=„den^oo,kant beplun,: het overige van den Aarnouts - Duin. Nog het ^ & Westerfche Stuk en het Oosterfche Stukje genaamd het Sekveld. - No aI* p TÏTm. "^rÏÏD-SSThet middelde, het klein- "lelTeroIbekend. ƒ S95 TZ : o. Heeft Remisfie voor 8 Jaaren. - ex- Geheel voor het Konijn woest gelaaten. ' ' fte en Noorderfte Stuk der Sandvoor- pireert 1805, . der Duinen. — — " * —-—■ ——: .. , j \ tv/t j /t9 . 1n . n nPf>ne Remisfie. Eenige gedeelten aan den voorkant be- N'.2_*. Dezelfde. Twee Duinen, zijnde twee gedeelten 3ia M. ƒ 58 . 10 . o. Geene Kemisüe. «Sdi ligt verders woest. van de Vogelzanger Duinen. 0 bedr. ƒ 4,331:1a: 13. (a~) Het is uit de gegeeven informatie onzeker, of dit alleen is het ordina», dan of het extraordinair hier onder begreepen is. (*) Volgens informatie van C. Cesttr, Secretaris van Wijk aan Zee. ie) Wegens het Duin het Swarteveld zie men Erfpagts-lijst Bijl. C. No. 17. en het Rapport.  Eijkag B. h. VERVOLG DER LIJST VAN DUINGRONDEN, DIE DOOR LEEN OF KOOP AAN PARTICULIEREN IN EIGENDOM TOEBEHOOREN, MET DE VERPONDINGEN, ALS OOK DE REMISS1EN DAARVAN GENOOTEN "WORDENDE. De Duinen der Eigenaars, voor wier naamen êèn * gefteld is, zijn éllen publiek gekon van de Domeinen der yootmaalige Graaflijkheid o$ 2. en 6. Notmber 1722. en welke met twee ** genoteerd ftaan, op 16. Aprij 1725. : woest, ff is ook Konijn - Duin. N°. 29*. Nicolaas Six. Het Oosteinde ven het tweede deel der ] Waariehijnlijk ruim ƒ 232 : o : o. Remisfie als boven. j Geheel voor het Konijn woesr gel_^. Langevelder Ddnen, of het Duin by i 230 M. I i • het Paarden-Kerkhof onder Noord \ . Wljkerhout. ... Jm . 1 r ö""* No. üo. Wed v. Wasfenaar Al- Her F.snsl Duin „nder Noordwilker- i / " IK ' r 0. j Remisfie als boven. j Guu N° "i* Wed. H. Verdegaal. Het Wesceinde van het tweede deel der vvaatieuijinïp. ,-->•- . .T. ■■ *vw_o»ic-is uovcu. Kis Doven. ' 0 ' Langevelder Duinen onder Noord- «ent 200 M. . wijkerhout. * " *: * N°. 32. Gysb. van "der Eist. Het Scelduin, vsn ouds de Duinen van 114M- 47 R- ƒ 112 : 10 : o. Remisfie als boven. Als boven. Treslong onder Noordwijkerhout. N". 33. De Erven"n. Harting Het Boekhorster Duin en het Wraa- Onbekend. Te zam. ƒ168: 4:10. * Remisfie als boven. Als boven. duin , onder Noordwijkerhout. ' N'o. 34*. Dezelfde. Met KeTkduin onder Noordwijkerhout, | i26M.58aR. ƒ-J : n : 8. Geene Remisfie. I Wordt niet gebruikt en ligt woest. zijnde Klingen. | N° "ï Hu/bert Duivenvoor- [let Langevelder Duin onder Noord Onbekend. ƒ 140. hiervan betaalt Boven het geen Rhijnland betaalt, nog J Moet volgens de Ordonnantie van Kwijt- den, te vooren Tan Si_. wijk, aan de Oostzijde van 't Huis Rhijiland ƒ 7.0. Remisfie van het Gemeene Land - fchelding Konijnloos zijn,, doch men te Boekhorst. ter fomma van ƒ 70, telkens voor zie het Rapport. ro Jaaren. — expireert 1802. j 1S°.-6.~~Van der Does, voor- Een gedeelte van het Lugterduin. Onbekend. ƒ 140. hiervan betaalt Boven het geen Rhijnland betaak, log In alles als boven. * - ' iraalige Heer van 1 - Rhijnland ƒ 70. Remisfie van het Gemeene Land Noordwijk. ter fomma van ƒ 70; in de vooige Eeuw telkens voor 10 Jaaren, en nu zedert het Jaar 1793. wederom voor 10 Jaaren. — expireert 1802. jvjo. g^*. Dezelfde. Zeer waarfchijnlijk het laatfte derde deel Onbekend. ƒ 122: o : o van de Langevelder Duinen, als gekogt A°. 1722. door den toenmaaligen Heer van Noordwijk N°. 38. W. F. II. van Wasfe- Een ftrook Duin genaamd de Meente,- Niet in de Verponding Met Hout beplant, naar. bij den Wasfenaarfchen Weg onder aangeflagen. Katwijk; en nog eene ftrook._ N~j9. C. J. van Perlyn. " Het groot Duizend-fchild of de Pan TomT" ~~1 Niet "m~de~Verponding *""" Een gedeelce met Berken en Els be- van Perfyn, onder Katwijk op het aangeflagen. Plant« I fcheid van Wasfenaar liggende. _____ - N°. 40. C. }. v. Haansbergen. Die Duin onder Wasfenaar is in Erf- ƒ *_ : o : o. pagt uitgegeeven: zie Bijl. C N°. 52. maar deelt daarenboven in de Verponding van het Westeinde der Kat wijker Duinen. . _ __————.—_-, » W.41. Bastiaan Oosterveer. "ËlrTiling, liggende "v^oThet Ex^cU 'iTÜ ' Nut opgegeeven. ~ Beweid en een gedeelte beteeld. tie-veld van Waalsdorp. N\4_. Jac.T-_"D-_ Êene Weide bficheveniBgen! Bij den Gaarder niet be- Tot Hooiland aangelegd. kead in de Verponditg te zijn aangefla- N°. 43. Ingelanden van ~ Eenige Duinen bij den Hoek van Hol- Onbekend. ƒ 121 :o: 5 (O- Geene Remisfie. Meest alles beweid. Nieuwland. land onder Zand-Ambacht. , ''[ '■, ' . - .: .■■ j \ 77, ■ ■ • ? fchen beplant. N°. 27. Dezelfde. a M. 442 R. ƒ 3: 0.: o(a) ƒ s8 : Q> ~^^Z 72 \ n " " N'. 28. Al. Vlek. ~~ ~~ ~7~M R " " 79 Schraal en Bergagtig. - Ais boven. 7 ' 47 ƒ 3 • o • o. ƒ 21 . 5 : o. 1; Dec. 1789. Goede vlakke Duingrond. Beteeld met Graanen, inzon- Nt „„ n • , n ; '— : ■ ■ . derheid met fchoone Rogge. N^o. R. m t Groenewoud. | M. 354 R. ƒ 3 : o : o. ƒ 16 : 15 : 6. l^~h~ TTT" ' " 7777~7 7—I J S boven' Als boven. Als boven. • 3°- Com. Lanckamp. 4 m. 306 R. ƒ3:0:0, ƒ 43 : 10 • 6 ITT ' 3 1 43 * 6' Als boven' Als boven. Hierop zeer gelukkige Proe- . ^ ven van Cultuur genomen, Mo „, n o '1 , ' i .' 1 ■ 1 1 ' ■ ■ ■ — en ook Wouw geteeld. NV31. C P. Heemskerk. 5 M. ,5, R. j ƒ 3 : o : o. ƒ 15 : 15 : 0. i^oTT^ 7f~ T~~ ' , - — l3' Uft' l7%9' Als b°ven. Zeer goed beplant. N.32. W K. v. d. Velden. 8 M. 10 R. ƒ o ; 15 : ,9; ƒ (J : 6 ; 0. ~ ] — | Du word genoemd eene geel- tJd ~7~~.3 ; ; 1 ■ L . a£"'ge Vlakte. « • So- K.wda- f 13 : 1* ■ - } ! : Ve/zen. * 0 Onder Noordwijk. Ns 34 J. Westerbeek Jz. 5 M; 71 R„ ƒ5:0:0. ƒ 25 : ia : o " . mo ' . v—TT ~T~ — — , y pn' J79°. Goede vlakke Grond. Met Aardappelen beteeld N°. 35. Van Sclmgen geb. Smits, hjde 3 M. 138 R. 1/3:2:0. ƒ 10 • o • o T~Z ' ... plaats Vinkeveld. * * ' 6. i»ept. x?75, Hooge Bergen, aan zwaare ver- Beplant, maar door de verftui- t«o „r x\\ i . 38. Huig de Best c. f. ~l~*~n~: ~~~~ f U^TrT' 7^ ' ^gjeflaagd^- Partijen bekomen. ' * Ac1740'' en Zeer goede Duingrond. Tot het dropgen van Haring- - " wand gebruikt, egcer een " ^ ^ groot deel fchoon beteeld N«. 38*. Af. Duyndam Wed. van~ ~ ~ ~TT~~ ? met A rdappelen en Rcgge^ G»ëten- ; * * o * * 3. Dec. 1612. | Om afcezanden, zijnde reeds hec 39- W. F H. van Wasfenaar. Het " 59 M. 425 R. ^T"^."" ƒ 6o ,0 "."^t 5 ' ! gootffe gedeeld afgezand^ Duin tuslchen de beide Katwij- - y 4.^.1749. Alles bekorst Duin; een ge- ten weg met hoog geboomte ken. deeke uit Hoogten beftaan - door deeze gronden na Zee de, maar het grootfte ge gemaakt. De Hoogten lia- • 1 deelr^ S^^ vlakke Duin gen woest, de Vlakten zeer __ __ __ _ grondi beteeld. N°. 40. J. A. van Duin. s M 24Ó R. 1/5:0:0. ƒ 12 : 1 • o ë '1 — I ! 7 \ " 24. Sept. ,773. Eene goede vlakte in het mid- Tot Weiland aan^ ■ —— , den der Duinen. 00- N'""- G G. Hazenoor. | M 500 r. ƒ5:0:0. ƒ ,4 : 3 : o. 71^7^^; : ~ 7 i^DTTI^Tdl \mZ^ |777~ 7 .; .J -—--L-J A's ^A.dappden brae,a. I < / 3 -7^. ,79I. AlsWn, ;Me(A~— T , , ~~~ 1 I ~T~ T " ' —' ■ ■ beteeld. I* 43- en Jan Varten»ISfE, 4 M. 7S R. , ƒ 5 . „ , Q. , f ao ; : c. S^F,- J"^ TTTT T s ?k '"r- **.'•* nis Doven« Als boven; ook een gedeelte tot het droogen van Visch- No. 44 Jan Boskamp. 2 M THTTT^. f „ ; 1? \ ^ 'TTt^T^~ ~— -~ .^eL^uikc^ !x ' 3 Ue°' l/95' >errJf00ne V akke DuJ'n' Meest raet Sappelen be- 45. Corn. van Kuyeren. 3 M. 595 R* ƒ 5 : 5 M. 398 R. ƒ' 5 : o : o. S ƒ 28 : 6 : o. Als boven. Als boven. . Alleen met Paarden beweid, I\ . 60. i. uouu. ? zonder immer dien grond I toetemaaken. N° 67 CoTïeÏÏTvan der £r7t~~ ~~.7m. 271 R. ~f~^T"o- o. 1 ƒ Ó2 ; 4 ; o. 2/. Augustus Ï779. en v Als boven. Verdient denzelfden lof als zijn " * '* 12. Febr. 1796. Vader L. v. d. Harst, IN'. ] 58. en 59. Zie ook het | Rapport. ï^~68~Hendr. Gerritïel * M. 120 R. 1 f 5 : o : o. I fi u :| o : ö. u, Febr. 1796. Als boven. Zeer goed ontgonnen en be- * * - I teeld, NTo^Tcorn. MeyeT ' J 6 M. i~R. ƒ 5 = o: ~- j f 3» :»o ; Q;J'~7~D^^, "795 Als boven. Als boven. N^oTpTTan^ieyj^yk. ~~mT~i56 R. ƒ5:0:0. ) ƒ 11 r 6 ; o. j 24. Decemb. 1795- - Als boven- Als b0VC"- m7u Jac. yarfju/n. j 2 M. 167 R< ƒ 5= o : o. ƒ m 8 : «■ |_t^^t._i773. Als boven. Goed beteeld.__ N,„ rac van der Lubbe. 8 M. 558 R. ƒ 5 : o : o. ƒ 44 :13 : o. 10. Maart 1796. Eene goede Vlakte in het mid- Met goede aarden Wallen om- IN . 72. jac. van atr i. 30 , d t» den van hopge Duinen. geeven, gelukkig ontgon¬ nen, en met fchoone Rogge bebouwd. NTrTTieter Francke, het Hooiv_eh^|_J^T_^ _i ƒ 5 : o"~ _ƒ 25: 0: o^ ~~~~ < - Als boven. AlsJov_em De Erven Bentingh, tón Noor- 37 M. 450 R. f o : 5 : 6. f~ 10 : 0 : o. _6. Nov. 1698. Eene fchoone Pan of Valleij Een groot Bo^^^» den van Zorgvliet. fchillende foorten. Onder Zand-i\mbacht. N°. 75. G. Duindam, bij de Kaapwoo- 2 M. ƒ3:0:0/ ƒ6:0:0. 2. Aug. 1726. Vlakke Grond. ni"g- . ; ' ■' , k ï^o, 76. Jac Merfen, hec Staalduin. | ƒ 88 : 10 : o,£). . ■'./ . „ „ ,„„ Op het Ei land Ter Schel ling. |N«. 77. Alle de Duinen van het Eiland. 3586 M. Rh. ƒ 200 : 0 : o. . 7. April 1734. Regenten aldaar. ƒ2258 : 14: 8. » > C«) Deelt nog daarenboven in de Verponding ter fomma van ƒ i+i Dit is nog boves de Verponding. Zie £ijl. £• Ko. 44.  Bijlaag C. a, LIJST VAN DUINGRONDEN IN ALTOOSDUURENDE ERFPjAGT UITGEGEEVEN. EIGENAARS EN PLAATZEN. GROOTE IN MORGENS hoe veel EtKE mor.- RENDEMEfT. DATUMS DER. ACTENS." NATUUR VAN DEN GROND. OIl&ülI DAAR VAN EN ROEDEN. gen in de erf- DAAR VAN , pagt draagt. GEMAAKT. Onder Schoorl. 1\P i Gerrit van Schoonhoven en Alle de Duinen gele- f aö • 'nï n r>A r>~u i , , „ ... , , . Comp te Akmaar. gen onder SchoorJ. / 40. o, o 27. O él. 1604. Geheel verwaarloosde Bergen, Alleen aan den voorkant be. v.omu. ^ ^ ^ ^ in het raidden eene voldrek- plant, als ook met eenige kend [ waarfchijn). . tS Zandwoescijn. weinige Schaapen beweid. tusfichen 2500 en 3co0 Morgen. Onder Velzen. N°. 2. M. L. Geelvink Wed. H. Onbekend. DeBree ƒ coo : o: o fw-Wl nnhehenA n„ r>^ r r t. , 'Hoeufft. Het i*. en 2*. ftuk faap ajlcen waar 7 Geheel onbekend. De Breefaap eene fchoone en De Breefaap alles beteek, en Duin onder Velzen, zijnde de /chijnlijk 4oo M. vruclubaaie Vallei,-deL.ee- 7 Boeren Wooningen aldaar, Breefaap en Breefaapcr Duinen. , j»p« Duinen bergagtig en De Breefaaper Duinen lig- ^ F __r ; daar onder raauvve bergen. gen woesc * É FD;tMWedD-H"rft °;,Urent 40 M' /-;,*0! ° ƒ - t c7~ V~' Ï^S grond; alloT^ 1 vinden, heeft de Com- 1 misfie Copie. ISe. 4. Wed.- F G. Beeldfnyder , aan ƒ 17 : 10: o. ~ : ' ' de Holftede Velferduin. | Nu è. lan van de Pol heefc van vier Onbekend: waar- f 10 . r. n VpnnpH in r0(,u r>', I TT 1—* > nmwlden een ffedeehe be- fchiinliik tusfchen f 3 Vermeld in de Reeke Geheel vlak, en een zeer goe- Met fchoon Eiken Hakhout Duingronden een geaeeue oe ïchijniijK tusicnen mngvanA ,1747 fol. de Zandgrond, beplant, houaen. 10 en 15 M. 14b. doch op de Do -7 !_ meinkamer heeft men hiervan geene eluci datie kunnen geeven rS°. 6. A. Rusburg Wed. A. Lies, een Onbekend: kleiner f 20 : c : o. 7i7~ÜZ,~Z TTT • * gedeelce der vier bovengemelde dan de bovengen. T Ais boven- Als boven' Duingronden. nT^. JVl.J..Grangezde iVeüfvi7/e,een 1. Morgen doch | f 4 : o : o. / 6 : 0 : "7. ^ToST^t. I\7bo7êZ Als bovem * gedeehe van t Molenduin. waarlchijnhjk om¬ trent 10 M. __________ ! .. N°. 8. S.Kluyskens Simons, in'tMo- 5 M. 88 R. ƒ 2 : 6 : 10. ƒ ia : < : 0. 15. Sept. 1767. Bekorst Duin , doch heuvel-, ÜgTwTe'sT. ' lenduin. agtig. * I Onder Bloe mendaal cn Over veen. N\ 9. C J. van Dam , een gedeelte 3 M.-161 R. doch ƒ3:0:0. ƒ 9 : i> •. o. 29. Junij 1772. Geheel vlak, en goede Zand- Schoon Bosch van Eiken Hout van 't Molenduin. twee - of driemaal d ___ ook V£m g grooter. r N°. 10. W. Ph. Kops, te vooren M. W. 21 RL 317 R. ƒ1:7:0. ƒ 29 : d : o. 10. Februarij 1757. Schraal en heuvelagtig-, doch Meest beplant, en een gedeel- ' van Valkenburg, in het Riolen- ■ alwaar b5j de uitgifte opdag te tot afparking van Schaa- duin. van Berk, Popel en Abeel pen gefchikt. was, en hier voor in ééns betaald ƒ 125. N°. 11. W. Ph. Kops, naast den boven- j 18 M 500 R. ƒ3:0:0. ƒ 56 : » : o. 10. Julij 1778. Grond als boven. Meest beplant, gemelden grond. / r\°. 12. R. Levi Mendes en R. Pardra. i 1 M. 117R. j ƒ 2 : 5 : 10. ƒ 5:0:0. 2. Nov. 1770. Heuvelagtige Grond. Beplant. N°. 13. Wed. L. Byvoet. 2 M. 340 R. ƒ3:2:6". ƒ 8:0:0. Als boven. * Zeer goede Grasgrond. Meest gebruikt tot een Droog- berg voor de Linnenblee*- j kerij. N°. 14. Geweezen Deeken en Vinders 2 M. 180 R. ƒ 25 : o : o. 5. Aug. 1694. - Gebruikt ter afzanding om hun- van het Brouwers Gild te Haar- ne kólk. te verbreeden cn < lem. uiccediepen. • IS0. 15. Jan Gyzen Middelkoop. Aan 2 M. ƒ5:0:0. ƒ 10 : o : o. 21. Decemb. 1792. te Goede vlakke Duingrond. Schoon beteeld, en een geden voet van den Blinken. vooren had hij deezen deelcecoc Moeferij gebruikt; grond reeds 10JaarSn alles zeer uitmuntend be- ; gepagt. werkt en aangelegd. N°. 16. P. H...KIaarenbeek c. f., het Geheel onbekend, ƒ 3. eerst 10 Jaaren . j Octrooi van 17. Nov. Meesc bekorsce Duinen, met Een grooc gedeelte mee ver- Middenduin agter Overveen. zijnde geleegen ten naa de uitgifte te be- 1795. fchoone begroeide Vlakten fch'H.'ende Graanen beteeld: N. van hec Zand- taaien, en geduu- en Valleijen.- op het overige worden jong voorder Voetpad, rende die 1 o Jaaren . Vee en Schaapen geweid, ten W.N. W. agter als ook vervolgens Overveen tot na vrij van alle andere de buiten -Zeedui- lasten bij Ocirooi nen, en ten N. tot aan de fcheidspaal van Overveen en y. Bloemendaal. N°. 17. Jac. Boreel loco Gualt. Petr. 1 ƒ 14 : 0 : o. Volgens Réiolucie van Bodaan , wegens het geen hij , GecommicteerdeRaa nopens het Duin hec Swarteveld den van 25. April meerder heeft bekomen, als van \jt 5. 's Lands wege gefudineerd is hem ce compeceeren. Zie ver der het Rapport. ' Het Leyduin in de Vogelen zang. N°. 18. Jan Nicolaas van Eys, aan de 5 M. ƒ 2 : 10 : o. ƒ 12 : 10 : o. Schraale Duinen, waaronder Hec grootst gedeelte beplant, Hofftede Boekenrode. raauwe Zandbergen. N°. 19- Jan van Loon, bij de plaacs 14 RL 221 R. ƒ 1 : 13 : 6. ƒ 24 : o : o. 4. Februarij-1767. Hoog en fchraal, doch bij de Alles beplant en aan de plaats Leyduin. uitgifte ftondt er Berken en getrokken. Eiken opflag, waar voor in ééns betaald is ƒ 44. x 1S°. 20. Jac. Abr. van Lennip. 18 RL ƒ2:0:0. ƒ 36 : o : o. 9. Februarij 1787. Heuvelagtige Grond. Beplant. N*. ai. Corn. van Lennip. 6 RL 21 R. 48 V. ƒ2:0:0. ƒ 12 : 1 : o. Als boven. Als boven. Als boven. f 651 ; 7 : o. I   ONTWERP tot VRUCHTBAARMAAK1NG DER DUINEN, zijnde het TWEEDE DEEL van het ALGEMEEN RAPPORT d e r. COMMISSIE van SUP ERIN TENDENTIE over het onderzoek der DUINEN. ingeleverd bij de sekste kamer van het vertegenwoordigend lichaam de» bataafs chen volks. Dis qu'on le voudra fortement, le fable Ie flus ,, aride fervira 4 faire naitre des Hummes. " de luc, Lettres Pbyfiques et Morales fur 1'Hiftoire de la Terre T. III p. 44a Te L £ T D E N tij HERDINGH en du MORTIER. H d c c i c.  Op Last der Commisfia ten bewijze van Egtheid ondertekend door mj Secretaris der Commisfie»  GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP, De Commisfie van Superintendentie over bet onderzoek der Duinen van het voormaalig Hol. landsch Gewest, Aan De Eerfte Kamer van het Ver. tegenwoordigend Lighaamdes Bataaffchen Volks. burgers vertegenwoordigers! A an uwe Vergadering meenden wij te moeten inleveren het hier nevensgaande Tweede Deel van het Algemeen Rapport onzer Commisfie, behelzende het Ontwerp tot Vruchtbaarmaaking der Duinen; waar mede wij vertrouwen te hebben voldaan aan het Tweede gedeelte van den Last, ons opgelegd bij Decreet van het Provintiaal Beftuur van het voormaalig Hollandsch Gewest van 27 September 1796. Het gemelde Beftuur door de daarftelling der Éénheid ontbonden, en het Wetgeevend Gezag door Hetzelve bevoorens uitgeoeffend, in uwe Vergadering zijnde overgegaan , hebben wij ook vermeend den ons opgelegden last in Uwen fchoot te moeten nederleggen; terwijl ook op * het  het Omwerp, bij ons Rapport overlegd, door U Bar» gers Vertegenwoordigers! alleen eene finaale bedisfing zal kunnen vallen. Het eerfte gedeelte van onzen Last hebben wij volbragt bij het Eerlle Deel van ons Algemeen Rapport, bevatterde eene Opgaave van den tegenwoordigen Staat der Duinen, ingeleverd bij het toen noe aanwezig Intermediair Adminiftratief Beduur van het vooimaalig Hollandsch Gewest, op den 30. Augustus d?s voorigen Jaars, en waar van drie Exemplaaren ook ter uwer Vergadering door ons zijn ingezonden ; hebbende gemelde Adminiftratief Beftuur ons, wegers het gerapporteerde bij het voor. fchreeve Eerfte Dee! reeds volkomen gedechargeerd, bij befluit van 4. Maart 1 1., 't geen wij geoordeeld hebben , ook uit hoofde van verdere daar bij geilaagene Refolutien agter dit Deel als Bijlaag A. te moeten voegen. Wij hoopen het groote en edele doelwit van onze Committenten getroffen, en alles te hebben opgegeeven wac tot verbetering zou kunnen dienen. Aan deeze bedoeling zoude onzes oordeels niec beantwoord zijn, indien wij bij het Tweede Deel van ons Rapport flechts een Vertoog hadden ingeleverd over de beste en voordeeligfte wijze, waar op de Duin Gronden , naar derzelver ondei fcheiden aart kunnen aangelegd worden. Hier vin hadden wij bij het Eerfte Deel 'reeds eenige aanwijzingen gedaan; doch hce volleedig en afdoende dit ook verders door ons. mogt zijn opgegeeven, zou daar mede nog weinig gevorderd zijn; zo lang de hinderpaalen bleeven, welke deeze Lesfen en Regelen, hoe fchoon die ook raogten zijn , cnukvoerlijk maakten. Wij  zit Wij meenden , dat ons de navolgende Vraag; ter beantwoording was voorgelegd: wat kan het Beftuur doen tot bevordering van de Cu';uur van Nationaale en Particulieren Duinen? Om dit antwoord te vinden, icheen ons toe , dar liet Finamieele boven al in acht moest worden genom-n, en de werking van her Gouvernement zich daartoe inzonderheid bepaalen mni S'. — De Middelen door ons vobrgeflaagën , hebt Gij, Bn-gers Vertegenwoordigers! in handen: het ftaat immers aan U, zo ve?le en langduurige Vrijdommen te verleenen; zodanige eene Lijfrenten Negotiatie ter bevordering van deeze Cultuur te arrefteeren, en zulk een nieuw ftelzcl van Belastingen voor het Duinwe* zen intevoeren, als bij het nevensgaande Ontwerp is opgegeeven; te meer, daar de voorgeftelde Negotiatie geheel buiten bezwaar van den Lande zou zijn. Gij, en Gij alleen kunt de Radicaale herftelüng van het gebrekkig Duinwezen bewerken. Wij vertrouwden het meest in Uwen geest te zu'len hindeion, door U de fchetfe re geeven van een Gebouw , niet uit vervallen S-ukken zamen gefteld, maar van nieuw uit den grond opgehaald. Het Heftuur zo wel als het Publiek h°eft onp vereerd met de gunstige verwagting, dat het Tweede deel van ons Rapport voldoende en effiencieufe mirtdelen tot herftel en verbetering zou opgeeven. Niets zou ons meerder grieven, dan wanneer wij deeze verwagting hadden te leur gefteld. Mogten wij au* dezelve niet ten vollen beantwoord hebben , men zal ten minsten ann ons ijverig poogen zijne goedkeuring wel willen hechten, en fteeds in het oog mceten houden, dat wij geen het minste voorbeeld hadden , 't geen wij in deezen konden volgen, of waar uit wij eene genoegzaame toelichting konden verkrijgen. * 2 Som-  IV * Sommigen zullen veelligt oordeelen, dat het aangeboden Ontwerp in de tegenwoordige tijdsomftandigheden niet is aanteraaden , en dat deszelfs uitvoe« ring tot m er gunstige tijden zou dienen verfchooven te unrden. Maar zullen niec de rampen uie den tegenw lordigen oorlog voortvloeijende, de Na-ie èn Haare Vertegenwoordigers te meer moeten opwekken, om alle gelegenheden aantegrijpen, die het Binnenlandsch Welvaaren kunnen bevorderen , en daartoe meerdere Bronnen te openen, aie onder het bereik der Natie zijn en altoos blijven zullen; en die niet door toevallige omftandigheden en onheiien, welke ons van buiten aankomen, zullen opdroogen. Zal men niet gereedelijk erkennen met Directeuren van de Maatfchappij tot bevordering van den Landbouw te Amfterdam (tf), ,» Dac de bevordering van den Nederland. lchen Landbouw van tijd tot tijd noodzaaküjker zal „ worden , naar maate Koophandel, Zeevaart en Hand„ werken de rampfpoedige gevolgen van den tegen» „ woordigen genoegzaam algemeenen Oorlog meer en „ meer inogtcn blijven gevoelen," Daar wij het ïïerfte Rapport moesten uitbrengen, dat over de Cultuur van woeste Gronden in ons Vaderland immer hst Beftuur is aangeboden, r.o beijverden wi] ons te meer, daaibij zulke grondflagen ce leggen, die veeliigt met eenige nadere wijzingen zullen kunnen dienen, om daarop te bouten het uitgewerkte Pian Qa) Men zie het flor. van het Voorbericht der gemelde Maatfchappij , voor derzelver onlangs uitgekomen Eerfte Deel van een Landbouwkundig Schoolboek.  1 Plan , dat door den Agent van Nationaale (Economie O) voor alle de woeste Gronden van ons Vaderland zal moeten opgemaakt worden. Zeer bemoedigend en ftreelend was dus voor ons het vooruitzicht, dat onze arbeid mooglijk in de gevolgen bevorderlijk zou kunnen zijn, om aan de geheele Bataaffche Republiek , van welker Grondgebied meer dan een vierde, zo niet een derde, naa aftrek van alle deszelfs Wateren , woest ligt; een welvaaren te geeven van een geheel anderen en meer duurzaamen aart, dan die de Natie tot hiertoe genooten heeft. Gij zult het derhalven , Burgers Vertegenwoordigers! aas, die met deeze ftreelende gedagte geduurig vervuld waren, wel willen toegeeven, dat wij bij het voorafgaande Rapport, 't geen de Eerfte Afdeeling van dit Tweede Deel uitmaakt, eenigszins wijdloopig de voornaame grondflagen van het Plan bëoordeeld hebben. Het Ontwerp hadt om deszelfs nieuwheid veel opheldering noodig; en bij het inzien van hetzelve zouden terftond veele tegenbedenkingen oprijzen, indien men niet eerst door de leezing van her Rapport omtrent den geheelen geest van het Plan was voorgelicht, en daarbij veele intebrengene zwaarigheden zag opgelost. Hoe zeer wij ons vleijen, dat ons Ontwerp eenige toelichting zal kunnen geeven aan het veel grooter Plan, voor alle de woeste Gronden der Republiek, meenen wij egter dat de uitvoering van het aangeboden Ca") Volgens deszelfs Inrtrudle Art. 13 , 27 en t8. *3  den Ontwerp, van dit Algeméene Plan niet zal behoeven afcehanoen. üe overige woeste Gronden van ons Vaderland zijn bijna alten of Heij - of Moeraslige Gronden , die eene andere behandeling dan de DuinGronden zullen vereisfehen. En de Duinen d.e buiten het voormaalig Holland zijn geleegen, en dus niet onder het ge-*aane onderzoek begreepen waren, zijn zeer weinig in getal. H er zullen de Duinen van de Eilanden Schouwen, Ameland, en Schiermimnikoog alleen in aanmerking komen, welke vooraf zouden kunnen ondeizogt worden, om daarop het Ontwerp mede berrekkeüjk te rnaakpn: weshalven eene Nationaale Ondemeerning voor alle de Duin - Gronden der Republiek fpoedig kan tot ftand komen. Hoedanig Gij hierop ook moogr. beflisfen „ welken fpoed Gij moout oonieelen, dat het belang deezer zaak vordeit, Wij meniën onzen taak te hebben volbragt. En zullen wij van de Som tot dit onderzoek ter onzer tiisp >fitie gefteld ren bedraage van f 10.000, waarvan Wij maar ƒ 4000 op rekening verzogt hebben, het Restant reftitüeeren; en van de fom door ons befteed , eene naau A'kruri^e Reekening en Veranrwoording doen ann de Fmantiëele Commisfie over het voormaa'ig Hollandsch Geweer: terwijl wij verzoeken van U aanwijzing te ontfangen , aan welk Collegie of Perfoonen wij de Kiartcn, Papieren en verdere Documenten, tot deeze Com nisfie behooren-la , zullen moetm ter hand ftellen. Nog twee afzonderlijke Rapport.m , op Recjuesren in onze handen gefteld om te dienen van confj leranen, zullen wij de Eer hebben binnen kort bij U intezenden. En wegens den last, ons opgetiraa^en, om de Verfluiving te Castricum te doet) her-  VII herdellen , hebben wij bij dit Deel van ons Rapport (_a) reeds eenige melding gemaakt. Het ongunftig vooijaar heefc ons verhinderd, om dit werk geheel te volcooijen, 'c geen wij hoopen , dat in hec volgend Najaar zal verricht wezen, waarvan wij aan het Departementaal Beftuur van Texel het verflag zullen inzenden , en waarmede alsdan alle onze werkzaamheden volbragt zullen zijn. Naa de inleevering van het Eerfte Deel van ons Algemeen Rapport, hebben wij nog eenige nadere en meer naauwkeurige Informatien wegens fommige zaaken ontvangen, die wij agter dit Deel gevoegd hebban; terwijl wij ook gemeend hebben, onze voordrage aan U gtdian, om het gebruik van het Harger Zand naauwkeurig te doen onderzoeken, en den Burger J. N erop aamemoedigen , om zijne u'Cvinding deswegens bekend te maaken, als Bijlaag B. door den druk gemeen te mjeten maaken. Eindelijk meenden wij Uneden, Burgers Vertegenwoordigers! in ftaat te moeten (lellen, om niet alleen dit Deel van ons Algemeen Rapport, maar ook het Eerfte Deel, 't welk de grondflag is van hec Tweede, te kunnen examineeren; en hebben, naa vooraf met uwe Commisfarisfen van de Nationaale Drukkerij hierover geconfereerd te hebben, de beste gelegenheid gevonden, om aan eik Vertegenwoordiger, zo van de Eerfte als Tweede Kamer, benevens de Ministers der beide Kamers, één Exemplaar van de beide Deelen ter hand te (lellen, waarvan het noodige ge- («) Afdeel. I. Hoofdd. VII. bl. 143, 149, 163 en 164. * 4  tui getal hier nevens gaat.; U verzoekende, ook die aan de Leden der Tweede Kamer en derzelver Minister te doen toekomen. En hiermede hebben wij de Eer ons met allen Eerbied te noemen, Uwe Medeburgers! 12. Julij 1799. Het vijfde Jaar der Ba- taaffche Vrijheid. De Leden der Commisfie van Superintendentie voornd. J. NIC. vak EYS. C. G. REINHART van MARLE. M. TEMMINCK. FR. van der GOES. JAN van STYRUM. IN-  IX INHOUD. TWEEDE DEEL. Over de middelen die het Beftuur zou kunnen aamven» den , om van de Duinen meerdere en betere vrucht' gebruiken te trekken. Inleiding. Algemeen befluit uit den tegen- woordigen ftaat der Duinen op te maaken. bl. a EERSTE AFDEELING. Aanwijzing van de voornaame zaaken, waarop mem tot meerder vruchtgebruik der Duinen moet acht gteven. EERSTE HOOFDDEEL. JStoodzaaklijkheid van eene volkomen uitroejing der Konijnen. I. Algeméene fchade door het Konijn ver¬ oorzaakt. . . . . . bl. 5. II. Het Nut van de uitroejing der Konij¬ nen, gebleeken naa Ao, 1795. « . — 7. III. De geheele verdelging van het Konijn noodzaaldijk tot behoud der Zeeweeringen. . . * • . . — 9. * 5 IV.  X IV. Voordeelen van de Konijn-Duinen in vruchtdraagende Gronden te veranderen, bl. 12. V. Voordeelen van de verdelging van her. Konijn voor de naastgeleegen Gronden. ... . . . . _ 16. VI. Oplosfmg van zwaarigheden tegen de uitroejing der Konijnen — 19. Van het gemis van Verponding der Konijn • Duinen ibid. VII. Van de nadeelen door Eigenaars en Duinmeijers te lijden, . . . — 25, VIII. Van het gemis van het voedzel en het hair der Konijnen _ 27. IX. Van het Regt om over zijn eigen Grond te befchikken. . . » . — 28, TWEEDE HOOFDDEEL. De groote uitgeftrektheid van t-eele particuliere Duin Eigendommen, erne oorzaak van de tegenwoordige woestheid der Duinen. I. De groote Eigendommen moesten natuurlijk woest blijven — 31. II. Bovenal om dat weinige Eigenaars zei ve Bouwlieden zijn . . • • — 34 III. Deeze Gronden in Afdeelingen te termi- neeren. . *. — 36. IV. Hoe dezelve te termineeren, . . . — 38. DER-  DERDE HOOFDDEEL. Gebrek aan Bewooners mede eene voornaame oorzaak van de tegenwoordige woestheid der Duinen. I. Gebrek aan Bewooners moest de Duinen woest doen blijven. bl. 40. II. Op elke Afdeeling een Huisgezin neder. te zetten, en op wat wijze. . . . — 41. III. Aan eiken Bruiker verzekering geeven van Eigendom. . . . . . —~ 44- IV. Voordeelen van deeze Colonisten te wagten • . - 45* V, De tegenwerping van't gebrek aan kundige Colonisten opgelost — 49- VIERDE HOOFDDEEL. Verkeerde befchouwing van de Cultuur en Beweiding der Duinen, eene andere oorzaak van derzelver woestheid. I. Veelen hebben de [Duinen alleen tot twee einden willen aanleggen. . . bl. 53, II. De Duinen niet enkel tot Houtbos- fchen aanteleggen. . . . . — 54* III. Kunnen ook niet met voordeel totSchaap- hoederij dienen zonder Colonisten. , — 55. IV. Hoe de Schaaphoederij het meest kan bevoiderd worden. , « . . . — 59. VIJF- SI  xii ~ vijfde hoofddeel. Verdere oorzaaken van de tegenwoordige woestheid der Duinen . vooral gebrek aan Aanmoediging; met opgaave van de wijze waarop het Beftuur in deezen zou kunnen aanmoedigen, en ■welk eene Negotiatie hierop zou kunnen geopend worden. I. Het Jagtgerigt en novale Thienden wa¬ ren hoogst nadeelig aan de DuinCultuur bl. 62. II. De Duin-Cultuur voormaals niet door het Beftuur aangemoedigd. . . . — 63. Ili. Het tegenwoordig Beftuur wil aanmoedigen ""65. IV. De Aanmoediging moet beantwoorden aan de te maakene kosten — 65. V. Geene mindere Faveuren teverleenen dan aan de Droogmaakerijen - 60. VI. Vrijdommen voor Gronden, Producten, Gebouwen en Vee — 7'- VII. Deeze Vrijdommen geen gemis voor 's Lands Finantien — 75» VIII. Ter bekoming van een voorfchot voor het ftellen van Colonisten, eene Negotiatie te openen —76. IX. En wel eene Lijfrenten - Negotiatie mer eene Belasting op de Duinen voor den Intrest ~ 7^' X. De Nationaale Duinen voor geene pu. blieke Verkooping vatbaar . . . . — 81. XI. Alleen uittegeeven om Colonisten te plaatfen, en op wat wijze. . . . - 83. X1L  XIII XII. Zekerheid van de Jaarlijkfche Intresten deezer Negotiatie — 84. iti ZESDE O O F D D E E L. Over de Verpondingen*cn Lasten op de DuinCronden te /eggen. I. De uitroejing van het Konijn maakt reeds de verandering van Lasten noodzaakh'jk bl. 89. II. Hierdoor vervallen de Remislien aan Konijn-Duinen verleend naa 1795. . . — 91. III. Verdere redenen voor eene geheele veran¬ dering van Lasten. . . .... — 94. IV. Alleen zekere vast bepaalde Som per Morgen te ftellen _ 98. V. De Onbiuikbaare Gronden voor altoos van Lasten vrij te ftellen — 100, VI. Hoedanig de Biuikbaare woeste Duinen te belasten — 103. VII. Deeze Belasting tot alle Duin-Gronden uitteftrekken , — 109. VIII. Hoe eene algeméene Kaart te bekomen. — 112. IX. Hoe eene opgaaf van hec Bruikbaare te verkrijgen — II6. X. Hoedanig het reeds Gecultiveerde en Be¬ plante te belasten — J20. XI. Welke Faveuren te hechten aan het reeds Gedefricheerde — 123. XII. Hoe het Geculciveerde te belasten naa het ophouden der Vrijdommen. . . — 125. XTII Hoe als dan het Vee te belasten. . . — ja8. XIV. Maatregelen op Erfpagts. Gronden te neemen. ... • ~" 129. XE-  XIY ZEVENDE HOOFDDEEL, Over de Zorg van het ibrc'iwr tot weering van Ferftt,vi.;,tig. I. Stroo- planting geheel aftekeuren. . . bl. 133. II. Het Planten van enkelen Helm beoor¬ deeld — 135, III. Behalven Helm nog andere middelen aan- teprijzen __ 139. IV. Welke Duinen van 's Lands wege te be¬ zorgen - 151. V. Aan welke Direétien de zorg tegen Ver¬ fluiving aantebeveelen ~~ -55» VI. In hoe ver dit aan Rhijnland en Delf¬ land optedraagen — lfjQ< VII. Het nut van de Colonisten te trekken tot weering der Verfluiving. . . . — 164, VIII. Verpligting van Eigenaars tot herftelling hunner Duinen - 166. IX. Wat omtrent de Buurt - plantingen te bepaalen. "171. X. Schouwingen te doen van het geen op de Duiaen wordt verricht. . . . — 173, TWEE"  TWEEDE AFDEELING. Ontwerp tot Vruchtbaarmaaking der Duinen. Eerfte Hoofddeel. Oogmerken waartoe de Duinen aanteleggen» Art. i—18 . bl. 178. Tweede Hoofddeel. Van de Colonisten op. de Duinen te vestigen, derzelver vereischten en verpligtingen. Art. 19-43 b!. 187. Derde Hoofddeel. Van de Vrijdommen en Aanmoedigingen aan Colonisten , en verdere Onderneemingen te accordeeren. Art. 44—63 bl. 196. Vierde Hoofddeel. Van de Verpondingen en Lasten , op de DuinGronden te leggen. Art. 64—98. . . ^ . bl, 207. Vijfde Hoofddeel. Van de wijze waarop de Particuliere Duinen te onderfcheiden in Onbruikbaare en Bruikbaare Gronden, en van eene algeméene Kaart, Art. 99-120 bl. 220. Zes-]  Zesde Hoofddeel. Van de Zorg van het Beftuur tegèn Verftuiving. Art. 121—149 , . bl. 230. Zevende Hoofddeel. Verdere Maatregelen door het Beftuur te neemen. Art. 150—157 bl. 24©.' [ PLAN van eene NEGOTIATIE op Lijfrenten bij forme van Tontine, ftrekkende tot bevordering van de Cultuur der Duin - Gronden. Art. i—iS bl. 243. Bijlaag A. Extract uit de Refolutien van het Adminiftratief Beftuur van het voormaalig Gewest Holland van 4. Maart 1799, waarbij de Commisfie verklaard wordt, bij het Eerfte Deel van derzelver Algemeen Rapport, aan het Eerfte gedeelte van Haaren last te hebben voldaan; benevens andere daarbij genomene Refolutien, het Duin-wezen betreffende . — 253. Bijlaag B. Voordragt der Commisfie aan de Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lighaam, wegens het Harger Zand, . . — 264. Ophelderingen en Bijvoegfelen op het Eerfte Deel - bl. 267» GE- XVI  G E L ÏJ K II E I D, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. RAPPORT van de Commis- . fie van Superintendentie over het onderzoek der Duinen van het voormaalig Hollandsch Gewest, wegens den tegenwoordigen flaat der Duinen; met opgaave van de middelen, om daarvan meerdere en betere, vruchtgebruiken te trekken. TWEEDE DEEL; Over de middelen, die het Beftuur zou kunnen aanwenden, om van dè Duinen meerdere en betere vruchtgebruiken te trekken. 13 ij het eerde Deel van ons Algemeen inleiding. Rapport op 30. Augustus 1798. uitgebragt, bij het Adminiflratief Beftuur van het voormaalig Hollandsch Gewest, hebben wij ge. tragt, met de meeste naauwkeurigheid op te geeven den tegenvvoordigen ftaat der Duinen, ter voldoening aan het eerfte gedeelte van den last, ons gegeeven by Decreet van het voormaalig Provintiaal Beiluur van , 27. September 1796. Een gewigtigen A taak,  9, Ontwerp tot Inleiding. Algemeen befluit uit den tegenwoor- taak, ons bij bet zelfde Decreet opgelegd, ftaat ons nog te volbrengen; om naamlijk de middelen voortedraagen, die door het Beftuur zouden kunnen aangewend worden, om van de Duinen meerdere en betere vruchtgebruiken te trekken Wy gaven reeds bij het eerfte Deel voorloopig te kennen, tiX deeze Middelen voornaamlijk moeten ingerigt zijn naar den ftaat der zaaken, zo als die zich tegenwoordig opdoet; en dat dezelve inzonderheid zullen moeten beftaan in de zwaarigheden en hinderpaalen weg te neeinen, die aan de Cultuur der Duinen nadeelig mogcen geweest zijn. — Eer wij derhalven de voorfchreeven middelen en een algemeen Plan deswegens opgceven, zal het noodig zijneen overzigt te neemen van den geheelen tegenwoordigen ftaat der Duinen, en algeméene aanmerkingen te laaten voorafgaan, om het gebrekkige, dat zich van meer dan ééne zijde in deezen opdoet, te doen kennen; en de wijze, waar op dit, onzes oordeels, best zou kunnen weggenomen worden, optegeeven. Hier bij zullen wij teffens de voornaame grondflagen tragten aantewijzen, waarop wij geoordeeld hebben het algemeen ontwerp te moeten bouwen, 't geen wij de eer zullen hebben, als uitmaakende de tweede Afdeeling van dit gedeelte van ons Rapport, aan U overteleggen. Eéne zaak wilden wij vooraf voor be* weezen en afgedaan houden, als zijnde de groote en algeméene grondflag , waarop hec geheele Pian en alle onze voorafgaande  vruchtbaarmaaking. der Duinen. 3 de bedenkingen zullen rusten. — Wij meenen naamlijk dac uit den tegenwoordigen ftaat der Duinen, en inzonderheid uit de opgaave van de voordeelen en vruchtgebruiken aan het laatfte Hoofddeel van het eerfte Deel,, dit algemeen befluic moec worden Opgemaakt; dat van de Duingronden, 't zij door verdere beplanting, of beweiding, ofbeteeling, meerdere voordeelen kunnen getrokken worden, dan tot hier toe gefchied is; — dat het alleszins ce bejammeren is, dac zo veele duizende. goede Morgens nutteloos liggen, zo wel voor Eigenaaren als voor de Natie in 'c algemeen ; — en dat het derhalven de ferieufe atcentie en deliberatien van hec Beftuur verdient, maatregelen van hunne zijde te neemen, welke deeze vruchtgebruiken in een grooter maate aan de Natie kunnen bezorgen. Wij hebben met de meeste onpartijdig, heid het nut, zelfs toe in kleine bijzonderheden poogen opcegeeven, 'c geen tegenwoordig van de Duingronden worde getrokken. De middelen en wegen waardoor deeze voordeelen komen, zijn zeker onderfcheiden en veelvuldig. Wij gelooven zelfs dat Lieden, die met de Duinen zeer bekend zijn, mee verwondering zullen zijn oncwaar geworden, dac de Duinen thans reeds zo veele nuccige zaaken opleeveren, nu zij die bij eikanderen zagen opgegeeven. Maar hoe weinig beduidend is de masfa van alle deeze voordeelen bij eikanderen gerekend, bovenal in vergelijking van A a het digen ftaat der Duinen optemaaken.  4 Ontwerp tot Alge meen beflmt uit dtn tegen» woordigen ftaat der Duinen optemaaken. het geen woest is gelaaten, en tot dezelfde of andere nuttige einden zou kunnen dienen Dan het zijn juist alle die bijzondere middelen door ons opgegeeven, welke ten duidelijkllen aanwijzen, wat van hec overige met beleid, kunde en overleg zal kunnen getrokken worden. — Het zij verre, dat wij in deezen een overdreeven gevoelen beweeren. Dit is niet gebouwd op eene gewaagde gisfing, maar op de ondervinding zelve, die wij (leeds ten rigtfnoer tragten te neemen, en waarom wij ook geduurig onderflellen, en dit bij ons Plan niet uic het oog zullen verliezen, dat fommige gedeelten voor het tegenwoordige nog als zeer fchraal en onvruchtbaar moeten be» fchouwd worden; vooral uit hoofde van den vetwaarloosden ftaat waarin die gedeelten zich thans bevinden. Wij voorzien duidelijk, dat men tegen deeze, door ons voor beweezen gehouden waarheid , de volgende bedenkingen zal aanvoeren. Daar het gebleeken is, dat de meeste en beste Duinen het eigendom zijn van Particulieren; waarom hebben Deezen, indien het aanleggen hunner Duinen tot meerder vruchtgebruik, en mooglijk en voor. dcelig is, zo weinig hun belang verftaan, dat zij dezelve voor het meerendeel woest hebben gelaaten! Wij behoeven ten aan • zien van de kleine partijen, hoedanige de meeste Erfpagtsgronden uitmaaken, hier flechts heen te wijzen, na ons llapports eerfte Deel waarin wij meenen beweezen te O) Hoofdd. V. §. VII. bl. 170. en verv.  yruchtbaarmaaking der Duinen. 5 te hebben, dat eigenbelang zo veelen heefc aangefpoord Duin in erfpagt of huur ce neemen: doch wac de grooce Eigendommen becrefc, kunnen wij de geopperde Vraag niec met ééne algeméene aanmerking beant woorden. Wij hebben ons zeiven deeze vraag dikwijls voorgehouden , en men zal ter oplosfing hier van op veele plaacs gehad hebbende omitandigheden moecen acht geeven, die wij benevens andere aanmerkingen wegens het gebrekkige dac in deezen plaats heefc, in de volgende Afdeeling zullen opgeeven. EERSTE AFDEELING. Aanwijzing yan de voornaams zaaken, waarop men tot meerder vruchtgebtuik der Duinen moet acht geeven. EERSTE HOOFDDEEL, Jfoodzaaklijkheid van eene volkomen uitroejing der Konijnen. I. O nder de redenen , die de Cultuur der Duinen grootelijks verhinderd hebben, A 3 moet, Apeneer) beluit uit ien tegenvoordi;en ftaat der Duiicn optemaaken.  6 Ontwerp tot Algeméene fchade door het Koniin veraor- moet in de eerfte plaats het houden en voorttcelen van Konijnen genoemd worden. Wij hebben reeds in het eerfte Deel (a) aangetoond de nadeden, die de Konijnen aan alle Helmplanting toebrengen, en dat zij eene voornaaire oorzaak zijn, dat de Duinen raauw cn verftuif baar worden. Wij zullen deeze alom bekende waarheid niec verder behoeven aantewijzen, waarvan hec Beftuur ook t' allen tijden overtuigd is geweest , en hierom meest alle Nationaale Duinen van Konijn heeft doen ontblooten Wij zullen dus, om wijdloopigheid te vermijden , niet aannaaien 't geen de Staaten van Holland zelve bij elke Refolutie ter depopulatie van eenige Duinen, bij herhaaling van het fchadelijke van het Konijn ten deezen opzigte gezegd hebben (c). — Maar deeze waarheid zal ook allen overtuigen < 'c geen voor deskundigen voorzeker geen betoog behoeft, dat op gepopulecrde Duinen geene ondernecming ter beweiding of betecling ooit gelukkig {kagen kan: immers indien het fterk voortteelende, hooien maakende, en fteeds wroetende Konijn , de Heilsplanten doet kwijnen, en fterven, zo moet Het ook alle fchade toebrengen aan Boomen , Weiden , Graanen , en andere Vruchten; en het is uit de opgegeeven (a~) Rappoft B. I. bl. J35. 1 Zie als voore, bl. 137. Cc) Men /.'e vooral de zorg van het Beftuur om de Duinen Konijnlooï te houden. Als voeren, bl» 140, I4I. en ftijlaae  vruchtbaarmaaking der Duinen. 7 ven plaatfelyke gefleldheid der Duinen allerwegen gebleeken, dac de Konijn-Dui \ nen toe geen ander gebruik ftrekken, dan i ten dienfte van dit Wild, en dat geene on \ derneemingen gefchieden, of Plantfoenen gevonden worden, dan op Konijnlooze Duinen. ' Het is volflrekt onbeftaanbaar, eenig Duin eoc de Konijneeelc aan celeggen, en daar van te gelijker tiid andere vruchtgebruiken te willen trekken; hec één moet voor her ander zwigcen. Niec alleen belee het Konijn, dat op gepopuleerde Duinen niets kan voortkomen, maar bovenal doet hec de verwoestingen, die Hetzelve aanrigc, gevoelen op de Konijnlooze Duinen of andere goede gronden, die in derzelver nabijheid liggen. — Wij hebben hiervan reeds ce vooren (a) gewag moeten maaken, toen wij van de afweidingen der Konijnen fpraken, en aantoonden dat zij veelal het voedzel moeten vinden op de aangeleegen Landen. II. Ware het Konijn geheel verdelgd, en alle Duinen hiervan ontbloot, hoe overtuigend zou men gewaar worden de nadeelen , waarvan wij flechts mee een enkel woord gefprooken hebben, die men alleen aan hec Koni jn hadc ce wij een gehad. De omftandigheden die zich in den jaare 1795. opdeeden; de onbepaalde jagt, die toen door Militairen en anderen voor eenige maanden gehouden is en de onver¬ rot (  yruchtbaarmaaking djr- Duinen. 27 vpor de Duinmeijers. die met de Duingronden , en 't geen daarop ondernomen kan worden, zo zeer bekend zijn; om veel meer voordeelen te genieten, dan zij ooit yan de Konijnteelt hebben kunnen trekken. VIII. Verders fchijnt tegen ons voordel zich ook deeze zwaarigheid optedoen, dat! hier door het Vleesch der Konijnen, 't geen veelen tot voedzel verdrekt, en het hair, diendig voor de Hoeden - Fabrieken, zal gemist worden. Het zij verre, dat de Konijnen die tot voedzel gebruikt worden, allen van de Duinen zouden komen. Veele, zoo niet de meeste welke verkogt worden, zijn tamme Konijnen, die door de Poeliers of Hoender - Verkoopers rijkelijk worden aangekweekt. — Doch al ware dit het geval niet; rrpet men niet tegenwoordig voor het Konijn vleesch zo veel bedeeden, dac men daar voor ander Vleesch, en 't geen veel meer voedende kragt heeft, kan bek opmen. En door wien wordt dit voedzel gebruikt? niet door den behoeftigen Burger , voor wien het Konijn te hoog in prijs is; maar alleen door zpdanigen, die dit tot afwisfeling van ander Vleesch gebruiken. Daar wij nu meenen betoogd te hebben, dat dit voedzel niet in overvloed kan bekomen worden, zonder dat de Natie van veele zijden onbereekenbaare nadeelen ondervinde, en ten kosten van groote voordeelen, die zij zich anders zeker mag belooven; hoe weinig kan men dan twijffelen, aan welke zijde men de balans ten VOOr- Van het ;emis van iet voedsel en het ïair der \ tonijnen.  Vsn het gemis van het voedzel en het hair der Konijnen. Van het Regt om twer zijn eigen grond te befchikken. 2 8 Ontwerp tot voordeele moet doen overfiaan. En hoe zeer zal dit gevreesde gemis over het geheel vergoed worden door hec meerdere Vee, bovenal het Schapenvleesch, 't geen als dan de Duinen zullen oplceveren; als ook door het vermeerderen van een beter Wild, inzonderheid van Ilaazen en Patrijzen, die nu reeds op de woestliggende Duinen zich onthouden, doch langs den beplanten of beceelden voorkant in groote? getale gevonden worden. Deeze meerdere hoeveelheid van Ifaazen, welke deskundigen zo gereedelijk zullen erkennen, dat het Culciveeren der Duinen zeker ten gevolge zal hebben; zal ook het gebrek aan Konijnhair fpoedig vervullen. Men heefc dikwijls beweerd, dat die Hair van zeer veel dienst is voor de Hoeden-Fabrieken; doch men heefc ons verzekerd, dac hec tegenwoordig hiertoe weinig gebruikt wordt , maar veel meer het Haazenhair, hetgeen door de Burgers Vinkenraa en de Waal te Amfterdam ten dienfte van deeze Fabriek in meenigte worde ingekogr: zelfs beklaagen zich de HoedenFabrikeurs. dat zij geen genoegzaam Haazenhair in het Vaderland kunnen bekomen; zo dat de vermeerdering van die Wild ook van deeze zijde belangrijk is. I\'. Laacftelijk zal men nog veelligc dit cegenwerpen: ftaat her eiken Eigenaar niet volkomen vrij, zijne Gronden tot zodanige einden aanteleggen, als hij zal verkiezen l kan hij dus door eenige wet genoodzaakt worden, het Konijn op zijn eigen grond te ver-  vruchtbaarmaaking dér Duinen. 29 verdelgen ! Het Regt van Eigendom is voorzeker heilig en onfchendbaar; maar kan het immer een Eigenaar in zijne keuze worden gelaaten , daarmede of hec algemeen belang te benadeelen, of zijne Gebuuren fchade toetebrengcn. Het is, mecnen wij, eene beweezen zaak, dat het Konijn een lchadelijk gedierte is voor alles, wat aan een Konijn-Duin belend is; inzonderheid voor de Zeeweering, waar tégen de meeste Ko« nijn-Duinen fluiten, of zelfs de Zceweering mede uitmaaken (^O- Zou dan deeze tegenwerping niec ce veel, en dus niets bewijzen. Immers wanneer dezelve op grond fteunde, zou het Beftuur nimmer maatregelen kunnen neemen regen veelvuldige fchadelijke Ongedierten , die immer gedugce verwoestingen zouden mogen aanrigcen : maatregelen, die altoos op bijzondere eigen Gronden moeten werken. Indien, bij voorbeeld , bij eene buitengewoone vermenigvuldiging van Veldrotten, Muizen, Mollen, of ander Ongedierte, fommige particulieren uit kragte van het regt van etgendom meenden ongehouden te zijn, die middelen aantewendjn, welke hec Beftuur ter uicroejing van die ongedierce hadc beraamd; zoude nimmer hec heilzaam gevolg kunnen ondervonden worden van deeze waakzaamheid van het Belluur voor het algemeen Belang. Aan het Beftuur is de zorg aanbevolen, dat ieders Eigendom ongefchonden en ongeftoord blijve ; en den gee- nen («) Zie boven bl. i 1. Van het Regt om ovei zijn eigen grond te befchikken.  3° 'Ontwerp tot Van het Regt om óver zijn eigen grond te bcfcbikktn. nen die fchade lijdt, te befchermen tegeri hem die fchade toebrengt. — Kan, ja moet derhalven den Eigenaaren van Konijn-Duinen niet door eene Wet worden opgelegd, hun Konijn, 't geen aan alle de Aangelanden tot eene daadelijke Vexatie ftrekt, te verdelgen; en ten einde daarenboven 's Lands algeméene belangen, in hec behoud der Zeeweering geleegen, niec in de waagfchaal zouden gefield worden, een behoeve van die Gedierce. Meerdere zwaafighederi, dan die door ons zijn opgelosc, zijn ons niec bekend, dac tegen eene geheele verdelging van hec Konijn kunnen aangevoerd worden. Wij zijn over die onderwerp re breedvoeriger gc° wecsc, om dac wij oordeelen dat die de grondflag moec leggen van alle verbeeeringen onzer Duingronden; immers dac hec zon« der die middel vrücheeloos zal zijn, groote onderneemingeh op de Duinen aan ce vangen: en daar hec Befluur alleen deezen maarregel zal kunnen daarflellen, hébben wij Heczelve van alle zijden poogen coecelichten. — Hec algemeen belang, deinflandi houding onzer Zeeweering, eri de behoeftigheid onzes Vaderlands aan de noodigé Levensmiddelen, welke hierdoor eenigszins worde te gemoet gekomen , vorderen dit. De befcherming van een iegelijks Eigendom tegen alle mogelijke Vexatien, den Wetgeever op het duurst aanbevoolen, maakt dit niec minder noodzaaklijk. En hec Placaac over hec Regc coc de Jagt, 't welk voor geene increkking vatbaar is, heeft  vruchtbaar maaking der Duinen, jt heeft dit toevallig reeds ten halve uitgewerkt; 't geen door een meer volkomen maatregel van den Wetgeever, die zijnen Wil in deezen flechts duidelijker heeft bekend te maaken, fchijnt te moeten agtervolgd worden- Genoeg beweegredenen, onzes oordeels, om het Vertegenwoordigend Lighaam hier toe te doen befluicen. — De wijze, hoe dit ten uitvoer te brengen , zullen wij bij het Ontwerp tot vruchtbaarmaaking der Duingronden, vervolgens tragten op te geeven. TWEEDE HOOFDDEEL. J)e groote uitgeftrektheid van veele Particuliere Duin-Eigendommen* eene oorzaak van de tegenwoordige woestheid der Duinen. oe zeer de Konijmeelt de groote en voornaame oorzaak is, dat duizende Mor-i gens woest zijn blijven liggen; zou eg-J ter door het wegneemen van deeze oor-, zaak het groote doelwit nog weinig bereikt Weezen, zo lang men niec te gelijk andere middelen aanwendde. Nog veele oorzaaken hebben daarenboven toe dit woeste medegewerkt, waarmede men voorafmoet bekend weezen, om het algemeen gebrek in deezen te kunnen herftellen, ®f zoveel niooghjk te verhelpen. Het Van hét Regt ont over zijn eigen grond te befchikken. De Groote Eigendommenmoesten natuurlijk Woest blijven.  3& 'Ontwerp tót De groote Eigendommenmoesten natuurlijk wo Lit blijven. Het is bij ons onderzoek geblceken, dit verre het grootfte en beste gedeelte der Duinen aan Particulieren toebehoort. Men moet dus bij deezen verders de oorzaaken opfpooren, waaröm de meesten hunne Gronden Woest hebben gelaaten; waarom Eigenaars van Konijn-Duinen dezelve niet hebben doen depopuleeren, ten einde van hunnen grond zich meerdere voordeelen te bezorgen; en waarom zij, wier Duin reeds Konijnlöos was, dezelve zo weinig tot de Cultuur hebben gebragt. 't Geen wij in het eerfte Deel reeds van ter zijde deeden opmerken, dat de kleine partijen bijna allen tot gebruik waren aangelegd, en de groote Eigendommen meestal nutteloos lagen, moet men hier bijzonder in hec Oog houden. Van de Nationaale Duinen zijn in dee?e Eeuw de meeste voordeelen getrokken, door die in kleine gedeelten uittegeeven, en zij werden niec in Erfpagc gevraagd, dan om er nuc van te trekken (<0; gelijk dan ook door deeze uitgiften in kleine gedeelten , het meeste woeste Duin in winscgeevenden grond Veranderd is, Men zou ook op de Binnenduinen , die verre het meerendeel uic veele kleine Eigendommen beftaan, niet zo veel gunstige veranderingen gezien hebben , wanheer dezelve in handen van Weinige Eigenaars waren geweest.— Hec zelfde befpeutc men op de ltrooken Dun* f «O bi. 170. (l>) Zie ons Rapport, Deel ï. Bijl. C.  vruchtbaarmaaking der Duinen. 33 Duin, die ageer de Hoflieden liggen, en van geene groote uitgeftrektheid zijn, waarvan de meeste Eigenaars eenige partij getrokken hebben. En de wei iige groote Eigendommen, welke door middel der Guituur nog eenige vruchten opbrengen, hebben die ook alleen verkreegen, door deZelve in kleine gedeelten te verhuuren. Schoon men deeze ondervinding niec voor zich hadt, zo kon men reeds van vooren verwagten, dat Eigendommen van zulk eene verbaazende uitgeftrektheid, als men op de Duinen aantreft, die honderden, ja fommigen zelfs verre boven duizend morgens bedraagen, woest zouden blijven liggen; en dat alleen de kleine Partijen, 't zij die in huur of eigendom bezeren werden, ten nutte zouden zijn aangelegd. — Hec is im* mers voor allen, die mee den Landbouw eenigszins bekend zijn , eene beweezen zaak, dac een Landman, die fleches een Akker bezit, niet grooter dan hij met vlijt kan bearbeiden, diarvan dé meeste winsten trekt- Nimmer zal een grond beter bebouwd weezen, dan die niet te uitgeftrekc is, om door den Bruiker goed te kunnen behandeld worden. Zo Zeer hangc van ar« beid en beleid alle voordeel in den Landbouw af, dac hec voordeeliger is weinig gronden, alleszins wel bezorgd en bearbeid, ce beziccen, dan een uitgeftrekten grond , waaraan men minder zorg heef» kunnen befteeden — Die moese ook op de Duinen plaacs vinden. De Eigenaar oi Bruiker van een klein goed kon alle zorg C es De groote Eigendommenmoesten natuurlijk woest blijs ven.  34 Omwerp tot De groote Eigendommenmoesten nstuurlijk woest blijven. Tovenal om dat weinige Eigenaars zelve Bouwlieden zijn. ui vlijt aanwenden, om hetzelve te verbe» teren : geene groote uitgaaven maakten Hem dit bezwaarlijk, en hec hing Hechts van Hem af, om deeze uitgaaven door Producten vergoed te krijgen. — Maar hoe zeer moest hec den Bezitter van bij, of over de duizend Morgens Duin, een herfenfchimmig denkbeeld toefchijnen, dat Hij alleen, het bruikbaare van deeze uitgeilrekte gronden een nutce zou kunnen aanleggen. Van waar de koscen te vinden coc den eerften aanleg, daar men coc hier toe, één geval uirgenoomen, van wegens hec Gouvernement, hier in geene onderfleuning hadc genoocen! Hoe dit alles zodanig te kunnen beheeren, dat men er geene fchade bij leedc! Deeze en verdere zwaarigheden, de één min, de andere meer gegrond, moesten voor elks geest oprijzen ; en dikwijls aan den bestwillenden zo geducht voorkomen, dat men van elke onderneeming aizag, en de geheele masfa liet liggen, zo als zij van Eeuwen her geweest was. II. Dit gevolg was te natuurlijker, indien men acht geeft, wie deeze Goederen in bezit hebben. Slechts drie van deeze groote Eigendommen behooren toe aan Landlieden , die met eigen hand deezen Grond zouden kunnen bewerken, en wien het daarbij geenszins aan de nodige kunde oncbreekt; doch bij wien daartegen eene andere zwaarigheid alles afdeedt, dac zij niec vermogend waren de eerde koscen te draagen. Want hoe zeer wij het mooglijke, en voordeelige van onderncemingen op de Duin-  vruchtbaarmaaking der Duinen. 35 Duingronden uit de ondervinding meenen betoogd te hebben, erkennen wij echter gereedelijk, dat de eerfte aanleg veele kosten veroorzaakt; en dat men om er duur zaame winsten van te trekken, in de eerfte jaaren zijne uitgaave met weinig intrest te rug ontvangt: 't geen zodanige Landlieden op hunne gronden van groote uitgeftrektheid, niet konden afwagtenof volhouden.— De overige Eigenaars dier uitgeftrekte Goederen , welke bijna allen zeer bemiddelde Lieden zijn, behoefden door deeze zwaarigheid niet terug gehouden te worden. Maar hoe kundige Beminnaars van den Landbouw men onder deezen ook aantref* fe, niet allen hadden tijd of genegenheid, om zich daaraan opzettelijk toe te wijden. De meesten bezaten deeze Gronden als een voorvaderlijk goed, bij hunne voormaalige Heerlijkheden of Hoflieden behoorende, alwaar Zij van Staats- of Koopzorgen uitrustten, en zich aan geene nieuwe zorgen wilden overgeeven , in het beraamen van fchikkingen, om hunnen woesten grond te doen ontginnen. Hoe weinig kon men dan verwagten, dat zodanige Eigenaars de ftraks geopperde, en voorzeker gewigtige zwaarigheden zouden tragten te overwinnen, waardoor kundige en welwillende Eigenaars reeds geheel waren terug gehouden. Met dat alles heefc men zeker hier en ginds eenige gedeelten ontgonnen, en inzonderheid beplant: maar indien men alles wat in de laatfte 50 jaaren op deeze Gronden ( wij fpreeken alleen van de grooce Ei • C a gen* Bovenal om dac weinige Eigenaar* zelve Bouwlisden zijn.  36 Ontwerp tot Boverial ©bi dat weinige Eigenaars zelve Bouwlieden zijn. Deeze Gronden in afdeelingen te terminee. ren. gendommen (/*)), van dien aart onderarm men is, bij één voege, hoe weinig heeft zulks te beduiden! hoe verliest zich dit te midden van al hec woeste, waardoor dit omgeeven is! — De verbaazende uitgeftrektheid van Gronden, niet meer dan éénen Eigenaar hebbende, is dan eene voornaame oorzaak van derzelver woestheid. Doch de Konijnteelt, waartoe men de Duinen alleen wilde doen dienen, hadt dit volftrekt noodzaaklijk gemaakt, en bragt dus die verderf* lijk gevolg al mede te weeg. III. De Duin - Eigendommen , uit het aangeweezen oogpunt befchouwende, hoe zeer moet men dan erkennen de wijsheid der Wetgeevers van veele oude Volkeren, die zich zo zeer hebben toegelegd, om de Akkers en Landen genoegzaam te doen verdeden. Hoe veele Wetcen hebben de Romeinen ten dien einde gemaakt: en aan de fpaarzaame verdeeling hunner Landen zijn zij hunne volgende grootheid verfchuldigd geweest Niec minder heefc de voor¬ tref- («*1 Hiervan moet nogthans worden uitgezonderd het Duin van den Burger Muilman ; zie Rapport D. I. Bijl. B. No. 17. 't geen door den voorigen Bezitter, den Burger Cornelis Munter, bijna geheel tot Hakbosfchen is aangelegd. Deeze bijzonder, heid, in het eerfte Deel niet gemeld, meenden wij tot eene loffelijke nagedagtenis van deezen Burger te moeten optekenen. Cb) Uien zie het uitmuntend Wetk van J. P. Suszmilch, de Goddelijke Oide heerfehende in de veranderingen van het Mcnschlijk Geflagt, D. II. St. I. Hoofdd. XV. Op nog meerder plaatfen van dit Wtrk toont de Schrijver de onberekenbaar vooi-  vruchtbaarmadking der Duinen. 37 treffelijke Wetgeever Mofes hier voor gezorgd, jaa zelfs dit ten grondflag gelegd van het geluk des Joodfchen Gemeenebests : en van daar dat het als een blijk van den naderenden ondergang des Volks, zo bij de Romeinen als Jooden werdt gehouden (V), dat deeze oude verdeeling niet meer werdt in acht genoomen. Hoe zeer wij erkennen, dat de Akker» wetten deezer Volken niet op ons Land kunnen toegepast worden, kunnen egter haare wijze Grondflellingen onzen Vertegenwoor» digers den weg aanwijzen, hoe Zij door middel van den Landbouw het geluk der Natie kunnen doen toeneemen. Het is ten minden onbetwistbaar, dac bet geheel afwijken van deeze Grondftellinge-n oorzaak is van al hec woesce in ons Vaderland. En daar aan onze Commisfie de lasc is opgelegd, die oorzaaken, wat de Duinen betreft, optefpooren, en middelen ter wegneeming van dezelve aantewijzen, moecen wij ook tot die Grondflellingen zo veel mooglijk terug keeren. Moei- voordeelen van eene wijze verdceling der Gronden, als D. I. Stuk II. Hoofdd. X. Jj. 213. en Hoofdd. XI. J. 221. Op de laatst aangehaalde plaats drukt hij zich zelfs zeer fterk in deezer voege uit: ,, Het ,, moest tot eene eeuwige wet gemaakt worden, ,, dat de Akkers, die éénmaal wijslijk verdeeld ,, zijn, nooit weder konden bijéén getrokken wor- den; waardoor echter niet belet zou zijn, dat diergelijke maatige Goederen in het bezit va» éénen zijn konden. " («) Men zie flechts Jefaïss V. vs. 8. C 3 Deeze Gronden in afdeelingen te termineeren.  3$ Ontwerp tot Hoe dezelve te ter mineeren. Moeilijk viel het ons egter het waare middel hier te vinden, daar wij (leeds in het oog moesten houden het heilig en onvervreemdbaar Regt van een iegelijks Eigendom. IV. Het is meenen wij voldongen, dat de groote Eigendommen, indien zij uit den ftaat van woestheid zullen gebragt worden, in veele gedeelten tot beweiding ot beteeling getermincerd, en als in Akkers moeten afgedeeld worden. Doch hec ware eene fchending van het heiligst Regt, wanneer deeze verdeeling niec werdc overgelaaten aan de vrije befchikking der Eigenaaren, voor zo verre zij zeker Eigendom alleen bezitten. — Indien dan het Gouvernement hiertoe eenige andere middelen dan die van moreele overtuiging zal gebruiken, kan Het alleen door Aanmoedigingen en Vrijdommen op de vrije keuze dier Eigenaars werken. — Het gewenschte oogmerk zal kunnen bereikt worden , indien elk Eigenaar wordt uitgenoodigd , om die bruikbaare Gronden, welke ceuirgeftrekt zijn om door één Bruiker te kunnen bearbeid worden, aftedeclen in zodanige Akkers of Hoeven, welke voor écnen Bruiker gefchikc zijn; cn elk van deeze Afdeelingen te verhuuren» Wij oordeelcn dac hec verkoopen van deeze Afdeelingen in den beginne minder ia tanteraaden, omdat zij alsdan waarfchijnHjk niet in handen zouden komen van zulke Lieden, die de meeste vruchtgebruiken daar vari zouden trekken: immers zullen dezelve de meeste waarde hebben voor hun, die ze  vruchtbaarmaaking der Duinen. 39 ze met eigen hand willen ontginnen. Doch deeze Lieden zijn even onvermogend -zodanig eene Afdeeling te koopen, als om de noodige aanftalcen ter Cultuur te bekostigen: terwijl zij ook door het huuren bellendig in verband kunnen gehouden worden, om deeze Gronden op den duur wel te behandelen. Het afdeelen der Eigendommen en verli uuren derzelven aan Bruikers, alles ter vrijwillige befchikking van de Eigenaars, is, om al het aangevoerde, ons zo heilzaam en voldoende ter bereiking van het groote oogmerk voorgekomen, dac wij hierop hec voornaamlle gedeelte van ons Plan gebouwd hebben: en de Aanmoedigingen, door hec Beltuur te verleenen, meenden wij, dac zich voornaamlijk coc die punc moesten bepaalen. Het is buiten tegenfpraak, dat men den Eigenaaren in deezen aanmerkelijk moet te gemoed komen, gelijk wij dan ook zodanige Vrijdommen en Aanbiedingen hebben voorgeflagen , die wij gelooven dat elk» zijn waar belang verftaande, genoeg moeten opwekken; zo als wij ftraks met de beoordeeling deezer gunftige befchikkingen nader zullen opgeeven. — Dezelfde redenen, die voor hec verdeelen der parciculiere Eigendommen pleicen, gelden ook voor de Nacionaale Duingronden, 'c ge.m wij bij ons Plan mede beitendig in hec oog hebben gehouden. C 4 ' DER- Hoe dezelve te termineeren.  40 Ontwerp tot 'Cebrel *an Bewoonersmoest de Duinen WO. st doen blij' yen. DERDE HOOFDDEEL. Gebrek aan Bewooners mede eene voornaamt oorzaak van de tegenwoordige woestheid der Duinen. i. D e grootheid der Eigendommen nar tuurlijk derzelver woestheid ten gevolge hebbende, was dus ook oorzaak, dat zij onbewoond waren \ en daar in lag mede ,eene voornaame rede, dat men zo weinig aan onderneemingen van aanbelang kon denken. Hoe zeldzaam hebben wij, volgens onze plaatslijke befchrijving , in het midden der Duinen Wooningen én Huisgezinnen aangetroffen; alles levert eene onbewoonde Woestijn op. Hoe bezwaarlijk, jaa ondoenlijk bijkans viel het hierom den Eigenaaren, waaronder zich zo weinig Landlieden bevinden, iets in hunne Midden-Duinen te beproeven Zouden zij niet de grootfte fchade hebben gcleeden , wanneer zij Arbeiders en Daggelders derwaards hadden gezonden, die een groot deel van hunnen tijd hadden moeten btdeeden, om heen en weder naar hunne huizen te gaan! Konden zij verzekerd zijn, dat deeze Arbeiders, zo verre van alle opzigt verwiide'd, dien Gr ind op den duur wél zouden bezorgen! en hoe ook de genoegzaame Mest daarnaar toe te voeren! — En al hadt men zich alle de  vruchthaarmaaking der Duinen. 41 die bezwaarnisfen willen getroosten, hoe zou men bovenal hebben kunnen verhoeden, dar het geplante of gezaaide niet geheel wierdc weggeroofd! Hec zijn deeze rede nen, die inzonderheid den voorkanc toe hier toe hebben doen verkiezen ter beteeling. Doch ook daarvan zou men meer partij kunnen trekken, indien deeze kleine Eigendommen als Hoeven bij de Wooning der Beteelers gelegen waren. De meeste zijn van de Wooning van den Bruiker vér af gelegen, en hierom kan hij dezelve niet met de noodige zorg en op den duur goed behandelen; 't geen bijzonder het geval is onder de Katwijken en Scheveningen. Zij die iets met vrucht hebben ondernomen, zo aan den voorkant als in 't midden, hebben zelve zich met hun huisgezin op dien grond nedergezet; of, vermogende Eigenaars zijnde, anderen daartoe in de gelegenheid gedeld. 11. De ondervinding wijst ons dus weder een weg aan, die men onvermijdelijk moet inflaan, zal het verlangde oogmerk bereikt worden. Arbeid is de grondilag van alle welvaaren in den Landbouw, hoeveel meer ten aanzien van de verbecering van Duingronden, — Het zou derhalven ongerijmd zijn dit te wiUen verkrijgen, indien men geene handen delde om te arbeiden. De verdeelingen der Nationaale en eigen Gronden, waarvan wij de voldrekre n >odzaaklijkheid in het voorig Hoof .deel aanweezen, zaj men dus best bepalen tusfchen 20 en 30 Morgens bruikbaa^engrond, C'5 naar Gebrek aan Bewoonersmoest de Duinen woest doen blijven. Op elke afdeeling :en Huisgezin neiertezet:en, en op ivat wijze.  42 Ontwerp tot Op elke af deeling een Huisgezin nedertezettcn, en op wat wijze. naar gelang van den aart van eiken grond. Wij (lellen een zo groot getal van Morgens, ten einde een goed gedeelte zou kunnen gefchikt worden ter beweiding, vooral met Schaapen; om deeze Hoederij, zo geheel eigenaartig aan de Duingronden, te bevorderen , als ook om den noodigen Mest te bekomen ter beteeling van het overige gedeelte. Dit alles zal door éénen Bruiker kunnen bearbeid worden, maar daartoe zal het noodig zijn, dat deeze zich aldaar met een Huisgezin nederzet: en zullen zodanige Bruikers bovenal te verkiezen zijn, die zich van hunne Kinderen reeds eenige hulp kunnen belooven, of die in het vooruitzichc hiervan de zekere verwagting mogen hebben, dat hun welvaaren al meer en meer zal toeneemen. Doch van een goeden aanvang zal veel afhangen. Wij zullen niet herhaalen wat wij reeds te vooren (a) gezegd hebben, dat al het kostbaare in deezen moet vermijd worden. De wijze waarop een Heycleid O) de Duin-Cultuur begonnen heeft, oordeekn wij dat in dit opzicht verdient te O) Rapport, Deel I. bl. 172. en T?6. (£) Als vooren, bl. 184.—187. Wij zullen ons hier niet inlaaten in eene beoordeeling, in hoe verre deeze Burger, door het Intermediair Adminiftratief Beftuur van liet voormaalig Holland, in April des voorigen jaars op de Duinen geplaatst, aan het waare oogmerk der Duin-Cultuur reeds voldaan hebbe. Wij meenden Hem alleen met opzicht tot den eerften aanvang van zijn arbeid ter navolging te mogen vooirtellen.  vruchtbaarmaaking der Duinen. 43 te worden nagevolgd. Ja hij ftrekke in zo verre cot een voorbeeld, waarnaar wij meenen, dat zich zulke Duin - Colonisten in den beginne moeten vormen. — Wilde men hier in den beginne handelen gelijk op ge woone goede Teellanden ; wilde men aan zulk een Gezin terftond gelijke Wooningen en Schuuren befchikken , en hunne huishoudingen op gelijke wijze doen inrichten als bij gewoone Bouwboeren; men zou fpoedig van zijne dwaaling met groote fchade moeten terug komen. Dit moge vreemd toefchijnen aan den voormaaligen Hollander, doch deeze zal zich niet moeten vleijen , in den beginne op de Duingronden dien overvloed te zullen vinden, welke zich anders oveial ten platten Lande in dit voormaalig Gewest vertoont. Zulk een Bruiker op zijn grond gevestigd zijnde, en het Veld lleeds voor oogen hebbende, waarop hij zijn arbeid beproeft, en dien telkens vindt beloond; zal zijn tijd en kragten geheel daaraan kunnen wijden. Niets moet hij doen verlooren gaan, vooral niet 't geen hem tot Mest kan dienen: en eene goede affluiting, zo wel als zijn waakzaam oog, zullen hem verzekeren tegen het fchandelijk fleelen en rooven. — Wij zullen niet breeder opgeeven , hoedanig de eerfle aanleg van zulke Akkers met de daarop te Hellen Wooningen, Koojen en Schuuren, op de beste wijze zou kunnen gefchieden; en hoe deeze Gronden verders zouden moeten behandeld worden. Bij de uitvoering van het te arresteeren Plan, zal dit Op elke afdeeling een Huisgezin nedertezetten, en op wat wijze.  44 Ontwerp m Aan elken Bruikerverzekeringgeeven van eigendom. t dit met vrucht in korte en bevattelijke fteïlingen ten diende van zodanige Huisgezinnen kunnen opgegeeven worden. III. Eéne zaak van veel aangelegenheid, zal men egcer in deezen niet uit het oog moeten verliezen, dat naamlijk aan deeze Huisgezinnen, zo veel mooglijk, verzekering moet gegeeven worden, dat de Gronden door hun bearbeid, bij eene goede behandeling, hun Eigendom zullen worden. Zal eenig Bruiker den zwaaren arbeid, dien hij aan deeze Gronden moet befteeden; alle de opofferingen en het g^mis van veelvuldige geriefelijkheden , die aan zijnen ftarid in den beginne onvermijdelijk verknogt zijn, zich getroosten, wanneer hij niet van alle vrees ontheeven is, dat hij dien grond naa eenige Jaaren zal moeten ruimen, en de eigenlijke voordeelen van het woeste door hem verbeterd, door anderen zal zien genieten. Hij zal een dubbelen vlijt aanwenden, en alles willen beproeven, indien hij verzekerd is, dac hij dit, als eene door hem verbeterde Hoeve, aan zijne Kinderen kan nalaaten. Hierom hebben wij gemeend, dat de Nationaale Afdeelingen flechts voor zekere Jaaren in Huur of tijdelijke Pagt moesten uicgegeeven worden, onder deeze uitdrukkelijke toezegging; dac, wanneer het daarnaa zal gebleeken zijn, dac zodanig een Colonisc deeze Gronden daadelijk heefc verbecerd, Hij in de volle posfesfie van dezelve zal gefteld worden. — Hec is ook om gemelde redenen, dac deeze maatregel alles-  vruchthaarmaaking der Duinen. 45 alleszins aan de Eigenaars van groote Duingronden is aan te prijzen: immers dat, wanneer zij al niet kunnen beiluiten tot eene toezegging aan de Bruikers, om naa eenige Jaaren den Grond wel bearbeid te hebben, Hun dien onder eene Jaarlijkfche Recognitie in eigendom te geeven; Zij ten minden den Huurders de verzekering geeven , dat deezen geduurende hun leeven niet op; eene willekeurige wijze van dien Grond zullen verdreeven worden; en alleen in geval een ongeregeld leven en verwaarloozing der Gronden den Verhuurder hiertoe noodzaakten. Hier door mag de Eigenaar of Verhuurder zich de meeste voordeelen van zijn Duin belooven. De verzekering van Eigendom, en eene daaruit voortvloejende gehegtheid aan den Grond, zijn de voornaame fpoorflagen tot den noodigen arbeid, en waardoor [men zo veel mooglijk, moet tragten te werken, om het groote doelwit te bereiken. IV. Onberekenbaar groot zijn de voordeelen, die voor de Natie uit dit alles te wagcen zijn. Niet alleen zal Zij hierdoor op de zekerde wijze genieten de vruchten van duizende eertijds woest liggende Morgens, maar ook eene verbaazende toenee> ming in de bevolking verkrijgen: en wel Van zodanige Bewooners, die door hunne gezondheid, derkte en gefchiktheid om een talrijk nakroost op te leevercn, (welk alles een zo zeker 'gevolg van den Landbouw is) den Staat meerder derkte, magt en wel- Aan el» ken Bruiker verzekeringgeeven van eigendom, |Voordeei' len van deeze Colonisten te wagten.  46 Ontwerp tot Voordeelen van deeze Colonisten te wagten. welvaaren zullen geeven ( a~). Tndien wij, om niet te weinig toe te geeven , ftellen, dat van de 47000. Morgens Duinen, ongeveer 16000. Morgens op de gemelde wijze kunnen bebouwd of beweid worden, en dat geene verdeeling kleiner kan vallen dan 30. Morgens; en indien men elk Huisgezin aldaar bereekent op zes Zielen, twee Volwasfenen en vier Kinderen, bekomt men eene Bevolking van 3200. Zielen, die binnen weinig Jaaren aldaar zal plaats hebben, en vervolgens in veel grooter maate moet toeneemen: want vermeerdert men de Produclen van den Grond, en opent men gelegenheden waar door veele Lieden kunnen beftaan; men zal de voornaame hinderpaal om te huwen, hebben •weggenomen, en dus op eene zekere wijze de bevolking doen toeneemen (a). Wij zullen bij alle deeze voordeelen hier niet behoeven gewag te maaken van het nut, 't geen 's Lands Finantien hier uit zullen trekken; hec meerder aandeel, dat deeze Lieden in de Impofitien en Lasten zullen helpen draagen; als ook hoe deeze Gronden in kleine Eigendommen verdeeld zijnde, door meerdere gelegenheid tot ver- alie- Hoe duidcliik is het door den boven aangeliaalden Schrijver Suszmilch door zijn geheel werk neen beweezen, dat een Wetgeever het welvaaren en de fterkte eener Natie op geene zekerer wijze kan bevorderen, dan door alle middelen daartedellen om de bevolking te doen vermecrdeien. (i) Zie Suszmilch in het anigeliaalde Werk, I), I. St. II. Hoofdd. X. en vervolg.  vruchtbaarmaaking der Duinen. 47 ralienatie en verkoop, 's Lands fchatkist aanzienlijk zullen helpen ftijven. — Doch het zijn niet alleen de gemelde voordeelen, welke deeze bevolking zoude aan» brengen; dan eerst zou men ook met eenigen grond mogen hoopen, dat eenmaal op de Duinen de Landbouw met Fabrieken zou kunnen veréénigd worden; en zou dit in de gevolgen groocelijks bevorderen het ontwerp, door hetCommitté van Algeméene Welvaart te Haarlem opgegeeven, in een Adres aan het voormaalig Provintiaal Beftuur over het gebruik der Duingronden ten dienste der Vaderlandfche Fabrieken. Van dit Adres, benevens eene Memorie van Adftruétie daarbij behoorende, op den 30. September 1796". ter Tafel van hec gemelde Beftuur gebragc, en bij deszelfs Decreec gefteld in originali in handen onzer Commisfie tot Informatie; oordeelden wij hier gewag te moeien maaken, naardien de belangrijke voorftellen, daarbij gedaan, de ferieufe attentie van het Beftuur verdienen, en ook door ons rijpelijk zijn onderzogc en overwogen. Wij zagen daarin ons gevoelen verfterkt, dat, als 'c ware, zekere Colonie op de Duingronden moet gebragc worden, indien dezelve aan de Natie meerder nut zullen aanbrengen. Onzes oordeels egcer, zou het oogmerk, om de Duinen aan hec Fabriekweezen mede dienscbaar te maaken, niec terftond, maar eersc in de gevolgen kunnen bereikt worden. Immers vooraf moet de Grond ontgonnen en verbeterd wezen, eer de Voordeeen van leeze Colonisten tc aagten.  4 & Ontwerp tot Voordee len van deeze Co lonisien te wagten, de Duin-Colonisten een gedeelte van bun» nen tijd en arbeid tot eenige Fabriek zouden kunnen befteeden; terwijl ook den Werkman in de Fabrieken hier toe de noodige kunde ontbreekt. Maar was Hij verzekerd , dat de Grond door de reeds aangewende verbetering, hem genoegzaam voedzel zou verzorgen, dari eerst zou hij met gewenschte vrucht en tot eene zo aanmerkelijke bevordering van zijne gezondheid, op de Duinen kunnen verplaatst worden ; en zou men zich alle de voordeelen daar van mogen belooven^ bij dit Adres opgegeeven (a— Nogchans zal het Fabriekweezen van deeze Volkplanting reeds terllond eenig nut kunnen trekken. Immers zullen de Vrouwen en Kinderen, vooral des Winters, zich mede op hec fpinnen kunnen toeleggen; en zal dit hec gebrek aan gefpin, dat den Fabrikeur tegenwoordig zo zeer belemmert, voor een gedeelce kunnen vervullen; Wat den voorflag betreft, Om de Duinen, gelijk ze thans woest liggen, door grooteen talrijke Kudden Schaapen, flechts te doen beweiden: het is ons uit de ondervinding en kennis van het locaale, die wij door ons onderzoek verkreegen hebben, voorgekomen, dat de maacregelen, door ons opgegeeven , veel meer zullen btancwoorden aan hec daarmede bedoelde oogmerk, de vermeerdering der Schaap- hoe- («) Zie bl. aö. en ver», \gn du Adres, zo alt bet in druk is uitgegecven.  vruchtbaarmctaking der Buitten. 49 hoederiien, zo als wij flraks nader zullen aanwijzen. V. Men zal moogüjk tegen het geheele Ontwerp eener Duin - Colonie aanvoeren, dac hiertoe niet genoegzaame kundige Lie den zullen gevonden worden: of dat, zoo het noodig aantal zich hiertoe al opdeedc, de goede Bouw- en Weilanden van genoeg zaame Arbeiders zouden beroofd worden. Men moec hier vooreerst in het oog houden , dac de 3000 en meerder zielen, waarop Wij de bevolking delden , hier allen van elders moeten komen. Ruim icóo Menfchen hebbert zich flechts op de Duinen neder te zetten en die te bearbeiden; en naa Weinige jaaren zal men niec meer behoeven te denken om aldaar nieuwen aanvoer te brengen. — Zullen nu ruim 1000 Menfchen, zo Mannen als Vrouwen, niec voor een grooc deel zich hiercoe in hec Vaderland aanbieden, zonder aan andere bronnen van welvaaren nadeel toecebrehgen. Behoeven wij het tegenwoordig treurig verval van kostwinningen in de Sceden aancewijzen. Hoe veelen zijn er ttiec, die geduurende hunne jeugd, in of buiten het Vaderland, den Landbouw beocfFend hebbende, den Ploeg hebben verlaaten , om als Stedelingen zich meerder welvaaren ce bezorgen; maar die door de omdandigheden des tijds chans in armoede zijn geraakc. Is niet een Heytfeld, bevoorens een Inwooner van Rotcerdam, zodanige Lieden voorgegaan? Veelen uic den werkeliiken Boerenliand, zo in het geweezen Holland, als in D an- De tegen» werping van 't gebrek aan kundige Colonisten opgelost.  5° Ontwerp tot De tegenwerpingvan 't gebrek aan kundige Colonisten opgelost. i i i \ ■andere Departementen, hebben moeite om zich te verhuuren als Dienstboden bij den Boer, om dat er zulk eene ruime keuzeis. Veele frisfche Jongelingen en jonge Dochters ten platten Lande moeten dienstbaar bjlijven tot in ver gevorderde jaaren ; en worden van het Huwelijk terug gehouden» om dat zich voor hun geene gelegenheid opdoet, om zich neder te zetten, en Hechts een klein Boeren-bedrijf aantevangen. Al watopenkomt, is terltond, en tot een hoogen prijs verhuurd. Zij kunnen dus niet tot zekeren Hand komen, ten zij ze door vermogende Ouders of Vrienden onderfteund worden; en dit wordt langs hoe bezwaarlijker, om dat de goede Landen tegenwoordig zo hoog in prijs zijn geflcegen. ÏVleenig Boeren Zoon, den Haat der dienstbaarheid moede, zal zich hoogst gelukkig reekenen, wanneer Hem op de Duinen het middel kan worden aangeweezen, om met de jonge Dochter, waarop hij reeds lang het oog hadt geflagen tot het aangaan van een Huwelijk, een onafhanglijk beftaan te verkrijgen. De bekomen vrijheid en vervulling zijner wenlchen, zal hem den bekrompen coeftand, welken hij zich de eerfte jaaren moet getroosten, doen vergeeten. Het is onmooglijk, dat dit zou fchaaden aan de noodige bevolking op het overige platte Land. Deeze Duin - Colonisten zullen ruimte maaken, en hierdoor gelegenheid tot beftaan geeven aan anderen, wien zij in den weg Honden. Het is bijna eene mathematiefche waarheid, dat in een Land van Vrijheid.  vruchtbaarmaahing der Duinen. 51 heid, waar alle onderdrukking van den Landman is weggenomen, geene reeds bebouwde of beweide goede Gronden in diervoege kunnen ontvolkt worden, dat de noodige handen tot derzelver beai beiding zouden ontbreeken, dan alleen door geduchce rampen , die het geheele Volk treffen, en altoos dezelfde uitwerking Zullen hebben Niet alleen kan men verwagcen, dat uit den werkelijken Boerendand, of die den Landbouw eertijds beoeffend hebben, veelen zich als Colonisten zullen aanbieden; maar ook zullen veele behoeftige jonge Lieden onder het opzicht der reeds geves» tigde Huisgezinnen kunnen gerteld worden, om denzelven in alles behulpzaam te zijn, en de Bouwerij te leeren. Hoe veele Opzieners van Weeshuizen in de Steden vinden zich verleegen om hunne Weeskinderen tot een Ambacht opteleiden. Hebben niet Regenten van het Almoesnicrs- hui3 te Amfterdam veelen hunner Weesjongens in de Bataaffche Armée geplaatst, ten einde niet langej met derzelver onderhoud bezwaard te weezen. Zullen Wecsmeestcren niet hetzelfde oogmerk en tot meer geluk hunner Kinderen bereiken, indien zij dezelven voor de vrije inwooning en kost bedellen bij Colonisten; die nog geene Kinderen hebbende, welke hun behulpzaam kunnen zijn, zulke jonge Lieden, indien zij kloek en fterk zijn, op deeze voorwaarden gaerne zuilen aanneemen. Zo weinig vreezen wij voor gebrek aan Menfchen tot de bedoelde Volkplanting, D a das D» tegenwerpingvan 't gebrek aan kundige Colonisten opge» tott.  5& Ontwerp tót De tegen- v erping van *t gebrek aan kundige Colonis tel opgelost. dat wij veeleer vermoeden, dat men zich door de ruime keuze van hun die zich aanbieden , zal verleegen vinden. Men kan immers verwagcen, dat niet alleen Bataaffche Burgers, maar ook veele Vreemdelingen zich zullen aanmelden uit die Landen, waar de Boeren nog in veele opzichten onderdrukt worden: en onder deezen zullen zich waarfchijnlijk veele gefchikte voorwerpen opdoen, fchoon Zij met regt boven den Bataaffchen Burger niet moeten voorgetrokken worden. Er is nog ééne bedenking, die wij met een enkel woord kunnen oplosfen. Sommigen zouden mooglijk vreezen, dac door ons voortedraagen Plan de goede Landen van den noodigen Mesc zouden beroofd worden, om dat die voor een groot gedeelte Van daar na de Duinen zou gevoerd worden. Doch deskundigen hebben reeds kunnen opmaaken, dat dit geheel onze bedoeling niet is. Wanneer men zich op de Duinen zelve geen Mest kan verzorgen y en zich hier toe niet van Vee voorziet , gelijk wij reeds hebben voorgeflagen, of konstmesten gebruikt, zonder zich met eenige kosten van Transport te bezwaaren; zoude het dwaas en roekeloos zijn, aldaar iets te onderneemen: weshalven de goede Landen niets van hunnen Mest zullen verliezen. Blijkt het dus dat het wegneemen van eene voornaame rede van het woest liggen der Duinen, dei zeiver onbewoondheid naamlijk, in geenerleie opzichten nadeelig is;  yruchtbaarmaaking der Duinen. 53 is; wij meenden in ons Ontwerp hier op voomnamlijk bedagt te moeten zijn, en hebben uit deezen hoofde voorgeflagen, de aanzienlijke Vergunningen en Vrijdommen door het Beftuur te verkenen, bovenal te verbinden aan het woonen met een Huisgezin op één der boven voorgeflagen Afdeelingen; of aan het ftellen van gelegenheid, dat zich anderen aldaar met er woon tot het bedoelde einde konnen vestigen» VIERDE HOOFDDEEL. Verkeerde Befchouwing van de Cultuur en Bei weiding der Duinen, eene andere voornaanaame oorzaak van derzelver woestheid, I. D e grootheid der Eigendommen en de onbewoondheid der Duinen, waren niec alleen zo oorzaaken , als gevolgen van de Konijnteelc; maar deeden ook de Duinen verder uit een verkeerd oogpunt befchou wen, om er goede vruchten van te trekken. Veelen zijn alzo van oordeel, dac de Duinen van Konijn gezuiverd, flechts tot twee voornaame einden moeten dienen , of tot hec aanleggen van Bosfchen; of dac deeze Gronden, zonder geroerd of bewerke te worden, toe beweiding van groote Kudden Schaapen, onder toezicht van een Herder, moesten gebruikt worden, gelijk veele HeijD 3 den De tegenwerpingvan 't gebrek aan kundige Colonisten opgeioat.. Veelen hebben dt Duinen alleen tot twee ejnden willen aanleggen.  5+ Ontwerp tot -Veelen feebben de Duinen ab leen tot twee einden wil Ier •aanlegen. t5e Duinen niet enkel tot Houifeos fshen aanCeleggen. den in ons Vaderland. In den eerden opflag fchijnc dit zeer aanneemlijk, en wij moeten erkennen, dat wij in den beginne zelve tot dit gevoelen overhelden. Maar de ondervinding raadpleegende , en bij onze Infpectien boven al acht flaande op de gefchiktheid van het locaale tot deeze oogmerken, zijn wij overtuigd geworden, dat dit of weinig voordeelen zoude aanbrengen, of daadelijk onuitvoerlijk zijn. Zelfs is het ons gebleeken, dat deeze verkeerde befchouwing mede grootelijks heeft toegebragt tot het woest blijven der Duinen, om dat men van zulke onderneemingen zich geene voordeelen kon belooven. Hierom hebben wij gemeend , een anderen weg te moeten openen \ en wilden door middel van Huisgezinnen die den grond kunnen bearbeiden, cn een goed deel tot Teellenden bekwaam maaken , dit gebrek doen verhelpen. 11. Wij üemmen gaerne toe, dat de Duinen zeer gefchikc zijn tot Houtbosfchen, gelijk wij ze ook in ons eerde Deel hebben doen kennen, en het zij verre, dat wij het Planten van Hout zouden afkeuren ; maar hoe weinig zou men zijn voordeel behartigen, wanneer men aldaar groote en uicgedrekte Bosfchen aanlegsren, en de Duinen alleen lot dit einde wilde doen dienen Hoe weinig zal dit Hout bij verkoop gelden om de kostbaare Transporren, veroorzaakt door het gebrek aan Vaar:en , en door de moeilijke wegen die dikwijls over hoogten loopen. Het Hout, 't geen  vruchtbaartnaaking der Duinen. 55 'e geen zelfs nog in het midden der Duinen vale, gelde om deeze reden flechts een derde of vierde van hec geen aan den voorkant of digt bij Vaarten ftaat. En hoe algemeener de Duinen zouden beplant worden, hoe veel minder nog de prijs van dit Hout zou worden; terwijl men daarenboven door de onbewoondheid der Duinen, het reeds meergemelde nadeel van hec fteelen op hec deerlijkst zou ondervinden. — Doch zijn de Duinen volgens ons Plan bewoond, dan eersc zal de Houcteelc aldaar goede Revenuen geeven, om dat deeze Lieden, die hetzelve coc hun brand en ander gebruik behoeven, die van nabij kunnen bekomen, zonder zich mee transport te bezwaaren. Alzo heefc ook hec Houc, dac chans in de nabijheid der Zeedorpen ligc, de meeste waarde. Het Hout zal dan natuurlijk toeneemen, daar men, weecende dac hiervan voordeel is re crek. ken, de Houcceelt op die gronden, welke ter beweiding of beceeling niet gefchikt zijn, en vooral op de Hoogten, zal beproeven, en ook voor een goed deel noodig zal hebben, om luwte en bemanteling te verkrijgen. 111. Even gelijk de bevordering van de Houcceelc mede een nacuurlijk gevolg der Volkplanting zal wezen, 'c geen men anders bezwaarlijk zou hebben kunnen verwagcen; zo zal die ook in veele opzichten hec geval zijn ten aanzien der Schaapenteelt. Wij moeten hier flechts heen wiiD 4 zer De Duinen niet enkel tot Houtbosfchenaanteleggen. Kunnen ook niet met voordeel tot Schaaphoederijdienen zonder Colonis, ten.  50" Ontwerp tot Kunnet ook niet met voot deel tot Schaaphoederijdknen zon der Co'onisten. zen na het ee-fteDeel van ons Rapport f>), hoe wij de Duinen uitneemend gefchikc oordeelen ter beweiding met Schaapen, en hoe zij op deeze hooge en drooge Gronden tegen ziekten hec meest zijn beveiligd, en de fijnfte wol en hec fmaakelijkfte vleesch opleveren. De ondervinding heefc die onwederieggclijk beweezen. — Doch hier komt voornaamlijk in aanmerking, of de Duinen alleen toe Schaaphoederijen zullen kunnen gebruikt worden. Die onderdek, dac de grond onbewerkt en ongeroerd worde gelaaten, en de Schaapen door een Herder flechts gedreeven worden op de Duinen, zo als die thans woest liggen. Somwijlen heefc men van hec aancai Schaapen, 't geen daarop zoh kunnen geweid worden, eene zeer overdreeven opgaave gedaan. De Schrijvers van den tegenwoordigen ftaat der Nederlanden , bereekenen zelfs dit getal op 300,000. (b), 't geen voor elk morgen ruim zes Schaapen zoude uitleeveren. Hier bij is voor eerst geheel niet in het oog gehouden, dat er zo veele raauwe Gronden en kaale Hoogren zijn, die men wel op een derde van het geheel mag ftellen; waarop niet het minste kruidje voor het Schaap groeit, gelijk uit onze befchrijving van het locaale genoeg kennelijk is. Deeze O»-) Bl. ifTfj—170. (b Heel 1. bl 572, 573. De Schrijver der Confi !cr;,nen om de Oiiinen te hei ftellen, aauge»** i in ons Rap$or< D. i bl 90 bereekent 500 ooc Schaapen, dus vier voor elk Morgen.  vruchtbaarmaaking der Duinen. 57 ze verwaarloosde Gronden zullen, zo lang men enkel Schaapen weidt, niec begroeid raaken: zelfs wanneer men eene menigte Schaapen drijft op de Duinen en Hoogten, die niet vasc beklonken zijn, maaken zij die door hunne poocen eenigszins raauw, en vertrappen zelfs den Helm. Ten anderen, veele Laagten en Vlakten zijn met Water , of moer en drasagcig, zelfs den geheelen Zomer door. Zo lang deeze kouwlijke Gronden niet door arbeid verbecerd zijn, kan men er geene Schaapen op drijven. — Een groot gedeelce is dus voor het Schaap verlooren, wanneer men aan geene bearbeiding van den Grond wil denken. Doch men zal waarfchijnlijk de overige begroeide en drooge Gronden roereikende oordeelen voor de Schaapweiderij; en ten dien einde hebben wij zeer oplettend nagegaan de onderneemingen, die hier van reeds aan dtn gang zijn. Dit kan niet gelukken , ten zij men voor ééne groote Kudde verbaazende uicgeilrekce Velden heefc. En wanneer men de Duinen, welke thans door Schaapen beweid worden, bereckent; bevindc men dat elk Schaap naauwlijks genoeg heeft aan één geheel Morgen (a). Dit zal zelfs, blijkens de on- (_a~) Deeze bereekening van één Schaap voor elk woestliggend Morgen , is alleen gemaakt in dc iti. derllelüngï dat men het Wintervoer voor de Scnaapen van het Duin zeh-e zou willen trekken. Doch warmeer men dit Winterhooi van elders aanvoert, of koopt, kan men per Morgen wel een dui beid getal Schaapen fU.len; jaa a sdan zal men gv.iuuD K ien' Knnne* ook niet met voor* deel tot Schaaphoederijdienen zonder Colonisten.  58 Omwerp tot Kunnei •ok niet met voor deel tot Schaaphoederijditnen zonder ColoniS" ten. i ondervinding, nog niet volkomen Heek; houden. Waarom anders worden tegenwoordig de binnenwaards liggende Wegen en Paden, t'elkens door den Herder met zijne Kudde bezogt, dan om eenig toevoegfel van Gras te verkrijgen. Waarom vraagt hij de toeflemming van bijgeleegen Eigenaars, om de Kudde nu en dan te mogen brengen op de nabuurige grazige Gronden of Teel - Landen, naa dat die zijn afgeoogst; alwaar zij nogthans om den mest, dien zij laaten vallen, gaerne geduld worden; dan alleen om dat het woeste Duin voor een groot getal Schaapen niet genoeg voedzel opleevert Daarenboven moec de Kudde , 't zij in ftallen, 't zij in hokken , t'elken nagt met droo of ruigte onderdrooid , en den geheelen Wintertijd ook van het noodige Hooi en Voeder voorzien worden. — Indien men nu eenige Duingronden leedig laat liggen, zonder die door de Kudde te laacen afweiden, ten einde hec Gras daarvan befpaarende, die noodige Hooi te winnen; dan beneemt men een groot gedeelce van de Zemerweide aan de Schaapen , om hec Wincervoeder te verkrijgen. Hierom is men ook bedagt geweest eenigen Grond voor dit Voeder aan te leggen; doch dit vordert weder het geduurig opzicht van Men- rende den .Zomer wel drie Schaapen per Morgen kunnen houden. Men zal dit ten aanzien van het geen verder deswegens is aangevoerd, geduurig in het oog dienen te houden.  yruchtbaarmaaking der Duinen. 59 Menfchen, 't geen thans ontbreekt. Want fchoon al de Herder op dien Grond woonc, zo vindt deeze genoeg zijn werk aan de oppasfing van eene groote Kudde. — Voegt hier nog bij, dat de Schaapen die voor eene groote lloederij als op de Heijden eigenlijk gefchikt zijn, lang ftaarcen zijn, maar deeze hebben wol, die grover en dus van minder waarde is, dan van de korcftaarte Schaapen, welke in kleiner beftek kunnen weiden. Zal men niet aan dit alles moeten toefchrijven, dat wij zo weinige Schaapskudden hebben aangetroffen. Heefc niec een waardig Burger van Haarlem, ruim 40. jaaren geleeden, van zijne proef een dien einde genomen, moeten afzien om dat hij, fchoon eene aanmerklijke ftreek Duins magtig zijnde geworden, hierop gebrek aan voedzel hadc voor -zijne Schaa. pen; en hem belet wierdt, die op nabuurige Duinen en Gronden te zoeken. Het zijn zodanige bedenkingen op de ondervinding fteunende, welke ons het enkel doen beweiden der Duinen mee grooce Schaapskudden, niet raadzaam doen voorkomen. IV. De algeméene bevordering der Schaaphoederij op de Duinen zal men dus langs een anderen weg moeten zoeken; en wij meenen dac de Volkplanting dien weg weder zal moeten aanwijzen Op eene Afdeeling van 20. of 30. bruikbaare Morgens, (a) Zie het Adres van het Committd van Alge«eene Welvaart te Haarlem, bl. 15. en 16. Kunnen ook niet met voordeel tot Schaap• hoederij dienen zonder Colonisten. Hoe de Schaaphoederijhet meest kan bevorderdworden;  6© Omwerp tot Hoe de Schaaphoederijhet meest kan bevorderdworden. gens, die wij onderftellendac eiken Colonist wordt toegeweezen, kan hij de helft, zo niet meerder afzonderen voor zijne Schaapen; en als dan zal hij, niet voor elk Schaap één Morgen behoeven, maar hierop drie en meer kunnen weiden. Doch ten dien einde moet hij met beleid te werk gaan, en vooral zijne Schaapen in verfchillende perken houden, het zij door wallen, horden of losfe heinfels, en hun van hec ééne perk naar hec andere verweiden. Nu gaat niecs van den mesc verlooren. Nu verkrijgt hij niet alleen eene weide op eene onkostbaare wijze, maar ook bemescing voor zijne Teellanden, waar op hij naa den Oogst mede zijne Schaapen brengt. Nu kan hij op gelijke manier eenigen Grond fchikken tot het Wintervoeder. Nu behoeft hij zich niec tot een bijzonder foorc van Schaapen te bepaalen; en kan hec voordeeligfte löort de kortflaarcen, die de fijnlte wol geeven, naar zijne keuze houden. Nu winc hij de kosten uic van een Herder, daar ze den gantfchen dag geen toezicht noodig hebben, en in een klein beflek gemakkelijk kunnen nagegaan worden. Nu befpaart hij de kosten tot het bouwen van groote Schaapskoojen, of Stallen, die voor eene talrijke Kudde noodig zijn; om dac ieder perk eene Schaapskooi is, waarvan hij flechts één, wanneer het noodig is, voor een gedeelce en mee weinig koscen behoeft ce overdekken. — Nu eindelijk heeit men, zonder bezwaard ce zijn met den toevoer van hec wincervoeder van elders, een getal  yrachtbaarmaaking der Duinen. 61 tal van Schaapen bekomen, dat geheel van de Duinen gevoed wordt, bijna het dubbeld van hec geen zij anders, zonder bear beiding van deeze Gronden, zouden iiitleeveren: en te gelijk zal men aanmerkelijk veel Teellanden aangewonnen; aan veele Menfchen een gelukkig beftaan gegeeven; de bevolking aanzienlijk hebben doen toeneemen, en alle verdere heilzaame gevolgen, die hier uit zo talrijk voorcvloejen, zien ce weeg gebragt. Ten einde het Beftuur verzekerd zoude zijn, dat de Schaapweiderij langs deezen weg bevorderd werde, hebben wij onder de voorwaarden, op welke de door ons voor te flaane Vrijdommen zouden verleend worden, gefteld; dat ook elke Colonist verpligt zoude zijn, op iedere Afdeeling zo veel Schaapen te houden, als derzelver Morgencalen bedraagen, waarvan Hij jaarlijks zou moecen doen blijken — Men zou Voorzeker een grooter getal Schaapen kunnen ftellen," indien men niec ce gelijk moest bedagt zijn, dac zijn Vee waarmede hij moet arbeiden, en waartoe bovenal Osfen en geene Paarden zijn aanteraaden, ook moeten gevoerd worden; terwijl hij daarenboven, ten minsten nog ééne Koe, als ook eenig jong Rundvee zal dienen te houden, zo tot aanfchaffing van de noodige melk Voor hec Huisgezin, als toe vermeerdering m verbecering van den Mest. VIJF- Hoe de Schaaphoederjjliet meest kan bevorderdworden»  6a Omwerp tot Het Jagt gerigt en novale Tienden waren hoogst nadeelig aar de DuinCultuur. VIJFDE HOOFDDEEL. Verdere oorzaaken van de tegenwoordige woest' heid der Duinen, vooral het gebrek aan Aanmoediging ; met opgaave van de wijze waar* op het Bejluur in deezen zou kunnen aanmoedigen , en welk eene Negotiatie hierop zou kunnen geopend worden. 3B ehalven de opgegeeven voornaame oorzaaken , waar door de Duinen natuurlijk in een woesten ftaat moesten blijven, zijn er nog andere, die met de voorige veréénigd de Eigenaars van onderneemingen moesten affchrikken ; en alle verwondering kunnen, weg neemen, dat op deeze Gronden, zo weinig ter Cultuur beproefd is. I. Was het Jagtgerigc zo drukkende voor alle Landbouwers, hoe veel meer voor hun die Duin beteelden! Immers het Wild, dat in de Duinen zo weinig beteelde Gronden vondt, begaf zich te meer naar dit gezaaide; weshalven de Teelboer in de Duinen meer dan anderen moest gekweld worden, zo door het Wild zelve, als door de Jagers, welke hierom zijn Grond bij voorkeur opzogten en dikwerf afliepen: terwijl het vangen van één enkelen Haas hem zeiven op gijzeling kon te liaan komen. — Verders hebben de novale Thienden, die tot hier toe van het geen op woeste  vruchtbaarmaaking der Duinen. 63 te en. voorheen ongeroerde Gronden werdt geteeld, gevorderd werden, zeer veel be-1 lemmeringen aan de Duin - Cultuur veroor- zaakt. Naa groote kosten ter ontginning ^ gemaakt te hebben, die men eerst in het' derde of vierde Jaar eenigszins kan vergoed '( krijgen, wanneer men alles goed aanlegt, en onderhoudt; moest men reeds in het eerde Jaar het tiende deel zijner Vruchten misfen. De eerfte hinderpaal het Jagtgericht is reeds door het daarftellen van de beginfelen der Vrijheid weg genomen. En de Staatsregeling verzekert eiken Bebouwer van woeste Gronden, dat hij door geene novale Thienden meer zal gedrukt worden ; 't geen aan den goeden uitflag van alle volgende onderneemingen te minder doet twijffelen. Zo groot waren de gemelde hinderpaalen, dat wij ons in waarheid verwonderd hebben, nog zo veel beteeld Duin gevonden te hebben. Hier uit kan men opmaaken, dat de zucht, die zo veelen voor deeze Cultuur betoonden, flechts moet opgewakkerd worden door Aanmoedigingen van het Beftuur, om hetgewenschte doeleinde te kunnen bereiken. II. Aan deeze Aanmoedigingen, zonder welke geen voordeel van onderneemingen van aanbelang kan getrokken worden , heeft het fteeds ontbrooken: en wij mogen dit bij het Beftuur alleen toefchrijven aan gebrek aan kennis van het locaale, en daaruit voortkomende verkeerde befchouwing det Duinen. Wij hebben reeds in ons eerfte Deel Hetjagt[erigt en .ovale rienden varen ïoogst naieelig aan le DuinCultuur. De Duia Cultuur voormaals niet door het Beftuur aangemoedigd.  6*4 Ontwerp tóï De Duin' Cultuur voormaal! niet dooi het Beftuur aan geuioedied. • Deel genoeg aangeweezen, dat fchoon s Landlieden in de Requesten , waar bij r zij eenigen Duin-Grond in erfpagt verzogten, Heilig te kennen gaVen, den verzogcen grond met eigen hand te zullen bewerken en bcteelen; hierop egter in de bepaaling der Erfpagts fom, geen achc werdc geflaagen. Naa dat J. Gijzen Middelkoop, té Overveen, tien Jaaren lang den Grond, dien hij in tijdelijke Pagt bezat, met allen vlijt verbeterd hadc, kon hij dien niet in Erfpagt bekomen, dan voor ƒ 5. 's Jaars per Morgen ra). De verdienstelijke Leenden van der Harst (bj meer dan 20. Jaa. ren lang een voorbeeld van goede DuinCultuur gegeeven hebbende, genoot niet alleen geene belooning van het Beftuur; maar in den Jaare 1790. ruim 2. Morgens nog in Erfpagt verzoekende, moest hij toen in plaats van ƒ 4. de Morgen, waar voor hij zijne andere Gronden hadt verkreegen, Voor elk van deeze twee Morgens ƒ 5, 's Jaars betaalen (c). Even min kon hec zijnen Zoon gelukken, die den arbeidzaamen Vader van zijne jeugd af in deeze Cultuur geholpen hadt, eenigen Grond voor zich zeiven voor minder prijs te bekomen Idy, fchoon in het Advis op zijn Request werdt bijgebragt, dac hem dit op deeze O") Zie het Rapport D. I. bl. 178. en Bijl. C. No. i«. (£) Als vooren, bl. 1-4, 175. (c) Als vooren, Bijl C. No. 58. en 59. td) Als vooren, Bijl. C. No. <7.  vruchtbaarmaaking der Duinen. 65 deeze 'Conditiën geaccordeerd werdt, om Hem aan te moedigen. — Bij dit alles kwamen nog de kosten, die men altoos moest befteeden tot hec verkrijgen der Acte van Erfpagt, en die zelden minder dan ƒ 60. of ƒ70. bedroegen (a). Somwijlen werdt nog het verzoek om eenig Duin toe een nuttig gebruik aan ce leggen, Heilig geweigerd, gelijk-eenigen Burgers op Texel wedervaaren is 111. Hec gebrek aan Aanmoediging van de zijde des Befluurs, dac zo veelen van] het defricheeren der Duingronden heefc te, rug gehouden, zal voortaan niet meer plaats vinden; en zal van deezen kanc de Duin- C«) Als vooren , ( * ) Als vooren , H, ó A!s vooren , bl. 62. bl 69. en 70, bl. 175 > 176. E Cultuur niec langer bezwaarlijk woraen ge. maakc. — In het eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid gaf reeds hec Beftuur deeze zijne gezindheid ce kennen, in hec verleenen van Vrijdommen aan de Eigenaars van MiddenDuin ageer Overveen (c). Vervolgens wilde Het toe algeméene maatregelen beïluiten , om, zo verre die van Hun kon af. hangen , de Duinen in hec algemeen tot meerder nuc ce doen aanleggen. Deeze edele zuchc heefc alleen de Commisfie, die wij de eer hadden ce bekleeden, doen gebooren worden. Hec Beltuur hadc reeds cot een grondbeginfel aangenoomen, de Cultuur der Duinen te bevorderen; doch Het begeerde alleen te zijn voorgelicht aangaande Het te[enwoor*lig Betuur wil tanmoediten.  Het tegenivoordig Beftuur wil aanmoedigen. De Aan moediginj moet beantwoorden aan de te maaken koeten. i 66 Ontwerp t$t de de wijze, waarop Het zijn heilzaam oogmerk in deezen het best zou kunnen bereiken. Hiertoe moest men vooraf van den ftaat der Duinen , die geheel onbekend was, onderrigt weezen, en tevens de oor. zaaken kennen van de kwaal, die men geneezen wilde. - Wij meencn reeds te heb. ben aangeweezen, waar in deeze oorzaaken moeten gezogt worden , en hoe dezelve zijn weg te neemen; en vertrouwen, naa dit alles te hebben doen voorafgaan, voornaamlijk aan het verlangen en den wil van onze Committenten te zullen voldoen, ioor Hun te advifeeren over de wijze, ivaarop het Beftuur dit Werk algemeen en overal zou kunnen aanmoedigen. ' IV. Wij hebben reeds eenige voornaame 'gronden opgegeeven, waarop onzes oordeels in deezen moet gebouwd worden: ; thans zullen wij deeze nader ontwikkelen. — Het blee:k dat flechts een klein gedeelte Duinen tot de verlangde oogmerken zou worden aangelegd, indien het Beftuur zijne zorg ter cultiveering deezer Gronden niet verder uitftrekte, dan tot het Nationaal Eigendom. Dit -zal naauwlijks eern Vierde van het geheel bedraagen, en hier onder behooren nog de meest verwaarloosde Gronden; terwijl het overige drie, vierde deel particulier Eigendom is, en't geen ook de beste Gronden opleeverr, ..Wij herhaalen dus, dat hec volftrekt noqdzaaklijk is op deeze Eigenaars te werken, en hun optevvekken coc onderneemingen. Doch hierin zal men het best flaagen, in- •  vruchtbttarmaaking der Duinen. 67 indien men hun aanfpoore door belang; door zulke maatregelen daar te ftellen, dat zij van hunne onderneem ingen, goed begonnen zijnde, voordeelen kunnen trekken. Zal het nu ten dien einde genoegzaam weezen, de Gronden van Particuliereu en de Producten daar op geteeld wordende, vöor eenige Jaaren van alle Lasten vrij te ftellen. Wij meenen ontegenzeglijk beweezen te hebben, dat geene Duingronden van eenige uitgeftrektheid op den duur kunnen beteeld of beweid worden; ten zij tot elk gedeelte Gronds een Huisgezin gefchikc Worde. Een Eigenaar, die iets van eenig aanbelang verrigt, en daar in door de gezegde Vrijdommen zal kunnen onderfteund worden, zal Zich dus vooraf moeten bezwaaren mee het oprichten van eene Wooning , en het ftellen van een Huisgezin. Dit zal hem veel meer kosten dan het geheele genot der Vrijdommen bedraagt; en alzo zal het belang van den Eigenaar hem aanraden, om liever niets te beproeven en zijn Duin woest te laaten, dan een middel te gebruiken tot verkrijging van het genot van zodanige Vrijdommen, welke eerst naa veele Jaaren de kosten van het middel om deeze Vrijdommen te bekomen, eeniger. maate zouden vergoeden. Bij de ontheffing van Grond-Lasten moeten dus ook aan Eigenaars middelen worden aangeweezen, om het ftellen Van een Huis en Huisgezin voor hun niet bezwaarlijk te maaken; en zullen zij zelfs in deeze eerfte uitfehotten moeten te gemoec worE * den De Aan» moedigiag moet beantwoorden aan de te maaken kosten.  68 Ontwerp tot De Aanmoedigingmoet beantwoorden aan de te maaken kosten. i • I \ j < I i den gekomen, uit hoofde van de groote onkosten, welke hier toe door hun zulien moeten gemaakt worden. Want fchoon men ai geen groot fteenen Huis, maar in den beginne enkel eene Houten Wooning moge ftellen, die in volgende Jaaren zou kunnen verbeterd worden, zal men egter daar toe ƒ300. noodig hebben. Een Heytfeld heefc wel omtrent voor de helft van deeze fom eene Wooning, meesc van afbraak gebouwd, voor zich en zijne Vrouw en vijf Kinderen nedergezec; doch wij veronderftellen dac men veelal eene ruimere Wooning mee eene Schuur en kleine Stalling; gelijk ook Heycfeld naderhand heefc aangebouwd; zal verkiezen. Daarenboven zal men eenig Vee ?n vooral Schaapen, gelijk mede de nooaige gereedfehappen, werktuigen en zaaien moeren aankoopen, 'c geen men mede op ruim ƒ 300. zal mogen bereekenen. Voege hier bij, dac hec Huisgezin, 'c welk geduurende het eerfte half jaar volftrekt ;eene middelen vindt toe zijn beftaan, nog ran hec Duin crekken kan, eene weekelijkche coelaag van vier coc zes Gulden, naar naate dac zij Kinderen hebben of niet, zal noeten geniecen; en hec daaraan volgend *aar nog wel de helfc van deeze coelaag 'oor hun beftaan zal noodig hebben. Wesïalven de Eigenaar coc hec vescigen van lijf Huisgezin, dae om bovengemelde relenen op eene afleeling van niec meer dan jo.Morgens bruikoaaren Grond, zou neder;ezec worden, een uitfehoe zal moeten doen an ten minsten f 1000. welke eenige jaaren  yruchtbaarmaaking der Duinen. 6*9 ren voor hem renteloos zullen zijn. — Hierom oordeelen wij, dat er wegen moeten geo pend worden, om hem dit uitfchot op een maatigen intrest te bezorgen : wegen , langs welke ook de Natie voor eiken Lands Colonist, die op eene Nationaale Afdeeling zal geplaatst worden, mede f icoo. zou kunnen bekomen Moeten er zodanige Kosten worden gemaakt, indien men het groote doeleinde op eene zekere wijze zal kunnen bereiken, en moeten er middelen tot goedmaaking deezer Kosten, zo voor de Natie, als de Eigenaaren worden aangeweezen: men zal vooraf de hoogst moogelijke zekerheid moeten kunnen bereekenen , dat de DuinCultuur langs deezen weg niec alleen mooglijk is, maar dat zij ook voordeel zal aanbrengen. — De Duingronden, hoe zeer geichikc om veelvuldige Producten op te keveren, moecen hiercoe door langduurigen arbeid en zwaare bemesting gedwongen, en zullen nimmer in dit opzicht mee gewoone goede Landen gelijk gefteld kunnen worden. Daarbij zullen de afgeleegenheid, en min of meer bezwaarlijke toegangen , deeze Gronden altoos van eenige mindere waarde doen zijn, dan andere Landen, welke ten deezen opzigte meerdere voordeelen hebben. Zullen dus de uitzichten op voordeel niet enkel denkbeeldig weezen, zo moeten deeze Onderneemingen verders mee aanzienlijke Vrijdommen door hec Beftuur onderfteund worden. V. Wat de ondasting van Grond-Las» E 3 ten De Aanmoedigingmoet be antwoorden aan ds te maaken koeten.  Geene Blindere Faveuren te verleenen, dan san de Droogsaaakerijen. f0 Ontwerp tot ten betreft, wij hebben gemeend dat aan eene wel aangevangene, en goed volgehoudene Duin - Cultuur door middel van daarop arbeidende Huisgezinnen, althans geene mindere faveuren moesten gehegt worden, dan die aan uicejeveende en vervol¬ gens drooggemaakte Gronden, door het Beftuur t'allen tijden geaccordeerd zijn geworden. Wii erkennen dat eer de Plasfen uitgemaalen, en zulke Gronden droog gemaakt zijn, immenfe kosten moeten befteed worden, die dus aanzienlijke vergoedingen vorderen. Doch fchoon de eerfte aanleg van Duingronden, in diervoege gelijk doq'r "ons als de eenige goede manier is opgegeeven , daarmede in kostbaarheid niec volkomen gelijk moge liaan; vereischc dezelve egcer geduurende veele jaaren zeer aanmerkelijke uitgaaven, eer eenige Afdeeüng kan geteekend worden in goeden (laac ge^ bragtte zijn. — Behalven de Wooning voor het Huisgezin en deszelfs onderhouding voor eenigen tijd; het maaken van Bergplaatfen, Schuuren enligte Stallingen;moe ten de Gronden met Wallen afgedeeld, en door Affluieingen beperkc worden Op veeJe Gronden zal men, door hec maaken van Slooten of Greppels, het Wacer afleiding moeten bezorgen: op andere plaaczen cegen överftuiving van bij geleegene raauwe Duinen zich moecen beveiligen, en hier aan veele kosten befteeden; terwijl men weder' van andere Gronden niet eerder goede revenuen zal trekken, voor men de noodige luwte door Hout zal verkreegen  yruchtbaarmaaking der Duinen. 71 gen hebben, waartoe eenige Jaaren noodig zijn. Zulke aanmerkelijke bezwaaren doen zich niet op in de Dropgmaakerijen, wanneer de Gronden eenmaal droog zijn geworden. En de meerdere kosten, die tot het droogmaaken van deeze Gronden , boven den eerften Aanleg en Cultiveering van - Duinen vereischt werden, vindt men te eerder yer« goed door de meerdere en betere Producten, welke daarop eenmaal kunnen geteeld . en waarin zij altoos boven Duingronden zullen moeten gefield worden. Jaa al deedi zich ten aanzien van de Producten die op beide Gronden kunnen vallen, zulk een verfchil niet op; zo zouden de Droogmaakerijen altoos dit aanzienlijk voordeel hebben boven de Duingronden, dat zij, uil hoofde van hunne ligging en vaarten, de Noodwendigheden en Producten zo veel gemakkelijker en onkostbaarer kunnen aan en afvoeren. VI. Wij vertrouwen derhalven dat men in deezen geené mindere Vrijdommen, dan aan de Droogmaakerijen zal willen accordeeren; en hebben uit deezen hoofde voorgedraagen , eene gelijke ontheffing van alle Lasten, zo die op de Gronden als op de Producten immer zouden kunnen vallen voor een gelijk getal van Jaaren : naamlijk yoor den tijd van Veertig Jaaren geheele» Vrijdom, en nog voor den tijd yan Twintig daaraan volgende Jaaren den halven Vrijdom van alle Lasten, die op Gronden en Producten zouden kunnen vallen. Deeze ^rooE 4 te Geene mindere Faveureri te verlee nen, dan aan de Droogmakerijen. Vrijdommen voor Gronden , Producten , Gebouwenen Vee.  7a Ontwerp tot Vr j lommen voor Gronden, Producten , Gefcouwenen Vee. , ; te Vrijdommen zou men, ten einde het bedoelde effect zou verkreegen worden, alleen dienen te verbinden aan het Hellen van eene Wooning mee een Huisgezin, om ééne der meergemelde Afdeelingen re defiicheren en doen beweiden ; en zou hier geen het minde onderfcheid moeten plaats hehben tuslchen Colonisten van wegens den Lande te plaatfen, of die door Eigenaars op derzelver Gronden zullen mogen gefteld worden: terwijl men verders zou kunnen bepaalen, dat naar maate van de Morgens bruikbaaren Grond, waaruitzulk eene afdeelingbeftondc, ook even zo veele Schaapen zouden worden gehouden; alsmede dat deeze Vrijdom alleen maar zou gaan over dieGronden , welke door een Colonist daadelijk gebruikt werden, doch dat voor elk Huisgezin nooit meer zou genooten worden van den gemelden Vrijdom, dan voor ééne Afdetling, dat h 20. of ,0. goede Morgens. Om egtcr hun te gemoet te koQtnen die zonder het vestigen van een Huisgezin hunne Duingronden ten nutte aanleggen; of die, een Colonist geplaatst hebbende, boven de 30. of minder Morgens Vrijdom , hun uit dien hoofde geaccordeerd, nog andere Gronden zonder een tweeden of der3en Colonist daar toe te ftellen, defrichee•en; zou men deezen ook gemelden vollen frijdom kunnen accordceren, doch flechts /oor een derde van deeze faaren, om dat ïunne uitgaaven zo aanmerkelijk minder :ijn, als ook om dat hier door aan het r/oote oogmerk van eeqe volkomene Duin- Cul-  vruchtbanrmaaking der-Duinen. 73 Cultuur minder kan beantwoord worden. Even gelijk in de Oftrooijen van Droogmaakerijen de voorgeflaagene ontheffing der Grond- Lasten flechts een gedeelte uitmaakt der geaccordeerde Vrijdommen , zo meenen wij ook om het reeds geallegueerde dit rigtfnoer verders te mogen volgen, inzonderheid wat aangaat de te ftellene Wooningen, Schuuren, Kooijen en Stallingen. — Daar wij getoond hebben, van welk eene hooge aangelegenheid de bewooning der Duinen moet gereekend worden , zo moeten zij die door het oprigten van Wooningen, Schuuren , enz hier toe de gedegenheid ftellen, als weldoeners van de Natie befchouwd worden ; en wij zijn van de noodzaaklijkheid hier van zo zeer doordrongen, dat wij oordeelen, dat op deeze Wooningen en Schuuren nimmer eenige Last of Verponding zou behooren gelegd te worden. Het is in het algemeen onzes inziens een kwalijk begreepen voordeel voor 's Lands Financien , dat Boerderijen en Wooningen tot Weij- en Teellanden behoerende, te zwaar in Verponding gedeld worden. Hier door worden aan deeze Gronden de genoegzaame handen en arbeid onttrokken, en dus in de daad 's Lands Finantien dubbeld benadeeld Meenig Eigenaar zou eene Wooning dellen op zijne Landen, om die met de Wooning te verhuuren, doch wordt hiervan afgefchrikt uit hoofde der Verponding, waarmeede deeze Wooning terdond zou bezwaard worden. Anderen wederom doen op de Landen> waarin É 5 zij Vrijdom; men voor. Gronden, Producten, Gebouwenen Yee.  74 Ontwerp tot Vrijdommen voor Gronden, Producten, Gebouwenen Vee. zij hunne Gelden belegd hebben, de Wooningen die daar op liaan afbreeken, om niet langer door de Verponding gedrukt te worden. Aan geene andere reden is het toe te fchrijven, dat men in die Oorden van het voormaalig Gewest Holland, waar men de meeste Teelgronden aantieft, voor al in het Noordelijk gedeelte, geheele flreeken van zulke Gronden overziet, zonder eenige. Wooning te befpeuren. Elke Bruiker heeft te veel Gronden onder zijne beheering, en woont ook een te groot eind daarvan, af, 't geen tengevolge heeft eene gebrekkige bearbeiding, veel te weinig bemesting, en dus een fchraalen Oo;st; *t welk deeze Landen zelve alleszins uitwijzen. Het is ons, door deeze ondervinding geleerd, derhalven voorgekomen, dat de Wooningen op de Duinen niet alleen voor eenige Jaaren, maar zelfs voor altoos vrij zouden moeien zijn. Wanneer althans naa de gefielde Jaaren van remisfie of vrijdom daarop eene hooge Verponding werdt gelegd, zou het zelfde nadeel van het afbreeken van Wooningen, flraks gemeld , te duchten zjjn , en zouden hier door de Duinen weder fpoedig woest worden gelaaCen. , Mogt nogthans het Vertegenwoordigend Lichaam oordeelen tot deeze altoosduuren» de Vrijflelling niet te kunnen befluicen, vooral uit hoofde van Art. aio. letter A. der Staatsregeling; als dan zouden wij mee. nen, dac de Wooningen en Bouwftoffen voor ge-  yruchtbaarmaaking der Duinen. ?5 gelijke Jaaren als de Gronden moesten vrij gifteld worden, en dat daaroaa flechts eene «eer ligte Verponding hierop moest gebragt worden. Daar het Vee op de Duinen volltrekc ■oodzaaklijk is ter bemesting van den Grond, zo zal dit ook in de eerfle Jaaren, van drukkende bezwaaren dienen omheeven te worden. — Indien dus bij het nieuwe Stel* zei van Algeméene Belastingen-, ingevolge de Staatsregeling in te voeten , het Koehouders, Zout, Hoorn- en Ooren-geld gecontinueerd, of onder andere benaamingen etnige Belasting op hec Vee zal gelegd worden; zo zoude om meer gemelde redenen den Colonisten, of Eigenaars die Colonisten geplaatst hadden, hiervan, en wel gelijk ten aanzien der Grond Lascen was bepaald geworden, de ontheffing dienen toegezegd te worden voor de eerde Veertig jaaren geheel, en de volgende Twintig Jaaren voor de helft; zullende wij in het volgend Hoofddeel over de wijze, hoe het Vee op fchraale Gronden zou dienen belast te worden, nader onze confideratien mededeelen. VII. Hec zal veelligt lommigen in uen eerden opflag toefchijnen, dat de voorgeflaagene Vrijdommen, veele inkomsten aan 's Lands Finanden onttrekken, en hierom in zulk eene groote maate en voor zo veele Jaaren niet zouden zijn aanteraaden. Doch bij nader inzien zal men het tegendeel moeten erkennen. De Duinen die tot nu toe woest zijn gebleeven, hebben geene noe- Vrijdom. men voor Gronden , Producten , Gebouwenen Vee. Deeze Vrijdommen geen gemis voor 's Lands Finantietto  7& Omwerp tot Deeze Vrijdo»pen geen gemis voor *s Lands Fipanüen. t i 1 » i 1 1 noemenswaardige Grondlasten opgebra°-t. ,Menfchen, Wooningen of Vee werden er bijna geheel niet gevonden: zij waren dus van deeze zijde een volftrekc nutloos goed voor 's Lands Finantien. De Natie zal ' derhalven door deeze Vrijdommen geen verlies altoos ondervinden, om dat Zij nog niets genooten heefc. De Duinen zullen met opzichc coc de voordeelen van de Lasten ce trekken , alleen nog voor eenige Jaaren blijven in dien zelfden ftaat, Waarin zij zich altoos bevonden hebben. Die kosc geene opofferingen aan de Nacie: hec is ilcchcs een uitftel van den ontvangsc van meerdere voordeelen, die zij door een lang uicftel te zekerer geniecen zal; ccrwijl wij niec behoeven ce betoogen de aanzienlijke voordeelen, welkd reeds terflond langs andere min direcle wegen de geheele Natie zal gevoelen door de meerdere bevolking, en de vermeerdering van zo veel Vee en andere Produclen van den Grond, welke die alles een gevolge moec hebben ; en waar door hec gering cemporair gemis der tegenwoordige Grond • Lasten , her welk als geen verlies kan gereekend worden, daadelijk honderdvouwig en meer zal vergoed worden. VIII. Worde de Duin Cultuur door zodanige Vrijdommen, die zonder bezwaar voor 's Lands Kas kunnen verleend wor. den, onderfteund; dan zal het uitzicht op voordeel niet meer twijffelagcig frijn', en hec belang van Eigenaaren en Coloniscen hun handen aan hec werk doen liaan. Maar ten  yruchth aar maaking dér Duinen, fy ten anderen zijn het ook zodanige Vrijdommen , en het vooruitzicht van een goeden uitflag, daarop gebouwd,die &»!en' fchroom moeten doen ophouden , om de eerfte uicgaave en onkosten (a) waar van wij ftraks gefprooken hebben, den Eigenaaren voor te fchieten; zonder welk Voorfchot verre de meeste Eigenaaren of niets, of niet dan gebrekkig:, naamlijk zonder middel van Huis- Ter be- coming yan een iroorfchot voor het ftellen van Colonisten , eene Negotiatie te openen. gezinnen, op hunne Duinen iets onderneemen zullen. Het is dan volftrekc noodzaaklijk het middel tor zulk een Voorfchot te vinden. - 's Lands Kas zal egter in deeze tijden hier toe niec kunnen aangeweezen worden; neenmaar wij meenen dac bemiddelde Burgers, ziende de ernscige maacregelen van het Beiluur coc hec voortzetten der Duin - Cultuur in het verleenen van zo veele Vrijdommen, hunne Gelden gereedelijk zullen uitfchieten, bovenal wanneer dit door middel van eene voordeelige ÏS'cgociatie kan gefchieden. Geen anderen weg om dit Voorfchot ce verkrijgen, en dus hec geheele Plan te doen gelukken, hebben wij ten minsten voor ons open gezien; en hierom voorgedragen het Plan van zodanig eene Negociacie, als agter het Algemeen omwerp van Duïnhervorming gevoegd is. De voornaame Gronden waarop in deezen gebouwd is, zullen wij thans een weinig decailleeren. 't Geen het geval is van alle vrijwillige Negociacien , moet ook hier in het oog wor- («) Zie boven bl. 68—7*  Ter bekomingvan een voorfchot voor het (lellen van Colonisten • eene Negotiatie te ope* nen. ?8 Ontwerp m -worden gehouden; dat men naamlijk door belang Lieden tot deeze Geldbeleening zal moeten opwekkcr. Het is niet genoeg dat zij volkomen verzekerd zijn van het wel1 gelukken der Duin-Cultuur, en dus voof het ontfangen der Jaarlijkfche Intresten niet behoeven bekommerd te zijn; zij moeten ,van de uitgefchootene Gelden althans geene mindere Intresten ontvangen, dan zij langs andere wegen kunnen bekomen. Het zij Wel verre van ons, dat wij niet van veelen onzer bemiddelde Medeburgers zouden ver* trouwen, dat zij eene zaak zo edel, zo onmiddelijk (trekkende tot bevordering van ons Nationaal welvaaren, gewillig door hun vermogen, alware dit op een geringen In. trest uitgezet, zouden onderfteunen. Doch hoe veelvuldig zijn nog de vooroordeelen tegen deeze Cultuur; terwijl anderen door de nieuwigheid der zaak zullen worden affchrikt, als zijnde dit de eerfte Negotiatie, Welke in ons Vaderland op woeste Gronden zal gevestigd worden. Voegt hier bij dat in de tegenwoordige omftandigheden des tijds, door de enorme Iaage cours der Bataaffche Effecten, de Geldbeleggers daaglijksch in ftaat zijn, zich een aanzienlijken ln trest van hunne Capitaalen te bezorgen; erj het dus hoogsrbezwaarlijk zoude zijn, het Publiek te beweegen, om Gelden tot de Cultuur der Duinen voortefchieten, Hechts ton den Intrest van 4. of 5. percent. IX. Uit detzen hooide hebben wij het verkieslijkst geacht, eene Lijfrenten-Negotiatie te proponeeren, ingerigt bij wijze van  vruchtbaarmaaking der Duinen. 79 van Tontine of Contract, van Overleeving; en meenden ons hiertoe te meer te moeten bepaalen, om dat er in ons Vaderland weinig Lijfrenten - Negotiatien zijn. - Wij hebben zo veel in ons was vermijd, bij het Plan eenig daadlijk bezwaar op 's Lands Kas te leggen, en vertrouwen ook daarbij genoegZaame middelen te hebben opgegeeven, om de Intresten te vinden buiten bezwaar van den Lande. Doch om voor deeze Intresten zo veel mooglijk fecuriteit te geeven, meenden wij, dat hier toe een vaste waarborg of Hijpotheek moest gefteld worden; en hebben ten dien einde yoorgeÜaagen, eene Belasting te creëren op alle bruikbaare woestiig^ende Duin-Gronden van Particulieren, waar van egter volgens de billijke wijze van heffing in het volgend Hoofddeel optegeeven, die géenen zouden gel'i< bereerd worden,'c zij geheel, 't zij gedeelr telijk, die hunne Duin-Gronden ten nutte aanlegden. En daar wij oordeelden, dat deeze Negotiatie niet grooter behoefde te zijn dan f öoo,ooo. op een intrest van 4 percent 's -Jaars, zo zal het voor de Deelneemers genoegzaam zijn, 'volko.nene verzekering te hebben, dac jaarlijksch eene fom van ƒ8009. zö lang de Negotiatie duurt, zal kunhèn uitgekeerd worden. Deeze Negotiatie meenden wij zodanig te moeten inrigten, dac zij niec alleen ten nutce van de Gronden van Particulieren, maar ook ten dienste der Nationaale Duinen zou kunnen ftrek'ken, en dat zo wel - " '■■ i01(ï - :de En wel eene LijrrentenNegotiatiemet eene Belasting op de Duinen voor den Intrest. 'si  8 o Ontwerp tot ■ En wel eene LijfrentenNegotiatiemet eene Belasting opde (JLii■ nen voor den Intrest. de Natie als de Eigenaaren hieruit het Voorfchot zouden kunnen bekomen voor de Colonisten, die elk op ééne van zijne Afdeelingen zou willen ftellen: zelfs zou de Natie ten aanzien van haare Duin-Gronden, volgens het Plan volkomen gelijk gefteld worden met Particuliere Eigenaars, en geene voorregten boven deezen genieten; terwijl ook Commisfarisfen over deeze Negotiatie te ftellen, geheel door en uit de Deelneemers zouden dienen gekoozen te worden. De Gelden deezer Negotiatie zouden aan Eigenaaren des begeerende , het Land mede in alles als Eigenaar gerekend zijnde, voor hunne Colonisten, iavoege als wij reeds hebben opgegeeven, worden opgefchooten tot een maatigen intrest van 4 percent; cn om afteloifen volgens eene Conventie , met Commisfarisfen der Negotiatie te treffen. — Deeze Intrest kan den Eigenaaren niet bezwaaren; want binnen zeer weinige Jaaren zullen deezen reeds van den Colonist, ten Wiens behoeve zij ƒ1000 hebben ontvangen, kunnen vorderen zekere Huur, die al« lengskens zo zeer zal kunnen accresfeeren, dat zij zelfs nog boven den Intrest, daar uit de Gelden voor de Termijnen der? Aflos-fingen zullen kunnen vinden; en de Aflosfing zelve wordt hun te gemakkelijker gemaakt, danr zij een Totaalen Vrijdom van Lasten genieten geduurende de eerfte veertig jaaren. Het hangt volkomen af van de vrije befchikking der Eigenaaren, aan  vruchthaarmaahing der Duinen. Z\ aan welke voorwaarden zij hunne Colonis ten zullen verbinden*, doch wanneer zij in het oog houden de wijze door ons reeds aangeweezen (tf), waarop zij het meeste nut van hunne Colonisten kunnen trekken, zullen zij hun de meest mogelijke verzekering geeven, dat dezelve als 't ware, zekeren eigendom zullen verkrijgen aan den Grond, door hun verbeterd; 't zij doof eene Verhuuring zo lang de Colonist leefc; 't zij door eene uicgeftrekcere belofte, bij wege van .onderling concracT:, of op eenige andere wijze. X. Ten aanzien van de Gelden, die het Land uit deeze Negotiatie, als Eigenaar der Nationaale Duinen zou kunnen trekken, en van de wijze waarop dezelve zouden befteed worden, moeten wij nog iets zeggen, 't geen ook tot nadere opheldering van ons algemeen Ontwerp al dienen. — Alles hangt af van het emploi, 't geen men oordeelt, dat van de Nationaale Duinen zal kunnen gemaakt worden ; waar toe wij ons flechts behoeven ce beroepen, op het geen wij in Hoofd. 2—4. hebben tragten te betpogen. Wij vertrouwen dat hier uit aan het Vertegenwoordigend Lighaam bij deszelfs deliberatien over hec voordel coc hec verkoopen van 's Lands Domeinen, aldaar ter tafel gebragc, overcuigend zal blijken dac de Nacionaale Duinen voor geene Verkooping vatbaar zijn. Immers behalven dac een grooc gedeelce van dezelve de Zeeweering uit- (*) Zie boven bl. 44 en 45. F En we/ eene LijfrentenNegouatie met eene Be- , lasting op de Duinen voor den Intrest. De NationaaleDuinen voor geene publieke verkoopingvatbaar.  $2 Ontwerp tot De Na tini sale Duinen voor geene publieke Verkoopng,vaibaai. uitmaaken , en dus Nationaal Eigendom moet blijven, zo zouden de overige Duinen, die men zou oordeelen niet tot de Zeeweering te moeten aanhouden; of in groote Partijen, gelijk bij de Verkooping der Nationaale Duinen uit 's Lands Domeinen A°. 1722. en 1725. heeft plaats gehad X^);"of in kleine Afdeelingen moeten verkogt worden. — In het eerlie geval zouden ongetwi;ffeld zich geene Koopers opdoen, uithoofde van den verwaarloosden en verfluifbaaren ftaat, waar in wij de Nationaale Duinen meestal gevonden hebben tot wier herftel zo aanzien¬ lijke kosten noodig zijn, dat men dezelve naauwlijks voor een vierde zou kunnen goedmaaken uit de voordeelen , die van fommige gedeelten deezer groote Partijen zouden kunnen getrokken worden. LYIogt nogthans eenig Kooper hiertoe gevonden worden , deeze Duinen zouden om alle de redenen, reeds in het breede door ons aangevoerd, weder in denzelfden ftaat van woestheid blijven liggen. Werden zij verkogt in kleine Partijen, zo als ook bij het gedaane voorftel ter Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend I.ighaam, met opzicht tot alle 's Lands Domeinen gebuteerd is; boodt men alleen de goede en niec verwaarloosde gedeelten ter koop aan, dan bleef al het verwaarloosde (a~) Zie Rapport D. T. bl. 42. env. ( Dit bii|kt allerwegen uit de p!aatfelijke Befchrijving, opgegeeven in ons Rapport D. I. H. II.  vruchtbaarmctaking der Duinen. 83 loosde ten lasten en kosten van de Natie, waartoe de weinige Gelden die van deezen Verkoop mogten komen, zo weinig zouden bijdiaagen. - Ten anderen: wilde men deeze kleine Partijen tot volkomene Cultuur hebben gebragt, dan ook ware het noodzaaklijk, om dit oogmerk niet verijdeld te zien, den Kooper te verpligten, om, of zelve zich ten gemelden einde op dien grond nedertezetten, of hiertoe een Huisgezin te ftellen. Doch dat men zulke Koopers niet te verwagten heeft, hebben wij boven reeds aangetoond XI. Het is om zodanige redenen, dat •de Verkooping der Nationaale Duinen ons niet raadzaam is voorgekomen; en dat wij geoordeeld hebben , dat de Natie met dit Haar Eigendom zodanig moest handelen , en dezelve tot zodanige Afdeelingen brengen, als wij omtrent de Eigenaars in het algemeen hebben voorgelhagen. Het Beftuur zal alle gelegenheden openen, om aan Colonisten ééne der Nationaale Afdeelingen aantewijzen; en zullen deezen alle die Vrijdommen genieten, welke den Colonisten door Eigenaaren te ftellen, zijn toegezegd , terwijl het Beftuur uit de te arrestecrene Negotiatie voor eiken LandsColonist zal kunnen vorderen, op die wijze als bij het Plan van Negotiatie omtrem alle Eigenaars van woeste Duin - Gronden is vastgefteld, eene fomma van ƒ iooo, en deeze Gelden in diervocge doen beftee- der O) Zie boven bl 3tf- en 39' F £ De N»a tionaale , Duinen voor gee« ne publier ke Verkoopingvatbaar. Aflees uit te geeven om Colonisten te plaatfen, en op was wijze. t  $4 Ontwerp tot Alleen < nit te gee ven om Colonisten te piaatfen en cp wat wijze. Zekerheid van de jaarlijkfcheintresten deezer Negotiatie. Jen, als met de behoeften van eiken Colonist overeenkomt; en onder zodanige voorwaarden , verpligtingen, en precautien, als wij gemeend hebben bij het ontwerp te moeten voorflaan. Zelfs zijn wrj van gevoelen, dat geene Nationaale DuinGronden meer zouden uitgegeeven, of eenige verzoeken deswegens voortaan mogen aangenomen worden, dan van de zulken, die zich als Colonisten op eene Nationaale Afdeeling zouden willen nederzetten; met uitzondering egter van zodanige verzoeken, waar bij men eenig Duin tot Begraafplaatfen, of ten nutte van eenige Trafiek wilde gebruiken. — Met het vijfde jaar kan van deeze Huisgezinnen, gelijk de particuliere Eigenaars van hunne Colonisten kunnen genieten, eenige Huur getrokken worden, die men ook allengskens zodanig boven de 4 pereent zal kunnen doen opklimmen, dat bij het veertigfte of wel hec zestigfte jaar, wanneer de Vrijdommen geheel ophouden, daar uit de aflosfing der opgefchootene fom zal kunnen gevonden worden. XII. Wij oordeelen, dat geen twijfTel zal kunnen vullen aangaande de zekerheid, dat de ƒ 8000 intrest der Negotiatie jaarlijksch, zo lang de Lijfrence-Negociacie duurc, aan de Deelneemers zal kunnen uicgekeerd worden. Daar egcer de voornaame kragc van deeze Negotiatie in de zekerheid hier van geleegen is, meenen wij de zwaarigheden die hieromtrent nog zouden kunnen oprijzen, te moeten weg neemen. gen,  yruchtbaarmaaking der Duinen. 85 Vooreerst moet men in het oog houden, dat van de Gelden die de Eigenaars tot de Cultuur hunner Duinen opneemen, een Intrest van 4perc. 'sjaars door Hun wordt betaald. De vermindering der hooge Belasting, die een onvermijdelijk gevolg zal worden van het defricheeren der Gronden, zal dus in dezelfde evenredigheid, door de Intresten van de door Eigenaars opgenoomen Gelden , worden aangevuld. Doch in de eerde Jaaren zullen deeze Intresten voorzeker nog niet veel bedraagen. Hec is immers ongetwijffeld, dat de Negotiatie niet terdond geheel tot de Cultuur zal geëmploijeerd worden, daar de Eigenaaren niet terdond de volle fom van ƒ 200,000. ten behoeve van Colonisten zullen vraagen. Het is niec te verwagcen , dac Eigenaars van uitgeftrekce Duingronden, die 10 jaa 15 en meer Coloniscen kunnen plaatzen, hier mede, zelfs in de vier eerde Jaaren, gereed zullen zijn. Dit zal ongecwijfTeld niec dan allengskens gefchieden, en zal dus veel van de gezegde fom onafgehaald blijven. Hierom is bij hec Plan aan Commisfarisfen de magc gegeeven, zo veel van deeze Gelden als nog niec zijn opgenomen , zo lang op eene andere wijze te belegden, en zullen deeze Increscen mogen flrekken ter fupplerie van de ƒ 8000. Mogten naa 40 of 60 Jaaren alle bruikbaare Duin-Gronden gecultiveerd zijn, en dus de buitengewoone Belascing op de ongecultiveerde Duin-Gronden van zelve opF 3' hou- Zekerheid van de JaarlijkfcheIntresten, deezer Negotiatie.  Z6 Ontwerp tot Zekerheid van de JaarlijkfcheIntresten deezer "Negotiatie. houden, als dan zal voorzeker de gefielde Hijpotheek voor de ƒ8000. niet meer plaats hebben; terwijl men ook kan reekenen, dat naa dien tijd de meeste opgenomene Gelden afgelost zullen zijn, en dus geen Intrest, waar uit de ƒ8000. mede zou gevonden worden, meer zullen opbrenger^ Doch wanneer men hier bij in aanmerking neemt, dat dan ook de Gronden, Producten , en Vee, hunne Lasten aan den Lande zullen beginnen optebrengen; kan men niet twijffelen, dat hierdoor ruim jaa dubbeid de ƒ 8oco. wanneer dezelve als dan uit 's Lands Kas zou moeten gefourneerd worden, aan dezelve zal kunnen vcrflrekt worden, zolang deeze uitkeering noodig is. "Wij hebben uit deezen hoofde; ten einde alle verzekering te geeven, dat naa het ophouden der Belasting, die in deezen tot Hijpotheek hadt verfirekt, ingevolge van eene volkomene Cultuur van alle Duin-Gronden, de ƒ 8000. jaarlijksch zou kunnen uitgekeerd worden; bij het Plan gefield, dat het manqueerende aan deeze fom des noods uit 's Lands Kas zal worden bij gefourneerd. Het geallcgueerde zal het Beftuur ten vollen overtuigen, dat wanneer dit naa de gefielde 40 of 60 Jaaren zal moeten plaats grijpen, de Duin-Cultuur ruim de middelen zal aanbieden, om deeze fom in eene dubbele maate aan 's I ands Kas te kunnen recouvreercn. Doch om de Geldbeleggers volkomene gerustheid te geeven, en ten einde Deezen op de trouw des geheelen Bataaffchen Volks zich zouden kunnen  yrachtbaarmaaking der Duinen. 87 nen verlaacen, hebben wij de bijgevoegdeverzekering noodig geacht. De verdere inrigting en bepaalingen van deeze Negotia- ] tie zullen geene voorafgaande opheldering: behoeven, en kunnen wij deswegens ver-1 ders heen wijzen na het Plan zelve hier agter gevoegd. " Men zal geenszins kunnen twijfFelen of zulk eene Negotiatie genoegzaams Deelneemers zou vinden. Indien wij al eens de onbillijke en ongegronde onderfteïling aanneemen , dac flechts weinige bamiddelde Burgers uit zuchc eer bevordering van den Landbouw hunne Gelden zouden willen uitfehieten, dan nog zou de zekerheid van deeze Negotiacie hun daartoe moeten uicnoodigen. Hoe veel gerustheids geefc hec aan den Deelneemer in hec voorgeftelde Plan, dac de Hypocheek voor de Jaarlijkfche uiccekeerene Intresten rust op Gronden binnen hec Vaderland geleegen : op Gronden, die het hoogsc gedeelce van hec voormaalig Holland uicmaakende, door geerte Overftroomingen bedorven, veelmin door geduchce Wacersnooden in een poel verzwolgen kunnen worden , aan welk noodlottig gevaar zo veele Gronden van ons Vaderland zijn bloot gefield. Kan men niet een Vaderlandsch Spreekwoord bij omkeering op ons Plan toepasfen: Digt bij zijn goed, ver van zijne fchade- Staat hec niec in de magc van eiken Geldbelegger, zelve ooggecuigen ce zijn van de wijze op welke zlin Geld wordt befteed. Behoeft F 4 hij Zeker-* ïeid van le faar- ijkfche ntresten leezer ^Jigocia- ie.  88 Ontwerp tot Zekerheid van de JaarlijkfcheIntreaten Üeezer "ffegotia- *ie. ZES- hij hiertoe het berigt van vreemden in te. wagten. Wij kunnen niet nalaaten eene ftreelcnde gedachte bot te vieren, dat naamlijk deeze Negotiatie zo veel bijval en Deelneemers zal vinden, dat het Beftuur zal worden opgewekt op middelen bedagt te zijn, om deeze door meerdere en uitgeftrektere Negotiatien van gelijken aart te doen agtervolgen; ten einde ook de Heijgronden zo die aan Particuliere Eigenaaars als aan de Natie toebehooren, door foortgelijke kragtdaadige middelen mede op eene yolkomene wijze tot Cultuur en Beweiding zouden worden aangelegd. — Op deeze wijze Zal het Bataafsch Gouvernement niet alleen het Woeste tot vruchtbaarheid dwingen, en al het heil daar uit voortfpruitende, aan dë Natie bezorgen; maar ook doof het openen van zodanige Negotiatien, de Deelneemers langs hoe meer vasthegten aai} het Vaderland, eri hunne Liefde tot hetzelve doen toeneemen.  yruchthaarmaaking der D urnen. 89 ZESDE HOOFDDEEL. Over de Verpondingen cn Lasten, op de Duingronden tet leggen. I. et is niet genoeg dat wij de oor¬ zaaken, waar door de Duinen v-oest zijn gebleeven aangeweezen, en de middelen hebben voorgedraagen , hoe dezelve zijn wegte.neemeu: hiermede daan ook in een onmiddelijk verband de Lasten , welke voortaan van deeze Gronden zullen moeten geheeven worden. Het zal aan ieder onpartijdigen, bij eene aandachtige leezing van het Eerde Deel van ons Rapport, overtuigend gebleeken zijn, dat de Lasten op de Duingronden niet kunnen blijven op den ouden voet, en dat ten deezen eene aanmerkelijke verandering en verbetering noodig is. Wij zullen de gebreken , die wij hierin ontdekt hebben, niet weder ophaalen C^}: het is alleen noodig, den algemeerien regel die in deeze Lasten gevolgd is, andermaal te doen opmerken; te weeten, dat de Duinen geacht werden geen beter en voordeeJiger Produót dan het Konijn te kunnen voort- (a~) Men $ie flechts ons Rapport D. I. bl. ÏS{}~' g. als ook de Bijlaagen zelve. ' * F 5 De uit- roeijing der Konijnen maakt reeds de verandering van Lasten noodzaaklijk.  go Ontwerp tot Z.e als vooren bl. 136. cn 130. De uit- loeijing der Konijnen maakt reeds de verandering van Lasten noodzaaklijk. voortbrengen, en dat gevolglijk derzelver waarde alleen bereekend wierdt, naar maate zij tot de Konijntcelt al dan niet waren aangelegd ( j Zie als vooren. Hierdoor vervallen de Remisfien aan KonijnDuinennaa 1  $a Ontwerp t»t (<* ) Zie als vooren. (£) Als vooren, bovenal flaa men de Bijlaags» Ba en Bb op, en de Coloin der Remisfien. Hierdoor vervallen de Hemisfien aan KonijnDuinennaa 1795. op een groot gedeelte Duinen te willen bevorderen. Degroridflag, waarop de Remisfien gegeeven zijn vervallende , zijn ook de Remisfien zelve vervallen. Het is onraooglijk dat het Beftuur ter zelfder tijd de volkomene uitroejing van het Konijn kan willen en niet willen, 't geen daadelijk het geval zou zijn, indien deeze Remisfien in haare volle kragt, en met de conditiën waarop zij gegeeven zijn, continueerden. Meent men, dat er nogthans op hec Gouvernement eene verpligting ligt, om de toezegging van vergoeding van fchade, naa 1795. aan het Konijn geleeden, door het doen vooreduuren der Remisfien, aan de Eigenaaren te vervullen; wij zullen niec herhaalen het geen door ons reeds is bijgebragc zo wegens het overbodig uitdeelen van dit faveur, en de verbazende ongelijkheid, die hierinbefpeurd worde (hebbende zelfs fommige Konijn-Duinen, die allen even zeer geleeden hebben, geene de minfte Remisfie genoocen,) als ook wegens het onmogelijke, dat hier door hec oogmerk van hec Beftuur kon bereikt worden. — Men kan niec genoeg in het oog houden, dac hec, uic hoofde der vernieciging van het Jagc-gerigc, onmooglijk zij, de Duinen even gepopuleerd als vooren ce behouden, en dus de voorige hooge Verponding door middel van hec Konijn, we-  yruchtbaarmctaking der Duinen. 53 weder aan het Land te bezorgen (ö). Heeft toenhet Beftuur door deeze Remisfien ; aan Particulieren fcbavergoeding tragten te , geeven voor het gemis van Konijnen, thans i is men overtuigd, dat de wijze waarop j men hun die fchade wilde vergoeden, geheel niet voldoende is : want indien de Eigenaars naa het expireeren der jaaren van Remisfie, weder de oude hooge Verponding zouden betaalen, en die uit den opbrengst hunner Konijn-Duinen moeten vinden, zouden zij het bekomen Faveur duur genoeg verkreegen hebben. Daar thans de ftaat der Duinen door de vrijheid van de Jagt veranderd is, draagc men andere middelen van fchavergoeding voor, naamlijk de Cultuur me: het aanbod van aanzienlijke vrijdommen: eene fchavergoeding die veel zekerer werkt, doch waartoe eerst het Konijn van hunne Duinen moet verdelgd weezen. Hier bij worden Eigenaars terftond van de voorige hooge Verponding ontlast, en genieten onmiddelijk weder Faveuren, veel grooteren langduuriger dan de voorige , en die als eene Continuatie van de voorgaande mogen gereekend worden. Alzo kan het ophouden der Remisfien, gelijk die thans gegeeven zijn, niet gereekend worden voor eene daadeiijke intrekking van het Octrooi. Dit zou dan eerst het geval weezen , indien daar bij den Eigenaaren wierdt opgelegd, om dezelfde hooge Verponding weder Jaarlij ksch («) Zie boven, bl. aj—25- Hier door vervallen de Remisfien aan KonijnDuinennaa 1795.  54 Ontwerp tot Verdere redenen voor eene geheele yerandering van Lasten. lijksch te betaalen, die zij hadden moeten opbrengen, voor zij de Remisfie genooten. Dan wierden Eigenaars weder in dezelfde nadeelige pofitie gebragt, waarin zij waren voor zij Remisfie genooten, 't geen voorzeker mee de billijkheid zou ftrijden. Hl. De gemelde Remisfien vervallen verklaard zijnde, als een onmiddelijk gevolg voorcvloejende uit de algeméene verdelging der Konijnen, kunnen eerst alle particuliere Duinen 20 vee^ de Ver¬ pondingen aangaat, uit een algemeen oog* punt befchouwd en behandeld worden: en het fpreckt reeds terfiond van zelve, dat de hooge Verponding der Konijn-Duinen als zodanig niet meer zal worden opgebragt. Gcpopuleerde en gedepopuleerdeDuinen zijn dan niet meer bekend, en draagen dus allen gelijk in de Lasten. Eer wij het bedoelde algemeen oogpunt aanwijzen, moeten wij nog eenige aanmerkingen bijbrengen over de Lasten, gelijk die tot hier toe geheeven zijn, zo ver de Verpondingen betreft. — Daar men de Duinen oordeelde geene waarde van eenig belang te hebben, wanneer ze geen Konijn opleverden, zo werden de blinde Duinen met (a~) Hier van zullen alleen nog moeten uitgezonderd worden vier gedepopuleerde Duinen ; zijnde de Berger Duinen, de zogenoemde Heeren Duinen onder Velzen, en die van Duivenvoorde en van der Does, beide onder Nooidwijlt; zo lang de Jaaren van de Oclroojen duuren , waarbij deeze Duinen paneel van Verponding gcliberecrd zijn. Zie ons Rapport D l, bl, 138—-141.  vruchtbaarmaaking der Duinen. 95 met eene zeer geringe fom belast van drie tot zes Stuivers per Morgen. En, daarj het Beftuur de onderneemingen ter Cnl-, tuur niet het minst begunftigde , en ZO' veele andere voornaame oorzaaken, als wijj hebben aangeweezen, de Eigenaaren hier van moesten affchrikken, was deeze Som ook voorzeker hoog genoeg. Maar wij geeven aan de andere zijde in bedenking, of dit ook niet medewerkte om de Bezitters hun Duin-eigendom van weinig aanbelang te doen befchouvven. Was dit hooger in Lasten gefteld geweest, het zou eene meerdere waarde in hec oog van den Eigenaar verkreegen hebben, en hij zou te meer zijn opgewekt geworden om te beproeven , of deeze Lasten niet uit zijn grond konden gevonden worden. Thans hadt hij die voor eene geringe fom verkreegen, cn deeze beziccing drukce hem zo weinig, dac hij gaerne, vooral naa de vernieciging van hec .(agegerige, deezen kleinen Lasc wilde opbrengen, ten einde zijnen lust tot de Jagt altoos op zijn eigen Grond te kunnen voldoen. Hoe veel meer was het te verwagcen dac Eigenaars zodanige Duinen niec zouden achcen, om daarop iets ce onderneemen , waar van zij geen den minscen lasc becaalden; gelijk de meesce ftrooken Duin, die ageer veele Hoflieden geleegen zijn (^)ï cn veele Duinen onder Katwijk en andere Diftriaen, als ook de BinnenDuinen van Haag-Ambachc Hoe Ca) Als vooren D. I. bl. 29. {t) Als vooren bl ip3- Verdere edenen 'oor eene ;eheele rerande.ing van .asten.  96* Omwerp tot Verdere redenen voor eens geheele verandering van Lasten, Hoe zeer het Beftuur zich fteeds moec wagten, den Land-Eigenaar door te zwaare Grondlasten te drukken, kan men Hem egter, door geene ofte geringe Lasten op zijn Grónd te leggen, zorgloos maaken, daar van eenige Producten te trekken. Duizende Morgens Heijden en Meenten in andere voormaalige Gewesten, zouden niec zo lang woest zijn gebleeven, indien zij met eenigen Last waren bezwaard geweest; en de Eigenaaren of Deelhebbenden hierdoor genoodzaakc waren geworden die met eenige winsc uit hunnen Grond vergoed ce krijgen. Wil men de Cultuur bevorderen , men flelle niet ééne bruikbaare roede Gronds vrij, dan alleen als een faveur voor eenige Jaaren, den Eigenaar toegezegd onder voorwaarde, dac hij den Grond defricheerc; waar op ons geheele Plan gebouwd is. Doch die Faveur, indien het den Eigenaar zal opwekken, moec voor hem belangrijk weezen; en die kan het geenszins worden, zo lang hij of niets, of eene niets beduidende Belasting flechts heeft optebrengen. Wil men deeze zo onwederleglijke grondregelen van applicatie doen zijn op te Particuliere Duinen, men zal gevoelen dac de Lascen eene geheele verandering moecen ondergaan. — Men moer zig voor eerse verwonderen , fommige Gronden ce hebben gevonden, waar van zelfs eenige goede Producten opleveren, die bij de Gaarders der Verpondingen geheel onbekend zijn. Dit vordert onmiddelijk de voor-  yruchthaarmaaking der Duinen. 97 vodrzicninr, van het Beltuur. Maar r n anderen : indien de Lasten der verdere Duinen op denzelfden voet bleeven , en de ge populeerde Duinen, bij hec 'befluic eer uit delging van hec Konijn, in Verponding verminderd werden, gelijk de overige hlin de Duinen; hoe weinig uitlokke-ids zou» den dan de Vrijdommen hebben Wit z m het baaten vrijdom ce geniecen, al ware hec geduurende 50 Jaaren voor de defri-, cheering van elk Morgen, dat mee vier of vijf Stuivers belast was. Vijf ig Morgens ter Cultuur gebragt, zouden den Onderneemer flechts ontheffen van eenen Last van tien of twaalf (ïuldens 'sjaars. De noodzaaklijkheid van het veranderen der tegenwoordige Lasten zal verders blijken , om dac dezelve , de meeste BinnenDuinen uitgezonderd, naar geen vascen maaeftaf berekend zijn. De eenige b. rekening die men hier volgde, was wed.T hec Product van het Konijn. In de voorige Eeuw waren alle de Nationaale Duinen voor het Konijn verpagt; en alleen naat deeze Pagt werdc de Verponding gereguleerd van de Duinen, die door Koop hl Parciculieren Eigendom overgingen. Hierom is van zo weinige Konijn Duinen eeni' ge grooee bekend. — Zij werden alleen bij zekere Morgentalen belasc, Wanneer zij blind werden gemaakc, 't geen ten aanzien Van de groote partijen meestal op een derde of vierde van de voorige Verponding Uitkwam. Daar nu geene Grondlasten mei eenige gewisheid en juistheid kunnen ge G lege Verdere re lenen vt r eene geheele veran le« ring van Lasten.  9 8 Ontwerp tot Verdere redenen voor eene geheele verandering van Lasten. plaats, dat men alles zonder onderlcneia hadt belast. Schoon men deeze Gronden oordeelde weinig waarde te hebben, wierd^n nogthans die Morgens, welke geheel onbruikbaar waren, in Lasten geliik gefteld met Morgens, waar van het alleszins baarblijklijk was dat zij tot de Cultuur gefchikt waren. Heeft men alle vaste Goederen , naar maate van hunne waarde, fteeds in Lasten doen verfchillen , hoe onbillijk is het dan een Eigenaar te doen opbrengen voor Gronden, die hem tot last in plaats van voordeel verftrekken. — Het zijn alle deeze redenen welke ons doen advifeeren, om het Quohier van de Verpondingen der Duin-Gronden te veranderen ; waar omtrent wij te minder geaarftld hebben, om dat men reeds lange eene herziening en verandering van alle Quohieren van Verpondingen als hoogst wenschlijk heeft befchouwd, en hiertoe bij het voor. maalie Beftuur van Holland een Befluic ge- Alleen zekere vasibcpsaldefom per Iflorgea te fteller. legd worden , dan naar de Morgentalen die zij uitmaaken, zo kan ook dit gebrekkige niet langer plaats grijpen. Ten aanzien van die Duinen, wier Lasten naar Morgentalen eenigszins berekend waren - hadt weder een ander gebrek vallen was. IV. Bij de inrichting van dit veranderd Quohier zal het vooreerst noodig zijn, dat de nieuw intevoerene Verponding op deeze Gronden, op de meest eenvoudige eri gemakkelijke wijze kan berekend en geïnd worden. Men moec beftendig in het oog  vruchtbaarmaaking der Duinen. 99 bog houden , dat de Vrijdommen aan her gecultiveerde te verleenen, bij gedeelten, naar manco van de Morgens die ontgonnen zijn , zullen aenooten worden; zo dat dë op br:ngsc van deeze Lascen eenige Jaaren naa den anderen felkens zal verfchillen. Die heefc geen plaats in de percepcie van Las ten van andere Gronden ., zelfs niet van zodanigen waarvan "oor eenigen tijd Remisfie is verleend : immers deeze Remisfien blijven geduurende den bepaalden tijd van den vergunden afflng dezelfde, maar worden niet celken Jaare vermeerderd of ver» minderd, 'c geen ten aanzien der DuinGronden, ingevolge het Ontwerp, ongetwijfLld zal plaats grijpen Om eene eenvoudige Calcule, die het minst voor misrekening vatbaar is, vast te ftellen , en zo wel den Eigenaars als den Gaarders der Verpondingen in deezen het meesÉ te faciliteeren ; is hec ons raadzaam voorgekomen , dac de gewoone wijze, waarop de Landen en Gronden in hec voormaalig Hollund zijn bclasc en aangcflaagen, ren deezen niec gevolgd worde; maar dat, met öphouding van alle Lasten die coc hier toe van de Duinen geheeven zijn, zo OrdinaL re als Extraordinaire, heele en halve Verponding, roolle en 20ofte Penn;ng,per Morgen flechts eene vastbepaalde fi^m worde gefteld, die c c verligting der Eigenaa ren naar derzdver keuze in één of cwee Termijnen 's Jaars zou kunnen betaald worden, 'c zij aan één of rwee Compcoiren, naar maace dac in elk Dsllricl de invordeG a ring Alleen zekere vas bepaal Je fom p^r Morgen te (tellen.  ioö Ontwerp tot Alleen zekere vastbejiaaldefv>m per Moigen te Hellen. ( Pc onbruikbaare Gronden voor altoos van La.stenvrij te ftellen. ring van ordinaire en extrordinaire Verpon* ding voortijds plagt te gefchieden. Door het opgeeven van deezen maatregel hebben wij reeds genoeg ons gevoelen aan den dag gelegd, om niet meer op den onzekeren voet te werk te gaan , waar naar le Lasten van veele Duinen gereguleerd zijn ; maar alles per Morgentalen te bereekenen. — Het zij echter verre, dar wij zouden meenen, dat alle Morgens zonder onderfcheid, gelijkelijk, en even zwaar zouden dienen belast te worden. Wij oor» deelen integendeel, dat het volftrekt noodzaaklijk zij, ren deezen opzichte de Duinen op de volgende wijze te ondcrfcheiden: Vooreerst in Gronden , die als onbruikbaare kunnen gereekend worden: ten anderen in Duinen die woest liggen, maar tot Beweiding, Cultuur of Beplanting gefchikt zijn: en ten derden in Duin-Gronden , die reeds ten nutte aangelegd, of tot de Cultuur zijn gebragt. — Naar maate van deeze drie onderfcheidingen zouden ook de Lasten dienen te verfchillen. V. Wij hebben bij onze plaatzelijke be» fchrijving duidelijk genoeg doen zien, dat wij een groot gedeelte Duin-Gronden van een fterielen aart befchouwden, en andei ren zo zeer verwaarloosd vonden, dat zij met de eerlle mogen gelijk gefteld worden. Hier onder moeten gebragt worden de Gronden, die van alle korst ontblooc, geheel raauw en kaal zijn, en in een verftuifbaa.en ftaat liggen; als ook alle Bergen , die twintig "en meerder Rhijnland- iche  vruchtbaarmaaking der Duinen. 101 fche voeten Hoogte hebben boven de laagere Gronden waar bij zij geleegen zijn ; en verders alle Gronden die voor de Cultuur geheel ongefchikt zullen bevonden worden. Wij zullen aan deeze Duinen den naam geeven van onbruikbaare Gronden; niet om dat wij dezelve voor allen gebruik ongefchikt achten, maar alleen om ze te beter te doen onderkennen van die woeste Duin Gronden, waar omtrent geen den minsten ewijfFel kan vallen, dac zij een nutte kunnen aangelegd worden. Wij zijn anders te zeer overtuigd van de waarheid van hec gezegde van den voorcreffelijken d e luc-, aan hec Hoofd van die Deel geplaatst (a), om eenig Duin als waarlijk onbruikbaar op te geeven. Er zijn geene Gronden, hoe raauw die ook wezen mogen, waar op men geene korst zal kunnen verkrijgen, en waar door zij dus naa ze- ke- fa} Dit Zeggen verdient te meer opmerking , om, dat de gemelde Schrijver, die een aanmerkelijk gedeelte van onze Vaderlandfche Gronden met een natuur- en Landbouwkundig oog heeft opgenomen en onderzogt, hetzelve onmiddelijk toepast op het geea zou kunnen ondernomen worden op onze DuinGronden, wanneer het Konijn verdelgd, cn de verftnivingen door het geleide der Natuur te volgen % volkomen herfteld waren, terwijl Hij ook door hut geheele derde Deel van d,it Werk aanwijst, en met verfcheidc voorheelden (laaft, het hoog belang, en alle de voordeelen , van de woeste Gronden in Afdeelingen te termineeren, en door middel van Co, Ion sten te doen defricheeren. Men zie inzonder-, heid van het gemelde Werk, torn. J.H. p. 73—;S. 83—100. 122—142. 412 — 4*4. 426 — 431. $u 456-463. G a De onbruikbaare Gronden voor altoos van Lasrenvrij te tleüen,.  los Ontwerp tot De on- bruikbaare Gi ouden voor altoos van Lanen vrij te fissen. keren tijd niet eenig product zullen kurr» nep voortbrengen; terwijl hec ten aan den der hooge Duinen en Zandbergen uit ons Rapport Qa) kan blijken, dat deeze door beplanting inct Houc coc een nuttig gebruik kunnen verltrekken Doch wij erkennen geredelijk, dat de Revenuen die van z d.ke Gronden komen, zo gering zijn en eers n :a verloop van zo veele Jaaren kunnen getrokken worden, dat ze niec gereekend kunnen, worden, den onderneemeren daalelijk voordeden aan te bren -en. Zelfs kan men toinwiden de gemaakte ko-ten voor den eeriten aanleg daar uit niet vergoed krijgen. Wij oordeelen hierom,dac dergelijke Gronden, vooral wanneer men daar aan kosren moet belteeden om hunne yerftqiving te beletten, voor den Eigenaar als een weZ'-ndlijk bezwaar, in plaats van voordeel moeten gereekend wqrden; en hebben hierom bij het algemeen ontwerp voorgeflaagen, dat hier op nimmer eenige Verponding of Last hoegenaamd zou behooren gelegd te worden. Wij meenen dat zulk een maatregel, waar voor reeds de billijkheid in alle opzichten plek, te meer ZOU dienen gevolgd ie worden, uit hooide van de Belasting op dc woeste Duin Gronden, die tot Hijpotheek van de Intresten de Negotia'.ie zou moeten ftrekk >n: van welke Belasting wij in her voorig Hoofdd. § iX. reedsgefprp .ken hebben en die wij iu d( v ilgende §. nader zullen opgeeven, In- (* ) Deel L bl. 161. tn 'tja.  yruchtbaarmaaking der Duinen. 103 Indien immers al het woeste, het onbruik baare zo wel als het bruikbaare, gelijkelijk op eene buitengewoone wijze belast werdt; dan zou de toezegging van Vrijdom van deeze Belasting flechts gedeeltelijk kunnen werken, en men zou iets den Eigenaaren belooven , onder voorwaarden , aan welke zij niet konden voldoen. Wilde men het onbruikbaare hier niet geheel uitzonderen , men zou Faveuren toezeggen, die onmooglijk te verkrijgen waren: en dit kan het Bataafsch Gouvernement niet willen. Het zij egter verre, dat wij den Eigenaar-n door deezen maatregel zelve aanleiding zouden willen geeven, om deeze, door ons tot meerdere onderfcheiding genoemde , onbruikbaare Gronden , ongebruikt te laaten liggen. Wij willen hun door Aanmoedigingen hebben opgewekt, om hier van, door Beplanting met Hout als anderszins partij te trekken; en hun in de daar toe te impendeeren kosten te gemoed komen, door hun voor elk Mor" gen van deeze onbruikbaare Duin Gronden, 't geen zij kunnen aantoonen zodanig te hebben aangelegd, dat daar van eenig Product kan worden getrokken; iafflag te verkenen van één Morgen in de Belasting , die op hunne bruikbaare woeste Gronden is gelegd. VI. Heeft men op de gezegde wijze de onbruikbaare Duin Gronden voor de Ei naars van allen last ontheeven; dan eerst, gelijk wij ftraks reeds aanvoerden, zal op bruikbaare woeste Duin-Gronden de buiG 4 ten- De onbruikbaare Gronden voor altoos van Lasten yrij te [tellen. Hoeda- ïig de jruikbaa•e woeste Duinen te. lela-sterv  104 Ontwerp tot TToeda- pig de bruikbaare woeste Duinen te belasten. ten?:ewoone Belasting, waar van wij reeds meermaalen gc'prook.n hebben , kunnen, gelegd worden , over wier billijkheid en de wijze van invordering wij onze nadere confideratien thans zullen opgeeven. Alle Belasting op vastigheden en Gronden moet geëvenredigd zijn naar de waarde van deeze Goederen. Op dit beginfel bouwende, hebben wij eene altoosduuren* de vrijltelling van het onbruikbaare voorgefteld, om dat dit voor den Eigenaar geene de minste waarde heeft. Ingevolge dit Grondbeginfel komt dus in het belasten van het bruikbaare, dac nog woest ligt, voor eerst in aanmerking, van welk eene waa'de dit bruikbaare thans moet gereekenc worden: niet in hec oog van den Eigenaar , wanc die is nimmer van eenige Goederen te bepaalen , maar naar maace van de voordeelen, welke hier van door den Eigenaar kunnen getrokken worden. Daar wij nu alleen van zulke DuinGronden fpreeken, dia ten nutte kunnen aangelegd worden, zo meenen wij dac het mo gelijke om hier van goede Revenuen te verkrijgen, door hec Eerfte Deel van ons Rapport beweezen is. Doch hoe aanzienlijk moec de waarde deezor Gronden rijzen, wanneer de door ons aangewcezene belemmeringen in de Duin-Cultuur zi n weg genoomen; cn bovenal wanneer alle de Vrijdommen ter bevordering dier Cultuur VQorgeflaagcn , da.;r aan g.megc, en een g. noeg/aam voorfchot eer vestiging YfD, Colonisten op deeze Gronden kan verkreeg  vruchtbaarmaaking der Duinen., 105 kreegen worden. Viel het een Eigenaar van utcgeftrekte Duin-Gronden te vooren hoogst bezwaarlijk, zo niet ondoenlijk, van al het bruikbaare winsten te trekken, thans wordt hem dit van alle zijden gemakkelijk gemaakt, en het hangt flechts van zijnen wil af, om zich deeze voordeelen te bezorgen Het is dus reeds de vermeerde waarde van deeze Gronden, welke eene hoogere Belasting, dan die thans daar opgelegd is, noodzaaklijk maakt: eene hoogere Belasting, die ook terftond moest volgen door de vrijflelling van het onbruikbaare, 't geen altoos met het bruikbaare gelijkelijk was aangeflaagen. Ten anderen: Het Beftuur zo kragtdadig en langs zodanige wegen, als wij in het voorig Hoofddeel hebben aangeweezen, de Duin Cultuur bevorderende, heeft in deezen alleen op het oog het meerder geluk des Bataaffchen Volks. En daar dit niet volkomen kan bereikt worden, zonder veele en langduurige Vrijdommen , en ook zonder het noodige voorfchot aan Colonisten, zo is het aan de wijsheid en macht van het Vertegenwoordigend Lighaam overgelaaten, de middelen tot dit voorfchot te vinden. Oordeelt Hetzelve hiertoe de geconcipieerde Negotiatie te kunnen arreftee' ren, niets is billijker en redelijker, dan dai de Belasting, tot het daarftellen van eer Hijpotheek tot meerdere fecuriteit der \n~ tresten voor deeze iNegotiatie te crëeren. gelegd worde op de fchouderen van hun, die van alle deeze "maatregelen onmidde' ' Q 5 UJi Hoedanig de bruikbaarewoeste Duinen t« belasten.  ioö Ontwerp tot Hoedanig de bruikbaarewoeste Du nen te belasten. lijk de individuele voordeelen kunnen ge» nieten, indien zij flechts willen. Eene Belasring die geene de minste drukking ver* oorzaokt: want daar wij ons oogmerk reeds duidelijk genoeg hébben te kennen gegeeven , dac hij die dit woeste defricheerc, daar van zoude oncheeven worden, en daarenboven in alle de meergemelde Vrijdommen dcelen, zo zal 'dit niet langer behoeven te drukken, dan de Eigenaar zelve begeert. Nog meer: daar hec Befluur niec langer de Duin-Gronden miskent; van derzelver waarde overcuigd is, en zo veele aanbiedingen doet om hec woeste tot Cultuur te doen brengen, zo zal Hetzelve hier door zichtbaar zijn wil en oogmerk aan den dag leggen, dac hec woeste niec langer voor de Natie renteloos blijve liggen. Komt het dan een Eige*naar, om welke redenen ook, verkieslijk voor, van alle de gunstige beichikkingen die ook ten zijnen voordeele zo regtsltrecks genoomen zijn, geen gebruik te maaken ; lchept hij behaagen om zijn woescen Grond woesc te laacen, en alle de Producten die hetzelve thans zou kun. nen opleeveren, aan de Natie te onthouden, dit zal het Beduur niec onverlchillig kunnen aanzien: neen maar, het zal dj Natie eenige voordeelen van die woeste moeten bezorgen, en hierom door middel van eene Belasting, dU wij geoordeeld hebben , dat voor hun , die hunne woeste Gronden niet gebruiken , toe aan het vijfde jaar moest accresceeren, aan 's Lands Kas die penningen doen verflrekken, welke  vruchtbaarmaaking der Duinen. 107 We dezelve anders langs meer verfchillende Wegen door de Cultuur van dit woeste zou bekomen hebben; terwijl ook het Beftuur zicri als dan kan ontheffen van allen verwijt, dat het met langer gelijk cot hiertoe plaats hadt, door eene niets beduidende Belasting, de Eigenaaren hunne Gronden doet befchouwen als van eene zeer geringe waarde, en als geen winstgeevend goed ( a). Alle deeze bedenkingen (leunen onzes inziens zo zeer op gronden van billijkheid, dat wij geenzins cwijffelcn of zij zullen door een ieder, hoedanig hij ook het regt van Eigendom moge beichouwen, toegeftemd worden: zelfs oordcelen wij in deezen de meestgemaatigde voorflagen te hebben gedaan. - De opgeo;eevene maatregelen zijn alzo eensdeels gegrond op de noodzaaklijkheid, om eene Belasting te vinden tot een waarborg voor de Intresten eencr Negotiatie ter bevordering van deeze Cultuur; en zullen ten anderen tot fpoorflagen dienen voor Eigenaars om handen aan het werk te flaan: weshalven zij van meer dan eene zijde de zekere ftrekking hebben om het groote doelwitte treffen. De Belasting op het bruikbaare woeste, hebben wij om al het bijgebragte bij het Plan gefteld op één Gulden hec Morgen. Zo veel wij naar maate van de Duinen, wier Morgentalen bekend zijn , hebben kunnen bereekenen, zal thans elk Morgen ge- t>) Zie onze Aanmerkingen deswegens, boven bl. SS- en §5. Hoedanig ie bruikbaareivoeste Duinen te belasten.  ïoS Omwerp m '• Hoedanig «ie bruik baare voet te Duinen te belasten. gedepopuleerd Duin, het onbruikbaare zo wel als hec bruikbaare, ongeveer vijf of zes Stuivers belast wezen; doch door de vrijflelling van alle de onbruikbaare Morg ns, die wij door één genomen op twee derde ftciien, zou volgens de oude Lasten het bruikbaare reeds moeten gefield worden, waarfchijnlijk op 15 Stuivers het Morgen. Daar nu door de te neemene maatregelen elk van deeze Morgens meerder waarde bekomt, zo hebben wij gemeend de Belasting niec laager ce mogen Hellen.— Nogthans oordeelden wij dac deeze Belastirg niec voor alie Duingronden dezelfde kon zijn: immers dac die Eigenaars, welke gereed zijn hunne woesce Gronden ce defricheeren, en van de gunflige Aanbiedingen vr.n hec Beduur gebruik ce maaken, in deezen moecen onderfcheiden worden van die Eigenaars, welke hunne Gronden in den zelfden flaac van woescheid laacen liggen. Ter aanmoediging van de Eerflcn heb. ben wij gemeend, onder de noodige bepaal.ingen bij hec Plan opgegeeven, dac elk van hunne bruikbaare woeste Morgens, toe zo lang alle hunne Gronden gedefricheerd zijn, flechts met de helft of 10 Stuivers per Morgen zou belast worden; doch dac zij , die niets ter Cultuur onderneemen , teidord naa hec eerde Jaar van de in wer. king brenging van het Plan, de volle Bobs: ing van één Gulden per Morgen zouden opbrengen ; en dac deeze Belasting, toe dac zij handen aan het werk zouden daan,  vruchtbaarmanking def Duinen. 109 Haan, t'elken Jaar met één Gulden zou ver hoogd worden tot aan het Vijfde Jaar: zullende, wanneer zij als dan nog niet be gonnen hadden, deeze Belasting van ƒ 5 per Morgen daar op blijven, tot zo lang zij bunnen Grond ten gebruike zullen aanleggen. — 'c Geen wij in deeze §. reeds in het breede hebben aangevoerd, zal onzes oordeels de billijkheid van deezen maatregel ten vollen doen erkennen. VII. De voorfchreevene Maatregel zou zich moeten uitdrekken tot alle Duin-Gron den, waar ook geleegen, het zij die als Binnen- Midden- of Zee-Duinen gerekend worden. Immers daar wij bij ons geheel Rapport, zo in dit, als in het voorig Deel hierin geene onderfcheiding gemaakt hebben, fpreekt het van zelve, dat deeze ook hier niet te pas komt. Het Beduur laat zich geleegen liggen aan de Cultuur van alle bruikbaare woeste Duingronden , en moet dus geacht worden, de maatregelen die dit kunnen bevorderen, omtrent alle te willen daardellen. Wij moeten alleen bijbrengen, dat het ons is voorgekomen, dat dit alles ook betrekkelijk zou moeten gemaakt worden op Landen in het voormaalig Holland, die als Geestgronden bekend daan. Dit is te noodzaakelijker, om dat in meer dan één DiflricT: aan fommige gedepopuleerde Dui' nen, en vooral aan Binnen-Duinen de naam van Geestgronden wordt gegeeven. He) viel ons meermaalen moeilijk, bij ons Rap' pon Hoedanig le bruikjaarevooste D'iinen te x-lasten. Deeze !eiastmg ot alle Duingrondenuittertrek ken.  ilo Ontwerp tot Deeze Bcbf ring tot alle Puin Gronden iiitteftrek leen. port (a~) Duinen van Geestgronden te doen onderkennen, omdat deeze benaamingen dikwijls met eikanderen verwisfeld worden. Daar nu de Geestlanden fteeds onder de min vruchtbaare Zandgronden geacht worden, doch Voor zo verre zij bruikbaar en voor verbetering vatbaar zijn, wel degelijk vallen onder de aandagt en zorg van het Beduur; zal mee deeze even als mee alle de overige Duingronden dienen gehandeld te worden. — Wilde men de Geestlanden , althans in die Didriclen waarin Duinen geleegen zijn, hier van uitzonderen , aan hoe veel onzekerheids zou men zich vinden blootgefleld, bij het in werking brengen van het algeméene Plan. Sommige tigenaars, gaerne hunne Duinen Willen'e houden op den ouden voet, zouden, vooral wanneer het Binnen-Duinen waren, die als enkel Geestgronden op« geeven, op welke dcrhalven deeze maatregelen niet konden geappliceerd worden. Arderen zouden ook veelligt den naam vari Klingen, die aan blinde Duinen altoos gegeeven is, in de betekenis van Geestgronden willen opvatten, en dus mede oordeelen te moeten uitgezonderd worden; zo dat de ed°le bedoelingen van het Beduur door alle deeze uitzonueringen niet weinig zorden verijdeld worden. Wij moeten nog reden geeven , waarom wij deeze Belasting en de verdere opge* geevene maatregelen op elk bruikbaar Morgen Qaj Zie Deel I. bl. 28, 97. en 140.  vruchtbaar maaking der Duinen, i 11 gen zonder onderfcheid wilden doen werken. — Wij erkennen dat niet alle deeze Morgens dezelfde waarde zullen hebben, en dat die zal verfcbilLn naar gelang van de natuur der Gronden, en derzelver afgelegenheid van, en nabijheid aan Vaarten. — Doch wij zagen het hoogst bezwaarlijk, in, om in deezen eene juiste bereekenmg te vinden; en bij de applicatie zouden ook zeer veele, langduurige en kostbaare opneemingen hiertoe noodig zijn , die nog tot veel beklag van Eigenaaren, welke hunne Gronden zouden meenen te hoog getauxeerd te zijn, aanleiding zouden geeven. Wij hebben hierom liever in dit opzicht de oude wijze van Belasting der Duinen willen volgen, waarin ten aanzien der Verponding van blinde Duinen zo weinig onderfcheid is in acht genomen. Veele Binnen • Duinen, die gunftig geleegen zijn, en weinige hoogten , of raauwe gronden hebben, zijn naar de Morgens gereekend, niet hooger belast dan Buiten - Duinen, waar van het tegendeel plaats heefc, en die zich zelfs tot dicht aan Zee uitftrekken. Daar nu het onbruikbaare niet meer in de Lasten zal gereekend worden, zo meenen wij dac de ongelijkheid een deezen opzichce veel mindeï zijn zal dan ce vooren. Ten anderen : de Belascing, voor zo verre die t'elken jaar coc aan hec Vijfde Jaar zal accresceeren, ftaac geheel niec gelijk met andere Grondlasten, waar van men zich niec kan oncheffen; om dac deeze niet lan- Deeze Selasting :ot alle Duingronden.litteftrete» ten.  H2 Ontwerp tot t Deeze Belasting tot alle DuinGrondenwitteftiekken. Hoe eene alg.-meene Karrt te bekomen. langer behoeft te duuren, dan het de Eigenaar zelve wil. Deeze Last wordt gelegd om voordeelen te kunnen bekomen, waarop de Eigenaar des begeerende aanIpraak kan maaken: ten deeZen opzichte ftaan alle deeze Gronden met eikanderen gelijk. De Vrijdommen en het noodige Voorfchot kunnen zij allen gelijkelijk bekomen ; hier in zal de ééne Grond niet boven den anderen bevoorregc worden. Deelen zij dus gelijkelijk in de Voordeelen, zij moeten ook gelijkelijk in die Lasten draagen, welke ter bekoming van deeze voordeelen daar op gelegd zijn. Men zou egter het oogmerk, om al het woeste te doen gebruiken, geheel zien te leur gefield, wanneer men bij de opgegeevene maa-regelen berustte. Sommige Eigenaars zouden veelligt meenen te kunnen voldaan, wanneer zij flechts eenige weinige Jaaren hunne woeste Gronden defrïcheerden , en zouden dezelve vervolgens Weder nutloos kunnen haten liggen. Hierom was het noodig te bepaalen, dac hij die de Gronden, welke door hem ontgonnen waren , vervolgens woest liet liggen , ook terftond weder de Belasting van één Gulden, invoege als vooren opklimmende tot aan het vijfde Jaar, zou moeten betaalen voor elk Morgen, dat hij weder aan den ftaat van woestheid hadt overgegeeven. VIII. De onderfcheiding in onbruikbaars en bruikbaare Morgens, in de drie laatfte voorgeflagen, en waarop het geheela Plan ten aanzien van Aanmoediging, Onthef-  vruchtbaarmaaking der Duinen. 113 heffing en Belasting gegrond is, fchijnt aan veele zwaarigheden onderworpen te zijn. — Hoe deeze opgaave te verkrijgen? Zal dit alles door Landmeeters moeten gemeeten worden? hoe verbaazende kosten zal dit beloopen ? en fchoon alle deeze kosten tot een zo gewigtig oogmerk niet moesten gefpaard worden ; hoe veel tijds zal er ver* loopen, eer dit alles zal zijn afgemeeten, eer dus het Plan in werking kan komen? Deeze en nog meerdere vraagen zou men gaerne beantwoord zien. De hier tegen in te brengene zwaarigheden zijn ook bij ons opgekomen en door ons overwoogen ; en wij meenen te kunnen aantoonen, dat de wijze, waarop die bij het Ontwerp zijn weggenomen, zeer weinige inconvenienten heeft. — Doch daar wij thans moeten fpreeken van het bepaalen van de Hoegrootheid der Duinen, zal het hier eene voegzaame plaats zijn, vooraf onze gedachten mede te deelen over de Meeting en Kaart van alle de Duin-Gronden, die eenmaal noodwendig zal moeten volbragt worden. Het Eerfte Deel van ons Rapport heeft overtuigend doen zien ( a ) , dat de Belendingen van veele Eigendommen onbepaald zijn-, dat de Limieten van andere Gronden, zo als die door de Eigenaars waren opgegeeven, aan veele twijffclingen onderheevig zijn-, en dat hier door, ter plaatze waar dit duistere of quaïftieufe aan de Na- tio- (a~) Zie het geheele eerfte Hoofddeel, vooral tl 31 » 32» 44 > 45» 59- en^63. Hoe eene algeméene Kaart te gekomen.  ii4 Omwerp tot Hoe eene algeméene Kaart te bekomen. cionaale Duinen grenst, het Nationaal Eigendom zelve geheel niec kan bepaald worden — Het Refluur zal met ons volkomen gevoeien ae noodzaaklijkheid, dat dit alles eenmaal beflisc worde : en daar Herzelve de Goederen der Natie adminiftreerc, kan Het niec langer cwijffelagcig laaten, wat gerekend moet worden aan de Natie wettig toe te behooten, wat niet; terwijl ook zonder deeze beflisfing zulke Gronden naar geen vasten regelmaat kunnen belast worden. — Ten anderen: zal dan ook de weg tot gefchillen tusfchen nabuurige Eigenaars afgefnceden, en daarenboven eene groote belemmering aan de Cultuur weggenomen Worden. Veelen immers, wier'Limieten onbekend of onzeker zijn, worden ce rug gehouden hec qurescieufe ce defricheeren of te gebruiken, een einde door deeze daad van prosfesfie in geene ongelegenheid ce koomen; en alzo blijft hetzelve woest liggen. Op veele ftrooken Duin ageer de Landen en Hoflieden geleegen O), waar omtrent het ook volftrekc noodig is hec Eigendom ce beflisfen (b), zou men zeker hec Houc, aldaar van zelve opgeflaagen, hakken, en dus die geboomce niec langer tot deszelfs bederf doen ftaan, indien men niec omcrenc den Eigendom in hec onzekere was. O) Rapport D. I. bl. 29—31. (l>) Deeze ftrooken zouden veelligt het besf kunnen gelaaten worden aan de tegenwoordige praet-nfe Eigenaars . mids komende onder het algemeen Ontwerp van Belasting.  yruchtbaarmaaking der Duinen. 115 was. Deeze bcflisfing van het quseftieufe kan niet gefchieden zonder meeting; zonder dat ér eene Kaart geformeerd worde, waar op de groote Eigendommen, waar omtrent de meeste twijffelingen vallen, zouden kunnen aangeweezen worden. Dit hadden wij van den beginne van ons onderzoek af ons voorgelceld, en hebben hierom alles tragten optedelven, wat wij van de Grootte cn Limieten der Eigendommen, als mede van de bewijzen van Eigendom konden te weeten komen; en vooral ons toegelegd, alles wat wij van Aftekeningen en Kaarten konden magtig worden, bij één te zamelen O). Wij vertrouwen door die alles hec Werk der Meeting zeer veel gepraepareerd te hebben; terwijl de redenen, waarom wij de algeméene Kaart niec hebben kunnen doen vervaardigen , door ons bij het voorig Rapport mede zijn opgegeeven (£). - Hoezeer wij echcer in den beginne in de opinie ge* verfeerd hebben, dac zulk eene algeméene Kaart hec beraamen van algeméene maarregelen toe Cultiveering der Duingronden moesc voorafgaan ; zijn wij naa het gedaane onderzoek na den loop en de weccigheid der Eigendommen, bij nader inzien overcuigd geworden, dac men wegens de Parciculicre Eigendommen genoeg opheldering heefc bekomen , om hec geheele? Omwerp van deeze algeméene Kaart nieïE af- Men zie het geheele Eerfte Hoofdd. afsveorês? f>3 Als vooren, bl. 40. en 41. H $ Hoe eesj algemevne Kaait te bekomen?  li6 Ontwerp tot Hoe eene algeméene Kaart te bekomen. afhangHjk te maaken. Indien men vooraf vati Landswegen alles wilde doen opmeeten; indien men bovenal op eene algeméene Kaart naauwkeurig wilde aangeteekend hebben, wat, en waar bruikbaare Gronden zijn , hoe veel kosten en tijd zouden hier toe moeten befteed worden, zonder dat er daadlijk eenig Vrucht gebruik van de Gronden werdc getrokken. Wij zijn cc meer in die gevoelen verfterke geworden, omdatonzes oordeels eene afzonderlijke Meeting thans kan worden uitgewonnen, uit hoofde dac hec Vercegenwoordigend Lichaam in den voorleeden Jaare, ingevolge deszelfs Dcliberatien over de Verdceling der Republiek in Departementen, Ringen en Gemeenten, beflooten heeft, dat eene algeméene Meeting der geheele Republiek zou gefchieden. Van deeze Meetingoordeelen wij, dat alleszins toe het gemelde oogmerk partij kan getrokken, en dus veele kosten kunnen befpaard worden; waarom wij hebben voorgeflagen, dat den Landmeeters, toe de groote Meeting geëmplojeerd wordende, in wier aangeweezen gedeelte eenige Duin-Gronden geleegen zijn, zou kunnen gelast worden deeze Gronden mee de meeste naauwkeurigheid öptemeecen; en hun qualificacie kunnen verleend worden, om gebruikte maaken van alle die Kaarten en Documenten, welke door de Commisfie zijn opgezameld; terwijl als dan Je bcflisfing van quajstieufe Belendingen tevens zou kunnen gefchieden. JX. Meenden wij dac van de Algeméene Kaarc,  yruchtbaarmaaking der Duinen. 117 Kaart, het in werking brengen van het Plan niet behoefde aitehangen, nogthans oordeelen wij dat in deezen niets kan be gonnen worden , zonder dat men eene opgaave heeft bekomen van de bruikbaare Morgens, welke ieders Eigendom uitmaaken. — Indien deeze opgaave alleszins volkomen en naauwkeurig zou zijn, zou dezelve alleen door Meeting en Kaart kunnen verkreegen worden. Doch hier tegen militeeren ade die zwaarigheden , welke ftraks reeds zijn opgegeeven ; terwijl men daarenboven hiertoe veele en onderfcheide Landmeeters zou moeten gebruiken, in welke allen men niet kan onderdeden genoegzaatne kunde, om het onbruikbaare van het bruikbaare naar billijkheid te onderfcheiden , en die ook ten dien einde niet met de noodige volmagt voorzien konden zijn. Hiertoe worden Lieden gevorderd die volkomene kennis hebben van den verfchillenden aart der Duin-Gronden, en die derzelver gefchiktheid of mindere gefchiktheid tot Cultuur, Beweiding of Beplanting, uit hunne praéticaale kennis en ondervinding kunnen bcoordeelen. Onder deezen worden er gevonden, die teffens door oeffening en opmerking eene hebbelijkheid hebben verkreegen , om van Gronden , die door hun naauwkeurig zijn nagegaan en opgenomen, de groote en Morgens mee zo veel juistheid optegeeven, dat wanneer deeze Gronden vervolgens gemeeten worden, de opgaave van deeze Lieden bevonden wordt, naauwlijks eenige Roeden te verH 3 fchil- Hoe eene opgaaf van het bruikbaare te verkrijgen.  Hos eene bpgaaf Van het bruikbaare te ver krijgen. i i ( t I 1 HZ Omwerp tot fchillen Worden niet meermaakn op zodanige wijze Landen en Hoflieden getanxcerd. Wij erkennen dac deeze maatregel den fchijn van willekeurigheid zal hebben, maar dewijl de bepaaling van het aantal bruikbaare Morgens in onderfcheiding van de onbruikbaare, onzes oordeels, onvermijdelijk noodzaaklijk is, om hec geheele Scelzel van Vrijdommen en Belastingen te laaten werken, zo moet noodwendig deeze bepaaling aan eenige deskundige Lieden worden toevertrouwd; en wij zien geens. zins in, dac hier meer willekeurig Zou behoeven gehandeld te worden, dan in het Verhoogen der Verponding van Huizen die aanmerkelijk gcamelioreerd zijn. Immers de bepaaling van deeze meerdere Verponding hangc alleen af van de meerdere waarde, Welke zij, die coc hec verhoogen van deeze Verponding gequalificeerd zijn, oordeelen, dac zulk een Huis door de amelioratie verkreegen beeft; 't geen dus alcoos voor eenige willekeurigheid vacbaar is. In hec voor handen zijnde geval is hier voor minder te freezen, om dac men niec eiken woescen 3rond naar müate van zijne waarde zal behoeven te tauxeeren ; maar flechts de on« krfcheiding, wat bruikbaar, wat niec bruikbaar is, zal moeten in achc neemen. Wij hebben reeds opgegeeven, wac voor mbruikbaar moet gerekend worden (a), n die zal nog mder kunnen bepaald en >rhfchreeven worden in de lnfiructie, waar an deeze Gtcmplojeerden zullen moecen voorCs ) Zie boven bl. 100. en lei.  yrachthaarmaaking der Duinen, 119 voorzien weezen. Bij deeze ïnftru&ie zal zo veel mooglijk moeten gezorgd worden, dat gemelde Gëemploieerden niet partijdig handelen, nog ten nadeele nog ten voor deele van eenige Eigenaars. Mogten zij bevonden worden, in hunne opgaave van eenigen Grond naar gunst of ongunst te werk te zijn gegaan, als dan zou die Grond ten hunnen kosten opgemeeten, en zou hun zulks bij de Inftruftie kunnen opgelegd worden. Verders vertrouwen wij bij het Ontwerp eiken Eigenaar, die wegens de gedaane opgaave van de bruikbaare Morgens zijner Duin-Gronden zich bezwaard mogt achten, genoegzaame gelegenheid te hebben gefteld, om zijn bezwaar intebrengen; en wanneer de gegrondheid van hetzelve mogt gebleeken zijn, daaromtrent redres te bekomen. Het zal veelligt raadzaam zijn, ten einde alles op een gelijken voet beoordeeld en behandeld, en de meeste onpartijdigheid in acht genomen worde, dat alle de Duin-Eigendommen door dezelfde Perfoonen worden opgenomen , waar toe flechts twee of drie Lieden zouden behoeven gëemplojeerd te worden. Ten aanzien van den Tijd en de Kosten, die tot deeze opgaave zouden noodig weezen , moeten wij doen remarqueeren , dat de Infpeclien van alle de Duinen, zo wel het Nationaal Eigendom als dat van Particulieren, door ons verrigt zijn in niet meer dan 22 dagen. Wij erkennen, dat tot deeze opneemingen vijf jaa zesmaal meer tijd zal vereischt worden, doch men houde H 4 ook Hoe een» opgaaf van bet bruikbaare te verkrijgen.  *2ó Ontwerp tot Hoe eene npgaaf van het bruikbaare te ver krijgen. Hoedanig het reeds Gecultiveerde cn Beplante te beiasten. ' ook in het oog , dat de Nationaale Dui. nen, die door ons mede geinfpedteerd wa. ren, hier niet in aanmerking komen, en - dat de opneeming alleen zou gaan over de Particuliere Eigendommen. Zo verre wij nu uit het geen wij bij onze Infpeétien in perfoon hebben ondervonden, kunnen opmaaken, meenen wij dat door één gerekend, ongeveer 300 Morgens zonder onderfcheid van bruikbaare of onbruikbaare, op éénen Dag met de vereischte naauwkeurigheid zullen opgenomen, en het getal van bruikbaare Morgens daar van zal kunnen opgegeeven worden; en zou iets dergelijks bij een Artikel in de Inftruétie van deeze Cëemplojeerden kunnen bepaald worden. — Indien wij dan onderdellen, dat alle deeze opneemingen aan dezelfde Perfoonen uiterlijk ten getale van drie werden gedemandeerd, zou alles in den tijd van ruim twee Maanden verrigt weezen; en alzo zouden de reis- cn teerkosten, benevens zeker daggeld van vier of vijf Gulden voor de Cëemplojeerden circa ƒ 1000. bedraagen: welke Som als onmiddelijk tot dc uitvoering van het Plan behoorende, uit de te arredeerene Negotiatie aan den Lande zou kunnen uitgekeerd worden. X. Tot hiertoe hebben wij alleen gefprooken over de wijze van Belasting van het geen thans woest wordt gevonden. Doch hier cn ginds zijn op de eigen Duinen, die in Verponding draagen, eenige gedeelten beteeld of beplant, op welke -de opgegcevene maatregelen niet kunnen  vruchtbaarmaaking der Duinen, isi nen gëappliceerd worden. Natuurlijk rijst dus de vraag op, hoedanig zullen deezen voortaan in de Lasten draagen? Wij zullen niet ftellig bellisfen, of de oude Lasten hierop zouden moeten blijven, dan of hier in verandering behoorde gemaakt te worden. Dit zal afhangen van die algeméene bepaalingen, volgens welke de Belastingen op de onroerende Goederen overeenkomstig de Staatsregeling Art. 210. lett. a. naar een verbeterd Quohier zullen gereguleerd worden. De wijze van Belasting van Landen en Gronden, door de Burgers Siccama en van Rees opgegeeven (a), volgens welke de Lasten op de Landerijen zouden blijven op den tegenwoordigen voet, komt ons wel aanneemlijk voor; doch de bedenkingen door de gemelde Burgers hier voor aangevoerd, zijn voornaamlijk van applicatie op gewoone Landerijen, waar van men reeds t' eenigertijd zekere waarde heeft kunnen bepaalen. Dit is het geval niet van de woeste Gronden die thans gedefricheerd zijn: deeze zijn als Gronden van geene waarde aangeflaagen, en naa dat zij waarde hebben verkreegen , op denzelfden last gebleeven. Doch wij herhaalen, hier omtrent de algeméene te maakene bepaalingen niet te willen vooruitloopen. Zeker nogthans is het, het zij dat men de fa) In derzelver Rapport overeen Plan van Al gemeene Belasting, op last van het Beftuur ont worpen, en in Druk uitgegecven, bl. 15—18. H 5 Hoedanig het reed» Gecultiveerde en Beplante te belas- j ten.  I2ft Ontwerp tot Hoedan;g het reeds Gecultiveerde en Bipiante te belasten. de oude Belasting bchoude, 't zij men die wil veranderen, dat uit hoofde van de wijze, waar op het woeste volgens ons Ontwerp zou belast worden, hier eene fplitfing moet gefchieden van de reeds gedefrichcerde Gronden. — Hoe zeer wij nu reeds hebben aangetoond dac de meeste Duinen niet naar Morgentalen zijn aangcflaagen, meenen wij egter uit de tegenwoordige Lasten te mogen berekenen, dat dit, zo het Ordinaire als Extraordinaire te zamen gevoegd, op 5 Stuivers per Morgen kan gefield worden. Deeze fora zou op elk reeds gedefricheerd of aan anderen verhuurd Morgen kunnen gelegd; en zouden ook hieronder alle zodanige reeds gebruikte Gronden , welke geheel nie: zijn aangcflaagen, moeten gebragt worden, tot dat bij de algeméene bepaalingen van het verbeterd Quohier, hier omtrent nader zou mogen bcflist worden. Ten aanzien van de Duin-Eigendommen, welke naar Morgentalen zijn aangeflaagen , 't geen op bijna alle de BinnenDuincn plaats heeft, zou op de reeds gecultiveerde of beplante Morgens de oude Last kunnen blijven; en die Eigendommen , welke of reeds geheel gebruikt waren, of waar van niet meer dan één Morgen woest lag, zouden in de Lasten geheel geene verandering behoeven te onderdaan, — De opgaave van het aantal der reeds gebruikte Morgens zou kunnen ver- kree- C") Zie boven bl. 97 en oS.  vrucktbaarmaaHng der Duinen. fcreegen worden op dezelfde wijze, en ter zelfder tijd, als van de woeste Gronden; bevoorens door ons is voorgeflaagen ; 't! geen te minder bezwaarlijk zal zijn, om i dat op de Buiten-Duinen, die de grootftc j uitgeftrektheid hebben, maar enkele gedeelten worden gevonden, waar van partij is getrokken. Hier bij zouden de daartoe Gëemplojeerden teffens moeten onderzoeken en opgeeven, welke gedeelten door Eigenaaren aan anderen in Huur of Erfpagt gegeeven zijn , en voor hoe veel 's Jaars; ten einde dit alles te kunnen overleggen aan die Commisfie of Perfoonen, aan welke de inrigting van een verbeterd Quohier zal gedemandeerd worden. XI. Hoe zeer wij van gevoelen zijn, dat het reeds gedefricheerde in de Lasten zal moeten draagen, zij het egter verre, dat, daar zo veele Faveuren zouden gehegt worden aan Onderneemingen die voortaan zuilen gefchieden; dat wij die geenen welke reeds veel hebben ondernomen, hier van geheel wilden uitgeflooten hebben. Zij allen zijn bij uitneemendheid verdienstelijke Burgers , die zonder eenige Aanmoediging van het Beftuur te genieten, tot deeze Cultuur aanmerkelijke fommen hebben uitgefchooten, welke eerst naa zeer veel Jaaren met eenige winst konden te rug komen, of nog moeten te rug komen, om dat men met de Lasten op deeze Gronden, en bovenal op derzelver Producten beftendig is bezwaard gebiecven. Daar het Gouvernement in het ver- lee- Hoedariig iet reeds ;ecu1ti'eerde en leplante e belasen. Welke Faveuren te hegterl aan het reeds gede fri cheerde.  124 Ontwerp tot Welke leenen van deeze Aanmoedigingen fteeds in Faveuren gebreke is gebleeven , kan Hetzelve dit lften gebrek niet langer onvervuld laaten, nu reeds ge- de volgende Onderneemingen op woeste defri- Gronden door Hun zo zeer begunstigd cheerde. Worden. Gebrek aan Aanmoediging is meestal oorzaak, dat fommigen deeze Cultuur, niet dan op eene gebrekkige wijze hebben kunnen voortzetten. Kunnen zij nu in eenige Faveuren deelen, hunne Gronden zullen door eene betere Cultuur ook meerdere Producten opleveren. Het is ter gemoedkoming van alle deeze verdienstelijke Burgers, en om de gelijkheid zo naauwgezet mooglijk te volgen, dat wij bij het Ontwerp hebben voorgedraagen, alle de Vrijdommen, die in het voorig Hoofddeel zijn opgegeeven, mede te laaten werken op alle de eigen Gronden die reeds beplant, beweid of beteeld zijn •, maar dat de gemelde Vrijdommen gerekend zouden worden , reeds een aanvang te hebben genomen van dien tijd af, dat deeze Gronden zijn gedefricheerd geworden ; zonder egter dat de reeds bpgebragte Lasten van dien tijd af tot heden, aan deeze Eigenaars zouden gereftitüeerd worden. Dewijl maar zeer weinigen reeds een Huis en Huisgezin op hun Duin gevestigd hebben, zo zal de groote ontheffing van 40 of zo veel minder jaaren als zij reeds dien Grond beteeld hebben, in weinige gevallen behoeven te werken ; en de overigen, die zonder een Huisgezin, reeds 14 jaa-  vruchtbaarmaaking der Durnen. is5 jaaren geleeden hun Grond tot de Cultuur bragten f>) , zullen volgens het Plan nog maar voor 7 Jaaren de helft , en zij die 21 0f meerder Jaaren geteeld hebben, niets van den Vrijdom kunnen genieten. Er moest eenmaal een vaste Termijn van Jaaren bepaald worden, en het vak onmooglijk aan het Belluur , om de reeds gemaakte onkosten ter Cultuur aan alle Eigenaars te recouvreeren. (<») Zie boven bl. XII. Eindelijk komt nog in aanmerking, ( hoedanig de Gronden die Vrijdommen heb-, ben genooten, naa het expireeren van de-1 zelve zullen belast worden. Hier omtrent | kunnen vooraf geene vaste bepaalingen ge-' maakt worden: dit zal voornaamlijk moeten afhangen van de regelen, die in het belasten van Landerijen bij hec verbeterd Quohier voortaan zullen gevolgd worden. Ten aanzien van de Duin-Gronden, die door middel der Vrijdommen volkomen ter Cultuur hebben kunnen gebragc worden, zal men fteeds moeten acht geeven op de waarde van den Grond, welke naa eenige Jaaren Culciveerens als dan het best zal kunnen beoordeeld worden; gelijk mede op de mindere of meerdere afgelegenheid, waar door de Grondlasten der Duinen veel zullen moeten verfchillen. Wij meenen egter dat men de volgende aanmerkingen, die omtrent allen zullen gel. den, nimmer uit hec oog zal moecen ver. liezen. — Voor eersc: dat de Lasten die eenmaal op de ter Cultuur gebragte woeste Welke Favei en te he^en aan het ree Is gedefricheerde. noe nci Gecultiveerde te belasten naa het ophouden der Vrijdommen.  126 Ontwerp tot Hoe het gecultiveerde te belasten naa het ophouden der Vrijdommen. te Gronden zullen gelegd worden, vervolgens nimmer zullen dienen veranderd te worden, en dat hier van door een Heilig be11 uit van het Vertegenwoordigend Lighaam de volle verzekering worde gegeeven. Mier voor pleiten niet alleen de redenen door de Burgers Siccama en van Rees, in hun bovengemeld Rapport voor het onveranderd laaten der tegenwoordige Grondlasten bijgebragc; maar ook zal het eiken Bebouwer van woeste Gronden de fterkfte fpoorflagen geeven tot werkzaamheid, indien hij verzekerd is, dat zijn Grond, wanneer hij dien tot den besc mooglijken ftaat heeft gebragt, daarom nimmer onder het voorgeeven van amelioratie, met Lasten zal verhoogd worden. Terwijl het den traagen en onverfchilligen mede niet weinig tot naarftigheid zal opwekken, indien hem alle hoop ontnomen is, om wegens Gronden , die hij verwaarloosd en gebrekkig bearbeid heefc, onder praetext van decerioratie vermindering van Lasten te bekomen. De eerfte vindc alzo belooning voor zijn ijver en industrie, en de laatfte betaalt de boete, die hij alleen zich zeiven heefc ce wijcen, voor zijne traagheid en verkeerde behandeling. Wij willen hier hebnen uitgezonderd bijzondere rampen, en Diiitengewoone fchaden , die buicen coeloen van den Bruiker op de Gronden val* en, en die zo veel mooglijk alleen moeien vergoed worden door Remisfien voor jekeren cijd, c' eiken jaare ce vernieuwen, ioch niec door permanente vermindering /an Lasten» Eene  vruchtbaarmaaking der Duinen. 12.7 Eene tweede bedenking is, dat de als dan te leggene Lasten niet moeten berekend worden naar de waarde, welke de Producten van deeze Gronden op dien tijd hebben, of eenige weinige Jaaren te vooren gehad hebben 0> De hooge prijs, die zedert eenige Jaaren van de Graanen en andere voorcbrengfelen gemaakt is, kan weder daalen; en eene Last naar den tegenwoordigen prijs geregeld, zou als dan de Cultuur deezer Gronden fpoedig geheel doen ophouden; of men zou zich gedrongenvinden , van den ftraks gelegden, en zo noodzaaklijken ftelregel aftegaan, door den Last te moeten verminderen. .Hierom zouden wij het veiligsc achten, dat men van de laatfte 30 of 40 Jaaren, die Jaaren tot eenen grondflag nam van zijne berekening, waarin"de voortbrengfelen, die de te belastene Grond kan opleveren, het laags: in prijs waren. Wat betreft de wijze van Belasting van de Producten deezer Gronden. Dit zal mede afhangen van het geen bij het intevoeren ftelzel van Algeméene Belastingen hier omtrent zal bepaald worden; en of daarbij de Belasting in het voormaalig Holland gehoeven onder den Naam van Bezaaide Landen, afgefchaft, gecontinueerd, of op eene andere wijze zal worden ingevoerd. Derzeiver affchaffing, die zonder nadeel van *s Lands Finantien zou kunnen gefchieden. zou O) Zie ook Rapport van Siccama en van Rees, «Is vooren, bi. »$. Hoe het reculti/eeHe ie gelasten ïaa het iphouden ier Vrijloramen.  is. 8 O fit werp tot Hoe hei gecultiveerde te belasten naa het ophouden der Vrijdommen. Hoe als dan het Vee te belasten. zou dit voordeel hebben, dat de meerdere vlijt van den Landman alleen en geheel ten zijnen voordeele werkte, en dus eene meerdere belooning voor zijnen arbeid zou op. leveren; terwijl 'sLands Financien als dan geen nadeel zouden ondervinden van de mindere kunde of traagheid van den Bouwer, of van de ongunstige Saifoenen, die een fchraalen Oogst doen inzamelen. XUf. Wij kunnen niet voorzien, hoedanig bij het nieuw Scelzel over eene Belasting op hec Vee zal geoordeeld worden; doch wanneer hierop weder eene Belascing zal komen, meenen wij, dac fteeds een aanmerkelijk onderfcheid zal dienen gemaakc te worden, tusfchen hec Hoorn-Vee, dac op gewoone goede Weilanden, en 'c geen op hooge en meer fchraale Zandgronden geweid worde. De waarde van hec Hoorn- Vee verfchile aanmerklijk , naar maate van den onderfcheiden aarc deezer Gronden, vooral een aanzien van de quanticeic van hec Zuivel, 'c geen hec Vee oplevert. Eene Koe zal op de vecce Weilanden van Delfland en Rhijnland, drie en viermaal meer Melk daags kunnen geeven , dan op de Duin-Gronden. Hierom oordeelcn wij, dac de Belasting op hec Vee niec voor alle Gronden dezelfde behoorde ce zijn, en dac op de Duin-Gronden voor elk ftuk Rund-Vee flechts een derde zou moecen betaald worden, van hec geen hier i'oor op gewoone goede Landen worde opgebrage. Bij de Vee- en Bocer-Boert» maakt hec Vee hec eigenlijk beftaan van den  vruchtbaarmaaking der Duinen, izp den Landman uit, doch op de fchraale Zandgronden houdt hij dit voornaamlijk om Mest te bekomen; zo dat dit Vee alleen moet gerekend worden als een mid. del, om cot zijn beftaan te komen. Moet hij nu gelijken Last voor zijn Vee betaalen, als op gewoone Weilanden, hij zal worden afgefchrikt een genoegzaam getal te houden. Hier door zjI zijn Grond van den noodigen Mest beroofd worden; dat i3 met andere woorden, zijne Gronden zullen fleert bebouwd wezen. XIV. Wij hebben in alles wat wij wegens de Lasten hebben opgegeeven, ge-f duurig onderfteld, dat deeze maatregelen, niet van applicatie kunnen zijn op de Eeu t wigduurende Erfpagtsgronden. Wij meenen egter dat omtrent fommigen eenige verandering zal dienen gemaakt te worden, indien de Cultuur datrop met ijver Zal kunnen voortgezet worden. In het Eerlle Deel van ons Rapport hebben wij doen zien, dat fommigen in waarheid gedrukt worden door te hooge Erfpagtslasten; en dat dit bezwaar bijna alleen valt op die geenen, welke eene kleine partij op Erfpagt verzogc hebben, om die met eigen hand te beteelen. Waarom zijn aan de Landlieden onder de Katwijken en Scheveningen, een enkel geval uitgezonderd, geene Gronden uitgegecven dan voor f 5. en onder de Vogelenzang voor ƒ 3. en nog veel minder het Morgen ! Kan het Beftuur Deel, I. bl, $3, 194 en iyg. I Hoe *!• Jan het Vee te belatten. Maatregelen op Erfpagtajrondene neemen.  130 Ontwerp tot Maatregelen op Erfpagts • gronden te neemeö» duur dat thans de Cultuur der Duinen heeft ter harte genomen, deeze ongelijkheid langer doen voorcduuren. Irt den voorleeden Jaare hebben reeds drie Scheveningfche Landlieden, met eene hooge Erfpagt gedrukc, hunne bezwaaren deswegens bij het Vertegenwoordigend Lighaam ingebragt; en bij de Confideratien op hun Request van ons gevorderd, meenden wij te moeten verkharen, dat zij, dien Last bedendig moetende opbrengen, van deeze Cultuur geene voordeelen, geëvenredigd aan hunnen arbeid kunnen trekken. —■ Bij het befluit der Eerde Kamer van 20. December 1. 1. op gemelde Request, door de Tweede Kamer den 31. daar aan volgende bekragtigd; is wel het verzoek der Requestranten niet ten vollen geaccordeerd, maar daar in alleen „ gedifliculteerd: im„ mers voor als nog, en tot tijd en wij„ len, dat over de Erfpagten eene gene* „ raale Cijnofure voor de Duinen en Wil„ dcrnisfen , door de Commisfie van Su* „ perintendentie over de Hollandfche DuiB nen zal zijn voorgeflaagen en gearre„ fteerd". — Daar alzo het Vertegenwoordigend Lighaam een algemeenen maatregel wegens de Erfpagten der Duinen van ons is inwagtende, hebben wij gemeend te moeten voorflaan, dat geene Erfpagtsgronden, voortaan meeider dan ƒ 3. per Morgen in de Erfpagt zullen draagen. Wij hebben dit alleen gefield voor de Gronden, die zedert A-. 1750. zijn uitgegeeven, om dat de Duinen welke men voor  vruchtbaar maaking der Duinen. 131 voor dien tijd, voor meer dan ƒ 3. heeft uitgegeeven, meest verzogt zijn tot verciering van Hoflieden , of tot andere oog- { merken, die minder tot de Cultuur be-1 trekking hadden. Het Vertegenwoordigend Lighaam zal hiertoe, vertrouwen wij,- te eerder beduiten, daar dit voor's Lands Finantien jaarlijksch niet meer dan een.gemis van even ƒ 300. zal bedraagen; dewijl flechts 150 of 160 Morgens naa den bovengemelden tijd uitgegeeven, boven ƒ3. per Morgen met Erf£agt belast zijn. Een gemis, 't geen het Land, wanneer deeze Erfpagten niet werden gereduceerd, toch noodwendig binnen kort en nog veel flerker zou ondervinden, om dat deeze Landlieden boven de Erfpagt nu reeds geene kosten tot behoorlijke bemesting kunnen befleeden, en deeze Gronden eerlang geheel zouden moeten abandonneeren (ö) — Om dit laatfte te verhoeden , en de Erfpagcers tert fterkden optewekken deeZe Cultuur met allen ijver voorttezetten, meenden wij, dat die geenen welke nog eenigen ongebruikt gelaaten Grond defricheerden , mede van alle de Vrijdommen zouden moeten gaudeeren; en dat ook &an die Erfpagters, welke in de laatfte 40 of 60 Jaaren zich als Colonisten hadden nedergezet, of die zonder middel van een Huisgezin in de laatfte 14 of 21 Jaaren de Cultuur van hunfeen Grond reeds begonnen hadden, gelijks « O) Happart D. }. bl. l9h I 2 gelen op Erfpagtsgrondenleneeroeaj  ï 34. Ontwerp tot Maatregelen op Erfpagtsgrondentc neemen. ZEVENDE HOOFDDEEL. Over de Zorg van het Beftuur tot weering van Verfluiving. D at het Beftuur fleeds gehouden zaï zijn, de Verfluiving der Nationaale Duinen te weeren; en dat door verfluiving de grootlle nadeden aan de Cultuur worden toegebragc , zal geen betoog behoeven. Uit onze voorige opgaaven kan blijken , dat dit op eene betere wijze kan gefchieden, dan tot hier toe heefc plaats gehad (tf); en bij het aanwijzen van de middelen tot Redres, Zal het gebrekkige dat zich hierin opdoet, verders kennelijk worden. Het («) Zie Rapport Deel'I. Hoofdd* II. en III. ke Faveuren zouden dienen geaccordeerd te worden, als omtrent de Eigen Gronden door ons is opgegeeven: alleen met dit onderfcheid, dac zij niec van den Grondlast ontheeven zouden worden, maar t' allen tijde, de Erfpagt van ƒ3 per Morgen, of zo veel minder als bij de eerfle uitgifte bepaald was, zouden moeten opbrengen.  vruchtbaarrnaaking der Duinen. 133 I. Het Beftuur moet in de eerfte plaats beöordeelen, of de middelen tot wegneeming der Verfluiving op de Nationaale Duinen aangewend, genoegzaam zijn. Door genoegzaame middelen ventaan wij mee zulke maatregelen, die voor eenigen tijd de Verfluiving tegenhouden; maar die het Duin tot zulk een ftaat brengen, en hetzelve zo vast en welbeklonken maaken, dat alle vrees voor Verfluiving in het vervolg is weggenomen , en dat geene geduurige kostbaare Reparatien meer noodig zijn. De aangewende middelen hebben tot hiertoe alleen beftaan in het ftceken van Stroo, het ftellen van Rietfchuccingen en het planten van Helm (#). Het eerfte middel , de befteeking der Duinen met gcfneeden bosfen Stroo, is ons bij de ondervinding gebleeken , geheel onvoldoende te zijn. Het Stroo een dood lighaam zijnde dat voor geene groejing vatbaar is, verrot fpoedig, en laat het Duin binnen kort weder in denzelfden raauwen ftaat, als te vooren. Sommige Helmplanters en Opzichters ftaan egter nog in het vast begrip, dat tusfchen de bosfen Helm eenig Stroo moec gevoegd worden tot dekking van den Helm. Maar door deeze bijgevoegde ruigce worde de Helm ook veelal verhinderd fpoedig uittegroeijen; terwijl de ondervinding op die plaacfen, waar de Helrabosfen zonder Stroo geplanc worden, zo als tegenwoordig bijna («O Als vooren bl. II5- en 116. A 3 Strooplantinggeheel aftekeunm.  134 Ontwerp tot Strooplantinggeheel af Efikeuren. planting, (zeer oneigenaartig dus genoemd, om dat het een dood lighaam is3*noodeloos zijnde, geheel is afceraaden, uithoofde van de kosten die daarbij verlooren worden. Deeze kosten zijn zeer aanmerklijk, zo van den inkoop van hec Stroo, als hec vervoeren van hetzelve na de Duinen, als mede van de huur van eene Schuur, waarin die op fommige plaatfen geborgen wordt; zo zelfs dat dit een vierde, ook wel een derde van de onkosten der geheele Beplanting bedraagt. — Van het gebrek aan Helm , 't geen men op deeze wijze wil vervullen, zullen wij ftraks nader fpreeken. In één geval egter is het bedeeken van het kaale Zand mee bosfen Stroo, boven den Helm te verkiezen : te weeten op Zand-Dijken, zo als die te Petten en ageer Montter ( a ) zijn aangelegd , alwaar men , om eene alcoos (gelijke en even vlakke gloojing te behouden, geen Helm kan planten; dewijl dezelve deeze en geene ongelijkheden in den Dijk zou maaken, waardoor de Zee, die bij hooge Stormvloeden hier tegen ongeftoord moet oprollen, in deeze kleine holten inwoelende , ligrelijk den Dijk zou doen doorbreeken. Doch deeze gevallen uitzonderende, meenden wij bij hec One- werp (*) Als voren bl. 7), de Duin-Gronden als uitneemend rijk in verfchillende Planten hebben doen kennen, zo zelfs, aat haar getal, behalven eene groote menigte van onderfcheidene Moschplanten, np ruim 340. mag bereekend worden. Reeds lang hebben Vaderlandfche Geleer3en en Kruidkundigen hunne aandacht aierop gevestigd. Zelfs heeft de Bataafche Maatfchappij der We ten fc happen te rlaarlem reeds A". 1773. eene Prijsvraag(£) ten («O Men zie het geheele tweede Hoofddeel, en ok bl. 156. (*) De vraag was deeze: „ Welke Boomen, , Heesters en Planten zijn er behalven den Helm , (Arundo Arenaria ), en den Sleedoorn (Prunus , Sylvesttis), dewelke op de Zand ^ Duinen ter , weering der Zand-verfluiving kunnen geplaatst , worden? Kan men ook eenige andere Planten „ aan  yruchtbaarmaaking der Duinen. 141 ten dien einde opgehangen \ en zijn in de daarop bekroonde Verhandelingen door de Schrijvers Le Francq van Berkheij, Daubenton, M. Dentan en Nic.Meerburg (tf), veele Inlandfche Boomen, Heesters en Planten opgegeeven, waarmede men de Duinen kan doen begroeijen, en op wat wijze zulks kan gefchieden : zo als ook nog andere Kruidkundigen van ons Vaderland (\b) gelijken raad hebben medegedeeld. Niet alleen hebben deskundigen in ons Vaderland deeze middelen opgegeeven, maar ook heeft men in andere Landen deeze aanwijzing der Natuur willen volgen. In Duitschland heefc D- G. Schrebern hier over opzectelijk een Traclaacje gefchreeven ( c ), dat opmerking verdient. Maar bo- aan onze Zee-ftranden met voordeel gebruiken t " Zijn daarmede hier te Lande al eenige proeven " gedaan? en welke is de uitkomst daarvan ge„ w:est^ ^ werk£n dier Maatfchappij D. XIX. St. a en 3. (i) Onder deezen moet bovenal genoemd worden , de te vroeg overledene jonge Profesfor St. J. van Geuns. Men zie zijne bekroonde Verhandeling over de onderwerpen , betreffende de Natuurlijke Hirtorie van ons Vaderland nog na te fpooren, in de werken der gemelde Maatfchappij D. XXVI. bl. 150—270 (c) Anweifung, wie der flugfand ftehend, und durre Sandfelder zu wiefen zu machen. (aanwijzing hoe het Stuifzand tot liaan te brengen, en barre Zandgronden tot Weiden aanteleggen.) Dit ftukje is vertaald, doch op eene zeer verminkte wijze, in Bruchhaufen over den Landbouw Wij zouden nog gewag kunnen maaken , van het geen in Zweeden door Behalven Helm nog andere middelen aan teprij» zen.  Ontwerp tot Behalven Helm nog andere middelen aanteprij. zen. door Botanici deswegens is opgegeeven. De groote Linnsus heeft, in zijne uitgegeevene Botanil'chs Reizen, vooral in die door het Land Schflneo, hiertoe veelvuldige wenken gegeeven. M?n vindt ook in de Schwedifche Abhandlungen van Ao. 1770. eene vrij goede Lijst van Duinplanten ten dien einde opgegeeven, en wat hierbij in het oog te hou«en. Th. XXX. p. 276 enz. zijnde Anmerkungcri uber dei: ai?bau de» Flugfands von L. Montm. De vooren aangehaalde De Luc wilde ook op deeze wijze de Duinen doen begroejen. Zie zijne Lettres Phyfiques & Morales Tom. IIr. p. 67—69. en p 440. (a) Zijnde Befchreibung der Sandgewachfe und ihrer snwenduag zur hemmung des Fliigfandes auf der Kuste von Jutland, zum gebrauch der Sanddunen bcwohner, auf Konigl. Befehl herausgegeben von Erich Viborg, aus den Danifchen von J Pcterfen, mit 7 kupf., Kopenhagen 1789. (Beichnjving der Zand-gewasfen en derzelver gebruik tot bedwinging van het Stuifzand op de Kust van Jutland, ten diende van de bewooners der ZandDuinen, op Koningtijk bevel uitgegeeven door E. Viborg, en uit het Deensch vertaald door J. pe. tcifen. J bovenal moeten wij onder de aandacht van het Beftuur brengen een Werkje, dat ruim 10 Jaaren geleeden, in Denemarken op koninglijk bevel is uitgegeeven (a). Hier in worden op de bevattelijkfle wijze veele Planten befchreeven, die zo door middel van eene rcchtflrcekfche planting, als door Zaaijing de verfluiving kunnen tegenhouden en de Duinen begroeid maaken; en waar bij ceffens de wij ie, waarop men hier in naar maate van de ondericheide Jiggiflg sn de gefleldheid der Duinen moet te werk ?aan, met behulp van afbeeldingen is aangeweezen. Het Gouvernement van Dcne- mar*  vruchtbaarmaaking der Duinen. 143 marken heeft die Stuk, groot 70 bladzijden, zo belangrijk geoordeeld, dac hec aan j de Duinbewooners aldaar, die mee de be-' zorging der Duinen belasc zijn, van we-, gens het Beftuur is uitgedeeld. Wij hebben zo veele Schrijvers, en van zulk een gezag alleen aangehaaldom gedekt te wezen tegen eene opvaccing, die fommige Duinbewooners ligt zouden voe* den, als of wij iets nieuws en ongehoords wilden invoeren; terwijl wij bet uitvoerlijke van deeze maaeregelen, en dat wij in deezen niets overdreevens vootdraagen, door de volgende bedenkingen nader wilden aanwijzen. — Wij erkennen dat de Helm eene fpoedige en oogenblikkelijke hulp kan toebrengen. Waren wij niet in dit gevoelen geweest, wij zouden bij het doen herftellen van de verftuiving der hooge Voorduinen te Caftricum, waar toe wij opzettelijk gelast waren, en waar van de wijze, hoe die te herftellen, geheel aan ons was overgelaaten; voor een groot gedeelte ons niet van Helm bediend hebben. Wij meenden hier door de ongelukkige Casticummers het fpoedigst uie hunnen nood te kunnen redden; en wij zijn ten vollen overtuigd, dat de verftuiving van hooge Bergen, raauwe koppen en fteile kanten, op de zekerfte wijze cerftond kan bedwongen worden, door hierop volwasfene Duinplan. ten te brengen. Doch waarom zal met zich ten dien einde alleen toe Helm be paaien: zijn er niec meer andere Gras- er Rietplanten, die zo wel als de Helm over- blij Behalve* lelm nog ndere niddelen ian te prijsen- I l  Behalven Helm nog andere middelen aan te prijzen. f» Bl. 161-163. indien men ter bezorging van deeze Hoogten, door middel van kostbaare arbeidsloonen, 'c geen ten aanzien.der Helm. plnnnng altoos het geval is, volwasfene Uanten moet laaten uitfteeken , verdraagen , na de raauwe plaatzen brengen en aldaar doen planten; zien wij geene rédenen , waarom men niet andere daartoe diensnge, en op de Duinen groeijende Planten, zo wel als den Helm zal gebruiken. Bovenal is dit aanteprijzen, om dat juist hier door de taaie tusfehenruimten waar van wij lïraks gefproken hebben fpoedig zullen volgroeid, en eene duurzaa' me korst zal gevormd weezen: en ten anderen, om dat dan ook de gelegenheid zich eerst kan aanbieden, om op zulke HooienHeesters en Boomen te planten, welke ïn deeze Gronden aarten en de wmden kunnen verduuren; en waardoor men .effens eene gewensehte luwte en bemanteling zal kunnen verkrijgen. Wij zullen niet opgeeve^de' Boomen, welke hiertoe gefchikt zijn, maar ten dien einde verwijzen, zo na het eerlle Deel van ons Rapport (*), als na de reeds aange- haal- '44 Ontwerp tot blijvende Planten zijn, van welke men mede dienst kan trekken; gelijk ook eenige Heesters en andere Plantgewasfen hier toe kunnen gebruist worden, waar onder de voortkruipende Braamen vooral in aanmerking komen. 1Iwllo  yruchtbaarmaaking der Duinen. 145 haalde Schrijvers (a)\ en ook even min beoordeelen , den voorflag gedaan door een ons onbekenden Vaderlander (&), om op de Hoogten aan den Zeekant veele ag ter elkander ftaande rijen van Boomen te gelijk te planten, en daarmede fuccesfieflijk tot aan den binnenkant te naderen, ten einde aldus de kragt der Zeewinden te breeken. — Wij wilden alleen van de Boomen op de Hoogden te planten, in het bijzonder de gewoone Vlierc-Boomen aanprijzen , die wij veelvuldig in de Duinen aangetroffen , en ook op veele Hoogten en digt bij Zee, vooral te Wijk aan Zee, in vollen bloei hebben gevonden. Deeze Boom laat zich gemakkelijk door flek voorrplahten, en kan ook de Zeewinden weêrflaan*, terwijl zijne Bloemen, indien al de Vruchten op de Hoogten niet tot volle rijpte mogten komen, kunnen afgeplukt, en met zo veel voordeel t' eiken Jaare verkogt worden. Het («) Vooral de Schrijvers der Priisverhandelin> gen in de Werken der Holl. Maatfchappij D. XIX. St. 2 en 3: gelijk ook in de Verhandelingen over de verbeteringen der hooge en laage Gronden van Le Francq van Berkhey, en W. van Hazen, net aankweeken van Boomen op de Duinen, door middel van zaajing wordt aangepreezen; zie gemelde Werken, D. VIII St. a bl. 112, 113 en 193 enz. (*} In de algeméene Vaderlandfche Letteroeffeningen (zijnde van Ao. 1779-3 O- !• St a' bl' 81 env. waar van ook een nittrekfel gevonden wordt in Chomel Huishoudelijk Woordenboek, bet vervolg D. U. St. 4. Artikel Duinen. K Behalven. Helm nog andere middelen aan te prijzen.  14Ö Omwerp tot Behalven Helm nog andere middelen aan te prijzen. wij meenen, in navolging van zo veele kundige Mannen, dat de Zaaden van een groot getal Duin-Planten, ook ten zelfden einde kunnen (trekken, en dat men vooral de raauw gewordene Laagten, als ook de door de Zeewinden uitgeholde Stuifgaten hier mede kan doen begroejen. Het zijn deeze Gaten of Kommen, op wier herltel men inzonderheid bedagt moet zijn, om dat de wind hier in dwarrelende , zijne meeste kragt op dezelve oeffent; het Zand daar uit na boven jaagt, en alzo een Stuifberg doet gebooren worden. Van hier dac men bijna geen Stuifberg zal aantreffen, of men zal daar agter een Stuifgac vinden, waaruit hec Zand tegen den Berg worde opgejaagt; zo dat deeze Gaten uit hoofde hunner verftuiving veel meer dan de raauwe Bergen te dugten zijn, 't geen men bij de Helmplanting dikwijls niec genoeg in hec oog heefc gehouden. Tegen hec bezaajen van deeze Gronden fchijnen zich cwee gewigtige zwaarigheden optedoen. Vooreersc vraagc men, hoe de Zaaden te bekomen van die Duinplancen, welke hiertoe hec besc gefchikc zijn. Wij erkennen, dac bovenal verkieslijk zijn de kruipende , en ce gelijk overblijvende Planten. Doch wij weecen bij ondervin. ding, Hec zijn niec alleen reeds groejende en volwasfene Plancen, waaronder wij vooral den Helm reekenen , waar mede wij de Verfluiving wilden hebben cegengegaan, en waardoor men vooral de Hoogcen en fteile kancen hec fpoediesc kan herltellen: maar  yruchthaartnaaking der Duinen. 147 ding, dat het moeilijk zij, zodanige Planren aan Lieden, die deeze Zaaden zullen moeten opzoeken, en in wien men geene de minlte Botaniefche Kundigheid moet onderftellen, kennelijk genoeg op te geeven. om dat zö weinige klanten, bij algemeen aangenomene Nederlandfche benaamingen bekend zijn: eene zwaarigheid, die door de reeds aangehaalde Schrijvers niet genoegzaam fchijnt te zijn ingezien. Doch onzes oordeels behoeft men niet met zo veel fchroomvalligheids alleen de hiertoe meest gefchikte Planten met uitzondering van alle andere uittekiezen. Men zamele zonder onderfcheid zo veele Zaaden van Duinplanten op, als men reekent noodig te hebben; en zende van Julij (<0 tot Oétober fommige Kinderen, of ook werkloos zijnde Vrouwen, eenige reizen ten dien einde na de Duinen, 't geen zeer weinige kosten zal veroorzaaken ; en van deeze menigte en onderfcheidene Zaaden zullen verre de meeste uitfpruiten. Hier onder zullen ongetwijfeld veele Zaaden van Jaarlijkfche Planten zijn, doch deeze zullen ook vervolgens door haare Zaaden, die doorgaans zeer overvloedig zijn, zich selver weder voortteelen. , Eene (a~) Men zal dit vooral met vrucht kunnen doen in de maand van Julij , dewijl men alsdan de Zaaden kan bekomen van Planten die irj den Voorzofaer groejen , welke bovenal te verkiezen zijn, om dat deeze in het volgend Voorjaar uitfpruitende, te eerder de raauwe,Gronden tegen Qverftuiving kunjjsn bewasren. K 2 Behalvea Helm nog andere mid leien aan te prijzen.  148 Ontwerp tot Behalven Helm nog andere middelen aan ie prijzen. Eene tweede zwarigheid is, dat de Zaaden op deeze raauwe Gronden geworpen, terftond eenige bedekking noodig hebben, om dat zij anders door den wind zoudert weg gevoerd worden, of door de Vogels opgepikt, of te veel onder het Zand zouden verftooven raaken. Hiertoe moet noodwendig eenige kosten en moeite befteed worden; en het minst kostbaare Stroo, dat men kan machtig worden, en het geen men niet te kort zal moeten mijden, zal hierop zodanig dienen geflrooid te worden, dat het Zaad en de raauwe Gronden zelve daarmede geheel bedekt zijn; waarnaa men eenige weinige fchoppen Zand op het Stroo werpt, om het vaster op den Grond te houden. Het Najaar is hiertoe vooral te verkiezen , om dat de Najaarsen Winter - regens het Stroo zo doornat maaken , dat de fterkfte winden hetzelve niet kunnen wegwaajen ; inzonderheid wanneer het befchut is met Hegjes van Doornen of Struiken, 't geen op fommige plaatfen veelligt dienftig zal zijn. Dit Stroo gaat fpoedig over tot rotting, en verftrekc alzo tot zekere befmetting aan de ingeworpene Zaaden, die in het volgend Voorjaar omfpruiten, en den voortijds raauwen Grond in een groen Veld doen veranderen. De geringe kaale openingen, die men als dan hier en gindsch nog moge bemerken, kunnen met zeer weinige kosten herfteld worden. De opgegeevene middelen zouden noodwendig bij het Beftuur niet in aanmerking kun-  yruchtbaarmaaking der Duinen. 149 kunnen komen, indien zij uitermaate kostbaar waren. Doch daar wij in deezen niet op enkele fpeculatien afgaan, maar zo wel uit de veel afdoende proefneeming van den i Burger van Eys, medelid onzer Gommis : fie, voor meer dan twee Jaaren op geheel raauwe Stuifbergen en Stuifgaten zijner eigen Duinen gedaan; als ook uit het geen wij op een gedeelte van de verftooven Duinen van Castricum in den voorleeden najaaie op de voorfchreevene wijze hebben doen bezaaijen • en beftrooijen , hier omtrent eene calculatie kunnen opmaaken; meenen wij, dat dit voor gelijken Prijs, zo niet minder kan gefchieden, dan de gewoone Helm - planting. Men zal dus, naa al wat wij hebben aangevoerd, niet behoeven te aarfelen, waar aan men den voorkeur moet geeven. De inkoop en vervoering van het ftroo maaken de voornaamfte kosten uit, die naar maate van den tijd en plaats, wanneer en waar dit benodigd is, verfchillen (ö). Doch hier mede worden ook uitgewonnen de oneindig meerdere arbeidsloonen , welke de Helm - planting vereischt. Wij oordeelen dan genoegzaamen grond te hebben om aan te dringen, dat in alle verftuivingen die van wegens eenig Beftuur moeten herfteld worden, voortaan bij de Helm- (a) Somwijlen zal men de ruigte tot dekking zeer onkostbaar kunntn vermeerderen , door e.nige ruig e 10 de Duinen op eene omzichtige wijze af/ temaajen. K 3 Behalven Helm ncjf andere middelen aan te prijzen.  >50 'Ontwerp tot Behalven Helm nog andere middelen aan te prijzen. nen beproeven, alle moeite en kosten zouden vruchteloos en veriooren zijn. - De invoering van deeze maatregelen zal egter eenigermaate bezwaarlijk vallen, uit hoof. de van den geweldigen tegenfland, die men allerwegen zal ontmoeten. Worden veele Landlieden door eene gehechtheid aan het oude, alleen om dat het oud is, en door eene blinde navolging der Voorvaderen , van de wenlchelijklie verbeteringen te rug gehouden; dit werkt bovenal bij de Duinbewooners ten aanzien der Helmplanting. Het komt hun harfenfehimmig en ongerijmd voor, niec tcgenflaande de Natuur hun dagelijksch in het aangezicht wederfpreekt , op raauwe Duinen eene groeijende korst te brengen, en hier door voor altoos de Hclmplanting te willen uitwinnen, om dat zij zulks te vooren nimmer gehoord, of hier van geene proef gezien^ hebben. — Doch bij deeze onkunde en dit vooroordeel voege zich nog eene andere reden van tegenUreeven, die minder gunstig kan beoordeeld worden: Te weeten , het belang der Helm - planters. Deezen voorzien te wel, wat van die alles het gevolg zal weezen; dat de Helm - planting naa eenige jaaren noodeloos zal worden, en zij beroofd zullen wezen van dat r, iddel van beitaan, waar van zij, gelijk hun- Helm-planting ook de opgegeevene middelen worden aangewend: middelen, die dan eerst gelukkig zullen kunnen werken, wanneer hec Konijn geheel zal zijn uitgeroeid. Immers, wilde men zulks bij Konijn dui-  vruchtbaar maaking der Duinen. 151 hunne Voorzaaten, meenden zeker te wezen, doordien de enkele Helm - en Strooplanting voor hun een bron van beftaan was, die nimmer zoude opdroogen. Ter wegneeming van onkunde en vooroordeel, gebouwd op hec algemeen dwaalbegrip , dat raauwe Duinen tot geen het minst gebruik of eenige groeizaamheid kunnen gebragc worden; hebben wij breedvoeriger van de middelen tegen verftuiving gehandeld, dan wij anders noodig zouden geacht hebben. En hec zal ook van het hoogfte nuc zijn, in navolging van hec Gouvernement van Denemarken alles op de bevattelijkfte wijze nader op ce geeven, te gelijk mee die algeméene Regelen van Duin-Culcuur, waarvan wij in hec derde Hoofddeel O) gefprooken hebben : en zal men ten dien einde zo het bovengemeld Deensch Werkje van E. Viborg, als de verdere aangeweezene hulpbronnen zich ten nutte kunnen maaken. — En wac betreft hec eigenbelang der Helm-planters en Gëemploieerden , cegen het algemeen belang zo zeer a?.n!oopende; die zal het Beftuur alleen door de uitoeffening van zijn Gezach kunnen tegengaan. IV De Directie, aan welke het weeren der Verftuiving is aanbevoolen , meenen wij dat ook voor verbetering vaebaar is. Daar de Zeewering van de hoogfte aangelegenheid is voor hec Phijliek beftaan onzes Vaderlands, is het volftrekc nood zaak O) z'e boven hl. 43- en 44. K 4 Behalven Helm nog andere middelen aan te prijzen. Welke Duinen van 's Lands ' wege te l bezorgen,.  15* Ontwerp tot Welke Duinen van *S Lands wege te bezorgen. ("-O Zie ons Rapport D- I. bl. 7—9. en 18. C*) Als vooren bl. 14—19. (c ) Als vooren bl. 130—132. i4) Als vooien bl 117» 124. C«; Als vooren bl. 128 Cf) Als vooren bl. 8 j, 95. en 132. tui aan oe stranden uittrekken {k) geheel worde overgelaaten zonder dat daar over eenig toezicht zij, gelijk bet geval is van Bloemendaal of tot aun Egmond ( c ), zijnde eene uitgeftrektheid in de lengte van ruim 4000 Roeden; terwijl weder op andere particuliere Duinen , als die van de Egmonden , Wimmenum , Bergen en Schoorl, alles zo door het Gemeene Land(V), als de Ingelanden (e) bezorgd wordt. En dat eindelijk niet langer een zo gebrekkig toezicht worde gehouden over de voornaame wegen, die door de Duinen Joopen C/> Dit als vordert onvermijdelijk herftel, en hiertoe dient vooraf bepaald te wee. zen, welke Duinen gerekend zullen worden van 's Lands wegen te moeten bezorgd Worden. Het fpreekt van zelve, dat deeze zorg zich in de eerfte plaats tot alle de Nationaale Duinen moet uitllrekken. Doch voor zo verre de Zeeweering en voornaame zaaldijk , dat het Beftuur niet langer in twijffel ftaa , hoe ver de Zee - Olmers zich uitllrekken, en hoe breed deeze ftrook moec gereekend worden (a); gelijk mede dat de zorg voor de Zeeweeringen niet aan fommige Eigenaaren, wier Gronden zich  vrachtbaarmaaking der Duinen. 153 me wegen betreft, zal deeze zorg onzes oordeels ook moeten gaan over die gedeelten Duinen, welke aan Particulieren toebehooren. Wij zullen ftraks de ver pligting der Eigenaaren tot conferveering hunner eigen Duinen poogen aantewijzen: doch daar deeze Duinen langs de Kust ge- leegen, den Eigenaars meer tot Bezwaar dan voordeel ftrekken; en de geheele Natie aan het behoud der Zeeweering zo onmiddelijk veel geleegen ligt, hebben wij gemeend den veiligilen weg te kiezen, door bij het Ontwerp op te geeven, dac langs de geheele kust, zo op het vaste Land als op de Eilanden , de Zeeduinen eer breedce van 150 Rhijnlandfe Roeden van het ftrand afgerekend, van 's Lands wege zullen verzorgd worden, zonder hier door op het Regt van Eigendom van fommige Parciculieren eenigen inbreuk ce willen doen. Hier door zou men te gelijk voor altoos verzekerd kunnen zijn, dat de toegangen naar de Stranden bij de Zeedorpen, die voor :derzelver Inwooners zo belangrijk zijn, en wier herftelling, waarmede fommige Zeedorpen belast zijn (a), hun, uit hoofde van derzelver verarming zo uitermaate bezwaarlijk valt; in goede orde werden gehouden. Waar door dan mede van zelve eene gunstige dispofitie zou vallen, (zo als wij bij een afzonderlijk Rap. port («) Inzonderheid Wijk aan Zee en Callantsoog , als vooren bl. 18. en 128. K 5 Welke Duinen van 's Lands wege te bezorgen.  Welke Duinen *s Lands wege te bezorgen (e) AU vooren bl. 67. {l/J Ais vooicn bl. 132. redenen , uit het algemeen belang afgeleid hebben wij ook voorgeflaagen, alle de Rijwegen, die na de Zeedorpen ftrekken, als mede eenige voornaame fchulpwegen, het zij die over particuliere, Gronden loopen of niet, ten gerieve van de Zeedorpelingen en Schulpvoerders mede van wegens het Beftuur in goeden ftaat te brengen en te houden : doch dat deeze verzorging niet verder zoude gaan dan over den weg, en 25 Roeden ter wederzijden van denzelven. — Wij meenden, da het herftel der Wegen na de Zeedorpen alleszins onder de aandacht van het Beftuur moest gebragt worden, naardien de moeilijkheid der Wegen na fommige van deeze Dorpen, zo als voornaamlijk na Zandvoorc, alle Transporten voor deeze Dorpelingen ten hoogften bezwaarlijk maakt; cn hier door ook niec weinig toebrengt tot verdere verarming van deeze Lieden. Wij kunnen niec loochenen dac deeze fchikkingen ccc eenig meerder bezwaar voor den Lande zullen 'ftrekken. Maar die is voornaamlijk hec geval een aanzien der ftrook Zeeweering van Bloemendaal tot Eg- jd4 Ontwerp tot Porc deswegens de eer zullen hebben nader aan hec Beftuur te advifeeren) op hec verzoek van die van het Dorp Wester[Cbelhng O) aan de Kusc geleegen, coc herltellmg van de verftoovene Duinen tegen het Dorp aanliggende — Om gelijke  vruchtbaar maaking der Duinen. 155 Egmond, terwijl het overige of Nationaal Eigendom is, of bijna geheel op 's Lands kosten wordt onderhouden; en de eerstgemelde ftrook zal weinig meer dan 1000. Morgens uitmaaken, die ook niet overal even zeer verwaarloosd zijn. Indien wij nu reekenen dat t' eiken Jaare 100 Morgens daar van radicaal herfteld worden op de door ons voorgeflaagene wijze , zal hec Land naa 10 jaaren van dit bezwaar weder ontheeven zijn. Het zelfde geldt ook ten aanzien der Wegen: want indien dooreet ftraks voorteflaane toezicht over de particuliere Gronden, wordt voorgekomen, dat de daar bij geleegene eigen Gronden niec raauw blijven, en hec herftelde niec bederven , zal men volkomen op verbecering bedachc kunnen zijn. — Het is in alle gevallen onvermijdelijk, dat, wanneer verwaarloosde zaaken moeten herfteld worden, die cerftond meerdere kosten veroorzaakt. Doch dan komt alleen de vraag te pas, of hec herftel noodzaaklijk is, 't geen wij meenen, dac een aanzien onzer Zeeweering en hec behoud van Wegen, buiten alle concestatie is; en hec zon geacht kunnen worden eenigszins onbillijk te zijn, dit herftel geheel op de fchouderen der Ei • genaars te leggen, om dat de meeste van deeze Gronden toe de door ons genoemde onbruikbaare Morgens zullen moeten gebragc worden. V. Wij hebben coc hiercoe in her algemeen gefprooken van eene herftélling van wegens den Lande. Hec is bekend dac cwee Welke Duinen van 's Lands wege te bezorgen.  Aan wel. ke Direc tien de zorg tegen verftuiven aan te bereelen. natuurlijk ter bezorging worden aanbevolen, aan de Commisfie over de Zeedijken en Zeeweeringen, zo als tot hiertoe voor het meerendeel heeft plaats gehad, of aan zodanig ander Collegie, als hetzelve voortaan zal mogen vervangen; dat ook even zo de ftrook Zeeweering, ter breedte als vooren bepaald, onder Rhijnland en Delfland , onder hetzelfde opzicht gefteld worde, en benevens de zorg over de gemelde Wegen, gelijkelijk kome onder bet rtgentfchap van Dijken, Wegen en Wateren. Uier door zal alles op een éénpaarigen voet kunnen behandeld worden, en de Éénheid van Beftuur ook in deezen de beste uitwerking hebben. Door deeze fchikking zal ook het Land geene meerdere kosten dan tot hiertoe moeten draagen. Want daar men ter gemoetkoming der beide HeemraadIchappen "s Jaarlijksch omtrent/6ooo f» coc (•O Blijkens de opgaave in ons Rapport D. I bl. 125. en 126. Zelfs werden de Brederoder d ifnen tot aan Ao. 1719. geheel voor rekening v' de Graaflijkheid bezorgd, 7,0 als ons gebleeken i« uit de Refolutie van Gecommitteerde Raaden gehasld in ons semeld Rapport bl. 9. en 1 26 3n" Waar van wij thans Copie lubben bekomen.* ' CU Ontwerp tot cwee Heemraadfchappen een voornaam Deel hebben, zo aan de bezorging als bekosciging van de Nationaale Duinen en Zeeweeringen. Doch hec is ons alleszins heilzaam voorgekomen, dac, even gelijk alle Nacionaale Zeeweeringen , die buiten Rhijnland en Delfland geleegen zijn  yruchtbaarmaaking der Duinen. 157 tot herftel der Duinen aan hun heeft uit gereikt uit 'sLands Kas; (want tusfchen de Kas der Domeinen en de Nationaale Kas, is thans geen onderfcheid meer.) zo zoude deeze Som thans onder het gemelde opzicht ten voorfchreeven einde kunnen befteed worden; welke Som toereikende zal zijn, om dat de Zeeweering in de beide Heemraadfchappen niet overal herftel zal noodig hebben. . Wegens de bezorging aer uveuge ruinen, valt het ons moeilijk te bepaalen, of de direftie hier over aan dezelfde Collegien zal moeten gedemandeerd blijven; vermids dit voornaamlijk zal afhangen van de bepaalingen, die bij het Vertegenwoordigend Liehaam zullen vastgefteld worden wegens Diiks-Collegien en Heemraadfchappen,' bij de te arresteerene mftruftie voor den Agent van Policie, Dijken, Wegen en Wateren. Wij veroorloven ons alleen te doen opmerken, dat aan de voorfchreevene Commisfie tot de Zeeweeringen, en de beide genoemde Heemraadfchappen, daarom de herftelling van de verftuiving der Duinen altoos is opgedraagen geworden, om dat men de Duinen rekende alleen te kunnen dienen toe eene borstweering tegen de Noord-Zee; en dat eene algeméene miskenning van de waare gefleldheid der Duinen dezelve tot geen meerder gebruik, althans niec tot Vrucbtbaarmaaking, dat in zich zeiven ongerijmd fcheen te zijn, bekwaam achte. Uit die denkbeeld leidde men natuurlijk af, dac die Col? Aan welig Directien cle zorg te;^n verluivingïsn te bevoelen.  Omwerp tot Aan wel - lcc Direc tien de zor» .ren vergui Vingaan te beveelen. moeilijk vale het te beweeren, dat de overige Duinen tot aan de Binnen-Landen, tot op een afftand van 800 of 1000 Roeden van Zee af, mede tot de Zeeweering zouden behooren. En daar derzelver Cultuur thans zo aanzienlijk Zal bevorderd worden, en hec tegengaan der Verftuiving daartoe onmiddelijk worde vereischc, geeven wij in bedenking; of een Collegie, dac zich alleen coc den Wacerftaac kan bepaalen, deeze binnenwaards geleegene Duinen langer zal behoeven ce bezorgen. — Deeze beheering fchijnc ook nu van zelve van gedaance te moeten veranderen; eensdeels om dat de Duinen, wac de Culcuur betreft, onder eene andere beheering moeten komen, en hec weeren van Verftuiving daarmede in een onmiddelijk verband ftaat, zo dac cwee afzonderlijke Direftien ligcelijk botfingen ten algemeenen nadeele zouden kunnen veroorzaaken; anderdeels om dat er thans een Agentfchap van Nationaale Oeconomie exfteert, 'c geen zijne zorg moec uieftrekken over alles, wac afgefcheiden van den Wacerftaac, dienen kan toe bewaaring en bezorging van Landen en Gronden: onder welk Agentfchap geene Heemraadfchappen, als behoorende onder dets Collegien , wier werkzaamheden zich alleen coc den Wacerftaac bepaalden, de Duinen in goede»ftaat moeseen houden: waarom wij ook geadvifeerd hebben, zekere ftrook van Zeeweeringen te bepaalen, en te ftellen onder de beheering van dat Collegie, 't geen daartoe geheel beftemd is.  yruchtbaarmaaking der Duinen, 159 den Agent van Policie en Wacerftaac kunnen gebragt worden. — Door dit laatfte vervalt ook de bedenking die fom wijlen zou worden aangevoerd, dat Heemraaden van Rhijnland en Delfland den voor- of binnenkant moeten bezorgen, ten einde daar bij geleegene Landen, die in morgengelden zijn aangeflagen, door de verftuiving niet buiten ftaat zouden geraaken, het Morgengeld opcebrengen. Immers dit loopt geheel om buiten den eigenlijken Waterftaac, en valt natuurlijk onder de zorg van den Agent van Oeconomie, die zulke oorzaaken van het bederf der Gronden, en benadeeling van den Landbouw zal moeten voorkomen. Het is om deeze redenen ons alleszins heilzaam toegefcheenen, dat de bezorging der Duinen tegen Verftuiving voortaan van de Heemraadfchappen worde afgefcheiden, en gebragt onder twee Direclien, te weecen: zo veel de Zeeweering en Wegen aangaat, onder den Agent over den Wacerftaac; en al het overige onder den Agent van Oeconomie, onder wiens Oppertoezicht zeker zal dienen gebragt te worden de Direétie, die bij hec in werking brengen van eenig algemeen Plan voor de Duin - Cultuur noodzaaklijk zal bevonden wc-.den Uitde affcheiding deezer beheeringvan de Heemraadfchappen, zal egter niet behoeven te volgen, dat de Kosten, welke dezelve tot bier toe toe de Helm-planting jaarlijksch befteed en betaald hebben , vervolgens voor re- Aan welke Directien de zorg tegen verltuivingaantebeveelen.  i6o Omwerp tot Aan welke Direc tien de zorg tegen verftuiving aan te beveelen. In hoe ver dit aan Rhijnland en Delfland optedraagen. i rekening van den Lande zouden komen. Deeze Kosten behooren tot de Lasten , die op de Landerijen onder zodanig Heemraadfchap zedert meer dan eene Eeuw zijn gelegd. De waarde van deeze Landen is naar deezen last altoos mede bereekend ge¬ worden; de Eigenaars hebben die met dit bezwaar gekogt; en den prijs daar naar geregeld. Nam men dien last van deeze Landen weg, terwijl nog de Kosten, daar uit gevonden zijnde, uit 's Lands Kas moesten betaald worden, zo zou het belang van deeze Particulieren boven het algemeen belang bevorderd worden, 't geen tegen hec groote grondbeginfel van ons verbeterd Staacsweezen lijnregc zoude aanloopen. Weshalven hec noodig zoude zijn, dac jaarlijksch zekere fom gefield werde, die de beide Heemraadfchappen aan den Lande zouden kunnen uitkeeren. VI. Mogt het Vertegenwoordigend Lighaam oordeelen, 'dat deeze fchikkingen, die wij gemeend hebben alleszins te moeten aanprijzen, voor als nog niet konden gevolgd worden; dat ten minllen Heemraaden zouden blijven in dezelfde Directie, „ toe zolang bij het Wetgeevend „ Lighaam omtrenc de beheering van Drj„ ken, Wegen, en Waceren, eenige andere „ en generaale bVchikkingen mogten wor„ den gemaakt (a); en op de bekosci- » g>ng ( a") Dit was voorgefteld bij de teruggegeevene [nltruftie voor den Agent van Policie en Watestaat, Art. 55.  vruchtbaarmdaking der Duinen. 161 „ ging en het onderhoud, generaale of Par* „ ticuliere befchikkinger» gemaakt zullen „ zijn" (a~): dan egter zouden reeds terftond eenige Verbeteringen kunnen ingevoerd worden. Wij bedoelen niet alleen, dat men niec meer bij enkele Helmplanting ïnftruélie als vooren, Art. 56. (*) Zie boven bl. 151(c, Ranport Deel I. bl. 122, 133. L blijve beruscen, veel mm weaer ae zogenoemde Stroo- planting doe : immers de Collegien mee de zorg tegen verftuiving belast, zouden alle die middelen dienen te gebruiken, welke volgens onzen gedaanen voorflag (b ) van wegens hec Beftuur zou" den opgegeeven worden. Wij hebben hier inzonderheid op hec oog, 't geen wij bij ons eerfte Deel breeder aanweezen* dat dat men t'elken Jaare ce weinig doec her- ^ ftellen, en in deezen eene verkeerde bezuiniging wil ih hec oog houden (e). Zo> danige nadeelige bezuinigingen, die bij veele Dijks-Collegien fchijnen plaacs ce hebben, zijn reeds onder de aandacht van het Beftuur gebragt. De Perfoneele Cornmisfie van de Eerfte Kamer van hec Ver* tegenwoordigend Lichaam , tot het ontwerpen van eene ïnftruélie voor den Agent van Politie en Wacerftaac, heeft bij haar Rapport, waar bij Dezelve advifeerde, niet te berusten in de redenen van weigering der Tweede Kamer, om deeze Inftruclie te bekragtigen; zich hier over in deezer voe- In boe ver du aait Rhijnland en Delfland optedraa-' gen.  i6a Ontwerp m In hoe ver dit aan Rhijnland en Delflind opiedraagen. voege uitgelaaten («'): „ De ondervinu ding heeft helaas te veelmaalen geleerd, n dat fommige Dijks - Collegien hunne Sluizen eu andere Werken niet behoor* n lijk onderhouden , alleen met inzicht, n om quafi te toonen, dat hun Beftuur zo n kostbaar niec zij als in Voorige tijden, n en daar door den fchijnbaaren lof van n eene betere Directie te erlangen; welke „ egter naderhand, als de ramp door zo„ danige verwaarloozing zo groot is ge„ worden, dat tot deszelfs herftelling ira„ menfe kosten worden vereischt, den In„ gelanden zuur opbreekt". Men zal in deezen zeker kunnen gaan, indien t' eiken jaare door den Agent van Waterftaat , zekere fom boven hec geen uic 's Lands Kas hier coe is uitgekeerd geworden, bepaald worde, welke Heemraaden zouden dienen ce befteeden. —Hec zou een aanzien van Sluizen en Dijkagien ongerijmd zijn, zodanige eene fom jaarlijks te bepaalen, daar toevallen, groote fchaden en onvoorziene Reparatien, eene grooce ongelijkheid van koscen kunnen veroórzaaken ; maar deeze toevalligheden hebben in de verftuiving geen plaacs, om dac de rampen daar door te weeg gebragc, niec onverwagt komen, maar reeds jaaren lang kunnen vooruicgezien worden. Wegens de verdere directie moeten wij her- ( *} Zie Dagverhaal der Handelingen van het Verie»einvcordipend Lighaam Nu. 333. zijnde de Zitting vaa i. Febiuarij i7i>p, bl. 3b6.  yruchtbaarmaaking der Duinen. Ifj3 herhaalen (a~), dat, voor zo Verre men zich van Helm - planting voortaan zal bedienen, ons geene betere manier bekendis, dan die reeds in Rhijnland is ingevoerd; en zal men ten deezen opzichte de Inftruétie voor de Helm - planters van Rhijnland voor hec meerendeel flechts behoeven te volgen. Wij willen alleen in bedenking geeven, of die niec op eene min kosrbaare wijze kan gefchieden: wanc, hoe zeer hec tot lof der tegenwoordige Heemraaden verllrekt, dac zij de voorige aanbelleedingen» die altoos door daar toe vastgellelde Planters en Duinmeijers werden aangenoomen, niec gevolgd hebben, meenen wij egter dac de publieke aanbefteedihgen, boven hec laaten Werken in daggeld, te verkiezen zijn. —« Het is bekend, welke meerdere voordeelen het Land in den voorleeden Jaare heeft genooten bij hec publiek verpagten van Dominiaale Landen, die te vooren aan deri Bruiker onder de hand verhuurd werden. En de publieke aanbefteeding van Helmplanting door ons te Castricum gedaan ^ alwaar geheel raauwe hoogten en kanten, waartoe de Helm omtrent een half uur vèr moest geflikt en gehaald worden, door één gereekend, per Morgen voor niec meer dan ƒ 45.. zijn aanbefleed; heefc ons zulks in alle gevailen doen aanprijzen. Doch hierbij zullen cgcer eenige Opzichceis noodig blijven, om toe ce zien, dac alles ingevolge de Conditiën van aanbefleeding gefchie- de3 (a?) Zie Rapport D. I. bl. 120—iaa. L a In hoe ver dit aan Rhijnland en Delfland optedrash gen.  IÖ4 Omwerp tot In boe ver dit aan Rhijnland en Delfland optedraagen. de. Maar dit getal zal op verre na voor Rhijnland, zoals thans plaats heefc, geen negen behoeven uit ce maaken; en zou onzes oordeels, al wilde men verders in dag* geld laacen werken, reeds kunnen verminderd worden. De Traélementen deezer Opzichters bedraagen nu jaarlijksch ƒ2250. (a). Onder dit toezicht heefc men A°. 1797. fleches 170 Morgens (£) beplanc, 'c geen voor elk Opzichcer nog geen 19 Morgens uicmaakt; zo dac ieder Morgen alleen aan hec Traétemenc van den Opzichter ruim ƒ 13. heefc gekosc. Indien wij nu de ondervinding raadpleegen , die wij bij het herflellen der verftuiving ce Cascricum verkreegen hebben, alwaar over ruim 40 aanbefteede Morgens fleches één Opzichcer door ons is gefteld geworden , om op hec behoorlijk Stikken en Planten toe te zien, welke Opzichcer ce gelijk eenige Morgens op de bovengezegde wijze moesc doen beftrooijen; het welk alles binnen den tijd van ééne Maand gefchied, en bij de gedaane fchouwing door ons in volkomen orde bevonden is; dan meenen wij, dat vier Opzichters op het zelfde Tiaétement voor Rhijnland genoegzaam zijn, vooral wanneer ook daar publieke aanbefteedingen gefchieden. VII. Wij floegen voor, dac telken jaare eene fom voor de beide Heemraadfchappen zou' gefield worden, ten einde de verftuiving (a~) Zie Rapport Er. I bl. 125. {' h) Z>e sis vooren bl. laa.  vruchtbaar maaking der Duinen. 165 ving op de fpoedigfte wijze zou worden tegen gegaan, en deeze koscbaare bezorging welhaast geheel zou kunnen ophouden i waartoe, ten aanzien der Zeeweering de Direclie over den Wacerftaat ook zo aanmerkelijk veel zal kunnen toebrengen. Doch om dit te beter en te (poediger te bevorderen, hebben wij gemeend, dat van de Colonisten ook ten deezen veel partij kan getrokken worden , zo wel die op de Nationaale Duinen zich zullen vestigen, als die door Eigenaars geplaatst worden; en dat dus de Colonisten ook van deeze zijde een voordeel aan den Lande zullen bezorgen, dat anders niet dan met immen* fe kosten hadt kunnen verkreegen worden. Schoon elke Afdeeling , waar in men de Gronden zal termineeren, door ons tusfchen 20 en 30 bruikbaare Morgens zijn gefteld (p de duinen vordt ,-erricht.  174 Onvwerp tut Schouwingen te doen van het geen op de Duinen wordt verricht. I i lcn bijbrengen, dac het algemeen belang, of dat van Aangelanden niet benadeeld wordt, wanneer men in een Duin van groote uitgeftrektheid het Midden-gedeelte laac verftuiven. indien men hier al eens moge aanneemen, dat het begroeijen of bekorsten van raauwe Duinen met de gevolgen van dien, voor hec algemeen belang onverfchillig was, dan nog is het ontegenzeglijk, dac de verftuiving in het midden, kan naderen, en dikwijls genaderd is tot aan de Zeeweering, of andere aangelande Gronden; en het kwaad als dan tot die hoogte kan klimmen, dac de radicaale herftelling voor den Eigenaar bijna onmooglijk is. — Daarenboven zal deeze Schouwing bij de uicvoering van hec Oncwerp onvermijdelijk worden, uic hoofde der verpligcing, waar onder Eigenaars die Faveuren voor hunne Coloniscen geniecen, zullen liggen coc het doen weeren van Verftuiving (a)y en waar van op deeze Hrijze zal moeten blijken. Maar het is niet alleen deeze fchouwing, welke noodzaaklijk zal zijn. Wij hebben jij hec Ontwerp onderfteld, dat de On'ierneemingen van Eigenaars , die in de Vrijdommen deelen, als mede van de Landkolonisten, ook op zekere tijden geinfpec:eerd behooren te worden, ten ende het 3eftuur zeker zij, dat de geaccordeerde Faveuren aan hec oogmerk beancwoorden , ;n alle bedrog zo veel mooglijk worde voor- («) Zie boven bl. 1S5 en 166.  vruchtbaarmaakittg der Duinen. 175 voorgekomen. Bij gebreke hier van zou aan alles naauwlijks ten halven voldaan worden. Deeze Infpeétie zal te gelijk met de Schouw over de aangewende middelen tegen Verlluiving kunnen gefchieden. Men zal tegen deeze Schouwingen, en herhaalde Infpeélien, en in zo verre tegen het geheele Ontwerp deeze zwaarigheid, waarvan wij nog met een enkel woord wilden gewaagen, inbrengen; of dit alles niet een groot getal van Geëmplojeerden zal vorderen , en daar door het geheele Ontwerp te kostbaar maaken. Veel valt van deeze zwaarigheid weg , doordien er een ^gent van Nationaale Oeconomie gecreëerd is, onder wiens Opperdireftie ongetwijfeld alles, voor zo verre het gereekend kan worden tot dit Agentfchap te behooren , zal gefteld worden. Het zij verre dat wij in deezen de beraadflagingen van het Vertegenwoordigend Lighaam zouden willen vooruitloopen, en meenen hierom verfchooning te zullen vinden, dat wij hiervan bij het Ontwerp niets opgegeeven, en fteeds in het algemeen gefprooken hebben van zodanige Perfoonen, als aan wien de uitvoering en directie van het Ontwerp zal worden toevertrouwd. Wij moeten ook doen opmerken, dai het Ontwerp uit hoofde der Negotiatie geheel buiten bezwaar van den Lande za! komen: en ten anderen, dac op de meeste plaatfen e' allen cijde Opzichcers over d« Helm-planting geweest zijn, en ook voortaan noodig zullen wezen. Aan deezen za mer Schouwingen te doen van [iet geen Dp de Duinen svordt verricht. I  *?6 Ontwerp tot Schouwingen te doen van het geen op de Duinen wordt verricht. men voor eene geringe vermeerdering hun-* ner bezolding een zeker waakzaam toezicht over de Colonisten, vooral die op de Nationaale Duinen zich zullen vestigen, kunnen aanbetrouwen; en zullen ook uit de Colonisten de meest gefchikte Lieden kunnen gekoozen worden, om in zekere bepaalde Diftriéten de orders van den Agent te doen uitvoeren. Dit alles zal flechts kleine Wedden vorderen; terwijl ook nu vijf Posten van Opzichters over de Nationaale Bosfchen f», als mede van Depopuleering (£), beloopende 's Jaars ƒ 1620, zullen gemortificeerd, en het opzicht over de Bosfchen vervangen zal kunnen worden door de Colonisten, van wien, zo in dit als in andere opzichten de beste partij zal kunnen getrokken worden. Daarenboven zal bij het ophouden van het Octrooi voor de Berger Duinen in den Jaare 1803 (c), het Land ook ontheeven worden van de betaaling van f 350 voor dedommagemenc van fchade aan het Konijn, aan deeze Duinen verleend: door welk alles het Land [aarlijksch zal uitwinnen eene Som van f 1970. TWEE- (0) Rapport D. ï. bl. 195, 196". O Als vonren, bl. 138. (O Als vooren, doch volgens nader ontfangele berigten. en bekomen Copie van het Oarooi ïaauwkeuriger door ons opgegeeven in de Bijvoegden en Verbeteringen op het Eerfte Deel, agter lit Deel gevoegd.  nuchtbaartnaaking der Duineu 177 TWEEDE AFDEEL1NG» Ontwerp tot Fruchtbaarmaaking der Duinen. "W^ij vertrouwen in dé voorige Afdeeling niet alleen de voornaame Grondbeginfelen te hebben doen kennen, waarnaar orzes inziens een algemeen Ontwerp tot Vruchcbaarmaaking der Duinen moest worden ingericht; maar ook zo veel van de bijzonderheden van zulk een Ontwerp te hebben opgegeeven en beoordeeld , als wij meenden volftrekt noodig te zijn, om het Beduur voortelichten in eene zaak, hoedanig nog nimmer aan deszelfs deliberatien is onderworpen geworden; als mede de zwaarigheden, die zich tegen fommige poindten in den eerllen opflag mogten opdoen, naar ons vermogen te hebben weggenomen. Om deeze deliberatien van het Beftuur te facillteeren , oordeelen wij thans alles in een algemeen Ontwerp nader re moeten voordraagen, cn daarbij tellens die details en bijzonderheden op te geeven, welke in de voorige Afdeeüng niet konden aangevoerd worden , zonder in eene verdrietige herhaaling te vallen. Details egter, die tot eene volkomene beoordeeling van ons OncM werp  Omwerp tot werp niet konden worden voorbij gegaan, fchoon wij nog veel, dat alleen als Regiementair moet gereekend worden, niet hebben opgegeeven. Zodanige poinflen, waar yan in de voorige Afdeeling niets gemeld is, en die egter eenige elucidatie noodig hadden, hebben wij t' elkens door aanmerkingen, onder aan geplaatst, tragten optehelderen ; en omtrent de overige Artikelen, die reeds gemotiveerd door ons zijn voorgedraagen, alleen na deHoofddeelen en SS der voorige Afdeeling, of na de Bladzijden verweezen. EERSTE HOOFDDEEL. Oogmerken waartoe de Duinen aanteleggen. Artthel i. jCXlle woest liggende Duinen, waar ook geleegen, 't zij die Zee- Mid. den- Voor- of Binnen-Duinen of ook Klingen worden genoemd; als mede alle zodanige nutteloos liggende of geabandonneerde Geestgronden, die in Dillridten geleegen zijn, waar in Duinen gevonden worden zullen zo ver dit mooglijk zij, ten nutte worden aangelegd ; en zullen de maatregelen bij dit Ontwerp vastgefteld, zich tot alle de opgemelde Gronden uicllrekken. Art. («) Zie boven Hoofdd. VI. %. 7. bl. 109-111.  yruchtb aar maaking der Duinen. 179 Art. 1. De Oogmerken, tot welke de hiertoe gefchikte Duin-Gronden als vooren gemeld, onder de medewerking van het Beduur voortaan zullen aangelegd worden, zullen ftrekken om dezelve te ontginnen en ter Cultuur te brengen, of met Vee, bovenal met Schaapen te aoen beweiden, of met Houtgewasfchen te doen beplanten. En zullen alle hinderpaalen, welke aan onderneemingen, die ten voorfchreeven einde reeds zijn begonnen, of in het vervolg zullen begonnen en volbragc worden, nadeelig mogten zijn; weggenomen worden, voor zo verre dit van het Beduur kan afhangen. Art. 3. Onder de Oogmerken, waartoe de Duinen voortaan zullen gebruikt worden , zal gevolglijk niet meer gereekend worden hec aankweeken en voorcceelen van Konijnen; maar zal die Wild. als nadeelig en verwoestend zo voor de Zeeweering als voor de Cultuur, en als ftrekkende tot eene vexatie voor alle Aangelanden Ca), op alle Duinen zo Nationaale als Particuliere geheel moeten uitgeroeid worden. Art. 4. Mitsdien zal elk Eigenaar van eenige Duinen, 't zij die den Naam hebben van Klingen, gepopuleerde of gedepopuleerde, ziende of blinde Duinen, en hec zij hij die in Eigendom of op Erfpagt bezitte, of van den Lande gehuurd hebbe; bij Publicatie gelast worden, al hec Konijn, 't geen op zo («O Zie Hoofddeel I. §• 1—*• M 2  iSo Ontwerp tot zodanige Duinen zich onthoudt, te verdelgenen uit eroeijen, enalleKonijnsholen, naa die vooraf geïnfecteerd te hebben, te floppen : en dit alles binnen den tijd van Twaalf Maanden naa het uitvaardigen der Publicatie. Art. 5. Wanneer op fommige fierk gepopuleerde Duinen, de Konijnsholen, ten einde de Konijnen te zekerer en te (poediger te verdelgen , zouden moeten uitge dolven worden, zal dit met de meeste omzichtigheid moeten gefchieden; en zal elk Eigenaar hebben te zorgen, dat hier door geene Stuifgaten veroorzaakt worden ia): immers dat alle alzo raauw geworden Gronden binnen den tijd, bij het voorig Art. bepaald, met gcnoegzaamen Helm beplant, of op eenige andere wijze tegen Verfluiving zeker bewaard worden. Art. 6 Ten einde de Nationaale Duinen mede van allen Konijn zouden ontbloot wezen, zullen, die geenen, welke eenig Perceel van dezelve tot de Jogt gehuurd hebben, alle levendige Konijnsholen, die daar in nog zouden mogen gevonden worden , (a) Hierin nebben Heemraaden van Rhijnland! reeds bij eene Keur van 3. Januarij 1662. gemeenii te moeten voorzien. En het is te meer noodzaaklek , bij de aljjemeene Depopulatie hier tegen ern. ftige maatregelen te neemcn. om dat bij gebreke hiervan meermaalen de deerli,kfte ver'.luivingen ziin ont liaan. Alzo heeft het niet omzichtig depopuleeren van de Duinen van Deutz ouder Castricum , voomaamlijk de pronte Veriluivifig van den Voorkant aldaar veroorzaakt.  vruchtbaarmaaking der Duinen. i8x den, op gelijke wijze, en binnen den tijd bij Art. 4. gefteld, moeten floppen of doen floppen; en zo in dit, als in andere op. zichten onderworpen zijn aan de Boeten Art. 8. en 9. bepaald, en zal dit alles bij de Huur - Conditiën moeten geftipuleerd worden (a). „ Art. 7. Voor zo verre de Strook Zeeweering , nader te bepaalen, Nationaale Grond, doch niet tot de Jagt verhuurd is, zal het voorig Art. in alle opzichten gereekend worden van kragt te zijn , voor de Opzichters over de beplanting van gemelde Strook (&). . . Art. 8. Naa den bij Art. 4. geftelden tijd zal 'er over alle zo Nationaale als Particuliere Duinen, eene algeméene Schou- wing fa) Bij eene Keur van Rhijnland van 3.. Jolij ,764. wordt het gedepopuleerd houden der Nationaale Duinen aan Duinmeijers of.Helm - planters aanbevolen, op eene daar toegeftelde boete; doch de ondervinding heeft het gebrekkige hiervan doen Zien. Wanneer de Huurders van deeze Duinen tot de Tagt, die dezelve toch blind moeten houden, f volgens Rapp. D. I. bl. IS9-) »ie»°e ver?,iS worden, zullen de Opzichters tot de Plant.ng wel zorgen, dat daaraan voldaan worde , doordien zij de HuSrders zullen kunnen bekeuren. - De Verhuunng tot de Tagt expireert 31. Augustus deer.es Jaar.,, Zijnde de Nationaale Duinen onder Rhijnland en Delfland, 1. September Ao. 1797- voor twee Jaa„. rnt de Tart verhuurd geworden. O ) De onverhuurde Nationaale ftrook Zeewee • ring kan niet dan aan de Opzichters ter Depopu1 "Lg worden overgelaaten. Doch wanr.eer men KSinen uitzondert, zal zich aldaar ook b.jna geen Konijn omhouden. ^  l$2 Omwerp tot wing (*) gefchieden. En wanneer naa den rceer genoemden tijd, een levendig Konijns* hol op «mg Duin mogt gevonden worden, zal de Eigenaar of Huurder van zodanig Duin betaalen eene Boete van ƒ20 (b) voor elk levendig Konijnshol; al, mede eene gelige Boete f» van / ao. voor elk uitgedolven cn raauw geworden Konijnsgat, dat niet behoorlijk volgens Art. 5. zal be. zorgd zijn. En zoo wanneer meer dan drie zodanige levendige Konijnsholen, of niec bezorgde Konijnsgaten op het Duin van eenen Eigenaar of Huurder gevonden worden, zal de Boete voor eik hol of gac dneaubbeld, en dus ter fomma van f 60. verhoogd worden. En zullen deeze Boeten vervolgens t' allen tijde gefield blijven. Art. 9, Ten einde dit Wild t' allen tilde op de Duinen zoude verdelgd blijven, zullen de Eigenaars of Huurders voor' noernd, voor elk Konijn 't geen naa den tijd van een en een halfjaar, naa hec arrefteeren der Publicatie slrt. 4. gemeld op hec Duin zal gevonden worden, bel taa« vSa} rSe?C vSchouwinS' 20 ver de gronden vaB Psr:_culK,en betreft, 2a! kunnen pU,fs hebbnenV * gd..k rnet het formcerep yan de opgaaf der br haare Gronden, vervolgens te melden, en z Tn zo verre geene bijzondere kosten veroorzaaken C*; Bij de Rhijnlands Keure van 3 fulii i-r'óA 7ï:m JP/Bl?geÜeli' maar dk inofj beff^'eldf eU dm0m d°°r °BS d»b- t.el(d!; °m dC'Ze:fde rCden al* vooren v«dub.  vruchtbaarmaakingder Duinen. 183 taaien eene boete van één Gulden (a~). En zullen alle Baljuwen en Schouten (&) van Diltriften, waarin Duinen geleegen zijn, gelast, worden toetezien , dat het geftatueerde zo in dit als het voorig Art (tiptelijk worde nagekomen; en zullen de Boeten komen een derde ten profijte voor den geenen die de ontdekking doec, eenderde voor den Officier, en een derde voor de Armen van zodanig Diftrift. Art. 10. Van de algeméene Depopulatie als vooren bepiald, zullen alleen voor als nog worden uitgezonderd de Nationaale Duinen, die als Konijn - vangerijen of Duinmeijerijen zo op het Eiland Vlieland, als onder Huisduinen en de Helder van wegens den Lande zijn verhuurd: En zullen de eerstgemelde Duinen van het Vlieland, welker Huur met het einde deezes Jaars expireert, voor nog drie andere Jaaren ten gemelden einde verpagt worden O). & Art. f>) Het Konijn meer dan eenig ander Wild verbaazend fterk voortteelende , zo oordeelen wij deeze maatregel tot eene duurzaame Depopulatie noodig te zijn. (*) Bij voorige Depopu'anen van wegens den Lande , werdt dit aan de Heemraadfchappen gedemandeerd , Welke alleen derzelver Boden konden ftellen, om de bekeuring te doen, terwijl ook de Ontdekker zelve hiervan niets genoot In voorige dagen, toen het fagt - gerigt beftondt, hadt ook het Gouvernement Z'jne Koddebeijers en Guar. des du Chasfe: wij meenden dus , dat hier de gewoone weg moest worden ingeflageu, om de Wetten van den Wetgeever van kragt te doen zijn. (O Uit hoofde der afgelegenheid en de geringe kevolking van dit Eiland , beftaande flechts uit 736 M 4  184 Ontwerp tot Art. 11. Wegens de Nationnale Dui* ren, Gronden en Landen, bekend onder den naam van hec Koegras («), zal het Beftuur doen onderzoeken, den verschillenden aarc van deeze Gronden ; als mede of dezelve mee voordeel zouden kunnen ingedijkt worden, zender dat die elders nadeel zou veroorzaaken en zal bij het Plan, ingevolge dat onderzoek opcegeeven, nader moeten beoordeeld worden , of de gemelde Duinen onder Huisduinen cn de Helder , naa het expireeren der Huurjaaren , weder als Duinmeijeren zullen veipagt worden, dan niet. Art. 12. Alle Nationaale Duin-Gronden zullen in Afdeelingen of Perceelen getermineerd worden (c), waar van elk zal beftaan uit niet minder dan Twintig en niet meer dan Dertig Morgens bruikbaare woeste Gronden (djin volgende Arie" nader ce bepaaien, als mede uit eenige" ge- deel- isieïen , hebben wij gemeend, dat 't moeilijk zoude vallen, hierop fpoedig Co!onisten volgens Jrt. 13. te kunnen vestigen : en het Vlieland een Eihnd zijnde, dat bijna geheel uit Duinen beltaat, zal het Konijn aan geene bijgcleegene Gronden fchade doen. O) Hiervan zijn leeds wenken gegeeven in ons Rapport D. 1. bi. -3— 75. Wij veroorloven ons re meer dit onderzoek vooneflaan , om dat bij de Intlructie voor den Asent vanOecononnc Art. 28. zodanige Gionden waarfcbijnlijk béoügcl zijn. Tot dit onderzoek zal bovenal behulpzaam zijn de geheele nieuwe opmecting deezer Gronden,'en daar van geformeerde Kaart door den Landmeeter J Peereboom Bz. welke ia &en voorleden [aare voleindigd is. (c) Zie Hoofdd. II. IJ) Zie Hoofdd. lij. §. 2.  yruchtbaarmanhng der Duinen. 185 ceel ten onbruikbaare Morgens O), 't zij cie tusfchen de gemelde bruikbaare Morgens inliggen, '1 zij die daar van zijn afgefcheiden; en welk getal van onbruikbaare Morgens zal behaald worden naar vnaate van de locaale gelteldheid, en naar derzelver mindere of meerdere afgeleegenheid van de voorfz. 20 of 30 bruikbaare Morgens. Art. 13. Deeze Afdeelingen zullen tot geen ander oogmerk mogen uitgegeeven of afgedaan worden, dan om daarop een Huis en zodanige Huisgezinnen te vestigen, welke zich zullen mogen aanbieden, om als Colonisten de bruikbaare Gronden van céne deezer Afdeelingen ter Cultuur te brengen, onder genot van alle de Vrijdommen en Faveuren bij dit Ontwerp geaccordeerd (b). Art. 14. Wanneer de Huurjaaren, voor welke eenige Nationaale Duinen in tijdelijke Page zijn uitgegeeven, geëxpireerd zi|n, zal de Agent van Oeconomie iteeds dienen van confideraden en advis, of deeze Duinen weder op nieuw verhuurd, dan of daarmede conform Art. 12. en 13- zal moeten gehandeld worden. En in geval tot eenige Verhuuring mogt beflooten worden , zal dezelve altoos publiek moeten gefchieden. Art. 15. Geene Nationaale Duin-Gronden zullen tot eenig ander einde mogen uit- (#) Zie boven bi. 165, (J) 5?ie boven Hoofdd. III. inzonderheid bl. M 5  '8 6* Ontwerp tot uitgegeeven of gebruikt worden dan bij Art. ia. en 13. als mede in volgende^/-/. , £?, en, 79• bepaald fs ; tenz*j de noodzaakhjkheid van eenig ander oogmerk door net Vertegenwoordigend Lighaam, op voordragt van het Uitvoerend Bewind mogt verklaard worden. Art. 16. Dien ten gevolge zullen de Decreeten van het Provintiaal Beftuur van het voormaalig Gewest Holland van "9. September \796. en 30. September 1707. tegen het onbedagtzaam roeren en gebruiken van Nationaale Duin-Gronden blij* ven m volle kragt, en alle Verzoeken en Requesten, hiertoe tendeerende, voor altoos worden geweezen van de hand ( a). Art. 17. Wanneer niet tegenftaande dit verbod eenige Nationaale Duin • Grond mogt geroerd worden, om daarop Aard appelen te pooten, of eenige Graanen te teelen, zal alles 't geen daar op geteeld », komen ten profijte van de Armen van het Distriéï, waar onder deeze Grond geleegen is: en daarenboven zal hij, die deezen Grond geroerd heeft, voor elke vierkante Rhijnlandfchc Roede door hem geroerd, betaalen eene Boete van Twee Gulden, intevordcren op zodanige wijze, als omtrent de Boeten op de Konijnsholen gefteld, bij Art. 9 is bepaald. Art. 18. De Eigenaars van Particuliere DuinCO De noodzaaklijkhcid van zulk een maatregel meenen wii betoogd te hebben in ons Rapport D. i. bl. 1S1—183.  yrachtbaarmaaking der Duinen. 187 Duin • Gronden , die 20. en meerdere bruikbaare woeste Morgens, het zij in Eigendom , 'c zij in altoosduurende Erfpagt bezitten, zullen van wegens het Gouvernement worden uitgenoodigd en opgewekt, om deeze hunne Gronden op gelijke wijze, als bij Art. 12. is opgegeeven, te termineeren; en op zodanige Afdeeling of zich als Colonist, tot het einde bij Art. 13. gemeld , nedertezetten, of eenig ander Huisgezin daartoe te plaatzen, met toezegging van de Faveuren en Vrijdommen bij dit Ontwerp daar aan gehegt. TWEEDE HOOFDDEEL. Van de Colonisten op de Duinen te vestigen, derzelver vereischten en verpligtingen. Art. 19. Zi'j die a5s Colonisten op ééne der Nationaale Afdeelingen zullen geplaatst worden , moeten zijn: a. Gehuwde Lieden, 't zij met 't zij zonder Kinderen. b. Of een Weduwnaar met Kinderen, waar van ten minsten twee boven de 16 Jaaren oud zijn. c. Of een ongehuwd Mansperfoon, mits het uitzicht hebbende om te huwen, binnen één Jaar naa dat hij zich als Colonist heeft nedergezet. d. Gehuwde Lieden of Weduwnaars met Kin.  lS8 Ontwerp tot Kinderen zullen niet worden aangenomen, indien Man of Vrouw reeds 50 Jaaren heeft bereikt. e. Een ongehuwd Mansperfoon of Gehuwden zonder Kinderen, die beiden reeds meer dan 35 Jaaren oud zijn, zullen mede niet als Colonisten kunnen geplaatst worden (a). Art. ao. Geene Colonisten zullen geplaatst worden, ten zij aan de Perfoonen met de uitvoering van het Ontwerp belast, gebleeken zij, dat dezelve zijn van een goed, nugter en gefchikt gedrag; als mede dat dezelve, het zij in, het zij buiten het Vaderland, kunde hebben verkreegen van den Landbouw, cn vooral van de bearbeiding van hooge zandige woeste Gronden: en zal door de gemelde Directie naar leidraad van eenige vraagen door dezelve ontworpen, de kunde der Colonisten betrekkelijk deeze Cultuur , als mede wegens de beste wijze van behandeling der Schaapen, vooraf moeten beproefd worden ; en zal ook zo veel mooglijk worden acht gegeeven, dat de Colonisten, 't zij Man 't zij Vrouw, in Haat zijn te leezen en te fchrijven Art. m Wanneer gefchikt Gedrag, en kunde van den Landbouw gelijk (laan, zullen Bataaffche Burgers en Burgeresfen altoos £«) Men zie over het noodzaakelijke van de bevolking der Duinen boven Hoofdd. UI.; om hetwelk te bevorderen zodanige bepaahngen vereischt gierden.  yracktbaarmaaking der Duinen. 189 toos den voorrang hebben boven Vreemdelingen, om als Colonisten geplaatst te worden. _ , . Art. 22. Niemand zal als Colonist wor. den aangemerkt, ten zij hij op zijne Afdeeling eene Wooning Helle, en dezelve daadlijk bewoone. Art. 23. Zij egter, die nu reeds op ot bij de Duinen woonen, en met hunne Huisgezinnen aldaar gezeeten zijn, en de vereischten bij Art. 19. en 20. gefteld , (de daarbij bepaalde Jaaren uitgezonderd) bezitten; zullen, ter bebouwing van eenige Afdeeling zich aangeevende, als Colonisten gereekend worden O), en in alle de Faveuren deelen; doch alles onder deeze uitdrukkelijke bepaaling, dat hunne W00-. ning niet verder dan 200 Roeden geleegen is van de Afdeeling, door hun ter Cultuur te brengen ( b ). Deeze uitzondering zal omtrent geene andere Colonisten mogen gelden. , Art. 24. Van wegens het Beftuur zal ten diensteder Colonisten zo fpoedig moogelijk, op de eenvoudigfte en bemteluk- f>) Hiermede bedoelen wij inzonderheid de tegenwoordige Duinmeijers, die meest allen op of tegen het Duin aanwoonen , en die alzo door de Verdelging van het Konijn , niet van een beftaan zullen beroofd zijn; terwijl het ook ongerijmd zou wezen, dat zij die reeds eene Wooning hebben-op het Duin, een ander zonden moeten betrekken. (J) Deeze Voorzorg is volftrekt noodzaaklijk, • m dat dit anders t» vèr zou uitgeftrekt , en het groote oogmerk verijdeld worden.  ipo Omwerp tot fle wijze, in algeméene Regelen worderï opgegeeven, alles wat door de Colonisten moet in acht genomen worden, bij het aanleggen hunner Wooningen, Schuuren, Koojen of Stallingen; — hetafdeelen der Gronden met Wallen en Haagen; — het behandelen van her Vee, vooral van Schaapen; — de wijze van Perking van Schaapen, en verbetering en verfijning van derzelver Wol; — het aanwinnen van Mest; — het bearbeiden en beteelen der Gronden, mee alles wat verder dienen kan, om van hunnen Grondde meeste voordeelen te trekken, en zich aldaar een gelukkig beftaan te verzorgen. Art. 25. Elk Colonist zal moeten zorgen, dat hij de bruikbaare Gronden zijner Afdeeling aanlegge, zo tot Beweiding als tot Teelland; en zal hierin altoos eene behoorlijke proportie moeten gehouden worden , ten einde fteeds genoegzaame bemesting voor zijne Teelgronden te hebben. Art. 26. Ten dien einde zal hij terftond Van eenig Vee, inzonderheid van Schaapen moeten voorzien zijn, en zich bovenal toeleggen op het perken van zijne Schaapen ter Bemesting van zijnen Grond. Art &/. Een Colonist zal binnen het eerfte Jaar, naa dat hij zich op zijne Afdeeling heeft nedergezet, ten minsten twee Morgens moeten ontginnen, en hier mede van Jaar tot Jaar fuccesfieflijk moeten voortgaan ; egter in diervoege, dat hij voor zijne Schaapen en het verdere noodige Vee altoos eene genoegzaame Weide benoude. Art. 28. Al hec bruikbaare van zijne Af-  yruchtbaarmaaking der Duinen. 191 Afdeeling, in voege als bij Art. 12. bepaald is, zal binnen 10 Jaaren, naa dac hij den eerften Grond geroerd heefc, beweid, beteeld, of met Houc beplanc moeten zijn. Art. 29. Geen Grond zal naa gemelde 10 Jaaren langer dan één Jaar braak, of onbeweid of onbeplant mogen liggen. Art. 30. Naar maate van het getal der IVlorgens, die beweid en beceeld worden, zal ook een evenreedig getal van Schaapen moecen gehouden worden, en zal op hec ciende Jaar Art 28. bepaald, en ver* volgens, op elke Afdeeling alcoos een getal van 20 of 30 Schaapen, in evenredigheid van het getal Morgens, waar uit eene Afdeeling beftaat, moecen gehouden worden O). Art. 31. Ter bevordering der Schaapweiderij en verbetering van derzelver Wol (O, zal net Beftuur zo veel moogJijk alle gelegenheden openen, om hec Ras van de Kudden Schaapen der Coloniscen te verbeceren, en dezelve te doen vermengen («) Zie Hoofddeel IV. J, 4 bl. 6ii (ij Wij zullen hec belang der Schaapweiderij , vooral ter verkrijging van meerder en beter Wol, hier niet behoeven te betoogen. Wij veroorloofden ons te meer de middelen , hiertoe ftrekkende , in dit en het volgend Art. optegeeven, daar dit als eene zaak van de hoogfte aangelegenheid reeds is voorgedraagen , in het Rapport der Commisfie van de Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lighaam , tot het ontwerpen van de Inftru&ie voor den Agent van Nationaale Oeconomie, bij de inlevering dier Inftrudtie bl. 10 en 11.  19* Ontwerp tot gen met Spaanfche Rammen en Ooijetf, 't zij van een'oorfprongelijk Spaansch Ras, of die van de eerfte of volgende generatien reeds in het Vaderland zijn voortgeteeld: en zal de Agent van Oeconomie ten dien einde correspondeeren met de INederlandfche Huishoudelijke Maatfchappij {aj. Art. 32. Ter behouding van een goed Ras van Schaapen, zullen de Colonisten zo veel raooglijk één en hetzelfde foorc van Rammen moeten houden: en zullen ten dien einde van wegens het Beftuur eeni-, ge Keurmeesters over de Rammen worden aangefteld, en geen Colonist eenig anderen Ram mogen gebruiken, dan die door deeze Keurmeesters op eene kennelijke wijze gefchouwen is. Art. 33. De Perfoonen van Directie zullen jaarlijksch zich informeeren, of doen informeeren van den ftaat der onderneeming van eiken Colonist, en zal den meest gefchikten en nijveren door Eeretekencn beloond en als zodanig aan het Pu¬ bliek bekend worden gemaakt (t;). Art. (a~) Hiertoe is gemelde Agent fpeciaal gequalificeerd bij deszelfs inllruétie Art. 37. (b) Deeze zullen op eene zeer onkostbaare wij. ze kunnen uitgedeeld worden. (c) Daar het Admmiitratief Beftuur van het voormaalig Holland bij Refolutie van 4. Maart deezes [aars, als Bijlaag A ag.er dit Deel gevoegd, ons den aangenaainen last hadt opgelegd , zulke verdienftelijke Dunbouwers, als door ons bij het Rapport gemeld waren , op de meest vereerende wijze te remunereeren; hebben wij gemeend, bij dit Art. den gemanifesteerden geest van het Beftuur alleszins in het oog te hebben gehouden.  vruchtbaarmaaking der Duinen., 193 Art 34. Al het geftatüeerde omtrenc de Colonisten van Art. 19. tot 33. zal gelden en verbindende zijn, zo wel voor dié geenen, welke op eene Mationaale Afdeeling zullengeplaatsc worden, als voor Hun,; die of zelve Eigenaars ziinae van eenig Duin, zich daarop als Colonisten willerl vestigen O), of door Eigenaars op derzelver Duin, volgens Art. 12. getermineerd zijnde, als Colonisten mogen geplaatst worden: en zullen de Eigenaars hunne Colonisten hiertoe moeten verbinden* Art. 35. De natemeldene Faveuren en Vrijdommen zullen alleen geaccordeerd worden op die Voorwaarden en onder die verpligtingen, welke bij Art. 19. tot 34. zijn bepaald. Art. 36. Aan eiken Colonist van wép-ens den Lande te plaatfen, zal eene Nationaale Afdeeling met de Bouwftoffen tot het oprichten van eene Wooningen Schuur, om niet in Eigendom gegeeven worden; en zal Hij deeze Afdeeling met derzelver? Getimmerte t' allen tijd in Eigendom behouden (£); mits hij beftendig zij van een goed gedrag, en verders opvolge de Regelen en Orders, Hem van wegens de Diredie voortefehrijven. Art. fa) Daar eenige Duinmeijers zelve Eigenaars van uitgeftrekte Duin - Gronden Zijn , hebben wij gemeend te moeten onderftellen, dat Eigenaars zelve Colonisten konden worden. (*} Zje de noodzaaklijkheid hiervan betoogd, Hoofddeel III. §. 3- bl. 44, 4«. N  194 Ontwerp tot Art. 37. Ingevalle een Colonist van deri Lande zich moge fchuldig maaken aan Luiheid, Dronkcnfchap, Verwaarloozing van Vee of Gronden, of de hem gegeevene Orders niec opvolgde, zal hij zijne Wooning en de geheele Afdeeling moecen verlaacen; alle aanfpraak op Eigendom daar aan verliezen, en dezelve vervallen aan den Lande, om aan een ander Colonisc ce worden uitgegeeven ra~). Art. 38. Een Land-Colonist zal van wegens den Lande {bekomen en in eigendom behouden, zeker gecal Schaapen, invoege als bij Art. 30. bepaald is; als mede het verdere benodigde Vee, benevens de Werktuigen, Gereedfchappen, cn noodige Zaaden eer bebouwing van zijnen Grond : en zullen zo op hec gemelde Vee, als op de Werkcuigen en Gereedfchappen een zeer kenbaar en gebrand merk gefteld worden. Art. 39. Ingeval hij nogthans eenig ftuk Vee geflagt, verkogc of vervreemd; of eenig werkcuig of gereedfehap moge veralïeneerd hebben , buicen medeweeten en goedvinden der Directie , zal mee hem als mec een onwaardigen Colonisc, overeenkomstig Art. 37. gehandeld worden , en zal hij alsdan mede alle aanfpraak van Eigendom verliezen op hec hem gefchonken overige Vee, Ca) In dit en uc zes volgende Artikelen meenen wij de voornaame zwaarigheden tegen het ftellen van Colonisten te hebben weggenomen. Zie ook boven Hoofda. 111. §. 5. bl. 49—53.  yruchtbaarmaaking der Duinen. 195 Vee, als ook de Gereedfchappen en Werk* tuigen. Art. 40. Zoo wanneer hij, dit alles vooruitziende, voor het verhaten v:n zijne Af. deeling , boven het reeds geÖagte of verkogte van Vee of Werktuigen, nog meerder mogt veialïeneerd hebben, zal door den Publieken Aanklaager van zijn Resfort, volgens de gewoone Wetten van den Lande tegen Hem, als eens anders goed vervreemd hebbende, worden geprocedeerd. Art. 41. Hij die bevonden Zal worderi zodanig Vee, Werktuigenen Gereedfchappen, als met een merk volgens Art. 38. gekentekend zijn, gekogt te hebben , zal dit alles aan de Directie moeten reftitüeeren, 'en daarenboven tienmaal de waarde van dit gekogte moeten vergoeden. Art. 41. De Eigenaars zullen op gelijke wijze als bij de voorige Artikelen bepaald is, tegen de voorfchreeve Veralïenatie, waaraan zich hunne Colonisten zouden mogen fchuldig maaken, 'gefecureerd weezen, en dezeltde Wetten mogen inroepen: en zal ook een gelijk merk, de Eigenaars des begecrende , op het Vee, de Werktuigen eti Gereedfchappen voor hunne Colonisten geileld worderi. Art. 43. Een Colonist van den Lande zal de BouwllofFen tot het oprichten van züne Wooning en Schuuren , als mede de Werktuigen, Gereedfchappen en het benoodigde Vee, van wegens de Directie in natura en niet in gelds waarde bekomen. Doch geduurende het eerlte half jaar zal Na hij  196 Ontwerp tot hij voor zijn onderhoud, en dat van zijn Huisgezin eene weekelijkfche toelaag in Geld ontvangen, welke geduurende het daatop volgend Jaar tot op de helft zal verminderd worden Qa)y en vervolgens geheel ophouden. DERDE HOOFDDEEL. Van de Vrijdommen en Aanmoedigingen aan Colonisten , en verdere Onderneemingen te accordeeren. Art. 44. liflke Afdeeling, 't zij op Nationaale , 't zij op Particuliere Duinen, volgens al het geftatiieerde getermineerd zijnde, en waarop zich een Colonist naar de voorfchreevene bepaalingen, zal nederzetten en gevestigd houden ; — elke zodanige Afdeeling zal bij gelijk Octrooi, als aan de meeste uitgeveende en daarnaa drooggemaakte Landen geaccordeerd is genieten volkomen vrijdom van Verponding, zo Ordinaire als Extraordinaire, welke op deeze Gronden gelegd mogten zijn; en zullen voorts de Gronden deezer Afdeeling van alle andere Lasten, de Erfpagr.3lasten uitgezonderd (c), hoe ook genaamd, of O) Zie boven bl. 63. (b) Zie boven bl 70, 71. CO Zie boven bl. «31 , 132,  yruchtlaarmadking der Duinen. 197 of onder welke benaaming gebeeven of nog te heffen , en waar onder mede zullen gereekend worden de Ordinaire en Extraordinaire Morgen - Gelden van Heemraadfchappen of Dijks-Collegien (#), bevrijd blijven: en dit alles voor den tijd van veertig Jaaren geheel, en nog voor den tijd van twintig daar aan volgende Jaaren half, aanvang neemende naa dat met het defricheeren volgens Art. 47. een begin zal zijn gemaakt, en de Colonist zich reeds met er woon gevestigd heeft (£)• Art. 45. Voor een gelijk getal van 40 Jaaren geheel en 20. daar aan volgende Jaaren half, zullen de Wooning, als mede de Schuuren, Koojen, Stallingen, Hokken en verder Getimmerte, ten dienste van den Colonisc op zijne Afdeeling opgericht of opterichten (ff), vrij zijn van alle Verpon?; (ay Wij hebben hierin weder de 08 Ontwerp tott ponding en Lasten, invoege als vooren gemeld: en zullen ook de Materiaalen en Bouwltoffen tot het oprichten van •. uorfchreevene Wooning en verder Ge::mmerte, voor gelijke Jaaren óntheeven zijn Van de Impoluie, welke onder den naam van Rondemaac en grove Waaren thans, wordt geheeven, of onder eenige andere benaaming voortaan zou mogen gel en worden (a). Art. 46. Voor een gelijk getal van Jaaren zal mede voor alle Graanen en verdere Producten op zodanige Afdeeling geteeld wordende , Vrijdom genooten worden van de Impoficie, onderden naam van bezaaide Landen geheeven wordende, of voortaan onder eenige andere benaaming mogende geheeven worden Art. 47. Al het Vee op zodanige Afdee^ ling geweid wordende, zal mede geheel onbelast blijven voor een gelijken tijd van veertig Jaaren geheel, en nog voor den tijd van twintig daar aan volgende Jaaren half (c). Art. 48. Ter bekoming van een voorfchot, om daar uit de koscen cot het vestigen yan Colonisten ce kunnen vinden, zal ten eenig oogmerk van Cultuur of beweiding , zouden mogen geplaatst worden op eene Afdcehng hun> ïier Duinen , door een Colonist gebriukt wordende; ?en einde voor foortgelfjke Gebouwen van deezen Vrijdom te gaudeerén. (a '. Zie boven . bl. 73, 74, (0) Zie boven, bl. 71, 72. O) Zie beven , bl. 7i»  vruchtbaartnaaking der Duinen. 199 zal eene Negotiatie op Lijfrenten bij forme van Tontine , groot ƒ 200,000. gëarrefteerd worden, ingevolge het Plan agter dit Ontwerp gevoegd, en gereekend wordende hier te zijn gëinfereerd (a). Art. 49. Uit de Gelden van deeze Negotiatie, zal de Directie voor eiken Colonist van wegens den Lande te plaatzen, tot alle die einden, welke bij Art. 36, 38 en 43. zijn opgegeeven, mogen gebruiken eene fomma van f 1000. op een Jaarlijkfchen Intrest van 4 percent, zo lang deeze Negotiatie zal duuren; en volgens het geen deswegens verders bepaald is bij het Plan der Negotiatie Art. 50. De Land-Colonist zal voor zijne Afdeeling jaarlijksch zekere Huur aan de Directie betaalen, doch welke niet zal beginnen dan met het vijfde jaar (f), naa dat hij zich heeft nedergezet; en zal deeze Huur in den beginne zeer modiek worden gefteld, en allengskens accresfeeren tot het vijftiende Jaar. Art. 51. Deeze-Huur zal voortduuren , tot de Jaaren der Vrijdommen geëxpireerd, en op deeze Gronden zekere Verponding, vervolgens te melden, gelegd zal zijn; en zal dus de Huur met het 4tfte Jaar, wanneer de Vrijdommen flechts voor de helft zullen genooten worden, ,op de helft der VOO- («) Zie Hoofdd. V. 5- 3. 4- en J. 8— is,. O) Zie boven, bl. 83, 84. fci Zie als vooien. N 4  *oo Ontwerp tot voorige Huur moeten gefteld worden, en met het einde van het cofte Jaar geheel ophouden. _ Art. 52. Uit deeze Huur zal de Directie de Penningen vinden voor den Jaarlijkfcheij intrest bij het Plan der Negotiatie bepaald, als mede de Termijnen van Afïosfing , volgens de Conventie met Commisfarisfen der Negotiatie deswegens te treffen. Art. 53. Uit de Celden van deeze Negotiatie, zullen Eigenaars van Particuliere Duin-Gronden mede voor elk Huisgezin, door hun naar al het voorfchreevene op eene Afdeeling hunner eigen Duinen gevestigd, en alleen op deeze voorwaarde, kunnen bekomen eene Somma van / 1000, op een intrest van 4 per Cent, en bij termijnen aftelosfen. En zullen de Eigenaars deezé ƒ 1000 op zodanige wijze kunnen befteeden ten diende van deeze Colonisten, als zij het meest nuttig zullen oordeelen, mits zij deeze Somma toe geen ander einde doen dienen, en zich ter bekoming van dezelve gedraagen naar het deswegens bepaalde bij het Plan der Negotiatie (a). Art. 54, De Directie zal de beste gelegenheden openen, ten einde zich gefchikte en kundige Colonisten zullen kunnen aanmelden; als mede mogen correspondeeren met de Opzieners en Bcftuurers der Weeshuizen, ten einde Deezen hunne Weesjongens en Weesmeisjens voor kost en in- woq= {#) £ie boven, bl. 67—6j). en 77. en 8q.  vruchtbaarmaaking der Duinen, aoi wooning zouden kunnen ftellen onder het opzicht van zulke Colonisten, die van hunne Kinderen nog geene hulp kunnen trekken , om het Landwerk te leeren ( a). En zullen Eigenaars zich bij de Directie mogen vervoegen, ten eindè hun bekwaame Colonisten, en des noodig zijnde, gefchikte Weeskinderen zouden kunnen aangeweezen worden. Art. 55. De Burger Willem Heytfeld, reeds van wegens den Lande op de Duinen gevestigd zal als Colonist worden aangemerkt-, en zullen de Gronden rondom zijne Wooning zodanig worden gcëxcedeerd , dac dezelve eene bekwaame Afdeeling volgens Art. 12. uitmaaken, gelijk hij ook van alle de geaccordeerde Vrij* dommen zal gaudeeren, mits beancwoordende aan de Verpligcingen, den Colonisten bij dit Omwerp opgelegd (O;. en Ca') Zie boven, bl. 51. (£) Zie Rapport D. I. bl. 184—187. en ook bov. \\. 42. Cc") Dit is te noodzaakelijker, om dat b'j het Decreet van het toenmaalig Adroiniftratief Beftuur van het voormaalig Holland van 23 Maart 1798» waarbij hem eenige Duingrond is geaccordeerd, bijna geene conditiën zijn gefteld, zijnde deeze Refolutie van den volgenden inhoud: „ Op het ter Vergadering gerapporteerde door de „ Burgers Coomans, van der Dusfen en Keyzer, bij befiuit van den 16. Februarij 1.1., in wier handen gefteld was een Request van Willem Heytfeld , Burger en Inwooner van Rotterdam , daar ?, bij overgelegd hebbende een breedvoerig Con„ cept , ftrekkende zo ter verbetering der Land. bouw, als om onvruchtbaare Landen vruchtbaar IN 5 » "  soa Omwerp ut en zal de Directie uit de Negotiatie zoda<» nige Som mogen emploijeeren, op de voorwaarden reeds gefield, als Zij zal oordeelen noodig te zijn, om hec geen hem nog moge ontbreeken, te bezorgen; mits egter deeze Som niet hooger zij dan ƒ700 en daar onder begreepen werde de ƒ 300, hem als Gratificatie reeds verleend, welke weder aan 's Lands Kas zal worden gerefticuëerd. Art. 56. Zodanige Eigenaars, welke zonder home Duinen in Afdeelingen ce termineeren, en daarop Colonisten re ftellen, nogchans eenige van hunne woeste Duin* Gronden ter Cultuur brengen, of doen beweiden, of met Houc bepLnten; 't zij, a. dac hun geheel Eigendom v.m bruikbaare woeste Duinen geen 20 Morgens bedraagt, en dus geene Afdeeling vo >r een Colonist volgens Art ia. kan uitmaaken; h. 't zij dat ze meerdere Duinen in eigendom ,, te maaken; verzoekende dat hiervan een proeve ,, mogt worden genomen, en hem van wegens den Lande vrijheid worde gegeeven , eenige Duinen ,, te beploegen, en hem tot eene Gratificatie toe,, teftaan , eene fomme van / 300 tot aanbouw van „ een Huisje, en het aankoopen van Gereedfchap,, pen." ,, Is na deliberatie befloten , den Requestrant zijn verzoek te accordeeren, zullende bij Extract deezes hiervan worden kennis gegeeven, zo aan „ den Requestrant, als aan de Commisfie tot de „ Domeinen en Finantien." (a~) Wij oordeelden hiertoe geen ƒ 1000 te moeten ftellen, om dat hij reedseen weeklijliSchPcnfioen geduurende een Jaar heelt genooten.  vruchtbaarmaaVmg der Duinen. 103 dom hebbende, dezelve geheel niet termineeren, noch eenigen Colonist ftellen; c. 't zij dat ze één, twee of meerdere Afdeelingen met Colonisten bezet hebbende, daarenboven nog meerdere Morgens, dan tot deeze één, twee of meerdere Afdeelingen behooren , zonder middel van Colonisten doen defricheeren, of tot de voorfchreevene einden aanleggen; — alle zodanige Eigenaars zullen mede geheelen Vrijdom genieten van Verponding, van zo veel Morgens, als zij op de gezegde wijze nebben aangelegd; gelijk mede de daar op geteelde Producten geheel onbelasc zullen zijn, zo als bij Art. 44- en 46. bepaald is; doch zal de Vrijdom van Lasten op Gronden en Producten in deeze gevallen, niet langer genooten worden, dan voor den tijd van veertien Jaaren geheel, en zeven daar aan volgende Jaaren half (a). Art. 57. Door beweiding, in het voorig Art. gemeld, zal alleen verftaan worden het aanleggen van eene Weide of Camp, met de noodige Wallen, Greppels of Slooten omgeeven, naar dat het locaale dit zal vereislchen; en zullen daar op per Morgen ten minften Twee Schaapen beftendig gehoed worden, en daar op hun voedzel moecen vinden. Art. 58. Zo ras eenige Grond in den Vrijdom bij Art. 56. deelende, ongebruikc of langer dan één Jaar braak wordt gelaaten, (u) Zie boveri, bl. 72.  204 Ontwerp tot ten, zal daar van de Vrijdom teritond worden opgeheeven. Art. 59. Wanneer eenige Nationaale Duin-Grond toe eene Begraafplaats (a) mogt verzogt en toegedaan worden, zal dezelve om niec worden uitgegeeven, en voor alcoos vrij zijn van allen Grondlast of Verponding. Desgelijks zal dac gedeelce Duin-Grond van eenigen Eigenaar, 'c geen hij tot eene Begraafplaats zal mogen aanleggen of Verhuuren, mede voor altoos van alle Verponding ontheven worden; en zij die reeds zodanig een Begraafplaats aangelegd of verhuurd hebben , zullen voor het vervolg van alle zodanige Grondlasten worden vrijgefleld. Art. 60. Alle Eigenaars, die eenigen Duin-Grond, door zich daar op met er woon re vestigen, of een Huisgezin te plaatfen, reeds bevoorens ter Cultuur heb. ben gebragt, zullen Vrijdom genieten van Verponding van zo veel Morgens, als zij door middel van zodanig Huisgezin hebben doen defricheeren, mits dit ten min/ten 5 Morgens bedraage; edoch voor niet meer dan een getal van 30 Morgens door hun geculciveerd: en zullen deeze Eigenaars verders deelen in alle de Vrijdommen bij Art. 44—47. verleend, en mede voor gelijk gecal van Jaaren, en zich een dien ein- (a) Van welk aanbelang het zij, het aanleggen van Begraafplaatzen op de Duinen te bevorderen hebben wij reeds aangetoond bij ons Rapport D, I. bl. J55-  yruchtbaarmaaklng der Duinen. S05 Cinde moeten gedraagen naar de Voorwaarden , den Colonisten van Eigenaars bij Art. 19—35. gebeld. Doch zullen alle deeze Vrijdommen gereekend worden, reeds een begin te hebben genomen van dien tijd af, dat dit Huisgezin ten voorfchreeven einde zich heeft, of is nedergezet; egter met dien vtrftande, dat van de Lasten en Impofitien , welke zij van dien tijd af tot nu toe hebben opgebragt, geene Restitutie aan hun zal worden gegee- ven (*)• , Aru 61. Eigenaars, die zonder middel van Huisgezinnen, en in zodanige gevallen, als bij Art. 56. en 57» is gemeld, ten nutte hebben aangelegd, zullen de daarbij gëaccordeerde Vrijdommen , en voor gelijke Jaaren genieten. Doch zullen de Jaaren dier Vrijdommen mede gereekend worden, reeds te zijn ingegaan van dien tijd af, dat de Gronden daadelijk ten gebruike zijn gebragt, en zonder dat eenige restitutie in aanmerking kan komen, invoege als bij hec voorig Art. bepaald isi zullende zo ten aanzien van dit, als het voorgaand Art. voldoende Attestatien moeten overgelegd worden van den cijd, wanneer met hec defricheeren deezer Gronden een begin is gemaakt (£). Art. 62. AHe de Faveuren en Vrijdommen, in die Hoofddeel aan Eigenaars, 't zij voor hunne Coloniscen, 't zij in de andere op- (a~) Zie boven, bl. 123—IsS, j Zie als vooieo.  2or5 Ontwerp toé opgenoemde gevallen toegezegd, zullen nier. kunnen genooten worden zonder dat deeze Figenaars aan de Direélie ter hand Hellen eene Kaart, door een Gezwooren Landmeeter opgemeeten, van de Gronden die of reeds gedefricheerd zijn, of nog ter Cultuur zullen gebragt worden, en voor welke zij Vrijdom verlangen (tf). Art 63. Een Eigenaar, die eenige der gemelde Vrijdommen geniet, zal, zo lang deeze Vrijdom duurt, t'allen tijde moeten toclaaten, dat op zijne ontlaste Gronden, 't zij hij die door Rasters, Wallen, Haagen, of anderszins moge ingeflooten hebben of niet, zodanige Infpeótien en Befchouwing gefchieden, als de Diredtic zal noodig oordeelen | HOOFD- («) Hier dooT zal men mede voorkomen, dac aangaande de uitgeftrektheid en limieten der DninEigendommen niet weder zodanige eene duisterheid plaats vi"dt, als zich tot hiertoe heeft opgedaan. b) Wij hebben den tijd en wijze van lnfpeftien niet opgegeeven , als behoorende dit tot het Reglementaire. Zie verders bov. bl. 174, 175-  vruchtbaarm-athing der Duinen. s.oj VIERDE HOOFDDEEL. Van de Verpondingen en Lasten, op de Duin - Gronden te leggen. Art. 64. X) oor de volkomen uitroejing der Konijnen zullen gereekend worden te zijn vervallen alle Remisfien van Verpondingen, zo Ordinaire als Extraordinaire, welke aan Eigenaars van Konijn-Duinen zijn geaccordeerd tot herftelling van hunne Konijn-Duinen, die door de ongelimiteerde Jagt van den Jaare 1795. als zodanig gedeterïoreerd waren (tf). Art. 65. Zodanige reeds 'gedepopuleerde Duinen van Particulieren , welke bij Octrooi van alle Verponding ontheeven zijn (&),zullen hiervan niet langer ontllaagen blijven, dan de Jaaren van dat Octrooi duuren, en als dan komen onder het Quohier van Verponding, bij die Ontwerp vastgefteld: en zullen de Eigenaars der gemelde Duinen, zo lang de Jaaren van dit Oftrooi duuren, geene der Vrijdommen en Faveuren aan onderneemingen bij dit Ontwerp verleend, kunnen genieten, ten zij (a) Zie boven Hoofdd. VI. J. 2. bl. 91—94(i) Zie Rapport D. I. bl. 138—141- en ioven bl. 94- Noot a.  aoS Ontwerp m zij ze afïtaan van hec bekomene Octrooi, era èeeds terftond hunne Gronden willen fteflen onder hec veranderd Quohier van Verponding. Art. 66. Alle Verpondingen, die op Parciculiere Duinen zo gepopuleerde als gedepópuleerde coc nu toe zijn gelegd geweest, zo wel de Ordin. en Excraord. heele en halve Verponding, als de ioofte en noobi Pennirg, zullen vervangen worden door een veranderd Quohier; en zullen hief bij alle Duin-Gronden van Particulieren naar een gelijken en eenvoudigen Maatllaf in Verponding worden aangeilagen, waar van alleen zullen uicgezonderd worden de Gronden, Art. 59. gemeld, en Art. 72. nader te melden (a ). Art. 67. Zodanige Landen en Gronden, waarop Konijn-Duinen voormaals het regt van afweiding hadden O), en die hierom in mindere Verponding waren aangeflaagen, zullen in dier voege in Verponding verhoogd worden, als zij gereekend kunnen worden door de Depopulacie in waarde ce zijn toegenomen Cc). Art. 68. Geene Duinen zullen voofta?n rreer in masfa worden aangeflaagen, maar de Verponding altoos per Morgcnta-len moecen gelegd worden (.óQ. Art. Ca) Als vooren, §• 3, 4. en 7. bl. 94—100. éi Ho. in. h) Zie Rapp. D. I. bl. 133, T'3'4. en 146,, 147- (e) Z'e boven Hoofdd. I. §. 5 en 6. bl, i6—ai» {. lei Zie boven bl. 79, 80. en 105, 105. O a  Ontwerp tot van deeze Eigenaars Bruikbaare woeste Duin • Morgens bezit, deeze Gronden geheel ter Cultuur zijn gebragt. b. Dat Eigenaars, wier Bruikbaare woeste Duingronden meer dan 20 of tot 50. Morgens uitmaaken, binnen het eerfte Jaar aandalte maaken, om op ééne hunner Afdeelingen een Colonist te plaatfen, en verders de Afdeeling door hunnen Colonist bewoond, aanleggen op alle zodanige wijzen, als bij dit Ontwerp zijn bepaald; gelijk mede de Bruikbaare woeste Gronden, welke zij buiten deeze Afdeeling nog mogten bezitten, met het derde Jaar verders doen defricheeren; 'c zij door het ftellen van een tweeden Colonist, wanneer het getal deezer Morgens eene tweede Afdeeling zou kunnen uitmaaken; of, wanneer geen tweede Colonist mogt gefteld worden, dat als dan ten aanzien van voorfchreevene Morgens, buiten de Afdeeling liggende, in achtgenomen worde, 't geen bij die Art. Lett. a. is vastgefteld. c. Dat Eigenaars, die meer dan 50 Bruikbaare woeste Morgens bezitten, niet alleen met opzicht tot den eerden Colonist als vooren handelen , maar ook t' eiken Jaare, tot zo lang al hunne Bruikbaare Gronden gedefricheerd zullen zijn , twintig Morgens van deeze Gronden, boven hec geen reeds ontgonnen is; of tot eene Afdeeling aanleggen, en aanftalte maaken, om daarop een Colonist naar al het geen deswegens bepaald is, ce vestigen; of dat zij gemelde 20 Mor-  yruchtbaarmaaking der Duinen. ai3 Morgens gebruiken tot eenig einde, bij Art. 56. en 57. gemeld, of daar toe aan anderen Verhuuren, en den Huurder hiertoe verpligten. Art. 79. Duingronden , ftrekkende tot Droogbergen voor Lijnwaatbleekerijen, of tot het droogen van Haaring - en ander Vischwand, zullen niet onder de woeste Gronden gereekend, maar ten aanzien van Verponding gebragt worden onder de reeds Gebruikte Duingronden, vervolgens te melden. Art. 80. Op zodanige Bruikbaare woeste Duingronden, welke behooren tot eene Afdeeling door een Colonist bebouwd en beweid wordende, doch die geduurende de 10 eerfte Jaaren volgens Art. 28. nog niet geheel gedefricheerd zouden mogen zijn , zal mede de Verponding bij Art 73. gemeld, niet gelegd worden. Art. 81. Van de Verponding van één Gulden met de verhooging per Morgen, zullen ingevolge het geen omtrent de Vrijdommen geftatueerd is, de voorfchreeve Gronden ontlast worden, zo rasch zij ten gebruike zijn aangelegd, en hief van ontlast blijven , ten zij het gepofeerde bij Art. 76, deswegens zou mogen plaais grijpen. Art. 82. Eigenaars , wier Bruikbaare woeste Gronden 20 en meerdere Morgens bedraagen , en die deeze hunne Gronden in Afdeelingen, volgens Art. 18* termineeren, en daar op naar al het geftatü.erde Coloristen vestigen; zullen bij bet ftellen van den Eerften Colonist, voor O 3 alle  ft 14 Ontwerp tot alle de Bruikbaare woeste Morgens, dia nog op bun Duin mogten gevonden worden, niet meer betaalen dan 10 Stuivers per Morgen ( a h Art 83. Alle de voorfchreeve Eigenaars van Bruikbaare woeste Dum-Gronden , begeerendc te deckn in de faveuren aan de Duin Cultuur gehecht, zo :<.n aanzien van den opbrengst der gedeeltelijke Verponding bij hec voorig Art bepaald ris van eenige Vrijdommen in hei voorig 1 lo< fddeel gemeld, zullen jaarlijksch, tot zo lang alle hunne Gronden gedeïriebctrd zijn, aan de Directie moeten doen toekomen eene opgaaf van het getal- Morgens door hun ontgonnen, en in behoorlijke Cultuur onderhouden j als mede van de Vrijdommen die zij ingevolge die Ontwerp zouden meenen ce mogen genieten Art. 84. Bij de in het voorig Art. gemelde opgacve, zal moeten overgelegd worden eene verklaaring van twee Gebuuren deeZer Eigenaaren , dac alles conform de waarheid is opgegeeven: en zoo wanneer in detze opgaave van Eigenaars, of verklaarmg der Gcbiu:ren eenige fraudes mogten begaan zijn, zal de Directie hier van ter. Hond kennis geeven aan den Baljuw van het (a~) Zie boven bl. 108. (l>) bij deeze opgaaf zouden de Eigenaars ook piHheeven kunnen worden vsn hec Artikel det laatfte Ordonnantie op het Zegel van Ao. 1794. waar bij Verzoeken en P-equesten om Remisfien of Vrijdommen, op ecu Zegel van ƒ 8. moeten gebild worden.  yruchtbaarmadking der Duinen* 21$ het Diftriél, waar onder hec Duin' geleegen is, ten einde deeze zodanige actie zon kunnen inftitüeeren, als dezelve zal vermeenen te behooren. Art. 85. De Eigenaaren van eenige Vrijdommen gaudeerende, zullen zo lang nog eenige van hunne Bruikbaare Gronden ongeculciyeerd liggen, van vier coc vier Jaaren eene Kaarc conform Art. 62. moeten overleggen, waar op hec geen in deeze vier jaaren ontgonnen is, zal zijn aangeweezen ; 't zij dat dit gefchiede op eene algeméene Kaart van de Gronden van deezen Eigenaar, of c' elkens op afzonderlijke Kaarcjes Art. 85. De Directie zal van alle deeze opgaaven zeer naauwkeurige aancekeningen houden, en hier van jaarlijksch een Itaac opmaaken en overleggen aan tien Agent van Financiën, een einde daar naar de in- vor- fa") Wij hebben gemeend, dat eenige fchikkingen en bepaalingen zo omtrent dit . als andere Artikelen , tct het Reglementaire behooren , die wij om het Ontwerp n'et te breed te doen uitloopen, hier niet hebben bijgevoegd Omtrent de wijze, den tijd, en de formules in 't verleenen en augmenteeren der Vrijdommen , zal men veel kuunen volgen van 't geen nit kragt van de Oftrooijen der Droogmaakerijen most in acht genomen worden. — Wij moeten alleen doen opmerken, dat de fchikkingen en werkzaamheden uit dit en voorige Artikelen voortvloeiende, geheel met 20 of 25 paren zullen ophouden. Men ftelle een Eigendom van 500 Bruikbaare Morgens, en dit zal reeds gédtturende 25 Jaaren volgens Art. 78. kit. c. ten geferuike dienen. O 4  fti6 Ontwerp tót vordering van Verpondingen en ïmpofitien, als mede de affchrijvingen van dezelve uk kragte der verleende Vrijdommen, door gemelden Agent zouden kunnen gereguleerd worden. Art. 87. Alle Duingronden van Eigenaars die reeds tot Cultuur gebragt, of conform Art. 57. beweid, of met Hout beplant, of tot zodanig einde , als bij Art. 79. is opgegeeven, aangelegd, of door Eigenaars aan anderen verhuurd of in Erfpagt zijn gegeeven. en welke niet vallen onder de faaren van Vrijdom bij Art. 60. en 61. gëjecordeerd; zullen, 't zij van dezelve voormaals Verponding wierdt betaald of niet (a). in eene Verponding van vijf Stuivers per Morgen zonder meer, worden aangeflaagen, tot zo lang bij hec veranderd Quohier van Verponding, conform Art. sio. Lett. a. der Staatsregeling intevoeren, aaar omtrent nader zal bepaald worden (b ) Art. 88. Doch op zodanige Duinen , van welke de Verponding reeds per Morgentalen gereguleerd is,-zullen de Gronden, die reeds ten nucte zijn aangelegd, per Morgen naar de oude Verponding gereekend worden; en zullen zodanige Duin-Eigendommen, welke of reeds geheel een gebruike dieren, of waar van niec meer dan één Bruikbaar Morgen woesc ligt, geheel geene ( Zie bov. Hoofdd. VI. §. 8. bl. It2— llfi. Het Adminiftratief Beftuur van het voormaalig Gewest Holland heeft wel door deszelfs Misfive aan net Uitvoerend Bewind , gearrefteerd bij Refolutie van 4. Maart 1. 1. , en hier agter als Bijlaag A. gevoegd, dit reeds op eene wijze zo vereerend voor onze Commisfie geprepareerd; doch daar wij onbewust zijn, of bij het Uitvoerend Bewind reeds hierop ten befluit gpvallen zij, hebben wij gemeend, dat deeze en voliïende Jrtik. tot dit Ontwerp behoorde»» P S  228 Ontwerp tot lijk, door eene gedistinguëerde Lijn onderfcheiden de Nationaale en Particuliere Eigendommen (tf), alsmede door duidelijke Lijnen doen onderkennen de flrekking en limieten van zodanige Duinen van Particulieren, welke meer dan 100 Morgens groot zijn Art. r 16. Op de gemelde Kaart zal door eene geliippelde Lijn gebragt worden de loop en ilrekking der oude Zeekust, zo als dezelve was in de voorige of in het begin van deeze Eeuw, en op de gewoone gedrukte Kaarten van de Heemraadfchappen van de uicwacerende Sluizen in Kenmerland, van Rhijnland en Delfland, alsmede op de gedrukte Kaart van hec Eiland Goederede door Crucquius is afgeteekend (c). Art. 117. Gemelde Burgers met deeze Meeting gechargeerd, zullen alle zodanige inlichting ontvangen, wegens de uitgellrektheid en limieten van de Duinen van Particulieren, als uic de Kaarcen, Papierenen verdere Docurcencen, door de Commisfie van Superincendencie over hec Onderzoek der Duinen gecolligeerd, gelijk mede uic onderfcheide ongedrukce Rapporcen der gemelde Commisfie, aan Hun zullen kunnen gefuppediceerd worden. Art. fV) Wij hebben hier de eigen woorden gevolgd„ door het gemelde Administratief Beftuur bij deszelfs Misfive gebezigd. (*) Zie bov. VU. 114, 115. CO Wij hebben het noodzaakelijke en heilzaame Jiier van aangetoond in ons Rapport ©. 1. bl. 39.  vruchtbaarmaaking der Duinen. 229 Art. 118. Deeze Kaart zal naa elke tien Jaaren gerevideerd worden, ten einde de Gronden, welke in dien tijd ter Cultuur zijn gebragt, als zodanig op de gemelde Kaart kunnen aangeweezen worden (*?). Art. 119. S aande deeze algeméene opmeeting zal met opzicht tot quajstieufe belendingen en limieten van de Duinen van Particulieren , eene finaale beflisfing gefchieden , op zodanig eene wijze, als door het Vertegenwoordigend Lighaam nader zal worden yastgefteld; en ten aanzien van de Duin-Eigendommen, waarvan de Commisfie van Superintendentie voornoemd nog geene vifie van de bewijzen van Eigendom hadt bekomen, zullen deeze bewijzen vooraf onderzogt worden Art 120 Alle Limieten van Particuliere Duinen, welke reeds bekend zijn, of bij de gemelde finaale beflisfing zullen bepaald worden, zullen door zwaare Steenen, of in den Grond gefielde houten Paaien moeten afgebakend (O; en zal daarop door Letters de naam van den Eigenaar moefa) Dit zal weinig moeite en kosten vereifchen, uit hoofde dat van de Gronden die Vrijdommen ge,rjieten , telkens Kaarten zullen overgelegd worden volgens Art. 62. (£) Bij ons Rapport D. I. bl. 47—60. hebben wij gemeld, van welke bewijzen van Eigendom reeds door ons vifie is genomen, en waar uit kan blijken, dat de Eigendommen, waarvan wij nog geene bewijzen hadden gezien, om redenen bij ons Rapport gemeld, niet veel in getal zijn. (c) Men zie over het gebrekkige der tegenwoordige Bakens Rapport D. I. bl. 31, 3a, 63.  S3° Ontwerp tot moeten aangeweezen worden. Terwijl ook Op de Limieten der Nationaale Duinen zodanige Bakens zullen gefteld worden met de Letters N. G., ter aanwijzing dat dit Nationaale Gronden zijn (a~). ZESDE HOOFDDEEL. Van de Zorg van het Beftuur tegen Verftuiving. Art. 121. "^^"an wegens den Lande of van wegens eenig Heemraadfchap of Dijks-Collegie, zal voortaan geene Stroo-planting tegen Verftuiving meer gefchieden of bekostigd worden (£). Art, 122. De kaale en raauwe Nacionaale Duinen, of die van wegens den Lande zullen bezorgd worden, zullen zo fpoedig mogelijk, op de zekerfte wijze tegen Verftuiving bewaard worden, door dezelve te doen begroejen of met Hout te beplanten ( raadfehappen , en verdere ondergefchikte Beftuuren, met eenige zorg tegen Verftuiving belast, deeze voorlchriften moeten opvolgen (b). Art. 125. De bezorging der Duinen tegen Verftuiving van wegens eenig Beftuur, zal overal bij wege van publieke aanbefteeding geichieden (c). Art. 126. Al het geftatüeerde bij Art. 121 — 125. zal van geene applicatie zijn, op de Zand - dijken van den Hondsbosch en Petten, en agter Monfter in Delfland; gelijk mede op alle zodanige gemaakte Zanddijken, waarop dit nog mogt noodig zijn, of noodig worden (d). Art. 127. Van wegens den Lande zuilen tegen Verftuiving bewaard worden: a. Alle Nationaale en nog onuitgegeevene Duin-Gronden., b. Alle O) Zie bov. bl. 150, 151.' Zie bov. bl. ï6\. (£) Zie bov. bl. 163, 164. f/) Zie boy. fel. 134- P 4  *3* Omwerp tet b. Alle Duinen, welke als eene Zeeweering langs de Kust, de Zeegaten of Rivieren liggen, zo op het vaste Land als op de Eilanden. c. Alle publieke Rijwegen, die door de Duinen na de Zee-Dorpen ftrekken, als mede de voornaame Rijwegen voor de Schulpvoerders ; gelijk ook de ftrooken Duin ter wederzijden van voorfchr. Wegen: en zullen deeze Strooken in de lengte ftrekken, zo ver deeze Wegen loopen, en altoos de breedte hebben van 25 Roeden aan elke zijde van den Weg (a). Art. 128. De Zeeweering, bij het voorig Art. letter b. gemeld, zal overal en t' allen tijde, hoedanig de (Trekking der Duinen, 't zij door toe- of afneeming immerzoude mogen veranderen, de Breedte hebben van ,50 Roeden , gereekend Hemelsbreedte; de Hoogten en Laagten, de Bergen, Gaten en Nollen in deeze Breedte liggende , daar onder begreepen. En zoo wanneer de Zand-Dijk op het Eijerland , en de Dijk van Oldenbarneveld onder Huisduinen en Callantsoog buiten deeze Breedte mogten liggen , of immer komen, zullen deeze Dijken altoos onder de gemelde Zeeweering gereekend worden (b). ' Art 129. De gemelde ftrook Zeewee. ring, als mede de ftrooken langs de voornoemde Rijwegen, zullen t' allen tijde van wegens den Lande bezorgd worden, 't zij de- C?) Zie bov. Hoofdd. VII". S. &. bl W Zie als vooren. 5 4 W' l5.1"1.^-  vrucktbaarntaaking der Duinen. 133 dezelve Nationaal, 't zij eenige gedeelten daar van Particulier Eigendom mogen zijn (a). Art. 130. Onaangezien deeze bezorging , zal het wettig Eigendom van Particulieren, voor zo verre eenig gedeelte van de voorIchreevene ftrooken hun moge toebehooren, buiten alle concestatie blijven. Art. 131. Edoch zal de Eigenaar van zodanige gedeelten , dezelve niet mogen roeren, ontginnen, of met Hout beplanten, zonder goedvinden van den Agent, met het Oppertoezicht over deeze Strooken belast; en zal ook zodanig Eigenaar moeten toeftaan, dat van zijne daarbij geleegene woeste Duinen zo veel Helm, Doornen en Ruigte worde gehaald, als tot confervatie van de Strook, zo verre zijn Eigendom ftrekt, zal noodig weezen Art. 132. Desgelijks zal de Agent voornoemd, des noodig oordeelende, die gedeelten der gemelde Strooken, welke Particulier Eigendom zijn, met Hout mogen doen beplanten; doch zal de Eigenaar de voordeelen van dit Hout trekken , mits hetzelve niet hakkende dan met confenc van den voornoemden Agent, Art. 133. Het zal egter den Eigenaar van eenige Strooken langs de Wegen, of van (a") Zie als vooren. C * ) Wij meenden dat de Eigenaars , wier Gronden van wegens «Jen Lande zouden bezorgd worden, over deeze beperking in de uitoeffening van hun Regt van Eigendom ten algemeenen nutte, niet< suilen dokeren. P5  234 Ontwerp tot van eenig gedeelte deezer Strooken vrijfïaan, die tegen verftuiving zelve te bezorgen, door dezelve te beplanten of te beteelen, als anderszins; doch zal Hij in deezen altoos moeten handelen ten genoege der Directie met het toezicht hier over belast: en zullen als dan de bepaalingen in de twee voorige Art. gemaakt, voor zo verre de Strook of het gedeelte derzelven van zodanigen Eigenaar betreft, daar op niet van applicatie zijn. Art. 134. De bezorging van de voorfchreeve Zeeweeringen, gelijk mede van de gemelde Wegen, en daar langs geleegene Strooken, zal t' allen tijde ftaan onder het Oppertoezicht van den Agent van inwendige Policie, en toezicht op den ftaat van Dijken, Wegen en Wateren Art. 135. Het weeren van verftuiving der Nationaale Duinen, welke niet behooren tot de ftrooken in de voorige Artikelen omfchreeven, zal, tot zo lang dit niet moge zijn opgedraagen aan de Directie, belast met de uitvoering van het Ontwerp tot vruchtbaarmaaking der Duinen, onder het Oppertoezicht van den Agent van Nationaale Oeconomie ; blijven aanbevoolen, zo aan de Commisfie van Superintendentie tot de Zeedijken en Zeeweeringen van het voormaalig Holland, of zodanig ander Collegie, waar door dezelve zal mogen vervangen worden ; als aan de Heemraadfchappen van Rhijn- (<0 Zie bov. hit 155—157.  vruchtbaat maaking der Duinen. S35 Rhijnland en Delfland, zo verre elks res(orc flrekt ( a). Art. 136. Zo lang de Heemraadfchappen van Rhijnland en Delfland met de gemelde bezorging belast blijven, zullen dezelve ten dien einde t' eiken Jaare , boven het geen hier toe uic 's Lands Kas fteeds is verftrekc geworden, eene fom moeten befteeden, te bepaalen doör dien Agent, of die Agenten, aan welke Jlt uit hoofde van hun Departemenc zal compeceeren (£). Art., 137. Zoo wanneer het weeren van verftuiving der Nationaale Duinen, die nies liggen binnen de in voorige Artikelen gemelde ftrooken, van de gezegde Heemraadfchappen zal worden afgefcheiden; zal zekere fom Jaarlijksch door dezelve aan den Lande moecen uicgekeerd worden, tot zo lang alle verftuiving eter Duinen zal zijn weggenomen ( c). Art. 138. Elk Colonist van wegens den Lande geplaatst, zal t'eiken Jaare, ce beginnen met het derde Jaar, naa dac hij zich heefc neder gezec, vier Morgens raauwe Duinen tegen verftuiving moeten bewaaren, 't zij deeze raauwe Gronden tot zijne Afdeeling behooren , of daar buiten, immers niec verder dan 400 Roeden van zijne wooning, mogen geleegen zijn {d). Art, 139. Aan de gemelde Colonisten zal CO Zie bov. bl. 157—i59r CO Zie als vooren, en bl. 1S1 , 16a. Ce) Zie bov. bl. 158—160, (O 3i»e *>°v- Hoofdd. VII. §. 7. t>l« ^S,  336" Ontwerp tot zal ter plaatfe, waar het Duin door bezaai, jing en bedrooijing zal bekorst worden, hec Stroo van wegens den Lande bezorgd worden. Art. 140. Alle Eigenaars, die eenig Duin in Eigendom of op Erfpagc beziccen, zuilen hunne Duinen c' allen tijde cegen Overftuiving bewaaren, en zullen zodanige van Hunne raauwe Gronden terftond moecen bezorgen, welke bij eenige Schouwing zullen bevonden worden, de naascgelegene Gronden door derzelver overfluiving ce bederven (a). Art. 141. Hier van zullen voor als nog worden uitgezonderd de Schoorler Duinen, zo ver die in Erfpagc worden bezeten (b). Art. 142. Wanneer Eigenaars, naa vooraf bekomene waarfchuwing aan de verpligting bij Art. 140. vascgefleld, niet mogcenvoldaan hebben, zullen de gefchouwe raauwe Duinen door hec Beduur een koscen der Eigenaars herdeld worden. Art. 143. Van de gemelde verpligcing zullen Eigenaars nimmer oncheeven worden, nog die aan de gezamenclijke Ingelanden van hun DidricT mogen opleggen, (<0 Als vooren j. 8. bl. 166—171. C**"> Wij meenen dat deeze uitzondering alleszins billijk is, daar de Schoorler Duinen , ruim 2500 Morgens groot, door éénen Eigenaar bezeten worden , en voor het meerendeel eene barre Zandwoestijn opleveren, blijkens onze plaatslijke b&» fchrijving Rapp. D. I. bl. 77-79.  yruchtbaarmaaking der Duinen. 237 gen (a), ten zij ze door valabele bewijzen kunnen aantoonen , dat zij hier van voor altoos oncheven zijn; gelijk mede door wien, en ten wiens kosten hunne verftoo* ven Duinen Zullen moeten herfteld worden. Art. 144. De Colonisten door Eigenaars te plaatzen, zullen op gelijke wijze als ten aanzien der Land-Colonisten bij Art. 138. bepaald is, t' eiken Jaare vier Morgens raauwe Duinen moeten herftelleni doch zullen hier onder geene andere Duinen gerekend worden, dan die aan zodanigen Eigenaar toebehooren: en zal dit Artikel mede gefteld worden onder de Voorwaarden, waarop de gëaccordeerde Vrijdommen voor Colonisten zullen verleend worden ( b ). Art. 145. Bij alle Verhuuringen, welke voortaan van eenige Nationaale Duinen zouden mogen gefchieden, zal in de HuurCondïtien t' allen tijde worden uitgedrukt, of het weeren van de verftuiving deezer Verhuurde Duinen van wegens den Lande, of van wegens den Huurder zal moeten gefchieden. Art. 146". Alle Dorpen en Diftriéten langs de Buiten-Duinen geleegen, zullen t' allen tijde en ten hunnen kosten, in goeden O) Zie boven bl. 169, 170. — Het fpreekt van zelve , dat voor zo verre Particulieren eenig eigendom hebben aan Zeeweeringen, Wegen, en StrookBuurtplanting, vervolgens te bepaalen; dit alles uit hoofde der voorige bepaalingen biet moet worden uitgezonderd. tt) Zie bov. bl. XÓ6". en nu  638 Ontwerp tot den ftaat moeten honden, en tegen verftuiving bewaaren, zodanige Strook der gemelde Duinen, welke tegen de Binnenlanden aanligt, en niet vale onder de Zeeweering en Strooken langs de Wegen boven bepaald (a) \ en zal de gemelde Strook t' allen tijde, hoedanig de (trekking dier Duinen immer zou mogen veranderen, de Breedte hebben van 15 Roeden (£), waar deeze Strook aan Particuliere Eigenaars toebehoort; en ter plaatze, waar dezelve Nationaal Eigendom is, zal de gemelde Strook op 10 Roeden Breedte bepaald worden: alles gerekend Hemelsbreedte, de Hoogten en Laagten in deeze Breedte lig. gende, daar onder begreepen Qc). Art. 1^7' In zodanige Diftriéten, waaf de gemelde Strook aan Particuliere Eigenaars behoort, of waar tegen eenige DuinGronden van Particulieren mogen (luiten, zullen alle zodanige Eigenaars tot recompenfatie aan de Ingelanden van dat Diftrict, voor de meerdere breedte, op welke voorlchreeve Strook bepaald is, dan dezelve in andere Diftriéten is bepaald geworden; t'allen tijde moeten accordeeren het ftikken van zo veel Helm, en het haaien van zo veel Doornen en Ruigte uit hunne Dui* nen, als tot confervatie van gemelde Strook noo« Ca) Hierdoor zullen de Zee-Dorpen van alle JJuurt-planting ontheeven zijn. Ci) Om redenen , die uit het volgende Att. kuaaen blijken (O Zie bov. Hoofdd. VII. %. 9. W. lU—1?3«  yruchtbaarmadking der Duinen. 239 noodig zal zijn O), mits dat alle nadeelen en bederf, welke hier door aan deeze Duinen zou mogen toegebragt worden, van wegens het Diftrict zullen moeten herfteld Worden. Art. 148. Over alle bezorging van wegens den Lande, Heemraadfchappen of Dorpen tegen Verftuiving, zal telkens naa voltooid werk eene Schouw moeten gedreeven worden. Art. 149. Desgelijks zullen alle Duinen van Particulieren, 't zij dezelve van eenige Vrijdommen gaudeeren of niet, van wegens het Beftuur befchouwd worden, of op dezelve ook zodanige Verftuivingen, die een fpoedig herftel noodig hebben, gevonden worden: en zal deeze Schouw, met in agtneeming van Art. 140, zo dikmaals gefchieden, als de DirecTie, aan wien dit zal worden aanbevolen, zal te raade vinden (£). ZE- f*') Zonder deeze Voorzorg zou deeze Strook in Difttiaen, waar geene dan Particuliere Duinen liggen , niet dan met immenfe kosten voor het Dorp kunnen herfteld worden. (J) Zie bov. bl. 173, 174. — Er zullen, zo uit hoofde van dit en het voorige , alsmede Art. 140. en 142- nog veele bepaalingen moeten gemaakt worden, doch die wij meenden tot het Reglementaire te behooren; terwijl ook bij het bcpaalen vaa de wijze en middelen, waar door Eigenaaren en Municipaliteiten vervolgens zullen werden geconftringeerd, een Heilig befiuit zal kunnen vallen omtrent het geen ten opzichte van Municipaliteit en Eigenaaten van Castricum, was in advis gehouden bij Art. 6- van de Refolutie van het Intermediair AdminiftratieJf Beftuur van Holland van 94. Augustus 1798.  S4° Ontwerp tot ZEVENDE HOOFDDEEL Verdere Maatregelen door het Eejlvür te neemen. -5°. G eene Perfoonen zullen voortaan meer van wegens den Lande worden aangelleld of gefalarïeerd, tot Depopuleering van eenige Duinen (d). Art. 151. Alle Houtbosfchen in de Nationaale Duinen groejende, zullen gefield worden onder de Directie, met de uitvoering van dit Ontwerp belast, Art. 152. Van de vier Arbeiders in de Nationaale Bosfchen onder Haag-Ambacht en Scheveningen (£), zullen niet meer dan twee A-beiders in dienst van den Lan-< de gehouden worden, en alleen tot zo lang, dat derzelver arbeid door gefchikte Colonisten van den Lande zA kunnen vervangen worden; en zullen deeze beide Arbeiders aan de Direétie verantwoördlijk zijn. Art. 153. De Post van Opzichter over de fa") Zie boven bl. 175. (il Zie Rapport D. I. bl. 195, 196. en ook bov. bl. 176,  fruchthaarmaaking dér Duinen, 241 de Nationaale Bosfchen onder Wasfenaar zal gemortificeerd worden Art. 154. Het Placaat van de Staaten van Holland tegen het fteelen of fchenden der Nationaale Bosfchen , laatst gereno* veerd op 21 September 1790 (c), zal blijven in volle kragt. Art. 155. Geene Koeijen, Paarden, Osfen, Schaapen, Varkens, Bokken, of Geiten, zullen op de Nationaale Duinen, zonder daartoe expresfelijk bekomen conftnt, mogen geweid of gedreeven worden, op êene Boete van 10 Gulden (d), voor elk Huk Vee: en Zal de Bekeuring in diervoege gefchieden , en deeze Boete Zodanig worden ingevorderd, als omtrent de Ko* nijnsholen enz. bij Art. 9. is bepaald; terwijl nog een iegelijk, die zodanig ftuk Vee in de Duinen zal vinden, hetzelve in het Schuthok zal mogen ftellen. Art. 156. Geene Nationaale Duinen zullen tot de Jagt verhuurd, nog de Conditiën van deeze Verhuuring worden opgemaakt, zonder Concurrentie der Directie. Art, Ca ) Zie als vooren. De Burgers, die door het monificeeren zo Van deeze, als van de Bedieningen in het voorig Art. gemeld , van hunnen post zu'len verlaaten worden , meenen wij egrer favorabel aan het Beftuur te moeten voor Iraagen ; ten einde zij in zodanig openval" lenden post zouden mogen geplaatst worden, als met hunne kunde en verdienden zou overeenkomen. Cc) Zie ons Rapport D. I. bl. ifil." C ffliniftratief Beftuur bl. xr.  vruchibaarmaaklng der Duinen. 243 PLAN van eene NEGOTIATIE op Lijfrenten bij forme van Tontine, f rekkende tot bevordering van de Cultuur der Duin-Gronden, Artikel 1. D eeze Negotiatie zal beftaan uit 1000 Porden, elke Portie op één Lijf geconftitüeerd a ƒ 200, te betaalen in vier Termijnen , ieder a ƒ 50: zullende de eerfte Termijn moeten worden gefourneerd op den 1. . . Ao- J799, de tweede op 1. . . Ao. 1800, de derde op 1. . . Ao. 1801 , en de vierde of laatfte op I. . . Ao. 1802. Art. 2. De Intekening in deeze Negotiatie zal gefchieden op zodanige plaatfen en bij zodanige Perfoonen, als nader zullen benoemd worden: zullende de tijd, wanneer deeze Inrekening zal geopend en geflooten worden, mede nader worden bekind gemaakt. Art. 3. Van deeze Negotiatie zal jaarlijksch aan de Gëinteresfeerden worden betaald 4 perQ 2 cent-  *44 Ontwerp tot cent van de gefourneerde fom, zullende dezelve voor het eerst gehouden worden Verfcheenen te zijn, en overzulks betaald worden i. . . Ao. 1800. en zo vervolgens. Art. 4. Elk Gëinceresfeerde zal gehouden zijn Cóór I. . . Ao. 1799. den Perfoon te benoemen , ten wiens lijve hij begeert, dat zijne Portie worde geconflritüeerd, en zal deeze Conftitutie kunnen gefchieden op alle Lijven zonder onderfcheid van jaaren. Art. 5. Gemelde Lijf vóór I. . . Ao. 1799. komende te overlijden, zal zodanig Gëinteresfeerde het regc hebben, om nog een ander Lijf in deszelfs plaats te benoemen, mies hetzelve opgeevende voor 1. . . Ao. 1799. Art. 6. Gemelde , Lijf, naa i.j» . Ao. 1799. komende te overlijden, "zal de Benoemer of zijn regc verkrijgende , hier mede verliezen alle regc op •zijne reeds gefourneerde Penningen, en van alle verdere Fournisfemenren ohcflaagen .zijn ; zullende hij egcer nog kunnen joüisfeeren van de uicdeeling der Increscen , welke in dat jaar zal vallen, waarin het Lijf overleeden is; mies hij vóór den cijd der uicdeeling , of I. . . van dat jaar, van voor-  vruchtbaarmaaking der Duinen. 145 voorfchreeven overlijden aan Commisfarisfen heefc doen blijken. Art. 7. De alzo vervallene Tntresten zullen over de overig gebleevene Porcien worden verdeeld, en aan dezelve accresceeren. Art. 8, Tot de beheering van deeze Negociatie van Lijfrenten bij forme van Toncine, zullen worden aangefteld vier Commisfarisfen, uic de Gëinceresfeerden zelve bij meerderheid van ftemmen, die gerekend zullen worden na raco van de Porcien, voor welke een ieder is gëinteresfeerd, te benoe» men. Art. 9. Ten dien einde zal op den ...» cn ter plaatfe, als tot het meesce gemak der Inceleenaars zal dienen, worden gehouden eene algeméene Comparicie van de Gëinceresfeerden , bij Biljeccen daar toe op te roepen, Art. 10. De alzo opgeroepene Gëinteresfeerden, zullen, hec zij zelve, hec zij door behoorlijke Gemagcigden compareerende, tot Commisfarisfen kunnen kiezen, zo wel de abfente als prefente Gëinteresfeerden in deeze Negotiatie. Q 3. Art. 11.  54^ Ontwerp tot Art. ii. _ Bi] overlijden van één dier Commisfarisfen zal deszelfs plaats binnen de eerde zes weeken naa dit overlijden, op dezelfde wijze als hier boven , weder worden vervuld. Art. 12. De fournisfementen in deeze Negotiatie te doen, zullen jaarlijksch moeten gefchieden aan handen van gemelde Commisfarisfen , die daarvoor behoorlijk zullen quiteeren; als mede aan de Gëinteresfeerden in der tijd, eene behoorlijke, en door hun ondertekende Acte van Aandeel in deeze Toncine zullen uitleveren. Art. 13. De voorfchr. Commisfarisfen zullen de geheele Direftie over gemelde gefourneerde Penningen voeren, en dezelve ten nutte en voordeele deezer Negotiatie op zodanige wijze aanleggen, en in zodanige Fondfen, als zij zullen meenen te behooren; mits egter altoos zorg draagende, om aan het geen bij Art. 16. zal worden gezegd, ee kunnen voldoen, Art. 14. Zij zullen t' eiken jaare voor den . . . een netten ftaat opmaaken van gemelde Negotiatie, mitsgaders eene lijst van de no  vruchtbaarmaaking der Duinen. «.47 nog in leeven zijnde Lijven; en daarvan een gedrukt affchrift aan een iegelijk der Deelhebbers doen eer hand ftellen. Art. 15. Commisfarisfen zullen voor Vacatiën of Daggelden niets in rekening brengen; doch zullen zij tot hunne adfiftentie, op een redelijk traétement, mits niet excedeerende de Somma van ƒ200, mogen aanftellen een Boekhouder; en zullen de benoodigde Schrijfbehoeften, Drukloonen, onvermijdelijke Brief-porten, en andere geringe onkosten aan hun in rekening worden gevalideerd. Art. 16. Van de Gelden in deeze Negotiatie invoege voorfchr. onder gemelde Commisfarisfen gefourneerd, zal door Dezelven, tegen behoorlijke quitantie, daadelijk moeten worden gëextradeerd en afgegeeven, aan zodanig Collegie of Perfoonen, welke met de uitvoering van het Ontwerp tot Vruchtbaarmaaking der Duin-Gronden zullen worden gechargeerd, zodanige Somma van Penningen, als gemelde Collegie of Perfoonen zullen vermeenen noodig te hebben, tot bereiking van het oogmerk hunner Commisfie: — wordende gemelde Commisfie of Perfoonen, ter bereiking van dit oogmerk , volkomen bij deezen gëauthorifeerd tot de geheele beheering, directie en adminiftratie Q 4 de*  *48 Ontwerp tot der invoege voorfchr. aan hun afgegeevene Penningen; mies aan Commisfarisfen jaarlijksch verantwoordende en ter hand ftellende, de uit dezelve bij hun gepercipieerde Intresten, in het volgend Art. nader te melden; als mede aan gemelde Conir misfarisfen doelde geworden zodanige afgeloste Penningen, en bij zodanige Termijnen , als bij de Conventie deswegens met Commisfarisfen getroffen, zal bepaald «vezen. Art. 17. Mitsdien zal elk Particulier, welke ter óevordering der Cultuur zijner eigen DuinGronden, eenige Gelden verlangt opteneemen, zich deswegens aan voorgemelde Collegie of Perfoonen , behooren te adres, feeren; die geene reden van weigering weetende, aan hem die Penningen tegens den Intrest van vier percent in het jaar, en op zodanige verdere Conditiën , als zij te zaroen zullen te raade worden, of bij het Ontwerp tot Vruchtbaarmaaking der Duinen nader zijn bepaald, zullen fourneeren; daarvan pasfeerende een behoorlijken fchuldbrief, onder verband van Dertig, en nooit minder dan Twintig Morgens van zijne eigene als Bruikbaar aangeflaagene DuinGronden, met het Opflal en de Gebouwen daarop geplaatst, voor elke ƒ1000, welke hij zoude willen opneemen. Art. ig.  vruchtbaarmaaking der Duinen. 249 Art. 18, De Jaarlijkfche uicdeeling deezer Lijfrenten zal, gelijk bij Art. 3. is gemeld, alle jaaren gefchieden, op den 1 . . aan zodanige Gëinteresfeerden, die bij hunne Attestatien zullen doen blijken, dat de door hun benoemde Lijven voor de klokke twaalf uuren van dien nacht, nog in leeyen zijn geweest. Art. 19, Ieder Deelhebber zal verpligt zijn, bij eene Atcestacie van twee geloofbaare getuigen , van het leeven van het lijf of lijven, door hem benoemd, te doen blijken aan Commisfarisfen voor gemelden 1. . . op poene, dat die hieromtrent in gebreke zullen blijven , voor dat jaar van hunne uitdeeling zullen verflooken zijn; en zoo wanneer zij dit geduurende vijf jaaren verzuimden, hun geheel aandeel in deeze Negotiatie zullen verliezen, en het zelve zal komen ten behoeve van de overige Deelhebbers. Art. 20. Aan ieder Deelhebber zal of zullen jaarlijksch, bij het ontfangen der uitdeelingen gedrukte Quitantien, mede inhoudende het formulier van de bij Art 19. vermelde Attestatien, in voorraad worden ter hand gefteld; om, behoorlijk ingevuld zijnQ 5 de,  250 Ontwerp tot de, daarop zijne jaarlïjkfche uitdeeling te kunnen ontfangen. Art. 21. Het montant der uitdeeling, als mede de plaats alwaar de uitdeeling jaarlijksch zal kunnen worden ontfangen, en de Quitantien, met Attestatien gemuniëerd , afgehaald en ingeleverd zullen moeten worden, zal nader bij de Couranten in ieder jaar worden bekend gemaakc. Art. 22. Die geenen welke verzuimen, voor den I. . . die op den verfchijn -. dag volgt, hunne uitdeeling te ontfangen , zullen daarvan voor dat jaar, ten behoeve van dit Fonds verflooken blijven. Art. 23. De Porticn in deeze Negotiatie zullen door de Eigenaars, naar welgevallen, kunnen worden veralïeneerd en verkogt, mits de Kooper daarvan binnen 6 weeken naa de overdragt, aan Commisfarisfen kennis geeve, met vertooningen exhibitie van het transport, ten einde dezelve door hun behoorlijk kunnen worden overgetekend \ waarvoor aan den Boekhouder één Gulden zal worden betaald. Art. 24.  yruchtbaarmaaking der Duinen. 251 Art. 24. Eindelijk: alle de Renten, die door Het aftterven der benoemde Lijven of anderszins, ten behoeve van dit Fonds zullen komen te vervallen , zullen alle jaaren over de overige Porden worden verdeeld , en dus jaarlijksch aan dezelve accresceeren, tot tijd en wijlen dat de voornoemde Lijven allen tot op Tien toe zullen zijn uicgeilorven; als wanneer het Montant of de Hoofdfomma zelve van deeze Negotiatie, zo en indiervoege als hetzelve dan zal worden bevonden aangelegd te zijn, onder hun die op één of meer van gemelde Tien Lijv n, het zij één of meerdere Portien hebben belegd ; een ieder pro rato van de Portien die hij daarop heefc belegd, of ook wel bij koop, eilenis, of anderszins, hoe ook genaamd, hec wecdg regc bekomen heeft; pro raco zullen worden verdeeld. Art. 25. Tot een waarborg en meerdere fecuriteit van deeze Negociacie , en ten einde verzekerd ce kunnen zijn , dac de voorzeide Increscen a 4 percent alle jaaren richcig en ffipc zullen kunnen worden betaald; zal hec. Gouvernement daadelijk eene nieuwe Belascing crëeeren, op alle Bruikbaare woesce Duin • Gronden van hec voormaalig Hollandsch Gewesc, van welke Belascing jaarlijksch zo veel zal worden gëadfecceerd, als blijken zal dat ontbreekt ter  ag£ Ontw. Mvruchtbaarm. der D tirren. ter voldoening van de jaarlijksch nittedcelen f 8000. Art. 2.6. De Omfanger, of Ontfangers van de Belasting, zullen nu en voor als dan worden gequalificeerd, om aan Commisfarisfen deezer iS'egotiatie gemelde Somma van ƒ 8000, of zo veel minder als Commisfarisfen zullen vermeenen noodig te hebben , op hunne quitantie aftegeeven, ten einde daaruit de bovengemelde Intresten te kunnen betaalen. Art. 27. Gemelde Belasting zal aanvang neemen, en de benoodigde fom voor de eerfte reis aan Commislarisl'en worden uitgereikt, met.. , Art 28. Indien al eens gemelde Belasting niet toereikende moge bevonden worden, om daar uit de geheele ƒ 8000, of zo veel minder, als Commisfarisfen tot voldoening der Lijfrenten a 4 percent mogten noodig hebben , te voldoen; zal de gezegde fom moeten worden voldaan uit de gewoone Verpondingen, op gemelde Duin-Gronden reeds gelegd, of nog te leggen, of anders in alle gevallen uit 's Lands Kas worden gefourneerd. Bij-  353 Bijlaag A. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. EXTRACT uit het Register der Refolutien van het Intermediair Adminiftratief Beftuur van het voormaalig Gewest Holland, genomen op Den 4. Maart 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. D e Burgers van den Bosch en van Bosfe, |als vermits het ontflag van den Burger Penning, als Lid deezer Vergadering, uitmakende de Perfoneele Commisfie op den 5. September 1. 1. benoemd, hebben het volgen, de Rapport gedaan. Medeburgers ! Bij UI. Refolutie Commisforiaal van 5. September 1. 1. in onze handen gefteld zijnde, het ifte deel van het Algemeen Rapport van de Commisfie van Superintendentie over het onderzoek der Duinen van Holland, door haar in druk uitgegeeven bij Herdingh en du Mortier te Leyden in 1798. en aan deeze Vergadering geprefenteerd , bij eene Misfive in dato 30. Augustus 1. 1. aan het Hoofd van dat Deel geplaatst; hebben wij ons bevlijtigd, hetzelve te examineeren , en hebben bij hec doorbladeren vaa dit nuttig en leezenswaardig Werk, zo  354 zo veel genoegen gefmaakt, dat wij betuigen kunnen hetzelve met bet grootfte vermaak te hebben verricht, en in vooruitzicht van hec nut, 't welk het onderzoek dezer Commisfie den Lande eens zal kunnen aanbrengen, het Beftuur en den Dag te zegenen, welke dezelve heefc daargefteld ; en die zij genoeg van derzelver verdiensten in 't Algemeen. Mee zulk een uitgebreid Stuk in onze handen te ftellen, hebt Gijl. zekerlijk niet bedoeld, dat wij u den geheelen inhoud zouden onder het oog leggen, daar dezelve aan het Hoofd van hec Werk geplaatst, hier overtollig zoude zijn: veel min zult gij bedoeld hebben, eene fluks wijze ontleeding en beoordeeling, welke nog grooter extenfie zoude vorderen, en eigentlijk meer tot het Letter- dan toe het Staatkundig Vak zoude behooren. — Wij hebben dan veronderfteld, dat Uwe intentie geweest zij, dat wij u alleen zouden verflag doen van den tegenwoordigen ftaat van het onderzoek, waar in de werkzaamheden der Commisfie beftaan; en verders zodanige Pointen zouden voordraagen a!s ons zouden blijken, eenige voorziening, 't zij tot bevordering of befpoediging van het onderzoek, 't zij tot daadelijke bewerkftelling van eenige voorgeflagene maatregelen te vorderen. In deezen Geest hadden wij dan onze nafpeuring in. gericht, en wij hadden in de daad eene menigte pointen genoteerd, welke onze attentie tot zich hadden getrokken , en waar in eene tijdige voorziening ons voorkwam, de Commisfie in de uitwerking van derzelver P! p.n nog behulpzaam te kunnen zijn; dan, daar wij in deezen gaerne tot meerder zekerheid eenige opheldeiingen verlangden, verzochten wij, uic hoofde van de verfckillende Domiciliën der Commisfarisfen, den Secretaris der Commisfie, den Burger Jan Kops tot eene conferentie, welke wij vervolgens met denzelven en mee den Commisfaris hier in loco , den Burger van der Gces UI. medelid hebben gehouden. En bij dit abouchement vernamen wij, dat de Commisfie in de daad, zornmhe zaaken, als onder anderen, het formeeren van eene Algeméene K?arc der Duinen , en het verder onderzoek vaa de bewijzen van Eigendom der Particuliere Duinen, uic hoofde van de onzeker-  kerheid, waar in Zij omtrent de voortduurihg van haare exiftemie, en de haar nog competeerende authoriteit lang had geverfeerd, hadt moeten ter zijde {lellen, tot dat zij door eenige Stukken op nieuws in haare handen gefteld, daar omtrent te laat geëlucideerd, haar Plan van Onderzoek reeds hadrvoltooid, en haare werkzaam* heden voor zo verre geëindigd; en dat dus het Tweede en laatfte Deel van haar Algemeen Rapport, waar mede zij zoude meenen gedefungeerd te hebben, reeds onderhanden was, en denkelijk in den aanftaanden Zomer in het licht zoude verfchijnen; terwijl de Commisfie vermeend hadt, dat dit weinige ontbreekende niec van genoegzaam aanbelang was, en ligt op eene andere wijze zoude kunnen worden aangevuld. Met deeze Elucidatie, Medeburgers! verviel bijna alles, hec geen wij UI. anders meenden voortedraagen, en wel te meer, daar Provifioneele Voorzieningen nu niet meer tot het oogmerk vereischt wierden; en het Tweede Deel van het Algemeen Rapport, betreffende de middelen om van de Duin - Gronden het meeste nut te trekken, tevens zal behelzen die Advijzen en voorflagen van voorziening, welke de Commisfie voor het bewerkftelligen van haar [ontworpen Plan, best en noodig zal oordeelen; en welke wij dus beter aan de Commisfie zelve zullen overlaaten, in vertrouwen, dat die Vergadering, waar aan Zij als dan haar Rapport zal uitbrengen , op eene nog meer efficacieufe wijze, in die alles zal kunnen voorzien. De Commisfie heeft dan met dit Eerfte Deel aan het eerfte gedeelten van haaren last voldaan, met den tegenwoordigen Staat der Duinen, met alles wat daartoe betrekking heeft, te doen kennen: Zij heefc de Limieten van het Eigendom der Natie, en die van de Eigendommen der Particulieren, tot heden zo duister voor het Gouvernement en voor veelen van die Particulieren zeiven, met zo veel accuratesfe, als de Archiven, Kaarten, Kenteekenen, informatien en oude en nieuwe voorhanden zijnde befcheiden , overal met vlijt nagefpoord, Haar maar eenigzints aan de hand gaven, in dit Boekdeel opgegeeven; daar door meer licht, dan tot heden, over de uitgeftrektheid van dat gedeelte van *s Lauds Domeinen verfpreid en bronnen voor verdere na-  .256 navorfchingen aangeweezen. — Zij heeft vervolgens de Plaatzelijke gefleldheid ot Geographie der Duinen, deri ftaat der Helm- en Stroo-planting, en dien der Konijn» en Konijnlooze Duinen befchreeven, en in deeze twee laatfte Hoofddeelen, veele misbiuiken , ongeregeldheden en ufurpatien ontdekt, welke, indien niet (gelijk wij gezegd hebben) hec Tweede Deel van hec Rapport zo haast te voorzien, en daarentegen de ontbinding deezer Vergadering zo kort aanftaande ware, noodwendig verbetering en redres van ons zouden vorderen. En eindelijk handelt zij van de voordeelen en vruchtgebruiken , welke werkelijk van de Duinen worden getrokken, zo van de Afzanderijen als voor zommige Trafieken ; over de verfcheidenheid van Kruiden en Planten, het Wild, het Houtgewas, de beweidingen Schaaphoederijen, de beteelde Gronden en de Revenuen voor 's Lands Finantien. En dit alles, met zeer veel orde, uitvoerig genoeg, en nogthans kort en duidelijk behandeld, levert een zo gefchikten grondflag voor de bearbeiding van het Tweede Deel, 'r. welk volgens het tweede gedeelte \an den Last der Commisfie, de middelen moet behelzen, om van de Duinen hec meeste nut te trekken; dat men van de uitvoering van hetzelve de beste verwachting moet hebben, en de voltooi, jing van dit Werk in dat Deel met verlangen te gemoed mag zien. — Wij zouden dus meenen aan den betoonden iever van Commisfarisfen, en aan de verdienften van derzelver Werkzaamheden , in deezen reeds zo blijkbaar veel te kort te doen, indien wij u niet advifeerden gelijk wij dan doen bij deezen, om bij approbatie en met toezending van Copie van dit Rapporr, als nu na dit gtdaan examen, nogmaals als met kennis van zaken nader uwe goedkeuring over het tot dus verre verrichce san de Commisfie te kennen te geeven; Dezelve tot eene lpcedige volvoering van derzelver geheelen taak aantemoedigen, en daar, waar het nog dierscig mocht kunnen zijn, Haar ren dien einde de maintenue en onderfteuning uwer Vergadering aantebieden En wij zouden hier mede dit Rapport kunnen befluiten, ware het niet, dat wij onder de veelvuldige notabele zaaken, in dit Rapport der Commisfie voorkomende, en welke, gelijk wij gezegd hebben, voor het overige  °57 kige nog geene provifioneele voorziening fchijnen te vorderen, maar waarop best en veiligst de voorflagen der Commisfie kunnen worden ingewagt; er echter twee hadden gevonden, welke een maatregel van de zijde van dit Beftuur vereisfchen. Tot betere bepaaling namelijk van de ligging en uitgeftrektheid der Duinen, en ter onderfcheiding van den Nationalen en Particulieren Eigendom aan dezelve, was de Commisfie blijkens pag. 38. en feq. voorneemens geweest , eene generale Meeting en Kaart der Duinen te doen vervaardigen, welker nuttigheid wij Ulieden niec behoeven te betoogen. Dan de tijd, welke dit Werk zoude vorderen, en de onzekerheid, waar in de Commisfie met opzicht tot haare exiftentie een geruimen tijd verfeerde, deedt haar dit Ontwerp ter zijde ftellen, en wij zullen daar door een ftuk mi>fen, 't geen haar werk zou volmaakt hebben, en als nog te wenfchen blijft. Het zelve nu nog en op zich zelve te werk te ftellen, kunnen wij Ü om veiichillende redenen niet advijzeeren, maar wel om eene pooging aantewenden, om op eene andere wÜze in dit gebrek te voorzien, waartoe zich eene gefchikte gelegenheid fchijnt aantebieden — Er word, gelijk bekend is, voor de nieuwe verdeeling der Republiek eene Algeméene Kaart vervaardigd, welke zeer uitvoerig zal moeten zijn, en waarop dus denkelijk de Duin - Gronden diirinct. genoeg zullen zijn afgeteekend. Ingevalle nu op deeze Kaart 's Lands Eigendom met eene bijzondere lijn werdt gelimiteerd, meenen wij dat op eene zeer onkostbaare wijze, aan dit Plan van opmeeting en feparatie van Nationale en Particuliere Gronden zoude zijn voldaan, en wij geeven UI. daarom in confideratie, om hier toe een voorflag te doen aan het Uitvoerend Bewind, bij de navolgeuds Concept. Misfives ï Hec  Het Intermediair Adminiftratief Beftuur van 't voormaalig Gewest Holland, Aan Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek. BüRGERS DIRECTEURS! jtV lvorens onze Vergadering bij de Organifatie der Departementaaie Beftuuren worde ontbonden, en daardoor alle Gewestelijke Politieque Adminiftratie geheel ftaat te vervallen, hebben wij gemeend, legaal ter Uwer kennis te moeten brengen, de exiftentie van eene Commisfie van Superintendentie over het Onderzoek der Duinen in Holland, emaneerende van hec Hollands Beftuur , als bij üeereet van het Provintiaal Beftuur van dat Gewest, in dato 27. September 1796. gecreëerd en aangefteld, en bekleed met de nodige authoriteit, om dit onderzoek naauwkeurig ce verrichcen; en welke vervolgens moet opgeeven de Middelen om van de Duinen en Duin - Gronden het meesce nut en voordeel te trekken: een Oncwerp, zo veel eer doende aan de Vergadering, welke hetzelve heefc geconcipieerd, eu in het vooruitzicht zoo heilzaam voor de Finantie eu ©economie van den Staat, dat die Commisfie welke in het Eerfte Deel van haar Rapport, op den 30. Augustus 1. l uitgebragt, en bij Herdingh en du Mortier te Leyden in druk uitgegeeven, reeds eene zeer voldoende, proeve van derzelver belanglooze en naauvvkeurige Werkzaamheden heeft gegeeven , in de daad verdienen en vereisfclien zoude, om even zo wel als de Adminiftratie der Finantie van dit voormaalig Gewest, als nog Gewestelijk gecontinueerd te worden, indien de voortZetting van Haren arb»id zulks nog vorderde. Dan 25$  =5 *3* Dan wij hebben met genoegen vernomen, dat Zij haar Taak reeds heeft afgewerkt, en het laatfte Deel van haar Rapport, werkelijk onder handen is, en waar aan niets zoude ontbreeken, indien Zij niet door toevallige omftandigheeden was verhinderd geworden, in het doen opmeeten der Duinen en het formeeren van eene generaale Kaart van dezelven, ter onderfcheiding van de Nationaale en Particuliere Eigendommen, waar van de kennis bij het Gouvernement zelve tot heden toe, zeer duister is geweest; en waar aan door de navorfchingen der Commisfie met het colligeeren van differente bijzondere Kaarten, en het inwinnen van veele befcheiden zeer veel licht is bij gezet. Wij behoeven UI. het nut van zodanig eene Generaale Kaart niet te betoogen, noch hoe wenschlijk het ware, dat daar aan op de eene of andere wijze konde worden gefuppleerd; en hebben gemeend dat zich hiertoe eene gefchikte en onkostbaare geleegenheid opdeedt, in de vervaardiging van de Algeméene Kaart, welke voor de nieuwe verdeeling der Republiek wordt opgemaakt; en het is hierom, dat wij de vrijheid neemen UI, in confideratie te geeven en voor te draagen. Om te effeftüeeren, dat 'de geenen, welke door de Commisfie der Departementaale Verdeeling van de Republiek bij de Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lighaam des Bataaffchen Volks met dat Werk, voor het' gedeelte der Eilanden en Zeekusten van het voormaalig Gewest Holland zijn gechargeerd; fpeciaal gelast worden: „ om de Duinen en Duin - Gronden „ naauwkeurig optemeeten, en op die Kaart eenigzints „ uitvoerig te behandelen; daarop zo accuraat mogelijk, „ door eene gediftingueerde lijn , de Nationaale en Par„ tjculiere Eigendommen te onderfcheiden , en ten de- zen einde te correspondeeren en communicatief re „ handelen met de Commisfie van Superintendentie „ over het onderzoek der Duinen van het voormaalig „ Hollandsch Gewest, al9 bijzonder in de geleegenheid „ zijnde om hun in dat weik voorteliehten." — Op deeze wijze zoude dan aan dit defect gefuppleerd zijn, en de Kaart der RepuMiek tevens ten grondfiag kunnen dienen, voor de Executie der Ontwerpen van Verbetering door de Commisfie te fuppediteeren. — R » Wij  "Wij twijffelen geenzints of het nuttige van deeze Propoficie, welke veelhgc ook op de Heiden en DuinGronden, in de overige Deelen der Republiek gerppliceerd, aan de Algeméene Kaart eene grootere perfeétie geeven, en dus twee oogmerken vereenigen zoude; zal eenigermaate Uwe goedkeuring mogen wegdraagen, ia welk verlangen wij ons noemen, enz. Burgers Directeurs! Het enz. Fn nu Medeburgers! gaan wij over tot het Tweede Point. Bij haare Misfive van 30. September 1797. aan het Provintiaal Beftuur van Holland, hadt de Commisfie zich in het tweede point van dezelve ten fterkften beklaagd over de aanhoudende nalatigheid, ja onwilligheid der Municipaliteit van Noordwijk en Langeveld, in hec geven van de door de Commisfie gerequireerde informatien; en verzogt dac dezelve daar over mocht worden gecorrigeerd , en ten ernstigften geinjungeerd, Haar mee den meescen fpoed de gëeischte opheldering te geeven. Zij had daarbij tevens opgegeeven een gegrond vermoeden, dac met zommige voormaals geabandonneerde e:i in de Verponding afgefchreeven Landen op eene onbehoorlijke wij'.e was gehandeld, en een naauwkeurig on> derzoek hier omtrent geadvifeerd Die Poinct was door hec Beftuur gefteld in handen van het Provinriaal Committé, om des wegens een be. hoorlijk onderzoek te doen, en de Vergadering te dienen van bericht, confi Jeratien en advis. — Wij weeten * niet, of het Provintiaal Committé aan deezen last heefc voldaan; maar wij zien op pag. 97. en 98. van het Rapport der Commisfie, haare klagten over de nalatigheid der Municipaliteit gerepeteerd , en eene nieuwe herinnering aan het bij haare voormelde Misfive gementioneerde nopens de geoccupeerde Geestlanden; waar uit wij met reden vermoeden, dat omtrent die één en ander nog geene verandering plaa:s heeft, en het gedecernterde onderzoek nog te doen ftaar. En het is om deeze reden; dat wij vermeenen re moecen advifeeren. Dat  "-' 1 2ÓI Dat de Commisfie van Finantie behoort te worden gëauthorifeerd, om ten fpoediaften voor zich te requireeren de Munioipalir-it van Noordwijk en Lange veld, of wel eene Commisfie uir dezelve met den Secretaris, ren einde dezelve ten ernltigften wegens dei zei ver nalatigheid en onwilligheid in her iuppeJiteeren van de gevraagde ophelderingen, te corrigeeren , en als nog het geeven van dezelve binnen een peremptoiren tijd te injungeeren; en voorts dezelve te hooren en naauwkeurig onderzoek te doen naar de waarheid en omftandigheden, van al het geene bij hec Tweede Poinc"t der Misfive van de Commisfie van Superintendentie, te vinden in de Decreeten van het Provinciaal Beftuur van Holland van 30. September 1797. fol.. 182., omtrent den Verkoop en het occupeeren van geabandonneerde Landen ; als mede omtrent het geene op pag. T41. van het Rapport, omtrent de Gedepopuleerde Duinen onder Noordwiik is gepofeerd ; en dat, ten einde de Commisfie van Finantie naar bevind van zaaken, deeze Vergadering advileere, wat in deezen tot reparatie van de fchade (cafu quo) aan 's Lands Finantien toegebragt, en tot weering eri voorkoming van dergelijke misbruiken behoore te gefchieden. Dat verder her Rapport of ifte Deel zelve in handen der Commisfie van Finantie zal worden gefteld, ten einde hetzelve ook omtrent de overige Gedepopuleerde , en in de Verponding verminderde Duinen te kunnen confuleeren, en zo nodig de vereischt wordende voorziening aan de Vergadering voor te liaan. En dat eindelijk de Commisfie van Superintendentie zal worden verzogt, om nog Twee Exemplaaren voor 's Lands Reekening aan de Vergadering te doen geworden, waar van één voor de Commisfie der Domeinen, en het andere voor de Secretarie zal zijn gedessineerd. En hier mede zouden wij van dir ons Advijs een einde kunnen maaken; hadden wij deeze Vergadering niet nog voortedraagen, de vervulling van een edelenen aangenaamen pligt, de vergelding en vereering der verdiensten. De Commisfie van Superintendentie maakt in haar Rapport gewag van verfcheiden verdienstelijke Burgers, waar onder eenige min vermogenden, welken door vlijt R 3 e*  9.6i " 1 111 ■ en arbeidzaamheid den wensch des Vaderlands zijn voorgekomen, en door moeilijke proeven getoond hebben, wat deeze anders dorre Gronden, met oordeel bearbeid, eens zouden kunnen worden: deezen een blijk van attentie en vereerende onderfcheiding van wegens dit Beduur te geeven, 't welk hun rot aanmoedigingen anderen huns gelijken tot eenen prikkel ter navolging kan ftrekken, is het geen wij bedoelen. Geen Geld of Geldswaarde moet echter door het behoeftig Vaderland daartoe worden gefehonken, en Genootfchappen van Agricultuur hebben dit reeds voor ons verricht. Eers genoeg om een blijk van onderfcheiding te ontfangen; vinden wij meer analogie en tevens nut er in, om aan elk van die Burgers, welke door de Commisfie van Superintendentie met den (tempel der verdiensten in dit vak zijn geteekend, van wegens dit Beftuur, een net ge. bonden Exemplaar van hun Rapport door dezelve Com.«jisfie te doen vereeren, en hetzelve aan hun te doen toekomen op zodanig een wijze, als best gefchikt kan zijn, om de waarde van oit gelchenk te releveeren en vcreerend te maaken. • Hier in zullen deeze Burgers Jtvf ne Naamen leezen, zij zullen kennis krijgen van de pogingen, door anderen te werk gefteld, en voor al in net Tweede Deel zullen zij onderrichtingen vinden, welke Hun in het voortzetten en uitbreiden hunner Onderneemingen van nut kunnen zijn. En wij zouden dus van ooi deel zijn, dat de Commisfie van Superintendentie ook hier toe van Uwencwegen, als hoven, zoude behoren te worden verzocht en geauthorifeeid, waar mede wij dit Rapporc befluitende, verhoopen aan uwe intentie te zullen hebben voldaan, en intusfehen hetzelve fubmitteerende aan UI. beter oordeel. Heil en Broederfchap. Waar op gedelibereerd zijnde, heeft zich de Vergadering met hetzelve Rapport geconformeerd; en is dienvolgens de daar in gëinfereerde Concept-Misfive aan het Uitvoerend Bewind gearresteerd , en verders de Commisfie van Finantie, en de Commisfie van Superintendentie tot het bij net Rapport voorgedraagene respeitivelijk Verzogt en gëauthorifeerd. Ea  2©3 En zal ten dien einde Copie dezer, benevens het gedrukte Rapport van de Commisfie van Superintendentie worden gefteld in handen van de Commisfie van Finantie, en mede Copie dezer worden gezonden aan de Commisfie van Superintendentie over het onderzoek der Duinen, zo tot derzelver informatie als naricht respeciivelijk. Accordeert met voorfz. Register, (Was get.) REYNIER van SPAAN. &4 Bï>  3«4 Bijlaag B. GELIJKHEID, VRIJHEID. BROEDERSCHAP. De Commisfie van Superinrenden., tie over hec onderzoek der Duinen van het voormaalig Hol. landsch Gewest, Aan De Eerde Kamer van het Ver. tegenwoordigend Lighaam des Bacaafïchen Volks. BURGERS VERTEGEN VVOORDtGERS.' V V an het Eerfte Deel van ons Algemeen Rapport in den voorleeden Jaare uicgebragt, en door den druk gemeen gemaakt, beeft bijkars niets meer de aandak van tiet Publiek tot zich getrokken, dan 't geen door Ons bengt is op bl. 151. tot 153. wegens de HargerZandenj en het gebruik, 'c geen van hec witte Zand aldaar vallende, waarfchijnlijk zou kunnen gemaakt worden ten dienste der Va ierlandfche Fabrieken van wit Glas. Veelen hebben ons hun hoogst verlangen te kennen_gegeeven , dac het op de gemelde bladz. geëriarreerae, als of her genoemde Zani voor de Glas-Fabrieken, inzonderheid in Engeland, onontbeerlijk zoude zijn, ten naiuwkeuri^ften werde onderzogt; ten einde hier naar maatregelen zouden kunnen genomen wor. den,  den, die het meest tot bevordering en aanmoediging der Glas-Fabrieken, welke thans binnen deeze Republiek gevonden worden , of in 5t vervolg binnen Dezelve zullen worden opgericht, met ter zijde Helling van vreemde, zouden kunnen dienen. Het zal niet noodig zijn U te doen gevoelen de hooge aangelegenheid van dit Onderzoek, en wij zullen daartoe niec herhaalen Wac Wij bij het Eerfte Deel van ons Rapport tot aandrang hier van hebben bijgebragt: Wij meenden egter uit hoofde van hec belang der zaake, dezelve onder Uwe aandagt te moeten brengen, en wet door middei van eene afzonderlijke Voordragt, naardien deeze zaak eenipsrins alïeen zou kunnen be. fchouwd worden van het O'Uwerp toe vruchtbaarmaaking der Duinen, bij 'hec Tweede Deel van ons Algemeen Rapport op heden bij U ingeleeverd; en dus bij dac Rappor: minder gevoeglijk te kunnen aangedrongen worden Daar Gij bij de Initructfe voor den Agent van Nationaale (Economie Artikel 30. en 31. Denzelven hebt aanbevolen, „ het gebruik maaken van ruwe Binnen - of „ Buitenlandfche Mattriaalen te bevorderen, welker „ Eigenfchappen of wijze van gebruik tot hiertoe of , onbekend gebleeven, bf niet in train was; en de ' nieuwfte Ontdekkingen tot nut van Fabrieken en „ Trafieken nategaan", zo zult gij ook het Witte Harger Zand onder Uwe opmerking neemen, en door Uw veelvermogend Befluit willen te weegbrengen, dat op het naauwkeurigst onderzogt worde, welke nutcigheden daar van voor ons Vaderland, mee uitfluiting van alle andere Natiën, zouden kunnen getrokken worden. Bij het gerapporteerde in het voorfchreeve Eerfte Deel, deeden wij ook den Burger Jan Nierop te Schoorl kennen, als dien verdienstelijken Burger, welke het gezegde witte Zand, in navolging van de Engelfchen, en met een even goeden uitflag toe zodanig eene fijnheid weec ee brengen, en in diervoege te praepareeren; dat dit het voornaame ingrediënt van het Witte Glas kan opleeveren. Wij vertrouwen, dat Gij deezen Burger, die de wijze, waarop hij dit Zand in diervoege praepareert, tot hier toe heeft geheim gehouden, op het R 5 krag-  ft56 kragtdaadigstzult willen aanmoedigen, omdu ten'nutte der Vaderlandfche Glas-Fabrieken bekend te maaken.. Het zijn deeze redenen, welke ons bewoogen hebben U voorteftellen. 1. Dat Gij op zodanige wijze, als Gij best zult oordeelen, doet onderzoeken, welke nuttigheden van hec Harger Zand voor de Vaderlandfche Glas-Fabrieken zouden kunnen getrokken worden. 2. Of het gemelde Zand eene noodzaakelijke behoefte is voor de Fabrieken van Wie Glas, zodanig, dat hetzelve zo voor de Engelfche als onze Glas-Fabrieken onontbeerlijk zij; en dac zulks bevonden wordende, of de uitvoer van dit Zand worde verbooden, cf deeze uitvoer niet worde toegelaaten, dan onder een zeer zwaar uitgaand Regt, ten einde Vreemdelingen in deezen niet met 's Lands Ingezetenen zouden worden gelijk gefield. 3. Dat de Burger Jan Nierop te Schoorl, op het kragtdaadigst worde aangezogt en aangemoedigd, om de wijze, waar op het Harger Zand door Hem gepraepareerd wordt, ten dienste der Vaderlandfche Glas-Fa-, brieken bekend te maaken. Heil en Eerbied! De Commisfie van Superintendentie voornd. Amfterdam J. NIC. van EYS, vt. ia Julij Ï7QO. Het vijfde Jaar der Ba- Ter Ordonnantie van taaffche Vrijheid. dezelve JAN KOPS, Secretaris. OP-  pPHELDERINGEN en BIJVOEGSELEN op het eerste deel, benevens eenige inge* floopene DRUKFEILEN. tladz. 8 en 10. De Municipaliteit van Noordwijk, wier rakatigheid in ons te informeeren, wij aldaar hebben opgegeeven, heeft, ondanks de oproeping van Dezelve ter dier oorzaake na den Hage, ingevolge de Refolutie van het Adminiflratief Beftuur van 4. Maart 1. 1. Bijlaag A. van dit Tweede Deel van ons Rapport bl. 260. en 261, en ondanks ónze hei haalde aanfehrijving, weder kunnen goedvinden, daar aan geheel niet te voldoen; en heeft zelfs op onze tea'tfte en waarfchuwende Misfive Ons geen het minfte antwoord doen toekomen: zo dat Wij wegens de ligging der Duinen onder Noordwijk en 'Langeveld weder niets kunnen berigten. - 34 ffgel 3 van onderen fiaat 10 lees 16. . 45 aa ftaat zeer ruwe bereekening lees eene zeer ruwe berekening. . 50 —— 14 — de papieren lees Papieren ______ 51 10 —— Koop - Conditiën lees Koop- Conditiën van ——— 55 —- 10 —— van Domeinkamer lees van de Domeinkamer m 63 3 van onderen ftaat Informatien de lees Informatien van de - 65 —— 4 van onderen — Kemmerland lees Kenmerland Bladz. 267  268 Bladz.66 Reg i3ftaat door ons tot de gecolii -eerde ttes toe de door ons gecollideerde A°i T-rA8 CTIO'00° of/u,ooD, welke van dejaarlijkfche teucverkoopingen ,an al het Hou? dat onder Bergen valt., zouden getrokken worden bedraagt hec Provenu van de H >utveilingen in de Dutnen vrn Berg:n alleen, de laatfte tien jaaren door eén genomen , f 700 a ƒ 7*0 volgens nader medegedeelde Infjrmatien. ' v8?/^v 5 !n 6 P°at Zuid en Noorden lees Zuid en Noord waards. f ' 8? J6 ftaat langs lees lang " 6 yati onderen ftaat Ao. 1794. I0^. " 4 van ouderen op het eind der yoo-ige Leuw lees in het midden der vooriie Jieuw 0 109 9 flaat verre het lees verre van het ' 'o langs lees lange ' TTI,5 16 Helm- Stroo planting lees Helm- en Stroo - planting I»5.5 Bij de aldaar opgegeevene Posten van Helmplanting , welke geheel van wegens het Gemeeneland betaald worden , moec nog gefteld worden. volgens het geen deswegens nader toe onze kennis is gekomen. De Beplanting der Duinen,Zanddijken en ZeeItianden onder Huisduinen en de Hel.ier welke de vier laatfte jaaren door één gerekend,''s jaa-j heeft bedraagen ƒ2817:12:8 De Beplanting van het CamperDuin, welke zedert Ao. 1(596. t'elken jaare op expresfe Refolutie van Staaten van Holland gefchiedde, en in den voorleeden jaare heefc be- draaSen ƒ 480:15:0 Door  Bladz, Blads, Doer de bijvoeging van deeze twee posten, zal de fom van alles wat tot Helm - planting door bet Gemeere Land wordt betaald, op bl. 127 op ƒ9,287:0:8 gefteld, moeten zijn ƒ 12,585: 8:0, zo verre het vaste Land, en de drie Noordlijke Ei'anden van het voormaalig Holland betreft. 138. Daar wij thans Copie hebben bekomen van het Octrooi, waarbij aan de Berger Duinen Remisfie van Verponding ts verleend, zo zijn wij in ftaat gefteld nader te berigten, dat het Dedommagement voor het gemis van het Konijn aan de Berger Duinen, boven de geheele Remisfie van Verponding geaccordeerd, 't geen ons was opgegeeven ƒ340 te zijn; bedraagt eene fom van ƒ700, waarvan de helft, zijnde ƒ 350, ingevolge het gemelde Octrooi uit 's Lands Kas, en de andere helft betaald wordt door de ingelanden van Bergen, die zich deeze opbrengst getroosten, om van het Konijn bevrijd te zijn; en waar door dus nader wordt gëadftrüeerd, 't geen wij in het Tweede Deel bl. 16—19. bijbragcen. Het voorfchr Octrooi expireert 31. Januarij Ao. 1803. - 140. Aldaar hebben wij gemeld , dat uitgenomen vier Duinen , alle de gedepopuleerde Duinen van Eigenaars zekeie Verponding betaalen van drie tot zes ftuivers per Morgen. Van wegens de Secretarien van de Diftricten langs de Duinen, en ook van Hillegom, was ons geene hoogere fom van Verponding opgegeeven; doch naderhand is ons door den Secretaris van Hillegom berigt, dat eenige gedeelten van de Duinen van de Burgers J Bronkhorsc Hz. en P. Lugt aldaar, tegen ƒ3:3, anderen voor f a: 10, anderen voor ƒ 1: ié, en weder anderen voor 18 ftuivers per Mprgen zijn aangeflaagen. - 147 regel 2 yan onderen fiaat maakten lees maaken „ ——• 23 fiaat Rammeren hes Rammen  Bladz. 170 Reg. a ~- Rubliek lees Publiek 174 Nooi(c) 56-568 lees 560—568 1— 176 regel \ (laat Cultuur de lees Cultuur der — 189 N»otra) • Posthumus lees Posthumes — 192 regel a —— van Eijerland lees van het Eijerland —-—- 197 2 vanonderen. De fom vanƒ9,087:0:8 moet om de boven-medegedeelde B:ivoegd-!eri op bl. 125. gelteld worden op/ 12,585; 8 ie. Bijlaag Ba No. 1. de Colom der Remvfien, Baat exexpireert Ao,, 1804. mtet ztjn expireert ji. Li« nuarij 1803.