^3 SS   01 1768 7376 UB AMSTERDAM  3ST JL T TT V JR- E N VERHANDELING OVER DE OORZAKEN, 2>iK AART, «m de GENEZING dis. ZENUWZIEKTEN, WZUU MEN IH DE VIXE3NTGDE NEDERLANDEN WAARHEfiMI; ZIJNDE EEN ANTWOORD op de VRAAG, voorgesteld door HET PROVINCIAAL GENOOTSCHAP VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN Te UTRECHT: Wtlie zijnde Natuurlijke, of uit de levenswijze entftane oorzaken van de zo aanmerkelijke vermeerde' ring der Zenuwziekten in ons land? —- welke zijn der* zeiver kenmerken ? —- welke is de befte wijze om de* zelve voür te komen en te gtnezen ? DOOR JAN PETERSEN MICHELL, M. D. met de gemeten Medaille bekroond den 30 April 1783. uit het Latijn vertaïld DOOR DEN S C H R IJ V E R.   NATUUR-* E N GENEESKUNDIGE VERHANDELING, OVER DE OORZAKEN, DEN AART, EN DE GENEZING DER ZENUWZIEKTEN , WELKE MEN IN DE VEREENIGDE NEDERLANDEN WAARNEEMT. lQ)e Grieken en Arabieren hebben', wel ïs waar, eenige Zenuwziekten onderfcheiden, dan, men bemerkt dra uit de oplettende befchouwing hunner fchriften, dat zij flegtszeer weinige dezer aandoeningen hebben afgèfèhetfl. Immers is het voor zeker aantenemen, dat de oorzaken ■»an die ziekren, in latere tijden, in getal merkelijk zijn aangegroeijd, en even daarom moet ook het aantal der ziekten zelve noodzakelijk groter zijn geworden. De vermeerdering name¬ lijk der ia zwang komende weelde, hei: lui, zittend  43° JAN PETERSEN MICHELL tend leven , de infpannirg der zielsvermogens, het verzuim van lighaamsbeweging, het flegte voedzel, verflappende dranken, die, zo wel door hunne hoedanigheid, als door de grote hoeveelheid, fchaddijk zijn, hebben den eerften grond gelegd dezer ziekten en den voortgang derzelven bevorderd. De dagelijkfè, andervinding beveftigd dit gezegde te duidelijk, om de waarheid daar vaa door het gezag van anderen noch te trachten te ftaven. De Heer CÏieijnè <» rekende da- ze vermenigvuldiging der Zenuwziekten reeds in zijn tijd aan. . En andere aanzienlijke Geneeskundigen , waaronder men Piso (£*), Sn- DENHAIU (C~), BoERHAVE (d), HöFFMANN (/, Raüun^), Pomme0, Ljrrit^), Klofk- HOfF (et) Erglish malady P. J ch. 6. p. 40, (b) EU clUuv. Jerofa £? in objen; (c) In zijnen brief aan G, Cqle de uiriol. £f pasf. hy. Jhrica, (d) De norbis nervorum, ecu v/erk door Dr. van Rius uitgegeven. («) In zJnc werken Tom. VII. p. 218 co eldcri. (ƒ) Sur l' eiucaUon. {g) Sur les ajf cüions vapcurtuses its deux Jexes (fe, (h> De morbis melanchmcis.  9 ver de Zenuzv ziekt en der Nederlander en 431 hoff (0> Smitt (i*), Hill (A), en boven al» len, Whijtt en Bikker (7), behoort te tellen, hebben dit aangemerkt. Daarenboven hebben verlcheidene Geneeskundigen, niet zonder vrucht, bijzonderlijk hun werk 'gemaakt, om de oorzaken der vermenigvuldiging dezer ziekten na te Ipören, waar onder wij den uitmuntenden Cheijne (m)} den beroemden Tissot («), en onze landsgenoten, de Heeren van den Bosch (e) en Bikker (jo), vermei nen te moeten plaatfen. Dan deze bron is nog niet uitgeput. Getuige zy de dagelijkfè ondervinding. De oorzaken immers zijn nog Biet genoeg opgefpoort, en (i) De morbis animi ex zerebri medullee infirm» tenore. (<*j Upon the nerves. Lind. 1768. (X) The cenfiruÜwi of the nerves and the cmjts of ner„ vous diforders. Lond. 1758. (0 Over de Zenuwziekten. (m) English Malady. vergelijk bier mede Stokks kwijnende zieken der Nederlanden. («) In zijn uitmuntend werk, des nerfs et de leurs ma* ladies, waar van, het geen jammer is, tot noch toe flegts twee delen in het licht zijn. (a) Ovar de ziekten van ons land, in het XVIIIde deel tfèr Hollmdfche maatjehappije. Cj>) Agter het aangehaalde werk van Whijtt door arjn Ed. uitgegeven.  433 JAN EET Efc 3EN MlCHELt ** Kenretaen dezer Mjfel 2ij„ ^ „„,. Kwakzalver dertig, midWen wier aar, Il=m n ' volta belCTdlt?_Gec„TOn.er ™ J^"""* G™°°'»ap eer, Mder J£ zoek dezer «fa» noodzakelijk g£00rJee, ' daar,„eal=GeneeSIiU3digeni„, aa/ genoodjgtheeft. 1 Paar wij dus van het nut, het welk wij ons «*«n zodanig onderzoek beloofden, zekerovertn>gd waren, zo heeft het ons aanboord, om' ooze^tneetning^, van het do0ïbl3fieren befte Schrijvers, van ecne nauwkeurige befohou. Wing der natuurlijke h.florie onzes Vaderlands, en der levenwijze onzer landgenoten, en eindeg vanher waarnemen der ziekten zelve aan m ziekbed, oonpronkelijk, aan het Genootchap medetedelen, in vertrouwen, dat wij eeiug tón aan het duüiere i„ deze ziekten zullen bijzenen; f^oon meteenegelijke overtuidng, dat de zaak hier door geenzins voldongen is. -L ^ ij hopen in tegendeel dat een doordringer^ valland in het velaren der oorzaken, kentekenen en geneeswijze der meergemelde ziekten ge- lukkiger flagen aiose1 Dan a«„ i s &-*k»ifj&ai — L/an, aaar het nauw- Iijki  Over de Zenuwziekten der NedtrlcmSertn 433 Jijks één Geneeskundigen voegt, zyne hulp te onttrekken in dit onderzoek, zo zullen wij onae krachten beproeven, en onderzoeken, L Weke ziekten men door zenuwziekten verfta-in moet? II. Welke de natuurlijke of uit de levenswijze ontdane oorzaken zijn, welke de Zenuwziekten in ons land zo aanmerkelijk vermeerderd hebben? III Welke hare kentekenen zijn? IV. En welke de befte wijze is, om dezelve te voorkomen, en V. Eindelijk te genezen. —— HET EERSTE HOOFDSTUK. Over den aart en onderfcheiding der Zenuwziekten. ^^^anneer men nauwkeuiig de aantekenin* gen van de meefte Schrijvers over den aart en onderfcheiding der Zenuwziekten nagaat, zo zal men dra ontdekken, dat zij zich meeft alle baarblijkelijk vergift hebben. Galeüus meen¬ de derzelver aart in dampen te vinden , en dis hem gevolgt zijn, hebben zijn ftelfel voor waar Ee aan-  434 JAN PETER. SEN MICHELL aangenomen. . Paracelsus zelfs en VAtf Helmont die alles in de fcheikunde zochten, zijn Galenus flaaffch gevolgd. - . Zij hebben flechts den naam van dampen, in die van Spiritus ReQcr, gas, Jrcheeusmz. veranderd, en in derzelver onregelmatige bewtging de oorzaak van de Zenuwziekten gezocht. Willis, en na hem, de grote Sijdenham , befchuldigde de ongeregelde loop der geeften, als de bron der Zenuwkwalen, en dit gevoelen hebben vele Schrijvers naderhand omhelft. Immers waren er die de Zenuwen befchouwden als holle buizen, welke een vocht, dat tot beweging en gevoel diende, voeren moeften. — Deze bouw. den hun leerftelfel over de Zenuwziekten op die onderftelling, en leiden dezelve alle van defcherpte, vandetegrooteof te kleine hoeveelheid, van de te fterke te flauwe of ongeregelde beweging van dit vocht af. — Andere daarentegen verzekerden dat de Zenuwrn koorden waren, zonder enige holigheid, en dat de te grote flapheid of gefpannenheid derzelven de algemene oorzaak van meergemelde ziekten uitmaakte. Ja men is, in onze tijd, zo ver gekomen, met deze befchouwingen over het maakfel der Zenuwen, dat men uit waarnemingen , met het microscoop gennakt, befloten heeft, dat de Zenuwen  Over de Zenuwziekte der Nedsrlanderen 435 nuwen uit op elkander geftapelde bolletjes belton» den, en d* derzelver werking, in de beweging dier bolletjes, gelegen was, en dat de Zenuwziekten van de onregelmatige beweging van dezelve alleen afhingen (q). Dan daar de denkbeelden, welke geen beftaan hebben, dan tn de hersfenen van den gene, die dezelve verzint, door den tijd, aan de vergetelheid (q) In Italien heeft men zich voornamelijk op dit ftuk toegelegd. De Heer Mamimi, Experiev.ze anato. miche interna di nervi, vertelt ons, dat de Zenuwen uit een wonderbaar celachtich wctffel gewrecht zijn. ——. De Heer Moscati tracht in b»t vierde deel van deJttt fijico etitici di Siena, het tegendeel te bewijzen. ■ Eén Engelfch Schrijver Kirkland wijkt in zijn verhan. deliagon the brain and nerves, en in een andere on[the fympathy of nerves, and of differents kinds of irritability, ook van dit gevoelen af, en verzekert dat de Zenuwen uit eene flijuiige ftoffe beftaan. Dit gevoelen heeft zo lang- Hand gehouden, tot dat de beroemde Giovanb ï^aria della Torre in het jaar 1770" zijne verhandelitig betijtcld Nuovi offervationi nicrojcopiche, in het licht gaf, en leerde, dat de heriTenen uit bolletjes befton- den. De Heer Pkochaska de firuUura nerwum, ij ook van dit gevoelen, en ftelt mede dat de Zenuwen uit bolletjes zijn faamgefteld, fchoon hij in zoirunige opzichten, van de Heer della Torrï verfchilt. Zie de Heer Martin injiit. Neurol. fett. I. Ee »  435 JANPETERSEN MICHELL heid worden toegewijd , daar het alleen de ge. wrochten der natuur zijn, welke Hand houden, zo zijn ook deeze onderftellingen op losfe fchroeven gebouwd. — Wij laten dezelve dus gaarne heruiten; terwijl wij beproeven zullen, of wij onze befchouwingen op vafter gronden bouwen kunnen. De waarnemingen, welke mannen, die zich in de kunft verdien (lelijk gemaakt hebben, de Gorter b. v., Winter, Gaubius, van Doeveren, Haller, van Geuns, van den Bosch, Verschuir, Bikker, Lorrij, Zimmermann en anderen (r), over het dierlijk leven, over de be. wegings en gevoelskrachten hebben in het werk gclteld, zullen ons tot dit oogmerk den weg banen : — En hier op, immers deze zijn Natuur» gewrochten, kunnen wij zeker bouwen. — Zie daar dan in korte woorden, dat ons door de waarnemingen en Proeven van die Geneeskundigen, van de levenskracht, ontdekt is, voorgelleld. De levende vafte deien hebben eene eigenaartig ver- (f) Men kan over de aangehaalde Schrijvers en over de overige, welke deze leerftellingen hebben opgehelderd, de Inwij'ings redenvoering van den Hoogleeraar Verschuir nazien. De Recent. Medic. inpr. Bel- garum meritis in Phaen. et effect, princip. quad vitam tnim. cenjlitutt indag. etc. Gronings 1781»  Ovir De eerftgemelde leiden wij van de ziekelijke ongefleldheid des lemensvensbeginzelsj de andere van eene fcherpe prikkelende ftotFe af. Onze befchouwingen moeten dus, voornamelijk op deze plaats, over de eigenlijke Zenuwziekten gaan; dit leert ons de reden en de ondervinding bekrachtigd hetzelve. Immers is deze te grote beweeglijkheid' en gevoeligheid der vatte delen de ware oorzaak der vermeerdering van de Zenuwziekten. —- Deze maakt, dat de prikkelbaare fpïervezel, en de gevoelige Zenuw zelfs van natuurlijke oorzaken, te hevig worden aangedaan , en tot onregelmatige bewegingen , en pijnlijke gevoels aandoeningen genoopt. Het laaftgemelde foort van Zenuwziekten word dan als het ware in het onderzoek van het eerfte foort begrepen, daar het zeker is, dat aile prikkelingen» aelfs die natuurlijk zijn, met opzigt tot de te gro- (t) Op de atngeh- plaats D, I p. 243, 244, 445.  442 fjAN PETERSSN MICH'ZLL grote beweeglijkheid en gevoeligheid der vezelen, als tegennatuurlijke prikkelingen, in zo verre zij namelijk tegennatuurlijke uitwerkfelen voortbrengen, befchouwd moeten worden. De Zenuwziekten zijn dus, alle die onregel. matige bewegingen en gevoehaandoeningen, welke van de ongefleldheid van het levensbeginzely en wel van deszelfs te hevige of te flauwe gefchiktbeid tot bezveeging en gevoel afhangen, en van het eene deel tot het andere, door de wonderbare famenwerhng en famengevoel, bet welk\de deelen onder eikanderen gemetn hebben, overgaan. Alle onregelmatige beweging zo wel van den (pier als zenuwvezel moet hier dus in aanmerking komen, zo men flegts in het oog houd L Dat er geen zenuwziekte beftaan kan, zonder dat er onregelmatige bewegingen en gevoehaandoeningen uit voortjpi uiten. — De ziekten zelve, welke uit eene te min beweeglijke en te min gevoelige vezel haare oorlpronk hebben, ver. klaren deze ftelling. In deze immers zijn de ophopingen der vochten een gemeenzaam toeval; (hetzij men dezelve van de verbrokene evenredigheid der delen, of van de meerdere beweeglijkheid en gevoelig, heid welke het eene deel boven het andere heeft, dat minder tot beweging en gevoel gefchikt is, wil  Over de Zenuwziekte der Neder/anderen 443 wil afleiden) en de oorzaak van deze ophopingen ( die meeftal in de onregelmatige beweging der' vafte delen te vinden is) maakt verwarring in de aandoeningen van het gevoel. Er is im¬ mers altijd in het menfchelijk lighaam, (hoe flap en ongevoelig de vezelen ook zijn mogen) een deel, het welk meer dan de andere aangedaan word: het moge dan met betrekking tot de overige delen , meer of min prikkelbaar zijn. II. Dat de Zenuwziekten van de onregelmatige werking van bet Ievensbeginzel afbangen. — Deze onregelmatigheid is altijd, in de eigenlijke Zenuwziekten, aanwezig, en in de oneigenlijke zelfs, kan men deze onregelmatige werking van den fpier en zenuwvezel niet ontkennen, fchoon zij daar flegts met betrekking tot de prikkelingen, plaats heeft. III. Dat de eigenlijke Zenuwziekten van is te grote of te flauwe beweeglijkheid en gevoeligheid der vafle delen afhangen. De waarheid van dit leerftelzel word door de verdere befchouwing der Zenuwziekten , in het helderft dagligt gefield. Immers zijn er in het lighaam altijd eenige deelen welke meer of min beweeglijkheid, meer of min gevoeligheid hebben, dan andere. Befchouwen wij flegts de moederkwaal. — De te groote beweeglijkheid en  444 JAN PETERSEN MICttELL en gevoeligheid der baarmoeder maakt onregelmatige bewegingen en gevoelsaandoeningen. -Zij veroorzaakt dikwerf de ijsfelijkfte uitwerkfelen in het gehele lighaam, door het zamcngevoel het welk zij met alle delen heeft; —- dog de deelen welke de zwakfle zijn lijden het meed. Hier van de pijnen, ophopingen der vochten, bloedftortingen, fttiipachtige aandoeningen, en welk aantal toevallen meer, welke in deze in het hoofd, gene op de bord, en een andere weder in de buik vallen. IV. Dat desze aandoeningen gemakkelijk van bet eene deel naar het andere overgaan, door de wondere famenwerking en het famengevocl, de welke de delen onder elkander gemeen hebben. —. Immers 'dit word noodzakelijk tot het beftaan der Zenuwziekten veieifcht. De beweeglijke en gevoelige baarmoeder b. v. kan, het zij dan haare gefchiktheid of de pjikkehrg de oorzaak zij, onregelmatige bewegingen verwekken, ja zij kan de ziel door een tegennatuurlijke gevöelsaandoening kwellen, zonder dat deze aandoeningen, zo lang zij namelijk haare zetel in het beledigde deel alleen vedigen, en de overige delen van haa* re uitwerkfelen bevrijd blijven de naam van Zenuwziekten verdienen. ■ (Immers in deeze betrekking zoude buikpijn en het zijdewee ook Zenuwziekten zijn. ■ ) Dan, worden de af- ge-  Over de Zenuzvziekte dsr Nederlanderen 445 gelegene delen, welke door de wetten van het famengevoel met dit ingewand verbonden zijn, de borft b. v. of het hoofd, door deeze oorzaak aangedaan, zo is er eene moederkwaal, eene vvaa- re Zenuwziekte aanwezig. Hoe duidelijker» hoe heviger nu de uitwerkfelen van deeze famenwerking , van dit famengevoel der delen, zich in eenig lichaams geitel opdoen, hoe fterker blijken men heeft van de beweeglijkheid der fpier, van de gevoeligheid der zenuwvezel van een zodanig onderwerp : . en dit zullen wij met de naam van aandoenlijkheid beftempelen. Terwijl de uitwerkfelen van het gemelde famengevoel üls tekenen van een aandoenlijk ge/lel verdienen befchouwd te worden: ■ hoe flapper doch , hoe minder aandoenlijk het lighaam is, zo veel te minder lijden de overige delen, van het een of ander nabij ot veraf gelagen beledigd deel. Pasfen wij nu deeze onregelmatige werking van het ievensbeginzel op alle werktuigen des lig. kaams, op alle levende vafte delen toe, zo fpruiten er duizenden van ziekten en ongemakken uit deze bron voort, welke naar de verfchillende faBienvceging der ongeregelde werkingen van hetievensbeginzel, naar de verfchillende beweeglijkheid en gevoeligheid der werktuigen, naar haren vsrfchillenden aar? en werking, naar de verfchillende  44<5 JAN PETERSEN MICHELL de geftrldheid , gefchiktheid en beweging der grondbeginzelen in de vafte delen noodzakelijk verfchillen moeten. Daarom zijn de aanleidende oorzaken der Zenuwziekten dikwerf zo zeer verfchillende ja te- genftrijdig. Daarom veroorzaakt de aan. doening, de ziekte van een enkel deel, in een lighaam dat er gefchikt toe is, in een aandoenlijk geftel, Zenuwziekten; door ophopingen van vochten, ftuipachtige fpanningen en tegennatuurlijke trillingen in de fpier en zenuwvezel te veroorzaken. Daar van die menigte van verfchillende ziekten van de belette uitwaasfeming oorfpronkelijk, na dat die ftoffe namelijk deze of gene delen in het lighaam aangrijpt, de werkingen van verfchillende werktuigen ongeregeld maakt, èn verfchillende uitwerkfelen op deeze of gene vafte deelen, door het famengevoel voortbrengt. Daar van moet men afleiden dat alle natuurlijke zo wel als door de ziekte veroorzaakte prikkelingen deze onregelmatige werking van het Ievensbeginzel veroorzaken en of eigenlijke of oneigenlijke Zenuw ziekten voortbrengen kunnen. Dog eer wij verder met onze befchouwingen over den aart der ziekten, welke uit de ongeregelde werking van het Ievensbeginzel voorfprui- ten»  ö ver de Zenuwziekte der Nederlanderen 447 ten, voortgaan, eer wij den waren en eigenlijken aart der Zenuwziekten van ons vaderland aantonen, zo moeten wijde oorzaken opfporen, welke de zenuwziekten zo aanmerkelijk vermeerderd hebben: Immers word door den aart en werking dier oorzaken ook de aart der zenuwziekten opgehelderd. HET TWEEDE HOOFDSTUK. Over de natuurlijke en uit de levenswijze oor* fpronkelijke oorzaken, welke de Zenuwziekten in ons vaderland zo aanmerkelijk vermeerderd hehben. anncer wij de veranderingen, welke ons Vaderland van tijd tot tijd te beurt gevallen zijn, aandachtig overwegen, zo wij de onftandvafligheid cn vergankelijkheid van de ondermaanfche dingen nafporen, zo wij de armoede in rijkdom, de werkzaamheid in luiheid , de matigheid in weelde, de onthouding in welluft, kortom hei leven onzer voorouderen 3 dat tot het welzijn van ziel en lighaam gefchikt was, in het tegenwoordige, dat de zaden der ziekten zo fterk aankweekt, veranderd, vergelijken, zo komen de bro».  44-8 jan peters en m1chell bronnen, waaruit men de vermeerdering der Zenuwziekten gemakkelijk kan afleiden, als van zelve te voorfchijn. Schetzen wij dan met een flauw penceel, het land, dat de Batavieren bewoonden af, gaan wij haare lighaams gefleldheid en levenwijze kortelijk na; zo zal het blijken, welke de natuurlijke en uit de levenswijze ontdane oorzaken zijn, die men, als bronnen der vermeerdering van de Ze. nuwziekten in ons land, ir. het oog houden moet. Het eiland, dat de Batavieren bewoonden, was, indien wij Tacitus over dit onderwerp raadplegen, tusfehen moerasfen en poelen, laag gelegen, en als door het water overftroomd: de grond was dikwerf zo week, dat de voetftap- pen cr in bleven flaan Qa\ De inwoners waren groot, flerk en dapper, gehard tegen de ongemakken des weders geneerden 'zij zich van de jacht en Geitenden zich in den Wapenhandel. — De mannen hadden een fluurlch en wreedachtig uitzicht, blauwe oogen, en goudgele hairen, eu daarom worden zij ook goudbairige Batavieren (u) Verg. tic beroemde Wageniar Vaderl. ffl/lorii I. D. hl. 546, J. A. Knooj-, tegenw. Staat vtr. Friefland bi. 8.  Over de Zenuwziekten! der Nederlander en ÈJ& ren van SlUUS Italicus (o) en Martialis (w) genaamd. L>e Romeinen zelfs vonden het hoofd van een Batavier zo fchoon, dit zij het om de fraaijheid* op de handvatzcls van hunne lepels en mesfen heten afbeelden, gelijk Salmasius (x) aantekend. —— Zy waren dapper en kuifch; liefhebbers van de matigheid en trouwden niet, voor dat zy tot hunne mannelijke krachten gekomen waren; — men rekende het eene fchande, wanneer eene maigd, voor haar twintigüe jaar, trouvvde. —— Zij waren vruchtbaar en teelden fterk klooft, dat zij aan geene Minne overgaven, neen, de Moeders zoogden zeiven haare kinderen. Zij hardden hunne lichamen tegens de uiterlijke ongemakken van het weder, en zij liepen, zelfs in de ftrengfte koude, naakt om. —— Wanneer zij tot de jaren van huwbaarheid kwamen , dekten zig de mannen, zo wel als de vrouwen, met een dierenhuid. • Zij waren kundig in de kunft van zwemmen, en daar oeffenden zij zig ook (v) L. 111. v:. 606. (w) L XIV, Epijr, 176. Verg: Tacttus, Juliuj Cv sa«, pLUTi sCHas, in het leven van Masius, en BerkHey nat. hijhrie van Holland, D. III, bl. 439. 45;. (xj De Cifarit £? Coma. Ff  45® JAN PETERSEN MTCHELL- ook in. —-4 Zij woonden in home huisjes, met iïroo bedekt, die op heuveltjes gebouwd waren . Zij leefden van vruchten , van boter en kaas. < Hun drank bereidden zij uit garfï en koren, en bedienden zich van het vleefch, dat de jacht en het land, dat zij bewoonden, hun opgaven (V). Dan zo dra de Roomfch Catholijke Godsdienft hareu zetel in ons land veftigde; zo dra de haat der geeftelijken, en de geweldadige regering der vorften onder de Batavieren poft gevat hadden, ontzonk der Batavieren moed: zij wierden onderdrukt: —— daar uit ontfproten weelde, weliuft en vervloekte geldgierigheid (z). —-— Dan matigheid en dengd waren zo geheel niet uit hunne harten gebannen, of zij munteden noch daar in boven de meefte volken uit. Veeje begonnen zich op wetenfchappen en kunnen t&e te leggemde meeften echter oeffenden landbouw,huishoudkunde en koophandel; en daarin maakten ie Batavieren geen geringe vorderingen; getuigen zijn (y) Verg. de aargeh. Scbryvers en vooral Wagz»aa» Op de aangek, plaats bl. 5 .'22. Berkhey /. c. enden Heer van den Bosch in de aangeh. verh' XFIII D. van de Hollandfche maatfchappy £.13 57. (2) BïEKiiEir l. c, bl. 544,  Over de Zenuwziek!ens dei Nederlander en 451 zijn de uitvindingen der druk en fchilderkunft, der vergrootglazen, en houtfhee-prenten. ■ En t wij field iemandi dat hij zijne oogen veilige op de pottebakKer.sk u.ift, op de haringen walvisvangft, op de zout - rafinaderyen, en dat alles te boven gaat, op de fcheepvaart en handel met bijna alle natiën en volken. < Immers zyn tot óit alles in de tiende en elfde eeuw de eerfte grondflagen gelegd. Dan, daar men zich op deze kunften en wetenfchappen toeleide, won het zittend leven en het affloven van den Geeft, bij onze natie meer veld. ■ De lichamen verminderden infterk- te en kracht; —- de ziekten daartegen vermeer» derden; —— en dit was geuoeg, om hen zorgvuldig te maken, om hunne ligchamen tegen de koude en andere ongemakken des weders te wapenen; > en juift daar door maakten zij zich vatbaar voor aandoeningen , waarmede hunne voorouders , als tegen die uitwendige oorzaken gewapend, nooit waren gekweld geweeft. Dan zelfs in dien tijd vergat men de oude Bataaffche matigheid niet: ~—. getuige de verwonderingswaardige matigheid in de manier van leven der gazanten, die van hunne Hodgmogende-n tot de vredens onderhandelingen met de Ff a Spaan-  452 JAN PETER SEN MICHELL Sjbaanfchen wierden gecommitteerd (a~); getuige de levenswijze van Jan de Witt, die zelfs den vreemdelingen in het oog liep (K Vleefch en bier was hun gewoon voedzel, . en die drank was bij hen zo algemeen, dat het misbruik', zelfs onder de Geleerden van dien tijd, niet ongemakkelijk uit de fchriften van Baudius en LipsiuS', die er elkander over hekelden, optemaken is. —- Wijn v/as, zelfs in die tijd, noch niet algemeen in gebruik. — Het is waar, zij dronken zomwijlen een goede roes aan Rhijnfchewijn. > Dan dit gebeurde zeldzaam. Boven dien was dt wijn de zuiverde, de befte, en niet met lood of andere metalen vergiftigd. Zij wierden om hunne voorzichtigheid en geduld zelfs van den vreemdeling, toen ter tijd geroemd; hunne matigheid wierd als een voorbeeld van andere natiën afgefchetft; — zo dat zij zelfs den Engelfchen Ridder Temple in zijne aanmerkingen over de vereenigde Provinciën (c) niet ontflipt is. Dan, («) Zie Voitatre Esjaifur l' Hijleire Generale Tm. IV. p. 248. Whttt en Bikker, ep de atng. pl. bl. 4„ 30. (b) Zie Voltairi op de aangth. pL T. V. p. 10%, Whytt en Bikker bl. 457' (O £1. j5p, i60, 161.  Over de Zenuzvziektensder Nederlanderen 45a Dan, waren die driewerf gelukkige Batavieren, toen, om hunne welvaart, en duurzame gezondheid , benijdens waardig; hoe z«er 2ijn zij naderhand, wanneer zij door de weelde en pracht der uitlanders verleid, de mode van het Franfche hof, dat ten tijde van Lodewijk den XIVdcn tot den grootften trap van pracht en wellufr, ftijgerde, volgden, te beklagen geweeft, wanneer zij, zeg ik, die gemelde deugden, met hunne welvaart en gezondheid s ten grootften deele verloren. Dit is het tijdflip, waar van alle onheilen, alle ongelukken, kortom de heilloze vermeerdering van de meefte tampen en kwalen onzer landgenoten afgeleid moet worden. Immers fchoon wij den invloed der lucht, der ligging, en wateren van ons Vaderland, welke na dien tijd aanmerkelijke veranderingen ondergaan hebben, op alle ziektens, en voornaamlijk op de Zenuwziektens (<ƒ) van ons land, niet willen of kunnen ontkennen, (dat daar na breder in het onderzoek der oorzaken betoogd zal worden;) zo is het te gelijk ze- (J) Men kan dit bij den Heer* vak pen Bosch in ïijne aangeh. prijsverh. op verfcheide plaatfon, bredet Setoogd vinden. Ff 3  45'4 JAN PETERSEN MICHELL zeker, dat wij den ootfpronk der vermeerdering van gemelde ziektens, meeftal in de verandering van onze zeden en levenswijze, zoeken moeten. Doch, eer wij tot het onderzoek der oorzaken overgaan, zo is het nodig, omtrent haare gewone verdeling, in voorbeschikkende en aanleidende, aantèmerken, dat deze onderfcheiding, hoe zeer zij in het leren van het geneeskundige ftclfel van zeer groot nut is, als de leef-van den aart en" oorzaken der ziektens niet weinig ophelderende,hier nauwlijks te ftade komen kan, daar zij meer verwarring geven , dan licht verfpreiden zoude. ■ Immers kon men ze nauwlijks binnen de vereifchte palen omfchrijven, indieh men na-" gaat i. Dat dezelve oorzaken, welke iemand tot deze ziektens gefchikt maken,ook aanhidende zijnyen dat de aanhidende iveder tot de voorbejchikkende behoren. -M b. v. de gemoedsaandoeningen maken het lichaam gefchikt tot onregelmatige bewegingen, en brengen de gevoels-krachten in wanorde; Zij veroorzaken daarenboven de ziektens zelve, die uit deze bronnen voortkomen; — en deze ftuipachtige en pijnelijke aandoeningen maken de lichamen wederom gefchi'kter, om in dezelfde ziektens' te ftorten. s. Dat  Over de Zenuivziektens der Nederlanderen. 455 2. Dat bet getal der, aanhidende oorzaken nmnoemelijk is. De vochten immers zelve 1 die in ons ligchaam bereid worden; de natuur! lijke prikkelingen, om die van buiten aangebracl/t worden, niet aanteroeren, vermeerderen het aantal dier oorzaken, daarzii'zelve in gevoelige en tedere ligcaamenzenuwziektens veroorzaken. 3. Dat dezelfde oorzaken, die onder 'deze 6mflandigheden, de bewegings ■ en gevoelskracbten vermeerderen, onder andere, dezelfde vermogens verminderen , vernietigen. •— Geeft b. v. iemand, die moede en afgemat is, het heulfap, de ziel zo wel als het ligchaam word. als het ware, opgewekt,- zij worden vlugger, levendiger. Dan geef dezelfde hoeveelheid aan een gevoeligen lijder, die aan Zenuwziektens fukkelt, de beweging en het gevoel verminderd, de ftuiptrekkingen en pjjaelijke aandoeningen worden et door geftild. 4. Dat da zelfde oorzaken, ten opzichte van het] verfchillende deel, van het aanbrengen en de duurzaamheid der prikkeling , vermindering of vermeerdering van de bewegings en gevoels krachten te zveeg brengen. Dus zal b. v. een, knoeftgezwel in de maag benanwheden en braken, in de hersfenen daarentegen een ftihtaiad der vermogens voortbrengen^... . L Ff 4 Schee»  4«té JAN PETERSEN M IC HELI» Scherpe fcheikundigs prikkelingen vernietigen de levenskracht, wanneer zij op blote zenuwen werken, . daar zij dit zelfde vermogen aan- wakkeren, indien de zenuwen als in den natuurlijken (laat gedekt zijn. Be vergiften zelfs, fchoon zij eerft de vaste delen geweldig aandoen, brengen daar na in dczelven eene meer of mindere vernietiging der beweging en gevoelsvermogens voort: , de natuur immers gewent zich allengskcns, dczefcher. pere prikkeling te vei dragen. Laten wij ons dan te vreden houden met de verdeeling der oorzaken, zo als dezelve van deze aanzienlijke Maatfchappij is opgegeven , in na* tuur lij te namelijk en die uit de levenswijze ontfiaan, in zo verre deze in ons Vaderland de vermeerdering der Zenuwziek'ens, door de onregelmatige werking van het levens beginzel algemeen voorttebrengen, veroorzaakt hebben. A, De natuurlijke oorzaken der Zenuwziektens verfchillen dan voornamelijk van die uit felevenszvijzeomRmm. fchoon zij, zo wel als de laatften, ook onder de aanleidende behoren, dat zij van tijd tot tijd ingekropen, of in den aart der lichamen of in de gefteldheid van ons Vaderland zelve, zodanig ingeworteld zijn , dat men ze nauwlijks verwijderen kan. Men zoude ze dus  Over de Zenuw ziektens der Nederlanderen. dus 't gefchikft, de eerfle zaden der Zenuwziek- tens noemen kunnen. En dan koomt hec eerft in aanmerking I. De Dampkringslucht. — Deze vloeijftof, die alle ftervelingen omringt, werkt op verfchillende wijzen op de lichamen. De eigenlijke aart van dezelve is in onze dagen, door den arbeid van beroemde mannen, nader bekend geworden. Hunne waarnemingen leren onderanderen, dat 'er eene vuurftof in de iucht aanwezig zij; en dat dezelve in die vloeiftof in zekere hoeveelheid voor het menfchlijke lichaam vereifcht worde, tonen ons de voorbeelden van menfchen, die op hoge bergen eene moeijelijke ademhaling gekregen hebben. . Daar immers is de hoeveelheid dier vuurftoffe veel kleiner, dan in onze dampkringslucht? — Wij weeten ook» dat deze vuurftof in grote hoeveelheid in de lucht aanwezig zijn kan, zonder het dierlijk leven te fchaden, wanneer de lucht 'Hechts door de winden, ftormen, regens enz. in eene gedurige beweging, gehouden word; — dan dat dezelve fchadehjkword, wanneer eene met vuurftoife bezwangerde lucht ftilfiaat: —- dat daar van daan de uitwaasiemingen van modderpoelen en floten fchadelijk zijn; — dat de holen, waar in zodanige lucht beiloten is, juift hierom zo gevaarlijk zijn. •Bf $ van  458 JAN PETER.SEN MICHELL zodanige phlogiftique lucht heeft men flauwtens ftuipen en de dood zelve zien veroorzaakt worden. Daar het nu zeker is, dat men in onze dagen, veel meer bronnen heeft, die de lucht met phlo* gifion bezwangeren; dat de oorzaken, die het flilflaan der.lucht te weeg brengen, en haare vrije beweging verhinderen, in getal vermeerderd zijn, « zo kan men licht nagaan, dat jook de Ze- nuwziektens, opdieplaatlèn, daar eene zodanige lucht is, en daar het ftilftaan der lucht plaats heeft, meer algemeen zijn. Zo ziet men b. v. in de Steden die meerdere algemeenheid der Zenuwziektess, — en daar juiii is de oorfpronk van het phhgiflon het fterkiL 1 En het is in de Steden niet alleen, dat die vermeerdering van het phlogiflon, en het ftilftaan der luchtplaats hebben: . Immers is de gefteldheid van ons Vaderland binnen eenigentijd aanmerkelijk veranderd, De loop der rivieren is verleid; . haare monden zijn hier en daar geflopt. en haare beddens verhoogt. - ■ - - Dit maakt, dat het water zich zo gemakkelijk niet ontladen kan, en daar van moet men weder de (menigvuldige dijkbreuken afleiden (e). Daar door is het land zelve op vele plaatzen, door fterke watervloeden, van Zie den Heer vak dxj* Eoscb prjsr. bl, 78.  Over de Zenuwziekten!, der Nederlanderen 459 van een gefcheurd, het aantal der mei.en en poelen vermeerderd, en de evenredigheid van het water tot het land, onbegrijpelijk toegenomen. —— De zee daarenboven geeft door het rijzen van het water en het verhogen der rivierbedden, meer moerige en veenachtige grondftorren op, en daar van ziet men weder de poelen en Hikken vermeerderen , en hunne fchadelijke uitwerkfelen meer en meer fland grijpen. — Het uitbaggeren der veengronden , en de droogmakerijen vermeerderd worden ook het aantal dier ftilfhande wateren. —. Vandaar de lage landen, die niet zelden door dijken of bomen omringd zijn. Hier door (laan haare uitwaasibnnngendikwerf ft.il, en worden door de winden met verfpreid, daar zij egter om hunne zwavelachtige lottekruidsdamp, die zij van zich afgeven altijd fchadeiijk zijn (/). Het uitmalen der wateren, daarenbooven heeft hier en daar weder land te voorfcaijn gebracht. Kortom de lucht word door deze oorzaken met veel vuurftoffen bezwangerd. — De dampen klimmen (ƒ) Zie Vogel Chem. infi. §. 97. Machy Elem, ie chy mie Tom. IV. p. 266. No. IV. Berkhey op de aangeh. plaats I. D. bl. 503. II. D. 2. ft. p. 503. 550. 595. en ■ildaar de waarnemingen ran den geleerden ten Haait:. v. d. Bosch aangeh, pl. bl. 276. verg. de Hollands, mantJck. X. D. 2. Ji. bl. 145 147.  460 JAN PETER5EN M2CHELL rnen door dc zon op, vervullen den dampkring, verduifteren den glans der ftralen van dit hemelich lichaam, ten minften in de Steden, fterk, en beroven de iowoneren van zijnen heilzamen invloed (g). Deze dampen worden' ook in de Steden gevoerd, opgehouden, en wanneer de wind daar geene vrije doortocht heeft, op de eene of andere plaats opgehoopt. — De rottende wateren daarenboven geven in de Steden hare uitwaasfemingen,en deeze ondergaan ook dikwerf ftilftand, en worden dus fcha- delijk. Daar men in volkrijke Steden deze oorzaken, door de grotere vuiligheid der wateren, — door de dampen en uitwaasfemingen zo wel van het bereiden van het voedzel, als van de levende dieren , kunllen als handwerken en fabricquen , daar de rotting, het vuur, de weking, overhaling, fmelting, koking, brading enz. te flade komen, oorfpronkelijk door het aantal doden, dat aldaar begraven word, door de vuiligheid, die meefl in het water en op de ftraat geworpen word, vermeerderd ziet. De plantgewasfchen zelve geven dikwerf fcha- de- (g) Zie Meab de imp. folis fc? Lutia. IIofmank ea Ramazzihui frj'fv.s. £oïcii §j de atngeh. pl.ll. 64.  Over de Zenuzvziektens der Nederlandtren 4Ör delijke uitwaasfemingen. Immers dit word ons door de waarnemingen van de Heeren Berk- hey (£), pRINGL-e («), VAiV den bosch de Max (/), Hales (ro), Keil (»), en onder de nieuwe luchtonderzoekers door die der Heeren Priestlev (ö) en Ingenhoutz (f), die de uitwaaslèming der viuirftoffe zelfs in de wortels, bloemen, envrucnten beweezenheeft, beveiligd. De bladen zelfs, wanneer zij afvallen, en in het water op een vochtige grond rotten, vermeerderen deze bronnen van het phlogifton Immers dosn de bomen in dit opzicht in de Steden, daar zij in zwaarte zo wel als in aantal aanmerkelijk vermeerderd zijn, meer kwaad, dan zij goed doen, door de lucht met harè bladeren te f>) Op de aang. pl. D. ƒ. bl. 319. Ci) Legerziekten in de inleiding. (*) Op de aangeh. pl. bl. 169. 0) Vtrb, tan eene kwaadaartige rotkoorts, bl, e reden minder met phkgijlon bezwangerd is, alge-  Over deZentnvziektens der Nederlanderen 46*5 genomen en de invloed der hemelfche ligchaamen en zelve van het gefternte, op ons ligchaam on- derr gemener zijn, zo is het aan de andere kant, ook zeker uir waarnemingen, dat eene lucht, die met te veel ph'.ogifion bezwangerd is , ook zenuwziekten veroorzakc. ■ Daar is dus voor het welzijn des dierlijken levens phlogi/lon in de lucht noodzakelijk, dog in eene behoorlijke hoeveelheid; en het kan er te veel en te wreing in zijn , en ia beide gevallen worden er ziekten door veroorzaakt. En, indien iemand dit niet mij rijpelijk overdenkt, zal hij ras inzien, dat een geleerd man, die onlangs zijn gevoelen over onsgefchil algemeen gemaakt heeft , zich merkelijk vergift heeft, met mij een gevoeicn aantewrijven, als ot ik eene zodanige met vuurftof bezwangerde lucht, niet [alleen als onfchadelijk , maar zelfs als heilzaam in de herfftzickten van ons land aanprees. Zie de Alg. fat* fcroejf. V. D. p. 385 586 Mengelw. in de noot Immers wanneer ik de heilzame invloed der vuurftofF;; op het dierlijk leven en gezondheid uit waarnemingen trachtc te betogen, zo heb ik noc-it van gedachten gewceft te beweren, dat die zelfde lucht, in de herfftzic- ten, heilzaam was. Wij weten te weinig van den aart der phlogifiieque uitwaasfemingen, die uit rottende ligchamen voortkomen; wij weten te weinig van hun aart. wanneer zij met den dampkring vermengd zijn, wij weten eindelijk te weinig van hnnne werking op het dierlijk ligchaam , dan om hunne heilzame of f-ha. Gg  466* JAN PETERSEN MïCHELL ondergaat hier door aanmerkelijke verandering gen (j/). — Hier door onüaan niet zelden volkziek- fchadelijken aart op alle ziekten te bepalen. Ge. noeg zo wij uit waarnemingen getoond hebben, dat dh zelfde dampen in een behoorlijke hoeveelheid in den dampkring verfprcid, voor de gezondheid heilzaam zijn en geen oorfpronk rerfcbafren aan de herfllzicktcn : • «Schoon zij zeker enig deel hebben in de meer¬ dere algemeenheid der zenuwziekten. ■■ Het is daarenboven te beklagen, dat die fehrijver wien wij deze aanmerkingen over den al of niet fchadelijken aart der rottige water dampen verfchuldigt zijn, de bewijsredenen en waarnemingen van wederzijdfch bijge. bracht, niet een weinig nasuwkeuriger heeft overwogen, om zo veel te zckcrer en juiiter over óns géfchi] te hebben kunnen oordelen, — i Immers heeft de te oppeiviakkige befchouwing van ons gefcbil, fchcon het misfchien een blijk is van zijn vlug veiüand, hem de zin mijner woorden geheel verleerd doen opvatten, en mij fchuldig doen verklaren aan een achteloosheid, waarvan ieder aandachtig Lezer mij vrij fpreken moet Verg. Alg. Vadert. Letteroeff. IV. D. Mergehv. bl 439. en volg. 524. en volg. v. D. bl. 132 en volg. bl. 334. enz. W.382. enz. Houttuin over de Jlerflijkh. en het getal des volks te Amfterdam. Amft. 1783.] (m) Zie Hoffman de Jiderum & ajlrmm in cerp, hum. 'irfiuxu Mead de imp. folis £? Lunte. van den Bosch, c. p. 76. Bmkhey /. c LD. 6 hoofdfl. J. Baster genees*, proeven ever de lacht Holl. Maatjch. D. III. bl. 42. Stok-  Over de zenuiv ziektens der Nederlanderen 4 6? ziekten , die weder door de levenskrachten te verzwakken, den menfch tot alle feorten van ze« nuwziekten gefchikt maken (v). Het is dierhalven uit het gene wij voorgefteld hebben , klaarblijkelijk dat de dampkring, ook het zjine tot die oorzaken, welke de zenuwziekDen in ons land vermeerderd hebben, toebrenge. .i)e Heer Bikker immers is, gelijk een ieder bekend is van gedachten dat de vermeerdering der zenuwziekten niet van de lucht afhange O); dan dat dit gevoelen niet onbetwiftbaar zeker is blijkt uit het te voren bijgebrachte over dit on' derwerp. Wanneer daarenboven de lucht te ligt (x) en voor- Stokke over de galziekte en kwijnende ziektens der Nederl. Gaubius infi. pathol. J, 442 445 D. J. de Toaldo deila vers influenza degli ajïrifulle ftagghni 1381.' (V) Verg. over deze ziekten plc Mankt op de aangeh. pl. met Kloekhojt de febri efrid. Cuiemb. cy, vak de» Bosch hier en daar op de aangeh. plaatzen. (w) IQ de aangeh. aanmerk op 't werkje van Wthtt ö1 voornamentlijk zijne verh. over de oorzaken der vermeerder™» der senuwx. m ons land. (x) Zie de Heer Bhrrgat Mem. prefentées Tom, II. f. 45<5.  46S jan petersen michell vooral wanneer zij warm en vochtig fjy), ook wanneer zij onmatig koud is, gelijk Hippocrates reeds beweerd heeft (s;, word zij de voediter van zenuwziekten. Daar en boven zijn de verandering van lucht, en de wiffelvalligheden van warmte en koude een vrij algemene oorzaak der Zenuwziekten: de voorbeelden kan men bij Tissot vinden (a) als die de uitmuntende waarnemingen van Zimmermann Q~) Viridet (c) en van hem zelve heeft bijeengebracht. En het is niet zonder voorbeeld, dat de zenuwziekten uit de lucht voortgekomen, algemeen geheerfcht hebben:— immers dit leren wij uit Werlhofs, Willes, Sijdenhak's en Tissot's (/) W2ar* (\) Huxham Oper. T I. p. 47. Bisset Medici eenftïi, vf Grcat Bnttainp. ij, 16, 127, 130. Virides traité dis vapeurs p, 48» Zimmermann von der erfdhrung Tim. II. Dodart Mem de l' ae. de feiene. aangehaald bij Tissot malad. des nerfs Tom. II. p. P. I p. 29 en \*olg. (z) Aph. Lib. V. Aph. 17 20 en op andere plaatzen. (a) Op ie aangeh. pl. p 35. en T. II. p. 2, p. 359, 400. (fc) Trm II. ii. 15, 17. 156. («) Traité des vapeurs p. 184. (d) Op dt aangeh. pl. p. 3Ö Tom. II, p. 2. op ' ie aarg.  Over de zenuzv ziektens der Nederlanderen 469 waarnemingen. * En eene diergelijke volk- 2iekte is door beroemde mannen ook in ons land waar genomen (e) i alwaar men her harte wee, en de moederkwaaien door dezelfde oorzaak lorkWijlen meer algemeen heertenen ziet. . Om niet te fpreken van de zenuwkoortfen, die naar het rottige hellen, en dikwerf van de lucht oorfpronkelijk , volkziekten daarflellen , die men nu vrij algemener waarneemt, en die de lijders onbegrijpelijk vatbaar maken, om daar na aan zenuwziekten te fukkelen. Dan van deze ftraks nader. II. De toenemende volkrijkheid in de {leden. Dier door immers word de dampkring befmet zo als wij uit het vorige gezien hebben. Dog buiten dien zo is de koophandel haar aanwas aan deze vermeerderde volkrijkheid verfchuldigd, en in dit opzicht bekomt zij onder de natuurlijke oorzaken der zenuwziekten, in verfchillende betrekkingen eene aanmerkelijke plaats. Hier van daan is het zittend leven meer algemeen ge- wor- sang. pl. verg. Hifl. cpid. Munsf a. 1605. alwaar men eene waarneming van den lieer Stigman vind, die de dolheid uit de baarmoeder voortfpruitendc, doorgaande gezien heeft. (0 Uitgesr, virh. van 't Jaar 1731. Gg 3  JAN PETERSEN MICHEfL worden: —het ligchaam word door deze zit. lende arbeid gekraakt, en de gemoeds aandoenüi gen vermeerderd: De hoop immers, de lchrik, droefheid en bJijdfchap vervangen elkan. der gedurig: „ en dus worden de handeldrijvende dan door deze dan door gene aandoeningen gefchokr, zij verzwakken hier door hunne zieis en ligchaams krachten, breken de evenredigheid die er tusfchen de vafte en vloeijbarc delen plaats heeft; .—„ bederven <1p. werktuigen die tot de fpijsverteringgefchikrzijn; de vochten worden daar doör fcherp ontaard; en dus maken zij hun ligchaam niet flegts. gefchikt tot zenuwziekten, maarzij geven zelfs aanleiding- tot het opwekken dier vatbaarheid, —_ en halen zich zei. ve dus de ziekten, die uit de gebrokene regelmatigheid van het Ievensbeginzel voonfprtiiteu op den hals. _j>n feze oorzaak brengt weder haare uiïwerk]èlen ;op de levens wijze over, gelijk wij da3r na, bij gelegenheid van onze'aanmerkingen over die onderwerp, breder betogen zullen. III. De. aanwas van kunjien emvetenfehap. ptn. — Tegenwoordig immers legt zich een iederin ons Vaderland, zo hij Hechts [de naam van Burger voert, en in ftaat is zijn huishouden te onderhouden, op de een of andere tak van geleerd-  Over de zenuwziekten* der Nederlander en 471 xeerdhcid. En waarlijk men kan het zeg. gen van Tissot (ƒ) wel op ons Vaderland toepasten, dat men namelijk meer geleerden dan menfchen aantrefe. Tot een blijk zij de menigte van boeken die hier uitgegeven worden, en waar uit men tot het zittend leven van vele betiuken karj: hier door worden.ook de gemoeds¬ aandoeningen vermeerderd, als die den Schrijver zo wel als den lezer dikwerf innemen. En, daar de rijken zich op takken van Huishoudkunde, Natuurkunde, of van wijsbegeerte, ijverig toeleggen, daar men zo veele maatfehappijen tot aankweking van kunften en wetenfehappen in ons Vaderland opricht, zo is het niet te verwonderen, dat de ziektens der Geleerden, zo keurig van den voortreffelijkeu Tissot afgefchilderd (g), dagelijks meer veld winnen, en dat het nachtwerken , het waken, ongerufte flaap, zielsvermoeing en aandoeningen die men uit deze bron ziet voortkomen, het aantal der zenuwziekten merkelijk hebben vermeerderd Cg*> IV. Enige ziekten, die het ligchaam voer zer (ƒ) Mal. des nerfs T. II. P. I. p. 441. (,j) Mal. des gent des lettres. (&*) Verg. den Achtbaren Hooft, Nederl. Gefchied. "IV. i. in de redevoering van den Eirw. ïiRMfiPA. Gg 4  47- JAN PETERSEN MlCIIELr, zenuwziekten zeer vatbaar maken, en die men nu algemener waarneemt, . Immers zijn de zinkingziekten onbegrijpelijk in aantal vermeerderd : deze ziekten die nu in ons Vaderland de naam van landziekten met recht verdie. nen, zijn haare oorfpronk en voortgang aan de belette uitwaasfeming verfchuldigd. ■ - Deze brengt zo wel koortfen voor, die haare zitplaats in het bloed als in de mang hebben, en veroorzaakt ziekten, na het verhullende temperament, levenswijze, gefteldheid des lijders en andere toevallige oorzaken vtrfchillende, Deze is de moeder en voedfter van de meefte langdurige ziekten, de oorfpronk van de rheumatismus, jigt, en andere zinken kwalen, kortom deze is ook'de bron van een aantal zenuwziekten Deze fcherpe ftoffe legt de grondllag tot de onregelma. tige bewegingen van het levens beginzel, door de' zenuwen te prikkelen, aantezetten, en in ongeregelde bewegingen te brengen: deze brengt in veelen te groote prikkelbaarheid en gevoeligheid voort: doet de werktuigen tot voeding ea affchei- ding van het ligchaam gefchikt op verfchillende wijze CA) Twijffelt iemand aan die aanwas der zir;kingachti. ge ziekten in ons land zo kan hij door Dr. van out Sosch', overtuigd worden prijsverh. bl. 129 en 265,  Over de zenuwziekttns der Nederlanderen 47;» wijze aan en vermenigvuldigd dus de oorzaken dezer ziekten; daar zij dikwerf de vatbaarheid te gelijk met de aanleiding der zenuwziekten daar fielt. Te regt heeft dus de Vlisiingfche Maatfchappije het nader onderzoek dezer ziekten in eene prijsvraag voorgelteld. Daar van zijn de plaatfëlijke aandoeningen ook algemeener, en deze zijn weder bronnen voor zenuwziekten hoe dikwerf b. v. is de zwakte der maag geen oorfpronk van die aandoeningen (7)? D: wormen, die men nu om de zwakheid der ingewanden meer waarneemd, veroorzaken op zeer vele manieren ontelbare zenuwziekten (k). De toevallen die uit de ziekten der teeldelen voortfprni- ten zijn ook in getal vermeerderd ; en op hoe velerleij wijzen fchaad het ontijdig en wellustig bij flapen niet. Om van den witten vloed, ongeregelde maan* (tonden en kraamvloed niette foieken, om de tegennatuurlijke baring en het daar op volgende kraam- C<) Zie Whijtt bl. 133. Rega de fympathia. Rahn de miro int er vijcera abdom. & ciput commercie. Tissor T. II. P. I. p. 270. (*) Van den Bosch, Epid. vermin, éf de morbis Patrial, vah Doïvbrin de vermib. intefi. Whijtt p. 132. Gg 5  4/4 JAN PETERSEN MïCHELi* kraambedde niet aanteroeren (/), laten wij flegts de oogen veftigen op de algemeenheid van het venusfmet (m), dat op verfchillende wijzen de zenuwziekten voortbrengt, veroorzaakt, en vermeerderd. — Immers, om niet te fpreken van de naargeeftigheid, een toeval, dat Freind («), Tissot {») en Michell (p), zeer dik wils in deze ziekten hebben waargenomen , zo behoeve men flegts het aantal zenuwziekten nategaan, die dit vuile fmet, door het iamengevoel der delen verwekt (q): men behoeve flegts het oog te liaan op het misbruik van de kwik, op de be- drie- (;) Zie den beroemden van Doiveren trim. lin. de morb. mul. Tissot /. c, p. 130. (m) Zie van den Bosch, bl. 479. (n) Freind heeft dit toeval waargenomen Hijl. med. p. 33, Turnek heeft het ook wrargenomen. (0) Malad. des nerfs T. II. P. I. p. 434. (p) In zijne vcrh. de mirabili, quce cuput inter ef pzr« tes generat. dicatas interceditfympathia L. B. 1731. [De le2cr. hoop ik, zaljmij vergeven, dat ik mij zelve, over onderwerpen, die ik bij andere gelegenheid s pubücq heb voorgcfteld, heb aangehaald en ik v. iexj tot deze kunftgreep genoodzaakt , ten zij ik , dikwerf het geen beweezeo;was, noch eens bewijzen, en wêdër op koken wilden] (ï) Zie Asteuc de morb. vener. Michell amgeiï> verk.  Over de zenuwziekten! der Nederlanderen 475 driegerij , kuntaarijen , en onkunde van de kwakzalvers, die het ongeluk van zo vele lijden met zich Gepen, men overwege fiechts de vrees en fchrjk van die aan zodanige kwalen hakkelen welke niet zelden ongegrond zijn, en men zal ontelbare bronnen, zo door de reden, als door de ondervinding ontdekken, welke de "meerdere algemeenheid dezer ziekte tot de vermeerdering der zenuwziekten oplevere (jf). De kwijnende borfiziekten immers zijn tegenwoordig ook veel algemener , . bloedfpu- wing en tering talt de jonge lieden veel meer aan, zo om dat de hoererij en weüuft meer in zwang is, en eindelijk om dat de verkoudheden algemener zijn en meer verwaarloost worden. -— Hier van is het, dat zij dikwerf, nauwlijks manbaar, voor (q*) [Zou het colicq. van Poitou in deze dagen" ook niet algemener zyn. — Mij dunkt het misbruik van waterachtige dranken, die hoe langs hoe moer in zwang komen: —:—— de lode geuten en regenbakken, daar bet water ligt in blijft ftilftaan en dus vergiftigd wóri] die dagelijks algemener geworden zijn: — ■ en het meerdere gebruik eindelijk van lood tot. huisraad geeft ons waarschijnlijkheid genoeg voor die gedachte. En het is deze z-iekteook, die niet alleen als alle andere, maar daar en boven door een eigenaartigc werking op de Zenuwen, dc lighamen vatbaar maakt voor zenuw aiektcn en dus haar aantal vermeerderd.J  JAN PETERSEN MICHELL voor hunne voorbarigheid geilraft, en ongelukkige flachtoffers worden van eene ziekte die in die leeftijd zo gevaarijk is hier door is die ziekte in ons vaderland zo algemeen, dat men in een der volkrijkfTe lieden, te Rotterdam namelijk van het jaar 1771 tot 1774 een vierde der inwoneren aan de tering heeft zien omkomen (r) In s' Gravenhage fterft er een zefde gedeelte der inwoners aan De belette doorzwelging daar en boven , dat lehriklijke ongemak, fleept ook veel meer lijders weg, dan voor heen (r). De rot en zenuwkoortzen zijn ook algemener («): deze dog beledigen het Ievensbeginzel, en maken den menfeh vatbaar voor zenuwziekten, zo, dewijl zij in hare aart op het zenuwgeitel werken, als wel, om dat zij de ziel hevig aandoen, . ongelukkige gevolgen hebben, en di lijders fukkelende doen blijven. Eu buiten (r) Zie van den Bosch, bl. 28, 29, jgö, jgg. ia de noct. [s] Zie bl. 257. bl. 326. tot 320 en 332 tot 310. [t] Grashuis fteit dat er in noordhölland een derde gedeelte menfchen aan fterft Verg. Buuup is, zijne verh. de imp. degl. en de Hoogleeraars van Geuïc* Nahuvs, en de Haen aldaar aangeh. [*] Zie va* uw Bosch bl. 475..  Over de zenuwziekten* der Nederlanderen. efl? ten deze zijn er noch andere, de Zenuwziekten zelfs b. v. die het hare tot die vermeerdering toebrengen, en welke de Geneeskundigen in onze tijd veel algemener in ons Vaderland waarnemen; dan laat dit genoeg zijn: want nier over kan men den Heer van den Bosch , die dit onderwerp behandeld heeft, opflaan (y). Zij doen hare uitwerking als de te voren gemelde , zij verzwakken het ligchaam, — verllappen plaatfelijke delen, bedervende voeding, —. en maken de vochten fcherp, vermeerderen de beweeglijkheid en gevoeligheid der delen, brengen gemoedsaandoeningen voort en werken zelfs op de voortteling: hier door zijn de kinderen zwak, aandoenlijk, en flap; — immers kunnen fukkelende lijders geenflerke kinderen voerttelen, V. Het aantal geneesbeeren daarenboven is in ons Vaderland merkelijk aangegroeid, en een itder o: ff end bijna die kun ft. en die be¬ hoort waarlijk ook onder de oorzaken der zenuw* ziektens: (ty) het gaat met de vermeerdering der ziekten en voornamelijk rret die der zenuwziekten gepaard: —~ immers zijn de akeligfte aan [r] Zie de aangek, prijsverk. 'op verfcheide plaatzen. [ie] Zie Bsïuhey III. D. bl. 1916. vak dïm Bosck, bl 454.  JAN PETER, SEN MICHELl/ aandoeningen in deze ziekten vrij algemeen: -deze doen dc ziel aan, doen haar op 't gevaar, dat nakende is denken, cn maken dus de lijders benauwd: zij nemen dan hare toevlucht tot de Geneesheeren —— en roepen bij na ieder tot hulp: dan daar deze kunfl: dikwerf in flegte handen tot merkelijk nadeel der lijders valt, zo is zij niet zelden oorzr -.k van de vermeerdering der ziekten. Het zoude overtollig zijn het gefielde door het affchetfen van de daden van kwakzalvers, landlopers, Apothecars, en andere lieden die de Geneeskunde, fchoon zij dezelve niet verftaan, oeffenen, te willen bewijzen Qx). Immers is er niemand die deze bron niet erkend: en niet ziet dat dikwerf de zachtfle geneesmiddelen fchoon met de grootfle voorzichtigheid van de • kundigfte geneesheeren voorgefchreven, het ligchaam egter, tot Zenuwziekten vatbaar maken. VI: De verkeerde manier, die men tot het behoud der gezondheid en tot het herftel derzeU ver bezigt. Onze Voorouders waren fler- ker van lighaams gefteldheid en waren dus meer vatbaar voor ontflekene ziekten: —— daar door moeft (x) Zie Tissot /. D. 2. ft. bl- iö5. en volg. en bh 240, 241.  Over de zenuwziektens der Nederlanieren 479 moeft men algemener aderlaten, de vochten verdunnen, verflappen, en geneesmiddelen geven, die de te fterke werking der vafte delen verminderden : ' dan nu , daar de ligchamen veel tederer en aandoenlijker zijn, zo zijn die geneesmiddelen nadelig, fchoon zij bij vel» Genees, heeren in geen minder achting zijn: — Immers dc ophopingen der vochten , de pijnelijke aandoeningen; zo dikwerf in zinking koortfen voorkomende , zijn bij min kundigen redenen genoeg om ader te laten, en verfiappende middelen in het werk te ftellen. En deze middelen zijn het juifl dis ons ligchaamgeftel meer en meer verzwakken , de aandoeningen van het zenuwgeftel meer en meer ongeregeld maken, de fpiervezelen afmatten , en tot onnatuurlijke bewegingen opwekken, de werktuigen hunne natuurlijke kracht benemen, de affcheidingen en ontlaftingen in de war brengen , de vertering en voeding bederven, en daar door het ligchaam tot verfcheidene ziekten gefchikt m'akcn (.v*). En tot deze oorzaak kan men gevoeglijk het inflaan van heilzame uitflag, het misbruik van het (x*J Zie ds Wind. De perverf* ratimt fmütiKt* en, J'.rvandi.  480 jan petersen michell het broeijen, het te algemene gebruik van ontladende middelen, het aantal van huismiddeldjes en honderd andere misdagen in het genezen van ziekten ingeflopen, brengen. — Hoe dikwerf is niet de raad van Vroedvrouwen, Bakers en oude wijven moeder en kind dodelijk geweefl? — en hoe dikwerf verdienen zij niet als oorzaken tot ziekten, en als een vruchtbare oorfpronk der Zenuwziekten befchouwd te worden. VII, Het gebruik van bevtgvjerkende geneesmiddelen dat in onze eeuw vrij algemeen zvord. — Hoe dikwerf worden er geen hevige braak en ontla.lt middelen voorgefchreven , die men uit de waarnemingen bij Tissot (y) onder anderen geboekt, weet, dat voor tedere menfchen allergevaarlijkts zijn : — Bij Tissot im« mers , die ik zo even noemde , vind men de waarnemingen van Boerhave, Sydenham, de Haen, Stahl, Lorry, en van vele anderen, die het gevaar dier middelen in gevoelige geitellen beltadigen, zo dat het nutteloos zijn zoude, deze op nieuws hier te willen te berde brengen. — Dus ziet men de cicuta, de belladona, de merturius Jublimatus, en andere kwik en hevigwerkende middelen, ichcon met de uiterfte voor- zig- (y) Op di aang. pl. 11. 228. en volg. II. D. 1. Stuki I  Over ie Zenuwziekten; der Nederlanderen. 481 zigtigheid voorgefchreven («), de Zenuwen en fpiervezelen zodanig aandoen, dat de lijders niet zelden hun gaafche leven aan Zenuwziektens hakkelen, en het leven er nauwlijks af brengen. • Om niet te fpreken van gevallen, alwaar zij zonder genoegzame redenen, en zelfs roekeloos worden voorgefchreven (a). Uitwendige middelen zelfs, Tissot is mijn getuige (b\ brengen dikwerf Zenuwziektens voort. Ik heb lelts een Zenuwcolicq, op het dragen van een zakje met rottekruid op de maag, dat als een tovermiddel de koorts genezen zou, zien volgen. Hoe veel te meer moet men dus een affchrik hebben van het inwendige gebruik van dit middel, dat fommige egter tot de genezing van koortfen aanraden. Daar uit heeft men verfcheide Ze- nuwziektens haaren oorfpronk zien nemen. * En dit is van alle hevige middelen, die in de Ze" nuwziektens gebruikt worden, en die de gefteldheid des ligchaams veranderen, even zeer waar. VIII. De opvoeding der kinderen, is met de mois (s) Zie Tis?ot. ep de aarij. plaats bl. 24S. (a) Zie de aang. plaats. (b) Bl. 22. Kaauw Boirhave bl. 415. 413. in zijn ftaaij werkje , dat den tijtel draagt van Impitum fëci° ens 4V.c Uk  4§a JAN PETERSEN MICHELL mode zo zeer veranderd, dat zy de tigcbamen te* genwoordig zeer gefchikt maakt tot Zenuwziek' tens. — De rijke kinderen , (en die zijn juid a3n Zenuwziektens het meed onderworpen) worden meed door Minnen opgevoed , om dat de moeders zich fc'hamen haare kinderen zelfs de bord te geven, (waarlyk een ongeoorloofde verwaarlozing) of om dat zy het ladig rekenen, dit werk op haar te neemen, —.— of eindelijk om dat de moeders om haare tedere gedeldheid buiten ftaat gedeld zijn haar krood te zuigen; dewijl z\er zich verzwakking van het gezicht, hoofdpijnen, duizeling, diauwte, en de moederziekte zelve, door het famengevoel, dat er tusfchen de baarmoeder en de borden plaats heeft, van op den hals halen. ■ Hier doorlijd de moeder en het kind. Immers om niet te fpreken van de ziektens der borden, die haaren oor/pronk daar van hebben, zo houde men dechtjs de melk verplaat, zingen, de oorzaken van een aantal ziektens, in het oog; > het kind mid ook dat goede en voor zijne ingewanden geïchikte voedzel, dat van het oogenblik der bevalling en zelfs voor dezelve, reeds in de borden bewerkt wordt, en dat het eigenlijke geneesmiddel voor de vrucht uitmaakt: —— een geneesmiddel, dat de kund »ns niet verfchaft, waar door zijne ingewantjes, doe?  Over de Zenuzvziektens der Nederlanderefi. 483 door fcherpe drekftoffen uitgezet, gezuiverd worden. • Men geeft het tedere wigt dus melk, die, al is zij zuiver en goed , dikwerf egter te zwaar is, om de meerdere famenhang van deszelfs delen , om door de ingewandtjes van het kind bewerkt te worden.- » en fomwijlen ook door zijne fcherpte prikkelt, de Zenuw en fptórvezel onaangenaam aandoet, en ltuip<;n en krimpende pijnen te weeg brengt. Dan ziet men Zuur in de eerde wegen , wormen , en andere kwafen , haaren oorfpronk nemen , die door de ontlaftmiddelen, waarmede men de vuiligheid uit het ligchaam tracht te brengén, dagelijks erge? worden. —— Dus word ligchaam en ziel, dat, in den beginne met edele deugden praalde, door het ingeven van een ongefchiktvoedzel van vreemde melk, bedorven. Zo als Phavorinus zich bij Gellius (c) fraaij uitdrukt. — Zullen tiiij dan, vervolgt hij, onze kinderen, door dit fmetgif zien omkomen, en toeft aan, dat zij een voedzel, dat lichaam en ziel jchadelijk is, gebruiken ? dit is waarlijk^ de reden, daar wij ons zo dikwerf over verwonderen, waarom enige kinderen van kuisfe vrouwen, zodanig van lichaam en &eeft van hunne (?) NoU. Attit. LH. XII. Cap. 7,  484 JAN P5TERSEN MICHELL ne ouders verbakeren. —— Immers is er in het bejcbaven der zeden niets, dat zo veel te weeg brengt, als het verftand der voed/iermoeders en de de aart der melk, waarmede het teder wigt wordt opgebracht. Die tedere wichten worden dan zodanig in luiers gebakerd,dat zij niet in ftaat zijn enig lid te be »egen; zij worden in warme doeken gedoofd;, voorde vuurmanden bloot gemaakt en ademen dus een lucht in, met kolendamp en dierlijke uitwaasfemingen bezwangerd; veeltijds worden zij met een pap, die zij niet verteren kunnen, gevoed; en het tedere maagje wordt met ipijzen, tot walgens toe, opgevuld, (d) Immers fchoon men hier en daar menfchen vind, die, door het voorbeeld der Indianen geleerd, het bakeren als nadelig voor hunne kinderen verwerpen; getuigt egter de ondervinding, dat deze manier van handelen, in ons Vaderland ten onze tijde, noch zeer algemeen is, zodat ik geen oogenblik «arfele deze oorzaak als eene dergeene» welke onze natie verbafterd hebben, met den be- roern- (d) li» Drs Essartz over de opvoeding. Bai.i exfer» en camper Heil, Maatfeh, D. VU, 2 Ji. j>. 112 ö> 380.  Over de Zenuzvziehens der Nederlanderen. 4.85 ïoemden Camper en den Gel. Ballexterd (e) te erkennen. Andere geven, hunnen kinderen pijnftillende middelen in, om de pijnlyke en ftuipachtige toevallen , van het zuur, of eenige andere prikkelende oorzaak, voortgebracht, te (tillen, dan met een flegt gevolg: immers word de kracht der Zenuwen en fpiervezelen door die middelen ondermijnd, en de kinderen worden, voor alle ziekten, die uit de ongeregelde werking van het Ievensbeginzel hare oorfpronk neemen, vatbaar. En, al zijn zij alle deeze gevaaren gelukkig te beven gekomen, zo word de meer gevorderde Ieeftyd weder een nieuwe oorzaak tot Zenuwziektens: —- Gene immers behoeden hunne kinderen te veel voor de ongemakken der lucht; fchrijven hun eens al te bepaaalde levenswijze voor en denken hun gezondheid door geneesmiddelen te bevorderen : — daar weder anderen „OpeenelolTe „ aanrading van den een of den ander geene zwa}, righeid maken hunne kinderen, zonder op het „ maakzel van hun ligchaam, temperament, Haat „ van gezondheid, gefchiktheia tot verfcheiden „ ziek¬ te) Op de aangeh. pl. verg. van Zïlder devejiium ahfisu fjf nasis 1'ag, as —33. Hh 3  485 JAN PET EB. SEN MICHELL „ ziekten, en zonder zelfs op die kwalen, aan „ welke het tedere wigt reeds fuitkelt , acht j, te geven, aan eene natte koude lucht, ja zelfs aan ftorm bloot te (lellen. — als wilden zij een ligchaam, dat door de oeffening zwak en „ krachteloosjgeworden was, door deze befchou„ wende geneeswijze, harder, en in krachten, „ aan dat van een boer gelijk, maken. , ,, En zodanige onberaden lieden zijn er niet te zeldzaam, om deze vermaaning voor overbodig te rekenen : >— dan zy worden aityd met „ zware ziekten, of door de dood zeive over ha- „ re onbezoone handelwyze geltraft. < En „ het is juift deze waarneming, die men op zo> „ danige ouders moet toepaffen, welke, zo dra „ zy in Locke of enig ander werk over de op. „ voeding gezien hebben, dat de kinderen zo week niet behoren opgevoed te worden, aan„ ftonds proeven op hun eigen krooft neemen, ,3 zonder acht te geven, of hei zwakkere lig„ chaamsgetteldikwerf van de misdagen der „ ouders ooripronkelyk, of de minder vafte (laat „ van gezondheid, door welke oorzaak ook voort„ gebracht, eene zodanige handelwya verduren „ kunnen, ij") Bei- (ƒ) Zie dï Haen prdel. in H. Boerhavh mfiit. pailt idis, F*. Ajng ot WAis^NsEae tm IV. p. 161 et feqg.  Over de Zenuwziekten! der Nederlanderen, 48? B'iide deze handelwijzen geven de eerfte za- den tot zenuwziektens. ■ De middelweg is de veiligfte, deze is door onze voorouders ingeflagen met het befte gevolg, en zij teelden flerke kinderen, die niet zo vatbaar waren voor zenuwziektens, voort (g). Dan daar is buiten deeze nog eene gewoonte, die het welzijn van onze kinderen ondermijnt. Men vermoeit namelijk reeds te vroeg haare lighaams en zielskrachten, door de vrees, dat zij te laat wijs zullen worden:. dit begint men met de kinderen te leeren ioopen, wanneer hun iighaamskrachten noch niet geveft zijn, en de heupen het overige beengeftel nauwlijks dragen kunnen: — zij beginnen nauwlijks eerrige woorden uitteftameren, of zij worden naar het fchool gezonden, en dus dwingt men hen in hunne prille jeugd reeds tot dingen, die voor eene meer gevorderde leeftijd gefchikt zijn. —— De ziel ondertusfehen verkrijgt meer vatbaarheid tot oeffening en tot gewaarwording ijten zij ze door die handelwijs gevoelloos en minder aandoenlijk worde) en even daardoor maakt zij het lighaam vatbaar voor ziekten; enkomen er dan misdagen in de levenswijze bij, zo vertonen zich reeds de zenuw•cV Ï»j£s8 doia b^'ii iaéLud m abjafei n^.-ziek* £g) Veig* BiSnER op de aangehaalde plant! bl. 204,  4^8 JAN PETERSEN MICHELL ziektens in de vroege jeugd. r Nauwlijks jon gelingen f^sworden, worden zij voor mannen ge- houden, en tonen zulks met de daad: , Van hunne kindfche jaren reeds in derraije letteren onderwezen, leggen zij zich op den koophandel of op eenigekunften en wetenfchappen toe; daar zij hunne zielsvermogens en lighaamsrkachten dikwerf op verfpillen; of door te vroege on- dervinding, lijden zij dikwerf hevige aandoeningen door bet gevoalige en tedere maakfel der werktuigen, tot de voortteling gefchikt, daar het teelvocht in deze Jaaren noch niet bewerkt is: ' e" dewijl zij deze aandoeningen dagelijks aanzetten, zo Horten zij zich dikwerf in omhelzingen , die hunne zielsvermogens en lighaamskrachten uitputten: of zij worden door de ver{oeijelijke misdaad van zelfbefmetting voor alle foorten van zenuwkwalen gefchikt gemaakt, en dragen eene kwijnende ziel in een kwijnend lichaam, om. Want, daar zij zich te vroeg wijs verbeelden, zo trachten zij mannelijke daaden uitteyoeren, waartoe zij noch niet bekwaam zijn; en door deze poginge ondermijnen zij zo wel hunne ziels- vermogens, als lighaamskrachten. ^ Andere daarentegen reeds in hunne jeugd zich geheel ea al aanzet beoeffenen der geleerdheid overgeven-  Over de Zenuzvzieksens der Nederlanderen. 489 de, en noch niet in ifaat de zorgen, hec waken, ei: her nachtwerken, en derzelver gevolgen door te liaan, worden reeds vroeg, voor de ziektens, die den geleerden eigen zijn, en die de uitmuntende Tissot(7>) getoond heeft, voor het groot» fte gedeelte tot de zenuwziektens te behoren, vatbaar. Immers zagen onze voorouders die vroegtijdige vorderingen der verftandelijke vermogens aiet gaarne in hunne kinderen; — Zij waren o- vertuigd, dat zij uit hunnen aart vroeg genoeg trachten wijs te worden, en zij droegen zorg dat zij zich niet eer-, dan dat de lighaams en zielsvermogens in hunne volle kracht waren, tot ernilige bezigheden toeleidden. Zij doofden daarom de te felle drift in het kinderlijke eenigzins uit, zij' matigden dezelve (j), dasr de ouders in onzen leeftijd die driften door hevige prikkelingen aanmoedigen. En daar van is het ook afteleiden, dat onze kin- da- (h) Op de aangeh. plaatzen over de ziektens der geleerden en malad. des nerfs T. 2. P. II. p. 22. (O Men zie hier over het geen wij boven hebben aangemerkt, en dat de Heer Bikker uit Tacitus en Juuus CiESAR, ten opzichte van dc opvoeding onüer ▼oerouders, heeft verzamelt W, 388. Hh 5  49° JAN PETERS EN MÏCHELt. deren, zo dra zij tot hunne mannelijke jaaren gekomen zijn, met een tederer, gevoeliger fpiervezel, de eerde zaden der Zenuwziektens bij zig hebben, die zich daarna, zo dra er eene geringe oorzaak bij komt, ja zelfs wanneer de gemelde oorzaakén voortduren, ontwikkelen, en onder de gedaante van verfchillende ziektens en aandoeningen vani Let Ievensbeginzel, te voorfchijn komen (*). IX. De zwakkere, wekere, en tederer licbaamsgefteldheid, komt ook onder de gemelde oor4 -zaken voornamelijk in aanmerking. • Sterke lighamen, dieeen vaden fpiervezel hebben, zijn het mind vatbaar voor Zenuwziektens. . Lic- haamen, die een fpiervezel hebben, waar in de evenredigheid van de aarde , met betrekking tot de overige beftanddelen groter is, hebben een vader maakfel, en zijn daarom ook meer vatbaar voor ontftekende Ziektens. . Deze is de reden, waarom deze ziektens voor eenige jaren dikwerf algemeen heerfchten, daar men ze in onzen leeftijd zeer zelden waarneemt (of men moeit de zinkingziektens met de oniiekende ziektens verwar, ren, die wel degelijk onderfcheiden zijn); dit HV), \ ; ge- (*) Zie Des Essaktz, Ballexferd en Camper HoII Maatfch, op de aangeh. plaats.  Over de Zenuwziektens der Nederlandeten. 491 getuigen de voornaamfte geneeskundigen, als uit eenen mond (/). De (gemelde oorzaken immers hebben den fpiervezel meer vatbaar voor prikkeling , en 'de zenuw gevoeliger gemaakt; daar van worden de vochten in hunne werktuigen niet behoorlijk bewerkt en,bereid; de vezelen heb», ben zelfs van hunne natuurlijke prikkelingen te veel aandoening en fomwijlen een pijue- lijk gevoel. — Dus word de omloop der vochten fterker, de afkleinfmgen gaan te fpoedig voort, de afgekleinsde vochten worden in hunne vergaderplaatzen niet lang genoeg opgehouden, en ondergaan dus hunne behoorlijke bewerkingen bereiding nier. . Daar zij djn, zonder eene bewerking, gefchikt naar hunnen aart, ondergaan te hebben, tot zekere werkingen in ons ligchaam, dienen moeten, zo is het niet moogeiijk, dat zij behoorlijk op onze zenuwen en vezelen werken, en in dez-eiven natuurlijk gevoel en beweging voortbrengen. ——— Dus worden de afcheidin- gen (l) Zie van den Bosch in de aangeh. verh. op ver. _ fcheide plaatzen, maar voornamelijk.bl'. 144. De geleerde de m11nn, heeft gedurende 28 jaaren, waar tn hij te Nijmegen de geneeskunit geoefferid heeft, nauwlijks 2 of 3 maal, het ware zijdewee wa&igenomen. Zie ▼an den Bosgb op de aangeh. plaats bi. 162. 167, lis. *37.  45)2 JAN PETERSEN MICHELL gen en ontladingen der vochten, de vertering en bereiding der voetfelen in de war gebracht: . de voeding gaat niet behoorlijk voort, en de lap. pen worden op verfchilhnde wijze bedorven. De prikkelbaarheid en het gevoel der levende vafte delen veroorzaakt dan', door onnatuurlijke prikkelingen aangezet, a'lerhande toevallen van zenuwziektens. Daar door word dan ook de werking der voorteling verzwakt, ■ het iaad nie* behoorlijk: bewerkt, — de werktui. gen te lterk geprikkeld — en de gehele voortteling bedorven: — dus zijn de kinderen tcderer en reeds van de geboorte vatbaar voor zenuwziektens . ja wat meer is, met haare geboorte zelfs aan zenuwziektens fukkclende (/*) —- en uit deze oorzaak alleen kan men de vermeerdering der zenuwziektens, vooral zo men de wijze vari opvoeding der kinderen daar bij voegt, gemakkelijk afleiden. X. De grootere vlugheid van geeft. — Deze hangt gedeeltelijk van de wekere en tedere opvoeding, gedeeltelijk van de te vroege oeffening der zielsvermogens af. De vroegere infpanning immers der zielsvermogens legt den grond , indien zij de maat niet te boven gaat, tot die vlugheid (/*) Zie Tusor Tm. 11. P, I. f. 5.  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 493 heid van geeft. Dan juift om deze vlugheid hebben de zedelijke aandoeningen te veel vermogen op de ziel 1 en deze werkt dus ook heviger op het prikkelbare en gevoelige lichaam; -— de gemoedsaandoeningen zijn fterkef, en da uitwerkzelen, die zij op het lichaam voortbrengen, zijn in evenredigheid meer te vrezen. — Kan het dus we! anders zijn, of er moeten ook uit dezen bron veelvuldige ziektens, die her Ievensbeginzel belagen, voortfpruiten, vooral, indien men het verband, dat er tusfchen lichaam en ziel onderling plaats heeft, in het oog houdt (m). Ka dit meenden wij over de natuurlijke oorzaken -te moeten aanmerken; wij kunnen dus tot da andere foort van oorzaken overgaan, waar in die misdagen in onze levenswijze ingeilopen, en zo verre zij de vermeerdering der Zenuwziektens in ons Vaderland veroorzaakt hebben, moeten worden afgehandeld. B. Onder deze afdeling brengen wij dan ten Iftsn. Den dagelijkjchen aanwas aef weelde. De toenemende volkrijkheid der Steden, den aangroei der koophandel, maakten ook het goud en de begeerte naar het zelve meer algemeen; •—- de bezitters, trotfch op hunne rijkdommen, wilden een ie- (m) Zie Mead mon. m;4,$, g».  45H JAN PETERSEN MICHELL ieder doen zien, dat zij geld hadden, . en die er gebrek aan hadden, wilden het gemis van dit metaal zo veel mogelijk geheim houden. —Zij volgden dus de levensmanier der rijken, ora den naam van rijk te kunnen krijgen. En deze is de eerfte oorzaak, bron en grondflag der wuelde geweeil: der weelde, zeg ik die na- derhand wederom de bron van ontelbare rampen geweeli is Qm*)! Immers om van de gemoedsaandoeningen niet te fpreken , die zij zo flerk voedt en vermeerdert, om den naarijver, jalouzie, en de daar uit voortkomends ichrik, gramfchap, droefheid, en wa'ohoop, hier niet toe te brengen, zo is zij in den vohtrekittn zin voor het lichaam zelve fchadelijk, door het maakfèl der vezelen te verfrappen, en te verzwakken; door het prikkel, baaie en gevoelige vermogen, door de vetfehü* lendheid, langdurigheid en hevigheid der prikkehngen altematten , en in fterke bewegingen te brengen: waar door zij eene loomheid in den fpiervez-J, en eene gevoelloosheid in de zenuwen, te weeg brengen, die naderhand dezelve weder voor onnatuurlijke bewegingen en gevoelsaacdoeningen bloot fidr. Immers is de- 0-;*) Verg, de redenen, van den beroemden Gaubiü* ie regem. nuntii, guod metikerum ejl.  Over de Zenuwziektens der Nederlander en. 495 deze aangroejing der weelde in de voedzelen, zo wel in overvloed als in hoedanigheid fchadelijk, in deligchaamsoeffeningen, in de opvoeding der kinderen, in het bewaaren der gezondheid, en het genezen der ziektens duidlijk op te merken: ■ Zij is de oorzaak van het lui, Jedig en welluftig leven: alle dingen, welke wij reeds, onder hare verdelingen afgehandeld hebben, of zullen afhandelen, en die wij dus op deze plaats niet behoeven uittebreiden. II. In de twede plaats komt dierhalven, het misbruik der voed/elen, de grotere hoeveelheid en de jchadehjke aart derzclver in aanmerking. -—- Julius Caesar, en Tacitus, die over de zeden der Batavieren gehandelt hebben, roemden derzelver matigheid. . Ja zelfs in die tijd, wanneer wij de vrijheid door de wapenen hadden verkreegen, gaven de gezanten, die van de iStaaten van Holland, om de vrede met de Spanjaarden te fluiten, gezonden wierden , een doorilaande blijk dier geroemde matigheid , daar zij hunne maaltijd op het gras met een ftuk brood en kaas en een teug bier deden (V). D; grote Jan de Wit leide eene zo fobere levenswijze, dat 00 Zie VoLTAiRi-jj/dï' fur V hlftsirs generalt tfm, Ir*, p. 2*8 Bi£k£i opjt aang. plaats bl, 436,  4)? De maaltijden worden hoe langs hoe meningvuldiger (om nu van het misbruik der voedfelen en derzelver fchadelijken aart ecrft te fpreken) en hoe menigvul- diger, des te fchadelijker worden zij. Het belle voedfel, dat ons land teelt, en dat raar onze aart, indien'wij de behoorlijke ligchaamsbeweging hadden, gefchikt was, komt niet op de tafel dec groten, or het word door de bereiding bedorven. ■ Het toemaken der fpijzen, de ipecerijen, en vreemde lekkernijen, die er bij gedaan worden, zijn voor gezonde menfchen altijd fchadelijk. — Bij dit voedzel immers worden de heetfte ipecerijen •' 0) Zie Vcltates tp de. pl. T. V. p- 108. Bikker bl. 437- (p) Verg. hei ide Jluk van het 3<*e deel, met het idt ftuk van h;t zelfde deel.  Over de zenuwziektens derNederlander en. 49?' rijen : en bij een ander weder de verkoelende tcebereidfelen gedaan. —— Kruidnagajen, Pe.per en andere dingen , die eer tot de geneesmiddelen dan tot de voecteelen behoren, worden .by het vleefch, om het gehemelte te prikkelen, gevoegd : — daar men bij de melk ijs zelve voegt, om die, wanneer de maag reeds met allerlei fpijzen opgevuld is, te nuttigen. — de vifcht word in het algemeen veel gebruikt, en deze -brengt,, onder de verfchillende bereidingen, verfchillende voedzelcn op de tafel; —daar zij egter onder geen der gezondde voedzelen behoort, •dewijl zij de uitwaasfeming vermindert en , in gevoelige gedellen, belet; •■— onder de-ze-gerechten worden verfchillende bereidingen van. groen-tens opgedifcht, —-— en daar deze zelfs in dei?, winter, door dekunft, ia ons land vportrefielijk worden voortgeteeid, zo gebeurt het zeer; zelden, of zijj beilaan een plaats op de tafel der Groten; — deze egter zijn dikwerffchadelijk, dewijl zij5 ^n gevoelige g*deljen, de maag en verterings .werktuigen verzwakken, gelijk de geleerde Bikker (4) onder andereu-aantekent. .En of de. _ (q) In het tangah we.rl.Mi 473, Virg. Tujot op it aang. fi*t . Turn. II. P, I, pog. 30.  49* JAN FETFK.SEN MICHELL deze voedzelen niet genoegzaam waren, om den honger te (lillen, zo verwisfeit men dezelve met gevogelte, jacht - vleefch enz. Men voect icrbij, zodanige voedzelen, die uit eieren, melk, zoet, en zuur enz. door de kookkunft bereid worden: Eindelijk komen er lekkernijen bij, die van elders ons worden toegevoerd; vruchten, die de kunft in alle jaartijden voortbrengt, cn andere fpijzen, door hare zoetigheid, vet, en gefchiktheid tot bederf, allerfchadeüjkft: daar bij komt het rijkelijke gebruik van wijn op die maaltijden; daar bij komen de wijnen, die in hunnen aart fchadelijk zijn , als de Bourgogne en Champagne wijn ; liqueurs, door hunne vlugge en fcherpe delen, en de hete olij, die zij bézitten, de zenuwen fterk prikkelende (r> daar bij komt de koffij nog, die men niet zelden op het eeten drinkt: — daar bij komen eindelijk de vriendelijke nodigingen van den gjjftheer, waar door de gaften nog meer tot eeten en drinken worden aangezet. — En, wanneer wij dit alles bedaart overwegen, zo zien wij een bron van oorzaken opwellen , die de verterings werktuigen in den grond (■r) Wat de wijn, tot het veroorzaken van Zenuwziektens, in gevoelige eeftellen, vtrmag, kan men M TmoT zien op dc aangeh, plaats ïl. 49. {„ voig.  Over de zenuiuzisktens der Nederlander en, 459 grond bederven. — De maag immers word door de veelheid van voedzel en drank bezwaard, de vertering gekrenkt. -— De fpiervezel en zenuw word door hare prikkeling aangezet, en afgemat. > Dan ontdaan er krampachtige bewegingen in de maag, maagpjjnen, benauwdhedeq, oprifpingen, winden, en rommelingen in den buik, da chijl word niet behoorlijk bewerkt, de vochten ontaart, er koomt kwaadfappigheid, en kwaadbloedigheid bij: — het natuurlijke flijm word als van de ingewanden afgefchraapt, en de wrijving word in de delen, door de fterke beweging hoe langs hoe meerder ; de zenuwen verliezen dus hare bekleedzelen, Welke haar in den natuurlijken (laat, tegen de te hevige prikkeling dekten, en zie daar de oorfpronk tot de te grote gevoeligheid, en tot de zenuwziektens zelve, die Seneca (V) reeds zeer fraaij van deze oorzaak heeft afgeleid. Schoon dan de Ievanswyze der Groten, de oorzaak en voedder zy van de vermeerdering der Zenuwziektens, zo kan men egter niet ontkennen, dar de Ichraalheid in den eetregel ook het hare :o: die kwa= (r*) 7ia Bikkï» H, 404 en verg, Tma* F, /, Tem, J. op fi« nar,? }i.  $CO JAN PETERSÉN MiCHELL kwalen ' toehrrnn-p. _"Tmm«,.( -.«„Jf.. n mtrfg in den Koophandel , en de veranderde (laat var. ons Vaderland zelve Qtfcwjï de volkrykheid der lieden niet vermindert, en het lui leven hand' over hand vermeerdert) voet tot die ichraalheid' in de levenswyze. — Laten wy fleehts nagaan het geea de Heer van pen Bosch (ï) over hetï gobrek der voedzelen alleen heeft aangetekend P cri wy zullen-zien, dat de beime'rtelyke ziekters onder het rundvee; de duurte der levensmiddelen; de overftromingen'; de uitroeying van vruchtbomen; de fchaarshefd asn vruchten , d:l'ar door veroorzaakt; de hoge Pfys der groentens; en de fchaarsheid van verfche vifch en het gebruik van bedorvene. hier voornamelyk in aanmerking komt;liet misbruik van aardappelen daarenboven,- van4meelfpyzen; gezoüt en gerookt vleef-h; onrijpe ■vruchten; gedroogde vifch; de vervalHhing van wijnen; waterachtige en gegifie dr.aaV ken;~:het fp'ek onmatig gebruikt, en wat aljiiet oorzaken, diemen elderS'(0 gemeld vind, veroorzaken buik -, rot én ga! - ziektens, en deze brengen •weder,: in zo verre zij hamelyk de land^iektens vermeerderen, het hare toe, tot de vermeerdering der (j) Bl. 414 in hst aang. iverh (f) Op dezeifdt phats m lil 444,  Over de zenuwziekten* der Nederlanden». *foi der Zenuwziektens. om van den fchadeüj- ken aart van ibmmige voedzelen, waar over de 'Heeren van den'Bosch (V) Bikker (v) cn Tis•sox (tv) overgenoeg gehandeld hebben, Kët op te halen. IJL Het Mt ledig en welluftig leven komt in de derde plaats in aanmerking. — De riijverheid èamelyk onzer voorouderen , de Hehttarris oeffeningen, en het ademen van vrije lucht , hardden hunne lichaamen, en maakten dezelve gefchikt, om de ongemakken van het Weder te •verdragen. — dan daar men in ouzen tijd in warme kamers een zittend leven leid , de zieksvermogens te veel afmat, zijn tijd in ledigheid doorbrengt, of zich op kunnen toelegt, of eindelijk zich aan de weliuft opoffert, zo verwaar. looft men de lichaamsoeffening. De nitfpaflnïHgeh selfs zijn meeft al met zitten verknocht. — men fpeel't niet, ora uitfpanoing van zijn arbeid te hebben, maar cm elkander geld af te winnen: — en daarom word de zie! ook -'Ayi^'tih n»2WWi(ls''wlÖI^IWfl^<'' ■ -"' in (14) Op de aaY.geh. plaats bl, 451. (y) Op de aang. pl. bl, 405 en 410. Whttt, bU 133, Vug. de Haen r. m. Tom. I.p.180, van de Leidfche uit. gave. (v) Op de aangeh.pl. Tom. II. Lp. 30 en volg.  5°2 JAN PETERSEN MICHELL in het fpel, het zij dan welk, hevig aangedaan; — Jalouzie immers, blijdfchap, neerflagtig- heid en hoop vervangen elkander: . . terwijl het lichaam, als op den ftoel gehecht, zonder de minne beweging blijft. dus word weder de bereiding en vertering der voedfeien, en de voeding zelve in verwarring gebracht, de uit. waasfeming belet, en grond gelegt tot zenuw, ziektens. Men brenge hier toe den arbeid der kunfienaren , het zittend leven der vrouwen, meiden , minnen enz., de letteroeffeningen der geleerden ' en die den naam van geleerden trachten te verkrijgen, het welk alles zeker veel, tot de vermeerdering der zenuwziektens toebrengt: — de ledigheid immers en luiheid, van Hippocrates (xS zelfs reeds veroordeeld, is eene van de aanmerkelijkfte oorzaken der zenuwziektens. . . Be lichaamsbeweging is de voornaamftebefchermengel der gezondheid van het dierlijk leven; — Zij verfterkt de vafte delen, bevordert de innerhjke menging der vloeijbare, zij bewaart de prikkeibaarheid der fpiervezel, en de gevoeligheid der zenuw, zy bevordert de dierlijke warmte en maakt de ontlaftingen, de afkeilnfingen der voch- ten,, O) Lii. J. Sta. IK. ie Yiells ,aHtn{t  Over de Zenuwziekten* der Nederlander en. 5©3 ten, de bereiding der chijl en des bloeds natuurlijk, en fterkt het lighaam tegeu ongemakken van buiten. — De jtegengeftelde uitwerkfelen moeten dus noodzakelijk uit verwaarlozing der lichaamsbeweging voortvloeijen. Deze maken het lichaamsgeftel gevoelig , verzwakken de fpiervezel en zenuw, doen de vochten ontaarten, en worden dus oorzaken van zenuwziektens {y\ IV. Het misbruik van de Thee, Coffy en van andere lauwe waterachtige dranken behoort vooral'tot die oorzaken. Geen der fchrijvers, die over de ziektens van ons land gefchreven hebben, is er, ot hij erkent de vermogende uiwerkfelen dezer oorzaak; het zou dus verdrietig, zijn, wijde ik mijn tijd , door de uitwerkfelen dezer oorzaak langdradig uittepluizen, onnut doorbrengen, — Laten wij, en dit zal genoegzaam zijn, fiechta aantekenen, dat dit misb/uik meeft bij de vrouwen plaats heeft, »n dat deze ook het meelt aan zenuwziektens iukkelen, en dus om dat misbruik geltraft worden. ——- Lauw water verflapt immers de vaite delen en ontzenuwt hun maakzej, es (y") Zie van dsn Bosch bl. 475. van Swietin c««„ Tom. III. p. 539. TiisoT P. /. Tem. II. p. 63 en B:c c*x*f dl aangeh, plaats. li 4  5f©4 JAN PETEHSEN MICHELL en wel vooral in luie, ledige voorwerpen, die haar lichaam tegen alle ongemakken zo zorgvuldig wapenen. ~_ En hier van moet men die verfchillende zoorten van zenuwziektens afleiden, die men voor een groote eeuw, even zo min als de Coffij en Thee kende Hier van daan is een zeker foort van belette doorzwelg ing, in ons Vaderland, een landziekte geworden: 1— hier van is het, dat men de zenuwziektens op die plaatzen van ons land, daar dit misbruik het roeeft heerfcht, allergemeenzaam/! waarneemt. (~). De zure, olieachtige dranken, de limonade, oriade, chocolade, b. v. komen nu ook meer en meer m gebruik; en deze doen doot de grote hoeveelheid ook fchade: —_ Zij bezwaren de vertenngswerktuigen, brengen hunne werkingen •in verwarring, en dus verdienen zij, in meer dan een opzicht, onder de oorzaken der zenuwziektens geteld te worden. Imrners, buiten dat zij de fpiervezelen en zenuwen week maken en verzwakken, zo verdunnen zijde fcheivochten, nemen het flijfn van de darmen af, en ftellen de zenuwen dus meer bloot voor prikkeling . En de Thee en Coffij zelve, die men met dit lauv we (*) Zie va* Bur Basen HflL aikn? fiékatm cin< Jervitd: c? amujam rtjihmndi.  Over de zenuwziektens der Nedetlanderen $09 kingen, wij ons dagelijks bedroeven (e). Doeh daaren boven, daar de lijders zich verbeelden hun* ne kwaal te kennen, zo vrezen zij altijd de erg- fte gevolgen. zij bekommeren zich nacht en dag over het'gevaar, en veranderen dikwerf een licht koortsje, door hunne benauwdheid, uit vrees voor de dood oorfpronklijk, in eene dodelij" ke ziekte. —- Hier komt bij, dat zij veel minder vertrouwen op een Geneesheer {tellen, (want dit volgt er nootzakelijk uit) en zij verbeelden zich dus, dat de geneesmiddelen, welke zij gebruiken, dikiverf 'niet op de kwaal werken. —- Daar wor« den de lijders dras benauwd over , verwaarlozen het gebruik der geneesmiddelen, — hebben et' een afkeer van , en nemen dikwerf fchadeliike middelen iu. ' En deze laftige gevolgen, uit de gemelde ooraaken oorfprortkeiijk, verdienen in (lepende, en vooral in zenuwziektens, degrootlte aanmerking, dewijl zij in deze kwalen noch veel algemener voorkomen: -— immers is die grote oplettendheid ter bewaring der gezondheid, een van de getrouwde («) Een bfeklaagüjk voorbeeld\nu kortelings, terwiji >k dit op papier üelde, voorgevallen, toont de waarheid van mijne üelling. —— Een man, die veel met pijn in de» buik gekweld wa», die hij van winden afleide, 5e"  JAN PETERSEN MICHELL fte verfchijnfels, en een der duidelijkfte kenmer. ken der zenuwziektens. Dan, dat meer is, die oorzaak is nog onmiddelijker fchadelijk voor de gezondheid des lichaams: immers worden onze lichamen , hoe meer wij dezelve tegen de ongemakken van buiten trachten te verdedigen, des te gevoeliger en beweeglijker, zo dat zij van de minde oorzaak einde» lijk allerhevigft worden aangedaan. — „ Wij „ worden door de gewoonte", zegt de groote Gaubiüs(/) „ gehard en in jlaat gefield om „ ontelbare oorzaken tot ziektens flrajfeloos tt „ verdragen , die voor menfchen, die aaar aan „ niet gewoon zijn, fchadelijke gevolgen heb» „ ben". Een zeker Geneesheer, die de weegkundige regels van Sanctorius te ftrikt opvolg. de gebruikte meeft al met verligting, een flok brandewijn waarin fpeccrijen waren afgetrokken: nu wederom met het zelfde ongemak gekweld, nam bij zijne toevlucht tot hetzelfde huismiddeltje, de pijn wierd heviger hij nam een twede gift, die hem de kwaal zc deed aanwakkeren, dat de Geneesheer en Hcclmeefter, die er bij geroepen wierden, fchoon zij de oorzaak der kwaal, eene beknelde breuk, ontdekten, hem door alle aangewende kuaftirMddelen van de dood niot konden redden. ' [ƒ] pathal. J. 644.  Over de zenuwziekten* der Nederlan&ertn. 51 '* de, door zijne uitwaasfèming zo veel mogelijk rn den natuurlijke ftand te houden, vatte een tochr tje, en ftierf er van (g): — en dit zal iemand, die het vorige aandachtig overwogen heeft, niet vreemd voorkomen. Dan hebben deze en de te voren gemelde oorzaaken ergens fchadelijke gevolgen, zo hebben zij dezelve zeker bij zwangere, barende en kraamvrouwen. Immers bij deze, komen bij de gemelde oorzaken, zo vele andere bij. die het Ievensbeginzel krenken. immers hoe vele zwangere vrouwen zijn er niet 9 die in welluit leven, hare vrucht verwaarlozen, van alles, wat tot levensonderhoud dient, een misbruik maken, en zich geheel en ai aan de weelde opofferen: die op danspartijen gaan ,, en allerhande fpelen* bijwoonen: — die het bijüapen, zelfs in de lastfte maanden der zwangerheid, den ruimen teugel vieren: —— daar van daan het aantal miskramen, en de gevolgen, die het Ievensbeginzel krenkende, zodanige vrouwen hare verdiende (traf geven ? En hoe vele vindt men er daarentegen niet, die [gl Zie Haixb» in zijne prelcB. in Boïrhavï Tm. 71, p, 333. en vergelijk van Zsi-nex d: v^fi. abuju 6? ntxis. póg. I,j  £l'4 • JAN PETERSEN MICHELL : die in de tegenoversreftelde misdagen vervallen, en dooï hunne ongeruftheid , knorrigheid en grilligheid maken, dat zij en Voor zich en voor haar krooft geen zorg dragen kunnen? — gehele dagen itthaie flaapkamers cpgéfloten, ademen zij eene pMogifiicque lucht ifi, blijven den gehelen dag op haar ftoel zitten, en doen in'den voldrekden zin niets] — Hoe vele, die zich door hare grïltenlateh beheérfetjfen ? en daar men vreed, dat men ze door weigering beledigen mogt, zo vertrouwen zij zeker, dat hare verzoeken niet zullen afgeflagejn worden, -— zij gebruiken ene grote hoeveelheid voedzelsj op dat hare kinderen niet van honger zouden derven. Van de minde onaangename aandoening worden zij benauwd en vrezen het ergde: « dan nemen zij haar toe- vlu^t tot vroedvrouwen , en deze wederom tot de aderlating; die zij zo dikwerf misbruiken: of men viasgt den Geneesheer om raad en men gebruikt, den gehelen tijd der zwangerheid door, geneesmiddelen. Hoe veie, die, cm hare krachten , als het ware, te behouden, van geedrijke hartderkende middelen een misbruik likken ? — En egter mijden zij zich niet meer voor de waterachtige aftrekzeis van Coffij en Thee als andets; van het minde hebben zij aandoening, en als op hare voorrechten vertrouwende, hebben  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 515 bert zij trek tot de ongerijmdfte dingen en geven hare hartstochten volftrekt alles toe. Hier komt niet zelden dweperij en bijgeloof bij; en, om niet van de vertelfeltjes van oude wijven , vroedvrouwen , en andere wijvepraatjes, die dikwerf eenen verwonderlijken invloed op den geeft van de zwangere vrouw hebben , te fpreken, zo begrijpt men ligtelijk, dat deze oorzaken dikwerf fchadelijke gevolgen , zo wel voor de moeder als voor de vrucht, hebben. ' En deze levenswijze, die bij de mee- fte zwangere vrouwen plaats vindt, (fchoon er zijn, die met meer verftand voor haar en hare vrucht de behoorlijke zorge dragen ,) vermeerdert het aantal der zenuwziektens ontwijffelbaar. - eene levenswijze, die, even fchadelijk voor de moeder als voor de vrucht, de oorzaak word van aange* borene zenuwziektens en ongelukkige kraambedden: • eene levenswijze, die dikwerf eene ongemakkelijke baring te weeg brengt. Willens ga ik de onkunde der vroedvrouwen^ het misbruik, dat zij van Geceesmiddelen en van de aderlating maken, voorbij: ik zal hier van de dodelijke gevolgen, die het misbruik der afdrijvende middelen met zich Öéept; noch van cle ontijdige afhaling der nageboorte , die verfoeijclijke gewoonte, niet ophalen , als welke Kk mis-  §14. JAN PETER 3EN MÏCHEIX misbruiken met hunne gevolgen door denNbei roemden van Doeveren (7>) en Astruc (0 te fnnij zijn afgefchetd, om er iets meer bij te voegen- te meer, daar zij eigenlijk tot ons vak niet behoren. — Laten wij hever de vrouw in hét kraambed* befchouwen en zien, welke misdagen aldaar voorvallen. —— Immers ziet men daar eene broeijende^ensmanier plaats hebben : de wijn en hsrtfterkende middelen; het misbtuik van waterachtige dranken; befrnette lucht; eene gedurige beweging en gepmt en de raad van Oude wijven ; het ontijdig gebruik van geneesmiddelen en der adcilaung, en andere opgetelde misdagen vinden hier dezêlfde beicherming. En hier dooris het, datde kraam dikwerf, niet behoorlijk, of te derk, afvlo it; dat er zogverplaatfingen en ontelbare andere zenuwkwalen ontdaan en uit deze bronnen voortkomen, welke kwalen, worden zij der vroedvrouw ter genezing toebetrouwd, niet zelden ongenetfhjk, ja aodehjk worden. Doedan n&g bij deze lijft ?an rampen, die, wel ke de kraamvrouwen zich door de weigeiing van het kind, do'jr het onti;dig bijdapen en het te vroeg verlaten van het kraambed op den hals halen, ca mm (h) Prim Lin. de morb muiier. i>) M*k4i*s dis femrnn.  Over de Zenuwziek ten! der Nederlanderen. 515 fnen zal een rijke bron vinden, waar uit men de zenuwziektens, die men zo dikwerf na het kraambed waarneemt, kan afleiden (£). VI. Het misbruik der kleding én désèelfi ontijdige verwisfëimp Gaan wij de veran¬ derlijkheid der mode, welke de kleding in onze»'/ leeftijd, ondergaat, fledits opvlakkig na, zo zal men dra bemerken, dat zij meed tot de vertoning der weelde en trotfchheiJ gefchikt zijn. —i Onze voorouders, van hunnen ion gen tijd reeds tegen de ongemakken der lucht gehard , hadden nauwlijks klederen van noden, om hun lichaam tegen de ongemakken des weders te befchermen.Zij matigden egeer de gevolgen der veranderlijkheid van het weder op hun lichaam, door dierenhuiden, waarmede zij zich dekten (/). — Doclï nu is het de mode, om in de lente., in den zomer ^ inj de herfft en in den winter andere foort (ft) Verg. van- Doeviren en Astruco/» de aang. plaatier, en die zenuwkwalen, die de kraamvrouwen door het famengevoel overkomen,- heeft Michcll, hier. en daar in zijne verhandeling , doch vooral TiSïot P. I. Tom. It, p. 130 en volg. aangetekend. (0 &e Schloss, dis/, antiq. mei. de valet. bom. midi f:? tctperti 5. 5 en ver£, Berkhiy Nat. Hifi. Tom- Ut P. IJ. en IJl.  $l6 JAN ÏETERSEN MICHiïLt- foort van klederen te dragen ; —— zo dat het niet meer vrij (laat, in een koude lente o£ herfit winterliederen te dragen. — Deze ontijdige verwisfeling van kiederen, reeds van SijdenHAMCw),£ucHAN^;),en den gelecrdju van df.n Bosch f o) veroordeeld, word de voediïer van en geeft aanleiding tot verfchillende ziektens in ons land. Men ontbloot zich, wanneer men zich fterk verhit heeft, en dus allergelehikü is om koude te vatten, juift op eeuen tijd, wanneer men de klederen meelt nodig heeft, om de uit. wasfeming te bevorderen. ■ Onze vrouwen, daags in het bont begraven, gaan 's avonds in een loife linne of zijde kleding naar het bal, zo dat men zweren zoude, dat die zelfde vrouwtjes,, die men bij den dag voor inwoneresfen van Siberië» verklaart zou hebben, des avonds iade Ooft. indien waren overgebracht. Hier van daan de meerdere algemeenheid van verkoudheden, en in het algemeen van alle ziektens, die uit de belette uitwaasfemingvoortkomen, dis dikwerf de oorzaken van Zenuwziektens worden; (m) Optr. p 257 en 259. (ri) Huislijke Geneesk. p, gg. 1 Jiuk. (#) Op de aang. f laats tl. 487. Verg. den geleerden vim Zztoit la zijne iraaije verh. de vejlim. alufu et noxUt  Over de Zenuiv ziektens der Neder!'anderen. 517 den, gelijk wij boven (p) reeds hebben aangemerkt. — Endeftofïe zelfs, waar van men de klederen maken laat, brengt het hare toe tot de algemeenheid der zinkingkoortfen. —r Immers gebruikt men nu veel meer linnen tot de kleding dan te voren \ dan juifi dit linnen, fchoon het op de blote huid de uitwaasfeming bevorderd, word niet zelden de oorzaak der belette uitwaasfe* ming, dewijl hst, nat zijude, door het fweet zeer ligt koud word. En de klederen zelfs worden fomtijds nadelig, dewijl zij te los om het lichaam worden valigemaak''. — Immers is het bij de vrouwen de mode, dat de klederen los om het lijf zeifs zitten j en hare rokken zija van onderen geheel opim : —. dus worden de öhdirfte üiteindens , de buik en de teeldelen niet genoeg tegen de ongemakken des weders beveiligd en daar van komen niet zelden pijnelijke en ftuipachtige ziektens voort; en voornamelijk, zo men bij deze gewoonte voegt de algemene manier, am die delen door hete ftoveu gedurig te broeijen ; immers hier door worden zij noen meer en meer tot de belette uitwaaslê- ming GO /. Hetfdft. Na. IV. Kk $  5l8 JAN PETES.SEN MICHELL icing gefchikt en vatbaar gemaakt (q . En hierom is de raad van den groten Camper uitmuntende (r) om deze delen wel te dekken. Dan, te grote knelling der klederen is niet minder fchadelijk. Een der voornaamfte Geneesheeren, de beroemde Gaubius, heeft van eene te grote knelling der klederen, een bioedwatering en bloedfpuwtng waargenomen (;). De Geleerde Des EsSartz heeft eene opzwelling der klieren en eene vermeerderde ontlading van pis en flijm, van het-te derk bakeren der kinderen opgemerkt, Qt). En hoe dikwerf zijn de keurslijven, door te grote knelling, niet nadelig, die in onzen leeftijd in een zeer algemeen gebruik zijn. Immers deze beknellen de bord en buik en brengen ophopingen der vochten, pijn en duipachtige ïpanningen voort (;/), zij verooi zaken ziektens in de borden , en ontaarten het beengeftel van {q) Zie Runhart fatiirifche abhandl. von der krankhei. ten der frauenspefJonen, wtiche enz. Tom. II. pzg. pj tn velg. (r) Holl. Maatfch. VIL D. 2. fi. p. 392. (O Zie van Zii.der aangek. (tJ Lkhaaml opvoed- der kind. bl- 62, 63. (») Zie vr» Zïldir bl. 31. en volg. ZimiiïkmAN m der etfahrung. T. IJ. p. 550, 551.  Over dcZenvzvzrek te fis derNcisrlandenn. 519 van her bekken en der borflholte zodanig, dat deze omaarting riet zelden eene oorzaak v.»n ongemakkelijke baiidg wird : en deze zelfde keurslijven worden, in de zwangerheid gedragen zijnde, niet zelden oorzaken van de dood des kinds: Zodanig eene waarneemis.g meene ik elders (v~) geplaatst te hebben. De fluit- banden, waar mede de buik der kraamvrouwen gekneld word, zijn ook alterfehadélijkft, en veroorzaken dikwejf dodelijke gevolgen, gelijk de waarnemingen, van de Heren la Motte (wj, Mauriceau (#), Peü O) en De Gorter (ar) aangehaald, getuigen. En waarom zouden zodanige beknellingen gt*en zenuwziektens kunnen veroorzaken , daar de beroemde Winslow Qg') zelve een eigenaartig foort van een koorts, daar uit * oorlpronkehjk, heeft bcfehxeven. —- lk zelve heb in (c) [In mijne inwijings verh. Seet. I, Cat. 2. J. 8. bl. an.j Zie BOMNIAO ie g'udaUgn des ejpeces hununes psr i' ufage des corps de ba!ai:ie. Verg, Bah *xfe«t , en cicn beroemden Camper op ut aa»g. pi (w; Fr: des qccouch. J.iv. V. th. 0 p 645. (x Milad. des femmts grotfis. Tim. V iiv. 3, ch. 3. p, 376 en \elg. [y) Pretique defacemchem, p. 576 en mg. [*) Van den Jluitband enz bl. 4». Kk 4  g20 JAN PETER5EN MICHELL in eene kraamvrouw, vaneen diergelijke beknelling der buik door den fluuband, de kraam opgeftopt en ondragelijke pijnen veroorzaakt gezien » die niet dan met het losmaken van den band ophielden. — Zie daar dus, het geen ik van het misbruik en de ichadelijkheid der kleding, inzoverre zij de oorzaak der vermeerdering van We zenuwziektens zijn kan, dacht te moeten aanmerken. VII. De oorzaken der gemoedsaandoeningen zijn meer algemeen, en dus zijn de aandoeningen zelfs, meer in getal. — Immers wanneer wij den aanwas des koophandels, der kunfttn en wetenschappen , met de tederere en beweeglijkere lichaams gefteldheid, met de wekere opvoedingen levenswijze vergelijken, zo is het klaarblijkelijk , datdejalouzie, droefheid, fchrik, kortom dat alle gemoedsaandoeningen in getal zijn toegenomen: en dat zij naar mate de geelt vlugger, en het lichaam gevoeliger is, ook heviger gevolgen op de ziel en het lichaam oeffenen. ■ Dus is deze oorzaak eene van die genen, die voornamelijk veel tot de vermeerdering der zenuwziektens hebben toegebragt, die zeer dikwerf aanleiding tot die kwalen geeft, en die eindelijk allerduidelijk!!: (a) Mem. de ï Aca,d.B,- des fcknccs.a, 1740^ gS.  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. $21 onder de uitwerkfelen der zenuwziektens behoort (F). Hier komt bij, dat mende zielsvermogens te veel vergt: — het welk men ?an den aanwas des koophandels, derkunlten en wetenfchappen, daar wij ftraks (c) van gehandeld hebben, moet afleiden (d). Deze oorzaak „heeft dikwerf zenuweolicq (Y), vallende ziekte (ƒ) eH andere toevallen der zenuwen veroorzaakt (g). Dan de fchadelijke uitwerkfelen van deze oorzaak zijn door den groten ziéktekenner H. D, Gaubius in twee akademilche redenvoeringen zodanig afge- fchetst, (&) Men kan hierover nazien, hetgeen Tissot over de gemoedsaandoeningen, van wijd en zijd heeft bij een ge. bracht- P. /■ Tom. II. p. 322 420. Verg. Wkytt op ie aangeh. plaats, bi. 144. Den Gel. Valee.vair demi* mi affection. Heemskerk de animi pathem. vi in corp. hum. en Tissot op de aangeh. plaats p. 440. Meud tp de aangeh. plaats. (c) Cap 2. No. 2,3, ro. (i) Zie Bikker op de aang. plaats bl. 456. (e) Zie Viridet tr. du bonchile Tm, II. p. 646. (ƒ) Zo als Tissot van Galenus heeft overgenomen op de aang. plaats, bl. 288- (g) Men kan dezelve aangetekend vinden MJ' Tissot, Bijeker en Gaubius in inft. pathol. §. 522. (h) De Regimine mentis, quod Medicerum cjf. Hh 5  522 JAN PK TER SE N MICHELL fchetst, da: men, met dit cp nieuws op te halen, even nutteloos doen zou als met den Troyaanfchen oorlog, naa Homerus, te befchrijven. VUL'Uit waken tot laat in "den nacht ij tok meer in zwang; de mode immers vordert, dat men zijne gaiien niet vroeg laat Touperen: —■— de maaltijd word tct iaat in den nucht uitgerekt, terwijl men htt lichaam met eene men. gelmoes van fpys en drank opvult, en de ziels en lichaams krachten ondermijnt. . £n to£ dit vak behoort ook het nacht werken der geleerden, dat bovendien, door de vermoeijmg der zielvermogens en het infpannen der zenuwkrach:, zeer fchadelijk is. -—- Te meer, daar men onder die menfchen, die zich den nsam van geleerden trachten te verwerven, fomnrigeü vindt, wiens verftandeiijke vermogens zo verwonderlijk dom zijn, dat zij zich naauwlijks. een denkbeeld van eenige zaak maken kunnen. Hier var» daan komt dus eene flaaploosheid en deze heeft het droomen dikwerf ten gevolge: . en dewijl dan de kwijnende ziel en fcet lichaam, door den natuurlijken flaap niet verkwikt word. zo word het fpier-enzenuwgefteloptene veibazende Wijze verzwakt en in verwarring gebracht: en de Geneesheeren ondervinden dagelijks, hoe EQoeije*  Over de Zenuwziektens der Nederlanden?}. 523 moeije'ijk de toevallen op het Zenuwgedel, van die oorzaak oorfpronkelijk, te'genezen zijn. Cheijne (0 had derhalveh zeer veel recht, met deze oorzaak, als eene der voornaamden, die het aantal der Zenuwziektens vermeerder J hebben, opregeven: ■ * Tissot heeft de afwijkingen van het Ievensbeginzel, van deze oorzaak oorfpronkelijk , fraai befchreven (Jt), zodat wij, dit met de ziektekundige (tellingen van den beroemden Ga.;bius (/) vergelijkende, voor afgedaan houden kunnen. IX. Dweperij in den Godsdienj? verdient de minde plaats onder deze oorzaken niet. . - Immers, fchoon de ware Godsdienft veel toebrengt om eene gezonde ziel in een gezond lichaam te bewaren , zo is het niet minder zeker, dat dweperij onder de ooizaken van de vermeerdering der zenuwziektens behoort: de Heer Bikker (jn) heeit, dit overtuigend bewezen, en men kan bij den Heer Sao vage («), die eene eigenaartige foort van melancholie , welke uit de dweperij voortkomt, gedelt heeft, zien, dat zij eene 0') Englifch malady P. I. ch. 6. p, 40. en voléj. (*) Op de aang. plaats Tom. II. P. I. p. 68. {I) Infl. pathol. f. 78. (w) Op de aangeh. plaats bl. 459, 00 Nqjbl, Method. tadcx den titel Vcfanie.  '5'24 JAN PETERSBN MÏCHELt, eene oorzaak is, die zeer dikwils zenuwziektens voortbrengt. De opvoeding brengt de zaden van deze oorzaak Eeed3 mede: . dewijl men de allerfamengefteldfle denkbeelden van het Opperwezen, en den Godsdienft te vroeg aan de kinderen mededeelt. De ziel immers is dan noch niet volmaakt, of ten minften de werktuigen, waar door zij op het lichaam werkt, zijn noch niet inden ftaat der vol- riiaakthsid. Hier door ziet men dikwerf, dat, fchoon de ziel denkt, en de denkbeelden, die zij zich van de dingen maakt, verzamelt, zij zich met te veel angft vermoeit, in het opfporen en nagaan der zaken , die dikwerf voor den ftetveling met een floeis bedekt en oropfpeurbaar Zijn. Hier uit. komt eene ftomphe-id in hs: donken, eene verzwakking van het zenuwgefte1, verwarring der denkbeelden, hypochondrie, ijling, droefgeeftigheid en dolheid dikwerf voort. En waarom zoude deze oorzaak geen vallende ziekte, dewelke de beroemde vAcj Swieten en Tissot ^o) van het te flerk infpannen van den geeft, in minder bejaarde voorwerpen, waarge* nomen hebben, kunnen veroorzaken ? X. On- 0) Zie Tijsot Tom. II. F, 1, }. iS8 op it aar.g«k fkttt.  Over d« Zenuwziektens der Nederlttnderen. 525 X. Onder die oorzaken , aan welke wij in het vermeerderen der zenuwziektens de meefte kracht toekennen, behoort zekerlijk, de meerde;e alge» meenbeid van het te vroeg trouwen, van de hoe* rerij, bet te veel hij/Japen, en van de zelfsbef metting in beide /'exen, van de manier van opveeding cor/pronkelijk. Immers heeft deze oorzaak hare uitwerkfelen zo wel op de vrouw, als op den man: de waarnemingen, die door den meergernelden Michell, (p) zijn bij. een gebracht, beveiligen dit gevoelen: ——• en de ondervinding voornaamelijk van eenen Zlumerman (jf) en eenen Tissot (r) overtuigen ons hier van albrfterkft. De lichaamen dan zijn door eene weke manier van opvoeding gevoeiiger geworden; het lezen vin weiluftige boeken gaat meer in zwang; en welk een aantal van oorzaaken, welke wij reeds geteeld hebben, of noch zullen melden, die het hare toebrengen, om het vonkje van weliufl, in minder volwasfënen, aaatefteken, en de eerde beginzelen van de werking der voortteling in beide , fe. (*) In de aangeh. levh. (jl) Ven der Er//-,'mung. T. II. p. 363. (»■) Tissot Sur f ouanisme mul. desnerfs op de aang. plaats p. 84. Vergel. Schcmugius Spsmato!a & Gymci*. cologf  §26 JAN PETER SEN MICHELL lèxen veel te vroeg leggen. Dus word dé beweeglijke fpiervezel, de gevoelige zenuw ,• door de piikkeling van het teelvocht te fterk aangedaan, in onnatuurlijke bewegingen gebracht, en de ziel zelfs, die in dien leeftijd vlug is» word te fchielijk, te hevig aangedaan; en daar van daan moet men, de te vroege en algemeene trek tot bijffcpen, en te fterke opvolging dier weiiustige trek, en de zelfsuefmetting in de beide ftxen afleiden. Q) Dan hier door worden de zaden » en aanleidende oorzaken van alle foorten van zenuwziektens onbegrijpelijk vermenigvuldigd: hierdoor worden zieis en Hchaams krachten vèrzWakt, gekrenkt, de beweeglijkheid der fpiervezel, de gevoeligheid der zenuw word verbazende vermeerderd, de vertering en voeding in verwarring gebracht , en daar koomt wederom kwaadsappigheid en kwaadbloedigheid uit voort, die weder' om op hare wijze, fluipachtige en krampachtige bewegingen, verbijflenng van het verfland, en een aantal kwalen, op het beweeglijke en gevoe *lige dierlijk geftel 'voortbrengen; — Tissot (/> • Bik- (s) Zie F. van Br-RKHiT D III. bl. 1008. (tj Op de aafigch plaats verg. Tm. II. P. I. pag.  Over ie Zenuwziektens der Nederlanderen, S 2/ * Bikker (V), Hoffmann (t») en anderen (tü) hebben dezelve geboekt, en dit ftelfel met waarnemingen geftaafd. —— Voegen wij hhr bij die kwalen en ziektens, die uit eene te vroege ontfanging, zwangerheid, ba» ring, kraambed, en zuigen, in de jonge vrouwen voortkom-m, zo vinden wij weder een rijken bron, waar van wij vermeerdering der zenuwziektens kunnen afleiden (^). XI. Het misbruik van de fnuif en rooktabak brengt ook het zijne toe tot de vermeerdering dier ziektens. — Immers fchoon dit misbruik in onzen leeftijd door de mode niet zo algemeen meer is, als wel eer, zo menen wij egter, dat het niet-weinig toegebragt heeft, om de zenuwziektens zo algemeen te maken, als wij dezelve nu opmerken. Immers dient die tabak niet alleen als een werktuiglijke, maar als \ een (i/) Op óo aangeh. plaats lb. u$ (vj Hoffmann, de nexis ex mmU fc? intempejliva vencre oriuniis, et de cetate conjugii opportuna. («0 Lorrt de morb melemch. Tem I. p. 55. Mahbe» Vivti treatije of hij poch. and hijjleries dijeajes p. 307. •Scbumb. fpematolog. £f Gvnaicacol. (x) Zie fifsor ep de aang. plaats bl, 133 en den beroemden Hoffmann de aetate emjug%. oppert. Verg. Lo«*T tp de aang. plaats.  528 JAN PETER3EN MICHELL 4 eene Scheikundige prikkeling: zij heeft dus de uitwfrkfelen van beiden (j). • De fnuif is van een fcherpen aart, en prikkelt de reukzcnti» wen geweldig; daar door zijn zij in eene gedurige werking; de waterachtige vochten worden fteeds van de hersfenen naar den neus afgeleid, en de prikkeling word niet zelden in gevoelige voorwerpen, door het famengevoel aan de algelegene delen, medegedeeld. De rook daar¬ entegen is niet flegts fchadelijk door de prikkeling op de zenuwen van de tong, maar ook door erne groote hoeveelheid fpeekfél in den mond te brengen. Dit word niet fchadeloos uitge. fpot.en, dewijl het tot vertering en bereiding der voedzelen dient en de overgang der fpijzen in onze dierli.ke vochten, op het fterkft begunfligt, \ an .ucbrek van fpeekzel komt kwade ver« tering, hypochondrie en andere zenuwziektens" . Burton (s) leid van deze oorzaak alle zenuwziektens af. • . Boi-rhave heeft ook waarnemingen van lijders, die uit die zelfde oorzaak aan zenuwziektens hakkelden, in zijne werken geboekt («). Een (jO Zie Tissot op de aangeh. plaats p. 213. (7,) On n$r, naturais p. 2g6. (a} Zie Tiftoï mal de nerfs. op de cang.pl> 70.  Öuer de Zenuwziektens der Nederlanderen. 5 29 Een Hipochondrht verbeeld zich door het venerifche fmet aangedaan te zijn , hij gebruikt de kwik tot dat hij aan het kwijlen komt, doch na een grote hoeveelheid fpeekzel ontlail: te hebben wierd hij zinneloos (bj. Slokt men het fpeekzel met die fcherpe walg" achtige delen bezwangerd door, zo is het onnus voor de vertering , en het maakt onaangename aandoeningen op de maag. • Immers fchoon wij ons van Iangfamerhand aan die rook gewend hebben, zo leert ons de werking welke hij op menfchen heeft, die er niet aan gewend zijn, dat hij een kracht bezit om de fpiervezel, en zenuw hevig aantedoen , en m dezelven een ftuipachtige beweging, en onaan' genaam gevoel te verwekken. De onaangename aandoening, de walging en braking zelve, die de liefhebbers van het tabak" roken 4 niet zelden ondervinden wanneer zij een zwarer , fcherper foort van tabak roken dan zij gewoon zijn, overtuigt ons klaarblijkelijk van dit fterke vermogen der tabak. — En zouden wij dus deze oorzaak, niet als een der gene wel- (b) Tu*nex tr. ii raai. yener. % Lp. ï'87. Tissot op de aangeh. phtfs. LI  530 JAM PETEHSEN MICHELL welke de zenuwziekten voor een gedeelte vermeerderd hebben, erkennen! XII. Bij de gemelde oorzaken komen no? de zvelluftigc bijeenkumflen , Jcbpuwfpèlen , en voor al het algemeen gebruik, waar in die boeken zijn, die liefde gevallen befebrijven, en die men Romans noemt. Daar zijn weinigen onder de Groten, of zij bezitten, eene verfameling van dat foort van boeken, — dan deze ftoken alle gemoedsaandoeningen hevig aan, wekken de vonkjes der wclluft op cn geven aanleiding tol: het te vroegs bijflaapen, en tot de zelfsbefmetting in beide fexen waar uit dus verfchillende ongemakken der voortelingswerking, en daaruit weder zenuwziekten voortkomen. — Ik heb een jonge Juffrouw gekend, die zich door een hevige aandoening welke het Isezen van een diergelijk boekje, waar in eene ongelukkig uitgevallen liefdehandeling Avierd afgefchetfl eene flaauwte veroorzaakte en ftuipen op den hals haalde. Is 'er dan wel twijfel aan, of deze oorzaak brengt het hare toe tot de vermeerdering der zenuwziektens , in ons land ? XIII. Talrijke vergaderingen, in nauwe, bedompte plaatfen, daar de lugt geen vrye doorjpe* ling heeft. Hier toe moet men de fcholen waar in de kinderen onderwezen worden, brengen-  Over de Zenuvjziekiem der Nederlander en. 531 ï daar in is de lucht door diergelijke uitwaas- femingen befinet, en zij word in den winter door den kolendamp nog meer bedorven, terwijl enige rokende turven, of wel eene kagchel het vertiek nog benauwder maken. lk heb zelfs eens dertig kinderen, op een fchool, van die oorzaak flauw gezien, terwijl er nauwlijks tien bij waren die hunne volle kennis hadden: zo dra men de deur en vengfters openzette, en men de kinderen met koud water befproeide, kwamen zij allen bij. In de kerken is het even het zelfde, en daar komen de uitwasfemingen van de rotten, de lichamen, die men vooral in den fomer duidelijk bemerken kaj, bij. De lucht is boven dien in onze gemeenzame bijeenkomflen niet zuiver, vooral in fteden , waar in men de vrije lucht, zo veel mogelijk, uit de vertrekken tracht te houden. : Daar komt dan nog de damp van de tabak bij, die voor gevoelige geitellen ganfch niet onverfchillig is. De rook der Steenkolen en turf werken ook wel degelijk op ons fpier en zenuwgellel; — ja zelfs bij nacht in de fiaapvertrekken word de lucht befmet, door nachtlicht, kolen, en diergelijke uitwaasfemingen: hoe kleiner dus de vertrekken Zijn en hoe gevoeliger de lichamen, hoe heviger 4e uitwerkzelen zijn moeten. LI a D;  53^ JAN PETERSEN MICHELL De vochtigheid der huizen verdient ook in aanmerking te komen; déze is meer algemeen, door de menigvuldige overltromingen. Zij ver. meerdert het aantal der oorzaken, welke de uit* waasleming beletten, en brengt daar door in voorwerpen, die daar vatbaar voor zijn, zenuwziektens voort- XIV. Ein bijzonder foort van leven, welke wij in onzen leeftijd, algemeen waarnemen. -—- Hier toe moet men die kunnen brengen, die met een zittend leven verknocht zijn, of waar in de inademing van Schadelijke dampen onvet* mijdélijk is enz. die bij den beroemden Ramazzini (c) befchreven aijn. — Hier dan komen de vrouwen voornamelijk in aanmerking, die zich geheel en al aan een zittend leven, en het opvolgen harer driften hebben overgegeven. Ik bedoeie de minnen , bakers, ziekebewaarllers, nsaillers , en vroedvrouwen, van welke alle men nu veel meer dan voorheen, wegens de aanwas der weelde en der volkrijkheid, gebruik maskt. Deze immers, hebben meeftal, wijl zij de voorrechten, die zij zich door het gebruik hebben aangematigd, niet zeiden misbruiken, onee- nig. (c) De Marlis ArtifitUta.  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 531 nigheid met de knechts en meiden: . . waar door zij dan zich zelve, niet alleen, de zogcnaam» de moederkwaal, vallende ziektens en flauwrens op den hals halen, maar hare meesteresfèn, die noch tedereren gevoeliger geitel hebbén, en de kinderen die zij de borlt geven of* oppasfen, merkelijke fchade dom. En dit was het, dat ik dacht, omtrent de natuurlijke , en uit de levenswijze ontdane oorzaken , die de zenuwziektens in ons land zo aanmerkelijk vermeerderd hebben , te moeten aanmerken — Zij hebben alle in ons vaderland wel degelijk plaats. —— Getuige zij onze huishouding. - Getuige de natuurlijke hidorie onzes vaderlands. Ik heb zelfs op kleinigheden gelet, en dus, dunkt mij, zal men gene oorzaak vinden, of men zal ze ligtelijk tot de eene of andere der gemélde brengen kunnen. Allen werken zij min of meer onrhiddelijk op ons Spierachtig en . zenuw-geftèl; ■ alle brengen zij het hare toe om die gevoelige gedeldheid, welke wij in het volgende hooldduk nader verklaren zullen, voortte brengen : en dik wei f geven zij aanleiding tot zenuwziektens zelve, in voorwerpen, welke esne evengcmelde gevoelige gedeldheid hebben, LI 3 HET  5£4 JAN PETERSËN MICHELL HET DERDE HOOFDSTUK. Over de kentekenen der zenuwziektens. ^piy ij hebben in het voorgaande hoofdfluk bestoog:! . dat de zenuwziektens van de afwijking des levensbegin zeis van den natuurlijken (laat, moeten worden afgeleid, waar door de beweeglijke fpier en gevoelige zenuwvezel, door eene natuurlijke of tegennatuurlijke prikkeling, aangezet, in onnatuurlijke bewegingen en onaangenaame gevoelsaaodoeningen vervalt, die door het famengevoel aan andere delen worden medegedeeld: Wij hebben gezien dat de tegen- Overgehelde gebreken van het levensbegin, zei dikwerf het gevolg zijn, van de te grote beweeglijkheid van den fpiervezel: —■ dat die te grote beweeglijkheid van den fpiervezel, of liever vatbaarheid veer ftuipachüge aandoeningen, in het gehele lichaam , en in bijzondere delen , plaats hebben kan, dan dat zij door hare uitwerkzelen , op het gehele lichaam, kenbaar word ? En van deze befchouwingen komen wij noodzakelijk to: de vraag, welke eigenlijk die gedeldheid der levende vafte delen zij waar van de ongeregelde werking van het Ievensbeginzel haaren oor-  Over de zenuwziekten! der Nederlanderen. 535 oorfprong ontleent. Uit de oplosfing immers van dit vraagftuk zoude de eigenlijke oorzaak van de ie grote beweeglijkheid en gevoeligheid worden opgehelderd en eene weg gebaand, om den aart der zenuwziektens van meer nabij optefporen, en op deze grondflag eene op reden (leunende geneeswijze te bouwen. —— Doch zo lang ons de gefchiktheid van den zenuw en fpiervezel» waar door alle delen tot beweging en gevoel in den natuurlijken (laat bekwaam zijn, niet genoegzaam bekend is, zal die oplosfing te vergeefsch verlangd worden. Zommige hebben deze gefchiktheid in het lijm, dat de beftanddelen van het dierlijke lichaam te (amen verbindt, anderen hebben dezelve elders, doch allen zonder vrucht gezocht. En waarlijk, wij doen beter in dit geval, onze onkunde openlijk te belijden; Want hoe zullen wij de zitpiaats dezer natuurkrachten bepalen, daar haare aart ons noch geheel onbekend is. * Dit alleen weten wij, dat er eene gefchikte en bekwame gedeldheid der vafte delen vereifcht word, zullen zij de uitwerkfelen dezer natuurkrachten behoorlijk voortbrengen: — Zij moeten noch te fterk gelpannen noch te Hap zijn: —— de te (lerk gefpaunen vezel, legt zo wel als de te Cap LI 4 pe  JAN PETERS EN MICHELL1 pe den eerden grond, tot de onregelmatige werking van het Ievensbeginzel (V). Ones bedunkens moet men de eerde grond V3n de gefchiktheid der vade delen tot ongeregelde beweging en gevoelsaandoeningen, in de tederheid der vezelen zoeken, die in ons Vaderland van natuurlijke oorzaken oorfpronkelijk , door de levenswijze meer bevorderd word. Hier door zijn de vliezen, die de zenuwen in den natuur-! lijken daat tegen de prikkelingen bedand maken, dunner; . de inwendige rokken der vaten en buizen hebben hare behoorlijke vadheid nier; ■ de vochten worden dus minder bewerkt» ■ de flijm is te dun en niet vad genoeg aan de werktuigen gehecht; het welk al fes zeer veel toebrengt,- om den zenuw en fpiervezel he. viger te prikkelen, den omloop der vochten te verfnellen, en de affcheidingeh en ontladingen te vermeerderen. < Müsfenen wordende vochten niet genoeg bewerkt de trek tot voedzelen vermeerdert, en het gevoel en de beweging worden van de ligtde oorzaak aangedaan. •——. Daer nu (rf) Kloekhof, Cheywe, en anderen, die Pejt gevolgd zijn, hebben den aart der zenuwziekten in de? fiapheid det vezelen , Pomme in het tegendeel , en zijne navolgers, in de fterke fpauning der vezelen ge,; zogt enz.  Over de zenuwziekten* der Nederlanderen. 53? nu noodzakelijk eene fterke vermoejing op die heviger beweging volgen moet, zo worden de vafte delen dra afgemat, en, daar zij van de Hgtfle oorzaken hevig worden aangedaan, zo ontdaan er zeer dikwils ongeregelde bewegingen, die den aart,der vochten bederven, ■ tegennatuurlijke aandoeningen der gevoelige en prikkelbare' delen de dierlijke werkingen worden in verwarring gebragt, de voeding , affcheiding der vochten, de vertering en bereiding der voedzelen word gekraakt, en daar uit fpruiten een aantal van zenuwziektens voort. Eu deze gisling omtrent den aart der zenuwziektens word door de proeven en waarnemingen, die de heren Clifton , in zijne verhanrjelinge de crasfttie vaforum, endeLA sone de arteriarum ftrutlura(/) over de tederheid der vezelen genomen hebben, bekrachtigd. Niemand immers zal ontkenhen dut de vrouwelijke fèxe tederer en gevoeliger van aart is, daa de mannelijke, en de proeven, van den Heere j)e la Sone (ƒ) tonen ook juift dat de binnen- fte (e] Mem de l' acai. R. des fcienc.a I75<5. verg. Tissot Tom. I. P. II. f- 276. (ƒ) Men de l' acad. R. de fcienc. p. 170. en voorn, f. 131. Verg, Tissot tp dezelfde plaats. U 5  538 jaIn petersen michell fte dei flagaderen bij haar van een tederer famendel zij. Waarom zoude men dus bij ovefeenkomd niet mogen befluiten dat het weeffel der zenuwen en fpiervezelen bij haar cok tederer was? Die bckleedzelen zijn bij kinderen ook dunner en hebben minder farnenhang, en juift treft men ook bij deze eene wonderbare gefchiktheid tot onregelmatige beweging en gevoelsaandoeningen aan, fchoon de flappe waterachtige voch. ten de vafte delen nauwlijks genoegzaam kunnen prikkelen. Bij oude lieden zijn deze bekleedfelen van eene vafteren aart; —— de gedeldheid der delen is zo dap niet, de aardachtige delen zijn er in meer overvloed, en de gefchiktheid tot de beweging en gevoel is ook veel minder. Alles daarenboven, 't geen deze bekleedfelen verdapt, de natuurlijke lijm ontbint , en dus den tegenfland dier bekleedfelen vermindert, word eene grond, tot aankweking, voortbrenging en vermeerdering der zenuwziektens. „ In 't door„ gaan van verfchillende land (Ir eken", zegt de uitmuntende Tissot Qf) te regt, „ zal men op „■ die plaat/en, daar de lucht de 'vochtigfle is; „ daar de groentens de waterachtig/ie zijn, de „ voed^ (ê) ®P ie ilaats, hl. 277.  Over de zenuwziektens der Neder fats der en. 539- l voedzelen de vetfïe en daar men bet algemeenfte >i gebruik van warmwater maakt, de meefteze- 9i nuzvziekten aantreffen". Daarom is eene vochtige warmte de voedder van zenuwziektens; Daarom zijn voorafgegane ziekten, derke bewegingen wrijving der vochten op de vaten, misbruik van waterachtige dranken, 'wekere opvoeding, kortom alies, wat de kracht der vezelen ondermijnt, eigenlijke oorzaken van die ongeregelde werking der fpiervezelen en der zenuwen, Daarom kunnen de zenuwvezelcn en fpiervezelen, als niet behoorlijk gedekt zijnde , haare natuurlijke prikkelingen nauwlijks verdragen, of er ontdaan ongeregelde beweging en gevoelsaandoeningen, daarom neemt men van alle onnatuurlijke prikkelingen, duipachtige en pijnehjke aandoeningen waar. Paslen wij dit op de aangehaalde oorzaaken en op de toevallen der zenuwziektens, waar over Wij nog handelen moeten, toe: en brengen wij dit op de geneezing dier kwaaien, op eene reeks van waarnemige geveiligd, over, zo zal de waar. heid van ons delfel in zo veel te klarer en duidelijker licht gedeld worden. Hier uit is het blijkbaar, waarom hevige prikkelingen der zenuwen , geen zenuwziekten, dan in geftellen, die er vatbaar voor zijn, of liever wui-  54° JAN PETERSEN MICHELL wier zenuw en fpiervezel zoteder is, voortbrengen , — en waarom hevige prikkelingen die tederheid dikwerf veroorzaken, door namelijk de wrijving te vermeerderen, tegennatuurlijke en ongeregelde bewegingen voort te brengen, de vochten te doen ontaarden, en.dus bronnen te doen voortfpruiten, die door haare fcherpte den Ipier. vezel en zenuw hevig aandoen , de voeding in verwarring brengen, en de tederheid zelve veroorzaken (h). En hier uit kan men ligtelijk opma, ken- (lt) Hadden wij niet voorgenomen om ons zo veel mogelijk van ondcxllellingen te onthouden, zo zoude men zeer ligt, op den zelfden grond, betogen kuuncn, dat dc gevoelloosheid het gevolg en de oorzaak der ttuipaebtige aandoening is: Want, Lehalvcn dat het van eene afmatting van den fpiervezel alleen kan af. geleid worden zo fchijnt de overeenkomt!:, der werkingen van ons lichaam tc vercisfehen, dat wij ftelr Je» , dat elk inwendig deel geprikkeld zijnde vochten aanvoert, om die prikkeling tegentcgaan, even als dc uitwendige delen, dit duidelijk voor het oog tonen. Dus vloeit het fpog en kwijl uit den mond, wanneer zij geprikkeld word. Bet ffijm in den neus ontwik. keld de prikkeling, welke hare zenuwen aandoet; dat het oog. prikkelJ, word door de traanen verdunt; en dit is van dc maag, ingewanden en andere werktui. gen waar; indien dit nu o0k in dc rokken vau 43;  Over de Zenuw ziekttn s der Nederlanderen. 541 ken, dat de opftoppingen der zenuwen eigenlijk gene oorzaak zijn, van derzelver ziekten, dan dat zij met meer recht, onder de uitwerkze'en dier kwalen moeten geplaatlt worden: —— dat werktuiglijke noch fcheikundige prikkelingen, het zij zij in het lichaam aanwezig zijn of van buiten worden aangebragt, geen zenuwziektens kunnen voortbrengen, dan in menfchen, welke eene diergelijke tedere gedeldheid hebben. - Dat de fcherpheid van de vloeiftaffe, welke doot de zenuwen gezegd word om te lopen geen oorzaak van deeze ziekten worden kan : en deeze onderflelling word zo veel te minder waarfchijnlijk, wijl de meelie zenuwziektens van eene tusfehen pozenden aart zijn , welk ver- fchijnzel ik niet geloof dat de begunftigers van dit andere vaton, die van aart niet van die van andets werktuigen verfc'nillen , gebeurt, gelijk waarfchijnclijk is. zo word de prikkeling door haare werking zelve omwikkeld en voor eenen tijd als het ware verftompt. ■ En hier uit kan men reeds opmaken, waarom de toevallen der zenuwziektens afwisfelende zijn eft tusichenpozingen hebben; en men kan de oor¬ zaken der onverwachte genezingen, welke ót natuur dikwerf in daze ziekten «Heen te wteeg brengt, gemakJijker nafpooïen.  542 JAN PETERSEN MICHELL dit ftelzel (*) gemakkelijk van eene gedurig Wef« kende oorzaak, van de fcherpte namelijk van hes zenuwvocht, zullen kunnen afleiden. De tederheid dan van den zenuw en fpiervezel, is ons bedunkens de voornaame oorzaak der eigenlijk gezegde zer uwziektens. Zij is het, die da gefielaheid van het lichaam aandoenlijk maakt. Deze gefteldheid des lichaamsiseeneeigenfchap van die voorwerpen, welke voor zenuwziektens •vatbaar zjjn: — zij brengt dan niet weinig toe, tot ondetfcheiding dier ziektens, en dü^ zullen wij in de eerfte p'.aats. I. Over de tekenen van eene zodanige tedere aandoenlijke gefielaheid handelen ; en hier toe brengen wij. a. Een tedere, zachte en blanke huid die op de konen, lippen en overige tedere plaatsjes als door.chijnende is, met fijne vaten doorweven, en rijk van blauwe adertjes. b. Een ranke licbaams gefielaheid. Zo als men Venus of Narcissus affchilderr. — dunne lange beenderen, die met flappe banden faamvereenigd zijn, c. Een blank aangezicht , Schitterende 00» (O Zie Sehmjsrtus de vitiis fpit.-auim. Lib. L. P. u Cap. is.  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 543 oogen, ?en kleine oogappel, en een vrolijk uit. zicht; rode konen en lippen; fneeuwwitte tanden , die Camper ook in voorwerpen, die zeer vatbaar voor longtering zijn, heeft waargenomen; misfchien, om dat zodanige tedere aandoe. lijke lieden zeer gefchikt zijn voor aandoeningen op de long. d. De bals is gemeenlijk lang* de borft niet breed, ineengedrongen. de fchouderen zijn niet breed. dan de heupen ftaan meer, dan gemeen van elkander verwijderd , of liever de billen zijn brceder (£). e. Men kan de [pieren, door de blanke door- fchijntnde huid als het ware zien werken; • zij hebben eene min of meer bolronde gedaante: .—— de kuiten zijn fraaij, en puilen 'fterk uit, terwijl het been aan den enkel zeer teder is: i . en dit maakt dat men deze tedere gefield- heid, van eene kloekere hgt onderfcheiden kan. ƒ. Dun (k) Gai ENUt namelijk handelende over de gevoelen» van Hipi'OCRATEï en Plaxo, hcefc dc Phijfiignomie met het gezag van Chrijsippus geiterkt; deeze oordeelde, dat menfchen , die brecde billen hadden , van eenen blooden aart waren, de reden is misfchien deze, dat de bloheid eene eigenfehsp der tedere gefteldheid is • ■ Zie Campei. HM. maatjeh. T. Vil. P. II. p\ 375.  544 JAN PETERSEN MICHELL, ƒ. Dun. Hond en zomtijds kaftan je bruin hain - Fraije doorfchijnende nagelen op de vingers, waar door men de onderliggende huid ziet doorfchijnen, vind men veel in diergelijke onderwerpen. g. Zij zijn zeer gefchikt tot de beweging&lufy dan zij worden lchielijk afgemat en zweeten zeer ligt. h. Zij hebben een zeer vlugge geeft, zij be* grijpen en vatten een zaak zeer ligt. — Dan hun geheugen is niet fterk, en zij bewaren de denkbeelden, niet lang, wijl zij dezelve te ligt begrijpen: — maar tot het uitvoeren vnn dingen, die vlugheid van geeft vereisfehen, zijn zij aller, gefehikfh i. De aandoeningen des gemoeds hebben op dit foort van menfchen veel vermogen: de gramfchap egter, hoe ligt zij ook in dezelve omftaat, is gene hevige woede bij hun: zij gaat zo fchie. lijk als zij komt, en zo dra komen zij niet bij hun zeiven of zij veroordelen hunne handelwijze en toonen berouw: kloekmoedigheid ontbreekt hun : de moed ontzinkt hun dikwerf; droefheid , weemoedigheid en berouw zijn bij hun gemeenzaam. Medelijden , vrees fchaamte, liefde, blijdfehap, en vooral die gemoedsbeweging , welke als het ware tuslchen vreug-  Over dé kènuvoziekttks der Nederldndsrsn. 54^ vreugde en droefheid geplaatft, van beide die neigingen deelt, en die wij in onze taal, a!s het ware bij uitftsk, met den naam van aandoening beftempelen , zijn hunne geliefkoosde gemoeds aandoeningen. ■ En deze laatftgeraelde gemoedsbeweging kan men met recht voor een onfeilbaar teken van eene zodanige gcfteldheid hou. den. . k. Zij worden Van de min/ie oorzaak tot deze gemoedsaandoeningen vervoerd: • de minfle gemoedsbeweging jaegthun een kleur aan j doet hun bleek worden; beven; brengt hun geheel zcnuwgeftel in beweging en doet hen ia ongeregelde bewegingen en gevoelsaandoeningen vervallen. — Van een zodanig temperament en van eene onbegrijpelijk aandoenelijke gefteldheid was het meisje, dat op het lezen van die berugte hiflorie, van Adeilard en Heloisb in eene verrukking van geeft, flauwte en ftuiptrek-* kingen verviel, die zij naderhand; van de hgtfte gemoedsaandoening zelve, wederkreeg. /. Met eene toomloze drift jagen zij, immers wanneer zij hunne ongeregelde drift door de reden niet beteugelen, de welluft na en geven hunne geile oogmerken, zonder op de naween te denken, den vrijen teugel en verblijden zich in ongeoorloofde vermaken. > Hunne ziel wordt Mm door  54-6 jan peter.sen michell door geile dromen onbegrijpelijk geflingerr, en dewijl zij zich toegeven in hunne wellulHge denkbeelden , vervallen zij dikwerf in de verfoeijelijke zonden der zelfsbefmetting, of in eene onwillige afloop van het zaadvocht in den nacht. ja de loozing van het zaad zelve word zomwijlen door de te geile drift in de vermenging geftremd. De Edemburglche verhandelingen hebben hier een voorbeeld van (7), en ik heb eene diergelijke zaadftremming, uit te groote weUuft oorfpronkelijk, in een jong getrouwd man waargenömen en door het gebruik van inwikkelende en zamentrekkende middelen genezen. —- m. Dt belette uitwaasfeming beeft op zodanige gefleilen onbegrijpelijk veel vermogen; cn alle oorzaken, die deze ontlading verhinderen, brengen ongeregelde bewegingen en gevoels aandoeningen in dezelve voort: hier van is het dat alle gemoedsaandoeningen, die de levenskracht neerdrukken; dat een tochtje; datzommige voedzelen, fpek b. v vifch ; dat natte voeten enz.benauwdheid in de bovenbuiks ingewanden, verwisfelend gevoel van koude en warmte, hoofdpijn, maagpijn, winden, rommelingen, oprifpingen, co- [/] I. D. bl. 198. art, 3S« Verg. Vaikenaas p. $$ ven de R&ngeh, verh»  Óver ele zenuwziektensder'Nederlanderen. 54?' tolicqpijnen, loomheid cfi andere toevallen, uk een beledigd fpier en zénüwgeftel voortkomende, veroorzaken. Ja de zie! zelve wordt aan- gedaan , en bevreesd, gelijk Sanctorius reeds heeft opgemerkt (»;). n. De ziel lijdt in deze gejlellen, zuanncer zij in eene ziekte vervallen, onbegrijpelijk veel: — benauwdheid, vreesachtigheid, angft, droefheid , ijling, pijn, ftuip-en kramptrekkingen zijn altijd meer of min aanwezig in hunne ziektens: Zij vrezen altijd het ergde, zelfs van de minde onpasfelijkheid, en daarom moet. men in de behandeling der ziektens in deze geitellen, voornamelijk het oog houden op ziel3bediering, in zo verre dezelve in het vak der Geneeskur.de valt («). Zie daar dan de tekenen van de tedere en aandoenlijke gedeldheid, voor zo verre ik dezelve door eene nauwkeurige waarneming heb knnnen opfporen. Vergelijken wij deze!- ve met de tekenen van eene derke vadere gedeldheid, alwaar men, om de woorden van den beroem? t«i] Mei. Jlatica fee!. 7. Aph. f. [n] Zie den beroemden Gaubius in zijne aang. re«envoering en Sijdinham de hyp. g> hjft. pasf. p. 488, & Verg. YAiKüi»a£r de anim. affeiï. p» 3a. en 53, Mm 2  54§ JAN PETERSEN MICHELL roemden Gaubius Co) te gebruiken, eene gtfpan* r.e vezel mét eene bezveeglijke veerkracht verbonden aantreft, zo zal het onderfcheid zich klaarblijkelijk opdoen. De ken tekenen immers dezer gefteldheid is eene harde, vafte, ruige huid; een mager, doch fors uitzicht: fterke en zware fpieren; grote uitputlende aderen; èéo, wel vlug, doch meer ftand vaftig, aanzien; — grote zwarte oogen, en veel bruin zwartachtig hair: de beenderen zijn veel dJkker, fterker en van eene veel meer in een geweéven zelfftandigheid. Zij zijn zeer ge» fchikt tot de beweging, én worden niet ligt afgemat. — Zij moeten eene zaak eerft door en door denken, eer zij dezelve begrijpen of er o- ver oordelen ■ Gemoedsaandoeningen, die een teder aandoenlijk geftel in beweging brengen, werken nauwlijks iets op deezen uit. — Gramfchap en andere opwekkende gemoedsbewëgihgea brengen hun zenuwgeftel in beweging, en brengen hen dikwerf aan het woeden. — Dan worden zij wreed en wraakgierig. — Wijn, verhittende voedzels en het bijflapen is aan deze geitellen fchadelijk. -—■ Verflappende, laauwe waterachtige dranken zijn hun daarentegen dienftig. Hun- [•] ïnjt pathtl. J. rp4.  Over Je zenuwziektens der Nederlanderen. 5*9 Hunne ziel is, iuziekte, ftandva.ftiger, fchoon zij doui fchiik en wanhoop, weïke gemoedsaandoe" tongen niet zelden in dit foort van menfchen vallen, fomwijJeu vervoerd worden. > De Italianen, dc Franfchen en-Spanjaarden hebben eene diergelijke liehaumtgtfteldheid, en deeze immers kan toen gemakkelijk van de onze onderfcbejden. II. De kunne, de ouderdom, het temperawent, de verfchillende tijdperken in bet leven, bet erflifke, dat van de ouders op de kinderen o~ vergaat, de voorafgegane ziekten, en oorzaken, brengen geen gering licht aan tot onderscheiding onzer zenuwziektens. a. Wat de kunne aangaat. ——* De beminlijke fexe is van een gevoeliger gefteldheid en dus ook meer gefchikt voor zenuwziektens; dit getuigt HippocRATES Qi) zelve: hier bij komt, dat zij het gevceligftc en beweeglijkfte ingewand hebben, dat met het gchcele licaaam bij na door het fameiagevoel verbonden is, de baarmoeder namelijk , die op eene aandoening, van de ligtfte oorzaak voortgebracht, onnatuurlijke bewegings en gevoelsaandoeningcn doorliet go. (p) Zie Hirpoe^ATK de morb. muiier. )*{[• 585. Mm 3  66° .TAN PETERSEN MICHELL gehele lichaam te weeg brérgt —— en dat ein•delijk de oorzaken der zenuwziektens, welke wij gemeld hebben, als uit de levenswijze voortkomende, meeftal op de bemin'ijke kunne moeten worden te huis gebracht* b. De ouderdom, —. In de jeugd immers is de vezel beweeglijker, gevoeliger. Zij is flipper , heeft de behoorlijke rottigheid niet, noch de gefchikte bekleedfelen , om de hevigheid der prikkelingen te matigen; . daarom zijn de ligtfte prikkelingen dikwerf genoegzaam, om de onregelmatigfte bewegingen en gevoelsaandoeningen in dezen tedewn vezel te weeg te brengen. — In de jongelingfchap wordt die tedere gevoeligheid niet minder, zo om de verzuimde lichaams beweging, fterke infpahning der geeft, aanprikkeling tot de vermenging, als wel om de dwalingen, in de opvoeding ingeflop?n: —— in die jaren is dus de gefchiktheid tot zenuwziektens vooral 'niet minder. Dan in volwasfenen is de beweeglijkheid en'gevoeligheid van den vezel zo groot niet : de vezel is vaftcr, meer gewapend door de bekleedfelen, welke de natuur gefchikt heeft tot afwering van de hevigheid der prikkeling, en dus minder fchielijk in beweging te breng«n. In de ouderdom daarentegen wordt de vezel ftijf en. als het wa.-e ver-  Over de zénutnziéktens der Nederlander en. veredel en verheft dus van zelve haare gefchiktheid tot gevoel en beweging. c. Het temperament. Menfchen , die een gemengd temperament hebben, zijn de vatbaarftë voor zenuwziektens. En mogen wij van de onderfiellingen der ouden omtrent de onderfcheiding der temperamenten gebruik maken, zo zouden wij ftellen, dat het uit het bloedrijke en galachtige, waaronder iets van het waterachtige bij- koomt, was famengefteld. Immefs in dit temperament, neemt men die tedere gefbldheid van den vezel, welks wij boven befchreven hebben , het meell waar. d. De vetjchillende tijdperken van ons leven. • De beide fexe immers zijn op de jaren der huwbaarheid het bewceglijkft en gevoeligft. —> De ziel en het lichaam worden op diam tijd hevig door de prikkelingen aangedaan. — Op den tijd, wanneer de kinderen tanden krijgen, lijden zij ook veel. Da maanftonden , zwangerheid, het kraambed, het zuigen, en de tijd, wanneer de Ronden ophouden, hebben een wonderbaar vermogen op het vrouwelijk lichaam. — ■ Mier van, daan zo vele en zo hevige zenuwziektens, die in deze tijdperken hun begin bij de vrouwen ne- Mm 4 wan,  5'5i jan ïetürse'n michell racn, en daar na dikwerf op generlei wijze ge> nez?:1 kunnen worden (q*). * e. Het erf!ijle, dat van de ouders op de kinieren overgaat. . Immers zo wel als fierke ouders fterke kinderen voorttelen, zo ziet men ook tedere kinderen van zwakke ouders geboren worden. — De tedere aandoenlijke gefleldheid, welke wij in de ouders waarnemen, gaat erflijk over tot de kindereu, die dan niet zelden aan de zelfde ziektens, welke hunne ouders daar door gehad hebben, zukkelen, gelijk uit waarnemingen blijkt (>-). Immers heeft Horatius met het grootfie regt durven ftellen, „ dat kloeke gezonde ouders fterj, ke kinderen voortteelden; dat men inde run* j, deren en paarden de kracht waarnam van die „ hun voortgateeid hadden, en dat geen arend „ ooit een duif zoude voortbrengen: — Zo is niet minder zeker -dut zlïkkelènde lijders geen fterke gezonde kinderen kunnen voortbrengen. ƒ. Voorafgegane ziektens. — Alle ziektens, die van eene belette uiiwaasièming voortkomen; die ({) Zie de bovoioaangehaalde Schrijvers, doch vooral Triset II. D. i Jhik p. 130. (O Zie Tissot //. D. 1 Jluk p. 5 en de daar aangek, (Vaariiim,  Over de Zenuwziekten! der Ne&erlmderen. $$ J die de kracht van het fpijskanaal ondermijnen; die haaren zitplaats in den zenuw of fpiervezel hebben; die met eene ongeregelde bewegings of gevoelsaandoeniug gepaard gaan of die door etnig fmet worden voortgeplant; en vooral de venerique ziektens maken den menlch vatbaur voor te grote prikkelbaarheid en gevoeligheid. — Uier loe behoren ook de hevige en ontijdige ontladingen; het innemen van hevigwerkende ontlaft of andere geneesmiddelen, vooral wanneer zij niet noodzakelijk worden aangewezen. Uit dezen bron immers kan men alle zenuwziektens in menfchen van eena tedere gefteldheid afleiden. g. De voorfgegaane oorzaken geven in deeze duidernis niet zelden ecnig licht. — Immers wanneer wij van de levenswijze, welke zodanig een lijder te voren gehad heeft, overtuigd zijn; wanneer er eenige der opgenoemde oorzuken voor de ziekte gegaan zijn ; wanneer die tedere aandoenlijke gedeldheid, door ons tevoren befchre. ven, daar is; wanneer het temperament gemengd is; wanneer de lijder jong en in een tijdperk is, gefchikt tot de oorfpronk van zenuwziektens; wanneer er eindelijk duipachtige bewegingen en pijnlijke aandoeningen zijn voorafgegaan, zo heeft een Geneesheer zeer vele, en zeer waarMm 5 fchha-  jan peter.3en michell fchijnüjke redenen , 'om des lijders kwaal 'voor eene zenuwziekte te houden. . En is dan de oorzaak, welke voor de ziekte gegaan is en haar veroorzaakt heeft, ligt; eene gemoedsaandoening b. v. de reuk van iets; dat prikkelt, en de zenitwen onaangenaam aandoet enz. zo mogen wij deze voor eene zenuwziekte houden. —■ Tissot (;) is ons op dezelfde wijze voorgegaan; immers hij befloot uit de gemelde teker.en, dat eene lijderesfe, welke men dagt door een beroerte overvallen te zijn, door een toeval van möëderzrëkte was aangedaan. V. van Heer (t) een Geneeskundige, die in de voorgaande eeuw zich een naam verworfi floeg dien zelfden weg in; hij genas eenen lijder door hartfterkende middelen, wiens dood men door een aderlating verhaart zoude hebben immers, fchoon hij door een beroerte ovëfvafleri fcheen; geene volbloedigheid, maar te grote weilulligheid was de oorzaak zijner ziekte. III. Het beloop dier ziektens, geeft ons'ook tekenen aan de hand. Want zij nemen ha¬ ren oorfpronk in een oogenblik, en met een grote hevigheid; • de toevallen verminderen en ver» [f] Zie Tan IL P. II. p. 187. (0 Zie Schuïigius fpermat. p. 2ó2i  Over de zenniüziekte'is der Nederlander en. 555 verergeren weder, zij eindigen zonder eene merkbare fcheiding, om daarna van een ligte oorzaak, die men nauwlijks bemerken kan, vvedenekeren. — Deeze ziektens zijn dus meelt: tus. fchenpozende, — en zij komen en eindigen op de wijze van koortsaanvallen De toevallen zijn daarenboven dikwerf zich zelve niet gelijk; zij worden door dingen, welke wij in het leven niet ontberen kunnen, veranderd, verzacht en ver- erg*rd. Zo dat de lijders zelfs'van eene mindere zwaarte der lucht, welke Hechts eenige graden op de barometer tekent, alierficrkil worden aangedaan (y~). IV. Die ziektens genezen zeer dikzverf zonder eenige blijkbaar e fchtiding (zv . Eene verandering in de tijdperken des levens, eene buitenUndlche reis; eene verandering in de levenswijze; lidiaamsbeweghig; hebben' dikwerf zenuwziektens genezen , waar regen de uitgelezendfte geneesmiddelen niets konden doen (;v*j. Doch [u] Zie Loeky dc melancb. £ƒ• morb. mei. Tom. I, ƒ ï!4- Tisjot op de aang. plaats. [v] Zie de Hr. Rerrtat mem. de math, et de ptyjZ Tom. II. p. 452. Uitgez. yerk. if.D.p. 149 165. Yan din Bosch bl. 106. [w] Tissot malad. des nerfs Tom. II. p. II. p, 1S9 [w*] Zie Tissot op dc aangeh. plaats en vooral bi, 211, Tom, II. P. I. p. 130".  556 jan PETERSEN MICHELL Doch meeftal eindigen zij in verplaat2ingen der ziekteftoffe naar bijzondere deelen, in andere ongemakken, en vooral in huidziektens, — Dus heeft Piso (x) een moederkwaal in eene verlamming der linkere uiteiadens zien eindigen. Willis ry) heeft eene vallende ziekte in eenen ftuipachtigen hoeft; en de Hr. Bikker (s) eene moederkwaal in het zelfde ongemak zien overgaan (/*). Doch de verpUatfing der ziekteftoffe in de zenuwziektens gefchied dikwerf naar de huid; getuigen zij een groot aantal waarnemingen, waar van ik flechts, die ik zelve gedaan heb zal te her" de brengen. Een jongetje had reeds twee jaren gezukkeld: hij genas na een braak¬ middel, en na gedurende tweew^keo kleine giften van den braakverwekkenden wijnfleen gebruikt te hebben, doch hij kreeg hier op een zoort van uitflag op de huid, dat fclierp vocht loosde, ca daarna door het gebruik van het zelfde middel verdween. Niet lang daarna genas ik twee zufïers van dit lijdertje., waar van de eene 7 en de [xj De motb, a (oÏL ferqfa. ftti. ÏL P. II. ft 7 $■ *5*5. [y] De anima trtiorumP, 1. c. 4. p. 39. (s) Phile:. Trans. Tom I. p. 449. (fi) Zie TiisOT op de am'g. pl. p. 168 — 180.  Over de Zenuwziekünsder Nederlandtret. 557 de andere 8 jaar was; deze loosden een fcherp frinkend zweet en dus eindigde de ziekte, zonder ennige uitflag op de huid, Ik heb eene derdendaagfche koorts, waartegen de befte geneefmiddelen niet verraogten, en die door zijne veranderlijke toevallen, ijling en fluiptrekkingen; voornamelijk van de aandoenlijkheid of prikkeling der zenuwen fcheen aftehangen, door ecnaftreklel van den meefterworrel op brandenwijn iu het aankomen van den koorts gebruikt, sien genezen : ■ dit' middel veroorzaakte een foort van gierfturtflag, met fterke jeukte op de huid. Vde . De verplaat zin gen , welke men in de zenuwziektens waarneemt s zijn ook van eenen bijzonderen aart, en dus verdienen zij ook onder de eigenlijke kentekenen d«zer ziekten geplaatft te worden. Tissot (b) heeft dezelve uitmuntend befehreven, en haren waren aart door waarnemingen opgehelderd. De lijders voelen eene aan*. doening, als van een vecht, dat zich oogenblikke. lijk van het eene deel naar het- andere verplaatft. • en dus voelen zij de pijn dan eens in dit, dan weder in een ander deel (c). Dus heb ik een lener- (i) Op de aangeh. pUtts p. 153 affjj. (f) TllSOT op de. tang. plaats p. igo.  JAN PETSRSSN MICMILL fcherpe ftof van den voet naar de zenuwen van het aangezicht, in een groot geneesheer, zien venplaatzen. De pijn verdween oogenblikkehjk; doch er volgde eene verlamming der fpieren van het aangezicht aan de eene zijde op, daar de zieke zelve niets van wilt. Men vind diergelijks verpiaatfingen vrij algemeen en die ziekte, welke fommigen te onrecht onder de rbeumaticque brengen, en de Sauvage Varenia noemt; én waarvan het beloop en de genezing duidelijk toont, dat zij tot de zenuwziektens behoort. Bean* kard (d) heeft de eerde, immers indien men Tissot (e) geloof geeven mag, deze verplaats zingen waargenomen. Mij is eene waarneming door een geleerd Geneeskundige medegedeeld, die, het ge#n wij onder deze en de vorige verdeling bijgebracht heb- ben, uitmuntend opheldcrd. Eene vrouw kreeg na eene anderecdaagfe koorts den hik < dit laftig toeval bleef haar eenige maanden bij, tot dat het in eene verlamming van den eenen arm eindigde. — Zij leefde daar op een half jaar gezond, zij wierd vet, en won in krachten. — Doch de hik kwam toen weder, en eindigde niet lang (d) Sepulehr. Tem. I. p, 842, (0 Op. de aang, pl. p, io$s  Over de Zenuwziekten* der Nederlanderen. 559 lang daarna in eene verlamming der onderde ledematen. Zij leefde daarop minder gezond, dan te voren. — Eindelijk kreeg zij een jaar daarna ftuiptrekkingen van allerlei loort, zo wel in het gehele lichaam, als in de bijzondere delen. —Zij was geheel buiten zich zeiven; en het lichaam waarop alle prikkelingen, van buiten aangebracht, niets vermogten, wierd door inwendige bewegingen zodanig gemarteld, dat alle omdanders ogenblikkelijk de dood te gemoet zagen. —■ Eindelijk verminderden de lluiptrekkingen, en na dat zij geëindigd waren, zo bevond zich de lijderesfe, als dooreen wonderwerk, geheel en al van den hik en verlamming bevrijd. Ziedaateen uitmuntend voorbeeld van verplaatzingen in eene zenuwziekte; en hare wonderbare inwikkeling met de heilzaame natuurspogingen! VI*". De veranderlijke aart der toevallen verfchaft ons ook geen gering licht: • dan immers klagen die lijders over dit, morgen over een ander deel. — flraks befpeurde men, dat dit deel koud, droog en zaamgetrokken was, daar het zich nu brandende, zachter en, als het ware, ontdoken vertoond. De vochten hoopen zich dan eens op deze en dan weder op geene delen op en veroorzaken dus, verfchillende zoort van toe-  £6*0 jan petersen michell toevallen (f). sijdenham £g) heeft door dit Zelfde teken een moeder-kwaal leren kennen. VHden. De uitwerkfelen van fchadeltjke of voordelige middelen werken ook zamen , om den aart der zenuwziektens te leren kennen. ■ » Dus leren wij, dat eene hijpochondrie van deze-, ruwen afhangt, indien de cplosfende middelen gene heilzaame uitwerkfelen te weeg brengen: - Tissot (7>) bewees de waarheid dezer Helling ook ten opzichte van andere zenuwziek* tens. VIII. De wonderbare gevoeligheid dier lijders. Natuurlijke prikkelingen, lichaamlijke of die op den geeft werken, doen hen hevig aan. —* Zij zijn geneigd tot alle gemoedsaandoeningen, zij kunnen nauwlijks het licht, of eenig geluid verdragen, zonder op een der omftandersgramflo* lig te worden. -— Zij kwellen zich door droefheid en vrees, en dus vermenigvuldigen zij de oorzaken hunner ziektens gedurig (f) IXlien. Eindelijk krijgen wij het meefle licht, uit dc toevallen der zenuwziektens zelve; Ieder (ƒ) Zie Tissot Avis auPeupIe en cp de aang. plaats p. 1S0. (jjf) De ptsf. hiip. 8* hyft. ep de aang. plooit. (Jï) Op dezelfde plaats p. 197. 0') Zie Tissot »p de aang. (laats.  'Over de Zenuwziektens der "Nederlanderen. 5%i Ieder ziekte namelijk heeft toevallen ± die haar alleen eigen en van haren aart onaffcheidhaar zijn; u deze zijn altijd dezelfde; zij toner! niet all;en de aanwezigheid van zodanig eene ziekte, maar zij onderfcbeiden dezelve ook van alle anderen, dewijl zij, uit den aart der ziekte oorfpronkelijk, in verfchillende ziektens noodzakelijk moeten verfchilltn. Dus drukt zich de beroemde Gaubius (K) uitmuntend uit: meri brengc h;er dan toe A. De hoedanigheden des menfchelijken lichaams, die zich blijkbaar voor het oog opdoen, van het natuurlijke afwijkende: en onder deze verdeling behoren a. Eens bleeke kleur der huid, zomtijds naar het loodkleurige, met eenig geel vermengd, hellende, gelijk men in de vrijlterziekte waarneemt: ,., dan de vochten fchijnen duidelijker door de huid door, en de huid zelve is tederer in lijders, die tot zenuwziektens gefchikt zijn. ■ Daar komen dikwerf purpcre en blauwe vlakken. bij: . de blauwe kleur der nagels tekent her toeval, dat aanftaande is en is eene trouwe medgezcllin van de ftuipachtige fpauning der huid, b, Di 0) Inft. Psthl. p. 465- J- *3S. ISn  '$6z JAN PETEESEN M ICHELE» b De boid is droog en ruw, gelijk aan difi men doorgaans Ganzenvel noemt Men noemt ze zeer algemeen waar in vrouwen, die met de moederziekte gekweld zijn. Ik heb dit ganzenvel in eene Hjdegesfè* aan deze ziekte zukkelende, altijd, waaneer het toeval aanftaande was, waargenomen;, en dit hebben ook andereu (7) met mij gezien; dan ik heb de toevallen ook met eene zo- danige droge en ruwe huid zien eindigen. . - Het tedere en gevoelige meisje, dat van de lichtfle oorzaak zelve, hare toevallen kreeg, kwam nooit bij haar zelve, voor dat zij eene aandoening van hevige koude, met deze Ihiipachtige gefleld- heid der huid gepaard, begon te voelen. — , En daarom wierd ook het koud water, ais deze huids-aandoening veroorzakende, met eenuitmun-' teud gevolg, in dit geval, om het toe val teftuiten, gebruikt; — daar prikkelende middelen daaremtegen het toeval vervroegden en verergerden. c. Men neemt dc zwelling der delen, ivelke in een levend, gezond men/eb altijd aanwezig is, niet algemeen waar. . Immers zult gij deze delen opgezet vinden, terwijl andere verflapt en geflonken zijn , en de veifcheidenheid in die toe vallen is wonderlijk; de delen b. v. wel. (0 Waf tt en Bikkes op de aangeh. plaats p. 153,  Over de zenuwziektens der Nederlanderen. 56$ welke men even te voren zag flinken; zwellen in een oogenblifc weder: en daar zij eene dodelijke bleekheid hadden, worden zij nu weder rood: —— en waarlijk 9 dit teken heeft zeer veel invloed tot de onderfcheiding der zenuwziektens. B. De natuurlijke werkingen worden in wan • orde gebracht: en hier toe brengt men voorna» melijk a. De tegennatuurlijke gevoelsaandceningen; als a. Een verward gevoel. — Dus is het gevoel van de warmte b. v. door het gehele lichaam niet gelijk verfpreid; ja zelfs is het op eenen tijd in verfchillende delen verfcheiden: dan is een deel koud, dan heet: . ik heb ineenelijderestè, aan moederziektc sukkelende, de eene wang brandende, en de andere koud gezien: een toeval, dat men van de opho¬ pingen der vochten en van de ongelijke verdeling der prikkelingen, doch vooral van da tederheid der delen moet afleiden (m) 0. Ver- (m) Zie Whttt op de anng.plaats Ü. 5». en verg. den -Uitmuntenden bu Pui in zijce inwijing» verh. de hommt Hn ft  5^4 JA» PETERSEN MICHELL f3. V'.rjcbilkndt zoort van pijnen. —- Zij varfchieten gemeenlijk van het eene deel naar het andere: dan hebben zij haare zitplaats in de fpieren; dan weder in de vliezen, en zij verplaaizen zich in een oogenblik van het een deel naar het andere; zodanig een zoort van pijn heeft Linnaeus in de varenia voor een der voorns-amfte toevallen gehouden; — en het behoord zekerlijk onder de kentekenen der zenuwziekten»-., dewijl hst meeftal van de tederheid en het onnatuurlijk zamengevoel der delen afhangt, zo dat men ze bijna algemeen, in lijiers, die, door aandoeningen der buiksingewanden, aan Zenuwziektens zukkelende zijn, waarneemt (o); - Men neemt ook niet zelden pi nen waar, die zich op eene plaats vafthechten, en wel voornamelijk het hoofd aandoen. *— Zij worden onder verfchillende benamingen bij dc Schrijvers geboekt, ra dat zij het eene of andere gedeelte van het hoofd aandoen, lang of kort duren, enz. en dan nemen zij het voorhoofd, dan de kruin van het hoofd, en dan het agterhoofd in. ——. Dus zien wij pijn in het voorhoofd en in de kruin, van ee. ne dextn et finiflro , alwaar inen meer voorbeelden vind* die dit ftuk ophelderen. (o) Zij Whytt op de aang. plaats p. 155.  Over de Zeniwziektsns der Nederlanderen. g&§ ne onnatuurlijke beweeglhl beid en gevoeligheid of van andere gebreeken dei maag, voortkomen in lieden, welke zeer gevoelig van zenuwen zijn. Rega Cf) en Rahn Qg) hebben dir, onder anderen , door waarnemingen getoond en Tissot ^r) heeft het beveiligd : daarentegen duid de pijn in het agterhoofd meefltijcU aan, dat de oorzaak'der ziekte in de teeldelen hafire zitplaats heeft (j). Dit toeval heeft veelsl plaats, wanneer de maanitonden ongeregeld zijn, en ik heb meer dan eens deze pijn bij eene gevoelige juffer, als een voorteken van een aanflaandemiskraam, waargenomen. ■ Ja bij de mannelijke fèxe is d it toe val zei ifs, bij eene verzwakte of ongeregelde werking der voortteling, niet vreemd. — Ik heb dit elders door waarnemingen trachten te betogen (>*), en ik zoude hier op nieuws treffende voorbeelden kunnen bijbrengen, zo ik dczei- ven (p) In zijne guWcne verh de Fympathia. (q) lïi zifne verh. ie min caput inter & vijiera abdominaiia commercie. Gott. :~7i. (r) L. c. Tam II in cap. de fymp. nerv. [s] Zie Michell op de aang. plaats en verg. over den aarr van dezen tusfehenpozenden hoofdpijn van de zenuwen Wyiitt bl. 203 op de aangeh. plaa:s. In mijne meermalen aangeh. verh. Nn 3  $6$ jiN PETERSEN MICHELL yen kortheids halve, niet gevoeglijker achteda yoorbijtegaan (V). De lijders , die- san deze ziektens zukkelen, zijn ook zeer onderhevig, aan buikpijn en maagpijn, die hen met groote heevigheid aanvallen. Dan het is zeer zonderling fdat die pijnen, van de te groote beweeglijkheid e.o gevoeligheid der delen oorfprpnkelijk, altijd met tuslchenpozingen aanvallen: - immers zij hebben hunne tijdperken, waarop zij beginnen en eindigen, en hier uit kan men hunnen aart nietduifter afleiden. Tot deeze pijnelijkè aandoeningen moet men pok die ongeregelde werking van het gevoel brengen, waardoor de lijders eene aandoening hebben van een vocht, dat zich van bet eene deel naar het andere verplaat ft, en dat zij gemeenlijk met de naam van zinking beftempelen; Wij hebben er boven onze gedachten over geuit. y. Tot. deze afdeling behoort ook het gebrek, dat wij met den naam van gevoe/oosheid bcflempelen. —— Immers ziet men in alle lijders [t] Zie dc Utynfche verh. boven W. aoö en yolg. ia het bijvoegfel na de bekroning der verhandeling. - Ik heb dje waarnecmingen niet vertaald, dewijl zij den taalkundigen alleen van belang zijn kunnen.  Over deZenmuziekiens dei Nederlander en, 567 ders , die aan zenuwziektens zukkelen, delen, welkers gevoel en beweging min of meer ge- * krenkt is, en die door natuurlijke prikkelingen nauwlijks worden aangedaan; terwijl men in het zelfde lichaam , andere delen aantreft, die van de ligtile prikkelingen hevige beweging en ge- voelsaandoeningen krijgen: en dit is een gevolg van de te groote beweeglijkheid en gevoeligheid van zoramige delen. Immers volgt er eene mindere beweeglijkheid, of, om mij duidelijker uittedrukkeo, eene vermoeidheid, op de ftuipachtige bewegingen en op de uitzetting en rekking der delen, welke door de vochten, met die ftuipachtige bewegingen na die delen toegevoerd, uit bare kracht worden gerekt; en deeze hebben ophopingen ec ongeregelde of te hevige ontladingen der vochten, ten gevolge: — Dus brengt het eene deel het andere in eene ongeregelde werking, zo dat men zeer dikwils de oorfpronk van het onnatuurlijke zamengevoel hier in aoeken moet» Eene jeukte; deze hebban de 'byfierï/cbe en bijpochondrijche lijders dikwerf, na de ondervinding van den beroemden Gaubius, binnen in hunne ledematen, zonder dat men eemge fcherpe prikkelende (lof gewaard word. . Men moet vervolgt hij, dit verjchijnzel aan de groote beJN 4 wieg'  568 JAN ÏËTERSEN MICHELL vceeglijkkeid van den fpiervezel toefchrijven , iuaar door zij, eenmaal in eene ongeregelde trillendcbeweging gebracht, de gtvochkracht op eene onaangename wijze aandoen. Zij houd ee- nigen tijd aan, en Wet d eindelijk, even gelijk alle jluipachtige bewegingen, van zelfs minder: —■ doch komt dikwerf met tusjthenpoztngen , en zomzvijlen wel op eenen bepaalde tijd, weder (t*). i. De benauwdheid is in de zenuwziektens een der meed algemene toevallen. —:— Zij is haren oorfpronk dikwerf aan omftandigheden van Weinig belang, of aan eene verwarring van denkbeelden, verichuldigd. en zij gaar, niet zelden, tot den hoogden graad van wanhoop over. Dtkwèrt fchuilt er eene lichasmlljke oorzaak onder, en die moet in de ftuipachtige bewegingen , welke de vade delen gedurig aandoen, gezocht worden; i • h£C zij die onregelmatige bewegingen dan, door de ontladingen en affchcidingen in wanorde te brengen; i het zij zij door ophouden van het geen ontlaft moet worden; het zij zij door de uitwaasfeming te beletten; . of door ■ de werktuiglijke beweging van het hart ongeregeld te maken, of door ophopingen van vochten naar de buiksingewanden te veroorzaken, de¬ rf] Injlit. Path. $. >j. De zenuwen, die tot het gevoel gefchikt zijn, voorden in deeze ziektens zomwijlen van hunne kracht min of meer berooft. en dat dit toeval een der gemeerde is, tonen de lijders, die met vallende ziekte, zinvang en zoortgelijke toevallen gekweld zijn, allerduidelijke aan. B-. Daar bij komt, dat de gevoelswerking in dit zoort van ziektens niet ..zelden in wanorde is. Immers brengen de hjders het gevoel dikwerf tot een (u) Zie Sydïhham op de aangeh, plaats bl. 4S8. (y) Zie Gausius g. 694. Inji. path. Nn 5  570 JAN PETERSEN MICHBLL een verkeerd deel over (zv); ea dus kunnen zij zich ook geene denkbeelden over de hoedanigheden der dingen formeren; ■ en deze aandoeningen moet men van de ongeregelde werking der zenuwen of van de verwarring, die erin de algemene zitplaats van het gevoel plaats heeft, afleiden) C. De zverking der zintuigen is o$k gekrenkte en hier toe brengen wij a. Een ongeregelden [maak, die zijne oorfpronk aan de verfchillende afwijkingen, die het werktuig van den fmaak, in deszei(s beweeglijkheid en gefchiktheid tot gevoel ondergaat, ver- fchuldigd is. Zij klagen over eenen flegten fmaak, fchoon de tong fchoon is, ener zich gene merkbare oorzaak daar voor opdoet. De tong is zomwijlen met eene flijmige korft bedekt: —— meermalen is zij gezwollen en fterk rood, met opgezette zenuwtepeltjes. De fpraakloosheid is in deze lijders een gemeenzaam toeval, (x). b. De reuk is qf te fcherp, of zij ontbreekt meer of min: het eerlle neemt men in de moederziekte en in de hypochondrie, en het andere in lij' (w) Zie Gaubius g. Ö74. 695. {xj Zie denzelfden Gaubius g. 70*,  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen, 571 lijders, die met vallende ziekte en zinvang gekweld zijn, waar. De reuk word daarenboven dikwerf bedorven door het zamengevoel, dat dit zintuig met andere delen heeft, van eene oorzaak, die haare zitplaats op een ander deel gevestigd heeft, van eene aandoening der hersfenen en van eene eigene ongcfteldheid der reukzenuw. En hier van daan koomt niet zelden jeukte, onaangename aandoeningen, enz. c. Het zintuig des gehoors lijd daarenboven vooral niet minder in deze ziektens; ■ de lijders hebben ruifchiagen en allerlei zoort van geluid in hunne ooren, ■ en daar door is het een allergemeenzaam!! toeval in alle ftuipachtige en pijnlijke ongemakken en Cene gewone kwaal bij hijfterifche en hijpochondrifche lijders; bij kraamvrouwen; bij menfchen, die hunne krachten, door aenezwaare ziekte, verloren hebben, of die niet zeer tot de flaap gefchikt zijn en eindelijk bij aha gevoelige en beweeglijke gefteHen (.";*). Daar nu het zamengevoel, dat dit zintuig met het gehele lichaam heeft, zo groot is en daar zijne zenuwen en fpieren, niet Hechts van nabijgelegene, maar ook van verafjjelegene delen aan. gedaan worden en lijden, zo blijkt het, als het wa- (x*) ZlcWhytt bl. 157. Salmutii. tbs. p. 124.  5/2 JAN PETESSEN MICHELt. ware, van zelfs , dat het fcherpcre gevoel en de te groote beweeglijkheid , even zo wel als de tegenovergeftelde gebreken, in dit zintuig zeer algemeen zijn en dat de toevallen, daar uit oorfpronkelijk, zich meeilal bij de zenuwziektens voegen. —. En hiervan is het, dat men de tusfchenpozende hoofpyn, welkers oorfpronk waarlijk uit de zenuwen komt, en die door den Heer W: de Krzowitz Thrnka (y) aangetekend is, moet afleiden. d. Het gezicht wordt in deze ziektens nut minder aangedaan. ■ Dikwerf immers is dit zintuig te gevoeliger, en word door zijne natuurlijke prikkeling, doorliet licht zelve, zodanig aangedaan , dat het ftuipachtige bewegingen in het lichaam veroorzaake. Daar door is het gevolg van de te grote fchcrpheid des gezichts, de blindheid namelijk, niet zeldzaam: dikwerf heeft zij uit de maag, dikwerf van de teeldelen hare oorfpronk: getuigen zijnde waarnemingen! van Rahn (~), Thrnka (a) en Michell (£>) geboekt: —— hier van moet (y) In zyn werk de Cophefi. {z) In de tang. Verh. Verg. Whytt op de aang. pip. icö. s07. fa) De Aimurofi. (b) In de aang. Verh. I. J/4. 2. Hoefdfi. p. u  Over de xenuivziektens der Nederlander en. $73 moet men de duifterheid , en de bedriegelijke werkittge en andere gebreken ven dit zintuig, welke Gaubius (V) meelïerlijk van elkander on- derfcheiden heeft, ook afleiden. De appel van het oog is dan eens nauw in gekrompen , dan weder verwijderd (c*) , en het vlezige uitwas van de traanklier is meermalen opgezwollen (£**). e. Duizeling is een toeval, dat in deze ziektens gedurig waargenomen wordt; het hangt meeftal af van de zamen werking en het zamengevoei, het welk de delen onder elkander hebben, of daar van neemt men dit toeval ook in de zenuwziektens, welker oorfpronk in de maag; in de eerfte wegen; in de teeldele-n plaats heeft, het allermeeft waar, gelijk duidelijk uit de vergelijking der waarnemingen, die Rahn en Michell bij een gebracht hebben, blijken kan (d) f. Onder de kentekenen dezer ziektens kan men met recht, het ijlen, de neerflachtigheid en een hoog/Ie graad van ongeduld tellen. Immers vind aien deze toevallen met wenig of geen koorts (e] Injt. Path. g. 709 en volg. [c*] Zie Tissot p. I97. op de aang. plaats. [c**] Zie Chevwe bij Tissot ip de aang. plaats, [d] Zie di aang. plaats en terg. Whytt bl. 205.  574 jan ÏETEKSEN MICHELÏ. koorts in deze lijders, en zij hebben hunnen oor. pronk van de verwarring der denkbeelden, uit de ongeregelde werking des algemeenen gevoelszitplaats oorfpronkelijk, te danken;— of zij komen door het zamengwoel van eenig aangedaan deel voort^ zoo dat men kan befluiten, dat het zo wel eene zonderlinge vlugheid van geeft, als wel eene beweeglijkheid of ongeregelde werking der fpier en zenuwvezelen is, die het hare tot die toevallen jfehijnen toetebrengen ()• F. Ongeregelheid in de bewegingen, die tot bet leven noodzakelijk vereifcht voorden, en wel a, In de ademhaling ; de borfï word dikwerf gefpannen en als door een koord omvangen; —— de lijders kunnen hunnen adem kwalijk inhouden en zij ademen zeer benauwd. Ik heb eene (q) Zie Gaubius bijl. Poih. j. 759 Vêig, (r'j Z;c VVhtït op de aang. plaats bl. au.  Over de zenmvziektens der Nederlanderen. £ S i eene Dame, die door re veel en te ontijdig gebruikte ontladingen een zeer gevoelig fpier en zenuvvgeitel gekregen had en aan de witte vloed zukkelde, van zodanig eene fpanning op de boift genezen: daar waren reeds verfcheide mid¬ delen zonder vrucnt aangewend ; immers men had de oorzaak te vergeeffeh in de borftingewanden gezocht, daar zij in de baarmoeder fchuilde. Eene ophoping der vochten naar de longen, door ftuipachtige bewegingen j is dikwerf de oorzaak van eene ongeregelde ademhaling in de zenuwziektens: en dit verdient vooral aan- Werking, op dit men zich in zijne voorzegging op dit teken niet alleen bctrouwe. Bij bijftericqtte vrouwen en lijders , die aan bij po', bondrie zukkelen , is de ademhaling dik■Werf lieklenid, moeijelijk, benauwd; — endaar de"ze, in ziektens, die in korten tijd aflopen en van eene andere oorzaak afhangen, dikwerf eene naderende dood voorfpcllen, zo is het in de zenuwziektens daarentegen een toeval, dat dooreen ligt antispas mdicq midddel weg te nemen is. En tot dit vak behoort ook de hoeft , een toeval, dat in de zenuwziektens veel al plaats heeft en van de aandoeningen der eerde 'wegen, der buika ingewanden, der ballen , der uoiklieren, |anden, ooren, herifetieu, huidzenuwen of die Oo 3 d.'P  •5'$2 JAN PETERSEN MICHELL der andere delen door her zamengevoel zijnen oorfpronk heeft; —-— het is een der getrouwde tekenen van ongeregelde werking des zenmvgedeis. —— T wijffeit iemand, dat hij Whytt (i) flechts opfla, en hij zal de zaak door waarnemingen beveiligd vinden. —- De aanvallen van den hoed wierden niet flegts van de koude, maar van de verfchillende ligging en houding des lichaams, vaa eene prikkeling der huid, van kitteling, kortom van alie oorzaken, voortgebracht of aangewakkerd. Nauwlijks een week, voor den tijd, wanneer ik dit opfteldc,. nam ik een diergelijken zenuwhoeft in eene vrouw waar: Zij was aan koortzige en ongeregelde bewegingen van het zenuwg^del zear onderhevig , en zeer gevoelig; ' thee en coffij kon zij geheel niet verdia. gen: 1——zij had tien hoed toen van een enkel kopje coöij, dat zij niet geheel had uitgedronken, wederkregen, na dat zij zich een jaar lang van dien drank had afgehouden. De hoed vermeerderde van dag tot dag , en veroorzaakte ophopingen van vochten «aar het hoofd, prikkeling op de zenuwen en aandoeningen op de werktuigen des lichaams; ——— de flaap wierd be- (x) Zie hier omtrent dc fraaije waarnemingen op de « De werking van het gevoelige werktuig, .de maag, word door onze levenswijze, voedzelen en geneesmiddelen zodanig bedorven, dat deszelfs fpier en zenuwvezelen, van de minde oorzaak, geprikkeld en in beweging gebracht worden; dus wi jd er eene 'te groots hoeveelheid flijm afgefcheiden en , daar die hare behoorlijke vadheid mid, zo blijft zi) piet vaft genoeg aan de wanden der roaag hangen, word fcherp en zuur en bedérft de maag op yelerleijj wijzen. —■— Daar immers dc vertering en voeding niet behoorlijk voortgaat, moeten de ontladingen en affcheidingen' ongeregeld worden ; de flijm word niet behoorlijk bereid en moet dus noodzakelijk, zo dra de uitwaasfeming belet word, fcherp worden; daar vandaan komt dan walging, braking, afkeer voor voedzelen, hik , maagpijn en de eerde ooifpronk der belette doorzweiging (c), die Zie den beroemden van Gzvm, Nauuiji en anderen, in de verh. van den Heer Blew-awd de dyspha-, gin aangehaald.  Over de zenuwziektens der Nederlanderen. die in ons Vaderland zo algemeen is (dj, Van de* ze oorzaak alleen moet men de kwade fpijsvcitering; de benauwdheid zelfs van het geringfte voedzel; zure , ranfè oprispingen ; borrelingen; winden; fterke afgangen en zomwijlen eene" hardnekkige hardlijvigheid, de hinkende vuiligheid; pijn in den buik en persfmgen afleiden., waar op in zeruwzieke lijders niet zelden een doorloop, waar in het voedzel onverteerd geloosd word, volgt (e). b. Ongeregelde waterlozing. De tus- fchenpozende aanvallen der zenuwziektens heb* ben, niet zelden, pijnlijkheid; onvermogen en belette pislozing tengevolge; en, na dat de ftuipachtige beweging zich op de bkss, pisleiders of op de buisjes van Bellinus in de nieren zelve ophoud, z.il de opftoppiog van het water, waar of valfch zijp: en in verouderde zenuwkwalen is de fcherpts der pis mede tot de oorzaken dier toevallen te brengen. — Deze ftuipachtige beweging dus, zij moge dan van de fcherpte der pis of van de natuurlijke prikkeling ha. (d) Zie van den Bosch , Hott Maatfck. XVIII. Stel, -(«) Verg, Whttt op de aang. plaats H. 160 -— iCC. Pp  £94 jan petersen michell haren oorfpronk hebben, heeft eene benauwdheid ten gevolge; deze hoopt de vochten naar de bin«enfte delen op en zet de Natuur aan tot ontlasting dier prikkelende ftof. ■ Wanneer dus de ftuipachtige bewegingen ontlaten , zo word de pis in eene grote hoeveelheid ontlaft ; en dat deze ontlafting in de zenuwziektens een zeer gemeenzaam toeval is, heeft Sydenham reeds aangemerkt (ƒ). En de vermeerderde pislozing, die bij de Geneeskundigen onder de naam van Diabetes bekend ftaat, is zo zeldzaam niet in onze ziektens, als men gemeenlijk denkt: zij fchijnt mij zelfs dikwerf de oorzaak te zijn der vermagering en uittering, die op de zenuwziektens volgen; . de kracht der dikwerf belette uitwaasfeming, de waterachtige dunheid, mindere zamenhang en fcherpte der vochten , de verlorene krachten der gal, de flapheid van de vaten der nieren, het misbruik in het bijflapen, en wat al niet voor oorzaken, die in de zenuwziektens bijna altijd aanwezig zijn, veroorzaken dit toeval. Dikwerf zijn het pogingen der Natuur tot redding, die dit toe. val (/) In zijn brief aan Cole. Verg. den Heer Whytt op de aang, plaats bl, 166. Tissot tem. II. P. II, p, l&9-  Over dc zetiuiuziektens der Nede-rlanderm* §f $ val veroorzaken: de Natuur immers Werkt in gevoelige lijders fterk; zij zoekt de prikkelende doffe, 20 veel mogelijk, buiten het lidhaam te brengen ; hier van moet men het zweeten en de loslijvigheid; hiervan moet men ons toeval, dat niet zelden op het ophouden of verminderen der gemelde ontladingen volgt ook afleiden. —.— De Natuur verkiert, dit werktuig voor de ontlading der doffe; zij maakt het gefchikt tot gedurige werking en dus word de ontlading ook gedurig, daar zij te voren Hechts tusfehenpozende was, tot merkelijk nadeel van de gezondheid. Daar bij komt, dat de lij. ders zelve, zo zij menen tot hun bed, deze ontlading dagelijks aanzetten , door zure , waterachtige en verflappende dranken: en daar door word de kwaal van dag tot dag erger, ter. wijl de Geneeskundige omtrent de oorzaak onkundig, in't donker fchermt: de lijders immers klagen bij na nooit over eene vermeerderde waterlozing , dewijl zij dezelve heilzaam achten. Ik ken een Heer, die zeer gevoelig op het zenuwgedel is en die door een zittend leven, en *snachts laat te werken, xotbijpocbondrie vervallen is, die van de zenuwen hare oorfpronk heeft: « de toevallen zijn zo hevig, dat hij zom- Jtvijlen, in de benauwdheden, door de ftuipachtiPp 9 gs  gf)6 JAN ÏETERSEN MICHELL ge bewegingen veroorzaakt, zich zelve het leven zon trachten te benemen. De aanval word door eene ware diabetes geëindigd, die altijd op die benauwdheden en ftuipachtige bewegingen volgt. En daar deze ontlading door ont- fpannende en ftuipbrekende middelen bevorderd word, zo ziet m?n mijne voorfteiling, welke ik hier boven van de pogingen der Natuur tot redding, in het voortbrengen van die ftuipachtige bewegingen in de werktuigen der pislozing, heb opgegeeven, beveiligd. . De aanval heeft bij den gemelden lijder, zijnen oorfpronk van ieder oorzaak, die de zenuwen prikkelt: — ver* Herkende geneesmiddelen, en eene .zeer beperkte levenswijze zijn de befte behoedmiddelen. Het flijmgraveel is ook vrij algemeen bij die lij- dets. De oorzaak van die kwaal beftaat in eene te ligte affcheiding van het fcherpe flijm van de wanden der maag; zij heeft pijn boven de fchaambeenderen en gebreken in de pislozing ten gevolge en word niet dan door zenuwveifterkende middelen genezen. c. Gebreken in de huidsent! afiing, zijn in deze lijders vrij algemeen. . Zij hebben ver- ligting der toevallen, wanneer zij fmerig ftinkend zweet ontlallen: en dus doen zij haar beft om deze ontlading aantehouden, dog zij maken ziS  Over de zenuxvzicktens der Nederlanderen, zig door deze voorzorg noch gefchikter tot de belette uitwaasfeming : een tochtje , de noordewind, eene gevatte koude brengt hare gehele dierlijke huishouding in wanorde (g\ < . Zij volgen de weegkundige regelen, door Sancïorius, Keil en de Gorter, tot onderhouding der uitwaasfeming opgegeven , (lipt na en daar door worden zij op de ligtlte vermindering -dier uitwaasfeming benauwd, nemen hunne toevlucht tot de geneeskond en nemen een aantal middelen in, die hun, dan deze, dan gene, aanprijft en deze brengen dikwerf door hunne prikkeling vrij erger toevallen te weeg. Dikwerf word die ontlading herfleld en dra weder door de minde oorzaak belet. Zij letten dus te veel op hunne gezondheid, krijgen benauwdheid op benauwdheid en zijn gedurig in vrees, van de uitwaasieming te beletten. Voorname geneeskundigen hebben reeds lang eene zodanige, naar de weegkundige regelen gefchikte, 'levenswijze veroordeeld en geraden om de lichaamen van jonks af aan te harden tegen da ongemakken van het weder; en onder deze verdient de grote Camper en de geleerde BallexseRD voornamelijk onze aanprijzing (/>). lm» (g) 7Ac Tissot, T0,n. II P I. p 33> (/»} Heil, Maatjch. op de aar.g. plaats. 1'P 3  ijQj JAN PETES.SEN MICHELL Imrners hoe weinigs menfchen zijn er, die heï voorbeeld van Corn'aro volgende, Cornaro's ouderdom bereiken (jj. De uitwaasfeming daarenboven kan te "fterk zijn; dan worden er de befte vochten uit ons lichaam mede ontlaft, de voeding der delen verminderd en dan word zij eene twede oorzaak van vermagering en uittering in deze lijders. C. De toevallen 3 die zicb in de iverking der voortteling opdoen. a. De priaphmus en Jatijriafis zijn in de mannen dikwerf kentekenen van zenuwziektens; Michell (Jc) heeft dit door waarnemingen beveiligd. — Eene onwillige aaadlozing, zelfs* befmetting en het onmatige bijflapen zijn zeer algemene toevallen in de zenuwziektens: de oorzaaken zal men uit de te groote beweeglijkheid en gevoeligheid en uit de onvolmaakte bereiding der vochten ligt kunnen opmaken. b. In de vrouwen zijn de jl■inden dikwerf ongeregeld : en dit is zo wel een oorzaak, als een toeval der zenuwziektens. Eene on- (t) Men kan een diergelijk voorbeeld vinden bij Cxi.ude Rkvillon brief e an einer hijpoehondritten, waarin mea eene hypochondrie , door liet flipt waarnemen dezer weegkundige regelen genezen, vind. (k) In de aang. verh. bl. $6. 2. Afd. Hoofdft. t. §. ^  Over de zenuwziektens dsr Nederlanderen. 599 oumatige trek tot bijflapen en eene te vroege vermenging, kunnen zo wel als het misbruik van de werking der voortteling deze toevallen veroorzaken. Belette uitwaasfeming, kwa* de fpijsvertering, het gebruik der ftoven en andere meergemelde redenen , maken deze kwalen noch algemeener en hier van moet men veel al den witten vloed en de onvruchtbaarheid, die men in ons Vaderland zo algemeen waarneemt, afleiden. Ontelbare ongemakken gaan met de zwangerheid in de beminnelijke fexe verzeld, zo dat men nauwlijks een deel vind, waarop de zwangere baarmoeder haar vermogen niet oeifent. —Zij hebben dus zelden een gelukkig kraambed: — het miskramen is algemeen : > en komen zij al eens gelukkig in de kraam, zo worden zij doch hoe langer hoe gefchikter tot zenuwziektens, dewijl de oorzaken, die de ongeregelde bewegingen in het zenuwgeftel veroorzaken, blijven voortduren. De moeders zijn gemeenlijk niet in ftaat, haar krooll zelfs te zuigen, om dc groote gevoeligheid des lichaams: —— Zij verliezen er het gebruik harer zintuigen min of meer door en krijgen er ftuipachtige bewegingen en ongeregelde gevoels aandoeningen van. En deze opgetelde Pp 4 ken-  «3CÖ JAN PETERSEN MIGHBLi kentekenen rekenen wij genoegzaam, tot onder* fcheiding der Zenuwziektens van aüe andere ongemakken: . laten wij egter noch eenige ge. voltrekkingen uit de ondervinding en debefchouwing van den aart der zenuwziektens getrokken, bij bet verhandelde voegen, om de kennis, eri de voorfpelling in deze ziektens noch eenigzins optehelderen. F-c». Be verdeling der xemmzicktens, onder verfchillende zoorten, is een allermoeijelijkfit taak. ■ Immers zo veel delen er in ons lichaam gevonden worden, die zenuwen hebben, (en het is niet waarfchijnelijk, dat er één deel geheel vsn zenuwen ontbloot is) zo vele kunnen de tkpttjRS van deze ziektens uitmaken: fchoon zij meeftalop de gevoeligfte en beweegüjkfte werktuigen, op de maag b. v. buiks ingewanden en op de teeldelen in beide fexefl vallen, en daar moet men dus haare bronnen zoeken opteiporen. IIdcn. De verzvisfeliag en verjchcidtnheid der toevallen of liever der klachten des lijders, helpt ons in de onderfcheiding dezer ziektens : - immers daar is geen zoort van ziektens, waarin de verfcheidenheid van toevallen zo aanmerkelijk is: • zo dat men deze ziektens om hare veranderingen en verwisfèling der toevallen niet ten onregte bij den Cameleoen vergeleken heeft. W*4  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen, 6oi IIIoen. Men moet aan de klagten der lijders niette veel geloof jlaan; de beweging immers en het gevoel is fcherper; de ziel aandoenlijker; de viees voor de ziekte en de dood is erger; da hoop, welke zij op de geneesmiddelen Hellen, is groot; zij hebben eene valte overtuiging, dat zij gevaarlijk ziek zijn, en bij zommigen komt er ook eene trek tot geneesmiddelen bij; het welk alles veel verzwaaring der toevallen bijbrengt. lyden De ftuipachtige bavegingen en ongeregelde gevoelsaandoeningen zijn zeer veranderlijk : zo dat men het eene ogenblik dit, en het andere weder een ander deel voor het aangedane houden zou; de oorzaak is in de ie grootegevoeligheid des lichaams gelegen; — de zenuwziektens tallen daarenboven gemeenlijk met tus- fchenpozingen en aanvallen aan. Men kan de toevallen noch al ligt llilien, doch zij komen ook zeer ligt weer. Vdt'". Eens aanhidende oorzaak, gefchikt Orn zo vele en zo hevige toevallen in een, anders gezond, lichaam voorttebrengen, zoekt men mee/lal te ver geeffeb; en daar uit blijkt dan zo veel te zekerer, dat de bron en oorfpronk derzelver in het zenuwgeftel huisveiï. VIden. Egter zijn er zmwijkn tegennatuurlijke prikkelingen aanwezig, die nies-zelden gePp 5 vol-  $02 JAN PETERSEN MICHELL' volgen zijn van de ongeregelde werkingen des zenuwgedels, als het gebrek, de dunheid en fcherpte van het natuurlijke flijm, kwade gefteldheid der vochten in de maag en verdere verterings» werktuigen, kwaadfappigheid, belette uitwaasfeming of andere opgeftopte ontladingen en wurmen, die de ongeregelde werking en te grote beweeglijkheid dikwerf veroorzaken. Vilden, Al 10at daar en hoven den menfch^ om~< ringd en al wat hij tot zijn levensonderhoud ■noodzakelijk hebben moet, kan, fchoon aan gezonde menfchen geheel onfchadelijk, de vezelen in eene ongeregelde werking brengen, en in dit geval zal men de aanieidende oorzaak te vergeeffca .zoeken. VIIP!en. De oorzaak der toevallen en verheffingen dezer ziekte, moet men dikwerf in de ziel, cf in dingen die den menfch omringen, welke wij onmogelijk veranderen kunnen, zoeken: als b. v. in den invloed der lucht, gedeldheid des weders &c. Dus is de znidewind fchadelijk aan gevoelige gcftellen: — hij maakt pijn en zwaarte in het hoofd, verteerd het lichaam; maakt het flap, onluflig en loom , gelijk Hippocraxes zelfs heeft aangetekend (7). ■ De bede ge» \nees- <0 Zie Aph. 17. lil. 3.  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 603 neeswijze is dan de te grote gevoeligheid tegenjgaan, IXdei\ De mee/1 algemene bron^van zenuwziek* tens voor gevoelige lijders is in de belette of ver* minderde uitwaasfeming te zoeken: wij vorderen altijd zeer veel. door die ontlading te herftellen. - Xdcn. In de vrouwen heeft meeft altijd eene ongeregeldheid in de werking der voortteling plaats, het zij die onder de oorzaken of onder de toevallen der ziekte te tellen zij. Wij moeten dus hier op onze aandacht voornamelijk veftigen: —. immers brengt de ongeregeldheid van deze werking, onder wat opzicht zij ook verlchijne, altijd het hare toe, tot verergeiing der zenuwziektens. XIdei1. Het eene deel is gemeenlijk zzvakker dan het andere, en men vind er altijd een, die door het zamengevoel der andere delen lijd , of ook andere delen door zijne zamenwerking aandoet. Du blijkt duidelijk in vrouwen, die aan de moederkwaal en in lijders, die aan bijpochondrie. of aan vallende ziekte, wanneer de wormen er oorzaak van Zijn, zukkelen enz, XIIdc". Om deze ziektens te kennen en van anderen te onderfcbeiden moet men de ouderen en hunne geftsldheden, de opvoeding, het zittend leven, de weelde, de werkloosheid, gemoedsaandoeningen en infpanning der zielsvermogens aandachtig 113'  604 JAN PETERS EN MICHELL nagaan , gelijk wij boven reeds betoogd heb. ben. Immers deze geven een Geneesheer dikwerf onverhoopt licht, tot nadere kennis dier ziektens, XIIlden. Men moet bet gevaar in deze ziektens niet te veel vergroten, noch te licht ft ellen. Wij zien dagelijks met vergenoegen, dat er eenige dier ziektens genezen worden; — dan wij moeten te gelijk de verfchrikKelijke gevolgen, die de ftuipachtige bewegingen hebben kunnen, niet uit het oog verliezen (m): fchoon zij gemeenlijk geen fchielijke dood veroorzaken. De zenuwziektens, die erflijk zijn, dis van de ziel haren oorfpronk ontleenen en reeds diepe wortelen gefchoten hebben, zijn zeer moeijelijk te genezen. Daar is geene flepende ziekte , of zij kan haar begin van die kwalen nemen: Zij ein' digen meeft al in vermagering, uittering en ook niet zelden in eene longtering («). XIVA". Hevige en krachtig werkende genees* middelen , doen meeflgl (immers indien men er (in) Men kan dezelve opgeteld vinden bij Tissot F. II. lom. II. p. ic6. alwaar men omtrent de vooifpel. ling in deze ziektens ook veel merkwaardigs geboekt vind, («) Dit heeft "de Heer Cuene ook reeds aangetekend Zie Tissot op de aang. plaats p. itd*  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 60$ er eenige uitzondert) meer kwaad dan goed in deze ziektens: zij vermeerderen de gevoeligheid van het lichaam. «——- Ontlaftende middelen en voornamelijk , die eenigzins fterk werken, moet men uit de genezing dier ziektens volftrekt bannen: In het algemeen is de aderlating fchadelijk; en buikzuiverende mid>) Verg. den uitmuntenden Tissot ep de aang. plaats cn den Heer Whyit op de aang. plaats 11 210-229. alwaar hij de geneeslijke zenuwziektens van de ongeneasj #jkc tracht te ondeifcheiden.  6o8 JAN PETERSEN MICHELL niet fcherp, maar natuurlijk zijn, de ftuipachtige bewegingen korftondig en met gene te groote hevigheid de vezelen aandoen; zo men de oorzaak der ziekte kent en voor geneeslijk houd; . zo de lijder jong is, lichaamsbeweging en kalmte van gemoed heeft, zo is er niets, waarom een geneesheer van de genezing zoude vvamiopen. HET VIERDE HOOFDSTUK. Over de voorbehoedvig der zenuwziektens. 'V ij hebben te voren aangetoond, dat de voorname oorzaak der zenuwziektens eigenlijk in de ongeregelde werking van het fpier en zenuwgeftel plaats heeft; en dat de vezelen eene te grote gefchiktheid tot beweging en gevoel hadden, zo dat zij van oorzaken, die op een gezond lichaam niets vermogen , wierden aangedaan,' en tot onnatuurlijke bewegingen aangezet. dat er echter zomwijlen tegennatuurlijke, aanleiden. de oorzaken plaats hadden, die zo wel ongeregelde bewegingen in het zenuw en fpiergeftel te weeg brengen konden, als dezelve reeds aanwe. zig vermeerderen , aanwakkeren en in werking brengen: .<■■ dat deze dus als ware aanleidende  Q ver de Zenuwziektens der Nederlanderen. 6op de oorzaken, zo'wel in meer als ruin aandoenlijke geitellen, verdiende aangemerkt te worden * daar zij in deze de ongeregelde bewegingen voortbrengen, in gene aanwakkeren: dat men hier toe de belette uitwaasfeming , het te vroeg huwlijken, de zwangerheid, het ongemakkelijke kinderbaren, het min gelukkig kraambed, de ongeregeldheid der ftonden, de witte vloed, de gebreken in de voorttelings werking bij de mannen, de opftopping van cenige ontladingen, wormen misbruik van geneesmiddelen, de ontladmiddelen en vooral dc dikwerf herhaalde aderlatingen brengen moed: —— immers dat deze, zo door het lichaam gefchikt te maken tot ongeregelde werkingen, als door de gefchiktheid van hetzelve daar toe optewekken ais zaden , en aanieidende oorzaken der zenuwzisktecs moeten worden aangemerkte De voorbehoeding dierhaiven leert, de zaden dier ziektens wegtenemen, de lichaamen tegen de aanieidende oorzaken te harden, en de gelegenheden, waardoormen zich deze ziektens zou kunnen op den hals halen , Zo veel mogelijk te vermijden. Dus immers, (door namelijk de te grote gevoeligheid des lichaams te verminderen) wordende lichamen, als het ware, van zelfs, |egen die dingen, die ben omringen en die wij  '6lÓ jan peter. sen micheix in het leven niet ontberen kunnen, gehard: — en uit deze befchouvvingen volgen deze regelen ter voorbehoed ing. I. De lichamen moeten van der jeugd af aan gefchikt gemaakt worden, om ongemakken en verrooeijing te kunnen verdragen. II. De oorzaken, die meeflal de zenuwziektens voortbrengen, moeten vermijd worden. III. De zwakke en gevoelige lichamen moeten verfterkt en tegen de uitwendige ongemakken van het weder enz. gehard worden. Onder deze eerde regel, behoren die behoedmiddelen, welke het lichaam van de wieg af tor den volwasfen leeftijd, in zijne natuurlijke krach* bewaren; en hier toe behoort (om niet te fpreken van de zorg en voorziening, welke eene zwange. re moeder haren vrucht fchuldig is, als die van Tissot, Bikker (pj en Stokke (q) zodanig uit* gepluid zijn, dat het niet nodig is, die hier ter plaatze te herhalen.) A. Ten eerden de opvoeding der kinderen. En hierin befchouwen wij de moedermelk, als het (p) Raadg. veer dtn gemeenen man Rott. j«78o. bl. 334 *- 37*- (g) Stokke kwijnendeziektens derNedirl. XII. Hooifjti $ 323 - 366 bl, 1. A a56, Verg. Ghashüiï le\ Vtusw. van zwangere vrouwen.  Over de Zenuwziektens der Nederlander en. 6l i het befte voedzel en geneesmiddel voor het teder wicht. V/ij veroordelen het vafte bakeren, en het broeijen: wij prijzen eene zuivere lucht voor het kind aan: ■ Geneesmiddelen moeten zoo min mogelijk worden voorgefchreven: •—- matigheid Cii ruft zijn bij die tedere fchrpfekjes de befte, de veiligfte geneesmiddelen. Eene fchrale levenswijze, het wennen van het kind aan de lucht en de lichaamsbe^ weging3 zijn de voornaamfte behoedmiddelen tegen de ziektens van dien leeftijd. In een meer gevorderden leeftijd moei men vooral waken tegen het vroeg huwlijken: s tegen het te veel bijflapen: de zielsvermo- gens moeten niet te veel gevergd, de gemoedsaandoeningen niet aangezet worden; zelfs in meer volwasfenen, — De levenswijze dient eenigzins tuw, of ten minften ver van verwijfd te zijn. - De kracht des lichaams moet met goed en ligt verteerbaar voedzel onderhouden worden. Ons beftek laat ons niet toe, dit alles, zo het behoorde, voortcftellen; en wij kunnen hier zo veel te veiliger van afftappen, dewijl het aan ieder, die de werken van Ballaxserd (r) Camper Q) Da* (O Maatfch. ï). Vil. St. ƒ, W. 77..2j, hoorlijk vermoeiijen, worden fchielijk oud en „ krijgen ligt ziektens» * „ Het bijflapen daarenboven, £dus vervolgt hij,) „ moet men met te veel, noch te weinig, doen: — „ Wanneer men het matig doet, zo word het lic- „ haam er door opgewekt; doch onmatig „ gedaan verteerd het iichaam. Dan daar „ de onmatigheid niet, dan met opzicht der na„ tuur, ouderdom en lichaamsgefteldheid vaude „ onderwerpen, te bepalen is, zo dient men op„ temerken, dat het bijflapen voordelig is, zo „ lang het door geen vermoeidheid of onaange„ naam gevoel des lichaams agtervolgd word. „ Het bijilapen is minder voordelig op den „ dag, dan 's nachts: Zo echter, dat men „ noch op het eerfte de maaltijd, noch op het „ laatfte het waken en arbeiden aanftonds moet „ laten \ol.ren. n 1« d£ze regelen moeten gezonde menfchen „ in het oog houden en zich daar bij wel wachs, ten, om in den gezonden ftaat, geneesmidde» len, die alleen voor ziektens gefchikt zijn, te t, gebruiken O). , En waarlijk volgden onze («) Zis Ceuus de Med. Lib. I. Cap. I. $. 2S, 21. Qq4  €l6 JAN PETEïtSEN MICHELli ze kinderen, wanneer zij wel en niet verwijfd waren opgevoed, deze voojgfchrevene regelen, zo zoude ik vrij zeker durven voorfpeüen, dat ds zenuwziektens zeldzamer zijn zouden. II. De oorzaken, welke dc ongeregelde werking der zenuwen voornamelijk voortbrengen, moeten vermijd worden, en hier koomt ten eerden A. Bet werkloos, lui en welixuf:ig keven in aanmerking; de flegte uitwerkzelen van dit leven hebben wij r^eds te vooren befchouwd; lichamen dcrhalven, aan hetzelve gewend, moeten het langzamerhand afwennen ; < eene Ichielijke verandering immers van levenswijze is fchadelijk: -—- „ Want dat tegen de gewoonte fbrijd, het zij het in het verwijfde of in het ru„ we valt, is fchadelijk (b); arbeid, die fchie„ lijk op ledigheid volgt, kan zeer kwade ge„ volgen hebben; wanneer iemand dus in zijr.e „ levenswijze iets wil veranderen, zo moet hij er zich van tijd tot tijd aan trachten te wen» uen (c). B. Zij ik heb de uitgaaf van Almelovexm , die te Amit. iq het jaar if 13 in't licht gegeven i«, gebruikt. (&) Zie Celsus ep as aang. platts het 3de hefdj). ,. (f) Zie den zelfden bl. 25, ,  Over de Zenuwziekten: der NeSerknderen. 6iy Zij maeta/i eene zuivere lucht inademen. Hier toe kan men die hulpmiddelen in het werk {tellen, die de geleerde van den Bosch (d ■ tot de zuivering der lucht van ons Vaderland heeft voorgefteld. — Het zuiveren der huizen en der luchten van de vertrekken dient ook tot dit einde: —men móet talrijke vergaderingen in bekrompte plaatzen vermijden: BoEiuiAVEraad eerj hclderbrandend vuur uit harftach'tig hout op den haart, boven alle andere hulpmiddelen, en met recht, 'aan. , De Itraten moeten in de £tad rein en zindelijk gehouden worden; men moet zorg dragen voor het flilltaan der wateren en der lucht, door het vermeerderen van plantzoen, en het plaatzen van molens, met die voorzorg echter, dat zij juin: en in eene gefchikte orde geftelt worden : de lijken moeten buiten de Steden begraven worden. . Men moet zorgen , dat de "lucht niet door bosfehen , in hare beweging, geflremd worde. Kortom men moet alle mogelijke "zorg voor de zuiverheid der lucht in het werk Hellen. C. Men moet zich mijden voor zvelluftige zamenkomfien. en voor het lezen van zodanige boe- (d) Zie dt aang. yerk. bl. 573 en volg, Qq 5  6l8 JAN PETERSEN MICH-ELL boeken: —— hier door immers word het lichaam en ziel verwijfd; de prikkeling rot bijflapen word vermenigvuldigd; hier door komen de te vroege huwlijken, het onmatige en ongeoorloorfde misbruik der weiluftige omhelzingen ; zelfsbefmettiug in beide fexen ea de daar uit voortvloeijnede bron, welke zo dikwerf aanleiding tot ongeregelde werking van liet zenuwgeftel en ontelbare kwalen geeft. D. Men moet het fterk in/pannen der zielsvermogens vermijden: de gemoedsaandoeningen matigen: > ■ het denken, pa het eeten, is voor al fchadelijk: — verwisfeling van let- teroeffeningen is voor al noodzakelijk en nuttig: —-- hier door immers word het werk aangenaam ; het vergenoegen word meer en meer, en daar door de uitwaasfeming bevorderd. . Het nachtwerken, vooral zo het op de zielsvermogens aankomt, is altyd fchadelijk , — Dat de lichaamsbeweging en oeffening de zielsarbeid verwisfelen. ——* Dweperij is vooral nadelig. E. Men moet zich wachten voor eene onmatige levenswijze, voor overtollige vueazelen, voor ranze, zoete fpijzen, voor waterachtige lauwe dranken , kortom voor alles, dat de vertering hadelijk is. — De maag en verteringswerk- tui-  Over de zenuwziektens der Nederlanderen. 619 tuigen worden hier door bedorven, en daaruit, immers dit is een zeer beweeglijk en gevoelig werktuig, word de eerfte bron tot ongeregelde werking van het zenuwgeflej geboren: —- waar door dan weder de koking, vertering en voeding bedorven word en ontelbare zenuwziektens haa. ren ooifpronk nemen. F. Klederen, die te veel bmeijen 3 of die hefi eene deel meer als bet andere aan de lucht bloot/lellen, die te veel knellen, of op de eene of andere manier fchadelijk zijn, moeten ook vermijd worden. r Die klederen zijn alleen goed, die naar het climaat en naar de veranderingen van het weder gelchikt zijn: —— dikwerf te verwis- felen van klederen is ook fchadelijk: egter moet men dit niet geheel nalaaten , ten zij de kracht en fterk te des lichaams hec toeliet, en dc gewoonte het vorderde. III. Met deze afdeling komen wij nader tot de eigenlijke voorbehoeding der zenuwziektens. Sterke lichaamen behoeden zich ligt zelve: —. doch zwakke niet: immers daar deze aan te grote gevoeligheid reeds van de wieg af zukkelen, zo kan men ze voor de zenuwziektens ook niet ligt behoeden ; het vermijden der oozaken is hier geheel onmogelijk, (want die geflellen worden door de lucht, lpijs en drank, el  620 JAN PETERS EN MICHELL al zijn zij nog zo onfchadehjk, in beweging gebracht;) en het verfterken van het zenuwgeitel aiiermoeijelijkfi: men kan de gebreken van het zenuwgellel beter voorkomen, dan genezen, en men zal de ziektens, daar uit oorfpronkelijk, "eer wegnemen, dan de gefchiktheid verbeteren. . 1 Het is de plicht egter van een Geneesheer die gefchiktheid te genezen, en de ziektens, die daar uit voortvloeijen kannen , voortckomen: —- dit is de taak en' het doelwit. . Laten wij zien, ef wij hier in eenigzins (lagen kunnen. A. Vooreerft dan moet men de les van Cel* sus (J) in het oog houden, die, zo ergens, hier v/aarachtig is , dat men namelijk zelden 'iemand aantreft, of hij heeft eenig deel, dat zwakker, tederer, gevoeliger is, dan de andere delen zijns lichaams. —— Immers in onze zieKtens word het eene deel van het andere aangedaan: — het eene deel brengt het andere in beweging: — en de aandoening van een deel wekt dikwerf het gehele lichaam tot zamenwerking en zamengevoel op. m Daarom moet men doch alle voorzorg aanwenden, om die plaatzeüjke ongemakken te vermijden; en daar in zal men het beft fia- gen, met de maag en ingewanden te verderken ee L («) Op dezelfde plaats p. aj.  Over de zenuwziektens der Nederlanderen, fjai en de uitwaasfeming te bevorderen; want zo die werktuigen geregeld werken, zo is het lichaam gezond. 13. De zwakheid van het /pier en zenuwge- jlel moet, zo veel doenlijk, vermijd worden. die tedere geitellen dienen zich derhal ven van den fchadelijken invloed van alle uitwendige oorzaken te mij-Jen, dewijl zij daar door in ziektens ververvallen, die altijd eene grotere gevoeligheid des lichaams nalaten: . zij moeten zich voor alle verflappendc fpijzen en dranken , voor vermoeijing van lichaam en geeft wachten, enz. C. Men moet alle de ontladingen trachten te onderhouden. . Immers is de belette uitwaasfeming in gevoelige lijders eene vruchtbare moe-> der van zenuwkwalen: — en de opftoppmg der Honden en kraamvloeijing brengt, bij de vrouwen, een ontelbaar heir van krankheden te weeg: en dit is omtrént alle andere ontladingen even waar: Dan, om in het voorgeftelda wel te flagen, zo moeten wij voornamelijk de levenswijze regelen, en ons oog vedigen op die dingen, welke den menfeh tot onderhouding zijns levens en gezondheid onontbeerlijk zijn. a. De lucht, welke zij inademen, moet matig van warmte zijn, zuiver en voorzien met eene  02S JAN PETERSEN MICHELL matige hoeveelheid phlogidon (ƒ); . Hitta doet het Ievensbeginzel in ongeregelde bewegin- gen uitharden ; en koude is voor tedere geitellen, dieeenaandoenlijken fpier-en zen uw vezel hebben, ook niet voorieelig Qg). Vochtigheid is fchadelijk, dewijl zij in gevoelige geitellen de uitwaasfeming en andere ontladingen belet : - Zwaare lucht is beter dan ligte: —~ fiilltaande bedorve lucht is allernadeliglt: De zuide wind is , volgens het getuigenis van Hippocrates (//), voor die menfchen ook geen der voordeligden; zij moeten zich voor befmetting (t) voor tocht, voor bedompte kamers, voof kolendamp en dierlijke uitwasfemingen wachten. Zij dienen zich langzaam, aan de lucht en de verandering van het weder te gewennen, om nieÉ door de minde luchtsveranderingen aangedaan te worden, ë. Zij Henen voedzame en ligt verteerbare ' JP*t*. (f) Op de hooge bergen, daar dc lucht minder phlf giflicq is, zijn dc zenuwziektens vrij algemeen. (ir) Zie den Heer Gaubius M. 205 - sop J. 413 -423^ (h) Op de te voren aang. plaats. (i) De geleerde van den Eosch heeft tot hier to* middelen opgegeven Frijsv. bl. 620,  Over de zenuwziektens der "Nederlanderen. 6%% fpijzen, in eene geringe hoeveelheid, doch meermalen , op den dag, te gebruiken. Want die zukkelende lijders hebben gemeenlijk eene zeer zwakke maag. Celsus raadde hun reeds „ dat zij tweemalen op een dag eten moeiten, „ dat zij op eene nuchtere maag geen koud water, „ maar warme wijn moeiten gebruiken: ■ „ dat de wijn ligt en zamentrekkende zijn moert: „ dat de drank naar den eten koud moeit ge„ dronken worden, en niet, dan als de dord het „ vereifchte, want door het te veel drinken wor„ den de vochten te waterachtig, het voedzaamde ontlad zich te fpoedig, en het lichaam word „ dus van het voedzel beroofd (/). Niet licht verteerbare voedzelen, ranfe, vette, zuure , loogachtige Ipijzen , fpecerijen enz. zijn voor zwakke geitellen zeer fchadelijk: . gebraden of gedoofd vleelch en groentens zijn voor die lieden het bede voedzel. . Bier is hun bede drank. ■ Zuiker, honigh, banket, vifch, waterachtige fpijzen en lauwe dranken, zijn allernadeligd, -—— Daarvan is het, zegt Gai> (k) Op de zelfde plaats bl. 38. CO Op de aang. plaats.  '624 JAM PE TERSEN MICHELL Gaubius, dal men alk zoorten vanzenuivzickteni ziet geboren worden (tri). Het befte voedzel is gebraden of geftoofd ofte, lams ; moeijing en afmatting des lichaams fchadelijk. zijn. ƒ. Het infpannen der zielsvermogens en de meefte gemoedsaandoeningen zijn nadelig. —> Hier door word het zenüwgeftel aangedaan, bewogen , gefchokt; —— dus meet de droefheid voor al vermijd worden. —— Vrolijkheid en blijdfehap zijn altijd voordelig. - .— Het denken na den eeten is zeer fchadelijk , het bederft de vertering der fpijzen, hindert de voeding , verzwakt het lichaam, en legt dus den grond tot ontelbare zenuwziektens. Ver- eifclit ons beroep en plicht infpanning der ziels, vermogens, zo moeten' wij onze letteroeffeningen ons, door eene geftadige verwisfeling, aangenaam maken en dikwerf eene uitfpanning nemen. g. Het waken is niet minder nadelig. Daar door worden onze zintuigen en bewegingskrach, ten gekraakt: de zenuw - en fpiervezel verliezen hunne vaftheid, „ hunne bewegingen wor„ den ongeregeld en de ziel is buiten Jlaat, om be„ boorlijk op hen te kunnen werken. —— Dus h- fiiLCHRisT, liet varen, als e.en ctgenaartig middel tegejj «ie zenuwziektens, aanj>ree».  Over de Zenuwziektens der Nederlander en. 6af \, komen er denkbeelden uit voort, die geen be~ ■„ hoorlijke aaneenfchakeling hebben, de verheel- " h di'igskracht zvord in verzvarring gebracht, de „ denkbeelden blijven vajl in de ziel geprent, dc „ lijders worden ijl, duizelig, krijgen pijn in het . 3, hoofd, en kunnen niet in flaap komen", zo als de Heer Gaucius (q) ons kort c-n bondig leer* Wat een aantal zenuwziektens nu kunnen er ook uit die toevallen ontfpruiten? — dezen geitellen is dus het flapen, en wel een weinig langer, dan gewoonlijk, zeer heilzaam, - De Vermoeide fpiervezelen worden er weder door herfteld en de zenuwen krijgen er hunne veerkracht en fterkte weder door Het is beter 's nachts dan bij dag te Gapen. — Echter moet de flaap niet te lang zijn; dan zoude 'er het lichaam weker, (lapper en gevoeliger door worden. Het liapen na den esten, komt, dunkt mij, ih die geitellen niet te pas, dewijl htmne zwakke maag, de aandoenlijkheid des lichaams en de ongeregelde werking der levenskrachten eer b> weging na den maaltijd vorderen. h. Onmatige ontlajlingen doen hun ook veel kwaad. Luit* Het fterk zweten, eene overtollige 1 ii) ï'ft, p»tk. $. 550. Rr *  6fl& JAN PETERSEN MICHELL ge pislozing, en bet ontijdig zaadlozen is gevaar* lijk. Natuurlijke bloedontlading, zo zij onmatig is, of zelfs eene matige aderlating, en de ontlading zelve van het fpog, geven dikwerf de eerde grond tot zenuwziektens. in zo verre zij het geheele lichaam en wel voornamelijk het zenuwgeitel verzwakken, en in ongeregelde bewegingen brengen. Men moet dus de hitwaas- iemingen pislozing niet dan door den leefregel, en matige lichaamsbeweging aan den gang houden: de natuurlijke bloedontlafting moet op dezelfde wijs bevorderd worden: • ■ de kontti- ge moet men voorzichtig in het werk dellen, dewijl zij de gevoeligheid des lichaams vermeerdert. De vermenging met de beminnelijke kunne moet, wanneer zij het lichaam en den fpiervezel diend zal doen, zeer matig zijn (r). Zwakke vrouwen moeten hunne kinderen zelfs niet zogen ; ——- dewij 1 zij er gemeenlijk ongeregelde bewegingen en onaangename gevoelsaandoeningen van krijgen. i. Wat de klederen aangaat; die van dierlijke dol gemaakt worden, zijn de verkiellijkde, want deze dorpen het vochtige van de huid op, en trekken het naar zich; dus kunnen zij nat §e' (r) Zie CEJ.SUS Lib, lc Cap, I. over het bijjlaftn.  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 629 geworden door her zweet, zo ligt niet verkouden, en dus de uitwaasfeming in een lichaam, dat gevoelig, warm, en dus zeer gefchikt tot verkonding is, beletten. . De klederen moeren vaft om het lichaam fluiter,, dit leert ons hun uitwerkte! \ want zij maken eene drukking op de vafle en vloeijbare delen en bevorderen hare onderlinge werking. — Onder die Waarnemingen , die om haar nut aanprijzing verdienen, heb ik er geen, die onze aanmerking meer verdient, dan de heilzame uitwerkzelen ven het dragen van een Flenelle hembd op het bhte lijf* tot voorbehoeding der zenuwziektens. — Het moet in den winter, zo wel als in den zomer, gedragen wordeu: en het maakt de verandering der kleding niet Hechts onfchadelijk , en behoed het gevoelige lichaam voor béidt»e uitwaasfeming, maar nét geneeit dikwerf de zenuwziektens zelve, door de huid te prikkelen en de ziektensftof naar buiten uit- telokken. • Het is niet nodig, dit door veel waarnemingen te betogen: Eene derdendaag- fe koorts , die door gevoeligheid en beweeglijkheid van het ZênuWgeftel van tijd tot tijd wederkwam, heb ik door zodanig hembd genezen gezien: en een lijder, die aan zijne uiteinden ver. lamd wass wierd in vijf dagen, na dat hij een ft* 3 üiei-  63O JAN PETERSEN MIGHELL diergelijk hembd gedragen had , door een uitOag op de huid gered» — Daar en boven is her, om de toevallen der zenuwziektens dragelijker te rnaken, om het gevoel van de fcherpe koude, die Hippocrates reeds fchadelijk voor het zenuwgeftel verklaarde, te matigen, een uitmuntend middel. — Meu behoeft ook voor het fterke zweeten in zwakke lijders geen vrees te hebben, — Want de natuur gawer.t ligt aan eleze prikkeling, zo dat men , naar dat men het hembd eenige dagen gedragen heeft, cr nauwelijks iets van bemerkt, dan dat het de uitwaas^ feming over het gehele lichaam gelijktijdig be. vord&rt. k. Zij moeten zich daar en boven ivachten voor (loven , voor den haart (lede en voor kagchels. — De lichamen worden hier onbegrijpe. lijk Hap en week door, zy verkrijgen een groter graad van gevoeligheid en de delen krijgen niet zelden plaatselijke ongemakken. Men moet zich, zo veel mogelijk, aan de kou- de gewennen en fchoon ik die zwakke geitellen niet gaarne, in het algemeen, de koude baden wil aangeraaden hebben, zo zijn zij egter, wanneer men het lichaam er van de wieg af toe gewend heeft, een uitmuntend middel ter voorbehoeding. J» En  Over de Zfnuzv ziektens derNederlander-en. 6$i En die is, dunkt mij, genoeg van de voorbehoeding der zenuwziektens, in het algemeen ge- zegd. Ik zoude het bedek dezer verbande- ling ver te buiten gaan, wüde ik in elke bijzondere zenuwziekte, bijzondere regelen opgeven ter voorbehoeding; — en mij dunkt men kan zeer ligt, uit dit algemene, bijzondere regels ter voorbehoeding opmaken. . En dus gaan wij tot het Iaatfte gedeelte der vraag over.. HET VYFDE HOOFDSUK Over de Genezing der Zenuwziektens. De genezing dezer ziektens is waarlijk zeer moeijelijk, niet alleen wijl de ziektens niet gemakkelijk te kennen zijn, maar ook, om dat da oorzaak gemeenlijk niet bekend is, om dat de kinderen dezeiven dikwerferfüjk hebben van hunne ouders, om dat ze meermalen diepe wortelen gefchoten hebben, om de eigenzinnigheid der lijders, de tusfehenkomende gemoedsaandoeningen, en wat dies meer is. ——. De Geneesheer moet dus zeer voorzichtig zijn,' 'pm, wijl hij dikwerf geen nut bij kan'brengen, Kr 4 ten  JAN PETERS EN MICHELL ten minden geen nadeel te doen. . Want dit zoort van lijders word dikwêrf op den Geneesheer en de geneesmiddelen zo verzot , dat zij van ieder kwakzalver en Isndloper middelen innemen , die de kwaal meedal ongeneeslijker maken. En, daar het aantal der zenuwziektens zo aanmerkelijk en derzelver rangichikking bijna on* mooglijk is, zo zullen wij ons niet met het befchouvven van bijzondere zenuwziektens ophouden, doch alleen eenige algemene repelen opgeven, waar door-wij dan in ftaat zullen gefteid worden, om eenige bijzondere zoortcn van zenuw-, ziektens, die liet meeft berucht zijn, met een vluchtig oog te befchouwen. En deze wij¬ ze van fchrijven is nni de belle en de klaarde voorgekomen, dewijl;dezelfde oorzaak in alie zenuwziektens plaats heeft, doordien de te grote gevoeligheid des lichaams in alle gevallen aanwezig is, en dus hunne yerfcheidenheid , niet dan van de verfchillende delen , waar op zij vallen, afhangt; in alle gevallen komt dus dezelfde geneeswijze te ftade; — en wij kunnen dierhalven met algemeene regelen voldaan, welke een ieder, die het menfchlijk lichaam in den gezonden en zieken daat heeft befchouwd, ligt tot de  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 633 de bijzondere zenuwziektens zal kunnen overbreng gen. Immers her Genootfchap : the ook gene volledige verhandeling Tver de zenuiczi kiens in het algemeen, maar eene korte, bondige verhandeling over die kwalen, in zo verre zij betrekking hebben tot ons Vaderland, Zie hier dus de aanwijzingen, welke een ieder Geneesheer, in alle zoorten vsn Zenuwziektens , zal hij in de genezing gelukkig flagen, moet in het oog houden. I. De eerlle aanwijzing leert, de affcheidingen en antiaft ingen in den natuurlijken (laat te herfiellen. II. De eer/Ie wegen te zuiveren, te ver ft erken. III. Het aangedane deel teder/lellen. IV. De te grote gevoeligheid des lichaams te verminderen, den fpiervezel en zenuwen te verft erken, en de prikkelende (lof te ontlajlen. V. De toevallen te verzachten en de gevolgen te verhoeden. VI. De ziel in kalmte te brengen, en de gemoedsaandoeningen te beftieren, tot heil des lijders. ï. Omtrent de eerlle aanwijzing, zo moeten wij aanmerken , dat A, Alle ontlaftmiddelen in het algemeen voor Rr 5 ze*  ^34 JAN PETER SEN M JfCUELL' zenuwzieke lijders fchadelyk zipi : ■ men moet dus met de aderlating, met zweet-en pis.drijvende middelen zo wel als met die op de baar* jnoeder en op de buiksontlading werken , zeer voorzichtig zijn, Want deze middelen bevorderen de ongeregel. de werking der zenuwen in gevoelige lijders, en maken den lijder zelve gefchikt om zenuwziektens te krijgen. B, Dat dc oorzaak der ongeregelde affebeidingenen ontladingen in zenuwzieke lijders gemeenlijk in eene ïïuipachtige beweging van den Jpier* vezel beQaatt dewelke men door de eigenlijk ontladende middelen, eer verminderen, dan vermeerderen zou. • Deze ftuipachtige beweging hangt van de te grote gevoeligheid der zenuwdraden en beweeglijkheid der fpiervezelen af', cn deze hebben haren oorfpronk weder van de te. derheid der natuurlijke flijm : —~ daar dan de ontladmiddeien deze oorzaken zelve daar dellen, of dezelve,tegenwoordig zijnde,verergeren, zo iohaden zij dubbel in deze opzichten. C Dat onder de ongeregelde affcheidingen en ontladingen, de belette uitwaasfeming en de ongeregeldheid der maan/londen een voornamen rol Jpeelt. En dat de opuopping van deze ■ontladingen dïcrhalven, ais eene voorname bron der  Over de Zenuwziektens dei Nederlander en. 635 der zenuwziektens verdiend te worden aange- merkt: In de vrouwen zijn. de witte vloed, de vermeerderde ontlading der maandftonden, eene onmatige kraamvloeijing en eene ophoping van vochten , naar andere ontlaftbuizen , niet minder vermogende en algemeen. Eene fterke ontlading en misfchien ook eene te langdurige ophoping van het zaad , kan in beide fexen deze ziektens veroorzaaken. (s). Men moet dus deze ontladingen! voorzichtig bevorderen en matigen , op dat zij gene ziektens veroorzaken of dezelven, reeds aanwezig, verergeren, en de genezing verhinderen: en hier toe moet men a. De uitwaasfeming trachten te bevorderen, en wanner zij bekt is, te hcrfteilen: en ten dien einde komen hier (^buiten {de beweging, da levensregelfea klederen, waarvan wij op zijn tijd gehandeld hebben) zodanige middelen te pas, die op de huid werken en te gelijk eene ligte ontipannende krach', hebben. — Vlier en (j) Verg. hst geen Michell omtrent het aanwezen van het zaadvocht in de vrouwen geltsld heeft, en hst .geen door den Heer Dr. Themme'n overgenomen.» in zijne verh. Zie Geneesk. Kabinet III. D. IV. ji. e» yerg. Genessk Jaarh No. XXXL  JAN PETERSEN MICHELL en camillebloemen, rofmarijn, melilote, melisfe, conferf van rofmarijn bloemen, fpiritus hitri du!, cis, het pijnffiliend/z^z/crvan Hoffmann, middelen, uit het fpiès'glas bereid, kleine giften van de Ipecacuanha. en het heulfap zelve, komen hier in aanmerking. Wanneer de huid valt van weeffel en ftüipachtig cefpannenis, zo kan het lauwe bad van dienft zijn.; b. Indien de lijder te jierk zweet, moet men deze ontlafting trachten te matigen. — Immers in tedere geitellen en die zich te fterk mijden, word deze ontlafting doer het misbruik van waïerdrankèn, door het lang Öapen en de onzuivere lucht enz. dikwerf zodanig vermeerderd dat de voedzaamfte vochten door de huid verloren gaan. —— En dus word deze ontlafting zeifè eene vermogende oorzaak van zenuwziektens. , Om de?e ontlafting dos te matigen , komen er verfterkettde zetmwmiddelen te pas, - de kinab. v. aluin, cachou, bloedfteen, {taalmiddelen , minerale wateren en goede oude rode wijn kunnen in dit geval van dienft zijn. c De waterlozing is zelden te weinig, of het moeft bij het opkomen der ftuipachtige bewegingen gebeuren. ■ Onrfpannende middelen, die zelfs eenige kracht op de werktuigen, die. pis affcheiden, hebben, zijn dan de befte. ^~ En  Over de xenuwziehsns der Nederlander en. 63/ En hier toe behoort het in-en uitwendig gebruik van de Catnpher, van den geeft van hajshoorn, met barnfteen bereid, van het pijnftillend vocht van Hoffmann , en van den zoeten falpetergeeft. d. De vermeerderde pislozing is een meer algemeen toeval in deze ziektens. ■ Zij is dikwerf de voornaamfte oorzaak van de daarop volgende vermagering (t). . Zij moet dus, wanneer zij de maat te buitengaat, door de Kina, cascariüe, campher, wei van melk, daar aluinjin opgeloft is, door de tinctuufvan conchenille, van fpaaiifofae vliegen en meer diergelijke middelen, tegengegaan worden. —- Want terwijl de tederheid der Vezel, de ophoping der vochten en de daar uit voortvloeijende ftuipachtige bewegingen deze vermeerdering dier ontlafting veroorzaken , zo doen deze geneesmiddelen door haie verilerkende , op de zenuwen werkende en ontfpatinende krachten zeer veel voordeel, te meer, dewijl zij eigenaartig op de nieren en de werktuigen, dïa tot de pisontlafting gefchikt zijn, hare uitwerkte;* len voortbrengen: als uitwendige middelen, ko« men de zamentrekkende, verfterkende, en koude baden in aanmerking: > -~ en wanneer de de- (ê) VaierU Lettemff. D. IV. Stuk $  (538 JAN PETERSEN MICHELL len verflapt zijn, kan men zomwijlen met een goed gevolg p'aafters, die prikkelen en op de' zenuwen werken , als mes Campher en andere middelen aangefteld, op de nieren laten aanleggen. e. De buiksontlafting moet men door zatbt openende voedzelen , lichaamsbeweging en zom•wijlen ook door verjlerkende middelen zoeken te bevorderen. - Manna, zo wel als fterkwer- kende en prikkelende middelen komen in deze ziektens niet te ftade: Zij doen het zesuw- geflel de eerfle door het zuikerachtige, en. de laatfte door hunne prikkeling, onaangenaam aan. « Ik heb flauwrens, en zeer fterke ontladingen in eene vrouw waargenoomen, van eene kleine gift» casfia , die men een jonggebooren kind Zoude voorfchrijven. Van Rhabarbar en middenzouten wierd zij noch heviger aangedaan.—-— Rhabarbar echrer en aloë zijn in het gemeen de onichadelijkfte ontlaftmiddelen in deze Ziektens: —— deze kan men , in de gevallen,; tvaar het te pas komt, met verfterkende zenuw, middelen, als met de Kina, cascarüla 9 of dergelijke vermengd, geruft geven: zaamtrekkende en verfterkende middelen verwekken dikwerf itj menfchen , die aan zenuwziektens zukkelen, buiksontlafting. r— Dit zelide doen ook zvveet- tnicU  Over de zenuwziektens der Nederlanderen. 639' middelen , wanneer die ontlafting door belette uitwaasfeming verhinderd is. . Dikwijls worden die lijders door deze zelfde oorzaak loslyvig, en dan komen garft of gortwater, meelachtige» lijmige, inwikkelende, verfterkende middelen, als de faleb b. v. de atabifche of tragacant gom, cachou, aluin, ijslandfche mofch, en fimaruba in aanmerking: . Is het ge,val dringend , zo komt een voorzichtig gebruik van het heuifap te ftade. ƒ. In beide fexen moet men' de zaadontlafiing. in dien zij de palen te buiten gaat, trachten te verminderen, door een ftrenge ruwe Jevensmanier, door verfterkende koude baden , door de Kina, (taalmiddelen, lijmige en meelachtige Ipijzen. —-— Te fterke onthouding is ook niet: goed. — Daarom dient men het bijflapen nier; m het geheel afteraden. g. De vrouwen dienen hare maandelijkfe' zuiveringen op haren tijd te hebben: —* Zachtwerkende middelen, die openen, verflerken en, zonder veel prikkeling, op de baarmoeder werken, komen in het geval, waar die ontlafting ontbreekt, te ftade. ——. Gom ammoniak, opoponax , aloë en kleine giften campher, tnijrrhe, caftoreum zijn de befte middelen , zo, in als uitwendig gebruikt; — Baden zijn zom- tijd*  $4° JAN PETEKSE MICHELïi tijds ook aanprijzenswaardig. Eene be¬ hoorlijke fluiting des lichaams , door klederen a wijn, verflerkende voedzels, lichaamsbeweging en voetbaden zijn zeker de befte middelen, om die ontlafting te bevorderen. — Dan, wanneer zij te fterk is en de maat te buiten gaat, zo komt het aqua Rabeiti, pulvis antispasmedicus Jtab* Ui, krteftsoogen, en kleine giften van de ipeca- cuanha, en het heullap zelve te ftade. Crantz beeft dit laatfte middel voornamelijk aangeprezen, en de ondervinding heeft deszelfs nut bevefligd. Dezelfde middelen verdien nen, wanneer de . (tonden _ ongeregeld zijn, beproefd te worden. Voetbaden, matig bijflapen , en eene aderlating op den voet zijn zomtijds dienfttg. Dan de adeilatïng moet men niet, dan wanneer het geval dringt, in het werk ftelien , dewijl zij de oorzaak, welke in onze lijders nooit in ware volbloedigheid beftaat, niet wegneemt, doch in tegendeel de gefchiktheid tot ftuipachtige beweging gen in die lichamen vermeerderd. b. De witte vloed kan, wanneer zij opgeftopt word* do oorzaak van zenuwziektens worden : lk heb ,van de ophouding dezer tegennatuurlijke ondafting eene ziekte waargenomen, die allerliardnekttigft en met een menigte ftuip* en  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 64Ï lil zenuwachtige toévallen verzéld was, en die niet, dan na den vloed, wederkwam, gènezen wierd. Tot dat einde komen ontlaftmid- delen uit aloë, baden en middelen uit de cam- pher te pas ; ft die men zelfs, terwijl zij ei- génaartig op de baarmoeder en teeldelen werken^ tot het verminderen en ophouden dier vloed zon* der fchade, en met fucces gebruiken kan. Immers ik héb met zeer veel gevolg de cainpher in vrouwen gebruikt, die door den witten vloed verzwakt en in zenuwziektens gevallen waren, en die door eèn lang gebruik van verzachtende, zaamtrekkende en op de baarmoeder zo wel, als op het zenuwgeftel, werkende middelen niets waren gevorderd: verfterkende kruiden,; die op de baarmoeder werken, als de falie, wijnruit, melilote, melisfe, matricatia en voornamelijk de fahina, doen ook dienft. —;— De Kina, verfcheidene gommen, fhal, wijn en de bloedfteen verdienen ook aanprijzing. i. Dan men moet zich voor al in deze ziektens. wanneer eene kraamvrouw baren vloed niet behoorlijk beeft , van heete prikkelende middelen wagten: —— De aangedane fpier-en zenuwvezels worden reeds genoeg door te hevige prikkelingen aangezet, dan dat zij middelen zouden tnodig heeben, om nog fterker in werking geSs bracbi  6*42 JAN PETERSE MICHELL' bracht te worden; Men moet de wegen, tot lozing dier vochten , trachten te openen, wanneer de natuur pogingen tot lozing aanwgnd; en wanneer de prikkelingen dan door hare he« vigheid beletzelen daar Hellen, zo moet men de. zelve trachten te veritompen. > Ten dien einde komen verzachtende middelen, baden en lauwe vochtige onaflagen in aanmerking. Afleidende middelen, aderlatingen, koppen en bloedzuigers, worden zomtijds, met nut in het weik gefteld : Ligte ontfpannende middelen, verkoelende, falpeter, 't fuïvis antispasmodicus van Stahl, de Zink, de verzoete zure geeflen, verdienen zomwijlen aanprijzing. Wanneer de vloed bij kraamvrouwen te hevig is, of zij heeft eenen onnatuurlijkcn loop, zo moet men zc door dezelfde middelen trachten te herftellen, als demaandelijkfe reinigiug. Heete middelen komen hier nooit te pas. Die zonder vee' prikkeling zaamtrekken en te gelijk de ftuipachtige bewegingen wegnemen, zijn de befte. Inwikkelende middelen, van eenen flijmacntigetï aart, en die de grote prikkelbaarheid en gevoeligheid der ingewanden wegnemen, doen zomwijlen uitmuntenden dienft. — Het heulfap komt hier zo  'ever de Zenuwziektens der Nederlanderen; 64$ 20 dikwerf, als in het voorgaande geval, te flade. « Ligtere ontfpannende en afleidende middelen verdienen hier meer aanprijzing. Eindelijk dient men op te merken, dat de natuur zich aan buitengewone ontladingen gewend , en dat zij, eens in het lichaam ingeilopen; dikwerf, niet zondar gevaar des lijders, kunnen geflopt worden, —— Niet alleen de fontenéllen, de etterdrachten , maar de neusbloeding bewijfl: de waarheid van dit gefielde. • Eene bpgé- ftepte neusbloeding heb ik in eenen gevoelige» lijder fluipen zien verwekken, die nier, dan door eene bloedfpuwing, geflild wierden. En de volbloedigheid is egter de oorzaak niet altijd , immers ik heb elders (t*) eene waarneming geboekt, waar in eene aderlating de bloedfpuwing verhaafte. Meermalen zijn ophopingen der vochten de oorzaken j de Hoogleeraar Forsten Ver- schuir heeft in zijne inwijings verhandeling j Over de prikkelbaarheid der aderen m jlagaderens over den aart, oorzaken en uitwerkfelen dezer ophopingen fraaij gefchreven. ea (t*) In raijae inwijings Verh. Secl. I. Cap, 2, tj. g, Ss 3,  644 FjAN PETERSB MICHELL En deze aanmerkingen gelden ook omtrent de gewone en natuurlijke ontladingen: . Wij moeten geene ontlading, waar aan de natuur gewoon is en die zij verdragen kan , te hevig noemen: immers, indien wij eene zodanige gewone ontlading minderen, doen wij dikwerf meer kwaad dan goed: men doet beter, dezelve, wanneer zij verminderd of opgeflopt is, te herdel' len. Verkoudheid, lozing van duimen en zweet zijn dikwerf in de ZeBuwziektens, pogingen van de natuur, om zich te redden. > dit leert de ondervinding. . Een Geneesheer moet dus deze wegen, welke de natuur tot hare redding verkied, openen en niet fluiten. II. De tweede aanwijzing geeft aanleiding A. Tot zuivering der eerde wegen, en B. Tot derzelver verderking. A. Wat het eeide punct dier aanwijzing betreft, zo diend men in het oog te houden, dat de maag, het Jpijskanaal en de overige bovenhuiks ingewanden in de zenuwziektens meefial aangedaan zijn. Het zuur is om de dechte verteering eene gewone kwaal. 1 De eerde wegen daarenboven zijn door de lauwe waterachtige en zure dranken , verflapt, verzwakt en geweekt, zij yerliezen het lijmige (lijmachtige vocht, dat in de  'Over de Zenuivziektens derNederlandertn. 6*4£ den gezonden Raat hare wanden bedekt: ——— hier door wonkn de zenuwen ontbloot van haar natuurlijk flijm , door de prikkelingen heviger aangedaan en in ftuipachtige bewegingen en ake« lige aandoeningen gerukt; ■ de huid wordt door het zamengevoel aangedaan , de uitwaasfeming belet, keeit tot de zwakkere en minft weerftand biedende delen, en dus tot het fpijskanaal; hier dcor word het flijm en de andere vochten tot de vertering gefchikt, fcherp, de vertering zelve bedurven , en eene rijke bron en oorfpronk tot zenuwziektens daargefteld. —— Zullen wij dus ooit eene rechte voorbehoeding tegen de zenuwziektens daar ftellen , zo moeten wij dit gebrek voorkomen, en zullen wij ze ooit genezen, zomoeten wij vooraf de verteeringswerktuigen herftellen. Zachte braakmiddelen uit het fpiesglas komen *n de eerfte plaats in aanmerking; — deze * immers ontladen de vuiligheid niet alleen naar boven en naar onderen, maar, daar zij het geheele lichaam in eene fchudding brengen , z» werken zij op het zenuwgedel, zij bevorderen de werking van hetzelve in het gehele lichaam gelijkmatig, zij herdellen de uitwaasièrmng door een zachte n daap. ~ ]}e braakwijndeen, fpiesglaswijn, en Ipecaca£ s 3 anbst  JAN PETERSE MICHELL <»»£fl kunnen voortsin kleine, doch dikwerf herbaalde giften , aan die lijders tot het zelfde einda Worden toegediend; immers zij zijn de befte oplosfende. en , wanneer zij tot eenligte walging toe gegeven worden, zuiverende middelen. — Zijn de eerfte wegen gezuiverd, zo moet men verfterkende middelen, met flijmachtige gemengd, toedienen om het natuurlijke flijm te herfteiien. B. In de tzvtde aanwijzing, beeft mij de aluin , op het voorfchrift van fdcn Heer Grashuis, met arabifche , tragacarah gom, of ook wel met fa/eb gemengd, altijd voortreflelijken d-knft gedaan : —■ immers, wanneer de veer- kragt der eerfte wegen riet geheel weg is: - , Want dan moet men er zodanige middelen bijvoegen , die meer prikkelen , kruisenmunthe b. v. pepermenthe, en deszelfs geeft, water, en olie; Aalft , cascarille, contrajerve, ge- diitilleerde olie van nagelen , van caneel, peper, Kina, en wijn doen hier alles af. — Staar, middelen verdienen ook aanprijzing, zo wel tot verfterking der eetfte wegen, als tot het onderbrengen van het zuur, een gewoon verfchijnzel in zenuwzieke lijders. . Middelen, die tegen het zuur werken , en te gelijk ontfpannende zijn, het vlugge zout van hartshoorn b. v., de inagnefia en de geeft van hartshoorn met barn- fteen  'Qver de Zenuwziekten e der Nederlanderen. 6*4^ fteen, fchijnen mij hier de befte. Quasfie hout en bloemen, met magnefia véreenigd, doen ook in dit geval veel dienft. Het is een geneesmid¬ del, dat in de zenuwziektens, waar in de maag verzwakt is, wonderen doet. Het is het voortreffelijkfte maagfterkende, krachrherftellende, vochtverbcterende middel, dat wij kennen: ■ het herfteld niet alleen de kracht van de maag en van het geheele geftel der ingewanden, maar het wekt de levenskrachten des geheelen lichaams op en vermeerdert ze ; met recht verdient het dus de aanprijzing van een onzer grootfte Geneesheren. In zommige gevallen komt het ijserachtige am. moniak zout, aroph van Paracelfus genaamd, te ftade : ——» het herfteld de dikte, vaftheid en aanklevende kracht van het natuurlijk flijm en heeft eeneeigenaartig kracht, om de te grote prikkelbaarheid en gevoeligheid te verminderen, zo dat het mij zelfs in eene hypochondrie van de zenuwen voortrelleiijken dienft gedaan heeft. Elders geboekte waarnemingen bewijzen deze voortreffelijke krachten van dit middel Dan fn mijne van het Genootfchap fervmih civibta be- Ss 4  'f548 JAN PETERSEN MICHELL Dan alle deze middelen doen geen dienft, indien men de lauwe, waterachtige dransen geen vaarwel zegt. De melk , ten zij ze koud met Pijrrriont's water gédronkep word, is fchadelijk. . De wijn Komt, wanneer er' zuur in in de eerfte wegen is, ook niet te pas: — dan, indien de maag zuiver is , kan men ze, doch Jiefft met eeidg (kalwater verdunt, toefb.an: . koud water, lichaams beweging en eene matige hoeveelheid verfterkend voedzel, zijn de befte geneesmiddelen. Tot volmaking dezer aanwijzing komen ook uitwendig aangelegde verfterkende plaafters in aanmerking , als de maagpiaafter van Galemis, van de Galbanura trocatüm en meer andere diergelijken. Het voorzichtig gebruik van een koud bad, kan ook van dienft zijn. —— Niet zelden hebben die zenuwzieke lijders wormen. ~ In het verkiezen der wormdrijvende middelen dient men ook op de ontfpannende kracht derzelver acht te te geven. Kwikmiddelen , die re hevig werken, en purgeermiddelen, doen dikwerf meer kwaad dan goed. De Koortsbaft, ftaal, bit¬ tere bekroonde verhandeling , over den Koortsla/l, Uk Jiet Latijn vertaald en in het achtite deel der handelingen van he: Genootfchap geplaatfl:. W. 245. en vc/g.  Over de zenuwziektens der Nederlanderen. 6*491 tere extracten , de aloë, de filix , valeriaan, a/a foetida, campher. gal van dieren en eenige gommen verdienen te recht aanprijzing. De Dolichos pruriens , dat van veelcn nu zo zeer tegen de wormen aangeprezen geneesmiddel, is in zenuwzieke lijders niet aanteprijzen, om de gevoeligheid der ingewanden, De ondervinding ieert, dat het meermalen, door zijne werktuiglijke prikkeling fchade gedaan heeft. ■—— En de Corficaanfche mofch, die men ook Mofebus Helmintochomos noemt , verdient boven de aangenaaide middelen geen aanprijzing; • Ik heb ze meermalen zonder eenige goe. de uitwerking laten gebruiken. III. De 'derde aanwijzing zorgt voor het meeft aangedane deel. - Immers is er in zenuwzieke en zukkelende lijders, altija een deel in het lichaam, dat minder wederftand bied en meer aangedaan word, dan de overige delen: — Zullen wij dierhalven die lijders ooit genezen, zo moeten wij dit deel verfterken, genezen en her* ftellen. - Dan dit is het, Waar wij dikwerf te vergeeffch op werken, —d Immers zo veel delen er in ons lichaam zijn , zo vele zitplaatzen zijn er voor zenuwziektens; dan het is voor ons oogmerk genoeg, fischts de voorsaamfte aangeliipt te hebben. Ss 5 A. In  6$o jan peter.se michell A. In de eerfte plaars komt dus het hoofd in aanmerking. Dit bevat het edelfie inge¬ wand, de herfenen cn onderhoud ia den gezonden ftaat door het zenuwgeitel, het zamengevoei met het gehele lichaam. . Geen wonder dus, dat het in. den zieken ftaat ligt aangedaan word en zijne aandoening aan andere delen, door het zamengevoei, mededecld. -— Het edele inge. wand, in het hoofd belloten, is dus meeft, boven alle andere delen, in zenuwzieke lijders aangedaan. De beroemde Rega , ,Rahn en andere, tonen door hunne waarneemingen, dat de zwaarfte hpofdkwalen dikwerf hunnen oorfpronk van de ongefleldheid der maag, eerfte wegen en bovenbuiksinsewanden gehad hebben (z). Dikwerf echter fchuik de oorzaak in het hoofd zelve, p Immers, om van gene werktuiglijke prikkelingen te fpreken, die ook eigenlijk in den gezonden ftaat van het zenuwgeftel gene eigenlijk gezegde zenuwziektens kunnen voortbrengen, zo beveiligd die eigenaartige gevoeligheid der hersiènen , welke in de zenuwziektens altijd tegen, woordig is, onze Helling, Hier door immers komt er eene gefchiktheid tot fterkere beweging (u) Op de te voren tangehsalde pkatfen.  Over de Zenmvxiektens der Nederlanderen. 6$t gen van een bijzonder zoorc, waaruit dan we. der hoofdpijn , duizeling , verwarring der uit> en inwendige zintuigen en dolheid zelfs, haren ge-j wonen oorfpronk hebben, De miufte verandering des weders, de zuide* wiu.1 zelve, g.uuyd IfiPPocRATEs, de minfta fout in den levensregel, de ligtile aandoening, zijn genoeg, pra ongeregelde bewegingen en pijnelijko aandoeningen in die lijders te verwekken. ■ W'iJien v/i; dos genezen, zo moeten wij het aan* gedane deel heriLucn: en ten dien einde ko« men de reeds aangepreze middelen, die de prikkelbaarheid en gevoeligheid der delen verminde. reu, in aanmerking. Uitwendig verdienen koude omlbgen, het wasfehen met koud water3 het uitwendig gebruik van verfterkende kruiden, van brandewijn; —- lichaams beweeging en een verfterkende levensregel aanprijzing. De vei flappende, lauwe dranken, het broeijen van het hoofd, het denken, en net bijflapen is nadelig. . . Het dagelijks kammen van het hoofdhair, het blootftelbn des hoofds aan de vrije lucht, en het wasfehen met koud water, zijn beter dan geneesmiddelen. A.C. CuLsuiraad. de dit m zijnen tijd reeds aan (y). B. Ge- jjf) Lik i. c. 4. f. 35,  6g2 JAN PETEÏISE MICHELL, B. Gemeenlijk is de maag ook aangedaan. —■ Deze immers is in meelt alle zenuwziektens of door het zamengevoei aangedaan of zij is zelve qngefteld. ■ Dit tonen de fluipachtige bewegingen van dat ingewand, welke zo dikwerf be nauwdheid maken en oprispingen, winden, rommelingen, walging, braking, ongeregelden trek en maagpijn ten gevolge hebben. Deze toevallen komen van de reedsgemëlde oorzakén voort, en het inzwelgen van die lauwe verlappende waterachtige dranken leid hier den eerften grond toe. 3Na dat men dus op de te voren befchrever.e wiize de flym ontlafi heeft , kan men de reeds aangeprezene middelen, die het zuur opflorpen, den fpiervezel zamentrekUn en verfterken, en den zenuwvezel herftellcn, toedienen ; de aluin met flijmachtige middelen , het quasfieiiout met magnefia, het aroph van Paracelfus met de koorts baft en andere bittere middelen, voldoen ook uitmuntend aan dit oogmerk De reeds opge» gevene plaafters kan men uitwendig, aanleggen en daar bij kan men, na dat het geval vereifeht, iets van de fpaanfche vliegen, campher, olie van kiuisenmunthe, heulfap of theriak doen. Lichaamsbeweging, een koud bad , verfterkend voedzel, fpaanfche of Mallaga wijn, doen voortreffdijken disnft. —- In flnppere geftellen na  Over de Zenuwziektent der Neierldnderev, 6$$ kan men de gentiaan wortel en de gediflilleerde oliën uit maagkrniden voorfchrijven. —<•—* De lijders moeten zich voor het nachtwerken, voor gemoedsaandoeningen , fterk denken, voor eene weke, verflappende levenswijze en Vooral voor waterachtige lauwe dranken mijden. C. De bovenbuiks ingewanden. ■ * Het is niet ligt te bepalen, of de ongefteldheid dier ingewanden de oorzaak , of het uitwerkzel der zenuwziektens zij? Doch dit is zeker, dat die ongelteldheid de zenuwziektens .verergerd, heviger maakt, meer en meer zamenfteld en ongemakkelijkheid m de genezing voortbrengt: —> Wij zullen dus, wijl het hier de plaats is, bij deze een oogenblik (tildaan. En (buiten de te grote gevoeligheid en prikkelbaarheid, die zij met het gehele lichaam gemeen hebben,J) komen hier, voornamelijk, de verftoppingen dezer ingewanden in aanmerking. —— Deze zijn, hetzij ze in de lever, de milt, het alvleefch, het darmfcheel, het net, of in eenig ander deel in den onderbuik hare zitplaats hebben, deze zijn, zeg ik, trouwe metgezellinnen van de ware hypochondrie, Immers, fchoon zij mij voorkomen, niet altoos en overal in deze ziekte plaats te hebben, zo kan men haar aanwezen niet ligt ontkennen, y©ornamelijk in ons Vaderland ? alwaar de flapps «3  #54 Jan peter.se michell tedere vezel te gelijk niet eene ongeregelde wef^ king van het Ievensbeginzel plaats heeft, alwaar de zinkingkoortzen zo menigvuldig zijn ^ alwsar een llegte, vei flappende en verzwakkende levensregel zo veel grond geven tot verpoppingen dier ingewanden. En echter, (fchoon dit alles waarachtig is ,0 kan ik het gevoelen niet omhelzen van die Geneeskundigen, die den waren aart derhijpochondtie in die verftoppingenzelve Hellen, gelijk onder anderen Boerhaven («;), Junker (x) en Cheyne (j) gedaan hebben, De waarnemingen immers van Willis (z), van Sydenham («), van Whytt (F) en de dagelijklche ondervinding tonen overgenoeg, dat er eene hypochondrie is, die alleen van de ongefteldheid des zenuwgeftels afhangt. Dan het is zeker moeijelijk, om die zenuzvhijpchondrie van de andere, die met. verftoppingen der ingewanden verzeld is, te onder- fcheiden. • En de genezingswijze verfchik in deze of gene hemelsbreedte* Wij (iv) Aph. 1098. de eogn. & cur, mom (r) Cenfp. Medis. Pag. 186. (31) Engl. Malady p. 2. ch. 7. (z) Op de aang. plaats. Ca) Epifl. ad D. CoLB. (£) L, c. bl, 76 en volgt  Over de zenuwziektens der Nederlanderen. 6$$ Wij zullen dus over deze ziekte een weinig breder zijn, en in het nalpeuren der kentekenen, dat geen, liet welk, omtrent de verpoppingen dier ingewanden, in ons vak valt, aantekenen. Onzes bedunkens dan, is de Hijpochondriêei* ne ziekte, waar in eene te hevige gefchiktheid iot bewegingen gevoel, inden fpier-en zenuwvezei,-en eene ongeregelde beweging der dierlijke werkingen, met eene ongefteldbeid der bovenbuiks ingewanden gepaard gaat. - Een zittend leven, zielsvermoeijing , eene wellultige of te veel. naar geneeskundige regels bepaalde levenswijze, gemoedsaandoeningen, waterachtige, lau* we, verflappende , zo wel als geeftrijke dranken op den duur gebruikt: —— te veel bijflapen, zelfsbefmetting in beide fexen, voorafgegane ziektens en wel voornamelijk ongelieldheden der huid en der buiksingewanden, veroorzaken deze ziekte* in aandoenlijke geitellen, immers wanneer men in deze, zelfs ligte tekenen van eene kwade fpijsverteering, na het voorafgaan der gemelde oorzaken , ontdekt, zo dient men reeds vooc het begin van die akelige ongefteldheid te waken. — • De maag word altijd het eerlt aangedaan, . de lijders worden benauwd van vaftere , fchoon anders gezonde, fpijzen. Daar komen win den, oprispingen, rommelingen, m  6g6 JAN PET ÉR SS MICHELL pijn op de maag, racheling van fiijm en een Hgf koortsje: ■ Deze zijn de kentekenen vanher. eerfte tijdperk dier ziekte, — en daarin word de ziel reeds mede aangedaan* — zij krijgt eene zekere zorg voor het welzijn van het lichaam, zij benaauwd zich en beeft, indien ik mij zo eens mag uitdrukken, op iedere aandoening; dan neemt men ijlings zijne toevlucht tot de Ge. neeskunde, waardoor men, wel is waar, eenige verligting krijgt, doch zelden van ida oorzaak der kwaal bevrijd word. Men kan immers be Hechte fpijsverteering niet genezen , indien de ziel benaauwd , droevig, fterk ingefpanneu, en dikwerf door hevige aandoeningen gefolterd , de oorzaak der ziekte gedurig aanwakkert, en voedzel geeft aan het fmeulende vuur, om zo veel te fchielijker in vlam* men uiitebarsterii Daarbij komt het Oordeel, dat zij over de' geneesmiddelen vellen , en de verkeerde hoop, die zij op aderlatingen en or.tiaftende middelen Hellen, dewijl deze de benauwdheden, en de toe. Vallen van kwade fpijsvertering voor een tijd ver* minderen : — daarenboven binden zij zich te fterk aan Geneeskundige regelen. — Welk alles, (immers dit getuigen alle Geneeskundigen,) de kwaal)  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 6$f. . . ■ • - • ? kwaal hoe langer hoe meer ingeworteld en de genezing moeijelijker maakt. In het tweede tijdperk komen er toevallen in het hoofd bij: de oogen Ichemeren en er ontdaan verfchillende pijnen in het hoofd; ——. dan eens neemt eene dove pijn het gehele hoofd in: —- dan weder blijft zij op eene vafte plaats in een kleinen omtrek poft houden. De vertering en fpijsbereiding word van dag1 tot dag meer en meer bedorven. •— Er komen duizelingen bij; ——. de verbeelding word hoe langer hoe verwarder , de ziel vreesachtiger en voor de fchaduw zelve van haar eigen lichaam beeft zij. ■■ Men ziet dus, dat Syojskham de hypochondrie te regt eene ungefleldheii der ziel genoemd heefr. Men neemt buiten deze toevallen Goch gemeenlijk eene zwaarte in het hoofd, lozing van flijm door de neus en borft, verkoudheid, ongeregel* den trek, dan te weinig, dan weder bovenmatigs maagpijn, eene menigte winden, walging, braking, klopping onder de maag, opzetting van de linker bovenbuiks zijde, (die men gemeenlijk, dochten onrechte, aan de mik toefchrijft,) hartklopping, benauwdheid voor het hart , kramp en ftuipachtige beweging der bovenbuiks ingewanden waar, .welke de lijders met het akelig gevoel van wor»  658 jan PETER.se michell ging vergelijken. —— Het zuur rispt hen dikwerf op: Zij hebben pijn boven het borft- been en aan de fchouderbladen. —— De buiks* ontlafting is traag. En de ziekte eindigt dikwerf in ftuipen , dolheid , vermagering of longteering. Zonder ons dus met de onderftellingen, die de ouden en Boerhave over de zwarte gal, als oorzaak dezer ziekte, gemaakt hebben; zonder ons met de gedachten van Ludwig, Chey« ne en anderen, die de oorzaak in de opftoppingen der watervoerende kliertjes gezocht hebben, op te houden, zo komt het ons voor, dat de eigenlijk gezegde verftoppingen der ingewanden niets doen tot het beftaan van deze ziekte, dan dat zij, aanwezig zijnde, de ziekte meer zaamgefteld maken en een groot verfchil in de genezing te weeg brengen. Dan, indien men de ftuipachtige vernauwing en zamentrekkingder vaten, oneigenlijk, voor verftopping houden wilde, zoude ik het aanwezen van verftoppingen in deze ziekte niet gaarne ontkennen; immers ik ken gene hypochondrie, of er is eene ftuipachtige zamentrekking van de ingewanden en vaten bij, die in den bovenbuik gelegen zijn: dan dit zoude eer woordenvitterij, dan waarheidsliefde, zijn. Wij fteüendus, dat de eigenlijke verftoppin. gen  Over de zenuwziektens der Nederlander en. 6$$ gen als uitwerkzelen dezer ziekte moeten befchouwd worden, en wij leren haar aanwezen kennen, i) Uit de hardheid des buiks en de oplpanning der bovenbuikszijden • men moet echter voorzichtig zijn, om deze harde opfpanning van den buik te onderlcheiden van de ftuipachtige fpanning der rechte fpieren , deze immers is een der tekenen van de zenuwhypochondrie (£*}. s) Uit de gele, groenachtige kleur der lijders. —— In het geval van verftoppingen , word de lever meeftal eerft aangedaan en de gal word niet naar behoren afgefcheidem 3.) Uit de aanhoudenheid der toevallen; — de hypochondrie, die alleen van de zenuwen voortkomt, taft den lijder met aanvallen aan, dia *op een zekeren tijd beginnen en eindigen. — de lij. der is nu en dan van de aanvallen bevrijd. - Doch, die met verftoppingen véreenigd is, blijft den lijder aanhoudende bij. ■ 4.) Uit eene hardnekkige aanhoudende pijn op den ftrot. — deze fchynt van het zamengevoei der zenuwen aftehangen en is een der zekerfte tekenen. (5) Uit (ft*) Hier Tan ben ik meermalen door de ondervinding in het Hofpitail der Zwitzerfche Soldaten over«l • tuigd gewonden. Tt a  *56o JAK PETERSE MICHELL Uit eene holle drooge hoeft, die dikwerf walging en braking ten gevolge heeft. 7 ) Uit de fchielijke vermageririg en oitteenng; deze immers zijn de gezellinnen van en gevolgen op eene bedotvö fpijsvertaering en verhinderde voeding der delen, 8) De geneesmiddelen doen in die hijpochondrie, welke met verftoppingen verzeld is, zo fchielijk geen dienft: — daar men in tegendeel de benauwdheden en akelige aandoeningen in de zenuwhijpochondrienoch al fchielijk door pijnfthV lende middelen kan doen bedaren. 9) De koorts is, wanneer er opftoppingen in de buiksingewanden zijn, meelbal van eenen uitteerenden aart. — Doch,, hangt de ziekte van de zenuwen af, zo is zij, fchoon zij onregelmatig en zonder vafte bepaling van tijd wederkomt, van geen zo gevaarlijken aart. 10) In de hijpochondrie met verftoppingen is de trek tot eeten zo ongeregeld niet, zo dat de lijders dan niets, dan weder bovenna- tuurlijk eeten. > Dan in deze ziekte vind men meer vreemde eetenshift, zodat de lijders trek krijgen in dingen, die niet onder de Voedzelen behoren. — De Vrijfterziekte, een zoort van hijpochondrie met veiftoppingen, geeft ons hier een klaar denkbeeld van. Zijn er dierhalven tekenen van verftoppinge» aanwezig, zo moet men het in de genezing daac heen  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 66i heen trachten ta brengen, dat zij te gelijk met de te grote gevoeligheid des lichaams weggenomen en de ongefteldheid der verreerings - en voedings werktuigen zo wel, als die der huid, herfteld v/orde. Oplosfer.de middelen, die te gelijk op de zenuwen werken en de ftuipachtige bewegingen tegengaan, zijn hier de befte: Want men kan gene verftopping, als zij een gevolg is van eene ftuipachtige vernaauwing der vaten, wegnemen, ten zij mandie ftuipachtige aandoe* ning eerft weggenomen hebbe. En daar in ons geval de tederheid der vezel, van het gedurig weken in littvv water, van de vadzigheid en het broèijen afhangt, zo begrijpt men, dat die middelen, die de veerkracht bentellen, hier, meeft yi aanmerking komen. Meermalen heb ik uitmuntenden dienft, bij het extract van denkoorssbaft, met venetiaanfche zeep en een weinig rhabarbar gemengd, in dit geval bevonden. —— Is de veerkracht der vezel fterker gekraakt, zo kan men uit de harsachtige gommen, die gene, die, zonder veel prikkeling, oplosfende en zenuwverfterkende zijn, als de gom ammoniak, de epoponax, de mi/rrbe, uitkiezen. Middelen, die te gelijk de uitwaasfeming bevorderen, verdienen hier ook onze aanprijzing. —. de geeft van Minderer. b. v. met een weinig Jï 5 ku-  €62 JAN FETERSEN MICHELL, laudanum liquidum van Sydenham vermengd, en van Dr. de Mann in koortsige benauwdheden aangeprezen , het Dovers -poeder, waar in de Ipecacuanba met het heulfap den grondflag uitmaakt, fpiesglaswijn met opium véreenigd, zijn de befte. Claude Revillon (c) toont door eene waarneming van eene hypochondrie, die eenvoudig door het bevorderen der uitwaasfeming is genezen geworden , hoe veel het in ftand houden dezer ontlafting in de genezing van die ziekte vermag. —— In zommige gevallen moet men eerft oplosfende en verdelende middelen geven, eer men met een goed gevolg de te grote gevoeligheid der delen verminderen kan. Doch is het eene hypochondrie, die alleen van de gevoeligheid der zenuwen afhangt, zo komen ligte pijnftillende en ontfpannende middelen in aanmerking. Het [al fedativum vsn Hom¬ berg, het pulvis antispasmodicus van Stahl, het zuure elixir van Haller , ook wel de diergelijke olie van DrppEL, de verzoete geeft van falpe. ter en diergelijke middelen, verdienen aanprijzing. — Na dat men hier door de overmatige bewegingen geftild heeft, zo moet men zijne lijders die middelen toedienen, die de ongefteldheid der cerfta (<) Brie/e en eineui Hyf»ehmdri/ltn»  Over de zenuwziektens der Nederlanderen. 66$ eerfte wegen verbeteren en hare krachten herftellen. Uitwendig komen de aangeprezene plaasters te pas. De Kina met het aroph van Paracelsus is ook in dit geval een voortreffelijk geneesmiddel; ik heb eens het geluk gehad, door dit middel de hypochondrie te genezen (c*)9 alwaar het geval hopeloos fcheen. De Gentiaanwortel, aalft, de carduus benedicïus, hetftaal, de orangefchillen en bladen zijn uitmuntend, wanneer er eene prikkeling nodig is. De aluin , cachou en andere diergelijke middelen , die de veerkracht herftellen, zaamtrekken en verfterken, komen vooral met arabilche gom en (lijmachtige middelen vermengd, dikwerf te ftade. . Lichaamsbeweging .en vooral het paardrijden doetonbegrijpelijken dienft. —— Ligtverteerbare, verfterkende voedzelen moeten zeer matig gebruikt worden. -— Mallaga of Spaaniche wijn doet zeer vael dienft, wanneer zij fpaarzaam den lijder toegediend word. —— Lijmige , met licht verteerbare èn fchielijk bedervende voedzelen en lauw wat:r, begrijpt fnen van zelfs, dat gemijd moeten worden- —- Koud (c*) In mijne «aang. bekroonda verh. z. Handelingen fa» het Ger.totfch. ferv. civib tem. 8. J>. 248. Tt 4  664 JAN PETERiEN MICHELL Koud water of eenig ftaalwater, of goed dun fcier is de befte drank voor den derft. Onder de ;rereesroidde!en komen de braakmiddelen in aanmerking; . en zij verdienen zeker, wanneer zij in kleine giften, nu en dan den lijder toegediend worden, onder de oplossfende en ontmannende middelen geene geringe plaats. —- Lavementen zijn ook van geen geringen dienft, in zo verre zij de vuiligheid omiaftcn, en den omloop der vochten in den buik vrijer en minder belemmerd maken. Doch het voornaamfte, waar op een Geneesheer in deze ziekte te lette 'hebbe, is de ziels beftiering:- -—- hij moet het vertrouwen des lij ders zich trachten eigen te maken. — Wijsgerige aanfpraken en medelijden met hunne klachten doen dikwerf op het gemoed des lijders veel af. — Het 2fleiden van hunne gedachten en ihet verwekken van gemoedsaandoeningen, regenftrijdig aan die zij dagelijks voeden, het reizen, het landleven en het'gaan naar gezöhdbrónnèn, hebben dikwerf wonderen ter genezing dier ziektens gedaan. Een mijner vrienden, een uitmuntend Genees-' heer, deelde mij eene waarneming mede, van een voornaam man, die hij door eene reis naar vreemde landen, van eene ingewortelde bijpochonderit^ genezen heeft gezien. ~—- Zijn Geneesheer woq  Over de Zenuwziektens der Nederlmderen. 66$ won zijn vertrouwen en hij gebruikte, wij hij geneesmiddelen begeerde, pillen uit kruim van brood. Doch men moet zich vooral in deze zisktens van aderlatingen, hevig werkende en fterkprik- kelende middelen onthouden. Ja zelfs van de geneesmiddelen moet men , zo weinig mo. gelijk, gebruik maken. —■ De lijders immers gewennen zich fchielijk aan dezelven , en dan doen zij, in het geval van noodzaakelijkheid, geen dienft. D. De teeldelen zijn zeer dikwils de eerfie bron en oorfpronk der zenuwziektens, zo dat men, zonder de ongefteldheid dezer delen te genezen , in die ziektens, welke daar uit voortkomen , weinig vordering maken zoude. Verfcheide fchrijvers hebben de ziektens, uit deze bron voortkomende, befchreven; alle komen ze overeen, dat zij meelt al op het hoofd werken en aldaar verfchillende toevallen en ongefteldheden, door het zamengevoei, voortbrengen. Michell heeft deze ziektens verzameld, onderfcheiden en onder hare zoorten gebracht, in zijne ingewijings verhandeling; s en het is niet alleen op het hoofd, maar ook op de overige delen des lichaams, dat die ziektens door Jiare uitwerkzelen kenbaar worden. >_<■ De Tt 5 waar-  666 jan petersen michell waarnemingen van den beroemden van Doeveren (<0, astruc (e). IiOFFMANN (ƒ), TlS50t (g), schurigius JACQUES (t), LlG- nac f» en anderen (/) bewijzen dit meer dan genoeg. Dikwerf zijn deze deien te gevoelig, door hare tederheid, overbodige werking en gebruik, en fcherpte van het zaad. In dit geval komen verfterkende middelen, met (lijmachtige véreenigd, ftaal, Kina, aluin met arabifchegom, tragacanth, faleb, en een koud bad in aanmerking. . Over de opftopping, vermindering of vermeerdering der affcheidingen en ontladingen, van deze oorzaak afhangende, hebben wij te voïen reeds genoeg gezegd. Dan (d) In zijne prime lineee de mrb. mul. (,e) Ma.ad. des feir.met. {f) De morli. ex nim. venere. Suppl. cper. 11. p. I. pa* 494- (g^ De l' monisme» Qt) Muliebria. CynaececeL Spermatel. (<) An ex negato veneris uju nerbi. {hj De L' htmme et de la femme. p.i. c. 3- p' 133 Velg. Q) Lofrt /. c.pt 55. torn. I. S&evczt de Eijmatofi.SiXJ. vage Nof. Metk. t. z. p. -52. Renkaume de vhgir.ita> te clauftr&li, Astruc de morb. »'enereis.  Over de Zenuwziektens der Nederlander en. 66f Dan wij dienen hier aantemerken, dat de campber eigenaartig op de teeldelen werkt. Immers, wat er ook van de oudeen nieuwere fchrijvers over dit middel getwift, wat er ook gefield, of ontkend zij, dit is zeker en wij hebben het uit de waarneemingen van Au&nbruggij (tn) ontegenfprekelijk betoogd gevonden , dat de campher eene eigenaartige kracht op de teeldelen heeft. , en zijne waarneming , waarin hij eene dolheid, welke haren oorfpronk uit de ongefteldheid der teeldelen, door het zamengevoei, had, door de campher genezen heeft, toont, dat dit middel in de zenuwziektens, welke uit de ongeregelde werking dezer delen voortkomen, van eene voortreffelijke uitwerking zij. Hetzelfde toont de kracht van dit middel tegen den witten vloed, waar van wij boven breder gefproken hebben. Wij zullen dus, om hier ook de kortheid, zo veel mogelijk, in acht te nemen, en echter eene genezingswijze, in de ziektens, uit deze bron voort lpruitende, die ons de befte voorkomt, vaft te ftellen, de hijfterie, die gedaante zo dikwerf ver- wisfelende ziekte, kortelijk nagaan. Zij fchijnt in beide fexen plaats te hebben. Immers (w) In het aangeh. boekje de mank Fimum.  66*8 JAN peterse MICHELL roers, fchoon de meefte fchrijvers deze ziekte alleen aan de vrouwen hebben toegekend; fchoon zommigen hare zitplaats in het hoofd, anderen in de maag, anderen weder elders gefield hebben, zo heb ik zeer veele bewijzen, op reden en ondervinding fteunende, die mij doen geloven, dat de baarmoeder alleen, in de beminnelijke kunne, de zitplaats dezer ziekte zij; . en dat dezelfde ziekte ook in mannen waargenomen is en van de ongefteldheid der teeldelen, ook in deze fexe, haren oorfpronk heeft, hebben ons Ga- lenus en Bottonüs reeds geleerd. De beroemde £immerman heeft dis op nieuws beveiligd , en Michell («) heeft dit door bewijzen, uit de waarneemingen van beroemde mannen, ontleend, geftaafd, zo dat, hier meer aantehalen tot ftaving dezer Helling, zoude overbodig zijn. » Ontbreekt er noch iets aan het bewijs, zo kan men bij den geleerden Fritze, in zijn tijdfehrift (o) eene wonderbare • waarneming vinden, die hier alles afdoet. -—, In dit (tï) Inwijings verh. S. I. c. 2. S."8. A!u-aar men de •werken der aangeprezen, fchrijvers nader aangehaald Tind. Mtiicinifcht Annalen , D, 1, pi a£j. Lsipxig 111U „«w^v  Óver de Xinuwziektens der Ntderlandertn. 66$ geval was eene ontlafting van {lijmachtige ftoffï uit de mannelijke teeldelen, met zo veel veraaderiijke toevallen op de zenuwen gepaard, die zo gelijk waren aan die men in hijfterifche vrouwen waarneemt, dat ieder Geneesheer, indien zich dezelve toevallen in een vrouw opdeden, de ziekte voor eene bijfterie erkend zoude hebben. Dus zijn b. v. de ftuipachtige zamentrekkingen der nekfpieren in beide ziektens een gewoon toeval (/)). ——. Dus hebben Salmuth, Tissot , Bonetus , Voegen van Engelen, Blijmer. , Ardesch en anderen , ziektens in mannen waargenomen, die haren oorfpronk van de ongefteldheid der teeldelen en hare ongeregelde werking hadden-, en die de bijjierie zeer nabij kwamen , gelijk elders aangetekend gevonden kan worden (qj. En is dit zo, gelijk het waarachtig is, waarom zouden wy daó deze ziekte in beide fexen niet met den naam van ziekte der teetdelen, als by uitftelc, mogen beftempelen en des zelfs aanwezen in beide gedachten voor zeker bewezen houden ? De oorzaken zyn, onzes bedunkens, gemakkelijk <ï) Bij Micheia S, 2. c, |. J. r, (i) Bij den Mlfden S, a, jj. 1, S, x, c, sj 5, 3 f» xt.  C^O JAN PETER.SEN MICHELL lyk in het rykelyke, vadzige, welluflige leveri ^ in het gedurig doorbladeren van geilheid inboezemende boeken, in de zelfsbefmetting van beide fexen, in het te veel en te vroeg byflapen, en in alle misflagen onzer levenswyze, die het hare toebrengen, om de tederheid der vezel te vermeerderen en fcherpe vochten in het lichaam te ver-* oorzaken, op te fporen. —— De gedaanteverwisfelende toevallen, zyn nauwlyks op orde te befchry ven. —"•— In beide fexen egter, neemt men, voornamelyk ten tyde der aanvallen , en zelfs buiten dezelve, hoofdpyn, gevoel van koude op den kruin, ftuipachtige beweging der nekipieren, onwillige beweging van de hoeken der oogleden , duizeling, fchemering der oogen, worging, de Hyflerique bal, fpanningen der bovenbuiksingewanden, benauwdheid, opfpanning der darmen zamentrekking der buikfpieren, pijn inden rug en tuslchen de fchouderbladen en in de lenden, min of meer ongemakkelijke waterlozing, eene fterke ontlafting van pis na den aanval, ftilzwijgenheid, melancholie , ijling, dolheid , ftuipen en zelfs vallende ziekte, in den ergfte graad des ziekte, waar. In de mannen zijn de ballen naar den ring des buiks opgetrokken, in de vrouwen is eene plaatzelijke pijn op de baarmoeder j —- in beide  Over de xenuwxiektens der Nederlander en. 6?x de fexen dikwerf eene ontlafting van flijm door de teeldelen, die men in de mannen zelfs, niec ongerijmd, witte vloed, noemen kan (r\ Alles, dat de affcheidingen en ontlaftingen herftelt, de te groote gevoeligheid vermindert en de ongefteldheid der teeldelen verbeterd, is, in her. genezen dezer ziekte, aanteprijzen. Dan men dient in deze ongefteldheid voorna, melijk het oog te houden op ket bijflapen. —— Hier in dient de Ipaarzaamheid voor al aangeprezen te worden. —— De gedachten moeten, zo veel mogelijk , van geile denkbeelden afgeleid worden: . fterk werken, koud water, li- chaamsbeweging , bepaalde levensregel, onthouding van wijn, harde matrasfen, in ftede van eea zacht bed, een korte flaap, (lijmachtige, verfterkende middelen, de koortsbaft voornamelijk, het Haal, met de arabifcbe gom, doen, wanneer men de ontladingen en aficheidingeu geregeld heeft, alles af. En daar deze ziekte, in beide fexen vry algemenens, dan men gemeenlijk denkt, zo verdient zij nader te worden opgefpoord; alle die hete prikkelende middelen, die zo dikwerf voor. ge-. (r) Zie onder de aangehialde w-arnerningen voorna» jpclijk, dje Fritzï heeft geboekt,'  6?Z JAN PETÈRSEN MICHELL gefchreven worden, en die men antihijftericit noemt, zijn fchadelijk. De Geneesheerefl trachten er de maanftonden mede te herftellen.» dan zij prikkelen het zenuwgellel en de teeldelen noch Merker cn zij maken ftuipachtige bewegingen : — de alpëtica doen ook meer kwaad dan goed , even als de fterkwerkende purgeermiddelen cn aderlatingen, door alle deze immers' word het gevoel noch fcherper. Koude baden, ftaalwateren met melk, ligte ontipannende middelen, en vooral de Campher verdienen hier aanprijzing. -— Begeert men de reden te weten, waarom deze ziekte niet meermalen is waargenomen, zij ontdekt zich zelve, zo men Hechts' de vrees, de ftilzwijgenheid des lijders, met de waarnemingen van die ziektens, welke men hypochondrie genoemd (s) en met onze ongefteldheid verward heeft, vergelijkt. De palen, waar in deze verhandeling dient befloten te blijven, verbieden ons meer van deze/ ziekte te zeggen, en indien iemand het gezegde begrepen heeft, zal de aart dezer ziekte hem zo duifter niet zijn.' B. Bui-. 's) Zie den uitmuntenden Lokrt #t> btt aangeh. weri^ alwaar men waarnemingen vind van onze ziekte, die hij tot de melancholie brengt.  Over dé Zenuzvziekiens der Nederlanderen. 6f§ B. Buiten deze voorname werktuigen deS lichaams, kunnen alk beweeglijke en gevoelige 'delen aangedaan worde;-!. —- Deze worden, naar het verlchil der oorzaken , op verfchillen ie wijzen genezen. —- Dus moet tned de vuiligheid der •eerfte wegen door een braakmiddel ontladen, indien zij de oorzaak der ongefteldheid zijn, Dus komen zachtontlaftende middelen of lavementen 'in aanmerking, wanneer de ftof lager in de darmen is opgehoopt. Dus worden de wormen door hunne tegengiften gedood en ontlaft. . De fcherpe vochten verbeterd en uitgedreven. De prikkelingen van de delen verwijderd. ——. Is er fteen in de blaas, is er een bedorven tand in den mond (f), die ftuiptrekkingsn voortbrengen, zo geeft de Heelkunde ons middelen aan de hand. Is er een tak van de eene of andere zenuw, door eene fcherpe (toffe geprikkeld , en brengt zij daar door zenuwziektens voort, zo moet men ze met het mes, immers, indien zij digt bij de oppervlakte des lichaams loopt, verdelen («). —— Eindelijk (t) Zie den uitmuntenden van Swïetsn Comm. T«m* i. p 364. («j Zie van SwitTiN. Tom. III. p. 450; Vv  t5/4 JAK PETERSEN MICHELL lijk men moet de genezing naar de verfchillende* oorzaaken fchikken , en de middelen , naar den aart der oorzaken en des aangedanen deels, uitkiezen. IV. De vierde 'aanwijzing verminderd de onnatuurlijke gevoeligheid en verjlerkt de fpieren zenuwvezel. Deze te grote gevoeligheid is de eerfte oorzaak en bron van alle zenuwziektens. — Deze moet men dierhalven genezen, zalmen in het helen der zenuwziektens gelukkig Hagen. ——— Na dat men dus de bovengemelde oogmerken bereikt heeft, (want zonder deze bereikt te hebben, kan men de te grote beweeglijkheid en gevoeligheid nooit wegnemen,) zo moet men alles, wat mogelijk is, doen, om de ongeregelde werking der levenskrachten te herftellen; cn ten dien einde dient men de volgende regelen in acht te nemen. A. De oorzaken, welke de ongeregeldheid der levenskrachten in het lichaam hebben voortgebracht, moeten eerfi weggenomen worden. —■ En hiertoe kan men die regelen, welke wij ter voorbehoeding hebben opgegeven, brengen, die wij, om niet door herhalingen laftig te vallen, niet weder zullen opkoken. . B. Het lichaam moet langzamerhand aan da ongemakken der lucht gewennen. Dus word het te-  Over de Zenuwziektens dei Nederlanderen, 6?§ jegens die ongemakken zelfs, meer en meer gehard, en de zenuwen worden tegen hare prikkelingen, als het ware, veieeld. C. Koud water is, zowel uit als inwendige een uitmuntend geneesmiddel, om de te grote prikkelbaarheid en gevoeligheid der delen te verminderen; en dus worden di koude baden niet ten onregte door Hö'ffmann en Tissot Qv) aangeprezen. Dart men dient met dit middel, dat onder de fterkwerkende behoord, voor» al voorzichtig te zijn. De lichaamen moeten er langzaam aan gewennen, en men moet eerft een lauw bad, met yerfterkéndé fpécerijachtige kruiden of met (taaldelen bezwangerd, en daar ha kouder, kouder cn eindelijk het ijskille bad den lijder laten gebruiken. Dus worden door het lauwe bad de ftuipachtige bewegingen eerft geftild, de uitwaasfeming herfteld, de huid ontspannen,- en de aanieidende oorzaken der zenuwziektens dikwerf geheel en al weggenomen (tp); en daar na werkt het koude (v) Zie Hoftman de balneorum ex aqua dulcipraeftaniissta in affeiïihus internis u/u en ïissoi T. II. I, s. f, Ï4i. Tf. 382. (w) Zie TISSOT II, 369 en volg, Vv Z  6?6 JAN PETERSEN MICHELL de bad , zo veel te, beter, als een verfterkend middel. D. Het lichaam meet, door klederen, behoorlijk gedekt en gefloten worden. • £n deze raad doet veel af tot verflerking der fpier en zenuwvezel, tot bevordering der ontladingen en affcheidingen en tot de genezing der zenuwziektens zelve, de Baron van Swieten toont ons dit klaarblijkelijk door zijn voorbeeld, hij genas immers eene jonge juffrouw , die allergevoeligft was op het zenuwgëftel, door vvindzeien om de benen, de dijen en den gehelen buik te leggen; de ftuipen en gevoelige aandoe. nirtgen in den buik, die zij van het minfte geluid, van het licht en andere prikkelingen kreeg, ver- v minderden niet alleen, doch zij wierd daarna, door het gebruik van 'gepafte geneesmiddelen, herfteld : daar de ziekte in het eerfte tegen de befte middelen, de harsachtige gommen, de eafloreum en anderen hardnekkig wedeiftand geboben had O). E. Het gebruik van eene matige hoeveelheid wijn. . Hier door word de tederheid der vezelen verbeterd, het bloed verdikt, de uitwaasfeming herfteld, dc zwakke en gevoelloze delen ver* fx] Coma, Turn. I. p. 35,  ' Over de zenuwziektens der Nederlanderen. 67? verfterkt en de ziel vervrolijkt. — Een voorzichtig gebruik van den wijn is in zenuwziektens van een uitmuntend nut. — Men verkicze, die voor de maag het ligtfie te verteren zijn , het geen dikwerf yata de Mallaga en Spaanfche wijn, meermalen egter van de rode Bourdeau.xfche wijn waar is. F. Dan men vind ook een uitmuntend geneesmiddel in de melk: en wel voornamelijk, WFdineerzij, met Spa of Pijrmonts water ver* mengd, gedronken word. . Dan verzacht en ftreeld zij de fpiar en zenuwvezel niet alleen, maar zij verfterkt dezelve, —- Zij vermeerderd de werking der verteringswerktuigen, zonder dezeiven te prikkeien. —■— Zij verzacht de vochten, bcvordert de uitwaasfeming en verffrekt te gelijk tot een uitmuntend voedzel. Doch de lij < ders moeten er zich allengskens aan gewennen. . Spawater, met koe, geite of ezelinne melk, is voornamelijk aanteprijzen. De vrouwe- melk verdient hier zo grote aanprijzing niet. —■ Want, fchoon het een uitmuntend geneesmiddel is, wanneer zij uit dc borll van eene vrouw, door den lijder zelve gezogen word, word het gebruik echter gevaarlijk, om den groten trek tor. bijflapen, welke men in onze lijders vind. —. Zij komt dus in weinige gevallen en niet, dan Vv 3 bij  6.78 jan peterse michell bij lijders, die alle hunne kragten verloren hebben, of die teringachtig zijn, te pas. . Tissot fjT) heeft de waarnemingen van lijders, door de melkkuur genezen, verzameld , en bij hem kan men ook de belle wijze vinden, om de melk. ten dien einde te gebruiken: . hij geeft ook de gevallen op , wanneer de zuivere melk, en wanneer de wei te pas komt. C. De lichaams beweging verdient daarenboven aanprijzing Hïppoc-rates , Peluws, Caklius Aurelianus , en anderen hebben dit middel in de verzwakking der zenuwen zijnen verdienden lof niet geweigerd, en Jüliüs Caesar (z~\ heeft het nut van dit middel reeds ondervonden, wanneer hij aan vallende ziekte, uit te groote beweeglijkheid en gevoeligheid oorfpronkelijk, zukkelde. — En hoe veel zenuwzieke lijders zijn er niet, buiten hem, die dit ondervonden hebben en noch dagelijks ondervinden; zo dat het onnodig zij, dit met waarnemingen te willen beveiligen. De lijder moet dagelijks te paard rijden ; de buiksingewanden worden door die beweging verfterkt, de zenuw en iuiervezel krijgen hare veerkracht weder, het bloed word (y) Zie Tissot in het aangeh. Deel. hl. 340 en volg. (js) Zie zijn leven Tom. I. p. 715,  over de Zenuwziek tem der Nederlanderen. 6/9 word lijviger, de affcheidingen en ontladingen worden herdeld, de uitwaasfeming bevorderd en de ziel zelve vervrolijkt. —— En dit zijn de voorname redenen ook, waarom het landleven, het reizen, en het gaan naar de bronnen, zo veel diend in deze ziektens doen. Dan het varen is van geen minder nut;, dit is voor zwakkere lijders noch beter; men kan dus met Uil weder en het allengskens vermeerderen der zeilage, de beweging, naar willekeur, vermeerderen . Dan worden de ingewanden min of meer gefchokt en door de beweging verderkt, de affcheidingen en ontladingen onbegrijpelijk bevorderd en de ongeregelde bewegingen en akelige gevoelsaandoeningen gedild. De Heer Gn> CHR.IST heeft dus het varen, in de zenuwziektens, met recht aangeprezen. II. Men moet} daarenboven, zo veel mogelijk, de kalmte des gemoeds zoeken te bevorderen, , Alle ootzaken tot benauwdheid, droef¬ heid, kwijnmg, toorn en andere aandoeningen des gemoeds moeten zorgvuldig gemijd worden. . Vrolijkheid verderkt en herdeld de vermogens der zenuwen en dus moeten wij dezelve trachten te bevorderen. Infpanningen der zielsvermogens is altijd fchadelijk. * l. Matig bijjlapen is voordelig Want Vv 4 te  6?jö jan petee.se michell te groote octheudenheid is, zo wel als wellufljg* heid, voor onze lijders kwaad, — Hunne voedzelen moeten, uit meeHpijzén , uit vleefch , dat ligt verteerbaar is, bedaar. Melk met Spawaterzij hunne drank: en hunne flaap dient niet te kort te zijn. L. Eindelijk komen die geneesmiddelen, diede zenuw en fpiervezel ver Herken en de te grote gevoeligheid matigen, in aanmerking. De koorts-», bad dierhalven, het daal, de aluin, oachou en andere zamentrekkende middelen , die de vezel verfbrken en niet veel prikkelen, zijn de bede. « Want, die door hevige prikkeling werken, maken de kwaal erger ; de waarnemingen van MerCATUS , VlRlDET , RoBINSÓN , RAüLIN , Pomme en Tissot (a) geven er ons overtuigende blijken van: . zo dat men deze middelen in de zenuwziektens van ons Vaderland, (enkel die gevallen uitgefloten, waar in eene verflappipg der vezel de eenige oorzaak is*, voor fchadelijk houden moet. Immers, fchoon wij hunne ontïpahriéndê en duipwerende krachten niet ontkennen en gaarne in het gebruik derzelver, in den aanval dézer ziektens, Hemmen, zo geloven wij ech- (a> L. c. p. 311. et feqn daar men de aangehaalde Schrijvers zien kan.  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 68 x echter, dat men van dezelvatt, met oogmerk ter vcrfterking der zenuw en fpiervezel, een verkeerd gébruik maakt, dewijl de ondervinding leert, dat de tederheid der vezel, tegen de prikkeling dier middelen, niet beftacd is. De zenuwen hebben in gevoelige lijders fijnere, dunnere bekleedzelen, het natuurlijk flijm is er door het gebruik der lauwe waterdranken afgeweekt; dit doet derzelver gevoel feherper worden, en dus hebben zij hevige aandoeningen, zelfs van ligte prikkelingen; hoe zouden zij dus, tegen deze fcherpe prikkelende geneesmiddelen, beftand zijn? — Het is dus onbegrijpelijk, dat diergelijke middelen aan tedere en aandoenlijke lijders worden voorgefchreven, die beter voor Sappe» waterachtige geitellen , en lijders, die reeds aan het water zukkelen , dienen zouden. Wij verkiezen dus eene genezingswij ze, waar in men de bekleedzelen der zenuw en fpiervezelen, tegen de hevige prikkelingen , verdedigen, hare tederheid verbeteren, het natuurlijk flijm en de veerkracht der vezelen herftellen en daar door de te grote beweeglijkheid en gevoeligheid der delen tracht te matigen. En tot dat einde ko¬ men de aangeprezene middelen zeker voornamelijk te ftade, vooral indien zij met inwikkelende, die de natuurlijke flijm herftellen, met de alV v 5 thea  #82 Jan peterss michell thea b. v., de faleb, de arabifche of tragacarjth gom, met ijslandfche mofch of andere diergelijke middelen, véreenigd zijn. De iimaruba, mofch van eikenbomen, de witte willigebaft en andere diergelijke middelen verdienen aanprijzing; en wanneer deze middelen niet genoeg afdoen, zo kan men er bijvoegen, die zonder veel prikkeling op het zenuwgeftel werken; bedarende middelen, die de beweging en wrijving der vloeibare delen op de vaften matigen; pijnftillertde , die door eene eigenaartige kracht op de bewegings en gevoelskrachten werken; —■ orangebiaden, de cascarillebaft, de contraijerve, de wilde valeriaan, de mijrrhe en ammoniakgom, het poeijer, het extract en de hars van de Kina en fpaanfche wijn, zijn hier uitmuntende genees- middelen: Btt fal fedativum Hombergii, pulvis antisjpasmodicus Stahlii, de zinck, de verzoete geeft van Salpeter, het aqua Raeelii, en in flapperegeitellen, é&moscbus , afa foetida en caft&reum verdiend ook aanprijzing. , Hes; pijnftillende vocht van Hofpiuann, gebarnftecnde hartshoorngeeft en diergelijke middelen ftillen de ophopingen der vochten en de ongeregelde bewegingen uitmuntend, witte papaper fijroop, fy. rupus diacodii en parpavermelken, ja het heul, lap zjhe, voorzichtig, doch, daar het te pas komt, in  Over de Zenuwziekten* der Nederlanderen, 68 3 in ftoute giften voorgeichreven, zijn reeds van eeuwen her, a's de bede middelen , om de gevoeligheid der zenuwen te matigen , be- Jchouwd 'b\ Dan niet zelden komt de te grote gevoeligheid des lichaams van tegennatuurlijke prikkelingen, in deszelfs diepfte fehuilhoeken verholen, en de gevoelige zenuwen knagende, her. -—- Dus is het zuur in de kinderen meermalen de oorzaak, de wormen 'zijn niet alleen in de kindsheid, maar zelfs in esne meer gevorderde ouderdom, zomwijlen de eerde bronnen der te groote gevoeligheid. — Zuil n wij dus in dit geval de te groote gevoeligheid genezen, zo moeten wij dè oorzaaken eerd wegnemen. Dan het is dikwerf eene fcherpe dof, die de zenuwen knaagt, die deze tegennatuurlijke gevoeligheid te weeg brengt: . dc waarneemingen van benoemde Geneeskundigen, door Tissot (0) verzameld, de verplaatzingen der ziekteftoffe , die in deze ziektens zo dikwerf voorvallen, en de manier, waarop de natuur meermalen deze ziektens geneeft, dooreen huiduitflag namelijk,"tonen dit onwederfprekelijk. Na (O Verg. Tissot ep de aang, plaats Te;n. II. p. 2. op de lijft der Geneesmiddelen. CO Zie denzelfden t. 1. op de te voren aangeh. plaats, tja verg. dezelve met onze aantekeningen.  684 JAN PETERSE MICHELL Na dat men dus de eerde wegen gezuiverd en de wormen, indien zij er zijn, gedood en onttelt heeft, moet een Geneesheer zien uittevorfchen , of ook de eene of andere prikkeling de oorzaak der ongeregelde bewegingen zij des levensbeginzels; immers begrijpt men lichtelijk, dat eene zodanige prikkeling , door gcduurige knaging en belediging der zenuwen, niet zelden, de oorzaak word van tegennatuurlijke gefchiktheid tot beweging en gevoel. Dan daar het aantal en het verfchil der prikkelingen, onbegrijpelijk groot is, zo is het bijna onmogelijk, dezelven alie hier te melden , ea dit word ook niet tot onze taak vereifebt, als waar in wij flechts over de zenuwziekten» van ons vaderland en dc oorzaken, welke haar aantal zo aanmerkelijk hebben vermeerderd, handelen moeten. En hier uit blijkt, dat die fcherpte der vochten hier alleen in aanmerking komt, welke haren oorfpronk aan de verkeerde levensregel, aan het zittend leven en de meermalen opgehaalde oorzaken verfchuldigd is; • deze heeft waarlijk meer algemeen plaats, dan voorheen, om de meerdere algemeenheid der oorzaken , waaE uit zij voorkomt, en dus word zij ook eene algèrrieéne voed*  'Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 63^ voedfter der zenuwziektens , door ongeregelde dewegingea in het Ievensbeginzel voort te bren* gen. En deze zijn redenen genoeg, om te doen zien; dat wij in het genezen der zenuwziektens op detl ftaat der vochten voornamelijk letten moeten, dat wij hunne fcherpte door flijmachtige, vochtverbeterende en eigenaartig tegen dezelve werken. de middelen, moeten zoeken tegentegaan. • En dat om deze redenen zweet en pisdrijvende middelen, en die ontlafting naar boven en onderen veroorzaken, in de genezing der zenuwziektèris zomtijds vereiicht worden, dat zelfs de lauwe waterdranken, hoe fchadelijk anders ook, te pas kunnen komen. —En Pomme's waarnemingen tonen ook de nuttigheid van een lauw bad, in deze gevallen, aan. — Eene fcherpe zinking* Holte is in ons Vaderland dikwerf eene algemee- ne oorzaak dezer te grote gevoeligheid. -* Immers, wanneer deze in de bekleedzelen der zenuwen fchuilt en vaft zit, veroorzaakt zij dikwerf ongeregelde bewegingen en onaangename gevoelsaandoeningen: —— en dit is de reden, waarom de belette uitwaasfeming in de zenuwziektens zo zeer te vreezen is; en waarom de herftclling dier ontlafting, de ziekte altijd verminderd en meermalen geneeft. »~— & 2011 geen  686 JAN PETEE.SE MICHBti- geen einde vin Jen , wilde ik waarnemingen, oni mijne Helling te beveiligen, bijbrengen. Ik ken een uitmuntend man, die aan een hardhekkige zenuwziekte zukkelt en wien men de beste middelen, zonder enig goed gevolg, heeft toegediend: onder de toevallen van zijne ziekte, zijn de verplaatfingen der (toffe op de zeunven zeer algemeen, een klaar bewijs van ziri- Jringftoffe. Een eenvoudig geneesmiddel, de confèrf van vlier namelijk, geeft hem zeer veel verligting, zo dat hij nu, door de herftelling zijner uitwaasfeming, redelijk wel is. Wij gebruiken dierhalven met altergelukkigfr gevolg in deze ziektens, geneesmiddelen, die de gevoe» ligheid verminderen en de uitwaasfeming herftellen , hoedanige wij reeds te voren hebben aangeprezen. Dan dikwerf is deze fcherpe zinkingftoffe zo Kaft, dat men dezelve met de aangeprezene middelen niet bewegen, veel min ontladen kan. —f In zodanig geval komen lpiesglasmiddelen in aan- merking; zoom braking te verwekken, als wel, om, in kleine giften, de uitwaasfeming te bevorderen: op deze beide wijzen iiai mers worden de zenuwen van de fcherpe zinking» ftoffe bevrijd en op deze manier hebben zij ook de  Ovér dezenuwziekten* der Nederlancteren. 6"8 T, de vallende ziekte genezen, gelijk ik boven reeds aangetekend heb. De Amica bloemen doen ook veel dienft en wel door dezelfde werking (d); de Meeftervvortel verdient ook aanprijzing. Ik heb een voor* treffelijk uitwerkzel van dit middel in eene koorts gezien, waarin de fcherpe zinkingftoffe, op de zenuwen gevallen, eene derdendaagfche koorts verwekte, die reeds eenige jaaren geduurd had en de befte middelen tegenftand bood: terwijl de koorts, door ecu uitfiag op de huid te verwekken, genas. De minerale wateren doen ook veei dienft; — daar mede heb ik een zoort van vliegende jicht, waar tegen de voortrellijkfte middelen te vergeeffchs den lijder waren toegediend, genezen, door eene ontlafting van een lijmig, olijachtig zweet. — Andere Geneeskundigen hebben geen minder dienft van deze wateren ondervonden (e). De geeft van hartshoorn, met barnfteen overgehaald, heeft mij denzelfden dienft in ftuipachtige bewegingen , die van eene fcherpe zinkingftoffe, op de zenuwen gevallen, afhingen, gedaan. Misfchien zouden die prdtkelende, hete mid-» de, GO Zie Tissot op de aang. pl. p. 33r. (0 Zit denzelfden op dezelfde plaats bl. 393',  f588 JAN PETERSEN MICHELL delen, die men antihijjkrica noemt, in'dit ge« val te pas komen, in zo verre zij namelijk dienen, om de fcherpe 'ftof te bewegen en te ontlaften» • 3n het algemeen echter verdienen de min hevige de voorkeur. Onder de lijft dez?r middelen , verdient dé JbZleBriciteit geene der minfté plaatzm. Deze immers brengt de fcherpe vochten , die in de kleine vaten opgehoopt, het genuwgaftel prikkelen, in beweging eft ontlaft dèzelven dikwerl dodr de huid, met den omloop der vocjiren te verhaasten : ——— de Waarnemingen en propven, door den zeer geléérden Héef Deimak bij een gebracht en vermeerderd , tonen die gevolgen ailcrduidelijkft ƒ). En dat het Magnetismus van Mesmer ook tot dit einde medewerkt, blijkt uit de waarnemingen , welke men hier en daar (g) geboekt heeft; en waar ain men, zonder partijdig te zijn, geen hiftorifch geloof kan weigeren. B. Ge-; (ƒ j Waarnemingen over de Electriciteii. (g) Heil. Hiftorijche Courant 18 Maart 1777. Lettre de M. Mesmer u M. Unzkü, jnr l' ujage medicinale ie l' aimant. Gaz. falütaire No. I4.6. a. 1775^ Tijsot op de aang. pl p. 309 en volg. J. C Unzer be. fcreibung eines mit den kunft. magn Angefi. rêrfucJu. Hamb^ 1775. Dit werkje is in het Hollandfch vertaald.  Üver de Zemnuxiektens der Nederlanderen. ét<£ Immers, wat men er ook van denken moge', Zo fchijnen de krachten, van den magneet op het menlchelijk lichaam niet geheel en al zonder grond. Mij is, van een kundig Heelmees¬ ter, dien ik alle geloof waardig achte, eene waarneming medegedeeld, van eene vrouw, die, gedurende zes jaren, met kramp en ftuipachtige bewegingen zodanig gezukkeld had, dat de ballen vari de voeten, tegen de billen waren opgetrokken: > men had reeds aüe middelen te vergeeffch gebruikt: de magneet wierd op het Iaatft aangelegd en deze genas de lijderesfe. Zij voelde pijn van de aangelegde zeililecnen, met eene hette en klopping, waar op een rijkelijk zweet én pislozing volgde: —~ deze ontladingen duurden twee dagen en herfteiden de lijderesfe in zó verre, dat zij gaan kende3 zonder dat er een toeval, dan alleen eene ftijvigheid in het been, overbleef: en deze heeft men ook daarna, fchoon er verfchillende geneesmiddelen beproefd 'zijn, niet kunnen genezen. Ik zou dit geval met verfcheiden getuigen kunnen beveiligen, indien ik het nodig achtedé en de Maatfchapij het begeerde Qg*). Hét (£*) Dc geleerde Heer Dr. Guilubest, dit te Ara-' ; Xk  6$0 JAN PETERS EN MICHfeLL Het is de plicht der Geneesheeren dierhalven, ook dit middel, op het menfchlijk lichaam, en wel voornamelijk in dc zenuwziektens, te beproeven Of*)- Het is tot ons oogmerk genoegzaam, den invloed, die deze algemeene oorzaak op de zenuwziektens van ons Vaderland heeft, aangetekend en de wegneming derzelver, en ook de genezing der uitwerkzelen, kort aangeftipt te hebben. V. Deze aanwijzing werkt voornamelijk, op het verzachten der toevallen en het verhoeden der gevolgen. — Hier moeten wij ons oog nauw- keu- flerdam de praktijk der gcneeskonft met zeer veel lof ocfient , en do kundige Heer d£ Beeh, een ervaren Heelmeefter, hebben deze lijderesfe bijgedaan en inij den gelukkigen uitflag medegedeeld. [£**] Onder het vertalen dezer verhandeling is mij een werk onder het oog gekomen, dat ik niet kan nalaten, mijnen Lezers, ter nadere befchouwing van het dierlijke magnttismus, aanteprijzen. ■ De titel it, Recueil des memoires fur l' analogie d» l' cletlricité £ƒ du, magnetisme, couronnés et publiés par V acüdemie de Baviett traduits par J. H. van S winden _ Prof. de Pkilos. dans l' Univerfité de Franequtr. He. a la Haye 1784- Ees werk, dat, buite» andere nuttige proeven en waarnemingen over den magneet in het algemeen, dit ftuk voldingt en dan grooten van Swinden, die er voor het grootftg ged-'celte Schrijver van is, eer aan doet.  Over de Zenuwziektens der Nederlander en. 69 % keurig veftigen op de ftuipachtige en pijnlijke aandoeningen: immers van dezen oorfpronk kunnen wij alle toevallen, welke men in de zenuwziektens waarneemt, afleiden. Dan meri dient in aanmerking te nemen, dat deze geneeswijze, d-wijl deze ziektens gemeenlijk, bij aanvallen, wederkomen, in of buiten dezelven merkelijk verfehiit. -—t Immers is het zomwijlen beter, in de aanvallen geen geneesmiddelen den lijder toetedienen , of de Geneesheer moet ten miuften omtrent hare krachtdadige werking zeker zijn. Ik heb in een lijder, die de vallende ziekte had, den aanval, op het toedienen van een prikkelend middel, omaante rieken, zien wederkeren. Ik heb in denzelfden lijder eert zwaarder aanval zien volgen, toen men hem eenige druppen van het pijnftiilend vocht van Hopfmann, na dat de aanval reeds verminderd was ingaf; . in dezen lijder wierd de aanval, door alle toegediende geneesmiddelen, erger. Daar is echter een aantal waarnemingen, waaruit blijkt, dat de geneesmiddelen zomwijlen, in den aanval zeiven, te pas komen; Dus herinner ik mij b. v, gelezen te hebben , dat het opfchroeven der mond, als een behoedmiddel, om den-aanval der epilep/ie te verhoeden, tierd aangeprezen. . Andere Geneeskundi- Xx 2 gent  6fJ2 JAN PETERSEN MICHELL gen hebber), met een uitmuntend gevolgd den aan. val der vallende ziekte gefluit, door een band aan te leggen, boven dié plaats , afvaar de lijders de eerfte aandoening kregen, gelijk men onder anderen bij den Baron van Swieten (g**k) met waarnemingen getraafd vind ,■ dus is koud water in een hijfiïrkq toeval zomwijlen van dienft geweeft : dit heb ik te voren reeds door eene waarneming geftaafd. Gemoedsaandoeningen, welkén men den lijder, *)p het eerfte gevoel des aanvals, op den hals jaagt, doen dikwerf een gewenfcht uitwerkzel. Het voorbeeld van onzen grooten Boerhave , die door eene aangejaagde fchrik, de meefte kinderen uk het Ilaarlemfche weeshuis, van ftuipachtige aandoeningen genas, is te bekend, om het in zijne omftand'igheden te verhalen. Wij vinden in de Geneeskundige Jaarboeken meer diergelijke voorbeelden (//), zo dat wij ook van dezen een voorzichtig gebruik moeten trachten > te maken. Prikkelende middelen onder de neus te houden, het omtlaan van fcherpe mediea- meu- (g***) Comm. Tom. III. png. 0>) Zie Dr. Valkenaar de mimi affect, cn verg. dere beroemden Gaubius de rtgimine mensis, fiiod v.eiicorum ejl.  Over de Zenuwziektens der Nederlanderen. 693 menten , het aanleggen van moftaartpappen > fpaanfche vliegen en wat dies meer is, komt in weinig gevallen, hoe zeer, veelen deze middelen ook aanprijzen, te pas: men moet van de- zelven geen, in gevalle de aait der ziekte niet duidelijk bekend is, en dan noch niet, dan een zeer voorzichtig, gebruikmaken. — Dan, wanneer de lijder in het toeval bij zijne zinnen blijft en men in ft*$£ is, hem geneesmiddelen toedienen, zo vereisfehen dc benauwdheden, ftuipachtige bewegingen, pijnen en de daar uit voortfpruitende ophopingen der vochten , dikwerf fpoedige hulp. —— In dit geval komen ligte ontmannende middelen en inwikkelende, die eene fcherpe prikkeling kunnen verftompen, in aanmerking. Wij hebben door de ondervinding geleerd, dat het ftiliendzotu van Homberg, tot dat einde, dm namelijk die ftuipachtige bewegingen tegentegaan, de meefte aanprijzing verdiend; hier door immers worden zo wel de ophopingen der vochten, de ftuipachtige bewegingen, als de pijnen, uitmuntend tegengegaan. En het is ieder Geneeskundigen bekend, dat het pijnftillend vocht van Hoffmann, ook om deze voortreffelijke kragten,zeer veel aanprijzing verdient. —• Detinctuuz van wijnruit, van afa fetida, van caftoreum, het falvolatile okafurx, het oleurn animale. Dwpe? X"£ 3 Lllj,  #94 *J AN VV TER5EN MICHELL Lii, in kleine giften, en de geeft van hartshoorn, met barnfteen , is in fljppere en wekere geitellen, dikwerf een goed geneesmiddel. • De tinctuur van barnfteen met den verzoeten falpetergeeft, w'erkt uitmuntend, om deze toevallen te {lillen. De muskus werkt in zommige gevallen ook uitmuntend. ■ De fpiutus Min* der tri met een Weinig laudanum Liquidum doet ook voortreffelijken dienft. Eindelijk is er geen beter middel, dan de opium, in gevallen, waar in de toevallen eene verdoving der gevoeiskracht vereisfehen. Ik heb een lijder,.die can ee¬ ne zogenaamde vliegende jicht zukkelde , met de Kina en de fpiritus blinder er i, zo om de fcherpe ftoife te ontladen, als om de zenuwen te. verfterken, met een gewenfcht fucces, behandeld, de pijn wierd van dag tot dag minder en de lijder gezonder. Doch op een avond, terwijl hij zich op den dag zeer wel bevonden had, kwam de pijn weder, en wel in de ballen, met zo grote hevigheid, dat de lijder het uitfehreeuwde, en zijn gehele lichaam van aandoening beefde. — Ik fchreef, hem wijl ik den aart der ziekte kende, eene grote gifte opium, voor. —— Nauwlijks had hij dit middel gebruikt, of de pijn wierd gedild, er kwam een heilzaam zweet, dat zelfs jeukte op de huid verwekte >  Over de ZenuvjrJekteus der Nederlanderen. 695 wekte en den lijder genas, zonder dat het toeval wederkwam. Daar dan de zenuwziektens in ons Vaderlaud voornamelijk van de ongeregelde werking van het fpier en zenuwgeftel voortkomen , daar hare aanieidende oorzaak zo dikwerf in eene belette uitwaasfeming moet gezocht worden, zo is het geen wonder, dat de opium in deze ziektens zo dikwerf wonderen doet: daar zij in zenuwziektens, welke van eene ge(panne en fterke vezel voortkomen, gene goede uitwerkzelen kan voortbrengen. En dit fterk* werkende , uitmuntende geneesmiddel, doet wanneer het bij de ipecacuanha, braakwijnfteen of fpiesglaswijn gemengd word , onbegrijpelijk veel af. De braakwortel en de braakwijnfteen zelve, doen, in kleine giften, om de toevallen te ftillen , uitmuntenden dienft. - Immers, zonder in aanmerking te nemen, dat zij alle affcheidingen cn ontladingen vermeerderen, dat zij de ftoü'e, die door hare prikkeling de zenuwen knaagt, losmaken, bewegen en ontlaften, zo brengen zij de ongeregelde bewegingen van het zejmw en fpiergeftel, door hunne ontfpannende kracht in orde en herftellen hunne natuurlijke werking. - Onder andere waarnemingen, blijkt dit liit de reeds voorgeftelde van eene epilepfie, door £ït middel genezen. . Zij verdienen dus Xx 4 • meer  Sqó* Jan petersen michell meer en meer aanprijzing in de zenuwziektens,' .—- De aangeprézene zaamfrekkeride cn inwikkelende middelen, doen ook vrel dienft, om de pijnen, in het toeval zelfs, te flillen : — dit blijkt hit de genezingen van het ftuipcolicq door dit middel, welken Grashuis , Hahn en anderen hebben waargenomen. . Ik heb zelve van dit middal in diergelijke gevallen met nut gebruik gemaakt. jNa het toeval blijft er dikwerf eene ongevoeligheid, die weder aanleiding geeft tot ftuipachtige bewegingen : ■ . dus komen die middelen in aanmerking, die door eene fterke ontlpannende kracht, de ftuipachtige bewegingen voorkomen. Deze hebben wij op hare plaats aangeprezen. . Genoeg derhalven , indien wij aanmerken, datdezinkbloemen, de valeriaan, de barnfteens tinctuur met fpiritus nitri daleis, het oleum animale Dippelii , de fpiritus cornu cervi fuccinatus, de opiilm, en vooral de Kina met ftaal, de minerale wateren met melk, de ele&riciteit en misfchien het magnetisinus , onder dezelven, geen geringe aanprijzing verdienen. De verfchillende gevolgen van de ftuipachtige en pijnlijke aandoeningen, kan men niet beter, dan door het ftillen en wegnemen dier toevallen zeiven, verhoeden. Dikwerf nemen bioadftor-  Over de zenuwziektens der Nederlanderen. 69? tingen haren oorfpronk uit die toevallen; ———' immers, wanneer het bloed naar eene zwakke plaats word opgehoopt, zo barft het dikwerf uit tegennatuurlijke wegen.- in jonge voorwerpen gaae het naar het hoofd, in volwaslène naar de borfls en in oude lieden naar den buik. Dit hebben de> voornaamfle Geneeskundigen reeds van ouds hes waargenomen, en de ondervinding heeft het van. tijd tot tijd beveiligd. Hier van de reden^ waarom men in jongelingen neusbloedingen en; in eene gevorderde ouderdom bloedfpuwmgen waarneemt, die niet zelden in jongteering overgaan. —— Hier van de reden, waarom oude lieden zo zeer met aambeijen gekweld zijn. —— Hier van, dar de natuur zich dikwerf door deze wegen ontlair., en dat men deze bewegingen nie& fchadeloos kan tegengaan. En de lamheid zelve is niet zelden een gevolg dezer ziektens; . zij moet van de mindere beweeglijkheid der fpiervezel en gevoelloosheid der zenuw afgeleid worden; ■ deze hebben wederom haren oorfpronk van de te fterke werking der prikkeling of |van de verplaatsing eener fcherpe ftof, die de beweging en het gevoel hinderlijk is. . Vermagering en uitteering volgen niet zelden van de verhinderde voeding en vermindering der levenskrachten. —— Deze uitTt $ werk-  698 JAN PETERSEN MICHELL werkzelen kan men bert door de aangeprezene middelen verhoeden. Dikwerf komen er fe- tons en fontenellen te ftade, waar door de natuur zich van de fcljerpe ftoffe ontlaften kan. — Deze worden zelfs van beroemde mannen in da kunft, in de teering en verlamming voorgefteld Wanneer men in het toeval zelfs Voor bloedftortingen bevreesd is, zo moet men op dc edele delen, die het zwakfte zijn, voorzichtig, doch te gelijk ftout, omflagen met koud water laten leggen; het heulfap en pijnftillende middelen komen meermalen in aanmerking. — Zo ooit, kan in dit geval, eene aderlating van dienft zijn. . Het aqua Rabelii, de campher, dg fpiritus nitri dulcis. het liquor anodynus mineralis , het pulvis antispasmodicus cTtahlii , het falpeter en diergelijke ontfpannende middelen welke wij reeds hebben aangeprezen, ftillen ook de bloedftortingen en verdienen den voorrang boven de zaamtrekkende. De verlamming moet men in dit geval door prikkelende middelen trachtende genezen en door het voorkomen en ftillen der ftuipachtige bewegingen zoeken te verhoeden. Bui- h*S Zie den Hr. Csamer daparalyfi bij den Heoghn . ■ Ztsmnwt in zijns tkefaur, tMsf. v»i I.  Over de Zenuwziektens der Nederlander en. 6yy Baken de reeds aangeprezene middelen zo ko > men in den tijd , wanneer de ftuipachtige bewegingen aanwezig zijn, wrijvingen met geeft van ammonidizoiu , met zeep, met tiritfbuur van Spaanfche vliegen, met campherbrandewijn en met olijachtige vlugge zouten in aanmerking. —■ Straks hebben wij reeds aangemerkt, dat men de ó'paaniche vliegen, fumenellen cn fetons, ook in dit geval, met nut gebruiken kan. Te recht word hier de electrititeit en misfchien ook het magnetismus geroemd. De vermagering en teeiing kan'men ,beter voorkomen, dan genezen. > De Kina met pijnftillende en ontbindende middelen komen in deze gevallen te ftade. . Het zuigen van vrouwemelk is het befte middel, immers wanneer er gene te grote trek rot bijih* pen is. Eene voedende Jichtverterende eetregel, melk, minerab wateren, wijn en lichaams." beweging, maken het leven, z?!fs in dit naare uiteinde der zenuwziektens, dragelijk. VI. Deze aanwijzing tracht de kalmte L: gemoeds te bevorderen en de driften te regelen. • Want in deze ziektens is er eene verwon* derlijke beweeglijkheid, zo dat de lijders van de minfte oorzaken benauwd en verfchrikt worden: » zij zijn zeer gefchikt tot aandoeningen, die hen dikwerf fchadelijk, dikwerf: ook voordelig  7©0 JAN PETERSEN MICHELE. lig zijn. „ En hier uit kan een ieder afiie- „ men, dat de plicht vaj den Geneesheer, in de „ zielsbeftiering tot heil van den lijder, hier op „ voornamelijk nederkomt, dat hij in de eerfte „ plaats de oorzaken van ziektens, welke dc ziel 5, door hare ongeregelde werking op het lichaam s, voortbrengt, wegneemt en verbeterd, en in de „ andere plaats , de heilzame zielswerkingen, „ tot verligting des lijders, op eene voorzichti- „ ge en verftandige wijze bezigt. En is ., er iemand, die deze twee inzichten wijs weet 5, te vervullen, en zo voorzichtig als verftandig „ van deze middelen weet gebruik te maken, die „ dezelven naar den vcrfchillenden sart van ieder „ onderwerp , zo in den gezonden als zieken „ ftaat, naar den verfchillenden inborft des lij. ders, kan bezigen, zo moge hij zich bcroe„ men, van den hoogden graad van wijsheid en „ verftand in de geneeskunde bereikt te heb„ ben (/)"■ Deze is öe voortreftèlijkfte , de ïietlzaamfte geneeswijze in de zenuwziektens; deze moet ieder Geneesheer, in zo verre het eenen fterveling mogelijk zij., zoeken te voimaken cn dan (i) Het zijn de woorden van den beroemden Gilfc Blus in zijne tweede leerreden de reg. menfit, .quod mts dicerum efl. p. 74,  Qv'er dé xenuwxiekttm der Ntderlanitren. 701" dan zouden wij, ten minden naar mijn inzieni gelukkiger in de genezing dier ziektens Hagen.) ■ -> Niet, „ dat ik de fecle der Stoïsche wijs* „ geeren toegedaan, die Zëno te vergeeffch door „ zijne leer heeft zoeken algemeen te maken, ee„ ne ongevoeligheid der zie!, door de GeneesÜ heeren, hunnen lijders wileigen gemaakt heb- „ ben: immers dit wenfeh ik zo min , als „ ik aan de mogelijkheid van de uitvoering ge. „ loof geve'(£\ De gemoedsaandoeningen hebben ook hare voordelen, welke dikwerf wonderen in de genezing der zenuwziektens verricht hebben. Wij zullen dus eenige algemene regelen voordellen en derzelver toepasfmg op bijzondere voorwerpen aan die genen overlaten, die met ons de genezing der zenuwziektens eens op eenen vallen voer,ten nutte der lijders, trachten gebracht te-zien; wij tekenen dus aan A. „ Dat eene gerufte ziel, die het volle gej, hruik harer zintuigen heeft, op zeer veele wij„ zen de gezondheid bevordert, daar zij hars „ werkingen en alles, wat zij tot welzijn des lic„ naams toebrengt, zodanig oeffent en matigt, p dat de werktuigen, noch door vadzigheid on- „ be- Qi) Zie Oawiks tp i- aangeh. plaats p. $1. Js,  ^oa JAN PETERSEN MICHELL ,, bekwaam, noch door te Herken arbeid vermoeid „ worden, dat de noodzakelijkheden der natuur „ voldaan en het khadehjke oplettend vermijd worde En trekt de menfch zelfs in den gezonden ftaat zodanige voordelen uit de kalmte der ziel, welke moeten er dan niet in deri zieken ftaat en, voornamelijk in de zenuwziektens, uit voortvloeien. Waarlijk de bekende ve- iietiaankhe Edelman Cornaro zoude zijnen zie» kelijken ftaat, uit den vveiluftoorfpronkelijk, nooit zo drageiijk voör zig'gemaakt hebben; hij zou nooit dc uiterfte eincens van het menfchehjk leven, eene honderdiprige ouderdom, bereikt hebben, had hij deze gemoedsgetufiheid, niet bij zijne bepaalde levensregel gevoegd. Men moet de lijders dierhalven, door eene zoete hoop vleijen, om deze kalmte des gemoeds te bevorderen. Hier toe komt zomtijds de wijn, het heullap, pijhftillende cn flaapverwekkende mid« delen en meeft altijd de beweging en aangename afleidingen der ziel van droevige voorwerpen, in aanmerking. Doch hier van nader. B.. „ Dat de droevige gemoedsaandoeningen „ welke de ziel neerdrukken, en waar ondei de „ droefheid, vrees, haat en afgunft behoren ,< „ nauw; (0 Zie denselfdsn »p dtzsifde plaats. U. 42.  Over de zenuwziektens der Nederlander en. 703 „ nauwlijks iets goeds vermogen", doch in tegendeel het welzijn des lichaams ondermijnen. . Zij belagen het Ievensbeginzel door eene flille knagingen niet zozeer door uiterlijk geweld* Z\] doen zich, zonder fterke bewegingen, voor; dan, wanneer zij eens poft gevat hebben, zo drin« gen zij diep in het merg en de aderen in , zij veroorzaken akelige aandoeningen voor de ziel, zij brengen het Ievensbeginzel uit zijne ruft in gtdiffige ongeregelde bewegingen en veroorzaken benauwdheden en ftuipachtige aandoeningen 5 hier van daan die weeldrige- bronnen van verwar, de bewegings en gevoelsaandoeningen , die zo dikwerf dc oorzaken/worden van zenuwziektens, dezelven, aanwezig zijnde , verergeren en niet zelden ongeneeslijk maken. Een lijder moet zich dus voor deze gemoedsaandoeningen, als voordepeft, wachten en zijn Geneesheer dient zich voornamentlijk daarop toeteleggen, om de oorzaken dezer gemoedsaandoeningen uittevorlchen, om dezelven daarna zo veel te beter te kunnen wegnemen en tegengaan. „ Immers is er in eene vleijende aanfpraak en „ een vrolijken trek, in eene ernftige redeneering, „ in eene wel aangcdrongene aanmaning, in eene „ verzekerende belofte, ja zelfs in een dreige.' 3i ment, geen geringe kracht, van dewelke ie- 31 mand  704 JAN PETER SEN MICHELÊ „ mand een recht gebruik makende, de gemoeds* }, aandoeningen, als met gebit en teugcis, naat' j, zijnen wil, regelen kan (pftj - En, tot dat einde, komen ook afleidingen des gemoetIs, lichaamsbeweging, voorwerpen, die het gemoed dus lijders in verwondering kunnen afrukken, vrolijke gezelfchappen, boenende gefprekken, het lezen van aangename en vermakelijke boeken, het iandleven, het reizen naar vreemde piuïLzen en diergelijke hulpmiddelen, welke de ziel van het voorwerp, waarop zij ftaaroogd» kunnen aftrekken, te ftade. „ C. Eene gematigde vreugd, hoop 'en veilan* gen hebben beier uitzverkzelen op ue zenuivzie- ke lijders. •— Dat dus de Geneesheer zich toelegge, om zijne lijders tot deze aandoeningen overtebrengen; hier door immers woed de doorwaasfeming bevorderd , het zenuwgefte! aangenaam, als met ügte fchokjes, bewogen, de vochten en de zenuwkracht door het geheele lichaam gelijkelijk verdeeld, en hier door worden weder .verfchillende ziektens genezen («)• De hoep beurt de zwitzers, die aan het heimwee teeren, op.' .—_ De hoop, om zijne Zufter te omhelzen, ver- Cm) Zie Gaubius op de aang. pU bi. 84- (n) Zie Valkekaar op de aang. §U £. Ó4. 5. io9-  t)ver ie Zenuivzrektem der Nederlanderen. 76$ verlangde het leven Van den wijsgeer Democri- tus van Abdera. - „ Deze is het, die het j, vertrouwen, waar naa de Geneeshéeren zo vti- » rig haken, der zieken op hen uitmaakt; „ kan een Geneesheer dit vertrouwen van den lijder „ voor zich winnen * zo zal hij hem niet alleen a gereder vinden, om zijnen raad óp te volgen; i, maar zelfs in ftaat zijn, den lijder door zijne „ enkele toefpraak, optebeuren en te verkwikken: ja dat meer is, hij zal ondervinden, dat zijne middelen beter en zekerer uitwerkzelen heb»» ken (O* —- Deze is het middel, waardoor „ kwakzalvers ; kruidmengers ,! landlopers óf j, die de .ziekte uit de urm voorzeggen, die door „ rijmpies, toverwerkingen, fijmpathetifche kracht „ en wat dies meer is, kwalen trachten te gene,, zenjj waar door deze, zeg ik, des lijders geld „ en aanprijzing zich weten toe te eigenen. — ,, Immers daar zij met eene trotze pralerij hunne „ wonderwerken , zelve, wijd en zijd verkondi. „ gen en met een luid gefchreeuw, enhetgrootj, fte vertrouwen op hunne kunft, de lijders bc j, loven te genezen, brengen zij den ligtgelo- (#) Het zijn de woorden van den barosmdea Cabtpvs $f ie aang. fl, bl. 57. 58.  yó6 JAN PETER SEN MICHELL,' „ vigen lijder in verwondering en van verwon„ dering tot hoop ; -—- hier door word de „ kwijnende ziel, reeds afgemat door de gele* „ dcne fmart van de hardnekkige ziekte en „ doorliet gebrek aan de verlangde hulp, op„ gebeurd.; en dan wekt zij niet zelden de werk„ tuigen des lichaams zo vermogende op, dat de: natuur zelve, met de haar eigene krachten, „ 'de werkloosheid des levensbeginzels. tegengaat, „ het zenuwgeftel in zijne werkingen hc-rftelt, da beweging der vochten vermeerdert- én de ziek„ te zelve, te vorem, zelfs tegen de befte ge„ ncesmiadelen, hardnekkig ftandhoudende , aan„ valt en 'tebovenkomt (/>). En het onbreekt den Geneesheer, onder zijne kunftwerktuigen, niet aan de zulken, wélke een zodanig vertrouwen, eene zodanig vleijende hoop op de gemoederen zijner lijders kunnen indrukken; . het.word dus nu onze taak tot de befchouwing , dier middelen overtegaan en daar toe. brengen wij jn de eerfte plaats a. Eene nauwkeurige oplettenheid van den Geneesheer op zijnen lijder ,, op dat hij opfpore,, . tot wat neiging de zieke overhellc en van welke gcneugtens en driften hij meeft worde aangedaan» {i) Zie denzehen tp dezelfde plaats.  Over de Zenuwziektens der Ne der lap de ren. föf daan. —— Ieder menfch immers fielt zijne zinnen niet op een en het welfde, neen, maar de begeertens, de driften, de zucht tot het eën-of her ander, zijn bij allen verfchillende; ■ i deze tracht fchatten te verzamelen; ——- gene glorie te bejagerï; > een ander word door den nijd verteerd, terwijl weder'anderen door andere ge^ jnoedsaindoeningen beheerfcht worden. — E°n Geneesheer moet dus deze driften, wanneer hij derzelver bron ontdekt heeft, zoeken te matigen én te ftillen ; —I—. en, wanneer de zedelijke hulpmiddelen , welke wij ten dien einde reeds hebben aangeprezen, in dit geval tekort fchieten, zo kan men van eene geoórioofde lift of óók zomwijlen van die werktuigen , welke de Geneeskunde ons aan dé hand- geeft,'een- nuttig gebruik totlieil des lijders maken. Toégevenheid doet in deze gevallen onbegrijpelijk veel. ' - Er-asitkatus • zoude Sblbucos nooit genezen hebben , ■ !had Stratónice gene toegevenheid voor zijne-brandende-liefdensdrift getocHd. b. De Geneesheer moet zijnen lijder een ligt denkbeeld der ziekte fchetzen en hem zijne genezing, als zeer gemakkelijk, afmalen. 'J——Dan word de ziel, van zelfs, als het vvttre , gerufter. ——. Hij moet den lijder zódanig' een denkbeeld geven van zijne ziekte,- dat hij zelve Yy 2 na-  ?OcT JAN PETERSEN MICHELL nagaan kan, wat hem voor of nadeel doet. -—7 Hij moet zich over de uitwerking der geneesmiddelen niet te fterk uitlaten; ———• op dat zijn vertrouwen bij den lijder, in geval de geneesmiddelen de gehoopte werking niet hebben, het welk in de zenuwziektens niet zelden gebeurt, geen fchipbreuk lijde. • ■ ■ In den beginnne, wanneer de Geneesheer zijnen lijder eerft leert kennen, moet hij zich alleen op de onderfcheiding van den aart der ziekte toeleggen; en on. derwijl kan hij zich , door het ; verzachten deï toevallen, van het vertrouwen des lijders meeflet maken; —— en tot dit einde komen de aangeprezene kramp en pijnflillende middelen voornamelijk in aanmerking. Onder allen verdient het heulfap, dit voortreffelijk gefchenk der Goddelijke voorzienigheid, de grootfle aanprijzing. — Dit heerlijk middel is dikwerf het gefchiktfte, om de zenuwziektens, welke men in ons Vaderland waarneemt. met haren wortel uitteroeijen; ——— het is in de handen van een kundig Ge. «eesheer, als een befcherm-engel, waardoor hij de benauwdheden en pijnen des lijders vermindert, flilt en meermalen geheel en al geneed. In de voorfpelling moet een Geneesheer zeer voorzichtig zijn. — Dat hij voorfpek, ;moet zeker volgen. .—>~t- Van twijffelachtige uitkom-, lieg  Over de Zenuwziektens der Nederlander en. ften dient hij, liever te zwijgen, en omtrent dit Huk kan hij niet te weinig, en dat weinige, noch altijd, onder voorwaarde, zo als men zegt verrichten. . c. Ben Geneesheer dient, zo veel mogelijk, aan de begeerten van zijn lijder te voldoen: — nooit moet hij zijne verzoeken geheel arflaan. lie* ver dezelven, indien zij den lijder fchadelijk zijn zouden, van tijd tot tijd uitftellen. Dus vleijt hij zijnen lijder met eene zoete hoop en verlangen: en de lijder zelve word, van dag tot dag, om het geene, waarna hij haakt, dra te verkrijgen, meer oplettende op zijn eigen welzijn. d. Een Geneesheer most zijnen lijder trek inboezemen tot bet geen vermogende is ter betjlelling zijner gezondheid en vervrolijking van zijnen geeft. —— De lichaamsbeweging, het wandelen, hst paardrijden, het varen , een aangenaam gezelfchap, een vrolfk gefprek, vermakelijke boeken, vriendelpellen en andere dingen, welke den lijder kunnen opbeuren, moet hij hem trachten fmakeiijk te maken. —— op dat de lijder nieuwsgierig, en zijne ziel van het voorwerp, waarop zij gedurig, als van zich zelve vervoerd, ilaaroogd, afgetrokken worde; en op dat daaria zijne nieuwsgierigheid in verwondering Yy 3 ver-  .'flO JAK PETERSEN MICHELL verkere en hem tot hoop en andere heilzame gemoedsaandoeningen aanleiding geve. e. Hij moet de kracht van die geneeimiadeteri, waar op de lijders zelve eenig vertrouwen jhllen, opvijzelen en derzelver heilzaamheid, ^indien zij [echts met den aart der ziekte niet [rijdende zijn, hemelhoog verheffen. Ja men mag zelfs, in deze gevallen, middelen, welke men te voren weet, dat geen hulp kunnen toebrengen, indien zij flechts niet fchadelijk zijn, dui lijder toedienen.' Ik heb een geleerd man, die aan eene zenuwziekte zukkelde, door koude baden en de Kina genezen , die zo zeer gefield was op tere aderlating, in vertrouwen, dat deze hem nut ' zoude tocbrengan , dat ik eindelijk genoodzaakt was, hem een klein gedeelte bloed te laten aftappen , uit vreze, dathij zich zelfs anders hgtchjk eene ruime aderlating zoude laten doen. —- De ader was nauwlijks geopend en men had hem gtene once bloed afgetapt, cf ik liet de wond digr ma« ken. Op het ogenblik beterden alle zijne benauwdheden, zijn pijn, fpanning op de borfl, en welke toevallen zijne verhitte verbeelding meer gevoeld had: —— ik genas hem voorts met dc gemelde geneesmiddelen: welk eene kracht heeft de verbeelding niet op onze geitellen! ƒ. De  Over de zenuvusithem der Nederlanderen. 711 f. De Muzicq doet dikwerf uitmuntenden dienft in deze ziektens; — zij brengt meer. malen de heilzaamfte uitwerking, die men te vergeeffch van geneesmiddelen verwachten 'zoude, voott. Dit leren ons de waarnemingen, waarin wijj^zcn, dat verouderde cn voor ongeneeslijk geachte zenuwziektens door het eenftemmig geluid van het fnarenfpel genezen zijn. —■ Het is een Voortreffelijk middel tot verzachting der pijnlijke aandoeningen; — en daar uit kan men de reden opmaken , waarom krampachtige en pij nfijke'kwalen zo dikwerf door de kracht der Muftcq genezen zijn., gelijk wij uit de waarnemingen ' V.a.ï'CAELIUS Aureuanus (qj, A. GelLIUS.V), TllÈOPHKASTUt Q', Mead (V), Co- iumnius (.'/), Kaauvv (v), Haller (w), J. Prodeus (.rj, Lqrry. (j), Unzer Qe) en P. van ' (q) De "morb. CKrbnicis lib. 5. c. I. (<-) NoSt. Au. l. i, c. 13. :[ƒ] In -zijne wirken op meer dan eene plaats, [t] De venenis [ld ifekiads nerv. §. 41. ty] Imp. fac. §. 412. [w] El phjjs. Tom. V. p. 35, . [x] Mifc. cap. 3X. fy] De melanch, Tom. I. p. 373. £aj &*n anz. 3. d. z. (luk.  fit jan peters en michell van .Swieten (a), klaarblijkelijk afnemen kunnen. g. De Ele&riciteit verdient onder deze middelen geene der geringde plaatzen. —Immers, fchoon wij gaarne bekennen, dat de electricque vloeiftof eene eigenaaitige kracht tegen verfcheide kramp en pijnlijke aandoeningen heeft, zo is haar vermogen,ons bedunkens, op de ziel niet minder duidelijk. — Want, het zij men de uitwerkzelen , welke de elecïricque vloeiftof op den geeft des lijders heeft, van de hoop, om door dit middel eindelijk eens genezen te worden, of van de fchrik, waarmede iemand, veel al, op het toedienen van dit middel, bevangen word, of van de verbèeldingskracht wil afleiden; het zij men gelpve, en dit fchijnt het waarfchijnlijkfte, dat de ele&riciteit, in veele gevallen,op alle deze manieren werkt, dit is ten minften zeker, dat de ziel er door aangedaan word; ——en dus doet ook de elecrricque vioeiftof zeer veel af, tot vervulling van deze aanwijzing, wanneer zij voorzichtig word in het werk gefield. Eene oplettende befchouwing der waarnemingen bewijft de- [a] De Mufices in Mei. infi. atque utüitate L. Bi 1773. Zie Dr. txa Emgelen Gen. Kabinet t d. a.jf. IL 169.  Over de zenuwziektens der Nederlanderen. f 13' deze ftelling zonneklaar; — daar men er ondet dezelven veelen geboekt vind, waaruit klaar blijkt^ dat de eleétricque vloeiftof door het lichaam op de ziel gewerkt en daar door de genezing van zommige ziektens te wege gebracht heeft (è). j h. Tot dit vak behoort ook het dierlijke Magnetismus van Mesmer. — Immers, fchoon wij uit te voren aangehaalde waarnemingen fchijnen te mogen befluiten, dat de zeilfteen waarlijk door hare eigenaartige kracht ziektens genezen heeft, zo geloven wij, dat het [magnetismus in meer gevallen , om de hoop der lijders te voeden, de miftrooftigheid voortekomen en de verbeeldingskracht, als het ware, te betoveren, aanprijzing verdient. Tot dit zelfde einde komen ook eenige dingen, die men tot voorkoming van een of ander toeval of tot genezing eener ziekte bij zich draagt, fijmpathetifche poeders en tovervverkin- gen, zo als men ze noemt, te pas: . immers, fchoon zij van haar zeiven geen de minfte kracht oeffe- [b] Verg. den beroemden Deimhn wairn, over de Eteüriciteit, Underwood, phil. trant, v. 62. P', I. a. L Henly in hetzelfde werk. v. 68. P. 1. a. 5. Recueil des divers favans fur i' elettricitè medicinale enz.  714 JAN PETERSEN MICHELL, oeffenen, zo doen zij zomwijlen, eene heilzame uitwerking op den geeft des .lijders , tot genezing der ziekte. Dan het laaftgemelde zoort van middelen, geeft niet zeiden bij onze lijders aanleiding tot dweperij; en dus moeten wij daar van geen, dan een zeer omzichtig, gebruik, en dan noch niet, dan in gevallen, waarin de lijder op deze middelen alleen vertrouwen heeft, maken. i. De liefde verdient tot dit zelfde einde zeer veel aanprijzing. Deze immers ver¬ mag, wanneer zij; binnen hare rechte palen beüoten blijft, onbegrijpelijk veel, zo op het lichaam , als op den geeft. .—. De ziel word vervrolijkr, zij voed eene vleijende hoop en brand van verlangen, om het beminde voorwerp te verkrijgen. ■ Dus word de kracht der zenuwen herfteld, de aftcheidingen en ontladingen geregeld, de koo; king, de verteering der ipijzen, de voeding, kortom de. gezondheid [en vrolijkheid, meer en meer volmaakt. En dat dit van de zedelijke lief¬ de waar is, leert ons onder anderen eene waarneeming van den Burgemeefter Tulp (c), van een Jongeling, die, uit wanhoop, van een meisje, daar hij liefde voor had, niet te zullen bezitten, eenzinvang kreeg, endoor geen middel, dan door do- [c] Obs. lib. I. ebf. 21.  over de Zenuwziektens der Nederlander en. yj$ de hoop, welke men hem gaf, om zijn verlan, gen eenmaal vo'daan te zien,herdeld kon worden. En dat dit van de.natuurlijke liefde, de vieefche. lijke vermenging namelijk, niet minder waarachlig is, kan men uit waarnemingen opmaken (d). k. Gramfchap en fchrik , zijn geen min krachtige middelen tot genezing der Zenuwziektens ; —— immers fchoon men weet, dat de gramfchap bloeddortingen (e), beroertens (ƒ), flauwtens (g) en andere kwaaien (b) veroorzaakt heeft, was egter Uippocrates :b* ■ reeds in zijn tijd van derzelver heilzame kracht in zommige zenuwziektens. overtuigd: —— Actius (i) beveiligde deze waarneming; en Pechlinus, Bokrichius, iSchenck, Sy-lvws en Fxckius helderden {d] Zie MrcHELLs aang. Verh S. 2. c. 1. § 5. [e] Zie Tisïot malai. desgens du minde f. 23. des ««'"ƒ>' ?• 353. Tom II. P. I. Higmobus dist, Anai. pag. J.72. Püchlinus /. 3 ohs. 2S-p. 45&- Uokjsllus cent. 2. obu 56. Libaviuü ae cruent. cac.av. [/] Zie Iissot /. c. p. 356. Buchan domejl. med. p. 57f [g] Tissot, /. c. Lorry Tom. I. p. 37. 1*3 tiss°t ^. 358. Valkenaar & Gausiuï ej» de aang. plaatzen. [h*] Epid. I 2. ƒ. i. £*'J Tstr. I. S«rm. 4. c. 3-,  JAN PETERSEN MICHELL' 'den dezelve door hunne waarnemingen op(£). Dit alles is omtrent de fchrik even waar. :Want, fchoon wij door het lezen der waarnemingen van Haller , Wepfer , Kirkpatrik , Jun- CKER, SENNERTUS, van SwiETEN, DELAMoTTE, jLorry, Zimmermann, Sïahl, de Haen, Vater, Boerhave, Platerus en anderen, door Gaubius, Valkenaar, Heemskerk en Tissot (/) aangehaald, overtuigd worden, dat er een ontelbaar heirleger krankheden cn eene plotlélijke dood zelve, van de fchrik haren ooriprong genomen heeft, zo blijkt het egter daarentegen weder uit de waarnemingen van Pare Smellie (V), Tralles (o), Tulp (ƒ>), Die- MERBROEK LlEUTAUD (r) , VERDRIES (f), Mel. [k] Zie Tistox des nerf: etc' op de aang. pl. p. 369 ' 371- [l] In zijne Strm. Acad. in de aangeh. verh. en bij Tiesot bL 494 en volg. in hit aangeh. werk. [m] Verg. de Eph. N. C. dec 2. «. 6 p. 576. [n] Midwif- T. III. p. 478. [0] De ufu opii. • [p\ Obs. Lib. I. c. Li. [q] Obs Mtd. [r] Med. Mufaeum, T. II. p. 17& £r] Aequilibr. Mentis & Cor$,  Over de zenuwziektens der NederlanSeren. 71 Mellius (O en Mentz («), dat zij in vele ziektens, als eene geneesmiddel gewerkt heeft, tot heil der lijderen. Deze gemoedsaandoeningen nu moeten door de voorzichtige hand des Geneesheers, als door een breidel, geregeerd worden: . deze zedelijke wijsgeerte moet elk Geneeskundige trachten te volmaken, op dat zij noch eens het werktuig worde, tot redding van een aantal zenuwzieke lijders, in welker genezing de kunfl tot noch toe te kort fchiet. . Dat ieder Geneesheer zich dus daarop toelegge, om de algemeene regelen, welke wij opgegeven hebben, op de bijzondere zoorten van zenuwziektens overtebren-i gen; dat men alles,het welk bij de fchrij- vers over onze ziektens aangetekend is, alle waarnemingen, die getrouw en nauwkeurig ge boekt zijn, met elkander vergelijke; i en dat: men zich wachte, van dit alles niet onbefchaafd op dit zoort van zenuwziektens, het welk in ons Vaderland waargenomen wordt, en zijnen oorfpronk zo aan natuurlijke als uit de levenswijz» omltane oorzaken, aan ons land alleen eigen-, te dan- [t] De vi vitcili. F [w] Deanimi Ce-mm. Lifs, 1700. TWSOT iVftff *mge\ jrfrfc hl. 4:2.  flÈ JAN petersen MïCHSLL danken heeft, over te brengen. —- ïmmers Onze "ziektens- zijn van een geheel en al verfchihenden kart van dié welken men in Frankrijk, Italien, en tlders waarneemt. Zullen wij dus ooiteenige vorderingen in de genezing der zenuwziektens makerij zo moeten wij vooial tüsfchen de ziektens van cn>- Vaderland en die van afgelegene landftreken, weten té onderfcheiden; zo zullen wij doos waarnemingen ondervinden, dat het ons gemak' kf-.jker valt, die ziektens vocrtekomen,dan te genezen-, dus zullen wij ook in het verhoeden der Oorzaken met vrucht arbeiden. • Dit wis-'het geen ik over deze ftoffe'hacï tnedetede'len. a— Ik had er eene hiltórifehe lijft der krampen pijnfhllende middelen, als niet geheel en al Van ons plan afwijkende, bijgevoegdj indien niet de arbeid van een Murray fjt> \ Spillmann (vr£ Geoffroy (&}s: Whytt (y"), Tissot en anderen ^a) mij die moeite hadden ., Jv] App. rteêir. Gott. 1776. [w] Mat. mté Arg. ^774. _.. [xj In zijn werk over de Mat. Mei. (yy In liet aang. werk. (2) Op de amg. pl. Tom. II. P. II. Ca) Verg. Gauüius in zijne Adv. Lambergen in zijn? invijingsverii. Craktz. Bergius Mat. mei. Stoxh. 1717.  Over diZenuivzkktens der Nederlander en. gefpaard indien het voortreffelijke Ge- nootfchap, niet voornamelijK had aangedrongen op eene bondige verhandeling, over de oorzaken, «art en genezing der zenuwziektens van ons Vaderland alleen, eri indien ik eindelijk het mij zelve tot eer gerekend had, voor cópiift aangemerkt te worden. Wij eindigen dus onzen arbeid en leggen de pen neder, ons met die zoete hoop vleijende, dat wijin gévalle wij de eerlaurieren niet plukken mogen, in dit noch niet genoeg bewerkt vak, door eene betere verhandeling, meer lichts verkrijgen zullen. ' ' 'Tralt.es de op'io.'Youko' of the opium. Hart deflorih Zinci, Rutty Mat. med. enz. Cheque événement, liè a celui, qui le prece* de-, et a celui. qui le-fuit, n' eft qu'un des anneaux de ia ■chaine, qui f arme V ordre c? la con- (li tut ion des c"h  ^24 Korte Schets van aen ïnhoui 2. dc Wanorde der natuuilijke werkingen en in 'c bijzonder «. De tegennatuurlijke Gevoelsaandoeningen, als . , bl. 563 * Een verward Gevoel . . • ** Verfchillende Pijnen ; 564. *** Gevoelloosheid ; . 566 **** Jeukte . . . 567 ***** Benauwdheid . . 568 ****** De Aandoenlijkheid van de oppervlakte des lichaams 565? ******* Verftomping der Zenuwen, die tot het gevoel gefchikt zijn . , . —ï ******** De Wanorde der Gevoels- werking ... ~— De Krenking vin de werking der Zintuigen, en wel . . 570 * De Wanorde in den Smaak — ** Reuk , 1 *** „ .,, — het Gehoor■ 371 **** , Gezicht 57a ***** Duizeling . . 573 ****** Ylhoofdigheid . . — iy. De Toevallen, die uit eene ongeregelde^erking van de Bewegingskrachten voortvloeijen, ST4 • Stuip*  der Verhandeling. 72 £ * -Stuipachtigs bewegingen f bl. 574 ** Verlammingen . . gfê S. De Slaapsaandoeningen, waaronder behoren . . . 1 _ * Slaaploosheid . . , „ ** Onmatig Slapen . . 579 *** Toevallen, welke uit deze beiden ontdaan . . 580 £. Ongeregeldheden in de Bewegingen, die tot het leven noodzaak- lijk vereifcht worden, als . 1 * De Ademhaling . ; , . ** Hartklopping . j 588 Verfchil der Polsflagen , **** Flauwtens enz. . ; 550 De Toevallen, uit de Ongeregelheid der natuurlijke werkingen oorfpronkelijk . . goj * Bedorven Eetensluft . . ; ** Ongeregelde Waterlozing. 593 *** Gebreken in de Huidaontlas- ting .... 596 *i. Toevallen in de werking der Voortteeiing, bij .. . 598 * Mannen ... , . ** Vrouwen- . . 1. , , C Eenige nadere gevolgtrekkingen, ter Zz 3 meer-  f2,6, Korte Schets van den Inhoud meerdere opheldering van de kennis ' en voorfpeiling in deze ziektens bl. c"o# IV. Hoofddeel handelt over de Voorbehoeding dezer ziektens, waar toe drie regelen moeten in acht genomen worden, . . ... . fto A. Het bewaaren der natuurlijke Kroost ten,-door .... — » a* De. Opvoeding . . . . , b. Matigheid . ft 3 c. Lichaamsoeffening. , . 613 d. Den Raad van Celsus, *•——. B. Het vermijden der Oorzaakcn, door 616 a. Een arbeidzaam Leven . . . . K Eene zuivere Lucht . 617 c. Matigheid en Kuifchheld. -; ^ d. Het niet te fterk infpannen der Zielsvermogens . . . , ft 3 e Eene fpaarzaame Levenswijze - . ƒ. Behoorlijke:.Klecdmg . . ft5 C. Het Vcrfterken en Harden der zwakke en gevoelige lichanmen. — ., «. Het wegnemen van de Tederheid der bijzondere deelen . 620 b. Het verbeteren der Zwakheid van het ipier #n zenuwgeftel Czx  Korte Schets van den Inhoud ontlaftingen in eene Stuipachtige beweging van de fpiervezel beHaat bl. 634 e. Dat de belette Uitwaasfeming, dewitte Vloed, en de ongeregeldheid der Maandflonüen enz. in deze ziekte eene voorname rol fpeelen: van daar moet men . . ^ 1. De belette Uitwaasfeming herftellen .... 63 £ 2. Het fterk Zweeten matigen . 636 3. De Waterlozing, wanneer ze te weinig is, bevorderen < 4. De Waterlozing, wanneer ze te fterk is, matigen . . 637 5. De Buikontlafting geregeld houden .... 63,8 6 De Zaadsontlafting . . 639 7. De Maandstonden . . —- 8. Den witten Vloed, zo, wanneer ze te fterk ifi, ais . . 640 Wanneer zij ontijdig opgeftopt is, zo wel als . . —• 10. De Kraamzuiverigen en eindelijk .... 641; 11. Allebuitegewoone Ontlaftingen behoorlijk regelen » . 643 B. tot  der Verhandeling. fn9' ; B. Tot de tweede aanwijzing behoort a. Het Zuiveren, en . . bl. 644 h. Het Verfterken der eerfte Wegen. 64.6 C. De derde aanwijzing zorgt voor het meelt aangedaane Deel, waar bij in aanmerking komen . , 649 a. Het Hoofd . . . 650 h De Maag . . . 652 c. De bovenbuiks Ingewanden 653 d. De Teeideelen . . . 665 e. Alle andere beweeglijke en gevoelige Deelen. . . . 673 ; X). De vierde aanwijzing verminderd de onnatuurlijke Gevoeligheid en verfterkt de fpier en zenuwvezel, door , 674 e. De Oorzaaken weg te neemen — b. Het lichaam langzamer hand a«n de Ongemakken der Lucht te gewennen; door . . . . , Koud Water . . . 675 d. Lene behoorlijke Rleeding 676 e. Matig gebruik van Wijn . ƒ. Melk . . . ; 677 g. Lichaams Beweging 678 h. Gemoeds Kalmte 679 i. Matig Bijflaapen Zz.g k. ge-  Korte Schets van den Inhoud k. Geneesmiddelen bl. 68p E. De vijfde aanwijzing werkt voornamelijk op het . . . 690 a. Verzagten der Toevallen, en het . . b. Verhoeden der Gevolgen ——. F. De zesde aanwijzing tragt de Kalmte des gemoeds..te bevorderen, en de driften te regelen, waar bij aange merkt word, dat . . a. Eene gerufte Ziel op zeer veele wijzen de gezondheid bevordert 701 b. De droevige Gemoedsaandoeningen ,welke de ziel neerdrukken, het welzijn des lichaams ondermijnen .... 703 c. Eene gematigde Vreugd, Hoop en Vciiaugen beter uitwerkzelen in de zenuwziektens hebben 704 d. LinJelijk wordende Middelen, ■ cm de lijders dit gelukkig einde te doen bereiken , voorgeileid, en hier toe brengt men 1. De zorg van den Geneesheer, voor zijnon lijder . 706 2. De zorg des lijders voor zijh zelve , . 707^ 3. Hei  der Verhandeling: 73 j£ 3. Het inwilligen der Begeer- tens van den lijder 709, 4. Het fchikken derzelver tot liet befte einde . — £. Het prijzen vanGeneesmiddelen, waar de lijders meeft op gefteid zijn, en tot dat einde komt ook . 710 7. De Muzicq . . 711 8. De Electriciteit . 712. 9. Het Magnetismus 713 10. De Liefde; ja zelfs 714. 41. De Gramfchap en Schrik in zommige gevallen in aanmerking. . \ 715 iSPHALMATA GRAVIORA. Pag.' L legitur regie 196 4 orientes oriioulis 199 16 JemiaitT jentiat ïoo ï ferltie; ftriiU'X SiJ. ié innoxiant imiam >ag.  m Pjj. f. legitur Itge 222 ro er et 289 is tutjiüm tujjim 29J 2i Gau us Gaueiui 29<3 2ï fymptomats Jymptmnt 300 10 mmiia manism 325 19 jain fua»« 3j0 in fine fanatur fanantur c S3 13 Qre!;us - rcfiftcndo) rebus icfiftend» 340 1 perturbar.ti pertterbantia, 344 2 juveticea juvencea 350 15 iffaiicandis railkilus retdicibus haud eradu 352 17 ' fecretiores dele candis 355 in rinc Islandicum Islandicus 363 12 helm'mtoehoi dos helmhüochortas 367 16 er e; 372 labefa&a labefaïïataj 323 3 neveos nerveos 404 ï4 qua'dam quostcm 404 24 qunrum quorum 405 1 r muictandi mulcendi 411 in notis vdnew venenis 41S 4- (») (•) 4*5 5 ™f- o delcatur 419 20 Vemus 'maturior Venui immaturitf, DRUKFEILEN. Bladz. Rtg. Staat Lee» 437 Ï3 met niet i$S 11 _ getf 458 t zodanige ven zodanige 4T5 indeaant. geuten . £-ote/i 494 ff^em r^ra 592 vicus victus 556 Rest Piso 558 7 «1 9 rf« die 573 7 van de u aarddier bij detrasnkliers buisjtns <5*i 11 middelen, verkoelende verkoelende middelen 663 21 HffF JH«Ï 6d S 1 jfjj' frjfi