D E DIRECTEUR IN VERLEGENHEID.   D E DIRECTEUR i n verlegenheid: TOONEËLSPEL met ZANG. naar het fransch, door m VAN 0 L L E F E N. IEB11D lT J T SCHE 8 CHOÜWBÏÏRG, Te AMSTERDAM, by ABRAHAM MARS, in de Nes, 1800. Met Privilegie.   Geene Exemplaaren worden voor echt erkend, dan die, welken door den Secretaris van den Schouw* burg der Bataaffche Republiek ondertekend zyn.  PEP. SOONEN. polifemus, diretteur* BRONTOLONj dichter. GELINDO, muzjkmeester. f i. eur d' E p i n e , 1 I merline, y zr.ngeresfin. I DORALIiE, J  D E DIRE CTE UR i n verlegenheid: TOONEELSPEL met ZANG. -—«3-Q H«r»-^t<»~»C»tK»P . EERSTE BEDRYF. EERSTE TO O NE E L. Het tooncel verbeeldt een zaal in V huis van den dlre* teur: Merline en Dor albe zitten voor op het t bantel: Polifemm zit by haar. Gelindo zit aan het clavier te componeeren. polifemus, doralbe, gelindo, merline. INLEIDING. polifemus; hy fiaat op. zottinnen! welk een leven! Het vcrftaiid zal my begeven: Welk een haatelyk gekal! Wie kan licure drift weérftreeven 1 Ik bejn met reên te beevcn, Hat ik niet wel ilaagcn zal. A  2 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID DO kal BE, mede op ft aan de. Ja ik wil, 'k durf liet herhaal en, Wet de moeilykfte airen praaien, Duos, quatuors, daarin Ben ik fterk, en heb ik zin. GELINDO, Ta, ta, ta, ra, ra, ri, ri, ri, ri, ra. MERliNE, opftaande. Zoude ik dan myn recht verliezen, Niet als eerste actrice kiezen ? Al zoude ik myn plaats verlezen, *K wD het geen my toebehoort. De roulades zyn my eigen; Zonder die zing ik geen woord. GE LINDO. La, i, ra. DORALBE. Dan zal ik een toeval krygen. GELINDO. La, ra. DORALBE. 'K zal den direftciT doen zwygen, Als hy my bejwauwd ziet heigen, Door een felle koorts te krygen, Als myn kleed my niet bekoort. POLIFEMUS. 'K bid u wil de koorts niet krygen J Alles zal zyn zo 't behaort.  TOONEELSPËL. 3 POLIFEMUS, ter zyde. MEK L INE en DftRALBE. *K vrees , maar 'k zal 'er nog van Als ik tbtns myn'zin mat krygen. zwygen, De opera gaat wis niet voord. Dan gaat de opera nici voord. G E l I N d O 'K bid wil my niet langer kwelle*I 'K weet het waar'yk niet te Hellen ; Ik doe niets zo als 't behoort. {Hy plaatst zig weder aan 't claviet ) POLIFEMUS. MER LI NE «7 DORALBE* 'K wanhoop, maar ik zal 't nog Als ik thans myn'zin mag krygen, zwv gen: De opera gaat wis niet voord. Dan gaat de opera niet voord. POLIFEMUS. MERLINE en DO- G E L I N Ü O. RALBE. 'K zie haar tot beur' 'K hoop dat ik myn' 'K weet myn werk val reeds neigen ; zin zal krygen , niet goed te krygen. Ja zy gut gewis niet Dan gaat de opera Ik doe • iets zo al» voord. nie: voord. 't bihoois. doralbe, tegen Polifemus. 'K durf een andren rol begeeren. POLIFEMUS. 'K geef myn woord. MERLINE. Ik wil flcchts roulades loeren. POLIFEMUS. 'K geef myn woord. GEL INDO. Wil my toch niet langer plaagen 1 Ik doe niets zo als 't behoort. Wie kan dat gefnap verdraagen! Ik verfta geen enkel woord. A 3  4 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: POLIFEMUS. rT werk begint ten val te neigen. Ik wil 't langer niet verzwygen: De opera gaat wis niet voord. MERLINE eil DO RALBK. 'Kwil geen rollen^ny o: ëigen; Anders zal 'k een toeval krygen, Dan gaat de opera niet voord. Neen, zy "aat gewis Neen, zy gaat gewis niet voord. niet voord. GELlr.'DO. "K weet myn werk niet goed te kryi'cn; Want men wil voor my niet zwygen ; Geen roulade zo 't behoort. Staakt.jk bid u! Maakt dit kyven : 'K moet ieder maat op nieuw weór fehryven: De opera gaat das niet voord; Neen, zy gaat gewis niet voord. GELINDO. Mejuffrouwen! kunt gy niet fpreeken zonder zo veel gïrass te mar.ken? DORALBE. Ik doe 't het ergste niet. MERLINE. En ik althans niet, POLIFEMUS. Ziedaar, ik wed dat ik alleen getwist zal hebben. GE L IN D O. V/elnu, mynheer de directeur! die cantatrice, welke gy verwaqht, komt die haast?  TOONEELSPEL. 5 POLIFEMUS. Onze dichter is na haar toe gegaatt, en ik denk dac zy weldra Lier zullen weezen. MERLINE. Plag men heur' naam niet weeten? POLIFEMUS. Fleur d'Epine. DORALBE, net verachting. Fleur d'Epine! die naam is me onbekend —. Voor welke rollen ? MERLINE» Ik hoop dat zy niet in de raynen zal vallen; want ik begeer met niemand te deelen. DORALBE. Noch ik. POLIFEMUS. Wees: gerust: zy is voor de ernstige, de treurige en de tedere rollen. MERLINE. Dan is 't we'. DORALBE, droogjes. Mynheer de directeur! ik heb geld noodig, als 't u belieft.- POLIFEMUS. Hoe! geld? en gy zyt naauwlyks hier? A 3  6 DE DIRECTEUll IN VERLEGENHEID: DORALBE. En gy weigert my myn e.rste verzoek? wel dat vind ik waarlyk zeer beleefd! POLIfEMUS. Maar wacht, voor 't minst, tot ik myn tooneel geopend heb. DORALBE. Ik wacht voltlrekt niet, mynheer! en ik moet u maar voor de vuist zeggen, dat ik nog deezen dag geld wil hebben, of.... (Zv maakt eene diepe neiging , en vertrekt.} MERLINE. Mynheer de directeur! ik heb u dezelfde vraag te doen: ik heb van daag ook geld noodig , of.... {Zy maakt mede eene neiging, en vertrekt.} G E L 1 N D O. Ik wil u juist de keel niet toenypen, zo als deeze vrouwen doen; maar ondertusfehen heb ik ook m>ne kl ene behoeften; zo gy my derhalven, morgen, eeni^e voorbetaaltng wildet doen , zoudet gy my oneindig verpligten. {Hy buigt zig en vertrekt.} POLIFEMUS. L'eve Hemel, wat heb ik ondernomen! De post vnn direct ar voegt my waarlyk geheel niet, daar ik flechts heiheober ben; ik vrees my uit deeze zwaarig-  T O ONEELSPEL. 7 held niet te zuücn kunnen redden — Ik heb geen geld, en ieder vraagt 'er my om — wat begin ik best? — Kom, zetten wy het werk zo veel mogelyk voord, op dat het tooneel geopend kan worden: met de ontvangst zal 't wel f'cnikken. Ik zal trachten myne actrices tot reden te brengen , uit vreeze dat zy my eenige onsangenaame parten zullen fpeelen, in't byzyn van de zangeres die ik verwacht, (//y vertrekt aan de zyde van het tooneel; terwyl de vo/gende perfoofien van achteren opkomen.') TWEEDE TOONEEL. fleur d'epine, brontolon: een vrouw aie een pak draagt, een jongen met een handje* onder den arm , en een papegaai in zyn kooi aan de hand. brontolon. Ik dacht den directeur hier te vinden: neem ondertusfehen uw getmk, mejuffrouw! ik ben gelast de eer van 't huis optehouden. fleur d'epine. Ik zal dan in dit huis een kamer voor my hebben? brontolon. Zonder twyfel; het operahuis is ruim, en derwyze ingericht, dat wy allen 'er in woonen. A 4  8 DZ D1R.ECTEUR IN VERLEGENHEID: fleur d'e P i ne. Dat is zeer gemaklyk voor de repetceringen. (Te. gen de vrouw.} Vraag naar de kamer die men voor my gefchikt heeft, en zorg dat 'er alles in behoorelyke orde zy: en gy, Henry! pas wel op dat myn hondjen geen koude pootjens nebbe: gy moet u befchuit voor den papegaai doen geevch. brontolcn. Mejuffrouw fchynt veel met beesten optehebben. fleur d'epine. Wat zal ik u zeggen, mynheer! dat is myn zwak. Ik heb, onlangs, een klein aapjen verloren, dat het lieff.e beestjen van de waereld was: zoudt gy wel gelooven dat ik, ruim rgt dagen lang, ontroostbaar was, en in al dien tyd volftrekt geweigerd heb te fpeelen? bron tolon. Niets is natuurlyker: een dergelyk verlies gaat zskerlyk aan 't hart. fleur d'epine. Maar ik bemerk dat ik 't hier niet alben z:.l wee. zen, die de beesten bemin; zie daar een' vogel in zyn kooitjen. brontolon. 'T is een nachtegaal, die zelfs rec'ely': fraai zingt. fleur d'epine. Stil, flil! hy fchynt reeds te willen beginnen. {Staande de retownel nadert z~j het kooitjen.)  T O O IJ E E L S P E L. 9 DUO. FLEUR ü' EP INE. Mhlyk beestjcn, filomeile! Hoe zwelt uw kropje, op dat bet ftreele ! Ieder zanger moet u looven: VVien toch immei (hoefde u te boven? Cy ftort ons een teerheid in; Doet ons luistren naar de min» BRONTOLON. Kan dees vojel u bekooren , Doet hy u zyn hulde hooren, 'T is om 't heil, u hier befchoren; De eer die u te wachten ftaat, Als ge uw ftem hier hooren laat. FLEUR L'EP INE. BRONTOLON. Uw gevoel kan my bekooren, 'K meen, myn waarde ! reeds te hooren, Ora dat ik daarin glorie ftel. Al den lof dien 'k u voorfpeL FLEUR D'EPINE. U alleen, zo 'k mag bchaagen, Ben ik myn geluk verpligt. BRONTOLON. 'K zal uw oog oa byftand vrargen, Als ik myne verzen dicht. FLEUR D'EPINE. O, ik meen alreeds te hooren , Het verruklyk handgeklap, B R O ;.' T O L O N. Nimmer ga uw roe?.i verloren! Hy ftyg tot den hoogften trap! A 5  lo DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: FLEUR D'lïPINE. Wil uw grootfpraak tocli bepaalen! BRONTOLON. Uw fchoonheid moet roem bebaaleni FLEUR D* E PI N E. Schenk verdiensten dien alleen. BRONTOLON. 'K fchenk verdiensten dien alleen. FLEUR D'EPINE. Goede dichter! BRONTOLON. Gy zult met den lauwer piaalen. FLEUR D'EPINE. Goede dichter 1 BRONTOLON. Myn verwachting fteunt op reên: FLEUR D EPIKÏ, O ik meen alreeds, enz. FLEUR D'EPINE. Zeg my eens, waarde dichter! hebt gy wel gezorgd my een groote rol'te geeven, voor't eerst dat ik in deeze ftad zal zingen? BRONTOLON. Ik heb, om u te verpligten, beminnelyke d'Epine! den geheelen parnas voor u in 't werk gefield. FLEUR D'E P JNE. Gy hebt zeer wel gedaan; want ik moet u zeggen ,  TOONEELSPEL. it dat ik my met geen kleene of zwakke rollen wil moejen. DERDE T 0 0 N E E L. De voorigen, POLIFEMUS. FOIIFEMU S. w ces hartlyk welkom, mejuffrouw! BRONTOLON. Ziedaar onzen goeden directeur! FLEUR D'EP INE» Uw dienaresfe , mynheer! POLIFEMUS, zacht, tegen Brontolon. Die vrouw is fchoonl zy behaagt my zeer, myn vriend. BRONTOLON) mede zacht. En my ook, myn vriend. (Overluid.) Ik laat u alleen: ik moet een tooneel afmaaken. QHy vertrekt.) POLIFEMUS. Ondertusfchen kan ik u verzekeren, mejuffrouw! dat ik my, door u te zien, reeds van den goeden uitflag myne'r onderneming, in deze ftad, durf verzekerd houden. FLEUR D' E P I N E. Gy betoont my te veel beleefdheid, mynheer! maar  i* DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: zeg my, wat behaagt hier wel het meest, de decoratiën, het fpel, of wel de ftemï POLIFEMUS. O men wil hier dat alles by elkander, en gelukkig* fchynt gy in alles te zullen kunnen behaagen : over 't algemeen is men echter, in deeze ftad, meest gefield op een fchoone ftem. FLEUR D'EP INE. Die is ook wel het voornaarafte, en 't is niet meer dan billyk ,dat ik, alvoorens ten tooneele teverfchynen, u in ftaat f.cl van over de myne te kunnen oordeelen. POLIFEMUS. Ik durfde 't u niet verzoeken; maar ik brand van begeerte om u te hooren. FLEUR. D'EPINE. Daar valt my een aria in, waarmede ik dikwyls veel genoegen heb gegeeven. ARIA. Hy, die vcrftand en reden, Zoekt by de tederheden, Wil, dat men vast zal treeden, Verzadigd van den wyn: Die zegt, myn uitverkoren, Ger.ees myn minnepyn! En 't bryn niet heeft verloren, Kan ook geen minnaar zyn.  TOONEELSPEL. 13 polifemus. Bravo! bravo! gy zingt als een engel! fleur d'epine. Vindt gy niet, dat dit air voor myn Hem gezet is? p o li fem us. Zonder twyfel. fleur d'e p ine. Ik wilde gaarne in dat vak blyven: ik bid u, my sis zodanig by den muzykmeester voortedraagen. polifemus. Met veel vermaak! fleur d*epine. Hoe heet hy? Mogelyk ken ï.i hem. polifemus. Ky is onze orchestmeester: de beroemde fignor Gelindo. fleur d'epine» verwonderd. Zo veel te erger. polifemus. Hoe! zo veel te erger? en waarom? hy heeft taleuten. fleur d'epine. Hoor; (mr.ar 't blyft onder ons;) ik heb reeds met hem in een troep geweest; hy was fmoorlyk op my verliefd , en heeft my , louter uit jclouzy, doe» vallen.  ,4 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID; POLIFEMUS. O vrees hier daarvoor niet: ik beloof u, desaangaande, wel te zullen zorgen: wy verdaan hier de kunst van kwaadwilligen te beteugelen: ik zal u zeg« gen hoe ik my by uw debut zal nedraagen; oordeel daaruit of ik my op de zaak verfta. A R T A. In een loge ben 'k gezeten, Om uw gaavjn uitteineeten; 'K ga. me: vrinden, uwe zaaken In de b k in orde maaken : Dan my elders w:êr gezet. Geen miuut gaat voords verloren: Naauw' doet het orebest zig hooren, Of ik fluip in het pirquct: Ut roep: „ Wii het muzyk niet ftooren! „ Stilte, ftilte in het parquet!" Is nu 't retouinel begonnen, 'K roep: „ Be prys is reeds gewonnen.™ Hier op ryst een vreugdgefenal, Wyl myn volk , voor u gewonnen , En verbonden aan 't geval, BravoS bravo', fchrceuwen zal. Ik ga verder my verklaaren : 'T is een fehoonheid, onervaren, „ Die geen domheid weet te paaren ,, Met verdiensten, op heur jaaren ; n Als gy haar flechts hoort en ziet,  TOONEELSPEL. 15 „ Maakt gy wis lienr vrees te niet." Zo de Nyd u aan mogt randen, Roep ik: „ Ilecren het is fehande! 5, Jalouzy knaagt met heur tanden, „ Aan verdiensten, zonder reen. „ Als men zig niet in wil toornen, „ Zal ik ftraks de wacht doen komen, ,, Die voert u gevanglyk heen" — Laat geen vrees uw' geest verdooven, Waar Iaat alles op my ftaan. (Ter zyde.) Zy zou naauwelyks gelooven, Dat ik vrees het zal niet gaan; Ja dat Ik zelfs durf bcpaalen, Wien 't gelag hier zal betaalen: Dat de duivel 't all* zal haaien, En den directeur vooral, Dit is 't einde van 't geval. In een loge, enz. VIERDE TO O NE E £. gelindo, fleur d'epine, polifemus. geli NDO. Xc kom myn compliment manken, aan de beminnelyke cantitrl.ee.... Hemel! wat zie ik? zyt gy't mejuffrouw Coribanti ?  16 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: fleur. D'eP INE. Ik ben *t zelve, mynheer! wie de verachting, waarin gy my hebt doen deelen, genoodzaakt heeft, de naam van Fleur d'Epine nantcneemen, om elders een engagement te vinden; maar, mynheer de orchestmeester! gy -oogt gelooven , dat ik thans myne maatregelen zo wil zal deernen, dat gy myniet ten tweedenmaale zult kunnen verraaden - Geef my uw hand , myn waarde direfteurl en geleid my in myn kamer. POLIFEMUS. Tiet veel vermaaks, mejuffrouw! (Zy vertrekken.) gelindo. Ik had deeze vrouw in 't geheel niet hier verwacht; een vrouw die my zoveel onrust veroorzaakt heeft: zy heef: my op een gevoelige wyze bedrogen ; doch thans is het oogenblik om my te wreeken geboren: ik wil dat zy hier zodanig uitgefloten worde, dat zy andermaal van naam moet veranderen. Oho! mejuffrouwen actrices! ik zal u doen ondervinden wat het te zeggen is, een'man van talenten te misleiden; bedrieg marquizen, pra'fidenten, ja zelfs prinfen, zo veel gy wilt; het verfcheelt my niet; dat's een aartigheid; maar ons, van welken al uw roem af. hangt — dat moet gewroken worden. Ik ben niet bcosr.artig; maar wanneer men my eenmaal vergramd hee.:, ben ik niet ligt' tot bcdasren :e brengen. Ik kan de fa-  TOONEELSPEL. l? fabel van den vloed, die ik, voor de nieuwe opera, oP muzyk gebragt heb , zeer wel op my zelve toepasien: * R I A. Stil en zacht, met zoet geklater, Rolt het kabbelende water, Langs de boorden van een' vloed; Een neiging is 't gegeven, Waardoor 't wordt voordgedreven , Tot daar het de zee ontmoet: Maar is de dyk verbroken, De vloed , in toorn ontdoken, Barst uit aan allen kant, Verwoest het laage land. VTFD E TO O NE E L. GELINDO, MERLINE. MERLINE. ik heb onze nieuwe Aftrice gezien, en ken haar zeer wel;zy is Coribanti, uwe gewezene minnaares. GEL IN D O. Juist! MERLINE. Maar geene uitzondering ten heuren opzichte, mynheer! geene uitzondering, bid ik u!  18 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: GELINDO. O wy zyn doodelyke vyanden! 1ME RL INE. Zo gy u omtrent my wèl gedrasgt, kunt gy u van myne erkentenis verzekerd houden. GELINDO. Ik zal my dezelve weeten waardig te maaken. ZESDE T O O N E E L. De voorigen , BRONTOLON. BRONTOLON. Is 't my geoorlofü? Zoude ik hier niet te veel Zin? MERLINE. In tegendeel, mynheer! gy komt juist van pas; ik wilde u gaarne fpreeken over den rol dien gy my toegelegd hebt: is hy lang? BRONTOLON. Zo redclyk. MERLINE. Des te erger: ik kan niet lang ftaan. GELINDO. Welnu , men zal u een canapé-tooneel verfchaflen. BI E R L IN E. Ik geloof dat gy myn fak niet wèl hebt geraden.  TOONEELSPEL. ir> GE L IND O. Dat zal, naar myne gedachten, niet moejelyk te raaden weezen. MERLINE. Vergeef het my; niet zo gemaklyk, mynheer! niet zo gemaklyk. GELINDO. Maak 't ons duidelyk. MERLINE. Hoor dan. ARIA. Men moet my rollen geeven, Gefelietst naar 't herders leven} Wordt my die taak gegeven , Dan Haag ik naar myn* zin: Die onervaren fchoonen, Die *t rieten kluis bewoonen, Die kan ik juist vertconen; Ik bloos op 't woordjen mi»! Maar wil my van myn leven, Geen bittre rollen geeven, Geen meisjen , dat doet beeven Den knaap die haar bemint: Dat ffarenglyk pligtbetrachten, Gaat boven myne krachten ; liet zuu my doen verachten, En 'k ben des ongezind. Door my woidt al uw dichten., B 3  *o DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: U in de pen gelegd ; 'T muzyk moet zig voords richten, Naar 't geen gy hebt gezegd. Men moet my rollen geeven, enz. Ik weet hoe men moet leeven; Hoe men naar roem moet ftreeven; De bak een' lonk te geeven, Daardoor wordt men verheven, Dddr ligt de grootheid in. Door my wordt al uw dichten, U in de pen gelegd; 'T muzyk moet zig voords richten , Naar 't geen gy hebt gezegd; En dan is alles recht. ZEVENDE T O O N E E L. De voorigen, fleur d'e p1ne, POLIFEMUS. FLEUR d'e p I n e: zy omhelst Meiiine. Zyt welkom, beminnelyke camerade! (Ter zyde.) 'T is tog een mal figuur! MERLINE. Myn waarde vriendin ! ik ben geheel de uwe. (Ter zyile.) Ik haat haar als de pest. POLIFEMUS. Hoe verheug ik my, over het ongeveinsd bewys  TOONEELSPEL. 21 van vriendfchap, dat de dames elkander geeven! dit voorfpelc my zeer veel goeds: de vrede en eendragt zullen by my in vollen luister bloejcn. FLEUR DE PI NE. Het zal myn fchuld niet zyn, zo dezelven verbroken worden. MERLINE. En de myne althans niet; want ik ben de beste vrouw des werelds.. . BRONTOLON. Mejuffrouwen en myne heeren! zoudt gy niet van gedachten zyn dat ik u, in afwachting van het overig gedeelte onzer troep, het eerste bedryf eens voorlaz' van 't ftuk, het welk ik, voor de opening van het tooneel, vervaardigd heb ? POLIFEMUS. Volkomen: dat althans zal werks genoeg verfchaffen. Plaatfen wy ons. Zet u hier,' mejuffrouw! (Hyplaatst Fleur d'Epine tusfehen hem en den dichter.) M E R L INE. Ziedaar reeds eenige voorkeur, van wege den directeur en den dichter: nu, nu; 't is wel, 't is wel. GELINDO, ter zyde. Die heeren maaken my jalours; 't fehynt dat daar wederzyds eenige lonken worden afgezonden. (Hy zet zig, met Metiine, aan de linkerhand van den dichter, B 3  22 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: die, te midden ven het toenee/, is gaan zitten , met een kleene tafel voor zig , waarop een inktkoker [laat.) BRONTOLON: hy trekt het mannfeript uit zyn borst. Verleen my uwe aandacht, als 'c u belieft! MERLINE: zy haalt eenig handwerk uit hein* zak. Ja, zeer veel aandacht. BRONTOLON: haar aanziende, trekt hy zyn fchouders op. Maar dat werk zal u aandacht afleiden. M E RL IN E. Kom, kom, mynheer, bejnn maar: ik ben nimmer oplettender dan als myn vingers eenige bezigheid hebben. FLEUR D'EPINE. Laat ons, vooraf, den naam van uw (tuk eens hooren, mynheer! BRONTOLON. Hoor, en verwonder u: de tytel is. (Jly leest.) ,, De ,, woede van Pyrrhus, gefield tegen de wreedheden „ van Andromaché." POLIFEMUS. Die tytel is geheel nieuw. BRONTOLON. Men behoeft denzelven flechts op hctaanplakbordjea  TOONEELSPEL. 23 te zien, om ons zyn geld te brengen, „ Eerste „ tooneel." A GT ST E TOONEEL. , De voorigen , DORALBE. D ORALBE. Hoe! men leest het nieuwe ftuk, zonder my daarvan te verwittigen? FLEUR D'E P INE. Mejuffrouw had zig flechts een weinig behoeven te haasten. DORALBE. Dat was my niet mogelyk: ik was met de modekraamfter bezig; maar vermids ik niet hier was, had gy, mynheer de directeur! dunkt my, niet moeten toeftaan dat men begon. POLIFEMUS. Dat's waar,ik heb ongelyk, en vraag om vergiffenis? BRONTOLON: hy krygt een' (loei voor Doralbe. Myn lieve dame! wy zyn nog maar aan 't eerste tooneel: neem deezen ftoel en luister; gy zult zo ver gevorderd zyn als de anderen. (Jly leest.) „ Eerste „tooneel: het tooneel verbeeldt de groote gehoorzaal „van Pyrrhus; aan de rechterzyde ziet men de Cumi„fche holen." B 4.  24 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: MERLINE. Hoe! — wat! — Wat wil dat zeggen? — Wat betekent Cumifche? BRONTOLON. Het is een Grieksch woord, in't welk eene letteromzetting plaats heeft , en betekent fchoorfteen ; want,, volaends de gefchiedenis, was het daar, dat Pyrrhus gewoon was zig, 's winters, te komen verwarmen. DORALBE. Ha ha! zeer wel, zeer wel: ik zou het waarlyk niet geraden hebben. BRONTOLON, kezende. „ Aan de linker zyde de lonifche zee".... GELINDO. Hoe! een zee in een gehoorzaal? BRONTOLON. Ja, mynheer! een zee; deeze decoratie is geheel nieuw, en zal veel volks trekken, POLIFEMUS. Dat moet een goede uitwerking hebben. ... BRONTOLON Ja, voor de oogen, en dat is tegenwoordig meest in den fmaak. ij'erder kezende.") ,, Pyrrus komt op, te paard, op een kameel." MERLINE. O dit is een weinig te fterk! Holen, de zee, een kameel, in een gehoorzaal!  TOONEELSPEL. 25 BRONTOLON. . Dat verïlant gy niet, myn lieve dame! dat's 't fchoone: dergelyke onnatuurlykbcien worden heden meest toegejuichd — maar ik bid 11, val my niet weder in de rede — nu dan: „ Pyrrhoi komt op..." DORALBE. Hoe komt hy op? BRONTOLON. Wat duivel, mejuffrouw! hy komt op, zo als mea opkomt: „en aan deeze zyde Andromaché.ziende, die „zig aldaar ineen verachtende houding geplaatst heeft, „dringt hy by haar aan , om zig aan zyne liefde ovcr„ tegeeven — zy ftoot hem , op eene ruwe wyze , v. u „haar af, en doet hem zelfs eenige verregaande en „hoon:nde verwytingen: Pyrrhus geraakt in bewee„ging, wordt driftig, vervolgerids geheel vergramd, „en vervalt eindelyk in woede." Zie hier het begin van zyn aria: bewonder de gepastheid van 't zelve, ten opzichte van het tooneel. (Z/y zet zig tot kezen, intuifchen begint het finaal. Fieur cT Epine en Po li few us geeven hunne goedkeuring over den dichter te kennen: Merline, Gelindo en Doraibe toonen hem te verachten, door hem nu en dan den rug toetekeeren, en geeven verj'cheiden blyken van verveeling.') B 5  s5 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID FINAAL. BRONTOLON. Wat ongeftuime vlaagcn! Beloont gy dus myn klaagen ? Zou Pyrrhus dit verdraagen, Die hoon vergeldt met bloed? FLEUR D'EPINE en PuLlCEMUS. Zeer goed ! zeer goed! BRONTOLON. Wil my hooren dan maak ik fpoed! MERLINE, DORALBE e 11 G £ I I N D O. O welk een ftyl! ik vind dien niet goed ; Niets is bebaaglyk, ftrcelend of zoet. BRONTOLON. Hoor my, dan maak ik fpoed! Andromaché o wrede! Spaar my die bitterheden! Of, om me op u te wreeken, Zal ik uw kind doorfteeken, Verfmooren in zyn bloed. FLEUR D'EPINE en POLIFEMUS. Zeer goed! zeer goed ! BRONTOLON. Wil my hooren dan maak ik fpoed! MERLINE, DORALBE en OELINDO. O welk een ftyl! ik vind dien niet goed; Niets is behaaglyk, fireelend of zoet.  TOONEELSPEL. a7 BRONTOLON- Hoormy, dan maak ik fpoed I Als ik van min kom klaagcu. MERLINE, DO RA.. BE en GEL INDO. Neen , neen, die verzen zyn niet goed. BRONTOLON. Zoudt ge u zo wreed gedraagen ! MERLINE, DORALBE en GELINDO. Wie kan deeze taal vcriiraagen t POLIFEMUS. Voor my, het kan my mishaagen, Dat men, zonder reên, hem floort; dat's onzoet! FLEUR D'EPINE, tegen de andere vrouwen. Hoe zal hy het einde krygen, Wanneer gy r.iet wilt zwygen? ( Tegen Merline.) De rol, aan u zoo eigen, Vervult gy waarlyk flecht: My dunkt men moest maar zwygen, Als men dit heeft gezegd. MEK L INE en DORALBE. Gyhad, naar myn gedachten, U wel wat mogen wachten; De ffilte hier betrachten: Elk heeft zyn eigen recht. BRONTOLON. Voorzeker, elk heeft hier vast zyn recht. MEP LI NE en DORALBE. Men mag dat recht niet krenken.  S3 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: brontolon. Ja, ja, dat zou ik denken, Elk heeft zyn eigen recht. Allen, beurtlings. Dat's wel gezegd! merline en doralbe. Voor my, ik ga vertrekken, Zonder iet meer te ontdekken, brontolon. Hoe nu ! zy gaan ? fleur d'e p in e. Wat gaat dit ons toch aan ? Laat ons maar verder gaan. polifemus, tegen Mcrline. Blyf, bid ik! wil toch hooren! Waarom ons te verftooren ? brontolon. Gy zult wel zyn voldaan. CELINDO. Voor my, ik ga vertrekken, Zonder iet meer te ontdekken. brontolon. Hoe nu, mynheer! gy wilt ook gaan ? fleur d'epine. Wat gaat dit ons toch aan ? Laat ons maar verder gaan. polifemus, tegen Gelindo. Gy zelf, ei wil toch hooren,  TOONEELSPEL. 2© Opdat gy moogt verdaan! (Zy zetten zig andermaal neder.) BRONTOLON. 'K zal 't tweede tooneel leezen. MERLINE, DORALBE en GELINDO. O neen ! dat kan niet weezen. BRONTOLON. Waar baat de min doet vrcczen. MERLINE, DORALBE en GELINDO. Van haat noch min te leezen! POLIFEMUS, tegen Drontolon. Om niet uw' haat te vreezen, Vervolgen wy de zaak, Ga voord, 'k hoor met vermaak. BRONTOLON. Andromaché", o wreede! Spaar my die bitterheden ! Of 'k zal uw kind, o wreede! Verfmooren in zyn bloed. FLEUR D'EPINE en POLIFEMUS. Zeer goed! zeer goed! MERLINE, DORALBE en GELINDO. Een ftyl die walgen doet. BRONTOLON. Eerste bedryf, eerste tooneel. Wat ongeftuitne vlaagen! Beloont gy dus myn klaagen? Zou Pyrrhus dit verdraagen, Die hoon vergeldt met bloed!  3g DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID FLEUR d'e P In e en POLIFEMUS. Zeer goed! zeer goed I merline, doralbe en g E L I N D o. Een ftyl die walgen doet. brontolon. Andromaché, o wreede! Spaar my die bitterheden ! Of, om me op u te wreeken, Zal ik uw kied doorfteeken , Verfmooreu in zyn bloed. FLEUR D'EPINE en polifemus. Zeer goed ! zeer goed! MERLINE, doralbe en gelindo. Een ftyl die walgen doet. Allen. Neen, 't is niet te verdraagen; Het is niet uitteftaan ; Het kan my niet behaagen, 'K hoor het niet langer aan. MERLINE. 'T is niet om aan te hooren. doralbe. Dus gaat de tyd verloren. GEtINDO. Wilt toch hooren! QDe een t-gen den ander'.'} Wil toch hooren, Opdat gy tnoogt verftaan! Doralbe, tegen Erontolon, Maak het bcdryf gedaan.  TOONEELSPEL. 31 r. RONTOLON. Als ik van min kom klaagen. POLIFEMUS. Dat's goed! BRONTOLON. Zoudt ge u zo wreed gedraagen! MERLINE. Het moet mishaagen. BRONTOLON. Andromaché, o wreede ! Spaar my die bitterheden! Of, om me op u te wreeken, Zal ik uw kind doorfteeken, In uw armen doen vergaan. FLEUR D'E P INE. Maar dat, dat moet mishaagen! 'T is niet om uitteftaan. (De een tegen den ander*?) 'T is niet om aantehooren, Wil hooren! Dus gaat de tyd verloren, Wil hooren! ( Alien gelyk.) 'K heb myn geduld verloren, Ik wil, 'k wil heenen gaan. Ik fluip hier flil van daan, enz. Eindt van het eerfle bedryf.  DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: TWEEDE BEDRYF. EERSTE TOONEEL. FLEUR DEPINE. \\i dacht wnarlyk niet, dat ik zo zwak zoude zyn; naauwlylis heb ik Gelindo wedergezien, of ik gevoel een fterke begeerte om my op nieuw met hem te verzoenen — Ik meen reeds befpeurd te hebben dat 'er eene geregelde verftandhouding tusfchen hem en Merline plaats heeft; hoezeer zoude het my bebaagen, de eigenliefde van die vrouw te vernederen, door haar beuren minnaar te ontrukken! Behalven dat eischt myn belang dat ik my op de gunst van den muzykmeester kan verhaten; het heugt my nog zeer wel, wat het my gekost heeft met hem in onmin te zyn Maar boven alles geloof ik, indedaad, dat ik hem een weinig bemin, en zo ik myn hart wèl raadpleegde, zoude ik het mogelyk genegen vinden om het voorlid, dat Gelindo my reeds gedaan heeft, naamlyk van hem te trouwen, by de eerste gelegenheid te aanvaarden. Laat ons een en ander eens ryplyk in overwecging neemen. (Zy gaat, fiaande de retournel, zitten , en (laat op ah de zavg begint,) ARIA.  TOONEELSPEL. 33 ARIA. Ik meen een ftetn te ontwaaren, Die zegt, op uwe jaaren, Laat men de dwaasheid vuren; Moet men, door zich te paaren, Verzeekren zyn befhan; Myn hart, met min belaên, Wil ik niet meer weêrftreeven, 'T word heimlyk aangedreven, De min gehoor te geeven, 'K (la des het huwlyk aan. TWEEDE TOONEEL» FLEUR D'EPINE, GEL IN DO. GELINDO: hy komt lagchende op. I'c heb weer vrede met onzen dichter gemaakt: men moet bekennen dat wy hem al zo wat onder het Ieezen geplaagd hebben; doch de goede drommel heeft het ons allen reeds vergeeven. FLEUR D'EPINE. Maar ik moet u zeggen, dat ik uw gedrag, ten zynen opzichte, al vry berispelyk vond. GELINDO. Weet gy waarom ik weigerde naar hem te hooren? C  34 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: FLEUR D'EPINE. Noen. CELINDO. Omdat het my toefcheen, gy haddet reeds genegen* heid voor hem. FLEUR D'EPINE. Welk een denkbeeld! maar genomen 't ware eens alzo, wat gaat u dat aan, mynheer? Men zegt dat ééne van onze dames u by uitftek behaagt, en des kan ik niet zien, wat recht gy hebt, om op my jalours te zyn, daar gy my tog niet meer bemint. GELINDO. Daar ik u niet meer bemin! hoe wenschlyk ware dit voor myn rust! dan, ik gevoel maar al te wèl dat ik, ondanks my zeiven, veroordeeld ben, u al myn leven te beminnen. FLEUR D'E P I N E. Is dat de waarheid? GELINDO. 'T is, tot myn ongeluk, maar al te waar. FLEUR D'EPINE. Neen, 't zal' tot uw ongeluk niet weezen, indien uw berouw ongeveiusd is; want ik moet u,van myn' kant, openlyk belyden , dat ik vast voorgenomen heb , eenmaal myn lot, dooreen huwelyk metu, te bepaalen , indien zulks u nog gevalt, en zelfs de liefde van on-  TOONEELSPEL. 35 zen directeur, die my reeds eenige zeer aanneemelyke voordagen heeft gedaan, aan u opteoffc-ren; mids gy my belooft van de andere dames aftezien» GELINDO. Welaan, ik zweer u, dat deezen my voortaan ge» heel onverfchillig zullen weezen. ARIA. Wees myn waarde, gelyk te voorent Gy alleen kunt my bekooren, Wil op nieuw myn min verliooren, Waak een einde aan myne finart! Herneem uw rechten op myn hart: Gy alleen zult me aityd bchaagtn, Uwe liefde bekroon' myn dagen, Dat elks heil te boven gaat: 'K zweer dat ik u nooit verlaat. FLEUR D'EPINE. Gy verrukt my door uwe tedere betuigingen... DERDE TOONEEL. De voorigen, POLIFEMUS. POLIFEMUS, ter eyde. ILiy zyn by elkander: trachten wy hen te beluiste» ren: ik begin te gelooven dat zy verzoend zyn. C a  Z6 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: FLEUR D'EP INE. Ha! zyt gy daar, mynheer de directeur? POLIFEMUS. Ik hinder u mogelyk? GEL IN DO. Geenszins, mynheer! ilt was bezig met mejuffrouw zekeren raad te geeven,betreffende de beste wyzevan zingen. POLIFEMUS. Welnu vervolg, vervolg. Ik zal ondertusfehen het krygs aria, dat gy my zo even gegeven hebt, op *t clavier eens probeeren. (Terzyde, terwyl hy voor V tlavier gaat zitten.) Hier zal ik hen op myn gemak kunnen beloeren. GEL INDO. Welnu, mejuffrouw! laaten wy ons onderhoud dan hervatten. FLEUR D'EPINE. Met veel genoe.aeu! (Zacht?) Plaatfen wy ons dadr, dan kan hy ons niet verftaan. (Zy gaan op een"1 afjland van Polifemus ftaan.) GELINDO.. Maar, kan ik indedaad flaat maaken Gp het geene gy my gezegd hebt? FLEUR D'EPINE. Deeze hand zy daarvan het onderpand.  TOONEELSPEL. 37 TRIO. GELINDO. Lieve hand! 'k voel my verrukken, Nu 't my weder mag gelukken, U aan myne borst te drukken! Voel boe 't hart, in deezen ftaat, Voel hoe het zyn min verraadt; Voel hoe het voor u van liefde flaat. FLEUR D'EPINE. Als 'k uw hand myn hand voel drukken, Voel ik ook myn hart verrukken: Nu dat heil my mag gelukken, Voel 'k dat het, in deezen ftaat, Als uw hart, geweldig flaat. POLIFEMUS, aan het clavier. Om den vyand met moed te verftoorui, Laaten trom en trompetten zig hooren; Maakt de held op de wapens zyn ftaat. GELINDO en FLFUR D'EPINE. Als 'k uw hand myn hand enz. P O I I F E M U S. Om den vyand, enz. GELINDO. T fchynt den directeur te ontftellen, Dat hy my digt by u vindt. FLEUR D'EPINEHy fchynt zig om u te kwellen; Mooglyk dat hy my ook mint. C 3  38 DE DIRECTEUR. IN VERLEGENHEID: POT. I FE MUS. Ik kan naauwlyks my bedwingen! 'T hart wil my ten keele uitfpringen, Daar zy zaam een liedjen zingen, Dat ik onverdraaglyk vindt. GE - INDO en KLEUR D'EPINE. Door wat heil zien we ons omringen! POLIFEMUS. 'T hart wil my ten keele uitfpringen. GEL INDO en FLEUR D'EPINE. Wat is het zoet als men bemint! POLIFEMUS. 'K word tot gramfchap aangedreven: s 'K voel myn leên van wo-de beeven. GELINDO. O myn leven ! POLIFEMUS. Zie my beeven! FLEUR D'EPINE. O myn leven! POLIFEMUS. Zie my beeven! FLEUR D'EPINE POLIFEMUS. Wat is 't zoet als men bemint! Het zal minder argwaan geeven , Ab men , als men oprecht bemint. Als 'k my tuslchen hen bevindt. POLIFEMUS. Om den vyand te verftooren, Poen zig trom en trompetten hooren;  TOONEELSPEL. 39 Myn vrienden! verdedigt uw zaak, Zo dient gy myn wraak. fleur d'e p i n e en gelindo. Wat verfcbriklyk gerucht doet gy ons hooren ! Waarom toch kunt gy u dus verftooren ? Uw fchrecuwen doet ons gantsch geen vermaak. Waarom toch kunt gy 11 dus verftooren ? Kan ons bvzyn u dan niet bekoo- p O l I F F. M u s. ren? . , Doet u hooren, Uw fchrecuwen doet ons gantsch geen vermaak. Zo dient gy ™yn wraak. Om den vyand te veiftooren, Doen trompet en trom zig hooren ; Laat ons rustig, en Moor geen ver- Welaan, lustig, zo dient gy myn maak! wraak. polifemus, alleen. Ik behoef'er niet aan te twyfelen, zy zyn opnieuw met elkander bevredigd; ja, zy zyn de zaak volkomen e5éns; des is het met my afgedaan: daarenboven gaat myne onderneeming zo flecht, dat ik aan geen liefde durf denken, en myne verlegenheid vermeerdert, van oogenblik tot oogenblik, zodanig, dat ik welhaast zal moeten befluiten tot het doen van een geweldige flap — Gelukkig is 't van daag het fchoon. fte weêr van de wereld, en een wandeling kan in veele zaaken een fchikking ten wege brengen. C 4  40 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID : VIERDE TOONEEL. POLIFEMUS, BRONTOLON. POLIFEMUS. O myn vriend! ik hen wanhoopig! BRONTOLON. Ja, ja, dat is de gevvoone zang van alle onderneemers. POLIFEMUS. Maar ongelukkig is het by my de zuivere waarheid! De actrices maaken , onder elkander, een vreeslyk alarm, en drie zangers, welke federt gisterenavond in de herberg zitten, met den eersten hoornist en de beide basfonisten, hebben my zo even laaten weeten, dat, zo ik hun niet op 't oogenblik geld zend, zy zig elders zullen verbinden. BRONTOLON. Gy zyt alzo waarlyk in verlegenheid! maar waarom u, voor den duivel! ook met een zaak ingelaten, waarvan gy geen de minste kennis hebt? dit is uwe eerste directie, en ik geloof niet dat zy zeer voordeelig zal weezen. POLIFEMUS. Neen, voorzeker niet, myn vriend! ik heb reeds al wat ik bezat ten koste gelegd, aan een verwenschte  TOONEELSPEL. 41 onderneeming, waarvan ik my gouden bergen beloofde; waardoor ik myn geluk dacht te verzekeren. BRONTOLON. Gy kunt 'er gewis geen' ftaat op maaken; en zulks verwondert my geenszins: de zucht voor het tooneel heeft u tot zo verre vervoerd , dat gy zelf'er een wilder oprichten: gy kunt onmogelyk daarin flaagen; want de kennis die vereischt wordt, om een tooneel wél te beftuuren, verkrygt men alleenlyk door jaareu ondervinding, en ondervinding ontbreekt u voltlrekt. POLIFEMUS. Maar zoudet gy my niet een goeden raad kunnen geeven, waardoor ik uit myne verlegenheid gered kan worden? BRONTOLON. Goede raad? 0 zeer gaarne, myn vriend! zeer gaarne: hoor my, en befchouw het volgende als een regel voor het toekomende. ARIA. Om liet werk wel aanteleggen, Moet ik u drie zaaken zeggen, Die ik u dus uit ga leggen: Looze ftreeken, Stout in 't fpreeken, Complimenten zo voor als naar, Dan ontloopt gy het gevaar. Zo de aéleur u geld mogt' vraagen, C 5  42 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID. Moet ge u tot gevlei verhagen; Zeg: „ Gy kunt behaagen:" Doe beloften, geef geen duit: Schoon gy al op winst mogt hoopen, Zeg, al zuchtend: „ 'T is met my uit." Dus behoudt gy-zelf den buit. Is het fpel goed afgelopen, Eaat gy 't echter nog by 't hoopen, Opdat niet een volgend fpel, U buiten vermogen ftell'. Wil ook waaken, Dat de grillen u niet ranken Van de actrices, dat beur kaakeh U den kop niet raazend ma aken; Want dat (trekt u to: een hel. Wil de dichters niet vcrgecten; Deez' zyn van een andren aart; Geef hun geld, voor 't angftig zweeten; Want dat volk is u veel waard' : Maar wil toch geen geld verkwisten, Noch aan ftommen, aan choristen, Aan foufleur, noch copisten, Kleedermaakers, machinisten , Want gy vindt alom dien wéér: Offchoon veelen 't ligt nooit hoorden; Men betaalt hen meest met woorden ; Slechts met woorden , en niets meer. Gy hebt nu myn' raad vernomen, Mogt* hy u te ftade komen; Houd hem daartoe tot een baak; 'T geen ik zeide, dat's de zaak. Om het werk enz.  TOONEELSPEL. 43 POLIFEMUS. Ik bedank u voor uw les, myn vriend! en ik zal 'er my in 't vervolg naar gedraagen, wanneer het noo. dig mogte weezen; maar met dat alles hebt gy den voorraamden raad vergeeten, en ik zal dien my zeiven geeven. (Hy vat hem hy de hand.~) Vaarwel, myn braave vriend! vaarwel! (Hy vertrekt.) BRONTOLON. Wat duivel wil hy daarmede zeggen? Zoude hy.... O hy moest geen gekheid beginnen; dat zou my maar in't geheel niet aandaan; want alhoewel ik, volgends myne lollyke gewoonte, myn geld vooraf heb opgenomen , zoude ik my niet weeten te redden, zo het tooneel niet geopend wierde; want ik heb, God dank! geen duiver meer over'.... maar kom kom! waarom my ook zulke grillen in 't hoofd te haaien! Heden moet ik vrolyk zyn om aan de coupletten te kunnen arbeiden, die zeker voornaam manmy heeft arnbedeed , voor een grappige opera, die hy, op zyn buitenplaats, wil doenfpcelen: zy moeten, zeide hy, een weinig luchtig weezen, om de aanfchotiwers des tehartlyker te doen lagchen — welaan, laat ons zien en zingen. (7/y haalt zyn zakboekje» voor den dag.) Ik ben een groot liefhebber van myn verzen al zingende te maaken tdan worden de hersfens vrolyk; de invallen verlecvendigen, en men doet wonderen.  44 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: L I E D J E N. Jonge meisjens ! door liefde bevangen, Ik bezit waar gy naar kunt verlangen; Waar uw welzyn van af fchynt te hangen; Gy begrypt wat ik daardoor verfta. Tra la la la la la lire; tra la la van falderala. Ook gy zeiven hebt in uw vermogen, 'T eenigst doel van myn yverig poogen; Ach, wierd gy tot een ruili g bevvoogen! *K ruilde zekerlyk met u aldra. Tra la la enz. 'K heb een hart dat van liefde moet klaagen; Neem het aan! 't zal u nimmer mishaagen} In vergelding durf ik uw hart vraagen, Of 't verliefd is ? ei zeg toch maar ja! Tra la la, enz. VT F D E TOONEEL. BRONTOLON, DORALBE. DORALBE. (jy zyt, zo 't fchynt, in een vrolyken luim, mynheer! en Uit is juist het geen ik verlang, om u den volgenden voorflag te doen. BRONTOLON. Welnu, beminnelyke dame! wat begeert gy?  TOONEELSPEL. 45 DORALBE. De muzykmeester heeft my myn aria gegeven, dan, het behaagt my in 't geheel niet. BRONTOLON. Het is evenwel een lief aria, ik heb het reeds gehoord, en 't heeft my veel vermaaks gedaan. DORALBE. Dat kan wel zyn; maar de muzyk is niet voor myn item gezet. Ik wenschte dat gy my eenige woorden wildet maaken, op een aria van fignrjr Giordani, 't welk my oneindig meer behaagt, en dat ik dan, in de plaats van het andere, zoude zingen. BRONTOLON. Maar dan moest ik dat aria eerst kennen. D O R A L BE. Ik zal het u, met de oude woorden, eens voorzingen, dan zult gy 'er zelf over kunnen oordeelen. BRONTOLON. Welaan, myn bekoorelyke zangeres! ik luister. RONDO. Wat doet my klaagen, Myn' boezem jaagenl Uw welbehaagen, Baart, o min! my fmart, Ontrust myn hart. Liefde, liefde! Die my griefde,  46 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID: Doe myn hart zo wreed niet aan! Zyt met myn vrees bewoogen! 'K ben met hangen zorg belaón! Doe me uw Item, vol van vermogen, Tot myn rust altoos weêrftaan. Wat doet my enz. ZESDE TOONEEL. De voorigen, merline, fleur d'epine. fleur d'e PINE. Ik heb n een zeer onaangenaam nieuws medetedeelen: men zoekt overal den directeur, en men kan hem nergens vinden. merline. Men heeft ons verzekerd dat hy vertrokken is: de muzykmeester zal 'er, naar alle gedachten, meer van weeten; hy is op onderzoek uit geweest. FINAAL. FLEUR d'epine, merline, doralbe en BRONTOLON. Helaas! wat wy hoorenl Hoe het nu geftcld ? O ramp! myn hart is bekneld! fleur d'epine. Myn plan is verloren! DOltALK E. Myn plan is verloren!  TOONEE LSPEL. 47 MERLINE. Myn plan is verloren! BRONTOLON. Myn plan is verloren! MERLINE. Myn plan is verloren, Ik ben zonder geld! PLEUR D'EPINE en DORALBE. Wat zal ik beginnen 1 MERLINE. Wat zal ik beginnen I Hoe naar is 't gefield! BRONTOLON. Het gaat my aan de zinnen! Myn hart is bekneld! Alten. Zonder geld! Zonder uitzicht! hoe naar is 't gefteld! BRONTOLON. Ik mis myn zinnen! Hoe naar is 't gefteld! GELINDO. Neen, wy hebben in 't minst niet te hoopen! Onze directeur ging het ontvliên! Deeze Ietteren zullen het raadzel ontknoopen: Mogt ik hem hangen zien! FLEUR D'EPINE. 'K zal 't bederven! Deez tyding zal alles bederven! Ach , my rampzaalgel wat zal ik doen? 0 waar heen !  48 DE DIRECTEUR IN VERLEGENHEID. DORALBE. 'K fcliyn te fterven; 'T zal alles bederven; Ut zie geen uitkomst, geen hulp, neen, o neent BRONTOLON. Vrouwen hebben, in nood, eene uitkomst open. MERLINE. Op wicn toch zal ik, arm meisjeu ! hoopen ï BRONTOLON. Maar wy mannen, wy hebben 'er geen. FLEUR D'EPINE. 'K deel, als gy, in deeze tegcnhcên! G E L IN D O. Vrouwen hebben eene uitkomst fteeds open, Maar wy mannen, wy hebben 'er geen. Allen. 'T is verloren ! ons plan is verloren ! 'T is verloren, dat ons kon bekooren! Myn hoofd wordt duWig! wat yslyke (lag! Wat droevige dag! Wy hadden niets te vreezen, En dachten aan geen druk ; Hier fcheen de kunst verrezen ; Reeds ftreclde ons het geluk; Nu blyft geen weg ons open, Dan heel den boel te floopen, Zo raaken we uit den druk; 'Er is tog niets te hoopen, In 't vaceslyk ongeluk. EIND E.