Boekbinderij Drukkerij RUSTENBURG Tel.72 17 78 Amsterdam  GEDENKSCHKIFTl^ TA^K BE J MAEQUIS BE POMBAL II1STI MII, TE AMSTERDAM, Bff U . S CHUU1IAI, Ml) C CL XXXIII.   GEDENKSCHRIFTEN VAN DEN MARQUIS de POMBAL. EERSTE DEEL.   B E R I G TY De Marquis de pombal is, op het Landgoed van deezen naam, den 5 Mey, 1782, overleden, Op dit tydftip was deeze Historie niet alleen gefchreeven, maar ook het I-Iandfchrift daar van toen reeds niet meer in handen en ter befchikkinge van den Auteur; dus moet men zig niet verwonderen , * 2 dat  iv B E R I G T. dat men, doorgaande, in dit Werk, van deezen vermaarden Minister fpreekt, als van eenen Man, die nóg in leven is. VOOR-  VOORREDEN aar is geen gelukkiger lot dan dat van groote mannen!—men onderzoekt hunne daaden met greetigheid, men leest ze met verrukking. ■» Naauwlyks hebben zy hun- 'nen le even sloop voleindigt, of ge acht te Scbryvers fpoeden zig, om alles , zelfs tot de minste byzonderheden van hun leven toe, by een te verzamelen. ■ Eenige onder de¬ zelve nog veel gelukkiger, en vooraf de Eer der Onfierflykheid genietende, hebben hunne tydgenooten de welgefnedene pennen zien bezig houden, tot het op/lellen van hunne Historie, en een ongeduldige menigte zig zien baasten, om dezelve te doorlezen, op hoop van daar in, op elke bladzyde, gewigtige en wel inzonderheid buitengewoone gebeurtenisfen aan te treffen. - 1 — Maar die greetige nieuwsgierig' beid is niet altoos voldaan. —— Deeze werken , zo begeerig gezogt, hebben al te dikwyls » hunne bedrogene lezers, niet dan walglyke, herhaalingen van dezelfde daaden, van dezelfde hoedanigheden, die aan duizend andere vermaarde perfoonen zyn toegeëigend, aangeboden; want wie is de Levensbefcbryver, die niet getragt heeft van zynen Held het modél te maken van alle de zulken, welke hunne talenten, hun karakter en hunne daaden ver boven het gemeen verheven hebben? — Het is niet, dan nu en dan eens, dat onze aandagt opgewekt voord, door eenige bevoorregtte Wezens, die van de Natuur gefchikt zyn, om uittemunten; zelfs onder de * 3 groot-  vi VOORREDEN. grootfle Mannen; Wezens, waarlyk verbeven, «tftfr wett » Wel is waar, dat, in de laatfte agt jaaren van de Regeering van Johannes V., de onmogelykbeid, in welke die Vorst was, (onderdrukt door het gewigt van zyne zwakheden,) om aan de Staatszaaken die aandagt te vergunnen, welke hy tot dien tyd toe aangewend had, de Monarchie van den bloeijenden en voordeeligen ftaat heeft doen virvallen, tot welken zy gekomen was ; maar niet tot zo verre, als de Aucteur der Britven en 'de Jaarboekfcbryvers ons willen wys maken Zelfs geduurende die agt jaaren is Lisbon volkomen zo ryk, volkomen zo vermogende geweest, als het te vooren was, zo men den lyd uitzondert, wanneer zy, onder de Koningen Emmanueï en Johannes III, alleen in bezit was van de kostbaare fpeceryen van het Oosten. —1 Men moet eindelyk niet zeggen, dat Koning Jofepb begonnen beeft met cARVALiio tot zyn eerften Minister aan te feilen. — Deeze beeft in den beginne niet dan bet Departement van Buitenland- fche  xii VOORREDEN. fche Zaahen gehad; de bediening van Eerf en Staats - Secretaris, of, gelyk de Portugeezen zeggen, van Secretaris der Zaaken van het Ryk, was toen en nog lang daarna vervuld door Petrus de Motta, en Sylva. III. Wy en geheel Portugal met ons weeten niet, welke merkwaardige trekken carvaliio zo roeniryk hebben doen uitmunten , geduurende zyne opvoeding aan de Univerfi- teit van Coimbria. Ons dunkt, dat de eenigfle zaak, welke de leerlingen van eene Univerfiteit kan doen uitmunten, hunne vorderingen in de Weetenfchappen zyn, en waarlyk de Marquis de pombal heeft nooit zeer voortrefyke proeven van zyne bekwaamheden gegeeven. —— Voor het overige, zo het -waar is, dat hy een tegenzin en walg in zyne Studie in de Regtsgeleerdheid gekregen hebbende', den wapenhandel verkoozen heeft; zo is het echter niet waar, dat hy terfiond tot de Gardes-du-Corps is overgegaan. 1 Uitgezonden de Eerfle Officiers dient geen edelman in deeze bende {a). —— Hy maakte een begin met Kadet te zyn in een Regiment Infantery, en dewyl het een gebruik is in Portugal, dat de Kadets alle militaire trappen doorgaan; zo is hy tot die van Korporaal gekomen, en niet verder. —— Hy had zig wel gevleid van Kapitein te zullen wor- (<») De Garde des Konings van Portugal is zamengefteld uit drie Compagnien Portugeefche Hellebaardiers, ieder ven tachtig man, alle handwerkslieden. ' Hunne klceding beftaat uit donker groen laken, en gelykende volmaakt naar Levereirokken. —— De ordinaire Garde beftaat flegts uit 20 Hellcbardiers, welke men uit de drie Compagnien neemt. Zit Defcription de Lisbcnni, Parit 1735.  VOORREDEN. xin noorden, wanneer de Promotie van 1735 voorviel; maar hy werd in zyn hoop te leur gefield, en van toen aan verliet hy den Krygsdienst. IV. Het is eene grove valschheid van te durven zeggen,met den Autleurder Brieven, dat een der groot'(ie vermaken van den Infant Don Antonius was, by nagt rond te zwerven, om de voorbygangers aan te vallen. ■« Allen, die deezen Vorst gekend hebben, weeten zeer wel, dat zyn gedrag altoos geregeld, zyn karakter zagtzinnig, en zyne uitfpanningen vreedzaam en ftil geweest zyn. -■■ '■- Niet meer geloof moet men flaan aan die Ranchos (want zodanig moest de Aucteur dit woord fchryven), aan die buitenfporigebyeenkomften, welke nooit beflaan hebben; en het is niet geoorlofd tot zo verre de gedagtenis van den Hertog van Cadaval, en de Marquifen van Mdrialva en van Cafeas (of veel eer Cafcaës") te lasteren , door hen, als flruikrovers en moordenaars af te maaien. Men kan niet twyffelen aan de valschheid van deeze befchuldigingen, wanneer men flegts denkt aan de waakzaamheid van Koning Johannes; aan zyne groote oplettendheid, om de buitenfporigheden der Grooten te beteugelen , en ze van zyn volk te verwyderen, zelfs tot aan de fchaduwe of fcbyn van overlast; inzonderheid, als men zig herinnert met hoe veel ftandvastigheid deeze Vorst het Plan gevolgd heeft, welk hy voor zig ontworpen had, om den Adel van zyne Staaten, in eene beftendige vernedering te houden. , « Het zy zo het zy, de voorgewende onvertzaagd- heid  xiv VOORREDEN. heid van carvalho, in die nagtzwerveryen, zo hoog geroemd door de Schryvers van de Brieven en Jaarboeken, zou ten hoogflen be•wyzen, dat hy in zyne jonkheid een (lout en vermetel verftoorder der algemeene rust, een roekelooze en onvertzaagde ligtmis is geweest; en om die zelfde reden, zoude zulks meer nadeel dan voordeel aan zynen roem toebrengen. V. Waar hebben die zelfde Schryvers gevonden, dat Pater Gaspard van de Incarnatie, Biegtvader van den Koning en een nabeftaande van carvalho geweest js ? » Deeze Pater Gaspard , een godvrugtig Franciscaner Barvoeter Monnik, die voor zyne komst in het Klooster, Don Gaspard de Moscofo Mafcarenhas werd genaamd,was van den Huize van de Marquifen de Gouvea, en de Oom van den ongelukkigen Don Jofepb Mafcarenhas, Hertog van Aveir0t ■.'-.i.<„' Hy fond buiten twyjfel zeer in de gunst by den Koning Johannes F., die een volkomen vertrouwen in hem flelde ; maar hy is nooit zyn Biegtvader geweest. —-— Aangaande zyn bloedverwantfchap met carvalho, dezelve is, noch bewezen, noch zelfs niet waarfchynlyk. « En alfchoon de een en de andere van Adel waren, zo was 'er tusfchen hunne beide Huizen al te groote affiand: de mascarenhassen waren in bet getal der Grooten van de Eerfte Klasfe, en de carvalho's waren flegts geringe Edellieden van de Provincie. VI. De Schryver der Brieven fielt ook de reis van carvalho naar Weenen,lang voor den  VOORREDEN. xv den waar en tyd. ——— Dezelve gebeurde niet eer in deeze boofdflad van dit Ryk, dan na dat hy eeiüge jaaren Minister van Portugal in Engeland geweest was, en dat gefehiedde zonder met eenig publiek karakter bekleed te zyn. ———- Zo hy in het geheim belast is geweest, met eenige affaires, dit was niet dan op verzoek van zynen Oom, paulus de carvalho, Kanonnik van de Patriarcbaale Kerk, een Prelaat, uitmuntend door zyne weetenfchap, en zeer geacht by den Koning Johannes. Maar die Vorst is zo ver- re verwyderd geweest van de verwondering, welke de Jaarboek - Schryvers by hem onderftellen voor de gewaande talenten van hunnen Held, dat hy hem naar Lisbon te rug beriep, zeer te onvrede zynde over zyne Negotiatie , en hy liet hem daar, zonder hem eenige de minste bediening toe te betrouwen. ———> Het is derhalven valsch, dat dit niet geweest is, dan na den dood van Johannes (bovendien voorgevallen in 1750 en niet in 1759) dat carvalho van Weenen te rug is beroepen, om in den Raad te treeden. Bovendien, wie is de Marquis de Tantos, van welken men [preekt ? ——— Wy fchroomen niet daar tegen in te brengen, dat deeze Tytel nooit in Portugal is bekend geweest. *"" "•» Zo men onder/lelt, gelyk zulks mogelyk is, dat het niet dan een drukfout is, en dat men beeft willen fcbryven, Tancos, in plaatfe van Tantos, dan zal de Aucteur daar weinig mede winnen: by zal daarom niet minder een openbaars valschheid voordellen,naar dien de Marquis de Tancos nooit in  xvi VOORREDEN. in zyn leven Ambasfadeur te Weenen is geweest, zelfs ook niet aan eenig ander Hof. — Deeze Heer, een krygsman zedert zyne kindsheid, heeft nooit den Wapenhandel verlaten, om zig over te geven aan de Studie der Negotiatien. —~— Na alvoorens Gouverneur van het Ryk van Angola geweest te zyn, afhanglyk van Portugal, in Afrika, werd hy aangefield tot Capitein Generaal van de Provincie Alentejo, verder tot Generaal van de Armèen des Konings, en eindelyk tot Commandant van de Provincie van Eftramadura, en Infpecteur Generaal van de Portugeefche Infantery. —~- Derhalven heeft hy,te Weenen, voor carvalho die gevoelens van achting en vriendfchap niet kunnen voeden, welke de Aucteurs van de Brieven, en de Jaarboeken hem zoo goedgunflig opdringen. VII. Men heeft in Portugal twee Ministers gehad, genaamd, Diego de Mendoza, vader en zoon. » De ecrfte fierf verfcheiden jaaren voor Koning Johannes: de tweede werd tot Staatsfekretaris gemaakt, door Jofepb I., in den zelfden tyd met carvalho , met welken hy gediend heeft, zedert 1750 Ut aan 1756. ——— Het was niet dan op deezen tyd, dat Mendoza, door toedoen der flinkfcbe flreeken van zynen Mede-amptgenoot, in ongenade verviel, en van zyn ampt ontzet is geworden. » Het is diensvolgens niet waar, dat Jofepb. Diego de Mendoza, zynen Eerften Minister, affchafte, om carvalho in zyne plaats te ftellen. VIII. De Aucteur der Brieven, van bet hy.  VOORREDEN. xvn byzonder leven van carvalho [preekenden treed in een verhaal van zyne hedieninge, en begint met nadruk bet Edict te pryfen, welk hy ordonneerde, om het derde gedeelte der wyngaard-ranken uit te roeijen, en om dat land met koorn weder aantebouwen, «• Maar hy weet niet, of hy geeft voor , niet te weer ten , dat het voornaamfïe oogmerk, of veeleer het eenigfte voorwerp, welk die Minister zig,in dit zo boog geroemd Reglement, voorftelde, geweest is, om het deoiet der Wynen van zyne beminde Compagnie van Port a Port te verzekeren, en van die geene, met welke hy zig zeiven niet fchaamde koophandel te dryven. Een doorflaand bewys bier van is de [hikking van bet Edict, welke uitdrukkelyk het grondgebied van Port a Port van de algemene PFet uitzondert, alhoeivel voor een groot gedeelte in ds nabuurfchap der rivieren gelegen, en bier door meer blootgefield dan een ander grondgebied, om door flortregens en waterftroomen verwoest te worden; beweegredenen door carvalho zalven bygebragt in de vernieuwing van de oude Ordonnantiën wegens de wyngaarden. ——— Het is waar, dat men toen in Portugal veel Br aanlanden gevonden beeft, en dat men die zelfs nog hedendaags vind; maar man moet zulks niét, toelcbryven, noch aan ds geringe Liditftrie der inwooners, noch ook niet aan hunne onkunde in den landbouw. •—«• Men moet niets daar van de fcbuld geeven, dan alleen bet gebrek aan bevolking in de , Provinciën, welke de natuur van die landsdouw zeer gefchikt zou maaken tot het be** bon-  xvni VOORREDEN. bouwen van graanen; een gebrek voor het overige, welk plaats heeft in de gebsele uitgeftrektheid van dat Ryk, en 't noodzaakelyke gevolg is van de verhuizingen, welke daar ,byna zonder ophouden, gedaan worden. ■ ■■ - jfaarlyks ziet men eene groote menigte Portugeezen uit bet land vertrekken, welke de hoop op een beter fortuin naar Amerika, Afrika en naar de Oost-Indien doet reizen. ——— Derhalven behoeft men zig niet te verwonderen, dat de Provinciën niet vermogende zyn, om aan zulk eene menigte volks, als 'er in Lisbon is, bet noodzaaklyk^ koorn tot hun beflaan te verfcbafen. Het is voornaamlyk over deeze zaak, dat men den Aucteur der Brieven kan verwyten, dat hy onwaarheid op onwaarheid heeft gs- flapeld. Eene derzelven is het zeggen, dat de landen in Portugal befendig gefchikt zyn , om eenerlei foort van graanen voorttehrengen. ——~ Het is daar niet zeldzaam, dat 'er landen gevonden worden, welke drieërlei oogfen in het jaar opleveren, by voorbeeld, garst, lynzaat en fnyboonen; en dit wel met behulp van de lnduftrie en arbeid der bebouwen, welke men cndertusfchengoedvind aan ons voortef ellen, als menfchen, zonder werkzaamheid, en zonder eenig beginzel of kundigheid van de landbouxvkunde- > Nog eene andere onwaarheid is het., te beweeren, dat de landen tot het bebouwen van het koorn toegewyd, eenmaal goed bereid zynde, nooit brak liggen. . In Provinciën, veel gefchikter dan andere tot dit foort van voor tbr engzel, maar die banden om te . be-  VOORREDEN. *j* bewerken ontbreken, gelyk wy reeds aangemerkt hebben,.iaat men derzelver landen een jaar lang rusten; fomtyds zelfs twee jauren, en geduurende dien tyd, fielt men zig te vreae, met daar op vee te doen wj>.- den, of om 'er gras van te maaijen. . Wat aanbelangt de bemestingen en andere bekende middelen tot verbetering der landen, deeze hulpmiddelen zyn zo wel bekend in Port tugal, a/s elders op alle andere plaatzen. Het is eindelyk eene onwaarheid te beweeren, dat 'er een tyd geweest is, wan* neer de febtterugten, in dit land aangekweekt, alleenlyk bef.onden in kooien van eene fegte hoedanigheid, in uijen, en eenige lookbol- len. Wy zullen bier niet onderzoeken, of men dien naam van fchilvrugten aan fimpele of eemouwdige kruiden moet geeven; intmfchen kan men dien naam niet weigeren aan bionen, aan allerlei foort van er wet en $ als witte en graauwe fnyboonen, linfen enz.: en waarlyk deeze voortbrcn^flen zyn altoos zeer menigvuldig in Portugal geweest . Zouden aerhuiven, om eene loftuiting op carvalho te maken, zyne Lofredenaars, geene andere bronnen dan de dwaalingen en de leugens gehad hebben ? —— IX. Bovendien hoe kan men. als men van de vjaarbeid der dcaden overtuigd is, met koelen bloede kezen, dat Jofepb 1 , toen by op den tbroon klom, ds Koninglyk". Schatkist, uitgeput, en den Staat met fc bulden beladen gevonden beeft! - Johannes V., zyn vader Js mièfibièn, van alle de Koningen van Portugal , die geene geweest, welke de meeste ryk** s dom*  xx VOORREDEN. dommen byeen verzameld heeft; en bet algeween gevoelen daaromtrent, was zo wel gevestigd, dat men in dien tyd verfpreidde, dat men verpligt geweest was, om de zoldering van het vertrek, daar de fchatten bewaard wier den, te doen onderfcbragen , om te beletten dat dezelve niet door den last ter nederfiort- te. Hier van kan men geen andere reden geeven, dan dat die Forst altoos zeer geregeld in zyne uitgaven is geweest; maar ten minsten, • uitgezonden zyne troupen, van welke men moet bekennen, dat hy, wegens zyn vreedzaamen aart en tegenzin voor den oorlog, weinig werk maakte,') zyn de penfioenen, de jaarwedden der Ministers, de falarisfen der Hofbedienden, alle met de groot- /te naauw keurigheid'betaald geworden. ■ Men weet genoegzaam, in hoe verre, geduurende de laat/ie zeven of agt jaaren der Regeering van Jofepb I , en van het Mini* fierie van carvalho, deze betaalingen van de uiterfte verpügting, en de flrenglie gereg- tigbeid, veronagtzaamdzyn geworden. Eene zeer aartige en zeer waare Anecdote ten dien opzigte, is, dat de Infant Don Emmanuel gezonden zynde, om uit de Munt dat geene te neemen, welke men hem voor zyne Apanage (*) fcbuldig was , genoodzaakt werd, zulks in kopere fpecie te ontvangen. , De Thefaurier gaf voor, dat hy noch goud noch zilver in zyn Schatkist had. De- (*) Dit woord betekend : leni of Geld , iet ■atlh ie Vorsten bunnen lantstgtbaerene kinderen in bezit geeven.  VOORREDEN. xxi *—■— Dezelfde zaak gebeurde ook by eene andere gelegenheid, met den Kardinaal Patriarch. X. Aangaande den gewaar.den moord des Konings, en de. verdienste van denzelven ontdekt te hebben; eene verdienste zo fatieuslyk opgtvyzeld, en geprefen in de Brieven, en nog veel meer in de Jaarboeken; gedraag ik my aan, of beroepe my op, het laatfte Vonnis van het Hof van Lisbon. < lk zal hier al- leenlyk aanmerken, met welk eene behendigheid carvalho zig van die nadelige gebeurtenis bediende, het zy,om die Grooten,welke zig tegen zyne ontwerpen en tegen zyn Despottsmus konden aankanten, ongelukkig te maken; het zy, om zig, zyne nabeftaanden, zyne lievelingen, of eindelyk alle die geene, {welke door hunne lage en kruipende vlyerijen, de konst bezaten, zyne toegenegenheid te verwerven ,) op hunne puinhoopen te verheffen. XI. Zekerlyk is 'er geen grooter Hervormer der Geestelykheid geiveest dan carvalho. Na deeze hervorming aangevangen te hebben, door de Proces/ie ofopenbaaren omgang van 't zogenaamde Auto-da-fé af te febaffen, ordonneerde hy eenenplegtigen omgang tot veroordeeling en flraffevan denongelukkigen Malagrida, en hy achtte het voor zig zeiven geen febande, om daarby tegenwoordig te zyn; betoanende hier door, dat ten minsten, volgens zyn begrip, de mlsflag voor een Staatsman geen plaats vind, dan in dat geene, welk met zyne oogmerken flrydig was, en nooit in dat geene, welk de vervuiling derzelve kon bevorderen, «* 3 XII,  xxii VOORREDEN. XII. De Jaarboekfebryvers hebben niet nagelaten de ver jaaging en gebeele vernietiging der jfefuiten aan te haaien, als een andere uitwerking van de verhevene oogmerken en van dengrooten hervormenden geest van carvalho. Maar byaldien, gelyk zy denken, het getal der Geestelyken al te groot m Portugal was, en dat het de wysbeid van den Marquis de pombal is geweest, die bewerkt beeft, dat het vermindert wierde; —~ was het dan door de Jefuiten, dat hy deeze gewigtige operatie moest beginnen? - Volgens de toeftemming van de gebeele Natie, was dit gedeelte der Geestelykbeid onwederfprecklyk het geregeldfte en nuttigjlz —«», Men befpeurt nog in dit Ryk eene ledige ruimte, welke deeze werkzaame en opbouwende Sociëteit voor de letteren en den Godsdienst nagelaten heeft, XIII. Het gedrag van den Nuntius Acciajuoli tegen bet welk men zig, met zulk eene drift, heeft aangekant, heeft waarlyk niets buitengewoons noch bsrispelyks. — ■ Een bandfehrift van de Staatsfckretary had allen buitenland/eten Ministers onderrigt van het buivelyk van den Infant Don Pedro met de Prinfès van Brazil, —»— Acciajuoli verzogt, in een eerbiedigen Bri j, dat men hem drsge'yks berigt gaf van deeze gelukkige gebeurtenis; maar carvalho, die, tot wat prys ht t ook zyn mo2,t, met bes Hof van Ro • me wilde breeken, Jloeg op deczen Brief geen acht, en gaf order, om dezelve zonder antwoord te laaten. De Nuntius zo opent- lyk Veracht, deed zyn Hotel niSt illumineercn. —  VOORREDEN. xxm ■■ Hy geloofde dit gering kenteken van gebelgdheid verfchuldigd te zyn aan bet karakter , welk by bekleedde, en aan de Auctor i~ teit van den Forst, welken hy vertoonde; een Vorst, die buiten twyffel meer eerbied verdiende ; eensdeels , als Souverein , anderdeels , als het Hoofd van de Kérk. — Maar bet geene deeze zaak waarlyk vreemds in zig heeft, en het welk de partyzucht van de Aucteurs der Brieven en Jaarboeken alleen kan doen pryzen, en dat de gezonde Grondregels van Staatkunde niet zouden kunnen toeftemmen, is de onwaardige behandeling den Nuntius en Kardinaal aangedaan, door hem met geweld, en verfmading uit een Katbolyk land te verjaagen. XIV- De Journalisten maken een pragtige en hoogdravende lofreden van het Reglement , dat aan het Geregtsbof der Inquifitie het onderzoek der Boeken ontneemt, om het aan den berugten Raad der Cenfuur toe te eigenen. —— Maar byaldien deeze Wet zo wys geweest is, waarom is Portugal dan niet zedert dat tydflip vry gebleven van overfelpt te worden, met godloofe en losbandige ge[chriften, volftrekt flrydig tegen den Godsdienst en goede zeden, en waar van het, dank zy de waakzaamheid der Geloof onderzoeking, tot dien tyd toe, bevryd is geweest ? — Zyn dat die zuivere en vrugtbaare bronnen van leere en deugd;die werken van de Kluizenaars van Port Royal, welke volgens de meening der Jaarboekfebryvers by elk Katbolyk tot een regel •voor zyn geloof en gedrag moeten dienen ? —Zyn dat die panden van weetenfchap en licht, ** 4 weU  xxiv VOORREDEN. '•welke de jludeerenden van de ketenen moeten ontlasten i mét welken zy zo lang beladen waren , en hen met zulk een luister neder in Portugal doen btoeijen ? — Deze ongelukkige onac'vinding heeft al te zeer de oogen van de tegenwoordige Regeering geopend, om ons te laaten vreezén', dat zy zig herbaade, onder de 'godvrugtigfte der Koninginnen, die da Kerk en den waar en Godsdienst alleropregtelykst is toegedaan, XV Dat 'er misbruiken op de Univerfiteit van Coimbria ingeflopen waren, is iets. welk king verboden. . . . . 45 Verfcheidene Leengoederen weder aan de Kroon gebragt. . ... 46 De Berugte Commercie.Compagnie van Fe. licien Velho Oldembourg. . . 47 Groote Promotie in het Militaire en Civile. ... . 48 Dood van de Koningin Douairière. . ald. Middelen , die carvalho aanwendde, orn den geest des Konings naar zyn zin te buigen. . . 50 Carvalho neemt den toenaam van Melo . aan. « . " . 53 Carvalho maakt zig meester van zyn Schoon, vaders Testament, en behandelt zyne Moeder wreed. '. ". . 55 Vreemd ontwerp van carvalho, om woeste landen in Amerika te bevolken. . 57 Oprigting van de Commercie Compagnie van , Maragnon. . . . 58 Verfcheiden perfoonen in ballingfchap gebonden wegens deeze Compagnie. . 60 *** 3 Aard-  xxxvni INHOUD. Pag. Aardbeving te Lisbon op den i November 1755 voorgevallen. . 61 Misnoegen der Fngelfchen, by gelegenheid van een nieuwe belasting op de buiténlandfche goederen, enz. , . 68 DERDE BOEK. CARVALHO word EERSTE MINISTER» voorNAAMSTE GEBbURTENISSEN TOT op DfcN aanslag VAN DEN NAGT van DEN 3 SEPTEMBftR MDCCLVIII. arvalho word Minister van de zaaken van het Ryk. . . . 72 Doet galgen oprigten omftreeks Lisbon.1 73 Hy geeft order aan de nagtwagters, om alle , by nagt, op ftraat lediglopende perföönen, te vatten en op te hangen. . . 76 Godvrugtig Legaat, by gelegenheid van de Familie Van carvalho. . . 77 Opligting van Martin de la Rocca en zyne Vrienden. . . 79 Carvalho doet den Commandeur d'Almada tot Ambasfadeur te Rome benoemen, in plaatze van Enferrabodes. . .83 Geweldige fchrik, veroorzaakt door de onkunde van de Officieren der Artillery. 85 Ongenade van den Abt Mendoza Corte Real. . , . 86 Waa-  INHOUD. xxxrt Pag. Waare oorzaak van deeze gebeurtenis. 88 Wantrouwen des Konings van zig zeiven, door carvalho onderhouden. . 91 Memorien tegen den broeder van carvalho , gevonden, onder de papieren van den Abt Mendoza. ... .95 Overwinning behaald op de Indiaanen van Paraguay. . , . . 98 Herroeping van Gomez Freire van Andrada. carvalho weigert geloof daar aan te geeven. . . . 101 Edict, tegens de verachters der Regeering. 104 Oproer te Port a Port verwekt door .de Wyn - Compagnie. . .107 Vervaarlyke Veranderingen te Port a Port. 111 Edict, welk alle de geenen fchuldig aan gekwetfte Majefleit verklaart, die de orders der Ministers niet gehoorzamen. . 114 D. Jofeph Gal van de la Cerda, en D. Joan de Souza, benevens zyn broeder, vervallen in ongenade. . . . 116 Don Joan de Braganca word genoodzaakt het Ryk te verlaaten, en de Marquis de Marialva, om zig van het Hof te verwyderen. 119 De Jefuitfche Biegtvaders van den Koning en de Koninglyke Familie worden van het Hof verwydert. . . 124 De Kardinaal de Saldanha word, door den Paus, tot Onderzoeker en Hervormer der Jefuiten te Portugal benoemd. . 13a Yver van carvalho in het beftier der Regeering. . ... 142 *** 4 Ze-  Si, INHOUD. Pag. Zeven ophelderingen van een Edict, over het ftroo, door carvalho bekend gemaakt. 144 Difticum of tweeregelig Vers, gemaakt by gelegenheid der drie Edicten op de hoorns, ftroo en kastanjen. . . 146 Carvalho doet twee nieuwe Libellen tegen de Jefuiten in 't licht geeven. . 148 Carvalho behandelt.de Boei-predikers als , oproermakers, en legt hen ftilzwygendheid op. . . 152 IREGT-  INHOUD. RBGTVAARDIGINGS B E W Y S - S T U K K E N. OPag. nderrigtirtg, welke zyne Allergetrouwfte Majefteit heeft doen afzenden, aan den Heer Franciscus d'Almada , zynen gevolmagtigden Minister, aan het Hof van Rome, ten 'opzigte van de misdaaden , waar aan de Jefiiiten zig fchuldjg gemaakt hebben, in dit Ryk en in Brazil, om verflag daar van te doen aan den Paus Benedictus XIV, met het kort verhaal der feitelykheden, welke deeze Geestelylcen, in het Noorden en Zuiden van Portugeesch Amerika begaan hebben. . . .157 No. II. Onderrigtende Brief, van den io February 1758. aan Don Franciscus d'Almada de Mendoza, Minister . van zyne Allergetrouwfte Majefteit aan het Hof van Rome, om hem te onderrigten van de nieuwe buitenfporigheden, welke de Jefuiten tot nu toe gevoegd hebben by de gruwelyke misdaaden, waar aan zy zig reeds fchuldig gemaakt hadden, in de Overzeefche Staaten van deeze Monarchie, toen zyne Majefteit zig verpligt gezien heeft, om advys te geeven aan onzen Heiligen Vader, den Paus Benedictus XIV, vau de Feitelykheden van dee»  xur INHOUD. Pag. dee ze Geestelyken , door zynen eerflcn Onderrigtenden Brief van den 8 October 1757- • .170 No. III. Brieven in form van een Brevet van O. H. V. deh Paus Benedictus XIV, door welke Hy uit eigen beweeginge heeft aangefteld en gevolmagtigd den allervoortreflykften en Hoog Eerwaardigften Franciscus de Saldanha, Kardinaal Deken van de Heilige Roomfche Kerk, tot Onderzoeker en Hervormer van de Reguliere Geestelyken van de Sociëteit der Jefuiten, inde Ryken van Portugal en Algarves, en in alle landen van Oost en West-Indien , onderdanig aan de Heerfchappy van den Allergetrouwfcen Koning. 1 18S No. IV. Decreet van zyne Eminentie den Kardinaal van Saldanha, welk de Jefuiten van Portugal voor fchuldig verklaard,aan eenen ongeoorloofden koophandel, cn hen verbied, die voorttezetten. . . 196 No. V. Mandement van den Allervoortreffelykften en Hoog Eerwaardigften Kardinaal, Patriarch van Lisbon, welke de Jeluiten de magt beneemt, van te preeken en te biegten. 212 GE-  GEDENKSCHRIFTEN van den MARQUIS DE POMBAL.. EERSTE BOEK. de voornaamste levensgevallen van carvalho, voor zyn komst tot het ministerie. Sebastian joseph de carvalho, zedert lang bekend, onder den B 0 EKnaam van den Graaf van Oeyras, en nog veel Degeboorvermaarder geworden zynde onder dien van d1ng°Pen°e" Marquis de Pombal, was de zoon van Em- c"rv7ik™ manuel de Carvalho, een arm edelman van Soura, een groot dorp in Portugal, in 't gebied van Coimbria. Een zyner oomen, Paul de Carvalho , die, na alvoorens met luister het geftoelte der Academie van Coimbria bekleed te hebben, tot domheer van de Koninglyke Kapel van Lisbon beroepen was, overreedde zynen broeder om zig byhem te vervoegen. Hy bezorgde hem terftond eene Compagnie Ruitery, en bewerkte dat hy vervolgens in een huwelyk trad met Donna Terefia de Mendoza, gefproten uit een vermaard geflagt, en nog meer onderfcheiden door haare perfoonlyke verdienften. I. deel. A Uiï  s GEDENKSCHRIFTEN van T* Uit dit huwelyk is, in den jaare 1699, de 0 E - Held van ónze Historie gebooren. Na eene opvoeding, evenredig aan zyne geboorte, en na de ftudien of onderrigtingen, gefcbiktvoor de eerfte jeugd, volbragt te hebben, begaf . de'jonge carvalho zig naar Coimbria, om aldaar in de Regtsgeleerdheid te ftudeeren. Maar zyn al te driftige en onftandvastige geest, een groot vyand van alle vermoeijing, en van alle -vlytige aanwending zynde, fchikte zig weinig tot zulk eene erns • tige ftudie, en hy toefde ook niet lang om dezelve te verlaaten. zyn^ree. Hy kwam dan weder te Lisbon, en trad <ü«nsr.rygs* in den krygsdienst, of, volgens de gewoonte van den jongen Portugeefchen adel, hy begon met eenvoudig Soldaat te zyn. Het krediet van zyn oom , Prelaat van de Koninglyke Kapel, opgerigt in de Patriarchaale kerk in 1716 (*) en welke in groot aanzien ftond by den Koning, Johannes V., deed hem op een fpoedige bevordering hoopen. Een voordeelige en byna reusagtige geftalte, een uitmuntend uiterlyk voorkomen, eene buitengemeene kragt, en eene onverfchroktheid, die de proef kon doorftaan, maakten hem zeer gefchikt tot zyn nieuw beroep. Hy verwierf in weinig tyds veel achting, en verkreeg den graad van Korporaal; maar op het (») De Patriarchaale kerk yan Lisbon is onderfcheiden van de Cathedraalc. De Kanonniken, ten getale van 70, zyn gemytert, en hebben den rang van Bisfchop: zie daar, waarom men hun den naam van Prelaaten geeft. De Koning heefc een ieder van dezelve 5000 Cruzaden of 12500 Livres toegeftaanr fceloopende ieder Cruzads op 1 Liv. 10 s. Zie Dtfcriftit» i* Liilmtie.  den MARQUIS DE POMBAL. 3 liet oogenblik, dat hy zig vleidde binnen tkort tot de eerfte militaire bedieningen ver- B 0 E K; heven te zullen worden , zag hy al zyn hoop geheel vernietigd. De vrees voor eene aanftaande vredebreuk met Spanje, gaf gelegenheid, in 1735, tot eene algemeene promotie van Officieren; en carvalho, de eenigfte van zyne makkers, had het ongenoegen , daar niet onder begreepen te zyn. Zyn oom, een man van een uitmuntend oordeel, en die den jongen sebastian in den grond kende , heeft misfchien geen belang in zyne bevordering willen ftellen, uit vreeze, dat zyn opvliegend karacter, ineen zeer verheven ftaat,doodlyke gevolgen voor hem zoude hebben; want hy had de gewoonte van te zeggen, dat van zyne drie neeven, die hyhad, de beide jongften, Franciscus-Xavierus Mendoza (*), die zedert Gouverneur van Maragnon is geweest, en Paulus Carvalho, overleden, na alvoorens tot Kardinaal verheven te zyn, hem nooit veel moeite zouden veroorzaaken, uit hoofde van hunne geringe werkzaamheid en geest; maar dat hy zeer vreesde voor den oudften, en bedugt was, dat zyn onrustige aart en natuurlyke ftoutmoedigheid, hem in ftaat zouden ftellen, om ligtvaardige onderneemingen te doen. En de tyd heeft niet dan al te veel doen zien hoe gegrond deeze vreeze was. carvalho door deeze onregtvaardige dea"k?ygs. uitzondering een tegenzin in den wapenhan- dienst <™ H^i vertrekt ucl naarSoimu (*) Het is de gewoonte in Portugal dat de kinderen den naam tab hunne moeders voeren. A Q,  4 GEDENKSCHRIFTEN van del gekregen hebbende, oordeelde, dat hy 0 E K- niet langer met fatzoen in een ftad kon verblyven, alwaar zyne diensten zo kwalyk beloond waren. Hy verliet alzo Lisbon en begaf zig te rug naar Soura, op hoop van daar een ftil en aangenaam leven te zullen leiden, in het midden van zyne nabeftaanden en vrienden. Een weinig tyds te vooren verliefde hy op eene jonge weduwe, genaamd, Donna Tereiia de Noronha Almada, dogter van Don Bernard de Noronha, jongfte broeders zuster van de Graaven van Arcos, en van de eenigfte erfgenaame der Almada's, opzienders [Provediteurs] van het Huis der Indien. Donna Terefia was in haar eerfte huwelyk getrouwd geweest met haaren neef, Antonius de Mendoza, gefproten uit den huize van Cova, en overleden zonder kinderen na te laaten. Carvalho bragt het zo verre, van haar tot een tweede huwelyk over te haaien, tegen wil en dank van haare ouders, welke geloofden, dat hunne eer, door deeze huwelyks-verbintenis beledigt zou zyn. De geene, welke haar het meest hinderlyk viel, was de Marquis de Las Minas, fchoonzoon van den Graaf d'Arcos. Carvalho, vreezende voor het misnoegen van deeze vertoornde en vermogende familie, vertrok met zyne nieuwe bruid naar Soura. Hy bragt daar eenigen tyd door, enkel met zig te vermaaken. Men trof hem aan, op alle festeinen, en op alle plaifier-partyen. Onder voorgeeven, eigen aan tafelfchuimers, van daar de vrolykheid te verfpreiden, bezogt hy beurtelings de gastmaalen van zyne na-  den MARQUIS DE POMBAL. 5 nabuuren, en von.1 dus het geheim van zyn *• eigen tafel te fpaaren. b 0 e k Maar Soura was geen verblyfplaats, die lang kon behagen aan zulk een onrustigcn en ftaatzugtigen geest. De naauwe grenspaalen in welke hy zig befloten vond; de weinige hoop van daar ooit te kunnen voldoen aan de begeerte van te heerfchen, welke hem begon te verflinden, waren voor hem eene altoosduurende pyniging. De ilegte of geringe ftaat van zyne zaaken veroorzaakte hem geen minder hartzeer. Hy verdroeg met ongeduld, dat hy, door zyn ongemeen middelmatig fortuin, veroordeeld was tot veele ontbeeringen, by zyus gelyken onbekend. Ten dien opzigte verhaald men een daad van hem, welke hier verdient aangehaald te worden. — Op een zekeren dag verpligt zynde, om een zeer ver afgelegen bezoek te voet af te leggen, en zig by zyne terugkomst, opdien langen weg,1 vermoeid bevindende, werd hy een paard"gewaar, dat midden op de weide liep; deeze gelegenheid fcheen hem gunftig, en zyn nood was dringende; carvalho liet zig daar door in verzoeking brengen: hy vleidde zig van niet gezien te zullen worden, en geloofde dat niets hem belette, om zig van dit paard te bedienen, en zeer gemaklyk -zyne reis te volvoeren , zynde van gedagten, het zelve vervolgens zo fchielyk het mogelyk was, weder op zyn plaats te doen bezorgen. Maar ongelukkig, op het oogenblik, als hy te paard fteeg, werd hy door eenige boeren ontdekt, voor een dief uitgeA 3 fchol-  6 GEDENKSCHRIFTEN'van i- fcholden, gevangen genomen, en voor den boek. Regter van dat kwartier gebragt. Deeze,na hem verhoord te hebben, en overreed van zyn onfchuld, naamelyk, dat hy juist niet voorgenoomen had, dit paard te iteelen, • maar flegts uit nood te gebruiken, en weder op zyn plaats te bezorgen, bepraatte de boeren, om van hunne befchuldiging afitand te doen. — Deeze eerfte gebeurtenisfen van het leven eens vermaarden mans, zonder juist zo treffende niet te zyn, als de groote trekken ^ die hem karacterifeeren, zullen echter misfchien niet minder gev/igtig fchynen, in de oogen van een nieuwsgierig en oplettend leezer. ! Het is niet te verwonderen, dat carvalho, in deezen kommerlyken ffaat, zonder ophouden by zyn oom aanzoek deed, om hem naar Lisbon te rug te ontbieden, en hem eenig ampt pf beroep te bezorgen. Alhoewel nu deeze goede Prelaat, altoos de yreeze by zig behield, die hem de oploopende en driftige geest van carvalho inboezemde, zo werd hy echter door zyne aanhoudende verzoeken overgehaald; en plaats makende voor de natuurlyke liefde en genegenheid , welke toch ieder mensen voor zyne nabeftaanden heeft, >ftond hy hem eindelyk zyn terugkomst toe, en nam werkelyk de zorg op zig van hem aan het een of ander beroep te helpen. Met dat oogmerk: beval hy hem aan den Kardinaal de Motta., die by den Koning, Johannes V., in een blakende gunst ftond , en te gclyker tyd verzekerde hy het Fortuin van zyn  den MARQUIS DE POMBAL. 7 anderen neef Paulus.door hem in de Patriar- *• ' chaale kerk een beroep te bezorgen. B_JLEJÜ Zedert de terugkomst te Lisbon, leidde Komt we_ carvalho het 'er op toe, om onder be- der te u$I ftiering van zyn oom, de befcherming en vertrekt" toegenegenheid van alle de zodanigen te ver- Engekrygen, die hem in zyne heerschzugtige ,a,1Id;S9. voorneemens en ontwerpen konden van dienst zyn. Door listige aanflagen en fterke aanzoekingen verkreeg hy eindelyk verlof van den Koning, om naar Engeland te mogen vertrekken, in de hoedanigheid van buitengewoon Afgezant. Eene bediening zo eerwaardig, en zelfs zo ver boven zyne verwagting, fcheen hem den weg te zullen openen voor nog veel hooger waardigheden. Maar het waarneemen van zyn post, geduurende zyn verblyf te Londen, was zo gering , en hy had zo weinig beftier in de gewigtige onderhandelingen van zyn tyd, dat men naauwlyks zyn naam gelezen heeft, in die oneindige menigte van Memorien, Nieuwspapieren en Historiën van de tegenwoordige Eeuw, waarmede Europa overftroomd is geworden. Alleen vind ik, dat hy in April, 1745, voorflagen aan het Hof van Londen gedaan heeft, om te bewerken, dat de wynen van Portugal van eenige imposten ontheven wierden, welke toenmaals door het Parlement op dezelve gelegd waren; doch de uitwerking van deeze voorflagen is geheel onbekend gebleven. Intusfchen is het waar, dat het toenmalige aangenomen fyfthema van het Hof te Lisbon, deszelfs MinisA 4 ters  8 GEDENKSCHRIFTEN van T# ters in zulk eene groote werkloosheid hield; ? °E K' want Johannes V., gewoon aan de genoeglykheden van eene langduurige Vreede, het eenigfte voorwerp van zyne begeertens, bepaalde alle zyne zorgen, om den Godsdienst in zyne Staaten uit te breiden, en te bevestigen, en fchuwde, zo veel het maar in zyn vermogen was, om eenig deel te neemen aan de beweegingen, welke verfcheiden Kabinetten van Europa ontrusteden. Carvalho alzo te Londen tot dezelfde werkloosheid gebragt zynde, befteedde den ledigen tyd, die hem van zyne geringe bezigheden overfchoten, met zig te vermaaken. De vergrooting van zyn fortuin, en de voorregten aan zyn karacter verknogt, verfchaften hem de middelen, om zyne hevige driften te voldoen, welke hy ook met gretigheid aannam. Hy had zig te Londen vrienden naar zyn fmaak verkoren, met welke hy zig onbepaald, en zonder fchroom, overgaf aan allerlei losbandige vermaaken, zo aangenaam voor de woelzieke jeugd; inzonderheid , wanneer zy toevoer van geld en vermogen heeft, om zig die te bezorgen. Meet dan eens bevond hy zig ingewikkeld, in heimlyke en ongeoorloofde minnaryen, en men verhaald, daaromtrent, een voorval, zo onaangenaam, als onverwagt, welk hem verpligtte, om een zeer verdrietigen nagt door te brengen. Zyn vader te dier tyd overleden zynde, was zyne moeder in een tweede huwelyk getreden met Franciscus Lodewyk d'Acunha Ataïda, een man van aanzien en zeer  den MARQUIS DE POMBAL. .9 zeer ryk, welke in 1755, als Lid van 'sKo- *• nings Raad (*) is overleden. Car- b 0 e *• valho. vernam toen met vermaak dit tweede huwelyk van zyne moeder; en van dien tyd af aan vestigde hy een groote hoop op de fortuin vau zyn fchoonvader , welke hy in der daad, gelyk wy in vervolg zullen zien, niet naliet zig toe te eigenen. Maar het vermaak , welk hem deeze gelukkige gebeurtenis te weege bragt, werd geweldig geftoord, door de droefheid, die hy hadt, van bykans op een tyd, zyn oom en den Kardinaal de Motta te verliezen, zyne beide ftandvastige ,.of veel eer de beide eenigfte fteunfels, in zyne nieuwe loopbaan, liet duurde niet lang of hy gevoelde ook de nadeelige uitwerkfelen van dit dubbel verlies. Hy was niet zeer aangenaam by den Koning; de nieuwe Minister Petrus de Motta had geen zeer gunftig denkbeeld van zyne verdienden: hy werd naar Lisbon te rug beroepen, alvyaar men hem zonder bediening liet. Kort na zyn terugkomst , dcedt de vernie- Hy wor* terug be- (*) Dus is het, dat de Heer Lequien de la Neuville, in zyne Historie van Portugal, in 't Fransen heeft overgezet, El Deaembargi do Paco; een Raad verkoren door Koning , Johannes II. „ om de geene te beproeven, die na de bediening van den „ Tabbaard lAaken; om den twist in het Regtsgebied te re„ gelen, en om te zien of'er gelegenheid was, om genade „ aan de misdaa 8 0 E K_- lukkig voor hem, eene geringe twist ont> roepen van ftaan tusfchen den Paus, BenédictuiXIV., Londen en ' . . . ,' ., ' naar wee- en de Keizerin Koningin, Maria Therefia. nen gezon- -r^ paus ^ verfchil op het vriendelykfte «745, willende - vereffenen , verzogt de Koningin van Portugal, Marianna van Oostenryk, om door haare tusfchenkomst ten zynen voordeele die zaak te bemiddelen, en gaf dezelve geheellyk in haare handen over. De Koningin, welke toen het Ryk regeerde, geduurende eene lange en zwaare ziekte des Konings, wierp haar oog op carvalho, om deeze onderhandeling voor-haar te verrigten. Hy vertrok daar op terftond naar Weenen, maar zonder met eenig publiek karafter bekleed te zyn, én alleen met de geheime commisfie, 0m de goede verflrandhouding tusfchen den Paus en de Keizerin te herftellen. Dit was buiten twyffel eene gelegenheid, zeer gëfchikt, om de oogmerken van een heerschzugtig hoveling te bevorderen, die naijverig was, om zig te doen onderfcheiden, of uit te munten in zyne ltaatkundige loopbaan, en bewyzen te geeven van zyne fchranderheid en bekwaamheid. — Niettegenstaande den luister der tytels, en de eer aan hun rang verknogt, zyn het niet altoos de openbaare Ministers, die aan de Hoven den meesten invloed op de zaaken hebben, die zy daar verhandelen. Eenvoudige byzondere perfoonen, zonder eenige ohderftheiding, dan hunne bekwaamheden en hun fchranderheid, 'befloeren daar, dikwils de zamenhang der •■•gewigtigfte- onderhandelingen , -en ver  den MARQUIS DE POMBAL. n verfchaffen meer dienst aan hunne Heeren " en Meesters, dan hunne aanzienlyke repre- B_0 E Kfentanten. Maar carvalho heeft inet dit voordeel geen winst weeten te behaalen. In eene zaak van die natuur,zo weinig ingewikkeld, zo gemaklyk om met een goed gevolg ten einde te brengen, heeft hy het ongeluk gehad van te" mislukken, na eene al te langduurige en zeer onnutte onderhandeling gehouden te hebben. De heerfchende drift van carvalho was eerzucht. Alle zyne denkbeelden, alle zyne verlangens doelden enkel en alleen op zyne verheffing, en hy verzuimde ook geene middelen, gefchikt om hem daar toe te geleiden : vleijeryen, beloften, gebeden, listen en lagen, kortom, alles ftelde hy in 't werk. Eene natuurlyke welfpreekendheid zette zyne redenen kragt by, en deed hem voor een man van geest en verftand doorgaan. Maar wyl hem voorzigtigheid en doordringendheid ontbraken, zo was het zeer moeijelyk voor hem, om wel te Hagen, in zaaken, die hy behandelde. Bovendien niet begaafd met geleerde kundigheden, zo noodzaaklyk voor een Staatsman , wist hy ook zyne denkbeelden en ontwerpen niet met de behoorlyke klaarheid voor te ftellen. Koning Johannes V., die in den grond de talenten en bekwaamheden van alle de geenen kende, die hem dienden, maakte zo weinig werk van carvalho, dat zo dikwils als Marcus Antonius d'Azevedo, Staatfekretaris van de buitenlandfche zaaken, eenige brieven van zyn afgezant te Weenen, aan dien Vorst ver-  m GEDENKSCHRIFTEN van *• vertoonde , wilde hy dezelve niet leezen B 0 E K,-. noch hooren leezen, „ laat my met rust riep hy uit, „ik kan zulk eene ftroeve en.ys„ lyk verveelende manier van fchryven niet „ verdragen." Zyn ftyl was ook, in der daad, verward, en verveelende, en zyne Depêches of Staatshrieven, zonder orde, zonder fchikking, en zonder naauwkeurigheid. De Koning antvvoorde hem doorgaans kort, maar zo onvriendelyk en zo gevoelig, dat zulks hem een doodlyk verdriet veroorzaakte. Hy liet niet na zig by den Staatfekretaris Azevedo te beklagen, dat hy het ongeluk had, van den Koning zyn Heer en Meester geen genoegen te kunnen geeven. „ Dit is een harde zaak voor my," fchreef hy aan dien Minister, „ van telkens, op de „ gewoone postdagen, bittere verwytingen „ van den kant van Zyne Majefteit te ont„ vangen, zonder de redenen daar van te „ mogen weeten. Hoe veel gelukkiger zou „ ik zyn, wanneer ik nog te Soura was, en „ in de fchoot der vriendfchap, flegt brood „ van Turksch koorn at, dan my hier aan „ dit Hof te zien, zonder eer, zonder een „ publiek karacfer, en als 't ware veroor„ deeld, om aldaar de rol van een gering fpion te fpeelen!" zyn twee- Maar fchoon de Fortuin zo ongunftig en we? de Sr*- tegenftrydig voor carvalho fcheen, gevinne duurende de onderhandeling, waarmede hy aim' aan hét Hof van Weenen belast was, zo vergoedde dezelve hem zulks weder rykelyk, in eene andere byzondere zaak, welke wy als de bron van zyne verbazende verhef-  den MARQUIS DE POMBAL. 13 heffing kunnen aanmerken. Want in den * jaare 1739, had hy zyne vrouw verloren, B 0 E *■ welke op den 7 January te Lisbon ftierf. Welke fpyt hem dit verlies ook heeft kunnen veroorzaaken, zo kreeg hy echter wel haast een voorwerp, om zig deswegen te troosten. Hy verliefde op de jonge Gravinne Daun, eene nabeftaande van den vermaarden Veldmaarfchalk van dien naam, en verzogt haar ten huwelyk. Dit voorftel wierd , in den beginne, zeer liegt opgenomen, by de familie van de Gravin, welke niet geloofde, dat carvalho van dat aanzien was, om zulk eene huwelyks-verbintenis te eisfchen. Het was derhal ven te vergeefs, dat hy den oorfprong van zyn adeldom wilde aantoonen; zulks werd niet geloofd. Hy beriep zig wel, ten zynen voordeele, op de getuigenis van den Ambasfadeur van Portugal te Weenen, doch men wilde zig niet by denzelven vervoegen. De verliefde carvalho en de jonge Gravin, die in zyn aanhoudenden yver deel nam, befloten eindelyk zig gezamentlyk by de Koningin van Portugal aan te dienen, en te verzoeken, dat Hoogstdezelve zig geliefde te verwaardigen, om de familie van Daun van haar opgevatte vrees te onthefFen; waarop de Koningin antwoordde, „dat carvalho in der daad uit een „ adelyk huis was gefproten." Men had dus geen reden meer, om zig aan te kanten tegen een gezag, dat zo verpligtend, en tevens bellisfend was. Het huwelyk derhalven ging door. En carvalho keerde kort daar na weder naar Lisbon met de fchit- te-  i4 , GEDENKSCHRIFTEN van «• terendftehoop, gevestigd op de befcherming boe g. der Koningin. Maar alfchoon deeze Vorftin, die Mevrouw carvalho agting toe droeg, en haar beminde, zig ten zynen voordeele ernftiglyk bemoeide, en deel in zyn perfoon nam, zo kon zy echter van den Koning, haaren gemaal, nooit verkrygen, dat hy hem de geringfte bediening aanbetrouwde. Het gedrag van carvalho aan het Weener Hof had Johannes V. voor altoos een tegenzin in zyne dienften ^ verwekt. Hy keerd Men kan niet gemakkelyk eene befchryteTuï^en vinge van den geweldigen toeftand maken biyft 'zon- in welken dit foort van ongunst den eernfng.bCdie" zuchtigen carvalho zette. Hy werd bykans razende dol, toen hy zig dus van alle eerampten, naar welke hy zo hevig verlangde, uitgefloten zag, en welke hy misfchien zoude verkregen hebben, zo hy zig beter gedragen had. Intusfchen echter gaf hy den moed nog niet geheel verlooren. Hy droeg meer zorg dan 'ooit, om zig in de vriendfchap van zodanige perfoonen in te dringen, die eenigen invloed by den Koning hadden. Hy zogt ze op,met allen bedenkelyken.y ver; hy nam, onder het geringfte voorwendzel, de gelegenheid waar, om by hen een bezoek af te leggen, of zyn hof te maken, by welke gelegenheid hy alsdan alle hulpmiddelen van pluimftrykery in 't werk ftelde. Inzonderheid gaf hy voor een diepe eerbied te hebben voor Pater Gaspard, een Franciscaner Geestelyke , en oom van den Hertog vtm Aveiro, een man van een ne-  den MARQUIS DE POMBAL. 15 nederig en boetvaardig karacfer, maar l voor wien Johannes V. de grootfte achting B 0 E Khadt, en zulk een vertrouwen in hem ftel- j^*1 ^ de, dat hy niets deed zonder hem raad te gim(teiingen pleegen. Zo menigmaal carvalho hem ^{0* ontmoette, naderde hy hem, met een geveinsd en door konst gemaakte fchynheilige houding , kuste hem de handen met eerbied, en betoonde eene uitmuntende genegenheid en fmaak voor den omgang met hem; en op het oogenblik, dat hy van hem zou fcheiden , fcheen hy zig zeiven als geweld aan te doen, door zig te beroven van het gezelfchap en de tegenwoordigheid van zulk een heilig man. Maar het geene nog verwonderlyker zal Zoekt de fchynen , is , dat hy zig verwaardigde, om J^t/'der ook beftendig zyn hof te maken by de Je- Jerwten. fuiten; en by die zelfde Jefuiten , tegen welke hy, gelyk wy naderhand zullen zien, zulk een tegengefteld gedrag betoond heeft. Niemand fcheen meer gehegt aan de Sociëteit der Jefuiten dan hy ;' zelf ftelde hy eene eer in zyne zugt en genegenheid voor die Orde, en wel zodanig, dat, wanneer hy hen een bezoek gaf, hy zig liet aandienen , onder den nadrukkelyken naam van de Jefuitfche [Jefuitique]; een naam, welke hem niet toekwam, dan in dien zin, waar in men aan fommige Romeinfche Generaals, den bynaam van Africanus, Numidus, enz. heeft gegeeven; maar waar van al de fcherpzinnigheid van de Jefuitfche focieteit toen de waare betekenis niet heeft kunnen voorfpellen. Onder de Jefuiten, met welke carvalho  Ï6 GEDENKSCHRIFTEN van *. ho dc vriendfc'hap dus aankweekte, was die boek- geene, by welken hy met de grootfte zorg zyn hof maakte, Pater Jan F>aptifta Carboni, een Napolitaan, wiens groote talenten en voorbeeldige zeden hem al lang te vooren in de goede gunst en genegenheid van Johannes V. gebragt hadden. Deeze Vorst fchaamde zig niet hem regt uit zyn vriend te noemen, en fcheen zo aangedaan en zo ongerust geduurende de laatfte ziekte van dee zen geestelyken, dat toen hy overleed in de maand April 1750, niemand den Koning daar van de bekendmaking durfde doen, uit vreeze, dat hy al te zeer daar van zou ontftellen. Het was alzo de Koningin die zig met deeze droevige boodfchap belastte , en men kan oordeelen van de groote fmerte, die de Koning deswegen gevoelde, wanneer hy, by het hooren van zyn dood, deeze woorden uitte: ,, gezegend zy de al„ magtige God, die my met fmerte en droef„ heid heeft willen beproeven, door my den „ eenigften vriend, dien ik in de waereld heb, te willen ontrukken." Volgens zulke zigtbaare kentekenen van de gehegtheid des Konings aan Pater Carboni. zal men zig niet verwonderen, dat niet alleen de hovelingen, maar bovendien de voornaamen van het Ryk, tot zelf dePrinfen van den bloede, zig een verdienftelyk werk 'er van maakten , om alle oogenblikken naar den toeftand van deezen geestelyken te verneemen', geduurende deszelfs ziekte, en zelfs in perfoon by hem te gaan, en om ftryd hem te bezoeken. Maar carvalho ging hier in alle  den MARQUIS DE POMBAL. 17 alle anderen te boven, door zyne gewaande *■ yver en droefheid. — Hy bleef uureu lang by —°,.E de deur van den zieken, en vroeg met ongerustheid naar zyn toeftand, aan alle die geenen, welke uit zyn vertrek kwamen, even als of hy de ftoutheid niet had durven gebruiken , om zelfs in hetzelve te gaan. Hy deed verzugtingen, ftortte traanen, en ging cel in, cel uit, zoekende by de andere Paters eenige vertroostingen, en hield niet op, het onherftelbaar verlies te beklagen, welk het Ryk en de Maatfchappy der Jefuiten, daar door zouden verliezen. Zulke ontwyfelbaare kentekenen van ge- Dejemihegtheid,yver en toegenegenheid bragtendie rchouwert goede Jefuiten in het geloof, dat zy in ge- liem ais heel Portugal geen getrouwer vriend had- vrlcnl"" den dan carvalho. Ook betrouwden zy hem alle hunne zaaken; zelfs tot de minfte geheimen toe. — Zy ftemden allen eenpaarig toe, dat hy een waar Jefuit was, aan wien niets ontbrak dan het kleed, en zy zagen met fmerte, dat zulk een yverig vriend in tegenfpoed, en bykans in elende zoude gaan kwynen. — De Paters Jofeph Moreira , Biegtvader van den Prins van BraüKe, en Fransciscus Portogallo, zoon van den Marquis van Valenza, ftelden alle middelen in 't werk, om hem uit deezen ongelukkigen ftaat te redden. — Pater Portogallo inzonderheid, die van natuure een aandoenlyk en wcldaadig hart bezat, fprak onophoudelyk deswegen met zyn vader, en vergat niets hem te verpligten, om eindelyk eene bediening voor carvalho te verL deel. B kry-  18 GEDENKSCHRIFTEN van b c/ek. verkrygeil- — De Marquis was aangenaam by '- den Koning, die zeer veel fmaak vond in zy- nen omgang, en, inzonderheid in de laatfte jaaren van zyn leven, toen hy zwak en ziekelyk begon te worden, en naauwlyks meer uk zyn vertrek kwam, hem dikwils tot zyn gezelfchap by hem liet komen. — De flegte ftaat van zyne gezondheid belette hem echter niet, om de zorge van de Regeermagt ter harte te neemen, en dewyl de dood hem twee van zyne Ministers, naamlyk, Antonius dAzevedo en D. Antonius Guedes de Miranda, ontrukt hadt, was Pater de Motta voor hem alleen genoeg, om alle zaaken te verrigten. — Op een zekeren dag, wanneer hy zig alleen bevond met den Marquis van Valenza, beklaagde hy zig by hem, dat hy, om de last van de geheele Monarchie te dragen, niet meer dan een Sekretaris had, en dat hy in zyn geheel ryk niemant wist te vinden, die zyn vertrouwen verdiende. — De Marquis van deeze fchoone gelegenheid ge* bruik willende maken, antwoordde zyne Ma» jetteit, dat, zo hy niet vreesde hem te zullen mishagen,hy wel durfde verzekeren, dat 'er onder zyne onderdaanen verfcheidenen waren, wier talenten en opregtheid hen zeer gefchikt maakten, om hem met nut te kunnen dienen; en dat hy zelfs eenigen kende, welke hem toefcheenen, dat zeer volmaakt aan het oogmerk van zyne Majefteit zouden beantwoorden.- „ Noem my dan eens één," zeide de Koning tegen hern. — De eerfte welke zig aan myn geheugen op doet, hernam de Marquis, is SEBASTIAN DE CARVALHO, wel-  £>£N MARQUIS DE POMBAL. tg welke reeds de eer gehad heeft üwe Majefteit in verfcheiden posten te dienen. „ Spreek 8 0 E ^ „ my nooit van dien man,"viel hem de Monarch in de reden! „ Marquis! gy kent hem „ niet; hy bezit een ongevoelig en wreed „ hart; en ik wil myn Ryk niet in oproer ,«, brengen, met het beftier van ftaat aan hem ,, te betrouwen." — De Marquis hier over ontfteld zynde, verdomde, en tragte niet meer "Om zig ten voordecle van een man, zo gehaat by den Souverain, te bemoeijen. Carvalho was niet onkundig van de geringe achting, die de Koning hem toedroeg; maar door eene onvergeeflyke onvoorzigtigheid van hem, en als een eerzuchtig hoveling, vreesde hy niet zig deswegen opentlyk ten huize van zyne goede vrienden te beklagen. Hy ftrekte deeze gevaarlyke ftoutheid zelfs nog veel verder uit: men hoorde hem zonder ophouden verfcheiden Edicten en Reglementen, door het Minifterie bekend gemaakt, lasteren en befpotten, en zig beroemen op de groote verligting en inzigten van ftaatszaaken, welke hy te Londen verkregen had, aangaande het waare belang der Natie. — Intusfehen droeg hy wel zorg, in zyne gefprekken, de Jefuiten en andere van zyne voorftanders niet te beledigen; gemerkt hy aanhield, zyn hof by hen te maken, en beklaagde zig alleen by hen, dat zy 'er zig niet •met genoegzaamen ernst op toeleiden, om ten zynen voordeele te fpreeken. — Van dien tyd af aan, begon hy hen« in den grond van zyn hart, als zyne geheime vyanden te belhouwen , en vatte een onverzoenlyken haat B 2 te-  20 GEDENKS.vandenMARQ.,enz. e o\ k teSen hetl °P* Wie zou ziS ooit hebben 1 kunnen verbeelden, dat een hoveling van dit karader met 'er tyd, ik zeg niet fcheidsman moest worden van eene groote Monarchie, maar zyn oogmerk bereiken, om zulk een vertooning ten Hove te maken ? — Intusfchen hebben wy gezien, dat deeze onvoorzigtige en roekelooze man zig tot zulk eene trap van magt en grootheid heeft verheven, welke zelden de regtvaardigfte en verftandigfte Ministers bereikt hebben; zo dat in dit opzigt het fpreekwoord, de Fortuin helpt de Houten, waar is, en dat 'er byna niets is, welk men niet door geheime beftiering, en door listige aanflagen, kan verkrygen. GE-  GEDENKSCHRIFTEN van den MARQUIS DE POMBAL. TWEEDE BOEK. komst van carvalho tot het ministerie. Wy hebben nu de zonderlinge beurte- n. lingfche afwisfelingen, van gunst en B 0 E K ongunst gezien, welke tot nu toe een groot 17S0, gedeelte des levens van carvalho ververvuld hebben. ~ Wy hebben gezien, dat hy beftendig tusfchen vrees en hoop, het vyftigfte /aar zyns ouderdoms bereikt heeft, met weinig hoop op eene voordeelige verandering in zyn fortuin. Maar ziet wy zyn tot den tyd genadert, op welken eene droevige gebeurtenis het tydftip wierd van zyn geluk en verheffinge, —*» Deeze gebeurtenis was Dood m het overlyden van den Koning, Johannes V., Konins J°voorgevallen op den 30 July 1750. -—» De Mne Hemel fcheen zedert dien dag zig te verklaaren ten voordeele van carvalho. ^— Volgens de Wetten van het Ryk, kon 's Konings lyk niet ter begravinge overgegeven worden, dan door een Staats - fekretaris, met alle plegtigheden van eene publieke B 3 Ac-  22 GEDENKSCHRIFTEN van b onÉ k atte' ~— Petrus de Motta was toenmaals - de eenigfte, die deezen tytel bezat, doch de flechte toeftand zyner gezondheid, en de menigvuldige bezigheden, met welke hy belast was, verpligten hem, , om den jongen Koning te verzoeken, dat hy hem van deeze plegtigheid geliefde te ontdaan. De Koningin nam deeze gelegenheid goedgunftig waar, en ftelde carvalho aan haaren Zoon voor, om deeze gewigtige verrigting ten uitvoer te brengen. Dit deed die Vorstin niet zo zeer, om dat zy groot belang ftelde in de bevordering van carvalho, maar gelyk wy reeds gezien hebben, om dat zy eene tedere genegenheid en achw menhang en verband, zo tegenovergeftelde g 0 E K- handelwyzen, en een Syfthema zo tegenftrydig vinden, dat men moeite heeft, om zig te overreden, dat een en dezelfde man , geduurende zulk een langen tusfchentyd, aan het hoofd van de regeering van het Ryk is geweest. —■ Hy zogt in den beginne met alle drift de vriendfchap van Spanje, en weinige jaaren daarna, verklaarde hy zig weder als vyand van die Kroon. — Hy begint, met zig ftrydig te betoonen, tegen de baatzuchtige eisfchen der Engelfchen; fluit vervolgens met hen voordeeligeTraclaaten voor hunnen koophandel, en na verloop van eenigen tyd, verbreekt hy dezelve weder zonder fchroom. — In de eerfte jaaren herftelde hy de fcheepvaart, moedigde de Manufaetuuren aan, deed alle Konften weder bloeijen, en kort daarna liet hy ze kwynen, en door wyZé fchikkingen te maken, eindigde hy met ze weder te doen opluiken.—Hy bragt de magt der Natie op een aanzienlyken voet, en naderhand veronagtzaamde hy dezelve zodanig en tot zulk eene laagheid, dat het voor hem onvergeeflyk was. —— Wy zien niet dan twee zaaken, in welke carvalho altoos aan zig zeiven gelyk geweest is; naamlyk, een geweldige dorst naar Rykdommen, die hy niet kon lesfchen of verzadigen, en eene onverzoenlyke wraakgierigheid tegen zyne wezendiyke of ingebeelde vrienden. Deeze beide driften of hartstogten groeiden by hem aan, naar mate van zyn vermogen, en hy liet zig door dezelve zo verre wegliepen, als zy hem konden brengen.  den MARQUIS DE POMBAL. & Om weder te komen tot de eerfte van n« . deeze beide voorwerpen, die hem voornaam- 15 °& *• ]yk bezig hielden,in het begin van zyne Mi- "g"^^ nifterie. — Carvalho zag niet met een on- fchen den Verfehillig oog aan, dat de geheele Koop- ^uvd0™ handel van de Natie in handen van de Brazii; Engelfchen was, en dat deeze Eilanders, door dit middel de eenigfte bezitters wierden van de vervaarlyke menigte gouds, welke Portugal jaarlyks uit Brazil trok. Hy trach- te deeze wanorde te herftellen, en met dat oogmerk liet hy een Edict bekend maken * waar door de uitvoer van goud uit het Ryk, zonder een byzonder verlof, verboden wierd. Volgens die.wet, waren de Engelfche Kooplieden genoodzaakt, om hunne producten tegen die van Portugal te verruilen, en hunne' fchepen werden hier door aan de geftrengfte onderzoekingen bloot gefteld. Dit Edict, ïngerigt, om de begeerlykheid én goudzugt der Engelfchen te beteugelen, was regtmatig en wys, en droeg de goedkeuring weg van alle ftaatkundigen; maar zy velden niet hetzelfde oordeel over het bevel, kort daarna , uit naam van den Soüverein gedaan, aan alle Engelfche Kooplieden, om hunne Registers en Schuldboeken te vertoonen, en dé waarheid te bekragtigen, of zy door den uitvoer, de gemaakte overeenkomften, welke tusfchen de beid:; Natiën ftand greepen, naauwkeurig in agt genomen hadden. De Engelfchen! gelovende hier door in hunne eer gehoond te zyn, hielden daar over eene algemeene' vergadering, eu befloten gezamentlyk, om niet te gehoorzaamen aan eene order, welC 2 ks'  3^ GEDENKSCHRIFTEN van n> ke de tederheid van hun gemoed zo zeer ? ° E K: kwetste. Zy ftemden toe, wel het goud naar Engeland vervoerd te hebben, maar niet door bedrog, en volgens ongeoorloofde wegen. Het Hof van Londen van dit foort van Inquifitie onderrigt zynde, waar aan men haare Kooplieden wilde doen onderwerpen, merkte deeze zaak zo gewigtig aan, dat hetzelve Milord Tirawley naar Lisbon deed vertrekken, die geduurende het verblyf van verfcheiden jaaren aan dit Hof, een grooten invloed en gezag op het Portugeefche Minifterie heeft verkreegen Deeze Heer bereikte ook, in der daad, zyn oogmerk , na eene onderhandeling van drie maanden , en eindigde het verfchil, in het vriendelyke, zo dat carvalho genoodzaakt werd, het bevel, welk hy gegeeven had, te herroepen. — Nieuwe Edicten, nieuwe verklaringen deeden nieuwe zwarigheden ontftaan, van welke onze Minister, altoos genoodzaakt van zyn regt af te Haan, zig met weinig voordeel moest ontdoen. Hy trast Hy was niet veel gelukkiger, in de voltheCt vaTde voerm§ van net Tractaat, waar van wy ge Colonie St, fproken hebben, betreffende de Colonie van te Tolroöi- St# Sacrament- en dat het tweede onderwerp jen. was, walk in het begin van zyne beftiering zyn voornaamfte aandagt na zig trok Doch ondanks alle pogingen, ondanks verfcheidene jaaren van allerlei listen en geweldenaaryen, ondanks millioenen van cruzaden onnut verfpild te hebben, zo bleeven de zaaken altoos op dezelfde hoogte. ——- Een Tractaat zo gewigtig, welk de eerste bron is geweest  den MARQUIS DE POMBAL. 37 weest van de ongunst der Jefuiten, welk zo veel buitengewoone gebeurtenisfen heeft E 0 E K' doen gebooren worden, en desgelykszoveelerlei gefchriften van allerlei foort Te voorfchyn gebragt heeft, om de nieuwsgierigheid van de fhatkundige befchouwers te voeden, verdient buiten allen twyffel onzen aandagt, en wy gelooven verpligt te zyn, om het Publiek een naauwkeurig, duidelyk en onpartydig verflag daar van te doen. In 1747 was 'er te Rio - Janeiro een Por- oorrPront tugeesch Edelman, genaamd Gomez Pereira, van * vermaard geworden door behulp vanharsfen- U lchimmige ontwerpen , welke volgens zyn zeggen, voor altoos den roem en voorfpoed van zyn Vaderland zouden verzekeren. Hy verftond de konst van aan zyne zotfte denkbeelden zulk eene verleidende waarfchyniykheid te geeven, en hy wist dezelve, met zulke fchoonfchynende kleuren, te bedekken , dat hy ligtelyk in de beurs van dezulken, die hem gehoor verleenden, de hulpmiddelen kon vinden, om ze ter uitvoer te brengen. Het liegt gevolg van zyne onderneemingen, welke geene andere uitkomst hadden, dan om hem en zyne mededeelgenooten te bederven, verhinderden hem echter niet, om zonder ophouden, weder nieuwe plans te vormen, en al weder op nieuw bedrogen te worden. Een der geenen, die met zeer veel begeerte en drift zyne ftaatkundiee droomen aannam, was Gomez Freire d'Andrada, Gouverneur van Rio-Janeiro, dien hy wys maakte, dat onder de zendelingen van Paraguay, die door de Jefuiten beliierd wierC 3 den,  S3 GEDENKSCHRIFTEN van n* den, een groot getal ryke goudmynen was, en dat de uiterfte zorgvuldigheid, met welke die vaders alle Europeanen daar buiten hielden, om geene andere reden was, dan om hun onkundig te houden van hunne on- meetbaare fchatten. En om aan zyne gezegden des te meer gewigts by te zetten, gaf hy voor, met zekerheid te weeten, dat de Jefuiten iaarlyks uit deeze mynen by de drie millioenen cruzaden trokken. Diensvolgens maakte hy een plan van ruiling tusfchen de beide Kroonen, volgens het welke de zeven diftrictcn, genaamd de zendingen van Paraguay, zouden overgaan, tot de heerfchappy van Portugal; welke van haar kant zou afftand doen van de Colonie van St. Sacrament,met derzelver grondgebied.-^-Pereira had alle bronnen van zyne verbeelding uitgeput, om dit,. Traétaat van ruiling onder een gezigtspunt voor te Hellen, dat in Haat was, om iemand inteneemen en te misleiden, en verhefte met veel grootfpraak, de verwonderlyke voordeden, welke daar uit voor zyn Vaderland zouden gebooren worden. — De heerschzugtige Gouverneur, door dit ontwerp betoverd, oordeelde dit een middel, gefchikt, om zyne bevordering en zyn voordeel te bewerken. Hy haastte zig om hetzelve naar het Hof te zenden, zonder heteelve eerst ter deeg onderzogt te hebben, en verzekerde met vertrouwen, dat zyne uitvoering een ftroom van goud uit Paraguay naap Portugal zou doen vloeijen. Een Plan ao weinig overdagt, werd echter blindelings koor het Hof van Lisbon aangenomen, en voor-  denMARQUIS DE POMBAL. 39 voorgefteld aan dat van Madrid, die deeze K' ruiling al tevoordeeligvond,omzenietfchie- *L° E K' lyk aan te neemen En in der daad, door een dor en onvrugtbaar land af te ftaan, verkreeg het een zeer gewigtige plaats voor deszelfs bezittingen in de nieuwe Waereld, en belette aan de Negocieerende Portugeezen alle gemeenfchap met het inwendig gedeelte van Zuid - Amerika. Het Tractaat van ruiling of verwisfeling derhalve gefloten zynde, belaste men, tot de uitvoering, Freire d'Andrada, voor Portugal, en den Marquis de Valdelirios, voor Spanje. Men was in den beginne overeengekomen dat de Inwooners van Paraguay hun land niet verlaten zouden, en dat zy alleenlyk onderdaanen van den Koning van Portugal zouden worden; en wanneer men zig by dit wys befluit gehouden hadt, dan zou de verderflyke oorlog, die zo wredelyk de zendelingfchappen van Uraguay verwoest heeft, nooit plaats gehad hebben. Deeze zendingen, buiten tegenfpraak de best bellierde en de bloeijendfte van de Catholyke Kerk, hadden reeds verdiend, om het oog des Wysgeers naar zig te trekken, en waren bemind geworden by alle vrienden en voorftanders der menschlievendheid. Men weet, op welke wyze Muratori van hen fpreekt, in zyn Gelukkig Kristendom. De ftaatkundige Montesquieu, en de waarneemer la Condamine komen overeen in het geluk van deeze Volken, en de Schryver van de Historie van de bezittingen en koophandel der Europeaancn in de beide Indien, velt C 4 'er  4o GEDENKSCHRIFTEN van b o e k gee" 3nder °0rded °ven het taffe^ 2 : reel, welk de laatfte Schryver van deeze vermaarde zendingen maakt, is niet een van de minst fraaije, nog minst gewigtigfte van zyn werk. Maar in plaatfe van ieder deer zer Natiën voort te laaten leeven op den grond, op welken zy zyn gebooren en opgevoed, zo werd 'er echter naderhand beflooten, dat, terwyl zy van Souverein veranderd waren, zy ook van wooning zouden veranderen; en de ongelukkige ïndiaanen werden veroordeeld, hun Vaderland te verlaaten, om onbebouwde en woeste landen gTngenrm *e bevolken. — Zodanig was ten minsten de zaïkster order, welke haar in 't jaar 1751, door de brcn°g.en.te Commisfarisfen van de beide Kroonen, gegeeven werd. — Maar deeze Volken, zeer gehégt aan hun geboorteplaats, gaaven ten antwoord, dat zy niet van daar wilden vertrekken : „ welk regt (zeiden zy,) hebben de „ Spanjaards en Portugeezen , om ons te „ verjaagen uit die landen, welke door on„ ze handen bebouwd en met ons zweet be„ fproeid zyn;uit zulke landen,die wy niet „ van hen maar van onze voorouders, die „ ze altoos bezaten , ontvangen hebben ? zo „ wy het Kristendom omhelzen, en toege„ Hemd hebben om cynsbaar aan de Ko„ ningen van Spanje te worden, dat is niet gc„ weest, dan onder voorwaarde, dat zy ons „ met vreede, in ons Vaderland zouden laa„ ten leeven, en dat zy ons tegen onze vy„ anden zouden befchermen." — Hoe natuurlyk ook deeze tegenftand van den kant der ïndiaanen was,zo twyffeldeAndradaechter  den MARQUIS DE POMBAL. 41 ter niet of de Jefuiten waren hier van de oor- If; zaak; want hy zeide openlyk, dat het de B 0 E K' geestelyke zendelingen waren, die het volk deezen geest van muitery en oproer inboezemden. Het is waar? dat de Jefuiten in de vrees, dat de uitvoering van dit ontworpen plan eenige doodelyke gevolgen mogt te weege brengen, in den beginne van een tegengeweld gevoelen waren Maar zo dra zy vernamen, dat zulks de uitdrukkelyke Wil des Konings was, zo lieten zy terftond hun meening vaaren , en vermaanden zelfs hunne nieuwe bekeerlingen, om zig aan de orders van hun Souverein te onderwerpen, en wanhopende, van hun tot die gehoorzaamheid over te haaien, wilden zy hunne zending verlaaten. Daar zyn zelfs eenige Jefuiten gevangen genomen door de ïndiaanen, die eene geweldige verontwaardiging hadden opgevat tegen alle de geene, die hen hadden willen overhalen, om dus hun Vaderland te verlaaten. Dezelfde geest van tegenftand om van meester te veranderen, openbaarde zig in de Colonie van St. Sacrament, alwaar alle Inwooners met hardnekkigheid weigerden, om den Koning van Spanje voor hun Souverein te erkennen. Hun tegenftand ging zelfs zo verre, dat zy de Pieken of Standaarden, aan welke men de wapenen van den Koning van Spanje had opgehangen, in brand ftaaken, en dat zy liever hun Vaderland wilden verlaaten, dan onder eene andere regeering ftaan—Zulk eene menigte hindernisfen noodzaakte de Commisfarisfen, om hunne C 5 ver-  42 GEDENKSCHRIFTEN van 9» verrigtingen op te fchorten. — Zy fchreeB ° E !t* ven naar hunne refpective hooven, en deeze beflooten , dat Andrada en Valdelirios aan het hoofd van twee kleine Legers, van verfcheiden kanten in Uraguay zouden intrekken; de Spanjaards met eene bende van 3000 man, en de Portugeezen met een andere van 1000 man, in qualiteit van hulptroepen Men had zig gevleid, dat men met zulk een overmagt wel haast zou in ftaat zyn, om de ïndiaanen te onder te brengen; maar de uitkomst beantwoordde niet aan die hoop. Men had, gebrek aan paarden, levensmiddelen en voe-. ragie; by dit gebrek kwam nog eene ongelukkige fterfte, zo dat men de beftemde vereeniging met de Portugeezen niet konde tot ftand brengen. — Deeze omkeering van zyne aangenaamfte ontwerpen, maakte den geest van den Gouverneur Gomez-Freire nog des te gramftoriger. —— Hy voer voort de Jefuiten te beichuldigen, en fchreef brieven ten hunnen nadeele naar het I lof van Portugal, in welke hy over hun gedrag geweldig klaagde. Carvalho ont-. ving deeze nieuwstydingen met genoegen, wyl dezelve hem zeer bekwaam toefcheenen, om zyne geheime oogmerken te begunftigen.—Hy bediende zig daar van, om het aanzien en de agting der Jefuiten by den Koning verdagt te maken en te verminderen, De Broe- en om den Vorst te overreden, dat Hoogstel»™"» dezelve zyn broeder Franciscus Xaverius ■word mar Mendoza naar Maragnon zou zenden, in ^zoSil qualiteit van Kapitein Generaal, en van Gouverneur van Maragnon en van Grand Para. Hy  den MARQUIS DE POMBAL. 43 fly deed hem met deezen titel bekleed, ireen aanzienlyk getal troepen geeven, en een B 0 Eü' volmagt, om de grensfcheidingen van beide Kroonen, in Amerika te reguleeren, volgens het Plan van het Tractaat te vooren gefloten. De nieuwe Kapitein - Generaal vertrok van Lisbon, den 2 July 1753, met een klein Esquader, en verfcheiden transportfchepen, beladen met Ammunitie en Soldaten, na alvorens van zynen broeder de geheime inftructien ontvangen te hebben, om de Jefuiten het beftier der zending te ontneemen. — Op zyn vertrek vereerde de Koning hem een heerlyke tent, eene groote menigte zilver tafelgoed , en andere kostbaare meubelen. —Maar terwyl hy onder zeil gaat naar Amerika, vol hoop en moed, en verzekerd van eene overwinning op de arme ïndiaanen, zullen wy rckenfchap geeven van eenige byzondere Regiementen of Verordeningen , welke de eerlte jaaren der beftieringe van carvalho hebben rugtbaar gemaakt. » Alhoewel men hem niet by uitfluiting de eer daar van moet toeëigenen , nadien hy de zorg der Staatszaaken met de andere Staatsdienaaren, die veel bekwaamer en verligter dan hy waren, deelde, echter kan men niet twyffelen, of niet fommige van die Edicten en Ordonnantiën door zyn brein gefmeed zyn geworden. — Hy begon zig hier door een weg te baanen tot den invloed, die hy in vervolg op den geest des Konings kreeg, en met behulp van welke, hy binnen weinige jaaren geheel meester van zyn wil wierd, en despoHek,Qf willekeurig het geheele Ryk regeerde.  44 GEDENKSCHRIFTEN van j.fll , In hTet begin van het jaar 1751 ontftond El^T f ve Llsbo" eene wanorde, zo zot als mgensde aeeJlg voor de goede zeeden, en welke aan Sdêu. eCn ^yken fatiriëk Schryvcr eene fchooren en ne gelegenheid zou gegeeven hebben, om SuSn f'8 te vermaken op kosten van onzen held. wi. ' Wat ons aanbelangt, die voorgenomen hebben eene volkomen onpartydige Schildery van zyn leven te geeven, het is onze pligt de feiten te verhaalen, zonder verklaaringen of aanmerkingen, en met de eenvoudigheid van eene gefchiedenis. — Zomroige lichtmisfen verzonnen zo onbefchaamd, als fchandclyk , om hoorns aan de deuren en vengfters van fommige perfoonen, nieuvvlings getrouwd, vast te maken, met oogmerk om de mannen een jalouzie of kwaad vermoeden, omtrent de voorzigtigheid en getrouwheid van hunne vrouwen, in te boezemen. —Men zag diensvolgens verfcheiden dagen een groot getal huizen, verherd met deeze beledigende en belachlyke kentekenen; en die onbefchaamdheid en ongebondenheid ging zo verre, dat men om hetzelve te beletten een seftrena verbod deed bekend maken. _ De eerfte uitvinder dier buitenfporigheid werd gevat en ftrenglyk geftrafr, en door toedoen van dit voorbeeld werd deeze ongebondenheid eindelyk beteugeld. H^vt" In dat Zd?e Jaar ' werd ^ een zeer he, hcTg ^yze *et afgekondigt, gefchikt om het go ve™,er. dra§ ,van het Geregtshof der Inquifitie te bedeid. teugelen. — Door deeze wet werd het Autodafé , dat is-, de Aaen desGcloofs, afgefchaft welke ongelukkiglyk zeer beroemd geworden wa-  ben MARQUIS DE POMBAL. 45 waren; volgens welke men jaarlyks>eene me- g» nigte ongelukkigen, en fomtyds meer on- E 0 E voorzigtigen dan fchuldigen, op eene buitengewoone flrenge wyze, ftrafte. Daar werd dan geboden, dat men in 't toekomende geene geregtspleging zonder toeflemming van het Hof zou doen, onder wiens opzigt alle gedaane vonnisfen moesten gefield worden, om dezelve daar te bevestigen of te vernietigen. Dit gebod verflrekte grootlyks tot eer van den Souverein en dien Minister, welke aan denzelven daar van het denkbeeld had ingeboezemd.— Dit gebod hield ook binnen zyne behoorlyke paaien, een Gerechtshof, dat buiten twyffel, by zyne eerfte iuflelling, achtbaar was, maar 't welk, door zig met geweld te verwyderen van den geest en de grondregelen , welke daar geheerscht hadden, zo verre gekomen was, om den Godsdienst hatelyk te maken, en een heiligen yver voor de zuiverheid des Geloofs, in eene geflrengheid, of veel eer in eene barbaarfche wreedheid te veranderen, welke met de Christelyke liefde onbeflaanbaar en flrydig was. Men prees dezelfde wysheid en dezelfde Een fd» regtvaardigheid in eene andere Ordonnantie, delvk ra>skort daarna openlyk bekend gemaakt, ten «emdT" opzigte van eenefchadelykegewoonte, welke bevolking in Brazil had fland gegreepen, en waar door 173*. zigtbaarlyk de bevolking verminderd wierd. Jaarlyks zond men uit Brazil naar Portugal een groot getal jonge dogters, onder voorwendzel van ze daar, in een Klooster, eene goede opvoeding te bezorgen, van welke jonge dogters echter vervolgens geen een weder  46 GEDENKSCHRIFTEN van tt der naar haar Vaderland te rug keerde; orif * 0 E K' datzy gedwongen, door haare ouders, dus in die kloosters te leven, daar gewoonlyk haar leven eindigden, en dikwils tegen haar wil en dank daar haar beroep moesten waarneemen. Men herltelde deeze wanorde door een Edict, welk, onder zwaare ftraffen, alle inwooners van Brazil verbood, om in vervolg geene dogters meer naar Portugal tes zenden, zonder toeflemming des Konings. verfchei- Maar men ontving niet met dezelfde goeddene leen- keuring eene volftrekt Souvereine Acte ,• weder aan volgens welke de Koning in 1753 aan de dodebra"t°n memen van zyn kroon, verfcheidene gedeel8' 1753. ten van de Portugeefche bezittingen in Afrika en Amerika vereenigde, en welke zyne voorzaaten of voorgangers aan fommige familien ter belooninge van hunne gedaane diensten als leengoederen had overgegeeven, en die zy eene reeks van Jaaren in rust en vreede genoten hadden. — Deeze verklaaring deed in een oogenblik de voornaamften van het Ryk hunne vervaarlyke groote inkomften en niet minder uitgeftrekte voorregten verliezen, zonder daar voor eenige fchavergoeding te verkrygen, dan eenige jaarlykfche pennoenen en nieuwe eertytels, welke hen ter zetver tyd tot veel grooter uitgaven noodzaakten , dan de onderftand - middelen waren van welke men hen beroofde—Men ontnam onder anderen aan den Graaf de Riviere, het Eiland St. Michel, een der Aforifche Eilanden, door zyne voorzaten, zedert drie eeuwen bezeten, alwaar hy als 't ware een Souverein gezag oefende, en op het welk-de' Ma-  den MARQUIS DE POMBAL. 47 Manufaétuuren, die hy daar opgerigfc hadt, tevens vermaard en kostbaar geworden wa- L£_L5r ren. Hier door was het, dat die onverza- delyke gouddorst, door welke carvalho verfcheurd werd, openbaar begon te worden. — Hy vleidde zig,met 'er tyd,iets van deezen geroofden buit, eigen te zullen maken ; en in der daad bragt hy het in vervolg zo verre, dat hy door de mildheid des Konings, verfcheidene van deeze landeryen en domeinen, zo onregtvaardig aan hunne eerfte bezitters ontrukt, in zyn eigendom kreeg. Deeze Acte van Souvereiniteit, ten uiter- Berugte ften nadeelig voor zo veele vermogende huizen, werd in 1754 gevolgd van een andere, pagnievan nog veel ruïneufer voor alle de Portugeefche Veiho 01Kooplieden. — De kostbaare koophandel van demoourg. China en de Indien, welke tot nog toe vry I754* en onbepaald aan alle burgers vergund was, en die, door toedoen van deeze vryheid, voor het geheele Ryk een vrugtbare bron van rykdom en grootheid was geworden, werd by uitfluiting in handen gefield van een enkel perzoon te Lisbon, die uitermaten ryk was, genaamd Felicien Velho Oldembourg. Deeze vormde een plan van CommercieCompagnie, die door zyne inflelling, en ongehoorde voorrechten, welke hy van de Regeering verkreeg, geheel Europa verbaasde. Hy ontwierp dit plan geheel alleen; alleen was hy daarvan het hoofd, de bellierder, en de kasfier. . Alle Kapiteinen van fchepen, Officieren, en Bedienden hingen alleenlyk van hem af. — Kortom, mee één woord, in zyn naam alleen was het, dat alle zaa«  48 GEDENKSCHRIFTEN Van . «• zaaken van de Compagnie verrigt wierden. f ° E K» Een ontwerp zo buitengewoon, zo ftrydig tegen alle grondregelen eener gezonde ftaatkunde, kon van niemand anders de vrugt zyn dan van de argelistige befpiegelingen van carvalho. — Ook was hy daarmede zo wel te vreede en in zyn fchik, dat hy zig 'er wel haast op toeleidde, om andere Etablisfementen van dezelfde foort te vormen, die zo na als het mogelyk was met het eerfte model oveeren kwamen. — Wy zullen in vervolg zien van welk een ontwerp en gevolg ze waren. Groote; in dit tydsgewrigt deed de Koning een zeef A°het mi- talryke Militaire en Civile Promotie, en wel civiïö e° zodam§' a^s men zedert eenige jaaren niet gezien had. — Ter zeiver tyd maakte men eene nieuwe Ordonnantie voor de troupen bekend. — Carvalho liet deeze gelegenheid niet voorby gaan, om zyne lievelingen of creaturen, en alle de geene die, door zig geheel aan zyne wil over te geeven, zyne oogmerken konden begunftigen, op het voordeeligfte te plaatzen. — Maar voor veelen onder hen was die gunst van geen langen duur. — Deeze wantrouwende en bloedgierige Minister, draalde niet lang om ze te voegen by andere ilagtoffers van zyne kwaade agter-dogt en woede. Dood van Het was nog in dat zelfde Jaar 1754, dat ginKDouaï- de Koningin Douairière, Marianna van Oosriere. tenryk, in de maand Augustus overleed, voor welke de Koning, haar zoon, de grootfte hoogachting en de tederfte toegenegenheid had opgevat; zelfs zodanig dat hy geen zaak van  Dén MARQUIS DE POMBAL. 49 Van eenig gevvigt befloot, zonder haar vooraf n. geraadpleegd te hebben. Wy hebben —°-E gezien, dat carvalho zyne komst tot het Ministerie aan deeze Vorflin verfchuldigt was; een ftap daar zy naderhand altoos een fterk berouw van gehad heeft, wanneer de tyden en de ondervinding haar verlicht hadden, aangaande het karakter en de talenten of bekwaamheden van haaren begunlligden Minister. — Intusfchen heeft zy nooit haaren zoon kunnen overhaalen, om hem of te ver- ' wyderen, of van zyn Ministerie te ontdaan, Zy hield zig alleen te vreede met aan de Jefuiten te berigten, dat zy zekere hovelingen moesten mistrouwen, welke uiterlyk alderlei vriendfchap betoonden, doch onder de hand niet vergaten, om ze in miscrediet en kleinagting te brengen, en hun geheel bederf by den Koning te bewerken. — Maar, of deeze Vaders niet, na behooren, acht genoeg op dit berigt gegeeven hebben, dan of de zaaken reeds te verre gevorderd waren, dat zy die in hun loop niet hebben kunnen fluiten, is onzeker.—Reeds, weinige maanden voor den dood der Koningin , had men 'er al in een Geheimen Raad, in tegenwoordigheid des Konings gehouden, over geraadilaagd of men de Jefuiten van Maragnon zoude weg jaagen. — Byna alle Raaden, door carvalho vooringenomen, waren 'er voor. — Maar de Koning, voor dat hy aan hun advys zyne toeflemming wilde geeven, had te kennen gegeeven, dat hy vooraf met de Koningin, zyne moeder, des wegen moest raadplegen; en deeze Vorflin heeft ook haaren zoon, den I. deel. D Ko-  5o GEDENKSCHRIFTEN van °; Koning van dit geweldig befluit afgeraden. ——'- Haar dood, al te fchielyk voor de Misfionarisfen voorgevallen, liet een vry veld voor carvalho open, om zyne ontwerpen, die hy tegen hen fmeedde, en zonder ophouden voortzette, ten uitvoer te brengen. Ten dien einde vernieuwde hy alle- dringende orders, welke hy reeds aan zynen broeder Mendoza gegeeven had, om de Jefuiten., by alle gelegenheden, te vernederen; en hy noodzaakte Michiel de Bulhoens, Dominicaan en Bisfchop van Grand-Para, om gebruik te maken van een Brevet, gegeeven door Benedictus XIV, den 10 December 174.1, ten voördeelevan de vryheidderlndiaanen. —Dit Brevet werd bekend gemaakt met een Edict des Konings van 6 Juny 1755, volgens het welke geordonneerd werd, dat de ïndiaanen, in vervolg van tyd, zo verre het tydelyke aangaat, niet meer afhanglyk zouden zyn van" hunne Misfionarisfen, maar alleen van de Waereldjyke Gouverneurs. — Wy haaien hier deeze oorfpronkelyke Hukken, die zeer langwylig zyn, niet aan, vermits zy voor het overige niets van aanbelang behelzen. MHdeien Maar voor en aleer wy ons inlaaten in een t.e*Tal' verhaal van de zaak der Jefuiten, welke buiwendde ten twyffel een der voornaamfte gebeurtenisgTesfdes fen van het Ministerie van carvalho Konings uitmaakt, moeten wy rekenfchap geeven van zin te bui- eenige andere zaaken, niet minder gewigtig «ea' dan merkwaardig, en welke zullen dienen, om te doen zien, door welke konftenaryen, deeze heerschzugtige Minister zig allengskens tot een graad van magt verheven hoeft, wel-  dpn MARQUIS DE POMBAL. 51 welke hem niets meer overliet te verlangen ttdan den naam van Souverein.—De dood van —~ de Koningin deed hem den weg daar toe haanen, — Zedert dit tydilip is zyn Credit allengskens aangegroeid. — De neiging en gevoelens van den Vorst vleijende, verltond hy de konst van zig ongevoelig in zyn gunst» en genegenheid in te dringen , en maakte zig daar van eindelyk geheel meester. De invloed, welken hy op hem kreeg, was zo groot, dat die Monarch geen ftap durfde doen, zonder vooraf zynen Minister kennis daar van te geeven. — Voor het overige, behoefde men niet veel geest of fchranderheid te bezitten, om een Prins te overheeren, die zeer weinig natuurlyke bekwaamheid bezat; ea zie daar! de middelen, van welke carvalho zig bediende, om gelukkig zyn oogmerk te bereiken. Niets was gemaklyker dan de zwakheid van Jofeph I. te ontdekken. — De lafhartigheid of kleinmoedigheid en jalouzie waren, gelyk wy reeds gezien hebben, zyne beide heerfchende gemoedsdriften, en de listige Minister wendde alle zyne vermogens aan, om die te voeden. — Hy boezemde hem in, dat hy niet zeer bemind was van de Portugeezen, welke met leedweezen en hartzeer zagen, dat hy van kinderen van het manlyk gellagt ontbloot was; vervolgens verwekte hy ia hem argwaan, omtrent het karakter van zyn broeder, den Infant Don Pedro; een Prins bemind ten hove, en by het volk, door zyne beleefdheid, minzaamheid en veele andere uitmuntende hoedanigheden, en in D 2 wel-  52 GEDENKSCHRIFTEN van boek welken de geheele Natie zig vleidde den Erf« : genaam of opvolger van den throon, en liet voorwerp van hunne aangenaame hoop, tebefchouwen. — Het was genoeg, zyn hof te maken by den Infant Don Pedro, om onaangenaam by den Koning te zyn. — ' Ten dien einde duidde men zyne onfchuldigfte zeggingen ten kwaade, en carvalho gaf met zorgvuldigheid acht op de minfte daaden en de geringfte omftandigheden van den Infant, die maar eenigzins gefchikt waren, om den agterdogt en de beftendige vrees des Konings, van te zullen zien, dat zyne onderdaanen zig tegen zyn gezag zouden aankanten, te doen aangroeijen—Zomtyds gaf hy, met een zekere foort van bevalligheid, ja met een toon van de fterkfte toegenegenheid, en als of hy een geheim verraad ontdekt hadt, aan den Koning te verftaan, dat hy zig in 't geheel niet moest verlaaten op de getrouwheid van zyne Ministers; hem ter zeiver tyd van de zyne verzekerende, en zweerende, dathy, voor zyn perfoon, zyn uiterften druppel bloeds zoude ftorten. „ Sire!" voegde hy 'er fomtyds by, „ dat uwe Majefteit'zig herin„ nere,datGy een onftandvastig en ligtvaar„ digvolk regeert. — De Adel is zeer vermo„ gende: de banden van bloedverwantfchap, „ welke eenige Grooten van 't Ryk aan de „ Koninglyke familie verbinden, verfchaffen „ hen eene ftoutheid en een onbepaald ver„ trouwen. — Zy geloven dat hen alles vry ftaat, en zy zien geene onderneemingen, „ welke zy niet met een goed gevolg in 't „ werk kunnen Hellen. — Zy hebben uwen „ oud.  den MARQUIS DE POMBAL." 53„ oudoom,Don Alphonfus,van den throon n. „ gebonsd, om Don Pedro daar weder op boek. „ te plaatfen, en ik beef, zo ik de doodly„ ke gevolgen nagaa, welke een dergelykge„ val zou kunnen te weeg brengen. —■ Men „ behoort hen derhalve door vrees te beteugelen.'' — Deeze en dergelyke gevaarlyke inboezemingen hadden op het gemoed des Konings alle zodanige uitwerkingen, als de heerschzugtige carvalho daar van kon verwagten. — Zy deeden het natuurlyk wantrouwen van dien Vorst, en het betrouwen op zyn Minister, zodanig aanwasfchen, dat hy met 'er tyd geloofde, dat hy in zyn uitiirekt Ryk geen ander getrouw onderdaan had, dan hem alleen. De eerfte Staats-Sekretaris ,Petrus de Mot- canaib. ta,werddagelyks, door zynen ouderdom en "nf1 zwakke hghaamsgefteldheid, minder gefchikt, van Melo om het gewigt van de flaatszaaken te kunnen aan' onderfteunen— Carvalho deed daar zyn voordeel mede, door zig allengskens de behandeling, van alle de geene van zyn departement of bediening aan te matigen, en kwam dus zoverre, van bykans de geheele magt der beflieringe in zyne handen te krygen. — Deeze vermeerdering van magt, en het verlangen van zig ontzachlyker voor het gemeen te maken, bragten hem op de gedagten van zyn naam carvalho met den toenaam van melo te vermeerderen. — En het geene hier toe aanleiding gaf, was een Proces, welk hy had over het eigendom van eenige landeryen, met een Edelman van een doorlugtig huis, genaamd de Ridder Don GonD 3 zales  54 GEDENKSCHRIFTEN van 0nË K za^es de Melo. — Deeze verloor het Proces, —; 1 en carvalho verkreeg vervolgens door zyne achting en flinkfche ftreeken, een zeer gunftig beflag op die landgoederen. — Op hoop nu van daar door meer kragt aan zyn Regtzaak te zullen geeven, nam hy, van dien tyd af, den bynaam van zyn mededinger aan, wiens vriendfchap hy vervolgens wilde bewaren. — Hy reed dikwils met hem in de koets, nodigde hem ter maaltyd, en betoonde hem, by alle gelegenheden, in fchyn, de grootfte blyken van achting en eerbied. Zyne trotschheid deed hem niet eens twyffe' 3en, of zulke vleijende eerbewyzingen van den kant van een Minister ftrekten rykelyk tot een goede vergelding voor de landgoederen , die hy hem ontroofd badt. — Intusfchen echter waren deeze eerbewyzingen van geen langen duur: — Wy zullen vervolgens zien dat carvalho, na de ftraffe van den Hertog van Aveiro, het zy uit vreeze, het zy om een grootfche vertooning te maken, niet meer in het publiek verfcheen , dan verzeld van - eene Compagnie Gardes te paard, die met flaanden trom marcheerde. Want als Melo, op een tyd, zig met eenige vrienden in een huis bevond, en een van hun, welke van verre het liaan van den tamboer hoorde, vroeg, welk daar van de oorzaak was, antwoorde Melo, al fchertzende, „ he! gaauw, gaauw, myne heeren, gaauw aan het vengfter, zie daar onze „ beeren komen," zinfpeelende op het gebruik der Piemontezers, die door de ftraaten loopen met de beeren aan een keten, terwyi de  den MARQUIS DE POMBAL. 55 de tamboer de trommel Haat. — Maar deeze B QnE K> onnofele fcherts, in een gezelfchap van • vrienden, aan een vriend zelfs van carvalho ontvallen, kwam den fpreeker duur te {laan.— carvalho had niets meer noodig, dan om hem den volgenden dag te doen opligten en onzigtbaar te maken, zonder dat men van zyn noodlot iets gewaar werd. — Want in vervolg van tyd, vernam men eerst, dat hy in een yslyke gevangenis was opgefloten. Eenigen tyd daar na kwam zyn Schoon- Hy maakt vader, Don Louis Acunha Ataida, te Lis-*jfn™enster bon, te overlyden, als Lid van den Raad schoonva- des-Konings Carvalho fpoedde zig, mentT'en" om zig meester te maken van het Testament, behandelt volgens het welke zyne moeder als univer- derwreeï feele erfgenaam e werd aangefteld.— Maar als een tedere en eerbiedige zoon, die nooit van tafel opftond, zonder de handen van zyne moeder gekust te hebben, was hy 'er op bedagt, om voor haar de moeite van zulk eene lastige beftieringe, te befpaaren. — Diensvolgens ftelde hy zig zeiven in het bezit van deeze ryke erfenis, zig weinig ftoorende of bekommerende over de gebeden en zelfs nooddruftigheden van zyne moeder ; nooddruftigheden , die haar meer dan eens zo verre gebragt hebben, dat zy zig genoodzaakt vond, om hulp by verfcheiden perfoonen te verzoeken, en onder anderen by den Rector van het Collegie van St. Antonius. Zy beklaagde zig dikwils met fmerte over haar ongelukkig noodlot. — Somtyds liet zy zig ontvallen , met de traanen in haare oogen, dat D 4 zy  56 GEDENKSCHRIFTEN van b o e* k Z^ Seen zo°n ■> maar een tyger ter waereld ■ had gebragt, die in de fchoot des rykdoms , en op het toppunt van zyn geluk , de onbeleefdheid had van aan zyne ltokoude moeder de voornaamfte noodwendigheden des levens te weigeren.— Carvalho lastig gevallen en verdrietig geworden zynde, door de regtmatige vervvytingen van deeze ongelukkige moeder, kon dezelve niet langer verdragen. Hy liet haar opfluiten in een klooster der Dominicaanen, alwaar zy reeds een dogter had , genaamt Maria Magdalena, en van welke wy, in het vervolg , nader zullen fpreeken. Reeds eenige jaaren te vooren, had hy zig op dezelfde wyze meester gemaakt van het Testament en van alle de goederen van zyn Oom Paulus .Carvalho, zonder zig te bekommeren over verfcheide legaten, welke hem belast waren, uit te keeren. Eene arme weduwe, onder anderen, die langen tyd in dienst van dien Prelaat geweest' was, na alvoorens alle hulpmiddelen te vergeefs uitgeput te hebben, nam het befluit, om zig regelregt by den Koning te vervoegen, en hem eene Memorie aan te bieden. Maar carvalho, die hiervan onderrigt werd, deed haar fchielyk haar oogmerk verlaten, dreigende haar geftrenglyk te zullen ftraffen, zo zy, ten dien opzigte, de minfte poging of ftap wilde aanwenden. Op dezelfde wyze byna, maakte hy zig ook, in vervolg van tyd, meester van de aanzienlyke rykdommen van den Staats ■ Sekretaris Petrus de Motta.— Hy hielt trotsch en on.  den MARQUIS DE POMBAL. 57 onbefchaamd ftaande, dat die Minister, zon- fi. der Testament, geftorven was, niettegen- B 0 K K(taande verfcheiden van zyne domestikenVerzekerden, dat zy zelve het Testament gezien hadden, en boden zig aan, om het kabinet aan te toonen, alwaar hun meester het Testament had opgefloten. In de maand Juny 1755 , zag men een ge- vreemd heel buitengewoon ontwerp te voorfchvn omvv"P l,„ .5^ 1 J van Caf komen Carvalho van gedagten zyn- van, om de, dat het zeer voordeelis; voor den koop- woeste. • j -t j .r landenin handel zyn zoude, wanneer men eenige Amerika woeste provintien of districten van Afrika, fceenbevo1" naby het eiland Mozambique gelegen, deed bevolken; liet uit naam des Konings opentlyk bekend maken, dat men landeryen en zeer groote privilegiën aan zodanige familien zoude vergunnen, die nieuwe Colonien wilden gaan ftigten. — Maar terwyl zig niemand hier toe aanbood, die zo vry willig zyn vaderland wilde verlaten, en zig naar zo verre afgelegene Climaten begeven, zo ftelde carvalho voor, en bragt den Raad in het denkbeeld, dat men zonder onderfcheid alle leeglopers en ligtmisfen, van beiderlei geflagt, moest ophgten laaten, en dezelve tegen wil en dank, of met geweld, doen trouwen, om ze na die landen te verzenden: waarlyk eene beklaaglyke voorwaarde voor ongelukkigen,die, behalvende armoede,een onaffcheidbaare medegezellin van hun ftaat, zig veroordeeld zagen om ketenen te dragen, die mogelyk nog veel harder waren, dan de armoede, namelyk, die van gedwongen huwelyken. —- Intusfchen eene groote menigte D 5 zwaa-  58 GEDENKSCHRIFTEN van 1 e k zwarigheden verhinderde, dat dit buiten* 5-2 : fporig ontwerp ten uitvoer gebragt wierd. oprigtiüg De Commercie-Compagnien, welke de coramer- diepzinnige ftaatkundige befchouwers, buicie-com" ten twyfel, met rede aanmerken, als de Maragnon? kragtdaadigfte middelen, om de Industrie van eene Natie te doen herleven, en aldaar den rykdom en overvloed te herftellen, worden zomtyds ook dikwils het beginzel van den ondergang der Staaten, nadien, zo ze aan een klein getal particuliere perfoonen werden overgegeven, daar uit niets anders voor het publiek kan ontftaan, dan een willekeurige en verderflyke Monopolie Dit is het geene wat in Portugal gebeurde. — Dit Ryk, in het begin der regeering van Jofeph I, opgekomen uit een ftaat van kwyning en bekommernis , waar in het een langen tyd gezugt had, is wel dra weder, door de flegte gefteldheid, en inrigting der handelings-compagnien, welke men daar opgerigt hadde, ter nedergeftort. — Die van Velho Oldembourg heeft de nadeeligfte gevolgen aan de Nationale Commercie toegebragt, en de Compagnie , die den 7 Juny van dat zelfde Jaar 1755 is verkooren, onder den naam van de Compagnie van Maragnon, en van Grand Para, is voor dezelve misfchien niet minder nadeelig geweest. Zo dezelve van den eenen kant, carvalho die ze begunftigde, ryk heeft gemaakt, en die, zo men zegt, daar vaneen aanmerkelyk voordeel trok, zo veroorzaakte ze, aan den anderen kant, de ruïne van een oneindige menigte familien. -- Aan deeze Commercie Com- pa-  den MARQUIS DE POMBAL. 59 pagnie, beftaande uit een klein getal per- n. foonen , waren de voorregten zonder bepaa-B ? E K' ling gehegt. Zy had een uitfluitend Privilegie van den Negerhandel, vervolgens twee Óorlogfchepen, welke de Koning haar gaf, en bovendien heeft zyne Majelteit, aanzienlyke fommen gelds aan dezelve gefehoten. Deeze oprigting van een KoophandelsCompagnie, verwekte hevige klagten en bezwaarnisfen van den kant der Portugeefche kooplieden, niet alleen te Lisbon, maar bovendien in de geheele uitgeftrektheid van het Portugeefche Ryk. — Zy voorzagen den geweldigen flag, die deeze Compagnie hun zou veroorzaken, door hen van alle hulpmiddelen, welke de heerlyke en ryke bezittingen van Portugal, in de vier waereld-deelen, aan de Industrie, en aan de Commercie aanboden , gantfchelyk te beroven; bezittingen , welke voldoende genoeg waren, om het geluk van elke andere Natie, minder zorgeloos dan.de Portugeefche, te verzekeren. Men deed verfcheiden voorflagen aan den Koning, om hem te bevveegen van deeze befcherming, opentlyk aan eene Monopolie vergund, in te trekken en te herroepen, doch alles was te vergeefs. — Carvalho ftandvastig in zyn ondernomen ontwerp, en gerefolveerd, om het zelve door te zetten, gaf zyn fterk ongenoegen aan al de geene te kennen, die zig deswegen durfden beklagen, en ging zelfs zo verre, dat hy de voornaamfte Kooplieden, die van een tegengeweld gevoelen waren, in hegtenis deed neemen.  6o GEDENKSCHRIFTEN van b o"é k men* — En zelfs daar ffiede n°g niet te vree- ■ de zynde, liet hy ze geftrenglyk ftraffen; want agt van de rykfte en geachtfte kooplieden werden naar Mazagaa in Afrika verbannen: ook verzond men nog een groot getal andere perfoonen, voor een gelyk'getal jaaren, naar de flegte en afgelegenfte dorpen van de hoofdftad. Verfchei- Deeze ftraffen met zo veel geftrengheid ftonen'in geoefend» ten opzigte van eene Commerciebai.ing. Compagnie, bepaalden zig niet alleen tot de zonïerf" kooplieden , maar ftrekten zig ook uit tot wegens andere perfoonen, die geen het minfte deel palnie?0"1'in die Compagnie hadden. — De Ballingfchap van de beide Jefuiten, Emmanuel Ballester en Benoit Fonfacca, trok inzonderheid de aandacht van alle Portugeezen na zig, uit hoofde men toen weinig gewoon was te zien, dat deeze zo veel vermogende Sociëteit aan dergelyke vernederingen was bloot gefield. De eerstgemelde van deeze Paters, te Lisbon predikende, in de Kerk van St. Maria, had de volgende woorden tot een text van zyn preek genomen, Negoüamini dum venio, dat is, laat ons handelen tot dat ik koom. —- Zyn oogmerk was om te bewy. zen, dat 'er tusfchen God en de menfehen een foort van Contract en Commcrcie-Socie* teit was, in welke deeze alle voordeel hadden. — En alhoewel nu in die geheele preek of redenvoering geen een woord was, welk eenige de minfte betrekking tot de Compagnie van Maragnon had , zo meende echter de doordringende carvalho daar in eene ftrafbaare kwaadaartigheid te ontdekken, want  dén MARQUIS DE POMBAL. 61 want hy befchuldigde den prediker, dat hy %. van. het begin tot het einde eene Satire op B 0 E K de opgerigte Handelings-Compagnie gemaakt hadde. — Ten dien einde zond hy een rytuig naar het collegie der Jefuiten, met een Officier , en een menigte Soldaten, welke Pater Ballester terftond van Lisbon deeden vertrekken. — De Infant Don Pedro, de Marquis d'Allegrette en Pater Moreira, onderrigt van zyn onfchuld, fpraken ten zynen voordeele by den Koning, maar deeze Vorst, door zyn Minister vooringenomen, weigerde ftandvastig alle aanzoekingen en voorfpraaken aan te neemen. De oorzaak der ballingfchap van Pater Fonfacca_, die Procureur van Maragnon was, beftond in het onvoorzigtig antwoord van deezen geestelyken De kooplieden vroegen hem, welke voordeden men zig beloven konde van de Compagnie, die opgerigt was geworden; waarop hy rondborstig antwoordde, dat hy niet geloofde, dat ze de onkosten, welke dezelve zou veroorzaa- ken, konden opwegen Carvalho, aan wien dit antwoord weder overgebriefd werd, deed terftond aan Pater Fonfacca een order des Konings vertoonen, volgens welke hy verbannen moest worden; maar de ongelukkige gebeurtenis van den eerften November 1755, die twee dagen, na die getekende order, voorviel, was oorzaak dat dezelve niet; ten uitvoer gebragt wierd. ' Nu zyn wy hier ongevoelig gekomen tot dat Aardbeving akelig tydftip, zodoodlyken ongelukkig voor te L,isbon' Portugal,tot die verfchrikkelyke aardbeving, November die I7SS'  62 GEDENKSCHRIFTEN van ii. die eene verwoesting door het geheele Ryk „• B ° E K' en inzonderheid in de hoofdftad verfpreid heeft, waar door carvalho een geruimen tyd verhinderd werd zyne uitgeftrekte oogmerken ten uitvoer te brengen. — Wy zullen hier niet onderneemen, breedvoerig te vernaaien, eene alleryslykfte omkeering, welke bykans, in een oogenblik, eene ryke en fchoone Had, in een toneel van verfchrikking en deerniswaardigen toeftand veranderde. Meer dan vy f-en-twintig jaaren zyn'er verloopen, welke echter het denkbeeld daar van niet hebben kunnen uitwisfen, en dit alleen vervuld nu nog de inbeelding met fmerte en fchrik Wy wyzeri den Lezer naar de menigvuldige befchryvingen , welke te dier tyd daar van gemaakt zyn. (i) — Wy zullen alleenlyk melden, dat de Koning gewéldigaangedaan over de onheilen zyner onderdaanen, en zelfs, benevens het geheele Hof, blootgefteld, aan de droevigfte uitwerkingen van deeze verfchriklyke plaag, niet vergat hulp en byftand te betoonen aan zo veele ongelukkigen, die in een allerdeerniswaardigften toeftand gebragt waren, en nog in vrees ftonden van alle oogenblikken door de aarde verzwolgen te worden, of van elende en gebrek te moeten vergaan.—Carvalho, genoodzaakt de menschlievende gevoelens en (j) Eehalven de byzondere befchryvingen, kan men, aangaande deeze ongelukkige gebeurtenis, raadpleegen , de Historiën van 1755, 't laaide boek. De Hollandfche Mercurius van de maand December 1755, January en February I7S6 en de Geographie van Bufcbing. Deel I. Art. Portugal.  den MARQUIS DE POMBAL. 63 en weldaadige oogmerken van zyn Heer en B 0je Meester te volgen, en aangedaan, ten min- ■ " ften in fchyn, „van een gelyk medelyden, fpoedde zig om gepaste orders te geeven, om deeze menigte ongelukkigen te hulp te komen, die onder.de puinhoopen der ingevallen gebouwen , half levende begraven lagen. — Ook deed hy een geftrenge ftraf oefenen aan fommige fchelmen en boosdoenders , die van de algemeene wanorde en groote verwarring tot hun voordeel gebruikt maakten, om met meer vryheid te rooven en te fteelen. Maar 1 het karakter van dien Minister , drong., om zo te fpreeken, dwars door deeze daaden van menschlievendheid en regtvaardigheid heen.—Wy zullen tot eenbewys, daar van llegts de volgende trek geeven. De Koning gevraagd hebbende aan den Generaal Don Pedro van Almeida, Marquis van Alorna, vader van den Heer van dien' naam, toen nog levende, en dien zyne onheilen zo vermaard gemaakt hebben, wat in deeze droevige omftandigheden best noodig was, om te doen ? zo antwoordde de Marquis: —— „ Drie zaaken; de dooden te begraven, aan de behoeftens van de levenden te voorzien, „ en de poorten te fluiten." — Carvalho veinsde zulk een wyzen raad toe te ftaan, en overreedde den Koning ondertusfchen Almeida naar Setubal te zenden,, om aldaar de noodige voorziening voor de hoofdftad te bezorgen—De ongelukkige Don Pedro vertrok naar dit foort van ballingfchap, van waar  64 GEDENKSCHRIFTEN van b chÊ k waar hy niet weder te rug is beroepen, err ! daar hy zyne dagen geeindigt heeft. Deeze verwoestende plaag duurde verfcheiden maanden, en in dien langen tusfchentyd, verftreeken "er weinige dagen, in welke men niet nieuwe aardbevingen gevoelde.— Sommige fchokken waren geweldig genoeg , om de nog overige gebouwen, in die ongelukkige ftad, geheellyk het onderfte boven te keeren. — By dit beklaaglyk onheil kwamen nog andere, welke de inwooners in de afgryslykfte elende Horteden. Het vuur verteerde hunne kostbaarfte goederen: de wateren van de Taag reezen zo fchielyk, en met zulk een geweld in de hoogte, dat zy, na alvoorens eene groote menigte fchepen overftelpt te hebben, ook de nabuurige velden overflroomden.—De geduurige regens vielen verfcheiden dagen, in zulk een buitengewoonen overvloed, dat de ziektens, veroorzaakt door de vogtigheid, den honger en dorst, een groot getal van die ongelukkigen wegrukten, welke de aardbevingen gefpaard hadden. De Koning liet niet na, van aan zyn volk de treft'endfte blyken te toonen van zyne vaderlyke liefde, en van een teder aandeel, welk hy in hunne kwaaien nam. Innerlyk getroffen door fmerte op het gezigt van zo veele ongelukkigen,deed hy hen, voor niet, brood, geld en planken, om tenten, voor hun verblyf, van te bouwen, uitdeelen. Daar was zulk eene groote hoeveelheid dooden, en het fchouwfpel was zo verfchriklyk en  fcfew MARQUIS DE POMBAL. 65 en affchuwclvk, dat de önvemagdfïe door tt fi-hrik verftvfden, en niemand de handen aan B 0 E 't werk durfde [laan,om de opeengc'lapelde dooden van onder de puinhoopen te haaien, en ze eene ordentlyke begraafplaats te geeven. —* Jofeph wits de eerfte, die hen tot een voorbeeld verftrekre. —• Men raadde dien Vorst van zig naar Port a Port te begeeven, alwaar de verfehrikkelyke ombeéringen der Natuur minder geweld, dan in andere'Steden van het Ryk, veroorzaakt hadden, maar hy wilde daarvan niet hooren fpreeken 5 hebbende, zeide hy, niet het hart, om zyn volk in deezen bedroefden en wanhoopigen toeftand te verlaaten. — Alle Souvereinen van Europa waren gevoelig aangedaan door dit ongeluk, en die van Spanje en Engeland meer dan alle anderen. — Deeze beide Vorften fpoeddjn zig, om aan den allergetrouwften Koning, geld en een overvloed van levensmiddelen te zenden, om aan de arme inwoon ners van Lisbon uitgedeeld re worden. Ten dien einde zag men een groot getal muilezels, met allerlei foort van mondbehoefiens geladen, aankomen; een toevloed, waar door eene ontelbare menigte ongelukkigen , die in den uiterften nood gedwongen geweest waren, om verfcheiden dagen byna zonder voedzel te blyven, in het leven behouden werd. Een onheil zo algemeen,zo doodlyk voor zo veele familien, hetwelk dezelve ruïneerde zonder herftelhng, en dat zo veele perfoonen , tot een ander oogmerk geboren , noodzaakte I. deel. L hun  66 GEDENKSCHRIFTEN van n- hun noodig brood tot hun beftaan te bedelen, B 0 E fcheen, voor carvalho alleen,eene ge. lukkige gebeurtenis te zyn. — Door de Natuur met een foort van meerder geluk dan anderen begunftigd, was hy mede een van het klein getal inwooners, wier huizen niet in- geflort of ingevallen waren. Hy fpoedde zig om den Koning hier van berigt mede te deelen; en terwyl de ongelukkige Portugeezen hun toevlugt namen tot het gebed en de boetvaardigheid, om de ftraffende hand Gods af te wenden, zo befchouwde de ongevoelige en ontaarde carvalho dit verfchriklyk fchouwfpel met onverfchilligheid , en zag het niet anders aan, dan eene rioodzaaklyke uitwerking van natuurlyke oorzaaken, en geloofde het onnut en te vergeefs te zyn den Hemel, om verlosfinge daar van te fmeeken. Het geluk van dien Minister , in deeze algemeene onheilen, trof den Koning zodanig, dat hy geloofde, dat hy zulks aan de byzondere Voorzienigheid des Hemels moest toefchryven, en in dit denkbeeld zynde, berispte hy eenige hovelingen ernftiglyk, welke her gedrag van carvalho ten hoogften lasterden, „ Ja Sire," antwoordde, al kortswylende, de Graaf van Obidos, vermaard door zyne geestige invallen , „ het is waar dat het huis van c a rvalho bewaard is geworden; maar die „ van de Straat Zuia hebben hetzelfde voor- „ deel en geluk genoten." De Straat Zuia is die, alwaar toenmaals te Lisbon, de publieke hoeren zig ophielden. Deeze  den MARQUIS DE POMBAL. 67 ze gelykvormigheid was niet zeer vleijende nvoor dien Minister; intuslchen echter deed ? 0 E *• zulk eene verllandige vergelyking, zo gefchikt om den Monarch uit zyne dwaling te redden, hem geenzins van gevoelen veranderen. Hy fchreef dezelve toe aan eenen kagen en kwaadaartigen haat tegen zynen getrouwen carvalho. Kortom, in de maand February, van het »7s& volgende Jaar, werden de aardbevingen zeldzaamer; de gemoederen begonnen tot bedaaren te komen, en men ondernam Lisbon met ernst te herbouwen. —> Men miakte ten dien einde verfcheiden ontwerpen, om de fchoonheid en veiligheid in deeze Stad te vereenigen. Maar deeze uitgeftrekte onderneeming veréischte groote kosten, en zo veele vereenigde kwaaien hadden de fchatkisten van den Staat uitgeput. — Carvalho, om dit gebrek te vervullen, deed, op order van den Koning, eene nieuwe belasting van vier percent leggen, op alle de koopmanfehappen, die van buitenslands kwamen — Deeze nieuwe impost raakte inzonderheid de Engelfchen, die meester waren van al den koophandel van Portugal , en waar door hunne verrigtingen daaromtrent niet dan zeer belemmerd wierden; —• De Engelfchen moesten over deeze handelwyze des te gevoeliger zyn, nadien het hen in de tegenwoordige onhandigheden toefcheen, dat zy eene geheel andere vergeldinge en erkentelykheid van de Portugeezen te verwagten hadden, gemerkt, in die zelfde dagen, E 2 ver-  68 GEDENKSCHRIFTEN van lT* r verfcheiden fchepen met levensmiddelen en &.°JLïl- andere behoeften, zonder te rekenen een de^Engir." fammevan 40,000 ponden fterlingsjndehafchen by ven van Portugal aangekomen waren; alles hem van uit kngelana .gezonden,, om de ongelukkige een nieuwe onderdaanui van die Had te onderfteunen. belasting t-, .. , . , op de bui- —7 Bovendien vereerde zyne Bntlche teuiand- Majefteit aan den Konins van Portugal een fchegoede- , , . J> , , o re»,-enz. aanzienlyke menigte tafel- en keuken-gereedfchap, door de beste meesters van Londen gemaakt — De Heer de Castres, Afgezant van Engeland aan het Hof van Lisbon, van deeze nieuwe belasting onderrigt zynde, betoonde zyne verwondering en ongenoegen des wegen- Hy beklaagde zig geweldig daar over aan carvalho, en Helde hem, met allen ernst, den inbreuk voor oogen, die dezelve maakte op de Commercie Txactaaten, welke tusfchen de beide 'Natiën beitonden. —: De andere buiten- landfchè Ministers volgden het voorbeeld ■ van den Heer de Castres; maar alle hunne pogingen en voorstellen waren nutteloos. — Carvalho vergenoegde zig, met algemeene termen, te antwoorden, dat de Koning zyn Meester niet zou nalaten, om een onderwerp van zulk een gewigt in overweging te neemen, zo dra hy de noodige ondenïgtingen daaromtrent ontvangen had. Eene andere gebeurtenis trok wel haast de aandagt der Engelfchen na zig, en die was voor hen niet veel aangenamer. . Byna alle vreemde en buitenlandfche Koopmaafchappen, waren door het vuur en door de  den MARQUIS DE POMB AL. 69 de overftroomingen vergaan, of onder de * ruïnen der Magazynen bedolven Ver- B 0 E K- fcheiden invvooners ontbraken kleedïncc voor den winter, en in de onmo.o-elvkheid van Engelsch, Fransph of Hollandsen laken te kunnen bekomen, hadden zy hun toevlugt genomen tot eene ongeverfde vvollene ftoffe , die in fommige provintien van Portugal gefabriceert werdt. De Koning wilde zelfs door zyn voorbeeld zyne onderdaanen aanmoedigen, en verfcheen ten dien einde met deeze ftoffe gekleed, alhoewel dezelve grof en van een geringe prys was. — De Adel volgde zulks terftond na, en de Portugeefche Kooplieden wonnen , binnen weinig tyds, een miïlioen cruzaaden , welke anders in handen der buitenlanders zou gekomen zyn Het gedrag van Jofeph I., in deeze omftandigheid verwekte grooten lof en goedkeuring, en verdiende zulks ook Het was zeer wys en verftandig van hem oc- ' daan, om dus het debiet van de inlandfche producten, of voortbrengfelen, te begunftigen, en zig tegens het vooroordeel aan te kanten, dat zo algemeen, en echter zo fchadelyk is, zelfs voor de magtigfte Staaten, om zig by voorrang aan de buitenlandfche koopman- fchappen te verbinden. Byaldien men dezelfde beginfelen ten opzigte van alle andere onderwerpen van den koophandel gevolgd had, dan zoude Portugal zig hebben kunnen vleijen, wel haast zyne fchade herfteld te zien, en zig uit dien beklaaglyken toeftarid, in welken hetzelve door zo veele onE 3 hei-  70 GEDENKS.vandenMARQ.,enz. u- heilen gedompeld lag, gered hebben. —— E ° E K• Maar het zy, dat men de al te groote onagtzaamheid der Natie, of de niet nrinder groote werkzaamheid en yver, die het karakter van een Engelsch Koopman uitmaaken, moest befchuldigen; deeze beginfelen van naarftigheid hielden niet lang ftand, en de Commercie verviel fchielyk weder in handen van Engeland. GE-  GEDENKSCHRIFTEN van den MARQUIS DE POMBAL. DERDE BOEK. carvalho word eerste minister. voornaamste gebeurtenissen tot op den aanslag van den nagt van 3 september mdcclviii. Carvalho meester geworden zynde m van den geest des Konings, en al zyn boek vertrouwen bezittende, was met dat al nog : niet voldaan en vergenoegd. Eene zaak ontbrak nog aan zyn verlangen, en dit gebrek was voor hem een wezentlyke ftraf. — H y haakte, zedert lang, naar het ampt van Petrus de Motta, die altoos aan het hoofd der zaaken van het Ryk was gefteld, alhoewel carvalho zig reeds een groot gedeelte dier beftieringe eigen gemaakt had. Begeerig naar eer, en inzonderheid naar magt, zo. ontbrak aan zyne beperkte eerzugt,_ eene volftrekte, eigendunkelyke, en van niemand dan van den Souverein afhanglyke magt; en niets kon zyne oogmerken vervullen dan dit departement, welk in PorE 4 tu-  72 GEDENK SC ITRIFT E N van 2 0 Ê k tugal asn2:cnierkt vvord* als de eerfte plaats — van het Mimftene. — Twee gebeurtenisfen voldceden einJclyk gehedlyk aan zyn vierigen wenseh; de dood van Petrus de'Motta, voorgevallen eenige maanden, na de uardbe, ving, en de terugkomst van Don Louis d'Acunha. — Deeze Heer bekleedde te Londen het ampt van buitengewoon Afge-. zant. De Koning wilde zyne diensten vergelden, en reeds te vooren tot deeze keuze overgehaald, door aanraden van carvalho, die zig met reden vleidde van aan Acunha een getrouw Minister van zyne wreedheden te zullen vinden, benoemde'hy hen: rot Secretaris van de buitenlandfche zaaken*, zelfs op den volgenden dag van zyn aankomst, dat is op den 3 Mey.. Carvalho nam toen den ty tel aan van Staatsfecreraris voor de zaaken van het Ryk. SSrtMi- .1)L1S bekleed met de magt van eerften Mi"! '«aken V®8***-*-^ *W den vryën loop aan de natuurvanZnete" lvke wreedheid van zyn karakter, en maakRyk. te het begin van zyne nieuwe bediening kenbaar, door de buitengewoone en kwalyk in- gerigte geilrenghedeiï. Om de dkfftal- len te beteugelen, welke de hoofdftad verwoesteden, verzon hy buirengewoone ftraf- fen. Het fteelen was byna onvermyde- lyk geworden, in de tegenwoordige ömilandigheden, in welke eene ontelbaare menigte ongelukkigen, zonder goed en zonder hulp of toevlugt, niet wisten hoe zy de eerfte noodwendigheden en behoeften der natuur zouden voldoen. Onder de middelen, welke carvalho in ?t werk ftelde, verdient  pen MARQUIS DE POMBAL. 73 dient het volgend middel onderfcheiden te mworden, door de onukfpreeklyke wreedheid B 0 E K- van welke hetzelve het kenmerk draagt. Hy liet in de nabuurfchap van Lisbon eene Doet ■ • . , . , gen oprig. groote menigte galgen opngten, en daar aan ten om350 lyken hangen: een fchouwfpel zeer gelchikt om den fchrik van een volk te vermeerderen, welk geloofde tot het uiterfte van wanhoop te zullen geraaken. Maar de geftrengfte kastydingen zyn niet altoos van de beste en zekerde uitwerking. De dieven en ftruikrovers intusfchen minder bevreesd dan vergramd, door deeze overmaat! ] ge geftrengheid, gaven zig over tot nieuwe buitenfporigheden. Sommigen van hen woedende tegen den aucteur van deeze geweldige orders , namen een befluit, o.n verfcheiden quartieren van de ftad in brand te fteeken, en inzonderheid dat gedeelte daar het Hof ftond. By een groot geluk, echter betrapte men 'er twee van, op het 00genblik als zy over de Taag wilden vaaren , om dit feit ter uitvoer te brengen. Niettegenftaande de vcrfchrikkelyke wetten van den Staatsdienaar; niettegenftaande de menigvuldige ftrafoefeningen, welke een gevolg daar van waren, namen de wanorde en de verftrooidheid, in deeze ongelukkige ftad, alle oogenblikken, hand over hand, toe: de diefftallen, en de moorden werden daar zonder ophouden algemeen gepleegt. De zaaken kwamen zo verre, dat de burgers, welke nog eenig fortuin of goederen bezaten, genoodzaakt werden, om tot hun zekerheid, zelfs op het midden van den E 5 dag.  74 GEDENKSCHRIFTEN van ra» dag, de deuren of poorten van hunne huiB 0 E K- zen door gewapende foldaten te doen bewaken. Deeze voorzorg benam de dieven meer de gemakkelykheid, dan wel de begeerte , om hunne rovcryen voort te zetten; zy begonnen toen de kerken te plunderen, en floegen hunne heiligfchendende handen aan de heilige vaten. De geringe uitwerking van die groote geftrengheid, konde carvalho niet doen befluiten, om een zagter weg in te Haan, die mogelyk veel zekerder , of bovendien veel gefchiktcr, en met de omftandigheden overeenkomftiger zou geweest zyn. In plaatze van zo menigvuldige kastydingen en ftraffen, vereischten de grondregels van eene wyze en fchrandere Staatkunde, benevens de affchuwelyke elende, waar toe dit ongelukkig volk gebragt was, veel eer, dat men met alle magt 'er op uit was, om hen te vcrligtcn en te hulp te komen; dat men de prys der levensmiddelen verminderde; dat men ten hunnen vooideele de Koninglyke fchatkist, tot dit gebruik beftemd, opende; want hier door zou men buiten twyftel zo verre hebben kunnen komen, om dit onheil te herftellen; ten minften gedeeltelyk, voor zo verre het de dringendfte kwalen en nooddruft betrof. In dit tydflïp echter was het, dat carvalho, by het groot gebrek aan graanen, en derzelver ongemeene duurte, bevel gaf, dat het meel, welk op de koornzolders van den Staat bewaard wierd, niet aan de bakkers zoude uitgedeeld worden * dan door een enkel vengfter. De vervaarlyke toeloop va n  den MARQUIS DE POMBAL. 75 van het volk, in een zo naauvv befloten plaats, m- veroorzaakte weder nieuwe wanordes. B 0 E Het misnoegen wierd algemeen. ■ Men werd van alle kanten menfchen gewaar, die zig beklaagden; de een over de moeijelykheid, dat hy niet zo veel meel koude bekomen, als hy tot zyn behoeften benodigd had, de andere, dat hy naar maate het geld, dat hy voor uit had moeten betalen, niet genoeg meel ontving, en veelen eindelyk over de flegte hoedanigheid van de eetbaare waaren, welke men hun leverde. Deeze klagten wierden nog des te heviger, toen men vernam, dat het minder aan een wezendlyk gebrek van levensmiddelen, dan wel aan de laage en fchandelyke gierigheid der Staatsdienaaren haperde, die de prys zo hoog hielden. Men kon daar aan niet twyftelen, dewyl men verfcheiden fchepen met graanen geladen op den Taag zag aankomen , die te rug gehouden wierden, en welke carvalho niet wilde,dat men zoude aanraaken, om geen nadeel aan het vertier van die graanen te veroorzaaken, waarmede de publieke magazynen opgevuld waren. Maar deeze Minister was geen man, die zig aan ydele klagten ftoorde. En hy veranderde niet van plan, voor dat de Koning, onderrigt, door verfcheiden Memorien, van den ftaat der zaaken, hem beval, om in het uitdeelen van dit meel, meer grootmoedigheid en minder eigenbelang te betoonen. Een nieuw bevel, welk op deeze gebeurtenis volgde, kan tot een bewys verftrekken hoe ftandvastig carvalho in zynegrond- be-  ?6 GEDENKSCHRIFTEN vanm- beginfelen van ftrafheid volhardde, en hoe B ö E K: verre hy verwyderd was van alle denkbeelden van menschlykheid. Men heeft; gezegd, dat hy zig by de Natuur en by den vertoornden Hemel wilde voegen, om eeneongelukkige Natie tot wanhoop te brengen , die zonder ophouden met nieuwe onheilen overftelpt werd, en geduurig ten prooi vanalle verfchrikkelykheden der aardbevingen, hongersnood, overftroomingen, brand en duizend andere plagen, was blootgefteld. Hygeeft Hy gaf order aan de Officieren, die het gebied dé"™ over de nagtwagters voerden, om op ftaanwagters, de voet, ert zonder eenige forme van prom&"eopby ces' alle rondzwervende ledigloopers, welke flraat ledig zy by nagt op de ftraaten mogten ontmoeten, P°er?ooneen, °P te hangen. Hoe veele onfchuldige, te vanen hoe veele ongelukkigen , die de nood alleen tot werkeloosheid dwong, zynde flagtofters geworden van deeze bloedige order, die met de uiteifte militaire geftrengheid volbragt werd! Wanneer men het oog ftaat op de omftandigheden, in welke de inwoouers van Lisbon zig toen bevonden; wanneer men den dróevigen toeftand, de elende, de wanhoop , in welke zy toen verzonken lagen, met aandagt nagaat en overweegt, dan beeft men voor de onheilen, welke zy hebben moeten uitftaan, onder deeze verfchrikkelyke Regeering, en onder zulk een bloedgierig Minister, die 'er 'dagelyks op uit was, om onfchuldigen te ftrsrfen, en nimmer in hunne drukkende behoeften te voorzien, of hen te verligten. Intusfchen is dit alles nog maar een klein ftaal-  den MARQUIS DE POMBAL. 77 Haaltje geweest van zyne hardheid en wreed- / KT. hcid , of veel eer van die barbaarsheid, wel- B°si; ke het langduurig beftier van carvalho karakterifeerdc. Ten dien opzigte had hy den room van zyne voorouderen moeten 1 ti .,ii.::ercn, die zedert eenen geruimen tyd héEUfft geweest zyn, door hun geweld en m : aieti. 1 )eeze aangeboorene wreedheid had hun ÖO vreemde onderfcheiding van een godvrugtig Legaat te weeg gebragt, gunaakt door een eigenaar van het landgoed van Oeyras, alwaar de familie van carvalho haare landgoederen had. Door Godvnigtig dk Legaat werd den priester belast, om op Joegen-bT elkén Feestdag, zyne toehoorderen, geduuren- heid van de de de Mis, driemaal het Onze Vader te laa- c^m,™ ten bidden, om den Hemel te fmeeken, dat hy hen van de woede van carvalho (ij wilde verlosfen. Maar zulk eene eerlyke ftigting werd niet lang nagekomen , of ten minsten niet meer dan half verrigt. — Kort na de komst van onzen carvalho tot het Ministerie, vroeg een geloofwaardig perfoon aan den Priester van Oeyras , of hy nog aanhield met zyne gemeente driemaal het Onze Vader te laaten opzeggen, „ ja, (antwoordde de Pater,) het volk bid nog „ het gemelde gebed; maar ik wagt my wel „ om 'er de reden van te zeggen. — Ik „ draag zorg, dat ik de woorden zo binnens„ monds uitfpreek , dat niemand iets daar „ van (1) Hoe ongeloofbaar die zaak ook voor den lezer moge fchynen, zo is het echter onbetwistbaar, en n;ets is heden gemakkelyker dan dit met waarheid te bekragtigen.  78 GEDENKSCHRIFTEN van m- „ van verftaan kan." Een gebed, geftïgt B ° E K- om eene dergelyke oorzaak, zal wel met: reden buitengewoon fchynen, voor den tyd in welken wy thans zyn. — Wat zullen de Oordeelkundigen en de Pbilofophen, die zig als rechters van de Historie gefield hebben ,'daar van denken ? zy zullen zeggen, en wy met hun, dat 'er nog, ten opzigte van het gedrag, Natiën van twee eeuwen herwaards overig zyn, in vergelyking van die befchaafde eeuw in welken zy leeven; of dat in de zeden, gelyk in de gebouwen, dikwils iets van de oudheid en barbaarsheid overig blyft. Byaldien de wreedheden van carvalho zig bepaald hadden , tot het geftrenglyk flraffen der dieven en moordenaars , 'dan zoude Portugal hebben kunnen hoopen, van, na deszelfs geheele verwoesting, eenige rust te zullen fmaaken. Maar hoe veele andere onfchuldigen zyn daarvan de ongelukkige flagtoffers geweest, die, verre van nöadeelig voor den Staat te zyn, zig by het Publiek verdienftig gemaakt hadden, en eene algemee- ne agting genooten. De geoefende g'e- ftrengheden tegen dezelve zyn een geheim geweest voor de Natie, welke men gezogt heeft te misleiden door valfche voorwendz'elen, die zeer verre verwyderd waren van de waare oogmerken. Wy zyn zo verre gekomen van ze re doorgronden, en wy zullen den onpartydigen leezer deelgenoot van onze kennis maken, aangaande eene gebeurtenis , welke allen onzen aandagt verdient. ME , Den-23 Juny 1756,deed men,by nagt,in tin de u hegtenis neemen den Heer Martin de la Roc- ca  Rocca en zvne viien- den MARQUIS DE POMBAL. 79 ca Oldembourg, zoon van den vermaarden m- Koopman Felicien Velho Oldembourg, van boek. wien wy boven gefproken hebben. Men verzekerde zig ter zei ver tyd van een zyner den. vrienden, genaamdEmmanuelCarvalho. • Beide hadden zy hunne huizen, in de ongelukkige aardbevinge, verloren, welke bykans alle de gebouwen van de hoofdftad omverre wierp, en waren gehuisvest in den tuin der Kapucyner Monniken, van welke ook twee opgeligt waren. Deeze geestelyken werden genaamt Pater Clement, en Pater Illuminé, alle beide zeer bemind by den Ko*ning, en ook uitmuntende, door hun ver- ftand en deugd. Men deed ook nog gevangen neemen, Don Franciscus Texeira, een vermaard Advocaat, en drie andere geestelyken van verfchülende Ordens, van welke een, (Monnik van St. llieronimus,) de broeder van de la Rocca was. ■ — Alle deeze gevangenen werden overgebragt in de huizen van de Geregtsdienaaren; alwaar men hen bewaakte, en verfcheiden dagen geftrenglyk deed ondervraagen, in de tegenwoordigheid van den nieuwen Staatsfekretaris, Don Louis d'Acunha. De Advocaat Texeira, buitentvvyffel meer gewoon om anderen een fchrik en ongerustheid op 't lyf te jaagen, dan die zelve te ondervinden, werd zo geweldig van hartzeer aangedaan, dat hy, eer het proces geëindigt was, den geest gaf. De beide Kapucyner Monniken, werden ia een enge gevangenis opgefloten , en alle anderen,tot een eeuwigduurende ballingfchag veroordeeld zynde, deedc men naar het  8o GEDENKSCHRIFTEN van m' het guarnifoen van Angola, in Afrika . over- B ° E K' voeren. Zedert den eerden dag van hunne gevangenis, verfpreidde carvalho het gerugt, dat zy gevangenen van Staat waren, en zig;.fchuldig gemaakt hadden aan geheime correspondentie en onderhandeling met de Ministers van buitenlaudfche Mogendheden, {trekkende om de Natie tegen hun Souverein op te ruiien — Het onberispelyk gedrag echter, welk de gewaande misdaadigen tot aan dien tyd toe gehouden hadden, maakte deeze befchuldiging ten hoogfte leugenagtig,enzeer onwaarlchynlyk,om 'er ecnig geloof aan te liaan. Maar carvalho had daar by ten minften het voordeel, dat hy zig dagelyks,hoe langer hoe meer, van 's Konings denkwyze verzekerde , door zyn agterdogt te voeden en de vreeze, in welke hy geduurig was, van zyn kroon te zullen verliezen, levendig te houden. Intusfchen kon jofeph zig niet bedriegen, aangaande de waare oorzaak van deeze ge- vangenneemingen. Deeze Vorst was de la Rocca zeer gocdgimftig, en verwaardigde zig menigmaal een lang gefprek met hem te houden. Op een zekeren dag, onder anderen, zeide hy tegen hem, met zyne gewoone vriendelykheid, en gemeenzaamheid, „ myn beminde Rocca! wanneer „ zal de dag eens aanbreeken, welke ons „ een weinig rust zal verfeftaffen ? wanneer „ zullen alle deeze aardbevingen eens een „ einde neemen? Sire," antwoordde de Heer de la Rocca, ,, ik weet niet, ofwy ,, 'er ooit wel het einde van zullen zien, „ want  Ben MARQUIS DE POMBAL. 81 „ want in plaatfe van zyn best te doen, Om B ™ p „ de gramfchap des Hemels te bevredigen, -' „ fchynt het, dat men niet anders zoekt, „ dan die te tergen en uit tedaagen.!—Men ,; heeft geen agting meer voor den Gods„ dienst; de geregtigheid word rtiet voeten „ getreden; de ergernisferi vermenigvuldi„ gen; en de verdrukkingen en het misbruik „ van het aanzien vermeerderen zig van dag „ tot dag." — De onvoorzigtige de la Rocca weidde, vvyd en breed, uit over dit •onderwerp, eh gaf den Koning te kennen j dat carvalho alleen de oorzaak van alle die onheilen was. — De Koning hier over geweldig aangedaan eri verfteld, beval hem al het geene, wat hy van carvalho gezegd hadde , fchriftelyk op het papier te Hellen, eh door geloofwaardige perfoonen te laaten bekragtigen en ondertekenen. —r? Rocca zeer wel met deeze order te vrede zynde , ftelde eene Memorie óp, ën liet die ondertekenen door de gevangenen, welke wy boven genoemd hebben, en gaf ze aan den Koning, welke hem, toen hy dezelve ontving, toevoegde, „ twyffel niet, Mar„ tin, of de Regeering van carvalho is „ geëindigd" — Doch niettegenftaande deeze fterke verzekering, had de Memorie van de la Rocca, geene andere uitwerking dan den maaker of opfteller daar van, en alle de geene, die ze ondertekend hadden, zonder eenig herftel, ongelukkig te maken, en in hun verderf te ftorten. — De Koning deed carvalho by zig roepen, toonde* hem de ter hand geftelde Memorie, en deed I. deel. F hem  m GEDENKSCHRIFTEN van ih- hem fcherpe verwytingen. — Maar deeze ? K' yerftond de korist zeer wel, van zig te regtvaarcfigen, en fchilderde zyne befchu-ldigers met alle hunne byzondere kleuren, als zo veele verraders van hun Vaderland, en als" vyanden van de Regeering, zodanig, dat de Koning zig niet konde weerhouden, om toe te Hemmen, dat ze geftraft wierden, en carvalho zei ven met de order daar toe te belasten. , Dit verbaazend vermogen de3 Ministers * op den zwakken geest des Monarchs, miste nooit in eenige omftandigheden , want zodikwils als men dien Vorst eene Memorie ten nadeele van carvalho aanbood, ftelde hy hem die terftond ter hand, en deeze, na alvorens die gelezen te hebben, riep met zeer veel verontwaardiging uit; — „ Zie „ daar, Sire, de buitenfporigheden, wer„ waards de boosheid en. het verraad hen „ vervoerd hebben! Men wil my, tot „ watpryshetook zyn moge, van den dienst, „ van uwe Majefteit verwyderen, om dat „ men myne gehegtheid en liefde voor uwen Koninglyken perfoon kent; maar men zal, „ daarin niet flaagen;ik zal Ü getrouw blyven: myn yver verftrekt tot een proef„ fteen van dit duister en fchelms complot,, „ en van de ydele pogingen der Pedristen." «—- Onder deezen naam is het, dat hy behagen fchepte, om de verzonnen Medeftan-. ders en den aanhang van Don Pedro aan te duiden, of te beftempelen. — Men weet genoegzaam, hoe dikwils een zotte tytel» of een eenvoudige bynaam, aan een party ge-  den MARQUIS DE POMBAL. 83 gegeeven, meer vermogen gehad heeft, om jjtt. f iemand verdagt of zwart te maken, dan de zwaarfte befchuldigirtgen. — Dergelyke wapenen, die zeer zwak fchynen * zyn dikwils de gevaariykite, en een Staatkundige kent daar Van veel beter het gebruik, dan de grootfte Philofooph derzelver kragt in ftaat is uit te leggen of te verklaaren. — Dus was het dat carvalho de middelen zelve, die men aanwendde, om hem te bederven, deed dienen, om zig in de achting en het vertrouwen van zyn Heer en Meester te bevestigen ; en het liegt gevolg van de Memorien, tegen hem ingeleverd, deeden derzelver opIteilers of au&eurs leeren, hoe gevaarlyk het was, om zig te durven beklagen over eeri Minister,aan wien men de zorg overliet,om hen te ftraffen. Zulk eene volftrekte heerfchappy, over den wil des Konings , maakte carvalho meester van het geheele Ryk, en hy begon" zyne vrienden en creaturen tot de eerfte bedieningen van ftaat te verheffen. —•* Onder alle de geene, welke hy met des té grooteren yver tot hooge bedieningen tragtte te bevorderen , om dat hy zig de gewigtigfte diensten van hen beloofde, was zyn neef, de Com- carvaih, mandeur Franciscus d'Almada en Mendoza, dien hy tot Ambasfadeur te Rome deed be- dewd'Ai" noemen , in plaatfe van Freyre d'Andrada Enferrabodes. — Deeze, alhoewel hy 011- deur te berispelyk in Zyn gedrag was, alhoewel hy „oèmenT zyne bediening tot algemeen genoegen van in piaatw de beide Hoven waarnam,en alhoewel hy zig ™bn0de£T in deezen dienst dezelfde achting, hetzelfF s de  U GEDENKSCHRIFTEN van * o e e. de aanzien verkregen had, welk hy heden^ . • daags in de verhevene waardigheid van Groot Kancelier van het Ryk genoot,ontving echter order, om zonder eenige verklaring of reden, Rome te verlaaten, en zig naar Holland te begeeven, in hoedanigheid van Minister van Portugal. —— Deeze Heer kende zeer wel het karakter van carvalho; hy wist al te wel, hoe zeer zyne grondregelen met die van hem ftrydig waren, om niet te begrypen al het gevaar, welk zyne fortuin, onder zyne Minifterie, zou loopen. — Hy openbaarde zulks aan eenige perfoonen, op wien hy betrouwen konde. Ondertus- fchen geweldig geraakt over deeze nadeeligc en beledigende order, die in plaatfe van hem tot een hoogeren post te verheffen, tot een minder aanzienlyken deed nederdaalen, raadpleegde hy deswegen met een goed vriend, welke party hy zoude kiezen.—Deeze raadde hem van te gehoorzaamen, en te antwoorden , dat hy gereed was, om den Koning te dienen, onder welken tytel of rang het ook zyn mogte, terwyl hy vreesde, dat deeze verplaatfing niet dan een ftrik was, welke gefpannen werd, om hem te bederven, in geval hy eenigen tegenftand bood. — Enferrabodes volgde deezen wyzen raad, en bereidde zig, zig te fchikken na den zin van carvalho, hoe beledigend hem zulks ook voor zyn eer fchynen mogte. — Hy gaf zyn post aan den Commandeur over, die, geduurende zyn lang verblyf te Rome, volmaakt beantwoordde aan de oogmerken van zyn befchermer, omtrent het gedrag in ee^ ni-  den MARQUIS DE POMBAL. 85 nige zaaken van groot aanbelang, waar van ht. wy hierna rekenfchap zullen geeven. B 0 E K: Maar eer dat wy tot andere gebeurtenisfen van de Regeering van carvalho overgaan, •moeten wij een woord melden van een buitengewoon voorval, weikin de maand Augustus van dat zelfde Jaar 1756 gebeurde. Be- oewei- halven dat hetzelve een nieuwen fchrik aan fe%™'ik' de ongelukkige Portugeezen veroorzaakte, zaakt door zo verdient het ook wel, wegens deszelfs on- al™ de gemeene byzonderheid, dat wy het een plaats officieren in deeze Historie vergunnen. — Mlsfchien £.AnU' zal hetzelve fommigen van onze lezers, nog ongeloof baarder dan belachlyk toefchynen , maar wy verzekeren hen, dat het de waarheid is, en het vcrftrekt tot een te doorflaand bewys of proef van de talenten en verligtingen van carvalho, om hem daar van den roem te berooven. — De Officiers van dc Artillery moesten honderd en twintig Hukken gefchut beproeven, welke men van buitenslands tot dienst van het Tuighuis ontvangen had; zy bragten dezelve met veel plegtigheid, en een grooten toevloed van menfchen van allerlei rang, aan de overzyde van den Taag,op een heuvel, genaamt Montejo; en even als of niemand van hun ooit had hooren fpreeken, van de uitwerkingen, welke het ontdoken falpeter veroorzaakt, zo kreegen zy in hunne gedagten, om die 120 Hukken kanon alle te gelyk te doen los branden. — Zy deeden die vervolgens laaden, en als verftandige lieden Helden zy het loopvuur verre genoeg van daar, uit vreeze dat het een of andere Huk mogt barden. — F 3 Doch  86 GEDENKSCHRIFTEN van ffl- „ Doch dit algemeen losbranden van het ge■—.—£chut deed zig te gelyk hooren, maar gaf zulk een vreeslyken ilag, dat men 'er geen denkbeeld van maken kan. — Men meende, dat daar door de Stad nog eens onder deszelfs puinhoopen zoude begraven worden; de muuren van verfcheidene gebouwen, reeds wankelbaar door de aardbevingen gemaakt, fcheenen door hun gekraak in te zullen Horten; de balken, welke dienden ter onderfleuning van het dak der St. Maria Kerk, Horteden nederwaarts, waar door twee vrouwen gedood, en vyf andere perfoonen gekwetst wierden. — Men kan hier uit oordeelen, welke groote vorderingen men in de bombardeerkunst gemaakt hadde, onder de beHiering en het gedrag van carvalho, dien Minister, die zonder ophouden de zorgloosheid van de voorgaande Regeermagt lasterde , en zig beroemde van door de verlichtingen , en de te Londen verkregen kundigheden, den fmaak van alle weetenfchappen weder in Lisbon te hebben doen herleeven. opgïna!"e Met zulk eene uitfluitende vooringenoIvMen rnenneid, ten voordeele van zyne eigene tadoxi Coh lenten en kundigheden, was het bezwaarlyk, te ücai. dat. hy veel werks maakte van de bekwaamheden van anderen; ook zag hy niet onverfchilhg en met koelen bloede aan, dat men zig tegen zyne oogmerken durfde verzetten. — De Abc Diego de Mendoza CorteReal Minister van dezeezaaken, voegde zig menignigmaal, doch met dan met tegenkanting naar de denk beelden van carvalho. —Deeze tegenkanting bemerkte men door alle  ©en MARQUIS DE POMBAL. 87 zyne pogingen heen, welke hy deed, om ze B 0™- & te verbergen, uit vreeze van zig bloot te ftellen, voor de gevoeligheid van den wraakgierigften aller menfchen. — Schrandere Staatkundigen voorzagen reeds voorlang zyn val, en inderdaad, in den nagt van den 30 Augustus, brak het onweer uit, en hy werd van zyn ampt beroofd. — Dewyl zyne uitmuntende verdiensten en beminlyke hoedanigheden hem de achting en liefde van alle burgers der flrad verworven hadden, zo wierd men al zo ontfteld, als verwondert over zyn ongeluk, — De verwondering vergrootte zig nog op het gerugt van een Manifest, welk den volgenden dag bekend gemaakt en aangeplakt werd, en in het welke Mendoza, als een ongetrouw Minister, als een Verraader, en als een Vyandvanzyn Vaderland te boek gefteld en uitgekreten werd. — Niemand intusfchen geloofde het, dat een man, wiens opregtheid en vroomheid hem tot een voorwerp van algemeene verwondering gemaakt hadden; een man, welken zyne daaden, op zulk eene fchitterende wyze voor het oog van alle verlichte en weldenkende lieden regtvaardigden, fchuldig zou zyn aan de misdaaden, die hem te test gelegd wierdeu. - Men putte zig uit in redeneeringen en gisfingen, aangaande de waare oorzaaken van deeze gebeurtenis, doch dezelve werden niet gekend of agterhaald, dan door een klein getal perfoonen. — En van deezen is het, dat wy ze vernomen hebben, weshalven de rekenfchap, die wy daar van aan het publiek zullen mede F 4 dee-  88 GEDENKSCHRIFTEN van boé'k deelen> "iet dan va" groot aanbelang voorWaar-~' hetzelve zal kunnen zyn. . oorzwk Weinige dagen voor den dood van den Be"eune- Staatsfekretaris, Petrus de Motta, was 'er «is- een kleine twist tusfchen carvalho en den Abt Mendoza ontftaan, over het ontwerp van eene nieuwe Compagnie, voor de Commercie van Maragnon, welke men, zo gezegt wierd, wilde oprigten voor rekening van den Koning. — Jofeph, de verfchillende gevoelens daar over nagaande, beval aan de beide Ministers, om met den Heer de Motta, deswegen te raadplegen, die al fchoon hy wegens zyne zwakte en hoogen ouderdom te bed lag, zyn verftand nog tot zyn gebruik had, en wiens oordeel of advys de Koning, boven alle anderen,volgde— Carvalho vervoegde zig het eerst "by hem, en ftelde de zaak onder zulk een gezigtspunt voor, hetwelk best met zyne oogmerken overeenkom,ftig was, en verkreeg dus van den ouden Staatsfekretaris de goedkeuring, welke hy wenschte. -r Vervolgens geheel opgeblazen over dit goed gevolg, ging hy den Koning daar van verwittigen, t- Mendoza ging ook , op zyn beurt by den Sekretaris, en ftelde zyne redenen met zulk eene kragt en klaarheid voor, dat de Motta niet kon nalaaten zig tot zyn gevoelen te laaten overhaalen. -—— Maar toen hy den Koning deswegen wilde i fpreeken, ontving hem die Vorst zeer onvriendelyk, behandelde hem als een bedrieger, en gaf te kennen, dat hy reeds van de waare gevoelens van de Motta onderrigt was geworden. -— Mendoza, met reden geraakt over  ben MARQUIS DE POMBAL. 89 over deeze hoonende befchuldiging, bad den W Monarch van hem te vergunnen, dat hy zig B Q g ^ mogt regtvaardigen, met hem de getuigenis van de Motta zeiven onder het oog te brengen. De Vorst ftond hem dit toe, en de oude Minister, van alles onderrigt zynde wat 'er voorgevallen was, getuigde in een eigenhandig ondertekend gefchrift, dat hy van het gevoelen van Mendoza was, en niet van dat van carvalho, die hem misleid had. — Deeze verklaaring verwekte by den Koning eene groote verwondering, en tevens niet minder verontwaardiging. — Hy zwoer carvalho te zullen ftraften, en hem berouw te doen hebben van zulk eene misdaadige bedriegery. Maar juist het tegendeel gebeurde: Jofeph liet zyn Minister by hem roepen, en deed hem bittere verwytingen over zyne ongetrouwheid, doch deeze wist, door zyne gewoone konstgreepen, en door zyne betuigingen van yvervroor, en gehegtheid aan den Koning, zo wel den geest des ligtgelovigen Monarchs te begochelcn, en van zyn voorneemens af te wenden, dat hy hem overhaalde, om Mendoza af te danken, en als een lasteraar te doen ftraffen. Dien zelfden morgen, den dag voor zyn ongenade, kwam de Abt in 's Konings pa« leis, en zyne Majefteit ontving hem, gelyk doorgaans, zeer vriendelyk. Hy had de gewoonte van alle dagen een fchotel confituuren aan zyne Majefteit te prefenteeren , welke hy met de uiterfte zorgvuldigheid, door twee duitfchers, die hy tot zyn dienst F 5 hadt  9o GEDENKSCHRIFTEN van *oe k liad-' liet bereic1en'> en welke eonfituuren de ■ Koning, de Koningin en Koninglyke Familie uitmuntend van imaak vonden — Zyne lekkerny werd desgelyks met kentekenen van goedgunftigheid ontvangen: vervolgens verrigtte hy de zaaken van zyn Departement, en ging 's avonds naar huis, zonder dat hy het onheil, welk over hem ftond uit te barften, kon voorzien. — Maar op het oógenblik, als hy zulks het minst verwagtte, ziet hy Don Lodewyk d'Acunha in zyn vertrek komen, die hem zyn ontflag aankondigde, en een Order des Konings vertoonde, volgens welke hy veertig mylen ver van het Hof verbannen werd. —— Deeze onverwagte flag was des te droeviger voor hem, nadien de Koning altoos zeer veel achting voor zyne bekwaamheden betoond en een genoegen in de zagtheid van zyn karakter gehadt hadde. Deeze Vorst zeide dikwils, dat de keufe van den Abt Mendoza tot Staatsfekretaris eigentlyk zyn werk was,maar dat het zig zo niet verhield met carvalho, die hy flegts uit hoogagting voor de Koningin, zyne moeder, in zyn dienst aangenomen hadde. Mendoza begaf zig dienvolgens naar een landgoed, een myl van Port a Port gelegen: waarlyk een aangenaam verblyf, alwaar hy zig vleide zyn leeven, als een Christen Philofooph,te zullen eindigen, afgezondert van de waereld en het gewoel der menfchen, vry van dringende zorgen, en wreede ongerustheden , de onaffcheidelyke medgezellinnen van de eerzucht. Maar carvalho was de man niet, om hem deeze aangenaams  den MARQUIS DE POMBAL.' 91 me en ftille rust lang te laaten genieten. — m. Kort na dien tyd,liet hy hem, met verfchei- B 0 E * dene andere flagtoffers van zynen haat, naar Mazagan, in Afrika, verbannen. Wanneer nu Portugal, in vervolg van tyd,naamlyk in 1769, van die bezitting wierd beroofd, werd Mendoza weder naar Lisbon te rug gebragt, en in een naauwe gevangenis opgefloten, alwaar hy zyne dagen eindigde, zynde dus gelyk veele anderen aan den nyd en wraakzugt van zynen mededinger opgeofferd geworden. Alhoewel men niet kan zeggen, dat het wamrouJofeph I. volftrekt aan verftand en oordeel k0eknindgess ontbrak, zo was echter zyne natuurlyke vanzigz«ivreesagtigheid of befchroomdheid, en een c«™/t°* al te groot mistrouwen van zig zeiven de °ndernouwezentlyke oorzaak, dat hy zig in alle om- de*' Handigheden,gemaklyk, door carvalho liet voorinneemen, en van zyn oogmerk afbrengen. —- Dikwils vertoonde de waarheid zig voor zyne oogen; hy zag ze; hy beminde ze, en hy was bereid, om ze te volgen , en zig daar aan over te geeven; maar wel dra deed de behendige en listige Minister carvalho hem weder tot zyne gewoone verbyltering en verlegenheid overhellen, en overreedde hem, om zig geheel en al op zyne getrouwheid te verlaten. — In de eerfte jaaren der Regeering van deezen Vorst, vond de Graaf d'Unhao, welke zyn Gouverneur geweest was, hem op een zekeren dag, alleen, leunende in een vengfterbank, en als in eene mymering vervallen. —~ Deeze Heer hier over verwondert, vroeg zy-  92 GEDENKSCHRIFTEN van e o1 ek zyne Majefteit» wat de reden was van zyne <■ ' - buitengewoone droefgeestigheid ? „ Zyt gy hier over verwondert," antwoordde hem Jofeph! „ Ik ben Koning, „ en verfta de konst niet van te regeeren. — J? Myn vader heeft nooit gewild, dat men „ my dé noodige onderrigtingen, met myne „ geboorte overeenkomftig, zoude geeven, „ dewyl hy my niet waardig oordeelde, om „ na hem te regeeren. — Hoe is het dan „ mogelyk , dat ik zonder verlichting , „ zonder ondervinding, niet zoude bezwy' ken onder den zwaaren last van een uitgeftrekte Monarchie, en my zeiven zou „ kunnen verzekeren voor alle klippen of „ gevaaren, die my van alle kanten omrin99 gen? „ Sire,'' antwoordde de Graaf, gevoelig getroffen door zulk eene nederige en zedige taal, „ bedroef U niet te zeer, en draag „ vooral zorg U zeiven niet moedeloos te „ maken. Byaldien ik uwe Majefteit „ eenigen raad mag geeven , dan zou ik „ zeggen, dat de konst van te regeeren „ voornaamlyk daar in beftaat, dat men zig „ waakzaame en getrouwe Ministers verkie„ ze, die zonder eigenbelang het algemeen „ welzyn zoeken te behartigen. Een „ Koning is niet in ftaat, om alles zelfs te „ zien, hy kan niet alle verrigtingen van de „ Regeering nagaan en onderzoeken; maar „ hy- moet zonder ophouden waakzaam zyn „ over het gedrag van die geenen, aan wel„ ken hy de uitvoering van zyn magt toebe,, trouwd, uit vreeze, dat zy daar van geen „ mis-  den MARQUIS DE POMBAL; 93 „ misbruik maken, om de onnofelen enB0^R_, „ weerlofen te onderdrukken, of de onregt- -*——-: „ vaardigheid te befchermen. Wagt U in uwe befluiten voor eene overhaasting of „ onbedagtzaamheid : laat het welzyn van „ den Staat, laat het geluk van uwe onder„ daanen, altoos het oogmerk van uwe ont- werpen zyn, en het beweegrad van uwf» „ daaden. Zie daar, Sire, het geene „ my myn yver, toegenegenheid en liefde „ voor uwe Majefteit, doen fpreeken. Jofeph hoorde deeze wyze raadgeevingen, met dankbaarheid. — Hy fcheen ze zelfs, geduurende eenigen tyd, tot een regel of voorfchrift van zyn gedrag te willen maken; maar zyn wantrouwen, of veel eer zyne natuurlyke kleinmoedigheid, kreeg wel dra weder de overhand. Hy bezat geen oordeel nog itandvastigheid van geest genoeg in zyn karakter, om zig eindelyk niet door den ftoutmoedigften en listigflen van alle Ministers, te laaten onderdrukken en misleiden. By deeze onoverwinlyke befchroomdheid van Jofeph I., en het weinig vertrouwen , dat hy in zyne eigene vermogens ftelde, kwam nog het wezendlyk gebrek van ondervinding, en verlichting in de behandeling der Staatszaaken. — Zyne klagten over de nalatigheid van zyn vader, om hem aan de zorgen der beftiering te gewennen, waren niet dan al te gegrond. — Johannes V. was buiten tvvyffel een zeer bekwaam en verlicht Vorst; maar het zy uit hoofde van zyne vooringenomenheid tegen zyn zoon, het zy uit hoofde van jaloezy, welke de grootfte  94 GEDENKSCHRIFTEN van boek fte Vorften fchynen te hebben, tegen hun-» ———" ne opvolgers, als of het vooruitzigt van een: erfgenaam van hun Ryk, voor hen een onaangenaam berigt ware, en dat dit tydftip niet verre meer afweézig was, hy maakte weinig werk van de Staatkundige opvoeding van zyn zoon, den jongen Vorst. Hy hield hem onkundig in alle Staatszaaken, en wilde nooit, dat men hem eenige geheimen van het Kabinet zoude toebetrouwen. ——. Te vergeefs was het, dat de Jefuit Henricus Carvalho, Biegtvader van den Prins van Brazil , den Koning dikwils de noodzaakelykh'eid onder het oog bragt, van hem by tyds in de gewigtige en moeilyke konst van te regeeren te onderwyzen. .. Johannes V., weinig acht geevende op deeze zo noodige voorftellingen, vergenoegde zig met te antwoorden, dat de geringe'bekwaamheid van zyn Zoon voor Staatszaaken, alle zorg, welke men mogt aanwenden, om hem daar toe bekwaam te maken, onnut en vrugteloos zou doen worden. — Op eenen zekeren dag 9 echter, vergunde hy uit hoogachting en toegevendheid voor zyn Biegtvader, dat de jonge Prins zou toegelaten worden, by den Geheimen Raad, alwaar men eene zaak van gewigt zou behandelen, welke de uiterfte geheimhouding vereischtte. Maar Jofeph by het fcheiden van den Raad, van vreugde uitgelaten, over zulk eene hem onverwagt beweezen gunst, ging terftond het geheim van den Raad aan de Vorftin, zyne Doorluchtige moeder, en aan de Hofdames vernaaien, zo dat elk een dit geheim weldra gewaar wierd. De  den MARQUIS DE POMBAL. 95 •* • De Koning zulks vernoomen hebben. B J1^ K de, berispte den Jefuit Henricus Carvalho, desvvegen nadrukkelyk, dat hy hem deeze kwaadc pas had doen begaan, „nu ziet gy," zeide hy tegen hem „ hoe veel vertrouwen „ dat ik op myn zoon kan Hellen, hy is zo „ geheim als eene Vrouw." —;— Deeze proef was niet zeer gefchikt om den Koning van denkbeeld te doen veranderen. Gemerkt het voor hem een nieuw beweegmiddel was, om den jongen Prins , van toen aan, minder deel aan de Regeermagt tè geeven dan ooit. Met zo weinig ondervinding, met zo weinig kennis van menfchen en zaaken, moet men zig niet verwonderen, dat Jofeph, natuurlyk goed, en ook verwyderd van in anderen, bet oogmerk van bedrog te vermoe. den, daar hy zelfs onvermogend was om • te bedriegen, zig zonder eenig nadenken overgaf aan een man, die zonder ophouden hem zyne onfchendbare getrouwheid, en eene beproefde genegenheid betuigde: betuigingen echter, die niet beletteden, dat men zig niet van zyn perfoon verwyderde, dat • men niet- zyne getrouwfte onderdaanen affchuwlyk lasterde, en met verwoedheid vervolgde , om dat zy de yverigfte voor zynen roem, en de gehegtfte aan zynen dienst war ren, maar die de ontwerpen van den heerschzugtigften van alle menfchen konden dwars- hoomen, — Hoe gelukkig zouden de Koningen zyn, byaldien het oogenblik, op welk zy tot den throon verheven worden, hun ook die talenten en bekwaamheden ver- fchaf-  96 GEDENKSCHRIFTEN van * ö e k. **eIiafte'die geëvenredigt zyn aan hunnen hoo——-— gen rang! welke heerlyke voorregten van in alle omftandigheden, niet dan de*" beste party of keuze te kiezen 5 nooit dan de besté raadsbeiluiten te neemen! Maar onge- lukkiglyk zyn de Vorften, fchoon boven alle andere in grootheid en magt verheven, voor het overige binnen den zelfden kring der menschheid befloten, en aan dezelfde dwalingen onderhevig. De Abt Mendoza Corte Real werd in het Minifterie van de zeezaaken opgevolgd, door Joachim de Costa Corte Real, een man, deeze verkiezinge waardig, door zyne verdiensten, en nadrukkelyk bevordert door carvalho, die ftaat maakte op zyne toegenegenheid, en op eene volkomene onderwerping aan zynen wil. Memorie» In de Inventaris, welke kort daar na van broeder6" de papieren van Mendoza gemaakt werd, van car- vond men verfcheidene vertoogen en klagten vonden6," door de Jefuiten van Maragnon gedaan , aancnder de gaande de buitenfporigheden en geweldena- jpapieren 0 ,1 , , i ° van den ryen, welke de broeder van carvalho, *ozaMen" Gouverneur van deeze Provintie, dagelyks tegen hen in 't werk ftelde. — De Koning had deeze vertoogen uit handen van zyn Biegtvader ontvangen, en dezelve ter onderzoek gegeeven, aan den Abt Mendoza, ge1 merkt dezelve handelden over zaaken, zyne beroering betreffende. Het gewigtigfte van deeze ftukken was eene geheime Memorie, gezonden aan den Koning door den Raad der zendingen, beftaande uit den Bisfchop en de Opperfte Geestelyken van Maragnon, in  den MARQUIS DE POMBAL. 97' in welke men zyne Majefteit berigt gaf van nrde geweldenaryen, gepleegd door den men- B 0 E ^ wen Capitein-Generaal tegen de Jefuitfche zendelingen, en men verzogt daar in aan zyne Majefteit, om deeze ongeregeldheden te herftellen. Het leezen van deeze Me¬ morie deed de gramfchap van carvalho ontfteeken, waarom hy niet in gebreeke bleef, om die ongeregeldheden, aan de konstenaryen der Jefuiten toe te fchryven, even als of zy zelve daar van de oorzaak waren. ; ■ Dus als woedende tegen de Jefuiten of Misfionarisfen geworden zynde, zwoer hy dezelve te zullen bederven , en befloot van dien tyd af aan niets te fpaaren, om hen niet alleen uit Maragnon, maar zelfs uit de geheele uitgeftrektheid van de bezittingen van Portugal te verjaagen. Met dit oogmerk vernieuwde hy de orders, die hy reeds aan zyn broeder gegeeven had, om aan de Jefuiten de Regeering der Zendingen te ontneemen; orders die al uit gevoerd waren, ten minften voor het grootfte gedeelte. — Hy voegde daar nog by de order, om terftond, en zonder vertoeven, alle geestelyken uit Maragnon te verjaagen, en de voornaamften onder eene goede en zekere wagt naar Lisbon te rug te zenden. -— Volgens deeze bevelen of inftructien werden verfcheiden Jefuiten naar Portugal te rug gebragt, en op order van carvalho, in de verafgelegene kleine vlekken en dorpen van het 1 lof verbannen. Het voornaamfte oogmerk, welk men zig had voorgefteld met den broeder van c a rvalho naar Maragnon te doen vertrekken, I. deel. G was  93 GEDENKSCHRIFTEN van m- was geweest, om het berugte Tractaat, aan8 0 E & gaande den afftand van de Colonie van St. Sacrament, te volbrengen. —— Maar,niettegenftaande de aanzienlyke magt en de verbazende onkosten, kon de nieuwe Gouverneur zyn oogmerk, ter vervullinge van dit gewigtig onderwerp, niet bereiken.'— Het voornaamfte goed gevolg, daar hy op kon roemen , was, dat de Troupen der Spanjaarden en Portugeezen, met een veel grooter magt dan te vooren in Uraguay ingerukt zynde, de Indianen verflagen, en in de pan gehakt hadoverwin- den. Deeze ongelukkigen te raade geworden SdTp zynde, om een Corps van byna twee duizend de india- man by een te verzamelen, maar zonder Paraguay, hoofd, zonder krygskunde, en byna ongewapend , wierden op het aannaderen van den vyand, met zulk een fchrik bevangen, dat zy terftond de vlugt namen, en zig hals over hoofd in de bosfchen begaven. — Doch fnel agtervolgd, en van alle kanten omringd, werden zy wel fchielyk weder by een gebragt, en ondanks hunne betuigingen van gereed te zyn, omalies te doen, Wat zy van hun eischten, ondanks hunne gebeden en traanen, werden zy alle afgemaakt en over den kling gejaagd. Deeze bloedige krygstogt, welke fchrik by alle zendelingen verwekte, en zo weinig roemryk voor de overwinnaars was, werd echter niet te min door de vereenigde legers gevierd, en als een heldendaad ter eeuwige gedagtenis geroemd. Maar byal- dien ook deeze vreemde overwinning, hen die ze behaald hadden, niet zo veel roem te weeg  den MARQUIS DE POMBAL, 99 weeg bragt, als zy zig wel verbeeldden, zo ■ uitoonde dezelve echter, ten minsten aan ver- B 0 E Handige en onpartydige menfchen, de valschhgid aan, van zo veele zotte vernaaien, in dit tydgewrigt, door . de kwaadaardigheid van eenige lediglopers verzonnen, en door geheef Europa verfpreid, uit drift | en begeerte der Schryvers van Nieuwspapieren. — Men zag, het geen men,moest geloven, van deeze aanzienlyke legers der ïndiaanen, ten ftryd gebragt door hunne zendelingen; van deeze legers talryk genoeg, en wel genoeg in de krygskunde geoefend, om met een goed gevolg te vegten, tegen de vereenigde magt der beide vermogendfre Ryken, en eene gewigtige overwinning op. dezelve te behaalen. 1 Men hield op, van geloof te geeven aan dit berugte Ryk van Paraguay, waar van de muntfpecien in Europa uitgevonden, door eenen Ridder, D.i N. Lac.... en eenen Dominikaan, Fr: N. Mag , beide Spanjaarden , weldra in het miscrediet vervielen, het welk zy verdienden, -— Het zoude rydverlies zyn , om zig te vermaken met deeze belachlyke fabel ernftig te wederleggen, welke niet aanneemclyk kan zyn, dan voor zodanige ligtgelovige en weinig oplettende lieden, van welken al het geene, dat deswegen gedrukt en verfpreid is, voor eene ontegenfpreeklyke waarheid gehouden word. Wy zullen ons vergenoegen met aan te merken, dat men niet kan begrypen, hoe een enkel oogenblik genoeg is,om den naam en de glorie van een Monarch, zo vermogend, en zo ontzachlyk,als men ons Nicolaas I. afG 3 fchil-  ioo GEDENKSCHRIFTEN van nr- fchildert, de vergetelheid te onttrekken; en B 0 E K- hoe dit uitgeftrekte Ryk met dezelfde fnel- heid is verdweenen. Het is niet veel ge- maklyker te verklaaren, waarom 'er van zo veele Jefuiten, die fchandelyk van hunne zending verjaagd zyn, niet één gevonden is, die den minften tegenftand geboden heeft; niet één die gedacht heeft, om voordeel te trekken, van de magt aan een van hunne medebroeders vergunt. Freire d'Andrada zelfs ontwaakte met 'er tyd uit zyne hersfenfchimmige droomen en zotte denkbeelden, aangaande de goudmynen van Paraguay, en door zyne eigene oogen overtuigd van de valschheid van al dat geene, welk men hem ten dien opzigte had wys gemaakt, werd eindelyk fchaamrood over zyne eenvoudige ligtgelovigheid. — Door de wroeging van zyn geweeten, welke hem zyne overhaasting verweet, in eene zaak van zulk een gewigt, waar door het leven en de eer van zo veele ongelukkige perfoonen in de waagfchaal gefield waren, befloot hy aan carvalho te fchryven, om hem zyne dwaling te belyden, en om vergiffenis te verzoeken. Met dat zelfde oogmerk is hy de eerfte geweest, die nieuwe hinderpalen en nieuwe vertragingen te weeg bragt, aan de uitwisfeling van de Colonie van St. Sacrament tegen de zeven Volkplantingen van Uraguay, welke aan de heerszugt van Portugal niet dan landen, door kragt van werk en bebouwing vrugtbaar gemaakt, Herroe- konden aanbieden. Maar eene her- comez"1 rocPmg, zo ftrydjg met de denkbeelden van car-  den MARQUIS DE POMBAL. 101 carvalho, was niet gefchikt, om hem ÏIU te voldoen. Hy werd zeer te onvreede B-°-EJL* over den brief van Freire dAndrada, en ver- aZV™ genoegde zig, na dat hy ze gelezen had, thema, was carvalho zo verre gekomen , dat hy byna eene volftrekt willekeurige magt oefende, en evenwel was hy daarmede nog niet vergenoegd en te vrede. Een geheime kwaal mengde zig onder dit zoet genot, en vergiftigde deszelfVaangeH 2 ' naam-  ïifS GEDENKSCHRIFTEN van" b onÊ k mzm^e^' Te weeten, hy zag zig « veragt van de grooten en aanzienlykften de3 Ryks, van welke eenigen, inzonderheid de geene , die zig verheven meenden boven zyne gebelgdheid en misnoegen, om voor hem te vreezen, zig niet verwaardigden hem aan te zien, of eenige acht op hem te liaan. ■ Deeze minagting kwetfte zyne trotsheid geweldig; hy grimde inwendig van kwaadaartigheid, en wagte flegts met groot ongeduld na het oogenblik, om zig deswegen te kunnen wreekeru — De ongenade, in welke de Abt Mendoza vervallen was, verfchafte hem daar toe eene fchoone gelegenheid, die hy niet liet voorbygaan. — Eenige groote Heeren, onder anderen, hadden desaangaande niet alleen üoutmoedig hun gevoelen gezegd, maar met nog veel grooter onvoorzigtigheid, eene ten dien einde zeer bitre berisping over zyn liegt Ryksbeflier gedaan. Carvalho hier over woedend kwaad geworden zynde, bediende zig van dit voorwendzel, om de trotsheid dier grooten te vernederen, en hun meer agting voor zyn perfoon in te boezemen. — Hy begon, met eenige vrienden van den'Abt Mendoza, aan zyne wraakzugt en achterdogt op te offeren, gemerkt zyn onrustig wantrouwen hem deed verbeelden, dat hy hen zonder ophouden bezig zag, om een geheim r>. jofeph verraad tegen hem te fmeeden. —— Don oaivan^de Jofeph Galvan de la Cerda, buitengewoon ct ajoan Afgezant te Parys, en Don Joan de Sonza benevens* Calharis , die om byzondere verrigtingen zig zyn broe- in die zelfde Stad bevond, waren de eerften, op  den MARQUIS DE POMBAL. u7 op welke zyne gramfchap en haat uitbarfte- ra. den. — In de Inventaris, die men van de B 0 E& papieren en gefchriften van Mendoza gemaakt ^nv£* hadde, was toen eene Staatkundige brief- ongenade, wisfeling, tusfchen deeze twee voornoemde Ministers en Mendoza, gevonden; en met behulp van eenige verkeerde en valfche uitleggingen, hadt carvalho het zo verre weeten te brengen van aan deeze briefwisfeling den naam van eene zamenzweering te geeven, en den ligtgelovigen Jofeph over te haaien, om de Aucleurs derzelve geftreng- lykte doen ftraffen. Dienvolgens fchreef hy aan den één en den anderen, uit naam des Konings, dat zy fpoedig.en zonder vertoeven naar Portugal moesten te rug komen. — Eene Order, zo onverwagt, deed hen met reden vermoeden, dat men hunne gemeenzaamheid en briefwisfeïing met Mendoza ten kwaaden had uitgelegd^ om hen by den Koning zwart te maken, en hun bederf te berokkenen. Zy namen by die gelegen- , heid hun toevlugt tot den Koning van Frank- ryk, eir den Dauphin, aan welken zy ken• nis gaven van degevaarlykeomftandigheden, in welken zy zig bevonden. — Deeze beide Vorften, medelyden hebbende met hunnen \ hachelyken toeftand, gaven hun raad en i moedigden hen zelfs aan, om in Frankryk te bly ven, alwaar men hen, volgens hunne I geboorte en verdienften een post zou ver' ichaffen. Don Joan de Souza, nam dee; ze voordeehge voorllag, zonder bedenking aan, en de Koning verfchafte hem een Regiment. Maar de Afgezant Don Jo- H 3 feph  ' \\% GEDENKSCHRIFTEN van "j; •„ fepb Galvan de Ia Cerda in overweeging nee' ■■- mende het karakter , welk hy bekleedde, oordeelde, dat hy niet, zonder aan gekwetfte Majefteit fchuldig te worden, kon nalaten van te gehoorzamen aan de orders van een llof, van het welk hy Reprefentant was.—• Hy verzogt derhalvcn aan zyne Allerkristelykile Majefteit, en aan den Dauphin, om hunne gunst te willen bepialen, met hem flegts brieven van aanbeveeling aan zyn Heer en Meester te vergunnen. Deeze Vorften gaven hem zeer kragtige brieven van aanbeveeling, met welke hy geloofde, zeer zeker te zyn, en haastte zig toen, om naar Portugal te vertrekken. Maar deeze zekerheid was van geen langen duur. — Te Lisbon gekomen zynde, was zyn eerfte zorg, om.naar 'sKonings Paleis te gaan, en audiëntie te verzoeken , en om den Vorst de brieven van aanbeveeling van zyne Merkiïstelykfte Majefteit te overhandigen. — Maar hoe ftond liy verbaasd,wanneer Louis d'Acunha hem, in plaatze van antwoord, een getekende order des Konings. vertoonde, om binnen den tyd van 24 uuren uit de ftad te vertrekken, en zig tien raylen van liet Hof te verwyderen. —«■ Doch c a r v a l h 0, op Don Joan de Souza geweldig gramftorig zynde; wegens zyn genomen belluit van in Frankryk te blyven, deed terftond een Decreet bekend maken, volgens het welk hy fchuldig verklaard werd aan Rebellie, en ongehoorzaam aan de orders van den Souverein, en dienvolgens van het regt zyner geboorte verftoo. ken, en van alle zyne goederen beroofd. —  den MARQUIS DE POMBAL." n9 Doch carvalho met deeze vvreede ftraf m, nog niet te vrede zynde, deed ook nog Don B Q £ ^ Louis de Souza, broeder van Don Joan, van het Hof vervvyderen, en in ballingfchap zenden; — in 't vervolg zullen wy zien, welk een wreed noodlot nog beftemd wierd voor den oudften van dit doorluchtig huis. Twee andere perfoonen van hoogen rang Don joan en geboorte, werden ook wel haast een voor- de Bras?n- y. . , , ca word werp van wraakzugt van deezen onverzoen- genood- lyken Minister. En alhoewel hy hen, Ry^vér- met meer verfchooning of omzigtigheid, dan iaten,en de andere ongelukkige en onnozele flagtof- q^ideMafers van zyn agterdogt en wraakgierigheid «aira, om behandelde, hunne ongunst was daarom niet Hofwverminder gevoelig voor alle braave en eerlyke wyderea. lieden. — Deeze Heeren waren Don Joan de Braganca, broeder van den Hertog de Lafoins, en de Marquis de Marialva, beide zo uitmuntend, door hunne natuurlyke bekwaamheden, als door de uitgeftrektheid van hunne kundigheden en verftand. . De eerfte inzonderheid, die geduurende den tyd van zyne lange reizen geheel Europa heeft doen verfteld ftaan door zyne geleerdheid , was zeer gezien en geacht by het geheele Hof, en de Infant Don Pedro, maakte inzonderheid veel werks van hem. Op een zekeren dag, als deeze Vorst zeer gemeenzaam met hem in zyn Kabinet fprak, kwam de Koning fchielyk by hen, en vroeg waar over ,zy fpraken, „ Sire" antwoordde Don Joan, „ zyne Koninglyke Hoogheid en ik fpreeken van de ongelukkige ge„ beurtenis van Port a Port. — Wel nu ? H 4 „ wat  iao GEDENKSCHRIFTEN van b omÊ k. " wat denkt gV Jaar van ?" hervatte de Mo- narch , — „ zyn de oproerigen niet fchul- „ dig aan gèkwetfte Majefteit? —: Hier „ over was het juist ,"zeide Don Joan, „dat „ wy verfehil hadden, en dat ik tegen zyne „ Koninglyke Hoogheid beweerde, dat ik „ niet van dat gevoelen was. — Hoe", viel de Koning hem in de reede, „ ben ik „ dan dus misleid geworden! — Zy die „ my zulks zo fterk verzekerden, hebben „ dan zig zeiven of my bedrogen! — Si„ re" hervatte Don Joan, „daar behoede my „ God voor, dat ik uwe Majefteit zou be. „ ledigen! Ik veroordeel het advys van „ niemand j ik zeg maar ilegts het myne, het „ welk geen ander gezag heeft dan dat van „ een enkel particulier perfoon , " deeze woorden fchecncn de gramfchap des Konings nog meer gaande te maken, nadien hy weg gaande, verfcheiden malen deeze woorden herhaalde, „ dus beeft men my dan bedro- Don Joan geweldig over dit gezegde aangedaan , voorzag daar van terftond de gevolgen, en zeide tegen Don Pedro, „ het „ is met my gedaan! ik ben verloren! het „ zal niet lang duuren, of 'er zal een on- „ weer over myn hoofd uitbarften." De Infant tragtte hem moed in 't lyf te fpreeken, maar het droevig voorgevoel van dien Heer was niet dan al te zeer gegrond. • - Kort daarna werd hem ook een handfchrift, door carvalho gefchreven, uit naam des Konings, tehuis gezonden, in het welk zywe Majefteit aan hem het verlof vergunde, welk  den MARQUIS DE POMBAL. 121 welk hem reeds twee jaaren te vooren, was hl toegeftaan geweest, namelyk, om buitens- 8 0 E-K-lands te reizen en de vreemde Hoven te gaan bezigtigen. — De ftaat der zaaken van Don Joan en de. fchulden, waarmede zyn huis beladen .was, hadden hem tot nog toe belet, om van dat verlof tot reizen gebruik te kunnen maken:-maar het ontvangen handfchrift aanmerkende als een ftilzwygende order van zyn ballingfchap, gaf hy daar van kennis aan den Hertog, zyn broeder, en verzogt hem, niet zo zeer om raad, als wel om geld en hulp. De Hertog de Lafoins, in de onmogelykheid zynde, van hem zo veele penningen, met zyn rang overeenkomftig, te kunnen opfchieten, vond geen anderen toevlucht dan zig by den Koning te vervoegen. — Ten dien einde addresfeerde hy zig eerst by carvalho zeiven, aan welken hy de eer voorftelde, welke hy bezat van aan den Koning , door den bloede, vermaagfchapt te zyn, en de noodzaakelykheid, die daar uit ontftond voor zyn broeder, om aan de buitenlandfche Hoven, zulk eene vertooning te kunnen maken, welke 'met zyne geboorte overeenkomftig was.— Carvalho nam het op zig, om den Koning deswegen te fpreeken, en kort daarna gaf hy aan den Hertog te kennen, dat die Vorst aan Don Joan een jaarlyks inkomen van 30,000 cruzaaden toeftond, welk hem by vierdegedéeltens zoude uitbetaald worden. D. Joan ontving het eerfte vierendeel Jaargeld van de 30,000 cruzaaden, toen hy naar Londen vertrok; maar dat was H 5 het V  122 GEDENKSCHRIFTEN van boek hctd0kai- — Want zo dikwils als zyn — ■ broeder, de Hertog de Lafoins, c a r v a l h o verzogt, om de andere pajementen te betaalen, ontving hy geen ander antwoord, als: „ zo de Koninglyke Schatkist niet uitgeput „ was." — Don Joan derhalvenberoofd van den verderen byfland van geld, kon niet lang zyn fatzoen en karakter te' Londen -Maande houden. Hy befloot derhalven, om naar Weenen te vertrekken, en daar eenig ampt of bediening te zoeken, — De Keizerin Koningin ontving hem met achting, en maakte hem tot Lieutenant Generaal van de Legers, en liet niet na, om hem met nieuwe gunstbewyzingen te vereeren , geduurende zyn verblyf in Duitschland, dat is, tot aan den dood des Konings. De tweede van deeze beide, bykans ter zeiver tyd, in ongenade vervallen e Heeren , was, gelyk wy reeds gezegd hebben, de Marquis de Marialva. — Het groot gevoelen, welk de Koning van zyne bekwaamheden had, het werk, dat hy van zyne raadgeevingen maakte, en het aandeel, welk hy hem gaf, in de beftiering van Staatszaaken, hadden hem by carvalho onaangenaam gemaakt, die over deeze buitengemeene gunst des Konings jalouzic tegen hem had opgevat. —- Marialva had den Koning en de Koninglyke familie opgevoed; dit gevoegd by zyne perfoonlyke verdiensten , veroorzaakte , dat hy aan het Hof in groote achting ftond. — Hy was Generaal van de Infanterie van de Provincie Extramadura; eene bediening, welke hem in dien ftaat ftelde,  den MARQUIS DE POMBAL. 123 de, dat hy geen orders behoefde te ont- B K vangen, dan van den Koning alleen. — — Maar carvalho, die hem onder eenig voorwendzel van het Hof tragtte te verwyderen, benoemde den Marquis.de Tancos, anderszins een zeer geacht Officier, tot Infpecteur Generaal, of algemeen opziender van alle Portugeefche troepen. — De Marquis de Marialva werd over deeze hem aangedaane hoon en belediging gevoelig getroffen. ■ Hy wendde alles aan, wat hy konde, om van carvalho te verkrygen, dat het krygsvolk, over welk hy het bevel had, niet onderworpen zou zyn aan het gezag van een nieuwen Infpecfeur of Opziender, maar zyne aanzoekingen waren te vergeefs, en met ditregtmatig misnoegen, verliet hy het Hof. ■ " De Koning deed hem te rug beroepen, en overlaadde hem met vriendelykheid. —- Hy vernieuwde toen by den Monarch zyne aanzoekingen, welke hy by den Staatsdienaar carvalho gedaan hadde; doch dezelve waren van geen gevolg, waar op hy een vast beiluit nam, om het Hof geheel te verlaaten, fchattende wyslyk de aangenaamheden van een afgezonderd, doch onafhanglyk leeven, boven de ydele eerbiedsbetooningen van een levenshaat, in welken hy zyne vryheid moest opofferen. — Carvalho nam zyne afdanking met vreugde aan, en was zeer verheugd, zyn oogmerk bereikt te hebben, met een man van hét Hof te doen verwyderen , welken hy al over lang aangemerkt hadde, als een hinderpaal van zyne oogmerken. An-  1A4 GEDENKSCHRIFTEN van b o e k. c A"derc Perfoonen van een geheel onderïaTym- icheiden karakter en beroep,maar meer verfche Biegt- dagt,en bovendien nog haatelyker voordien vaders van i\/i;„ ;„,.,..,. j • *? vuui uien den Ko- Ministei, werden m de zelfde ongenade in- SU» lC;Vjkkdd 7~ "et was al bng geleden, iyke Fami- clat Hun gedrag , hunne beginfelen , hun d^Tet vermoSen> of invloed op den geest des Kouof ver- mngs, aan carvalho een baatlyk voorneemen wydert. had ingeboezemd, om zig op hen te wreeken, en ze van het Hof te verwyderen, waar toe hy de middelen zogt, om ze in 't werk te {tellen. Men begrypt ligtelyk, dat het de Jefuiten zyn, van welke ik wil fpreeken. Deeze Paters hadden een vryen toegang aan het Hof, en als biegtva. ders van den Koning en de Koningin, belast met de opvoeding der Koninglyke Familie was het met wel mogelvk, om hen den toegang aan het Hof te beletten. De Koning had eene groote agting voor dezelve, en bef loot niets, voor dat hy Pater Moreira geraadpleegd hadde. — Carvalho gewoon hen als zyne mededingers, en tevens ook, als zyne vyanden aan te merken, zag het vertrouwen van den Monarch tot zyn biegtvader, niet dan met het uitentte verdriet en de grootfte wangunst aan. «— Wanneer de haat, welken hy tegen zyn befchermer Moreira, en de andere Jefuiten, heimelyk in zyn hart verborg, kwam uit te barften , fchreef het gemeen de reden daar van toe aan den tegenftand, welke de Jefuiten tegen wil en dank van carvalho in twee zaaken gedaan hadden, in welke die Minister groot belang ftelde. , Hy had, zegt men, aan  den MARQUIS DE POMBAL. ï2$ aan den Koning het huwelyk van de Princes mvan Brazil met den Hertog van Cumber- B 0 E K; land voorgefteld, en om aan de Jooden te vergunnen, dat zy zig vry te Lisbon mogten ter neder zetten, op voorwaarde van de ftad weder op te zullen helpen bouwen. - ■■ Maar Koning Jofeph had deeze beide voorftellen van de hand geweezen, op den raad van Pater Moreira, die den Koning had voorgefteld en" aangetoond, welke doodlyke gevolgen zulks zoude kunnen hebben voor den Katholykeii Godsdienst. ———• Intusfchen kunnen wy niet voor de waarheid van deeze zaaken of verrigtingen inftaan, om dat wy wel weeten, hoe weinig de openbare gerugten tot een vasten regel kunnen dienen, om van dat geene te oordeelen, welk in 'het geheim Kabinet omgaat. - ' ■■ Intusfchen is het zeker, dat carvalho ten allen tyde een vyand van de Jefuiten geweest is, en misfchien zullen de redenen, welke wy thans voordragen, en die waarvan wy naderhand zullen fpreeken, veel toegebragt hebben, aan de gewelddaadige ondernemingen, die hy tegen dezelve heeft in t werk gefteld. » Nochtans was carvalho zyne verheflinge aan hen verfchuldigt; maar volgens zyne denkbeelden en beginzelen was de erkentelykheid en dankbaarheid niet dan eene zwakheid, eenen Staatsman onwaardig. Hy zou 'er fchaamrood over geworden zyn, toe te ftemmen, dat hy eenige verpligting had aan Monniken, of aan die Geestelyken, van welke hy ronduit zeide, dat ze niet alleen onnut,maar zelfs fchadelyk voor het publiek wa«  ia6 GEDENKSCHRIFTEN van a waren. • Zyne meening was ten dien B 0 E K' opzigte zo beflisfende, dat hy geloofde een waaren dienst aan zyn Vaderland te bewyzen, zo. menigmaal hy eenige geestelyken deed verdwynen, het zy dan dat hy ze in akelige en duistere gevangenisfen liet opfluiten,het zy dan, dat hy eenige derzei ven naaide guarnifoenen van Africa of America verbande. Carvalho, dus voorgenomen hebbende, om de Jefuiten te vernederen , ftelde alle zyne pogingen in 't werk , om ze by den Koning in minagting en haat te brengen. De beroertens, en groote oneenig- heden van Maragnon en Paraguay, verfchaften hem by aanhoudendheid zeer gunftige voorwendzelen, om zig daar van te bedienen. — Ten dien einde liet hy niet na deezen ligtgelovigen Vorst te overreden, dat de Jefuiten alleen de oorzaak van alle wanorders waren. ' De brieven van zynen broeder Mendoza onderfteunden deeze zyne hatelyke befchuldigingen. Deeze Gouverneur fchreef, dat alle zorgen, welke hy aanwendde , om de orders des Konings te volvoeren Cdat is te zeggen, de orders van den Minister carvalho, van welke hy niet dorst afwyken) onnut en vrugteloos waren geworden, door den tegenftand der Jefuiten, die opentlyk tot dat oogmerk een misbruik maakten van de befcherming, welke zyne Majefteit hen vergunde. —— Carvalho ziende, welken indruk dat deeze brieven, die van tyd tot tyd aankwamen, op den geest des Konings maakten, durfde eindelyk zyne Ma-  den MARQUIS DE POMBAL. 127 Majefteit toevoegen, dat. het .eenigfte hulp- Wh middel, om deeze buitengewoone ergernis % Q E h te doen ophouden, was, de biegtvaders,be. nevens de andere Jefuiten, welke hun ampt aan dezelve verknogt hieldt,te rug te wyzen en van het Hof te verwyderen; dat dus hunne medebroeders hier door beroofd van de kragtdaadige hulp en bemiddeling des Konings, op welke zy ftaat maakten, weldra de lust en het vermogen, om in hunne oproerigheid voorttegaan, zouden verliezen. — Koning Jofeph -9 door dezen raad, verfcheiden dagen, in onzekerheid en beiiuiteloosheid, gebragt zynde, en niet,weetende,wat te beginnen, liet zig eindelyk door c a r. v a l110 overhalen; en in den nagt van den 19 September 1757, op het oogenblik, ak de Jefuiten, die in het Paleis van Belem hun verblyf' hielden, byeen kwamen, om zig in hunne vertrekken te vervoegen, deed men hen uit naam des Konings bevelen, om terftond eri zonder vertoeven naar Lisbon te vertrekken , met verbod van niets mede te neemen; zelfs niet hunne eigene effecten of goederen, voor welke men zou zorg dragen, dat ze hen aan het Collegie te rug gezonden wierden. De Pater Joan Hendrik, Provinciaal, haastte zig, om den volgenden morgen vroeg, naar Belem te gaan, en de reden van zulk eene buitengewoone gebeurtenis te verneemen, in die voordeelige omftandigheden, in welke de Sociëteit zig toenmaals bevond. . Doch naauwlyks was hy daar gekomen, of men toonde hem een order van den Staatsfecretaris, welke hem * en  ia8 GEDENKSCHRIFTEN van JnÉ ii en a^e andere Jefuiten verbood, om in 't ■ toekomende weder ten Hove te verfchynen. - De Provinciaal nam daar op het befluit, om niettegenftaande deeze order, zig by den Minister carvalho aan te dienen , en met aanhoudenheid te vraagen, welke toch de reden was, die hen zulk eene verontwaardiging, by zyne Majefteit, op den hals gehaald hadde? ——— De Minister carvalho gaf hier op ten antwoord, dat de Koning geen reden had, om zig over hen als biegtvaders perfoonlyk te beklaagen; maar dat hy in dit geval zyn regtmatig misnoegen, welke hem het fchandelyk gedrag der Jefuiten in Maragnon inboezemde, wilde betoonen. - De Provinciaal ftelde daar op voor, dat de Jefuiten van Maragnon niet van hem afhingen. „ Neen direct niet", hervatte de Minister, maar echter behoort gy allen tot één „ Sociëteit, of lighaam, van welk alle leden „ onder elkander eene geheime verftandhou„ ding hebben," dit gezegde nu was regt ftrydig met dat geene, wat hy 't eerst gezegt hadde, naamlyk, dat de Koning geen reden van misnoegen had tegens zyne biegtvaders, in perfoon. Pater Timoni, Vicaris Generaal van de Jefuitfche Sociëteit, van al het gebeurde onderrigt zynde, fchreef aan den allergetrouwften Koning een brief, waar in hy dien Vorst nederig fmeekte, om die geestelyken, welke bet ongeluk hadden van hem te beledigen,te willen kenbaar maken, op dat hy dezelve naar mate hunne misdaad zoude kunnen ftraffen, en dus aan zyne Majefteit de voldoening  den MARQUIS DE POMBAL. 129 ning geeven, welke men hem verfchuldigt mwas. 1 , - Op deezen brief gaf car b 0 e k: valh0 geen antwoord, dan door een Manifest, den 3 December van dat zelfde Jaar opentlyk bekend gemaakt, betreklyk tot de gewaande Republiek van Paraguay, en by het welk hy een eerrovend Pasquil voegde, betytcld: Précis de la conduite & des dernieres actions des Jèfuites en Portugal, & de leurs intrigues a la Cour de Lisbonne, dat is, Kort en bondig verbaal van het gedrag en de laat ft e verrigtingen der Jefuiten in Portugal, en van hunne listige aanflagen aan het ïlof te Lisbon. De Minister, na alvorens de Jefuiten van eene oneindige menigte gruwelyke, doch niet te min onwaarfchynlykc misdaaden befchuldigt, en onder anderen hen het oproer te Port a Port te last gelegd te hebben, eindigt dit Pasquil met te zeggen, dat de Koning, niettegenftaande deeze hunne ftraf bare misdaaden, zig . te vrede gefteld had, met dezelve opentlyk bekend te maken, en de uitwerkers derzel• ve van zyn Hof te verbannen. Waaromtrent wy deeze beide gewigtige aanmerkingen kunnen maken : eerftelyk, dat carvalho, betreklyk tot het oproer van Port a Port, meer dan eens gezegd hadde, dat alle Monniken daar aan deel hadden, uitgezondert de Carmcliter - Barvoeter Monniken, en de Jefuiten: ten tweeden, dat men dus de Jefuiten, wel een zeer geringe ftraf opleidde, byaldien zy waarlyk fchuldig waren aan het verwekken en aankweeken van oproer, in een der voornaamfte fteden van I. deel, I het  ï3o GEDENKSCHRIFTEN vanv m- het Ryk, en in de wyduitgeftrekte landen) r ° E : van Amerika. En dusdanig waren de orrwederfpreeklyke betuigingen, de ontwyffelagtige bewyzen, die de Jefuitfche carvalho gegeeven heeft (i) van deeze uitermaten groote genegenheid , welke hy zo dikwils aan zyne goede vrienden, en aan zyne beminde Sociëteit gezwooren had. Dusdanig was de byzondere erkentelykheid, met welke carvalho de vriendfchap, en de weldaaden van Pater Moreira, zynen voorftander en verdediger, beloonde; die Moreira, welke al zyn gezag by den Koning in het werk gefield hadde, om hem weder in gunst en genade te brengen by dien Vorst, welke gedwongen was, om hem om zyne onbekwaamheid, zyn gunst en vertrouwen te onttrekken. Deeze goede Pater kon zig hier over niet genoeg verwonderen; hy durfde niet, dan met fchaamte, voor eenige van zyne goede vrienden verfehynen, die,, by de komst van carvalho tot het Minifterie, hem verfcheiden maaien gewaarfchouwd hadden, van dien Minister niet dan met omzigtigheid te betrouwen. Maar Moreira fprak hem altoos vóór, en werd dikwils gramftorig tegen de geenen, die kwaad van hem durfden fpreeken. Wanneer nu het beledigend Verhaal of Pasquil, waar van wy gemeld hebben, zig onder het gemeen verfpreidde, zo begaf de Pro* CO Zie pag, ss.  den MARQUIS DE POMBAL. 131 Provinciaal Hendrik zig op nieuw by den fo Minister c a r v a l h o , om zig te beklaagen boek. over de lasteringen, in dit blaauw boekje vervat, en toonde hem den onherftelbaaren hoon en fmaad, die hetzelve aan de Sociëteit der Jefuiten konde te weeg brengen. — Maar, in plaatfe van Regtoefening,welk hy verwagtte, antwoordde carvalho hem met een hoogen borst: „ ik hoor dat eeni„ gen van uwe Paters voorgenomen heb„ ben, om op dit werkje te antwoorden; „ maar best is het, dat zy zwygen, en alles „ zal zig als dan wel fchikken. Maar „ zo zy één woord over dit onderwerp dur„ ven fchryven, zeg hen dan, dat de Ko„ ning hun Meester hen dan ook, als magt „hebbende, zal ftraffen." «—— (Dus was de gewoonte van carvalho om zig, zonder eenige behoorlyke Regtspleeging, aan zyne vyanden te wreeken). —U Deeze dreigementen verfchrikten den Provinciaal zodanig, dat hy en zyne medebroeders ftil zweegen, op hoop van door hunne ftilzwygendheid zig verdienftig by dien Minister te maken, maar zy werden in hunne verwag- ting geweldig bedrogen. De zaaken, in plaatfe van zig te zullen fchikken, kwamen wel dra zo verre, dat het niet meer mogelyk was om dezelve te herftellen. De Hovelingen hadden bemerkt, dat, geduurende de laatfte maanden, voor de te rupwyzing der Jefuitfche biegtvaders van het Hof, zo menigmaal als Koning Jofeph Pater Moreira van verre zag, hy ter zyde afweek, om zyne ontmoeting te vermyden. Maar l 2 het  132 GEDENKSCHRIFTEN van w. het geen hen nog meer aandagt en verwonf 0 E K> dering verwekte, was, liet geene by de eerfte plegtigheid van de openbaare handkus gebeurde , waar op de ongenade der Jefuiten volgde. Onder eene menigte perfoo¬ nen , die tot de eer van den Koning de hand te kusfen, werdt toegelaten, vernam zyne Majefteit eenen Theatiner Monnik , Pater Thomas do Bern genaamt , en misleid dooide gelykheid van de kleding, hield hy hem voor eenen Jefuit.—Dit gezigt verwekte by zyne Majefteit eene ontftelteriis, waar over elk verwonderd ftond. —- De Kamerheer, welke digt by den Koning was, haastte zig om na de reden van zyne ontroering te vraagen \ de Koning antwoordde hem, en zyne misdag erkennende, hervatte hy zyne voorgaande bedaardheid van geest. I758> Maar het oogmerk van carvalho was De Kardi- niet, om met deezen flag alleen de uitwerk- naal de i i saldanha, zelen van zyn ongenoegen en wraakgieng■word^ door heid te eindigen. —— Zyn haat vorderde, benoemd dat de Sociëteit der Jefuiten geheellyk zouzoeker^n' de vernietigd worden, en hy zag niet dan hervormer met den uiterften nyd, dat het crediet of de ten «Por- acntulg der Jefuiten nog ftand greep en ftaantugai. de bleef, niet alleen by het gemeene volk , maar ook by den Adel. — De grooten van het Ryk verheugd van deeze gelegenheid gevonden te hebben, om dien trotfchen Minister te vernederen, betoonden geen de minfte achting te hebben voor zyne eerrovende Pasquillen , die hy tegen de Jefuiten verfpreid hadt, maar zogten integendeel die geestelyken aan, en verkeerden daar mede vee]  den MARQUIS DE POMBAL. 133 veel gemeenzamer dan ooit. — Car- m' valho, als een listig en wraakgierig Ho- B 0 E ^ veling, oordeelde, dat, om de by hem zo haatelyke Sociëteit, eene hoogachting, zo ftrydig met zyne oogmerken, te beneemen, 'er geen beter middel te vinden was, dan het gezag van den Heiligen Stoel daar mede in te mengen en tot zyn hulp te doen gedijen. -— Ten dien einde verkreeg hy de toeftemming des Konings, om uit zyn naam, aan den Kommandeur d'Almada, gevolmagtigden Minister te Rome, eene Inftructie over te zenden, gedateerd den 8 October 1757, benevens eene Onderrigtings - Brief, van den 10 February 1758, behelzende een verzoek aan den Paus Benedictus XIV., om een Onderzoeks- en Hervormings-Brevet, voor de Jefuiten van Portugal. — Deeze beide (lukken . waar van wy de vertaling gevoegd hebben , aan het einde van dit boekdeel (N°. I. en II.) waren in zodanige termen of bewoorgen vervat, welke carvalho geen reden gaven, om aan een goed gevolg daar van te twyffelen. ——• Men ftelde de Jefuiten daar in voor als fchuldig aan de grootfte misdaaden, en als zonder ophouden bezig, om de Regeering, door hunne gefprekken te lasteren, en door hunne listige aanllagen te' verhinderen. Men befchuldigde hen tevens, dat zy de gehoorzaamheid, welke zy aan den Paus met eede beloofd hadden, en de getrouwheid, die zy aan hunnen Souverein verfchuldigt waren, geweigerd en in den wind geflagen hadden; dat zy, zonder fchaamte, alle verbintenisfen, die hun ftaat, I 3 hen  ï34 GEDENKSCHRIFTEN van * llen als onderdaanen en geestelyken, opleid- — de-i aan eene tomelooze heerschzugt, en onverzaadlyke begeerte naar rykdommen, opgeofferd hadden; dat zy haakten naar eene volftrekte onafhanglykheid, en tragtten in den fchoot van de Staaten en Landen der Vorsten, Republieken op te rigten, welke niemand dan hen voor hunne meesters er' kenden; dat zy zig, met al hun magt, en dikwils, gewapender hand, aankanteden tegen de uitvoering van de verftandigfte, en voor de Natie, nuttigfte ontwerpen, maar die met hunne oogmerken niet overeenkwamen ; dat zy met de aardbeving, het allerverfchriklykst onheil van Lisbon, hun voordeel gemaakt hadden , door het verfpreiden en geloofwaardig maken van gewaande Voorzeggingen , beledigende den Koning en zyne Ministers, als zynde dezelve alleenlyk gefchikt, om de gemoederen te ontrusten, en het volk te verfchrikken, met hetzelve nieuwe onheilen aan te kondigen; en eindelyk, dat zy de voornaamfte aanvoerders van het geweezen oproer te Port a Port waren, en de eenigfte oorzaaken van de onheilen te Brazil, en van den fchandelyken oorlog, welke daar een geruimen tyd heerschte. Zulke zwaare befchuldigingen hadden alle die uitwerkingen, welke derzeive listige Auc- teur zig daar van beloofd hadde. Het Brevet werd derhalven toegedaan en gezonden aan den Kardinaal van Saldanha. —— De Paus ftelde daar deezen geestelyken aan tot Onderzoeker en Hervormer der Jefuiten, in de gantfche uitgeftrektheid der Staaten en Lan-  den MARQUIS DE POMBAL. Ï35 Landen, aan den Koning van Portugal on- g nr. derhorig, met het uitgeftrektst vermogen of : vol magt, om in de huizen of Kloosters der Jefuiten, en proefleerlingen, derzelver kerken , collegïen, herbergen of fchuilplaatzen voor vreemden en zendelingen, alle zodanige veranderingen te maken, als hy dienstig mogte oordeelen. — (Zie de Regtvaardi- gende Bewysftukken N°. III). De droevige toeftand, in welken Paus Benedictus XIV. zig toen bevond, wiens waggelende gezondheid weinig hoop overig liet, dat rhy lang zou leeven, en die ook kort daar na ftierf; de aangekondigde haat, welken de Kardinaal Pasfionei, Sekretaris der Brevetten, de Jefuiten toedroeg; de listige aanflagen van den Kommandeur d'Almada, en de uitdrukkingen zelve in het Brevet vervat, deeden alle met genoegzaame waarfchynlykheid vermoeden, dat het door bedrog gefchied was. ——. Het is ten minsten als zodanig befchouwd, door alle de geen en, die zig vleidden een genoegzaam goed doorzigt te hebben, om gezond over die onderwerpen te kunnen oordeelen, niettegenftaande de duisterheden van het Canonike of Wettig Regt. — Het zy zo het wil, men kan niet twyffelen, of dit Brevet is een kragtdaadig middel geweest, om den volkomen ondergang en vernietiging der Jefuiten te bewerken. — Deszelfs uitvoering kon niet nalaten , een diepen indruk op het onkundig gemeen te maken, welk van jongs op eene hoogagting, zonder uitzondering, was ingeboezemd voor Rome en haare belluiten; en I 4. voor  rtf GEDENKSCHRIFTEN van m- voor wiens oogen de minste order van den Jl£2f« Paus bekend gemaakt, of onder zyn naam uitgegeeven, genoegzaam voldoende was, om de misdagen van het onregelmatigde Regts- geding te bedekken en te verbloemen. Men konde geene gunftiger omftandigheden verlangen: zo menigvuldige verhaalen en berigten, by aanhoudenheid uit Amerika ontvangen , aangaande de fchatten, en het vermogen der Jefuiten, hebben veroorzaakt, dat men de Jefuiten wantrouwde : een hoop Monniken, aangemoedigd door den valfchen Abt Platei, bevestigden, by monde en gefchrifte de gebeurtenis der Indien : eene nog talryker Facïie in de Hoofdftad verfpreid, opgehitst door geheime listen van carvalho, en onderfteund met al zyn magt, verfchafte aan de vyanden der Jefuiten een kragtig voordeel, en voorbereidde deeze vreemde omkeering, welke, eenige jaaren daar na, de geheele waereld verbaasde. ~ De Prelaat verkoren tot de hervorming, alhoewel een Terciario (i) van de So- (l) Terciario, is een woord by de Italianen gebruikelyk, en betekent, by zommige Geestelyke Ordens, de tot hun eigendom , of bercherming aangenomen perfoonen, die zonder dezelfde beloften ais de anciere leaen, en zonder het kleed te dragen, met hen echter eene vereeniging of zuivere geestelyke be'rekkir.gen hebben. Veele braave lieden hebben geloofd , dat de Jefuiten onk derpelyke aanneemelingen in hunne Societeir hadden, bekend onder den naam van de Jefuiten met de korte rok. Dit is in dien tyd, een der grootfte iwatightden geweest, welke tegen hunne ini.eliing werd in. gebragt Het blykt zelfs, dat zy daar op antwoordende, veeleer getragt hebben de natuur of getteldheid "an deeze ver. eenigi; gen te verklaaren, dan om de wezentlvkheid daar van völttrtki ts ontkennen. Zie Memoire fur l'Inftitut £? la Doctrine des Jefuites, f. 76 £? fuiv.  ben MARQUIS DE POMBAL. 137 Sociëteit der Jefuiten, was niet te min toe- nt* gedaan aan de wil van het Hof — Zyne B 0 E Kbeftuiten, bekleed of voorzien met het zegel van de Koninglyke magt, moesten natuurlyk grooten indruk maken op de zwakke geesten, en den Jefuiten een groot getal van hunne voorftanders ontneemen. Maar dé overhaasting, die byna altoos de onderneemingen van carvalho karakterifeerde, deedt hem nog in deeze omftandigheid, de vrugt zyner zorgen en aanflagen verliezen. — Eene zo wel berokkende zamenzweering hadt, in plaatze van een goed gevolg, welk hy 'er van verwagtte, geene andere uitwerking, dan den onverzoenlyken haat, welken hy aan de Sociëteit der Jefuiten gezworen had , in een helder dagligt te Hellen. De Kardinaal, hervormer van een Orde, te dier tyd zo gezien , ontving ter zeiver tyd, benevens zyn nieuw karakter, den graad van kennis en het noodig licht tot zyne zending, gelyk hy betoonde met zyne buitengewoone talenten volkomen te gebruiken. — Men kon buiten twyffel geen zaak met meer doordringenheid aanvaarden, nog met meer vaardigheid eindigen. — Niettegenftaande de diepzinnige overdenkingen van onze Philofophen, zo zyn de Jefuiten tot nog toe voor hen eene foort van zedekundig Probléma of Vraagftuk geweest, welk zy niet hebben kunnen oplosfen. Le Portrait des Jéfuites, le Ta¬ bleau Impartial, les Preuves & Aveux autbentlques, les Erreurs Impies, la Morale Pratique, les Lettres Provinciales, les Loups déI .5 mas-  133 GEDENKSCHRIFTEN van b o^e k mas4ués» dat '1S•> Wet, af beeldzei der Jefui■ —: ten; bet onpartydig fchildery ; geloofwaardige bewyzen en bekentcnisfen; de goddelooze dwaalingen ; de praclikale zedekunde; de Proünciaale brieven; de wolven ontmaskerd, deeze en zo veele andere werken, in welke men die ondoorgrondelyke mannen getragt heeft af te fchilderen, hebben het gevoelen der geoefendfte Staatkundigen niet kunnen overhaalen, om 'er geloof aan te (laan; en vier dagen waren genoeg voor den Kardinaal van Saldanha, om het gedrag en de geaardheid der Jefuiten te beftudeeren en te kennen. ——- Dees Prelaat ging den 31 Mey zyn geregtlyk bezoek doen, in het Klooster van St. Rochus, en zeide zeer zedig tegen de Opperbeftierders,na dat hy hen den Eed van gehoorzaamheid had afgenomen , dat hy 't was die verbetering en hervorming noodig had, en niet eene Sociëteit, van welke hy wel overtuigd was, dat dezelve van een on- berispclyk gedrag was. Deeze ydele uitdrukking van nederigheid diende nergens toe, dan om een vreemd tegenflrydig gezegde nog kenbaarder te maken, in welk hy vier dagen daar na verviel, verklaarende die zelfde Jefuiten, die hy met loftuitingen kwam overladen, bezig te zyn met fchandelyke koopmanfehappen, die tegenflrydig waren, met de heilige fchikkingen van de Kerkelyke wetten. Om nu zulk een beflisfend oordeel te vellen, had hy geen enkel geestelyk perfoon noodig te roepen, of te onder■ vragen: ook verkwistte hy zyn tyd niet met hunne papieren,of het gedrag der perfoonen te  een MARQUIS DE POMBAL. 139 te onderzoeken ; hy had geen onderzoek of ra. eenige onderrigting noodig: om dat, zegt boek. hy, in zyn Decreet of vonnis, op den 4 Juny bekend gemaakt, de waarheid van alle die daaden, welke daar in opgenoemd worden, klaarblyklyk en waereldkundig was. — Deeze wonderlyke fcherpzinnigheid bepaalde zig niet by de Jefuiten van Lisbon alleen, maar zy ftrekte zig ook uit tot alle andere Jefuiten, die zig in de uitgeftrekte landen en bezittingen van den Koning van Portugal verfpreid hadden. — En alhoewel de Kardinaal hunne Kloosters of huizen niet kon gaan bezoeken, en alfchoon hy dezelve nooit gezien had, echter verklaarde hy ze in het zelfde Decreet, dat zy alle Bankiers of geldwislelaars en fchandelyke kooplieden waren. Vierdaagfche Staats- en Wysgeerige overweegingen hadden hem tot deeze navolgende redeneering gebragt, tegen welke niets was in te brengen. De Jefuiten zyn dezelfde in alle vuaerelddeelen, zy hebben daar het zelfde gewaad, den zelfden naam, de zelfde befliering, het zelfde fystbema; Nu, die van Lisbon dry ven een on» geoor loof den handel; derhalven zyn alle anderen desgelyks fchuldig. De Apostoli- fche onderzoeker had, om dit te beflisfen, niet eens dien korten tusfchentyd van vier dagen noodig; nadien hy zedert den 15 Mey, het Decreet van hervorming ondertekend hadt. ln zo verre is het waar, dat de Natuur aan verftanden van een hoogen rang zo veel licht gefchonken heeft, 't welk hen met klaarblykelykheid dat geene doet zien, het  140- GEDENKSCHRIFTEN van ni. het geen een gemeen verftand zelfs niet zou 2-2.—• vermoeden of kunnen gisfen! Dit vermaard Decreet maakte een geweldigen indruk op de gemoederen te Lisbon, en door geheel Portugal. — Men fprak daar van opentlyk en vry, en veele braave lieden oordeelden, dat het meer nadeel en ongelyk aan den Prelaat Hervormer deed, dan aan de Geestelyken, die hervormd moesten worden. -— Maar zyne Eminentie verachte de ydele praatjes van het gemeen al te zeer, dan dat hy die tot een regel van zyn gedrag zoude gemaakt hebben. Een van zyne medebroeders, de Kardinaal Manuel, Patriarch van Lisbon, vervoegde zig welhaast by hem, en kwam een nieuw gewigt aan zyne vonnisfen byzetten. -' ■ Deeze Prelaat, na eene onderhandeling van vier uuren met carvalho , bewilligde eindelyk op zyn aanraaden, en maakte,den 7 Juny, een Mandement of Bevelfchrift bekend , volgens het welk de Jefuiten alle magt,om te preeken en de biecht tehooren, benomen werd. — Deeze nieuwe llag aan de Sociëteit der Jefuiten toegebragt, maakte op de gemoederen den zelfden indruk, welken het Decreet van den Kardinaal Saldanha gedaan hadde. —— De Familie van den Patriarch zag het niet zonder groot hartzeer en verdriet aan , dat hy zig dus aan de oogmerken van carvalho geheel overgaf. Zyn broeder, de Marquis de Tan cos, deed hem bittere verwytmgen overeen daad , die, behalven de fchande, welke dezelve aan alle vroome lieden verwekte, en behalven  den MARQUIS DE POMBAL. 141 ven het dreigend gevaar, welk daar uit voor het behoud der zielen ontftaan konde, hem B 0 E & nog bovendien toefcheen, dat ze een eeuwige fchandvlek op zyn huis en geflagt zou leggen. De goede Prelaat erkende zyne gedaane dwaasheid, en werd daar van zo levendig getroffen, dat hy, zig op "t land in eenzaamheid begeeven hebbende, binnen weinige dagen van berouw, hartzeer en verdriet , den geest gaf. — De Kardinaal de Saldanha intusfchen was niet van gevoelen dit voorbeeld van den Patriarch van Lisbon te volgen; zyn ziel was verre verheven boven eene dergelyke zogenaamde zwakheid; alle verwytingen van zyne familie verhinderden hem niet, om zyn gedrag ten hoog- ften te regtvaardigen. Hy antwoordde op dit onderwerp eens aan Donna Maria de Porta, eene Mevrouw van verdiensten, en van zynmaagfchap, „dat de wil des Konings de „ eeniglle rigtfnoer van zyne daaden was; dat hy zodanig door de gunst en genegen„ heid, met welke die Vorst hem overlaad„ de,bewogen en getroffen was geworden, „ dat hy geen bogenblik in beraad zou ftaan „ om van bovenneer uit een vengfter te fpringen, byaldien hy zig kon verzeke„ ren, dat zulks de wil van zyne Majefteit „ was." Waarlyk, eene verwonderly- ke erkentenis en dankbaarheid, wel waardig inderdaad om van ons geroemd te worden, maar die in den grond niet volkomen zonder eigen belang was. — Deaze volftrekte opoffering van zig zeiven, deeze blinde eerbied van Saldanha verwierf hem intusfchen de 1  142 GEDENKSCHRIFTEN van. m. de achting en het gantfche vertrouwen van > o e K. carvalho, die hem ook in vervolg van tyd in de gewigtigfle bezigheden gebruikte. Zie het Decreet van den Kardinaal en het Bev. lfchrift van den Patriarch, in de Regtvaardigings Stukken, No W, en V, De aanhoudende ftudie, welke carvalho maakte van de middelen, die gefchikt waren , om zyn haat te voeden , tegen een lighaam of Sociëteit, die hy wilde vernietigen, tot wat prys het ook zyn mogte , gelyk hy zig opentlyk tegen zyne vrienden verklaard had, verhinderde echter niet; dat hy zig verledigde tot de zorgen van het Ryksbeftier, welker gewigt hy geheellyk op zyne fchouderen droeg.— Daar waren wel in der daad drie Staatsfekretarisfen; maar hy was de ziel van alle zaaken. Dit gaf aanleiding aan den Graaf van Obidos, om op eene geestige wyze , te zeggen, „wy andere Portugeezen hcb„ ben een fchoon voorregt; zonder behulp „ van het geloof, zien wy hier beneden „ op aarde,de Drieeenheid,drie onderfchei„ den perfoonen in één Secretaris," —— Don Louis d'Acunha, en Joachim de Costa, Corte-Real, de een en ander uitmuntend door hunne geboorte en diensten, welke zy aan den Staat bevveezen hadden, waren in een zeker opzigt niet anders dan twee ondergefchikte, en geheel aan de orders van carvalho onderworpene die- Yver van naaren. Deeze Minister hield zig be- iThe/Be- ftendig bezig en verrigtte, met zulk eene •lier der groote vaardigheid, verfcheidene byzondere Regeering. ° „„„  Den MARQUIS, DE POMBAL. 143 zaaken van het Ryksbeftier, dat 'er weini- mt ge weeken voorby liepen, in welke men B 0 E cniet eenige nieuwe Edicten afkondigde. — Wy hebben boven gezien, dat carvalh o, verheven boven de ydele vooroordeelen van de gewoonte, en het algemeen gevoelen der menfchen, niet fprak dan met veragting van de grondwetten, en van de fondamenteele Conftitutien , of gegronddc inftellingen, welke men met reden, als den grondflag van de Regeering moet aanmerken, maar waarvan het voornaamfte oogmerk is, het gezag van den Souverein te bepaalen. Doch volgens de grondbeginselen van carvalho, was de hoogfte en eenigfte wet, de Wil des Konings, dat is eigenclyk gezegd, de Wil van carvalho, die den Koning naar zyn Wil wist te buigen, en te leiden werwaarts hy hem hebben wilde. Derhalven ontftond hieruit, dat deeze Wil, zonder ophouden, telkens uitgelegd en duidelyk verklaard moest worden, om tot een Regel te dienen, in het midden van deeze verfchillendheid van belangen en betrekkingen , die het burgerlyk leven uitmaken. Ook gelyk wy nader zullen zeggen, zag men zonder ophouden nieuwe Ordonnantiën te voorfchyn komen,en nieuwe Verklaaringen, die de Portugeezen niet veel gelukkiger maakten. „ Onder andere „ Edicten" zegt de Hollandfche Mercurius van 1.757. Art. Portugal „ kwam 'er een te „ voorfchyn, gefchikt, om de prys van hec „ ftroo, hout en andere koopgoederen te ver- „ minderen. Maar 'het zy het een flegc „ jaar  ï44 GEDENKSCHRIFTEN van ui. „ jaar is geweest, het zy dat onze gefteldb o e k, n heid zo wanhoopig is, het zy eindelyk „ dat de menigte der wetten fchadelyk is „ voor derzelver uitvoering, wy hebben tot „ nog toe geene verzagting ondervonden. — „ De fchatkamer verarmt oogenfchynlyk; „ zonder te fpreeken van de tollen of hcenten „ van Port a Port, al waar de zaaken altoos in „ een allerbeklaaglyklten toeftand zyn, het „ inkomen van alle andere Regten, zo op „ het vaste land, als in de veroverde lan„ den is een derde gedaald; en de andere „ takken van de Koninglyke Inkomftenheb„ ben dezelfde vermindering ondergaan," zeven op- Maar de menigvuldigheid der wetten was heide™- niet de oorzaak alleen, welke de goede uitIdlcTove? werking derzelve verhinderde; haare ondoorhet ft'too, grondelyke duifterheid heeft dezelve nog on- taZÏt" nutter gemaakt. Het Edift waar van kendge- boven gemeld is, aangaande het ftroo, fcheen ma u voor de gehee-le waereld zo onverftaanbaar, dat men genoodzaakt geweest is, een ander Edict tot verklaaring en opheldering van het zelve te geeven. — Doch de verklaaring was niet verftaanbaarder dan de text zelve, en heeft weder een nieuwe of tweede opheldering noodig gehad, welke echter nog niet vermogend genoeg was, om alle duifterheden der text op te helderen, en de regte meening van den wetgeever te doen verftaan. Men had derhalve een derde verklaaring noodig, waar over ook nog al twyffelingen ontftonden, die de Regeering in eene vierde verklaaring te vergeefsch heeft getragt op te helderen. De zaaken wierden dus ver-  den MARQUIS DE POMBAL. 145 verwarder dan ze ooit geweest waren; de B Ji£ koophandel der levensmiddelen, zo nood- :—, " zaaklyk voor elk , bleef opgefcbort , en zulks verwekte een algemeen gemor en mis. noegen. —■ Kortom, carvalho, verItoord over de domheid der Portugeezen, deed eene nieuwe uitlegging van zyn eerfte Edict bekend maken , en alle daarby belanghebbende perfoonen niet kunnende voldoen, voegde hy de laatlte verklaaring daar by, die hen nog te onvrede liet. — Dus kosteden carvalho eenige hoopjes ftroo omtlags en werks genoeg, om hem te doen bekennen, dat het vermaak van te gebieden hem duur genoeg te liaan kwam. — Wel is waar, dat hy al de fchuld gaf aan de domheid en het karakter van het volk, welk hy regeerde; een volk, zo als hy voorgaf, zonder verftand of fchranderheid, en wiens zwak gezigt en domheid de hoogte van zyne verhevene denkbeelden niet konde bereiken. — Maar als een wet noodig heeft, om zeven malen verklaard te worden, moet men zulks dan aan de zwakheid of domheid van eene geheele Natie toefchryven en vcrwyten? of aan de duistere wyze, op welke de Wetgever zig verklaart? — Dit is een vraagftuk, welk wy aan den.verftandigen en onpartydigen lezer overlaten, om te beoordeelen. Dit is buiten twylfel de eerfte proef niet, die carvalho gegeeven heeft van de verwonderlyke verwarring, die in zyne denkbeelden heerschte. .— Intusfchen zo veele Ediéten over een gering oaderwerp, lieten I. deel. K niet  146 GEDENKSCHRIFTEN van b o e k niet na zvne aannangers ^ ontrusten. ■ 1 Zy vreesden, en vvaarlyk niet zonder reden, dat dezelfde oorzaak ook in veel gewigtiger zaaken, nog veel doodelyker en nadeeliger gevolgen zou kunnen na zigfleepen, en datzy de eerden zouden zyn, die daar onder zouden moeten lyden. — Don Ferdinand de Miranda, een uitmuntend heer, door zyne verdienden, en wiens zoon tot Graaf van Sandomil, onder de tegenwoordige Regeering, was verheven, poogde, op eene zonderlinge wyze, hun moed in te boezemen. „ Waarom zyt „ gy vervaard," (zeide hy tegen hen,) „ voor eenige geringe tegendrydige gezeg„ dens, die naderhand het volkomen en het „ waare karakter van carvalho zullen „ afbeelden? — Weet gy dan niet, dat „ wy een Minister hebben, die in 't geheel „ niet naar andere menfchen gelykt! —— „ Deeze denken eerst , en doen naderhand ; „ maar hy begint met doen, en denkt na« „ derhand over de middelen, om de zaaken „ te verbeteren, zo ze kwalyk verrigt zyn." nisticumof Kort na de zeven Edicten over het droo, iteveMge- kwam 'er een ar>der te voorfchyn over de raaakrr,Sby' kat tarnen; wy zullen hier noch de oorzaaken, helder nocn ^e gevolgen van aanhaalen, om onze drie Edic- lezers niet te lang op te houden, met voorioor°nP5,de werpm, hunne aaudagt bykans onwaardig; ftroo en wy zullen ons vergenoegen met flegts te zeg- kastanjen. ^ : ^ ^ £(JjcC over ^ kastanjerl ? alsmede dat over het droo, en dat over de hoorns boven gemeld, gezamentlyk carvalho hebben waardig gemaakt, dat het volk van Lisbon, in dien tyd, ter eere van dien on- fterf-  den MARQUIS DE POMBAL. 147 fterflyken Minister, een tweeregelig Vers m,- by den weg zongen. *—■ De inhoud van dit —— Vers, alhoewel niet zeer fchrander nog aangenaam, beftond echter in hooi, kastanjen en hoorns, die gezamentlyk een zegeteken uitmaakten, zulk een man als carvalho overwaardig. Geduurende dat carvalho al zyn aandagt vestigde op zulke ernilige wetten, hield Portugal niet op te zugten, onder de verdubbelde Hagen van den toorn des Hemels, — Het zoude moeijelyk vallen, om het afgrylen te fchilderen van deszelfs gedeldheid , geduurende de jaaren 1755, 1756, 1757 en 1758. Behalven de aardbeevingen, meer of min algemeen, geduurende dien langen tusfehentyd, behalven de overdroomingen, en de branddichtingen, waar van wy reeds gemeld hebben, deed het vuur nog andere veel verfchrikkelyker verwoestingen dan de eerde; de rivieren buiten haare oevers opgezwollen, overflroomden de wyd uitgedrekte landen, en een overgroot gebrek aan alles, door deeze onheilen ontdaan, verdrekte tot een overmaat van alle die rampen. De aarde opende zig op verfcheiden plaatfen; de wreede en toenmaals onbekende ziekten, llcepten, binnen den tyd van weinige uuren, byna alle die ongelukkigen, die daar van aangetast waren, in het graf. « • Den 19 Maart, de Feestdag des Konings , keerde eene vervaarlyke wervelwind byna alles het onder de boven, wat in deszelfs weg kwam, en deed verfcheiden fchepen, die voorneemens waren den haven in K 2 te  i48' GEDENKSCHRIFTEN van b ö^È k. te zeilen, weder in de volle zee te rug dry- ven. — In zulke noodlottige omftandighe- den, zou een minzaam en menschlievend Minister niet anders getragt hebben, dan dit ongelukkig volk te hulp te komen, om de kwalen te verminderen, en hunne elenden te verzagten, maar dat was niet het karakter, noch het Syfthema van carvalho. —■— Zyn onmedoogend, zyn wreed en fteenen hart, fcheen nog bovendien de geftrengheid of veel eer de barbaarsheid te verdubbelen. — Elke dag werd getekend, door nieuwe wreedheden, door nieuwe ftraffen, van welke men geen andere beweegoorzaak kon vinden, dan de willekeurige orders van den Minister. Zo veele vereenigde onheilen, zo veele ongelukkigen, die daar van de beklaaglyke flagtoffers waren, konden weinig doen hoopen, dat de kennis daar van by andere Natien zoude onbekend blyven. . Intusfchen echter tragtte carvalho geheel Europa te overtuigen, dat deeze onheilen niet dan zotte vertclzels waren, door de Jefuiten verzonnen en verfpreid om hunne öogmerdóetwee ken te bereiken- .— Met dat oogmerk liet nieuwe li- hy twee nieuwe libellen, of blaauwe boekjes glndVjè. °Pftellen en bekend maken, het een betyfumn in'c teld: Relation abrégèe concernant la Rèpu- Ucht gec- inquè g>c ^ en het aüder. Avms ^ preum ves authentiques, &c,, dat is, Kortverhaal rakende de Republiek , en: Echte bekentenis/en en bezvyzen, — Maar deeze beide boekjes bragten die uitwerking niet te weeg, welke de Schryver of Uitgever zig daar van be.  den MARQUIS DE POMBAL. 149 beloofd had. Geen mensch floeg ge- m. loof aan die onwaarfchynlyke daaden, mee B 0 F welke dezelve opgevuld waren. De buitenlanders beriepen zig, met meer reden, op die menigte brieven en verhaalen, welke dagelyks uit Portugal kwamen, en daar dezelve van zodanige geloofwaardige perzoonen ondertekend waren, dat men de ongelovigfte menfchen van de onheilen en wezendlyke gebeurtenisfen van dit Ryk zoude hebben kunnen overtuigen. Zy lazen derhalven de Libellen, door carvalho kwaadaartig verfpreid, met eene regtmatige verachting, nadien de minst oplettende Lezer lichtelyk kon bemerken, dat dezelve niet dan een mismaakt zamenwecfzel van leugens en lasteringen uitleverden. En alhoe¬ wel men aan het hoofd van het tweede deezer beide vrugten van onregtvaardigheid en boosheid, den naam van een Achtbaar perfoon gefield vond, zo weeten wy echter, en men kan daar aan niet twyffelen, dat deeze vermaarde perfoon, zedert zyn terugkomst van Angola, meer dan eens heeft verzekerd, dat hy nooit het minste deel aan dit fchande- lyk voortbrengzel gehad heeft. Hy bezit veels te veel verltand, en wel inzonderheid te veel deugd, om een kind voor het zyne aan te neemen, welk niet gefchikt is, dan om zyn vader fchande en oneer aan te doen De eenigfle daad, die in deeze beide werkjes van duisternis eenige fchyn van waarheid heeft, is, dat op het gezigt van de aardbeving, en van alle de plaagen en onheilen, K 3 wel-  150 GEDENKSCHRIFTEN van welke Portugal op eenmaal overftelpten, de ° 0 E ■' Jefuiten gelyk ook de andere Geestelyken 'geloofden, dat dit eenegunftige gelegenheid was, om het volk tot boetvaardigheid op te wekken, en aan te fpooren. —— Men deed dienvolgens verfcheiden zendingen, alwaar de Jefuiten zig beroemd maakten, door de treffendfte afbeeldingen, welke zy hunne hoorders onder het oog bragten van de byzondere misdaaden, en openbaare wanordes; wanordes, waar voor elke Natie blootgefteld is. ■■ -"" De levendige verbeeldingen van de eeuwige ftraffen, verzierd met koleuren van eene manlyke en godvrugtige welfpreekend, maakten een grooten indruk op de gemoederen van allen. ——— De zondaars verfchrikt, bekeerden zig, en verbeterden hunne levenswyze. —— Eenige predikers, door een godvrugtigen yver vervoerd, vermeerderden den fchrik onder het volk, door hen, uit naam van den vertoornden Hemel, met nieuwe onheilen te dreigen, welke gereed ftonden, om zig over hunne hoofden uit te ftorten. — Carvalho verdroeg deeze redeneeringen niet dan met ongeduld , dewyl zy eene ftilzwygende , maar bittere berisping of veroordeeling van zyn gedrag en daaden in zig bevat- teden. En om die reden was het ook , dat hy zig beklaagde ? by zyne getrouwe Vrienden , over de onnutheid der, zendingen, die, zo hy zeide, nergens toe dienden, dan om de gemoederen der menfchen, die reeds al te veel, door het zwaar  den MARQUIS DE POMBAL. 151 gewigt van alle die kwaaien der Natuur, over- m< Helpt en onderdrukt waren, in neerflagtig- boek. heid en moedeloosheid gekluisterd te houden of te doen verzinken. — Welhaast wierden de Misfionarisfen in zyne oogen niet anders dan fchuldige verftoordcrs van de algemeene rust, en hy ftelde alles in 't werk, om den Koning ook in dat denkbeeld te brengen. —— Hy tragtte het natuurlyk wantrouwen van dien Vorst gaande te maken, uit hoofde van de groote drift der menfchen, welke by menigten naar deeze godvrugtige oefeningen liepen, en hy hield niet op, om den Koning deeze godvrugtige byeenkomften, als gevaarlyke middelen van oproer, voor te ftellen. Maar de predikers waren al te wel voldaan over de overvloedige vrugten, welke zy door hunne Apostolifche werken inzamelden, dan dat zy niet zouden tragtten, om daar door nog meer nieuwe vrugten te verkrygen. . ■ Aan het hoofd dier geestelyken bevond zig inzonderheid de vermaarde Pater, Gabriël Malagrida, van welken wy in vervolg breedvoeriger zullen fpreeken. Deeze onvermoeide Jefuit vergenoegde zig niet, dat hy meer dan de anderen predikte, en dat hy, onder zyn opzigt, byzondere godvrugtige boet - oefeningen deed houden voor de aanzienlykfte perfoonen van de Stad en het Hof, maar hy had nog bovendien de onvoorzigtige ftoutheid, of liever gezegt, de kloekmoedigheid, om een werk in 't licht te geeven, waar in hy beweerde, dat de aardbevingen en andere kwaaien, die het Ryk verwoesteden, kastydingen des Hemels waK 4 ren,  152 GEDENKSCHRIFTEN van j"' k ren i Qie met een zigtbaare magt en luister, • opentlyk de ergernisfen en publieke onregt- vaardigheden wilde ilraffen. — Dit werk bragt carvalho in woede, om dat zyne denkbeelden daaromtrent geheel ftrydig waren met die van Pater Malagrida. — Hy zwoer op nieuw het bederf van deezen onbefchaamden Jefuit, en alle die van de Sociëteit waren. Malagrida ontving daarop order, om zonder vertoeven Lisbon te verlaaten ; en een geestelyke van de Orde der Minnebroeders, een niet minder yverig Misfionaris,moest het zelfde noodlot ondergaan. — De Minister bepaalde zyne gevoeligheid en gramfchap niet flegts by deeze beide prectrvaibö dikers. — Hy leidde alle andere eene ftildfrjoï-1 zwygendheid op; en klaagde hen aan door predikers geheel liuropa, als oproerige bedriegers, die, makeden* ora de Regeering te lasteren, onheilen in legt «en Portugal voorgaven en verfpreidden, die men gèndheid nooit ondervonden hadt. — — Deeze °P- onheilen echter waren in alle publieke papieren , en in de meest geloofwaardigffe brieven en gefchrifcen te boek gelteld, en bekragtigt door de echtile getuigen, en wy zeiven, fchoon toenmaals van het Toneel van zo veele onheilen verwydert, hebben over dit onderwerp , zodanige geloofwaardige berigten ontvangen, die ons alle twyifeling deswegen benomen hebben, —— Men kan zig niet genoeg verwonderen, hoe dat een Minister, als carvalho, heeft durven hoopen, en denken, om de gebeurtenisfen, welke het geheele Ryk van Portugal tot een getuigenis hebben, en welke de tyd tot nog toe niet < , heeft  den MARQUIS DE POMBAL. 153 heeft kunnen uitwisfchen, voor ydele droo- Iir- ' men, of leugens te doen doorgaan. - 0 E K- Maar deeze vereenigde kwaaien, om de ongelukkige Portugeezen te overladen, en welke, zo het fcheen, alle hunne gevoeligheid zouden hebben moeten uitputten, verdweenen eenigermaten voor hunne oogen, op het tydftip van den nagt, van den 3 September 1758; van dien rampfpoedigen nagt, welke een getrouw Volk, dat in al dien tyd hun Koning was toegedaan geweest, in de uiterfte verilagendheid ter nedergeltort heeft. — De verfchrikkelyke aanflag op het leven des Konings, waar van het gerugt zig den volgenden dag verfpreidde, de verwagting deryslyke ftraffen voor de daaders bewaard, onder het beftier van een Minister, wiens geftrengheid en wreedheid bekend waren, hebben ieder een,die het vernam, van fchrik en vrees doen verftyven. Deeze gebeurtenis is buiten twyffel de gewigtigfte van deeze Historie. Wy zullen derhalven onze Lezers in vervolg een Verhaal daar van tot op de geringfteomftandigheden toe, tragten mede te deelen. K 5 REGT-   REGTVAARD1G1NGS BEWYS-STUKKEN.   REGTFAARD1GINGS BEWYS-STUKKEN, N°. I. QNDERRIGTING, (*) Welke zyn Allergetrouwfle Majefteit heeft doen afzenden, aan den Heer Franciscus d'Almada, zynen gevólmagtigden Minister, aan het Hof van Rome, ten opzigte van de misdaaden, maat aan de Jefuiten zig fchuldig gemaakt hebben, in dit Ryk en in Brazil, om verflag daar van te doen aan den Paus Benedictus XW., met het kort Verbaal der feitelykheden, welke deeze Geestelyken, in het Noorden en Zuiden van Portugeescb - Amerika, begaan hebben. Ben 8 October 1?$?. Uwe Excellentie is reeds overlang onder, rigt van de oproerige aanilagen, welke de Jefuiten van Portugal aan dit Hof, aan dat van Rome, en aan alle Hoven van Eu- ro- O Wy berigten onze Lezers vooraf, dat zy hier niet anders moeten verwagten te vinden, dan eene letterlyke Vertaaling van deeze Bewys S:ukken. Het heef' ons tjege- fcneeten, dat de naauwkeuriefle getrouwheid der vertaalinge , de voornaamfte verdienste moest uitmaken, en aan deezo overweeginge hebben wy alles opgeofFerc.  i58 REGTV AARDIGINGS ropa berokkend hebben , tegen den dienst van den Koning, onzen Meester, en. tegen het algemeen belang van dit Ryk en deszelfs Conquesten. — Hunne boosheid heeft hen, gewaande onheilen , ingebeelde wanordes, welke nooit gebeurd zyn, doen verzinnen , fchryven,inboezemen, verfpreiden, en overal bekend maken. — Het oogmerk, welk hunne kwaadaartigheid zig voorgefteld had, was, om, van alle kanten, in den geest van het ligtgelovig gemeen, al dat geene inteboezemen, welk zy oordeelden dienstig en vermogende te zyn, om hen een kwaad of ongunstig denkbeeld te geeven, van de allergodvrugtigfte, de allergeregeldfte en geluk- kigfte Regeering van zyne Majefteit. • Zy wilden hier door uit het oog 'doen verliezen, de onuitfpreeklyke voordeden, welke de onderdaanen van Portugal en van de Staaten, die daar van afhangen, tot een onfterflyken roem van zyne Majefteit, van deeze Regeering genoten hebben, en welke zy niet nalaten bekend te maken met oneindige zegeningen, en gebeden tot behoud van het leven, en tot voorfpoed van hunnen doorlugten Weldoener. • Maar uwe Excellentie kan de waare botf» zaaken van deeze gruwlyke buitenfporigheden nog niet weeten, om dat de onvergelykelyke goedertierendheid van zyne Majefteit en zyn uiterfte eerbied voor den roemryken Heiligen Ignatius van Loyola, den Heiligen Franciscus-Xaverius, en den Heiligen Fr-inciscus de Borgia, niet alleen de onfeilbaare regtvaardigheid van zyne Majefteit hebben  BE WYS-STUKKEN. I59 opgefchort, maar bovendien ook de uitwerkingen van de befcherming, welke dezelve verfchuldigt is aan zyne uitgeplunderde en onderdrukte onderdaanen. — Zyne Majefteit hoopte, dat zo veel gematigdheid eene verbetering zoude te weeg brengen voor zulke groote en buitengewoone wanordes, zonder de eer te kwetzen der kinderen van zulk eene heilige en eerwaardige Moeder, als de Godsdienst van de Sociëteit der Jefuiten. De affchuwelyke buitenfpoorigheden, die uwe Excellentie zal zien, in het Naauwkeurig en Opregt Verhaal, welk in den hier bygevoegden Brief te vinden is, en de onverzettelyke halsftarrigheid, waarvan hunne bewerkers niet ophielden blyken te geeven, hebbende alle hoop tot deeze verbetering doen verliezen; het Koninglyk Gezag, en de ftandvastige befcherming, \velke zyne Majefteit verfchuldigt is aan het Volk, welk God hem heeft toebetrouwd, verpligten hem eindelyk, om de laatfte hulpmiddelen aan te wenden, tot zulke wanfaoopige kwaaien,als de geene zyn, die in dat zelfde Verhaal bewezen worden. Men heeft zig in dit Verhaal niet kunnen inlaaten, om van ftuk tot ftuk, de grootfte en de verfchriklykfte ergerlyke daaden te melden, welke men niet zoude kunnen voorftellen, zonder de uiterfte onbetaamlykheid, en zonder de fchaamte te kwetzen van die geene, die ze zouden gefchreven, of gehoord hebben. — Men heeft zig verpligt geoordeeld , om zig te bepaalen in dit Verhaal tot de pubhekfte daaden, van welke de blyk- baar-  i6o REGTVAARDIGINGS baarheid zodanig is, dat 'er geen middel is, die aan de kennis te onttrekken, of, zelfs om ze te verzagten. — Het is niet meer mogelyk, om de zekerheid van die daaden te ontkennen, die onder het oog van de geheele waereld gefchied zyn, en die uit hun aart onbetwistbaar zyn. — Bovendien ziet zyne Majefteit zig niet dan met leedwezen gedwongen , om zulke groote wanordes en het geheel bederf van de Provintien der Sociëteit in Portugal en in Brazil, opentlyk bekend te maken. Uwe Excellentie zal in dit Verhaal een doorflaand bevvys vinden, dat, deeze Geestelyken, zedert verfcheidene jaaren geheellyk vaarwel gezegd hebben aan de gehoorzaamheid , welke zy verfchuldigd waren aan de Bullen en bevelen van den Paus, aan de waarneeming der Wetten, die de noodzaaklykfte waren tot behoud van de algemcene Vreede van deeze Ryken, aan de verfcbuldigde getrouwheid aan hunne Souvereinen, en aan de godvrugtige onderrigting van hunne onderdaanen. — Zy hebben alle hunne Kristelyke, Godsdienstige , Natuurlyke en Staatkundige verpligtingen, aan eene blinde, onbezonnene en bukenfporige drift opgeofferd, om zig meester te maken van de Staatkundige en Wereldlyke Regecrmagt, uit een onverzaadlyke begeerte, om vreemde rykdommen te verkrygen en op een te ftapelen, en zelfs de Staaten van de Souvereinen te bemagtigen. — Niets heeft hen kunnen afwenden van deeze gruwelyke overtredingen, inzonderheid wanneer zy gezien hebben, dat  B EWYS-ST UKKEN. %6i dezelve hun konden dienen tot behulpmiddelen, om hunne oogmerken te bereiken, zo veragtelyk voor, en ftrydig tegen hunne heilige Inftelling, voor welke die zelfde Geestelyken ook eene volftrekte en ergerlyke veragting betoond hebben. Kortom, het uiterfte bederf van deeze onwaardige kinderen van zulk eenen heiligen Godsdienst, is tot zulk een beklaaglyken toeftand gekomen, in het Ryk van Portugal, en nog bovendien in de Over-zeefcue Domeinen , dat men daar weinige Jefuiten gevonden heeft, welke niet veel eer kooplieden , foldaaten of tirannen dan Geestelyken fchynen te zyn. Daar was geen middel meer overig, om zulke groote wanordes te ontveinzen of te verbergen, zonder gevaar te loopen van dezelve onherftelbaar te maken. ——- En dit is de reden, welke zyne Majefteit bewogen heeft, om kragtdaadige middelen in 't werk te ftellen, ter verhindering van de geheele verwoesting zyner Onderdaanen en Staaten, en zelfs van de geheele ruïne der Provinciën van die Sociëteit; eene ruïne, die niet kan nalaten te gebeuren, byaldicn men niet het promptfte hulpmiddel ter hand neemt,'tgeen van de tydelyke Magt van zyne Majefteit afhangt. Nadien de biegtvaders van dit Hof, cn hun vrye toegang tot het Paleis, de kragtigfte fteunzels waren van de onbezonnenheid en ftoutheid, die deeze Vaders hebben doen rugtbaar maken, zo wel in Europa, als in Amerika, zo heeft de Koning onze Meester een I. deel. L be-  IÖ2 REGTVAARDIGINGS begin gemaakt met te beveelen aan alle Jefuitfche biegtvaders van de Prinsfen en Prinsfesfen van den Koninglyken bloede, dat zy zig zouden te rug begeeven in de huizen, of kloosters van hunne Orde. — En in hun lieder plaats, heeft zyne Majefteit tot zynen biegtvader benoemd, Antonius van St. Anna , werkelyk Provinciaal der Kapugynen van St. Maria de Arrabida, behoudende tot biegtvader van de Koningin, Pater Antonius van de Incarnatie, Vicaris Generaal der Auguftyner Barvoeter Monniken, welke deeze plaats zedert eenigen tyd waarnam; en tot biegtvader van de Erf-Prinsfes en Mevrouwen de Infantes, heeft zyne Majefteit benoemd Pater Jofeph Pereira van St. Anna, werkelyk Provinciaal van de Carmeliter Monniken. Zyne Koninglyke Hoogheid, de Infant Don Pedro, heeft tot zyn biegtvader verkozen dien van den Koning. — Zyne Koninglyke Hoogheid, de Infant Don Antonius , heeft voor. de zyne genomen, Pater Antonius van St. Maria-des-Anges, Ex-Provinciaal der Franciskanen van de Provincie van Portugal. — En zyne Kon. Hoogheid, de Infant Don Emmanuel, den Pater Valerius van St. Sacrament, Capucyn van de Provintie van St. Antonius. Ter zelfder tyd heeft de Koning aan den Pater Provinciaal van de Sociëteit, en aan alle Geestelyken den toegang tot zyn Paleis tot nader order verboden, en tot zo lange, dat zyne Majefteit verzekerd was, dat deeze Geestelyken hun leven en hun gedrag zouden gefchikt hebben, naar de verpligtingen van  BEWYS-S TUKKEN. 163 van hunne heilige Inftelling. Om nu tot zulk een regtmatig en noodzaakelyk oogmerk te komen, zo heeft Hoogstdezelve ook bevolen, dat men alle middelen zoude in 't werk Hellen, welke afhangen van zyne Magt en van het Regt, 't welk zyne Majefteit bezit , om in zyne Ryken en Staaten onfchendbaar te doen waarneemen de Heilige Canons of wetten, en Apostolifche Inftellingen, welke den Monniken en bovendien den Geestelyken van de Sociëteit der Jefuiten , en allen! Misfionarisfen verbieden, zig te mengen in waereldlyke zaaken, of in de praktyk van den koophandel en interesten van de Bank; —> kortom, naauwkeurig te doen in agt neemen de geestelyke verdragen met de Heilige Stoel gemaakt, welke in dit Ryk de kragt van een Wet en gewoonte hebben. Maar dewyl al het geene, wat de Koning kan doen, in zyne hoedanigheid als waereldlyk Vorst, zig niet verder kan uitftrekken dan op zaaken van dezelfde natuur, en niet genoegzaam is, om de geestelyke kwaaien te geneezen, die echter een vaardig en tevens kragtdaadig hulpmiddel benodigt hebben , en 't welk niet kan gegeeven worden, dan door den Paus en Stedehouder van onzen Heere Jefus Christus, op aarde; zo beveelt zyne Majefteit aan Uwe Excellentie, om aan dien Heiligen Vader het Getrouw Verhaal, waar van ik hier boven gefproken heb, te vertoonen; alsmede al dat geene, wat in dien Brief vervat is; en ter zeiver tyd zyne Heiligheid te verzoeken, dat Hy, in eene zaak van zulk groot aanbelang, gebruik L 2 ge-  iÓ4 REGTVAARDIGINGS gelieve te maken van de kragtdaadigfte en gefchiktfte middelen, om deeze misbruiken, buitenfporigheden en misdaaden, welke dagelyks in voornoemde Geestelyke Wingewesten begaan worden, geheellyk te doen ophouden, en die geene te verpligten, die dezelve begaan, om zig te fchikken naar hunne heilige en oorlpronglyke Inftelling, op dat men daar weder voorbeelden zie herleven , die lof en navolging waardig zyn, en welke zig zo veele jaaren begraven vinden, onder de verfchriklykheden, van zulke verbaazende, zulke algemeene en zo bekende fchandelykheden en ergernisfen. Die geene, welke de grootfte fchade veroorzaakt hebben aan de inwooners van de Staaten van zyne Majefteit, in Amerika,zouden voor het grootfte gedeelte, hebben moeten ophouden, door de uitvoering van de Bul van zyne Heiligheid, van den 20 December 1741, geinfereerd in het Mandement van den Bisfchop van Groot-Para,welke by deezen Brief is gevoegd, onder No. II., als ook door de uitvoering van de beide Ordonnantiën van zyne Majefteit, aangehaald in No. III. en IV. Zyne Majefteit heeft dezelve met dat oogmerk in geheel Brazil doen bekend maken, verhoopende, dat dezelve een kragtdaadig hulpmiddel zouden zyn, om een einde te maken van de misbruiken, welke ontftaan zyn, by gebrek van de uitvoering der Pauslyke befluiten, en der Koninglyke voorneemens , wanneer dezelve aan voornoemde Geestelyken konden mishagen; en wel des te meer, om dat 'er niemand te vinden was,die berigt durfde geeven van eene wani or-  BEWYS-STUKKEN. 165 orde, zo nadeelig en zo onbetaamlyk. —— Zulk een groot kwaad had geen andere oorfprong, als de geweldige dreigementen der Geestelyken, door welke zy van het groot credit van hunne Sociëteit, en van alle hunne Paters, die aan het Hof verkeerden, een grooten ophef tragteden te maken. Men heeft daar van een doorflaand bewys in deeze laatfte tyden gehad, na dat men vernam hoe veele Gouverneurs en yverige Ministers voor den dienst van God en zyne Majefteit, van deeze Paters ongelukkig gemaakt en geruïneerd zyn, door hunne flinkfche ftreeken, alfchoon deeze dienaaren hen geen ander ongelyk aangedaan hadden, dan flegts aan het Hof de waarheeden voorgefteld te hebben, welke aan deeze Paters niet behaagden , en welke toen ongeloofbaar fcheenen, maar die niet dan al te waar zyn geworden, zederd den oorlog van Paraguay, den opftand van Maragnon, en zo veele andere blykbaare wanordes, en opentlyk bevestigd door voornoemd Verhaal, zonder te fpreeken van eene ontelbaare menigte andere, waar van het Verhaal toereikende zou zyn, om groote boekdeelen mede te vullen. Dit alles in overweeging genomen zynde, heeft zyne Majefteit aan Uwe Excellentie bevolen, om by den Heiligen Vader, eene byzondere en zeer Geheime Audiëntie te verzoeken, om hem naauwkeurig verflag te doen van al ihet geene, wat ik gezegd heb. Zyne Majefteit hoopt diensvolgens, dat de Vaderlyke en Apostolifche voorzigtigheid van zyne Heiligheid niets zal nalaaten van L 3 dat  i66 REGTVAARDIGINGS dat geene, welk zulk eene hoogdringende om Handigheid vereischt, om voor te komen, dat eene Orde, welke zo veel dienst aan de Kerk gedaan heeft, niet geheellyk verboren gaat, in dit Ryk, en in deszelfs onderhorigheden, door het bederf der zeden van deeze Geestelyken, en door de openbaare en algemeene ergernisfen, welke zy ge? geeven hebben, door zig over te geeven aan wanordes, en aan misbruiken, .zo vreemd en zo beftendig. De byzonderheden in dit Getrouw Verhaal gedaan en gevoegd by deezen Brief, hebbende , tot een grondflag en tot bewyzen, altoos wezendlyk beftaande feiten, bekend niet alleen by de drie Legers, maar bovendien nog in geheel Portugeesch en Spaansch Amerika, en komende direkt,als van een zuivere bron,van de plaatfen zelve, alwaar die feiten gepleegd zyn, zonder vermenging van eenig valsch of verdagt berigt, kunnen geen de minfte twyftéling overlaten. Uit dien hoofde is het, dat zyne Majefteit overtuigd is, dat zyne Heiligheid geen oogcnblikzaltwyffelen, de gevoeglykfte en noodzaaklykfte party te kiezen, welke deeze misbruiken vereifchen, om deeze Geestelyken weder tot hun pligt te roepen, en tot de oefeningen van hunne heilige Inftellinge, en hen te noodzaaken, om zig niet meer in te laaten met Staatszaaken, of waereldfche belangen en koophandel; op dat zy afgetrokken zynde van hun bederf, (in welk zy geftort zyn door hunne toomelooze begeerte, om de Hoven te regeeren, om rykdommen en de voor-  BEWYS-STUKKEN. 167 voordeden van den koophandel te vcrkrygen, om te woekeren, bank te houden, en zig te verryken met alle aardfche goederen) hunnen God kunnen dienen, en hun evennaasten ftigten, gelyk getrouwe navolgers der heldendeugden van den grooten, en roemrugtigen St. Ignatius,St. Franciscus Xaverius en St. Franciscus de Borgia, welke blinkende, als fchitterende Flambouwen, niet alleen in hunne orde, maar ook in de geheele Catholyke Kerk, voortreflyke voorbeelden daar van nagelaten hebben. Bovendien is het van aanbelang, om met allen aandagt in overvveegiqg te neemen, wyl de zaak het verdient, het geene de Historie ons leert van de geftrenge ftraf der Tempeliers (1), wier Orde verdelgd is geworden uit hoofde van de ergernisfen, welke zy veroorzaakt hadden. — Intusfchen is het zeker, dat men op geen een plaats leest, dat deeze Ridders ooit zulke ftrafwaardige misdaden begaan hebben, als die geene, waar aan voornoemde Geestelyken zig fchuldig gemaakt hebben. —— Men heeft hen nooit opentlyk tegenftand zien bieden, gelyk deeze Vaders, aan de Paufen en Koningen, en zig een buitengewoon credit zien aanmatigen, om direkt of indirekt de Bullen van de eerften,endebeveelen van de tweeden te ontzenuwen en kragteloos te maken. Nooit heeft men hen verweeten dat zy Republieken (1) Tempel-Ridders: zekere Geestelyke Ridders, die voorty ds te Jerufalem woonden, en alle, wegens hunne Godloosheid, of onmatige Schatten op eenen nagt verdelgd wierden. L 4  163 REGTVAARDIGINGS ken van onderdaanen zelfs binnen de Staaten der Vorsten opgerigt hebben, om dezelve op te ruijen tegens hunne Souvereinen. Nooit hebben zy de ftoutheid gehad, om gewapender hand tegenftand te bieden, aan het geene, waarin de Vorsten, en het volk van hunne Staaten, konden belang ftellen Nooit,eindelyk, heeft men hen befchuldigt, dat zy getragt hebben, om geheele Koning- ryken en Keizerryken te bemagtigen, Maar de Jefuiten zyn fchuldig aan alle deeze buitensporigheden: alle deeze misdaaden zyn in hunne ontwerpen vervat, en zy zouden niet gemist hebben, dit haatelyk Syfthe* ma tot ftand te brengen, zo men niet het geluk gehad hadt, van hun heerschzugtig en heimelyk Plan te ontdekken. Het is zeker, dat zy het zouden uitgevoerd hebben, door behulp van de Colomen van de oproerige en wilde ïndiaanen, welke zy opgerigt hadden, en welker getal zy dagclyks tragtcden te vermeerderen, in het geheel woest land, dat zig uitftrekt van Maragnon tot aan Uraguay. — Zy maakten deeze talryke Colonien, dagelyks, ftcrker en meer bevolkt, door den zeer aanzienlyken en fterk aangemoedigdcn koophandel, welken zy in het geheim dreeven, door behulp van de Collegien, Kloosters en verblyfplaatfen, die zy bezaten in de Hoofdlieden van de beide Ryken van Portugal en Spanje; in verfcheiden Havens van deeze Ryken, en in het land aan de overzyde der zee gelegen. » . Met behulp van deeze middelen, hadden zy reeds beide het Portu- geesch  BE WYS-S TUKKEN. 169 geesch- en Spaansch- Amerika, door een Cordon zo fterk gefloten, dat, zo men hen had laaten begaan, het in tien jaaren onmogelyk zou geweest zyn, om het te breeken, en hen uit deeze gewesten te verjaagen; dewyl 'er in geheel Europa geene Mogendheid in ftaat was, om hen in die uitgeftrektebosfchen te bedwingen, verdeedigd zynde door een byna onnoemlyk getal menfchen , wier taal en manieren de Jefuiten alleen verftaan, en welke zy niet ophouden aan te kweeken; en den onverzoenlyken haat, dien zy hen tegen de blanken ingeboezemd hebben, die niet van de Sociëteit der Jefuiten zyn, te ontvonken. — God neeme U in zyne be- fchermihge, Belem, 8 October, *757> (getekend) Don lodewyk d'acunha. (Aan Don Franciscus d'Almada de Mendoza.) L 5 No. II.  i7o REGTVAARDIGINGS No. II. ONDER1UGTENDE BRIEF Aan don franciscus d'almada de mendoza, Minister van zyn Allergetrouwfte Majefteit aan het Hof van Rome, Om hem te onderrigten van de nieuwe buitenfporigheden, welke de Jefuiten tot nu toe gevoegd hebben by de gruwelyke misdaaden , waar aan zy zig reeds fchuldig gemaakt hadden,in de Over-Zeefche Staaten van deeze Monarchie, toen zyne Majefteit zig verpligt gezien heeft, om advys te geeven aan onzen Heiligen Vader, den Paus Benedictus XIV., van de feitelykheden van deeze Geestelyken, door zynen eerften Onderrigtenden Brief van den 8 Octoher 1757. Ben 10 February 1758. ï) "fXe wanordes en misdaaden, welke \_} de Jefuiten in Maragnon vermenigvuldigt hebben, zedert het begin der Regeering van zyne Majefteit, met oogmerk, om de uitvoering van het Tractaat over de grensfcheidingen der Conquesten onmogelyk te maken; de oproeren, welke zy ten dien einde geftigt hebben, in de gewesten van  BE WYS-S TUKKEN. 171 Paraguay, en het verraad, dat zy gefmeed hebben, in het midden zelfs van dit Ryk, en tot in het Paleis des Konings, zyn de dringende redenen, welke zyne Majefteit bewogen hebben, om deeze Geestelyken zyne regtvaardige magt te doen gevoelen — In dit geval zal zyne Majefteit niet anders doen, dan 't geene alle andere Souvereine Vorften het regt hebben om te doen, en waar van zy zig zelfs niet kunnen ontflaan, omtrent de Geestelyken, die fchuldig zyn aan muitery en oproer, zelfs wanneer zy minder ftrafwaardig en minder verderflyk zyn, dan de geene, van welke de Jefuiten de oorzaak zyn , in het Noorden en Zuiden van Brazil, en in het binnenfte van dit Ryk en dit Hof. — De Koning heeft des te meer reden, om zulks te doen, om dat hy de volkomene vrugtloosheidvande eerfte uitwerkingen heeft gezien , by welke hy de gematigdheid gebruikte van zig te bepaalen, en zig te vreede te ftellen, met flegts de Geestelyken van die Sociëteit, welke zyne biegtvaders waren, van het Hof te ver wy deren. Zyne Majefteit hoopte, dat deeze ftap geftreng genoeg zou zyn, om het inwendig en verkeerd beftier van die Paters, in orde te herftellen , op dat Hoogstdezelve hen zou verpligten, om een einde te maken aan die ergerlyke halsftarrigheid, waarmede zy zig^aankanteden tegens de uitvoering van het Tractaat der grensfeheidingen, en dat zy zouden nalaaten, de rust van het Hof en der onderdaanen van zyne Majefteit te verftooren._ — Maar deeze goedertierendheid en gematigdheid  172 REGTVAARDIGIN'GS heid van zyne Majefteit heeft uitwerkfelen te voorfchyn gebragt,die geheel ftrydig waren, met die geene, welke men regt had, om te verwagten , gelyk Uwe Excellentie zal zien. 2.) Zodra zy overtuigd waren, dat het onmogelyk was, om de onveranderlyke ftandvastigheid van zyne Majefteit en zyne Ministers te doen buigen, en van hun oogmerk, om het Tractaat ter uitvoer te brengen, af te wenden; welks uitwerkingen zy wel begrepen, dat hun het Ryk of Gebied, welk zy voor zig,in het middelpunt van de OverZeefche Staaten der beide Monarchen, gevormd hadden, zou doen verliezen; en zo dra zy gezien hadden, dat Gomez Freire d'Andrada, aan het hoofd van een leger in de Provintie van Plata, en Franciscus Xaverius de Mendoza, in die van Paraguay inrukten , met drie Regimenten van de nieuwe verkiezinge, hebben deeze Paters hun geheel verftand en alle eerbied, of gevoel, voor den Godsdienst, verloren. En om hun oogmerk te bereiken, welk hunne boosaartigheid zig verbeeld hadt, hebben zy zig terftond overgegeeven aan de verfoeilykfte praktyken, om door de beledigendfte leugens en fabelen, de gelukkigfte Regeering van den Koning en de getrouwheid van zyne Ministers te lasteren en te onteeren. En dezelfde hulpmiddelen onder ons in 't werk ftellende, welke zy zo menigmalen in andere Hoven gebruikt hadden, hebben zy buitenfporigheden begaan, die ons met fchrik en vrees vervulden. 30  BE WYS-S TUKKEN. 173 3. ) Van den eenen kant, hebben zy zig 'er op toegelegd om lieden op hun kant te krygen, welke zy wisten , dat onvergenoegd op de Regeering waren, het zy omdat de Koning hen niet in zyn dienst wilde gebruiken, het zy, omdat hy hen posten geweigerd had, die zy niet verdienden. ~ > Zy hebben opentlyk mondeling en fchriftelyk de ongehoordfte valschheden , leugens en de bitterlle lasteringen tegen zyne Majefteit uitgeftrooid en verfpreid. ——- Zy hebben getrast de verwonderlyke uitwerkingen van de wysheid en goedheid van eenen Koning zwart te maken, en in een valsch licht te vertoonen: den Vader zyner onderdaanen, en die niet nalaat, om zo te fpreeken^ de geregtigheid van zyne onvergelykelyke en allergelukkigfte Regeering hoog te doen achten en te aanbidden! 4. ) Van den anderen kant, hebben zy met behulp van listige Machiavelfche kunstgreepen getragt, om de goede verftandhouding, welke tusfchen dit Hof en andere Hoven heerschte, te verbreekcn, en wel inzonderheid, 0111 mee het Hof van Spanje tweedragt te verwekken , niet alleen, door leugens te ver» fpreiden, die gefchikt waren, om de Souvereinen van de beide Ryken, perfoonlyk te beledigen, maar bovendien door gewaande nadeeien te veronderftellen, welke uit de volbrenging van het Tractaat voor beide Hoven zouden moeren ontftaan. —» Met dat oogmerk verfpreidden zy te Lisbon, dat Portugal ten uiterften beledigd was in dit Tractaat; en te Madrid, dat 't het Hof van Span-  i74 REGTVAARDIGINGS Spanje was, welk door dat van Portugal bedrogen was geworden. 5.) Ten zelfden tyde, wanneer zy de op. rigting van de Sociëteit van Para vernamen, en begrypende, dat dezelve den grooten koophandel, die zy in deeze gewesten deeden, zonder herftel zoude ruïneeren, hebben zy hunne buitengewoone ftoutheid zo verre voortgezet, dat zy tegen deeze Sociëteit een algemeen oproer hebben getragt te verwekken, binnen het Hof van zyne Majefteit; en het geene niet zou gemist hebben te gebeuren, byaldien de Koning zulks niet terftond verhinderd had, door het verbannen van den Pater Ballester, die de ftoutheid had van, met opzet, eene ten uiterften onbetaamlyke preek te doen, om het volk tegen dit Etablisfement op te ruijen. Deeze Pater fchreeuwde, als een verwoedde, op zyn preekftoel, dat alle de geene, die zig in deeze Sociëteit begaven, geen deel zouden hebben aan die van onzen tieere Jefus Christus. Bovendien werd de Koning genoodzaakt, om Pater Fonfaccain ballingfchap te verzenden , die in perfoon, en door andere zendelingen van de Sociëteit,ookdergelyke uitroepingen deed, in de huizen der Ministers en van Particulieren, wanneer hy zig verbeeldde, daar kwalyk gezinde perfoonen te vinden, of onkundigen, welke hy konde misleiden. ■— Op dien zelfden tyd, heeft zyne Majefteit de kooplieden van de Sociëteit van het Algemeen Welzyn in ballingfchap verzonden of doen arrefteeren. Door deeze ftap en meer andere, gezamentlyk de Wys-  B EWYS-S TUKKEN. 175 Wysheid van zyne Majefteit waardig, heeft Hoogstdezelve alle deeze listige aanflagen, en verfcheide andere nog veel verfoeijelyker verydelt, om welke uit te voeren men zo verre gegaan was, dat men zig van Vreemdelingen bediend hadt, die zig toen, in deeze Hoofdftad bevonden, en die zo onvoorzigtig waren, om zig tot dergelyke praktyken te laaten gebruiken. 6.) Terwyl zulks gebeurde, ontftond er eene Aardbeving. Dit verfchriklyk onheil verfchafte aan de Jefuiten een nieuw toneel, om in eene omftandigheid, zo droevig als ongelukkig, een rol te fpeelen, gefchikt om hunne helfche oogmerken te bereiken. —— Nooit heeft de zo vrugtbaare boosaartigheid van Nicolaas Machiavel iets uitgevonden, welk de duivelfche Staatkunde van deeze Geestelyken toen niet in 't werk gefield, en gebruik van gemaakt heeft. «-— Zy verzonnen Voorzeggingen, vol dreigementen voor nieuwe onheilen en gevaaren, welke veroorzaakt zouden worden, door uitbarstingen, en overftroomingen, van onderaardsch vuur, en de wateren der zee. ——« Terzelvertyddeedenzy zelve, of door hunne zendelingen, in de publieke Nieuwspapieren van Europa bekend maken, de berigten van nieuwe onheilen, groote elenden, vervaarlyke verfchrikkingen, welke zy voorgaven , dat ons waren overgekomen, alfchoon niets van dat alles de minfte fchaduwe van beftaanlykheid gehad heeft. Zy ver¬ kondigden deeze ingebeelde kwaaien, als beftraffingen der openbare en ergerlyke zonden  ï76 REGTVAARDIGINGS den en ongeregtigheden, welke niet dan onderftellingen en bedriegeryen waren, en wel des te misdaadiger,om dat zy voorgaven, dat dezelve gebeurd waren, in een tyd van de geregeldfte en voorbeeldigfte verbetering, welke het Hof en het Ryk van Portugarzedert het tydftip der flichtinge van deeze Monarchie ooit gezien hadden. — Dit is het nog niet geheel en al! Zy kwamen tot die ongelooflyke ftoutheid, waar van men geen voorbeeld kent, te weeten, om deeze, oproerige en met allerlei leugens en bedriegeryen, aangevulde gefchriften, onder het oog van zyne Majefteit te durven brengen. —— Hier door tragteden zy de groote ziel des Monarchs, aan welke God, tot ons geluk, eene beproefde klaarheid vergund heeft, die boven alle deeze kwaade indrukfelen verheven is, te vernederen en te ontroeren. — By deeze gruwelyke vermetelheid hebben zy nog gevoegd, die van de godvrugtige neiging, welke de Koning altoos gehad heeft voor de perfoonen, die het Kapugyner gewaad dragen , te misleiden; en door dit middel, hebben zy twee Kapucyner Barvoeter Paters ten Hove gebragt, welke, zy, geduurende eenige jaaren by hen gelogeerd hebben in hun Klooster van St. Rochus, en die zy zedert, om ze nog meer aan zig te verpligten, geplaatst hebben in het Klooster van St. Apollonia, na dat zy de Genueezen daar uit gejaagd hadden, - Zy hebben zig van deeze Barvoeter Monniken, als van hunne werktuigen bediend, niet alleen , om het volk de fchrik en vrees van welke ik gemeld  B E W Y S-S ? U K. K E N. 17/ meld heb, in te boezemen, maar ook om nog meer andere veel verderflykcr zaaken in te blaafen, over welke de diepe wysheid en de doordringendheid van zyne Majefteit geluk- kig getriompheerd hebben. Voor deeze (overeenftemmend met de Paters Franciscaner - Barvoeters) hadden zy de rol bewaard, Om alle bedriegeryen en leugens, welke zy hen hadden doen te voorfchyn brengen, te bevestigen en te onderfteunen, niet alleen, in het binnenfte van het Paleis, maar ook in hunne ondoorgrondelykfte en geheiligde geheimen. . Wanneer zy door dee¬ ze hulpmiddelen het ter uitvoer hadden kunnen brengen, om de wysheid en ftandvastigheid van zyne Majefteit te overwinnen , dan zoude het Ryk aan de grootfte wanordes zyn blootgefteld geweest ; het Koninglyk gezag zoude ten eenemaal het onderrte te boven zyn gekeerd, en men zou, uit den fchoot van eene vervaarlyke verwarring, het Jefuitfche Ryk zig hebben zien verheffen, volgens de geheele uitgeftrektheid van hunne ontwerpen. 7.) De ontdekking van deeze listige aanflagen, en het ftraffen van die geene, welke daar toe als werktuigen gediend hadden, waren niet genojg, om ze te ftuiten. De Koning hebbende doen bekend maken de óprigtiug van de Compagnie, belast'met de bebouwing der wyngaardplanten van üpperDouro, heeft de Cabaal, welke de voorzigtigheid van den Koning reeds verydelt had, en de oogmerken in zyn Hoofdftad doen mislukken, 'er zig op toegelegd om nieuw I. d f. e e. M ver-  178 REGTVAARDIGINGS verraad in de Stad Port a Port, de tweede Stad van het Ryk, te ftigten. —— De Jefuiten, aan het hoofd van deeze Cabaal, werkten 'er met yver aan, om den Koning, zyne Regeering, en zyn getrouw Minifterie gehaat by de onderdaanen van zyne Majefteit te maken; niet nalatende, om de befchuldigingen en leugens, welke zy in het Ryk en buitenslands verfpreid hadden, by aanhou- denheid te herhaalen. > Zy misleidden zelfs de eenvoudigheid van het volk, zo verre, dat zy hun deeze groote valschheid en leugentaal deeden geloven, dat de Wynen i die door de opgerigte Sociëteit zouden verkogt worden, met deugden of dienstig waren tot het vieren van het Heilig Sacrificie der Mis. Zy deeden ter zeiver tyd uit de Archiven van de Stad een Verhaal uittrekken van het oproer, te Port a Port voorge vallen, in den Jaare i66i,en dit verfpreid hebbende in handen vankwaad-gezindden, en bovendien nog kwalyker onderrigtte lieden, maakten zy hen diets, en vcrlpreidden door de geheele Stad, dat zo het oproer begon, als in het Jaar 1661, door Vrouwen en Kinderen, dat hetzelve, als dan, ongeftraft zoude blyven. Zy bedienden zig van dezelfde inblazingen, om eenige Geestelyken op te. hitzen, wier natuurlyke ligtvaardigheid hen zeer gefchikt maakte, om zig aan hunne inboezemingen over te geeven. ■ Door deeze middelen bragten zy te wege, dat 'er den 23 February, van het laatstleden Jaar 1757, een geweldig oproer ontftond, zynde een getrouwe Copy van dat van 't Jaar 1661, zon-  BEWYS-STUKKEN. 179 zonder eenig onderfcheid; het welk den Koning eindelyk noodzaakte, om zyne goedheid geweld aan te doen, en hem het groot ongenoegen verwekte, om de inwooners van die vStad te moeten ftraffen, maar met alle gematigdheid, welke de onvermydelyke noodzaaklykheid hem konde vergunnen, om zulk een verderflyk voorbeeld niet ongeitraft te laaten, en aan zyne getrouwe onderdaanen de voldoening te geeven, welke de ergernis en zulk eene buitengewoone gruwzaame misdaad, in het Ryk, natuurlyk vereischten. 8. ) Niets ter waereld zou gepaster fchynen, om de ligtvaardige hovaardy van deeze Paters, te vernederen en te onderdrukken. .1 ■,.!» Zy hadden zig derhalven natuurlyker wyze moeten bedroeven, vervuld zyn van lchaamle, en aangedaan met berouw, ziende deeze ongelukkige Stad overgeleverd aan de befchcidenheid van het Krygsvolk, en derzelver inwooners, zugtendc in de boeijenswelke zy te wyten hadden, aan de fnoodheid en ondeugendheid van deeze Geestelyken, die hen in dit onheil geftort hadden ; maar het tegendeel gebeurde, gelyk men verpligt word daar van overtuigd te zyn, door de feiten, welke men onmogelyk kan ontkennen. 9. ) Zodanige gebeurtenisfen, zulke gevaarlyke en netelige omftandigheden, hebben op de overtuigendtte en zigtbaarfte wyze de wysheid doen zien van het zo noodzaaklyk belluit, welk de Koning genomen heeft, om de biegtvaders van zyn Hof te ve jagen. Dit fch.en het geichiktfte M 2 mid-  180 REGTVAARDIGINGS middel, om deeze Geestelyken te ontwape* nen, en hun het crediet te beneemen, welk hun de ampten van biegtvaders van hunne Majefteiten, en de Koninglyke Familie, gaven. Zy misbruikten dit crediet, om de Ministers en alle burgers te verpletteren, en roet voeten te treden, niet nalatende dezelve bevreesd te maken,door hunne buitengewoone magt, en de ontzachlyke vertooning, welke zy voor de gantfche waereld maakten. Van waar, onder andere verderfiyke uitwerkfelen, ontftaan is, dat men geduurende .verfcheiden jaaren, geene orders des Konings heeft durven ten uitvoer brengen, welke gefchikt waren, om het minste misnoegen aan deeze Paters te veroorzaaken. io.) Maar al de uitwerking , die zulk een gematigd gedrag heeft te voorfchyn gebragt, ten opzigte van de beweegredenen, welke dezelve zo noodzaaklyk hebben gemaakt, is geweest, dat deeze Vaders daardoor aangefpoord zyn geworden, om nieuwe bedriegeryen en leugens te fmecden, en deswegens de beledigendfte en de valschte gerugten te verfpreiden. Onder andere lasteringen , hebben zy bekend gemaakt, „ dat hun gedrag in Maragnon en in Ura„ guay, zo regtmatig en geregeld is geweest, ,, dat zy niet vervolgd zyn geworden, dan „ om dat zy met alle magt werkten, om het „ Geloof in dit Ryk te bewaren, alwaar, ,, men (zeiden zy) het oogmerk bad, om het „ Geregts- Mof van de Inquifitie af te fchaf- ,, fen." Een Geregts-Hof van welk de geheele waereld weet, dat deeze Vaders de groot-  BEW YS-STÜK KEN. i3t grootfte vyanden zyn, om dat zy zig daar geen meesters van hebben kunnen maken. — Zy voegden daar by, „ dat de Koning de Vryheid van Confcientie in Portugal wil„ de oprigten; dat hy van gedagten was, „ om de Erfprinsfes aan een Prins van ee„ nen anderen Godsdienst uit te huwlyken; „ dat het oproer te Port a Port regtmatig „ geweest was; en bovendien van te weinig „ aanbelang, naardien het niet dan Vrou„ wen en Kinderen geweest waren, die daar „ deel aan gehad hadden; dat de kastydinge „ of de vreeslyke 'ftraf, die daar op gevolgd „ was, een fchreeuwende onregtvaardigheid „ was geweest, enz." n ) De Koning derhalven, door deeze nieuwe beweegmiddelen overtuigd zynde van de onvermydelyke noodzaaklykheid,om die geene van zyne onderdaanen van hunne dwaaling te onderrigten , aan welke men zulke verderfiyke en heiligfchendende lasteringen had ingeboezemd; en om die Geestelyken eindelyk eens te ontmaskeren, door aan den dag te leggen een gedeelte der regtmatige redenen, welke de betamelykheid kan toelaten , om voor de oogen van het Publiek te verklaaren, en welke zyne Majefteit verpligt hebben, om te handelen gelyk Hy gedaan heeft; zo heeft dezelve het drukken van beide gefchrifcen geordonneerd, waar van Uwe Excellentie eenige Copyen zal ontvangen, voor zyne geheele Inftructie. i2.)Heteerie van deeze beide gefchriften(i), be- fO Dit »s die zelfde Memorie, wélke zyne Majefteit aan den M 3 nm  i8a REGTVAARDIGINGS behelst de eenvoudige uittrekzels der Brieven van GomAz Freire d'Andrada, van Franciscus Xaverius de Mendoza, en den Bist! hop yan Para. Deeze uittrekzels zyn g Het is in deezen zm, dat. zedert het begin van de Kerk, de Heilige Canons zig altoos met kragt aangekant hebben tegen de Kerkelyken, die, zonder vrees voor God, en zonder achting voor de Euangeüfche wet, deeze vcragtelyke voordeden beyverd hebben ; voortfpruitende uit een koophandel, die door de Heilige wetten veroordeeld is (g), en CO Ac eu-  BEWYS-S TUKKEN. 203 Deeze verboden, alhoewel zo dringende, én zo algemeen, konden echter met beletten, cujusvis Ordinis.Congregationis & TnlWmti,tam!Mendtemjum ouam non Mendican-ium , etiam Societatis Jefu & eorum ctuHbet, q"=e ad infulas, Provincias Sc Regna Indiariim Oriemaum & prafertim in Provinciam Societaris Jefu de Japon* ittrapMffii ac in partes Americce tam Aufhales quam sep«ede Apoftolica vel Congregatione Venerabilmm Fra mm noflrorum S. R. E. Cardinalium negouft Fidei Prapofitoium aut ab earum Supenonbus, fub noinine Mifflonariorum, aut quovis alio titulo pro tempore mife fuerint, aut in illis partibus qnoraodolibet.morabuntur, fub excom municationis lat* fentenua;, ac privationis vocis aftivs &. paffivT Sc oluciorum, dignitatum & graduum quorumcunque per earóbrentorum Sc Inhabilitatis ad illa, & alia quicumque m Pouerum Sendi, necnon amiffionis mercium & lucrcrum omnium ipfo faflo incurrendis, ac alüs noltro & Romani Ponrificis pro tempore exiftemis, vel prtediftao Cardinalium ConeregatioBis arbiirio imponendis pcenis; tenore prtcfemium tliftri&e prohibemus, Sc Interdicimus, ne mercatuns, Sc negotiationibus fxcularibus hujusmodi, quovis pra;-extu, titulo, colore, ingenio, caufa, occafione, St forma etiam femel, per fe aut mediantibus miniltris, feu alüs perfonis fubfidiariis direfte vel indireéte tam nomine proprio, quam fuarum relpective Religiorum feu Congregationum, aut Societatum, etiam Tefu , vel aüomm quorumlibel; & alio quovis mojo & qualiïercumque fe ingerant vel immifceant. Ac ex nunc prout & tune Sc è conira poftquam cafus evenent merces ,& lucra quicumque q>.:c ex huiusmodi mercaturis & ncgotiaciombus piovenerint, Sc provenient, in ufus & Commodum, Pauperutn, Hofpitalium, Seminariorum,EccIefiarum,ac Operanorum (non tarnen Religionum, C»ngregationum & Societatum, etiam Jefu, feu Inltitutorum eoru-n, qui in praemiOis vel Circa ea d*liq ierint. fed aliorum non dellnquentium) harum ferie ,appbcamus, qui teneantur confignare merces, Sc lucra hujusmodi Ordinariis, feu eorum Vicriis in SphituaUbus Generahbus, aut ÜffHalibus, vel Apoltolicis Vicarils, feu Pro Vicarus: fi vero tauquam dicte Sedis delegaii illa ut priefermr, Sc non in alio» ufus dittribuere Sc ero^ae debeant ut fuper quibus eorumConrcientiam diltriéte oneramus. Et qtiia in pnerniflis Sc circa ea delinquentes ut plurimum pranextu neceffitatis pro eorum aflttfr fionibus fe excufare pta?rUinunt excufa'iones ejusmodi, e>s, eorumque cuili!>et nullo modo fuöragari polTe.vel debere.de- cernimus Sc deciaram.is. 1' . . Infuper eifdemtjiet pcenis Sc cenruns innodamus, Sc irmodatas fore declaramus Superiores immediaros ac Provinciales, <* Generales prffidictorum Ordinum Conuregationum & Societatum, Étiam Jefu, qui eorum refpedive fubditos, in prsmiflis, yel circa ca, etiam pro unica vice delinquentes, laltem peramotionet» «lorum a locis eomrnifii per eos delicii non pumverint: a fentenüa vero excommuiücationis hujusmodi, Fer Superiores,  204 REGTVA ARDIGINGS ten, dat 'er niet nog gerucht verwekkende klagten, gedaan wierden voor de voeten van ü. H. V. den Paus Benediftus XIV., toen Opperbeftierder van de algemeene Kerk. —• Dezelve gaven gelegenheid tot eene Bul van den Heiligen Vader, op den 25 February 1741,bevestigende de twee voorgaande, en welke, op de plegtigfte en naauwkeurigfte wyze, de volkomene en geheele uitvoering bevool (0). In- vel alium, feu alios quoscumqne etiam quavis facultate fuffiiltos nemo ex pradiftis delinquentibus abfblvi poOic, prseterquam in mottis articulo conGitutos, nifi lueris hujusmodi prius refli'uiis, &c. Decernentes.... ipfas pra?fentes Li'teras Temper fiimas, validas & dat in de Commisfie, waarmede wy belast zyn, ons geweeten, ons onvermydelyk ver* pligt, om geen de minste verilapping of toegeevendheid in die zaak te vergunnen. Daar om is 't, dat Wy beveelen aan gemelde Geestelyken van de Sociëteit van Je; fus, uit hoofde van de Heilige gehoorzaamheid, en onder dezelfde bedreigingen van te verklaaren, dat dewyl zy zig aan alle en ieder der ftrnffen , door voornoemde Apost#ifche Inftellingen opgelegt, fchuldig gemaakt hebben ; dat zy binnen den bepaalden tyd van drie agtereenvolgende dagen, welke volgens de regels van het Canonieke Recht, op de aankondiging zullen volgen, die hen door deezen zal gedaan worden , terftond voor Ons in deeze Stad Lisbon, en elders voor onze Aangeftelden, zullen doen, of komen doen, hunne Verklaaring van den koophandel, vvisfelbrieven, transporten van koopmanfchappen, zo wel van die geene, welke gefchikt zyn tot gebruik en tot pragt van hunne perfoonen, en tot zieraad van de tafels en huizen, als van de geene, welke dienen tot voedzel en onderhoud des levens; — van de Kapitaalen, in welke zy zyn geïntresfeerd, van de goederen en koopmanfchappen , welke zy thans inderdaad, uit hoofde van hunne Negotie, bezitten, en van de zaaken, welke onder den zelfden tytel aan elk van hunne Geestelyke Huizen toebeho-. ren,  BEW Y'S-STUKKEN.' 211 ren, het zy in dit Ryk en deszelfs On« derhoorigheden, het zy Buitenlands, vertoonendeterzelver tyd voor Ons,of onze Commisfarisfen , alle de Registers en Schuldboeken, welke gevonden zullen worden in het bezit van gemelde Opperften der Geestelyken en van de' geene, welke onder hun o-efteld zyn, verklaarende in welke handen, en om welke beweegredenen die boeken, welke zy niet in ftaat zullen zyn om te vertoonen, zyn overgegeeven, en gevonden zullen worden; op dat Wy,. volkomen van al het bovenftaande onderrigt zynde, van de koopmanfchappen, kapitaalen en goederen, uit gemelden koophandel voortkomende, zodanig gebruik, fchikkingen voor den Godsdienst zullen kunnen maken, als best overeenkomstig zullen zyn, met de beiluiten van den Heiligen Stoel, en tot. het geestelyk welzyn van de Hervorming , waarmede zy.ne Heiligheid ons belast heeft. Gegeeven op ons verblyf'van Junqueira, den 15 Mey 1758. Ik, Stephanus Lodewykivan Magalhaens, Raad des Konings, Sekretaris en Adjunct van deeze Hervorming, heb dit Decreet doen fchryven'en' ondertekenen,-en'heb het getekend, franciscus, Kardinaal van Saldanha. (L. S ) (onder ftond:) 'stephanus lodewyk' van magalhaens. O 2 No. V.  212 REGTVAARD. BEWYS-STUKK. Na V. MANDEMENT. van den allervoortreffelyksten en hoog-eerwaardigsten kardinaal, patriarch van lisbon, welke de jesuiten de magt beneemt, van te preeken en te biegten. joseph, Kardinaal, Patriarch van Lisbon. Om wettige redenen by Ons bekend , en welke voornaamlyk den Godsdienst en het algemeen welzyn betreffen, ontzeggen Wy' de Paters van de Sociëteit van Jefus de magt van te biegten en te prediken, in de gantfche uitgeftrektheid van ons Patriarchaat ; van dit oogenblik af aan, tot nadere order van onzen kant. ——— En op dat de geheele Waereld daar van onderligt zy, zo Beveelen Wy dat het tegenwoordig Mandement publiek bekend gemaakt en aangeplakt zal worden, op de gewoone plaatfeu in deeze Stad, en in ons Patriarchaat. i Gegeeven in ons Paleis, onder onze bandtekening en zegels, den 7 Juny 1/5B. j. Kardinaal, Patriarch van Lisbon. (getekend:) door zyne Eminentie, christoffel de rocha cardoso.