ARTSEN Y-GEWASSEN. EERSTE DEEL,     VOORBERICHT. Reeds van de vroegjle tijden werd het uitfleekend Nat dér KRUID-KUNDE inzonderheid in ons Vaderland erkend, en ook daarom door veele lieden van aanzien, als een zeer gewigtig gedeelte der Natuur-kunde , kragtdaadig onderfteund en aangemoedigd. Foor treffelijke en zeer uitmuntende Werken van eene menigte beroemde Mannen zijn 'er zeker over detze edele Weetenfchap genoeg in 't licht gekoomen. Dan, daar deeze, wegens eentn al te rijken fchat van Geleerdheid of al tegroote kostbaarheid, niet van een iegelijk met voordeel gebruikt of verkreegen kunnen worden, fchijnt het in ons Land tot heden te ontbreeken aan eene beknopte Befchrijving en juifie Afbeelding van die Gewasfen, welke om hunne meerdere of mindere heilzaame Kragten allezins belangrijk zijn, niet alleen voor den Geneesheer of Natuur - Onderzoeker, maar voor elk en een ieder; indien hij niet geheel onkundig wil leeven midden in 't geen hem overal in deeze rijk begroeide Landen zoo aangenaam omringt, en hem in dezelve, tot het noodig onderhoud van zijne gezondheid of tot zijne voeding en verlustiging , door 't weldaadig Opperwezen zoo mildelijk wordt aangeboden. Ten einde nu het gebrek aan zulk een noodzaakelijk en gerieflijk Hand-Boek te verhelpen, fcheen mij het Werk onder den Tijtel Icones Plantarum Medicinalium (Abbildungen der Arzneygewachfen) , voor eenxgen tijd te Nurenberg uit. gekoomen, niet ongefchikt te weezen. Aangemoedigd door den Hooggeleerden Heer A. Bonn, heb ik, op verzoek der Boekhandelaaren j. C. Skpp en Zoon, ondernomen, hetzelve tin dienjie en alleen uit liefde voor mijne Landgenooten» ook in Nederland bruikbaar en gemeen te maken. Het geheele Werk bejtaat uit Zes Deelen, ieder Deel uit Honderd Plaaten met zeer korte Bejchrijvingtn. Het eerfle * 3 Deel,  yi VOORBERICHT. Deel, dat thands hier verfchijnt onder den Tijtel, AFBEEt- dingen der artsenij - gewassen met derzelver Nederdüitsche en Latijnsche Beschrijvingen , befiaat insgelijks uit honderd Plaaten met haare BefcJtrijvingen ; doch waarin ik tot grooter Nut en Gerief voor onze Natie de volgende aanmerkelijke veranderingen gemaakt heb: j.—Bij den Bloeitijd van ieder Plant heb ik de voomaamjle plaat/en aangewezen, waar dezelve in Nederland of elders gevonden worden. 2. — Heb ik derzelver hoofdzaakelijk gebruik, zoo wel voor de Huishoud- als voor de Genees- en Heelkunde, beknoptefijk in 't Nederduitsch opgegeeven, en mij in deezen ook fomtijds van mijne eigene ondervinding bediend. 3. — Heb ik ""er in 't Nederduitsch bijgevoegd de Soort • befchrij¬ ving , en in plaatfe der veele evenzinnige Naamen (Synonima) alleen den gewoonen Winkelnaam, of eenen anderen meest bekenden Bijnaam. 4. — Heb ik in den Latijnfchen Tijtel geweezen naar de laatftet of dertiende en beste Uitgave van LinnjEcs door Gmelin, en niet naar de zesde door Mürraij , die in 't Hoogduiifche Werk alleen aangehaald wordt. In de Hollandfche Opfchriften is geweezen naar de voortreffelijke Uitgave van Linnjküs door den beroemden Heer Houtiüijn. 5. — Heb ik aan 't begin van dit Deel een Latijnfche Naam¬ lijst der Planten, mar derzelver Orde, en aan 't einde van 't zelve een Nederduitfche en Latijnfche , naar 't Sijftema van Linn-sus geplaatst. Voorts  VOORBERICHT. Voorts zal ik, daar de Plaaten ook in 't vervolg alhier ixor* den gefneeden, alk de Soorten (Species.) van 't zelfde Geflacht (Genus), die in 't Hoogduitsch verjlrooid gevonden voor' den , na eikanderen volgen laten; en bij 't zesde of laatfle Deel een generaale Nederduitfclie en Latijnfche alphabeiifche tn fijjlematifche Lijst van alle de Planten opgeven. En het geen verder in de Befchrijvingen der Plantdeelen zelfs op ieder bladzijde is veranderd en bijgevoegd, zal ik aan 't onpartijdig oordeel dier Kundigen overlaten, welke zelve de geleegenheid zullen hebben om deze Nederduitfclie Uitgave met de oorfpronglijke Hoogduitfche, waarvan thands bijna niets meer dan alleen het Ontwerp is overig gebleeven3 te kunnen vergelijken. D. L. OSKAMP. Jlmfterdam im 29 üecembir X>ö(Eïor in de Geneeskunde 195' tn Wijsgeerte.  - i - Ruta odoratisjimos fpiritus latè diffundit quoque, /ei W, corpore humano excepti , in iisdem corporibus natos pricre cdore fpafmos folvunt. Q'in etiam fcire refert, hominum iniuJlriam deprehendisfe , tenui huic Jlirpium vapori deberi Jlupendcs effeSus, quos in corpore hominis excitant concreta vegetantia tam evacuando , quam mutando : quoniam eo Jolo de medicamentis, vent' nifque, penitus feparato, reliqua molts,fme ul'.a ferè ponderis jaSw ra, catet omni Ma efficacia. BOKSH AAYZ>  NAAMLTSV DER Intekening OP HET ARTZENIJKUNDIG PLANTEN WERK Zo als dezelve gefchied is in den Jaare i 7 9 4A. 6. Aalburg (Petrus van) Apothecar Baas (J. de) in 's Hage. te Alkmaar. Budon (H.) te Utrecht. Acker (G.) Apothecar te Gronin- Bikt (Herman. Adrian.) Med. gen. Doft. te Levden. Addens (H.) Apothecar te H3r- Barenjtins (M. v.) te Franeker. üngei). Barneveld (W. van) te Amfterdam, Aerfen Beijeren van Voshol (Baron Bastiaans (J.) Apothecar te Anilï. van) Luitenant Generaal ten Bauduin (D.) Med. Doet. te dienste van den Staat en Com- Dordrecht. mandeur van Deventer. Bavay (J. F. de) te Dordrecht. Ailva geb. van Braktl (Baronnés- Beekman (J. F.) Chirurgijn teAm« fe van) in 's Hage. fterdam. Albarda {].) Med. Doft. te Har- Beeldf,ijder (Mr. Johannes) Advo- Ijpgün. caat te' Amfterdam. Alewijn (Mr. Fredrick) Burge- Beeld/Lijder (W. J.) Med. Doft. meester en Raad der Stad te Oost Ziandim. Amfterdam. Beerta (H. 11.) te Middelburg. Allardi (C.) Med. Doft. te Gro- Beerta (L R.) te Middelburg. ningen. Btnm, Licentiaat in de GeneesAlfche (Mr. F. G.) in 'sH-ige. en Heelkunde te Ger.d. Ammon (B. W. P.) Med. Doet. Benraai (Hendr.) Chirurgijn té te Deventer. Amfterdam. André (F.) Chirurgijn te Dom- Bercke^ka~n\, (}. Ff.) Chirurgijn burg. en Br«rk.!>seatef te Abbekerk. Andrece (ff. H.) Apothecar te Bergen (Pr ter van) te Rotterdam, Leijden. Beijen (J. F.j Med. Stud. te UtAndres (Jacob) Pharm. Stud. te recht. Delft Bie (J. Iï. de) Heel en Vroed Ardesch (J A ) 'S Lands sn Stads meester te Caperik. Med. Doftor te Vere. Blanckendael (H. van) Med. Doft; Arends (Christiaan) Chirurgijn te te Franeker. Amfterdam. Bloemen (P. H.) te Sneek. ** Bodd  N A A M L IJ S T DEK Sodei Q.) Med. Doet. te Dordrecht. Bodenftaff (Coenraad) Chirurgijn t2 Amfterdam. Boieker (Joh. Christ. Wilb.) Apothecar te Amfterdam. Bomer Keijzer (J. B.) te Deventer. Behn (F.) Boekhandelaar te Haarlem. Bonn (A.) Hoogleeraar indeOnt- leed- en Heel-Kunde te Am fterdam. Bool Junior (J.) Boekhandelaar in 'sHage, 2 Exeuiplaaren. Baomkens (Hendrik) Chirurgijn te Rotterdam. BoreH (Wiliem) te Amfterdam. Borgeftus (H. G.) Med. Doét. te Bellingewold. Borst (F.) Apothecar in 'sHage. Busc de la Calmeite (J. L.) Burge. meester en kameraar der Stad Deventer. Bosch (H. van den) Stads MeJi cinaï Doctor te Wngeningen. Bo>felaar (David) Apothecar te Hoorn. Bwhuijs (loannes) te Amfterdam. B'uman Schoonees (Ls.) te Amfterdam. Braam (W.) Apothecar te Amfterdam. Brakel (Z. J.) te Utrecht. Bieda (Cornelis van) te Leijden. Bresfer (J.) Apothecar te Middelburg. Brill (A.) Med. Doét. te Groningen. Brinkman (Fredrik) te Monnikendam. Broek (B. van den) te Leijden. Broeke (van den) gezworen Heel- meefter en Steen fnijder te Gend. Burgh (Anthonij Christ. van der) Apothecar in 's Hage. Busch (M. J.) te Groningen. Buschman (C. G.) te Amfterdam. C Capadofe Med. Doft. te Amfterdam. Capadofe (C.) te Amfterdam. Casteele (F. J. van de) gezwore Arts en Vroedtneester te Hooglede in West - Vlaanderen. Oxsteele (J. J. A. van de) gezrore Chirurgijn te Middelburg in Vlaanderen. Cate (H. ten) op de Leek. Caters (W. X.) te Gend. Gslliei (L. J. S. Du) Med. Stud. te Groningen. C.Wraot (J. A. de) te Campen. Cheruac (L.) Philofophiae Profes for te Deventer. Citteis (Mr. G. van) oud Burgemeester, Schepen en Raai der Stad Middelburg. Clement (Jacob) Chirurgijn en Apothecar buiten Amfterdam. Clercx (Joh. Gerard.) Med. Doét, te Amfterdam. Coebergh (£.) Apothecar te Rotterdam. Cointre (H. Ie) te Middelbure. Coi'itre (W A. Ie) Apothecar te Middelburg. Copper (A. H.) Stads Doctor te Leijden. Coronel (Abraham) Med. Doét. te Amfterdam. Costa (Jacob Telles da) te Am- fterdam. Costa (Jofeph Mendes da) Med. Stud. te Utrecht. Couperu< (P.) Med. Doét. te Har- lingen. Crap Hellingman (W. N.) Clercq ter Secretarij van het Ed. Mog. Collegie ter Admiraliteit ih West-  INTEKENAAREN. xi West-Friesland en het Noor- Embden R. Z. (Paulus van) te derquartier te Hoorn. E^fn'Dk. Wt.) te Amfterdam. T) Entmp (Mr. VV.) te Groningen. Eijs (J. N. van) te Amfterdam. D. (W. V.) te Utrecht. Daien (C ) te Rotterdam. *• Dam a Irhoven (A. van) Apothe- . fl„n(.i._ car te Utrecht. Faber (Pieter Zachonan I Apothe- Daviifr (L. P.) Med. Doft. te carenChnrmst te Sas vanGend Rotterdam. Fennema (J. G. A. van) te Leeu- Deiman (A. J ) Apothecar te Am- waarden. Ma«*nO fterdam. Ferle.nan van Stevemnck (Jacobusj Delfos (Pr.) Boekhandelaar te te Dordrecht. Leüden Flaas (C,) te RotterdarI'' Dear/i» (M. A. van) Med. Doft. FockensQL. R.) te BoUwart. te Bolswart. ftfcfeniwff (Joh. Gsrard van) te t GenT' SteenhUijZS ^Ï'P-) A. I- M. Phif. teïé (Gezelfchap) te Doft. & Leftor Philofoph. te r eiiden' Middelburg. Dii£arsch(D. WO te Broek in M«M(W.) Stads Med. Doft. WireHand te Leeuwaarden. dZ (Erven F. de) Boekhande- F.achey (J. B.) Heelmeester te laars te Leijden, 2 Exempi. Gend Z)oer 7«nior (A. van der) Secie- Frwearerfe (J.) Infpeft. Colleg. taris der Baronnijed van Was- Med. te Amfterdam. fenaar en Zuidwijk. Frubiger (J. H ) Apotbec-r te iWren (J. A.van) Med. Stud. Rotterdam p.,irmac0. te Leijden. van Hertog (J.) Pnarmaco- i)Mrii lireebaart (Benjam. van) p33'^ in de" Br'eL Apothecar te Amfterdam. Drognat Apothecar in 's Hage. Dueien (M. van) Geneesheer te n»;jj«it. Gen(f Geel (J.) Apothecar te Middelb. Duméar (Gerh.) te Deventer. G«Zfcr*n. (L. f. van) Apothev car te Amfterdam. E Geer (Dirk Hugo van) te Haarlem. Gelder (A. H. van) Leeiaar onEbbe (P. G.) in 's Hage. der de Doopsgezindst! te Am- Fden Bz. (Tan van) Koonman te fterdam. Amfterdam. ; GMsfen (Pieter) Boekbandelaar Z>m Med. Doel. en Heer (Pieter de) te Rotterdam. Landfcnaps Medicus te Leeu Hemen f A. K. van") L U Stud nwfdf, . r te Amfterdam. " J ' Goorb.rgh Jmêm CJacobusi Corn. ftm/f,^ (Abt.) Stads Apothecar van de. Ap ttecar , Ccimist te Campen. en Droefst te Breda H?rh° ri i-- a \ ^i,.- r~(~.r /n a \ SS j . , ««w* U- t. A.J Ch rurgiin te Gojenfon (P A ) Jbtads Apothecar Amfterdam. e.J"^ te Gouua Hmzi (ft » jn ,c — _ ftïÏBwSSï!** ^ 0- W.) Stadeed. Doft. Gram (F. H.) te Rotterdam. te Campen Gratige f A ) te Antwerpen , Htule (BanhölemeuO Med Doel a k«n.p aaren. te Dordrecht. " ^ J' C'J Med" D0ft- tC ^"/e (« S"ds chi""g'ïn te Amfterdam. Dordrecht ' Gr£uta(rdiPharm- StUd- tC 0- A.) Med. Stud. r-eeuuoara^n. te Leyden. •< R^T ftenr CP' J) iD H«id"»«'l> CJotunnes Ernest.) ?r j n . n St!jd- Pharm. re Amft^idim. B&3HS3S Apothecar te Middel- GTê''Dever1fcrer) B°ekhande!aar ^«fi Andr.) ChirUrg, r;; TrX f %; te Aardenbure. C#« ,D.) te Deventer. H td (Nic0 A?othecir R[)£. terdam. ft flw* Terte-t (L ) io -s H3gn Haakman (J.) Koopman te Am- **** ^ M »«- m Ap\ r«-i h j i flof2" (Arn- Adr.) te Leilden. Dordrecht° Bc£Kbandel33r t£ Cfl«nr*) op de Stol? ^«e/ii/Vn* (R ) Apothecar te Dordr. H™. ^SSStêSSlm. ftt WjïÏSr CnAp°£- Eg» °"d der 8»j Hanngman (Jan; Apothecar en VlUfineer "potucar te pi ÏTVt *5iddelburS- Houven QK v. d ) te Rotter*» ^£rdcf > ApCtneC3r tC Le£U- g#» * A^eT i/^Kjoh.Conr.van)teArnhem. Lelijen^ K^mp!^^ " jBSfWiSrSi ^^LeonardSte Gen, fterdam. , Heekeren (Jan van) Apothecar te J. B. C. . Jrfen (Johannes) te Amfterdam, Jms.  INTEKENAAREN, xih Jntisfen (M. H.) Apothecar te Kuijk (Gerrit van) Pharm. Stud. A-Tifterdam te Delft. tferfon G *z Gijsbert van) te Heu'd^n. L. Ingen (V G. van) Heelmeester te Dordrecht Liar (H. van de) in 's Hage. Jongh Gla haven {), C. de) te Lahr Chirurgijn en Vroedmees- Rotterdam. ter te Middelburg. Jongh (Kaak Anthonie de) te Alk- Lakerveldt (Theodor. van) Apoth. miar. en Chirurgijn te Culemburg. Jutdens (H. G.) Med. Doft. en Lankhorst (Bd.j ChirurgijiueCam- Vroedmeester te Hoorn. pen. Juchem (G. van) Apothecar te Leeuw (F. W. van der) Med. Hoorn. Doel. Anat & Chir. Lector te jungius (R. ].) Med, Doft. te Dordrecht. Enkhuijfen. LeeuwejUj»(J. C.) Boekhandelaar in 's Hage. K. Liman (H. de H.) Med. Doet. te Amfterdam. Kaathoven (H. P van) Apothecar Leemput (Huijbert) Koopman te te Leijden. Rousfe. Kantelaar (Nicolaas) Apothecar Leij (D. S. van der) Med Doét. te Zwsll. te Sneek. Kasteele (Mr. P. L. v. d.) voor- Lieftinck (D.) te Groningen. heen Raad en Penfionaris der Loghem (Abraham van) Koopman Stad Haarlem. te Amlteldam. Klei} (Gerbrand) Apothecar te Loije (P. de) te Gend. Alkmaar. Loné Jansz. (jan) in 's Hage. Kleijnhoff (C. F.) Haer van En- Lijcklama a Nijhoit (D.ï Apot- fpijck, Med. Doét. te Amfter- hecar te Harlingen. dam. Lijcklama a Nijeholt (Tjepco) Klos (A. G ) Med & Chir. Doft. Apothecar te Bolswarc. te Zutphen. Lijnden van Hemmen (F. G. van) Kluit (Adriaan) te Dordrecht Raad en Rekenmeester de9 Koker (K.) te Broek in Waterlan \. Furstendoms Gelre en Graaf- Koningh Jansz. Batav. Dordr.(C. fchaps Zutphen te Arnhem. de) te linckhuijfen. Kool ([an; Beekhandelaar te West- M. Zaandam. /fooi/(A.) Med Doft. te Maasfluis. Maes (A-) Apothecar te Gend. Kmhals (A. C.) Apothecar te Marle (J. S. van) Med. Doét. te Hoorn. Hoorn. Konhals (f.) Stads Mei Doctor Markel Bouwer (A. II. van) Lid te Dordrecht. der geztvoore Gemeente te De- Kreps en 'Lom in Comp. (J.) B!oe- venter. misten te Haarlem. Mam (). C. de) Chirurgijn van K-uisjen (j. D.) Apothecar teMid- 't Gasth. en Ncdsrd. Armen te delburg. Middelburg. * * 3 Mar.  xiv NAAMLIJST DER. Martinius (H. O.) te Amfterdam. Meerbeek (Gerrit van) te Monnikendam. Membach (Simon van) te Utrecht. Michell (J. P.) Med. Doét. te Amfterdam. Moerbeek (Paul) Koopman in Boom en Bloem Gewasfcn teHaarlem. Moerbeek (Pieter) te Leijden. Moonen (Jan) Bloemist buiten Haarlem. Muden (C. E. van der) te Amfterdam. Muller (P. C.) Med. Doft. te Amfterdam. Munk (Pieter) Apothecar te De. venter. Munniks (W.) Profesfor Botani. ces te Groningen. Mijle Az. (P. v. d.) Apothecar te Dordrecht. N. Nachtglas (..) buiten Amfterdam. Naeijer (B. J. de) Presb. te Gend. Nisjen (Henning) Stads Operateur van de Cataract, en Oculist van, Amfterdam en Hoorn te Amfterdam. Nebe van der Burgh (G.) te Amft. Nolst (Lamb.) Med. Doft. te Zwoll. Nnlthenius (Willem Hendrik) te Amfterdam. Noorde (W. van) te Rotterdam. O. Obijn (Dionifius) Apothecar te Rotterdam. OJjt (Gerrit van) te Groningen. Oltmans (A.) Apothecar te Delft. Opdat (H.) te Rotterdam. Opdotp (Th. van) Med Dcd. en Vroedm. te Rotterdam. Oskamp (C.) Litt. Hum. Stud. & j?hü. Cand. te Utrecht, Overbeek (Gerh.) Apothecar te Middelburg. P. Paddenburg en Zoon (G. T.) Boekhandelaars te Utrecht. Palier en Zoon (H.) Boekhandelaars te'sHertogenbosch, 2 Exempl. Paling (Jan) te Utrecht. l'aulij (Jean) Koopman te Am. fterdam. Peis/man (L. F.) te Rotterdam. PhUippeaux (Ferd. Jof.) Chirtttg. te Rotterdam. Pols (J.) Boekhandelaar te Rotterdam , 2 Exempl. Popta (S.) Chirurgijn en Stads Vroedmeester te Harlingen. Post (Dirk) Apothecar te Amfterd. Potthoff (J. H.) Apothecar te Amfterdam. Pré (Jacobus du) Chirurgijn en Apothecar te Oost-Zaandam. Pijl (Jacobus Cornel.) Apoihecar te Middelburg. Q- Qucestius (M.) Chirurgijn te Gro« ningen. R. R. (A. v.) te Vianen. R. (J.) te Leijden. Radijs (C. en J.) te Meppel. Ragge (Hendr.) Chiruig. te Amfterdam. Rambonnet (Mr. F. L.) Secretaris der Stad Campen. Ramhoist(Mr. W. A.v. d.) ontfang hebbende Commies te Zaandam. Reede (Adrianus van) Apothecars Leerling te Rotterdam. Rees (Cornel. van) Apothecar te Franeker. Reneman (D. K.) Apothecar te Leeuwarden. Reijn'  INTEKENAAREN. • xr frijnden (J.) Med. Doft. te Groningen. Reijmking (J. Z.) Heel en Vroedmeest,er te Erclo. Roodenhuis (b'redericus Bavius) Apothecar te Leeuwarden. Roelofswaert (M.) Boekhandelaar te Delft. Roldanus (P. N.) Apothecar te Enchuijfen. Romp (J. H.) Apothecar te Deventer. Roos (Jan) te Edam. Rooij (A. de)ApothecarteZutphen. Rotterdam (van) Geneesh. te Gend. Rovers (N.) Med. Doet. te Dordrecht. è Roy (Corn. Henr.) Med. Doft. te Amfterdam. Ruckert (Joh. Christ.) Apothecar in 's Hage. Ruijghruk van de IVeive (C.) te Amfterdam. Ruiis (|an Anthonie) te Alkmaar. Ruijtenburg Duijvenée (Will.) Apoth, en Chijm. te Middelburg. Ruijter(VJigb. C. dejApothecar te Schoonhoven. S. Saceghem en zoon (van-) te Gend. Sampjon (Adrianus) te Rotterdam, 2 Exemplaren. Sande (J. J. van de) Boekhandelaar te Middelburg. Sandifort (E.) Med. Anat. & Chir. Profesfor te Leijden. Sandifort (. .)Med.Stud. te Leijden. Scalogne (ifaac) Apothecar te Am fterdam. Schalkwijk a Velden (Will. van) Apothecar te Utrecht. Scheidt (C. Th. G.) Med. Doft. te Zutphen. Schellwgs (Hendrik) Med. Doft. te Amflerdam. Scheltus (Mr. J.) in 's Hage. S'Jiepman (J. U. en M. Dr.) te Rotterdam. Schintzd (David) Apothecar te Rotterdam. Schonck (T. P.) te Amfterdam. Schoon (B. J.) in 's Hage. Schroeder (N. W.) Profesfor en Bibliothecaris te Groningen. Schutftul (J. C.) Apothecar te Amfterdam. Schuurman (J. E.) Med. Doft. te Steenwijk. Sepp Jansz. (C.) Boekhandelaar te Amfterdam Esemplaaren. Sickingha (P. R.) Raad en Hooft- man in het Hof Provintiaal vaft Stad en Lande te Groningen. Siebel (J. T. E.) te Amfterdam. Sim (Pieter Joh.) Apothecar te Middelburg. Simon (J. M.) Apothec. te Breda. Slijp(Nicol.) Apoth. te Dordrecht. Smis/en (Pieter van der) Chirurg. en Apothecar te Wonnerveer. Spieringshoek (Johannes) te Rot. terdam. Steer.huijfen(]. J.)Pbarm. ac Pijro- tech. Med. Stud. te Amfterdam. Ste»eninck ([ac. Ferleman van) te Dordrecht. Steevens (G.) te Rotterdam. Steevens (Joh. Anth.) te Middelb. Stegerhoek (Abrah.";te Noordwijk. Stennekes (Mr. P.) Advocaat te Campen. Stolte (Jan Hendr.) Med Doft. en Oud Burgermeefter der Stad Zwoll. Stuurman (fan) Apmh. te Campen. Stijl (S.) Med. Doft te Harlingen. Swaan(]. H.de) Apoth in 's Hage. Swart (A, W.) Drogist in 's Hage. T. Tadema (A. T.) Apothecar te Harlingen. Teerlink (C.) Apoth. te Leijden. Te-  xvi NAAMLIJST DER INT EKENAAREN. Tenekinck (A.) Apoth. te Leeuwaarden. Ter/minen (H.) te Amfterdam. Themmen (J.) Med. Doel. Heden Vroedmeester te Deventer. Tfieusjinck Profesfor te Groningen. Thierrij en Menfmg Boekhande laars in 's Hage, 3 üxempl. Thoir (J. van) Boekhandelaar te Leyden 3 üxempl. Timijl van Zeeroosketken Heer van Zuijlen te Zuijlen. Tiffden (J. van) Boekhandelaar te Leijden. Timmerhms (C. F.) Apothecar te Amfterdam. Treitelaar contrarolleur van 's Lands klein Zegel in 's Hage. Trogh (Hendrik de) Apothecar te Amfterdam. U. Uilkens (Theod.) Apothecar te Groningen. V. Veen (Simon) te Haarlem. Vee- kamp (N.) Boekhandelaar te Groningen, 4 Exemplaren. Vermaat (f.) te Rotterdam. Vinne (Matthijs van der) Apothecar te Amfterdam. Vi.'fcher (G. A.) Drogist te Amfterdam. Vis/er (Coenr. Everh.) Apothecar te Delft. Vis/er (f. H ) te Amfterdam. Vivere (E. C. J. van de) Griffier van den R«d van Vlaanderen. Vlugt (D. de) Roekhandelaar te Dordrecht, 2 Exempl. Felmar (C. L.) te Monnikendam. Vonk Mz. (F.) te Rotterdam. Voort (A. F. v. d.) Cannunick in hetCapittelten Dom te Utrecht* Vorster (W.) Apothecar te Dord- recht. Vos Jacobusz. (A ) te Haarlem. Vnlik(Gt.) Med. Stud. te Leijden, W. Walrè en Comp. (J. van) Boek* handelaars te Haarlem. Wanrooi} (Adriaan) Apothecar te Haarlem. Waijfett(C. F. van der) te Schoonhoven. Wegman (H. J.) te Delft. Westenberg (G.) Med. Arch. & Profe.for te Devenier. Westetvelt (Ericus van) Schepen en Siads Apothecar te Vianen. Westrik Sininr (|an) te Edam. Wilde (F. C. De) Stads en Gasthuis Apothecar te Delft. Winddinck (G. F.) Apoth. te Breda. Winkler (T C) Apothecar te Leeuwarden. Winter N2. (Pieter van) te Amfterdam. Wiviel (P.) te Amfterdam. Woltman{\. M.) te Purmerend. Wijth ff (Mr. Carol.) Advocaat te Amfterdam. Zeijlemaker (J. J.) Med. Doel. te Amfterdam Zurcher (A.) buiten Amfterdam. Zwarebakker (Jan) te Alkmaar. Zijnen Junior (L.) te Middelburg. Zijthoff (Jan ten) Apothecar te Amfterdam. LIJST  L IJ S T DER r ELENCHUS. G E W A S S E NjPLANTARUM, WELKE IN HET EERSTE OU/E IN PRIMO fOLU' DEEL GECONDEN MINE CO NT1NEN- WORDEN. TUR. "pulmonaria officinalis. . • . i. Cardamine pratenfts. . . . 51. Cochkaria •——— Laurus nohlis. Daphne mezereum. Lavendula /pica/a: Prunus jpinoja. Lijcopodium clavatum. Ansmone hepalica. Bellis perennis. Fumaria hulbofa. Mentha piperita. Primula veris officinalis. Origanum vulgare. Viola odorata. Caler.dula officinaliti Oxalis acelof ella'o Ceratonia filiqua. Paris quadiifolia. Teucrium marum. Ajuga rettians. Hysjhpus officinalis. Allïum ViSorialist Arbutus uva - urfi. Menijanthes trifoltata'. Anethum foeniculum. Fumaria officinalis. Tusfilago farfara. Potentilla anCerina. Osmunda luna'ia. Lepidium fativum. Ranuncultu ficaria. Thijmus Serpil/um. Vinca minor. Asphodelus lufus. Tusfilago pelafites. Ephorbia lathijrus. Leontodon TaraxacumJ Lijfimachia nummularid. Rumex acetofa. Atropa belladonna. Rul/us chamamorus. Chelidonium majus. Cyclamen europieumi Rumex alpinus. Glecoma hederacea. Jmperatoria ostruthium. Afarum Europaum. Verbascum nigrum. . . ; 25. //rum macwaium. .... Nijmphaa alba. Anemone pulfktitlot Marrubium vulgare. fragaria vesca. Scrophularia nodofa. Rines rubrum. Achillea millefolium. [jnnaa Borealis. Arnica montana. Lamium album. Hijpericum perforalumi Vacanium myrtilks* Erijfimum officinale. Asperu'.a odorata. Nicotiana ruflica.^ Polygnta amara. Artemifia Abfijnthium. Hijnscijamui niger. Aclaa racemofa. Alchem'lla yulgaris. Teucrium Scordium. Berberis - Cichorium intibus. Faccinium vitis idaa. Verbena officinalis. Plantago lanceolata. Euphrafia • Pinus larix. Sanibucus ébulus. Chenopodium bonus Henrkus. Origanum majorana. Erijlimum alliaria. Althaa officinalis. Potijgonum bislorla. Solanum Dulcamara. Trifolium pratenPe. - mgrum. Ctnvallar'a majalls. Momordica Balfamina. Asplenium Trichomanoidesi Polijpodium f uigare. Prunus lauro - cera/us. Asplenium fcolopendriumi AeCculus hippo - castanum. Conium maculatium. Arislolochia longa. Aconitum Napellus. Rumex jcutatus. Mupatorium Cannablnum. . . 50. Geranium Robertianum. . » 100; A GE»  * PLAAT t. GEWOON LONGEKRU ID. D E Vde. C L A S S E. Zie LiKNffius Nat. ffist. , door HOuiTüija Ilde Deels ide. St. bl. 438. PULMONARIA OFFICINALIS. CLASSIS fta. Conf. LiwNffii Sijst. Nat. Ed, Gmelini Tomi Ildi. pag. 31071a. WRANOEKRUID , of WOLVENLAA, met eijronde, hartvormige Wor~ telbladen. a. De eenbladige , vijfhoekige, en vijftandige Bloemdop. b. De opengefneedene , eenbladige trechterwijze Bloemkrans , met een half vijffpleetig Boord, en vijf in de Keel gehechte Meel draaden. c. Een afgezonderde Helmdraad met zijn Helmtje. «3. De vier Vrucht-beginzels met de Stijl, en de Stempel. Bloeitijd. In April, en Maij aan lommerrijke heggen, B V. in 't boich te Buuren , en in den hout te Haarlem, ter hoogte van | vost. ! symphytum macülosum , foliïj radicalibus ovato - cordatis , fcabris. a. Perianthium monophij'IIum , pentagonum , et quinque dentatum. b. Corolla monopetala , infundibuliformis , fecundum longitudinem disfecta, limbum habens femiquinquefidum , et ftarnina quinque fauci inferta. c. Filamentum cum anthera féor firn exhibitum. d. Germina quatuor cum ftijlo, et ftigmate. Temp. Flor. Aprili , et Majo, in fepibus umbrofis, altitudo ejus 4 pedum. Gebruik. Aan dit Kruid wierden eertijds bevogtigende , •verzachtende en weekmaakende eigenfehappen van zommïgen toegefebreeven, doch, daar 't niets dan een weinigflijm in zig febijnt te bevatten, word het hedendaags niet meer gebruikt in de Geneeskunde. CE-     J^è.TL.  PLAAT II. 3 GEMEEN LEPELKRUID, D E x«« c L A S S E. Zie LiNHffius Nat. Hist. door hoüttuijn llde Deels gie St. bl. 629. lepelblad, met rondachtige, hartvormige wortel, en een weinig uitgeboete langwerpige Steng' bladeren. 3. De vierbladige Bloemdop met zes Meeldraden, en de Stamper. b. De Vierbladige, kruiswijze , Bloemkrans met de Kelk, en de overige Teel deelen. C. De zes elsvormige Meeldraden, waar van 'er vier langer zijn , dan de twee teegenovergejlelde, met de Stamper. d. Een vergroot Meeldraadje, e. Het hartswijze Vrucht-beginzel met de Stijl, en de Stamper maar een weinig vergroot. f. De tweehokkige, hartswijze Vrucht met de vier Zaaien. g. Een Zaad-korl. bloeitijd In de maand Maij,op fchamwachttge en vogtige plaatJen, gelyk aan de Dykenvan'tY buiten Amfterdam , en langs de Duinen aan de zeekant by Scheveningen ter hoogte van \ voet. COCHLEARIA OFFICINALIS. C L A L S 1 S XVta. Conf. lisnsi Sijst. Nat. Ed. c m e l 1 n 1 Tom. Hdi part. zdoe pag. 974X3. cochlearia hortensis , Vel bata- va, foliis radicalibus cord-Jto, fubrotundis, caulinis longis fubiinuatis. a. Perianthium tetraphyllum cum fex ftaminibus, et piftillo. b. Coiolla tetrapetaia , crüciformis, cum calyce, et partibus genitalihus. c. Stamina fex fubulata, quorum quatuor fuut longiora duobus oppofitis, cum pistillo. d. Stamen magnitudine fub microfcopio auctum. e. Germen cordatum cum ftylo, et ftigmate, naturali magnitudine altquantura aucta. f. Fructus cordatus, bilocularis , cum quatuor feminibus. g. Semen. Temp. flor. menfe Majo in locis umbrofis et aquofis, vel ad littora maris» altitudine 4 pe> dum. Gebruik. Zij is 't beste zo wel uit, als inwendig Geneesmiddel, dat tot heden tegens de Scheurbuik bekend is; zo dat wij het als eene wijze fchikking des Scheppers moeien aanmerken, dat Hij deeze P'ant in zoo groote meenigte op die plaatzen gegeven heeft, waar de menfchsn 't meeft hier meede aangedaan worden. Zij behoort tot de fcherpe, en heete middelen van deeze Clasfe gebragt te worden, weshalven men ook verplicht is dezelve te verzachten , 't geen 't best door zuuren kan gefchieden, welke zelfs teegens de S he-itbuik werken. _ De zelfs Bereidingen, en Saamenmengzelen zijn de Geest, en Conjerf, en voor het gtootfte gedeelte het Bitr van sydehham teegens de Scheurbuik, A z rJj-  4 PLAAT II £ PEPER BOOMT JE. D E Vlllfle. C L A SSE. Zie links:os Nat. Hist. door HouTruijN Hde Detls 4de Stuk , bladz. 532. wij'jes laureola , met ongefteeldi, drie lij elkander aan de Steng zittende Bloemen, lancet vormige, afvallende Bhden , en klootswijze Beziën. a. De eenbladige . tmb<«;;« Bloemkrans met een vierfpleetie Boord. Jf'^S b. Dezelve opengefaeeden met de acht Meeldraaden, waarvan 'er vier korter zijn, dan de vier averige, en het Vrucht-beginzel. C. Een afgezonden Meeldraadje. d. Het eivormige Vrucht.beginzel met een korte Stijl, en eeUbte Stempel. e. e. e. Het VnuU-beginzel in 't midden doorgefneeden met 'c beginzel van 't. aanflaande zaai. f. De onrijpe, rondachtige Bezie g. De riipe eenhokki^e bezie. Bloeitijd. In Maart, en April aan de heiningen , en in de WcKm, B. V., bij 't huis de Iiefe, en in 't Klembroekfchë Bosch lij OithuiTeri , ter hoogte van 4,0/5 voeten. b DAPHNE MEZEREUM. CLASSIS Vlllva. Conf. linkjei Sijst. Nat. Ed. omelini Tom. Ildi part. ma pag. 63tia. LAUREOLA FOEMIKA , floribus feS- iilibus , ternis, caulinis; foliis lanceolatis , deciduis , baccisque globofis. a. Coroila monopetala, jinfundibiliformis, limbo quadrifido. b. Eadem disfecta, ubi apparent octo ftamina, quorum quatuoï reliquisfuntbreviora, cuai germine. c. Stamen féorfim exhibitum. d. Germen ovarum cum fiijlo brevi, et ftigmate capitato. e. e. e. Germen in medio disfectum cum rudiaiento futuri feminis. f. Bacca immatura, fubrotunda. g- ~— matura , unilocularis. Temp. flor. Martio , et Aprili in fepibus , et fijlvis folp arenofo, altitudo ejus 4, vel <; f. Bacca immatura, fubrotunda. pedum, «eG?e^ite^o^StdKr-70rteI Wordt ^tijds Cdoch altoos vermensfin vero^P «n afkookzei, met Zoethout \ermenga, in verouderde venerifche kwaaien ee2<4ven- Jhrh ™£ ken Z oS f Waaf t0S een ttü^e der bast van ^ takof v'ersch' oS T eem'Se lijnen '£ messt °P den arm • gLeekfen mff S z,J"de,d'ïijls eeriiëe ™™ «n wijn afijn bedekt in v£ i-f 2 PP'g ^ ' b,J ƒ °°'°eeld van Salade, of Kool del &"of 1rit m,0rSends!en des a*onds, en daarna eenmaal worden * ^ Snderen- ^iverscat, 't best gebruikt kan' SLEE*  SB. 'itianner Jel.     PLAAT I V; 5 SLEE-PRUIM. .PRUNUS SPINOSA, D E XUJe C L A S S E. Zie linnjEüs Nat. Hist, door hoüttuijn, Hde Deels 2de St. bl. 576. 5J.ee-doorn, met enkele fleeltjes, lancetswijze, gladde bladen, en gedoomde takken. a. De eenbladige , vijffpleetige , klokswijze Bloimdop , met de Stavaper. b. ï)e vijf holle , en uitgeflrekte Bloemblaaaen der Bloemkrans , en 't bovenjle gedeelte der Teel delen. c. Het onderfte gedeelte derzelven met de Kelk. d. Een gedeelte der Kelk met de daar aan vastzittende Helmdraden , waar van 'er van 20 tot 30 gevonden worden. e. e. Het vergroote boven Vruchtbeginfel met de Stijl, en de Stempel. f. De Vrucht. Bloeitijd. In April, en Maij aan de heggen , en op drooge, 'en digtbeboomde plaatzen, als te Doom in 't Sticht van Utrecht, bij Haarlem agter Overveen, en in 't Haagfche Bosch, van 5 tot 8 voeten hoog. CLASSIS Xllma. Conf. linnsii Sijst. Nat. Ed. cm eli ni Tom. Ildi part. mee pag. 795^. acacia nostras, Vel 'GERMANr- ca, pedunculis folitariis, foliis lanceolatis, glahris, ramïs fpinofis. a. Perianthium monophijllum , quinquefidum , campanulatum cum piftillo. b. Corollae quinque petala concava, et patencia; et pars fupe« rior partium genitaiium. c. Partium genitaiium pars inferior cum calijce, d. Portio calijcis cum filamentïs, ei infertis, quorum viginti aut triginta adfunt. e. e. Germen fuperum cum ftij'lo," et ftigmate, magnitudine lub microfcopio aucta. f. Fructus. Temp. flor. Menfe Aprili, et Majo in fepibus, ac locis ilccis, et nemorofis, frutex 5»§ pedalis. Gebruik. De Bloemen, Vrucht, Bast, en Wortel kan men na 't getuigenis van iommige oude Gsneesbeeren tot verfchillende oogmerken met voordeel gebruiken ; wesbalven ook nog hedendaags "t Water, en de Stroop der Bloemen, mitsgaders 't verdikte Sap der rijpe vruchten , (Succus acacia no[lratis,S. germanica) fn eenige Winkelboeken wordt gevonden, offchoon 't een, en ander zelden meer word voorgefchreeven. A s LE-  € P L A LEVERKRUID. D E XMde C L 4 S SE. Zie linnsus Nat. Hist. door HOUTTuijN, 2de Deels gde St. bl. 183. Edel leverkruid , met driekmbbige effenrandige Bladen , en een driebladig, aan de Kelk , of Bloemtop gelijkend, Om•windzel. 3. b. Het driebladig aan de Bloemdop gelijkend Omwindzel met de weezendlijke Teel-deelen, naamentlijk de meenigvuldige Meeldraaden , en Stampers. C. c. Twee afgezonderde hairswij ze, en van beide zijden vergroote Meeldraden. d. Een langwerpig Bloemblad. e. De talrijke , en in een Hoofdje verzamelde Vrucht - begin'zels. Bloeitijd. April, enMaij in Duitschlmd overvloedig in de bosfchsn, ter hoogte van een halve voet, maar by ons alleen in de tuinen. ATV. ANEMONE HEPATICA. CLASSIS X/lltia Conf. linn £i Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Hdi part. mee pag. 87o?na. hepatica nobilis, foliis trilobisi integerrimis, ac involucro tri« phijllo, caliciformi. a, b. Involucrum triphijllum, fimile perianthio, cum partibus genitalibus esfentialibus, fcilicet ftaminibus, atque piftillis numerofis. c. c. Duo ftamina capillaria, féorfim ab utroque latere magni'. tudine microfcopio aucta. d. Petalum oblongum. e. Germina numeroia in capitu* lum collecta. Temt. flor. Aprili, et Ma» jo copiofè altitudine femipedalï inGermaniae fylvïs, hlc loei vero tantummodo in bortis. Gebruik. Dat dit Kruid met veel voordeel in een verou» derde venut-ziekte (Gonorrhaa virulentd) uit flapheid derdeelen aan» gewend kan worden, vinden wij bij boerhaaven aangeteekend, offchoon 't thans geheel buiten gebruik is gekoomen. BOL-      PLAAT VI. ? . BOLWORTELIGE DUIVEKERV EL. D E Wilde. C L AS S E. Zie MNNffius Nat. Hist. door h o u t t u 11 n , Hde Deels lode St. bl. 77. joontjes holwortel , met een enkelde fleng , volmaakt effens , eijrondachtige, lancetswijze Lo' vestjes, korter dan de bloemen; en een Bolwortel. a. a. De Keel in twee gelijke deelen gefneeden. b. De geopende Keel met de Teeldeelen , namtntlijk twee Meel-, draaden , die aan den otamper gevestigd zyn. e c. De twee Meeldraaden van den Stamper afgefckeiden met drie Helmtjes op ieder Helm' draadje. d. Het langwerpig Vrucht-beginzel met een Korte Jlijl, en de ronde . regtopftaande Stempel. c. Het geopende Vrucht-beginzel met de beginzels der Zaaden. f. De geheele Bol der wortel. g. Dezelve in de midden doorgefneeden, om de inwendige holte aantetoonen. bloeitijd. In April in de bosfchen en op dicht beboomde plaatzen , B. V. te Deutecom , en Enkhuijzen , in 't Graafschap Zutphen, in 't Haagfche Bosch, en in de Haarlemmer, en Alkmaarder Hout; bijna een halve voet hoog. FUMARIA B U L B O S A. CLASSIS XVlIma. Conf. linns;i Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi. part. idx pog. io8o)«a. aristolochia fabacea, Caule fimplici, bracteis ovato-lanceolatis, integerrimis, florebrevioribus; et radice bulbofa. a. a. Faux in duas partes divifa. b. Faux aperta cum genitalibus, ubi duo ftamina , piftiilo ad« haerentia, apparent. c. c, Stamina duo a piftillo feparata cum tribus antheris in iingulo filamento. d. Germen oblongum cum ftijlo brevi, et ftigmata erecto , orbiculato. e. Germen apertum cum feminmn rudimentis. f. Bulbus radicis integer. g. Idem in medio di.'fectus , ui cavitas interior apareret. Temp. flor. Aprili in fijlvis et locis nemorofis, altitudine circiter femipedali. Gebruik. De Wortel word van eenige Schrijvers gezegd de. zelfde eigenfchappen, als die der ronde Holwortel, (Arijlolochiie rotundcc.) waarmede zij ook uiterlijk veel overeenkomt, te be-itten, dog vaa de meeste bijna geheellijk verworpen, SLEÜ-  S PLAAT Vit SLEUTEL- PRIMULA VERIS. BLOEM. vel OFFICINALIS» E E Vde. C L AS SE. CAS SIS Vta Zie LiNNiEus Nat. Hist. door Conf. linnjei Sijst. Nat. 'Ed. houttuijn Hde. Deels ~tde gmelini Tom. Ildi. part. St. bl. 479. imae. pag. 326fa. Wolle kruidje, met getande, paralysis herba, foliis denta- rimpelige Bladen, veelbloemïge tis , rugofis, fcapis multifloris, Bloemjlengen, nikkende ËUe- floribus omnibus nutantibus, men , en een holle rand loven & limbo cofollarum concavo. aan de Bloemkrans. a. Het zeer kleine, veelbladige Om- a. Involucrum minimum polijwindzel. phijilum. b. De eenbladige, pijpvormige, en b. Perianthiummonophijllutn, tuvijf tandige Bloemdop. bulofum , quinquedentatum. c. Dezelve opengefneeden met de c. Perianthium disfectum cum coï Bloemkrans. rolla. d. De opengefneeden Bloemkrans d. Corolla disfecta cum quinque met de vijf korte daar aan ge- ei infertis ftaminibus brevibus, hegte Meeldraden, en de Stam- et piftillo. per. e. Een vergroot Helmtje. e. Antbera magnitudine micro- fcopio aucta. f. Het Klootswijze Vrucht-begir.- f. Germen globofum cum ftijlo zei met de draadswijze ftijl , filiformi, et ftigmate globofo. en de klootswijze jlempel. Bloeitijd, In de maand Maij Temp. flor. Menfe majd overvloeidig in de we'jlanden, bos- copiofè in pratis , collibus , & fchen, en uiterwaarden te Drumpt, loris inundatis , altitudine fenjiZoeten, en Avefaate in de Ne- pedali. der-Betuwe, inde ft ad sweide buiten Zutphen, langs den houtkant van 't Haagfche Bosch , 'en in den Aarden-Hout bij Haarlem, ter hoogte van een halve voet. Gebruik* Het Kruid, en de Wortel wierden eertijds hoog gefchat bij de ouden , doch, daar men dit nimmer met zeekere waarneemingen heeft kunnen bevestigen , worden zij thands van geene Geneesheeren meer voorgefchreeven; maar de Wortel tot poeder geftooten, kan , door 't opfnuiven eene niefing verdekken, en in afijn afgetrokken , op dezelfde wijze de kiespijn, gelijk men zegd, zeer fpoedig doen bedaaren. TAM-      PLAAT VIH, 9 TAMME VIOOL. VIOLA ODORATA, Y D E XIXde. C L A S S £. CLASSIS XIXna. ZieLiNNSius Nat. Hist. door Conf. linns:i Sijst. Nm. Ed. houttuijn Hde Deels gmelini Tom. Ildi pait, nde St. bladz. 134. q mee pag. 4121/ja. winkelviool , met hartswijze viola martia, foiiis cordatis, 6È Bladan, en kruipende Spruiten. ftolonibus reptantibus. a. De uitgespreide Bloem. a. Flos expanfus. b. De korte, bijblyvende, vijfbladi- b. Perianthium breve, perfiftens, ge Bhemdop met de vijf Meel- pentaphyllum cum quinque ftadraden, en de Stamper. minibus et piftillo. e. Het regte bovenfie Bloemblad met c. Petalum fupremumerectum,quod het onder aan gehegte hoornvor- bafi fua definit in nectarium cor. mige Honingbakje. niculatum. d. Een Bloemblad met de daar aan d. Petalum cum ei adhaerentibus zittende Meeldraden. ftaminibus. e. Een vergroot Meeldraadje met e. Stamen cum anthera, magnitudihet Helmtje. ne microfcopio auéta f. Het boven Vrucht-beginzel met f. Germen fuperum cum ftylo ha« de haakswijze Stijl. mato. g. Het eijronde geopende Zaad- g. Capfula feminalis ovata aperta doosje met veele Zaad-korlen. cum multis feminibus. Bloeitijd. In de maand Maij Temp. Flor. Menfe Majo aan heggen, en op zandige plaatzen, in fepibus, et locis arenofis, mag. in 't Sticht van Utrecht, in Gel- nitudo in iconepropemodum natuderland, Friesland, Groningen aan ralis. de Jlads-muur , en op 't nieuwe werk bij Rotterdam, van gelijke hoogte bijna als zij op de plaat afgebeeld word. Gebruik. Genoegzaam worden thands alleen de Bloembladen {Petala) in de Apotheken gebruikt, om deSijroop vanviJen te maa. ken, met een purpere en geenzins geheel hemelsblaauwe coleur, gelijk die der Bloemen van de Akeley (Aquilegia vulgaris L.) ; zij ftilt de hoest vermindert de fmerten , door de fprouw (aphta) veroorzaakt, en kan bij kinderen een zagten flaap verwekken. B GE'  *° PLAAT !I • GEWOONE OXALIS KLAVER.ZUURING. ACETOSELLA. D E Xde. C L A S S E. CLASSIS Xme. Zie LiNNJEus Nat. Hist. door Conf. linkjei Sijst. Nat Ed houttuijn Hde Deels Sjie ' gmelini Tom. Ilai part. ' St. bl. 655. • imae pag. 7342a. koekkoeks-BnooD, met een een- trifoliüm jsc^tosum , fcapo bloemige Bloemfteng , en drie- unifloro, foliolis ternatis obvoudige . Jlomp. hartvormige ge- cordatis, pilolis. hairde Blaadjes. a. De bijblijvende, vijfdeelige a. Perianthium perfiftens, quinqueBloemdop. partitum. b. De regtopjiaande, Jlompe, vijf. b. Corolla erecta , obtufa , quindeelige Bloemkrans van vooren. quepartita a latere anteriori c. Dezelve van agteren. c. Eadem a latere pofteriori d. De tien hairswijse Meeldraden, d. Stamina decem capillaria quowaar van de vijf buitenfte korter rum quinque exteriora rêliquis zijn, dan de overige. funt breviora. e. Twee afgezonderde Meeldraden e. Stamina duo feparata f. Het Vrucht-beginzel met de vijf f. Germen cum quinque ftiiHs filf. draadswtjze Stijlen, en even zoo formibus, et totitem ftigmativeel Jlompe Stempels. bus obtufis. g. Een afgezonderd Bloemblad. g. Petalum feparatum • ^LTTrT' In ^,il'.m M'»j temp. flor. April,etMajo tn de Bosfchen en op zandige plaat- in fylvis et locis arenofis mae- zen, als te Heemze in Overijs- nitudo naturalis paulo major eft fel, en bij Haarlem langs de quam in icone. weegen een weinig grooter, als zij hier verbeeld trord. Gebruik. Het versche Kruid, of in een aftrekfel met water of wyn kan men m alle, en hoofdzakelyk in rot en galachtise ziek! tens, waar Zuuren vereischt worden, met voordeel gebruiken Deszelfs Bereiding is het weezenchjke zout der Klaver - zuuring {Sal ceeetofell* tjjentiale). -uuiujg VE«      PLAAT X. lï VIERBLADIGE PARIS W O L F S-B E Z I E. QUADR1FOL1A. D E VMJIt CL ASS E. CLASSIS Vlllya. Zie LiNNiEUS Nat. Hist. Conf. linn-ki Sijs* Nat. Ed. door houttuijn. Hde gmelini Tom. Ildi part. Deels 8/ïe St. bl. 489. lmae P"S- 64gtJ«. TÜRIS - kruid, of spinnekop- hepra paris. T. _ pen bijzonder in Brabant naar Solarium quadrifolmm, dodonjeus. Bacciferum. C. B. ; A. De uitgefpreide Bloem van onde- A. Flos expanfus a latere wterion. ^Dezelve uitgebreid van hoven B. Tdemexpanfusa latere fuperiori. a. Debijblijveme.vierbtodige Bloem- a. Périanthium tetraphyilum, perdop. fiftens- b. De uitgejlrekte,.vierbladige Bloem- b. Corolla patens, tetrapetala. c. De'agt Meeldradenin elke Bloem. c. Stamina oéto in fingulo fiore. d Her Vrucht-beginzel met de vier d. Germen cum quatuor ftijlis, et ' Stijlen, en fpitje Stempels, ftigmatibus eorum acutis. e Het Vrucht-beginzel in de lengte, e. Germen perpendiculanter, f Het zelve dwars doorgefneeden. f. Idem horizontahter difïectum. e. De rijpe Bezie. g- Bacca matura. h. Deze.ve geopend fonewnr de h. Eadem aperta cum pluribus fe. veeie Zaad-korlen. minibus. Bloeitijd. In de maand Maij temp. flor. Menfe Majo 111 aan de heggen , en dïgtbeboomde fepibus, et locis nemorofis, maplaatzen B. V van Duitscbland, ter gnitudineinicone naturali, bic loei hongte van de afbeelding, bij onsJtantummodo in hortis. alleen in de hoven. Gebruik. Het Kruid en de Wortel kan men zomwijlen, m aar zeer zelden , en altoos noch met de grootfte voorzichtigheid in de Geneeskunde aanwenden. B » KRUI-  12 PLAAT XI. kruipend ajuga senegroen. reptans. DE XlKJ" Cf9*. CLJLSt* xma. '°' 2d« pag. 8o2da. krans met de^T eUi le i b-Coroih rnonopetala , ringens , t 7WpZvp ' ƒ cum psrtibus eenitalibus SlStif '.CoroUffJa, ut appareant Aftta^Xïfï ?„UrTr fi'amenta 5reéla eidem l£L"ïiË IniatenZt „ T.EMP'*enfe Majo in W* * wegJurkmaZóJ Pratls«v,'s. magnitudonaturalis «^5,4^^ ;-f - «M» major quam fa «fr »n de afbeelding. 6 ' wondneelende eigenfchaD men weS6ns -«re cigcnicnap gewoon is Confohdx te noemen. ge-      PLAAT XÏÏ. 13 GEVLAKT LOOK. I ALLIUM VICTORIALIS. D E Vide C L A S SE. Z;e linnjeus Nat. Hist. door houttuijn, 2de Deels 12de St. bl. 189. breedbladige gevlakte berg- Look, met een platbladige kromdragende Stengel, een rondachtig Kroontje, lancetvormige Meeldraden, die langer zijn dan de Bloemkrans, en ovaalachtige Bladen. a. Degemeene,veelbloemige BloemJe heede. b. De langwerpigejesdeelige Bloemkrans met de Teel-deelen. c. De zes elsvormige Meeldraden , die langer zijn dan de Bloembladen. 6. Een vergroote elsvormige Helmdraad met een langwerpig Helmtje. e. Het boven driezijdige Vrugt-beginzel met de enkel ie Stijl, en de [pitje Stempel. f. Het Vrucht -beginzel vanboven zonder Stijl. g. De vliezige, 'netswijze Wortel. Bloeitijd. In de maand Maij, op de Alpen , en Bergen van Zwhzerland en Italien, ter boogie van omtrend 2 voeten. CLASSIS Vila Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi part. mee pag. 541111a. victorialis major, Vel longa, caule planifolio umbellifero , umbella rocunda, ftaminibus lanceolatis corolla longioribus, foliisque ellipticis. a. Spatha communis, multifiora. b. Corolla oblonga,hexapetala cum partibus genitaiibus. c. Stamina fex fubulata , corolla longiora. d. Filamentum fubulatum cum anthera oblonga, magnitudine microscopio au£ta. e. Germen fuperum , trigonum , cum ftijlo fimplici, et ftigmate acuto. f. Germen a parte fuperiori absque ftijlo. g. Radix membranacea, reticulata. Temp. flor. inenfe majo in cepibus, etmontibusHELVETiiE, et italue , altitudine circiter duorum pedum. Gebruik, haller verzeekert, dat de verfche Wortel met voordeel in de fpanningénvan het Onderlijf, en voornaamentlijk bij 2wangere vrouwen kan gegeeven worden , dog gedroogd zijnde word zij geheel zonder reuk en fmaak bevonden. B 3 DRIE-  14 PjgL A A DRIEBLADIGE T XIII. MENYANTHES RINGBLOEM. D E Vit. C L AS S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttui|N, Hde Deels 1 de Duvcn buiten Haarlem en s'Hage, in het Graaffchap Zutphen, het Sticht van Utrecht, Gronigen en Friesland , omtrend een halve voet hoog. T XVII. T H Y M Ü S SERPILLUM. C L A L S 1 S Xlfla. Conf. linnje 1 Sijst. Nat. Ei. gmelini Tom. Hdi part. idee pag. giyia. serpillum vulgare minus , flo- ribus capitatis , caulibus repentibus, foliis planis, obtufis, bafi ciliatis. a. Perianthium monopbyllum.quinquedentatum, dentibns tribus fuperioribus, duobus inferioribus. b. Corolla monopetala , ringens, aperta. cc*. Labium fupei ius obtufum dlduftum. /3. Labium inferius trifidum cum quatuor ftaminibus, quorum duo paululum breviora, c. Stamen fubulatum féorfim exhibitum. d. Germen cum ftylo filiformi, & ftigmate bifido. temp. flor, Junio&Julio, Jo. cis ficcis & arenofis , alitudire circiter femipedali. Gebruik. Het Kruid wierdt eertijds dikwerf in Voetbad™ bevordering der Maandstonden gegeeven, voetbaden tot CEELE  17. J5. '\J%anjftc r.     P L A A G E E L E T XVIII. 19 ASPHODELUS A S F O D I L. O E Vlit C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttuijn, Ilde Deels 12de St. bl. 331. ASFODiL, met een gebladerde Stengel , en driekantige, gejlreepte Bladen a. De eenbladige, en geheel fesdee- lige Bloetnkrans. bb.Het gebooge , en aan ieder Bloemblad bevejligde, Honingbakje. c. Het Zelve vm vooren. dd De fes gebooge Meeldraden, die aan de Honingbakjes vastgehegt, en om den anderen korter zijn. e. Een der korte Meeldraden van tet zijde. f. Een ander van vooren. g. Het rondachtig vrucht-beginzel. met den elswijze Stijl , en geknopten Stempel h. Het klootswijze, vleesachtige Zaad - doosje met de drie-hoeksvormige Zaaden. bloeitijd. Geduurende de geheele Maand Jwiij , op bergachtige plaatfen, en op de Heijde,B. V. op de Berghummer Heijde in Friesland, ter hoogte van 33.4. vee ten. L U T E ü S. CLASSIS Vlta Conf. linmjei Sijst. Nat, Ed. gmelini, Tom. Ildi part. mee pag. 5S3tia. ASPHODELUS, C3ule follofO , fo- liis triquetris, ftriatif. a. Corolla monopetala , ad balin ufque fexpartita. bb. Nrctirium inflexura , fingulo petaio adnatum. c. Idem a parte anteriori. dd. Stamina fex arcuata , alterna breviora, neétariis inferta. e. Unum è ftaminibus brevioribus a latere. f. Idem a latere anteriori. g. Germen fubrotundum cum ftylo fubulato, & ftigmate truncato. b. Capfula globofa , carnofa cum feminibus tertangularibus. temp. flor. Per totum menfem Jurium, in locis montolTs & defeits, altitudo ejus 3 a 4 pedum. Gebruik. Aan deeze Wortel, die tegenwoordig bijna niet meer in deGeneeskundegebruikt worde, pleegen nogthandsde Ouden een groote afdrijvende kragt toetefchrijven. C 3 WOLF3-  20 PLAAT XIX. WOLFSMELK. EUPHORBIA LATHYRIS. °E CLASSIS zLtloftVüut g£ Conf- LT™ s*f m-Ed- Dee^e 1 b\ \S M*\1Z\Tom: IM part' i 04. ut. /55. imat Dag. 63tia. "gZTffMkZlT Vie,deel!S'l c™™MrNo*,umbellaquad- *££r *" Wïef' a-Perianthi™ Tu'od conftituit J 1 n ]f; enJle puntm> membrana cenuis a!ba «hu «/i de Bloemdop U uitgefprijd, ap.ces quinque fub exnanfiöna vier dikke h„if~„ ■■ corona, conitans peta is qua. vier aiKRe, llaljmaanswiize . en mnr <-ri /" ™ hem eenige anderen infva"den ftïS ? Zaade" Z?nder eenig Sevaarter bevordering van den ltoelgang kon aanwenden , offchoon dit echter van «eene bedachtzame Geneesheeren thands'zal worden aangepreezen"      PLAAT XX. WEDERIK. DE Vde C L 4 S S E. Zie liknjeus Nat. Hifi, door houttuijn, Hde Deels ule St. bl. 509. penningkruid , met bijna hartvormige liladen, eenzaame Bloemen , en een kruipenden Steng. 2. De regtopftaande , vijfdeelige Bloemdop. b. De eenbladige, radenvijze, vijfdeelige Bloemkrans zonder Pijp. c. De vijf elsvormige Meeldraden. d. Het rondachtig vrucht-beginfel mtt den draaaswijzen Stijl, en Jlompen Stempel. bloe 1tijd. In Jimijen Julij , in vochtige Weilanden, Veengronden, en in de Slooten bij Haarlem , niet grooter dan in de afbeelding. LYSIMACHIA NUMMULARIA. CLASSIS Vta. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. G mel 1n 1 Tom. Ildi part. imae pag. 3320a. nummularia, centum . morbia , foliis fubcordatis, floribus folitariis, caule repente. a. Perianthium erectum, quinquepartitum. b. Corolla monopetala , rotata, quinquepartita abfque tubo. c. Stamina quinque fubulata. d. Germen fubrotundum cum ftylo fimplici Ü fligmate obtufo. Temp. flor. Junio & Julio, in pratis humidis, locis casfpitofis & lacunofis, magnitudine in icone naturali. Gebruik. Sommige en onder dezen de voornaamfte Ge neesheeren hebben eertijds dit Kruid met zeer veel ophef in verfchillende ziekten en hoofdzakelijk in de Scheurbuik aangeprezen; doch tegenwoordig is het, en niet ten onrechte , buiten alle gebruik gekoomen. C 3 DREJ*  22 F L A A T XXI. DREIGEND DOOD-KRUID. DE Vdc. C L AS S E. Zie hmnjeus Nat. Hist. door houttuijn Hde Deels ide St. bl. 655. schoone dam£ , doodelijke .nachtschade , met een Kruid- achligen Steng, en eijronde effenrar.dige Bladen. a. De eer Jiladige, vijfdeelige Bloemdop. b. De eenbladige, kkkswijze Bloemkrans , met het vijffpleetig. buikvorrnig Boord, en dt vjjj elswijze. aan den grond dtrBkernkrans gehegte, Meeldraden. c. Het hnlfetjronde vrucht-beginzel, met denStijl ter lengte der Meel draden, en dengekopten Stempel. d. De klootswijze, rijpe Vrucht, en e. Het Zaad. Bloeitijd. In de maand J'mij, in de Bosje hen en op de Bergen van Duitschland , Zwilferland , Icalien en Engeland , en bij ons in het Oldampt bij Groningen , ter hoogte van 2 a 4 voeten. ATROPA BELLA-DONNA. CLASSIS Va. Conf. linnjei Sijst. IXat. Ed. gmelini Tom llai part. imae pag. 381 'iia. bella-donna. solanum lethale, caule herbaceo, foliis ovatis , integerrimis. a. Perianthium monopbyllum , quinquepartituin. b. Corolla monopetala, campanulaca cum limbo ventricofo.quinquefido, & quinque ftaminibus, fubulatis, bafl corolla adnatis. c. Germen femi-ovatum cum ftylo lorgitudine ftaminum , & ftigmate capitato. d. Bacca globofa matura , e. Semina. Temp. flor. Menfe Junio, in filvis & montibus Germania% Heivetias, Italiee & Angliet, aiticudine 2 a 4 pedum. Gebruik. Verfcheide Geneesheeren hebben reeds zeer vee!e proeven , tot het geneezen der Kar.ktr, en Hondsdolheid , met de Bladenen de Wortel, zo wel uit-als inwendig genoomen; doch altoos met eene bedriegeüjke uitkomst: weshalven zij tegenwoordig zelden worden voorgefchreeven ; en dat de Vruchten zelve {Bacca}) van een vergiftigen aart zijn , leeren wij uit de voorbeelen van Kinderen, die dezelve zontijds bij orgeluk hebben gegetten. GE-      PLAAT XXII. s3 GEMEEN CHELIDONIÜM SCHEL KRUID. MA JUS. D E X1W. CLASSE. CLASSIS Xllltia. Zie linn/eus Nat. Hist. Conf. lihhsi SU*. Nat, Ed door houttuijn lid, gmelini Tam. Ildi uetu gie St. bladz. 87. part. imae pag, goona. zwaluwen . kruid met kromswijs chelidoniüm Vel chelidonia. vergaderde Bloemfleelen. pedunculis umbellatis. " a. De tweebladtge, afvallende Bloem- a, Perianthium dipbyllum, cadu- P' cum. h-Ojmtgeflrekte,vierbladige Bloem- b. Corolla patens, tetrapttala. c.De veelvuldige Meeldraden (ge- c. Stamina numerofa Cplerumouc woonltjk dertig.) | triginta.) V J ü.Het rolronde vrucht-beginzel met d. Germen cylindraceum cum ftieden gekoptm Stempel. mate capitato. F c.De geopende Haauw. e.Siliqua aperta. f. De Eijvormige Zaaden. f. Semina ovata. „„« Tm1 jrn in > temp, flor, Junio & Julio, aan de Muurenen langs dt Heinin- ad muros & fepes, altitudine cirgen op veele plaatzen , ter hoogte citer bipedali. van omtrend twee voeten. A.GnrlT?' A,r«df te" tijde van moscoaiDEs wierd het Kruid en de Wortel zeer fterk aangepreezen , gelijk het nog heden i" vertollende verftoPp,ngen der Ingewanden , en in die ziekten wel üi°fdzaaHke"Jk daar uit **" voortgekoomen, als een ueffS anddei van de meest#n wordt gehouden. .TT ALPI-  24 PLAAT XXIIJ. ALPISCHE , RUMEX PA T I C H. D E Vide. CLASSE. Zie linnjeus Nat. Hift. door houttuijn Hde Deels êfle St. bl. 405. ïionniken-ehabarbeb , mettwee- Jlaclitiget onvruchtbaare, en vrouwelijke Bloemen, met ejfenrandige,naakte Klepjes, en hartvormige, Jlompe, rimpelige Bladen. a. JJe driebladige Bloemdop. b. De eivormige, driehladige Bloemkrans. c. De inwendige Bloemkrans met het vrucht - beginzel. d. Het vrucht-beginzel met de drie hairswijze, omgebogene Stijlen, en de Jlippige Stempels. e. Een geopende Zaad-korl. De mannelijke Bloem. f. De drie Bloem, en Bloem-dopsBladen met de fes Meeldraden. g. Een afgezonderd Meeldraadje. Welke deelen allen aanmerkelijk vergroot zijn. Bloeitijd. In de maand Julij, op de Bergen van Z^itzer-' land, en in de Tuinen, ter hoogte van 4 a 5 voeten. A L P I N U S. CLASSIS Vlta. Conf. LiNNiEi Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi part. imct pag. 58 S*"- rhabarbarum monochorum, 00- ribus hermapbroditis, fteriiibus, femineifque, valvis integerrimis ,nudis,foliiscordat:s, ob» tufis, rugoiïs. a. Perianthium triphyllum. b. Corolla tripetala, ovata. c. Corollae fuperficies interna cum eermine. d. Germen cum ftylis tribus capil. laribus, hirfutis , & ftigmatibui laciniatis. e. Seinen dilTeélum. Flos mafculus. f Perianthium triphyllum,& corolla tripetala cum fex ftaminibus. g.Stamen féorfim exhibitum Omnes qua; partes magnitudine fub microfcopio haud parum funt aucta; tfmp. flor. Menfe Julio, in Helvetice montibus , & colitur in hortis, altitudino 435 pedum. Gebruik. De Wortel wordt op fommige plaatfen van Frankrijk in een grootere hoeveelheid dikwijls voor de Rltabarber; doch buiten dien thands zeer zeldzaam gegeeven. GE-      PLAAT XXIV. 25 ALPISCHE , IMPERATORIA MEESTER WORTEL, D E Vilt. CLASSE. Zie LiNNiEus Nat. Hist. door houttuijn Hde Deels 2jle St. i/,183. Meesteekruid , met lancetvormige, 2 of 3 kwabbige, getande Bloembladen. a. a. de algemeene Sonnefcherm. b. de bijzondere, vijf'bladtgeBloemkrans,met de vijf hairswyze Meel- , draden van boven. c. Dezelve van onderen met het onder de Bloem zittende Vrucht, beginzel. di. Het Vrucht-beginzel met de twee omgebooge Stijlen. e.De twee eijronde Zaad-korrels , waar van ,de eene geheel, en de andere doorgefneeden is. Bloeitijd. ïn de maand Junij, can den voet der hoogjle bergen van Swkzerland en Oostenrijk , ter htogte van 3^4 voeten. OSTR UTHIÜM. CLASSIS Vla. Conf. linn/EI Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Ildi pan. mee pag. 488V0. IMPERATOria major , VUÏgO astrantia, VeiilAGISTRANTIA. a.a. Umbella iiniverfalis. b. Corolla propria , pentapetala, cum quinque ftaminibus fubu. latis a latere fuperiori. c. Eadem a parte inferiori cum germine infero. d. Germen cum ftylis duobus re» flexis. e. Semina duo ovata, integra, &dis- lecta. Temp. flor. menfe Junio, in montibus Auftriacis, et Helvetle Alpibus, altitudine 3 vel 4 pedum. Gïbrüie. De poeder der Wortel kan, uitwendig op eene wonde geftrooid , dezelve zuiveren; en inwendig bij hartnekldge gaande en koomende Koortzen (Febres intermittentes) naar fommigeri tot twee Scrupels gegeeven, en met meer voordeel als den Koorts«ast (.Cortex Permanus) aangewend worden, D ZWART:  26 PLAAT XXV. ZWART IVERBASCUM WOLLEKR UID. DE Vit CLASSE. Zie link^üs Nat. Hifi. door houttuijn Hde Heels ide St. bl. 626. wollekbuio , met langwerpige, hartswijze, gefteelde Bladen. ss. De kleine , eenbladige, vijfdeelige Bloemdop met rechtopjlaan- ae aiaaajes. b. De eenbladige raderwijze Bloemkrans , met een uitgebreid vijf- uciHg uuuru, en vijf meeiaraden korter, dan de Bloembladen. c. Het rondagtig Vrucht-beginzel, met den draadswijzen gebogen Stijl, en den jlompen Stempel. Bloeitijd. In de maand Junij, langs de weegen in den omtrek van "s Hage, en op den Uilenpas aan de wal en de Grachten , ter hoogte van 30/4 voeten. ' N I G R U M. CLASSIS Vla. Conf. LiNNffii Sijst. Nat. Ed. Gmelini Tom. Ilai part. imae pag. tf&va. verbascum, foliis cordato-oblonV gis, peti olacis. a. Perianthium parvum , mono. phyllum, quinquepartitum cum laciniis erectis. b. Corolla monopetala rotata, limbo patenti quinquepartito, & quinque ftaminibus, corolla brevioribus. c. Germen fubrotundum , cum ftylo filiformi iuclinato, & ftigmate obtufo. Temp. flor. menfe Junio, ad vias & prope canales, altitudine 3 vel 4 pedum. Gebruik. Van fommigen (gelijk van linmeus) is de Wortel dikwijls aangepreefen; doch teegenwoordig word zij byna door geene Geneesbeeren meer voorgefchreeven.   'I    P L A A WITTE PLOMPEN. D E Xlllde CLASSE. Zie linn^us Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deels gde St. bi. 110. water - p.oozen , meiebladen, met hartswijze, volmaakt effent Bladen, en een vierfpleetigen Kelk. a. De groote vierbladige Bloemdop van onderen. b. Defelve Van boven, met de, om den ronden Stempel, op 't Vruchtbeginzel zittende, Straalen. c. De vetlbladige Bloemkrans ([veelal van 15 Bloembladen.) d. Twee platte, Jlompe, van beide zijden afgezonderde, Meeldraden. e. Heteijronde Vrucht-beginzel, in de lHigte doorgejueden, met de daar in zittende onrijpe Zaaden. f. Tw-.e bijblijvende Stempels, bloeitijd. In de maand Julij door geheel Europa. in de Rivieren en andere heldere V/aterèiu dikwijls met een Jleng van vier voeten. T XXVI. 27 NYMPHjEA A L B A: CLASSIS XlUiia Conf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Hdi part. imat pag. Zizma. NYMPILÏA , NENUPHAR , foIÜS CO!» datis, incegerrimis, calijce quadrifido. a. Perianthium magnum tetraphij'lum a latere inferiori. b. Idem alatere fuperiori, curhfligmate orbiculato, feslïli, radiato. c. Corolla polijpetaIa(/«/i2'ar{a:ndecim.") d. Stamina duo plana, obtufaf ab utroque latere fep'arata. e. Germen ovatum.perpendiculariter disfeftum, cum intus cbritentis feminibus imaturis. f. Stigmata dua perfiftentia. temp. flor. Menfs Julio, ubiqfie in aquis & fluviis, caüle faepius quadrupedali. gebruik. Het gedistilleerde water van de Bladen en Bloemen wordt van eenigen, volgends hun getuigenis, voor verfrisfch'enda en verkoelende gehouden; doch van weinLjen voorgefchreeven. E GE-  4S PLAAT XXVIL GEMEENE M A L R O V E. D E Xlfde. CLASSE. Zie liknjeus Nat. Hist. door houttuijn Ilde Deels gde St. bl. 357. witte andoorn , met de Kelktandjes borjlelig, en hadkig omgebogen. a. De bijblyvende, eenbladige, pijpswijze Bloemdop, benevens den Bloemkrans. b. Dezelve opengesneden, met vijf grootere, en even zoo veel kleine bairswijze tandjes. C. De geopende, eenliadige, gelipte Bloemkrans , met de vier hainwijze Meeldraden, waar van 'er twee langer zijn, dan de twee anderen. d. Het vierdeelig Vrucht -beginzel, met den draadtwijzen Stijl, en den tweefpleetigên Stempel. e. Het zelve van boven. bloeitijd. In de maand Julij op zandige, en fteenige Gronden, gelijk tusjchen Maas en Waal, over Tiel, buiten Zutphen, en by Deventer, omtrendtwee voeten hoog. MARRUBIÜM VULGARE. CLASSIS XlVea. Conf. LiKNjïi Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Ildi part.' udae pag. gogna. marrubium album , vulgare , caüjcum dentibus fetaceis, uncinatis. a. Perianthium perfiftens, monophijüurj , tubulofum, cum corolla. b. Idemdisfectum, cum decem denticuüs fubulatis, alterne minoribus. c Corolla monopetala, ringens s disfeéta, in qua adparent ftamina quatuor fubulata, quorum duo longiora funt, & duo breviora. d. Germen quadripartitum, cum ftijlo filiformi, & ftigmate' bifido. e. Idem è latere fuperiori. temp. flor. Menfe Julio in locis faxofïs & arenofis, altitudine' circiter bipedali. ;.niBrRlI-K" Het Kru!d en wel voornamentlijk de Knoken der .tonge fpruiten zyn openend en oplosfend; wesha ven zMn alle ve£' &efMlen^rnden '„veroud^ Borstkwaaien?to v rwe, I King der Maandftonden, en het verdrijven der Vrijsterziekte (Cha tvfis) met veel voordeel gebruikt kunnen worden. J ( - KNOO-      PLAAT XXVIIL 29 KNOOPIG SCROPHULARIA SCROFEL KRUID. NODOSA. D E XlVdt CLASSE. CL A L S 1 S XlFta. . Zie LiNNiEUS Nat. Hist. Cc-nf. linn;ei Sijst. Nat. El. door houttuijn. Hde gmelini Turn. Hdi part. ■ Deels gde St. bl. 513. idee pag 937ma. groot speenkruid, helmkruid, scrophulariavulgaris,foetida , met hartswyze, drieribbige Bla- foliis cordatis, trinervatis, caule den, en een ftomphoekigen Steng. obtufangulo. a. De bijblijvende , eenbladige , a. Perianthium perfiftens , mono. vijffpleetige Bloemdop, met den pbylum.quinquefidum , cum piStamper, ftiilo. b. De geopende, ongelijke, eenbla- b. Corolla monopetala.inaequalis, dige Bloemkrans, met de vier disfeéta, cum filamentis quatuor. liniaalswyze Helmiraden, waar linearibus, quorum duo longioyan 'er tw?e langer zyn, dan de ra funt, & duo breviora. twee anderen. c. Een Meeldraad ter lengte van c. S'tamen longitudine corollae. den Bloemkrans. d. Het tij ronde Vrucht- beginzel, d. Germen ovatum, cumftijlo,& . met den enkelden Stijl, en Stem- ftigmate fimplici. pel. e. Het rondachtig , tweehokkig e. Capfula bilocularis, fubrotunda. . Zaad- dooije. f. Hetzelve doorgef-.eden, met zeer f. Eadem disfeéta , cum plurimis veele kleine Zaad-korlen. parvis feminibus. bloeitijd. In de maand July temp. flor. Merife Julio, in op Schaduwachtige plaatfen, en locis umbrofis , & ad vias, altitulangs de wegen by Tiel , om dine bipedali. Arnhem, in 't Haagfche Bosch, den Haarlemmer Hout en elders, ter hoogte van twee voeten. gebruik. De Wortel en Bladen wierden voorheen inwendig ter oplosfing, en uiterlijk tot zuivering van Z.veeren, en wegneeKing van Schurft gegeeven. E 2 GE-  3 P L A A T XXIX. GEMEEN ACHILLEA DUIZEND-BLAD. MILLEFOLIUM. ö E XIXde. CLASSE. CLASSIS XIXta. Zie linhjeus Nat. Hist. Conf. linnej Sijst. Nut. Ed. door h o u t i-o i / n , Ilie gmelini Tom. Ildi part. Deels iade St. bl. 802. ii.;,'«pag. ,2S4tfl. ^V,?®™?', CE,EÜWE ' net MILLEFOLIUM VULGARE, ALBUM, dubbeldgevinde, hairkoze Bla- foliis bipinnatis, nudis laciniis den, hniaalswys getande Slip- linearibus, dentatis , caJicibus pen , en gejleufde Stengen. fulcalis. ü.Degemeene, gefchubde. eijron- a. Calijx communis, imbricatus . d* Kel£' „ ovatus. b. De famengejlelde , gejlraalde b. Corolla compofita, radiata. Bloemkrans. c. De 10 a 12 gepijpte,twee/plee- c. Corollula; hermaphroditaj tutige Bloemkransjes van de Schijf. bulofa;, 10 3 12 in Difco d. Een afgezonderd tyoeeflathtig d. Corollula bermaphrodita,' fena. Bloemkransje net de Teel - dee- raia, cum partibtis genitalibus. e. Een vrouwelijk Bloemkransje, e. ferainea , cum met den Sttjl, en Wee omgebage ftylo, & duobus ftigmatibus restempels. flexis. f. Een opengefneden tweejlachtig f. 1' disfecla Bloemkransje. S' ^ Vff fë^onderde, zeer korte %. Stamina quinque feparata, bre. Meeldraden met de famenge- visfima, cum antheris connatis. groeide Helmtjes. h De,midd* door dezen gaande, h. Stijlus.in medis eorum tranfiens S^eTsSèr ^ m* m°lm[S' c-<%-tebiMc.' bloeitijd. Geduurende de drie temp. flor. Per tres menfes Z.omer-maanden,overoloedig langs asftivos, in viis, campis, & Dratis de Wegen, aan de kanten der Ak. altitudine circiter pedali. ' kers, en m de Weiden, omtrend een voet hoog. ' gebruik. Aan het Kruid en de Bloemen werden door de Itahaanen voorheen groote eigeafcbappen toegefchreeven. GE.      P L A A GEMEEN | VALKRUID. D E XIXdt. CLASSE. Zie linNjEüs Nat. Hist, door houttuijn Hde Deels 10de St. bl. 708. WOLVF.RLEl, ST. LUCIAANS-woud- kruid , met eijronde , geheele , Bladen, engepaarde Stengbl iden. a. De gemeene, gefchubde Kelk. b. De famengejlelde, gejiraalde Bloemkrans. c. Een isitgeftrekt, lancetswijs, vrouwelijk Bloemkrans je,met den Stijl, en den tweefpleetigen Stempel. d. Een tweejlachtig , vijffpleetig , Bloemkransje, met de Teel-deelen, en het Duil. e. Het zelve opengefneden. f. De vijf zeer korte Meeldraden, met de famengegroeide Helmtjes, g. De enkelie Stijl, met den twee. fpleetigen Stempel. h. Het zaad met het lang, enhairig Duil. n8. De vijf, door linn^us aangehailde , gelubde Meeldraden waren in geen van meer dan 100 voorbeelden te vinden. bloeitijd. In de maanden van Julij en Augustus , op Bergen Heuvels, en Moeiden, gelijk in eene weide bij Harderwijk, den Uilenpas, Zuideras, en elders in 't Graaffchstp Zutphen, en in de Provintie van Friesland , en Groningen, ter hoogte van bijkans een voet. T XXX. 31 A R N I C A M O N T A N A. CLASSIS XlXna. Conf. LiNNiEi Sijst. Nat. Ed. G m e l 1n 1 Tom. Ildi part. l\dae pag. 1242^0. asnica plavensjs, foiiis ovatis, integris, caulinis geminis, op. pofitis. a. Calijx communis, imbricatus. b. Corolla compofita, radiata. c. Corollula feminea, patens, ]anceolata, cum ftijlo, et ftigmate bitido. d. Corollula hermaphrodita, quinquefida.cum partibus genitalibus, & pappo. e. Eadem dïsfefla. f. Stamina quinque brevisfima, cum antheris connatis g. Stijlus fimplex, cum ftigmate bi. fido. h. Semen cum pappo longo, capillari. NB. Stamina quinque caftrata , qua; linn/eus in flosculis femineis adesfedidt, ne inunico quidem ex ico exemplaribus, examine fubjeftis, funt reperta. temp. flor. Menfe Julio cï Augufto, inmontibus, collibus & pratis , altitudine ferè pelali. gebruik. Het Kruid, de Wortel, en hoofdzakelijk de Bloemen kunnen, in verfchülende gevaarlijke ziekten, als in Lammigheid der j.edematen, (paralijfis) Kramp- Zenuwen Stuip-trekkingen, {fiafmi £pconvulfiones) rotachtige en gaande en komende Koortzen (Febres ■putridaz £? intermittentes) , door een voorzichtig Geneesheer, ter rechter tijd gebruikt, met de beste verwachting aangewend worden. E 3 GE-  p plaat xxxr. GEMEEN H YPERICUM St. JANS-KRUID. PERFORATUM. D E XVUlde. CLASSE. CLASSIS XClIIva. Zie LiNNiEus Nat. Hijl. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed» door houttuijn Hde gmelini Tom. Hdi part. Deels 10de St. bl. 335. idee pag. 1158V3. ST. JANS-kruid , jaagt DEN HÏPERICUM , FUGA d.emonum, buivel, met driewijvige Bloe- floribus trigijnisjcaule ancipiti ', men, een tweefnijdenden Steng. foliis obtufis, pellucido-puncïaenJlompe, doorfchijnend-geftipte tis. Bladen. a. De vijfdeelige Bloemdop, met de a. Perianthium quinquepartitum, drie enkelde Stijlen. cum tribus ftijlis fimnlicibus. b. JJe uitgejlrekte , vijfbladige b. Corolla patens, pen'tapetala. Bloemkrans. c. De veelvuldige, hairswijze, van c. Staminanumerofa.capillaria.bafi onderen in vijf colommen J'amen- in quinque phalanges cöalita. • gegroeide, Meeldraden. d. Een afgezonderd Meeldraadje, d. Stamen feparatum. é. Het rondachtig Vrucht-begmzel, e. Germen fubrotundum,cum ftijlis met de drie Stijlen, en de enkelde tribus, & ftigmatibus fimnlicibus. Stempels. ' f. Het rondachtig, driehokkig Zaad- f. Capfula fubrotunda , trilocudoosje. larïs. g. 'T zelve in de lengte, en g. Eadem perpendiculariter & h. Dwars doorgefneden. h. Horizontaliter disfeéta. i. Drie langwerpige Zaad-korlen. i. Semina tria oblonga. bloeitijd. In de maand julij temp. flor. Menfe Julio & tn Augustus , genoegzaam op alle Augufto, in agris, pratis, & viis Akkers, Weilanden, en Wegen, ter 'fesè ubique, altitudine circiterpehoogte van cmtrend een voet. 1 dali. gebruik. Als een uitmuntend Wond - Middel wierdt eertijds dit Kruid , benevens het Zaad en de Bloemen door theophrastus, I'Aracelsus , fallofpius en anderen , zo wel in- als uitwendig aan^epreezen; doch, daar deszelfs gebruik voornamentlijk inwendig, gelijk roerhaave heeft aangeteekend, gevaarlijk is, woidt het tegenswoordig zeer zelden meer voorgefchreeven. GE.      PLAAT XXXII: ggr GEMEEN I ERYSIMUM STEEN-RAKET. OFFICINALE,' D E XVde CLASSE. CLASSIS XVta. Zie LiNNiEtjs Nat. Hist. Conf. linnjsi Sijst. Nat. Ed. door houttuijn Hde gmelini Tom. Hdi part, Deils gle St. bladz. 684. iiete pag. 983»'». steen• raket , met de Haauwen erysimum vulgare, filiquis fpicse tegen de Air aangedrukt, en adpresils, foliis runcinatis. gefchairde Bladen. a. De vierbladige Bloemdop, met de a. Perianthium tetraphijllum, curs Teel-deelen. partibus genitalibus. b. De vierbladige,kruiswyzeBloemAb. Corolla tetrapetala, cruciata. krans.- c. De fes Meeldraden ter lengte c. Stamina fex longitudine calijvan de Kelk, waarvan de twee cis, quorum duo oppofita brctegenoverflaande korter zijn, dan viora. de overigen. d. Het vierkante Vrucht-beginzel d. Germen lineare , tetragonum, met den zeer korten Jlijl, en cumftijlo brevisfimo.&ftigmate Mijnen, gekopten Stempel. parvo , capitato. e. f. Deliniaalswijze, ongeopende, e. f. Siliquse lineares, integrte, & en geopende Haauwtjes. aperts. g. Ken der onderjle gejchaarde Bla- g.Folium inferius runcinatum. den. Bloeitijd. In de maand Ju- Temp. flor. Menfe Julio & lij en Augustus , op fteenachtige Augulïo, in locis ruderatis, & ubiplaatfm, en bijna op alle wegen,ter que ad vias, altitudine bipidali. hoogte van twee voeten. ~ ' gebruik. Het Kruid en bet Zaad worden voor een goed pisdrijvend, en voortreffelijk Borst-middelgehouden. De vermaard* Borst-Sijroop van lobel (Sijrupus de Enjfimo lobelii), in Vrankrijk onder den naam van Sijrop du chantre bekend, bsftaat hoofdzakelijk uit 't verfche Kruid van Steen-Raket. Zie de Bh. Paris, pag 30. & de Ph. Danica pag. 254.  34 P L A A T XXXIII. BOERSCHE TABAK. D E We. CLASSE. Zie linnïus Nat. Hist. door houttuijn Hde Deels -jde St. bl. C51. ceel dilsenkruid, met gejleeldeu, eijronde, effenrandige Bladen, en Jïomp - gepunte Bloemen. a. De eenbladige , eijronde , halfvijffpleetige Bloemdop. b. De eenbladige , tregtenvijze , opengeyneden Bloemkrans, met 't half vijffpleetig Boord, en de vijf elsvormige , aan de Bloemkrans gehegte, Meeldraden. C. Het eijronde Vrucht -beginzel, met den draadswijzen Stijl, en den gekopten Stempel. bloeitjd. In de maand Augustus, in het zuidelijke gedeelte van America, en in onze tuinen,zomtijds ter hoogte van 304 voeten. NICOTIANA R U S T I C A. C L A S S 1 S fu. Conf. l rn nr Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Ildi part. nnae pag. 38o'8«. nicotiana rustica, foliis petiolatis, ovatis, integerrimis , florinus obtufis. a. Perianthium inonopbijllum, ovatum, femiquihquefidutn. b. Corolla monopetala, infundibiliformis, disfeéta, cum limbo femiquinquefido, & quinque ftaminibus fubulatis, corolla; infeitis. c. Germen ovatum , cum ftijlo flliformi, & ftigmate capitato. I tfmp. flor. Menfe Augufto» in i America auftrali, & in noftiis hor. tis, altitudine aliquaudo 3 vel 4 l^edum. gebruik. Deeze foort verfchilt zeer veel van de gewoone Tabak, (Nicotiana Tabacum L.) waar van de Bladen in veelen opzichten ook in de geneeskunde zomtijds met voordeel gebruikt worden.      P L A A ALSEM, B IJ V O E T. D E XIXde CLASSE. l Zie l i N n m u s Nit. Hist. door houttuijn Hde Deels 10de St. bl. 581. alsem, met famengeflelde, veeldeelige Bladen , byna klootronde, havg'nde Bloemen , en een tuigen Stoel. a. de ge meent . gefchubde Kelk. b. de famengejlelde Bloemkrans. c. het gepijpte, tweejlachtige Bloem kransje. d. 't Zelve opengefneden , met ds Jamengegroiede Helmtjes. e. De vyf zeer kot te , hairswyze Meel Waden, met dezel e. f. De Stamper, met de tweefpleetige, weerom gerolde .Stempel. g. een vrouwelijk Bloemkransje, met den Stijl, en den Stempel. Bloeitijd. Ia de maand Augustus , op dro"ge Jlenige plautfen, en langs de wegen, overvloedig in Hol'and , Gelderland , 't Sticht van Utrecht, en Groningen, ter hoogte van 3^4. voeten. T XXXIV. 35 ARTEMISIA A B S IJ N T H I U M. CLASSIS XIXna. Conf. LiNNiEt Sijst. Nit. Ed. gmelini Tom. Hdi part. i via pag. xiwma. absijnthium vulgare , foliis compofitis, multifidis, rioribus fubglobofis, pendulis, receptaculo villofo. a. Cdijx communis, imbricatus. b. Corolla compofita. c. Corollula hermaphrodita , tubulola. d. Eadem disfeéta , cum antheris connatis. e Stamina quinque hrevi(firna,ca- pillaria, cum iisdem f. Piftillum, cum ftigmate bifido, revoluto. g- Corollula fe.ninea, cum ftijlo, & ftigmate. temp. flor. Menfe Augufto, in locis ruderatis, ói ad vias, ferè ubique, altitudine 3 34 pedum. oebeuik. Het Kruid en wel boofdzskelyk de Toppen of Bloemknoppen zyn xeeds van ouds als een voortreffelijk middel voor de Maag, en verfcheide andere kwaaien, die uit de kwaade gefteklheid of onwerkzaamheid der Chijlbereiden ie Werktuigen voortkoomen, als mede uiterlijk, in Zeewater-gekookt, voor een verrotting-weerend , en bij zuurachtig Bier op 't vat gedaan, als een verbeeterend middel genoegzaam bekend. Deszelfs Bereidingen en Samenmengfels zijn de Conferf, de Olie, 't Uitkookfel, 't Zout, en de Tinétuur van Alfera.' E CE-  80 P L A A T XXXV. GETROST KRISTOFFEL - KRUID. D E Xlllde CLASSE. Zie Linnjeüs Nr.t, Hist. door H o u tt u ij n Hde Deels gde St. bl. 83. Zwarte Slangen-woltel , wiet zttr lange Trosjen , tn drooge Vruchten. a. De vierbladige , huikvormige , k'ittduurende Bloemkrans, weekers vier Bloembladen , zoo dra de Bloem volkoomen is,van onderen, ohvaar zij aan den BUemjleelge hecht zijn , affpringen, zoo dat de naakte, uitgefpreide Meeldraden alleen overig blyven, en een zeer fchoone Air uitmaken. b. De zeer veele Meeldraden, (gewooneüjk dertig.) c. Een afgezonderd Helmdraadje , met zijn rondachtig, tweehcekig Helmtje. d. Het eijronde Vrncht-beginfel, met den fchuinfchen Stempel, zonder Stijl. NB. de vier Kelk-bladen van LiNNffiüs konden in geer.e der Planten , welke in den tuin gevonden wierden, zelfs niet by haar eerste uitbotting. bemerkt worden. Bloeitijd. Hetgmitin Noord America, en bereikt in onze tuinen de hoogte van 7 tot 8 voeten met Jiiren en Bladen van meer dan een voet lang , in de open lucht een koude van 20 gr.onder 't vtiespuntvan Reaum. uitftaande. ACT£A RACEMOS A. CLASSIS Xllliia. Conf. iiKBffii Sijst. Nat. Ed, gmelini Tom. Hdi part. in.ce pag, 8o8va. CHsisToraosiANA , racemis lor> gisfimis, fructibus ficcis. a. Ccrolla tetrapetaia, cucullata.caduca , cujus quatuor perala , cum primum flos perfecïus ert, bafi fua , qua cum pedunculo cchsrent, folvuntur, ita ut ftamina nuda, patentia remaneant, eiegantem valde fpicam formantia. b. Stamina plurima (fcepius trU ginia) c. Eilamentum feparatum.capillare, cum anthera fubrotunda, didijma. d. Germen ovatum, cum ftigmate obliquo, absque ftijlo. NB. Quatuor foüa calijcina i.mn-ffi.i in nullo Plantarum exemplo, qua; in horto colebantur, 11e a prima quidem earum eruptione, deprehendi poterant. temp. flor. Crefcit in America Boreali, coiitur apud nos in hor* tis , attingens altitudinem 7 a 8 pedum, fpicas, & foüa habet ultra pedern longa, ac in aere libero frigus 20 gr. infra o. Therm. Reaum. absque noxa fuftinuit. cebsüik heeft men van deeze Plant niet in de Geneeskunde. WA-      PLAAT XXXVI, 37 WATER-LOOK, TEUCRIUM GAMANDER. SCORDIUM. D E XlVde CLASSE. CLASSIS XlVta, Zie LiNNffius Nat. Hist. Conf. linnjei Syjt. Nat. Ed. door Houttuijn IIde gmelini Tom. lldi part. Heels 9de St. bl. 284. I idee pag. 8g6ta. Water-Look, met langwerpige, scordium , foliis oblongis , fefTV ongedeelde, tandswys-ingejne. libus , dentato-ferratis , floride Bladen, twee in de Oxelenge- bus geminis, axillantibus, pe- Jleelde Bloemen, en een verfprei- dunculatis, caule diffufo. den Steng. a. De eenbladige , bijblijvende, a. Perianthiummonophijllum,perhdlfvijfjplettige Bloemdop. fiftens, femiquinquefidum. b. De geheele Bloem, b. Flos integer. c. Detenbladige,gelipttBloemkrans, c. Corolla monopetala, ringens.^ met de vier elsvormige Meeldra- cum ftaminibus quatuor fubula„ den,waar van'er twee korter zijn, tis, quorum duo reliquis biedan de twee anderen. viora c). Het vierdeelig Vrucht-beginzel, d. Germen quadripartitum , ctnn met den draudswyzen Stijl en dtn ftijlo filiformi , & ftigmate bi- tweefpleetigen Stempel. fido. Bloüitijl. In de maand July temi\ flor. Menfe Julio vel, of Augustus. inde Slooten van 't Augusto, in locishumidis ccumbta- Craafjchap Zutphen , en in de fis, caule repenti. vochtige Duin - Valeijen, agter 't Dorp Lisfe , met een kruipenden Steng. 1 gebruik. Het Kruid herfteld de fterkte der Maag, gaat de verrotting kragtdadig tegen, ontbindt de verftoppingen der Ingewaw den, en veroorzaakt zweeteu. De BlaJen zijn een hoofJ middel in 't Ele&uatium Diascordiwn , hetwelk, offchoon van veelen ten fterkfte verheven, het veiligst etter buiten de Koorts wordt gegeeven, tot het ftillen van te htvye ftoelgangen. F z WIL-  35 PLAAT XXXVII. WILDE | CICHORICJM SUIKER EIJ. INTIjb us U E XIX Je CLASSE. CLASSIS XfXnm. Zie Lifckgus Nat. Hist. Conf. Litfjr'££ Stift Nit Ed X>eew Xie ft. W. 446. iirfig pa,. Il84{a/ Cicolffiif, of Suikekeij, met ge-jcicHOEiuM sijlvestre vel offipaarde . mgefteelde Bloemen, en\ cinarum, rioribus eeminis fesgejchaarae Bladen. j iilibus, foliis runciriatis ' a. de tweevoudige, eijronde Kelk, uit a. Cai jx duplex, ovatus conftans agt lange en vijf kortere Schubben ex ofto fouan is Jongis & beltu.nde. quinque brevioribus. ' b. Dezelve van binnen. b. Idem a latere interiori c. —- m de lengte doorgcfneden. c. perpendic'ulariter' disfec- d. U- eenvormige Bloemkrans, uit tus. twUigiweeJlachtige Bloemkrans- d. Corolla uniformis, e* virinti icsfamengefteld. . corollulis hermaphroditis com." S. het tweejlachtige Bloemkransje, polita. met de jumevgegneide Helmtjes, e, Corollula hermaphrodita cum cn den Stamper. antheris cöaiicis , & piililiö. ' f. de vijf zeer korte Meeldraden. f. Stamina quinque brevisfima g. Het langwerpigeVrucht-beginzei: g. Germen oblougum , cum ftiiïo met den draadswijzeu Stijl, en fiüformi, & ftigmatibus duobus twee omgebooge Stempels. reflexis. Bloeitijd. In de maand Ju-\ temp. flor. Menfe Tulio Sr ly en Augustus, bijna langs alle we- ; Augus'to, ferè ubivis ad vias & in' gen,en in de meefte Zaai. en Koom- agris, coliturque in hortis altitavaden, cis mede m de tuinen, een 'dfne pedaii. • voet hoog of iets daar boven. • 1 gebruik Het wilde Kruid,'t welk het geplante verre 0"ertreft is een uitmuntend voedze! niet alleen, maar zelfs een voorbehoedingsmiddel tegens verfchilleiide ziekten der Schaapen en behoort tot de voornaamfte der Melkgeevende Planten. De Wor ter wordt, als Coffjj gebrand , dikwerf voor of onder dezel" ve gedronken; doch. daar zij even zoo «el van derzelver goede als kwade eigenfehappen berooft is, kan zij door 't verflan pen der Zenuwen meer fchade als voordeel (Vooral dewijl zij door de goed koope prijs in ruimer mate veeltijds genoomen wordt) veroorzaken. Het Zaad wordt onder de vier kleine verkoelende Zaaden (Stmina quatuor frigida minora) gei eekendt Van 't Kru'd de Wortel, en de Rhabarber (Rh-un valnatum L.) maakt men 'dê SiJ.roop van Cicoreij met Khabarber (Syupus Cichorei cum Rheo) óm zagtjens af te gann en bij buikzuiverende famenmenefels en af. kookzels gevoegt te worden, • • GE-      PLAAT XXXVIU, 33 GEMEEN I VERBENA YZER-KR UI D. OFFICINALIS. D E Hde CLASSE. CLASSIS Ilda. Zie L innjeus Nat. Eist. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. dooi Houi-tutt,* Hde gmelini Tom. lid. pan. Veels -jde St. bi- 145. Ilda pag. 420a. y em'P'ü n datflermannigit,met verbena communis, tethandra, iraadswijz , gepl;i de /Uren, fpicis filifórmibus. paniculatis' ludiggefnip -tdeBidden,en foiiis mulifido-liciniatis , caulê 'en St*ng. folitario ;-ipvomige,vijf- a. Perianthium monoph:j"-jm ,tutandige Bhemdop. bulofum, quinquedentdtum.' O. Dezelve zonde* liet vijfde, bijHj. b. Idem demto denticulo quinto ve.ie gtkn»te Tandje. perfiflenteytrancato. c. De eenbladige^ gfvijpie Bloem- c Corolla monopecala , tubulora krans, met een vijffpïeetige opening ore quinquefido, cum (in hac to(in deezefaortvoórhdttdenzyn. fpecie prasfentibus) ftaminibus de)iwee lange en twee korte Meel duobus longioribus, & duobus draden, en den Stamper. brevioribus, ac piftilo. d. Een zeer kort afgezonderd Meel- d. Stamenfeparatum.breviffimum. dra", ij e. e. Het vierzyiig Vrucht-beginzel, e. Germen tetrpgonum, cum ftijlo met den toketden, draadswyzen fimplici, filifurmi, & ftigmate S'ijl, en tweefpl-etigen ütempel. obtufo. bloeitijd. [n de maand Attgus. temp flor. Menfe Augusto, tus, langs de wegen en op fteenaeh in viis & locis ruderatis, altitudine tige gronden, bij Tiei, in de Be- bipedali. tuwe , rondom 's Hage, buiten HaerJem, en op de Wallen te Utrecht, ter hoogte van twee voeten. gebruik. Het Kruid , dat eigentlijk tot de Wond-Kruiden behoort,,, en volgends fomnr'gen der Ouden regens hartnekkige Hoofdpijnen met vtordeel gebruikt foude kunnen worden, wordt hedendaagsch zelden meer voorgefchreeven. De Wortel, bij Agurkjei ingelegd, doet dezelve een aangenaame fmaak verkrijgen. F 3 GE.  43 PLAAT XXXIX. GEMEEN OOGEN-T ROOST. P E XlVde CLASSE. Zie linn.eus Nat. Hist. door houttuijn 11de Deels $ie St. bl. 455. oogen-troost, met eijronde, geJireepte, Jpits getande Bladen. a. Delangduwende, ongelyke, vierfpleetige Bloemdop. b. De eenbladige, gelipte, opengeJnede Bloemkrans , met de vier draadswyze Meeldraden , waar van 'er twee langer zijn, dan de twee anderen. c. Het eijronde Vruckt'beginzel, met den aunnen Setjl, en aen jlompen Stempel. bloeitijd. In de maand Julij i en Augustus, in de weiden , en op zandige plaatfen , in den Tielerwaard, 'c Graaffchap Zutphen, 't Haagfche-Bosch , buiten Alkmaar, Haarlem, Utrecht, in Friesland, en Groningen, ter hoogte van 5 of 6 duimen. EÜPHRASIA OFFICINALIS, CLASSIS XIFta, Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed, gmelini Tom. Hdi part. lldee pag. 923:13. eufhrasia officinarum , folü* cvatis, lineatis, argutèdentatis. a. Perianthium perfiftens, insjua le, quadrifidum. b. Corolla monopetala , rirgens, dis-fecr.a,cum quatuor ftaminibus filiformibus, quorum duo longiora, & duo breviora. c Germen ovatum, cum ftijlo te,, nui, & ftigmate inttgro, ouufo. temp. flor. Menfe Julio & Augustoin pratis , locisque arenoiis, altitudine 5 vel 6 pollicuuj. gebruik. Deeze Plart werdteertyds als een der beste middelen in Verfchiliende ongemakken der Oogen aangeprezen, waar van zij pok in oiize taai haar naam ontleent heeft. WIL-      PLAAT XL, 4t WILDE VLIER. DE Vde CLASSE. Zie linnjEUS Nat. Hist. door houttuijn ƒ Are Deels 4de St. bl. 424 la.1ce vlier , haedig , met driedeelige Kroontjes, bladerige Stopptltjes,eneen kruidachtigen Steng. 3. De langduurige, eenbladige, vijfdeelige Bloemdop. b. Di raderwijze , eenbladige , vijffpleetige Bloemkrans. c. Dezelve van onderen. d. De vijf elsvormige Meeldraden. e. Een afgezonderd Meeldraadje. f. Het Vrucht-beginzel Zonder Stijl. g. Een rondackiige ,eenhokkige, geheele, en geopende Bezie. h. De drie Zaad-korrels. NB, Het Kroontje wordt even zo dikwils vijfdeelig, als driedeelig gevonden. bloeitijd. In de Maand Julij, bijna langs alle wegen, en op veele vochtige plaatfen, in Gelderland, i Holland, 't sticht van Ut«I recht , en Friesland, ter hovgtel van 2 ii 3 voeten. SAMBÜCÜS E B U L ü S. Classis vta. Conf. LiKNffii Sijst. Nat. Ed. gmelini tom. Hdi part» imas. pag. 4P7IBS» sambccus humilis, cijmis tripartitis , ftipulis foliaciis, caule berbaceo. a Ferisnchium perfiftens, mono* phijlium, quinquepartitum. b. Corolla rotata, monopetala,quin« quefida. c. eadem 3 Istere inferiori. d. ftamina quinque fubulata. e. Stamen feparatum. f. Germen abfque ftijlo. g. Bacca fubrotunda, uniloculan's, integra, & disfeéta. h. Scmina tria. NB. Umbella Florum fspè trifida, fsepè etiam est quinquefida. temp. flor. Menfe Julio , ferè ubique in viis, Öt locis bumidis, altitudine 2-3 pedali, gebruik. Dit gewas beeft een veel fterker reuk dan de Vlierboom , (Sambucus nigra L.) waarom het vsn veelen voor vergiftig gehouden is. Het bezit egter dezelve e;genfchappen ; doch in een veel hooger graad, weshalven het inwendig niet dan met omzichtigheid gebruikt moet worden, uitwendig zullen de Bladen in Wyn gekookt, tot een zeer oplosfende pap of ftooving verftrekken, en volgends linnsus , tusfchen het Koorn gelegd, kuunen zij da muizen verdrijven. ORE.  4* P L A A T LXT. O R E G O MARJOLEIN. D E XlVde CLASSE. Zie linnsds, Nit Hifi. door houttuijn , Hde Deels 9de St. bl. 388. mariolein, met eijronae, Jlompe Bladen, en rondachuge, gedrongene Airen, die eenigeimate ruig zijn. a. De ongelyke Bloemdop. b. Het vierzijdige, Airswijze Omwindjel. c. Het zelve doorgefreden. d. De eenbladige , gelipte Bloemkrans, met de Teel-deelert. e. Dezelve opengejneden, met de vier draadswijze M>eld>aden , •waar van 'er twee langer zijn, darde twee anderen. f. Het vierfpleetige Vrwht- begü zei, met den draadswijzen. geboo ■ gen Stijl, en tweejpleev.gen Stem pel. bloeitijd. In de Maand Augustus, bij ons alleen in de tuinen, wijl tot heden deszelfs Vaderland onbekend is, ter hoogte san een voet. ORIGANUM MA JO R A N Ai CLASSIS XlVta- Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini lom. lldl part. ndffi pag. 9131:0. majorana vulc-aris , foliis ovatis, obtuüs, fpicis fubrotundis, compaétis, pubefcentibus. a. Perianthium inasnuale. b. Involucrum tetrfgonum, fpicatum. c. Idem disjeélum. d. Corolla monopetala, ringens, cum partibus g.oitalibus. e. eadem disfeéta , cum quatuorftaminibus filiformibus, quorum duo lorgiora, & duo breviora funt. f. Germen quadrifidum, cum ftijlo fiüformi, inclinato, & ftigmate biSdo. tfmp. flor. Menfe Aug-isto, in hortis, dum ignota hucusque Patria est, altitudine pedali. gebruik. Het Kruid behoort tot de oplosfende, openende, en verwarmende Kruiden; doch wordt zeer ipaarzaam gebruikt in de Geneeskunde, uitwendig versch.en bij tijts aangewend, heeft het zomtijds de verharde gefwellen der Borften Qumores mammarum Jcirrhófi) gelukkiglyk geneezen. GE-      PLAAT XLII. 43 GE M EENE ALTHiEA Ö È E M S T. OFFICINALIS. D E XVlde. CLASSE. CLASSIS XVlta. Zie linn/eus Nat. Hist. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed door houttuijn Hde gmelini 7o»b. 7/a» part. ' Heels 10de St. bl. 48. ndae pag. 105 ima. witte heemst, heemst-woetel, althéa, ibiscus, foliis fimplici. met enkelde , woelige Bladen. bus, tomentofis.' a. De tweevoudige Bloemdop. 3. Pen'arthium duplex. b. De vijfbiadige, hartswijze, van b. Corolla, conftans quinque peonderentfamengewasfene Bloem- calis, obcordatis, bafi cöalitis. krans. c. De veelvuldige, van onderen fa- c. Stamina numerofa inferius mengegroeide Meeldraden. coalita. d. Een afgezonderd MeeIdraadje, d. Stamen feparatum, cum anthera met een nierachtig Helmtje. fubreniformi. e. Het ronde Vrucht-beginzel. e. Germen orbiculatum. F. De rolronde iStijl, met de veel- f. Stijlus cijlindricus, cum (ligmavuldtge Stempels, (gemeenlijk tibus numerofis , (plurimum twintig.) viginti.) g. Dezelve opengefneden en uitge- g. Idem disfeétus & expanfus. breid. bloeitjd. In de Maand Au- temp. flor. Menfe Augusto' gustus, op vochtige plaatfen /«Hol- in folo humido & Iittorali aldland, Overijsfel en Gelderland, tndine 4 vel 5 pedum. en overvloedig in Waterland, langs het Y kant, ter hoogte van 4 d 5 voeten. gebruik. Het Kruid en de Wortel kunnen als verzachtende en flijmachtige (Ewottwntïa £f Mucilaginofa) middelen in Borstkwaa'. len en verfchillende andere Ziekten met veel voordeel gebruikt worden. De Wortel wordt doorgaans inwendig in een Afkookfel van twee of drie drachma op een pond water gegeeven, daar de Bladen, die veel minder flijm in zig bevatten, en tot de vijf ver. 2achtende Kruiden behooren (Herbce quinque emollientesj 't meest uitwendig aangewend worden. DeszelfsBereidingen en famenmengfels zijn de Sijroop. Koekjes, 'Ifti«i)Van Heeos"Wonel' WW*, Pafte, fc? ünguentim S KLIM*  44 PLAAT XLIII. klimmende i s o l a n u m in a gtschad e. d ulcamara, D E 'VJc. CLASSE. CLASSIS fta. Zie liknxbs Nat. Hist. Conf. linn^ei Sijst. Nat. Ed. door houttuijn, Hde gmelini Tom. Hdi part. Deels $de St. II. 140. imae pag. 38321a. bitterzoet, of hoe langer hoe solanum scandens, feu dclca- liever, met een ongfdnornden, mara , caule inermi, Irutefcen. heesterachtigen, bogtigen Steng, ti, flexuofo, foliis fuperionbus ds bwenjle Bladen piekvormig , haftatis, racemis cijmofis. en gekroonde Trosjes. a. De rechtopftaande , eenbladige , a. Perianthium ereftum , monohalfvijffpleetige Bloemdop. | phijllum , lemiquinquefidum. b. De eenbladige, vijffpleetige , b. Corolla monopetala , quinqueomgebogene Bloemkrans. I fida, reflexa. c. Eenofgezónderd Bloemblad, c. Petalum feparatum. d. De vereenigde Teel-deelen. jd. Panes genitales coharentes. e. De vijf aan elkander gehegte e. Stamina quinque connexa. Meeldraden. f. Het rondachtig Vrucht-beginzel, f. Germen fubrotundum, cum ftijlo met den draadswijzen Stijl, en filiformi, & ftigmate obtufo. den jlompen Stempel. g. Eene rondachtige, rijpe Bezie. g. Bacca fubrotunda, matura. b. Dezelve opengefneden , met de h Eadem disfefta, cum feminibus nestelende Zaaden. | nidulantibus. i. Twee afgezonderde Zaad-korrels, i. Semina duo feparata. bloeitijd. In de maai d Juiij, temp. flor. Menfe Julio & Auen Augustus, aan de kmten der gufto, in locis humidis,• altitudine Jlooten, ter hoogte van 3 a 4 voeten. 13 vel 4 pedum. Geb ruf k. Bijna alleen worden thans de gedroogde Ranken van deeze Plant, (Stipites Dulcamara) in het begin der Lente of op 't einde der Herfst verzameld, in zeer veele krankheden, als in Verftoppingen der Lever en Milt, (Objlruclvmes Hepatis & Lienis) in de Geel- en Waterzugt, (lcterus Hydrops) verfcheidene Borst- en Venus-kwaalen, (diverfi Morbi Pecloris £? Vtnerei) en in zwaare en langduurige Huit-ziekten, (Morbi cutanei) met het beste gevolg en op aanraading der voornaarsfte Geneesheeren gegeeven. Zij worden 't best in een Aftrekzei (Infujio) van t.vee of vier drachma op een pond water, dat, naar een halfuur getrokken te hebben, een half quartier even moet opgekookt worden, of in een Afkookzel van twee drachma op een pond water, tot de helft verkookt, in het begin met een weinig melk, of met de fchelle van Citroenen of Orange appelen , (Curtices Citrivel Aurantiorum) zoo de Maag het niet anders kan verdraagen, of in de gedaante van PilIcd, uit 't Uittrekzel (ExtraStum) vervaardigd, voorgefchreeven. ZWARTE      PLAAT XLIV. 45 ZWARTE NAGTSCHADE. BE V&c C E A S S E. Zie LiKKiEiis Nat. Hist, door houttui|N, Hde Deels yle Sc. bl. $73, tuin- winkel- nagtschade , dol-kruid, met een ongedoornden, kruidackiigen Steng, eironde , tandswijz., gehoekte Bladen, en tweezijiige,knikkende Trosjes. a. De voortduurende , eenbladige , hadfvijffpleetige Bloemdop. b. De eenbladige, raderwijze, omgebogene Bloemkrans. c. De vijf zeer kleine Meeldraden. d. Derzelver famenhang. e. Het rondachtig Vrucht-beginzel, met den Stijl, en den Stempel. f. De rondachtige, onrijpe Bezie. g. Eene r'ype Beziè'. h. D-zelve opengefneden, met de nestelende Zaaden. i. 'Twee afgezonderde Zaad-korrels. bloeitijd- In de maand Augustus , langs de wegen en op fteenachtige plaatzen, ter hoogte van omtrend een voet. S O L A N U M N I G R U M. CLASSIS Vta. Conf. linnjei Sf/'jf. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi part. ima? pag. 3845a. Isolanum officinarum, vel hortense, caule inermi, herbaceo» foliis ovatis dentato-angulatis, racemis diftichis, nutantibus. a. Perianthium perfiftens , monophijllum, femiquinqueSdum. b. Corolla monopecala , rotata ,. reflexa. q. Stamina quinque minima. d. Horum cohasfio. e. Germen fubrotundum, cum ftijlo& ftigmate. f. Bacca fubrotunda, immatura. g. ■ matura. li.Eadem disfeéta, cum feminibus nidulantibus. i, Semina duo feparata. temp. flor. Menfe Auguftn», in viis ét locis ruderatis, altitudi¬ ne circiter pedali. gebruik. Inwendig wordt dit Kruid niet gebruikt; doch uitwendig wordt het in Keelz;<-kten (M>rbi faucium) en by Aambeijen (_Ha:morrhoides) volgens Hallef, door fommigen. aangepreezen. G 2. BAL-  4* PLAAT XLV. B A LS AMIEKE SPRING-VRUCHT D E XX/fte. CLASSE. Zie limn*üs Nat. Hist. door houttuijn Hde Deels 2de St. bladz. 295. mannetjes-bai.samina , balsemappel," met hoekige, gerabbeld. Appeltjes, en gladde, uitgebrei de, handpalmige Bladen. De Mannelijke Bloem. a. De eenbladige , jlerk vijf/plee. tige Bloemdop, met vijf zigt. oaare meeiaraaen. b. Degroote, vijfdeeligeBloemkrans van boven. c. Dezelve van onderen, aan den Kelk vastgehegt. d. De Helmdraden fcheiden van zelfs in twee deeler., waar van e. f. Het eene wederom in twêei. verdeelde gedeelte dtie, en g. h. Het andere insgelijks verdeel1 de gedeelte twee zigtbaare Heintjes heeft. De Vrouwelyke BJoem. i. De eenbladige, vijf deelige Bloem dop. k. De vijf deelige Bloemkrans; Beide deeze Deelen zijn kleinder, dar, in de mannelijke Bloem. 1. Het groote, onder zittende, Vrucht-beginzel. m. Het zelve in de lengte dtorgefneden, met het halve gedeelte van den Stijl. Ti,n.De driefpleetige , in twêen verdeelde Stijl , met de drie rondachtige Stempels. o. De rijpe, langwertige Vrucht. p. Dezeive opengefneden, met de, in eenzaclite huid gejloctene,Zaaden. q, Een afgezonderde Zaad-korrel. bloeitijd. In de maand jjuny en Augustus, bij ons alleen'in de tuinen, in de gedaante als de Komkommers,uit Opstindie afkom/lig. MOMORDICA BALSAMIN A. CLASSIS XXlma. Conf. LiNBjii Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Hdi part. imce pag. loima. MOMORDicA , pomis angulatis, tuberculatis, foliis glabris, patenti - pataatis. Elos mafculus. a. Perianthium monophij'llum, profundè quinquefidum.cum (lami. nibus quinque confpicuis. b. Corolla magna,quinquepartita, a latere fuperiori. c. Eadem a latere inferiori, calijci adnata. d. Filamenta difcedunt fpontè in duas partes, quarum e. f. Una bipartita tribus asqualibus aaudet antheris confnicnis. g. h. Altera vero bipartita duas tanrum nabet antheras. Flos femineus. i. Perianthium monophij'llum , quinquepartitum. k. Corolla quinquepartita; Utraque pars minor, quam in flore mafculino. 1. Germen magnum, inferum. m.Idem perpendiculariter disfec» turn, cum parte dimidia ftijli. n,n. Stijltis trifidus, in duas partes divifus, cum tribus ftigrna. tibus oblongis. 0. Fruchis maturus, oblongus. p. Idem disfeftus, cum feminibus, molli membrante inclufis. q. Semen feparatum. temp. flor. Menfe Tunio ft Augufto, apud nos in hortis, habi» tat in India Onentali, & cucumerum ad inftar in terra repit. gebruik. De Vruchten, zijnde langwerpige Appeltjes, werden in Olie gezet, en leverei een WonJ-bailea uit, waarvan zv aaaren naam ontleend hebben. - • - > ■■■■■ - V i< 1... tïi ... a , . . .. ...*, ... EUr    Ti   ? L A A T XXVI. 4? EUROPISCH BOOM-VAREN. D E XXIVjle. CLASSE. Zie likk^vs Nat. Hist. door houttuijn Hde Deels 14de St. bl. 152. «ken-varen, in0elsoet, met vierdeelige Bladen, langwerpige, eehigermaate getande, Jlompe Vinnen, en een gejchubde Wortel. z.H-t bevrtichtigings-gedeeltevan 't Blad afgezonderd, en vergroot, van beide zijden. b. Een afgezonderd , gejleeld, Jluifmeels Kogeltje. 0 Een Blad van boven. d. —— onderen. Bloeitijd. Het is een voortduurend Plantje, groejende door geheel Europa, aan oude muuren, wallen, wegen, en aan de wortels van oude, veelal Eike Boomen, zelden de hoogte van een voet bereikende. POLYPODIÜM VULGARE. | CLASSIS XXIVta.} Conf. liknjei Sijst. Nat. Ed, gmelini Tom. Ildi part. idae pag. 13077713. poltpodium quercinum, fron« dibus pinnatiridis, pinnis oblongis , fubferratis, obtuiis , ra» dice fquamata. a. Fructificatio, a folio feparata,& microfcopio aufla, ab utroque latere. b. Globulus pedunculatus, pollinis feminalis feparatus. c. Folium a latere fuperiori. d. —— -— inferiori. Temp. flor. Planta ed perennis, crefcens in muris vetuftis,& in arborum venofarum rimis, ali. titudine raro pedali. gebruik. Aan de Wortels, welke een walgelijk zoeten , en bitteren nafmaak hebben, wierdt eertijdsdoor de ouden als Hippocrates, Theophrastus en Dioscorides een fterke purgeerende kragc toegefchreeven, voor al aan die, welke op de Eike Boomen groeiden; Doch thands worden zij zelden, offchoon zij eenige oplosfende en openende eigenfchappen fchijnen te bezitten, in de Ge* neeskundg voorgefchreeven. S?AE^  48 PLAAT XLVII. H A R T S- T O N ü E XXlVjle CLASSE. Zie lik is mus Nat. Hifi. door houttuijn Hde Heels 14de St. bl. iai. ASPLENIÜM. SCQLOPENDRIUM. CLASSIS XXItT.a. Conf. linn&i Sijst. Nat. Ed. Gmelini Tom. Hdi pan. 2dae pag. 1301100. harts - tong , met etikelde, hartsvonnige, tongachtige, effenrandige Bladen, tn ruige Bladfte len. a. Het vergroote Beviuchtigings-, gedeelte. b. Een afgezonderd,gefteeli, Stuif. meets-Kogetlje. c. een, van deeze isturfmeels-kogeltjes bevrijde, Schubbe. d. Een Blad van boven. e. —— —— onderen. bloeitijd. Het iseen vmtduuf end Plantje, gr oejende op fteenachtige plaatzen, gelijk aan fonmige tule muuren te Utrecht, en te Zwolle, omtrend een voet hoog. lingua cervina officinarum , frondibus limplicibus, cordatolingulatis , integerrimis , ftipitibus hirfutis. a. Fructificatio microfcopio aucta. b. Globulus pedunculatus,pollinis feminalis feparatus. c. Squama, ab his globulispurgata. d. Folium a latere fuperiori. e. inferiori. temp. flor. Planta eft perennis, crefcens in locis ruderatis & rupj.. bus, altitudine circiter pedali. gebruik. De fmaak van dit Kruid is walgelijk en faamentrekkend, hier om wordt het nog heden in Zwitzerland als een Wondmiddel aangemerkt; maar buiten dien ?eer zelden meer gebruikt ia iie Geneeskunde.,      P L A A T XLVIII. GEVLAKTE SCHEERLING. DE Vdi CLASSE. Zie linnjeus Nat. Hist, door houttuijn Ude Heels ijle St. bl. 55» bolle keuvel - scheerling , met ongewapende Z'iadsn, en een zeer takkigen, gevlakten, gladden Steng. a. De algemeene Sonnefcherm, met zeer veele uitgebreide Straalen. b. Het zeer korte, algemeene, veelvuldige Omwindzel. c. De algemeene Bloemkrans. ü.De cigentlijke, vijfbladige, ongelijke Bloemkrans van boven , met de vijf enkelde Meeldraden. e Dezelve van onderen. f Ee i afgezonderd Meeldraadje. g. Het onder zittende Vrucht-beginzel, met de twee Stijlen. b. tiet geheele en opengefnede Zaad-doosje, met de twee geJlreepte Zaad-Korrels. bloeitijd. In het midden der Zomer, langs veele Wegen en Jloo- ten, ter hoogte Van 5 ook wel van 6 voeten. C O N I ü M MACULATUM. C L A L S 1 S Via. Conf. LiNNfii Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi part. ïdaê pag. 475(3. cicuta major , feminibus inermibus, cauic ramofisfiino, maculato, glabro. a. Umbella univerfalis, radiis pluribus patöntibus. b. Involucrum brevisfimum, uni. verfale, polijphijllum. c. Corolla univerfalis. d. propria, pentapetala, inse- qualis, a latere fuperiori, cum quinque ftaminibus limplicibus. e. Eadem a latere inferiori. f. Stamen feparatum. g. Germen inferum , cum ftijlis duobus. h. Capfula feminalis integra & disfeéta, cum duobus feminibns temp. flor. Media aeftate, in viis & locis humidis ferè ubique, altitudine 5 vel 6 pedum. gebruik. Aan dit:Kruid , 't welk door de Ouden onder da vergiftige geteld werdt, is omtrend 't Jaar 1760 door den beroemden Storck eene niet alleen uitmuntende, maar bijna alles overtreffende hoedanigheid in verfchillende hartnekkige kwaaien, ja zelfs in den Kanker, en Kankerachtige Zweereri, bij herhaaling toegefchreeven , dm , eene menigte proeven hier mede door de ervarenfte Geneesheeren, zo hier als elders genoomen, hebben daar na ten duidelijliften beweezen, dat, alhoewel 'er zeer veele voortreffelijke eigenfchappen in dit Kruid worden gevonden, het e:hter geenzins in allen opzichten aan de waarnemingen van den Heer Storck kan beantwoorden. Van de Pillen , uit 't Uittrekzel (Extrattum) van dit Kruid , de zoete Kwikzilver, (Mercurius dnlcis) en de goude zwavel van Spies, glas, (Sulphur auratum Antimonii tertio: faltem pracipitatimis) beftaande,heb ik zelf zeer goede uitwerkingen in Verftoppingen der Edle Inccwarïïen (ObJlruSiones Vifcerum nobiliorum) en verfchillende Wnerifche ziekten (Morbi diverfi Vsnerei) dikwijls ondervonden. GE-  5è PLAAT thtt; GEMEENE ACONITUM MONNIKS - KAPPEN. NAPELLUS D E Xll/de CLASSE. CLASSIS Xllhia. ' Zie LiNNiEus, Nat. Bijt. Conf. linn*i Siist Nat Fd 2?? r^£S^ •en Iatioribus'lineamtls- a.CoroHa pentapeta,a, i„EguaIis, b. D«e/w opengefneden, waar in fa. Eadem disrefla, in qua "^iÏÏffi^ ^tudnUd°aPeta'Iala laCerali3' fub- %SSfrA^WP^ ^.Duopetala infima, oblonga. te. firt Honingbakje, waar van 'er c.Neétarium , quale duplex in tweern de Bloem zijn, met de flore adeft; cum fquaSis el iZe"!VkZn^£^eel2it- P-i—o Bff d i.jtevulvuldige.ehwijzeMeeldTa, d.Stamina numerofa, fubulata. e. Een afgezonderd Meeldraadje. e. Stamen feparatnm. f. De drie Fruclit-begmzels,met de f. Germina tria, cum ftiematibus e«*eMe, „m«^e ttempe/r. fimplicibus, reflex* It,gmatlbuï g. De drie eenklappigeZaad-doosjes. g. Tres capfuls feminaïes, unival- iwzmm.lntomamdjmyto tfmp. flor! Menfe Tunio & -Afgf. plafzenvan Vrankrijk , altitudine 4\e5 peXm? ' Zwitzerland en Duitschland, ter * * tJCUUm* foogfe va» 4 a 5 voeten. 1 CEnRuiK. Reeds kan men san den naam de vergiftige aart van deezè t Rottekruid (Arjemcum) de Rotten, hier mede de Wolven te tÏHepr?n0P0r.depr0eVen,fchfer v»d»Heer Storck en andere verfe» ™ H,f methet ™terachtig U^^kfel (£«ra£?«,B aotl Jum) van du Kruid genoomen hebben wij geleerd 't zelve hoofd™ ^n*r«; met veel voordeel te gebruiken. HEN-      P L A HENNIP-BLADIG L EVERKRUID. D E XIXde CLASSE. Zie linn^us Nat. Hist. door hoüi tuijn Hde Deels 10de St. bl. 555. 30elkens-kruid , basterd lever kruid , met gevingerde Bladen. a. De gemeene, langwerpige Kelk , met de vyf buitenjle (waarvan 'er maar zelden vier zijn) en de drie Mnnenjle Blaadjes. b. De eenvormige, uit vijf tweejlachtige Kroontjes famengejlelde, Bloemkrans. c. Het eenbladige , tregterwijze Bloemkransje, met een vierfpleetig Boord, en het Duil van 't Zaad. d. Het zelve zonder Zaad. e. ■ opengefneden, met de Teel-deelen. f. De vijf zeer korte Meeldraden, met de famengegroeide Helmtjes. g. De zeer lange, draadswijze , tweefpleetige Stijl, met het kleine Vrucht-beginzel. h. Een langwerpige Zaad.korl, met 't lange, vederachtige Duil. Bloeitijd. In demaand Augus- tus, aan de kanten der Slooten, byna overal in Noordholland,onder *t Riet en op veele andere plaatfen, ter hoogte van 3 of 4 voeten. A T L. 5, E U PATOR IUM CANNA BINUM. CLASSIS XIXna. Conf. liknsi Sijst. Nat. Ed, gmelini Tom. Hdi part. nda pag. 119972a. origanum aquaticum , foliis digitalis. a. Calijx communis, oblongus , foliolis quinque externis (rara quatuor) & tribus internis. b. Corolla uniformis, ex quinque corollulis hermaphroditis compofita. c. Corollula monopetala , infundibiliformis, limbo quadrifido, & feminis pappo. d. Eadem abfque pappo. e- —— disfeéta, cum partibusge. nitalibus. f. Stamina quique brevisfima, cum antheris connatis. g. Stijlus longisfirr.us, filiformis, bifidus, cum germine parvo. h. Semen oblongum, cum pappo longo, plumofo. temp. flor. Menfe Augufto, ferè ubique ad rivos, altitudine 3 vel 4 pedum. OEBRiuK. Door Boerhaave en Touencfort is het Kruid en de Wortel in verfchillende Verftoppingen der Ingewanden (Objlruc tiones vifcerum) en in gaande en komende Koortfen (febres intermittenm. ter) zeer iterk aangepreezen, en ook als zoodanig by de Landlieden, als meede tegens de Scheurbuik, voor een algemeen middel bekend,. H     PLAAT LI. 53 GEMEEN I CARDAMINE SCHUIMBLAD. D E XVde CLASSE. Zie linnjeus Nat. Hifi. door houttuijn, Hde Heels 9de St. bl. 665. Koekkoeks-bloem of Water¬ violen, met rondachtige Wortel , en lancetswijze Stengblaadjes. a. a. De vierbladige Bloemdop. b. b. De kruiswyze , vierbladige JtsioemRrans. c* Een langwerpig-eijvormig Bloem¬ blad, met den regtopjtaanden Nagel, d.) e. De zes elsvormige Meeldraden, waar van twee tegenoverftaande korter en ingebogen zyn. f. Een vergroot Meeldraadje. g. Het dunne, rolronde Vrucht-be¬ ginzel , met den Jtomp -gekopten Mempel. b. De lange, tweehokkige Haauw Bloeitijd. In de maand Maij, bijna in alle vochtige wei- en hooi¬ landen, en langs de jlooten voornamentlijk in Holland, Utrecht en Friesland, ter hoogte van omtrend een halve voet. PRATENSIS. CLASSIS XVta. Conf. linh£I Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi part. ïida pag. 9&oma. cardamine , foliolis radicalibus fubrotundis, caulinis lanceolatis. a. a. Perianthium tetraphijllum. b. b. Corolla cruciformis, tetrape» tala. c. Petalum oblongo-ovatum, cura ungue erecto d.) e. Stamina fex fubulata, quorum duo oppoüta breviora cc in« curvata. f. Stamen magnitudine auétum. g. Germen tenue, cijlindraceum i cum ftigmate obtufo, capitato. h. Siliqua longa, bilocularis. temp. flos. Menfe Majo, in pratis humidis, altitudine circiter femipedali. gebruik heeft deeze Plant byna niet meer in de Genees- of Heel-kunde, maar ftrekt hoofdzakelijk tot fieraad van de weiden en booi-landen. 1 m  54 PLAAT LIL G E W O ON E LAURIER. D E Xde. CLASSE. Zie linnjeus Nat. Ilifl. doOr houttuijn Hde Deels 2de St. bl. 347. Laurierboom , met lancetswyze, géaderde, bijblijvende Bladen, en vierfpleetige Bloemkransjes. a. De zes (fomtijds vier) bladige Bloemkrans. b. Dezelve van ter zyde met de Teel-deelen. C.De negen jlompe Meeldraden, die korter dan de Bloemkrans, en drie aan drie verdeeld zyn. i. Een afgezonderd Meeldraadje , met de twee klootswijze Kliertjes, die aan elk der drie onderjle Helm ', draadjes vastgehecht zyn. e. Het eyrondachtig Vrucht-begin' zei, met den Jlompen Stempel. den enkelden Stijl en de daar aan gehechte Kliertjes. f. De geheele Vrucht, (zijnde een 'eijronde Steenvrucht,) g. De doorgefneede. Bloeitijd. In de maand Jmy, in de Zuidelyke Deelen van Europa, dikwijls ten hoogte van 20 d 3"0 Voeten , bij ons alleen in de tuinen zonder de gewoone winterkoude te kunnen verdragen. L A U R U S N O B I L I S. CLASSIS Xma. Conf. linn/ei Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi part. ima pag. 6soma. laurus , foliis Ianceolstis , venofis, perennantibus, corollis qua. drifidis. a. Corolla 6, (aliquanda 4) petala. b Eadem a latere, cum partibus genitalibus. c. Stamina novem obtufa, corolia breviora , in ilngulo ordine terna. d. Stamen feparatum, cum g'andulis duobus globofis, fingulo filamento intimi ordinis prope baöm annexis. e. Germen fubovatum, cum ftigmate obtufo , ftijlo fimplici et duobus glaudulis ei adfixo. f. Fruftus integer (drupa ovalis). g. disfecTus. Temp. flor. Menfe Junio, in calidis europje regionibus, faepius ad altitudinem viginti vel triginta pedum, apud r.os in hortis. gebruik. Uit de Vruchten, die in 't Latijn bij uitneemendheid Bacca, en bijons Bakelaar-Boontjes genaamd worden, verkriigt men door Perfing of Kooking, en nog beter door de Deftillatie een Olie (Oleum Laurinum). Zij wordt in- en uitwendig als verwar reende en wmdbreekende aangewend, en de Bladen, die in een Aftrekze tot BaaoW of Stoving niet geheel ondienftig zijn; kminen ook bij v,sch of andere fpijzen zonder eenig nadeel gekookt S em een aangenaame geur te verwekken, GE.      PLAAT LIIL 55 GEWOONE LAVANDULA LAVENDEL. S.PICA. D E Xlfde. CLASSE. CLASSIS XlVta. ■Zie LiNNiKüs Nat. Hist. Conf. lihnj.i Sijst. Nat. Ed. door houttuijn Hde gmelini Tom. Hdi partDeels S'-te Sc. bladz. 280. ndze pag. 900111a. Lavfnuel , met lancetvoimige , lavandula , foliis lanceolatoliniaalswijze,effenrandige Bladen linearibus, integris, fpicis inen naakte afgebrokene Aairen. terruptis, nudis. a. De eenbladige, eijronde Bloem- a. Perianthium manophijUumjOva» dop, met 't Lovertje. turn , cum braclea. b. Dezelve geopend. b. Idem apertum. c. De eenbladige, gelipte, agterover- c. Cerolla monopetala , ringens, gebogene Bloemkrans , met de vier refupinata , cum quatuor ftamiMeeldraden , waar van'er twee nibus, quorum duo funt bre« kotterZ'jn, dan de twre overigen. viora. d. Een kort afgezonderd Meel- d. Stamen breve feparatum. , draadje. e. Het vierdeelig Vrucht-beginzel, e. Germen quadrifidum, cum ftijlo met den draadswij zen Stijl, en filiformi, & ftigmate bifido, den tweefpleetigen Stempel. Bloeitijd. In de miiand Au- tfmp. flor. Menfe Augufto, in gustus, in het Zuidetijk gedeelte europa Auftraliori, apud nos fovan Europa, bij ons alleen in de lummodoinhortisjaltitudinefefqui tuinen, ter hoogte van omtrend jé pedali, Vvtt. 1 gebruik Heeft men van deeze Plant in die gevallen, waar eene groote flapheid der Zenuwen, en eene taaiheid of overvloed van koude vogten heerscht, doch zij moet altijd met voorzichtigheid aangewend worden. De Bloemen hebben een bijzondere kragt toe verjaaging en vernieling van 't Ongedierte, weshalven zij hier om bij de Boomen geplant, of op de Planten geftrooit, gelijk zij gedroogd in de Kleerkasfen en Koffers met vrugt teeen de Mot gelegd worden. Deszelfs Bereidingen zijn 't gedestilleerde Water, ) van het Kruid en 't gedeftilleerde Water hebben een uitmuntende kragt in Burstkwaalen, te meer wijl zij door haaren eenigzins fcherpen en bitterachtigen fmaak den maag verfterken, daar de flijmige Borstmiddelen en Sijroopen denzelvci bederven. Uitwendig wordt het Kruid in een zakje gedaan, of in wijn afgekookt, door roseksTeim u> de onlteekug der Oogen (Ophthalmia) aangepreezen. K X AH-  ^ PLAAT LXIL & E E R E N- A R B D T ü S DRUIF. UVA U R s I. DE ** Ci^"' CLASSIS X*a Deels 5de S, l M. 2 Ja^ W 6P7- ^ lEEKEN-DRUir , wet neerleggende üva irnsr «i„m.™ a. De zeer kleine, viifdeeli«e. re- a Perianrh,„'m • • Hm* Bloemdop. f * * aSS " ' qU1B- Bloemkrans f met n Saph na ' ' aan den Bloemkrans gehegt zijn ""crus. f. De rype, «„«V^e 2J«/«. f. Bacea: matura;, fubrotunda. MM «< T < Zuidelijk" als cÏÏóri " &fr^d jf £for*M fe««/tó va» Europa, kop*, frutices tong Eè fum r-" wet zeer lange kruipende Stengen, pemes. lon8"Ume lunc re* .rr:E„E,BÖ,IiT' Hoofdzaakelijk worden de Bladen in een waterachrb tS£* fomrni8en met VeeI TOOrd^ '"in der^sle'n set De Besten worden veel van de Vogels ceseeten en do met Aluin gekookt, geeven een fchSneffie J„ rret Vtaiotf' ^k ^nü^^S^^^^' 0m een^"genaamen StófciS. VSrlSnJêeni naar '« v°°^eeid der Noordelijke DILL'É.   ■    P L A A DILLEVENKEL. D E Vde CLASSE. Zie linNasus Nat. Hist, door houttuijn. Hde Deels Zfte St. bl. 215. .venkel, met veeldeelige ,hairswijze Bladen, en eironde, langwerpige, wederzijds nevens den anderen gefckikte, Zaaden. a. Da algemeene, veelvoudige Sonnefcherm. b. De afzonderlijke , veelvoudige Sonnefcherm. c. Het eigentlijke, vergrocte Bloemkransje , uit vijf zeer korte, effene , ingerolde Bloemblaadjes bejlaande. d. De vijf hairswijze Meeldraden, met de rondachtige Helmtjes. e. Het Vrucht-beginzel, dat onder de Bloem zit, met de twee digt aan elkander Jlaande Stijlen, en Jlompe Stempels. f. Het doorgefneede Vrucht-beginzel , met de onrijpe Vrucht. Bloeitijd. In de maand Augustus, in Italien, Vrankrijk , Engeland, Duitschland, en ook hier en daar in ons Vaderland , ter hoogte van 4 d 5 voeten. T LXIIL •££ A N E T H ü M FOENICUL ü Ivl. CLASSIS Vta. Conf. linhjEi Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi part. %mm pag. 491711a. foëniculum vulgare, foliis mul- tipartito-capillaribus, feminibus ovato-oblongis , utrinque alternatis. a. Umbelia univerfalis, multiplex. b. partialis, multiplex. c. Corolla propria , magnitudine aufla, ex petalis quinque brevisilmis, integris, involutis compofita. d. Stamina quinque capillaria, cum antheris fubrotundis. e. Germen inferum . cum ftijlis duobus approximatis, obfoletis, & ftigmatibus obtufis. f. Germen, cum embrijone, in duas partes divifum. temp. flor. Menfe Augufto, in Italia , Gallia, Anglia , Geumania, & hic & illic in noltra P atria, altitudine 4 a 5 pedum. gebruik. Het Kruid, het Zaad, en de Wortel worden in-en uitwendig hoofdzaakelijk als een windbreekend middel, en in Hoest en Borstkwaalen met veel voordeel aangewend. De twee eerfte gebruiken de duitscheus, en de Italiaanen ook zeer dikwerf in de Huishoud-kunde, en de Wortels zijn de kragtigfte der vijf openende Wortelen. Deszelfs Bereidingen zijn 't Waater van Venkel zonder Wijn (Aaua foeniculi fine vino,) en de gedestilleerde Olie, (Oleum defiilr \amwf) beide uit de Zaaden, K 3 GE-  U P L A A GEWOON HOEFBLAD. D E XIXde. CLASSE. Zie Linnsus Nat. Hist. door Houttuijn Hde Heels Xie St. bl. 632. hoefblad , paarden - klaauw , met een gefchubden Steng ,. de Bladen bijna hartvormig , hoekig en met kleine tandjes. a. De rolronde, fchubbige Kelk. b. De famengejlelde Bloemkrans. c. Het vrouwelijke ,eff'ene, lintswijze Bloemkransje van de Schijf. ■ d. Het eigentlijke , tweeflachtig Bloemkransje, met een vijf/plee-' tig, omgebogen Boord. e. Deszelfs vijf zeer korte, famengewasfene, uitgebreide Meeldraden. f. Het korte Vrucht-beginzel. g. He draadswijze Stijl, met den eenigzins groven Stempel. h. Het korte Vrucht-beginzel-van 't vrouwelijk Bloemkransje. i. De draadswijze Stijl, met den esnigzins groven iweefpleetigen Stempel. Bloeitijd. In het begin van de Lente, in klei - gronden , in de louwlanden en langs de dijken , cmtrend van dezelfde hoogte als op de Plaat. TUSSILAGO F A R F A R A. CLASSIS XlXta. Conf. linn-EI Sijst. Nat. EJ, gmelini Tom. Hdi part. Iirte pag. 1225^3. faffara, tussilago vulgari9, fcapo imbricato , foliis fubcordatis, angulacis, denticulatis. a. Calijx cijlindraceus, fquamofus. b. Corolla compofita. c. Corollula feminea , integra , lingulata, ex difco. d. propria, bermaphrodita, limbo quinquefido, reflexo. e. Stamina ejus quinque brevisfimia, coalita, expanfa. f. Germen breve. g. Stijlus filiformis, cum ftigmate crasfiufculo. h. Germen breve corollula; femineas. i. Stijlus filiformis, cum ftigmaüe crasfiufculo, bifiJo. temp. flor. Primo Vere, ia folo argillofo, in agris & campis, eadem circiter m2gnitudine ac ia Icone. gebruik. Het Kruid beeft een Hoestftillende, en Borstveraachtende eigenfchap, weshalve nog heden de Bladen in Zwitzer1.and als Tabak {Nicotiana Herba L.) voor den Hoest en Aamborftigheid gerookt worden. De gedroogde Wortel, onder Honing gemengd , wierd reeds van tïirrocBATEï in veifweenngen der Longen aangepreezen. TROS-      PLAAT LXV. T R O S- VAREN. D E XXÏPfi* CLASSE. Zie Linnjeos Nat, Hist. door Houttuijn Hde Deels 14de St.bl. 51. maankruid, met een enkelden Bloemfieel , een zijdehngsch Trosje , en een enkeld , gevind Blad. Eet heeft afzonderlijke, zittende, klootachtige Zaaddoosjes , die doorgaands in een Trosje gefchikt zijn, zonder Ringetje, en met zeer veele, en zeer kleine Zaaden. Van dit Geflagt moeten die Soorten wel afgezonderd worden, die de Zaaddoosjes met een veerkragtig Ringetje voordien hebben. Bloeitijd. Bijna door geheel Europa, op bergachtige plaatfen en duin-valeijen , ook veel achter 't Joode Kerkhof bij 'sHage, omtrent van deeze hoogte. O S M ü N D A L ü N A R I A. CLASSIS XXIFta. Conf. LiNNffii Sijst. Nat. Ed, gmelini Tom. Hdi part. idts pag, iigida. osmunda lunaria, racemosa minor , fcapo folitario, racemo laterali, fronde pinnata , folitaria. Capfulas habet diftinctas, fesfiles, fubglobofas, ut plurimum in racemum difpofitas, fine annulo, & cum feminibus plurimis, [ minutisfimis. Ab hoe genere quidem diftin» guends iunt fpecies, quas capfulis gaudent annulo elaftico praditis. temp. flor. Ferè ubique per totam Europam , in iocis ficcis montanis, hac circiter magnitu. dins. gebruik. Het is een weinig famentrekkende en wordt als een Wond-middel aangepreezen. SPEEN.  63 PLAAT LXVl. SPEEN. RANUNCULUS KRUID. FICARIA. DE Stm CLASSE. CLASSIS XUMc. Zie: Liasfius Nat. HLt. Conf. Liüxai ff,*. ^ Ed ■t^LC.0CT^« SïS ^T^/chelidoniüm minus, foliis C0r- b. £«. 2fe«-w*frf JTe/fc-Warf. b. Calijcis fo'lium feparatum. meeste negen of tienbladige , p-iopetala. Bloemkrans. . zijnde een uitgepunt emarginata, qu* confpicitur Schubbetje, dat hier afzonderlijk feparata. conipicitur gezien warat. e*£? Mesllraadje> e- Stamen feparatum, cum anthera met t regtopftaande , langwer- erecla , oblonga , didiima ■ ad. pig, tweedfig Heintje; er funt plurioa fut S« zyn vee/e Meeldraden, gelijk in flore (c) •W»et m «/e i5/osm (c) te zien is. f' ^ISS'V '1T n°°fdje Ver' f' Germina numerofa, in capitulum dT*L? h'SmZdS' ïr C0lleftS' ftijlis fedcumftigder Stijlen, maar met zeer klei- matibus minimis, refiesis. Ke, cmgeboge Stempels. g. £en ingedrukte Zaad-korl. g. semgn depreflura. a/Xi™^' JL* """^ . TKMP- FL0R- Menfe Majo & ?«,^ 'iTvl°,sdtgr op vocht'Se APrili • abundè in locis humidis fchaduwaehtige plaatfen indebos-umbtoRs. Mc circiter magnitu! fchen, hoven, en onder de heggen, dine. omtrent van deeze hoogte. gebruik- Deeze Plant, die in Arnhf.im Haane. Klootjes ge. taamd wordt, is inwendig geheel buiten gebruik gekomenfSendï wordtzij door fommigen, doch altoos met veel omzichtighe d al ziin§ eeeenzeerfterkBIaaremre^      PLAAT LXVII. KLEINE MAAGDE-PALM, D E Vde CLASSE. Zie linnjeus Nat. Hist, door houttuijn Hde Heels 7de St. bl. 726. maagde-palm, vinc0or.de , met leggende Stengen , lancetswijs. eijronde Bladen , en gejleelde Bloemen. a. He vijf deelige, bijblijvende, regtop/laande Bloemdop. b. De eenbladige , trompetswijze Bloemkrans, met een van onderen rolronde , en van boven breedere Pijp, en een horizontaal, vijf' deelig Boord. c. Dezelve geopend, met de vijf Meeldraden. d. Een afgezonderd, zeer kort, gebozen en wederomgeboge Meel¬ draadje , met zijn vliezig, inge. kromd Helmtje. e. De twee rondachtige Vrucht-beginzels, met de twee rondachtige zij'delingfche, aan dezelve leggende, lichaampjes. f. De Jlijl, met de twee Stempels, waar van de bovenfle g. Geheel gezoomd is. bloeitijd. In de maand Maart en April, in de bosfchen en aan de heggen b. v. in het bosch voor Uilenpas, en te Maurik in de Betuwe , bij Haren, aan de kooiweg naar de waterhuizen buiten Groningen , ter hoogte van acht of nege duimen: V 1 N C A MINOR. CLASSIS Vta, Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini lom. im pan. imce pag. 435ta. vinca pervinca, cauübus procumbentibus, foliis lanceolatoovatis, floribus pedunculatis, a. Perianthium quinquepartitum , perfiftens, eredtum. b. Corolla monopetala, hypocrateriformis, tubo infernè cylindra. ceo, fupernè latiori, limbo ha: rizontali, quinquepartito. c. Eadem aperta , cum quinque ftaminibus. d. Stamen feparatum, brevisfimum, in & retroflexutn, cum anther» membranacea, incurvata. e. Germina duo fubrotunda, cum corpusculis duobus fubrotundis adjacentibus. f. Stylus, cum duobusftigmatibuSj quorum fuperius g. Totum fimbriatum est. Temp. flor. Menfe Martio & Anril, in fylvis & circa fepes, altitudine ofto vel deeem polk cum. gebruik. Door boerhaaw wierd aan het Sap der Bladen een j-roote kragt tot Bloedzuivering, en bijzonder tegen de Scheurbuik (Seorbutus) toegefcbreeven , offchoon thands het Kruid- genoegzaam alleen in een Gorgeldrank (Gargarisma) tegen een Keel-Ontfteeking (Angina inflamatorid), bij wijze van een Aftre,tn Gouda, te Elshour, en buiten Haarlem , ter groote van de Plaat. petapites , thyrfo ovato, paucis' flofculis femineis nudis. a. Calyx communis, cylindraceus, fquamofus. b. Corolla compofïta. c. Corollula propria, hermaphrodita , infundibuliformis, limbo quinquefido, acuto, leliexo , calijce longiori. d. Stamina quinque brevisfima, in fitu naturali cylindri adinftar circumdantia. e. Stijlum filiformem , ftaminibus longiorem, cum ftigmate crasfo. temp. flor. Primo vere, in Iocis humidis argillolis, magttitu. dine Iconis. cebRui k. De ouden gebruikten alleen uitwendig de Wortel met •welkers gedroogde Poeijer zij door opftroijing allerlei; lopende Verzweeringen (Ulcera malignotf phagadcenied) genazen, tegenwoordig wordt zij ook inwendig als openende en zweetdrijvende van eenigen aangepreezen. GE-      P L A A T LXIX. ft G E W O ON E PAARDEBLOEM. D E XIXde. CLASSE. Zie linn.-eusV Nat. Hifi. or houttuijn Hde Deels 10de St. bl. 387. wol-salade, met de Kelk-fchub. fr.n benedenwaarts omgeboogen, de Bladen gefchaard, met kleine Tandjes en glad. s. De gemeene, gefchubde, langWirpige Kelk, waarvan de bovenfr.3 Blaadjes , liniaalswijs paralel en gelijk, de onderfte omgebogen zijn. b. De famengeflelde , eenvormige, gefchubde Bloemkrans. p.Het eigmtlijk, eenbladig', lintswijs, vijftandig Bloemkransje, met de Teel-deelen. d« De vijf hairswijze Helmdraden. e. Het eijrondachtig Vrucht-beginzel , met den draadswij zen itttjl, ter lengte van de Bloemktani, en de twee weetomgetolde Stempels. f. Het langwerpige , ruuwe Zaad, met het haairswijze, gejleelde Duil. g. De onrijpe Vrucht of pit. bloeitijd. In de Lente en in den Herfst, overvloedig in meest alle weilanden, en langs de weegen zoo vangeheel Europa als van ons Vaderland , ter hoogte van omtrend een halve voet. LEONTODON TARAXACUM. CLASSIS XIXna. Conf. LiNisffii Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Hdi part. %das pag. ii75ta. leontoi on takaxacum, Cllyce fquamis interne reflexis , foliis runcinatis, denticulatis, lsevibus. a. Calyx communis , imbricatus, oblongus , fquamis inferioribuf linearibus, parallelis, aquali» bus, exteriorïbus reflexis. b. Corolla compofita, uniformis, imbricata, , c. Corollula propria , monopeta. la , ligulata , quinquedentaia, cum partibus genitalibus. d. Filamenta quinque capillaria. e. Germen fubovatum, cum ftyló filiformi, longitudine corolla:, &. ftigmatibus duobus revolutis, f. Semen oblongum , fcabrum , cum pappo capillari, ftipitato, g. Embryo nuclius, temp. flou. Vere et Autura. no, copiofijfimè in pratis & viis j altitudineprópemodum fcmipedalL gebruik. Zoo algemeen deeze Plant door geheel EUROpTgi". vonden woidt, even zoo groot is insgelijks derzelver nuttigheid in de Genees-kunde. Zij bevat een Melk, die het geheele Kruid inzonderheid den Wortel bitter maakt-weshalven het ver>chuitgeparlteSap •of een Afkookzel ,der geheele Plant niet alleen in Meijdranken als een der kragtigfte oplosfende Middelen , maar behoorlijk vermengd. in de zwaariïe ziekten, uit Verlïoppingen der Ingewanden onthande, met het grootfte voordeel kan dienen. Het jonge loof is zeer nuttig en aangenaam om als Salade gegeeten te worden , en de ge•brande Wortels kan men in een Aftrekzei als Koffij gebruiken. Uitwendig wordt de Zalf, uit deeze Wortel enVerkens Reufel (Axungta pomna) vervaardigd, tegen Klier-verhardingen (Scrophula) van fommigen zeer aangepreezen. Deszelfs Bereidingen-zijn het Uittrekzel (Extraiïum) en het Water door gisting vervaardigd (A,w Ta* raxaet per fermentationem parata) , welk eerfte hier genoeg en ooi? •met veel voordeel gebruikt wordt, doch welk laatlte ongeiukkifiUilt fiog niet genoeg jn Holland bekendis.  ft PLAAT LXX. VELDZ U ü R I N C D E Vide. CLASSE. Zie linnsus Nat. Hist. door houttuijn /We Deels Zfte St. bladz. 409- ▼eld-zuuring , zurkel , met tweehuizige Bloemen , en langwerpige , pijlvormige Bladen. De mannelijke Bloem. a. De driebladige Bloemdop van onderen , met de drie vooruitjleekende Bloembladen. b. De Bloemdop , met de Bloemkrans van boven. c. De Kelk, met de zes zeer korte Helmdraden, en de tegtopftaande, tweeballige Heintjes. De vrouwelijke Bloem. d. De Bloemdop en Bloemkrans , met de drie Stijlen, en 't Vruchtbeginzel. e. Een afgezonderd Stijltje. f. De drie Bloembladen van deBloem' krans,met de driehairsivijzeSty len, tusfchen defpleeten der f amengevoegde Bloembladen uit/leekende. Aüe deeze Dtelen zijn merkelijk vergroot. bloeitijd. In de maand Junij af Juli), m de weilanden, ter noogte van omtrend een voet; zij wordt echter in de meeste tuinen geplant, waar door alle hiare deelen vergroot en verbeeterd worden. RUMEX AC E T O S A. CLASSIS Vlta. Conf. linnj.i Sijst. Nat. Ed» gmelini lom. lld% part. imce pag. 586t<7. aceto?a , floribus dioicis, foliis oblcngis, fagittatis. Flos masculus. 3. Perianthium triphyllum & 'parte inferiori, cum tribus petalis co» rollae prominentibus. b. —— cum corolla a parte fuperiori. c. Calyx,cum fexfilamentisbrevis» fimis, & antheris ereétis, didymis. Flos femmeus. i. Perianthium & corolla, cun» tribus ftyhs, & germine. e. Stvlus feparatus. f. Petala tria corollae, cum tribus ftylis capillaribus, inter rimas pe« talorum conniventium exfertas. Omnes hae partes magnitudice funt aucts:. temp. flor. Menfe Tunio c£ Julio, in pratis, altitudine circiter pedali; cultura autem in hortis omnes ejus partes grandescunt & meliorantur. gebruik. In alle Ziekten, waar Zuuren vereischt worden, kan men de Bladen van dit Kruid met veel voordeel inwendig gebruiken. Uitwendig, met roode wijn geftampt, kan men naar b'^erha ave daar mede het TandvleesCh, door Scheurbuik aangedaan, bewaaren. Men kan dezelve ook in de Huishoud-Kunde als Salade of bij andere Groentens gebruiken. In de koude landen [eeten het de Irgezeetenen en 't Schcbeepsvoik, dat 'er aanland. tegen de Scheurbuik, gelijk de Groenlanders de Bladen van Veld-Zuuringen Lepel - Blad (Cothlearia officinalis L.) hier om insgelijks in hunne Pottagien gebruiken. Deszelfs bereiding is 't weezentlijke Zout (Sol esjenlialé), dat door boïriiaave zesr fterk i$ aangepreezen.  PLAAT LXXK 7$ AALBESBLADIGE R U B U S BRAAMBOOS. CHAMiEMO RUS» DE Xim CLASSE. CLASSIS XUma. Zie umïus Nat. Hist. Conf. lihhjbi Sijst. Nat. Eddoor ho u t t u 11 n, JIde gmelini Tom. JIdt part. è J ude St. L 418. »«« l'"S- 3S7»«. . hhaamboos, »net cham/emorus, foliis fimplicibus, ^X^SJHS». een lobatis, cauleinerrni, unifloio, e«Wo«»fffe Steng, Aonbus dioic.s. ÏÏrifaMiïdraden, die aan de ftaminibus numerofis, calyci intlkvastJehecH ƒ*««• «** • five flos masCulus' b üfrlnïa% Bloemkrans, met b.Corolla fubrotunda, cum florc c,PeTnSiumcumgermlnibusDu. C' %ucht7gïnZe)s, of de vrouwe- merofis, five flos femmeus. i.f^otlans.rnetdevrouwelij- d. Corolla, cum flore femineo. e. &?w/ïi»*^ 7 , ?'LameVSea'oblongum. f. Een enkelde, langwerpige Zaad. f. Semen lolitare, ooiongum. ' Jfeor*. rr.v eene en de- temp. floe- Ex una eademBloeitijd. U t"n°'"J6k; QUg radice oritur flos masculus »^*^lCïlSi» atque femineus, abundè in loei* tn ^^ nnZlfaï ffi™ c^fpitoHs & paludofis sueci* , kus- ^2^. SOOT- . J» NORWEGLiE. weegen. „„„., r-)e Resfen die een aangenaamen en rinfen fmaak hebban wedden Lor de Laplanders, in^Rendieren MeU"tot Pap worden ril middel tegen de Scheurbuik, gehouden. L3 E*  74 PLAAT LXXIL EÜROPISCH j CYCLAMEN VARKENS-BROOD. EUROPJEUM; D E Vde. CLASSE. CLASSIS Via. Zie^inküs Nat. Hist. Conf. linnsi Sijst. Nat. J£d Heel?TsïVN'n IUe gmelini tJlUi pan. Veels ide St. bi. 491. lma3 pag> 3agj,a# VAlK««/"ERfD'W£fêe"J0W^C0- cijc"men, arthanita, COroII* a. De halfvijffpleetige , bijblyven- a. Perianthium femiquinquefidum de, rondachtige Bloemdop. perfiftens, fubrotundum ' b. He eenbladige Bloemkrans, met b.Coroila monopetala, tubo nar een kleine nikkende, klootrond- vo, nutanti, fubglobofo, limbo achtige Pijp, een zeer groot, maximo, quinquepartito fur. ^ nff' -T^" ?Kierom£t- fum refiexo, Jaciniis lanceoia- boge Boord, en lancetswijze tis. ' Plaatjes. ' c. De vijf kleine Meeldraden, met c Stamina quinque minima cum tTfefS?" *■■ an*to-- U' ™ e. Het rondachtig Vrucht-beginzel, e. Germen fubrotundum, cumflvlo JS £jfr ^ ' e"^^a"1- re£t0' & ftië°'«o acuto 7 «.^r10,; h^^^ril, tem?, flor. Menfe Aprili & JLfJ?* * *8^M"«*»* Majo, in locis ficcis umbrofis plaatfen van Ooftennjk en Zwk- Austrle & helvete, eadem SS g" SWffli ünguentum de Anll KRÜJ.      V L A A KRUIPEND AARD-VEIL. D E XlVJi. CLASSE. Zie l in nasus Nat. Hist. door houttuijn Hde Heels gde St. bi. 330. klein hondsdraf, onder-have, met nierswijze, gekartelde Bladen. a. De eenbladige, pijpswijze, rolronde Bloemdop, 7wet eera ongelijk, vijffpleetig Boord. b. De geopende, eenbladige , gelipte Bloemkrans , met de vier Meeldraden , waarvan 'er twee korter zijn, dan de overigen. c. Twee afgezonderde Meeldraden, - de Helmtjes van ieder paar buigen zich kruiswijs teegen den anderen. d. Het vierdeelig Vrucht-beginzel, met den langen, draadswijzenStijl, en den tweefpleetigen , fpitfen Stempel. bloeitijd. In de maand April en Maij, overvloedig op alle vochtige wegen en paden, veel al bij oude boomen, omtrend een voet hoog. f LXXIÏI. ?J G L E C O M A HEDERACEA. CLASSIS XlVta. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. Gmelini Tom. Hdi part. 2dae pag. 504ta. heoera terrestris, foliis reniformibus, crenatis. a. Perianthium monophyllum , tubulatum, Cylindraceum, ore insequali, quinquefido. b. Corolla aperta , monopetala , ringens, curn quatuor ftaminibus, quorum duo funt brevióra, c. Stamina duo feparata, anth.3rarum fingulum par connivens in formam crucis. d. Germen quadrifidum, cum flylo longo, filiformi, & ftigmate bifido, acuto. temp. flor. Menfe Aprili & Majo, abundè in viis humidis, altitudine propemodum pedali. gebruik. Aan het Kruid wierd door de Ouden een groote openende , pisdrijvende en wondheelende kragt toegefchreeven; weshalven het met voordeel tegen den Steen in een Poeijer of in een geestig Aftrekzei (Inftifio fpirituofa), en in Verzweeringen der Longei met andere Kruiden in een Aftrekzei als Thee (Infufio Theee* formis) door hun wierd aanbevoolen. EU-  75 PLAAT LXXIV. EUROPISCH MAN S - O O R, D E Xlde. CLASSE.', Zie linNjEüs Nat. Hist. door houttuijn Hde Deels 8jle St. bl. 69S. mans-oor, met niervormige, ftompe, tweevoudige liladen. a. De eenbladige, klokswijze, drie ofvierfpleetige, haitige, gekleur- de Bloemdop, waarvan het voorjle Blaadje is afgejneeden, en waar aan de Bloemkrans ontbreekt. b. Di twaalf elsvormige Meeldraden , die om den Stamper zitten. c. Het Vrucht-beginzel, het welk in de Kelk verborgen ligt, met den rolronden Stijl, ter lengte van de Meeldraden , en den fesdeeligen , Jlarswijzen Stempel. d. Het bovenjle gedeelte van den Stempel. e. Het feshokkige Zaaddoos je, met een eijronde Zaad-kon. bloeitijd. In de maand April, in de Bosjchen van Duitschland en Vrankrijk, bij ons in de Kruidhoven , ter hoogte van de Plaat. A S A R U M E U R O P M U M.' CLASSIS Xlma. Conf. LiNKfii Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi part. ïmas pag. 745*3. asarum, foliis reniformibus, ob. tufis, binis. a. Perianthium monopbyllum, cam- panulatum, trifidum vel quadrifi- aum, coioratum, piioium, lacinium anterius abfcisfum est, caretque corolla. b. Stamina duodecim fubulata, piftillum circurndantia. c Oermen inferum, cum ftylo cy. lindraceo, longitudine ftaminum, & ftigmate ftellato, fexpartito. d. Pars ftigmatis fuperior. e. Capfula fexlocularis, cum femine ovato. temp. flor. Menfe Aprili, in fylvis gïrmanls et hallis. apud nos in hortis, magnitudine ilconis. gbruik. Deze Plant heeft een aangenaamen reuk, en is bitter en fcherp van fmaak. De Wortel en de Bladen zijn beiden inde Genees-kunde in gebruik, de eerfte hoofdzaakelijk als een Braak of fterk Purgeer-middel, in een Poeijer of een Aftrekzei met wijn (lnfujio vinofd) genomen, want door de kooking verliest zij geheel deeze eigenfchappen en verandert in een pis en zweetdrijvend middel. De Bladen , waar van de Poeijer in Zemelen nat gemengd van een tot twee loot als een voortreffelijk middel tegen de vaarnen de Paarden wordt ingegeeven , zijn insgelijks als een fterk Niesmiddel voor de Menfchen tegen langduurige Hoofdpijn aangepree»en. Zie Pulvisftermttctorius, pk. Ltnd.pag, 89. & Pulvis cephalicus, $h. Edinb. p. 21. ea-      PLAAT LXXV, M GEVLAKT f AR PM KALFS-VOET. MACULATÜM. D E XXfle CLASSE. CLASSIS XXma. Zie LiHMsus Nat. Hist. Conf. linnsi Sijst. Nat. Ed. door houttuijn Hde Gmelini Turn. Hoi part. Deels nde St. bl. igo. imce pag. 86S^- "kalfs-voet, aarons baart, met arum , foliis baftatis, integerri» pijlvormige, ejfenrandige Bladen, mis, fpadice clavato. en een geknodjle Bloemfteng. a. De zeer groote, eenbladige ,hng- a, Spatha maxima, monophijlra , • werpige Bhemjcheede , die van oblonga, apice connivens, bafi boven toeloopt, van onderen fa- convoluta, internè colorata. mengerolt , en van binnen gekleurd isi b. De zeer eenvouwdige, knodswij- b. Spadix fimplicisfimus, c!avatUsr ze, gekleurde Vrucht-Jleng, die coloratus, paulo fpatha brevior, een weinig korter is, dan de Bloem- farina purpurascente confper» Jcheede , en met purperachtig fus. Meel bejlrooit is. c. De Honingbakjes, die uit 't mid- c.Neéiaria , è medio fpadice den der Vrucht-Jleng voortkomen. . egredientia. A. De Meeldraden, zynde zittende d. Stamina, anthera; fefllles. Heintjes. e.Een afgezonderd Meeldraadje. e. Stamen feparatum. ftDe eijronde Vrucht-beginzels. f Getmina ovata. bloeitijd. In de maand April, temp. flor. Menfe Aprili, opbergenenvochtigeJchaduuwac.hu. -m montibus rocis humidis et ge plaatjen, b. v. in t Bosch van den Uilenpas, op Zandwijk bijThiel. umbrofis, magnitudine circiter ea« in de vochtige Elfe bosckjes bij 't Conf, tiNEffii Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi part. Ildaz pag. 857'«a. ; fragaisia vulgaris , foliis omnibus ternatis, nagellis reptantibus. a. Perianthium monopbijllum, d*cemfidum, planum, cum viginti ftaminibus. b. Corolla pentapetala, fubrotun. da, a parte fuperiori. c. Eadem ab inferiori parte. d. Stamen feparatum, fubulatum. e Germinanumerofa,incapitulura colleéta. f. Germen feparatum. g. Bacca matura, fubrotunda, colorata, decidua. temp. flor. Menfe Majo, in fjjlvis, montibus & locis umbrofis, per fingujas quatuor mundi partes, & in omnibus ferè hortis, altitudine iconis. gebruik. Men heefc ronde, witte en oranjekleurige, met groote donkere Bladen, die Tamme genaamd worden. Andere, die men Wilde, of ook Engelfche noemd, hebben grootere Vruchten, met inpedooke zaadjes, die bij dcTamme uitpuilende zijn. llcRuige, dus genaamd wegens de ruigheid der Bladen, hebben de groottte; maar tevens ook de min fmaakelijkfte Vruchten. De Wortel en Bladen zijn openende en zamentrekkende; doch de Vruchten overtreffen deeze ten fterkfte zoo wel als Geneesmiddelen dan als een der aangenaamfte en heilzaamfte foort van Fruiten met watzuiker, totvoorkooming van al te groote verkujhxg, op Si/.it. Nat. Ed, door houttuijn Hde gmelini Tom. Hdi part. Deels gde St. hl. 548. nd« pag. g^zda. Linnea , voorheen quendelbla- linnea olim campanula ser. noE klokjes van c. b., met pillifolia C. B., floribus ge» tweevoudige Bliemen. minatis. a. De tweevoudige Bloemdop, zijnde a. Perianthium duplex, inferum, de onderjle klein, en driebladig, parvum, tretraphijllum, fuperum de bovenfte eenbladig, vijfdeelig, monophij'llum, quinquepartitura, gelijk enregtopjlaar.de. asquale, ereétum. b. De eenbladige, halfvijffpleetige, b. Corolla monopetala, femiquinklokswijze bloemkrans. quefida, campanulata. c. Dezelve geopend , met de vier c. Eadem aperta , cum quatuor Meeldraden, waar van de twee ftaminibus, quorum duo proxima naafte de langste zijn. longiora funt. d. Het rondachtig Vrucht-beginzel, d. Germen fubrotundum,inferum, dut onder de Bloem zit, en met perianthio infero rectum. de onderjle Bloemdop bedekt is. t.Deregte, draadswijze Stijl, met e. Stijlus reétus, filiformis, cum den khotswijzen Stempel. ftigmate globofo. f. De twee rondachtige zaad-korlen. f. Semina bina, fubrotunda. Bloeitijd. In de dorre Bosch temp. flok. In fijlvis fterilibus velden van 't Noordelijk Europa , Europas feptentrionalis , ita in als mede in zwitzerland, en in helvetle & prope berolinum , den omtrek van eerlijn, zomtijds aliquando 18 pedum in laplak'in laplanb ter hoogte van 18 voe- da , ut ipfe teftatur Linn-Eus. ten, gelyk linwjEds zelfs getuigd. gebruik. Het Kruid wordt fomtijds, tot een pap gekookt, met veel voordeel in Sweeden uitwendig tegens Jichtpijnen door de Landlieden naar LiNw-ffius gebeezigd. M 3 WIT-  Sa P L A A WITTE DOOVE NETEL. D È XlVde C L A S SÉ. Zie Linhsos Nat. hist. door Houttuijn Hde Heels 9de St. bl. 334. welk4 bloem, doove-honds. of suiker - netel , met hanvorir.ige, gejpitjle, zaagtandige, geJleelde Bladen , en twintig- bloemige Kransjes. a. De eenbladige, vljftandige, pijlvormige Bloemdop. b. He eenbladige , gelipte Bloem krans, bejlaande uit een Zeer korte , rolronde Pijp , een gefpleete Boord, een opgeblaaze, geneepe Keel. een' gewelf den bo. ven, en een' karteren, nartswijzen onder Lip, met de vier MeeU draden, waar van 'er twee langer zijn. c. Een afgezonderd, elswijs Meeldraadje , met een langwerpig ' Helmlje. d. Het vierdeelig Vrucht-beginzel, met den langeii,draadswijzen Stijl, tn den iweefpleetigen Stempel. c. Vier Zaad-korrels, in de Bloemdop ingejlooten. f. Een afgezonderde, driekantige , ■wederzijdsch geknodfte zaad-korl. bloeitijd. In May en Juny, overvloedig langs de wegen en in de hoven fin de Meer bij Amsterdam, om utrecht en elders, ter hoogte van omtrend een voet. T LXXX. LA Mlü M A L B ü M. . CLASSIS XlVta. Cont, LiNNiEi Sijst. Nat. Ei. gmelini Tom. Hdi part. idee. pag. 904*3. * lamium primum , five urtica iners vel mortua, foliis cordatis, acuminacis, ferratis, petiolatis, verticillis vigintifloriï. a. Perianthium monophyllum , quinquedentatum, fubulatum. b. Corolla monopetala , ringens , tubum habens brevisfimum, cijlindraceum, limbum dehifcen» tem , faucem inrlatam , corhpreifam , labium fuperius fornicatum , labium inferius brevius , cordatum, cum quatuor ftaminibus , quorum duo funt longlora. c. Stamen feparatum, fubulatum, cum anthera oblonga. d. Germen quadrifldum, cum ftijlo longo , flliformi, & ftigmate bifido. e. Seminaquatuor, perianthioine lufa. f. Semen feparatum, triquetrum, utrinque truncatum. temp. flor. Majo & Junio, creberrimaocurrit in viis & in locis cultis, altitudine circiter pedali. gebruik. Aan het Kruid en hoofdzaaKelijk de Bloemen is eertijds door de Ouden, en thands weder door chomel en geoffroij , die de bloejende Toppen (Stipites) als Thee liet aftrekken, en daar van dagelijks een'ge kopjes gebruiken, een groote kracht ih de Witte enWaare Bloedvloeiingen toegefchreeven. De Landlieden gebruiken het nog inKeel-ontfteekingen, en de wondbalfem van dodart, door hem in Pees-kwetzuren aangepreefen, wordt door deze Bloemen in O'iiven-01ie(0/ea/» Olivarum) te zetten, vervaardigt. J BOSCH-      VLA AT LXXXI. $3 BOSCH BESSEN. J) E VUIfl' CLASSE. Zie LmNiEus Nat. Hist. door Houttuijn Hde Deels 4de St bl. 483. JLAAUW-BESSEN , KRAAKEL-BEZlëN, ï'OSTEL-DEZlëN, BLEEKEN, met eenbkemige Steeltjes, zaagswijze, getande, eijronde Blad*.», en een hoekigen Steng. a. De eenbladige, kleine, bijblijvende, effcnrandige Bloemdop. b. De eenbladige, vierdeelige, klokswijze Bloemdop, met weeromgerolde Blaadjes. c. De agt eenvoudige , in den Stoel vastgehegte, Meeldraden. ó. Een afgezonderd Meeldraadje. e. Het onderzictend Vtucht. beginzel, met dm enkelden Stijl, en den ftompen Stempel. f. Een rijpe, klootswijze Vrucht. g. De kleine Zaaden. Bloeitijd. Indemaand Maij, overvloedig in de bosjeben enopdorre woeste heiden, op de velu we , in 't jticht van utrecht, in friesland, OVERIJSSEL» groningen, en bijzonder naar den kant van bra»ant , zomtijdi een er. een halve voet hoog. VACCINIÜM MYRTILLUS. CLASSIS. Vllha. , Conf. linn/ei Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi part. idas pag. tioma. taccinia , mijrtillus germani- ca, vitis idjea, pedunculis uniformis, foliis ferratis, ovatis, caule augulato. a. Perianthium monophijllum.par. vum, perfiftens, integerrimum. b. Corolla monopetala.quadrifida, campanulata, Iaciniis revolutis. c. Stamina oéto firoplicia, receptaculo inferta. d. Stamen feparatum. e. Germen inferum , cum ftijlo fimplici, & ftigmate obtufo. f. Bacca matura, globofa. g. Semina parva. temp. flo3. Menfe Majo, abundè in fijlvis & locis aridis defolatis, altitudine aliquando fesquipedali. c eb ru ik. Het Landvolk en de Herders gebruiken deeze Besfen veelal tot hun gewoon voedzel, het welk, wanneer zij 'er brood of vleesch bij eeten, voor hun niet ongezond is; doch te veel hier van is bezwaarende en opproppende voor de Maag, wegens de bekende famentrekkende hoedanigheid , waarom zij ook dikwerf met de gedroogde Besfen der MijrthenfBa^ Myrtilli), gelijk door Pomet en Lemeri , in de Geneeskunde verward worden. Zij ftrekkert tot aas voor de Bosch- en Veldhoenderen, Faifanten, Patrijzen en ander gevogelte. , In Vrankrijk worden zij gebruikt om den roode wijn te kleuren , en de Schilders gebruiken dezelve om den fchoonen blaauwen kleur, die 'er met Aluin (Aluinen) en Galnooten (Gallas) wordt uitgetrokken, WEL'  ?4 PLAAT LXXXIL WELRIEKEND I ASPERULA RUU W KRUID d e im classe. Zie tiNN^us Nat. Hist. door houttuijn. Hde Heels lie St. bl. 271. WELRIEKENDE ASPERULA , met agt- voudige, lar.cetswyze Blaadjes, en gejleeide Bloembondehjes. a. De kleine, viertandige, bover.zittende Bloemdop, met het onderZittend Vrucht - beginzel, den draadswijzen Stijl, en den ge kopten Stempel. b. de eenbladige, vierdeelige, trechterwüze Bloemkrans, merde vier Meeldraden, die aan 't bovenjle gedeelte der Pijp vastgehegt zijn. c. De Vrucht. ODORATA. CLASSIS IVta. Conf. liknïi Sijst. Nat. Ei, gmelini Tom. lldi part. 2d vier langer, en de twee tegenover- giora, & duo oppofita breviora Jlaande korter zijn. funt. d. Een afgezonderd Meeldraadje, d. Stamen feparatum, cum anthera met zijn enkeld Helmtjen. fimplici. •. Een lange .juist vierzijdige, twee- e.Siüqua longa, exa&è tetragona, hokkige Haauw. bilocularis. Bloeitijd. In de Maand Maij temp. flor. Menfe Majo & en Junij, overvloedig bij tiel , junio> abundè ad fepes & in locig aan de wallen te zutphen , en * , , . ,. . . „ arnheim , aan ruige wallen bij umbrofis, altitudine circiter fes. beverwijk, bredenrode, bloe- quipedali, mendaal, en in den alkmaarder hout, in de hoven bij harderwijk, amsterdam, aan de wegen bij 'S hage, utrecht , FRANfiKER , zwol en Groningen , ter hoogte van omtrend een en een halve voet. gebruik. Het verfche Kruid is in reuk en fmaak zodanig aan de Knoflook (Allium) gelijk, dat zelfs deeze in de melk der Koeijen, die hier van hebben gegeeten, merkbaar is. Oudtijds wierd het door C. Bauhinus en naderhand zelfs door Boerhaave als een kragtig Zweetmiddel en Tegengift, (Sudoriferum if Antidotum) aangepreezen', en ook zomtijds in de Huishoudkunde, bij fauze en inzoutingen der fpijzen aangewend, PUI-  p4 P L A A DUIZEND» KNOOP. : J> E VMjlc CLASSE. Zie LiNNffius Nat. Hist. door Houttuijn Hde Deels ifte St. bl. 460. uatën - slangen - adder - wor tel of Iloeiende harts-tong , met een geheel enkelden, eenairigen Steng , en eyronde, in den Bloemjieel ofloopende, Bladen. B. De vyf'deelige, gekleurde Bloemdop (of liever Bloemkrans), met de agt Meeldraden. b.Een Lovertje. C. Een afgezonderd, elswys Meeldraadje, met een langwerpig, opleggend Helmtje. é.Het driekante Vrucht-beginzel, met de drie draadswyze Stylen, en enkelde Stempels. e. e. Een nieuw Bloem - knopje , dat onder de eerjle.verborgenligt. bloeitijd. In de maanden Maij tnjmij, op vochtigeenbergachiige plaatzen , op essenburo bij har•jderv.yk , aan den Dijk tuqchen muiden en weisp, in 't Sticht van utrecht en den omtrek van grouïngen , tot de hoogte van anderhalf voet. T XCII. POLIJGONUM BISTORTA. CLASSIS Vllha. Conf. lihmsi Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi part. ima pag. 638M. bistorta , caule fimplicisfimo, monoitacnio.toliis ovatis.inpe» tiolum decurrentibus. a. Perianthium quinquepartitum , coloratum (vel potius corolla), cum oclo ftaminibus. b. Braftea. c. Stamen feparatum , fubulatum, cum anthera fubrotunda, incumbenti. d. Germen triquetrum, cum ftijlis tribus filiformibus, & ftigmatibus limplicibus. ' e. e. Gemma nora: floris fub prio» ri latens. temp. flor. Menfe Majo & Junio, in locis humidis, & montanis, altitudine propemodum fes. quipcdali. gebruik:. De Wortel behoort tot de famentrekkendfte middeJen uit 't Planten-Rijk, zij kan inwendig niet dan met de grootste voorzichtigheid , doch uitwendig veiliger in een Mondfpoeling (Cellutio) tot bevestiging der Tanden , of tegen de Scheurbuik (Sccrbutus) in den mond gegeeven worden. PAERSCH-      P L A A Paarschbloemige KLAVER. D E XVÜdt CLASSE. Zie Linnsus Nat. Hist. door Houttuijn Hde Heels 10de St. bl. 292. 100de-beemd-veld qf varkensklaver , met ronde , pluisachtige Hoofdjens, omringd met gepaarde, vliezige, Stoppeltjens. t. De eenbladige , pijlvormige, bij blijvende, vijftandige Bloemdop. h. De vlinderwijze, dikwijls bijblijvende Bloemkrans. c. Dezelve geopend, met de dubbelbroederige, of in twee lichaamen zamengegroeide Meeldraden (een enkeld en een negenfpleetig.) d. De negen zamengegroeide, van elkander gefcheide, Helmdraaden, m't de enkelde Helmtjens. e. Een enkelde. f. Het eirondacktige Vrucht-beginzel, met den elswyzen, opklimmende Styl, en den enkelden Stempel. bloeitijd. Voornamentlijk in Maij , Junij en Julij, overvloedig in de Weilanden, en aan de wallen, en wegen, ter hoogte van bijna een voet. T XCIIÏ. 95 TRIFOLIOM P R A T E N S E. CLASSIS XVUma. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi part. %daz pag. utiflda. trifolium fratense, odoratum, fpicis globofis, fubvillofis , cinctis ftipulis oppofitiis, membranaceis. a. Perianthium monopbijHum, tubuiatum, perfiftens, quinqueden» tatum. b. Corolia papilionacea , famius perfiftens. c. Eadem aperta, cum ftaminibus diadelphis ((impli & novemfido).' d. Filamenta novem connata, feparata, cum antheris limplicibus. e. Simplex. f. Germen fubovatum , cum ftijlo fubulato, adfcendenti, &.ftigmate fimplici. temp. flor. Majo, Jnnloac Julio, copiofè in pratis & viis, altitudine circiter pedali. gebruik. De Ieren gebruiken deeze Klaver onder den naam van Chambroch tot fpijze, en de Laplanders maaken bij gebrek van van Koorn brood van de Bloemen. Bij ons maakt zij de Velden tot vette Weiden, en wordt hierom dikwerf gezaait m de Landen; alleen echter is zij geen bekwaam Voer voor de Beesten , geweldig/ï Opfpanningen veroorzaakende , waar aan zelfs de Paarden fterven kunnen, weshalven zij altoos met Hooij of gekapt Stroo gemengd moet woiden; uit de Bloemen zuigen de Bijen veel Honing. o 2 dal-  9* PLAAT XCIV. D A L- C0NVALLAR1A KRUID. MAJALIS. DE Hde CL AS SE. CLASSIS VIta. Zie UNHius Ato. Hist. Conf. liknm i Sijst. Vat Ed. door hou tt dij n. Hde gmelini Tb*/ 2öï p'aru D«Jr 8/k St. ii. 347. lma_ pagt "a tBLIE VAN den dale ,zegeltjes, lilium convall1um, fcaponudo. maij-bloemen, met een naak- floribus fpicatis, nutancibus ■ ■ten Bloemjieng, en gedoomde, zittende Bloemen. a. Deeenbladige,kloksmjze gladde a.Corolla monopetala, campanuBloemkrans, met een fesfpleettg, lata , glabra, limbo fexfido, Jlomp, en m.dmtgejlrekt- om- obtufo, patenti - reflexo , cum gebogen Boord , en de fes, daar ftaminibus fex ei infertis gehechte, Meeldraden. b. Een afgezonderd, elswijze Meel- b.Stamen feparatum, fubulatum. draadje , aat korter is dan de brevius corolla , cum anthera Bloemkrans,met een langwerpig, oblonga, ereéta, regtopflaand Helmtjen. c. Het klootswijze VrucU-beginzel, c. Germen globofum, cum ftijlo v lirui ' S f"Sfr- ? d™ ft^inibus longiori, & ftigmate de Meeldraden, en den dnekanti- trigono obtufo gen, Jlompen Stempel. Bloeitijd. Met het begin van temp. flor. Primo vere ia de Lente , tn de Bosfchen en op nam ., _ . . . _ fchaduuwaclitige plaatzen in gel- nemorlbus « locis umbrofil, derland op schaffelen bij bar- altitudine ferè iconis. eeveld , en op clarenbeek en boozenöaal bij aarheim, in 't jiAAGfCHE bosch en den maarlemmer hout in holland , Op HAR DENBROEK bij AMERSFOORT in 't Sticht van utrecht , in 't swartzenburh-bosch in friesland , en op de mickelhorstJ luiten groningeni ter hoogte bij.ï na als op de plaat. [ gebruik. De Bloemen, die zeer aangenaam van reuk zl in en waar van een Water en Geest gedestilleerd wordt, en deBesfen werden eertijds dikwerf, doch ihands bijna niet meer in de Geneeskunde voorgefcbreeven. Van de Bladen kan men met kalk een'zeer fchoonen groenen kleur öiaken, die zeer duurzaam is. WE«      PLAAT XCV. ft W E D E R- ASPLENIUM DOOD. TRICHOMANOIDES. D E XXlVJle CLASSE. CLASSIS XXIVta. Zie lihnjeüs Nat. Hist. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. door houttuijn Hde Gmelini Tom. Hdi part. Heels in.de St. bl. 130. zdce pag. 13023a. steenbreek , met gevind Loof, trichomanes, frontibus pinnatis, de Vinnen rondacktig, gekarteld. pinnis fubrotundis, crenatis. a. De Bevruchtigings-deelen (zijnde a. Fructificatio (capfula; parvas in kleine in regte lijnen geplaatfte lineas rectas difpofits) in parte Zaad.doosjes) worden op 't on- inferiori foliorum confpicitur. derjle gedeelte van het Blad gevonden. bloeitijd. Het groiet bij ons temp. flor. Perennat in muvoortduurendaan oude Muuren, ge- r-.Q x. „,„:„„, c-r,,.:. lijk aan de groote Kerk te hardeV nS & rup,um fisfur,!' ma6n"uwijk, aan de Kerk en Pastorij-muur dme circiter iconis, te zoelen in de betuvve , aan het huis te zwanenburg, en aan de Muur van de oude Brug van 't huis sijpenstein bij alkmaar , in andere Landen veel al in de klooven van Rotfen, gelijk ik het zeer dik. wijls gevonden heb bij frankfort sn marburg, ter groote bijna als op de plaat. gebruik. Het afkookzel van het Kruid is bitter en famentrekkende, het Sap zeer zoet en bitteracbtig, waar in het Eijwit ftremt. Het behoort tot de vijf Haairkruiden (Herbet Capillares), en wierd eertijds in eene Heeschheid en Hoest, die uit een verzameling van Slijm ontflaan was, zeer fterk aangepreezen, en ook hierom in de Horst-Sijroop van Haairplanten (Sijrupus capillorumveneris) gedaan. O S PRUIM-  PLAAT XCVI. PRUIM- PRUNUS B O O M. LAURO-CERASUS. D E Xllde CLASSE. CLASSIS Xllma. Zie Liku-eus Nat. Hist. Conf. linn^i Sijst. Nu. Ed. door Houttuijn Hde gmelini Tom. Hdi part. Heels 2de St. bl. 559. \mce pag. ig/sta. lauhier-kers, met getroste Bloe. lauro-CEaAsus.floribusracemofis, men, en altijd groene Bladen, foliis fempervirentibus, dorfo die op den rug twee Klieren heb- biglandulofis. ben. a. De eenbladige, klokswijze, vijf- a. Perianthium monophij'llum , fpleetige, afvallende Bloemdop. campanulatum , quinquefidum, deciduum. b. De wijduitgejlrckte, vijfbladige b.Corolla patens, pentapëtala, z Bloemkrans van onderen. parte fuperiori. c. Dezelve van boven. c. Eadem a parte fuperiori. ó.De Bloemkrans, met de Kelk, en d.Corolla cum calijce, & ftamini. de, in dezelve vastgehechte (van bus (viginti ad triginta) ei in20 tot 30) , Meeldraden. fertis. e. Een afgezonderd, elswijze Meel- e.Stamen feparatum, fubulatum, draadje , met . het tweeballig cum anthera didijma. Helmtjen. f. Een afgezonderd , hol Bloem f. Corolla; petalum concavum, fe. blad. paratum. g. Het bovenzittend , rondachtig g. Germen fuperum,fubrotundum, Vrucht-beginzel, met den draads- cum ftijlo filiformi, & ftigmate wijzenStijt,en den ronden Stempel. oribiculato. b.Een rijpe, rondachtige Steen- h.Drupa matura, fubrotunda. vrucht. i. Een geopende. i. Aperta. k. He rondachtige Noot. k. Nux fubrotunda. 1. He twee Klieren, die onder aan 1. Duae glandulte in parte inferiori ieder Blad gevonden worden. folii. bloeitijd. In Maij ofjunij, temp. flor. Majo vel Junio, bij de zwarte zee, alwaar zij fpjntè crefcens prope mars hivan zelfs voortkomt. grum. gebruik. Het gedestilleerde Water, dat van fominigen inde Geneeskunde is aangepreezen , en in engeland zelfs wegens den aangenaamen Geur en Smaak onder de fpijzen en dranken gemengd wordt, kan om deszelfs vergiftige eigenfchap niet voorzigtig genoeg gebruikt worden. _ PAAR-      PLAAT XCVIL 5p PAARDEN- AESCULÜS KARSTENGEN• BOOM. HIPPOCASTANUM, jjE Vilde. CL AS SE. CLASSIS Film*. Zie LiNNfflus Nat. Hist. Cont. linn;ei Sijst. Nat Ed. door 'Houttuijn IW« gmelini Tom. 17* part. Xf 2ae St. tl. 249. ™* ?fl£' 594**. BPM KARSTENGEN-BOOM, MCt hippocastanum , castanea equi- m^Lmann%e , opengaande, na,? fioribus heptandris, pacen, a De'Tnb'ladige, kleine, buikige, a. Perianthium monophijlium par. ^ ventricofum.quinqueden- b. De platte, vijfbladige, rondach- b. Corolla plana, pentapetala, fu> cïfn ifc££d Bloemblad. c fetatm'orollr, feparatum d D«zeven elswijze, neergebogene d.Stamina feptem fubulata declijlLlrfr«fcii, met d« opklimmende rata, cum antheris asfurgenti- c. Ëï windachtig Vrucht-beginzel, e. Germenfubrotundum,declinens dat -M*. in d« elswijzen Stijl, in ftilum fubulatum, cum ftigmet den elspuntigen Stempel. mate acummato. Bloeitijd. In de maand Junij, temp. flor. Menfe Junio, ««tram in •t Noordelijk .gedeelte fponte crefcit in asia feptentnoSTia ; Doch in 1 jaar iS5o in nali; verumAo 1550 apudnos in europa overgebragt zijnde, wordt EUROPAMtranslata, nunc fere ubiSi/ Wj mu meest overal in de Steden que est vulgaris. en bij groote Landhuizen gevonden. o e b r u 1 k Het Poeder der Karftengen is een goed Niesmiddel (Ptammm), wanneer het als Snuif genomen wordt; De Karftengen worden op fommige plaatzen eerst doorboort,1 daarna eenige dagen inde Kalk gelegd, en vervolgends wederom met water uit«trokken zijnde, om dezelve de grootfte bitterheid tebeneemen, tot mestine van 't Veé gebruikt, offchoon zij geen bekwaam voedzel voor de Menfchen opleeveren. De Bijen aazen gaam op de Bloemen gelijk men hun dikwerf bijna geheel rood van het Stuifmeel (Pollen Antherarum) van dezelve ziet te rugkeeren. DUNNB  roo P L A A T XCVIII. DUNNE OSTERLUCIE. Ti E XXjU CLASSE. Zie linn^us Nat. Hist. door houttuijn Hit Deels 6de St. bl. 213. dunne hol-wortel, serbatijns- kbuid. met hartvormige Bladen, regtopjiaande Stengen, en getroste Oxel-Bloemen. 3uDe eenbladige, pijbvormige, onregelmatige Bloemkrans, van onderen buikachtig , met een langwerpige Pijp, tn een verwijderd Boord van boven. b. Dezelve van onderen. c. Dezelve geopend. d. Het ondsrzhtend , langwerpig Vrucht-beginzel, met den klootrondacbtigen , Jesdeeligen Stempel , waar op de Helmtjens vastgegroeit zijn , wijl de Helmdra. den en de Stijlen ontbreeken. e. Een tweehokkig, afgezonderd Helmtjen. i. De Stempel, met de Helmtjens van hoven. bloeitijd. In de maand Junij, in de Zuidelyke en middel/Ie deelen van europa , bij ons overvloedig niet verre van zutphen , in de Duinen bij wijk op zee, by de beverwijk aan de weg naar de herberg Romen, op de kruidberg by bredesode, en om utrecht, Ur hcogte van byna twee voeten. ARISTOLOCHIA CLEMATITIS. CLASSIS XXma. Conf. l 1n n je 1 Sijst. Nat. Ed. gmelini Tom. Hdi part. imae pag. $gima. aristolochia vulgaris , Vel te- nuis , foliis cordatis , caule erefto, floribus axillaribus,confertis. a. Corolla monopetala , tubulofa, irregularis, bafi ventricofa, tübo oblongo, limbodilatato, aparte fuperiori. b. Eadem a parte inferiori. c. aperta. d. Germen inferum , oblongura , cum ftigmate fubglobofo, fexpartito, cui anthera; funt ad.natae, dum adfunt fiiamenta & ft ij li. e. Anthara quadrilocularis, feparata. f. Stigma , cum antheris a parte fuperiori. timp. flor. Menfe Junio,in regionibus europje calidioribus, altitudine circiter bepedali. gebruik. Deeze dunne Hol - Wortel wordt in de Geneeskunde het meest gebruikt, en maar zeldzaam de Large en Ronde (Arifiofochia longa fc? rotundd). Zij verdunnen alle inwendig de Slijmige Vogten, drijven dezelve uit, en prikkelen de Zenuwen, waarom zij als Hoofd- en Borstmiddelen worden aangemerkt. De Dunne is echter verre boven de anderen te verkiezen, wijl zij veel beeter en zagter laxeert, en de Jichtpijnen vermindert; doch Boerhaave heeft waargenomen, dat zij welde pijnen der Podagristen verzagt, maar derzelver leven door verzwakking der Licbaamskragten tevens aanmerkelijk verkort. De poeder der Bladeren of de, in olie gekookte, Wortel wordt op verouderde gezwellen der Paaiden geftrooit of gefmeerd, voor cufeilbaar gehouden.      P ti A A T ü I NZ U ü R I N G. D E Vide. CLASSE. Zie LiNNffiUS Nat. Hist. door houttuijn Hde Heels %Jle St. bladz. 4.02. spaansche zuurino , met tweeJlachtige Bloemen,piekswijz' hartvormige Bladen , en een ronden Steng. a. De driebladige Bloemdop, met de bijblijvende, Jlompe Blaadjens. b. He driebladige , bijblijvende Bloemkrans, met de drie Stempels. c. De zes zeer korte , hairswijze Meeldraden. d. Een afgezonderd Helmdraadjen , met het regtopjlaani, tweeballig Helmtjen. e. Het Viuchtbeginzel, met de drie hairswijze, omgebogen Stijlen , en de grootte, Jlippige Stempels. bloeitijd. In de Maand Juny op Muuren, warme plaatzen en in de meeste tuinen, overvloedig b. v. aan de Muur van 't huis te bronkhorst in 't Graaffchap zutphen, emtrend anderhalf voet hoog. T XCIX.' ior RUMEX SCUTATUS. CLASSIS Vlta. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed.' gmelini Tom. Hdi port. ima pag. 585*0. agetosa rotundifqlia, floribus hermaphroditis, foliis cordatohaftatis, caule tereti. a. Perianthium triphijllum, foliolls obtufis, perfiftentibus. b. Corolla tripetala,perfiftens, curntribus piftillis. c. Stamina fex, capülaria, brevis-' fima. d. Filamentum feparatum , cum anthera didijma, erecta. e. Germen, cum tribus ftijlis ca»1 pillaribus, reflexis, & ftigmatibus magnis, laciniatis. temp. flor. Menfe Junio, in muris, locis calidioribus & plurimis in hortis, altitudine circiter fesquipedali. gebruik. Algemeen genoeg is deeze Plant bekend voor de Huishouding, waarin zij niet alleen allerlei foort van fpijzen fmaakelijker, maar tevens gezonder maakt door haare verkoelende hoedanigheid. Het uitgeperfte Sap of Afkookzel der Bladen is insgelijks een' voortreffelijk Geneesmiddel hoofdzaaklijk in Gajachtige Koortfen. Het Zaad heeft eene famentrekkende en Hoppende eigenfchap, inzonderheid de Wortel, die aan 't Afkookzel een' roode Kleur mededeelt. P ROODS  iö2 PLAAT C. r o o d e o n evaars-bek. D E Xftie CLASSE. Zie LiHNüiUS Nat. Hist. door houttuijn Hde Deels iade St. tl. 26. röbberts - kruid , met drievoudige gevinde , ingefnede Bladen , en hairige , tienflreepige Kelken. Z.De vijfbladige Bloemdop , met de eironde , fpitje , bijblijvende Blaadjens. b. De groote, uitgejlrekte, vijfLladige Bloemkrans, van boven. c. Dezelve van onderen. d. Een af gezonderd,hartac]itigBloem • blad. e. De tien Samengegroeide Meel draden. f. Een afgezonderd, eltwijz' Helmdtaadjen , met het langwerpig , beweegbaar Heimij en. g. Het vjfhoekig , gebekt Vruchtbeginzel, met den brjblijvenden, elswijzen Stijl, en de vijf omge- \ boge Stempels. h. De vijfknoppige, dwars doorge friede Vrucht. bloeitijd. In Juny en July aan cuie Mnuren en Boomen, in\ Bosjchen, Wildernisfen en op Jleen-1 achtige gronden , in 't haagsche j bosch , in den haarlemmer en alkmaabder hout en niet ver van utrecht, omtrend anderhalf voet\ luog. geranium robertianum. CLASSIS XVIta. Conf. LiNfl2Ei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Hdi part. 2da. pag. ioi8va. geranium robertianum , foliis ternatis, pinnatis.incifis, calicibus pilofis, decemftriatis. a. Perianthium pentaphijllum , foliolis ovatis, acutis, perfiftentibus. b. Corolla magna, patens, pentapetala, a parte fuperiori. c. Eadem a perte inferiori. d. Petalum corollae feparatum, obcordatum. e. Stamina decem concreta. f. Filamentum feparatum , fubulatum , cum anthera oblonga , verfabili. g. Germen quinquangulare, roftratum , cum ftijlo perfiftenti, fubulato, & ftigmatibus quinque reflexis. h. Fructus pentacoccus, tresverfim disfeclus. temp. flor. Menfe Junio & Julio, in locis humidis, nemoro. fis & lapidofis, altitudine prope fesquipedali. gebruik. Onder alle de Soorten, die van dit Geflacht voorheen onder de Geneesmiddelen geteld wierden, is deeze alleen nog maar m gebruik gebleeven. Het Kruid is een goed middel voor uit- en inwendige Kwetzuuren, voornamentlijk indien het als een Pap of Stooving opgelegd wordt,kunnende alsdan ook 't Water afdrijven Gezwellen doen verflaan, en tegens de Roos (Erijfipehs) met veel voordeel gebruikt worden. Het Afkookzel in watdr (Decoccum aquofum) of Aftrekzei in Wijngeest (Infufio fpiriiuofa) geneest de Barsten en Klooven in Lippen en Tepels, en dient tot Bloedftemping, en naar fommigen ook tegens «le Scheurbuik (Scorbutus) en de Kanker {Carcinoma S. Canser). SIJSTE-    SIJSTEMATISCHE INDEX LIJST DER SIJSTEMATICUS P L A N T E NPLANTARUiM van het Ifte DEEL. PARTIS PRIM.E. D E hde CLASSE. CLASSIS llda. Bladz. 'pao Gemeen Tzer-Ktuid. 39 Verbena officinalis. 33 E E IVèe CLASSE, CLASSIS IVia. Welrhkend Ruuwkruid. 84 Afperula odorata. s2 Gemeen Leeuwenvoet. 87 Alchemilla vulgaris. 8ï Smalbladige Weegbree. 90 Plantago lanceolata. 88 D E Vde. CLASSE, CLASSIS Via. Gewoon Longehuid. 2 Pulmonaria officinalis z Sleutel.Bloem 8 Primula veris vel officinalis. 7 JJrtehladtge Rmgbloem. 14 Menijantbes trifoliata A Wederik Penningkruid. 21 Lyfimacbia nummularia. 20 Dreigend Dood-Kruid. 22 Atropa bella-donna. 2I Alpijcke Meesterwortel. 25 Imperatoria oftruthium. o± Z.wan Wollekruid. 26 Verbafcum nigrum. 2l ?J!,T *-k' ,34 Nicotiana ruftica. «\ vr J\r ir, j 41 Sambucus ebulus. 40 Klimmende Nachtfchade. 44 Solanum dulcamara. i, rTllr ~77~t 45 n,'srum- tl f, ; , ^«hng. 49 Conium maculatum. A Dolk-Venkel. 65 Anetbum foeniculum. 63 Kleine Maagde-Palm. 69 Vinca minor. £ Europsch Varkens-Biood. 74 Cijclamen Europ " Veld Zuunng ?2 *3 Gemeene Berbewfe. 88 Berberis vulgaris. 86 P 2 D