ARTSENY-GE WASSEN. VIERDE DEEL.  TE AMXTJïltnA AI Bij .T. CSE PP ks- ZOOI mx> c c c.   VOORBERICHT. Dit Plantwerk heeft thans door den dood van wijlen den Heer Dr. Houttuijn het bijzonder noodlot, in de handen van den derden Schrijver te vallen. De Heeren Sepp en Zoon, indachtig aan hunne bij de Jnteekening gedaane belofte, dit Werk volleedig te zullen leeveren , hebben mij aangezocht de verdere lefchrijving over te neemtn, en was het mogelijk, in dezelve fmaak te vóltooijtn. Schoon het waar is , dat ik tot mijne uitbanning, mij gedeeltelijk met de Kruidkunde bezig houde, zo heb ik 'er echter nimmer aan gedacht, om als Schrijver in dit vak der Weeten' fchappen te verfchijnen, en ik waag het alleen op de aanmoediging mijner , daar in zeer gevorderde Vrienden, na eenige vooraf ter hunner beoordeeling gegevene Proeven, 't Is waar, —- ik kan zulks niet ontkennen — dat het eene gewaagde onderneeming is, in de voetjlappen, van een man gelijk wijlen de Heer Hoüttuijn was, over wiens verdiensten de geheele Geleerde Republiek reeds voorlang bejlist heeft, te willen treeden, en mijnen draad daar te willen aanknoopen, alwaar de vnverbid» delijke Parcen den zijnen hebben doorgeknipt ! — Van deeze waarheid ben ik ook zo zeer overtuigd, dat ik nimmer deeze be» werking zoude hebben aanvaard, ware het niet dat ik dezelve leiddraad die mijn Voorganger gevolgt heeft, tot grond/lag konde aanneemen. Ligt had ik mij achter het masker des beroemden Mans kunnen verbergen , indien ik van mij had kunnen verkrijgen, mijne {onverhoopte) misflagen den Overledenen nog in het graf aan te wrijven, dan ik achtte het, met het Cbaratler van een eerlijk Man meer overeenkomjlig te zyn , regt voor de vuist uit te komen, en mijne feilen zelve te drnagen ofte ver beet eren. Vit Werk zo als het zelve thans is, mag geënt veranderingen A mdtT'  II VOORBERICHT. ondergaan, en/choon 'er zomtijds welen zouden kunnen gemaakt worden , zoo wilde ik zulks liefst niet doen , te meer om dat de ie vredenheid van het Algemeen alreeds daar over had bejlist. Al •wat mij dus tedoenjlaat is; mijnm Voorganger te trachten gelijk te blijven: of ik hierin Jlaage, ditflaat ter beoordeeling van het Algemeen en den gerechten konstrichter, van wien ik hoope dat hij mijne misflagen niet zal laten doorglippen, maar dezelve met gerechtigheid zo wel ten voordeele der wetenfehap als mijne eigene onderrichting aanmerken. Waarheid blijft altoos waarheid, gegronde en op reeden flemende tegenfpraak, is het licht derzelve. De Heer Houttüijn klaagde al, dat de Clasfificatie en de Chara&eres van den Heer Gmelin dikwijls met zijne Nederduitfche naar Linn^eus gemaakte verjchilde, en dat niet ten onrechte. In dat opzicht telkens veranderingen in 't een of 't ander te maaken vind ik niet voegelijk, te meer, om dat het hier meer op den Neder duitjehen Text naar Houtuijn, dan wel om èe Lalijnfche van Gmelin aankomt. Wel heb ik de Ciasfificatie van Gmelin gehouden, maar daar de Text verfchillende was, die van Houttüijn. Bij aldien het aanhaalen der meeningen van de nieuwere Getieeskunde , opzichtelijk de werkingskrachten der voornaamfU thans meer in gebruik zijnde Artfenij- Gewas/en , zo veel zulks de ruimte toelaat, den Leezer aangenaam ware , zo zal ik ook dien aangaande niets nalaten, waardoor ik deszelfs genegenheid »oude kunnen winnen. Amfterdam J. C. KRAUSS, DoEtor. Medic. den i Aug. 1793.  VERVOLG VAN DE N A AML IJ S T DER Intekenaaren. OP HET ARTZENIJKUNDIG PLANTEN WERK, welke voor de Drie Eerfte Deelen niet heeft kunnen geplaatst worden. a. l: Appel, (P. ].) te Amfterdam. Lans, (Lucas) te Amfterdam. D. Lups, {C.) te Amfterdam. Demory, (Ie Cn.) Chirurgien en Chef titulaire de 1'Hopïtal Mi. P. litaire a Gand. K. Pothoven , (Hendrik van) in 's Hage. Koetsveld, (ƒ. van) te Delft.   LIJST DER | ELENCHUS GEWASSEN, PLANTARUM, WELKE IN DIT VIERDE QVJE IN OUARTO HOC DEEL GEBONDEN VQLUM1NE CONTI- WORDEN. NENTUR. Cufcala Europtea. . . Tab. 301 Vitis Vinifera. . . Tab. 351. Epithymum. Tordijlium Officinale. Mirabilis Jalappa. Achillea Nobilis. • Longifiora. Starmica. Lonicera Perijclijmenum. Atrata. • ) Diervilta. As>eralum. Santelina Chamitcijparisfuê. Rubus Fruticojus. Tanacetum Vulgare. — /dans. • Baljamita. Tilia Europaa. Cucumis Sativus. Amijgdalus Perfica. _ • - Anguiia. - . Communis. • ' Melo. Aloë perfoliata FulgariS. • Colocijnthitk — Succotrina. Tropaolum Majus. Laüuc'a Virofa. Monarda Didijma. ■ Sativa. Fistulofa. Datura Stramonium. Hedera Helix. — Metel. Nicotiana Tabacum. Areca Catechu. Cucurbita Citrullus. Epidendrum Vanilla. —— Lagenaria: Aconitum LijcoBonutn, —— Lagenaria, ——— Camarum. Curcuma Rotunda. - Antkora. r- ; Longa. pioia Tricolor. lineum Palmatum. Tamarindus Indica. ■—— Rhabarbarum. . ■„ 325. Cinchona Ofjicinalis. i 5 375. Sifon Ammi. Cupresfus Semper virens. Amomum. Dracocephalum Moldavicai SalfolaKali. _ Canarienfe'. TT" i": „ Veratrum album. Sehnum Palujlre. Scorzonera Humilis. Digitalis Purpurea. ffifpanica. Melampijrum Nemorofunr, Gosfijpium Herbaceunr. Salicorma Herbacea. Capficum annuum. AfclepiasVmcetoxaum. Potentilla Reptans. Sallota Nigra. Pofulus Baifamifeta. Orchis Mono. ' m ' Wfa\ Stijrax Officinale. —— Miluaris. Riies wlrum. Xanthtum Strumarium. ' p;jras cijdonia. Punica Granatum. ■ Malus Mjpocharis Maculala. Melaleuca Le'ucaieninn; Inula, Dijfentenca. Theobrama Cacao. ' Pulicaria. Saxifraga Granulata. ■ Germanica. Erijftmum Barbarea. ' , " Helenium. Melittis Melisfophljllum: Lobelia Siphilitica. Dolichos Soja. Jntirrhinum Orontium. • Pruriens. Majus. Carijophijllus Aromaticut. Linaria. Anemone Pratenfis. '■" Elatiue: s ; 350. . Nemorofa. . . ao%, A  ï plaat CCCi. GROOT CUSCUTA WARKRUID. EUROPAA. Dt IVde C L A S S E. CLASSIS IVta. Zis Linw^us Nat. Hist. Conf. linxjei Sijst. Nat. Ed. door Houttüijn, Ilde gmelini, Tom. 1 Ui Pan* Deel fllte St., W.37Ö. Ilda pag. 285. warkruid met zittende of onge- cuscuta floribus fellïlibus. fteelde Bloempjes. n.Oe eenbladige half vierfpleetige a. Perianthiurh monophijllum fe« Kelk. . miquadrifridum. b. Ds eenbladige eironde Bloem,met b. Corolla monopetaia ovata ore de vierfpleetige opening; quadrifido. c. Dezelvde opengefneeden met vier c. Eadem aperta cum Staminibus Meeldraadjes en vier fclmbbige quatuor & quatuor fquamulis Honingbakjes. neftariferis. d. Een afgezonderd Meeldraadje met d. Stamen feparatum cum fquamuten fcliubswijs Honingbakje. la ne&arifera. e. Het Vrugtbeeinzel met twee Stij- e. Germen cum Stijiis duobus & len en naauytlijks merkb aar e Stem- Stigmatibus vix notabilibus. pels. f. He:zelvde geopend., is tweehokkig /.Idem apertum, biloculare, cum met vier Zaadjes. feminibus quatuor. g. Hetzeivde van boven te zien. g. Idem a fuperiore parte. bloeitijd. Groeit als Roof plant temp. flos. Planta parafitica, in't Kreupetbosch ftruiken enz.flin- quae abunde crefcit in fepibus, gert zig om d'eezen, en voed zig in alias plantas caule volubili ob'{ vervolg zijner groeijing van hun- ducit, & nutrimentum ex eis in ne zappen: dikwijls is het zeer ver]proprium incrementumhauritlonvoortkruipende. In de Provintie| gisfimeque • fe faepe extendit. In Gelderland wind het zig Zomtijds\Gelria; provincia interdum linum, om hét Vlasch; in die van Utrecht\Ultrojetiina fepes , Frifice ericas om de Haagen en in Friesland owjobducens invenitur. Floret julio de Heide. Het bloeit in de'Maand' & Augufto. Julij en Augustus. 1 Gebruik; Wrange, Schurfte, Fikhuid is de, aan 't algemeen bekende, Nederduitfche naam van deezePlanr. Het heeft een bitteren fcherpaebtigen fmaak 2onder reuk. Het word als een prikkelend, verdeelend en optosfend middel gepreezen én is uit dien hoofde van de ouden als een purgeermiddel, voorgefchreeven. — Ook zal het bij tusfehenpoozende Koortfen en verftopping der Ings' wanden va"n dienst zijn. KLEIN      PLAAT CCCII. 3. KLEIN . CUSCÜTA WARKRUID. E P I T H 1] M ü M. De IVde C L A S S E. CLASSIS lVta. Zie linnjeus Nat. Hist. Conf. li n Nasi Sijst. Nat. Ed. door houttüijn, llde gmelini, Tom. Ildi Part. Deel Vilde St., bl. 382. Udce pag. 285. warkruid met vastzittende of on- cuscuta floribus fesfilibus quingefteelde vijfdeelige Bloemen, die quefidis braéteis obvallatis. •met blikjes omring l zijn. a. De eenbladige lialf vierdeelige a. Perianthium monophijllum feKelk. miquadrifidum. b. Dezelvde vergroot met een dek b. Idem magnitudine aufla cum blaadje. braftea. c. De vijffpleetige (zomtijds vier- c. Corolla quinqueflda (interdum Jpleetige) Bloemkrans, met vijf quadrifiJa) cum Staminibus Meeldraadjes Qook wel vier) en quinque (vei etiam quatuor) de Stempel. Su'gmate. d. Het Zaadhokje met het Zaad, d. Capfula cum femjnibus, omnes zijnde alle Deelen vergroot. partes magnitudine au£he. bloeitijd. Deeze Plant groeit temp, flor. Crefcit bscplanta in Oostelijke climaaten om de wilde prsecipue in Oriente in Tbïjmc» Thijm gejlingerd, ook op verfchei- in aliis locis Ger.mania3 (in Gelrite, den plaatjen van Dnitschland (in Ultrajettince & Frifim regionibus Gelderland, Utrecht en Friesland circum ericas fevolvens,(vid St. op en om de Heide gewonden, (zie St. v. Guuss/pec.) ericam, galium v. Geuns fpec.) de Heide, hetWal- alias plantas obducens. Floref Jiroo en andere planten omwindende. Julio & Augufto, Zija bloeitijd is Julius en Augustus. gebruik. De fmaak is fterker en heeter als van het voorgaande, en daar het zig om de wilde Thijm flingert, en zig van zijne; zappen voed, zo is ligt naa te gaan, dat het deszelfs reuk zeer fterk aantrekt. Dit was ook de reede, waarom men in voorgaande tijden de voorkeur boven het voornoemde hier aan gaf, in meecing, dat het zelfs de beste zippen van de Thijm had opgeflurpt en zelfs werkzaamer dan deeze zij. Zijne Mèdicinaale krachten zijn voor 't overige van dezelfde waardij als van het voornoemde, 't Geen men in de Apotheeken gebruikte wierd uit Cnta aangebragt, én, daarom Epithijmum Creticum genoemd. A 2 GROOT-  4 PLAAT CCCUI. GROOTBLOEMIGE MIRAB1LIS WONDERBLOEM. J AL AP PA. De Vde CL AS SE. CLASSIS Vta. Z!LLINN'EUS Nat' rHist' Conf' LIN»Sijst. Nat. Ed. door houttüijn , Ilde , gmelini Tom Ildi Part Deel Vilde St., bl. tfi8. Fm 'pag hl wonderbloem met regtopjlaande mirabilis floribus congeftis terend-getropte Bloemen. minalibus ereais. a. De eenbladige vijfdeelige frik. a. Perianthium monophijllum quin- u n „.. , partitum. r/„ f™/s ..^htervormge &.CorolIa infundibuliformis, lirn2Mj de mensch word zij van twee tot tien greinen ie- ?l » V"f a "2 ë°ed worm en Pur8eer middel «angepreezen. k n■ "J, v ' 626 ^^'eJo'aPPe of de Convelvulus zij, is nog niet beflrscht. Nieuwere Phntkenners houden 'er de Mirabüis Dichotm* r" LANG-      plaat ccciv. $ langbloemige mirabilis Wonderbloem, longiflora. Dt Vde C L A S S E. CLASSIS Via. Zie lihnnjeus Nat. Hist. Conf. linnjei Sijst. Nat. Eè. door houttüijn, lldt gmelini, Tom. Ildi Part. Deel Vilde St., bl. 619. Imce pag. 377. TftoïiVEZZLoaMmet vergaarde, zeer mirabilis floribus congeftis IonItmge eenigermaate knikkende en. gisfïmis, fubnutantibus, ter. delingfche Bloemen en ruigacbtige minalibus, foliis fubvilloils. Bladen. a. De eenbladige in vijven gedeelde a. Perianthium monophijllum quin. Kelk. quepartitum b. De eenbladige trechtersgewijze b. Corolla monopetala infundibu. Bloemkrans mei de vijffpleetige liformis limbo quinquefido. Rand. c. Dezelve geopend met vijf Meel. c.Eadem aperta cum quinqueStadraadjes. minibus. è.Het rondachtig Vrugtbeginjel, de i.Germen fubrotundum, Stijlus draadswijze Stijl en de klootach filiformis & Stigma globofura tig* gehippelde Stempel. punétatum. bloeitijd. De vermaarde Gle- temp. flos. Cel. Gleditsch BITsch Meld deeze foort voor de hanc fpeciem pro vera Jalappa tewaare Jalappe. Zij groeit in nuit. Crefcit in Mexico, facile Mexico, en word zeer ligt in onze quoque in hortis noftris colitur Tuinen van vier tot vijf voeten altitudine 435 pedum. Floret hoogte gekweekt, Uoeijende in Au- Augufto & Septembri. gustus en September. gebruik. Ook aan de Wortel van deeze foort Wonderbloem, Worden van den een purgeerende krachten toegefchreeven, van den anderen ontkend. (Linnjeus hield ze eenjge tijd voor de waare Jalappe ) Anderen fchiijven haar een regtftreeks tegenftrijdige, naamelijk famentrekkende, maagverfterkende en winddrijvendê kracht toe. Daar het middel niet in gebruik is, zo zijn 'er ook zo veel ik weete, ten minften zede» 150 Jaaren geen proefneemingen van bekend. ——— En waartoe ook deeze? 'er ontbreeken ons althans geene Purgeermiddelen.' - Zoude men ook van de werkingswijze van het geflagt op die der foort mogen beflisfen ? As GE-  6 PLAAT CCCV. GEMEENE LONICERA KAMPER F O EL IJ. PERICLIJMEN UM. De Vde CL A S SE. C L A SJS l S Vta. Zie lihkjeüs Nat. Sist. Conf, LiitNffli Sijst. Nat. Ed. door houttüijn, lldt gmelini, Tom. Ildi Part. DtellVdeSt., hl. 213. lme pag, ^68. Kamperfoelij met Eijronde end- Lonicera capitulis ovatis imbrf^ . knopjes, die als gefchübd zijn, de catis terminalibus, foliis om. Bladen t'eenemaal onderfcheiden. nibus diflinétis. (*) a. De kleine in vijven gedeelde a. Perianthium parvum quinque . Kelk. partitum, b. De geopende eenbladige vijfdee- b. Corolla monopetala, tubulofa, lige gepijpte Bloemkrans met vijf quinque partita , aperta cum Meeldraadjes. Stainmibus quinque. c. Een afgezonderd Meeldraadje. c. S:amen feparatum. d. Het rondachtig Vrugtbeginfel d. Germen fubrotundum, Stijlus met den Stijl en Jlompe Stempel. &. Stigma obtufum. e. De gtnavtlde Bezie. e. Bacca umbilicata. f. Dezelvde geopend is tvneehskkig. f. Eadem aperta bilccularis, g. Het Zaad. \ g. Serncn. bloeitijd. Het groeit in'tKreu- temp. flor. Crefcït in fepibus pelbosch en in de Bosfclten om de & lijlvis, ubi fruticibus adhsret» Struiken gejlingerd. In Nederland In Belgia ad vias prope Zutpheix, aan de Weegen bij Zutphen.Har- Harderovicam, in luco Harlemenfi derwijk, in het Haarlemmer Hout {3V, ubique in locis umbrofis enz., en overal op fchaduwagtigt floret Junio & Julio, Plaatftn, bloeit in Junij enjulij. gebruik. Weeuwtjes, Wilde Camperfoelij word dit Gewas door de Boeren genoemd. De Bloemen, Bladen en Stengen zijn voortijds in gebruik geweest. Het word als Winddrijvend aangepreezen: ook zal het bij Zinkingen, Aemborstigheid, de Hoest, enz. van nut zijn. Uiterlijk word het als een Wondmiddel voojal bij oude Klierachtige uitflag en Huidziektens gebruikt. (*) Gmelin heeft hier andere on&erfcheidingsteekens, maar om dat deeze aan de Nederduitfche van Houttüijn niet gelijk komen, heb ik lievst deeze -willen laten jlaan. Terwijl het meer om de Nederduitfche dan de Latijnfche Tnxt tt doen is: ze is 't mijne meening dit in 't vervolg sok zo te houden. AKA.  t   1   PLAAT CCCVÏ* 7 AKADISCHE LONICERA KAMPERFOELIJ. DIERVILLA. De Me C L A S S E. CLASSIS Vta Zie LiNtïffius Nat. Hist. Conf. linnjïi Sijst. Nat. Ed. door houttüijn, Ude gmelini, Tom. Ildi Part. Deel Wde St.,bl. 223. Imce pag. 369. Kamperfoelij met zij'delingfche Lonicera racemis terminalibus Trosfen en getande Bladen. foliis ferratis. a. De vijfdeelige Kelk boven het a. Perianthium quinque partitum Vrugtbeginfel. fupra germen. b. De eenbladige gepijpte Bloem met b. Corolla monopetala, tubuiofa,' de vijfdeelige Rand. limbo quinque partito. c. Dezelve opengefneeden met vijf c. Eadem aperta cum quinque StaMeeldraadjes. minibus. è. Een afzonderlijk Meeldraadje. 4. Stamen ieparatum. C. Het Vrugtbeginfel, de Stijl en e. Germen Stijlus & Stigma obtuJiomp gekopte Stempel. . fo capitatum. bloeitijd. Het groeit vrij al temp. flor. Spsnte crefcit in gemeen in Canada en word zeer Canada, facile colitur in hortis iigt in onze Hoven tot de hoogte noftris altitudine bipedali Junio* van twee voeten gekweekt; bloei- que floret. jende in Junij. gebruik. De Stengen of Stipites, die een walgelijke fmaak hebben, worden als een aanzettend Middel en als Urindrijvend, in de Gonorrhcea geroemd. In Europa zijn 'er geene bijzondere uitwerkingen van bekend, vermits zij tot dus verre alleen ia America in gebruik is.  S PLAAT CCCVlï. CIJPRESACHTIG SANTOLINA CIJPRESKRUID. CHAMiE-CIJPARISSUS, De XIXde C L A S S E. CLASSIS XVllha. Zie LiNNffius Nat. Hist. Conf. likn/ei Sijst. Nat. Ed.' door Houttüijn, Hde gmelini, Tom. Ildi part. Deel XdeSt.,bl. 565. lldce. pag, nog. cijpreskruid met eenbloemige santolina pedunculis unifloriss' Steeltjes en viervoudig-getande foliis quadrifariam dentatis. Bladen. a. De gemeenfchappelijke halfronde a. Calijx communis hemifphasrw Kelk. cus. b. De famengejlelde Bloem. 6. Corolla compofita. c. Een tweejlachtig Bloempje. c. Corollula hermapbrodita. d. Hetzelve geopend. d. Eadem aperta. 1 e. Geflachts Deelen, naamelijk «.Partes fexus ejufdem, fciliceê f. Vijf famengehegte Meeldraadjes, f. Stamina quinque coalita. g. Het vierzijdig langwerpig Vrugt. g. Germen tetragonum oblongum beginfel met de Stijl en twee cum Stijlo & duobus StigmatiStempels, bus. h. Een dwarsdoorgefneeden Blad. h. Folium transverllm diflect-um. bloeitijd. Het word in onze temp. flor. Colitur apud nos Tuinen geplant, maar groeit anders in hortis, fponte vero crefcit in f* warme Climaaten van zelve , regionibus calidioribus altitudin? bijna twee voet hoog en bloeit in fere bipedali. Augufto floret. Augustus. gebruik. 'T word ook Wijfjes Averoone genoemd. De Reuk van deeze Plant is doordringend en aangenaam. De fmaak bit. ter en kruidachtig. De geneeskrachten maagfterkend , krampftillend, prikkelenden vooral wormdrijvend. Hifpocrates heeft het in'de Pleuris geroemd, en Galenus (lelde 'er als Worm-middel prijs op, MaThiolus gebruikte het in de witte Vloed. Van anderen word het bij Verftopping der Lever, der Nieren en Piswee gen, deGeelziekte enz. geroemd. —— Als Worm-middel is het bij allen in achting, en zelfs zo, dat men het in plaats van fem. tinna — Zedoar: enz., gebruiken kan. Ter begunstiging der Mode, om voor andere middelen plaats te maaken, is het zeker buiten gebruik geraakt, maar geenzints uit hoofde van zijne mindere waardij'. GE.      PLAAT CCCVIir. $ GEMEEN ^ TANACETUM REINE V A R E N. l V U L G A R E, D £ XIXde C L A S S E. CLASSIS XVIlIva. Zie lihsjeüs Nat. Hist. Conf. linnjei Sijst. Nit. Ed. door houttüijn, lldt gmelini, Tom. Ildi Part. Deel XdeSt., bl. 571. Udce pag. 1208. reine varen met dubbeldgevinde, tanacetum foliis bipinnatis in. ingefneedene ,zaagtandige Bladen, cislls ferratis. a. De gemeenfchappelijke Kelk. a. Calijx communis. b. Een Schubje van dien. b. Ejus fquamula. c. De famengejlelde Bloemkrans. c Corolla compofita. d. Een tweèfluhtig afzonderlijk d, Corollula hermapbrodita fepa» Bloemetje. rata. e. Een diergelijk geopent. e. Eidem aperta. f. Deelen van dien, namelijk f. Partei ejus, fcilicet. g. Vijf fammgehechte Meeldraadjes, g. Statnina quinque coalita. h. Het Vrugtbeginfel, de Stijl en de h. Germen,Stijlus & Stigmata duo omgekrulde dubbelde Stempel. revoluta. bloeitijd. Deeze Plant groeit temp. flor. Crefcit ubique, overal , in Nederland , langs de in Belpia ad agros, folfas & partitn Velden, Slooten en in de Tuinen, in hortis,akitudine quatuor quinvan vier tot vijf voeten, in de Maand queve peduin, Augufto florens. Augustus bloeijende. gebruik. Rijnvaar, Boere Wormkruid, is de triviaale Naam van deeze Plant. De Bloemen zo wel als de geheele Plant hebben eene fterke doordringende maar niet zeer aangename reuk en walgelijke bittere fmaak. Dat 'er zeer veel prikkelende ftof, die op de zenuwen en vaste Deelen werkt, en tot eene tegenwerking aanfpoort, in deeze Plant zij, toont haar ruikende hoedanigheid^ Niet ren onrechten word zij ook van de Artfen als prikkelend, bederfweerend en verfterkend, en bij voorkeur als Worm-middel aangepreezen. Dat zij bij tusfchenpoozende Koortfen, Zenuwziekten "der Vrouwen, bij de Waterzucht, Bleekziekte enz., voordeel aanbrenge, is bekend. Nieuwere prijzen het bij het Podagra, en met witte Wijn afgetrokken, vooral bij het Podagra in de Ingewanden. Bloemen en Zaad tot Poeijer, en met Stroop tot Con» ferf gemaakt,zijn onder het Landvolk het allergemeenite Huismiddel tegens de Wormen. B Wït-  ïo PLAAT CCCIX. WELRIEKEND TANACETOM REINE VAREN. BALSAMITA. te XIXde C L A S S E. CLASSIS XVJ/lya. Zie LiNN«us Nat. Hist. Conf. linh^i Sijst. Nat. Ed door n o d t t u ij w , JIde gmelini, Tom. Ildi Part. Deel Xde St., bl. 572. lldce. pag. izcg. reine varen mei Eijronde, en ver- tanacetum foliis ovatii integris deelde zaagtandige Bladen, ferraiis. a. De gemeenfchappelijke Kelk. a. Calijx communis. b. De famengeffelde Bloemkrans. b. Corolla compofita. c. Een Kelkfchubje. c. Squama Calijcis. d. Een tweef.agi.ig Bloempje. d. Coroilula hermaphrodft3. e. Deszelfs Gejlachtsdeelen. e. Ejus partes fexuales. f. Vijf fmnengehegte Meeldnadjes. f. Stamina coalita quinque g. Het Vrugtbeginfel, de Süjl en g. Germen Stijlus is l*t voornaamfte onder de fem. quat. B 3 KOLO-  14 PLAAT CCCXIII. KOLOQOINT CUCÜMIS K O M K O M MER. COLOCIJNTHIS. De XXIjle C L A S S E. CLASSIS Ultia. Zie linkjeds Nat. Hist. Conf. linn/ei Sijsu Nat. Ed. door houttüijn, Ilde gmelinni, Tom Ildi Part. Deel IXde St., 6/ 317. Imce pag. 100. komkommer met veeldeelige Bla- cucumis foliis multifidis pomis den en Klootronde gladde Appelen. globofis glabris. a. De Mannelijke Bloem. a. Mafculus Flos. b. De eenbladige in vijven gedeelde b. Perianthium monophijllum Kelk. quinque partitum. c. Drie Meeldraadjes. e, Stamina tria. d. De Vrouwelijke Bloem Van deeze d. Fcemineus Flos ejusdem Plant». Plant. e. Het Vrugtbeginzel met drie ge. e. Germen cum filamentis tribus JpitjleHelmdraadjes zonder Helm- acuminatis abfque antheris , knopjes, echter met de Stijl en attamen Stijlo, tribufque Stigdrie dikke Stempels. matibus crasfis. f. De drie Stempels van de boven- f. Stigmata tria a fuperiori parte. zijde. g. De Vrugt. g. Fruétus. h. Het Zaad. A.Semen. bloeitijd. Het groeit in de Oost temp. flor. Sponte crefcit in en kruipt gelijk ds gemeene Kom- Oriente, reptans Cucumeri fativi kommer boven de grond. Het groeit inftar fuper terram. In hortis no« en bloeit in onze Hoven gekweekt, ftris colitur & per omnem asllabijna den geaeelen Zomer. I tem floret. - gebruik. Het Merg deezer Plant word alleen als Geneesmiddel gebruikt. Het heeft eene bittere on.iangenaame walgelijke Smaak, en is een van de heeWgfte Purgeermiddelen die in de Geneeskunde bekend zijn en uit dien hoofde met de grootfte omzigtigheid te gebruiken. Als Purgeermiddel voor de Paarden is het aan zijne regte Plaats. Het wordt in de Geneeskunde niet ligt anders dan als bij. voegfel gebruikt,zo dat het bij voorbeeld het boofdlieftanddeel van ós~Ttachis Alhini. is; en nog een gedeelte van het extr. panchijm. Crollii en Cathal. uitmaakt. De Olie van dit Merg op de buik der Kinderen geftreekenis wormdoodend en nog fomtijds heevig purgeerend. De met Wijngeest bereide 'JUnctuuris van meerder nut: voor* a! van wegen zijn prikkelende en oplosfende Kracht bij langduurige Ziekten;, en zwaar te beweegen Vezel, en is uit dien hoofde voor korten tijd te regt bij op Beroertens gevolgde Verlammingen aangepreezen, mits dat men met eene kleine dofis van 15 a 18 Droppels vier a vijfmaal 'sdaags begint, en allengskens opklimt. Twee Drachmen van het Merg met twee Ponden Bier tot een gekookt en dagelijks driemaal 1 a 2 lepels daarvan genomen, is eerst voor korten tijd ais e;n voornaim ürindrijvend middel bij de Waterzucht geroemd. GROJT      PLAAT CCCX1V. is GROOTE TROPjEOLUM SPA ANSCHE KERS. MAJUS. De VlIIjle C L A S S E. CLASSIS VHM. Zie LiNNffius Nat. Eist. Conf. linn^i Sijst. Nat. Ed. door houttüijn, Hde gmelini, Tom. Ildi Part. Deel VII Ijle 43 3. Imce pag. 605. jpaansche kers met fchildvormige tropjeolum foliis peltatis fubquin» bijna vijfkwabbige Bladen en quelobis, petalis obtufis. Jiompe Bloemblaadjes. 3. De eenbladige, diep vijffpleetige a. Perianthium monophijllum proKelk, met het daar bij zijnde Ho- funde quinquefidum,cum necla» ningbakje en acht Meeldraadjes. rioadhserente&Staminibus oclo. b. De vijfbladige Bloemkrans. b. Coro.la pentapeta'.a. c. Een van de twee bovenjle Bloem- c. Unum ex petalis duobus fupebladen. rioribus. d. Een van de drie onderjle. d. Unum ex petalis tribus inferio- ribus. 'e. Een afzonderlijk Meeldraadje. e. Stamen feparatum. f. Het driekwabbige gtfireepte f. Germen trilobum .ftriatum,cum Vrugtbeginfel met de Stijl en de Stijio & Stigmate trifido. driejpleetige Stempel- g. De Vrugt, drie gejleufde en ge- g.t'ructus bacca trifulcato ftriats$ Jlreepte Beziën. h. Het Zaad. A.Semen. bloeitijd. Het groeit in onze temp. flor. Crefcit in hortïs Hoven, maar Peru is zijn Vader- noftris, fponte in Peru. Reptac t»nd. Het kruipt en klimt zeer & afcendk fa;pe ad longitudinem biog en ver voort en bloeit in Au- diverforum pedum & Augufto ac gustus en September, of bijna den Sepcembri, multo magis per omgeheelen Zomer. nem éeftatem floret. gebruik. Oostindifche Kers, klimmende lndifche Viool zijn nog als benaamingen van deeze Plant bekend. Bloem en Bladen heb. ben eene aangenaame fcherpe Smaak en worden uit dien hoofde als Kruidenaarijen in het huishoudelijke gebruikt. HetZaad in Azijn bewaard is niet onaangenaam. Schoon de Plant niet regcltreeks als Anfenij-middel gebruikt word, zo heeft zij met dit al een Urindrijvend en Scheurbuik tegenwerkend vermogen, en zoude als zodanig bij gebrek van andere Middelen kunnen gebruikt worden. Ook zullen de Vrugten zo wel droog, als versta zeer zagt purgeeren. TWEE-  16 PLAAT CCCXV. tweelingsche monarda monarda. d i d tj m a. De Ude C L A S S E. CLASSIS Wti Zie LiNKffios Nat. Hist. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. door houttüijn, Ilde gmelini, Tom. Ildi Part. Deel VIIdeSt.,bl. 156. Ima, pag. 44. monarda met bijna dubbelde end- monarda Floribus capitatis furj» Hoofdjes en eene fcherphoekige didijnamis caule acutangulo. Steng. a. De eenbladige gepijpte Kelk ,vijf- a. Perianthium monophijllum tutandig, gaapend. bulatum ore quinquedentato. b. De geopende eenbladige grijnzen- b. Corolla monopetala , ringens, de Bloem, met twee delijke America, Vtrginien eri Ca- rica boreali, Virginia, Canada&c. naia enz. Het word in onze Tui- & in noftris terris facile coli panen ligt voortgebragt, groeijende de titur. Caulis circa trium pedum Steng tot omtrend drie voeten hoogte altitudinem aflurgit. Julio Augu» en bloeit in Julij en Augustus. ftoque flores fert. gebruik. Een (lerk ruikende en bitter fmaakende Plant. Ket Kruid word als een oplosfend en vertterkend Zenuw -Middel geroemd, ook wel bij tusfchenpoozende Koortfen. Maar het is even zo weinig r als het voornoemde bij ons in gebruik. C Kff-  iS p l a a t cccxvn; EÜROPISCHE KLIMOP. De Vde C L A S S E. Zie libnius Nat. Hist. door houttüijn, Ilde Deel IVde St., bl. 350. jclim" f met ovaale Bladen die gekvöabd zijn. a. Het veeltandig mv/indzel om de Krans. b. Dl vljftandig; kleine Kelk, die het Vrugtbeninzd in/luit. c. De vijfbladige Bloem met vijf Meeldraadjes. ó. Een afzonderlijk Meeldraadje. e. Het Drijftolswijze Vrugtbesin. gel met de Stijl en naauwlijks inerkbaare Stempel. f. Hetzelve van boven te zien met de Bloemdop g Een Volgroeide Bezie. h. Dezelve geopend. i. Het Zaad. bloeitijd. Het groeit in de Bosfchen, alwaar het de Bomen van onderen lot de hoigjle top omflingerd; ook aan de Ro'.fen en oude Muuren. Het rekt zig zomtijds tot eene ongeiooiiijke hoogte en dikte uit. Hier in Nederland groeit het overvloedig in het Haarlemfche en Haagfche Bosch, om Groningen en elders. Het bloeit in Augustus. H E D E R a HELix. CLASSfS Via. Conf. Linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Ime pag. 420. hedera foliis ovatis lobatisque. a. Involucrum umbellas multidentatum. b. Perianthium minimum quinquedentatum germen cingens. e. Corolla pentapetala cum Staminibus quinque. d. Stamen fepararum. e. Germen turbinatum.cum Stij!» & Stigmate vix notabili. f. Idem a parte fuperiore cum perianthio. /r.Eacca matura. h. Eadem aperta. i. Semen. temi*. flor. Crefcit in fijlvis, ubi arbores obducit ab infima parte ad fuperiorem ufque frontem; quoque ad rupes & mures vetuftos. Altitudinem & trunci crasfitiem, fepe mirabilem attingit. Noftra in terra ubique abunde crefcit in arboreto Harlemenfi. Hagenfi, in regione Groningen!! aiiifque&c, floret Augufto. gebruik. Boomveil, Egloof, zijn triviaale Nederduitfche «aamen. De Bladen hebben een walgelijke en bittere fmaak. en de Bezien zijn zuurach ig. Deeze worden als purgeerende aangemerkt. In heete gewesten geeft deeze plant een harst, 't geen kruidig fmaakt en bij 't verbranden eene aangenaame reuk geeft. Het zal eene oploffende en famentrekktnde kracht hebben, en als wondmiddel gebruikt worden. Bij ons zijn alleen de verfche afgedroogde Bladen in gebruik , wordende als dekfels op de fontanellen gelegd, of als zodanig in fcherpvogtige Huidziektens gebruikt. GS-      PLAAT CCCXVIII. 19 GEWOONE NICOTIANA TABAK, T A B A C ü M. Lt Vdt C L a S S E. CLASSIS Fta. Z;" LiKNNfflus Nat. Hist. Conf. lihnsi Sijst. Nat. Ed. dopr ho vittuij n, , lldt g me.h 1n i, Zom. f Mi l^art» Deei Vilde St.,bl. 642. /'« pag, 101. Kalabas met veeldeeVge Bladen, cucurbita foliis multipartitis. Mannelijke Bloemen. Mafculus Flos. s.De vijftandige eenbladige kloks- 3. Perianthium monophijllum catn- wijze Kelk. panulatum quinquedentatum. b. De vijf"zijdig gedeelde klokswijze ft. Corolla quinquefariam divifa, Bloem aan de Kelk vastgegroeid. campanulata, calijci adnata. C.Drie famengevoegde Helmdraad- c. Filamenta tria coalita. ju. Vrouwelijke Bloemen. Fxmineus Flos. d. De vijfdeelige geopenae Bloem d. Corolla quinquepartita, aperta, met driejïijve punten. cum tribus cufpidibus. e. Het Vrugtbeginzel, de kegehwij- e. Germen , Stijlus conicus, & ze Stijl en de op eft nederwaards Stigma furfum deorfumque rehuipende Stempel. pens. f. De geopende vijfhoekige Frugt. f. Frucrus apertus quinquelocu- laris. r. Een onrijp Zaadje. g. Semen immaturum. h. Een rijp. h. Maturum. bloeitiid. Deeze Plant ivora temp. flor. Colitur in hortis in onze Hoven gelijk de Komkom- noüris uti Cucumeres, alias in Si. mets gekweekt. Sictlien . Cala. cilia atque Calabria omnibusque brien , alle warme Oostelijke Ge- regionibus calidis, in Oriente &c. westen brengen haar van zelvet, planta hajc repens habitat, Juliovoort. De Plant is kruipende en que floret. bloeit in Julij. gebruik. De vrugt van deeze Plant, welkers Merg eene zoete verveifchende Smaak heeft, word in ^giipten en andere lïeete gewesten als Voedfel gebruikt. Het is oplo'sfend , verkoe. lend , bij Rotkoortfen, ürinverftopping en Nieren ontfteeking zeer voordeelig. Daar het zeer verkoelend en ligt gistend is, zo moet men het met voorzichtigheid gebruiken , vermits het zeer ligt doorloop verwekt, die echter fomwijlen zeer voordeelig zijn kan. Bij ons is alleen het Zaad in gebruik, zijnde een ingrediënt der Setn. Quat. Frig. Moj. FLESCH.    J     PLAAT CCCXX. en CCCXXL st FLESCH ACHTIGE CUCURBITA KALABAS. LAGENARIA. De XIXde C L A S S E. CLASSIS lUtia. Zie Linnjeus Nat. Hist. Conf. linx^i Sijst. Nat. Ed. door Houttüijn, Ilde gmelini, Tom. ildi Part. Deel Xlde St , W.303. Ima pag. 161. kalabas met eenigermaate hoekige cucurbita foliis fubangulatis towollige Bladen, die van onderen mentofis bafi fubtus biglandu. aan de voet twee Kliertjes heb- lofis, pomis lignofis. ben, r.n houtige Vrugien. Mannelijke Bloemen. Mafculi Flores. c. De vijftandige eenbladige Kelk. c. Perianthium monophijllum quinquedentatum. d. De aan de Kelk vastgegroeide vijf- d. Corolla quinque fariam divifa, zijdig gedeelde Bloem, met het calijci adnata, cum neétario in driehoekig in liet middenpunt der ceiitrofloris concavo trianguBloem zittend Honingbakje. lari. e. Drie Helmdraadjes met lineale e. Filamenta tria cum antherif li. Helmknopjes. nearibus. Vrouwelijke Bloemen. Fmminei Flores. a.Kelk en Bloem zjn gelijk de Man- a. Perianthium & Corolla ut in nelijke. Mare. f. Het Vrugtbeginzel van onderen, f. Germen inferum. g. Tanden vun de Kelk, g. Perianthii dentes. h. De Stijl en de driejpleetige Stem- h. Stijlus cum Stigmate trifido. pel. L De Stempel met de dikke verhe- i. Stigma margine craffo convexo. venronde Rand. k. De Appel in gedaante van een k. Pomum, in forma lagen». Flesch. 1. Dezelve horizontaal doorfneeden, l. Ejusdein fectio horizóntalis, ut ziet men de drie Hokjes. loculi tres appareant. m,n. Het wat famengedruKte Zaad «i,n.Semina compreifa , apice met de uhgegulpte punt. emarginata. o. Hei uitgedopt Zaai of de Pit. 0. Semen arilla denutatum feu nucleus. bloeitijd. Het groeit in Ame- temp. flos. Sponte crefcit in lica op vogtige Plaatfen, maar bij America humidis, in noftris vero ons moet het jaarlijks uit liet Zaad regionibus quotannls e feminibus gekweekt worden. propagatur. gebruik. Het Merg van deeze Kalabas is niet eetbaar gelijk het voornoemde, ja zelvs is het fterk purgeerende bijna zo als dat van de Kolokwint, en is daarom met omzichtigheid te gebruiken. De Bladen der Plant afgehaalt en als Clijfteer toegedient zijn purgeerende. Het Zaad is een der Sem. quat.fi ig. Major. De bast van de Vrugt eene harde Flesachtige gedaante hebbende, (waarvan zij ook haare benaaming draagt), word in 't huishoudelijke onder de vaaten gebruikt, en dient den Oosterfche Volken tot Cieraad en huishoudelijke behoeftens, C 3 RONDE  22 PLAAT CCCXXII. RONDE CURCÜMA KURKUMA. ROTU N D A De Ijle C L A S S E. Cl ASS 1 S Ima. Zie Linnïus Nat. Hist. Conf. l i n n iE i Sijst. Nat Ed. door Houttüijn, IUe omelini, lom. Ildi part. D:el Vilde St..bl. 29. Ima. pag. 8. Kurkuma met Lancetswijze ovale Curcuma foiiislanceolatisovatw " Bladen, die bezijden de Middel- nervis lateralibus rarisfimis. * Rid zeer weinig geribd zijn a De tweebladige e« onze Hoven groeit zij 4 voet hoog, ftris altitudinem quatuor pedum atbjoeijende in Maij of zo anderen wil.'en tingit, Horens Maio, aliis Augufto. in Augustus. Gebruik. De Wortel vsn deeze Soort Rhabarber is die geene die bij ons alom bekend en in gebruik is. De Smaak en Reuk is fterk en walgelijk. Het is't zagtfte Purgeermiddel dat wij kennen, en 't geen men bij dé zivakfte geftelkn en ze'.vs bij de kleinfte Kinderen als Puigeermiddel zonder nadeel bezigen kan. In de Buik- en Gal-luop is zij van zeer veel nut de zwakke ingewanden zeivs verlierkende. lïehalven dit word zij in eenisè foorten der Colijk, de Geelziekte, bij verftopping der Water weegen voorgcichreeven en van de Hijpochondristen met veel voordeel gekauwd. Van de nieuwe Geneeskunde word zij in eenige foorten der Persloop veracht maar bét is nog de vraag, of dit aan het middel zelve, of aan het tijdvak der toediening re wijten zij. Zij is ook zeer Urindrijvende. Bij de Ambeijen is zij nadeel g. Men bereid een Extrac): daarvan, 't welk bij fommigen in veel waardij is. Ook de TinSura rhei cquofa brengt zo wel als laxeer-*ook als verfterkend middel veel voordeel. — De Sijrupus de cich. c. rh. is aan ïjrisi baaker bekend. De bereiding verdraagt geene hiite en dus is het R'i.um toftunr -als iaxeet raiddek onwerkfaam. Als verwftot is het bekend. Men kweekt deeze in China t'huishoorende plant thans met veel fucces in Europa, zij verdraagt het Climaat beel wel, maar de Wortel vereischt 10 i 1 s jasten tot baar rijpheid. MOS-    J   PLAAT CCCXXV. %5 moscovischei rheum rh ab a oer. rhabarbarum. D E IX Azifn gelegd, naar de Noordzeeplaatfen gezonden. Ook in Engeland gebruikt men het op dezelve wijze. E TE-  34 PLAAT CCCXXXIV. TEGENGIFTIGE ASCLEPIAS ZIJDE VRÜGT. VINCETOXICUM. De Vde C L A S S E. CLASSIS Vta. Zie Linnjeü! Nat. Hist. Conf. linn.ei Sijst. Nat. Ed. door Houttüijn, Ilde gmelini, Tom. Ildi Part. Deel Vilde St , bl. 759. Ima pag. 445. Zijde vrugt met Eijronde Bladen, asclepias foliis ovatis bad barbaom laag gebaard, regte Stengen tis caule erecïo, umbellis proen kinderende Kroontjes. liferis. a. De vijffpleetige Kelk. a. Perianthium quinquefidutn. b. De eenbladige diep vijfdeelige b. Corolla monopetala profunde Bloem. quinque partita. c. De vijfHoningbakjes deGefltgts- c. Neéfciria quinque genttalia cindee'en omgeevenie. gentia. d. Dezelve uitgefpannen. d. Eadem expanfa. e. Een groenachtig Deeltje, 't geen e. Corpufculum viridefcens genide Vrugtwerktuigen injluit. talia includens. f. Een af gezondene Klier met /.Glandula feparata cum g. De van een jlaande Meelhapjes. g Antheris dehifcentibus. h. De Bloem van de bovenz'jde. h. Flos a fuperiore parte. bloeitijd. In zommige geberg- temp. flos. In nonnullis Eu- tens van Europa gtoeid deze Plant ropx montibus altitudine bi vel twee a drie voettn loog en bloeid tripedali, Julio floret. Bafis barin Juhj. De om laag gebaarde bata foliorura non omnibus adeft. Bladen zijn niet bij allen te vinden.' gebruik. Dit thans niet meer in gebruik zijnde gewasch, verdient volgens het eenpaariee getuigenis der voornaarnfte Schrijvers meer attentie. De eigenfehap daar van is, een flerk aandoenlijken reuk en fterke bitterachtige fmaak. De Wortel die anders gebruikt wierdt is Urin-en Zweetdrijvend, en bevorderd de Maandftonden. Keeds derzeiver fmaak en reuk, verraden haare op de vaste deelen werkende kracht, en dus doende verdunt zij de taaije vochten, lost de verftoppingen , en bevorderd de uitfehudding der opgehoopte vreemdachtige waterfioffen. Dit bewijst haare werking in de waterzucht en klierziektens. Men gebruikt ze in boosaartiga Ziektens, benevens de Valeriana als tegengif (beter als prikkelend) in de 1 standelkruid met onverdeelde or,cms bulbis indivifis, nedarii Bolwormen , de Lip van >t Ho- labio quinquefido punótis fcamngbakje vijfdeelig en ruuw ge- bro. cornu obtufo , petalis Jtippeld, met een (lompe fpoor en confluentibtis. zamengegroeide Bloemblaadjes. a. Hetyijffpleetige Honingbakje. a. Nettarium quinquefidum. b. Vijf zamengegroeide Btoembla b. Petala quinque confluentia. den. e. /te Vrugtbeginzel. c. Germen. _ bloeitijd. Het groeit op voch- temp. ilor. Crefcit in pratis ttge Landen omtrent een voet hoog humidis altitudine circiter bipeIn dit Gemeenehest op grasachtige idali. In reipublica in locis eraplaatjen, in 't Koeijmans Bosch m2. mineis, in arboreto Koeijmans Bloeit in Junij. I&c. Junio floret. gebruik. Hondskulletjes. Zo als reeds gezegt is, worden verfcheiden foorten der Standelkruid Wortel, onder de algemeene be. naaming van Saleb gebruikt, gelijk ook deze. De eene mag iets meerder helderer of dichter flijmigheid opgeeven dan de andere, maar over 't algemeen genomen, bezitten zij dezelve hoedanigheid. De reuk der Wortel is (tinkend, de fmaak weinig of niets, en het befbnddeel flijmig. Deze (lijm komt die van de Arabifche Gom nahij, maar heeft boven deze zeer veel voedende grondfïof Uit dien hoofde is het een heerlijk voedend middel bij afgeleefde of door zwaare ziekte uitgeputte menfchen. Ja 'er worden zelfs maar twee lood vereischt, die met eene toereikende meenigte water ver. dund, genoegzaam zijn, om eenen mensch voor eenen geheelen dag te voeden. Dus begrijpt men ligtelijk, dat het niet alleen als voedfcl het mannelijk vermogen onderfteund , maar dat het bij Borst- en Longteeringen , alwaar de voedende grondftoffen ver. dwijnen, van zeer veel waardij zij, te meer, omdat het onder alJerhande gedaantens vloeibaar en als Voedings middel bijgebraet worden kan. In de Roode loop bedekt het de hunne natuurlijks ilijm en opperhuid verlooren hebbende Ingewanden, en belet de werking der fcherpe doffen, bij verzweering der Urin-blaas munt riet boven alles uit. kortom, overal waar (lijm en voedende (lof vereischt word, is het in behoorlijke quantiteit, boven alle lof. 51 met § vnj warmwater gefchud, geeft eenen toereikenden (lijm. Pu-,^01ltelen ,wordfcn aan dipjes gereegen in gedaante der szicnilde Amandelen tot ons gebragr. EU.      PLAAT CCCXXXIX. 39 EUROPISCHE XANTIUM KLITJES. STRUMARIÜM. De XXffle C L A S S E. CLASSIS Vta. Zie linn*us Nat. Hist. Conf. ^miSijst.. Nat Ed. door houttüijn. Ilde gmelini, Tom. lldt Part. Deel Xlde St., U. 241. Ima pag 464- «littes met een ongedoomde Steng xantium caule inermi foliis cor«n Wwormfef drieribbige Bladen, datis trinervatis. Mannelijke Bloem. . Mafculus Flof * De algemeene Bloemdop van a. Perianthium commune plurium meerdef bloempjes, benepens de flofculoium cum flofcuhs. b H^rmempje zelve. «Coroilula propria. c Haze^evüffpleetig geopend. c. Eadem aperta quinquefida. è'L^,f Helmdra%4es in eene 4. Filamenta quinque in Cjlin- bolrond!zamenvoegilg met vijf drum coalita, cum quinque an- ^rotelijke Bloem. ^ Famineus Flos. - e. De afgezonderde Helft van het t. lnvolucri dimidia pars iepa- f Shdfmet twee Bloempjes en f. "adem cum duobus flofculis & ' veele haakvormige Doorntjes. multis fpinis uncinatis. «. £en afgezonderde Steekei. g. Aculeus feparatus. I.De (wee Vrugtbeginzels met de /i.Germina duo, Sujh &St.gmata. .Stt/len en Stempelen. I De Steenvrugt. D'upa. k. Dezehie doorjneeden. k. Eadem disfefla. bloeitijd. Het groeit een en\ temp. flor. Crefcit altitudino een half voet hoog op fteenige plaat- fesquipedali in locis W*™^ fen bij Utrecht, Campen, enz., en prope Ultrajeaurn , Campenam bloeit in Augustus. !&c. Floret Augufto. gebruik. /Yieine ffiitZM. De Bladen dezer Plant hebben eenen bitteren fcherpagtigen fmaak. Bladen en Zaad zijn wel eertijds ia sehruik geweest, en hun wierd eene zweetdrijvende zamentrek^nde engdrijvende kracht toegefchreeven. De verfche Sap,0f het Extraa zullen het bloed zuiveren, en innerlijk zo we!i al s, uiter jK Klier, Kropgezwellen en Uirflag geneezen. Een half once poe.jer van het Zaad wierd eertijds als een geheim tegen de Koor verko*r. Het verfche Zaad gekneusd , indien het hoofd eerst met Salpeter gewasfchen is, zal het geele haair van kleur doen veranderen. Zommiee houden het vooi bet Zantium van Dïoscorides. GE*  4° ■ P L A A ï CCCXL. GRANuffiu o TUNICA Zie ,f ****** Willii JÜW «gat b. De viifblanAin. r~ ■■, (quoque fex-fidum). bUlfftZ ( m,J'S Ze!- 6-hCorol)aP»«petala(interdUm ^ «tyi n^o/rte ftm_ StljluS) ^ Stjginafa cap.[a[c>> ró^SS? ?=■:«?■« e» ook in onL ïi ; ' ,"ibuS reg|onlb"s GermanisB, li^ 'Septcmbrique floret. gebruik hi; ^ \j ■ J veelen 115 aanzien, fchoon men bit haar GE- ; P 0 N I C A granatum. CLASSIS XIIma. Conf. linnjei jyat> Ed> GMELiNr, 7o«, ƒ/rfjpart, Ima pag. 793. pünica Foliis lanceolatis, caule arboreo. a. Perianthium nionoDhiilhim campanulatum quinque-fiduuj (quoque fex-fidumY *. Corolla penta petala (interdum uc-Aapttaiaj. c. Stamina numerofa calij'ci inferta, cujus in medio Germen & Stijlus, cum Stigmata capicato.      PLAAT CCCXLI. 41 GEVLAKT HIJPOCHAERIS RINGEN KRUID. MACULATA. Dt XIXde C L A S S E. CLASSIS XVIllya. Zie linnjeus Nat. Hist. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. door houttüijn, Ilde gmelinni, Tom lldiPart. [Deel Xde St., M. 430. Ildce pag. 1183. ringsnkruid met de Stent; bijna hijpochaeris caule fub nudo , naakt,_ een enkelen tak hebbende, rarno folitario , foliis ovato en Eijrond langwerpige enver- obiongis integris dentatis. deelde gelande Bladen. a. Een eigen Bloempje met de Ge- a. Coroilula propria cum partibus jlachtsdeelen en het Zaadpluis. & papo feminis. bloeitijd. Het groeit opfchraale temp. flor. Crefcit in pratïs Weijlanden een voet hoog en bloeit afperis, altitudine pedali, Julio in Julius. floret. gebruik. In Duitschland worden de Bladen van den gemeenen man tegens Borstkwalen gebruikt, ook word bet dikwils wc gens zijne Vlakkerigheid met de Pulmonaria verwisfeld. In een ge. deelte van Zweeden worden de Bladen in plaats van Kool g kookt, en als fpijs gegeeten. Versch is het voor de Paarden een ftnaakeJijk voedzel. Wat zijne Medicinaale krachten aangaat, zo zijn mij deze niet alleen onbekend, maar ik vind bij de voornaamfte Geneeskundige niets meer daar van aangetekend, als hier van gezegd is. Haller heeft 'er eenige attentie op geflagen, maar het is van geen groot belang, en men kan het dus met recht onder de buiten gebruik zijnde middelen tellen. F , ROO-  4s PLAAT CCCXLII. ROOLOOPS A L A N T. n E XIXde C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttüijn, Ilde Deel Xde St., W. 697. alant met omvattende hartvormig langwerpige Bladen; een ruige gepluimde Steng, de Keikjcliubben borfteiig. a. De algemeene Bloemdop. b. De zamengejlelde Bloem. c. Een tweejlacuig Bloempje uit de Sc.ijf. d. De vijf zamengsvoegde Meeldraadjes van hetzelve. t. Het Vrugtbeginzel, ie Stijl en dulbele S'cmp-l. f. Een vrcuwetijk Bloempje uit de Straal. g. Hu Vrugtleginzel met liet Pluis, de S'.ijl en dubbele Stmpel. bloeitijd. Het groeit aan de Sloo'.en , vochtige plajtj'en , aik'jrils tw e a drie vo-t hoog aan de Wegen omflreeks Hairlem , in Friesland, Overijsfel, lij Harderwijk aan de Sltoten er.z. Bloeit in Augustus. I N ü L A D IJ SENTERICA. CLASSIS Xl'lUva. Conf. linnjei Sijst, ATat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Ilda pag, 1241. Inula foliis amplexicau'ibus cordato oblongis fub:omentofïsf caule villofo paniculato, fquamis calijcinis fctaceis. a. Calijx communis. b. Corolla compofita. c. Coroilula hermapbrodita ex difco. d. Ejus Stamina quinque cealita. e. Germen, Stijlus & Stigma bi. fidum. K Coroilula foeminea ex radio. g. Germen cum pappo, Stijlus & Stigma bifidum. temp. floe. Crefcit ad foffas & locis humidis magnitudine bi vel trepedali. Ad vias circa HarIcmum', in Frifia, Tranfifalania prope Karderovicum ad foffas &c. floret Augullo. gebruik. Gemeen Donder-buid, Heelblaadtjes. De fmaak van deze Piant is fcherp en kruidig, en de reuk evenaard die der Zeep. Haare Hoedaanigheid is zamentrekkende en uit dien hoofde word zij als Geneesmiddel tegens te heevige bloeddorting bij den Rooden Loop gepreezen. Zij gtoeid veel aan de Rivieren van Siberien, en heeft eene Ru'ilfche. Armee, die bij eene optogt naar Perfiën, veel van de Pendoop seieeden had. groote diensten gedaan, en uit dien hoofde ook van Linnjeus de voornoemde benoeming ontfangen. Ook word zij tegens Zweeren, Schurft, enz., uiterlijk gebruikt, zeer geroemd. Ha3re Wortelen worden dikwiN voor die der Arnica morxana verkogt , fchoon zij niets met deze gemeen hebben als de reuk , dit verfchilt niet weinig in 't gebruik, en kan in alle gevsl groote misdagen veroorzaaken. In onze Apotheektn word zij anders niet nagehouden.    mm   'plaat cccxlin. 43 kogelbloemige 1 n u l a alant. pulicaria. De XIXde C L A S S E. CLASSIS XVlIha. Zie linnjeus Nat. Hist. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. door houttüijn, Ilde gmelini, Tam. Ildi Part. Deel Xde St., bl. 70c lldce fag. 1241. Alant met omvattende gegolfde inula foliis amplexicaulibus unBladen, leggende Stengen en bij- dularis, caule proftrato, fiorina kogelronde Bloemen, die zeer bus fub globofis, radio breviskort geflraald zjn firno. a. De gemeenfchappelijke Bloemdop. a. Calijx commu-is. b. De zamengejlelde Bloemkrans. b. Corolla compofita. c. Een twcejlichtig Bloempje. c, Coroilula htrrmaphrodita. d. Vijf zamengevoegde Meeldraad- d. Ejus Stamina quinque coalita. jes van hetzelve. c.Het Vrugtbeginzel, de Stijlen e. Germen, Stijlus & duo Stigmata. twee Stempels f. Etn Vrouaelijke Bloem uit de /.Coroilula fceminea ex radio. Straal. g. HetVrttgtbeginzel met het Pluis, g. Germen cum Pappo, Stijlus & de Stijl en twee Stempels. duo Stigmata. bloeitijd. Het groeit aan de temp. klom. Crefcit ad vias & Wegen op vogtige plaatjen, met om- in locis humidis, caulibus circiter trertt twee voet lange over den groni\ bipedalibus , late fupra humum ver uitgebreide Stengen. Het word diffufis. In Tranfifalaniaj locis ep zommige plaatfen van Overijsfd invenitur Julio florens, aliis temgevonden, en bloeit volgens eenige pore autumni. in Julius, volgens anderen om de Herfst. gebruik. Het Kruid was bij eenige ouden in gebruik. Men fchrijft het eene oplosfende kracht toe en teffens eene zuiverende. Men zegt dat het de hersfenen purgeert, en de fiijm uit het hoofd uitveegd(en wel voor die genen wier hersfenen purgatie vereifcben)' dat het niezen verwekke en de vlooijen doode. Wie ziet met dat een dusdanig middel geen plaats onder onze thans zeer werkzaame Geneesmiddelen verdiene ? F 2 DUIT-  44- PLAAT CCCXLIV. DUITS CHE INULA A L A N T. G E R M A N I C A. De Xl.XJe C L A S S E. CLASSIS XPIIlytu Zie linnjeus Nat. Hist. Conf. l i n k je i Sijst. Nat Ed door u o rj t t u ij n , lldt gmelini , Tom. Ildi Part. ' Deel XU St., bl. 705. mx. pagm I24,. Alant met ongedeelde Lar.cetvor- inula Folii< fesfilibus lanceolatis mige omgekfomde ruu-ve Bladen; recurvis fcabris , floribus fub- de B.oemen eenigermaate gebon- fafciculatis. den. a. De algemeene B'osmdop. a. Calijx communi*. b. De zamengejlelde geftraalde b. Coroilula compofita radiata. Bloem. c. Een eigen twetjliciig Bloempje, c. Coroilula propria hermaphro- dita. d. Hetzilve geopend. d. liadem aperta. e. Ttjf zanengtvoegde Meeldraad e. Stamina quinque coalita cum jes en tien Borjlels. decem fctis. f. Het Vrugtbeginzel, de Stijl en /".Germen Stijfs & Stigma bifjde dubbels Sampel. dum. Een VrouwtHijk Bloempje uit de g. Coroilula fceminea cx radio. Sdtijf. b. Het Frugtbeginzelmet het Pluis, h. Germen cum Pappo Stijlus & Stijl en klftweejpleetige Stempel. Stigma femibifidum. ■ bloeitijd. Het gruit in Sibe. temp. flos. Crefcit in Siberia tien en Dunschland. In verjcheide & Gertnania •, in Pa!atinatu ubi plaatfen veoral in dePaltz, De eenblaadige gremzeMe Bloem. b. Corolla monopetala ringens. C &e»fet £e0/,e«rf met twee lang» c Eadem aperta cum duobus Staen twee totere Meeldraadjes. minibus longioribus & duobus , r. . , , .„ brevioribus. d. Een afgezonderd Meeldraadje. d. Stamen feparatum. e'£lr? ^ugtbegmzel, e. Germen fubrotundum, Stijlus' f S, 7 ^ ;•e" flmpe *tempel gmpkx & SdS™ obtufum. f. Het Zaaddoosje. f, Capfula Seminalis. g. Hetzelve geopend. g. Eadem aperta. h. Het Zaad. A. Semen. bloeitijd. #et werd fa enge temp. flor. Colitur in hortis Hoven twee voet boog gekweekt, noftris altitudine bipedali. Sponte "» warme climaaten, ciefcit in regionibus calidioribus. en bloeit tn Jumus en Julius. I Floret Junio & Julio. gebruik. Heeft een laffe fmaak, zijn werkingskracht is twiit. felachtig, of liever zij heeft *er geene. Het is gelijk het voornoemde Gewas, als toovermiddel onder de ouden bekend geweest en is gelijk het voornoemde buiten gebruik. ' GE-      PLAAT CCCXLIX. 49 GEMEEN ANTIRRHÏNUM LEEUWENBEK. L I N A R I A. De XlVde C L A S S £. CLASSIS XUIla. Zie linnüïus Nat. Hist. Conf. lik sa i Sijst. Nat. Ei. door houttüijn, Ilde gmelini, Tom. Ildi Part. Deel lXde St., bl. 501. Hd<* P"g. 931- leeüwebek met Lancetvormige antirrhïnum foliis lanceolatolilineaale getrapte Bladen, een op- nearibus conferris.cauleerecto, regte Steng en, gefteelde Aairen Spicis terminaübus fesfilibus, aan 't end van op elkander leg- floribus imbricatis. sende Bloemen. a. De vijfdeelige Kelk. «.Perianthium quinquepartitum. b. d'Eenbladige grijnzende Bloem. b. Corolla monopetala ringens. c. Dezelve geopend met twee langer c. Eadem aperta cum duobus Sta^ en twee korter Meeldraadjes. minibus longioribus & duobus brevioribtis. d. Het Honingbakje. d. Necrarium. e. He'. Vrugtbeginzel Stijl enjiompe e. Germen, Stijlus & Stigma obStempd tufum. bloeitijd. Het groeit cvervloe- temp. flor. Abunde crefcit in dig op onbebouwde plaatjen aan de locis incultis", ad vias, in agris Wegen en Velden ter hoogte van an dc altitudine fesquipedali. Abunder'half Voet, overvloedig op de Dm- de in duinis, ad vias totius fere nen en Wegen der geheete Repubiicq. reipublica;. Julio & Augufto floBloeit in 'Julij en Augustus. set. gebruik. Vlaskruid, Wildvlas van meerder waardii als de voorgaande is deeze foort des Leeuwebeks, fchoon haare Hinkende, de vergiftige kruiden nabijkomende reuk omzichtigheid bij het innerlijk gebruik gebied. Ook worden haare Bladen met zoete melk gekookt inzommige plaatfen als vliegen vergift gebruikt. Haar fmaak is bitter en haare krachten pijnftillende, drijvende, oplosfcnde, urin afzettende en zuiverende. Het wordt in de Geel-en Waterzucht bij Oogziektens en Ambeijen geroemd. In warm Water met nog anderen zuiverende Kruiden getrokken, en als thee gedronken , is het bij zommige Huitzweeren van dienst geweest. Van grooter waardij is het uitwendige gebruik bij de Ambeijen, hetzij als arkookzel, of het verfche Kruid met Eooter of Varkensvet tot een Zalv gekookt. In vroegere tijd was dit een groot geheim en het zoude mij niet ver • wonderen dat het geheim der in Gelderland onder den naam van Fistelbooter van de Boeren verkogt wordende Ambeijen • remedie van deze Plant gemaskt wierd. In zomaiige Apoihseix-n wordt het UiiÊt. de Limria nagehouden. * G PIEK-  SO PLAAT CCCL. PIEKBLAADIG ANTIRRHINÜM LEEUWENBEK. ELATINE. Ba XlVdt CL AS SE. CLASSIS Xlllm. Zie Linnjeus Nat. Hist. Conf. linnjei Sist, Na. Ed. door Houttüijn, lldt gmjslini, Tom. Ildi Part. Deel IXde St., bl. 490. Uice pag. 93u leeuwebek met Piekvormige Bh- antirrhinum Foliis haftatis a! den overhoeks uitgebreide Sten- ternis , caulibus procumbentigen, en de Bladfteeltjes doorgaans bus pétiolis cirrhofi':. klaauwierachtig. z.Het rondachtig twee hoekige a. Capfula fubrotunda bilocalariï. Zaaddoosje. b, Htt Zaad. b. Semina. BLOEiTrjn.Het groeit in Duitse!, temp. flor. Sponte crefcit in land, Frankrijk, Engdmd en Ita- Germania;, Gallias, Anglia; & hen op de Velden. De op den grond Italias agris. Cauliculi qui humi voortkrutpende Steeltjes worden acht ferpunt longitudine octo polli£>uim lang. en in 't najaar begint cium crefcunt, & floret fine sfta. liet Bloemen te fchnten. ) tis progerminari folent. _ c e b r u r ie. De Bladen zijn bitter en zamentrekkende, het wierd in oude tijden als Wond-middel gebruikt, en zelfs de uitgeperste Sap innerlijk zo wel als uiterlijk tegens Kankerachtige en vuile Zweeren geroemd, ook bij vloeijende en ontflookene Oogen.of volgens Dioscorides in dePer?ioop. Het mag in vroeger tijd vtel credit gehad hebben, dit wil ik niet betwisten, maar heeden te» dage heelt het niet het minde.      PLAAT CCCLI. 5£ GEWOONE VI T IS WIJNGAARD. V I N I F E R A. De Vde C L A S S E. CLASSIS Via. Zie linnkds Nat. Hist. Conf. link/ei Sijst. Nat. Ed. door houttüijn, Ilde gmelini, Tam. Ildi Pan. DeellVdeSt., bl. 356. Iwce pag. 421. Wijngaard met gekwabde uitge mis foliis lobatis finuatis nudis. fneeden naakte Bladen. a. Denog geflootenvijf bladigeBloem. a.Corollapentapetalaadhucclaufa. b. Dezelvde, de Bloemblaaden van ft. Eadem petalis infta folutis quas cnieren los zijnde, gelijk dezulke deinde decidunt. daarna afvallen. c. De mtddellijns doorfneeien enver- c. Flos per medium fectus magnigroote Bloem, benevens de daar tudineaufta, cum fexus parttonder verborgene Gejlagts deelen. bus fub eo latentibus. d. Dezelvde Deelen na haare Ont- d. Hu partes poft expanfionem * wikkeling vergroot: belielzende magnitudine aufta, fcilicet (lavijf'Meeldraadjes. benevens vijf mina quinque, cum neftariis tusjchen deze ftaande Honingbak- quinque interpöfitis & piftillo. jf'er en den Stempel. e* Een afzonderlijk Meeldraadje. e. Stamen feparatum. f. Hst ovaale Vrugtbeginzel met de ƒ. üermen ovatum cum fligmate Jlompe gekopte Stijl. capitato obtufo. g. De rijpe Vrugt. g. Fruftus maturus. h. Dezelvde naar de Langte, en h. Idem, longitudinaliter & in i. Dwars doorfneeden met vijf Zaad- i. Tranfverfim dis fiftus , cum jes. quinque feminibus. k. Het Zaad. k. Semen. bloeitiid. De Verfcheidenheid temp. flor. Varietas fruflu met witte Vrugt word in 't gemeen' albo , plerumque pasfulas majotot Rojijnen gebruikt, en in zeerjres, qus in regiombus calidioriwarme Climaaten opgegaard. Voor bus colliguncur , prasbet. Vitis 't overige groeid de Wijngaard a/rjin omnibus regionibus climate Plantfoen inveele eenigzinls warme'^tempetato facile colitur. rvJajo , Climaaten vrij voordeelig en bloeit iu :magis initio Junii florens. Meij en wel meest in junij. I gebruik. Dit uitmuntend gewasch levert verfcheiden bereidingen. De aangenaame verfrisfchende en de vogten der buiksingewanden verbeterende eigenfchap der druiven kent een ieder. Gedroogt geven zii de Rozijnen , en versch uitgeparst ra voorafgaande gisting, de wijn , de wijrrfteen en azijn: allen middelen van groote waardij voor de geneeskunde. Het beüek te bekrompen zijnde om ze hier allen te fchetfen zal ik maar iets van de wijri wiens vrolijk en dronken maakend ook fmartftillend vermoogen No. ach reeds gekend, en wien bijna alle Volkeren k^lde bewijzen, als geneesmiddel aanhaalen. Hij is eender llerkst prikkelende (leitfen* de) middelen 't geen regtftreeks zonder de phijfiologifche pitfigie erst te volleinden voorts als verkwikkend, verfterkend en krachten aanbrengend middel werkt, en zo 'er iets zijn inooge 't geen de nuttigheid en de voorkeur der prikkelende en opwakkerende boven die der humoraale werking bewijst, zo is het gewis de wijn. Daar van daar zijne veelvermoogende werking bij galle , zenuuwen en zogenaamde rotkoonfen , en in 't geheel bij' verval van levenskracht verminderde of bijna uitgedoofde tegenwerking. Ü GE"  52 PLAAT CCCLII. GEMEEN TORDYLIOM KRIELZAAD. OFFICINALE. De Vde C L A S S E. CLASSIS Vta. Zie LiNNNffios Nat. Hist. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. door houttüijn, Ilde gmelini, Tom. Ildi Part. Deel Vllljle St., bl. 32. Ima pag. 472. krielzaad met bijzondere Om- tordIjlium involucris partialibus wir.dzeLfjss van langte als de longitudine fiorum, folioiis Bloemen , de Blaadjens Eijrond ovatis laciniatis. en gejnipperd a. De algemeene Kroon. a. Umbella univerfalis. b. De algemeene Bloem. b. Corolla univerfaiis. c. Een enkelde Bloem uit de Kroon- e. Corolla propria ex radio umjlraal met vijf Meeldraadjes. bellaj cum quinque Staminibus. d. Een afzonderlijk Meeldraadje. d. Stamen feparatum. e. Het rondachtige Vrugtbeginzel e. Germen fub rotundum , ftijli met de twee Stijlen en jlompe duo & Stigmata obtufa. Stempelen. f. De Vrugt. f. Fruttus. g. Dezelve geopend met twee Zaaden. g. Idem apertus cum duobus femi- ^ nibus. h. Ha Ztad. h. Semen. bloeitijd. Het word in onze temp. flor. Colitur apud nos Tuinen ter hoogte van twee vceten in hortis ubi altftudinem bipedagekweekt, voor 't overige groeit htt lem fuperat, Siciliaj atque Italise in SicUien en Italien en bloeit in regionibus verfatur, Auguftoque Augustus. 'floret. cebUUIK. Het Zaad van deze Plant was eertijds in gebruik, en onder den naam van Sejeti Creticum in de Apotheeken bekend. Hippocrates telde ze onder de middelen tegens de] vrijfter ziekte, en Galenus onder de Urindrijvende, voor Stuiptrekkingen en van' benaauwde Ademhaaling. Ook heeft men het Zaad tegens Nieren ontfteeking, Longziektens en vooral bij de koude pis en deizelver fmarten geroemd. Anderen zeggen dat het de maandfionden en de taaije uitwerpzelen bij een Catharaale hoest bevordere. Wat daar van zij, is tot heedm niet bèflist, vermits het thands niet meer in gebruik is , en door andere kruidachtige werkzaamer Zaaden en middelen tegens die kwaaien vervangen zijnde, uit de lijst der genees-middelen ftiizwijgend weggelaaten. EDEL      P L A A EDEL DUIZENDBLAD De XIXdt C L A S i' *. Zie Linnjeus Nat. Hist, door Houttüijn, Ilde Deel Xie St , hl. 804. cuizïnd3lad met dubbeld gevinde Blader,,deonderjlen vlak enkaal, de bovenjte Jiomp en wollig: met verlieevene ronde zeer digte Bloemtuilen. ü.Ds gemeenfchappelijke Kelk. b. De zamengejlelie gefiraahle Bloem c. Een afzonderlijke Bloem uit d_s Schijf. d. Vijf zamengeftelde, de Stijl omvallende Meeldraadjes. e. Het Vrugtbeginzel, de draadswijze Stijl en de uitgegulpde Stempel. f. Een vrouwelijke Bloem uil de Schijf. gtHec Vrugtbeginzel, de Stijl en. mgeboogtne Sternpels. bloeitijd. Het groeid in Zwitzerland en Duitschlund en word in onze Tuinen iets hooger dais een Voet gekweekt. Bloeit in Julius e fis acute ferratis. a. Calijx communis. b. Corolla compofita. c. Coroilula propria. d. Ejus Stamina quinque coalita. e. Germen, Stijlus & Stigma obtufura eniareinatum. /.Coroilula fceminea tx Radio. g. Germen, Stijlus , & Stigmata duo renexa. temp. flos. Crefcit in Bispa- nia, fed colitur aunniie in imr. tis noftris, altitudine pedali floret Septembri. gebruik. De reuk van deze plant is buitengemeen aangenaam, dit, en omdat zij ook droog zijnde deze eigenfchap zo lang houd, heeft h2ar de benaaming gegeeven. Haar fmaak is bitter en kruidachtig. Het word vanSsommigen voor het Eupatorium van Mefue gehouden, 't geen bij bij verftopping der lever en andere ingewanden in gedaante van een Stroop of Zuikerkoekjcs gebruikten. Het word tegen de bleekziekte en die der baarmoeder geroemd, ook zegt men dat het de maandiTonden bevordert, ook als wormdrijvend kwam het eertijds in aanmerking, en zelfs roemde men de daar van getrokken Olie op de buik der kinderen gefmeerd, als wormdoodend. Het middel is'echter thans zo goed als onbekend en niet in gebruik, PRA \-      PLAAT CCCLVI1. 57 p R A A M E N BRAAMBOOS. De Xllde C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttüijn, Ilde Deel Vde St., bl 220. BRAAmboos met vijf vinnig gevin geide en drie vinnige Bladen,de Takken en Bladjleelen gedoomd. a. d'Eenbladige vijffpleetige Kelk. h De viifblaadiae Bhem, met veeltallige in de Kelk ingeplante Mer.ldraadies. C. Het in de Midden doerfneeden Vrugtbeginzel, met vier ae a«jk inirenlante Meeldraadjes, enveel tallige op liet Vrugtbeginzel zittende Stembelen. d. Een afgezonden Meeldraaaje. e. De afgezonderde Stijl met de ronde Stempel. f. De rijpe Vrugt. g. Dezelvde in de midden doorfneeden. h. Hel Zaad. bloeitijd» Deeze kruipende Heester groeid in '£ lireupelbosch door de geheels Republiek in 't Haarlemmer Hom , in de Duinen, overvloedig in Gelderland Wech en Friesland. Bloeit in Meij en Junij. R U B U S FRUCTIOSUS. n I jl x .1 1 .1 Yllmn. Conf. LiKNiEi Sijst. Nat. Ed. gmelini, lom. liai tart. llda>. nap-. Rsfi. rurus foliis quinato digitatis ter- natisque, cauie petiunsque au- r-lpnfls. a. Perianthium monophijllum quin- quetiüum. b. Corolla pentapetala cum Sta- miniUUS iiHUiciwiis waujv-i m- fprfic. c.Germen medio disfeclum cum Staminibus quatuor Calijci adhuc infertis, & Stijlis numerofis Germini infidentibus. d. Stamen feparatum. e. Stijlus feparatus cum Stigmate orbiculato. f.Fructus maturus. g. Idem medio disfectus. h, Semen. temp. flor. Frutex in fepibus erefcens& repens. ubique fere per lotam Rempubiicam , in arboreto L-Iarltmenfi, in Dunis, abunde in Gelrise. UltrajetStinaï & Frifire provinciis crefit. Majo Junioque floret. gebruik.. Braambezien,Biwnmels, Tonbeijen. De Vrugt van deze Heester heeft eenen zeer aangenaamen zuurachtigen iets zamentrekkenden fmaak, en word van de Landlieden met veele graagte tot verkoeling genooten. Deblaaden en onrijpen Vrugten zijn zeer fterk zamentrekkendenuit dien hoofden bij gebrek van andere middelen in zommige gevallen, bij. den doorloop , braakingen, bij de fpruuw der kinderen of andere gebreeken in den mond als zuiverende aan te wenden. Raij beweert dat de bezien fchurft en hoofdzeer der kinderen veroorzaakt, en andere willen zewederdaar tegen aanwenden (zo 't waar is dat een Artzenij middel die gebreeken geneest, die het in den gezonden ftaat te wege brengt, zo ls hier bij geen tegenfpraak) zommige Artzenij -hereiders maaken een ftroop daar van , en gebruiken hem in plaats van die der Moerbeziën, welkers plaats het ook bij zeer veelen vervangen kan, voor 't overige word dit gewasch geentzints in de geneeskunde gebeezigd.  58' PLAAT CCCLVllL G E - W O O N E BRAAMBOOS. De Xllde C L A S S E. ZlS LIHNiEUS Nat. Hist door HOUTTÜIJN, lldt Deel Vde St.,bl. 215. SÜAAMBOOS mot ».Vf <„ J-i :~ • shi fa lk Sttns Sedoomd de -'^j.^KH met oieuven. a. De eenblaadige vijfdeelige Kelk b.De viiriilnnJitr* c-Pe-kattige de Kelk ingeplante e.Veeltallige Vrugtbeginzel: met de Zttdelinax „:tlfeb.,.*. cv.-.v„ ... —~v muguuunge mempels. t. hen afgezonderde van dien. g. De zamengeflelde Bezie. k. Dezelve ontbloot. i. Een enkele Bezie met de Stijl. k. Het Zaad. bloeitijd, Hetgroeid in de Haagen op fteenige Plaatfen, in Gelderlaud, in het Bosch buiten Groo"ngen, en word meenigvuldig in de lumen gebouwd. Bloeiende tn Junius. R U B ü S 1 D A E U S. CLASSIS. Xllmi Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. 1 Ui Pan. Ilde pag. $56. Ruaus foliis quinato pinnatts ter. natisque, caule aculeato, p8. a. Perianthium monophijlumquin» b. Corolla penta petaJa. c. Stamina numerofa Calijci in* ferta. d. Stamen feparatum. e. Germina numerofa cum Stijffs e iaicrc ununats ct Migmatibus fimnlirihnc nprfïf>f.nr;h„<, ƒ. Unicum feparatum, g. Bacca compofita. /«.Eadem denutata. i. ACd'nus cum Sfifftnnfp *. Semen. TEMP. 1TI ni> Snnnfo —„r..^ dumetis lapidofis, in Geiria ia \lborPtn nrnnp rïmn;. r._ c-r- v.iuuIUgauj. ixc. -olttur magna copia in hartis & U Ir,rot- t„ni„ geb buik. Framboizen, Braamboozen, Hinnebezien. Is een zeer aangen ame zoete iets rinfche verkoelende Vrugt, di"iSJSSS M- ifk?"°nIJ genooten word- Haa^ ge" is zeer a eZ Wuft bij alle toebereidingen derzelvenAanhoudend ?| deTo'lii£ heid der Bezien bevinden zich dikwils kleine wormpjes, en deéze veroorzaaken behaiven het walgelijke van dien, dikwijfc buS gëeven ëe°PVru?0tkUWil ZdfS dat Z,J' S^^^heid tot wonnen geeven. Ue Vrugt is voor 't overige verkoelend en verkwikkend en £5Sa °Xe* i°r%-^ zo is haar Stnia 'g bezwaarlijk. Men bereid 'er een gedistilleerd water van, 't aeen K"VZen -geUr ?Kr aan^naan, is. Het meeste is derzelvefge a n enaauZd^'f"'*' "iet 'UI'St als ^er werkzaam, maar!?, v'rdoovende rt t" ,on3fgenfmen fmaak ™ and«e middelen ze ér*oeI doKf lt TU -Sff^ lzijn is met w«er verdunt, een zeer goed dorst-Itillend mtdJel m heete koortfen. EU      PLAAT CCCLIX. 59 EUROPISCHEj TILIA LINDEBOOM. EUROPA A. De Xlllde C L A S S li. CLASSIS Xllma. Zie linnjeus Nat. Hist. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. door houttüijn, Ilde. gmelini, Tom Ildi Part. Deel lilde St., bl. 27. hne pag. 815. lindeboom, wiens Bloemen geen tilia floribus nectario deftitutis. Hooninglakje hebben. a. De vijfdeelige Kelk. a. Perianthium quinque partitum. b. De vijfblaadige Bloem van bo- b. Corolla pentapetala a fuperiori ven. pafte. c. Dezelve van onderen. c. Eadem ab inferiori parte. d. Een afgezonderd Bloemblad. d. Petalum feparatum. e. Veeknllige de Kelk ingeplante e. Stamina nummerofa receptaculo Meeliraadjes. inferta. f. Een afgezonderd Meeldraadje. f. Stamen feparatum. g. Hst halfronde vlokkige Vrugibe- g. Germen fubrotundum & villoginzel. fum. h. De vijfhoekige Vrugt. ft.Fruóhis quinque locularis. i. Twee onrijpe Zaadjes. i. Semina duo immatura. k. De rijpe Vrugt. k. Fruftus maturus. 1. Dezelve geopend. 1.1 'em apertus. in. Het Zaad. m.Semen. bloeitijd. De Lindeboom groeit temp. flor. Crefcit ubique overal aan de Wegen, in gr ome en tam ad vias quam in fijlvis atque kleine Bosfchen, ook in dit Gemee- arboretis. Quoque in Reipublica nebest. Men kweekt hem overal 'generatur. Ubique terrarum ornaam de Wegen , in Boschaadjen, mento ad vias, in lucis & hortis, in de Tuinen in verfcheide gedaan- arte, varia fiquta colitur, atque tens tot cieraad. en zomtijds rekt faspius ad immenfam latitudinem hij zich buitengemeen veruit. Bloeit protrahitur. Floret Julio. in Julij. oebruik. Het bloeizel van deze Lindeboom heeft eenen zeer aangenaamen reuk, maar is s'avonds zeer bedwelmend. Zodra het droog is, verliest het zijnen reuk, als Thee getrokken fmaakt het vrij aangenaam. Men heeft 'er in vroegeren tijd veel vermoogen san toegefchreeven, en als Pijn- en Kraropftillend, verwarmend, \erdeelend enz. gepreezen; en vooral in gebreeken van 't hoofd, de Zwindel, vallende Ziekte, Beroerte, ook uiterlijk als wondmiddel gebruikt. Ook de fap van ;t hout word tegens het Podagra van beroemde oude Artfen geroemd. Al wat nog in zommige Landen in de winkels eenigzints gebruikt word , is dat wegens zijnen aangenaamen geur houdende gejJistileerde water, als bijvoegzel, en 't werd van zommige in dat opzicht met het aqua naphce gelijk gefield, I PER-  PLAAT CCCLX: PERSIKEN AMIJGDüLUS AMANDELBOOM. PERSICA D, Xlllde C LAS SE. CLASSIS XIlL. Zie linnjeus Nat. Hist. Conf. linnjei Sijst. Nat Ed LuiTstVV:JIde gmelini, ToJlltpa™' ueel ilde bl. 540. jm(e pag, 7g^ A^ÏÏB0/\TeJ de am'Jgdalus foliorum ferraturis land es der Bladen allen Jcherp, omnibus acutis , floribus fesG'f klunen enkeld iibus foiitariis# a'^LThkf,§e g¥ipte Mfviif- a-p«ia«hiüm monophijllum tu- i, f/,/ r • p, , bu,dtum femi quinquefiéum. b. De vijfbladige Bloem. b. Corolla pentapetala. c. Een afgezonderd Bloemblad. c. Petalum feparatum. draadjes"6 'm^ime Meel' Stamina triginta calijci inferta» e. Een afgezonderd Meeldraadje. e Stamen feparatum. f. Het vlokkige Vrugtbeginzel mei f. Germen villofum cum Stiilo & 1tempe7^m S * *" e St,'Smate «Pitato. f n'JP6 FfUgt; , 8-Fm£tas raturus. b. Dezelve geopend met de Noot. b. idem apertus cum nuce 1. De Bit van dien. j. R,;as nucieus> bloeitijd. Word in onze Tui- ticmp. flor. Colitur in hortis „en gekweekt. Zijn Vaderland is nolïris, patria vera & de qua nö Perfien, waarvan hij ook zijner, men tulit triviale Perfia p't Rin bijnaam haft. Bloeit in Meij. ree Majo. bitsere Aman leien veel bedenking veroorS nfr e,'ëe,:lchaP de^ de vermaarde liqueur per/ko gemaakt! de P.,ttfcD word GE.    Ti   PLAAT CCCLXI. 61 GEMEENE AMIJGDALUS AMANDELBOO M. C O M M U N I S. ADe Xlllle CLASSE. C L J S S 1 S TUBaa. Zie li«h*us Nat. Hist. Conf. linn.*i Stjst. Nat. Ed. door houttüijn, lldt gmelini, Tom. Hdi Part. Deel Ilde St.,bl. 550. „ Ima pag. . amandelboom wet de «Wer/re amijgdalus fo lorum ferraturis Tandies der Bladen geklierd. De inhmis glandulofis, floribus fes. Bloemen ongedeeld en gepaard filibus gemmmis. a. a.De eenblaadige gepijpte half a,a. Perianthium monophijllum vijffpleetige Kelk. tubulatum femi quinquefidum. b. De vijfblaadige.de Kelk inge. b. Corolla pentapetala cahjci m- plame Bloem. £erta" c. Een afgezonderd Bloemblad. c.Petalura feparatum. _ _ d. Dertig de Kelk ingtplante Meel- d. Stamina trigiuta cahjci mnata. draadjes. e. Een afgezonderd Meeldraadje. e. Stamen feparatum. f. Het vlokkige rondachtige Vrugt- f. Germen villofum fubrotundum, beginzel met tenen eenvoudigen cum Stijlo fimphci.acStigmate Stijl en gekopten Stempel. capitato. g. De dreoge Steenvrugt. g- Drupa ficca. h De Bit van dien. EJUS nucleus. bloeitijd. Groeit in hallen, temp. flor. Cre.dt fponte m Zwitferland en langs den Rh'jn. Italia, Helvetra.ad Rhenum. Co- Hij word in onze Tuinen gekweekt, litur in hortis noftris, ubi altitu- word zeven, tien en meer voeten dinem feptem.decem vel plurium hoor en draagt vrugten. Bloeit in pedum acquirit, frucTufque pro- den beginne van 't Voorjaar in feit. Primo vere Martio &Aprui Maart en April. floret. gebruik. De zoete Amandelen hebben eenen aangenaamen fmaak, en veel voedingilof, maar overvloedig genooten bezwaaren zij d*n maag, en beletten de ontlasting, maai bevorderen in tegendeel de Waterloozing. Zij worden in 't huishoudelijke op veelerbande wijzen gebruikt, maar niet regtftreeks als geneesmiddel. Van meerder waardij is de olie of de emulfie van dien. Het ee:ftc is een verzagtend fmartftillend inwikkelend middel, en word daarom bij ColijK en fcherpe ftoffen, vergiften, onfteeking der ingewanden vooral der nieren, fcherpe of belette ürin aflcheiding, bij ionge onfteeking en den hoest met buitengemeen veel voordeel gebruikt. Gelijke hoedaanigbeid heeft de emulfie, en verdient bij zommige gevallen nog de voorkeur, vermits zij aangenaamer en veelvoudig beter verdraagen word, meer voedzaam is, en daarom ook tot groot gerief der emulfie Artfen verftrekt. De bittere Amandelen zijn vergift voor dieren en ook voor menfchen, ja voor eenige jaaren heeft men zelfs vier menfchen die te veel daar van gegee. ten hadden, in Amfterdam zien fterven. Dit vergift zit onder de fchil en het gedistilleerd bitter Amandelen water, of bittere Amandelftof, is het fterkfte vergift. De olie daar van is onfchaadelijk, zo ook wanneer deze gekneusd tot Gebak of andere lekkerneijen gebruikt worden. Bij hardnekkige tusfeherpoozende koortfen, w.er oorzaak in een complicatie der buiksingewanden fchuilt en de koortsbast hulpeloos is, zijn de bittere Amandelen van veel waardij. De bittere Amandelen ftjf en'tKersIaurierwater zijn van. een en dezelv de kracht. 1 2 g£"  62 PLAAT CCCLXII. GE MEE NE A L O E DOORBLAADIGE ALOE. P VüLGARli &T A be VUe cl4sse. classjs «!* Zie linn^us Nat. Hist. Conf. linn^i Siist kt* va *. De eenblaadige gepijpte Bloem a, Corolla mononetala tnhnl^ nut de zesfpleetige Rand. ]imbo c^QetaIa tubu!ata £S£ Z" Mel- b-Eadem SP™<™ Staminibus, i££SB*,t ge n biS k bitter en walgeli k is, word als koop articul uit de Indien m ! t gebragc. Dit als artzenij middel gebruikt i z ér nee5 PurLeerer de afzettende en wormd rijven de. Zommige gebruiken3 het li■lt Jo?it nd en maandftonden drijvend. In vefitoPPingen " e ingewan den bij de H.JPoncbondrie en waterzucht heeft het zekerll ve?' waardij, en vooral omdat het direfl op de endeldarm weit Als ba zamiek en wondmiddel, ook als oogenmiddel is het dTkw.ls gepfeezen. f^mS£^ wel de fsm Fsrfoliata aa">-waar *«*Fa- DOR-      PLAAT CCCLXIII. 63 DORBLAADIGE ALOE SOCOTRIJNSCHE ALOE. SUCCOTRINA. De Vide C L A S S E. , CLASSIS VIta. Zie linnjeus Nat. Hist. Conf. linhjei Sijst. Nat. Ed. door houttüijn, Ilde gmelini, Tom. Ildi Part. Deel Vllljie St., bl. 356. Imce. pag. 562. aloe die jmalblaadig is,engedoornd aloe angufti folia fpinofa, fiore met paarfche Bloemen. purpureo. a. De eenblaadige gepijpte Bloem a.Corolla monopetala, tubulofa, met eenen zeslpleetigen Rand. limbo fexfido. b. Dezelve geopend. b. Eadem aperta. c. Zes Meeldraadjes met de Stamper, c. Stamina fex cum Piftillo. d. Het ovaale Vrugtbeginzel, Stijl d. Germen ovatum , Stijlus & en driefpleetigen Stempel Stigma trifidum. e. De driehokhge geopende Vrugt. e. Frudtus trilocularis apertus. f. Het Zaad. f. Semen. bloeitijd. Deze foort van Aloe temp. flor. Hasc fpecies in hoort op het Eiland Succotra, aan de infula. Succotra juxta ora maris mond van de Roode Zee gelegen, rubri pofita habitat, fecundum t'huis , word naar haar Vaierland patriam nominatur, nobisque ad benoemd, en van daar tot het Medi- ufunr medicura advehitur. cinaale gebruik bij ons gebragt. gebruik. Van deze Variëteit maakt nog Gmelin nog MuiiRAijgewag. HouTTUifN benoemd ze. Deze alzo en Reichard waren in dat opzicht mijne leidsmannen. De fap van deze Aloe word voor de beste gehouden, en door de Artfen het meest voorgefchreeven. 'Er zullen driederhande foorten van toebereidingen; onder den naam van Succotrina, Hepatica en Caballina, van deeze foort gemaakt worden, die zo wel in hoedaanigheid als uiterlijk aanzien verfchillen. Echter is 'er ook in dit opzicht nog niets bepaald. Als geneesmiddel heeft zij dezelve werking als de voornoemde, vooral purgeerend , en zelvs zo men ze in een wond brengt verloochend zij dit vermogen niet, en men is zomtijds genoodzaakt dit gebruik uit te ftellen. 'Er zijn een groot getal van oude Compofities bekend, waar onder de Aloe de bafis is , en 'er is zeker geene der zo meenigvuldige laxeerpillen Compofities, waar onder de Aloe niet de eetfte plaats heeft. 'T veelvuldige gebruik van dien heeft ook in vroegeren tijd zeer veel aanleiding tot Ambeijen gegeeven, vermits het eene vaste waarheid is, dat de Aloe deze verwekt, maar daar en tegen de vloeijende weder verdrijft. Kaempf heeft ze als visceraal middel weder in trek zoeken te brengen. I 3 STItf*  if pi,». is gelijk de overige foorten aZ m™1£1 Plantgewasch vergiftigen aart, echter"kan mef S° i-ftaFrpen van eeDen zeer fterker geeven, 'als Zde andereLr tel dir X gÊneeSm,idde! der werkingsvermoogen. Ook ziS r'™ W'JSt °°k het min' proefreemingen meeL gemaakt *Tj?dX "^VUl^ nitwr. Napellus. Het extract drr,\it Z Ï , ,4? afSebeei-e bereide tinctuur van r to ró drUDoefs%l.ge blade^m« Wijngeest en verharde klieren al a°er nutiTSroll^ »^01^"1 05 J^£ Cicuta verbonden .IjeneffensEphnïï cH" e/traél ,nst datder zig in de HeupjigC™£«S fffS^aR** ten, heeft aan een geheel eezelfchan d™ ZZi ! . Iade geSeekaamvde Bloemen venvekke^ODz«einn^ 'oegebragt. De ge-, melte met fmart en duizefn? Sinfn r "3 ""u*" gehe" nadeel, andere dieren nre^S-kgei?n 5eten het 20nder ^«ortte^^^to^m en uitdien GE- WOLFSDOOD MONNIKSKAPPEN. De XUlde C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttüijn, Ilde Deel IXdeSt., bl. 158. monnikskappen met gepalmde veelieeligc ruige Bladen. a. De vij/bladige Bloem met de GeJIigtsdeeUn. «. Het helmvonnige geopende Bloemblad. g>.De vier onderfte tegenovergeflelde Bloembladen. b. He; op de Bloemjteel zittend Honingbalje , met kleine Schubjes. c. Vteltallige Meeldraadjes. d. Een afgezonderd vergroot Meeldraadje. t. Drie Frugibeginzelen met Stijlen en S:empelen. bloeitijd. Groeit in Italien en Zwttferland in de Haigen drie en vier Voet hoog. Ook voord het in enze Hoven ter hoogte van drie Voe- < ten gekweekt. Bloeit in Julij. ] ■ACONITUM LIJCOCïONü M» CLASSIS Xllma. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Bart. Ima pag. g38. aconitum foliis multifidis vü- lolis. a. Corolla pecta petala cum f.xus partibus. *. Petalum galeatum apertum. fi. Petala quatuor inferiora oppofita. r b. Neftarium pedunculo infidens, cum fquamuüs parvis adjacen- tlDUS. ?. Stamina numerofa. ^amen feparatum Magnitudine ^.Germina tria, cum Stijiis & otigmatibus. temp. flor. Crefcit in Italia x Helvetia ad fepes altitudire num quatuorve pedam Colitur luoque in Hortis altitudine trium 'edutn. Floret Julio.      PLAAT CCC.LXXI. 7* GETIPTE MONNIKSKAPPEN. De XUUe C L A S S E. Zie L1 n n m u s Nat, Hist. door Houttüijn, Ilde Deel IXdeSt., bl. 168. monnikskappen met bijnavijfwijvige Bloemen, de Slippen der Bladen wigvormig ingejneeden ,fpits. a. De Bloem in haare Natuurlijke gedaante. b. Dezelve geopend. *. Het bovenjle helmvormige Bloemblad geopend. pp. De twee zijdelingjche Bloembladen. edali. Facile quoque colitur in Sortis noftris, Auguftoque floret.      LAAT CCCLXXIIï. 71 DRIEKLEURIGE VIOOL. De XIXde C L AS SE. Zie linn/eus ivat. Hf. ' door HfUTTUijN , Ilde Deel Xlde St., bl. 139viool met een driekantige verfpreide Steng, langwerpige ingefneedene Bladen en vinieelige Stop pelijes. a. De Eenbladige Kelk. b. De vijfbladige Bloem vanvooren. c. Dezelve van agteren. A.Het bevenfte Bloemblad met het Honingbakje. e. Vijf zamengehegte Meeldraadjes met omgeboogene Vliezen. f. Deze Vliezen afgezonderd met de Aanhangsels die in het Honingbakje rijken. g. Het Vrugtbeginzel met de Stijl en [chuinfche Stempel. bloeitijd. Groeit overal door de geheele Republiek ter hcogie van zes tot acht Daim. Bloeit de geheele 7nm?r. met omgeboogene Vliezen. f. Deze Vliezen afgezonderd met de Aanhangsels die in het Honingbakje rijken. g. Het Vrugtbeginzel met de Stijl en [chuinfche Stempel. bloeitijd. Groeit overal door de geheele Republiek ter hcogie van zes tot acht Daim. Bloeit de geheele Zomer. VIOLA TRICOLOR. CLASSIS Vta. GFBiiuiK. Wilde Penjeen, Viooltjes. Het in gebruik zijnde. Kruid heeft eenen grasachtlgen iets flijmerigen fmaak zonder reuk. Haare werkingskracht is Uitilag bevorderd en hevig Unndnj vende. Ik heb in de waterzucht met zeer veel voordeel eene heevige wa: urloofing daar van gezien, en fchoon een Recenfent over mijne vertaalins der verhandeling over den Daauwworm enz. meent dat dit middel geentzints met de roode Vingerhoed te vergelijken zij, vermits het niet de heevige gevaarvolle werking gelijk deze uitte, zo had hij dit aangaande volkomen recht, maar ik heb het nog meer, omdat het de zei vde nuttige werking doet zonder den lijder aan zomtijds gevaarvolle toevallen bloot te Hellen. Zijne werkingskracht is als Specificq tegens den Daauwworm geroemd en beweert. Het Kruid of Foeijers van dien word in zoete melk gekookt of mee ftroop of water gemengd van een tot meer drachmen daags gebruikt. Ook deze Specifique kracht hebben zommige willen betwisten, om dat het niet na haar zin alle ziektens.die zij' voor Daauwworm hiel. den genas, en met dit al zal de Koortsbast fchoon hij niet alle Kooitfen geneest doch zijn Specifique roem behouden ! T koouit met altoos op de middelen aan, maar op onze gebrekkige Diagnojis■en daarna geformeerde indicatie; zie Wiohman de crufta laSea veV Serli-renofa Genoeg wanneer het waare Daauwworm was, had het mij altoos dienst gedaan en in tegenover; * Helde geweigerd. Na de Helling van Hanneman aeneest het den Daauwworm om dat het tn een jonden ftaat een dusdaanigen uitfiag voortbrengt. Andere leeren nog dat het inwikkelende, verkoelende en purgeerende, ooiC dat het bij innerlijke ontfteeking (van zuiver ènLijmpa'.hiquen aart) en de vallende ziekte van nut zij. Oim- VIOLA TRICOLOR. CLASSIS Vta. 3onf. linkjei Sijst. Nat. Ei. gmelini, Tom. Ildi Part. Ima pag 413. «ola caule triquetro diffufo, foliis oblongis incifis, ftipulis pinnatitïdis. a. Perianthium monophijllum. b. Corolla pentapetala ab antenon. c. Eadem a pofbriori parte. d. Petalum fupremum cum Neftario. e. Stamina quinque coalita cum membrauis reflexis. f. Ha; membrana; feparatse , cum appenicibus duorum ftaminum nectarium intrantibus. g. Germen cum Stijlo & Stigmate obliquo. temp. flou. Crefcit ubique & per toumRempublicam altitudine jfex ad o*to Pollicum. Per totain [floret -fëftatein  74- PLAAT CCCLXXIV PLAAT CCnT.VYTTT- b. De driebladige Bloem. c. Urie inaebrn.~J„ . e. De Eenhokkige'Vrugt met twee (zomtijds meer) Zaaien. f. Bet Zaad. dun, Arabien, JEgijpten en Ame'tca thuis, en is een vrij hoose Bom. Ook WOrd dezelve in onze Juinen gekweekt. Oostindien word de V,un J, b?m,nd Sene«niddel. I„ «akt flegts loslijVJheiJ%I uZr L8!1500^ gef eten' en '«oor«iraa,jde langwerpig HaauwZ £ C" W^ge wat zamengefcts walgelijk Jrg Dh k ol nT, *n Wijni den onder een geftamot: rorn« ee"'ge veeze'en en Zaa- Vermits het in deöLt l» ir ' en worda!s geneesmiddel gebruik t, het altoos koper *°K en E ^ beWerkt Word' 20 ho«d geen geduurende b t kooken me het ZT geZUU'erd te wo'den. ijzeren fpaatel gefchied 7nSedu«ng omroeren , met een veegd rood zieden met vlS tonVÜ xmer uf^hen en niet afgezo is 'er koper n té inden FenT een blaauwe k'e"r aanneemt, Apotheekers : De zogenaamde 5f f n°°dlg0 waar(c»ouwing voor prefereeren. De uit dwS koomï %za,verd? Pu|Pa- is dus te geconfïjt.en meet tSZ^r^Snl^"1^ zijn ffietzuiker tot medicinaal gebruik H«K ~ g V°-hten tot drinken a^ Dit toont niet allee! dé toL^ L^rh66' ™T W>fteen zouten het aanfchieten vand Kik? rr..£h,f,,caa,e «Verzoekingen, derland. IngevolLn dezS ?. ?ljftalIen der m zijn Va' en bederfJerendg mi dZl voo al wf" ^°°n Pierend «offenin de Ingewanden bevinden n T"' Z'Ch gaI ofal«Hne het drinken enz zi/nde dïJéK/, ?°k Senoegzaam verdunt tot ieder Geneeskundg^oStm bekend. We'king a» Ai1^INDËB°OM. ■Oe ////e C i A S S E. t-f linnjeus Afar, door HOUTTÜIJN, /tó Deel Ilde St., bl. 44. tamarindeboom. a. De gekleurde vierdeelige Kelk. b. De driebladige Bloem. C üne ^kromde Meeldraadje,. d. Het Vrugtbeginzel, Stijl ei dik- . izomtijds meer) Zaaden. f. Het Zaad. , d n, jrabien, Mgijpten en Ame- 1 rtca thuis, en is een vrij hooseln Boom. Ook word dezelveVZTc duinen gekweekt. 1 |TAMAR[NDüQ 'NDICA. ^onï. l innje 1 Sijst. Nat Ed ome l in 1, Tom. Ildi part.' Ima pag, 54. tamarindus. ** IorattmhiUm qUadrlPardtum co* !>• Corolla tripetala. Stamina tria incurvata. '•Germen, Stijlus & Stigma cras- hufculum. •ftnftu unilocularis cum duo- bus (fcpius pluribus) Semini- '. Semen. temp. flor. Habitat in Indiis. U-gijpro, America &c., arbor on parvaj altitudinis inde exitiit ohtur quoque in Hortis noftris.'      PLAAT CCCLXXV; 75 G E W O O N E KINA-BOOM. De Vde C L A S S E. Zie LtKNffius Nat, Hist. door houttüijn, Ilde Deel Ilde St., bl. 82. Kinaboom met ovaale Bladen, die van onderen wollig zjn , Pluimsw'jze Bloemen met wollige Randen. a. De vijftandige naauwljks merkbaari Kelk. b. De eenbladige Bloem met een vijfdeeligen Rand, in welks Pijp vijl Meeldraadjes aangehegt zijn. c. Het tweedeelig Zaadhuisje met heZaad i. Het Zaai. bloeitijd. De Boom van dewelke cp dePlaat een takje afgebeeld is, groeit ir Peru. De van daar tot ons gebragte Bast hier van , is bij ons onder de naam yan China of Koortsbast bekend, C I N C H O N A OFFICINALIS. CLASSIS Vta. Conf. linn/ei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. lmce pag, 361. cinchona Foliis elliptlcis fubtus pubescentibus, Corolla; Limbo lanato. (panicula brachiata Lin. Mat. Med.y a. Periamhiura manifestum quinque dentatum. b. Corolla monopetala , Limbo quinque partito cujus Tubo Stamina quinque anexa funt» e. Capiula bipartibilis cum feminibiis. d Semen. temp flor. Crescit hajc Arbor cujus ramulum figura referr in Peru% & conices ejus inde adlati t'ub nomi1e corticis Peruviani vel chinse nouis cognoci iunt. gebruik, Cort. Chinae, Koortsbast. Dit uit Peru koomende en zeden bet jaar 1638 in Europa bekende geneesmiddel leerden wij door de uitwerking bij de Gravin Cinchona kenne.i, en is dus genoemd Cort. Cinchon: pu'.v. Comitis: maar de mam van Cort. Jefuit, pulv. Cardin. draagt hec van de Vaders Jcf uiten de eerfte overbrengers in Europa. Cort. Pe. ruv. is de bij ons gewoone naam. De bittere lamentrekkende (lof zoude men lot eene balts kunnen aanneemen op welken men eene redeneerings wijs over het werkings vermogen der bast van deeze Boom zoude kunnen vo uttellen f.o 'er niet een meenigte van middelen dezelvde eigenfehap hadden , en toch de Koortsbast niet evenaarden. Koortsbast roemt men dit middel, dai de Koorts - CharaSler fluit en vernietigd. In den voorgaanden tijd, genas uien ook koortl'en, maarniet zo makkelijk gelijk thans. Bij tusfehenpoozende kuortfen is dit middel niet te misten, nog weiniger bij rot of boosaartig-, van verminderde levenskracht voortkoomende, Zenuvve en zinkings koortien; voornaamelijk bij koortfen, die van verminderde tegenwerking der vaste Veezei op aangebragte prikkeling (reitsij enz. Bij hec koude vuur innerlijk en uitwendig, bij de Door en Persloop, Wormen, Pokjes , tot de etter wording enz. bij de flijmige Longieering, is het voordeelig, en bij die van ontlteeking, en de meeste ontlleekingziektens narieelig. Dikwijls dienen de ingewanden eerst door braakmiddelen voor het gtbruik ontlast te worden. De Koortsbast geeft geen levenskracht op, maar verfterltt de Veezelen tot verwekking van dien. Haiinsman zegt de Koortsbast geneest de koorts om dat hij deeze in gezonde dagen ver* wekt! — God vergeef bem deeze Ketterij zeggen orthodoxen! — of onze nakoomehngen deeze Helling niet als een Canon zullen eerbiedigen ? daar voor wil ik geen borg Haan. De roode bast of andere zoorten kan ik hier niet bijvoegen , en merk maar aan dat van de nituwe ontdekte Brajiliaanfche en Tecamez bast veel goeds voorfpeld woid Alle Zuuren, Sijr. Alth. oxymel. Sa', tart maaken het afkookfbl door de Compofitie ouwerkiaam, Het Extr, Refw Stil, effent, enz. zijn kostelijke geneesmiddelen. L EU-  7<5 PLAAT CCCLXXVI. EDR OPIS CHE CIJPRESSEBOOM. De XXIfle C L A S S E. Zie linnjeus Nat, Hist, door kouttuijn, Ilde Deel lilde St., bl. 428. ctjp esiEboom met fcltubbige Bla den en vierkantig Loof. a. a, a. Mannelijke Bloemen metEijvorm'ge Katjes. b. Kelkjchubjes van luiten. c. Dezelve van linnen met vier aangeveegde Meelknopjes. d. Een afgezonderd Meelknopje. e. e,e. Vrouwelijke Bloemen van dezelve Plant. ï.Een derzelven doorfneeden zijnde, ziet men op ieder eenbloemig Schubje veelvoudige geele [lip. pelijes. g. De Vrugt bejlaat uit fcHldvorm ge Schubjes. h. Dezelve docrfneeden met het Zaad i. De Vrugt zijnde een Noot. bloeitijd. Het Vaderland van deeze Boom is Carinthien. Ook word hij in onje Hoven ter hoogte van een Bom gekweekt. Bloeit in Maij. CUPRESSUS SEMPERVIRENS. CLASSIS XVta. Conf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed. c me l i n r, Tom. Ildi Part. llda, pag. 1007. cufressus foliis imbricatis, frondibus uuadranaulis. _ gebruik. Dit in Creta groeijend Boomgewas was bij de ouden m groote waardij tn wegens Zijne faamentrekkende krachten beroemd. Hippocrates gebruikte het hout tot een rook tegens de baarmoeder ziektens en Galenus tegens de doorloop. Larg daar na, zijn vooral de Vrugten of Nooten, tegens de koorts gebuikt geworden. De krachten van alle deelen van deezen Boom zijn zamemrekkende. en dus wierd 't een of 'c ander gedeelte bij de doorloop , roode loop , bloedfpuuging , verflapping der pisweegen , za.dvloejing, wute Vloed, breuken enz. gebruikt. De Nooten z.jn.harstagtig enmeer famentrekkend, en uit dien hoofde wierd eertijds een infufie met water of wijn in- en uitwendig als zeer voordeelig geroemd. Veele fabelagtige vertelfels van deezen Boom zal ik daar laaten, te meer om dat hij ook niet meer in gebrmk is. 0 MOL- CUPRESSUS SEMPERVIRENS. CLASSIS XVta. Conf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed. g m£ lin 1, Tom. Ildi Part. Ilda, pag. 1007. cufressus foliis imbricatis, frondibus quadrangulis. a. a, a. Mafcuii Flores, Amenta ovata. b. Squama calijcina ab exteriore Parte. c. Eadem ab esteriore Parte, cum quatuor Antheris adnatis. d. Anthera feparata. e. e, e. Fceminei Flores in eadem Planta. f. Unus eorum transverfïm disfechis. Unaquoque Squama uniflora numerofis Punclis luteis confperfa eft. fr.Fruchis, Squamis peltatis conftruétus. h. Idem disfecïus cum Seminibus. i. Fruclus, Nux. temp. flor. Habitat in Carinthia, fed quoque in hortis noftris colitur altitudinem arboris attingens. Floret Majo.      PLAAT CCCLXXVII. 77 MOLDAVISCH DRAAKSKOP. De XlVde C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttüijn, Ilde Deel lXde St., bl. 410. draakskop met Kranf es-Bloemen, ' Lancetvormige Blikjes en Hairige Tandjes. 3. De eenbladige gepijpte Kelk. b. De greinzende Bloem. e. Dezelve geopend met twee lange en twee korte Meeldraadjes. d. Een afzonderlijk Meeldraadje. c. Het vierdeelige Vrugtbeginfel, de draadswijze Stijl en dubbelde Stempel. bloeitijd. Groeit in Siberien en de Moldau. In onfe Tuinen •word het ter hoogte van twee a drie voeten gekweekt. Bloeit in 'julius en Augustus. gebruik. Deeze Draakskop koomt met onfe gewoone Melisfe zeer veel overeen en wierd ook in vroegeren tijd van de Kruidkenners Melisfa Turcica genoemd. De Plant heeft een de Melisfe bijkoomende, echter niet zofterke edoch aangenaame reuk, is Maagenkramp en pijnftillende en een goed Zenuwe middel. — Het deelt met water gedistilleerd aan hetzelve eenige geestige ruikende deelen en veel weezentlijk olie meede. Daar de gewoone Melisfe zo goed of nog beter is dan deeze , zo heeft zij ook in onfe Apotheeken de vooikeur. L 2 KA DR A COCEPHALUM MOLDAVICA. CLASSIS XHItia. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Hdaj pag. 915. dracocephalum Floribus verticillatis, Braéteis lanceolatis, Serraturis capillaceis. a. Perianthium monophijllum tubulatum. b. Corolla ringens. c. Eadem aperta cum duobus Staminibus longioribus & duobus brevioribus. d. Stamen feparatum. e. Germen quadripartitum, Stijlus fiüfoimis & Stigma bihdum. temp. flor. Crefcit in Sibena & Moldavia. Colitur in hortis noftris altitudine duorum triumve pedum. Julio, auguftoque floret.  78 PLAAT CCCLXXV11J. KANARISCH DRAAKSKOP. De XlVde CL A S S E. Zie iiHNffius Nat. Hist. door houttüijn, Ilde Dsel IXie St., bl. 406. draakskop met geaairde Bloemen en famengejlelde Bladen. Z.De tenblaaige, gepijpte vijandige Kelk. b. De eenbladige greinzende Bloem . met twee lange en twee korte Meeldraadjes. c. Het vierfpleetige Vrugtbeginfel, de Draadswijzt Stijl en dubbelde Stempel. bloeitijd. Het Vaderland van deeze Plant is rfmerica, mair zij word *ok in onfe Tuinen ter Ixogte van drie voeten gekweekt en bloeit in Junij en Julij. PRACOCEPHALÜM I CANARIENSE. CLASSIS XlIItia. Conf. linkei Sijst, Nat. Ed. gmelini, Tom Ildi Part. Ildce pag. 915. DRACccEniALUM Floribus fpicatis Foliis compofitis. a. Perianthium monophijllum tu- bulatum, quinque dentaium. b Corolla monopetala ringens, cum ftaminibus longioribus & duobus brevioribus. c. Germen qüadrifidum, Stiilus fi. liformis & Stigma bifidum. temp. flor. Patria Plantas eft America, fed colitur in hortis nc ftris ad altitudinem tripedalem & floret Junio atque Julio. gebruik. De eigenfehappen van deeze Kanarische Draahkop koomen in veele ftukken met de reeds genoemde Melisfe overeer t)ok noemde men ze in de Apotheeken Melis fa Canarienfis. Lik.' NiEUs wilde dat men aan deeze de voorkeur eeeven zoude vermits zij zo veel ruikende ftof bezit, dat geen der ruikende Planten bebalven de Thijm haar te boven gaat. Zij is verder oplosfend Zenuwe verlterkend, uitmuntend bij de Bleekziekte, Hoofdpijn enz. In onze Apotheeken word zij echter niet nagehouden. WIT-      PLAAT WITBLOEMIGE NIESWORTEL. D E XXlUde C L A S S E. Zie linn^us Nat. Hist. door houttüijn, Ilde Deel Xlde St.,bl. 385. nieswgrth. met een meervoudig zamengeflelde Bloemtros de Bloempjes orerend. s. De jesbladige Bloem, b. Hes Meeldraadjes. c. Een efjezonderl Meeldraadje. d. De beginfelen van het Vrugtbeglnjel der mannelijke Bloem (*) e. Drie Vrugtbeginfels die in niet zeer aanmerkelijke Stijlen en eenvoudige Stempelen eindigen. f. Eet. afgezonderd Vragtbeginfel. bloeitkd Het groeit in Rusland , hallen, Zwitjerland en üuttschland op de Gebergtens drie a vier voet hoogHet word ook in onfi Haven gekweekt; en bloeit in Jmy en July. {*) 'Er zijn tweeflagtige Bloemen van dezelve l'lanr. Ses Meeldraadjes die der mannelijke in b gelijk zijn. CCCLXXIX. 75 VERAT RUM ALBUM. CLASSIS Vha. Conf. l 1 n « m 1 Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Ima;, pag. 580. veratrum Kaceino fïipra decompolito, Corollis erectis. a. Corolla hexapetsla. b. Stamina lex. e. Stamen feparatum. d. Rudimentum Germinis Floris ma- fcuun. *j e Gum.iia ui* , in Siijlos vix mani- festos cum stigmatiou» finijjKibus ■ efi' eutia. f Germen feparitum. •iemp, tnjR Crescir in Rusiïa, l.alia, Helvetia ,Oer'.iania Monti« nus, altitudine tfiu n qnstuorve p duin. Colitur quoque in hortis & fl.,re. Junio atque Julio. !.") Flores hermaphroditi in eadem Planta. Stamina J'ex fimillima masculinis in b. gebruik. De Plant wierd eertijds onder Helleborus albus in onfe Apotheeken genoemd. De Wortel en het Kruid zijn voor ÜVlenfchen en dieren hoogst vergiftig, en met dat al is de wortel een voornaam geneesmiddel, en reeds bijHippocKATES, GALENusen Celsus bekend. De Wortel is fcherp eh walgelijk van fmaak en doet de deelen van de mond aan: een heevig niesmiddel. Een der heevigfle braak-en purgeermiddelen, 't verwekt bij de eerfte werking hitte in verfebeide deelen, de fchouderbladen, het hoofd , en het aangezicht, ontfteeking en opfwelling van het zelve, kittelend ge» voel in de handen, tonifche krampen, famentrekking van de keel, ftikking, verlamming der tong, kramp en knaagende pijnen in de Maag- en Ingewanden, angst, duifeling , hoofdpijn, dorst enz. De tweede werking veroorzaakt beeving, femelen , braaking, bloedperfing op den afgang, ftuipen, koude fweet, urin en fpeekzelvloed, en alle deeze hoedaanigbeden qualificeeren haar bij de waatervrees, gelijk de ouden reeds roemden, krampagtige amborftigheid en dusdanige vernauwing der keel, uitflag, maagpijnen wiér oorzaaken onbekend zijn, zenuwkwaaien en ten laatften in de Dolheid. Verfcheiden toebereidingen zijn van verfcheidenegeroemd: Ik ben met een half grein in Poeijer welks werking 6,8 a 10 uuren duurde zeer wel geflaagd, klimmende van tijd tot tijd tot een grooter dofis.en heb in verfcheide heevige maagpijnen waarvan ik geen oorzaak opfpeuren konde , en ook bij de Melancholie veel voordeel daarvan gezien. Azijn is derzelver tegengift, L 3 LAAGE  8o PLAAT CCCLXXX. LAAGE SLANGEN WORTEL. Be XIXde C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttüijn, Ilde DeelXde St.,bl. 352. slangen wortel met de Steng bij. na naakt, e'.nblcemig, de Bladen Lancetvormig geribd en vlak. a. De gemeenfchappelijke Kelk. b. De Jamengeftelae Bloem. e. £«i enkd ie Bloem. d. Derselver vijf zamengcvoegde Me-ldraanjes. e. Het Vrugtbeginfel met de draadswijze Stijl en twee omgeboogen Stempels. f. Het Vrugtbeginfel met het Zaadpluis. bloeitijd. Het groeit in fomtnige Streeken van Europa, miar 't word ook in onfe Tuinen drie voet hoog gekweekt en bloeit in Julij en slangenwortel met de Steng bij. na naakt, e'.nblcemig, de Bladen Lancetvormig geribd en vlak. a. De gemeenfchappelijke Kelk. b. De Jamengeftelae Bloem. e. £«i enkd ie Bloem. d. Derzelver vijf zamengcvoegde Me Adr aatjes. e. Het Vrugtbeginfel met de draadswijze Stijl en twee omgeboogen Stempels. f. Het Vrugtbeginfel met het Zaadpluis. bloeitijd. Het groeit in fomtnige Streeken van Europa, miar '1 word ook in onfe Tuinen drie voet hoog gekweekt en bloeit in Julij en Augustus. SCORZONERA H U M I L I S. CLASSIS XVlUva. 1 gebruik. Deeze foort Slangen Wortel heeft een bittere en Melkagtige fmaak. Zij groeid veel in 't wild maar is houtagtiget heeft meerder ringen, en word voor werkfaamer gehouden als de Davolgende. Zij word als oplosfend verdunnend en voedend , in de Hijpochondrie en Borstkwaalen geroemd. Men menet deeze wortel gedroogd in de Apotheeken onder de zogenoemde fpecies tot Ptifana. Ten opzichte van haare flfjmige eigenfchap heeft zij in die gedaante veel voordeel gebragt, vermits zij op deeze wijze beter met devogten gemengt, en deeze menging larger aanhoudende is. Haar tegengiftige kracht is een fabeltje der oudheid. SPAANSqg SCORZONERA HUMILIS. CLASSIS XVlUva. 1 Conf. linnjer Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi. Part. lli.s pag. 1169. scorzonera Caule fub nudo unitioro, Foiiis lato lanceolatis nervofis. a. Calijx communis. b. Corolla compofita. c. Corolla propria. d. Ejus Stamina quinque coalita. «.Germen cum Stijlo filiformi & duobus Stigmatibus reflexis. /. Germen cum Pappo fcminis. temp. flor. Habitat in nonnullis regionibus Europa:, fed colitur in hortis altitudine tripedali ubi Julio & Augufto floret.      PLAAT CCCLXXXI. Si SPAANSCH SLANGENWORTEL. St XIXde C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist, door houttüijn, lldt DeelXde St., bi. 35*. slangen wortel met een takkige Sieng, en omvattende Bloemen, die onverdeeld zijn en gekarteld. a. De gemeenfcJiappelijke Kelk. b. De jamengejlelie Bloem. c. Een enkeld tweeflagtig Bloempje. d. Vijf famengevoegde Meeldraadjes. e. Het langwerpig Vrugtbeginfel, de draadswijze Stijl en twee omgeboogen Stempels. f. Het langwerpig Zaad met het Zaadpluis. g. Een Wortelblad. bloeitijd. Groeit in Spanjen en Siberien , word in onfe Tuinen drie voet hoog gekweekt en bloeit in Julij. SCORZONERA H I S P A N I C A. scorzonera Caule ramofo, Foliis amplexicaulibus, integris, ferratulis. a. Calijx communis. b. Corolla compofita. c. Coroilula propria bermaphro» dita. d. Stamina quinque coalita. e. Germen oblongum, Stijlus filiformis & Stigmata duo reflexa. f. Semen oblongum cum Pappo. g. Folium radicale. temp. flor. Crefcit in Hispa. nia & Siberia, fed colitur in hortis altitudine tripedali. Floret Julio. gebruik. Deeze zoort Slangenwortel koomt de voorgaande gelijk. Liwsffius geeft de voorgaande als inlandsch zijnde, voor werkfaamer aan. Deeze word des niet tegenflaande in de Apotheeken na gehouden, en gelijk van de voornoemde gezegd is gebruikt. Nog meer word deeze in het huishoudelijke gebruikt, en als eene zeer lekkere ligt te verteerende en voedende fpijs, die met veel graagte vooral bij ziektens en weder geneezende genooten word. Za de verfche wortelen gefchraapt worden, en zo leggen blijven, neemen zij een roestkleur aan, maar zo zij in 't water gelegd worden, blijven zij wit en deelen deeze roestkleur aan het water mede. LAAGE SCORZONERA H I S P A N I C A. CLASSIS XVUIve. Conf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed, Gmeltni, Tom. Ildi Part, lldaj. pag. ii 76. scorzonera Caule ramofo, Foliis amplexicaulibus, integris, ferratulis. a. Calijx communis. b. Corolla compofita. c. Coroilula propria bermaphro» dita. d. Stamina quinque coalita. e. Germen oblongum, Stijlus filiformis & Stigmata duo reflexa. f. Semen oblongum cum Pappo. g. Folium radicale. temp. flor. Crefcit in Hispa. nia & Siberia, fed colitur in hortis altitudine tripedali. Floret Julio.  82 PLAAT CCCLXXXIL LAAGE KATOENBOOM. De XPlie CL A S AB. Zie l i n kjeu s Nat Hist. door houttüijn, Ilde Deel Vde St.,bt. 387. katoenboom*- met vij'f'kwabbige Bladen, van onderen ongeklierd, de Stens; kruidig. a. De dubbelde Kelk b. De vijfbladige van onderen jameng'voegde Bloem. t.VeeltMige Meeldraadjes in een rolronde [tmei.voeging. d. Het rondagtige Vrugtbeginfel, de co'.omvormige Stijl en vierdikagtige Stempels. e. Een rijpe geheel opgeborftcn Zaaddoos f. Het in wol ingerolde Zaad. g. Hetzelve zonder wol. h. De Pit. bloeitijd. Dit Gewas hoert in America fhuis , maar veel meer fchjnt deszelfs Vaderland Arabien ei ferfi-.n te zijn, waar van daan het alUngskens op andere Eilanden en te» laitjlen na America verplant is. In onfe Tuinen word het ook gekweekt. In w inner Climaaten bereikt het Booms hoogte en bloeit in Julij. GOSSIJPIUM HER BACEÜM. CLASSIS XVta. Cunf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed, gmelini Tom. Ildi Part. Ildce pag 1059. GossijpiüM Foliis quinque lobis, fubtus eglandulolls,Caule herbaceo Isevi. a Perianthium dupkx. b. Corolla penta petala bafi coaI lita. c. Stamina numerofa in Cijlindrura coalita. d. Germen fubrotundum , Stijlus columnaris & quatuor Stigmata crasfiufcula. e. Capfula matura quaj piane dis» filiit. f. Semen Iar a in volutum. g. Idem abfque lana. h. Nucleus. temp flor. Habitat in America , multo magis vero Arabia atque Perfia pro patria habetur, de" qua pededentim ab aliis infulis adAmericanam terram ufque traf'fplantata eft Planta. Colitur quoque in hortis noftris In regionibus calidis altitudinem arboria acquirit atque Julio floret. gebruik. Het Zaad van deeze Katoenboom heefc een fchii die Veel flijm op getfc, en de pit veel zoeten Olie. flijm van de eeifle, en de Melk van de tweede, word bij de hoest, bijdoor gefwelgde vergiften, heete koortfen, en zo de plant vers is ook bij de Longteerin<; en Nieren ontfteeking voor zeer voordeelig gehouden. De Amboinen en Braafiliaanen eeten dezelve als fpijs. Bij ons zijn zij zonder werking, vermits de Ziaden uitgedroogd en fterk zijn wanneer zij tot ons koomen. Het Katoen word van de Egijptiers ook van de Europeaanen tot branding in plaats van de Moxa gebruikt, ook wel tot wiekjes om 'er geneesmiddelen langs dien weg in de Ooren en Tanden te brengen, of deeze voor de lucht te beïchermen. JAAR-      PLAAT CCCLXXXIII. 83 JAARLIJKSCHE SPAANSCHE PEPER. De Vde C L A S S E. Zie LiNNffiUS Nat. Hist. door HOUTTÜIJN, Udt' Deel Vilde St.,bï.6Si. Spaansche püper met een kruidige Steng en enkelde Bloemjleelijes. a. De eenbladige vijffpleetige Kelk. b. De eenbladige Raderwijze Bloem met ten halven vijffpleetigen Rand. C. Dezelvde geopend met vijf Meeldraadjes. d. Een afgezonderd Meeldraadje. e. Het eijvarmige Vrugibeginfel ■, Stijl en Jlompe Stempel. f. Een rijpe Vrugt, g. Dezelve geopend. h. Het Zaad. .bloeitijd. Het eroeit in eenige Streeken van America, maar 't word in onze Tuinen anderhalf voet hoog gekweekt, bloei}ende in Julius en Streeken van dmenca, maar t wora in onze Tuinen anderhalf voet koog gekweekt, bloei} ende in Julius en Augustus. CAPSICUM A N N U U M. CLASSIS Vta. Conf. linnjei Sijst. Nat. EtL gmelini, Tom. Ildi Part. Imce pag. 387. capsicum. Caule hsrbaceo peiun- gebruik. De Reuk en de buitengemeen fterke brandende Smaak van deeze Spaanfche Peper is overvloedig bekend : ook dat hij tot Kruidenarij dient, en van de Peruaners zeer veelvoudig rauw en met zout gegeeten word. Als Artfenij-Middel befchouwr. is hij Maagfterkend, of veel meer prikkelend, de Verteering bevorderende, en heeft voor 't overige met de gemeene Peper alles gemeen. De gemeene man gebruikt hem ook wel tegens Koortfen. en anderen willen hem tegens de Borstkramp roemen. Beroius heeft het Zaad in poeijer a twee grein, met een derde grein geftooten Lauwrierbefien gemengd, en bij hardnekkige tusfchenpoozende Koortfen met veel voordeel 'gebruikt. Als een irritans befchouwd laat zig dit zeer ligt begrijpen, maar deszelvs gebruik vereischt althans omzichtigheid. De Hauwen maaken den Azijn zuurder, en om deeze hoedanigheid worden zij in de Verwerijen tot de zwarte Kleur gebezigd. r CAPSICUM A N N U U M. CLASSIS Vta. Conf. linnjei Sijst. Nat. EtL gmelini, Tom. Ildi Part. Imce pag. 387. capsicum. Caule hsrbaceo peiun* culis folitariis. a. Perianthium monophijllum quinquefidum. 6. Corolla monopetala , rotata , Limbo femi quinquendo. c. Eadem aperta cum quinque Staminibus. rf.Stamen feparatum. e. Germen ovatum, Stijlus & Stigma obtufum. /.Fructus maturus. g. Idem apertus, h. Semen. temp. flor. Habitat in nonnullis regionibus Araericse, fed colitur in hortis noftris altitudine fesquipedali & floret Augufto.  8| PLAAT CCCLXXXIV. KRUIPEND GANSERIK. De XUie C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttüijn , Ilde Deel IXde St., bl. 65- GANserik metvijfvoudige Bloemen, kruipende Stengen en eenbloemige Bloemfleeltjes. a. De eenbladige ten halven tien/pleetige Kelk. b. De vijfbladige, de Kelk ingeplante Bloem. c. Een afgezonderd Bloemblad. d. Twintig de Kelk ingeplante Meel draadjes. e. Een afzonderlijk vergroot Meeldraadje- {.Veelvoudige Vrugtbeginfelen in een Hoofdje gegaard, wet d'aadswijze Stijlen en Jlompe Stempelen. g. Een afgezonderde Stamper, b. De Kek met liet naakte Kasje, i. Hetzelve met het Zaad bedekt. bloeitijd. Het groeit overal aan de Wetgen op kleijagtige Weijlanden, van een halve tut een voet hoog. In dit Geweenebest emflreeks Harderwijk, in de Duin Valleijen van Holland, in de Wouden van Frrsiar.d enz., en bloeit in Meij en Junij. POTENTILLA R E P T A N S. CLASSIS Xllma. Conf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Ima pag. 850. potentilla Foliis quinatis, Caule repente, pedunculis unifioris. a. Perianthium monophijllum femidecemfidum. b. Corolla penta petala calijci in> ferta. c. Petalum feparatum auflas magnitudinis. d. Stamina viginti, Calijci innata. e. Stamen feparatum auctae magnitudinis. ƒ. Germina numerofa in Capitulum colletta, cum Stijlis filiformibus & Stigmatibus obtuGs. g. Piftillum feparatum. h. Calijx cum Receptaculo nudo. i. Seminibus tectum. timp. flor. Crefcit ubique ad vias & in pratis ficcis argillofis altitudine femipedali vel pedali. In Reipublica circa Harderovicum, in Vallis Dunarum Hollanjdte, in fijlvis Frifia; &c. Floret Majo & Junio. gebruik. Vyfvingerkruid. De Wortel van deeze Plant is zeer famentrekkende en in dat opzicht heeft men haar eertijds veel kracht toegefchreeven, en bij koortfen, de Roodeloop en als Wondmiddel gebruikt. Zelvs Hipfocrates heeft dezelve bij tusfehenpoozende koortfen gebruikt, maar vermits wij thans werkfamer middel tot dien behoeve bezitten, zo is zij thans bij oas buiten gebruik geraakt. Ook onder de gorgeldranken heeft men ze gebruikt, gelijk men dit uit de voorfchriften der fpee. pro gargarism. Andromacl;i zitt. BAL*    wm   PLAAT CCCLXXXV. 8* BALSEMGEE VENDE P O P E L I E R. Bs XXIIjïe C L A S SB. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttüijn, Hde Deel lilde St.,bl. 519. popelier met bijna Hartvormige gekartelde Bladen. a Mannelijke Bloemen, een langwerpig rolrond Katje. b. Een afzonderlijke Bloem met het vijfdeelige Schubje {of de Kelk.) c. De Kelk (of zomen wil de Bloem) is eenbladig, tweedeelig met achtien of twee en twintig Meeldraadjes. d. Een afzonderlijk Meeldraadje. e. Vrouwelijke Bloemen {tweejlagtig), een losgefchubd Katjezijnde. f. Een afgezonderde Bloem, met het Schubje (of de Kelk ) g. De Kelk (of de Bloem) met het Vrugtbeginfel, de Stijl en de vierfpleetige Stempel, met twee Meel draadjes over malkanderen. h. De Vrouwelijke (tweejligtige) Oloem doorfneeden. bloeitijd. Deeze Boom groeit in Canada, maar word ook in onfe Tuinen gekweekt. aioem doorjneeaen. bloeitijd. Deeze Boom groeit in Canada, maar word ook in onfe Tuinen gekweekt. POPÜLUS,, B ALSAMIFE RA. CLASSIS VUha. gebruik» Een Balfem, of veel meer een harst dat nSJJ pen, Kalabasfchillen, met Bladen bedekt, of in drooge vrijftaare ftukken met verfcbillende kleuren, en buiten gemeen aangnuim ruikend, onder de naam Bah. Tacamaliaca tot ons gebragt word . word van deeze Boom getrokken. Anderen fchreiven deszelvs aikomst aan de Fagara oüandra toe. Die in Kalabas fchillen word voor de beste gehouden. De jonge fpruüjes van den Boom, fuiken bij uitftek aangenaam, en worden zij met de vingers gewreeven, geeven zij een helder goudgeel dikachtig en ruikend Vogt, 't welk zo de fpruitjes In een heete pers geperst worden, een zoort roode, booteragtige iets na Rhabarber ™>liendf.,B*3 geevt, die brandbaar, rookende en ruikend is. Innerlijk wora deeze niet ligt bij ons gebruikt, maar uiterlijk in Zalven,en pleisters, gelijk onder het Empl. opodelt. matricale, ftomach: de lacamahaca. Aangaande deszelvs olieagtige en flijmige deelen kan n.] de opgefwollen deelen oplosfen en beneffens dit is bi] oolc pijn en fmertftillend. Bij een fwakken maag is hij uiterlijk van dienst. En als rookwerk bij zinktógenvan eenige waardij. ZVVARTF. POPÜLUS^ B ALSAMIFE RA. CLASSIS VUha. Conf. LiNNffil Sijst Nat. Ed, gmelini, Tom. lldifart. Imce pag. 630. . ,' populus Foliis ovatis ferratis fubtus albidis, Stipulis refinofis. a. Flores mafculi Amentum oblongum cijlindraceum. 6. Flos feparatus cum Squama quinquepartita (vel Calijce). c. Calijx (vel fi mavls corolla) monophijllus, bipartitus.cum Staminibus octodecim vel vigtoti duo. d. Stamen feparatum. e. Flores foe.uinei, (hermaphroditi) Amentum laxe imbricatum. /".Flos feparatus cum Squama (.vel Calijce) g. Calijx (vel Corolla) cum Germine, Stijlo & Stigmate quadrifido, cui duo Stamina oppofita funt. „ , h. Coroila fceminea (hermapbrodita) disfecta. temp. flor. Spontehascarbor in Canada nafcitur fed in hottis noftris quoque colitur.  PLAAT CCCLXXXVI. ZWARTE P O P E L I E R. De XXIIde C L A S S E. Zie LiNNffius Nat. Hist. door Houttüijn, Ilde Deel lilde St.,bl. 517. p3mlier met driehoekige , ge/pitsde gekartelde Bladen. *. Een Uoeijend Takje van den Hoorn. b. Een Takje met bloeijende mannelijke Katjes- c. Een Takje met bloeije-.de Vrouwelijke Katje: tl. Een mannelijk, eenbloemig, gelijk, gefcheurd Schubje. e. Het zelve Schubje zonder Bloem en het anexe tëabladigt Honinsbakje. f. Ach! zeer korte Helmdraadj'es. g. Een Helmdraadje uit de midden. h. Een Schubje van een Vrouwelijk Ki:/e. 'u Het Vrugtbeginfel met de naauwelijks merkhaare jlijt, vierfpleetige Stempel, aan het Schubje gehegt. k. Hetzelve zonder Schubje. X- De vergroote vurjpleetige Stempel. ra. Het ovaa'e Zaaddoosje is tweebak, kig en tweekleppig. ti. Het rijpe Zaaddoosje opengejpleeten het hairto'tnige Duil uitflroijende ' o. Een Zaad en Huil los Zaaddoosje. p. Het Zaad. bloei 1 ij0. Deeze Boom groeit vrij algemeen door geheel Europa . en vertiest zijne Randplaats aan Rivieren, Beeken, kort en bij het water. Hier te Land groeid hij aan de weegen van de Duinen. Zijn Bloeifem verkondigt het Voorjaar. gebruik. Ook de Sprunjes van deeze Popelier geeven een Balfamiek geel, bitter en ruikend vogt; aan 't welk een verzag, tend en fhap aanbrengend vermogend toegekend word, wordende ook bij de doorloop persloop, branding en jigt geroemd. De met Wijngeest bereideTintlura 3(J_3i. tordtendien opzichte 7„! nerhjk in Soep gebruikt, uiterlijk het Olie. Het zeer famengeftel. den Ungt. Popul. word ook met dat oogmerk gebruikt en is zelvs r^m^}Vt 10 de ?urstPleu™ geroemd. De Kamtfchatdalen, bakken uit de bast eea foort van brood. STJJRAX P O P U L ü S N I G R A. CLASSIS PUlva. Conf. Lin Nffii Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom Ildi part-. Ima Pag. 630. populus Foliis deltoidibus acumina. tis ferratis. a. Trunci Ramulus fiorens. b. Ramus Amentis masculis fiorens. c. Ramus Amentis foemineis fiorens. d. Squama mascula uniflora, plana, Iacera. e. Squama eadem, absque Flore, Ne. ftario anexo monophijllo. f. Filamenta ofto brevi'.fima. g. Filamentum e Grcniio reliquorum decerptum. h. Squama ex Amento fcemineo. i. Germen , cum (Njlo vix manitVsto , ast Stigmare quadrifido, connexum ad huc cum Squama. k. Idem absque Squama. I. Stigma quadrihdum audtum. m. Capfula ovata, bilocularis, bivalvis. n. Capfula matura debiscens, & Pap. pum capillarem emittens. 0. Capfula jam Pappo feminibusque orbato. 0. Semen. temp. flor. Habitat hsec arbor per omnem Europam vulgans & fre. quens. Atnat fluviorum npas 6c vicinitatem aquarum. Nobis ad vias in Dunis ciescit. Flores veris adven. lum iudicant.      PLAAT CCCLXXXVII. ;S7 S T IJ R A X BOOM. De Xde C L AS S E. Zie linnmus Nat. Hist. door houttüijn, Ude Deel, Ilde St. &/. 457- 6tijiux boom met ovaale Bladen die i van onderen wollig zijn en eenvoudt ge Takjes (*> a. Z)e eenbladige vijftandige Kelk. I). öe eenbladige Trechtervormige Bloem met een vijf (zomtijds zes} deeligen rand en tien \zomlijds twaalf) Meel' draadjes. p. Dezelve geopend. d. Een Bloemblad met ingeplante Meeldraadjes. e. Het ronde Vrugtbeginzel, eenvoudige flijt en geknotte Stempel. f. DeSteenvrugt twee Nooten omvattend. bloem ijn. Groeit in Arabien, Si- i trien, fieilien en Frankrijk, word ook in onze Tuinen gekweekt. (*) Houttüijn heeft maar deeze kenteekenen hij echter niet opgeeft. S T IJ R A X OFFICINALIS. CLASSIS Xta. gebruik. Zo de genoemde boom doorïnimjainge ui ren wunufleek gekwetst word , druipt 'er een Vogt uit, 't geen gedroogt ziindefglanzende, wit geel of roodagtigziet, en een zuivere, vaste, talie, harstagtige, een fcherpe onaangenaame imaakmaar zeer welriekende korrels geevt die wij wel Calamita mgranis noemen : wordende de dus genoemde ook voor 't beste foort gehouden.' Buiten dien zijn 'er nog tweederhande foorten, waarvan de eene uit de Boom zeiven geperst word. Men zetf dat de eertte de Stiirax van Hippocrates zij. De ouden, Gallnus en Dioscobides gebruikten dit Middel vrij algemeen in verfcheiden ziektens die oplosflnge van taije en flijmige Vogten vereischten, vooral bi, fchorrigheid. verkouwendheid, de hoest, borstkramp, benaauwdhedenst opgeftopte maandftonden enz., ja fommigen wilden het bij de zweerende longteering prijzen, maar deszelvs voordeelen gijn hier zeer twijfelachtig. Hedendaagsch word bet mettegenfuande deszelvs zenuweprikkelende en krampftillende kracht niet meer gebruikt, het zij dan dat fommigen die op de oudheid veel prijs ftellen de PUI. exflijrace nog beézigen, die echter van wegens de bijgemengde Heulfap veel voorzichtigheid vereifchen. Onder het Rookwerk, vooral onder de Bacilli pro fcrnace word het veel gebruikt. Ook word het onder de navolgende Pleisters en Zalven gemend: Empl de Stijrace. Stomachal Anirom. Nhthniat. Diofcord. Ungt. de Stijrsc: Manial. Balf. dpopictt. J M 3 " •■ A!a i Ji, S T IJ R A X OFFICINALIS. CLASSIS Xta. 3onf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part, Imce pag. 699. njRAX Foliis ellipticis integris fubtus tomentoiis, Racemis fimplicibus. 1. Perianthium monophijllum quinquedentatum. i. Corolla monopetala infundibuli formis, Limbo quinque (interdum (ex) partito, & decem Caonnun . e. Een afgezonderd Meeldraadje. f. Het Vrugtbeginfel met draadswi]ze Stijlen en eenvoudige Stempelen. g. De doorfneeden Vrugt met het Zaad. h. Het Zaad. bloeitijd. Deeze Boom word overvloedig zes a acht voet hoog ge kweekt. Bloeit voorts in 'i Voor¬ jaar, P IJ R U S C IJ D O N I A. CLASSIS XHma. Conf. l 1 n n ze 1 Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi part, Imce pag, 842. gebruik. De Vrugt heeft een aangenaame doordringende reuk. Haare eigenfchap is eene wrange iainenirc»*c..uC m,..», kan niet raauw gebruikt worden. Gekookt en met Zuiker gemengd is "ij aangenaam, iets flijmig, famentrekkend, zuur en buteragt.g. Zij s verkoelend , bederfweerend, voedend en verwerkende en kan met veel voordeel in Gal-en Rotkoortfen, bij bedorven ftoffen der Ingewanden, doorloop , persloop als bijmiddel gebruikt worden, fchoon genomen zij in de laaifte ziekte meer ten opzichte van haare Oijmige grondftof als van het famentrekkend vermogen werkfaam zij. De Vrugt kan gedroogd, ingelegd, als Conferv, Geleii enz., gebezigd worden. Hifpocrates roemden ze ali lijntrekkend; GalbIüs bij de uitzakking der Baarmoeder en Misdragt; Dioscorideshet Ol. Cjd. attAq.Qnm.Ctjd.tmS mart. tod. zijn zeer wel bekend. Van meer medicinaale waardij is het Zaad ten opzichte van zijne flijmige ftof, 5 j. met 3 vj aq. geeft al een goede flijm, die uiterlijk bij Brandinge, zeere Oogen, opgefpleeten Mond en Tepels van veel nut is. Inwendig met Zuiker gemengd in de Persloop, bij heevige perfingen, ook als Clijlteer , dij een zeere opgezwollen Keel, en boven al bij de Sprnuw en bezeerde Slokdarm, bij blinde Ambeijen enz., is niets beter om de van haare flijm beroofde deelen te befchermen en te verzachten dan deeze. De Arabieren zijn de eerfte uitvinders van dit Geneesmiddel P IJ R U S C IJ D O N 1 A. CLASSIS XHma. Conf. l 1 n n zb 1 Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi part. Imce pag, 842. fijrus Foliis integerrimis Floribus folitariis. a. Perianthium monophijllumconcavum femiquinque fidum. b. Corolla pentapetala quoad partem fuperiorem. c. Eadem quoad partem inferiorem, d. Stamina viginti Calijci inferta, Stamen feparatum. /.Germen cum Stijlis filiformibus & Stigmatibus fimplicibus. g. Fruftus disfectus cum Seminibus. h. Seinen. temp. flor. Colitur abunde ha;c arbor altitudine fex vel o£to pedali. Floret primo vere.  £ó F L A A T CCCXC. APPEL OOFTBOOM. De Xllde C L A S S E. Zie linnzeus Nat. Hist. door houttüijn, Ilde Deel iVde St.,bl. 608. OOFTboom met gekartelde Bladen, de Bloemtrosjes angejleeli. a. Een rijpe Appel. b. Een awars doorfneeden Appel vertoont de vijf hokjes. c. Een langwerpig Zaad, vanen-, deren fpits pwtig. bloeitijd, Deeze Boom groeit overal word ook door geh-.el Europa gekweekt en bereüt dikwijls een aanmerkelijke hoogte. • Bloeit voorts in 't Voorjaar, gebruik. Er zijn een meenigte foorten van deeze Vrugt bekend, en ieder Landftreek levert weder verfcheide foorten. De Vrugt heeft eene zuuragtige zoete, we! fmakende roofenagtige, de wijn bijkomende geurige fmaak. Sommigen doen zig zeiff door haar reuk kenmerken. De Vrugt is een leer goed en ligt te verteerend voedfel, 'tgeen verkoelend, min of meer famentrekkend. *La a 1 YmngGX\ en SP'J'sverteeringen in 't algemeen bevorderende, de Vogten der Buiksingewanden verbeterend, bederfweerend, en is tegens de Scheurbuik van veel nut. Gekookt of rauw s avonds gegeeten brengt zij eene aangenaame flaap. Haare zuiker en hon.ngagtige grondftot, de fterke drank die daar van geItookt word, bewijst haar voedend vermogen ten overvloede. De Appeldrank welke men in Engeland en Duitschland uit de Vrugt perst, is zeer aangenaam en geevt ook een goede Azijn. Ten gevolge van deeze hoedanigheden blijkt, dat deeze Vrugt bij Rot- en üaikoortfen enz., een kostbaar gefebenk in de Natuur is? Des. niettegenftasnde verdraagen zij zwakke Ingewanden niet ligt, het zii dan dat zij met Kruidenareijen gemengd worden. Bij den Huid uitilag, verfcheide foorten van herpes, zijn de zuure raauwe Appelen van veel dienst. Sommigen prijfen zij bij den Steen. De Sijr pm. Morjtorf bij de Hoest en Borstziektens. De gebraaden Appels voor Uogziektens na Roosekstein, doen als zulken alleen geen andere dienst als dat zij warmte aan de oogen brengen In de Apo'heeken word niets daarvan nagehouden , het zij dan dat men de Confefs Mkerm., Sijr. Pom. Borst, TinSt. mart. pomat. of het zeer voor. oeeiige Ungt. pomat, van Rosekstv.js daaronder begreep. WITTE P IJ R 17 S MALUS. CLASSIS XHma. Conf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Ima pag. 842. pijrus Foliis ferratis, Umbellis fesfilibus. a. Pomum maturum. b. Pomum transverfim disfeftum , ut loculiquinque appareant. r.Semen oblongum, bafi acuminatum. temp. flor. Crefcit & colitur per omnem Europam. Altitudinem altam fspius attiugit & vere in eunte floret.      PLAAT CCCXCi; 91 WITTE KAJUPOETJEBOOM. De XVWde C L /I S S E. Zie l i n n ffi u s Nat. Bist. door houttüijn, Hde DeelBIdeSt., W.212. «AJBPoetje (Kt/ Zancez Z Mf/vorm/gtf veelgeribde Bladen en uitgeflrekte Air ('). a. flff vijfdeelige Kelk met de half geopende Bloem. b. Dezelve uitgefpanntn met 't voorjleekende Vrugtbeginfel , Stijl en jlompe Stempel. t. Getrapte Bloemen in haare natuurlijke gedaante, i. Een zeer vergroote Bloem. e. De half geopende dwars doorfneeden Bloem. f. Zaaeldoosjes zonder Dekfel. g. Een zulk Dekfel. Alle Deelen behalven e en f z'jn jlerk vergroot. bloeitijd. 'Deeze Boom groeit h Oosündien en is een Bewooner der Mo. lucfche Eilanden en wel van het Eilanci bloeitijd. 'Deeze Boom groeit in Oosündien en is een Bewooner der Mo* lucfche Eilanden en wti van het Eiland Jianda. C*j Hou t tuijn geeft een naauwkeurige Berchrijvhg van de>cze Boom deszelvst variëteiten, maar geen Jpecijique onderjcheidingsteekenen van de fpecies. gebruik. Het is na veele twijfelingen beflist, dat een in 't groen vallende uit Banda over Batavia koomende, fterk ruikende Olie, onder den naam van 01. Cajeput tot ons gebragt, van da Schors en Bladen van deeze Boom geltookt word. Het heeft eene vlugge na Campber en Therpenthijn ruikende reuk, die in den beginne onaangenaam is; Het fmaakt fcherp, fwemt op 't water er» verbrand op't vuur gelijk een geest zonder eenig overblijffel, en vervliegt zo 't echt is zeer ligt. Bezijden het hoofd gewreeven maakt het jeuken en traanen der ooaen; 3 tot 12 druppels, viermaal 'sdaags met Zuiker liq. min.,fpir. nitr. dulc. gegeeven, verwekt fweet gelijk alle ./Etherifche üüen, en 't is daarom in fommige foorten van Waterzucht van veel voordeel. Het is uit-en inwendig Pijn en Krampftillende. Bij Zenuwziektens, Kramp,Stuipen , Hondskramp, vallende Ziekte, Beroertens, Maagkramp, enz. is het uitmuntend Bij de Blindheid (amaurqjis) en andere gebreken van 't Gezicht, 't Gehoor, de Rheumatifmus. de jigt word het van veelen geroemd. Bij de Tandpijn van Zinkingen of zo da Tanden uitgehold zijn, werken eenige druppels op Catoen in dezelve geflopt, gelijk een toovermiddel. Bij door flooting of kwetfing veroorzaakte Sugillatijes, is óm uiterlijk intewrijven geen beter middel. N THEQ- MELALEUCA LE UCADEN DRON. C L A S S f S XVUma. Conf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi. Part. lldte pag. 1154. melaleuca Foliis lanceolaiis falcatis acutis multinerviis Spicsloogata. a. Perianthium quinrjuepartitum cum Fl re femi aperto. b. Idem expanfum , cum prominente germine Stijlo & Stigmate. c. Flores fafciati Magnitudine naturali. d. Flos auctioris admodum Magnitu» dinis. e. Flos femi apertus, tranfveröm disfe&us. ƒ. Capruls feminales operculis des- titutie. g. Tale Operculum. Omnes panes exceptisf &fmagnitudine fortiter auita; funt. temp I'Lor. Arbor in India orientali , Mollucis , Infulas Bandam indigena.  92 F L A A ï CCCXCII. THEOBRAMA KAKAIT-BOOM. De XVUlde C L A S S E. Zie linnzeus Nat. Bist. door houttüijn, Ilde Deel lilde St., bl. i8ö. theobrama kakau met geheel effenrandige Bladen. a. De vijfbladige Kelk. b. Een Bloem in zijne natuurlijke Gedaante. c. De vijf Bloembladen op het Ho ningbakjes fleeltje zittende. d. Het vijfdeelige Honingbakje ten halven na binnen geboogen , met vijf uit hetzelve voortkoomende Meeldraadjes en vijf andtre onechte Meeldraadjes, de Stempel aangevoegd zijnde. e. Een onrijpe Vrugt met een aan vast Zittend Meeldraadje. f. De na de Langte tien geflreepte Appel. g. De Vrugt. a, c, d, e, zijn vergroot. bloeitijd. Op de AntillifcJte Eilanden, in America, Mexico enz,, groeit deeze Boom overvloedig. THEOBRAMA CACAO. CLASSIS XVUma. Conf. LiNNiGi Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. lldce pag. 1151. theobrama Foliis integerrimis. a. Perianthium monophijllum. b. Flos Magnitudine naturali. c. Petala quinque Pedicillo Nectarii infidentia. rf.Neftarium quinque partitum , introrfum fornicatum, cum quinque Staminibus ex eo propendentibus. Alia quinque Stamina caftrata Piftillo aproximata funt. e. Fruétus immaturus cum Stam ine adhasrente. ƒ. Pomuin quo ad Longitudinem decem ftriatum. g. Fruétus. a,c,d.e. auétasfuntMagnitudinis. temp. flor. In Antijllis, in America, Mexico &c, ab unde crefcit baec arbor. gebruik. Uit de Vrugt van deeze Boom word de zeer beminde Cbnco!?adc gemaakt, wiens bereiding genoeafaam bekend ï>. 1): Viflgl van dezelve is een in eene fchil opgeflooten pit. die vettig, flijmlg en melkachtig is, en eene bittere melkfmaak heeft. Verscfi gegeeten is zij zeer zwaar te verteeren, maar ligter geroost of gekookt. De Olie, die bij de bereiding der Cho. colalde Bfeefche(den, en Kakau Boter genoemd word, is zeer aanoei un eil bij wrfcbeiden gevallen, waar men het Amandelen Olie Dl jgd in plaats van dit te gebruiken. Sapo de cacao is boven alle aildeie tO* rten van medicinaale Zeepen te prafereeren. Het Butijtum bij opgel'pleeten Lippen, zeere Tepels,en de Hoest, verdiend allen lof. De Chocolaade is zeer voedend, het mannelijk veimo. gen opwakkereoi!e:Oude lieden,die met Longkwaaien behebtzijn, enz., bevinden zig zeer wel daarbij, en vooral bij catharhaale ziektens der Borst. Men beweert ook dat zij de ontlasting bevordere en bij de Ambeijen van dienst zij! Dit zal ik daar laaten, maar zo veel is waar, dat zij zwakke Ingewanden niet verdraagen kunnen en vooral zo zij oud en het olieachtige beftanddeei al fchap is. KOR-      PLAAT CCCXCIII. 95 KORRELIG STEENBREEK". DeXds C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttüijn, Hde Deel VUIlteSc,bl. 556. steenbreeic met Niervormige ge kwabde Stengbladen, eentakhge Steng en korrelige Wortel. a. De eenbladige vijfdeelige kelk. b. De vijfbladige Bloem. c. Tien Meeldraadjes met de Stamper. d Een afgezonderd Meeldraadje. e. Het Vrugtbeginfel met twee korte ' Stijlen en Jlompe Stempelen. bloeitijd. Het groeit overvloedig op zonnige en Zandige piaatjen \-nno-ie. van een voet en bloeit in per. d Een afgezonderd Meeldraadje. e. Het Vrugtbeginfel met twee korte 'Stijlen en Jlompe Stempelen. bloeitijd. Het groeit overvloedig op zonnige en Zandige piaatjen ter hoogte van een voet en bloeit m Maij en Junij. SAXIFRAGA GRANULATA. CLASSIS Xma. r ■ BRüiK. De Wortel van deeze Plant was eertijds in gebruik. Als deeze droog gekaauwd word is zij eerst zonder fmaak, maar ^3rnf bitte achtil. Versch iets famentrekkend en bitter Het Kruid heeft geen reuk maar een grasachtige .ets zuure fmaak Dit kwam nooit in eenige aanmerking en zelvs vermeiden het de bees. Sn De Wortel wierd eertijds tegens het Graveel en den Steen leroemd , alleen omdat haar knottige aan malkanderen gehegte deelen de aeftalte van fteenen na te bootten fcheenen. Geen anderè grond voorhanden zijnde, is zij thans met zeer veel recht uit d-lijst der weikfaame Geneesmiddelen uitgcfchrapt. N 2 win' Classis J.ma. Conf. LiNNiEi Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Hdi Bart. Ima pag. 706. saxifraga Foliis caulinis reniformibus lobatis, Caule ramofo Radice granulata. a. Perianthium monophijllum quinque partitum. b. Corolla pentapetala. c. Stamina decem cum Piltillo. d. Stamen feparatum. e. Germen cum duobus Stijlis brevibus & Stigtnatibus obtufis. temp. flor. Crefcit ab unde in locis apricis, arenofis, altitudine pedis Majo & Junio fiorens.  D\ PLAAT CCCXCIV. WINTER KERS S T E E N . R A K E T De XVde CL J S S E. Zie linnjeus Nat. Eist. door houttüijn, Ilde Deel IXde St.-, bl. ó~Só. steen-raket met LieracUigoBladen aan 't eind rond. . i. De vierdeelige Kelk. b. De Kruisvormige vierbladige Bkem. c. Een afgezonderd Bloemblad. d. Ses Meeldraadjes, van dewelke twee korter zijn dan de vier overige. e. Een afgezonderd Meeldraadje. f. Het vierkantige lineale Vrugtbeginfel mei de nauwelijks te onder. jcheidtnde Stijl en gekopte Stem pel. E R IJ S I M U M BARBARE A. CLASSIS XJVta. Conf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed, Gmelini, Tom. Ildi Part. lldce. pag. 983. eeijsimum Foliis iij'ratis, extimo fübrotundo. a. Perianthium tetnnhiilhni. b. Corolla tetrapetala cruciformii. r.Petalum feparatum. d.Stamina fex, quorum duo breviora fiint quatuor reliquis. e. Stamen feparatum. /.Germen tetragonum, lineare; cum Stijlo vix difcemendo & Stigmate capitato. bloeitijd. Het grc^i: in Smit. temp. flor. Sponte crefcit in frland en andere piaatjen, aan Sloo- Helvetia aliifque locis, quibusdam ten, ter hoogte van twes of drie ad foffas altitudine circiter bi vel Voeten. Aan de Beekjes omffreeks\tripedali. Ad rivulos circa HarHarderwijk en cp meer Plaatfen derovicum nonnullisque in locis '.n Gelderland. Bloeit in Junij. jGelria;. Junio floret. gebruik. De Reuk van deeze Plant koomt de Kool nabij en ae Smaak die der Kers, de Tong zagt brandende. De Plant'behoort ftrikt genoomen meer onder de gezonde voedincsmiddelen als onder Medicinaale Planten, en word ook meer tot Keukengebruik gebeezigd. Het is een zeer goed middel tegens de Scheurbuikte meer vermits ae Plant in de flraffte Winter, onder de Sne-uw in Noordelijke Gewesten, waar gebrek aan Groentens is, groen bl.jft, en dus gegeeten kan worden. Zij word in Engeland in de iurnen gekweekt en zo wel gekookt als in Azijn gelegd, gegeeten ME-      J» LAAT CCCXCV. MELISSEBLADIG KRUISBLOEM. Di XlVdt C L A S SE. Zie LiNB/Eus Nat. Hist, ' "door .houttüijn, Ilde Deel IXdeSt., bl. 415. KRUISBLOEM. a. De Eenbladige klokswijte Kelk. b. Dezelve met de greinzende Bloem. c. De geopende Bloem met twee lan ge tn twee korte Meeldraadjes. d. Een afgezonderd Meeldraadje. e. Het vierfpleetige Vrugtbeginfel, ' draadswijze Stjl én dubbelde Stempel. bloeitijd. Groeit op de Gtbergttns van Duitschland, Switferland en Eng'land twee voet boog en bloeit in Meij. M E L L I T I S MELISOPH1JLLÜM. CLASSIS Xllltia. Conf. linn/ei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. llda, pag. 916. mellitis. a Perianthium monophijllum campanulatum. b. Idem cum Corolla ringente. c. Corolla aperta, cum duobus Iongioribus & duobus brevioribus Staminibus. d. Stamen feparatum. e. Germen quadrifidum, Stijlus fij üformis & Stigma bifidum. temp. flor. Crefcit in fijlvis K montibus Germaniae, Helvetiae, Angliaj &c. altitudine circiter bipedali Majoque floret. "gebruik. Deeze Plant koomt weinig als Artfenijmiddel in aanmerking. Men meent dat het voor de Honingbeijen zeer aangenaam zij. Men flookt 'er een weiruikend water van. Men roemt het als theegetrokkene aftrekfelbij moeijelijke Waterloofing, het Graveel en den Steen. Ook beweert men, dat het de Maandstonden bevordere. Het kan waar zijn, echter zo zijn 'er tot hiertoe geene genoegfaame proefneeminaen voorhanden, die de waardij »an deszelvs Geneefiiigsvermoogen ftaaven. N 3 JA-  96 PLAAT CCCXCVI. TAPANSCHE .D OLI CHOS SLINGERBOOM. Dt XVllde CL A S S E. Zie linksus Nat. Hist. door houttüijn, Ilde DeelXdeSt.,bl. 158. sT.iNfiRttBOOM met een obflaande hnnnfisriiit Stenst. abnereete ovaa- le Tros/en en hangende Jieketige tweezcaaige tlaauwen. a. De eenbladige viertandige Kelk , het bovenjie tandje uitgegulpt. b De V.inier wijle Bloem. c. De V.ag met twee Vleugels. d. De a'gezonierae Vlag. e. e. De twee Vleugels. f. De Kiel. g. Neten famengevoegde Meeldraadje , en een enkeld. h. Hei Vrugtbeginfel met de Stijl en gehairde stempel. i. De tweehokkige geluiirde Peul bloeitijd. Deeze Plant is een Bewooner van Indien en word al leen in onle warme Kasfen voortee bragt. Zj word vier voet hoog en Moeit m Mei/. SOJA. CLASSIS XVIta. Conf. linnzei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Ildae pag. 1105. DOLicnos Caule ereclo flexuofo, Racemis axillaribus ereéris, Le« guminibus pendulis hifpidis fub difptrmis. a Perianthium monophijllum quadridentatum, fuperiori Denticulo emarginato. b. Corolla papillionacea. c. Vexillum cum Alis duabus. d. Vexillum feparatum. e. e. A'as dus. f. Carina. g. Stamina novem connatas St unum limplex. h. Germen cum Stijlo & Stigmate barbato. i. Legumen bilocularecapillatum; que. temp. flor. Indiarum incola. Nobis non nifi in calidario nafcitur, Altitudinem attingit quatuor pedum & floret Majo. gebruik. De Vrugten of veel meer de Boonen van deeze Plant worden in China haar Vaderland in water gekookt tot dat zij week worden , dan worden zij met zout gemengd en blijven eenigen tijd in een aarden vat ftian, worden daarna uitgeperst en doorgefeigd. Anderen geeven nog een andere bereidingswijfe van dit Vogt op. Het Vogt heeft een drooge, zoete en meelachtige fmaak, en is bij ons onder de naam van Soja bekend. Het heeft veel voedende ftof en ftilt den honger. Het word bij het vleesch gegeeten en deelt dit een geurige fmaak meede. Haar Medicinaal gebruik is maar op den leefregel bepaalt en het word dus alleen in het huishoudelijke gebruikt. JEU-      PLAAT JEUKENDE SLINGER BOOM. De XVllde C L A S S E. Zie LiNNffius Nat. Hist. door houttüijn, Ilde Deel XdeSt.,bl. 149. slingerboom met getroste Haauwen, die de Kleppen bijna gekiela en ruig hebben met de BloemJleeltjes bijeen. a. De kloksviijze vijftandige Kelk. b. De Vlinderachtige Bloem. c. De Vlag. d. De twee Vleugels. e. De langwerpige ruige Peul. f. Het Zaad. bloeitijd. Groeit in Oostindier, en America. Zij omjlingerd Jpl raalsgewijze Boomen en Heesters. Bloeit in Seplember. CCCXCVII. 97 D O L I C H O S P R U R I E N S. CLASSIS Xflia. Conf. linn£i Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom IldiPart. lldoe pag, 1104. dolichos Volubilis, Leguminibus racemofis: Valvulis fub carinatis, hirtis, pendulis, ternis. a. Perianthium campanulaturn quinque dentatum. b. Coi olli papilionacea. c. Vexillum. d. Al» duaj. e. Legumen. f. Semen. temp. flor. Sponte crefcit in India Orientali & America , fpiralitercircum volvit arbores & frutices. Septembri floret. gebruik. De Haauw van deeze Plant die in Oostindien, Ame« rica en vooral in Guinea groeit, is met Haairen of borflels bedekt, dewelke zo zij na haare rijpheid door de wind afgewaaid worden, menfchen en dieren op de huid een onaangenaame prikkeling en branding veroorzaaken. Deeze Hairen worden met Stroop gemengd, door de Inboorlingen tegens de Wormen gebruikt, en zelvs aan de kleinfte Kinderen met fucces gegeeven De Slaven die veel met Wormen geplaagd zj'n, moeten deeze remedie, benevens een daarbij gemengd purgeermiddel of zulks 's anderen daags Benomen, om de 3 of 4 maanden neemen, en zo 'er wormen zijn, ziet men ze op de tweede gift afgaan. Het af kookfel of de Vrugt zeiven zijn onwerkfaam, en dus blijkt dat alleen de Mechanique werking der Hairen de wormen prikkelen en dooden, gelijk bij ons het Tin, de Houtskool enz. Bij ons zijn nog geene proefneemingen daarvan bekend, en 't is ook wat onzeker, vermits de Koophandel ons allerhande foorten van Hairen in plaats van deeze Zaaden zoude kunnen in de band floppen, en dekenteekenen van het waare en valfche zouden raoeijelijk te vinden zijn. KRUID-  93 PLAAT CCCXCVIU, KRUIDNAGELBOOM. •D E XUIde C L A S S E. Zie linn/eus Nat. Hist. door houttüijn, Ilde Deel lilde St., bl. 44. kruidnagel - boom. a. Ds vierdeeligs Kelk van Tilt Vrugtbeginfel. b. Vier huigvormige Tiloembladen, onder dewelxe andere Kelkbloemen verborgen zijn. 0 De geopende Bloem met veelvuldige Meeldraadjes, ó. Dezelve dwars doorfneeden waar de Meeldraadjes nog door de Bloembladen opgejlooten fch'jnen. In de midden van het Vrugtbeginfel ziet men de Stijl en onder deeze het bcginfel van het Zaad. «. Het Vrugtbeginfel nadien di Bloembladen en Meeldraadjes afgevallen , thans de kleur der Kruidnagelen hebbende , word of afgeplukt of groeit in i.De Vrugt of Moeder Kruidnagels, dewelke het Zaad in haar midden ' draagd. g.Het Zaad. bloeitijd. Op de Molukfchc Eilanden te vinden. Bloeit in Meij. gebruik. De Kruidnagelen of Vrugten van deeze Booin zijn de aangenaamfte Kruidenarijen. Haare aangenaame fmaak die fcherp en iets bitter, in dv; mond brandend en verhittend, en den adem eene welruikende reuk geevt, is bekend, en dit famengenoomen, heeft hun de voorkeur boven de andere Kruidenarijen gegeeven. Zij zetten de dierlijke Veezei door prikkeling aan, en zijn dus bij phlegmaticque of oude Menfchen van veel nut ter fpijsverteering. Te veel gebruikt verwekken zij de zogenoemde Acrimonia aromatica. Zij worden aliverflerkend, famentrekkend, bij walging, fwijmel, lammigheid van beroertens, de vrijsterziekte en de mdandftonden geroemd. Bij tusfchenpoozende Koortfen word de werking des Koortsbast daardoor opgebeurt Alle deeze ziektens hebben een verzwakte tegenwerking der vaste Veezei tot grond, die door dit prikkelend verfterkend middel opgewakkerd word. De Olie daarvan geftookt is van veel nut bij de Beeneeter, holle Kiefen , het koude Vuur der ouden (Gangrcena Jenilis) en vooral bij verlamminge der Tong, te meer zo deeze van zinkingachtigen aart is; zijnde de plaatfelijke kwijling die deeze Olie hier te weege brengt' zeer voordeelig. De Reuk van deeze Olie, zo 'er veel daarvan in een vertrek fhat, is bedwelmend en veroorzaakt walging .en hanaauwdheid. Nog verfcheiden Compofities en uiterlijke to«=>dieningswijfen hier aan te haaien, belet de ruimte. VELD- CAR1JOPH1JLLUS AROMATICUS. CLASSIS Xllma. Conf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Imce. pag. 822. CARIJOPHIJLLUS AROMATICUS. a. Perianthium quadripanitum gcr» minis. Petala quatuor cucullata , lub bis quatuor alia: Periantbii floris lacir.irc latent, c. Flos aperrus cum Staminibus nurnerolis. d. Idem transverfim disfeélus , ubl Stamina Petalis ad huc iiul.ifa videncur. In medio germinis Stijlus apparet & fub eo Seminis initium. e. Germen lapfis petalis & Staminibus, cariophijllorum aromaticorum Colorem denique induens, & vel decerpitur, vel ultimo excrefclt in ^Fruéium, qui Antophijllorum venit nomine in cujus Medio Semen. %■ Semen. temp. flor In Molluccis nalciur. Floret Majo      PLAAT CCCXCIX. 93 gebruik. Als bet Kruid van deeze Plant gekaauwd word is bet zeer fcherp, en bijtend op de tong en 't verhemelte, [a deeze fcherpigheid blijft zelfs lang aanhouden, offchoon de mond dikwerf niet versch water uitgefpoeld word. Deeze fcherpigheid deelt zig ook aan 't geftookte water mede, 't geen bij uitflek fcherp is. Dezelvde hoedanigheid heeft ook het extracl:. Störk heeft proefneeniingen zo wel met het geftookte water als met het extract bij de Blindheid (amaurojis) en andere verouderde ziektens der oogen, vlakken derzelven en bij boosaavtige Ulceraties mede gemaakt, die zeer wel gelukt zijn , dit verzekeren ook nog meer , anderen betwisten dit wed^v , zo dat nadere proefneemingen eerst het voor en tégen bef....en zullen. Ondertu^fchen laat haare heevig prikkelende en fcherpe hoedanigheid wel veel voordeel voor de Geneeskunde verwagten, te meer, daar het bij Oogziektens als een goed teeken aangezien word, zo haare werking eene fnijdende en zelvs verduisterende pijnelijkheid verwekt. Ook roemt men haar vermogen by oude Venerique toevallen, (zekerlyk Kivikzilverziekte) oude Ulceraties, Lammigheid, Melancholie, belette Wa:erloofing, Maandltonden , Ambeijen enz. Het gedistilleerde water is ft;rker dan hei: extract, en de lijders verdraageri dit beter, als men hun in versheiden giften 637 grein geeft en allengskens daar mede opklimt. O BOSCH VELD A N E M O N E. Dc XlIIds C L A S S E. Zie linnn/Eus Nat. Hist. door houttüijn, Ilde Deel, IXde St. bl. 185. anemone met den Bloemfleel gekranst , de Bloemblaadjes aan de tippen omgebogen, de Bladen dubbeid geringd. a. De zesbladige klokswijze Bloem b. Dezelvde geopend met veelvuldige Meeldraadjes en Stampers. c. De veelvoudige bladige Krans. bloeitiid. Groeit op drooge en aan de zonne liggende IVtijlanden, fes i acht duim hoog. Bloeit in] Junij. ANEMONE PRATENSIS. CLASSIS XHma. Zoxsï. linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Imce pag. C70. iNEMoriE Pedunculo in volucrato, petalis apice refiexis, foliis bipennatis. 1. Corolla hexapetala campanulata. Eadem aperta? cum Staminibus pistillisque numerofis, :. In volucrum ïnulüfidum folia- ceum. temp. flor. Crefcit in pratis [iccis spricis altitudine fex vel octo pollicum Junio floret.  ioo P L A A T CCCC. gebruik. Bosch Haanevoet, Melkwortel, Windbloem. Ook deeze foort van Jnemoneis brandend en bijtend opdetong. Zelfs wanneer de bladen en bloemen geftampt op de Huid gelegd worden, trekken zij Zweeren en Blaaren gelijk de Spaanfche Vliegen, en zo ■A\ niet bij tijds weg genomen worden, volgen 'er zwaar te geneezene Ulceraties. —— Haare grootiïe krccht zit in de Wortel. Dit is bet niet alleen dat veel bedenking bij het inwendig gebruik* baart, maar de doodelijkheid, bloed wateren, persloop, die het bij de beesten veroorzaakt als zij het uit honger eeten, gebied alle omzichtigheid. Zelvs heeft men doodelijke gevolgen bij menfchen waargenomen. Men gebruikt het uitwendig versch gekneusd, als prikkelend middel tegens de hoofdpijn, en fommigen roemen het bij het zeere hoofd. Het extraft zegt men dat de Maandftonden bevordere. Bij de derdendaagfche Voorjaars Koorts legt men het in het begin der Koorts voort op de Armen, en zo 't eenigzints getrokken heeft, word het weder afgenomen, en dit meent men dat in die ziekte zeer voordeelig is. — In hoe verre dit waarheid zij is nog niet vastteftellen, vermits met deeze Plant weinig of geheel geen aanmerkingswaardige proefneemingeu gemaakt zijn. BOSCHMINNRNDE A N E M O N E. De XlIIde C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Rist. door houttüijn, Ilde LeellXde St., bl. 194. anemone met fpltfe Zaaden, ingefneeden liladen en eenbloemige Stengeljes. s. De zesbladige Bloem van boven. b. K. Dezelvde van onderen. c. Veellallige Meeldraadjes. ü Een afgezonderd Meeldraadje met het dubbelde ii.eelknopje. e. Veelvuldige Vrugtbeginfels met ftiitfe Stijlen, en nauwlijks zigtbaare Stempel: f. Een afgezonderde Stamper. bloei 1 iji). Groeit overvloedig in Wouden en fC'euDelbnsfchen fes of acht duim hoog. In Gelderland, inde Haar lemmer Hout, 'tHaagfche Bosch enz. Bloeit in begin van 't Voorjaar, ANEMONENEMOROSA. CLASSIS Xllma. Conf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Ima pag. S71. anemone Seminihus acutis, foliolij incifis caule unifloro. a. Corolla hexapetala ex fuperiori. b. b. Ex inferiori narra:. c. Stamina numerofa. d. Stamen feparatum cum anthera didljma. e Germina numerofa, cum Stijlis acutninatis & Stigmatibus qua} vix difcernenda. ƒ. Piftillum feparatum. temp. Pi.ou. Abunde crefcit in Siilvis & Sepibus altitudine fix vel oeto pollicnm. In Gelria, BucoHarlemenfi & Hagana &c. Primo ilatim vere tloret.    SIJSTEMATISCHE i i N D E X LIJST DER SIJSTE M ATICUS P L A N T E NP L AKTARUM. van het IVde DEEL. PARTIS QUARTiE. DE Ijle CLASSE. Bladz. Ronde Kurkuma. 22 Lange ■ 23 Loog Zoutkruid. 33 DE Ilde CLASSE. Tweelingjche Monarda. 16 Pijpachtige • 17 DE lilde CLASSE. Oostindifclie Tamarinde-Boem. 74 DE IVde CLASSE. Groot Warkruid. 2 Klein ■ 3 Grootbloemige Wonderbloem. 4 Langbloemige ■ 5 Gemeene Kamper/oelij. 6 Arcadifche ■ , 7 Europifche Klimop. ■ 18 Gewoone Tabak. 19 Fijnbladige Steen-Eppe. 26 Kruiderige < 27 Ruigbladig Loogkruid. 28 Ongedoornd > 29 Wilde Eppe Selie. 30 Tegengiftige Zijde Vrugt. 34 Gewoone Wijngaard. 51 Gemeen Krielzaad. 52 Gewoone Doornappel. 66 Witte • 67 DE Vde CLASSE. PENTANDBIA. MONANDRIA. Tab. Curcuma rotunda. 322 ' longa. 323 Salicornia Herbacea. 333 D1ANDRIA. Monarda Didfima. 315 — Fiftulofa. 316 TRIANDRIA. Tamarindus Indica. 374 TETRANDRIA. Cuscuta Europa:a. 3^1 .. Epithijmum. 3^2 Mirabilis Jalappa. 3°3 ■ Longiflora 304 Lonicera Periclijmenum. 30S Diervilla. 3=6 Hedera Helix. 317 Nicotiana Tabacum. 318 Sifon Ammi, 32S Atiiornum. 327 Salfola Kali. 328 , Soda. 329 Selinum paluftre. 33o Afclepias Vincetoxicum. 334 Vitis Vinifera. 34r Tordijlium Officinale. 3S2 Datura Stramoniura. 366 Metel. 367 Ge-  SIJSTEMATISCHE LIJST ?ZZr *T T' d 75 'Cinchona OfficinaKs. 375 Jaarhjkfche Spaanfche Peper. 83, Capficum Annuum. lSl Zmne Bes/en - Boom. 88 j Ribes Nigrum. Itl DE Vide CLASSE. HEXANDR1A. Gemeene DorUadlge Aloë. 62 ; Aloë perfoliaca vulgaris. «62 Dorbhdige Socotriinjc* Aki. 63 — Succotrina. 363 JJt. Vllllte CLASSE. OC TA ND Rl A. Groote Spaanfche Ken. 1 s DE IXie CLASSE. Gepalmde Rhabarber. 2. Mofcooifclte . 25' DE Xde CLASSE. Süjrax - Boom, 87 Korrelig Steenbreek. 93 DE Kilde CLASSE. Praamen Braambco:. 57 Gewoone ■ jj yl'etk Pinang-Boom. 68 : K'uipend Ganferik. Kwee Ooft-Boom. gg «*/>«i ' 9z Gewoone Granaat-Boom. 43 Europifche Linde. Bor,m. 59 Pcfiken Amandel ■ Boom. jjj G-.meene - gt Wolfsdood, Monnikskappen. 70 G ::';?« . 7, Tegengiftige ?2 Kruidnagel - Boom. 0g Veld Anemone. 99 Boschminnende • IOO DE XlVde CL.iSSE. Peauch Vingerhoed. 31 DE Xlllde CLASSE. POLYANDRIE Iropsolurn m3jus. 314 ENNE AND RIA. Rheum Palmawm. 324 —— Rhabarbarum. 325 DEC AND RIA. Stijrax Ofiicinalis. 387 Saxifrago Granulata. 393 ICOSANDRIA. Rubus Frnctiofus. 357 Idams. 3S8 Areca Catechu. 303 Potentilla Reptans. 384 Pijrus Cydonia. 3g9 — Malus. ar<-> Punica Granatum. 340 'Fiiia Europsa. 35^ Amijgdalus Perfiea. 3^0 —— communis, 301 Aconitum Lijcoctorum. 370 ■ Cammarum. 371 ■ An thora. 372 Carijophilius Aromaticus. 39S Anemone Pratenfis. 359 ■■' Nemorofa. 400 Dl D TNAMIA. Digitalis purpurea. Lom-  n r. R P L 1 DE XVde CLASSE. Winter - Kers, Steen -Raket. 94 DE XVlde CLASSE. Ltage Katoen'Bonnt. 82 DE WIlie CLASSE. Japanfche Slinger ■ Boom.. 96 jeukende < 97 DE XVlllie CLASSE. IVitte liajupoetje ■ Boor,:. 91 Theobrama Kakau-Boom. 92 DEXIXdeCLASSE. 0 1 *oi Cijprcsachtig Cijpreskruid. 8 Gemeen Reine Varen. 9 Welriekende 10 Fleschochtige Kalabas. 21 Gevlakt Ringenkruid. 41 Rooloops Alant. 42 Kogelbloemige •• 43 Duitfche 1 44 Gewoone ■ 45 Pokkige Lobelia. 46 Edel Duizendblad. 53 Dragon ■ ■ 54 Zwartagtig - 5S Balzemiek « 56 Stinkende Salade. f54 Gewoone —— 65 Driekleurige Viool. 73 TETRADVNAMIA. Ejijfimum Barbarea. 394 1 MONO DE LP UI Ar Gosfijpium. Herbaceum. 3^2 DI4DELPH1A. DoILcHos Soja. 396 . Pruriens. 397 POLYADELP UIA. Vle.laleuca. Leucadetidroii. 3gt Theobrama Cacao, 3 5° Moldavisch Draakskop. 77 Kanarisch - ■A/I.ISrloUln.lirr KV1 li thlonm. OS Tab. Melampijrum Nemorofum. 33* Ballota nigra. 335 Antirrhinum Orontium. 347 i ... Majus. 348 . Linaria. 349 ■■ Elatine. 350 Dracocephalum Moldavica. 377 ■ Canarienfe. 378 Melitis Melijfophillum. 39S  SITSTEMATISCHE LIJST der PLANTEN. maimige Nieswortel. Bladz. Laage Slangenwonel. 80 Spaanfche — ■ - 81 DE XX/le CLASSE. Harlekijn Standelkruid. 36 Tweeblaiig — 37 Krijgsmans » 38 Banilje Boomplaag, 69 DE XXlfte CLASSE. MVNUECIA. Gewoone Komkommer. II Eivormige • - *2 jWetoen '■ 13 Koloquint *4 Water Metoen Kalabas. 20 Europifche Klitjes. 39 . Cijpresfe ■ Boom. 76 DE XXi7/2e CLASSE, Balzemgeevende Popelier. 85 Zwarte -■ 86 DE XXLÏ7/7e CLASSE. WHblotmige Nisswortel. 79 Tab. Scorzonera Humilis. 380 — — Hispanica. 381 GTNANDR1A. Drchis Morio. 335 — Bifolia. 337 — Militaris. 338 ïpidendrum Vanilla. 309 Cucurais fativus. 31a —— anguria. 311 —— Ivlelo. 312 — Colocijnthis. 313 Cucurbita Citrullus. 319 Xantium Strumarium. 339 Cupresfus fempervirens. 376 DJOECIA. Populus Balfamifera. 385 Nigra. 386 POLTGAMIA. Veratrum Album, 373