ARTSENY- GEWASSEN. fTFDE DEEL.   AP BE E IiDINGJS H ART SE^TY-GE¥ASSEN MET DEltZELVEE. NEBEBDUITSCHE ejst lATYKSCHE ■ BESCH1YYINGEN. TE AMSTlïRTiJLJtt Bij J. CSE PP 35 INT ZOON MDCCC.   LIJSTDER I ELENCHUS GEWASSEN, PLANTARU M, WELKE IN DIT VTFDE DEEL GEfONDEN WO RDEN. Camtogïa Qutta. . . T»b. 401 Rofmarinus Officinalis. Olea Europaa. Lupinus Albus. Copaifera Officinalis, Statice Limonium. Daphne Lattreola. Euphorbia Officinarum. ■ Cijparisfias. Paluflril. Rofa Canina. p— Centifolia. Sculelluria Galericulata. Rubia TinBorum. Adianthium Capillus Veneris, Sambucus Nigra. Amamum Cardamomum. ■ Zingiber. • Zerumiet. Heracleum Sphondljlium. Galium Verum. • Mollugo. Lithnfpermum Officinale» Strijchnos Nux Vomka. 425. Cordija Mijxa. Dianthus Larijophijllus. Phijlanthus Emblica. Capparis Spinofa. Panicum Miliaceunt. Gnaphalium Stoechas. - Arenaria. Mentha Sijlvefiris. • Arvenfis. —— Crifpa. — Pulegium. Lagacia Cuminoides. Anacardium Occidentale. Tormentilia Eregla. Onopordon Acanihium. Fagara Oliartdra. Coriandrum Sativum. Rhizophora Mansle, Alhemanta Creienp. Athamaata Cervaria. ———— Oreofelinum. llex Aquifolium. — Casfine. Solanum Melungtna. Cqcos Nucifera. , . 45c Cofea Arabica. . . T»b. 451 Bupleurum lioiundifoliuttt, Sciila Maiitma. Erigeron Acre. Herniaria Glsbra. Detphinium Confolida. - St&ph'fagria. Crithmum Mariiimum. Solidtigo k irga Aurea. Jrltium Lappa. Sidentis Hi/futa. Pe ücularis Palu/iris. Sijlvatica. Angelica Archangelictt. Mijagrum Sativum. Cijnoglvt/um Officinalê. Carum Carvi Thijmus Alpinus. Vulgaris. Mefembrijanthemum CoptkunU Ci'Jlus Arabicus. Jatropha Curcas. ThaliStrtim Flavum. Charophijllum Bulboftütt, Sijlvejire. 475. Satijrium N.grum. Clinepodium Fulgare. Polijtrichum Commune, Bubon Galbanum. Macedunkum. Brijonia Alba. Ulmus Campeflris. Collin/onia Canadenfis. Laferpitium Latifolium. Siler. Acanthus Mollis. DiSamnus Albut. '■ Origanum. Sorbus Aucuparia. Clematis EreSa. Geranium Molchatum. Momordica Elaterium. Alfine Media. Rufcus Aculeatus. , Hijpoglosfum. Gratiola Offici alis. Fitex Agnu> Cajlus. Pingnicula Vulgaris. Scleranthus Perennis. Conijxa Squarrofa. . . 500. A QUJE IN QUINTO HOC rOLUMINE CONTINENTUR.  z PLAAT CCCCJ. GOM GÜTTA BOOM. D E XlIIde C L AS S E. Zie linnaus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel lilde St.,W.3en4. gomgutta boom Een vierbladige Bloem, vierbladige Kelk, de Vrugt een Ap ■ pel met acht Holligheden waarin enkeUe Zaaden. a. De vierdeelige Kelt. h. De vierbladige Bloem mtt veelvuldige ie grond ingeplante Meeldraadjes in wier M'ddi het rondagtige Vrugtbcguifel met de vierfpleetige Stempel. c. De achthoekige achthuizige Appsl. d, Het Zaad. bloeitijd. Deeze Boom groeit in Oostindien , op de Kust van Malabaar, Ceilon, China enz. en word daar tien, a vijftien Voet hoog. ' | CAMBOGIA G U T T A. CLASSIS Xllma. Conf. LiHisjEi Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Hdi Part. Imce. pag. 810. cambogia Corolla tetrapetala, Calijx tetrapbijllus. Pomuin uniloculare, mono vel difpermum. . a, Perianthium tetrapbijllum. b. Corolla tetrapetala cum Staminibus nuroerolls Fundo infertis in quorum Medio germen cum Stigmate quadrifido. c, Pomum octangulare, oclolocalaro, d. Semen. temp. flor. Crefcit Hjsc arbor in India Orientali, Malabaria, Ceijlonia, China &c. altitudinem decem quindecimve pedum nancifltur. gebruik. GomiGuta, Gitte Gom is een roode fafraan geele, dicht, glanzend. Bij na fmaak-en reukloos, hardachtig, ligt, vrijfbaar en harstachtige Gom, en zedert de voorgaande Eeuw bekend. Het druipt in meenigte, geele melkagtige gedaante , uit de gekwetfle Schors Wortel en takken van de Gom Gutta Boom. Men geevt nog andere Boomen op, die dezelve Drogerij opleveren als na murraij de Stalagritis Cambogioides. Het Gom kwam eertijds en no^ als paerden artzenij en als V»:rw (lof veel in aanmerking. Het werkings vermogen is heevig purgeerend, braaking verwekkend, en Waterdrijvend. Bij de Indiaanen is het een laxeermiddel. Bij ons gebruikt tnen het in de Waterzucht, Bleek ziekte. Aamborstigheid, derdendaagfche Koorts, de Lindworm , en uiterlijk bij de Melaaischheid. *t Geen van dit gebruik te beredeneeren is, kan niet anders als purgeerend , afleidend of heevig prikkelend befchouwd worden, en tegens de Lindworm werkt het niet anders als een der heevigfte purgeermiddel. Linn.sus verzekerd dat het hem in Turkeiien tegens tusfchenpoozende Koortfen veel dienst gedaan heeft. Drie grein veroorzaaken bij de van op gekropte flijm on.ftaane Aamborstigheid der Kinderen heilzaame braaking. Bij de Geelziekte geeft men gr. VI met In/us. rhei. Tekens de Lindworm gebruikt men X gr. en wel vericheide» keeren agter malkanderen, zo de eerfte gift onwerkfaam was : echter zo doet men zeer wel , van fe vooren eeiïe dofi» Olie te neemen en tusfchen beiden Vlees nat drinken' , 't geen bijna de pijnen belet. Ook dient men dit in het bed liggende te neemen om de braakingen te verhoeden dewelke idoor de beweeging' zomtijds bevordert ■worden. Spir. Pitriol., Acet. yin , Spir M'mderer beletten de heevige wer* king. Met Loogzouten word het Urindrijvend. (20 als dit in 't algemeen de heevige werking der drastica doet ophouden) Zijne verfche Vrugien Hoppende. Het word onder het exts. cathol. gemengd , maar 't is boveu al een der voornaainfte Beftauddeelen der geheime Middelen tegen» de Lindworm, van Herrenjihvmnd, Chrfiui en de Wed. fluffer. CE.      PLAAT CCCCII. G E W O O N E R O S M A R 1] N. De Ude CL ASS E. Zie likHJEUs Nat. Bist. door HOUTTinjtï, Deel Wde St., H. 52. rosmarijn met vastzittende Bladen, s. De gepijpte Kelk. b. De eenlladige greinzende Bloent- c. Dezelve geopend met twee Meel . ^ïff^'fï „r„.~n*JerAe Meeldraadjes. e'.Het vierfpleetige Vrugtbeginzel , draaiswijze St>jl en [pitje itempet „. „»,™.T,r> TTAt *xmrd in onze Hoven veelvoud!!; gtplant, maar groeit van zeiven in Oosündien en Japan, op ae heuvels in Halten, frankrijk enz. als een Heester Gewas en bloeit in Meij. ROSMARINUS OFFICINALIS CLASSIS IlJa. Conf. LiNNiEi Sijst. Nat. Ed. omelini, lom. Hat. tart, • Ima pag, 44. nnoiiDinii TTnliic fpsfilihlIS. a. Perianthium inonopbijllum tubula- tum. u rnr..tlo mnnnnprnlü rinnens. c. Eadem aperta, cum duobus Stamï. nibus. d. Stamina duo feparata. e. Germen quadrifidum , Stijlos fih> fonnis, ac Stigma acutum. temp. flor. Abunde colitur in hortis noftris fponte vero crefcit in Oriente, Japania, ad colles in ltalia Gallia &c. &c. fruticis inftar, Majoque floret. „„„.,,„• liatmariin. De op de Bladen zomtijds zittende kleevende na »° wli^J wwUheid , of de over de zee verfpreide Reuk der Hemelsdou gel^e"d.e Y°g^g en3amjng. De Reuk is fterk, doordiingend , Strandp'n, krfidiT CmPheraTt g,engevenzo de Smaak ,'droog of vericta r.Thii dezekracht is «pw»kkerende. de Zênuh°" „rfwpiend en verfteikend op 't Hoofd en de Maag werkende, oplos?en, prlM Jn3ft«nrf«.r^bevorderende, zweet en winddnjvende. De voorïtehSSl b"t Caetherifche Olie 't geen zo als men th»a „aamlle kracin ,teeKC 1 k_ aaBfboort waardoor de taaije meent de vaste veezei pnKKe f weet verwekt, Maandilonden SderT 8w nden «lostT enP,tg bedlrf tegengewerkt word. Daar van bevoidert, , 'bij de lammigheid, zwindel , verlies van *t ge- dan ee»llfJ^JXrSenDoorloop, Zenuwezwakte, Vrijsterziekten*, Beheugen koo tfen, enz. 01. defl.l gtt. vj. wierd voor ieder ver'rn ^vaTzeerJ oemd. Uiterlijk als ftooving, of Zakjes bij fngilla. Koomaanval «er geroema. 1 cnz. Hei|ter roemd het afkook. nies Watergerwellen en nk Klnderen. Galenus houd.het voorop- ,f£'rteg,e Pn „ofrhaaveJ1 roemd de harstachtige Deelen. Niettegenftaande ï'fft a\ ^ZoerReuk wo"d dezelve >er met in gevonden. De voorde ft«k\Champer ReuK » -t boven*[te gedeelte der Bla- rmlmaa^ £eenz'ns 1^ de Bloemen. Thans is bij niet meer in gebruik, »den'n ?^Jaan de nalaatighetd der Artfen toerelchrijven is, dan aan 't geen meer aan deverdient Wel uit de vergeetelbeid terug Zjjn onvermogen, enr nXês durven waren be. Mell Antosanth Mefue , geroepen te worden tompt 1^ ^ voornaam. Se t"ZnlVt thl nog «eïik'erfde aq. Reginallung: 'twelk de Koningin ^ Honeariie.1 zelden bereiden, en als een gefchenk van een £»- frffeXr.rWromvMïen te hebben voorgaf, eu bet als zulks aan ae WaereW bekend gemaakt. A s EU-  ê PLAAT CCCCIII. WITTE EUROPISCHE O L IJ F B O O M. De Ude C L A S S E. Zie LiNKffius Nat. Hist, door houttuijn, Ude Deel Ude St.,bl.26. nuiFB*OM met Lancetsw'ijze Bladeren. ». uEenbladige viertandige Kelk. b. D'Eenbladige trechter vorstige Bloem nut vierdeeligen hand. c. Twee Meeldraadjes , het rondagtiae Vrugtbeginlel, de Stijl en dubbelde Stempel. d. De Steen Vrugt. t. Dezelve half geopend met de voorjleekende Kool. f. De Noot. g. Derzelver Pit. bloeitijd. Deeze Boom groeit in 't Zuidel.jke Europa, Italiën , frankrijk tn warme Chmaaten. gebruik. De Olijfbom is reeds in ouden tijden zo wel in 't huishoudelijke als 't medicinaale in groot aanzien geweest. De rijp uitgeperfte Vrugten geeven een vette, zagte , fmaak- en reuklooze , geelagtige heldere niet fmeerige Boom-Olie. De onrijpe Vrugten in Azijn of peekei zijn een bekende lekkernij. Als Artfenij middel, zijn zijne inwikkelende, verzachtende, pijnftillende , verflappende, overdekkende, infineerende krachten buiten twijfel. Dat het verlïerke, en graagte verwekke, is niet ligt toeteftaan, fchoon dit galenus beweert. Men gebruikt het voor al bij vergifting, de Pleuris, ontfteeking der ingewanden en Nieren, de Persloop, Perfingen, Colijk. Lood Colijk, de Nageboorte, Jigt, Rheu» matismus, de Hoest, bij de dollen Honds en Slangen beet, Pijnen óli Ingewanden, de Kronkeldarm, Wormen enz. Uiterlijk word het als pijnfiijleod en verzagtend gebruikt, bij de Waterzucht, in dijstelen of onder het Liniment. volat., ook word het bijna onder alle Zalven en Pleisters gemengd: Met loog-zout word het tot eene medicinaale Zeep gemaakt. Voor eenigen tijd heeft men htt in Italien tegens de Jigt geroemd, en *t is wel na «e gaan dat het met voordeel kan gebruikt worden, maar het moet versch zijn ; dat het de ingewanden niet aandoet. Bij verftoppingen van Ambeïjen heb ik veel nut daar van gezien, en gelijk anderen waargenomen, dat zijne voornaame werkings kracht op de Endeldarm eeiicht zij, en de afgang, de Smeerieheid, en de Reuk der Olie deed aan neemen. Met eene Refina drastica gemengd heb ik het bij arme lieden in plaats van Ol. Riccini met de beste en deeiG evenaardende effeél laaten gebruiken. O L E A EüROPOEA, CLASSIS llda. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed, Gmelimi, Tom. Ildi Part. lma. pag. 25. olea Foliis l.nceolatis. a. Periantbium monophijllum quadritematum. b. Corolla inonopetala infundibuliforrois, Limbo quadripartito. c. Stamina duo , Germen lubrotun» dum, Stijlus & Stigma bifidum. d. Drupi. e. Eadem femiaperta cum Nuce prominente. ƒ Nux. g. Ejus Nucleus. temp. flor. Crefcit bs?c arbor in Europa Mendionali, in Italia , Gallia alnlque regionibus calidioribus.      PLAAT CCCCIV. s WITTE , gebruik. Deeze Vijgeboon word voor de Lapinus der ouden aangezien. In Italien zijn de Boonen een zeer fwaar te verteejrend voedfel voor de gemeene Wan. Ook dienen zij als voedfeE .voor de Beesten. Zommigen hebben hun eene vergiftigen Eigenfchap willen toefchrijven , en uit dien hoofde teegens de Wormen geroemd. De Boonen fmaaken droog bitter en onaangenaam, en veroorzaaken winden. Uiterlijk wierd in den voorgaanden tijd het Meel tot Stovingen en Pappen gebruikt en als weekmaakende opdroogend en zuiverend geroemd, ook wierd het in dat opzicht tegens de Krets en oorklier gefwellen gebruikt. Men mengden ook het Meel onder de Farin IV refoiv. en de Troch. Mijrli. Maar thans komt het geheel in geene aanmerking. CO- VIJGEBOON. ALBÜS. De XVII C L A S S E. Zie linn/EuS. Nat. Hist. door houttuin, Ude Deel XSt., bl. 126. vijgeboon met overhoekfe Kelken zonder Bijhang/eitjes , de boven Lip geheel, de onder Lip drie tandig. a. De eenbladige tweefpleetige Kelk. b. De Vlinderwijze Bloem. c. Derzelver Vlag. d. Twee Vleugels. e. De Kiel. f. Dezelve uitgefpannen. g. Tien Meeldraadjes. b. Uitgejpannen Meeldraadjes. L Het vlokkige Vrugtbeginfel, de Elspuntige Stijl en Jlompe Stempel. k. De Peul. I. Dezelve geopend met de Zaaien m. m. Het Zaad. bloeitijd. Word bij ons in de Boven en Velden ander half Voet boog gebouwd en bloeit in Julius. lupinus Caüjcibus alternis in ap. pendiculatis , 1/ibio fuperiore integro, inferiore tridentato. a. Perianthium monophijllum biS« dum. b. Corolla papilionacea. c. Ejus Vexillum. d. Alaj du«e. e. Carina. ƒ. Eadem expanfa. g. Stamina decem. h. Stamina expanfa. t'. Germen Villofum , Stijlus fubo> latus & Stigma obtufum. k. Legumen. i Idem apertum cum Seminibus. m.m. Semen. temp. flor. Colitur in hortis & agris circiter altitudine fefquipedali Julio que floret. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. Gmelini, Tom. Udi Part. Itnce pag 1100. CLASSIS XCha. LUPINUS  6 P L A A C O P A IJ V E BOOM. De Xde C L A S S E. Zie linnjetjs Nat. Hist. door houttuijn, Ude Deel Ude Sc, «. 4<5i. COPAijVE boom vier Bloem Bladen zonder Kelk, met een Eijvormigen Hauw, waarin een Zaad met een befie achtige Pit. a. De Vierbladige Bloem. b. Tien Meeldraadjes. C. Het half ronde Vrugtbegmfel , de draadswijze Stijl en Jlompen Stempel. bloeitijd. Deeze Boom groeit op de mtilltfe Eilanden, in Brafiüen. Caijenj,a, overvloedig omflreeks de Stad Toll li] Carthagena. I temp. flor. Crescit baec arbor in Antijllis, Brafilia , Caijenna freonen» ad oppidum Toll prope Carthagenam. gebruik. De zeer bekende Balfamus Copaivae komt van deeze Boom. Wanneer de Boom tot op deszelvs Merg aangeboord word, zo geeyt hij m drie Uuren tiids twaalf ponden Ballem, en de Wond groeit van zeiven weder dicht. De Balfcra is helder, maar geelachtig, en versch vloeibaar als Boom - Olie. Hij is onaangenaam van Reuk, doordringend, kruidig en balfatniek. De Smaak is kruidig, tïherp,, bitter en harstachtig enz. en hij word als Wondzuiverend, purgeerend en Urindrijvend opgegeeven: Ook zal nii de Urin eene bittere Smaak meede deelen. Innerlijk genoomen geevt M\\ de Urin de Reuk van Martsviolen en doet de azem balfamiek ruiken. Eertijds wierd bij bij heete Koortfen, de Longteering, Teeringskoortfen» de Hoest, de Blcekziekte, Doorloop, Scheurbuik, de Bclchnuding.de Druiperten vooral als Wondmiddel bij verfche Wonden zeer geroemd. Thans heeft men niet alleen door redeneering, maar meer door naauwkeurige obfervaties geleerd, dat dit Middel bij alle deeze ziektens meer nadeel dan voordeel aanbrer-gd, dat het zo wel als alle Balfamkahi) de Longteering groorelijks nadeelig, en dat 'er geen eene grond hetzelve bij Rotkoortfen of da Doorloop toetedienen voorhanden zij;maardat 'er integendeel de yerteerings werktuigen, buiten gemeen door benadeelt worden. Als Wondmiddel kan het even eens ook niet meer in aanmerking komen, zedert men overtuied is, dat de Natuurkracht beneffens een goed verband alleen 111 ftaac zij Wonden te geneezen. Alleen bij de Nadruipert boud hij zijne waardi| en is zeeker in dat opzicht niet te verwerpen, voor zo ver hij in bet behoorlijke lijdftip toegedient word, en het is maar te beklagen, dat hij in de handen der onkundigen die hem zo dikwijls reeds in de ontireeksngs periode toedienen, zo veel onheil aanricht. Zodra de Pijn bij de Waterloosfins: ophoud en alle zogenoemde Venerique Toevallen verdweenen zijn, zo dat alleen eene aanhoudende lekking overblijft, is hij tot 20 - 30 - 40 en meer druppels zeer heilzaam, maar vermits hij de Maag aandoet, zo is t noodzaake.ijk, dat men telkens 20 •- 50 druppels Elix. Vttr. Mppcht, daar neffens laat gebruiken. B R e f. D- T. CCCCV. COPAIFERA OFFICINALIS. CLASSIS Xma. Conf. LiNNffii Sijst. Nat. Ed. g m e l 1n r, Tom. Ildi Part. Imce pag. 700. copaifera Calijx nullus, Petala quatuor. Legumen ovatum. Seinen uno Arillo baccatum. a. Corolla tetrapetala. b. Stamina d.cem. c. Germen fubrotundütn, Stijlus flli« formis, & Stigma obtufuui.      PLAAT CCCCVI. 7 c EB ruik. Eertijds wierden uit Arabien enEgijpten, onder de naam van Bthen rubrum in onze Apotheeken bekende Wortelen, tot ons gebragt, van dewelke men meent, dat zij de Wortelen van dit aan onze Kusten groeijend Briedbladig Standkruid waren, echter zo is dit nog in twijfel. Wortel en Kruid hebben eene famen- trekkende Smaak, en uit dien hoofde wierden zij bij de zwakheid en Bloedftortingen geroemd, en ook bij heevige Buiksontlastingen gebruikt. Heedendaagsch komt het in geene aanmerking meer , even zo min als de compofities der Arabieren, bij voorbeeld het EleEt. Margaritarum Mefues en anderen. DePerfiaanen gebruiken het ook bij hunne religieufe eerdiensten. ZWART BREEDBLADIGi STANDKRUID. De Vdt C L d S S Ë. I CLASSIS Vta. Zie LiNNffius Nat. Hist. door houttuijn, Ude Deel VIUJleSt.,bl. 260. standkruid met een gepluimde ron • de Bloemfteng en effene Bladen. a. D'Eenbltidige Trechterwijze gevouwene Kelk. b. De eenbladige Trechterwijze Bloem. c. Een afgezonderd Bloemblad. d. De geopende Bloem met vijf Meeldraadjes. e. Een afgezonderd Meeldraadje. f. Het kleine Vrugtbeginfel met vijf Stijlen en fpitfe Stempelen vergroot. bloeitijd. Het groeit aan Zee firand omftreeks 's Gravezande aan de Weg op de Helder , in Zeeland op 't Eiland Terneufe, aan de Zeedijken van Harlingen enz. Ook wordt het in onze Tuinen een a twee Voet lioog gevonden en bloeit in JuniJ. 3onf. LiNNffii Sijst. Nat. Ed. OMELiwi, Tom. IldiPart, Imce, pag. 511. itatice Scapo paniculato teretri, Foliis laevibus, (Jubtus mu° crionatis.) jPerianthium monophijllum, in» fundibuliforme plicatum. V. Corolla penta petala infundibuliformis. Petalum feparatum. I. Corolla aperta , cum quinque Staminibus. Stamen feparatum. f.Germen minutum, cum Stijlis quinque & Stigmatibus auctis. temp. flor. Crefcit ad Iittora naris, in regionibus circa 'sGravezande , ad Vias circa Helderum . in Zeelandia, & InfulaTerneufe, id aggeres Marinas Harlingenfes Xc. inque hortis noftris altitudine pedali bipedalivecolitur, Junio jue floret. LIMONIÜM. S T A T I C E  8 PLAAT CCCCVII. ZWART PEPERBOOMTJE. De VUIde C L A S S E. Zie LiNNiüus Nat. Hist. door houttuijn, Ude Deel Ude St., bl 538. PEperboomtje met vijfblotmigt Uxeltrosjen de Maden lancetvor mig glad a. D Embladige Trechterwijze Bloem met een vierfieedigen Rand. t>. Dezelve geopend mtc acht Meel draadjes. c.Een ufgezolderd Meeliraadje. d, Het Èijvormige Viugibeginfel de zeer korts Stijl en nedergedrukte ötempel. e. D'Eenhokkige Befie. f. He>. Zaad. bloeitijd. Deeze Heester groeit in Zwitjerland, Oostenrijk enz. vier a vijf Voeten hoog. Zij voord in onze Tuinen geplant, en bloeit inMaart. DA P H N E LAÜREOLA. CLASSIS VUha. Conf. LiNNiEi Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Imx pag. 631. DAFam Racemis axillaribus quin¬ que floris, Foliis lanceolatis glabris. a. Corolla tnonopetala infundiboliformis Limbo quadrifido. 6. Eadem aperta cum Staminibus o£to. c. Stamen feparatum. d. Germen ovatum, Stij'lus brevisfimus, & Stigma depresfo planum. \e. Bacca unilocularis. f. Semen. temp. flor. Frutex Sponte crefcens in Helvetia, Auftria «c. altitudine quatuor quinque ve pédali. In hortis noliris colitur & jVlartio floret. gebruik. Op Plaat III, ziet men het Peperboomtje, Daphnt Meztrewn , beneffens de Geneeskrachten die met dit Zwart Peper», boomtje, bijna een en dezelvde zijn. Dit houd in de ftraffte Winterkoude zijne groene Bladen, het voornoemde verliest zij, en word daarom het Wijfje en 't Zwarte het Mannetje genoemd. De ouden gebruikten reeds de Schors van dit Boomtje bij ons in 't algemeen Franfche Bast genoemd als een afleidend Middel, en deFranfchen heb. ben het twintig jaaren geleeden weder uit de vergetelheid gehaald. Inwendig gebruikt men het bij fcherpe Vogten, als Venusftoff, Jigt, Waterzucht, Rheumatismus, Klierziektens, Vallende ziekte, enz. bij wijze van Decoctum. Deszelfs vergiftige Hoedanigheid , (gelijk deeze alle Zoorten van Peperboomijes bezitten,) verwekken befwaarlijke en wel doodelijke Toevallen, als Braakingen, Ontfiee* king der Maag en Ingewanden die al heel dikwijls doodelijk zijn, 't welk deszelvs gebruik bedenkelijk maakt, en 't raadzaam zij om 't raiddel met de grootfte omzichichtigheid te gebruiken of in 't geheel niet, te meer , daar het niet dan heevig prikkelende werkt, 't geen andere zagte Middelen met hetzelve voordeel en minder gevaar doen. De Befien die eene vettige Olie geeven, brengen gekauwd ontfteeking der Keel met (likkende benaauwdheid ge« lijk van Swieten ondervonden heeft. Het beste gebruik is uitwendig van de Bast tot fontanellen gelijk boven reeds gezegd is, of tot ïtooving in een pap niet Broodkruimels.      PLAAT CCCCVIII. *> WINKEL WOLFSMELK. De Xlde C L A S S E. Zie l:nn.asus Nat. Hist. door houttuijn, Ude Deel ylJIfleSt.,bU 736. wolfsmelk dat gedoomd, naakt en veelhoekig is, met dubbelde Doornen. a. De eenbladige buikige Kelk, met de vierbladige deszelvs Rand ingeplante Bloem. b. Vyf Meeldraadjes met de Stamper. C. Het gejleetde Vrugtbeginfel met drie tweefpleetige Stijlen en jlomps Stempelen. bloeitijd. Word in onze Hoven en Drijfhuizen gekweekt en w ord twee h vier voet hoog. Van zelvs groeit het in Africa en Arnbien. EUPHORBIA OFFICINARUM. CLASSIS Xlma, Conf. linn.ei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Imce pag. 759. F.ripHORniA aculeata, nuda, multangularis Aculeis geniminatis. a. Perianthium monopbijllum , ventri cofiim, cum Corolla tetrapetala margine ejus inferta. b. Stamina quinque cum Piflillo. c. Gerinen pedicellatum cum Stiili* I tribus bifidis CS? Sdgmatibus obtulis. temp. Flor. Colitur apud nos in hortis & calidariis Altitudine duorura quatuorve pedum, fponte vero crefcit > in Africa & Arabia. gebruik. De gekwetfte Takken der Wolfsmelk geeven eene fcherpe haistachtige melkftof, die door de warmte der lucht tot harst opdroogd, en Euphorbium, Refina Uil Gumi Euphorb. genoemd word. In 't eerst heeft dit geen fmaak, maar kort daarna is dezelve heet, walgelijk en heevig als naalden fteekend. Het melkachtige vogt doet hetzelvde, en men kan de harstachtige deelen zelvs zeer gemakkelijk tusfchen de tanden voelen. Het is bijtend, rood en ontfteeking maakend,blaaren en zweeren trekkend, prikkelend, aanzettend, purgeeren, braaking, en niefen verwekkend vogten trekkend, en in de waterzucht, beenëeter en de fchurft der Paarden aangepreezen. De heevig werkende Ei^enfchap was de Ouden reèds bekend, en deeze raaden de grootfte omzichtigheid. De gift van het harst als het werkfaamfte gedeelte is nog niet genoeg beproefd en bepaald, en men verwondert zig dat de Ouden zes en meer greinen toedienden,daar men thans verzekerd is, dat gr. ij doodelijk waren, en dat het uitwendig heevige ontfteeking baard. Dat 'er veel voordeel van deszelvs prikkeling te wagten zij, is wel toeteftaan, maar, het is meer raadfaam zo lang daarmede te vertoeven, tot dat zekere proefneemingen hergebruik bepaalen. Bij de Lammigheid, Teering of Zwinding der Ltdemaaten belooft het uitwendige gebruik als Liniment veel goed?. Bij de Beenëeter is het beweezen, dat het harst op het been geftrooid, mits dat het niet aan de vleesachtige deelen geraake, de heilzame affcheiding van het bedorven been buitengemeen bevordere. Nog beter is toe dat gebruik de TvnÜura Spirituofa. Als Niesmiddel is het ook aangeraaden, maar men zij omzichtig met het gebruik, vermits hes doodelijke Neusbloedingen of Longen bloedftortingen verwekken kan. » C2J-  io PLAAT CCCCIX. MOE- GIJPRESSIG . WOLFSMELK. De Xlde C L d 5 S E. /.ie j^iNNfflus i\at. mst. door Houttuijn, Ude Deel VU'Ijle St.,bl. 768. wolfsmelk met een veeldeelig Kroontje gegaffeld, de Omwitidfeltjes hijna Hartvormig. De onrrugtbaare Tak- . ken met borjlelige, de Steng met lancetvormige Bladen. 3. Het eigen bijna Hartvormige Omwindfel met drie Bloempjes, van dewet' er, twee een buinige r.og gtjlooten Kelh hebben, de midden/ie vertoond de voorfieekeude Gejlagtsdeelen met de geopende Kelk en Bloem. K Hetzelve vergroot- c. Het Vrugtbeginfel met de dubbelde Stijlen en {lompe Stempelen. &. Dezelve Deelen vergroot. ELOBiTijn. Het bloeit op drooge en onbebouwde plaatfen een halve Voel hoog, omflreeks Campen. Bloeit in Meij. gebruik Deeze zoort van WolfsmtIk, wier Bladen een Amandelen fmaak hebben, is gelijk alle van vergiftigen aart, 't peen men zelfs daaruit afneemen kan, dat de bast en de melk de "Huid beaeeren en ontfleeken, en zelvs de Wratten en Exteroogen aandoet en vernietigd. Kwakzalvers geeven XX greinen der gedroogde base of ook wel 15 ftuks der vrugten in de waterzucht zomtiids met goede maar nog meer met kwaade gevolgen. Het is waar, dat zominige waterzuchtige Ingewanden zo ongevoelig zijn , dat zagtej prikkelingen geen tegenwerking voortbrengen, en dan is het alleen aan de zorgvuldige Arts geoorloofd, tot diergelijke heevige Middelen zijne toevlugt te neemen, en zo hij de Cijpresjige Wolfsmelk verkoos, zo dient men deeze in Azijn of een ander lterk zuur 24 uuren lang te weeken, of de een jaar oude bast, bladen of wortelen met Cremor. tart. of eene Kruidenarij van 9j-zj te geeven , vermits men by de voornoemde tot:«allen en in die gedaante goedé Uitwerkingen gezien heeft. Ook is men van raeenmg, dat het met Brandewijn of Weij bereide Extraft minder gevaarlijk zij, maar hoe dit ook zijn moge, zo is a!toos voorzichtigheid aanteraaden , niettegenftaande het in zommige Streeken de Boeren veelvoudi" gebruiken, e» het zelvs Boeren Rbaoarber noemen. ' C L d S S [ S Xl?,a. Lont. LiRKisi Sijst. Nat. Ed. gmeliki, Tom. Ildi part. Imapag. 766. EUPHOBBiA Umbella multifida dichotoma, Involucellis lub coronalis, Ramis fterilibus, Foliis fetaceis,' caulinis lanceolatis. a. Involucrum proprium fub cordatum cum tribus Flol'culis, quorum duo Perianthio ventricolo ad huc claufo inftrucli, medius vero genitalibus prominentibus Perianthio & Corolla aperta confpicuus. b. Eadem Pars Magnitiidine auéta. c. Germen cum Siïjlis biödis & Stig. matibus obtufi». d. Radem Partes magnitudine auéh. temp. flor. Crefcit in locis ficcis & incuitis altitudine femipedali in regione circa Campenain Floret Majo. CIJPARISSIAS. EUP H ORBIA      PLAAT CCCCX. ii gebruik. De Hoedaanigheid en Eigenfchappen van deeze Plant fiaan met de voornoemde gelijk, en derzelver werking is heevig en purgeerend, en word alleen van Boeren en Kwakzalvers gebruikt. Men zegt, dat de Rusfin vijf drachmen van het zap of ook van de Wortel verflinden, en dat dit braaking en purgeere» zonder pijn verwekke, en dat de werking in eens afgedaan zij , dat men ook daar te lande langs deezen weg tusfchenpoozende Koonfen , verflopping der Ingewanden en andere langduurende Ziektens enz., geneeze. Dit is alles zeer gereed toeteftaan, en zelvs te gelooven, dat dit maar een kleinigheid bij eene Natie zij, van welke men verhaald, dat de gemeene man bij vergisfing Sterkwater in plaats van jenever drinkt, en deeze zeer keurlijk vind, maar of dit bij ons 't geval zijas fterk te twijfelen. B 2 HONDS MOERASSIG i EUPHORBIA WOLFSMELK. De Xlde C L A S S E. Zie liknsüs Nat. Hist. door hocttuijh, Ude Deel FUlfte St.,bl. 769. Wolfsmelk met een veeldeelig Kroontje, bijna driedeelig, tweedeelig. De Omuind[eitjes Eijrond, de Bladen lancetvormig, de Takken onvruchtbaar. a De Kelk met de daarop zittende Bloem. b. Dezelve geopend. c. De Meeldraadjes, waarvan twaalf en nog meer alltngskens uitfchiettn. d. Een afgezonderd Meeldraadje. e. Het Gt [teelde Vrugtbeginfel met drie tweefpleetige Stijlen en ftompe Stempelen. bloeitijd. Groeit op moerasfige Plaatfen en aan Slooien enz,, dikwijls vier a vijf voet hoog. Aan de Slooten van Nijmeg en, Doesburg, mn moerasfige Plaat/en van de Zeedijk tusjchen Amflerdam en Muiden, aan eenige Slooten van Friesland. Bloeit in Junij. PALUSTRI S. CLASSIS Xlma. Conf. linn&i Sijst Nat. Ed* gmelini, Tom HdiPart. Imas pag. 766. euphorbia Umbeila multifida, fubtrifida , bifida Involucélüi ovatis, Ramis (terilibus. a Perianthium cum Corolla infi» dente. 6. Eadem aperta. c. Stamina quorum duodèciin plu» refve paulatim eiumpunt. i. Stamen feparatum. e. Germen pedicellatum, cum tribus Stijlis biiïdis & Stigmatibus obtufis. tbmp. flor. Crefcit in locis paluclofis ad fosfas &c , altitudine fepius quatuor quinque ve pédali. Ad fosfas Neomagenfes atque Doesburgenfium in locis paludofis aggeris marini juKta Amftelodamum & Muidenam in nonnullis fosfis Frifia; &c. Floret Junio.  12 PLAAT CCCCXJ. gebruik. Rofa ftjlveftris, Rofa palliia, wierd deeze Bloem eer. tijds in de Winkels genoemd. De Bloemen en Bladen zijn bleekrood, weiruikend, niet doordringend, edoch geestig en bedwelmende. De fmaak is fwak en zuurachtig, maar is gekneusd tterker. De Bloemen zijn purgeerende. De Rooien foorten hebben in 't algemeen aangaande haare ruikende ftof een op de Zenuwen werkend vermogen, en zijn opwakkerende en prikkelend, maar langs denzelven weg veroorzaaken zij ook duizeling en zelfs heeft men beroertens daarvan waargenoomen. De bleeke Roofen hebben daarenboven een zeepachtig Vogt , en uit dien hoofde zijn zij meer purgeerende, zo dat men niet wel doet deeze bij" buiksontla». tingen als famentrekkend toetedienen. In de Winkels bereid men de Conjcrv., de Sijr. rofar. folutivus daarvan. Het Mei. Rofar bij" Keelziektens of van den Mond, is zeer veel waard. Het na Rof. pallid. verdient alle attentie bü Oogziektens of als infpuiting bij de Gmonluea fecundaria. De Vrugten Fnttiiis Cijnoibali zijn in het huishoudelijke als lekkernij of als ziekekost van geen gering belang. Zij zijn-zuurachtig van fmaak, en verwen het fpeekzel rood zij zijn voedend, iets laxeerend en Urindrijvend, en de zieken eeten zij, wel gedroogd, van het Zaad gezuiverd, met water en wijn en eenige kruidenaarijen gekookt en wel doorgeperst met zeer veel graagte. Ook maakt men Conferv en Conikuuren daarvan. Het Zaad, zegt men, is Urindrijvende en tegens den Steen en 't Graveel welkende! Maar dit is even zo wel fabelachtig als de uit deeze Rofenftam groeijende fpons, of veel meer Infectennest bij de Arabieren Beiksuur genoemd, tegens de beet van vergiftige dieren heilzaam zij. PRO* HONDSROOS. D E XUde C L A S S E. Zie linnjkus Nat. Hist. door houttuijn, Ude Deel Vde St.,bl. 210. boos met Eijronde Knappen, die zo wel als de Bloemfle.len glad zijn, de Takken en Bladfleelen gedoomd. a. De eenbladige buikige Kelk met een vtjfdeeligen Rand. b. De yijfbladige Bloem. c. Veelvuldige de Kelk ingeplante Meeldraadjes. d. Een afgezonderd Meeldraadje. e. Vccltallige Vrugtbeginfelen op de Bodem van de Kelk, korte vlokkige Stijlen en Jlompe Stempelen. f. Een afgezonderd Vrugtbeginfel. g. De Bezie Vrugt. bloeitijd. Deeze Heester groeit aan «fe Haagen om de Velden in Gelderland en vooral in de Betuwe, omjlreeks Harderwijk, in Friesland, vmftreeks Gro ningen enz. Bloeit in Jultj. R O S A C A N I N A. CLASSIS Xllma. Conf. linKjEI Sijst. Nat. Ed» gmelini, Tom. IldiPart. Imce pag. 855. rosa Germinibus ovatis , Pedunculisque glabris, Caule Petiolisque aculeatis. a. Perianthium monophijUum ventri- cofüm , Limbo quinque partita. *. Corolla pentapetala. c. Stamina numerofa Calijci inferta. d. Stamen feparatum. e. Germina numerofa in Fundo Calijcis, Stijli breves ac villofi cc Sttómata obtufa. f. Germen feparatum. g. Fruélus bacca. temp. fior. Frutex ubique in S*. pibus crefcens, circa Agros Gelrias & quidem in regione qua dicitur Betuwe circa Harderovicum. in Frifia, prope Groningam &c., JuJiö" floret.      P L A A T CCCCXll PROVENCE ROOS. De Xllde C L A S S E. Zie LiKisaus Nat. Bist. door hou ttuijkt, llde Deel Fde St., U. 207. roos met Eijronde Knoppen, die zo •wel als de Bloemlleelen (leekeüg zijn, de Takken gedoomd, de Bladjltelen ongedoomd. De Befchrjving der Gejtagtsdeelen is dczelvde der voorgaande, en 't fchijnt dus beter deeze te vermijden dan bekende dingen te herkaauwcn. bloeitijd, Deeze zeer bekende Heester, wier Bloemen onze Oogen zo iekoorlijk, en onze Reuk zo aangenaam jlreelen, is een der fchoonfte Cieraden van onfe Tuinen en word in deeze met alle zorgvuldigheid gekweekt, vooral en in groote overvloed in de Noordwijkfche Tuinen ; Bloeit in junij, en Julij. gebruik. Reuk en Smaak zijn aan de voorgaande gelijk, maar de Reuk van deeze is fterker en aangenaamer. Sommigen fchrij» ven haar eene verfterkende en zagt famentrekkende kracht toe, en zeggen te gelijkertijd dat zij zagt iaxeere, 't geen waarlijk tegenfpreekend is. Wat hiervan ook zij, zo is 't vast waar, dat deeze Roos door haare doordringende aangenaame Reuk de Zenuwerrprikkeld.enbij deeze eene ontfpanning bewerkt, want het is genoegfaam beweezen , dat menfchen in een Thuin of Kamer , waar veele Roofen zijn, alleen door de Reuk tot afgang bewogen wierden, anderen hebben Niefen, Cathar,Zwijmel, Zenuwtrekkingen en doo' delijke flaauwtens daar van geleeden: En zoude dit de Reuk alleen doen , of zijn maar enkelde fujetten daaraan onderheevig? —— Het laatfte is voor het grootfte gedeelte aangaande haare difpofitie niet te beftrijden, maar ik geloof meer dat dit aan de uitwaasfeming der Mephijtifche Lucht of het Gas der Roofen toe te fchrijven is. Inwendig worden de Roofenbladen niet ligt anders als in Conferv.Thee, of onder de Flor. IV Cordial. gebruikt, en zijn wel meer om de geur als tot een ander nut te gebruiken ; en zo zij, gelijk nog dikwijls gefchied , als adftringeerend Middel voorgefchreeven worden , zo zal zig de Arts hieromtrent in zijne indicatie makkelijk kunnen vergisfen. Conf. Ref. rubr. Sach. Hof. , Sijr. Rof.ftcc, Aa. Rof., Ol. Rof. (word in 't gemeen van Roofenhout et. flookt) Suc. ree. expr., Tiniï Rof., Spec. Rof., Aa. fpirit. Mei. Rij' zijn de voornaamfte bekende Compofities. B 3 BLAAUW R O S A CENTIFOL1A. CLASSIS Xllma. Conf. linjsjei Sijst. Nat. Ed. g m e l 1 n 1, Tom. Ildi Part. Imas. pag. 854. rosa Germinibus ovatis Pedunculisque hifpidis, Caule hifpido aculeato Petiolis inermibus. Cum Analijiïs bujus Rofa ratiöne fiuclificationis cum prascedente una eademque fit, nielius elle ducebatur hanc omittere quam didia rumiHare. temp. 1'lor. I-fecFrutex vulgatis(imus, floribus fuis oculis jucundislimus, odore fuavisfimus, ornamento pulclierrimo hortis noftris eft, ibi.-jue maxima cum cura colitur, prscipue vero & copiofisfime in hortis Noordwijkienfibus colitur, atque Juuio ÖE Julio floret.  i4 PLAAT BLAAUWBLOEMIG HELMKRUID. De XlVdt C L a S S E. Zis hiusEVS Nat. Hist. door houttuijn, Ude DeellXdeSt., W. 432. helmkruid met Hartvormige, Lancetwijze gekarteldem Bladen en Bloemen in de Oxelen. a. De etnbladige gepijpte Kelk. b. De eenbladige greinzende Bloem. c. Dszelvde geopend met twee lange en twee korte Meeldraadjes. è.Een afgezonderd Meeldraadje, t. Het vierdeelige Vrugtbeginfel, de draadswijze Stijl en eenvou. dige Stempel. f. De geftooten Kelk. g. Dezelvde met vier Zaaden. h. Het Zaai. bloeitijd. Het groeit op moerasfige Plaatfen en in de Slooten van geheel Europa : Overal in Nederland , en word omtrent eene Voet hoog. Bloeit in Junius. CCCCXIII. SCUTELLARIA GALLERICULATA. CLASSIS XIHta. Conf. LiNNffii Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi. Part. lid® pag. 919. scutellaria Foliis cordato lanceolatis, crenatis, Floribus axillaribus. J , a. Perianthium monophijllum tübulatum. b. Corolla monopetala ringens. c. Eadem aperta cum Staminibus duobus longioribus & duobus brevioribus. d Stamen feparatum. e. Germen quadripartitum.Stijlus fiiiformis ac Stigma fimplex. ƒ. Calijx claufus. g. iuem apertus cum quatuor Se« minibus. h. Semen. temp. flor. Crefcit in Eurona; locis paludofis & fosfis, ubique in üeigia, ct altitudinem circiter pedis attingit. Floret Junio. gebruik. Deefce in oude tijden onder de naam van Tertio* varia tegens de anderendaagfche Koorts gebruikte Plant was bijnai in vergetelheid geraakt, zo zij de Pharmacopaa Danica niet weder in aanmerking gebragt had. De Plant heeft een bittere Knoflook fmaak. Eene bittere famentrekkende Grondltof fehijnt het werkingsvermogen tegen de koude Koortfen te bevatten. Het Extract is bij de derdendaagfche Winterkoorts niet zeer werkfaam bevonden, maar wel bij de anderendaagfche, die eene fwakke maag tot grond had. Het koud gedronken afkookzel is Urindrijvend, warm integendeel Zweetdrijvend. Bij eene zeere Keel en opgezette Klieren is dit warme afkookfel van zeer veel dienst bevonden. Het daarmede gedestilleerde Water is niet zeer krachtig, maar wel na voorafgaande gisting met Wijn overgehaald. MEE-    1   PLAAT CCCCXIV. 15 MEEKRAP KRAPPE. De XFde C L d S S E. Zie linnn2eus Nat. Bist. door h 0 u t t u 1 j n , Ude Deel, Vilde St.bl. 299. krappe m(t jaarlijife Bladen en een gedoomde Steng. a. De viertandige Kelk. b. De vier, ook wel zesbladige Bloem. c. Dezelvde geopend met vier Meeldraadjes.A. Een afgezonderd Meeldraadje. c. Het dubbelde Vrugtbeginfel, tweeJpleetige Stijl en gekopte Stempelen. f. De Vrugl, twee jamengegroeide Beften. bloeitijd. Word overvloedig ïii Ditilscluand en Zeeland gekweekt, en groeit anders in warme Climaten van Europa. Gekweekt word het vijf cl zes vut hoog, en bloeit in Juüj, gebruik. De Wortel van deeze Plant is zagt, zamentrekkend aangenaam bitter en rood verwend. Haare krachten zijn famenjrekkende, afzettende en urindrijvende. Zij verwt de beenderen, de afgang, urin en het zog rood, wordende het vlees, vet, knor' pels en beenbanden (ligatnenta) niet daarvan aangedaan. Men was van meening dat zij voedend en bij de Beenbreuk van buitengemeen nut zij, maar men heeft waargenomen, dat de Callus van daar meede gevoede Dieren ongelijk en zwak was , dat zelfs hunne beenderen zwak en ligt te breeken waren, en dat zij uitteerden en ftierven. Vermits het Vieesch en de zagtere Deelen niet aangedaan worden, zo is te gisfen dat de aantrekkingskracht of verwandfchap der aardachtige of kalkdeelen met deeze verwftof dit verfchijnfel voortbrengt. Voor 't overige heeft Galenus reeds de Wortel voor urindrijvend gehouden, en ze tegens de Geeling geroemd. Anderen roeroen ze tegens Braakingen en langduurïgen Hoest, weder anderen bij de Jigt en Engelfche Ziekte, enz, maar ieder begrijpt ligt, dat beide ziektens uit zwakheid der vaste Vezelen voortkomende, eer daardoor verflimmertals gebeeterd worden, zo als dit bet voornoemde voorbeeld der uitteering der Dieren enz. genoeg bewijst. Ik voor mij moet bekennen, dat ik hoegenaamd geen werking daar van gezien heb. De Wortelen mengd men onder de Rad. quinque aperientes. Ook zet men ze in Zeeland op Gene ver, maar zommigen meenen dat het Mans vermogen daar door verzwakt word. EU. R ü B I A TINCtORUM. CLASSIS IVta. Conf. limmsi Sijst. Nat. gd. gmelini, Tom. lldiParf. Ims pag. 24». rubia Foliis annuis, Caule aeuleata. a. Perianthium quadridentatum. 6 Corolla monopetala (quoque fex) partita. c. Eadem aperta cum quatuor Stami- nibus. <£Stamen feparatum. e. Germen didjrnum , Stijlus bifidus & Stigmata cspitata. /FrucW, baccas dua; coalitie. iemp. flor. Abunde colitur in Germania & Zeelandia, fpome vere crefcit in tcrris calidioribus Europa: , prafertitn in Oriente öjc. Altitudine ,ienta hexavepedali colitur. Julionue floret.  i(J P L A A EUROPISCH VENUS HA AIR. De XXIFjie C L A S S E. Zie LiMNffiCs Nat. Hist. door uouttuijn, Ude DeelXlVdeSt.,bl. 213. venus ha air met liet Loof meer Jamengejleld , de Blaadjes overIioeks, de Pinnen wigvormig gekwabd, met dunne Steeltjes. a, a. De Bevrugtingsdeelen zijn de omgeboogen Punten van het Loof. bloeitijd. Het Vaderland van deeze Plant is het Zuidelijke Europa , en 't groeit in de warme Gewesten van Frankrijk en Italien. Ir, onze Tuinen word het zo wel tot cieraal als Ut medicinaal gebruik geplant. T CCCCXV. ADIANTHÜM CAPILLUS VENERIS. CLASSIS XIXva. Conf. linn^i Sijst. Nat. Ed» gmelini, Tom. IldiPart. Ilda pag. 1316. amanthum Frondibus decompo' fitis , Foliolis alternis, Pinnis cuneiformibus lobatis pedicel- latis. a ,a. Frudhificationis partes inapicibus frondium reflex is. temp. flor. Patriahujus Plantas Europa atiftialis eft. atque in terra calidiore Gallias & Italias fponte crefcit. In hortis tam ornamento, quam ufui pharmaceutico colitur. gebruik. De Bladen van dit geflagt der Vaaren hebben eene welruikende echter fwakke Reuk, een wat zoetachtige, itts famentrekkende bitterachtige niet onaangenaame Smaak. Men roemd ze als verfterkend, urindrijvend en oplosfend bij" de verftopping der Milt en Ingewanden. HiprocRATES gebruikte het voor een oplosfend en urindrijvend Middel. Galenus meenden, dat het de taaije vogten oplosfe en ze tot uitCcheiding bevoordere. Verder beweert Galenus tegen Hippocrates,dat het de Buiksontlastingen ftuite en de Ingewanden famentrekke. Ook heeft het Galenus tegen de Steen geroemd. Anderen verzekeren dat het de Long van wegens haare flijmige grondftof verfterke en voede enz., maar zo men die Geneesmiddelen, die men heedendaagsch bij diergelijke ziektens voorfchrijft, met het voornoemde vergelijkt, zo zal men weldraazien, dat dit van geen waardij zij, en alleen daartoe diene om de Winkelhoeken vol te Hoppen. Alle werking die het ooit fchijnt gedaan te hebben, is, of aan het warme water of andere bijvoegfelen toe te fchrijven. De Sijr. Cap. Ven. is nog in trek, m3ar meer als lekkernij dan als Geneesmiddel. Onder de oude Compofities als Sijr. de Alth, en Loch. Puim. Vulp. maakt het nog eenige figuur. VLIER-      P L A A T CCCCXVI. 17 gebruik. De Reuk van de Vlierboom in 't algemeen is fcheip, Walgelijk en bedwelmende. De Bladen hebben een fcherpe, kruidige, walgelijke fmaak. De Bloemen zijn fterk en welruikende. De Bezien zi/n zoet er» rins, de middelde Bast in 't begin zoer, naderhand fcherp en bitter. 'Ef is bijna geen Plant in de Natuur, die in 't algemeen zo veel nut in de Geneeskunde geevt, want alle derzelver deelen, tot op de Wortel en Spon» daarvan zijn werkfaam. De Bast van de Wortel en Stam, ook de Takken cn Bladen maaken Braaken, Ontlasting en Waterlosfingen, de Stvam is fa» mentreltkeiid. De Bloemen uitwendig gebruikt, maaken week en verzagten; als Thee getrokken zijn zij oplosfende en zweetdrijvende De Besten en de daarvan bereide Conferv, laxeeren, losfen op en bevorderen de urin en zweet. De olie uit de Pitten der Vrugten is urindrijvend en oplosfend. De Bloemen en de genoemde Conferv worden bij de Roos, Rheumatismus, Jigt, Vlakkoortfen met veel voordeel gebruikt; en het is alleen te bekiaagen , dat beiden een zo algemeen huismiddel zijnde, zo dikwijls uit onkunde van den gemeenen man en als noodhulp van Artlen gemisbruikc worden. Van veel waardij is de damp der InfuGe van Azijn of Water bii Borstziektens, waar de fluimen opgeitopt zijn, of bij een zeere Keel tot •gorgeldrank. De jonge Spruitjes in Azijn gelegd, zijn een zeer heevig purgeermiddel : hetzelve doen de Bladen, cn zijn zelvs gevaarlijk. Uitwendig zijn de Bloemen in zakjes, of de verfche Bladen bij waterachtige Gefwellen zeer voordeelig. Een der voornaamile krachten bezit de middenfte lïast en deszelvs zap als purgeer en waterdrijvend middel, vooral bij de Waterzucht, 't geen de grootfte Artfen, van welken ik maar Sijdenham ea Bobrhaaven noeme, betuigen» echter vereischt het gebruik ook omzichtigheid. Ik heb mij 't best bij het aftrekfel als Thee gedronken bevonden. Nog is aanteraaden, 'savonds, of in 't geheel niet in de lommer van die Boom te vertoeven, vermits deszelvs uitwaasfeming doodelijks fiaauwten» veroorzaaken, gelijk waarneemjogen betuigen. C C ABi" V L I E RBOOM. De Vde C L A S S E. Zie linnjeus Nat, Hist. door houttuijn, Hde DeülVde St.,U. 427, VUiïR die Boomachtig is met vijfdee lige Kroontjes. a. De eenbladige vlj/deelige Kelk. b. De eenbladige, raderwjfe, ten halyen vijffpleetige Bloem met vijf Meel draadjes. e. Een efgezondert Meeldraadje. d. Het Vrugtbeginfel met de buikig Klier en drie jlompe Stempelen. e. Rijpe Besfen. f. Eene geopend. g. Het Zaad. bloeitiid. Deeze boomacktige Hees ter groeit overal in Europa en bloei, in Junij. SAMBUCÜS N 1 G R A. CLASSIS Vta. Conf. linuai Sijst. Nat. Ed*. gmelini, Tom. Hdi Part. Imas. pag, 498. sambucus Cijmls quinquepartitis (foliis pinnatis: foliölis fub ovatis ferratis,~) caule arboreo. a. Perianthium monophijllum quinque parituin. b. Corolla monopetala, rotata, femiquinque flda cum Staminibus quinque. c. Sta men feparatum. d. Germen cum Glandula ventricof» & tribus Stigmatibus obtufis. e. Baccs matura;. f. Una aperta. g. Semen. temp i'LOR. Frutex arborefcens , ubique in Europa fpontc nafcens Ju. nioque florens. 1  i3 P LAAT CCCCXVIJ. gebruik. De. bekende Kruidenarij Kardamom genoemd is een korrel met een witte bijeengefchrompelde fchil, wier Reuk fcbero heet, kruidig en weiruikend is: de Smaak is in 't eerst Campher daarna Salpeterachtig. 'Er zijn driederhanden Soorten van dié Vrugten in de Winkels Cardamomm Majus, Medium en Minus de ronde of kleine worden voor de fterkften gehouden. Haare Werkingskracht is aanzettend, verhittend, Maandltonden bevorderend maar vooral zenuwe, maag en ook wel krampftillend. Men ee' brukt ze vooral ter verflerking van de zwakke Maag en Ingewanden winden te drijven en de fpijsverteering te bevorderen _ Ook verbeeteren zij de kwade Smaak en Adem. De gedistilleerde Olie word b.j de Tandpijn Hoofdpijn, of tot het verbef en der Smaak onder Artfenijmiddelen gemengd. Hiitocrates gebruikten ze egens de Baarmoeder ziektens, Dioscorides als urindrSvend en tegens de wormen, 't geen niet te naprijzen is. TJiterli k ais verdeelend en fterkend. Anderen raaden ze nog bij teruJeLen yn rZ:e,«e;S'tBer°eTS' ^/^tdrijvend, tegJmdeEUpt en, Q,taUpfie, teruggeflagen Podagra, Cardialgie, Zucht enz/ Hoe men d* alles befchouwen moge, zo is 't vast waar, dat de prikkelende Grondftof ,n groote hoeveelheid aanweezig zij, 't geen toeffi hf'H °m l^enlerki^ in de daaruit voortvloéijende vS4ee!en b;j de zwafau Vezel en verminderde werking te verwagten. GSM- CARDAMOM i AMOMUM A M O M U M. CARDAMtlMnw D E Ifie C L A S S E. Zie LiNKins Nat. Hist. door houttuijn, Ude Deel Vilde St.,bl. 14. amomum met de Bloemflengen geheel enkeld en zeer kort; de Blikjes overhoeks en rwm geplaatst. a De drietandige Kelk. b, b, 1). De drie Lappen der eenbladige Bloem. S c. Het Honingbakje. li. Het Meeldraadje. e. Het rondagtige Vrugtbeg'.nfel, de Draadsviijze Stijl en jlompe Stempel f. f. De half Eijrov.de , driekantige en driehokkige Frugt van Amboina en , Ceijlon. g. De langwerpige Vrugt van het Eiland Java. h. Dezelvde geopend met de Zaaden. i. flirt Zaad. üloeitijd. Groeit in Oostindien. Word in onze Hoven twee voet hoog geplant. CLASSIS Ima. Conf. hi nu mi Sijst. Nat. Ed. gme l 1 nf, Tom. IldiPart. Ims pag. 5. amomum Scapo fimplicisfimo brevis. fimo, Bracleis alternis laxis. a. Perianthium tridentatum. b. b,b.Lacinia tria Corolla» monopetalas. c. Neétarium monophijllum. d. Stameu. e. Germen fubrotundum , Stijlus Eli. formis, & Stigma obtufum. ƒ,/• Frucüus fub ovatus, trigonus , trilocularis illius ex Amboina Cc Ceijlonia. g. lnuilae Java Fruftus oblongus. h. Idem apertus cum Seminibus. i. Semen. temp. flor. In India Orientali crelcit. In Hortis nortris altitudine bipedali colitur.      PLAAT CCCCXVIII. 19 oebeuik. De Wortel van deeze Plant is een bekend kruid en lekkernij. Zij is fcherp, kruidig, beet. fterkend en welruikend van fmaak. Droog is zij fterker. Zij is verhittend, Maagfterkend en aanzettend. Onder Purgeermiddel verhoogd zij derzelven werking, vooral der Rhabarbep. Zij word bij de Windcolijk, Doorloop, Vrijsterziekte en bij heevjge hardnekkige Galontlasting voor uitmuntend gehouden. Zo wel hier als in Indien is het Kruid ter fpijsverteering van zeer veel nut maar haare grootfte voordeelen zijn die der opwekking der traage beweeging der Vezelen, en langs deeze weg bevordert zij verdunning en oplosfing der taaije Vogten. Bij Wonden waarvan wegens fiapheid der Vezel geen goede etter afgeicheir den wierd, en de Koortsbast niet toereikende was, heb ik van de Gember met deeze gemengd, weidraa eene goede etterwording gezien. Bif Koortfen van phlegmatique geitellen, waar de Koortsbast geen tegenwerking voortbragt, was mij het vermerken met dc Gember van zeer veel nut. De'geconfijte Gember is een zeer goed Maagfterkend middel, dat de verr teering bevorderd. De drooge Wortel werkt ten aanzien van zijne kruidige fcherpe ltof veel ligier dan de Peper, gelijk Galenus reeds bemerkten. Cholericque geitellen veidraagen frem niet. De gilt in poeijer is 5-=-15 gr. C 2 WILDE GEMBER AMOMUM. Di Ijïe C L A S S E. . Zie l 1 n n nje u s Nat. Hist. door houttuijn, 11de Deel, Vilde St.bl. 5. amomum met de Bladjleng naakt, de Kelk Éijrond. li. De Bioemjcheede, de Btoempijp in e omvattende. b. Tweede Bloemfcheede, het Vruglbe- ginfel in h omgeevende. C. De geheele Bloem met de lange Pijp en de Bloemfcheede in b. d. De Bloem zonder Honingbakje en de Bioemjcheede b. e. Het op de grond zittende Honingbakje. f. Het enkelde Meeldraadje van de Foorzijde. g. Helzcltie zijdwaards te zien (de twee Meelknopjes zijn in de bolligheid aangegroeid.) b. Het Vrugtbeginjel, Stjl en jl<,mpc Stempel in de holligheidvan het Meel draadje f. verborgen. i. Het zeer verkleinde bladige bovenjle gedeelte der Bladjieng. bloeitijd. Woont in Oostindien, vooral op 't Eiland Jamaica. Thands is de Plant in America verplant, en •word ook in onze Hoven twee voet hoog gekweekt. AMOMUM | ZINGZIBER. CLASSIS lma. Conf. LiKKffii Sijst. Nat. Ed. gmelihi, Tom. IldiPart. lma pag. 5. amomum Scapo nudo, Spica ovata. a, Spatha Tubum Floris in e circumvolvens. 6. Spatha altera Germen in h involvens. c. Flos integer cum Tubo longo & Spatha in b. AFlos fine Neélario & Spatha b. e. Nediarium fauci impofitum. f. Stamen unicum a fronte. g. Idem a latere (anthera dun in ca' vitattc') ad nat» funt. h. Germen , Stijlus & Stigma obtu. fum in cavitate Staminis ƒ latent. i. Sumitas caulis foliofi volumraine multoties iminuta. temp, flor. Habitat in India Örientalt pracipue in Infula Jamaica. Nunc planta ad Americam eft trans plantata. In Hortis noftris altitudine bipedali colitur.  SO PLAAT CCCCXIX. en CCCCXX. WILDE GEMBER. De Iffle C L A S S E. Zie linn/eüs Nat. Hist. door houttuijn, Ude Deel Vilde St., bl. 13. 6ember met de Bloem/leng naakt, de Kelk langwerpig (lomp. z.De bloeijende Aair, de onderfte Schubjes afgefcheurd zijnde. b. Een afgezonderd Schubje. c. De uitgejponnen buitenjle Bloemfcheede. d. De geheele Bloem in de Bloemfcheede gerolt van ter Zijde. e. De Bloem met de Bloemfcheede zonder Honingbakje en Helmdraadje. f. De binnenjle Bloemfcheede uitgebannen. g. Het rondachtige Vrugtbeginfel, de draadswijze Stijl en {lompe Stempet. b. Het uitgerekte Meeldraadje. bloeitijd. Groeit op de Kust van Malabaar en de Molukfche Ei landen, vijf a zes voet hoog. In onze Hoven word hu niet hooger dan drie voet. cebruik. Sommigen willen dat de Wortelen, die in onze Winkelen onder de naam van Radices Zedoaria bekend zijn van deeze Wilde Gember, anderen dat zij van de Kaempferia rotunda, anderen weder dat zij van het Amomum Zedoaria genomen, of ten minften, dat beide een en dezelvde Hoedanigheid bezitten. De Reuk der Wortel is doordringend en Campherachtig, de Smaak kruidig, fcherpachtig en bitter. Zij is aanzettend, Zweetdrijvend, Zenuwe en Maagfterkend, Maandflonden bevorderend en Wormdrijvend. Zij word bij de Vrijsterziekte, Aainborltigheid, Walging en de Wormen gepreezen. Men gebruikt ze van VI—XXX gr. in Poei, jer, of in Wijn van gj — Vooral word zij als Maagmiddel aangeraaden, zo dezelve met zuurachtige flijmigbeid bezet is. De Indiaanen gebruiken ze als Kruidenarij. 3E£- AMOMUM ZERUMBET. CLASSIS Ima. Conf. LiNMffii Sijst. Nat. Ed. c m e l 1 n 1, Tom. IldiPart. Imot, pag. 1. amomum Scapo nudo, fpica oblonga obtufa. a. Spica Horens avulfïs omnibu* inferioribus Squamis. b. Squama feparata. c. Spatha exterior expanfa. d. Flos integer Spatha involutus, a latere confpicuus. e. Corolla cum Spatha interiore demto nectario & Stamine. ƒ. Spatha base interior expanfa. g. Germen fubrotundum, Stijlus fiüformis & Stigma obtufum. h. Stamen Vi ereciuin. temp. flor. Crefcit in Malabaria ètMoluccis altitudine penta hexave pedati. In Hortis noftiis pedes tres vix fuperat.        PLAAT CCCCXXi. 21 BEERENKLAUW HEILKRUID. De Vdt C L A S S E. Zie linnjeüs Nat. Hist. door houttuijn, Ude DeelVUIJte St.,bl. 08. hei lkrüii) met de Blaadjes Finswijze verdeeld en effen. Dt Bloemen eenvormig. a. Een Bloem uit de Schijf met vijf Meeldraadjes. b. Een Bloem uit de Straal met vijj Meeldraadjes. c. Een afgezonderd Meeldraadje. d. Het Vrugtbeginfel en twee wa\ famengevoegde Meeldraadjes ei eenvoudige Stempelen e. Twee Jamengedrttkte Zaaden. ï.Dezelvie van malkanderen ge jcheiden. bloeitijd. Groeit overal, en ii Nederland in de Weijlanien, Bos feiten, Haagen, enz., zomtijds drét a vier voet hoog. Bloeit in Junij HERACLEUM c e b r 01 k. Eertijds wierd liet Kruid en de Wortelen in de Apo« theeken onder de naam van Branca Urftna nagehouden, en wel ten onrechte, want de Branc. Urf. komt van de Acanthus Mollis, en niec van het Herscleum Splmdilium. Het Kruid van deeze is bitter, heet en fcherp, en dient gantsch niet tot verzagtende clijsteeren, pap* pen en ftoovingen, waartoe men den Acanthus Mollis roemd. Ook was het middel bij de oude Artfen in geen groot aanzien, en men vind het enkeld onder de V. Herb. emal. en tegens de Jigt, Stuipen en Vrijsterziekte van de een en anderen aangeraaden. Tegens de Poolfche Vlecht, plica Polonica heeft het niets gedaan, fchoon het de Poolen uit dien hoofde eeten. De Kamtfchadaalen, Rusfen , Lithauwers enz., maaken een foort van Brood en een drank als Bier daarvan. Ook doen dit de Poolen. Daarenboven eeten het deeze Naties als Groeutens. Bij ons is het al lang, en wel met resht vergeeten. OF HERACLEUM SPHONDILIUM. CLASSIS Vta. Conf. LiNNffii Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Udi Part. Ime pag. 480. üeracleum Foliolis pinnatifidis laj/ibus, Floribus uniformibus. a Corolla difci cum Staminibus quinque. b. Coroila Radii cum Staminibus quinque. c. Stamen feparatum. d. Germen, Stijii duo approximat,i & Stigmata fimplicia. e. Semina duo compresfa. f. Eadem feparata. 1 temp. flor. Ubivis, & in Republica in pratis, fijivis, fepibus, ! interdum altitudine trium quatuorve pedum crefcit. Junioque floret.  PLAAT CCCCXXII. O P R E G T WALSTROO. De IVdt CL A S S E. Zie l i n n & u s Nat. Hist. door uouttuijn, Ude Deel Vilde St., U. 286". walstroo met agtvoudige Liniale ge- jleufde Blaadjes en korte Btoemtakjes. 2. De Eenbladige, radervnjze vierdee- lige Bloem van de bovenzijde. b. Dezelvde van de onderzijde met vier Meeldraadjes. Ci Een afgezonderd Meeldraadje. d. Het dubbelde Frugtbeginfel, de ten halven tweefpleetigen Stijl en Kloots- inijze Stempel. bloeit ij 0. Groeit overal aan de Weegen en Haagen twee a drie voet hoog. Overvloedig in de Tuinen van dit Gemeenebest. Bloeit in Junij en Julij. gebruik. De geele Bloemen van è\tWalftroo, in de Winkels Galium luteum genoemd, hebben eene doordringende, vrij aangeüaame honingachtige Reuk. en iets bitterachtigen Smaak. Zij hebben een zuurachtige grondftof, en daarram zijn zij zeer gefchikt de Melk te ftremmeu, en zelvs de Melk der Koeijen, zo zij daarvan eeten , is zeer tot de ftremming geneigd. In het Graaffchap Chester in Engeland, zeer beroemd van wegens de lekkere Kaas, gebruikt men dit Kruid tot ftremming der Melk, en men wil daar van dan de lekkerheid der Kaas afleiden. Proefneemingen bewijzen dat "er een zuivere Azijn van te ftooken zij. De Wortelen geeven eene roode verwftof en verwen de Beenderen, gelijk de rubia tiniïorüm rood. Als Geneesmiddel wierd het eertijds bij de Vrijsterziekte, Bloedwateren en de vallende Ziekte gebruikt, en 't is nog niet zeer lang, dat men goede werking bij gevallen waar de Orangebladen onwerkfaam waren, daar van gezien heeft. Men gebruikt het als Thee getrokken , of het versch uitgeperste zap. B j de Stuiptrekkingen der Kinderen beweeren fommigen.dat het zig zeer werkfaam bewijze. Ook wil men het aftrekfef bij de Jigt aanraaden. Voor 't overige hebben het de Ouden voor Krampüillend en Slaapbrengend gehouden , en uiterlijk bij kwetfuuren tot Bloeditremming, de Kanker en Kankergezwellen gebruikt. Nog zegt men, dat 't het Bioedpisfen der Koeijen geneeze. Thans is het Middel in geen gebruik, en men kan deszelvs krachten door geen uieuwe proefneemingen ftaaven nog laaken. Z A G T- GALIUM V E R U M. CLASSIS m*. Conf. linnjEi Sijst, Nat. Ed. g m e l 1 n 1, Tom. Ildi Part. lmm pag. 239. galium Folüs oclonis linearibus fulcatis, Ramis floriferis brsvibus. a. Corolla monopetala, rotata, quadriparcita exparte fuperiore. b. Eadem exparte inferiori cum qua. tuor Staminibus. c. Stamen feparatum. d. Germen didijmum, Stijlus femibifidUi & Stigma globofum. temp. plor. Crercit ubique ad vias & lèpes altitudine bi vel tripedali. In Reipublicae Duinis abundat. Junio Juiioque floret.      PLAAT CCCCXXIII. 23 c ei ruik. Dit foort van Walltroo word gelijk het voorgaande en wel nog meer in de vallende Ziektens geroemd. Nieuwere waarneemingen leeren op de verfche nog bloeijende Plant witten Wijn te gieten, de zap daarvan uit te persfen, en daar 'smorgens nuchteren gv— gvj van te drinken, waar door de vallende Ziekte geneezen worde. Wat hier van zij is nog niet te beflisfen en men moet de Waarneemers op hun woord geloeven, fchoon het twiifelachtig is, of dit middel, of de verbeelding, gelijk dit meer het geval is, de geneezing bevoordeeld hebbe. Voor 't overige eeeft men heeden aan deze Plant geen verder gebruik. WIH- ZAGTBLADIG W A L S T R O O. De mt C L A S S E. i Zie linn^us Nat. Hist. door houttuijn, Ude Deel Vilde St., bl. 287. walstroo met agtvoudige Eijrond Liniaale Bladen, bijna Zaagtandige, zeer uitgebreide, gefpiifle Blaadjes , een flappe Steng en uitgebreide Takken. a. De eenbladige raaderivijze vier. deelige Bloem in haare natuurlijke gedaante, en vergroot met vier Meeldraadjes. b. Het dubbelde Vrugtbeginjel. de ten huiven tweefpleetiqen Stijl en de Klootswijze Stempel. J c. Het Zaad. bloeitijd. Groeitgelijkhet voorgaande overal in Europa aan de Baagen twee ó drie voeten hoog. Bloeit in Junij en julij. GALIUM M O L L U G O. CLASSIS IVta. Conf. linnzei Sijst. Nat. Ed. GMELiwi, Tom. Ildi Part. imce pag. 239. galium Foüis oclonis ovato linearibus fub ferratis patentisfi. mis mucronatis,Cauleflaccido, Ramis patentibus. j. Corolla monopetala rotata quadripartita, Magnitudine naturali & aucta, cum quatuor Staminibus. b. Germen didijmum , Stijlus femibifidus « Stigma globofum. t. Semen. temp, floii. Crefcit ut antecedens ubique in Europa; fepibus dtitudine bi tripedalive. Junio fulioque floret.  *4 PLAAT WINKEL STEENZAAD. Dt Vde C L A S S E. Zie hhnjeus Nat. Hist. door houttuijn, Ude Deel VIIdeSt.,bl. 424. jtrenzaad met effene Zaaden, de Bloempjes naauwlijks grocter dan de Kelk, de Bladen lancet vormig. a. De langwerpige vijfdeelige Kelk. b. De eenbladige Trechtervormige Bloem, met ten Italven vijffplee tigen Rand. c. Dezelvde met vijf Meeldraadjes. d. Een afgezonderd Meeldraadje. e. Vier Vrugtbeginfelen met den draadswijztn Stijl, en {lompen tweefpleetigen Stempel. f. De Kelk met vier Zaaden. g. Het Zaad. bloeitijd. Groeit overal op onbebouwde Plaat/en, in dit Gemeene best in de Duinen bij Hairlem en omjlreeks Zwol, word twee voeten loog en bloeit in Junij. CCCCXXIV. [ LITHOSPERMUM OFFICINALE. CLASSIS Vta. Conf. LiNNiEi Sijst. Nat. Ed. Gmelini, Tom. lldi Part. lmx pag. 316. lithosïermum Seminibus lasvi.» bus, Corollis vix Calijcem fuperantibus, Foliis lanceolatis. a. Perianthium quinquepaititum oblongum. b. Corolla monopetala, infundibuliformis , cum Limbo femiquinquefido. c. Eadem aperta.cum quinque Staminibus. d Stamen feparatum. e. Germina quatuor cum Stijlo f5liformi & Stigmate obtufo bi. fido. f. Perianthium cum quatuor Se» minibus. g. Semen. temp. plok. Sponte crefcit in locis incultis, in Republica in Duinis circa Harlemum atque re« gionibus circa Zwol, altitudinein attingitbipedalem Junioque floret. gebruik. Deeze zonder Smaak of Reuk fijnde Plant, word eene opflorpende, famentrekkende en urindrijvende kracht toegeïchreeven. Dioscorides roemden ze als Steen verbrijzelend, maar ■zo hij heeden nog leevde, zo was het fterk te twijfelen, dat hij *!it 'fabeltje zoude durven ftaande houden. Dat bet Zaad , vermits ■feet wat melkachtig is, urindrijvende zij, is toetelhan, maar waartoe dit Middel bij een overvloed van vetl beteren ? BRAAK-      PLAAT CCCCXXV. 25 BRAAKNOOTEN STRJJCHNOS. De Vde C L A S S E. Zie LiNNffius Nat. Hist. door Houttuijn, Ilde Deel IIjle St., bl. 116. STRijchnos met ovaale Bladen en den Steel ongedoornd a. De eenbladige vijfdeelige Kelk. b. De eenbladiee Bloem met de viifni.,. tigen Rand, yijf Meeldraadjes en de Stamper. e. De rijpe frugt. d. Het Zaad, of veel meer de zogenoemde Braaknoot. bloeitijd. Deeze Boom groeit in Oostindiën , op Ceijton, Mallabar enz., en word twintig Voeten hoog. STRIJCHNOS N U X V O M 1 C A. CLASSIS Vta. Conf Lisiiai Sijst. Nat. Ed. g m e l i n i, Tom Udi part. Imapag 387. strijchnos Foliis ovatis Caule ii-ermi v Ciimis terminalibus.^ a. Petianthium uionopiiij'llum quinque partitiim. b. Corolla monoperala , L'mho quinque fido, cum quinque Staminibus. c. I'niftas maturus. d. Semen vel Nux Vomica proprie fic dicta. TEMP. nn». r..n.!e h«n ... ;_ India, Ceiloma_ Malaliarra alrirnj;.. viginti pedum. gebruik. De Vrugten van deeze Boom zijn in 't algemeen onder de naam van Kraijen - Oogen bekend. Zij hebben eene biltere walgelijke fmaak zonder reuk. Haare werking is fterk en heevig een vergift voor alle foorten van Honden ja van alle viervoetige dieren, ook voor Visten en Vogels. Bij de Mensen veroorzaakt de eerlte werking, Braaken, Stuipen, vallende Ziekte, Slaap Riliingen en Koortshuiveringen. De tweede werking is onbeweeglijkheid van alle Deelen, vooral der Leeden , Rekkingen enz., al nadat de gift fterk is De Vezel verkrijgt een bijzondere beweeg. Jijkheid en het Gevoelsvermogen word vermeerdert. Daar van daan Duizeling, Vrees, Convulfies enz,, en het Gevoelsvermogen word in die trap vermindert, indien het bij de eerfte werking verhoogd was Hier van zijne Narcotifche, Krampftillende, Zweetdrijvende kracht en werking bij de Vrijsterziekte, Convulfies, Beroertens, vallende piekte, tusfehenpoozende Koortfen, Cardialgie, Hijpochondrie Zenuwenziektens enz. De voornaamfte werking is op de Zenuwen, want eene heele opgefiokte Noot, die doodelijke gevolgen had, vond men nog onbefeerd in de Maag. D't al vereischt groore omzichtigheid met dit nog niet genoeg beproefd middel. Men roemt het tegens Koortfen, Colijk, Wormen, de Lindworm, waar her. zekerlijk goede werking gedaan heeft, echter is het beter voor als nog van het gebruik aftezien, als het zonder genoegzame kunde f.T^rV-? ™™ld?n- IIet extraft is het voordeeligfte en ik heb het dikwijls in plaats van Opium bij de Doorloop en Pers. loop met veel voordeel gebruikt, maar men moet in 't eerst SnUÏ.l 'fcT tC rU,'m Zij'n' maar a,len^ens opklimmen. HuFFELANp heeft ons naauwkeurige waarneemingen opgegeeven S ïïïen!dersattentieverdien«), die van dit Middelgebruik denkt  26 PLAAT CCCCXX VI. gebruik. De Vrugt van deeze Boom is in de Winkeis onder den naam van Sebesten bekend. Zij heeft een flijmig, lijmig zoete fmaak, en is als voedend, inwikkelend, glad en vogtig maakend, pok wel afzettend en famentrekkend bekend, en wierd bij de Hoest, Heesheid en moeijelijke waterloofing gebruikt. Uit de verfche Vrugt druipt een lijmig vogt, en het uitgeperste Zap der Noot geeft ongekookt de Vogellijm der Arabieren. Dit uitgeperste vogt dient zekerlijk tot bedekking der zagte met eene tedere opperhuid bekleede Deelen en bewaard zij voor prikkeling, maar in 't geval een Catarrhaale Ziekte meer verborgen is dan alleen Heesheid te kennen geeft, zo fchaden deeze en alle zoete flijmige Middelen door verzwakking van de Maag, en men dient het gebruik van deeze Middelen in allen opzichten te beperken, vermits den onkundigen in navolging der Artfen al voorts tot diergelijke Middelen zijne toevlucht neemt en zig daar door onbefchrijvelijk benadeeld. Heedendaassch is dit Middel ook weinig meer in gebruik, en bet witrd eertijds alleen onder Borst en gorgeldranken gemengd, TUIN SEBESTEN C O R D I A. De Vie C L A S S E. Zie likxmvs Nat. Hist. door houttuijn, Ude Deel 11de St., bl. 122. cordia met ovaale Bladen die van boven glad zijn, met zijdelingje Tros/en, de Kelk met tien ftreepen. a. De kleine vijftandigc Kelk. b. De Eenbladige trech'er vormige Bloem met een vier %ijf of zes deeligen, Rand bevattende vijf, acht en meer Meeldraadjes. c. De onrijpe aan de Kelk vastgegroeide Vrugt. d. De rijfn Vrugt. e. De grjleufde Noot. f. Dezetvdc geopend. bloeitijd. Deeze Boom groeit in Sijrisn Egijpten en Mallabarien enz, eii in onze Hoven gekweekt, wordt hij vijf Voeten hoog. CORDIA M IJ X A. CLASSIS Via, Conf. linii£[ Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom lldiPart. lmce pag. 392. cordia Foliis ovatis fupra glabris, Corijmbis lateralibus , calijcibus decem ftriatis. a. Perianthium parvum quinque dentatum. b. Corolla monopetala infundibuliformis, cum limbo tetra, penta vel hexapartito, Stamina quinque adocloplures ve includens. c. Fruflus iramaturusCalijci accretus. d. Fructus maturus. e. Nux fulcata. ƒ. Eadem apertai tumf. flor. Crefcit hsc Arbor in Sijria, Egijpto, Malabaria, culta in hortis noftris quinque pedes lalta evadet.     I  PLAAT TUIN ANJELIER. De Xde C L A S S E. Zie linnxus Nat. Hist. door houttuijn, Ude Deel VlUfte St., bl. 583- anjelier met eertjame Bloemen, de Kelk jchubben bij na Eijrond en zeer kort; de Bloemblaadjes gekarteld. a. De eenbladige gepijpte gejlreepte Kelk, met de vijftandige opening. b. De vijfbladige Bloem. c. Een afgezonderd Bloemblad. d. Tien Meeldraadjes. e. Het Frugtbeginfel met de twee Stijlen en Jpitfe Stempelen. f. Het geopende Zaaddoosje. g. Hetzelve dwars doorfneeden. h. Het vierkante kasje met 't aanhangende Zaad. i. Het Zaad. bloeitijd. Groeit in Italien , Vranktijk en Switferland, maar 't word in onze Hoven twee voet hoog geplant en bloeit in Juhj. ccccxxvir. 27 1 DIANTHUS ' C A R IJ O P H IJ L U S, CLASSIS Xta. Conf. LiNN£t Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi. Part. Ilda pag. 711; DiANTïius Floribus folicariis, fquamis' calijcinis fubovatis brevisfimis, Corollis crenatis. : a. Perianthium monophijllum tubulofum Üriatum, Ore quinque dentato. b. Corolla pentapetala. c. Petalum feparatum. d. Stamina decem. e. Germen cum duobus Stijlis & I Stigmatibus acuiis. 'f. Capfula aperta. g. Kadem tranfverfim feéta. h Receptaculum tetragonum cum Semine ad hasrente. x, Semen. temp. flor. Crefcit in Italia, GalliaatqueHelvetia, fed colitur in hortis noliris altitudine duorum pedum julioque floret. gebruik. Flores Tunica; worden de Bladen van deeze Boom in de Winkels genoemd. De Smaak der onderfte Deelen of Nagelen is zoet en die der Bladen bitter en iets famentrekkende. De Reuk is doordringend aangenaam gelijk die der Kruidnagelen. Men meent dat hun kracht Hartfterkende, Zweetdrijvende en famentrek. kende zij. Men gebruikte zij eertijds tegens befmetting vlak en andere Koortfen, en voor al wilde men ze ten opzichte van haaien Reuk (die echter gedroogd zijnde verdwijnt) bij Zenuwziektens aanraden en fchreef ze bij Beroertens, Hartklopping, Stuijpen, Beeving der Ledemaaten enz. voor. Meer voordeel zoude men van haare bittere ftof kunnen trekken, zo wij aan diergelijke Middelen gebrek hadden, maar door de overvloed van deeze is dit allengskens in vergeetelheid geraakt, en men vind maar enkeld nog de Conferv. Flor. Tun., Sijr. Ftor. Tunic, en fomtijds als een ingrediënt der Spec, Pulnerar. D 2 EM.'  a8 PLAAT CCCCXXVW. EMBLISCHE MIJRABALAAN. Be XXIfie C L A S S E. Zie linnjegs Nat. Hist. door houttuijn, Ude Deel lilde St., bt. 249. phijllantus met gevinde Bloem. draagende Bladen en Boomachtil gen Steel en eene BezieacMee Vrugt. b a. Mannelijke Bloemen , de eenbladige fesdeelige Kük of Bloem m;t drie Meeldraadjes. b. Vrouwelijke Bloemen de Mannt- I Itjkt gelijk. c. Hetrondachtige Vtugtbeginjeldrie t tweefpleetige Stijlen en [lompe Stempelen, d. De Vrugt mstjes ongelijke Sleu- t ven. e. Dezelve geopend met de Noot. e f. De uitgedroogde Vrugt. f g. De drie gefltufde , driehokkige g m drie ef fes Deelen zich openende Vrugt. h Een lnokje derzelvtn. h i. De Pit. I bloeitijd. Deeze Boom groeit in Mallabarien, Ceijlon, Java Cbi- h na enz. en word in onze Hoven vier n Voeten lioog. tuor pedum evadit. glbrvik. Mijrebalani Emblicx worden de Vrugten van deeze fejj? ï Wmkel^enoemd 'Er zijn verfcheiden zoonen als S noïnSlhZ*'- ClVna> CbeIUlte **» De K'u.-dkunde be! ■liscnogn et, of zij allen van deeze of verfcheidene Boomen af. Komft.gz:jn. Die in de Wink-Is te vinden zijn, zijn vleesde drooge eene Noot Muitende Vrugten die zuurachtig bars en fa* ftm^en^^rkkketnde,• ™ ^ ^ fubfhntie hoSmén fe voor famentn kkende en afgekookt voor purgeerende. Eertijds roemde men k bij den Persloop. De Arabieren gebruikten zü het S zo wel famentrekkende als purgeerende. In onze daa'en%n geenè verdere Proefneemingen daarmede gemaakt, en die geené die "r IZJt Knngr0t,e Gaïthuiz^ g=""«kt worden, zijn niet altoos de gcloovb\fl:Seen.^ ***** hebben Z'j th™ Ved ~ * 9 GE- PHIJLLANTUS EMBLICA. CLASSIS Ultia, Conf. liNNfii Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. UdiPart. ima pag. 203. PHijLLAKTHus Foliis pinnatis floriferis , Caule arboreo Fructu baccato. 1. Mafculi Flores , Perianthium monophijllum hexapartitum feu potius Corolla, cum tribus Sta. minibus. '.Foeminei Flores, Corolla ut in Mafculis. . Germen fubrotundum Stijli tri* birïdi & Stigmata obtufa. !. Fructus cum Sulcis fex insqualibus. . Idem apertus cumNuce. 1 Fruftus ex ficcatus. . Nux tri fulcatus, tri Iocularis, dehifcens in tres fex ve partes. . Ejus localamentum. Nucleus. temp. flor. Crefcit hasc Arbor 1 Malabaria Zijlonia, Tava, Chi- 3 »ni :„ tr«..:» -1.:-- j-      PLAAT CCCCKX1X. Srt zomer üttjt en Jtompe Stempel. d. De Vrugt, een eenhokkige Bezie. e. Dezelvde geopend. f. Het Zaad, bloeitijd. Het Zuidelijke Eu ropa is het Vaderland deezer Heester , groeijende aan de Muuren der Wijnbergen van Italien en Vrankrijk enz. Oh b ruik. Radices Capparides waren eertijds in de Winkels bekend Dat waren geenzints de Wortelen zeiven, maar deErolt kene bast derzelven die droog een bitteren iottchuWlmMt hebben. Aan deeze bast wierden famentrekkende, UrK iSS Jonden drijvende krachten toegefchreeven, en tegens HhpcSnAie, yerltopp.ngen en Lammigheid geroemd, Deouden^ maakten er veel werks van en roemden vooral haare oplosfende tochtb?» de verftopping der Milt, Maandftonden, KropS^ienen de Heupjigt^n meening , dat de kwaade ftóffen dow den UrIS en zelvs fomt.jds door bloed Wateren afgezet wierd enz Zonder £ Proefnemingen der ouden te betwisten, komt het alleen in denking dat wij hedendaagsch geene proefnemingenkennen en het iYhddel in vergeetelheid geraakt is, 't seen pToP?,ii ^\ zo lang daarbij te .aaien, tof dat wij met SrESïïdiS nen oordeelen, want daardoor dat het als ingrediënt der rad } aZ mn. gebruikt word is niets beflist. De onopgeblodde BlelmknoDpen worden m Azijn of Zout gelegd en als een zeer lekker aanT D 3 GEfiRST- gedoornde kappers. De Xlllde C L A S S E. Zie LiNNiEus Nat. Hist. door houttüijn, Ude Deel VdeSt., tl. 232. kappers met eenbloemige fteeltjes Doornachtige Stoppeltjes, afval, lende Bladeren en ovaale Zaadhuisjes. a. De vierbladige Kelk. b. De vierbladige Bloem met veelvuldige Meeldraadjes. c. c. Het gejpleeten Vrugtbeginfe! zonder Stijl en Jlompe Stempel. d. De Vrugt, een eenhokkige Bezie. e. Dezelvde geopend. f. Het Zaad, bloeitijd. Het Zuidelijke Eu ropa is let Vaderland deezer Heester , groeijende aan de Muuren der Wijnbergen van Italien en Vrank- capparis s p i n o s a. CLASSIS Xllma. Conf. UNNai Sijst. Nat. Ed. Gmeuni, Tom. Udi Part. Imce pag, 806. capparis Pedunculis unifloris foli. tariis, Stipulis fpinofis. a. Perianthium tetraphijllum. b. Corolla tetra petala cum Staminibus numerofis. c. c. Germen pedicellatum abfque Stigmate obtufo. d. Fruftus Bacca unilocularis, e. Idem apertus. f. Semen. temp. flor. Patria Europa australis, Oriens. Sponte crefcit in Muris Vinetorum Italia; atque Gal» liae &c.  -o PLAAT CCCCXXX. CCCCXXX. ce brui k. De Vrugten van deeze Gras zoort zijn bij ons onder de naam van Gierst genoegzaam bekend. Als Artfenijmiddel waren zij nooit regtftreeks in gebruik, maar wel in 't huishoudelijke als voedend Middel. De voedende Hoedanigheid is echter bij de Artfen in geen groot aanzien, vermits het zwaar te verteeren weinig voedfel geevt en winden maakt, ja hiffocrates bemerkten al dat het Verftoppingen baare. Onder dusdaamge omftandigheden zal een ieder inzien, dat het gantsch geene zieken kost zij, te meer daar het als pap gekookt gantsch niet lekker is, zo deeze niet met Booter en Melk enz. fmaakelijk gemaakt word. De heete Koeken die men in ltalien daar van bakt, en de Taarten daarvan die men bij ons zomtijds vind, behooren nog minder onder Medicinaale Dioogerijen. RIJN. GEERSTACHTIG p A N I K. D* UUt C L AS S E. Zie lihhsüs Nat. Hist. door houttuijn, lUt Deel XIIJde St., bl. 186. PANIK nut ten losfe flappe Pluim , en ruige Scliedelb laden; de Ka/jes gefpitst. a. Het eenkleppig Kaf. b. De Tweekleppige Bloem. C.Drie Meeldraaijes, het Vrugtbe- ginjel twee Hairvormige Stijlen en vlokkige Stempels. d. Het Zaad, bloeitijd. Het Vaderland vat deeze Plant is Oostindien, maar zi) word in onze Tuinen en Vilden omflreeks twee Voet hoog ; bloeit in jumj. PANIC OM MILIACEUM. CLASSIS lUtia. Conf. LiNJfffii Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. lldi Part. Im bulatum quinque dentatum. b. Corolla monopetaïa tubuïata, Limbo quadripartito. c. Eadem aperta cum duobus Staminibus longioribus & duobus brevioribus. rf. Stamen feparatum. e. Germen quadrifidum.Stijlus filiformis & Stigma bifidum. temp. flor. Sponte crefcit humi reptans in beis paludofis Germanias , in nonnullis Gelris locis, prscipue in comitatu Zutphaniaj,in TranGfalania Provincia Julioque floret. gebruik. Herba Pulegii, noemt men deeze Plant in de Winkels. Het Kruid is gelijs dat der voornoemde gees'ig weiruikend en bezwaarend, maar fcherper. De fmaak Campberacbtig, kruidig en heet. Zij vertenigd alle krachten der Kruize Munt, behalven dat zij minder zamentrekkende is. Het Kruid is zo fcherp dat het de Huid bezeerd. Bij de Aamborfïigheid , de Kinkhoest, Schorrigheid en de Vrijsterziekte is zij met veel voordeel geroemd'. Vooral gebruikten de Engel feben in voorgaande tijden het versch uirgeperfte zap tegens de Kinkhoest, maar thans komt dit in geen verdere aanmerking. Sommigen prijzen ze nog als thee getrokken , en niet zuiker gemengd. Met eijfer en witte Wijn getrokken, word het als 't beste middel tegens opgeflopte Maandftonden geroemd . maar 't is de vraag of dit het Herb. Puleg. of het Eijfer doet. KO-      PLAAT CCCCXXXVII. 37 gebruik. Cuminum fijlvejlre wierd deeze Plant wel eertijds genoemd. Het Kruid en vooral bet Zaad heeft eenige medicinaate waardij. Het Zaad is kruidig en fcherper van Smaak en Reuk dan de gemeene Komijn en niet minder krachtig. Het is zeer Maagfterkend, en wierd eertijds tegens Spijswalging, Winden, Buikpijnen , Opzetting en de Hik geroemd. Uiterlijk, gebruikten men het tegens Kneufing en Ontfteeking, maar thans word het in 't geheel niet meer gebruikt. E 3 CATSJOE KOMIJNACHTIG HA AZEN-LEGER. De Vie C L A S S È. Zie linnbüs Nat.' Hist. door houttuijn, Hde Deel Vilde St., hl. 600. Baazeh-leger, en algemeen en een bijzonder Omwindfel, de Bloemblaadjes in tweën gedeeld en een enkeld Zaad onder ieder Bloem. 3. Het algemeen achtbladig Omwindfel. b. Het bijzondere vierbladige Omwindfel. c. De bijzondere vijfbladige Kelk. j d. Hetzelve van boven met de Bloem en vijf Meeldraadjes. e. De vijfbladige Bloem, f. f. Het Vrugtbeginfel, de Stijl en eenvoudige Stempel. g. Het enkelde Zaad. bloeitijd. Groeit algemeen in Creta en Spanjen enz., 't word in enze Hoven omflreeks een voet boog geplant, en bloeit in Julij. L AGOECIA CUMINOIDIS. CLASSIS Vt*. Conf. links 1 Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Imce pag. 42Z. lagoecia Involucrum univerfale & partiale, Peiala bicornia Semina folitaria infera. a. Involucrum univerfale octo- phijllum. 6. Involucrum proprium tetraphijU lum. c. Perianthium proprium penta» phijllum. « Idem aparte fuperiore cum Co» rolla & quinque Staminibus. e. Corolla pentapetala. /■,/■. Germen , Stijlus & Stigma fimplex. g.Semen folitarium. temp. flor. Sponte crefcit in Creta,Hifpania &c.,Colitur apud nos in hortis altitudine circiter pedali atque Julio floret.  3S PLAAT CCCCXXXVIIL gebruik. NicÉ Anaiafüii Occsder.talis. Hét is nog onzeker of deeze Nooten van liet Aiiacaraium dan van de Avicennia tomentófn afkomftig is. Zij g'eevcn een honing en olieachtig zwart; fcherp en zeer brandend vogt, 't geen bijtend is en de Huid bezeerd, en r.iet a' ders gebruikt word dan uitwendig, om vlakken , fchurf en èxteroogen uit te' roeijen. De Schors van de Boom geeft een aan 't Arabifche Gom geliikkomend vogt, 't geen men daar te land tegens de Spruuw als Mondfpoeling prijst. De Indiaanen zuigen de zap der verfche Vrugten tegens de dorst en bereiden door gisting een zoort van wijn daarvan, dewelke ter verfterking der flappe Ingewanden beroemd is. Het zap der Nooten is bij uitftek fcherp, en men v^rwt 'er linten zwart mede. Versch bezeert het vogt de Huid, droog zijn zij minder fcherp. De Indiaanen fchillen ze of braaden ze bij 't vuur, en eeten zo de pit voor lekkernij, ook wel tot verwekking der minnedrift. OP- CATSJOE APPELBOOM. De Xde C L A S S E. Zie linnneus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel, llde St.bl. 404. Catsjte appklboom , De Kelk in vij ven gedeelt, vijf omgebogen Bloemblaadjes , een Niervorniige Noot zittende bp een vleezige Vrugt» 9. De r'jfbladige Bloem met omgebogen eiölm*laadjes.' ' * • h. Het tiende Meeldraadje is voor een ' dirde gedeelte langer als de overige negen in de Bloem Verbórgene. CHèt Vrugtbeginfel in een Niervor m'ge Noot (Catsjoe A[>pel genoemd) - eioeijende; en--zo het zijne bc* •hooriijke omvang verkrijgd, word het • K:>ie.iin . 1 *d. U-tgerekt in eene veelte peervormige zappige Vrugt- e. Van binnen geheel Vleesachtig. f. Oe N"renvormige Vrugt-geepejid. BL' K/tijd Deeze Boom groeit in JVestindien .fip de Cnraibifche Eilanden en andere 'iVestindifclie plaatfen , ' zo ook op onze Colonies. In onze Hoven g kvr.e't, v>or.l het bij vijftten a twintig voeten hoog. ANACARDI U\t OCCIDENTALE.' CLASSIS IXna. Conf. linnei Sijsf. Nat. Ed. gmeli ni, Tom. IldiPart. Imee pag. 652. ANACARuiuM Caljx quinque partita!. Peiala autnque rejiexa. Antnertt no* yem, filamentv dccimo cajirato. Nux reformis fpra receptaculum carnofum grande. :i. Corolla pentapetala Petaüs reSexis. * Stamen decimum tertiam partem longms ncvem reliquis in Corolla latentibiis. c. Germen in Nuccm remfortnem (/Inacardium proprie diüum) increPeens ; li debitum volumen adeptuiu fuerit receptaculum. d. Estenditur in Fruétum mollein pijritormem fucculentum. Interne totum carnofum. f Nux reniformis aperta. " temD. Flor. Crefcit bsc Arbar in India Üccidentali in Cnribaeis infulis aliifque India; locis, nee non in America; infulis noftris. Quoque in Hortis noitris ablitur atque altitudinetn 1 quindecim vigintive pedum atcingit.      PLAAT CCCCXXXIX. 3S> gebruik. Radix Tormentillce der Winkelen, maar Tormentilla*, Zevenblad, Meerwortel bij ons in 't algemeen genoemd. Het Kruid heeft geen Reuk maar een grasachtige Smaak. De Wortel is rood, kruiderig en famentrekkend van Smaak en zonder Reuk. Haare kracht is bij uitftek famen rekkend, verfterkend en urindrijvend , en men gebruikt ze bij de Doorloop, Pcrsloop, Bloedvloed en tot verfterking der Maag en Ingewanden, tot Mondfpoeling bij verflap. ping der Huig of bij de Scheurbuik van 't Tandvleescb. Kwakzalvers verdrijven de Koorts daar meede, dikwijls ten nadeele van den lijder. In Finland gebruikt men ze met zeer veel voordeel tot betleder Iooijen en bij voorkeur van het eiken Run. Di.eze bewerking verwekt onzen aandacht voor zo 'ver, dat men dit nid» .del bij al te verfwakte Ingewanden, zo als dit bij de Persloop t geval zijn kan, niet voorts al te fterk toediene, vermits ha. re al te fterk fanieritrekkende kracht de gevoeligheid en te^enwerkirg .der„Ingewanden niet alleen verminderen, maar wel vernietigen zoude, vermits men zeer wel weet, dat eene al'té 'fterk fame'ngetrokkene vezel ten laatften gevoelloos word, en dit zou,bij de Ingewanden niet wel te pas komen. Men bereid 'er een geestige Tinctuur en een geestig KxtracT: van, 't welk vrij meer famentrekfcend is dan de Wortel z;Iven. GE- OPSTAANDE TORMENT1L. De Xllde C L A S S E. Zie l i n k je u s Nat. Hist. door >h o u t tu ij n , Hde Deel IXdeSt.,bl. 69. Tormentil met een bijna opregt' Jïaande Steng en ongejleelde bladen. a. De eenbladige ten balven vijfJpleetige Kelk. b. De vïerbladige Bloem met zestien de Kelk ingeplante Meeldraadjes. c. Agt Vrugtbeginjelen. bloeitijd. Groeit overvloedig op drooge Zandgrond. In Nederland, in 't Gelderfche, op de Duinen bij Haarlem en' andere Hollaiidfche Plaatfan,in de Bosje hen,van Fries land enz. 't Word niet ligt eer, voet hoog, en bloeit Vijria de geheele Zomer. TORMENTILLA E R E C T A. CLASSIS XUma. Conf. LiJtsii Sijst. Nat. Ed. g m e l 1 n 1, Tom. Ildi Part. hhee png. 860. tormentilla Caule ere&iusculo Foliis feslilibus. a. Perianthium monophijtlum femi oftofidum. 6. Corolla tetrapetala cum Stamï- nibus fedeciin Calijci infertis. ' c Germtna oflo. temp. flor. Abunde crefcit in locis ficcis fabulofls. In Bdgia, in Gelria, Duinis apud Harlemutn aliifque locis Hollandiae in lljlvis Krifia; &c. rarius altitudinem pedis acquir'it &per totam fereslta» tem floret.  40 P JL» A A 1 LiCUtAL. PLAAT CCCCXL. Jrongen Zandgrond. In Nederland bij Haarlem bij het Dorp Overveen, aan de yoet der Duinen en eenige Dorpen daar êmjlreeks, bif Harderwijk , Nijmegen, enz. Somtijds bereint het meer dan Hans hoogte en bloeit bijna de geheele lomer. dum altitudinem majorem Hominis attingit & per totam fere floret a:lUcem. «ebruik. Witte Weg-Distel, Ezels Distel, Acarthiam vulgare. Re;ds Dioscoribes heeft dit Middel tot geneezing der ulccraties geroemd, en eenige Artfen van den nieuwen tijd hebben het op nieuw beproefd en boven allen lofverheven gevonden, zo dat het wel alle attentie van onze Heelmeesteren verdient, vooral in een Land waar ulceraties der Beenen zo gemeen zijn: zo ik vermeen zo hebben ook verfcheiden door het bericht in de Letteroefeningen van 1798 N°. 7. hun aandacht reeds daarop gevestigd. De versch uitgeperste zap word op Plukfel in oude kankerachtige ulceraties gebragt, en deeze geneezen in een heel korten tijd daarvan. Ook is het bij andere Kanker en Knoestgefwellen van dienst, maar bij de Borstkanker vertoont het zig geheel onwerkfaam, gelijk waarneemingen daarvan doen zien. De gedroogde Wortel word bovendien als zagt famentrekkend, Maagfterkend en bij de etter borst geroemd. Ook prijst men het Zaad tegens de Stuipen der Kinderen. WOL- GEMEENE EZELSDOORN. De XIXJe C L A S S E. Zie linnjeus Nat, Hist. door houttuijn, Hde Deel Xde St., bl. 497. jïzFxsno-RN met rappige Kelken, die de Schubben uitgebreid hebben, J* Bladen langwerpig Eijrond tn uttfikaakt. a. De gemeenfchappe'ijke Kelk. fc. EenSchu je van den. c. De famengeflelde Bloem. d. Een tweejlagtiq Bloempje, t. Derzelver vijf famengehegte Meeldraadjes. f. Het Vrugtbeginfel, de draadswijze Stijl en de gekroonde Stempel. s. Het Zaad met het Pluis. ja. Hetzelve zonder Pluis. bloeitijd. Groeit overvloedig op Jrongen Zandgrond. In Nederland bi} Haarlem bij het Dorp Overveen, aan de yoet der Duinen en eenige Dorpen daar êmjlreeks, bif Harderwijk , Nijmegen, ...■v GnmtHJt hp.rpiilt het meer dan ONOPORDO N ACANTHIUM. CLASSIS XVUlta. Conf. LiNNiEl Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Hda. pag. 1190. onopordon Calijcibus fquarrofis * fquammis patentibus Foliis ovat» oblongis finuatis. a Calijx communis. b. Ejus fquama. c. Corolla compoQta. d. Corolla bermaphrodica. e. Ejus Stamina quinque coalita. ƒ Germen, Stijlus filiformis & Stigma coronatum. g. Seinen cum Pappo. h. Idem Pappo feparato. temp. flor. Abunde crefcit in locis llccis Arenolis. In Belgia prope Harlemum ad Villam Overvoer, ibique ad pedem Duinum, nonnullisque Villis in iis regioBibus. Circa Neomasiam. Harderovicum &c. Inter-    ■   PLAAT CCCCXLL 4£ WOLLIGE ZADELBOOM. De IVde C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door HouTTUijfl, Hde Deel Hde St., bi. 70. dadelboom een vierbiadige Bloem, met de Kelk in vieren gedeelt, en de Vrugt een tweekleppig Zaadhuisje met een Zaadkorrel. a. De vierdeelige Kelk. b. Het Zaad in een hoogrood Merg gerolt. C. Een volgroeid Blad. bloeitijd. Deeze Boom (welke in de prachtige uitgnave van Jacquins /Hmcricaanfche PlantenWerk afgebeeld is,) word twintig voeten hoog , groeit op Curacao , Nieuw Spanjen enz., en bloeit in "Julij. In onze Hoven word hij naauwelijks vijf voeten hoog. (*) Nota Cïmelin en de nieuwe Kn Zijlanica, maar vermits de Naam van deeze om geen onzeekerheid te veroorzc gebruik. Deeze Boom geevt een Harst, 't geen van fommigen Gumi facamahaca genoemd word. Het is echter nog niet beflist, of dit van de Fagara oiïandra of de Populus balfamifera afkomltigzij. Linnjeus en anderen ftemmen voorde laatfte, anderen voor de Fagara; wat van beiden de zekere waarheid zij is nog niet vast te ftellen, even zo weinig als het werkingsvermogen der Harfien van beide Boomen. Beide Harstzoorten fchijnen ondertusfchen malkanderen te eve.naaren, of ten minften geen groot different te hebben, ook worden zij maar uitwendig gebruikt, zo dat men zig zeer wel op de bekende Balf Tacamahaca (leunen kan, en deszelfs werkingsvermogen zal de Leezer op Plaat CCCLXXXI. bij de befchrijving der Populus Balfamifera afgehandeld vinden; en ik merk alleen hier aan, dat het Gom uit de Fagara van Zeiven druipt, en niet uit de jonge fpruiten geperst word, F 1AM- FAGARA OCTANDRA (*). CLASSIS Vta. Conf. linn.se 1 Sijst. Nat. Ed»' gmelini, Tom IldiPart. Ima pag. 336. fagara Calijx campanulatus, Co» rolla infundibutt 'ormis Stigma peltatim Bacca bilocularis, carnoja, a. P^rianthium quadripartitum. 6 Seinen Pulpa coccinea in vo- lutum. c. Folium adultum. temp. flor. Arbor htec, (qutt in illa eiititne fplendidisfima Jacquini Plantarum /Imericancrum ttepica ejV) altitudinem vigintl circiter pedum attingit & in Curacao, Nova Hifpania &c, crefcit. Julio floret. In Hortis noftris vix quin> que'pedali akitudine exiftit. •idkundlgen noemen deeze Boom Fagara Oótariiira meer bekend is, zo wilde ii aken liefst laaten fiaan.  4« PLAAT CCCCXLir. TAMME C O R I A N D R tl M KORIANDER. SATIVÜM. De Vde C L A S S E. CLASSIS Vta. Zie Linnjeus Nat. Hist. Conf Linnjei Sijst. Nat. Ed. door Houttuijn, Hde gmelini, Tom. Ilai part. Deel VHlfte St., bl. 166. Imas pag. 486. koriander met enktlde ronde Vrug- corïandrum Frudlibus globolls. ten. a, a. Het bijzondere driebladige Om- a, a. Involucrum partiale triphijlwindfel. lum. b. De vijftandige Kelk. b. Perianthium quinquedentatum. c De algemeene Bloem met ongelijk- c. Corolla univerfalis , corollulis vormige Bloempjes. difformibus. cl. Een bijzonder Bloempje uit de d. CoroIIula propria ex radio cum Schijf met vijf Meeldraaajes. quinque Staminibus. e. Een uiterfle Bloemblad. e. Pe;aium extremum. f. Een zijdelingfch Btomblad. f. Petalum laterale. g. Het Vrugtbeginfel met tvoee Stij- g Germen cum Stiilis duobus 6i len en gekopte Stempelen. Stiginatibus capitatis. h Het Zaad. h Semen. i. Een Wortel Blad. i. Folium radicale. bloeitijd. Deeze Plant hoort in temp. flor. Italis indignaefr, Italien fhuis, miar word in onze fed colitur in hortis noliris altiHoven omftreeks een voethoog geplant\tudine circiter pedali Junioque en bloeit in Juny. | floret. ccccxLir. gebruik. Semen Coriandri. De Reuk der verfche Planten Zaad is walgelijk en bedwelmend.1 Het drooge Zaad is kruidig, bezwas. renden iets aangenaam. De krachten zijn bedwelmend, pijnfti!lend en zog verdrijvend. Men gebruikte ze bij de Vrijsterziekte , anderer.daagfche Koorts, maar in 't algemeen als een Kruidenarij. Dioscorides heeft.hem voor vergift gehouden, Hippocrates roemt ze bij de Maag, Borst, Lever, Baarmoeder, Ziektens, Winden enz. Anderen roemen een aftrekfel met wijn voor de Koortsaanval bij de derdendaagfche Koorts als zeer voordeelig. Dat de geheels verfche Plant als ook de Zaaden nadeelig kunnen zijn, bewijzen de bedwelmende Reuk en de opgemerkte gevolgen, maar dat het gedroogde Zaad gantsch onfchadelijk en voor liefhebbers aangenaame Kruidenarij zij, is niet te betwisten, zebs fïreeit het de JMaag en Zenuwen en Word daardoor een zeer goed winddrijvend middel. Het grootfte voordeel dat ik regtftreeks ais Artfenijmiddel daarvan gezien heb, is, dat het met de Sena Bladen getrokken derzelver pijnelijke werking niet alleen tegen houd, maar ook de onaangenaame fmaak verbeeterd: genoeg voordeel van een zo goed koopmiddel, dat aandoenelijke eigenfchappen. van een ander zeer voordeelig middeJ zo ligt verbeeterd. WILDE      PLAAT CCCCXLIII. 43 WILDE R U N B O O M. D E Xlde C L A S S E. Zie linNjEUS Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel Hie St., bl. 495. bunboom met fpitfe Bladen, de Vrugten Etsvormig geknot st a. De vierdeelige roodgeele Kelk, b. De vierbladige Bloem, welkers terug geboogen Bloembladen zee> ruig zijn. e. Het overrijpe Zaadhuis met het /pitje voorfleekende Zaad en groenachtige Kelk. d. De geheele rijpe Vrugt, en wel e. Het Zaadhuis met de fpitfe Punt van het Zaad en de Kelk. f. Het Dijebeenvormige gedeelte, waar ait zittende is. g. Het weezentlijke Zaïd. h. Het Dijebeenvormige gedeelte af gezor.derd , welks Hoofd en dt Huik in l Verborgen , in welks Kegelvormige Holligheid de fchtrpe Punt van het Zaad voorfleekt. k. De Hoornachtige Huid. waardoos de uiterfle Einden der Wortelei bevestigd en wel die geene 1. Zo van de Takken der Boom op dt aard nederdaalende, voortgroeijei en weder Wortel vatten. bloeitijd. Deeze Boom groeii OP de Kust van Malabaar , op dl Caribifche Eilanden ter hoogte var. van het Zaad voorfleekt. k. De Hoornachtige Huid. waardoor de uiterfle Einden der Wortelen bevestigd en wel die geene 1. Zo van de Takken der Boom op de aard neder daalende, voortgroeijen en weder Wortel vatten. bloeitijd. Deeze Boom groeit op ie Kust van Malabaar , op de Caribifche Eilanden ter hoogte van vijftig voeten. RHIZIPHORA M A N G L E. CLASSIS Xlma. gebruik. Geen der beste nieuwe of oude Schrijvers over de Geneesmiddelen heeft deeze Boom aangemerkt, en ik kan'er niets meer van zeggen als dat men zegd, dat de werking der bast die der Koortsbast aan krachten bijna evenaard. Fa KAN- RHIZIFtlUK.n M A N G L E. CLASSIS Xlma. Conf. linn/ei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. IldiPart. Imce pag. 747. rhiziphora Foliis acutis, Fruaibus fubulato clavatis. a. Perianthium quadripartitum luteolens. b. Corolla tetrapetala cujus Petala reflexa birfutisfima. c. Pericarpium adultum cum femineacuto eminente & Penanthio viridefcente. d. Fruaus totus tnaturus & quidem e. Pericarpium cum Apice acuto feminis & Perianthio. f. Crus cui inhaeret. ir.Semen proprie diaum. h Crus feparatum cujus Caput m Calijptro. i. Occultatur, cujus Cavitate co. nica apex acutus feminis proniinet. k. Merabrana fub cornea, qua mu- niuntur Radicum & Extremi- tates illaj /. Qua; Arboris ab Ramis defcen- dunt, verfus Terram crefcunt iterumque radicant. temp. flor. Crefcit hscArbor in Maiabaria infulisque Caribaeis altitudine quinquaginta pedum.  44 PLAAT CCCCXLIV. ou br uik. Sein. Dauci Cretici der Winkelen komt van deeze zoort Athmmta. De geheeie Plant heeft een fcherpen kruiderigea aangenaamen, het Origanum bijkomende Reuk, en een aangenaa. me kruidige iets heete fmaak. Derzelver krachten zijn pijnflillende, Unndrijvende en de Maandftonden bevorderende. Men gebruikte vooral het Zaad tegens de Winden, de Hoest en het Graveel, waar van proefneemingen getuigen. De Wortelen komen met die der Daucus lulgaris overeen, en zijn een goed voedfel, maar Galeüus merkt terecht aan, dat zij Winden veroorzaaken. Hip-ocrates gebruikten ze a's oplosfend Middel. Ook zijn 'er proefneemingen, dat de gekookte Wortelen in gedaante van een Cataplasma bij Kankerachtige Ulceraties uitmuntende diensten gedaan hebben, inans is het echter buiten gebruik. GE» KANDIASCHE BEER WORTEL. Dt Vdt C L A S S E. Zie l i n n 2e u s Nat. Hist, door hoüttuijn, Hit Heel VdeSt., bl. 232, Beebwurtel mei platte , ruige , fmalle Vinblaaijes , de Bloem, blaadjes in tweeën gedeelt, de Zaaden langwerpig ruig. s. Het bijzondere Omwindfel. b, c Een eigen Bloempje virgroot en in zijne natuurlijke graote met vijf Meeldraadjes. d. Het Vrugtbeginfel, twee van mal kanderen ftaandt Stijlen en [lompe Stempelen. e. Het Zaad. bloeitijd. Groeit algemeen op ée gebergtens van Creta, Vrankrijk en Zwitferland enz. 't Word twee voeten lung en bloeit in Julij. ATHAMANTA CRETENSIS vel OREOSELINUM. CLASSIS Vta. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. Gmelihi, Tom. Udi Part. Mat pag. 477. athamanta Foliolis linearibut planis hirfutis, Petalis biparti* tis, Seminibus oblongis hirfutis. a. Involucrum partiale. b, c. Corollula propria naturalis d. auélas magnjtudinis, cum quim. que Staminibus. d. üermen, Stijlï duo diftantes z Stigmata obtufa. e. Semen. temp. flor. Sponte crefcit in Montibus Creta;, Galliae, Heivetia; &c,, bipedalig eft Julio floret.      PLAAT CCCCXLV. 45 GEKRUISTE BEERWORTEL. Dt Vde C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel rillde St.,bl. 68. eetjrwortel met kruiswijs gevinde Infnijding-gehoekte Bladen en kaalt Zaaien. ei. Het bijzondere Omwind/el. b. De eigen vijfbladige Bloem, met vijf Meeldraadjes. c. Het Vrugtbeginjel, twee Stijlen en [lompe Stempelen. d. De Deelen b en c zijn vergroot. bloeitijd. Groeit in Engeland en Frankrijk op zandgrond vier a vijf Voeten hoog. Bloeit in Julij en Augustus. ei. Het bijzondere Omwindfel. b. De eigen vijfbladige Bloem, met vijf Meeldraadjes. c. Het Vrugtbeginjel, twee Stijlen en [lompe Stempelen. d. De Deelen b en c zijn vergroot. bloeitijd. Groeit in Engeland en Vrankrijk op zandgrond vier a vijf Voeten hoog. Bloeit in Julij en Augustus. ATHAMANTA C E R V A R I A. CLASSIS Via. gebruik. Gentiana nigra officin. Rad. Cervariee, Zaaden en Wortelen hebben een aanmerkelijke kruiderige Smaak. De krachten van het Zaad zegt men zijn verhittende , openende, verdeelende, Urin en Maandftonden bevorderende en Gezwellen verdeelende, enz. Het middel is niet in gebruik, ook juist nooit zeer geroemd geweest, dus is het geen wonder dat men bet bijna niet meer kent. F 3 ijï> ATHAMANTA C E R V A R I A. CLASSIS Via. Conf. linnjei Sijst. Nit. Ed, gmelini, Tom. Ildi Part. Imte pag. 476. atmamanta Foliolis pinnatis decu'fatis incifo angulatis Se= minibus nudis. (Foliolis Auplicato -.pinnatis Foliolisoblongis obtufts trilobis dentato ferratis, ferraturis mucronatis, Seminibus nudis. a. Involucrum partiale. b. Corollula pentapetala cum Staminibus quinque. c. Germen, Stijli duo & Stigmata obtufn. d. Fartes b & c magnitudiue au£U. temp. flor. Crefcit in Anglia & Gallia folo fabulofo altitudine quatuor quinque ve pedum. Julio atque Augufto floret.  46 PLAAT CCCCXLV1. c. Het Vrugtieginfel met twee van malkanderen ftaande Stijlen en Jiotipe Stempels. è.Het Zaad. sloetijd. Groeit door geheel Eurepa , op aan de Zon geieegen Serf-en en Heuvels, omflreeks twee Voeten hoog en bloeit in 'Julij. gebruik. Hetba, Siwen, Radix, Oreofelini, was eertijds niet ten onrtchie in de Winkels zeer vermaard. De Wortel is zappig, melkachtig» bitter en lijmerig. Het Extract daarvan is bitter en Samentrekkende. Men heeft ondervonden, dat de Wortel oplosfende ^n verdunnende zij, den Urin , benevens het Graveel afzette, de verftoppfr-gen der i ever en Milt oplosfe, de Geelzucht geneeemfleelen. op onbebouwde Zandgronden van Europa. In Nederland in de Moestuinen en drooge Zandvelden, omflreeks Haarlem , Harderwijk, Zwol en de Wouden van Friesland, en bloeit de geheele Zomer. H E R N I A R I A G L A B R A. gebruik. Herniarice Herba, Duizend-graan, Duizend-Koorn. Het Kruid is zonder Reuk of Smaak. Men heeft het uitgeperfte Zap met witten Wijn, of ook het Kruid in Poeijer gegeeven, en tegens den Steen, Waterzucht, Kanker, Blindheid of als Cataplafma tegens de Breuken gebruikt. Maar vermits nieuwe Proefneemingen geen werking hoegenaamd hebben kunnen waarneemen, zo heeft het onze Geneeskunde als onwerkfaam en overvloedig aangemerkt. WILDE H E R N I A R I A G L A B R A. CLASSIS Vta. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Imae pag. 448. Herniaria Glomerulis multiflon's. a. Perianthium monophijüum quinque partitum, cum quinque Staminibus. 6. Perianthii Lacinium feparatum cum Stamine 6c Bra&ea. c. Germen ovatum, Stijli vixconfpicui & Stigmata acuta. temp. flor. Crefcit in locis Europa; incultis fabulofis, Pedunculis fesquipedalibus fupra Terram protenfis. In Belgia in hortis Oleraceis atque agris ficcis Arenofis circa Harlemum, Harderovicum, Zwellenum, in fijt vis Frifue &c, atque per totam .-eftatem floret.  56 PLAAT CCCCLVI. WILDE RIDDERSPOOREN. Se Xlllie C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel XIdeSt.,bl. 152. Ridderspoor en met eenbladige Ho. ningbakjes,deSteng eenigermaate verdeeld. 3. De eenbladige Bloem. b. Het botende Bloemblad. c. Het in de Pijp van het bovenfte Bloemblad ingerolde Honingbakje. d. De geopende Bloem met dt GeJlagtsdeelen. e. Veelvuldige Meeldraadjes. f. ten afgezonderd Meeldraadje. %.Het Vrugtbeginfel, Stijl en eenvoudige Stempel. h. Het Zaaddoosjes, i. Het Zaad. bloeitijd. Groeit in dt Zaaij. Janden anaethalv voeten. In Nederland in de Moestuinen , op de Koornvelden, vooral in Gelderland groeit het drie voeten hoog. Bloeit in Julij. der land in de Moestuinen , op de Koornvelden, vooral in Gelderland groeit het drie voeten hoog. Bloeit in Julij. cebruik. Flor. Calcitrippa, Confolida regalis. Wilde Ridderfpooren, Calketrip. De Bloemen hebben een zwakken Reuk en bitteren Smaak. De krachten komen met die der bittere Planten overeen. Men heeft ze bij den Steen, verftopping der Ingewanden en Maandftenden, als fmertftïllend, en als Wondmiddel gebruikt, maar heeft geen, of ten minften maar twijfelachtige uitwerking gezien. Sommige Apothekers maaken een Stroop van de Bloemen , en geeven die in plaats van Vioolen Stroop, 't geen niet raadfaam is, vermits de Plant nog min of meer onder de verdachte Gewasfen behoord. LUIS- DELPHI N1ÜM CONSOLIDA. CLASSIS Xllma. Conf. l 1 n n ze 1 Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi part. Imce pag. 837- Delphinium Neétariis monophijllis caule fubdivifo. a. Corolla monopetala. b. Petalum fupremum. c. Neclarium Tubo Petali fupremi involutum. d. Corolla aperta cum genitalibus. e. Stamina numerofa. /.Stamen feparatum. g.Germen, Stijlus & Stigma firn* plex. /j.CapfuIa Seminalis. i. Semen. temp. flor. Sponte crefcit inter fegeies altitudine bipedali. In Belgia in Hortis Culinaribus, in agris inter Cerealia prajeipue Gelria; altitudine tripedali. Julioque floret.      PLAAT CCCCLVIL 5? LUISKRUID RIDDERSPOOREN. De XMde CL A SS E. Zie l i h n x u s Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel JXdeSt.,bl. 157- Ridderspooren met vierbladige Honingbakjes , korter dan de Bloemblaadjes en gepalmde Bladen met ftompe Kwabben. a. De vijfbladige Bloem van boven. b. Van onderen. c. Het bovmfte in een Hoorn uitloopend Bloemblad met het dubbelde Honingbakje. d Veelvuldige Meeldraadjes. e. Twee afgezonderde Meeldraadjes. f. Drie Vrugtbeginfelen met teruggebogen Stijlen en Stempelen. g. Het Zaad. bloeitijd. Groeit veelvuldig in de Oriënt, in Calabrien en Dalmatien. De in onze Hoven overvloedig geplante Plant groeit drie voet hoog en bloeit in Augustus. DELPHINIUM STAPHISAGRIA. CLASSIS Xllma. Conf. linnzei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Imee, pag. 837- Delphinium1 Ne&ariis tetraphijllis, Petaio brevioribus, t'oliiï palmatis, Lobis obtufis. a. Corolla pentapetala a fuperiori Parte. b. Ab inferiori Parte. c. Petalum fupremum in Cornu extenfum cum Nectario bihdo. d. Stamina numerofa. e. Stamina duofeparata. ƒ. Germina tria cum Stijlis & Stig- matibus reflexis. g. Semen. th mi», flor. Sponte crefcit in Oriente, Calabria, Dalmatia &c. in Hortis noftris Planta abunde culta altitudinem trium pedum acquirit Augultoque noret. cebruik. Semen Staphidifagriat. Zeeverzaad, heeft eene (tinkende Reuk en eene walgelijke bittere Smaak, en gekaauwd doet het de mond aan. Het is heevig purgeerende en braaking verwekkende, wormdriivende, brandend en ontfteeking veroorzaakend. Tot dus ver gebruikten het de Artfen zelden, en maar met omzichtigheid uitwendig, inwendig zelden of nooit, vermits het zoo heevige Toevallen voortbrengt, daar mon zichzelven bij 't uitwendig gebruik aan blootfteld. Men heeft het als Braakmiddel gebruikt, en de grootfie flikking dreigende benaauwdheden en ulceraties der Keel daarvan ontdaan zien. Het trekt veel fpeekzel en men heeft het daarom bij de Tandpijn gepreezen, maar dezelve daarvan zien vermeerderen. Bij zommige Ulceraties, de Schurft, en vooral bij hu Ongedierte is het gebruik nog het voegelijkfte. SEE  58 PLAAT CCCCLVïll. S E E STEENVENKEL. De Vit C L A 5 S E. Zie Linnzbus Nat. Hist. door Houttuijn, Hde Deel VIIIjle St.,bl. 79. Stefnvenkel met Lancetvomige vlcrtize Blaadjes. a. De atgemeene Zonnejcherm. b Het algemeen Omwind/el. c. De bijzondere Kelk. d. De afgezonderde vijfbladige Bloem mei vijf Meeldraadjes. e. Een Bloemblad. f. Het Vrugtbeginfel met twee daar aan zittende Meeldraadjes. g. Een afgezonderd Meeldraadje. h Het Vrugtbeginfel, twee Stijlen en Jiompe Stempelen. bloeitijd. Groeit anderlialv voet hoog aan dt Europijche Zeeftranden Zeer veel in Zeeland en in di Hoven, en bloeit in Julij. CR1THMÜM MARITIMÜM. CLASSIS Vta. Conf. L1 n nzet Sijst. Nat. Ei. gmelini, Tom. Ildi part, Imapag. 478. Ceithmüu Foliolis Ianceolata carnofis. a. Urnbella univerfalis. fc.Invokicium univerfale. c. Periantiiium partiale. 4.Corolla pentapetala feparata cu;n quinque Scaminibus. e. Petalum. f. Germen cum Staminibus adhuc adhasrentibus. g. Stamen feparatum. h. Germen, Stijli duo & Stigmata obtufa. temp. flor. Crefcit ad Iittora maris Europa; altitudine circiter pedali. Per multum in Zeelandia atque in hortis Julio flortt. gebruik. Ftsniculum maritimum, Zee Venkel, Zee Peter feite. Het Kruid heeft een zeer aangenaame Smaak. Men zegt dat het Kruid en bet Zaad de ürin drijve, de verftopping der Ingewanden geneeze en de Eetlust bevoordere, maar men vind dit aangaande geen naauwkeurige obfervaties, want het middel is buiten gebruik w de Artzenijkunde. In de Keuken maakt men meer gebruik daarvan vermits het ingelegd als Augurkjes en Kappers bij het gebraaden Vleesch zeer lekker fraaakr. £17-      PLAAT CCCCLIX. 5S> EUROPISCHE GOUD ROEDE. Dt XIXdt C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel Xde St., bl. 683. Goud roede met een eenigermaate bogtige hoekige Steng en gepluimde opjiaande digte Trosfen. a. De algemeene Kelk. b. De jamengeftelde Bloem. c. Een tweeflagtig Bloempje. d. Vijf famengehegte Meeldraadjes. e. Het Vrugtbeginfel, Stijl en dub. belde Stempel. f. Het Zaad met het Pluis. e.Een tweeflagtig Bloempje uit de Schijf. h.Het Vrugtbeginfel, Stijl en twee Stempelen. BLOETijD. Groeit overvloedig in de Bosfchen van Europa. In Belgien, aan den Tsfel, omflreeks Gouda, door geheel Gelderland er, Overijsfel. 't Word vier voet hoog en bloeit in Julij en Augustus. «ebruik. Confolida Saracenica, Virga aurea, Gulde Roede. De Reuk der verfche Bloem is Iwak balfamiek, maar gedroogd is hij fterker, de Smaak bitterachtig en iets heet, Urindrijvend, fterkend en Wonden geneezend is deszelvs werkings kracht, en word bij inwendige Ulceraties, Borstkwaalen en het Graveel in gebruik getrokken. Dat het den Steen verbrijzeld is fabelachtig, maar dat het de Urinwegen fterke, en dus doende de Gra^eelftof uitloofe, bewijzen trouwe obfervaties. Ook is de waardij ter geneezing van inwendige Ulceraties van de grootfte Artfen niet fterk in twijfel getrokken, gelijk ook deszelvs Wondzuiverend en geneezend vermoogen. Bij de Pest gebruikt men bet tot het acetm frophij. laSicum, I GE- SOLIDAGO VIRGA AUREA. CLASSIS XVJIlva. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. llda.pag. 1237. Solidago Caule fub flexuofo angulato, Racemis paniculatis ereeïis {caule eretto teretri pubefcente.fuptrne racemoft, Racemis ereüis , Foliis inferioribus èllipticis ferratis ) a. Calijx communis. ft. Corolla compoiita. c. Corollula hermapbrodita. d. Stamina quinque coalita. e. Germen Stijlus & Stigma bifidum. ' f. Semen cum Pappo. g. Corollula hennaphrodita ex Radio. ft.Germen, Stijlus & duo Stigmata. temp. flor. Abunde ert feit in fijlvis Europas. In Republica ad Fluvium Ifalam, prope Goudanum, per totam Gelria; Transifalaniajque Provinciam alritudine quatuor pedum Julio Auguftoquc 1 Horens.  6o PLAAT CCCCLX GEMEENE * K L I S S EN. De XIXdt C L A S S E. Zie LiNNzeus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel Xde St., bl. 452. Kussen met Hartvormige onge. doomde gefleelde Bladen. *.De gemeenfcliappelijke Kelk met Haakvormige Steekels. b. Een Haakvormige Steekei. c. De famtngeflelde Bloem. d Een tweeflagtig Bloempje. e. Vijf Jamengehegte Meeldraaden. f. Het Vrugtbeginjel, draadswijze Stijl en dubbelde Stempel. g. Het Zaad met het Pluis. _ bloeitijd. Groeit op Jleenachtige Plaatjen twee a drie voet hoog. Door geheel Nederland aan de Wegen en oude vervallen Muuren. Bloeit in Augustus. gebruik. Rad. Fol. Sem. Bardame, Berg Klitten. De Wortelen hebben eene zoetachtige wrange en iets bitterachtige Smaak. De Bladen en het Zaad zijn bitter zonder Reuk. De Wortel ia vooral in gebruik, en 'er worden haar zagt oploslende, bloedzuiverende, urin- en zweetdrijvende krachten toegekend, en bij de ontfteeking vooral der Nieren, de Jigt, Venusziekte, WaterAvel* lingenz , gebruikt. Het Zaad is purgeerende, en de verfche Bladen worden uitwendig tegens de Jigt en excoriaties voor heilzaam gehouden. De Wortel word zeer veelvoudig voorgefchreeven en bijna onder alle zoorten van oplosfende Ptifanen en onder de Sijr. quin. rad. aper gebruikt, vooral bij de Jigt, Rheumatismus. Venusziekte, *t Graveel enz. Dat de Wortel oplosfende krachten bezitte, en deeze zo veel mogelijk zij, of eenigzints de Vogten verbeetere, is nog al toeteltaan, maar de geneeskrachten die de empijrifche geneeskunde haar toefcbrijvt, bezit zij niet. Als Bijmiddel is zij bijtevoegen, maar geenzints als hoofdmiddel, gelijk dit helaas zo dikwijls gefchied, engeduurende het gebruik van dit, verdwijnd de tijd die tot werkfamer middel had moeten befteed worden en de Lijder bezwijkt het ondertusfchen. Deeze waarfchouwing is. zeer noodig voer die geenen die bijna geen ordonnantie geeven kunnen waar «iet de Bardame zo als zij 't noemen, het hoofdingrediënt zijn. RUIG A R C T I Ü M LAPPA. CLASSIS XVllht. Conf. linnzei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom Ildi Part. lldat pag. 1184. Arctium Foliis cordatis inermi. bus petiolatii. a. Calijx communis^culeis hamatis inftruftus. b. Aculeus ejus hamatus. e. Corolla compofita. d. Corollula Hermaphrodita. e. Stamina ejus quinque coalita f. Germen , Stijlus öliformis & Stigma bifidum. g. Semen cum Pappo. temp. flor. Crefcit in locis lapidofis altitudine bi vel tripedali, ubique in locis ruderatis per totam fere rempublicam , Auguftoque floret.      PLAAT CCCCLXI. 6i RUIGBLADIG IJZERKRUID. JDe XlVde C L4 S S E. Zie linnbus Nat. Htst. door houttuijn, Hde Dtel IXdeSt., bl. 314. JJzERKRUin met Lancetvomige tlnrnhp. netande haairige Bladen, doornachtige getande Blikjes en ruige leggende Stengen. I. De eenblaiiige gepijpte ten halven vijffpleetige Kelk met de Bloem. b. De afgezonderde Kelk. c. De eenbladige gepijpte Bloem. d. Dezelve geopend, met twee lange en twee korte Meeldraadjes. e. Afgezonderde Meeldraadjes, van welke de twee lange dubbelde Meelknopjes hebben. f. Het vierjpleetige Vrugtbeginfel, de Stijl, twee Stempelen, het mderfle en bovenjle omvattende. bloeitijd. Groeit zeer veel aan de Wegen en fleenachtige Plaatjen twee a drie voet hoog en bloeit in Augustus. t SIDERITIS H I R S U T A. CLASSIS XlIIta. Conf. LiNNisi Sijst. Nat. Ed. Gmelini, Tom. Ildi F art. lldot pag. 902, Sideritis Foliis lanceolatis obtufis dentatis pilofis. Braéteis denlato fpinofis, Caulibus hirfutii decumbentibus. a. Perianthium monophijllum tu* bulatum , femiquinquefidum cum Corolla. b. Perianthium feparatum. c Corolla monopetala tubulofa. d. Eadem aperta cum Staminibus duobus longioiibus & duobus brevioribus. s.Stamina feparata, quorum duo longiora Antheris didijmis gau- dent. /■.Germen quadrifidum, Stijlus öc Stigmata duo quorum inferiua fuperius cingit. temp. flor. Per multum ad Vias in locis lapidofis altitudine bi vel tripedali crefcit Auguftoque floret. gebruik. Herb. Siderititis. Wondkruid, Gliskruid. Men fchnift aan de Plant en haare Bladen wondheelende Krachten toe. Het Landvolk zet 'er veel prijs op en gebruikt het bij alle gelegenheden : ondertusfchen is dit Heelvermogen zo wel aan de Genees* als Heelkunde onbekend. MOE  6i VLA A T CCCCLXIi. MOE RAS S IG LUISKRUID. X>e XlVie C L A S S E. Zie linn/eüs Nat. Hist. door houttuijn, llde DeellXdeSt., -bl. 469. Luiskruid met een Takkige Steng, de Kelken gekamd en eeltig geflippeld, de Bloemen fcheef ge- i. De eenbladige buikige Kelk, met vijffpleetige opening. b. De eenbladige gaapende Bloem. c. Derzelver Bovenlip, i. Derzelver Onderlip. i,e.De gedeelde Bovenlip met twee lange en twee korte Meeldraad. ïcs- t. Het rondachtit'e Vrugtbeginfel, draadswijze Stijl en ingebogen Stempel. bloeitijd. Groeit in zompachti%t Wouden en Weilanden. In NeIerland op Turfgrcnd, omflreeks Harderwijk en Waverveen , enz. t Word een a twee voeten hoog en bloeit in Julij. Luiskruid met een Takkige Steng, de Kelken gekamd en eeltig geflippeld, de Bloemen fcheef ge- a. De eenbladige buikige Kelk, met vijffpleetige opening, h. De eenbladige gaapende Bloem. c. Derzelver Bovenlip. d. Derzelver Onderlip. e. e.De gedeelde Bovenlip met twee lange en twee korte Meeldraadjes. f. Het rondachtit'e Vrugtbeginfel, draadswijze Stijl en ingebogen Stempel. bloeitijd. Groeit in zompachtige Wouden en Weilanden. In Nederland op Turfgrcnd , omflreeks Harderwijk en Waverveen , enz. 't Word een a twee voeten hoog en bloeit in Julij. gebruik. Pedtcularis aquatica. Hanekam. Deeze Plant is van een zetr onaangenaame Smaak en Reuk. Men meent dat zij WondAeeknd z«j, en zij word bij Fistels, Donkerheid der Oogen en bij =1! SF? ger0emdl dommige oude Apothekers bewaaren ze nog als Winkelketen. De Beesten vermijden het Kruid, en zo zfi Bet u.t honger eeten , worden zij ziek, en uit dien hoofde kan A.n 1 ï m-et re*t°nd« de vergiften tellen, Dit was aan de Ouoen ook nat onDtkend. EOSCHIG PEDICULARIS P A L ü S T R I S. CLASSIS Xllltia. Conf. linnzei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi. Part. Ilda pag. 925. Pediculabis Caule ramofo, Ca. Iijcibus criftatis callofo punélatis, Corollis Labio obtiquis. a. Periamhium monophijllum ven« tricofum, Ore quinquifido. b. Corolla monopetala ringens. c. Ejus Labium fuperius. d. Labium infertus. e. e. Labium fuperius divifum cum Staminibus duobus longioribus & duobus brevioribus. f. Germen fubrotundum , Stijlus filiformis & Stigma inflexum. temp. flor. Crefcit in fijlvis & pratis Paludofis. In Bel?ia in locis turfofis circa Harderovicum, Waverenveen &c, nltitu. dine pedali vel bipedali Julioque floret.      PLAAT CCCCLXIIL tfsj B O S C H I G LUISKRUID. De XlVdt C L A S S E. Zie linnzeus Nat. Hist. door houttuijn, Ildt Deel IXde St., bl. 46$. Luiskruid met een takkige Steng, langwerpige, hoekige effene K°h ken en de Bloemen Hartvormig gelipt. 3. De eenbladig gaapende Bloem zonder Kelk. b. Dezelve midden doorfneeden, de Jïtuatie der Meeldraadjes too- nende. C. Een gedeelte der Bloem met twee korte Meeldraadjes. d. Het geheele fpitfe rondachtige Zaaddoosje. e. e. Hetzelve . dwars. doorfneeden, ziet men de twee Hokjes. f. Een WortelUad met de aanhangende Scheede. bloeitijd. Groeit op vogtige Weijlandtn , in de Moerasjen en vogtige Bosfchen. In Nederland op 't Turf en Heide Land, op Zandige Zaailanden , bij Amflelveen enz. 't Word van drie tot zes duim hoog en bloeit in April en Meij. PEDICULARIS S IJ L VA T IC A. CLASSIS XUIffa. Conf. linnzei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Ildas pag. 925. Pedicularis Caule ramofo, Ca. Iijcibus oblongis angulatis la> vibus, Corollis Labio cordato. a. Corolla monopetala ringens e Calijee foluta. b. Eadem per longitudinem fefta, ut Staminum fitus appareat. c. Pars Corolla; cum duobus bre. vioribus Filamentis. d Capfula fubrotunda acurainata incegra. e,e.Eadem transverfim fe£ta, ut loculi bini pateant. f. Folium radicale cum adhasrence vagina. temp. flor. Crefcit in pratïs humidis in Paludibus & fijlvis Udis. In Belgia in ericetis turfofis prope Amftelvenuin, in fegetis arenofis &c., altitudinem trium fexve pollicum atlingit atque Aprili & Majo floret. gebruik. Pedicularis pratenfis. Roode Raetelen. Pijpkruid. Word als verkoelend, opdroogend en famentrekkend aangezien, en tot geneezing van vuile Ziveeren en Wonden dienstig gehouden, ook meent men dat het de Maandtionden en Bloedvloeijing tegen houde. Dit heeft, gelijk het voorgaande, eene vergiftige Eigenfcbap , 't welk haar inwendig gebruik afkeurt. Ook is het tot dus verre in geen gebruik. ' I 3 TA M'  6+ PLAAT CCCCLX1V. TAMME ENGELWORTEL» DE Vic C L A S S E. Zie linkjsus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel VIIIJleSt.,bl. no. Engblwobtel die het meffent Finblad gekmdbd heeft. a. De eigen Bloem, vijf ingehomde Bloembladen en vijf Meeldraadjes b. Een afgezonderd Meeldraadje. c. Het Vrugtbeginfel met twee Stijlen en flompe Stempelen d. Dezelve van de bovenzijde bloeitijd Groeit in 't algemeen in Lapland, Oostenrijk, en de Zwitferfche en Ti\rol\che Gebergtens. In onze Hoven geplant bereikt zij de hoogte vaneen Menjch, a. De eigen Bloem, vijf ingehomde Bloembladen en vijf Meeldraad-' jet b. Een afgezonderd Meeldraadje. c. Het Vrugtbeginfel met twee Stijlen en flompe Stempelen d. Dezelve van de bovenzijde bloeitijd Groeit in 't algemeen in Lapland, Oostenrijk, en de Zwitferfche en Ti\rol\che Gebergtens. In onze Hoven geplant bereikt zij de hoogte vaneen Menjch, en bloeit in Junij. gebruik. In de Winkels is de Wortel van oude tijden af onder de naam van Rad. Angelkot fativat bekend. De geheele Plant heeft eene kruidige, doordringende, aangenaame, eigenaartige naar Muscus hellende Reuk, en fterke kruidige Smaak. Gekaauwd is 2ij in 'teerst zoetachtig, naderhand bezwaarend, heet, ipeekzel trekkende en de mond en tong bijtende; even zo het Zaad. Zij is Oplosfend, Maagfterkend, Pijnftillend, Zweet en Maandftonden verwekkend en vooral de vaste deelen prikkelend. Zij word brj Ontfteeking, Vkikkoortfen, overal waar de vaste Vezel te zwak en zonder tegenwerkingen de flijmfge gefteldheid der Vogten de ove*hand heeft, met voordeel gebruikt. Daar zij goedkoop is, zo word zij met recht van onze Artfen bij Zinkingskoortfen, vooral bij de gemeene man in plaats van andere duure prikkelende Middelen gebruikt. Men geeft ze in poeijer van 30— 9j. Bij befmetlijke Ziektens is bet kaauwen der Wortels een oud remedie der Zieke Oppasfers, om de befmetting afteweeren ; even eens het Zaad. De Laplanders en Finlanders eeten de Stengen rauw en gekookt als groentens. De jonge Takken en Stengen zijn met Zuiker geconfijt een Defeitlekkernij in het Noorden. Alle compofitieï behalven het Ex'.raüum zijn van weinig belang. TAM ANGELICA ARCHANGELICA. c l a s s j S fta. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Imce pag. 482. Angelica Foliorum impari lobato. {Foliis fupra decompofitis a/a« tus, folidus. Foliorum impari lobaio, lobis lateralibus angujlia* ribus.) a. Corolla partialis, Petala quinque incurvata & Scamina quin. que. b. Stamen feparatum. c. Germen cum Stijlis duobus & Stigmatibus obtufis. a". Idem a Parte fuperiore. tump. ïlor. Sponte crefcit in Lapponi». Auftria, MontibusHelveticis & Tijrolenfibus, colitur in Hortis noftris atque altitudinem jHominis attingit Julioque floret.      PLAAT CCCCLXV, 65 ■ TAM VLASCHDOTTER. De XVde C L A S S E. Zie linnzeus Nat. Hist. «oor houttuijn, Hde Deel lXdeSt.,bl. 597. Vlaschdotter met flompe Eironde gedeelde eenzaadige Haauwtjes. t. De vierbladige Kelk. b. De vierbladige kruisvormige Bloem. C Een afgezonderd Bloemblad. t i. Vier lange Meeldraadjes en twee < korte. ;, Het ovaale Vrugtbeginfel, draad- t vormige Stjl en [lompe Stempel. bloeitijd. Groeit op de Velden mral onder de Vlasch. In Gelder- f and, om de Wallen van Arnhem I n Doesburg. Omflreeks Deventer i :n eenige ftreeken van Overijsfel c vord het op de Velden gebouwd, c c Word drie a vier voet hoog en t iloeit in Junij en Julij. U Vlaschdotter met flompe Eironde gedeelde eenzaadige Haauwtjes. 4. De vierbladige Kelk. b. De vierbladige kruisvormige Bloem. c. Een afgezonderd Bloemblad. d. Vier lange Meeldraadjes en twee korte. e. Het ovaale Vrugtbeginfel, draadvormige Stjl en flompe Stempel. bloeitijd. Groeit op de Velden vooral onder de Vlasch. In Gelderland, om de Wallen van Arnhem, en Doesburg. Omflreeks Deventer en eenige ftreeken van Overijsfel word het op de Velden gebouwd, 't Word drie a vier voet hoog en bloeit in Junij en Julij. gebruik. Sesamum. Vlas Dotter. Uit en tuit. Het uitgeperfic Zaad geeft een zagte Olie, dat tot geneesmiddel en in 't huishou» delijke te gebruiken is. Men gebruikte het eertijds om de Huid) glad te maaken, maar thans is bet in geen gebruik. M IJ A G R U M S A T 1 V ü M. CLASSIS XlVta. Conf. linnze 1 Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi part. Hdcs pag. 969. Mijagkum Siliculis obovatis, pedunculatis polijfpermis. Gmelinio hoe Mijagrum sati* vum moenchia sat1va audit ê? quidem Eloribus racemofis, tetalis integerrimis Siliculis ob ovatis, pag. 971. i.Perianthium tetraphijllum. '. Corolla tetrapetala cruciformis.' . Petalum feparatum. 1. Stamina quatuor longiora cum duobus brevioribus. .Germen ovatum, Stijlus filifor» mis ac Stigma obtufum. temp. flor. Crefcit in agris, raecipue inter linum in Gelrias dcïs circa fortificationesArnhemi c Doesburgi. Colitur in agris irca & prope Deventerum aliisue Tranfifalani» locis altitudine i vel tripedali JunioJulioque floet.  66 P L A A ï CCCCLXVr. WINKEL HONDS TONG. De Vde C L A S S E. Zie linnzeus. Nat. Hist. door houttuin, Hde Deel Vil St, bl. 433. Hondstong met de Meeldraadjes korter dan de Bloem, de Bladen breed Lancetvormig , mollig en ongejleeld. a. De vijfdeelige Kelk. b. De eenbladige trechtervormig* Bloem met een half vijfjpleetigen Rand. C. Dezelve geopend met vijf' Meel draadjes. i. Vier Vrugtbeginfelen , Stijl en uitgegulpte Stempelen. e. Het Zaad. f. De Pit. bloeitijd. Groeit op onbebouwde Wegen. In Nederland aan ae Maas, in de Duinen dtor gantsch Holland, bii Harderwik en?... word twee Voeten hoog en bloeit in iway en yumj. CIJNOGLOSSUM OFFICINALE. CLASSIS fta. Conf. linnzei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Imte pag. 318. Cijnoglossum Staminibus Coroll» brevioribus, Foliis lato lanceolatis tomentofis fesülibus. 1. Perianthiutn quinque partitum. b. Corolla monopetala , infundibuliformis, cum Limbo femiquinquefido. c. Eadem aperta cum quinque Staminibus. d. Germina . quatuor, Stijlus & S'igma emarginatum. 'e. Seinen. f. Nucleus. temp. flor. Crefcit ad Vias in locis incultis. In Belgia ad flu-" vium Mefa;, in Duinis. Der uni- verfam Hollandiam, prope Har- derOVicum &C. altitudine hinprbli IMajo vei Junio floret. gebruik. Cijnoglasfte Radix £f Herba. Honds tonge. De Plant heeft een (tinkende bokkige Reuk, en die der Bloem is bedwelmende. De Smaak is zoetachtig bokkig, even zo de Wortelen , behalven dat deeze flijmig en meer zoet zijn. De kracht is ftmentrekkend, Krampftillend en bedwelmend, en men gebruikt ze bij de Hoest, Verkouwendheid, de Persloop, en uitwendig tegens Erop- en Kliergefwellen. Men maakt van de Bladen een Stroop die men bij Borstziektens en de Hoest gebruikt. De MojJ. PU , de Ojnoplof. is zeer bekend. Sommigen houden de Plant voor vergif, tigd anderen fpreeken dit tegen: ondertusfchen is het waar dat net de Beesten vermijden. CE.      PLAAT CCCCLXVII. GEMEEN K A R W E Y. De Vde C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Heel Mijl?St.,bl. 217. Kar wei j, een langwerpige liironde Vrugt, die gefireept is, een eenbladig Omwindfel en gekielde Bloemblaadjes die ingebogen uitgerand zijn. a. Een eigen Bloempje met vijf Meeldraadjes en gekielde Bloembladen. b. Het Vrugtbeginfel, twee Stijlen en eenvoudige Stempelen. c. Het tweedeelige Zaad. bloeitijd. Groeit overal in de Wüjlanden omtrent twee voeten hoog. In Nederland, op de IVeijlanden in Gelderland, omflreeks Arnhem, op den Zeedijk tusjchen Amflerdam i en Muiden. Ook word het daar\\ ... -.««efi. kjuk •mura net aaar omflreeks geplant. Bloeit in Maij en Junij. gionibus.floretque Majo iScjuniu. geb uur ic. Semen Carui, Carwij, Hofcomijn. De Wortelen wierden eertijds door üalenus als verzagtend en winddrijvend voorgefchreeven , maar vermits men bevonden heeft, dat het Zaad krachtiger zij, zo heeft men aan dit de voorkeur gegeven Het Zaad heeft eene kruidige aandoenelijke Reuk, en een fchern"' kruidige, iets bittere heete niet onaangenaame Smaak. Het word als oplosfend, verzachtend, pijnftillend, winddrijvend en het zoe verwekkend geroemd. Men gebruikt het bij de Windcolijk, de anderendaagfche Koorts, de Hijpochondrie en Vrijsterziekte, onder pijnftilJende lavementen, bij borstziektens, waar het afgetrokken met honing gemengd, de borstflijm oplost. De Meifjes ia Zweeden gebruiken het om een witte huid :e hebben, ook is het m pappen en iloovingen op de buik gelegd een heerlijk verzagtend middel bij de Col.jk. Aandoenelijke zbken is het nadeelig, zo ookbijde Galcohjk, en die van Drekftoffen en Ontfteeking. Schoon het de Brandewijn eene fchoone kleur en goeden fmaak geeft zo word het echter hier nadeelig geoordeelt. De wortelen gebruikt men in de Keuken, gelijk ook het Zaad tot Kruidenarij on> der de kaas, zoep, faufen en vooral onder het brood, 't oeen het een zeer aangenaame fmaak geeft. Onder verfcheiden compofities TvoiLmt' Sm' ÏV 084 "* £n hU Em^ d' emin K AL- C A R U M C A R V I. CLASSIS Vit. Conf. linnze i Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part, Ima pag. 4qi, Larum Involucrum monophijllum. Petaia connata. inflexo emargil nata. FruBus parvus ellipticus gibbus, terecri (Iriatus. ». Corollula propria cum quinque Staminibus, & Petalis carinatis. b. Germen, Stijli duo & Stigmata ilmplicia. •.Semen bipartitum. temp. flor. Crefcit ubique' in aratis,altitudine circiter bipedali, In Belgia in pratis Gelrias, circa \rnhemum,juxta Amitelodamum l Muidemum ad agg^rem mariïum. Ouoauë enlifnr in 1,1* ~~  SB P L A A T ccccLXvirr. ALPlSCHE T H IJ M. De ■ XlVde C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttuijn, Hde ... ■ Deel IXdeSt.tbl. 394. Tmijm met zes bloemige Kransjes en Jiompacktige holle Bladen, die eenigermaate zaagtandig zijn. a. De eenbladige gepijpte tweefplee tiee Kelk, de Bovenlip drie, de . onderjle tweetandig. b Z> eenbladige greinzende Bloem. c. Dezelve van boven geopend. d. De Bovenlip met twee lange en twee korte iugekromde Meeldraadjes. e. Het vierdeeligc Vrugtbeginfel, de draadswijze Stijl en dubbelde Stempel. bloeitijd. Groeit algemeen in Europa, op de Gebergtens van Tijrol en Zwitferland. Word omflreeks 'eene voet hoog en bloeit in Julij. gebruik. De Thijmfoorten hebben allen eene fterk ruikende aangenaame , het hoofd aandoende kruidige Reuk , en kruidige Smaak, en zijn oplosfend, opwekkend en prikkelend, de Maag aanzettend en de Maandftonden drijvend en worden vooral bij Zenuwziektens gebruikt. Deeze Alfifcht.Thijm. isJn geen bijzonder gebruik, meer de navolgende. T H IJ M U S A L P I N U S. CLASSIS Xlllta. Conf. linnzei Sijst, Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Udce pag. 914. Thijmus Verticillis fexfloris, Foliis obtufiufculis concavis fub ferratis. a. Perianthium monophijllum tubulatum bifidum, cujus Labium : fuperius tridentatum , 'inferius bidentatum eft. 6. Corolla monopetala ringens. c. Eadem aperta ex parte fuperiore. d. Labium fuperius cum duobus Staminibus longioribus & duobus brevioribus incurvis. e. Germen quadripartitum, Stijlus filiformis & Stigma bifidum. temp. flor. Sponte crefcit in Europa, montibus Tijrolenfibus & Helvetia? altitudine vix femipedali. Julio floret.      P L A A T CCCCLXIX. §9 G E M E E N E T H IJ M. De XlVde G L /I S S E. Zie linn/eus Nat. Hist, door hoüttoijn*, Hde Deel IXde St., W. 392. Thijm rfj> «gt ap (laat met ongekrulde Eironde Bladen en krans•wijze gegaarde Bloemen, a. De eenbladige twee gelipte Kelk, b. De eenbladigegreinzende Bloem, c. Dezelve geopend met twee lange en tvuee korte Meeldraadjes. dj Het vierdeelige, Vrugtbeginfel, draadswijze Stijl en dubbelde fpitfe Stempel. boeitijd. Groeit in Vrankrijk, Spanjen en Italien. Hij word zo '. wel in onze Kruidtuinen te Noord I wijk, Lifs en Hillegom, als tot 1 cferaad in onze Plaifienuinen een \ voet hoog gekweekt en bloeit in X HtjM aie regt op jtaat met omgekrulde Eironde Bladen en kranswijze gegaarde Bloemen. a. De eenbladige twee gelipte Kelk. b. De eenbladige greinzende Bloem. c. Dezelve geopend met twee lange en tvuee korte Meeldraadjes. dj. Het vierdeelige, Vrugtbeginfel, draadswijze Stijl en dubbelde fpitfe Stempel, boeitijd. Groeit in Vrankrijk, Spanjen en Italien. Hij word zo wel in onze Kruidtuinen te Noord wijk, Lifs en Hillegom, als tot cferaad in onze Plaifienuinen een voet hoog gekweekt en bloeit in Junij. gebruik. Tliijmus Vulgaris. Het Kruid heeft een fterk ruikende, aangenaame, het hoofd aandoende kruidige Reuk en kruidige heete Smaak. Men houd het voor oplosfend, opwakkerend , de zenuwen prikkelend, verfterkend, Uriii en Ma^ndftonden bevör* derend en de Maag verwarmend. Men gebruikten |het bij de Bleekziekte, Verftopping, Zenuwezwakte en het Ouderdom. Het is deeze foort van Thijm om dewelke zig de Cuscuta epithijmum, zie Plaat CCCII (linkerd en derzelver Reuk aantrekt. Men gebruikt het nog fomtijds tot baaden en ftooving en als prikkelend Middel. In het huishoudelijke werd het nog als Kruid gebruikt, om hetgeftoovde vleesch of worst een aangenaame geur te geeven. EGIJP- THIJMUS VULGARIS. j CLASSIS XlUta. Conf. linnzei Sijst. Nat. Ed . gmelini, Tom. Ildi Part. lldae. pag, 913. Thijmws Ereélus, Foliis revolutis ovatis, Floribus verticillato fpicatis. a. Perianthium monophijllum bi labiatutn. &. Corolla monopetala ïingens. r. Eadem aperta.cum duobus Sta- minibus longioribus & duobus : brevioribus. ..Germen quadripartitum, Stijlus filiformis & Stigma bifidum acutum. temp. flor, Crefcit in Gallta, ïifpania & Italia.. In. hortis-nobis medicinalibus Lifs & Hille;om, alias in hortis amoenitatis ratia altitudine pedali colitur. unio floret.  7© PLAAT CCCCLXX. EGIJPTISCH M1DDAGBLOEM. De Xlllde C L A S S E. Zie Lisxxvs Nat. Hist, door houttuijn. Hde DeelIXdsSt.,bl.6. A iddagbloem met half fpilronde Tepelige ondcrfcheiden Bladen; de Bloemen ongefleeld in de Oxelen, de Kelken vierdeelig. . De Bloem in liaare natuurlijke ge daante. . Dezelvde vergroot. bloeitijd. Gros», in Egijpten. Middagbloem met half fpilronde Tepelige ondcrfcheiden Bladen; de Bloemen ongefleeld in de Oxelen, de Kelken vierdeelig. a. De Bloem in liaare natuurlijke ge daante. b. Dezelvde vergroot. bloeitijd. Gros»', in Egijpten. oebb.uib.. Deeze Plant geevt gelijk alle Eisplanten, wateren zoutachtig vogt, en wel in groote hoeveelheid. Zij bezit vooral Zeezout en uit dien hoofde gebruikt men ze in Alexandrie tot de bereiding der Soda, en dit is al haar medicinaale waardigheid. Voor 't overige word zij nog in de Apotheeken bewaard of gebruikt. Het Mefembrijanthetnum cri/lallinum is voor korten tijd bij uitftek, bij de infaretus, bezwaarlijke Pislosfing, de Kramp der Urinblaas en als fpecificq bij de Kinkhoest geroemd. Anderen haar gelijkkomende Planten die een waterachtig, zoutig, verkoelend en overvloedig vogt hebben, fchijnen hetzelvde te doen, denkelijk ook andere zooxten der Miiiagbloem en mogelijk de Egijptifche insge- I ARA- MESEMBRIJANTHEMUM COPTICÜM. CLASSIS Xlh. Conf. linnzei Hijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Hdi Part. Imcs pag. 844. Mejembrijanthemum Foliis femiteretribus papulofisdiftinftis. Floribus fesfilibus axillaribus, Calijcibus quinquefidis. a. Flos in flatu naturali. b. Idem aucta magnitudine. temp. flop». Crefcit in Aegijpto.      PLAAT ARABISCHE C O S T ü S. De Ijle C L A S S E. Zie linnnzeus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel, Vide St. bl. 17. -ostus met Fluweelachtige Bloden. 1. De op een Keegel der Sparreboom gelijkende Aait. j. De driebladige Bloem. :, Het Honingbakje met het twee deelige, aan de boven lip aangegroeide Meelknopje. bloeitijd. Groeit op Mala'ar, Ceilon, Brafilien enz. omheeks twee voeten hoog. In onfe ruinen word het drie voeten hoog. Costus met Fluweelachtige Bla den. a. De op een Keegel der Sparreboom gelijkende Aait. b. De driebladige Bloem. c. Het Honingbakje met het twee deelige, aan de boven lip aangegroeide Meelknopje. bloeitijd. Groeit op Malatar, Ceilon, Brafilien enz. omflreeks twee voeten hoog. In onfe Tuinen word het drie voeten hoog. CCCCLXXL 71 gebruik. Radices Costi dulces £f amari wierden eertijds in de winkels als diverfe Middelen nagehouden, maar zij komen van eene plant en het komt alleen op het ouderdom der wortel aan, of zij bitter dan zoet zij. Zij is heet en brandend van fmaak; en heeft een aangenaame welruikende, de Maarts Vioolen nabijkomende Reuk. Zij is aanzettend , verhittend , zweet, Maandftonden en urindrijvende, geevende de urin de Reuk van Maarts Vioolen. Als «Maagmiddel heeft de wortel gelijk andere aromatique Middelen eenige waardij gelijk ook als urindrijvende, maar zij word thans gantsch niet meer gebruikt, en zo zij nog al gevraagd word, zo Hoppen de Apotheeken den onkundigen de Cortex Wintermtus in de band. K3 VIJF- COSTUS A R A B I C U S. CLASSIS Jtna. Conf. Lin nzei Sijst. Nat. Ed, gmelini, Tem. Ildi part. Imce pag. 7. Costus Foliis fubtus fericeis. a. Spica Strobilo Abietis fimilis. b. Corolla tripetala. e.Neéfcirium cum Anthera bipar- tita Labio fuperiori adnato. temp. flor. Crescit in Malabaria, Zijlonia, Brafilia &c. altitudine circiter bipedali. In hortis nostris tripedali.  ,« PLAAT gebruik. Semina Riccini Majoris Versch en in haar Vaderland hebben de zaaden eene aangenaame Amandelen fmaak, maar korc daarna zijn zij bijtend en brandend. Zij hebben een fterk purgeerendontfteekingbrengend, urin, zweet en wormdrijv'end vermoo». gen, en het daarvan geperste olie word gelijk het 01. Riccini bij de Kronkeldarm, Lenden- en Nierencolijk, Galkoortfen enz. gebruikt. De zaaden tot ons komende zijn reeds fterk en fcnerp en kunnen niet ligt gebeezigd worden, fcaoon 'twel te gisfen is dat wij dikwils dit olie met dat van de Riccinus gemengd uit de Colonies ontvangen. Somigen meenen dat het purgeerend vermoogen alleen in de Schil en het Pluimtje tot de Zaadkwabben verborgen zij. GEEL- CCCCLXXII. V .IJ F B L A D I G E J A T R O P H A. De ;XXW CL ASS E. Zie L i n n je u s Nat. Hist. door Houttuijn,//te Deel VldeSu, bl 268. Jatropha met Hartvormige ge hoekte Bladen. Mannelijke Bloem. a. Ds vijfbladige Kelk. b. De eenbladige Klokswijfe Bloem ■ met vijffpleetigen Rand. c. Tien Meeldraadjes met vijf op de de bodem aangegroeide Kliertjes. Vrouwelijke Bloem is gelijk de Mannelijke, d De geheele Vrugu e Een.gedeelte van het Zaaddoos je. f. Het 'laad. g. Een doorfneeden Zaad. bloeitijd. Deeze boomach-' tige Heester groeit in Surinamen\ en andere IVestmdifche Plaatfen1 van tien tot veertien voeten hoogj Jn onze Tuinen word zij naamv-\ lijks drie voeten hoog. JATR.OPHA. C ü R C A S, CLASSIS XVta. Conf, linn/ëi Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Ildce pag. 1027. . Jatropha Foliis cordatis (qum que) angulatis Flos Mafculus. a. Perianthium pentaphijllum. b. Corolla monopetala, campanu. lata, Umbo quinque fido, c. Stamina deern, cum glanduüs quinque bafï adnatis. Flos fcemineus ut Masculus. d. Fruótus integer. e. Pars capfulaa. f. Semen g. Idem disfe&um. Temp flor. Crescit hic Frutex arborescens in Surinamo aliifque India? occidentalis regionibus al. titudine duodecim quatuordecinr ve pedum. In hortis nostris vix tres pedes fuperat.   1 L    $* L A A t cccclxxiii. 73 geelbloemige thalict.ru m. De Xllldt C L A S S E. ' Zie l i h n je u s Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel lXde St., bl. 214. Thai.tctkum met een gebladerde gefleuvde Steng en een veelvoudige op ftaande Pluim. a. De vierbladige Bloem. b. Veeltallige Meeldraadjes: (vier ' en twintig in 't getal.) c. Veele Vrugtbeginjelen met dikachtige Stempeten. d. Een afgezonderd Meeldraadje. bloeitijd. Groeit op vogtige Wei]'linden drie a vier voet ioog. In Nederland omflreeks Haarlem, Awflerdam. Harderwijk, en Frieslandenz. En bloeit in Julij. thalictrum f l a v u m. CLASSIS XUma. Conf. l 1nnzei Sijst. Nat.' Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Imas, pag. 874. Thalictrum Caule fulcato foiio• fo , (Foliolis acute trifidisi) PanicuJa multiplici eredta: (den. fa Floribus ereèlis.') a. Corolla tetrapetala. b. Stamina numerofa (numero viginti quatuor.~) c. Germtna plura cum Stigmatibus crasfiusculis. d. Germen feparatum. temp. flor. Crescit in pratis bumidis altitudine trium quatuorve pedum. In Belgia circa Flarlemum, Amfleladamum, Harderovicum in Frifia &c. Jiüio floret. gebruik. Thaliürum majus, Water-Ruit, Poel. Ruit, Heilblal, valsch Rhabarber. De Wortel beeft een bitter zotte vogtigheid, van een geele en geel vervende Kleur, en eene de Rhabarhtt bijkomende hoedaanigheid, en word in plaats van dien als huismiddel gebruikt. Zij geeft het fpeekzel de urin en de afgang een geele Kleur, en indien men drie dubbeld zo veel als Rhabarber toedient, zo doet zij dezelvde werking. Ook als afkookfel houd zij dezelvde Hoedaanigheid. Boerhaaven verzeekerd, dat zij oplosfende zij en de ingewanden verfterke. In de Apotheeken is dit Middel thansnief aanWeezig en 't is zeer te beklagen, dat'er niet meer refleflie opgenomen word, te meer daar het een inlandsch Middel is: het is te wenfchen dat het van des kundigen nader onderzocht word, en misfchien is de tegenswoordige Geneeskonstin ftaat om nog meer voordeden derzelven optefpooren. raap-  74. PLAAT CCCCLXXIV, RAAPACHTIGE WILDE KERVEL. De rde C L AS S E. Zie Linn/eüs Nat. Hist. door houttüijn , Hde Deel VlIIde St., bl. 178. Wilde Kervel met een gladde Steng, die aan de Leedjes gezwollen is en van onderen ftekelig. a. De njfbladige Bloem met vijf Meeldraadjes. b. Het rrugtbeginfel met twee krom gebotgen Stijlen en ftompe Stempelen met een aanhmgend Meel draadje. c. Het tweedeelige Zaad. Cl, Het onderfle gedeelte van den borfligen Stam. bloeitijd. Groeit door geheel Europa op vcgtige IFeijlanden, vier a vijf voet hoog. In Nederland in de Tuinen en andere Plaatfen en bloeit in Julij. Deeze riant voord dutwtjismetde gevlakte fcheerling (Plaat XLVIII) verwisfeld, maar zij is door haarsn aan 't onderjie gedeelte borfligen Stam en de Leen en wederflaarde laai'en aan den kiel der Bladen ondcrfcheiden. CHAEROPHIJLLUM BULBOSUM. CLASSIS Vta. Conf. linnzei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom, Ildi Part. Ima; pag. 487. Chaerophijllum , Caule laevi ge* niculis tumido, bad birto. 3. Corolla pentapetala cum Stami* mbus quinque. b. Germen cum Stijlis duobus reflexis & Stigmatibus obtufis, cum adhxtente Stamine. c. Semen bipartibile. d. Pars inferior Caulis hirta. temp. FLOR. SDOnre in nrstii humidis altitudine quatuor quinque ve oedum Der totam Ruronam crescit. In Belgiainhortis aliisque iocis. juuoque Horet. Hasc Planta aliauantum cum Conio Maculato (Tab XLVIII) confunditur, diftinguitur vero caule bafi hirto , pilisque carinè Foliorum ad fperfis. gebruik. Cicutaria bulboja. Deeze zoort van wilde Kervel is niet juist wegens zijne medicinaale ïvaardigheid bier aangehaald, maar om haar van de gevlakte fcheerling te onderfcheiden en te fchetfen , geliik zulks hier boven aangemerkt is. De Raapachtige worteltjes worden in fommige landftreeken gelijk ook het jonge loof tot fpijze gebruikt, maar men meent dat zij fomwijlen het hoofd bezwaaren. In den Elzas word de zwarte huid afgefchild, en de Raapjes met zeer wel fmaak gegeeten.      PLAAT CCCCLXXV. 75 L SwART GLADZAADIGE WILDE KERVEL. Dt Fdt C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel Vlllfle St., bl. 178. Wilde Kervel met een gladde geftreepte Steng, de Knietjes een weinig gefwollen. a. Het bijzondere vijfbladige Omwindfel. b. De eigen vijfbladige Bloem met vijf Meeldraadjes. c. Het Frugtbeginjel, twee Stijlen en {lompe Stempelen. bloeitijd. Groeit overvloedig twee a drie voet lioog op de Weilanden. In Nederland op veele plaatfen, omflreeks Scheveningen, HeemJleede, Zwol enz., en bloeit in Junij. gebruik. Herba Cicutarice. Wilde Kervel, Pijpkruid. Het Kruid heefteen (tinkende onaangenaame Reuken bittere walgelijke fmaak. Zijne Hoedaanigheid is van een vergiftigen aart, en fommigen wilden hem bij gebrek van fcheerling goed keuren. Vooral houd men de Wortel verdacht, dat zij dolheid, zwijmel, dronkenheid, woede, angst, droogheid en flaap veroorzaakt, echter zo is 'er niets bepaald in de boeken der Geneeskunde, dit aangaande aangeteekend. Uitwendig heeft het Kruid als Sap en Stooving veel vermogen bij 't Koude Vuur, 't geen wel te ghfen is, vermits alle vergifte fchermplmten ontfpannig bewerken en kramp en pijnftiliende zijnde aan de levenskracht een onbelemmerde uitbreiding en verwekkingskragt daar bieden. In Zweeden gebruikt mea bet Kruid em de Wol groen te verwen. | CHiERO PHIJLLUM S JJLVES T RE. CLASSIS Vta. Conf. linn/ei Sijst. Nat, Ed. Gmelini, Tom. Ildi Part. Imce pag. 487. Chzerophijllum , Caule ftriato Geniculis tumidiciusculis. a. Involucrum partiale pentaphijllutn. 6. Corolla propria pentapetalï cum quinque Staminrbus. c.Germen, Stijli duo & Stigmata obtufa., temp. flor. Abunde crefcit in pratis altitudine bi vel tripedali. In muleis locis Belgias circa ScheI veningen, Htemtteede, Zwol &c., Junio floret.  76 PLAAT CCCCLXXVt; geiruik. Rad. palm* Christi, zijn niet bijzonder in de Apotheeken aanweezig, maar in Jt algemeen onder die der Orchis of Standkruid Wortelen of Saleb gemengd. Zij heeft dezelvde Hoedaanigheid als die der bovengenoemde Wortelen van het Standkruid en word in diervoege gebruikt. In Sweeden gebruikt'men de donkerpaarfche Bloemen om de Jenever een Violette kleur te geeven. GE. SWART ZAKJES BLOEM. Se XXJle C L A S S E. Zie linnzeus Nat. Hist. door houttuijn, Hde DielXlldeSt., bl. 497. Zakjes Bloem met gevingerde Bolwortels en liniaale Bladen; de Lip van 't Honingbakje opwaarts geflrekt en onverdeeld. a. De vijfbladige Bloem. b. Htt Vrugtbeginfel met het Honingbakje. i' bloeitijd. Groeit op de Geberg tens op vogtige Plaatfen, op de Alpen , niet ligt op platte grond. In onze Tuinen word het een voet hoog, naar op haar geboorteplaats drie » vier voeten. Bloeit in July. SATlJRIUM NIGRÜM, CLASSIS Ilda. Conf. LiNNffil Sijst. Nat. Ed, gmelini, Tom. Ildi Part. Ince pag. 55. Satijrium Bulbis palmatis, Folirj linearibus, Neftario Labio refupinato indivifo. a. Corolla pentapetala. b. Germen cum Neöariis. temp. flor. Crefcit in humidis montium locis, in Alpibus, rarius in planis regionibus. In bortis noftris altitudine pedali, in loco natali trium quatuorve pedum. Julio floret.   I    PLAAT CCCCLXXVII. 77 CCCCLXXVII. 77 s e b r u i k. Het afkookfel van dit Kruid wierd eertijds tegens fhiipen, fcheuringen, bezwaarlijke waterloofing, bij de doorloop , ter bevordering der Maandftonden, de zwaare geboorte gelijk ook cégens de beet der Slangen geroemd. Heedendaagsch komt het m geen aanmerking. GEMEEN JBORSTELKRANS. St XlVdt c L as s E. Zie LiNNfflüS Nat. Hist. door houttuijn, Hde DeellXdeSt., bi. 379. Borstelkhans met rondaehtige (iekelige Hoofdjes en borjielige Blikjes. a. De geheele Bloem. b. Dé eenbladige en gekromde Kelk, met een gedeelte van het borjielige Blikje. c. De geopende eenbladige greinzende Bloem met twee lange en twee korte Meeldraadjes. d. Hit vierdeelige Vrugtbeginfel, draadswijze Stijl en wat [amengedrukte Stempel. bloeitijd. Groeit op de Heuvels en Jleenachtige Plaatfen van Euro ft, Canada en Aegijpten. Ook word het in onze Tuinen twee ■voet hoog geplant , en bloeit in Augustus. CL1NOPODIUM V ü L G A R E. classis Xllltia, Conf. lïn nze 1 Sijst. Nat. Ed, gmelini, Tom. Ildi. Part. Hde pag. 912. Clinopodium Capitulis fubrotun« dis hifpidis, Bratteis fttaceis. a. Flos integer. b. Perianthium monophijllum incurvum, cum parte Braéteae feta cete. c. Corolla monopetala ringens aperta, cum Staminibus duobus longioribus & dudbus brevioribus. d Germen quadripartitum , Stijlus filiformis & Stigma compresfura. temp. flor. Crefcit ad eolles & in locis lupidofis Europa; Canads & Aegijpti. Colitur quoque in hortis noft'is altitudine bipedall. Augufto floret.  78 PLAAT CCCCLXXVlIf. gebruik. Miatithum Aureum. Geel of Goud Vrouwen Hair, Gulden Hair, Gulden Wederdood. Dit Mos heeft een eeaigzints fal mentrekkende fmaak zonder reuk. Het heeft eeniae faoientrekkende en oplosfende krachten, en wierd eertijds bij üorstziektens, de fleuris, verfiapping der ingewanden en het Graveel gebruikt. Zo het eenige Medicinaale waardij heeft, zo heeft het die met bet Mianthum Capil. ven. Plaat 415 gemeen, en wordt ook bij gebrek van dit gebruikt. De nieuwe Artfenijkunde houd het voor geheel nnnuttig en dtszelvs voordeeligfte Gebruik, bepaald zig tot de huis. fcoudelijke. GA L- GEMEEN H A I R M O S, Dt XXlVJle C L A 5 S E. Zie linn/eus. Nat. Hist. door houttuin, Hde Deel Kil St„ bl. 407. IJairm»s met een eenvoudig Steeltje en een vierkantig Meelknopje. a. De Mannelijke Plant. b. De Kegelvormige Huik. c. De Vrouwelijke Bloem. d. De algemeene Kelk. bloetijd. Groeit overvloedig in de Bosfchen en vogtige Plaat/en. In Nederland op vogtige Heidelanden en Mosaehtige Plaatjen, omtrent (en en halve Voet hoog. POLIJTRICHUM COMMUNE. CLASSIS XIXng. Conf. linnzei Sijst Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Hde pag. 1326. Polijtrichum Caule fimplicï, Anthera parallelo bipeda. {Surculofimplici prolifero, toliis litieari lanceolatis ferratutis, Capfulis oblongis tetradiis, Calijptris villofis..') a. Planta mafcula. b. Calijptra conica. c. Planta fceminea. (..Calijx communis. temp. flor. Abunde crefcit in fijlvis & locis aliginofis , in Belgia in ericetis humidis & locis mufcoiis altitudine circiter femi. pedali.      PLAAT CCCCLXXIX. ?a meeldraaajes. b. Het tweedeelige Zaad natuurlijk : en vergroot. c. Een Zaad dwars doorfneeden. d. Een Wonelblad, e. Een gedeelte van den Stam. bloeitijd. Groeit in den Orisnt, Afiica en Perfi-.n. Het word in onze Dreif'huizen gekweekt, word vier a vijf Voeten hoog en bloeit in 'Junij. dine quatuor quinqueve pedali, Junioque iloret. gebruik. Gumi Gnlbanum, eene zeer bekende Gom, die uit de bekende fteng van die Plant druipt. Het is bitter en onaangenaam van fmaak, en heeft eene fterke het Amoniac Gom, bijko» mende Reuk. Het is oplosfend, verzachtend,pijn en krampftillend, het bevorderd de Mamdftonden en 'topgeeven van Vimmen , is zuiverend en rijpmaakend, en uitwendig, tot weekmaaking der Ge. fweüen gebeezigd. Maar men moet wei opletten , om het niet bij koorts aanvallen of heevige Pols toetedienen, vermits het beiden aanzet, daarentegen is het bij zo genoemde Phlegmatique geitellen zeer voordeelig. Het is in werking met het Amoniac Gom e»eneens, uitgenomen dat het bitter en minder oplosfend dan dit zij. Uitwendig doet het zeer dikwijs in Pleisters en Zalven goede werking onder de veele Compofities zijn het Empl. de Galb. Croc. Simpl. Het Ceratum de Galban. Empl. Diach, enz. de voornaamfte. L 3 MA- GA L B A N ü M GOM E P P E. De Vde C L A s s E. Zie linnzeüs Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel VllIfteSt.,bl. 130. Goiw-ErPE, met Ruitachtige, getande , gladde gejlreepte Finbladen, de Steng met een Zeegroene Waasjem bedaauwd. a. De vijfbladige Bloem met vijf Meeldraadjes. b. Het tweedeelige Zaad natuurlijk : en vergroot. c. Een Ziad dwars doorfneeden. d. Een Wonelblad. e. Een gedeelte van den Stam. bloeitijd. Groeit in den Orisnt, Afiica en Perfi-.n. Het word in onze Dreif huizen gekweekt, word B U B O N GALBANUM. CLASSIS Pta. Conf. ltnnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Imas pag. 484. Bubon Foliolis rhombeis dentatis glabris ftriatis, Umbellis paucis. a. Corolla pentaphijlla cum quinque Staminibus. b. Semen bipartibile, naturali & aucta magnitudine. r.Seminis tranfverfi fectio. d. Folium radicale. e. Ciulis pars. temp. flor. Sponte crefcit ia Oriente, Africa & ,Per(ia, fed quoque in nofiris calidariis altitu-  go PLAAT CCCCLXXX. MACEDONISCHE Q O M E P P E, He Vit C L A S S E. Zie LiNNiEus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel VlWeSt.,U. 130. (Jom Eppe met Ruitachtig Eironde gekartelde Vinbladen en menig' xulaige Kroontjes. a. De algemeene Zonnefcherm. b. Een bijzondere Zonnefcherm met het bijzonder Omwindfel. c. Bet algemeene Omwindfel. ó.Een Bloem van de Zonnefcherm. e. De Eironde tweedeelige Vrugt. t. De tweedeelige Vrugt, %.Üet Zaad. bloeitijd. Deeze tweejarige Pla'.t is een inboorling van Maceèonitn, Smirna en Moorenland. De Stam wori anderhalf Voeten hoog. Ook word zij in onze Hoven zeer ligt geplant, bloeijende in 't tweede jaar in Junij en Julij. b. Een bijzondere Lonnejcnerm met het bijzonder Omwindfel. c. Het algemeene Omwindfel. ó.Een Bloem van de Zonnefcherm. e. De Eironde tweedeelige Vrugt. t. De tweedeelige Vrugt, %.Üet Zaad. bloeitijd. Deeze tweejarige Pla'.t is een inboorling van Maceèonitn, Smirna en Moorenland. De Stam wori anderhalf Voeten hoog. Ook word zij in onze Hoven zeer ligt geplant, bloeijende in 't tweede jaar in Junij en Julij. gebruik. Petrofellinum Macedonicum Daucus Maceden. £? Apu urn Macedon. Het Zaad van deeze Plant heeft een balfamique Kruidige fterke Reuk, en een zoeten bitterachtigen Kruidigen heeten fterken fmaak. Hét word als Pijnftillend Urindrijvend en de Maand, ftonden bevorderend opgegeeven. — Het heeft dezelvde Krachten als ons gemeene Peterfilie Zaad, en deeze is zelvs nog werkfamer, en uit dien hoofde geeven de artfen aan die de voorkeur waardoor de Macedonifelie Gom Eppe ooi; buiten gebruik geraakt is. WITTE B U B O N MACEDONICUM. CLASSIS Vu. Conf. LiNNfir Sijst. Nat. Ed, gmelini, Tom. Ildi Part. Imce pag. 484. Bubon Foliolis rhombeo - ovatis crenatis, Umbellis numeroösfirais. a. ümbella univerfalis. b. Umbella partialis , cum Invo» lucro partiali. c. Involucrum univerfale. d. Corolla & ümbella. e. Fructus ovatus bipartibilis. /.Fruélus bipartibilis. g. Semen. temp. flor. Habitat hïc flirrs perennis inMacedonia,Smirna & Mauritania. Caulis unius & demidii pedis altitudinem attingit. Colitur facile in hortis noftris. alterove plantationis anno Junio atque Julio floret.      f L A A T CCCCLXXXr. Si WITTE £ R IJ O N I E. De XMti C L A S S E. Zie linnzeus Nat. Hist, door houttuijn, Hde Deel XldeSt.,bl. 330. Sr-ijonie met gepalmde wederzijds Eeltig ruuwe Bladen. Mannelijke Bloemen, a. De eenbladige vijftanaige Kelk. b» De Klokswijze vijf deelige aan de Kelk aangegroeide Bloem. e. Dezelve geopend met drie Meeldraadjes, waarvan 't eene maar een, en de aniere twee Meslknopjes bezitten. Vrouwelijke Bloem. A De getpende Kelk met de vijf- deelige Bloem. e. Het Vrugtbeginfel, driefpleetigen Stijl en drie van een Jlaande uit- gegulpte Stempelen. (. Een rijpe Bezie. g. Dezelve geopend, h. Het Zaad. bloeitijd. Deeze Slingerplant groeit in de Bosfchen en aan de Wegen, Heesters en Haagen omflingerende, door geheel Europa. In dit Gemeenebest groeit zij zeer veel in Gelderland, omflreeks Nijmegen , Zutphen en Harderwijk. In de Duinen bij 's Haage , omflreeks Haarlem en in de Wouden van Friesland, en bloeit in Junij. gebruik. .Rad. Brijonice, Wilde Wijngaard. De Reuk der Wortel of Raap is walgelijk, de fmaak fcherp famentrekkend en walgelijk. Haare krachten zijn purgeerend, braaken verwekkend, waterafzettend en urindrijvend. Men gebruikt zij bij de waterzucht en amboruigheid. De Boeren gebruiken het verfche zeer fcherp en heevig purgeerende Zap, of gieten in de uitgehoolde kop bier, en gebruiken het tot purgeering, die fomtijds doodelijk is. VII--XV, gr. van het Poeijer is een toerijkende gift. Het is het onzeekerfte van alle drastifche middelen, Jt geen nog verfcheiden gevaarlijke toevallen, te breedvoerig voor dit beftek voortbrengen. Uitwendig is het versch een verdeelend middel bij 't watergefwel, krop, klier en rheumatique gezwellen, en de Fungus. Gedroogd geevt het Meel een goed Stijffel; en men meent dat dit zonder nadeel zeer vctdfaam zij. E U- f B R IJ O N I A A L B A. CLASSIS llltia. Conf. linnzei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. lrrta pag. 103. Brijonia Foliis palmatis, utrinque Callofo fcabris. Mafculus Flos. a. Perianthium monophijllum quinque dentatum. b. Corolla campanulata quinque partita calijci adnata. c. Eadem aperta cum tribus Staminibus quorum unum folumodo unica , duo reliqua vero duobus Antheris connatis in" Itrufta. Famincus Flos. d. Perianthium apertum cum Corolla quinque partita. e. Germen, Stijlus trifidus, & Stigmata tria patula emarginata. f. Bacca matura. g. Eadem aperta. h. Semen. temp. flor. Crefcit ha:c planta volubiüs in fïjlvis, ad Vias, fepes circumvolvens per omnem fere Europam. In Belgia per multum in Gelrias Provincia circa Neonagium , Zutphanium, Hardero/icum, in Duinis Haganis, circa Haerlemum in fijlvis Frifias, Juüoque floret.  $2 P L A A T CCCCLXXXir. EUROPISCHE OLMEBOOM. DE Vde C L A S S E. Zie linnjEus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel 11de Sc, bl. ïgg. Olmeboom met dubield getande Bladen, die bij htt Steeltje on, gelijk zijn. a. Oe eenbladige vijffpleelige Kelk. b. Vijf Meeldraadjes. c. Het Vrugtbeginfel met twee. Stijlen en ruigachtige Stempelen. d. De gevleugelde Vrugt. e. Het Zaad. bloeitijd. Deeze Boom groeit door geheel Europa en wel op Vogtige Plaat/en. Door geheel Nederland groeit bij in de Bosfchen en aan de Wegen, en word zo wel tot cieraai als om zijne Jchaduwe overal geplant en bloeit voorts in 't Voor- xsiaaen, aie dij int öteeltje on- , gelijk zijn. a. De eenbladige vijffpleelige Kelk. b. Vijf Meeldraadjes. c. Het Vrugtbeginfel met twee. Stijlen en ruigachtige Stempelen. d. De gevleugelde Vrugt. e. Het Zaad. bloeitijd. Deeze Boom groeit door geheel Europa en wel op Vogtige Plaat jen. Door geheel Nederland groeit bij in de Bosfchen en aan de Wegen, en word zo wel tot cieraai als om zijne Jchaduwe overal geplant en bloeit voorts in 't Voorjaar. cebruik. Cortex Medianus Ulmi, Ypenboom, Herteleer. De tweede bast van deezen Boom, die een geelachtige kleur heeft word ais geneesmiddel gebruikt. Deeze bast heeft geen reuk, maar' Jmaakt iets bitter en flijmerig, en die der jonge Takjes meer da" der ouder. Hij heeft een famentrekkende en wondheelgnde kracht. Hij word bij de waterzucht, wonden, brandingen, en oude ingewortelde, zo wel drooge als natte fchurft gebruikt Sri met m water tot ftj gekookt, en daagelijks tweemaal Sviij daarvan gedronken , heeft fchurft en andere huidziektens eeneezen die alle andere geneesmiddelen niet geneezen konden: Maar 'er word een aanhoudend langduurig Gebruik vereischt, zo het voordeel brengen zal. Uitwendig dient het om meede te wasfehen, bij het zeere hoofd, Kankergezwellen, Klierziektens, de Rheumatismus en de Feit, en t heeft bij deeze ziektens veel dienst gedaan. In de gezonde toeuand gebruikt, verwekt het Huid uitflag, en vermeerdert deeze in 't begin der ziekte gebruikt. Zoude dit verfchiinzel niet tot eenige redeneering over het werkings vermogen aanleiding geeven? De uu de Boomen verfche vloeijende zap is purgeeT KA¬ LI L M U S CAMPESTRIS- CLASSIS Via. Conf. l i n n je i Sijst. Nat. Ed. ome l ini, Tom. Ildi part, Imas pag, 456. Ulmus Foliis duplicato ferratis.' Bafi in squalibus. {FLoribus fub J'esjilibus conglomeratis.) a. Perianthium raonophijllum quinque fidum. b. Stamina quinque. c. Germen cum Stijli's duobus & Stigmatibus pubefcentibus. ' «".Fruclus alatus. e. Semen. temp. flor. Arbor ha;c abunde crefcit per omnem Europam & quidem in locis humidis. Per totam Belgiam in lijlvis & ad vias & tam ornamenti quam umbrarum gratia ubique colitur, ac primo vere floret.      PLAAT CCCCLXXXIIL 83 KANADASCHE COLLINSONIA. Be Hit C L AS S E. Zie J.inn/eus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel Vilde St., bl. 178. Collinsonia met Eivormige Bla den en gladde Stengen a. De eenbladige twee gelipte gepijpte Kelk. b. De eenbladige ongelijke Bloem. c. Dezelve geopend met twee Meeldraadjes. d. Het vierfpleetige Vrugtbeginfel, borjielige Stijl, de dubbelde aan het Vrugtbeginfel aanhangende Stempel én een vrij aanzienelijke Klier. e. Deeze Klier afgezonderd. bloeitijd. Groeit in Canada en Virginien. Ook word zij zeer veel in onze Hoven geplant, word vier voet hoog en bloeit i» JtMj est Ast» gustus. in onze Hoven geplant, word vier voet hoog en bloeit i» Julij est Ast» gustus. (*) Gmelin , Murkai en IIouTTüijs, gttvtn geen definitie van deeze fpecies en de btvtt^iaandt is volgends Wildenow. gebruik. Rad. CUHn/MVrVf beeft ecr.e P.inkende fmaak en word bij de Colij'k der nageboorte geroemd, 1 uur is bij oni in geen gebruik. In America Vei Wekt het btocifcm van verfcheiden bij elkanderen Maande Planten heevlRe Hoofdpijn, daar te Lande houd men het voor een middel tegen» aldcrhandc pijnen der leedematen van koude voortkomende, en is nuttig zo men deeze maar daarmede wrijft. Het af kookfel zegt men dat een tegengift tegens de beet der Ratelflang zij. 11 BRRED- COLLINSONIA CANADENSIS. CLASSIS Ilia. Conf. linn/ei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Ima pag, 48. Collinsonia Foliis ovatis, Cau» libusque glabris (*). 0. Perianthium monophijllum tu- bulatum büabiatum. b. Corolla monopetala inaqualis. c. Eadem aperta cum duobus Staininibus. d. Germen quadrifidum , Stijlus fetaceus & Stigma bifidum germinibus adhajrens — Glandula infignis Magnitudinis. e. Glandula base feparata. temp. flor. Sponte crefejt in Canada & Virginia, fed colitur in hortis nollris altitudine quatuor pedum Julio atque Auguft» tloret.  84. PLAAT BREEDB LADIG gebruik. De Wortel is fterk ruikende, eveneens als de An~ gelictt, zij is fcherp, bitter, heet, kruidig van fmaak, en komt ook hier de Anseika nabij. Zij is verfteikend, oplosfend, Urindrijvend , de Waandftonden bevorderend en Ma-gfrerkend. Zij word van-de Boeren tegens de derdendaagfcbe Koorts, en bij Ziektens der Beesten gebruikt. Bij de Artfcrn is zij thans niet in gebruik, maar verdiende wel om haare bijzondere werkfaamheid nader beproeft, en onder de werfcfaame Geneesmiddelen geringfehikt te worden. BERG- L* Tit CL J S S Z. Zie lihhudi Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel rilJjttSt.fbl.9Q. Lase3KRUID met Hartvormig! Zaagtandige ingefneeden Blaadjes. i. Een eigen vergroot Blccmpje met . vijf Meeldraadjes en twee Stem pelen. b. Een geitel en een doorfneeden Zaad. c. Een Sttngblad. d. Mm Wonelblad. LASERKRUID. bloeitijd. Deezi Plan! groeit te»:p. flob. Crefcit hsc Planta ep de Gtbergtens en drooge Bos- in Montibus ac fijlvis ficcis Eufc'tn van Europa, word drie vet- rops atque altitudine trium quaten hoog en bloeit in Augustus. tuorve pedum attingic Augufto. que floret. C L J S S l S Vtu Conf. Lima mi Sijn. Nat. Ed. gmelini, Toni. Ildi Part. Imte pag, 479, Laserpitium Foliolis cordatis incifo fera:i«. a. Corolla propria, aucca Magni. tudine, cum quinque Staminibus & duobus Sti'gmatibus. b. Semen integrum cc disfeciur.. c. Folium Caulinum. d. Folium radicale. LATIFOLIUM, LASERPITIÜM CCCCLXXXIV.   1    PLAAT CCCCLXXXV. 8S BERGMINNEND LASERKRU1D. Dt Vde C L 4 SS E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttuijn, Hde DeelVlIl/le St.,bl. 93. Laserkruid net ovaale lancetvormige, effenranaige gedeelde Bladen. U.Een eigen vergroot Bloempje, met de Meeldraadjes en de Stempel. b. Een geheel, en een doorfneeden Zaad. c. Een gedeelte van het Wortelblad. d. Eenige deelen van het Stengblad. bloeitijd. Groeit op dé Geberg tens van warme Climaaten. In Frankrijk, Italien , Oostenrijk en Switferland. In onze Tuinen word Ut drie a vier Voelen hoog geplant en bloeit in Junij. gebruik. Semina Sileris Montani, Sefeli Creticum. Het Kruid heefteen Kruidachtige welruikende, de Karwij bijkomende reuk/ en een heete Kruidachtige bittere Karweij fmaak. Het is pijnflillend, Urin, Maandftonden en Winddrijvend Maagfterkend, en. is bij de Colijk der Kraamvloed geroemd. De Wortel is nog werkfamer en fcherper dan het Zaad, en word door de Switferfche Boeren bij de tandpijn geroemd, vermits zij fterke kwijling voortbrengt. Het Kruid, Zaaden Wortelen word niet dan als Huisremedie gebruikt, en is zelden in de Kruidwinkelen te vinden. Sommigen houden het voor het Ligustieum van Dioscorides. ZAGT L ASERPITIUM S I L E R. CLASSIS Fta. Conf. linn/ei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Ima. pag. 479. Laserpitium Foliolis ovali lanceolatis integerrimis petiolatis. a. Corollula propria auela Magnitudine cum Staminibus atque Piftiilo. b. Semen inttgrum & disfeftum. c. Folii radicalis pars. d. Partes Folii caulini. temp. flo«. Sponte crefcit in Montibus regionum calidiarum. Gallia; , Italia;, Auftria; atque Helvetiae. Coliturque in honis, noftris altitudine trium quatuorve pedum, atque Junio floret.  86 PLAAT CCCCLXXXVI. Z A G T BERENKLAUW. De TLWie C L A S S E. Zie linnzeus Nat. Hist. door houttuijn, 7/fife DeelIXdeSt.,bl. 587. Berenklauw wst- uitgehoehe on- gedoomde Bladen, z. De Kelk. b. De eenbladige Bloem met twee lange en twee korte Meeldraad jes. c. Een afgezonderd Meeldraadje. d. Het Kegelswijze Vrugtbeginfel, draadswijze Stijl en twee fpitfe Stempels. e. Het Zaaddoosje. f. Hetzelve geopend. Z.Bet Zand. , bloeitijd.. Deeze Plant groeit in Italien en Sicilien, maar zij word ook in onze Hoven gekweekt, word vier a vijfvoeten hoog, en 'bloeit in Augustus. gebruik. Herba Branca ürfmce. De Bladen hebben een laffe grasachtige flijmige Smaak en fwakke Reuk. Zij hebben weekmaakende, verzachtende en verdunnende krachten, en worden bij bloedfpuwingen, buikontlastingen en brandingen als weekmaakende en verzachtende gebruikt. Zij komen de Malvee zeer nabij, en worden gelijk deeze onder clijfteeren en de Herb. quinque emoll. gemengd. Vermits wij veele andere Middelen hebben, die dey.dvde en nog beter werking doen, zo is het thans buiten gebruik geraakt. Men verwisfeld bet Kruid dikwijls met het Plaat 421 aangehaalde Herac. Sphond, of dit word dikwijls in plaats van Jcanth. Mol. gebruikt. EU- ACANTHUS MOLLIS. CLASSIS Xlllta. Conf. linnjei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Hde pag. 964. Acanthus Foliis fenuatis inermibus. a. Perianthium. b. Corolla monopetala cum duobus Staminibus longioribus & duobus brevioribus. c. Stamen feparatum. d. Germen conicum, Stijlus filw fotmis & Stigmata duo acuta. e. Capfula fetninalis. /.Eadem aperta. g. Semen. temp. flor, Sponte crefcit hajc planta in Italia & Sicilia, fed colitur quoque in hortis noftris, ubi altitudinem attingit quatuor quinqueve pedum, atque Augufto floret.      P LA A T CCCCLXXXVII. 8? EUROPISCH ESCHEN KRUID. De Xde C L A S S E. Zie Linn/eus Nat. Hist. door Houttuijn, Hde DeeiriIIfteSt.,bl.si3. Eschenkruid met vindetlige Bladen en eenvoudigen Steng. a. De vijfdeelige Kelk. b. De vijfbladige Bloem met tien Meeldraadjes. c. Een onderjle Bloemblad met twee annexe Meeldraadjes. d. Het vijfhoekige Vrugtbeginfel. de nedergebogen Stijl en fpitfe Stempel. e. Het geopende Zaaddoosje. bloeitijd. Deeze Plant groeit op boschagtige Bergen van Duttsch land, Vrankrijk en Italien, van drie tot vier voeten hoog. Ook word zij in onze Tuinen geplant en bloeit in Junij. D I C T A M U S A L B U S. CLASSIS Xm*. Conf. Lin nzei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi part, Imm pag. 676", Dictamus Foliis pinnatis, Caule fimplici. a. Perianthium pentaphijllum. b. Corolla pentapetala cum decem Staminibus. c. Petalum inferius cum duobus Staminibus adbsrentibus. i. Germen quinquangulare, Stijlus declinatus & Stigma acutum. jê.Capfula feminalis aperta. ' temp. flor. Crefcit ha;c Planta in Germanias, Gallias & Jtalia) fijlvis Montofis, altitudine trium quatuorve pedum. Colitur in horjtis noftris atque Junio floret. gebruik. Rad Diiïami albi. De gedroogde Wortel heeft eene bittere fmaak, die versch zijnde zeer zwak is. Droog is de Reuk onbeduidend, maar versch is hij fterk en aandoenelijk. Zij heeft een balfimiek, aanzettend, Wormdrijvend en Maandftonden bevorderend vermogen. Zij word bij de vallende Ziekte, Wormen, de Maandftonden en als Maagfterkende gebruikt. De gift is in Poeijer 3j— Ook met Wijn getrokken alle twee uuren een lepel vol. Stoerk roemd ze zeer als Wormdrijvend. Men kan ze ook bij tusfchenpoozende Koortfen, flijmige Verüoppingen met veel voordeel toedienen. Dit middel was bijna in vergetelheid ge. raakt, zo de proefneemingen van Stoesk het niet weder in zijnen rang herlteld hadden. DI*P-  38 PLAAT CCCCLXXXVIIL D I P T ü M O R E G O. Li XlFde CLASSE. Zie linnnzeüs Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel, lXde St.bl.3B3. Orego met de onderjle Bladen wol lig, en knikkende Aairen. a. De Kelk. b. De eenbladige gaapende Bloem m't twee lange en twee korte Meeldraadjes. e. De Zaaden. bloeitijd. Deeze Heesterplant groeit op Creta, het Eiland Caniia, vooral op den Berg Ida, en word aldaar omtrent eene voet hoog. In onze Dreiflmizen bloeit zij in de Maanden Junij en Julij. gebruik. Fol. DiSami Cretici. Een heete bittere Kruidachtige fmaak, aangenaame doordringende, het hoofd aandoende reuk zijn deeze Bladen eigen. Haar Geneeskracht is oplosfend, Zenuwe en Maagfterkend. verwarmend, aanzettend, de Maandftonden drijvend , en op de Baarmoeder werkend. Hiitocrates gebruikte ze om de Maandftonden aftezetten, de Geboorte en Nageboorte te drijven. Dat dit Geneefings vennoogen hedendaagsch nog gebezigd worde is niet ligt te geloven, vermits alle foortgelijke geneeswijzen ten hoogften wederzinnig en nadeelig zijn. Men verteld nog allerhanden fabeltjes der oudheid, die echter thans in geen aanmerking meer komen. LIJS- ORIGANÜM DICTAMUS, CLASSIS XUIta. Conf. ltnn/ei Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part, IIde pag. 912. Orisanum Foliis inferioribus to- mentofis, fpicis nutantibus. a* Cdijx feu Perianthium. b. Corolla monopetala ringenscun) Filamectis didijnamis. c. Semina. tem', flor. Crefcit hascfrutex in Creta, in infula Candia pra> cipue ad Montem Ida,& in patria altitudinem circiter pedis ajquatIn Calidariis noftris mei.fibus Junii & julii floret,      PLAAT CCCCLXXXIX. $9 L IJS TER-B EZ I E N SORBENBOOM. Ce Xllde C L A S S E. Zie linnjeus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel IldeSt., bl. 596. Sorbenboom met gevinde Bladen, die wederzijds glad zijn. i. De eenbladige Kelk. b.De vijfbladige Bloem. c Een Bloemblad. d. Twintig de Kelk ingeplante Meeldraadjes. e. Het Vrugtbeginfel, met drie Stijlen en gekopte Stempelen. f. De Vrugt. R. Dezelve geopend. b,Het Zaad. bloeitijd. Deeze Boom groeit overal in Europa. In Nederland overal aan de Weegen, Slooten en in Bosfchen enz. In 't Haagfche Bosch, in de Duinen , omflreeks Groningen, enz. Bloeit in Maij in Junij. gebruik. Sorbus Aucuparice bacca. Lijsterbezienboom, Sorbenboom, Qualflerboom. De verfche Bezien hebben een zwakke zuure reuk, en een zuure, wrange, onaangenaame meelachtige fmaak. Zij zijn famentrekkend , urindrijvend en purgeerend. Men gebruikt ze bij de Bloedvloed en Ambeijen, en de versch uitgeperlle zap tegens Moeder Bloedftortingen. Men zegd dat tien Bezien dagelijks gegeeten bij den Steen van dienst waren. De Roob of Conferv word bij de moeijelijke Waterlosfing gepreezen. Verder zo word de zap als water afzettend en bij de Scheurbuik in Engeland gebruikt. In 't huishoudelijke ftookt men een goede Jenever van de Bezien, OP- SORBUS AUCUPARIA, CLASSIS Xllma. Conf. LiNNZEi Sijst. Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Ima, pag. 834. Sorbus Foliis pinnatis, utrinque glabris. a. Perianthium monophijllum. b- Corolla pentapetala. c. Petalum. d. Stamina viginti calijci inferta. e. Germen cum Stijlis tribus & Stigmatibus capitatis. ƒ. Fruflus. g. Idem apertus. /;. Semen. temp. flor. Arbor hajc quo» que verfus crefcit in Europa. I« Belgia ubique ad vias ad fosfas, in fijlvis &c. In Arboreto Hagano, in Duinis circa Groningara &c. Majo, Junioque floret.  po P L A A T CCCCXC. OPSTAANDE CLEMATIS. De Milde C L A S S E. Zie liknsus Nat. Hist. door houttuijn, Hde Deel !XieSt.,bL 207. Clematis met gevinde Bladen, de Blaadjes Eirond - Lanceivormig, effenrandig, de Steng opftaande, de Bloemen vijf en vierbladig. z.De vier ook vijfbladige Bloem, met veelvuldige de Kelk inge plante Meeldraadjes en Stampers b. Het Zaai met een vlokkig Borreltje. bloeitijd. Deeze klimmende Plant groeit vrijwillig in de Zui delijke Streeken van Europa, inOostenrijk , Zwitferland , Tartarijen enz. Zij word zeer ligt in wat Tuinen vier, vijf en meer voeten toog geplant en bloeit in Julij. CLEMATIS E R E C T A. CLASSIS Xllaut. Conf. linnjei Sijst, Nat. Ed. gmelini, Tom. Ildi Part. Uice pag. 874. Clematis Foliis pinnatis,Foliolis ovato lanceolatis integerrimis, Caule ereflo, Floribus pentapetalis, tetra petalisque. 3. Corolla penta, fspius tetrapetala, cum Staminibus piftilliï» que numerolis receptaculo infertis. b. Semen Seta villofa inftrucla. temp. flor. Sponte crefcit hac planta fcandens in regionibus Eu* rops Auftralioribus, in Auuria, Helvetia, Tartaria, &c. Facile colitur in bortis noliris altitudine quatuor, quinque pluriumve ad» huc pedum Julioque floret. gebruik. Hetba Flirr.uUe Jovis. De Bladen en Bloemen van deeze Slingerplant hebben geen reuk, maar een brandende fcherpe fmaak, die de tong aandoet en ook wel bezeerd, blaartjes en fweertjes veroorzaakt. Zij hebben een aanzettend, Urin en Sweetdrijvend, Purgeerend en Blaartntrekkend vermoogen. Men gebruikt ze uit- en inwendig bij oude lelijke Ulceraties, Kankerachtige Venericque Sweeren, de Wildvleesgroeijing, de Been-eeter. £ij de Hoofdpijn van Venericquen of anderen aart, de Schurft, Melancholie enz. Eertijds behoorden deeze Plant onder de vergiften, tot dat den beroemden Stoeek haar het burgerfchap onder de Geneesmiddelen bezorgde. De gift is in poeijeMv—-x gr. 1 maal 'sdaags, of getrokken als thee gij —-§3 tot 3viij telkens giv 1 maal 's daags. Ook ftrooit men benevens 't inwendige ge* bruik, he: poeijer uitwendig als Caufiicum in de Ulceraties. WEL-      PLAAT CCCCXCI. 91 WELRIEKEND ! GERANIUM ,0 IJ E V A A R S B Ë K. De XVlde C L A S S E. Zie linnzeüs Nat. Hist door h o v ttu ij n , Hde Deel Xde St., bl. 12. OiJevaarsbeic met veelbloemige Steekjes, vijf Mieldmadjes Bloemen , gevinde ingejneeden Bh den, de Spruitblaaijesvindeelig a. De Vijf deelige Kelk. b. De vijfbladige Bloem. c. Vijf Meelknopje sdraagenie Helm draadjes en vijf onvrugtbaare fa mmgegroeide. d. Dezelvte afgezonderd. e. Het vijfhoekige Vrugtbeginfel, de elsvormige Stijl en vijf terug' geboogen Stempels. f. Het Zaad met de hairige Hals. g. Vindeelige Spruitbladjes. bloeitijd. Groeit in Switfer land, Engeland, Siberien. enz h Nederland in de Duinen en op ver fcheiden Plaatfen Het word h onfe Hoven twee voet hoog geplant en bloeid in Julij, gebruik. Geranium Mofchatum. Heeft een zeer aangenaame Muscus Reuk. 't Word voor famentrekkende, fmartftillende, uitflag of vlakken uitdrijvende en voor een Wondmiddel gehouden. Men raad het bij de Persloop, Buikpijnen, de Kindêrpokjes en de Kanker. Deszelvs famentrekkende ftof geeft eenig begrip van zijn werkingsvermogen , en dit is ook het eenigfte wat men aan die Plant kan toekennen. Men was van meening dat de Muscus reuk haar eenig recht op gelijke werking met de Muscus gaf, en uit dien hoofde wierd zij bij Vlakkoortfen gebruikt, maar de ondervinding heeft geleerd, dat men dit aangaande niets te wachten heeften daarom is zij ook buiten gebruik geraakt. N PÜR- M O S C H A T ü M. CLASSIS XPta. Conf- LiNN/Ei Sijst. Nat. Ed.' MitLiiii, Tm l idt Part. Ildce pag. 1019. G.tRANiuM Pedtincilis multifl iris, Floribus pentandris, foliis pinnatis , incifis , Cotijiedontbus pinnatifidis, (CMle procumhente, Foliis pinnatis, Pinnuiis matis incifis , Cotijle ionibiu pinnatifidis, Floribus umbellatis.) a. Perianthium pentaphijllum. b. Corolla pentapetala. c. Stamina quinque antherifera & quinque Üerilia connata. d. Eadem feparata. e. Germen quinquangulare, Stijlus fubulatus & Stigmata quinque reflexa. f. Semen cum Arifta pilofa. g. Cotijledonis Folia pinnatifida temp. flor. Crefcit in Hélve1 tia, Anglia, Siheria, in Reipu. ■ blica; Duinis aliifque locis. Co1 litur in hortis noftris altitudine , bipedali, Julioque floret.  32, PLAAT CCCCKCIL PURGEEREND SPRINGKRUID. De X\Iflt C L A S S E. Zie linnjeus A'ar. Hist. door houttuijn, Hde Deel XldeSt.,bl. 300. .Spring Vkugt met fleke'.ige Ap peltjes en geen Klaouwieren. De Mannelijke Bloem. a. De eenbloemige vijfjpleetige Kelk. b. De vijfdeelige, de Kelk aangegr'eide Bloem. c. Twee Meeldraadjes, een met een enteld, en twee met dubbelde Meelknopje:. De Vrouwelijke Bloem, d De v£ CLASSE. Honds Roos. l2 Provence . j' Opjlaande Totmentil. 39i' iyj;«r /totrn Sorbenbwn. 89 ; — — iSolanum Melongena. 1 Coffea Arabica. ^ . Bupleurum Rotundifolium. 452 Herniaria ülabra. 455 Critbmum ïnaritimum. 453 Angelica Archangelica. 464. Ciinoglosfum Officinale, 466 Carum Carvi. .67 CbErophijlIum Bulbofum. 474 Sijïveftre. 475 Bubon Gaibanuin. 47o Macedonlcuin. 480 Ulmus Campeftris. 482 Laferpitiurn Latifolium. 484 Siler. 48? Alflne Media. 493 HEXAND RIA. Scilla maritima. 453 OCTANDRIA. Daphne Laureola. 407 DECANDR1A. Copaifera Officinalis. 4©5 Dianthus Carijopbijllus. 427 Anacaidium Occidentale. 438 Dichmus Albus. 4y7 Sclerauthus pertnnis. 499 D O DECANDRIA. Euphorbia Officinarum. 408 —— CijparisQas. 409 —— Paluftris. 410 Rhiziphora Mangle. 443 ICOSANDRIa. Hofa Canina. 4ji —— Centifolia. 412 rormentilia Erecla. 439 iorbus Aucupaiia. 489  der PLANTEN. DE Xlilde CLASSE. Bladz. Gom Gutte Boom. 2 Gedoomde Kappers. 29 Wilde Ridderjpooren. 56 Luiskruid —— 57 Egijptisch Middagbloem. 70 Geelbloemige Thalitlrum. 73 Opjlaande Clematis. 90 DE XlVde CLASSE. Blaauwbloemig Helmkruid. 14 Wilde Munt. 33 Akker —— 34 Kruife —— 35 Poleij 36 Ruigbladig Yzerkruid. 61 Moerasfig Luiskruid. (52 Bofchig 63 Alpijche Tliijm. 68 Gemeene 69 - Borftelkrans. 77 Zigt Berenklaauw. 86 Diptum Orego. 88 Europi/clie Kuisehboom. 97 D£ XF«*e CLASSE. Meekrap. 15 ïajfz Vla;chiotter. 65 DE Xra- CLASSE. Welriekende Oijevaarsbek. 91 D£ Mft CLASSE. Witte Vijgeboom. 5 De XIXde CLASSE. Rijnbloemen, Droogbloem. 31 y Zandig —— 32 Gemeene Ezelsdoorn, 40 * Scherp Fijnjlraal. 541] Europifche Goudroedê. 59 i Gemeene Klis/en. 6o\i Rappig Tonderkruid. 100'J PO LTANDR1A. Tab. Cambogia Gutta. 401 Capparis Spinofa. 429 Delphinium Confoüda. 456 —— Staphifagria. 457 Mefembrijanthemum Copti- cum. 470 Tbaliétrum flavum. 47.1 Clematis Erecla. 493 D1DTN AM1 A. Scutellaria Gallericulata. 413 Mentha Sijlveftris. 433 ——«• arvc-nfis. 434 —— Crifpa. 435 —— Pulegiutn. 436" Sideritis Hirfuta. 46 r Pedicularis Paluflris. 462 ■ Sijlvatica. 463 Tbijmus Alpinus. 468 Vulgaris. 469 Clinopodium Vulgare. 477 Acanthus mollis. 4K0" Origanum Didtamus. 488 Vitex Agnus Caftus. 497 TE TRADTNAMIA. Rubia Tinftorum. 414 Mijagrum Sativum. 465 MONODELP HIA. Geranium Mofchatum. 491 DlADELPHIA. Lupinus Albus. 404 SYNG ENES1A. ïnaphalium Stoechas. 431 «-»—.—-—. Arenaria. 432 Dnopordon Acanthium. 440 ïrigeron Acre. 454 lolfdago Virga Aurea. 459 Irctium Lappa. 460 3onijxa Squarrofa. 500 DE  SIJSTEMATISCHE LIJST dzr PLANTEN. DE XXfle CLASSE. Bladz. Zwart Zakjesbloem. 70" DE XXlJle CLASSE. Emblifch Mijrabalaan, 28 Eokos Nootenboom. 50 Vijfbladige Jatropha. 72 Witte Brijmie. 8r Purgeerend Springkruid. 92 DE XXIIJle CLASSE. Gewoone Muisdoorn. 94 Getongae ———i 95 DE XXIVjle CLASSE. Europisch Venus Haair. 16 Gmcen Haaimos. 78 G TN A N D RI A. Tab. Satijrium Nigrum. 478 MONOECJA. Pbijllantus Emblica. 428 Cocos Nucifera. 450 Jatropha Curcas. 472 Brijonia Alba. 481 Momordica Elaterium. 492 D 10 E Cl A. Rufcus Aculeatus. 45,4 —— Hijpcglosfum. 495 CRYPTOGAM1A. Adianthum Capillus Veneris. 415 Polijtrichum Commune. 47!