"™ 11 "I HM IIIllll llll 11| 01 1175 2283 UB AMSTERDAM  D E X JË T S C Ét M E N HAEREN GETROUWEN B IJ 1 G S »L. Tb LETDEN, by JACOBUS PERK, MDCCLXXXVL   AAN DEN L E E Z E R, T?dete Groet Achtbare, Hooggeleerde, Wei-Eerwaarde, Ed. Manhafte , Aanzieniyke , Notable , Getrouws Mannen, Burgers, Broeders en Jngezeetenen der Stad Leydsn, van welken Adelyken, Hoogen, Middelbaren, of Nederigen fland gy zyu moogt. > Zie hier een Tytelplaat, met het eerfte Nummer van etn Periodiek Weekblad, getytetd: Db Leydsche Stedemaegd, enz. dat wy ü aanbieden, als ingericht om verregaande Volksmisleidende, — Overheid, — Eendracht en Vwstenfcbendende Blaadjes, te beflryden; en wel voornaamlyk dezulken, die onder den Tytel, Iets geWichtigs voor Leyden, of op den naam van Janus Libehi rjs, enz ; onder de goede gemeente geflooten worden. J ' Voorlang hebben wy, deeze Wolven in een Schapenvan op den voet gevolgd; en daar zyin ftretlzagte fulpe ïchoe. nen, debloedklaauwen verborgen houdende, tot in onze binnenkamer en gedrongen zyn, en aan de wiegbeddekens onze kinderen lekken, hebben wy onze Voeten gefchoeidmet taaiie lederen Voetzoolen der wakkerheid: onze Heupen ve>roest met Mannelyke Vaderlan ifebe Gordels, de Borst gedekt met bet Pantfer der Leydfche Standvastigheid en Burgerlyke Getromvigheid; onzen Hoof gebedel gedrukt met het open Kasket der Vrymoedigbeid, en den Helmkam vercierd met de Eerlyke Leydfche Ptuimaadje van Eendracht en Oranje; in onze Vuisten hebben wy den Degen en de Penne gegreepen, om met deeze beiden onze Dierbaare Leydsche Stedemaegd, piitsgaders haare Achtbaarbeden. Stederechten en Burgery, naar Eed, Plicht en Geboorte-Recht, te verdedigen. ' Wy vangen aan met dit Blaadje N". i. en hebben daa* * 2 voor  AAN DEN LEEZER. voor dadelyk geplaatst eene Zinnebeeldige TytelplaaT, die voor deezen wel door onzen kunstryken Leermeester H. van der- Mey geordonneert was, maar door ons tnerklyk is doen veranderen, en op ons onderwerp zoo toepasjelyk en tevens konflig is overgebragt, dat zy voor geen vatbaar oog behoeve te worden uitgelegd. Echter belooven wy, by het Sluiten van ons Werk, dit Plaatje met een Leerzaam Vacrs te vereeren, of nog met nadere Plaattn te verderen. Wy ftellen dit eerjle Nummer tot de prys van Vier Stuivers Contant met de Plaat. Ieder volgend Nummer, zoo om de duurte van het Papier en om dat het niet verzonden word, en dus het getal Exemplaren niet heel groot kan zyn; te meer daar het merendeels de Stad Leyden betreft, enz. kan men niet minder ftellen als i Stuivers; terwyl wy tevens eene Letter verkoozen hebben , dit geschikt zal zyn om teder Blaadje met genoegzame Stofte vullen. Echter inge•vdlle het getal Zoo verre kan bepaald worden , dat men het minder konne ftellen, zoo zullen wy zorgen dat men over onze rekkelykbeid niet zat te klagen hebben. En zullen wy nu en dan, daar het ter fntede komt, den Heer Ietzer in geene toegif te van zagte of fcberpe Vaersjes behoeven te Vjyken. lngevalle eenige Boekverkopers buiten de Stad deezt Blaadjes begeeren, verzoekt mm dat dezelve als gedebiteerde werden ontboden, of vooraf befteld. Dit hadden wy aan onze Eendracht, Oranje en Overheidlievende Leydenaaren, en zunftige, ja ook wangunflige Leezers, ie melden: en derbalven teekene wy ons, voor als nu nog, met deeze Letteren, Uit myne geheel aan hemen toegewyde Boekcelle, den 12. Jüny, in bet 'Jaar der Hope, 178Ó. V. E. V. 'V'  D E z je tr :d s c m je STEEDEMAEGD, Waar in den Dwang eener Illegale Krygsraad, mitsgaders den verkeerden handel van de beroerende Stellingen , eeniger Heethoofdige Misleiders der Burgery, geduurende de Troeblea binnen LE Y D Etf ernfiig wederlegtzynjen cp fundament van Stads Gefchiedeniflen, Keuren en Privilegiën, aangetoont is, de noodzakelykheid der Stadhouderlyken Invloed op de I-URGERY en MACISTRAET: en dezelve weder, eerlyk op Zyne DOORLUCHTIGE HÓOGHEID, Zoo en in dier voegen, als onder den Góddelyken Zegen nu -wederom is herfteld tiet nlles onder de bil' terheid cener heete vervolging betoogt DOOR JOANNES t,e FRANCQ van BERKHEY, ge b o or ek burger der STAD LEYDEN, Med. Doüor, Hiftoriae Naturalis Lector op 's Lands Univerjiteit; Lid van de Keyzerlyke KonMlyke Academie der Natuunnderzoe. keren, Correfpmdent van verfebeide Uitbeemfcbe Genootjcbappen, Lid van de Zesnwfcbe, Utrecbtfcbe en andere Maatfcbappyen, van vieefl alle de Dicht, en Taellievende Cenootjcbappen des Vaderlands, enz. TE L E T D E N, B y J. P E R K, op de Vliet, M D C C L X X X V I I I,   Js. Le FRANCQ van BERKHEY, OP DE TYTELPRINT DER 2 M W JD> S C JEC JE S TEE DEM AEG D. 2!sfiet Burgers: hier uw Stedemaïgd, Hoe fnood verraaden en belaagt: By Vader Willems Graf, naast Van de Werf, (a) nog veilig:' Zy houd haar w-raakzwaakd in de hand, Myn Schbyfpen aan haar trouw verpand, En Leydens Noodmunt, is in haare vuist nog veilig. Ai Zy  f;XWmi \4 l - ( • •4 .. ) v . #3 $ Zy bougt nog op dien Penningspreuk, Die ik oprecht en zon ier kreuk 0 In trou& , iï'ehie aan het hooft (JWvafj Eerejyke Schaften, Ö Heer dat Holland zr erbermt.' En Lr. yden's Z ac i giieii) beschermt.' Zy deed my in den wan, het kaf van 't kooine febiften, Zy wyst na d'Achtbren (c) Bundel staf Die zy hem' Burgemeest'ren gaf ' Met diibbfe (e) Sleutelpracht , des R aads en 't Yqlk van Leyden, De T \v a al e ft af e lio e W et , By 't heilig B y is e lb oe?k gezet, Staat by de koornfehoof van de' Vaderlaudfche weiden. Dc (a) De twee" Borstbeelden agteu dc Stedemaagd, zyn diè-vaa Willem de Eerfte Pr i n ce ps, Pïiiss,.ea die van van de Waf, Consul , Burgemcefteren. ' ' C" ) °P ''cn Tytel van het r.óo-Jï'ottfg, dog welmeenend Traktaatje aan tnyne Medcburgecen» »Jaat deeze Ipieuk: zon 'er. nu w«r de zes wecken om Jjrygt* ? (c) Bundclftaf, is een Eyl tmfchen Sokjes gebonden, zoo ais die voce de Romeiniche Burgemeesters gedraegen wierd, ten teken , dat zoo den band brak, dan opk de Eendragt en Gerechtigheid, by de Burger';ecien, Biet rnecjr, beftoneïj mea zie :n *f Pr:'nt/e zulk een Eimdelbyl, die wyum  t 9 ï De Heiligheid van Sinaï, Die Mo fes kreeg van de Schadè-ï: Staat by (Hmamdelsiaf die voor Aaron bloeide, De Scepter die van Juda^s Stam, ' Niet week tot dat den Silo kwam, Wfst op jeiiovas Naam, wiens fchrik op Horeb loeide. '• Die Gödd'lyke Rechtvaardigheid, Ontferming en meewaardigheid, Deed de Voorzigtigheid in haaren Spie bel $j kyken, En 't Volk van Leyden, dat aan God Het recht verliet van 't knellend lot, Doet door den Ojevaar haar dankbaar teken blyken. Het weder met den Oranje bandaggen zien rusten, tegen de Leydfche dubb'Ift Sleutelbamer , waar op ftaat S. P. Q. L, dat betekent den Raad efl 't Volk van Leyden. - (d) Men houde ten goede dat-ik het woord Schaddai, op den Nederduitfehen tongval heb doen rymen? den ftaf van Aaron en den Scepter zyu regens de Wet de; Ie Geboden, rustende kennelyk genoeg. (e) De Spiegel en de dankbaare Oyevaar ftaan agrer het waterpas. Hoe helder fpiegelt zig de dankbaere Kaegfche Oyevaar , „u de Zeeuwlche zeeleeuw dezelve, door de getrouwe Zeemeerminnen heeft gezakt, A 3  ( 6 ) Het waïi«pas, dat weegt en wikt, Als Themis op het juisten mikt; Daalt loodrecht op den kop van Tweedrachts flangenlokken; Dat Monftër, dat als een harpy, De klaauw flpeg aan myn Burgery; Ligt aan den voet der Maegd,.gekneld in kerker Blokken. Het fchrikdier, ziet nu angflig toe, En kruipt in eigen doornen Roe, Die het ep 't Bloedfchavot, op'sBurgers rug deed fnerpen; Of Weesjes wreedlyk gekastyd, Gegeesfeld wierden tot den ftryd, Waar watersnood den Boer deed vlugten na zyn (ƒ) Terpen. Nu legt dien Helhond, vol en zat Van bloed, verzoopen in het nat, Dai ny ■wanhoopig' uit den Rbyn en. Maaz' liet vloejen: Zyn Moortpooi, Root aan eigen borst, Wyl klaauw en vuist met bloed bemorst, Kruipt met den Keetbnlast van zwaar.beklonken Boeten, Zoo , {ƒ) Terpen zyn Vluebergen," zoo als de Burghoogte, waar op in watersnood, de Landlui met hun Vee vlugten.de waasen.  ( 7 ) • 7.oo kTygt na meenig bange zucht; Myn Lïidschï Stedemaagd weer lucht, •t Beklemde hart; door Fredriks magt en Kareis degen, En Vorst Oranje zorg en trouw, Naast zyne Koninglyke Vrouw j Heeft kalmte in 't gemoed van Volk en Raad verkreegen. Met recht werd beider (g) wapemschhd i OpLeydens Eertkophee getilt, Waar ze als bandbavers van den vryen Hoed weer pronken, En Leyden blyve in Eeuwigheid, Aan Eendrachts Vaderlyk beleid, En d'Edle Oranjeftam, God zegne! vast geklonken Zie (g) Tutfchen de Wapenfchnden van Oranjè en Pruisfen, ligt den Vryen hoed, en daar onder ftaat de Sfreuk der Princen, op deeze tegenwoordige Stadhouder-en Stadhouderes door hun beider Varftelyken Wapenfchilder toegepast , nSHS Mthtitndrem , , dat i,, Wy, wy beiden znlleii hardharen,  ( 3 ) ■ Zie dus myn wayde Btirgefv , Deez' Zinneprint van uw Bzkkheï, Zie zyn geliefde Maegd, met pek en degen vaardiö, Zy was voor U van (è) beiden klaar, En legt met eerbied op "t altaar Van dankbaarheid, dees blaan, dit offer zy haar waardig. (b) Van beiden klaar, UTROquE paratus , was wel eer op Janus Domi toegepast : wy fchamen ons niet, om deeze Spreuk ook de onze te ndemen. J. le FRANCQ van BERKHEY.  D Ë LEYDSCHE STEDEMAEGD, ENZ. N«. ï. Burgers van LeydenI Vrienden! Broeders» en Bloedverwanten ! Gy die met my* een en dezelve Stad, een en denzelven grond tot een Plek hebt onzet £ i?0ItV W,y,Van het wiegbedde af tot aan de bedfponde des Huwelyks, van de kindschheid tot Manbaaren ouderdom onder elkanders oogen zyn gebooren. gezoogd en opgevoed, zonde ik vragen: of gy my kendet! indien ik zoo veel belang ftelle, om my geheim te houden, rn iets tot uwe kennisfe te brengen, waar toe ik oordeelde, dat myne Burger- en Broederfchap my verplichte? immers is een van tweeën waar ? Indien ik uwen Broeder, Medeburger en Vriead ben, en my opentlyk daar voor verklare, dan mooge ik my niet verbergen en zeggen: 200 gy my kendet. Ik zoude myne Broeders niet behoeven te verklaaren om henlieden myn afketr vanydh grootheid en het betoog van hun geluk te betoogen; want gy zyt myne Medeburgers en Broeders, die met my in een en dezelve Stad gebooren en opgevoed zyn, en die dua yolltrekt niet behoeven onderricht te worden van myn karakter; althands het komt my voor, Leydfche Burgers en Mede-Inboorlingen, dat den Schryver van het Iets gewigtigs voor Leyden, zoo hy al een Leydenaar van *™ ? en Autheur van het eerfte Iets gewichtigs *oor Leyden,gebruiktmisfchien hier de gewoone finesfe; hy zegt met dat Leyden de plek zyner geboorte is , maar dat hy eene Stad of plek tot zyne gebr-orte heeft; dit kaa «en ieder zeggen al is hy geen Leydenaar. A  geboorte zy, zeer zeker niet vandatfoort is, die als uwen Broeder en Inboorling wil bekend zyn, of 't zich fchaame voor die zaak uit te koomen die hy tracht te betoogen ; het kan echter gaan, — de tyden zyn zoo, dat ieder voor zj n naam bevreest is, dat ze in eenig papier gelasterd wortie, en dus ftappemen het over. Maar wat my belangt, fchoon ik myn naam mede niet vol uitzette, zal ik niet behoeven te zeggen, zoo gy my kendet; om dat myne iever en fchryfftylulieden zoo wel bekend zy, dat ik vanU, myne Medeburgers van Leyden, Broeders en Vrienden , vertrouw, dat gy my zeer zeker kent; vooral ui t zoo veele getrouwe blyken, die ik voor uw welzyn en tot uw geluk aan den dag gelegd heb, onder den last en het juk van vervolging, onderdrukking, hoon en fmaad van dezulken, die, na dat zy hunne vervloekte listen tot uwen val vergeefsch hebben uitgebraakt, en nu het zaad van dwang in de echte vryeLeydfche aarde geene wortelen fchieten kan, en nu zy Oranjes Liefde-Spruiten uit uwlieder harten niet hebben kunnen uitroeijen, — nu het toeleggen om het op eenen andren boeg te wenden en U te misleiden, als of zy Oranjes Vrienden en uwe Befchermers waaren. Van deezen aart, myne Broeders, is het Blaadje, getyteld : Iets gewichtigs voor Leyden N°. i. en vervolgens. — List, — finesfe, — bedrog, — valschheid, is den in- flag, —- en verraad fchynt het weefzel te zyn. Let hier op, Burgers! hoort my, en oordeel! ik ga het U betoogen en bewyzen. Vooreerst blykt het uit den aanvang, dat de Schryver, na zig met alle fubtile vonden neutraal te hebben verklaard, echter duidelyk overheid aan d& zyde van zyne zoogenaamde Goeden, onder de Sociëteit van Wapenhandel. Maar ik fia ten dien opzichte en kortheidshalven, den voornaamfren inhoud van bladz. 2,3 en4,inN°. i.over; te meer, daar ik in fommige zaaken mede inftem, vooral in zoo verre de drie onderscheidingen , die den Autheur maakt, inderdaad plaatshebben: ik erken dat het fchelden voor Schop, — Weegluis, — Goede, — Kwaade, verbittering veroorzaakt: ik weet dat 'er vervolgingen en barbaarfche bitterheeden plaats grypen: wy erkennen een gedeklareerde partyfchap, die door ondeugende menfchen tvetrzyds word aangeftookt. Dit alles is waar. — Maar dit is niet waar, dat alle deeze onheilen uit den boezem van  van eerlyke üille Burgers van Leyden, en vooral uït de Vrienden van het Huis van Oranje en de hoogfcbatters van hunne Regeering ontfprooten zyn: ik erken tevens, dat zoo 'er ondeugenden onder mogten zyn, dat zy by ons veracht worden; daar integendeel onder hunne tegenpartyders, openbaar bekende en gehandhaafde flraatfehenders en wreede bloedgieren zyn, uit dewelken alle onheilen binntn Leyden ontftaan zyn: voeg hier by, dat dezelvea door dergelyke misleidende Boekjes en aanhitzende Gefchriften, onder pisetext van na Privilegiën te zoeken, de Regenten van 't kusfen , den Burger van zyn echte Privilegiën , Godsdienst en Vryheid trachten te berooven. Dit Blad N".i. vandenIetzer,hoe zagt en flrelend.opgefleld, draagt, naar ons vermoeden, 'er de volmaak fte bly ken van: wantnaeenen zeer inneemenden zagten ftylen voor- affpraak, komt het uit op de PrjVffegi \a^x ijaÉ. Toen zogten zy ( zegt onzen Schryver,) uit de vergtytttifj* de Privilegiën en Burgerrechten op. De Man heeft in eenig opzicht gelyk; het is waar, in het Jaar 1748. zyn 'er Privilegiën uit de vergetelheid opgezogt, maar welke waren die? — Veele goeden en veele dwaazen; de goeden waren voornaamlyk het herftel van het Burgerlyk krygsweezen , en de Correftie van Misbruiken in de finantien der Pachten, en voo ral de hoognodige influëntie van eenea Stadliouder. — Dekwaade waareo het opkrabben van Privilegiën, die met de tegenwoordige en toenmaalige gefteldheid van het Vaderland niet meer beftaanbaar waaren en ook nu nog niet zyn. Maar wat is het nu? — Nu it het ook zoo, — maar zeer verfchillende; want thans maakt men, onderfchyn van de Privilegiën te handhaven, geheel nieuwe. — Het Privilegie van het Burger krygsweezen word met de voeten getrapt, want men maakt een afzonderlyk krygsweezen, dat niet meer onder het beftuur en het opzicht van die van den Gerechten en den Heer Stadhouder berust, zoo als in 't laar 1748. zulks is bevestigd en nog op het Wagtboekje ftaat, maar onder eene willekeurige Sociëteit, veelal beftuurd door Lieden, die, uithoofde der wettige Privilegiën of anders, geen deel nog influëntie op de Burgery toekomt, te weten de Mennonieten, of dezulken onder de Regenten, die zig, als 't waare, van de Burgery afzonderende, derzelver Privilegiën altereerde, Jen genoegen eener Sociëteit; en waar toe wy, met alle  )K 4 X deference fnstineeren, dat geen Regent zonder zyne eigene, zoo wel als der Burger -Privilegiën te krenken, kan toetreden. Men verbasterde dus in veelen opzichten de Privilegiën, die aan Burgemeesters kamer en die van den Gerechten in hunne byzondere Privilegie-betrekking tot de Bur- i;ery toekomt; men bragt die tot een zoogenaamde Priviegie van eene Volkftem, die niet exfteerde, en nooit geciteerd heeft, dan in de verhitte denkbeelden van eene kleene menigte, die tegen het geheel 1800, geen 200 kunnen uitmaaken ; en dus confundeerde men door het woord Volkftem en dat van Privilegie alles. — Thans ziet het licht een Boekje van opgeruide Kwartiermeesters, onzen Ietzerkend het, op zyn tyd zal het getoetst worden. Wy ftaan inmiddels toe, dat 'er Misbruiken van de Privilegiën, ja grove Misbruiken zyn: — wy ftaan toe dat de oorzaak daar van w» «cl gedeeltelyk by de Magiftratuurai;^ ^- «urgerye kan leggen,—dogneemen tevens «. -nmerkmg dat zulke Misbruiken altoos, 0 ui^de veel- ÏudtTd fnnfiyd,8ileid-der P^egien, of uit derzelver SÏÏfri byz°nder uit de verandering van tyden en oen Desten Kegent, of den besten Burger befchuldipen kan siïSa£er z,g °ntydisvan te bedienen A eigen neerscnzugt, en zy maken de Privilegiën erger dan hL nVH°°ren Wa3ren; ik meen de Ley^cnf Priv fegien hoe oud zy zyn mogen, zeer wel te kennen en zocifc ze met kende, wy hebben ze alle in den Tuk- of onzén MaTrli2reennaId0enkenT; «™ wyuaarvelS NnmJ e" hy totdeeze taak in zyn beloofde li Nummers overgaat, dat hy my dan eens onbewimpeld en ?Pr IwT^'p Why Z'8 "°emen • ik ook/aSone! L Jh « C Pj,vllegien 'er in onze daagen al of n et gehandhaafd worden? (2) Aan wie of het verzuim van de nogbeftaanbare Privilegienis te wyten?aan de Magiftraat? of aan de hoogmoeden woeker der Fabrikeurs ? offan den fe-nT* h êtT*V 0f aan de Sentimenten der verfchd. £?5£Cföd?,de,lf - De Burg«yi« het gemeen i Sen gewee*^lIT Z°° ™T ZV Êed°W" hebJl gZT en.w,"ei> zyn» onderen voor hunne mach«ger, naarmate dat deeze van tyd tot tyd rvker en marh «ger geworden zynde, ook de behoeftentSÏÏ vermeet derden.  X s X derden,of dat belang in deeze Privilegie meerder,in geene minder belang {telde.— Ikbedoelhier direkt,indeneerften zin, de Fabrikeurs, want deeze zyn Leydens Tierannen en Aristokraten geworden, in die dagen toen de voorfpoed het werkvolk hunne Privilegiën deedt vergeeten. Het loon wasryklyk, — men wist van geene monopoliën, . men mogt geen Laken» nog Greinen invoeren die eldera gefabriceerd waaren, de Uniyerfiteit wjerd niet gekrenkt door andre Illustre Schooien, Athsne£n , enz. — maar ziet, en zeer zeker is de Magiftraat van Leyden in die tyd niet volftrekt te befchuldigen, of ook niet geheel vry te fpreken geweest, want het is openbaar genoeg, dat de hovaardy der Fabrikeurs en Kooplieden, byzonder de fchatryke Kooplieden van de groote Steden , en byzonder ook onze Laydfche Volksvrienden en Privilegieherftellers, wel het allermeeste by oogluikingen uit hoofde van gemeenzamen ommegang met de Magiftraat, misbruik gemaakt hebben van de Achtbaare voorrechten, die de Regeering van wegensdeStadalleen toekomt.By voorbeeld, meest alle Steden-Jagten, die ter dagvaard of elders vaaren, en aan wien de vryheid der Tollen billyk toekomt, 't zy voor de Magiftraat of Leden van dien; deeze Jagten werden verleend of verhuurd aan de aanzienlykfte KoopluidenenMenisten enz.,en deezen,diein natura niet meec zyn als den minften Burger, verbeelden zig, op die tyd. Regenten te zyn; zy betalen nog tol, nog pasfage , nog gabellen,daar eenkleen fchuitje, een armen melkboer wel degelyk en duur betaald. Dit zeker is niet billyk, en ik noem het misbruik. pm dat der Steden Inkomften en de Emolumenten der Schippery 'er door gekrenkt worden, juist door zulke ryken en vermogenden die het nietdeeren kan; en daarenboven, ( want daar wilde ik zyn,) het ondet alle eerbiedige reverentie voorkomt,dat dergelykeinfchiklykheden, uit Complaifance,den grond leggen tot vermindering van het relpect dat een Regent competeerd, en tot vermeerdering van de hovaardige verheffing der ver» mogenden boven zyne Medeburgers; en dus legd deeerfte oorzaak wel niet in de Magiftraat, maar deeze is , door al te beleefd te zyn voorfommigen , niet geheel vry tefpreeken. Niet dat wy hierom van gevoelen zyn, dat een Aanzienlyk of Deftig Gezelfchap, van zulk een Jagt op een honorable en decente wyze zig moge bedienen; waarom niet? A 3 — ja  X « X — ja zeerwel. Maar het behoord, onzes bedunkens,, zoo te zyn, dat die geene, die uit beleefdheid van het gebruik jouïsieerd, begrypt dathy een Burger is en blyft, en dit aanmerkt als eene gunst "der Regering voor zyne Burgers, onder verband van die tollen, pasfagegelden, lasten , gabellen, enz. te betaalen, waar van eén Regent alleen billyk het genot toekomt, en dat hy niet vermag aan een iejelyk te laten genieten, ten waare het Staatelyke Sreede-Collegien waren die aan den Gerechte behooren, of ook wel den Krygsraad, ofte ook den Senaat, of Kerkenraad, en dergelyken, dat is heel wat anders. Meer andre dergelyke mUbr'uiken zyn 'er aan te voeren, die uit een al te groote beleefdheid voor gegoede earyke inwooners voortfpruiten. Aan de'andre zyde zyn 'er ook blykbaar genoeg, dat de Regering,ondanks haare zorge voor het beste van den werkman , den invloed der Fabrikeurs wel heeft willen, maar niet altydkun nen beteugelen, 'tls bekend dat men alle mogelyke zorg heeft gehad om de Hailen,Wevers.,Droogfcheerders en winkels te maintineeren, zelfs zoo, dat zoo wanneer een Droogfcheerder of ander mishandeld wierd, of men te na aan zyn recht kwam, dat alle winkelsftil ftonden; dit gaf fomtyds wel oorzaak tot opfchudding en beroertens, ja ftrafbaare bedryven; maar per flot van rekening wierd het Recht van het werkvolk en der gepriviligeerde Hallen gehandhaafd, en men zag de ftatelykfte nieuwgebouwde La« kenhallen en Gebouwen hier van getuigen. Intusfchen waaren de Magiftrateri van die tyd, hoe attent, niet vry te fpreeken, dat de inkomften der Hallen en bloeijende Gildens, niet zelden tot andre zaken geëmployeerd wierden : men kan niet ontkennen, dat fommigen vatbaar waa« ren voor hovaardy, getuigen zyn het aantal wapenen in die tyd uitgehouwen, gelyk ook op de Toorn der hooge Woerdfche poorte een Meerman ftaat, daar het Leydfche wapen behoorde te ftaan. Maar wat is 't nu? nu vertrapt de Fabrikeur de Privilegiën, en kreunt zig weinig aan de Magiftraat, Keurenen Rechten; hy dwingt zyn werkvolk niet alleen in fober loon, maar dan nog om zig in eene ongepriviligeerde Sociëteit te begeeven als Soldaat. • Een Bobynfter, Dubbelaarfter, Spinfter, Wever, krygt zulk broos gaaren , zulke flegte wol, zulke elendige ketting en inflag, dat hy de helft van zyn tyd met aan-eenknopen moet belleden, zoo dat zy tuet zuur arbeiden vaa den  X 7 ):C den morgen tot den avond, eengantfche week door, geen 3, ja geen 2, ja i gulden kunnen winnen. En wat is de oorzaak? Niets dan dat de groote Fabrikeurs, ondanks de Privilegiën en Gilde - Conftitutie, allengs eene vermindering in de ftoffagie gemaakt hebben; en daar zy uiterlyk tegensde Engelfche Fabrieken uitvaren, die zei ven debiteeren, en van daar en elders witte Lakenen of andre voorbereide Stof&gies, tegen de oude Privilegiën aan, ingevoerd hebben; dit kon de Magiftraat niet helpen. Hier by kwam dat de groote Baazen veelal by de Heercn Intendanten der Hallen gemeenzaam omgingen, of daar mede vermaagdfchaptwaaren,en door oogluiking dePrivilegien altereerden, of amplieerden na den fmaak dier Heeren, zonder met Lieden van geringer ftand te raadpleegen. En dit zeker heeft insgelyks ook invloed op het verval van veele Privilegiën gehad, en genoegfaam ook op die van alle Gildens, en ja zelfs op de Magiftratuur; nademaal deeze en voornaamlyk Burgemeestreh en die van den Gerechten, die geene waaren door wien de Ampliatien en Alteratien op Privilegiën kan, mag en moet gefchieden, ten beste der Burgery; maar ook zoodanige Ampliatien of Alteratien konden ook niet gefchieden, door wie hoegenaamd, of het oorfpronklyk Privilegie verloor van zyn oorfprongwant heeft de GrooteVroedfchap, hoemen hetdraaijen wil" hier op geen Aanfpraak tot verandering ? Althands ons is onbekend dat 'ereenïg Privilegiebeftaat, waar by de Groote Vroedfchapmetde Burgerlykeofprivéehuishoudelyke zaakengerechtigd is omzigtebemoeijen,envooralnietin gevallen van Fabrieken of den Krygsraad, want deeze beftond reeds tusfchen A°. 1200 en 1300 als een gepreviligeerd Ligchaam, dat aan Burgemeestren, Gerechten, en principaal aan den Stadhouder wederrechtelyk was, terwyl men niet voor A°. 1449 van Veertigen of Raden der Groote Vroedfchap gewaagt vind, en hetgeen wy breedvoerig zullen aantoonen, nimmer by latere Privilegiën van aanftelling eenig recht heeft gehad; maat altoos, en weldegelyk, heeft de Krygsraad zyne Inftruöien en Orders uit het CohVie van die van den Gerechten, of Burgemeestren, met Confent der Stadhouders, in der tyd gehad. Derhal ven moeten de Misilagen, waar van men by den letzer het zoo druk 5fl' "II" 3ac de1 Gerechte«> of Burgemeestren, of den Stadhouder , of de braave afgedankte Leden der Krygsraad geweeten  X 3 ):( geweeten worden, maar wel degelyk aan die finesfes', waardoor misleiders de Burgery in onwettige en ontydige bewegingen gebragt hebben, als of dit der Groote Vroedfchap en de verlamde Krygsraad competeerde, en dus oolc verkeerde Inftigatien aan eenige Regenten veroorzaakt; het welk dan ook notoir de gevolgen zyn geweest van abuizen, die men volftrekt onvermydelyk maakte. En in dit geval is ook den Gerechte niet te beichuldigen, om dat Haar Ed. Achtbare, volgens hun natuurlyk en bezwooren Recht, die Alteratie en Ampliatie nooit als ten besteder Burgery gedaan moeten hebben, en dus bleven dezelve niet verantwoordlyk voor de misleiding der Fabrikeurs, dan voor zoo verre zy onkundig zich hebben laaten misleiden, door mangel van onwetenheid in die zaak. Hier by kwam de Verandring van tyden en zeeden, waar door fommige Privilegiën en Keuren, ja ook kledyen in onbruik geraaken moesten, en inderdaad geheel vergeeten raakte: by voorbeeld om eenig begryplyk en vatbaar voorbeeld te ftellen: het Privilegie der Voetboog en Handboogfchutters, waar van byzondre gepriviltgeerde? werklui waaren; nu kunnen deeze handwerken immers geen plaats meer hebben, om dat deeze waapenen in onbruik zyn?.Men beroept zig thands hier wel op, met opzicht der Schutterlyke Privilegiën; by voorbeeld, die van Dordrecht, op htt Broederfchap van Sint Joris, van den Edelen Voetboge, dog inderdaad zyn thands hunliedef oeffenmg geheel anders als die tyd,het zyn heden alle Musquettiers dezelvealsdiederSchutteryen,--ja hetPrivilegie zelve word in zyn natuurlyke oeffening in zig zeiven veranderd. Even dus zyn de Privilegiën der Fabrieken, der Gildens, en ontelbaare andre zaaken aan veranderingen onderworpen , die de tyd en de ufance doet verandren, en waar by men niet kan zeggen dat een Burgery verkort word, als de Overheid die veranderd, vermeerderd en verbeterd, of befnoeid; want hierom regeerd een Regent een Burgemeefter, en hierom zyn de Gerechten. {Het vervolg in N°. 2.) Dit Blad word 's Weekelyks met een N°. k 2 Stuiver* v«rvolgd, en is te bekomen te Leyden, by j. PERK, en verders alom.  L E Y D S C H E S.T ËPEMAEGDi M— N°. a. ( Vervolg van N°. i.) gSwl- O' v >1l* tjK^SCI); ' i ."J810«J tt, 09 ..SUVX " . SStj Intusfchen word 'er tot heden toe wel zoo naauwkeurig acht gegeeven op alles wattotdeoudéïnftelling der Gildens behoort. By 'voorbeeld, een Timmermans proef is nog een konftig kiuiskazyn, en evenwel maakt men thands overal fchuffraraeri; zoo is 't ook met Metzelaars, Glazerjhakers en andre Gildenproe ven. zoo nu iemand, door veranderzucht gedreven, het volk oproept om zyn oude Privilegiën in liaax eerfteform veranderd te willen hebben, en zig tevens bedient van dezulke'die uit hun aart niet meer beilaan kunnen, zoo .is zyn oogmerk orrï de Regeering te bèfchuldigtn, in zaak'en die niet in hurilieder macht iraan om te kunnen veranderen; en dus'het' volk tot murmureering brengen over oud^;'Rechten, waaraan Regenten Bürger, nog Gildebröeder met geen mogelykheid herftel kan bezorgen. ■ Van dien aart waaren zeer veele be- zwaaren van het Jaar 1748, (daar ónzen Man het zoo druk van heeft,) maar wat was het gevolg ? Die geenert der Privilegiën die de Staaten, de Magiftraat en de Prince Willem den Vierde billyk oordeelde s en onder 't bereik van verbeetering waaren, wierden herft^ld, en dé vodderyen die volftrekt onnut waaren bleven agterwegen. Ondertusfchen zogten de toenmalige Roervinken alles op watzy konden, om het volk maar aan de-gang te krygen, tot dat het eindlyk bleek dat alles in de war liep, en de Steeden Regeeringloos, het Volk Radeloos, en Oproer by Oproer het Land beroerde; en van dit alles kreeg de Prins en zyne Vrienden de fchuld; echter bleven de B itve-  X id X leverige Vöörftarlders der dwaaze Privilegiën in eene diepe vergetelheid; terwyl het volk in 't algemeen wel tevreden was, en God dankte dat 'er een Prins, Staaten en Magifttaaten waaren, in wier handen zy hunne Privilegiën \yel wilden en konden betrouwen. Dan0het jeukte hem daar niet, even zoo min als het daar den Ietsfcbryver jeukt. De Privilegiën waaren het eigentlyke fyne niet, maar den ouden wraak, haat, de overheeriching die den eenen Regent, den eenen Rykert over denandren, ja, wat zeg ik, den eenen Fabrikeur over den andren wilde uitoeffenen, die waaren het die 't deeden. — Men had geheime Cabaalen , Regeerings- Contracten en Fabriek-Contraéten, en dan zat deeze op 't kusfen en geene op 't klapbankje. Het jaar 1722. en de borstel en de kruk lag den grondflag van 't gebouw dat in 't Jaar i748inftorte; men hitfte dienVolgens eerlyke kundige Burgers op; men maakte ontwerpen en mengde oude en onnutte Privilegiën met de noodzaaklyke dooreen , en per Hot van reekening betaalde de onnoozelen het gelag. — Men gaf voor dat de Regeering onkundig was aan Stads Privilegiën: men zeideook,zoo als na den letzer zegt, dat de Burgery ze niet kende, dat men ze moest opzoeken: alles was onkunde en verval, en echter heeft de Stad Leyden, nooit bevoorens, zoo als in die tyd, Mannen gehad, die meerder werk gemaakt hebben om de oude Privilegiën der vergetelheid te ontrukken, en de Keuren der Stede, door Ampliatien , Renovatien of Alteratien , naar omftandigheid van tyd , omzigtig te verbeteren. — Tot ontegenzeglykbewys ftrekt den arbeid van mynendierbren Meester,den weergadeloozenFrans van Mieris, van wien ik nog een eigenhandige Lyst heb van ingeilopen Misbruiken, dan die ik nu niet oorbaar vind te melden. Met eerbied noem ik nog den Eerwaardigen Achtbaren Heere David van r01jen, welke laatfte, alfchoon zyn Ed. Achtbare niet geheel en al was vry te fpreken van een geftreng voorkoomen, echter het Byl en Bondelrecht treflyk handhaafde. Dan wie, die de Wetten kent, kan men de kracht van Achtbaarheid ontzeggen? Dit is een Mannelyke eigenfchap van een kundig Regent, en hoe geftreng hy dikwerf voorkome, zyn hart is dog voor den Burger, vooral, als die geftrengheid uit een zuivren en belangloozen boezem fprnit, het geen ook bevestigd is in dien grooten Leydfchen Secretaris; het is geble» ken,  ken, daar hy naderhand na het ondergaan van de grievendfteboon en het dreigendfte levensgevaar, de getrouw-fte vriend van Willem den Vierde, G. M. niet alleen wierd, maar ook de Staaten hem als eenen hunner i'chranderfte. Raadsheeren en Ministers eerbiedigden; gelyk hy zigzel ven aan den Staat, en wylenzynen Zoon Mr. Jan van Roïjen, de Stad Leyden eenen waardigen Penfionaris, en in zynea Schoonzoon, wylen den Heere van Hees, een getrouw Minister der Unie heeft naargelaaten. Met Achting zoude men hier den Geleerden Oud-Griffier Mr. Daniël van Alphen , als een kenner van Stads-Priviiegien mogen noemen; dan ongelukkigeomftandigheden en mogelyk oude partyfchappen, hebben dien Luister, tot ons grievend leedwèezen, zeer verdooft. Ziedaar, myne Broeders, myne Medeburgers, myne Leydenaars, een kleene dog waarachtige Schets van de waardigheid van veelen uwer Magiftraaten, voor en io het beruchte Jaar 1748. Wat zoud gy nu wederom, door de fire- • nenzang van eenen twistftookenden Privilegiezoeker, uw moedwillig werpen in den poel van dat rampfpoedig Jaar ,• waar aan elk eerlyk Burger niet dan met afgryzen denkt ?■ Wyftemmen toe en weten het, dat 'er gewichtige abuizen zyn; ja wy zeggen meer: 'er zyn Privilegiën, — wettige nuttige Privilegiën in vergetelheid: —r-r ik ontken onze aanipraak op dezelve niet. — Maar dit beweer ik, dat de middelen ter verbetering, in ryden van Burgertweedracht en Volksberoering, de listige aanhitzing tot muitery bewerkt; dit leerd ons C. Tacitus: Intempestjvjs Remedus DELiCTA accedünt , dat is: ontydige tegenmiddelen doen de fchelmftukken aanljpoeden. Derhalven bidde ik u, myne Broeders en Medeburgers! ik bidde u met de gevoeligfte aandoening, die een Broeder, een Medeburger kan treffen; ja ik zal dezelve woorden van uwen aanhitfer gebruiken; (om alles wat u lief en dierbaar is!) — Laat u in den ftrik niet brengen! — Laaten zy, die in den ftrik zitten, zien dat zy hem ontwarren; maar zorgt gylieden dat zy baare ftnkken, waarin zy vervvarrj zitten, niet om uwe halzen flaan! — Ik zal duidlyk fpreken.— Wees omzichtig, dat die twistftokende Sociëteit, of liever de Misleiders daarvan , die het momaanzicht afgelegd hebben , dat hunne geheimen met de fchoone vlei> taal van Volkftem, Privilegiën, enz.bedekt heeft; laateo B 2 di§  X » X Hic Brie en Vier en Vyfentagtigers zieh hoe zy vaaren* Denk niet dat ik uw het recht tot uwe Privilegiën iwii betwisten; neen zeer zeker niet, ik hou dezelve voor heilig!'; dommeneenèr befchaafde Regeering en Burgery; maarin zoo verre, dat ik oordeel, dat 'er of Privilegiën, of Keuren kunnen zyn, die uit en in zig zeiven vervallt-n , en andren daar en tegen die vernieuwd, of g~eheel nieuw kunnen en moeten worden; danJiier toe heeft geen letzet, Sociëteit of Krygsraad ; ja de Vroedtchap gïen recht van uitöefFening, het behoort aan den Gerechten. By voorbeeld: men heeft in de Grein- Laakerr en 3a;iha1leD , Leggers en Staalen, waar na de Fabrikeurs zig-moeten regu^ leeren, en zonder dat mag men niets in de Stad rabriceeren;. dit neemt men zoo telle telle viytig in acht. Maar nu Q'esft een vernuftig Fabrikeur iets uitgevonden, dat buiten sde geftelde limiten gaat, en echter niets verminderd, maar ter contrarie vermeerderd ten voordeele der Fabriek en den arbeidsman. Hier in oordeel ik rond uit, dat die van den Gerechten, als wettige Overheden in dit ftuk, zonder eenig bezwaar, eene Keur of Ordonnantie mogen, ja moe-: ten verbeteren; met en na behoorlyke en wettige onpartydige informatien, by Intendanten , Hoofdlieden der Gildens of Hallen, en vooral ook by het belang der werk» mans , en dus kan het oude in zyn geheel bly ven, zonder, dat het nieuwe benadeeld word. En wat is 'er de oorzaak Van benadeling? niets als het zelfsbelang, dat het oude niet wil gêdoogen te verbeteren, om het goede, nieuwe en dus het belang beiden verdrukt. Dog dit kan de Regeering liiet helpen, want die volgt de> Keurè der Halle: maar de fabrikeur die bediend zig van het woord Privilegiën, of Keulen pro tubitu, naar welgevallen, en dus is het met vele Privilegiën na rato; want mén diene hier te letten, dat onzen fyne Fluiter en Privilegiezifter, die wy beftryden, ons te gemoete kan voeren, dat hy niet zoo zeer het oog heeft op Keuren of Privilegiën uit de Keuren en Gildens profluëerende, als wel op Privilegiën die van ouds her, door de Graaven als Stederechten gegeven zyn, en gewoonlyk pér Hotte hebben, dat zy ten eeuwigen dage gegeven zyn. «— Dit is zoo. — Maaü die eenige kennisfe van zoodanige Privilegiën hebben » weeten tevens, dat de voornaamfte hun oorfprong hadden, of in de Situatie, of in den handel, of in de Fabrieken der Steden, of in de diensten der Schut- teryen.  ):( 13 X teryen aan de.Graven bewezen, eindlyjt in de Magiftratuur zelve. —.Die privilegiën dan, die uit de Situatie der Steden uit hun handel.of Fabrieken .voortvloeide..behoefde"' men den Staat of tien Graaf geen dank tt wytrj, ónJ dat hy ze uit de natuur wei mo,est bevestigen 'Sy v'ooi bèejcj 1 in het generaal de Havenrechien der Zeeiltden, de Tol2 rechten van deeze of geene Landftreeken , van ge.mce.ne' doortocht, en onteilyke andren. 'tl» waai , de Graaveri gaven wel aau eenigc Steden uitmuntende Privilegiën , al| Dordrecht het Stapelrecht Enkhuizen de Ma^sftèqèrYj Privilegiën tot de V isferyen ; Haarlem het groot Schippers Gilde; dan deeze gitten vloeiden ook voort uit de Sitnatie der Steden en hunne Fabrieken; geiyk als,ook Lgyd.en , Delft en Rotterdam, die uitmuntende, ja böoge Piivilagien der Heemiaadfchappen, elders in den NoorderQuartiere, de Bannen van Brederode , WeatzaneiV, Egmonde , en een aantal andren, alle zoodanige hoögè en lage juridicïieele Privilegiën hebben bekoomen, die best' met de Situatie en het Land en Volk overeenitemde; en het zyn ook deeze , die nog heden ten dage, en met recht, mét handen en tanden zop wel vast gehouden worden, dat 'et de Privilegiezifter met al zyn Vplkftemrhen niet aan zal komen, en niet aan kan komen, want wy hebban een Stadhouder die ze bewaakt. — Ja, het zy met alle eerbied gezegd, de Staaten kunnen ze niet verbreken, dan ingeval van een gedeclareerde misbruik en ruineus gevolg "yo'or het gèmeene welzyn. — By voorbeeld: ingeval Rhynland, Delfland, byzonder Haarlem en Leyden, ook Delft eens den Overtoom in handen van Amfterdam zagen ,'waar bleefhun welvaard? Helaas! (Amfterdam vergeve het my,} airede te veel befnoeid, dog niet te min in het bovengemeld opzicht ook, God dank! nog op fundament var. de hegte.Privilegiën welbewaard. Het blyft nietterrïin echter ook waar, dat in tegenoverftelling van déeze opgenoemde onveranderlyk bewaarde nuttige Privilegiën, 'er ook zyn die onnut, ja zelfs belpottelyk en kruipende zyn; hun getal is groot en vooral die door Hertog AalbreCHT gegeven zyn; want by'deezen konde men voor geld, voor vleijery, vopr belang zoo veel Privilegiën bekoomen . als men droomde,in zooverre,dat men dien Hertog denaam gaf van Privihgiefibyter, 't geen men ironice op onze tegenwoordige Requestfchyters wel zoude kunnen overbrenB 2 gen.  X 14 X gen. Althans ik houde het daar voor, dat veelen deezer onnutte, ontydigeen onberaadene'Privilegien van Hertog AALBRECHT, de bronnen zyn geweest, waar uit al die woede van Hoeks enCabeljaauws, endeStichtfche dwang der Bisfchoppen, die voor een afiaatduitje in Holland de Privilegiën formeerden ; ja ik zegge rond uit, dat ook in onze dagen nog veelen deezer Privilegiën oorzaaken van de Beroertens zyn. —- Maar nu, wat zouden dan wel die Privilegiën kunnen zyn, die onzen Ietzer de Leydfche Burgery zoude willen leeren kennen ? Die der dolle Volkftem ? deeze heeft van het jongfte begin der Republiek, zelfs van der Batavieren tyd, nooit geëxfteerd, om dat de mensch in de natuurftaat geene Volks-Privilegiën kend, en dus kan zyn natuur niet voor of tegen Hemmen in de natuur; — maar wel in ztuke zaaken die door eene befchaafde Volkftem, de Goddelyke geopenbaarde, en de zedelyke wetten of inzettingen door de wyste en oudfte des Volks bepaald, endoor 't volk aangenomen zyn; en dit zyn dan wettige Privilegiën, die door de Oudften des Volks, hunne Princen, Hertogen en Graaven, of door erkende Hooge Machten zyn bevestigd geworden. Maar knap, — daar heb ik de vlieg; — het zullen de Regeerings-Privilegiën zyn; het zullen zyn de meerdere of mindere infiuëntien der afzonderlyke Collegien, Schutterlyke en Gebuurt-Privilegiën zyn, die men de Burgery zal leeren doen hernieuwen. Men zal ze leeren zoodanige Lappen uit de Privilegierok te neemen, als 'er nodig zyn om hun oogmerk te bereiken , om die op een Vry-Corps Rodingot te naaijen, en de oude, goede en getrouwe Magiftraat en Burger in hun Oude , Echte en Goede Privilegiën te verwarren. — Maar mogelyk denkt men, dal ik te voorbarig ben in het veronderftellen. Dit konde zyn, met opzicht totdeezen Schryver, om dat hy zig als nog (in Nü. i.) niet uitlaat waar in, en in welke Privilegiën en Rechten de Burgers van Leyden onkundig zyn. Maar als ik gadefla wat gefchied en gebeurd is, en ik lees zyn volgende Nummers, dan zie ik dat het op de opgenoemde zaaken, die direa op de Burgery, en Krygsraad, en de Groote Vroedjfchapzal uitdraaijen. Ook is voor 't zekere bericht, dat men airede by zekere Gebuurten tentamen gedaan hebben om van het zeer byzonder en voortrefiyk Leydsch Gebuurt-Privilegie, door die van de Sociëteit, tot zekere hand-  X ï5 X handtastelyke doeleindens, gebruik te maken, door het tenteeren van Volkftemming, by wyze van zekere Gebuurtbriefjes, tot verkiezing van Raaden of Heeren , en waar op gedrukt ftaan de letters V. V. E. V., en die men getracht heeft in zekere Buurt intevoerer», als *t waare tot handhaving der Privilegiën, of mogelyk andere oogmerken. Als dit nu doorgaat, om naamlyk de Bon- of de Gebuurtftemmen door dergelyke kaartjes, of biljetjes, optenemen, en Burgemeestren of Commisfarisfen der Gebuurten gedoogen dit, tegen Costumen en Ordonnantiën, dan kan men met die briefjes zoo frauduleus handlen als men wil, om dat dan de vryheid tot perfoneele ftemming, met luider ftemmen, tot een Heer van de Gebuurte vervalt; dat echter een fundamenteel requifiet is, ten waare iemand ziek is, die als dan een eigenhandig briefje geeft, en dus zoude men per fas ö? nefas zulke Lieden van zyne party in-enandren «itzetten, zoo als met de Quartiermeester gcifchied is, waarom ik deeze nieuwigheid aanzie als een arglistige inventie. En daarom waarfchouw ik wel ernstig alle Gebuurten, om, zoo dit plan geprobeerd wierd, geene briefjes aanteneemen, want zoo de Leydfche Burgers eene grondwettige Vryheid hebben, is het verbonden aan de Achtbaarheid van Burgemeestren en die van den Gerechten , en aan niemand anders; zoo dat de Ordonnantiën doordezelven geformeerd, en de vryheid der Buurten door haar Ed. Achtb. gehandhaaft worden; en dus heeft geen een ander Collegie, veel min eene illegale Sociëteit, recht om zig daar mede te bemoeijen; en blyft de keuze 'van een Heer, uit een nominatie, aan Burgemeestren, enz. want de verkiezing van Raad en Oud-Raad ftaat aan de Heer van de Buurt en Raaden, deezen zyn hier in vry: daarenbooven behoeft geen Gebuurtvergadring aan Schout of Scheepenen eenige rekening te geven,want zy hebben hun eigen Kas enThefaurier; ook word haar nooit van geasfopieerde Buurtkwestien, kyvagien van man en vrouw, Brui!oft,Begraafnis-boeten of Giften, «nz. iets gevergt, om aan den Schout te verantwoorden, ten zy by weigering van gehoorzaamheid en brutaliteit van een of ander; in dit geval ftaat de P_echtbank open, exempt alleen worden Crimineels gevallen, Clandeftine inwooningen van vreemde, of Hechte perfoonea en andre kundfchappen den Hoofd-Schoot gemeld; invoegen dat, zoo al de Vryheidfchreeuweis van eene Volkftem ge-  X is K gewaagen, is deeze zeer zeker eene befchaafde Volkftem aanJWetten verbonden. ■ Ondertusichen vermee- msn wy, "dat irrdit Gebuurterecht, .zoo w*l a's Hst en bedrog* hier in-èène ftérkte tot rableidejrfejxiverheerfcbing 4fl: Overheidsdwang-, of ontzecting» van Siadbpuderlyke invloed zoude kunnen trachten te vinden ;• —- 'er integendeel eene alfints eerlyke en op fundamenteele echte Volksvryheidfirechten gegronde Volksïtem beftaat , die de Graaven van'Holland, en de Staat en Stad altoos luevestigd hebben en die nu: met volle recht zoude kunnen "fpr^ken, om de zuivre ftemmetedoen hooren , als de Overheid eens die Leydfche Hurgerftem requireerde, welkereensgezinde klank voorzeker het geknars der Stadbe* soerders zoude doen verdommen, en wederkeerlyk het geiaeh der Burgemeestren en de fiducie, óf het vertrouwen Am... 8 5 my! Daarom onthond het Vaersje vo0.d^ WkSpZt Tot Bidden u bevlyt, Wees naersielick en waeckende, Wm gy weet uur nog tyd, Wmneer u 't kwaet is weckende. Be-  x h y-t Begeert gy dan uwe waare Privilegiën ?—zoekt ze' niet iK deeze tyd van beroering. — Laat uwe Overheid rust, tot dat zy op eene deftige, eerlyke en heerlyke wyze, de Achtbaarheid der Stad Leyden waardig, in ftaat zullen zyn, om met den getrouwen Staat en Stadhouder, aw welzyn te behartigen. — VVagt, ik durf u borg ftaan, voor goed gevolg, het kan niet misfen, — God,—de Prins,— den Staat, — de Magiftraat, — en 't bezadigd Volk ziet uwe rampfpoeden, uwe verdrukking. Uwe verdraagzaamheid befchaamd de boozen, en uwe vertrapte Schuttery roemt daar op, als het kenmerk van goede Burgers en zuivre Christenen. —— Geheel Nederland ziet welk een dwang, inbreuk en onderkruiping het Dispotisme van een ongelegitimeerde Sociëteit en bedekte Politie op uwe Burger-Krygsraad heeft uitgeoeffend. — Men ziet zonneklaar hoe veel onbefproken Burgers, ftiile Burgers, met allerlei list, ja met geweld uit de Schuttery gebonst, ja gefmakt zyn , om'er Bruteurs en onpartydige Privilegiedry vers inteftooten, en eindlyk aan uwer Burgervadren gezag te komen. — Wagt, bid ik u, nogmaals een weinig na bedaarder tyd. .— Wagt tot gy van uwe Burgerheeren wettig geroepen zult worden. — Ik voorzie, — ja ik zoude bynaar zeggen, ikvoorfpel, datgy, myne Broeders,die na zulk een harde ontzetting uit uwe banieren, nu met den fmaadnaam van afgedankte Burgers, Schoppen, enz., door een deel morrenden benoemd word. — Wagt, bid ik u, ik voorfpel, dat gy voor afgedankte eerlang herftelde, envoor uwe trouwe ftiile berusting in hec beftuuruwer Magiftraat, en dat van uwen dierbaren Erfftadhouder, hartgrondig geëerbiedigde Burgers zult zyn, die triumphantelyk in de gelederen uwer echte en wettige Schuttery, op de gedenkdagen van de Eere uwer Voorvaderen, voor het Raadhuis en op uw gefchonden Doelen zult optrekken. —> Ja het zal zoo, en moet zoo zyn, dat de gegoede , de deftige en aanzienlykfte onder u het een eere zullen achten met u te gaan; zoo, ja zoo, dat geen ryk Fabrikeur zig zal kunnen onttrekken om nevens zyn eerlyken minde? gebuur, zyn werkman, zyn fchiklyken wever, mede optetrekken, ten minften in de groote Paradeering mede te moeten gaan. — Kyk, zie zoo moet uwe luister klimmen; zie zoo de vervalleSchuttery bloeijen in Eendracht, Liefde en Luister. — Och dat God geeve dat myne oogen het zagen! , . . ■ (. Het vervolg in N°. 4. >  D E LEYDSCHE STEDEMABGD, E N Z. N°. 4. {Vervolg van 'N°. 3.) En gy Arglistige! gy fchynfchoone Agtenveertiger Zesentagtiger \ Iaat af, myne Broeders, myne Medeburgers, iaat af den eenvoudigen te misleiden'! — Wat raaskalt gy van een vsy Volk, dat zig niet kreunt aan zyne 'Privilegiën en Rechten ? dat wy dan maar alles in de banden, van een Oppervorst overgeven. Dat Neêrland een ander Marokko worde, indiende Privilegiën en Rechten ophouden voor het zelve een wezentlyk goed te Zyn. Want wat is tog — dat men my antwoorde —■ een vry Volk zonder Privi~ legien en Rechten ? — Dit vraagt gy , Listige ! Wel aan ik zal u antwoorden! — Zulk een vry Volk, zonder Privilegiën en Rechten, is uwe Volksregeering, uwe Sociëteit , die kostelyke Volksftem van deeze daagen, dat ïs uw vry Volk zonder Privilegiën en Rechten; — die fpreken tot walgens toe van Privilegiën en Rechten, terwyl zy die vertrappen. — Antwoord my nu ! — Maar gy zegt, en ik betuig u, dat ik hartelyk gelagchen heb, toen ik, na een diepe opgetoogenheid over uwe vleijenden ftyl en aanvang, uwe hartelyke aandrang tot het opfpeuren der Privilegiën las; toen ik, zeg ik , deeze woorden las: In Vrankryk, in Spanjen, in Marokko heeft het Volk geene Privilegiën, geene Rechten, en daarom is het Jlaafs. In Zwitzerland en Engeland heeft bet Privilegiën en Rechten en daarom is het vry. O Lepidum Caput! Vrankryk nog Spanjen hebben geene Rechten , nog Privilegiën! God beter 't! dat zegt iemand die ons Privilegiën wil leeren kennen! en wil leeren' D waf  X ao- ):( wat een vry Volk is! Hoe durft gy het zeggen Lompert? Weet gy dan niet welke Privilegiën de goede Stad Parys heeft ? Weet gy niet wat het Parlement is ? Wat de Parlementen van onderfcheidene Provintien in Vrankryk votfr 'fcyzondre Privilegiën en Rechten hebben, die de Koning moet bezweeren? Het is waar. een Koning van Vrankryk zend wel eens dispotiek Leitres de Cachet, en ordonneert zyne Parlementen en doetze uiteengaan, maar de nieuwe moet hy na de Wetten en Privilegiën, die zulk een Collegie heeft, weder inroepen; en hieraan is de Koning zoo i,aauw verbonden, dat, zoo het despotisme in deezen te huog liep, de Princen van den bloede, en de Franfchen Adtl, en hunne Staatsleden , ja de Magiftraaten 'er ftraks lusfchen koomen; zoo dat onzen Privilegicman weinig weet, of liever niet wil weten, wat het volk van Vrankryk en Navarre, en alle de Provintien van het Franfche Ryk al voor Privilegiën heeft; die, fchoon zy zoo wel als elders wel eens gefupprimeerd worden, echter niet vernietigd worden. Het kan inmiddels onzen letsman niet zeer tot eere ftrekken, dat hy Vrankryk en Spanje in eenen adem, met het woest Marokko gelyk fteld; of hy moet t'Efprit dis Loix, des Franfchen Monïesquieü niet kennen, dien ik echter vooronderftel dat zulk een Privilegie-Rechter in zyn eigen oogen, wel zal kennen, of anders hy moge het zynen Batavier en den Abt Reinald vraagen. Hoe 't zy, hy onteert Vrankryk en Spanjen, om derzei ver onderdaanen flaaven te noemen. — Maar r.u, zegt hy, in Zivitzerland,in Engelandbeeft het ( volk) Privilegiën en Rechten en daarom is het vry. ö Aardworm! waarom fpreekt gy niet van Venetien en Genua daar zyn ook Privilegiën en Republicainfche Vryheden, maar naast hun Raadszaalen ftaan de galgen, waar aan de eerfte vryman gehangen word, die iets van den Senaat voor of teaen fpreekt? Neen Domoor! geen volk is vry om zyne Privilegiën en Rechten hoofd voor hoofd te kennen; maar het is vry, om dat de kennis en de handhaving daar van aan hunne Koningen, Princen en Magnaaten, de Regenten, de Staaten en Edelen, en in de Steden de Burgemeestren vertrouwd zyn. En dit is die uitmuntende Vryheid, die zoo wel de Koningen van Vrankryk en Engeland , na den aart der Privilegiën, Rechten en Volkstöuftitutien, bezweeren en befchermen, als in onze Republiek  X »7 X publiek deeze zelfde Authoriteit opklimt, van Burgem-e» fter, Gerechten, Vroedfchappen, tot aan de uiterfte Limieten van onze Unie, byzonderhet handhaven des Stadhouders van die Privilegiën en Hechten, tusfchen Stad en Staat, Burger en Magiftraat. En dit was deeze Vryheid, en is het nog, die zelfs deGraaven dwong en nootzaakre tot bevestiging en het handhaven der Privilegiën, die zy zelve bevestigde en deden bezweeren, alfchoon zy door hen gegeven waaren; maar ook zulke Privilegiën hadden hunne Limieten, en waaren onderworpen aan tydelyke lotgevallen en veranderingen; want den eenen Graaf Altereerde of Amplieerde die van zyne Voorzaaten, na omftandigheii van tyd, en die vooral, fintsde afzweering aan Phlips en de oprichting der Unie, eene andre gedaante kregen , om dat de Staat toen de Graaflykheid reprefenteerde , en dus, toen wy een herfteld vry volk wierden, of het onder goede Graaven ook waaren, (want ik beweer dat wy ook vry waaren onder de goede Graaven,) na den aart dier oude Vryheid, nu is' >n het Verbond der Unie," onverbreeklyk bezwooren het geen toen oorbaar was 4 en in dit opzicht behield het vrygevogten volk, of behielden de Provintien en de Steeden in de Unie, naar gerade van hunne privée belangen, de goede oude Privilegiën en verkreegen de verbeterde nieuwe, al mede door omfiandigheid van tyd en Godsdienst vooral, hervormd. Het zyn ook van deeze, waar van de Staaten van ieder Provintie, en de Staaten Generaal, ten opzichte der Unie als Soevereinen geconfidereerd, als nog, zonder ünaniemiteit, niet mogen, nog niet kunnen afgaan, want zy zyn die. geenen die ze voor het volk kennen en kennen moeten, -r Deezen zyn het dan, die gy op moet roepen Privdegierrtan! maar niet het volk, wien ze wel kennen moet ei mag, maar nimmer kunnen kennen in die termen zoo ais gy het begeerd: want de gift eener Privilegie is nooit van het volk, maar van den gever, die over het volk het beftuur heeft, aan wien dat vertrouwd is tot zyn beste , het zyn zyne Wetten. Het zoude immers abfurd zyn, om van ieder Burger, hoofd voor hoofd , te eislclien dat hy de Privilegiën en Rechten gong beftudeeren? Zoud gy van duizende Arbeidslieden met reden kunnen eisfehen, dai zy van honger ftierven, hunne kinders van gebrek lieten kwy? uen, om in de Rechten en Privilegiën te ftudeeren? Zond Da  X a8 ):( 4 gy van een armen Schroblaarof Spinder, die dikwerf geen A voor een B kan leezen, billyk kunnen vordren, dat hy in Melis Stoke , en in het CharteiboeK van Mieris en in de Keuren van Leyden ging ftudeeren ? Dit is immers abfurd ? en dit leeraaid ons juist, dat een geheel volk, een geheele onberaade Volksitem, het verwardfte Babel worden moet, ja tot volflagen tieranny overllaat, als elk, die zig Vryman noemd, alle zyne Privilegiën en Rechten kennen moet, om daar over als Rechter te oordeelen. Weet gy niet, Onbedachte! hoe veiichillende zy zelve, die de Privilegiën grondig kennen', denken, over deeze en geene interpretatien ? Weet gy niet hoe de Rechtsgeleerden en Historiekundigen elkander in 't haar zitten, en tot wóedenstoe beftryden, elk om zyn gevoelens door te dry ven? En hoe zoude het gaan, als ieder Burger, hoofd voor hoofd, den innergieken inhoud van Rechten en PrivilegiënmoEs* éxpliceeren?Is dit niet de Bron der Burgerlyke tweedracht? — En vloeiddaar uit van zelve niet voort de noodzaa'klykheid, dat de kennis daar van aan de Magiftraat behoord? en deeze of geenen onder dezelve, die, uit hoofde var» andre beroepen, of ook fcrupule om de Privilegiën en Rechten wel te handhaven, zig bedienen van kundige 3ecretarisfen, Ministers, Adjunaen, en daar in bedreeven perfoonen, die men nu Penfionarbfen noemd, dan welker misbruik ook wel eens opmerking verdiende, alzoo deeze uit den oorfprong hunner bedienmg loontrekkende Raadsluiden, dat is gepenfioneerde, ten dienste van Burger en Magiftraat zyn. -— Gy begrypt my, hoop ik! of ik zat my nog iets nader uitdrukken. — Ik beweer, dat een vry volk Privilegiën en Rechten hebben moet, maar die Rechten en Privilegiën moeten niet van de willekeur van het Volkafhangen;niet om dat het volk zignatuurlyk vry noemd, maar om dat ieder mensch, hoofd voor hoofd, in het denken verfchild en nooit eenparig op dit ftuk denken kan ; dus worden Wetten gebooren om het volk onder eene befchaafde Wet te brengen en te befchermen, zoo als een vader zyn kind befchermd: de natuur baard het kind wel vry als Mensch , maar zy leerd ook de betrekking tot vader als een Mensch die voor hem beftaat, het kind berust dan in het geen vader tot welzyndoet, zonder dat het weet waarom, als in ryper jaaren, dan leerd hem ook natuur waarom hy een vader heeft, terwyl vader de man blyft die-zyne plichten kenne* moet.  X =9 X moei. En zoo is 'c met de volkftaat, waar in het volk onder eene Regeering gebragt en bel'cherrnd word, door die geene die door natuur , gaven, vermogen, verdienften en getrouwheid bezittende, Edele Volksvaders worden. Dus hebben alle vrye Volkren die den aardDodem ooit gedragen heeft, hoe woest zy zelfs waare,n, de bezorging van hunne Wetten, Gewoontens, Privilegiën en Rechten, overgelaaten aan hunne Vorsten, Oudften, Wyzen en Vroede Mannen ouder henlieden, uit welker Vergadering dan de aankondiging der Inzettingen den volke gefchiede; even zoo als by de Joden de Stamvaders, en by Mozes de Oudften, en even zoo als nu Placaaten en Ordonnantiën uit den boezem van Staat en Stad gebooien worden; deeze immers zyn, in zeker opzichte, of Privilegiën, of tot handhaving derzelven, Ondertusfchen, om tot de zaak te komen, is het voor het valk, over het algemeen genoomen, onmogelyk alle dezelve te weten. Maar dit is Waar: zy kunnen ze weeten, zy mogen dezelve, zy behoorden ze te weeten: dit ftem ik toe, maar de onmooglykheid is 'er voor allen, en daarom hy die het volk hier in wil onderwyzen, en dat ontydig en met oogmerk om ze opteroepen tot verandering of onnutte kennis derzelve, ik zegge, hy legt het volftrekt toe, qm een Vry Volk, zelfs door middel van zyne Privilegiën en Rechten , tot Slaven te maken; daar integendeel Hy , dia de handhavenende en de uitoeffenende 'macbtdér Privilegiën in handen en aan het doorzigt van daar in geoefFende Mannen overlaat, conform Eed en Plicht aan die Privilegiën geaccrocheerd, en vervolgens de misbruiken die 'er tusfchen kamen aan den Prince, Staat of Magiftraat in Gods naam toevertrouwd, die is by my een waar Vryman, en hy fenieteen volkoome befchaafde Vryheid; en wel die waare rryheid, die de zuivre Conftitutie van Nederland is„ — Dan ik raak te verre hier ingewikkeld, ik heb dit ftuk reeds vry uitvoeriger bewerkt; maar dewyl men een opkomenden Etterbuil bytyds diend te fluiten, maak ik tervlugs deeze aanmerkingen. De Leydfche Burgery en hunne getrouwe Overheid leid my te na aan het harte, dan dat ik myn gemoed bezwaaren, myn trouw bevlekken zoude, om niet, zoo veel in my is, te waaken tegen die misleidende Dashonden, die tot in de holen der aarde en de ichaamle fchapraeyen der zuchD 3 tende  X 50 X tende armoede dringen, en daar van Vryheid keffende, de bewooners door list zoeken te verdryven. — Een woord nog en dan ftap ik hier af. — Gy, wie gy dan zyt, en over 't geheel die de onkunde der Leydfche Burgery, jegens hunne Privilegiën en Rechten, ichynt te willen betoogen, ik zegge u , dat gy 't liegd; het is volftrekt zoo niet, het is 'er verte af: zeer zeker ftern ik toe, dat 'er veele onkundigen zyn, die, zoo als ik betoogd heb, uit hoofde Van hunne fobre broodwinning en beroep, niet kundig kunnen zyn; maar dit is integendeel ook waar, dat 'er vry meerder, en aanzienlyke Burgers, en ook mindre Burgers zyn, die hunne Gilde en Krygsraads Inftituut,de formen Conftitutie, ja ook de zoo tot nog toe wel gehandhaafde Burgerrechten zoo wel kennen, dat zy u en uwer Factie Privilegisten en Requestranten zoo veel te doen gaven, dat gy ze door konstnary hebt tragten weg te moffelen , niet om dat zy Privilegiekundig waaren, maar omdat zy «, Heer Ietzer, in den Weg (tonden; ja zulken die zoo kundig zyn, dat zy geen twaalf Nummers van opruijende Ietzen nodig hebbenom onderweezen te worden , en vooral niet in de gevallen van het Jaar 1748. En of gy ze Oranjevrienden, Eerbiedigers van een Oppervorst, of Aristokraten noemt, nooit zullen afwyken van die onbezwalkte aankleving aan Oranje en Burgemeesters, die hunne getrapte Krygsraad, hunne gefuprimeerde Gilden-Hoofdlieden, en ja ook haar heilig Stad en Staatsgezag wel zuilen handhaven; ja als van Ouders tot Ouders onze Medebroeders, Burgeis en Edelen des Leydfchen Volks zynde, wel ftaat kunnen maken op edeler denkende getrouwe Burgers,dan die van 1786 geen 1748 zuilen maaken, en toonen dat hun Leer niet is van den Duivel, zoo als gy zegd, maar die van Oranjes, Neêrlands en Leydens God. ■ Hier by, waarde Leydfche Broeders en Medeburgers! had ik afgebroken, wyl ik reikhalsde na de volgende Nummers van het gewichtig Iets. Ik ontfang die heden ; en daar dit nu ter persfe gaat, bezit ik reeds alle de Nummers, tot N°. 10 incluis. Ik ga over om het tweede te toétfen, te meer, om dat alles, wat ik hier boven gezegd heb, conformeert niet alleen met myn vermoeden, maar het word volkomen bevestigd, dat het naamlyk uit eenen partydigen boezem en haat tegens byaondre perfoonen voortvloeit, en niet, zeer zeker niet, uit  X ii U tit éen oprecht oogmerk tot herftel van nwe Privilégten , veelmin tot Rust en Eendragt, of Eerbied voor onze wettige Overheid. -- Ik zal hier breedvoerig myne aanmerkingen by voegen , en het geduld neemen, en tevens het uwe verzoeken, om totbewys en ter handhaving van rust» Burgerwet, en vooral Burgemeesterlyke en Gerechtelyke waardigheden aan den Stadhouder verbonden, betoogen het geene uwe Privilegiën u leeren en bewyzen; dan tot N°. 2. In deeze N». 2. ontdekt den Autheur zig zelve, als volmaakt tegenftrydig met zyn eerlte Nummer, en ook met zyn derde Nummer, dat ons ook heden in handen komt: daarenboven zyn zyne Stellingen zoo overtuiglyk valsch, dat de Conclufien daar op geen ftreek kunnen houden; ja zelfs als ten hoogfte hoonende voor de Magiftraat en Burgery moeten gehouden worden. Hy vraagt: Is het niec het heerfchende denkbeeld by genoegzaam alle dezelve, (ce weten de Medeburgers) dat de Regenten de Eigenaars zyn van de Stad, en alles wat daar in ist Befchouwd men althans niet, als een onfeilbaare waarheid, dat by hun het toppunt is van magt, zoodanig, dat zeer weinige zullen aarzelen, om, wanneer eens de geheele Burgery in een verfchillend denkbeeld ftond met de Regeering, ftraks te beflisfen, dat het denkbeeld der Regeering zoude moeten boven dry ven, als nog meerzynde dan het geheele Volk van Leyden. Hier op antwoorde ik: Neen, dat is onwaar, het is een Logen, ja een brutaale Logen. Ik daag den Steller van deeze Laster uit, dat hy my een eenig Burger van oordeel en bedaard begrip, hoe eenvoudig, of van meerder of minder rang en ftaat hy zy, aantoone, die in het heerfchend denkbeeld ftaat, dat de Regenten Eigenaars der Stad zyn: ja zelfs niet van den Burg, fchoon den Burgemeester, die Burggraaf genaamd word, dit zoo fchynd te zyn, zoo is hy geen Eigenaar van dat gêzag , zoo dat by er dispotiek over regeere, want hierom is den Burg gekogt tot weering van despotisme; want fints de overdragt van dit Dwangkasteel aan de Stad, ftaan de Burgers, die ©ndei 't Burgfüeng behooren, gelyk met alle andre Stedeonder  X 3 2 X lasten, en relaxen tot de Regeering, Schuttery, Buurtrechten en Stedelasten, dat zy bevoorens niet waaren. — Wyders, indien het beerfchend gevoelen der meeste Burgers waare ,4ai de ittad aan de Regeering toekwam, endat by hun het toppunt van macht was, in dien zinzoo als het onzen Man wil opgevat hebben, naamlyk als Principes Territorii; wat behoefde dan door de Burgery geobferveerd te worden het maken van Nominatien tot Hoofdluiden der Gildens en Heeren van de Buurten? En waarom zyn de Jaatstgenoemde zoo vry, als wy hier boven betoogt hebben? Indien nu de Burgery in het gevoelen ftond, dat de Regenten Cigenaars der Stad waaren , en dat by hun het ■toppunt is van maebt, dan zoude het immers van zelfs vervallen, dat de Burgers alsnog kantfchap hebben, ieder in zyn Gilde, vooral Burgerfchap of Gebuurte, van hun Recht; daarenboven weet ieder Burger, dieflechts eenige kunde heeft, dat, zoo wanneer eenig Regent tegens zyn Eed en Plicht handeld, en hy de Keuren of Privilegiën dispotiek violeerd, of dat 'er, het zy voor of nadatgemeene of Crimineele Vonnisfengeflaagen worden,dat 'er Appel is tot den Souverein, het welk immers, ingeval de Burgers in het begrip ftonden, dat de Regeering de Eigendom der •Steede. had, en by hen het toppunt van •macht wat, als by een volkome despotisme, als dan door zoo veel beken.de oude, als nog dagelykfche Appellen aan den Hove, het tegendeel niet konde exteeren. Immers honderden gevallen 'ftaan bekend, waar by een particulier Burger zyn recht tegens de gantfche Regeering heeft ftaande gehouden; ja, zoo 'er een Stad is in Holland, die ooit blyken heeft opgeleverd van dergelyke gevallen van Appel by den Souverein, is het Leyden; de nieuwfte en jongfte voorbeelden laaten wy liefst berusten, en die geene die nog verborgen zyn en uit den boezem van de opruijers der Volkftem gefprooten zyn, ten grieve van zulke die het waar gezag -Her Burgery wilden handhaven, deeze zullen zig wel ont«Wikklen, en wel doen zien, dat, en de Burgers, en henlieder goede Regenten, beiden zeer wel weten, dat de Stad geen Eigendom van Regenten is, nog het toppunt van Macht by haar berust, in dien zin zoo als den.Ietsfcbryver het volk diets maakt. ( Het vervolg in N°. 5-,) Aangenaam is hec te ondervinden dat velmeenende eenftemrolg zyn. In de Staatsbelchouwer vinden wy Vader Willem den Eerilen mannelyk verdedigt. Wy berichten, dat dit onderwerp, met betrekking tot de vervalfching van het Protest van vam *e Werf , in onee volgende N°, uitvoerig »al iftcpogt tfordérti'  D E LEYDSCHE STEDEMAEGD, ENZ. N°. $. {Vervolg van N°. 4.) Dan, zeg ik, de jongfte en hedendaagfche voorbeelden' laat ik berusten. Maar ik zal Mynheer , den Autheur van deeze ftelling, eens een voorbeeld uit de oude Stads-Privilegien, of Charters aanvoeren, waaruit blykt, dat de Burgery van Leyden nimmer in het gevoelen geftaan heeft, dat hunne Regenten meesters der Stad waaren, en by hun het toppunt van gezag was, en ook niet, dat de Stad_ het Eigendom van het volk was, dan voor zoo verre, een ieder by koop, zyn Erf, Huis en Hof, in eigendom had , tot wederzeggens van den Graaf, en nu de Staaten. Gelyfo gebleeken is, en nu wederom ftaat te gefchieden, dat de Staaten zoo veele huizen en geheele gebuurten heeft geëigend, en ftaat te eigenen, als nodig is tot het hernieuwen der Academie en Bibliotheek; het welk, zoo het volk geloofde dat de Stad de Regenten toekwam, volgens de ftelling der Iettfchryver, door de Regenten zoude kunnen geweigerd worden. Aan den andren kant, is het kenbaar, dat de Graaven van oudsher als wettige Eigenaars dei S'eeden, Grondheeren, Leenheeren, Vryheeren, enz. de misbruiken der Regeering en die van het volk, ten fterkft» corrigeerde , zoo» dat het volk altyd heeft geweeten, dat het toppm.t van, gezag by derzeiver Regenten niet was, maar by den Souverain. — Om alles niet aanteroer^n, laat ik de Correctie, die de Vroedfchappen en de Regeling zerve onderhevig Waaren, eens aanroeren, want daar ]-ukt het onzen Autheur: dat toppunt van gezag, dat hy looslyk beftryd en E Yosj-  X U X Voordraagt, fehynt hy te willen invoeren door het volk , om dat hy dat aanmerkt, of wil aangemerkt hebben, als het opperde gezag van eene zekere Volksfouvereiniteit, Democratie. Dan ter zaake. — In den Jaare itfti en 1*77» (om van vroegere gevallen niet te fpreeken ) dtukte Vïouwe Marta tin Bourgogne, zig in een Privilegie, wegens verkiezing van Veertigen en Zestienen, dus aanmerklyk uit: Want wy met alle onfe herte begeeren, en willen, dat vaa nu voortaen onfe Snede van Leyden geregeert, en onderhouden fy in goeder Juftitie, Politie, en Gouvernemente, om die welvaert van óns, eh den gemeinen oorbaer derzelver onzer Stede van Leiden geregeert, by goede notabile, eerbaere, en redelyckï mannen, en ook om te fchuwen, en nederteleggen alle tweedrachten, en murmuratien, die uit deCausE van de voorfchreven regemente , fpruken mochte tusfchen onze Onderzaten, \Burgren) van ónze voorfchreven Stede, welke om de voornoemde Regiments wille, uit NYDE, of HAETE, die EEN van den ANDREN foude moogen vervolgen en voorftellen faecken daar quade Beroerten, en gefchil uit rylen mochte, ('t geen God verhoede,) tot groten hinder, quetfe, en achterdeel van onze voorfchreven Stede, en des gemeenen oórbaars: Soo is 't, dat wy willende in deeze faecke voorzien ende onfe voorfchreven onderzaeten houden in goede Ruste, vrede en eendrachtigheid met malkandren ten besten dac wy moogen, voör ons, onfe erven en nakomelingen, geconfenteert, geoorlooft, en geordiiieert hebben, 'Confenteeren, oorloven, en ordineeren mït deefen onzen brieve, onfe voor-* fchreve Stede van Leiden mit eenre gifte, dat de Vroedschap van onfe voorfchreve Stede sulles moogen kiezen by haere Confeientien, en Sielen, van  )-'C 35* X van nuvoortaen tot eeuwigen dage, veerrigh perfoonen, dieRykfte, Eerbaerfte, notabelfte, reckelykfte, en vreedelyckfte van onfer voorfcbreveStede, SONDER IEMANTDAER Uit TE VERSTEECKEN, OM HAET, NYT OF OM EENIGERHANDE SAECKEN: enz. . Zie daar dan nu, myne Medeburgers! een Echt uittrekfc] van eene Privilegie, uwe Stad en Burgery betreffende. Afgegeven in een tyd, dat 'er , volgens de kapiiale Letteraanduiding, haat en nyd, tweedragt en murmuratie, van Regimente exteerde. Wat moeten wy nu, Burgers, hier uit befluiten? Dit meen ik, dat de redenen waarom Vrouwe Maria van Bourgogne dit Privilegie, ofte Gifte gaf, niet exteerde by haar Onderzaaten, of Burg ers der Steden, als het geheel Volk van Leyden ge« confidereerd, want het waaren haare Onderdaanen; maar by die geenen, die uit Cause (Oorzaken) van Regimenten, (Regeering) Haat — Nyt — Tweedragt ende Murmureeringen deeden omftaan; en wat was de Conclufie op deeze misbruiken ? Deeze: dat de Gravinne in goeder Juftitie, Politie en Gouvernemente, $m die welvaert van ons, en den gemeenen oorbaar derzelver onfe Stede van Leyden, enz. — de verkiezing der Veertigen niet in handen van het Volk, de Volksftem gaf, maar die gaf in handen van de Rykfte, Eerbaerfte, Notabelfte, Reckelykfte en Vredelyckfte mannen,uit het Volk als haare Onderdaanen. Toon my,Heer ïetzer, ik daag 'er u toe uit! toon my nu eens aan , dat de Gravinne hier niet als volftrekte Eigenaresfe deezer Landen , als Souverein handelde. Toon my aan, dat haar Despotisme een hairbreed afweek van die inwendige betrekking opde Conftitutie en't Volksvertrouwen, dat haare Voorzaten bevestigd en bezwooren, beloofd en bevestigd hadden. Zie de lyst hier van by Mieris , H. en Privil. bladz. 52. en dus was de reële Souvereiniteit der Gravinne gefundeert op het volks verdragen en vertrouwen van het volk;en let wel, die wel uitgedrukte verkiezing van Veertigen enz., overliet aanhaaren Lieven en Getrouwen Stadhouder. Laaten dogdeeze woorden u niet verfchrikken: immers zyn de Generale Staaten,na de afzweering van Philips, onder het GeneraliteitsVerbondderUniealsSouvereinen,inzyneftede,getreden; en wat zyn hunne Stadhouders anders, als hanne Lieve, E 2 Ge«  X 3* X Getrouwen ? — Dan hier van ftraks. — Maar wyl gy op de Staaten ook wat te zeggen hebt, zal ik trachten, zoo veel de volheid van zaaken, waar ik u mede kan, en uu moet overtuigen, toelaat; nu by 't (luk blyven — Wat was het gevolg van deeze Privilegie van Maria van Bourgogne ? — Dit: dat het geen vier Jaaren geieeden was, of de Nyd en Partyfchap, deed weer overheerfching onder de Regenten ontftaan, elk om zyne Party te doen boven dryven; zoo dat Maximiliaan van Oosteniiyk, die nu de Gemaal van Maria van Bourgogne geworden was, en uit hoofde van Huuwlyk als Graaf van Holland ageerde, genoodzaakt was, in den Jaare 14S0 en 1481, het Privilegie der Stad Leyden van de Veertigen verbeurd te verklaaren, en welke verbeurdverklaaringe zynoorfprong tevens fcheen te hebben , uit mefufen en Excesfen, ook jegens de Rekeningen der Steden. Althans dus luid des Graaven Ordonnantie. — Laat ik u met Echte Hukken overtuigen. ' Op ten dagh van huuden, foo waer by mynen genadigen Heere, den Hertoge van Oostenryck, ende van Bourgogen geordineert, ende verciaert, dat overmits die mesusen ( misbruck ), Excessen , ende gebrekken gefciet by die van der Stede van Leyden, dat Privilegiën, tot anderen tyden by der voorfcreven Stede verciegen van den Veertigen der zeiver Stede, geconfisquieert, ende verbeurt te wezen, zonder dat zy van dien meer fullen mogen ufeeren, ende daer van dat de brieven gelevert zullen weezen in .zynre genaden iianden, ofte in handen van den Heere van Montingny, StedehouderGenerael van Holland, ende myn voorfcreven genadigen Heere ordonneert, ende verciaert, dat alle jaeren zypre genaden fal doen horen die Rekeninghe van der voorfcreve Stede, ende zyn Wet, ende Gerecht aldaer fal doen vernieuwen by zynen Stedehouder , ende Raede van Holland, ofte by zyne genade gecommitteerde, enz. Buiten  X 57 X Buiten en behalven dat ik nu uit dit en het voorgaande zoude kunnen betoogen , wat het recht en de dispofitie van eenen Stadhouder in die tyd geweest is, zoo trede ik hier niet in; wantzoo mende Hooge Majefteit der Unie, en het daar uit profluëerend gezag van der Giaaven magt op de byzondre Staaten, conform de Statuten der Unie t erkend, ja Eerbiedig erkennen moet, dan is ook de verklaring van de Prince van Oranje, als Erfftadhouder, ten eeuwigen dage (dit artikel in oogenfchyn neemende) den zeiven, in naame der Staaten, die nu de Souvereinen zyn, dezelve als toen, en dus kan men de influéntien tot het verkiezen van Regenten, conform der Staaten en der Steden Ufantien , Keuren en Privilegiën , als zynde het notoir effect van het Stadhouderlchap, nooit ontneemen. Maar ik blyf by het Uuk, en ik daag den Ietzer uit op het allegueerendeezer Echte b-fcheiden, dat hy my bewyze, dat die Macht alleen uit het Volk ontleend is, en dat by d& Regeering het toppunt van Macht was, ofaat bet Volk dit gevoelen kon? dog nu zeer zeker nog niet gevoelen kan. Maar dit bleek 'er uit, dat 'er in die dagen heerschzugtige Regenten waaren, dieuitwyie en Exces/en, dat toppunt van Macht zogten, om het volk in den waan te brengen, dat andren dat zelve bezaaten, en dus Graaf, Graaflykheid, Stederechten, Privilegiën en Keuren na haar welgevallen konden vernietigen en maken; ja Regenten kwazie na de keuzedes volks; maar inderdaad na haar eigen belangen volltrekte wil intevoeren, ten kosten van het bannen van zulke getrouwe Mannen , die van ouders tot ouders derSteede Privilegiën, Conftitutien en Statuten deezer Lande kundig waaren, en het volk daar by wilden handhaven. En op dat ik al wederom hier niet in 't hembde behoeve te ftaan, zal ik het gevolg daar van met bewyzen ftaven. — Naauwlyks was door Maria en Maximiliaan alles aangewend, om die nyd en Excesfen te verzoenen, naauwlyks hadden haare Stadhouders op het ievrigst daar aan medegewerkt, of Reyer, Reinier, (of zoo als hem Maximiliaan noemd, Reynault) van Broeckhuizen, Ridder, en HendricK van NlÉVELT, en andre Hoere Adhajrenteri, en Confoorcen, gebannen uit der Stede vaa Leyden, NB. mit hulpe ende byfland E. 3 van  X 38 ):( van eefiige van onfe Landen van Ge tra. STICHT VAN UYTRECHT, ende anderen quaetwilligen, op den twintigften dag van Jannuario 1481. op eenen morgenftond, (ik zal het origineel, ichoon wat lang, volgen, om myne Burgeren het te kunnen mededeelen.) op eenen morgenftond, jegens, en in verfmadenisfe ende vermindertheden van onzer hooghen heerlyckheid ende juftitie, gekoomen fyn tot ende aen die muyren onfer voorfchreven Stede van Leyden, ende hebben die felve dieflyck, ende verraderlyck, by crachte en gewelde geftoolen, ende ingenoomen, ten welcken fteelen, ende inneemen veele en diverfche onfe qnaetwiiligende inwoonderen onfer voorfchreve Stede, henlieden bewyfende, ende beteyckenende, onfer onverhoorige, ende rebellen onderfaeten hebben aengevallen , en tockoomen fyn, ende hebben terftont aengetast, ende gevangen genoomen, onfe welwillende, den Schout, Burgemeesters, Schepenen, ende Eenige van de Raeden, ende Poorterye onfer voorfchreve Stede, tot tusfchen de vyftich ende festich perfoonen toe , ende tot dien eenige van heurlieder wyven gepynt, ende nog genoomen, geroeft, ende weghgedraegen haerlieden Cleinodien, geld, filver, en andre goedere, dat gepart, gebutineert, endegedeilt, en oock hoerlieder huifen, en voorlieden in ftucken geimeeten, ende in die felve rebellicheid, die voornoemde Perfoonen van den Gerechte ende Poorterye, onfe welwillende, altyds gevangen gehouden, den termyn van twaelf of dertien weeken lang, en henluiden dunkent, meenigen reifen van heulen Ly ven gevreest; ende dat meer is, üyt hoir JELFS WILLE, ENDE AUCTORITEIT TEGEN ONSEN PANCKEt ENDE CONSENTE, HEBBEN GEWELDEi-YCE CSORDONNEERT ACHTtlN PJERSOONIN, ENDE Tbe- so-  X 39 X sörïèrs, ten Regimente onser voorschreve Stede , gedisfipeert, ende verdorven 't gerede en andre goeden derfelve onfer Stede, draegende tot grote fommen van Penningeh, tot derzelver Stede verderffelycke fchade. Ende fyn daerenboven uit onfe Voorfchreve Stéde gekoomen gewaépender hand, ende heboen onfen Luiden vaa wapenen, die wy, om hoer fortfe en geweld te refifteeren, in onfen Lande van Holland gefonden hadden, bevochten ende dair toe eenige van den huifen buiten-onfe Steden ftaende en onfe welwillende toe behoorende, heymelyck, bynachte, mit moortbr-ahd doen aenfteecken, ende* verbranden; endenoghdaerenboven hebben meef andre, en diverfe fortfe, ende gewelde Bedreven , gelyck dat al Clair, wair, ende Elcken kennelyck is, ende foo ons dat oock by goeder Informatien daer op gedaen, als ten vollen gébleecken es, in fulcken fchyne, dat wy bedwongen hebben geweest mid gróter macht van volcke, ende anders, laetende alswaerd alle andere onse groote ende swaere lasten in onfen properen perfoon tetrecken, omme Onfe voorfchreve Stede wederomroe in onderdaenigheid te ftellen : Ende, naer dat Wy dat alfoo gedaen hebben lbo hebben wy defelve onfe Rebellen, inwoon* ders onfer voorfchreve Stede, tot hooreernstige ende ootmoedige vervolge bede, ende begeerte in gracie ontfangen, mits dat fy onder andere punten byhunlnidengel©of( belooft) hen geheel* lycken, ende al fubmicceerden, ende fielden daer of in ons, en tot onfer beliefte ende wille, alfoo dat wy mitsdien, ende ommé der Excesfen, mefufen, (misbruyken) boven gsroert, onder anderen Condempnatien by ons dair van uitgefprooc* ken, geordonneert, ende verkiaert hebben gecónfisquieert ende verbeurt dat Privilegie dat tot andre  X 4° X andre tyden by die van onfer voorfchreve Stede verkregen is geweest, en dat fy te ufeeren pleegen van den Veertigen; fonder dat fy van dien mogen ufeeren. Des foo hebben wy oock mede, onder andere punten, die van den Gerechten van onfer voorfchreve Stede, mit hoore medgefellen, die gevangen waeren, daer van hier boven mencie gemaeckt es, van hore vangenisfe ontflaegen, Als die gene, die quaelycken, ende ondeughdelycke gevangen waeren by den geen en, die des geen macht en hadden, ende hebben daer toe hemlieden wedergeftelt, elck in fynder ftaet van der wette onfer voorfchreve Stede, als hy was voor het ioneemen derzelver onfe Stede. Ende wy bekennende dat defelve onfe welwillende, ende van der wette, ende Rade onfer voorfchreve Stede, en haer Vrunden, ende anders nae hooren vermoogen, ons, en onfe voorvaders , altyd ten dienfte, ende te wille geweest fyn in al 't gunt, dat men op henlieder goedelyck opgedaen, ende begeert heeft, ende al gedaen hebben , dat goede en getrouwe onderlaeten hoor Prince, ende Princesfe fchuldigh fyn van doen, ende fonderlinge fichtend, dat wy an onfe Landen en Heerlyckheeden voorfchreven gekomen fyn, Altyd die eerste, bereidste ende goedwilligfte geweest fyn, om ons te wille te fyn, na hoore vermoogen van des wy hebben willen tot noch toe, van onfer weegen , voor die van den Staeten onfer voorfchreven Landen van Holland , Zeeland, ende Vriesland doen propojjeeren, eyschen, ende begeeren; ende op dat fy des te gewilliger, ende getrouwelycker daer inne continueeren, ende perfevereren moogen , foo is 't, ( Het vervolg in N°. 6.) Dit Blad word 's Weekelyks met een N°. a 2 Snuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by J. PERK, en verders alom.  D E LEYDSCHË STEDEMAEGD, ENZ. N°. 6. ( Vervolg van N°. 5.) dat wy daer omme, ende (onderlinge andere redenen, ons daer toe porrende, op dat onfe voorfchreve Stede van Leyden, ende onfe poorteren van dien wederomme te beter in goeder Justitie, policie, wel va eren, ruste, vrede en EENDRACBTICHEYD geregeerd-, tn onderhouden mogen worden, uit onfer rechte weetentheid, en ipeciale gracie, willen die deugd, ende goedemiv.ne, gunste, ende gedienstegedencken, wederomme die voorfien, hebben by advyfe van onfen Grooten Rade, ende den Luyden gecommirteerc op 't fhik van onfer financien, ende Domeinen gefield, endegeordineert, eode van nieuws ftellen, ende ordineeren mits deefen onfen brieve, veertich Notable perfonen, poorteren onfer voorfchreve Stede van Leyden, te weten, enz. Hier op volgen nu de namen der gekozen Veertigen, waar van 'er onder de Burgery van Leyden nog veele nazaten zyn. Aan deeze perfoonen nu, gaf de Graaf, NB. na het inneemen van den Raad der Raaden van Holland, Zeeland en Vriesland, op de geproponeerde perfoon ;n, eene Volmagt, tot het nomineeren van Zestien Schepenen, en welke nominatie dan aan 's Graaven Stadhouder ter Eleftie gezonden wierd. Dit artykel zal ik hier nog l>yvoegen, alzoo dit het fundament is waar op alle de volF gendej  X 4ï X gende Privilegiën berusten, tot op deezendagj en waar uit dan zal komen te blyken, dat nimmer de Magiftraat een Eigendom aan de Siad hadden, dat nooit geen algemeene Volksftem, nog zelfs geene Privée heeft plaats geJ&d , nog heeft kunnen hebben; en zal 'er te gelykait blyken, hoe listig den Ietsfebryver handeld, als hy de Burgery tot Privilegie kennis op wil roepen, om daar uit eene onwettige Volksverkiezing te formeeren; en even als Reyer van Broeckhuizen , met Utrechtfchen en Gelderfchen, met geweld zyne vrienden op en zyne party van 't kusfen te ftooten, ten kosten van den welvaard der Burgery; ja maar ook het gezag der Staaten en Stadhouder den fchop te geven. — Luister, Burgers, wat het Privilegie zegd; Dewelcke veertigb perfoonen wy, mits deefe onfe gifte ende brieven, geven volkoomen macht ende auftoriteit, ende fpeciaal bevel, dat fy van nu voortaen jaerlycks des daegs voor St. Jacobs avond, by ontbieden van onfen Schout van Leiden, in der tyd weefende, koomen en vergaederen lullen op onfer Stedehuis tot Leyden , dair hun dan onfe Schout voorfchreven vermaenen fal, dat fy by hoore Consciencie , by die meefte ftemmen van hun luiden kiefen en noemen fullen Sestien Goede, Eerbare, Rycke ende Notable perfoonen, poorteren van onfe voorfchreve Stede van Leyden, die fy onfen Schout voorfchreve in gefchrlfce ftellen fullen, daer hy mede in den Hage reyfen fal op St. Jacobs avond, by onfen Stedehouder, ende Raden van Holland, in der tyd weefende, die op ten felven dach, daer uit kiefen ende neemen fullen acht perfoonen, die welcke, ende geene andren dat Jaer Schepenen in onfe voorfchreve Stede van Leyden weefen ende blyven fullen; enz. Hier uit blyktnu immers, dat dè Graaf, als Souverein, de macht en de authoriteit gaf, NB. op fpeciaal bevél, dog rot wederzeggens, zoo als blykt. — Wat het overige tan dit ftuk betreft; de voorzieninge by Sterfgevallen, of vw-  X 4s M vertrek uit de Stad van eenig Scheepen , flaan wy over. Alleen diend men optemerken, dat de Graaf die Privilegiën, van gratie en herftel der Vroedfchappen en Veertigen, gegeven heeft tot wederzeggens toe, in deeze woorden; Welcke nieuwe gratie, punten en Rechten dueren fullen niet langer dan tot onfer, ofte orifer Naekomelingen wedersfeggen , ten waere dat breder gratie noch namaels hier van verleende. Eer ik nu van deeze Uittrekfels uit der Vroedfchaps Privilegiën voortga , om de List van den letsfcbryver te ontdekken, zal ik kortlyk van de daar op gevo'gde nadere Privilegiën, een beknopte aaneenfchakeling hier by. o.j.gen. Laat hetu niet verveelen , Medt burgeren, het is u nut de aaneenfchaakelirg te behouden. Op den 6, May, van het zelve opgenoemde Jaar 1481. fchreef Willem van Broeckhuisen , Burgemeester, en Jan Koningszoon, eenen Brief aan de Regeerders van de Stad Leyden, over de middelen en gelden, nodig tot het wederkrygen van het verbeurde Privilegie van Veertigen: dit ftuk is zeer aanmerklyk; dewyl daar uit blykt, in welk een rampfpoed de Stad Leyden was gedompeld , door de tweedrachten hetgeval van Reyer van Broeckhuizen, hier boven gemeld: in zoo Verre, dat 'er geld moest zyn om het verbeurde Privilegie weerom te bekoomen. Na dat dgezen Willem van Broeckhuizen en. Jan Koningszoon, als wakkre Mannen zig geweerd -hadden, om den Stadhouder (die toen in 's Bosch was, ) re winnen, zoo is daar na op den 20. July, mede van dat zelve Jaar 1481, Maximiliaan zelve in Leyden gekoomen en heeft dat Privilegie vernoemt, en hier boven bladz. 36 geïnfereerd, provifioneel vernieuwd; tot dat Maximiliaan mede, in dat zelve Jaar op den 3. Augustus, op dat ftuk een beding maakte van gelde en boete, * enz, Wyders * 't Kan mogelyk als een byzondre F.pocque worden aangemerkt, dat de tegenswoordige Maximiliaan van Oostenryk en Keizer Josephus, jüist in en omtrend het Jaar 178 1. in Augustus binnen Leyden geweest zyn, en dus 300 Jaaren na die tyd dat Leyden insgelyks door Tweedracht beroerd was. —— . F z  )■'( 44 X Wyderg is by denzelven Graave, als Voogd over den Aartshertog van Oostenryk, Kar el, op wien, by het pverleiden van Maria van Bourgogne, het Erfrecht van Holland verftorven was, voor den tyd van drie jaaren het Privilegie van Veertigen en Zestienen van Schepenen vernieuwd : welk Privilegie meerendeels overeenkomt, dan dat ik daar in vinde deeze aanmerkelyke refkxie: Dat de Stadhouder en Prsefident, en luiden Van den Raede in Holland, uit de nominatie van ló tot Schepenen, by maniere van loounge fullen kiefen, acht perfoonen, die dat toekomende Jaer Schepenen lullen weefen : Ende ais van den Burgemeesreren, en Theforier, wy hebben hen oock geordineert, gegeven, en geconfenteert, ordineeren, geeven, en Confenteeren mits deefen, dat die Gerechte met der Vroedfchap derfelver Stede, onder dewelcke van de Vroedfchap wy voortaen willen die veertig geroepen, ende begreepen te weefen, gelyckelyken, hooft voor hooft. Even veel frems hebbende, ten tyde geCoristümeert, kiefen fullen drie Burgemeestren, en twee Theforiers, dien fy op haeren eed ende Concientie tot dien dienst bekwaemsT fullen vinden, oock niet wederifaende of eenige van dien Schepenen waeren, in welcke gevalle wy willen, dat die veertigen fulien weder ander Schepenen verkiefen, en prefenteeren , op manieren en na advenantie van de feseiene voorfchreven : Ende dit al, niet jegenftaende *t voerfchreve Privilegie, by den welcken in defelve Stede VIER BURGEMEESTREN BEHOEREN TE ZYNE, ofte ANDRE PrIVJLEGIEN WESENDE ter contrarien, en sonder achterdeele van DIEN, ende WANT soe t voorscr. IS 't voornoemde privilegie van de Veertigen, by den STAET dien van Leyden verleent seker Jaeren GES USPEN DEERT IS GEWEEST i Ende wanc die in de  X 45 X de andre voorgaende Jaeren niet en is na behoorlyckheid gebruiCKt geweest, zoo fyn, in middelen cyden, die meesteudeel van den Veertigen , dieiae&cweitelyckgemaeclit endegekooren waeren verdorven, vertoogen, ofte verduistert; waeronime wy nu van nieuws ordonneerèn, ende iriftelleri de nabelchreven perfoonen, om den toekomenden tyd veertig ce weefen, ende 't volle Recht van de oude Privilegiën, ende oock van deefen tegenwoordige Octroye te gebruycken. Hier op volgen de namen der nieuwgekooren Vroedfchappen. Op dit Uittreklel maak ik deeze refiexie; (i.) Dat de Graaf, als Souverein, gemerkt heeft dat 'er misbruik gemaakt is van gunste, in het verkiezen van Schepenen, en daarom geoidonneert heeft kiejing by Lootinge. C2.) Dat die van den Gerechte begrepen moeten worden, hooft voor hooft, even veel item hebbende in de Vroedfchap, om te kiezen drie Burgemeestren, NB. al waaren zy Scheepenen. (3.) Dat 'er vier Burgemeestren behooren te zyn, dat de Privilegiën daar van bly ven, zonder achterdeele van dien, al waaren zy contrarie. (4.) Dat het Privilegie van den Veertigen by den Staat, voor eenige Jaaren is gefuspendeert geweest. (5.) Dat eenen ander der Privilegiën niet na behooren is gebruikt geweest, en wettiglyk gekooren Veertigen verdorven, vertoogen, of verduisterd. Uit welke poincten dan eonftèeren kan: dat 'er in die tyd al wederom kuiperyen van partyen plaats gehad hebben, en den Staat zig daar mede als toen al heeft gedemelleerd gehad; en tevens dat 'er heeft geëxfteerd eene inbreuk op de Costumatie en Privilegiën der Burgemeeftren en Schepenen, mitsgaders die van den Gerechte, en waar van 't gevolg ook was, dat A°. 1514, den 28. Oétober, Maximiliaan al wederom tusfchen beiden moest komen, over zekere twisten, differentie ende gefchillen, gekomen en gevallen roerende het verF 3 kiefen,  X 46- X kiefen, zoe van den Veertich mitfen Bargemee* ftren, Treforiers , en andre Officiers der felver Stede, als andre faaken der Policie ; ende regimente diere aengaende, uit welcke twisten, differentien ende gefchillen, grote beroerte , ende tweedrachtigheid binnen der felve Stede opftaen én gebeuren mochte, enz. Deeze twist nu daar zynde, zond den Graaf uit den Prefident in Holland, IS. EVkArdje , J. Carondelet, Deken van Befancon, Willem van Marcke , Procureur Generaal, Florïs van Ysselmonde , en Vincent CorNELISzoon, Rekenmeestren jn Holland. Deeze Gecommitteerders in de Stad gekoomen zynde, riepen, volgens hunne Commisfie op, Burgemeestren, Schepenen, en andre Officiers, (en het geen ik hier by zonder vinde,) ende Ingezetenen fier Stede, die NB. gby vinden fult dair over behooren geroepen te zyn. Wyders met volle Recht, in geval van weigering, Burgemeestren, Treforiers en andre Officieren te Continueeren , enz. Deeze Heeren van hanne Commisfie, na naauwkeurig onderzoek, vürflag doende, hadden verklaard, volgens het Oöroi den 3. December desfelven Jaars, dat zy op den negenden November St. Martini, of St. Maarten? avond, zoo wy nu zeggen, daags voor St. Maarten, — fyn gegaen op ter Stadhuis aldaer, vertonende ende te kennen gevende, Eerst den Schout, Burgemeestren ende Gerechte , ende voorts den Vroedfchappe, ende meestendeel van den Ryckdom, op ter felver Stadhuis als doen vergaderd fynde, 't inhoud van hunne Commisfie hebben bevonden, dat de voorfchreve geschillen waeren ontflaen uit ter verkiefingen van Veertigen op St. Jacobs dage laestleden. — Ik zal dit üuk niet verderaffchryven,maar alleen melden, dat de partye beftonden ter eener zyde uit Schout, Scheepenen, ende een deel der Vroedfchap, fustineerende, dat het OSroi tot verkiezing verloopen was. De andre party waaren drie Burgemeestren ende V EELEN van den Vroedfchap, mit A-LJLE den Ryckdom der Stede, fustinesiende, dat het  X 47 X het OSfoi nog loopende was, zoo lang de laatfte bede* eigentlyk zoo wy nu zeggen, het veizoek tot Continuatie nog by den Graaf was loopende. Ondertusfchen konden de Gecommitteerden, partyen niet tot elkander brengen, dan tot toen het op 't nypen kwam, en men wel voelda dat'er de plak op komen zoude, accordeerde menprowfioneek voor deeze ryze, waar op dan al weer de zaak net als altoos bleef. Ondertusfchen fchynt het my toe-, dat 'er onder de gefchillen diestyds iets moet geweest hebben, dat de verkiezing van Bloedverwanten, en het weinig Eerbiedigen van Burgemeestren betrof; nademaal ik hier inzonderheid vinde: dat de kiesbare Vroedfchap moest zyn 28 jaar, geen gebroeders, of vader, ofkindfynde, —• en dat zoo eenig Vroedfchap abfent bleeve, hy verplicht en gehouden was de redenen daer van den Borgemeesteren te vertoonen, ende te kennen te geeven, NB. omme obediëntie te beivyfen en oorfaecken van abfentie te verbaelen. Uit welke pasfage dan blykt, welk recht tot gezag en eerbied, totobedientie en gehoorzaamheid, Burgemeestren bezaaten. Eindelyk het gezag en de Souverainiteit deezer Landen in handen van Karel de Vyfde komende, vernieuwde en bevestigde dezelve wederom het Privilegie of Octroi, ter verkiezing van Veertigen en Zestien Scheepenen, op den 21. July 1519, meestal overeenkomende met dat van zynen Vader en Voogd, Keizer Maximiliaan; dog waac Uit ik deeze aanmerkingen noteere. (1.) Dat als toen het Stadhouderfchap van Holland, aireede was in handen van den Graave van Nassau; dat den Koning Karel en Graaf van Holland, by uitnemendheid hem noemt zynen Neve; waar uit men dan ziet, dat de Graaf Jan van Nassau, wien toen nog geen Prince van Oranje was, alzoo René van CHALONtoen nog leefde, echtereen der aanzienlykfre Vorsten van het Duitfche Ryk was, en Neef des Keizers. (2.) Dat hier zeer duidelyk gefproóken word van de gemeene Ingefeetenen, uit welke de Veertig gekozen wierden, en dat hier niet, zoo als in de meeste voornoemde Oftroyen fchynt gedoelt te worden , op de particulariteit van Veertigen, alfchooh het tot welzyn der Ingezetenen was, als wel op't letten eninformeeren van den flacte ende Conditie van den Ingezetenen, omme daer uitte kiefen, enz. Dat vervolgens de gemeene Ingezetenen, hiér fchynen geconfidereerd te worden als Supplianten, dewelke retjui- reeide  X 48 X leerde en weder verzogten de Veertigen: welk verzoek byden Graave gehoord zynde, Helde dezelve, uit /onderlinge gratie, weder nieuwe Veertigen aan. — Dit allegeer ik uit dit Octroi byzonder daarom, om aan te toonen, dat de Ingezetenen der Stad Leyden, die hier als Supplianten voorkomen, zeer wel wisten, dat het verkiezen van Veertigen over het geheel, by vernieuwing niet aanhaar ftond als de ftemme des volks , nog ook aan de Rrgeeririg; maar dat de Graaf om het welzyn van .het volk, en als uit de Exemplen by zyne Voorzaaten geëxteerd hebbende, zeer ervaren was geworden, hoe ook by de Vroedfchappen dikwerf twist ontftond, ten nadeele van de Ingezetenen-; dat, zeg ik, de Graaf hier weer tusfchen moest komen, niet om de Veertigen als particulieren, maar de Ingezetenen door de Burgemeestren en Schepenen, of den Gerechten uit de Veertigen te nomineeren, en dan die Nomihatien den Stadhouder ter Electie te zenden, om daar uit in 's Graaven naame te kiezen. ■ • 1 (3,) Waarom ik ook dit aanmerklyk gezegde vinde ; gy moogt het wel in opm-rking houden, Medeburgers! —'Ontbieden daerornme ende beveelen onfen voorfchreve Stedehouder, Prefident, ende luyden van onfen Rade, ende Reeckenhrge in Holland, Baillouw van Rhynland, Schout van Leyden, ende alle anderen onfer Justiciers, Dienaeren , ende Onderfaeten., wien dit aengaen en roeren mach ; ende eenen iegelleken van hem byfonder, zoo hem toebehooren zal, dat zy deefe ordonantie, ende al 't inhouden van deezen on'en brieve, onderhouden endeachtervolgen, ende den Burgemeestren, Schepenen , R aed endeTresöriers , ende Vroedschap Of-ser v'nORSCHREVE stede van leyden, doen LATEN, ENDE gedoogen VAN den selVEN RUSTEL1C. VREDELIC, ende VQLJtOMEN genieten, ende GEB UÏCKEN , SONDER HEM te doen , ofte laeten GESCHIEDEN EENIG hinder, letsel, of MOEJENISSE TER CONTRARIE , want ons alsoo gelieft. ( Het vervolg in N°. 7.) Dit Blad word 's Weekelyks met een N°. a 2 Stuiver» vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by J. PERK, en verders alom.  n e LEYDSCH.E STËDEMAEGD, ENZ. N°. 7. ( Vervolg van N°. 6.) T 7"ergely k dit eens. Burgers, met de verkiezingen van V Vroedfchappen, byzonder die van zeker Colonel tot Vroedfchap. Vergdyk het by dehinder, letfel enmoeijelykheden der Krygsiaari, ja de godvergeten hoon, Eerlyke, Ryke, Deugdzame Regenten aangedaan. Vergelykhetby de Projeöen van den letzer, om'de Volksftem den baas te doen fpeelen! — Dan hier van nader. — fk vervolg om den draad van aaneenfchaakling, tot op onzentyd , niet ontydtg aftebreken. Ik vinde dan , dat in den Jaare 1543 , op den 24. July , het tydftip dat Duitscbland al in rep en roer begon te geraaken, dat Karel, die toen Roomsch Keizer was als Graave van Holland, de Heeren Burgemeesteen en Regeerders der Stad Let den noemde, ztne Beminde; •dat uit boojde van den voor f poet der draperyen en neeringe, de Rycke en vermogenderi'zig onttrocken, om als Vroedfchap of Burgemeester kiesbaar te zyn, en onder pretext ven negotie, of andere uitvlugien, zig kwajïe uit de Stad begaven, of de negot ie op hunne kindren, of iemand anders lieten dry ven, ( of zoo men zegt, Canteeren, ) alles tot acb~ terdeele van der Stede Privilegiën. Waarop dan ook door eene fterke boete van duizend guldens, het ontpoorteren by reebtt van Isfue, de waardigheid van Burgemeestren , enz. gehandhaaft wierd. Een merklyk onöerfcheid ry deeze tyd, nu ieder Fabrikeur graag Burgemeester was. ■ Eindelyk kom ik, terwyl ik andre Privilegiën laat beiu»ten, inzonderheid tot die, waar van in htt laatstgeG noemde  K 5o X noemde ftok gemeld word, dat de Burgemeestren en Regeerder* zekere Privilegiën van 's Graven Voorzaaten , zal. ged gekregen hadden,die tot dien dage onderhouden waaren geweest, enz. — Eindelyk kom ik, zeg ik, tot de Reateewr%sbèftelling, ten ovërftaan der Prince van Oranje,' Willem den Eeksten, H.L. M. den 15. Oftober 1574, na het berucht Ontzet gegeven. — Deeze RegeeringsbeiVllinji was zeer aanmerklyk. C 1.) Om dat ze niet gefchied is by wyze van Octroi of Privilegie. (2. ) Dat zy was by renovatie van die oude Octroyen, die niet hadden kunnen geëxecuteerd worden, uit hoofde van het Beleg, en dat de Wethouders en Scheepenen oordeelde, dat zf behoorden ontjlagen te worden van hunnen Eed. ( 3.) Dat de Prins van Oranje hier gecönildereerd wierd, als Stadhouder van den Graaf, aan wien, volgens alle voorgaande OcBroyen, de nominatie van agt Schepenen uit de zestien wettig toekwam', in naame des Graave. en dat hy tevens van den Staat en de Stad zelve de Volmagt als Stadhouder oefFende. C4.) Dar hier het eerst, voor zoo verre ik weet, voorkomt een verzoek van de Schuttery en Burgery , gecombineerdmet de Magiftraat en Burgery,in dseze woorden; Dat by den Hoofden en Principalen, zoo van de Magistraaten , als van de Schutterye, ende Burgerye, den Princbe van Oranje, Grave Van Nasfau &c. Stadhouder , en Capitein Generael voor syne Majesteit, over Holland, Zeeland en Vriesland, ende Utrecht, enz. verthoont was van de aenftaende tyd der verkiezinge ende vernieuwinge van Burgemeesteren , ende Thefaariers van dezelve Srad, die naar ouder gewoonte, ende Ordonancien foude vallen Martini eerstkomende, enz. Verzoec- kende mits deezen, dat zyn Exelentie als nu binnen de Stad tegenwoordig fynde, mede en nevens de vernieuwing van Schepenen, voor deze i*vf«, ^demiG een© wege, zelfs zoude willen ftellen  K Sr X ftellen Burgemeesteren, ende op't voorder gouvernement ende regeeringe derfeiver Stad zuicx-s Ordonnehrhn , ende voorzien, als zyne Exelentie, naar voorgaande onderzoek en met volkome kennisfe van allen geftelcheid der zaecken ende Persoonen, bevinden .zonden totten meesten welvaert, ende verfekenheit derfeiver Stede te dienen en van noden re zyn, ende dit alles by •provisie zonder aenfchouw t'e neemen op eenighe Costuymen, Ordonanrie, ofte* Privilegie indien daer eenige mogte zyn, yuormaels anders geobferveert, ende biyfven alle dezelve voor den toekomenden tyd onvermindert. Zoo is 't, &c. Kom nu eens hier Mynheerden Ietzcr! Komt gy ook myne Medeburgeren! Wat meent gy kan men uit diuftulc aanmerken? — Dit meen ik, — Dat de Burgers vanLey» den hier het eerfte genot hadden, van de Vadetlyke zorg van hunne Burgemeestren en van Vader Willem. Hier was het eerfte Contract van de Vryheid van Leyden! —? -Immers de Prins ordoneerde, nog beval niets uit zig zelr •ve; de Prins vertoonde zig niet als Souverein, maar ale Stadhouder, dat hy was van wegens phlips; — en na door hem daar van ontzet en vogelvry verklaart te zyn? (te gelyk deelende in het lot van Burgemeester van de Werf, die in 't zelfde geval ftond,) bevestigd Stadhouder was van wegens de Staaten van Holland, Zee'and , Vriesland en Utrecht; de eerfte Provintien die den grond der Unie gelegd hebben. — Dus ageerende, zoo vereenig? den zig, 't geen te vooren nooit gebeurd was, de Hoof? den en Principalen , zoo van de Magistraten , als van de schuttery en BüRGERYE, die, zoo ooit, toen toonde en getoond hadden, dat zy wel wisten, in hoe verre1 de gehoorzaamheid aan hunne getrouwe Magiftraten hun behoud was geweest. Deeze Burgery nu, en haare Schut* tery, en de Burgemeestren, de geheele Magiftraat, verZoeken en ftellen in banden van Vader Willem, de kiezMg van Regenten, met plein pouvoir om te onderzoeken alle gefteltenis van zaken en persoonen , onder beding van by provisie, en zonder aanjcbouw te nemen op eenige Costuymen , enz. voormaals geobferveert. •—<- —- ■—« G 2 Zoo,  X 5* X , Zoo dit nu geen Contract van de gantfche Burgery was, zoo het geen volkome berusting van al het Volk in de Magittraat enVader Willem en de Staaten was, weetik niet wat een Contra 8 van Re geering is. Maar wat was 'er de oorzaak van? De tieranny van Phlips, Alva , de Valdes, het Valscb woordhouden in Naarder, Haarlem en overal. — Jamaar byzonder, de partyichap der feilen die nog 's Vyands zyde bedektiyk hielden, de Glippers, die 't Volk bedrogen en misleiden ; — en daarom eischte gantsch Leyden 's Princen gezag, en drukue zig klaar uit, dat de Piins naaawkeurigonderzoek doen moest van zaken en perfoonen; 't geenhy ook getrouw deed, en Verkoos nieuwe Burgemeestren, Schepenen, Théforiers en Vroedfchappen, volgens de begeerte van gantsch Ltyden. Hier zoude ik voortgaan met de aaneenfchaaklintj der Privilegiën , waare het niet dat my deN». 4 der letzen in handen komt, en ik daar in vinde op pag. 32. eene zeer grievende en valfche allegatie van het Oétroi waar van ik mufpreeke. Dien listigen Autheur, legd daar Willem den Eersten te lasten, dat hy een voo;beeld was van zulke Oppervorsten, in wier handen de Privilegiën vereengde en niets wierden. — Ik moet hitr wederom een Weinig van myn fnoer af. — Hoor zyne Logentaal! De groote Willem den Eerften, ( zegt hy ) zeiVen de grondlegger van Neérlands Vryheid, zal hier toe het voorbeeld u , 6 Leydenaaren! opleveren. De hoge Overheid aan dezen door 's Laiids Scaaten opgedragen zynde, vond hy goed op den ?4- Oaober des Jaars 1574, en dus ilegcs zeer korten tyd na de wreede Belegering,' de Regeering dezer Stad, die zoo oneindig veel gedaan had, willekeurig té veranderen. ö Laster! ö Logen! — Lees, myne Burgeren, myne reeds gemaakte aanmerkingen hier boven! Lees het woordlyk uittrekfel van 's Princen handel, in myne voolige reflexie, pag. 50; daar Haat, met de eigen woorden van het Octroi: dat de Prins als nog geconfidereerd wierd als Stadhouder van den Graaf, en (let hier do' op Burgers!) dat by de Hoofden en Principalen, zoo van dB Magistraten als van de Burgery, den Frinche vin Oranje,  X 52 X Oranje, Gr ave van Nat/au, Stadhouder ende Capitein Generael voor fyne Majejïett, enz. — Waar is nu een fchaduwe van des Princen willekeurige verandering? Worden hier niet uitdruklyk genoemd, Hoofden, Principalen, Magistraten , Schuttery en' Burgery ? — Kon 'et uirdrukly ker bewys zyn,waar by de Prins die Hooiden,Principalen, enz. erkende, als die geenen in wiens naafn, (en letwel Burgets!) op derzelver uitdruklyk verzoek, Zyne Hoogheid, ah'hans in der Stad tegenwoordig zynde, de vcrhiemvingvan Schepenen en Burgemeestren voor deze; ueyze, en mts eene weegen zoude willen jlellèto Burgemeestren, enz — En let nog eens! die Hoofden eb Principalen verzoeken, dat Vader Willem ordoneeren zoude; — ik vraag ulieden allen, ja gy ook, verbitterden letzer! ik vraag u: of de Prins hier eenig Authoriteic of Dispotisme oeffende, daar de Hoofden en Principalen,dè Schuttery en Burgery h^m verzoeken, dat hy ÓRDONNEEREN zoude om (ie Wet te verandren, na zyne beste wille. En let hier ook op Burgers! met deeze fpeciaale woorden: na voorgaande onderzoek van Persoonen ende met volkome kennisse van allen gesteltheid der zaeken ende persoonen, —bevinden zoude tot den meesten welva'ert der stede , enz. — en NB. alweer by provisie, en dat nog fterker is, zonder ae*r- schouw te neemen op eenighe costuymen , ordo- nantien, of Privilegie, Zie daar, den Deugniét van een letzer (beter naam verdient hy by my althans riet,) befchuldigd hier den Prince, die alleen het bevel, verzoek en de begeerte der Magiftraat en Burgers volgde, en by provijie executeerde : daar de fchaamtelozen letzer dit voordraagt, als voortkomende uit de willekeur van Oranje; daar het inderdaad de willekeur en htt verzoek van de Magiftraat en Buigery zelve was, en moest zyn, omdat 'er toen geen Souveiain was; en by gevolg is het eene Logen, dat men dit den Piince , tweehonderd jaaren na zyn dood, nog te lastëh legd. . Maar nu komt den letzer voor den dag met de Protestén der Regeering, kort daar op gevolgd. Dit is waar, die Protesten zyn 'er geweest, maar het waarew ook Protesten die uitdien zëlven boezem voortkwamen, die eerst door verzoeken en ordonneeren den Prins als gedrongen hadden die verandering te maken by provisie , dat by zig G 3 febikken  H S4 X fóhikken Wilde na het.verzoek ende ordonantie der Staeteti Magijlraeten en Burgers. — Maar ik trede wat nader by! Deeze fchikking den Prince geheellyk toevertrouwd zynde, en die ook zeer zeker gerust aan hem kondetoebetrouwd worden; — de> Prins formeerd het Plan om de Vroedfchappen tot 30 a 36 in getal te vermindren; — en dit is het, üat men nu Zyne Hoogheid, tweehonderd jaar na zyn dood, als willekeurig te lasten legd. — Maar kom hier, bitt'ren Prin.cen-Vyand 1 Verkragter en Verrader der Waarheid! ja kom hier en ila met my het boek van Leydens Lotgevallen open! Lees de Historieboeken der Waarheid; — daar lees ik, dat Leyden in die dagen en geduurende het Beleg, binnen haaren muurkring had Persoonen , Burgeks en Regenten , die het met 's Lands Tierannen helden, Glippers, Materies fes, lVybisma>s, die beftendig Correfpondentie hielden met den Vyand, en die, zints het Ontzet, nog den geveinsden fpeelden; zoo dat Vader Willem genoegfaam buiten ftaat was, om na het Ontzet veertig perfoonen te kiezen en te benoemen, die op het verzoek der Hoofden, Magiftraat, Schuttery en Burgery, de proef van onderzoek konden doorftaan. Ja Douza getuigde, dat de Prins.onderde Regenten geen negen getrouwen kende, en dus kon de Prins niet anders. — En ja, dus .-was het gevolg der Proteftatie, den 14. Oftober 1574, ook niet van de geheele Vroedfchap, maar van eenige die van den Gerechte; en hoe was die Proteftatie ? niet op een geftabileert faclum, op een willekeur? neen: maar op,een Proportie, een Voor'.iel, dat de Prins op verzoek, en ordonnantie van de zoogenaamde Protefleerders zelfs ge.tnaakt had. Dit ftuk voigd nu hier letterlyk. Die van den Gerechte der Stad Leyden , gehoort hebbende de (NB.) Propositie van Zyne Exelentie, ende verftaen, dat Zyne Exelentie van meeninge was 't gecal van de Veertigen defer Stede te verminderen , ende voorfchr. voor de ordinaris tyden, te procedeeren tot Electie van de Burgemeesteren, Schepenen, ende Thefaurier, ende ook van eenige perfoenen geen poorters der voorfchreve Stede weezende, adverteeren by deezen Zyn Exelentie, dat dezelve Stede by de voor-  X SS X doorzaten van de Con Majefteit onfer genadigfreti Heere, als Grave van Holland, onder anderen voorzien is van een Privilegie, die niemant toe het Veertichdom, off Schependom, ofte ander publycke Officien gecoren , ende gefield mag werden, dan de gheene die zeven Jaeren Poorters dezer Stede geweest zyn, ende alhier, voor den zeiven tyt, heur continueele refidentie gehouden zouden hebben , ende dat zy dezelve Privilegie befwooren hebben, ende daeromme ooc protefteeren ende verklaeren by deezen, dat zy in de voorfz. electie en 't gevolge van dien, niec en Confenteeren, nog van meeningezyntedoen. Waer op Zyn Exelentie verklaert heeft, als breder blyckt by de Adle van den 14, O&ober 1574, Ende die van den Gerechte tot heurluider ontlastinge van de voorfz. verclaeringe, ende ProteI ftatie behoorlicke a£te verleent, en den Secretaris ondergefchreven geauthonfeert heeft deeze jegens woordig te onderteyekenen, enz. Wat is nu uit deeze Proteftatie te beredeneerén ? —Zekeriyk eene doorflaande btyk, dat 'er nog eene fterke tweedragt of aankleving aan Phlips onder de Regenten was. — Want naauwiyks was de aanftelling der nieuwe Regeering, op verzoek der Hoofden, Magijtraten, Schutters en Burgers, eenparig , en met macht van okdomneeéen , by provisie en Zonder aanzien van Costuimen, Ordonantie of Privilegie, indien daer eenige mogten zyn voormaels anders geobjer veert, ende blyfven alle voor den toecomenden tyd onverminderd, enz. werpt dezelve in den weg. Maar wat gebeurd die zeiven dag, op dien zeiven 14. Oétober protefteeren eenige Regenten tegens eene provijioneele verandering, die door de gezamentlykè Hoofden en Magijlraat, Schuttery en Bwgery, den Prince met zoo veel pouvoir opgedrongen was ; en die Zelve Heeren die den Prins als Stadhouder erkenden, en ingevolge van dien, na Costumen en ülantie der oude Privilegiën hoegenaamd, de Eledie der Regenten competeerde , eo-met wien zy uitdruklyk overeenkwamen, dat nade-  X 5,6 X rtaiemael de EleSie van Srbepenen niet had kunnen ge Wieden ah na gewoonte op St. Jacob uit hoofde van hef'/leleg, en die van Burgemeeitren aanftaar.de was, dat dewyl Zyn Exelentie in de Stad tegenwoordig zynde, dit in eene. zoude gefchieden. — En zie daar, die zelve Heeren, of ten mintten eenigen die dit den Prins opgedrongen hadden, protefteeren: en wel daar tegen , dat de Prins geene perfoonen mogt kiezen dan die gbene die ze ven Jaeren poorter geweest waren, tn beure continueele refidemie gehouden hadden, — Hier uit blykt dan, dat de redenen van Protest daarin beftonden , en tevens dat den listigen letzer daar uit gelegenheid neemt, den Prins van oppermagt en willekeur te be- fehuldigen. — Maar men fta hier eens weder ftil. • Merk op Burgery! — In het verzoek van de Hoofden, Principali n, Magistraat , Schuttert en Burgery , ftaat uitdruklyk dit: ende dat overmits ende geduyrende deefe jegensweordighe beroerte, ende oorloge, vele perfoonen van de notabelfte-, ende treflykfte poorterenvERi,oo?zx, verstorven, of van Conditie zeer veranderd waeren, fulks enz. Wat is bier nü al wederom de folide gevolgtrekking ? —. Immers deeze: Eerst, dat de Prins aan de requifttie van de oude Privilégie niet konde voldoen, naamlyk, om te kiezen de Ryckfte, Eerbaerfte, en Notabelfte Mannen; en vooral obferveeren dejaaren, wantzy waaren verlopen en verkerven, enz ; en Ryken waaren 'er ook weinig, want 'de Stad was arm, zoo dat dezulke , die dan ingevolge 'de Privilegie, poorters van de vereischte Jaaren en Conditie waaren, 'er nog minder waaren, vooral dezulken die de Prince vertrouwën kon, Hier by kwam, dat zeer veejen huivrig waare.nom teregeeren, in een tyd waar in het regimentfehap zoo gevaarlyk was; waarom wel expresfelyk belast was, volkomen kennisfe van persoonen en zaeken te nemen ; het welk ingewikkeld zeggen wilde, dat Zyn Hoogheid dog wel naauwkeurig acht 'moest geven op verdachte en ongetrouwe perfoonen , alzoo 'er geheime befpieders in de Stad waaren: en dit bevestigd i:urgeraeefter van de Werf , in het geruchtmakend pretenfe Declaratie, al mede in den Logenachtige letzer en Verdraaijer der waarheid te vinden; dog waar toe ik weder eenen uiiftap doen moet. — {Het vervolg in N°. 8.) . Dit Blad word 's Weekelylts met een N°. a 2 Snuivers vervolgd,. en is te bekomen te Leyden, by J. P ER K, en verders alom.  D E LEYDSCHE STEDEMAEGD, ENZ. N°. 8. {Vervolg van N9. 7.) ~fa een Logenaar en Verdraaijer ! want hy zegt ons: dat va& ,1 de Werf bet zelve in Stads Notulen deed aanttekenen^ dat een volflage Logen is; want voor eerst zoude dit ftuk, zoo het Echt is, (waar aan men zoude kunnen twyflen) in het Jaar 1000, en dus 26 Jaar na de Proteftatien, op den 14. Oftober 1574, en 'et we*-' *n een ty0* dat Vadec Willem reeds dood was, en de tusfchenregeering van Leycester, zoo wel als den invloed van Vrankryk en Barneveld , de Loevefteinfche Factie kwaad zaad begon» den te zaaijen, en tegens de bezwoore Unie van Utrecht begonden te woelen, terwyl Maukits tot Stadhouder verkozen ftond te wordenjja in een tyd.dat van de Werf zelve verklaarde, in eeneafgematte ouderdom te zyn; en 'er dus; nooit 1574. of 1600 geen Protest in Stads Notulen geweest is: het welkVAN MiERlsook getuigd, fchryverde onder aan, Eigenhandige verklaering van den Burgemeester Pieter Adriacnszoon van de Werff, van den Heere Mr. G. Huysfer, Secretaris van de IVeeikaemer. Welke Heer, nog maar federt eenige jaaren overleden is, en welkers Dogters, of Dogter nog leven ; zoo dat dit handfchrift eerst in onze daagen, of in deeze 18de Eeuw in handen van den weergadeloozen van Mieris gekomen is, en derhalven was dit bevoorens volftrekt in Stads Notulen onbekend. — Niettegenftaande dit alles, heeft den Privilegie-letzer de onbefchaamdheid, myne Medeburgers, met zyn kwakzalverspoha, diets te maken, dat van de Werf, de Orders van Zyn Hoogheid onhenoeplyk vindende, deed by in Stads H Nowlen  X «s X Notulen acttteekenen. Maar ik ga voort met hem de ftukken in de.hand te geven. ^£ie hier het ftuk van van pE Werf zelve, zoo als het by van Mieris ftaat, en eerst tn den Jaate 1759 het Jicht heeft gezien. c Den veerthienden Oftobri, anno vier en feventich, is op 't Stadthuis een Aftte ghemaeckt, endegheregistreert, dat op den dag voorfchreven, ghebeurde een groote veranderynge, mee veranderen van de Gheregte deefer Stad Leyden, oock Vroedfchap, ende Veertigh, duer voorftel Van nieuschieryghe , ende onghestadyghe gee- ften, die fyne Exelentie, den Prince van Oranje, Grave Willem van Nasfouwen, dat ingaven , om fulx te doen: in welke veranderinge werde geIMd, ende gemaekt Regenten die in de Belegering met de Spanjaarden die die daar voor de S.tadt leggende, wilden accordeeren, en inlaten, in welcke veraftderinge ick ondergefchreven noeyt raedt, noch daet en hebben ghegeven, noch oock geen wetenfebap aff gehadt, dan ais zyn Princelyke Exelentie de faeck openbaarde, hebbt met mynheer Smaling vertreek ghe'nómen In Scheepenen Camer, 't zelve ons zyn Exelentie toeliet, fiende dattet niet anders weezen en mocht, hebben met beleeffde woorden mondeling gheprotefteert; doch voor myn Perfoon verzogt ontflaechynge, foe mynen tyd van offftelnaeby was, endfe ick veel moeite, peryckel, ènde' zwaerrghedèn deur comen was, ende den ghptrouwen die vrundfebap doen, op dat die zelve, fynen afem wat foude moghen verhalen, 't zelve my vatn fyn Exelentie gegunt worde. In een teecken dat dit waar is , hebbe dit met myn der hand voor God die 't al ziet, onderteeckent, op den elfdeö Augusd anno festien hunderd, als ghekomen. was tot den ouderdom van over die '"è:' een  'X S9 X een en t'zeventich Jaeren, doen ick géreed'chap maeckte, ghefont zynde van harte, dan wat traech op de gange, om wt deezer werlt te fcheyden , als 't God beliefde, daarom ghefchrevec. ( Was ondertekent) P. van de Werff. Dit is nu het geheele ftuk , waar van de letzer een eer- .loos gebruik gemaakt heeft in zyn N«. 4. Eerloos, zeg ik, om dat hier van de Werf , zóo hy dit ftuk géfchreven heeft, uitdruklyk zegt, dathy mondeling ghEerottessteerdhad, en dus geene notuleering of fchf iftéJy-ke Proteftatie gedaan te hebben: waar uit dan tevens blykt, dat hy ook geen deel gehad heeft aan de fchriftelyke Pioteftatie en Notuleering van dia van den Gerechte , door Jan van Hout , op den 14. Óctober 1574 gedaan notuleeren; het welk ik wel degelyk mag én moet aanmerken als een blyk, dat van de Werf wel den Prince onder het ■oog heeft Willen brengen, de discusfien die 'er uit zyn voorftel zouden kunnen ontftaan , maar echter beruste in 's Princen wyze begeerte, (die NB. op 't verdoek en he*t gegeven pleinpouvoir, by provisie door de gafltfche Burgery Waaren gecedeerd.) Voorts is het aanmerktyk, dat van de Werf dit ftukNc. 7 bladz. 5a noemt eerfe Acte , 't welk verre af is van een willekeurig Octrooi of Privilegie. Dat ik nu vervolgens eenige twyfling aan de Echtheid van dit ftuk zoude kunnen voeden, is voor eerst, het verloop van de tyd van volle 24 Jaaren: ten tweeden, aan den hogen en fuffenden ouderdom van van de Werf , die zoo lang «na die tyd, iets in zyne memorie rappelleert, dat van zoo veel noodzaaklykheid in der tyd gefupponeert word: ten derden,. dat van de Werf in een al te diep en openbaar welbekend vertrouwen met Vader Willem ftond, om eerst te ftemmen in de bevordering der verkiezing, NB zon* der aanschodw van costüymen en privilegiën, ert dan juist ten zei ven dage, ipfo momento, re protesteeren'. Ta ik helle veel eer fterk over om te gelóven, dat van dê Werf de man zelve is geweest, die den Princebehulpfaam geweest is, inde volkomen informatieri van zake;^ ën Persoonen ; om dat het den Prince onrnbgelyk was geweest, die, geduutendehet Beleg, te kennen en te weH 2 ten;  X '«o X ten; ja zelfs niet in het verloop van n dagen, die 'er van een 3 tot den 14. Oëtober verlopen waaren; want de Prins ïag krank te bedde. Althans in het Beleg zyn 'ér zeer fterke muitineeringen geweest, die door eenige kwaadgezinden wierden aangeblaazen tegens van de Werf en den Prins; zelfs zoo, dat "er Regenten waaren die wel ryklyk voorzien waaren van voorraad, en die varkens op 't fchot hadden. Ook moet ik met een woord melden, dat ik by den Boekverkoper C. Heiligertgezienhebbe, een Vleeshou' wers, of lmpostboek, waar uit bleek, dat 'er in 't Beleg meerder flagtvee is geflagten nog was , als voor de gemeente wierd aangegeven; zoo dat, nog kort voor de overgaaf, 'er nog wel vee was; 't welk dan waarfchynlyk onder de Crooren tot hun onderhoud wel zal gefmolten zyn. Ik fta voor dit ftuk niet in, dog ik heb ook geen reden om Jiet geheel en al te verwerpen, zoo 't Jaartal Echt was; gelyk ik ook op 't zelve beding het zoogenaamd Protest van van de Werf voor twyffelachtig kan houden: om dat ten vierden, de ondertekening niet was Pieteu Adriaansz. van de Werff, zoo als alle zyne handtekeningen en benamingen zyn, maar P. van de Werff , dat zeker, onzes iedunkens, reflexie verdiende. -- Eindelyk ten vyfden, zoude ik nog een twyfling van de Echtheid kunnen aanvoegen, die zeer bedenklyk is, naamlyk deeze: dat in het Verloop van de 24 jaaren, tusfehen het Beleg en het gefustineerd Protest, of liever Memoriaal, (want hoe veel pchiing ik mynen waardigen Leermeester en Vriend van Mieris toedraage, hy konde aan dit ftuk de naam van jProtest niet geven, om dat het maar eene herinnerende pro memorie was,) — dat, zegge ik, in die tusfehen tyd de Gereformeerde Godsdienst, na de Hellingen van Gommer, in die van Calvïn fterk toenamen, en die van Armyn ïn die van S er vet us en der Remonftranten , tusfehen Koomfchs, Luterfche en Calvinisten door meenende te dringen en baas te worden, vinnig beftreden wierden; zoo dat ons Land niet minder door Kerkberoerten als Oorlogen geteisterd wierd: nu gebruikten beide partyen listen, darde Remonftranten vooral die, welke van ouds aan hunne patronen Servetüs, Arrius en andren, ook Socinüs eigen waaren, en by de Jefuiten van die en onze dagen voor geoorloofd wierden gehouden: naamlyk, om na den dood van deezen of geenen, of geheel gefingeerde brieven, of  X Si )i( of gealtereerde brieven uitteftrooijen, of dezulke naderhand te fingetren; gelyk zelfs zulke valfche brieven van de Glippers, die het met eenigen in de Stad, geduurende het Beleg, hielden, en nog meenigvuldiger na het zelve gefingeerd wierden. Ook zoude ik wel aanneemen te bewyzen, dat 'er vooral, omtrent in het jaar 1600, en daar na fints de Moord aan Willem den Eeksten, tot aan en na den dood van Bakneveld en Maukits , ja zells na de dood van Willem du OERDii, zoo als blykt uir zekere Brief in Costerus, Hist. Verhaal; (zie • Haagjetoe Cau.rant, dato i. Juny 178Ó,) zeer veele zulke kunstnaryen ■ bekend zyn; even zoo als in onze daagen eene menigte valfche Brieven, en gelyk ook in den letzer, Logenachtige Interpretatien gevonden worden, — Ja zelfs de voor zoo neutraal gehouden Jaarboeken krielen van verbasterde ftukken. Voeg hier nu by, dat Jan van liOUT , Secretaris van Leyden, ten tyde van van de Werf, ook diestyds den Remonftranten toegedaan was, en het veele lieden daar voor hielden, dat van de Werf zelve niet geheel en al Calvinist was, ten minften niet vry van Factie. Want het is bekend, dat 'er in 't Beleg Leeraars waaren, die op de Papieren munt wilden ftellen HjEC Religionis ergo : dat is: ter oorzaake van Godsdienst; daar van de Werf oordeelde, dat het moest zyn UMC Libertatis ergo: dat ïs: ter oorzaake van Vryheid; het welk, alhoewel ik dit aanmerk, echter zeer tot zyn Eere ftrekt, om dat hy daar door de verbitterdheid voorkwam, en, gelyk waarachtig was, diestyds Roomsch en Onroomsch voor de Vryheid geftreden had; fchoon wel meest de Gereformeerde; in zoo verre, dat, wel is waar de Hervormde Godsdienst toen ten fterkfte veld won, dezelve echter in de Politie behoorde beteugeld te worden; 't geen daar na eerst uitbarste, toen de Remonftranten die geregelde Politie aan de Princen misgunden, ,en zy zelve door henlieder Religie-Oorlogden gantfchen Staat beroerden , ec^Roomfchen met Remonftranten trachtende te vereenigen; althans de.zelve optehitfen tegens de Leere der Vrye Genade en der Predestinatie; in welk gevoelen de Roomfchen niet Honden ; om dus door dien weg den Prince en de Synode van Dordrecht te demolieeren, en alles te vuur en te zwaard -te vervolgen, erger dan ooit Roomfchen gedaan hadden; terwy 1 het zaad der Wederdopers van A.°, 1536 'er nog on« H 3 det  M o-2 ):( der gezaaid wierd ;en ook A°. 1600 elders, byzonderoókin Vriesland, uitbrak, waar tot Leeuwaarden zekeren' IaN Jacobs zoon, uit Leeuwaarden en Vriesland gebannen wierd. Dit alles faamen genoomen, zoude twyrlingkunnen veroorzaken op den handel met deeze Memorie, ten opzichte van de misbruiken die men van van de Werf en zyn ouderdom, of op zyn naam konde doen, of gedaan hebben. Dit is geene reflexie die- wy uit ons zei vermaken, maar die door eenige partyen, ten.tyden van MauaoTS en na'sPrincen dood, tegen van de Werf zelve gedisfimineerd zyn; althans fchynt het,dat van DE Werf , buiten WILLEMS weeten». de Schouten uit de Vroedfchap hielp weeren , door de Keur A°. 1383. waar van ftraks breedvoerig. Verre zy het echter van ons, datwy, wat ook van de Weke al of niet gedagt heeft, ofte ook zoo hy dit ftuk in zyn 7ifte Jaar, en omtrend 24 jaar na het Beleg, mogt gemaakt hebben, dat wy een zoo doorluchtigen Burgemee- f fter, zulk een voorbeeld van Romenfche ftandvastigheid |ie ïn zyn perfoon zouden willen verachten; dit getuigd onzen ( tytel beter. Maar gelyk Vader Willem een Mensch j. was, zoc was het Vader Piet er. Adriaansz, van de |i Werf ook ; en gelyk den lezer van Willem den Eer- f}; sten zegt: dat hy den Grondlegger der Vryheid was, zoo I mag men van van de Werf zeggen: dat by mede het behoud w van Leyden was. — Maar tot den letzer! onmiddelyk daar § op grieft hy dien zeiven Grondlegger, door het verdraai- f jen van een Memoriaal, dat den laatften 24 Jaar daar na in j.'i, hogen ouderdom opfteld. Als ik nu uit dit zelve Memoriaal, tot handhaving van beider Eere, nog eens deeze volgende reflexien maak, willen wy wel eens aan het oordeel van een ieder overlaten, of myne Gonfequentien valabeler zyn, als die van den roekeloozen letzer. • Ik redeneer dus: van de 1 Werf was een mensch, en vervolgens onderworpen aan menfehelyke 'lotgevallen , omftandigheden, verandering van denken; was hy dit niet dan moesten zyne daden, Anno 1574, den 14. October, gelyk ftaan aan zyne herinnering Anno ióoo. — Staat die herinnering gëlyk, en is het conform de waarheid, dan heeft hy zig Anno 1574 misgrepen, om zig by de Proteftatie van den Geréchte niet te voegen, en by had 24 Jaar later, quafi, geen Memosiaal behoeven te geve-B, dat hy alleen  )i H yx alleen eerst fnet-SMALiNG gefprooken, en daar na beleefdelyk by monde geprotefteerd had; ja hy had billyk, als zulk een Wustre Burgemeester, zyn ontflag niet behoeven te verzoeken. Dus Concludeer ik hier uit, dat, alhoewel het Memoriaal van ïóoo direct relatief is op het Jaar 1574, dat de causa m.ovens, om het 24 Jaar daar na in hogen ouderdom te rememorizeeren, zeer zeker, zeer veel verfchild van die dagen toen Vader Willem de Regeering heeft veranderd. Slaan wy, ten bewy^e hier van, ons oog eens op zekere Authorifatie van de Staaten, aan de Magiftraaten der Steden, en dus ook aan Leyden Anno 1598 gegeven, met VoTmagt; om alle kwaadwillige en muitzuchtige perfoonen uit de Stad te doen vertrekken. —en dus omtrent A° ïóoo. fn dit iïuk vind ik voor redenen van het doen vertrekken van Burgers uit de Stad, hoofdzaaklyk deeze: t. Dat 'er waaren quaatwillige jegens het Vaderland en het gemeene welvaaren, mitsgaders oproerige en muitzieke en fuspe&e perfoonen (waaren,) die dagelycks veele quade öfficien onder de gemeente doen, ende 't felve tot oproer, ende ONGEHÖORSAAMHEYD jegens haer Overheyt ende Magistraten verwecken ende arbeiden omme d< gemeene Contributien ende Middelen, tot defentie van den Landenoodig fynde te verhinderen offts te difficulteeren, der Vy'anden handeling verfchoonen, en andre quacie dienften doende, trachten om de gemeente, ende gemeene middelen te vernauwen, ende meer andre loope practycquen te gebruiken tot nadeel van het gcntene beste, opende, by middelen van dien, de deuren naar heur vermogen omme den Steden ende Landen de moetwillige flavernyfe, ende Barbarifche tierannie van de gemeene Vy^nd té onderwerpen: hebben de Staten voornoemt, om.me tegens alfulcke machinatien, fchadeiycke factitn eode handelingen te voorzien , als nog ecndrachtelyck de Officieren en Burgemeestren van allen den Steden, enz. gelastende geordonneert, om elk in de heur en onder-  X 64 X onderzoek te doen, wac perfoonen aldaer met woorden ende werken iet gefeit, gedaen, ofte geactenteert fullen hebben, in fuiken ende diergelycke faecken ftreckende tot nadeel van 't gemeene welvaeren van den Lande ofte der voorfchr. Steden, in haergemoet,ende Confcientien, by meerder ftemmen, lullen houden voor fuspeéte perfoonen, ende dat de noot ende dienst dezer Landen, ende van de refpective Steden fulcxs vereyscht, fonder eenige figuure van Proces ende andere proceduyren, binnen fonnefchyn , ofte eer, tot haerlieder discretie, dezelve, als den Vaderlande onnut, te doen gaan, ofte Leyden uit de voorfchreven Steden refpe&ive; enz. Het overige van dit ftuk komt veelal op 't zelve uit. Men kan het vinden, Handvesten van Leyden, door Frans van Mieris, pag. 824 en 825. Uit dit aangevoerde ftuk blykt dan, dat in den Jaare 1598, toen Prins Maurits nog niet volkomen tot Stadhouder was bevestigd, fchoon 'er veelen onder waaren die 'er hem toe fchikte -, dat, zeg ik, de tweedracht en bitterheid binnen Leyden, gelyk elders, zoo hoog liep, dat de Staaten zulk een forfche en geweldige Authoiifatie gaven, ja fterker als nog by de Graaven ooit bekend was; alzoo by dezelven, by ontzegging van poorteren uit der Steden , eersten vooraf de redenen van het fait moesten bekend zyn; niettegenftaande dat men den Regenten vry liet, om de redenen voor den gebannen te verzwygen, om dat misfchien in dit ftuk een verzwyging benodigd was tot ontdekking van andren. Hier echter ordonneeren de Staaten, om die geenen te verbannen, niet alleen die met nvcorden en wer eken iets gezeit hebben, maar ook die zy bymeerder Jlemme Zullen houden voorfuspetl, enz.; 't geen na genoeg Inquifitie was. — Hier by merk ik aan, en het komt my zonderling voor, dat in deezen niet worden geordonneert, rog die van den Gerechten, nog de gantfche Magiftraat, maar alleen Burgemeestren en Officieren. {Het vervolg in N°. 9.) Dit Blad word 's Weekelyks met een N°. a 2 Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by J. PERK, en verders alom.  t> Ë LEYDSCHE STEDEMAEGD, ENZ. N°. 9. ( Vervolg van N°. 8.) ' A ls men nü nagaat, dat in die tyd de meerderheid van jTjL beide partyen wankelbaar was, en veelen, zeer veelen met Barneveed in 't "geheim konkelden, moet het niet vreemd voorkoomen, dat hier aan de geboorte van deeze Authorifatie te wyten is, of om de list der Remonftrante* te ontdekken, of de Contra-Remonftranten te bannen.— Want juist was het in dat Jaar 1598, het Jaar dat den aap uit de mouw kwam, en de geheime piactyken ontwikkelde om het Land aan Elisabeth , of misfchien Hendrik De Vierde, ja ook wel weer aan Spanjen of Albertus te brengen; want de vrees daf Maurits , wiens Heldenaard en verftand men wel penetreerde, vvelligt Stadhouder zynde, zig van de geheime Joabs, die zyn Vader hadden helpen vermoorden , zoude wreken. *r Hoeditzy, het bleek dat men het ook op het Leven van Maurits had toegelegd, om dat men vreesde, dat hem het volk tot Stadhouder, ja wel tot Graaf wilden hebben ; en vooral, dat Maurits de Gereformeerde Godsdienst ten fterkfte was toegedaan; 't geen men zelfs in verfcheide Brieven van Uitenbogaard, zyn Predikanr, vind getuigd. —- Hoe ditzy, 'er wierd op den 22. Juny 1598, binnen Leyden onthoofd en gevierendeelt, en aan vier Poorten opgehangen, en het hcofdop het Witte Poorts Bolwerk gefield, zekeren Peter Panne Van Yperen , wezende ten Kuiper var zyr» Ambacht, en geweest zynde een Makelaar, ook Kospman, op zyn eigen Confesfie, van de voorgenoome Moordt e AJasfinaat op an tegens den perfoon van zyne Exelentie Malyi nus I VA»  X'w X VAH NASSAU, geboren .Prince van Oranje. En welke Sententie zeer ampel gevonden word in Bor , Nederlandfche Ooetege, zesde,Deel, onder A°. 1598. Kol. 26. 35 Boek; erj het welk der moeite wel waard is in deeze dagen eens fk te zien, met de daar op gevolgde Excuien en verdraaijingen van onfchulddoor de Je/uiten, die het, God weet al met wie! hier te Lande gebrouwen hadde ; men leeze het dan aldaar. —— Wy intusfchen vinden bet zeer opmerklyk, dat Bok, ter plaatze daar hy dit fchelmiïuk begind te verhaalen, zigdüs aanmerklyk uitlaat: Den twee en twintiglten Juny defes Jaers, als men veel fprack van den Vrede tusfehen Vranckryck ende Spagnen , (en mede van het houwelyck van den Kardinael Albertus mette Infante van Spanjen, Ifabella Clara Eugenia) ende van het tranfport 't welk de Coning van Spaengien van deeze Nederlanden belooft hadde te doen, tot voortganck van dit houwelyck , enz. Als men nu dit gezegde van Bor opmerkt, zoude men al heel niet ongefundeerd kunnen opmerken, dat Bor hier bedektlyk wil te kennen geven, dat Prins Maurits in den Weg en de groote hinderpaal was, om dat Huwlyk en dat Plan ten effecte te brengen. — Welke fustènue zig ook Van tyd tot tyd genoeg ontwikkeld heeft; nademaal van dit Jaar 1598 tot i'öoo, de tot nog toe bedekte Negotiatien met Hendrik,de Vierde, Spanje en Engeland vertoonde, en dat men toen zonneklaar zag, dat God Almachtig zoo zichtbaar voor het leven van MAURITS en zyn verlost Ifraël waakte, zoo dat men met geene omgekochte moordenaars, of Jefuiten list iets vermogtv Neen, Maukits .was niet te verzetten om Renegaat te worden. HeNdrik ,de Vierde was hier meer vatbaar voor: deeze door Paus Clemens omgezet, oordeelde de Kroon wel een Misje waard; hy verliet de Hugenoten om belang; want toen liet hy de zaak van Nederland vaaren en verzoende,zig met PHLIPSde Ilde; terwyl Barneveld en ook naderhand de Groot, arbeiden, om door de Treves, ook dit Land, quaïie met verdraagfaamheid" der Religie, onder Spanjen en Vrankryk te brengen. Mén kwam, ten beWyze, zoo verre in die onderhandelingen,, dat zekeren Daniel van der Meulen, Koopman, refideerende binnen Leyden,  X f7 X Leyden, binnen Antwerpen en Brusie! ontboden wierd, én onder andren verzogt : dat hy wel mogtè zeggen', dat dat de Coninck van Spanjen ende den Erts Hertoge feer genegen waeren ende na wilden in alle mannieren vrede maken, gelyck fy wel betoont hadden met den Goninck van Vranckryck, ende waren byfonder ghefint om vrede te maeckeri met deze Landen, by wat middelen bet foude moghen welen: (NB. let op!) ende daér toe fodanige VERSEKERINGHE doen , dat men wel foude behooren te vrede te weefen. NB. NB. NB. Men soude de vrreenighde Nederlanden toeI/Aaten hare RELIGIE ende Regeringe, ende haer van 'tminfte tot in 't meeste Contentement doen. Sy feyden vorder, hoe dat den Coninck den perfoon van fyn Exell. den Prince Mauritius in groote achtinge hadde, ende en foude nu niet meer onderworpen fyn denraet ofte advyfen van Spaenjen: maer haer na het ghemeene voordeel trachten: Dat hy niet alleene en wilden den Prince Mauritius alhier in fyn gouvernement wilde laten, daerinne hy nu was, maer hem oock fo hy 't begeerden vorderen tot Generael Overfte legenden Turk, — (Infolckeagting waeren zyne ^deuchden,) dat men mede alle de Regeerders der vereenighde Nederlanden fouden in haere Ampten, ende bedieninghe laeten, ende belofte doen derfelver NB kinderen nae haer doodt daer inne te ftellen, indien fy tot fulks bequaem waeren, mits datfe alleene tot den Pais verftonden , ende den Ertshcrtoge ende fyne toekomende bruidc ende Huisvrouwe, voor haren Heere erkenden ende aannamen. (Hier op vervolgd BOR.) De voorfz. van der Meulen in Hollandt ghekeert zynde, heeft der Staten van Hollant fyn wedervaeren verhaelt, doch worde gheoordeelt, I 2 dat  X «8 X dstdit gedaan werde om (NB. NB. NB.") EEN BFROERTEte maken onder de ghemeente , ais dat men aen een goede Vrede conde geraken , ende men gheloofde wel darfe den Prince Mauritius wel louden willen vorderen, om Overfte Gt nerael in Hougaryen teghen den Turcken te werden, als fy hem maer MOCHTEN QUYT WERDEN. Zie Bor als boven, in 't 35. Boek. De Staaten zelve en al het Volk dus eenparig denkende, kon het Plan van Hendrik de Vierde, en Phlips, en Paus Clemens, en dat van Barneveld niet tegens dien ftroom op. Den aanflag op het leven van Maurits was ontdekt en mislukt, en men begon lont te ruiken. Barneveld raakte verdagt. De groote en getrouwe Raadsman, de verreziende Marnix , Heer van St. Aldegondi , ftierf binnen Leyden. Dit was een flag voor Maurits en voor de goeden binnen die Stad; dan integendeel een triumph . voor Barneveld en de zynen. Wat was het gevolg? Dit: dat men Onts die tyd al meer en meer in 't geheim met Hendrik de Vierde ( fchoon hy uiterlyk Maurits prees) en met phlips heulden, die alles deden om den Aartshertog albertus en Isabella zyne Vrouwe intevoeren; in 200 verre, dat de overmagt verre aan die zyde fcheen o vertehellen. Dan, het zy het dan het Spaans kry gsgeluk, of geheime gevallen waaren, of dat ook Hendrik de Vierde 'er onder draaide, Maurits en Fredrik Hendrik waaien zoodanig in het naauw gebragt, ja ingeflooten by Ostende en Niéuwpoort, dat 'er, Menschlyker wyze, geen uitkomst was. Dit alles wierd zeer bewysbaar veroorzaakt, door de Confpiratien van Barneveld met den Vyand. Wy zeggen Confpiratien, om dat zelfs geaccrediteerde Schryvers, ( die anders zekér niet verbitterd tegens Barneveld fchreven,) zelve dit getuigen. — Zie hier een Uittrekfel uit een der geleerdfte Werkjes, die immer over de Vryheid en de Souvereiniteit van Staaten of Graaven onpartydig gefchreven zyn; te weten: ApoLOGii, tegens de Algemeene en Onbepaalde Vryheid, voor de Oude Hollandsche Regeeringe; waar in klaarJyk word aangewezen, dat Holland, van zyne eerfte Beginfeten af, onder het beleid van de Hoge Qverigbêii, fuc- eesjivelyk  K 69 x tesjtvelyk is geregeerd geworden by Personagien van Ir> lustre qcjaliteit en eminente Hoogheid , en vervolgens, dat de Stadhouderlyke regeeringe deezen fftaêt doorgaans groote Authoriteit en danzten beeft aangebragt., en in menigvuldige en gewichtige voorvallen ten boagjlen Noodzakelyk is bevonden, enz. ■ In dit Boekje, 't geen niet veel te bekomen is, vind ikbladz. 199. paig. 47. deeze woorden en bewyzen. Geen gelukkiger fuccesfen, als van Roorda,* hadden de nieuwigheeden en verkeerden y ver van Mr. Johan van Oldenbarneveld, Advokaat van den Lande van Holland ende Westvriesland in de Regeeringe. Zoo haast en had men niet beginnen te handelen van Treves, of Beftand, tusfehen de Aartshertog Albertus van Oostenryk ende Ifabella ter eenre, en de Staten der Vereenigde Nederlanden ter andreu zyde, die eindlyk na veele onderhandelingen door Mr. Johan van Oldenbarneveld , Advokaat van den Lande van Holland voornoemt, met den Marquis Spinola zeer hard wierd aangedrongen en geflooten ; of daar vertoonde zich den oorfprong van de groote vervremdinge des Heeren Maurits, Prince van Oranje, Stadhouder, ende van Mr. Johan van Oldenbarneveld, Advokaat van den Lande van HollaDd. Alhoewel fommige meenen dat hier nog een wrok van ouden haat quam te latiteeren UIT HET WERK f * Deeze Roorda was een Man, juist gelyk aan Jonker van der Capellen. Hy wierd in dien tyd genoemt, een Man die toen ter tyd de wind van de Algemeene Vryheid in hoofd had. Hy zogt na hei mislukken van Leycesters aanjlag, na gezag. Hy befchuldigde Graaf Lodewyk van Nassau , Gouverneur van Vriesland; dog zyne befcbuldiging eerloos valsch bevonden zynde, is by gedeporteert en gtflraft. I 3  X ,70 X WERK van -Vlaandren, daar den Heere vau Oldenbarneveld, NB. den Prince met al zyn Volk zoo dangereuselyk in dien b loedigen slag hadde gewaagd, Een zake, die by zyne Exelentie niet anders als van een zeer gevaarlyke confequentie wierde geoördeelc, en na- maels altyd by hem wierde geaprehendeert by forme van een Urias brief geinventeert te zyn, waar uit dan naderhand in den Jaare iói8 en 1610 veroorzaakt zyn die grote veranderingen zoo in 't Polietiekals in *t Kerkelyke, gevallen met de gevankenis ende dood van den voorfz. Advokaat Oldenbarneveld, ook de Condemnatien van andre Heeren, tot een Eeuwige Gevangenis, Bannisfementen én dergelyke Straffen. — . Dus verre deezen Autheur. De vervolgen op de Sententien van Oldenbarneveld, benevens andre gewichtige zaaken, fparen wy tot ons vervolg. ~* Wy keeren, na deezen breeden uitflap, tot het Memoriaal van van de Werf , en tot onzen letzer. —— Wy hebben dan met de ftukken aangetoond en beweezen, dat fints het Jaar 1574 tot het Jaar 1600, de binnenlandfche Remooftrantfche beroertensvan tyd tot tyd aangroeiden en een andre gedaante verkreegen; dat by zonder in het Jaar 1598, in het welk de Staaten de hier boven ge'allegeerde fterke Authorifatie aan de Steden en byzonder die van Leyden gaven, zeer geweldige Tweedracht binnen Leyden heerschte, dat in die tyd het Plan van Henri Qüatre , Albertus , Isabelle en Barneveld ontwikkelde , dat, en door de boven aangeroerde aanflag op het Leven van Maurits, ook binnen Leyden .den Dader gevat, veroordeeld en geëxecuteerd is; dat zekeren tan der Meulen , mede poorter van Leyden, tot de Intrigues van die tyd gebezigd is, te weten , om vryheid van Religie aantebieden; dat ook de Koning van Vrankryk dit aanbood ; dat het fystema der Remonftranten daar heen liep, en dat dit alles goeden voortgang beloofde en op 't punt van te volbrengen ftond; had de Almagt, (of zoo als Ultenbogaard zig uitdrukt:) De Fidorie i/geheel van den Hemel tn kan niemand tsegefchrevm worden daa God. — Zoo  X 7i X Zoo dat, had dien God de groote Maurits en zyn Broeder, het gantfche Vaderland en de Gereformeerden niet gefpaard, het waare verlooren geweest- Nu dit alles gebeurde en is gebeurd omtrent't Jaar ïóoo, wanneer van de Werf het Memoriaal, waar opik nu nederkom, zoude gefcbreyen hebben; en dus in een tyd, dat, blykens het lïuk van de Staaten, hier boven bladz. 63 aangeftipt, Leyden deerlyk met inwendige beroertens bezaaid was, en de ftiile haat tegen Willem den Eersten, die nu dood was, weer op,gekrabr. wierd; en ook Marnix , Heer van St. Aldegonde, in Leyden ftie.rf, en die dan by gevolg de Eer van Vader Willem niet konde verweeren, terwyl men maujutssden voet zogr te haten; dat, zeg ik , rrienVANDE werf in die tyd iets heeft kunnen doen zeggen, of ingewikkeld doen getuigen, dat nimmer in dien zin gebeurd was; pf dat men het na zyn dood, of gefingeerd, Of verlamd heeft, en mea.het dus in handen van de Heer F, van Mieris geflopt heeft. Dan men houde dit laatfte voor improbabiel: het eer'fte meen ik bondig te kunnen, bewogen, te weeten, dat van van de Werf. Gefield eens dat dit ftuk Echt.is: het kan , onzes bedunkens, nimmer met dat oogmerk en tot dat doeleinde gefchreven zyn, als men het thans wil draaijen , en dat nog eens om deeze reden: — Ik voorooderftel dan eens dat het Fragment of ^Memoriaal Echr. zy, dan heeft van d e Werf eigentlyk idit met gefchreven als zig aankantende tegens.de magr van den Prins, in het verkiezen en veranderen der Regeering, gegeeven op den 14. Oclober 1574, hier boven op blaüz. 38 genoteerd; ook niet tegens het verminderd of meerder getal; ook niet tegens de tyd van het Poorterfchap; maai VAN DE werf heeft den Prince onder het oog. gemaft: dat het door voorjiel was van nueschierige endeVnrustige ende ONGHEiTADYGE GEESTEN , DIE ZYNE EXELENTIE -DAT INGAVEN OM SULX TE doen., - Wie waaren nu die „onrustige geesten, enz.? Het waaren dezulken, ze^i van 'de. Werf die in de helegeringhe met de Spanjaerdm daer (Voor de Stad leggende wilden aceordeeren en inlaeten, Nu hier van herinnerde zig nu van, DE Werf , jn her jaar lóco de gevolgen, waar van hy Vader Willem ..bericht /gaf en hem openbaarde — Wat openbaarde hy ? — Dit: idat 'er onder de verkorene warm; die 'i met de Spunjaerden titelden, dat de Prins door ;iuescbier:gch en onrustige geesten misleid Wilrd. — Dit geloof ik ook zoo kan zyn geweest:  K 7* X weest: maar 't was te doen om 'er de ontrouwen uit të hödden. Zien wy of de Prins wel anders konde. —— De Prins deed alles by provisie — in naame des Konihgs vart Spanje, deeze was nog niet formeel a'fgezwooren; de Staaten gaven alle hunne Placaaten uit op 's Graaven naam. — Leyden was wel ontzet. — Leyden btak den zwaarften fchakel der ketenen van de Tieranny; — maar het was nog verre af, om zoo geftreng te werk te gaan, dat men de Spaansgezinden zoo hot voor 't hoofd konde ftooten. — De Oorlogskans kon keeren. — Elizabeth was niet te betrouwen. — Geld, — Soldaten ontbraken; 'er was tyd, ryp beraad benodigt; 'er moest voorzigttgbeid en gematigdheid gebruikt worden, om den Roomfchen , den weiffelenden Spaansgezinden, niet te verbitteren: het zelve beleid, dat de Staaten diestyds hielden, wa» vol* maakt dat van den Prins ; het beantwoorde aan 't begrip van 't Volk en de Burgery; eh dus deed Vader Willem wysfelyk, om zoo veel in hem was, het geen door dit beroemd Ontzet gewonnen wasi niet door ontydige partyfchap omvertewerpen; te meer, daar't Hem, en de Staaten , en 't uitgemergeld en afgemat Leyden ondoenlyk zou* de geweest zyn, de zaak in orde te houden, zoo hy die onrustige en onghestadyge geesten, zoo als van de Wekf ze billyk noemd, allen had voor 't hoofd geftooten. Immers was Vader Willem wel bekend, wat 'er in de Hoekfche en Cabeljaauwfche tyd gebeurd was; Hem was het geval van ReYer van Broekhutzen, (hier boven bladz 37 vermeld) bekend; alle de Octroyen en Privilegiën , die wy hier boven voet by voet gevolgd zyn, hadden hem geleerd de geftadige partyfcbappen op het ftuk der Regeeringsbeftelling, enz.; enderhalven was hy, zoo wel als Maximiliaan van Oostenryk voordeezen, ook nutn deeze tyd genoodzaakt, om beiden, zoo veel het leiden konde, in rust te houden. En zelfs hoe ongaarne van de Werf hierin niet kunnende voldoen, — zoo zegt dan van de Werf: — dat hy ziende dattet niet anders wezen en mogt, (dat is naar onzen ftyl: ziende dat het niet 'anders wezen konde) .... zoo heeft hy mondeling den Prince zyn gevoelen gezegd, en dit was goed; de Prins nam hem dit ook niet kwalyk. ( Het vervolg in N°. 10.) Dit Blad word 's Weekelyks met een N°. a s Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by J. PERK, en verders alom.  D E LEYDSCHE STEDEMAEGD* ENZ. Ipt; - i c j yfifL' N°. io. {Vervolg van N". 9.) Ta mag ik gisfen ? zoo kan ik vermoeden, dat deeze zooj genaamde Proteftatie by monde bevvyst, dat de Prins met van de Werf, althans met Smaling, ampel de redenen voor enrtegcn overwogen hebbende, van de Werf «door ien Prince is overtuigd geworden, dat het nu , te weten voor die korten tyd, op eenen dag en om voor! ichreven redenen van Politie, niet anders wezen konde. —: Maai' al verder: van de Werf verzogt ontflaaginge. — Waarom? —■ Om dal zyn offflel naby was; dat is: dat hy op aanftaande Sinte-Maarten, als Burgemeestar moest afgaan; enby veel moeyte endeperyckel ende zweterigbeden deur komen was, ende den gbetruwen die Vrundfebap doen op dat die felve fynen ae/em wat foude moghm verbatien. — Wat al wederom leerd my dit geregde van van de Wbrf? Dit, meen ik: dat de Prins het oogmerk had om van de Werf te Continueeren, want zonder dit kon van de Werf om geen ontflaaginge verzoeken. —i 2) Dat van de Weuf van naby, en ondanks het gelukkig Ontzet, den wanklen ftaat der Stad , der Staat én der Regeering kundig, en beproefd hebbende de bitterheid der muitery, en der glippers, en ftiile verraders, billyk verhaal en eenige rust vóór hem en den getrouwen verzogt; én 't weik ook door den Prince aan hem vergund wierd; tèrwyl van de Werf zyn Eed als Vroedfchap wel degelyk heeft afgelegd j, Zie daar nu, Medeburgers, myne rondborstige gedachl ten; een ander kan anders denken. Maar men moge den- K kert1  1 X 74 K ken zoo men wille, men zal my nooit overtuigen, dat dit Memoriaal, het zy 'ér mede zoo hét wil , door van de Werf gefchreven is in het Jaar ïóoo, om Prins Willem den Eersten van eenige het minfte hatelyk of despotiek gedrag te beichuldigen; maar wel om in die tyd van ïóoo te toonen , hoe de kuiperyen in de Regeeringsbeftellingen in 1574 n'et ongelyk waaren, en dat die zelfde plans, die de vyanden van Willem den Eersten bedekt hielden , in den tyd van Maurits herleefden; zoo zelfs, dat MauXlTS, toen hy reeds Stadhouder was, 'er verfcheiden onder de Regeering, zyns ondanks, moest gedoogen, die Hem , de getrouwe Staaten, de Vryheid en Godsdienst in 't geheim na het hart ftaaken, — zoo als betoogt is. — Want nog eens te willen ftellen, dat Vader van de Werf, Vader Willems harten Willem het zyne niet bezat, ten minden eene beproefde trouw weerzyds, vooral voor,, in en na het Ontzet van Leyden , beftond, zulk eenen 1 zoude men met recht mogen zeggen, dat zinneloos was,, óf allerboosaardigst vuilaardig , gelyk onzen letzer. — • Hier mede ftap ik van dit ftuk af, en laate het, van 1 welke zyde men het wil befchouwen, in zyn waarde;\ terwyl ik nu vervolg met de Regeeringsveranderingen hier. op gevolgd , om deezen fchaakel dog geregeld te volgen., A°. 1576 hebben Burgemeestren en Scheepenen, over ende i ui; name van die van der Vroedfchappen, enz. weder ge- ■ protefteert, op fundament van het bevorens betoogde,, dato 1574, ^inzonderheid tegens zekere Acte aan Jonk-' heer Jacob yat dïr Does, Superintendent, enz. —— Welke voor en tegen Proteftatien eindlyk geduurt heb- < ben tot aan An.io 1Ó18, in welke tosfchentyd de heer-' fchende Faftienmetde Regeeringsbeftelling handelden zooi zy wilden, of na dat elk baat was; tot dat Maurits in 1 dat Jaar 1618 als S'udhouder wederom moest tusfehen bei" den komen, en het getal der Vroedfchappen wederom op: den ouden voet bragt: maar deeze verandering is Marrits, door de Loevefteinfche Factie, ook al wederom a!si despotiek te laste gelegd; dan het ftuk zelve toondhette-' gendeel. Wy zullen nogmaals ons getroosten om dit ftuki aftefchryven, opdat het den Burger kenne. Das luid het; Alzoo zyne Exelentie, alhier binnen de Stadl Leyden in perfoon is verfcheenen omme dezelve!  X 75 X ve Stede, ende goede Irgefetenen van dien, wedercimtne in haer voorgaende ruste ende eênigheid te brengen; So is 't, dat zyne Exelentie met gokt vinden van de MaGISTRAET deser stede , allen, ende een yegelycken by deze wel expresfeiic doet belasten, ende bevelen, hem te onthouden van alle moetwille, ende petulatie, ofte eenigheongheregeltheden binnen dezer Stede aen te rechten, nochte yemanden te injurieeren, fchelden, naeroepen, ofte in faecken 't felve oock zoude mogen wezen, maer hem op ftraete te gedragen in alle modestie, fulx des behoort, op pene, dat de genen, die ter Contrarie bevondea fullen worden, yettot yemants oneere, fchade, en letfel te doen, ofte attenteeren met woorden, ofte werken, dat fy daer over ten exempel van anderen, na geleghenhydt, aan den Lyve, otce anderfints metter daet, fonder eenighe Conniventie, fullen geftraft worden. Aftum Leyden den XXIII. Oaobris x6i8. Deeza aanmerklyke Afkondiging door den Prince Maurits binnen Leyden gedaan, in het beruchte Jaar i0i8, zoude van zeer duidelyke overeenbrenging op den tegenwoordigen toeftand binnen Leyden in dit Jaar 1786 kunnen zvn. Het fchildery is zoo treffend, dat 'er mets meer aan 't Copy ontbreekt, dan alleen de fterke hand van Staat, Magiftraat en Stadhouder, om de bittre gevolgen van ongeftraft fchelden en petulatien, door wettig gezag te dempen. Meer zeg ik niet met betrekking tot dezen tyd; ote oplettende zyn, en met ons fmaat lyden, zien , van wat belang een Stadhouder is om de tweedragtte fmooren: het zal ons tevens ontdekken, dat de groote MaURITS verre af was, van die dwang en heerschzugt, die zyne vyanden en Barneveldianen hem diestyds aantygde, en nog leyena houden. — Laat ik,myne Burgers, hier by een regel vyt zes uw aandacht ophouden. — in de Afkondiging (die zoo wel van wegens Prins Maurits, als Stadhouder , ais me van den Gerechte kwam,) ftaat: dat zyne Exelentie met goedvinden van de Masistraat, enz. Ikvrage: ate fla K 2  X 76 X Prins Stadhouder hier op zulk eene duidelyke en voor het oor van 't gantfche Volk van Leyden aankondig , dat hy tot rust en heil der Stede, — ja wat zegge ik ? tot redding, Van door Tierannen en Barneveldfche^Beuien van Waardgelders, geketende en vervolgde, ja vermoorde Burgery Iaat afkondigen, dat hy zulks doet met goedkeuring dhr Magistraat , of dit geen doorflaand bewys is, dat Maurits niet opdispotiek willekeurig gezag — maar met eene goedkeuring der Magistraat de Rust herftelde, en vervolgens de nieuwe Wethouderfchap aanftelde, ingevolge de aloude Conftitutie en Privilegiën der Stede Magiitratuur; dat Is de volle Veertigen; en dus voiftrekt volgens ötads oude en hechte Regeeringaform ? ó Zag dien Maurits eens op! ó Zagen onze Leydfche Voorvaders op! ó, Myne Burgers ! hoe zouden zy hunne k.edercn fcheuren! — Wie ftelpte de traanen van meêwaardigheid, die uit de Eerwaardige oogen der Gryzaarts, uwe Bestevaders, over u hunne kleinzoonen, ó Leyderraars! zouden vloeijen? Daar den Held! — de Man ' — de groote Man, die de bloedwel uwer hateren gedopt, hunne galgen verbryzeld, hunne godtergende vloekrrquesten verbrand heeft; daar dien Mavors, waar Europa voor beefde, Afia en Afrika knielende', de Koninklyke Gezanten aan Nederland zond om de Heerlykheid van Hollands Helden te zien; daar die Doorluchtige Piins! om een gevloekten ouden Verrader van het Vaderland , nu nog zyn koud gebeente voeld befmetten. 6 Woede! ö Wraak ■ is dit Verdraagzaamheid? is dit Dankbaarheid? — Neen ' ó neen! — ö MauritsI hoord gy in den hemel nog liet overfchot van uwe getrouwe Leydenaars! — Zy zyn 'er veelen ; hoortze , indien de boodfchappers der Eeuwige Almacht, de onzichtbare Geesten tot awm zaligen geest rnogen komen! hoortze nog getuigen dragen in den mond der zuigelingen, welker lippen aan den boezem van dankbare Leydfche moeders gezoogd hebben! welker lighamen nit het ftoliyk zaad gebooren zyn van ftandvastige vaderen , aan welker heupen de Heldenhand op de aangegorde zwaerden gelegd heeft, die God, Godsdienst en de Vryheid den Eed zwoer. — Ja! — ö ja! hoortze! ó Heerlyk Mensch voor deezen! verheerlykter na uw verfcheiden! —- Ja! — 6 ja nog eens! Hoort, ö Maurits ! uwe getrouwen, die in het onfterfiyk deel der ziele voor een Een-  ):( T7 X Eeuwigheid gefchaapen, by de geboorte het gevoel van Gods vrye uenadeieere hebben verkregen , die den adem des levens van Gods we_gen in d.e omiavser.is in de baarmoederhunner godvruchtige Moeders hebben voelen werken, als de rommelende ingewanden ontroerde door de fnikken, die, onder het uitboezemen van dankbare gebeden , de ziele beroerde. Duizenden ^ tienduizenden , de duizenden verdubbeld zyn 'er nog, die hunne kniën voor den Baal der Melaadche Vrygeestery deezer da^,en niet geboogen hebben. Ontelbaar is bet getal der gener. dienog door den gewetensdwang, nog door list vao valfche Propheeten en Phaiifeën njet vervoerd zyn. De misleide meenigte opend de oogen; zy zien den ftinkenden rook van het Vreemd Vuur, dat ihode Korans, Dathans en Ahiravas, op het Godgeheiligd Outer onzer gekuischte Godsdienst hebben aangeftookt; zy ziddren, daar: God alöm de aarde doet beven en opend; daar de Aetna's loeijen ,en de Vuurbergen vlammende wolken uitwafemen, die over onzen Dampkring zweven, om die G'od verzaken te doen fidd'ren. — Kom dan, ö Nederland! herdenk aan hem, die u uit de diensthuizen der Afgoden en Tierannen verlost heeft! Gedenk aan onzen God, zynen Moses , owen Aaron , uwe Josua's , uwe Gideons , uwe Richters, aan het Huis Davids! Gedenk aan Alle, maar ge-, denk ook aan den grooten Maüiuts! Wy gedenken aan den Held! aan de Bevestiger onzer Godsdienst en Vryheid! Onze dankbaarheid heeft hem een Maufolé by Vader Willems graf gefticht, en in ons hart ftaat zyn Luister heerlyker geprent, dan op de blinkende Marmerfteenen; in het Spaansch Escuriaal, op de Bloedrode Jaspis-Zerk, de Koninklyke naam van PHLiPSdenTieran : luisterryker, dan de Tombes der Helden, die in het Campus Martius te Romen, of by deMuurenvan Babylor,, Carthago, Sparta, Athenen of Mycenen, ooit aan haare Vetlosfers en Helden hebben doen gedenken. Laaten de Volksberoerders, de Godtergers; laaten die Heidenfche Faunen en Boksvoeten, daar zy onbefchaamd de ongsbonde Vryheid op valfche rieten en opgeblazen kalfsvellen py'pen, en de Evoë's der dolle Vryheid juichen; laaten die, in hunne woeste wouden , de Capelliaanfche en Barneveldfche Termen en Bosgoden oprechten, en met haare dolle wynpapinnen op fchaamtelooze Bachenalen dansfen; wy , wy zullen U, ö Maurits! vereeren, en U nagedachtenis zal' K 3 in  x 7? n in de gedenkfchriften der Helden, by den groten Frederik onzer Eeuw, uwen Naneef, nog leven. Ach dat Willem de Vyfde, nu in deeze dagen uwer gedachte, nu de Eeuwen de daden van Maurits billyken! — Wy hebben eenen Willem, eenen Fredrik, eenen Hendrik, gave God ons eenen Maurits! mogt zyn naam ten minften by zyn Genacht leeven; wie weet of'er geen zegen zal voortkomen uit die heerlyke naam, die men uit een vernederende Politie, of uit vrees voorde hatelyke Factiën ftil laat berusten. — Wy eisfchen het om der dankbaarheid, om der zugt tot de nagedagtenis van den groten Vryheidsheld. —- Dan de drift vervoert my; ik zwyg, want de tyd fpreekt: de tyd, ó ja! doet'sMans Luister groeijen, daar die zyner hateren daalt. Na ruim anderhalve Eeuw, doet ons de tyd zien, dat Maurits wys en getrouw gehandeld heeft. Men vraage het der Oost- en Wester Maatfchappy, zou deze nu nog haar Oprichter niet wel weder wenfchen ? — De tyd is onzen Leermeester geworden; die heeft ons onderwezen, ondanks de verwoesting die de Barneveldfche Factie nog te weeg brengt. God Almachtig, de alziende Vader, by wien geen tyd is, nogfchadu we van omkeeringe, zal door zyne oneindige wysheid, in de bepaalingen der tyden, door 7a Helden Nazaat Willem V., ook, na zyn wys befluit, wel toonen, dat zyn arm niet verkort is, om de Beroerders van Land en Kerk, de Leeraars van eigen gerechtigheid in dit zyn Nederland te ftraffen, en den Regtvaardigen recht doen. Vergeef my, Burgers, deeze myn hartberoerenden uitflap; het overtuigt en overkropt geweeten dwong my. — Denk niet dat ik dweep: neen, ö neen! ik ken myne gebreken , en heb deswegens met niemand te doen dan met God en myne Geloofsbelydenis; dit is myn Eed geweest, en dien moet ik als Christen houden: zoo ik nu dwaal vergeef my, daar ik recht heb hoort my. Derhalven treden wy weder ter zaake. —— Na dat dan, fints het jaar 1618, de Stad Leyden wederom adem haalde, zyn 'er verfcheiden ingeflopen gebreken verbeterd; dog het fchynt dat na die tyd de Regeering al wederom niet vry is geweest van den aanval van onrustige Geesten en Calumniateurs: want na dat A°. 1618 by de Vroedfchap expresfelyk geeoncludeert was, omme in geerier mannieren om eenig ampt, officie, of dienst te verzot' ken, zoo heeft twintig Jaaren daar na, de Regeering zig beklaagd over Calumnien, en hebben onder eikanderen geformeerd  X 79 X | forrneerd eenen Eed van zuivering op dit ftuk, te weten I A°. 1638, en dus twintig Jaaren na de Propofitie van Aw. 1 1618. — Hier op merk ik tan, dat zeer waarfchynlykde i hoofdoorzaak van de Calumnien, waar over de Regeering zig beklaagt, en waarom men dit A°. IÓ18 in opmerking I nam, enkel en alleen is toetefchryven geweest juist aan I die Factie en haar overgebleven kwaad zaat; en dat wel om deeZe redenen. Eerst: dat dit misbruik, naamlyk om Ampten, Officien, of Diensten te verzoeken, of te doen verzoeken, beftaan heeft voor de verandering, die Maurits , met goedvinden ( van de Magiftraat, maakte; want de verbetering volgde tevens: en dus volgd hier uit, dat dit misbruik beftaan heeft onder de Loevefteinfche Factie en de oude Vrienden van Barneveld, die tevens met dit misbruik van 't kusfen raakte, en hy en zyne medeplichtigen van kant. Ten tweede: blykthet, dat het gemelde misbruik, of 1 weder bedektelyk indoop , of dat de party, dewyl Maurits reeds overleden was, en gantsch listig aan de i ooren van Fredrik Hendrik floot, dat deeze een hlaetn II zogten te leggen op Leydens Raad , om dezelve , het zy :) dan door gefingeerde Calumnien, van eenig Misbruik te ac- cufeeren, om daar door weder op't kusfen te koomen, by eene geproponeerde verandering onder Fredrik HENDRIK , het welk echter zoo vlot niet gelakterzoo dat wy meenen wel ! te mogen ftellen, dat de Eed van zuivering, door de Magiftraat van Leyden diestyds gedaan, hier van oorfpronklyk ; is. Hoe het zy, deezen Eed is van een zoo fterke kragt en inhoud, dat men alle goede trouwe zoude moeten ter zyden ftellen, indien men de Regeering van die tyd verdacht hield, voor 't geen de Laster daar op vitten zoude. Ten bewyze althans drukt zig de Regeering dus uit: Dat zy, zederd eenige Jaren herwaards is bekladdet, ende gecalumnieert geworden in allen fchyn, als of niemand tot eenige Amten, > Officien, of Beneficiën, die by voorfchreve Regeringe ftaen begeven en konnen geraeken, als door giften, gaven, en diergelyke Corruptien ; alles tendeerende tot krenkinge van de behoorlyke Auétoriteit, die de ziele is van de gemelde Regeringe: Ende daar over voorgeflagen zekere Middelen, door dewelke men meint dat deeze Re-  X 8° X :Rtegeringe van diergelyke Blasphemen, énde C*. lu'mnlen betfryd, ende den qualyk fprekende luiden', <^ien aangaande den mond foude konnen geitopt worden," een eïnde de grote Vroedfchap deézer Stede, ,haare' goede Confideratien over dat fulSjeö: zouden gelieven te openen. Hier op heeft de Vroedschap NB. BURGEMEESTREN bedankt voor haar góéde Zorge, en hebben, na rype deliberatie, gezamenttyk eentn Eed gedaan van zuivering, en •tevent vnn verbintenis voor het toekomende. Kom nu eens hier, gy Heer letzer! antwoord my, of ■ hier-niet'een overtuigiyke blykis, van de noodzaaklykheid van htf Burgeraeësterlyk gezag, om voor de Eere der .'V-roédfchap ts-waaken-, tegen CaCümniateürs en BlasPHüMEülS? Steek uw-hand in uwen boezem, en voeld of u k harr'mer kiopt van alle die Calumnien, die gy met een fipeenentöng in'uwe Iet zen, in uw Janus Liberius tegens de Regenten en Burgemeesters uitbraakt ? Veelligt behoord gy tot de Vroedfchap, of gy hebt 'er invloed in: Lees, hid'tk u, deezen mamielyken Eed vanzuivring; gy weet dat'ze-'in de Handvesten van van Mieris ftaat. — Lees ze eens , en i-nd-r/iek uw hart, of gy en eenigen van uwe -aanbangelingen, nietdoor verzoeken, giften, of gaven, ja door doen verzoeken van uwe Kwartiermeesters, om VrOedfchapsplaatfen.Ampten.Officien, of Bedieningen voor nwe Factiën gefmeekt, ja gedwongen hebt? — Gy verftaat my hoop ik ? — Zeker gy zult my wel verftaan; 4- en of dit niet en waare, hooi: Ik meen hieruit te kunnen betoogen, (ik zfel 't woord' Aristokratie niet bezigen, gy moogt fomtyds één öntydfge fchrik vatten,) ik meen, zeg ik, hier uit te mogen betoogen , welk eene waardigheid het Burgémeesteilyk-Gezag, ende Eensgezindheid eener alfints getrouwe Y'roecfcbap heeft, onder en met hetStadhouderlyk beftuur; immers op het afweeren van omkopen en onnut verzoeken.om ^mpteii, enz. en — en om het afwyzeri en fuprimeeren van ontydige Cabalen, Requesten en Projecten, tot fcheuring in de Burgerftaat, en — eh tot beteugeling van de Heerschzugt vanfommigen, die de heilige geheimen van de Raadsvergaderingen tot verkeerde oogmérken en —.en — enz. Ik zal het aan die 't vatten kan overlaten. — Ik vervolg — ( Het vervolg in NQ. 11.) Te Leyden, by J. PÉRK, en verders alom*  D E LEYDSCHE STEDEMAEGDj ENZ. N°. ii. ( Vervolg van N°. 10.) X Ja dèezcn Eed van zuivring en het vastgefteld Regee*" " IN iings-Reglement, fchynt alles zoo al iri zwang gebleven te zyn tot na de dood van FstEDlUK hendrik; zoo dat men, na de Munsterfche Vrede A°. 1Ó48, een weinig adem haptoV, en eindlyk onder Willem de tweede binnen Leyden wel te vreede was; totdat, na de dood van deezen Prins , de Loeveftei niche Factie het hoofd wederom begon opteltektn; en men eindlyk, ten ryde van J.de Wit, aan Willem de Derde, geduurende zyne Minderjarigheid, alle» on-iermynde en eindlyk ontnam: zoo dat A°. \1> om van 't Eeuwig Edift , enz. niet te fpreken, onder dat beftuur zekere Acte van Indemniteit, ingewikkelt zoo veel ais nu'ongeftrafte Drukpers, voor de Edelen en Steden , enz. wegens voorfteilen en verhandelingen in de Vergadering van Haar Ed. Groot Mogende, enz. wierd ingevoerd , re vinden in het Handvestboek van van MIERIS. — Over deeze Acte van Indemniteit zoude veel te zeggen zyn, en aan onzen letzer zou hier van ons wel eenige gewichtige Vraagen kunnen gedaan worden, over de Indemniteit van onltrafbaar alles te mogen zeggen; wat men wille, en alles te vervolgen wat tegenfpreekt. Dog wy zullen dit almede voor de.n fchrandren, die de Historiën der tyden van Jan de Wit, Cromwel en lodewyk de Veertiende kennen , overlaten; die Copyen zyn de levendige fchilderyen onzer ^agen. — Wy treden liever op den Triurr.phwaigen van Willem de« derden. — DeezeVorst A«. 1672 in zyn wettig StadhouL dei*  ):( ** ):( derfchapA0. ït^herfteldzynde.herfteldeinigelyksde Regeering déf Stad Leyden; in een tyd,datderzelver Manhafte Burgery, de Academie-Jeugd, Vrouwen, Jongens,al wat maar konde, zig gereed maakte om de Franfchen, die reeds tot Bodegraven en verder ftroopte, te keeren, en de Stad te verdedigen, ja nieuwe Bolwerken maakten, tot dat de groote Willem den Derden hen verloste. Zynde dit na de Derde Oranje Prins geweest, Medeburgers die uwe Stad en Burgery, en het gantfche verlooren en verkochte Vaderland geted heeft _ De verandering in de Regeering, die hier op volgde, is by wyze van een Brief gefchied; zy is te merkwaardig om hier op niet eenige aanmerking te maken. Althans het is buiten de aanftelüng der Regeering door Willem dbn Lersten, het tweede geval, waar in ik mentie gemaakt Vinde van een verzoek, van of door de Burgery : en dewyl dit ftuk ons dan ten klaarften aantoont, dat de Princen Stadhouders de ftemme des volks, onder het gelegitimeerd gezag der Overheid, gehoord, en derzelver gefundeerde Eisfchen bevestigd, de ongefundeerde afgeweezen hebben; zoo zal ik ook eenige voornaame Exerpia daar van aan myne Burgers en Broeders mededeelen Op den 21 September 1Ó72 , fchreef Willem Hendrik, Prince van Oranje, &c. &c. &c. eigentlyk Willem den Derden, aan die van Leyden: Doen te weten, dat wy in deze bekommerlyke tyden niet meerder ter herte neemende, ais dac de refpeftive Steden der Provintien, onder ons Stadhouderfchap reforterende, mochten worden gebracht in fodanigen ordre in de Regeringe, waar door derzelve ruste en voorfpoed werde geftabileert; En befpeurende, loo uit de Requeste op den NAAM van de GEMEENE Ingezeetenen en Borgeren der Stad Leyden, als uit de refcriptie der Regenten , daar tegens , aan ons overgelevert, dat in de voorfz. Stad foodanige verwyderinge was ontftaan, waar door wy van onze goede intentie werden gefrustreerd, hadden wy tot ruste en welftant der voorfch. Stade, op den elfden defer lopende Maant, by provüle in hunne.  5* ss X I ne bedïenirtge gecontirueert vyfentWintig per! soonen, uu het Lichaam van de voorige Regerinfj ge, die in eene nominatie van tachtig ons by de | zelve ingezetenen overgelevert waren gedespiI ceert, benevens den Penfionaris , ende Secretarisfen, en dar rer tyd en wyjen, dat op het rap1 port van onfe aldaar te fenden Commisfarisfen , l finalyk, omtrent de Regeringe der zeiver Stade 1 foude wezen gedisponeert. Vervolgens, op den 19. dezer lopende Maant, li door presfante affaires ons peifoonlyk in de Stad j Leyden niet konnende laten vinden, hadden wy aldaar gefonden AelbrechtNierop , oudfte Raad , in den Hove van Holland, mitsgaders Johan | Wiertz, onzen Raad en Rekenmeester, dewelke 1 hun op alles exaftelykken gedragen hebbende laI ten informeeren, en aan ons geprefenteert, als , op de fes artiekeïen aan die van den Gerechte van Leyden, uitnaam van de Borgers en Ingezetenen voorgeftelt, doch tot onfer dispofitie gelaten, j goedgevonden te disponeeren als volght: Voor eerst inhererende , als noch, onfe proI vifioneeledispofitie van den elfden dezer, nopende I de vyfentwintig perfoonen, als doen tot Regeni ten aangeftelt, en die Converterende in een finale I dispofitie, verftaan wy dat defelve fullen blyven I gecontinueert, gelyk wy Cóntinueeren by dezen, naamlyk, &c. Hier op volgen de naamen van de opgenoemde vyfenI twintig, dewelke vervolgens gefupleert worden tot veertig 1 Vroedfchappen, en'dus na de oude Stads Privilegiën. Om nu deeze Regeeringsbeftelling wederom aan den ; draad van dekloen, die wy ontwinden, vast te knopen, lette men, dat Willem den Derden diestyds in dezelve i critique omftandigheden was als Willem den Eersten; want de Vyand was nog digt by ; de Verraders in t Land ; de FaQie van Jan de Wit had overal, en byzonder binnen Leyden, onder de Regeering aanhang, byzonder Meh % ö^  X *4 >C öetekenaars van 't Eeuwig Edict; de nood en't gevaar van 9t Land vorderde zyne tegenwoordigheid elders; het volk van Leyden had de oogen geopend, en drong fterk aan, gelyk genoegfaam ook alle de Steden der Unie, dat de Regeering vj. ranrierd, en het hollend paard der heerscli- zugtige de Witten tnochte gebreideld worden; des de Prins eerstprovtftoneel, op den 17. van September, 25 ^ Regenten aanftelde; en, wetende der Stede-Recht, heeft dezelve iliico 10 dagen daar na, te weten den 21. September, na genome naauwkeurige Infurmatienuoor Aelbrecht ^ÏMierop en Johan Wiertz, aanfionds de Veertigen voltallig gemaaKt, en dus voldaan aan ótads Privilegie Maar het opmerkenswaardige is, dar ook deeze aanftelling, even als op den 16. Oöober 1574, op verzoek van de gemeene Ingezetenen en Bwgerengefchied is; met dit onderfcheid, dar diestyds, te weten A«. 1574, uitdrakiyk genoemd worden, Hoofden en Principalen, zoo van de Magistraaten, als van de Schuttery en Burgert., enz. (zie N° 7. bladz. 52 hierboven) daar hier genoemt worden, Ingezetenen en Burgeren; waar uit dan blykt, dat 't het gantfche Lighaam der ingezetenen, en dus een legale Volkftem en Unanimiteit was ; en waar onder wel degelyk alle de Collegien van Ingezetenen, van Burgers, en geenfints de Krygsraad, alleen een gemeene, en geen afZonderlyke zaak maakte. — Alleen had 'er nu A"\ 1Ó72 plaats, eene verwydering tusfehen de Ingezetenen en de Regeering; want hier word gemeld van eene refcriptie der Regenten daar tegens : en 't welk aanmerking verdiend, was, dat door de Ingezetenen overgeleverd was eene Nominatie van tagtig perfoonen , waar onder de opgenoemde vyfentwintig perfoonen van de voorige Regeermg waaren g^fpecificeert, benevens den Penfionaris en Secretaris; waar uit dan blykt, dat de verwydering voornamentlyk beftond tusfehen de party van 25 Regenten, die de meerderheid uitmaakte, en tusfehen de 15, die de minderheid uitmaakte, en door de Ingezetenen nietgefpecificeert waaren. Welke fpecificatie al wederom zyn oorlprong had, eerst uit de gemelde faftiezucht, maar wel meest uit zes Artikelen, waar by de Ingezetenen herftel verzochten; en welke Artikelen, zoo als wy boyen gemeld hebben wegens Anno 1748..N0. . bladz. . de goede en noodzakelyke, die vervallen waaren, herfteld; de onnutte of ne*  X s5 X nog niet oirbare, of verworpen, of in overweging gehouden wierde.j; terwyl het hier een zeer aanmeiklyk bewys opieverü, dat de tCrygsraad hier niet óp zigz:lve, nog als geene Cabaal op zig zelve, den Piince en de Regeering verzogren, maardt ingezetenen, het volk ongefpecificeèrt wje< _ Men had 'er echter goede en kwade distir.Qien: de goeden waaren voor de Continuatie van den Hoofdfchout Wouter, van Landschot, (wiens nakroost nog heden by de Echte Leydenaarcn in zegen is,) ook dep Penfionaris en Secretaris. i) Wegens de zes Artik-len: bv- herflel der Schuttery, ' en de vrye keuze der Kapiteinen by de Officieren van ieder Compagnie, tot tvjeeperfonen te nomineeren en kiesbaar by den Gerechte. Zoo als nog ten a) De Artillerymeester te kiezen by die van den Gerecht te, dog niet als uit bet Collegie der Kapiteinen. ^ De Artikelen daar de Prins op difficukeerde , waaren: 3) Omhet Boetegeldonder deBu>gerste verdeelen^twelk als niet toereikende, ook niet geaccordeerd wierd. 4) Eenige Bezwaaren, rakende (Je begeeving van Ampten; dit wierd eenigfints gelimiteert, door afteflaan 't geen ftrydig was met de Privilegiën van den Lanr de maar te bepaalen, dat geene Ampten mogten begeven worden dan aan Bo-rgers ende Poorterr.' , 5) Het weeren der Remonliramfcbe Religie, in het boUr wen van eene Kerk, V welk de Regeering aangenoomen hebbende, bleef dit ter har er dispofitie. ff 6) Het affckajsn der Dagwagten, na goedvinden van NB.deH?:geerliNDE Burgemeestren, en praajabli Communicatie van Kapiteinen. Op deeze byzonrierheden komen de opgenoemde Artikelen neder: waar op wy geene andre aanmerking te maken hebben, dan - lar hier al wederom manifesteert het opj pergezagd.fr Rurgemei-stren en die van den Gerechte, over JêELECTIE uit ie NOMIN ATIEN der Kapiteinen, en vervolgens de DIRECTE BEVELEN overdeSCHUTTERY, in name en reprefentatie der STAATEN en STADHOUDER, als Kapitein- Generaal, enz.; en'er. ftaat duidlyk by: om dat de Remonflranten het hoofd wéder -v^r hadden beginnen optejleken. — Over het geheele ftuk zoude veel te zeggen zyn; dan het expliceert zig zelve duidelyk genoeg, naamlyk: dat ook al wederom in die dagen, L 3 de  X 85 X de Eendracht door het Huis van Oranje" moest herfteld worden; gelyk ze ook werklyk herfteld wierd, en inzonderheid A", 1674, genoegfaam de gantfche Unie, op zeer hechte Pylaaren gefteld wierd. Dog helaas! fints de on-X' tydige dood van den Roemruchtigen Willem den Der«j. den, dieA°. 1702 voorviel, zyn aan 'twanklen geraakt; >£, en, 6 bitterheid ! thans door de vereenigde Barneveldfche '' en Wittiadifche Factiën, uit den fmeulenden asch van een bedekte koolmyn van 184 Jaaren , ondanks de verheffing van Willem den Vipeden, en de zucht tot Eendracht van zynen Zoon Willem den Vyfden, in ligte laaije vlam uitgebarften; dog zoo wy hoopen, en vast vertrouwen, (als overtuigd van 'sPrincen trouw, en de Rechtvaerdigheid van 's Volks goede zaak, inzonderheid die der vertrapte Leydenaaren,) zoo zal deeze helfche Koólmyn Weldra zoo uitgegraaven en uitgebrand zyn, dat het zwart gewelf dier Spelonk, vol addergebroed, eensklaps zal inftorten, en de asfche de folpherdeelen de bloedgierige ©ogen zig van leepögigheid zullen doen blind kyken , op de blanke Deugd van Oranjes en Brandenburgs Luister. Dit in 't voorbygaan, zoude ik nu voort kunnen overfpringen tot de Regeeringsform van A°. 1748, en de gevallen van die tyd; byzonder om dat wy hier onze flagorde tegens den letzer zullen moeten aanvoeren, en pm zoo te fpreken , ons hier boven gefchaard Pnvilegieleger doen werken : vooral zoude ik het geval van den Hoofdfchout H. Brouwer hier kunnen doen volgen, om de eerlooze aantyging van den letzer te ontzenuwen; maar om dat ik de gevallen, die daar na zyn voorgevallen, tot bewys nodig heb, dien ik aehtte flaan op de aanmerkelyke omftandigheden, die'er bekend zyn, fints de dood van Willem den Derden, en de verheffing van Willem den Vierden. — Wy zouden ze liefst laten berusten, maar om dat wy reeds befpeurd hebben, en nu weeten, dat den letzer 'er op loerd, en ons zoude kunnen verwyten yan eene al te fterke partydige Aristokratie voorteftaan, zoo zullen wy met vrymoedigheid deeze delicate zaak, zoo onpartydig en tevens eerbiedig trachten te behandlen, als het aan een getrouw, eerbiedig en onderdanig Burger past. Dan daar ik reeds hier in getreden was, komt my in handen de Leydfche Courant yan den 23» Augustus., behelzende  X »7 X gende zekef Request Memorie tot Adfiruktie van zeken Rtqueste, ingelevert by die van de Groote Vroedjcbap der Stad Leyden, door den Krygsraad, mede op fpeciaal ver» zoek van een aantal Subalterne Officieren en Kwartiermeeflers der Ed. Manb. Schuttery, omme geen algemeene belasting , 't zy van een duit pr. Brood, 't zy anderfints , op de Burgery te leggen, ten zy alvorens alle mogetyke middelen van bezuiniging en verbetering van Stads inkomfïen zullen beproeft zyn; enz. 1— Dit Stuk dat alle de tekens draagt dat het weer een Meefterftuk is van medewerking door den Listigen, Woelzieken en Heerschzugtigen Letzer, kan ik niet voorby, om hetopdentoetsfteen der waarheid te brengen, en vooral uit hoofde der directe verdraaijing van oude Privilegiën, (waar van ook eenige reeds in onze Stedemaegd ge voegt zyn) het zelve te ontzenuwen. Wy vinden ons des te meer hier toe aangefpoort, nademaal wy het van onzen Plicht achten, om de Burgery tegen de arglistigfte Praktyken tot aanporring, om tegen haar Regeering opteftaan, te waarfchouwen. Ter zaake dan. —— Het geheele Stuk te uitgebreid zynde, om hierteplaat, fen, en dewy! de Courant in ieders handen is, zoo zal ik het maar, zoo kort my doenlyk is , in het hart tasten; ten dien einde zullen wy eerst al die mooije redenen van inleiding en het Primo onderzoek, tot op het laatst laten berusten , maar direct dien fynen Schaerlaken Fabrikeurs en Vry-Corps Bloedmantel ter zyden werpen, op dat wy die waaie geestgefteldheid, vaneen zoogenaamd Vry Volk, en¬ de Jabroers der misleide ivrygsraad, m nun armoedje kunnen vertoonen; ten dien einde zal ik eerst dat pretense Recht vau den Krygsraad, om ten deezen werkzaam te zyn , eens beprokven; dit is dog de fpildaar het alles op draaid; dit is het poinct dar den Adllruant van het Request wel gevoeld heef: dat hem bezwaaren zoude; want na alles zoo mooi vooigekaakelt te hebben, tot welvaren der Stads Fabnehn, Stads ■Finuntien^ -enz. zoo zegt hy: Wy vinden om de delicatesfe van dit fiuk in quastie, en om alle verdenking te ontgaan, als of wy ons ergens zochten ïnt'-dringün , waar toe wy geen bevoegtheid hadden, gefchikst dn poincl wat omjiandger dan anderfints zoude nodig zyn te behandelen. Deeze zelve beweegreden permoveert ons ook, behalven dat wy van ons geene yerfchoonin^ behoeven van ver-'  X M X . vermoeden om ons ergens in te willen dringen. Jujgt deelen wy hierom o-)ze reffeXfen vry moedig n.^de in tweën dog ftellen voor hei iaatfte het eerfte: te wetten, ,iat ik zal bewyzen, datthfRequestraiiten en zyn ui gale Krygs» i raad, geen Recht ter waereld hebben, om zig mee det Steden belastingen, of andre zaaken te bemoeijen. Voor eerst is de ftelling volkomen valsch ; te weten, dat de i Schuttery, om dat zy mgefleld is tot beveiliging der rust en : veiligheid, dat het dan van zelve fpreekt, dat de Hoofden \ der Schuttery verplicht zyn. omn-.et alleen werkfa^m te zyn, Wanneer de rust en veiligheid Juidtlyk geftcori is, en dat zy 1 wy ders gehouden Zyn, hunne bekomrnernisfe te openbaaren,, Zoo dra zy op goede gronden. gelyk in hei tegenwoordig ge* ■ val, oordeelen, dat die rust en veiligheid zoude kunnen gefoort worden. Tweederlei punften zal ik hier tegenfpreken: te weeten ( i) Dat 'er volftrekt geen verplichting,, ja zelfs geen vryheid is, die de Schuttery, of de Hoofden i daar van machtigt, om hunne bekommernisfen voortedraagen in zaken buiten de Schutterlyke wetten. Ten andren,, dat het voorgeven als of de publieke rustduidelyk geftoort Is, door de pretenfe geproponeerde belasting, vplftrekt B valsch is, en dat vervolgens alles eens gefuponeert waar- fl 'heid te zyn, (fchoon het van de zyde van de Magiftraat en ftiile Burgery volftrekt onwaarheid is;) dat dan noj, de | Ktygsraad zig daar nog in 't geheel, nog ten deelen/ais i Krygsraad geconfidereert, niet mag bemoeijen. Ten be« wyze dat dit ons gevoelen niet alleen fteunt op de Keuten en Privilegiën der Stad, maaf ook op het Advys van den Afgod der Vryheidszoonen en het heilig Orakel van de Amfterdamfche IS'aamenzweering, de Utrechtfche en Dordrechtlchen Befchermheilig, de Confucius waar na de Chineefche Bedevaarten op de Garnalemark t gedaan worden, i {Het vervolg in N°. 12.) i NB. Den Leezer zy bericht, dat in de volgende Nummers 12 ën 13 dit Stuk zal verhandeld worden, of zoo 't gevoeglyk kan gefchieden in een dubbeld Nummer werden uitgegeven. Dit Blad word 's Weekelyks met een N°. a 2 Stuivers V vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by \i J. PERK, en verders alom.  Ö E LEYDSCHE STEDEMAEGD, ENZ. N°. is. {Vervolg van NQ. n.) Na dat het fchadawbeeld der Leydfche Faètien,Mr.JoHAïi van Oldenb a rne v£ld,die zig aldus, volgens Hooft, ten aanzien van de gefustineerde macht der Schutteryen, uitlaat, in het geval dat de Utrecbtfche Schuttery, (zoo als zy helaas! zig nu weder te buiten gaan,) zig een gezag aanmatigde, om niet alleen het Stads, maar het Staatsbezvind te dwingen, na hunlieder caprice van Volksrecht, het geen, ten tyde van Leycester, (die ook op den val van Maurits van Oranje en Nassauw doelde,) in v geval van den Staatsman Buis exteerde. Hoor hier Heer Adflrueerder! Hoor hier onbezonnen Krygsraad en onbezonnen Kwartiermeesters! wat uwen heiligen Barneveld zelve zegt! Ik zal het hier nu in 't breedeuitfchryven, uit Hooft, Nederlandfche Historiën, om dog de Burgeryen, zelfs die van Utrecht, de gevolgen voorteftellen. Elk weet, zegt Barneveld tot Ly cester, hoe althans de Burgerhoplieden, c;n Predikant MODEÏ, en hunne aanhangers , fmytende alle orders, voorrechten, en vrydommen omveere, ten hoogjlen beWinde zyn ingebrooken; deeze hebben he; injlellen van 'tfchrift, nopende de opperheer•fchappy; deeze het overleveren van zelve aan uwe Doorlugtigbeid doorgedreeven, en 't volle geZag over een zaek van 't allergrootjte gewigbt aan zich getoogheh: daar zy wettelycker wyze, niet vermoghten de handt eens aan stoffk van Staet te slaen. Deeze hebben, BUITEN FORME VAN RECHTE, buiten kennisje van uwe Doorlugtigbeid den PerfoonvanPAULUS BUIS aangetast, en hem', eenen M langen I-  ):C 90 >•( Jangen tydt, in hechtenis gehouden, hoewel hun niet geoor- looft is C uitgezonderd zaeken die de wacht betroffen ,) iemandt ter waereld, veel min eenen Raadsman van uwe Doorluchtigheid te vangen; van hun, komt her het uitzetten van zoo veele eerltke, aanzienlyke, vroome Rersoonen, beproeft engekent voor oprechte beminners des Vaderlands, Ernjlige Vyanden van den Spanjaerd en t Pausdom. Dezelfde Hopluyden en hunne Medtgenooten, hebben zy in bun wanfchiklyk bedryf, zich anders aangesteld, dan of t huntoecwaome, over Hollandt ende alle naabuurlanden te heerschen, rechtspraak te doen , en gezach te voeren ? Wie doch anders dan deezen hebben uwe Doorluchtigheid biweegt, tot fcbryven aan de leeraars der kerke van Gorkum, dat zy den Steevoogde Kxeerhaaghen zouden byjlaan? waar over zich de vroome Majeflraat aldaar in zwaar verdriet en bekommering vindt, niet weetendete denken, werwaarts dit beenen wil, dewyl baar de voorbeelden van Uitrecht in 't oog fcheemeren, en eenigbe Stbutters van andre Steeden insgelyks tot gelyke partyjcbappen en by sterheden zyn aangeport. En gemerkt dat, door dusdanighe Zydgangen, de pleghtigbe orde der Regering zaU cmgekeert, en 't gezag rfer Staaten , Majestraaten aan de Burgerhopluiden , en 't gemeine Volk gebragt worden; dat van ligten nog zwaaren , richtsnoer nocht maate, weet : en zonder kennis, zonder oordeel met alle winden waait, enz. Hier op ontfchuldigd zig Letcester , met te zeggen: dat hem Hoor de Burgerhopluiden tot Uitrecht zeker gejchrift, fpreekende in de nederlandfche taaie (Rok zegt, in de Vlaamfche taal) van de opperheerfchappy des Lands Uitrecht optedraagen aan bare Majefleit, was behandigt, enz — Waarop Barneveld hem weder bejegende, en zegt onder andren Dat de Burgerhopluide» die in zaaken van State nog te zien noghte te zeggen hebben , zicb onder winden zoude eenigbe aanbiedinge van dpperheerfehappye te doen: en fulx van hun te ve rd r aghen is voorwaar van tb snooden ghevolg 't Staat hem buiten 'tjluk der Wagten niet vry den gheringflen per loon, veelmin een raadsman uwer Doorluetige Hoogheid in hechtenis te (lellen. ( Zie verder* Hoofd , 24. Boek der Nederl. Historiën, bladz. 194, 195, 196 enz.) - By Bor vind ik, buiten Barneveld , ookgenoemt Doöor Sxlla ca  X *i X en Reinier Cromhout. van Zeeland, Vosbergen, en van Vriesland Comminga. Behalven dat Bor het in eenvoudiger ilyl voordiaagt; daar Hoofd, door zyn hoofdzwierigen ftyl, het wat meer fmaaklyker voordraagt, en wien wy dan ook hier te meer volgen. Kom nu hier. Mynheer Adftrueerder! Kom ga met ons; treed in uwe Krygsraadskamer op uwen Doelen; zet ow eens in de geftocltens van uwe weleer Edele Manhafte Mede-Capiteinen en Luitenants, zoo fchandlyk door uw gehoond, en die met list genoodzaakt zyn te bedanken, en hangt deeze Barneveldfchen Spiegel eens, ter plaatfe, daar op de Propofitie van den Heer Colonel van den Zandheuvel, dato 20. July 1784, by meerderheid van ftemmen bellooten wierd, het Wapen van den Hoofdman BrenDer a Brandis te amoveeren. — Laat diezelve Colonel, met de hedendaagfehe Krygsraad, }n deezen Spiegel leezen deeze woorden: Van hun komt her het uitzetten van zoo veele eerlyke, aanzienlyke , vroome pers0oïjen , beproeft en bekent voor oprechte beminnaars des Vaderlands , Ernstige Vyanden ,,enz. Kunt gy, lees dit zonder wroeging; kunt gy, hebt gy 't hart? Durft gy de Heeren Brender a Brandis.,;j^an Dam, Kuffler, Keun, Pietermaat, als deftige Hoofdluiden en Zoonender Edelen: de Heeren Prins en Willer, beiden Fabrikeurs, die van den draad en de wol ai Leydens Fabrieken bevordren:kunt gy de Heer HaarSMA en VAN der Spoor gedenken, en zonder bloozen in deezen Spiegel zien ? En hoe is uwen handel geweest met andre deftige Burgers? Durft gy ontkennen, dat dit geen eerlyke, afgedankte, aanzienlyke, vroome, beproefde Perfoonen zyn? Ziet, ziet gy in deezen Spiegel, uwe oogen van knaaging niet fcheemeren? Ziet de weerfchynder vergaderde Burgeren, op het gefchonden Plein der Doelen, weemelende tegen de wederkaatzende lichtftraalen, in den Spiegel van uw trotsch Doelenvertrek! Welke vroome, eerlyke, welke beproefde, en voor oprechte beminnaars des Vaderlands, eniftigevyanden van nieuwigheden, en het nieuwe Pausdom van Priestley , Socinus en der Arminiaanfche Kwaakers, hebt gylieden niet vervolgt, en bewerkt, dat zy, zoo als uwen Barneveld te recht zegt, zonder form van Recht, wel beraaden genoomtne befluyt komen, te verzenen; lattende misdtenexpresfelyk ieder Hoofdman der voorfz. SchutZe deNaamen van defodanige, na vooraf hun daarvan vliendelykdogtevens metaUeernst te hebben vermaant en gewaar- fGe°r7b!e\ °pmeekmm' m " b™&» '« kennisfeVanlen En word des gerequireert een dezer Sleede Bodens met de Busfche ter Requifme van dn Hoofdman gequaliLZnen geauihonfeert van deeze genoomene%folutlVfn ^ nartcht woordelyk voortekezen. Accordeert met bet voorfcbreeve Register Heden den 21. Mey 1784 0 ' By My " 4 TSBR AND van D AM. Extraa uyt het Register der Refolutien van den Gerechte der Stad Leyden, Lett. A. In dato XX. Mey 1784. Die -van den Gerechte der Stad Leyden, refledeerende ao ^ de Noodz.aakelyk.beid om alles in het iu?A ï7ÏÏ JP wattotoevordermg van goede order zpude kunnen (Irekktn Deeken te qualtficeeren, om aan Hoofdmannen van den k"vZ gezeggen dat baar Ed. Groot AcbibaTvanll. deel zyn, dat op deNagtwagt dezer Sleede Schutterye ot> geenerbande wyze behooren te worden genodigt of toeL'lal ten eemge andere perfoonen, dan de geene di als wakende Schutters tot de Compagnie, die de Ag, beefi , bTbooren her van alleen uytgezondert de Leeden %an L êZsrZd van de Edele Manhaf te Schutterye dezer Stad ™ygsraaci Accordeert met bet voorfcbreeven Register, Heden den 21. Mey 1784. By My ' ■■ 4 TSBRJtfD. van &4M. En  X 95 X En wat nwe Kwartiermeesters betreft: hier van hebt gy in Ng. 1, 2, 3 en 4 van dit ons blad, airede een kleen Spiegeltje om in de Roef der Haarlemmer Trekfchuit, van uwen Epicurifchen Blacfumeur Jacob Deleman , naast de beeldtenisfen van uwe dierbaare Vryheidszoonen te hangen , gekregenen is dit alles niet genoeg ? wy züUeü uw nog een aantal Spiegels, die wy nog te verfoeliën hebben , bezorgen. Maar zie eerst aandachtig in deezen Batneveldfchen Spiegel, zoo gy zien wilt! of dat gy niet vreest, dat het glas barsten zal van de weerkaatflng der valfche lichtbuigingen, uit uwe vuurige oogen , die zoo onbefchaamd den blinddoek der gerechtigheid van de onpartydige Themis bemorfen. Kom nu en beproef uwe barten en nieren! of gy door my niet overtuigd zyt, dat gy (nu zal ik de eigen woorden van Bor gebruiken,) of gy de Jlucloriteit van de Staeten en uvje weitelycke Magbiflraaten niet ghebragt hebt aan u zeiven als Burgerhopluyden, en 'f gemeene volck om mitsdien den Staet der Landen te muteeren ? Dat is zoo veel te zeggen , ais de Conflitutie te verandren. Beproef verders uwe barten en nieren, of gy niet, even als die onwettige Burgerhoplieden te Utrecht Anno) 1586 , of gy van genoegfaam alle de fti'le ingezeetenen , alle die de oude Conflitutie, ja ook Oranje en de getrouwen der Magiftraat toegedaan waaren, niet als Burgerhoptuyden. formeele party zynde, niemant binnen Leyden ietS zoude durven doen, 't geen ulieden niet eu | zoude weezen aanghe^aam, enz. ( Zie BOR I58Ó. fol. 6^. r^rite Colom ) Zou ook de Heer Mr Brender a i Brandis , niet by Floris Tin , aldaar vermeld , kunnen Vergeleeken worden? —— Hebt gy wyders, eigener Authoriteit, al mede niet i vreemde, onwettige, (al mede volgens Bor, fol 62) opgeworpen Commisfarisfen, omme de ingbefetenen ( uwer I Stad) buiten forme van Recht te Rechercheer en? (te ver| volgen) Wat anders zyn uwe Gecommitteerdens, GeconI ftitueerdens, Leden yan Directie ? En wie anders zyt gy I Adftruand, als hun Leycester ? Mag ik dan, met alle I Eerbied voor myn Overheid, de woorden der Staaten, t der geünieerde Staaten, ook nu, dan niet tegens u Adftruant, u Misleider.myner eenvoudige Burgery, Misi leider van uwe Kwartiermeesters, ja Traiter van myne wettige Overheid, mag ik u niet met deeze achtbaare woorden, die den Soayerein oudtyds den Tieran Leycester toe-  X 9* ' X tdevöegde, berispen? Ja die Leycester, die met dé j Utrechtfche oproermakers diestyds een aanflag op Leyden hadden gefmeet, om de Stad by nacht te overrompelen. ó Gy , Almachtige Vader! Gy, die harten en nieren beproeft , Gy weet wat 'er nu gefmeet word ! Heere , Erbermt Hólland én Zaligt Leyden! Maar mag ik u , ó Misleider! met uwen Kempioen, een andren Modet, niet vragen: Nademaal by den voornoemde Traclate, NB. de Staten bedoelen op bet Traclaat van de Unie en tevens op dat met Leycester, den gbeunieerde Provintien es belooft de ivederoprichtinge ende bandboudinge van de Aucloriteit publycque, dewelckeniet alleen verminderd, maar in ernigt Provintien naemtlyk van Utrecht ghenoegh züecbghenomenis, als blyckt uit deproceduuren aldaerghebruickt federdde laafte vier maenden? enz. Ik vraag uw, gy allen myne Medeburgers! Ik vraag het Vyanden, of Vrienden, of zy na dit alles niet, zoo klaar als den dag op den middag fchynt, ir Luce Meridiana Clarius, overtuigt zyn, van de onbevoegt- p heid der handel des tegenwoordigen Krygsraads? Ik geef j het aan uwe vrye beöordeeling over, Achtbaare en Mede- I burgers! Helaas onze misleide Jongelingen worden ter flagt- ; i bank geleid, en het gefchrey verheft zig by Moeders, , Vrouwen en Maagen! ö Myn Leyden! myn hart krimpt over uwe misleide Ingezeetenen ! Maarogofhet volk hoorde? ik riep uit de keele en hield niet in. — Maar moet ik zwygen met de mond ? ik zal niet zwygen met de penne. ij De Adftruant fpreekt van het Graaflyk beltuur, en van \ de Privilegiën van A«. 1477, die van Aartshertogin Mar- j griet a°. 1511. Juist apropo voor onze zaak, om dat i •wy in alle onze Nummers en de nog te volgene, dezelve ( haauwkeurig voordraagen, en den oorfpronkelyken inhoud den Burgeren mededeelen; daar onzen Adftruant ze door een haspeld, zonder te durven, ja zeker niet te durven den waarachtigen inhoud te melden , en dus als een Charlatan maar zegt: Probatum est, ego fum Medicastrioticus: zie BoeriÏave, van Zwieten, Galenüs, ja Hïpocrates zegt het, fchoon den hals niet eens weet wat een Aphorisma is: juist zoo gaat de Meester Adftruant ook te werk: van :MiEius zegt het, fchoon hy van Mieris nietverftaat, of niet wil verftaan hebben; wy zullen 't bewyzen, Hy raaskalt dus: (Het vervolg in NJ. iq.) , Verwagt aanftaande WOENSDAG nog een NUMMER. Te Leyden, by J. PERK, en verders alöm.  D Ë LEYDSCHË STEDEMAEGD* ENZ. IN°. 13. {Vervolg van N°. 12.) TJ/ahneer ten tyden van hét Graaflyk beftuur, de Vroed1 fchap werd by een geroepen om te raadplegen over de • Belastingen, die door dm Graaf gedaan werden, zoo was dat Cotlegie niets anders dan zekere gekwalificeerde Burgers, die voor de belangens des geheelen Burger ftaat s zig intresfeerden; zoo als wy vinden by Frans van Mieris , in zyne Handvesten en Privilegiën. , Dit is althans de eerfte Logen en de eerfte Falüteit; want de Graaf deed nooit geen belastingen, nog fchreef : die uit op der Steden privé huishouding, fchoon hy het,' '1 na 't gevoelen van eenigen, als Souverein konde doen ; ; i om dat zy fustineeren, dat een Graaf Lyfeigelyk Recht had, zoo als, by voorbeeld, het Prima? Nodis: dog dit zou wat ver gezogt zyn, het bekwam Graaf Floms zuur ■\ genoeg, 't is integendeel dog bevestigd, dat de Graaf deed Bede, en verzogt zekere fomme in geld, of fchilden zoo men 't noemde, en liet wyders de forma en de wyze om die optebrengen , aan der Steden Magiftraat; gelyk hy ook even zoo Manfchap ter heirtogt eischte. Voorts fpreekt den Adftruant van een Collegie van Vroedfchap , als van altyd uit het Volk intermediair; daar dit Collegie als Vroedfchappen niet beftaan heeft voor A°. 1449; maar ja naderhand, toen dat Collegie van Vroedfchap nader wierd ingericht en bevestigd door de Graaven; toen wierd het gefticht uit gekwalificeerde, eerbare, notable, ryke Burgers, en dat was natuurlyk; want waar uit waaren zy anders te i kiezen, als uit notable , braave Burgeis: en ook hietotn N örrt"'  X 98 X ontkennen wy haarlieder recht tot verkiezing in eenige gevallen niet, als de Magiftraat die- eischt; maar de abfur-, diteit der gevolgtrekking, naamlyk, om dat de Vroedfchap uit gekwalificeerde Burgers is gekoren, dat daarom elk wie w^l, en de Illegale Krygsraad daarom ook gekwalificeert zouden zyn. Ik tart den Draaijer, dén Misleider myner Burgery, dat hy my in de Handvesten van van Mieris, hier van een jota toont. — Maar tot zyn tweede nog grover Logen. Hy zegt: en daar dit Collegie geenjints permanera was, en befwnd uit een onbepaald getal perfoonen. Uier fpreekt hy wederom van een Collegie, en even hier vooren van gekwaüficcerden; enhy v,oegt'er by, dat het, beftond uit een onbepaald getal perfoonen. ö Mifererel 6 Lepidum Caput I Zeg my, zeg my, ik bid 'er u om: ik btloofje een zoetemelksplakje, als gy my aantoond, dat 't in de wyde Waereld ooit beftaan heeft, beftaat, of beftaan kan, een Gekwalificeert Collegie van een oneepaalt getal persoonen. ' Collegie, — Collegieman, en dat van een onbepaald getal perfoonen; dat is van den fimplen Hoilebeek af tót den fchrandren toe, alfefaam Collegiebroeders, zonder Collegie. Immers beftaat 'er nimmer een Collegie uit een onbepaald getal perfoonen, maar uit een Vergadering, Genoodfebap van bepaalde perfoonen op tyd en plaats: het werd eigentlyk oudtyds uitgedrukt door Veemfchap, zoo als men te Amfterdam dit rog bezigt by de Pakkers, die tot een Veem behooren. — Een blaauwe en witte hoedeveem, Heer Adfttuant, hoort gy tot bet Pluimioenveem. — Maar dan volgens u fystema , beftaat het gekwalificeert Collegie om Stads lasten te bepaalen uit een onbepaalt getal: zeg my hoe die nu geregeld en den Graaf? nemaarook de Sou vereine Staaten de gemeene lasten of haare beveelen kunnen ontzeggen ? — Dat bearyp ik en niemand niet. — Nu het is de Volkftem! Volkftem ! — Maargy verteld ons, dat dat Collegie van Vroedfchap (let wel van uwe menigte!) niet permanent was; dat geloof ik waarlyk wel, als men nagaat de weeklykfche Doodlysten, de Lyst der Officianten, der Dienaaren en der oude Mannen, Weeskindren, Dolhuisklanten enryke Bankroetiers, zelfs onder de Vroedfchap, en uit Societeits Gecommitteerden en Geconftitueerden , welkers permanence aan zoo veel verandring onderhevig isr; en zoo als Hooit zegt: met de wind waaid, vantigten mg zware» richt'  X 99 X \i I ricbtfnocr, nog mate weet. Maar myn goede man, waarom cl 'e&1 ëy ^ur§er r-ll::t Ult ? waarom expliceerd gy niet e wat 5e permanence der Vroedfchap is ? Gy weet immers, ii dat, volgens alle de Privilegiën der Graaven, en naderhand : die der Vrygevogten Staaten, alles by mynen Van Mieris > te vinden is; dat de permanence van een Vroedfchap niet ii mag verbrooken worden, al is hy zelfs innocent, doof, : en aan andre menfchelyke zwakheden onderhevig; ja dat ï nooit een Vroedfchap, die wettig g-kooren is, ander» kan ontflagen worden dan met den dood, of het finaal vertrek I of ontpoortering uit de Stad. Lees van Mieris op dit ftuk. ■1 Lees het Request van Mr. Hendrik Brouwer ; het geval v%n NicolaaS Bünsdo:!P, die in het Delfiche Beterhuis zat; een ander Regent had om hardhoorendheid om ont•j flag verzocht, en echter van het Permanentfchap als Vroedfchap niet konde ontflagen wordeji. Deeze zaaken heb ik uitgewerkt; myne Medeburgers zullen ze uitvoerig f bewerkt vindeninde volgendeNummersmyner Stedemaegd, v waar by ik deeze zaaken tegens de" letzer moet inlasfen. 'rZy genoeg om met dit voorlopige aanteltippen, dat uw oogii merk is, Heer Adftruant, om de wettige-en op de Privilegiën ! gefundeerde Permanence der tegenswoordige Vroedfchap te verbreeken, en het voorbeeld van Utrecht en Dordrecht te volgen, door die permanence tot eene volksbeurtige ii omkeering te brengen; dog 't zal u nooit gelukken zoo lang ik myne Medeburgers mag onderrechten, en myne Magiftraat haar Recht ea ons Burgers befchermd; want nog ik, nog gy, nog niemand ter vvaereld kan , nog mag een wettig verkooren Vroedfchap ontdaan, ten eeuwigen | dage niet, dan alleen volgens de Privilegiën by formeel I vertrek of verwydering, of by misbruik en ftrafbaare cotli rectien van infamie of tweedracht; in welke gevalle den Souverein toetreed, en eene gantfche Vroedfchap, geheel || disfolveerende, op nieuw uit de notable, eerlyke, kun=1 dige, vroede en rykfte der ingezetenen verkiest; en derJ halven zoude in dit geval den Souverein kunnen voorzien :| en zorgen, dat geene Illegale'Sociëteiten zig bemoeiden, rj om tegens de Wetten der hoo'ge Souvereiniteit en die der ij Steede Privilegiën, zoodanige Vroedfchappen te gedogen, I die niet alleen onwettig gekooren zyn , maar door willen driDgen om het volk tot meerder beroeringen ■ cpteruijen, en tot welker lorrendraaijeryen ik nu overga. Na Gy  Gy zegt, of vervolgt dan> om het Recht uwe Volkftem en Krygsraad te bewyzen: dat daar tehooven niet zeldzaam de Rykdom der Stad in deeze en andre gewichtige zaaken wierd opgeroepen en geraadpleegt, ,gelyk onder andren op den 30. jan. 1477, by gelegenheid van het dempen van Zekere gejchillen door den Schout en die van den Gerechten dezer Stad, de Vroedfchap en Rykdom der Stad werden opgeroepen , als wanneer 'er 67 Vroed]chappen, en nog 36 tot die Rykdom en gemeente behoor ende, ter Vergadering verfcheenen, zoo volgt hier uit notoirlyk, dat de"Burgery tusfehen haar en den Wetgever een intermediair Collegie bad, dat haare betangens tegens den Wetgever kon behartigen. Zoo 'er immer een onbefchaamde ftelling openbaar* voorgedragen, is het dit. Want vooreerst, is dit geval gebeurd in eene door tweedracht Regeeringlooze tyd , toen Karel den Stouten by Nanci geilaagen was, en de eenige Erfdogter Maria, buiten ftaat was, om de nog woedende troeblen te fusfen; — en ook is dit geheel bedryf, nooit door de Wetgevende Macht goedgekeurd , maar het heeft zelfs kort daar na, vermits het alles weder 't oudefpel van Hoeks en Cabeljaauws wierd, oorzaak gegeven, dat Maximiliaan en Maria, verre van hier in een intermediair Collegie te erkennen, het Privilegie van Vroedfchappen verbeurd verklaarde, (zie boven Nc. 5. bladz. 36 ) Dan nog nader: het ftuk zelve dat onzen Logenaar in zyn Adftruöie voordraagt, wyst het vonnis. — 'Er ftaat in h oorfpronkelyke dus: Om neder te leggen alle onminne, tvjydfagte, die God betert lange tyd geregtiiert heeft, hoewel dat wy mogelyk een moeder kim zouden weefen, (NB. dit woord, een moederkind, betekend hier zoo veel als eigen Broeders. Goudhoeven van dit zelfde geval fpreekende, zegt, een vaderskind,) ende daarom te verhoeden, dat zulcke onminne en twydragt, en ongunfle niet meer op en ryzen, ende dat wy den goeden Stede van Leyden, voortaan in goeden rust, en vrede , minne, ende eendragtigbeid geregiert ende gehouden mag werden. Soo is 't, dat Schout, enz. — Waar volgt nu hier uit, dat het een intermediair Collegie was ? Zeekerimmers uit niets! Het was geen Collegie, het had'er geen fchaduw van; neen, het was eene famenroeping van tweedrachtige partyen van Hoekfche en Cabeljaauwfche, die weder opftonden; en kortom, het bleek naderhand, dat het, zoo als nu, eene, onder fchyn Van  X m X van verzoening, gefmeede Cabaal was, die het toeleidea om hun party te misleiden. Lir.deiyk, bet was e,ene fa-» meukomst buiten kennisfe van den Souvereintn G;aa,ft of Graavin , den Staat en den Stadhouder . en wel oudst en met eene Correfpondentie, zco geheim als openbaar, met andre Steeden. Nog eens: het was, juist als i u, een Cabaal, om de oude Conftitutie omverre te indien; en zie hier bewys uitopgenoemde Goudhoeven; dus fprtekt die Cronykfchryver: Als de jamme; lyke Maare van des Hertoge dood in dejs Landen van holland, Zeeland ende Vriesland gbecomen was, vergaerden de groote Steden van Holland in der Stede van Haer km, op den 28. Jawiuario., erüle hielden eenen ( NB.) schakpen r aed , cn concludeerden , dat'fy op de puntten ende artyculen da'er.gepiu poneert, weder tot Leyden vergaderen zouden, inde qu.v.n.in op ten vierden dag van Februario tot Leyden, dcarzy veel punclen en anykelen floten tot Profyt ende ooirbaar des Lands van Holland, enz. Hier opdient nu gerefl-^cteert, dat Leyden niet alleen was die eene Vergadering beleiden, .maar da groote Steden Van Holland. (2) Dat de eerfre Vergadering te Haarlem was op den 28. Jannuario'; dat die van Leyden, flecbts vyf dagen daar na, eene Vergadering beleide, op den 4de Februario. (3) Én dat zy daar veele puntten floten, enz. — Waar blykt nu hier al wederom uit, 'het beftaan van een intermediair Collegie ? — Maar al verder. — Zie Mynheer Adftruant, ik ontzie geen letters, om u bedrog te ontdekken! ik zal den aap uit de mouw wel haaien; zie .hier het doel uwer fraaije intermediaire Vergadering: het was om den Stadhouder, om de Wetgeevende Macht der jonge Gravinne Maria, om de Souvereiniteit te doen — Lees vorder 't geen de Schryver en de waarheid meld: Daer na op ten elfflen dage wen ten generale dachvaert gehouden in des Graven-hage, van alle Edelen, endeGrooten en Cleine Steden, der Landen van Holland, Zeeland ende Vriesland. Hier en binnen was die Grave van WinCestrien, Heere van Gruübuifen, Stedehouder van Holland, Zeelanten Vrieslant: boven in 'r hof getoogen, en hadde rJan der. Princesfe vercregen continuatie fyns officys van dat Stedehouderfchap en der Rade des Hojs van Holland. Let op nu: hier lag de knoop; de Stadhouder was 'er te knaphandig by, en voorkwam de geduchte ontzetting N 3 der  X io= X der jonge en'nog treurende Gravinne Maria ; ten minfte haar Recht tot de Regeeringsbefteliing; want men zoude met h&asr geleefd hebben als met Ada en Jacoea van Beyeren , Ü&ö'-'dat de faamgefpanne Steeden, vooral de Cabeljaauwfchen', hun Plan verydeld vindende, echter het vol wilden houden; want na dai den Stadhouder zyne Commisfie had overgegeven en die gelezen was ,• namen de Eüehn en Sleden heraet, ende Concludeerden eendrachtelijk, dat zy der Princesfe commisfie ende begeerte in geender mannieren wouden achtervolgen, want den Stedehouder met Meester Jan Halewyn, den Prefident en meest al de Raden Vlamingen ■waaren. — Zie daar al wederom die intermediaire Regeering van den Adftruant in duigen : 't was om de Stadhouder, om de Princes te doen. — Maar wat was 't verder 'gevolg? Dit, het'geen Petrus Schriverius te recht aanmerkt: veelen warenblyde over Hertog Kareis dood, maar het bekwam haar bitter: want die van Gouda bevonden wel dra der Cabeljaauwen overheerfching. By die van Leyden (zoo zegt Goudhoeven) duurde eilace' de eenigheid ■niet lang. Zie hier wat hy daar van zegt, en hét geen nu het echte is daar den Adftruant van fpreekt. Na dat dan de party der Cabeljaauwjchen tot Gouda, door Jan van Montfoort, en ook (laatden naam u niet ontzetten!) door Engbert van Nasfou wat beteugeld waren; vervolgt de Cronykfchryverdus: Die van Leyden willende verhoeden, dat alfulken oploop ende Rumoer binnen haere Stede niet en gbeviele, hebben gelyck te rade gbegaan en fioten eendracht elycker dat fy van beyde partyen gelyck in 't recht en andere officien bedient fouden werden, ende ordineer en twee Burgermeestren en vier Schepenen van der Hoekfcherpariyen, ende twee Burgemeestren ende vier Schepenen van der C-tbeljaauwfcher partyen, ende foo voorts in alle cleine officien ende dienften van der Stede. Maer Eylacen dese eenigheid en duurde niet langhe binnen der stad. Hier zyn wy nu daar wy moeten zyn: hier op komt den Adftruant neer: hy noemt, en wil uit dit geval beweeren, dat het een legaal en xvettig intermediair Collegie was; daar het uit dit opgemeld geval en verhaal onbetwistbaar blykt, dat het een verzoening van Partyen was, en wel Partyen die geen van beiden Collegialiter ageerden, nog ageeren konden; overmits zy, buiten wettige rechten van de Souveraine infleller der Privilegiën, te weeten de ou- derlooze  X 103 ):( derlooze Graavin en haar Stadhouder, ja der toenmaligs Unanimiteit der Staaten, als medevoogden ageerden. —* Daar en boven moet de famenroeping gehoOdea worden voor eene Cabaal van beide Partyen, nademaaèdezelve in ftilte en zonder confent der Souverain , in een privé huis gefchied was, en wel op drie wyzen , of met drie onderfcheide Partyen, zoo als 'er ftaat op drien stonden, en daarenboven zeer fecreet, om het volk niet over eene hoop te hebben, en by gevolg dan ook buiten kennisfe van het volk; 't welk, ingeval dan deeze Vergadering een in-, termediair Collegie was geweest, tusfehen 't Volk en den Gerechten, of Souverein, als dan notoirdeeze opgeroepen perfoonen moesten gedepecheerd hebben; — en dan eerst zou den Adftruant aan zyn fystema eenigen glimp kunnen gegeven hebben; daar het nu verre van een Collegie, een Privé , en zelfs buiten kennis der Souverein , gedane op* toep en geheime Conventie is geweest. Althans, dus luid het: Soo'is by den Schout, ende Geregte van Leyden, feeekere perfoonen, (NB. dus geenfints de Burgery, nog haar intermediaire,) bier naer genompt, ontboden geweest, top drien f ouden, (NB. drie tyden) omme dat volckrtiet over eenen hoop te haaien. ( NB, dus was dit buiten konnis van 't volk, dat diestyds bitter verdeeld was.) 't Is waar den oproep gtfehiede by den Schout, die by verkiezing van Vroedfchap dit altoos deed;, maar hy mocht dit echter nooft doen dan met kennis der Gerechte, aan wien by Privilegie geordonneert was, dat al mat bi agten en Schout gecoeren Wierd dat zou men houden. Maar vervolgens: na dat dan die byeenkomften gehouden waaren, en zy het zaamen eens waaren, foo hebben zy daer nae, op der Stedehuis opentlyck verhaelt, ende van nieuws van Elcken daar tegenwoordig wezende, eenen Eed genomen, 't felve dat zy voor gelooft hebben volcomelyk te onderhouden, daer eensdeels verciaert , boe alle goede Steden vergaen, daer fulcke onminne, tweedragteende ongeruste van Parthyenregniert; Ende omme die immer te verhoeden, dat onder den Poorteryen, fy fyn Edel, of anders, geen twydr agten, noch ongeruste opryzen /van vervolg, (NB. vervolging) ofte anderegebuyren. Soo hebben alle deeze naebefebreven Perfoonen aen dtn Schouten hand Jan van Zwieten getast, ende gelooft by den Eede, die fy mynen genaedigen Heere, en der Stede van Leyden gedaen hebben, dat fy van nu voortaen de goede Stede van Leyden drien Jonden, (NB. drie tyden) omme dat volck rtiet over  X X Leydenfamentiyck in ruste,vreden, minne, endeEendracb* tigheid regieren, ende houden Jullenjonder yemant buiten den anderen eenigb voordeel te hebben, in allen jaecken, die der Stede aanroeren- mogen SONDER BEDROGH^ Zie daar nu, Medeburgers! het eerfte artykel van het ftuk, dat den Adftruant-wil doen doorgaan, als. een blyk vaneen intermediair Collegie; daar het niets anders is,dan een Coalitie, óf Conventie tot eenen Eed van verzoening, en Weering van tweedracht; even als A°. 1702 en 1722, na de dood van Willem den III, waar van nader. —1 Is dit geen openbaar bedrog , list en misleiding > Had den Adftruant immer rond, oprecht voor de vuist willen te werk gaan, hy had dit gantfche ftuk, zoo wel als ik, de gemeente kunnen mededeelen, Zyn vriend Cyfheer had de Wed. de Klopper en Zoon wel zoo gedirigeert, dat 'er eenige lucrative Advertentien aan opgeofferd wierden. Maar neen, de Burgery had 'er dan in gelezen: dat alle goede Steden vergaen daer Julcke onminne, tweedragte en ongeruste Panbyen regneeren, —— Zy had op andre gebuuien van dic:-tyds, op Gouda en Utrecht gedacht; en gy, Mynheer, had dan aan den Schouten hand hebben moeten tasten-, en den Eed doen , dat gy onzen genaedigflen Heere, ende de goede Stad van Leyden in ruste, vrede, minne \ en eendragtigbeid zoud (helpen) regeeren, zoo gy geen ] Regent zyt, en woordhouden zoo gy Burger was,en NB. j zonder buiten andren eenig voordeel'te hebben zonder 9 bedrog. — En — Eüi-nr En gy zoud hebben moeten zweeren en. beloven-,, naar loid der tweede gelooving: dat < Zoo iemand eenig'-fa cke verncme, der Stede amgaende, het ivaer met brieve, of milten monde., dat Jouden zy AENBRENGen den: Acht Perfoonm, die daer toe geordineert Jyn. j Hoe zoud'gy 0 nu bevinden by dien Eed? Zoud gy j hem, op de proef af, voor den kenner vanharten ennieren, op 't verpanden uwer zaligheid durven zweeren. dat gy I met brieven , of by AtOND e aan de Amfterdamfche Secbte man niet was: ik gis het. Nu dan, 200 het tot het oproepen komt, ik zoude gerust zweeren O dat  dat ik denrMarrvan bedrog heb doen kennen,- ik zoude by handtasfing aan den Schout van Leyden gerust kunnen bezweeren: dat ik der Stede heil, rust, eendracht, Burgerlylp ïfndhaSnigbeid en vjaarhtid betracht heb, en tot 'er ti:od betrachten zd. Mits evenwel; 't moet 'er hierin 't voorbygaan uit: met exp;es beding, dat myn handtasting wettig aan den Hoofdfchöut, in eigen perfoon, of aan den Piëiideht Schepen, by.abfentie gefchiede; en niet, zol> als hier en daar het fchreeuwend misbruik is, aan een Subitiftuut-Schout, die geen fesfie in der Steede Achtbaars Bank heeft, en flechts eer/-Subftiftuut Dienaar is. Maar al Wederom aan, het Leydfche bloed word warm, Heer Adlhuant. Hoe ftaat het 'er uwe by ? klopt uwen Polypus Cordis niet? hoe'is uw gevoelen, op het leezèn van het vierde Artikel? Lees het dog aandachtig! 'Er ftaat: Oock is mede gelooft, waert dat yemant -binnen der Stede ecnigérbande dingen ter hands rogs daer ongunste of tweeTjRagte uit komen mogte, dat men met gemeender band die dljo Corrigeer en Joude, dat hy alle anderen tot Exempel ~.v:ejen Jcv.de, Jonder verdragb, by waer wie hy zvaer. Moet nu de gantfche Burgery, de gantfche Magiftraat,, Edel en Onedel, 'Ryk'.en Arm, niet vraagen: of het iemand niet in'thoofd fcbeeld, die in een publieke Courant, ah eene Memorie van Adftructie, Privilegiën of Refoïutién uit van Miekis allegeert, die hem zoo bot fchaakmat zetten, datzy hem zelvèn befchuldigen ? Weet gantsch Leyden, gantsch Holland, ja de wyze Vorsten van 't verligt Turopa niét, dat den Adftruant, eene Sociëteit, eene Krygsraad, zyfte en derzelver woelingen, alle hunrte bedrieglyke Requesten, ongehoorzame riwinglandyen, ja draaijeryen, dat die nieuwigheden, of dingen ter bande getoogenfebben, daar. ongunfe en tweedracht uit vntJJaan is? Durft gy het ontkennen? En zoud gy — gy — die met naame en toenaam, door middel van uwen ScbandBatavicr, reeds geprojecteerde raadgeevirfg tot Requesten van de verbanning eener of meerder Burgeren, van eerlyker oud Leydsch bloed dan gy , te helpen bannen. Keec het blaadje om en lees uw eigen vonnis in uw eigen geciteerd ftuk; daar ftaat: dat men met gemeender hand zulk eenen (als gy zyt) Corrigeeren Joude, dat hy andren ten Exempel wezen zoude, tender verdrag, by waare wiehy waar.  X ie-7 X 4 waar. Nu dan, wyl gy dit ftuk voor wettig wilt erkent j hebben, en dit naauw fystema ook tot dit uw Pretens t Intermediair Collegie doet behooren, 200 kunt gy my ook \ niet kwalykneemen, dat ik, op fundament van uw eigen 3 Adftruaie, op dit Privi'eaie gemeeM'erhand oproepe.om. > u , or zyt dan wie gy zyt , andnn ten Exempel opent\ lyk te Corrbecren, als een Man waar van mem allen ! man wagten molt. En waar toe ik -J wederom nog ' gevoeliger drangredenen, uit uw geadftrueerd (tuk, zal f: vooidiaagen. In het 5. Artikel daar ftaat: Voort meer is ook wel verfprookcn, tnde gelooft, dat. I mengeen vreemde Luiden, die uivt eenige Steden of Landen, t om eenige Partyen, of verdry f te tol Leyden comen wouden, % ende daar w oenen, ontfangen en fel; maer men falfe weg• ivyfen, nog ook geen luiden van waepenen innemen en fel. Kom nu, fta eens aandachtig hier by ftil! Zyn op de | algemeene Vergaderingen van uwe Illegale Sociëteit en I gecombineerde Krygsraaden , niet gecompareetd vreemde & tuiden, uit eenige Steden of Landen ï'ofom eenige Part yin? fj Wat anders was die Vergadering, waar in die eerlooze bei fluiten tegens 'sLands en Stads Conflitutie, en tegens den I Stadhouder genoomen zyn ? Wat die , waar in die Depu( tatien en oproepingen van de Wapengenootfchappen gereguleerd waaren, en waarin gy, of zelfs als Regent Blok l i en Heldlwier, mitsgaders een aantal andren geadfifteerd hebben? (breder in Copia Authentiek, by H ArendS gedrukt, dat Echte ftuk betoogt ) Wat is dat anders als het inroep-n van Vreemden, van Partyfcbappen? En wat het komen wonen van Vreemden, van Partyen met f der woon betreft: wie heeft Kaptein V..m....n, van ![ Marle, de M.. v. St. ..f...k., Z...l en veeleandren : geroepen om parthyen te onderfteunen en hier te komen i| woonen? En wat mannen van waapenen betreft: war zyn al die Brieven die in 't geheim en in 't openbaar in de ( Couranten vermeld worden, ter oproep van de Schutters I en Vry-Corps Soldaten , by de Vry-Corps Exercitiën an~ : ders? Wat zyn de publieke geadverteerde asfiftentien aan l die van Utrecht uit die van Leyden ? Hoe zal die Eed aan Utrecht, met het verzaken van Leydens Fed ,in 't gemoed A treffen ?ö Wee! En wat is het opbod van Burgers , totquafi demping van Oproer, dat gy zelfs geftookt hebt? Verg my geene verdere bewyzen , maar vraag ze aan uw gewe■■ O 2 ten*  X io» X ten, of gy nog zonder beroering het volgend 6de Artikel in uw gealiegeeid Privilegie kezen kunt; daar ftaat: Ende dat dit eh alk andre voorfchreven puntten gedaen Zyn, is om eendragt, vrede; minne ende vriendjchap bmnen der Stede te houden, op dat wy famentlyck mynen genadigen Heere, of jyne Erven eene rustelycke ende Eendragtige Stede al yd zoude mogen leveren. —- ——■ Nog eens dan: antwoord my-, Is het uw doel om Eendragt, Vreede, Minne ,en Vriendfchap binnen uwe Siad té houden, waarom verdeelt gy dan dezelve ontydig in tyden van Beroering? en waarom ontrust gy ontydig dezelve? Fshetom den Souverein, als onzen wettigen Heere, ofte zyn Erve eene rustige Stad altyd te leveren ? Waarom treed gy in derzelver Recht, in dat van den Staat en Stadhouder, waar door zy alleen bevoegd zyn Regeerings Reglementen, en daar uit profluëerende beflisfingen tecorrigeeren, of helpen corrigeeren? en ja wel waarom beknibbeld gy openbaar en in 't geheim het wel en wettig Erfrecht uvs getrouwen Stadhouders, als het Eminent Hooft dét bouveietniteit,teruitoeffeningvander Steden gezag op Regeeung, Krygsraad en Burgery ? Ik zoude o. meerder kunnen vragen, maar 't is genoeg: elke jota, elke letter, van de Mchd tot de Omega, in dit ftuk van A°. 1477, is uw viager; is uw befchuldiger; en elke ademtocht, die uit uwe fchorre* longen het bloed aanftuwt, is een blos van wroeging op ww* knarsfetandende kaaken. . Nu volgen hier op met namen, het getal van 6 uit den Edelen en^7 Vroedfchappen, en 30die van den Rykdom en der Gemeente zyn; dus faamen 105 perfoonen : deeta mi draagt gy voor als gedeeltlyk Vroedfchappen, en gedeeltlyk intermediaire Collegianten te zyn; dit hebben wy boven anders weerlegt. Maar wilt gy door my eens onderwezen zyn:, wat de waare reeden van dit geval is ? het ftuk zelfs wyst het vonnis. Stel dat op 't moment der Conventie van Partyen, de aanwezende Regenten, die de fterkfte party waaren, noodwendig van hunne meerderheid rhoeften'afgaan wilden de Partyen gelyk worden, en gevolglyk moest 'er een getal benoemt worden waar uit dè Regeering weder, volgens de Privilegiën, 4 Burgemeeftren, 8 Schepenen en 40 Vroedfchappen moeften gekozen worden ; zoo beroept dan den Schout, deels volgens zyn recht, endeels op conventie, een notabel getal ingezeetenen, egaal  X K»? ):( fan beide Partyen , om uit twee een te kiezen; tel dan nu uit 6 Edelen 67 Vroedfchappen die kiesbaar zyn; want tè ftellen dat 'er 07 Vroedfchappen waaren is abfurt, ten zy dat de Partyen, zoo als het ook is geweest, de door. geweid afgezette Vroedfchappen, die door Partyen gedrukt wierden . hier by geteld zyn, met de naam van Vroedichap; even zoo als heden te Utrecht, daar men de oude ontzette 38 Raaden met de 15 nieuw verkoozen een buitengewoon getal bekoome,hetzy dan wettigof onwettig een ta! van 53.-Maar nu , trek van het getal van de opgemelde Leydfcho Vroedfchap 40, danblyHdat 'er 27 buitengewoon of afgezette waaren; ftel nu weder by die 07 de 30 ry ke perfoonen, en der gemeente, en 6 Edelen, dan heeft men in 't geheel 103 perfoonen, voeg 'er d; Schout als Vroedfchaps fteni by, dan is 't effen getal van 104 perfoonen; deeze in twee partyeii gedeelt, beftaat elke pany uit 52 perfoonen, nu kiest men uit het totaal uit elke party 26, tot fupletie van 4 Burgemeestren , 8 Schepenen en 40 Vroedfchappen, dat is juist ook 52 perloonen ; maar nü moeten 4 liurgerfieeftren en 8 Scheepenen onder de 40 Vroedfchappen zyn, dus is het getal van 52 overtollig; maar neen, tel hier by die agt perfoonen die men een medebewint gaf en onder de 67 enz ook ingelast zyn; voeg 'er by de Schout, de Penfionaris, de Secretaris en Threfaurier, dan heeft men iuist de 52 perfoonen der toenmalige Leydfche Regeeïing, en de Veertigen blyven zoo als altyd ; en zie daar de Stad in haare Privilegiën dezelve die zy was van onds; waar van dan ten vollen blyk aan ieder Party een haudfchrift gegeven word , ondertekend met de Letters A B CDE, den eenuitden andren gefneden, den een aan Jan van Poelgeest, den ander aan Jan van Naeltwïck: welke wyze van uit een fnyden (om in 't voorbygaan dit te melden ) oudtyds van zeer veel kracht was, want daar men gewoon was aan de meefte Contracten of Brieven een wasfen, of ander zegel te liaan, van Stads of'sGiaaven wegen, zoo konde dit hier, als geene Vergadering van dien aart dat zy zegel mogten flaan, of op V Graaven bevel, nog van die van den Gerechte de Conventie was belegd, tniet bezegeld zyn'; dus gebruikte men dan veel* tyds groóte Letters, en men fneed die recht door. Stel by voorbeeld 1 A SC D E 2 zynheeleLetters, men!ny dit midden door van 1 tot 2, dan bekomt gy die Letter? O 3 in  X no X In twee dealen; nu behoud ieder party een deel aan 't g*» lykluidend handfchrift vast, op een zelve papier eensluidend tweemaal gefchreeven , waar' na, zo» dan een of ander gefuspefteerd wierd van bedrog, paste men de halve Letters tegens een, welke dan gewis moeiten overeenkomen. Zie zoo Oolyk waaren onze Voorvaderen! ook is deeze manier by de Oosterlingen nog bekend. Wie weet als men dat insgely ks nu obferveerde, of men wel zoo veele valfche Wisfels, als 'er nu rouleeren , zoude vinden; en wie weet, als de Heer Pieter Vrede, met zyn Vriend chastelyn, dit middel gebfü'kt had, of zyn Ed. en zyn Sociëteit wel zulk grievend verdriet zoude ondervonden hebben. Hier meede ftap ik nu van dit ftuk af, niet twyflende of alle neutrale Burgers en Regenten zullen uit deeze onze aanmerkingen wel overtuigiyk zien, dat den Adftruant, het zy dan met opzet, of door onkunde , en zonder zorglyke overweging van zulkeen tedre zaak voor Stad, Staat en Burgery, zeer verre gedwaalt heeft. Gelyk hy nog al verder dwaalt, met het aanvoeren,dat zyn gefupponeeid Intermediair Collegie recht had, tot de weigering der Beden van de Graaf. — Alle die voorbeelden, die hy betoogt, zyn geen weigering, maar betooging van onmagt, en vervolgens volgens adresfen van verzoek of doleaniie aan den Staaten of den Stadhouder; in, welk geval ja de Staten wel eens weigerden, maar nooit ten wille van 't volk of'een Intermediair Collegie, maat by wyze van Verzoek of doleantie door den Gerechte prinpaal, als aan wien de kennisfe der Finantien en der Th re-, faurie behoorde, en de andre by raadflage. Het volk, veelmin een gefupponeerd Intermediair Collegie, maakte nooit overdag van Belastingen, nog bemoeiden 'er zig nooit mede, dan onwettig, by wyze van Muitineering; waar; voor het altyd gehouden is Maar dan, ja dan, als de Regeering nodig had om eenige byzondre informatien te hebben, van eenige Trafyken of Güdens, van eenige lydelyke privé lasten enz , dan riep den Raad, de Regeering zelve zyne Burgers op, en raadpleegde met de notabelfte en kundigfte derzelver, over den ftaat van een ieders zaaken of beroep; — en dit doet men nog heden. Althans het is bekend, dat 'er zeer zelden of nooit, op eenig Gilde of andere zaaken belastingen gelegd worden, zonder hooren ei  X i" X 4 en wederhooren van deskundigen, zoo als nu nog van die van i de Laken- en Grynfabriek, opening ten besten der Steeds I getequireerd worden; fchoon het te wenfchen waare dat I den arbeider ook gehoord wierd. Maar hoe ditzy, dit i» I verre van een Intermediair Collegie , het heeft 'er geen ï fchaduw van, en het raakt ook nog minder de Krygsraad j in 't geheel niet, zoo als betoogd is. ~— Maar om nu al | verder tot de listige en valfche vootdragt der zaak van den | Adftruant re treden, — zoo diene men een onderfcheid te I maaken, van aan onze eenvoudige Burgeren eens te zegi gen, wat eigentlyk Beden waaren. Eene Graaflyke Bede i was, aan de Staaten, of de Steeden in dezelve ftem hebl'bende, om onderftand in geld en foldaaten, en nagerade ;rdat dien eisch groot of klein was, wierden de Steeden, elk na zyn vermogen, na gehoord te zyn, getaxeert door de ► -Staaten, (want dit is altoos hun recht gebleven onder de Graaven) wanneer het nu geviel dat de eene of andre Stad ■dg te zwaar getaxeerd, of onvermogend bevond, dan had, den zy het recht: van te kunnen en te mogen doleeren, dog met het aanvoeren van bondige bewyze'n, niettemin verzoeltender wyze; in welken gevallen de Graaven door- ■ gaans toevielen,als zy der Steeden onvermoogen begrepen. • En dit is het alles waarop den Adftruand het zoo druk heeft, i met het geval ten tyde van Vrouw margriet A°. 151 r. Wel is waar dat daar letterlyk ftaat: Dat men geen pennin- ■ gen van ben nemen, noch' beffen en mag, zonder ende alvorens hun Confent claerinne gedraegen te hebben, als fy f eggen. (dar is: zoo zy het uitleggen,) — Begëerende daeromme 'bet zelve te nietete doen. Maar wie fpreekt dit tegen ? geen •mensehi AU iemand eene Bede doet, ftaat 'er het Confenteeren tegen over. Maar 't komt 'er hier op aan , of het Weigeren van die Bede aan het volk kwam? geenfints: want hierom zegt de Gouvernante Margriet: als sï seggen ; dat is: als zy fupponeeren — Maar laat ons zien wat het-permotief was van dit gantfche geval. —— Het was al weder de Partyfchap, die, misbruik makende van de wettige Bede door de Gouvernante, niet over de Stad Leyden alleen , maar zoo als 'er ftaat: een omflag over gantsch Holland was. Maar Jet nu, Burgers! wanneer die omflag gefchiede. Ik zal het u zeggen. Het gepjehiede in een tyd, dat deeze Landen waaren onder de hifoogdye, of het Regentfchap van Margareta, Aarts- hstto»  h«ta;jin:w van Oostenrylc, en Zuster van PHLIPS van Oostenryk, die Zoon van Maria en Maximiliaan, en Vader van Keizer Karel de Vyfde was Deeze Aartshenoginne, Weduwe van de Koning van Savoyen, moet; niet geconfundeerd worden met Vrouw MarOkIET , Moeder van Graaf Willem den i )ollen , uit wien de Hoekfche en Cabeljaauwfche twist ontdaan was en welke men gewoonlylc den naam gaf van Vrouw MakG' iet. 't Welk de gr.roie Oudheidkundigen Dichter P. vekHOEK, ook zeer iohia'cier dus uitdrukt: Want federd Vrouw Margriet^ Heerfchappy der Lamen Aan Willem baaren Zoon, als Ruwaart gaf in handen.enz. Deeze naam van Vrouw, wilde oudtyds zoo veel zeggen, als Eicenaresfe deezer Landen, zoo als men van de Graaven, Heer zeide Zoo vind men onze kiefche Historie en Chronykfchryvers hier op meest altyd zeer attent. Hy voorbeeld: VrOUW ada, VkDUW JaCOBA , v'rouw .Marg iet , en nimmer vind ik dit zoo algemeen van eenige Gouvernante, waai by wel de naam van Vrouwe voegde. maaV altyd met die distinne, de Vrouwe Gouvernante enz.; gelyk dan ook aan 't hoofd van het ge'allegcerde ftuk, deeze Margriet genoemd word, de Aartshettoginne Margriet ; wanneer men dan, gelyk men moet doeii, op het weigeren der Omjl >g byde Steeden let, is het eene weigering, niet aan den Souverein . maar aan de Gouvernante l en welke was zy ? en in wat tyd eischte zy geld ? Op 't eerfte gelet, was zy de Weduwe van eenSavoisch Vorst, die weinig onze Landaard kende , en derhalven haare Raadsluiden, van haar onkundeprofiteerende, gongen dezelve ruw te werk. De Oorlogen met de Graaven van Gelder knelden haar; 'er moest geld zyn ;de heffer» der lasten gongen ruw te werk, en dwongen ofperften geld af, naar luid van het ftuk zelve. 'Er ftaat: Ende omme die penningen van den [elven ommeflaegbe te inne, foo beeft men gr procedeert, ende noch procedeeren vjille, by GHY&elinge , arreste , ende andere RlGOUREUSE IXEl > ti1 N op die persoonen EN GOEDEN van den borgeren ende ingezeten dkr voorsh steden; tegen ende tontrarie beure Pri ilegien, ende Vrybeden, inhoudende onder onderen.dat men geenpenningen van hen nemen nog beffen mag. Zonder >n alvorens heur Consent daerinne gekregen te hebben, als s.y seggen , enz. ( Het vervolg in AP. 15.) Te Leyden, by J. PEKK, eu vetdeis alom. "  D E LEYDSCHE STEDEMAEGD, ENZ. N°. 1$. (Vervolg van N°. 14.) X^us klagen de verzoekers dan zelve over proceduurett, XJ by gyfelingen, af re's te en rigoureufe Executie, enz. en zeker het was tyd van klagen; want gelyk 'er ftaat : 'dat de Oorloge van Gelder den Lande knelde, zoo knelde daaienbóven diestyds de mislukte uitrusting van Oorlogicheepen, die tegens de Lubekkers enz., door die van Hoorn, Enkhuizen, Waterland, Edam, Monnikkendatn, Amfterdam, Vliezen en Campers waaren uitgerust. Wyders: en wat Leyden betreft: deeze Stad was toen in een ramplpoedigen ftaat, want nog zuchtende onder de reeds Uitgeputte belastingen van Karïx denStouten, en de gevolgen der Hoekfche en Cabeljaauwfche plunderingen, zoo trof ook byzonder de Stad AM 508 tot I5i0.en 151Z enz. eene groote fkrfte , waar door zy van haare voornaamfte inwooners berooft was. In dit lot deelde ooit byzonder Haarlem, Monnikkendatn en de meefte Steden. In A° 1511 gebeurde de opgemelde ramp der Vloote. In dit laar ftroopte de Gelderfchcn de Veluwe af: die van Utrecht ftroopte in Holland en Ysfelftyn. In 't Jaar 151a floeg de woede over op Amfterdam, en moest die Stad de woede van den Gelder en den Inlander bezuuren, daar zy met 1100 man belegert was, en het op Kersnagt bittet bezuurden. Bodegraven was verbrand met Schoonhoven-, pok viel toen tot Leyden de Pieters-Kerk-Toorn, die 31 en een halve roede hoog was, by ftil weder neder. Kortom, alles was in ramp, elende en noot, zoo dat zeer zeker de Steeden Haarlem , Delft, Leiden en Amfterdam p wel  wel genoodzaakt waaren een verzoek van verzachting fe doen. — Maar 'er is nog iets gewichtiger aaht'emerken; naamlyk, dat in dat jaar Av. 1511 en 1512, waar in het ge'allegeerde ftuk van Margriet gedagtekend is, in Holland verfcbillende opinien waaren onder de Steden en Edelen des hands. — Namentlyk, of men met den allomtriumpbee' renden Gelder vrede zoude maaken al of niet: het welk Margriet, als Douariere van Savoye, en NB. als macht hebbende van den Keizer en Koning Karel, voorkwam, door een Vierjarig Beftand met den Gelder enz. •, waar uit dan is optemaaken, dat de Gouvernante diestyds wel genoodzaakt was om daar toe te koomen, uit hoofde van de onmacht der Steeden, en zeer zeker niet uit een onwilligheid, of ontzegging uit eigen Authoriteitder Steeden, veelmin eene influëntie van een Intermediair Collegie, zoo als den Adftruand daar uit looslyk afleid. — Want het geheele ftuk behelsde een Verzoek, fpruitende uit der Steeden en Siaaten onvermoogen, en den dwang van illegale Executien 't geen blykt; want waare het anders, dan had de Gouvernante niet kunnen zeggen, of doen appoinfteeren: dat Myn voorfcb. genadige Vrouwe, 't voorfchreven Verzoeck gehoon, overmerkende de goedwillicheid, die dt voorfchreven Steden toner Keyferlyke Majejleit onzen genaedigfien Heere te gelieven, in 'r confenteeren vander bede, nu gebeyscht van beuren wegen den Staeten van allen den Landen van berwaerds over, om fluk der oorloge van Geldre. Wat betuigen nu deeze woorden anders, dan dat de Gouvernante heeft gehoort een Verzoek ? dat zy dat Verzoek niet hoort, om dat de Verzoekers zig beroepen op haar Recht of Privilegiën? want hier van hadzy gezegt; als zy Zeggen; dat is zoo veel, als zy voorgeven of fustineeren, — Maar dat zy overmerkende de goedwilligheid der voorfchreve Sleden tot onfen genadigen Heere te gelieven, in 't Confenteeren der bede. — Welk Confenteeren hier toont, dat de Steeden goedwillig in de Bede van haaren Souvereinen Heere geconlenteerd hebbende, — nu om 't ftuk der Oorloge van Geldre, en de hooge nood, zoo als wy betoogt hebben, befluit, om uit zaecke van de voorfchreven ammeflage van XL" gulden aff, ende te nyenten gedaen af ende te nyenten doen mits dezen — Maar iet nu hier op, bid ik, Leezers ! en oordeel dan op welken zandgrond den Adftruand bouwd. — De Gouvernante het Verzoek der Steedea  X m x Steeden en derzelver reden van onvermogen , ™^ad"s de fuatenue, als sy seggen, gehoord hebbende , tteat der Steeden Verzoek toe, onder deeze updiokkke Condtie: Mits hm luyden belovende in toecomende tyden, met te aiènoftlaetenjfchien tegen de #«. • wde Cor^ymm ia» den voorfchreven Landen, ««S^*« o/r anire èotuributien. - Nu roep ik de ge««rdfte, rel peöabelfteen knndiger perioonen dm lk ,, openlyK op, om te beoordeelen, ofditttük«mgedemmfteblykdrMbW waar nit men van een Volk, eene Krygsraad, ja dat van eene Stad alleen kan betoogen tot ontzegging der Bede , wei te verftaan, eigener Auaoriteit? Ik vraag wyders: gen dan myne party zyn of niet; den Adftruan^mag my onkundig /dol, of halfgeleerd noemen of niet,) lkvraage, of hier uit deeze laatfte Conditbneele periode, niet over tuiglvk blykt, dat 'er eene verkrachting, en even a s nee d K onzedaageo, eene ri*Mngte ^»™« Rechten en oude Costuymen van den Lande hebben plaats gehad, en of de Souverein.te.t niet aan zig houd derwet figen Êisch in toekomende tyd van gelyke Contr^auen Eindelyk, of hier een fchaduw is van een terughoudend ï mogen eener Sociëteit, of Krygsraad of Collegie ? Zoo ik nu hier in dwaal, 't zy in den of opmerkenden zin , wagt ik hier oP van party W^f* - Maar ik dien nu nog met een woord ook van uit muntende blyk van harsienlooze zintuigen, jegens ge AC» van Prasiodice, in foima van A°. 149I, te fpreeken. — V3Ëe" Xnnen wy ons niet genoeg bewonderen, dat onze Knappert de orde des tyds niet beter geobferveert heeft iemand immers, die zoo kundig wil zyn,oj dtd. Acht^ baare Reeeerina van Leyden, haare Burgery , en zeer no ïiteKwZ*. ennog notabier Societeitte onderwyzen weet evenwel dog wel dat A°. i493 nog-al wat verfch ld van A° 1511, juist :8 Jaar. 't Is onbegryplyk , dat Iemand d£ nog al voor kundig wil doorgaan ; iemand die zigboven alles verheft als een Orakel; iemand die zyn Medeburgren, zyne Regenten, zyne Souverenen, wil on derwyzen, dat, zeg ik, zoo iemand enkeI engra zynharfenfehimmen doortedryven alle orde en waarhe den overflaat; want de geheele gelegeerde Aae van Pr* iudice. door Maximiliaan den Roomsch KoningtgjgVen, komt op 't zelve »it als de voonge van de Uuve> * 3i  X IlS X riante Makgriet ; want Maximiliaan bad de Bede om een omflag over de Landen van Holland en Vriesland, mede gedaan aan de Staaten, en tot welker beuringe mede buttengevvoone Execuiien waaren gedaan, en waar tegen de Staaren, (en niet de Stad Leyden alleen , zoo als den Adftruand het doet voorkomen, ) de Staaten, zeg ik. tegens opkwamen, fustineerende: dat des G'-aven Maximilkians jolige Voorzaeten, niet gheplogen en hadden eenm penningen te executeeren, noch te hebben dan die by de Staeten van onzen Lande gheconcenteerd worden, ende dat zy daar vff hadaen goede Previlegien byons, ende onfen voorjaten belooften deucbdelyk onderhouden, foo lange dat geen memorie en ister Contrarie. — Deeze Proteftatie der Staaten was billvk , zy was gefundeerd op haar oud Recht, omme te Cor ienteeren, mits dat de wyze om dat Confent te executeeren, den omflag zelve met des Graaven raad gemaakt werd; waarom zy Maximiliaan, niet willende in den nood laten, hem byaccoo-.de door den Heere van Jkeveren beloofde, onder non prajudice van het recht der Staaten, tot Confent der heffing of omflag der pennin-, gen, of het executeeren tot ontfangst, of het weigeren, o£ vermindren der Bede, by wyze van verzoek of doleantie aan den Graaf: en dit is nog ten huldigen dagen het zelve in het accordeerender Confenten, waar in de" Staaren van teder Provintie der Unie, op de generale Bede, of de Propofitien van den Raad van Staaten, in de Contributien weigeren of confenteeren. Zoo is hetinsgelyks nu in ieder Provintie waar, met opzicht tot de Steeden: ieder Stad, moet na zyne vermogens, confenteeren in de gemeena Lasten, en voorts ieder Stad uit zyne Gerechten heeft z«ne Schepenen Commisfarisfen, betreffende de Lasten, en lager komt het nooit. Nooit, zeg ik, tot een andre Clas* le, ten zy eenige buishoudelyke byzonderheden die eenige Gildens,Collegien,ofdergelyken betreffen, zoo alsgezegt ïs. Of zoude den Adftruant meenen, dat al de Heeren Staaten, onze geëerbiedigde Souvereineh, de belastingen van Verpondingen, Imposten, enz. op allerley zaken geleed hebben? zoude hy zig verftouten durven , om te ftellen, dat eene Krygsraad van Leyden, eenige illegale onkundige Kwartiermeesters, eenige Vry-Cotps-Bruteurs, dat die recht zouden hebben om in de Illustre Vergadering van Hun Ed. Groot Mogende te treden, en te beweeren, dat de Burgery  X «7 X. Burgery oudtyds zoodanig een recht heeft bezeten ofn gekend te worden in het poinft van belastingen; het zy dan als het waare in Pérfoon, in den Rykdom der Stad; het zy dan door een Collegie, gelyken naam als dat van de Groot Achtbare, fchoon in natuur des tyds verfcbillcnde, dragend; als mede dat hyinvermogen is geweest om dezelve belastingen aftewyzen. —• Zoo als den Adftruand wil, zoucic men aan dezulke niet vragen: of zy krankzinnig, of dol waaren? of zy de Gecommitteerden ter Staaten Vergaderingen, Raad van Staaten, Gecommitteerde Raaden , van wegens hunne Stad, dan voor kindren aanzaagen? Zoude men niet zeggen: Kindren, gaat na uwe Stedevaderen, die weten best hoe verre gy Hartjes becyffert hebt. En zouden die geenen, die van wegens de Sreede van den dagvaart kwamen f zulke ftoute en asfurante Bengels niet by hunne getrouwe Bestevaders beklagen, en zeggen: Papa! onze ftoute Broers willen Vader gebieden. Zoude men dezelven,. met een plak in de hand, niet op de Pers voor Krygsraadskamer, of liever voor het Paleis van Degenhart, of Hogenstraaten, of het nieuw Moelééaans, laten pronken met een bordje voor de borst, daar op ftond: Commotiemakende Bemoeiallen, Overheidslagers en OngehoorzameKinderen! En zoo eenige van deeze opgeworpen Regenten, (want deeze eigentlyk bedoel ik: ftiile en hefcheide Burger-Officieren, al verfchillen zy met ons in denkbeelden , ja Religie, behoeven het zig niet aantetrekken , om dat het gemoed beter weet,) maar dezulke, die fuitineeren, dat de Krygsraad alles competeert, en 't zy voorbedachtelyk, of dom en lomp , zonder oordeel, maar Ja en Amen zeggen , op 't geen haar van de List in 't oor ge* blaazen is. Zoo als het oorblazen van zekere Caarsgieter aan de Collonel, om zeker Schutter te bekeuren , en zoo cok C o r n e l i s Nierop, ondanks wettige Proteftatie van andere Hoofdluiden, op fundament, dat de Getuigen niet accoon waaren, ende Bekeurde ontkend had. Sterker is de Refolutie van den 38. Mey 1784 geweest, op zekere Propofitie van wegen den Gerechte, wegens de Dragonnen na de Couleur van 't Vaandel; wanneer de Timmerman Warendorp, zoo plomp als onrechtvaerdig, direêt advifeerde, dat het tot het departement van Hoofdmannen'behoorde. (men zie de Notulen na en voorts N°. 12 hier boven.) Zie zoo is P 3 'er  'arte werk gegaan ;om niet te melden van nog duizende misleidingen, aan den Heer Deken zelve gedaan, ten minfte non obediëntie; welke, zoo zy in het Jaar 1642 gefchied waaren, vry watfterker Boeten en Correctie zouden hebben ondergaan als guldens; gelyk in't Jaar 1642, door zekeren Leendert Keth betaalt is, over misleiding van den Deken. — Maar omcindelyk de ipyker op den kop te Baan, en de zaak over de onbevoegdheid des Krygsraad* in eens aftedoen. Lees, myne Burgers! dit origineel Extract uit de Notulen des Krygsraads, en de Rel'o'mtien van die van den Gerechten As 1Ó35; welke Refolutien in onzen tyd A°. 1784 is vernieuwd; en zie dan of de Krygsraad, of iemand hunner, eenig recht heeft, om zig buiten Burgemeestren en een Deken uit haar Ed. Achtb,, of buiten die van den Gerechten mogen bemoeijen met eenige andre huishoudelyke zaaken. Voor eerst, was reeds A«. 1600 bepaalt, dat by die van den Gerechte gerefolveert was, dat geen zaaken van eenig gewicht of aanbelang, zonder prefent zynde Burgemeester, die als Deken van de Krygsraad fungeerde, mogten worden afgehandeld. Zie Notulen van den Krygsraad A°. 1600. Maar hier volgt een Iterker Authentiek ftuk uit die zelve Notulen A* 1636. Zyn Hoofdmannen geweest, Cornelis Willemsz. van Kerchem, jan Simonsz- van Leeuwen, Pieter Joostensz. van Warmont, Timon Mattheusz. Hoogboot, Loco Keth 40, Adriaan Claasz van Reynenburch, Loco van Aker en Veertig, Cornelis Jacobsz van Leusveld, Loco Lucq. Den 3. January is Hoofdmannen, by die van den Gerechte mondeling bekent gemaakt, en den 4 dito door den Secretaris'Baersdorp, aan den Secretaris Hoogeveen, in gefchrifte over', andigt, en by dezelve in de eerfleen tweede Vergadering daar aanvolgende voorgelezen, de volgende Refolutie: Alzo van oude tyden met goede injigten gejlatueerd en geordonneert is, dat de Rurgemee stèren en Regeerders dezer Steeden, in der tyd, elk op haar vierendeel Jaar, by gebeurte zullen weezen, Deken van de Schutterye, en zulks op de Vergadering van de >->orfdmans van dezelve Schuttery, de zaaken van die ten besten helpen dirigeer en en belyden; dog gemerkt dat zeae-1 eenige tyd herwaarts verfebeyde Vergaderingen by de Hoofdmans van de Schuttery gehouden zyn, «P dewelke den Burgemeester Deeken weezende in der tyd niet  X H9 X titt en is verfcbeenen geweest, en in dezelve Vergaderingen van de Hoofdmans, in 't af weefen van den voorjz. Deken 4 eenige Hoof d-officieren van de Schuttery gefield en oek andere zaaken die Confidirabel zyn verhandelt en afgedaan zyn, bet welk die van den Gerechte dezer Steeden verklaaren alzo niet te behooren, zoo is 't dat die van den Gerechte voorn*, lettende op de dienst van deze Stad, en geneegen zynde datde voorfz. Hoofdmans in het belyd van de zaaken der Schuttery met ter goede raad en directie van den Deken geasfijleerd en gefierkt mogen zyn, goedgevonden engerezolveert hebben, by deezen, dat van nu voortaan-de Hoofdmans van de Schuttery dezer bteede die nu zyn, en namaals weejen Zullen, op alle zo Ordinaire ais Extraordinaire Vergaderingen, de zaaken van de Schutterye aangaande, die zy zullen leggen of houden, tydelyks zullen doen verzoeken den Burgemeester en, wezende Deekenvan de Schuttery in der tyd, en zulks doende dezelve Vergadering niet eti zullen aanvangen of te houden, ten zydat ben van de Infinuatie ten fine voorfz. aanDeeken gedaan, gebleken zal zyn, op Peene dat anderzints baarlieder gebefoignetrde voor Nul en van omvaarde Zal werden gehouden; dat mede geen Hoofd-officieren van de Schutterye , tot de Quartiermeester in cluys, en zullen moogen werden verkooren, of verandert, dan met goedvinden en in het by weefen van den voorfz. Deken, of gefurrogeerde BurgemeeIIer in zyne plaatfe, en dat zulks de voorjz. Hoofdmans met'de verkiezing ofte veranderinge der voorfz. Hoof d-officieren zo langezullenmoeten ophouden, tot dat den Deeken, o f de voorfz. gefurrogeerde mede in haare Vergadering verfcbeenen zal zyn, op Ptene van Nulliteyt van baar Ed. gebefoigneerde als voren, en op dat het gunt voorfz is, Conform de goede intentie van die van den Gerechte voornoemt, by de'tegenwoordige Hoofdmans die hier na zyn zullen werden verkooren, door inadvertentie bier jegens niet enkoomen te doen, is by die van den Gerechte voornoemt, goedgevonden, dat deze Refolutie, den tegenwoordige Hoofdmans zal werden bekent gemaakt, en 'j Jaarlyks op de eerfle Vergadering na Nieuwe Jaar zal werden ge Ir e f en, door den Secretaris van dezelve Schuttery, dewelke daar van meede de gebeugenis zal helpen dragen en houden. Aldus gedaan den 30. December 1635. NJ3. Deeze Refolutie is in bet Jaar 17s4 vernieuwt. Hier  Als men deeze .gewichtige Ordonantie nu eens vergalykt met den handel- der tegenwoordige Krygsraad op en jegens rJê wettige Overheid, dan za) men zig niet behoe-. Ven te verwonderen over de verneoerde ftaat en fnoode behandelingen aan de Burgery aangedaan ; waar van hier éentge ftaaltjes van eene totale omkeering , zederd den ïo. jannary 1785 tot 178Ó. ( 1 ) Van de 8 Kapiteinen* zyn 'er 6 der Edellte en kundigfte verruilt, meest voar onbedreven jongelingen , en dus maar 2 ouden , als ——Maar Zonder ter keft Held Acbüks niet. •(2) Onder 32 fubalterne Officieren zyn 'er lö nieuwe , .ef verandt-rd , of verhoogt, (3) Onder 64 Kwartiermeesters zyn 'er 49 nieuwe aangefteld, I vacant is 50, waar onder, ftry.tg tegens de Refolutie van den. Gerechte AS 1Ó20, veele Roomschgezinden. (4) Onder de Adelborsten , welker getal voorheen ruim 250 beliep, en zeker uit de bloem en- deftigfte der Burgery beftonden, is •een groote despoüeke veranderingontftaan; de meeste ftiile .en geuouv\en zyn 'er uitgebonst, andren 7:yn uit moedeloosheid -geldfchutter geworden, en derzelver plaatfen vervult door Losbollen , of dolle partydige perfoonen. Einjrjelyk, daar rle Schuttery op het einde van A°. 1784 uit suim ïóoo deftige, waakende , gehoorzame, getrouwe en -zelfs tot den Wapenhandel ieverende Mannen beftond , bedraagt dezelve thans maar circa i2CO'man, waar onder helaas! al te veel misieide fchuilen , of Bruteurs die nog byzonder tot het Vry - Corps behooren. Zie daar', myne Medeburgers! de waarachtige ftaat uwer getrapte Burgerrechten, alken gefprooten uit dwang en non obediëntie aan de wettige Overheid. Laaten zy die in de moderne Couranten zoo roemen op de,goede harmonie van •Schuttery en 't Vry-Corps,, op onderdanigheid voorde Rechten en Privilegiën, op Rust, op Trouw, en welke rpoha.meer, laaten zy hier uit oordeelen! Nog eene ftap gedaan,, dat God verhoede! of de Krygsraad én zyn Oorblaier, of Adfiruant, erkennen geen Deken nog Gerechten mee/, — ei vaarwel dan Eerlykheid, Tróuwen Onderdanigheid aan Godsdienstplichten , béfchaafde Vryheid! ja vaarwel dan Leydens welvaart! (Het vervolg in N°. 16.) XUt Blad word 's Weekelyks met een -Nv. a 2 Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by J. P E R K, en verders alom.  D E L E Y D S C H E STEDEMAEGD, ENZ. N°. 16. - (Vervolg van N9. 15.) Hier mede ftap ik van dit ftuk af, om de pretieufe aan* dacht, opaezoonoodige en welvertrouwde Zorge van myne welwillende Magiftraat en ftiile getrouwe Burgery niet langer op te houden, en laat ik haar beoordeelen, of ik do Blasphumeur en met God en Godsdienst fpottende Adftruant, niet getoond heb, gelyk hy my oproept om te toonen, dat de Krygsraad tot den gedaanen ftap onbevoegt was. Laat hy nu zien hoe dien Godterger die nog fpreekt van hem die harten en nieren beproeft, van een gevoelig hart en zuivre geistgefleldbeid. Laat die nu in de ftralen van de middagzon deeze onze waarheden leezen , e» gevoelen , of de prikkeling dier ftraalen, hem niet zullen overtuigen, dat het nu niet mogelyk is geweest, om de onbevoegtheid ztner Illegale Krygsraad den gedaanen flap te bewyzen: — ja, wat moet men denken, van een vloekwaardig en verbittetd Schendpapier, dat op louter eigen gezag de Burgery word aangeboden, om onnozele jongelingen ter flachtbauk te voeren, en ouderlooze weezen te bedriegen. Wiens Burgeihait klopt niet, dat een onbedreven, onbeftudeerden, woesten jongeling, doldriftig in 't gezag treed, het geen zyn Vader, als Schepen der Stad, moet handhaven? ö Leyden! . Maar ik kom tot de reflexien op de Fabrieken: waas van wy in de Haagfche Courant opentlyk de logenachtigheid hebben aangekondigf, dit dienik nu ie bewyzen, waar toe ik dan ook overga. Men verwachte hier echter van ons geen uitvoerig detail van den geheelen ftaat der Fabrieken in der tyd; nog van Q der-.  X ' «* X derzelver Inftitnten, goede of kwade Wetten, enz. hier toé zyn wy niet bevoegt; (ten waare myn Party hier ook op aandrong,) te meer, daar men weet, dat die yan den Gerechte hier op werkzaam zyn , en dus zouden wy onV f«Éuldig maken aan bemoeijingen en vooruitloping buiten ons departement. Maar eene openbaare godtergende Logen, in een openbaare Courant, ontydig geplaatst opeen tyd, zoo als den Adftruand zelve zegt, waar inde gemoederen tot een höogen trap aan 't geiten zyn; hier van moet ik fpreeken. ■— Ja het is eene infame Logen opden hals des armen werkmans gefchoovén,, ten gevalle van de ryke woekeraars; dit kan ik niet dulden. Zie hier woordelyk hetgeen 'er den AdftruanriVzoo onkundig als loos van zegt. Immers, indien wy tot den oor/prong van bet diep verval derzelve. (Fabrieken) opklimmen, ontdekt men aanjionds', dat L et zelve zynen grond beeft in de duurte der /irbeidslconen, welke duurte,\vcl is waar, gedeeltelyk daar aan istoetefebryven, -dat-by de vermeerdering der Rykdommen inms Vaderland, de waar dy van het geld is af genoomen, maar welke duurte teffens zeer z ker ten fterkflen is vermeerderd, door de verbazende belastingen die op alles gelegd Zyn, — Dit laatfte kan 'er eenigzints door; maar nu volgt dö onwaarheid. daar hy zegt: want het is vooü.nament-' ia?k door deeze Belastingen dat de Arbeidsloonen' iJEBBEN' moet ;,n VERHOOGT worden. Dit is een Logen, en by gevolg de daar op volgende' Conclufiën valsch , gelyk 'er in de prsemisfe ook draaijeh' zyn. Wy zullen rei maar vraagsgewyze eenige aanmèr-* kingen tegen aanftippen, dewelke wy den Adftruant ter beantwoording, zoo hy kan, voordellen. (i) Zoo den oorfprong' van het diep verval in de duurte der arbeidsloonen alleen geleegen is, hoe kon dan, in eer* tyd dat het arbeidsloon hoger was, de Fabrikeur ryket worden.? —— Is den oorfprong van het diep verval mede niet-geleegen, in de Monopoliën der Spaanfche Wolten in de Zeelieden, en het vertier daar van in andre Plaatferï en Gewesten, mitsgadeis de hooge pryzen daar van? ( 2 ) Is het zelve niet mede waar, ten aanzien der Turk-, fchtf Garens-, zoo wel met opzicht tot derzelver qualiteit als quantiteit ? ( 3 ) ts door deeze oorzaaken niet eene merkelyke befnoetjing in de inergique qualiteit der Stoffen gebooren? — Heeft  X 1^3 X Heeft den Buitenlander daar door niet geleegehheH bekomen, om onze Fabrieken, zoo niet ie Overtroffen* ten minften na de kroon te fteken of te onderkruipen ? ( 3 ) Zyn 'er geen gevallen bekent van tyden, dat men de Wolle tot zeer geringe pryzen , ja tot 6 a 4 ft. aan-_ bood, dat de toenmalige Fabrikeurs ze nog niet wilden hebben, enechter.de pryzen der Sioffagien hielden? (4) Is de direae Wolhandel van die van Leyden op Calis, waarop, volgens de Privilegiën der Stad, door de Jviagiftraatdiestydszoo zorglyk gelet is, niet i a de groote Kooplieden veregt, en deeze Wollen naar elders vervoert ? zoo, dat onze Fabrikeurs ze niet alleen ten duurften hebben moeten koopën, en dan nog uitfchot kreegen, waar door den Arbeider minder konde verdienen in't bewerken. ( 5 ) Is onzen Levantfchen handel, waar in Leyden zoo veel deel gehad heeft, ten aanzien■ van de Greinen en wat daar aan dependeert, niet den bodem ingeflagen , door de praktyken der Kooplieden en andre Steeden, die de Engelfche Greinen, en ja ook de Sayen, Carfayen en Bayen Voor Leydfche debiteerden, fchoon zy nooit Leyden MÉ hadden, veelmin de Hallen gepasfeert, of door eenFabri» keur bereid waarèn ? Deeze hardigheden zyn bekent. Voeg hier by, het geene by oude, Echte Leydenaars overbekentis, dat door da listige intresfance van bedrieglyke Fabrikeurs, die geenen die eerlyk waaren door den tyd moesten bukken. Het bloeijend Comptoir van Le Boa» langer, waar zoo veele Lakenen gefabriceerd wierden $ gong de Stad uit. Dat van de van Bommels, alfchoonRoomschgezinden, echter bekent zyn, en nog heden bekent voor eerlyke en nimmer arbeidsloon beknibbelende en Rustlievende Heeren, volgde ook. — Dat van Jan Daniël Musquetier, waar men van de Wol af fabriceerde , geraakte Caducq; terwyl dat van de andre Musquetieks het tot heden hogin ftand houden, door, zoo als allede meesten, te bereiden of te fabriceeren. — Ik z wyge van de weelde en dobbelzucht der Fabrikeurs Van ouder tyd. Het glaazehuis, zegt men nog, is gebouwd van dë in eenen nacht verdobbelde fchatten, die de Meniste SciïREgel, in de Nachtfchuitde Drie Haringen, verdobbeld had, en van toen af aan moest men het, om vol te houden, of van de huid der werklui, of van de ftoffagie haaien. —-Laaten dit die Favorieten van 't Vry-Corps zig herinnerem Q 2 ca  X 134 X en zoude ik wel te befchuldigen zyn, als ik die geenen van deeze Familien, die voor zeer bevinrilyk vroom willen doorgaan, het eens op het. gemoed zettede ; hoe zy dachten toen haar Buitenplaats de Oranje - Zaal genoemd wierd? en hoe zy baden in 't verborgen,-doe Willem de "Vyfde gebooren wierd? en hoe zy nu bidden voor de waare Godsdienst? en ja zy weeten wel wat ik weet. Laaten zy antwoorden, of dit alles, met een en ander, de Ruïne 'niet is geweest van eerlyke Fabrikeurs. —' Dit dan faam genoomen heeft men met finesfe moeten zoeken; want minder Commisfie, minder werkvolk. Men had buiten Leyden voorheen, op denabygelegen Dorpen, ovèral Wevers en Spmders woonen; de bereiding kwam en bleef in deSiad. By myn leven beb ik de laatfte van Veertig Wevers tot Warmont, eenige tot Rhynsbutg, eenige tot Leyderdorp, ja in de Veenen, nog in perioon gekent; deeze vervielen het eerst, en'dit verlies was groot; want deezen konden , zoo als de Engelfchen op het Land, het goedkoopst werken : waarom hebben de Fabrikeurs toen niet gewaakt ? Ik zal het u zeggen: om dat zy nog meer willende winnen tnet bereiden van vreemde witte Lakenen, en ja ook door de opgemelde Monopoliën na eldersgekremt wierden; zoo Verzonnen zy om in nog goedkoper gewesten de Lakenen althans te laaten bearbeiden. (6) Is door de ruwe Lakenwevery, na de Meyery en elders verplaatst zynde, niet ontftaan verloop van werkvolk, gebrek aan Spinders en Dubbelaardfters ? kottom alle werk ? (7) De Wolfcheijery verviel ook, en geraakte in han» den der Monopolisten , na de dood van zeker Mennoniet be Zoete, welke met Evert Le Francq, Vader van Dr. Js. Le Francq van Berkhey , in Compagnie gong; na de Zoete geraakte desfelfs Wolhandel met L~e Francq by Vrede, en bloeide aldaar de Wolfcheijery zoo, dat de naneef die fchatten thans bezigt, om konde hy de Stad dwingen door zyne Secten: en ja Lastraars opkoopt, om by*het koud gebeenten des Vaders, den Zoon te grieven en te vervolgen, om dat hy zy ner Stede getrouw is — Zoo heeft ook denaarftigheid en kunde van de oudeDüRiEUX en derzelver Voorzaaten ,het tegenwootdig Comptoir der Zoonen in een ontzagchelyke ftaat gebragt. Op den val van de BoomHOUWEfiS, Vader en Zoon, is de grootheid van de Heer van  X i=5 X ;,van BEURDEN van kleen tot groot geworden; en alhoewel Idien Heer van een zeer zasten inborst is, zoo heeft het jbelangdiernegotienietweiniginvioed op dehedendaagfche Jdwarig der Burgeren — Van de 15 pro cent en het favoJrifeeren van Vrankryk zwyge ik liefst, dit zyn Staatszaajken. Ook ontken ik niet, dat de Wolwasfery en Blotery fveele Lieden nu nog aan brood helpen; 't fchynt nog eene jbyzonderheid aan deeze Stad eigen te blyven. Nog ontken ik niet, datden Wolhandel, indien ze al te naauw beperkt word, een verval in de Schaapenfokkery, den welvaard van ons, Vriesland en Overysfel, zoude krenken , om dat Leyden alleen den overvloed der VV olie niet opkan; ik weet te wel dat de Wolhandel van ouds Stads grootfte fteun was; immers liet Keizer Karel zyn en Stads Wapen doot Tenanten van Rammen en Schaapen vasthouden, zoo als nog op den Burg aan die twee pylaaren, die voorheen op deVisbrug flonden, en ook aan de Lakenhalle te zien is; maar dat men daarom alle andre Steden welvaard krenken zoude jhts dwinglandy, ja het tranfporteeren der Fabrieken en den f'jvoorrangaan andrenis verraad, op die wys als men die na de aMeyery gebracht heeft met de werktuigen ; alles was daar igoedkoper, zelfs de Kaarten kwamen 'er van daan: hier iniaakte men Lakenen en zondze, wit of ruw, naar Leyiden, om daar bexsid te werden; dit verloor veel voor den werkman; echter net hompelde no^ al aan, zoolangdeeze Lakenen dog hier bezegeld en bereid wierden. Maar fints men begon aan eerlooze praktyken te gaan, en den werkman op fubtiele wyze geknibbeld wierd, de Fabrikeurs onbefchaamd en met list aan vreemde Lakens Leydfche zegels floegen , onder bedekt van alhier bereid te zyn, en zelfs aan Engelfchen in voer tarnde , toen nam de moedeloosheid toe, op de moedeloosheid volgde armoede, en op de armoede wanhoop, eindelyk Stads totale ruïne. —En op dat ik niet zonder Bewyzen fpreeke, zoo zal ik ïfpreeken: ik heb noguitdecenceen uitinfehiklykheid voor het huis van Sandra , Clignet en La Pierre gezweegen, amaar nu wil ik niet meer zwygen, want de waarheid ftaat Baan myne zyde, althans indien ik geloof moet geven aaa 'eerlyke Luiden. I Een ieder weet dat de heufche en Burgerminnende Jon» fit Jan van Landschot , tot Amfterdam in de Equipage zittende, het debiet der Leydfche Lakenen ende Commisfie Q 3 , Mn  aan de Leydfche Fabrikeurs bezorgde, mits van Leydsch | Fabriek , en dat dat van Sandra de grootlte Commisfie 1 kreeg; maar een ieder weet ook, dat dit Comptoir is be- ] fchuldigd over het vermengen van vreemde Lakenen, ten ffiinften van de Wol af geen Leydfche Fabriek, dat het oogmerk was, en dat daar ook arbitraire Correctien op ! zyn gevallen. — Tentyde van den Wel Ed. Achtb. Heer Bnigememeester van Gerwen , die ook in de Commisfie der Equipage zat, is iets dergelyks gebeurd, en wierd dien : Burgemeester, byzonder over zyn iever voor Stads wel* zyn, bedankt. — De Heer Isaak Maillard, oudfte Zoöri vaneen van de grootfte Comptoiren van Engelfche Manufactuuren te Amtteröam, thans in een hogen ouderdom nog levende, heeft my vryheid gegeven om te melden, en ik höb':dat getuigen in fcriptis; dat van wegens het Comptoir Van Fierre La Pierre, aan Zyn Ed. Comptoir gefchreeven en verzocht was, om aan zyne Engelfcheri tè verzot ken , om Engelfche Lakenen met zelfkanten van koehaar, zoo als te Leyden, voor eenige Leydfche Fabr ikeurs te maaken. — Dog dat het Engelsch Comptoir geantwoord had, dat een Engeischman veel te edelmoedig dacht, dan om op zulk eene wyze- Bondgenooten te mis- . leiden; dat de konst der Fabriek en niet de valfiteit eeri • eerlyk Fabrikeur maakt. ( Zie voorts Copkt Authentiek van de gedrukte Memorie der Leyd/che Vergadering Vangewdpende Burger-Corpfen.^) Zoo ook weet ik, uit den eigen mond van mynen Weldoener en Vriend, wylen de Heer Penfionaris J a n van Roïen) L. M. dat 'er onder zyne Familie en door eenige andre Regenten deezer Stad, in ftilte een aanzienlyke fomme aan fommige uitvindingen , ter bloei der Fabrieken, zyn uitgedeelt: onder andren aart zekere Fabriek van getrokken Kleden by Zaalberg, dié ook Praemienby de 0economifchen Tak Verworven heeft,, dog nu uit partyfchap gedrukt is. Nog is het bekent, dat men verre van het verhoogen van het Loon, daar den Ad*1 frruant het zoo druk van heeft, het zelve verminderd heeft,, ja tot fchreeuwens toe beknibbeld; den Adftruant maakt hier van een breeden ophef Hy zegt: .Dat de a rbeidsloonen hebben moeten verhoogd worden, en wel zoodanig, dat deeze Provintie, ten deezen opzichten,, alle andre Streekm en Provintien van ons geheele Bondgenoot-' fcbap overtref t, zoo dat onder anderen) de importantie van . onziï  'X 127 X mm Fabryken, de Lakenfabryk naamlyk, gedeeltfykno deGeneraliteit s Landen is• moeten verlegt worden, om den Fabrikeur in ftaat te doen zyn, min of meer tegens de Buitenlanders te doen markten, enz. I Dit gezegde moet ter toets. De Adftruant fpreëkt van .(verhoogt Loon ; die mooije glimp der Fabrikeurs. Neen, $kzeg beknibbeld Loon; en zie bewys. Een Droogscheerder won voorheen 3 ft, per uur; na de ftrubbeling van de borstel en de kruk kwam het, door toedoen van Clignet,' gebynaamt de Zwarte, op is\ ftuiver, en dit is'tnog. Maar wat doet nu de Fabrikeur? voorheen fchoer een Droogfcheerder op een zelve Lakéno fneede, offnéé, zoo zy 't noemen; en dus was zyn kurist meerder in de tyd' en in 't geld; maar .nu bewerkt hy het zelve Laken met ƒ fnéé, en dus verliest hy loon en tyd, en de Fabrikeur wind; want toen 9 méé den Scheerder opbragt 27 ftuiv. ^brengt hem nu 5 fnéé 15 ftuiv. op op 't zelve Laken; en't hiet Ld&t de Fabrikeur tot het loon van 9 fnéé verkoopt, en dus Ifteekt hy hei loon van den arbeider in de zak. Hiet dit nu[vet1 boogtLoon,4 duiten minder op't uur en meer werken voor ft zelve geld? Voeg hier nu nog by, (want ik wil de beIdriegeryen niet zwygen,) dat te'vooreneen Dr'oogfcheer;der, Rouwer, of ander arbeider, op de winkel zyn volle 'uurloon betaald wierd, ai deed hy andren dienst, daar hy nu, als njen hem extra boodfchappen r of andre bezigheid do-Jt doen, het van zyn loonaftrekt. Nogeens: hoedwingt men den arbeid>r niet om te leeren Exerceeren , ren koster» van zyn loon? en zoo is het met het Spinnen en Weven naar advtnaiat, By de Greinfabriek, of daar aangtenzende zaaken-, is het ooit te doen, :de loonen boud men daar mede nogal by fommigen: maar het ha^ ipertdaar, zoo-als/gezegt is, aan de Stoflage, en vervol^ iigens aan.de Dubbelaarfters, waar aan gebrek is; en hier ;uit, verre van verhoogt loon, komt al mede bekrompen loon. Een Dubbelaarfter, of Dubbelaarder, die eert I pond gaaren kon dubblen, zonder verlies van tyd , heeft | nu voor een dag arbeid, twee daagen, zoo niet meerder I nodig. Een Wever, die zyn ketting af weef (e in eene zeIkere, tyd, moet die tyd vei dubblen met het ceftadig- aarti I knopen van draaden ; daarenboven moet hy Dubbelaarfters ; bezorgen, of geen werlf, Is dit dan verhoogt loonj ■ ' Maar 'er is nog meer te zeggen: de fchaatsheid, of liever de  X X de duurte van het Turksch gaaren, gevoegt by den uitvoer onzer fynfte Wollen, verminderde de bearbeiding der kenette of andre gaarens: het fpitsvondig Vrankr . lv leerde de konst, om wolle gaarens van onze en andre Wollen te maaken, en die met Zyde te vermengen; knap waaren 'er onze Fabrikeurs by; want in fteede van op 2 draad Zy i draad zuiver Turksch inteflaan , praktifeerde men, op 't voorbeeld der Franfchen, een wolle draad op twee draaden zyde, en hier op gaat het alweder voor Grein op reis, vooral na de Indien. Ondertusfchen worden deeze wolle gaarens hier genoegfaam niet bewerkt, maar worden by pakken ingevoerd, en, zoo als gezegd is, dandikwils, of meest alzoo flecht, dat den arbeider zyn tyd met aanknooptn verkwist, en gevolglyk zyn loon. Maar rog meer, en dat zal wat afdoen. Een .werkman, of Wever, heeft van, zoo zy 't noemen, een 2300 Barcan 7 Huivers loon per Elle, maar nu is dat getal 50 draaden meerder als 't gewoon getal, en dus verliest de Wever een duit per El, om dat hy meerder draaden voor het zelve geld moet bewerken. Hiet dat nu verhoogt Loon? — 'Er zyn echter winkels die deeze duit per Elle meerder betaalen, als by Juffr. van dek Meulen. — Maar nog al. — Als het geval is, dat het getal van 2300 op 2250 valt, en dus 50 diaaden minder, dan flaan veele, ja de meeste Baazen, ü duiten per Elle af, en krygt de Wever maar óf Huiver. Is dit verhoogt Loon? — Nog al. — Gaat de Wever na de Halle om het ftuk te laaten meeten , en gevalt het dat de laatfte Elle, of half, of drie vierendeel, ja dikwerf na de grilligheid der Meters, of in deeze tyd de Partyzucht, -— de Wever krygt geen duit voor die overmaat. Is dit verhoogt Loon? — Onze Heer Adftruant noemt het zoo; maar een Amfterdamfche kruijer, die voor een dubbeltje een half uurs, ja uurs boodfchap doet, zou zeggen: 't is bloedgeld en dieveloon. — Maar nog al meer. — Zyn 'er groove draaden in de ketting, die 'er voorzeker niet in kunnen geflaagen zyn als ten huize van den Fabrikeur, en kan de Wever door de veelheid daar van 't werk niet beridderen , het is een fchelling of tien ftuivers boeten , die de Wever moet betaalen en de Fabrikeur in de zak fteekt. (Het vervolg in N°. 17.) Te Leyden, by J. PERK, en verders alöm.  D E LEYDSCHE STEDEMAEGD, ENZ. N°. 17. (Vtrvolg van N°. 16.) Nog al. — Gebeurt het dat aan het Cantoor of de Winkel eenig ongemak aan de ketting komt, en deeze komt by de Boomer, en die vind het gebrek, zelfs met getuigen van den Wever, — en word het dan de Winkel bekend gemaakt, zoo word den Bomer of Wever onrechtvaerdig het loon afgeknibbeld, 't geen hy tot verbetering, en zelfs op last def Fabrikeur, daar aan doet. Ondertusfchen zyn 'er ook Hechte werklieden, ja volflage dieven, zoo in het fteelen van wol, als wel inzonderheid gaaren en kettingflag; dir gefchied vooral by de Dubbelaarfters, die onder zeker Pluis geheele ftrengen verkopen aan kleene opkopers, die dan de ftreng wegmoffelen, en het Pluis byzonder aan het Comptoir van Zyn Wel Ed. Geftr. de Heer Mr. P. Marcus brengen, en welke Heer ook, verre van deezen handel te oogluiken, zeker zeer attent R. O. op dit ftuk is. Maar ik ga over tot de bloedknypende. — De Greinfabiiek daar latende , ga ik eens by de bloed- pynigende Rokjesfabrikeurs. „ Hier hoor ikden Arbeidsman woordelyk, by fchriftelyke getuigen, dusklaagen: In onze Rokjest'abriek, daar word de ftrop om den Arbeider zyn keel geheel toegewrongen, eensdeels met hetgefpin; de Baazen zeggen maar: gy zult my gefpin bezorgen, of gy krygt geen werk: de Baazen geeven fchaarfer loon van hetipinnen, (even eens als de Greinbaazen vanhetDubbelwerk, uitgezonden de Hgeren van Poot , die geeven nog goede loon,) maar den armen Rokjeswever loopt na de Spinders: — Wilje voor myn fr R Baas  Baas of Meester fpinnen? — Hoeveel geeft jou Baas voor de ftreng? — Wel 2 ftuivers, of zoo vee) als het weezen rnag | — Neen, zeit de Spinder, ik moet m^er hebben. —• De Spinder gaat begrypen, dat den Wever gefpin moet bezorgen, of geen werk. Nou , zeit de Wever, ik zalje voor elke ftreng, die gy voor myn Haas fpint, 2, of 4 duiten geeven, anders heb ik geen werk. — Zie daar, den armen man kan gedeeltelyk voor den Spinder gaan werken. Het is een ieder bekend, dat het een voornaame Rokjeswever moet zyn welke 4 guldens per week wind, dan moet hy werken van den vroegen morgen tot den laten avond: zie daar, daar moet dai bovengemeld gedeelte voor den Spinder vooreerst al af: zie daar, daar krygt den armen man werk. — Daar hebje ketting en inflag, en wel met die belasting: —- gy kont zorgen dat gy inflag genoeg hebt, anders zal ik het weeten, hoorje! Daar gaat den armen hals al met een trillend hart na huis, en begrypt al dat hy daar geen goed werk van kan maken. — Komt het dan op de Hal, het word te kort gekeurt, ( en dat wet van de Baazen die de ketting en inflag geleverd hebben, en dus bevoorens wel wisten dat 'er de behoorlyke lengte niet uit 'konde,') daar op krygt de Wever boete, het zy 4, 6, 8 a 10 ftuivers, na rato dat de Barmhartigheid groot is by die Monfieurs. Wat zy met die Boetens uitvoeren zullen zy best weeten. Zy willen ons doen gelooven, dat 'er een gedeelte van aan den armen komt; of het .  X 123 X fen of voor ons opgekocht worden, en dat met zoo fterk een'Monopolie, dat een Fabrikeur al een ryke kas moet hebben en zelfs in perfoon ryzen moet, wil hy hier of daarby een of ander Boer wat vliezen opdoen. En dan nog monopolisch geld, want de Wol is ai verkocht eer 't Lam gebooren is. — En helaas! men vergeeve mynen lever, indien God Almachtig de breuke der Unie ntet verhoede, hoe zoude Gelderland en Vriesland, en veellicht Overysfel indiën die Provintien den uitvoer van Wollen verbor den, onder wyze.bepalingen, niet veellicht de Fabrieken uit Leyden en Holland na zich kunnen trekken, tevens met de verdrukte werklieden en kwynende kleene Fabrikeurs, enz.? daar immers is de nooddruft goedkoper, en de verniste Vryheid, die onze ingezeetenen tot waarachtige flaven maakt,zou daar aan een welbeftuurde Vryheid, het bly genot va. eerlyk zweet, en de fituatie dier Landen debiet geven, ö Myn Leyden — moet het daar toe komen ■ Of zien de Leydfche Monopolisten niet dat dé Vreemden zelve al direae opkopers worden tegen haar' — 'Eris nog meer. — Men zie hier van ons aantevoeren Redres van Philippus A°. 1497, op het onderwerp van Cales Wolhandel: maar een Boekdeel wierd 'er vereischt' om alles uittepluizen. — Ik ftap 'er ook af, en meene in dit kleen bellek genoeg te hebben aangetoont, dat het verval der Stad niet uit die oorzaaken alleen komt, vooral niet uit het verhoogt Loon , nog den Werkman, maar uit de gierigheid en de onbeperkte zucht tot rykdom en weelde, en de Zeehandel der groote Steeden. _ Maar dewyl gy in uwe Courant en Adftructie het zoo druk hebt gehad van nodige verbeteringen, en gy uit van Mieris zoo veel hebt willen diets maken, en uwe illegale Krygsraad zoo veel pouvoir toekend; daarenboven melding maakt en reutelt van nodige verbeteringen der Fincmtien laat ik u per flot den bril voor uwe verglaasde oogen eens' opzetten, en met de neus op een aanmerklyk ftuk leepen.by van MlERlsinzyneWanJuw«ntevinden,een ftuk dat gy niet aanroerd; daar zult gy in eens overtuigd worden, van welk nut- en gezag een goeden Graaf en een Stadhouder in naame der Staaten kan zyn, en hoe veel machts aan Burgemeestren wierd toevertrouwd in t bepaalen der Lasten. Lees het ftuk by van Mieris , bladz. 418 betreffende een Redres in dar Steede Finantie, A°. * ' R 3 M97,  X 134 X 1497» ó*en *8. OSober geg ven. Hier zult gy vinden op bladz. 438, dat uw geheei geiupponeert intermediair Col* legie den fchop krygt; dat de voornaamfte Hoofden daar van, die het zoo druk hadden om de Stads l inantien, eenigheid enz. te bevorderen, zelve caducq in hunne rekeningen bevonden zyn. '£r ftaat, fchrik niet Heer Adftruant! 'er ftaat: Willen ende ordineeren, dat Burgemeesters van de Stad, ofte anders hare Stedebcudende in hare abfentie, /uilen nu voortaan magt hebben, ende oock gehouden zyn, boven de peïne van dm Eed:, die fy ons gedaen fullen hebben daer op se feilen, ende mede te volgen eene peyne ende geld loeten , 't zy op de gene die niet en komen, dies ontboden zynde, ende de boeten aan haare perfoonen, ofte aan baare "buizen hebbend ten dagen ende uirs, enz, — By dit Artykel nu, met het geen verder volgd, geeft de Souverein de Burgemeestren een plaiti pouvoir, zelfs zonder aan de Vroedfchap en eenige van den Gerechte verbonden te zyn, tot het beuren der L?»sten, om de groote armoede der Stad te helpen: en waarom deed dit de Graaf? Ik zal het zeggen , Medeburgers! — omdat het fchcite by de Rykdom, de Officianten, de Fabrikeurs, en ook by de Grooten ; deeze wilden niet voorafgaan, nog van haar eigenbelang afgaan; want aan haar had de Graaf begonnen, zoo als uit dit ftuk zal blyken. Hem als beven, ende omme de grote armoede van de Stadt, ende de Schulden daer inne ftaet jaerlyks te bet vervallen, ende te betaalen, veele ende diverfe baeten ende profyten, ende Emolumenten, geroyeen, ende andere verminderd en gediminueert zyn, welcke die van den Gerechte, ende andere van de Vroedschappen en Rycdom hebben gebat, foo in te koopen in de verhuuringe van der Stads accyns, als in vele Dagvaerden ende vergaderinge die men van de Juftitie ende andere nootzake ende affairen van dies frdoene heeft, ende alfoo te vermoeaen is dat vele by dies voorf. is, henluiden fullen abfent eer en, ende afterblyven, fonder totter vocrf. expeditie, vergaderinge, dagvaerden, ende andere communicatien te komene, daer mede de Juftitie ende andere faken van den [elven Stede grotelycks veragtert, ende ook ecnigfints ontkommert nogb geadminiftreerd of geëxpedieert foude weezen. Zie daar na andre Leydfche Peen als Alkmaarfche knollen!  X 135 X Sen! daar toonde de Graaf waar het haperde, te weten hy de Profyten, Emolumenten enz,, zoo dat de Souverein wel wetende wat de vetfte knaapen waaren, en de gasten die met hun achten dat mooije gefusdneerd intermediair Collegie, van onzen Adftruant, uit deryke en andre Belhamels waaren geweest, moeften het eerst'er aan. — Zy, die om de Burgers te plukken, eerlyke, ryke Regenten van 't kusfen hadden gezet, 'er zelfs op gaan zitten , ent Stads kas, ryk en arm, met Reyer van Broeckhüizen hadden geplunderd, deezen moesten 'er vooral aan. Luister 's Graaven bevei: Item: wy hebben geabolieert en te niete gedaan, abolieeren ende doen te niete mits dezen jegenwoordigenflaet, ( N B.)' die agt persoonen die by dit van den Gerechte gecommitteert hebbsngtwecst binnen zekere tyden berwaards, ten gouvernement e der goederen der felver Stede, dewelcke nogthans schuldigh fullen fyn van '* bewind dat fy gehad hebben, goede Rekeningeendereliqua te doene voor onfe Commisfarisfen voorf. Ik behoeve op deeze klaare woorden niet veel uitteleggen; die 't leest begrypt het zeer zeker. — Maar gy Heer Adftruant, zoud gy wel borg durven ftaan voor uwe reeds gedoodverfde Societeits Regenten ? Ik voor my geloove , dat zy al met de handen in 't hair voor haar eige Threforie zitten; ze is God dank^al na Woerden verplaatst. — Maar nu ter zaak. — Ziet men dus niet duidelyk, dat hier nog eenig Collegie, nog eenige Ryken, nog Krygsraad , nog niemand eenig recht tot het heften van belastingen had , dan Burgemeestren voor die tyd in 's Graaven naa,m, tot dat het naderhand weder op den ouden voet kwam, na dat de Stad herfteld was. — Overwaardig is de leezing van dit gantfche ftuk, ten aanzien van de belastingen en befnoeijing der Amptgelden, Officien, Donatien, als anderfints : gaarne deelde wy het in 't geheel mede, dan het tfs te uitgebreid; een kort Uittrekfel-Lysje wil ik myne Burgers niet onthouden. Het komt hier op uit: f Ci) Worden eenige bepalingen in de Vroonen gemaekt. ! (2) Insgelyks betreffende de Castelany van Teylingen. (3) ! Bede verbetering van de prefent Lakenen aan de Regeering < ende worden op Elle bepaelt. (4) De kledingen der 4 ( Bodens, de 2 knegten met de Busfchen, worden de overtol* l lige kledyen afgekort. (5) Gemerkt de armoede der Stad,  X >3« X worden alle gefchenken van Wyn en onnodige Maaltyden voor Stads rekening afgefcbaft, behalven die van St. Martini, den dag van verkiezing van Burgemeestren. (6) Het Loon der Penfionaris word gefield op 72 pond. (7) De Penfioen der Chirurgyn word gebragt van 37 fë tot 2 ,fi 6 fi. op 30 (8) De Stads Oorlogieivinder en Lovzanger blyft als voorbeen. (9) De Penfien van den Boogmaker , Deurwaarder, van Theforiers, word den Tabbaert gerogiert, en op VHfë 10 $ gezet, den laafle op 6pond. (10) Het inkomen der Vroonmeestren word vernietigd, dog de helft der boeten blyft. (11) Het inkomen van Weesmeeflren, om dat het om der armoede is, zullen geen wedde hebben , maar zal hun inkomen gerogiert blyven tot profyt van de Stad. (12) De falaris van de Stryckerye en 't vergaderen van krompen f rieken, 'f loon van H Laken bezegelen, alles aanklevende aan de Stryckerye, wort te niet gedaen, om dat zy verpagtzyn, en moeten zy Stads onkosten betalen. (13) Dit raakt de 3 1& over 't luiden van de L. Vrouwe Kerk by procesfie. (14) Br and-Emmer-Loon, 't verligten van onze L. Vrouwen enz. om dat die Vereken niet en gaan afttr Jlraetcn, blyft het loon. (15) Der Vuuraanlegger op >t Stadhuis word vernietigt, dog den Boden en Steeknegten Beurten opgelegt. (NB. Deeze kunnen het ook best, als zy hunne dienstbaare ftaat herdenken.) (16) Het loon van het ftraetvegen voor 't Stadhuis, en dat der Botdragers word bepaelt, en bet furplus komt aan de Stad. (17) De 120 tot onderhoud van 'f St. Joris Autaar voor de Schutters van den Voethoge, word gereduceert tot 60 fê, die van den Handboge wordengebragt van 48 fë 16fcb. d 6 deniers, op 30 &, pet furplus geroyeerd tot oirbare van den Stede. (18) De Sluiswagters en Poortiers worden van 36 18 gebragt op 26 fS. (19) De onkosten der Voyagien en Reyzen van den Burgemeesteren en Penfionaris, de Gerecht en Vroedfchappen mitten Boden, Worden bepaalt op 500 "Sf, bet furplus aan de Stad. (Het vervolg in N°. 18.) ' Dit Blad word 's Weekelyks met een N°. a 2 Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by J. PERK, en verders alom.  D E L E Y D S C H E STEDEMAEGD, E N Z. N°. 18» (Vervolg van N°. 17-) I (NB. NB,) (20) D« Êojfm van den Gevangen en aïs men juftitie doet, die gejlclt zyn tot lasten van de Stad, bepaalt op 37 f§ 1 K 6 deniers, mits de icbout onzer Stede voor), enz (NB. Zoude de Cipiers in die tyd ook voor de monopolie van Snuif, Tabak en andre behoeften der gevangenen, niet iets aan de nood der Stad betaalt hebb nt) (2r) De overtollige gebruiken van fmeerkaarsfen, turf en brandboud, is bepaelt'jaars op 40 ti?. (22) De Klerk van de Weih word in zyn wedde , blyft op 26 tff 5 ?\. (ï3J Tot bet bewaeken buiten de Stad vjord, by tyd van Oor log, 000 bepaa't. (24) De Stads Advokaten en Procureurs worden.bepaeld in baer Penfien tot 70 fff ,mits te hopen is dat fNB ) defelve Stadt, fcy mirfde/ wn afieze //ate, procésfe hebben fal. (2 5) S'«k «» ^*«" ScbaHen (Leydekken) of andere harde daten,, blyft ep 203 ff 12 K '(>$) Voor y/erwerk, fieen, kalk, hout, timmerlieden metzers ende der zeisken over .die reparatie der Stad molt, gemerkt die armoede en noot der Stad, met meer'worden geèmplojeert dan 500 tf. (NB. Hoe zouden die Heeren Sradsbaazen, Metfelaars en rtmmerliedeu der Steede en derzelver Bonwerken'er heden by ftaan als zy eens in haare grove winsten, en tot boete van zand voor tras van Hechte materialen , het beretcenen van llmlcend arbe'idsloon van Jongens van 12, 14. *3 jaaren, en oude opperlieden voor volle knechts op Stads rekent^ brengen , iets moeften betaalen?) (26) Die van de fVetb en mdnn worden de falaris afraffwen van 't verburen der  asfyfen ontzegt. , (27) Hier word een reduiiie op de drukken le Erflyke renten der Buitenrenteniers op de Stadhoudende. (28) Betreft een rtduélie wegens koop van koorn voor 240 Andries guldens van eenige Amflerdamfcbe kooplui, welk koorne ten dage der verkopinge niet foo veele waart was als verkogt was, enz. (29) Betreft een geldleeninge aan Jekere ; khosteren der Stad (30) Nog iets dergelyks aan Leningen van zekere Poorteren en Inwoner en, tot fnode en kleine pryZengekogt. (31) Wederom eene rsforme of reduclie van Zekere geldlentnge (32) Raakt betaelingen op kers-avond. C3 3) Word geordoneen op kers-avond aan den Heer Champlatn met 8001êtJ voor eens af te bekaaien, zekere Adfignatie op de Si ad. (34) Wmi eene fchikkmg jemaekt om aan den Wollebandel, Vellenkopery op den Jiapel van Cales, by ttrmynen te betalen ,~(Nti.) om dat die van der Stad daar deegelyks koopen en handelen , en balen groote meenigle van Vellen ende Wolle, ordineer en en willen wy, alfo dien naektelyken flaet op die koopmanschappen van der Draveryen, belopende 8100 ft? , ende alfo fal die felve fcbult van den flapele geheel wezen betaeld binnen 7 eerstkomende faeren. C35) Hier in word een betaling gereguhert van afterjiellige renten, — aan dtvers geejlelyke en Miferabile perfoonen, kloostren, kc eken, godshuifen en andere niet magtig te verbieden, zynde 'r getal ruim 76 perfoonen. (36) Raakt wederom kloosterlyke fcbulden. (37) Nog tot 'aflosfmg op grote fommen aan geleenden gelde van Go isbuifcn . Conventen en Capittelen. (38) Nog over agt erft allen van de Condemnatie, wegens den Hertog van Sas f en in 't beleg van Sluis, enz. (39 tot 44) Dit betreft al mede aflosfingen van verfcbeide Stede fcbulden aan verfchillende beleeningen, maar ook inzonderheid wel een getal van ongeveer 8 d 900 Obligatien, meest aan Burgers en Poorters dezer Stad aldaar by name genoemt, en waar van een groot aantal dezer namen en toenamen nog heden by de Leydenaars bekent Zyn, zoo dat iemant die 't gedult heeft de naamen van zyn over over bet G ootvader en Grootmoeder te weeten, die daar nog kan vinden — Eindelyk loopt deeze reductie al verders over andre fcbulden. om welke dan te beter te kunnenaflosfen, foo accordeert de Souverain aan de NR Burgemeestren, nadat hy de onnoiis>e Stadhuiskosten en de Officianten befnoeid had, om de volgende lasten uittefchryven: (1) Stads impost van de ivynen, zoo veelfiuivers boven  ):( 139 X | is vierde pot, als de ftoop ter tappegetd. (2) Eik val hartngs 2 ft. (3) Tuf en hout, op eik Schip 1 ft. elke pont, 3 ft (4) Op eiken Runt 2 ft elk Kalf en Lam 1 ftuiv '(5) Elk Varkenen elckenSchaepeen blank (6) Elckhued HiW 3 groot (7) £/cfce PrWe, 0{/c o/ Kocfwrf 7 P""i. | (8) £/* jden zelfs de Fabrikeurs, die het vooral past ftiile te zyn, ifchynen mede te werken om 't fpelaande gang tekrygert* en dnt alleen om haare belangen, en om de hoogmoed en heerschzucht der Kooplieden. Maar het is van Leyden niet alleen, maar ook van alle andre Steeden van zoogenaamde Patriotten, die vermeenende Vryheid enden welvaard der Sleeden dienst te doen, daar zy onkundig hunne eigen verraaden. Men fla eens aandachtig het oog op die onbefchryflyken yver, moeite en liberale giften, die dë Oeconomifcbtn Tak zig gegeven heeft, om inlandfche Fabrieken te bevoordeelen. Men vraage derzelver Beftuurders , op't woord van eer, ofzy, hoe volyverig, niette worstlen hebben met de belangens en de bona fide , zelfs Van veelen der geenen die zy zoo mild beloonen. Welk een flag heeft het ingebeeld voordeel van America, niet | aan onze Maatfchappyen en onze Scheepvaart werklyk toegebracht ? En wie beantwoord 'er onder de vermogende Leydenaars , van de Fabrikeurs zelve, aan de zoo meenigmaal en zelfs door de Overheden aangedrongen yver, om ten minften Leyden, het zuchtend Leyden! voorteftaan? 'Verkoopt men in de winkels van Makkelbag en Verboom Leydfche of Inlandfche Hoeden? De Vloermatten, die de Juffers op de Heidinne hairenkop draagen, haar todden en vodden , en haar Entoilages, is dit Leydsch, is het Inlandsen? En, en, hoe veel braave, deftige Schooljeugd "worden 'er niet geruineerd, door het ongeoorlooft Crediet dier Voddekramers ? God weet hoe veele deftige huishoudens binnen Leyden zuchten, om dat ze dien tooi volgen en alle week wat nieuws moeten hebben; daar zy met Leydfche Fabriek een Jaar en veel langer toe kunnen. Men I bezie de klederen der Lakkeyen en Officianten Fabriek, I men zal ze met vreemde Stoffen en KJedyen, die hun niet pasfen, ■  pasfen, zien. Men ga inde Garderobes, men laate ecné eer bre vrou w de plunje der Dames onderzoeken, hoe pover zoude zy den boel van Franfche , Engelfche en Duufche todden vinden, die den eenen dag ducaaten koste, maar den andren voor klein geld op de Luizemart te koop leggen Maar men ga eens by den ouwerwetfchen, by den nedrigen Fabrikant en üeitigen Burger, by den fchikkelyken W ever en Droogfcheerder, daar zal men aan de kapftok nugkledren van echt Leydsch Laken of Greinen, door hun zelfs bearbeid, vinden. By de kuifche en deftige Burgervrouwen en Dochters zal men vaste Stoffen van Inlandfche Fabriek vinden; en, om 't rond Leydsch fpreekwoord te bezigen, een heldere raapop van beste Haarlemmer ftreep, mooi Leydsch Rokjesgoed, en't geen tot een zuivren, eerbaare en reine tooy behoort. Een uitlands Catoentje, Neteldoek, of mooi Ch tsje te ontzeggen, dat zou te hard zyn, dit behoord tot 's Lands welvaart. Zoude eene bevallige fchoonheid niet aanlokkelyker lonken, als de muts of kuif fyne beste kant, fyne langetten, glad en netjes, de natuur,lyke vlechten dekte ? in tteede van een bos Beerenhairen en Heibeezems, door eene Vloermat met een Waterpuds of Botterverndeel gedekt, en dan nog Blondes, Entoilages, Franfche Linten en Gazes, die men zoo dun draagt dat men 'er fchier de fchamelheden door ziet. Immers hebben onze oogen en duizenden met my , op de Leydfche Kermis, Dames van rang en gehuwd aan zekere Regenten , openbaar zien wandlen, met het ligchaam tot beneden den navel ontbloot. Op de Boerenkermis heeft zeker Tournois wyf met een dun gaze rokje, en daar onder eene Turkfche broek, opentlyk gewandeld; terwyl de Echtgenoot meer fmaak vond in een proper , gekapt, blaauwögig Boerinnetje, daar hy dat natuurlyk fchoon zelva voor zyn galante Blanchefleur verkoos, — Maar 't zy der Sexeal eens toegedaan; hetzy geoorlooftdat eene Schoone een bevalligen tooi verkiest, wy ftaan het toe; onze Cats, Hooft, Huigens en Westerbaan, die beroemde, geleerde Mannen, hebben het gepreezen: een Schilders oog behaagt dit, en een Dichterlyke zwier fpant, met Hooft en Westerbaan, tevrolyker de fnaaren, als de kuifche bevalligheid een Bruiloft of Maagdezang doet hupplen op de Luite. (Het vervolg in N". 19.) nb. In n°. 17. pag. 131 re?. 21. ftaat Rronkboest, !ees: bronkhuisen. nb. tVagt aanjiaande tfoensdag N". 19- Te Leyden, by j. PERK, en verders alom.  D E LEYDSCHE STEDEMAEGD, ENZ. N°. 19. (Vervolg van N°. 18.) |"]V/f aar zonde men meenen, dat dit niet met meerder IXVjL vuur zoude gefchieden, als de Gieraden uit Vader-" ilandlche Stoffaadjen waaren, in die Edle jufferlyke zwier Jonzer Voorzaaten, daar een deftige, eerbaareen kostbaare ikledy eik na zyn ftaat cierde? Waarom bewonderen de iïkiefche Frarifcbëri", Engelfchen en alle andre Natiën onze ÏVriezinnetjes, Noordhollandertjes en onze Hollandfche Melkmeisjes? Toon my in uw Fontanjekraam, dartle Juffers! Patriotfche Donatrices! toon my ondei u allen zulke appelronde frisfche troiaietjes! Btproef of middelmatige ifchoonheden, niet oneindig meerder een hupfchen kwant Ibekooren zoude, als de ichoonfte en door uwe vreemde :tooi geeluwe mooi lelykjes. — Wel zyt gy dan PatriotÉten , meent gy 't met Leyden , met Holland , fmyt weg luwe vodden en draag Inlandsen, voor zoo veel gy kunt Jen het beftaanbaar is met den Koophandel — Wel dan , Iwaare het dan niet beter, dat de vermoogende aan deezen {kant begonden, om de Stads Firiantieri, door den bloei wan den arbeider, te helpen opbeuren, dan dit te zoeken jjn ontydige murmureeringen ? Zoude men door elk in zyn Slaat Leyden te willen voorftaan, de Fabrikeurs en Wolkopers van hunne zyde oprechtelyk van de Wol aflieten (werken; de lngezeetenen oprechtelyk eigen Stads reedfel (droegen, ten minften Lakens, Greinen enz.; reklyke belastingen op den uitvoe' van Woll-n, of afflag voor zoö [veel Leyden behoeft: en ja wy ftaan ook op redelyke [gronden vertier van elders toe, mits het ons niet drukke. Wit met oordeel een en ander beftuurt, zou voor den T nood"»  X 14* X nooddruftigen het Loon verhoogd worden ; vooral ook zoo J 'er eene goede discipline in de huishoudens gebragt wierd, 1 door het afschaffen van zoo veele fluip- en ftiile Jannever- I kroegen, Slemphuizen, die er God beterd! om der Subftiiluit-Schouten handen te vullen,meer dan te veel zyn; zoude dit niet een nadere weg zyn tot verbetering? — Wyders, met opzicht tot Leyden, zou dit, meent gy dit, den ar- I men ook nietonderlteunen, als die monopoli es van aard» j applen , groentensenandre zaaken wat befnoeid wierden? 1 In Amfterdan mag geen groente, nog veldvruchten wor- j den ingevoerd, of 't moet in de Stad blyven, op dat het j den nooddruftigen voor zig goedkoper bekomen mag. Maar I binnen Leyden komt de beste groente; in Stads omtrek worden de beste veldvruchten van Holland geteeld, maar meest alles gaat 'er uit, alles naar elders, naar Amfter- j dam. Hoe het met de Zeevis, die in Zee al vervoerd I word, gaat, ondanks de Privilegiën der Zeedorpen, zwyg ik. Hoe 't zy, dit kneld niet alleen den armen, maarden burger, ja den rykcn, want in Leyden is in ftilte veel arme rykdom. — Als men te Amfterdam voor één ftuiver i een maal beste Dunfel heeft, betaald te Leyden iemand die "t begeerd 8 hg ftuivers. Als eene krop Salade hier 2 of I ftuiver geld, koopt men daar voor te Amfterdam een mand vol, en zoo is 't alles na advenant. De Beestemarkt, de Boterwaag, krielt van Vee en Boter, dog word voor de neus weg gekocht door Voorkopers. De Bakkers zyn de Vafallen der Koornkopers; veel was hier op te zeg- | gen , dan ik fla het over. Kortom , Leyden voed en kleed I alles, en leid zelfs honger en gebrek! maar helaas! de j Overheid zorgd hier voor, dog't bedrog gehoorzaamt niet,! De fteekpenning? Zie daar, Heer Adftruant, aan u betoogt, dat men door andre wegen en andre middelen, als uw ontydig oproepen ;, aan de arme huisgezinnen, (om uw eigen woorden te bezigen ) zyn brood, zyn aardappelen, of wat ander artikel van zyn behoefte bet zyn moge, m prys te doinvermindren; en dus zal den Fabrikeur meerder loon kunnen geeven,, den werkman meerder verdienen, en voor zyn geld meer- ■ der kunnen kopen tot nooddruft, en ieder Burger zal be- i reid williger en beter dan een duit meer op 't brood kunnen en willen betaalen. Zoude ook een Franfche Broodbak- ? ker, die 4 lood Las'atie heeft, van dit voordeel niet wat kunnen: markt, de Boterwaag, krielt van Vee en Boter, dog word j voor de neus weg gekocht door Voorkopers. De Bakkers j  X 147 X kunnen afftaan , tot fout.ien ? Zeker is het, dat hy meer yffafittert dan een ander Medebakker; den armen leid 'er wel niet by, maar den ryken betaald het onnut, en tot prasjudice van andre Hakkers die geen Fransch brood bakken: dan dit laat ik verders daar , de Bakkers weten dit best. Hoe 't zy, 'er zyn wel andre wegen om Stads Fibantiente onder'teunen, dan dezelve nu te zien vervallen, door oni'utte uitgaven , totfoutien VanCorhmisfks en Plans iVan oprocrmakende Sociëteiten. I Maar kom aan, voet by 't Huk: meent gy het met fLeyden, met haar lngezeetenen, met de Stads vervallen tFinantien, met de in zak enasfche zittende armoede? zie Baar ik ben niet rylc, nog vermoogend, integendeel voor imyn Leydenleide ik alles en teere in; maar kom aan hebt Jgy en uwe ryke Fabrikeurs het hart ? is haar en u gepoch, [torn goed en bloed voor Leyden over te hebben,niet valschpga jdan met my voor het Stadhuis, volghet voorbeeld vanOranje, (A°. 1574, volg uwe Leydfche Voorvaders en de Delffche Juffer Brasser, enbied vrywillig van uwe bezittingen een Jianzienlyk toereikend gedeelte, of meer, of min aan, en Hees op den ronden kring die voor 't Raadhuis met witte Ifteenen legt, ga daar ftaan onder den blooten hemel, in jde ftraalen dier middagzon, waar by gy my bezwooren [hebt, en lees daar voor het 003 des Almachtiger!, op de Owitte fteenen: AL NIET ZONDER GOD! en geeft idan blymoedig zoo veel, dat, zonder bezwaar van den onvermogende: der Armen Stads Finantien gered worden; ten vergeet dan wat uwe rechterhand gegeven heeft. Ik Ivoor my heb een niet groot Jaarlyks inkomen, myn Emolllumenten zyn my door de haat ontvoert; maar zie daar, ik biede het aan, en zal een Jaar my behelpen ,zoo verre jik kan. Is 'er myne Vaderftad, myn Volk mede gered, iaat [elk Officiant, Notarisfen, Procureurs, Bodens en Clerken, op welker kunsjes tot knibblaryen vry wat te zeggen zy , laaten die voorgaan, of my volgen ; is het dan niet in 't geheel, laat het een deel zyn. Laaten alle uwe Societeits Officieren hunne zilvren Ringkragen, Degengevesten in den Offerkist brengen. Met een ftaalen Gevest, in een mannelyke vuist, ftreeden uog onze Voorvadren, en haalden den buit van den huid der vyanden. Men kan idog zoo fmaaklyk uit een tinne, houten leepel, of TafelI SCHOPJE, als uit een zilyren eeten; zoo wel uiteen Delfsch T 2 Aai-  X M3 X Aardewerk - Servies, als van een door onrecht verdiend! zilver Delërt? helpt dus de Stad en urgery! Zytgy Adftruant, Regent, of Rykert, ol Fabrikeur, komt gaat my, gaat ons voor! Zyt gy Koopman volg uwe Regenten! ja jaag de blofdknypeis van uwe Societeits dwinglanden weg uit onze oogen, en zie dan wat ftiile, getrouwe lngezeetenen, C die misfchien nog vry w at meer belchimmelde Ducatonnen bezitten.als gy en de uwen Oproer-Medawles,) wat die dan zullen kunnen doen. Keer weder doldriftige Ouders! keer weder, en laat uw kloppend harte het wee over uwe Zoonen afkeeren! Verruil den vloek, die gy door de misleiding der Wederdopers en Godverzakers, door uw bygeloof op denhals uwer kindren en kindskindren geladen hebt, verrurl die voor den zegen , die God Almachtig gelegd heeft op het zaad der geenendie weldoen, aan den verdrukten en die hem dienen! Ach! offert uwe Zoonen niet aan den Moloch! Verdoof het gehuil hunner ftervende lippen niet, door het geluid der Py pers en Trommen, en het verleidend Mu/iek des doods! Laaten de valfche Zeegeliedren uwer Dochteren , uwer Maasden, nier verkeeren in de treurige Lykgezansen over hunne : Broeders, hunne Bruidegoms, hunne Vadren! ö! Myne Leydfche Broeders! myne Vrienden! myne Magen! komt kleden wy ons in zak en asfehe! Smeeken wy Smeekgebeden; zingen wy boetpfalmen ; red onze Vaderlyke Stad door bidden, vernedring, en dadelyke uitoeffënirig onzer plichten aan God en Mensch. Laat af eere Valfche" Vryheid aan te bidden , diede ziele in de ketenen der helle en des doods het ligchaam in den kerker der 'tierannen , en uwe' tydelyke have in He geldkisten der woekeraars zullen ' brengen ; en ja, uwe vrygevochte Altaaren voor den Baal, , en uw Vaderland voor den Oeffur zullen doen rooken Hn kan het dan niet anders , dan te wapen; want dan roept ons God: Ik hebbe gezegt. Ik laat u, Adftruant, voor het geene gy zyt; wild gy mv antwoorden, ik wacht u af; wild gy minder hatelyker en bitter zyn , ik zal u en de uwen ook wel zacht^ hand len; maar weet, dat ik voor dollekervel ook fcherpe doornen in loode vuisten draag. Des ga ik nu weder tot myn vervolg op uwe Inzm, waar in gy, zoo gy wat gedold hebt, zeer zeker wel zult zien , dat ik met geen Oproermakers hoosblokken op het ys kom, —— Daar ik onder de berusting in de zorge myner Magiftraat berust,  X X berust, hoop en bidde ik, dat God Almachtig, de Beproever van harten ei, nieren, haare raauflagen tot Eendracht, Rust, Liefde en Vrede mag beiïuuren, en alle ónze Burgeren een harten eene zielemooge geeven, om, onder een billyke gehoorzaamheid en bereidwillige liefde tot Eendracht, met Oranje mede te werken, totherftel van onze vertrapte en moedelooze Bifrgeryen. — Ik vervolg op N1". ii. pag. 86. Naauwlyks was Willem den Derden overleden, op den ïfó. Maart 1702 , of de partyfchap rees op: veelen van die onder de nieuw verkooren Regenten waaren , en op den 22. November 1685eer.cn L ed van Harmonie tusfehen de Regeerders, in handen van den Stadhouder Willem Den Dlrden, hadden afgelegd, entoen verzochten, dat de iPrins de grieven, debatten, doleantien, enz. van Partyfchappen uit zyne Registers, gehelde te royeeren ; dit iiad de Prins gedaan om vredens wjlW. Maar wat gebeuid ? die zelve fmeekers vernieuwden de debatten en grieven, zoo dra den Stadhouder A°, 1702 overleden was; toen liep de tweedracht onder de Leydfche Regeering zoo hoog, dat ze de bitterde haatte weegbragt, die 'er immer te vooren was, dog meer bedekt; zoo dat de naam van op 't klapbankje, 'oft ftinkbankje te zitten, toen eerst bekend wierd; na|demaal zy , die door Willem den Derden, op 't verzoek der ingezetenen, (zie ven N°. io.) waaren voorbygegaan, voegden zig ter fluik by die geenen die aangekoomen waaren, en den Eed der opgemelde harmonie gedaan hadden; deezen ftookten dapper, om wederom op't kusfen te koomen; — dit gaf oorzaak, dat de Vroedfchap nu de handen ruim, en geen Stadhouder, nog Graaf, nog zelfs Staaten eerbiedigden, ( want daar zat het ook zoo wat) en niets te duchten hebbende, onderling eene Conventie flooten, tot vereeniging van Partyen, (ofzooVAN Mieris zegt, Colonnen.) Zie het hier na een Manufcript Authentiek van de Heer R Backer, 't geen genoegiaam buiten eenige fpellingmet dat van van Mieris overeenkomt. CONVENTIE, GEMAAKT TUSSCHEN BEIDE DE PARTYEN VAN DE GROOTE VROEDSCHAP DER STAD LEYDEN, A». 1702. JJT'y ondergefchreeve Mr. Daniël van Alphen, Simonsz. en Mr. Johan van den Berg, beyie ReT 3 gerende  x iso y.c gerende Burgermeesteren ter Eenre, item Mr. Gersrd Meerman, Jansz. en Mr. Joost van Heemskerk, insgelyks Regerende Burgermeestertn ter andere feyde , verklaren by deftn in allen diffidentie, ernst, ende ter goeder trouwe, omfo veel doenlyk weg te neemen alh onrust, verfchil, en differentie in hetfiuk van de Regering dtfer Steede, en de bejielling van dien etnigen tyd herwaarts otitjïaan, en voorgevallen, en in een beier harmonie tot welweezen van dtrfelver Stad meer en sneer aantekwteken, met elkanders in waare vrindfehap, ende volkomen verlrouwcnthei'l verdraagen en overeengekoomen te zyn , gelyk wy fyn verdraagen en overeengekomen als volgt: Dat van nu affatn en fjjks cok ip den 10. November defes lopenden Jaars 1702, en Jo vervolgens in het toekomende, de verkiezing van Burgermeesteren , in der tyd, zal werden gedaan, uyt de Confulairen, naar de netten en prtcyfen rang van defelve , met deezen verjlmde, dit het tegenwoordige getal van da Confulairen, by het overleyden van een of meer Heeren, ielkens fal af en uys' Wegens de verkiezing van Burgermeester en, 16efaurier extraordinaris voor een jaar, en Admira iteyt. , Den 26. April 1740. *'» hujfe vm dm Meer G' A. van Hosreveen , ( abfent de Heeren Berkhout en van Ger wen) is den Hr. Mr. Jacob van oer Meer w de Correfpondentie aangenomen. Loco den Bf.Mr. Ntcolaas van Tol, Ptetersz. m tot 40 voo>gefield den Lr. Mr. Nicolaas van der Velde, Dz. n. y«/y 1740 **y«MB t ~H ;: A. van Hoeeveen. (abfent den Hr. van Gerwer,_) tot 40 voor gefield den Hr. Mr. Pieter Teding van ^rkhout-. Dm 17. July H (ten fiuyze voorfz.) de verkiezing van , 6e. gefchikt. . , TT V/r D«, 2c >/y (ten felven kuyze\ ts den heer Mr. Jofias Hubregtstyfe*' «' Generaliteyd, mits zyn »** trek in1 sHage houdende. Den 9. Nov. ( huyze) gefchtkt de Verkie- ftng v'an Heeren Burgemeesteren. J Den 4. Jan. 174-. «3» ™n dtn ?r' van den Berg, * ^r,« de Baad van Tey- linzen Hogemade, van Gerwen «1 van der Nyenburg ) ff de Hr Mr. R. Backer in de Correfpondentie aanganoomen. Loco den Heere Jacob Heynfen, ™ 4° beliuten den Hr. Mr. Cornelis Jan van Groencveld , Dz. - D«« 17. July ( ten huyze voorfz. ) ( aofent de Heeren van Gerwen w Nyenburg) de Verkiezing van Sestten ^Éns'Nov. (ten felven 6uyze>(abfent de Heeren de Raad', Lanfchot, Hogemade, van Mi Leeuwen en van der Nyenburg) tot 40 btrttamt Mr. Hendrik van Buuren. Loco J. Marcus. ^  X 16*4 X Den 9. Nov. ten huyze van den Hr. en Mr. Abr. Hogenhouck, (abfent de Heeren van den Berg en Nyenburg) de Vtr hiefing van Burgermeesteren gejckikt, en de nominatie tot een Schepen. Loco Joost Marcus. Den 22. Jan. 1742. ten huyze van den Hr. A. Hogenhouck, (abfent de Heeren van den Berg , Hogeveen, van Teylmgen en Nieuwburg) tot 40 beraamt den Hr. Mr. Nicolaas van Romswinkel. Loco P. van Hogemaade, en tot Burgermeester den Hr. Abraham Alenfoon, en tet Scheepen den Hr. van Leyden. Item gelezen een Refo/utie van Hulshout, van 1667. Den 28. Maart, ten felven huyze,( abjent de Heeren Gys, van der Meer, de Raad, van Leeuwen en Nyenburg) den Heer D. van Leyden in de Correfpondentie ontfangen. Loco J. Hubregts. De Commisfie in de Staten Generaal van den Heer Jonas Hubregts vacant gelaten, en beraamt tot Veerti u*j»p™> (abfent Bacscer, van der Maarfche, Hogeveen, Berkhout, Drolenvaux, van Gerwen, Asfendelft, van Leeuwen en Nyenburg) is gelezen de Infiru&ie voor de Pevfionaris , en dat Burgermeesters den Heer van der Straten foude foudeeren. Verder ts beraamt tot Commisfaris, tot de taxatie van deperfonele quotifatie, den Hr. Mr. Jacob v. d. Meer. J.ot Untfanger van de quotifatie, en van hetperfneel éerAmptm, den Hr. Mr. Adriaan van Asfendelft. Den 9. JUny, utfupra, (abfent de Heeren van den Berg, van der Maarfche, Drolenvaux, van Dorp van Leeuwen, Nyenburg en Backer) is den Hr. Mr van derStraaten beraamt tot Penfionaris, op een vaste wedde van ƒ2000 - o - o fullende de Stad zyn Ed. ontlasten van de ïoofle penning van het Ampt ge ld. Den 17. July, utfupra, (abfent de Heeren van der Maarfche en Hogeveen) de Verkiefing van Sestienge* reguleert. Den j. Sept. utfupra, (abfent de Reersn Ho geveen. Dru-  X 165 X Drolenvaux en van Dorp) tot de nominatie van een Hooft-Officier, de Bie, Vcrhooft, Backer. Den tl. Oèlober, tenfelven huyze, (abfent de Heeren Gys, van der Maarfche, Hogeveen, de Raad, van Gerwen, van Leeuwen, van der Meer en van Leyden j beraamt tot 40 den Heer Mr. Daniël van Alpen. Loco C. J. van Groeneveld. Den 9. Nov. Loco prafcripto , (abfent de Heeren Gys /«van der Maarfche) ter Verkiefmg van Burgermeesters, Thefauriers, en jldmiraliteydshecr. Den 2. Mey 1743. ten huyze van den Heer?. Gys, {abfent den Heer van der Maarfche) gedespicieert tot 40 Mr. Timon van Schoonhoven. Loco Mr. van Berkhout, tot Burgermeester Mr. Jan van Groenevelt, lullende die Heer in de Admiraliteyd blyven, met al de ftemmen, (naar drie omvragen.') NB. Zynde de Heeren Burgermeesteren verfogt hier van een ex ten/ie, en een Articut" op. te flellcn, tot voorkoming van diergelyke gevallen in 't vervolg. Den 5. Juny, utfupra, (abfent de Heeren van de Velde, Nyenburg, Hogenhouck, van der Maarfche, de Raad, van Gerwen en van Leyden) is den Hr. Mr. C. Cun*eus in de Correfpondentie gekoomen. Loco den Hr. en tot 40 beraamt Mr. Jacob La Pla. Loco Mr. Frans van der Meer. Den 1. July, ten felven huyze , (abfent Nyenburg, van den Berg, Hogenhouck, de Raad, van Gerwen, van der,Meer, Backer «a.van Leyden) den Hr. Mr. Petrus Cunasus in de Correfpondentie ontfangen. Loco P. van der Maarfche, en beraamt tot 40 Mr. Cornelis Chastelein. Den 17. Nov. ten felven huyze, (abfent den Hr. Mr. P. van Dorp) is gefchikt de Vtrkiejing van Sestienen. Den 9. Nov. 1743. ten huyfe van den Hr. Mr. G. A- van Hogeveen. Loco Gys, ( abfent de Heeren Gys en van Gerwen ) tot de Verkiezing van Burgermeeste* X 3 ren*  X 166 ):( ren, Thefauriers, en Gecommitteerde Raad, envoorge/efen de hier nevenftaande Refolutie. De Heeren Burgermeesteren in Conftderalie genomen hebbende de inconvenientien, welke zouden kunnen exteren door het af (Ier ven van een Burgermeester, waar door Heeren in eenige Commisfie van weegen deeze Stad fittende,in hunne rang zouden werden geprcejudicieert, cf hunne Commisfien hy geval, voor een feer korten tyd, zouden moeten quiteren, hebben goetgevonden aan da Heeren van de Correfpondentie voor te dragen, of men niet op getyken voet, als in het Ptan van de Correfpondentie wegens het t'kuys roepen van eenprafiderende Burgermeester is gefield, niet vast zoude flellen, dat een Heer, in eenige Commisfie zittendet tot Burgermeester zal worden verkoren, en dat ingevalle het fterfval voor den Eerften Mey komende te vallen, dezelve Heer zyne Commisfie zal moeten quitteren ; dog «naar den Eerften Mey vallende, dat als dan zyn Commisfie zal mogen Continueren, en zulks precys met den geftelden dag moeten bepaalt blyven : dog echter tnet dien verfiande, dat hier in niet begrepen is de jegenwoordige Commisfie in de Oost-lndijche Compagnie, mis zynde mits dezen aan den Heer Simon van Ger ven, om zyn rang te behouden , met eenparigheid van ftemmen in de Correfpondentie geaccordeerd, om de'firigu~ liere dienften aan de ingezetenen dezer Stad gedaan , en in ftaat zynde (vermits in de Equipage gezeeten is) zulks verder te continueren , dat clezelve Heer , ingevalle tot Burgermeeste* dezer Stad mogte worden verkooren , zyn jegenwoordige Commisfie zal moogen behouden, en hy dezelve voor een geheel Jaar, ofte voor tn 'ndcr tyd het Confulaar zoude kunnen bekleeden, mits dat zyn rang hebbende verkreegen, en in deze Commisfie willende Continueren, niet weder tot Burgermeejizr verkoren zal worden, dat ook dit bovenflaande 'zig ook niet verder als tot het eynde dezer lopende Cotmmsfie zal extehderen. Aldus  X 16*7 X Aldus gedaan en gerefolveert ten huyze sa» de» Prafiderende Burgermeejier P. Gys, den 17. July 1743. Den 13. April 1744- ten huyze van den Hr? Mr, Jan van den Berg, ( abfent d'Hr. Verhooft.) Geallegeert fynde dat verfchyde Heeren waren ge'èxcufeerd om andere Ampten te verkrygen, is fulks door Oppofahten. dus beantwoord, dat fulks was gedaan ten nutte van de Stad en wat aies meer is. Dog om dat de vrindelykheii van de Correfpondentie niet wel'over/lemming leyden kan, is ait blyven Jleeken. De Correfpondentie vergadert ten httyfe van den Hr. G. A. Hogeveen, ( abfent Groenevelt, van Banchem en van Leyden ) in de Correfpondentie gekoomen d'Hr. D. van de Velde, Dz. Loco Mr. Jan van Tylingen, tot 40 gedespicieert Daniël van Halteren, tot Burgermeester Mr. Pirk de Raad. Den 18. July, ten huyfe voorfz. (abfent J. van der Marck, Hz-) de Verkiefing van 1 6. gereguleert. Den 24. O&ober, ten felven huyze, (abfent Groenevelt, van Gerwen en van der Meer) om tot 40 te despicteeren Mr. P. van Dorp. Loco patris, en in de Correfpondentie ingekoomen den Hr. van Buren. Loco van Dorp. Den 8. Nov. tenfelven huyze, (abfent H. van Gerwen ) wegens de Verkiezing van Burgermeesteren en Thefauriers. Den 17. July, ten huyze van den Hr. Mr. Johannes van den Berg, { abfent de Heeren de Bye en Hogeveen) tot de Verkiezing van 16. Den 15. Sept. ten huyze van defelve, (abfent van Leyden, Groeneveld, van Gerwen, Asiendelft en van Banchem, tot de nominatie van een Schout, J. van der Marck, P. Gys en de Raad. Den 9. Noo. 1745, de Correfpondentie ten huyze» van den Pr. Burgerm. J. van den Berg, (abfent de Heeren Alenfoon en Hogeveen) vergaart zvegens de Verkiezing van Burgermeesteren, Gedeputeerde inden Raad van Staten en Admiraliteyd. Den  X i^s X 'Den 7. 'April 1746. de Correfpondentie ten huyze tanden Heer Pr. Burgerm. Abr. Hogenhouck, (abfent den ffr. Nyenburg) en tot 40 beraamt Mr. Salornon Lynflager. Loco Mr. Jan Meerman. Den 16. July, de Correfpondentie ten felven huyze, {abfent de Heeren van den Berg en Drolenvaux ) tot de nominatie van de 16 , Kaar van tacite is geëxeufeert den Heer Drolenvaux. Den ii.Odober,de Correfpondentie ten felven huyze, (abfent de Heeren Verhooft, van den Berg, de Raad , Alenfoon en van Banchem) is in de Correfpondentie gekomm Mr. Nicolaas Romswinkel. Loco Jacob Drolenvaux, (die op fyn verfoek van het 40 ampt is ontflagen Se.) en tot 40 beraamt Mr. CoenraadTeding yan Berkhout. Loco voorfz. Den gr. Oclober in de Correfpondentie voorgtfagen, (ten huyze van den Hr. Hogenhouck} uyt naam van den Heer Mr. Corn. Schrivelius, een verfoek, omme fyn Ld. in faveur van desfelfs oud/ie Zoon, te ontJiaan van deszelfs Veertigsplaats: dog byfommige Heeren daar omtrend fwarigheid gemaakt fynde , vermits dien Heer fulks verzogt, onder voorgeven van desfelfs fwakheyd, en fy fulks meende te firyden tegens de Privilegiën en Keuren, is aan Burgermeesteren verJogt, defelve daar op na te zien, nevens de retroatlen, en fo lange defaak in flatu te houden. ( abjentibus, de Heeren Groenendyk, van Leeuwen, Verhooft, de Bye, Alenfoon, Nyenburg, Eanchem, van der Meer, van der Mark, Gz. van Leyden.) (Het vervolg in N°. 22.) NB. Dus verre deeze Notulen zoo als ik die in handen heb j 'er is eene zekere gaping van A°. 1723. 9. Nov. tot 1738, July, wasr dezelve voornaamlyk beginnen, 't welk naastdenklyk veroorzaakt is, door dien een nieuw Lid, op die tyd in de Correfpondentie komende, toen begonnen heeft; denklyk zouder in de tusfehentyd van de 16 Jaaren nog wel wat byzonders zyn. Dan dewyl wy die niet hebben, en getrouw onze Stukken volgen , vergenoege den Lezer zig met deeze, die tot digt aan 'c Jaar 48 loopen, en wagte onze aanmerkingen in de volgende Nummers. Te Leyden, by J. PERK, en verders alöm.  D E LEYDSCHÈ STEDEMAEGD, ENZ. N°. 2 2. (Vervolg van NQ. 21.) Den 8. Nov. Correfpondentie geweest tenhuyfe voorjz. i' (abfent de Heeren van der Nyenburg en van Leyden) I weder gedaan de voorgaande propojiïie, dog alfo in het | Privilegie van Keyzer Karei gezegt word, als ook in de Keuren, dat geen ander Veertig kan worden geno- II mineert dan na de dood van een ander, of dat defelve ! defe Stad had verlaten, of fig van defelve hadde geab'I fenteerd, zo is van dat Verfoek afgijien. Ten felven dagen is de Verkieftng van de Heereti t Bur en is voorgedraagentot 40. LoeoDr. Pieter Verhooft, Rz. overleeden den9. deefes, d*n Hr. Mr. Jacob Heyns , naar dat alvorens tot Lid tn de Correfpondentie was geadmitteert Mr. Daniël van Alphen, Dz. Ten felven daage.voorgeftagen, of men ter fuppletie taande Scheepensplaats van gemt HeerVcfhooh NB. (omforgte dragen dat Mr. Nicolaas Romswinkél, die om fyn Ld. Swager van Buuren niet konde aankoomen, f hoon de naastvolgende aan de beurt fynde , niemand boven jigJoude krygen, en dus in desfelfs rang benadeeld worden) met foude kunnen en behoren in teftaan defelve ■weg, die in Jaar 1725, in opftgte van der Marck, Hz. en Mr. Nicolaas van de Velde, in gefïagen was wanneer aan de nominable oudere Heeren verjoo-t wierd defuppletxe te vervullen, gelyk fulks ook toen gedaan ts door den Hr. Mr. Nic Te ding van Berkhout; het welk van alle de Leden goedgekeurd fynde, is fulks Geproponeerd aan de Heer Joh. van der Man*, iïgz. v- Leyderi «* Mr. Petrus Cunaeus, welke twee eerfte fulks  X **! X fulks hebbende gedeclineerd, is het felve aangenomen door Mr. P. Cunseus , waarop gereflveerd is denfelven te flellen op de nominatie , nevens hr. J;>n Fredrlk* Gronovius, gelyk gefchiet is d*n volgenden dag. Nog is ten felven daage voergelefen de volgende li efo'utie, waar vanhier voren op 28 Dec. gewag is gemaakt , luidende van woord tot woord. „ Óp den 28. Dec. 1746. in defe Correfpondentie ,, eenige bedenkelykheyd zynde voorgevallen omtrent de „ Jaren van het Poorterjchap, die 'er gerequireerd „ werden, om als Veertig van defe Stad te mooge wer„ den voorgedragen: ZO IS by de Leden van deze „ Correfpondentie daarop met eenparigheid gerefolveert ,, en vastgefielt, dat niemant aan defelve tot Veertig „ voorgedragen of genomineert zal mogen werden, ten „ fy hy op den dag van de te doene Verkiefing ( Electie) ,, ses volkomen Jaaren, en ses geheele Maan- den defer Steede Poorter zy geweest-, en dat de „ Aniculen met dit Articulfullen werden geaugmen„ teert. " Hier eindigen deeze Notulen , en is gevolgd de generale Reduftie van A°. 1748, toen den Doorluchtigen Willem , de Vierde en de Staaten deeze Cabalistifche Aristokratifche Regeeringsverdeeling wat befooeide. Na dat wy dus, waarde Medeburgeren! aan ulieden , en moaelyk den letzer, ook dit byzonders hebben medegedeelt, zal het nu onze zaak zyn hier op onze onpartvdige aanmerkingen te maaken: aanmerkingen die voorzeker van gewicht moeten zyn, alzoo zy ons zullen moeten brengen tot het begrip der nootzaaklykheid van een Stadhouder , en eene Regeeringsform na 's Lands en Stads Wetten en'sVolks heil; dat is: een Achtbaar, onbefmet Stadsregeering, bepaalt aan de belangen der Burgerlyke Rech* ten, en vcreenigd, befchermden bewaard door een Eminent Hooft, in naame der Souverein. Het blykt dan ontegenzeggelyk, eerst uit het Verdrag der Vroedfchap A". 1702, dat het gebeente van den Stadhouder Willem den Derden naauwlyks koud was, of de Regeering ontfioeg zig, in veelen opzichten, van da y a aloude  X 17= X aloude Conflitutie, en zeer zeker van de infiuëntie die den Stadhouder op de Electien der Scheepenen had , want het Verdrag kwam daar "op pit: (1) Dat de verkiezing van Burgemeestren en de daar aan annexe invloeden, benevens alle Commisfien in de Staaten Generaal, Raad van Staaten , Admiraliteit, Generaliteit, Gecomm. Raden, O. 1. Compagnie enz., in den boez;m van de Regeering of' Magiftraat alleen verbleef en wierd verdeeld; dan hoe concordant dit Verdrag ook fcheen om de koek rond te deelen, 'er verbleef, volgens het gemelde. Verarag, eene fplisfing va?, Farthyen, want 'er wierd bepaald in A°. 1702 Is mede fpeciejyk goedgevonden, dat Panhyen van de EENE ende de ANDERE zyde., van nu voortaangelyklyk zullen participeer en in de verkiezing van den Bank van Scheepenen, ende zuix yder Parthye de beflellinge van vier per lonen heb' ben, niet tegenflacnde dat eenvan beyde de Panhyen, voor die tyd, maar een of zelfs geen ver jonen in Burgemeesters hamer hadden, enz. (Zie Pag 151) Uit dit Artikel blykt dan, dat de verkiezing van Scheepenen verdeeld bleef onder de Parthyen, en te gelyk de afzending der Nominatien aan den Stadhouder,aan den Staat,ot elders door de W it gerhortificeert wierden. Meerder zeggen wy hier nu niet van; men vat het wel. — Maar het gevolg diend gemeld. -— Hoe fterk, hoe hecht, hoe eensgezind dit Verdrag ook fcheen, ja, hoe Aristokratisch het was, ( want zeer zeker was dit een te fterke Aristokratie ) het was immers van dat gevolg, hetgeen dergelyke Verdraagen of Conventien in prasjudice, op 't ftuk van Regeering, altoos hebben. Het Verdrag was, of liever, fcheen goed, ja zeer gefchikt tot Eendracht, — maar alwederom borrelde de nay ver, de oudegemelykheid.demenfchelykebelangens boven; want van die tyd af aan was kuipen en koppelen geen gebrek, en nu kwam 'er inbreuk op dit, dan op dat, in zoo verre dat de perfoneele haatlykheeden bleven voortduuren K zoo dat 'er Verbintenisfenuit gebooren wierden, die men, zonder zyn gemoedftem te kort te doen , niet kan goedkeuren, dewyldoor die Verbintenisfen de inbreuke op de verkiezingen van Vroedfchappen of Scheepenen gedwongen wierden, vooral in het verkiezen van een Veertig; want alle de Privilegiën, blykensdie geenen die wy hie'r boven zoo breedvoerig hebben aangevoert, luiden,: dat uit de Vroedfchap (dat is de Veertigen) by verfterf, of vertrek van eenen nieuwen,  X 173 X iiieuwen, door de overige negenendertig moeten gekoozen worden, en dit is het recht dat Veeitigen toebehoort, ais | te moeten kiezen Goede, Eerbare, Ryke en Notable per- ! ioonen uit de Burgery. > Waar uit ik dan, in dit eene t opzicht, zeer zeker niet kan tegenfpreken, indien men bei weert, dat de verkiezing van een Veertig gecorrumpeert i\ word door eenige Verbintenisten van Party tegens Party, i om vooraf, buiten Veertigen, iemand te bepalen; maar aan ; de andre zyde zyn de Hellingen duizendmaal erger en teil gens alle Privilegiën, Costumen en Achtbaarheid van Res geering aanloopende, zoomen, gelyk den letzer het volk i diets tracht te maaken, wil beweeren, dat deeze verkiei zingen van eenen Veertig, of ook de Regeeringsbedelling, i van de demmedes volks zouden afhangen en nog minder ■ van het Collegie van den Ed. Manha'fce Krygsraad, nog i| hunne Schutters enz,; want het zy de Privilegiën tot de verkiezingen van Veertigen, of door de Graaven, of door ij de Staaten zelve, of door de Stadhouders, in naame dee| zer Souvereinen, gehandhaafd worden, zoo is en blyven de Kiezers van een Vroedfchap; dit is niet in naame van het I volk, want het volk kiest geen Veertigen, maardeVeerji tigen worden uit het volk in naame van den Souverein of j Opperde Macht verkoren, om dan, volgens hunne Wetten, haaren wil, haare gegeven en verzegelde Handvesten en Privilegiën, uit het volk Eerbaare, Ryke en Notable i Burgers te kiezen, die te handhaven, en dus niet het volk; i. want hoe vry men het volk dellen wil, zy zyn, over 't |i geheel genoomen, onbekwaam tot die keuze, om dat zy - buiten ftaat zyn om naby en wel eendemmig te kunnen oordeelenwie Kundig, KyK» wie i,erDaar, wietNOtaDens: — Hoe, zult gy vragen, wat zegt gy? Luider, ikzalant| woorden, of vragen: Moeten de omflagen van Lasten, de taxatiën van inkomen, byzonder vaste Goederen, Landexyen, het debiet van Manufacturen als andre zaaken, het inflaan van Waaren, of opgeven van Bedienden en Taxatie, de opgaven van Collateralen , van Imposten, niet komen in handen van de Regeering, en vooral van Burgemeestren, J Threfaurieren,Secretarisfen en Griffieren?en zyn dan deeze i ook niet best in daat om te kunnen oordeeten wie Rykisï Antwoord my, weet dit het Volk? kan dat het zoo naby weeten? immers oordeelt het volk iemand licht fchatryk, die den andren dag bankroet gaat? En, ik zeg het met ontY 3 roering ï  X 174 X *oering! hoe rneenig Aanzienlyk Regent binnen Leyden, die men voor Ryk aanzag, ja die het volk als dezulken aanzag, en het geldje a depofito rekende in de Bank te zyn, als men het eenige Heeren mogtopfchieten, of haar darde Zoontjes mede helpen: hoe rneenig, zeg ik, derzulken zyn zoo wel in het machtig Amfterdam, als te Leyden en elders, niet gefailleerd door fchandlyke bankroeten. Ik zwyge van Stads kasfe, en van een thans exteerend geval ter Weeskamer van Alkmaar, waar twee Eerlyke Leydfche Burgers A. Le Moine en Demoon, geene behoorlyke betaling kunnen krygen op lang verfcheene Intreffen van zeker Legaat, by fuccesfie of vicariaat, om dat de Adminiftrateur, zoo men zegt, naar Utrecht is. Behooren deeze dingen niet aan de Regeering te weien? kan dit een Volkftem beflisfen ? zeker neen; deeze kennis moet den Regent hebben, anders word het een dolie Engeliche Volkftem, waar door men Reeenten bekoomt öoor omKooping, die, zoo ze hier moest dooa-aan, ons wel beftuurt Vaderland den Eernaam van befchaafde Batavieren zoude doen verwisfelen voor die van Wilden van Europa. r- Ik zwyge verders over het beoordeelen van Eerlyk en Notabel'; zeer zeker kan het ■volk over 't geheel niet weten wie, al of niet, Eerlyk is. Hoe rneenig huichelaar is niet dikwerf een fchurk; hoe rneenig koopman geen bedrieger; hoe rneenig vroome kerkganger of fyne geen vuile fnoepert; deeze dingen zyn immers naast best de Regeering bekend ? het zy fraudes voorScheepensbank ontdekt worden, Correöien by den Schout "worden afgedaan, of voor Burgemeestren en Scheepenen , door dagelykfche ontmoetingen den inborst der Burgeren best bekend is; en dus is het die ervarenis, die uit de natuur der zaakalfints gebillyktis; daar integendeel de ftemme van het volk vry zynde de grootfte ongeregeltheden zouden voortbrengen, gelyk zy ook meer dan te overtuigend doen. Evenwel gelyk alles zyne beperking heeft, verfta ik ook, dat de Regenten, omdatzy't gezag hebben, ook zorgen, dat zy zelfs getrouwen onberispiyk handlen, want zy ook zyn niet zonder vlekken, en daarom moet haar voorbeeld door geen Per Centen te koop zyn. Het ftaat dan by ons vast, dat ook om deeze redenen de Oudften des Volks, het zy dan Familie-Vaders, het zy dan Hoof» den, of dat de Graaven, als Souverein, deeze of derge- lyke  X '75 X lyke inftellingen gemaakt hebben , om dus uit het volk de Beste, Eerlykfte en Ilykfte, fchoon de allereerfte hn-ictiting door middel van eene Souvereine keuze, uir het volk , en dus oorfpronklyk uit het volk gedaan is. want dit toonen ons alle de hier bovengemelde Privilegiën »q den oorfprong der Wetten, maar naderhand, by 't bevestigen der Wetten, wierd dit aan de Hoofden en Souvereinen des Volks gegeven, en dit was het VolksContrakt; waarom dan zoo dikwerf als 'er partyfchappen tusfehen de Veertigen, of de Reg^ing ontftonden, of dat Oorlogen, of andre omftandigheden het ooirbaar maakte, zoo dankte den Graaf, als Souverein, en onder Staaten Regeering de Staaten, onder Stadhouderlyke Regeering deeze, in naame der Staaten, zoo dankte, zegge ik, den Souverein de gantfche Veertigen af, (zie boven IN*. .) en kozen zig zelve nieuwen uit het volk, volgens eene Lyst van de Eerbaatfte, Notabelfte en Vroede perfoonen,het zy dat zy dit zelve onderzochten,of by de notabelfte raad namen: en dus wierd aan dit Collegie van Veertigen , by vervolg het recht gegeven, om eenen Veertig by verfterf, en Nominatien van Scheepenen te maken , zonder aan eenige ftentfning van *i vólk gehouden te zyn, en hierom trapt onzen letzer de plank deerlyk mis, als hy die ftemme aan het ongeftaadig volk wil geven; want dat kan nooit bettendigkiezen, uit hoofde van de discusfien die 'er uit ontftaan. Want al eens gefield met den letzer, dat die Volkftem hier op recht had: — Ik vraag het rond uit en op de Confcientie af, of in 't geval der verkiezing van de Heeren Heldewier, de Mey van Streefkerk, van den Zandheuvel, om van andre Heeren te zwygen, of men daar eene zuivre Volkftem in eenige particuliere Societeits Conventie, Kapiteinen, Kwartiermeesters, durft ftellen? Ik wedde, ik fta borg, dat, indien men cordaat de ftemmen der gantfche Burgery, Inwooners, Poorters, of de Gebuurten na rang had gevraagt, dat die Heeren, tegens wien ik , wat my aangaat, perfoonlyk niets heb, dat die Heeren op zyn best van de honderd geen 10 ftemmen zoude gehad hebben, en echter roemd men op die fchoone Volkftem, Maar ik raak hier te verre van het eigentlyke daar ik voor als nu blyven moet. —— Den letzer fpreekt in zyn Nc. 2. van een Contract, waar by hy uitdaagt, dat men hem aantoone, dat 'er een Contracl bejiaat, waar by wy aan de Regecring de macht, die by het Wik  volk is, f* waar uit Zig die macht ontleent, eens voor altyd, ia onberroepelyk hebben overgedragen. Hier zoude hef gevoegiyk pasfen, om, daar wy reeds hier van zoo even iets hebben gemeld, het verder uittewerken; fat dtt ftellen wy uit, tot wy direS en opzettelyk de frivoliteit eu de misleiding van die redenen zullen aantoonen, «it de eerfte Volksplanting hier te Lande, alwaar ons be-wys te vinden zal zyn — Wy keeren dan weder tot de opgenoemde Regeerings-Contracten, en zullen hier onderzoeken , in hoe verre het Regeerings - Contract van A8. 1722. beftaanbaar is, al o£niet, en ons derhalventhepaalen tot deeze Vraagen- 1, Kunnen 'er reedenen zyn, waarom eenige uit de Regeering eene byzonder e Verbindt enis onder zig maaken, zoo ja, in hoe verre zyn die billyk? In het eerfte opzicht, of 'et billyke redenen kunnen zyn van byzondre Verbindtenisfen, antwoorde ik volmondig ja; en dit probeer ik daar door , om dat 'er oorzaaken kunnen gebooren worden, die zulk eene Verbindtenis volftrekt noodzaaklyk maaken; deeze oorzaaken zyn geleegen, of in de nadeelige fentimenten die deneenen of den andren wil doordringen, en volftrekt teu nadeele van het Volk, of de 1 urgery , Stad en Staat zyn, en uit welkers verfchillende begrippen partyfchap gebooren worden, vooral als die byzondre begrippen aanloopen tegens de Privilegiën en Keuren der Steede, en tegen de Costumen der Regeerings-Reglementen. Zulke byzondre begrippen zyn voornaamlyk deezen: het gevoelen, dat de Schutteryen het Recht hebbende tot het nomineeren van een Kapitein , zonder kennis van Burgemeestren,den Gerechten enz., ook zouden fustineeren, dat uit die Kapiteinen hunne Vroedfchappen moeten gekoozen worden, en gevolglyk den Krygsraad zig onttrekken moge aan alle Burgemeesterlyk en vervolgens Staatsgezag. — (2) Dat iemand uit de Regeering vermeend het recht te hebben toteenig Ampt of Commisfie, zonder te reflecteeren de Orde en Rang die aan de Regeeringsform geënclaveert is. Dat iemand uit de Regeering eenige Staatszaak wil doordringen , die, of onmatuur, of te Caducq, of by zyne Mederegenten niet oonbaar geoordeelt word. (Het vervolg in N*3. 23.) Dit Blad word 's Weekelyks met een N*. a 2 Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by J. PERK, en verders alom.  D £ LEYDSCHE STEDEMAEGD, ENZ. N°. 23. (Vervolg van N". 22.) Dat niemand uit de Regeering ter dagvaarte, of zelve, of door den Minifter, of Adjunct, zaaken kan laaten voordraagen, die niet finaal geconcludeerd zyn» Eindelyk: dat iemand uit den Raad aan het Publiek, of het Volk, bekend maakt zulke geheime zaaken en raadflagen, die, of nog oumatuur, of geheel fecreet moeten blyven onder den Eed. Alle deeze oorzaaken billyken zeer dikwils een byzonder Contraa of Correfpondentie, om dat in alle de opgenoemde termen de overheerfching, die door Misbruiken ontdaan, gebooren kunnen worden, en die niet geweerd worden dan door byzondre Overeenkomst, waar door zulke perfoonen behooren ingeroepen te worden die Eerlyk, Notabelen Rykzyn, en niet beimet zyn met Party fchap, om dat het onderling vertrouwen de kracht eener Raadsvergadering is. Dit allegeeren wy te meer, daar uit de Notulen deeze voorbeelden bewysbaar zyn; naamlyk, dat men ontrouwe perfoonen, die geene fiduce hebben, moefté weeren. Dus vind ik in de TMotul, den 16. July 1739, ten huize van den Heer Mr. Pieter Gys, dat de Heer Mr. W. Paats uit de Correfpondentie gefloten is geweest,over het geval met de Pachter Pieter Seys; een geval dat/ by die het bekend is, fchreeuwend genoeg was. Op den 5. September 1744, vincie ik eene Ptopofitie dat de Heer Simon van Gerwen in zyne Commisfie we.d bevestigd, om definguliere dienften aan lngezeetenen deezer Stad be weezen, "en in ftaat zynde die te continueeren; welk geval dan Extraordinair zynde, om dat het zeldzaam Z is,  X 17» X is, ten niinften dat 'er jaaren verioopen eer iemand wegens Leyden als Bewindhebber in de Equipage komt: zynde, zooik het wel heb, mynen waardigen Jkr. Jan van Landschot geweest die deezen Post het laatst bekleed heeft, en insgelyks getoond heeft deezer Steede ingezeetenen te willen en te hebben bevoordeeld; fchoon dit door ztkere woekerende Traiter van een Fabrikeur, tot onuitwisbaare eeuwige fchande van haare verwaande grootheid, zoo fleoht beantwoord is, dat 'er het Sehoutenboek nog van getuigt, zoo als boven betoogt is. Nog vind ik onder deeze Notulen aangeteekend, dat, gedlegeerd zynde, 'er verfcheide Heeren waaren geëxcufeerd om andre Ampten te bekoomen; waarop geantwoord is : dat zulks was gedaan ten besten van de Staa — dog om de vriendlykheid der Correfpondentie heeft men afgezien yan over (temming. Op dit Poinct maak ik deeze reflexie: Dat deeze Correfpondentie hier efféctive toont, geene overftemming onder den andren te gedoogen, uit vriendfehap maar ten besten der Steede, enz. en dus, alhoewel het betrekking heeft op de bedeeling der Commisfien , Ampten enz., zulks echter op reden van billykheid (althans onder die 2ö) gefundeerd fchynt. Op den 8. November 174Ó is ook eene Propofirie afgeflagen, die van wegens den HeerMr. Corn.Schrevelius , om van zyn Veertig plaats aftegaan, en zynen oudften Zoon in desfeifs plaats aan te (tellen. Dan dit komt ons voor wat hard te zyn geweest, nademaal men het Reglement^ of de Correfpondentie , dergelyke faveuren voor de haaren wel eens door de vingren zag. Dan het was ook deezen Heer Schrevelius , die ook de fterken arm der Contia-Partye was, en dik werf in eenige Commisfien wier,d voorby gegaan. Dan dit ftap ik om reden voorby.Inmiddels hielden dievan de Correfpondentie zig aan den Letter van het Privilegie van Keizer Karel , hier boven vermeld, waar by geen ander tot Veertig mag gekooren worden dan na de dood van eenen anderen, of dat dezelve de Stad verliete; waar uit blykt datdeeze Correfpondentie, gelyk ook het heele Reglement, vry exaét zig hield aan de Keuren en Privilegiën, gelyk'er 00k jegens de vereist hte Jaaren van Poorterfchap zeer attent gelet is. Echter in het geval van Jonkheer Nicolaas van den Boetzelaar is geoordeeld, dat men annus incepm konde  X 179 X konde neemen voor Comptetus, om dat 'er maar weinige, weeken aan ontbraken, en is vervolgens eenige afflag in den tyd van het Poorterfchap bepaald geworden , in plaats van zeven, op zes jaaren en zes geheele maanden, waar mede dan de Keuren , of 't Privilegie , is geaugmenteerd , of liever gealtereerd, dat zoo wat was. Ik zoude hier up het fujet van eenig verfchil, hier omtrent in onzen tyd voorgevallen, wegens het Veertigfchap van den Edelen, Notablen, Eerzamen en Vermouenden Heere Mr. OlRK WorMER iets kunnen melden van dien aart; dan deeze zaak te versch zynde, laat ik die, om redenen, berusten: 'er is dog in onze dagen met de Vroedfc'.iapsplaatfen genoeg gedraaid. Ondertusfchen {trekken dee^c Notulen als geëxteerde gevallen ten bewyzen, dat men tot welzyn der Burgerye fomtyds eenige reklykhcid mag gebruiken, daar 'er voorbeelden zyn dat men die gebruikt heek, e:i buiten deeze Notulen ook uit v-trfeheiden hier voo> gemelde voorbeelden ten tyden der Graaven . en vooral ten tyde van Willem; den Eersten en ook de Staaten geëxfteerd, die uit omitandigheid van tyd noodzaaklyk waaren, en vooral als den gekoozen Perfoon met zulk eenparig, genoegen der Burgery is; in zoo verre dat dezelve, door eene ftiile berusting in die keuze, die geene befchaamt heeft j die door een opgeruide illegaale Volkftem van eenige weinigen voor Illegaler kon gehouden worden. Dus dan aangetoond hebbende uit de gevallen in deeze Correfpondentie, voor zoo verre die in dit Manufcripr. tot onze wetenfehap gekoomen zyn, zoo kan ik, en ik vertrouw niemand, in gemoeden hierin eenig bewys vinden van frauduleufe of gepremediteerde inbreuken op de Privilegiën, dan voor zoo verre die veroorzaakt wierden door party fchappen ; want zeker is het dat zoo 'er die niet geëxfteerd hadden, ook nimmer deeze exclufive Correfpondentie zoude geëxteerd hebben : want dit kan niet ontkend worden, dat deeze Correfpondentie niet is tot ftand gebragt dan om eene meerderheid te hebben en te behouden boven zyne party, die insgelyks Correfpondentie hield; en in dit opzicht was het dat kwaad dat wy in N». 2. Cabaal noemden. Dog ftraks nader. Ondertusfchen blykt het, dat 'er zaaken kunnen zyn die eene geheime Correfpondentie noodzaaklyk maaken, al waare dezelve fora wy le met abuizen vergezeld, die dog der menschlykheid eigen Z 2 zyn.  X i8o X zyn. Dan ik trede ftraks ook in het onderzoek dier Abuizen en Misbruiken. Een woord nu nog tot onderzoek, in hoe verre het 16. Artikel al of nietbetlaanbaar zy, te weten, of het deeze Correfpondentie op billyke redenen vry ftond te bepaalen, . om by verkiezing van een Veertig voomamentlyk acht te flaanop diegeenen welkers Vaders, Voorouders enaanzienlyke Vrienden in de Regeering zyn geweest en die aan dezelve vermaagj;bapt zyn, en volgens van de ver eischt e hoedanigheden , als mede op voorftel van Burgermeestrtn in der tyd. Zie hier, Medeburgers! een Artikel dat-den fteen des aanftoots in byna alle Regeeringen is. Zie hier de bron waar uir alle parryfehappen voortltroomen. Zie hier den regel van het piyzen van den eenen, het geen den ander laakt. Zie hier 't geen de gemeene man zegt, een Nigjes en Neefjes, een Familie-Regeering, en onzen letzer Familie-Aristokratie noemt. Het lust my dit gewichtig onderwerp eens onpartydig te onderzoeken. Ik maak my fterk om aan te toonen, dat het, onder zekere bepaaling, een goed recht of gebruik is, dat op de wil en het verti ouwen van het volk berust. Ik ga het betoogen uit de natuur der menfehen, uit de regeeringen der volkren, en die van ons Land. Ik befchouw dan de natuur der menfehen alzoo. — Dat het de natuurlyke liefde, die een vader tot zyne kindren heeft, volftrekt eigen is, om zyne Zoonen in zulk eene • ftand of beroep te brengen, als de vader weet dat hem niet alleen nuttig was i» zyn tyd, maar dat hem een vooruitzicht geeft tot verbetering van den ftaat zyner Zoonen «n eere van zyn Geflacht na hem. Ten anderen befchouw ik den natuurftaat der menfehen alzoo — Dat zoo onder eene Maatfchappy van Menfehen, een Volk, eene Stam, een Geflacht, (men ftelle het zoo men wille) een voortreflyk Man is, of is geweest, die de zaaken van het volk, het zy als Regent, het zy als Vader des Huisgezins, of als Veldheer, wel gehandhaaft heeft, dat de natuurlyke liefde en het vertrouwen , die het Volk op den Vader gehad heeft, op de Zoonen en dat gantfche Geflacht overgaat, en dit zyn de Contracten die de natuur en het volk met zulke voortreflyke Mannen, of openbaar, of in ftiile bemsting maakt. Op deeze twee voorftellingen aal ik nu voortredeneeren. In  X ii* X In het eerfte opzicht ga ik van de laagfte Clasfe af tot de grootfte. Onder de laagfte ( fchoon misfchien de grootfte en-zaligde op aarde) ftel'lk een D.aglooner, een Arbeider, een Ambachtsman , die in het zweet zyns aanfchyns , ,van den morgen tot den avond arbeid en het brood zyner handen eet; deezen leid van de wieg af aan zyne kinders op tot ; den arbeid, elk wind wat, elk brengt wat toe tot het be» ftaan; de goede vader onderwyst in zyn beroep zyne kirl- i dren, hy geeft haar tot erfdeel het geen hem Gods zegen . door zyn arbeid gegeven heeft; hy yvert, hy zwoegt en ploegt om zyne kindren, na zyn dood, het handteeren van ploeg en fpade, fpinrokken en weverfpoel natelaaten als zyn wettig goed; zoo is het ook met de Ambachten, een ■ Schoenmaker, een Kleermaker, een Metzelaar, Timmerman , enz. zal, zoo wanneer hy floreert in zyn Beroep, zorgen, dat zyne Zoons hem opvolgen en 'er nog meerder by profiteeren; zoo dat zulk een werkbaas van kind tot kind overlaat de renomée van een goed en best werkman te zyn geweest, in zoo verre dat het Publiek eene fiduce in zulk een ouden gerenomeerden winkel fteld. Hier van daan komt het, dat een ryken kleinzoon van eenig Ambachtsman of Winkelier, zig veelal in het zeer bekrompen pothuis, of huisje van zyn Overbestevaar behelpt, om die I welvaart die van Ouders tot Ouders hem is naargelaten. \ Hier van daan een aantal Uithangborden, in de Oude Pollevei, in de Oude Laars, in de Oude Goude Naald, in de Oude Goude Truffel, in de Pasfer, enz. Nog menigvul- .1 diger zynze vermaard by de Bakkers en Koekebakkers, in het Oude, of in het Jonge Wittebroodskind, in de Shnetlager, of in de Durietjes Befchuit, in de Amfterdammer »f Saardammer Koeketer, de Oude Uiterfche Teerantjes, de Schoonhovenfche Fonteinkoek, Weefeper Mop, of de Leydfche Kinapotjes, waar by dan doorgaans de naam van -ileFamielje, die dan, letwel! nog wei aan vreemden, of aangetrouwde Zoons word overgedraagen, zelfs tot Fa- : milie Wapenen overgaat, ak by voorbeeld de Amfter- i damfche Trippen van hun ny vre voorouders, die men zegt : Klompemakers geweest te zyn. Zoude dus ook zekre Kalk- en Steenbranders Familie, die het nu zoo roeren, niet wel in baar Wapen een Kleivormers Kruiwagen voor 1 Blafoen pasfen ? Hoe 't zy , wat is dit dan nu anders als Z 3 een  X 1*2 X .een natuutlyk gevolg der menfchelyke invloeden op het nagedacht? Treeden wy lanf;s de ftraaten der groote Koopfleden, leezen wy in de Nieuwspapieren de Firma's der Kooplieden, hoe oi'ertuiglyk zyn niet duizenden aankondigingen yan de overgang, die men van Ouders tot Ouders overdraagt aan Zooner , Kleinzoonen, Dochters en Klein» dochters, ja aan Vreemrfen, om het Crediet der Renommee van het Comptoir-Geflacht en de goede Trouw der Voorzaaten Eeuwen lang levendig te houden. Men ga nu ook eens op de Raadzaalen en Raadhuizen, men ga by de Burgeryen en lngezeetenen , en men vrage, of een Achtbaar Regent,die betrekking tot zyne Kindren, zyne Zoonen, uit zyn gemoed kan uitwisfchen, zoo als die van den geringften Daglooner tot den Ambachtsman, Van den Ambachtsman tot den Koopman, van den Koopman tot .een Notabel, Eerlyk en Gegoed Regent, van zulk een Regent tot den Adel, van den Adel en Regent tot der Staaten grootheid opklimt, ga daar en onderzoek dit, en gy zult hier in vinden eene wettige, geregelde en volftrekt eigenfchaplyke orde, die de ingefchapen natuur aan de menfchelyke bedry ven dermaten verbonden heeft, dat hier uit, als het wel beftuurd word, eene goede Regeering profiuëeren kan, zoo als in onze Republiek exteerd. Misflageii en onervarenen, 'tis waar,kunnen 'er inkomen, maar wie volmaakt en zonder zonden is werpt den eerften fteen; dus zoo men dit dan Aristokratie noemt, dan ben ik een der eerfte Aristokraten , en ik betuige dat ik veel op heb met myne oude Steede-Familien; en dit moet ik nu bewyzen waarom. Ik zal het doen, men hoore my en de Historiën des Lands, zoo als ook die voor het begrip van den min beleezen Bulger vatbaar zyn. Men antwoordemyonbewimpeld, of niet in alle Steeden, ja Vlekken van Holland, by het Volk, by de Burgeryen, eene zekere hoogachting, vertrouwen, liefde en eerbied in het hart van Ouders tot Ouders overgaat, voorde Nazaat, of Nazaaten van een Regent, of zyne Familie, die aan zoodanige Stad, of Vlek, of het Staatsbewind, of Provintien, eene uitftekende dienst gedaan heeft, of die met uitmuntende gaven vercieid is geweest, en in zyn Nagedacht, Eeuwen lang, als Eerlyke, Heerlykeen Getrouwe Regenten, tot luifter van hunne Burgetyen, gebloeid en geregeerd hebben, is dit nu dan niet natuurlyk, dat zulke Fa-  X i83 X Familien eenige aanfpraak hebben op de Regeering ? en tevens is het niet natuurlyk, dat de Burgers en lngezeetenen zeer zeker meer genoegen fcheppen in de keuze van een Regentenzoon, van Ouders tot Ouders onder ons be* kend, die van aangezichte tot aangezichte elkander kennen, met ons Zyn opgevoed, die Van hunne Voorzaaten zoodanige kunde of indruk hebben, datzy ookhunne Burgers kennen, en van trap tot trap opklimmende, eindlyk wel onderleid zyn om te kunnen regeeren* dan dat men iemand hier toe zou aanftellen, die maar door eenige onrustige geesten worden opgeworpen, of "er door een zydeur inkomen; dit gefchied, ikbekenne het, fomtyds, maat ik houde vol dat het altoos murmureering veroorzaakt, riet is volftrekt den aard van de Hollanders eigen, geene Vreemden te vertrouwen; zy wflïëTi'vèel liever (men vergeeve my eene fterke uitdrukking) zy willen liever door een dwaazen gebooren Ingezeeten, dan door een fchrandec Vreemde geregeerd worden. — En het is hierom, dat hoe Staatkundig of fchrander alle nieuwe Projecten tot Regeeringen ook mogen zyn, dat zy nimmer by eeri rechtfchapen Hollander doorgaan als het van Vreemden komt. 't Is hierom dat Jonker van der Capellen met al zyn aanhang, het zy Regent of Burger, in Holland eeniklaps alle fiduce en vertröuwenkwyt zyn geraakt' en het ook zullen blyven. Het vodrgeftelde hebben de Eeuwen bevestigd , want van de vroeglte tyden der bekende Batavieren, tot heden toe, is dit bewaarheid. Qun my, myne Medeburgers! dat ik deh geenen onder u, die dit niet weten ,^dit eens voorftel; te meer daar men het thans zoo druk heeft van die Bata* vieren, van Bataven, van die Vrye Bataven, van die Volkftem, — Hoor my 'er over, — Al waar men in de oudfte geloofwaardigfte handfehriften van dit dapper volk vermeld vind, vind men ze befchreeven als een volk dat door hunne Oudfteri, Princen en Koningen beftuurd en geregeerd wierd; dit Regiment-gong, overeenkomftigonzehierbovengemelde aanmerking, ov^er op derzelver Zoonen en Familien. Zoo was in Claudius" Civilis en Julius Paulus, het Geflacht der voorige Bataaffche Koningen Adgandestrius en Arpus, die Princen der Katten, die Voorouders der Batavieren geweest waaren. Dit bevestigd ook TaCitus , daar hy zegt, dat CivïXlS van Koninklykenbloede was,endac het bevel aa.n de foldaaten van Vitellius, om Julius Civiliü  X i84. X Civilis omtebrengen, een vrees aanbiacht, om daar door de Batavieren niet te verbitteren, door de dood van een machtig en edel Perfoon onder haar, waar door de Romeinen veellicht van de huip dier Vdlkren zouden verftooken zyn. Keeren wy ons van dit tydftip tot den tyd der eerfte Graaven, dan is 'er geen twyffel aan of de Nazaaten van deezen Claudius Civilis, of. zoo men ook noemt eenen Caiuovaldq, Veromeus, Brinio, en andre Edelen des Volks, zyn altoos van het volk in hooge achting en aanzien gebleeven, inzonderheid als haare Duces, Geleiders, Heirgeleiders den naam van Hertoog, eigentlyk Heirtoog, of die van Edelen, Ridders, Princen of Koningen, eindlyk die van Graaf bekwaamen; en dus blykt hier uit hoe ongerymt en onbezonnen de nieuwe Privilegiezoekers de gemeene man verblinden, met hen uit de aloude Bataaffche Vryheid te willen betoogen, dat het Volk de Wet gaf en geheel en al natuurlyk vry was. Neen, het tegendeel is waar, het was eene befchaafde Vryheid aan zeer naauwe Wetten verbonden; zoo zegt Tacitus : Statuto enimTempore in filvam, anguriis Patrum priscaformidinefacram, ovints ejusdem fanguinis, Populos legationibus coire folent. ,Dat is: Dat zy in de Bosfchen, die door offerbanden en de oude Godsdienst hunner Vaderen geheifigt waaren, op beftemde tyden de Gezanten der-Natiën, of Volk uit eenen bloeden by een vergaderden. Wie waaren nu die Gezanten of Gedeputeerden? en wie de Natiën? Dit zegt Tacitus duidelyk, omnes ejusdem fanguinis populos, dat is, plat uit vertaald, alle Volkren van eenen bloeden; en dan zyn de Gezanten juist gekoozen uit dat bloed van dat volk, dat onder het geheel een ftemmend deel had , en dus, even zoo als nog ten huidigen dage, de lngezeetenen enlnwooners eenerStad uit een volk en uit eenen bloede kan gezegd worden te beftaan; en gevolglyk wotdendan ook de Regenten, als van Ouders tot Ouders tot dat oorfpronklyk bloed behoorende, het Opperbewind der Stad hunne Duces, en hetGezandfchap ter Staaten Dagvaard toevertrouwd. (Het vervolg in N°. 24.) NB. Dóór een onvoorzien toeval des Drukkers, zoude het kunnen gebeuren dat het volgend Nommer iets later te voorfchyn kwam. Dit Blad word 's Weekelyks met een N*. a 2 Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by J. PERK, en verders alóm.  D E LEYDSCHE STEDEMAEGD, E N Z. N°. 24- (Vervolg vaii N°- 2,3-) % ren zoude dog kunnen vragen, ef een Notabel EerM lyk van Ouders tot Ouders deftig Burger, uu hoofde van de telling uit den bloede des Volks niet preferabel zy voor de keuze eener Vremden, die ffegts voor een tvd Poorter was, of veelligt in zyne Studie jaren op een Mei je! oP de VroedTch.pl of Kapteinsplaats verheft rnen hore Tacitus men koos de e* de vertbndigfie de Fdelfta der Natie, Primores genlis & prompttjimos VJgt. Dee*e waaren het die Claudius Civüis opriep om het Romemfchc luk af te fchudden. Het waaren dan deeze verS Sgen die met hunne Prince de Hoogte Ilegeenng Sds Bitoeffende, en daar na hunne Indulten het Volk bekent maakten, die dan of hun misnoegen, of toefteminine door hunne Wapenen te kennen gaven ik weet we' dat men uit dit laatfte, de Volktem, w,l bevveeren è„ vérdfediged. Er ligt wel iets in • rraar met zoo als men het wil beiveeren» neen; want het volk beval met het S maakte geen plans, het volk eischte nog beval niets o yd i, óni'rymds; die dit ontydig deed by de BatavieW wie rd verdronken of gehangen, maar de Oudlte de Urineer). pttittet. dan het algemeen gevoelen, niet m daadPii van Regeering, want die wetten dulden geen inbreuk, mW't was in oproep tot den ftryd.en na dat zy dan de intentien der Zendelingen uit den bloeden der bytondere wyken, of der Caftra, Legerplaatzen, of laat ik het eens Steden of Provintien noemen, hadden gehoord, dan belleken zy en hunne wil was een wet, en die geene, wie ky ware, die zighier tegen verzette of zrg wapende tegens de A a 41  algemeene bef]uiten wierd als een Verrader en Oproermaker geftraft ; en dat in deeze wetgeving der Oiidften en Princen, nu het Volk over het geheel beruste, blykt al mede, uit hei gezegde van Tacitus , voor eerst, dat zy den Raad der Princen innamen met meerder Autoriteit van Raadgeven als te gebieden, autorhate magis quam jubendi, echter zoo, dat die flegts pluats hadin groote en gewigtige zaaken van Vrede of Oorlog. Want buiten dit hadden de Princen de magt van oproeping ter Vergadering, en wel uitdruklyk het recht tot het afdoen van zaaken , immers zoo fpreekt dat Juweel der Romeinfche Gefchied-Schryvers. De minoribus rebus Principes Confultant de Mttjoribus omnts: ita tarnen, ut ea quoque quorum Penes plebem arbitrium est, apud Principes pertractentür, dat is in mindere zaaken, plegen zy raad, (of zoo het andren vertaalen, ftaan zy te regt voor den Prince , in de gevvigtiger of grooter by allen, dat is jngeflooten alle de Hoofden of Gezanten uit den Bloeden.) ï.laar, en let hier op Lezer. Zoo nogtans dat de magt van uitfpraek van Goemannen der Gemeente, (die hier si wederom die Gezanten uit den bloeden zyn) door de Princen worden afgehandeld. Als ik hier nu by aanvoere het zeer aanneemelyk ja betoogt gevoelen, dat de Germaauen de Duitfchers , waar- van Tacitus in het gemeen deZedenbefehryft, datdieVolkrsni.it de Stam van een der Zoonen vanNoachte weten Japhets, zouden oorfpronklyk zyn, en dat zy zeer veele gewoontens der Joden volgden slthans in hunne Regeeringen, dan is nu genoeg beweezen dit die zelve wetten by de Batavieren plaats hadden, die in de Republiek der Hebreen ten aanzien van de IJumerlyke Regeéring, bepaalt door Oudften Richters en Kryksbevrelhebbers of Princen, of tot Stamvadrén, Oudften en Overften , zoo als Mofes op den Raad van Jethro en daar na in de .woellyne, op Goddelyk bevel ber'aadfliagden met de Oudften des Volks, die vermeerderde' en geenfints eene geheele Volkftem buiten hunne Oudften die zoo die bv de Ifrnëliten ontftont, altoos voor muiterv' «11 murmurering gehouden zyn, en van God geftraft zvn geworden. J Zie daar dan nu het hcemelsbreed onderfebeid tuffchen een dolle Volkftem , en die van eene befchaafde Vrvheid aan de wetten van Oudften, Qverheeden en Princen uit des  ):( i«7 >:< den bloeden verbonden, treed nu toeLeezer, en ffa daar na ftiile, by deeze wyze en befchaafde Vryheid der Batavieren vergelyk ze by alle de Staatsveranderingen van dit Land, immers hoe verdrukt, hoe vertrapt hoe verwyderd, Hoe beroerd ons Vaderland ooit geweeft zy , het is en het blyft als nog het zelve, bet keert altoos wede» tot die auivreRegeerins, die altoos indien aert van de Nederlanders kat en gelegen heeft, dat is een Prince, Graaf of Eminent hooft. Het gezag der Staaten, de Zendelingen uit den bloede, enz. , „ .. . Is dit nu zoo? dan vraag ik , of ik, my zelve {tellende als een Burger uit den Bloede van myne Stadgenooteu , ook niet met recht moet eeren aankleeven en gehoorzamen, ja berusten, in zulke Mannen en 1'amüien die nier my uit den bloede der Ingezetenen, ja vemiaagdfehap zynde, van alle tyden af onze Magiftraten en Gezanten bv den algemeenen Raad en den Prince zyn geweest ? Duld eenige 'voorbeelden Leydenaais. Heeft met de Ldele Stam der Wasfenaeren zelfs van der Batavieren tyd, altoos en nog by ons, en ja door de gantfche Republiek, de doorlugtigfte Mannen van den Tabbaard en de Degen, voor het Vaderland, byzonder Leyden en Rhynland, enz. opgelevert? de Stam vanZwietcn, van de van Leydens die Stads naam dragen, en hun Wapenfchild nog heden voor het aloud huis dier Heeren om de hoek van de Pieter Choorfteeg verwonen, hoe oud zyn de Heemskerken, Zylen en zeer veele andren , niet! ik zwyge van andren, die fints de Hervorming, uit den Fraufcnen Adel hier van den bloede zyn geworden, terwyl andren uitgeftorven zyn; is het dan niet waar, dat de natuur, de geboorte, het vettrouwen , de betrekking uit den bloede des Volks, zulke Regenten een Voorrecht word toekent, om ons zulke Zoonen te geven als zy Vaders zyn geweest > Is het'niet tevens waar, dat als zulke ramilien door den tyd in tydlyke have, in billyk Loon voorhunnea arbeid genieten, voor hetwaagen van hun goed en bloed ia Oorlogen, waarop wy tot Lof van de aanzienlyke Leydfche Faniilien mogen roemen. Schoon 'er ook zeer vrekke en fleste Ariftokraten onder zyn geweest, en nog zyn, die een vlek aan hunnen Adel hebben toe gebragt, maar kan den eenen Bnoeder helpen dat den ander Misdoet; indien maar de Famiüen door de getrouwfte hl fland blyven, ea Aai die  die Familien haare middelen dermaaren weten te bewitfefj door die upeene dtf.ige wyze van geüagtetot geflagteovcnebrcngen , dat zy hunne Zoonen, op Leiden tot den Tabbaard of den Degen, om dus te zyn en te blyven notable, eerbsere , ryke, reckelyke Petfoonen, welke dan zeer zeker, altyd de heerlykheid der Skaten Stad in waarde hielden; dit is ook al wederom in alle, zoo in de gcwyde als in ongewyde Hiftorien bevestigt, in zoo verre, dat uit een neringen Butgerltaat, van tyd tot tyd DoorUigtige Regenten , Edelen en Princen gebooren worden. Was om eenige weinige voorbeelden te noemen, by de Joden uit de Stainme Juda. Het gefiagt David uit een Schaapherder niet tot Koninglyke waardigheid bevorderd? Bf de Heidenen de Grieken en Romeinen vind men untellyke voorbeelden. Scipio bouwde het Land, en was de grootHe Veldheer, ik zoude hier wyders de Lycurgen der'Spartaneii de Haimiballen van Carthago. Ja meest alle de Heïdengeflagten uit Nepos kunnen noemen. — Maar dewyl onze Volkftenimers het zoo druk hebben met hunne vrye Romeinen. Wat sullen zy zeggen van de Familien der Fabiers deezerDoorluchtigeiiStamvader, bekwam den naam van het Planten van Boonen, dien men in het Latyn Faba, of in 't Enkelvoud Faba noemt. Zoo als men hy ons door de Lotingen, door middel van Boonen derzelver Kiesheeren Boonheeren noemt. Deeze Fabiërs dan • door hunne uitmundende zoo Raadshcerlyke als VcldheeH' lyke verdienden , zyn wel duizend jaaren en langer, zelfs totby de Pausfelyke waardigheden, by het Volk in waarde gebleven. Zot» dat op haar naam eene Fabiaanl'cha Wet, enTribuual, of Vierfchaar bv de Romeinen was en waar in belfond haare Grootheid? waaruit omfpróot die agting? gy weet het Haer letzer, maar gy zwygt het voor het Volk, — ik zal het zeggen haar^ grootheid belfond daar in, dat zy inzonderheid Fab'ius Maximus, Fahius de» Groten; de dolle driften van eene onregelmatige dolle Volklkm beteugelde , dat zy de Bur^emeefterlyke waardigheden met het Diclatorfchap "en dus ook eene, befchaafde Vryheid , op zulke 'he beeft, zullen wy mze Leezers op eene Dichtlieve ultjpmming, in bet volI gtnd No. vergasten. ( Het vervolg in No. zy, ) Dit B!ad word 'sWeekelyks metten, N0. ï i Stuivers vervolgd, en js re bekomen leLcjeler., by J. PERK., en verders aiora.  fciCHTLIEVENDE UITSPANNING DER LEYDSCHE STEDEMAEGD, OP de bEEEDIGING DER edele GROOT ACHTBAARE HEEREN BURGEMEESTER EN DIER STAD, Op den io. November dèezss Jaars 1786. Dit Blad word VWeekelyksmeteen No. a 2 Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by j. P £ R K, en verders alöfn.  AAN t> È LEYDSCH E BURGERY* XJewyl de verhandelde Stofe in onze Stedemaegd, A'°. 24. eene ivezentlyke betrekking beeft op de Verkiezing -jan Burgemeefieren den 10. November dezes Jaars 1/86. ingevallen, en els reikhalzende hoope der Rust EentlracUlicvende en genoegzaam geheel, door beroerende FaÜicn geflapte Burgeren, al flarogende hunkert, op een troostend voor uitzigt, dat eindlyk eens, hunne twistzake zeil gehord werelen, op elat zy, die het uit V harten gronde pc Imcnen met hunne Vaderen uit den Bloeden, Met de Eendracht en de zoo Eerloos verfmade Oranjevorst, Hiet. langer als„ hunkerende van verre ftaande, door hunne ongehoorzame Medebroeders geweerd werden van de Eerenjïoéle» en Voetfchabellen hunner wettige Regenten; en ja deviyl 'et een ftiile en tedre gemoeds aandoening het hart van alle eerlyke oude getrouwe Burgers, als *tware in den boezem opfpringt van Blydfcbap, dat het oogmerk van Stadsberoerders, Eendragt en Oranfevloekers begint te verydelen en *er niet toe zu"c" komen om hunne Acbitopbels en Simeis-, of Catilinen op het buffen te brengen , en du: den haften Jlag aan Leyden* getrouwen toeiebrengen; dewjl dit alies in dit baglyk tydftip gefcbied is, zoo neemen wy de vryheid onze Leezers ons navolgend Digtftukje, dat niet zonder Liefdetraanen uit de penne gevloeid is, mdetedelen! neem het aan welmenende misleide Burgers a'Is van uwen Eendraab'tlievenden Broeder.  PIC H LIE VENDEUIT3PANNING D E R LEYDSCHE ISTEDEMAEGD, N°. 2f. {Vervolg van N'. 24.) I jZoo ziet myn treurig ecg, door biggeltraencn Iieen, I Myn Burgeinecft'ren, voor 't ontzachlyk Weezen trein, * Om daar te zweeren, met de opgeftooken ving'rcn , Voor 't Volks en 't Godlykregt, tenfchrik derBur|erdwing'rpn. Dc Almagte Vader neemt van hunne Rechterhand, \lDen Eed der Zaligheid aan 't zoengeloof, tot pand : : De Burger zweerd met hen weerkeerlyk, op deez' Ede; » zoo waarlyk helpe ONS god tot heil VAN deeze STEDE ! DeWret,de GoDsuiENST,'tREciiT,en 'tVoLKienSTAATSgezas, Elk Poorter huid hier op zyn Vad'ren op dees dag. ; Elk Burger fteld hun by dien Eed, zyn duurlte panden, Zyn Vryheid, Burgerrecht, enBybel(*J in de handen, En (*) Men wete dat de Echte Bybel, in de bewaaring der Leydfche Burgemeeftren berust onder Eede en Vifitauc dev Staaten. Bb z  ):( ):( EhHandvest, Zegelbrief, en 'tKRVos, en 't hoog gezag J Word haar voor 't Alziend oog bezwooren op Jeez' Dag. De Sleutel van de Stad, Banieren en Standaaren, Zyn Heiligheden, die hun wysheid moet bewaaren. Geen dolle Volkftem, nog geen weiff'iende oproerkreet. Ontneeme ooit d'Achtbaarheid de kragt der Dunren eed. Al wat den Burger heeft, vertrouwt hy aan 't Regeeren , Van Oudften uit het bloed, aan Agtbre Burgerbeeren Zyn Ouden ftok, zyn Weeuw, zyn Wees werd hen betrouwt, Daard'Armoede als haar troost hen zeegnende befchouwd Aan haar gezag en zorg, is 't heil des Volks gelegen; Den vloek van Ebal, of van Gerizim den zegen! En zoo tien Bondark dan, in 't Midden van ons blyft, 'tGaat vast, dat Godsheil op der Vad'ren hooft beklyft. Jehovah, zal dan door zyn Wolk en Vuurkolommen Voor Leydens Isrel gaan, en d'Aftaroth verftommen. De Afgodendienaars die de rust in Leidens wal Verftooren, zullen dra dan neigen tot hun val. Geen Volkftem zal den fmoel door murmureering roeien; De Schaddaï, kon weleer ons uit Woeftynen voeren. Toen onzen Josua met d'Üudften onzer Stad, Voor Vryheid en 't Geloof, met hem geftreden had. Myn  ):( 197 )«( Myn Bropders, hou dan Moed, hoop op dien God der Vad'ren Wy zien door 't flikkerligt, wel dra het tydftip pad'ien. Dat onze Eerwaaïidighf.en, en Josua's geflagt, In onzen Licfdenarm weer zyn te rug gebragt. Kom aan dan, weesgoedsmopds, laat bpoze tweedragt woeden Ky hebt naar uwen wensch, weer Qudften uit den bloeden Gy hebt nu Gryzaarts, die in 't midden van 't gcwoql Mpt u verfmaeding lcqn; dog die, door 't Plichtgevoel yan de Aanbetrouwde zorg, voor Haardftede en Altaren, Stadvastig bleven, pm uw Rechten te bewaaren: Dces trouw eischt tot een Loon voor haar Eerwaardigheid, Van ons, van yder een, oprechte Dankbaarheid! Dorst Lasters Doornen krans, haar zily're hrüren fmetten; Wy zullen op haar kiuiu, Olyvepkroonen zetten; Dat is het Vreedeloof, en Eendragts Zalig groen; Dat Tweedragt pronke met het kwynende feftcen, Van 't eiken kreupelbosch, befmet door bittre Gallen | Aan ons moet zuiver loof des Burgerkroons gevallen, Wy zoeken Stammen, die met onbefmette blaën, Als Mainres Eiken, op den Godsgeloofsberg (laan; Poor geen infekt geknaagt, maar friseh en rein van telgen, Dit was de Burgerkrans yan Isrel en van Belgen; B b 3 fin  fe< -198 H £n zoo ooit een Romein,-wierd beerlyk gelauriert, Zyn krans was met de Palm des Bataviers verciert; Pat Recht behoort aan ons, en niet aan Muitelingen; Welaan, Pluk Diadeem, ga by de Veldelingen En gaar daar heilig groen den Vadr'en tot eeu Loon, Ja bind d'Oranje bloem aan die gewyde kroon . Wanneer die zonnekleur door d'Eendragt werd gedraageu, Dan fchept 's Lands Achtbaarheid daar in een welbehaagers, Hoe zeer de booze nyd dat geurig loof befpuwd, Heur Stam blyf, aan den Eik, des Bataviers gehuwd. Verlaat den Vloekraad dan, die U dit recht ontboeien,' En 't Raadhuis ruilen voor de Kroegen en Bordeelen, Waar men de Banden tuiTchen Raad en Burger flaekt, Van eiken kamer, een' fpelonk van (weedragt maakt Waar men op 't Speeltooneel, Trukfafels en Biljarten Of Kaats en Kolfbaan, het gezag van ftaat durft tarten; Requeften mompelt, by het klinken der Pocaal, Of 't flikken van de troef, of fcheld met) vloek en fmael Op d'Onfchuld; ftemt op 't Lot van Wurffel-dobbelfteenen; Wyl Vrouw en Kind om brood zitby Schaepraei te weenen: Uw Weesje, daar't befchreid yan 's Vaders ftcrfbed gaat. Word als een Lam gezeuld op 't Kerkhof der Soldaat. Waar  X '99 ):( ilWaar Molog? Beulen, door geklit van fluit en trommen, JDe ftemme der natuur in 't fchreijend kind verftommen. illeeft dit myn oog, en 't uw myn Burgers niet gezien? |En dorst 'er iemand aan d'Onnoz'Jen byftand biën ? 4Wie, die in 't hart gevoeld de plichten van een Chriften jZag deeze Kind'ren door Armyn, Menist, Papisten, En ja o icbande! door Belyders onzer Leer; iGeleid ter Slagtbank, tegen Eed, en Plicht, en Eer{ IWie die dit fchouwfpel zag, die ftaetlykheid van fchanden, ÏSmolt niet in traenen weg, en wrong van fpyt de Handen? «Voor zulk een wreedheid hield het meely' d'oogen toe Het ingewand ontroerde en 't hart zonk in de fchoe ■ r Zult gy nog langer dan, van zulke Burgerplaagen Van dees Misleiders 't Juk der Tierannye draagen? Neen! neen! uw Wetten zyn te lang te fnood verkragf, Komt draagt der Vadren juk, dien last is ligt en zagt! Komt, laat ons eensgezintaJs't zyn moet Raadwaards treeden, Sezeglen wy de trouw aan onzer Vadren Eeden. De trouw der Burgery, jaag Tweedragt aan een kant. -Ik Broeder, reike aan zynen Broeder weer de hand! 3eef uwe Zoonen aan de droevige Ouders weder, tuk uwe Docht'ren, voor misleiding al te teder, Uit  K 200 w Uit de Bordeelen, ruk uw Zuigling uit de Helï Zoo ga het Vader, Kind, en Moeder eeuwig wel! Uw liefde dek de wraek ,- zy kruipt op loode Schoenen En komt voor zeeker, zoo wy ons nu niet verzoenen) Kom dan myn Broeders', komt! nee toe eer 't is te laat! Komt zegen, en bid God voor Volk en Magiftraat! Help in Jerufalem vervallen muuren bouwen, Wil op 's Lands Staet, uw Raad, G od en Nassgow betrouwen! Wees vreedzaam, bid en hoopt, weesvlytig, trouwenwaekt. Zoo fluit een Englenwagt [uw Poorte als 't kwast genaekt. Stoor u aan 't Vloekrot niet, nog haar Bloedgierig drygen! Om uwen vryen nek, aan 't bastkoord 10e te rygen," Een die getrouw blyft aan zyn God, en Vaderland i Vreest voor het dreigen niet, van Cromwels Beulen hand! Eischt Vaders tedre ftem, de trouwe zyner Zoonen, Wil men 't verdrukte kroost ook zyn befcherming toonen; Geen harnas voor de borst, geen degen die men draegt, Die met een yzreu vuist niet ftiyd, met Leydens Ma:go. NB. Verwast morgen eene vry moedige Bedenking, op de Bedenking van een Leydsch Burger, in de Leydfche Courant van 21,1 November.  D E LEY'DSCHE iSTEDEMAEGD, N>. j.6* ( Tusfehen Blad.) Z: oo op *t oogenblik. als wy de proef van bet voorlg Vers afgaven . komt ons in handen de Leidfehe Courant dato 22 November 1786. ro. 140. waar in wy vinden 13 I. r> e N KI NG VA m F, F. N LïIDSCH BüRGER, dit ftuk dat alle de kenmerken van onzen letzer draagd, geeft I ons het wezendlyk genoegen, om zyne krankzinnige mis- I leiding aan zyne aanbidders te betoogen, dit zouden wy ] breedvoeriger kunnen doen , en doen het werklyk in onze Stedemaegd. Dan weinig woorden kunnen de ztak in eens 'afdoen. De Heet, die zig al Leydsch Burger durft noemen, J fteld vast; dat de Vaderlandfche Maatfcbappyen geenzints zyn ingericht tot f uiting der gevaar lyke uitfpattingett < | van het Stadhouder lyk gezecb Schoon het overbekend j is, datzy echter allen dat gezach allerbitterst vervolgen. Ergo wyken zy nu af in eene ftelling die, 't geen zy in hunne daden betoont hebben, omhelzen.— Zy ftrooijen [palm in 't vuur. Hy erkent, dat *tr weinig zoude gewonnen zyn met de zaaken tot den Staat te brengen als ■\ zy voer bet jaar 1747. zig bevonden. Dog in zyne Iets vo'ir. Leyden N°. i. en 2. heeft hy de Burgers opge- II roepen ,om dezelve kennis van hunne Privilegiën als A0. 1747 in 't werk te ftellen. —— Ergo is hy of toen. of nu een Misleider en Bedrieger. ' Hy Zegt nog, de ruimere en hillyker berleeling der grond■ wettige hcrftelling ontfangt even zeer alle Departementen ; Han den Staat als alle Clajfe van Burgeren. Dit is ook | de reden waarom een zoo groot aantal V. V; L. Regen. ten enz zig verbonden hebben* —— Maar in het volgende verklaard onzen dweeper , de noodzaaklykbeid, dat C c die  \ )K 201 X die wetgeving onttèrfchradgt word do»? hu VofcK èxt. r«M Ergo is de verbintenis dier Vaderlandlievende Regenten Dispotiek en Tierannig, om dat zy geformeerd is , zonder dat het Volk het oogmerk wist. Maar nu , o Lepidum Capot I zegt hy , nimmer hamen dfredrefen vatigefield, of nog vast te ftellen, befttndisbeid erfangeji (en zy men de Burgeren een recht-' ftreeks en tastbaar BELANG mededeeld om dezelve te bandbaaven. Ergo, dat belang moet den Burger handhaaven. Maar, im ban het Folk niet gezamentlyM ageeren, volgens zyn eigen getuigen. Nu vraag ik} of hy niet ftartel zot is , die in eenen adem zegt dat het: Volk (NB. de Volkftem;) ter wederkryging en Verbete-• ring van hunne.TSechten enz., niet gezamentlyk Kan a.. 'betoont heeft door zyn oproep van het volk, dut zy het; zyu die Regeeren rrtoeten. • Maar nu vak het Momsanzigt af; dat zoo lang, zoo 'ionftig befchilderd momaanzigt; 't welk al had het de'-; RvtuWchtldêr Cyfheer in een Medaljonnteje by het Pour-trait van den Diftribuant van het Bjekje aan t Volk varïi Nederland , in wale Jongenspak op de Tnumfkoets derdolle Vryheid, tegen regen en wind.gevernist; eindlytï: niet beftand meer zy voor den Adem der waarheid,.naar: nu eensklaps de vernis afrold, en het Monfter van Zelfs-fedaviB, Tte'rannie en heerfchiug, zig naakt vertoont. In .zoo verre, dat nog Misleide Societeits Burger, nog Een-; dmtUevend verdrukt Burger, een enkel oogenblik behoeft te iWyftien , of by ziet, dat al het gewoel, al die looshyk verinnen dwang,' die Lof betuigingen, dat geld'bedelen, d.iC Oranic vloeken ,■ dat verdoemen van zyn Medeburger, die verbittering van Vader tegen Zoon, dat ongeftraft gedoogen vr.n vuile daden, Straatfchenden, in een woord, die dolle Vryheid en Vo'.kftem, niets anders bedoelt heeft, alseene. volirVekte overheerfebing, en vooral om eene fchy'nheilige "Meiischlievende vBrdraagzaamhei», op h kusfen te brengen, waar op de Arniiniaan zynen Barneveldfchen Wreeker , de Mennoniet, zyn eenvoudigem Mennoverbannende, zyn nieuwenSocyn,Jan van Leydera knipper dolling of Arius, de Papist zynen Paus, Bis-: • fchop of'Lojola. En helaas, de gevestigde ta of openb*  X 2o3 X jre Godsdienst, de Gereformeerden SchukenianeH, hunn* ' j ciemaits, Le Sages, Dicrtiertnterfche gr< Jleman; en het Legio 1 ider afvalligen, eindlyk waarop de Wysgeeren huimeDe: ifcartes. Wolffiaanen , Spinofa's. t)e la Metnes, o'erVcten. i hunne Voltaires, Raciue.% R..ulfeaus,Nom?zen, SpaeBers en ' I 't Hoenen, kortom, waar op. men ook gaarne alle \t\ geeltey, ' i. Godverzakers en SeAansfeu, wilde geplaast hebb.-n. ' I Het is echter byna uit met allen deezen, de God der waaihai "' i heeft hen in hunne verblindheid zoo verre, aitbaus hsnnen [ onze Stad Leyden; zoo verre laaten ronddollen, en m l' den flyke der duisternisfe haten woden, dat j$,m$ 1 \iy in het dagligt moeeen vetfehynen , als ftielaetiche;} ; hunne fdiurfthèid piet meer kunnen bedekken. — CV,akel Vriend en Vyand. . Haar beloften immers was Vryheid voor ieder Burger , ] om hoofd voor hoofd , te kunnen ftemmen , haat taal I was gy zyt Memch , ieder Mensch is vry door de pa1 tuur, üie vry is door de natuur, heeft eene vrye wil, die , wil kan en moet hy uit oefFenen , hy kan Koning , 'I Prins, Burgerrecfter, kort om alles zyn, want een Kn!f ning, Prins , Burgemeefter is een Mentch , en gy ooi; ' ergö i maar waar komt het nu op uit, noor onzen ":\ Denker in de Leydfche Courant, om met belyd van oras ! te bandelen , zegt hy, moeften de Geconftitueerden, dtgr ': 't ganfebe Ughaarn der Burgery benoemt -worden. By '-gevolg moet uwe nieuwe Vryheid airede aan een bjyk van ' srde dan de beuteutihg van Gsconftitueerde bepaalt worHfien, en let wel, door de gantfche Burgery, die 111 d.eze .' Courant flegts op de kogge! yst op ƒ00. geteld word y dit 'jfcheeld nog veel van de gantfche Burgery, onzen Beden'■\ ker echter, fchynt nog hoop te voeden uit de vergclykin:: gen van het gewcezen kleen getal, van Utrechts en Rot'\terdams Burgery en thans hunne macht, by derzelver ' tegenwoordig geventilleerd getal, hy toont dus dmdelyk, 1 dat zoo hy het binnen Leyden tot dat uiterfte konde bren'Jgen, dat hy geen minut vertoeven zoude om het hier 'leven eens, ia veelligt nou erger te maaken. ban tot 5i»« mans bitter Chagryn, dog billyke ftrif, verrnagert ziel 1 en lighaam te gelyk met het getal, der te lang misleide ! t ondertekenaars en bedroge Soldaatjes. : Althans zyne bekommeringen, zyne oproep om dog 1 die 10. Heeren Geconftittieerdens , «iet alle indemnati? ■ f c c l ast  ):{ io4 ):( de magt het gezag en de vrye wil der Volkftem in handen te-geven, gaat hart-agter uit, althans dc man fchynt jn wanhoop' ingeroepen; O. Medeburgers! ik heb ten onzen gemeene nutte dusdanig ontwerp uitgedacht; maar ben onmagtig om het alleen zyn bijlag te geeven; voegt u by my, onderftcun my met uzve medewerking: en daar in legt bet eenig middel om eene gelukkigen uit/hg te verwerven, dit is nu 's mans hartetaal, maar overweeg die eens Burgers, en lees 'er uit, 't geen men 'er ruimfchoots uit kan bevatten, maak de Som op van de geheele Bekenking, is het dan niet gezegt; O Medeburgers ! ik Ik uwen entwerpmakcr, ik die uwe den weg tot eene vrye Volksregetring, hoofd voor hoofd heb Leren kennen, ik ft* in V bembdje, ik ben alleen, ouderfieun my mei Me uwe Milde gaven, met uw bedtlbos, met uwe wapef nen, u weesjes goed en bloed, en voorn! mat alle overgaaf van uwe Rechten Regecringen en Wetten , geef daf vertrouwen Man my en myne 19..' behalctn aan nog eenigen , die gy niet hebt kunnen kennen voor dat zy ook gelyk als ik te voorfebyn zullen ktomen, als zy xullen moeten te voerfchyn koomeu , en met febaemte 'tpéjlemmen bet geen onze 'Voorvaders over Eeuwen her waards al geleerd hebben, te weten, dat de werken der Duifter nisfe, de Leermeeffers zyn van verblinde ajdwaalers. > En zoo als den Heer Bedenker wel zegt, dat deze form van Gseonftitueerdens van dien aart niet is oh van lAngendouh te zyn, Dit leerd airede de ondervinding. Maar , maar Burgers, hÖÓrttW Bedenker zehe, bnn getal zegt hy, kan ligtlyk vergroot worden , en zy welke die vergadering uitmaakeh (laan zelve in 't geval om den weg voor anderen tebnanèn. Anne Societeits Burgers, mv getal van Geconftitueerders kan vergroot worden ; wie twyfleld hier aan ? her genl is airede zoo groot geween, dat de ftoele» varhuurffêr rhet geen 839 dozyn toekon , en nuishettot 19. verminderd , alle uwe leden behoorden tot het getal, maar nu word gy op de klapbank gezet, dus kan ook het getal verminderd worden. Nu dan, zoo dra de za¬ ken tot het punt van vermeerdering zai gebragt zyn, da» zal het hier als te Utrecht aaau. God dank dat het hier jeder minuut tot het de vermindring fneld. Maar refteld nu, dat het getal nu na den fmaakuitviel. Wat  * • 'ik *of ):( Wat dan ? dan zul 'er een biyvend Collegie van GeïonI JitueeïUvüs worden opgericht, ziet dós uit uwe oogen gy SfltStóde Societeus Leden, gy Vïyhcidlievende Burger» siet daar uw Stetare.cht , uw Volkfkm Hl de handen van • de Misleiders, deezêii zulle;! Permanent biyvend zyn, gy ma /.c kwalificeéreu om alles te doen wat zy willen, zon\m U te raadpleegen, en als zy abuizen begaan, 't zy in M pas, of in de Gas, gy Lieden fkat voor alles borg, lljéieu dan uwe Burgerlyke Vryheid! Adieu uw Liefhebbery *ot> exerceeren , in 'teurfte geva) zyt gy van Vryheidszoon ma een.basten Stiefvaar ovérgelevert, in' het tweede aan jfe Cardons en Rotting en ban van uwe viybcidliLveiKie Kapiteins en Adjutanttn ! ondertusfchen toont den uitüag, lat 'er onder dn ze airede zyn ', die qogen krygen, want sonderilit, zonJe de Bedenker, de misnoegdeniet/paaijen', ij wel partijen, nat een reprimende, want hy zégt', dat de tulken wien bet eigentlyk zoude mcéijen niet tot dec:ie negentien gevoegt te zyn, deeze moeten zig het door irocr 't gemeene welzyn te arbeiden bet vertrouwen des Voltes zigwuardigmaaken om benoemt te kunnen worden in bet Collegie, dat volledig enz. de Burgery zal kunnen i-eprsjenteeren. Bravo Heeren! gy kunt Geeonfti- rueerdun wordenj 'eerst in deleer, dan knegt, dan uw proef doen als bsas; dan nog wat baas blyven, en dan Hoofdman, van 't Gild; eiudelyk als gy dan wel oppast, lis gy uw nieuwerwiifche eeuwig gezeegende Streefkerker Geloofib;ly«ieiiis, als Remorcfhaiit, als Menist, als RoomschKinde, Sociniaan, grondig hebt afgeleid, als gy de tytel van Meefler voor een Harderwyker bokking, of een Soupeetje elders bekoomen hebt, als gy uwe Promotie teftimoniims, in 'tZwynhooft, by Dirk den Extcr, by Degenhart, in de Nieuwefteeg by Hemerik, of in de Kolf- en Kaatsbaanen bekomen zult hebben , en ti dus de keuze der Edele Groot Achtbaare Heeren Geconftitueerdens hebt waardig gemaakt, dan zult gy zeer zeker, eindlyk ook in het Ed. Groot MagtigPermanent Collegie komen: zie danr het waare Oogpunt, om dezelfde ftyl en 't flot te volgen, waar uit myns bedunkens uw zaak kan befchouwd, neen maar moet befchouwd worden. Gelukkig indien ik, door deze myne; het zy dan ernftige of boertige bedenkingen ; jweg ruime de rampfaalige Misleidingen die in zulk een arglistig en vercteifiyk plan voorkomen, Gelukkig indien C c 3 aynej  X atW X myne Misleide Medeburgers deze rommelzoo van 19 Ge- I conftirueerden verlieten, en met aflegging van alle twist haar nvt ofzugt tot nieuwigheid, beruste .11 het wettig door den Souverain , door G d, door Ons en onze Vaderen bevestigt gezag van onze welwillende en wrlbezwoome Regenten , tot welk getal na de Wet 4Q- Eerbare Ryke notable kundigeMannen behoorde, onder de we.tce als de eetrouwe en Eeraarfte, de Notabelfte: zal men geenen beulen van het Zwyusli >ófd, geene Bloedfchenders, geene' Bankroetiers, geen Renegaten mag gedogen: en mogten 'er onder zyn die misleid zyn, en mogten er zyn die het Meefterfchap in de Rechten, al niet tot den hoestten trap verftaan, de minfte, zal tegen Mr. Byleveld, Mr Jan Wét, Mr. van Marle, van 't Zwynslioott, Mr. van Noord, Mr. Bncailje , Mr. La Pierre van 't Zwynshooft Vreede, Peekei van d'Orarrjegragt we' opweegen. De' overige Meefters zyn ons onb kent. gehalven de Heer Mr. j. A. Chgnet, dan van een Protector van de Verrader en Drukker van den Sch^nd-fatavier F. de Does, kan men denklykniet veel goeds wagten , ten ware Zyn W- Ed.Welgeleerde, benevens zeker hier reeds genoemd long Meeftettie wat goede inftruktie naamen by den 111 rjer Stede Rechten keuren en Privilegiën en Vierlchaere, ny Uitnemendheid ervaren Keer Neef of Schoonvader , daar ten minften (zoo fioop en vertrouw ik) zoude men etwezen worden wat Raadhuis wat BurgemeeftVrs en bnve Regenten zyn : beter, als in de drie Blokhuizen der Muiters. Waar Malle Npë den Draijer, zoo hy leef de, als lolta. Lid, dan wel met een bokking roepen zou, de wage gaat niet regt. , , ., Nu ontfang ik de Leydfche Courant van de beklagens waardige en geflingerde Weduwe van Felix de Klopper, die met haar ondóorzigtigen Zoon het fiagtoffer word van dezulken , die haar door faktie zugt lang onder het juk vau zeker doden Pr .... s en nog; levend G r gebracht hebben, fchoon het over de tien jaaren en langer geleden, door de Heer Stammes en door een Wclmeenen-! den Vriend van het Huis van de Klopper en Westerbaan voorzegt is, waar over men Gerret Moravis Opmerker kan raadpleegen. Nu — die zyn aars brand moet op de blaeren zitten : ik ontfang zeg ik , na vermoeden wederom eert afgedwongen Leydfche Courant dato 24. November 1786 141. in dit Blad heeft apparent, de Despotieke Reda-  fleur, weeder een ulokmaet Best Luiks wit des W. E. de Posthoorn van de Nederrhyn en ü. Du Srïkir eenige flesfen 174b Pourrak van Roevrelles, aan de Drukkers prefentgedaan, om dog zyn Geconltitueerdfehap voortefhtan: Gy Leert dan Medeburgers uit dit Couranten Meesterftuk, twee zaaken; Eerst, dat bet voorig berigt in de Leydfche' Courant abfolut niet in order was, want zonder dit had gylie-.ten nu, niet nader behoeven verligt te zyn. neem 1 niet kwalyk Burgers. ik verdeel myn text wat op zyn Voetiaans. Ten tweeden dan, dat het begrip wegens Geconftitueerdens niet in orde was opgegeven; en eintlelyk ten derden, gy ieerd 'er uit dst het verfchil tusfehen Burger, Qeemmiteerden als Gemsensmannen gekozen moeten worden, uit let geheele ligbaam der Stemgetegtigde Burgery die zy daarom ook geheel reprefenteeren. Wy Verzoeken nu te mogen .weeten wie Stemgeregtigde Burgets zyn , de Roomfcbe, Geicformeeide en Menist Arminiaanfche Weesjongens de geÖwofcge Armoede en Werklui, of ieder Burger of Poorter (hooft voor hooft die door zyn Overheid geregtigt is? ten vierden nademaal Geconftitneerden, niet verder reprefenteeren dan die geenen die de kwalificatie op hen ondertekent hebben, dat NB. een klein aantal, en dus de .Meerderheid ef Minderheid der Stemgeregtigde kan zyn, by gevolg is de Stemgerechtigheid defect, nademaal dezelve uü het geheele ■ Lichaam der Stemgerechtigden moet bevestigd worden, en derhalven is eene meerdeihe,id of minderheid zoo defect, als een mensch die maarkeen oog een halve tong een been een ' Ihand, en een drie kwart ziel bezit. Maar wy bekoomen ligt in het verfchil. de Burgergecom! muteerden moeten by voorafgegane oproeping der Stemgeregtigde Burgery, by wettige meerderheid opgeroepen worden; ó B u k o e k s! ó Burgers! Zoo gy nog niet ziet, nog begrypt, zyt gy fteeke blind; ' Men geeft u als Burger eene Wettige Stem toe meerderheid, ' en men field te gelyk eene byzondere Stemgeregtigde oproeping. Kent gy myne Medeburgers buiten uw zeiven eenig ! Recht aan oproeping onder u lieden dan uwe bezwooren : Oproepers Burgemeeftren, die van den Gerechten en de ■ Getiouwe ouder de Vroedfchap ! ik voor my ken geene an11 dren, en zoo 'er zelfs onder de Vroedfchappen waren die in i deezen vin myne aan bun vertrouwde oproeping misbruik , maakte, om Steingeregtigden na zyn heerschzugt te kiezen, , ; ik erken hem piat uit voor inynea Oproepernoolt. Maar nu leert 1 my ten vyfden de Rebel van' myn Burgerrecht, dat elk Burger  eer het recht beeft en bevoegt is, om een Afke van kwalificatie tot Geconftïtueerden op ie ftellen, fiat Burgers,- dk kan ons volgens die mannan niemant betwisten het kannicmant bemdeelen, om ten Requeft ter tekening te leggen, dit leerd ons de man zelfs, nu dan al legt, de Duivel dan een Requeft ter tekening door de handen zyner Duivelskonftenarcn een Rapfodie van Tiersnnen, 'er is volkomen vry of, want als de zon fchynt en het regent, is 't kermis in de Bel. Maar om aftebreeken de ftelling is dan volgens het eigen belydenis, dat een yder Burger volkomen vryheid heeft, om zonder kennis-van zyn Overgeid een Requeft ter tekening te leggen, en dat de aanftelling van Gejonltitueerdens op 'die wyze vry is van alle gegronde Bsdcr&ingen enz. Vut of dan, 't hek is van den Dam, ook voor ons verdrukte vertrapte l'mrgery, vry of, kom aan ook een Rertireit, ook Geconftitueerdens, allon op de lappen, maar Oranje niet te vergeeten. Laat ons eens probeeren tot welk een getal wy zouden kunnen komen, 't zal niet gering zyn, 7,1 rTs dat de Deftige zig ook opdoen, mits dat ds ftille in 't verborgene ook beginnen te begvypeu, dat de gelovige in Isrel "wel vuurig baden, maar ook ais zy gebeden hadden, in'vertrouwen op God, de Wapens droegen. Kom aan dan, dewyl het ten top van dwang loopt te',Wapen Cru Requesten. - MAAR, maar , wagt wat! eerst geraadpleegt met onze Ouwe Getrouwe Wettige Geconititueerdens Heeren Burgcrineestrcn of Gerechten m wier. handen ailes bezwooren is, en zoo;deze dan met ons, en God met haar is , wie zal tegen ons zyn; al wederom gezegt. NC. Op de Propofitie en gilgtaal van de lieerde Mey van Streef, kerk 'zullen wy by nader wel eens rcflectcercn., de Publicatie wceens den omgang voor de. Roomichc armen, is Liefdadig, dan het fs re wen'Vncn ('at de Ropinfché Regenten dan hunne armen, wat onder beier difcipjine houden, om orrte-'PrediUantcn en Godbülensti o-i dc Srraat en 111 de Kerk niet opentiyk te boonen , en dé vermogende Roomkhen afzien van 'tkuslcn, en liet Soldaatje maaken der Weczen; althans zoo lang my hier van geen b yk n, krygen 7,v van my niets. Is hei nier wat hard voor onze f~eekcnde en voorbeeldig tulll.cvcndc Broeders de' tmerfchen iri zekere-biTjg. Enj iriude hunne rvke Ëeéraars met beter-doen om hun goude Koffet t.ior zyn Btoeders te onilluuen, dan Donateurs re zya voor Kerk. , beroerderS{ Dit Blad word *sWeekelyks met een No. a o. Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Letjekn, by j. PI'.RKV en verders alibi*  D E LEYDSCHË STEDEMAEGD, ENZ. N'. 27. {Vervolg van N°. 2,6.) HE» deihaiveii zoude dan de Correspondentie van A0. '\1712. zoo ongeremd niet zyn gelyk r;y het ook in der I Baad niet was, veor zoo verre zy fteunde op de oude li Keuren en Privilegiën, die daar wel fchranderlyk ingevlog| ten waaren; maar gelyk wy aan den eenen kant hier in ^ geene zwarigheid van goedkeuring kunnen maken, zoo kunnen wy~aan den andren kant, als onpartydig redenerende, ook niet afzyn om op te merken de zwaarigheedert die 'er in zyn opgellooten of uit volgen moeten, te weten :idat 'er in de bepaling van het getal tot 26 perfoonen, een 'Joverllemmiiig van meerdeiheid gebooren wierd tegen het getal van 14. en 'er dus altoos eene fiippresfie onder 't kleed I der Keuren fchool tegens de andre pnnye. Het Contraéi! van 1701. was egaal van twee partyen en bleef dus het regt ftèlyk, maar in A°. 1712. een iriègaliteit byfuccesfie, en 1 dus bleef zeer zeker het hoofdbewind by deze 26. welk bewind alhoewel veel al uit de Keuren getrokken, dezelve I echter in dit opzigt Corrumpeerde, ten aanzien van het récht der anderen, cn het heeft ook het gevolg gehad, dat onder de party der Correspondentie; hoe billyk zy mogten fchynefi; om overheerfching tegen tcgaan, dat onder deeze zelve, (zeg ik) de hoofden, daarvan verder gegaan zyn, als het uiterlyk oogmerk dier Correspondentie in den tyd der oprichting fcheen. Want zy was van dat gevolg, dat de Burgemeefrer Joan van dén Berg, genoegI zaam alleen de Stad regeerde en alle gewigtige Arrpten en Commisfien aan zig trek. Immers om van veele byzondre zaaken niet te Inreken, is zyn Ed. Achtb. geweest Dd Ge-  X aio ):( Gedeputeerde te Velde, en ook Dykgraaf van Rhynland euz. welke hoge kwaliteiten nimmer door een Leydlchen Btirgemcefter te gelyk zyn bekleed geworden. Wyders is | het zeker, dat Zyn Ed. Achtbare niet altyd zelfs volgens I de Regelen der Keuren en der Correspondentie, is te werk gegaan, nadetcaal 'er dikwils Leden van die Correspon- | tie, of Expectance hebbende tot Vroedfchap, zyn voorbygegaaii, om 'er dezulke in te plaatzen als het byzonder belang vorderde. Waar van daan ook, die gedurige herha* ling van Abfentibus in de Notulen, 't is ook zeer wel te ] bewyzen , dat ook fomrnigen onder Staeten regeering vart die tyd, volftrekt de weering' van eenen. Stadhouder, nr> j dig oordeelde, en we! juist om dat anders misbruik dier Correspondentie moest vervallen, en die was volftrekte ongeoorloofde despotkke Anftokratie, in deeze Correspondentie daar men het anders volgens onze eetfte ftelling éen geoorloofd Ariftokratie konde noemen ; evenwel 1 hoe men het met inlcbiklykheid, of met Correctie wil hcfchünwen, het getal van aé. kan .'er niet door, oio dat van beide partyen geene Egaliteit geobferveerd was, en dat 'er 'gelyk in bctooge een fupresfie in lag, aizoo door party altoos de overftemming in die 26 overftemmende zelve meest al gedraait, en het uit de Notulen bleek , dat niet altyd dc 20 of 26 Stemmenden compleet waaren, en zeer dikwils ook difcrepancen oiuftonden; althans het is zeer zeker, dat men het in die tyd 1702, zoo verre niet konde brengen als in de tyd van Jan de Wit, want toen gaf men om Keuren of Privilegiën niets; daar men, ik herhaale het nogmaals in deeze Correspondentie nog wel attent na de Keuren en Privilegiën te rainften uiterlyke i'chyn te werk ging, althuis verklaarde te wilten gaan. Maac dewyl ik hier van de tyd van Jan de Wit, fpreek en dit allegeer by myne gedagten over het Correspondentie plan, moet ik hier denfchake.1 weder aanknoopen, en eenio-e Jaaren te rug keeren, ten bewyze waatin men kan zeg" gen , dat tietRegimen van de Wit volftrekte ongeoorloofde Ariibkratie, ja'ftrafbaar despotisme was, totnogtoe heb ik my gehouden aan de fiiccesfivegebeuttenisfen, waar door op'fundament der Hoge Souvereiniteit der Gravin der Staaten, en der grondwettige Privilegiën, de Veertigen uit de notabelfte eerbaarfte, eerlykfte, en ryklie Mannen gekooren wierden, en daar uit zonder eenige tan minfte opeu-  X au ):( I openbare inbreuke de nominatie van zestien Schepenen : wierd overgebragt, om daar uit stgt Schepenen door den i Graaf, of den Stadhouder, of Staeten in der tyd, te doen I verkiezen, van al dithebbenwy het voorcn tegen vermeld, en ik zoude hierby kunnen berusten; maar dewyl 'er in de iGedenkfchrifien der Handvesten matige en volftrekte in: breuken Geboekt (laan die den letzer" en de zynen in deeze j dagen fchynsn, ja wonen , wederom te willen invoeren , jl mag nog kan ik, dit niet ongeroerd laten, te meer, daar ik | zou fterk het gezag der Burgemeeftren en die van den GeIrechte heb betoogt, en waar door men dan zoude kunnen i vermoeden als of ik dus aan H. E. A< hvbare een volftrekt Idispotisme of ongeiimiteeit Arittokrathme toeftont, dat jpy verre, alles wat ik heb betoogt is dit, dat de Magt 4 van Burgemeeflren jriet afhangt van het Volk m het nlgeimeen, ook niet vati deVroedlchap of eenig ander Collegie, fin het bevelvoerend gt-za», ouder bepaling der Wetten en IKeuren verbonden, om dat het wclzyn van het Volk door Ijhaar volftrekt bevelende is , dat is zy zyn de ware de f eenige Gecnnfiitueerdens die responiabel zyn aan een SouI verem, als een hoger oppermacht, die tusfehen 't Volk jen haar zy, en zonder wien zy, van de eigentlyke Keuren' jjjiiet kunnen afgaan, het geval waar op ik het oog hebbe is leen der Eklatantfre dat in Leyden beftaan heeft, Wy hebfijjben hier boven reeds aangeroerd hoe des potiek de de Witten tehandeld hebben, met het invoeren van het eeuwig Edikt, ïiii zal het te berde koomen dat zy ter Bereiking van di t Joogmerk ter eeuwiger onfteiling van eenen Stadhouder infcoiiderheid Willem den Derden, ook by die van Leyden een «ongehoord despotisme invoerden. Altans die Heerschzugtige en verbitterde Heeren, of Héér te weteu Jan de AVit, wist als Raad - Penfionares te bewerken dat Ao. ijéfi. aan de toen malige Burgemeeftren en Regeerders der Stad Leyden wierd gegeven, Octroy ter Ëeftellinge toétn faunen eigen Magiftraat,, inzonderheid het benoemen van de Zestienen en van Schepenen , welk Octooi fteeri zeker tegens alle Keuren aanliep , om dat de Soulyerainen zelv*, hier door vedtoken wierden van hun techt tot de nominatien van 8 Schepenen, en dus nademaal aan Schepenen eu den Schout by de Keuren vau A". n66. en 1306. en 1434. in 's Graven naam eene uitoeffening hadden bekoomen , waar aan elk genoegen Dd 2 H»«esi  ):( in ):( moest nemen; want, ftaat 'er, al -wat door de acbt ge,zwoornen en den Schout tot nut en voordeel van de Stad zal in ingeftelt werden, zal een 'iegelik verplicht zyn goed te Keuren en op te volgen. Notabeler is bet Opfchrift van dat van 1306. Soe wat by achte Seepenen, ende bi den Rechter geivert, ende gemaet word, ter oerbar er ende ter vorderingbe der Poert e voerfeyt, det fal gheloejt wezen, ende vafte gehoudeu van ons, ende van elcken man. Hier uit ziet men, dat ook van bi den Rechter, ghekoerte dat is gekenrt word, 't welk zoo veel zegt alles wat by den Gerechte , oerbaer enz. gekeurt word. — Dat zal by ons, wy Graaf, wy Soeverein, geloeft wezen en vastgehouden worden. Het welk dan onbetwistbaar aan toont dat de agt Schepenen gezarnentlyk met den Schout enz. toen niet dspendent zyn geweest aan het Collegie van Vroedfchappen in het Goedkeuren en maaken van Ordonantien ten Oirbare der Stede die tot het beduur der Schepenen of Gerechten behoorden. Maar wat deed nu Jan de Wit of wat deden eenige zywer aanhangelingen? want zeer zeker is het volftrekt niet met eenparig geuoegsn der Regeering yan die tyd ge weert. Hy maakte de verkiezing van Schepenen volftrekt dependent yan Burgemeeftreen , en ingeval van in complete, als dan uit den Vroedfchap iemant te ftellen die de plaats vervulde en Burgemeeiter reprefenteerde. Welke (ehikking, zoo men ooit een voorbeeld van Volftrekte Arifiokratifcbe overheerfching kan allegueeren is het deeze; want hier wierd nu het eigentlyk Recht der Vroedfchap. gekrenkt, hier zweegen alle oude Keuren , Privilegiën , Wetten en gebillykte Gewoontens; waar van nog by Stadhouder , Staet , i of zelfs Graaf, geea voorbeeld was, want, hoe Soeverein zy de Oétroyen der Vroedfchappen altereerden, verbeurd verklaarde, of herftelden; altoos agt geflagen op de Conflitutie der Steden. Altoes de nommineering van Schepenen was den Vroedfchap vry gelaaten, met de vol talligheid van Veertigen als een velftrekt requifit begeert, ten ware in casfu Rebellionis. Maar den Dwingland de Wit deed anders hy nam de Souveraine.Staaten hut^ recht tot verkiezing uit de Nominatie af, deszelfs no. digen invloed op der Steden regering wierd verlamd; hy.  perfotak alk regelmatigheid en orde, om evenals nu dia ,;Doije Geconilituccrdens, dien dwang aanmatigen. I De abfentie, de ziekte van eenen Jjurgemcelter, was jorzaak, dat het Ligiiaam van Vroedfchap uit het geheel raakte, en dus kon uit politie een boven of blinden Burgemeefler . ijt de Stad gaan, om in de Vroedfchap te nemen, die tot tleeze of geenen uit de Zestienen genegen was, of om het voim misfchien te verlammen: altham de uitdrukkingen des legensin het Octroi zyn allerftarkts, het geheele ftuk is ie groot, gy kunt het vinden by van Mieris Handvest, en ïprivileg. bladz. izo» een kleia uittrekzel voor den Burger dien ik echter ten begrippe van ons voorgemelde overtenemen. Zie hier, eenige reflcxien uit het zelve, na dat in Inet Octoi het verzoek va« de Regeering breedvoerig beI toogt is komt het, So is 't dat wy de faecke, en ï'ver\zoek voorfchreve, over gemerkt hebbende, ende Vertoonden, ] willende helieven, uit onze regte wetenfebep, Souveraine I Magt en Authoriteit, voor foo veel des nodigb _ wefen \tntcbte, der felver hiervooren geennarreerde Refolutie conISrmeereniie, dien volgende de vertooners ge.pt-evil'geert, jen geoëtroyeerd hébben, priviligeeren en ociroyccrcn mits meezen, dat fy luiden , poepende de r.ominatien, of vcrutiïfinge van de Sestiene tot 't Schependom der Stad Leyhlen, fullen blyven by den 'voet die van oudts , _ ende tot piog toe, dien aangaande, ingevolge bet privilegie Octroy, lende Keure, is ge.brvickt geweest, Tot dus verre Verküeren de Statten of liever Jan de JWit die alles dirigeerde, zig te honden aan de Priviletjgien en Octroyen én Keuren; naamlyk die tot ie verjeischtens der Perfoonen , maar ook illico en onraiddalyfe daar op gaan zy daar van af, met deze woorden ; uitgeIzonelert dat voortaan yaarlyks cla Nominatie van de Ses\tiene, niet op den drmtttwintigbjhn maar op den agtien\ den der maand julius fal gefchieden ten ware ejuame te Ivallen op een Sondag , als wanneer defelve nominatie op Maendag daer aen volgende fal werden gedaan. Hier in nu wierd aireede eene yerfpringing van de tyd van noJ mineering die in alle voorige Privilegiën zoo juist in agt ;| genoomen was, gemaakt, en waar toe zeer zeker eene *n de nominatie der voorfchreve festiene, of ten langfien des anderen daegs daer aen volgende, en dat by de vier regeer ende Burgemeeftren van meergemelde Stad Leyden, in der tytlt, doch ingevalle een ofte meer van hen Burgemeefler en , als dan door fieckte fonds $f fouden mogen tot de voorfchreve verkiefinge onbekwaem zyn, ofle noodwendige oorzaekken buiten de Stad Leyden wezen, als dan de plaetfcn van foodanigeu onbehvaamen, of abfenlen fal werken gefupleert by den veertige derzelver Stede uit het midden van bare Vergaderinge, dog buiten 't getal der vserfcbr. zestime prefererende in die fuppletie altyds de overjarige Perfoonen dewelke Busgemeefteren gerveestzyn, voor andre V felve Ampt meele bedient hebbende ; ende dat de voorfchreve verkiezinge van acht Perfotnen fal gefchieden .by eenparigheid van ftemmen, is V doenlyk, foo  ):( ns W foo niet dan by meerderheid van ftemmen ; en ingevalle defelve ftemmen mogte komen te fteecken omtrent een of meer van de voorfchreve acht -Ampts perfoonen, dat alt dan daar inne eene uitkomfte by lotinge zal warden gevonden. Het overige dat hier op volgt raakt de bepaling omtrent familie betrekking, de geheimhouding der genomineerde tot den 2J-. july zynde de dag' der beè'ediging, gelyk ook voorziening'by fterfgevallen enz., dit Octroy dan gegeven zynde A\ i6vi. Junyz^. fchynt dan alzo gevoigt te zyn tot Anno 1669. 8 November en dus ruim agtfien Jaren lang, toen 'er al wederom aanmerkelyke abnizen uit ontftonden, te weten dat het geval citeerde, dar uit agt genomineerde Pcrftomn tot Scbepenen , zss deezer Waeteld overleden waeren en-dat al bereidt uit een van de rtfleer ende twee tot Schepenen »ynöe gekofen , nu wederom een uit de Bank van Schepenen was komen te fterven, waar door de Supplianten ftcb onbeauaam gemaeckt vonden, »m in conformitè van het voorfchreve Ons Oft-ruy, den Burgemeefleren een dubbeld getal tot de Creatie van een Schepen voor te ftellen, dewyle alleen een van-de overgehleve acht, uit de genomineerde festien Perfoonen overigh tvas. Dit toeval dat in het nieuw Qékoy van i6$r. niet voorzien was, gaf gelegenheid , om al verder van de oude Keuren en Privilegiën af te gaan en de gantfche form van nomineering-geheel en al dispotiek "Ariltokratisch, te maken, want'de Vroedfchap, verzogt hier, en verkreeg ook, eene'onaf hankelyke Keure, het vervoer aldus. —— Enele alfoo de Suppliantenfeer weinigereden, engitntsch geen utiliteit door inne fagen, dat defelve op bet af derven, of uitvallen van yemant uit de Schepene- bank , in haer in haer nominatie meer souden zyn gebomd en aen de acht Perfoonen, die naer faerlyck- fche verkiesinoe van 15 uroe meesteren, 'uit bet dnbheld getal fmden everblyven; ais wel wanneer zy onbepaelt, op den achtienden July. Jaerlycks het voorfchreve dubbelt getal fouden formeeren; foo was der Supplianten totmoedig verzoek, — het verzoek, namentlyk was conform het volgend appoinftement, om eene vrye ende onbepaalde nominatie corform de Privilegiën, te weten devereischtenstotEligiblePerfoonen, want aan de overige Privilegiën bekreunde men zig niet, want men  ft 2>6 ):( fnen veïzogt onmiddelyk daar op, deiïogatiè van; alle voorga ende privilegiën het CoN-i Trarib dispoaeerende; 7. ie hier 't appomcter I jnent zelve soo i s 't, dat wy de faecke cn het verzoeck j voorfchreve overgewerkt hebbende, ende de Vertoonders 1 willende gelieven, uit onfe rechte voetenfcbap , fouverainel macht, en autoriteit, altereerende het veorfcbreve O&roy ly ons aan dezelve verleent, op den drieentwintigden Ju- 1 tty des Jaers festienhonderd een en vyftigh , verklaert; j geordonneert, en gefiatueert hebben, verklaren, ordonee- I ren, en flatueeren midts dezen dat de Vertoon der s, in b»t\ toektomende, niet gehouden zullen wezen in de Nominatie j van het dubbeld getal, tot fuppletie taan eenige vaceerende j Scbepenplaatfen, aen het overgeleverd getal van de festien die Jr.crlyfrs op den achtienden July te voor en fullen \ getiomineert toefen; maer dat de Vertoonders fullen hebben'} een vrye en onbepaelde nominatie, omme daer by voor se \ ftellen feodanige, conform de Privilegiën der voorneemdè Stad. alsdan, de nut ft e en bequaamfte fullen oordeelen; d e R o g e e rende tet dien einde alle voorgaande Privilegiën , het Contrarie disponeer ende: enz.Wanneer men nu deeze twee (rukken onpartydie; nagaat, en men field die eens tegen over de befchuldigingj van den letzer tegens Willem den Eerften en W i xA ieji den Der.» en byzonder in zyn No. f. bladzj 38. waar hy gewag maakt van zekere pretenfe onwettige! dispofitie wegens M*. Hendrik'Brouwer, gedaan, enwaarl by de gemelde letzer op een intriguante wyze den Prince' befchuldigt van inbreuk op de Privilegiën. NB. Th 't volgend Nummer zal voor die geene die deze Stede-] maegt compleet muien, tensrefcbsnkeingtvoegtzyn, eene Konsu. plaat met het Oude Stads Zegel en Schepen! rief van //.->. 1290. Door diezeperNo.haald, zal dezelve voor \ft. apart moeten bèta*' len , en in gevalle iemand dezelve op bestgrtot ftlin papier begeert om by de Privilegiën ven Mieris te vsegen, zal de Plaat appartr gelieven tebeftellen a 9 ft. zullende dan daar op de eerfte Drukkeii Worden bezorgt; leggende de Plaat ter vifie by j. Peuk, ( Het Vervolg in N. 28.) D'.z Bhd word 'sWeekelyks met een N0. a 2 Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by J. PER K, en verders alöm.  DE LEYDSCHE STEDEMAEGD, E N Z. NJ. 28. '(Vervolg van N°. 27.) ijS^en zal 1111 zien dat den letzer Jooslyk zeer ftil berüsten laat; Dèijiderdaït exteerende inbreuken, die door dé ifetaaten van dié tyd , door Jan de Wit en de zynen zyn in. névoért. Want de blyken van die inbreuken zyn zoef schreeuwend , dat zy fchier geen bewys of beweegredenen «behoeven. Wy zullen echter het onze daar van zeggen, pp dat wy de fchaale der waarheid der Deugd en Trouw jvau Willfm den Derden tegens die der de Witten jmogeii balanceren. • Ten dien einde fta my toe Lezers dat ik nu dit ga betogen; het is uit alle oude Costumen, Wet» ten en Privilegiën blykbaar, dat hoe zeer de oude Graver» én Gravinnen als wettige Souveraincn, Grondheereii , uit fhunhe Souveiaineu Magt, beveelen infteklen vermindering pf vermeerdering , of ook verbetering , aan hunne iOcfrooijen en Privilegiën maakte, dat zy echter by wyze ivan Contract of verbond met de Staaten er de Steden by (hunne inhuldiging, de grondwettige Regeringsform moesten bezweren, en dienvolgens hoe Soevereinene Heeren zy «waren, niet en konden verbreeken het geene van hand tot hand wegens der Steden rechten aan haar als Landheeren wierd toevertrouwt, alle deeze bewyzen uit de fhikkeii fzeive aautevoeren en uit te fchryven, zoude te lange vallen , duid Burgers dat ik de tytels uit van Mieris ulieden, jepgeve; dus zyn zy Aö. 1299 woni Jari van Henegouwen, door die van ïLeyden alb Graaf gehuldigd , met bevesting ven Stads [Privilegie, Ao. 133S. 31 Mey, BevestigtGraafWilletÉ 'jüc Handvesten en Vryheden aan die van Leyden gegeven» Ao. 1346. 30 Mey, Bevestigt Ksyzenn Margareta de E e Voii»  Voorreebten en Handvesten aan die Van Leyden gegeven,Ao. imi. 29 December, Bevestigt Hertog Willem deHandvesten en Vryheden aan die van Leyden gegeven. A°- 1331- 7juuy, belooft Hertog Willem de Si ad Leyden noch in't Geheel, noch ten Deele niet te' Vervreemden, noch in bet zelve eenig gezag aan andreri toe te iaat en. Hertog Albert door die van Leyden als Ruwaert des Lands aengenomen, heeft eene belofte aldaar gedaan den 7 Maart 1357. en 13ƒ8. N. B- deeze belofte rest op de hier bovengemelde van Hertog Willej». Ao 1590- den 1 July, bevestigt Hertog Albert, (toeffj als Graaf van Holland de BÉindvesten en Privilegiën. Ao. 1404. 13 Tanuary en 14*0., bevestigd Hertog Willem de Handvesten en Privilegiën van die van Leyden. A 1416. if Aimustus word Vrouw Jacoba door die van Leyden gehuldigt( mede op bevestiging der Hand vestei 1 > Ao. 1418. bevestigt, Jan Hertog van Brabant de Hand- . ve.sten en Rechten der Stad Leyden en word aldaar gehul- ^AÓ 1418. 20juny, belooft Hertog Jan vanBcijere, aan! de vier Hoofdlieden Pordrecht, Haarlem, Ddften Leyden, . Vryheid aan de Steden van Holland en Zeeland out zander m1s1wen te vergaderen. I Ao 142?. Belooft den Hertog van Bourgoyae aan die yan Holland en Zeeland de Privilegiën en Rechten te onderhouden, Hs Ruwaard zonde worden. A. i42y- Den'21 December, bovengemelde Hertog als; Ruwaard en Oir'van Holland bevestigd zynde, bevesrig-■ hy de Handvesten en Privilegiën der Stad Leynen. Ao. 1434 De Hertog van Bourgonje Graaf van Holland ! zynde bevestigt nogmaals, de Privilegiën en Hanvesteni Rechten en Costtimen van de Srad Leyden. foüs blykt uitdezetlyst dat van Ao. 1299. af tot 1434. m~ cltvs de Graven en Gravinnen , by minderjarigheid derzelver! Voogden, by onvermogen de Ruwaarden of Goeverneurs,., altoos de hulde van de Steden omfongen, onderfpecialebe-" zwering en bevesting van derzelver Handvesten en Privilegiën , en dat meest altoos onder conditie fïnte qua non; althans Hertog Albert, en Hertog Philips van Bojrgonje, wier- den aiet als Ruwaard erkent zonder deeze plechtige belofte Het fbsat dan vast, dat wanneer de Graven als Souvereriu e» Landsheeren gehuldigt vvierden zy zig echter aan diei bei  i *bezwoore HandvestSn enz. verbondea , nu behooren onb^ «twistbaaitot die Handvesten eu Privilegiën, die Wetten Con» ;, flitutienlen gewoontens, die oorfpronklyk uit de aloude Wet» :; ten en wyze van Regeringen, onder dje liani en Voiles Vaders | bepaald , door dewelke in uien zin in .het geheele (jf ra: ff( p cnin de byzoiwire Steden waaren bevestigt de Wetten na dei aart der Natie, en wiiar onder dan, volftrekt behoorden dié i betrekking, die voor altoos de verkiezing in 's Graven naam ISchout,Rechten en Schepenen, Burgeaieefteren eudaar.na ; van Vroedfchappen hadden. Want zeker is hettenopzigteri : yan het Collegie yan Schepenen, dat aan dezelve oudtyds by de Handvesten en Privilegiën de uitvoering van het maken i yan Contracten der Stede toekwam, welke uitvoering nadei> ihand aan Buigcmeefters of Gerechten wierd tocgckeht,finls ijdat uit de Vier wyken der Stad vier Raden, die tygentlyk Buri gemefclleren Waren, gekazen wierden; dus oeffende dan Schi» (.penen dat gezag, 't geeu blykt Ao-1534- byeeu verdtag van I den overtogt of overtoom over den Leydfchen Dam, waar > pit van Miers afleid, dat de naam van Burgemeefters nog ij niet bekend was , zie befchryviug van Leyden 2 deel i bladz. 771, men vind'er, die echter uit zekeren brief van : imdemnaiie Ao. 1345. door Graaf Willem' de Vierde gejlgeyen, diebevveeren dat toen Burgemeefters onder dienaam lalrede bekent waren, alzoo zy met anderen Steden Burgè jnieelteren gerioeint worden, de fchranderc Jan vanlhtit, Ihceft echter zyn Neef ÜRi.tRS in zyne befchryviug van ljUydeu duentwylfelen, om datiiKu in verlchillendeBtieve» jvau Ao. 1311, 1315-, I3ff, 1401, 1498 enz. vind wy ! Hechter ende Schepenen, wySchonr, Schout, Schepenen, 'IRaat ende die Gemeente der Stad Leyden, boeditgevoe,|en zy : het ismaareennaamsgelchil, of «ten Burgemeestéiren voor die tyd onder de naam van Reden of ^uj^emges'jteren aan de Handvesten en Privilegie verbonden heeft, keker is hetjdat zy 'er in kwakteid yan 'ïladtn ofvi^rfprakeri "Jen dat'er Handhavers des volks rechten exteerdén, deg piet is ook tevens waar, dat dc Schepenen eu den Schout van 'I'sGraven wegen een zeer oud eu groot gezag hadden. 1 Wy willen onze Lezers 111,1 op een klein Oudheid verfnaiperingetjeojithaalen, datwy by deeze gelegenheid len.bewy' jze brengen.^ dat het Collegie vau Schtpentn niet alleen zeer ':toud was, 'maardat het zelveinzigeen zekere Rechter ende "Schepenen uitvoering van Contracten, en Leenen had, ' «onder dat toen onzes wetens eene Vroedfchap beftont, eu Eet' hei  het ftuk is der moeite waard, het is van A0; i:o> den ac. Sept. en door ons waardig geacht om het zelve te doen gra vetten en drukken', eu der vergetcnisfe te ontrukken, .te meer, pp dat men daaruit zie, dat de Magt om eenige Conftitueereude Ordonnantie ofBefchikkingen van Stedezaaken uittevoeren , niet aan eene ontydige muirineerenc.e famenrottihg van Gecönftitueèrdens, of Gccommlttcerdcns ftond, maar we), dat Sjcliout eh Schepenen competeerde om Brieven van Ordonnantiën 'te bezegelen, en in ,plain pouvoir te bekragtigeu, 't geen men hu' noemt Schepenkennis en uit dien hoofde, meenen wy te kunnen pïwteren, dat Schout en Schepenen'-en Burgemeeftren, bètJVn het Collegie van den Gerechten'fovmeetcende , 'afièdtftiet Recht hebben, om tot nutte tier Stede, tot Rust der Burgerye, en tot handhaving,van hetbezwoorengeza/,. vooral in tyden van tweedragt all'e hunne Burgers geene uitgezonden: tc nv>etea' oproepen en uit de eigen mond de* Bqbgers en Stemhebbende Ingezetenen, op de voordrag; der Heeren Bufgrmeeftreu, Gerechten of Vroedfchappen, booi.eu ftemmen, zonder eenige Cabaal van Krygsr::ad, So'-ieteireii jawel uitdruklyk zonder eeqigepartyfchap en ftirnSfatièdoor eenig Vroedfchaps Lid zelve te voeden ; neen'maar Wip ende een iegelyk vry laateri, en zy daar by 'tirt de aan hun vertrouwde magt eh wëz'éntlyk wettig bezwooren Recht, als de eenige Gecönftitueèrdens van de gantfche Burgery, zig zelve aan 't hoofd ftellen endaar na in avmoede moeten heflisfem Jt geen tusfehen God en hun geweten blyft, en -de tydelyke misbruiken aan de Vietfchaar der Souvereih. Maar z't hier het Affchrift fra het qrigineeUuit d? Abdye van Rhynsburg aan ons vaneen der Doorkneedde Kenners onzer Vaderlatidi'che Charters, weikers naam wy gaarne erkentlyk zoude noemen, waate het frïièt dat van de onfchuldigfte plichten in deeze dagen de gevbckfte misbruiken gemaakt worden; zie hier de aftekening van het oud Stads Zegel van Rechter en Schepenen 'tgeeo hier ia een Plaatje onze Leezers fchenken , men ziet 'er in een Kerkgebouw of Altaar groep met Sint Pieter, met de Sleutel van St. Pieter als de Patroon der Stede , waar in 't Stads Wapen, met twee knieleed* -Engelen. daar- onder agt kniclehdeBeelden, verbeeldende agt J5thêpêaen , onder een knielend Beeld|e , met een' Móriifikskar/, dan dit houden wy voorden. Schout of-Rechter de rest der wasfe is afgebrooken, maar men op de Letters to. MUNITA dat zoo,  Sïïe ben ötjcnm trie befe ïcttcww fuïïctt flett ofte öoütew ïée$en; ^erïionb tofe/ redjtéc enbe^ceueneban Sepbeti/ bat bte €>aörjut# jjr^hrff? fno U)ie ft fgn«.fean ötrc boerfegbct &tebe/ ^êreit £cul* fciïlafritcg/ bn'e pont/ enbe bne ^cfjeiungitje öoUantpücc peiu nfofifie/ oen «ebigfent / ban öenfeburytj/ tegöeïöcne tot tioers 'ftotet matïiet / enbetoe balchcobur0Ïj/ ban bienïanöe/ bat San hit ttjebeee befat/ aïfoo ïan$e aïg befe name» SEan ïcuen ei/ tnbe nae fut boet/ fo faït iitritc toefen ban bete boer0efp?oBenre lunnt/ cube fal loebet tomen bnencfee an bet bocrgïjenoeniabtr tvb* htimn ban «ehfebura&. 9|n oevnonbe befen bncue. bic gïjefe* mt e^raetbec $oerte 3e0Ï)eï ban ïepbm/0ÖeS|etoett mt ,aeto«^ H«n ©ufent/ tute ïjonbect enbje bne enbe negfienttfö/ be| W im$ na zante bag^ j «pofWS tn enangentfe.   )'X "» }:( veel zegt als voor Zegel, ons is'in z,k:i B;ekj?, dat, ons i u nieihüchiet, een dergtlyk Zegel bekent, dan den Brtef niet wy oordeelen het ester nodig om het dan 2,00 als liet is waardig om bewaard te wórden : dit das tot ons ondTWerpoverdragende, blykt, dath.er genoemdworaileca(er 'twelk ik neme- voor Schout ; want ik zoude met d'irvcn 'beweeren dat hier door Rechter, Bnrgemeeltcrs df Gerechten verftaan wierden, hoe 'talthanszy: tochten* Schepenen geven hier een voillagen bezegelden Brief wanr« ffl ïV uit baar eigen'Auftnnteit , volgens Handvest en fö£ffijly der Graven 'hen 'compenserende, zig op d e zelve wyze uitdrukken als'de Graven zelve deeden; zy zeggen, Aile den gtaccnen flie dele Letteren fullen flen olie hofeg leien Oerkond wi Rechter ende ScZvèMx van Lepelen'ertz. dat zoo veel is'als of zy zeiden wy Schuit en wy Schepenen, zoo als oudtyJs de Grayvn wy enz. twél| zoo als men thans zegt omtrend is , Die van den Gerechte, Bursenieeftren, Vroedichapp-n enz, . Om nu deze aanmerkingen en de opgegeven Lyst van Jtfren', van bynanr'anderhalf èeaw , 'en met het byvoegfel van dezen Schepenen -'Brief van by naar vyf eemveir, waar in altyd doörde Souverein déttandvesten van dekeoeermrsfonh der Stéde gehan'd";mfc enbezvVooreu zyn, Üffl fliejiuV.egik, over te brengen tot op de tyd Vatrdé disnotieke'.inbreuken daar op ten tyde van jan de Wit, dat zal dan zints vier tfeïïweri zyn, heelt men flégts m te zien onze voorige Nummers byzonder d"a van No- 5. waar wy onzen iniïng van den fcWkel der.'Privilegiën ! begonnen hebben, tot in dit No. ingefioertcn, dah zal 'Tien daar uit overtuigt 'dorden dat dc Graven of onze Stadhouders en de Staafen°, «immer afgegaan zyn, van hun regt tot verbeterd of alteratie,'op de Privilegiën, en te gelyk dat mihmer a'in de Vroedfchap nog den Burgemeeftren, Schout of Geréchte eenig Plain nouvoir is gecedeert geworden om geheel Desnonek hunne Regeering te befiellen, veel min dan eene 'si.ricufere Cabaal uit haar zei ven: maar dat haar dispotisme in der daad was dat der Soiiverain: buiten wien zy m dit opzin aan niemand behoefden te verantwoorden, en in dien minwaren zy, ja, Meenten der Stad, hier om Burgermeefter maar zoomen al eenige gevallen mogte aH:gf eren, waar m hier van eenigen fchyn beftaan zoude hebben, zoo zyn die eevatien alleen beftaanbaar geweest in tyd van hogen nöod, twist, partyfehap of regeringloosheid, waar in geen Sou-  l^ï "uf^-f k?"' of waar door de» Souverain lp e zeer deeze G ravinne tot den JWan genegen was, zy heelt geene Kindren vonrtgcbragt. Men kan dit ten opzichte van Willem den Derden niet wel ftellen. Maar 't is opmerklyk, dat hy geene Kindren nagelaten hebbende, geftorveu is"; maar al verder, Hertog Jan yan Beijeren om deeze vrees te ontgaan , eu zig va*t te binden aan den nastelknc^p met Vrankryk eu Bourgonje, wierd van tyd tot tyd meer' en meer Meester. De Stad Ley«ien alleen, was niet zeer betrouwt , 'er zat by het Volk een onuitroeibare wortel van den Stamboom hunner oude wettige Souvereinen Staétèn , Regering , Edelen, Wetten Privilegiën, en Keuren ; des itooktc hy partyfchap, hy wierf Volk, trok de faèiên op zyn zyde, belegerde en bedreeg Leyden, de Dorpen om die Stad, die hem niet toegedaan waren verwoefte hy, eindlyk Leyden hield het, en bleef ftandva'stig, Maar trad des niet te min in een verdrag < men liet hem in de Stad, naauwlyks was hy Meefter, of hy verbrak zyn gegeven woord, van Ao. (418. waar by hy de Regenten, belooft had Vrtheib om zonder. Misdoe n ÏK VERGADEREN ei)Z. Het was Ao. 1410. en dus pas twee jaar na deze vleijjende beloften, of hy dwong de Regennge, althans zoo vind* ik woordeJylc in de oude Hóllandfche Cbronyk. Die Hertoge binnen Leyden wefende, en hklclen den Vrede niet, die gtmaeckt was, ende dwanc den Burcb grstfe daer toe, over te geven V Burchgrasffchap van Leyden, ende by bebielt binnen der Ste*de niet meer voor bem en fyne mekemelingen , dan den Burcb metter Tollen ende die gruit, want de Burcbgravc placb binnèn der Stede te bebbe greote beerfebappyen, want hy hadde te ittten Etn Schout, vier Burgemeeftren enfcven Schepen, — en  X 227 >lC en van die tyd voort foo ces/eerde en ging te niete dat Jimi'graèffclwp, metier Heer]cbappye- Lattik ditnu eens overbrengen op het gedrag der de Wmen en henliedér aanhang, niet alleen tot verdrukking van Willem den Perden, maar tot WiBekeurrgecörruuipeermg der Privdegien en Regeeringsforr*. Met betrekking tot ons Leyden had Jan de Wit volgens het gemelde geëxtraheerde hier boven al zagtjes de Regeeimg op zyne In zyner Vrienden zyde gefokt, door A°. ióyi. de ptectie van Schepenen aan Burgemeeftren te deffereeren. Maar A. 1669. den'6 November; en dus pas even een Jaar voor dat Lodcvvyk de Veertiende in aantogl was om Leyden in te nemen, en te beleggen, «1 die Stad in benaauwdheid was; bngt hy het door die vrees met zyn aanhang binnews rcuurs, zoo verre, dat eenige uit de toenmalige faftieufe Regenten, als Vertoonders vaneen Request, hierboven mede gementioueert, hem WvltM, door een verzoek om van alle Nominatien yan een aubbeld eetal van Agten ontflagen te zyn: hy, en de hem toegedAue Staten of liever Penilonansien, eigcutlyk Sredelyke Adjuncten, gebruikmakende van den «edugten «antogt van lodewvkl kregen de Regering ten wille, en deze alsvrecsagtige Lammren wierden gebragt tot een vernederend verzoek, dat alle Keuren en Privilegiën verbrak; in zoo verre, lat Jan pe Wit en de zynen toen Meetter zynde; met deze uitdruklykewoorden aan de Yertouiulers gat, het regt van een vrve eu onbepaalde Nominatie; (juist zoo als jan Van lïeijerentoezond en gaf, eene Vryheid*/» zonder misdoen te vergaderend maai op 't ogenblik dat de Wit fprak van Conform de Privilegiën , liet hy er op volgen. DEROGEERENÜE tot dien einde alle voorgaande Privilegiën bet contrarie dispHeerende, hy bezigde hier het woord dero-of.eren, een woord, dat zelfs in den tyd der Sou veretoe Graven, enStaeten, of ten tydevan de Stadhouders zorgvuldig vermvd, of althans zeer orazigtig gebeceigtis, en altoos toe een zeker wcaer zeggens toe van zulke voorafgaande Gitten , als zy nodig vonden buiten werking te tellen, maar onzen de Wit derogeerde , dat is vernietigde, krenk te verminderde, bragt buiten geloof, en maakte inbreuk op alle voorgaande Privilegiën enz, — en had het hem mogen gelukken, dat Lodewykde Veeriende Leyden ingenomen had , zeer zeker had hy niet Ef z miB"  minder als Jan van Beijeren, het momaanzigt afgeligt, en aller dispotiek geregeert, pf Jan van Beijeren had hem met het venaders loon van disgratie enz. wel weggepakt, nu per Hotte nog eene vèrgeïykiiig. Toen nu het Land vol beroering, en Tweedragt was onder. Jan van Beijeren en de zynen, en die van Leyden het bedrog en dwang van Beijereu vreesden, vielen zy de naaste wettige Erfgenaam van Vrouw Jacoba, met allé macht tpe, teweten Pm lips van Bourgoinje, en deeze zig Hellende zo» wel tegens de party van'zyneNichte, als die van den, Ruwaart, was eeu mogend wys Vorst, en bezorgde het Land Vrede, na zeer zwaar geoorlogt té hebben tegens Vrankryk, die geen kleine rol der Tweedragt fpeelde, en floot A°. 1430. dé Vrede tot Aetreeht, men getuigt van hem , dat hy was een zeer goed ende zagtmoedig en goedertieren Prince, waarom hy de naam van Philips de Goede bekwam. '' '"' Nu tot Willem den Derïen, Toen het Land vol beweging eu Tweedragt was, onder. Jan de Wit en de zynen, en door zyn toedoen met Vrankryk die van Leyden het bedrag en dwang van de factie yan de Witten vreesden, en men als im de Sclielmftukken ontdekte, vielen zy den wettigen Erf-Stadhouder te weten Willem den Derden toe, en deeze' zig Hellende zoo wel tegens de Party , van zyne Verdrukkers , als die yan de. Wit en zynen Broeder; Hy was vervolgens een wys en mogend Vorst, hy bezorgde het Land Vreede na zeer zwaar tegen Vrankryk geoorloogt te hebben , en floet de 'Vrede tot Nymwegen: men getuigt van hem , zoo Brit als Batavier dat hy was een zeer goed ende zagtmoedig en goedertieren Trnis, waarom hy althans by de Engelfchen de Naam van den Goeden William bekwam , waar zyn naad riog m zegen is , en zeer zeker, by onze Nederlanders die een afkeer hebben om Vorftelyke deugden te bezwalken , ook mede nog iq zegen zy. Schoon hem zyne Vyanden alle wraekgierig uitkryteu: Laat ik een Haaltje tot haaf aller overtuiging hier by voegen, dat Willem den Derden het ontflag van de Witten Edelmoedig bewerkt had, en haar den fmaet vergeven wilde; was hy zeer aangedaan over hun ongelukkig nootlot, en te onvreden over het misdryf ymi 't Gemeen, hy overtuigde de Waereld opentlyk 'van zyn goedheid; Waai Bevernino 'een  feu mede verbondene van de Wit, op Lokhorst gevlugt Stynde, wilde het Graauw 'er na toe om hem mede opteefl'eren, dan 's anderen daags verzoekt hem de grootmoedige Willem ,"en gaal openbaar met Beverninc zynen Vyandvoor de Wagtparade, en neemt hem in 't gezigt van de gistende Gemeente in zyne Befcherming; zie daar oordeel Burgers of dit grootmoedige goedheid of wraekzugt ^ bus hebben wy dan uit deeze balans zoo wy meenen, met de Hukken aangetoont, dat 'er buiten desze voort beelden van dispotiek Bedryf van Graaf Jan van Beijeren, en de de Witten, of helaas in onze dagen, nimmer een voorbeeld van eenig Graaf of Stadhouder, ja ook de Staaten is by te brengen, waarby zy, het zy zy de Regeernig hadden afgezet, of de Privilegiën verbeurdverklaard hadden; of dat zy die berflelden; waar by zy, zeg ik,_ooit ófte ooit, het Souverain recht op fundament der Privilegie niet beduurden, of by het herftel der Oftroyen nimmer de Souvereine verkiezing aan de Regenten alleen nog opgeruide uit het Volk, vooral in Tweedragt gelaten hadden, 7,00 als de Wit zulks wist te bewerken, in tegendeel hebben altoos de Graven eu dc Staeten en by gelegenheid van gebrek aan eligible Perfonen uit de Vroedfchap, of by ontzettingen uit den Raad, ofby ontdane Partyfchappen, altpos voor zig gebracht' of door hunne Stadhouders of Gecommitteerdens "doen eifchen eene neutrale opgave 'van Eerbare, Ryke, Deugdzame en Notable Mannen uit de geheele Burgerv, en zelfs als dan by mangel van Regenten der Burgeren meede toegedane , by welker aantreding dan ook altoos de oude brave Regenten , volgens Grondwettige Privilegiën wederom herfleïd wierden, op verzoek der wettige oproep van Volk door den _ R.aar na de Condiiutien der Steden aan wien de Graaf die bevestigt had , en waar op de Steden hem hulde deden. Gelyk ook op die zelve wyze de Stadhouders i» name dec Staten, de nominatie van Schepenen enz. en wettigen invloed ja Generaalfchap op. de Krygsraden der Schutteryeu bekwamen, en vervolgens daor de Steden al mede gehuldigt wierden; —- waar over men ons voorgemelde No. kan nazien, en tevens zonneklaar het waaragtig gezag en de noodzakelykheid eens Stadhouders ziet, en met opziet tot onze dagen overtuiglyk ziet dat ' ' ' Ff 3  <. men. den Stadhouder en den Souverein zelve ten boogden grieft in beider gezag, als men buiten dat 't Volk oproept. Na deze uitweidingen ; waar by wy getoont hebben , dit de vVit ten opzïgte van de Stad ".Leyden, derzelver Octrooyen eri Privilegiën , het ftuk der Rcgéénngs» ferm geheel m al Corrumpeerde e;i derogeerde, ©p eene wyze die weinig verfcheelde van de (telling van onze» letzer; fehrj kom in dan nu, na deezen bieden omweg en de ouvermydelyke bypaden , die door den letzer zoo aardi,: eu listig belommerd zyn, dat men ze naauwiyks vinden kan, zoo kom ik op het pleiti'j daar de fprèefcplakts der Waarheid by de opgeftapelde groene zooeen van de veldheerlyk,' Zegf-tekenen van Willem den Darden pronken, ik zal hier zyn gedragverdedigentegerrs den Spoótlöo'zéri Ietziir, De opgewelde Vertogen' cH echte befcheiden zuilen ais zoo veele bewyzen, voor het oog van myne Medeburgers openleggen en een iegelyk kon oordeelerr. itl de No. 5-. van den letzer waar in hy, en ook zyn invloed den ('charid Batavier het allerbitterst op den Erfstadhouder Wiüem den Vyfden gemunt heeft, Waar óvét wy hem nader in de veeren zullen zitten, in deze No.-5. trrrt niet alles geheel over te fchryven, 't geen hy met berr.kking m Koning van Vrankryk, Pruisfen, den Keizer, Zweden, en andien voordraagt, waar op wy by voorraad hem al beantwoord hchbeii. Zoo, zullen wy alleen zyn ftelling met ópzigt tot den tegenwoordigen Siadhouder Willen den Vyfden en Willen den Derden aantasten. JLces hier Medeburgers de woorden van dien GèVeinsden, die zig nog een doorzigtig Prinsgezinde durft noemen. Zoo drnè de Prins een zodanige bovenmaetigen Invloed bekomen beeft, dan zyn dc Staeten niets meer' dan Werktuigen , die zyn zsil volvoeren, die flegts bun naam Leenen, om zyne hegcertens te volbrengen, niét om 's Lands lelangens te beverden, maar alleen de byzondre belangens van bet Oranje Huis. Door den bovenmatigen Invloed verftont den letzer des nverwegenden Invloed op de Wetgevende Magt zie zyn No. y bladz. 37. enz. voorts tneht hy de Prins in dat dagtfgt te geilen_ als of hy even als vrv.rmaels de Roomfche Keyzers, die de Staatsvergaderingen in wezen Heten dog zig mee/Ier maakte van het Souverein gezag enz. Dit rui, brengt hy over op Wil lm den Derden, en zegt:  ):( *3' )=( zé*gtt Ik zal dit eens meteen treffend voorbeeld oplieidereii,*Bier in Leyden gebeurd onder Willem den Derden in 't Jaar 1676. Hier op volgt dit. Het was zegt hy; conform de oude Privilegiën, en een honderd jarig gebruik gevestigt bier te Leyden t dat de Hoofd-Officier geen Veertig zyn kon , ik mag 'er wel by voeden , " dat den aart der zaek dit ook mede brengt, daer een Hoofd-Officier met de uitwering van de beveelenvan dc Wetgevende Magt belast ts, en dus zoo lan'ge doen Lid van de Weegevende 'Magt zelve beboert te '' nier op doet by de befchuTdiging volgen, ' Maar wat gebeurd: 'er des tyde met Hendrik Brou. wik een Gunsteling van WiLL.ew dek Derden? deze tot Hoofd - Officie door dien Prins verkozen', weigert, voor. het eerst om afftant te deen van zyn Veertigplaats, de Vroedfchap uit teegeeflykbeid bied bem ann dk plaats ah Hoofd- Officier vervult hadde, om hem. dan dadelyk weder te doen optreden. Hy flaet fulks af en vervoegt ziebby Requefte aan de Heeren Staeten, — deeze feilen bet in handen van de Vroedfchap, en de Vroedfchap blyft by haare Refolutie om gemelde Brouwer niet in de» Eed te neemen, enz.', het overig zullen wy ftraks inzien, Wy ftaan hier eerst ftiile by de ftelling van den letzer, Naamlyk dat k CoNfORm was met de oude Privilegiën, en een Honderdjarig gebruik gevestigt in Leyden , dat de Hoofd-Officier geen Veertig kon zyn; op deeze ftelling berust nu de gantlche redenkaveling der letzer, derhalven dienen wy eens te onderzoeken in hoe verre dit den toets kan doorftaan. Om dit geregeld te doen, diend onderzogt, in hoe verrede Schout in vourige tyden recht van fesfie had in den Raad al (of niet ' Zeer zeker heeft de Schout lans v°or dat 'er een Collegie van Vroedfchappen beltond, recht van fesfie en ook (temming ja decideerend. gehad , in zou verre dat zelfs die van de Vroedfchap dit erkennen , Hellende in hun Bericht aan de Sinten, deeze woorden : 'Dat wel ten tyden van de Graeflyke Regeering fomwy le eenige Scheuten aangejleld zyn geweest, die te gelyk waren*Veertigen der voorfchreve Stad , maar dat ook altyd bytta by de Regeering is tegen gefprooken, ende by de Graven niet anders dan met veel moeite, ongenoegen en disgunftt derzeher Regiering is evèfdrtngeif, zie wy. ü ders  X 232 ):( ders onzen Schepen - Brief Ao. 1x93. hier op allegeerd inen een voorbeeld van eenen Willem van Loo, die in den Jare 1578. tot Schout gekoren was, welk voorkomt als onder die der Graaflyke Regeering gefchied te zyn, 't geen voor zoo verre waar was, ais Philips nog niet finaal was afgezworen, maar echter weet men, fchoon het veel al ep zyn naam gong, d^it hy in de Regeeringsfceftèlling niets te zeggen had , en dus is het voorbeeld van "dezen van Loo, oorfpronklyk uit den Boefem der Leydfche Regenten met keunisfe van den Staat of Stadhouder. —*— Maar ik blyf vooreerst by myn letzer, wy ontkennen rond uit, dat het Conform de oude Privilegiën zy, dat de Hoofd - Officier geen Veertig zy , want van de alleroudfte tydéu af, had den Hoofd Officier in 's Greven naam niet alleen fesfie in den Raad, maar een uitvoerende Magt lang voor dat 'er Vroedfchappen waren, en om alle voorheelden niet aan te halen, zullen deéze vólgende die hier boven reeds gemehtioneerd zyn, hier weder te berde komen vooreerst is het blykbaer uit de reeds geallegeerde Magt die Graaf Flori3 de Vyfde in het Jaar 1262, aan Schout en Schepenen gaf, te weten 'aldus door van Mieris, vertaalt opgegeven , al wat door agt Gezwotrnen en den Schout tot nut en voordeel van de Stad zal ingefteld '■worden zal een iegelyk verplicht zyn goed te keuren en te volgen Volgens dit Oélroy dat oorfpronklyk in het Latyn was, hebben ook de Schout en Schepenen de Keuren van Ao. \ 5-83. waar op de party van Brouwer zig beroept, wel willen abandonneeren, maar oölt despotiek gecorrigeert, al fchoon door de Stads Regenten in der tyd bezwooren, daar en tegen berust op dit en andre Oclroyen, de Requefte van Brouwer tegen de nadere dispotieke veranderingen 1649 en 1669. waarin Hendrik Brouwer niet geftemd had. <• (Het Vervolg in N'. 30.) Dit Blad word 'sWeekelyks met een No. a 2 Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by J. PERK, en verders alom.  D E LEYDSCH E STEDEMAEGD, ENZ. N*. 30 en 31. {Vervelg van N°. zo.) Eindlyk op Legale voorbeelden, van geexteerde gevallen die altoo.; by een Souverein, van de grootfte kragt zyn, en zyn moeten, nademaal, hoe hoog men defen veremiteit deezer Landen ook ftellen , en aan wien ze mogen betrouwt zyn, deeze Zyn altoos verbonden aan de Conftitutioneele grondwetten en blyven in kracht, Want eene Souverein breekt die nooit of hy is Tieran , en dat Leeren de Prwilegien ,die wel geamelioreert, geamplieert en gecorrigeert worden, maar nimmer geheel en üispotiek gedetogeert, zoo als door de Wit en men heden ziet gefchiei den, het is overwaardig derhalveti, dat die genen, die dé Handvesten van F. van Mieris bezitten , het een en au* der eens naaien, wy om onze Burgers die het werk t», kostbaar zy, zullen 'er korfjes het zaaklyke van zeggen. De Eerlte reden van Mr. Pieter bROUWER waar op hy zyn beklag fundeert, is (1 ) dat hy niet tegenwoordig is geweest by de refolutie van Ao. 1669. en gevolglyk daar in niet heeft ge« ftemt • (1) Hy bied aan met de Vroedfchap In conferentie te komen om deze zake zonder quetzIngI van dè Privilegiën of keuren van Leyden te fchikken. Hier op merkten die van de Vroedfchap aan, dat wei v/as waar Mr. Hendrik Brouwer nies by de Refolutie van 1669 geweest was, by echter by die van At. ióy8. in daar by volgens de Keure van 1 ƒ8 3. bad helpen revideeren. wyders dat hy in 't geval van de verkiezing vaa de Heer Gool, bet prccfcript dezer Keure bad gc/iconG g deerdt  deerd. Wyoers, dat door de abfentie van ten terfoou t de Kefoiutie niet vervalt. ^ Ais men deeze Redéaen in de fchaal legt sa zuiver re* centert, dan zeker, kan men de Heer Brouwer als dit Waar zy , niet vry fpreken , van onkundig te zyn , of Ken deel gehad te hebben in gevallen tot praefteriug dezer Keure. —— Maar dit neemt niet weg, dat de omftandigheid van tyd, voor al die der de Witten eu ook Beverninc: Henbrik Brouwer heeft 'moeten gedogen , zoo als dit God betere het, negheden gefchied, het neemt verders niet weg, want als 't diep verloopt verzet men de Bakens. Hendrik Brouwer het misbruik geleerd hebbende, dat uit die uitfluiUBge en genadige breuken in de Vroedfchappen ontbond , nu — ja hu — toen de Staaten, Joen Willem den Derden , toen in dén woord, alle de verdrukte Regenten verbetering zogten. en gevolglyk ook in die Keur, die zonder Approbatie van Staat, Stadhouder of Souverein gemaakt was, als boven betoogt is. — Maar 't moge dan zyn hoe het wille , Hendrik Brouwer heeft geprefenteert om in Conferentie te treden.* tonder Quetzinge van de Keuren. Derhalven wyï nu de Conferentie niet beftaan heeft, kan men ook nief bordeelen in hoe verre Hendrik Brouwer , zonder' Xwetzing dek Keure, het gefchikt zoude hebben, — en was dus hier Willem den Derden geheel buiten, Kvolglyk ook onfehuidig. —— Maar nu komt het tot kennis van den Staat en den Prince , en wel dat geene , dat eigentlyk tot 's Princen wettig gezag, tot zyne Rechten behoorde, te weten, de kenniffe der Oectrooijeu , Meeller Hendrik Brouwer allegeerd dan ten dezen öpzigte deze volgende Zaaken en Privilegiën. (i ) De Eerfte is dat by Plakkaten van Hun Ed. Gr. Mog. Ao. 1J87, den »6. Octuber geëuianturd wa* verklaart. Dat 3e Perfoonen tot Raaden , Veertigen of Vroedfchappen in de Steden eens verhoren zynde", dienen haar Leven ef toerterfebap lang geduurende. (1) Dat wyders by de Eerfte Keuren van Leyden mede was gefteld, onder anderen dit - Bet Ligbaam der Stad Leyden werd als van Ouds ge. re*  reprefenteert by de «eene, die in en noemt Vroedfchappen en Veertigen, welker dienft geduurende is zoo lange zy leven en niet vertrekken. Hier op noteert de ichiandre van Mieris, dat in de vernieuwde en vérmeerderde Keure A'. 1658. ook deeze woorden te virrden zyn, 'c geen dan zeker het argument van Brouwer fterkt. (3) Neg ailegeert Mr. Hendrik Brouwer dat Ao. ïJ"9S. aan zekeren Vroedfchap Cornelis Jans Koufekoper, om Zyn hanhorendheid wille, zyn verzoek van ontfLig van Vcertigfchap geweigerd is, als;ftrydig tegen de Keuren, als tot zyn Leven, of Vertrekken, (4) Dat Ao. irS2. 6y Cornelis Huigensz. van Toorenvliet, het zelve verzoek gedaan zynde, is hem 't zelve JMB- volgens Conlbltatie van de Zestieru n in deezen gehouden door de Vroedfchap mede ontzegt. Op deeze twee Poinetcn merk ik aan , dat het eerfts geval geëxtecrd heeft ten tyde , dat Vader Willem 1. dood was en de Barneveldfe invloed opborrelde. Dat het tweede geval exteerde in die tyd van A0- 1 f$2. toen de keur tegens de zitting van den Schout in geboorte ivas, en dat het allervremd voorkomt, dat het Cwnfultvan de Sestienen gebezigtis, daar men weet dat de Sestienen fiegts genomineerde Perfoonen waaren, die niet als Schepen konden ageeren, om dat zy nog cafu quo, ter kiezing tot 8 moeten gebragt Worden , .en dan eerst Confulabei waaren, en wel met den Schout die van haar Collegie onaffcheidelyk was. (j) De Vyfde reden van H. Brouwer was, het fundament dat de opgemelde Keure uit welke de tweede Keure berustende was genomen, door Maria van Bourgoinje 23. Maart 1476. en door Karei de Vde Roomsch Keizer A». 1591- 21- Juny aan Leyden gegeven, (inhield) dat de Veertigen alleen wierden geo&rijeert, omme te treden tot de verkiezing van Veertigen, zo wanneer in gevallen bet gebeurt , dat iemand van de Veertigen aflyvig, of van zyn Poorterfcbap onvryd werd, s/buiten de Stede van Leyden niet f.er woning tkEKt; of and&rzints bem van dezelve ACSENTEERT; waaruit dan evidentlyk blykt. dat niemant van zyn Veertigeplaats kan ontzet worden dan om de voorgemelde redenen. Hier op kan ik volftrekt niet voorby, den letzer een ©ogenblik fiaanfle te houden , en U myne Medeburgers Ga v»t  ' X I3ö X tót beoordeelaars op te roepen, moet het niet vremd voor* komen dat den Roekeïooien letzer, liet geval van Hen" drik Brouwer als een Befchuldigenden Handel en Despotisme van Willem den Derden voordraagt, daar hy indien hy den Perfoon zy, die men verrut-ed dat hy zy; dan zelve iu zyn Perfoon verxeert in een gevi', het zy dan uit Politie van ftemwinniiig het zyjdan flihwygenr gcdoogen, van ecu inbreuk die veel fterker, tegens de Keure en Privilegiën aanloopt, ais dat van Hendrik Brouwer: ik meen het geval van den nog Levenden Ed. Achtb. Heere Mr. Maarten Mav.cvs welke Heer niet alleen zederd eenige jaaren méde uit harthorentheid als andre Z>yn Ed. Achtb. permoveerende redenen, niet alleen zig van 't Burgemeeftër-' fchap, als van de T Vroedfchap ftaat; want juist in dit geval moet ea Kan een Vroedfchap ontflagen worden, Volgens de Privilegie nog huiden te dage in vollen kragr, te weten dat een Veertig, in het geval verzeerendevan ont* ivyhing van Poorter fchap,- of 'kuiten de Stad Leyden met der Wooninc; trekt % of NB. zig absenteert , ge* lyk word gebragt, met een Veertig die aflyvig word en ergo natuurlyk de Veertigeplaats vaceert. — Wy treden hier niet verder in en laten de Motiven daar toe, of de reden van ftemming liever berusten, 'l kan zyn dat Zyn Ed* Achtbare hier nog eenïgzints kamer of vuur en ligthoudend recht behoud, waar door 't geval kan gekleurd worden, en ook mits Zyn Ed. thans weder hier woont, ook wat ons belangt hebben wy pen gevoel van hoog Achting voor Zyn Ed. Achtbare, als zynde zoo ik het wel heb 36 Jaar Leydens Achtbare Regent geweest, en van een Familie ' van verfebeiden oude Brave Regenten van Burger en Land* mans afkomst, wy! nog heden met Zyn Ed; Achtbare als Vroedfchap drie Heeren van die Naam in Regeèring zyn, .bebalven aangehuwde Heet en met Dogteren, van die Naam. A's wy nu dit geval eens met verfchuldigde eerbied voor der Stede Regering, vergelyken tegen den' letzer ? moet 'dan ieder onbevooroordeeld Burger, niet met verontwaardiging den handel van den letzer Laken, om het gevat van H. Biouwer dat Rechtvaardig na Rechten, en volgens de  <*e Prrvilegien door de Staten en den Prince heflist is, oji tp krabben tot hoon van een wyzen Stadhouder na zyn dood ? en ons te dwingen om hem (wy verzwygen nog veel andren) den Mond te itoppen met zeer Critique gevallen gebeurende in het Leven van een goeden infchiklyken Stadhouder Willem den Vyfden; en dan ó gevloekte arglistigheid.' zoo men konde de Illegaaifte cn verkromde Privilegiën, Recht; en de Rechte krom te breeken, alleen uit heerschzugt, om een zoo noodzalyken invloed des Ërf - Stadhouders, teweeren, uit een zoo onvermydelyk Competent Recht, om in name des Souverains, Keuren en Privilegiën te handhaven, en uit Nominaden te Eügeeren. Maar nu al wederom tot de zaak van Hendrik Brouwer, ik dien den draad fyn uit te fpinnen Burgers, vergeef my fomtyds myne uitweiding, ( 6) Hendrik Brouwer allegeert wyde'rs, dat de Staaten A°, 1658. op den 10. July en den 9, Augustus, hebben vastgefteld dat de refpeclive Vroedfchappen , geenfints competeert het Recht of dispofitie van uitzetting* offufpenpe van bare Medeleden, enz. (7) Nog betoogt Mr. H. Brouwer, en deze zaaken dringen wat fterker aan, dat het Schoutsampt met de Bedieninge van Veertig niet incompatibel is, nog geoordeelt kan worden , dewyl in voortyden verfcheiden Schouten binnen Leyden, deze twee digniteiten hebben bekleed gehad, en nog Itedendaegs in vele Steden dezer Provintie bekleden. Waar van achter aan de Lyst voorkomt, als in Dordrecht, Haarlem, Delft, Amfterdam, Rotterdam, Gouda, N B. niet tegenflaande dat daar Octrooi tegens was, admitteerden echter in die tyd de Schout als Vroedfchap, voorts nog Gorniehern admitteert den Drost, zoo ook Schoonhoven, Schiedam, Hoorn, en dus elf gedecideerde voorbeelden, met die van Leyden 'er by, en waar van Hendrik Brouwer allegeert de volgende * voorbeelden. (8 ) D»t nademaal Willem van Loo ( A*. j 778 ) eer hy Schout wierde , Vroedfchap was , hy Vroedfchap zal blyven, gevende voor redenen nadien by 't Octroy, of privilegiën by Hoogl. Memorie Karei de Vit Roomscb Keizer, op den au July A». ifiö. verleent, bevonden vsierd, dat Hendrik van der Does, toeu wezenda Gg 3 Schout,  ):( 23§ X Schout, de tweede in 't vervolg van de Veertigen was ge~ noemt, en verkoren; op dit geval van van Loo, en de verdere voorbeelden van de Bedieningen van het Schoutampt , met Continuatie van Vroedfchap, fiemtde Party toe , dat dit zoo was, dog voegt 'er hy dat, dat ook byna. altyd het zelve hy de Regeering is tegenfprcoken ende hy de Graven niet anders dan met veel moeite, ongenoegen in disgunfte de Regering is opgedrongen. Gaarne hadden wy géwènscht, dat de Stellers van dit bericht den nazaat die voorbeelden hadden ge illegeert, met tyd en dag, zoo, als Hendrik bnouwER zyne voorbeelden gedaan heeft, zy iprceken wei van het vrorbeeld van dezen van Loo A«. 15-78- dat die in weerwille en tegens de horst van verfcheide, en NB. dus niet van alle Leden van de Vroedfchap in zyn Veertigsplaats is gecontinueert Dit geloof ik wei want daar fehorte het aan Partyfchap, juist zoo als het 'er in 't geval van Willem den lierden ook fchorte, 'tgeene van Loo was Ao. 1578. Herinner U Medeburgers 't geen wy ten opzigte van van de Werf en Vader Willem, van het'pretens memoriaal in No. 7 en 8 en 9. gezegt hebbe; lees nog 'eens of herinner U alle die woordelyke tilitrekfels der Graven (Jctroyeu in 't geval van Reijer van Broekhuizen, de uitdriikkiugeq van Mesusen, Èxessen, ende Geur eken , Haat, Nyde en Óverheerschino, enz. waar door de Gra.ven als Souvereiuen genoofzaakt wierden, om 'er de plak pp te leggen, ja de Privilegiën s verbeurt te verklaren! waar uit dan Evident blykt, dat die genen die in het bericht, tegen weet en wille, het tegen de borst wis, juist d;e geene waren die in fpyt der Graven de Mefufen', Exfesfen ende Gebreken invoerde, en tJaet ende nyde ifookte$ zoo als zeer *eker ook iu die tyd van 15-83. dergelyke. nieuwigheden , onthouden , want raen allcgeerde , juist diezelve nieuwigheid die den letzer bedoelt, te weten, dat nademaal de volkome Libertyt begon te refpirceren, dat de Vryheid die Steden was, haare Keuren en ÏVetten te manken, dezelve te accomodeeren, m de natuur van barer Regtciinge, ende Ingezetenen enz., dit hadden zy ook willekeurig gedaan de Wit ha,i hen geholpen, en de Souverein bewerkt den aflland van zyn eigen Recht, — maar nu kwam Wileen den Derdf.n die herllelde dit, da Staten zelve herüelde het, dit was eeii zuuren appel voor de  w y( de Wittiadifehe faftie, en daarom flapte men de Legals Sewyzen over. - Is dit uwpUm ookniet letzer? dan vervolgen men' voegt 'erby, en dat ook zuls Aicolaas van Vcrendrcgt zynde Schout, tot Veertig verkoren was ge* le st, en dclzelvcn dienst tot zyn overlyden toe eek ie* aienahadde, gelyk ook Willem van Loo Schout en Veertig 17bleven tot den fan if8S, zie hier over 't voorgaande, San wy van z«r(Opvolger Fooy vak Broeckhove* SU OTakAebben, en welk geval hier ook door Sdr>k Brouwer geallegeerd word, beneven de nog onzekere gevallen van gemelde Fooy, en Jonkheer 1e- ter vam der does, eil LoTH Hï jgens GAAL, ö.z. , o) Aaumerklyk vinden wy dat van Mieris zelve de fust?nue van Hendrik Brouwer verfte. kt (tellen van een noot, waar in hy mek dat N. Blnsdor , Veertig is gebleven, alhoewel hy tot Delft over zyne ■£3finnMtd in de A. wierd g.zet; hier uit conftee o, tegenzeglyk dat een Vroedfchap , tot zoo hoog een lalYvnonvermogen om te ftemmen gekomen zynde E et ontzet kop worden, ten zy van ontpoortenng; en dus na de Letter van de Oftoyen gezet wierd opgevolgt. ( i o) Nog allegeert Hendrik Brouwer , twee voorbeelden van Schouten die van hun Vroedfchaps ftemmmg gedefisteeit hebben, te weten Mr. Willem de Lont Ae. 1619. enMr. Geuit van Hooghtveen m den Jare 1646. maar 1 y voegt 'er tevens bydntzy dit vry willig hebben gedaans maar waarom ? om dat zy Schouten bleven haar Leven lang SS en dit ftemt ook de Vroedfchap toe, met dit Scheid'da zy dit deden om de keur Re .geus yl te onderhouden, 't geen zeker niets afdoet cm dat zy de Me. ÏÏ kervoo'ftonden. « Maar hier op merk ik aan , dat het in qiisftle zoude kranen komen, of zy vryheid hadden,om dit vrywillig te doen, uit hoofde van het permanent Schoutfcbap? om reden dat men zelfs den RrankSningen BRUNsnoRr-, niet verraogt te ontdaan, en oC pöCen Vroedfchap kanen mag zyr, M«J. of hy dan recht heeft tot eenig Stads Amp t? ik bellis uit niet maar 't is aaumerklyk en in 't vooroygaan iets irt onze daaen uit een naby zynde Stad gebeurt op te merker., dat de Heer Mr. Metelerk4*U?, in zyn onlangs uitgekomen in treffan te Verantwoordigeu bladz. 61. zig met geregtigd wdeclt zyn pest neder te leggen en echter zig Gg 4  M M° ft gelukkig zoude agten door andren zig oiitjïagrn te zien; ik meen bier in iets dergeiyks in op re merken, te n ten dat men ook in GouDA^geen Vroedfchap z o ligt o- tflaan mag, nog hy zig zelve, dan wy laten ons niet in de hedendaagfdie zaken van der Goude. Maar dewyl wy drie originéele E'.vnhandfchriften hebben, die betrekking hebben I t orz- beredenering, eu dezelve zeer veel ligt wHpretden kunnen, cwer d hedendaagfche Listen en Woelingen, onder de SreefeTyke Vroedfchappen, zullen wy dezelve, na het eigenhandig affcbntt Corfult en e getaand tekening van W E Groot, Theod ris GRAswiHkEf. en L." van BosvtLT, hier Wen volgen, en 'iet onze v<«ordreagen, zie hier dan No. i. het quaetitur öf vr*ge van Comok door een Regent of Re-; Santen van der G.»ude die voer de vermindering vari Vi (ed hm was, en N°. i. het quaeritur of vr.ige v:ui Confuit van een Regent of Regenten die van Contrarie gedagten fcheen. N'. t. Alfoo hy'tPrivilerie van Maximi'.imnende Maria in ï ito den xde November 1481. hier hy gaende op 't vertoocb van Burgemeester en , Schepen** ende Rade der Stede van der Gouds, foo in de h me van de felve, ah voor ende in den raeme vau den Licbame 'ende geheele gemeente aer zeiver Stede: de felve Stadt is geeÓreyeerd ten getal van veertig» Perfoonen, die 'faerl'yk; aldaer nomineeren dubbelt getal van Burgemeestren f Schepenen, daer vit den Stadhouder ende die van den Raede van Holled, Eleèlle fyn doende, fynde mede by 'e-voorfchreve Privilegie geffatueert, dat de voorfchreve Veertigen altyd geroepen ende bekent fullen werden in alle faecken als men gewoon is de Vnedfcbap te vergaederen, iebalven, dat noch anderen buiten de Veertigen tot de Magiflratuyre werden gepro-r.oveert. gelyk mede wel gefebiet de felve mede in de Vrotd^bdpp'e Compareeren ende Stemme hebben, daar door het getal dan nog groter word. End* nadien 't federf den voorfci. tyd, tot defen dage toe , i voorfci. privilegie is geweest ende noch is , vorige obfer-janiia. Ende dat dan voorfch. Veertigen Eed doen 't voorfcb. privilegie ende handvesten te be-jcaeren , Zoo wbtt gevraeebt, of fadcr Lelie van den voorfch. 2 ff rusie :nie Lnighei: van de Regieringe der fèf %er Stede, de Ugwxurd.ge Burgemeestren, Schepenen Er,  fnde Raden , aldaer vry ftaet een de Groot Mogende Heeren Staeten van Holland ende Westfriesland, Ah Souvereive Overheden van defelve Provintie te verfmezen , dat hlyvende 't voorfch. Privilegie fyne verdere pcinBen ende Ariiculen in fyn geheel Ende ovgeprejudi'deert het getal van de Veertigen , uit de welke defen Loopende Jaere vyf fyn overleden , vorder uitftervcn, ende tot zfc', 30, ofte 32 Raden gereduceert voerde, uit 'de welke , ende mede uit bet Corpus der voorfch. Stede ffaerlycs de Weth vercojen foude werden, mits dat men in regarde van de Burgemeestnren foude blyven , binnen 't getal van 28 , 30 ofte 32 Ende dat die gene, die tot Schepenen foude vertafen werden , buiten 't getal van dc l3 , 30 ofte - 2 Radtn op de vergaderinge van de Vroedfchappen , niet geconvoceert en foude werden. behoudens dat die geene die buiten V èfitél van de Veertigh Jegenseaoordicb al reede totie regieringe mochte zyn vercofen, ende dién volgende inde vergaederir.ge van dc Vroedfchappe gelyck tot noch tae is gejebiet) mede vrjchynen fowle. Ende ofte de voornoemde Burgrmeesteren Schepenen ende Roeden, in allen gevallen in bet voorfch. te doen vePfouck niet fouden obferferen de Claufule Dercgatoir in 't voorfch Privilegie vermeit bier nae volgende „ Ombieden daeromme ende beveelen onfen lieven ende getrouwen Stadhouder, ende anderen onfer Rade in onfe Jiaet Caemer in den Hage onfen CaftVein baillu ende> Schout van der Goude, ende allen anderen onfen Rechtsdienaeren , ende Onderfaeten wien 't aencleven mach nufynde, Ende memaels wefende, ende elcke beur hy ronder alfoo verre als bem betaempt, dat by den inhouden van defen onfen brieven — van punte tot punte onderhouden fonder iets contrarie te doen in eenigerwys bet by befloten brieven, ofte anders die men van ons vercryghen mochte ,xby groots flrenge vervolge, heymelyck , bedecktelyck, ófte openbaerlycks in eeniger manieren , want wy "t alfoo gedaen willen hebben. " Ênde in Ces dat niet tegenft-aende de voorfch. Claufule Derogateir het voorfch verfouck echter aen den Prince van den Lande foude mogen worden gedaen, off 't felve alleenlyck fal beflaen aen 't oordeel ende goetvinden van de voarfteld Burgemeestren Schepenen ende VroedfcbvpGg j ft**  H M» ):( pin, luiten kennijfe en wille ende overroepingt van de ingefctenen ende Burgers der voorfchreeve Stede die by 't privilelegie recht is vercregen gecooren te werden tut 't getal van de Veerticbt FAntelick ofte op de deliberatie van het voorfch. te doe«e verfeuck aen den Prince van den Lande onder de voornoemde Burgemeesteren Schepenen ende Vroedfchappen (gelyck in alle andre fiecken a/daer gefebiet) ever fantning valt ofte niet ? No. 2. Queritur van de andre zyde. Offhet Privilegie van Maximiliaen ende Maria in dato den xxiij. dage van Maerte in 't jaer 1476. niet en is reëel ende dienvolgende foo wel gegeven den Burgeren der Stede van der Goude, als de jegenswoordige Regbeerders der voorfch. Stede. Ende Ingevalle' men hy preferentie van jegensivoordige Heeren Veertigen bet getal van de veertig Juiide goeweere te reduceeren tot op vier ende twintigh perjonen; of daar door uit te benoemen fouden voerden het ampt van Schepen , Burgers die alreds 't felve hy bet veorfeb. privilegie hebben vercreegen om mede ts mogen regeereij foo wel als de vierenfwintige. Ofte bet getal van de Veertige niet eii moet wefen vervult in de vier Raden die defer jegenswoordige Jaer fyn uitgejlnrvtn al eermen refolutie mach nemen op het getal yan de veertige te verminderen. Ofte de jegenswoordige Veertigen met eede niet eu fyn verplicht het voorfch. privilegie foo in getal van perjoonen als anderfwts te obferveeren , dewyl het vro-feb.privilegie meede is brcngnyle defe naervolgende 'Claufule te wit en: Ontbieden daeromme ende beveflcn onfen Lieven ende getrouwen Stadtbouder enz. enz. 't Overige is conform de Claufule in het voorige woordlyk bet zelve , en bejluit den vrager met deze korte woorden. Ende ofte in 't veranderen van voorfch. privilegie overeenftemming valt dan niet. Uit deeze tweederlei vrageii of voortellingen blykt, dat 'er een gewig'tig verfchil Exteerde binnen der Goude, waar by den eene Party vroeg: of het de Regering zoude vryftaan, omme aan d* #. M* Heeren Staeten van Holland en  )■'( Ml )=C I « West- Vriesland els Souvereine Overheden der Vrovin* \ tie hiyveiide de oude P.ivilegien in zyn geheel ongeprejut 'dicteert enz om eene uitfterving 'en vermindering vin ' Yroedfcloppen te hebben, tet zeker getal , en vvyders , even zoo als met ons onderwerp ten aanzien van Hendrik Brouwer enz., en 't Regeriugs Contract hier boI ven vermeld van 17" te weten dat die geene die tot j Schepenen zoude veikozen worden, buiten 't getal van de 28, 3© of 31 op de Vergadering van Vroedjcbappen niet gecónvoceert zoude worde, behoudens enz. ( 2 Of de Claufnle Derogatoir kan plaats oebben, et bet Privilegie? ' Juist almede het oudekunsje de Privilege bivven onverminderd. Echter derogeeren, juist zoo als bv Hendrik Brouwer 't Privilegie blyve , maar erhter een nieuwe Kéur wierd opgefteld, en juist zoo als nu in onze dagen de Burgemeekerlyke , Gerechtelyke, Vroedfchaplvke Privilegiën, te willen handhaven, zch daar op beroepen, maar door overftemmmg en Cabale, die;te derogeeren niet alleen, maar zelfs onwettige Complotten te formeereu. fa") Nog in Cas zulk een verzoek zoude mogen gedaan worden enz-, of dit dan alleenlyk zoude ftaan aan iteorde'l'en goedvinden vak Burgemeesteren, Schepenen en Vroedschappen, buiten kenmsfen en ' wille en' de oproepinge aan de Ingezetenen en de Burgers , derzelver Stede enz. i ( a\ Eindelyk of op dit te doene verzoek aan den Prinm van den Lande enz., over/lemming valt of niet} Dit : nu eens bedaard ingezien, en op de gebeurtenisje onzer Üaeen overbrengende- Zoo komt juist het quaentur, of I C hierSop uit. (l)Ofde Regezring ALTFF'Hrtcbt beeft een Alteratie op een gemanifesteerd Privilegie, al ofniet i en» of hier een AL GE MEErW Volkstem der Ingezetenen moet plaats hebben, al of niet? en of'er OTerlteinming gedoogt mag worden^ al MUM» vraagt de andre Party omtrent het zelve, dog in andere manieren, zyn quaeritur komt hier op uit. (O Of bet Privilegie niet zoo wel den Burgeren als de Reeerinp toekomt^ , f,f Of de reductie tot Vierentwintig, uit zoude fluiten die geene die wegen; 't Privilegie recht hebben om mede liederen enzA (j) Qf  ):( 244 X (3) Of bet vaderende getal van Veertigen niet diende gefuppleert, eet men eene Refolutie op hei getal nccme. ( 4) {En dit is eene zeer bnp o "tante Vra «g. ) of naa ml yk de jègcnswoordige Regenten met verplicht zy i, bet l>eeedigt Privilegie te obferyecrfn, zoo in getalvan l'erfoone als enz,? ( s) Eindilyk of 'er ovefflemmlng va 't enz. ? Deeze beide Vragen komen dus' Hier cp uit , dat de toenmalige Regeering van der Goude zeer fcrupuleus was, aan de eene zyde voor zetven, wegens 'den Eed , anderdeels, wegens het Recht dat de Burgery had , om aanfpraakop cie Regeering te hebben, een Reeht dat myns wetens nergens zoo uitdruklyk in ren Privilegiën vermeld Raat, want daar de Keuze tót eene Vroedfchap te Leyden en elders by verfteff of ortwyking uit de Stad gedemandeerd fchynt en is, aan het Lighaam der Vroedfchap, Rade en Burgery, zoo fchjn dat 'dies tyds by de Vroedfchap yan der Goude eenige, Notable Perfoonen of andre, Burgers ook recht tot (lemming gehad te hebben, en waar uit wy fustineeren dat dan ook de oorzaak ligt van het gefchil dies tyds , alzoo aan die overftemming alles af, hangt. Dan zie hier nu het Confult ende antwoord op de voorgemelde Vragen No. t. en 2. beantwoord door het fchrander Licht en hoogstgewaardeerden Fiscaal van Holland, Theodorus Graswinkel , een Man , die door zyne onvergelykelyke naarftigheid en getrouwheid aan , Prins JFrednk Hendriken de Staeten, zynenagedagteniffein eene onfterflyke Goude Eerenpenning noa; bewaart ziet by van Loon Hift. Penn. 2. deel A°. 1636. gelyk ook de beroemde W. E. Groot en L. van. Bosveld, dit advis pet hunne eigen handtekening bevestigt hebben dus luid het eigenhandig advies. Gepen by de onder gefchreven 't Privilegie der Stad van der Goude, gegeven by Maximiliaen en Maria in dato x November 14S1. ende gelet op de Vragen daer uit geproponeert. Dunkt ponder Correilie) nademael 't voorfebr. privilegie niet alleen en is vergunt Burgermeeftren Schepenen ende Raden der 9tede van der Goude, maer eek denlichame ende heeler Gemeente der felver Stede, en dat mitsdien r Landt in materie van veranderinge van Regeenng k als het ver* 1 Zinderen van de Veertigen tot een minder getal, ende . ï SSi den Vroedfchappen foude werden gebiu* i In ) Jen overjlemminge en valt, ende dat verfcheyde» Ztahle Zeden van de voorfz. Veertigen daer toe nyet e* kUEnYgtZ'en, dat zylieden eenpaeriglyk daer m Lnae genoog, j veranderingen on- iK^S»^f«*^ losfigbeit in Regeringe emn» c r?Z Z«funt mutanda quae interpretationem reftamv v Lr MdeTdat ook deveranderinge m bet joint van vantur. maer w» tUetfen als namenthk mede btn^'^^^J'^CJ^%de^ voor defen vorfaeck ferfVeZÏn fot glTe editie: waar bynoch komt dattet tï/S^ Regeerders, altyds gehouden *s te£re£' ^An^Z Zrzfgtigbeid en Mthorileit  )•( Mé y.c is, ende dat ter contrarie de vermindering van bet zctal van de Regeerders van ouds in penara placht opgeleyt te werden, ende ook anderfints is ft'rekkende tot oligarchie ten regarde dat eenige Perfoonen flerk van Vrienden en fe Venvantfcbap zynde,- lichte^k de geheele mucbt van de Regeeringe aan haar fouden trekken. Opertuni enim TRagnis conatilrus tranfitus rerum, Tapir. Hifloriar. Lih. i. Arabitiofi qtioqtie in.Piiblicira exiciofi: Nihil ïpei, nifi per motationes & per difeordias habent, Tacit. Anna). Lih. ii. utpotequi Lonores, quos quieta rêpublica defperant; perturbata , fe confequi peiTe arbitrantur Cicero za. in" Cutilin. Aldus geadvifeert in 's Gravenhage den ïx. Decemb. W. E. Groot j The ad. Graswinckel, L. van Bes velt. 1043- ,643. Zie daar dan ml een recht Mannelyk en doorlclïrander advies; waar in de Advifeurs ten'tyden vaneenen Stadhouder nog tot flinker nog ter rechter zyde gaande, de kracht der Burgerlyke Rechten bevestigen. Zy advifeeren duideWk, dat, gtene verkregen Recht. By Burgemeestren Schepenen en Raeden , buiten de kennifle en wille der Burgers kan benoomen worden enz. En NB. want dit behoort tot onze zaek die wy over het gedrag van Willem den Derden , en de handel van Hendrik Brouwer hier moeten te berde brengen , naamlyk dat de Schout van der Goude, en NB. alle anderen, (by gevolg die alle andren die toegang in de Vroedfchap hadden en dus Stemhebbende zyn, )dat die werden gelast den Inhoude van dien ( Privilegie'; van pointe tot pointe fullen o'nderbouden, enz. dat zy'daar op hun eed doen , waar uit dan volgt, dat die anderen die hier als Particulieren fchynen voort te worden gedragen, even zoo min als de Regenten vermogtén af te gaan van het Privilegie, en dus dan in die tyd zoo min als nu, eenige geconftitueerdens manken , vervolgens dat (eu dit is nog fterker) volgent de orde dezer Landen in materie van Regeering, als het verminderen van de Veertigen tot een minder getal en het affchafen vau Vroedfehappen enz. geen overstemminge en valt, ende dat verf'cheide no-" table Leeden van de Vroedfchappen, daar toe niet en kunnen verftaen enz; —. Sta nu eens ftil by deeze woorden i  ien, myne> Leydenaaren , Gy myne nabmirige Goude* öaars, wier Stede welvaart zoo naauw aan myn Leyden verbonden is, dat de Waterkruiken van Rhyn en YfTel by ons bewaard worden, en de breuk van eene icherf gant$cl> Holland zoude does weencn, myne waardige Rotterdammers en Ainlïsrdammers, die de fehutdcuren van 't oud Helium ea Fleveke bewaard, ja, alle Gy Inwoonde» van onze beroerde Hollandfche Steden , overweeg de Muitzugtige bewegingen binnen uwe muuren, treeden niet ibmmïge Vroedfchappen buiten hunne plicht, ontbinden zy geen Eed van point tot point aan de Privilegiën dgs Volks gedaen? Zoeken niet onrustige Burgers met hen onwettige ja gedwongen overftemming ? Is alle de bewegng in onze Republiek, niet oorfpronklyk aan de ftelling van eene ongefundeerde Meerderheid eu Mindbrhe"id ? Heeft men op de Overftemming niet tegens eed) en plicht, Cabalen geformeerd, en o ja, zoo dra d« Meerderheid, tegens hen Hemde op het eerlooste wederom de wettigheid der Minderheid beweert, o Dordrecht ! o Rotterdam! o Amsterdam! o Haarlem! [o Leyden .' o alle Steden! gy zyt getuigen. Leert ons het vooibeeld van de Regenten van der Goude in deeze twee vragen niet. Ondanks vetfchillendheid van gevoelen, dat haarlieder gevoel van verplichting aan den 'Eed en Stads Privilegie hen in geenen deelen recht gaf om zonder praeadvis van den Souverein , eenig verzoek tot slteratie in de Privilegie te, mogen doen, immers zy vragen Confult, of zy bevoegt zyn aan de G. M. Heeren Staeten te mogen verzoeken ? doen dit nu onze nieuwe Schreeuwers en Privilegie Kwakzalvers? immers neen. Obferveeren zy de Privilegiën ? immers neen : het geen , geen Regent, geen Stad, ja de geheele Trovintie van Holland nooit heeft durven doen, het geen althans die van der Goude niet dArsten doen , blykens deeze ftukken , het geen eenige nit die van Leyden niet dorsten doen blykens het geval met Hendrik Brouwer, en alle onze opgegeven voorbeelden. Kort om, 't geen nooiteen Eerlyk Regent, van wat party hy zy, in geraoeden heeft durven doen. Dat, ja dat, doet nu een partikulier ingezeten, dat doet een enkle verhitte Heerschzugtige Vroedfchap, dat doen twee Meniste Predikanten met Pieter Vrede, de Roomsgezinden van Beurde, cum fuis binnen Leyden j dat deen eenige Remonflremfche en an- dia  );( M H dre Comoedi Patronen enz. te Rotterdam, dat doet een Beuling die gaarne Comoedien maakt, maar by anclren bedeld om hem tip zyÖ krukke fprong van ArmfaHgÉ rymelary, zotte Zedekunrie , en gekheid te onderfteüi té des begerende met eigen bandfchnft te bevvyzeri: dat durven binnen het machtig Atttfflerdaiftj fcbaamtioos allerlei gezindheden doen, en ja :de Araphsiimi der Roomfchen fchyneti. zig den titel van Arnplisfimi Confultisiitni aan ie trekken , "dat durven in onze Republiek fchier alle Roomschgezinde Pastoors doen , en ja j daar ik kan, nog wil het niet zwygen: daar in myne Stad Leyden de lofit-lyke Geneeskunde fints de wyze Boerhave, Albinusfen, Gaubius, van Doeveren, ( wiens Zoons heiaas <. .) en andre lichten der Geneeskunde het Bygeloof aan de Haarlenfche Lazarusklap verMnneri hadden , en my flegts een Roorofchezind Schoijers fcluisgezin bekent was, dat hier en daar een Jongen met een verlieten Lazarusklap liet lopen Zoo ziet men nu van dag tot dag, deeze bygelovigheid vermeerderen, en een aantal Kindren met nieuwe Lazarus Mappen lopen 4 en dat in een tyd, dat de wy* ze Geneeskunde bloetids in't gezigt Barmhertige Stede inrichtingen de Liefdevragen toeftaat : waar tegen wy als Chriften niets hebben , ware het niet dat het misbruik ons doet vragen of ook de Jansfenisten niet oader de Roomfche bedeling (taan ? en de Lutherfchea ? althans dat de zttivre Chriften Leere niet heeft durven doen, dat durven Galante Roomfche Pastoors doen. Dat onze Leydfche Regenten nooit hebben durven doen, en dat de tegenwoordige Regeering nooit zonder Scrupule en bittre nood, en nimmer dan op gezag der Souverein heeft durven doen , te weten om hunne VVeeskindren op denSlagtbank te brengen, dat durven nu Partikuliere Regenten van Roomfchen en Gereformeerden doen , wy zyn verre van Religie haat, de Roomfche Pastoors in Holland.; ook de andre Gezintheden weren dit zeer wel, maar dat zy de haat aankoeftren, dat zy durven doen, 't geen nog de Wetten des Lands nog de verbonden der Unie, nog de Formulieren van Eenigheid. nog de Souverain niet begeert nog begeeren kan of gedoogen m.ig, dat dit Partikuliereri doen, is beneden-alle Heiligheid, Veiligheid eu Rechtvaerdrgheid van 's Lands Wetten. (Het Vervelg in N\ 31.) Dit Blad word 'sWeekelyks met een No. & 2 Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by J. PER K, en verders alüi%  D E L I Y DSC li Ë STEDEMAEGD [ E N Z. N°. 32. (Vervolg van N*. 31.) w aar wil dit alles heen? is niet alle'die bedelary quafieuit Verdraagzaamheid , Meiuchenliefde enz. ook, voor Vryheid, hiet eene inrichting van Sociëteiten of nieuwe Kloosterlingenen Broederfchappen, om ten kosten der Misleide Burgeryen zich fzelven te vcrryken of om' een privé Beurs te maaken tot foutien van Goddelooze oogmerken en vuile feilen ? Ja, da:;r de wyze Jofeph die fchandelyke misbruikeu weerd, de Godsdienst zuivert van Geestelyk bedrog; daar zullen wy ongelukkige Hollanders, ons overgeverj. aan Bygelovigheden van Landberoerders , Geweten* beulen, Listige Dieven van onze Welvaart, en wy, wy zullen den laatiien fchok gevoelen die Spanjen, Vrankryk; Itaalie, ja Europa voor de intrigues der Jefuiten hebben doen uddreri , die zullen hier onder 't kleed der Socinianery, Wederdopery enz. Land,en Kerk beroeren, dan ik zwyg rot nader geegenh'eid: Maar ik vrage, of wy ui onze dagen niet zien, dat het wys advies van Graswinkel, Groot en Bi-svBlö, alzints toont de feditieuze gevolgen die ontydige en onwettige Adresfen of Requesteri hebben? immers zy zeggen. „ Ende genoomen clat zyliedep , (te weten veffchéide notable Leden yan de Veertijen) (of ja) eenpariglyk daertoe (naamlyk tot Requeste van verandering in 't Privilegie) genéöEïJ waeren, dat echter ds voorsch. veranderingen ondienstig ënbe ongeUAtDEN souden zyn, n"lET alleen' om dat ai. lk VERANDERING, maakt LOSSIGHEID IN DE REtitl Gij  ):( i,o >:£ GERINGE enz ► . . Maar dat ook, die verandzkince ;n het poi ct van VEERTIGEN, soo in a::- DUE I lae'i spn fllZ vcor DEZEN OORZAEK cc ge ven iiEtTT tot GROTE S EDITIE, enz. Geeven nu 'nier de cpgemelde Heeren dus niet deiyk te kennen , dat alleontydige en illegale opHelling tot Regeirint Verandering, oorzaak geven tot seditie, dat is oproer en tweedragt. Wat zouden my de Rotterdamfche Reouestrar=ten antwoorden, ais ik henlieden vroeg, of zy niet met de daad getoont hebben Seciitieus te zyn, door het voorbygaan hunner wettige Regeerint3 Privilegie ? daar nooit zints èt eerfte Graaf vau Holland en Zints de Vrygevogre Unie, ten'g Requestcf Nota doorparticulieren, Buïgers en Ingezetenen of byzondre Leden van eenige Vroedfchap, wettig rei Tafel der Souvereinen gebragt is, of den Sou vereinen Graaf, of zynen Stadhouder of Raad, of zoo als hier tot der Goude, • •f Gi committeerden, of c:e Advocaat biscaal, wierd eerst getonfuieer: of het verzoek beftaahbaai was mét het Privilegie , vf zoo \ anders ware, zyn die weder geftsld in tónden van der Stede Regenten Nooit is 'er by den Souverein eenig wettig feguard geflagen op diergelyke nieuwigheden, en het coupeert nog heden, dat hoe z-eer het Ed. Mog. Collegie vr.w Gecommitteerde Raden, of de Staeten van Holland, geembrasfeerdi w.irden, met dergelyke Addresfèn, die zonder unaniem btftuit van liet geheele Corpus der Regetring en iturgers, (zoo als die van Rotterdam zeer wel zeggen) werden aangeboden; dat dezelve als nog te rug gezonden worden, ten fine van iBericht, en lat wel, dat ai die moije Dank - Adresfen , die geforceerde Teekeningen, dia liiiizemnrtslnppen van allerlei opgeruide Bedelaars ; by H. Ed. Groot Mogende aangenomen worden als notificr-.tien, en aiiet waardig gekeurt om na 's Lands Rechten te beantwoorden, maar met een Vidimus gefeporieert blyven, de Eerbied voor de H<;ge Overheid, word (iren vergeve, onze vrymoedigheid ) fchynt ons, zelve daar doorniet rebbectueus behandelt te worden, dan ik laat dit daar en ik laat my in dezen in hetgeval van Rotterdam niet verder in. De mannelyke en doorkrteede Taal, in het Bericht van Purgemeellren en Vroedfchappen der Stad Stad Rotterdam, heeft met bondigheid meer gezegt, dan ooit myne .geringe peuue doen kan. Echterkau ik als een beminnaar vap  >( afi ):( van Privilegiën, niet opkroppen, dat de Stellers van b« Reouest aan de Edele Mogende Heeren Staeten van Holland en West-Vriesland, betreffende bet verzoek van bet saaftellen vafi veertig Vroedfchappen binnen Rotterdam^, d?t die zeg ik, eene zoo grove en plompe'font, zoo 't my voorkomt, begaan hebben, om onder het nog van de Souvereine Staeten, ( die immers nu den Graaf reprefenteeren ) te durven zeggen, Dat de Confervatie van de Stads Rechten en beiangens altyd is gefield in de vergreoting, daar onder de Staaten Regering en die des Stadhouders Fredrik Hendrik door die zelve Saüvereinen, dies tyds Ao. i6iy. is acfteld de vermindering, en vervolgens, dat zy zeggen dat daar tegens (te weten de vergrooting ) de Héerschzugt en Eigenbaat zich altyd heeft toege* kid óp de vermindering enz., derhalven zoo zyn dan die zelve Staeten van A°. ióif. welkers fuccesfie nu héden nog by de tegenwoordige Stseten dezelve Souverein!reit is, Lieden van Eigenbaat en Heerschzucht, het geene ik met «erbiedige vtymoedigheid', als een openbaar affront voorde Hooge Souvereiniteit meen te kunnen aanmerken. —- Nog lomper, ja de Heeren Requestranten vergeven ck tael van eenen ouien Vivman, als eene echte Vryheidszoon, durf ik zoo wel als zy fpreken. Ja nog lomper zeg ik is het gezegde, dat de talrykheid van bet Collegie van Freedfcbappen in de vreegfte tyden is opgericht en als eer, duure gunst van de Landsheeren verkregen is om te flreh ken tot een beveiligend Bolwerk tegen de over heerschik g van //lk, een harmonie, eene rust, eene liefde en eendracht hesrschte, die het Land gedugt, het Volk welvaart, en de Majesreid des . Lands heerlyk in de Oogen van Europa maakte, zoo dat, Hh 3 « ja  ):( 2f4 K ja, hoe af keerig ik ben van eene Graaflyka Regeering, zoo als die van de Beijerfchen en Rourgoiudfche was, zoo zeer zoude ik kunnen in (temmen in het vertrouwen op de Harmonieuze Regering van een Graaf en de Staeten, na de oorfpronklyke opkomst van de Hollandfche en andre Graaffchappen, want waarlyk zoo lang wy in ons Land (ik fpreek rond) moeten gefchokt worden, door die Eeuwigduurende verdeeldheden over oude en nieuwe Privilegiën , zoo lang, ik bidde ootmoedig om infehiklyk voor deeze woorden, zoo lang genieten wy geesebefchaafde Vryheid, én 'er zal geen vierde van een Eeuw verloopen of het zal op de minfte rel van Vremden altyd ons Land beroeren. y Dit gade gtflageu, hoe kan nu iemant metgezonde hars feits, en een beredeneerde kunde zeggen, dat die zelve Privilegiën , die door den Graaf zelve gegeven waaren, als een beveiligend Bolwerk tegens zyn overhcerfching gegeven zy , door de Landsheeren. Het is juist het zelve als of een Perfoon een huwlyk, aangaande met eene Vrouw die by den Echt haare onderdanigheid aau den Man befweerd , en . daar door het Souverain gezag als Man en Vader geeft over zyne en hare Kinderen, enhy aan deeze Kinderen beveelt, wet geeft en van hen eischt, de wetten van kinderlykeonderdaanigheid; en dat deeze Kinderen zeggen, onzen Vader heeft, ons deeze huilfelyke wetten van kinderlyke onderdanigheid gegeven , als een waarborg , dat hy de roede van kastyding, of zyne Vaderlyke zorgen niet zal gebtuiken, of dat nader komt, Moeder heeft aan Vader de Wetten van Vaderlyk gezag laaten voorfchryven, als een waarborg dat Vader ons niet regeeren mag. Voelt gy, myn Heeren uwe misdag niet, ik voor my meene, dat myne vergelyking niet ongefundeert is , althans toen ik in de Rotterdamfche Courant dato 31 Odlober Uwlieder Request las , en een zeer beroemd Geleerde , en in onze Lands Rechten en Politie zeer ervaren Rechtsgeleerden , by my kwam, haalden ik en hy de fchouders op en belagte de onkunde der hedendaagfche Adres en Requestmakers en Privilegiezifters, dan ik ftap hier af, en ga befluiten met de aanmerkelyke raad van Graswinkel , die zoo de spgemelde heeren altans eenigen wat meerder de in de lichte Privilegiën geftiuffeld hebben, als in de araaoedige Comidien van zeker hunnerondertekenaren, of de Rapfodist van Janus Liberius zy * zou>  zouden zaker hier in voor hunne plans veelligt wel iet auder» voor hunne zaak gevonden hebben. lk bedoel het Advies van Graswinkel waar m hy ztet, waar by nog komt dattet groter getal van Regeerders altyd gebonden is te (trekken tot ver meer dertig van Privilegiën * ten regarde van 'f voor/cbr. getal minder Corruptie fuljeft is, ende dat daer uit bequaemlyker de verkiezinge van Burgemeefieren en Regeerders can gefchieden ende dat onder meerdere Perfoonen meerdere voorzigtigheid ende Authoriteit /f, ende dat ter Contrarie de vermindering ven bet getal van de Regeerders van euds in peenam, placht opgeleid te worden ende ook anderfints is hekkende tot Oligarchie, {FamillieRegering) ten regarde dat eenige weinige Perfoonen fterk van Vrienden hnVerwantfcbap zynde, licbtelyk de geheele magt van de Regeeringe aan haar zoude trekken. - Dit nu zoude immers volmaakt ftrookea Biet de fentihieriten niet alleen van die van de Rotterdamiche Requestranten en de Geconftitueerdens te Leyden, en in alle onle onze in beweging zynde Steden Sociëteiten ? Maar hoe zeer Graswjkkek in dit opzigt ten haeren faveure fchynt ie redeneren, zoo kan niemant my uit hst geheele Confule aantoonen, dat hy daar by bedoelt eene vermeerdering vaneen illegaal getal? eene vryheid voor particulieren om zig" tot dat Recht bevoegt te agten, om mede te mogen regeeren. Geenfints, GitASWiNKEKenz. beoordeelt alleen een onwettigheid in een vermindering van een gelegalifeerd getal, en dit doen die van de Regeering van Rotterdam billyk ten aanzien van een door den Souverain gelegalifeerd wettig minder getal, en daarom iteld hy in zyn advies duidelyk deeze bafis, dat alle verandering maakt Lossigheid jn de Regering , en derhalyen durf ik gerust voorC *S9 )■< feftben om bier in eene reden te vinden tot het demolieïn van'de Schouten recht, «ge*.glyk den «vloed ™ Snishebbing van den Souveren, <**»^ >Jg|S /w* niet duifter Hendrik Brouwer du, zoo ik geiove, ÏÏcWert,om de informaliteit van .669. aan te toonenK ?k waar bv bv niet tegenwoordig fs geweest. Lu LeXve? de reel geaflegeerde gevalt hier ingelast SnerTdtfxiS de KeJ .583 « gSSdfS len geëxteerd hebben, die van derzelve «onltucele Ke fol«ie afweeken, te regt zegt dan H. rouwe £*«r na beeft het de Vroedfchap van Leyden CBLIEFT die veranderde over bet Schout^ te maken (« „«•z* veel £ baar is} by £ woord wil hier zoo. veel zeggen, als uil end, ais gewilt, en de tusfcbenreden, i*?/ *» »; te kènnenKendispofitie, dispotisrnc na naare wille, zoojveel in haar (seftipponcerde ) macht was. « ■ Na alle de voorgaande onzes inziens zeer f.,1Tïatr . red. „eu , word de zaak in 't hart gevat, wan H. Brouwer beweert mannelyk, dat grfupponeert; dat mj 'f e Burgerlyke Keuren JMat, „ dator.de, deVftig^nm Vro'dfcbaDiten, de Schout, die van wegen de ™MpR mwVMeld niet beprepen, nog gefield werd deeze ftemrtcht heeft of als Vroiofchap, wam zoo wel ib M SS- Schepen , by he, afeyn van fa, Scho» fa de Notulen hier boven hebben genoeg opgegeven, en wy tot de gene waar op zoo wel het ftelfel van den letzer, als d« van 11 z  Hendrik Brouwer, en ook de onze op nedeikomt, naamlyk. 13. Be Bedenklykheid, (1) of een Graaflykbeids Officier, gelyk bet voorfz. Scboutampt van Leyden is, met eenige andre Lasten of Conditiën voel mag worden bezwaerd, als door de Ed. Gr. Mog. zelfs} (z) en ofymand by de Graevelykbeid zynde gequalificeert, om te mogen zyn te gelyck Schout enVeertigb, hem die qualificatie wel kan werden ontnomen, anders als by de Graaflykbeid. En ten (3) of de Vroedfcbups wel vermag ymand hy RcfvMie uit de Vroedfchap uit te fluiten , dewelke hy bet Privilegie (NB.) ( uit kragte van dewelke de voorfz. Vroedfchap werd geocircyeerdVeertigen te kiezen) gequaIfceerd om te gelyk Schout ende Veertig te mogen weezen , ja verkoren en aangefteld wert. Zie hier nu Medeburgers, of gy wie gy zyn moogt, het ware fohde waar alles op aankomt, keer eens te rug, en recapituleerd of herhaaJd mag ik het u vergen, het geen wy in hier boven gejegt hebben, en treed"daar na met my u het Onpartydig onderzoek over de opgemelde reflexie die Hendrik Brouwer per flotte opgeeft, en waar in hy met recht fustiueerd dat de Alteratie, van een Graaflyk Privilegie of Odroj der Regeringsvorm, en gevolglyk ook die van den Lande betreffende, door eene byzondre Stede Vergadering kan of mag vastgefteld worden, zonder daar toe bekomen Legaal Oftroi f want 'hier op komt het aan, te weten het beroepen dat de party doet op Octroyen door de Graven gegeven, dog waar in het fubtiele en waaragtige te beflisfen ftaat, te weten, de diftincrie of intentie van het onderhouden van een Odroi zoo als het Ligt, of het mi.-bmik daar van door verkeerde interpmatien door de Geodroyeerdens, pf dit beweeren doorgaans zoo als het niet legt, dit word nu bet onderwerp vaii ons onderzoek en waar in wy naar ons gevoelen eu op folide aanrevoeren te bewyzen, verneemen zonneklaar te kunnen aantoonen, dat nog Hendrik Brouwer nog Prins Willem den Derden anders hebben kunnen of mogen handlèn, wy hebben nu reeds de poindten waar Vroedfchap zig tegens Hendrik Brouwer beroept gerefLaeert, nu dan tot de verdere ontleding, wy vervolgen met echte voorbeelden in A<».i293. volgens onzen Schepenen- en ■Schoutsbrief zie No. 28. « gebleken, dat den Schout die hier als Rechter voorkomt, me:  ):( a6i ):( «et den Schepenen , in 's Graven naam , g* ^gelyk mede een bevelende en bevestigende Macht had. Zoo ook A». 1306 eE 131 waarby door Graaf W1-. lem de Goede, ukdruklyk gozegt word, dat Joo wat hy acbte lebepenen ende &£B**rg ie«rf ende gemaekt worde ten eorhaare ende tot vortlerin'Je Jer Poorte voorzeyt dat zal gehvet ende T ft tZ' ' %yn van ons en alle man, dit gezag van Schout en Schefeenen nu in de voorreden van de Keuren van A». if73Sngëvvend wyders nog op gefteld de bevesiging van alle St dt P vil'etiien. Aldus, welke pointten beneffens d anTen Stads Privilegiën by alle de naergecomen Graeven t n Heiland, vanhand L band, ende deene den a^ volgende te fyn bevestigt, te weten by van K««rmiw Kgrietein den.Jttere 1346 tot Ao 1^9 tot aan Philips'de *de toe, zie verders onze Lyst 111 N* Bladz. °PEe deze Privilegiën fustineerden dan Schout en Schepenen Ao. ,j8*. bevoegt te zyn de Keuren, derSM te mogen vernieuwen, want nader optelling der Graaflyke Üébroyen zyn 'er niet daar in zeggen W- So is >t dat Schout ende acbt Schepenen tn Crafbt. der voorfchreven Privilegiën , van de welke Zt ende ha re Yoorzaaten onwederfpreekhe zyn tn vreedjaenigh geb iuc alle de voorgaande Keuren wederroepen ende te niete ge daan, ende in plaetfe van dien mits dezen gebeurt en le Cuh eenen yegelicken dient behoort ende aengaer, geboden hebben vannu voortaen ^onderhouden 't geen hier naer ™Op dit fundament nu berust niet alleen 't gezegde va» den letzer. en het pro en contra van Hendrik brouwer en Vroedfchep. laat ons het nu toetfen. Wy ftaan toe , dat uit de voorfchreven Oftroyen en Privilegiën door de Graven aan Schout en Schepenen fuccesfivelyk verleent zyn, en van bande te banae cTeent den ander volgende zyn bevestigt, maar wy <^ntkemien dat by deezePrivilegien ende OSroyen den Schout ende Scheppen, en daar na den Vroedfchappen ooit ofte ooit eene Vryheid gegeven zy tot het maken van Keuren op de Kegeeri.igs beftelling, vooral tot het weeren van der Schouten Recht; van denominatie vaa Schepen en de Elecbe daar van in 's Graven naam aan den Stadhouder, rnsgeIi 3  ïyk van de Ordre in het kiezen en nomineeren van Burger nieeftren, de voorzieninge in fterfgevallen of vacaturen eu wat dies meer is, — in alle deeze alle derzelven word geen fchaduw van Recht gegeven en dus is nimmer in der Graven Odroyen geene Vryheid in, dezen aan den Regenten gegeven, buiten het Illegale geval van jan van Beijeren , en naderhand van de Wit in der Staten naam, wat zoude men billyk vragen, wat was dan die ruime macht? het was dit dat alles wat die Schout en Schepenen deden, dat dat voor goedgekeurt ende vastgehouden moefte worden, dat was en hier legt de knoop, alles wat gekeurt en gemaeckt wierd tot OORBARE ENDE TOT VORDERING DER POORTE, alles wat tot nut en voordeel der Stap zal ingeftcld worden, dus was het ware oogmerk , meen ik op goeden grond te beweeren, dat den Graaf of den Graaven aan Schout en Schepenen, en naderhand Burgemeeftren, zoo als men nu zegt den Gerechten , de faculteit ende de magt gaven om in te ftellen gled of kwaat te Keuren alzulke Ordoaantien, Coftumcn ende gebruiken die betrekking hadden op de Wyken, Giidens, Neeringen Trafyken en Fabryken, het beftier van kleinerCollegien, Weeskameren, Secretaryen, Stede-Costen, Ordonnantiën voor Taalsluiden, forme van dagvaar* den en Stede-Rechtsgedingen, Gebuurtrechten, Boele-en Schuttersrechten, Bonmeefterfchappeu, in een woord alles wat tot der Steden privé beftuur, als de oorbaar en voordeel konde ftrekken, en dus zeer zeker niet tot het maken van nieuwe Keuren, op het ftuk der Regeringsform, want dat behoorde tot de Souvereiniteit der Graven, die alleen een Recht tot het aanftellen van een Schout en Schepenen geoeffend hebben , tot weder zeggen toe; het is inmiddels ook waar dat de Graven en Souvereinen, den Stede wel eenige Vryheid gaven, om eene nominatie van een drie- oftweetal te benoemene Schouten, aan den Stadhouder ter Eleétie te zenden , maar daaruit volgt niet, dat dedis- of approbatie der Vroedfchappen, om hem al of niet onder henlieder Lighaarn te tellen, wettig zy , ik oordeel ter Contrarie dat hem de fesfie in de Vroedfchap onder zekere bepaling heefc zelfs toegekomen , zelfs als was hy geen Vroedfchap, want hy was de Reprefentant van de wetgevende Magt, immers om alles niet op te haaien wat tot bewys van der Schouten aanzicnlyk gezag, zoo als Mie» ris  ):( a63 H i ns te regt tegens van Leeuwen beweerd: wel kan worI den bygebragt, men leeze dit Haaltje uit de Ordre van den Jjfïlertog van Bourgomje, A°. 1449. elJde ordoneeren mei {deezen onzen brieve onze voorfchreve Stede van Leyden, I dat dat Gerecht ende de Vroedfchap aldair by boeren I eede die fy daer toe opentlyk doen fullen tot vermaning iens ScnourEN aldaar, die hem den Eed toeftaven i zal, enz. Hier uit blykt nu dit', dat hier de Vroedfchap allee» §n {op zig zelve niet gequalifkeêrt is om een Vroedlehap te :| kiezen .zonder den Schout of die verkiezing of haar | Collegie aftelepareeren, want 'er ftaat dat Gerecht en de | Vroedfchap enz. den Schout toeftaven zullen; nu kan nieJmant met gezonden reden ontkennen dat den Schout niet I tot het Gerecht behoort, en gevolglyk komt hier de Schout fin tweederlei afpecten voor, eerst als ftemhebbende irt Jhet Gerechte, en dan in de Vroedfchap, ■■ r en dan als I de reprefentant van de wetgevende Mariht, als Schout \ om den Eed te flaven , meerder dergclyke (taaltjes zou£ den 'er te vinden zyn, dit zy dan genoeg van deze Exems sjyleii gevoegt, by de reeks van tiktrekfels die wy hier bo> iven hebben aangevoerd, en wel. 1 • Om te toonen dat de Schout of Hoofd - Officier ftaande ■ zyne 6ediening nimmer zyn aanfpraak of recht tot mede ■ Keuren of by woning van Vroedfchaps onrzegt is geweest, zelfs al was hy geen Vroedfchap, want hy was daar iu 's Graven naam, en hoe dog zou de Schout van Leydea Ao. 1477. zulk een lof verworven hebben, dat hy de tweedragt, na de dood Hertog Karei de Stoute dempte, indien hy geen influentie en gezag by de Vroedfchap had gehad in zyne kwaliteit. Den letzer gerefcontreert zynde, kan men uit zyne reflexie wel dra ontdekken.wat hy bedoek, naamlyk om t« Rellen dat by de Vroedfchappen de wetgevende Magt is en dat daarom de Schout als uitvoerder van die beveeïen 'er niet by behoord, maar van haar zoude af hanglyk zya , Want het ftrookt volmaakt met het doel van 1669. Ik moet bekennen het is wel bedagt, om bedektelyk de Volkftem en de wetgevende Magt van den Souverein aan de Vroedfchap over te geven ; of zoude dan heden de Souvereiniteit der Staeten als de wetgevende Magt det G'raeilykheid, en in haare naame de EiacTae van haaren wit».  ):( 264 H ■wettigen Erf-Stadhouder tot een Schout ende tot Sche- j penen, de wetgevende Magt verlooren hebben, door die 1 listig bedekte (teliing als of de Schout, de beveelen van j de wetgevende Magt van de Vroedfchappen omring, als j dit zoo"moet'begrepen worden, waar we! dan aan het ge- ] aag van Staat, Stadhouder, Burgemeeftren en Schepenen, j Scnout en Gerechten.' Maar nu tot nog wat ernfiiger, ik hang ü nog wat op' zy Heer letzer ; ik ben wel wat lang, maar ik meen niet ] temin emftisr, —— ik heb u een poos ftaande gehouden by de Conformiteit van de Oude Privilegiën, nu moeten wy nog een honderdjarig pluis partydje hebben, want hier op rust uw wankelend gebouw al vry fterk, gy zegt het was een Honderdjaerig gebruik gevestigd bier te Leyden , dat de Hoofd- Officier geen Veertig zyn kon. Wy bekeven een wonderlyke tyd, binnen Leyden beroept men zig, op een illegaal honderd jarig gebruik, orri in het recht draijen te maaken, eu den Stadhouder te befchuldigen, en binnen Rotterdam, wil men een gewettigt honderd jarig gebruik vernietigen tot het zelfde einde. Dit ge vestigt gebruik in Leyden ontken ik, en wel het wettig gevestigt, en dat meen ik te kunnenbewyzen, uit het onwettig gebruik dat in dat tydperk van honderd jaar daar van is gemaakt: —- Zoo even hebben wy reeds aangetoont, dat Schout ende Schepenen uit kragt yan alle dc gcnllegeerde Privilegiën, geen bevoegtheid hadden eenige Souveraine Keure tot de Regeringsform te makert zonder kennis van den Souverein en deszelfs Stadhou- der, maar hoe is nu deeze Keur van Ao. 15-83. by wat tydsomftandigheid is die ingefteld? zy is ingettcld door Schout, Schepen en advys van Burgemeettren, en opgefteld A«. if8z, den zesden December en afgelezen volgen eigen Handtekening van Jan van Hout, Ao. 1783. in April,"gelyk ook de Keur dat Jaar gedrukt is; wy zullen om redenen de namen der Eerlonen die ze gemaekt hebben opnoemen, 'er ftaat : (Het Vervalg in N*. 34.) Dit Blad word 'sWeekelyks meteen No. a 2 Stuiven? vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by J. PERK,; en verders alom.,]  D E LEYDSCHE STEDEMAEGD > E N Z. N'. 34(Vervolg van N'. 33. ) J^ldtts gedaen en gekeurt op ten fes ten Decembtis, vyfItien bondert tweeentacbtigh, by Fooy van Broucboven, Schout, Dirc Gerritz. Smaling, IVilfem Janz. van Heemskerc, Pieter Oom Pieters, Jan Brouwer Jansz.f Claes Gysbert van. Dorp , jacob Allers de Hats, Jan Gysbertz., ende Jacob van der Burcb, Schepenen, met advyfe van Pieter Adriaensz. van der Werf, Jan van Broucboven, Claes Willemsz. van Warmond , ende Claes Adriaensz. Brouwsr, Burgemeeftren; ende naer voorgaande Clbckengejlacb voor den Velcke ten hyzyn van de voorfchreven Gerechte afgelezen, enz. ( was gerekent) Jan van Hout. Volgens deeze ondertekende) Publicatie blykt dan , dat (ie^ze Keuren 'en derzelver afkondiging is gedaan door den Gerechte, dat is Schout, Schepenen en Burgemeefken, en derhalven, maak ik hier op deeze aanmerking. Hoé 't beftaanbaar zy met het Prttenfe Recht tot de Keur der Regering hertelling, met uitfluiting van den Schout vervolgens, door den Gerechte, daar de Refolutie in den name onfes Heeren Amen ; voor deze Keuren geplaats tst ■waar op men zig dat Recht den Gerechte toekent, dit, woordelyk befiuit heeft: , . . , , Zo is dat Schout ende acht Schepenen tn craebt der voorfchreve Privilegiën (te weten die van Ao. tióo. van Willem de Goede tot die van 1 f49- van Philips ingelloten) tlan de we'cke ft ende haer Voorzaeten onwederfpreeckehc ■txn in vreedfaemscb gebruick alle de voorgaende Keuren wederroepen ende te niete gedaen , ende m plaetfe van Kk aten  X -66 ):( r//V» mipdeezen gekeurt, ende fulx eenen yegellcken dient 't beboert ende aengact, geboden hebben van nu veortaeit f onderbonden V geen hier na volgt enz. Hoe dit nu over pen, ta brengen zy , dat Schout ert Schepenen op hun Pretens Recht, hier wederroepen ende te niet doen alle voorgaande Keuren, en tn derfelverplaetfe Keuren eu gebieden het geen Ur nas volgt te onderhouden. Hoe zeg ik, dit over een te brengen is met het gedaane en gekeurde door Schout, Schepenen en advys van Bur«erneellren, zoo even vermeld, immers is een van beiden waar: of Schout en Schepenen hebben, het Pretenfe Recht tot Keuren , alleen uit hoofde der oude Graeflyke Oétroyen ? of Schout en Schepenen eu Burgemeefters hebben her "ook, volgens de vernieuwing zonder der Graven of Staeten Öelrroy ? en gevolglyk is dan de wettigheid dezer Keure of na een end Pretens gebruik , of na een Kieuw tegenstrydii; despotisme van de Ariftokratie volkomen gelyk pan de hedendanglehe Misleide Regenten, die van Oude Keuren fprceken maar5 dezelve vernielen. Nu zal ik Leyden ook zyn ftiile aanhaugelingen had ; en waar toe men dan ook, dit fydftip fchynt te hebben waargenomen om et A tykel der Regerings orde op te ftellen, Eén Ei de Staeten en den Prmce, die het aaSoe kwam, om dat hen eene Provif.oneele Opperge, zaaïï wliens de Staeten en ook b> die van Leyden byzonder Aog.574. gegeven was, zoo als boven betoogt iSOpmerklykisbetook, dat ^^i^W^ nS «Ontrent Leydenfterk woelde, daarGerhard TW» 3£ Gereformeerd geworden was, op Roukoop by LeyoVeS en zeekere Verleider die nog Roomsen nog Onróomsch was, zig Bisfchop van Haarlem noemde, als genTSnffis van Jefuïtfche, en ^anja^y en Armumery begoti te zaaijen, die zeer zekci ook k*»,■ ies od Levdens Kerk-Altaar ontftak. — bWW KS in die tyd uitgekomen d.t de,.tjPjn* zoo uit hoofde zyner bekome wonde, zoo uit hooh.e van dei hi«dyken ftaat van het Bondgenomichap, als ku t hoofde van zyn noodzaaklyk verblyt m Vlaandren eu Anwe Sn J dat deeze. van deeze Leydfche verandering mets STunnen weten of die beoordelen zynde: dez^ met geheim overleg gemeengemaakt en gekemt., tegens het Stunt van voorige Privilegiën als betoogt is. — ■w^SS^mntmeea niet ongegrond te mogen befluite^ en e 1 llen, dat al dit bedryf als een voorbode 1S Mn t "merken van den Wrevel die na Ao. if7+ totby Ao* ?fon de tvd van het bier bovengemelde Proteftatie, en het Ï^SJi^»* We& is ontdaan, en hier toe ES ik ook niet ongefundeert myn verdeden te kunng bevestigen, te weten dat van de Weit in later tya niet zoo zeer op 's Princen zyde was als voorbeen en vooral Set Tan van Hout, van wien dit hekent was, heulde, en « ffl met eenige andren de kans hebben waargenoo- Atthan van de Werf was Prefident Burgemcefter , ^fJ^S£$\ mede niet h*M«*> dair en boven, heb ik nog eene aanmerking hoe het toeSe da daar aan Fooi van Brouchoven op verzoek der MS ftraat?S t Baliuwfchaps van Rhynland aan het Schoot- Al^taid door den Prince en tigt wierf in dat zelve }aar tj8». den zo *g* en du*  ):( *6S ):( agt Maanden voor 't vernieuwen der Keure, hoe het toekome vraeg ik, dat van wegens Burgemeeftren, onder andre Conditioneele Poin&en beraeml is. Bat by (te weeten de Schout) hem van alle vergaderinge van die van de Vroedfchappen zal afhouwen, zonder aldaet: te komen, ten waer hy aldaer om eenige virkiczinge no- telyckmost weezen, en dat vervolgens nog in da bevestinge van dat ampt, door Vader Willem, nog in de lnltruciie, geene Mentie ten dezen opzichte gemaakt is het is wyders opmerklyk, dat deeze Foy van Brouchoven ' volgens t getuigen van Hendrik Brouwer, was de Zoon van Jan Brouckhoven die ter zeiver tydEurgemeefier was en gevolglyk kan Vader en Zoon volnens de Wet niet tevens Vreedfchap zyn. zoo als dit Jan van Loo, die als Schout ftond af te gaan, was. Nu wenschte ik dat my iemand dit eens oploste, of 'er uit ' deze en de reeds opgegeven aanmerkingen , niet een ilerk bewys, of laat ik het zagter zeggen een vermoeden is, dat men in het pen en het ander op"een allerfynfte en fubtielfte wyze, ongevoelig iets nieuws in de Keuren gevoegt heert, waar op by der Graven tyden en die van Hnnne Momboiren , Rtiwaarden en Stadhouder geen voorbeelden waren geweest? nemaar zoo als Hendrik Brouwer fundamenteel betoogde, in het tegendeel blvken waaren; cn 't welke ik heb aangetoont: 't zy dan, ineen ik, genoeg, dat ik by voorraad myne Burgers heb onder het oo" ge- ' bragt, dat het begin van het pretenfe honderd iiyïg gevestigt gebruik in Leyden, door den letzer looslvk voorgemeld, verre af is van Legaal en Wettig ingevoer't te zyn. Heb nu het gedult Mede -Burgers, dat ik u Lieden de aaneenfehnkehng van dat honderd jarig sebruik die ik boven reeds opgegeven heb, nu nog eens'herinner! Ik heb. u Lieden breedvoerig een denkbeeld van de Oftroyen gegeven en dezelve gebragt tot by naar op deezen tyd. • 1 Staan wy nu ftil by het Jaar toen deeze Keur ge¬ maakt, en volgen wy kortlyk ons bedek, Naauwlyks wa* deeze Keur afgelezen en den Volke verkondigt, of de zaken des Lands ftonden dus, dat alles in Oppergezag wegens d£5 Unie aan Vader Willem ftond eedefereert te worden, naauwlyks ftond dien wyzen dien^voorzigtigen zwv^ ger., deRegeermgsheftelling te znivren, Ariftokraten te hè-.  bateuelen, valfche Leeraars te verdrywtn de \yand te vernielen, en en de ziedende Barneveldiaanl. he en Alenconce Pot des doods, omrefmyten, of de Schelmen bedriet, dat hun verraat nog erger zou uitharden, dan datjvan Anjou, Vrankryk en Spanje, of ziet de Grote Willem wierd vermoord, en van dien Woord bloed nog het hart der Unie , Men was meetter , om deeze Keure te doen dandgrypen : ook by Regerings vernieuwing van Maurits boven vermeld, flonp bet door, terwyl zy onder oogluiking tot den tyd van Fredrik Hendrik en van Willem den Tweeden ook bleef, dog niet zonder Exeptien, by Maurits tyd, althans waar van Hendrik Brouwer in zyn Request mentio maakt komt voor, dat die Schouten, die in der tyd van hunne Veertig- of Vroedfchapsplaatzen hebben afgedaan, ofVermaagtfchaptw2ren, aan Mede - Vroedfchappen; of het Schout* ampt voor hun Leven bekleed hadden, als namens, Mr. Willem Bondt, Mr. Gerrit Hogeveen enz., die daar van vrywillig afdand deden, en den Eerden zeer zeker al mede om wyze reden van dien tyd te weten Ap. 1619- het laar toen de dolle Arminiaanfche factie de neerlaag kreeg, en dezen Bont, door Joost van den Vondel, hevig gehekelt is geweest, gelyk bekent is. Na de dood van Willem den Tweede bekreunden men zig aan Keure, aan Regeenngs Reglementen, of dylvan Stemming niet, want gelyk bier boven betoogt is, alles was door het bekuipen van Jan de Wtt\ aan de fchikking vanfede Aridokratifche despotisme, van de Burgemeedren overgelaten en het Souverein gezagby de Graeflykheid, ep de Staeten berustende totaal gekrenkt wierd , den geene die alleen Regeerings Reglementen en Staetelyk gegeven Orftroyen en Privilegiën moeden bandhaven, die 'lieten vernietigen , met overgaaf van haar gezag, 't welk alles, hier boven klaarlyk bewezen is, en daar om hier ter herinnering diend , dat het voorgeven van den letzer, als of het een honderd jaarig wettig gebruik was, geheel valsch is, let dog op Lezers, op voorgemelde Redenen, te weten, dat daar des letzers bedoelde honderd Jaar gerekent moet worden van A°. 1583. toen de Keur is gedrukt en afgekondigt en vervolgens tot 1649. toen zo gerevideert is, eindlyk tot aan Ap. 16^6. toen Willem den Derden en de Staeten by de aanftelling van Hendrik Brouwer daar van afgingen , ten minden de fustemie der Vroedfchap fuspendeerde, 'twelk dan nog maar Kk 3. n  ):C 270 ):( 93 Jaren was, dan dit doet 'er weinig toe, maar dit doet ter zaak, dat gelyk wy hier boven van ftuk tot ftuk getoont hebbenin dat verloop van 93 Jaaren de troubleu der Remonltranten de dikwerf Regeringlooze en tweedragtige omftaudigheden, het gevangen neemen van Hegerheets, die de na geest van Jan van Hout was, — daar by de infchiklykheid van Fredrik Hendrik, en het ontydig aflterven van den veelbelovenden Willemden Tweeden. Eindlyk de despotieke en nydige Regeering der de Witten, dat die allen in deeze Jaren hebben geexteert, en gevolglyk is ook het misbruik van deeze Keur, als oorfpronklyk uit de facïie van Barneveld, by de tusfehen Regeeringen de Staeten gedoogt, en Ao. 1646. en vervolgens Ao; 1669. door de Vrienden van de Wit hernieuwd, dog nimmer door dezelve of de Stadhouders bevestigt en zelfs ook nooit unaniem, alzoo 'ereenige niet geftemt hebben, waar van ftraks nader, hier mede dan ons tweede PoincT: hebbende betoogt, gong ik over tot het voornaamfte , te Weten, dat Prins Willem den Derden, verre van in het geval van Hendrik Brouwer, despotiek gehandeld te hebben , in tegendeel alles heeft verrigt wat Conform de nuda Privilegiën Oclroyen, door de Graven of Staeten of Stadhouders bevorens, bevestigt was. Vinden wy nu in het Request van Hendrik Brouwer deze fprekende he. wvzen, waar om onthoud gy die zotskap zegt de Staats -Befchouwer, eu ik zeg het ook, waar om onthoud gy den Burger deeze Kerke bewyzen, en waar om overwejegt gy niet, voor 't oor van 't Volk dat gy misleid, het tegen ovea gelupponeerde van de Vroedi'chap diet tyd? zeeket gis ik, daar om, om dat gyrrjet fchaamte hec gezond oordeel der Burgery over u zoude zien vorfnisfen, nu wy treden voor hare vierfchaer oordeel Burgery, oordeel of den Redder van uwa Stad, uwe benauwde StadAo. 1672. of die Willem II, zulk een Blaam verdiend? voor eetst was het Request van Mr. Hendrik Brouwer, C die zegt de Zotskap een guniteling van willem den Derde was , > niet aan dien Vorst zynen Begunftiget gericht, rnaat aan de Staeten, Zie hier den Tytel uit van Mieris voor 't Request: Requefie van Air, Hendrik Brouwer, Veertig en Vroedfchap der Stad Leyden, engei'ligeert Schout aldaar, óm Veertig en Vroedfchap te mogen Hyven : Geprefenteerd aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van Holland en West ■ Vriesland, in den aanvang van het Jaar it?6. - — Hier op neemen de Staeten het Request infoverweging en beflui- Waar op gedelihtrtert. en by de Heeren Gedeputeerden! der Stad Leyien Copia van de voerfchrtvt Requefie verxigt zynde , ómme dc intentie van de Heerm Principalm , des vangaanie te nlogen verflacu ii de finale Refolutie daar op te neemen uitgefielt tot nadere deliberatie) hier op P-ellen de Gedeputeerden der Stad Leyden, dato ii. Maart J676, hun contra Berigt op, jegens hec verzoek van Mr, Hendrik Brouwer voorn, waar by dezelve zyn opgegeven redenen refcontiee. ien, en tiagten ts wederleggen. ■ 9aar  ):( i7i H ■ de St„ten eene Refolutie,- die niet düiftet tekenDaar op ntc men de St «te n e £n > end Ben geeft, dat Ha ar Ed. wr» ra.05• . j. Hendrik Brouwer m .uslchen beiden doorgingen be ^.igende »t• de Vroed. ,,ue funOie, en fuicheeren de M«c™«; «f^M, «/ w«<« Principale. Bureeren in het verband, dm blykt o». „oud nu d eens Mede Bureel. nQg dc Vro,d ch aan .egenxeghk dat nog Mr. * f hebbe„ ( lnaar aa„ cc Staeten. cfa'aiTet ook behoorde8.!. Sonveiein, en voor zoo verre wa, er de Prins, ^'^t^^i infaam grpremediteert, valseh en !? hïJom deS""noemen »o%0»*« -W* STADHoU. vuilaardig, om oen "'""'„„„,„., ïtm holland , puur als or de „IK VAN ENGF.LAND ,« ^'"S Xi.wy komen S XntnTen Muggeziftct. M« ons nu het a! nadet aan de m9ruS'. Staahouders hoonc|, aan deezen, zool ftuk daar hy van h« ^^"^H. Stadhouder aan wien deElec ah hem wewg competeerde werd Gtaefl Wieid nu de Staeten tie van een Hoofd-omcier in was Wel[lg 200 toekwam , ben» gegeven « ^^deeling ovelgegeven , al, behoorde den s°"*'rT_ beoordeelde, die bcfluit, om denPrma.ndc wetgevende Magt ^ b'°°™e VQOlftel, dat hom NB ook ce te eonlu eexen Z, H. doea a r> wnt h . wettig toekwam, al deed hy a.t | O£flooien, .„ iet wel by hy Stedehouder oP dat vo.Hte )(hcn F „, Lcydea de Staeten , wie was deze llluftte Petfoon, zeer ter afdoening dezer «ak «» J? maar van den Souvcram. zeker geen p"«»» "» ^ '"S' ™e afgezondene uit eigen dispoDeze ^f/was du, emaat Lwasde Raad-Pcnfionan, ,iim= °^AHth°we' t VHe,"and dUoonJkkenden Dienaar van den van Holland en West - Vr.esiaru, e concurrentie van dca Staat, ^^^Z^VX^gn. 'zyne HoigbUd den Heer» Prins, zoo -er ftaat, ,n "™°h* d vaa*deezi Prcvintiet dit 1» als T °™& Holland ende West - Vriesland , dog t Stadhoudet van de Staaten vw^ « . zeer na dell staaten w.1- komt_.y voor,, dat deeze ^«™fd. p|Blionati, konde niet 00 de naIe zuiver is, want FAGEX als * JJ^ nde rederI, me des Pn.ce . leen a7cgensPtincen Politie , (al fcheci en zelfs "f "«^'K daaten boven ,,by d. hygefupponeert,, et-nz'™^pS en.tbencht van Johan van GroeXefolut.e der F»ot« %'"e?'™"fd'en vinnig Party , het nanc niet vry van fffMftJK toen gg^'^M^^w^lq de uitdrukkingen- jegen Fagel.dusineigen ^/„e-e* ke namen zal bejegenen; dit zou U onteerd, dit zou verre beneden myn KARAKTER zyn: Wel Liberius, Liberius, wat houd gy, uw karakter in waarde , gy zult de Vroedschap jiet jGEEn onvriendelyke namen bejegenen z?gt gy. Maar gy zegt, aat 'er een zigtbsre ommekeer in de handelingen der Regenten was; dc Eerwaarde naam van welmeenend B.URGEH hadden ZY verlooren, Zy hadden valfche ltcllingen., zy hadden valsche Consulenten deeze waaren Verleiders, deèze zyn onheufche tergende , ende ftem eener Eurgcry hoonende, Persoonen, de bedaardjle zeiven moeten bloozen, tn dszelven een wAngeprogt noemen dut aan nyiï kwaad  JK in ):( KWAADAAit DiGHEin en de zugi om tweedragt te/ronken, zynen 'mjpfong verfcbuldigt is. Elders befchuldigt gy dc Overheid Van Ontf.ouw. Elders van Misleiding, in een woord in uw geheel Boekje b-ichulligd en belastert gy de Regeering van Ontrouw, tegens uwe zoo genaamde beste Burgers, hoe durft gy dan nog zeggen, gy uitvaagfel vangeveinstueid,datgy dan nog zeggen, durft gy de Heeren niet onvriendelyk zult bejegenen , gevloekte taal Liberius, gevloekt Liberius; God bewaare my voor zlilk een vrietidlyke bejegening, van zulk een vtiendelyke Vriend, die my in 't fyne, ja openbaar grieft, na 't hart fteelu, ia diepe wonde toebrengt, en openbaar zegt, dat hy t wel mer my meend, zoo verriet Joab een Abner, een Judas Jezus, heerlyft Katiktër Liberius blinkend Karakter van verdraagzaame befcheidenheid Liberius. « Nu al verder, ey zegt. , Ik zal U alleen dat gëën onder 't oog brengen, / wem yiy , 't welk veele Burgers grieft , in boope, dat '.een nader inzien van uwe eigen handelingen, U zehen op een beter Spoor zal Leiden, U zelve zal overreden om naast de behartiging van bet gemeen belang, de goedkeuring der brave Burgeren, die voor de ware Vryheid werken en willen Werken, als uwe voornaamfie bedoeling te befebouwen, en bun derbalven zoo veel mogelyk genoegen te verjebafen. Zoo'ik 't nu wel heb, was dan het hooft oogmerk van U Werkje , om aan die brave Burgeren die voor de ware Vryheid werken genoegen te doen verfchnffen , en ten dien einde neemt gy de Vryheid, om Clandestin, ondemaam de van Januj Liberius. aan de Groote Vroedfchap te zegeen, 't geen U uit hóófde der ware Vryheid, en de ftelling van de Heeren Blok, van Roijen en Helde wier zou dé Competeeren, om openbaar te kunnen doen, alzoo dié Heeren byzonder den eerstgemclden , beweeren dat een Burger alleen ovgelimiteert r'e'gt beeft, om te mogen Jiequestreren en fpreken. Zeker Liberius, gy hebt een voorregt uit duizenden, nademaal gy onder de naam van Janus Liberibs, aan de Groote'Vroedfchap moogt Schry ven, ten betoge van het annulleeren van het plan van geheimhouding, en gy ïelfs U geheim wilt houden, gy fchelt op illegale Confulenten, en gyzyt, de illegaalfte opgeworpenfte Confulent, ' K ' LI 3 in  ra name van Burgers die uw niet kennen, foei Liberius , foei, welk bedrog? Gy fpreekt van hrave Burgers die voor de ware Vryheid werken, wie zytidie? liet Vry-Corps het Genootfchap, xeer zeker zoo als uit uw vertoog biykt, en dus zyn alle overige Burgers geene brave werkers voor de ware Vr\> heid, neen zeker niet, en waarom, om dit ze niet durven doen, dat Janus Liberius niet belur.pt eu bedisfelt.i» Neemt dit niet kwalyk Janus, ik zoude dit niet durven zeggen, indien men zeg t, my niet gemenzegt had; dat zekeren Cornelis van Engelen, Rnstuid-Leeraar der W':-!<-rdoopers, zig zederd lange Jaaivn met de Regering zaaken bemoeid heeft, en zederd de ontiiaane troehlen en' oprichting der Sociëteit, nagt en dag b?zig is geweest om, derzelver E\ifteurie te bekuipen: zeer zeker'weten wy, althans, dat 'er dageiyks Vergadering der principale L-den daar van geweest zyn ten zyn Eerw Pluize, dat op de Hooglandfche Kerkgiagt, ten huize van Da. Konynenberg, dog nu vertrokken, en voorts in en omtrent de Remonttranten Kerk of by 't Weeshuis Vergadering of Gezelfchappen geweestzyn, of dat men zyn Wel Eerw. uit ïhoofde van zyn ouderdom zeer gunstig, zoude zyn, sehuurd had een Kamer by z<•kere"Schoojmatres, digt~by zyn Wel Eerw. Deur, dat men daar door eene zy en agterpoort, hy een kan komen Pigalle by de Zeilepoort enz., dat wyders Z. W. E. by zekeren Schryve voor de Franfche Courant du Mord zegt men, met andre Heeren converfeert eu Z. W. Eerw. dagelykfehe Rapport gedaan zoude worden, over den (laat dtr Batavier, en Copy Voor den Verrader Frans de Does en F. Bemard, dan dit kan wel zyn ook tot dienst der Franfche Courant, nu 't is. ook maar gisfen, aan een groote Lesfenaar kunnen veel Clercquen copieeren; dat zyn Wel Eerwaarde door zeke-r ren Jongen Heer Advokaat Buurt en andren, Doöoren en andren de Batavieren by de Schelm de Does doet bedel-, jeri; dat Zyn Wel Eerwearde de Vaarsjes voor 't Hooftje dicteert, of corrigeert door Middel van zynTafclfchel, om de nieuw aangenoine Vroedfchappen hunne plicht te leeren, dat Zyn W. E- ook niet advers is om zyn eenigen Zoon te vloeken, en bitter te drukken in zyn keg . . . n en zynen Ryken Schoonzoon te zegenen, om zyne wrede zugt tot braavere in het Zwynshooft, en wat dies meer is; zie Liberius dat is de taal, van rnen' zegt, maar men  ):( -279 ):( Men zegt is; een Lasteraar, Men zegt, kart Liegen, maar gy ó Janus voert zagter taal, gy verftaat de Kunst, om Üive meening te zeggen , zonder iemand sivart te maken. f Maar liet word tyd, om ter zake te koomen, en uwe Werkjes te töetzen op den toetlken der Waarheid, myn oogmerk is niet om van regel tot regel van woord tot woord alles na te vitten, dit zoude deezen Brief te lang maaken te meer, om dat ik 'er al vry eenige gewigtige origintele Stukken en Bylagene by te voegen zoude hebben, die wat afzouden doen. En die ik uit inzigten om geene bitterheid te verwekken tot heden heb voor my gehouden en nog houden zal, tot dat uwe flinkfche!ftreeken ondekt zynde "en de tyd daar is, dat derzelver uitgave nodig zat zyn , te meer, terwyl gy de Vryheid hebt of neemt» ■en daar in gedoogt word, om dat geene, dat de ware geS trouwe Burgery grieft, gegrieft heeft, en helaas fchier tot wanhoop brengt, voor te ftellen als ware het wettige handelingen, getrouwe Burgerliefde, en allerheerlyks, te b«* , en daar en tegen op eene Claudestine wyze dac «geene, dat tot wezcndlyk nut en een heilzaam oogmerk tot herftelling van Eendragt konde ftrekken , beftryd, ja en de Overheid met vleitaal, zoo wel als met bittre dreigementen van wraake, bedreigt. Immers beide uwe ftukjes komen hier hoofdzaaklyk op neer, te weten: Eerst eene ftrelende Loftuiting voor de Magiftraat, iq het oprechten van de Sociëteit, en de voorgeftelde vereeniging met de Schutterye. Teil andren een berisping van het gehouden gedrag der Magiftraat, by de laatfte Optogt der Schuttery, en het plan vin Secretesfe. - Maar om nu voet by 't ftuk te zetten myn Heer Janus zal ik myne gewoone wyze van redeneeren volgen, dat is ï.o i vcei mogelyk de eigen gezegders van myn Party voorte Hellen ,' om dan daar op te Argumenteeren,gy hebt een andere Metbode, gy field de gezegdens van uwe Party nooit voor in hun geheel , maar Confundeert, die met in jewikkeidé voorftellmgen; en dit dient uwe Sophistifche fmaak, c!>r waaren altoos de kunsrgreepen der Volksbe» loerders, hier door zyn in alle Burgertwisten, de eenvoudige Regenten, en onbedreven jongelingen weggefleept, in het net van eenen Listigen, al hoewel fchrandren So- crates,  crates, dat van een Godveraakenden Epieuur, Lucretïus j Carus; Lojola, dc Secte der Tempelieren, Arianen, Pelagianen en Wederdopers enz. Hierdoor, wierden even ais in onze dagen de Zoonen onzer Edelen en Burgerheeren, de Edeilie Jongelingen rier Romeinen tot Catilynen , de eenvoudige Burgemeeftren tot Lentulusfen gevormt, hier door wierd de Moord van Parys berokkent, hierdoor wierd Philips onze Tieran, en Rome in vlam gezet, ende Straaten met bloed befprengd, eenen groten Gato, eenen nog groter J. Caefer, al hoewel iiaieverig op elkander, al hoewel inwendig elkanders grootheid benydende, wierden vereenigt om de ongelekkig misleide Burgeren te herftellen, en de Ganlen de Franfchen die zig onzydig verborgen hadden, vielen toe en hielpen Caefar, Cato, en Rome , en toen de gezonde reden fpreken mogt, toen de Sopbistifche misleidingen ophielden van vat op 't hart van 't bedroge Volk, en derzelver R egenten te hebben; dit weetgy Janus, en voorziet gyniet dat zoo onze Catos, de Regenten , de Staeten , onze Stadhouder gefupponeert, dat de nyd en jalouzie, op ieders grootheid, beftondi dat die, ja ik zeg het vrymoedig thans zonneklaar zullen zien dat de bitterheid eener Burger Oorlog haar beider Ruine zyn zal, eu a!s dan de gantfche Republiek geheel Europa als dan de handen in een zullen moeten ftaan om een Cats en Casfar te helpen Janus Liberius met uwe misleide Lcntilusfen, Cethegen en Catiliener te verbannen, en ja de Gaulen zelve uw boosheid zullen verlaten enz. enz. dit weet, dit gevoelt gy myn Heer Janus beter of zoo goed als ik , en dus zal het myn zaak zyn om na myn geringe manier, en natuurlyk Logiesch geringheidje «c argumenteeren , U gezegdens te pofeeren, als mvn Tbefes, en dan met myn monnike Logica (want het beedje dat ik weet heb ik van eea Olyke Mutinik geleerd ) voort te gaan.' ( Het Vervolg in N'. 36. aanfidaade Woensdag. > Pit Blad word 'sWeekelyks met een No, a 2 Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden, by j. PERK, en verders alom-  D t LEYDSCH E STEDE MAE GD, ENZ. N*. 3^{ 'Vervolg van AT". 3J.) Luister rhü W. E Janus Liberius: gy field in uw N°. i. Nu ruim een Jaar o] twee geleden waren ae Meesten uwer bet Ogenlyn der braave Burgery; en, zo lang bet de eerfte ontluiking van den dageraad der Vryheid betrof, zto lang bet den Stamhouder onzer rrovintie "old wiens invloed ongetwyffeld te VERRE was uitgestrekt, liet gy U aan de stemme (des Volks zeer veel gelegen leggen; by dit eerfte lid, zal ik nu eens blyven ftaan. Een Jaar of twee geleden zegtgy, waaren ^mEesten, uwer te weten deVroedfchap bet Ögenlyn, ergo waren het met allen de Leden der Groote Vroedfchap het Ogeniyn, maar die meesten, van wien waren deeze het Ogenlyn? van de brave Burgery i dus zeer zeker niet van de geheele Burgery, want die erkent gy , allen met voorbraat, en dan ook was 'er geen diftinflle nodig —— wie zyn dan die brav»n? zeef zeker die geenen waar over uwe yverzugt ïn uwe Werkjes met de Leydfche en Zuid-HoUandfcheCaurantjes in debresfe fpringtn, naamlyk, die van de Sociëteit en voornaamlyk die Requestranten, wier yver, volgens uw ei?en zeggen, de eerfte ontluiking van den dageraat der Vryheid betrof. , . . . . ■ ., • Maar myn Heer Jakus; zoud gy my nu wel eens kun' nen bewyzen, dat deeze Brave Burgery, diejgy voordraagt, het ogenlyn der Magiftraat of Groote Vroedfchap was, die voor een of twee Jaren, zoo verdeeld was? of zoo . als gy die nu vooréraagd, zoo ja, wederleg dan deeze volgende aanmerkingen, op «we eigen woorden? —— ' Mm coe  282 ):( Zoo de meefte der Brave Burgery voor een of twee Ja* ren geleden, bet ogenlyn der Groote Vroedschap of de meeften derzelvrn was ? Hoe komt het dat zints een of twee Jaren gereden, zoo reële misleidingen en verfchillen by de Groote Vroedfchap hebben plaat? gehad ? hoe kom het, dat de meefteu, door onwettige handelingen, van een gedeelte der Krygsraad mede gefleept zyn? hoe komt het dat de Heeren Capitei»en Brender a Brandis, Ketihn, Kuffler, Pieterman* enz. zie bier beven opentlyk verklaart hebben , zig als Lieden vais eerniet te kunnen Gonformeeren, met de handelwyze van de overige der Krygsraad, en van de uitvvyzen door ÖVVfid. geroemde Meeflen, als het ogenlyn" der Burgery enz.V Eindlyk hoe k®mt het, dat gy deeze uwe Braav Burgery allegeert, als zynde het ogenlyn der Groote Vroedfcha p, zoo lang bet dt eerfte Ontluiking van den dageraad der Vryheid betrof, en NB. zoo lang het den Stadhouder onzer Provintie cold, wiens invoeld enge getwyffeld veel te verre was nitgeftrekt. Hoe komt dit Ljbèrïus? daar immers door die Brave Burgers die gy bedoelt , meer dan eens opentlyk in de Couranten en in hunne Metnorien, door UEd. curn Sociis zoo fyn op gefield, betófetis-, uiets tegens den Stadhouder te hebben , waar van de Couranten voorbanden zyn? —— maar hoe komt het, dat gy de Groote Vroedfchap, dit nu als een fyn verwyt toeduwd, dat zy naamlyk liet zoo lang het den Stadhouder gold , het ogenlyn der braven waaren; dit behoorde zeer zeker door" U niet gezegt te zyn, nademaal gy en den letzer nog toont dat het U om dei: Stadhouder te verderven, te hoonen, te befchaldigen te doen is; aan ons voegde beter deeze reflexie, nademaal wy hier om onderdrukt zyn, en wy de blyken van uwe verbittering tegens Oranje tot'onze onfchuldige getuigen bewaaren, maar ons wel wagten zullen hier mede alle de geheele Groote Vroedfchap te ydipenderren, 200 als gy: die 't aangaat trekke het zig aan .'vooral in die tyd diegy (leid, tot opsneden toe, waarin de vervolging tegens alles wat maar een zweem na Oranje of toegeneigtheid tot den Stadhouder heeft gehad, veel fterker wierd vervolgt, en is gebleven, zelfs in die tyd toen «y dit fchreef, blykens nog yérfchëide notable Gebcurtenisfen van onlangs, immers om eenen der Eclatants  ):( *?3 K fanfie te berde te brengen, die ik uit bet eigenhandig Memoriaal overneem, met volkomen Vryheid -: is het «eva! van deiiCatoendrukkerGoRELius r>ü Busch — is dit hier van getuigen ? immers is dien Man onder andren ge vraagt by de vierde Prent, waar op flopt : Nasfous Vorst fcbooji men U f.n.nad ■ Gy blyft dog liaaH God myn toeverlaat. ' Nu was dit Vers gecopieerd uit de Postwagen tV». i$. Pag. 141. Hier op zegt men dien Man, volgens zyn^iandiphciff, Mier blyk hec klaar dat gy goed Prins zyt, dat cie Prins, uwe toeverlaat is ? De Man Autwoort hier op: ja dat bLii ik ook. Men Vraagt. Hebt gy dan de Prins zoo lief? Jntvo. Ja in myn hart. ffrag. En waarom hebt gy de Prins zoo lief? Jtntw. Terwy! ik in Gods Woord vinde, en van myne Ouders geleerd hebben, dat ik God en myne Overheid Lieven en Éeren moet, en.terwyleik weet, dat de Prins ook mede in de Regering is, heb ik' hem ook lief als myne Overigheid; ———• andre zakenï fla ik over. Wat bewyst nu dit Liberius? immers, dat ten minflen Schout en Schepenen op den tyd uwer Scripture op vere na nog niet goed Stadhouders waren, en nu nog mogelykniet, vermits de Man over dit, en andre gefchreven Vaarsjesdieuiten naar een openhaar gedrukt, en alhier openbaar gepermiteerd papier, genoomen zyn, in een tyd dat de gruwel Batavier, uw Correspondent Janus, en de Vloekfchriften vanKoehig Uw Drukker en die van Heer letzer vry waaren, en des niet regen ftaande, na 's Mans Dogtertja van 13 Jaren met het Spinhuis bedreigt, hy voor agt (dagen te Water enteBrood'gecondemneert is, dus vrryalt uwe ftelling als of de Regenten maar alleen , mede werkten zoo iang hef den Stadhouder gold, want toen gold her hem en nu nog, maar zult gy zeggen , het betrof het Vers op Trago in de'derde Print. Maar Janos,' als dit Schepenen 'dan zoo ftrafbaar oordeelde, waarom gedoogde zy den openbare drttk van een vierregelig Latyusch en D'iits Versje op den Stadhouder in 't geval van Trago, zie liet hier: Mm i LEY-  m 284 x L E YDENS FIER SC HAER AAN WILLEM den VYFDE. Zie hier af «w verzoek, 'i Bericht yan Leydens Raad, Genae voor uw Tragoo -waar voedfêl vtor het kv'ap; V Belang der Stad eischt Jlraf, de wet heflischt genoeg} Leer uit dit antwoord Prins! wat U en Rechters voeg. Dit Vaasje oorfpronklyk in het Latyn, na den ftyl van Zautenins, en in het Nèaèrduitsch, die van P. van Sche le, wierd immers als iets fraays openlyk verkogt: als ik nu hier op redeneren mag. Volgt 'er uit dit: 1 Ofgybefcbiildigtmctopzigt tot het geen den Stadhouder gold, de Regeering, ten minden de §chepéns-asm\ (waar uwen Vriend B. zoo men zegt, al vry. den Prelident in het Vragen fcheen voor hy te gelopen te hebben ) verkeert: of gy tracht ingewikkeld aan hen de Ichuld van den fmaad des Stadhouders te wyten, want zeker is beiden voh-ens uw waar, raamlvk dat de raeeften tier Resenten de achting der brave Burgery verwierven, en daar van het ogenlyn waeren, voor twee Jaaren; en dat zy zoo uit het eeallegeerde van opgenoemde Busch, althans'ue Schout en Schepenenin November en dus gelyktydig met de uitgave van uw Addres nog zyn geweest , ten uwen opzigte en dus ook ten opzigte van uwe brave Sociteit, Wanden van den Stadhouder waaren, waar uit dan notoir volgt dat deeze uwe ftelling is volkomen valsch. Ik wil niet onderzoeken h«e of Heeren Schout en Setter menen dit en meer andre gevallen wel of kwalyk hebben behandeld; ik zeg met de woorden van dezelve de Busch als de Heeren zeggen dat ik kwalyk gedaan heb., tfeD t/e iet huiten myne wil en onwetend gedaen; maar gy Janus roud gy dit wel kunnen zeggen ? uw vrye wil, antwoord my I Fen oneindig getal yan kleine gevallen, "die alle dagen Mder alle uuren voorvallen zoute ik te berde kunnen urenP7n waar in volftrekt al wat den Stadhouder geld zelfs nan onnofele kindren word geftraft, en die gene die den Stadhouder opentlyk verdoemen, verbranden, verzuipen ik yze van gruwlen, die geen Heiden gedoogt zoude heb-  * wik het van zyn Vyand. en die echter uier gewoSn Men iLe de iSl en wat St 5 Groote Fredrik hier van geen voorlprak, en ut « Officier met iraaad van ffiHSW SPandauw zoncb Evenwel ka» ik hier niet voorby, de zoo gerugtmakende zaak van bet Zvvynshooft, nog eens te allegeereu is t met Siïiskïar waar, dat verfcheiden Perfoonen, die door de ffflfS^ioogtwiDifclww Kurgery, of we die vïn het Vry-Corps'cf Sociëteit, in de gelegenheid gehSrt zvn van zig te misgrypen, of «mrsichien ook wel Semedt eerd misgrepen hebben, of genootzaakt zyn ge^MfSedtetoe van zich zelven, hunne Vrouwen, ArfSS^ri* te gebruiken en ongewapend M verzetten tegens uwe arglistige gewapende en krel n de S£ealtyd[niet de bout op den kop? een Perfoon Kt. hond een bos Goudsbloemen uit de Sloot kt op™,kea heeft 'er crimineel voor moeten boeten, andren die fc£^leSeden bedreven, insgelyks : en 6 booshe.d een vTv CoSstdie maar iemand met logenbetigtekreeg gelyk, SdJSSS noa geen vier |aar wierden opgeroepen en on? Si bivönden myn ooien hebben het gehoord en SSfiwïSï; bekreu (buten Buur Jongen** S inen ?ongeu, bedreigde te verzuipen hem floeg en dwong te &MQ Schöppin O... na de Donder, ondertusfchen yaaren Sfplaties S voort, zou dit en door de Influentie van dzaak van 't ZwynshooMil blyven, uit deferance voor den WE Heere Janus Liberius? of voor den Schoonzoon ■ n™&*ï*m Eneelen f of voorde Heeren la Pierre, Ö U de^n anderen (hola de U.tftc is abuis, „ 'er de R -... r voor) !de zaak op t fleeptonw SS5 «ehouden? althans uit de beweging die men gemaakt ^omdfSam van de Heer van Maule mt een verbaal tr listen, 'getuigt genoeg hoe men den Rechter heeft zoeken te Misleiden, en zyn dan nog al Janus deze Vrienden uw Oazenhn niet meer? . • ' Nu nog al iets Janus, iets voor Janus of Jan ,s dit zoo niet in het Nederduitsch > is Janus te tytel van t nieuw Weekblad? by Herding geannonceert? Wat is 'er in het geval van de Beruste Juffr. Taan en de Koetzier J. Gryptzoe, uict gebeurd^ ^  X *86 ):l Gy zult beter weten dan ik, boe veel uwe Oogeniyners, zich aan de fterame van uwe Eerwaardiahecciens hebben laten gelegen leggen, ik beoordeel deeze zaak niet, zy is te duider voor my, ik heb 'er my ook nooit mede willen bémoeijen, ik heb ze befchouwd als een geval tusfehen vier oogen en derhalven als een ex'steerend faltkm by een van beiden, of men moest tusfehen vier oogen verdaan vier Perfeonen die elk maar een oog hadden, of het een óog toe en andre open gehouden hadden, zie Janus dit zou al eene zeer nanmerkelyke veranderieg in zulk een Important geval maken, voor al Janus alsgy dekoust verftont om de oogen van de Rechters blind te praaten, dog ik zegge nog eens, dat deeze zaak te teder is om hier in isroand voor of tegen te fpreken, maar dewyl ik altyd gaarne met echte ff ukken voor den dag kom, en vragen vry ftaat, weet gy ook Janus door wien en door wiens toedoen de Hakkers Dewitz en Frans van Duuren, in de Leydfehe Courant als mede pligtigen van j. Grypzoe zyn voortgedraairen, na dat voorfz. Grypzoe zyn Vonnis ontfangen had ? .... en weet gy my reden te geven, waarom die Luiden, by aanklagt aan Schepenen gantsch niet Recbrlievend zyn heen gezonden? is ü derzelver Request aan Burgemeeftren onbekent? wel wagt dan in 't kort Copia Authentiek, 'er is niets ongerymds. in, deeza Luiden eifchen Regt en prefenteeren zig ter purge, dog ten fine jia een en andermaal om redres"verzogt te hebben, word hen het Request weerom gegeven met het antwoord, dat men zig hier niet mede in laat. Wat dunkt U hier van Janus Liberius? is dat nu niet alles wat uwe waarde braafile onder de Ogenlyners der Burgerye zouden kunnen wenfehen, over al kreegen de Oranje Lui de bons, door de Meeften, enz. dog Gud dank dat gy niet hebt kunnen zeggen door Allen, die zig aan de ftemmen van uwe waardige Burgeren zich zoo veel niet hebben laaten gelegen leggen , 'God dank dat 'er nog weinige onder gevonden worden, en dat derzelver getal vermeerderd , die zig door de waardigheid van uwe Schaare niet hebben laaten verblinden, en nu de oogen openen, daar hunneftemmen'niet verhypotekeertzvn. Aan de Geldkisten van Mennonieten en Roomfche opgeworpen Geconftitueerdens, om op 't Kusfen te komen, dog 'tgeen hen nooit zal gelukken, om het echt eerwaardig, .Leydsch.  ):( 2*7 H Leydsch Bloed 'er af te fchoppen , neen' de Schoppen houden hunne Schop te vast; zy die nog ontferming in bun Christelyk en eerlyk gemoed gevoelen, voor die overblufte Regenten, die getrapte en in uw oog onwaardige Buigers, zullen nog van liunne Schoppen en Spaden Zvvaecdeu , van hunne Mandfpaeken , Spiectn maken eer zy hun gettouweH zullen verlaten. Geen Pieter Vrede, geen van Beurden, geen Sandra nog Clignet, alle de hoofden der outydige Requesten , met uw (anus , aan 't hooft, zullen nimmer op 't Raadhuis gedoogt worden, al ware ieder Lei van het Dak eenen Duivel , met zal ze. 'er aflehoppen, en Hiyu gryzen Kruin is vof>r haar en Oranje borg. Maar uwe waardigen, wie zyn die, wie uwe aanzïeniyke Brave Burgeren? zyn het die 'van 't Toernooifpel ? gepromoveerde Hoofden! Ryke Lui? Salet, — Chevaliers te Paard? de Schoonzoon, van den Wel Eerwaarden Heere den Heere Cornelis van Engelen? is het of ook de-Uwe janus, fub noreine Cornelii Nepotis. Ons heugt dc Leus, haar Leus, Oranje Blixews, Oranje Donders; jla de Donders dat de Oranje jlr... der kont uitloopt, fla dood, en is op dit dreigen, ook (laan tot byna dood flaan toe, niet gevolgt? een 6© Man van het Vry - Corps allen gewapend, vielen op de Bürgers aan kwesten dezelve», hakte en floegen de Vrouwen in den Hals en op «Se Barst, Kind nog Maagd wierd ontzien, en gebeurde dit by geval? neen zekïr niet, het is bekent dat 'het een opgeïtemde zaak was, en wat Rechtsvervolging zyn 'er tot heden toe nog van gefchie J, dagvaardingen, ik geloof ja, ik gelaof meer, naarslyk dat de zaak nog niet aaneen kant is; en dusbelluit ik uit dit alles, dat gy Heer janus eene zeer onredelyke ftap gedaan hebt, om eene geheele Vroedfchap te befchuldigen, voor misfehien een gedeelte, dog op welken om dat zy nu uwe Listen out> dekken en te rug keeren, gy nu gebeten zyt; Ach dat zy nu, dog hunne waaragtig getrouwe Burgers leeren keuzen! daar gy, ja eene voor onze Magiftraat en de Grsote Vroedfchap over 't geheel, eene zeer grievende uitdrukking gedaan hebt, met te willen betoogen dat zy alleen het Ogenlyn der brave Burgery geweest zyn, 200 lang hei den Stadhouder gold, 6 Logenaar. Neen Janus, dit is zoo niet, en gy zegt het zelve DE MEESTEN.ergo niet allen'twaren uw door bedrog bekuip- te  )'.( 28S ):( te" de Meerderheid, maar die Mceften nu Janus, wie waren dief dezulke Janus, die door U ende Uwe te arglistig misleid zyn, uitgenoomen eenige verftokten, daar de overigen thans de oogen openen, en uw en uwer valfche braver. ogenlym niet meer willen, nog in gemoeden kunnen zyn; nademaal zy zoo wel uit de opgenoemde en nog te meldcae gevallen zien, dat Janus Liberius, of een Bedrieger is, die door fyne ftreeken Recht en Rechters misleid heeft, of dat hy ,• uit hoofde van zyn Adres aan de Groote Vroedfchap toont», de Groote Vroedschap te willen dwingen en te bedrygen; tot welkers bewys ik nu al verder in uwe Hellingen treden. Gy vervolgt dan met opzigt tot de meefteh in de Groote Vroedfchap aldus: Gy deedt ver ft ellen in den Raad, en door mve afgevaardigden in de Hoge Staetsvergadering, die U allen lof met recht verwerven, en voor welken men U openlyk eene zuivre dankerkentenis toe zwaaide* Hier mede bedoelt gy die beruste Memorie betreffende den Stadhouder, in de Vergadering der Gr. Mogende Heeren Staeten van Holland ingeleverd, en het daar op gevolgt Dank-Adres op den Burg, ik zal my wel wagten om de receptie vari deze Memorie ter Staeten Tafel, of den Inhoud daar van te beoordeelen, en zoo min Hun Ed. Groot Achtbare berispen, als ook daar voor bedanken, nademaal dit ëerstlyk eene Staatszaak is, waarin ik nunietbevoegt ben te tredenj om dat ik niet weet, op welk een geheime kunde van zaaken dezelve fteuud, eu vertrouwen moet, dat myne Overheid een zodanig ftap ten besten der Stede en der Lande doende, zy ook niet meer doen dan hunne plicht, en ik daar en boven door eenig 1 )ank-Adres fustineer Haar Ed. Groot Achtbare eerder te hoonen, dan hen Lof toe te zwaaijen. (Het Vervolg in Ar'. 37.) Aanftaande Maandag vervolg. Dit Blad word 's Weekelyks met een N0. a » Stuivers vervolgd, en is te bekomen te Leyden , iby J. PERK, eu verders alöm.  D E LEYDSCHE STEDEMAEGD, ENZ. BK 37(Vervolg vutt N°. 36.) Een dat wel met zulk eene bedreigde dwang, Comotie, enomydigebeweging, alsook by deze corrupte: Dank- Audresfen hebben plaats gehad, *n wel nog des te meer, nademaal het flegts eene propofitie is geweest en nog is , waar op nog'geen befluit is en veelügt nooit geen befluitkomai zal om welke reden ik met ec.bied tot myne Overheid fustineer en ook dies tyds gefustineerd heb, Jdarmen de Overheid een ftnfibel Affront in Stede van Lof aan deed, bedankende voor iets dat niet exteerde , en waar van zeer zeker verre het meefte getalder Tekenaars, onkund.g waaren :m ee 1 woord van alles. Voor het oveng.laat iki het Publiek oordeelen, of ik, behoudens alle veneratie voor de Achtbaarïïd Te 'de Stad Leyden in der Staaten Vergadering heeft, en zoo ik hoope zoo wel voor de misleide als de getrouwe, fchoon verdrukte Burgers; behouden zal, ot die SnLeyden zegik, diestyds van alle andre Steden ofderzelftemmen wel allen lof verworven hebben ? Ts waar Janus, * is waar, de zoogenaamde Patnotfche Couranten, byzonder de Leydfche Schendbrok of iever uw Vazal Cyf heer, hebben het een en ander uitgeboeBiokiaanschen Zuid - Hollaudtchpoha. Maar Man, Man, fteek uw hand eens m denl.oezem: we* gy wie het 'erin heeft doen ftellen!' hebt & velve 1.1 het een en het ander de hand niet gehad? gy met zeker Heer of Heeren uit de Vroedfchap, die zeernaauw met Uw en uw Boezemvriend van der Kemp cum Socus, omsaan? weet gy die Correspondentie met? 'k zeer *el, wret gy niet Janus, wie het Dand- Adres op den Nn curö  X 2& ):( Burg Mft ob^ftelflj is .het U oi.bêkeut wélke machinstien ff ft hél werk gefield'zyn, om eïti 3 a 400 Tekenaars te b&opnjen? oriurlle Halzen j die nog Lezen ao> Schryven.-konden, Ascliliedeii, vuliïi.-Iieden, en een arikul auflren rirfaftiank'yk waren als ook Schouten Dienaren, enz.-, weet gy niet, dat dit eenen der eerde flappen was om het Requestreren in zwang te brengén ? weet sv niet, dat 'er verlcheiden Tekenaars murmureerden, dat alles bekonkeld was door U cn de Uwe? en nogthans noemt gy dit alles zuivre dankerkentenis: Cr Janus Liberius? hiet dit zedelyke deugd, ? hiet dit oprechtheid ? neen , neen, als de verligte Vroedfchap uw Listen eens ontdekt heeft, als zy het oog niet op 300. niet op 4. 5. 6 honderd j» duizend van uwe waardigeii, maar op de duizenden -de tienduizenden de ontelbare verdrukten ikat, op ene ptrbtwen die op al.het farren opalie kunstgrepen, op asüfaiaalendc vloeken en verdoemen, tot gsen-oproermaken zyn gebragt geworden ,. :als die .eeios ontflagen zjillen zyn van U eu uw Addre» gvbrted, «an zuit gy zien wat zuivre, wat'alcemeciie Dmidbamiieid zal doen,' dan-zult iiyi met fpythet minzaam vertrouwen, de lieidetusiciie!) Overheid en Ba rt>r*i Smecdeu, IJ zeiven verraat, dit is een haatlyk woord dat men meest altoos by verraat gebruikt, immers zegt men van eenpgefmeed verraat, van een gefmeed óf-bekorik,e]d ontwerp, nimmer heb \ het in een goeden zin-, althans door goede Authetiren fpamzaam zi'cji bezigen, ik geloof dat ik de Achtbaarheden eene ftiile grief zoude-aandoen, als ik .zeide, zy nebben een ontwerp gefmeed, om dit of dat by den Staat door tc dringen, altyd iesn 'er in riitSmir.-woord eenigedubbelzinniaiieid van iets, 1 dat.-bJionkeldisin fiilte,onwettig, afzonderlyk,^]at buiten 1 " wee-  weeten van andren, beraamt en over een gekomen is, — eu in dien zin Janus, ja wel, z »p gy lut al nier in 't J'yne zegt, durf ik bet wei openbaar.zéRfien; ja bet JS wel degelyk een j-el'meet ontwerp geweest, eu daikiyk heeft Janus Liberius, aan de Blaasbalk geftaan; om de fmee aan te blaezen, zoo dit zoo is, -dan doéd gy kwalyk Janus dat gy de Meesten der Vroedfchap hier mede Complimenteert : neengy Injurcerd hen, want hebben zy een ontwerp helpen fmeedeu van een Genootfchap van Waapenhhndël, dan fustineer ik dat zy hebben geliandelt tegens hun eed en plicht, tegen deOrdonantie der Schutteryen, e» tegens de Costumen der Regeringsform, die zy bezwooreu hebben. Te meer, nademaal de zaaken der Wapenha'adeiof cier Schutteryen betreffende, altoos berust hebben in denfehoot van die van den Gerechten, en by Stadhouderlykc tyden me:; Concurrentie van den Stadhouder, zoo a's aan het hooft der Ordouautie en het Schuttersboekje Baat, dog dat de pespotieke Krygsraad 'er nu willekeurig en met fmaaddes Eeds uitgelatenheeeft, dog veelligt wel dra, het 'er met bevende handen, weer zullen moeten in (tellen : dit tfi t voor by gaan; het is ver af, deeze zaak behoort m zyn geheel aan het voorfchreven Collegie van Vroedfchap niet, maar aan den Gerechte, aan Burgemeeüers, aan Deken, zonder dewelker Combinatie door den Krygsraad geene Wapenhandel , mog ingevoerd worden , nog geen ontwerp g esmeed worden, door iemand hoe genaamt; en dus zeer zeker naar ons inzien en met beboorlykc Veneratien door de meefte der Groote Vroedfchap ook niet, derhalven geeft gy Janus, hier in een fyne fteek aan die meeften , die gy bedoeld: foei Janus fpet', Leden yan de Vroedfchap een illegaal ontwerp smeeden foei — foei. —— Dat de lust tot den Waapenhandel meer algemeen wierd , dit is waa.r Janus, maar dat echter in den toenmalige ftaat door de Schuttery niet naar behooren kon voldaan worden, is een onbefchaamde logen, nademaal de Schuttery elk ondet zyne Kwartieren en tlefpeftive Heeren Kapiteinen, zoodanig eene vordering maakten in korten tyd , dat uw armhartig iporpsje toen nog op verre niet by de oeffening der Schuttery haaien konde. Gelyk ook dan hiervan die Een* dragtelyken optogt op den 7. Oclobea 1783. daar van getuigt heeft, en onder andren om van het Vaers hier op door Doftor le Francq v.11 Berkhey tot Lof der Burgery Nu 2 "iet;  jK 291 ;:( niet te fpreken (want die naam Janus klinkt wat hart in uwe' ooien) zoo zie eens in de Leydfche Courant dato if. Octuber 1783. Waar in men in een listig Programma zeer zeker door een van uwe Cycladen gefmeed, en by de Smits Courantier Cyfeer ter tekening geprefenteerd ; Échter dit getuigenis gevojiden word: Verheugd u met ons, hraave Mede - Burgers ! over den dag van heden, wy zagen de Matibafte Schuttery dezer Stad vryvjillig hy een vergaderd, om aan ons en onze achtenswaardig Regeertng te toonen welke vorderingen zy in den Waepenhandel en geregelds Krygshezvegingen in zulk een korten tyd gemaakt hebben enz. Zie daar een opentlyk getuigen van de bekwaamheid in den teenmaligen ftaat der Burgery , ja toenmalig juist, toen gy met uwe Smits het ontwerp verder voortfmeden , om de Burgery te verdeelen, en uit die getendeerde Wapenoeffenaars de kutidigfte en geoefTendite tot uw te trekken , of die Oranjes Vrienden waren , die hun Regering eerbiedigde af te danken, ó dat afdanken zal nog Eeuwen lang in de oogen druipen ! Ja in dat zelve Programma, waar in men de Ingezetenen der Stad laudeert, propoueerd men eene Infchryving voor Kruid, Lood en uniforme Geweeren, dog het welk Monfieur Cyfeer in de uaastvolgende Leydfche Courant dato 27. Otftaber opentlyk heeft moeten herroepen, en waar in deeze aanmerkelykepasfage voorkomt, dat de Opftellers van het Pogramma — alleen uit een zutvre zucht voor roemwaardige Leydfche Burgers, en uit eenen Erkentlyken iever voor de blymoedig ondernomei: IVaapenoefeningen, de bekende Intekening hebben voorgefield', ■ ■—— jn het vast vertrouwen, dat de bereidwilligheid der Intekenaars, en daar door betoonde toejuiching niet minder aangenaam ttan de Leydfche Burgers zoude geweest zyn. dan dergelyko Intekeningen (NB.) aan de UtrCcbtfcbe en andre en zulks te meer, om dat dit voordel geheel buiten kennis van den Krygsraad gedaan was, en 'er dus geen febyn zcljs ingevonden werdt van eenige felicitatie van den kant der Schuttery, en om dat bet naar bun inzien, van den Krygsraad niet te vermoeden was, dat dezelve in haare onkosten liever zouden verkiezen onder/leunt te worden door de 'boe zeer ook wettige, echter veelzints gepwongene Contributie van Geld- Burgers , of door Boetens van Dienstdoende Schutters dan door jeergiften enz. Hoe  X 293 X Hoe zult gy dit Janus nu over een brengen met uw gezoden , dat aan den ftaat der Burgery naar behooren niet kon voldaan worden? daar uwe geeïlhncerdc Correspondent, opentlvk den Lof der Schuttery erkent, en de Krygsraad peen gebedelde Eergiften voor haare Schuttery begeert ? Nemaar zig in ftaat kent om uit zyne Casfa en de nodige bylagen der Burgeren en des noods zeer zeker by de wettige Magiftraat verder onderftand konden bekoomen, foei Janus , foei zoo baldadig te Liegen, loei, foei maar het Jeukt U daar niet Janus, de bedelary om de Weesjes ter Slagtbank te brengen was nog niet ryp, is dit ontwerp nu opuweii Smitswinkel gefmeed; laatous zien waar op uwen geheelen Brief nederkomt. Gy vaart dan voort by herhaling te aeggen: De Meeften uwer bekragtigden het ontwerp met hunne gewigtige goedkeuring; maar Janus, mag ik behoudens de f erbied voor die meeften onder de Vroedfchap, m hunne kwaliteit als Regenten, wel eens na die Legaliteit vraagen? is het U onbekent hoe alles is doorgedrongen, op naam van Burgemeeftren, Gerechten of Vroedfchap , zonder dat dezelve ''er over 't geheel iets Wettigs van wisten, eemgen uwer Caballisten uitgezonderd; was het afzetten, het ontfchuttren, het aanzeggen van dit of dat, met kennis en aprobatie van Burgemeeftren t wierden de Burgers niet geroepen, geordoneert uit naam van Burgeinetftren, daar H. Ed. Achtb. allen niets van wisten, ten minften niet unaniem , niet wettig t nam men tot bereiking van zyn oogmerk niet tyd en gelegenbeid waar van eene inomplete Vergadering J welke draaijerv 'er in de Notulen der Krygsnmu zyn gefclned, dit zal de Heer de Mey van Streefkerk best kunnen weten. — En Bode Post, de Ruiter? order van Burgemeeftren?— en wat zvn nu de gevolgen? dit, dat het meer dan ooit den Stadhouder gold, dit, dat men perfas&nefas hem wilweg hebben, hem hoont, dit, eindlyk dat het geheele Spel, door Heerschzugtige Roomschgezinden , Remonftranten, onzuivre Mennonieten word gedirigeerd, onzuivre zegge ik, om dat een zuivren Mennoniet, ja Roomfche: nooit in ftaat» om zig op zulk eene wyze te misgrypen, dog ik bekort ; Ut wil myne Burgers niet langer ophouden met uw Regenngsfchend -Boekjes te wederleggen , ten ware gy het voor de vuist met mv naam vorderde. Ook heb ik op het ftuk der geheimhouding het myne Nu 3 ree"s  reeds gezegt. Alles wederom aantevoeren, wat ik zoude kunnen, zoude zyn Cramhe bisCocla, of anders, zoude ik kunnen zeggen Janus 'tgeen Uzeker Toegeheüigt)Boek,yerkoperrje, wel van zeker Achtbaar Perfoon zeide , al ftfet gy den dwazen in een Mortier hy zoude zyne van Dwaasheid niet afwyken. Ondertusfchen Leeraard de tyd en de Handel wyze van ■Uw, en uwe Mede-Aucleuren, mitsgaders die van den Krygsraad duidelyk, dat het hen meer dan ooit ern den Stadhouder te grieven, te doen is, en tevens om Eerlyke Burgers die aan hunne Overheid de verbetering van Misflagen , en het handhaven der Stede Rechten, met alle befcheidenheid wel willen overlaten, om die zeg ik, te verval-* gen. Eindlyk dat door Bedriegers en listige Menfchéti, arglistige Wysgeeren, valfche Propheeten , en doortrapte Héerschzugt óf Sectedryvers is gefchied, dit fchynt niet maar is ten vollen in deeze daagen bewaarheid, voor al in uw Schriften Janus, in die van uwen letzer, gy beiden volgt volkuomen veelerlei falfiteit van Burgeroorlogen, of laarjkhet rond uitzeggen Gahalen waarin men altoos heeft bevonden, dat 'er onder dezelven doorliepen Menfehen gevonden zyn, ia welkers boezem de geheimen, de groote verraat geheimen, alleen bleven opgefloten. terwyl alle de andren niet anders waaren dan Speelpoppen, van de misleiding dier Perfoonen, of ook wel van Tjerannen, derzulker rusteloozen iever tot Héerschzugt, was niet zelden Jaaren lang bezig om een ontwerp te fmeeden, (ikvzal dit woord ook nog eens bezigen ) 't welk in een weinig tyds zomtyds wel op een, énklendag uitbarfte, zoo als het berugte voorbeeld van Catilina, de dood van Ca-'far, de B. uibit te Parys, 't verraat van Amfterdam Ao • 15-35-, Napels beroerten en eene.meeuigte andre gevallen dit Leeraaren , zulke Listigen maakten, altoos hun werk om de Ingezetenen, en Regenten in den grond te kennen, hunne vermogens, driften des gemoeüs, neigingen tot deugd of ondeugden, tot onverfchjlligheid, om al of uiet te regeren, of zugt tot Heerfehen. Vooral penetreerden zy het natuurlyk vlug of langzaam verftand, het corrupt of gezond oordeel, het geleerd en ongeleerd vernuft, in een woord, alles waar uit men een zeker plan formeeren konde, om elk 11a zyn aart in zyn belang te wikken, en men maakte zig gemeen met allen, men hong de huik naar den wind, men maakte de zotten wys dat zy ver-  ):( 295 X vertTsndig wnaren, den verftandigen behandelde men rfiet fyuijahcden vnn vernuft, en een Zieltje van deezen gewon* lien lleepten'erveelen mede, de Gierigaarts of Handeldry- ;| vers, fprak men over hunne Fabrieken, over de voordee* i len die door Projeften eii Kobpmanfchappen te bekomen I waren, de Ryken leerde trien , dat «weldoen en Menfchcnliefde, in de bedeeling der gaven bettondt, de Jongelingen : der .aanzienlyke vooral fondeerde men naarftig-, en de Jeugd vatbaar voor Vlyery, hoop-op Eerampten, veranderzieke Burgers, fleepte men allen roede door een vernist weldenken, dus d«ed een Bedrieger fheer kwaat, als duizend Losbollen, gy dan Janus, gaat gy aan dït Eeuvel niet mank ? hoe Haat 'er Uw gemoed by, als gy eens , i de Cedul motst opmaken van alle de Gruwlen, uwer zoogenaamde Brave Burgers, als gy eens nagaat hoe gy als ü mooipraat al gekeuvelt hebt, listige Plans gemaakt, Couranten geftolFeert, uw Zuid-H llandsch Koster van alle Parochiën van Woerden, met uwen letzer, v. d. Kemp, en :: andren alleStads geheim aangebriefr. ó Janus, Janus I hebt gy een verdraagzame Ziel ,-een Gemoed? zoo gy die hebt; lees maar eens dit kleine Lystje, 't is maar een Schetfe van de daden uwer Brave Burgers u VolkHem- I; mers, uw Weldenkende!): i) Heeft het Vry - Corps niet met geveld Geweer vaü ' vooren en van agter de Stad als 't wareingenoomen ? 2 ) Heeft het Vry - Corps, niet een Jongen die onnofel :.- in 't Veld een Pistooltje had ? deerlyk mishandeld ? 3) Heeft zekeren dollen Jongen, den Leeraar de Haas, niet op den Mantel, gefpogen en den Eerwaarden aangerand,, in 't aftreden der Predikftoel, is den Vlegel door den Hoofd-Schout niet vrygelaren, terwyl een ander onfchuldig geftraft wierd, en het met de Teering van fchflk feefturven'heeft k 4) Wie heeft het Huis van de Heet Brendef geteert ? zyn de vlugtcnde Nachiwagten hier over sehoord? f ) Wie heeft zeker Wekker, over ris Brug in het Water gefmeten, dat de-Man verdronken ,* zyn kermen gehoord is, zonder hulp, >— en het liaan van zeker Man, ddor een Gerechts - Dienaar in 't Gelag, dat 'er Dood op volgde. 6 ) Wie waren die Nagt dronken, en fmeetenal wat hun van Vaatwerk of andre vertrouwde Goederen, op de Straat in den weg ftond, in 't Water of brakent aan Hukken? 7)  7) Wie heeft de Steejie Palen, uit de Stoep der Boekverkoper van Damme gerukt, en naderhand by den Apotbekar Brands ? En korts de Livreibediende van de Heer van L. Oostvoorn? 8) Wie hebben by den Hoogleeraar Proffesfor van de Wynpersse , een Man waar in zuivre Godvrngt, Wysgeerlyke Kunde, in alle de Edelfte Takken van allerlei Wetenfchappeu; Reden, Bedaardheid des Gemoeds, op het eerwaardigfte vereenigt zyn. Wie hebben dien vlekkelozen Man, hef Huis geteerd. Dat men het op die tyd Barkhey, en de Predikant Dagevos en andren ook deed ; og wat was daar aan verbeurd: men waarfchoude, o wonder Berkhey, en de Wagt zelve leerde hem de Konst om het Teerfel aftewasfen ? 9 ) Wie hebben de glazen ingeflagen, en ja by allerlei brave B irgers ? io) Wie by de Heer Apothekar Dagevos, een (lil man de glazen ingeflagen, en met eene geheele bende de toefchietende wagt, (quafie) weggejaagt, die.fnaken zyn nagenoeg bekent., -maar vi ) Wie hebben den Burger Jüliffen , een man die niet in ftaat is zyn woord te doen, deerlyk geflagen en mis:C -ao8 );( dwin'glandyhümie Burgery over het geheel, óf over het byzonder aangedaan, even zoo als in den jare 1672. zeekeren J. Havé, Baliuw of Bewaarder der Saayballe,. hefcimidigt en vervolgt zy He geworden, van oproerige bevvejinaen diestyds; naderhand opentlyk door zyn Hopluiden rs gerecht- H veerdigd, door hun eigenhandige Declaratoiren, en wel op '\\ Requifitie van Willem dhn Derde» , en Leydens ' Herltelde Magifbraat A». 1678. zie hier dit echt Stukje j j nog per Hotte: Cofia. Zegel 6 St. —— Corn. Heidcinus. I Wy}. Alênsöün, Fendrig; Gerrit van Kf.r- I ctiEM, Ouarticrmeefter; Piet Cornf.lisz. Slingei-and, Adelborst; en Cornelis me Vrome, Rotmeefter; — ende Pieter van der Codde; . . . fyn geweest onder de Compagnie 'van de Heer An- i dries van Groenend yck , in fyn Leven Capif 1 tein defer Stede Lurgcrye, verclaeren waer ende \ waetachtig te fyn, ten verfuucke ende inflantie van Jan Have' Musketier, onder ge nelte Compagnie , dat jy representanten noyt ofte oyt gezien, ofte gehand be'bbm fdat den requirant in bet boos en droevige Jaêr Zestien honderd'twee en 't zeventig, fyn felven fond; hebben gemoyf met eenige muiterye of kofe-i ofte revolte, maer fig felven gedracgen als een fatfoenefyk Burgerender eene Compagnie betaemt te doen, alsmede in de Jaerc Zestien honderd drie en 't zeventig hy requirant met haar deppfanten tct Öudewater in Guamifocn gek gen beeft f onder dat de felve requirant j eenig muiterye off onwilligheid in het parecren der ; order heeft getoont maer wei contrarie alle fogten en j aagten naar belmoren waargenoomen, gelyk het zelve < yan een eerlyk 'Burger vereist werf, wydtrs niet getuigende, gevende voor redenen van Wctenfchap 't j Zelve alfoo gefinn en nooit anders gehoon te hebben: i pefentecrende fy onder gefchreven 't felv» des neods ' fynde nader iruuwe te doen. Is  ):( 209 X Ts overmits deze na waarheid binnen Leyden gelei kent op den 23. December Zestien honderd agt tn Zeventig. (was getekent) Cornelis de Breed, Gerrit van Kerchem, Fieter van der Kodde. Achter op ftêncl eigenhandig: Ick ondergefchreven verklaere by deezen ten vtirfoekë van Jan Havé, dat ik hem myt gekent en hebhe y'öor een Belhamel van Muiterye in den Jacre 1672. ;j gepleegt, Leyden den 23. Xber 1678. Jan Alensoon, de Jonge. r Ick endergefchrevs verklaere mede als boven Jan Havé nooit voor een Belhamel van Muiterye gcktr.t te hebben in der- Jare lójz. gef leegt; Leyden den zj. December 1678» ï'ieter van Singeland. ; - -, 7 ' ' Laat dit voorbeeld U nu Leeren afgedankte Burgers, .hoe de tyd onfchuldige Burgers rechtvaardigt , gelyk dan ook deezen braven Leydfchen Burger Have, recht verkreeg ter zake van een fidècomies op hem verRprven vaa zeker Alkmaers Burgemeeller Comans,. welkers nalatenfchap ; onder Voogdyen van de Egmonderr van de Nyenburg, i vry fleepend wierd gehouden, dog welker Rechtvordering door Willem den Derden, die over al verdrukten hielp, « volkomen herfleld wierd; en daar en boven deezen Havé door de Regeering met het Bailluwfchap der Saayhalle dat 1 dicstydS geen gering ampt was, door de Regeering begtm1 Bigt is, eïi zoo ook zal WiliemV. met God verdrukten helpen. Gydan verdrukte Burgers, houd moed, kleef getrouw J aan uwe gevoelens voor de nöodzakelykheid van het Stad» | houderlyk bewind, maar leeft ook Liefdryk, gehoorzaam* tevens Mannelyk, voor uwe beste, uwe wel willende Regenten, Üa ze by, helpt ze a's zyu roepen, hoond nog vloekt 1 den misleiden onder de zeiven niet, want zy vertoonen uwe Achtbaarheid , en misbruiken eenige die tot overhetrfching i bekksgze; enlaat het,tegenbeeld vanhoogagtjug zyrt üo 1 vguf  X 3oo ):( voor hen die voor uwe Zaaken als-Mannen Van Eer, Eed er? Plicht ftaan, zoo zal de trouwlooze Regent, hy zy wie hy zy, in zyne eigen fchande'vevtet-ren,' want God zal deu Geeft zyner wrake in zynen wroegenden boezem zenden, ja' in 't gemeen, zy, die trotsch op hun Caprices, 'fteunenop hunne Menschlykhedtn, redeneren dat zulke dingen onmogelyk zyn, cnzoo als zy telkens alstGodslassraars zig op- God? llecbtvaerdigneid beroepende, zelfs durven zeggen dat zoo onmogelyk als het is metdehand.aan.de wolken tctasten, dar. het. zoo orrriogelyk is, onze Landszaak, euze Oranje, onzen Godsdienst, oi;'zc fieroeiingen herfteld te,zien, - ■ Dc-ezen, ja deezen', en ook gy Janus Ujp.bius, gy Ietze» gy znlt het met uwe pogen zien, dogj^en genot'('maaken van Ret genoegen, dat een eerlyk op G'ód' vertróuwend gemoed heeft, waaneer het ziet dat de Almagtige zyn Rechtzake ge. jicht heeft, en zyn Vyanden aanzynen Voetfchabel vernederd •zuilen zyn. Maar gy dis alles door uwe nutelooze woelingen ontrust Eü»bt, zult in .uwe onrustal knarsfstandend van fpyt t-artjeji als dc. Hoos-van een wervelwind: daar wy vreugd* £iillè"rt Jiikhen , in dc kalmte eener zoele zuiden wind. i Hui mede breek ik at', en houde^bet fook daar voot, dat Jaumt Liberius ziet, dat lang borgen geen Jewytfcheldeq is, en dewyt den letzer en mfa W« U. Janus, zyne Stukjes met wonderlykc fraaije' en viucIinRiyke: nieuwe Tatriotilhe Vaersjes vereerd, zal ik de eere lebben met een zeer ouwetwetsch 1'atriorsch Vaua|e, van wie» een oud, eerlyk oprecht prlnsch-, St:ds- cn Staatsgezinde vernuftiger» leydfchen Burger, SamueL Baviere", een Man genoeg bekent door iet Grafichrift,. 't geen Jan Berkheï, Grootvader van | le Francq jan Berkhey, op zyn Z«k in den O.t gang der P.iete-r-sUerk-1 s doen eejellen ,. dus beantwoord Baviere , zekeren loozeu Boschaebi>, en das beentwoord ik uw Janus Liberius, Nu dit 'j maar Spotterny myn Kritxd, vertfeu'a' my niet; tut , ■ Hat ik. U neemen ivii een Zotskap : ifeen, maar ziet : toe Dat gy geen Slang en word, want ten die fiepaal ftrttkt , Dient tong(tS Keesje moet) en lekt niet, maar zy fteekt, Dog Jla.it aw mezen fluuts, om dat ik. U de waarhe>i Te v,eei h,h anr.gftteont, en hitderd, U die iklaerieid f lran 't zejJ'&f 't gezhht, poe doet ver/lfitt. my velm in ieder Oog luat Niet, als 't finijdji van eer. Snel. • ' ' " B A V I -E' K:- E t • IL en JA'N 17,5 ..jF.RAtfK-E N t-U Sj Na dat ik dus aan janus Liberius ook -.het .myne gezcgtijiei) * 2*ude ik hier afbtêken;' maïr om dat ons In' dé' h.ind ko'ini',' liet DcclararcrirtoiGc o-fti'ueeril'ens eh de piopoirrie 'rendeerend'e iiéx8»H Jan HasleltenEIburg, zóo-ziiifen wydïit Stuk benevens de Naameniliicr Iatuii volgen, en daar na op het ftuk der Ampten, en dei faïéiuenTooi de Roomschgezinden, met een Nommer beïluiren , op dat dan 4e Leydfche Burgery en de geheele Waereld zien moge» , wie die ootablc, die wyze / die uitneemende Mannen zvn, die Gecsnfritueer. dens aanftellin , Regeering dwineen, Burgers in 't gemeen, en haar lieder eenvoudige Leecign, Misleiden , ja meteen Onbefchaemtbort ♦bor de Kop, de Wettige Overheid voot by gaan en asfurant, eert li  ):( 3°i Becfarere ik Ondergetekende Notaris binnen de Stad Leyden redderende, dat aan my zyt/ vertoond vy/fluks 'Qualificatien, ieder derzelver gefchreven op een Zegel van 12 Stuyvers, alk eenf luidende, van den volgenden Inhoud: Ondergetekende Burgers en Inwoonders der Stadl.eydpn, Conftitueeren, enQualificeeren by deezen, de Heeien Pieter Viumnr., Nieveld, Jak Pilter Sakdpa, Jan r* Kkutff. M. j. Bylivïld, Abrah. Jacq. la Pikeuf, K. BE PscKltR, van llAHI, SjSTE, C l1cnet , HlHK ; Swart, Lokcq, ru Cloux, van Noort, Buoa'ille, Harte vei. d, Nood en laPoole, om uit onze naam, en van onzen 't weegen aan de Ed. Cr. Achtb. Vroedfchap deezer Stad , te .Prefenteren het Request, tenderende tot Verzoek om het ter Staatsvergadering di;ar l.taa tt.helpen Dirigeren, dat aan de gevlugte Ingezetenen van jHattum en Elbuig, dadeiyk werde geprefteerd de aan hem door Hun Ed. Groot Mog. toegezegde Proteclie, en het EfFect oer Unie, als mede om de Provinciën van Gelderland, eti Utrecht met den meeften fpoed te redden, van denj.Oever des Verderfsen de gefchillen ten genoegen der Burgeryen afdoen , en eyndeiyk tot vernietiging van die Corpfen van Wapenhandel, die niet in do fpeciale protectie van Hun Ed. Groot Mog. genomen zyn, met magt om hetzelve des noodt op alle mogelyke ên Conftitutionelc wyzen yopft re renen, en tot den einde toe te vervolgen, air mede om te Delibereren over al het geen veteer tot hc-rflel van éer-ten, en Voorregten pf £e\ ordering van hei gemeen welzyn van deeze Stad en Bnigery nddigzal morden bevonden, daar van de Poincten op re «ellen, «n ui zelve aan ons, als die te faa» men het Lighaam van Cdnftituanten uitmaken, ter approbatie, en overweging voor te draigen, en voorts in «nzea Naam alles uittevoeren', waartoewyhun in 'tvervolg opeen wettige wyzen zullen magtig maken, belovende niet alleen het zelve, te zullen Ratificeeren, en van waarde houden, maar ook hun omtrent alles, wat zy op die wyze zullen hebben verrat, te indemneeren , en bunnen Perfoonen, en Goer deren, tegens alle geweid en overlast met al obs Vermoogen te zullen beveiligen, en befeberrnen, waar toe wy onjby deeze op het plegtigfte verbinden. jfrüuqt Leyihn #n 13. JV«ve»»ier 17W. en votgtyde dtygen. O 0 3 Q?  ):C SOI ):( Op deze Qtialificatie zyn getekent v.yf differente Lysten, die bier volgen getekent, ivy bebbèn al zeer naby de onderfebeiden Religies nagegaan, gelyk ook bet Beroep en Woonplaats , dog vermits men veelligt, in gelykltridendo Familien Namen zig verabuzeeren kan, hebben wy alleen de Beroepen, van die wy> zeker zyn opgegeven, die wel in deorigineele Copis niet naast genoemt zyn, maar die wy de vryheid neemen bier by te voegen zullende de Calcule der Religiën enz. nader volgen. Eerfte Afdeeling. Paulus du Rieu, Wolkoper. Ads. Kester, Vader van 7t Weeshuis. Corn. van der Reydeu, Behan- ger. C. van Engelen, Menist Predikant of I. L Willem van der Stengh ? Junior j Ztonvan de Collecteur.' Leon. van der Aar. Cornelis Conynenburg , Reaon- ürant Rentenier. Jan l'aauw , Geweeze Tinnegit. ter, As L. M. Fh. D. Izaak Reneaud, Lakenkopcr. Abraham Bedrer, Kuiper. Steph. Jacobus van Langen. Maarten van dei Aar. H. van Beek. D. Bouwman , Notaris en Plak? hriefdrukker. Jacob van Noord. Joüie I'Ange, Procureur. Pieter Noortziek , Gcmeeee 7atakskoper li. C. van Beurden, ll-'elkeper. jan Van Heukelom, TsMkfér. Jan Cotn. Valk, Hém. Predikant. J. Steenwinkel, Advocaat. Joh. van Tiffelcn , Boekverkoper. Fredrik lanRofelles, Bakker. I). le Maire, Wyr.koper. JV. de Kruyff, M. D. J.A. van Cleeff, Kruiden. Ridder B, A. M. Cerifier, Sp . . , n. M. van Nood, Geconfi. Advoe.S, Rendtik Jacob Ciignec , Fabrikeur. Louw van Santen , Renpetitor. J. vanserVyver, Schoenmaker. Johannes Reem , Kleermaker. Willem van Pelt, Vleeshouv/er. Ad. Gordyn , Wynkoper. ». Vygh, Boekverkoper. Tweede Afdeeling. Jan Rut van AncUinga, Stalhouder. Atnoldus Xenips. Cornelis van Dyk, Koikebakker. F. A. van Oyen , Dekefabrikeur. 'cd. lurgert. M. v. Berendregt , Timmerman, Joh. La Lau, M Met zeiaar. P. A Dumunt Pigalle , men z.egt Bdiende der Franfche Courant, en Brief. Befieller van C» van Engelen , 'üernatd , Ceiifier, M. j, enz. L. G. T. Kerreux , Frame4 Trantlateur der Leydfobt Courant. Fieter de Noy. S. de Kruyfif". Chrift. van Wesfem , Op 't Comptoir van Hartrveld. J. Schilham , Geweeze Chirurgyz >.a Tdpper. • H. P. Wilroers , W-inkoper. Samuel le Poole , Greinbaae. Felix de Klopper, L. Courantier» Etienne Luzac, Fr. Courantier. Catolus van Langen, Wolkoper. W. van der Manden, M,Do3.RtB^ Pieter van Veldhoven 1 Dteienfabrikeur.  t latzb Le PoleGrilnhan, ' ]»•' ( bavkl HoUwildciS, » = * MarcuS van der Linden. I Jacob van Outeren, H. Z. I W Boudri, Zoon van de ^ F" I r,m4« «/> ^ Gfremajkg F Abrah. mrteveld. Wfeur. f l Abraham Beaumont, Qttdxi*»* A. j Dirk' de Wringer , Rp^gfcbH- jg Care? Soeten , 9W>»* ^{*'- *e Mfcfr m» Haarlem. J- I T Telmi Taten , Diaken. . *■ kniel "ar, Xlmkenberg, 2|M* g t Wjfcrt" Arv Opmans. ^if Kloppenburg, jvl A. van Peene. Pieter Lambcrts. Adtian. van de L*>r, van de Laat, er Boernjé.e. .# van dér Brcgge PaïBW» melis N-jzeman. irvk Garrz. w5 simon Nisfle. 'crut van Dusleldorp. tonic van Leeuwen.| anti Abspoel, Zoon. ak rütiet, Fal'rikeiv•ter Verleun, trus Wyland. D. Middengh, Mankoper. de Wilde, OrjrnWM*. .Ux Mevlan, »***r' oos le Maire, D V. M. . Kuypers, tóir«r5J«» W*! ,- „ r-rs^n Prniknaktr. lorne'ius Gojen , rr < x « an Helding,, i" ior Jntgert van Putten , Ji.mor, Jthonie van Bommel, Ar?nol'dus van Gennip, C. Z. Hc^nus H.lder, ^'*r. , B Koek, Ktr:• L' tö'Setriöta. ***** Bi*  X 3«4 H bjtk Moerman den Ouden. Cornelis Koppenal. jacobus Halebos , Mandeneaher Frans Vermeulen de Zoon. J. G. Saurhach. Fransje Does, 5,hand-R^ve, Wouter van Dusfeldorp. Abraham Ow'el.' Jan Rooiïer. Johannes Mittereither. Abraham Snyders. Cornelis van Wyk, •L. Bekking. J- H. Jacobs. ^DVlhul Hgmeri!c » !« ** Matrheus Wouters, Uitdrager. *e?j:'\ £everin' ^W^,V, G.Hemerik.I Z.,«Mi,s„r. fa^me*^'*3'^^ J.iDeeleman, Haarkam, Schipper. NB Copy/laat 3 lys^ ! Derrffe Afdceling, P. van Ameyden, Quartier. MeeJier der Ed. Mauh. Schuttery, Clerca ep 't Qempuir van Ha.r'i teveld. ¥• Pluygers , Quarlier . Miflter . Boerverltcper. Arnoldus van Dvfc. Jan Klevers, Kec.kbakhr, Ottar- tier - Mee/Ier. ' ' w • Hendrik Wynen, Cerperaal van de Adelberflen der Ed. Man- halte Schuttery. Üendrik Noorrziek Junior. J. ivan Gent, Kndrig der Schtit. ttry, Stcimecfier aan' de JVS. lepoort. T« van Bergen.' H. Kouwenberg. Cornelis van] der laar. 4. Hellemer. Heyligeit, QvartierweJUr, J. ïcJgrom. ' Ary Bavier Abram de Bruyn Junior. ■ Abram de Bruyri de Oude Pieter van den Hoek. Adries Florcyu. ' •• Nicolaas Koet. Hendrik Land. Hendrik Verhoren, N. BoonhofF. Ary van den Ouwelen, Meefltr. kr.egt by Vrede. Abram Heule. jan^Gelton , Winkelt 4jf Karei Hamer. Pieter Geeraars, Meeflerknegt by var. Heukehm. 6 * Gabn'cl yan Oerle. J. Sch reuder. .Hendrik Roofier. Servaas Roofier. perrir van Nierop. Anronie van Nierop.. Gertit Roofiet. Pieter Roofiet. Jacobus Taft.' Jacobus van Ovast. jacobus van Ovast de Zoon. Willem yan der Linden. Gerrit van Hazeveld, Vheshte* Wersknegt. ' y • ** jacobus Koet , IVcrltua* i, Vrede ' ^ R. H Wynen, Rentenier. M. WiUeke. ' Philippus Berkk»ut. Ad- Hemerik, Quartierm, ty d, £d. Manh. Schuttery 't Celan. * de Ptée , Hui/epoker. ■" ■ ï.. van Aken , Orlotemaker. johannis Musfsrt, Abram (Jen Eenhoorn. H. Schouten Pcltenburg , Cer- peraal van JU ' Adelberfien ' Vleeshou-aier. '■' Hendrik Turion, Quartiermcefi, §• Va» Deventer, Quartitrmeei.  Lamben Sch tender. Cornelis Kaneman. jacobus van Kampen, Quartier- j*hannis Hoeffmit. ijscobus van der Linden, £. Ksasichieter, Corpar. van dc Adelberften, Bak.hr. J. Duyndam, Asman. Matthvs Albert. P-cter Schieudc, Jan de Man, Trappist. Kerkhoven! A. T. Hoeken. J. v. d. Bregren. Chriftiaan Need. Dirk Holtz. L. Delforno. ' Dan. Hend. Rigiiour,' övtrbeknt. C«rr.elis van Woerdan. Cornelis Nelislen. Willem Musfert, Anton. de Man. Adrraan van den Burggraaf. 1. Vaa , Cü,>.toirknegl by Qlignet. Dirk Rutte. Johannes de Kok j. H. Niewenltuyien. Jacobus Kelder, Tapper. jan Moelce , Qj.ertiermeofter e» S'/ieut1 der Comeiie. fi. van Hartwyk, Schipper op Haarlem. Eygeman. Claas Düyffen, per order. Pieter van Buyten. Carl Breraer. H. Goddatus , op 't Canteir ij ' Eucalje. Theodorus Klingen. Cerrit Klyn, 'Lucas Lievers. Bart van Oerle. Êgbert van Felen Sch. ij.it. C. Wvnkool. %V. v.'d. Goorberg, Zilverfmit. Gerardus van 'tRiet G. Z. Shilippus de Ridder. Abram Montagne Juinor. ' G. Willem de Vrue. Klaas vtn Egmond. El/as Pauw, Johannes jacobus van Talma; Leidekker, johannes van dei Velde. , jan Lotten , Bih.ingQ. Abram Anneeze. Cornelis Musier jobannis Antonié Huyer, Kamer* kehinger. G. Roelandfe. W. Peskcns, Kleermaker. Hendrik Ha'lder. j. Reynierfe , Quartiermeetter , Twynder. Gerrit Goddarus , en per order Corn. Willem Gocjdreus. Klaas Niehot, Grutter. Gerrit Vermey, Deeke Fabrikeur. J. |J, van de Walle , per ordtr Klaas van Cinrer, J. J. V. d> Walle. Jan Bonre. Salom. Bonten, fer oriiWLowies van Daslen. J. j. v. d. Walle. M. W.v. d. Walle. Tbous , Winkel knegt by vat) Langen, Frans Wens. rierfrViele, V'tdragtr. Willem Spif.-ings, per order. Willem Tys, Schoenmaker. ' Mr. Pr. von der Bu'gt, Abtaham de Ridder, Kaartexec. ter. W. van der Meulen. Johannes van Be.nmel. jacobus ie Francq , QuarttierMeefter. Dit is een verre Neef van DoS. le Francq va* Berkhey , die aen valfchelyk Confundetrt. Willem Speelmans, Lucas van Snaaien, Adriaans Bosman, Blikftagcr, Wagenaar. Izak Jasperfea , Meefterk»egt yan Sandera. Hubert v, Aiohen, Q&rttier- Meefter. D, Hogenftraten, Quartier- Meefter, Gabriel Roelandsze. Jan Koet, jacobus Koet. jzak Milekan den Ouden, B*k\ker. Abraham Felix, Quarttier - Meefter, Bak,k. £, johan palm , per ariër ij. C Dutter. tan de Mierre , Meefterknegt bat de Kruyf. Hendrik H°genftraten , Kejfy Schenker. Abtaham van Vianen Junior. Abrah. van Vianen , Kaartetet- ter, J, van Vianen , Kaareezitttr. Pieter Buys, Corporaei. Pieter Looy. Hendrik Groen. Wrllem van Seler. itatrys Sionwenis,,  Adtiaan Hoiften» Abraham Kroeff, jt N, la Lau. Hoeke. T. Akcrfloot, de Zoen Minderj*- Simon »an der Aar, Pietei .nouwer. Corn. Sivanénburg, Grutter, D, Wormer, Men vieet niet ef dit de Vroedfchap Wurmcr is, apparent is 'i Warms die %aam vind ik. elders. Nicolaas Goyer. A. iEeaumond , Vermtr en Gla- zemaker, C,G, van den Ysfel, Timmerman, Cornelis Nooit. N. F. W. Snoeck , Zoon van aen Schepen Snoek. Iz. Veikouw, Bidder, P. Zwanenburg, Cbirurgyn, Evert Jongeneel , Turf hoer. Joh. van Egmond , Apctihjr , Corporaal van de. Adetborflt: hy de Wel Ed. Manhaftc Schuttery, j.tA. Wilmers, Wynfoperszoon, F. W. Schaare. Coiftiaan Verkouw. Daniël Plantfebet. Philippul van Outeren. W. van Gaasbeeke , Clercq. Marcus Gaspari, Orhgiemaker. J. J. Beets, Sttelemaker. Authonie Holswilders, Por/er. Fietet Teyken.j C. Tcyken. P. F. C. Clignet. MB. In cr.ze Copy flavt, zyude di Tvjcede oruert. Lyst. Zynde de Vierde Jfdeeling. Hendrik van Tiel; Gedeporteerd hy de Sociëteit, Compagnon va» P. \Vrede. 'A. E. de Ruyter , Mfflent aan dc Waag, GcdqtTtsnii in at fyeieteit. Hendtik Rotfcheidt, Fabrikeur. Jacobus Molenaar. lzaak Mielekan , Bakker. P, Palm , Korendrager, Jacobus van Versfen. Jan van Hoorn , Tuinman. fietet dé Ridder, E, G, Righout. Joh, La, Lau junior, jacob Kamperdyk. ündries de Ruytér, Klapperman! D . , . . I. Pierer van Eeden , Orologiema- ker. Philippus van der Ree. Hendrik Visfer, Hocdemakar, Dominicus Spiering. Jan Brouwer, H, van Valkenburg, Tulnier, Ab, Verfchoote , Paruikmaker, Daniël Schretlen, Koperflagir, Jacobus Snarenberg, Timmerman. Lamb, v, det Mey , Zeefmaker. P, ]. de Huiberr de Beaufort, Geuit KJynderS, Verwer. Hcrmanüs Walenkamp, N, Eor.d, Schilder, Hend. Henkes, Velleploter. Erans Stanct, Bakker'.1 Ary de Kort, Casper Nihot , Bakker, Zwager van Pieter 't Hoen. H. Boudrie , Gaare - tmynder. Louis da la Potte , Paruikma. ker. Ruth Vreugden, , Jen van Eyk , Krank zyndt( }ar. Jacobs , voor myn Zoon, Louis de la Potte, Cornelis van Hoogeveen , Junior, lj. il, 178*. In 'i Beterhuis ? Jan Fannekoek, Tinnegieter, D. Zwaneveld. Math, Schamper, Izak C, Schoutoér. F, D, Wallencourt. P. S. Eikkes Backer , *;£ Indién. Pietet van der Klink. Hendrik van dei Klink. Hugo van Egmond. ja»  K y& U Jan df Kort, Loodgieter, F.'*r>*gmhirt, Tapper in de So-' cieteit (le Paauw, Willem Atteveld , Tabakwinkelier. J. B. de Groot, Timmerman, Abtaham" Tel, Deketrappier. Hend. Onos, Geweeze Tzerkooper. Pieter Halewyn, Jac. Hend, Righout , Ev, Z» Schr'yver ten Oorlog ! jacobus Ligtvoet, Timmerman. And Batning. Jan janlen. C. de Ridder. A. Schuurman, S. T. Le Clercq. Izaak Cosrer, prefumtife minder- ■ jarig Zoontje -van And. Korter, J, W. Hollinde. Mendrik Eyfltlftyn , voor een Mey-Zoon. Willem Eyflëlftyn. A, d. Poortei, Wol • Commisfto- nair, Arv van der Henst , Arm , Warm Schilder. jan Guldenbach. Johannes Walekamp. H. Tendeloo, jan Duys. jacob Vetkpuw. Abraham Palm, Pieter Le Keeren, J. Verbiugge, Q*artiermeeji. A. Lodans, Quartierm. Kaste- makers Knegt. T. van Altena. A. Le Cler, Schoolmeester. jan van der Hoeff. W. van der Hoeff, juniot. Johannes Guitonneau, Chirurgyn. Anto«n Guitonneau. Jacobus Schretlen, Koper/lager, per order A. v. Denekamp. X. van Denekamp. Pyfde Jfdeeling. pan Griebe , Clercq by van Beurden, Cornel. Swanenhutg. P, Lazaar, Koekledemaker, Jacobus Lazaar. Jan L zui, junior. — Pietei Kcdi.g, per trocutai Hendrik Noor.tr ziek. Jan de Groot, 'Tinmrmar.. J. F. Le Maire. ficobus Eeytel. Jan van det Bley , Timmerma.r.t Jan Halcbos, J, Mufchaart, Kahir.etwerker. A, de Zwager, S cclemak'r, j. D. Buchuld, F. Wie'man , L. Z, J. Cyfveer, RedaBeur der Leydfche Courant. J. F, Fortmeyer, Translatcur in 't Zwynshooft, J. v, der Kelder, Gresfier, Dirk Wyring, Leedgieter. Pieter Schouten, Adri.inus Nodeloos. J. Rerger. J. van eter Meulen. Joachim Sandra, M. S? jan Grein, C. de Marrines, Optikaman, Jan Thomane , 't zelve. Stepna mus Pret.' Ftans Violet.. Chnft.ir.in Vermey, Hendnk Snyders. Dirk Dorsman , J, Rem, M. Meerburg, Zilverfmit, Charlo ïalla. Reinicr Geniets. Michiel Zonneveld. Charles Morie johannes Langeveli , Timmermans Kne%t. W'lhelmlis Soomers. Coenraad Oosterloo , Jan Overdyk. Bernardus Kwind, Hendrik Janlen, J.Rookes- J. C. Ultzen , Zilverfmit. J. var Kempen. Antonie Foitunatie , BieUj,e> koop, A, van Meuts, Difotr, j. H. van Eeleij J.  )3( 3°9 )>C Am*. Liler,' Schntnmak.tr. g. w. Verboom L. Polman. I, van Hillen , Kruiaeniers-iVin- hL B. van Betuw. i>iik Moerman, Tabahninht lacebue Boda. II. Haag. Heniicus Lenfiars. Cornelis de Pekker, G. Z, P. Bolfcer. J. Duffcldorp. jjinh. Pret, ]Union, ■van jfcilsdonk. H. ]aco,bs. h. C. Baning. «Ngenas; t- F. Rifrail Feliï. Matth. van Voorn. 'ftetet Mccrnetik.' «=ndnk van Immetfen. ' Accordeeit dus verre met de Vier ftuJts) Origineele Geteèkendc Qjiaiificatien viy ondergefcbreve Notaris binnen ! Leyden refideerende Geixbibeert, betden den &* j'anuqry. j&jm> UE ,.ANGE, . N*t: Pftblyctf. TSB. De Getrtuwe Burger der Leydfche Stedemaetdi niet minder Gelrtfuiv aan de Leydfche Mintrva, getroffen dotr een aller e^i'otflen Copia van een Brief dtor eenen Vader aan' zyn Zoov , Student te L'ydtn, maakt zig gereed den Spoorl'tzer,t Vader, te tnonen', dat P'alias niet ongewroken geboont werd, en verzoekt dus een Weekje uitftel voor let Slot dezer Stedemaesd, en de Caltvle der laatfte Lyst. ~P)7 Blaïword 'sWeekelyksmeteen No. a 2 Stuivers vervolgd, en Is te henomen te Leyden, by J. P E R K, en verders alöm.  VERVOLG en SLOT DER LEYDSCH E STEDE MAE GD, 'Vervolg op N*. 38.) Vervolg der Vrymoedige Aanmerkingen over het voorig Request, betreffende de, Ampten, overgegeven aan de Ed. Gr. Acbib. Heeren die van de Groote VroedfJmp der Stad Leyden; door een Commisfie, zich noemende Geconjiitueerdcns enz. Om aan ons woord te voldoen, zullen wy onze Stede Maegd, voor en al eer zy, haare rondborflige Schriften tot een Boekdeel zal verklaaren, befluiten met haare Aanteekeningen, in het laast opentlyk bekende Staaltje van Geraffineerde List, van een zamentnengfel van allerlei Gezindheden z;g noemende Geconditueerden; te vinden, in de Leydfche Courant dato 17-January 1787. Het hoofdzaaklyk doeleinden daar in vervat, is het Verkopen en Verpachten van allerley Ampten, uitgezonden, die Kerk en Staat betreffen, en dat ongelimiteerd aan allerley Gezindheden Burgers of lngezeetenen. Om ordentlyk te gaan, zullen wy ons met ophouden met de Wettigheid of Onwettigheid der zoogenaamde Geconftitueerdens te onderzoeken, nademaal wy die moeitemakende Heeren airede van naby ontleed hebben. In 't voorbyaan echter, diend, dat de Principale hoofden zyn, Roomschgezinden, rvemonftranten, Mennonieten, en da overige, zoogenaamde Gereformeerden, gelyk ook 111 dat fraaijé Adres vau Dankbaarheid, en verdere zaaken betreffende Hattem en Elburg, f. Mennoniten onder de 18. zoo heel als halfbakken andre Gezindheden zig bevinden, en onder die kan men vooral noemen , 600. Tekenaars, ge, .Pp noeg»  m 3M K noegzaam alle de ftibtiellte Remonftranten of Mennonieten , als Cornelis yan Engelen, D°. Valk Predikanten, achter defchermen, met D. S; Conynenburgen zyn Broeder, voorts J. Paauw; en Paauwrje UreggesKind, nog de voornaamfte onder de Mennonieten, alle de patroonen der Verdraagzaamheid en Liefde, als Pieter Vrede, de d^ Kruiven, de Lepoles,-Herdingen, vanPuttens, Heukelums, benevens alle hunlieder bediendensen afhangelingen. Voort Jan Piet en Volk, dat van Clignet, en Bódel Hekfluiter, de Post bode Poft, Lapiere de BlaauwverWer van Noord, van wien ons berigt is, dat Z. Ed. Beminde om haare toegénegentheid voor de Roomsgezinden te betoonen, haarenBakker, die Jaaren.lang de Familie bedient heeft, heeft afgedankt om eenen Roomsgezinden te bevoordeelen, en veelligt denzei ven niet de Levrantien van zekere Hofje bevordren zal; ik zwyge nu van b'yken waar by men het doel heeft om Roornschgezinden in Party te trekken. Dog laat ons by 't ftuk blyven, in het Vryheidlievend Adres voorn, bpgefteld door den verbitterden Procureur J. L'Ange men wil onder benedictie van Fatloor K. en B. vind men onder het getal van bynaar 600, 200. Roomfchen, en daar onder de berugte Cerifier, en Dutnont Pigale enz.om van de voornaamfte mede Stichters, v. Beurden , Gordyn, de Langen, van Bommel, deVeldhovens; de hier aangehaalde Kavalier Dermonde, en hunne Coufins, Familien «n andre afhangelingen , niet te fpreeken; die ook nog wel een honderd zouden bedragen, en dan nog 200. zoo Stalhouders, Timmerlieden, Notarisfen en andre, alle afhanglyk van de Hoofden der Party-, ook moeten nog geteld worden, meer dan aoo. perfoonen die aan de Winkels der Fabrikeurs verbonden zyn, daarenboven onmondige Kinderen, bedeelde van den Armen, die, 200 dezelve .niet Tekenen, de Liefdegaven ontzegt worden. - Eindlyk nog een aanmerklyk getal die in perfoon niet getekent hebben, als by voorbeeld J. H. Jacobs, pr. ordre van Jan Hemerik, een dronke Vleeshouwer, die als Stedekint in 't Dolhuis zit, een deel door J. Palm op per ordres benoemt, alle welke namen wy belooven met de Requesten, zoo veel men kan, met Woonplaats en Beroep te zülen in het Ligt geven, op dat deze Perfoonen, als ieveraars voor andre Regenten en Geconftitueerden, voor nieuwe Souvereiniteit des Lands, der Wetten en Keuren der Stad,denEed aen de gantfche Schuttery.en over de  ):C 315* ■ r?e wille der onbeoerkteGödlyk» Voorzienigheid als meefter». % opwerpen als overheerfchers op Aarde by ons Na^ JelachSe Naamentot hun fchaamte zullen zien pronken bv de Moeitemakers en Beroerden des Ltods. Te?zak komende, blykt het dan, uit deeze en andren ftukk n zoo wei als uit de Beweegingen die men thans ovet zUntl^ Steden, Dorpen en Vergaderingen heeft zien gebei e da deRoomschgezinden, deRemonftranten en MenoSeten enz. 2ig ontmaskeren, en de Sprmgraderen zyn geworden 'aan de veerkragt van het groote Onrust, der Tweedracht Ec ter meenen wy, fchoon wy ook wel durven Sen wel te mogen ftellen-dat by alle de Roornschgezinden over he «heel, deeze wervelwind, van verdraagzaamh id e gefappo S of haat kunnen aanblaazen, zy die door f"f d.e faveurè5 alle die nieuwigheden, allen de Roomfchen zoeken ovenehalen aan hunne zyde zullen zig deerlyk.beogen vinden wv durven zeggen zy kennen het waare Carafter van welen da goede Honlndfche Roomschgez.nden metjVy meenen dezelve wel te hebben gepenetreerd, en hebben, onzè i Leeftvdgeduurendein-t gemeenzame ommegang mee Rvk en Arm geleerde en ongeleerde, Boef en Edelman, d?er g lindhe d gehad, en hebben bevonden dat men deSetzee -rusïkonde bepaalen tot deeze drie volgende. SSïei de Vermogende; en de Godsdienftige; deïrften te weeten de Argliftigfte, zyn die geenen, dietot Briefte ftand of Kloosters behoorend , die volftrekte Lofo is ten, of jefuitën zyn, dewelken, hoe zeer in ons Land le Sm zvn 'er tog altoos bedekt zyn gecultiveerd , in ïno v&e dat zy8zelfs onder de Remonftrantfche, MennSèn en ja rolleranten Gereformeerden en, LutherIS Sffieü bebtói, en nu meer dan ooit, föhnden; d ez fyn het, die door'eene door en door ftbtiele CortesSentie in alle de Kabinetten en Confiftonen, hun inÖ bew ard en zorgvuldig geleerd; hebben ; in DuScl, and en Vrankryk krielt het yan Broeders , de {^ Sche Kwakers zyn voor al 'er onder, deeze Leeren, S Sldïg zyn dat zy van Eeuw tot Eeuw aan de SS gelegenheid overlaten , om zig over geleden hoon te wreken of gelegenheid waar te nemen, om zig e doen gSeu- deeze zyn het, die oP hunne^ Sterfbedder» L £n? Zoonen bezwooren1 hebben , om de Barneve ^ Pp 2 lcnB  X 3«S )i( iche en Jêfuitert wraak uit te oefFenen, en dewyl zy tevens defchranderfte de fpitsvondigfte, de geleerfte Qordeelkündigften, onder hen lokken, zoo brengen zy oók de listigfte en bedrieglykfte Menfehen voort , want kundig beltudeerd, aan allerlei Menlcnelyke Hartstogren , Gemoedsneigingen , en natuurlyke driften, misbruiken zy die tot hun doeleinde, en vergeeten de kerirds en het ontzag dat haar geweten moest hebbeu voor eên Eeuwige Ahnigt. Ten aanzien van de vermogende, is het wel zoo algemeen rdet. Om dat zy zig meerder ophouden'met hun vermaak en Koophandel, Land of Veebouw,en derhalven begrypen, dat dus met den ondergang der Republiek, ook hunne welvaart geruïneerd word , en dit heeft voor al plaats by den Boerenftand; vooral de b'ollandfchen, die in deeze Eeuw en onder het gevoel van eene zagte Regering, wel zorg dragen, dat hunne Pastoors geen meester over hun geldkast zyn, zoo dat zoo al eenige al tedommen.enalte veel verbonden, aan hunne Priesters, daar van uitgezonderd, de Roomfche Boerenftand, zoo kwalyk niet denkt als men meend: de Godsdientijie, of zoo als men ze noemt, harde paapfchen, zyn gelyk in alle Godsdiensten de gevaarlykfte, alzoo zy volftrekt afhangen, van de oorblazingen der Pastoors, hierom handeld men voorzigtig, dat, men om eenige vuiliken, die onder de laastgenoemde fchuilen niet alle de Roomschgezinden betigt, altans ik zoude zeer aanzienlyke, of* ook vermogende, ja ook Godsdienltige Roomfchen kunnen opnoemen, die zeer geattacheerd zyn aan de oude Conititutie,en veele andren die door een gezond oordeel wel hebben gepenetreert, dat al dat mooi praten en preken, en belofie van hunne Priesters, volftrekt niet goed konde uitvallen , en dit is ook zoo met veele andre gezintheden. Tot hier toe was ik bezig om, myne'Medeburgers hunne Misleiders, en derzelver listen te doen kennen , ik had hier toe een gegronde hoop nademaal, de meerderheid der Vroedfchap, den Burgeren had aangekon ■ digt, dat zy geene ondertekening zouden accepieeren, dan van perfoonen, wier naam, woonplaats en ouderdom, en bedryf bekent was, het welk voorwaar op alle billykheid van wet en recht gefundeert was. — Dog vermits kort daar op die zelve Vroedfchap, op «en gantsch niet honet handhaven van hun gezag, deze  3233 K 3i7 ):( deeze plechtige befluiten moest intrekken, voorzag ik d« pc volgen die'daar uit (tonden voontevloeijen, en myne vertrapte Stedemaagt zweeg, om dat het Recht zweeg, de Lafhartige Burgers zweegen, daarzy 2ig als blode laminren lieten leyden, waar het bedrog Laden deed Le,den celvk dan ook de nieuwe Sociëteit, de lafheid had,, om'fchoon zy alle recht verkregen had, - omniet eens te durven Protelteeren, dit alles faamgenoomen, was het my best geraden op niernant meer te vertrouwen dan op God, die dan ook verlosfing gegeven heeft, zoo da ijc heden deze Stedemaagd ga befluiten. Terwyl ik tevens myn ontwerp om over de Ampten het myne te zeggen, laat varen, te meer, wyl wy vertrouwen dat de Hooge Ovetheid cn- hernieuwde Magiftraat voor het beduur der Ampten wel zullen zorgen , en voomaamlyk die op het Stadhuis dienst doen, wat beleefder, vriendelyker den Burgeren zullen leeren te behandelen, en tevens hunnen ingebeeld en opgeblazen hoogmoet, waar in zy zich verbeelden Burgemeefters te zvn1 en in hunne huizen eene hautaine opwagting bonden, die hen niet past; alle 't welke meer dan te veel plaats'heeft gehad, hoe brutaal een eerlyk Burger, bv 't vragen van doodfeeltjes of trouwbtieven, en het betalen der verpondingen, of by de dagvaardingen der Bodens behandeld worden, en hoe veele misleidingen 'er eebooren worden, als een Glercq te gelyk Notaris of Procureurs zynde, tegen een Praetizyn party ageert die geen Stadhuis pennelikker is dit kunnen de dove wanden van 't tReadhuis best getuigen, derhalve ftap ik 'er hier mede af. Pp 3 SLOT  > SLOT DER LEYDSCH E STEDEMAEGD, E indelyk dan, waarde MedeburgerenJ heeft de Goddelyke Rechtvaardigheid, de Eeuwige Voorzienigheid, zyne Oneindige Barmhartigheid, over ons uitgebreid: zyne Otrtfermüig heeft de Harten der Koningen , tot u\Ve read-ng bewoogen, hy, hy alleen, Heeft ons Ifrael op de vleugelen der Koninklyke Adelaeren gedraegen; hy he,eft aan ons doen zien, dat aan hem de wraeke toekomt, du het vertrouwen op dc borgtogtelyke gerechtigheid van Koning Jezus, geen ydel vertrouwen, geen Los gelove is; wy hebben gezien, wy zien het nog, en al wat de naem van Christen draagt, ziet hèt zeg» gen vau Gamaliel, bevestigt, dat alles wat het werk oer Mentenen is zal gebroken worden, maar dat uit God is, zal niet konnen gebrooken worden om dat zy tegens God geftreeden hebben. Wy hebben overtuiglyk gezien, dat het vernuft der Menfehen ydelheid is, zoo dra het de Verborgetuheedenvanden heiligen Schepgeest des Almagtigen, wil toetzen op het Eindige vernuft va,n nietige" Stervelingen; wantwaarlyk, zoo het immers door deGoddelyke over-' levering var. den Bybel; door de geloofwaardige Lotgevallen der Christenen, bewaarheid is: zoo is het ook heden, in dit ons Vaderland bewaarheid; Hoe hoog was de vermetelheid der Wysgëer«n, der Schriften Wetgeleerden ven eenenTeudasenJudasGalileusniet geklommen, boven ailes watGoddelyke waarheden; watgevoel van geweeten; wat de Heilig heid onzer Wetten was? Ik zoude bezwyken onder den Last van de opeen geftapelde Godloosheeden, die de Losbandige Vryheid van de Drukpers; geletterltaeft heeft; jk zoude bukken onder de ftapels van de Godvergeeten Couranten , Staetspapieren, en Systhemaas der Waereldwyzen; Ik zoude myne  y.c 319 r-( ' mvne voeten, onder myn waggelend Ligchaam voelen knikkeknïen, indien ik alle de Gode geheiligde Pylaren er P'edikltoelen gong bezoeken ; mynen aedem zoude mv doen walgen van het Lillend venyn, dat de Heiligheid des Heeren , door vremd vuur op zyn Altaar te orKfteeken befmet heeft; ja dat venyn waar van de zwad- ; der van bet beest, nog kleeft aan de Kleederen, den Mantel, en de Bef der geenen, die in fchaepsklederen tot ons kwamen en van binnen grypen de wolven zyn. Van veriaakers hunner Eed aan God en de Gemeiute der Leeraren van Menfchelyke vermogens, der Lochena*ren vau de Majelteit van het Eeuwig Dnceen, eu van het verborgen van het Zoonfchap, en de vtymagtige genade van nem, die üit de fteenefl Abraham Kindren kan verwekken,hemdieuit niet het heelal Geichaepen heeft. O' Myne Medeburgers, O! myne Medechristenen, van welke aankleving aan uwe byzondere Leerftellitigen SY ook verbonden zvt! Gy zyt dog Christenen, en als Christen durf, ja moet ik u vraagen, of gy in de gebenttéhisfen van deeze dagen niet ziet, dat de Zonne der Gerechtigheid alle die dwaaltlarren van vernuft, en nenfcneiyke vonden, niet doet verteeren in eene enkle ftta ' -»n haarfebitterenden verteerend vuur? immers eene emltraal van Sinaï; een Donderdag van Ebal; die de-Rechtvaet ';ce Jehova gebied , flaat de waereldwyzen blind eu raetfld1 hunne ooren doof, ja verlamt de werktat^vke zenuwen, van hun Mechamsmus op ons ftoflvk' Lighaan,' tot een warnet, vau zielspynigcnde ftnkken; l Ziet dit hebben w y gezien, de Joden, de getrouwe Joden hebben hetaezie», dat dit aUesvande» Heere is gefemed. Hoe fchaamrood, hoe fiddrentfe ftaan onze vyanden niet voor den troon, van onzen waaren God, voor den troon van de Alpha eu Omega die tot u ge- Z fiooRT Israël de Heere onse God ts een eenig Heere. Gv ziet immers de klem des gemoeds, de trekken van wroeging en overtuiging op de aangezigteu der Moedwilligen, de tekenen van fchaamte met verbleekte verwen, en vlammende blosfen in den opflag der 00die ™ bevinding* in het gelove Mo'rl kJ ""f ^aodl«efche laauwheid verwyten? ! „ l a?nèr heton£ brengen, dat zy nu, zig ydelvk en metzonder-ontydige driften gevoede wraeke verhefr TGud a!lee" Ktred heeft en haar ongelove bezoek "of ev^^ XX' VefS 4« «> 47. en onder2? ll S dC ^^t ngen op de merkten niet ™« -i den moet lk nn berispen: onceveinst moet ik- aan uwe oogen de billyke; verwytfagenlaaten leT°'- ?e gl Verdiend' dllhbeld verdien iSb dè ondervind.ng heeft my doen zien, dat ik en andre, 'veel hgt een flagtoffer van Machinale Staatkunde "oude kunnen geworden zyn, indien ik myne gevoelens die gave heb, dat ik die heb van hem, die myne onfterflvke Ziele uit vryegenade, met een geest van vermogen oezielt heeft toen myn ftoflyk begin als een kaaze S ï. een M&rh" ^ dageP VGl Va" ^rusi wïrde„ myn£ Vronwe gebooren, ik kerï Sk?„ T • ' Mlk beken "Pentlyk voor u myne Lroeders onder wien * woone, dat ik vol gebreken ie dat ik ook in de hitte myner toorne, myne ei uwè vo,gtheb dog nimmer bekroop verraet of bloedwraek myne Ziele; nimmer heb ik hei bloed gezogt van hen die myne Ziele zogten;. want dit kan geel WliÏÏ aan my ontrukken, de bepaalde openhing van m die onzen Geest ,n ons gelegt heeft, is hfe? heere van en hy dit vertrouwen berustende; heb ik het voorbeeM wn Mynen Dierbaaren, Wilue* VÏn V ?FtÏÏ • . er»  X Sii K en zyn fcbrandre Gemalin gevolgt; dat is, vertrouw op God, maar waakt en beftryd uwe vyanden. Hebt gylieden dit gedaan Lafhartige Vrienden van den Vorst'? doet gy het nog? hebt gy uwen dierbren Prins niet selochend uit Menfehen vrees? O ja! meer dan Petrus zynen Heere ... Ik ben een ftouten vtager, een hartman, ik durf uw toewenken, antwoort my? Steekt uw hand in uwen boezem! Toen 'er nood, hogen nood was; toen uwe vermoogens zoo in tydlyke middelen, als kundigheden, in ftaat waaren des Princen, uwe, ja Gods zaak met mannenmoed by te liaan, toen den minvermogende de taal, deze zuivre taal van het harte fprak ; en zeiden wy hebben voor Oranje en ons Leyden alles veil. Toen 'er by de zevenhonderd welbereide, welwillende Mannen en Ingezetenen met_hunne handtekening den infpraak des gemoeds bevestigde; toen hebt gy dien ik bedoele, in uwe binnenkameren gezeten, en den geringen ten prooi der Tirannen gelasten, en onder den naam van ftiilen in den lande, laagt gy de Hemelen uwer geldkisten onder het kusfen waar op gy knielde om God te bidden, of liever waar op gy. den flaa'p uwes hoofds nederleide, van angst, dat men aan uw' ftokbeurs zoude tornen, waarom toen, om Gods, om s'Princen,', om Leydens zaak, uw goed en bloed niet aangebo.oden? wat was toen u gelove uw vertrouwen op God, op zyn Rechtvaardigheid ten minden. Waarom uwe naam niet gefteld,op de rolle der oprechten, der berooide maar getrouwe geringer ingezeteneniGy znltmy veeiligt antwoorden, datmy onbekent is, wat gylieden in ftilte gedaan heot. Het is zoo, ik weet het niet, maar dit weet ik, dat uwe ftiile gaven, mogelyk hefteed zyn aan perfonen, wier geesten nog misfchien aan'de deuren van uwe gemoedren kloppen, en waarvan fommigen uwer gaven, de onderwerpen geweest, zyn om denweedom van uwe ongelukkige werktuigen te verzagten, die het vatte kan, die vatten het: die my tot verantwoording roept: ik zal hem antwoorden: dan dat ^y zwygen.en mynen mond niet openen,nog myn harte beroeren , nog myne Medeburgeren nu op een andre wys vervoeren, en door het koestrenvan ontydige Politie, Oranjes en Leydens zaak op nieuw brengen in die termen, als de Eeuwige Vyanden vau de Vorstlyke Oranje Stam, het Pp s gaar-  gaarne zaagen, te weten, om door de wraak .en de wederwraak de oude tweedragt levendig te houden en aantekoesteren, en altoos eene Politiekeinvloed te blyven behouden op de wispeltourigen aart der Hollanders. Neen mannen Broeders! niet alzoo, die de Oraujeftam en zyn Vaderland, hartelyk en-oprecht bemind, moet dé arglistige flangen van onder de klaverzooden o;,zer Vel den, en uit de (Iruellen der geheiligde Bosfchaadjeu onzer Voorouders verbannen •» geheel verdry ven ! wy moeten in onzen eigen boez em niet koesteren, die zelve hel ledraeken die de harten onzer Broeders doorknaagt hebben! nog de fireenenzangen der Zeegedrogten gehoor geven, die door hun valsch gefluit het huikje van onze zalige Eendragt innaodvan vergaan gebragt hebben! dat is, wy moeten, door een dollen en ontydige wraak, door eene ledrieglyke nieuwe volkftem . ons niet laten verleiden", nog ons laten vangen in den ftrik waar in onze Medebroeders, zoo deerlyk gekneld zitten: wyders moeten wy ons zoo wel wagten van eene fchynheilige wederwraak, als vonden van een verfynt heidendom, die onze reden bedriegt, om ons kwanswysdeRechtmaatigheid der weerwraak te leeren; neen, o, neen! willen wy kindren Gods en onderdanen van Christus Koninkryk zyn, men toone dan dat de Vyfde Bede, geene fpotwourden zyn ; wy moeten verre af zyn van onze Overheid, Onzen Soeverein, en het Rechtvaardig wraakswaard, dat God nen in zynen name gegeven heeft, uit de hand neemen; neen , maar wy moeten berusten in de zigbaare. befcherming Godes, in den getrouwen Wille m den Vyfden en zyne wyze Gemahnne, in de herftelde heiligheden onzer Godsdienst en Vryheid, onze.door. Vader Willem den Eerften en zyne Broeders, en de Vaderen der Vaderlands bezwooren Unie ! of zooden, wy mistrouwen, dat geene^ dat wy van God gebeeden, én door zyne genade verkregen hebben? naamlyk, de berftelling van onzen Erfftadhouder, de Handhaving van de Unie, en het vry geweeten! zonden wy daar nu de traanen van Dankbaarheid over onze verlosfing, nog over onze wangen leeken; daar wy elkander de Rechterhanden van zegening toereiken; zouden wy nu die traanen van demoedighgid, doen glimmen van wraak ?■die zagte hand, die tedere indtuk van het hart, die nier mant  k 3*3 y-c atarit recht gevoelt dan door het klemmen der vingren, en den kus des vredes; zouden wy die nu liaan, aan den wreeden rnoortdolk , die wy van den gordel onzer tejammerlvk misleide broeders, gerukt hebben? zouden wy die zelve wreedheid uitoeftenen, die zy over ons beflooten hadden1 indien dit in de hitte eener Stryd gefchiede. oV en had niets misdaan; maar gy en hebt niet geftreeden, niet gellaan, gy hebt lafhartig uwen Prins en Vaderend verlochent, en gezegt, wy en kennen deeze Menfcbe niet en waerom om uw belang, om uwe tydely'ke inzichten, die God weet het, mogelyk nog het beweegrad uwer daden zyn, zoo als zy het geweest zyn van uwe vernederde Broederen. Immers ieder is nu een Oranjeman, ieder die m den nood uit menfchenvrees gezegt heeft, wy zyn neutraal, wv en kennen deezen menfebe niet, wy zyn [tillen in • iten lande, en ziet deeien overladen nu den itandvastigen Willem met complimenten, deze dringen in de Antichambre de waarlyk ftandvastige en in nood en dood ertrouwen agter aan : llapels van adresfen, van B: ïeven; van Requesten overladen de locquetten van s'PrintenSecretary met notitien en opgaven van gedane dienden; deeze heeft getekent op dit of dat papier voor den Prins, ueene verontfchuldigt zig, van zig onder de Patriotfche Sociëteiten niet te hebben ingelaaten; een dollen Oranje man vermeend aanfpraak te hebben op 'sPrinfen gunst, omdat hy een Patriot deerlyk heeft afgerost; een ander foort van nieuwsfehryvers gelocven zekerlyk, dat zy hooeaetine verdienen, om de wraak over de keezen aanteftooken en ondertusfchen. (Myn Prins vergeeve myne cordate uitdrukking over het geene ik van zyne goede en deudfame fentimenten 'duif voordraagen,) ondertusfchen zeg ik, heeft den Christelyken Willem en zvtle Schrandre Gemalinne een afkeer van zulk eènen onverftanéigen handel, de Vorst als Vader, de Vorftin als Moeder over deouderloozeweezen, ik meen het dwalend Volk van Nederland, wat zeg ik weezen, hunne Kinderen, hunne panden, ja panden-door het bloed hunner Bestevaders aan hunne zielen verbonden, ongelukkige Kinderen, die door een ouden Stiefvaar door een valleken huisbezorger misleid zyn, en van die echte Vadere en Moeder, van onzen Gideon onzen  ):( 3*4 J:( De bor a Zoo listig afgetrokken zyn, als onïen eerfte Vader en Moeder Adam en Eva van den Eeuwigen Vader van het Heelal, immers, (la myne denkende Geest eene eerbiedige allegorie toe, immers — tast de oude (lang het menschlyk hart op zyn erflyk zwak aan, gy zult ah God weezen , gy zult: vry zyn in al uw doen, gy elk, hooft voor hooft, zyt vry gefchaapen, volg uwe Vryheid, doet wat gy wilt.' gy'en zondigt niet, want gy zult zyn, Goden der Aarde', Goden van Nederland; gy zult Souverainen zyn; Hoogmogende, Grootmogende Heeren Staten; Eindelyk , weg met uwen Vader, uwe Moeder 1 gy zult Stadhouders, en Stadljouderesfen zyn, uwe Broeders zyn Kinderen der Menfehen, Ismaelliten, zy zullen u dienen. En zie daar, uwe en myne Broeders van hunnen trouwen Vader en Moeder afgetrokken! Zie daar het Volk van Nederland in het Hitel Dieu, het Weeshuis vanParys. Zie daar onze Broeders, dwaalende als Schaapen zonder herder; Maar nu, nu uwen Almachtige Vader van zyn Eeuwigheid zich over u als Weezen,over Schaapen zyner kudde, wiens ftemme by kende, nu die'zich over u ontfermt heeft, en uwen Aardfchen herder, als een anderen David, uit de fpelonken waar hy voor Sauel of Abfulon vlugte, weder heeft geroepen, en aan eenen getrouwen Vader en Moeder; hunne dwaalende Kindren weder wil geven, zoudet gy nu met een dartel en dol geblaas, een losbandig hupplen de Schaapskooye nog beroeren, en de afgedwaalde fchaapen afbyten,endezelveby aanhoudentheid in den muil der wolven jagen, zoudgy uwen zorgvollen Vader, uwe teerhartige Moeder uwen Willem den Vyfden, uwe Frenuika van Pr lussen, uwen Majestiieufen Souverein, in een woord alle uwe dierbare Vaderen en Magiftraten dat hartzeer aandoen, om uw lieden, aan huiiue huiszorg, aan hunnen yver om de verdeelde Broederen te verzoenen, ontrekken? zouden wy Broederwraak die bittre Broederwraak, dat bloedtooneel van ho*ksch eu cabeljauws niet dempen ? ja die bloedtooneelen, die Ifraè'1 Hamhuis altoos wreed van een gefcheurd hebben i zouden wy daar uit niet leeren? — "Ja zouden wy uit Koning Jezus voorbeeld zelfs, niet leeren, dat verzoening en vergeeving, van eenen Broeder aan zynen Broe? der,  ):'C 3*f )•'( der , eene daad is waar aan liy in het volmaakfte gebed eene belofte gehegt heeft! en vergeeft ons onze fehulden, gelyk wy ook vergeven onze Schuldenaaren? maar zuit gy zeggen, wy zyn te wreed mishandeld, zy hebben onzen val gezwooran; zy hebben hunne bloeddorst getoont, met verraat, en met da;id: — Het is zoo, gy hebt in dit (hik gelyk, maar voegt ons daarom nu eene ongepaste wraak? neen den Bybel, dat Schatboek van Goddelyke Wysheid, dat dierbaar Euvangelium leert ons anders, indien uwen Broeder tegens tt gezondigt heeft neemt bem tusfehen u ende hem alleen, indien hy u hoort zoo belt gy uwen Broeder gewonnen, indien by u niet en hoort, neemt bem tusfehen twee of drie getuigen, indien hy deze hoort, zoo hebt gy uwen broeder gewonnen, indien hy deze niet en boort, zoo zegt het den Gémeinte, indien hy de Gemeente boort, zoo hebt gy uwen Broeder gewonnen , maar indien by dc Gemeinte niet en boort. by zy u een Heiden en een Tollenaar, — Zie daar den heilzamen raad van Gods Apostel— heeft iemand onzer nog wel eens zyn Broeder tusfehen zich en hem onder vier oogen gemoedelyk genoomen, om hem voor het Vaderland en Oranje, ja voor God te winnen? hoe veelen duizenden zouden 'er toevallen, welk een zalige eendracht zoude ons Gods Zegen doen genieten,. indien wy af-4 zaagen van eene onregtvaardige bitterheid ? en wie zonder zonder is, werpe den eerpen Jleen, of meend gy dat vergeeven fchande zoude zyn? veel ligt, zoud gy my verwyten dat ik te zagt, te vleyende, my voege na de tyd en de huik na den wind hang, of den zedekundigen, (peeien wil? gy dwaalt grof; nog het een, nog.het ander, is myne zedekunde," neen,-myn gezegdens zyn niet ontleend uit het zedelyk Tooneel, uit den Rapfodist, Spectators, verfynde heidenfche wysgeerlykheid; Fransche Lettres du gout; - papieren van fmaek; die met fraaye cierlykheden voorgelleld, voor den gemeene man misleidend zyn; neen "Medeburgers,-myne voorflellingen, zyn uit het boek der Goddelyke wysheid, uit het boek der Zaligheid, uit den Bybel, waar in een enkelen titul der diepzinnige Hebreeuwen, eene wyze fpreuk derOosterfche Volken, meer pit en goddel ykheid bezit, als al de Baeumots vanVoltaire, Marmontel 1'Homme Machine, de La metrie,of de kunstenaryen van verniste welfprekentheid: neen  neen «• myne Broederlyke vermaningen zyn ingericht na uwe vatbaarheden, na den rangen inhoud van uwe B blio theek, naamlyk de boeken des Ouden enïNieuwenTestaments,ineen klein bedek dog, heeft ieder Christen , deeze Boekerdy byeen,en waar hy gaat of daat bind hy dezelve op zyn herte, en hy draagt meer fchats by hem , als in de bouwvallige bibliotheek onzer Stad, door de bedove pakketten, een GrajusVertago van Menfchelykvernuft doorfuuffelen, of een Papiermoolen, aan fcheurpapier vermaalen kan,- geloof my Burgers, ja gy leesgierige fnurfelaars, geloof my ook! al verduurt het Stolpiaansch, het Teileriaansch, het Priestleyaensch Legaat de Eeuwen, indien zy te verre gaan ,zal de Almagtige zyne Vinger over deeze wacreldwysheid ftryken, ja de wysgeeren zullen ifiet blindgefchreide oogen, hunne vermetelheid beweentfn; want zy, zy hebben hunne handen aan Gods Bond Arke geflaagen, zy hebben de vleugelen der Cherubynen, waar mede zy hun aanfchyn bedekte, om in Gods Verborgentheden niet in te dringen, getragt te verlammen ,iwegteneemen! en het zoenaltaar te verteeren, en ziet, met eenen wiekflag, leggen deeze En* gelen der Duifternisfen, deeze Leeraars van eigen gerechtigheid , wanhopig in zwym. Nu dan, Medeburgers dewyl gy in deeze dagen Gods vinger ziet, nu 'er £ene roepftem met n is, wentelt uwe zorgen, op den Heere en hy zal u behouden, ntï gy dat woord der waarheid bevestigd ziet, my is de wraake. Laat dan ook aan God de wraake, en zoo gy zyn woord, zoo gy den Bybel.gelooft, zoo gy my hooren wilt, laat ik u dan-uit dit woord keren, wat u Lieden in deeze dagen past; — dit past u ~ niet onvoorzigtïg te wreken, opdat gy God niet vertoornt, uw Souverein niet verbitttert, uwen Prince nog Princesfe niet doer treuren, en uwe Magidraten zulten, en uwe broederen verderft, maar daat als een eenig man. Móet ik u de elende, de gevolgen van dollen wraak voordragen? —— Wel aan uit uwe Bibliotheek, de Boeken der waarheid opgeflagen? Lees! leest hoe bitter het AbJahams Kindren, aan Israël bekwam, a'ls zy hunne wraak den teugel tvierden; Is 'er een Volk op den Aardbodem geweest, dat bloedgieriger wraake uitgeoeffen'd heeft, zoo zyn het de Joden geweest; maar ook  ):( 3*7 ):( ook is 'er geen volk geweest, dat de gevolgen daar van gedrenger gevoelt heeft ; zoo dat zy zelfs den vloek hunner Stamvaderen; den vloek van hem, die haar uit den diensthuizen had uitgevoert; gevoelt hebben, en in de Babylonifche gevangenis hunne wederfpannigheid betreurt hebben; immers toen Simeon en Levi, de Sichemieten floegen, daar zy in de fmerten lagen, toen zy de Stad plunderde, zeide Jacob hunne Vader; gy hebt my beroert, mits wy Stinkende te maken onder de InWódnders defes lands- En hoe ysfelyk is het geval van Gibea en de Benjamiten , het is byna gelyk aan de Lotgevallen onzer dagen, waarlyk het heeft weinig gefcheelt, of onze Vrouwen, onze Dochtcren, onze Mannen, onze Jongelingen, waaren bloot gefield geworden, aan de Goddelooze losbandigheid ; aan de fchending vnn alles wat eerbaar was; ja, aan Sodoms , aan Gibeas gruwlen; en deeze eifchen wraak over den fchuldigen ; maar wat deed het verbitterd Israël? zy en lieten aan God aan het Recht, de wraake niet over; maar toogenop als een eenig man, cn vermoorden alles, fchuldig en onfchuldig,'van den zuigeling tot den volwasfenen; en toen die bloedwraak volvoert was, toen'zaten zy beroert,befchaamt voor Gods Aanfchyn, hoort wat uwen Bybel in het Boek der Richteren zegt: Sto quam het volck tot het huis des Heeren , ende fy hleeven dtter tot op den Avondt, voor Gods Aengezicbte: .ende fy hieven hare flemme op, ende weenden, wet groot geween, ende feyden, o HEEREN, God van Israël i waer om is dit gefchied in Israël, datter heden een Stam van Israël gemist wordl en verders-— het berouwde den kindren lsraëls over Benjamin baren broeder, enz. Sta eens een weinig ftil, Burgers! by dit geval! en vergelyk eens, tegen de Godtergende boosheid van onze Broeders! waarlyk, Honden de gruwelen van Gibea, byna gelyk met die onzer Broederen, Eerbaarheid was gevlooden; Oprechtheid en Gerechtigheid verbannen;en God weet het, de domme zonden wandelde langs de ftraaten ; en Moordzugt zwierf door onze Landpalen; maar als gy dit vergelykt! ——» Vergelyk dan ook, het ondetfeheid, dat'er is, tusfehen den dollen wraak der lsraelliten, van dien tyd, en tusfehen de gemaatig- de  n 3*8 ):[ de Rechtvaardigheid onzer Christen Eeuw( toen was moord, bloeddorst, en liet uitroejen zynes Broeders wraak; maar nu is onze wraak, den beroerderen aan den wraak des Rechtvaardigen Richters en hunne Coufcientie overteiaten ! den Aanvoerderen de Bedriegers, de Godlochenaars , de valfche Propheten, de fchandelyke Rechters , aan het naauwkeurig onderzoek, eener zachtmoedige dog tevens Rechtvaerdige Vierfchaare , over te laaten! onze misleide Broeders, niet geheel te verdelgen , maar ze trachten weder te brengen! en zie daar, het onderfcheid! —— immers zien wy overtuigend, dat, en onze Sonvereinen, eu onzen Stadhouder, en onze Magiftraat? en de befcheidenfte onzer Leeraaren; „de getrouwfte Burgers van ons Vaderland dus denken, en hun twistzake.aan de Rechters in Gods naam beveelen, als Befchermers, handhavers, als getrouwe Priefters, bidden: als gehoorzaame Burgers, denken! nu dan, myne vriendtin, befchaamt ons allen, befchaamt, als ik het eens dus mag uitdrukken, uwen God, uwen zachtmoedigen Koniug Jezus, uwen Souverain, uwen Prince niet. Ach mogfik uw hart beroeren; om van u af te wenden, het geween van Israël waar by zy met groot geween, weende endezeyden, o PIEERE, Godt van Israël, ivaerom is dit ge/cbied in Israël, datter beden een ftam van Israël gemist word! -— — ende bet berouwde den Kindren Israëls over Benjamin haer en Broeder, ende zeiden , beden is een ftam in Israïl gemist. Kom aan dan , myne Christenbroeders, laat 'er geen'ftam uit ons gemist worden ! laaten wy, onze misleide Broeders , die ons bedroogen hebben , of door de groote fcheltnen mogten bedrogen zyn, ontmoeten met vergeeving , 'zoo als Ezau zyn Broeder Jacob ontmoet heeft, en zy elkander befchermde! zulk eene befcherming, zulk eene broederlyke verzoening, bloeije eenmaal onder ons! Indien dan onze Medeburgers, onze Broeders, aan ons een waaragtig en oprecht berouw toonen, indien zy te rug keeren van hunnen boozen weg! wel aan dan, vergeef het hen, op dat onder ons Nederlandsch Israël geen ftam verlooren ga.' — en gy M:sleiden toont uw berouw, met woorden en met werken! het be« • ' i-  H 3*9 ):( berouw hebben, word aan God wel als een blyk van menfchenliefde toegefchreven, Immers bet berouwde den Heere, dat by bet aertryk om des menfehen wille vervloekt had. Hoor misleide Broeders, hoe u berouw moet'zyn, hoort het van den Propheet Joël! febeurj uw herte ende niet uwe kleederen, bekeert u tot den Heere uwen God , want by is genadig, ende barmhertig, lanckmoedig, ende groot van goeder tier cnheit, ende berouw hebbende over bet (juade, wie weet ? hy nmebte zich wenden en berouw hebben: ende by moebte eenen fegen achter zich over laat en. Lees vervolgens deze nadruklyke woorden, van deezen Propheet, laat de Priefters weenen, voor Gods Altaar , laatze zeggen , Spaart uw volk , 0 Heere] geeft uw erffenisfe niet over tot eene fmaetbeid] dat de Heidenen (de verfynde Heidenfche wysgeerlykheid) over hen fottden heerfeben , en feggen waer is haer lieder God? — Weent dan gy misleide Priesters, verzoent — en roept uwen en mynen God aan, vernederen wy ons allen, loo fal de Heere yveren over zyn land; ende hy fal fyn' volk verfchoonen, — zoek — zoek bid ik, Verbitterd* misleide Menfehen uwen God! Doe dit vooral gy verbitterde in ons Bataafsch Tyrus, ons Amfterdam, op dat God niet toe en trede, en zégge: om drie overtredingen van Tyrus, ende om viere , en fal ick dut niet afwenden, om dat fy my ( myn volck) met eene volkomene wecbvoeringe hebben overgelevert aan Edom, ende niet gedaght (aan onze Unie) bet verbont der broederen. Ziedaar, gy myne misleide Broederen, de taal var» Amos, brengzeover op uwe daden, gy zyt, 6 Trotfche Tyriers ! Van het verbond der Broederen afgegaan ! — Gy hebt de Unie voor God, voor Oranje en uwe Stamvaderen bezwooren, verbrooken; gy hebt ons aan Frankryks Edom fchier overgelevert, en, ja fchier met eene volkomene wegvoeringe! dog God beeft u nog bewaart, de getrouwe Vaderen, en Willem den Vyfden hebben u nog bewaart, treed dan nu toe en hebt berouw, eer de bedreigingen van Gods wraake u en de uwe verteerenl Zie daar dan nu myne Vrienden , eenige aanftippin. gen, van de bittre gevolgen, die, eene Burgeroorlog en eene woedende wederwraak kunnen nafieepen; Leer Q «3 het  >>C 330 ).'C het van de joden! een volk dat zoo zichtbaar door byzondre Goddelyke genade is bevoorrecht geweest,daar wy nog tot heden toe, hunne Hiftorien als voorbeelden tot onze leering en vermaaning, in het woott Gods, in den Bybel geboekftaaft vinden;en waar van derzelver getrouwe overzetting, als een Heiligdom, als een Arke des Ver* bonds, op ons Leydsch Raadhuis bewaard word. Ontheiligt dog dit Goddelyk kleinnood niet, doqr vreemd vuur en Burgertwist, maar onderzoek en behoud het goede. Nu zoude ik verders aan n Lieden kumien voordraagen , welke voorbeelden 'er in de fliftorien van ons Vaderland, inzonderheid Holland, en dit ons Leyden, voorhanden zyn, waar uit de bittre gevolgen van Burgertwist, wraak en Weerwraak kunnen betoogt worden. Maar nademaal ik airede in veele myner Geichriften, dat betoogf heb, en inzonderheid in het Trac* taatje aan myne Medeburgers en in deeze myne Ste* demaegd , waarin deeze zaaken uit uwe echte en wertige Privilegiën betoogr zyn, zoo zal ik hierniets meer van zeggen, dan alleenlyk nog dit —— dat, zoo uit myne voordragten, als uit n;i, ontellyke Gel'ehiedenisfen, tot fchande van alle Rustverltoorders , Tweedragtftookers en geheime Bednegers, zoo Geeflelyke als Waereldlyke, Edel en Onedel, die met Üitheemfche Vorften gekonkeld , en dus hunne Princen , Graven en Staeten verraden hebben; dat zeg ik, gebleken is, dar de uitkomst doodelyke'en verderffelyke Inirger-Oorlogen en verteerende Bloedwraak ten gevolgen heeft gehad. Das is ons Vaderland in zyn eerde opkomst gefoltert geweest door den haat op zyn Verlosfer Claudius Civilis; door 't verraad van Sabinus Koning der Gaulen, door de Bourgonjers, kort daarop door de Nede fasfen , de Nooren , de Trierfche en.andre Volleren , daar na door den invloed der Franken en hunne Koningefi, daar na door de Monarchy van Cbarlemagtte; daar na, of in die tyd door de onverzoenlyke wrok der Friefen en Westfriefen, en vooral die der wrevelige Ëisfchoppen van Utregt, tegens de Hollanders, diealleen meer bloed en verwoeftingen veroorzaakt hebben, als al de voorige Oorlogen tegens de Romeinen, Gaulen , Saxen en Wenden te" fimen, en dat alken daarom, om dat het eeiie knagende worm in onzen eigen boezem was. Ein-  X 33i X Emdelyk, zoude ik nog nader kunnen treden, in de Ecuwigduurende listen, die de Üitheemfche Koningen hebben in het werk geilek, om den welvaart van ons gezegend Vaderland, onder het beduur van goede. Graven te ondermynen, de wettige Graven en Gravinnen te, vervolgen,, of hunne . Weezen uit den zetel te ligtei:',. of ten tyde der minderjarigheid door voogden vau orize.ëchte Princen verraden zyn,,,, Een brééd veld joude zich hier opdoen, dan ik ben nlrede afgemat, om langer door de ftruellen van tweedragt te wandelen; Maar onthoud dit dog Medeburgers.' en zoo gy wilt, gelooft de Hiftorifche onderzoeken, die ik wegens myne Vaderdad, myn gelieft Leyden gedaan heb! gelooft my ! dat alle de beroeringen, tweedragten, oorlogen, belegeringen, en al wat rampzalig voor een goed volk was, altoos is nedergedaald, op den,kop der aanvoerders; altoos op de Kroonen der Koningen, die na den ftaf onzer wettige Graven, Staeten èn Stadhouders dongen; altoos op die Regenten, die.Amptenaaren, die Burg ers, die uit woeker en belang hunne Broeders verdrukten; de verraders hebben het altoos met den kop geboet; de mindere misleiden op hunne bloote kniën buiten Stadspoorten om vergiffenis moeten frneeken; en de overigen met zwaare geldboeten de Pvechtvaardige wraak moeten afkoopen. — Nu echter, worden 'er zachter weegen ingellaageu, vriendelyker|middelenaangefcooden: Indien flegts de misleide Burgers zich willen veiheederen, en in gemoeden, voöt God en hun geweeten hun misdag belyden, indien zy de verblinde oogen willen openen, en zien, het geen gantsch Europa ziet, — dat zy de Goedertierendde Vorst-,' de' deugdzaamde,- de wyze Vordin, de tedre Huwlykspanden .van een Koninklyk Huwlyksbedde, de Heiligheden der Unie goddeloosonteert hebben;-—Indien zy uegts toetreedeu, tot onze geheiligde Verbonden, tot de zoo zalige broedertrouw, tot de onderdanige gehoorzaamheid, aan welgevestigde en zoo wy bidden welgézuivetde Magidraat ; Indien zy hunnen ooren doppen voor, en den nek toekeeren aan die geenen, die haar misleid ja gedwongen hebben, om de keetenen van verraad en misleiding ten gevalle van een mtheemfchen te dragen; of voor zynen looslyk verguien q 2 den  X 33* ,K den Scepter te knielen, om den wettigen Staf van onzen getrouwen Stadhouder, van uw eigen Bloed- en Landgenoot, uw Rykfte, uw Edelfte, uw Notabelfte, uw eerlykfte Burger, als een talbont in den koopren buik van hunnen Molog te fmyten; en had men gekonnen te doen verteeren, onder de Asfchè uwer verbrande k nderen , wier gekerm onder 't gedommel, onder het geloei van Trommen en Trompetten verdooft wierd. Indien zy dan berouw hebben en wedtrkeeren, vergeef hen , en volg den getrouwen raad Van Vorst" en Staat? denk dat God zegt , die zyn zonden bekent en laat zal gerechtigheid gefchieden, 6 misleide Broeders! Zóek deeze gerechtigheid. Maar fchoon ik nu hartgrondig vermane tot het zoeken van verzoening, verdenk my daarom niet, als of. ik ook, door eene verkeerd gephiatfte, eene malle barmhartigheid , de rechtvaardigheid, eener welverdiende ftraf wilde afraaden, aan die geenen, die opzette! yk, by goddelcoze Eden,en trouwlooze verbonden, het Staatslecht des Lands, en de gevestigde Godsdienst verraaden hebben; die te fnood en te wreed ons mishandeld hebben, door de tyranny van dwang en valsch recht, neen Burgers neen, — zoo denk ik niet; maar dit denk ik, — dat zy voorbeeldige ftraf moeien ontfangen , dog dat wy de uitoerfening daar van aan de weigewikte weegfchale, van's Lands Souvereinen moeten oyerlaaten; maar ons past vergeving, verzoent dan, de aanbiedingen hier toe worden degaangebooden; de getrouwe Prins, deszelfs Gecommitteerden, in der Staaten'en zynen name, reiken u de Rechterhand toe, om u heden uit den bloedkuil uwer Tietannen te nikken ; nu zyrgy 'er bynaar uit gered, ftortu Zelve na dog niet in eeraudten poel van onbezonnen wraak, maar houd u kloek, verbind u eerlyk, vastelyk, on verbreekbaar, onfehesdbaar, aan Oranje en uwe Eendragts verbonden, en zorg dat gy u niet laat verkloeken door murmereering tegens uwe zoo wy hopen ieverige en getrouwe herftefde Krygsraad, help h;m den klem der betrekking op den Stadhouder in handen houden , want zoo gy door murmureering en kw-ilykgeplantlte eerzugt verdeelt word,zoo zal uwepartyinde vuist lagchen, en eene onver wagte kanst, waagen;  H 333 n daarom herinner u de fpreuk, die ik zoo meenigmaal k herinner, en op uwe Stadspoort itaat: Tot bIDDen V beVlltt, Wees naerflelICk e» waekenDe, Want gij Weet VVt nog tlJD Wanneer V 't kWaet es naeCkenDe. Waekt dan en Bid, op dat gy in geene verzoekingen '"En "gy , Ed- Manhafte yrett'g herftelde Krygsraad! voor wiens recht en betrekking op uwen Kapitein Generaal, ik zoo veel bitt're grieven en vervolging heb wit gedaan, fta my toe dat ik u Ed. Manhafte met die "Candeur en Cordaatheid, tevens en eendrachts liefde aanfpreek, als ik rtoutelyk de illegale Krygsraad der nieuwigheidzoekers, beftreeden heb! Kortelyk zal ik u zeggen daar het naar myne gedagten op ftaat. - Daar ftaat het op. • - , - . Dat uwe betrekking volftrek onaffcheidelyk is van het welbezwooren Recht des Erfftadhouders, dat die betrekking , in beider verknogtheid moet ge-handhaaft en bezwooren blyven, en de Magiftraat, die van wegens den Staat en den Stadhouder, de Ordonnantiën, wetten en Privilegiën, het zy onder den tyiel van die van den Gerechten; of van wegens derzelver of Burgemeestren toerbeurten,als Deken van den Krygsraad, volftrekt aan den Prins verantwoordelyk blyven, aan voor de gantfche Schttery en Burgery aan haaren Kapitein Generaal, Waar uit dan volgen kan, en moet, dat zoo gy Ed. Manhafte Krygsraad, eenen titttl, of jora, afgaat vau uwe welwettïge ordonantien; en daar in; het zy door de infiuentie van wie hy zy, of d or uwe eigen byzondre vuës of oogmerken, buiten kennis van wettige dispofitie van Zyne Doorl. Hoogheid als Stadhouder Kapitein Generaal, eenige alteratie of verandering maakt, datgy Ed, Manhaften indien gevalle het Recht der Stadhouders en derSchutterv corrumptertendeneenenenden anderen ongevoelig brengen z-alt. in die termen, waar onder de Vrycorporisten, en de listige oelaage^ van uwe betrekking, en vast vertrouwen op uwen ütadnouder het hebben getragt te brengen. Het is dan uwe zaak Ed Manhafte Heeren om uw Wettig geheel wel te bèwaaren, en nooit of immer ten gevallen van deeze of geene Regent, of Expe&unce Qq3 op  U 334 )■( t ■.■ ■\ x op eenig faveur, 'tzy Vroedfchapsplaatfen, of andre Do.mieiliaire ampten der (lede, nog om vues van Huwiyks verbintenisfen met een of andre Zoon of Dogter van Regenten, of om lief of leed, aftegaan van uw Eed aan den Prince, de Magiftraat, of de Schuttery gedaan, en dus wegtenemen alle warzaaken van murmureering verdeeldheid of redenen van klagtèn , die uit eene al te willekeurige Sustenue van gezag, zouden.kunnen ontitaan Of uit eene kwalyfc geplaaste Ambitie, uwe Medeburgers en Schutters te behandelen als gefubiecteerde militairen, hierom is het Ook uw zaak om fe waaken, dat geen Jonge melkmuilen, die nog naauw hunne ftudien,of hunne belydenis volbragt hebben, Deftige en Eerwaardige Burgers voor by fpringen, om in rte Regering te komen, en op die hoop, de Ariftokrnten believen ten nadèelen van s'Princen en u recht. - Neen maar m tegendeel, is het uw plicht de deftigheid,de waard^fie.d, der Leydfche Burgery , met de Eérè en Hoogheid van nunnenkapiteinGeneraal te verheerlykenVzcoalG zy deEere van Willem den Eerften, vooral ook Mabrifs en Fredrik Hendrik en alle de Stadhouders verheerlykt hebbeir Dan voorzeker: zullen uw Ed. Manhafte het hart u wer BuVreri aan uw verbinden,'en een vertrouwelyke liefdé' wenk" zal meer uitwerking hebben op uwe Schuttery, als een kregelige hovaardy tot-Regeerzugt: Vergeef my mynê rondheid, hetis detaal van myn hart, God d?e myn harte kent, wee het'hy.deAlmagtige, fterkUEd.Manh. met Mannel^keen tZ°^ufe"'memen,en uw loon zal zyn, de dankbaarheid der Burgeren, de Lierde van Vorst, Staat en Magiftraat, en de Eere van Leydfche Hoplien, zal op uwe nageflagte inet welvaart en zeegen bekrocinr worden, wel aan dan, Waakt en bid onder de fchaduw der Oranje Boom! want gelyk den ftaf Aa rons bloeide en Ainandelen droeg toen de boosheid Gods Wetten ontheiligde. Zoo bloeid den Oranje Boom en Oranjes Staf voor onze óogen, als een Wonderboom : in eenen dag in eene week in' eene maand, 'cacr ty fcheen te verdorren, doed.de Voorzienigheid 'dezelve voor oitóê oogen bloeyen, hergroeyen en groenen om nooit te verdorren en weldra zullen uit het dierbaar zaat van zyne rypendè vrugten, Spruiten voortkomen, die alsCederen oP den Libanon, eeuwiglyk in onzeEendrachtsdsalén zullen bloeï," > '■ " ' ' ' 'jen;  jen, kom dan, treed toe, treed toemisleidcn! treed toe! erkent uwe lchuld, en legt u neeaer onder de tlhaduwe van den verkwikkelyklhm, den nuttigüen Doom, die onder alle de hoornen , door de kruidkundigen het meest geagt is, en in l'rachtigfie hooven, door de Hovenieren als de cierlyk'fte erkent word ! legt uw vooroordeel afteegen de fchoone verw der Oranje Appelen; het is een Goddelyke Coleur, deZonue, de Regenboog, de Morgenöerre, eh het List, zyn'er mede Vet heerlykt, en zonden wy dat Eeudragtlieyend teken des ligts veragten, om een euwig bleeke Leliebloem? neen! kom, kom weerom, tot ons Oranje; de Lelie zelve kan niet beftaan, zonder dat gecoleurd dof ayner Nectargi uren; - En ny myn Broeders myne Medeburgers, die thans in eene Broederlyke by eenkomst, elkander geluk wefiseht en zegent met deGoddelykeornkeering van zaaken, met de vervulling uwer hoope.' wat ik u bidden mag, regelt uwe verrichtingen niet, lia dedaaden uwer Misleide Burgers,ik heb dezelve voorubeltreeden,myneSTEDEMAÉGD, heeft uit haare echte en hechte privilegiën, betoogt, dat de fchanddaflden der Muititieerdcrs nooit beftaan konden; %y heeft n vootzegt, dat die daden tot niets zouden uitloopen, cn dat gy verdrukten en vertrapten in eere zoud worden herfteld, gy hebt myne voorzegging vervult gezien; Laat ik u nog eens raden! dog denk niet dat ik daarom u wil doen gelooven, dat ik een Propheet ben , neen, ik fta vetre daar van, ik/geloof zoo min dat ik om dat ik Joannes gedoopt ben, d.it ik openbaaringen op myn Pathmos fchryve, als ik geloof dat de Wel Ed. en in ilaaikunde verziende Heer en Mr. Elie Luzac omdat zyn Ed. Elie heet, in zyn Solitair verblyf aan de Oestgeester Beke Crith, van de raven gefpyst is. • -Neen dat zy verre van ons, maar een hiltoriekundigen kan uiteenfaamenloopyan zaken zonder propheet te 'zyn, gebeurtetiisfen voorzien die een ander in den wind flaat. Nu zyt gy in eere herfteld , nu hebt gy uwen Willem en WiL.Uf-i.MiNA, en beider Telgen, uwe hope wederom. Nu hebt gy eeuen andren, een getrouwe Magiftraat wederom , geene Stiefvaders, die «we Weezen aan den flavenhandel van arglistige HoQ q 4 ven  ):( 336 ):( ven verkoopen tullen, — geene Tïerannen, die de wanden der Gevaugenhuizen zullen doeri zweeten , door de anaftige traanen van onfchuld, en het klamme zweet der geesfelroeden, of door twyfteImoedige,en wanhoopvoedende verhooren op Artikelen, of het Loogenspersfeu uit den mond van eerlyke Burgers. - Neen, de Gerechtigheid de Gehoorzaamheid, de eerlyke Burgerpligten, moeten wandelen langs de ftraatemde Dood en't verraat der Tierannen, die in onze vendren geklommen was, geeve God! vlugt voor het nieuw leven, dat in onze woningen, onze benaauwde Vrouwen en Kindren befchynt, en hen uit de holen der fteenroizen, of liever uit de moerasfige valleien, waar wy onder de wilgen treurig zaaten, in de Loofhutte onzes Vaderlands brengt en ons gerust laat wandelen in de Akkers eu Bouwlanden van den zegenryken Landman. Ja, ó ja, onze Bonds-Arke word door getrouwe Prieftren wederom gebragt, onzen David, huppelt voor de ArKe om de triumph van zyne en Gpds zake; Billyk vercieren aich de Eerwaardige Vaders, met vreugde met Eetidragt tekenen; billyk worden de hnlfelsder Moeders gedekt, met de breede Linten van Aurora; Billyk ftrookt die vrolyke geleidfter der nu heerlyke verr'ezeu Morgeufterre, de purpre vingren , langs de blonde Lokken , die over de blanke fchouders onzer' maagden, door een zoelzagt windje bewaaid worden billyk volgen onze jongelingen der Maegdenreven en kiezen een elk zyn Meisje, om'in de feesten der verJosfing, de Oranje Zonne, als een Bruidegom die uit zyn kamer komt, te gemoete te treeden; billyk, lachen de tedre zuigelingen, de lang bedtuste Moeders toe en daar zy door een geuwtje, een lagje, een zagt flaapje, getuigen dat zy geene fnakjes.nog krimpende ftulpjes meer afzuigen, uit de angdige horden hunner Moeders- . billyk is alles vreugd, alles heil! —. Zielenheil' —, weg dan met twisten krakeel, liefde die derker'is ah de dood, herleve en verbinde uwe en myne Broeders m Eeuwigheid aan den Oranjen dam en de Eendracht befchaafde Vryheid en Godsdienst.' Gerechtigheid en trouwe verbinde u lieden onfchendbaar aan de Zalitré Eetidragt, en het van God gefchonken huis van Oranje 6  )••( 337 W & Leyden! God Zalige uwe Burgeren en Behoede Holland! ó Leydsche Burgery, hf.t ga u eeuwig wel. ik leg de Penne niet zonder zielroerende Traanen ne« der, en d.iar wy nu de zaaken door Gods goedheid herfteld zien, en de Souverein fa Vorst naar rust en Eendracht verlangen, zal ik daar in berusten, en my daar het uwe zaak vereischt, en ik nuttig voor u lieden kan zyn, hoe fukkelende myne afneemende krachten moogen zyn, nu en dan my verledigen , tot handreiking aan het zoo nodig herftel van uwe zuchtende welvaart eu aan de knelle~nde armoede der kwynende Arbeidslieden, 'eu tot op den rand van het Graf toonen, dat ik tot in den dood myn Leyden en Oranje getrouw ben gebleven;-en heb ik dan van uwLjeden, myne Medeburgers! eenige dankbaarheid verdiesiC vergeld die aan alle myne Kindrenen Kindskinderen', myne Dochters en myne Zoonen, zelfs aan hen die my verfmaad hebben,— ge- ( voelt gy, dat gy iets aan my verplicht zyt. Sta toe dan, dat ik aanfpraak op uw hart maak , geen aanfpraak van eigenbaat nog bedelaryen van Bedelbusfen , neen , maar een aanfpraak op de edelmoedigheid van eene eerlyke Broederlyke Burger famenleving.— Ja op uw myne Broeders maak ik aanfpraak , om u en voor u heb ik hoon,fmaat, vervloeking en vervolging geleden , voor u heb ik goed en bloed veil gehad, en met de daad getoont, dat ik in myne Liefdeplicht jegens u niet gewankelt heb , en zelfs in kommerlyke omftandigheden Itandvastig geftaan heb; hier op draag ik roem., zy komt my toe, ik acht ze heerlyker dan Robynen, en, daar een goeden naam beter is dan olie; daarom eisch ik van u Lieden, dat zoo gy overtuigt zyt, dat ik uwe achting in deezen verdient hebt, dat gy dan den goeden naam van uwen getrouwen Burger handhaaft, als van eenen Broeder in uw eigen huisgezin , 't past u Lieden van de Herftelde Regeering en Burgemeeftren , herftel van eer en fchaaloosftelling te vorderen voor my en ook voos andren die voor u in de bresfe géftaan hebben, voor de verbitterde hoon, en zonder vooraf gehoqrt te zyn, op de driftige aanklagt van Burgmeeeftren op des PenftonaQ q 5 ris  K 338 ):( ris mederaad,zoo flettrifante en geprecipiteerde fufpenfie,en de daar op gevolgde ruine van myn beftaan, — wees myne Advokaten daar de pleitbezorgers lluimren! — wys my niet 11a den edel moedigen Prince, 't geen ik voor het Oranje Huis gedaan heb, is niet meer als myn plicht,en de infpraak van 'overtuiging zyner rechtvaardige zaak; maar 't geen ik voor u gedaan heb is vry willig, erft uw — om Leydens zaak , ja zelfs voor de ondankbare Regeering gefchied: en daarom eisch ik van u gehandhaaft te worden; En dan fta het aan de edelmoedige Willem, om aan u , aan zyn weedergebragt Leyden, uwe trouwe te gedenken» zeker Burgers gy dwaalt, en de meella Stedelingen dwaalen , zoo zy alles vati den Prince begeeren, — neen, de Overheid die zyne Burgers van aangezicht tot aangezicht kent, die moet zyne Burgers,' die eerlyk en getrouw zyn, zélfs helpen bevQordeelen, eo dan daar 's Princen invloed en boge gunst nodig' zy , moeten zy der Burgeren'voorfpraak Zyn, en den getrouwen Vorsr, die zwoegt onder den last van ieders belangen, helpen,' byllaan, om zoo veel mogelyk, onnodige kwellingen vau ongesymde folicita- tien wegneemen. Wy moeten zoo veel mogelyk den blaam, die de vreemdelingen onze Natie opleggen, trachten weg te neemen, op dat zy niet meer zeggen, 't geen de Spotters zeggen: Indien de kleenfte vezel, of de zweet én bloeddruppen van de Princen en Stadhouders der Hollanders ampten waaren, zy zouden dezelve tot op 't gebeente atknaagen. Neen zoo vertrouwe »ik; kan geen grootmoedige ziel denken ; niet dat men daarom op een eerbiedige en billyke wyze niet verzoeken moge, nog af wagten, op des Princen gunst: dat zy verre , dit zyn de aangenaamheden van grootmoedige zielen, om gunden na verdienden te kunnen bewvzen, en te genieten , en de aanfpraak hier. qp is eerlyk en billyk; en 't blyft een gunst. Maar by onze Magiftraat is het met opzicht tot haar Stedelyk beduur eene wettige plicht, om Eerlyke en geJrouwe Burgers te begunftigen: dus denkende, durf ik op uwe Broederlyke gunst myn aanfpraak vestigen, en van de edelmoedigheid der Burgers en Magiftraat en van het Oranje.^Huis een aandenken afwagten aan de getrouwe plichten die ik my heden  ):( 339 )■( dfïi tot eene onverwelkbren kroone myn es ouderdoms rekeiie myn plicht te hebben mogen betrachten , tot in die zalige uitkomst dien wy beleven,-.Leef dan myne Leydenaar. n tezegent, by die vooruitzigten , tot m eeuwigheid, en als ik myn oogen zal luiken, zet dan op myn Z*rk: Hier legt joannes ie francq van 11erkhey, den getrouwen burger van leyden,. Dl e in de kit t e r s T e vervolging, aan zyn vaderland, oranje en Z y n e médebürge r's ge" trouw 3 leef. . Hier afbrekende noope 'k, dat ik ook zoo lang als hetGode moge behage , myne leeftyd nog te rekken , tot aan myn laatüVfnik , den, zegen tr,yner gevoelige dankbaarheid- moge toedenken, aan di?' Heeren Bloedverwanten en Vrienden , die door hun byzonder vertrouwen, en vrendfehap jegens my, hunne oprechte trouwe betoont hebben. " . Byzonder moet ik aan myne Nazaaten in zegen laaten die Perfoonen , die, toen alles benaauwd was, moord en dood dreigde, en ik als een weerloozen en gantfehei„!r tTPfWenè. aan het ovnelvk ziekbedde geklonken lag, die inv toen . edelmoedig en zonder eenige begeerte van ' „ 7 i /1 "--ê- n.,-™„-i;aw^ i^i,u<..i loon ot gave, enspi uir geuuuwc «ui^niuw utut/wi» tyg-eftaan, opgebeurt, bewaakt en'getroost. Met namen.''de Heer Mr. ■ Muller Masfis, Klaas-vak de Pol, drein Scbarea.berg, Harmanus 'Woltering, Antonie le BloiP.e.JanBonebakker,Fbilip de Blaauw,Corn,elis Klinkenberg , klaas van Duikeien, Jacob Sleisfer Jen van Hul/en. 4an welke Perfoonen ik by deeze, myne .opentlyke •Dankerkentenis betuigende, hen toewenfche, dat dewyl zy nog goud nog zilver begeeren; dat haar Loon dan by Gode zy, dat zy en hunne Kindren den zegen genieten, die zy in het herftel van Eendragt en Oranje vnnriirivk met inv hebben afgebeden-, en by den bloei van haar tydiyk beftaan, in Vrede en voorfpoed leven een lengte van dagen; Het zy gezegr. «A.' I N"  INHOUD DER VOORNAAMSTE Z Jl JK JE No, i. Onderzoek we:ens No. t. let» gewigtlgs voor Leyden , en Betoag over het handhaaven der Privilegiën. 3. Verdediging van de waardigheid der Magiftraat; het recht der Gildens, en het. misleidende eener Illegale Volk-ftem ; Verhandeling over de misleiding en het Recht der Gebuurten. 3. Vertoog dat geen Regent recht heeft eene by. zondere Sociëteit opterchten, vervolg over de Buurten, en het Wapenen als anderfints te admitteeren, en dat ret recht der Gebuurten, aan den oproep der Regeering alleen Legaal eene Volkftem kan zyn, en hartelyke aanmaaning tot Eendragt. 4. De arglistige Stellingen van den letzer, in het ftellen van Pofitien over de Volksvryheid, Betoog dat eene Natuurlyke Betrekking van Familie der Regenten, niet altyd berispelyk is, ontleding van No. 1 in den letzer. 5. Onderzoek in hoe verre in de Steden, en Volksrechten 'er misbruiken hebben plaats gehad, en wel met betrekking tot der Graven en der Souverai. Tien, Privilegiën, waar by de Privilegie van Maria van Bourgondien, Maximiliaan van Oostenryk 1781. enz. tot verandering der Vroedfchap. 6. Vervolg hier van tot op Keyzer Karei de Vyfde 151°. 7« Vervolg tot op 1593. en Betoog ter handhaaving t van de eere van Willem den Eerften by de Regee» rings • Verandering te Leyden. S. Vervolg eh'ïmpele Verdediging van Vader Willem en Vrymoedige Bedenkingen des wegens.  < 335» ) f. Vervolg en Verdediging van de Eer Prins van Ma«. rits beneevens duidelyk Betoog van 't verraat van Barneveld. ». Slot wegens het Betoog van Van de Werf, en de Eer van Maurits i Handeling van Maurits en Fredrik Hendrik omtrent de Regeeringsbenelling vin Leyden , verdediging der getrouwe Leydfche Re. geering. X. De Regeerings herftel onder Willem den Derden, en aanvang der verdediging daar van, tegeHs de befchuldiging van Hendrik Brouwer , dog afgebrooken, door de Memorie van Adftructie der Krygs. raad, te viuden in de Leydfche Courant van de» a3 Auguft. 1786. ia. Ernftige bewyzen over de flegte behandeling derLeydfche Burgery,in hetgeval van VanLeeuwen,en Schaaf, en de Trouwloosheid van den Kapitein Righout. 13. Betoog tegens de Memorie van Adftructie , dat 'er uimmer een Intermediair Collegie binnen Leyden en elders, onder de Regeering en de Burge-. ry beftaan heeft. — 14. Vervolg op 't voorgaande en weerlegging van het geen den Adftruant, wegens een geval ten tyden van Vrouw Margriet voordraagt. * Ij. Vervolg en flot op deeze Pasfagie, herinnering van de Gevallen van C- Nierop, Warendorp , en L. Keth, en Origineele notulen des Krygsxaads, vernieuwde Magiltraats Refolutie van Ao. 1S33. en Ao. 1784. 46. Vervolg van Krygsraads • zaaken, dog byzonder op het onderwerp der Fabrieken en Arbeidsloonen, vcrkeerdelyk in de Memorie van Adftructie , opgegeeven. 17. Slot van voornoemde Wederlegging, en Befoog van refiexien op de nodige Verbeteringen in de Memorie van Adftructie, de nuttigheid van Graaf of Stadhouder , a'angetoont uit een Redres in Stads Finantien A°. 1497. door Philip ran Bourgogne. 18. Vervolg hier van Reflexie op de Co'de&e tot Warmond het Jaar 1748. en de Oeeonomifchen Tak de fcedendaagfchc kledy gegispt.. 19. 13. Betoog tegens de Memorie van Adftructie , dat 14. Vervolg op 't voorgaande en weerlegging van het  C 34o ) 19= Vervolg van oprechte aanmaaning tot Leyuens wel. zyn en beftoit van de wederlegging der Memorie van Adftructie. Weder aanvang van den tyd van Willem den Derden, de. Orfgineele Conventie van 1702. onder Leydfche Regeeriug na de dood van Willem den Derden., 20. Eerfte Vervolg op de' Regeerings - Conventie, mei de hernieuwde van 1722. na een Origineel Hand. ■fchrifr. iï. Tweede Vervolg derzelver Conventie , met de notulen. 22. Derde vervolg en Slot , reflexien in bpe verre dezelve al of niet Ariftokr tisch zy, de Verkiezingen van de Heer Heldewler' en Zandheuvel, de Mey van Streefkerk opgemerkt: verder onderZoek in hoe verre een' Regeejings-Contrakt be. ftaaubaar zy. 23. Verder Betoog over de Correfpondentie, bewys uit de Natuur der Menfehen, dat het reedelyk is in Regeering Familien voor te ftaan. Verder seftaaft door de oorfpronglyke Regerings form der Batavieren. •; ,' „ 94. Vervolg op' dit Betoog uit de Regeering der Romeinen, de Achtbaarheid van een Burgemeester de veragtelykheid daar tegen voor Oproermaakers enz, 35. Dichtlievende üitfpannirig der Leydfche Stedemaegd , op de Beêediging der E, G. M:. Heered Burgemeefteren , den ro. November 178Ö. tf. De Lx;y'fche Courant dato 22 Nov. i-jlO- Tiedenking van een Leydsch Burger weerlegt, en hei Masker der Geconftitueerden afgeligt. 27. De Ariftokratie der Burgeraeettcr'van'.den Berg, de Despotieke hande! van Jan. de "Wit omtrent Leyden, weder aangeknoopt aan de in voorgaande Nommers, begonne Verdediging van , Willem den Derden , , welke Verhandeling afgebrooken was door de tusfehenkomende Couranten, 48. Vervolg hier van, en bewys van Scheepenen gezag, met de Plaat, van 't oud Zegels en Verge. Jyking van Graaf Willem en Willem de Tweede van Oranje.  ( 34i ) 40 Vervolg hier van, Overgang tot Willem den Der. den , den letzer opzettelyk weerlegt jegens de belchuldiging van dien Prins, met opzigt tot het Hoofd Schoudfchap van Leyden ia t geval van Hendrik Brouwer. , ,. . . 70 en i., Ampel en Exaft vervo,g hier van met drie 3 ' Authentieke Stukken, wegens de VroedfchapsVer. andering Van der Goude en Coniult van ih. Gra». winkel A°. 1643. .... j„ /~>„,n.„„ 32 Vervolg hier van, en Applicatie op de Omttan- digheid te Rotterdam, eu Leyden. Vervolg en Applicatie van dit alles, op t geval van Hendrik Brouwer, en het Recht eens Hoofd- Officiers hetoogt. ,! Vervolg en Slot deezer zaak. *è Refiexie or. de Z' Holl Courant, 10. Jun. 1787. 3S" feetreffèndePBurgemeefteren van Halteren , Harten andere5, Brief van Janus Frankenius aan ,6 Vervolg'^het'geval van de Busch, *t geVal van 'tZwynshooft, ,enz. ter overtuiging van de vuilaardigheid van ]anus Liberius. ,7 Vervolg en Reflexien op het Dankadres, en verdere Handelingen van het Genootfchap van Wapenhandel en vragende Voorftellen van Bewys. ,a Vervolg en Copia van Delaratoir, ten behoe3 ven van 'an Have, Bailluw der Saaihalle Ao.1678. Versie vin Samuel Baviere aan Jan Berkhey , Declaratie van eenige Burgers tot GequaHficeerdei.s en Geconftitueerdeus met de Origineele Naamlyst , . dato ii. Nov. 1786. . , 38. Opgaave van Abufleve geftelde Naamen , 111 de ' Lyst No. 38. . • ,. .'. , Vervolg der vrymoedige aanmerkingen jegens de Ampten en de Roomsgezinden, . ao Slot der Leydfche Stedertiaegd, waarin ernüige ' en broederlyke vermaaning tot Eendragt en Verzoening der Burgeren met elkander.  Te L E T D E N, By JAN PERK Boekverkoper óp de Vliet, Word dit Vervolg en Slot der Leydfche Stede* maagd betoogt, door Dr. J. le FrLcq Yam Bekkhey met het Register der Inhoud uitLemi voor zes ftuivers. ""éc£even Benevens een tytelprint én Vers a twee ftuivers ÖJ„°°- Tr ,die «eenen die de E^mplaare„ compleet' nebben, is dezelve gratis te bekomen.' V Wyders zyn 'er nog Weinige coropfeete Exemplaren te bekomen, welke men om de Burgeren zoo veel mogelyk ,n de prys te gemoet te komen, gelteld heett op arie Guldens contant. ■ Eenige weinige aparte Nommers voor die geéneit die hunne defeden Exemplaren gelieven te completeeren zyn ook nog voorhanden, except No. 38. En dewyl de voorlopige Misfive, én Copia Authentiek , als ook vervolg op de Batavier voor f LE Prancq van Berkhey, en Antwoord op den Lnef van een Vader aan zyn Zoon, tot de Stedemaaed behoorende, en 'er nog circa een getal van 00 Exemp.aren voor handen zyn, worden deeze tevens tot een geboden" " ^ PryZCn ' by WyZC V3U t0eg'ft aan< Zullende binnen kort nadere Notitien van nog te Completeren Werken, gratis te bekomen zyn, by welgemelde Boekverkoper en verdere Correfpondenten.  % E R I e H ? van den Schryver der , LEYDSC HE STEDE MAEGD. Op No. 3SU 1 St. Nademaal 'er thans Wnnèn onze Stad Leyden wederom beweSn zyn, tot het tekenen van Adreffen, of Contepten dienende tot verfterking van de Propofit.eï derad Krlem en endeerendé tot verdere onhandigheden be«§SS Heere Erfiiadhouder. En het daarenboven Sf&eY&pit men tot het bekoomen van een genoeg' Saam 2 al Inteekenaren in deeze Stad den zeiven Misleiden den weg fchynt te willen in voorige Teekeningen ingeflagen zyn, te wee ten,, nu SmStecren van onkundige P^M^^SSiain deeze Stad geheel onbekende Perfoonen; eu daaren Sien de Wel Ed. Heeren Mr. P. V * > «*e %g wel hebben gelieven te doen kennef llehoor lyke fctufaftie te geeven , en volgen, derzelver fchriftelX opgave te declareeren. ' " i. Dat de Perfoon van Jan 1'aï.m als Knegt van het .nnmermans en Metzslaars Gilde en Schryver in de Stads »** !'an Leening , op'wiens naam verfchideii „ ?er OHte m de Lyst gevonden worden, moet zyn Piet» pi, ■Z aizooja» pA,.M i.een Koorendrager, efSusSSm*v£ den eenen voorkomt voor den anderen , £eSeK ï- Palm , of den ondergetekenden in hpt lJ.r , Schryver der St^emaagt % ^"VC wc,^che"« dat Sloten dienft *nS8$& f ëfbuden aanfomnige V. D. welke daar VeliZ byVnZ dei de w.trbetd met verzweeg word, tn men ii \Zt*B ftbude tnder een twyffelaStiSen n»m, nu bet wlpaJnkrnt Axiufa Lmerarumformas, Peuperante manu 1% " CoACTUt FUI. Het tweede berigt is van deestcn inhoud - Mya Heer UEd.heeft in U Stedemaagd een Na»mM- <~ fteld. daar UEd. myn naam en affaire LeÏÏd heb zeklr" west ben, en dat tk wet, dat 'tr in Af Viw s éU naam of affaire is, en ntet lalrn Jt t S £5 «<,,v - • . gamrnc met dit naam Drenken *y« «r«j* ^ ^ ^ y;™  ):( 3 )'l my vriendfchap dun, ik fia fort in uw Stedemacgd C. vên Campen M andemaker, fchoon ik «M*. Jaaren ^arvmuit^eScheiden Ion verder &c. CORNELIS **n CAMPEïï. Het derde Berigt is Mondeling van Johanm«s Kettfhks Boekbinder, welke opregte Burger insgelyks verklaarde abuzievelyk te zyn opeegeeven en nimmer zig inet eenige tekening te hebben opgehouden, en derhalven eene andere Kettenes iu Het derde Berigt is van Jacobus Lotte Junior Kamerbehanger op de Breedftraat by de Koornbrugfteeg, welke ïnsgelyfcJ heeft doen declareeren tot de tekening niet te hebben geconcurreerd, zynde men geïnformeerd dat de Perfoon onder die mam op do Lyft ge noteert zoude zyn : Een Baggerman van die naam. Nog heb ik nauwkeurig berigt, en zeker «eer tot Ons genoegen, door dien men daar door tot nadere ontdekking van den averegtfchen handel ter teckeniiig gekomen is, endaar door weg genomen worden ongelukkige vermoedens, van den- een weidenkenden Burger, jegens den andren. Wy nadden in onze Lyll gevonden de Naam van A. Koste» cn Iza.sk Koster , en hadden ons byzonder laaten intormeeren of 'er yewand anders, 't zy Abram, Andries, of Albert of een naam met A beginnende en de Van Koster was, tn wierd ons gezegt neen, maar dat het wai A. Koster de Bockverkooper, 't welk gefterkt wierd met andre omftandigheden, de naam va* Jzaak Koste» als detzelfs Zoon, is niet voorgefteld, als èa \> eus. *. , I , Dan tot onze nader Informatie gekomen zynde, dat tie naam van A. Köstïr, is de eigen ondergetekende naam van een Timmermans Knegt, werkeBde by van den BooAiaT , en na rjtregt getrokken als Aiixiliaire, cn heeft ook aldaar co eene overgezonden Lyft geteekent.' *De Tweede is Ifaak 'Coster Organist in de Maare Kerk, Broeder van den overleden beruchten Hermanus Coster^ bekent met de naam Yzak'je, en heeft getekent in dePaauw. ^Verklarende wy als 'Autheur van de Leydfche Stedc-maegd,. dat wy met grootfte genoegen deze Tnformatien plaatlen, met twyfibnde of de abufief genoemde Perfoonen, zuilen genoegen neemen in onzer verklaaring, dat wy altoos bcieid zyn onze abuizen te willen herroepen, en vooral de zulken, dia ons den weg baanen tot ontdekking der misleiders, die'h'.eHtoe gelegenheid gegeeven hebben, te weten hét opgegeeven vau namen zonder beroep, plaats, tyd, ouderdom en woonplaats, en dat wy nog daarenboven in name van de kund/gtle, mogen allegueerén eene Schriftelyke erkentenis van zyn gevoelen eo «ok meer andren de hooge noodzaaklykhtid dat Hun Ed. Cr. 4sbtbsue, hebben goedgevonden by hunne Refolutie dato den  X' 4 ):( February geene teekcningen zullen erkennen,dan met de reed» genoemde requifiten. w Dit beeft ons genootzaakt om fpoedig in een kwart Blaadje de abufief.benoemden Burgeren ter voldoening, en den misleide of Listigen tot ontdekking, ja ook Ed. Achtbare-Macultraat, tot verdere handhaving van de Waarheid en Gerechtigheid te bemoedigen,daar wy om volhandige bezigheden onze beloofde Stedemaagt iets laater zullen vervolgen, Verzoekende een iegelyk wie hy zyi.die in naam of beroep mogt benoemd zyn, zig Cordaat te adiresfeerën by den Uilgever. , Ondertusfchen kunnen wy niet afzyn, om met behoorlyke reverentie de Ed. Gr. Achtb. Heeren van Leeuwen, van den Steen cn pe Wild, welke zig in? der Stéde Refolutie niet in allen deelen geconfirmeert hebben,,onder opmerking te brengen ,aan welke onaangenaamheid Hun H. Ed. Achtb. worde bloo.tgefteld, uit het blyk,. dat de Lyst de oudertee* kemngna Utrecht is geronden, en dus aldaar zynde, buiten het Tentoor der Stad en Provintie, hier mede naar ons in. zien, eene verregaande hoon, aan der Stede Regeering is toegebragj, ten minfte eene kleinagting die alzints bedrog, arglis, eu ongeloofden handel tekent. t Terwyl het. der Burgery niet minder fmerten zal en het de Regering der Stad in zeer bedenkelyke omftandigheden brengen kan ..ingeyalle 'er geen paal en perk aan dergelyke bedreigende Requesten wérd géfteld ,* én de Heeren Vao'. mans, Blok, de Mey van Streefkerk, Heldewifb', niet gelieven aftezien , om dergelyke dingen zoo fchynbaar ts willen protekteeren, te meer daar ons op goede befcheidch ter oren gekomen is., dat die van' den Krygsraad, door middel van dergelyke Clandestine , ofwel zyn eigen despotisme by Requeste zig bereids hebben gedeclareerd, om zegt men nog vier honderd Schutters aftedanken, 't welk doorgaande alle vertrouwen op, de Regeering zal wegneemen en, eenejbittre fcheuriugmaaken, wcshalren het tewenschlyk ware dat de Magiftraat en Burgery zig wettig vereenigde om de tegenwoordige alles dwingende Krygsraad te diflblveeren; de ouder en goecle wetten te herftelten, door bet gezag van Burgemeefteren, die van den Gerechten, de Eere des Stadhouders , en ware Rust, Liefde ee Eendragt te handhaven,, en dè gehoonde Burger weerom te roepen, dan nog groter fcheuring te bevorderen. Om Stukje hetreffertde den Brief, van een Vader aan yyn Zoon gaat ttr F er je, en zal in de volger.de Week uitkomen,