I  Bibliotheek Universiteit van Amsterdam 01 3326 8474  VERHANDELING OVER DE VENUSZIEKTEN, U I T ONDERVINDING E N WAARNEEMINGEN OPGESTELD, DOOR DEN H E E ,R E L E F E B Ü RE, ME D IC IN JE DOCTOR T E AMSTERDAM. Uit het Franfch vertaald, en met eenige Aanmerkingen vermeerderd. Te UTRECHT, Bij BARTHOLOME WILD, MDCCLXXXL  Nullum credo potentius effe èffrenata libidinis antidotum, quam ft quis miferrimas Mas vulgivagce Veneris vittimas , in Nofocomiis ad hujics morbi curam inftitutis colleEtas , contemfletur attentius. Vel ipfe hortorum Cuftosfastum & proterviam deponeret, certus fum. G. Lib. Bauo van Swieten.  VOORREDEN VAN DEN VERTAALER. D it de Vénus-ziékten , iti alle haa* re gevolgen befchouwt, eene der moeilijklte en tevens arlcnuweiyK(le kwaaien zij, waardoor hetmenfehdom kan worden aangetast, zal van niemand in de Geneeskunde ervaaren , in twijfel getrokken worden. * 2 Zeer  IV VOORREDEN. Zeer veel is derhalven het menfchelijk geflagt aan zo veele beroemde/en geleerde Mannen verpligt, welke, zedert dat deeze ziekte zig geöpenbaart en alomme verfpreid heeft, zig op de kennis en geneezing van dezelve hebben toegelegd, en tevens gepoogd hebben den voortgang dezer verwoestende kwaal te fluiten. Etmuller , Doljeus , Falloppius , astruc , boeriiaave , van swieten , Morgagni , Plenck , en veele andere hebben hier in uitgemunt. Mag, ja moet men zig derhalven niet ten hoogden verwonderen, dat, daar zo veele alom vermaarde Mannen in onderfcheide Landen, zig niet gefchaamd hebben den ongelukkigen lijders dezer kwaaien hulpe toe te brengen; egter nog in onze dagen veele Geneeskundigen gevonden worden , die van de behandeling dezer ziektens afkeerig zijn , en zelfs het zig tot oneer en bijna beneden de waardigheid  VOORREDEN. V leid hunner rang rekenen, zig met dezelve te bemoeien ? Het is mijn oogmerk niet, om hier een naauwkeurig onderzoek naar de beweegredenen en oorzaaken dezer vooroordeelen te doen , mogelijk zijn dezelve voornamelijk te zoeken in het denkbeeld der fchandelijkheid,'t welk men aan deze ziekte gehegt heeft; mogelijk ook in de veragting, waarmede men de lijders dezer kwaaien: doorgaands belchouwt, dezelve aanmerkende, als zelfs oorzaak zijnde, hunner ongclukkigen tocltand. Edog , 'gelijk het aan den eenen kant eene waarheid is, dat deze kwaaien, dikwils door losbandigheid en ontucht, door aan de opwellende driften den ruimen teugel te vieren , worden te weeg gebragt; zo is het cgter aan den anderen kant niet minder zeker , dat ook veelmaalen deze ziektens op eene geheel onfchuldige wyze verkregen worden : Heeft men niet menigmaalen gezien , dat deze verwoestende kwaal den tederen en onfchuldigen * 3 zui-  vr VOORREDEN. zuigelingen , door befmette Minnen is medegedeeld ? Heeft men geene voorbeelden , dat door zogenaamde zuigflers den kraamvrouwen het Smet dezer ziekten is aangebragt , dat deze wederom haare mannen befmet hebben, en dat ook de ongelukkige en fchuldelooze kinderen, de aldus befmette moeders zuigende, 'er door omgekomen zyn ? (*) Dan offchoon 'er zo veele voorbeelden van zulke ongelukkige flagtoffers dezer kwaaien niet mogten te vinden zijn, ja al was het volkomen zeker , dat deze ziekten nimmer, dan door een verkeerd gedrag en door ontucht wierden te weeg gebragt, geeft dit dan nog den Geneeskundigen eenig regt, om zig van de behandeling derzelven te onttrekken, of eenige afkerigheid te betooncn? —- Hoe veele ziektens , kwaaien en gebreken ziet men niet dagelijks, die de menfehen door gulzige (*) Aanraerkeiijke Voorbeelden daar van vind men ia Medicai Esfays and cbfervations Tom. III. p. 323 , & feq. Bij van Swieten , Commer.t. in Aphariiin* Boerhavih Toib. V. pag. 3S0 & feq. en by veele anderen.  VOORREDEN. vu zige overdaad , door onmaatigheid in fpijs en drank, door vadzigheid, endoor duizend andere ongeregeldheden, zig zelfs op den hals haaien? Zal nu immer daarom een Geneeskundige weigeren denzulken de nodige hulpe toetebrengen ? Waarom zal men dan ook langer afkerig zijn, om den venus-zieke lijderen allen mogelijken bijftand te doen ? Waarom zoude men .dan ook deze nog langer aanderzelver ongelukkig noodlot overlasten? Dog bcfchouwen wij nu nog daar en boven de gevolgen , welke hier uit ontftaan zijn, dan ziet men ten allerklaarften , dat dezelve voor het menfchdom allernadeeligst zijn: Immers hier door is veroorzaakt, dat de behandeling dezer kwaaien, aan onkundige Weetnieten, aan Kwakzalvers , en aan alle , die waanen , daar toe bekwaam te zijn , of die voorgeven eenige geheime middelen daartegen te bezitten, is overgclaaten, in zo verre zelfs, dat, of een Kwakzalver1 te zijn , of zig met de geneezing dezer * 4 ziek-  vin VOORREDEN. ziekten op te houden , bijna een en het zelve denkbeeld bij het algemeen verwekt f en ook beide even veragtelijk geworden is, en hier inne is waarfchijnlijk de voornaamfte oorzaak te vinden, waarom de meeste Geneesheeren zig van de behandeling dezer kwaaien veel al afkeerig betoonen. De Schrijver nu dezer Verhandeling, die in eene langduurende Praclijks - oeffening, gelegenheid gehad heeft , de menigvuldige fchadelijke gevolgen dcezer verkeerde denkbeelden en vooroordeelcn te befchouwen en na te gaan , ftelde deeze verhandeling op , voornamelijk ook, zo het fchijnt, met het oogmerk om deze vooroordeelen tegen te gaan, de ongerijmtheid' van dezelve aan te toonen, en tevens overtuigend te doen zien, dat tot eene gefehikte behandeling dezer ziekten, even als tot die van alle andere kwaaien en gebreken, ccnc gegronde kundigheid in alle de takken der Genees -en Heelkunde, gepaart met een welwikkend oordcel, vereifcht word , en wel*  VOORREDEN. rx wel voornamelijk, daar ook deze ziekten zig meenigmaalen met andere kwaaien vereenigd, daar zij dikwils onder den fchijn van andere ziektens voorkomt, en daar zij , even gelijk alle andere ziektens, naar de bijzondere gefteldheid, het ondcrfchciden Temperament en de jaaren van den lijder, behoort behandeld te worden; waarbij veelmaalen nog de moeilijkheid komt, om dezelve te ontdekken, vermits de lijders dikwils tragten dezelve te verbergen, of te vermommen; en me.nigmaalcn dezelve geheel ontkennen. Deze Verhandeling zag dan het licht in het vorige jaar 1780. in de Franfchc taal, onder den titel van Memoire CÏini © Z Sedert bijna drie Eeuwen, is de men» Ö fchelijke natuur in de eerfte begin* 'ëfyEPzelen van het leven, en in de broft der wellusten, door eene ziekte aangetast, welke bij onze Voorvaderen onbekend was. Een zeker Geleerde (*) is van gedagten, dat men des- (*) Namelijk A. R. Sanches , M. D. &c. die in den jaare 1750 te Parijs in het licht heeft gegeven een werkje, onder den titel, Dijfcrtation far F origine de la maladie V*> A  8 2 @ deszelfs oorfprong kan ontdekken in eene JSpf«Zemze, of algemeene befmetting; maar het meest aangenoome gevoelen is, dat dezelve moet gebragt worden tot op de ontdekking van de Nieuwe waereld, alwaar zij eene Landziekte is. Deeze Wijsgeer heeft zig mogelijk door het gezag van anderen laaten vervoeren, egter zijn de wetenfehappen aan hem erkentenisfe verfchuldigd, alzo men dikwils niet dan door duizend dwaalingen komt tot de ontdekking van eene eenige waarheid. Maar andere Schrijvers meer ieverzugtig , om van zig te doen fpreeken, dan gezet op de bevordering der wetenfehappen , hebben grondftcllingen of fyftemata gedroomt. Deze te leczen , is niet anders, dan teleerenopzijn hoede te zijn tegen de dwaaling, met 'er nader bij te koomen; ze te willen wederleggen, zou niet anders zijn, dan op gelijke wijze, als zij te febrijven , om het genoegen te hebben van den tijd te verliezen. Het is opmerkelijk , dat, offchoon dooide ontugtighcid , en de onagtzaamheid, deVenus-ziekten bijna algemeen zijn in America, dezelve egter weinig ongemak veroorzaaken, en dat de zieken oud worden zonder gevaar en zon- tiêrienne, doch zonder naam van den Schrijver. Doch welk fraaije werkje naderhand in den jaare 1777. met een Voorreden van den wijd beroemden Hoogleeraar Gaübius te Leiden is uitgegeeven onder dezen titel: Dijfertation fur l'origine de la maladie Fenêrienne, pour prouver, que ce mal rteft pas venu d,A?ne; ique, n;ais qiiil a commencé en Europe par une Epidemie. Suivie de F Examen Hiftorique fur Papparition de la maladie Venérienne en Europe, & fur la tiature de eette Epidemie. Vertaal.  ® 3 © Sronder fmert, het zij iét zij dezelve door befmetting verkrijgen, het zij dat zij dezelve door overerving van hunne ouderen ontvangen hebben. Dit gelukkig voorregt heeft men in alie heete Landen te danken aan de overvloedige uitwaasfeming. ' Het fchijnt, dat in Europa het zaad van deeze ziekte is verzwakt geworden in evenredig, heid van deszelfs verfpreiding. Men kan egter deeze verzwakking niet toefchrijven aan de vorderingen , welke de konst gemaakt heeft in de manier van dezelve te geneezen , vermits het zeker is, dan zedert den tijd van Berestgarius de Carpi , die het gebruik van de kwik heeft uitgevonden of algemeen bekendgemaakt, men geen ander Specificq middel heeft ontdekt. Door alle de nieuwigheden, welke de eigenliefde , de dwaling of de geldzugt zedert eenig vertrouwen hebben doen verkrijgen, zijn de paaien der kundigheeden veel eer naauwer beperkt, dan verder uitgezet geworden, en de verblindheid uit het hart van Duitfchland meer en meer veld winnende, is zo verregekoomen, dat zij aan den Italiaanen heeft doen vergeeten de waare geneeswijze, welke wij van hun bezitten. Veele Schrijvers zijn 'er , die beweeren, dat de Venus - ziekten uit zig zelf wederom verdwijnen zal, even gelijk de Melaatsheid, en de Elephantiafis , welke wij van de Egijptenaaren verkreegen hebben ; het is egter veel eer te vermoeden, dat deszelfs overblijfzel zal blij. ven voortduuren zo lang, als de zeevaarende dezelve onophoudelijk zullen gaan hernieuwen, A % ea  I ® 4 ® en te rug komende ons vaste land zullen befmetten. Veele Heelmeesters, van een minderen rang, hebben 'er alsnog hun belang bij , om deze ziekte aan de oogen van het gemeen te doen voorkomen , als eene alverflindende Hydra. Zij bezitten betoverende wapenen, zij moeten monfters gaan beftrijden. Hun doordringend oog ontdekt dezelve in alle ziekten, zij wapenen zig tegen het menfchelijk geflagt, ten einde hunne gewaande fpecificque middelen aan den man te helpen. Wanneer men eenmaal zig aan de befmetting heeft blootgefteld, kan men dezelve niet meer ontvlugten , zij vergiftigen zelfs de denkbeelden van de allerzuiverfte omhelzingen, en den ganfehen levensloop. Zij is een vijand, die ons vervolgd tot in den hoogften trap des ouderdoms , en die ons onverhoeds aanvalt. Zwakke Stervelingen ! gij zijt veel te ligt gereed om dit alles te gelooven , en gij hebt geen grooter vijanden , dan de zulken. Het is alleen door de befchouwing Van zeer veele Venus-kwaaien, dat ik geleerd hebbe, dezelve niet te zien , ten zij ze in de daad aanweezig zijn. Nooit jaage ik eenige vrees den zulken aan , welke door eene gelukkige behandeling , waar door alle toevallen zijn weggenoomen , van het zaad der befmetting zijn bevrijd geworden. Het ontbreekt ons niet aan zulke menfehen, die niet willen gelooven, dat de zieken wel genezen zijn , ten zij zij die zelfs behandeld hebben , en door derzelver onkunde worden de al te ligt geloovige tot eene twee-  de behandeling vervoerdt. Eene ligte hoofdpijn , of een weinig pijn uit verkoudheid of zinkingsftoffe ontftaande, of een colijk-pijn ftrekt hun tot een dekmantel voor hunne hebzugt, en dus word de gezondheid derzelver flagtoffer. Al wie niets gewaar word twee of drie maanden naar de behandeling, even als naar eene onreine vermenging, moet alle vrees verbannen, en boven al niet raadpleegen. Wanneer men de oude Schrijvers geleezen heeft, beeft men op het verhaal van duizend ongelooflijke waarneemingen, welke met alle de omftandigheden , allen fchijn van waarheid verhaald worden. Veel liever wil ik denken, dat zij misleid zijn geworden, dan dat ik zoude kunnen gelooven , dat zij vermaak gevonden hebben, om 'er een wonderwerk van te maaken. 'Er zijn, in de daad, zo veele zieken, welke de Geneesheeren koomen raadpleegen met een oogmerk , om hunne buitenfporige lotgevallen te vermommen , dat men door dezelve word misleid en bedrogen, wanneer men al te goed van vertrouwen is. Ik zoude, even gelijk zij, hondert buitengewoone gevallen kunnen aannaaien; maar ik wil mijne Leezers niet doen verbaazen door grootfeh opgefmukte waarneemingen. Ik zal hun opbeuren tegen het gefehreeuw van de zulke, welke vermaak vinden in monfters te voorfchijn te brengen, welKe in de natuur , die altoos gelijkvormig in deszelfs loop is , dog maar al te dikwils niet word waargenoomen, geheel onbekend zijn. A3 $. I.  @ 6 B §. I. Van de verfpreiding van de Vemts-kwaal. De weg der wellusten is de meest gewoone. De kusjes genomen van onreine lippen deelen het Venus-lmet meede. Een kind zuigt hetzelve naar zig met de melk, welke hetzelve totvoedzel ftrekt, en de eerfte toevallen daar van vertooncn zig aan deszelfs mond en aan de oorklieren. Eene Minne, ontvangt hetzelve door eene onvergeevelijke ondankbaarheid der ouderen, tot vergelding van deszelfs moederlijke zorge, en deszelfs boezem, gelijk ook de onder armsklieren zijn gewoonlijk de eerfte zitplaats van de befmetting. Door een drinkglas, of een lepel kan het worden medegedeeld, wanneer de lippen of de tong door zweertjes ontvelt zijn. Eene fchrijfpen in den mond gehouden heeft mij zodanig eene waarnceming verfchaft. Het is ook niet zonder voorbeeld, dat de Vroedrnecsters dit kwaad verkreegen hebben , door dien zij ontvellingen of ontftokc-ne nijdnagels aan de vingeren hadden, waar door de befmetting naar binnen gebragt wierd. Het blijkt ook uit verfcheidene waarneemingen, dat door een Lancet, 't welk niet wel afgeveegd is, het Venus-fmet kan ingeënt worden; indien men 'er zig van te vooren van bediend heeft om eene zieke ader te laaten , die door Huidgebreeken van dien aart was aangetast. Het is ook buiten-eenigen twijfel, dat dc wellusten van Diogenes, offchoon dezelve door vrecsagtige lieden den voorrang worden gegeven, niet geheel en al beveiligen, wanneer dezei-  ® 7 © zelve genoomen worden door eene hand, die met fchurftige Haairworm bezet, of met opgeborftene klooven, of met de eene of andere fcherpe ftoffe bcfmet is, hoedanige die ook zijn mag. Het fmet kan zig in de opfiorpende vaatjes in dringen, die aan de geheele oppervlakte van het lichaam op alle plaatzen uitkoomen; maar in 't bijzonder door die, aan welke de zenuwen een meerder leven en werkzaamheid gceven op zulke plaatzen, welke met eene zeer dunne opperhuid overdekt zijn. Het is eindelijk , ook zeer waarfchijnlijk, dat men de Venus-ziekte kan bekoomen door te bed gelegen te hebben; indien zulks geweest zij onder de lakens van eene zieke, wiens lichaam overdekt was met zweeren, puisten, of eenige andere kwaadaartige huidgebreeken. Maar in het algemeen, vordert de voorzigtigheid, dat men op zijn hoede zij tegen alle de verfchijnzelen van dezen aart, welke dikwils uitgevonden worden door zulke menfehen, die zig zouden fchaamen de waarheid te beleiden, of welker belang het vereifcht, om dezelve te vermommen. Indien 'er in de daad menfehen gevonden worden, welke zo ongelukkig geweest zijn, dat zij zijn befmet geworden door oppervlakkige aanrakingen; zo is het aan den anderen kant, ook zeker, dat de allergrootfte misflagen, van ftraffeloosheid kunnen agtervolgd worden. Dagelijks ziet men zieken door de allerhevigfte toevallen aangetast, terwijl de medegezellen hunner ontugt, naar dat zij de omhelzingen van eeneen hetzelve vrouwsperfoon genooten hebben , 'er gezond en ongefchonden af koomen. A 4 Dee-  8 8 & Deze wisfelvalligheden zijn aan zo veele omHandigheden onderworpen, dat men een wonder van zijn tijd zoude moeten zijn, om van dezelve voldoende redenen te kunnen geven. Door die zelve zamenloop van gelukkige omHandigheden , heeft men ook de toevallen der Venus-ziekten zien verdwijnen zonder eenige geneesmiddelen, gelijk ook zonder eenig vooroordeel wegens de gezondheid. Ik heb eenen oneerlijken geestelijken gezien, min gelukkig, indien hij maar minder te befchuldigen was geweest, die bevrijd wierd van eene zeer hevige Gonorrhcea, of druiper door eene bloedftorting. Het is zeldzaam, dat eene zieke , met pijnen in deleeden, exoftofes, Been uitwasfchen, NoAi of knoopen , en Tophi, knobbels in de Ligamenten , offchoon uit het Pok-fmet ontftaande, de befmetting mededeele, indien 'er ook aan de teeldeelen geene ongemakken zijn, en ten onrecht zoude men zonder eenige andere bewijzen onder de behandeling willen brengen, den geenen, die met zulk eene zieke hetzelve feed beiliep. §. II. Van de voorbehoedende Middelen* Zoude het niet veel gelukkiger voor Europa geweest zijn, dat men, wanneer het Venusfmet deszelfs verwoestingen bij de Spanjaarden begon aan te regten, hadde getragt om aan deszelfs verfpreiding paaien te ftellen; dan naar middelen te zoeken , welke op het meest geuoomen, met de ziekte te geneezen, egter niet kun-  & 9 © kunnen beletten, dat dezelve niet wederom te voorfchijn koome. , Hippocrates heeft reeds gezegd, dat het de eerfte gelofte, en de eerfte pligt van den Geneesheer zijn moet, de ziektens te voorkoomen , en de voorbehoedende geneeskunde is bij hem in al te groote agting , dan dat men van dezelve zoude kunnen vermoeden, van niet met allen vlijt die middelen aan té wénden , om ten dezen opzigte haare kundigheden uit te breiden. Dat gedeelte der geneeskunde , 't welk ftrekt ter voorkominge der ziekten, wierd door de Grieken Hygieina genaamdt. Door welk ongelukkig noodlot komt het derhalven , dat de Geneesheeren , heden ten dage, hunne vonnisfen veilen tegen dien man, die zig bezig houd met de zorg, om een fcheidsmuur op te rigten, tusfchen de Venus - ziekten, en het menfchelijk gefiagt? van waar komt het, dat zij zig met wetten tegen hem wapenen? van waar komt het, dat zij denzei ven overgeven aan de veragting van het gemeen, 't welk zig altoos verwondert, en nooit ziet, dan door de oogen van anderen ? Zouden zij ook vreezen een groot wingewest hunner inkomftcn te verliezen ? maar hoe veelen zijn 'er tog , welke dezelve magtig zijn geworden ? hoe doen zij 'er hun voordeel meede ? Laat ons veel eer gelooven, dat het veel gemaklijker zi j te veroordeelen, als te wederleggen. Men oeffent dwingelandij over de bekwaamheden , welke men niet kan naarvolgen ; dit is alles , wat men doen kan, om dezelve te agterhaalen. De beroemde Astruc, een zo openbaar vijand van alle kwakzalverij, fchrijft, dat het geenA 5 zm$  & IO @ zïnts der ongeregeldheid of ontugtigheid zoude begunstigen, middelen te zoeken, omhetmenfchelijk geflagt te befchermen tegen die plaag, welke hetzelve verwoest (de Vcnus-ziekte3. De Bedienaars van den Godsdienst , moeten door hun gedrag, en de zuiverheid hunner zedenleer , de zonden beftraftcn, De Overheid moet dezelve door wijze wetten tegengaan. Maar niets moet den Geneesheer beletten om den ongelukkigen te hulp te komen. Zoude het niet duizendmaalen gelukkiger zijn deze ziekte te kunnen voorkomen , dan de kunst te bezitten, om dezelve te geneezen, daar dog het fchrik verwekkend denkbeeld der befmetting niets vermag tegen eene drift, waar van het zaad te vinden is in de bronnen van het leven? De man zoude dan niet meer het bedde cener deugdzaame vrouwe befmetten. De ongelukkige kinderen zouden dan , bij hunne geboorte, niet meer behoeven betaalen voor de misflagen hunner ouderen. En nogtans heeft men Geneesheeren gezien, die de Rcchterftoelen deeden daveren van eene lchandelijke zaak , niet fchaamrood wordende van zig te verbergen bij eene Hof-Hoer (CWtifanne) om heimelijk getuigenisfen magtig te worden, die aan derzelvcr onbefcheidenheid duur zoude hebben komen te ftaan, indien die bedrogen voorwerpen niet gevreesd hadden, om 'er zig ten tweeden maale aan bloot te ftellen. Men verwijt ons zedert langen tijd , dat wij ons altoos verzetten tegen alles, 't welk wij zelfs niet hebben uitgevonden , en bij ongeluk , hebben wij deeze befchuldiging zomtijds ge-  0 " © gerechtvaardigd. Ondankbaareof onbekommerde menfehen wegens toekomende ziekten, bedienen 'er zig van , om , en de Geneeskunde en de Geneesheeren, te lasteren. Zij maaken zig onbarmhartiglijk meester van de naamlijsten en gedenkfehriften onzer Hoogefchoolen , zij overzien fteeds de Punt-dichten der Hekeldichteren , om alles, wat de kunst tot oneer kan ftrekken , weder levendig te maaken. Niets verzwijgen zij, dan de dienften, welke zij van dezelve verkregen hebben. Van alle nieuwigheden," zegt een deezer kwalijk gezinden , „ hebben de Geneesheeren „ niets aangewonnen dan de overbrenging van „ het bloed , van het eene lichaam in het ,, andere, de moorddaadigfte, welke het men„ fchelijk vernuft ooit heeft uitgedacht in des,, zelfs dwaalingen : Maar tot wedervergel„ ding, hebben zij zig met alle hunne magt „ aangekant tegen de invoering van de Ipe„ cacnanha. Geduurende een geheele eeuw „ hebben zij hunne medebroederen vervolgt, die het lichaam wel zuiverde door Braak„ middelen (emetica). De Gerechtsbanken , ,, hebben altoos, zo dikwils zij zig gezamen„ lijk voor dezelve vertoont hebben, het ze„ gel gezet op hunne misflagcn , zij zijn de uitvoerders van derzelver wraak, de weer- galmers (de Echós) van derzelver onkunde, ,, om des te meerder overtuiging te geven, dat eene onpartijdige geest de Gerechtshoven „ verligt. Men heeft gezien, dat Brood„ bakkers veroordeeld wierden als moorde„ naars , om dat zij derzelver brood deeden „ rijzen met bier, offchoon geheel Duitsland  © i2 e de Nederlanden en Engeland , als flilzwij„ gend in dit geding tusfchen beide kwamen „ met de bloeijende gezondheid van derzelver inwooneren. Men heeft de Distillateurs van „ dezelve misdaad befchuldigd, om dat ze de ap,, pel - en peeren - dranken bereiden , en de „ vrugten van den Jeneverboom overhaalden. 3, Het Papaverzap (opium), heeft geen meer- der gunst mogen genieten voor derzelver „ zeer heilzaame gerechtsbank, en hetzelve 3, heeft niet minder moeten lijden dan de oor3, deelkundige waarneemingen van een geleerd Natuurkundige, om dat een nog geleerder 3, Geestelijke, -die niet oordeelde , nog vol3, gens het algemeen gerugt, nog naar de mes, nigte, deszelfs nuttigheid erkende. De in„ enting heeft geen vergunbrief, of brevet „ kunnen verkrijgen, om dat men rekende, „ dat 'er met dezelve aan te neemen, 'er veel ,, minder kinderziekte zoude zijn, en hierom- me hebben zij beflooten 'er de goede uit„ werking van te ontkennen met diezelveftand„ vastigheid , waar mede Riolanus de klaar„ blijkelijkheid van den omloop van het bloed ,, ontkende." ,, Het is een beweeze zaak, fchrijft een ander van deeze verheeven verjianden (efprits „ forts) die als gezworen hebben om den ,, geest der menfehen in eene onnavolgelijke ftijl, ,, te verlichten , dat -zo meenigmaalen een „ Vreemdeling de konst van te geneczen zal „ trachten eenvoudiger te maaken de Facul„ teit deszelfs gezag zal in 't werk ftellen, ora „ hem aan banden te leggen, even als of der„ zeiver vervloekingen of ban, de beveelcn, „ waar-  8 13 © •„ waarmeede zij hem overvalt, en de vonnis„ fen van het geheele Parlement, de heilzaa„ me planten zouden beletten, om de natuur „ te hulp te komen , en even als of de wet „ de Propaganda, door Galilaus aan banden „ te leggen , de aarde belet hadde zig rondsom de zon te wenden," Met het beste oogmerk om een ftaat te verdedigen , tot welke men eenigermaate behoord , is men verpligt deeze pijlen af te wagten en dezelve te fmooren, om dat men dog eindelijk het billijke en betaamlijke niet kan ftellen tegen de waarheid, hoe hard zulks ook zijn mooge. De Geneesheeren zijn als in geduurige ftuiptrekkingen. Zij haaten eikanderen met al hun hart, en nogtans rigten zij onderlinge genootfchappen aan. Zijn zij bij een vergaderd? het is om elkander te lasteren. Maaken zij eenig vreedesverdrag, fchijnen zij zig zomtijds te vereenigen ? het is altoos om te oorlogen. Het eene genootfchap kant zig aan tegen het andere zijns gelijke, om dat de voorrechten niet zijn zo als zij dezelve wenfchen. Van de eene en de andere kant doet men 'er de Grooten belang in neemen , men fchrijft in haast beledigende fchimpfchriften, men doet de lediggangers lagchen, en men laat de zieken fterven. De zeeden zijn het fchoonfchijnend voorwendzel, waar van men zig tot hier toe bediend heeft, om de voorbehoedende middelen tegen de Venus- ziekten te vervolgen: en zij, die dezelve plaatzen onder het getal der mindere offerhanden, die geene, welke van de zedekunde tot de itaatkunde bcfluiten, die amptshal- ven  8*4© ven moeten waaken voor de behoudenis en voor de voortplanting van het menfchelijk geflagt, vermeerderen nog deze herfenfchimmen. In alle groote fteeden, word de ontuchtigheid aan zekere wetten onderworpen. Men duld in alle de hoeken van dezelve de Hoerhuizen. Men laat, in die ftraaten, welke het meest betreeden, den wimpel der onkuifchheid waaijen. Men kwetst de goede zeden, met het oogmerk om dezelve te bewaaren , om nog grooter wanorders voor te komen, om de eerbaarheid te befchermen tegen veel meer vernederende fchande; en, met dus aan alle de zintuigen en vergiftigend lokaas aan te bieden, zal het egter nog verbooden zijn om zig te wapenen tegen deszelfs aanvallen; en de menfeh, wiens zwakheid.men dus op de proef heeft gegefteld, zal 'er het flagtoffer van zijn. De Jongeling , wiens huwbaare jaaren hem verzekerde voor zijn vaderland, naar alle de Hormen der kindsheid te hebben doorgeftaan, die in de jaaren der begeertens zig heeft overgegeven aan de aanloklijkheden der wellust, zal dan, om dat hij zig heeft bedrogen in zijne keuze , veroordeeld zijn , om oud te worden onder het gewigt der fmerten , om uit te droogen onder de roede van 2Esculapius , en om in zig zelf het zaad zijner nakomelingfchap te zien bederven. Die man, die onder het getal zijner meedeburgeren komt vericheinen, die aan den ftaat, en aan de natuur gaat betaalen de fchuld, welke hem door zijne geboorte is opgelegd , geraakt in een van die netten verwart, welke de ftaatkunde duld ; maar om dat hij niet fterk genoeg is, om 'er zig uit te redden,  & 15 © den, zal hij het ongeluk van zeer veelen worden , hij zal de wanorder, de wanhoop, ja zelfs de dood aanbrengen op het bedde, alwaar te vooren de deugd zig vermaakte in de armen der onnozelheid. Gij dan , o Rechters! gij bij uitnecmenheid verftandige mannen, zult gij dan de menfehen , die aan uwe zorgen zijn toevertrouwt, vermoorden, om de eigenzinnigheid van een genootfchap , 't welk altoos verbitterd is, te vlijen; zult gij langer oordeel vellen op eene wijze, ftrijdig met uwe gevoelens; zult gij den aandoenlijken, den geyoehgen, den goedaartigen man, aanbanden leggen , den man die zig mogelijk bedriegt in het onderzoek der waarheid , en die door zijn beweegreden verontfchuldigd word, denbegeengen man, indien gij het dus wilt, dog die egter altoos nuttig is, daar 'er tog uit het gezigtpunt van zijne bclangens een algemeen nut kan voortfpruiten. Vrugteloos zal men dan ook tegenwerpen, dat een voorbehoedend geneesmiddel, eene uitnodiging aan de onkuisheid zijn zoudp, en dat dezulke, die nog door de vrees worden te rug gehouden, alsdan den ruimen teugel zouden vieren, aan de opwelling hunner driften. Met die aanmerking, dat 'ermenfehenzijn, die door de vrees voor eene wreede ziekte wederhouden worden, ftemt men ook te gelijk toe, dat 'er ook andere gevonden worden, welke zo zeer door derzelver temperament ovcrheerfcht worden , dat zij alle gevaar durven trotfeeren. Waarom zal men dan, die mentenen die met anders dan te beklagen zijn, overgeeven aan de gelieele uitgeftrektheid van der-  ® 16* © derzelver ongeluk? Waarom zal men hun ver* volgen zelfs tot in den fchoot der onnoozelheid? Waarom zal men door eene dubbele wreedheid, den onfchuldigen in derzelver ongeval inwikkelen ? Laat ons den wijzen, den verftandigen man aan zijn eigen opzigt overlaaten; maar laat ons tevens waaken, laat ons den onvoorzigtigen te hulp koomen, en indien wij een éénig menfeh behouden, zo zullen wij genoegzaame dienften gedaan hebben aan het tnenfehdom. Deze bewijsredenen zijn in de natuur zelve gegrond, en zijn niet minder dringende, om dat een trouwloos Redenaar dezelve voor de oogen van den Rechter heeft durven verdraaien, door eene betooverende wclfprekenheid, waarvan hij niets dan het werk' tuig is. Indien het nodig was de reden eemg gezag bij te zetten, ik zoude Boerhaave aanhaalen. De grootfte Geneesheer, die 'er zedert Hippocrates gebooren is, heeft een behoedmiddel tegen de Venus-ziekten aangeweezen, (*) Etmuller fteld'ereenvoorin zijne werken, (**) de Heelmeester Anel, in meer dan een opzigt vermaard, fchrijfc 'ereen voor, 'twelk hij met veel vertrouwen bekend maakt; Falloppius en Palmarius befchrijvcn 'er zeer veelen in hun^ ne werken; Warren , een Geneesheer van de Faculteit te Edimburg heeft 'er een bekend gemaakt, 't welk eenigen roem verkreegen heeft; Pressavin , een Heelmeester te Lyons, en beroemd onder zijne medebroederen , heeft ra het breede gehandeld over dit gedeelte der Ge^ nees* (*) Prakclion Academie, de Lue Vencrcd. Franeq. ij$t* (**_) Edit. de Chauvin. Lyon. 1690. in fol.  & 17 © ïieeskunde ter bewaaring der gezondheid (Hy*< gieina) ; de Graaf deMilly, Colonel van de Dragonders en Lid van de Academie der wetenfehappen te Parijs zegt hetzelve uitgevonden te hebben. Het is derhalven niet met een oogmerk, om den roem te bedekken van eenen ongelukkigen in de woestijne verdreevenen, belaaden met de overtredingen en vervloekingen Israëls,' dat ik een lang hoofdftuk aan de voorbehoedende middelen hebbe toegeweid. Veel minder is mijn oogmerk ook om een geneesmiddel te verheffen, 't welk ik niet kende, dan op het vertrouwen van een ander , maar het is om aan allen Geneeskundigen , welke nog door een iedel vooroordeel wederhouden worden, eenen loopbaan te openen, welke de menfchelijkheid beveelt te doorloopcn. Het is om hun te verpligten om aan het algemeen meede te deelen iaat licht, 't welk zij zullen ontdekken, en het welk de vrees voor berisping hun mogelijk zoude hebben doen uitdooven. Ik geloof, dat de ontdekking van een behoedmiddel, de allergrootfte weldaad zoude zijn, welke men aan het menfchelijkgeflagtzoude kunnen doen, en hier toe hebbe ik mij verledigd: maar ik ben wel verre van 'er meede vooringenoomen te zijn. Zonder eenigen ophef, zonder voorbarige opgefmukte loffpraaken onderwerp ik mij aan het oordeel van verlichte verftanden, die 'er geen ander belang bij hebben, dan dat der waarheid. Laat ons vooraf een woord zeggen van de bekende voorbehoedende middelen. Boerhaave raadt, dat men, na eene verdagte bijfiaap , zig zoude wasfehen met koud waB ter,  8 i8 B ter, Brassavola had hetzelve reeds voor hem gezegd. Etmuller prees zeer aan, dat men zig voor en na de vermenging zoude wasfehen in een glas met wijn met zes of agt druppelen olie van Terpentijn. Falloppïus en Palmarius dringen 'er fterk op aan, dat men terftond na den bijflaap zijn water maake, en dat men zig wasfche met dat water, of met laauwe wijn, of met Camp her-brandewijn; ook willen zij , dat men 10 of 15 druppelen van den geest van Terpentijn in wijn met zuiker gemengd, doorflikke. Deze handelwijzen zijn zeer oordeelkundig, en men zal zien, dat deeze groote Leermeesters mij den weg gebaant hebben tot eene manier, welke ik meene nog veel zekerder en buiten ecnigen twijffel ook veel eenvoudiger te zijn. Want dog de voornaamfte hoedanigheid van een voorbehoedmiddel is, dut hetzelve van de allergrootfte eenvoudigheid zij in het gebruik, 't welk men 'er van moet maaken; en dat men allen vervelenden toeftel vermijd voor den geencn, die'er zig aan onderwerpt, enden fchandelijken voor haar, die hetzelve noodzaakelijk maakt. 'Er zijn ook nog andere behoedmiddelen, welke meer bekend zijn, om dat men 'er meerder ophef van gemaakt heeft, maar die nog die kragt nog die eenvoudigheid bezitten van die, welke wij nu hebben bekend gemaakt. Onder dat getal behoort het behoedmiddel van eenen zekeren Malon die te Londen in aanzien is. Hij fchrijft voor, zig te wasfehen, en 's avonds en 's morgens in fpuitingen te doen, met een mengzel van vier lepels gemeene azijn, in een pint  8 19 © pint water, of met water, waar in men aluin heeft laaten fmelten. Maar de ondervinding heeft tegen hem getoond , dat de wasfchingcn uit famentrekkende middelen bereid , door de intrekking der fpiervezelen, gelegenheid kunnen gcevcn tot huidzicktens, vermits de belette uitwaasfeming eene gcfteldheid veroor* zaakt, die zeer nabij komt aan de gebreeken der huid. Het behoedmiddel van Warren is niet door hem zelf algemeen bekend gemaakt; maar de Chijmist, die ons deeze aanmerkingen heeft aan de hand gegeven, beweerd, dat hetzelve niet anders is, dan een bijtend loogzoud (alcali causticum) , 't welk in wasfehingen en infpuitingen gebruikt word : dog men bemerkt ligtelijk , dat dit middel niet minder dan onfehadelijkis, vermits diergelijke infpuitingen eindelijk moeten te weeg brengen, of eene ont* fteeking of eene tegenovergeftelde uitwerking, te weeten eene uitdrooging en verharding van de inwendige deelen van de Pisbuis , en alle die ziektens, welke daar van de gevolgen zijn. Het voorbehoedend middel van den Heelmeester van Lijons is eene bereiding van de kwik, ontbonden in een zuur uit het Rijk der Planten, (acidum vegetabile) 't welk bij wijze van infpuitingen gebruikt wordt, nadat men hetzelve in veel water als verdronken heeft. Dit middel word, even gelijk het voorgaande gegeven, met oogmerk, om de zenuw tepeltjes te prikkelen, en om de klieren van de Pisbuis aan te zetten, om het vogt, 't welk zij in zig bevatten, naar buiten te persfen: maar deeze infpuiting veroorzaakt volgens de eigene toeB 2 ftem-  e 20 § flemming van deszelfs uitvinder, eene zeer hevige pijn. Voor het overige is het ook klaarblijkelijk , dat dit behoedmiddel aan dezelve gevaaren onderhevig is, als dat van Warren. Het .voorbehoedmiddel eindelijk van den Geneesmeester te Parijs is dat geen, 't welk het meest heeft bezig gehouden. Een iegelijk is verlangend geweest, of om zijn geluk te bouwen op den ondergang van hetzelve t'e kennen. De Scheikundigen hebben 'er zig meester van gemaakt, en het befluit van derzelver arbeid is hier op uitgekoomen, of om 'er zig van te bedienen, of om hetzelve, dat de Geneesmeester eene ontbinding zogt te maaken van de opgeheve bijtende kwik, Mercurius fublimatus corrofivus, inkalkwater, om 'er zig door infpuitingen van te bedienen. Wanneer men derhalven in aanmerking neemt, dat in deeze manier, het zee-zuur, acidummarinutn de kwik loslaat om zig te vereenigen met de kalkaarde, (Terre calcaire) en een onzijdig zout (fal neutrum) te maaken, terwijl de kwik zig op den grond nederzet; moet men zig dan niet verwonderen over het gerugt, 't welk men van eene zaak gemaakt heeft, die niet aanwezig is. 'Er is zelfs geen fchaduw in van een behoedmiddel. De Sublimaat of opgeheven kwik, waar op men al de toverkragt bouwde, is 'er niet meer : het zeer geringe gedeelte van de kwik, 't welk onder de vermenging kwam, blijft op den grond van het vat wer^ keloos leggen, en de vereeniging van de kalkaarde met het zeezout bezit geene voorbehoedende kragt. Verdiende dan zulk eene ongegronde hersfchenfchim zulk eenen wreeden oorlog? en zo het waar is, dat de Thaumtur- gus  & 21 S gus of wonderwerker zig heeft blootgefteld aan fchandelijke procfneemingen, zoude hij dan niet genoeg geftraft zijn door de roede der hoon en der vergetelheid , daar de ondergang van zijn behoedmiddel deszelfs oorfprong moest met zig fleepen. Men moet ook nog onder het getal der behoedmiddelen tellen die fijne en dunne blaasjes, bekend onderden naam van Condons, die doorzekerjvrouwsperfoon te Londen opentlijk verkogt worden. Maar de ondervinding heeft ten overvloed getoond , dat zij de hoop en wellust te leur Hellen , en dat zij zelfs de minft tedere kwetzen kunnen. Een fterke pooging kan de fak of blaas doen breeken, en laat niet anders naa dan het dubbel berouw van 'er zig van bediend te hebben. 'Er blijft derhalven nog overig, dat men wenfcht naar een behoedmiddel, 't welk zeker is in zijne uitwerkingen , onfchadelijk in de praóHjk, en gemaldijk in het gebruik. Ik vermeng eene olie, ' welke uit vaste en uit wezenlijke esfentiele oiien beftaat, meteen Mercuriaai Loogzout. Ik vcreenige dezelve op zodanige wijze , dat de olie deszelfs vloeibaarheid behoud, en dat het loogzout de zenuwvezeltjes van de zagte en tedere opperhuid , waar op men hetzelve moet aanleggen, niet kan prikkelen. Laat ons nu hier op eenige grondregels vastftellen, en daar op redeneeren. ASTRUC , BOERHAAVE , VAN SwiETEN , Do- LiEus, en de oordeelkundigfte Geneesheeren hebben erkend, dat het Venus-fmet van eenen zuuren aart is. Deszelfs toevallen toonen aan, dat de vogten 'er door verdikt worden. B 3 Het  Cé 22 ® Het Smet deelt zig meede aan de teeldeelen, het zij inwendig , het zij uitwendig. Inwendig, wanneer naar de uitftorting van het zaad , de Pisbuis de werking doende van eene optrekkende pomp of buis , eene bedurven lugt en fappen naar zig trekt: hier van daan den Druiper en de Liefchbuilen; Uitwendig, wanneer door de wrijving, de opflurpende vaten de befmette vogten naar zig trekken: hier van daan de Sjankers, en andere plaatzclijke toevallen of ongemakken. Indien de opflurpende vaaten zeer digt zijn toegefloten door een vogt, 't welk zig niet kan vermengen met de fappen door het Venusfmet bedurven, zal hetzelve 'er zig niet meer kunnen indringen. Men weet, dat de olie-achtige lichaamen aan deeze aanwijzing voldoen. Dit was het oogmerk van Etmuller, wanneer hij voorfchreef om zig te wasfehen met den olie van Terpentijn. Wanneer men, door zorg te dragen, dat de mondjes der vaaten geflooten blijven , het zo verre konde brengen, dat men het fmet in deszelfs eerfte beginzel konde van een fcheiden, zoude de .zekerheid volkomen zijn , en de fcheidsmuur was opgericht. De Loogzouten vereenigen zig als bij voorkeur met de Zuuren, en hier uit worden de onzijdige zouten, (falia neutra), geboren: derhalven zal het loogzout van het voorgeftelde behoedmiddel de olie en de kwik loslaatcn, om zig meester te maaken van het zuur van het Smet; en het is zeker, dat zo de twee zig vermengende perfoonen, zig beide op gelijke wijze met hetzelve beftriiken, *§r eene genoegzaame fcheiding van het Venusfmet,  $ 23 @ fmet, t' welk elkander zal aanraaken, ontftaari zal. Door deeze nieuwe vereeniging, zal de kwik op zig zelve blijven ; maar , zo het waar zij, dat dezelve werkt als een fpecificq middel, zal deszelfs aanwezigheid niet overtollig kunnen zijn, en men kan de menigte der voorzorgen en het getal der wapenen niet laaken, wanneer men zig aan het hoofd bevind van eenen magtigen vijand. Ik hoor reeds de gczwoorene vcragters van alle uitvindingen uitfchrceuwen en zeggen, dat het niet der moeite waardig was, een lang hoofftuk , met zo veel arbeid te fchrijven om een zeep voor te ftellen; Wie dog kende die zeep niet? Moet men dan, om nieuw tefchijnen, uit het aardrijk tot hier toe onbekende lichaamen haaien, of de natuur geweld aandoen, om nieuwe dingen te voorichijn te brengen? wanneer men 'er een nieuw , en gelukkig gebruik van maakt, offchoon het middel, waar van men zig bediend tot andere eindens bekend was, zal daarom deszelfs nuttigheid minder ■ wezenlijk zijn? Alle de letteren van het Alphabet zijn bekend, alle de woorden zijn bekend, en nogtans heeft Ruffon 'er nieuwe te voorfchijn gebragt, Buffon doet ons met diezclve letteren en met diezelve woorden verwonderd ftaan, die erbarmelijk zijn, wanneer zij door plompe Schrijvers zijn bijeen gevoegd. Ik weet, dat het geheim mij een veel grooter roem zoude gemaakt hebben, ik weet ook, dat hetzelve mij meerder vertrouwen zoude verworven hebben; Ik zie in onze dagen voorB 4 fchrif-  @ H © fchriften , of ordonnantiën , die duur gekogt, en uittermaaten hoog geroemd' worden , die door een order van den Koning in aanzien bevestigd worden , en die intusfehen zedert de tijden van Hippocrates in de winkels zouden verouderen, zonder dat men dezelve verwaardigde om ze te onderfcheiden van den gemeenen hoop. Maar ik vertroost mij reeds met de vergetelheid , waar toe mijne openhartigheid mij veroordeeld: Elk verftandig Man, die mij leezen zal, die zal 'er ook in eenige jaaren wijzelijkzijn voordeel meede doen, en ik zal herleeven , offehoon hij niets zegt. De geheimen zijn in de Geneeskunde , het allergrootfte kwaad, waar meede het menfehclijk geflagt kan bezogt worden, voor al wanneer het gezag 'er het vertrouwen aanbeveelt. Bij eene wetgeeving is alle krijgsdwang hateljk; dog in de Geneeskunde is zij moorddaadig en wreed. Men heeft gezien, dat men den zieken noodzaakte, om de met zuiker beftooide pillen van eenen zekeren, maar al te welbekenden Kwakzalver (*), in te neemen, terwijl de bajonnet op den fnaphaan gehouden wierd. Het is zo gemaklijk voor de Regeering om het vertrouwen van het volk te bellieren naar het oogmerk , 't welk zij zig vooriteld, dat men zinneloos zijn moet, om hetzelve daar toe te willen dwingen. Laa- (*) Namelijk Keizer ; De begunftiging van zijn geneesmiddel deed hetzelve doldriftig inneemen. De Grooten verleenden hem hunne befcherming, Het fchonk hem het goud met volle handen. De Staatsbediende over het departement van den oorlog zette zeer vtele Chirurgijns af, die Weigerden heuelve te gebruiken.  © *5 © Laaten de proefneemingen van nieuwe geneesmiddelen genoomen worden met oprechtheid , zonder vooroordeel, zonder uitvlugten , zonder een'geest van jaloursheid, en boven al zonder den inkoop van befcherming: Laaten de kundigheden niet ontroofd worden aan wie, hij ook zijn mag ; Eene verborgenheid , een geheim onderfteld oogluiking. Laat men derzelver kragt beproeven, maar laat men niet beveelen, om 'er geloof aan te flaan. Onder deze voorwaarden wenfehte ik, dat men eenige voorbehoedmiddelen beproefde, en dat men dat geen' verkoos, 'trwelk het best aan het oogmerk, 't welk men zig voorfteld, beantwoorde. Het volk zoude hetzelve ontvangen met eene genegenheid, geé'venreedigd naar deszelfs nuttigheid; en eene eenvoudige, korte, en door de goede order noodzaakiijk gemaakte Wet zoude voldoende'zijn , om de laatfte hand te leggen aan de allcrgrootfte weldaad , welke de menfehen mogelijk nog zoude ontvangen hebben, van die geene , welke hun regeeren. Men moest de Hoerhuizen noodzaaken, om van dit behoedmiddel voorzien te zijn; men moest hetzelve aan de zecvaarende op derzèlver togten meedegeven; men moest het in de Colonien overbrengen; men moest, elke week, alle de openbaare hoeren naaukeurig laaten on-' derzoeken; men moest de Hoerenwaardinnen door eenige geld-ftraffen bevreesd maaken, die toe zouden laaten, dat die Hoeren , welke zij wisten ziek of befmet te zijn, eenige gemecnfchap hadden met de mannen; men moest Hospitaalen oprichten., waar in alle de behoeftiB 5 gen  & 2$ §. III. Of het mogelijk zij de vcrfcheining van de Vernis-ziekten te verhaasten? Men heeft op geneesmiddelen geroemd , die den Toetsfteen moesten zijn van het Venüsfmet; Vreest gij , zeggen zij, die derzelver lof uitbazuinen , dat 'er in uw bloed een venijnig zaad huisvest, neemt dan mijne Pillen en zijt gerust. De ligtgeloovigfte koopen het middel, en het minfte gevaar beftaat hier in, dat hetzelve geene nuttigheid heeft. Het is waar , dat de gewoone middelen tegen de Venus-ziektcn de-verfchijning van zommige toevallen kunnen verhaasten, van éeneri Druiper, bij voorbeeld, van Sjankers, of van Licfchbuilen. Maar het is een misbruik maaken van de ligtgeloovigheid van een menfeh, wiens eenige kwaal beftaat in de vrees, dat men hem geneesmiddelen doet gebruiken voor eene oude zonde, waar van de affchrik alleen hem de wroegingen van het geweeten doet herinneren. Zommige Geneesmeesters bevcclen, met eene min kwakzalveragtigen toeftel , aan deeze vrecsagtige menfehen, de baaden in het voorjaars-iaifoen. Offchoon derzelver oogmerk verre af fchijnt te zijn van hebzugt, nogtans is hetzeivézeker, en men red zig des te moeilijker uit de ftrikken, hoe dezelve meer met behendigheid gelegd zijn. De baaden doen in dit faifoen, vooral wanneer het jeugdige bloed door de aderen fpeelt, gewoonlijk op het voorhoofd , het aangezigt en de lenden zommige kleine  8 31 © kleine puistjes of zweertjes uitbotten , welke alleen door de opgisting veroorzaakt worden. Men gevoelt zelfs dagelijks hoofdpijn, eenige vliegende pijnen in degewrigten, en die doortrapte raadgevers neemen die gelegenheid waar, om,.met cenigen fchijn van noodzaaklijkheid, hunne geneesmiddelen aan te wenden, of ten minften het eene of ander , dat daar na bij komt, en waar van het voordeel alleen nooit twijfeiagtig is. Met datzclve oogmerk brengen ook de verkoopers van de Bougies of fVaschkaarsjes, dezelve m den Pisbuis van de arme Lijders, en verzekeren hun zeer ernftelijk, dat zij niet wel geneezen zijn van hunnen laatftcn Druiper, indien derzelver kaarsjes, na 'er eenigen tijd in geweest te zi jn, 'er weder uitkomt met eenig vo?t bezet. Men gelooft hnn, vermits zij, die hun raadvraagen , niet weeten , dat een vreemd lichaam , door die gevoelige buis te prikkelen, eene uitvloeijing van het vogt der klieren te weeg brengt. §• IV. Van de Toevallen der Venus-ziekten. Men telt onder het getal der toevallen van de Venus-ziekten , de Sjankers , de Phymofis of vernaauvving der voorhuid, de Paraphymofis of opftrooping der voorhuid, die door de Sjankers veroorzaakt word , de berften of klooven en de trosgelijke puisten, de wratten, de vijgwratten, de bloemkool-knobbeltjes, de moerbei-gelijkende en alle andere foortgelijke uitwasfchen, die derzelver onderfcheide benaa- ming  8 3* © ming verkrijgen , naar de vrugt of de zaak, welke zij verbeelden , de Liefch-builen , de zwecren en de puisten , de huid-vlekken , de Hairworm,. de fchurftagtige uitflag en de ichurft zelfs ; Bederf der beenderen , Beensuitwasfen, (exopfis.) Gomgezwellen, knoopgezwellen, Anchylofis, of verftijving der beenderen, en alleuitwasfchen of zamengroeing deibeenderen ; pijnen der beenderern (dolores ostcocopf); de Sarcocele of vleefchbreuk , en andere^gezwellen, waar door de balzak opzwelt, en die uit een beginzel van Venus-ziekten ontftaan; de kwaadaartigen Druiper. Zommigen hebben ook de koorts op de naamlijst der toevallen van de Venus-ziekten geplaatst; maar ik hebbe dezelve nooit waargenoomen , het zij heete, het zij lleepcnde, die niet veroorzaakt wierd door eenig ander toeval, gelijk Liesbuilen, uitwasfchen der beenderen, beenbederf, &c. waar van ik meene dezelve veel eer een gevolg dan een toeval te zijn. Ik zal de toevallen onderfcheiden in oorfpronkelijke (Primitifs), en opvolgende of agter na komende , (Secondaires, ou Confecutifs). Veele Schrijvers hebben dezelve ook nog verdeeld in eensluidende (univoques) en twijfelctgtige (equivoques). Onder dit getal telt men den beroemden Astruc, aan wien men het beste Boek 't welk wij over deeze ziektens hebben, verfchuldigd is, en aan hetwelk de Schrijver zijn verftand (genie) het meest heeft ten koste gelegt: Maar vind men de waarheid altoos, op fchitterende onderftellingen gevolgd? Ik zal oorfpronkelijkenoemen, die, welke onmiddclijk op eene onreine bijflaap volgen. Zij zijn  & 33 © zijn niet anders dan plaatzelijk, aangezien het beginzel der befmetting door den omloop der fappen nog niet is overgebragt in het bloed. Ik ftelle onder den rang der gewoone plaatzelijke oorfpronkelijke ■ toevallen de Druiper , de Sjankers, de Phymofis en de Paraphymofis , de berften of klooven , de bloemkools - gelijke knobbels, de Liefch-builen , de Schurft, en de Hairworm. Spreekende van den Hairworm, en de fchurffiagtige uitllag verftaa ik door dezelve hier niet dan die, welke zig weinig tijds na eene onreine bijflaap openbaart, de onmiddelijke aanraaking kan dezelve mededeelen , en de huid» de zitplaats deezer ziekten zijnde, waar van het vogt altoos naar buiten zig vertoone, is het klaarblijkelijk , dat niet dan door terugdrijving of door de mondjes der opflurpende vaten, naar een lang verloop van tijd, het pokfmct kan naar binnen gevoerd worden. De opvolgende, of agter na komende Toevallen (Secondaires ou Confecutifs) volgen op de oorfpronkelijke , wanneer deeze zijn verwaarloosd of kwalijk behandeld. Na dat het Pokgift de fappen heeft aangcftokcn , vcrfpreid zig hetzelve over de verder afgelegene deelen, hierdoor ontftaan de zweeren , de puisten , het beenbederf, de uitwasfchcn der beenderen , de pijnen, &c. &c. 'De eensluidende toevallen (imivoques) moeten geene twijfeling toelaten wegens de tegenwoordigheid van het kwaad; maar is het 'er dus meede gelegen , wanneer de bekentenis van den lijder het niet bevestigd ? De Scheurbuik , de Kliergezwellen, en de Hairworm C kuu-  & 34 © irunneh verzweeringen over de gcheclc uitgeftrektheid van het lig haam te voorichijn brengen , zelfs fjankers op de roede. De Klooven, de huidvlekken en de ongemakken der ■Balzak kunnen ook nog het voortbrengzel zijn van deeze zelfde gebreeken. De Pijnen, het Beenbederf, de Uitwasfchen der beenderen , de Qomgezwellen , de Anchylofis &c. kunnen het gevolg zijn van de Jigt,-zinkings-ziekten, -Engclfche ziekte, de Scheurbuik, en de Kliergezwellen. De Vernaauwing en de Opftroping -der voorhuid, (Phymofis en Paraphymofis) kunnen door duizend uitwendige toevallen veroorzaakt worden. Alle de Verfchillende Uit■waslchen der huid kunnen te weég gebragt zijn door eenig vreemd geweld of pooging, waar door het zamenweefzel of gedaante der huid 'is veranderd : de voedende Sappen verfchaffen dagelijks, door aftedwaalen hier aan voedzel , zonder klaarblijkelijke oorzaaken. De -Liefchbuilen zijn dikwils vcrplaatfingen van ziektens-ftoffen, of eenvoudige watcragtige •opzettingen of vergaaringen , ook kunnen dezelve het gevolg eerier opzetting in de Klieren zijn. De Druiper kan plaats hebben zonder eenig gebrek van Venus-ziekte; ik heb dezelve voortgebragt gezien door een eenvoudig gebrek, de Hairworm: dikwils bedriegt men zig door. de uitvloejing van de voorftander K\ier(Pvoftata) door de koleur der ftoife, welke zij ontlast. _ 'Er zijn derhalven eigentlijk gefproken, •niet anders dan twijfdagtige (equivoques) tc-kenen, en het is niet, dan na eene naauw'keurige bekentenis of de vereeniging van zeer - W; veele  & 35 © veele toevallen, en een wel overwoogen onderzoek, maar yoor al na een practicaal gevoel, (tabi Cliniquc), dat men een wel gegrond oordeel kan vellen ; maar dit gevoel kan door geen onderwijs geleerd worden , het is de vrugt van eene langduurende waarneeming. De wijze man twijfelt, daar de weetniet reeds beflist, en deeze blinde verwaantheid is de bron der kwaaien, welke niet ophouden het menfchelijk gcilagt te bezoeken. Zommige Schrijvers hebben in twijfelagtige omftandigheden aangeraaden de Kwik te ge^ bruiken. Zij hebben volgens een regtmatig grondbeginzel geredeneerd , maar zij hadden -deszelfs gevolg behooren te onderfcheiden. Indien de ziekte tot de Venus-ziekten behoort, zal dezelve wijken op het gebruik van de kwik, niets is waarfchijnlijker : maar volgens welk eene manier zal zij wijken ? Men ziet dikwils dat eene ziekte hardnekkiger word tegens de eene behandeling , en geneezen 'word door eene andere, offchoon de grondflag van beide gebouwd is op de kwik. De manier doet even zo veel als het geneesmiddel, en zo die manier niet kan onderworpen gemaakt worden xian onveranderlijke regelen , dan moet men leeren zig niet te bepaalen, dan naar een naauwkeurig onderzoek der omftandigheden, en zig niet blindelings te veiiaatcn op die algemecne procfneemingen , die ter zeiver oorzaake, onzeker, en niet altoos zonder ongemakken zijn. Wij zullen tragten de Toevallen , voor zo verre men dezelve kan aanwijzen, te onderfchciden , en dezelve met die kenmerken C 2 voor-  8 36 ® voor te ff ellen, welke daar aan eigen zijn , om alle misflagen voor te komen. Met dit oogmerk zullen wij gaan ten toon ftellen een tafereel van vergelijking der tekenen van de Scheurbuik , van die der Kliergezwellen, en der Venus-ziekte , welke zeer dikwils onder een verward worden. Het is buiten twijfel, om dezulke in het vertrouwen weder te herftellen , die zig bedroogen hebben , dat verfcheide Schrijvers gezegd hebben , dat een en dezelve geneesmiddelen göfchikt zijn voor deze drie ziektens; Dog, daar het ongelukkiglijk nog niet beweezen is, dat alle die ziektens van een en hetzelve grondbeginzel voortkomen, en eene zelve zitplaats hebben, zo blijven wij nog hoopen op eene Panacee of algemeen geneesmiddel. De Scheurbuik fchijnt van eenen loogzoutigen Alkaline-zn.rt te zijn, door dezelve word» het bloed en alle de fappen ontbonden; door het Venus-fmet en de Kliergebreeken worden dezelve verdikt. De Scheurbuik knaagt het tandvleefch weg, en ontbloot de tanden. De Venus-ziekte doet voornamelijk het Lelletje in de keel, de Amandelen , en het Verhemelte verzwecren, en de Kliergezwellen zijn genegen zig te plaatzen aan de oogen , aan de lippen , op - de kraakbeenderen der neus , onder de kin en op de luchtpijp. De Verzweeringen uit Scorbut ontftaande zijn vogtiger , dan die uit Venus-ziekte , zij geeven veel etter op , en zij zijn met fponsagtig of weelig vleefch bezet. De klieragtige verfchillen weinig van de ka;;keragtige; derzei-  © 37 S zeiver randen zijn zeer dikwils eeltagtig , om*gekruld en pijnlijk. De Kliergezwellen tasten gewoonlijk de water-en de kwijl-klieren aan, en de Venus-builen de liefchklicren. Het is zeldzaam, dat de Scorbut, die niet anders doet, dan de vogten verdunnen , gezwellen voortbrengt. Ik heb nooit waargenomen, dan eene Vlecfchbreuk, die ik volgens de bekentenis van den lijder, heb moeten toefchrijven aan een gebrek uit Scheurbuik ontftaande. Maar is dit genoeg om het te verzekeren? Om dezelve reden moet ook de Scheurbuik zeer zeldzaam Uitwasfchen der beenderen, en eene Anchylofis te weeg brengen. De ziekten der beenderen zijn zeer gemeen aan dezulke, die aan kliergezwellen onderhevig zijn: maar bijna altoos worden de geledingen, de ellebogen , de kniën, en vooral de vingeren van de handen, en van de voeten door dezelve aangetast. De Vlekken der Scheurbuik zijn rood en purperkleurig , blaauw of zwart, de beenen worden het meest door dezelve aangedaan ; het aangezigt en de handen zijn 'er van bevrijd. De Vlekken der Venus-ziekte zijn van tweederlei foort, of faffraan - koleurig (feuillemorte) en eenigzins fchiiferig, gewoonlijk zijn de Balzak, en de Dijen met dezelve bezet, of purperkleurig en ecnigermaate vcrheeven en bezetten het aangezigt en de armen. De pijnen der Scheurbuik zijn vliegende en fteekende , zij deen zig in 't bijzonder gevoelen aan de becnen, welke zij ook verdooven. Die uit Venus-ziekte ontftaan, zijn in C 3 te-  8' 3 8 © tegendeel dieper gelegen, zij doen zig gewaar worden in de lange beenderen , met zeer veel hevigheid , en het geen men vooral moet in agt neemén , zij hebben derzelver aanvallen bij het aannaderen der nagt, en zij worden heviger door de warmte van het bed. Het is dit bijzonder tijdperk aan alle toevallen der Venus-ziekte eigen., 't welk zeer veel licht ffioet verfpreiden over de manier , om dezelve te beoordcelen. Eindelijk , om een meer algemeen, en te gelijk naauwkeuriger denkbeeld te geeven van den toeftand van hun, die door de Scheurbuik zijn aangedaan , zullen wij 'er bijvoegen , dat de droefgeestigheid onaffcheidelijk fchijnt te zijn van derzelver ziekte. Hun vlcefch is week en flap, en hun aangezigt gewoonlijk bleek en gezwollen. De pols is ongelijk, langzaam , en dikwils köörtzig , wanneer de ziekte reeds eenige vorderingen gemaakt heeft. Zij gevoelen pijnen , die van zelfs ontftaan, op het borstbeen en in de zijde ter plaatze van de milt, zomtijds ook in de ingewanden. Zij zijn onderhevig aan oprispingen , aan rommelingen in de ingewanden en aan den hik, aan blocdftortingcn. Derzelver maag, ook zelfs de buik zwelt op na de maaltijd, dikwils ondervinden zij Colijk-pijnen. Zij hebben jeukingen. Derzelver pis is olijagtig , van eenen kwaaden reuk, en dikwils met een rood fteenagtig grondzetzel. Derzelver bloed is zwart , en de oppervlakte groenagtig, de wei van hetzelve is zeer Fcherp. Men zegt, dat de Kliergezwellen voordeel doen, maar dit geval is zo zeldzaam, dat het naauw-  © 39 © naauwlijks noodig is, daar van gewag te maa-' ken. Gewoonlijk worden, 'er niet dan kinderen door aangedaan , van derzelver derde jaar af tot omtrend op de jaaren der Huwbaarheid. De onderbuik is bijna altoos hard en opgezet , want het Darmfcheil, de Lever, de milt en het net, zijn de deelen , welke aangedaan of beledigd zijn. Indien de ziekte reeds eenigen voortgang gemaakt heeft, is eene fleepende koorts , onaffcheidelijk van dezelve. Eindelijk de gedaante, de plaats , de hardheid der Kliergezwellen, daar bij zo bekend , bevrijden dezelve , zo ik meen , voor' misdagen, die nogtans ook alhier zonder eenige gevaarlijke gevolgen zijn moeten, vermits zo de kwik en zweet-drijvende middelen dezelve niet geneezen, het ten minften be weezen is, dat zij 'er door verligt worden. Het Venus-fmet zet zig minder dikwils neder op de ingewanden , als dat der voorgaande ziekten, wanneer men 'er de baarmoeder van uitzondert. Het hoofd is bijna altoos aangedaan, wanneer het kwaad veroudert is ; Men gevoelt aldaar zeer hevige fmerten, en het is zeldzaam, dat 'er geen verzweeringen in de keel, in neus of in de ooren plaats hebben, of puisten in hetaangezigt en op de huid, daar dezelve met lang haft bezet is, of beenuitwasfehen aan zommige van de beenderen van het hoofd: maar 't geen in de algemeene nafpeuring dezer ziekte het meest moet treffen, is, dat zij altoos haaren aanval openbaart door uitwendige tekenen, en dat in tegendeel in andere ziekten , de blijkbaare toevallen of tekenen niet anders zijn dan een gevolg van derC 4 zei-  © 4° © zeiver voortgang; dat is, dat de Venus-ziekte , wanneer dezelve niet erfelijk is, niet komt dan als een gevolg van eene onreine vermenging , terwijl intusfchen de gebreken der klieren bijna nooit anders dan erfelijk zijn , en die der Scheurbuik het gevolg van het gebruik der niet natuurlijke dingen. Het is 'er nogthans niet zo mede gelegen, dat men het Venus-fmet niet zoude verkregen gezien hebben door ongewoone wegen , of te yoorlchijn zien koomen, naar een lang verblijf , met zulke toevallen , welke door eene feragt, die langen tijd bedwongen was, verfchriklijk wierden , zonder dat de deelen ter voortteeling gefchikt aangedaan waren. Maar deeze gevallen, onderftellende, dat dezelve wel zijn beweezen geworden , zijn zo zeldzaam , dat ik geloove , dat het niet noodig zij eene uitzondering te maaken, om dezelve te begunftigen , voor al daar hier het oogmerk alleenlijk is om algemeene kentekenen op te geven. Laat ons nu overgaan tot de befchrijving der verfchillende Toevallen , en wij zullen de vrijheid neemen , om onder die befchrijving dezelve in 't bijzonder te verhandelen. §. V. Van de Sjankers. De Sjankers befchadigen het hoofd der roede , de opening der pisbuis , het lighaam zelfs der roede , den balzak , alle de uit - en inwendige deelen van de Teeldeelen der vrouwen, de  @ 4t © de tong, 'de lippen, en zomtijds ook het tandvlcefch. Men moet de Sjankers der Venus-ziekte wel onderfcheiden van die ligte Sjankers , of liever van die ontvelling der opperhuid, die niet anders is dan eene uitwerking der morsfigheid, en van die kleine zweertjes, welke insgelijks uit minder gevaarlijke oorzaaken in den mond ontftaan. Deeze dagelijkfche gebreeken verdwijnen door een wasfching met water of wijn. Maar dus is het niet gelegen met de Sjankers der Venus-ziekte. Deeze laatfte zijn van tweederlei foort, de eene zijn verzworen en hol, de andere zijn verheven, en uitfteekende. De Sjankers van de eerfte foort openbaaren zig door eene fterke jeuking, waar op een gloed of hitte volgd, daarna eene ligte ontvelling, in welkers midden een flip van verettering gemaakt word. Zomtijds zijn zij kleine puisten, die onder de opperhuid geboren worden, welkers kopje wit word, afvalt, en eene ronde zweer maakt, die door de ontfteking van deszelfs kanten zeer wel gelijkt naar het oog van een vogel, waar door deze foort van Sjankers van zommigen genaamd is Patrijs-oog (ceil de Perdrix). De eene blijven bepaald en maaken eene diepe holligheid ia de plaats, welke zij beflaan; de andere fpreiden zig uit., zijn breed en gaan zeer fchielijk voort, zo dat men dikwils veel moeite heeft om dezelve door geneesmiddelen te ftuitcn. Ik heb te Parijs een perfoon behandeld, die binnen agt dagen , te rekenen van het oogenblik, dat hij eene onreine bijflaap gehad had, deszelfs roede-hoofd zag afvallen, en de voorhuid verrot. Van een C 5 ,an-  & 42 © andere was, in minder dan veertien dagen, dé tong tot een derde gedeelte van de groote verminderd, door twee Sjankers ter zijde van dezelve , welke dreigden in een te loopen, en het geen nog meer verwonderlijk zal toefchijnen, is, dat zes manden daarna, die wijde opening door nieuw vleefch geheel herfteld e» gefloten was. De Verhevene ofiiitfteken.de f jankers zijn uit-' wasfehen in de gedaante van een afgcfneeden kegel, na genoeg gelijkende naar de wratten , derzelver grond is breed , en de bovenfte uiteinde verzworen. Men telt deze Toevallen onder dezulke, die , als een gevolg van eene kortelings gcdaane vermenging, een gebrek , 't welk nog alleenlijkplaatzelijkis, te kennen geeven. Het is van een wezenlijk aanbelang , in de behandeling, dat men deeze onderfchcid van die, welke door eenigerhande oorzaake wederkomende, eenige tijd daar na op nieuw zig vertoonen en derhalven tot de opvolgende , of agter na komende toevallen (confecutifs) behooren. §• VI. Van de Phymofts , of Vernaauwing der Voorhuid. De Phymofts of Vernaauwing der voorhuid is eene met ontfteking verzelde zwelling van het hoofd der roede , of van de voorhuid , of dikwils van beide te gelijk , waar door deeze beweeglijke huid niet over dezelve kan te rug gehaald worden. Ik  ë 43 g Tk wil hier niet anders fprecken , dan van die Phymojisy welke uit Venus-ziekte ontftaat. Men weet, dat dit toeval of natuurlijk is, of veroorzaakt door eenig lidtecken , waar dooide voorhuid naauwer geworden zoude konnen zijn. Dezelve kan een beletzel tot de voortteeling zijn , zij verftompt den wellust cn maakt de ongemakken van het hoofd der roede meer gevaarlijk. De Sjankers, of eene uitwendige vloed of ontlasting derSmeerkliertjes (GlandulceSebacece) zijn gewoonlijk oorzaaken der Phymofis uit Venus-ziekte , welke egter ook kan plaats hebben door eene eenvoudige zwelling uit ontftceking van het hoofd der roede. Ik heb als een gevolg van de ontftceking gezien , dat de opgeftöpte vogten aan het uiteinde van de voorhuid , terwijl de werking ontbrak , om wederom met den omloop der fappen opgenoomen te worden , aldaar eene harde en eeltagtige uitzetting maakten, die geduurende een lang verloop van tijd , wederftand bood aan alle uitwendige middelen. Dit is die beruchte knoop van Alexandcr , welke het beter is door te haken, dan tragten, los te maaken. De Phymofis is altoos een oorfpronkelijk toeval, ten zij de opvolgende Sjankers eene zwelling der roede veroorzaakt hebben. N. B. Het is opmerkelijk, dat men de Phymofis meer ziet in de lente, dan in alle andere jaargetijden. Zij bedekt die verfchriklijke Sjankers, waar van ik aan het einde der vorige §. gefproken heb, en-de befmetting zeer fchielijk veld wel-  ® 44 & winnende, gaat de voorhuid wel haast tot verrotting over , en de geheele verfterving (Sphacelus) kondigd zig aan door de zwartheid der wonde en de uittermaaten groote ftank. Het is niet te verwonderen, dat de kragt van het kwaad geëvenr'edigd zij naar de werkzaamheid der levensgeesten in een jaargetijde , 't welk door de natuur als fchijnt gefchikt: te zijn, om hetzelve weder te voorfchijn te brengen. Goulard had gezegd , dat het fcheen , dat men jaargetijden heeft bijzonderlijk gefchikt om zulke of zulke toevallen der Venus-ziekte te zien geboren worden; maar hij heeft voorts gezweegen zonder zijne waarnccmingnog de porzaaken verder uit te breiden. §. VIL Van de Paraphywofis, of opftroping der Vwrhuid. De ParaphymofiS) of de opftroping der Voorhuid is een gebrek, 't welk volftrekt tegen overgefteld is aan dat, 'tweik wij nu befchreven hebben. De gezwollen voorhuid maakt een, of meer opgeblazene randen , rondfom het hoofd der roede , 't welk door dezelve niet weder kan bedekt worden. Dikwils is het op het punt van verftikking, dat de huid zig in de rondte openberst; alsdan zoude eene volkomenc verfterving fchijnen te vreezen te zijn; maar de ondervinding heeft getoond, dat men dezelve weinig of niet 'er op heeft zien volgen. Men zal mogelijk de reden dezer bijzonderheid vinden in het bijzonder foort van verftopping. 'Er  ê 45 © 'Er is eene Paraphymbjis of opftroping van de voorhuid, Welke men niet kan toefchrijven aan eene oorzaak uit Venus-ziekte, het zij dat men pogingen doet om de voorhuid achterwaards te haaien, wanneer dezelve al te naauw is , of dat zij het hoofd der roede maar ter helft bedekt; het zij dan , wanneer men zo gelukkig is van de eerfte tedere omhelzingen te genieten van eene jonge nog ongerepte fchoonheid; maar als dan is de oorzaak veel te geliefd, cm van eenige pijn te klaagen. Onbedagte perfoonen hebben zig dikwils van dit voorwendzel bediend om de deugd te verongelijken. Het is aan de zulke , dat men raad, om hun kwaad vermoeden te laaten vaaren. Ik heb in mijne Praktijk twee foorten van Paraphymojis uit Venus-ziekte onderfcheiden. De eene met Ontftceking , en de andere met eene zugtige zwelling QOedemateux), welke door de Aucleurs verzuimt is te befchrijven. Oflchoon de opftroping der Voorhuid tot eenen hoogen trap vanontfteking gekomen is, nogtans geeft het wateragtig vogt , 't welk in de vet-celletjes der voorhuid overvloedig gevonden word, altoos aan de huid eene graauwe kleur (Couleur matte); zomtijds fchijnt de zwelling zelfs doorfchijnend te zijn , wanneer door de graad der warmte, het water verdunnende, deszelfs wateragtige deelen verdreevcn zijn. Dog de Spanning en de zeer groote pijn, geeven den ftaat der ontftceking genoeg te kennen. Het water veroorzaakt alleen de verftopping eener zugtige opftroping der voorhuid (ParaphymoJitzdemateux). De doorfchijnende en flappe opkan  & 46 ® eettingkan de indrukzelen van den vinger behouden, en het hoofd der roede is niet verftopt. Deszelfs ontfteeking zoude ook die van de voorhuid veroorzaaken, door de toevloed van het bloed, 't welk in deszelfs vaten zoude overvloeijen. • Ik heb niet meer dan eenmaal eene opftroping der voorhuid uit Venus-ziekte ontftaan ■gezien, die niet door andere toevallen verzeld was. Dezelve- was oorfpronkelijk (Pr.imitif) .en zo. 'er opvolgende (fecondaires) plaats kunnen hebben, moeten dezelve zeer zeldzaam zijn. . Men weet, dat het mes van Mofes een behoedmiddel is tegen de. Phymojis en de Pawphymojïs. §. VIII. Van de Bersten, of Klooven. . De Bersten of Klooven zijn Opfplijtingen of xeeten , welke den Balzak, den omtrek van den aars , de palmen der handen en de voet■zoolen van een klieven. Zij gelijken vrij wel naar de zogenaamde groene krabben (crahes ■verds) der Negers en der Indiaancn. 'Er vloeit een löort van dunne en heldere etter uit, dik-wils ook een ichor een waterig bloed. Zeldzaam zijn zij alleen aanwezig, cn zijn nooit oorfpronkelijke toevallen , indien men alleen die van het Scrotum of balzak uitzondert , die door eene onmiddelijke aanraaking kortelings kunnen verkregen zijn, §.I,V.  & 47 & §■ IX. Van de druiventros - gelijke Puisten (Grapes). Het is aldus, dat ik heb gemeend, te moeten noemen een Toeval der Venus-ziekte, 't welk, als algemeen-genoeg behoud zijnde, de oplcttenheid der kanstbeoeffenaars niet fchijnt verdiend te hebben. Kleine puisten , in den beginne rood , vervolgens wateragtig , gelijk aan die der fchurft , aan een gekoppeld , als een tros druiven, verfpreiden zig over het lichaam der roede , veroorzaaken aldaar eene jeuking, welke door de wrijving van het hembd nog vermeerderd word, gaan tot verzweering over , en ontaarden in Sjankers , indien men geen zorgdraagt van dezelve te befchermen tegen de onreinheid en de prikkeling of ontfteking. Dit Toeval kan oorfpronkelijk en opvolgend of agter na komend zijn. Ik heb verfcheiden perfoonendaar aan onderhevig gezien, door de uitwerking van eene plaatzelijkefcherp■heid, zonder dat de gevolgen daarvan gevaarlijk konden zijn , of dat men eene befmettelijke oorzaake konde vermoeden. §. X. Van de Uitwasfchen. Van alle de voorbrengzelen of uitwerkingen der natuur, is 'er niet één eenige bevrijd van den toevloed der fappen , welke een verdwaald  dwaald vogt kan nederzetten op verfchillende plaatzen van het gcheele lichaam: maar deze foorten van uitbottingen in de Venus-ziekten zijn zeer onderfcheiden van die , welke door een bijtend venijn gevoed , en door de berfting van de nets-gewijze draaden der huid gcfcooren worden. Dit foort verfpreid zig over het roedenhoofd, over het lichaam der roede, aan den omtrek van den aars, en aan de fchcede der vrouwen. Deeze uitwasfehen neemen verfchillende gedaantens aan, en derzelver benaming komt voort van de een of andere bekende zaak, daar derzelver gedaante het meeste bijkomt; hier van daan de Wratten, de Vijgwratten , de Bloerakools-gelijke, de HaaHekammen, de Aardbeziën-, de Moerbeziën-, de ■Vijg-gelijke &c. Knoopgezwel (Condylome') is de eigenliike naam van langwerpige, brecde uitwasfehen, en die zig niet verheffen boven de oppervlakte van de huid, dan omtend eene linie. De uitwasfehen der Venus-ziekte hebben gewoonlijk een korrelagtigc oppervlakte. Zij zijn vogtig en geeven dikwils eene overvloedige ftoffe uit. Het is zeer goed, dat men dezelve weet te onderfcheiden , ten einde men gewapend zij tegen dezulke , die uit een beginzel van gierigheid zoude kunnen bewoogen worden, om onichadelijke uitbottingen aan de deelen ter voortteelinggefchikti, met allen ernst als uit Venus-ziekte ontftaande te behandelen, en welke door een pennemes, een zijden draad of het allerligtfte beitmiddel hadden kunnen weggenomen worden. Ik heb een bijzonder foort van uitwasfehen waargenomen, 't welk ik geloof, dat \ ver-  & 49 B verdiend befchreven te worden. Deeze uitwasfehen waren op het hoofd der roede, rondagtig, van groote als een gerftenkorrel, wit en zeer hard» Men zoude dezelve zeer wel kunnen noemen Criftallijne korrels (grains Criftalins), indien men niet Vreesde , om hier door de denkbeelden te verwarren van dezulke , die hebben hooren fpreeken van de Cris* tallijne, een naam gemeenzaam gegeven aan de toevallen der Pederasten; maar die niet in wezen zijn dan in zommige boeken , of door "Valfche overleveringen. Ik heb bij dezulken, die den wellusten van Ccefar den Voorkeur geeven , niet kunnen waarneemen, dan dieZelve toevallen, Waarvan alle die geene niet bevrijd zijn , die dezelve niet kennen. Die uitwasfehen , waarvan ik hier fpreeke, hebben geduurende meer dan zes maanden aan het ftaal, het brandijzer en wegknagende middelen , (Cauterium actuale potentiale) weerhaan» Eindelijk hebben de ftandvastigheid Van den lijder en mijne volharding dezelve .overwonnen , en ik heb ze uitgeroeid. De uitwasfehen zijn geene oorfpronkelijke toevallen, maar zij volgen langzaam op andere toevallen j of op verkeerde behandelingen. §. XI. Van de Liefchbuilen* De Liefchbuilen , welke het gemeen Klap* toren (Poulains) noemt , hebben haare zitplaats in de Liefch , en deszelfs omtrek. De D cn-  & so B onderarms of oxel-klieren, deoorklieren, en de klieren onder de tong zijn, even gelijk die der •Liëfch , onderhevig aan verftoppingen door Pokvergift. Zulke vergaaringen of ophopingen van ziektenftoffe kunnen" ook in de peft, of in kwaadaartige koortzen gebeuren , maar wij meenen , dat een verltandig Kunst - ocffenaar zig daar in niet kan laaten misleiden. Het is niet even zoo gelegen met de breuken ,_ met welke men dikwils door lompheid, die bij gebrek aan ondervinding verfchoonbaar word , de Liefchbuilen verward heeft. Het is derhalven noodzaaklijk, dat ik het onderfcheid , 't welk tusfchen deeze twee gebreken plaats heeft, kortelijk bcpaale. De Breuk, die Bubonocele, of Liefchbreuk in 't algemeen genaamd word, komt zeer fchielijk, en gewoonlijk naar een fterke infpanning van kragten. Haare zitplaats is het bovenfte gedeelte van de Liefch; zij is bepaald in haaren omtrek; van gedaante rondagtig, de koleur der huid word door dezelve niet veranderd; zij is zagt, wanneer 'er geene beklemming plaats heeft; zij wijkt zonder pijn voor de drukking van den vinger en gaat volkomen weder in , waneeer de lijder zig op den rug legt , met de beenen naar de billen opgetrokken : de Pajfio iliaca vcrzelt doorgaands de beknelling. Het is geheel anders gelegen met de Liefchbuilen ; door de onderscheiding , welke ik van dezelve zal maaken, zal men dezelve leeren kennen. Ik onderfcheide dezelve in twee foorten. De eene , die haare zitplaats hebben in de klieren, de andere in het celagtig weefzel, of  & 51 © of vetvlies. Ik noeme de eerfte , Klier-oht* fteckings-Liefchbuil ( Bubo-glandulo - Phlegmonodes, en de andere, zugtige - knocstagtige Liefchbuil, (Bubo-ademato-Scirrhoftis.) De Klier-MtftekingS - Liefchbuih (Bubo-glandido-Phlegmonodes) is naauvvkeuriglijk in de vouw van de liefch; dezelve is bepaald in omtrek, hard, en deszelfs tijdperken doorloopendc word zij meer verheven , daarna word zij pijnlijk, de huid word rood , die roode koieur neemt eene meer hooge verf aan, zij is kegelagtig, fpitstoeloopende van gedaante, en gaat eindelijk tot verzweering over. De natuur beftced geenen langen tijd, om de vogten tot de ontlaasting te bereiden. De zugtige knoestagtige Licfchbuil, (Bubo cedemato- Scirrhofui) is in tegendeel, breed, platagtig, langwerpig, zonder pijn, en blinkende of weêrftand biedende. Deszelfs omtrek breid zig dikwils uit over de fpieren van den onderbuik , en de dij e, dikwils ook beflaat de^ zelve alleen de Liefch zonder merkelijk te beiemmeren. Deze foort is altoos langdurender en moeilijker om te geneczcn. Het vet en de fappen trekken onophoudelijk den zuurdeesfem der ziektenftoffe naar zig , en deszelfs werking door de vogtigheid verflaauwd wordende ontbreekt de kragt om de zuivering te bevor-deren. Deeze Liefchbuil is geneigd om in een kreeftgezwel te ontaarten, vooral wanneer de lijder aan gebreken der klieren of aan den Scheurbuik onderhevig is. Het is moeilijk om den voortgang van een verborgen kanker te ©nderfcheiden , om dat dezelve bijna dezelve D % teke-  & 52 & tekenen vertoont als de verzwcering. Het is dan wanneer de Ichor, de bekleedzelen doorknaagd heeft, dat men erkend dat geene , 't welk men tot hier toe alleenlijk had kunnen vermoeden. De Ichor, het bloed en de etter vloeien 'er onder malkander uit, de groote ftank kondigd het bederf der fappen aan, 'er komt .eene groote ontaarting der huid, de etter, die 'er altoos in beflooten is , verliest niets van deszelfs lijmagtigheid bij het verbinden ; de randen der verzweering zwellen op , worden hart , krijgen het aanzien van Maroquin leder, krullen om , en uit den grond van de wonde fpruitfteeds weelderig en blaauwagtig vieefch wort. Eene brandende hitte doet zig in het gehecle- deel gevoelen; dikwils klaagt de lijder over fteekende pijnen , en men ziet in den omtrek aderspatten voortkruipen. Deeze ontaarting is waarfchijnlijk de Cambuca van Paraceesus , e de Buho Colliquativus van peyrilke. (*) Wanneer de lijders kwaadzappig zijn , kan een verzworen Liefchbuil in een kreeftgezwel ontaarten , offchoon men dit niet had kunnen vermoeden voor deszelfs verettering. Dit voorval is niet zeldzaam , vooral, wanneer men eene al te voorbarige of onbezonne infnijding gemaakt heeft. Nota. Ik laat aan het oog der ondervinding over , om de waterzugtige zwellingen, (Con- (*) Zie zijn werkje, getiteld : Remede nouveau conirs les naladies Venèrieniies tifé du regne aniinai, 17?"4- 12.  & 53 © (Congeftions lymphatiques) te beoordeelen. Zelden is men aan dezelve onderhevig voor den ouderdom van dertig jaaren, ten zij men van eene flappe of kwaadfappige gefteldheid is , voor het overige ftaat het aan den lijder, wanneer hij zeker is omtrent zijn gedrag, om de onzekerheid van den Geneesmeester te bepaalen. De Liefchbuilen zijn gewoonlijk oorfpronkelijke toevallen, ten zij zij veroorzaakt worden door eene verplaatzing van ziektenftoffe. Maar die der oxels - en der oorklieren zijn opvolgende of agter nakomende toevallen, indien de befmetting niet verkregen is dooiden mond of door de borften. §. XII. Van de Verzweeringen. Verzwecringen uit Venus-ziekte ontftaande kunnen over de gehcele uitgeftrektheid van het lichaam plaats hebben , nogtans vestigen zij voornaamentüjk de zitplaats hunner vernieling in den mond, aan het verhemelte en in de neus. De baarmoeder is daar van ook niet uitgezonderd. De verzweeringen , die zig op de oppervlakte van het lichaam zetten , zijn doorgaands voor de behandeling, diep , fponsagtig , derzelver randen zijn verheven en week, zij zijn omringd van eenen blaauwagtigcn kring. Zij geeven veel eer een ichor een fcherp wateragig bloed uit, dan eene wezenlijke etter; zij verergeren tegen den avond en zijn zelfs piinlijk. D 3 Zom-  & 54 ® Zomtijds worden de verzweer in gen van de keel en van het verhemelte voorafgegaan van eene ontfteking, dikwils zijn dezelve door de fcherpe doorknagende fappen van het Pokgif reeds opengebroken, zonder dat de lijder derzelver aanval vermoed had. De Amandelen, het Lelletje der keel, 'en het verhemelte worden voornaamentlijk door dezelve aangetast. De fnelheid van derzelver voortgang is gcëvenredigd of bepaald naar de ontwikkeling en de kragt van het Pokgif, waar door dezelve onderhouden worden. Wanneer zij de bckleedzelcn van de beenderen van het verhemelte wegknagcn , is het zeer te vreezen, dat zij ook dezelve zullen aanfteeken of doen verrotten. De verzweering van den neus draagt den naam O zeena , en het is zeldzaam, dat dezelve zig bepaald tot de kraakbeenderen. Zij ftrekt zig uit tot de eigentljjke beenderen der neus, en het zeefbeen , zij doorboort het verhemelte. De pijn , de groote frank , en de aart van den ichor geven ten overvloede te kennen deszelfs verwoestingen en de verrotting der beenderen. De Verzweering van de baarmoeder is het minst bekend, om dat dezelve meest altoos gebragt word tot de Kanker , of het kreeftgezwel , waar door veele zig eenen grooten roem verworven hebben , met verzweeringen te hebben geneezen , welke zij hadden geoordeeld kankeragtig te zijn , offchoon dezelve niet anders dan uit Venus-ziekte ontftaan waren. Het kan zijn , dat zij in den beginne daar van overreed waren. De Schrijvers  '& 55 ® vers zelfs zijn niet Zeer duidelijk over deeze ziekte , en ik kan mij niet herinneren , dat iemand dezelve volgens eenige regels behandeld heeft, bchalven Puzos (*) ,• het is nógthans zeer gemaklijk , indien men zig maaide moeite wil geeven van oplettend te zijn, om het eene gebrek van het andere te onderkennen. De kankeragtige verzweering gaat veel langzaamer voort, dan die uit Venusziekten, en word gewoonlijk voorafgegaan van een Seinbus of knoestgezwel, ten zij dezelve een gevolg zij cener fcheiding van den zamenhang der deelen of eener wonde. De onderzoeking van den buik , maakt de knoestagtige verftopping en verharding kenbaar ; de ongeregeldheid der maandftonden , de zwaarte in den onderbuik, de doffe pijnen in de lendenen , de heupen en zelfs in de dijen, de ongeregelde aanvallen van koorts , de zwelling van de beenen en dijen , en een algemeen verval der gezondheid laaten geene twijfeling meer overig wegens deszelfs aanwezigheid en voortgang. Wanneer dezelve reeds verzweert, verandert de twijfeling , zo 'er nog eenige overig is , in eene volkomene zekerheid. De kanker openbaart zig door verfchrikkelijkc toevallen. De fmerten zijn zeer levendig en ftekende , en alle de omleggende deelen zijn 'er van aangedaan. De bloedftortingen zijn menigvuldig, (*) Zie, Traité des accouchemens, pubtiè par Morisoï Deslandeï, Medecin de Paris. 1750. en 410. D 4  ö 5<5 © dig, de koorts , die dagelijks wederkomt, is onderhevig aan verheffingen. De etteragtige uitwerp ielen zijn ichor eus , rosagtig en zeer ftinkende. Dikwils word de pis niet dan met zeer veel moeite en met een brandige prikke. ling ontlast. Zeldzaam volgd eene verzweering uit Venusziekte op een knoestgezel; De verftopping, die de verzweering voorafgaat, is zelfs dikwils ongevoelig of onmerkbaar , zoo fncllijk zijn deszelfs voortgangen , en zo zeer invreedende is deszelfs gif en deszelfs werking verwoestende. Nogthans zijn de fmerten , welken dezelve te weeg brengt, veel verdraaglijker , dan die van de kanker , het is geen dunne ichor, waar door het vleefch tot verrotting overgaat; het is een dikke etter, geel - en groenagtig ; zomtijds bloederig, dikwils van een kwaade reuk, dog niet verzeld van die groote flank, en van die dunrje bloederige etter van de kanker. Jonge lieden en die den loop der welluslusten volgen , worden voornaamentlijk aangetast door Venus-zweeren. Het knoest-en kreeftgezwel is meer algemeen bij die vrouwen , die reeds aan den herfft haares ouderdoms gekomen zijn bij het eindigen der maandftonden , ten zij eenige voornaame toevallen, of een erfrijk gebrek deeze ziekte veroorzaakt heeft in eenen min gevorderden ouderdom. De verplaatzing van de ftoffe der ziekten , de gevolgen van het kraambed , de opftopping der maandftonden, geweldige flagcn en ftooten kunnen daar toe aanleiding gceven, maar dec.  & 57 © deeze oorzaaken zijn al te wel gevoeld dan dat men dezelve niet zoude weeten. De bekentenis der lij deren volmaakt dit, om alles op te helderen , wanneer men verzekerd is , dat 'er geen gebrek uit Scheurbuik , nog uit verftoppingen der klieren plaats heeft; want deeze twee gebreken kunnen alle die verzweeringen , waar van wij gefproken hebben , te weeg brengen , en jonge Kunstoeffenaars of die geen ondervinding hebben, kunnen daar door misleid worden. Eindelijk, zullen wij tot een laatfte voorbeeld nog aanmerken , dat de verzweeringen, wanneer zij van den aart der Venusziekten zijn , doorgaands van eenige andere toevallen verzeld zijn, of ten minften van dezelve zijn voorgegaan. Dikwils vind men , met te onderzoeken , met naauwkeurig na te fpeuren , eerst beginnende uitwasfehen der beenderen, de lijder erkend de fmerten , de aandoeningen en pijnen in het hoofd , welke niets meer overig laaten om te verlangen aangaande de oorzaaken , waar door dezelve worden voortgebragt. Naar deeze naauwkeurige nafpeurin'gcn , is het ligt te oordeelen , dat de verzweeringen zelden oorfpronkelijke toevallen zijn. Zij zouden het nogthans zijn, wanneer de mond derzelver zitplaats zijnde, het zaad der .ziekte door dezelve was ingezogen. D 5 S-XIII.  @ 58 B §. XIII. Van de Puisten. De Puisten komen te voortchijn over het geheele lichaam en maaken zomtijds dat geen rondsom het voorhoofd , 't welk van fommigen le Chapelet genoemd word. Men moet dit gebrek niet verwarren met een gewoon toeval van eene verouderde ziekte , de puisten , welke door een al te heet of driftig bloed op het voorhoofd en in de lenden van jonge lieden uitbotten , in 't bijzonder tegen de tijd der Lente. Men zal ze gemaklijk onderfcheiden , met zig te herinneren, dat puisten , die in de gedaante van een kegel uitwasfehen , eenen brecden voet hebben met eenen bruinen of blaauwagtigen kring , dat derzelver koleur is rood-purperagtig, dat dezelve , na dat zij zijn afgevallen , eene fchilferagtige uitflag op de huid nalaaten , dat de opperhuid fterft , en zig in een omtrek van omtrent zes lijnen verheft, en dat die plaats rood blijft; Êene nieuwe puist, die uit die asfche als fchijnt geboren te worden, groeit ter zijde van de eerfte , en laat , even als •die , nieuwe tekenen na van deszelfs aanwezigheid. Aldus verfpreid zig dan fteeds nader en nader, de ijsfelijkheid der befmetting over het geheele lichaam. Zelden heeft men puisten, zonder hoofdpijnen en pijnen der beenderen te hebben, waar van de aanvallen of verheffingen zig doen gevoelen tegen het ondergaan der zonne. Wan-  © 59 ® Wanneer de puisten , alleen aanwezig zijn, veroorzaaken zij geene koorts. Het is gemaklijk dezelve te onderfcheiden van de Furunculus of bloedzweer , die altoos met ontfteking verzeld is , zelden zonder koorts , en die ftckende, levendige en dikwils ondragelijke pijnen te weeg brengt , gelijk die alle , welke eene gistinge van etter aankondigen. Het zoude minder te verwonderen zijn , dat men zig misleide met die puisten , welke EpinyÜides, Nagtgezwellen genaamd worden; deeze is eene roode , blaauwagtige puist, zeer pijnlijk, van grootte als een ert, zomtijds van een boon, waar van de verettering onvolkoomcn is, en waaruit niet anders dan eene Sanies een bloedige etter ontlast word. , DePuis Terminthus of Hondsblaartje genaamd kan ook nog misleiden. Dezelve is ontftoken even als de voorgaande, zwartagtig en brengt niets dan een ichor voort: maar gewoonlijk worden door dezelve niet dan de beenen aangedaan. Voor het overige door de befchrijving der Venus- puisten te vergelijken met die, van die Soorten van bloedvinnen; door te onderzoeken de omftandigheden der ziekte, wanneer men weet, dat de puisten der Venus-ziekten niet dan zeer weinig of niet pijnlijk zijn , is dit genoeg om eene onzekere oordeelvelling voor te komen. .5. XIV.  © 6o © §. XIV. Firn rfe //«zd - vlekken. Deeze zijn van tweederlije foort. De eene Feuille mort, of Saffraankoleurig, gelijkt na genoeg aan die vlekken , welke zominigen Vrouwen gedurende, of naa derzelver zwangerheid hebben , die zij de Masqué noemen, en waar aan wij met de Schrijvers den naam van Ephélides, Sproeten gceven. Zij bedekken onderfcheidene deelen van het lichaam; maar voornaamlijk den balzak, en de dijen, en vallen met fchilfers af, gelijk de fchubagtige dauworm, zomtijds zijn zij zelfs verzeld van jeuking. Ik heb eenen lijder gencezen, wiens aangezigt met dezelve bedekt en het geheele lichaam overtogen was , uitgezondert de armen, door het gevolg van eenen verwaarloosden Druiper. Door het gebruik van appelzalven en wrijvingen met kwik zijn deeze vlekken zomtijds voor een tijd verdreeven, maar zij zijn onderhevig om wederom te komen. Ook behandel ik dezelve even als de hair-worm. De andere zijn purperkleurig, zelfs blaauwagtig , en verheven f zij komen over het lichaam , in het aangezigt, en aan de armen. Zij zijn veel gemaklijker om te geneezen en komen niet ligt wederom , wanneer zij'door de kwik wel behandeld zijn , om dat zij niet gelijk de eerfte , in den aart van het gebrek der hair-worm deelen. §.XV.  & 6i & §• XV. Van den Hair-worm. Dit gebrek van de Huid is zeer bekend, en nogthans worden 'er dezulke door misleid, die zelve nooit gezien hebben op zeker deelen van het lichaam , als de balzak en het hoofd der mannelijke roede. Men behandeld dezelve voor klooven of Sjankers. De Hairworm , die den balzak bedekt, is of van dat foort, 't welk de Schrijvers Miliaris of Gierst- uitjlag genaamd hebben, of dat 't welk bekend is onder den naam van levende hairworm (dartres vives.) De eerfte vertoond een oneindig getal en als op eengeltapelde kleine puisten , die een dun fcherp vogt ontlasten , en met eene zeer oppervlakkige korst bedekt worden. De andere , die in het latjn Serpigo genaamd worden, maaken diepe klooven , waar door de huid van een gereeten word , worden bedekt met vogtige korften, welke afvallende de vergaderplaatzen van eene brandende etter openen. Zij veroorzaaken jeukingen, waar op eene zeer fterke gloed volgt. De hairworm , die zig over het hoofd der roede verfpreid , is niet befchreeven gewor■den door de Schrijvers , welke ik geleezen -heb. Mogeiijk hebben zij gemeend, dat men dit gebrek niet moest brengen tot de Hairworm, offchoon derzelver hardnekkigheid en de wederftand , welke zij aan den kwik biedt, geene twijfeling overlaat omtrent derzelver  © Cz B' ver aar.t. Wij zullen denzelven gaan belchrijven zodanig als wij dezelve gezien hebben. Het zijn rood-purperkleurige vlekken, welker grooce min of meer bepaald is , maar zij zijn altoos zeer breed. Zommige Heelmeesters houden dezelve voor Sjankers, om dat zij aan den eerften opflag van het oog eene ontvelling of raauwe plek ichijncn te zijn. Nogthans is de zamenhang der huid niet verbroken ; zomtijds zijn zij vlak, zomtijds zijn zij uitpuilende gelijk de knoopgezwrellen (Gondylomata). Zij ontlaften door de wijd geopende Pori, waar van het oog zeer gemakkelijk de opening kan onderfcheiden, eene dikke ftoffe, van een groene, geelagtige en zomtijds witte kolcur. Deeze ftoffe is het , die te rug gedreeven , de klieren van den Pisbuis doet verstoppen, en de Hairwormige Druiper, (Gonorrhcea dartrofa) veroorzaakt, eene zonderlinge foort, waar van wij op eene andere plaats gelegenheid zullen hebben om te fpreeken. Dat geen, 't welk het verftand der Natuurkundigen moet oeffenen en den aandagt der ©effenende Geneesmeesteren moet bepaalcn , is de gemaklijkheid , waarmede het gebrek der Venus-ziekte ontaart in dat der Hairworm, of ten minften om het zelve in zommigen voorwerpen te zaamen te voegen , en de hardnekkigheid , welke het zelve aan de kwikmiddelen bied, na de ontaarting of de vcreeniging. Deeze hair-woorm, welke men Pokkig (Ve~ rolique~) moet noemen, tast doorgaands, en voornaamentlijk de Teeldcelcn en die 'er bij gelegen zijn, aan. Het is egter niet zonder voor-  ® 63 B voorbeeld , dat men dezelve zig ook heeft zien verfpreiden over de ver afgelegenfte deelen. Ik heb eenen ongelukkigen gezien met eenen pokkigen Dauw - of Hairworm overdekt, van dat foort, 't welk ik Serpigo genoemd hebbe. Dezelve overdekte hem van het hoofd tot de voeten, zijn lichaam was rood als een gekookte kreeft, op zommige plaatzen met ichubben , op andere van een gereeten ; Ik heb hem geneezen. Ik moet, eer ik dit ftuk eindige, zo onliitputtelijk^, indien men alles wilde zeggen, zeer opmerkelijk, indien men hetzelve grondig wilde onderzoeken , en nog maar zeer weinig bekend; ik moet, zeg ik, gewag maa. ken van een vrij zeldzaam bezoek , 't welk ik gekreegen hebbe, eenige jaaren geleden. De huid van den Raadvrager was in eene foort van toeftand , die zeer nabij komt aan die der Hairworm, en welke de Schrijvers (Pruritus) Jeukte, genoemd hebben. Zij verfchilt van dezelve niet, dan dat zij dan eens droog dan wederom vogtig is , dat de puisten minder iti getal zijn dan in de Hairworm , offchoon zij anderzints evenals deeze, een fcherp, waterachtig vogt ontlasten. Was hét der moeiten waardig hier in eene onderfcheiding te maaken ? is dit niet de moeilijkheden vermenigvuldigen en de ftoffen, die reeds genoeg afgetrokken zijn, verwarren met een oogmerk om dezelve optehelderen ? Zie daar het ongeluk der uitleggers en de zwakheid van het menfchelijk vernuft, gelijk aan het oog, 't welk verduisterd word door al te langen tijd zig  $ 6\ ® zig op het zelve voorwerp gevestigd te heb; ben. Maar laat ons wederkeeren tot mijn bezoek. „ Ik heb dit gebrek zedert 15 Jaaren, zei„ de mij mijn man, en hetzelve groeit daag„ lijks aan; zonde men het kunnen genee- „ zen? — Ik geloof het, antwoorde ik, 1 „ het zoude mij ten hoogften leed zijn, her„ nam hij met drift , ik zoüde het niet wil„ len om nog zo veeL Ik koome om het u „ te laaten zien, niet om verligting te zoeken; „ maar om u te beren. Het is mij veel aan„ genaamer dan eene Minaresfe , welkers „ liefkozingen verre beneden het Vermaak, „ zouden zijn , welke het mij verfchaft. Des „ avonds, als ik in mijn bedde legge, worde „ ik eene zagte jeuking gewaar, die traps„ gewijze vermeerderd naar maate ik aan de„ zelve voldoe. Het tijdperk van deszelfs „ aanwasch duurd eentralf uur, en hetzelve' „ klimt tot den hoogften trap van wellust en „ vermaak, waar. voor de zenuwen van den „ mensch Vatbaar kunnen zijn. Derzelver „ ontloken vezeltjes genieten een ogenblik „ de grootfte aandoeningen der wellust, wel,, ke terug keerende door eene insgelijks „ onmerkbaarc trapswijze vermindering af„ neemt, en ik vinde mij weder in eene na„ tuurlijke ftaat, zonder dat het gevoel van „ den allerminste gloed mijne voorbijgegaa„ nc vermaaken vergiftigd." ■ Ik bedankte zeer ernstig voor de waarneeming en fchreef dezelve op in mijne aan■ tekeningen als een nieuw en mogelijk eenig gevaL • 5 S. XVI.  © *8 & §. XVL Van de fchurftagtige Uitjlag. De Schurft is het meest bekend van allé de ongemakken der huid , waar vart wij gefproken hebben. Deszelfs zitplaats laat niet toe, dat men zig zoude bedriegen wegens dat foort van wit doorfchijnende puisten $ die deszelfs kenmerk uitmaaken. Offchoon dezelve zig over de geheele uitgeftrektheid van het lichaam kan verfpreiden , word nogthans gewoonlijk deszelfs zaad niet vrugtbaar dan aan de handen $ tusfchen de vingeren , aan de waijen der becnen en op de borst. Zij is droog of vogtigé Vogtig, wanneer de Puisten een fcherp wateragtig vogt ontlasten , en plat wordende met een korst overdekt worden. Droog , wanneer dezelve geene vogtigheid van zig geeven. Deeze twee foorten zijn, eigentlijk gefproken, geen toeval van Venusziekte , vermits de Schurft een bijzonder gebrek is : maar zij vereenigd zig even als de hair-worm , en in deezen ftaat is zij weerfpannig tegen de gewoone fpecifique middelen. Het is deeze hardnekkigheid, die een tweede gebrek doed vermoeden. De Scheurbuik , de derdendaagfche koorts, de ziektens van de lever kunnen dezelve weerfpannig maaken tegen de werking der zwavel , deszelfs gewoone geneesmiddel: het ftaat aan den Geneesheer om den toeftand van den lijder te beoordelen. Met zeer algemeene denkbeelden moet hij derhalven zig hier niet verlegen vinden. Gelukkig is 'er geene Schurft, E gelijk  @ 66 $ gelijk de hair-worm vereenigu , op welke dokwik geen invloed heeft. . §. XVII. Van het Bederf der Beenderen. Wij zullen niet anders fpreeken , dan van dat bederf der beenderen , 't welk koomt als een gevolg der verzweeringen , en welke in die der neus en van het verhemelte bijna nooit nalaaten de beenderen aan te tasten , of van dat , 't welk bekend is onder den naam van Spina ventofa of Been-uitwafching met verzweering. De Spina ventofa, de Ozcsna en de verzweeringen van het verhemelte kunnen te weeg gebragt worden door beginzelen van Scheurbuik, gebreeken in de klieren, of Engelfche ziekte: maar het is de pligt van den lijder, om door eene opregte belijdenis , de twijfelingen van zijnen Geneesheer weg te neemen , indien hij niet door toevallen, die minder twijfFelagtig zijn, in dezelve kan verligt worden. Men onderfcheid zeer gemaklijk het bederf der beenderen van het verhemelte , wanneer de lijder door den neus fpreekt. Nooit is dit toeval oorfpronkelijk. 5-XVIII.  © (5? © §»' xviil Vin de ÜilWasfchen der Beenderen , de Kneep* en Gom - gezwellen* DeeZe toevallen zijn alle ziektens der Beenderen, en doen dezelve zwellen. Wanneer zij van naam veranderen , is dit naar maate van de hardheid , de zwelling of het foort van ftoffe, welke het gezwel bevat. De eene zijn wêerftandbiedende , en hebben eene ge» fchiktheid zeer nabij de verharding, zelf tot het Knoestgezwel. De andere hebben eenen meer werkzaamen oorfprong, waardoor dezelve tot verettering gefchikt zijn. Zij zijn min of meer diep gelegen. De beenderen, waar uit het hoofd is zamengefteld, die der beenen of fchenkels, die van de voorhand , yan de agterhand, het fchouderblad, en der voorarm zijn het meest onderhevig aan deeze zwellingen. Zij ontftaan ongemerkt, en wel dra is de uitpuiling zeer zigtbaar. Men moet deze gezwellen niet verwarren, vooral de Knoopgezwellen , met de tophi, di Kalkhullen der Jigt, die zig aan de banden en aan de peczen hechten ; met die oneffendheden , welke de Gallus of Weer maakt, na de herceniging der beenbreuken; en met de beenwording der peezen op de plaats van derzelver inplanting, gelijk men dit zeer dikwils ziet gebeuren bij Stokouden. De Scheurbuik en de Klier - of kropgezwellen kunnen deze zwelling der beenderen ook tc weeg brengen; de toevallen dezer ziektea E % Hjoê*  @ 68 ® moeten het oordeel en de voorzegging \7an den Geneesmeester befticren. Oflchoon deeze toevallen, vooral de Beensixitwasfchen, gewoonlijk in derzelver eerfte aangroejing , weinig of geen pijn veroorzaaken , is het nogthans zeldzaam , dat zij verouderen zonder dezelve te doen gevoelen. Tegen den avond verwekken zij eenige riekende pijn , deze word vermeerderd door de warmte van het bed, en verdwijnen met de duisternisfen : dit dient voornaamentlijk tot een Kompas om te wectcn of derzelver oorfprong uit Venus-ziekte is. Ik heb 'er eene nog zekerder. Doed twee of drie plaatzelijke wrijvingen met kwik , en wanneer de pijn bedaard , is de -beens-uitwafch ontwijfelbaar uit Venus-ziekte. De Uitwasfehen der beenderen zijn en blijven vrij hard; dikwils komen zij tot ontbinding. De Gom-gezwellen worden zagt en eindigen doorgaands door verettering. De Nodi of Knoop-gezwellen houden het midden tusfchen den beens-uitwafch en het Gom-gezwel. Desgelijks kan men in het eerfte tijdperk van derzelver aanwafch niet verzekeren , of hes vogt, waai- uit deszelfs zelfftandigheid beftaat , wederom met den omloop der vogten zal opgenomen worden om zig door een afgelegen ontlast-buis te zuiveren; of dat dezelve , in etter veranderende, eenen meer onmiddelijken uitgang zal zoeken, door de verbreeking van de bekleedzelen, en vliezen, waar in hetzelve bcfloten is. Verfcheidene Schrijvers hebben deze drie gebreken onder den algemeeneu gefiagtnaam, Exq-  & 69 & Exnftofes, bcgreepen , welke zij vervolgens hebben onderfcheiden in eene waare en valfche. Derzelver bepalingen ftemmen bijna over een, met het geen wij gezegd hebben, en fchoon wij een onderfcheiden taal gefproken hebben, niet te min hebben wij derzeU' ver grondftellingen aangenomen; maar dit was noödzaakelijk om derzelver denkbeelden op te helderen. Op de befchouwing dezer toevallen , kan men verzekeren, dat de tijd aan het VenusJmet diepe wortelen heeft doen fchieten, vermits alle de Sappen zijn aangedaan, en door dezelve de befmetting is overgcbragt tot in de cigentlijke zelfftandigheid van de beenderen. ■ De Beens-uitwafch kan inwendig aan het hoofd en aan de ribben komen, en het gevaar is geëvenredigd naar de dikte der bekleedzelen. De Hr. J. Saltzman , Hoogleeraar in de Geneeskunde te Straatsburg heeft in de verhandelingen der Natuuronderzoekers, eene waarneeming geplaatst van eene inwendige Uitwasfching van de beenderen der hcrfen-pan > waar door de lijder het leeven verloor. Wanneer de gebreken der beenderen verouderd zijn , zijn zij dikwils van eene Helpende koorts verzeld , waar op men in de behandeling noodzaakelijk acht moet geeven. E 3 S.XIX.  ë 70 ® §. XIX. Van ds Anchylofis. De Anchylofis is eene ziekte van de gewrichten. Door dezelve worden de beenderen aan elkander vast gehecht , zo dat 'er geene beweeging meer overig blijft. Zomtijds komt dit gebrek alleenlijk voort uit den tegennatuurlijkcn ftaat der banden, alsdan blijft eene min of meer blijkbaare bewecging over. De Jigtige en die door Scheurbuik of Kliergezwellen zijn aangedaan, zijn daar aan onderhevig even als die aan Venus-ziekte kwijnen, maar een welgcoeffcnd oog onderfcheid wel dra den oorfprong van het gebrek, vooral, wanneer de lijder des avonds de hevigfte pijnen ontwaar word, en dat dezelve vermeerderd worden door de warmte van het bed. Wanneer het Venusfmet , door een lang verblijf zo verre is gekomen , dat de kraakbeenderen , en de banden in been veranderen, is het niet wel mogelijk eene volkomene herHelling te hoopen. Egter wanneer .'er nog niet anders dan eene verdrooging en hardheid in de banden der gewrichten plaats heeft, dan kunnen derzelver verftopte vaten door hulp der geneesmiddelen nog geopend worden, Maar is het wel ligt, om voor de uitkomst te bcflisfen , van waar het gebrek der i?e\vee, ging ontftaat? §.XX-  ë 71 Ö §. xx. Van de Pijnen. Alhier is het, dat men alle zijne kundigheid moet bij een verzamelen, om geene misdagen te begaan, waar van de geringde zelfs den lijder in eenen langen reeks van onheilen • kan ftorten. Daar zijn pijnen van allerleie foort; maar hoedanige zijn die der Venusziekte ? Dc vrees der iijderen doet hun dikwils de oorzaak zoeken in lang geledenq en verdagte bijdaapen ; de hebzugt en de onkunde onderhouden hunne dwaaling, fpeelen denzelven rol al den tijd , datzij zig bcklaagen , ■ en de ligtgeloovigheid gelijk ook de lmcrten houden niet op dan ten einde van eene lang depend gehoudende aanwezigheid onder de pijnigingen van den geest, der fchaamte , der geneesmiddelen, der fmerten en der wanhoop. De ï^ijnen der Venus-ziekte zijn niets: maar het zijn dezulke, die door de gewaande middelen tegen de Venus-ziekten ontftaan, die geweldig en afgrijzelijk zijn door de onzekerheid , waar in zij de lijder brengen. Het is op deeze ongelukkige fmerten , dat onervaarene of oneerlijke menfehen een misbruik maaken van het vertrouwen en de ligtgelovigheid der lij deren. Zij brengen dezelve onder nieuwe behandelingen , zij ftapclen de kwik, op de kwik, zij doen de pijnen verwakkeren, welke zij beftrij den, endoen de arme lijders tot wanhoop vervallen, die wederom nog aan andere deuren gaan kloppen om de geE 4 zond-  © 72 ® zandheid , die hun ontvlied , zeer duur te Jtoopen. Om de Schrijvers te voltooien , om den Leerzaamen te onderwijzen, om, zo het mcoghjK zij , den beulen van het menfchelijk geflagt, die den krop opfteeken op den titel van moordenaars, eenen fchrik aan te jaagen , om de oogen te openen aan een al te ligt gelovig yoik , gaa ik affchilderen , en ik kan deeze uitdrukking gebruiken , gaa ik hun af» fehjlqeren die pijnen zodanig, als ik dezelve duizendmaalen heb waargenomen. Ik zal met een fnellen tred ook die doorloopen, welke door de Scheurbuik, de Rheumatifmus , en door.de Jigt veroorzaakt worden , ten einde alle misflagen te voorkomen. Laat ons beginnen met die der Venus-ziekten. Dit foort van pijnen word gevoeld in de Jengte der groote beenderen, hoedanige zijn die der dijen, der beencn en der armen. De koude doed dezelve weinig hindernisfe , maar de warmte, voor al die van het bed, maakt dezelve onverdraaglijk. De nagt noo, digd dezelve uit door haare aannaderingen, en zij vermeerderen fteeds tot aan den dageraad , die hun verhgtenis aanbrengt. Alsdan verovert de flaap het afgematte lichaam. De fmertelijke aandoeningen , welke zij te Weeg brengen , zijn zoo groot , dan het dekzei, hoe ligt hetzelve ook zijn mag, eenzwaare last word, De hoofdpijn verzeld ook diki wils deeze fmerten, De pijnen der Kunde - of Zinkings-ft ojfen, (Rheimatifmus) hebben hunne zitplaats in de -bekleedzelcn ,' de pecsagtige uitfpanzclen, en in  ® 73 ® in de peczcn zelfs der fpieren. De zitplaats van het gebrek is niet in de beenderen, offchoon zeer, veele lijderen dit onderfèhejd niet weeten te gevoelen : daar en boven doet de warmte van het bed , wel verre van hun te fchaadén, dezelve verdwijnen , of ten minften verminderen. De frifche koelte van den morgenitond , gelijk ook de mist en neveldampen, en de veranderingen van het wceder, doet dezelve wederkomen. Door een of twee wrijvingen met den Olie van Aardwormen worden dezelve verdreeven, als door betovering : dog men moet tot hetzelve middel weder toevlu.gr. necmen, wanneer zij wederkomen. De Jigt vestigt den zetel der pijnen in de banden, enhierom worden dezelve niet gevoeld dan in de gewrichten. Meest altoos doet zij dat deel, 't welk door dezelve is aangedaan zwellen of rood worden. Voor het overige zijn dezelve al te wel bekend, en het zoude veel te lomp zijn van zig hier in te misgrijpen , dan dat wij ons zouden vermoeien over derzelver kentekenen. De Pijnen van het Scorbut doen zig gevoelen in de Spieren en in de beenderen. Het zoude fchijnen , dat dezelve veel moeilijker te onderkennen waren: dog zij zijn vliegende en ftekende. De Dijen en Lenden worden in 't bijzonder door dezelve aangedaan. Naa den fjaap pijnigen zij meer en laaten eene groote loomheid na. Het begin der rust is vrij bedaard. De toevallen van het Scorbut, die dezelve altoos vergezellen , necmen daar en boven de twijfelingen van den Geneesmeester oycrvlocdiglijk weg: maar het gebeurd dikwiisj E 5 da*  ® 74 © «lat beide deze ziekten vereenigd zijn. De zeevaarenden leveren ons daarvan menigvuldige voorbeelden op. Het zijn de pijnen, die te weeg gebragt worden door de uitwerking der kwik , die men onbedagtzaam heeft toegediend, die maar luttel zijn ontdekt, dan door het oog vair een waar beoelfenaar der kunst, en waar van de Schrijvers geen het minfte gewag gemaakt hebben. Men moet een zeer groot getal lijderen gezien hebben , om dezelve wel te kennen, en 'er zijn maar zeer weinige , dan de Geneesen Heelmeesters van de Hofpitaalen der Venus-ziekten , die in ftaat zijn om zulke waarneemingén te maaken : maar do ed men wel waarnemingen in de Hofpitaalen ? Men kan het doen tc Weenen en te Edimburg, de eenige Univeriiteiten, alwaar 'ér lesten gegeeven worden aan het bed der lijderen; en daar Leermeesters zijn , die met meerder oeffening dan beleezenheid, zeer klaar en als met den vinger het gebrek en deszelfs behandeling aantoonen. Barbaarfche onverftaan. baare woorden zijn van deeze lesfen verban, nen. Alle die verdeelingen en onbegrijpelijke onderdeelingen van een en dezelve ziekte hoort men niet, nog die verwarde geflagtreekeningen, die nergens plaats hebben , dan in de herfenerr van de zeer geleerde Hoogleeraaren. De deugd van een geneesmiddel en de uitkomst ecner ziekte zijn niet gebonden aan de fpitvindigheid ecner bewijsreden. De Voedfterling komt uit die fchool niet voort meteen oploopenden inborst, met een ligt vertoornd  Él 75 ® fcoornd bloed , of met een buitenfporige drift tot redentwiften. Hij heeft de natuur gezien, hij heeft denzelvcn gevolgd in den loop zijner verrigtingen , hij heeft deszelfs medelijdende Bedienaar gezien, haar te hulp komende in haaren moeilijken weg, en hij vertrekt met aandoeningen van gevoef, dezelve ernftlgiijk overweegende en vervuld met de aangenaame voldoening van geleerd te hebben. Mogelijk zullen 'er eens die gelukkige tijden komen, dat de wetenfehappen niet meer zullen behoren tot de konst van te twisten, en in welke de zulke, die het geluk hebben dezelve te bezitten , derzelver nuttigen invloed zullen kunnen verfprciden over het geheele menfehelijke geflagt, 't welk hun zal beminnen, om dat zij hetzelve zullen beminnen. Het inwendig gebruik van alle mercuriaals zouten , en in 't bijzonder van de opgeheven bijtende kwik (Mercurius fublimatus corrojivus,) laaten dikwils aan de lijders pijnen, en de waare fmerten na. Zij doen zig gevoelen in de fpieren, de peesagtige uitfpanzclcn,' in de peezen en in de gewrichten, Dan eens zijn zij vliegende , dan wederom bepaalcn zij zig op eene plaats. Ik heb lijders gezien met zeer hevige pijnen onder de voetzooien en aan de enkelen. Zij zijn ftekende, en offchoon zij aanhoudende zijn , fchijnen zij nogthans hunne Paroiyfmi of verheffingen te hebben. 'Er zijn oogenblikken , waar in zij het geduld van den lijder afmatten, Drie of vier maanden naar het gebruik van den Sublimaat begint men dezelve te gevoe., Icn. De gerustheid, waar in zij den lijder ge-  & 7$ © geduurende dien tijd laaten, fchijnt het vermoeden wegens de onzuiverheid van zijn bloed te bevestigen. Hij zoude het geneesmiddel niet durven befchuldigen, hij gaat heen om zijne vrees en zijne ongerustheid bij eenen anderen Geneesmeester bekend te maaken, en deeze- iaat niet na om dezelve te verfterken. De mercuriaale Pillen of Dranken fpcelen nogmaals eenen rol in de behandeling, welke , wel verre van eenige verligtenisfe aan te brengen , de pijnen meer doen verwakkeren. Nog eene behandeling, en het is gedaan met den lijder. Nogthans ware het mogelijk geweest met minder voortvarendheid , de oorzaake van het kwaad te verdrijven. , Wanneer ik vervolgens nader van de opgeheve bijtende kwik fpreeke, zal ik doen zien, dat hetzelve niets minder dan een goedaartig geneesmiddel is, gelijk zij zig verbeelden , die hetzelve zo zeer ligtvaardig laaten gebruiken. Wanneer men hetzelve in den winter toedient, en hetzelve zonder behoorlijke omzigtigheid geeft, worden de pijnen veel fterker, en de lijders gevoelen dezelve veel heviger. Ik heb eenen arbeidsman verminkt zien worden, dog verminkt aan de vier ledematen met fchijnbaare toevallen der jigt. Ik heb onderzoek gedaan naar de oorzaak van deeze pijnen, die ik mercuriaale pijnen kan noemen ; maar is dit niet het Qjtadraat van den cirkel, of de verborgenheid der voortteeling te willen zoeken , of de verfchijnze». len, die door de uitwerkingen van den donder te weeg gebragt worden , te willen uitleggen ? Laat ons onzen tijd doorbrengen , met  © 77 '3 met kragtige hulpmiddelen op te fpeuren erj niet met gistingen te maaken: nogthans zie hier mijne ondcrftellinge ; ik vvaage dezelve zonder eenigen wettigen eifch of voorgee.ven, en geeve dezelve over aan het oordeel der Faculteiten. Men weet, dat de bijtende Sublimaat een mercuriaal zout is, welks metaalagtige puntjes zeer hard en als verflaald zijn. Men weet, dat dit zout zig niet laat ontbinden in die fcheivogten , waar in men hetzelve toedient, maar dat het zig alleenlijk verfpreid, en dat in deszelfs allergrootite verfpreiding, deszelfs fcherpe of fnijdende gedaante niet verandert, offchoon die niet kan gemerkt worden. Wanneer nu , hetzelve in deeze ftaat, door den omloop van het bloed word medegevoerd, zoude het dan niet kunnen zijn , dat door deszelfs ontbindende werking , dat is , door deszelfs geneigdheid om zig te verecnigen, deszelfs fcherpe en als verftaalde deeltjes aan de uitfpanzelen der peezen, der banden en der zenuwen zig vasthechten , en dat de wrijving, door de aantrekkende kragt te vermeerderen, de pijnen doet grooter worden, ja zelfs ontftceking te weeg brenge ? Dit is eene twijfeling , welke ik aan hun, die een meer doordringend vernuft bezitten, voorfteiie , en vooral aan dezulken , die meerder tijd hebben om zig aan befpiegelingen over te geeven. Zomtijds gebeurt het, dat, naar het gebruik van mercuriaale wrijvingen door de manier van Uitblusfching (Extinction) , of wanneer men de wrijvingen en de baaden, waar door SUUl  8 ?8 B *ah de kwik eenen meer gelijkvormigen loöp gegeeven word, niet beurtelings heeft in 't werkgefteld, zommige perfoonen in de fpreragtige deelen van tijd tot tijd ligte prikkelingen gewaar worden, die terftond wederom verdwijnen , en nu en dan wederkomen. Het gevoel van dit foort van Trilling (Fremijfemcnt) gelijk aan iets , 't welk door de vaten vliegt cn doorgaat als een blixem, kan niet pijnlijk genaamd worden, en moet zelfs de allervrcesagtigfte niet bekommeren, Dezelve doet zig gevoelen tot dat de kwik ophoud te werken, en , naa door alle de vaten te zijn heen gegaan , door den eenen of anderen ontlast-buis ïmunttorium) is uitgedreveen. Doorgaands is dit twee of drie maanden naa de genezing: maar dit verblijf doet geen nadeel aan de herftelling der gezondheid, die dagelijks aangroeit, terwijl dezelve meer en meer vervalt onder het vervolg der behandelingen door den Sublimaat. Het is zeer gemakkelijk reden te geeven van deeze Soort van Trilling der vaten. Men weet , dat de kwikbolletjes door alle de vaten , zelfs door de allerkleinfte heenen gaan. Zomtijds nu gebeurt het, •dat verfcheidene dezer bolletjes een der fijnfte Hair-vatjes (Capillair e~) verftoppen. Wanneer zij in genoegzaam getal zijn , om die verftoppingen te overwinnen, ontfnappen zij met eene fnelheid, geëvenredigd naar den wcderftand, welken zij ontmoedt hebben, en het is alsdan, dat men die worm wij ze of trillende beweeging gewaar word of die grilling, waar over zommige klaagen. !§. XXL  -B 79 © §. XXL . Van de Voorzegging in 't algemeen* Het is eene zaak, die in het minst niet te vreezen is, zeggen zij , die nooit geene Venus-ziekten gezien of dezelve niet dan kwaalijk gezien hebben; het is een gebrek, 't welk zeer ligt te leeren kennen is , en deszelfs geneeswijze is zo eenvoudig als algemeen verjpreid. Met zulk een zweem van bedaardheid en eenvoudigheid tragten zij te overtuigen, en behandelen trotzelijk den Charlatan, den kwakzalver , dien nuttigen man, die zi<* met dezen uitgebreiden tak der geneeskonst bezig houd , met deezen tak , die zig tot alle de anderen uitftrekt, vermits de behandeling deezer ziekte elk oogenblik tot het algemeene der Genees-en Heelkunde wederkeert. De gemeene man zal hier door niet overreed worden, vermits hij bijna nooit dan verfchnkkelijke toevallen heeft; dat de andere het waaren, 'er zoude minder aangelegen zijn • zij gebruiken meerder voorzigtigheid in de keuze hunner wellusten en hebben niet dan zeer ligte aanvallen. Dog dat mannen van aanzien hier van overtuigd zijn; zie daar het allergrootfte ongeluk. Het is gedaan met het verderf, geene mftellingen 'er zijnde , waar door den gemeenen man verligtenis word aangebragt, zullen zij dezulke vervolgen , die dit wilden doen, en eenen laagen naijver dienen , terwijl zij meenen niet anders dan reetvaardieajk te handelen. 6 Het is nogthans mijn oogmerk niet, om de  B So $ de menfehen bevreesd te maaken , dit is het V/erk van een bedrieger: Doch eene verkeerde gerustheid zoude nog fcrtodelijker zijn. Men moet opregt zijn, de waarheid te fpreeken en zeggen, dat de Venus-ziekte van het allergrootst belang, en de zwaarfte is van alle ziekten, waar door het menfehdom kan bezogt worden en de allerwreedfte vijand der voortteeling. Hij, die niet dan enkel Geneesof alleen Heel-kundige kennisfe bezit, is niet in ftaat om deze ziekte te behandelen ; Hij moet Genees - en Heelmeester tevens zijn. Dat men dezelve vervolgens overgeeve aan die menfehen , zonder wetenfehap , zonder rang, die, om dat zij 'er zig meester van gemaakt hebben, 'er de natuurlijke Geneesmeesters van verwijderd hebben, die met een altoos meesteragtig gevoelen in de gevankenisfe dezulke werpen, die moed genoeg hebben om dezelve te trotfeeren ten nutte van het menfehdom ; die door derzelver onkunde en begeerlijkheid, de rampen der menfehen veroorzaaakt hebben. Zij vermindert daaglijks , verzekert men , naar maate van haare verfpreiding. Komt, en ziet den voortgang' van deszelfs ontaarting, Bcfchouwt den Scorbut, de Engelfchc ziekte, de Hairworm, den Dauworm of Schurftheid van het hoofd, de Kliergezwellen, zo algemeen in onze dagen, en ziet hoe de kunst als verwonderd ftaat over derzelver hardnekkigheid. Waar tog moeten wij de oorzaak, dier weerfpannige hoedanigheid zoeken , zoo dezelve niet zij te vinden in eene. ontaarting of liever in eene vermenging dezer ge- bre*  & 8i © breken met het Venus-fmet , eene vermenging meer hardnekkig naar maate deszelfs grondbeginzel meer afgelegen, of deszelfs venijn meer uitgeftrekt is? Ondervind de verbaflerde nakomelingfchap in alle de groote fteden de waarheid dezer ftelling niet? Wanneer het Pok-gift het zaad van het leven heeft befmet, dan is het bederf ingebooren, en het is zeer moeilijk hetzelve uit te roeien ; zo ziet men daaglijks het kwaad weêrftand bieden aan deszelfs tegengift - middel , als deszelfs rijk door overerving gevestigd is. Men fteld zig alleenlijk bloot aan vrugtelooze proefneemingen, wanneer het kwaad in een ander lichaam herbooren , ten minften niet anders vertoont, dan deezen tegenftand aan de toediening der geneesmiddelen ; Dog de voorzegging moet veel moeilijker zijn, wanneer men twee gebreken van eenen onderfcheiden aart vereenigd vind, en die tegenovergeftelde of met elkander ftrijdige middelen vorderen. Dit nu gebeurt, wanneer men door het Scorbut en het Venus-fmet is aangetast. Wanneer de Venus-ziekten met eenige heete of flepende ziekten vermengd is, is het gevaar altoos betrekkelijk naar de hevigheid der ziekten, die dezelven verzeld. Hoe minder de kragten zijn, om de werking der geneesmiddelen te kunnen verdragen, hoe meerder eene ziekte te vreezen is , die niet kan wijken, dan voor fterke middelen (Heroica). Zwangere vrouwen, kinderen, zeer oude menfehen, en de zulke , die aamborftig F zijn,  & 8a & zijn, zijn veel moeilijker om te behandelen, en de goede uitkomst is minder zeker. De veelvuldigheid der toevallen en derzelver. gevvigtigheid moeten ook de grootheid van het gevaar vermeerderen. De Anchylofis, de bederving der beenderen , en de flepende koorts zijn de allertwijfelagtigfte voor de Uitkomst, de langduurendfte om te geneezen, en de alleronaangenaamfte om te onderneemen. Hoe meer het Smet de fappen heeft aangedaan , hoe 'er meer zijn, die met het zelve befmet zijn; deste moeilijker zal het zijn dezelve te zuiveren. Een frifch gelaat en de uitwendige gezondheid kunnen hier den Geneesmeester niet verzekeren dan alleen ten aanzien der kragtcn,- want men moet weeten, dat het bloed der Venuszieken zeer zeldzaam aangedaan is ; Dus is ook de bloozende koieur van het aangezigt minder onderhevig om te verwelken. Wanneer men de toevallen der Venusziekten in ..overweeging neemt, moet men vermoeden, dat de Weij het allcreerfte is aangedaan, dat van daar het Smet doorgaat in de zenuwen , van waar hetzelve indringt tot tusfchen de holletjes of blaasjes (Folliculi,') der beenderen. ■ Dit was het gevoelen van Baglivius, (-*) en van Le Gat (**) op een zeer vernuftige wijze] op nieuw behan- 5 j . • . . deld 3 (*) Georg. Baglivii Opera omnia Medico-Praclica, cj} Anatomicq Fcncïih 1752. 4C0. (**) Mèmoire de M. le Cat , fur les Fievres maligro . voorgeleezen in de Vergadering- van de Academie tc Rouan. d. /. Auguft. 1754.  ® 83 © deld door Bourrü, (*) en het allerwaarfchijnlijkfte van allen. De voorzegging moet daar en boven naar het Klimaat gefchikt zijn, vermits het een beweezen zaak is, dat de voortgangen van het kwaad veel fchielijker en veel heviger zijn in de landen naar bij de Poolen of Aspunten, dan in de landen die nader aan den (Equator), dag en nagtsevening gelegen zijn. De Saifoenen van het jaar zijn onvcrfchillig ten aanzien der kuur ; mogelijk zoude ik zelfs den winter den voorrang geeven , als zijnde een tijd , waar in de beweeging van het bloed, de toevallen der hitte of de neiging tot bederf in de vogten aan de werking der geneesmiddelen , en de eenftemmigheid der behandeling niet hinderlijk zijn. (*.) Zie deszelfs Werk, itrt: de ft traiter foi-mim« dans les maladies reniriennes, &f* 1770, 8vo. F * TWEE-  B U ® TWEEDE AFDEELING, Van de Behandeling. Ik durf verzekeren, dat 'er geen bekend middel is , 't welk ik niet heb aangewend, en wel ter goeder trouwe gebruikt. Men weet, dat van die alle,, welke. tot. inwendig gebruik ;gegeeven worden , de opgeheve bijtende kwik , zedert ■ eenige jaaaren ,. het meest algemeen is •verfpreid geworden. Ik heb misschien zo veel 'er van laaten gebruiken, als wijlen de Heer de Haen (*) zegt er van gegeeven te hebben, -ik heb het zelfs aangepreezen in mijne Schriften (**). Dog eene lange ondervinding heeft mij geleerd deszelfs loffpraaken en gebruik te bepaalen. Daar en boven ftaat het alleenlijk aan den voorzitter, den aanvoerder «ener ftellinge om zijne dwalingen hardnekkig flaknde te houden , om zijne fchranderheid in het vernuftig onderzoek zijner verdedigingen te doen gelden. Dog een man, die bet leven zijner burgeren in zijne handen heeft, die nooit ongelijk heeft voor den dooden , denwelkcn hij befchuldigd, die ontallijke misflagen onder begunftiging der duisterheid, (*) A.be Haen. Ratio medendi. (_*♦■) Metkcde Familïtre pour guerir les maladies Vtnèriennes. 1771. Dit Boekje is in die Provinciën, al¬ waar cte Geneesheeren belooningen ontvangen hebben, om aldaar de behoeftigen te helpen , algemeen verfpreid. De behandeling van het gemeen, te Parijs ingefteld, is in alle de groote fteden van het Koningrijk ■ •. gevolgd. Suite de la Blpliogi aphie Finiriennt de M. '/ïsTkuc. 2 Volume 1774. préjeutée au Roi.  & 85 B heid, en altoos ftraffl-loos kan begaan, is een moordenaar,, dit durv' ik zeggen , indien hij door de vrees van zijne achting in de waagfchaal te ftellen , zijne dwalingen bevestigd, niet tegenftaande het gezigt zijner eigene ondervinding. Laat hem het getal dier flagtoffers , welke hij door eene rampzalige overreeding zal hebben opgeöffert, befchouwen, en laat hij dezelve overwegen, indien het hem mogelijk zij , zonder te lidderen. De Geneeskunde munt zonder tegenfpraalc boven de Heelkunde uit , die nogthans veel zekerder is, door de vereifchte klaarheid , oordeel en naauwkeurigheid in de waarneemingen. De Geneesheer wandeld geftadig, blindelings op een pad geheel en al op gisfingen gegrond, en niet dan naar een groot getal van ftruikclingen komt hij tot de ontdekking van een' eenige waarheid. De Natuur wijst hem een draad aan , welken hij moet volgen , maar dikwils onttrekt zig deeze draad heimelijk aan zijne zintuigen, en hij kan dezelve niet vervolgen dan met de oogen zijner verbeeldingskragt. Ongelukkig voor zijne lijderen , wanneer hij alsdan verdwaald in de vrijheid zijner onderftellingen, wanneer hij de natuur aan zijne konst wil onderwerpen, en denzclven naar. den-regelmaatigen rigtfnoer zijner grondftellingen fchikken. De eigenliefde vastgehecht aan die denkbeelden, waarvan hij zig den fchepper waant te zijn, zal de ftijfhoofdigheid met zig voeren, de ftijfhoofdigheid is de zuster der onweetenheid, en de onweetenheid en ftijfhoofdigheid zullen ontwijfelbaar de lijders doen omkomen. F 3 In  © 86" & In eene verligte eeuw word men niet meer fchaamrood over zijne dwalingen. Hoe men meerder weet, hoe-men ook meerder ziet de groote afftand tusfchen de volmaaktheid en zig zelfs , en deze bekentenis, die in een tijd-van onweetenheid, een man van verdienden zoude vernederd hebben , vermeerdert zijne achting bij die menfehen , welke die belachelijke verWaantheid niet bezitten van te geloven, dat zij boven de menfchelijkheid verheven zijn. Ten minften ikdenke op deze wijze. Ik hebbe de oogen geopend wegens de onttallijke toevallen , die door het gebruik van den opgeheven bijtenden kwik te weeg gebragt worden, en ik moet opentlijk herroepen die loffpraake, welke een al te voorbaarig vertrouwen mij aan denzelven had doen verkwisten. Duizend maaien gelukkig echter nog, dat een onbedagtzaam gebruik geene flagtoffers heeft gemaakt van het gebrek mijner ondervinding. Ik heb minder gezien wat dezelve deede , dan het geene het zoude kunnen doen, en zo ik zomtijds gelegenheid gehad heb om de fchadelijke gevolgen te befchouwen, is het aan de onvoorzigtighcid van anderen geweeft , waar aan ik mijne waarnemingen verfchuldigd ben. In Provence, alwaar ik het eerft de Geneeskunde heb begonnen te oeffenen , heb ik ftandvaftig gebruik gemaakt van den Sublimaat, zonder op te merken het kwaad, 't welk het konde doen. De warmte der lugtftreekt begunftigd buiten twijfel deszelfs werking, drijft denzelven veel fpoediger uit het lichaam, en ver, jagt deszelfs fchadelijke eigenfchappcn.TeParijs  $ 87 B is het 'ér geheel anders mede gelegen. In den winter veroorzaakt dezelve bijna altoos zeer fchadelijke toevallen, en naauwlijks kan men met de allergrootfte voorzorg dezelve voorkomen. In die hoofdftad heb ik gelegenheid gehad dit in 't groot te zien. Alle de geneesmiddelen , welke ik beproefde, de eene na de anderen, hebben mij in ftaat gefteld , om eene wel overwogen voorkeur vaft te ftellcn; dog deeze voorkeur heb ik nooit aan den Sublimaat gegeven, welke ik alleenlijk voor zommige bijzondere omftandigheden bewaarde. Zedert heb ik ook nog gelegenheid gehad om waarneemingen te doen, en ik ben bij mij zelfs overreed geworden, dat de Sublimaat uit de pra&ijk moet verbannen worden, en dat een voorzigtig Geneesheer nooit vergiften zal gebruiken, wanneer men derzelver plaats met minder gevaarlijke en kragtiger middelen kan vervullen. De pijnen, welke wij befchrecven hebben als zijnde de gevolgen van het gebruik dei* Sublimaat, moeten volftrektelijk deszelfs gebruik door voorzigtigc mannen doen verwerpen. Dit toeval is het egter alleen niet, welke denzelven uit de praccïjk moet doen verbannen. Zeer dikwijls deed dezelve niet anders dan de toevallen verbergen of verzagten ; en zij komen' zeer korten tijd na eene fchijnbaare geneezing wederom , zonder dat derzelver hevigheid ccnigzints vermindert is. Zomtijds ook wederfban zij dezclven met eene hardnekkigheid , welke den Geneesheer in deszelfs voordeel vooringenoomen docd verwonderd ftaan. Zelden zijn deszelfs voortgangen gcF 4 tec-  © S8 @ teekend in de handen der Geneesheeren, den Kwakzalvers (Empirici) gelukt het zomtijds, doordien zij denzelven in eene zeer ruime gift toe dienen; dog deze milddaadigheid laat nooit na van met der tijd doodelijk te worden. Twee redenen zijn 'er, welke zig tegen het vermoogen van dit mercuriale zout tegen de Venus-ziekten, aankanten. Men geeft al te weinig, dan dat de fpecifique kragt van den kwik, welke hetzelve in zig bevat, deszelfs vermoogen kan ontwikkelen , het is ais eene op den magneetfteen beftreeken naald tegen een blok van ijzer. Wanneer men hetzelve laat neemen tot de gift van een' grein , werkt hetzelve als Jierke buikzuiverende middelen, (Mockliques)op de ingewanden, en die brengen geene geneezing aan. Dit middel is in aanzien gekomen, door de fchijnbaare gemaklijkhcid , 't welk men heeft om 'er gebruik van te maaken; door het geringe , 't welk het vordert aangaande de levensregel, volgens hun, die hetzelve toedienen ; door deszelfs verzagtend vermogen, maar boven al door den naam der Schrijvers, die 'er gezag aan gegeven hebben. De koperachtige en walgelijke fmaak, echter, die aan hetzelve eigen is, de hoofd- en maagpijnen en de kwijling , welke zeer dikwils door het zelve te weeg gebragt worden, het gevaar van hetzelve te misbruiken, de moeilijkheid om de gift naar de onderfcheidene temperamenten te bepaalen , verminderen zeer veel van de aangenaamheid en de onfchadelijkheid van deszelfs gebruik. Hetzelve ontzenuwt en verzwakt de Spiervezelcn van  @ 89 © van de maag , wanneer men afkookzels van Gerst of van Heemstwortel, gelijk de meefte aanraadcn , overvloediglijk drinkt: en wanneer men niet genoeg drinkt, hecht hetzelve zig aan de wanden der maag en oeffend aldaar deszelfs bijtende kragt. Wanneer de borst aangedaan is, veroorzaakt hetzelve, ontwijfelbaar den dood. Het is ook een fchadelijk misbruik te waanen , dat men eene gezette levensregel kan nalaaten, als men den bijtenden Sublimaat gebruikt , dat men zig fchadeloos kan blootftellen aan de geftrengheid van een koud faifoen, en dat alle voedzels onverfchillig zouden zijn. Het is alleen het werk van Kwakzalvers, die de kragt der middelen niet kennen, en zig niet kunnen verwonderen over derzelver uitwerkingen , om zo veel vrijheid toe te ftaan met de hoop cener nabij zijnde geneezing. Wel is waar , dat de geneeswijze door de ouden aangenomen, verfchrikkelijk was, en de vrees , die dezelve verwekte, heeft de gedagten gefchikt tot eene omkeering in de konst van dezelve te geneezen. De Baron van Swieten heeft zig hier van vèrftandiglijk bediend, om den Sublimaat in aanzien te brengen. Men fprak niet dan met affchrik van de groote kuur. Wanneer men van dezelve ontkwam , vertoonde men niet anders dan als een bedorven lijk, wanftallig voor het oog, 't welk hetzelve met afchrik befchouwde. Ontbloot van het bevallige van den mond, het hoofd kaal, de oogen doof en hol ingevallen , de fpieren flap en verflenst, van verre reeds den befmettelijken ftank aanvoerenF 5 de,  & 90 è de , fcheen men een fiagtoffer .te zijn, gereed om op de autaaren van den dood opgcoffert te worden! „ De fchande der Venus-ziekten, heeft eén ,, welfprekend, dog mogelijk al .te Epicuris„ tifch Geneesheer gezegd , moest veel eer toégefchreevcn worden "narr de geneesmid- delen dan aan de ziekte, vermits dog, naar „ dat alles, deszelfs verlchooning in de ha„ tuur zelve gevonden word. Welke fchan,, de is het dog aan zijne gelofte te voldoen! Het is een vooroordeel van de barbtiarfche 5, eeuwe'rt der Godgeleerdheid. Men heeft een misdaad van het allerachtbaarfte werk „ der natuur gemaakt, om eenen zegenpraal „ te hechten aan dat geen, 't welk denzelven „ wederftreeft, aan dat geen, 't welk den„. zeiven 'oneere aandoed , aan dat geen , 't „ welk. denzelven vernietigd. Door welkon„ 'geluk dog laaten dë menfehen zig niet ver,, leiden, dan om dat men hun doed verbaa„ zen ? Eertijds fchuuwde men die menfehen, die niet anders dan te beklagen waren, ver„ mits zij de flagtoffers waren van eene on,, bekende-1en verborgene ziekte. In ftcede van 33 paaien te ftellen tegen de befmetting, liet ,, men door eene barbaarfche ftaatkunde , „ veel eer dezelve zig wijd en zijd' verfprei,, den en de nakomclingfchap in haar zaad „ verderven. ,, Gegronde redenen zijn 'er geweest voor „ de burgerlijke wetten , ten einde eenen ,, affchrik of vrees te verwekken tegen de „ ontucht, en den huwlijksband aanzienlijk „ en eerwaardig te maaken en te verzekeren. „Het  @ gt © Het is verre van mij dat ik de eerbaarheid „ van het huwelijk en de veragting van het „ bederf der zeeden zoude willen wraaken: „ maar wat vermogen de wetten tog tegéfff de onwcerftaanbaare aanlokzelen* der wel„ lust? De Natuur verzekert 'er de ovcrtree„ ding van, gelijk de reden zig vcrgramt o,, ver deze misdaden, welke het gewisfc wei-' „ gert te erkennen en die niet dan in het wet-' ,, boek der tyrannije gefchreven zijn. De „ onvoorzigtigheid van eenen door driften ,-, verblind menfch te ftraffen, is zijnen mis„ flag vervolgen bij alle zijne nakomelingen,.. „ en dezelve doen vallen op den onichukli,-, gen echtgenoot, welke naar ' het oog-raerk „ der wetten moeft geëerbiedigd worden, en „ welken zij, 'zonder hetzelve -te bemerken ,, ,, in denzelven ramp inwikkelen , waarmeede„ zij den man overlaaden. De Spanjaarden, „ fchoon gebukt onder de verachtelijkheid „ van alle vooroordcclen, welke tegen de ge„ zonde reden ftrijdcn , hebben nooit den „ fchandvlek van eerloosheid' gehecht aan het ongeluk der befmetting der Vcnus-zick-; „ ten. Schoon de mannen aldaar meer ja„ loerfch zijn dan in Alia en de vrouwen zediger dan bij ons , echter bekent men ,, voor de oogen zijner vijanden zonder zig- te fchaamen, de ziekten , welke zij gelo„ ven van de Karabifche eilanden te hebben ,, overgebrag't. Zij hebben 'er het goud van ., gehad, zij moeten 'er ook de lasten van „ draagen. Indien het kwaad tot ons is öv-ern gekomen , het is nog minder onze fchuld, „ dan  & 9* ® „ dan de hunne. Waarom zo'den wij dan wèe- „ nen over de zonden van eon' ander''? " , Overal word aan de :ze ongelukkige flagtoffers der dwaaling van eeii oogenbiik, den ingang in de Hofpitaalen geweigerd , men geeft ze over aan de uiterfte toeviugten der wanhoop. Dagelijks worden de oogen geopend om de nevelen der vooroordeelen te verdrijven en men doedniet een eenigen flap om het menfehdom te verligten, Meer Patriotifche inftellingen , meer gedenkzuilen worden 'er opgerigt ter eere der weldaadigheid. Men fticht gevangenluiizen , men bouwt hand werkhuizen, om de nooddruftigen als te begraaven, derzelver arbeid te dwingen , derzelver loon te verijdelen, en niet eenen fchuilplaats voor deeze ongelukkigen. De Overigheid waant alles gedaan te hebben , wanrier zij den Venus-zie. ken als in ballingfchap heeft verzonden in een gedwongen huis of in een gasthuis van ouds gefchikt om van den ommegang met de gezonde menfehen af te fcheiden, die perfoonen, welke door deeze verfchrikkelijke en befmettelijke ziekten zijn aangetaft , welkers zaad fchijnt te verwelken. , De lijders overgeleverd aan barbaarfche handen, aan de veragting, en aan de behoeftigheden komen weder op,, indien zij, duizend maaien fterker dan het kwaad, dan de konst, dan de fcheipaal der elende, derzelver temperament alle de hindcrpaalen kan te boven komen , welke de onmeededogendheid en de onkunde hun flellen. Men duld een oneindig getal van plaatzen van aanftoot en verleiding, om dat zij nuttig zijn  © 93 ® zijn voor de Maatkunde en men weigert hulp aan die ongelukkigcn , welke men uitnodigd om in de ontugt te vervallen. Welk eene tegenftrijdigheid ! En zij; die regeeren , bemerken hetzelve niet. De wellust is fchatting onderhevig , en het medelijden zoude eene ftichting koften. Ter naamver nood vind men in alle de Hoofdlieden een Hofpitaal om den Venuszieken te behandelen ; nog zijn 'er voorfpraaken en een zeker gezag nodig , om 'er de deuren van te doen openen, fchóon fchande, elende en affchrik gefchreven zijn boven den ingang derzelver poorten. Het is waar , te Parijs fchijnt de menfchelijkheid eene pooging gedaan te hebben, om deeze ongelukkigen te verligten. Vier huizen zijn 'er opgericht geweest om de behoeftigen van beide fexe voor niet te geneezcn. Het fpcl (*), toen ter tijd opent- lijk (*) Veele hebben zig te Parijs het regt aangemaatigd, om privilegiën toe te ftaan aan derzelver befchermers, om bij hun IJazardfpeelen te laaten fpeelen, welke de grilligheid begunstigde. Deeze zjjn de Mini'fiers, uitmaakende het Departement van Parijs, de Gouverneur , de Lieutcnant der Politie , en de Procureur Generaal. Een ieder trekt een zeker regt van de vergunning, welke hij toeftaat. Wanneer deeze Privilegiën al te veel vermenigvuldigd wierden, wanneer het gefchreemv der bedrogene al te fterk geworden was, gaf het Parlement een Arrest uit tèn einde die Ipeeïhüizen te verbieden , of te weeren. Ses maanden waren genoeg om hetzelve in onbruik te brengen; en men gaf nieuwe Privilegiën voor een nieuw Ipel. — De Sc'toone (la Belle) zoude het onderhoud opbrengen voor de Gezondhe'uh-huizen, en de onderneemers ontfingen voor elke zieken, het bed , het vocdzel ea de geneezing, alles te zaaien 50 üvres touroois.  'B 94 B lijk toegelaaten ten voordeele van zommigen, maar tot ongeluk van de mceften , was aan .eene fchatting onderworpen, van een privilegie afhankelijk. Een klein gedeelte" van die belasting moest dienen om de nieuwe ftichtin.gen te onderhouden , om aan de goede Parijfenaaren te doen zien, dat men het kwaad niet duide, dan "met het oogmerk van een veel grooter. goed: maar het gedeelte tot dit liefdadig werk gefchikt, was.al te gering, en de onderneemers in hunne hoop te leur ge•fteld, van in het vooruitzigt op het edelmoedige vertrouwen van het algemeen hun voordcel te trekken , wierden tot de uiterfte middelen ,van onvermogende fchuldcnaars gebragt. Wel haaft verbood het Parlement, volgens een oud gebruik , 't welk even als alle misbruiken vernieuwd word, allen fpelIm, en de Gezondheids-huizen verdweencn te gelijk met het onderhoud , 't welk het open baar ongeluk hen verfchafte. De zieken altoos ziek -blijvende zugteden als te vooren ; het Gafthuis, JBicêtre genaamd, blijft hun alleen overig, dat men de vertrekken voor de Vcnus-zickcn vergroote, laat men hun onderhouden en hetzelve zal alleen voldoende zijn. Zommige baatzugtige menfehen. hebben al-le hunne pogingen aangewend om de behandeling in dit huis gebruikelijk te lasteren. Deszelfs gewoone handelwijze is eene Jlenter van onkunde , deszelfs uitwerkzelen eene barbaarfchhe-id, deszelfs Heelmeesters beulen , de GeneesTiecr een wederopgeyvekteuit de Welchen ([welches~); J)og de Wtichen waren wijzer, en regtvaardiger dan deze, en boven al minder benijden-  B 95 © de. De fehrandere Bedienaars der gezondheid van dit Hofpitaal zijn Beulen, om dat zij den Sublimaat niet. willen gebruiken; zij zijn.misdadigen, om dat zij een zeker vertrouwen hebben , waarvan men hun tragt af te trekken. De manier door wrijving is die , welke men in 't algemeen in Bicétre volgd. Maar deeze is niet die , welke men al bevende , de groote middelen, of de groote kuur noemde. De kwik vastgeketend in de handen der bedienaars der gezondheid heeft geen vermogen , dan in zo verre zij hetzelve toelaatcn , zij geleiden deszelfs werkende kragt met wijsheid en zij koomen altoos zeker tot eene gelukkige geneezing. Onze manier is niet volftrekt deeze, welke men in dit huis volgt, dog zij is daar niet van onderfcheiden dan door eenvoudige bepaalingen ; Wij zullen dezelve gaan uitleggen. Om den kwik geheel en al onder mijne handen te bedwingen en mij volkomen meester te maaken van deszelfs uitwerkzelen naar mijne begeertens'; ftel ik de baden en de mercuriaale wrijvingen tot de gifte van één dragma, bcurtlings in 't werk. Dit was de manier van den Heer Haguen'ot (*), vermaard Hoogleeraar te Montpellier. Door dezelve worden de Kwikbolletjes verdeeld , en eene meerdere gelijkvormigheid, langzaamheid en zagtheid aan den loop van dit fpecifique half-metaal gegcevcn. De buigzaamheid der Spiervezelen bied minder wederftand voor deszelfs omloop. Het (*) Zie Quartam Queftionem e medicina depromtam pr« regiit Cathediïs vacant ibus. Mompel. 1639.  0 9  © ic-4 & mogelijk zij, dit gebrek vervullen dóór verdunnende en met falpeter vermengde dranken, het zij de Zoetweij , het zij de Limonade, het zij Gerftemvater, waar in Razijnen gekookt zijn , het zij eenig ander vogt, 't welk naaiden ïmaak van den lijder kan verkozen worden. Door dezelve word de kwik naar de nieren bepaald , en dit is het, 't welk men bijzonder in deeze manier verlangd. Tusfchen elke wrijving laar men eenen dag tusfchenpoozing. Alle agt of tien dagen neemt men twee en een halve once Manna ontbonden in een glas melk, en men verfrifcht de ingewanden ten minften alle twee dagen, door een of twee Clijfteeren Van laauw water. Ik ben ook nog terug; gehouden door rhet gebruik daar van. In Engeland zijn nog duizenden menfehen , die den naam en het gebruik- van een Clijfieerfpuit niet kennen, en zij zouden eerder den dood verkiezen , dan aan den Apothekar dat vleefchige gedeelte van hun lichaam vertoonen , alwaar Hudijras de plaatze der eerbaarheid van den man gefield heeft. De geneeskunde tragt dit te vervullen door buikzuiverende middelen, welke nogthans, gelijk men weet, niet aan hetzelve oogmerk voldoen, en den lijder verhitten met hem tevens te verflappen. De Clijfteeren zijn een inwendig bad , waardoor de drekitoffen ontbonden, en derzelver ontlafting zonder kragtige werking bevorderd word. Een gedeelte van het water word door de melkvaten opgenoomen en onder den omloop der VQgten medegevoerd. Te Londen is een foort van een Mitwatif of  ® i-os © of zagt Laxeermiddel bekend, 't welk onder het gemeen zeer in agting is, en zeer zagt werkt. Hetzelve beftaat uit een mcngzel van gelijke deelen van de Pulpa Cafftce, Manna en gemeene Zuiker. Men neemt daarvan dagelijks drie lepclsvol , met eene tusfchenpoozing van zes uuren , en men houd met het gebruik daarvan aan geduurende twee of drie dagen. Dit mengzel is veel beter dan den Room van wijnfteen , welke door de Nederlandfche Geneesheeren dikwils en in overvloed word aan? gepreezen. Deszelfs aanhoudend gebruik verdikt de maag en kan door langheid van tijd verftoppingen te weeg brengen. Dit middel is daar en boven nog des te gevaarlijker, naar maate het grootfte getal der Drogisten het zelve vervallenen met den Aluin uit een bcginzel van geldzugt , 't welk dé Regeering niet ongeftraft behoorde te laaten. Ik heb 'er verfchrikkclijke uitwerkingen van gezien, bijzonderlijk in een jong meisje, die. het zelve overdaadig gebruikte. Haar maag zwol op, de regter opening of uitgang van dezelve (Pylorus) wierd verftopt,' en zij was alleenlijk aan' haare frifchc. jeugd en aan de goede gefteldheid van haar lichaam , eene gelukkige uitkomft vcrfchuldigd , welke haare onvoorzigtigheid haar niet fcheen te belooveh. Nooit zijn de uitwerkingen van den kwik te vreezen , wanneer die voorzorgen gebruikt, worden, welke ik nu heb aangeweezen, nooit word dezelve naar den mond gevoerd , zelfs den adem word 'er niet door aangedaan. Nogthans kunnen zulke menfehen , die dikwils van nabij met anderen moeten fpreeken , en G 5 die  @ 106 ® die zelfs dc allergeringfte onaangenaamheid in het werktuig der lpraak willen voorkomen , gecontijte wortelen kaauwen van de Imperaturia of de Angdica, of Oranie-fchillen ën bloemen , het gezuikerde Anijszaad van Verdun en alle andere welriekende zaaden ; of kunnen gorgelen met het water van Madams de la Vrilliere (*), 't welk het driedubbcld voordeel heeft, van lieflijk en aangenaam te zijn, een middel tegen de Scorbut, en den kwik af te leiden door de kwijlklieren zamen te trekken. Men heeft dit gezien. De behandeling, welke wij nu hebben voorgefteld , brengt minder onaangenaamheden en minder ongemak meede , dan alle die manieren zo hoog geroemd, van te geneezen zonder leefregel, zonder voorzorgen en zonder toevallen. Hoedanige ook de inwendige geneesmiddelen zijn mogen , waar van men gebruik maakt, de lijders hebben altoos een zekeren afkeer , een zekere moeilijkheid , om dezelve inteneemen, zonder nog te rekenen alle die gerftendranken, welke altoos min of meer walgende zijn. De fmaak heeft geen het minfte aandeel bij het gebruik der wrijvingen. In een half uur heeft men alles afgedaan, wat tot de gezondheid ftrekt. Het doed niets ter zaake, op welken tijd men zig wrijve , de ogtend of de avond zijn onverfchillig. Met voorzigtigheid neemt men zijne bezigheden buiten's huis (*) Dit water is niet veel bekend, dan alleen in de Franfche Apotteeken: Hetzelve is een aniifcorbuticq middel, is zuiverende en van een zeer aangenaarue finaak.  huis waar. Eerlijke vermaaken behoeven niet afgebroken te worden. Dc jagt , het dansfen zelfs en hec paardrijden, geeven door de beweeging, eene meerdere werking denk wik. Wanneer men ook de baden gebruikt , vind men twcederlcie aangenaamheid in dit werk der zindelijkheid. De dranken hebben niets, 't welk tegenftaat. Ik wil nogthans geen rechter zijn over de gemaklijkheid der verfchillende manieren. Het ftaat aan de lijders om dit te beoordeelcn. Ik wil haar nog maar in ftaat ftellen om over derzelver vermogen uitfpraak te doen. De levendige kwik is onfchadelijk , en deszelfs gebruik zonder gevaar. Wie weetniet, dat men dezelve tot twee ponden enmeerinneemt in de Paffio Iliaca? jDe kwik werkt op het Venus-fmet niet dan naar maate van deszelfs gewigt , of van deszelfs fpecifiqm kragt, welke wel verre boven het bereik onzer kundigheden is , en nog veel fijndcr dan onze vooronderftellingen. De kwik loopt om door alle dc aderen van het lichaam, waar in zij door de opflurpende poren indringt. Het is niet alleen tot de aller, fjjnftc adertjes , die, in fijnheid te vergelijken zijn met de hairen van het hoofd, maar die alle zijn met dezelve doortrokken. Deszelfs loop is geheel en al werktuigelijk,'een ieder ziet dit , een iegelijk begrijpt dit, des. zelfs fpecifique kragt alleen bepaald en ftuit onze verdere kundigheden. Kan men nu dezelve onfchadelijkheid toekennen aan de zouten, die uit dit half-metaal worden bereid ? Men weet, zonder dat men  & ioS © men een groot Scheikundige behoefd te zijn, dat wanneer dezelve vereenigd word met het zeezout, 'er een middel uit ontftaat, 't welk voor het allerverfchrikkelijkfte vergif bekend, is. Dit is de bijtende Sublimaat. In hoe veel deeltjes men hetzelve ook mooge van een fcheiden, het is egter niet mogelijk . deszelfs verderfelijke hoedanigheid weg te neemen. De groote verdeeling van hetzelve maakt heü zelve wel minder fterk; maar hetzelve blijft dog altoos een vergif. En deeze bereiding is het intusfehen, welke de eerfte Baardfcheerder durft verderen met den naam van een zagt geneesmiddel en hetzelve: met een gerust vertrouwen toedienen. Boerhaave , die naam zo waardig aan het land, waar in ik thans fpreeke, geheiligd door de geheele waareld, is een der eerften geweest., die befpeurd heeft, dat men eenige nuttigheid uit het inwendig gebruik van dit JMercuriaalzout zoude kunnen haaien; maar vreest om hetzelve te ge even, riep hij uit, indien gif niet de dllergrootfte ondervinding hebt. Tot wien fprak hij dus in de taal en met de zuiverheid van Celsus ? Tot Geneesheeren , die de onbedagtzaamheid gehad hebben van dezelve te vertaaien ; en het zijn tegenwoordig de minst geoeffende , die 'er zorgeloos een grooten ophef van maaken. Niet tegenftaande al dit gefchreeuw, alle die klagten tegen den Sublimaat, is nogthans mijn oogmerk niet om denzelven, geheel zonder herroeping, te verbannen uit den lijst der geneesmiddelen (materies medica); Maar ik wil dat men deszelfs gebruik bepaale binnen den kring  kring van een zeer klein getal van gevallen, welke door de ondervinding alleen moeten beflist worden: Het vertaaien en het opftellen van geneeskundige boeken in eene gemcene taal is het allerongelukkigft gcfchenk , 't welk de Schrijvers aan het menfehdom hebben kunnen doen. Weetnieten, welkers ftoutmoedigheid door de geldzugt beftierd word, waanen zig Geneesheeren te zijn met eenige voorfchriften bij geval verzameld , en al te weinig onderweezen, en nooit genoeg zig aan het bed der lij deren geoeffend hebbende, om de Théorie op de Praclijk te kunnen toepasfen, om eene juiste vergelijking te maaken van dat geen , 't welk zij leezen met het geen zij zien , op elk oogenblik verwondert over de natuur, die haaren loop veranderd , die zig vermomt, en die dikwils in eene fchijnbaare tegenftrijdigheid met de befchrijvingen der Schrijveren fchijnt te zijn, begaan zij misll'agen op misflagen zo menigmaalen het blind geluk hun niet begunftigd ƒ of de kragten van den lijder ophouden te worftelen tegen hunne onbekwaamheid. De onvoorzigtigheid der Geneesheeren , die de konst verachtelijk gemaakt hebben , met dezelve te verfpreiden, en ze te ftellen in de handen van alle menfehen , zal zeer moeilijk te herftellen zijn. Het zal noodig zijn , dat andere Schrijvers eenen langen tijd aanhouden, met in dezelve taal te fchrijven , om de nevelen te verdrijven , bij welkers verdikking zo veele volkeren belang hebben. De Aquila alba, of Mercurius dulcis, en de Panacaa mercurialis hebben alle die ongemakken  (*$ 110 © ken van de bijtende Sublimaat niet, offchoon dezelve ook door de Sublimatie of opheffing van dit Mercuriaal-zout met de raauwe kwik bereid worden. Zij zijn niet meer in zulk een overvloed met zuur bezet, en door dc opheffingen en den wijn-geest zijn de bijtende punten van den Sublimaat verftornpt. Maar men keurt in dezelve ook nog af, dat zij zig in onze vogten niet laaten ontbinden; dat zij eene kwijling verwekken, zonder dat dezelve overvloedig genoeg zij om eene gunftige fcheiding ' of Crijis te weeg te brengen , ten zij men den maag wilde kwetzen door bovenmaatige giften; dat dezelve geen kwik genoeg bevat, om eene fpecifique kragt te bezitten , dat de natuur van dit halfmetaal verandert word; dat zij niettcgenftaande alle edulcoratien of afzoetingen , fcherpe en altoos zeer harde zouten zijn, wanneer men overhelde tot dc voorftanders van het gevoelen , die vermoeden , dat in het lichaam Scheivogten , gefchikt om derzelver ontbinding te weeg te brengen , het zij geheel, het zij ten deelen , gevonden worden. Offchoon ik dus alle inwendige toebereidzelen fchijne te verwerpen, en eene uitfluitende voorkeur aan de manier door inwrijving te geeven, zo is zij nogthans niet de eenige , welke ik in 't werk ftelle , ten zij de toevallen zeer zwaar zijn , of dat het Smet de vogten en fappen van het lichaam Iterk heeft aangedaan. In gewoone gevallen, houde ik mij bij de inwendige géneesmiddelen. Dikwils gebruike ik de uitwendige en de inwendige middelen te zamen.  &. III .© Deeze manier zo eenvoudig , zo klaar, dat een iegelijk dezelve kan in 't werk ftelr len , die men duizendmaalen heeft gebruikt, zonder 'er eenige verdienften of naam aan te hechten , zonder 'er zelfs aan te twijfc. len, die Heister (*) in zijne werken heeft aangepreezen, heeft mij eenen zeer moeilijken twist veroorzaakt. Een dier Geneesheeren, ieverzugtig, om een tijdmerk te maaken, dis de naamen boven de zaaken ftellen, die zig ^willen beroemen met het geen andere, zonder eenig voorgeeven hebben nagelaaten, die geene andere verdienften hebben dan die van een Stentor, een Schreeuwer of Pocher, en die waanen, dat zij groote mannen zijn, wanneer zij hunnen naam hebben uitgebazuind , en die zig over al ingemengd vinden, een dier Geneesheeren heeft mij moeilijk gevallen, zo veel hij maar konde, om dat ik deeze manier hadde aangepreezen , aan dewelke hij , om dezelve des te beter te doen kennen , had voorgenoomen , zediglijk zijnen naam te geeven. Wanneer ik den bijtenden Sublimaat gebruikte , gaf ik dezelve, zo veel het mogelijk was, in verzagtende vogten en die van een ftreelende aart zijn. Het is om deeze reden, dat ik dezelve vermengde met de Cacao , met gerftendrank en zuiker , en dat ik dezelve dee- (*) Zie L. Heister. Compendium Medic. PracJic* &c. Amftel. 1743. Deeze is een zamengeitelde manier; de Hr. Gardane , Doftor te Parijs noemt dezelve aldus in zijn werkje. Recherches pratiques fur les diferenles manieres de traiter les Maladies Plnériennes. 1770. Veele geloven, dat dezelve van. zijne uitvinding is, e» dat hij het gezegd heeft  deede inncemen met melk, onder de gedaante Van Chocolaat}. De zelfftandighcden van dit foort, maaken ten deelen eene aaneenfchakeling van de werkende kragt Van dit rhvn-er aal-zout, 't welk ik nooit heb durven gceven in enkel water, gelijk dc onbezonne drift om nieuw te fchijnen , dit heeft durven aanprijzen , niettegenftaandc deszelfs walchelijke fmaak , en ondanks deszelfs onmiddelijke werking op den maag. Zedert ik deszelfs gebruik heb agtergelaaten , zonder egter op te houden met het gebruik der inwendige middelen , heb ik de vloeibaare kwik in deszelfs plaats gefteld, tot een vloeibaar vogt bereid, door de tusfchenkomst Van vaste lucht, volgens de proeven en waarneemingen van den oordeelkundigen Piuestley en van den geleerden Money, en ik heb dezelve gegecven of in zuiver water, of in zodanig ander vogt, als de lijder verkiest, of gelijk hiervooren, in Chocolaad, waar door de onaangenaamheid van het geneesmiddel word weggenoomen , alle kwaad vermoeden vermijd , en 't welk aan den fnveak van bijna een iegelijk behaagd. Ik weet, dat zommige bedillers zullen zeggen , dat de raauwe Kwik inwendig gebruikt van geen vrugt is in de Venus-ziekten, dat dezelve zeer fchielijk door den weg der darmen heengaat en zig ontlast; maar is het nict.moglijk , dat deszelfs voornaamfte gedeelte zig in den omloop der fappen met de_ Chijl vermengd , die zig affcheid van deszelfs grovere 'deelen , dat dezelve op dezelve wijze Werkt, als of het op ze oppervlakte van het li-  Cé m © lichaam was aangelegd geworden ? Kan dezelve in dc eerfte wegen geene fappen aantreffen j die in ftaat zijn om dezelve te ontbinden , of zouten , .die aan hetzelve tot een tusfchen beide komend middel (intermedium') ftrekken? cn wanneer dezelve zig al niet in het lichaam ophield , dan alleenlijk den tijd der fpijsverteering , wanneer dezelve zig al op geenerhande wijze liet ontbinden, kan dezelve dan niet werken naar maate van deszelfs fpecifique kragt ? Wie weet niet , dat door deszelfs aanraaking , door deszelfs eenvoudige aannadering de luizen , die zig op de lichaamen der menfehen ophouden , gedood worden, dat het water, waar in dezelve gekookt is, offchoon zij niet het geringfte deeltje heeft ontbonden , offchoon de masfa van de kwik zo volkomen blijft, als te vooren, de wormen doed fterven, zonder dat men door de natuurkunde als nog eene voldoende reden, daar van heeft kunnen geven? Zal men eindelijk aan de pillen van Barberousse en van Belloste het vermogen tegen de Venus-ziekten weigeren , 't welk een ondervinding van een groot aantal van jaaren aan dezelve erkend heeft, offchoon derzelver grondflag niet anders zij , dan de levendige kwik volgens het gebruik, 't welk algemeen in Italicn is aangenomen? Wanneer de Lijders zeer vermagert aamborstig , teeringagtig , of aan bloedfpuwingen onderhevig zijn, en dat de Geneesheer dezelve niet int ftaat oordeeld om de onmiddelijke werking van den kwik te kunnen ondergaan, als dan voed men dezelve met H zeer  (B 114 & zeer veel voordeel en goed gevolg met den melk van dieren , welke men de mercuriaale wrijvingen doed ondergaan. Het halve metaal dus meer bewerkt, word in de bloedvaten van den Lijder gebragt, zonder dat hij door die inbrenging vermoeid word. Deeze oude manier, waar van het goed gevolg erkend word , geeft mogelijk nog een bewijs ten voordeele van den levendige kwik, door de wegen der voedzels gebruikt. Hildanus (*) en Heuerman (■**) hebben geraaden, om den kwik in den dampkring te doen mtwaasfemen. 'Er zijn verfchcidene omftandigheden , waar in deeze manier wel moet gelukken. Offchoon ik dc voorgaande wijze verre den voorrang zoude geeven. Dc zwavel, dien zij met den kwik vercenigen, om dezelve des te gemaklijker te doen verfpreiden, kan fchadelijk zijn door de wegen der long aantedoen. Buiten twijfel zoude het veel beter zijn den kwik te doen uitwaazemen op eene pan of op een plaat van ijzer welke ih het vuur is heet gemaakt. Te Parijs,alwaar alles wel gelukt, daar niets van bcgunftiging en van vermaartheid word uitgefloten , hebben ook de Mercuriaale Rookingen haarentijd gehad , gelijk alle andere manieren. Men kan niet ontkennen, dat de- zel- (*) Zie IIildan. oper: obferv. 98. pag. 491. Francof. ad mcenum 1646. fo. (**) Fermischte bemerhmgen und ünterfuchüngcn der aufübeni. ArtzneiL zwey Theflen Copenh. und Leipzig 1767. 8v».  Zelve met zeer veel vermogen werken op de gebreken van de huid. Maar zij zijn geen even Vermogend hulpmiddel, tegen de inwendige gebreken , en zulke perfoonen, die op de borst bezet of die vermagert zijn , welkers zenuw-geftcl al te aandoenlijk is, of welkers bloed te weinig water heeft, bevinden 'er zig zeer kwalijk bij ; en niettegenftaande zo veele gewigtige aanmerkingen, hebben egter dc vinders of voorftanders deezer manier dc dolheid van dezelve algemeen te maken door de verblindheid, waar meede zij vooringenomen zijn. Indien het hier de plaats was, om boertende te zijn , zoude ik alhier den doldriftigen uitval van eenen lijder vcrhaalen, die uit de Rookingskarncr van eenen zekere Geneesheer ontvluchte. Half naakt , met een rood lichaam, een ontfeoken oog , en met een ftrak gezigt , kwam hij bij mij invluchten. Ik kon niet een enkel woord uit hem krijgen , dan een geruimen tijd daar na. Ik geloofde , in goeden ernst, dat hij uit het Dol-huis ontvlucht was. Ik koom 'er uit — Ik koom 'er uit — zeide hij, ° eindelijk zeide hij mij, waar hij uitkwam. De ongelukkige Rokingen hadden zijnen geest bedwelmt in zo verre, dat hij geloofde overal Rokings-kasfen te zien en dat hij beefde op het gezigt van allen huisraad van hout, welkers maakzel eenigzins geleek naar de machine, in welken men hem berookt hadde. Deeze manier geraakte in gebruik te Parijs omtrent het jaar 1738. door een zekere kwakzalver Charbonniere, dog dezelve verdween wederom te gelijk met dien man; en een GeH 2 nees»  © n6 © neesheer van Parijs (*) heeft dezelve doen herleven met 'er voor alle nieuwigheid zijnen naam bij te voegen, en een kas van zijn maakzel , die zeer werktuigelijk was zamen gefield en waar in dc lijder om den hals wierd vastgehouden. Het beftaan 't welk hij daar aan heeft willen geven is niet dan van zeer korten duur geweest, maar 't geen veel beftendiger geweest is, was eene goede gratificatie (**) welke de Controllcur Generaal bij octrooi verleende aan den herlcvcndig maker deczer manier, want dog met datalles,zeide deeze Staatsbediende, ziende dat hij dc menfehen in een kraag floot, tot zijn arbeid ftaat loon. Ik gebruike ook nog, in verfchillende omftandigheden, zweetverwekkende middelen en in 't bijzonder dc Gnajacum of Pokhout, de Salfaparille en het Sandelhout, Lignum Santdlum. De China wortel (Radix China) fchijnt mij een kragteloos middel te zijn , door de weinige vlugge en geestrijke deelen, welke zij bevat, en de Sasfafras is klaarbhjkelijk al te zeer verhittende. • Door de uitwaasfeming bevorderende middelen (Diaphoretica) word op eene zeer kragtdadige wijze eene Cuur voltooid, welke manier men ook mag gevolgd hebben; en zij kunnen die middelen vergoeden , welkers uitwerkingen onvoldoende zouden geweest zijn. Doch ik heb, (*) Ik wéét geen ander dan de Hr. la JLouette, die door ordre van het Gouvernement eeii klein werkje heeft in 't licht gegeven, over eene nieuwe manier van Rekingen in het jaar 1774.. (**) De Heer Necker heeft dit foort van knevelarij , deor zijne voorgangers ingefteld, weder afgefchaft,  ë "7 © heb, tegen het gevoelen van den beroemden Me ad , ondervonden, dat de afkookzcls der houten , of zogenaamde Houtdranken in geenen deele gefchikt zijn voor teringagtige en aamborstige perfooncn, en in 't algemeen voor dezulke, die eenige bezetting of bcnaauwdheid op de borst hebben. Ook zijn dezelve niet beter gefchikt voor dezulke , die aan bloedftortingen onderhevig zijn, die flepcnde koortfen hebben , voor hun , die van een droog temperament zijn, door het weiagtig gedeelte van het bloed af te fcheiden, verarmen zij het zelve des te meer, en maaken in het zclven eene gefchikt heid tot ontftecking." Alle de toevallen der Venus-ziekten , oi> verfchillig ook welke , fchikken zig niet wel met de zweetverwekkende middelen. De gebreken der huid worden door dezelve verergert, en de Druipers 'er door aangezet. Het is, met alle die uitzonderingen, welke wij nu gemaakt hebben, voor het meeste niet geoorlooft anders te geven, dan een ligt afkookzel van de Salfaparille, met de helft melk vermengd. Offchoon men getuigd , dat het Lignum Guajacum of Pokhout, de Salfaparille, de China-wortel, de Sasfafras en de Lobelia, in de landen , alwaar de Venus-ziekten oorfpronkelijk zijn, derzelver zeker tegengift middel zouden zijn, toont nogtans de ondervinding van alle tijden aan, dat derzelver voornaame eigenschappen op de zee vervliegen, en dat deeze houten, van een groot gedeelte van derzelver zouten ontbloot, in onze Climaaten H 3 on'  8 Ii8 © onvoldoende zijn. De kwik alleen heeft tot hier toe, derzelver plaats kunnen vervullen , en dezelve uitwerkingen met eene evengelijke fpecifique kragt te weeg brengen. Zijn wij dan niet ten overvloede gelukkig, daar wij eenen vcrfchrikkelijken vijand op onze zijden gekreegen hebben , bekwaame wapenen gevonden te hebben, om denzelven te beftrijden? Ondankbaare menfehen! Gij beleedigt zonder ophouden de Natuur, en- deszelfs weldaaden maaken u onverzadelijk. Haare goédgunftige hand bied u een geneesmiddel aan voor een kwaad, 't welk uwe onbepaalde geldzucht heeft gaan haaien in die plaatzen, welke gij befmet hebf, in die plaatzen, voor welke zij u niet gefchapen heeft; en nog zijt gij niet voldaan , en gij ontheiligd haare gaavcn! De dwaling is het gevolg der verblindheid. Gij wilt bedrogen zijn en gij zijt het dagelijks. Wanneer de Venus-ziekte zig het eerst in Europa openbaarde, ftond men verbaast over deszelfs fchielijke uitberfting en deszelfs wreedaartige toevallen verwekten eene algemeene verilagenheid. De Geneesheeren doorbladerden hunne boeken en bragten den tijd door, met het fpoor dezer ziekte op te fpeuren, welken zij beter hadden kunnen hefteden met geneesmiddelen te beproeven. Niet een eenig Schrijver onderwees hun, zij maakten gjsfingen, zij redeneerden over de oorzaaken, den zitplaats en den aart van het kwaad, en lieten het zelve ftceds voortgangen maaken. Berengarius van Carpi in het Hertogdom Modena ,-ecn vcrflandiger, oordeelkundiger, en meer  © H9 ® meer werkzaam man zijnde, ftelde de kwik te werk tegen de voortgangen van dien Reus, en onder zijne handen, verdwenen de toevallen en het kwaad begon te wijken. Vrugteloos heelt een wijsgeerig Geneesheer (*) in onze dagen getragt om aan den Italiaan de eerteontneemen van het eerst den kwik gebruikt te hebben ra de behandeling der Venus-ziekte. Het voorfchrift- of liever de farrago door Petrus Pintor nagelaten, dc gewaande pestilentiaak Epidemie waar van onze Venus-ziekte het gevolg zoude moeten zijn , bewijzen niets anders dan het vernuft van den Schrijver , en deszelfs groote geleerdheid. Moet men dan , om dat men voor dat men kennisfe had van de Venus-ziekten , den kwik gebruikte tegen den Schurft en de Luis-ziekten , de verdienften van een man zoeken te verijdelen, die 'er een nieuw gebruik van weet te maaken ? Wat hier ook van zijn mag , de Geneesheeren zagen in dien tijd geen model of voorbeeld in Pintor ; maar alle volgden zij Berengarius naa , en deeze ontdekking opende hun eene nieuwen mijn van rijkdommen. Dé erkentcnisfe der lij deren was geüvenredigd naar den affchrik, welke deeze nieuwe ziekte hun inboezemde. ■ Wanneer men een fchat ontdekt, heeft men wel dra meededingers, die zig aanbieden, om'er deel in te hebben, zonder eenig ander regt, dan hunne hebzucht. De manier door wrijving was een uitwendig middel in fchijn , de Geneesheeren lieten hierom de (*) Namelijk A. R. Sanches, in zijn Examen hiftori* ave Sec. Zie de aantekening op pag. i. H4  & 120 >S de. zorg dier bewerking aan de Heelkunde over, wei dra verkreeg dezelve hier door de vermetelheid van dezelve te beltieren, en dc .behandeling der Venus-ziekten wierd een gedeelte van deszelfs eigendom, In 'doezen verwarden ftaat, waar door de verdienllen en de bekwaamheden, de wetenfehappen met het hand-werk onder een vermengd wierden, verkoos dc Geneeskunde deszelfs belangen in het vergeetboek te Hellen, boven de fchandevan in eenig verdrag zig in te laaten. Zij liet deezen tak der Geneeskunde vaaren, en door deezen afftand, die roemwaardig was in zijn beginzel, maar waar van de gevolgen voor de lijders doodclijk zijn geworden, meenden de Heelkundigen een regt van eigendom in derzelver voordeel verkregen te hebben, „•Mijn oogmerk is niet, om door deezen trek, dg Heelkunde te veiiaagen. Wanneer ik dit bedoelde, zoude ik zeer weinig den roem dier Konst behartigen , welke ik beoeffene. De Geneeskunde , de Heelkunde en de Kruidmeng-kunde zij zeer naauw onder elkander verbonden, Zij zijn gedeeltens van een en hst zelve geheel, waar van men dc bedieningen wel heeft kunnen verdeden , maar welkers kundigheeden onaffcheidbaar van den an-, deren zijn. De Geneeskundige, geeft in zij, HO Academifchc oeffeningen , proeven zijner bekwaamheden in elk der drie takken van deeze groote kunst; en zo men al niet zo veel vordert van dezulken, die niet dan een der ■twee ondergefchikte takken willen beoeffenen „ is dit alleen een overbii.ilzcl van oen oud wil-, Jckcurig gebruik, 't wdk men had moeten ver»  Cé 121 IÉ verbectercn, wanneer dc Heelkunde, en de Kunst van de Geneesmiddelen te bereiden, op hunne eigene kragten fteunende, meende dat zij onafhankelijk waaren in die voorwerpen, welke zig alleenlijk aan de daartoe vereischte kundigheden hadden overgegeven. 'Er zijn aldus duizend bijzondere gewoontens, welke ons onze voorvaders van barbaarsheid doen bcfchuldigen, offchoon zij mogelijk veel wijzer waaren , dan wij- Men vind dezelve niet geëvenredigt naar dc beweegoorzaaken, waar door dezelve zijn ingevoerdt ; en in plaatfe van de oorzaaken te zoeken in dc opvolging der jaaren, en in de verandering, welke daar door in alle zaaken word te weeg gebragt, valt het ons veel gemaklijker de gedagtenisfe onzer voorvaderen te hoonen. Eertijds bevatte de Geneeskunde de geheele uitgeftrekthcid dier groote Kunst van te geneczen. De zorg van dezelve in haar geheel te bcoeffenen , was aan een en het zelve voorwerp toevertrouwt; dog men kon den last en de moeilijkheden daar meede .vcrzelt, niet draagen. Men riep. medehelpers. De eene wierden gelast om te werken, de andere om plaatzelijke middelen (topica) aan te leggen. De kunst om de Geneesmiddelen te bereiden en te vermengen heeft ook veele omwentelingen ondergaan, eh niet dan naar eene lange reeks van jaaren is dc Kruidmenger of Apothecar in zijne winkel geblceven om de geneesmiddelen te bereiden , welke door den Geneesheer voorgefchreven, en door den Chirurgijn of Heelmeester aangelegd worden. Dce* ze aldus aangeftelde bedienden , hebben die H 5 naa-  <*) 122 ® naamcn aangcnoomcn, welke zij tot op onzea tijd behouden hebben; men vorderde van hun alleenlijk zulke kundigheden, die door de hand moesten ter uitvoer gebragt worden , de uitvinding van derzelver bewerkingen wierd door de Geneesheeren, geheel en al voor zig behouden, zonder welkers order of voorfchrift zij niets konden werkftellig maaken. Welhaast boezemde de eigenliefde, die Tijran van het menschdom, hun in, dat zij zo wel groote mannen waaren, dan hunne meesters, zij verzaakten derzelver lesfen, zij kanten zig tegen het oppergezag aan en maakten eene fcheiding. De Kruidmeng-kunde is door den aart van deszelfs bediening, afliankelijk van de Geneesheeren gebleeven , en haare vrijheid zal nooit anders dan bij vergunning zijn-. Het is veel gemakiijker wederfpannig dan kundig te zijn, dc Heelmeesters leerden aan hunne kwcekelingen , 't geen zij wisten, dog zij wisten niets. De Latijnfche taal, waarin alle de Geneesheeren hunne opftellen maakten en in hunne Schooien fpraaken, ftelde eene groote hinderpaal tot de verkrijging der nieuwe kundigheden , welke zij hadden kunnen verkrijgen. Zij zouden hunne kunst als op nieuw hebben moeten te voorfchijn brengen; maar de uitvinding gaat langzaam toe, en de opvolging der geflagten gaat zeer fchielijk. Zij dagten meer om te leeven, dan om zig te oeffenen , de hoop vermenigvuldigde dezelve , de behoeftigheid deed hun, hun toevlugt neemen , om aan de Paruikemakers een beroep 't welk zuiver werktuigkundig was , te betwisten, en zedert hebben zij den enge kring van der-  & "3 B derzelver kundigheden zeer weinig vergroot. In Vrankrijk alken heeft dc Heelkunde een edel gebruik gemaakt van haare vrijheid. ...^ De Franfche Heelmeesters van een zeer kloek en ondernemend vernuft zijnde , hebben de. taal hunner Leermeesters geleert, zij hebben met derzelver lesfen voordeel gedaan , en hunne kundigheid hun in eenen gelijken rang brengende, meenden zij niet meer onder een vernederend juk te moeten bukken , 't welk door de onvoorzigtigheid der Geneesheeren al té zwaardrukkend gemaakt was. Drie groote mannen (*) zijn agtervolgende te voorfebijn gekomen tot eer en tot bevestiging van de Heelkunde , derzelver bekwaamheid deed hun , hunne zaak aanvoeren bij den perfoon van hunnen Monarch, en zij hebben derzelver gezag niet onteert door een vermaak van fchadelijk te zijn , of door eene fchandelijke begeerlijkheid, of door vuile listen. De roem van het Lichaam , waar van zij de hoofden zijn, heeft alleen derzelver eerzucht bepaald, en de eerzucht naar waare roem moet altoos nuttig zijn. Het algemeen heeft 'er de vrügten van ondervonden. De Heelkunde heeft zi" op het wrak der Geneeskunde verheven (**). De Geneeskunde had geene andere wapenen om zig tegen dezelve te verzetten dan (*) Namelijk de Heeren Maresciial, de i.a Peyronnie , en be la Marti.xiere , die eikanderen zijn opgevolgd in den rang van eerfte Heelmeester van den Koning. (**) Eertijds moesten de Heelmeesters, die ook Baardscheerders waaren, den eed doen voor de Faculteit der  & 124 © dan kragteloofe willekeuren of inftellingen, het vermogen om zig te beklagen, dc nijd; groote haat, .dog geen gezag. Bijna alle de Heelmeesters van de Hoofdftad fchuilcn onder den tabbaard der konsten, den Doüora- len der Geneeskunde , en de Doftoren hadden het regt van hun aan te ncemen; zij verzwaarden dat juk, en de Chirurgijns hebben het zelve afgeworpen in het jaar 1748. naar een zeer lang pleitgeding, waardoor veele beuzehngen gefchreeven zijn. Zedert dien tijd worden de Heelmeesters niet meer door de Geneesheeren aangelteld , uitgezonden te Montpellier ; de Beken en de Hoogleeraar in de Heelkunde zijn bij derzelver aanneeraing tegenwoordig en ontfangen een beu (een franfche kroon) voor het regt van zitting, maarzij hebben geen overwegende (deliberative) ftem'; öe Chirurgijns zijn meesters der vrije konflen , re: dentwisten in het Latijn, behandelen, even als de Doftoren, dc Venus-zieken, en fcheeren geen baarden meer De Koning heeft derzelver rang veradelt, door veele Chirurgijns met de order van St. Michicl, te vereeren en- hun Staatsraaden (Confeillers d'état) te maaken. Zij hebben eene Academie op denzelven voet ingericht, als die der Wetenfehappen, en daar toe een zeer fchoon gebouw en goede Hoogleeraars. De Faculteit, die eene kleine vólltsregeering(Democratie) uitmaakt, ontfangt geene gunstbewijzingen van den Koning vermits zij zig heeft onttrokken cn onverduldig geworden is, derzelver Schooien hebben haar oud en langdurend aanzien verlooren , zij heeft een fchuilplaats gevonden in de oude Schooien van het Regt. Daar en boven heeft zij nog de vernededenng moeten ondergaan , van uit haare wortelen te zien voojtfpruiten de Koninglijke Sociëteit der Geneeskunde en het zelve niet te hebben kunnen beletten. Dagelijks vervalt zij meer en meer en zal wel haast geheel vergeten zijn. Nogthans is zij eene zeer oude en ook eertijds een zeer vermaarde hooge  B 125 & len purperen mantel (*) en de meeste Geneesheeren verbergen bij ongeluk niets. 'Er zal eens een dag komen, dat de Heelkunde de geheele uitgeftrektheid van de konst van te geneezen , zal omvatten, en men zal niet meer aan de Geneesheeren gedenken , dan door de blij— fpeelen van Molière , het welk weinig leedweezen zal verfchaffen. Indien dezelve overal dien luister en dat aanzien hadde, 't welk zij in Vrankrijk geniet, nooit zoude ik de lijders der Venus-ziekten beklaagd hebben, die in derzelver handen vallen: Maar het was'er aldus niet meede (gelegen ten tijden van Be- rengarius. De voordeelige tak der Venus-ziekten verviel in eenen verwarden ftaat, in een Anarchie; een iegelijk wilde zig door dezelve verrijken, men waande, dat het even gemaklijk was dezelve te geneezen, als den prijs voor de behandeling te ontfangen ; eene menigte zig door geweld en list indringende onbefchaamde knaapen bouwden hunne kundigheid op de ligtgelovigheid der, lijderen. Om des te beter te kunnen bedriegen, kondigde men opentlijk nieuwe Geneezingswijzen aan, men veroordeelde die van zijnen nabuur, men fchold op den kwik, men vertoonde dezelve aan de oogen der bevende lijders even als een vergif, men befchuldigde de bezorgers van het zelve van onbekwaamheid, men fnoefde op geheimen, zonder dit halfmetaal te zamengefteld, en altoos verborg men het zelve, ter- (*) De Franfche Geneesheeren dragen eenen roeden, met Hsrmelein gevoerden, tabbaard.  $ 126 S terwijl men het zelve ilccds lasterde, onder dui. zend verfchillende gedaantens. Men zag doen ter tijd niet anders dan Kwakzalvers, geheimen, en ligtgelovige of bedrogene lijders; en deeze toeftand duurd nog tot op onzen tijd. Wanneer men alle de uitwendige manieren had uitgeput, de wrijvingen, de rokingen, de plijfters en de gordels; wanneer het afgematte volk de oogen begon te openen , vervolgde men zijne dwaaling door de uitvinding eener nieuwe manier. Men had gezien, dat de kwik haare werking deed, wanneer dezelve op de oppervlakte van het lichaam wierd aangelegd, men geloofde, dat zij dezelve uitwerkingen zouden doen, wanneer zij door de gewoone wegen wierd naar binnen gebragt. De Scheikunde kwam te hulp en verfchafte aan den ieverigc vlijt dier gretige Geneesmeesters , alle die mercuriaale zouten, welke aan ons bekend zijn. Een iegelijk vermomde dezelve op zijne wijze, en fchreeuwde de ontdekking uit. In Duitschland' verkreeg deeze nieuwe manier haar aanzien ; en Keysek. is een der cerften geweest, die dezelve deed verfprciden. Het gevolg zijner onderneemingen, de omkeeringen van zijn geluk, zijne twisten, en zijn fortuin zijn bekend. Welhaast vond hij eenen drang van naavolgers, en het fchoonfte Koningrijk van Europa wierd als oyerftroomd van pillen , duizend maaien gevaarlijker , dan eene befmettclijke najaars-zickte, deszelfs fchoonfte verderfden wierden door dezelve uitgedroogd , en de Sijropen kwaamen in derzelver plaats, om derzelver bresfen weder  Cé 127 B der toe te maken. Men bedagt zelfs de Lavementen (*). Men had eene groote menigte nieuwe toevlugtmiddelen nodig, om het vertrouwen te behouden, 't welk fteeds gereed was, om te ontvlugten, men trotfeerde zelfs het belachelijke. Uno avulfo non deficit alter. Maar is het wel te geloven? De Geneesheeren (**) die het gemeen hadden behooren voor te komen en het gezag van het Gouvernement 'er tusfchen te ftcllen , waaren de eerften, die deeze pesten van het menschdom , waarvan zij befoldingen onthngen, befchermden. Het volk konde dus minder de listig gefpanne netten der Kwakzalvers ontfnappen, daar het zelve natuurlijker wijze deszelfs vertrouwen moest afmeeten naar het gewigt der goedkeuringen van dezulke , die door den Staat waaren aangefteld om voor de gezontheid van het zelve te waaken. Anderen hebben, onder het fchoonfehijnend ( voorwendzel, van over de onfchadelijkheid der voorgewende fpecifique middelen te oordeelen, een misbruik gemaakt van het aanzien hunner rang (f) om zig te verrijken door eene (*) Royer en Ferrand hebben deeze manier aangepreezen, waarvan zij een geheim maakten. (**) De kwakzalvers hebben altoos bij ongeluk hunne aanhangers en begunftigers gevonden onder de Geneesheeren. Derzelver goedkeuringen, die voor geld te koop zijn, hebben veele flagtoft'ers van dezelve verwekt. Ct) Wijlen de Hr. Senac, eerfte Geneesheer van den Koning, heeft van alle, die deeze plaats bekleed hebben , het meeste misbruik gemaakt van het regt van Privilegiën te geven om geneesmiddelen te verkopen. Hij beeft 'er een aasmerklijk voordeel van getrokken. T*-  © 128 © eene fchandelijke handel te drijven met de privilegie en de lijders te bedriegen, Andere eindelijk (*), van een nog onbcfchaamder gedrag hebben in de dolzinnigheid hunner geldzugt , het durven onderftaan om het Gouvernement in moeilijkheden te betrekken. Zonder eenig agt te geven op billijkheid, of onbillijkheid, gaan zij de privilegiën, die tegen het gewigt van goud betaalt, en door zwaare vergeldingen belast zijn, vernietigen , zij zuiveren de hoofdplaats van de kwakzalvers, om alleen meesters van het flag-. veld te blijven. Met een vercierden naam ge- Tegenswoordig behoort het regt om over de Areamt te oordeelcn aan de Koninglijke Sociëteit , die niet naaliet dezelve te vermenigvuldigen. (*) Zeer veele Doctoren van de Faculteit te Parijs, Cèi ook te gelijk Leeden zijn van de Koninglijke Sociëteit , hebben dit laatfte genootfchap verlaaten, en 'er protesten of vcrklaaringen tegen gedaan. Men zegt, dat de Hr. Lasonme, eerfte Geneesheer van de Koningin, en Staatsraad, Promotor ven deeze Sociëteit, en de Hr. Vicq d'Azir zijn aide de Camp en zommige jonge Doctoren, verlangende om zig bekend te maaken, en zig uit den kring der behoeftigheden te redden, derzelver opregtheid verfchalkt hebben. 'Er is te Parijs een zekere PAfet.ur, die een Robaptifij' p'.iilliticnm uitdeeld, 't welk aan het onderzoek van Commisfarisfen door de Sociëteit benoemd onderworpen is, die bij hem den lijders komen raad geven, om des te grooter vertrouwen en roem aan dit tegengift middel te geven. En men heelt opentlijk gezegd , dat het niet anders dan een verzonne naam was van "de voornaamften , de aanhangers, begunftigers en onderfteuners der Sociteit, die zelfs dit midmiddel met den bijtende Sublimaat bereiden, die dit zelfs goedkeurden , en die het zelve verkogteu voor een geneesmiddel, het welk zonder het geringde deeltje kwik bereid of zamengefteld wierd.  gèwaperid richten zij een Genootfchap öp $ zij bereiden een geneesmiddel , brengen het zelve voor hunne regtbank, aldaar veragten zij den kwik nog, zij weeten vermaarde mannen met zig te ileepen, dog die veel te toegevende zijn , om dat zij gecne eerloosheid onderftellen ; zij maaken zig aanhangelingen om de meerderheid der Hemmen te winnen j beoordeclen zelfs hun Arcanum of geheim middel en verkopen het zelve aan het gemeen* Onder een burgerlijke Minifter (*) deed de ft cm der menschelijkheid voor eenen korten tijd de inblazingen der gierigheid ophouden, de misbruiken wierden opgefchort, en de goede order begon te herleven. Dezulken, die het regt hadden gekogt om de Venus'ziekten te behandelen, wierden niet met geweld van het zelve berooft. Alle eigendom, offchoon 'er misbruik van gemaakt word , moet ontzien en geëerbiedigd worden, en niet dan met de grootfte omzigtigheid moet men dezelve aantasten. De onderdrukking doed zuchten, het gemeen luistert naar den verdrukten, het ongeluk is kragtdadig en verwekt zeer ligtoverrecding. De Kwakzalver altoos toegevend, vertoond zig op nieuw onder andere gedaantens, en het vertrouwen volgd hem, om dat men gelooft, dat hij ongelukkig is. Men veranderde zijne rechten niet, maar men verlichte hun , die 'er fchattingen aan opbragten. liet Gouvernement benoemde twee Genees- (*) Namelijk de Hr. de JYIalherbks. I  v Cé 130 & heeren (*) om de Venus-ziekte te behandelen. De behoeftigen wierden om niet bchandeldt, en eene geringe belooning wierd gevorderd van de minder nooddruftigen. De plaats , alwaar de Geneesheeren hunne raadgeevingen deeden, wierd door den Staat betaald , zij zelfs krecgen bezoldingen, en wel dra was het gemeen in ftaat gcfteld om te kunnen oordcelen tusfchen die verftandigen en voor bekwaam erkende mannen , en tusfchen zulk een flag van volk, die niet anders voor zig hebben , dan behendig te kunnen bedriegen. Deszelfs belangens volmaakten dit, om het zelve te kunnen beflisfen. De provinciën, die tot hier toe, even gelijk de Hoofdftad, befmet waaren, wierden door de werken dier Geneesheeren , welke door het Gouvernement derwaarts heen wierden gezonden, verlicht. De Geneeskunde verkreeg haare oude Rechten weder, en de Geneesheer die te vooren zig fchaamde om eene ziekte te behandelen , die aan het gemeenften flag van Kwakzalvers was overgelaaten , rekende het zig tot éere, om aan het menschdom verligting toe te brengen, en de erkentenisfe te verdienen van de volgende Nakomelingfchap. Wat kan eene verftandige beftiering niet al te weeg brengen! Zij verandert dc gevoelens niet dooi' wil- (*) Namelijk de Hr. Gardane en de Auéleur van dit werkjeu. DeHr. AjMklqï, die den Ht. deMalh&rbeï is opgevolgd, richte de gezondheids huizen op, waar van wij in een vorige aanteken, pag. 27 en 28. gefproken hebben. De Hec-ren Albert , en le Noir plaatften in dezelve hunne aanhangelingen.  e i31 9 Willekeurige Wetten, niet door PJacaatens maar door het yoorbeeld der gezonde reeden. Deeze inftellingen zijn wederom verdweenen, te gelijk met dien Minifter, die dezelve had vastgeftcld. Een opvolger heeft altoos Wederom andere oogmerken. Hij is op een geheel verfchillende wijze bij zig zelf overreed, Dit nu was het tijdperk der vier Hovpitaalen voor de Vtmas-zitken. In Engeland, waar van men zeggen kan* dat de Geneeskunde aldaar is , als in de eeuw van Hippocrates , alwaar de Grooten zig tot Geneesheeren laaten bevorderen , om dat èk Geneeskunde in eere én aanzien is, alwaar de Geneesheer geacht word, en gefchikt is om in achting te zijn, alwaar Hij deeld in de eer en rang; alwaar de Burgerman hem niet dan met eerbied, en de Heer of Edelman met betamelijke beleefdheid nadert, alwaar de vastgcftelde prijs zijner eerbeloningen geëvenredigd is naar dc achting, welke men hem toedraagd ; vermits dog het goud het weerglas of Thermometer van de achting is , alwaar zijne kundigheden hem deeze voorregten doen verdienen ; is nogthans het vooroordeel in dit ft.uk nog maar even aan 't waggelen geraakt. De Geneesheeren weigeren wel niet hunne hulp aan Venus-zieke lijders, die hun raad komen vragen , maar zij vreezen, dat zij zig te veel zouden overgeven aan de behandeling of praótijk deezer ziekten. Het ftaat aan het Gouvernement om dit overblijfzel deezer afkeerigheid te verdrijven; maar wie zal hier den eerften flap doen ? Zal het de Ko* I a ning  9 © ning zijn? Zal het de ftad Lonaon of zal riet Parlement het doen? Op de Comptoiren der Minifters worden wel Privilegiën verkogt, bekragtigd met het Zegel van den Koning, om onder dezelve te doen behooren zommige voorfchriften, welker lof door Kwakzalvers word uitgetrompet, en om aan dezelve een zeker vertrouwen te onderfchragen van zulke menfehen die niet weten, op wat wijze men deze foorten van voorregten verkrijgt: Maar het is 'er wel verre van daan, dat deeze privilegiën eene nuttige inftellinge zouden zijn. De Koning is een loon of pennoen - trekker van den Staat, en de Koning kan hierom niet al het goede doen, 't welk Hij wel zoude wenfehen te doen, vooral wanneer dat goede hem uitgaaven of onkosten zoude veroorzaaken. Hij heeft geenen. overvloed , Hij heeft geene befchikking over den algemeenen fchatkist. De ftad zoude deeze ftichting kunnen doen in de ftad zelf: Maar derzelver Magiftraaten hebben altoos veel meer gerugtsmakende ontwerpen in 't oog; en de tijd van hun bewind is aan eene al te fchiehjke opvolging onderhevig, dan dat men zoude denken om een zaak, waar van men het goede en het nuttige niet bij den eerften opflag van het oog ontwaar word. Daar en boven is de eerfte zorg van de Reprefentanten van het volk om het zelve dartel , en opgeblazen te maaken , en wanneer men begint met de menfehen te verblinden, is het zeer zeldzaam, dat men eindigt met dezelve verligtenis aan te brengen. Nogthans zoude het groot getal Kwakzalvers, 't welk ia  9 i33 & in de ftad geduld word , mogelijk een zeer groote hinderpaal voor het goede zijn, 't welk men zig zoude voorftellen. De Regeering zoude deeze hulp met hun gezag niet kunnen bekragtigen dan in eenen kleinen omtrek van London, en de Kwakzalvers zouden hunne pogingen verdubbelen, om dezelve nutteloos te maaken. Zij zouden zig ook fchikken naar dien matigen prijs, welke de Geneesheeren zouden afvorderen , zij zouden door hun gefchreeuw den zwakken ftem 'der menfchelijkheid verdooven, en de lijst van de door hun misleide zoude altoos zeer groot zijn. Het zoude derhalven aan het Parlement ftaan , 't welk alleen de Wetgevende magt heeft, om dit foort van Schuimloopers , 't welk de berisping over de vrijheid maakt, te verjaagen. Is een Burger wezentlijk vrij, wanneer de moordenaars fteeds de ftrikken onder hunne voetftappen verbergen ; wanneer de Wetten, welke hem moesten befchermen, de ftraffeloosheid verzekeren aan de list, waardoor hij bedrogen word? De band der zamenleving is een keten, welkers fchalmen door elk bijzonder mensch, 't welk de maatfehappij uitmaakt, worden vastgehouden. De vrijheid van een Wild mensch, te willen vergelijken met die van een Burgerlijk mensch, is eene wezenlijke dwaling. De wil en de daaden moeten aan wel geordende Wetten onderworpen zijn, de harmonie, de goede overeenkomst beftaat binnen de behoorlijke paaien der vrijheid. Is het menschdom niet genoeg bezogt door het groot aantal van Ziektens, waar door de «helft van het leven in bitterI 3 heid  heid en in fmerten gedompelt word, door d4|K 3 c!rf+  chylcn , het Emplaftrum rnucaginum of het Emplaftrum de Ranis, De Knobbclagtige Sjankers moeten met den I^dpis infernalis aangeraakt worden, men verbind ze met de gewoone Digeftif. Ik heb gezien dat Sjankers, die in derzelver beginzelen verwaarloosd of kwalijk behandeld waren , in een korten tijd, eene aanmerkelijke wanorder veroorzaakten , en dat zij het vleefch doorknaagden tot binnen in den pisbuis, waar door een nieuwe weg voor de pis gebaant wierd. Wanneer het verlies der zelfftandigheid tot zulk een hoogen graad gekomen is , is het zeer moeilijk, om het vleefch wederom te doen aangroeien , om dat hetzelve zonder ophouden door de pis bevogtigd word, waar door hetzelve ecltagtig word en zeer weinig gefchikt is tot de hereeniging, Wanneer men dit water, 't welk niet fcherpe zouten beladen is , niet kan afleiden , komt men nooit tot eene volkomcne geneezing ; cn de konst verfchaft geen gemaklijkcr middel dan ccn klein loode pijpje, gefchikt naar de wijdte van de pisbuis, te maaken , waar door de pis door de gewoone opening van deszelfs ontlast-buis geleid word. Wanneer men alsdan de randen der wonde door inkervingen ververfcht heeft, verbind men dezelve op de gewoone wijze , en niet, dan naa de volkomene geneezing, haald men het loode pijpje wederom uit. Het langdurend verblijf van dit vreemde lichaam zal de pisbuis, min of meer doen ontftceken; doch men voorkomt de fmertelijke gevoeligheid en fie ontfteckjng, door dagelijks verfcheidemaa-  6 i5i © len laauwe zoete melk in den pisbuis in te fpüiten, welke men daar eenige uuren in kan laaten bi ij ven. Wanneer de Sjankers de fineer - kliertjes (Glandulce Sebacece) hebben aangedaan , blijft 'er dikwils eene zwakheid of verflapping van derzelver opening over , welke door de onreinheid nog vermeerderd word, en zij ontlasten eene witagtige ftoffe , die overvloediger en dunner is , dan zij gewoon zijn uit te geeven. Door deze ontlasting, die dikwils tot hier toe nog niet is waargenomen, worden de lijders altoos bekommert , en in angst over derzelver gezondheid : Dog men kan de veerkragt van deze kliertjes zeer fpoedig herftcllen door wasfehingen met laauwe wijn , met wat zuiker gemengd. Als de Sjankers oorfpronkelijk (primitifs) en gering zijn , kan eene uitwendige behandeling voldoende zijn ; maar het zoude onvoorzigtig zijn , om zig niet voor het toekomende te verzekeren , door een volkomeTi e behandeling , wanneer zij opvolgende of agternakomende (fscohdaire's*) waren, of dat derzelver voortgangen veel kwaadaartigheid tè kennen gaven. s- k Van de behandeling 'der Phymofix , of vemaauwing der voorhuid. De Phymcjïs vereifcht gewoonlijk ecnén vrij langen tijd om te geneezen , en de Geneesmeester kan den tijd, daar toe noodig, K 4 niet  niet voorzeggen , indien hij den lijder niet onder zijne oogen heeft. De geneezing hangt ook nog meerder af van de zorg en oppasfifig, als wel van zijne raadgevingen. Zeer zelden gebeurt het, dat de uitkomst gevaarlijk zij. | . . Indien nogtans dit ongemak in deszelfs beginzelen verzuimt word , zoude hetzelve gevaarlijk kunnnen worden, vermits door de Phymofis dikwils Sjankers bedekt worden, welkers voortgangen zeer fchielijk en verfchrikkeijjk zijn, en welke aan de voorhuid medegedeeld zijnde, dezelven zeer fpoedig tot verfterving kunnen doen overgaan, Men is alsdan genoodzaakt, om de voorhuid, die in dit geval altoos te lang is , met een fqheermes in de rondte weg .te neemen, ten einde het hooft der-roede te kunnen ontbiooten , en zig de gelegenheid te verfchaffen , om ze te kunnen verbinden. Men heeft gezien, dat de Heelmeesters zig bekommert makende door den onbcgrijplijk fchielijken voortgang der Sjankers en door den erbarmclijken toeftand der roede, dieter hclftcdoor beginnende verfterving was aangedaan, 'er de afzetting van aangeraden hebben; doch dit gevoc, len moet men. verwerpen, 't welk alleen door* gebrek aan ondervinding word voorgedragen. Deeze Sjankers, die vérfchrikkelijk zijn om aan te te zien, ilrckkcn zig meer in de breedte uit , dan dat zij diep invrecten; en de verfterving word wel dra gefluit' door een góede Digtfiif. In deeze omftandigheden voege ik bij die , welke ik gewoonlijk gebruike, be Camnher cn de Tirpeuiijii. Wan-  <$ 153 ® Wanner de Phymofis begint toe te neemen, verwekt dezelve een zeker gevoel van koorts, waar door de lijders, naar derzelver bij zondere gefteldheid , min of meer worden aangedaan. Dit is het uitwerkzel van alle ontftekingen. In dit tijdperk doe ik een of tweemaalen een ader openen. Ik laat bloedzuiverende , en met falpeter vermengde dranken gebruiken , hoedanige zijn , de Zoetiveij, de Limonade, het Gerften-iïater, &c. &c. Ik laat dagelijks verfcheide maaien , en zo lang maar mogelijk is , de roede van den lijder, in een afkookzel van Vlier-bloemen houden , 't welk een weinig is aangezet door het acetum Lilhargyrii; men fpuit hetzelve vogt, met een fpuitje, waaraan een lang pijpje is , tusfchen de voorhuid en het hoofd der roede ; cn men legt 'er vervolgens een pap over heen , bereid uit kruim van Brood, Vlierblosmen , cn Melk, Het zoude gevaarlijk zijn , om de geneezing van de Phymofis alleen door te rug drijvende middelen te willen onderneemen. Door deeze manier word eene verharding te weeg gebragt. Ik heb gezien , dat de voorhuid kraakbecnig geworden was, cn dat de verharding zig medegedeeld hebbende aan de roede zelfs , dezelve kankcragtig geworden was, en de afzetting noodzaaklijk geworden. Ik heb deze bewerking aan twee lijders gedaan. Het hoofd der roede , dc Corpora cavemofa, cn de geheele voorhuid , waren volmaakt gelijk geworden aan kraakbeen. Beide hadden zij twee jaaren lang eene Phymofis gehad , welke herhaalde reizen met zamentrekkende K 5 eq  0 15+ B' en te rug drijvende wateren was behandeld. Wanneer de ontfteking begint te verminderen , doed men den lijder een zagt buikzuiverend middel inneemen, zamengefteld uit twee oneen Manna , en twee drachmen Gluurders Wonder - zout , ontbonden in een aftrekzei van Rhabarber, 't welk men met fap van Orange mo£ van Citroen een weinig zuur maakt. Het Engelfch - buikzuiverend middel , waar van ik in het begin van deeze afdeeling ge{proken heb, is ook alhier zeer gefchikt om de loslijvigheid te bevorderen. Als de toevallen der ontfteking verdweencn zijn , moet men den kwik beginnen te gebruiken, welke voor cene zuivere en eenvoudige Phymofis echter niet zoude vcreifcht worden, wanneer dezelve niet anders was , dan het gevolg van eene al te fterk ingclj^anne kragt. Wanneer de lijders de beginzelen van dit ongemak verzuimd hebben; wanneer zij geen verkoelenden levens-regel hebben in acht gcnoomen , wanneer zij zig niet geftadig hebben bezorgt met de behandeling, of wanneer het hoofd der roede met vratteri, waar door de beweegbaarheid van de voorhuid belemmert word, bezet is , alsdan is men genoodzaakt om tot de bewerking , tot de operatie tc komen , welké wel gedaan wordende , en niet pijnlijk , en zonder eenig gevaar is. Om dezelve tc verrigten, neeme ik eene rechte Biftourie of klein fnijmesje, aan deszelfs punt doe ik ccn klein bolletje van wafch, cn ikbrenge het- zel-  & 155 © Zelve, op zijn plat, tusfchen de voorhuid en het hoofd der roede , tot zo verre dat ik eenigen wedcrftand ontdekke, alsdan ben ik aan de kroon of rand van het rocdenhoofd. Met de linkerhand rek ik de voorhuid uit en houde dezelve wel vast, ik draaije alsdan de biftouri om op deszelfs rug, ik fteek regt dooide bekleedzelen heen , om de dubbele huid volgens deszelfs loop en met eene fneede door te fnijcien ; en alsdan haale ik de biftouri naar mij toe. Ik laat de wonde in laauw water uitbloeden , en ik verbinde dezelve vervolgens met droog plukzel. Ik overdek dezelve met eene vierdubbelde compres, gefneeden in de gedaante van het Kruis van Maltha, en gedoopt in het water, algemeen bekend onder den naam van Aqua vegeio -mineralis, of dat xznGoulard, dog wat flap gemaakt. Men houd dit verband vast door een kleine zwagtel, welke eenige maaien word omgewonden ; De roede word met een draagband onderftcund ,* uit vreeze dat dezelve hangende, de toevloed zig daar heen zoude bepaalen. Als men het verband wegneemt, cn men de wonde tot verettering gefchikt bevind, verbind men dezelve met de gewoone Digeftif, waar over men een Cataplasma of pap legt , bereid uit Vlier-bloemen , kruim van brood , en het Aqua vegeto-mineralis, In die Phymofis, bij welke aan het einde der roede eene watcragtige zwelling zig vertoont , is het allerkortfte middel, om dien opgezetten rand met een fcheermes in de rondte weg te Glijden , zorg dragende om te gelijker tijd het hoofd der roede te rug te drukken  ken , op dat men hetzelve niet kwetzc. Dog 'er zijn veele bloohartige lijders , die bevreesd zijn , om zig aan deeze Operatie te onderwerpen , alsdan moet men het enkel aan den tijd overlaaten , waar door ook de veerkragt aan de vaten herfteld word , naar dat de zwelling verdreeven is. Men kan dezelve nog daar en boven te hulp komen door het Emplafirum de Ranis , of door eenig ander ontbindend middel. Maar fchoon deeze Phymofis ongemaklijk is , zij is egter ten minften niet gevaarlijk ,: wanneer voor het overige het lichaam van het Smet der ziekte geziüvert is, en alle de toevallen geweeken zijn. Het gebeurd zomtijds , dat op eene Phymofis uit Venus-ziekte, als een gevolg daar van eene toevallige Qacc-identecie) Phymofis overblijft , indien door eenige Sjankers het binnenfte vlies van de voorhuid met lidtekens bezet is ; doch hier door kan geen ongemak * ontftaan , 't welk fchadelijk voor dc gezondheid is. De Phymofis is een dier toevallen, die ons Haven maakt cener geftadige zorg en oppas.ling ,. waar over de meeste Heelmeesters, die de lijders buiten hunne huizen behandelen, zo zeer klagen. 'Er zijn lijders.en de zodanige zijn voor al de jonge heden , die de raadgevingen vcragten ,'die zjg op het voorbeeld hunner vrienden aanmoedigen, die geene van hunne wellusten en vermaaken willen verminderen, ja die zelfs in deeze omftandigheden , 'er een zegenpraal van.. maaken .om .dezelve te buiten te gaan, om derzelver kragt, derzelver moed of de goede gellcldheid vap hun  S 157 © hun Temperament te toonen , en die egtef nooit nalaaten om, tloor een gevolg van derzelver ongebondenheid , de oorzaake van de vérérgering van het gebrek, aan hun,'die hetzelve behandelen , te wijten. Andere, en deze zijn de arbeidslieden, en de ambagtsgezellen , hebben dikwils nog den tijd , nog de gelegenheid , nog de middelen , om dat geene te doen, 't welk men hun voorfchrijft; en de behoeftigheid noodzaakt hun om te werken, en het gebrek maakt in tusfchen voortgangen, die geëvenredigd zijn naar de vrijheid, welke men hun geeft. Te zeer bepaald zijnde, om billijk en regtvaardig te oordeelen, bcfchuldigen zij den Geneesmeester, en zij vervloeken hun vertrouwen. De onverduldigheid doed hen naar een ander gaan, en hij, die hun ontfangt, is bijna nooit eerlijk genoeg om de waarheid te zeggen. Hij bcfchuldigd, met den lijder , de kundigheid van zijnen medebroeder, cn maakt dus, zonder dat hij hot bemerkt, die konst, welke hij bcoeffend en ook zig zelfs, veragtelijk. Dit gedrag van de beOefienaars der kunst, 't welk ongelukkiglijk maar al te algemeen plaats heeft , brengt mij een geval te binnen, '!. welk ik alhier alleenlijk zal aanhaalen , met oogmerk, om deszelfs auteur, indien hec mogelijk is, te verbeteren , of om anderen toS minder geldëugtigö en meer edelmoedige gevoelens te brengen. Ik heb geene begeerte, om hem bekend te doen worden, ik wil niet dat hij 'er fchaamrood over worde , dan voor zig zelfs. Een  8 .158 ® Een lijder, Welken ik aan eenen Druiper behandelde , gaat hem raadplegen, en vertoont hem de pillen , welke hij van mij gebruikte. De Geneesmeester breekt dezelve heimelijk, ruikt ze, en ontdekt, dat'er de Campher onder is, ,, ongelukkig zijt gij , riep hij uit, indien gij deeze pillen gebruikt, de Campher, die onder dezelve gemengd is, zal u doen uitdroogen;" Hij gaf hem hier op andere pillen , die bij geluk niet anders deden uitdrogen, dan de beurs van den armen lijder. Is hij onkundig genoeg om dus ter goeder trouw gehandeld te hebben, of loos genoeg om den lijder dus verlchalkt te hebben? Laat hij in zijn eigen boezem gaan en zig zelfs onderzoeken. §. ui Van de behandeling der Paraphymofis of Opftroping der Voorhuid. Buiten twijfel is de Paraphymojts met meerder moeilijkheden verzeld , als de Phymofis : dog wanneer dezelve maar alleenlijk plaats heeft, moet. men nooit voor het gevolg vreezen. Betreffende het verband der Paraphymofis; men behandeld dezelve op dezelve wijze als bi: het tegenovergeftelde ongemak , de Phymofis. Wanner de huid. in de rondte openberst , en eene wonde maakt rondsom de roete , verbind men dezelve met den Digefiif, welke ik gewoon ben te gebruiken. De ontfteeking , de fterke fpanning en de pijn verdwijnt in zeer weinig dagen : maar men moet de  Cé *i 9 @ de ontlasting van de waterzugtige zwelling der v?ten van zijne zorgen en voor al in 't bijzonder van den tijd afwagten, ten minften zo men niet liever verkiest tot de operatie over te gaan. Dezelve is pijnlijker en moei- ' lijker dan die der Phymofis; ook gefchied dezelve zeldzaamer, want bet is altoos zeer moeilijk om de afkeerigheid der lijders te kunnen ; overwinnen. Verfcheide Schrijvers hebben aangeraden, i dat men dc voorhuid weder over het hoofd der roede zoude terug haaien, met het eene 'i te rug te drukken , en het andere naar zig te trekken. Zij hebben deeze manier in het 1 breede uitgelegd , 'er zijn zelfs verfchillen door ontftaan; maar indien zij eerst de mogelijkheid dezer bewerking beproefd hadden, eer dat zij dezelve onderweezen, zij zouden voorzeker ftilgezwegen hebben. Zij is volftrekt ondoenclijk. Offchoon de befchouwing alleen van het zieke of aangedaanedcel mij al de moeilijkheden deezcr manier vertoond , en te gelijk de reden , waarom dezelve onvoldoende is , zal ik nogtans dezelve beproeven; cn de zaak zelfs toont mij ten duidelijkfte, dat twee deelen op gelijke wijze en even fterk opgezwollen, door het bloed en door de lympha, welke in de celletjes van de huid een lijmerig cn verdikt lichaam maaken , door geene kragt of infpanning tot derzelver natuurlijken ftaat kunnen komen; en dat buiten twijfel de onmogelijkheid dier bewerking het aliergelukkiglle zij , 't welk op dezelve kan gebeuren, vermits dog eene Phymofis het  geringite toeval is, 't welk het gevolg daar van zijn kan, Niet beter gelukken ook de Scarificatien of infnijdingen. Onder het Snijmes of Biftourie komt niet anders dan een helder, rosagtig vogt te voorfchijn, hetzelve vind eenen groeten tegenftand op de verdikte lympha , welke een veerkragtig lichaam vertoont en hetzelve geluid maakt, als of men een gefpanne perkament doorfneede. Door de ettermakende middelen worden de wondjes verergert, en de ontfteking klimt tot in den hoogften graad. Nog veel erger is de raad om de kroon öf de rand van het hoofd der roede te fcaHficeerèn, gelijk zommige hebben durven aanprijzen , zonder agt te geven , dat de ontfteking Van het hoofd der roede niet anders dan een gevolg der Paraphymofis' is $ ftög zonder te denken , op deszelfs bijzondere zamenftelling , welke men niet ongeftraft kan kwetzen of beledigen. De eenige Operatie, welke derhalve uit» voerlijk zijn kan , is , om zig te voorzien van een binnenwaards krom gebogen biftourie, het zelve zagtjes te doen glijen op den rug tusfchen de voorhuid cn de roede, en de fneede te doen rond gaan onder de beklemming en onder alle dc verheve zwellingen, welke zig vertoonen. Die, welke digt bij het framdum of toompje zig gezet heeft, bied doorgaands den grootften wederftand, en is hardnekkiger dan de andere. Men neemt dezelve weg door het toompje door te fnijden. Dc Operatie gedaan zijnde, wafcht men de roede  © iöi B roede met laauw water, waar in men dezelve nog een wijl tijds houde , op dat zii zig ontlaste. Vervolgens verbind men dezelve met droog plükzel , welke men Overdekt met een pap, bereid uit kruim van brood, water van Vlier-bloemen en het Acetum Goulardi; en men gedraagt zig voorts in alles, even als na de operatie der Phymofis. De Zugtige Paraphymofis (Paraphymofis aSemateux) brengt ons nooit in de noodzaaklijkheid, om tot de Operatie te komen. De waterzugtige zwelling word door ontbindende middelen verdreeven , en de lijder is 'er binnen zeer weinige dagen van verlost. Het water van Vlierbloemen, aangezet door een fterk aqua Vegeto-mineralis met Ammoniac-zout, heb ik , tot hier toe , het beste middel bevonden, om dezelve fpoedig te doen herftellen. ; Wanneer de Phymofis en de Paraphymofis in de Venusziekte , zonder eenig ander toeval, plaats heeft, kan zeer weinig kwik, door temperende, bloed-zuiverende en verzagtende middelen genoegzaam geholpen, voldoende zijn , om de geneezing volkomen te maaken. §. IV. Van de behandeling der Berfien of Klooven. DeBerften of klooven (Rhagades) zijn meer ongemakkelijk, dan gevaarlijk, want zij wijken zeer ligt voor de geneesmiddelen. Men behandelt ze met den Digeftif, waar van ik de bereiding heb opgegeven , en men verbind dezelve op zulk eene wijze , dat zij L gce-  @ 162 © geene de minlte wrijving kunnen cnderhevig zijn, welke de geneezing hinderlijk en nadeelig zoude zijn. Dog het is nuttig, dat men eenige wrijvingen met den kwik doed, en daar bij de inwendige geneesmiddelen voege , indien men zig wil bevrijden en verzekeren voor derzelver wederkomst. §. v. : Van de behandeling der Druiventros - gelijkePuisten (Grapes.) Dit toeval is meer hinderlijk, dan dat het zelve bekommering moet verwekken , indien deeze puisten dikwils zig vertoonen. Zij vereifchen eenige zorg en oplettenheid om voor té komen, dat zij niet tot Sjankers overgaan, of in dezelve ontaarten. Deze wateragtige puisten verdwijnen , naa dat men dezelve drié-of viermaalen met den Digejiif, welken ik heb voorgefchreven, behandeld heeft. Indien dit toeval oorfpronkelijk is, zal deeze behandeling, hoe eenvoudig dezelve ook zijn mag , de genezing te weeg brengen. Men moet dezelve des te minder verwaarlozen , indien deeze puisten hebbelijk geworden zijnde , telkens wederkomen , en daar door een gebrek in de MaQ'a van het bloed te kennen geven. §.VI.  0 16*3 ® §• VI. Van de behandeling der Uitwasfehen. De plaatzelijke behandeling dezer ongemakken is gewoonlijk niet langdurend, nog moeilijk ; men moet egter daar van uitzonderen de Bloemkools-gelijke uitwafch; deze is niet anders , dan een uitflag of uitwafch, zamengefteld uit een oneindig getal andere , en die , door derzelver korlagtige oppervlakte, wonderbaarlijk wel gelijkt naar dat wel bekende gewas, de bloemkool. Een Mercuriaalwater, bereid uit den Spiritus Nitri, gefatureerd met de kwik, een klein houtje om ze daar mede aan te raaken, en een zekere handigheid om dit wel te doen, zijn voldoende om deze toevallen te geneezen; Maar het zoude zeer gevaarlijk, zijn om dit Caufiicum aan de lijders zelfs toe te vertrouwen , welke hetzelve op duizenderlije wijze zoude kunnen misbruiken. Moet ik hier ter plaatze , daar ik fpreke van de vergiften en van zeer fterke geneesmiddelen , mij niet ten fterkften aankanten, tegen dezulke , welkers onvoorzigtigheid dezelve tot zeer groote giften in de handen der onkundige lijders doed overgeven ? Ik zou twintig bladzijden kunnen vervullen met alle de toevallen aan te halen, welke ik weet, dat daar door gebeurd zijn. Ik heb gezien, dat de Geneesheeren geheele flesfehen gevuld met den Mercurius Sublimatus Corrojivus aan de lijders gaven , en dat deeze de dofs vergeL % ten  & 164 © ten hebbende , zig met hetzelve ombragten, of zig in deszelfs gebruik zeer misgrepen. De gelijkenisfe deezer ontbinding naar hel-" der water , waar van hetzelve alleenlijk in fmaak verfchild , heeft zulke verfchrikkelijke misflagen te weeg gebragt. Een lijder even onagtzaatn als zijn geneesmeester , dog minder te befchuldigcn , laat zorgeloos overal zijn fles nederzetten , een ander door den fchijn bedrogen, neernt dezelve en bediend 'er zig van, voor water. Zal ik hier nog bijvoegen , dat de fnoodheid van zommige fchepzelen , die tot ongeluk van anderen geboren zijn , 'er een ftrafwaardig misbruik van kan maken ? Mogt de raad, welke ik hier geeve, eenige indruk maken op dezulke, die eenig belang ftellen in het leven der menfehen. Dezelve is van veel meer waarde voor het menfehdom , dan een pragtig en kostbaar voorfchiïft , waar door de geldzugt geftreeld word, maar 't welk door een verkeerd gebruik nog te vreezen kan zijn. Niettegenftaande alle de voorzorgen, welke eene ervarene hand doed waarnecmen in de behandeling der uitwasfehen , gebeurd het egter zomtijds, dat het deel ontftoken, en zeer pijnlijk word, ja dat 'er zelfs een Pbyviofis opvolgt. Men moet over dit toeval de derde §. nazien ; het gebeurd zeldzaam , dat dezelve aan de eerfte verzagtende middelen wederftand bied. Deeze kleine ftorm, die den onbedreven man en nog meer den lijder doed verwonderd ftaan, waarfchouwt den Heelmeester om deszelfs 'Caujtique middelen , gedurende een of twee dagen agter te laaten , of dezelve  6 16's & zelve maar oppervlakkig en maar eventjes aan te raakcn en vervolgens met den gewoone Digeftif te beftrijken. Men moet ook niet vergeten, 'om dc Caitftique kragt van het mercuriale water tc verzagten met die zelfde zalf,, welke men ook op de helft kan vermengen met het Unguentum mercuriak. Het gebeurd ook zomtijds,, dat een uitwafch # die door het Caufiicum tot op deszelfs bafis is weggenomen, tot een Sjanker overgaat. Maar is het wel nodig dat ik zegge , dat men dezelve alsdan als een gewoone Sjanker moet behandelen? Gelijk het ontwijffclbaar is , dat deze toovallcn opvolgende of agternakomende zijn, zo vereifchen zij ook eene opvolgende behandeling : maar ik moet ook te gelijker tijd, tot onderrigting van dezulken, die deze ziektens maar weinig zien , en tot welzijn der lijderen , die mij leczen zullen , zeggen , dat men dikwils ziet , dat de uitwasfehen , cn vooral die, welke,men vratten cn vijgvraten noemt, wederkomen, zelfs na eene zeer regelmatige behandeling. Dezulke , aan wien het maak'zel van 's menfehen lichaam bekend is, zullen 'er zig niet over verwonderen , wanneer zij weeten , dat de vancenrijting van het zamcnweefzel der huid het fap der zenuw .tepeltjes doed afleiden , waar door deze uitbottingen geboren worden , en.dat de opzwelling der'roede de zamenvocging der vezelen verhinderd. Dog , zo het onmogelijk zij , dat een Geneesheer , die deswegens geraadpleegt word , door. de' bekentenisfe van den lijder , zig kan verzekerd hotuj^n, van dc L 3 ge-  ® i fcirrhofus.) Zij brengen aan 'dezelve zo weinig vordering toe, dat men dezelve veel eer aan zig zelfs moest overlaaten.' De tijd brengt bijna altoos derzclvèr verzweering te weeg , dog om aan de onverduldigheid der lijders te voldoen en om bij zommige een knoest - of kreeft-g.ezeel voor te komen, verhaast de heelkunde 'de ettehvording door 'Caujtica. Men maakt twee ivelklevende pleisters , men maakt in de eene, eene opening, men legt dezelve over den Liefchbuil, makende dat die opening over dat gedeelte , 't welk meest uitpuilt, vast fluit, men vult dezelve met den Lapis infernalis , of liever met een Caufticum, 't welk bereid is uit de Sublimaat cn het Ar* fenicum, vermengd of gekneed onder het Emplaftrum Diapahncs; en dit Caufticum is niet onderhevig om te fmelten , of om te verfchuiven , indien de lijders niet in dezelve houding kunnen blijven gedurende al den tijd van deszelfs werking; men overdekt vervolgens dit alles met een tweede'welklevende plijster. Indien het gezwel een groot gedeelte van den onderbuik en van de dije beflaat, dan legt men een Caufticum op twee onderfcheidene plaatzen. De Heelmeester moet de kragt van zijn Cauterium potentiale volmaaktelijk weeten, om voor te komen , dat, door hetzelve al te lang te laaten leggen , 'er geene toevallen ontftaan door eene al. te diepe inbranding. Alle dc ongemakken ecner kwalijk gedaane infnijding zoude ook hier uit ontftaan kunnen. Wanneer'hij het verband wegneemt, wast hij het deel met laauw water, hij maakt eene  eene kruiswijze infnijding in de efchara of korst, en verbind dezelve vervolgens met den Digeftif. Dit foort van Liefchbuilen is zo hartnekkig tegen alle de zorg der Heelkunde , dat menigmaalen de etter verdroogt en de wonde zig fluit, zonder dat de hardheid nog geheel verdreeven is. De ftoffe vind in het vetvlies zo weinig warmte, om aldaar de Fermentatie te onderhouden , zij treft aldaar zo veele kragtelooze fappen aan , 'er is zo weinig werking in die deelen, dat de Heelmeester zig genoodzaakt ziet, zijne pogingen te verdubbelen, en zomtijds de bewerkingen moet herhaalen. Egter kan zomtijds door een langdurend gebruik van het Emplajirum Vigonis en de Ranis cum mercurio eene volkomene ontbinding verkregen worden. Ik heb altoos eene volkomene behandeling aangeraaden om wel verzekert te zijn van de geneezing der Liefchbuilen , offchoon zij aan den anderen kant dikwils alleenlijk oorfpronkelijke en plaatzelijke gebreken zijn: maar ik wagte mij wel om tot eene nieuwe behandeling over te haaien, die geene, welke mijnen raad vragen over een kwalijk gemaakt lidteken , over een pijpzweer, over eene verwaarloosde wond , of zelfs over het wederkomen eener verharding, naar dat ik, uit de omftandigheden , welke-men mij verhaald , meene te moeten befluiten , dat de eerlte behandeling voldoende geweest is. Zij die kennis hebben van het menfchelijk lichaam, van het maakzel of zamenftel der klieren , van de oorza ken en van het werktuigelijke der verhardin- gen»  $ 17* B gen, wceten;ook, dat dezelve aanwezig kunnen zijn naa eene volkoracne uitroejing van het Venus-fmet. Zelfs naar de Pest, in welke door de aderen een Veel fijner vergif word rondgevoerd, blijven 'er zomtijds verhardingen in de klieren over, die door den tijd zonder gevaar verdreven worden. Dc Geneesheeren, die waarneemingen doen , hebben dezelve zien volgen op kwaadaartige koortfen , die van ,de Pest niet verfchillen , dan door eene eenvoudige bepaaling. Maar de konst geeft niet dan zeer weinige hulpmiddelen aan de hand voor die Liefchbuilen , welke in kankeragtige verzweeringen ontaart zijn, de Schrijvers vermijden het zelfs, om 'er van te fpreeken. Ik weet bijna niemand , dan de Hr. Peyrilhe, (*) die eene oordeelkundige behandeling heeft voorgefteld, zig aan den anderen -kant op de natuur verlatende, welke egter deze Meester toeftemd, dat in deze omftandigheid , niet dan geheel van verre, eenige hulp toebrengt. Zie hier het verband, 't welk hij aanprijst; „ Neemt de wortel van de Gentiam , tot poe„ der gemaakt , vermengt dezelve met een „ agtfte gedeelte van Vitriool, cn van Zin„ cum. Men ftrooit dit middel droog over „ de wonde, ter dikte van twee of drie vin,, gerbreedte, en men befprocit de buitenfte „ laagen een weinig met azijn, lattende voorts „ aan den ichor over , om de binnenfte tc ,, bcvogtigen ; men vernieuwt dit verband : j » niet C*) ©e rajïi werk , waar van gefproken is , in de nasteken, cp pag. 52.  © 173 ® „ niet, dan op zijn hoogst, alle vier entwin- tig uuren , om aan de Gentiam tijd te laa,, ten , om te kunnen fermenteren. " Onder alle de verfchillende manieren, waarvan ik mij' bediend hebbe, hebbe ik met deze het minst kwalijk gcflaagt; Ik moet egter ook bekennen , zeer gelukkige gevolgen gezien te hebben van mijne eenvoudige Digeftif, een weinig met Campher aangezet , of met de olie van Eieren vermengd. In zulk een bederf, zoude het geheel vrugteloos zijn , den kwik te willen gebruiken. Bijna nooit volgt die ontaarting, dan na dat 'er een oneindig aantal van manieren reeds zijn in 't werk gefteld , welke de lijder in zijne onverduldigheid met drift gevolgd heeft, en onder welke de kwik dikwils de eerfte plaats gehad heeft. Nogthans, indien dezelve niet gegeven was , zoude men ze kunnen beproeven; maar men moet zig te vooren herinneren, dat die geheele verwoesting door de Scorbut alleen kan veroorzaakt worden, deze aanmerking is menigmaalen van nut geweest voor de lijders, die mij raad kwamen vragen, en die door eene behandeling, welke louter tegen de Venus-ziekte was ingcrigt, in een veel erger toeftand waren gebragt. Wanneer het onbetwistbaar zeker is, dat de verzweering van een kaïikeragtigen aart is, en dat deszelfs voortgangen te vreczen zijn, hebben zommige de uitroejing of wegneming aaiigeraaden. Dog behalven de moeilijkheid van dit te verrichten, en de onzekerheid van het goed gevolg , zijn de lijders daar zo zeer afkeerig van, dat ik mcene, dat het beter zij, hen  ö 174 © hen dezelve niet voor te ftellen. Het Cauterium of Brandijzer zoude mij toefchijnen, beter aan het oogmerk te voldoen; naa deszelfs werking zoude men het verband met de gewoone Digeftif met Campher vermengd moeten doen. Maar het inwendig gebrek , dat, 't welk dat verfchrikkelijken wreedaartig toeval voortbrengt, 't welk nooit verfchoont, de Kanker, op wat wijze zal men hetzelve beftrijden ? Alle de Schrijvers geven niets anders aan de hand dan de wanhopige toevlugt der verzagtende palliative middelen. Een nieuw Schrijver is ftoutmoediger of gelukkiger geweest, hij wijst een geneesmiddel aan.(*) Zijne openhartigheid om hetzelve bekend te maken, fchijnt zijne eerlijkheid te verzekeren , en het getal zijner vijanden fchijnt het goed gevolg zijner onderneming aan te kondigen ; maar het is een vergif, het is het Rottekruid, het Arfenicum. Wel waarom tog zoude men het zelve niet kunnen gebruiken, wanneer de konst ons verlaat, wanneer het lijden erger is dan de dood , wanneer de dood zeker is ? Ik ben zo groot een voorftander van de vergiften niet ; maar ik zoude duizendmaal liever verkiezen door vergif te ftervcn , dan een ongelukkige prooij te zijn eener verflindende Kanker. De Schrijver heeft waarneemingen , heeft getuigen , [en heeft de opregtheid voor zigi (*) Zie Rémedè eprouvi pour gitórir le Cancer occulte, manifefle, ou ulcéré. Dit werkje is zonder naam van den Schrijver in 1775 te Parijs in 8vo uitgegeven. ,.  Cé 175 © zig; en al had hij niet meer dan één goed ge - dg zijner onderneeming gehad , al had hij niet meer dan een éénig menfch voor het menichdom behouden , heeft hij egter een kra.is van Eijkenlouf verdiend. §. VIII. Van de behandeling der Verzweeringen. De voorzegging der verzweeringen moet ingerigt zijn naar de plaats , welke zij bekleeden, naar derzelver ouderdom, naar derzel¬ ver Kwaaaaartigneia, en naar derzelver voort¬ gangen. De verzweeringen van den neus, die van het verhemelte en van de baarmoeder zijn buiten twijfel van een zeer ongunftig voorbeduidzel. Wanneer de verzweeringen over het lichaam verfpreid zijn, verbind men dezelve eenvoudig tweemaal daaglijks met wieken beftreeken met den Digeftif. Men moet wel in agt neemen , dat ik de wonden nooit zuivere, door dezelve te wrijven met linnen , of met plukzel. Dit is volgens een gebruijwalgemecn aangenomen dooide Italiaanfche FKelrneesters, en 't welk op zeer goede grondbeginzelen fteundt. Door de wrijving word een foort van gluten, eene lijmige ftoffe weggenomen , welke door de natuur bereid word , en die niet anders is, dan eene hernieuwing van het vleefch. De verzweeringen van de keel en van den mond worden behandeld met een gorgeldrank van Weeg-bree-water (aqua Plantaginisf) waar- • bij  3) 176 © bij men eenige druppelen van een mercuriaU water doed ; en indien men 'er gemaklijkbij kan komen, dan brengt men bij dezelve hetzelve middel, met een houtje, aan het einde bekleed met een lapje uitgerafeld linnen in de gedaante van een penfeel. Deeze gorgeldrank word gevolgd van een zeer fpoedige en voldoende uitwerking, maar zij zoude de tanden zwart kunnen maaken , indien men dezelve daar mede aanraakte. Om deeze onaangenaamheid, die daar door ontftaan zoude , offchoon maar voor korten tijd zijnde , voor te komen , wrijft men dezelve daaglijks tweemaalen met gebrand papier, of met tabak , of met den room van wijnfteen, of met gecalcineerde eijerfchaalen, tot poeder gemaakt en gezift. Voor 't overige kan de gorgeldrank geen nadeel doen aan de eigentlijke zelfftandigheid der tanden. De verzwering der neus, Ozcsna genaamd, word met den gewoone Digeftif behandeld, waarbij men de olie van eijeren , of de Campher doed; men vult de neusgaten met plukzel, op dat de wonde door de lugt niet aangedaan worde, indien de toeftand en de plaats der verzweering hetzelve vercifchen ; men doed infpuitingen met een afkookzel van de Gentiana, waar onder eenige druppelen van het mercurial-water gemengd zijn. In de verzweering der Baarmoeder ; zijn de infpuitingen volftrckt noodzakelijk. Men doed dezelve met een fpuit , die gefchikt is naar dat deel ; maar die overal niet algemeen fchijnt bekend te zijn. • J Deeze  & 177 © Deeze fpuiten moeten liefst uit Tin gemaakt Zijn ; derzelver cylindcr moet ten minftcn eens zo groot zijn als die der kleine fpuitjes, welke men gebruikt voor de mannen. Men voegt aan dezelve een lange pijp , ten naasten bij gelijk aan die, welke gefchikt zijn om zig zelfs een lavement meede te zetten, en aan het einde van die pijp is een olijt met verfchcide g iatjes doorboort, om de geheele holligheid van dat deel, waar in het zelve moet gebragt worden te befproeicn. Men bediend 'er zig van om eene infpuiting te doen van een afkookzel van Gerst en Agrimonia, waar bij men een once van het water mei den Sublimaat, 't welk middelmatig van fterkte is, voegt. De plaatzelijke behandeling, hoedanig die ook zijn ,mag , is egter niet minder, dan voldoende tot volbrenging der genezing deezer toevallen ; zij zoude zelfs zeer nadeelige gevolgen kunnen hebben, zo men het algemeenc gebrek verwaarloosde. Olaus Borrichiüs (*) getuigd , dat een lijder, die eene verzwecring in de keel had , het gezigt verloor , door dien hij eenen te rug drijvende gorgeldrank gebruikt had, maar zulk eene verplaatzing der ftoffe heeft men niet te vreezen , wanneer men den hoofdvijand door fpecifique middelen tc keer gaat. Men kan geene te groote zorgvuldigheid gebruiken in de behandeling der verzweeringen., (*) Zie: Ma Hafnenf. Arm. 1671. & ló-a, Obftrv. 76. M  © 178 & gen, 'er is geene manier, die al te veel vermogende is. Dit toeval geeft het hoogfte toppunt van een zeer groot bederf te kennen. Men zal hier van overtuigd zijn , zo men weet, dat deeze verzweeringen niet zijn te weeg gebragt door het bederf van het bloed, maar door het gebrek in de Lympha en in de Zenuw-lappen. Buiten twijfel heeft men Boeriiaave kwalijk begrepen, wanneer men hem doed zeggen, dat niet altoos de Venus-ziekte plaats heeft, offchoon eene verzweering van dien aart aanwezig is. Indien dezelve oppervlakkig en open is door eene onmiddelijke aanraking van het Fenus-fmet, is zij buiten twijfel niet anders dan een plaatzelijk toeval; maar indien dezelve te voorfchijn komt op deelen, die verre afgelegen zijn van de zitplaats der befmetting , indien zij op andere toevallen , of met de tijd volgt, is dezelve ontwijfelbaar een teken van eene ingewortelde Venus-ziekte , en in dezer voege hebbe ik altoos dien grooten Man begrepen. De Kwijling is geen gefchikt middel in de verzweeringen van de keel, en van het verhemelte ; offchoon zij de allerhardnekkigfte van alle zijn : Het werktuigkundige deezer gedwongene ontlasting doed 'er de reden zeer gemakiijk van begrijpen. In verzwceringen van eenen anderen foort is deze manier buiten twijfel de zekerfte van alle. • J.IX.  & 179 & $. IX. Van de behandeling der Puisten.' De Puisten, die eene der opvolgende toevallen zijn , die het minst gevaarlijk zijn , wijken zeer gemaklijk voor de geneesmiddelen ; de baden zijn , onder de uitwendige middelen , de meest vermogende , en door kwijling, word dc genezing kragtdadig en volkomen volbragt. Dc Waslchingen met water, waar in de Sublimaat ontbonden is, kunnen geplaatst worden onder het getal dier plaatzelijke middelen , die het meest in gebruik zijn. §. X. Van de behandeling der Huid-Vlekken* De voorzegging der Huid-Vlekken verfchilt niet van die der puisten ; en de baden, en de kwijling zijn ook' hier die middelen ter genezing , waar aan ik den voorrang geeve. Water, aangezet door het Acetum Lithargyrii, of met Mercuriaal-water , is een voortreffelijk middel, om de vlekken van de eerfte foort meede te wasfehen. In derzelver behandeling , voege ik ook bij den kwik het geneesmiddel , waar van ik gebruik maak in de Hairworm, en waar over ik de volgende §. zal fpreeken. M 2 $.XI.  & 180 $ §. XI. Fii?2 de behandeling der Hair-worm. De voorzegging van dit gebrek moet ingerigt zijn naar maate der moeilijkheid , welke deze z'ekte aan den Geneesheer vertoont, die dezelve onderneemt. Tot hier toe heeft men bijna niets anders dan den kwik gebruikt ter behandeling der Hair-worm, zo voor die uit Venus-ziekte ontftaat, als voor die uit andere oorzaaken is voortgefproten, en men heeft gezegt , dat dezelve ongeneeslijk is. Men heeft nog beter gezegt, namelijk dat het gevaarlijk is , dezelve tc geneezen. Men heeft, tot verfchooning , ingebragt, de vrees van eene ziektenftoffe tc rug te drijven , die eene ontlasting vind door de pori van de huid. Maar ware het niet beter, openhartig en ter goeder trouw zijn onvermogen te belijden , dan de lijders tc misleiden door den uiteriijken fchijn eener valfchen Theorie ? 'Er zijn geene ziektens, tegen welke de alvoorziende Natuur geene geneesmiddelen gefchapen heeft. Door een ingefchapen gevoel en kennis weeten de redenlooze dieren dezelve te vinden en te onderfcheiden. De kundigheden , welke wij in de zamenleving met infpanning onzer vermogens verkrijgen, doen dat gefchenk ter onzer behoudenis, in ons uitdooven. Hebben wij geene onmiddelijke en natuurlijke wegen ter ontlasting , door welke wij de overtollige of bedorvene fappen kunnen I £ af-  @ 181 © afleiden ? Is het niet mogelijk deeze fappen te verbeteren , hoedanig.zij ook zijn mogen, en welke ook de oorzaak van derzelver ontaarting zijn mag, wanneer zij maar niet tot dat toppunt gekomen zijn , dan alle de overige daar door bedorven zijn? Maar offchoon de natuur zig bcvlijtigd om de waarheid aan de zijde onzer dwalingen tc ftellen, fcheppen wij egter vermaak om dezelve te behouden , en wij maaken ons halftarrig om die waarheid te verzaaken. De menfeh moet, zegt men , door eenige ziektens fterven, en 'er zijn ongeneezelijke ziektens. Valfch grondbeginzel, Schandvlek \Toor de Geneesheeren. De menfeh is niet gefchapen voor de ziektens , zijn levenslamp moet uitgaan zonder lijden, op dat ogenblik, wanneer de natuur de drijfveeren van het leven heeft verlamd en verlieten , cn dat zij, die weinige ftoffe, waaruit hij beftaat, fchikt tot een ander einde. De wilde menfeh is zeer zeldzaam aan eenige andere , dan alleen aan uitwendige heelkundige gebreken onderhevig , en altoos vind hij het heilzaam kruid, 't welk zijne wonden moet genezen nabij zig ; ö gij! gij , die u zelve befchaafde, ftaatkundige en geleerde mannen noemt, die dc vrijheid , dc zeden, het aanwezen en het leven van den menfeh aan uwe zamenftclzels hebt onderworpen gemaakt, de kwaaien, die dag aan dag eikanderen opvolgen , om hem te pijnigen , zijn door u voortgebragt ; vrees derzelver uitwerkzelen , opent de oogen en zoekt in het fpoor der Natuur het geneesmiddel voor uM 3 we  & i8ï © we dwaalingen. Zij had dezelve voorzien, Zij zal ze hcrftellen. De Natuur is niet onvermogende ; maar enze blinde vermetelheid wijt dc gebreken aan de Godheid zelfs. Wij redentwisten , wij fchreeuwen én wij loopen van de eene dwaaling in de andere , en wij doen niet een eenigen ftap , dan om ons hoe langs hoe meer van de waarheid te verwijderen. De proefkundige geneeskunde, Medicina Empyrica , die in het blinde taste , die de geneesmiddelen beproefde , die zonder morren , zig bij die middelen hield , die aan dezelve wel gelukte , was duizendmaalen te verkiezen boven die redenkundige Geneeskunde, Medicina Rationalis, die alles wil tocfchrijven aan die verwaande drift van eigene vinding , die voorwend de ondervinding aan haare barbaarfch fchooltaal te onderwerpen, en de natuur door fpitsvindigheden te ontdekken. Onder het fchoolftof liggen onderftellingen zonder tal bedekt en niet een eenige waarheid. Dat geen, 't welk ons wel gelukt , hebben wij van onze voorvaderen behouden, gelukkiger waren wij , indien wij dezelve niet mismaakt hadden. De werken van Hippocrates zullen altoos het hoofdpunt zijn om ons weder te vereenigen. De ontdekkingen , zedert dezen Vader der Geneeskunde, bepaalen zig tot den kwik ter geneezing der Venüs-ziektens , tot de Tartarus Emeticits, de Jpecacuanha en de Kina ,• en ook eene groote helft van onze Planeet kende dc kragten van deze twee middelen uit • het groeiend Rijk, zedert de oudfte tijden. Wij heb-  © 183 © hebben niet anders te doen dan de volkeren van America naar te volgen, en onze kennis bepaald zig aan het geluk van het gepast gebruik onder een verfchillende lugtftreek. 'Er blijft derhalven voor ons niet overig dan de Tartarus Stibiatus vel Emeticus, waar op de konst zig mag beroemen, met te gelijkeene onkundigheid cn hardnekkigheid te beweenen, waar door- dezelve over de honderd jaaren uit de practijk is verbannen geweest. De Inenting is buiten twijfel eene ontdekking en uitvinding , die onwaardeerbaar is voor het menfehdom ; dog de tijd van deszelfs vergooding is nog niet gekomen. Laat ons de nijd en afgunst laaten zieltogen , de tijd zal 'er over zcgepraalen, de waarheid alleen is onveranderlijk. Men neemt met grooten drift alleen zulke nieuwigheden aan, die de menfehen vermoorden , en die zo veele flagtoffers opofferen, als men onderneemt om dezelve 'er aan te beproeven. De buitenfporigc dwaasheid om zig weder jong te doen worden, deed geloof geeven aan de overbrenging van het bloed, (transfufio fanguinis), terwijl intusfehen eene vermaarde flooge School (*), die door eene groote Natie met aanzien en vertrouwen befchouwt word, geweigerd heeft om uit* fpraak te doen over de dagclijkfche onder-" vinding van het goed gevolg der Inenting; terwijl zij zig met bitterheid verzet heeft tegen (*) Zie ce aantekening op pag. 12R, alwaar ik heb gtiproken van de Misflagew der Satfulteit van Parijs. M4  e 184 © gen de brarblijkeljjkheid van den omloop van het bloed , - welke nogthans de goede Hippocrates (**) reeds gewecten heeft, en die naderhand door een groot Ontleedkundige weder ontdekt is , als een nieuw Phcsnomenon of vcrfchijnzel, naar zo veele eeuwen der duisterheid. Geleerde Mannen! Laatdunkende Schoolgeleerden!' opent het boek der Natuur , uwe hoogmoed zal verdwijnen en gij zult zuchten over uwe onkunde. Van verre de voetftappen dezer opperfte Wcrkmeestresfe langzaam volgende , ben ik zo verre gekomen , dat ik een geneesmiddel gevonden hebbe, waardoor de Hairworm in haare zitplaats, in de {lijmerige ftoffe van de huid word aangetast. Ik laat aan de ondervinding; maar voor al aan de nakomelingfchap over, om te oordeelen en te beflksfen , of hetzelve een fpecificq middel zij: Het Antimonium, dit half-metaal, van zo veel waarde voor het leven der menfehen , en nog maar zo luttel bekend , levert de ftoffe uit voor mijne bereiding tegen dit huid-gebrek. Ziehier, in in weinige woorden deszelfs gefchiedverhaal. Zonder eenige wettigen eifch te maaken op de Uitvindingen van het zelve , begeer ik niet anders, dan 't geen mij toekomt. Het denkbeeld daar van is van een ander, maar de arbeid is van mij. Len oud Heelmeester van den Prins van Wir- (**) Zie Hifpocratis Opera; de Rfgimine fi"e de Vt(ttis ratiane, §. 41. de Flatibus, §.'21. de Alimtn* Iq , §. 4. & de Locis in homine, §, 6,.  & i85 B Wirtembcrg , Jacquet genaamd , bragt in het jaar 1765 te Parijs eene bereiding van zijne vinding of van die van een ander, 't welk hij aan de Faculteit der Geneeskunde aanbood, om deszelfs goedkeuring te verkrijgen. Het was de Regnlus Antimonii, van alle zijne zwaveldeelen ontbloot door tusfehenkomst van het ftaal. Men moet dezelve niet verwarren met den Regulus Antimonii Martialis, die in alle Apotheeken bekend is. De bereiding is geheel daar van verfchillende , gelijk ook het Refultat of de uitkomst. Hem wierden Commiffariffm gegeven. Hij herhaalde zijne bereidingen in hunne tegenwoordigheid , en zij deeden opentlijke cn bijzondere proefnemingen met het zelve. Zij gelukten alle wel , en de uitvinder verkreeg eenpaarig de voorfpraaken en toeftemmingen, welke hij verzogt. Dit geneesmiddel is weinig geroemd geweest , vermits Jacquet, overtuigd van deszelfs vermogen, meende geene aanprijzingen voor het zelve te moeten koopen. Het is weinig bekend geweest, vermits Jacquet, naa eenige gelukkige gevolgen , traag is geworden, en zig zelfs vergeten heeft. _ Dit geneesmiddel, waar van ik de uitwerkingen onder mijne oogen had zien herhaalen, wekte mijne nieuwsgierigheid op. Ik kende deszelfs bafis , de bereiding alleen was een geheim, 't welk dc uitvinder voor zig behouden had. Ik kogt van zijne pillen , cn het Antimonium crudum, en ik beftreeke hetzelve met zwavel. Naar zeer veele moeite, zamenmengingen en frncltingen , geloofde ik M 5 ' het-  © 186 $ hetzelve gevonden te hebben. Ik bedroog mi] ook niet , mijne onzekerheid wierd bepaald door twee Geneesheeren , getuigen mijner onderneemingén j en die , zulks- ook geweest waren van die van Jaquet. Hij verraadde deszelfs vertrouwen niet, hij ocffende de gegeneeskunde niet meer, en mijne arbeid verkreeg voor mij de regten yan deszelfs bewerking , wij beiden hadden hetzelve uitgevonden. Ik deelde mijne ontdekking mede aan een Minister, een begunstiger der wetenfehappen, en een vriend der Geleerden, die mij verbond om hetzelve opentlijk bekend te maaken met verlof van het Gouvernement. Ik bereidde mij daar toe y wanneer deeze vermaarde cn deugdzaamc Man uit het Ministerie ging. Hierdoor wierd mijn werk opgefchort, en zedert hebben mijne reizen en de wankelbaars ftaat mijner gezondheid mij belet hetzelve wederom op te vatten. Ik hoope hetzelve te eeniger tijd te voleindigen. Maar wanneer, weet ik niet. Stervelingen , gelijk wij zijn, wij hebben niets, dat zeker is, dan het oogenbii'k waar in wij fpreeken , en nog hebben de zwartgallige Philofophen 'er ons de aangegenaamheid van willen ontneemen ! Bij het gebruik der Antimoniaale Pillen, voege ik ook die met de kwik, en ik verwek daardoor de kwijling, indien de oorzaak der Hairworm in eene ftoffe uit Venus- ziekte gelegen is. Jacquet heeft zig altoos alleen verlaten op het vermogen van zijn Jrcanum, het zij dat de Hairworm uit Venus-ziekte ontftaan was, het zij niet; maai- minder op het* -. • ■ zelve  & 187 & zelve vertrouwende dan hij, niet tegenftaande het groot getal der goede uitwerkzelen, welke ik daarvan gezien hebbe, en niet tegenftaande ik wel geloove , dat dezelve de geneezing zouden kunnen te weeg brengen, zonder een bijgevoegd hulpmiddel, wapene ik mijne beide handen , om eenen zodanigen vijand als het Venus-fmet is , te beftrijden, vooral wanneer hetzelve zig met andere geJ breken vermengd, of andere gedaantens aanneemt. Ik weet, het is waar , dat bijna alle de gebreken der Hairworm uit Venus - ziekte ontftaande, weerftand bieden aan den kwik; maar ik weet ook , dat door de kwik 'er zommige zijn geneezen geworden. Zo groot een ver* _ fchil in de wijze van werking van een en het' zelve middel, zo groot een onderfcheid in de geftcldhedcn der lichaamen , hebben mij weerhouden om aan eene fpecifique kragt geloof te geven zonder eenige bepaalingen. De baden doen eene onmiddelijke werking op de huid , cn ik ontfla 'er hierom mijne lijders niet van , dan in omftandigheden , 'die dezelve onmogelijk maaken. Ik laat mijnen lijder , eiken ogtend een glas drinken met vier oneen van het uitgeperst gezuiverd fap van Kervel, Waterkers, Aardrood (fumaria), Lepelblad, en Becdbunga. Men beftrijkt de Hairworm met een appelzalf uit Varkensreuzel, met witte Précipitaat. . Dog zo dezelve weinig ongemak veroorzaakt, en indien dezelve niet is op zigtbaare plaatzen , laat ik de herftelling der huid alleen op de inwendige middelen aankomen. Te-  Tegen de Hair - of Dou - worm , welke, met geene andere gebreken vermengd is, gebruik ik alleenlijk de Antimoniaale Pillen, en het uitgeperfte fap der bovengemelde planten. Omtrent alle tien dagen gecve ik een buikzuiverend middel. §. XIL Van de behandeling der Schurft. Hoe meer de fchurft weerftaan heeft tegen onderfchcide manieren van behandeling, hoe hardnekkiger dezelve word : alsdan zijn de baden , de mercuriaale wrijvingen , en de kwijling het allerzekerfte middel ter geneezing- Maar zo het den lijder onmogelijk is, om zig aan deeze manier te onderwerpen , dan is men genoodzaakt om zig te houden aan een gelukkig gebruik der inwendige middelen, en men moet zig dan wrijven met een zalf, bereid uit de Varkensreuzel, de Bloem van zwavel, de Witte Précipitaat, het Ammoniac-zout, met de helft van het UnguentumMercuriale. Alle agt dagen geeft men een buikzuiverend middel. Het Arfenicaal-water matig llerk gemaakt zoude de plaats van de zalf kunnen vervullen, indien de lijder niet genegen was om zig van dezelve tc bedienen; men wafcht met hetzelve de fchurftagtige plaatzen met een fpons. $.xm.  ê) 189 B §. XIII. Van ie behandeling der Caries, of het Bederf der Beenderen. Nooit kan de voorzegging van het Bederf der Beenderen, gunftig zijn , offchoon ik'er gezien hebben , die zeer diep waren , ja zelfs eene Spina Ventofa uit Venus-ziekte ontftaan, j die zig affcheide en geneezen wierd, zonder hulp der Heelkunde, en alleen door het gebruik der mercuriaale wrijvingen , gevolgd van de kwijling. Ik koom de natuur te hulp, door de Caries met een getemperd Mercuriaal- water aan te raken, en ik verbinde dezelve met een Digeftif , zamengcfteld uit de olie van Catnpher, de olie van eïjeren , en de Terpentijn , vermengd met de helft van den gewoone Digeftif Indien het verhemelte door beenbederf is aangedaan , moet men alleen het CauUriuni of Brandijzer gebruiken. De voortgangen der verrotting te fluiten, is alles, wat men doen kan. De wederaangroejing van het been is eene onmogelijke zaak. Indien de wanorder en de opening daar door veroorzaakt aanmerkelijk is, dan is de lijder genoodzaakt, om den doorgang der vogten uit den mond door de neus te fluiten en toe te floppen, of met Catoen te vullen. Veele Heelmeesters openen dikwils, door eene wraakbaare voorbaarighcid, de onpijnlijke gezwellen der Spina Ventofa voor den tijd, ontftcken de wonde, en maken dus een zwaar gebrek van een toeval, 't welk mogelijk  0 19° © gelijk zonder moeite zoude geweeken zijn. Naar dat ik wel verzekert ben van den aart van het gezwel, en naar dat ik de uitwendige middelen beproefd hebbe, op dat het gezwel zig van zelfs opene , maake ik eene kriiiswijzc infnijding , en ik vertrouwe voorts de geneezing aan mijn Digeftif, en vooral aan de mercuriaale middelen. De Spinofa Ventofa is zelden haaren oorfprong verfchuldigd aan Venus-ziekte zonder vermenging van andere gebreken. Het gebeurd maar al te dikwils , dat het fmet der Kliergezwellen (Virus Scrophulofum) bij dezelve plaats heeft, en het welke in de ongelukkige kinderen , het wangedrag hunner ouderen te kennen geeft. De Geneeskunde heeft wel hetfpecificq middel, tegen het Malum fyphilliticum, tegen de Venus-ziekte uitgevonden, maar nog zoeken zij naar dat der Kliergezwellen , en naar maate der vorderingen, welke zij daarinne maakt, zal zij waarfchijnlijk , nog een langen tijd zoeken. Eertijds hield men voor zeker, dat de Koningen van Vrankrijk en van Engeland , de onkunde der Geneesheeren, als door een wonderwerk, vergoedende , dezelve genaazen alleen door aanraaking. Zomtijds raaken zij dezelve ook nog aan , maar zij brengen daar door geene geneezing meer te weeg, buiten twijfel is de Hemel vermoeid geworden door onze ongelovigheid. Het zijn buiten twijfel zulke Geneesheeren geweest , welke, om de fchande hunner verlegenheid te bedekken, de menfehen hebben wijs gemaakt , dat dc Heilige Lodewijk, of de goede Eduard de Beleidcr, de Klier- ge-  & I9i © gezwellen konden geneezen door dezelve aan 1 te raken , en het bijgeloof heeft dit middel gretig aangenomen. Dezelve onkunde en onbekwaamheid is oorzaak geweest , dat men toevlugt genomen heeft tot den Heiligen Hubert voor de Hondsdolheid; tot den Heiligen Guignolet tegen de onbekwaamheid ter voortteeling, (*) en tot meer andere Heiligen voor zulke ziektens, welke men voor ongeneeslijk hield. De menfeh, naar dat hij al de kunst van zijnen evenI menfeh heeft uitgeput,, neemt zijn toevlugt tot den Hemel, om verligting zijner kwaa* len te zoeken ; maar om tot den Hemel te ïprecicen , vervoegd hij zig bij de menfehen, en die menfehen verfchalken hem nog. S- XIV. Van de Behandeling der Beens-ititwasfchen , der Knoop-en Gom-gezwellen. Deeze toevallen zijn altoos van een twijfelagtigc uitkomft, op hoedanig eene geregelde wijze dezelve ook mogen behandeld worden Men ziet dat dezelve weêrftand bieden aan de" geneesmiddelen, zonder dat men dit heeft kunnen voorzien, en zonder dat men 'er eenige andere reden van kan geeven, dan den aart, • (*) De goede mannen brengen haare vrouwen , om eene Negendaagfc/pe Devotie -te volbrengen bij deeze Heilige , die in Neder-Bretagne begraven lig'c. Zijn Autaar word bediend door Francifcaaner Mtmuikktn. die bijna nooit raisfen het mirakel te be wei ken.  aart, den ouderdom en de plaatzing van het gezwel. Nogthanskan het gebrek, waardoor hetzelve is voortgebragt, in den grond geneezen worden, zonder dat het been , waarop de Exoftofis geplaatst is , volkomen daar van bevrijd is. Maar hec is een plaatzelijk ongemak, 't welk men liever moet draagen , dan zig aan de wegneeming van hctzelze onderwerpen , welke altoos gevaarlijk is. Het is niet wel geoorlooft deeze uitwasfehen te openen , dan wanneer door de werking der kwik en der zweetdrijvende middelen men dezelve niet heeft kunnen ontbinden, en dat dc Fluctuatie of beweeging van het in dezelve beflotene vogt kan gevoeld worden. Men maakt alsdan eene infnijding tot in het middenpunt der ftoffe. Zomtijds gebeurd het, dat de etter alleenlijk bevat is in dc zagte deelen, en dat het been met zeer goed vleefch bedekt is, offchoon men veel eer moet verwagten hetzelve gecarïèert te vinden. Een jong cn onbedreven Heelmeester kan zig dikwils bedriegen omtrent de hoedanigheid van het vleefch. Wanneer hetzelve yetagtig en vast is, indien deszelfs aangroeijng geëvenredigd is , zo hetzelve maar weinig gevoelig is , indien hetzelve niet bloed , indien dc koleur van hetzelve helder rood is , dan is hetzelve gewisfclijk goed gezond vleefch; maar wanneer het been bedekt is met een glad, effen of- fponsagtig vleefch, 't welk zagt en week is, en zig tusfchen elk verband uittermaaten verheven vertoond, wanneer hetzelve al te veel of al te weinig voor pijn vatbaar k, wanneer hetzelve zeer ligt bloed, wanneer het  Cé 193 m het witagtig loodverwig, of van een levendig roode , bruine of zwarte koleur is, is buiten twijfel onder het zelve een beenbederf verborgen. Indien het been gezond is , dan behoort de wonde onder den rang der eenvoudige verzweeringen , en men verbind dezelve tot het einde der behandeling met den gewoonen Digeftif. Indien als een gevolg van zulk een verband , het vleefch fponsagtig , fungeus begint te worden , moet men den Digeftif met een weinig Terpentijn en Précipitaat aanzetten , en voor al moet men het Unguentum Mercuriale daar bij doen. Ik heb mij ook in zulk eene omftandigheid , met zeer veel vrugt bediend, want 'er zijn wonden , die zeer hardnekkig zijn , voor al wanneer de voorwerpen reeds oud zijn, of wanneer derzelver bloed reeds tot een zekeren graad van fcherpheid gekomen is, dan heb ik, zeg ik , mij bediend, van den Balfem vanftaal, die gemaakt word van het vijlfel van ftaal, ontbonden in den Spiritus Nitri en vermengd met die van Terpentijn. Door dezelve word het vleefch verbetert, en wanneer hetzelve in dien ftaat is gebragt, welke men begeert, dan vermengd men dezelve met het oleum Hyperici, of met den olie van Terpentijn; ook bedwingd men eindelijk het vleefch met den Lapis infernalis tot de volkomene heeling toe, wanneer hetzelve zig fteeds boven. de gelijke oppervlakte der huid wil verheffen. Offchoon de beenderen aangeftoken zijn, is nogthans de Digeftif'met den Terpentijn vermengd , of met den Balfem van ftaal dikwils N vol-  $ 194 © Voldoende, om de exfoliatie of de affchilfering van het been te bevorderen. Het Cauterium aftuale, offchoon hetzelve veel in gebruik, en voor de geneezing van het been-bederf een zeer gefchikt middel is, moet egter niet gebruikt worden , dan naar dat de eenvoudige middelen reeds beproeft zijn, om de groote voorzorg en omzigtigheid, welke de konstoeffenaar moet in acht neemen , om het zelve zonder gevaar in 't werk te ftellen. Eene onbedrevene hand kan hetzelve of vrugteloos of fchadelijk maaken. Wilde ik mij in eene befchrijving van deze pijnlijke Operatie inlaaten, dan zoude ik van eene korte befchrijving der Venus-ziekten , eene verhandeling van de heelkundige bewerkingen maaken, en dit zoude alhier des te minder te pasfe komen, daar het zeer zeldzaam is , dat de lijders , naar eene geregelde behandeling verpligt zijn , zig aan dezelve te onderwerpen. Indien zulke ongelukkige gevallen zomtijds gebeuren , moet men met dezelve de groote menigte van zulke waarneemingen vermeerderen , die veel eer gemaakt zijn om de agting dier Heelmeesters te vestigen, welke dezelve befchrijven, dan dat zij tot leering van den Leezer ftrekken , die nooit diergelijke ontmoet. Onder het groot aantal lijders, die onder mijne handen geweest zijn , hebbe ik wel zommige Exoftofes gezien, waar van op het been eenige uitpuilingen of knobbels overbleven» zonder dat dezelve egter in het vervolg, grooter wierden, of dat de lijders daar door benig ongemak leden ; maar nooit heb ik mij in die zo  Ö 195 B zo onaangenaame noodzaaklijkheid gébragt gezien, om mijne lijders zulk eene fmertelijke operatie te doen ondergaan. ' Wanneer de Exojiofes hardnekkig zijn en vveêrftand blijven bieden , laat ik op dezelve plaatzelijke wrijvingen doen , of ik leg op dezelve Spaanfche vlieg-pleifiers. De kwijling voltooit alles , om alle de vogten derzelver vrije omloop weder te geeven. De zweet verwekkende middelen voorzigtiglijk met dezelve vcreenigd , of naa de uitwerking der kwik gegeeven, doen den lijderen ook zeer grooten dienst. §. XV. Van de behandeling der Anchylofis, of Gewrigts-verftijving. Van alle de ziektens der Beenderen, is de Anchylofis de allerzorglijkfte en het minst herftelbaar. De lijders verwaarloozen dezelve bijna altoos, wanneer het nog tijd zoude zijn, om de gevolgen te voorkomen; namelijk in den beginne. Zij fchrijven de beginnende verzwakking aan eene koude of zinkings-ftoffe toe , zij geloven niet, dat dezelve door Venus-ziekte kan veroorzaakt worden ; en dikwils gebeurt het, dat door de te vooren ge^ bruikte , dog al te ligtvaardig ingenomene geneesmiddelen, hunne zorgeloosheid nog vermeerdert word. De Schrijvers hebben deze ziekte der gewrigten in zeeven foorten verdeeld, naar dat Zij dezelve hebben onderfcheiden in eene waa« Na ra  re en valfche. Maar in de Venus-ziekte, erkend men doorgaands niet dan de Anchykfis furulenta , dat is , die met etterftoffe of verzweering verzeld is , en die, waar bij een Exojlojïs plaats heeft. In de eerstgenoemde, word door de Synovia, het Lidwater, 't .welk bedorven is door de fcherpheid van het Venus-fmet de banden en de kraakbeenderen weggeknaagt, daar door worden verzwecringen in de gewrigten gemaakt, en zeer hevige pijnen veroorzaakt. Indien door de middelen tegen de Venus-ziekten deeze ftoffe niet ontbonden word , moet de Heelmeester derzelver al te lang verblijf voorkómen dpor het gebruik van het Cauterium of Brandijzer. De behandeling der verzweering, wanneer zij reeds open- is , nioet dezelve zijn , als die, waar van wij gefproken hebben in de vorige §. over de Exofiofis. Zomtijds is men verpligt , om gedurende het verband , infpuitingen te doen , om den etter, die zig binnen in de gewrigten ophoud, te verbeteren. Om aan dat oogmerk tc voldoen , verkiest men een afkookzel van de Pcrficaria en de Balfamus. Fioraventi. Door het deel dikwils te* beweégen, word ook de uitdrijving van de etterftoffe uit de wonde niet weinig bevorderd. Schoon deze foort van Anchylofis of gewrigts- verftijying bijna altoos zeer nadeeligc gevolgen heeft , kan egter de Heelmeester, die dezelve behandeld, nog meerder eer behaalen, dan bij dezelve .Anchylofis, welke met de Exofiofis verzeld is. In deeze wordende Epiph.yfes der beenderen verftopt, krijgen knobbels of  @. 197 © of uitwasfehen , derzelver beenige veezelen worden week en zagt, en de konst heeft tot nog toe geene bekwaame middelen uitgevonden om dezelve te geneezen. Naar een naauwkeurig onderzoek van deeze foort van Anchylofis, waar toe wij door eene ontleedkundige befchouwing in ftaat gefteld worden, geloof ik , dat dit gebrek in de daad ongeneeslijk is. Het maakzel, den zamenhang der deelen is vernietigd cn verbroken. 'Er is eene zekere bepaaling , daar de konst , al was zij met alle de geheimen der natuur verrijkt , eger geene uitwerking doen zoude. Dan, namelijk , wanneer het bederf en de verbreking der werktuiglijke deelen den ouderdom vervroegt , en dezelve tot op het punt van eene volkomene fcheiding en ontbinding gebragt heeft. Hoe ongeneeslijk egter deze toeftand zijn mag , moet nogthans de lijder daarom de uitdrijving van het Venus-fmet door gepaste middelen niet verzuimen. Het ergfte , 't welk 'er gebeuren kan, is eene vermindering of een geheel verlies van beweeging ; en zelfs dit verlies veroorzaakt nog den dood niet. Is het nodig , dat ik hier nog bijvoege, dat men deze ziekte op dezelve wijze en met dezelve zorgvuldigheid moet behandelen, als alle andere ziektens der beenderen ? Derzelver overeenkomst, welke dc Lezer zeer gemaklij k zal erkennen, wijst aan, 't geen men doen moet. N 3 §.XVI.  $è 198 B §. XVI. Fan de behandeling der Pijnen. De Pijnen de Fenus - ziekten wijken zeer gemaklijk voor het gebruik der Kwik-middelen ; maar zij komen weder om, zo de behandeling niet volkomen geweest is. De manier door wrijving en daar op gevolgde kwijling is de eenige, waar op men ftaat kan maaken. Het is ook zo gemaklijk niet, om die Pijnen te verdrijven , welke ik te vooren mercuriaale pijnen genoemd hebbe , namelijk die , welke men aan een misbruik der geneesmiddelen verfghuldigd is. Wanneer ik dezelve eerst begon te zien, en te behandelen , fchreef ik de Baden, de Bloedzuiverende middelen , en de Aderlatingen vpor, maar ik zag 'er niet een éénig goed gevolg van. Ik geloofde nogthans , dat ik volgens de aanwijzing , welke derzelver oorzaak mij tc kennen gaf, handelde. Dus uit den top mijner redeneeringen in de duisterheid ter neder geftort, handelde ik langen tijd als blindelings, In vertwijfeling over derzelver oorzaake , gaf ik de pijyifiillende druppelen van Sydenham tot genoegzaame fterke giften , en twecmaalen daags herhaald, cn aftrekzeis van Wond - kruiden , ik deed met de baden aanhouden , en ik genas mijne Lijders in eenen zeer korten tijd. Ik  ® 199 © Ik zoude zeer veel moeite hebben , om voldoende redenen te geeven van deeze behandeling : De Dogmatici zullen niet vergenoegd zijn over het onvoldoende van deeze mijne bekentenis ; maar ik plaatze mij, voor dat oogenblik , onder den Standaart van Serapion van Alexandrim. N 4 DER-  D E R D E AFDEE L I N G. Van de Ziektens der Pisbuis en van den Balzak. Onder dit Hoofdftuk zullen wij alle dc gebreken van de Puisbuis en van den Balzak plaatzen. Zij zijn veele in getal, zij worden het meest verwaarloost, het minst behandeld , en zij zijn de aller gevaarlij kfte. Een ieder waant ' zig in ftaat te zijn, om eene Gonorrhcea te behandelen, niemand heeft'er vrees voor, en veeJen fterven van de gevolgen van dezelve, naa dat zij jaaren hebben doorgebragt, en ongelukkig voortgefleept met hartzeer en pijn. Men kan de Gonorrhcsa bcfchouwen even als de verkoudheid, welke de Franfchen tot de moeë gebragt hebben, en die de helft der menfehen doet omkomen , door alle die Borstzicktens , welke door de ligtvaardigheid en onagtzaamheid veroorzaakt worden, Een Prins, (*) zo jong , als ongelukkig, is onder de handen eener talrijke Faculteit, tot groote verwondering der losbandige jeugd, aan de gevolgen eener Gonorrhcea geftorven. Dezelve ziekte heeft het vermogen ter voortteeling benomen aan eenen anderen Noord, fchen (*) Namelijk de Prins de Lambalte, Zoon van den Hertog des Pentkievres; Hij ftierf aan eene Gcnorrhaa, diezig in den Balzak verplaatst had.  @ 20I $ fthen Prins. Deeze voorbeelden zijn des te meer treffende , daar zij in onze dagen gebeurt zijn. Ik wil de asfche van Franciscus den eerften niet omroeren. Hoe veele worden 'er niet gevonden, die niet vreezen zig in het Huwlijk te begeeven met een aanhoudende, hebbelijk gewordene Gonorrhcea , of met eene Zaadvloed , waar door het zaad ter bevrugting bij hun is vernietigd , en de vermogens ter voortteeling uitgeput ? Naa de vertroosting , welke deze ongelukkige van onkundige Kwakzalvers verkregen hebben , die, na dat zij hun niet hebben kunnen geneezen, hun in eene rampzalige zorgeloosheid hebben onderhouden, brengen zij het onvermogen, de afkeerigheid, de fchande en de fmaad hunner jeugd op het Huwlijksbed, te gelijk met de oorzaak van alle die wanorders , welke daar van de gevolgen zijn moeten. Ik zal mij over de behandeling dezer onderfcheidene gebreken naauwkeurig inlaten, want ik kan mijne lijders niet te veel op hunne hoede doen zijn , nog ook hun , die dezelve behandelen , te veel onderrigtcn. Ik weet, dat 'er gevonden worden , die ftout genoeg zijn, om voor te geven , dat zij alle foorten van Govorrhce, of Smeerkliertjes , welke altoos in eene meerdere of mindere hoeveelheid, eene witte en dikke ftoffe ontlasten , en die eene fterke reuk heeft. Men moet deze ontlasting , die door de natuur bereid word, niet verwarren, met den vloed eener Gonorrhcea. Deeze laatfte is altoos veel fterker en dunner, en van eene eenigzints geele, zomtijds groene koleur, ook verfchild de reuk. Deze foort van Gonorhcea kan geen toeval van Venus-ziekte zijn , dezelve word veroorzaakt door het gebrek der Hairworm door eene metaftafis of vcrplaatzing der ftoffe. Dit heb ik gezien. Een Jongeling, bij wien zig een dergelijke vloed openbaarde met de jaaren der Huwbaarheid, wierd door zijne ouders bij mij gebragt, die zeer bekommerd waren over de oorzaak van dit gebrek. Hij had reeds driemaalen vrugteloos dc kuur tegen de Venus-ziekte ondergaan. Dc vloed verdween wel, dog kwam naa eenige maanden wederom. Ik verzekerde hun wegens eene goede uitkomst, ik taste het dwalend gebrek aan, en wel haast verdween de vloed, tegelijk met de oorzaak , die dezelve had doen aanhouden. Ik zal van deze Gonorrhaa * die zeer alge-  & 233 & gemeen is, meer in 't bijzonder fpreeken in de volgende afdeeling. De Glandulce Sebacece, of Smeerkliertjes zijn bij zommige voorwerpen zigtbaar, en bij andere kunnen zij met het oog niet ontdekt worden. Zomtijds gebeurd het, dat derzelver opening , naar dat zij in eenen langen tijd niet gezien zijn, zig vertoond , en deze verfchijning verwekt niet weinig bekommering bij dezulke , die daar |door. voor eene wederkomst der gevolgen hunner gevaarlijke en onbezonne wellusten vreezen. Zij zijn gelijk aan de kopjes van kleine fpelden , en maaken eenen korlagtigen rand aan den wortel van het hoofd der roede. Een Leerling der Heelkunde , die mij verzekerde , dat hij reeds zedert zeven jaaren de fchoole der ontleedkunde had bijgewoont, kwam mij voor eenigen tijd raadplegen. Hij was hoopeloos van zig zedert drie maanden niet tc kunnen geneezen van iets, 't welk hij Vratten noemde, met dezelve dagelijks met het aqua Divina Fernelii tc beftrijken. Na dat ik te vergceffch naar het gebrek gezogt had, ontdekte ik , dat het de Glandulce Sebaceceoï Smeerkliertjes waren, die verheven waren. Mijne raad was , dat hij in het toekomend de lesfen zijner Hoogleeraaren beter zoude in agt neemen. Ik heb gezien, dat greetige Heelmeesters in dergelijke omftandigheden van dc ligtgclovighcid hunner raadvragers misbruik maakten , en hun voordeel deeden met derzelver bekommering. Indien de uitwendige Gonorrhaa met ontfteking verzeld is, kan 'er eene Phymofis op volP 5 ge«a  & 234 © gen» en dan moet men, tusfchen de voorhuid en het hoofd der Roede infpuitingen doen met een aftrekzei van Vlier-bloemen. Dit zelfde water kan ook dienen tot wasfehingen, als het hoofd der roede ontbloot is. De onderyindig heeft mij geleert, dat het beter is, de klieren zig eenigen tijd te laaten ontlasten, gelijk ik dit ook in andere Gonorrhcea heb waargenoomen. De terug drijvende middelen werken met zeer veel kragt op deze Gonorhaa; maar het gebeurt zeer dikwils , dat daar door eene verplaatzing der ftoffe gefchied, en dat van eene uitwendige., eene inwendige vloed ontftaat. De lijder wint daar niets bij. Het is derhalven veel voorzigtiger , om in de behandeling, de tijdperken der Ontfteking, zo dezelve plaats heeft, der zuivering en der opdroging in agt te neemen , even gelijk in de andere foorten van Gonorrhcea. Ook gebruike ik in deze dezelve geneesmiddelen. Van de Gonorrhaa Dartrofa, of den door de Hairworm veroorzaakte Druiper. Niet een eenig Schrijver heeft tot nog toe gelooft, dat door de Hairworm , ; den vloed eener Gonorrhaa konde voortgebragt worden, of ten minften niemand heeft het gezegd. Nogthans is dit geval niet zeldzaam , en vertoond dagelijks verfchillende verfchijnzelcn , die, zonder dat men 'er eenig onderzoek naar heeft gedaan, of eenige reden van gegecven, door  door de Franfchen gebragt zijn tot de hebbelijke Gonorrhcea, door de Engelfchen tot het gebrek, 't welk zij Gleet noemen , en door de Hollanders tot den Zaadvloed. Ik heb een Pruikmakcr gezien, die een Gonorrhcea van deze foort had, die alle jaar met het begin der Lente hem weder aantaste, en veertien dagen bleef vloeijen. Ik heb ook een Koetfier gezien met een dergelijke vloed, die drie dagen duurde telken reize , als hij zig aan de vermaaklijkheden der wellust had overgegeeven. Ik heb zodanige Gonorrhcea te voorfchijn zien komen tot groote verbaastheid dier Perfoonen , welke zig nimmer eene onreine bijflaap te verwijten hadden. : Ik heb een man van zeventig jaaren gezien, die nooit iets aan het werk der voorteeling gedaan had, cn egter deze vloed der Hairworm had. Ik zoude een geheel boekdeel kunnen fchrijven, van alle dc zonderlinge waarncemingen , welke het gebrek der hairworm mij in deszelfs omdwalingen vertoont heeft. Buiten twijfel zijn het deze foorten van ontlastingen, welke de Schrijvers vergelceken hebben bij den witten vloed, en welke zij bevolen hebben niet te behandelen , dan met alle die voorzorg en omzigtigheden, welke men moet in agt neemen , omtrent die afleidingen, welke de Natuur zig op verfchillende plaatzen van het lichaam verzorgt, .vermits zij dezelve niet wisten te onderkennen, nog te geneezen. Deze vloed of ontlasting ontftaat uit de Profiata ; dit is eene zaak , die blijkbaar is uit de tekenen, welke dezelve gemeen heeft, met de eenvoudige en de hebbelijke Gonorrhcea'  © 236 ® rliact. Maar hoe komt het tog , dat het gebrek der Hairworm zig plaatst op deze klier ? Buiten twijfel even gelijk hetzelve zig nederzet , op alle de uit - en inwendige deelen van het lichaam , welke het behaagd te doorloopen. Men doed zeer wel, met de oorzaaken dezer verfchijnzclen na tc fpeuren ; maar nog beter is het, 'er een geneesmiddel tegen te gebruiken. Ik geloof hetzelve gevonden te hebben , en men zal 'er over kunnen oordeelen met dat geen te beoeffenen , 't welk men moet herleezen in die afdccling , alwaar ik van de Behandeling der Hairworm gefproken hebbe. Maar men moet van die geneeswijze alles afhouden , wat tot de kwijling behoort, ook van de kwijling zelve. Dezelve zoude alhier geheel onnut zijn. Voor het meest, kan men bij het geneesmiddel, de Pillen voegen , welke ik voor de eenvoudige Gonorrhcea hebbe aangeweezen, en men doed infpuitingen met een water, waar onder een weinig Saccharum Satumi. Eer ik hier van eindige, is het nodig, dat ik nog een enkel woord zegge van dc wijze, om deze foort van Gonorrhcea wel te kennen, cn dezelve wel te onderfcheiden van de anderen , met welke zij zo langen tijd is verward gebleven. Duizende menfehen zijn 'er, die met Hairworm behebt zijn, zonder dat zij 'er aan twijfelen. Nog meer zijn 'er , die zig onbezonnen aan de vermaaklijkheden der wellust overgceven , en geloven, dat het natuurlijk zij om aan dezelve toe te fchrijvcn het ongemak, 51 welk  © 237 ® 't welk zij gewaar worden, vermits men hun nooit tc vooren gezegt heeft, dat de vloed eener Gonorrhcea van eene ganfeh andere oorzaak kan ontftaan. Het is zelfs mogelijk, dat eene Hairworm nooit deszelfs kentekenen uitwendig heeft vertoond , dat deszelfs zaad zig nog niet ontwikkeld heeft, en dat de Proftata de eerfte plaats is , die door dezelve word aangetast. Alsdan moet men den lijder ondervragen naar den toeftand der huid van zijne Voorouders, en Van haar, wien hij gezogen heeft. In het algemeen , wanneer iemand raadvraagd wegens eene hebbelijke Gonorrhcea, die aanmerkelijke bijzonderheden vertoond, of die hardnekkig blijft tegen onderfcheidene behandelingen, als dan moet men het gebrek der Hair-of Douworm vermoeden, en naar hetzelve met voorzorg onderzoek doen door alle zodanige vragen, die gegrond zijn op die tekenen, welke zig vertoonen. Zie daar eene nieuwe loopbaan , welke ik geopend heb. Mijne waarneemingen zijn niet anders dan eene eenvoudige opmerking: Het ftaat thans aan de Kunstoeffenaars , om door ondervinding en waarneeming mijne denkbeelden te verbeteren en op te helderen, en dat geen, 't welk ik maar alleenlijk heb aangeweezen, verder uit te breiden. S.VI.  & 238 © §. yr. Van de drooge Gonorrhaa , of die der Ballen. De drooge Gonorrhaa is die , welke het gemeen , een Druiper , die op den Balzak gevallen w,.noemt. De konst leert ons , dat zij eene verplaatzing is van de ftoffe eener Gonorrhaa , op de zaadvaten, of op een of op beide de ballen. Een vermoeijendc arbeid, de losbandigheid, en terug drijvende middelen, zijn 'er de gewoone oorzaaken van. Dikwils ook word dit toeval alleen door eene plaatzelijke of werktuiglij ke zwakheid der deelen te weeg gebragt. 'Er zijn ook zommige perfoonen, die nooit eene Gonorrhaa gehad hebben, waar bij de ftoffe zig niet op de ballen verplaatst heeft. Eene Sarcocéle, of Vleefchbreuk, eene Vari-cocèle , of Zwelling der zaadvaten, ook Aderbreuk, of-Aderfpat genaamd, en alle de onderfchcide gezwellen, waar door de ballen, en derzelver bekleedzelen worden aangetast, kunnen de gevolgen eener Gonorrhaa zijn. Naa de verplaatzing begint de ftoffe der Gonorrhaa veel minder te vloeijen, zomtijds word dezelve geheel opgeftópt. De lijder word altoos van den aanval deezcr ziekte gewaarfchöuwt door drukkende pijn in dc Liesfchen , welke zig langs de zaatvaten tot aan den bal uitftrekt , door eene beurtelingfche wisfeling van koude en hitte, door hoofdpijn en door de koorts. Alle deze voor- loo-  & 239 & loopende tekenen der ontfteking worden zomtijds maar zeer weinig gevoeld. 'Er zijn zelfs menfehen, van zulk een fterk temperament, dat zij zig boven de uitwerkingen van het gebrek verheffen. Nog de lijders , nog die geene , welke zij raadplegen , kunnen zig wegens den aart van dit gebrek bedriegen , wanneer hetzelve nog in het eerfte tijdperk is ; maar ik heb dikwils gezien, dat men zig misleide, wanneer men niets van deszelfs eerfte beginzelen geleden heeft. De lijders verbeelden zig, dat eene fterke pooging of infpanning der kragten de oorzaak van het ongemak is , 't welk zij gewaar worden , en zomtijds gebeurd het, dat derzelver overreding ook den Heelmeester in dat gevoelen brengt, zo hij niet veel ondervinding heeft. Ik heb lijders gezien, die zig bij mij vertoonden met elaftique breukbanden voor eenen verharden bal; en anderen, die zedert veele maanden, in een goed vertrouwen het Emplaftnim Vigonis droegen voor darmbreuken. Indien deze misflagen van gcenkwaad gevolg waren , zoude men zig alleenlijk over zulk eene groote onkunde moeten verwonderen ; maar nu is men verpligt dezelve wel opregtelijk te beklagen. Laat ons met weinige woorden de wijze aantoonen, om zig niet te bedriegen wegens deeze onderfcheidene foorten van kwaaien, die zo wel in derzelver behandeling, als in derzelver grondbeginzelen zeer verre van elkander verlchillen. Bij eene breuk vertoonen de deelen zig zagt, men voeld den darm tusfchen de vingeren voortfehuiven, de mafculi obli-  Miijui of fchuinfche buik-fpieren zijn verwijdert, cn de lieich is van den ring af tot aan den bal toe, opgezwollen zonder pijn of verandering van de koleur. De bal is n&t aangedaan, en men voeld dezelve in het midden van het gezwel. Zomtijds gebeurd het, dat men de breuk kan doen ingaan, als de lijder op den rug legt, met de knien naar boven gehaald. De drooge Gonorrhaa heeft haare zitplaats in dc eigentlijke zelfftandigheid van den bal, die daar door vcrftopt en gezwollen is; de buikfpieren zijn niet van een verwijdert, de zaadvaten zijn in derzelver natuurlijke ftaat, ten minften zo 'er geene ontfteking bij is. Indien dezelve plaats heeft, is de pijn, fchoon zeer hevig , egter geheel onderfcheiden van die, welke door de beklemming eener breuk veroorzaakt word; en de braaking, de Pasfio Iliaca , de hik, een koud zweet en eene fiaauwe traage pols verzeilen altoos cene geklemde breuk. De Refolutio of ontbinding is het eenige middel , 't welk men moet tragten te verkrijgen. De Suppuratio of verettering zoude de geheele vernieling der ballen en de verfterving van den balzak naar zig fleepen , of zoude ten minften ophopingen van etterftoffe en pijpzweeren , waar uit zig zelfs de pis ontlast, kunnen vcroorzaaken. De verharding is niet minder te vreezen. De Sarcocéle of vleefchbrcuk , de Hydrocéle of waterbreuk , en de Carcinoma of het kankergezwel kunnen 'er de gevolgen van zijn. De voorzegging van dit gebrek is zeer moeilijk, en een man van endervinding zal niets aan  & Hi & aan den lijder belooven. Wanneer onmiddeÜjk naar den eerften aanval een gepast mid* del in 't werk gefteld word, zijn twee of drie dagen, doorgaands voldoende , om liet ge* zwel te verdrijven. Maar wanneer men hetzelve in zijne beginzelen , heeft laaten aanwasfehen , kan de uitfiag niet zo fpoedig zijn. Ook is de uitkomst veel langzaamer, wanneer de verharding op de ontfteking gevolgd is. Ik heb gezien , dat bij dit ongelukkig gebrek , om de bekwaamheid van den Heelmeester te beproeven , en het geduld van den lijder te oeffenen , beide deze toevallen haaren rol fpeelden. Zomtijds is de eene bal naauwlijk geflonken , of de ftoffe zet zig neder op den anderen, die wel gefteld was; Deze is zo dra niet geneezen , of de eerfte zweld weder op nieuw , en om deze beurtlingfche Wisfelingen te doen ophouden , eindigd de ftoffe met beide de ballen te doen zwellen. Op eene andere tijd gebeurd het, dat diezelve bal genezen word, en in het vervolg wederom verftopt word en gezwollen bihft, gedurende geheele jaaren. De rust is het eerlte en het voornaamfte van alle geneesmiddelen. De aderlating , een, twéé , of zelfs driemaalen herhaald , naar maate Van de hevigheid der koorts, word altoos vereifcht. Men hernieuwt alle vier en twintig uuren op het Scrotum, een pap bereid uit meel van boonen, vlierbloemen s en kruim van brood, befproeid met het acetum Liihargyriu Dit plaatzelijk middel is van zulk een groote kragt, die door de ondervinding beveiligd Q wordp  word, dat de Theorie of befpiegelende kennis daar voor moet wijken. Ik laat een drank drinken, zamengefteld uit gelijke deelen yan een afkookzel' van Honds-gras, van witte wijn, van water van Vichij of Seltzer-water, van zoet-weij, en wanneer de koorts geweeken is , de volgende Openende Balfamique Pillen , om , zo het mogelijk zij , da ftoffe der vloed wederom te voorfchijn te doen komen. Ree. Therebinth. pur. dr. j. Mercur. dnlc. fcr. ij. Sal ammoniac. dr. S'yr. 5. Rad. aperient. q. S. M. F. Pil. gr. iv. Van deze Pillen laat ik 'er drie des morgens cn drie s'avonds gebruiken. Ik zuiver den buik zo menigmaal, als de toeftand van, den lijder dit fchijnt te vereifchen : de voorzigtigheid vordert ook , dat men een Sufpenforium of Schortband laat draagen tot aan het einde der behandeling. . Indien men de verftopping en zwelling aan deszelfs gevolgen heeft overgelaatcn; indien 'er geene ontfteking , nog koorts meer plaats heeft, om aan de werktuiglijke deelen dc vcerkragt te vermeerderen , en de verdikte fappen tot ontbinding te bereiden , zal dezelve zeer langzaam voortgaan. De aderlating zoude alsdan tegenftrijdig zijn, en zoude dezelve , wel verre van te verhaasten, eerder doen  & 243 & doen Veftraagen. Dikwils zijn zelfs de ontbindende pappen zonder vrugt. In deze omftandigheden is het, dat de Heelmeester alleen op zig zelfs blijft. Zijne Boeken onderwijzen hem niet meer, en zijne gewoone flenter of handelwijze word gebrekkig. Hij moet alsdan gidfen zoeken in de bijwegen , in het temperament van den lijder , en zig eenen nieuwen weg baanen , naar dat hij het Oosten yan denzelven ontdekt heeft. Ik heb in zulke moeilijke gevallen , groote voordeden gezien van de plaatzelijke Wrijvingen , en vooral van de kwijling door den kwik te weeg gebragt. Wanneer het al wel bcweezen is , dat dit toeval niets van de Venus-ziekte heeft, is het egter genoeg , dat men de Mechanifmus , de werktuigkundige kragt van dit half-metaal weete, om alles van deszelfs vermogen te mogen verwagten. De Epidiuymis, of het opp er balletje , is het eerst opgezwollen en verftopt, en word het allerlaast herfteld. Het is niet zeldzaam, dat in hetzelve eene hardheid, ja zelfs eene gevoeligheid of pijnlijkheid , nog langen tijd naa de geneezing overblijft. Veele zijn 'er, die met dit geringe gebrek , 't welk geene nadeelige gevolgen kan hebben , hun voordeel tragtcn te doen, met de lijders , die hun deswegens raadplegen, ongerust te maaken. Zodanige raadgevingen zijn bewijzen eener groove onkunde, indien het beter is te zeggen, dat iemand onkundig , dan dat hij oneerlijk is. Maar het gebeurd maar al te dikwils, dat hij het beide te" gelijk is. Dit volk is het, 't welk tot een fchandviek Q. %, der  & 244 © der konst (trekt, die de gemaklijke lijders vaa hunnen Geneesheer tragten af te trekken, en welken zij zoeken te overreden, dat men het alleen aan hem moet wijten, indien de Gonorrhcea zig op de ballen verplaatst. Door deze groove leugentaal in den mond der Weetnieten , zoude misfehien maar zeer weinige menfehen bedrogen worden; maar zulke , die beter weten, fchaamen zig niet om denzelve gezag bij te zetten. Eene al te geftrenge onthouding doed zeer dikwils, naar een opzetting der ballen, ook de vaten opzwellen. De lijders gevoelen alsdan op die plaats eene zwaarte, trekkingen en prikkelingen , waar over zij zig verwonderen; Eene natuurlijke ontlasting herfteld alles in den vorigen ftaat maakt hun vlug rad en welvarende. Men kan dit ook te gemoet komen door een linnen doek of compres, doortrokken met een water, waar onder eene fterke acetum Lithargyrii gemengd is, en welke men op de ballen draagd. Van de drooge Gonorrhaa der Vrouwen. Voorheen heb ik', op het vertrouwen van anderen, gezegd, dat de Vrouwen aan deze foort van Gonorrhcea onderhevig zouden zijn. Zedert is het mij, in den ganfehen loop mijner kunstoeffening , nooit gebeurt, dezelve waar te neemen; en hoe tog zoude het, wanneer men dezelve wel in aanmerking neemt, mooglijk zijn, dat dezelve plaats hadde ? waartog zoude de verplaatzing kunnen gefchieden ? Laat  Ö 245 © Laat de vloed opgeftopt worden , laaten de pisbuis , de nymphen , en de fchede opzwellen , laat 'er ontfteking en pijn aanwezig zijn; is dit toeval dan nog overeenkomftig met eene Gonorrhaa Tefticularis , of verplaatzing eener Gonorrhaa op de ballen ? ook heb ik tot nog toe , nimmer eene volkomene opftopping van den vloed eener Gonorrhaa gezien. En wat de ontfteking en de pijn betreft , betekend dezelve eerder eene drooge Gonorrhaa , dan eene Gonorrhaa Virulenta? Eertijds fchreef ik , gelijk de meeste Aucteurs , eer dat ik dagt, eer dat ik gezien had , ik geloofde ter goeder trouw, alles wat ik las. Nog jong zijnde , fchikte ik mijne denkbeelden na dezelve , of ik durfde dezelve niet ftellen. Deze ftap is misfchien prijzelijk in de jeugd, die fchroomagtig is door gebrek aan ondervinding. Maar zulk eene onderdanigheid ftrekt niet tot leering, en het is beter, dat men zijne penne niet vermoeit, dan dat men niet doet dan nafchrijven. Ik zal bij vervolg niet meer fpreken dan volgens mijne eigene ondervinding. De jaaren en de ondervinding hebben mijnen vlugt beftierd; en indien de Lezer, die mij eertijds mogt gelezen hebben , in mij zomtijds eenige tegenstrijdigheid , met mijne vorige werken vind; laat hij dan , mij berifpende , dat ik al te vroeg gefchreven hebbe , weeten, dat ik mijne dwalingen niet wil blijven omhelzen , dat ik het vermogen hebbe van te denken , en dat ik zijne belangens verre ftellc boven het pluimpje , van te willen, dat ik mij nooit zoude bedrogen hebben. Het vertrouwen dat men Q. 3 oa°  8 24<5 © onfeilbaar is, heeft tot een osaffcheidbaar gevolg de dwaasheid of de geestdrijverij.. De weetgierige man kruipt in zijne jeugd , om de waarheden na tc fpeuren , zijn meer opgehelderd oog onderfcheid dezelve in rijper jaaren. §. VII. Van de Dyfuria Venerea , of moeilijke ontlasting der Pis, door Venus-ziekte. Alle de Schrijvers hebben de Dyfuria, of moeilijke ontlasting der Pis, als een toeval der Gonorrhaa, en niet als eene bijzondere ziekte, befchouwt. Ik weet niemand, dan den Hr. Lïeutaud, (*) die dezelve genoemd heeft, maar hij heeft ze niet verhandeld. De?e ziekte is nogthans zeer gemeen , en de weinige goede gevolgen , waar mede de zorgen van den Geneesheer bekroont worden , moest dezelve hebben doen in aanmerking neemen. Zij volgt op eene onreine bijflaap, of ont* ftaat naa eene Gonorrhaa, die al te vroegtijdig is opgeftopt. De lijders klagen over eene gloed in Pisbuis. De pis is brandig. Zij befchrijven hunne kwaal, met tc zeggen , dat zij iets voelen , 't welk zig wil ontlasten , en het welk aan het einde der roede word tegen gehou,. den. (*) Sjnopfis Materie Meiicie, Amflelodami. 1761. 4W.  O *47 © den. De hitte cn de ontftaane prikkelingen ftrekken zig uit tot in den balzak, van het Schaambeen af, en langs de zaadvaten. Da aanvallen zijn zomtijds zeer moeilijk , verdrietig en ontrustende. Ik heb alles in het werk gefteld, om dit ongemak tegen te gaan , en ik heb niets gevonden, 't welk mij beter voldaan heeft, dan de mercuriale wrijvingen langs dc geheele pisbuis en over het fchaambeen. Zommige lijders hebben zig wel gevonden bij den bijtenden Sublimaat, maar ik heb nooit waargenomen dat door dezelve eene volkomene genezing is te,weeg gebragt. Ik heb tot infpuitingen water, waar onder eenige druppelen van het Laudanum liquidum. Sydenhami gemengd waren, gebruikt, of water met het Saceharum Satumi cn het acetum Lithargyrii of een ander water, met Campher, Saffraan en het dooijer van een eij bereid. Zo veele geneesmiddelen geeven mijne onzekerheid niet onduidelijk te kennen. ■ Dc twee volgende waarneemingen zullen den aart van dit gebrek eenig licht kunnen bijzetten, of ten minften den natuurkundigen floffe tot nadenken verfchaffen. . Een zeker man liet zig geduldiglijk zedert zes maanden wegens eene Dyfuria, of moeilijkheid in het watermaaken , behandelen , zonder eenige vrugt, en ik voorzag , dat hij gedurende een heel jaar onder die behandeling zoude gebleven zijn, zonder meerder verligting te vinden. Maar het was nodig , dat hij 'er het allereerst verdriet in kreeg. Ik konde, niet tegenftaande alle mijne opregtQ. 4 beid,  @ 248 ® heid , op hem geen vertrouwen verkrijgen, 't welk , door zulk een geestgefteldheid , als hij bezat, niet kwalijk opgenomen wierd. In de daad , vermoeid door eene langdurende ingetogenheid , begaf hij zig naar eene plaats, alwaar nog hij, nog ik, ooit zouden hebben kunnen vermoeden , dat hij zijne genezing zou hebben moeten'vinden. Hij kwam terug met eene Gonorrhcea. Ik behandelde dit nieuw* verkregen gebrek, hij genas, en zedert heeft hij nooit iets van zijne Dyfuria meer onderdervonden. Een andere lijder had eene Gonorrhcea gehad, welke men onbedagtzaam had opgeftopt. 'Er volgde eene Dyfuria op , hij kwam bij mij , ik deed alles , wat mogelijk was, om de vloed weder te voorfchijn te doen komen, en om de pijn te doen bcdaaren: ik deed hem mercuriaale wrijvingen tot de kwijling toe; niets deed eenige uitwerking ; indien het niets kan genaamd worden , de fmerten van eenen elendigen te vermeerderen, die geen kragten genoeg heeft om dezelve te kunnen verdragen. Ten flot van allen tegenfpoed , verwekte hem de fcherpe en overal verfpreide, veel eer dan naar binnen gedrevene floffc , eene drooge ontfteking der oogen (ophthalmia ficca.~) Eindelijk, na dat hij zeven of agt maanden onder de alleronaangenaamfte behandeling , die ik ooit gezien heb , geweest was, zag hij een vrouwsperfoon , om voor een oogenblik zijn hartzeer te verzetten, hij verkreeg daardoor eene Gonorrhcea ,. kwam wederom bij mij, cn werd volkomen herftelt. Deeze twee waarneemingen zijn de eenige nïetj  & 249 © niet, die ik bij een verzameld heb; maar het zoude al te wijdlopig zijn om van alle gewag te maaken. Zie daar de voornaamfte! Zoude dan de inenting van het Venus-fmet het geneesmiddel zijn van de Dyfuria Venerea? het zou ongelukkig zijn dat tegenftrijdige din. gen alhier zo veel vermogen zouden hebben, tegen derzelver tegenitrijdigheden, vermits de betamelijkheid en de zeden den Geneesheer aan banden leggen, en hem beletten dezelve voor te fchrijvén. Niet tegenftaande dit alles, is het nogthans te wenfchen, dan andere Kunst-oeffenaars deze ziekte leeren kennen , dezelve waarncemen , cn door hunne ondervinding , eenig licht vcrfpreidcn over de manier om dezelve te behandelen. Offchoon men alles wecte aangaande de Venus-ziekten, en offchoon dezelve overgegeven worden aan alle die geenen, die 'er zig mede willen bemocijen; 'er zijn egter nog veele ontdekkingen te doen , die de kundigfte Geneesheeren waardig zijn. Men weet het egter, offchoon ons de boeken over deze ftoffe ontbrecken. Dog 't geen ik reeds gezegd hebbe , word hier bevestigd. Men heeft niet gefchreeven, dan om andere na te fchrijvén , of te berifpen of nieuwe geneeswijzen voor te ftellen, waar door het gemeen kan misleid worden. Het oogmerk bereikt zijnde, ontfangt men het geld, men volgt zij"ne gewoone flénter of handelwijze en men bekommert zig weinig over het welzijn der lijderen. Het fcheen , dat men iets beter moest verwagten van de waarneemingen gedaan in de Hofpitaalen daar toe alleenlijk opgerigt, Q5 e»  @ 250 $ cn cioor order van het Gouvernement bekend gemaakt. (*) Egter ziet men daar van niet dan eenen dikken en kwalijk zamengevoegden bundel van Procesfen-verbaal, of gerechtelijke verklaringen , waarbij men zorge gedragen heeft, om de aantekeningen, de dooden betreffende, te befnoeijen, een waardig vervolg voor andere werken , waar van het gemeen meer zoude te vreezen hebben , indien dezelve nog meerder waren verfpreid geworden. De groote Steden zijn altoos vervuld met doortrapte bedriegers , die zig onder de groote menigte van menfehen met hunne llinkfche oogmerken weeten te verbergen , welke men in den engen omtrek der kleine fteeden wel dra van verre kan ontdekken. Geftadig op alle middelen en wegen loerende om hunne oogmerken te bereiken , ftoutmoedig , om dat zij niets te waagen hebben, en onderneemend zijnde op een nieuw toneel, is het niet tc verwonderen, dat het Gouvernement zelfs, welkers talrijke onderhorige regeringen niet altoos van eene gezuiverde keuze zijn , niet beveiligd is voor derzelver verrasfin gen. (*) Met fchijnt, dat de Autheur hier het oog heeft op de vier opgeregte gezondheidshuizen , waar van ge fproken is, op pag. 93. & feq. S.VIII.  §. VIII. Van den Zaad-Vloed. Dit ongemak kan voortkomen van eene werktuiglijke zwakheid der deelen , naa het misbruik der Onanifmus of Zelfsbevlekking, of door ccnc buitcnfporigheid bij de vrouwen. Alsdan is het gemaklijk , hetzelve te herftellen , door onthouding en gematigheid, en het gebruik van verfterkende middelen (Analeptica). Maar geheel anders is het gelegen met die Zaadvloeden , welke na zommige Gonorrhcea' overig blijven. Indien de Zaadblaasjes aangedaan zijn geweest , indien de wegen dezer werktuigen bedorven zijn-, is het vrugteloos geneezing te zoeken. Maar men kan op dezelve hoopen, indien de Gonorrhaa onder den rang der goedaartigen behoort heeft, om dat de deelen alsdan ongefchonden zijn, en 'er niet anders dan eene zwakheid plaats heeft ; jon■ gen lieden, moeten voor al geneezen worden, zo zij wel behandeld zijn. Het zaad vloeid naar buiten, zonder dat hetzelve daar toe word aangezet, en zonder Priapismus, of Spanning der roede. Hetzelve Vloeid weg te gelijk met de pis , maar meer na de ontlasting van dezelve, en nog veel meer , wanneer men zittende om af te gaan eenige poging of perfing doed, of wanneer men een Clyfteer of Lavement laat zetten , dat wat te warm is. Hetzelve is dun, vermits het niet lang genoeg in deszelfs ver-  • ö 252 © vergader-plaatzen zig heeft opgehouden , om aldaar eene behoorlijke dikte te verkrijgen. Het verlies dezer geheel geestrijke zelfftandigheid , verzwakt, ontzenuwt en vermagerd het lichaam, maakt hetzelve onvrugtbaar, en kan eindelijk eene Marasmus , of eene Phthifis dorfalis veroorzaaken. De Schrijvers hebben den Zaadvloed gekend , en zij hebben in hunne werken 'er van gefproken, maar, doordien zij denzelven maar even hebben aangeroert, zoude men bijna moeten geloven , of dat zij denzelven maar weinig gezien hebben , of dat zij denzelven als iets van weinig aanbelang, befchouwt hebben; De ondervinding doed denzelven ondereen geheel ander voorkomen aanzien. Indien zij deze ziekte wel overdagt hadden, zouden zij dezelven onderfcheiden hebben van eene andere , die 'er eenigzins nabij komt, zo dat men 'er zig in kan bedriegen , maar die nogthans dezelve niet is. Ik weet niet, welk eenen naam ik aan dezelve zal geven, ik vinde 'er geen fpoor of blijk van in de boeken. Maar laat ons dezelve beter leeren kennen, alvorens 'er eenen naam aan te geven, de naam zal fpoedig genoeg komen, het is veel gemakkelijker 'er een naam aan te geven , dan dezelve wel te befchrijven. De Heer Lieutaud heeft in zijn kort Begrip der beoefenende Geneeskunde (*) gefproken van eene Catharrale vloed van de blaas (Catharrus Vefic®), welke Hoffman reeds voor . hem (*) Spiopfis Medicina Pratticie.  @ 253 B hem rarus Veficce morbus, eene zeldzaams ziekte der blaas genoemd had : Maar deze vloeden waren voorafgegaan van eene ontfteking , eene zodanige vloed is in zig zelfs eene ftaat van ontfteking , en 'er heeft geene ontfteking plaats bij die, waar van ik hier voor hebbe te fpreeken. Zij komt, even gelijk de zaadvloed, voor, als een gevolg der Gonorrhcea. Niets vloeit 'er af, dan te gelijk met de pis. Deze vertoont zig niet aanftonds dik of drabbig, niet eerder dan een quartier-uurs daarna zakt op den grond of bodem van den pot of het glai een witte of dikke flijm neder , die op het uiterlijk aanzien, zeer gelijk is aan het zaad. Ik heb meer gezien: Een man ontlaste deeze flijm te gelijk met het water, met het oog zag men dezelve te voorfchijn komen, even gelijk een draad. Dezelve zettede zig zo terftond neder , en maakte alsdan een dikke witte taaije flijm , die in kolommen in het water dreef. Op een linnen doek uitgegoten zijnde, liet dezelve daarop geen het minfte teken of bewijs van zaadftoffe naa , maar alleenlijk een geele koleur , die de pis aan dezelve had medegedeeld : zij liet zig geheel en al ontbinden. Telken reize als de lijder zijn water maakte, vertoonde zig eene dergelijke wolk, en men zoude, in den tijd van vier en twintig uuren, met dezelve meer dan de helft van een glas van vier oneen hebben kunnen vervullen. Deze perfoon was voor het overige zeer welvarende, vet en bloozend van gelaat, en Zag dagelijks eene vrouw. Zoude hij dit hebben kunnen doen? Zoude  de hij zulk eene volmaakte gezondheid hebben kunnen genieten , zedert vier jaaren , dat hem dat ongemak was bijgebleven, indien hij eene Zaadvloed gehad hadde, wanneer men daar en boven dit taaije {lijmerige lichaam vergelijkt met het zaad, vind men niet anders , dan den uiterlijken fchijn, die 'er naar bijkomt. De witte flijmagtige bezinkzels hebben voor 't overige geen gelijkenisfe of overeenkomst meer met die zelfftandigheid , welke ter voorteeling gefchikt is. Ik zal het niet waagen , om over deze ziekte eenige gisfingen te maaken, ik laat aan de Hoogleeraaren de zorg over, om 'er het onderwerp eener fchoone lesfe van te maaken. Ik zoude over eene ftoffe , welke ik nog niet genoeg heb opgeheldert, niet dan verwarring verfpreiden, en het is niet der moeite waardig de eerfte denkbeelden, welke men 'er van geeft, te verwarren. Ik heb egter zeer veele dezer gebreeken behandeld , en ik ben vrij wel geflaagt met het gebruik van Wond-middelen, en met Staal-middelen, en door van tijd tot tijd den buik te zuiveren met Rhabarber en met Magnefia. Maar laat ons tot de plaats wederkeeren, van waar wij vertrokken zijn, dat is te zeggen, tot den Zaadvloed. Ik heb , in 't algemeen , eene vrij goede uitkomst zien volgen, wanneer het Werktuiglijke der deelen niet geheel en al verbroken • was , 't welk men voor de behandeling niet kan voorzien , en ik heb altoos een zeer groot voordeel getrokken door het .gebruik van den Sanguis Draconii, dc Gom Cuaja- *  ® 255 \B Guajacum , de Balfamus Canadenjïs , van dr wondheelende middelen en van de mineraale Stcw! wateren. §• IX. Vm de Pollutie- Nottuma , of onwillige Zaadloozing des nagts ; Van de Priapifmus, of onwillige oprigting der Roede, en van de Furor Uterinus ,• Van de onmagt ter voortteeling; Van de al te fchielijke of al te traageuitfchieting van het Zaad. Offchoon alle deze gebreken de Teeldeelen aantasten, moeten dezelve egter niet gebragt worden onder het getal der Venusziekten, maar wij zullen van dezelve maar even gewag maaken, om dat zij, die 'er zig aan onderhevig bevinden , doorgaands de gewoonte hebben, tot zulke perfoonen toevlugt te neemen, die tot het genezen der geheime kwaaien beroemd zijn, en om dat 'er zeer veele zijn, die in hunne verwondering , zonder behoorlijke overweeging en zonder keuze, mercuriaale middelen gebruiken. De Pollntio involuntaria of tegenwillige Zaadloofing word veroorzaakt door een zeer iterk temperament, of door zwakheid. Zommigen hebben dit ongemak met eene Priapifmus, of oprigting der roede , andere zonder eenig teken daar van. Men moet dezelve onderfcheiden behandelen. De eerfte beteugelen hun vuur, door de hitte  te hunner verbeeldingskragt tc matigen, door hunne denkbeelden te verwijderen van voorwerpen der ontugtigheid , en het leezen van dingen, die de wellust prikkelen, en met toevlugt te neemen tot verkoelende middelen. Onder het getal der meestvermogende word gerekend dc Campher , de Nenuphar of waterplompen en-de Burfa paftor is of Herderstas. De andere moeten volftrekt op dezelve wijze behandeld worden , als in de Zaadvloed. De Priapifmus en de Furor uterinus , waar toe een lang hoofdftuk zoude vereifcht worden om dezelve grondig te verhandelen, dog waar omtrent wij ons vergenoegen zullen, met dezelve maar even aan te roeren, zijn de allerongelukkigfte en de allerwrecdaarcigfte ziektens der tecldeelen, waar door beide de fexe kan worden aangetast. Geene paaien voor de onkuifchheid , geene betamelijkheid heeft 'er meer plaats , het verftand is verbijsterd , en zij worden gedrongen tot de allerftoutfte verrigtingen. Een man fchuldig aan de misdaad van verkragting en veroordeeld om de ftraffe te ondergaan , welke door ftaatkundige wetten opdeze misdaad gefteld is , wierd voor de oogen van al het volk, op de fporten van den rampzaligen ladder , welke hem ter dood zoude geleiden, door een Priapifmus aangetast. Dé. Priapifmus kan derhalven de verbreking der Natuur trotfeeren ! de Naam van dezen misdadiger is te Cambrai of Kamerijk onfterfiijk geworden , en zijn beeltenis is in eene geftalte, welke men zonder de kuifchbeid te kwetzen, van veel meer aanbelang had kunnen maaken, be-  Cé H7 © bewaart zijne geheugenis en leert den voorbij* gangeren zijne ziekte kennen, Welke ook dc menigvuldige oorzaaken dier hevige drift $' welke beide deze ziektens uit* maakt, zijn mogen , men gebruikt in 't algemeen , dc aderlaatingen, de verkoelende, en bedarende middelen, en in 'tbijzonder zulke, wel* kc wij in de behandeling der tegenwilligc Zaadloozing hebben voorgedragen. De onmagt, die door eene buitcnfpoörigheid der Wellust, of door Onanismns of zelfsbevlekking is veroorzaakt, word zeer gemaklijk genezen door wijsheid en maatigheid, door een verfterkenden levensregel cn door Analeptica of verft/erkende geneesmiddelen. Goede Wijn, Chocolaad, Specerijen en Geleijen zijn die dingen, welke doorgaands het meest gebruikt wor* den. Men geeft ook niet zonder vrugt een middel zamengefteld uit Wijn, dooijersvan Eijerenp Muscaad-nooten, Pistasjes of Pimpernooten, Ca^ neel, de wortel van de Orchis of Saleb, deAmbra Gryfea, de Muscus, de Saffraan en de Borax. jongelingen , die onder het verdriet en de kwelling van dezen hunnen toeftand , fteeds fpoedige middelen zoeken, en niet dan fchande en ongeluk ontmoeten, boven en behalvert de onmogelijkheid van het genot te kunneil hebben , hebben de CantharideS of Spaanfchë Vliegen durven gebruiken, om daar door, gelijk zij waanen, hunne kragten te Vergoeden, De uitkomst bedriegt hun , cn leid hun naar; het graf, ortder den wanhoop' der fmarten, en de ijsfelijkheid van een wroegend naberouw. Ik ben ongelukkig getuige geweest van de ver* Woesting van dit verhittend vergif, R Er*  & 258 © Etmüller (*) die de al te fchielijke uitfchieting van het Zaad,- aan de verflapping der Zaadblaasjes toefchrijft, raad tegm dezelve aan de Opium en de Amber met den geest van Roezen of met Caneelwater. Maar wanneer de uitfchieting al te traag is , 't welk, volgens denzelven Schrijver, voortkomt door een gebrek der dierlijke geesten, en door de zwakheid der musculi ejaculatores, prijst hij aan de Caftoreum, de Effentie van den Noot-muscaad; van Foelie, de Olie van Nagelen, de Muscits en de Olie en den Geest van Mieren, (Oleutn & Spiritus Formicanmi). Met deze geneesmiddelen, gefchikt naar de omftandigheden, die bijna nooit overeenkomftig met eikanderen zijn, heb ik al vrij ftandvastig wel gefiaagt. §. X. Van de Incontineniia Urina, of tegenwillige ontlasting van het water. Dit ongemak is gemeen bij kinderen en bij oude luiden; dog bij deze laatften word het zelve dikwils veroorzaakt door verouderde Gonorrhcece, en het is alleen ten dien opzigte, dat wij 'er van fpreeken zullen. Deze ziekte is zeer algemeen, cn de fchaamte doed dezelve menigmaalen verwaarloozen, en deze agteloosheid kan oorzaak zijn, dat de- zel- {*) Micn. EtmulleK, operum omnium Medic. Pirjfic: JEditio Nova Fetr. Chauvik: opera, Lugdun. 1670. tul.  & 259 ö zelve ongeneeslijk word. De blaas krimpt in malkander, verliest zijne veerkragt , en deszelfs SphinÜer of Stuit/pier word verLimt, de Pis vloeit nagt en dag bij druppels af, maakt den lijder telkens nat, en befmet denzelven. Ik heb gezien, dat verzweeringen en de verfterving der blaas de gevolgen dezer zwakheid wierden, cn het leven der lijders deeden eindigen , door een geheel tegenftrijdig toeval, namelijk de Ifchuria of volkomen opftopping van het water. Wanneer de veerkragt van den SphinÜer of Stuit/pier niet geheel verbroken is, loopt het water niet af, maar de Lijders kunnen het zelve niet langer dan een half uur of drie kwartier uurs ophouden, en indien zij als dan aan die neiging niet voldoen, ontvloeit het zelve, vermits de blaas het zelve niet langer kan bevatten. Dit ongemak kan geneezen worden , ten minsten zo het zamenweefzel niet geheel en al verfieeten is. Want alsdan vordert de voorzigtigheid van den Bouwmeester , dat men , veel liever dan het geheele werktuig door een last van onnutte geneesmiddelen te vermorfelen, alleenlijk het gebouw tragte te onderfchraagen. Eene onthouding van fterke dranken en van te veel verhittende voedzels is noodzakelijk om de geneezing te erlangen, of om de werking der Palliative middelen te bevorderen. Ik heb altoos veel vrugt gevonden bij het gebruik van den Sanguis Draconis in pillen, of bij een Opiaat, gelijkookdoor infpuitingen gedaan met de zoete melk, matig warm gemaakt, welke ik R z naar  © 26*0 © naar maate zulks nodig is, beurtelings verwisfe'e, met die van zuiver water aangezet met het acetum Lithargyrii. Gelijk ik zeer gaerne alle de geneesmiddelen beproeve, die met vertroutven worden voorgefteld, en door de ondervinding aanbevolen, zoo heb ik ook, tot een inwendig gebruik, gelijk dit de Hr. Goülard aanprijst, mij bediend van dat geen, 't welk hij zijn Aqua Vegeto-mineralis noemt. Maar deze proefneemingen , gevoegd bij die, welke ik gedaan heb met het Saccharum Satumi of Lood-zuiker, hebben mij in mijn befluit bevestigd, om nooit inwendig eenige bereiding van lood te geven , en om de vergiften uit mijne praétijk te verbannen, zo lang ik mij van minder gevaarlijke middelen kan bedienen. Twaalf druppelen van het acetum Phtmbi, in een pint water, voor een geheele dag, hebben fiaauwtens, duizelingen en colijkpijnen veroorzaakt, Het fchijnt zedert eenige jaaren, als of de Geneeskunde; eene zamenzwcering tegen het mcnfchclijk gefiagt gemaakt heeft, even als of het zelve niet reeds genoeg te lijden hadde 'van haare misdagen. Men heeft in duistere en 'modderige hoeken , planten gaan opgraven, welke de Zon fchijnt geweigert te hebben te verligten, ch op welke de al voorziende Natuur in de oogen zommiger fchepzelen, het zegel van afkeuring fchijnt ingedrukt te hebben. Men heeft de aarde gaan doorgraven en van een fcheuren, om in dezelve een rijk te zoeken , 't welk van de dierlijke gefteltheid het allerverst verwijdert is. De Scheikunde , die verderfelijke wetenfehap, de mineraalen nog verder  der van het menfchelijk geflagt vervreemendc, heeft dezelve der Geneeskunde, altoos greetig naar nieuwigheden, aangebooden. Geneesheeren , die door een uitgebreid vertrouwen groocer dan anderen , dat is te zeggen , gevaarlijker geworden zijn , hebben die nieuwe geneesmiddelen gezag bijgezet; even als of de natuur geweigeit had alle die hcilzaame planten voort tc brengen, die 'er zedert dc organisatie van onze Planeet groeijen, welkers werking en kragt zedert eeuwen erkend is, cn aan welke wij, in de groote keten van alle het gefchapene , door meer dan eene fchakel verbonden zijn. liet zij verre van mij, dat ik hier mede zommige mineraalen zo kostbaar voor het leven der menfehen, hoedanigen zijn, dc Kwik, het Antimonium cn eenige anderen, zoude willen veragten. Ik Helle mijne denkbeelden in 't algemeen voor, cn ik raakc geene uitzonderingen aan. Desgelijks is mijn oogmerk niet, om dezulken te befchuldigen, die in hunne ieverige en arbeidzaamc oeffeningen, in alle de voortbrengzelen der Natuur, hulpmiddelen zoeken tegen zodanige ziektens, omtrent welke de konst zig tot hier toe heeft moeten vergenoegen, van dezelve met verwondering te "aanfehouwen. De Manioc, of Casfava, die doodelijke plant, word een gezond en heilzaam voedzel door den arbeid der menfehen. Waarom zoude men op dezelve wijze, geene kragtige geneesmiddelen in den fchoot der mineraale vergiften en der andere venijnige Planten, kunnen vinden? De Natuur heeft niets onnut, en kwaad R 3 in  Cé 262 © in zig zelf gefchapen, en wij moeten haare wijsheid in de allergeringfte haarer voortbrengzelen eerbiedigen. Niemand kan meerder eerbied voor Haar hebben dan ik, en ik houdc het allerminste voortbrengzel haarer arbeid voor eene weldaad. Ik weet dat Zij niet een éénig vergif, eigentlijk gezegt, gefchapen heeft, dat is te zeggen, niet een eenig wezen, welkers geflagt alle de overigezou fchadelijk zijn; dat zommige voortbrengzelen niet verderflijk, of doodelijk zijn, dan alleen in betrekking tot zommige voorwerpen, dat derzelver overeenftemming, of ftrijdigheid alleen de goede of kwaade hoedanigheden uitmaaken; dat de Papegaaijen fterven door het eetcn van PietèrfeUr, terwijl wij'er ons zeer wel bij bevinden; dat de Peper, die ons geen het minste nadeel doed, de Verkens dood; en dat de Ster-kers de Geiten doed fterven , en dat zij de Cicuta en het 'Acmitum ftraffeloos eetcn. Maar laat ons voor die geflagten, die voortbrengzelen, voor welke de Natuur dezelve gefchapen heeft, overlaaten, welke wij door een inftiuct of ingefchapene kennis, wanneer die minder uitgedooft was, beter zouden hebben leeren kennen, of ten minften laaten wij 'er geen gebruik van maaken, dan wanneer wij een middel zullen gevonden hebben , om 'er zulke voordeden uit te haaien, die zo zeker zijn, dan die, welke de Indiaanen uit hunne Casfaya of Manioc weeten te bekomen. De pillen van de Cicuta en het poeder van het Aconitum zijn nog zeer verre van deeze fchadeloosheid. Zou het ooitin de harfenen van een Vogelkwee-  kweeker hebben kunnen opkomen , om zijne Papegaaijen Pillen van Peterfelie te doen inneemen? zal een Herder ooit gebruik maken van de Ster-kers voor zijne Geiten? en egter zoeken de Geneeskundige uit dat geen, 't welk zij de Rijken der Natuur noemen, alles uit , 't geen hun het meest verderflijk en doodelijk voorkomt, om hetzelve aan de menfehen te geven. Droevige fpeelpoppen der eigenliefde en der begeerlijkheid , wij kunnen tegen het geringfte dier , eener diergaarde niet opweegen. De hoeffmit zal geen geneesmiddel , 't welk maar een weinig twijfelagtig is, durven waagen op een paard, van een Heer, die intusfehen al zijn volk zal overgeven aan de proefneemingen der Gences-en Heel-kunde en aan de ligtvaardigheid van hun, die dezelve beoeffenen. Indiende Cicuta, het Aconitum, de Belladcna, de Hyoscyamus, &c. &c. &c. nooit anders dan in hoopeloozc gevallen , was gebruikt geworden , bij voorbeeld , tegen dc Kanker, ik zoude derzelver Auctcurs niet genoeg kunnen prijzen. Laat een geneesmiddel, welk het ook zijn mag, in de alleruiterfte omftandigheden voorgeiteld , maar een eenige gunftige waarneeming voor zig hebben, dit is dog altoos een gelchenk, aan het menschdom gedaan ; en het menschdom is aan zoodanig een verpligt, die uit dc armen des doods een flagtoffer ontrukt, waar van zij zig zoude hebben meester gemaakt. „ In alle de eeuwen, die na genoeg met el„ kandcren overeenftemmen , wanneer men „ alleen het caratler der menfehen befchouwt, R 4 » maakt  Cé 264 ® maakt de vermaardheid, zeide mij eens een „ zeker Geneesheer, (die zig niet verbind aan 5, alle dc denkbeelden van zijn genootfchap, offchoon men dezelve nooit van zijne bij— ,, zondcrebelangcns heeft afgetrokken gezien,) „ maakt de vermaardheid van den zwetfer dik,, wils de eenige verdiende uit van de zaak, „ welkers roem men uitbazuint. Men heeft „ den naam van Groote, van Vermaarde, van :., Wijdberoemde Mannen, van Vaders der Genees,, kunde, van Weldoeners van hetmenfchelijk ge„ Jlagt gegeven aan dezulke , die ftceds met ,, de Cicuta, Wet Aceniium en den geheelcn lijst j., der vergiften uit het groeiend rijk, dc men,, fchen omgebragt hebben, die dezelve heb„ ben durven geven in drie en dertig geheel „ onderfcheidene ziektens, die verre van el,, kander vcrfchilden in derzelver grondbegin- zelen, en van eene geheel tegenftrijdige bc- handeling zijn ; die dezelve zonder ondciv „ fcheid hebben aangeprezen voor kinderen, „ voor volwasfene , voor grijfaards en voor ,, zwangere vrouwen ; men heeft dezelve in „ alle taaien overgebragt: cn Reneaulme de „ Btois, een Geneesheer, die meer geleerd, „ dan vermaard was, is voor de Balij van een „ onrechtvaardig (f) Gerechtshof (*) gebragt t, geworden, 't welk niets aanneemt dan het „ geen (f) Het is eene waarheid, dat in dien tijd, de Faciliteit der Geneeskunde te Parijs, alle die geene vervolgde, die Braakmiddelen gebruikten, (*) Hij heeft het zedert durven fchrijvén, en ook be* kennen, dan hij het gefChreyen had. Hij begeerde d;{ ?en Genootfchap, waarvan hij Lid is, in zijne ondex- *0£t  Cé 2^5 © „ geen het goedkeurt, *t welk niets goedkeurt „ dan door eigenzinnigheid of laf hartigheid, 't „ welk dezulke 'vervolgd, welke het niet goed„ keurd, om aldaar in de tegenwoordigheid der „ lijders, die het gevaer ontkomen waaren , een „ verklaaring in te brengen, datmenkwalijk han„ delde met de lijders doormiddel vaneen Eme„ ticum of Braakmiddel te doen braaken (*);En „ Quercetanus en Palmariüs zijn , om dat zij „het vermogen van het zelve middel hadden ver,, dedigd, fchandelijk en fmaadelijk uit derzelver Genootfchap verdreven door de uitwer„ kingen eener Macht, die verrast wierd en ,; altoos vooringenomen is, (f) En Camus cn „ Mar- zoekingen , nuttiger en roemrijker oogmerken zoude hebben. Hij draagt deze waarheden niet voor om 'er een Satire of Schimpfchrift op te maken, maar om aan het zelve te doen herinneren, welke oogmerken het zelve moest hebben, Eene Faculteit der Geneeskunde moet een vergaderplaats zijn van geruste en bedaarde kundigheden, die dierbaar en van veel waarde zijn voor het menschdom, en geenzints een magazijn, alwaar men niets dan vergiftigde pijlen bewaart. Men heeft dezen waardigen Geneesheer aangeraadenom zijn gezag, aanzien en fomyin te vergrooten met den Altaar (ji) tebcwierooken, welke uit de puinhoopen vaneen aloud Genootfchap, eertijds zo zeer geheiligd en geëerbiedigd , was voortgekomen. Maar hij is zijne eerste geloften, cn zijne eer getrouw gebleven ; klaarziende de gebreken van het eene, is hij niet verblind geworden door de belangens van het andere. (<•/) Buiten twijfel word hier bedoeld de Koninglijke Sociëteit der Geneeskunde. (*) Lodewyk de XIV. wierd te Calais door een Braakmiddel geneezen , en de Braakmiddelen wierd weder herfteld, door het zelve Gerecht, 't welk dezelve had doen verbieden. (f) Het eerfte Parlement van Vrankrïjk onder Loduwvt,; R 5 de  & 266 @ „ Marteau hebben dezelve geffcrcngheid moe„ ten ondervinden , om dat zij meenden dat men de heete ontfteeking ziektens der borst zou kunnen geneezen , zondertot deader„ lating toevlugt te neemen , en om dat zij ,, gezegd hadden, dat dit eeneallerwenfchelijk„ fte zaak zijn zoude. Het gezag en aanzien „ geeft bekwaamheid en wetenfehap. ik zie, „ dat een Geneesheer (*) aangezogt is, om „ eene zeer groote Academifche eer te genieten, volgens hun , die dezelve geven voor „ die zelve werken, welke het genootfchap, 't 5, welk hem aanneemt, zig tot dien tijd toe, niet verwaardigd had om te leczen. Maar Hij was in die tijd nog niet de Geneesheer van den eersten en voornaamften Man vaa „ een Koningrijk". Arme ftervelingen ! Gij zijt derhalven de flagtoffers van de groote naam, van dc befcherming, van het vooroordeel, cn van de eigenzinnigheid! de XIII. verbood op ftrafFe van de Galeijen , een asder Leerftelzel te onderwijzen dan dat van Arisïo- TELF,S. {*) Het fchijnt, dat de Auéteur hier den Heer Lieutauo bedoeld : De Faculteit heeft hem aangefteld zonder Acte van goedkeuring. §. XI.  @ 267 & §. XI. Van de Sarcocéle, of Vleeschbreuk. De Sarcocéle of Vleeschbreuk is eene ziekte der Ballen, of van derzelver bekleedzelen , of van de Zaadvaaten, zij is veelligt een Scirrheufe of knoestagtige zwelling, of eene vleefige uitwasch. Zij is doorgaands een gevoelloos gezwel , hard en ongelijk, wanneer zij van de tweede foort is, maar effen en gelijk, wanneer de zelfftandigheid van de Bal zelfs gezwollen is. Zij is een gewoon gevolg eener drooge Gonorrhaa, wanneer de ontfteeking van den Bal, door verharding geëindigd is. Dezelve kan ook voortgebragt worden door het gebrek der Venus-ziekte, zonder dat 'er eene vloed is voorafgegaan, dog deze . Vleeschbreuk is dan niet anders dan eene vleefige uitgroejing. De Scrofuleufe ongemakken , of klier-gebreken cn de Scorbut doen dezelve ook geboren worden, het zij door zwelling , het zij met uitwasfehen. Eene zwakheid bij de grijfaerds, en de terughouding van het Zaad op het oogenblik, dat het zelve ftaat uitgefchoten te worden, zijn ook zeer algemeene oorzaaken van eene Schirrhus of verharding der Ballen. Wanneer de Vleeschbreuk geen gevolg is eener Gonorrhcea Testicutaris, groeit dezelve langzaam en van tijd tot tijd aan, en dit ftrekt voornaamelijk, gelijk wij reeds gezegd hebben, om dezelve van volkomene breuken wel te onderfcheiden. Daar en boven zijn de hardheid,  Ö 268 B heid, en dikwils ook de ongelijkheid nog zeer aanmerkelijke en zigtbaare onderfcheidingcn, vermits eene breuk een veel zagter en, altoos een gelijk en effen lichaam vertoond. De goede ftaat van de fchuinfche Buikfpieren, (musculi obliqui abdominis) ftrekt om de overtuiging daar van tc volmaakcn. De Vleeschbreuken kunnen even als de andere breuken ten aanzien van derzelver grootheid zeer verfchillen. De Refolutio of oplosftng is altoos het allerwcnfchelijkftc, men tragt daarom dezelve te verkrijgen door de groene pleifters, door het Emplaftrwn mucaginum en de Ranis cum Mercurio, door plaatzelijke wrijvingen , en door Pillen uit de Gom Ammoniac , de Bdellium, Opoponax, Galbanum en Sagapenum. Wanneer het heerfchend gebrek niet geheel is uitgcroeit, zal het gebruik van Mercuriaale middelen cn dc kwijling ontwijfelbaar tc gelijk met de oorzaak van dc kwaal, de uitwerking, die door dezelve wierd voortgebragt, doen ophouden. Ik ben doorgaands vrij gelukkig geflaagt in de genezing der Vleeschbreuken , zonder dat ik nodig had om tot de operatie te komen, wejke ik ook niet aanraade, uit hoofde van het gevaar, waar aan zij de Lijders bloodfteld. Men moet dezelve nooit onderneemen, ten zij men tot dezelve genoodzaakt word, door bijzondere omftandigheden, welke ik niet kan aanwijzen, als kunnende dezelve niet voorzien. Maar wanneer ik in de noodzaaklijkheid gebragt ben, om dezelve te doen, geeve ik altoos de voorrang aan de Cauftica. Een Heelmeester van Parijs heeft voor deze Zweb  Zwellingen, gelijk ook voor de genezing der Venus-ziekte een Alcali Volatile, een vlug Loogzout aangeraaden. Buiten twijfel heeft de verlegenheid der konst hem deze manier ingeboezemd, ik durf geloven, na dat hij er ondervinding van gehad heeft. Ongelukkiger zijnde , dan hij, heb ik met het zelve niet kunnen flaagen, en ik heb de gewoone wijze onzer Voorvaderen hervat, hoe onvolkomen en gebrekkig dezelve ook zijn mag. Maar nogthans heeft de Heer de Peyrilha mijne verwondering en zeer veel vertrouwen op zijne bekwaamheden bij mij behoudem §. XIL Van de Varicocéle, of Aderbreuh Deze Ziekte is veel gemaklijker om te onderfcheiden , dan om te geneezen. Bij geluk, komt dezelve maar zeer zeldzaam voor. De zaadvaten, de aderen van het Scrotum en van dat bekleedzel der Ballen, 't welk de Dartos genaamt word, zijn de zitplaats van dit gebrek, 't welk niet anders is dan eene opzetting van het bloed, of van verdikte fappen. Zomtijds zijn de aderen van het Scrotum opgeact, zonder dat de zaadvaten opgezwollen zijn. Zom* tijds zijn het ook de zaadvaten alleen, en de aderfpatten ftrekken zig uit tot in de holligheid van den onderbuik, waar door het gebrek van een veel twijfelagtiger uitkomst word. De zaadvatenfchijnen, wanneer men ze aanraakt, als vol met knoopen en van eene woonwijze ge-  & 270 & gedaante te zijn. De Varicocèle of aderbreuk van het Scrotum word door het oog ontdekt. Het is ook nodig dat men dezelve wel onderfcheid van de Circocéle, en van de Spermatocéle , die alleenlijk voortkomen van eene verftopping of overfteiping van het zaad, 't welk in de uitwerpende vaten verdikt is. De Circocéle vertoont een gezwel ten naasten bij gelijk in groote als een Caftanje in het midden der zaadvaten. De Varicocèle , of Aderbreuk, tegen welke men veele geneesmiddelen heeft voorgefteld, om dat 'er zeer weinige zijn, die in dezelve eenig vermogen hebben, is veel meer te vreezen, indien dezelve van eenige andere oorzaak, dan die der Venus-ziekte voortkomt. Wanneer zij het gevolg is eener Gonorrhcea Tefticularis blijft 'er een toevlugt over in de groote kuur, maar het is niet zeldzaam perfoonen te zien , welker lot het is om dezelve altoos te draagen. Wanneer dezelve niet zeer aanmerkelijk is, veroorzaakt zij nog ongerustheid, nog zorgen, nog moeite. Het is ais dan best, om dezelve aan zig zelfs over te laaten, om het voor den lijder niet erger te maaken, dan hij het heeft. Ik heb maar zeldzaam gezien, dat de pleifters eenige vrugt deeden, en nog minder de zamentrekkende, of adftringerende middelen , doorgaands word het gebrek door dezelve vermeerderd, door de verftopping meer te bepaalen, en volgens mijne eigene waarneeming, maaken zij eene gefchiktheid tot een Scirrhus of knoestgezwel, of zelfs tot een Carcinoma, of kanker  Cé a7i B Wij zullen hier niet fpreeken, nog van de Hydrocéle, of waterbreuk, nog van de Pnewmatocéle of windbreuk, beide gebreken van het Scrotum, de eene veroorzaakt door eene verzameling van water, dc andere door die van lucht. Nooit heb ik gezien, dat dezelve gevolgen waren der Venus-ziekten, en mij voorgefteld hebbende om in dit werkje niet anders te geven, dan den uitflag mijner waarneemingen, en om niets na te fchrijvén , wat het ook zijn mag, moet ik derzelver behandeling voorbijgaan. v §. XIII. Vvi de Verzweeringen, en Pijpzwe.eren van het Scrotum en van het Perinesum. Een drooge Gonorrhcea, een Vleeschbreuk» een Aderbreuk, en dc belemmeringen in den pisbuis kunnen verzweeringen te weeg brengen , welkers openingen door de pis altoos tot pijpzweeren worden, wanneer zij door dezelve geftadig nat gemaakt worden. Deze toevallen zijn min of meer gevaarlijk, min of meer gcneezelijk, naar maate van derzelver zamenloop of veelvuldigheid, de plaats, welke zij bekleeden, derzelver ouderdom en het Temperament der Lijders. Dat 'er etter gemaakt word , geven de gewone voorlopende omftandigheden te kennen, als onregelmatige huiveringen, beurtelingfche wisfelingen van koude cn van nette, de koorts cn hoofdpijnen. De  De vóorzegging hangd af van de diepte dér Verzweering en van de plaats, alwaar zij zig ge» Vorrnd heeft. Ik heb een Jongman van dertig jaaren gezien, die zedert tien jaaren onderhevig was aan eene geregelde"wederkomst eener verzwcering in het Perumum. Dezelve kwam altoos te voorfchijn in de Lente. Dog 'tgeen nog meer moet doen verwonderen, is, dat hij reeds drie maaien de groote kuur had ondergaan , welke door de oorzaak der kwaal uit te roeijen, ook dc gevolgen van dezelve had moe* ten doen ophouden. Wanneer de etter zig eene holligheid maakt in het midden van het Perinceum, zijn dc toeVallen des te droeviger , en het gebrek zo veel meer drukkende, daar de opftopping van het water altoos met dezelve verzelt gaat, door het gevolg der drukking en der ontfteking. Als men het maakzel van de deelen ter voorttceling gefchikt, kent, dan weet men ook, dat het Ferumontanum, die plaats, welke reeds zo eng en naauw is, in de voortgang der ontfteking noodzakelijk, volkomen moet gefloten worden. De verzweeringen zijn minder gevaarlijk in de lengte der buis, om dat zij derzelver tijdperken veel fchielijker doorlopen, en om dat de pisbuis ♦ veel breeder en wijder is voorbij dc kromte of bogt bij de Proftata > zij zijn ook nog minder ge* vaarlijk, waanneer zij alleenlijk op het Scrotwn plaats hebben, offchoon derzelver gevolgen, of ccne verkeerde behandeling het verlies der Ballen kan naar zig flecpen. De behandeling is aan zo veele verfchcidenheden onderworpen, dat men een bekwaam Heelmeester zijn moet, om deze gebréken wel te behandelen. Het is niet mo-  © *73 © mogelijk daar omtrent zekere regelen vast te ftellen. Men moet, voor zo veel men kan , en voor zo verre het mogelijk zij , het te kunnen voorzien , de verzweeringen tragten tegen te gaan , die zig vormen langs den Pisbuis , in het Perinceum en bij den aars. De Refolutio of oplosfing en ontbinding is altoos het meest te verkiezen. Men moet derhalven aderlatingen doen, in evenredigheid van den ftaat der ontfteking, van de hevigheid der koorts, en naar de kragten en de jaaren van den lijder. Men moet den buik zuiveren , en daar toe een of twee maaien een zagt openend middel gebruiken, indien de fpanning en de vogtigheid van de vezelen dit toelaaten. Een pap van kruim van hrood en melk is het beste plaatzelijk middel, 't welk men kan aanleggen. Dezelve verzagt, ontfpant en maakt eene gelijke gefchiktheid tot de Refolutio of oplosfing, of tot de rijpwording, indien het onmogelijk is, de oplosfing te weeg te brengen. Plijsters uit Gommen bereid , die zeer gemeenzaam gebruikt worden , zijn dikwils meer fchadelijk , dan voordeelig , doordien zij de fpanning der deelen vermeerderen en dikwils de verettering vertragen door eene al te groote warmte, vooral bij jonge lieden en bij bloedrijke menfehen. In zulke omftandigheden , laat ik van alle de plijsters geene andere gebruiken , dan die van de Minium die met de zeep bereid word, welke men op die plaatzen laat druipen , naar dat men dezelve vooraf door olie heeft week gemaakt. S Het  Het zoa gevaarlijk zijn , op welk eene plaats zig ook eene verzweering mag maaken, om de volkomene rijpheid der etter af te wagten. Derzelver. fcherpheid zoude de wczentlijke deelen kunnen befchadigen, onherftelbaare nadeden aan dezelve toebrengen, en zelfs eene verfterving tc weeg brengen. Door een Caufticum of brandmiddel bereid men den etter cn verfchaft men aan dezelve eenen uitgang. Maar men moet zig van zodanig een Caufticum bedienen, 't welk men kan beltieren en bedwingen. De Lapis infernalis fmelt, en kan door zig te verfpreiden, diepe en gevaarlijke inbrandingen maaken, dezelve is derhalven geen gefchikt middel. De Mercurius fublimatus Comfivus onder Zuurdeeg of met het Emplaftrum Diachylon cum Gummis vermengd, voldoed beter aan het oogmerk. Men bevogtigd voor af de plaats, alwaar men hetzelve wil aanleggen. De plijfter, waarin openingen gemaakt waren , wegnemende , doed men eene kruiswijze infnijding in de gemaakte efchara of korst, en men verbind dezelve vervolgens naar de kunst. Mijne gewoone Digeftif kan voldoen voor de geheele kuur. Indien de buis van den pisweg zodanig is vernielt, dat de pis zig eenen verkeerden weg baant en door het Scrotum zig ontlast, gelijk ik heb zien gebeuren , moet men zig zo gedragen , gelijk ik heb voorgefehreven in de afdeeling over de Sjankers pag. 150. Men moet de Fiftuleufe openingen van het Scrotum met een Mercuriaal-water beftrijken; men moet met den gewoone Digeftif verbinden, en om . " de  de hardigheden , Welke zig altoos aan deze deelen opdoen , te ontbinden en te verdrijven , legt men over dat alles een pleister heen, uit het Emplafirum de Ranis cum Mercurio & de minio cum fapone onder een vermengd. De Pijpzweeren van het Perinceum zijn of eenvoudige cf zamengefteldé en worden door Heelkundige middelen behandeld , met die aanwijzingen te Volgen, welke zig bij dezelve vertoonen. Ik zoude mij van mijn on* derwerp te veel verwijderen , wilde ik de bijzonderheden daarvan verder nafpeuren , ik zegge daarom alleenlijk , dat het te vreezen zij , dan men in die vaste deelen vdlfche lidtekenen zou maaken en dus de ftoffe opfluiten. Ik houde daarom de zogenaamde Konijnshollen altoos open; en deze manier, offchoon dezelve meer verfchrikkelijk zij, is egter buiten tegenfpraak , de allerzekerfte. §. XIV. Van de Belemmeringen in den Pisbuis. Deze belemmeringen zijn zeer gemeen, en nog* thans is men zeer ten agteren in de manier om dezelve te geneezen; niettegenftaande de wonderdoende Bougies of kaarsjes, waarop zo zeer geroemd word, en waar bij derzelver uitvinders zig beter gevonden hebben, dan het algemeen. Veele oorzaaken loopen 'er zaamen om den doorgang van de Pisbuis te verftoppen , en Sa dit  © 276 © dit gebrek behoort onder het getal van die geenen, welke met de allergrootfte bitterheid en fmcrte gedragen worden. Het is waar, 'er worden op die plaats , veel zeldzaamer, vleezige uitwasfehen gebooren , dan de verkopers der Bougies wel zouden wenfehen; veelen hebben zelfs aan derzelver aanwezigheid getwijfeld , naa eene naauwkeurige kennis van het maakzel dezer deelen en der grondbeginzelen , welke dc gezonde Natuurkunde zou fchijnen toe te ftaan: Dog de waarneemingen van den grooten Morgagni (*) en van wijlen den vermaarden Heelmeester Petit, (**) die dezelve gezien hebben , zijn beflisfende getuigenisfen. Hier moeten wij bijvoegen , die, welke zommige Geneesheeren in de Verhandelingen der Natuur - Onderzoekers geplaatst hebben ; Verhandelingen , wel is waar, waarin men het wonderbaare zeer breed heeft opgegeven , dog die egter geloofwaardig zijn door het aanzien en de agting van zommige Naamen. Zeldzaam is de doorgang belemmerd of vcrftopt door banden en lidtekenen , die gevolgen zijn van verzweeringen eener Gonorrhcea. Nogthans gebeurd dit nog meermalen , dan door vleezige uitwasfehen. Hetzelve gebeurd ook nog door kleine zweertjes, welkers randen door den tijd en door de zouten , die in de pis bevat zijn , hard (*) J. B. Morgagni , de Sedibus & Caufis w.orborum, per anatomen indagatis. Venetiis 1761. fel, (**) Zie, de Nieuwe uitgaave van deszelfs werken, t: Parijs in 't licht gegeven in ïv Volum. in 12.  & *77 © hard enfungeus worden. Ik heb 'er zeer veele gezien aan de Foffa Navicularis. Door het uitfpanfel der Celletjes van het fponsagtig lichaam wordt nog veel meermaalen in de Pisbuis kleine vliesagtige zakjes of holletjes gemaakt, welke door de intrekking van zommige gedeeltens van het inwendige vlies nog vermeerderd worden. Dit gebeurd, wanneer door de ftoffe eener Gonorrhcea, of door zamentrekkende infpuitingen, het zamenweefzel der Pisbuis verzwakt of ontfteld is. De ontleedkundige befchouwing verfpreid geen licht over dit gebrek , vermits naa de dood, het bloed door den omloop niet meer in die Celletjes gevoerd wordende , dezelve door hunne eigene zwaarte inzakken , en zij daar door in hunne natuurlijken ftaat herfteld worden. Men zoude dezelve het best kunnen ontdekken , indien men den Pisbuis, onmiddelijk na den dood opende. De vernaauwing van den pisbuis is zeer gemeen. Dezelve word veroorzaakt door eene verdroging der klieren, die geene genoegzaame fmeerende fappen meer verfchaffende, de vezelen van den pisbuis blootgelteld laaten aan de onmiddclijke aanraking van de zouten der pis. De fcherpheid eener Gonorrhcea, en kwalijk gefchikte infpuitingen , kunnen daartoe aanleiding geven. Het is ook niet te verwonderen , dat die vliesagtige buis aan vernaauwinge onderhevig is, vermits men weet, dat de anus , de vulva , de oogen, de neus, &c. aan dergelijken toegroeijingen of verengingen onderworpen zijn. S 3 Niet  Niet zeldzaam ziet men ook , dat die op een gehoopte klieren, welke de Profiata genoemd worden , of dat heuveltje , het Veru* montanum geheeten , eene belemmering maaken voor den vrijen doorgang der pis , wanneer een van beide verhard, of Scirrheus geworden is. Het is vrij moeijelijk , om het Soort van belemmeringen, waar door de pisbuis verftopt word, wel te bepaalen. Bij gebrek van hetgezigt, 't welk hier wel noodzakelijk zoude zijn, zullen wij eenige tekenen , daar voor opgeven, die egter veel minder zeker zijn , dan die der bevinding , en der ontdekking door het gevoel. Indien 'er eene vleezige uitwafch plaats heeft, die tot eene aanmerkelijke trap van aanwafch gekomen is , zal men bevinden , dat de Bougie, waarmee de men fondeert, eensklaps ftuit, zonder dat men dezelve verder kan inbrengen; of wanneer het heuveltje of de uitwafch , den geheclen pisbuis nog niet vervuld , zal de bougie , verder doorgaande, alleenlijk eene bogt krijgen, en verder geen hindernis ontmoeten. Daar en boven zal de moeilijkheid in het wateren bijna even dezelve zijn ten allen tijde. Wanneer 'er Lidtekenen zijn, waardoor de pisbuis met plooijcn of rimpels bezet is , dan is het zeldzaam dat deze niet verfcheide in getalzijn: Men vind alsdan weinig moeilijkheid om de Sondeer-bougie in te brengen , maar dezelve komt 'er weder uit op verfcheide plaatzen gebogen, en fchijnt verdraait geweest te zijn; De  © 279 ■ © Dc ontlasting der pis word niet tegengehouden , dog deszelfs ftraal is dunner dan in den natuurlijken ftaat, dezelve verdeeld zig in twcé'n, en offchoon de fpieren derzelver volkomene uitdrijvende kragt hebben , loopt nogthans het water druppelsgewijze tusfchen de beenen van den lijder weg. De verzweeringen worden gemaklijk onderfcheiden. Nooit hebben dezelve plaats, zonder dat de ftoffe zig naar buiten vertoond. De inbrenging der bougie is zeer pijnlijk , en de pis word niet ontlast zonder gloed of branding , derzelver ftraal verdeeld zig dikwils in tweën , , en uit de opening der pisbuis vloeit een zelcere ilijm of kwijl. De kleine zakjes of holletjes in het Celagtig weefzel kan men vrij gemaklijk vermoeden. Dezelve vertoonen voor de Sondeer-bougie een beletzel , 't welk minder tcgenftand bied, dezelve word daardoor maar weinig gebogen. Maar men kan zig wegens dezelve veel gemaklijker onderrigten, door de vrije ontlasting der pis. In den zomer, en vooral, wanneer de hitte zeer groot is, zal de lijder met veel minder gemak zijn water ontlasten, dan in den winter of in eene, een weinig koeler lugtsgefteldheid. De ontlasting der pis verminderd, word zelfs geheel opgeftopt , en hervat deszelfs loop , wanneer men zig verkoelt , of wanneer men zig baad , of het Perinceum in koud water houd. Alles, wat ftrekken kan om zig te verhitten, kan tot eene Ifchuria of volkomene opftopping van het water aanleiding geven. Men kan daar van gemaklijk de reden begrijpen , wanneer ■S 4 men  © 28o 0 men in aanmerking neemt, dat deze Celwijze holletjes, door het bloed voortgebragt, eenige overeenkomst hebben met eene Phlegofis of ontfteking. De vernauwing openbaart zig door de ontlasting van het water. Nooit word daardoor het zelve geheel opgeftopt, dog deszelfs ftraal verminderd of vermeerderd in evenredigheid van de wijdte van dén pisbuis , welkersverenging onderworpen is aan de veranderingen van den Thermometer. Deze vliesagtige buis is in deszelfs ftaat van verdrooging te vergelijken bij parkcment of bij fnaaren , welke door de vogtigheid weeker en flapper worden, en welkers vezelen door de droogte inkrimpen. De Bougie ontmoet geene hinderniife met door de lengte van den pisbuis heen te gaan. De pis loopt bij wijze van kwijl uit de opening der pisbuis, de Musculi acceleratores of pisvoortdrijvende fpieren verliezen van hunne werking, naar maate van de min of meer fterke kragt, welke hun weêrftaat. Men ontdekt den Schirrhus of knoestagtige verharding van de Proftata of van het Verumontauum , wanneer de bougie zonder eenige verhindering gebragt kan worden tot aan een van beide dezer lichaamen , en dat men veel moeite heeft, of dat het zelfs onmogelijk is om dezelve te doen glijen voor bij de kromte van het fchaambcen, om dezelve in den blaas te brengen. De pis kan zig niet ontlasten , dan met veel kragt en medewerking van de fpieren van den buik, zij vloeit niet anders dan druppelings af. Met den vinger voelt men eene tegennatuurlijke hardheid in den ftreck van  & a8i S van het Perincsum. Gelijk de Scirrhus het werk of voortbrengzel niet is van eenen dag, zo moet ook het gebrek eene langzaame voortgang gehad hebben, en niet zijn voortgekomen, dan als het gevolg eener hebbelijke Gonorrhcea , en eener aanhoudende vermindering of verlies van het vogt, 't welk de Projlata verfchaft. Men kan geene voorfpellingen doen nog van het gevaar, nog van de geneezing, dan volgens de oorzaak, waar door de belemmering is voortgebragt, de veroudering van het gebrek , en het befchouwen van den lijder. Dog, in alle deze omftandigheden, is de genezing langzaam en moeilijk. De toevallen, welke deze gebreken veroorzaaken, zijn ontelbaar. Onder de voornaamfte tellen wij het inkrimpen van de blaas, den fteen , de waterzugt, verzweeringen der nieren en der pislijders, de Ifchuria , of opftopping van het water , vergaaringen van hetzelve, de beginnende verfterving, &c. De Pis is altoos dik en drabbig , en heeft dikwils een rood fteenagtig grondzetzel. De Scirrhus der Proftata is de allergevaarlijkfte, zo wel om de moeilijkheid om deze foort van verftopping op te losfen en te ontbinden, als om dat dezelve zo zeer verwijderd is van de geneesmiddelen , en dat dezelve eene meer regtftreckfche hinderpaal is voor de ontlasting van de pis. Alles wat ftrekken kan, om het bloed te verkoelen, om de fcherpte der pis te verminderen , en om de vezelen te ontfpannen , is het voornaamfte der geneesmiddelen. Indien S 5 het  @ 282 $ het ongemak niet anders dan plaatzelijk is, gelijk doorgaands, is het genoegzaam geheelvrugteloos , dat men eene inwendige behandeling zoude onderncemen. Mogelijk zoude het gelukkig voor den lijder zijn, dat de belemmeringen in den pisweg, een onmiddelijk voortbrengzel waren van een gebrek uit Venusziekte, 't welk nog niet volkomen was uitgeroeit , om dat men zou kunnen hoopen, dat de toevallen zouden wijken tegelijk met het kwaad, 't welk dezelve zoude hebben doen geboren worden. Zommige Geneesheeren hebben voorgefteld, dat men tegen de Caruncuke of vleezige uitwasfehen plaatzelijke Cathcereticce of brandends middelen zou gebruiken en met voorzorg en voorzigtigheid op het gebrek brengen, maar derzelver brandende kragt zoude al te gevoelig zijn op een vlies, 't welk zo ligt ontftoken word, 'er zouden toevallen uit kunnen ontftaan, gevaarlijker dan de kwaal zelfs. Ik heb mij altoos zeer wel bevonden bij het gebruik van mitcilagineufe Bougies , waarop ik andere bougies laat volgen , die met mijnen Digeftif'bereid, en door middel van wafch tot de vastigheid van eenEmplaftrum gemaakt zijn. Bcfproeingen met het Emplaftrum de Sapone, zijn van wonder veel nut, om de vezelen uitwendig wecker en zagter te maaken, en infpuitingen met warme melk voldoen inwendig aan het zelve oogmerk. Deze inwendige baden zijn van des te meerder vrugt, daar zij den gloed van den Pisbuis matigen , en de klieren bevogtigen , die altoos ontftoken en ver-  © 283 © verdroogd zijn door de aanwezigheid van een vreemd lichaam. De zelfde behandeling voldoed ook zeer wel ten aanzien der lidtekenen en der verzweeringen , maar men eindigd alsdan de behandeling van dezelve met het zogenaamde aqua vegeto - mineralis. Tegen de uitzetting van het celagtige weefzel gebruik ik niet anders dan de bougies van het Emplastrum mucaginum : Wat tog moet ik anders doen dan deze foorten van aderspatten te verzagten en te weerhouden ? Die het maakzel van deze deelen verftaat, weet ook dat men hier niet dan eene Palliative geneezing kan vorderen. De Embrocatien of befproeingen met zeepagtige pleisters , de warme baden , en infpuitingen met melk zouden zelfs voldoende zijn , zonder het gebruik der bougies^. Ook gebruik il^ niet anders dan deze hulpmiddelen, wanneer de lijder weigert de bougies te gebruiken , of dat dc groote gevoeligheid van de Pisbuis hem niet toe laat dat dezelve ingebragt worden. Tegen dc vernaauwing der Pisbuis ftelle ik niet anders in 't werk , dan temperende, zagte pisdrijvende middelen, de baden, dc embrocatien , en de infpuitingen met melk. Zommigen hebben het gebruik van eene Bougie van lood aangeraden; Maar dit middel is niet voor ieder een gefchikt, ter oorzaakc van dc ongemaklijkheid van deszelfs gebruik , 't welk al te langen tijd, of ten minften al te langèuurige herhaalde reizen, zoude moeten verdragen worden. Wanneer het Verumcntamm alleen is aangedaan, kan • i  © 284 B kan de bougie op hetzelve haare werking doen, en men kan de genezing beloven. Met een goed gevolg heb ik zeer veel gebreken van dit deel behandeld. Dog alle prikkelende middelen zouden niet anders te weeg brengen dan den Scirrhus of de verharding te vermeerderen. Bij de behandeling, welke ik nu voor de vernaauwing heb opgegeven, kan ik niet anders bijvoegen , dan het gebruik van mucilagineufe of weekmakende bougies, die voldoende zijn, om de oplosfing of ontbinding van de Scirrhus te verwekken. Ik kan ook tegen de verharding der Proftata geene andere voorftellen; dog de uitkomst daarvan is veel onzekerder, vermits de bougie dezelve niet kan bereiken dan met deszelfs uiterfte punt. Het zoude onvoorzigtig zijn, dezelve in den blaas te brengen , om daar door met eene meerder uitgeftrekte en grootere oppervlakte het gebrek aan te raken. Behalven het onwillige aflopen van het water , 't welk een onaffcheidbaar gevolg van deze manier is, zoude door de bougie de Sluitfpier van de blaas afgemat en ontftoken worden , en eene menigte van toevallen te weeg gebragt worden. In het algemeen is het niet, dan met veel voorzorg en omzigtigheid , dat men het gebruik der bougies kan aanraaden. De ongemeene groote gevoeligheid van de meeste menfehen belet hun , om dezelve langen tijd in te houden ; en het is altoos met gevaar verzeld , wanneer men zig halftarrig zoude wil- |  © 285 © willen verzetten, om eene bougie in te houden , die hinderlijk begint te worden. Het is veel beter, dezelve'er uit te haaien en dezelve weder in te brengen, wanneer de hitte of gloed verminderd is, of dat men dezelve door eene infputting met melk gematigd heeft. Is het nodig, dat ik ook nog zegge, dat men geene andere bougies moet gebruiken, dan die van zeer fijn lijnwaat gemaakt zijn , en dat men de grootfte zorg en oplettenheid moet gebruiken , dat dezelve niet te diep in de buis raaken en verlooren worden ? Dikwils ontfangt de pis geene genoegzaame kragt van de fpieren , welke dezelve voortdrijven , om eene te diep ingefchotene ©f verloorene bougie weder uit te drijven. Men maakt de bougie gemaklijk vast met een draad, welkers einden men tegen elkander over , rondsom het hoofd der roede windt, zonder dezelve te naauw toe te haaien of te knoopen. §. XV. Van de Oog - ontfteking uit Venusziekte. Dit toeval word veroorzaakt door eene verplaatzing van de ftoffe der ziekte. Eene opgeftopte Gonorrhcea, het zij door de natuur, het zij door eene te vroegtijdige of verkeerde behandeling, brengt deszelfs werkende kragt over op de oogen. Eene Liefch-buil, of eene verzweering, kan door eene terug- drij-  drijving der ftoffe dezelve verplaatzing der ziekte te weeg brengen. Ik heb lijders gezien, die door eene ontfteking der oogen aangetast wierden , doordien zij gorgeldranken gebruikt hadden , uit terugdrijvende middelen betraande ; men leest daar ook een voorbeeld van in de Verhandelingen van Koppenhagen. (*) Dit gebrek van de Tunica adnata oculi, of het zogenaamde bindvlies van het oog kan ook nog toevallig zijn , maar heeft doorgaands geen plaats dan ingevalle. het werktuig van het gezigt te vooren reeds zeer gevoelig of aandoenlijk is , dewijl het kwaad zig voornamentlijk op de allerzwakfte deelen nederzet. De ftoffe eener Gonorrhcea tast bij de vrouwen veel eer de oogen aan , dan bij de mannen ; de verplaatzing der ftoffe gcïehied bij deze laatfte meer regtftreeks op dc ballen. Men weet, dat de Ontfteking der oogen verdeeld word, in eene drooge en in eene vogtige. Die der Venusziekte is bijna altoos eene vogtige, vooral wanneer zij dc uitwerking is van de verplaatzing van de ftoffe eener Gonorrhcea. Wanneer men de oogontfteking in het algemeen befchouwd , is de drooge weinig wêerfpannig en wijkt ligt voor zeer eenvoudige geneesmiddelen. Dog anders is het 'er mede gelegen , wanneer zij uit Venus-ziekte ont* ftaat (*) Dit geval is door Olaüs Borrichius befchreven» en te vooren reeds aangehaald, op pag. 177.  © 287 © Haat, alsdan is zij hardnekkig, en pijnlijk; het bindvlies van het oog is rood, droog en bijna eeltagtig. Deze waarneeming, die van een wezentlijk aanbelang is , is door de Oogmeesters gelijk ook door de Schrijvers, die van deze foort van oog-ontfteking gefproken hebben, niet opgemerkt; Ik zal ook de behandeling zo van de eene, als van de andere onderfcheiden. Alle de Oogmeesters hebben eene zeer nadeelige voorzegging gedaan van de ontfteking der oogen die uit Venus-ziekte ontftaan is; Ik heb egter, onder het groot getal derzelven , welke ik behandeld hebbe, niet gezien, dat dezelve kwaade gevolgen hadden. Het is waar, dat ik meer dan eenmaal, toevlugt heb moeten necmen tot de groote kuur , wanneer het mij onmogelijk was , om door eenvoudiger- middelen dc ftoffe , welke zig op het bindvlies had vastgehegt, te verdrijven. Het is in 't bijzonder voor de drooge oogontfteking dat de kwijling noodzaaklijk is, en men Haagt met dezelve altoos wel. Ik laat dezelve voor afgaan van eene of twee aderlatingen en van een evengelijk getal van buikzuiveringen , ook beveele ik de baaden, indien het mogelijk is, dat de lijders van dezelve gebruik maaken. Dc plaatzelijke of uitwendige behandeling is vrugteloos , ten ware de lijder zig met deV zelve wilde bezig houden, om het ongemak te verzagten , of om de algemeen kuur af te wagten. Dezelve beflaat uit een Collyrium of oogwater, bereid uit een aftrekzei van Vlier- Moe-  & 288 © bloemen, waarbij men op vier oneen van hetzelve tien druppelen acetum Lithargyrii doed, en veertig druppelen Spiritus Vini. Nagt en dag bedekt men het oog met een compres. Bij dag word hetzelve nat gemaakt met het Collyrium, en bij nagt beftrijkt men hetzelve met een appelzalf, zamcngefteld uit den olie van zoete amandelen , het dooijer van een tij , en het acetum Lithargyrii. Men moet in agt neemen , gelijk in dit ongemak , zo ook bij alle die gebreken, waar door de oogen worden aangedaan , wanneer 'er compresfen nodig zijn , dat men dezelve nooit op het oog door drukkende verbanden of windzels moet vastmaaken. De gevolgen daar van zouden voor den oogbol gevaarlijk kunnen zijn. Het is genoeg dat men hetzelve op den wenkbraauw vastmaakt. De aanraking der lugt kan aan het oog geen nadeel doen. De aderlatingen zijn in de yogtige oogontfteking onvermijdelijk. Naar dat ik eene aderlating op den arm gedaan hebbe; laat ik bijna altoos ook een ader op den voet openen ; zomtijds is men zelfs genoodzaakt om toevlugt te neemen tot de opening van een ader van het oog; dit is egter minder noodzaaklijk in de oogüntfteking uit Venus-ziekte, dan in die , welke uit eenige andere oorzaak ontftaan is. Ik laat een geftadig gebruik maaken van het vorige Collyrium of oogwater, en ik trek een bijzonder voordeel, meer dan van eenig ander middel uit de verfche Camillen en de Majorana of Marjolein , welke men in de neusgaten brengt. Deze Planten trek-  0 289 © trekken eenen vloed van fcherpe wateragtige ftoffen naar zig , waar door de oogen zeer fpoedig verligting bekomen. Met hetzelve oogmerk hebben zommige Oogmeesters ook de Errhina, of Neusproppen aangeraden; dog wetende, dat deze middelen gewoonlijk doen niezen, heb ik dezelve wegens dat ongemak uit mijne praélijk verbannen, hoe zagt dezelve ook zijn mogen. Men kan nogthans, wanneer het onmogelijk is , om zig die planten te bezorgen , waarvan ik gefproken heb , derzelver plaats volkomen vervullen met Zuihr tot poeder gemaakt, waarbij men , na dat dezelve eenige dagen gebruikt is, de Mercurius dulcis doed , waarvan men trapsgewijze de gift vermeerdert. Het volgende' mengzel voldoed ook nog , met een zeer goed gevolg aan hetzelve oogmerk. Ree. Herb. Nicotian. Unc. j. Majoran. Sicc. dr. ij. Eüphrajia. dr. j. M. F. Pulv. _ De Baden zijn ook van de allergrootfte nuttigheid , gelijk ook de verkoelende middelen, als het water van Hondsgras , gemengd met het water van VicUj, of Seltzerwater, en de Zoetweij met witte wijn, wanneer de hevigheid der koorts vermindert is. In dit zelfde tijdperk T moet  moet men ook tot de buikzuiverende middelen overgaan , en in derzelver tusfchentijd gebruik maaken van de openende Balfamique Pillen , welke ik in de behandeling van de drooge Gonorrhcea heb aangeraaden. BE-  BESLUIT. Zie daar mij nu aan het einde van mijn. Werk, zamengefteld naar eene ondervinding en waarneeming van twintig jaaren i Heb ik mijnen loopbaan ten einde gebragt ? Deze loopbaan is zedert drie Eeuwen geopend, en door het grootfte getal der Mededingers , welke de Geneeskonst ooit bij een gebragt heeft , betreden geworden : Maar de Kampvegters hebben eikanderen belemmerd , aangegrepen en in het worftelperk om ver gefmeeten , en niet één heeft het doelwit bereikt ; Laat ons egter hier van den Hr. Astruc uitzonderen, ten einde eene algemeene agting door de nakomelingfchap geheiligd en geëerbiedigd niet om ver te werpen. Zijne Theorie is uitmuntende en vol van Geleerdheid , zijn ftijl is zuiver en aanlokkende , hij heeft eene gefchikte Leerwijze, enzeer veel order: Doch zijne Practijk is dikwils door de ondervinding wederIegd. Hij heeft bijzondere gevoelens voor zig gehad, genoegzaam vooroordeel , en veel haat tegen zommige aanzienlijke Mannen , en de eigenwijsheid en de haat leiden ons niet tot de waarheid. De Geleerdheid en de Wetenfehappen hebben zodanig eene onwêerftaanbaare aanloklijkheid , dat wij in verwondering worden weggevoerd door alles , wat derzelver indrukzelen en kenT z mer-  © 292" © merken draagt. De Wiskundige Verhandeling van Boissier de Sauvages over de Hondsdolheid is onder den rang der eerfte Meesterftukken geplaatst; offchoon eene wiskundige waarheid en de bewijsredenen van den Hr. Boissier de Sauvages over de beginzelen , de oorzaaken en de zitplaats der Hondsdolheid niet wel met elkander overeenkomen , en daar en boven eene wiskundige waarheid geen groote vorderingen aanbrengt in de Geneeskunde. Men verwondert zig over de verhandeling van het hart van den Heer de Senac , offchoon dat verheven werk zeer weinig of niets doed tot de konst van tc genezen. En voor de Synopjts van den Heer Lieutaud heeft men naauwlijks een Boekverkoper kunnen vinden , om hetzelve te drukken, of Geneesheeren om het te leezen. Met te onderwijzen, met eenvoudige waarheden voor te dragen , word men niet gehoort , en men neemt gretig aan de Strikredenen en de tegenftrijdigheden van Rousseau , vermits de Wijsgeerte 'er trots op word van dezelve te hebben zamengevlogten. Mijne Lezers verwonderen zig over mijne ftoutmoudigheid , en de lijders beven van te zien , dat eene konst zo algemeen verfpreid, ook nog zo weinig gekend is , dat dezelve nog niet de banden der kindsheid ontkomen is. Dit is egter eene blijkbaare waarheid. Laat men , om 'er zig van te overtuigen, alle de Boekdeelen lezen , welke of de begeer-  & 293 © geerlijkheid of de dolzinnige Schrijflijst hebben voortgebragt. Ik weet, wat ik ook mooge zeggen, dat zeer veele verleid zullen worden door den verzekerenden meesteragtigen toon van zommige Schrijvers ; maar dezulke , die met de dwaling handel drijven , hebben bijna altoos het geluk van tot overtuigde menfehen te fpreeken. Laat men dezelve van nabij befchouwen, met het misvertrouwen van een verftandig Man, en derzelver pogingen zullen het eerfte bewijs opleveren hunner kragteloosheid. Met hun te volgen zal men de ruwheid en onbefchaafdheid hunner werkmiddelen en heimelijke aanflagen ontdekken en men zal moeten zugten over het groot getal hunner Slagtoffers. De reden maakt weinig Profelijten , de verrukking vervoerd hun ; het klein getal van verftandigen, die mij zullen lezen , zullen zeggen: Hij heeft gelijk , en dit werkje is zeer wel bedagt : Maar het zijn de verftandige menfehen niet, die mijn Boek en mijne hulpmiddelen nodig hebben. Onverduldige menfehen zullen voorgeven , dat ik mijn onvermogen verborgen hebbe , onder dat, 't welk ik in de Geneeskunde onderftelle. Anderen die waanen zullen , dat zij verftandiger zijn , zullen verzekeren , dat ik niet alles heb willen zeggen. Maar bezit ik dan ook het geheim der onfterflijkheid , om al het goede , 't welk ik voor het menfehdom wel zoude wenfehen , klaarlijk aan te tooncn ? In dc onmooglijkhcid zijnde, om hetT 3 zelve  © 294 © zelve dezen Schatkamer te openen, indien het 'er een is , heb ik hetzelve , nopens de belangens van deszelfs gezondheid , willen verligten, hetzelve wapenen tegen de onkunde, welke het omringd , hetzelve verfterken tegen de hebzugt, waardoor het fteeds overvallen word , en deszelfs oor beveiligen te- Sen het gefchreeuw , waardoor hetzelve berogen word, met hetzelve in een maalftroom te brengen. DRUK  DRUKFOUTEN. Bladz. 14 Reg. 8 ftaat betreeden, lees betreeden worden. 2o p den ondergang van hetzelve te kennen, lees den ondergang van hetzelve, of om 'er zig van te bedienen, of om hetzelve te kennen. ,., jb. —12 — uitgekomen, om'er zig enz., lees uitgekomen, dat de Geneesmeester, enz. . 24. 20 beftooide pillen , lees beftrooide pillen of koekjes. 32 7 beenderen , lees gewrigten. 42 6 manden, lees maanden. 47 5 . behoud, lees bekend. 52 15 wort, lees. voort. , <5i 4 diezelve, lees die hetzelve. ., 97 11 voverreding, lees overreding. __ 107 5 denk wik, lees aan de kwik. . 128 16 naaliet, lees naalaat. 27 Robanti Sypkilliticum , lees Roi Antiftjphilliticum. , 135 32 maar , lees meer. 202 12 mffliden, maanden. , 217 28 C-mapher, lees Campher. 226 18 uitlegd, lees uitgelegd. 259 3 en 13 ftaat Stuitfpier, lees Sluit/pier. _ 269 11 Peyrilha, lees Peyrilhe. .— 38a — 15 Cathteretiea, lees Cathteretica.