Boekbinderij Drukkerij RUSTENBURG Tel.72 17 78 Amsterdam Bibliotheek Universiteit van Amsterdam" 01 3396 2340   KORT BEGRIP VAN DE BEGINSELEN DER BOUWKONST, VOOR DE GENEN DIE ZIG DAAR IN WILLEN OEFFENEN.   B E R I G T. kleine TJ^erkje-, eenige Jaar en geleden, voor myn gebruik en tot gemak van bet geheugen, bycengebragt, en federt aan verfchcide Liefhebbers, die zig in de Bouwkonst wilden oejjenen, daar van Affchriften gegeven hebbende, dagt ik niets beter te zyn, dan het zelve, met byvoeging van eenige Plaat'j'es, tot opheldering der Text, ter DrukperJJe over te geven, met voorneemen om aan degeenen die het nodig hadden, te konnen mededeelen. VignoJa, altydzynde geweest de Rigtfnoer, waar na de voornaamste en kundig/Ie Bouwmeesters in Italien en Vrankryk zig hebben gefchikt, heb ik mede tot myn Leermeester aangen omengebad^zynA 2 de  B E R I G T. de van allen de geenen die over deze /laffe hebben gefchreven, daarin, volgens myne gedagten, het beste geflaagd. De net heit en gemakkelykheit zyner Regels, en zyne zorgvuldige oplettentheit, om niets voort te brengen dan '/ geene uit de Jlaloudheit is gehaald, heeft hem boven allen andere Schryvers een aanzien doen verkrygen, die hem niet ligtelyk ontnoomen zal konnen voorden. Ik heb my dierhalven bediend van een U^erk, genaamd Cours d'Architeóture , qui comprend les Ordres de Vignola avec des Commenfaires &c. par Ie Sr. C. A. d'Aviler, Architeéle. - Gedrukt te Parys by Mariette, in groot Quarto,zndenjaare 17 38. het welk ik het klaar/ie en verftaanbaarfte heb gevonden: waarlykeen pf^erk, dat  B E R I G T. dat wel verdiende in onze taaie overgebragt en in Jt licht gegeven te voorden, ten dienjle van onze Landgenooten, die de Franfche taal niet magtig genoeg zyn\ om zich met nut daar van te konnen bedienen. Eerftelyk om de verdien/ten van het J^erk zelfs, en ten anderen dat in onze Moedertaale geen genoegzaame Schryvers over de Boawkonst worden gevonden , of zy zyn zo kort, en daar door zo onv erft aanhaar dat de jonge Leerlingen , die zig van die pP^erken moeten bedienen , geene genoegzaame gronden konnen leggen, om verder, als zulks hen te pas komt, de Korist, volgens de behoorlyke Regels, te konnen oefenen. Uit andere Schryvers heb ik hier ook bygevoegd twee zaaken, die in het pj^erk A 3 van  B E R I G T. van Vignola niet duydelyk worden aangewezen, te weten de Proportie der Pronte'fpiejfen , en om dezelve volgens de BoitwOrder, waarop zy worden geplaatst, uit te meeten-, en eene wyzê,om de Treeden der Trappen na haare hoogte en breedte te verdeden, die de ondervinding heeft geleerd dat goed is. yeele andere zaaken zoude nog nuttelyk hier by konnen gevoegd worden, dog dit pf^erkje alleen dienende tot een Zak- of Memorieboekje, meene Ik dat het hier by kan worden gelaat en. I4^il iemand anders de moeite neemen om dat by de hand te vatten, en iets tot dienst en onderwys voor zyne Landgenooten by brengen, zal my zulks ten uit erf te aangenaam zyn.  KORT BEGRIP V A N D E BEGINSELEN DER BOUWKONST. VOOR DE GEENEN DIE ZIG DAAR IN WILLEN OEFFENEN. D e vyf Orders der Bouwkonst zyn de Tofcaanfche. Dorifche. Iönifche. Corinthifche. Romeinfche of Compofita. A 4 De  ( 8 1 De Tofcaanfche Colom is hoog 7Diam:ofi4Mod: DeDorifche . 8. 16. De Iönifche .9. 18. De Corinthifche") De Romeinfche) Waar onder begrepen 2yn de Capiteelen en Basementen. De Hoogten der Capiteelen. De Tofcaanfche > De Dorifche ) De Iönifche . . | M: De Corinthifche . 2M:6d: De Romeinfche . 2,M: De  ( 9 ) De Hoogten der Basementen met haare Plinten is, in alle Orders, een Modul. De Lyften der vyf Orders beftaan uit drie Deelen, te weten: 1. De Architraaf! 2. De Fries. 3. De KroonlyfL In de Toscaansche. De Hoogten der Architraaf 1M: der Fries . 1 M: 2 d: derKroonlyft iM: 4d: 3M: 6d: A 5 In  (1°) In de Dorische. De Hoogten der Architraaf i M: der Fries . i M: 6 d: der Kroonlyfl: i M: 6 d: 4M: In de Ionische. De Hoogten der Architraaf iM: 4-$: der Fries . iM: 9 d: der Kroonlyfl iM.-^d: 4M: od: In  (») In de Corintische en Romeinsche. De Hoogten der Architraaf i M: 9 d: der Fries . 1 M: 9 d: der Kroonlyfl. 2 M: 5M: De fprongen derKroonlyflenmoeren zyn: In de Tofcaanfche . iM: 6d: In de Dorifèhe . 2 M: In de Iönifche . 1 M: 13 d; In de Corinthifche . 2M: 2 d: In dc Romeinfche 2 M: Wan-  ( 12 ) Wanneer men zig wil bedienen van de Tofcaanfche Order, verdeeld men de voorgenomen hoogten in 17 en ^Deelen, waar van een Deel den Modul is, die wederom verdeeld word in 12 Deelen, op de wyze als in de Plaat N°. II. is aangewezen. Zo men in de Ordonnantie een Pedefral onder de Colom wil brengen, in 22 Deelen en£, om dat de hoogten der Pedeftal moet zyn - van de Colom met zyn Capiteel en Basement. In de Dorifche Order verdeeld men de voorgenomen Hoogten in 20 Deelen,  ( 13 ) len, en den Modul in 12 Deelen. Zo in de Ordonnantie een Pedeftal onder de Colom komt, in 25;Deelen. In de Iönifche Order verdeeld men de Hoogten in 22^ Deelen, en de Modul in 18 Deelen. Zo in de Ordonnantie een Pedeftal onder de Colom komt, in 28; Deelen. In de Corinthifche en Romeinfche Orders word de voorgenomen Hoogten verdeeld in 25 Deelen, enden Modul in iSDeeJen. Zo in de Ordonnantie een Pedeftal onder de Colom komt, in 32 Deelen. Door de Modullen worden allen de min-  ( H ) mindere deelen der Orders verdeeld en gemeeten, zoo als in de volgende Afteekeningen kan worden gezien, als mede in de Plaat N. II. de wyze , waar door de Modullen 't gemakkelykft werden verdeeld. Van  ( *$ ) Van de FRONTESPIESSEN. De Frontefpieflen worden gemeenlyk gefchikt: 1. Na de Hoogten, daar zy moeten geplaatft. worden. 2. Na de gelegentheid van het Gebouw. 3. Na haare verfcheiden groote. 4. Na de fterkte derBouw-Order die ly moeten dekken. Want de ondervinding heeft geleerd, dat de Frontefpieflen , die op eene verhevene plaats zyn, eene hooger pro-  ( i6 ) proportie moeten hebben, dan die op eene middelmaatige hoogten; en dat de groote FrontefpieÏÏèn meer hoogte vereiffchen, wanneer zy door eene flerke Order worden gedragen, dan die van eene ligte Order. De eerde Figuur van de Plaat N°. XIV. vertoond de omtrek van een Frontefpies van de Iaagfle fbort die gebruikt word. Om die te teekenen trekt men eene perpendiculaire Linie CD. door de Kroonlyfl AB. Deze langte AB. verdeeld men in Zes gelyke Deelen, Een van deze Deelen brengt men op de  ( «? ) de Perpendiculair CD, en men trekt de fchuinte der Frontefpies CA. CB. De tweede Figuur is van eene hooger proportie, hebbende de Perpenculair QR 3 de hoogte van eenvyfde van de lyn O P. De derde Figuur vertoond de Regel van Serlio, die het meefle word gevolgd. Men verdeeld in de punt G de Kroonlyfl EF in twee gelyke Deelen, door de punt G laat men een perpendiculaire lyn IH gaan, en maakt GH gelyk aan GE. Uit de puntH, zynde het Centrum , trekt men een B ge-  ( i8 ) gedeelte van een Cirkel van E tot F, en daar de Cirkel de perpendiculaire lyn doorfhyd, trekt men de fchuyne lynen IE en IF. Het gebeurd menigmaal, dat men op de muur geen plaats genoeg heeft om de manier van Serlio te gebruyken. Dan verdeeld men de lyn E F in veertien gelyke Deelen, van dewelke men drie kan geeven aan de Perpendiculair GI, 'tgeen het Frontelpies iets hoogerzal maakendandie door de Regel van Serlio. De vierde Figuur verbeeld de allerhoogrle proportie, die men aan de Fron-  ( i9 ) FrontefpieÏÏèn geeft, ten zy in buitengewoone gevallen. Om die te vinden, verdeeld men de lyn KL in negen gelyke Deelen , en men geeft twee van deze Deelen aan de Perpendiculair M N. Deze proportie komt alleenlyk te pas aan Frontelpieflèn, die Zeer hoog zyn geplaatrl:,en die door eene zwaare Order worden gedragen. Ook kan die gebruikt worden, wanneer debekrompentheid van het Terrein niet toelaat, dat het Frontefpies niet volkomentlyk kan worden gezien, in gevalle het van eene laager proportie is. B 2 Men  ( 20 ) Men moet altyd werken op de band van het Oijief CD. En na dat men de lyn DE heeft getrokken, die het bovenfte van de band der Oijief in de Figuur 5. van de Plaat N°. XV. aan zal toonen, zal men boven deze band het Cimatium trekken , die van dezelve breedte moet zyn als de regte Lyft, en dusdanig mede de anderen. Van  ( 41 ) Van de TRAPPEN. Het gemak en de fraayheit zyn de twee voornaamfte zaaken, die men in 't maaken van Trappen moet in acht neemen. 1. Word verëifcht dat zy wel worden geplaatft., en dat men geen omweg behoeft te maaken om daar by te komen. 2. Van affcand tot afftand moet men Bordeflen maaken, om nietgenootzaakt te zyn van de eene Verdieping na den ander in een aasfèm, gelyk men zegt, te moeten klimmen. B 3 3.De  ( 22 ) 3- De groote der Trappen moet gefchikt zyn na het Gebouw, en daar geen al te groote plaats aan gegeven worden : want buiten dat het belachelyk is , zo kan men zig nutter van den grond bedienen. 4. Het Licht kan niet te groot nog frerk genoeg zyn , dierhalven moet men wel in acht neemen van die wel te verlichten,'t zy van ter zyden of van boven door een Lantaarn,zo men geene andere gelegentheit heeft. Het is gevaarlyk, dat eene nnalle Tree  ( 23 ) Treê te laag of een breede Treê te hoog is, dewelke veelen in 'top en afgaan doen ftruykelen , dierhalven word 'er,om dit voor te komen,een Regel aan de hand gegeven tot de proportie der hoogten, naarmaate van haare breedte , waarvan de ondervinding heeft geleerd dat die goed is. Men weet, door ondervinding, dat de lengte van eene gemakkelyke flap van een Menfch, die gelyks gronds gaat, gemeenlykis 2<5DuymenAmfterdamiche maat; en de hoogte der geene die een Ladder recht in't lood fraande opklimt, 13 Duymën. Waar  ( 24 ) Waar door vaftgefteld word, dat de natuurlyke Iangte van een flap, gelyks gronds, het dubbeld is van dezelve flap in 't lood. Om die t'zamen te vereenigen, gelyk men in de treeden der Trappen behoord te doen, moet ieder deel in de hoogte by vereffening voor twee deelen gelyks gronds gerekend worden, en de eene en de andere, om eene natuurlyke ftap uit te maaken, t'zaamen hebben 26 Duymen. Dierhalven zo eene Treê niet meer heeft als 1 Duym hoogte, moet den Aantree zyn 24. Duymen. Zo  ( 25 ) Zo een Treê 2 Duymen hoog is, die zo veel zyn als vier Duymen, moet de Aantree zyn 22 Duymen. 3 Duym hoogte. 20 D. Aantree. 4D. 18 D. 5D. 16 D. 6D. 14 D. 7D. 12 D. 8D. 10 D. 9 D. 8 D. 10 D. 6 D. 11D. 4D. C Het  ( 26 ) Het geen altyd de natuurlyke flap gelyks gronds uitmaakt. Wanneer men genootzaakt is om de Trap in eene ronde hoek te laaten draaijen, moet de waare breedte der Treeden in 't midden gehouden worden, gelyk de anderen die regt opgaan.  ( S*5 ) De wyze om de Colommen te verdunnen. Van alle de wyzen om de Colommen te verdunnen, zyn deze twee voor de befte gehouden, die op de Plaat N°. XIV. worden aangewezen. De eerfte is, wanneer men de hoogte , dikte en de verdunning heeft bepaald , dat men met de Pafter de halve Cirkel A trekt, op het onderfte derdepart der Colom, alwaar de verdunning begint, en het gedeelte dezer halve Cirkel, komende tuflchen de twee perpendiculaire Lynen, die boven * van  (*«s) van de Colom paralel met de middellyn, op de voorfz: halve Cirkel daalen, verdeelt men in vyf, of zo veeJe deelen, als men goed vind, als mede de twee bovenfle derde parten der Colom , door dwars - lynen in even zo veele deelen, als men op de halve Cirkel heeft gedaan. Alwaar nu de perpendiculaire de dwars - lynen elkander myden , daar worden de bepaalingen der Verdunning gevonden , gelyk de Fig. i. klaarder aantoond. Deze wyze word gemeenlyk gebruikt voor de Toscaanfche en Dorilche Orders, De  ( *«7 ) De tweede Figuur vertoont de andere wyze. Wanneer, gelyk hier boven, de hoogte , dikte en de verdunning is bepaald, trekt men op het onderfte derdepart der Colom eene Jange dwars-lyn, uit C. naar D. recht door de middellyn der Colom. Neemt dan met de Paffer de maat van C. D. en field boven, daar de Colom het dunfle is, de Voet op de Punt A. en beziet waar de andere voet de Middellyn der Colom kan raaken, gelyk B. trekt dan een Lyn uit de punt A. door B. en daar die Lyn de voorfz. Lyn C. * 2 door-  ( *i8 ) doorfhyd, maakt daar een punt E., trekt daar uit, door de middellyn tot aan de circumferentie zo veeie lynen als gy goed vind, zo wel in de twee bovenfte als in de onderfte derde parten der Colom, en breng op elke lyn uit de middellyn naar de Circumferentie de maat van C D. zoo zult gy de bepaaling der verdunning vinden. Deze tweede wyze kan gebruikt worden voor de Iönifche, Corinthifche , en Romeinfche Orders.  :n? i JJJC VYF OJtJJJDltX der BOUWKONST.   ~n° II. t Ja&aa/ van 12.. ^./^oèu/Zen vovr~l>£> ^o^sca^zn^e/ie esv S>orisc/i£ Orders. t^/o%@al van- j.8. ^y^ox>ziile/v voor l)e K^onüscA^, G>r£n£&decke< en/ _^e/mi^cAe, Orèe/\sO   \tOSCAAZTSCH CAPITJSEL en BAZEMEZTt\   TST9IV. DORISCH CAPITEEL, e/i BA. ZEMENT.   isr? v. || JONISCH CAPITEEL &i JBAZEMElSTT'.   ~N?YI.   CORINTISCH CAPITEELviBAZEMENT.   . jst? vin. Romeinscit capiteelbazement.   N? IX. TOSCAANSCHE EYST.   isr?x. .DORISCHE ETST.   ~n? xi. .TONISCHE ETST.   /'/'.,>,,   N? XIII. ROMEINS CHE LYST. T.Jt.ïet.   TNT? XIV.  r    N?XVI.