WET 'T "Ü VOOR HET AMSTELDAMSCH ÉÉRSTE DER. MAATSCHAPPIJ: TOT NUT FAN 'T ALGEMEEN. GEARRESTEERD IN DEN JA ARE I79&.   W E T T E N.   W E T T E VOOR. HET AMSTELDA ^B^f H ÉÉRSTE DEPARTEMENT, SER MAATSCHAPPIJ: TOT NUT VAN "T ALGEMEEN GEARRESTEERD IN DEN JAARE I792.  VERDEEL ING. I. Wetten voor de leden onderling. II. Wetten voor bestuurers, ten aanziene hunner verrigtingen, ten overftaan der Léden, op gewoone of buitengewoone Departements - Vergaderingen. III. Wetten voor bestuurers onderling, in derzelver bijzondere of huishoudenlijke Vergaderingen.  ALGEMEENE WETTEN voor. de LEDEN ONDERLING. Art. I. Di- Departement zal beftaan uit Leden, allen van den Christelijken Godsdienst, en _boven 15 jaaren oud, behoorende tot de Maatfchappij: tot n ut van t ALGEMEEN- II. De Vergaderingen van dit Departement, zullen ge. houden worden, op zodanig eene plaatfe, (zo veel moSk in 't minnen der Stad) als Beduurers, met Goedvinden van de meerderheid der _ tegenwoordig zijnde Leden, na voorafgegaane befchrijving ,dc gevoeglijkfte zullen oordeelen. III. Teder Lid van dit Departement zal toegang tot desze Vergaderingen hebben, raids lnj, bi] het inkomen in de Vergaderplaatfe, een bewijs toone van zijn Hdmaatfchap, of wel het Kaartjen, waarbij hy tot rfeezevergadering befchreeven is.en op welk kaartjen, ïolSns nïdcr befluit, in dato 8 November 1790 met eeii°NB zal gefteld worden: Ieder Lid zal verpbgt zijn, zelve zijn kaartV jen bij den ingang te verwonen . — < Onk zullen Leden van deeze Maatfchappij, in an.WeSteden of Plaatfcn woonachtig en bewijs toonend: dat zi Leden zijn, ah ook de Hocfdbeftuurers en Ihuurers van het tweede Departement - fchoon geen f eden van dit Departement zijnde, zolang dezelve 111 knede zijn, de vrijheid hebben, om b,j het mtfpreeken der ve handelingen, tegenwoordig te zijn en nevens de voormaalige befluurers, van du eerfle De-  ( 4 ) partement, plaatze te neemen, binnen de gemaakte balustrade. IV. Op elke vergadering, zal een ieder der Leden , één of meerder Perfoonen , tot nieuwe Leden deezes Departement* , kannen voordellen , mids derzulker naam, woonplaats , en beroep , uiterlijk één dag voor het houden derzelve, fchriftelijk opgeevende, ten huife van den tweeden Secretaris, door wien zulks aan de vergadering zal worden medegedeeld, met bijvoeging van den naam des voorltellers; zullende de ftemming, voor zodanige nieuwe Léden deezes Departements, gefclreden in de''eerstvolgende Vergadering, na" die, waarin de voorftelling gedaan is. • V. De goed- of- afkeuring der voorgeftelde Perzoonen, zal gefchieden , met toegevouwen Balloteer-briefjens, waar in de naam van den aftekeuren Perzoon, door deLéden gefchreeven wordt, — En wanneer men, na" de inzameling bevindt, dat 'er een derde , of meerder gedeelte der briefjens , met denzelfden naam befchreeven zij, zal zo een voorgefteld Perzoon , voor afgekeurd gehouden , en voor dat Departementsjaar niet weder voorgefteld mogen worden. VI. Ieder goedgekeurde Perzoon zal, door den Eersten Secretaris, met een brief daarvan verwittigd, en voordaan als Lid van dit Departement erkend worden; ook zal hij verpligt zijn , zich aan de vastgeftelde wetten te onderwerpen, en dezelve, op de eerfte vertooning te'tékenen. ° VII. .Zo dra een der Léden, als Lid van de Maatfchappij: tot nut van 't algrmeen, bedankt, zal hij niet meêr als Lid van (Al Departement worden aangemerkt, en echter voor bet ingetreeden Departements- taar, de Ccntrtbutiën moeten betaalen. Indien ie-  C 5 D iemand Voor dit Departement wil bedanken, 2al hij zulks vóór Primo Ociober, het een «•igenhandigkn brief, aan den Tweeden Secretaris moeten melden, en, dit verzuimende, verpligt ziin, de Contributiën, voor de Maatfchappij, en het Departement, nog voor één jaar, aan een der Penningmeesters van dit Departement , te voldoen. Ook zullen zodanige Léden die bedanken, in hun brief, duidelijk moeten melden, of zij voor de Maatschappij, dan of zij alleen voor dit Departement bedanken. VIII. De gewoone Vergaderingen zullen aanvang neemen, met den tweeden Maandag in de Maand Ociober , voords gehouden worden om de veertien dagen, tot de tweede Vergadering in de Maand April, en dan weder op den tweeden Maandag in de Maanden Julij en September, des avonds ten swunren, om, naar vereisch van zaak'en, terftoid , of laater te beginnen. Telkens zullen de Léden van den tijd der Vergadering, worden verwittigd , en zal bij deeze aanlchrijving tevens bericht worden, de naam van den geenen, die aangenomen heeft, in die Vergadering eene Verhandeling te doen. IX. Op de Vergaderingen zal men de volgende orde houden: Ten eersten, zullen de Notulen van de jongst-voorige Vergadering voorgeleezen worden. Ten tweeden, zal men die zaaken overweegen, welke in de voorgaande Vergadering, of bij de beschrijving der tegenwoordige, voorgemeld zijn. Ten derden, zuilen Beftuurers hunne voordellen doen, de Maatfchappij: tot nut van 't algeheen, of dit Departement betreffende, vervolgends die van de andere Léden hooren, en der Vergadering in overweeging geeven. En indien'er voordellen zijn, welke de meerderheid der tegenwoordig zijnde Léden oordeeld, van die aangelégenheid te wezen , dat men dezelve , tot eene volgende, of buitengewoone, daar toe te befchrijven A 3 Ver-  C 7 ) XI. Ieder Jaar zal den Léden een ftembriefjen gezonden •worden, tot het benoemen van vier Léden, onverfchillig tot welk Amfteldamsch Departement dezelve behooren om op de Nominatie gebragt te worden, ten einde daar' uit, op de algemeene Jaarlijkfche Vergadering. in plaatfe van de afgaande, twee nieuwe Haofdbtjluurers te kiezen. En zullen, na* dat de gecombineerde commMbriaale Vergadering der beide Amdeldamfche Departementen, de Léden, die de meeste (temmen hebben, op eene Lijst gebragt heeft, dezelve door twee Léden derzelver gecombineerde Vergadering, de een Beduurer van het Eerfte, en de ander Beduurer van het Tweede Departement , zó fpoedig mogelijk , van die nommatia verwittigd worden, en zich moeten verklaaren, ot zij, verkoozen zijnde, gezind zouden weezen, deeze ver, kiezing aanteneemen. XII. Op de Eerste Vergadering in de Maand Ociober, zal één der Secreiarisfen, de Wetten voorleezen, en tevens de veranderingen of verkhikkingen, die het Beduur, bij wiize van praadvies mogt ontworpen hebben, aan de Léden voordellen, vervolgends zal men daarop derzelver gedachten en toedemming afvraagen, opdat alzo, ten'aanzien van alle zodanige bijvoegingen, veranderingen of verkhikkingen, of terdond, ot op de volgende Vergadering , bij meerderheid van ftemmen , konne beflist worden. XIII. Ieder Lid van 't Beduur zal de vrijheid hebben, om eene buitengewoone Vergadering te befchrijven, ingeval 'er zich zaak en van aanaelégenheid-mogten opdoen, welke geen uitdel konnen lijden, en waar over hij noodig oordeelt, het gevoelen van de gezanenthjke Léden te hooren. en zal dan ook in zodanig geval, de meerderheid van ftemmen mogen beflisien. XIV. Zii, die tot bevordering der aangenaame werkzaamA 4 neid  C 9 ) Art. XVI.), mogten verhinderen zijn beurt waarteneemen, zal bij , zo fpoedig mogelijk is, aan den eersten Secretaris hier van kennis en voldoende réden moeten geeven, en de Verhandeling, die hij, (zo hij niet verhinderd ware geworden) zoude voorgeleezen hebben, vóór den tijd der Vergadering, in goed Nederduitsch fchrift, den''eersten Secretaris ter hand moeten Hellen, welke Verhandeling als dan, door één der iieftuurende Léden, of dien men, met onderling goedvinden, daar toe zal verkiezen, aan de Vergadering, in zijne plaatfe, zal voorgeleezen worden. XVlIf. Iemand onverwacht verhinderd wordende, om vóór den bepaalden tijd der Vergadering, zijn opflel ter Verhandeling, aan den eersten Secretaris te bezorgen, zal de rédenen hier van, aan denzelven fchriftelijk moeten opgeeven,, en ook dit niet doende, zal hij in de boete van ƒ 5 - 5 - vervallen. XIX. Gednurende het voorleezen der Notulen in de Vergadering, en (taande de verdere werkzaamheden van het Beftuur, bij, en met de Léden, zullen deeze alle mogelijke ftilte in acht neemen; vooral zal men, terwijl de Verhandelaar zijne Verhandeling uitfpreekt , deeze ftilte zorgvuldig onderhouden: ook zullen als dan geen bedienden in de kamer mogen zijn, maar het aanbieden van eenige noodwendighéden, zal vóór en n£ dien tijd moeten gefchieden. Insgelijks zal, zo lang de Verhandeling duurt , geen Tabak mogen gerookt worden, op eene boete van Drie Guldens t'elken reife, en voords zullen de Léden , zo wel vóór als onder de Verhandeling, zich onthouden van het (laan op de banken, die alleen tot zitplaatfen verordend zijn, mede op eene boete van Drie Guldens telkens, rot welke bekeuringen , ten behoeve der Casfa deezes Departements, elk der Léden zal gerechtigd zijn. Alles ter be¬ vordering der goede orde , en der vereischte welvoeglijkheid in dit Departement. XX. De Verhandelaar zal terftond , na het uitfpreeken A 5 zij-  zijner Verhandeling, den korten inhoud derzelve, aan den eersten Secretaris fchriftelijk moeten opgeeven. XXL Indien, onverhoopt, eenig verfchil onder de Léden, wegens zanken dit Departement betreffende, mogt ontftaan, zullen Beftuurers hunne vlijt aanwenden, om het zelve uit den weg te ruimen; ednch,, indien zulks hen niet mogt gelukken, zal rie beflisfing van dat gefchil, door de meerderheid der ftemmen gefchieden , en beide partijen zullen zich daar mede moeten vergenoegen. ■— Alles tot inftandhouding van vriendfchap en gerégelde orde. XXII. 'Er zullen geene voorftellen gedaan mogen worden, ftrijdig met den aart en het belang van deeze Maatfchappij, of van dit Departement , ook zullen de vastgeftelde Wetten, voor het ingetréden Departe?nents-Jaart inoeten blijven ftandhouden, doch echter, geduurende dien tijd, vatbaar ziin voor ampliatie en verbetering, bij meerderheid der Hemmende Léden. xxm. Alle Léden der Maatfchappij: tot nut van 't algemeen, welke ook Léden worden of reeds zijn, van dit Departement, zullen verpligt zijn, hunne jaarlijkfche contributie van f 5 - 5 -: voor deeze Maatfchappij, en ƒ3 - : - voor dit Departement (beide ingaande met primo O&ober, en eindigende met ultimo September daar aan volgende) vooruit, en op Rekening, tegcns quitantie, op de eerste aanmaaning, aan één der Pen* zingmeesters van dit Departement te voldoen, en zullen allen, welke, in dien tusfebemijd , Léden van deeze Maatfchappij en dit Departement geworden zijn, verpligt zijn, aan dit en het volgend Articul, gelijk "ok aan den overigen inhoud der'Wetten, zich te onderwerpen. XXIV. Indien 'er bij het doen der Rekening van Penningmeesters, mogt bevonden worden, dat 'cr van de Gelden  C " ) den van het Departement iets overgehouden ware, zal men bij meerderheid van ftemmen beflisfen, of men dit o'verfchot aan de Léden, ieder voor zijn aandeel , zal teruc geeven, of wat men anders daar mede verkieze te doen; en zo 'er mogte te kort komen, zal ieder Lid verpligt zijn, op de eerste aanmaaning, voor zijn aandeel, het te kortkomende te voldoen. XXV. Alle de Léden, welke de Departements-wetten, zo als dezelve vóór deezen waren, ondertékend hebben , of de tegenwoordige Wetten zullen ondertékenen, worden gehouden , in alle de bijvoegingen , veranderingen of verkhikkingen, welke in vervolg van tijd (zie Art. XII en XIII.) nog beflooten en daar op gemaakt zijn, of zullen worden, genoegen te neemen, zonder verpligt te zijn, dezelven op nieuw met hunne ondertékcj Hing te bekragtigen. • WET.  C 19 ) is, zal van dezelve mogen te rug blijven , op verbeurte van Elf Stuivers; het geval van ziekte alleen uitgezonderd; doch wanneer dén der Beftuurers als/^rhandelaar moet fungeeren, zal hij voor dien avond van deeze boete vrij zijn. IV. Elk die ter voorzeide Vergaderingen te laat komt , dat is , na het uitloopen van een Quartier uurs Zandlooper , welke op het uur der befchrijving , met het flaan der Stadhuisklok , door den Pédel deezes Dcpartements, moet worden aan den gang gebragt , zal verbeuren, eene boete van Zes Stuivers. V. Iemand der Leden deezer Vergadering, na dat die door den Voorzitter geflooten is, op dezelve komende, vervalt in dezelfde boete, als op het geheel terug blijven bij Art. III. bepaald is- VI. Wanneer hij, die de Vergadering heeft doen befchrijven, zelf weg blijft, zonder zijn voorftel, of de poïncten , die hij ter overweeging meende voor te draagen, fchriftelijk in te zenden, verbeurt hij eene boete van Vijf'Guldens, en voor elk half uur dat hij te laat komt, Elf Stuivers. VII. Behalven deeze buitengewoone Vergaderingen, zal men gewoonlijk, en zonder voorafgaande befchrijving, faamen komen, op alle die Dagen, dat de Vergaderingen der Léden deezes Departements invallen, en zulks een halfuur vroeger, dan den tijd, op welken de Léden befchreeven zijn. VIII. Elk die op zodanige gewoone Vergaderingen,.wanB 2 neer  neer geen Zandlooper gekeerd wordt, te laat komt, zal verbeuren eene boete van vijf en een halve Stuiver , en die in het geheel weg blijft, eene boete van Elf Stuivers. IX. In deeze gewoone vergaderingen, zullen Beftuurers het werk, dat door hun dien avond, in de Vergadering der Léden, moet verricht worden, onderling verdeelen. X. In alle buitengewoone en gewoone Beftuurers-Vergaderingen, zal het Voorzitterfchap, door denzelfden Commisfaris, wiens beurt het is, in de vergadering der Léden Voorzitter te zijn, bekleed worden. XI. In alle de Vergaderingen van Beftuurers, zal de volgende orde gehouden worden: i'. Zal de eerste Secretaris , bij afweezigheid van den tweeden, deszelfs post van tweeden Secretaris deezes Departements waarneemen ; en beide de Secretarisfen afweezig zijnde,zal zulks door een der overige tegenwoordig zijnde Beftuurers gefchieden; en altoos zal den geenen, die het werk van den Tweeden Secretaris waarneemt, verpligt zijn, daar van 's anderendaags aan denzelven, door den pedel, fchriftelijke opgave te doen toekomen, ten einde het geene ter Vergadering zij voorgevallen, behoorlijk kan worden genotuleerd, en zulks verzuimende, verbeuren eene boete van Drie Guldens. — 2°. Zal de tweede Secretaris, of die deszelfs plaats vervangt , gehouden zijn, terftond, na dat de Zandlooper zal zijn uitgeloopen, de Notulen der voorgaande Vergadering voor te leezen, en zodanige poincten van deliberatien op te geeven als aan hem zullen bekend zijn. 30.  C « ) 30. Zal de Voorzitter omvraage doen , of ook iemand der Léden, boven en bebalven de opgeleezen poincten, nog eenige (lukken ter overweeging hebbe voor te draagen, die dan door den tweeden Secre- ■ taris of zijnen plaats-vervanger, moeten worden aangetékend, om nd de reeds door hem opgegeevenen, geregeld te worden afgehandeld. 4°. Zal de Voorzitter op ieder poincthet pra-advies van elk der Léden, hoofd voor hoofd, inneemen , welke pr