Bibliotheek Universiteit van Amsterdam Boekbinderij Drukkerij RUSTENBURG Tel.72 17 78 Amsterdam  ENGELAND,   e :n c e .l a n d, dooi- J.'W.TA.ir ARCHENHOLTZ. UIT HET HOOGDÏÏIÏSl'ïï VJEK.TAAT.1Ï. JE JE ltS TJE J) KJE 7.. Te AMSTEI.DAH . hij i.B. SiAIïS, MDr <• v r t   ENGELAND* door. j. W. van ARCHENHOLf S. Uit het Hoogduitsch vertaald\ b ö o ft. j. C. PELLE TIER* EERSTE DEEL. Te AMSTERDAM, Bij ). SLUIJTMAN van dér MEÉtt, In dc KalverGraat, 1786*   VOORBERICHT. VAN DEN iS C H R IJ V E R. J[k heb in mijn Journaal, van Literatuur m Volkenkennis,, eenige op mijne reizen gemaakte aanmerkingen , in Fragmenten hekend gemaakt : daar deze liet publiek niet mishaagd hebben, zo levere ik hier het Geheel, twee beroemde landen, namelijk Engeland en Italien, betreffende , die zich in allerleie betrekkingen zo ongelijkvormig zijn. Het zullen eigenlijk maar twee fchetfen zijn (*), die een ie der zich, volgens zijne eigen ervaarenheid en kennisfe, kan voorftellen. Ik ben twee maal in Italien geweest, in de jaaren 1775, 17/9 en I7^°s en heb zelfs daar een verblijf 'gehad van twee en eenhalf Jaar; in Engeland daartegen heb i\ in drie onderfcheiden tijdperken zes Jaaren doorgebragt, en wel het grootfte deel van 1769 tot 1779; in welk laaifte Jaar ik dat fchoone Eiland ten laat- Jien (*) 'Er z-ijn II. Deelen wegens Engeland, en tg? mkende Italien'. yan bijna gelijke grootte als dit Eerft» Deel. * 3  li V OORBERICHT. Jten verliet. Mij'ne opmerkingen zijn door geen. eenige reisbefchrijving beftnurt, vermits, ik het daar vob -t»ib < Lesvaar der Wiskunde, te Amflddam; Lid va» verfcheide aanzienelijke Genootfchappm , enz. Mijn heer! jN^iettegenftaancTe uwe zedigheid mij verbood, u dit openlijk blijk mijner aebtinge en dankbaarheid te bewijzen ; heb ik mij echter verplicht gevonden , daar aan ongehoorzaam te zijn. Ik zou uw verfilmd en oordeel, * maar  ii OPDAAGT. maar inzonderheid uw hart, verongelijken, wanneer ik mij niet verzekerd hield, dat gij deze mijne ongehoorzaamheidvergeevcnzult: want toch, gij kunt mij de verplichting niet. opleggen, mijn Heer 1 van ondankbaar te zijn; daar zij eette der inoodfte misdaaden is , die de menschheid onteeren. Behoef ik u te erinneren, mijn Heer! bet geene de ons, helaas! zo vroeg ontruktte ; de edele lan. n o y zong: Daar is een wreed gedrocht, in 's Hemels vloek gehooren, Natuur vermurwde 't nooit ; geen vriendfchap ken H bekooren *t Heeft nimmer, naar menz>, een enkle traan gefchreid; H Verraadlijk zelfbelang, met gruwlen overlaaden, Befïuurd alleen zijn daadev. Dat monfter. der natuur, heet fnoode ondankbaarheid. Daar elk, die messch is, hier bet zegel qan zal hargen, zp zie: gij vv,d, mijn lieerl dat  O P D R A G T. mi dat ik uwe zedigheid niet te wille heb kunnen zijn. Immers zoud gij niet willen ontkennen, dat gij mij, bij alle gelegenheden, met uwe vriendfchap, hulpe en onder wijzinge heb tbijgeftaan; want in dat gevalzou ik mij genoodzaakt zien, de duure verplichtinge , die ik aan u heb,der Natie voor te ftellcn; en alfchoon gij dan, mijn Heer ! de grootfte Logicus onzer eeuwe waard, zo zou die zelfde Natie, hoe ongaarne ook, het pleit ten uwennadeele,moetenbeflisfen. Wijders, mijn Heer! behoeve ik mij niet te vermoeijen , om het geletterd deel der Natie, uwe hoedanigheden breed uit te meeten. Zij toch heeft getoond, uwe verdienflen te waardeeren en hoog te fchatten. 't Zou derhalven eene belagchelijke hovaardigheid in mij zijn , haar in dit geval te willen onderwijzen, zowel als het overbodig zoude zijn, aan hen, die de eere hebben met u van nabij bekent te zijn, te zeggen, dat gij een teder Echtgenoot, een liefhebbend Vader, en een getrouw enin. fchikkelijk Vriend zijt. Ontvang dan , mijn Heer! dit geringe offer mijner dankbaarheid, tot welkers in'tlichtgeevinggij de eerfte aanleiding gegeeven hebt. Ontvang tevens den  iv O P D R A G T den allervuurigften wensch, dat gij nog lange ten nutte en fieraad der Schoone kunften-; tot vermaak van uwe talrijke vrienden en vereerers; en ten wellust van uwe Echtgenoote en Kinderen moogt verftrekken. Ik blij ve, met aanbeveelinge in uwe vriend, fchap, en de oprechtfte hoogachtinge, mijn Heer ! Uw Edelens Verplichtfie Vriend cn Dienaar, , Ainjlerdam den i% Oktober JJC. PELLETIER  INHOUD van dit EE RSTE DEE!, EERSTE HOOFDSTUK. Over Grootbriitannie in V gemeen^ Denhiijz». "der Engelfchen. Vrijheden des VoïÉsi Gerechtshof ven. De Hertogin van Kingston. De Overfteh de la mot uk. Parlementsverkiezingen- Voorrechten des Konings. HJinisteriaale ontwerpen. Ge-, lijkhcid. Eere en Schande. ■ Luttkels gedrag in het Parlement. De Generaal burgoyne, en Saratoga, TWEEDE HOOFDSTUK. Nationaale hoogmoed der Engelfchen. Welles* vendheid. Voortreffelijkheid vatl, het Karakter der Engelfchen. Zonderbaar fchóuwfpel van Duitfche Emigranten in Loiidon. förlkhthejd. Vrijheid $er Drukpers. Tijdingen. Junius brief. De Pr;~ éikant horne. Pranger mei'bloemen bejirocit. * Hof-  vi INHOUD. Hoftijding. Misbruik van de publieke Papieren tct flimme bedriegerijen Groot- en menigvuldig nut dezer Papieren. Wilkes Karakter en zeer merkwaardige Gefchiedenis. Lord Major Cros* by in den Towr en in Triomf. Eene grootfche fch'üdering der Engelfche Vrijheid. DERDE HOOFDSTUK. Land- en Lucht'ge-ft'eld'icid. Voor dhr engelen en Vloei van Groott- Brit tan je. Naarjlighei d. Groots. Kunst -Genootfchqppen Eenden en Wallis. Kanaai des Hertogs van IMdgewater. Merkwaardig voorbeeld van Uitvindingen. Medg-vvoods Manufactuur van Antique gedaanten. Cox Mechanicus. Vector Grakams Gezondheids- Tempel, juffer Abington Mode Koningin. Vóórhaarde Bede.laars, calus. De Overften van Champigny. SttaatBede 'laars , hunne levenswijze en Clubbs. Dieven Clubbs in St. Gü'is. Toverij. VIERDE HOOFDSTUK;. Grootheid der Stad Londen. Contrast tusfehen de Citij en het Westelijk gedeelte der Stad. Tiet eigen  INHOUD." vis eigendommelijke der Huizen en openbaart plaatfem Asfurantie. De verlichting der S'td by den nacht. Be St. Paulus Kerk. West - Munjler Abtdij. Het plavïjen der Straaten te Londen. Een zeer merkwaardige Anecdote , betreffende kargl den I. 'f Lord Majors Paleis. Bruggen. De Bank. Prachtige Winkels. De Magiftraat der Citij. William Beckfords Patriottismus. V Y F D E HOOFDSTUK. Over den toe/land van den Godsdienst in Engeland. Verdraagzaamheid. Katoliéken. Geestelijkheid. Puriteinen. Methodisten. De Zondag vieringe. Marteldag van Karêl oen I. Kwakers. Hernhutters. Deismus. Williams Deistijchë Godsdienst- Zelfmoord. Zonderlinge voorbereid dinge ter dood eenes voomaamen Engelscbmans ,Lord Clive. $ooden. Doctor Falcon, een zogenaamd Cabalist. Goudzoekers: LingueTS' Karakter, en tnderwijs aan de Engelfchen. ZESDE HOOFDSTUK. Publiek Spirit , of Nationaale Geest ,eenekarakterifecrendt eigenfchap der Britten. Gasthuizen enGe- flich-  tam i N li o.u d. flhhtéfi* Patriottifche bclooningen. De Generaal wolf. De Franfche Hertog van nïvernois bedroogen en gewrooken. Dankbaarheid der Keizerin Ma» Bja Thekesia , omtrent de Engelfche dames. Groot Patriottismus eenes onbekenden Burgers. De Hertog van athol. Zeldzaamheid der Patriotten om der da Engelfche Ministers* Lord Chatiiams Karakter', zijn openbaar en afgezonderd keven, WelJpreekendheid, Dood en Begravenis. «1 O ï 2ü'iöOH sauv ZEVENDE HOOFDSTUK. Koophandel der Engelfchen. Strijd des Hertogs Van bedford met den .Hertog de choise ul. Engelfche Kooplieden., Minister sport elk. Huislijke gebruiken der Engelfchen.. Éankiers. Ridder col b r o o ie. Bank van Engeland, en derzelver inrichting. Ontwerp der Fr au feiten, om die te ruïneeven. Andere merkwaardige voorvallen, dezê beroemde Bank betreffende. Deeds, eene voor dg mnschheid onteerendëgefchiedenis. ^  ENGELAND. ^ _, — -_ EERSTE HOOFDSTUK. Over Groot'Brittanje in V gemeen. Denkwijze êer Engelfchen. Vrijheden des Volks. Gerichtsho. ven. De Hertogin van kingston. De Qverflen be la mothe. Parlements Verkiezingen. Voorrechten des Konings. Ministeriaale ontwerpen. GeJijkheid. Eere en fchande. Luttiiels gedrag in het Parlement. De Generaals burcoyne ea s aratoga. (jrootbrittanje , die Koningin der Eilanden, i$ ten aanzien der Regeeringsvorm, Wetten en Gewoonten; de wijze van denken haarer bewooneren, bunnen handel en levenswijze in het algemeen , zo zeer van alle Europefche landen onderfcheiden, als. of dit zonderbaare Eiland niet tot ons wacrelddeel, iraar inzonderheid tot de Zuidzee behoorde. In 't bi'zonder is het contrast aanmerkelijk , wanneet men v.it Frankrijk in Engeland koomt. 'Men gelooft ia eene andere Planeet overgebragt te zijn ; daar deze verandering niet langzaam, na langduurige reizen , jnaar in weinige uuren gefchiedt. 'Er is in de daad geen land op onzen aardbodem, van zo veel belang voor den wijsgeérigen befchouwer, als dit niet geA noeg  EERSTE HOOFDSTUK: noeg gekende Eiland. Eene aanmerking welke ieder bevestigen zal, die zich daar lang heeftopgehouden , de taal verflaat, en, -met de noodige kunde voorzien, alles onbevooroordeelt opgemerkt heeft. De ommekeer die zedert de twee laatfte eeuwen ten aanzien der Zeden, Weetenfchappen, Kunften, Koophandel, Godsdienst, en vooral in het Staatswezen van deze Eilanders voorgevallen is , is ten hoogden bewondering waardig. Ongeacht de voorlang verkreegene voorrechten die men in donkere tijden vrijheid noemde, was de Engelfche regeering, in veele opzichten tijranniek, waarvan inzonderheid de Jaarboeken der regeering van dea dwingeland hendrik den VIII, en zijne wreede dochter maria, de Iterkfte voorbeelden opleveren. Men ging in een zeer korten tijd van de grootfte, zo wel waereldlijke als geestelijke,onderdrukking over , tot de ongebondenüe vrijheid in Godsdienftige en Staatkundige zaaken. Uit dezen gansch toomeloozeu toeftand , ontftaan die eigenaartigheden van karakters, welke ons bij de Engelfchen zo zeer in het oog loopen. De gegoede en , in het gemeen, önafhangelijke bewooner dezes lands, kent geen ander richtfnoer zijner daaden, dan de wetten en zijn eigen wil; overtreed hij de wetten niet, zo kan hij onverhindert alles doen wat hem invalt. Alle andere Europefchc Volken, welke deze zogenaamde dwaasheden niet geoorlooft z:jn, verwonderen 'er zich over , vermits zij den  DENKWIJZEderENGËLSCMEN. £ Öen oirfprong niet kennen, of niet onderzoekern Billijk echter moet men zich verwonderen, dat zulke bizarre handelingen niet nog menigvuldiger zijn. Het q,en dira ton ! (wat zal men daar van zeggen /) dat doorgaands zo fterk werkt, koomt hieringeetté aanmerking'. Men gaat enkel met zijn eigen ver. Hand te raade, en ftoort zich geenzins aan het oor» deel vanPerfoonen, die iemand noch voor noch nadeel kunnen toebrengen. Men lagchthier, zo wel ais •ergens elders, over hunne zotternijen, maar men betoond 'er meer toegeevenheid voor ; en fchat een anderzins iechtfchaapen man daarom niet geringer: vooronderftelt zijnde, dat hij niemand door zijné invallen fchade toebrengt. Want zodanig is hetka« xakter-teken der Engelfche dwaasheden j dat men de wetten daar bij niet uit het oog verliest. Hoe fterk deze laatfte hier, tot welzijn van hetalgemeenj heerfchen, zal ik in het vervolg, door zeer merkwaardige voorbeelden, bewijzen. Deze eigenfehap $ om geheel voor zich zeiven te denken en te handelen, hebben de Engelfchen ook in hunne fchrifteii ingevoerd; en hen alican hebben wij veele ftoute ontwerpen , en verfcheidene groote waarheden te danken, met welke hunne Wijsgeeren en Wiskunilenaaren, het menschdom befchonken hebben,; zo Wel als die hooge vlugt van genie, en de nieuwe baaneivdie hunne Gefchied fchrijvers en Dichters Voor zich gebrooken, en daar door de denkende waereid uitgebreid hebben. . A *\ JÖii  4 EERSTE HOOFDSTUK: Dit land heeft zulk een bekoorlijkheid dat, in onze tijden , geen vreemdeling het zelve betreden kan zonder daar door gekluisterd te worden. Vooraf Hel ik noodwendig vast,dat hij de Engelfche taaie verftaat, en van het noodige , om in een duur land tc leeven, wel voorzien is. De Jaaren des yreemdelings, zijne neigingen en denkenswijze , mogen zijn zo zij willen : hij vind hier toch alles wat hij wenscht. Het fcheelt zeer veel dat men zulks van Parijs kan zeggen. Deze bekoorlijkheid flrektzicb over alle Handen uit, van het geringste tot het grootfte. Men riep in Frankrijk alle kunsten te hulp, om het verblijf des Konings van Denemarken aldaar te ve.raangenaamen; men vereerde hem met nooit geziene Feesten, als bij voorbeeld: met een Jagt bij den duister, in een verlicht Woud; ieder Bon~mot Cgeestig gezegde) dat hij zeide,wierd bezongen:in 't kort, de ganfche Natie beijverde zich, hem haar verwonderlijk Parijs tot een Elyfeum te maaken , en echter vond hij in Londen veel meer genoegen, waar dit alles ontbrak, en alwaar hem, op ftraat, geen Matroos uit den weg ging. Deze errinnering aan hunne menfchelijke natuur, wanneer zij uit den aart der dingen voortfpruit, fchijnt veeltijds den grooten der aarde niet te mishaagen; gelijk veele voorbeelden bewijzen. Een groote Rijksvorst uit Duitschland, die Engeland, voor weinige Jaaren, bezogt; en die zich al te dikmaals zijne waardigheid cmnöerde, vond natuurlijkerwijze de Engelfchen 2.0  DENKWIJZE der ENGELSCHEN. $ zo eerbiedig niet, ten aanzien van zijnen rang, als zijne onderdaanen. Daar hij niet anders verwagten konde , zo beruste hij 'er gaerne in , vermaakte zich,en bragt zijnen tijd door; en offchoon hij met het Hof niet zeer te vreden was , hinderde dit zo weinig, als het gebrek aan eerbewijzinge in de andere eilanders, zo dat hij zijn verblijf in Engeland ten hoogften aangenaam vond. De Engelfche kennen de waarde van hun land zo wel, dat misdaadi* gen, wanneer zij maar de roinfte hoop hebben om dendood te ontgaan, zich liever aan Crimineele Procedures onderwerpen ,dan uit Engelandto ontvlugten: zij zien de verbanning van hun Eiland , als een foort van dood aan, die bijna zo verfchrikkelijk alseen geweldige dood in hunne oogen is; gelijk'er dan ook veele met den dood geuraft worden, welken het, vóór hunne gevangenneeminge, niet aan middelen ontbrak, om uit Enge/and te wijken. Daar dit Eiiand, in zo veele zaaken , van andere Landen onderfcheiden is, en eene Staatsgeftcldheid bezit, die, volgens montesquieu, geen volk der aarde zo voortreffelijk gehad heeft, zo heeft dit Land het lot niet zelden , om zelfs van wijsgeerige verftanden niet genoeg gekent te zijn, ja zelfs met opzet verzaakt te worden; voeg hier bij de niet wijsgeerigen twijfel over de voorkeuze van eene on- ■ beperkte monarchaalen ftaat, en eene meer bepaalde koninglijke magt, gelijk die der Engelfchenïs. Niemand zijn zijne kluisters te benijden die hij gaerne A 3 draagt.  G EERSTE HOOFDSTUK: ffrahgt", zij mogen vergelijkender wijze , nog tm. geluk en vercercnswaardig voor hem zijn; hij doet echter onrecht, wanneer hij, door drogredenen of onvverenheid, den toeuand eenes Koninglijken onderdaans met de vrijheid van eenen Engelschman vergelijkt. Men leeze de veele gewigtigezaaken, welke in deze aanmerkingen overliet Staatswezen, Wetten, iq 't kort alles wat het geluk dezer Eilanders uitmaakt], worden ter neder geiïclt; en menzal dan veelligt de uitdrukking van eenen Nabob van Arcot niet te vérge-» sogt vinden, die,uiet den Engelfchen OverftensMiTH, dea zegenpraaleudcn sub ah van Delan opwagtedc , en tegen hem de volgende reden wende; „ Grootc subaiiI zie hier mijn gefchenk; ik brena, ge U dezen Krijgsman, en, met hem de vriendfchap der Engelfchen: een Volk dat uit Koningen „ beitaat." Oniiangezien de inwendige onrusten, die van eenen vrijen Staat (*j onaffcheidelijk, ja tot wiens in ftindhouding zij doorgaans uoodig zijn,daarzijden Rcpublikaaurchen geest van denzelven onderhouden j en leeven en werkzaamheid verbreiden; oniiangezien de zo ongelukkig geëindigden Amerikaanïchen oorlog,, de ongehoorde nationaale fchuld, ent C*') Men veröorlove mij dit woord, alfclioon liet met eencPedantfehe -rangfohiUking niet overeenkomstig is; volgens weta giers en Tripuli vri.ië fusten genoemd worden, Engeland echter sU2ï f?!l Küüing face;;, daar onder niet gerekent kan \yowa» '  DENKWIJZE der ENGELSCHEN. 7 en alle gebreken en onvolkomenheden , die tot het lot der menfchelijkheid behooren, genieten de Engelfchen eene benijdenswaardige gelukzaligheid , wier uitgebreidheid van andere Natiën doorgaans wordt ontkent, nadien het mocijelijk is, zelfs onder de ge.maafigfte monarchaaleRegeeringen,zich een waar begrip van nationaale vrijheid te vormen, die op de rechten der menschheid gegrond is. Niets was voor de Engelfchen belagchlijker dan de uitdrukking in het Franfche Manifest, bij den aanvang van den laatften oorlog, ,, dat de Koning zich ge„ drongen zag, de in hunne Rechten en Vrrjhe,, den verkorte Amerikaanen, bij te liaan". Men betoonde ook, van de zijde der Engelfchen, in het Tegenmanifest , niet weinig verwondering , dat men zich van woorden bediende van welken men in 'Frankrijk geen begrip had. Het is eene bewezen waarheid, dat geen verlicht Volk , immer zo vrij was als de tegenwoordige Engelfchen; een gevoelen 't welkieder toeltemmen zal, die de wetten der oude en nieuwe Staaten, naauwkeurig kent. Het is enkel aan het Patriottismus in te fchikken , wanneer een Hollander; en zelf een Zwitzer, zo vrij waant te zijn als een Engelschman: eene kleine voorilellingvan Engelfche vrijheden zal dit zichtbaar doen zijn , en de vergelijkingen ophelderen. Behalven de menigte voorrechten en privilegiën van allerleijen aart , welken de Engelfchen door hunne Magna Charta verkrijgen, deels bij de verA 4 fthei-  EERSTE HOOFDSTUK: icheiden omwendingen en gunflige tijdsomfrandig lieden verworven hebben, zo kan men de hoofd" voorrechten dezes Volks onder vijf hoofdpunten brengen, i) De vrijheid van de drukpers. z)L)eHa~ beas Corpus Acte. 3) De openlijke Vierfchaar. 4) De Proces-vonnisfen doorgezwoornen. 5) De Reprefentatie (Vertegenwoordiging) in het Parlement. De Engelfchen noemen, met recht, de vrijheid der drukpersfe het grootfte Palladium hunner vrijheid. Plet misbruik derzelve , waardoor veeltijds Staatkundige fchandeljjke Pasquillen gemaakt en verbreid worden, wordt oneindig vér van hctgroote 11 ut, dat het algcmeene welzijn, door het goede gebruik daarvan geniet, overtroffen. De ftoutftc Staatsdienaar, die, in het Kabinet en in het Parlement, met een fchaamteloos voorhoofd voor de natie fchadelijkc ontwerpen voordraagt,en beleedigende tegenfpraak en verwijtingen koelzinnig verdraagt, heeft geen andere hinderpaal, tegen zijne onderneemingen , dan de openlijke ftemme des Volks. Deze fternme heeft noch nimmer een Engelsen Staatsdienaar uit het oog verboren, noch kunnen verfmaaden. Hierdoor wor, den oogmerken en aanflagen in de geboorte ver, fmoort , en zeer wel bedachte maatregelen'in eens over Haag gefmeten. Het ware onmogelijk dat dit Rijk, daar de 'Koning de bron van alleeere, (tanden, waardigheden, en ten deele derrijkdommen is, tot op onze dagen een vrijen Staat zoude gebleven ?ijns wanneer dit de weidaadigc drukpersfe niet had  DENKWIJZE der ENGELS CHEN. 9 te wege gebragt. Eene, naar het uiterlijk" aanzien geïinge onderneeming eens Staatsdienaars, wanneerzij maar op eene ernftige wijze, als eene indragt op de nationaale Vrijheid kan uitgclegt worden ,■ brengt terftond alles in beweeging; het Volk wordt onrustig; de Staatsdienaar wordt verfchrikt en geeft de zaak op. Indien men zo opmerkzaam niet waaxe op kleinigheden, zo zoude de Kroon haare voora-echten onmerkbaar uitbreiden, en eindelijk' haar grootfte doel, de volftrekte oppermagt, bereiken. " De Koning verlangde,in denjaare 1775, dat een ter dood verwezen misdadiger, niet te Tijburn maar binnen de Stad, voor het huis daar de misdaad gepleegd was, wierd opgehangen. Dit Koninglijk verlangen wierd den Sherifs yjwJjet.GraaffchapMid* lefex, door den Staats - Secretaris , bekent gemaakt. In andere Landen zou men het voor zeer onverfchillig houden, aan welke eene plaatfe een misdadiger wierd opgeknoopt : in Engeland daar tegen dacht men gansch anders. De Sherifs weigerden te ge. hoorzaamen. Een nieuw en ftraiTer bevel deed geen beter uitwerking; het bragt echter eene eerbiedige voorftelling aan den Koning te wege, waar in men wegens de weigering, zeer driftige gronden aanvoerde. Men zeide daar in, dat, wanneer men de lechtplaats, naar gevallen, beftemmen mogte, dat daar voor en na, zulke misbruiken uit ontdaan 'konden, die de grondwetten desRijkszoilden.ondermij«en. Deze rechtsplegingen konden m eens op het A 5 Land»  lo EERSTE HOOFDSTUK: Land , weldra in de Stad, op eene Marktplaatfe of ergens in een ftraat; eindelijk wel in een huis, gefthieden ; waar door dan deze, in eenen vrijen Staat zo noodzakelijk openbaare, ftraföefening geheel zoude ophouden. De Sherifs ftonden hier op en gaven niets toe; een gedrag dat hen de goedkeuring van het geheele Land verwierf. De Habeas Corpus Acte verzekert ieder Engelschman tegen de onderdrukking der grooten en magtigen des Rijks. Volgens deze Afte , mag geen Engelschman , op bevel eens Staatsdienaars , noch zelfs des Komngs gearresteerd worden, zonder dat? men, binnen weinig dagen, de oorzaak zijner ge vangenneeming aankondigt, en hem zijne aanklaagers, in eene openbaare rechtbank, vooroogenftelt. Op deze wijze is de geringfte mensch tegen alle onderdrukking , van een met het hoogst gezach gewapenden Staatsdienaar, ten vollen verzekert. Niets maakt een fterker contrast als deze Acle , die zedert de omwenteling noch niet gefchonden is; met de zo beruchte Lettres de Cachet, waar van het Franfche Minifterie, van ouds her, zo mild is geweest. Het was genoeg den Ondercommies van den 'Commies eens Staatsdienaars beleedigt te hebben, om inde BastiUe gezonden te worden , en daar zelf leevend te verrotten. Wanneer wij £ in git ET gelooven , zo is deze duivelfche Etiquette nog heden in gebruik. Deze zonderlinge man bevüjtigde zich* met alle kragten, de vrij lieden der Engelfchen in zijne  DENKWIJZE der ENGELSCIIEN. u zijne Jaarboeken wech te redeneren. Maar nu , door de Bastille geleerd, denkt hij anders, en houd Engeland voor de zekerfte wijkplaats van de ganfche aarde. Hij beklaagt openlijk zijn dwr.as vooroordeel, en verzekert, dat de uitgeftaane kuur zeer tragtig geweest zij. Bij, de ten deele vergeeten, ten deele onbekende gefchiedenis van -wilk.es, die ik in het vervolg bij brengen zal, vermits zij hoogstmerkwaardig, en doorgaans misvormt is, zal ik gelegenheid hebben ,om de groote voordeden dezer Acte klaarblijkelijk voor te Hellen, De openbaare Rechtbanken behooren altijd tot het wezen van een welgegronden vrijen Staat. Alle procesfen en twistzaaken wierden in oud Griekenland , en in Rome, openlijk voorgedraagen en bcflischt. Dus is het daar moeielijk openlijk onrecht te pleegen , waar men het Volk ten getuige heeft; waar de geringste daad naaukeurig opgemerkt, en ieder woord onderzogt wordt. Maar een Deciemviri (Tienman") Appius genaamt, had de onbefchaamdheid, openlijk onrechtvaardig te handelen, en hetganfche Voik te trotfchen: de gevolgen daar van zijn bekend. Bij het pleitgeding, ten aanzien der Hertogin van Kingston te Londen , in het Jaar 1777. deed zich zulk een merkwaardig geval voor, dat het de voortreflijkheid der openbaare rechtspleeging in een helder daglicht zet. Daar de Hertogin de weduwe cenes Pairs was, zo was het voor 't ganiche Hogerhuis, dat deze zaak onderzocht wierd, Alle de Pairs  ie EERSTE HOOFDSTUK: Pairs van Engeland waren hier Richters, onder de voorzitting van zekeren Lord stewards , welke door den Koning, ten dezen einde was benoemd; doch wiens veel beduidende waardigheid, met dit Proces een einde nam. Het tooneel was in de Westmunsferhal, welks buiten gemeene grootte toen nog voor de talrijke aanfehouwers te kleen waar: de voorn aam de getuigen der Hertogin, was een oud man die bedlegerig was en niet uit zijn Kamer kon gebragt worden. Intusfchen was zijn getuigenisfe, ten voordeele der Hertogin, ten hoogsten noodzakelijk, waarom zij ook,om dein Engeland zeer ongewoone gunste bad, door eene deputatie van haaxe Edele Richteren, deze getuige, in zijn huis, te laaten verhoeren. Het fcheen veele Pairs hoogst billijk deze bede toetedaan, die daarom ook terRond hunne demrne ter inwilliging gaven. Dan dit duurde niet lang. De Graaf van mansField , Lord Opperrichter van Engeland trad voor; een Man , die de diepde rechtsgeleerdheid , met een doordringend verdand, en eene Ciceronifche welfprekendheid bezat; hij verzekerde zijne bereidwilligheid , de aangeklaagde alle mogelijke middelen ter Tcchtvaardiging in te willen fchikken , (hier bij moet men aanmerken, dat hij hier geenzins als Opperrichter , maar als een enkel Pair fprak, welke bij deze groote rechtbank niet meer dan zijne enkele ftem had) doch fchilderde met de kragtigde verwen , bet nadeel dat zulk eene inwilliging zoude kunnen hebben. Daar voorbeelden bij de Engelfche Ge- riclit's-  DENKWIJZE der ENGEL SC HEN. 13 rlchtshovcn van groot gewigt zijn, zo zou men hl het toekoomende zodanige beden veeltijds inwilligen, ja inwilligen moeten; bij alle gewigtige procesTen zouden 'er kranke getuigen ten vooiTchijn worden gebragt , die heimelijk verhoord wenschte te worden:, hoe ligt ware een klein getal afgevaardigde perfoonen te misleiden en om te koopen! ja, menzou veeltijds de verkiezing van deze afgevaardigden zelfs weeten te beftuuren. Hij eindigde met de> verzekering , dat hier door de Engelfche vrijheid ondermijnt, dat, in dit Eiland, het geheiligd recht des eigendoms prijs gegeeven , ja zelfs het leven der inwooners bloot gedeld zoude worden. Om dit te verdaan moet men weeten dat het vonnis, bij alle Engelfche rechtbanken, volgens uitfpraak der getuigen, geveld word; waar één getuigen meer geld dan geheele kasten vol documenten. De redenvoering van den Lord mansfield maakte den grootHen indruk. Die Pairs, welke de grootfte vrienden der ïlertoginne waren, Honden oogenblikkelijk van hunne begeerte af, en zelfs haare bekwaamde Advokaaten zwegen. Een tooneel dat voor den wijsgeerigen aanfchouwer van het hoogde aanbelang was. De vonnisfen in Engeland worden bij alle rechtbanken , door twaalf gezwoornen geveld, welke men Jurij noemt. Deze zijn eigenlijk de richters die veroordeelen en vrijfpreeken. Gemeenlijk zijn 'et ook meerdere daartoe gefchikte en,bezoldigde Richters tegenwoordig ; zij dienen alleen als getuigen der  14 EERSTE HOOFDSTUK: der wettige Procedures, en om den gezwoornen cp zekere omflandigheden derzelve, oplettend te maaken; vervolgens helderen zij het vonnis, door de. wetten, op. Ieder bewooner van Engeland die een huis twee jaaren lang bewoond heeft, is verplicht eene parochie om niet overteneemen. Hier onder is ook het ambt eenes gezwoornen, 't welk zelfs ook vreemdelingen, die niet genaturalizeert zijn, moeten bedienen. Daar de tot een proces behpo« rende twaalf gezwoornen, uit een veel grooter aantal verkooren worden,zo is de omkooping onmogelijk , ook heeft men geen voorbeeld van verzoekingen van deze foort. Op deze wijze worden deprocesfen Ipoedig en met groote onpartijdigheid geoordeeld. Linguet, die zich voor zijne tuchtiging, doorgaans voorgefteld had, alles in Engeland aftekeuren , was nogthans tegen zijn wil gedwongen deze rechtsgebruiken ten hoogften te bewonderen. Men leest zijn welfpreekend oordeel hier over in de Jaar» boeken met veel genoegen, bijzonder daar hij hier in zijn eigen kring is. Wanneer in crimineele zaaken de misdaadige een buitenlander is, worden de Jurij uit zes Engelfchen en zes buitenlanders te zaa* men gefield; de namen derzelven worden , vooraf, hem toegezonden, ten einde hij, wanneer hij 'er een tegen hem vijandelijk gezind man ondervind, zonder nadere verklaaring dezelve, als richter, kan verwerpen. Niets is treffender dan de menschlijkö en allerzagtmoedigfta wijze, op welke men hier eert mis-  DENKWIJZE der ENGEXSCHEN. 15 misdaadige voor het gerechte behandeld ; hij zij een dief, moordenaar of brandftichter , en zijne overtreding ook geheel onloochenbaar. Men zou gelooven, dat de Advokaaten, Gezwooren en Richters , zich vereenigd hadden om den aangeklaagden te redden : men zoekt of niet in de opgeftelde aanklagte gebreken gevonden worden , die de misdaad twijfelachtig maaken,- eene omftandiglieid , diezoterfïond het ganfche proces doet eindigen. De Advokaaten? verdeedigen hem met ijver; de getuigen worden ten» niterften fcherp, en veeltijds met groote drift, ondervraagt. Zijn eigen bekentenis wordt niet begeerd , en is van geen gewigt wanneer de aangeklaagde, door de uitfpraak der getuigen, niet overtuigd kan worden; en dat wel volgens den wijsgeerigen grondregel dat eene aanklagte, of een getuigenis tegens zich zelf, de menfchelijke natuure vvederlprcekt; een grond, regel die zeer zeldzaam, met zodanige rechtbanken contrafteert of «rijdt, welke de pijnbank voor hun beste middel houden. Is alles gefchied,zonaatmen hem toe zich mondeling te verdeedigen , waar bij men de grootfie opmerkzaamheid in acht neemt. Word hij fchuldig verklaard, zo Verklaard de voorzittende Richter hem,in eene aanfpraak,de door de Wet bepaalde ltralfe, en dat wel in uitdrukkingen, waar bij niet de minstefchempwoorden,of het geringde verwijt gebruikt word. De in 'het Jaar 1782. in Londen gerichtte Franfche Spion, da Overlle de la wothe , dje als een mis- dw-  15 EERSTE HOOFDSTUK: misdaadiger van den eerften rang, in zijn Va«' derland, gelijk een worm behandeld zou geworden zijn , was gansch verbaast over de oplettenheid,met welke hij hier behandeld wierd. Men fchikte hem de punten der aanklagte in de gevangenis toe , op dat hij tijd hadde, dezelve behoorlijk te beantwoorden; groote Advokaaten namen zijne verdeediging, zonder eenige belooning, op zich; men leide hem de lijst der gezvvoorenen ter overzieninge voor; in 'tkort, men ging met hem om alsof het welzijn desLands aan zijn behoud gelegen ware. De voorzittende Richter erinnerde hem in de Vïerfchaar, met veel achting, aan deze opletten» hcid, en eindigde met deze woorden „ Dus zijtgij, „ Mijnheer! in dit land behandelt, waar gij de min„ fte toegevenheid niet vervvagten konde. Zo zijn „ de gebruiken dezes lands, om welks voortrelfelij„ ke Conftitutie te vernietigen gij zulke groote ,, moeiten hebt aangewend". C*3 Zulke voorbeelden zijn noodzaaklijk, om hetVolks- enhet onzinnig vooroordeel uitteroeijen, als of de zeden derEngelfchen wild waaren. 't Is hier de zaak niet van enkele perzooïien te fpreeken, maar van de Natie in haare Staatswetten , zeden, gebruiken, inltellingen, enz. Men onderzoeke duswezendlijke zaaken,enzelfszonaauw< rig als men kan , en dan eerst mag men oordeeleir Vol- (*) Wij erkennen het zeer gaerne: de Engeltchen hebben alletyoörtreffejijke wetten, maar wat baaten dezelve, wanneer zij n et al.  Denkwijze der ekgelsohen. 17 Volgen? de Rijkswetten heeft ieder Engelschmart, die twee Ponden fterlings van zijn eigen grond inkomen altoos worden opgevolgd? Dat men in liet geval van de la *i.othe, dusdanig is te-werk geg.ian, was zeker noodzaake'ijk genoeg in eenen tijd, toen de Engeirdie Natie eene vervloeking Van het grootfte gedeelte der drie waerelddeelen was geworden! Maar enkele voorbeelden, van rechtvaerdige en gematigde rechtsplegingen zuiveren de geheele Natie niet: wij mogen hier met des ie meer recht eene aanmerking, van een hedendaag'ch Fransch Schrijver bijbrengen, daar onze Schrijver vervolgens zegt „ dat „ naar de Rijkswetten,ieder Engelschman die twee Ponden fterlings , van zijn eigen grond inkomen heeft, hetrecht bezit bij Parlement* 3, Verkiezingen zijne Item te geeven , die in zijn Gr-naCfchap , Stad „ of Vlek geleideden, en dit bovendien, de bewooners van veele y, Steden het recht hebben Reprezentanten te verkiezen, alfclioon zij geen (luk gronds bezitten." Zie hier de vertaalde aanmerking. Van ROONEYfpreekende, zegt hij: „Een eerlijk man zou het bevel ,, geweigerd hebben, om eene ondemeeming uit te voeren , die niet , anders kon doen dan voor altoos den Admiraal, den Staitsdie. naar, en den Koning bezwalken ; welke de orders gaven ; zr> . wel als de geheele Natie die dezelven toejuichte. In de daad wij „ moeten het gedrag der Engeirdie Bevelhebbers te St. Euftatius., „ niet met het zelve oog befchonwen, gelijk wij de Franfche,Spaan„ feheen PruishTche Bevelhebbers doen, &c. Deze hebben eert ,) Meester, zij moeten zijne bevelen naar de letter uitvoeren; maar dus is het niet, wegens den trotfehen Engelschman; hij noemt zicli „ vrij. De geheele Natie, door haare afgevaardigden in de twee kart mers van het Parlement vertegenwoordigt, heeft het Conftituj, tioneel recht, zich door den Koning en zijne Staatsdienaaren re», kenfehap te doen geeven, van alle de onderwerpen, die voorliet it ligchaam der Natie van belang zijn: Hen Parlement kan onderzoe„ ken, oordeelen, en zelf gelijkelijk elk overtreeder in publieks „ jaaken ftrarfeii, al droeg hij ook Scepter en Kroon. Heeft de ge. B » heelé  18 EERSTE HOOFDSTUK: men heeft, het recht om zijn ft era, bij Pariemental verkiezingen te geeven, die in zijn Graaffchap, Stad of Vlek gefchicdcn; bovendien hebben de bewooners van veele Steden ook het recht om Reprafentanten te verkiezen, of fchoon zij ook geen ftuk gronds mogten bezitten. Zulk een voorrecht hebben ook de beide Univerfiteiten van Cambridge en Oxford. Hoe zeer ook bij Parlements verkiezingen de omkopingen voor het Hof noodzaaklijk zijn, zo heeft dit echter, onder de rëgeering'van den voorigen Koning, metkonnen verhinderen,datdePatriotten omtrent deze fchandelijke misbruiken veele ernstige wetten maakte; doch men heeft toch middelen gevonden om dezelve ongeftraft te overtreden. Bijvoorbeeld, deCandidaat gaat bij de landlieden om, koopt hen allerlije kleinigheden af, en betaalt dezelven zeer duur; hij geeft voor heele waereld dan het recht niet, om openbaar te zeggen dat de .„ Engeirdie Natie,bij elkander gencrnen; fchuldig is aan alle de ijs„ lijklieden door de Admiraals rodne v, vaughan, en alle die „ geenen, die gedacnt hebben om op het voetfpoor van deze twee „ Officieren, fchoon van verre, te mogen wandelen? Indien het „ Parlement van Brittanje hen als fchuldig heeft aangemerkt ,waar„ om heeft het hen niet geftraft? Zo het hen als fchuldig heeft aan„ gemerkt., waarom is Rodneij dan met buitengemeen gejuich ent- vangen? waarom heeft bij belooningen gekreegen? is hij op nieuw „ niet met het Bevel bekleed geweest, en in het volle Parlement „ van debefchuldigingen, tegen hem ingebragt, gezuivert? ilet is „ om dat alles wat hij gedaan heeft, goekgekeurdis door de geheele „ Natie die in het Parlement vergadert was." VAmerique Diliyréc , Tm. I, p. 176. note a, VERTAALER-  DENKWIJZE der ENGELSCIIE?^. i? Voor een Hoen drie cf vier Gulnees. De landman verttaat dezen wenk, neemt het geld , en geeft zijne ilemme daar voor., Vermits dit bloote fpecuktien der Candidaaten zijn, zo gefchied hei zeer dikwils dat zij te vergeefs ongehoorde fommen verfpillen, wanneer hunnen medecan didaat een grooter invloed heeft. De voorheen gewezene groote Bankier ?oad y c ii, die in het Jaar 177 faiileerdfi, verlpilde op deze wijze 30,000 Ponden ft-rlings; én daar hij gelooide dat hem onrecht gefchiedde, zo ving hij een zeer kostbaar proces aan. 'Ür wierden veele honderden landlieden, met een extra poisf,pêasLondon gehaalt 'om aldaar als getuigen te verfchijnen. Deze voorzorg inislukte nogthans, en bragt niet weinig toe tot zijne aannaderen de ondergang; Met groote aanzien waar 111 een Parlements lid (laat, enden invloïd die hij Verzekerd is , in openbaare aangelegenheden te zullen hebben, al* hij het talent van welfprekenhei.i bezit j (ci n mhuiel dat 'mEngeland tot de hoogde eeretrappen voert dit alles heeft eene groofe bekoorlij dieid voor een Engelschman * en fpoort hem.aan, om alles aait te wenden óm zitting in het Parlementte verkrijgen. Eene hoofd oorzaak der omkdopingen van dë nieuwe Parlementen, is deze, dat alle Nnb.ibs (eene naam uie men (potsw.jze geeft aan de Engelfchen, die zich in Oost-Indi'èn verrijkt hebben) bij hunne terugkomst toaar Engeland, zich terftond m het Parlement dringen j euderhalven geene kosten ontzien; en dit is ook • B 2 de  so EERSTE HOOFDSTUK: de oorzaak dat de gruwelen inde Indiêntot hier toe ongedraft gebleven zijn. Het buitengemeen contrast van twee befchaafde Volken, dat in dit werk, door vergelijking, zeer in 't oog loopend is, vertoont zich in alles wat met mogelijkheid de eene Natie van de andere onderfcheidenkan. lederbladzijde dezer waarneemingen levert daar bewijzen van op. In Italien ziet men daaglijks Godsdienstige , en in Engeland Staatkundige Feesten; dezelaatften zijn den Italiaanen zo onbekend als de eersten den Engelfchen zijn. De feestvierende t'zamenkomsten, procesfien en vreugdenblijken zijn op dit Eiland zeer menigvuldig , en voor ieder die de partijen derzei ve kent, ras van het hoogde belang. Niets is echter zo verbazend als de Parlements verkiezingen die een zeer ongemeen Schouwfpel daar ftelleri. Voorden beftemden Verkiezingsdag, ziet men hier dezelfde Tooneelen, die men in het oude Rome zag, als men Magiftraats perfoonen zoude verkiezen. Voornaame mannen, die door hunne geboorte , rijkdommen en bekwaamheden, dikwils tot de grootften van den ftaat behooren , ziet men hier bij den gemeenen burger om zijne ftemme verzoeken ; zelfs heeft zich de fchoone Hertogin van de vonsii i re , bij de laatste Parlements verkiezing van 17-4 vernedert, in eigen perfoon voor den Heer fox ftemmen van de geringde inwooners van Westmunfter, die het verkiezings recht hadden, af te bidden,  DENKWIJZE der ENGELSCIIEN. 21 den: een Rap dien zij niet zo zeer om dezen onrustiger! man, als wel om den Prins van wallis te verplichten , deed; welke zich zeer voor de verkiezing van fox interesfeerde. Ten verkiczingsdage, deelen zich de ongehoorde getallen der verkiezende, in bijzondere Corpfen,die zich onder bijzondere Vaandels verzaamelen. De Candidaaten verfchijnen elk in procesfie, door hunne vrienden begeleid , die zich alle door gekleurde banden aan de hoeden, van de andere verkiezingspartijen doen onderfcheiden. Voor hen worden vaanen gedraagen waar op den naam des Candidaats en zijne verkiezïngs-fpreuke geborduurt is: zulke optogten van duizenden verhitte menfchen , die als dan in Londen honderd duizenden aanfchouwers hebben, gefchieden geheel zonder eenige Soldaaten of Gerechtsdienaars, die men anders doorgaans bij Volksverzamelingen noodig' acht te zijn ; en die dikwils meer fchade veroorzaaken dan zij goeds bewerken. De Candidaaten beklimmen op de marktplaats eene voor heu opgerichte verheve plaats, welke met tapijten is bedekt; hier houden zij redenvoeringen tot het Volk, even gelijk de Romeinen op de markten deeden. De verkiezers laaten dan hunne namen opfchrijven,zonderonderfcheid van ftand of ouderdom , en de meerderheid derzelve beftemt den man die door zijne nieuwe waardigheid deel aan de Koninglijke rnagt, en aan het hoogde recht neemt, om. wetten te geeven,dezelve af te fchalTen,en voor de zeeB 3 ker-  Stfe EERSTE HOOFDSTUK: kerhe'd en net gehlk van de Natie te waak en. Zó, bintenfpoorig ook bij zulke voorvallen de gisting van een vrij Volk is j zo gefchieden hier doch zeer zelden bloedige twisten. Er is ondorfcheid tusfenen menfehen die ongeftöord hunne LV.'in K'ds bewegingen gewoon zijn-hot re vieren, en zulken , die onder een dwinglandsch Juk vérfmichten, en over zulks bii de minste gelegenheid, wanneer de ketenen verllappen of verbreeken, zich aan de breideflooste uitfpattingen overgaven. Ook wórden op deze poli-, tieke Kampplaatzen in Engeland, noch degens, noch pistoolen gebruikt, hoe groot ook de verbittering der partijen mooge zijn. Naar geëindigde verkie zirfrjé werd de verkoozene ia zegenpraal naar huis gebragt. Ik kan hier de verzoeking nier wederllaan, om de fchonne f> •Ic'irijvinjj over te zetten, die linguet in zijne Jaa-boekeu doet, vin de zegepraal van Po x in 1784, v.111 welke, h' t-en ooggetuigen was. Hef Is den Emjcifeheri hatende en btfpotrcnde linguet niet mc-r, maarde door de BastlUe geleerde Schrijver , die hier zijiie wisrnecmirtgen mededeel.): .,, Daar de Heer fox eindelijk de zege Behouden had, zo bevonden zich zij-ic aanhangers nngveel „ mlnjkerdanop de eerste verkiezingsdag,om zijné „ zegepraal te verheerlijken. Een troep lieden te. „ p:'ard ving den m'aréch aan, Irer opvolgde de „ vaanen van alle parochiën, welker (remmen dé v verkiezing van den Candidaat bewerkt hadden., V. be--  DENKWIJZE der. ENGELSCIIEN. 23 „ begeleid van de voornaamste verkiezers dezerpa» „ rochie; alle te voet, en met lange witte frokkcn in de hand. Naa deze vaanen wierden die van „ den Heer fox gcdraagen, onder welke 'er eene „ van wit Satijn uitmuntede , met het opfchrift facred to female Patriotisme, (het Juiïerbjk Pa,, triottismus gewijdt.) Dit was eene hulde welke. „ de dankbaarheid voor den ijver van de Hertogin „ van CENONsitfREj bewees; een rechtvaardiging „ van haar gedrag, en eene billijke fchadeloosftel„ ling voor de onaangenaamheden die zij hadtmoe., ten dulden. ,, Een andere troep te paard voerde den trein der ,, met lauw'ren bekroonde hoofden, gemengt met „ muficaale benden; hier op volgde de Zegepraa,, Ier, in een met lauwertakken doorvlogten leun„ ftoel, welke door een aantal fterke mannen ge,, draagen wierd; >agter hem kwamen ledige Koet- zen, met zes paarden befpannen, die insgelijks ,, met lauwertakken , festons gewijze, behangen „ waareu; die djor livreibedienden, die aanziene- lijkeFamilien, tot welke zij behoorden, te kennen ,, gaven , geleid wierden. De trein wierd door ,, een nog talrijker ruiterij beflooren, die gelijk de allereerste, uit burgers van allerlije ftanden was „ te zanten gefield, welke alle door gemeenfchap„ pelijke Staatsinzichten verëcnigd,hetonderfcheid }, vergaten; thans enkel voor eene algemeene beto„ vering van vreugde en gelijkheid gevoel hadden, B 4 „ en  a4 EERSTE HOOFDSTUK: „ en met de taHooze hoofden, die de ftraaten en vefig„ ters der huizen vervulde, een zo zonderling als „ belangrijk fchouwfpel opleverde. Aller harten , opencïe zich, aller pogen waren van tedere traa-. „ nèri nat, welke het zekerst kenmerk van innige „ weltevredenheid zijn. Nimmer heb ik een fchouw-. „ fpel gezien dat mijfterkerheeftgeroert, en'twelk , naar mijn gevoelen, zo bekwaam fcheen om de ziel te verheffen. De te vredenheid was bij die geenen nog fier. ker, welke overdachten dat deze openbaare huk „ diging aaneen byzonder perfoon, zonder waardig* 3, field'', zonder macht gefchiede, wordende alleen „ door zijn moed , en den ijver zijner vrienden onder*; fteunt; dat even deze zelfde man het voorwerp „ dezer plechtigheden en ecrbewijzingen , waarmede '„ men zijne genegenheid vr>or het Volk, en zijne ' wederftand tegen het Ministerie beloonde, in alle. " andere Landen ongelukkig geweest zoude zyn< " dat hij veelligt zijne dagen in een kerker geëindigthaddc; dat, in plaats van deze pracht, die „ hem boven de menfchelijkheid fcheen te verhef-. " ien , hij door een oppermachtig bevel, met fmaad bedekt , in den afgrond der Bastille ,of teSpandait o-eftort, of in de woestenijen van Siberïén verbannen " eoude zijn.:- algronden en woestenijen waar niet " alleen de vriendfchap te onvermogend geweest *• zo, de zijn om hem bij te ftaan , maar waar zij zelfs. '[ zou hebben geziddert, om voor hem te fm.ee-. „ ken K  DENKWIJZE der ENGELSCHEN. ?j ,, ken , en waar het den on gelukkigen niet eens geöor„ loofd geweest ware , zijn aanweezen of zijne „ vernietiging bekent te maaken. ,, Welk een text! hoe zeer rechtvaerdigt hij den „ hoogmoed der Engelfchen! Hoe zeer onrfchul,, digt hij de voorkeuze, d e zo veele rechtfchanen ,, menfchen, zelfs onvrijwillig, hunne Staats Confti- tutie, voor alle anderen inruimen, m >eten!" Dus verre linguet, die zijne verandering van denkwijze, op de volgende wijze rechtvaerdigt: „Ik beu ,, zedert mijne terugkomst naar Engeland, in veele. „ punclen van gedachten veiandert, naardien ik over ,, de volmaaktheid, tot welke de menfchelijke maat- fchappij gebragt kan worden, een zeer treurig ,, licht bekomen heb; naardien ik gedwongen ben „ geweest, om twee , van mijn leven al'gefneden , Jaa„ ren geheel en al der overdenkinge te wijden, en „ dat wel door eene magt, regens welke de inwoo- ners dezes lauds te verzekeren, de voornaamste „ aller wetten is. Ik kan daarom niet nalaaten des„ zelfs wetgeving, die voldoening te verfchaffen, welke haar van een man gegeeveu wordt, die een flagtoiTer van zulke onderdrukkingen geweest is ,, die zij niet veroorlooft. Deze Parlementsverkiezingen moeten natuurlijker wijze den trotsch der Engelichen verhoogen, en hen voorzeker denkbeelden van gelijkheid in boezemen. Ik woonde onder anderen, teNewcaftk4 zulk eene Parlements verkiezing bij, daar zich een bijB 5 zon-  s6 EERSTE HOOFDSTUK: zonder voorval opdeed. Twee Candidaaten hadden zich voorgefte.lt om Reprerentanten van dit oord te worden. De eene was een vriend en bloedverwant des Hertogs van Northumberland. De ander had een imvooner van Londen, met naame shitii, tot Schutsheer, die een zeer fterken Koolenhandel dreef en hier door meer als 100,000 Pondenfterlings verkregen had. Vermogens zijn handel had hij groote verbintenisfen aan deze plaats, waar, gelijk bekent is, de Koolenfchcpen bevracht worden. De Hertog van Northumberland, die, behalven zijnen rang en rijkdommen, de eerste waardigheden des Staats bekleed had, dacht niet dat zulk een man met voordeel tegen hemkonde opkomen; hij wierd echter , bij deszelfs aankomst, zijne dwaaling gewaar. Hij liet dan dezen Mr. smith bij zich verzoeken, doch ontving het trotfche antwoord; dat, zo de Hertog bij hem wat te zoeken had, zo mogt hij zelv' bij hem toornen. De Hertog bewilligde hier in, en-dééd denvoorflag: smith zoude zijn Candidaat, voor dezen oord, daarlaaten: daartegen wilde hij Hertog zich op het plechtigfte verbinden, dat dezelve bij eene andere verkiezing, die in een zeker Graafchap ftond te geleideden, onfeilbaar verkooren zouden worden; vermits hij zelf daar veele goederen had, en de verkiezing daar geheel van hem ai hing. smith flueg dit aanzoek rond af, en zeide hij had zijn Candidaat het woord gegeeven, Reprefentant van dit oord te zullen worden; en hij was gewoon naauw-  DENKWIJZE der ENGEL SCHEN. if «nauwkeurig zijn woord te houden. „ Wel aan dan," hernam de Hertog; „ zo moeten wij het ,, beproeven;" waar mede hij vertrok. Smith was hovaardiggenoeg, den Hertog. bij zijn affchcid te errinneren , om zijn bestte doen. Hij deed het, maar te verseefsqh; de ander wierd verkoozen, en de geringe invloed van den Hertog wierd befpot. Dit zijn misbruiken, die het best door gelijk ere Repiefentatien verholpen zoude worden; dan in de groote Steden houd alle invloed, bij de verkiezingen , op , of is ten minsten niet zeer heduideiH. Wie toch is in (laat een engehoordaantal deels welhebbende, deels rijken, ja dikwils onnoemelijk rijke He !e» , r>rq te koopen? het was daarom eene waarachtige aderlandfche onderneemirg van den waardigën zoon des grooten pits, in 't Jaar 5782 en 1783. op eene betere infiehtirig van de Rêprefentatie aan te dringen. Nièi's (chijnt meer met het gezond menfehen verltand te ftrijde» 4 dan dat Steden , van meer dan 4 ,ccc Inwooners, in' 't geheel geen Reprefentanten hebben, om dat zij ten tijde der Magna Charta noch niet beftonden; daar en tegen elendige vlekken, die dikwils door daglooners bewoond worden, dievrijheid van verkiezinge behouden hebben ; vermits zij voor eenige honderd jaaren aanzienehjke Steden waaren. Londen is de eenige Stad die vier perloonen in het Parlement afvaardigt, daar zij, vergelijkenderwijze we! veertigReprelentanten mogt hebben. De gi norit e n amiiaftuurifeden: Man chefter, Benningham cn andere , die zo veel tot den bloei des Koning- r;jks  ft3 EERSTE HOOFDSTUK: rijks bijdragen,durven in 't geheelgeene Leden afvaardigen. Het ontwerp des voortreftelijken pits was daarom ten hoogden noodzaakelijk, om de zinkende Staat? conffitutie op te beuren; alleenlijk Lord koiith en zijns gelijken, verhinderden het zelve, vermits de omkoopingen daar door vernietigd zoudezijn geworden , op welken toenmaals hunne ganfche grootheid gebouwd was. De Koning zoude daar door niets verliezen, als hij anders de rechten der Kroon niet onwettig verder zoude willen uitbreiden. Onder de luisterrijke beftieringe van den ouftcrlfelijken ciiatham, wierdt 'er geene miniftericalc invloed aangewend, en 'er vond geene omkooping plaats. Ximmer ging het den Engelfchen zo naar wensch, en nimmer hoorde men minder van twisten. Men dwaalt, wanneer men den ftand desKonings. van Engeland voor zeer onaangenaam houd; in tegendeel, als het ongelukkig lot eenerKroone, iemand gelukkig kan doen zijn, dan zou een Engclsch Monarch, wanneer hij wilde, deze de voorkc ure waardig vinden. Zijne voorrechten zijn, gelijk bekent is, buitengemeener en grooter als immer het opperhoofd van eenig vrij volk, in ouden en nieuwen tijd bezeten heeft. Men vergelijke, om nu van de nieuwen te fpreekcn , de Stadhouders van Nederland, de voorige Koningen van Zweden, en de Koningen van Pooien, met die van Engeland, om het in 't oogloopend onderfcheid recht tebcoordeelen. De Britfche Koning kan zonder het Parlement,door de Staatsconltitutie ver-  DENKWIJZE der ENGELSCHEN. fi£ verbonden, Krijg en Vreede maaken, Gezanten ontvangen en afvaardigen, als ook trouperi laaten aanwerven; hij heeft de vrijheid, naar zijn welgevallen een Parlement te zamen te roepen, het zelve te prolongeeren, het te verleggen waar hij wil, of geheel en al te doen fcheiden; zonder hem is geene wet van kracht; alfchoon het door beide de Parlementen is gepasfeert, kan hij alleen, zonder reden te geeven, door zijne terughoudende toeftemming her zelve vernietigen; hij heeft alleen de verkiezing van alle Land- en Zee-Officieren, Magiftraatsperfoonen , Ambtenaaren, Kroon rechters, Bis» fchoppen , en andere Geestelijke Waardigheden; hij kan, naar welgevallen, den Adelftand fchenken ; Misdaadigers ontheffen , en van opgelegde geldftraffen vrij fpreeken ; hij kan Hooge Schooien , Collegien, Hospitaalen, en Jaarmarkten, oprich.ten; hij alleen kan benoemingen maaken; hij fs de Curator van -alle onzinnige menfehen, in het Rijk, en de erfgenaam van alleNaalaatenfchappen, tot welken zich geen andere erfgenaamen aanmeU den. Alle waaren, welke de zee, bij fchipbreuken, aan den oever werpt, en wier eigenaars men niet weet, béhooren den Koning; als ook al het land dat men van de zee gewint. In Kerkelijke zaaken kan hij geestelijke wetten maaken', Ceremoniën indellen; Nationaale of Provintiaale Sijnoden laaten houden, enz. Wanneer een Koning van Engeland zich met deze groote voorrechten vergenoegd ,  gö EERSTE HOOFDSTUK: noegd, zo kan hij gerust de bediering den Ministers overlaaten, die voor alles verantwoorden moeiten. De groote hngelfche Staats maxime is: de Koning kan geen onrecht doen; daarom word hij in het Padement niet, maar wel zijne Staatsdienaars, aangetast. Daar deze aanvallen, die vaak in Perlöonaliteiten ontaarten. het onaflcheidbaar lot des Staatsdienaars is, zo is een goed Pnlegma geen kleine ministeriaale deugd in dit land; Lord kor.th bezit deze deugd in een hoogen graad, en had, geduurende zijne heillooze bedieringe.; den grondregel des Hertogs van orleans, Regent van Frankryk, aangenomen: P urm qifon. me laiffe faire, je les laijferai dire, (mits dat zij mij laaten begaan, zal ik hen laaten praaten). Intus* fchen is in het Parlement eene oppofttie - partij doorgaans noodzaakelijk , waarom ook de groote' Staatsminister walpole plag te zeggen, dat* wanneer men van zelve geen tegenpartij vond, men 'er zich door gei l een verlehafïen moeste. De geringde perlooneele beleediging die meii den Koning aandoet, is hoogverraad. Hij kan zijne vooruitzichten zo onbepaald uitoefenen, dat*, wanneer bij een Matroos in eens tot Admiraal, eil de geringde Dorpprediker tot Aartsbisfchop van Cantelberg wilde verheffen, niemand iets daar tegeil zou kunnen inbrengen. Zo uitgebreid hij in dezen goed kan doen, door de Wetten, zo zeer zijn hem de handen gebonden om kwaad te doen; Zon.  DENKWIJZE der ENGELS CHEN. 31 Zonder deze voorbedachtelijk te overtreden, durft hij biet eens een zijner ftalknegten laaten kastijden. Hij heeft het recht om genade te bewijzen, maar hij kan den misdaadigers hunne opgelegde ftraifeu niet verzwaaren. Deze ftaatkundige regel is mogelijk het grootfte meesterftuk dat zij kan aanwijzen. Daar door, dat de Koning het uitoefenend geweld in handen heeft, konnen de aangelegenheden der Natie met vaardigheid en nadruk behandeld, en de wetten ten uitvoer gebragt worden. Men overdenke daar tegen, den langzaamen gang der Hollandfcbe ftaatszaaken, en dan zal het voorrecht der Engeifche Conftitutie des te aanmerkelijker zijn (*J). Het O Wij ftaan toe dat onze Staats -Conftitutie aan ongemakken •nderhevig is, maar waar vind men 'er eene die geene ongemakken beeft. Ik twijlfei zeer, of onze Staatkundigen, indien onze Conftitutie tot dien trap van volmaaktheid wiord gebragt, voor welke .zij vatbaar is, haar voor de Engelfche zouden willen ruilen; in. zondeiheid wanneer de uitvoerende magt binnen de behoorlijke Grenzen was gebragt, en verplicht wierd om eene zeer ftrenge rekenfchap aan de Souverainen, 't zij der bijzondere Provintien, 't zij aan het ganfjhe Bondgenootfchap; ja zelfs aan de geheele Natie, in het openbaar te geeven. Dan, hoe voortreffelijk de Engelfche Conftitutie in zich zeiven ook moge zijn, wij hebben in dea laatften Engelfchen Oorlog gezien, dat voortreffelijke Conftitutieit het geluk en den voorfpoed der Natiën niet bevorderen, wanneer öwaaze of (noode menfehen dezelve moeten doen werken! De uitvoerende Magt, het is waar, is dikwils vaardig, ja fnel werk. zaam geweest, inaar waar in? om bloed te vergieten? te rooven en  ja EERSTE HOOFDSTUK: Het is doch zeker, dat 'er nimmer, zedert de Revolutie, zo veele en zomtijds geene ongelukkige Bandagen gefmeed zijn, om de Koninglijke magt uittebreiden, als onder de tegenwoordige Regeering» Van den aanvang derzelve tot op Lord norths afdanking 1782. was het Parlement geheel aan de Kroon overgegeeven. Alles wat de Ministers voordroegen, wierd door de meerderheid der (temmen goedgekeurd. Nooit had men zulk eene voorduurende toegeevenheid des Parlements beleeft, en dat wel in een tijd in welken de ganfche Natie onvergenoegt was. De oorzaak daar van lag in het karakter des Konings. Eene hem eigen zijnde drift, die bij bijzondere perfoonen zelden, en op den troon zeker nimmer aangetroffen word, gaf waarfcbijnelijk Lord Bute de gedachten in, om zich dezelve ten nutte te maaken. Deze man wierd terftond, na de komst des Konings tot den troon, aan het hoofd des rijks geftelt, en aan zijne raadflagen heeft men al het ongeluk te danken, dat Engeland zedert twintig Jaaren getroffen heeft. De Koning heeft namenlijk eene afkeer van de weelde, en is daar bij niets min- en te pionderen? Dat men ons aantoone, wat de Engelfchen grootsch of edels gedaan hebben: de ontkenning hiervan is zo waarachtig, dat een doldriftig Prins,-, en bijgevolg, Engclschgezinde, (want dit gaat bijna altoos te zaïnen,) dit tegen mij 'volmondig heeft erkent. / VERTAALERt  DENKWIJZE der ENGEL SC HEN. 33 minder dan mildadig, zonder het geld te beminnen. Geen Koning in Europa Epijst en woond zo gerust als hij ; en geen Vorst is zo weinig op vermaaken gezet. De fpaarzaamheid van het Hof gaat zoverre, dat ik op een Cal van het zelve te St. James, in de koninglijke Voorkamers fmeerkaarfen heb zien branden, daar zij,al voor lange, in Londen , uit alle voornaame Zaaien verbannen zijn. Bij zulke fpaarzaame omltandigheden, zou men opgehoopte fchatten vermoeden , maar in ftede daar van bevinden •"er zich, bij de 900,000 Pondenfrerüngs fchuld die tot de civiele lijstbehooren, waar bij neg 300,000 andere koomen: dus maakt het Hof toch beftendig nogongehoorde fchulden , die het Parlement betaalen moet. Op deze wijze lost zich het raadzel van Zeiven op, en behoeft geene nadere verklaaring. Lord north agtei-volgde het plan des Graave Van bute, en bragt in de elf jaaren zijner fchandelijkebeftieringe, het Koningrijk van den bloeiendften top, tot den ongelukkigen toeftand, waar in het zich tegenwoordig bevind» Deze man bezit geene waare Welfpreekenheid» noch minder groote doorzichten; hij bezit enkel eene zekere redeneerkunst; en de bekwaamheid tot kuiperijen, in een '.eer hoogen graad. Hier door beheerschte hij het Parlement, en bewerkte alles; bijzonder daar zijne bondgenooten in het Ministerie, hem getrouwelijk onderfteunden. Zij waaren hunnen aanvoerer volkomen waardig, en veel ligt had mea onder den G gaa*  34 EERSTE HOOFDSTUK: ganfchen adel, geen tweede Ministerie, van dit flag konnen te zamen brengen. Een ieaer kende de afgefchetfte Karakters, van eene, door het Krijgsgerucht ontëerden oermain, eenes zandwichs, £ïigbys, en anderen,dan den Koningalléén ,fchee. nen zij onbekend te zijn. In een beroemd Jourvaal leest men eene .Redeneering, waar in de tegenwoordige wederzijdl'che . af keerigheid van den Koning en Lord nortii, door zeer vérgezochte gronden en zonderlinge Anecdoten wordt verklaard. Het is in de daad wel onnoodig, geheime, en zeer buitengemeene voorvallen bij te brengen, waarde beweeggronden voor de oogen van al de waereld bloot leggen, en zeer eenvoudig zijn. De Koning hield-Lord nortii voor een rechtfchapen man., en wilde doorgaans het tegendeel niet gelooven, zo lang hij aan het roer van Staat was; maar naauwelijkshadhiihetMinisterieverlaate.il, of de Monarch verkreeg zulke bewijzen van het flegfe karakter dezes mans, dat dezelven hem geen twijfel overlieten. De Koninglijke achting verwisfelde daarom in verachting, welke den Lord des te ondraagelijkerviel, daar zij hem de hoope benam om weder Ministes te worden. Hij toog derhalvenhet mom-aangezicht, gelijk bekend is, af, en vertoonde zich, na de Coalitie , in zijne waare gedaante. De bewustheid van vrij re zijn, en de veiligheid door de wetten, veröirzaakt natuurlijk, dat de gemeene man, voor de aanzienclijken, ja voor de eerste  DENKWIJZE bf.r ENGELSCHEN. S5 eerste mannen van Staat weinig achting betoont » fen zij, dat zij zich, door hun gedrag, des Volks genegenheid verworven hebben. Het volk erinncrt zich zo gaerne, de gelijkheid in welke de Natuur allé menfchen gefield heeft. De hinderpaalen die eerampten en rijkdommen in den weg worden gebragt, zijn niet genoegzaam, om deze denkbeelden van gelijkheid te vernietigen. Ook Word de Koninglijke waardigheid veeltijds weinig achting bewezen. Men ziet denKoning als denvoornaamstenMagifiraats* perzoon aan, die door de Natie betaald word. (*) De Adel verwagt ook geene onderworpenheid, die deze Hand in alle andere Landen vordert, (f) De Geest der Vrijheid, die de Lords, gelijkerhand met (*; indien de Schrijver zich zo lang bij ons, ais in Engtlan l dpgehouden had, e.n bet karakter van een gedeelte onzer Natie Vetludeerchad, zo als dat der Engelfchen, welk denkbeeld zou hij aich dan gevormd hebben van hen, d*'e een enkel Prins, en nieï meer dan een eerste Staatsdienaar, met de veriichtelijkfte en laagnanigfte vlijerij póogen diets te maaken , dat hij het Eminente hoofa der Natie is; en die liever het ganfche Land in bloed en traanen zouden zien zwemmen, dan dat zijn gewaande magt binneri de behoorlijke perken wierd gebragt? Cf) Ach! dat toch voor het minst. veele onzer hederidaagffché Ridders, deze les van hunne vrienden, de Engelfchen,geleerd had* den! Hoe veele verwenfehingen zouden zij niet omgaan zijn, vart alle die Landlieden, die tot op den tijd van den door alle eeuwen lieen te zegenen Capsuen m *» Pnl, onder het ondraaglijk Juk hunner Drost- en Ridderlijke overheerfchingen, hebben moeten stichten l vertaal,Em " C t  35 EERSTE HOOFDSTUK: met de moedermelk inzuigen, leert dezelve, als een aangebooren recht van ieder menseh te betrachten. Een Minister, van wiens wil dikwils het noodlot van ganfche Staaten afhangt, verwagt hier niet, gelijk ook geene der grootften in het rijk, dat voor hem een gemeener man op de ftraat uit den weg zal wijken, en evenwel gaan deze Ministers dagelijks te voet, door de volkrijkfte ftraaten van Londen, waar zij gedrongen worden, en menigen floot bekoomen, zonder zich te beklaagen. De trotfche Engelschman gaat dikwils zeer vertrouwelijk, met geringe lieden om, en neemt deel in hunne vermaaken, ja zomtijds ziet men tweeftrijden, van perfoonen zeer ongelijk in fland, vermids men hier den afftand der rangen niet met onzen maatftaf meet. De voornaamfte heeft ook dikmaals den geringen, om zijne eerzuchtige oogmerkente bevorderen, noodig. Bij Parlements eni andere verkiezingen ontvangt de minste burger, van alle Kandidaaten brieven, die hem, in zeer hofiijke uitdrukkingen om zijne ftemme verzoeken; en wanneer zij die verwerven, hem door nieuwe brieven behoorlijk ondertekend en verzegelt, beleefdelijk bedanken. Men heeft toch kortelings, gelijk ik boven reeds heb aangehaald, de Hertogin van devonshire, ten dezen einde geld en kusfen zien verfpillen; en dat eene Dame, die, volgens het oordeel Vatf- de beroemde akgelika kauuian, het grootfte Ideaal eener Gratie is, dat zij immer gezien heeft» De-  DENKWIJZE der ENGELSCHEN. 37 Deze vrijwillige afdaaling der Natie, die den buitenlanderen zo zeer in het oog valt,is met den aart eenes vrijen Staats overeenkomstig; ook deeden dc Grieken en Romeinen, zo lang zij Republikaanen waren, zulks eeven gelijk. Mogelijk is ock deze «gemengde omgang de hoofdoorzaak dat den Engel" fchen adel verlichter,dan alle anderen in geheel Europa is. Zij leeft vertrouwelijk met Geleerden en Kunstenaars, en beloond hunne talenten rijkelijk. Maar het geene wat deze Adel voor al doet uitmunten , is de roemwaardige wijze, op welke een voornaam Engelschman, de ongenade van het hof verdraagt, gelijk ook de groote verkleeftheid , die zijne vrienden hem betuigen; devoortduurende achting zijner bekenden , die wel verre van hem, wegens zijn verlooren gunst ,-te verhaten, nog meer genegenheid dan te vooren bewijzen. Zo wierd Cbatham, daar hij ,terftond naar het aanvaarden der regeeringe des Konings, het Roer van Staat verliet, van het volk, dat hem voorheen geliefd en hoog gefchathad, nu bijna vergoodt. Zijne beeldtenis wierd als dat van cenen huisgod,in alle;huizen opgericht: Straaten, Steegen, Koffijhuizen, Theetuinen enz. wierden naar zijn naam genoemd. Eeretckencn die nog heden in wezen zijn, en, door prachtige opfchriften , aap den weldoener der Natie erinneren. De denkbeelden van eere en fchande zijn in het algemeen zeer onderfcheiden van die, welke m geheel Europa zijn aangenomen. De gevangenisfe C 3 eenes  3? EERSTE HOOFDSTUK: eenes mans verftrekt hém niet ten fchimp, zo min als de doodftraffe van eenen delinquant, de overgeblevene bloedverwanten ten fchande verftrekt. De laatste Hertog van Ancaster trouwde de dochtereens Paardenkoopers, die nog voor weinig haren als. weduwlijke Hertogin leefde; zijne eere bleef echter; ongekrenkt, en zij had den toegang tot het Hof, zo goed als andere Dames. Een man van aanzienelijken ftand word van eenen anderen befchimpt, hij fchempt wederom , of vergeeft het hem, zonder zich te wreeken , of met hem te vechten. De laatfte Hertog van Bedfort, kreeg, na dat hij de grootfte waardigheden van Staat bekleed had, bij een wedloop een groote dragt flagen: (*) dit verhinderde echter niet dat hij terftond daar op , in het Jaar 1762, de vereercnde charge verkreeg , om de beroemde vreede te Verfailks te fluiten. Het gemeene buitenhndfche Volk dacvan de eere geheel andere begrippen heeft, fchrijft dit alles, zonder bedenken, aan gebrek van delicatesfe en aan ruwe zeden toe; de wijsgeer daar en tc°en, die dezelve in andere zaaken hier niet ver- misfc (*) Koning george de Hde, verftond de Engelfche taal zeer onvolkomen. Gp zekeren dag bij het levé hoorde hij de uitdrukking a fine druVoing, dat zo veel zeggen wil , als , eene goede dragt flagen: daar hij-'er nu de betekenis niet van verftond, zo vroeg hij den. beroemden Graave vznChesterfield, wat zulks wilde zeggen: deze des Hertogs vijand zijnde, wees op hem, vermits hij 'er zich, tegenwoordig bevond.; en verzekerde den Koning, dat deze zijne fylajesteit daar de beste opheldering van konde geeven.  DENKWIJZE der ENGELSCHEN. 39 ♦«list, maar die dikwils tot het hoogste gedreeven vind, en die niets minder dan ruwe zeden bij dit verlichte volk gewaar word; ziet de dingen, de eere betreffende , in een geheel ander licht. In een Monarchie t'fiddert een ieder, voor alles wat zijne eere maar voor het geringste nadeelig kan zijn. Eene niets beduidende handeling, een woord, een bloote argwaan , is dikwils magtig, hem van zijn brood, zijn vermogen, en zijn keven te berooven. Zijn beiïaan , het welzijn zijner bloedverwanten , hangt zomwijleii van een gering voegende omllandigheid af, welke naar de aangenome meening de eere krenkt. Men is op zijn hoede, om zich zei ven te behouden, opmerkzaam op anderen; men maakt zich ongerust over den laster, en zoekt zich te.rechtvaerdigen , of te wreeken. Hier uit ontdaan natuurlijk de verfijnde begrippen van eere. In eenen vrijen (laat is het geheel anders, daar deze begrippen op verre na zo groot niet zijn, en waar de Burger veele betrekkingen niet kent , die een Monarchaal onderdaan geen oogenblik durft uit het oog verliezen. Ik beroep mij hier weder op de.Grieken en Romeinen, die, ten tijde van haar verfïjnsten fmaak,ten eenenïtiaal gelijkvormig met de Engelfchen, over het artikel van eere dachten. De veinzerij, daar en tegen, word bij de Engelfchen voor fchande gehouden, daar hunne vrijmoedigheid, wanneer zij met opgefmukte taal bcirieed is, vaak voor lompheid gehouden word. ïntusfehen C 4 heb-  4* EERSTE HOOFDSTUK: hebben zij deze vrijmoedigheid, met moed en ftandvastigheid verbonden, hunne voortreffelijke Conftitutie te danken. 'Er worden dikwils gezegden in de Rechtbanken en Parlementen gedaan, waar van men denken zoude dat zij met bloed en dood zouden gewrooken worden; dan zulke hevigheden hebben zeer zeldzaam gevolgen, vermits anderzins geen Engelsch Parlement kon blijven ftaan. De vreemdeling die deze hevigheden veroordeelt, heeft over den aart eens vrijen Senaats niet doorgedacht, waar het welvoeglijke voor het nuttige wijken: moet, en alwaar men geene koude plichtplegendc redenen verwachten kan; en daar het den waaren Patriot onmogelijk is , bij hoogst gewigtige gelegenheden, in het vuur zijner redenvoeringen zich binnen de paaien van het welvoeglijke te houden, 't Is waar dat deze zomwijlen te verre overfchredera worden , maar eene algemeene afkeuring is dan daar ook het gevolg van. Een der hevigfte Parlements redenaaren , die deze paaien veeltijds breidelloos overfchrijdt, is de hoofdman luttrel, de jongste broeder der Hertoginne van Cumherland. Hij verliep zich in het Jaar 1777. 20 verrc m Z1ïne redenvoering, dat hij openlijk wenschte, de fmertelijkftc doodftraffen van andere Landen, in Engeland ingevoerd te zien, vermits Lord north, als dan, het rad niet ontgaan konde, en dat, gelijk hij uitdrukkelijk zeide, hij deszejfs beenderen, met graat genoegen, van dcq  DENKWIJZE der ENGELSCHEN. 41 den beul zoude zien verbrijzelen. Deze fToute fpreuk joeg een ieder in het harnas: de daar tegenwoordig zijnde north vatte, met zijne gewoone koelheid, het woord op, en zeide lagchende, „hijmoestzich haasten om tefpreeken, bevorens hij wkrd gerad„ braakt." in het daarop volgend Jaar, had deze luttrkl eene andere Parlements zaak met Lord ge r ma ine; deze man, die naar den flag bij Minden, door een formeel krijgsgericht ontëerd, maar onder de tegenwoordige Regeeiing weder voorgetrokken word, was toenmaals,tenongelukke van Engeland, Minister; en maakte in dezen post liet uitzinnige plan, voor den Generaal bourgoyns in Jmerika; welke het verlies van het ganfche Corps bij Saratoga met zich fieepte. Lüttrei, wierp hem in het Parlement, zijne rechtmaatige onteering voor, en verweet hem zijne vrouwelijke lafhartigheid in den oorlog. Hij fchilderde deze verwijtiu. gen met alle de kleuren, welk hem zulk een rijk geval aanbood, en bragt den ouden g er ma ine daar door in woede, die hem, door toorn vervoerd een Elendeling (Wretch^ noemde. Dit ftreed te-en de wijze van doen in het Parlement, en bragt het ganfche huis in beweging. Luttrel, die de gevolgen daar van voor uit zag, verliet terltond de Zaal, en verborg zich op de Gaanderij, onder de toehoorders, om getuigen van den verderen toedragt te zijn. De fpreeker bad daarop het Parlement om hem bij te ftaan , op dat de zaak mogt worden bijC 5 gelegt.  42 EERSTE HOOFDSTUK: gclegt. G er mai ne betoonde zich hier gewillig toe, maar luttrel was 'er niet meer ; hier door wierd de onrust vermeerdert, tot dat men hem boven ontdekte. Men noodigde hem af te komen; hii kwam,maar wederftond alle de beden, ten einde hij zich zoude ontlchuldigen, waarop een Parlements lid den voorflag deed om hem naar den Towr te zenden, als hij zich daartoe niet wilde laaten bewegen. Daar nu iederen voorflag in het Parlement, vóór dat daar over geftemd word, ten minsten va» öcn medelid onderueund moet worden, en zich hier niemand bevond die zulks deed, zo riep luttrel zelfs: „ / fecond the motion !" „Ik onderfleuu „ den voorflag. "; Men ziet niet zelden perfoonen, die hevig tegen elkander gefprooken hebben , vriendelijk en vertrouwd met eikanderen omgaan, zo haast zij uit dcParlementshuizen zijn. Maar de hoofden der partijen alléén handelen hier bij, volgens grondbeginzelen, en meenen het ernstig met hunne afgekeertheid. De beroemde redenaar burke, die tot op de Coa* litie zich een regtfebapen man betoonde te zijn, puttede uit den Amerikaanfchen oorlog alle zonderlinge verfchijnzelen die hem zijne vruchtbaare Genie maar ingaf, en eindigde ééns zijne donderende reden, met de fchrikkelijkfte verwenfehingen tegen de Staatsdienaars:; met die betuiging,dat het eerste woord, 'twelk hij zijne zuigende, kinderen Trames emi  DENKWIJZE der ENGELSCHEN. 43 lend zou lceren zeggen, zwaare verwenfchingcn op gcwijdde hoofden zou zijn. Met dezen zegenwensen, verliet hij de Vergadering. Geen verlies ging in den Amerikaanfchen oorlog den Engelfchen zo zeer ter harte, dan de vooryerhaalde overgaave van een ftrijdbaar Heir van Saratoga, daar men van het zelve in den Veldheer groote dingen beloofd had. Ook had dit ongeluk ten gevolge dat Frankrijk het momaangezicht afligttede, en de Amerikaanen voor vrij verklaarde. Burgoyne kwam zelve naar Europa, om zich te verdedigen , alfchoon hij nog een gevangen ware. Men bediende zich van deze laatfte omitandigheid om hem den toegang tot den Koning te beletten. Ja men wendde alles aan, om hem van het Parlement, welks medelid hij was, te verwijderen. Dit laatfte echter gelukte niet. Bourgoyne trad voor, rechtvaerdigde zich in het algemeen, vermits hij de monsters nog fpaaren wilde. Deze daar en tegen hielden, ter hunner behoudenis,geene paaien meer, en verzochten den ongelukkigen Generaal, die onder het klein getal der Engelfche Officiers behoort, die met de krijgskunde bekend zijn; alle zijne Charges af te flaan. Nu beriep hij zich op de ganfche Natie in een zeer voortreffelijk verdedig fchrift , welks inhoud zo gewichtig als aandoenlijk was, en dat zo wel de onbekwaamheid , als de boosheid der monsters , in het helderste licht zettede. Hij had voorlteliingen wegens de volftrekte onmo- ge-  4* EEflSTE HOOFDSTUK: gelijkheid gedaan, om met zijn corps door de woestenijen van Amerika te dringen. Men had ze niet gehoord, maar door herhaalde en bepaalde orders de onderneeming bevolen. Bourgoyne moest als Krijgsman gchoorzaamen,hoe zekerhij ook zijnen ondergang voor uit zag. In dezen toeftand Helde hij zich voor, dat men doorgaans het inzicht hebben moest, door da opoffering van zijne kleine Armée gewigtiger oogmerken te bereiken. Als Burger van den Staat kwam zijn pcrfoneel belang in geene ovcrweeg'mg, en als Krijgsman moest hij zich met het noodlot getroosten, dat, gelijk als hem en zijne troepen, de beide in den oorlog bcroemdlle Volken van den ouden en nieuwen tijd, h\]Caudinum enMaxen getroffen had. Dit, op icbriftelijke bewijzen gegronde verdedigfchriit bleef' onbeantwoord. (*) (*) Men vind, in een onlangs uitgekoomen fransen Werk, eea artikel ten opzichte van den Generaal bourgoyne, dat hein in een zeer ongunstig licht plaatst. „ Men weet (dus word daar ge„ zegt) de noodzakelijkheid die den Generaal bourgoyne dwong om de troepen, diehij commandeerde, de wapens te doen neder., leggen; maar zie hier eene bijzonderheid die minder bekend is. „ De onbedwingclijke trotschheid van dezen Generaal fchroom„ de niet, de edelmoedige Republikaanen, die voor zijne vrijheid „ eerlijke voorwaarden aanboden, te tergen. Na in Aru-rika heï ,, eerste voorbeeld geweest te zijn, van zulke volkomen nedeila. „ gen, die eene Armée ter befcheidenheid van den overwinnaar las„ ten, zonder zelve aan de overwonnenen het middel over tc laaten „ em hunne eere,in geval van eenen tweeden Slag te beveiligen, dorst „ deze Generaal zijn woord van e:ie ongetrouw, opliet oogenbin.  DENKWIJZE der ENGELSCHEN. $f „ van zijn vertrek naar £«£«/ Her en zeer merkwaardige Gefchiedenis. Lord Major crosby in den Towr en in triumf. Eene grootfchs fchildering der Engelfche vrijheid, D e Engelfchen bezitten veel Natie-naaien hoog. moed, een natuurlijk gevolg hunner Staatsconftitiu tie, waar een ieder enkel van de wetten afhangt. Hoe zou het mooglijk zijn, dit voortreffelijk en uit» muntende te kennen en te gevoelen, zonder ereene hooge waarde aan te hegten? Deze hoogmoed, die men den Engelfchen, in onze dagen , zo zeer te laste heeft gelegd, had vanouds plaats, bij de verlichtfte Natiën. Geen volk kwam hierin met den Grieken en Romeinen gelijk, die met dezen hoogmoed die verhevene Vaderlandsliefde verbonden, welke hunne orj* fterf-  Karakter hér engelschen. 4? fterflelijke daaden getuigde. Wanneer de jongere (*) gefchiedenis van Engeland, vol van groote daaden is , zo heeft men dezelve mogelijk deze Vaderlandschliefde toe te fchrijven , die zich in een hoogen graad, zonder inmenging van verachting, tegen al het uitlandige, niet als mooglijk begrijpen laat. De Spanjaarden bezitten even zoveel, zo niet meer,hoogmoed als de Engelfchen; deze echter is een voorwerp van befpottinge voor andere Volkeren , vermids dezelve ongegrond is; daar de Engelfchen , om even deze zaak aangevallen worden , terwijl men willens of onwillens toegeeven moet, dat zij reden daar toe hebben. Dus beheerscht de nijd geheele Natiën, even gelijk enkele menfehen. Ook kan men zeggen dat de hoogmoed in alle menfehen êenerlei is. De grootere of kleinere maate, die me» bij hen geloofd te bemerken, is mogelijk gelegen in de verfcheiden middelen, die het geluk aan de menfehen verfpild, of hen ontzegt te geeven, meer als in de menfehen zelf. De Franfchen , die zo veel riationaale hoogmoed bezitten, als eenig Volk ooit gehad (*) Wij hadden wel gewenscht,dat de Schrijver ons had geze?d Wat hij door de jongere gefc.hiedeni." verltaat. Indien men dezelve tot den laatlten oorlog wil btp.ialen, dan moet men zeker eene groote p: nijdigheid, ten voordeeleder Engelfchen .bezitten. Wij Hollanders kunnen het ten minsten, zonder onsgeweeten te verkrachten, nte.t tfoen. YERTAALER,  4* TWEEDE HOOFDSTUK: gehad heeft, (*) verbergen die voor de kortzicluigen, onder het vernis van wcilecvendheid, door deze gri- O liet is niet moeielijk te zien, dat de Schrijver de Franfchen vernedert, ten einde de Engelfchen te verheffen ; da» hij had zijne fcefchuldiging wel beter, dan door eene enkele pennctrek, moogen bewijzen. Vooreen oogenblik toegcitaan zijnde, dathij de waarheid lprak; dan nog is de ommegang met dit befchaaft en fpraakzaam volk veel behaaglijker als met den trotfehen, ftilzwijgendenen alles verachtenden Engelschman Maar is het wel waar, het geene de Schrijver zegt: „ dat zij hunnen Nationaalen hoogmoedagterhunne „ welleevendhcid verbergen"? om dit toeteftemmenzou men moeterr denken dat de Franfche Natie, over het algemeen, in dat punft veinzen moest: doch welke waarfchijnlijkheid is daarvoor? Wij durven gerust -aan kenners van de geiiartheden der menfehen laaten beöordeelen , of veinzen niet veel eer de eigenfehap va» zwijgende, dan van veel praatende menfehen is. Dat het laatfte eene eigenfehap der Franfchen, en het zwijgen die van de Engelfchen zij, zal niemand ontkennen, die de nationaale Karakters va» beide maar oppervlakkig Kent. Dus zouden , indien de Schrijver de waarheid fprak, de Franfchen zeer kunstig zijn in het verkrachten der Natuur; en zij zouden allc,om de achting der vreemdelingen te verWerven, hunnen nationaalen hoogmoed agter hunne welleevendheid verbergen! Maar den wensch alleen waarvan de Schrijver fpreckt, van zo veele Natiën in den Americaanfchen oorlog, toont die nic t al lerdui • delijkst, dat de trotschheid der Engelfchen, voor bij na de geheele waereld onverdraaglijk geworden is; en dat zij te recht den haat Van bijna de geheele waereld zich op den hals hebben gehaald. Dan de trotschheid der moderne Engelfchen, kan men, onder zo veele anderen nog uit het volgend ftaaltjen opmaaken , dat den beruchten Graave van Chatham zich niet fchaamde, om in het volle Parlement te zeggen „ dat Europa geen enkel Huk kanon moest durven losbrana, deu^ zonder verlof van Engeland'\ Welk een invloed zulk een je-  KARAKTER der ENGELSCHEN. 40 grimasfen ontgaan zij den nijd , die op den öngekunHelden Engelschman in volle maafe nederftroomt» Deze zo beledigcnden hoogmoed der Engelfchen te verdeemoedigen, was den wensch van zo veele Natiën, in den Amerikaanfchen oorlog; zelfs het grootfle deel der Duitfche Natiën, bij welken het Enthoufiasmus der navolging, nog zeer diep ingeworteld is, en die door de Franfchen denken, leeven, en bewegen, wenschte het gansch tegen hunne belangen. Men vergat, bij deze gelegenheid, het bloed en de fchatten die Engeland, in deze eeuwen voor Duitsch/and opgeofferd heeft , era wenschte vuurig, zonder te weeteu waarom, deze bron geflopt te zien. Intusfchen is het merkwaardig, dat alle aanzienelijke Duitfche Rijkfteden hier een fijner oordeel over velden, en voor Engeland t'fidderden; ja zelfs in Zwirzerland, dat, noch ia Staatkunde, noch Koophandel, in betrekking tot dit Eiland Haat, en de Engelfchen voor niets te danken heeft, waaren alle wenfchen voorEngelands welzijn vereenigd. Een gezegde op het gros der Natie moet maaken, zal een ieder lïgtelïjk zien, in de tooneelen, die den Schrijver zelve beneden aanhaalt; waar zij de Staatsdienaaren, voor welke zij achting hebben, ver. godende eerbewijzingen aandoen. Wij zullen dan,onderwelneeming van onzen Schrijver, en van alle Engelfchen Prinsgezinden, het zo lang met de Franfchen houden, tot dat zij door hun gedrag zich de haat van de geheele waereld , zo wel als de Engelfchen (hei. geeu echter niet wsarfchijnelijk is) zullen hebben waardig gemaakt. VERTAaLER» . D  5o TWEEDE HOOFDSTUK! Een Reiziger, inzonderheid wanneer hij uit Frankrijk komt, en hier geen Franfche wellevendheid vind, houd gemeenlijk de Engelfchen voor onbezuisd en lomp, om dat de minsten de moeite neemen, de zaak nader te onderzoeken. Grosley, medelid van de Franfche Akademie , die voor omtrent agttien Jaaren hier was, verhaalt in zijne brieven zeer vrijmoedig, een voorval dat hem zelve bejegent was. Hij had het vooroordeel mede gebracht, een onbcfchaaft volk te vinden. Weinig dagen na zijn aankomst, ging hij in den Schouwburg: het was 'erzeer vol, en grosley zonder gezelfchap, en zeer nieuwsgierig: hij haalde dus zijn weinig Engelschte zaamen, en deed aan een, nevens hem zittenden Engelschman verfcheidene vraagen; daar deze ze echter niet verftond , fprong hij op , keerde denFranschman plotslings den rug toe, en verwijderde zich. Dit, naar alle aanzien, hoogst onbefchaaft gedrag, verwonderde grosley niet zeer,., en verlterkte hem eenige oogenblikken in zijneopgevatte meenirtg. Hij fchaamde zich nogthans. over zijn oordeel, toen hij den Engelschman zag weder koomen; deze had aan de andere zijde van den Schouwburg een vriend vernomen , die de Franfche taal verftond; om bij denzelven te koomen, was hij met veel moeite door eene talrijke menigte gedrongen , en arbeide nu met zijn diensvaardige vriend, om weder bij grosley te geraaken. "Was dit waare befchaafdheid of niet? Wanneer alzoo daaden, en niet  KARAKTER der. ENGELSCHEN. 51 niet enkel bloote woorden , de waare befchaafdhcid uitmaaken, dan is'er mogelijk geen wellevender volk op aarde als de Engelfchen. Deze handelingen vloeit jen uit eene des te zuiverer bron, daar in dit vrije land, de armen zich voor den rijken niet behoeft te verootmoedigen, en de Welhebbende en onafhangelijke mensch , niets dan de wetten boven zich erkent. Offchoon het zedelijk karakter der Engelfchen iets van zijne waarde verlooren heeft, zo is het evenwel nog hoogst vcrecrenswaardigj nu moet men dit groote volk niet naar hun Parlement, noch naar de Oostindifche plonderaars, noch naar deEagelfche Kaapers beoordeelen, welke alle volgensdéri doeleinde handelen. Een groot aantal Parlementsleden wenfchen aanzienelijke ampten, en laaten zich ten dien einde omkoopen. De oostindifche gelukzoekers verlaaten Europa, enkel om de Indien te pionderen, en bij de Kaapers is het rooven en moorden kostwinning en plicht. Zulk uitvaagzei eenes volks kan het Nationaal Karakter niet bepaalen, maar wel eene menigte handelingen van allcrlijen aart; die bij duizenden daaglijks in dit Eiland gefchieden. 'Er viel in het Jaar 1765 een geval voor, bij 't welk de Engelfchen gelegenheid hadden, hunne grootmoedige denkwijze in het fchoonste licht te Hellen. De Emigi-atie zucht der Duitfchen, waar over thans nog zo fterk word geklaagt, en die deels ingebeelde, deels genoegzaame oorzaaken ten grondllag heeft, zette een Dnitsch Edelman aan , een D 3 aan*  5* TWEEDE HOOFDSTUK: zonderling ontwerp te fmeeden. De naam dezes mans, zo wel als zijne inzichten, zijn nog tot op den huidigen dag onbekend gebleeven, ook weet men de middelen niet van welke hij zich bedienden , om zijn ingewikkeld plan zo verre uit te voeren, als het werkelijk gefchiedde ,• waarlijk eene groote onderneeming , die geen gemeen verftand aanduid. Genoeg, hij bragt 800 menfehen in getal,mannen , vrouwen en kinderen, uit de Palts, Franken en Zwaben, gelukkig naar Londen, onder het voorwendzel dat zij in de Engelfche Colonien gelukkig zouden worden. Terftond naar de aankomst verdween hun geleider, en nimmer heeft men iets meer van hem gehoord. Intusfchen bevonden zich deze arme bedrogen menfehen, in deze verbaazende groote Stad, zonder de fpraake te verftaan, zonder eenige bekenden , en grootendeels met llegte kleederen gedekt; zij wisten niet tot wien zij zich zouden wenden, zij hadden geene Herbergen, hunne kinderen fchreidden om brood. Zij legerde zich gelijk de Zigoniers, onder den blooren hemel, in de bij de haven gelegene ftraaten. In ieder andere Stad zou men de aankomst van een onverwachte Colonie van 800 menfehen, in één uur overal gewaar worden ; en eén of ander maatregel bij der hand genoomen hebben. In Londen, daar en tegen, bleef het bezoek dezer talrijke gasten onbekend. De in dezen oort van de Stad woonende, zo wel als de voorbij gaande Engelfchen, wierden wel op deze zonderlinge  KARAKTER der ENGELSCHEN, 53 Hoge hoopen van menfehen opmerkzaam gemaakt, die alle in eene vreemde fpraake weeklaagden, maar zij konden toch de oorzaak niet bevroeden , en bekommerden 'er zich deswegens niet verder om. Dus bleef het heirtwee dagen: het legerde beftendig onder den blooten hemel, en zonder brood. Den derden dag ftorven'er eenigen van uit magteloosheid. De ellende was op het hoogst geklommen, en maar alleen in dezen hoek van de Stad bekend; doch in het rijke gedeelte der Stad, zo wel, als in IVeftmunfter, wist men 'er niets van. De armen bewoonersvan dit ingelegerd kwartier, bleven geene ledige aanfehouwers van deze jammeren, doch hunne hulpe was niet toereikend: Zo werkzaam zij ook was, en tot welke toevoer zij ook gelegenheid gaf. Bij voorbeeld, de Bakkers zenden alle morgen hunne knegts, met groote manden, gevuld met brood, bij hunne kalanten; een derzelve gaat het Emigranten leger voorbij , en hoord dat men hier in twee dagen geen brood heeft gehad, „ als dit zo is:" zegt hij, en geeft zijne broodmand terftond prijs , „ dan mogen mijne kalanten zien hoe zij het maa„ ken , al zoude mijn meester ze ook verliezen; „ hier moet geholpen worden ; hij mag mij het „ brood van mijn loon aftrekken." Deze edele daad van een gemeen man, behoeft geene uitbreiding. De predikant wachsel, van de Duitfche Gemeente, die ook in dit gedeelte der ftad woonde, maakte het zonderling voorval, door de nieuwspaD 3 pie-  óf TWEEDE HOOFDSTUK: pieren bekend. In eenen bartroerenden, met zijn naam ondertekenden brief, fmeekte hij het medelijden derEngelfchen, voor deze ongelukkigen , die vol vertrou? wen op de edelmoedigheid van hunnen geleider, hen Vaderland verlaatcn hadden. De uitwerking' dezes briefs was ongelooflijk , en overtreft alle verbeelding, De tijdingenkoomen gemeenlijk om agt uuren uit de drukkerij, om negen uuren kwam alreeds een reidende bode uit het afgelegenfte deel van Westmuitfier, die den Predikant een Banknoot van honderd Ponden fterlings, ter uitdeeling overhandigde. De naam des weldoeners wierd verzvveegen ; men is echternaderhand te wceten gekomen dat de oude Gravin van Chesterfield deze voortreffelijke daad beging. Dit was te gelijkertijd het handgeld der Engelfche grootmoedigheid, het regende, zo te zeggen, Guijiees en Banknooten op den waardigen wachsel, alles hnasre zich naar Gordmansfield; men befiemde Kofihiuizen tot verdere weldaaden en intekeningen 5 men verkoos mannen tot opzichters over deze ongelukkigen, die met al het geld zich toch niet wis? ten te helpen; men nam Apothekars, Doftoren, Tolken en Kranken oppasfers aan; en eerde middag kwam, was de ganfche fchaare onder dak gebragt, verzadigt, van alle zorgen bevrijdt, en kon op eene gelukkige toekomste rékenen.' De intekeningen gingen intusfehen voord. Mogelijk is 'er nimmer in Engeland, een zo algemeen geweest. Zeer weinig mannen van aanzien, in het Ko.  KARAKTER der ENGELSCHEN. 55 Koningrijk floegen af, om 'er deel in te neemen. De Koning fchonk 'er ook duizend Ponden flerlings toe. Ik heb de lijst der giften gelezen, en meer als twintig gevonden die honderd Ponden fterlings, en meer gegecven hebben. Het beloop der inzamelingenis mij echter onbekend. Het was nogthans toereikende om het geheele Emigranten corps vijf maanden lang 'm Londen te houden, en het, als toen in daar toe gehuurde Schepen, met alles uitgerust, naar Carolina te zenden. Zij kwamen gelukkig daar zelfs aan, en behielden,buiten het noodige huisraad nog al het baare geld, dat van de weldaad en nog voor handen was. Hoe grootmoedig de Engelfchen hier ook bij handelden, zo'kan men'zulks toch van de Duitfche inwooneren van Londen niet zeggen, want niet alleen welhebbende, maar zelfs rijke mannen van de Duitfche Natie, welke in Engeland, de zorge voor hunne verhaten Landslieden was toevertrouwd lieten zich hunne liefdediensten, uit het ingezamelde fonds duur betaalen. Men befpeurd in Engeland , bij den gemeenen man meer kundigheden en oordeel, als ergens in eenig ander Land. De oorzaak daar van , is geene andere dan de vrije wijze, waar mede alles wat voorvalt, mondeling of fchriftelijk beoordeeld word. Men ftaat dikmaals verwonderd het geringde volk, van de wetten, het eigendoms recht, van voorrechten enz. zeer vernuftig te hooren redeneeren. Eene andere goede uitwerking der Drukpers, zijn D 4 de  56 TWEEDE HOOFDSTUK: de nieuwstijdingen ; deze tijdingen, die in 1780 alleen in Lpnclen, 's weekelijks drie - en-zestig ftuks. gedrukt wierden, behelzen zo wel zotternij en on?in, als voortreffelijke zaaken, die hoogst waardig zijn gelezen en onthouden te worden. Doorgaans zijn het redeneeringen van Staatsmannen, over omftandigheden die de ganfche Natie interesfeeren, waar van zich het Oesterwijf ook niet uitgeflooten denkt te zijn; waarom men ook zo dikwils dit foort van menfehen aantreft, die tijdingen leezen, en over de openlijke omftandigheden hunne bedenkingen maaken. Het belangrijke dezer bladen word door eene tallooze menigte, meestendeels luimige aankondigingen vermeerdert, die in alle mogelijke geftalten verfchijnen, en dikwils van de zonderlingfte gevolgen zijn. Ik heb (bijvoorbeeld,), eene vrouw gekend , welke haar man , die zij bedrogen had % ontlopen was; zonder deze tijdingen was deze ben rouwhebbende, en in vertwijfeling leevende vrouw verlooren, en de fchande haarer man, zeker en duur-, zsam geweest; op deze wijze wierd echter alles zeer fpoedig en Uil in order gebragt. De man gaf voor dat zijn vrouw buitenslands was gereist, midlerwijl liet hij in de tijdingen, een brief, aan haar gefchreven, drukken, zonder zijn naam of woonplaats te noemen, intusfehen wist hij zich toch aan z,ijne vrouw zeer kennelijk te maaken, die hij volkomen vergevinge, van al het gebeurde, beloofde. $ïn las deze. tijding% en antwoordde door dit zelve ©id  KARAKTER der ENGELSCHEN. 57 middel, maakte bedingen, en in drie dagenjwa.s zij zonder eenige opfpraak bij hem. Voor zulke brieven, en voor alles in het gemeen, dat niet het publiek , maar bijzondere zaaken ten voorwerp heeft, word naar gelang der groote van de bekendmaaking betaald ; waar bij men in de drukkerij , hoe genaamd, naar geen naam, woonplaats, noch naar andere dingen vraagt. Zulke invoegingen echtar, wier onderwerp de openlijke aangelegenheden of het algemeen raakende voorvallen, betreffen, worden zonder betaalinge ingelast, en gemeenlijk van de ftraat, door eene opening, in de binnenshuis geplaatfte brievenkas geftooken, zo dat den opfteller des brieft geheel onbekend blijft. Wil hij zich nogthans aan den drukker aangeven, zo ftaat deze onder verplichting van eede, om zijnen naam geheim te houden; eene omflandigheid die met de uiterfte naauwgezetheid in acht word genomen , vermits niet alleen de zwaare ftraffe des meineeds , maar ook het verlies hunner voordeelige kostwinning, en veel licht ook de verwoesting hunner huizen, door het gepeupel, de gevolgen daar van zoude konnen. zijn. De drukkers moeten intusfchen voor alles verantwoorden, dat maar op een foort van personeel Paskwil kan worden uitgelegt. In dit geval moet de beledigden het op een pleitgeding laaten aankomen. Betreft de zaak den Koning of het Parlement, dan is de Advokaat Generaal klager; is het gezegde nogthans niet laag noch lasterlijk, maar enD 5 Ücl  TWEEDE HOOFDSTUK: kei op eene vrije wijze uitgedrukt, eneenigermaate gegrond, zo kan den aangeklaagde ook verzekert jsijn, van den grootften rechtsgeleerden des Rijks te zullen verdedigt worden. W o od f a l , Drukker van de Public Advertisfer, de beste tijding in Londen, had A. 1770, voor het Gerecht, over den brief van den beroemden Junius, die met eene groote vrijmoedigheid, waarheden en eene wegrukkende welfprekenheid paarde , een harde kamp. Gansch Engeland nam deel in deze zaak, en de beroemdfte redenaars, verfchenen hier bij voor het gerecht. Het kwam hier niet alleen op de verdediging eens menfehen aan, maar op de voorrechten van ieder Engelschman, om zijne gedachten vrijmoedig over de publieke aangelegenheden mondeling en fchriftelijk te zeggen. Woodfal wierd vrijgefproken, en het pleit geëindigt, zonder dat de'welfprekende Schrijver bekend wierd, wiens naam tot op dezen tegenwoordigen tijd een ondoordringelijk geheim gebleven is. De drukker alléén xveet die, want deze brief was niet van dien aart om heimelijk in de brievenkas gedoken te worden. Veele kunstrechters houden hem voor het fierlijkfte voordbrengzel, in het Engelsch profa. Eenige daarin voorkomende bijzondere redeneerwijzen en wendingen , hebben het vermoeden veroorzaakt , dat niemand, dan de beroemde bürke deze vermomde junius zij. Dikwils echter is ook de kaak, of een gevangems- ftraife  KARAKTER der ENGELSCKEN. 59 ftraffe het lot dezer drukkers ,. waar van zij zich nogthans, door aangeevinge des Schrijvers, redden kunnen : van dit middel bedienen zij zich toch nimmer, ten zij dan dat de Schrijver hier in bewilligd. De Predikant horne, te Bentford, bij Rkhmond, was zo grootmoedig dat in 177S te doen. Deze zonderlinge man, die als mensch, patriot en redenaar, verëcrenswaardig is, en als een van de {richters der beroemde maatfehappij, ter in flandhouding der Engelfche rechten,de dankbaarheid zijnermedeburgers verdient; had in eene tijding, den Americaanfchen oorlog als een moordbedrijf afgefchildert, en de Hofpartij die dezelve begunstigde, als moordenaars behandeld. De drukker wierd Cedagvaard, 'en daar hij, op uitdrukkelijk bevel van den Predikant, hem als Schrijver aangaf, vrijgefpro'. ken: horne daar en tegen in een jaarige gevangenis verwezen. Hadhemzijnen ftand niet verfchoont, niets zou hem van de kaak hebben konnen bevrijden; eene ftraffe die van wegens de flegte handeling van het gemeen gepeupel, dikwils fchriklijk is, maar ook zomwijlen geheel zonder fchande, ja zelfs zeer tot eere verftrekt. Zo zag ik een drukker aan de kaak Haan, wien het tallooze volk, in plaatze van hem te mishandelen , een beltendig vivat toejuichte; hem wierden ververfchingen tocgebragt, en in den mond gevoerd, vermits hij zijne handen niet gebruiken konde; de kaak was met bloemen beltrooit en van voornaamelieden omringt, die zich met hem on-  6o TWEEDE HOOFDSTUK: onderhielden. In 't kort dezelve verftrekte hem tot een triumf wagen, en hoe onbekwaam de plaats ook fchijnen mogte, zo kon hij tog dit uur onder de aangenaamften zijnes levens tellen. In 't Jaar 1779 wierden 'er van den Public Adverthfer, in den winter, daaglijks 12000 fluks gedrukt, in den zomer echter maar 8goo. Van den Dailij Advertisfer daar tegen, die niets dan Advertisfementea inhoud, daaglijks 2o,coo. Dit handwerk is ongemeen voordeelig, en onderhoud in Londen alleen eene groote menigte menfehen ; zelfs zodaanig, dat veele lieden hier hun brood bij verdienen, in een eigenlijk gezegde lediggang. Deze worden Paragraaffchrijvers genoemd, wijl zij kleine nieuwigheden van elke dag, Anecdoten enz. in Koffijhuizen, en uit plaizierpartijen inzamelen, en in Paragraafen ter neder Hellen,- naar dat deze nu lang of kort, gewigtig of echt zijn, worden zij betaald. De Parlements redenvoeringen worden door vaardige Schrijversopgetekend, een zoort van menfehen, welke men in dit dand vind. Wanneer zij in hunne konst ervaaren zijn, ontgaat hen geen woord des redenaars, hoe fchielijk hij ook immer fpreeken mag: dit fchrijven gefchied door tekens, die niet alleen woorden, maar ook geheele phrafen behelzen. Het Hof geeft ook eene nieuwstijding uit, onder de benaming van Courant; zij is kostbaarer en van minder aanbelang, dan alle de andere. Een man van aanzien, gemeenlijk een Parlements lid, is  KARAKTER der ENGELSCIIEN. ö*t is 'er den uïtgeever van, die] dan ook voor de daar mede gepaard gaande groote voordeden, de Hofpartij beffendig zijne ftemrrie geeft. In deze Cor~ rant daan de nieuwe Parlements aéten, de verzoek en dankfehriften der Graaffchappen , der Steden, en der Gemeentens: de Koninglijke benoemingen, alle Koninglijke bevorderingen en pennoenen, insgelijks alle voorvallen bij het Hof, d:e men wil dat het volk weeten zal. In den oorlog worden in d. zelve de berichten der bevelhebbers, te water en e lande, gedrukt, dat is te zeggen, wanneer zij aai genaame zaakenbehelzen , waar bij men échterzülke nadeelige Hukken wechlaat. die men den Ministers te laste kan leggen. Dusdanig was Lord nouths ftaatkundige handelwijze. Geheel anders deed chathab], onder zijne glorierijke beftieringe. De brieven van alle bevelhebbers wierden afgedrukt, zonder de minste verkorting hunner inhoud , 't' mogt dan nadeelig of goed zijn; en zo wierden zij middeu in den nacht bekent gemaakt. Deze vrijmoedige wijze van doen, moest het volk, natuurlijker wijze het boogfte vertrouwen, ten aanzien van dezen onfferfelijken man, inboezemen. De drift der Engelfchen, om daaglijks veel» dezer tijdingen te leezen , en daar over te fpreeken is mogelijk meer dan iets anders, de oorzaak van hunner ernsthaften gemoeds neiging en hunner ongezelligheid, 'tls vaak moeijelijk een Engelschman tot fpreeken te brengen : alle vraagen beantwoord bij  ét TWEEDE HOOFDSTUK: hij met ja eil neen; komt echter de Staatkunde op het tapijt, dan opend hij zijn mond en wordt fpraakzaara, vermits deze (toffe in zijn Karakter gevveeven is. Het gaat de vreemdelingen, bij een lang verblijf in Engeland, even zo. Dezelfde- oorzaak heeft dezelfde uitwerking. Ik heb menfehen gekend, die bij hunne aankomst 'm Eigeland, alle Staatkundige onderwerpen verveelde, en die nogthans in eenigen tijd enthoufiastifche Politieleen wierden. Niets is lichter op te losfen. Als een Inwooner eenes vrijen Staats, en als een denkend wezen, neemt men in de openlijke zaaken van aangelegenheid, deel; dikwils is men perfoonlïjk, middelijk of onmiddelijk, daar bij geïnteresieert, men leert de karakters der in Staatszaken betrokken perfoonen kennen; men maakt perfoneele kennisfe met hen; alle gezelfchappen weergalmen van Staatkunde; men ziet en hoord onophoudelijk van openlijke bijéénkomsten, plechtige ommegangen met verzoekfehriften, oploop van Volk , en van zonderbaare maatregelen ter bereikingc van een zeker doeleinde; men zegt zijne meening over alle deze voorvallen, als men zulks wil in daaglijkfche blaadjes, week en maandfchiiften, waar bij men zeker is van duizenden gelcezen te worden; dit alles verhoogt het belang op eene ongelooflijke wijze , en maakt het doorleezen van nieuwstijdingen in Engeland, tot eene waare hartstocht. Daar het nergens dan hier de gewoonte is, met de  KARAKTER, der. ENGELSCIIEN. 63 de ganfche Natie, door openlijke bladen te fpreeken ; zo kunnen andere Volken de voortreffelijkheid dezes middels, naar de uitwerkingen beoordeelen. Ik heb er boven, door het verhaal, ten opzichte der Emigranten, een voorbeeld van gegeeven, daar alle afkondigingen van den Kanzei, en door trommelflag niet het honderdfte deel der werking zoude gehad hebben, die hier een eenigen brief deed, welke een ieder las. Hier door werd deze groote Stad op eenmaal naauwkeurig van het voorval onderricht Men.behoefde geen bloot gerucht te gelooven, dat vervalschtwas, en dat een vcrfhndigman weinig acht. Hoe dikmaals heeft men door dit middel het Patriottismus des Volks aangevuurd, en wijze maairegelen van allerleijen aart bevordert? Daar ondertusfchen van eene goede zaak, het misbruik vaal? onaffcheidelijk is, zo is dit hier bij ook ongeloof, lijk: zonder hier eene uitzinnige goRdon bij te brengen, die in 1780, door deze tijdingen het gepeupel ter zijner bijlland te zamen bragt, eniwj. den in het grootlte gevaar bracht, zo zijn'er Boeven , die door valfche Advertisfementen, die hei gemeen op duizenderlei wijze bedriegen , en dikwils , trotschalle waarfchoinvingen, licht geloovigca vinden. Dan eens kondigen zij aan, dat zij Kapitaalen uittezetten hebben, dan weder, dat zij die op zeer goede hijpotheken zelfs, wenschte te betoenen. Hier door komen zij met lieden te zamen, die geld in voorraad hebben, of zulke noodig hebben ,  64 TWEEDE HOOFDSTUK: ben, en niet zelden gelukken hunne ftreeken, om menfehen te bedriegen. Andere zetten zeer aandoenelijke verhaalen in de tijdingen, van den ongelukkigen toeftand eener Weduwe met veele kinderen, of de ellende eenes van honger ftervenden gdjsaart, wier namen, zo als zij zeggen, van wegen hunne bloedverwanten, niet genoemd konnen worden; maar wel de plaats aangeduid, waar de Aalmoesfen heen te zenden zijn. Daaglijks leest men advertisfementen, waar groote fommen aangeboden worden, aan zulke perfoonen die invloed genoeg bij voornaamen hebben, om voordeelige posten te verfchatfen; waar bij het diepfte ftilzwijgen word belooft. Menig Schrijver beoordeeld zijn werk zelf, in openlijke blaadjes , en vellen, onder verfierde naamen, hun oordeel daar over, dat zij den volgenden dag onder hun eigen naam aantasten; door deze fpiegelgevechten verkrijgen zij aanzien, worden bekend, en bereiken dikwils hun doel. Openbaare Nimfen nemen het masker der deugd aan, en wenfehen in de tijdingen, mannen van een goed karakter te huwen; zij kondigen gemeenlijk aan dat zij jong, welgemaakt, en van een 'aanzienelijk vermogen zijn, en daarom bij de mannen maar een klein Kapitaal , of een goede bediening verlangen. Lieden van buiten deProviutie en andere onervaren perfoonen vallen dikwils in dezen ftrik. Zij vinden een bevallig mehjen met de zachte mine der onfchuld, dat haare vervolgingen van bloedver-  KARAKTER der ENGELSCHEN. 6*5 verwanten en voogden zeer aandoenelijk weet te fchilderert, waar bij de gemaklijkheid,om haar vermogen in bezit te neemen , niet vergeten wordt. Dit werkt de man, (laat toe, en ziet zich echter maar te fpade, bedrogen. Ook Manspersonen, biedenjn zulk een cognito handeling,hunne hand aan, maar met dit onderfcheid, dat zij geen vermogen opgeeven, noch hunne welgemaaktheid roemen, maar des te meer hun verftand, hunne infchikkelijke gemoedsüart, hunne oplettenheid; in 't kort hunnen goeden wille, om deaanftaandeEchtgenoote gelukkig te maaken. Doch dit werkt zelden zo goed als het eerde. Veeltijds fchertfen vrolijke h> den-met aankondigingen. Zij begeeren, onder verfcheiden addresfen, mannen en vrouwen; brengen de zich aanmeldende perfoonen te zaamen , en fpeelen ook zelf de rollen van Huwelijkzoekers waar uit dan de kluchtigfte gevallen ontdaan. Niemand echter, weet zich de tijdingen beter ten nutte te maaken, dan de Actiefpeelers, die daar in , volgens hunne oogmerken, niet alleen Oorlog, Vreede en Verbonden fmeden, maar daar en boven voorvallen verzinnen, en die met alle omftandigheden, cn een fchijn van waarheid voordraagen. Hierdoor gaan verbaazende geldfommen gewonnen en verlooren. De Rcgecring heeft zich de<:e tak van beflaan, ten nutte weeten te marken, en trekt 'er jaarlijks ioojcoo pond fterlings van. De Iteinpel van ieder £ tijding  66 TWEEDE HOOFDSTUK: tijding kost een halve Engelfche penning, en cpelk advertisfcment zijn twee fchellingen belasting gelegt. Men heeft ook op alle kleine brochures en periodique werken belastingen gelegt. Onder deze klasfe behoorde ook het beroemde blad, de North Briton getiteld: welks vijf- en-veertigfte bladgrooter gcbeurtenisfen veroorzaakteals mogelijk een boek in de Waereld ooit gedaan heeft. Het was de oorzaak, van meer dan een tien jaarige fterke verbittering, tusfchen de Wetgevende Magt en het Volk van een groot Rijk; en bragt de geheele Conftitutie in het grootfte gevaar. Het beroofde den Koning van de liefde der Natie, vereeuwigde deszelfs Schrijver wilkes, en bepaalde de wettige Magt der Ministers , voor alle toekomstige tijden. Daar deze voor den Wi jsgeeren, ja voor ieder denkend Wezen hoogstwichtige Gefchiedenis onzer dagen, in andere Landen niet recht bekent, en wilkes doorgaans verkeert is afgebeeld, zo zal ik hier eene getrouwe voorftelling van dit groote voorval doen. De beftiering van Lord bute' die te gelijk met de komst des Konings tot den Troon, begon , en wier eerfte vrucht de onverwachteVreede van 1762. was, mishaagde de Natie uitneemend , waar bij nog kwam dat bute, een Schotlander zijnde, een groot aantal Engelfchen hunne bedieningen ontnam, en die aan Schotten gaf. Wilkes was te dezer tijd Medelid van het Lagerhuis, 't welk hij ook bij de twee voorgaande Parlementen was geweest. De hoe-  KARAKTER der ENGEL SCHEN. 6i hoedanigheden dezes mans zijn.een groot verftand^ene groote ervaarenheid in de rechten zijns Vaderlands , eenen aanhoudenden Moed, en eene onoverwinnelijke ftand vastigheid';« hij is echter maar een middelmatig redenaar, waarop het toch in het Parlement zo zeer aankomt. Hij had zijn aanzienlijk vermogen doorgebragt, en verlangde daarom een voordeeligen post. Twee derzelven waaren bij voorkeuze naar zijnen {maak; de post eens Gouverneurs in de Amerikaanfche Colonien, en die eens Afgezants bij de Porte. Hij folliciteerde om heide aan Lord bute. Men zei hem alles toe maar hield geen woord. Dit maakte wilkes wakker. En daar hij veel grootcr talent tot fchrijven , dan tot in het openbaar fpreeken had, zo vatte hij de veder op , en gediende zich zeer gefchikt van de gefteldheid des Volks, om den Minister aan te tas. ten. Dit was het eenigfte oogmerk zijns periodjquen werks , de North Briton genaamt. De zonderlinge m'iuisteriaale daaden zijner tegenpartij, leverden hem hier de rijkfte {toffe toe. De Mi« uister brandde van verlangen om zich te wreeken, en wachtte rriaar op eene goede gelegenheid, die zich welhaast opdeed. De aanfpraaken die den Koning in het Parlement doet, worden alle van een Minister gemaakt, en gewoonlijk eerst in den geheimen Raad goedgekeurd, waarom men dezelve,fchoon zij uiteen KoE a ning  68 TWEEDE HOOFDSTUK: ningHjken mond zijn voortgekomen, enkel als een redenvoering van een Minister kan aanmerken. Nnbediende zich den Koning, daar hij van den Troon tot het Parlement fprak, van de volgende woorden: naardien ik , met inftemming mijns goeden Broe„ ders den Koning van Pruis/en, de Vreede ge„ flooten hebbe, enz." Hoe het met dezeinftemming geleegen was, weet een ieder die de jongde Gcfcliiedenis kent: ook was zulks in Engeland doorgaans bekent, om welke reden wilkes het ook in zijn fchrift een logen noemde. Bute bediende zich van het voorwendzel, dat den Koning perfoonlijk aangevallen was, en liet wilkes naar den Towr brengen. Zulke gevangenneemingen hadden zich de Engelfche Ministers, voorheen bij buitengewoone gelegenheden, veroorlooft, wanneer het namelijk de zaak van hoog verraad betrof. De wettigheid dezer Magt, wierd in het pleitgeding,wilkes betreffende, dat weinig dagen na het vatten, voor hem gehouden wierd, onderzocht en bepaald. Geheel Enge/and had hier belang bij, vermits het hier op de rechten van ieder Engelschman aankwam. wilkes trad hier als den Held van de Natie voor, onderfleund zynde van de grootfte Rechtsgeleerden des Koningrijks, en ten Vierfchaare geleid, door eene ontelbaare menigte Volks, dat den uitflag afwagtede. Zij viel wel voor hem uit. Wilkes wierd vrijgefprooken , en de beide Ministers Lord Eg.  KARAKTER der ENGELSCHEN. 69 egremont en hallifax, die de Arrest» brief onderteekent hadden, tot eene geldboete van vijfduizend ponden fterlings verweezen. Men was zo ver gegaan van wilkes zijne papieren te doorzoeken, wesbalven wilkes, na zijne ontflaking, tot den Opperrechter field in g ging, en de beide Lords als roovers aanklaagde, die zyn Huis gefpoliëerd hadden, en eene crimi. neele Arrestbrief tegen hun begeerde; deze eisch wierd afgeflagen,dan de fiouthcid van dien ftap deed hem eere aan. Eenige bij bem gevonden papieren, Helde zijne magüge vijanden in flaat, een Proces tegen hemj aan te vangen , aan het welk hij zich niet wilde bloot Pellen , en derhalven Engeland verliet. Hij hield zich eenige Jaaren in Frankrijk en Italien op, geduurende welken tijd hij, als niet verfehijnen. de, veroordeelt werd, en zijnen naam, door de aan het Hof overgegeeven meerderheid, op de Parlementslijst wierd uitgefchrapt. Gebrek aan geld en zijne buitenlandfche Crediteuren, dreeven wilkhs naar Engeland terug. Hij kwam mLondon, met een, ontwerp dat hij met veel verftand en ftandvastigheid uitvoerde, en 't welk ook met het beste gevolg wierd bekroont. Hij ftelde zich voor het gericht, en ontving het vonnis van eene twee jaarige gevangenis in de Kings Bench (Konings Rechtbank.) Hij onderwierp zich aan het fzelve, en wilde 'er zich heen begeeven; dan het Volk wilde dit in 't gemeen niet toelaaten, en verzocht hem zich E 3 in  /o TWEEDE HOOFDSTUK: ju een Herberg te vervoegen. Hier wilde hij het einde des tumults afwachten , maar te vergeefs. Het Huis wierd even als belegert, en de Volkshoop wierd, [in plaatfe van te verminderen , vermeerdert. Dit duurde tot in den nacht, waar op wilkes', aan zijn ontwerp getrouw, een zonderlingmiddel bij de hand vatte , dat wel ligt zonder voorbeeld is. Men hoort dagelijks van verkleedingen, om uit de gevangenis te ontkoomen, maar het is ongehoord dat men zich verkleed om naar de gevangenis te ijlen. W iL k e s bediende zich van deze voorzichtigheid, en kwam gelukkig in de Kings Bench aan. Deze gevangenis legt in het St. Jörisveh, dat den volgenden dag van het tallooze Volk bedekt was, en 't welk het groote gebouw tot de aarde toe flegten wilde, om op deze wijze deszelfs lieveling te bevrijden. Het zou ook gebeurd zijn, indien wilkes niet zelfs aan het vengfter verfcheenen was, en door dringend bidden zulks niet had verhindert. Het tumult duurde toch beftendig voort, tot dat men eindelijk Soldaaten liet koomen , oie door het Porten van bloed deze onrustige toorieden eindigde. Een knaap van geringen Pand wierd daar bij doodgefchooten. Een dood die in andere Landen nauvvlijks waardig fchijnen zoude in een nieuws papier te pronken, wierd hier als de grootftc Staatsaangelegenheid behandelt. Alles Ichrceuwde moord. Het Volk was woedende: de ver-  KARAKTER der ENGELSCTIEN. ?i ftandigen morden, de Ministers ladderden, en de Koning zelv' was over het voorval hoogst te ontvredcn. Wilkes intusfchen leefde in zijne gevangenis zeer wel, hij was den ganfchen dag met bezoeken als overkropt; daaglijks kwamen'er verdienstelijke en aanzienlijke mannen bij hem, en boden hern hunnen dienst aan. Zijn gebrek aan geld hield terftond op, en de Maatfchappij ter inflandhouding der Engelfche rechten, betaalde ogenblikkelijk zijne Engelfche fchulden, die zeer aanzienelijk waren. Te dezen tijd wierd hij ook tot Reprrcfentant van het Graaffchap Middlefex verkoozen. Zijne loslaating in 't Jaar 1770. was de leus tot nieuwen onrust. Het Parlement, dat wilkes als uitgeworpen uit haare Vergadering aanzag , had den Overften luttrel, in zijne plaats als Reprefentant des Graaffchaps Middlefex aangenomen , welke maar zeer weinig verkiezingsfbemmen konde aanwinnen. Dit tastte de grondwetten d^s Pvijks aan, daar de ganfche wetgevende magt, veel minder het Lagerhuis alleen, de magt heeft, een wettig veikoozen Reprefentant des Volks te verwerpen. Op deze wet gegrond trotfte wilkes, dit van de geheele Natie gehaatte Parlement, en mishandelde het zelve op eene ongehoorde wijze, waar van ik op eene andere plaats een voorbeeld zal bijbrengen. Het waare hem gemakkelijk geweest zijne rechtmatige zitting in het Parlement, door honderd duiE 4 zen-  7» TWEEDE HOOFDSTUK: zenden begeleid, in te neemen en te bewijzen. Het gevolg zou geheel anders zyn geweest, a's bij den uitzinnigen cordon, welks aanhangers het uitvaagfel des Volks waren, waartegen wilkes het grootfre en edelfte deel der Natie had. Ja zelfs het derde deel van het Parlement op zijne zijde had. Eenige zijner vrienden maden hem tot zulke hevige maatregelen, hij gaf 'er echter geen gehoor aan , maar verwachtte een nieuw Parlement. Midlcrwijl wierd hij, ongeacht alle Ministcriale zamenfpanningen , tot Alderman van London , tot Sherif van het Graaffchap Middtefex, en in het jaar 3774. tot Lord Major dezer groote Stad verkoozen. Was zijne eerzucht hier door bevredigt, zo bleeftoch de hoofdzaak van zijn ontwern, namelijk rijkdom, agter. Ook hier in gelukte het hem, daar hij 1778. den zeer voordeeligen post van kameraar of fchatbewaaider van London verkreeg. Deze plaats is voor iemands leven en bevredigde alle wenfchen, van dezen, iii de daad, zonderlingen Man. Bij aldien verftandige maatregelen, met ongemeene talenten gepaard, door moed en itandvasügheid onderfteunt , en met eene zeldzaame volhardinge ten oogmerk geraakt, recht op onze bewondering hebben , dan verdient wilkes die gewis. Het hing enkel van hem af een catilina te worden, hij wierd zulks niet, maar vergenoegde zich de beweldaadiger zijner Natie te zijn. Hij was het ook in dep eigenlijken zin, bij veele ge-. Is-  KARAKTER der ENGELSCHEN. 73 Jegenheden. Zelfs bij het verfchrikkelijke Gordonfche tumult, waar bij de Ministers tfidderden, en de Magifiraatsperfoonen van London hunne huizen niet wilde verlaaten, waagde wilkes zich onder het raazende Volk, en redde , met gevaar zijns levens, de bank die men zo even plunderen wilde. Hij ftelde fmeekingen, voorftellingen en bedreigingen te werk; ja hij greep eenige der woedende aanvoerers, met eigen handen aan, en nam ze in verzekering. Deze Heldhaftige en Patriöttifche handelwijze ten tijde van nood, verzoende hem met den Koning, die hem zedert twintig jaaren doodlijk haatte. Hij is in dezen tijd een ijvrig aanhanger van pits Ministerie. In het Jaar 1772. toen wilkes nog Alderman was, verhief zich het hoogst zonderling Staatsproces, tusfchen cros bij Lord Major van London , en het Lagerhuis; een voorval van zulk een buiten gemeenen aart, dat het, bij eene getrouwe voorftelling de Engelfche conftitutie , zeden en denkwijze der Natie beter kenmerkt als ganfche boekdeelen ; die ons even als met een flagdertoverroede, in een Romanesk landplaatzen, of terugbrengen in de gelnkkigfle tijden der Grieken en Romeinen (*), verre van dezelve als de Gcfchiedenis onzer (*) „ Dat de mensch ftrijdig met zich zeiven zij, zulks verwon» „ dert mij niet; deze ftrijdigheid is de eigenfehap der zwakheid: en zodanig is de mensch; of hij verliest zijne grondbeginzeleu E 5 » <*  r4 TWEEDE HOOFDSTUK: zer dagen te betrachten. Daar dit voorval, gelijk zo veele andere die Engeland beticiïen , in andere Landen „ uit liet oog, of onderdek dat 'er omfïandiglieden zijn, in welke „ hij van zijne grondbeginfelen , zonder tegenftrijdigheid kan afwij. „ken. tiaar dat eene geheele Natie, die voorgeeft de ver„ lichtfte van 't geheel Al te zijn, ten dezen aanzien gelijk een „ enkel individu zij, zulks moet ons waarlijk vervvorderen. „ De Engelschman welke trotsch genoeg is, om zich bij den Ro. „ mein te vergelijken, wanneer deszelfs Republiek zich van alle ,, Natiën deed vreezen cn bewonderen; de Engelschman die he„ vig ontrust, wanneer hij argwaan opvat, dat men het op zijne „ vrijheid toelegt, en zonder wroeging de handen in het bloed zij- ncr Koningen verwt, zo haast het mogt fchijnen, dat zij haar „ niet genoeg eerbiedigen; deze zelfde Engelschman is een dwin- geland, die alle Volken der Aarde in ketens zou willen klinken ; 5, hij wil dat London zij 't geen eertijds Rome was, en dat van zijn „ Parlement de opperlle bevelen voortvloeijen, welke door alle „ de bewooners dezer Globe moeten geëerbiedigt worden. Dit „ ontwerp, hoe zinneloos het ook moge zyn, is hem gedeeltelijk „ gelukt, en van toen af aan is zyne trotschheid in moedwillig„ heid ontaart. Kon hij, na g;zegepraalt te hebben over deeerile Mo. ,, gendheid van Europa, en na dezelve hoogmoediglijk de ver,, nederendfle lasten te hebben opgelcgt, zich niet vlijen dat geen „ andere magt hem wederftand zou durven bicden, en dat alle „ kniën voor hem zouden buigen. Dus heeft zich dit, ten opzich„ te der vrijheid, buttenfpoorig Enthuziastisch Volk , omdeWae. „ reld in ketenen te kluisteren, zijne Amcricaïiifchc Broeders en „ een aanmerkelijk groot gedeelte van Eurcpa,op denhalsjjehaald. „ De verkondiger der vrijheid roept tot de Volken: zijt onze flaa„ ven! eerbiedig onze bevelen! rijkt uwe handen toe aan de ke„ tenen waarmede wij U willen binden; of wij zullen het zwaard en „ het vuur by Uliedcn brengen. Gij zult maar een kleen getal van „ Schepen hebben, en geene dan zulke en zulke Zecënbevarren; » g'Ö  KARAKTER der ENGELSCHEN. 75 den hoogst onvolkomen, en enkel als naricht bekent is, zo moge het een bewijs te meer zijn, hoe ,, gij zult maar zodanigen Handel drijven ; gij zult geen verbonden ti maaken dan met -ons welbehagen, of wij zullen U weeten ,, te ftraifen, om dat gij U niet onderdanig getoont heb, in alles „ wat wij van U hebben afgeëischt. Dus fpr»k het trotfche Al„ bion. En wij hebben in den jongilen Oorlog ondervonden, dat „ het geene ijdele bedreigingen waaren. Het houd met ons nog „ den zelfden hoogmoedigen toon, terwijl het zich oottnoediglijl: vernedert voor de andere Oorlogende Magten, en om genade », roept." l'Amerique Deliyree. Tom. II. p. 723. Aantekening van den Uitgever. — De zucht ter navolging van de groote en edele daaden der oude Romeinen en Grieken is alzinslofwaardig; maar konnen zij wier nationaale hoogmoed, in deze eeuwe ten toppunt van hoogte geltegen is, zich met eenigen fchijn beroemen, de waarlijk edele en grootfche daaden der Romeinen en Grieken,op het tijdperk hunner waare grootheid, nagevolgt te hebben? Hebben zij zich niet veel eer gelijk gemaakt aan de bcfpottelijke dwaasbeid uier Hovelingen, die zich geheten fcheve nekken te hebben, om da*t hunnen Vorst, door een natuurlijk gebrek, het hoofd op Zijde hiui*V De Romeinen handelde hunne overwonnen vijanden, doorgaans goedertieren, dikwils grootmoedig; hebben de Engelfchen dit in den jonglten Oorlog ook gedaan ? Behalven zo veele fchreeuwende daaden van barbaarfche wreedheid die de geheele Waereld bekent zijn, zullen wij beneden nog een ftaaltjen zien vau hunne edelmoedige en grootfche handelwijze, omtrent den perloon van den Hr. lao r p. n s. Zij hebben hunne gewezen Broeders- de Americaanen, enons,hunne gewezen bond- en geloofsgenoten het volkomenite recht gegeven om hen op de lijst dier Mannen te rangIchrkken, die de dwaasheid der menfehen met den naam van "root heeft gelieven te bcitempelen, maar die in de daad de geesfels en vloek der aarde zijn geweest; als de Alexanders, de Tmllazs, de Kcrds dc Ml. de 'Jonathans mid de Groote en de Rodneijs. De Eu.  76 TWEEDE HOOFDSTUK: hoe weinig wij dit, ons zo nabij gelegen, Eiland kennen. Het Lagerhuis door een zeer beledigend gefchrift aangetast zijnde ,'zo gaf het zelve een Parlementsbode den last om de twee drukkers , die dit bekent gemaakt hadden, te arrefteeren. De Parlementsbode, een Man van eenig aanzien, begaf zich hier op naar de City, waar deze drukkers woonden, om het bevel ter uitvoer te brengen. Volgens z j ie inftriictie waaren hier geene verdere formaliteiten nodig , daar doch naar de wet geen Arrestbrief in de City van kracht is, die door den Lord Major van London niet ondertekent is. De eene drukker wierdt ook zonder eenige tegenkanting gevangengenomen. Nu vorderen de wetten dat zulke gevangenen terftond naar eenen Vreederechter, of zo het eene Stad is die haare Magiftraat heeft, naar het Raadhuis word gebragt, op dat men over de wettigheid van het arrest befüsfchen kan. Het viel dePaiiementsbode geen ogenblik in dat hij deze wetovertradt ,offchoon hij zijnen last, van een gedeelte der wetgevende magt hadde ontvangen. Zij gingen dus beide naar het Raadhuis Guildhall. De twee Aldermans, wilkes en o li ver zaten dezen dag ter Recht- Engelfche hunne daaden zijn, zo wel als die van de genoemde Hceren, in denzclven fmaak vanaffehuwchjkegrootheid verricht;en wij lien met het zelfde gejuich hunne vernedering, als het Volk te Tijiurr. den grooten jonathan wilb uit de Waereld zag flingeren. vertaaler.  KARAKTER der ENGELSCHEN. 77 Rechtbank. De gearrefteerde wierd voor hen" gebragt, en de Arrestbrief van het Parlement [wierd vertoont. Maar daar deze door den Lord Major van London niet ondertekent was wierd dezelve voor onvoldoende verklaart, en den gearrefteerden op heter daad vrijgefprooken. Wilkes vroeg hier op den vrij gelaaten Perf on, of h ij ook noch iets begeerde ? doch deze man, die het aanjtegenwoordigheid van geest ontbrak, antwoorde ,, neen", en verwijderde zich. De verfchrikte Staatsbode deed zulks even gelijk, maar met voornemen het bij den anderen drukker te beproeven. Hij hoopte, daar het even op den middag was, en de Aldermans gevolgelijk de zitting konden eindigen, eenen anderen Rechter te vinden, die meer achtingen vreezevoor het Lagerhuis zoude hebben, dan de ftoute wilkes had. In deze verwagting ging hij tot den tweeden drukker, welke de wetten echter beter dan zipien medemakker kende, en de Arrestbrief zien wilde. Zo dra als hij het gebrek der ondertekening, door den Lord Major, had gezien , behandelde hij den Parlementsbode als een man, die hem, onrechtmatiger wijze, in zijn huis geweld wilde aan doen, en liet hem door een Conflapel (Conestable) in arrest neemen. Nu ging de procelïïe naar het Raadhuis : de drukker als klager en de Parlementsbode als gevangen , en verzelt door den Conflapel en eene groote menigte van menfehen. De Aldermans waaren 'er niet  ?8 TWEEDE HOOFDSTUK: niet meer; maar hadden zich hij den Lori Ma« jor cros gij vervoegt, dien zij het voorval melden , wanneer de Proceffie in dit Paleis ook aankwam. Cros bit was een goed Man, maar van een bepaalt doorzicht, die enkel door ouderdom en rijkdom tot dezen post gedegen was. Hij was ook Parlementslid, doch echter geen fpreeker; zijneerzucht was zo beperkt als zijn Patriottisme. Hij bevond zich in een ouderdom, in welke men naar ruste verlangt, en had in 't geheel geene zucht om aanzien te erlangen. Waarfchijnelijk zou dus het gevolg dezer zaak geheel vcrfchillende zijn geweest, wanneer hij aan zich zeiven waare overgelaaten; dan hij handelde geheellijk naar den raad, van de twee aanwezende Magiftraatsperfoonen, zijne Medebroeders ; welke de twee grootfte voorvechters der vrijheid in het ganfche Aldermans Collegie waren. Wilkes karakter is boven bereids afgefchildert. ÓnvER,ook een Parlements - lid, gaf hem in't patriottisme en fchranderheid niet toe, en bezat daarbij, in een zeerhoogengraad,rechtfchapenheid en 'edelmoedigheid. Door deze Mannen begeleid, wierd de klaagende Drukker gehoord, "en de Parlements-bode in de gevangenis gebragt, waarin hij evenwel niet lang bleef, maar, ingevolge de Wetten , door borgtogt .los kwam. Deze daad van gezach maakte een verbazend opzien. Crosbij, wilkes en oliver,wierden voor  KARAKTER der ENGELSCHEN. 79 voor het Lagerhuis gedagvaart. De beide eerffe verfcheenen, en reeden naar het Parlements-huis , met een gerucht dat geheel London in bekommering bragt. Ik was ooggetuigen van dezen optogt, welke door geene woorden is uit te drukken. Alles wat in deze verbazend groote Stad leefde was in beweeging. Men floot de winkels, alles vloog uit de Huizen , en begeleidde deze edele Magiftraatsperfoonen, wier Koetfen , onder een louter feestgejuich van Menfehen, wierd voordgétrokken. Eenige honderden andere Koetfen, ten deele door zeer aanzienlijke Perfoonen bezeten , verzelde dezen optogt. Zelf wilkes vergezelde zijne medeplichtige Vrienden naar het Parlements-huis; verderging hij niet. Plij weigerde doorgaans te verfchijnen, daar men hem zijne zitting, als Mede-lid, weigerde toe te ftaan. Intusfchen had eene ontelbaare menigte het Parlements-huis belegerd, en ontving alle de daar aan komende Mede-leden met een gejuich vin vivat, of een verfchrikkelijkgejouw en uitfluitinge, naar dat zij hetParlement ofhet volk genegen waren. De komst van Lord nokth, den aanvoerer van deze Parlements-procedure, voorfpelde niets goeds; hij had weeten te befteeken dat 'er twee honderd Conftapels tegenwoordig waren; maar wat vermogten dezen tegen eene tallooze menigte van verbitterd volk? n orth, die op dezen gewigtigen dag onmogelijk uit hetParlement konde blijven, zette zich  8o TWEEDE HOOFDSTUK: zich in een flegte wagen, van maar één Bediende zonder livrij, verzeld, en dacht dus in cognito door het volk te koomen; dan te vergeefsch : men erkende hem daar hij zo terftond het Parlementshuis wilde opgaan. Men greep de paarden in de teugels, en men fchreeuwde van alle zijden, kill Mm! */// htm! (brengt hem om!) zijne Koets wierd boven zijn hoofd aan ftukken geflagen, en hij zelf met de hairen 'er uit gefleept. Het; leeven van dezen voor Engeland zo ongelukigen mensch (*) hing toenmaals als aan een zijden draad. Het was echter in den raad der Schikgodinnen be« flo- (*) Wij behoeven onze lezers niet te zeggen, met welk eene enthufiastifche drift onze Schiijver voor de Engelfche Natie ingenomen is; en dat hij dcrhalven north niet buiten noodzaaklijkheid bezwaaren zal. In welk een overgrooten baat en diepe verachtinge, moet dan dezen Man liaan, niet alleen bij alles wat rechtvaardig en edel onderde Engelfche Natie denkt, maar bij alle Buitenlanders, inzonderheid bij ons? Dus hangt dikwerf het lot van ganfche Volken, van zeer weinige eerlooze menfehen af!.... Hoe fchandelijk zijn dan de hoofden der Engelfche Cabale, de Speelballen en Werktuigen geweest van de norths, de jorkes, germaines en de stormonds!!! Dat één onzer getui°en de Schrijver zelve zij, wien men met recht de Panegijrist (Lofredenaar) der Engelfche Natie kan noemen. Vergeeten wij 6 Nederlanders ! niet de naamen dezerMesfleurs naast die geenen, die wij als hoofden der Engelfchen Cabale en verdrukkers eener edele en vrije Natie kennen,in onze Jaarboeken te plaatfen.' Dit, ja dit alleen zal hunne gedachtenis bij de onpartijdige nakometingfehap met onuitwiseaUaare fchande en vervlockinge overladen, en bedekken. VERT AALER.  KARAKTER der ENGELSCHEN. Si floten, dat hij langer zoude leeven, en honderd duizenden zoude ellendig maaken. De Conftapels drongen tot hem door, en redde hem , met behulp Van twee zijner kreatuuren, die hem met hun lig» chaam bedekt hadden. Op deze wijze ontging north het noodlottig ongeval en kwam , gansch ontflelt aan, in hetParlement. Hier verhaalde hij der Vergadering, met wenende oogen zijn ongeval, en riep met even zulk eene huichlaarij als die van c romwel, weenende God tot getuigen zijner onfchuld aan ; hoe hij het best der Natie zocht, en aanfpraak op deszelfs dankbaarheid had, enz. In deze verbrijzeling zijna harte, en vol van vreeze ■ voor een da ca po, deed hij den aangeklaagden Medeleden den voorflag , hun gedrag, omtrent den Parlementsbode, door eene ontfchulniging weder goed te maaken, met de uit. drukkelijke verzekering, dat de geringfte derzelve zoude worden aangenomen. Oliver echter verwierp dezen voorflag met de uiterfte verachting, en zag het als eene belediging aan, dat mén van perfoonen ontfchuldigingen afëischtc, die de rechten hunner Medeburgers bewezen hadden. Hij wenschte dat north en zijnen aanhang ontfchuldi. gingen mogtcn vinden. Hier mede ftemde ook cr o s b ij in , waar op beide, door de meerderheid der Hemmen, den Towr werd toegewezen. Het was ondertusfchcn geene gemakkelijke zaak hen daar heen te brengen , vermits het volk noch altoos P Voor  la TWEEDE HOOFDSTUK: voor het Parlementshuis verzameld was, en bij den aannaderenden nacht zich van fakkelen en lantaarnen had voorzien. Crosbij, die geweldig aan hetpodegia Ieedt, wagtte tot na middernacht; daarliet echter geen fchijn had dat het Volk zich verftrooien zou, zo ging hij eindelijk, onder geleide van een Parle mentsbode af. Offclioon zulks het Volk niet bekent was, zo giste men nogthans zijn list en drong daar op aan, dat hij zoude vertrekken. Te vergeefsch verzekerde crosbij, dat het een vriend van hem waare; men wilde hem niet gelooven , maar verzocht den Parlementsbode zich te verwijderen. C r o s b ij reed naar huis, en daar zich het Volk nu gerust ftelde, en wech begeven had, vervoegde hij zich tegen den morgen naar denTowr, alwaar olivrr zich ook bevond. De Towr is geene fchrikkelijke gevangenis gelijk de Baftille, (*) maar veel eer gelijk aan een klee) . ne C*) Men denke echter niet dat alle gevangenen hier met even vee! gematigdheid en menfchelijkheid worden behandelt. Een hedendaagsch Schrijver, van de gevangenis des Heeren laurens in den Towr fpreekende, zcgt;„De gezondheid van den Heer laurens „ fcheen ten uiteriren verzwakt, door haare langduurzaamheid, en „ zijne krachten waren dermaate uitgeput, dat hij zich met kruk„ ken ond.erfteunen moest. Men bragt hem, in een Draagftoel „ naar de Vertrekken, die men voor hem in de Norfolkftreet had „ gebuurt. Wij twijffelen of de Baftille, wier verblijf den Hr. lj n,, gcet, zulke rechtvaardige en klaaglijke uitvaaringen doet ., febrijven, voor hem zo veel hardheidals den Towr van Union, „ yoo.'  KARAKTER der ENGELSCHEN. ï.% ne Stad, waar allerlije handteeringe gedreevert worden. Hier woonen veele lieden, en dat wel in geene flegte huizen. Crosbij eu oliver hadden ieder voor zich een klein huis alleen, waar zij den geheelen dag van hunne vrienden bezogt, en alzo hunne gevangenis niet gewaar wierden. Ja deze wierd zelf door de eerbetuigingen , waarmede men hen overlaadde, tot een der aangenaamftetijdperken hunnes leevens. Alle gedeelten der Stad zonden, zonder uitzondering, hunne deputatiert tot hen. Deze begaven zich, van veele koetfenbègeleidt,met een Spreeker aan het hoofd,naar den Towr. Zij „ Voor den eerlijkften grijsaard heeft gehad. Wij hebben herh te s, Amfteldam gezien, zo wel als het boeit,op welks kant hij,met „ fleenkool, de verfcheidene aanmerkingen fchreet, welke zijn „ wreeden toeftand hem toeliet, bij verkortinge, ter nederte flellen, „ en het enkel verhaal der ellenden, welke hij heeft uitgeflaan bij „ eene Natie,. die zich beroemd vrij te zijn, is bekwaam om de onge„ voeligfte harten tevetfcheuKn. l'Amsriqi/e Delirree.Tom. Il.pag* ,, 579. in de noot." Hij die begeerig is iets van een der voornaamfte Gevangenhiiïzcn in Engeland te wceten, die leeze het vernuftig Werkjen van . den Hr. fif.loing, jonathan wild de groote, en wij twijfelen zeer, ol'iemaud, naa de Befchrljving van hewgaie gcleezen te hebben, meer lust zal hebben daar, dan in da Baftille te moeten huisvesten. Men zegge niet dit is een Roman^ en Nevgaie te fterk gcfchildert. De Hr. fiei.djng was zeive Vreedercchter, het was derhalven zijne zaak niet,om al fchertfende «e waardigheid der Magiftiatuurc van London, in de waagfchaal te lWleli > cn de zaal; bnitenfpoorig te yergrooten. vertaAler. ' f 2  $4 TWEEDE HOOFDSTUK: Zij gingen eerst naar c R o s b ij , en naderhand bij OLivER, en bedankte hen uit naam der ganr fche Natie, dat zij de rechten hunner Medeburgers verdedigt, en zich zeiven daar voor opgeöiTert hadden. Deze procesfien namen geen einde, en wanneer de eene zich verwijdert hadde, kwam de andere aan. Men zag 'er vijf, zes, ook meer, op eenen dag. Hierbij 'kwamen de ontelbaare Dankfchriften van GraalTcbappen, Steden en Gemeenten. Door veele derzelven was het Burgerrecht enGefchenken, aan de twee gevangenen, bij de Gezantlchappen gevoegt. Van [London kreeg ieder een gouden Beker met het Stads wapen verciert, die ten dien einde voor hen vervaardigt wierden. Dus duurde deze Patriottifche cn vcor den wijsgeerigen aarifchouwer, zeker geene verachtelijke bedwelming, drie weken lang. Het Parlement eindigde als toen zijne zittingen en werd geprolongeert. Volgens de Rijks» wetten is deszelfs magt maar zo lang ftandhoudende, als het Parlement vergadert is; en om deze reden waren de gevangenen door geene Wet noch voortduuren. de Magt genoodzaakt, om langer inde gevangenisfe te blijven. Zij lieten zich derhalven zelf vrij, hetwelk zekerlijk eenigzïns wonderlijk luid. Maar het geen nog veel vreemder klinkt, en mogelijk nog nimmer gehoord is, was de daarmede gepaard gaande plechtigheid. Men errinnere zich voor alle dingen, dat het geene ik vernaaien zal, niet in de Provintie, maar in de refidtrirte Stad eens magtigen Konings voorviel, wien  KARAKTER der ENGELSCHEN. ;85 wiens, met zo veel gezach bekleedde, Staatsdienaars , de eigenlijke vijanden en vervolgers der gevangenen waren, en dat hier van geen oproer, maarvan eene zeer betamelijke handelwijze gefprooken word, waar door geene wetten overtreden wierden. De Magiftraat van London in haare Raadskleedingei met alle Raadsbeampten, de Sherifs van het Graatfchap Middkfex, de gedeputeerde der Burgerrij, begeleid door de ganfche Stadsmilitie met trommen, pauken en fluiten, vaanen, en ontelbaare aanzienlijke mannen van alicrlij ftanden, vervoegde zich des namiddags naar den Towr,om de vrijgelatenen te ontvangen. De Koetfen uit geheel London waaren hier verzameld, en vervulden alle ftraaten, tot op een Engelfche mijl verre van den Towr; insgelijks zag men duizende menfehen te paard. Alles was in groot Gala, en crosluj,met alle de tekenen zijner waardigheid omringt, welke voor hem gedraagen wierden, reed in de prachtige Lord Majors Koets, welke met het zinnebeeld der vrijheid pronkte.Zodanig ging dezen optogt, onder hetluiden van alle klokken, met trompetten en alle mogelijk militair mufiek, en onder het donderen van het gefchut op het Artillerij park, (dat, nevens een talrijk Artillerij Corps de Citij, of oude Stad, toebehoord) naar hetLord Majorshuis. De vengfters aller ftraaten die men door kwam, waaren met de fchoonen des Lands bezet, die uit alle verdiepingen, met witte doeken waaiden, en vivat riepen, Het gejuich des Volks was zo buiten F 3 ge-  U TWEEDE HOOFDSTUK: gemeen fterk, dat men het geluid der klokken -en het gebulder van het gefchut, maar flauwelijk hooreu konde. Het enthoufiasmus dat bij deze lingeldche triumf heersclite, is verre boven alle uitdrukking. Ik hoorde geringe lieden uitroepen! ó hoe gelukkig is dezen dag! ,, Andere zeiden" wie weet s, of wij, of onze kinderen , dit weder zullen bele. „ ven, dat waardige mannen op zulk eene wijze be- loond worden! " lk heb veele perfoonen van vreugde hier bij zien weenen, en hield de aanmerking des voortrelfelijken shaftesburjj voor een overtuigend bewijs, dat het enthoufiasmus even als het geeuwen aanfteekt. Nimmer zal ik dit heerlijk fchouwfpel vergeten? Het zal mij heilig zijn, tot het einde mijner dagen, (*) De plechtigheid wierdt met eene illuminatie van alle ftraaten befloten, waar bij het volk zekerlijk eenige buitenfpoorigheden beging, en zelfs de Ministers waaren genoodzaakt lichten voor hunne vengfters te laaten zetten, om verdere onheilen voor te komen. Wilkes rechtvaerdigde zijne niet verfebijning voor het Parlement, door een zeer ftouten brief, in welken hij de Hofpartij van het Lagerhuis, op het verachtelijkfle behandelde. Deze brief wierd in de Vergadering voorgelezen, doch men vond niet raadzaam Vergelijken wij onze vrijheid hier bij, 6 Bstaver.! en laai; qrs van fpijt erj fchaamte bloozen! VERTAAL. ER,  KARAKTER der ENGEL S CHEN. 87 zaam ernftige maatregelen tegen dezen zonderbaaren man te neemen. Dus ontging hem de eere om met beide zijne vrienden den Towr te bewoonen. Deze omHandigheid bewees, gelijk ontclbaare anderen, hoe gering de Ministertalenten van Lord north waaren. Hij kende zijnen en vijand, en bragt nogthans het gezach van het Parlement in gevaar, vermits men zijne ongehoorzaamheid geheel ongeflraft moest laaten. Eene omltandigheid die den grooten chatham gelegenheid gaf, openlijk in het Parlement het verwijt te doen: ,, wilkes heeft getoont dat hij Uliedcr heer en meester is." F 4. DER-  SS DERDE HOOFDSTUK: DERDE HOOFDSTUK. Land- en Luchtgefieldheid. Voordbrengfelen en bloei van Groot - Brittan je. Naarfiigheid. Groote KunstgenootIchappen in Londen en Wallis. Kanaal des Hertogs van Bridgewater. Merkwaardig verbeeld van uitvindingen. Medgwooüs Manufactuur van Antique gedaanten. Cox Mechanicus. Doctor Gr aha ms Gezondheidstempel. Juf er Aïsington Mode Koningin. Foornaame Bedelaars. C a l u s. De Overjien van Champignij. Straat Bedelaars, hunne Levenswijze en clubs. Dieven clubs in Sint Gilles. Toverij. Het Land in het zuidelijk Grm-Brittan je is meerendeels vlak en heeft weinig Bergen. Het Prinsdom Wallis er. eenige noordelijke Provintien uitgezondert, is het Eiland een Tuin gelijk, vol van romaneske gezichten en oorden, die dikwilsdefchoonste van Italien evenaaren. De welftand derlnwooneren de fierlijkheid en reinheid hunner huizen, zelfs op' de Dorpen ; de fchoone Landftraaten; het voortreffelijk aangebouwde,Land; alles te zamen genomen vormt een geheel, dat de koelzinnigfte opmerker bewonderen moet. De grootfte tegenwerpingen die te-  BLOEIJ van ENGELAND. e9 tegen dit Land gemaakt worden zijn de Luchtgefteldheid en de Steenkoolen. De eerste is dikwils onbeftendig: des Zomers en 'sWinters alleen doorgaans gematigd, en niets minder dan ongezond, offchoon rijke, verftrooijing en afwisfelinglievende EfiL gelfchen, dikwils naar 't zuidelijk Frankrijk rijzen om een tijdlang aldaar hunne Guinjes door te brengen , of wanneer zij in Engeland hunne finantien gederangeert hebben, dezelve in dit goed koop Land, door eene fpaarzaame levenswijze weder in orde te brengen. Om deze oorzaak te verbergen, wordt de Luchtgefteldheid tot een voorwendzel van verandering genomen. Geheel anders is het gelegen, met Engelfchen die lang in Oost-Indien geleeft, en aan deze heete Luchtftreek gewend, bij hunne terug komst jn hun Vaderland, het onderfcheid te zeer gevoelen, en diensvolgens de lucht in Provence verdraagelijker vinden als zij in Engeland is. Dus leefde de beroemde Lord c l i v e twee jaar lang in Montpellier, om hier zijne hijpochondrie kwijt te raaken, maar te vergeefsch; hij bragt ze weêr mede te rug in Engeland, waar dezelve tot melancholie overfloeg, die zo fterk op hem werkte, dat hij zich zeiven het le'e ven benam. Hoe zeer ook zijne bloedverwanten, dit treurig einde voor de waereld zochten te verbergen bleef het echter niet onbekend , zo dat het een onlochenbaare daad is, dat Lord clive den Overwinnaar en geesfel van Indien, zich in zijne kamer verhing. Van dezen merkwaardigen man zal i„ F S het  fjo DERDE HOOFDSTUK: het vervolg breder gefprooken worden. Een bewijs1 hoe weinig de Luchtgeftcldheid en de Steenkoolen der gezondheid nadeelig zyn, leverd het groot getal oude lieden op, die in Engelandltcven; gelijk uit de Doodenlijsten blijkt. Een aantal dat vergelijkender wijze zo groot, indien niet grooter is, dan ergens in eenig Land> Veelen dezer leeven in London in het luidden van den Steenkoolendamp,diehen dus zo min nadelig i s als van de fchoone gezichtsverw van de Engelfche vrouwelijke Sexe, die, gelijk bekent is hierin, alle Europeaanfche Vrouwen overtreffen. De geringe lterfte in de Engelfche Provintien, bewijst nog meelde harfenfehim des ongezonden Climaats. Hier bij komt de natuur, beelding, Kerkte, moed en werkzaamheid der Natie. Alle Timmerlieden, Smits, Bergwerkers, Stoeldragers, daglooners en landlieden, zijn de ftcrklte; menfehen die men zich verbeelden kan. Koning karel II. die het grootfte deelvan Europa gezien had, plag dikwils te zeggen. ,, On„ geacht alle klagten over de onaangenaamheid en „ veranderlijkheid onzes weders, zo is het toch 5, zeker dat 'er geen Land in Europa is, waar men „ buitenshuis, met vergenoegen, zo veele uuren des dags, en zo veele dagen in het Jaar blijven kan." Men weet in dit Eiland van geene overftroomingen, waar mede alle Landen', zonder uitzonderinge bezogt worden: zwaare onweders, aardbeevingen , en hongersnooden zijn hier onbekend. Het gras in Engeland heeft eene geheele eigen kleur  BLOEIJ van ENGELAND. 91 Kleur, en een groen, zo fchoon als men hetergemis vind, ook is het veel fijner; de liefde der Engelfchen voor fchoone vlakten is zeer groot, zij maaken dezelve, met groote rollende fteenen glad en glanzig, zelfs zo dat men daar op met een bal, even als op de Billart, kan fpeelen: ook zijn zulke fpellen met den bal een hoofd tijdverdrijf dezer Eilanders, zelf onder perfoonen van aanzien. Het ganfche Land is vol wandelwegen, die zeer fchoone verge. zichten vormen: men ziet insgelijks vruchtboomen in laanen geplant, die tot fraaie Dorpen leiden, daar men den Landman, welgenoegd,gekleed, enover't geheel in zulk een goeden weidand aantreft, die den rijkdom de vrijheid en naarstigheid des Volks genoegzaam aanduidt. Er is om deze naarstigheid te bevorderen, en zo wel den Akkerbouw als de Ma. nufaétuuren in grooter bloei te brengen, in het ganfche Koningrijk, geen kollegie, ja geen eenig mensch , dat verpligt is daar voor te zorgen. Alles gaat van zelve zijn gang, daar een ieder onbepaalt en ongeftoort, van het bezitten zijns eigendoms verzekert is. Uit even deze zelve oorzaak vloeit ook den bloei v&n Holland voord. Zo leerrijk ook in dezen de voorbeelden der beide Landen zijn, is evenwel de beperking van deze naarstigheid, op zeer menigvuldige wyze de Motto van bijna alle Monarchaale Staaten. Voor eenigen tijd had een Engelsch Minister den inval, om het getal zijnerkreatu ■> ien{'e vermeerderen, een kollegie ter bevordering van  9a DERDE HOOFDSTUK: van den buitenlandfchen Handel op te rcgten. Het ontwerp wierd ook uitgevoerd, dan wel verre dat de Koophandel daar door gewonnen had, zo waren deze Commercie-Raaden denzelven zeernadeelig. Dit wierd onloogchenbaar bewezen, waarom ook dit collegie (Board of Trade) in 1782. te niet ging. De beroemde Gefchiedfchrijver Gibbons, was ook een medelid van het zelve. Wanneer men van 'sGravezand naar London vaart, dan vind men, langs den Oever van den Theems, eene onafgebrooken rije van Stedenen welgebouwde Dorpen , tot aan de Hoofdftad. Op beide zijden van den vloed, eene talloozemenigtefcheepsnmmerliedenen anderen tot de fcheepvaartbehoorende ,arbeidslieden, die onophoudelijk bezig zijn om fchepenvanallerleie foorten en grootte te bouwen. De Rivier zelfs is met een verbazend aantal van dezelve vervuld , die deels verftrooit, deels met hoopen,den77^mj,totaande Brug van London bedekken. Deze zeer groote werkzaamheid ftelt een zeer aangenaam fchouwfpel voor. Eenige honderd duizend menfehen leevén hier , enkel van de zo zeer onderfcheiden bezigheden in de haven. De Koolenhandel alleen, houd veele duizenden bezig. Ook is het vertier daar van onmetelijk groot, ïk heb, op een enkelen dag, een vloot van twee hondert en negentig Koolfcheepen van Newcastle zien aankoomen , en dit wierd voor niets ongemeens gehouden. De arbeidslieden die de kooien uit de fchc-  BLOEIJ van ENGELAND. 93 fchepen werken, verdienen daaglijks negen fchellingen, naar ons geld, omtrent een ducaat; de arbeid voor dit groot loon is ook zeer zwaar. Deze zo fchatrijke Koolenmijnen bij Newcastle wierden eerst in de vijftiende eeuwe ontdekt, en zijn zedert dien tijd, voor waare goudmijnen aangezien. De Handel met dit nuttig product klimt geftadig, en is zedert het Jaar 1700. verdubbeld. Men kan den rijkdom van- dit eertijds onbeduidend oord daar uit opmaaken, dat tegenwoordig de inkomst van het hgchaam der.gemeenten te Newcastle,9000ponden fterlings bedragen. Deze wasdom der groote Steden is,'in Engeland zeer gemeen, dus de met zo veel recht afgekeurde groote der.Stad London, niet. enkel en alleen het lot dezer Hoofdftad is, maar waarlijk, door den toenemendeu bloei der Steden ontftaat. Men heeft hier ontelbaare bewijzen van. StoSion dat voor honderd Jaaren nog een Dorp was, zond in het Jaar 1744. uit haare haven vijf- en zeventig fcliepen naar London, en tegenwoordig komen er ver over de honderd. De Stad Dorchester had in het Jaar 1778. 600,000 ftuks Schaapen. De Scheepvaart in de Steden Leverpool, Huil, Bristol, Jarmo-ath, Vlij' mout en anderen, neemt daaglijks toe. Insgelijks doen de Manufaftuurfteden, van welke niet een eenige, onaangezien de groote Verminderingen in den Koophandel, in het verlies van Amevica , is agter uit  §4 DERDE HOOFDSTUK: uit geraakt (*). De eenige Stad Exeter verkogt, 'm het Jaar 1779. voor de ongehoorde fomme van een Mil. (*.) Wij bekennen zeer gaarne onvermogend te zijn, orn dezen, bij uitnemendheid bloeienden toeftand van Engeland en Schotland, overeen te brengen , met de opgaave van het zeer gewichtig nadeel dat Engeland bij het verlies van America lijdt, gelijk men zulks vind in het méérmaal aangetogen Werk VAmzrique Delivrée. Daar zegt de Schrijver, bladz. 299. en volg. Om zich een denkbeeld te „ vormen , van den tegenwoordigen tocltand in welke zich „ Groot-Sriitanniën bevind, behoeft men maar de onmeetelijkc Ver» „ liezen te rekenen, die de Tirannie van het Ministerie, in de drie „ Koningrijken heeft veroorzaakt, door den nimmer te herftellen „ opltand, van de noordelijke Americaanfche Coloniën, endoor „de ruïne van den zeerzwaaren Handel, die er de Engelfchen, met „ uicfliiiringe van alle andere Natiën, dreven, zo wel invoerende „ als uitvoerende. Wij zullen een Staat van dezea Handel opgee. „ ven, volgens een Schrijver die tevens ooggetuigen was, die er geduurende een reeks van twintig Jaaren een groot deel in heeft „ gehad, in deze Gewesten zelve; niets is geloofwaardiger. Enge. „ land voenïe Jaarlijks in die Staaten, voor heen onder den alge_ me'ènen naam van nieuw Engeland begrepen, aanKoopmanfchap„ pin, naar eene matige begrootinge van drie Jaaren, voor $95,000 ponden ïïerling, tegen 22 Livres 10 Sous Franschgelt 't pond: „ en ,vperd?n er weder uit, volgens dezelve cours, voor 307,500. „ In Cunntxticut, lthode Eilanden nieuw Humpsldre voor 12,000: „ eu voerde er uit voor 114,500. In de Staat van Nieuw-Jork „ voor 531,000, en' in retour voor 526,000. In Penjilvanien voor „ 611,000, en terug voor 105,500. In Virginiën en Mar ijlend, „ voor 865,000: en terug voor 1,040,000. In het noordelijk €aro~ „ Una voor 18,000: en terug 63,350. In het zuidelijk Caro'ir.a „ voor 611,000: en terug 395,666. In Georgië voor 43,000: en ,, terug voor 74,2000. Den geheelen invoer bedraagt 3,091,000, ., en den uitvoer 2,941 716 pond fterlings. Deze Koophandel 1, hield  BLOEIT van ENGELAND. p3 Millioen ponden fterlings aan Manufaftuuren. Dezen, zelfden aanwasfenden bloei bemerkt men ook in Schot- „ hield jaarlijks 642 fchepen en 7,640 rnatroozen bezig. Voegen „ wij bij het verlies van dezen rijken Handel, de nog veel aanmerke„ lijker welke Groot - Brittanjen in de Ooft. Indien leedt: laat ons „ de zelve voor 't minst driemaal zo groot in de IVest.Indien ftel„ len, zo wel op de Eilanden van welken de Franfchen zich op de „ Engelfchen en Hollanders hebben meester gemaakt, als in de „ beide Floridaas, welke Spanjen, heeft verovert: en laat ons zo „ het mogelijk is, bevatten, welk eene onmetelijke bron van rijk„ dommen voor de Engelfchen, voor altoos verlooren en geflo„ ten is. Het is dan geenzins te verwonderen, dat zich in de drie Rijken de ijsfelijkile benauwdheid doet gevoelen, ter oorzaake „ vijn de beroovinge der revenuen, welke een onnoemelijk getal „ van eigenaars misfen, wier goederen gelegen zijn in de verlooren „ Landen; of die in de Magt derzegepraalende vijanden van Groot« Brittanje zijn gevallen; als ook eene bijna algemeene itilftand „van alle Manufacturen, die niet gaande kunnen blijven, dan „ door het vertier aan vreemdelingen. Maar voor al tegenwoordte „ daar Groot - Brittanje, door de belastingen als verplettert is' ;, welke eene fom bedragen , die de pen weigert te begrooten'. „ Zien wij niet,ondanks het getal van rnatroozen en zeelieden, die „ bij gebrek Tan commercie ledigloopen.en die het Gouvcrnementop „ haare oorlogfchepen heeft doen overgaan; ondanksdegcwelddaa„ digheid van het presfen, die deszelfs wrede geftrengheid , tot in de „ minste havens, kreeken, baaren en rivieren van de drieKonin<*. „ rijken heeft uitgeftrekt, zien wijniet, zeg ik, dathetHof van Su „ 'James, bij gebrek van zeelieden, een groot getal oorlogfchepen „ onnut moet laaten? Wij durven vrijmoedig befluiten dat den „ Landbouw zelve, geduurende dezen langen oorlog, oneindig veel „ geleden heeft, want het is in London niet dat men zich moet ,, trachten te overtuigen van den ellendigen toeftand van Groot„ Brittanjen, maar op het platte Land ia de drie Koningrijken, » al.  95 DERDE HOOFDSTUKS Schotland, waar de Scheepvaart en Manufacïiiureri zeer fterk vermeerdert zij n. Edinburg, Glasgouw, Aberdeen en andere Steden, zijn vol Manufafl uuren. De Haringvisfcherij wierd voor heen van de Schotten veronachtzaamd, zij lieten die aan de Hollanders over, die alle Jaaren naar de Schotfche Kusten kwamen, om hunnen rijken vangst op te doen; tegenwoordig echter maaken zij zich dezen voordeeligen tak , zelfs ten nutte, waar toe de Stad Invernesch 500 booten en 3000 man gebruikt. In Forth, waar de Haringvisfcherij jaarlijks twee maanden duurd, worden daartoe 800 booten en 6oco man gebezigt, die alle Jaaren 40,000 vaten haring van- „ alhoewel de nationaaletrotsheid haar best doet om de geheele diepte „ daar van , voor de oogen van de vreemdelingen, die de Britfcht „ Provlntién door reizen , te verbergen." Wat dunkt den lezer van het hemelsch breed verfchil tusfehen beide opgaaven? Is bet mogelijk, dat zulk een allerzwaarst verlies zkh doetgevoelcn en ,, dat niet een eenige der Manufaétuurfteden door de groote „ veranderingen in den Koophandel, noch door den Americaan. „ fchen oorlog, is agter uitgeraakt." Stellen wij dat de opgave van den in en uitvoer der Engelfche Koopmanfchappen,een vierde vergroot zij, en laat ons de winst van het beloop dezer goederen, op zes pro cento rekenen, het geene zeker maar eene zeer matige winst is; dan nog verliest Engeland jaarlijks drie millioenen hollands, zuivere winst, 't Schijnt ons derhalven toe, dat den Schrijver, 't zij uit vooringenomenheid, 't zij uit andere oorzaauen , dit door de Engelfchen geleden nadeel, voor de oogen van andere N»« tien heeft zoeken te verbergen. VERTAALER.  BLOEIj van ENGELAND. $f vangen, waar van een zesde deel in liet Land vertiert en het overige daar buiten gevoerd Word, bedraagende 20,000 aC fterliugs. Veele andere Steden en Vlekken, neemen hier aandeel In. Glasgouw alleen, voert jaarlijks 30,000 vaten haring uit. Dit heeft insgelijks plaats omtrent de Zalm, van welke Visch de Stad Aberdeen honderd lasten alleen, en J~armouth, een visfchers oord, negentiglasten naar London zend. Ik zou deze lijst van den bloei Van Engeland, tot geheele hoofdftukken konneri uitbreiden, indien het niet tegen het plan dezes werks {treedt.Veele Natuurkenners zijn van gedachten , dat men in het Engelsch Graaffcbap Zouthampton, dat een zeer zuivere en warme luchtftreek heeft, met hef beste gevolg, Vrucht- en moerbijen boonlen, en wijngaarden zou konhen planten. Men vindt in de Philofoph: Tranfa&ioni der Koninglijke Sociteit een brief van henrij barham , aan den Ridder sloane , van het jaar 1719. waar in de eerde bericht dat hij te Chelfea zijde gewonnen had , die naar het oordeel van kenners die van Piemont evenaarde. Het is intusfchén zeker dat Engeland, voor dezen wijn heeft voortgebragt. Het beroemde oude gedenkftuk, dat onder den naam van Domes daij Eook bekent is, getuigd, dat men voorde verovering, door' de Noormannen in Esfex Wijn heeft gemaakt. Deze zo gewigtige oirkonde wierd eerst voor weinig Jaaren weder gevonden. Zij is van den tijd van willem den Veroveraar, en bevat eigenlijk  DERDE HOOFDSTUK: een omftandig bericht, dat op deszelfs bevel van alle de toenmaalige Landproducten, adelijke goederen, inkomsten enz. gedaan wierd. De lp raak van dit document is ten uiterften moeielijk te ontcijflëren , vermits het zelve uit een famenmenging van oud Frankifche en oud Saxifche woorden beftaat, cn daar en boven met oude Gottifche letters gefchreeven is. Het Manufcript kan dus maar van weinig llervelingen ontraadfelt worden. De Engelfchen merkten het ook lange als beeldfpraakkundig aan; men had 'er eenige plaatfen uit geraaden, wanneer eindelijk de beroemde raspe naar Engeland kwam , en het zelve zag. Deze geleerde had veel in duit. fche Biblioteeken gearbeid, en was boven dien zeer bekwaam om dezen knoop op telosfen, waar van hij overtuigende bewijzen gaf. De Regeering wenschte zeer deze oirkonde nader te kennen; daar de bekendmaaking van dezelve, echter op het eigendommelijk recht van menige famielje invloed konde hebben, zo was het niet raadzaam hem deze opdragt te doen. Een geleerd Engelschman hield hem daarom bij zich, vermits hij op den bijftand van raspe rekende. Een misverftand onder hun beide vernietigde nogthans deze hoop, en het Dumes daijbook bleef onvertaald. Zeer dikwils is de Engelfche naarftigheid aangemoedigt, door den bijftand der Duitfchers. Een van deze, namelijk-spillman, lag onder de Regeering van Koningin elizabeih, een papier-  BLOEIT van ENGE LAND. 99 piermoolen aan, waar voorbij ook tot Ridder wierd geflagen. Godfried Box, een andere Duitfcher, bouwde iii het Jaar 1590. de eerde ijzerdraadmoolen,' desgelijks een moolen om koperen plaaten te maaken. De eerde kruidmoolen wierd Ook onder de regeering van deze Koningin aangelegt. De beste thans leevende boekbinder in London , een waar konstenaar in zijn foort, bij wien niemand in vergelijking komt, is ook een Duitfcher. Ja Dultsch* landhedt, voor weinig Jaaren, de eere gehad, om in het uurwerk maaken het zo verre te brengen ,om den Engelfchen den loef af te fteken, die het in deze konst nogthans zeer verre gebragt hadden; en den grooten prijs te verdienen, die het Parlement op de vervaardiging van een uurwerk, om delengte op Zee te vinden, had gefield. Op deze uitvinding was eene premie van 20,000 << iterlings gezet° en bemoedigde veel vernuftige konstenaars om hun tat lent hier in te oeffenen. Het uurwerk van den' Engelschman harrison, verkreeg eindelijk dezen hoogen prijs en de eere daar beneven. Ondertusfchen zouden beide waarfchijnelijkeenduitsch uurwerkmamaker, met naame Thiele uit Bremen,ten deele gevallen zijn ; wanneer deze bekwaame konstenaar zijn uurwerk, voor de betaling derpramien in Enge* land,had aangemeld , vermits het zelve naar het oordeel der Engelfchen, vernuftiger en meer aan het oogmerk voldoende wierd gehouden, dan dat van a har-  ieo DERDE HOOFDSTUK; harrison, t welk nog onvoldoende is, om het verlangde nut te verfchaiïèn: De aanmoediging, waar door de naarftigheid ook wordt bevorderd, is geheel buiten gemeen. Behalven de ongehoorde fommen te rekenen, die hetParlemert aan voortduurende pramiën betaald , zo worden 'er beftendig nieuwe iiitgelooft. De patriöttifcbe maatfchappijch doen zulks insgelijks, daar zij met een bewonderingwaardigen ijver voor het algemeene welzijn zich onledig houden. De talrijk>fte van eenig Land in Europa, is de Sociteit dér Kunsten, welke in 1753. door wji/liam shirleit, "Wierdt gcfticht, en die in het voorige Jaar 1784. uit 6700 medeleden beffend, waar onder zich zeker de grootften des Rijks bevonden. Een ijder geeft jaarlijks twee Guinjes kasgeld, waar door dan zulk eene groote fomme word bijeen gebragt, dat men veele en groote praemiën kan uitdeelen. Men geeft déze aan Perfoonen, welken het menschdom met nieuwe en nutte uitvindingen verrijken , ofdezelven volmaaken. Over de grootte der prremiën wordt in elke zitting geftemt. De bijeenkomsten geschieden eenmaal 'sweeks, in een zeer groot en prachtig huis, dat de Scciteit heeft laaten bouwen. Er bevinden zich zelden over de twee honderd bijeen, de anderen vergenoegen zich, door hunne bijlaagen , ten algemeene nutte mede te werken,zor.derzelv'teverfchijnen. Dat dit inzicht de eenig drijfveder hier bij is, lijdt geen  BLOEIT van ENGEL AND. 101 geen tegènfpraak vermits'er geene eere , noch iets uitnemends mede verbonden is. Lord romney , was veel Jaaren Prefident van deze weldaadige Sociteït. De volmaaking van den Akkerbouw, is het hoofddoelwit derzelve, ook onderhoud zij eene beftendige briefwisfeling met Perfoonen van allerlije Panden, welke aan het gezelfchap ontwerpen of Proefneemingen mede deelen, zij mogen dan goed of flegt uitvallen. Er is eerst in het Jaar 177a. in Brechwchshire , een Graaffchap in Wallis gelegen, eene Maatfchappij opgericht. De gelijkheid heeft doorgaands onder de Leden dezer Maatfchappije plaats, die beurt om beurt de voorzitting hebben. Hun voornaam onderwerp is, den Akkerbouw in alle zijne takken te bevorderen; lijwaat- manufactuuren in het Land te brengen; de wolle manufacluuren uit te breiden oude Landswcgen te verbeteren, en nieuwen aan te leggen: met dén woord, allerlije kunsten en wetenfchappen te bevorderen. Engeland heeft, aan een eenig man de inlandfche fcheepvaart te danken, die eerst in het Jaar 1759 begon, en zich nu door het ganfche Land heeft uitgebreid. Dit was de Hertog van Bridgewater, die zich door een Kanaal, dat den grootften Monarch eere zou aandoen, onfterfelijk heeft gemaakt. Hij was een en twintig Jaar oud, als hij dit werk, den ouden Romeinen waardig, ondernam. Deze kunstige vloed verëenigt de beide Steden ManG 3 chet'  loa DERDE HOOFDSTUK: chester en Leverpool. Dan eens loopt hij door uiV gehooide rotfen , en dan weder in bogten onder de aarde; zo dat men eene geheele onderaardfche Scheepvaart, van agt Engeirdie mijlen moet afleggen; deze werd dan weder door een foort van Lucht* fcheepvaart afgewisfelt. Dit verwonderingwaardig Kanaal, gaat door middel van groote bogen over den vloed Irwel, zo dat men dikwils de nimmer geziene vertooning aanfchouwt, van een Schip onder op den vloed, en een ander boven denzelven te zien; dat als in de lucht voortzeilt. Een Engelschman wedgwood genaamt, heeftin Staffortshire, een vlek aangelcgt, dat hij den naam van Etruriën heeft gegeeven, die het ook volkomen , wegens de voortreffelijke fiukken, die aldaar, volgens etrurifche modellen , vervaardigt worden , verdiend. Het is een zeer magtige fabriek van Aarden-vaten, die zij in de heerlijkfle gedaanten vervaardigen. Wedgwood heeft een idé ter uitvoer gebragt, waar omtrent men zich verwonderen moet, dat de groote porcelnn-fabrieken, het zelve niet al voor lang gehad hebben, namelijk om de modellen voor onze vaten, van allerlije foort, van de voortreffelijke Griekfche en Etrurifche bearbeidingen te ontkenen,' die wij, zo wel in de antieke basrelieven, als ook in natura te Florence, Rome en Napels bewonderen. Hij bezit de tekeningen, van alles wat Italien voortreffelijks in deze onderfcheiden foorten weet aan te wijzen, en maakt zich dezelve in zijne fabriek ten nut-  EL OEIJ van ENGELAND. 103 nutte. Een groot deel dezer (hikken is verguld, en andere zijn geëmailleert. Hij onderhoud eene groote menigte arbeiders, en heeft zich bereids in weinig jaaren groote rijkdommen verworven. Het was in het Jaar 177;., dat een Engelschman cox genaamt, een zeer buiten gemeene ondernee» ming waagde, die zeer wel was uitgedacht. Hij wist dat de Aziatifche Vorften, onze Mechanifche Konstfhikken wel zeer hoog fchatten, maar dat Goud, Zilver en Edelgefteente, alleen groote bekoorlijkheden voor hen hebben. Deze, op eene lompe wijze bearbeid, verfieren hunne paleizen. Zijn eigen aanzienelijk vermogen, en zijn vindingrijk vernuft, gaven hem daar toe alle middelen aan de hand. De bekwaamde Mechanifche Kunstenaars in het Koningrijk, ja zelfs in Frankrijk;Juweliers, Horologiemaakers, Goudfmeden enz., wierden van hem aangenoomen, om meesteiftukken te leevcren. Niets kwam hier bij te voorfchijn, dat geene mer-ken van de hoogde vlijt in de kunst had. Dus ontftonden 'er eene menigte famengeftelde kunstüukken, die een nimmer geziene vertooning opleverde. Cox had alles naar Azië beftemt, echter vertoonde hij dezen zonderbaaren fchat, over de segenJaaren lang, in London voor een halve Guinje. Ik heb ze verfcheiden maaien met de uiterffe verwondering gezien. Pracht, fmaak en alle kunsten der Mechanie en Optika , zijn zeker nimmer zo vereenigt ge. weest, als hier. Men zag niets dan Goud, Zilver, G 4 Dia-  1PA DERDE HOOFDSTUK: Diamanten, en alle mogelijke Edelgefteenten, \n de gedaanten van dieren van allerleien aart, die zich alle beweegden. Ronte vogels die zongen; Eendvogels die in Vijvers zwommen, Wildgedierte dat in Bosfchen liep; Kameelen, Olijphantenen andere Aziatifche foorten van dieren, die hier in 't klein naar de natuur gevormt waren , zich bewogen en fcheenen te leeven. Het kostbaarste ft uk was een Kasteel van zes voeten hoog, aan welks buiten zijde al het kumtige was uitgeput, dat ons de Dichte) s van de Paleizen der Tovernimfen vertellen. Zilver en Goud, waren de minste der daar toe ge, bruikte ftoffen. De waarde dezes Kafteels alleen, was over de io0jOOÖ fterlings. De tegenwoordige Keizer van Qna, had er in i?69. een van cox verkregen, 't welk aan dit ten eenen maale gelijkvormig was, en nevens zijnen troon in de groote Gehoorzaal te Peking ftaat. Maar dit echter wasvoor den Grooten Mogol beftemt. De buitenfpoorige fchulden, die deze vernuftige kunstenaar hier door maaken moest, wier interesfen alleen groote geldfommtn bedroegen, en andere toevallen, verhinderden de volkomeoe uitvoering van dit ontwerp. Een deel dezer kostbaarheden ging naar de Om -Indien de andere wierden in London verkogt Op deze wij! ze verviel de hoop van een nieuwen tak van Handel met slfiën, die niet a/leen voor Engeland, maar ook voor andere Landen , zeer voordeelig had kounen worden v Een,  BLOEIJ van ENGELAND. 135 Een nieuw voorbeeld van den ondernemender! geest der Engelfchen, gaf Doctor graiiam, een Schotsman, in het jaar 1780, met zijn hemelsch bedde , dat hem, met den daar bij behoorende toeffel 16000 c< Steriings had gebost. De inval was ten hoogden origineel en geheel zonder voorbeeld. Een man, die in zijn Vaderland in overvloed konde leeven, verliet het zelve, en waagde al het zijne om in een ander land voor Kwakzalver te fpeelen. Zijne verwachting was intusfchen op de kennis van het menfchelijk hart gebouwd, en het gevolg heeft doen zien dat hij zich niet bedrogen had. Hij had te veel verfhmd, om een Enthufiast zijnetgeheime wetenfchap te zijn; er blijft dan geen ander middel overig,dan om hem vooreen behendigen bedrieger te honden. Hij noemde zijn huis den tempel der gezondheid, waar hij, volgens zijnvoorgeeven, als Opperpriester dezer Godheid, het nuttige met het aangenaame, en de pracht met de geneeskunde, verbonden had. Men zag in dezen tempeL overal de uitterfte kostbaarheid ; kundig nagebootfte eleclrieke vuuren , die' zich boogsgewijze uitbreiden, en Praaien van zich wierpen; doorfchijnende glazen bollen met allerlei voortreffelijke reukwerken opgevult, die een hevigen trek van wellust ontvonkten. Dit alles, 't welk hij een ieder om niet vertoonde , was verrukkend, en verhoogde de voorftelling van die dingen die in het heiligdom des tempels te zien waaren, in een hoogen graad, O 5 daar  icö DERDE HOOFDSTUK: daar reeds de pracht , kunst en uitvinding in het voorhof alleen, uitgeput fcheenen te zijn. ^ Deze Esculaap gaf, voor den prijs van een Guinje, gedrukte levensregelen, door welker gebruik hij voorgaf, de onvruchtbaarheid van het eene, en het onvermogen des anderen geflachts te verhelpen. Na eene zeer omftandige opgave der nodige voorbereidingen , die vereischt worden om met goed gevolg aan het vermeerderings werk te arbeiden, onder welken hij de reinheid, als een zeer voornaam middel aanbeval, zo prees hij zeer de matigheid,bij het offer dat men Hijmen brengt. Hij wenschte dat men vroegtijdig te bedde zou gaan, en vroeg opftaan , en de vengfters van de flaapkamers met geen luiken te blinden, op dat het licht,bijzonder dat der Maane,daar door konde fchijnen. Hij Pond echter hier bij toe, dat hij geene reden van dit ve> eischte wist aan te toonen. „ Maar" zeide hij in zijne aankondigingen , „ er zijn zo veele dingen „ die zijn wat ze zijn, zonder dat wij het geringde „ daar van begrijpen konnen ; daarom kan men van w n"j geene bijzondere verklaaringen, over alles wat „ ik ten grondflag leggen zal , verlangen." Hij raadde echte lieden zig met zingen bezig te houden; „ Want daar door, zeide hij, worden de zielen van „ een gelukkig paar vertedert, en met liefde enhar„ monie vervult. Hunne ligchaamen en zielen ont„ moeten eikanderen en vermengen zich, geeven zich t3 aan de drift eener hemelfcke veirukkinge over, » en  BLOEIJ van ENGELAND. io? '„ en vliegen gelijkelijk naar E.lijfium. Deze geluk» ,j zalige Wezens gelooven zich als dan geen bewooners dezer beneden Waereld te zijn." Op dezen trant voer hij voord, tot dat hij aan zijne hoofd-batterij kwam: „ Wanneer men mijne voor„ fchriften ten flipften naargekomen is, en om zich „ te verfterken, den goddelijken balfem heeft inge„ nomen, dien ik toebereide , en voor het welzijn van het menschdom, voor éénc Guinje devies 9, verkoope; wanneer men, zeg ik, ongeacht alle ,, deze middelen , zijn doelwit niet bereikt , zo ,, blijft mij nog een buitengemeen middel overig, „ welks uitllag ontwijffelbaar is. Dit beflaat in ecu „ wonderbaar en hemelsch bedde, dat ik Magneti,, co Eletïric noeme; 'r. is het eerfte en eenige dat ,, in de ganfche Waereld aanwezig is. Het flaat „ op de tweede verdieping des huizes, in een groot „ en prachtig vertrek, ter zijde van het Orchest, aan het hoofd van mijn betoverend Elijfium. In „ een naast aangelegen vertrek is een Cijlinder, „ door welke de uitvloeïjingen van het hemelsch „ en albezielend vuur, in het flaap-vertrek worden „ geleid, als ook de lucht verfterkende medica„ menten en Oosterfche reukwerken , die door ,, glazen buizen daar heen gevoerd worden. Het „ hemelsch bedde zelf rust op zes fterke en door« „ ftraalbaare zuilen; de bedklceden, van purper en „ hemelschblaauw fatijn, leggen over matrasfen , „ met Arabifche en andere murgenlandfche Specerijen ge-  ioS DERDE HOOFDSTUK: „ geparfumeert uitgebreid , en wél in den „ fmaak van het Perfijcke hof, gelijk als het in de „ kamer van de begunitigde Sultane, in het Serail „ van den grooten Heer, gevonden word. Dit bed„ de is het voordbrengfel eens onvermoeiden vlijts „ en des hartnekkigfren arbeids ; zonder de-kosten „ te rekenen die onnoemelijk zijn. Voorliet ove„ rige verzuime ik geene voorzorgen, die de deli„ catesfe zo wel als de welvoeglijkheid verlangen „ fconnen; want ik, noch mijne bedienden,hebben „ noodig te weeten, welke de perfoonen zijn die „ in dit vertrek nisten, dat ik het fanfhim fancio„ rum ('t Heilige der Heiligen) noeme. Nim> „ mcr toont men dit hemelsch bedde den geenen „ die door nieuwsgierigheid gelokt , het overige „ van mijn toeflel komen zien. Deze behoed„ zaamheid is niets minder dan delicaat; want wie „ toch kon het vergenoegen , ja de vervoeringe „ wederftand bieden , die dezen betoverenden oörd „ verwekt; welke nieuwe ideën van verfijuinge in„ ftort, waar door de wellust, en het veelvul„ dig genot, op het hoogst gebragt worden; waar „ van dan het gevolg is, dat onze dagen verkort „ worden, en de drijfveeren onzer zielen en lig. „ chaamenverzwakken. Diegeenen,dieinditvreug„ denrijke oord willen dringen, worden verzocht „ mij daar fchriftelijk bericht van te willen geeven, „ en hunnen uitgekozen nagt te beftemmen ; hier„ bij moet men een banknoot van vijftig << Ster, »» Hngs  BLOEIT van ENGELAND. ico „ lings voegen , waarvoor men een toegang billet „ zal ontvangen." In eene noot, die tot hetjfupplement dcrbefchrïj. ving van het hemelsch bedde diend, voegt er de Doctor bij : „ Niets is vervvonderingwaardiger „ dan de goddelijke kragt van dit Hemelsch en „ Electrique vuur , waar mede dit bedde is ver„ vuld, zo wel als de hier mede vermengde magne,, tifche uitvloeijingen, die zeer vermogend ziinora s, de luieren hunne volkomen kragt te'geeven." * „ Bij dit alles komen noch de melodieufe toonea „ der harmonicale zachte fluiten, lieffelijke fternmen en een groot orgel. Het vermogen en de „ hoedanigheid van dit 'te zamen jgeftelde geheel, „ kan niet misfen bij Wijsgeeren en Do&oren, „ bewondering en genoegen te verwekken. Nim„ mer heeft men op een gevoeglijk middel ge„ dacht om de onvrugtbaarheid der vroutven wech „ te neemen; hen tot moeders te maaken, en de „ bejaarde mannen hunne oorfprongelijke kragt ,, weder te geevep." Men zou.de Engelfchen verongelijken, wanneer men dacht, dat de hoop op deze wonderbaare werking, hen zo gretig naar dit hemelsch bedde voerde. Een ieder zag deze luisterrijke klugt daar voor aan wat zij in de daad was. 't Was genoeg dat de Heer graham, en de Engelfchen,er zich wél bij bevonden. Hoe veele zijn er niet die honderd en meer Guinjes op eenen nagt, in de een of andere her-  lio DERDE HOOFDSTUK: herberg; of bagnlo verfpillen ; ja in de kostbaarfte ïHtekenïngs - fpeelhuizen duizende verfpeelen ? Waarom zou zulk een , die nu eenmaal van zijn geld los wou zijn , geen vijftig &C bededen om zich een vergenoegen te verfchaffen , waarbij alle zijne zinnen betoverd worden, in eene nimmer gefnaakte zinnelijke wellust? Jonge lieden,die uit de Provintie koomen , rijkelijk van geld voorzien zijnde, om zich een korten tijd in London te vermaaken; Zee-officieren en Kapers, die groote fommen voor prijzen bekoomen hebben, en dezelve flechts in weinig dagen willen zoek brengen; vermits hun de dienst en de hoop op nieuwen: buit weder naar Zee drijft; Lieden die, met rijkdommen belaaden, uit Oost-Indien koomen; maitresfcn die doorgrooten onderhouden worden , en deze nieuwe foort van wellust begeeren te onderzoeken , - en haare minnaars daarom aan zijn, welken des te eer hierin bewilligen, vermits hier de fterkfte geheimhouding bij in acht kan genomen worden ; dit waaren de hoofd-kalanten onzes Doctors , zonder de menigte andere verkwisters te rekenen. Want pracht en verkwistinge Hijgen hier dagelijks in die zelfde maate als den Koophandel afneemt (*}. Ik geloove, dat wanneer graham twee zulke bedden had gehad C*) Wij zien niet hoe dit overéén te brengen zij met dea bloei des Koophandels die de Schrijver, in het begin van dit Hoofdftuk, zo zeer heelt geroenit. VsRTAALER.  BLOEIJ van ENGELAND. in bad, zij echter niet overtallig zoude zijn geweest. Deze man fchijnt het menfchelijk'hart, zo wel als ■deze zonderlinge Stad, zeer naauw gekent te hebben. Zijne onderneeming koude niet wel feilen. Ik denk dat London, In opzicht van de zinnelijke genoegens, Parijs in het minste niet toegeeft; zo niet overtreft. In Maart 2784. liet graham het fcherm vallen, floot zijn gezondheidstempel, en verkogt openlijkalle de daartoe behoorende buiten gemeene dingen: den prachtigen Tempel van Apo.llo, den verwondering waardigen Ek£trique Aparatus, nevens de zich zelf bewegende Muficalifche Machine; ja het hemelsch bedde zelf. De groote Tooneelfpeelfler Mistris Abington, heeft behalven het Tooneel, een haar geheel eigen handteeringe. Vermids zij ongemeen veel frnaak bezit, reid zij het grootfie gedeelte van den dag, de ftad rond, om in zaaken, de mode betreffende,raad te geeven. Men zend tot haar, even als naar een Doctor, en beloond haar als eeneKunstnaares. Er is onder voornaame luiden geen hoogtijd of plegtig feest, waar bij zij niet geraadpleegd word; om Bruidsklederen in orde te brengen, enz. Haar groot verflanden kiefche levenswijze draagen hier veel bij toe. Veele der voornaamfte Dames gaan met haar om, geheel op den voet van een vertrouwde vriendin. Zij wind op deze wijze jaarlijks 15 a 1600 eC fterlings. Daar zij het Tooneel in geene an. dere,  H2 DERDE HOOFDSTUK;1 dere, dan in haar eigen klederen betreed, zo is haar fmaakvollen opfchik bellendig de itudie der Aanfchouwfiers. Hier vertoont deze mode Priesteres haaren vindingrijken geest; omtrent welke zij van de vlijtigfte naarvolging verzekert is. Gelijk eertijds bij de Schoolgeleerden het woord „ de meester heeft het gezegt," een ieder ftilzwijgen opleidde, zo is het bij de Engelfche Schoonen genoeg te zeggen „ mistris abington heeft het gedraagen" om bijjide mannen en vaders, alle tegenwerpingen uit den weg te ruimen. Volgens het contract in 17S1. tusfchen haar en de Directeurs van het Tooneel te' Lrurijlane, beeft zij jaarlijks 500 c< Perlings veor haare klederen, behalveu haare belooning als Actrice van agttien Guinjcs 's weeks, en een Benefit. fn zulk een Stad, waar zo veele rijke dwaazen zijn , kan .het aan geen lieden ontbrccken , die door listen-en wel uitgedachte bedriegerijen , ook aan een deel van dezen rijkdom zoeken te geraaken. Nu moeten zij zich binnen de paaien der wetten houden: daar van daan die verbaazende menigte Kwakzalvers van allerlei foort, die onverhindert hunne kunstjens oeffenen. Voor vijftien Jaaren bevond zich een Man in London, welke voorgaf eene bijzondere mcuhode te bezitten,' namelijk: om de nagels aan de vingers tekorten, waar door zij wel gevormd wierden; en daar en boven zoude dienen om fchoone handen, ciit zo bekoorlijk gedeelte der Vrouwelijke fchoonheid! eene grooter aantrekkelijkheid bij te zetten. De  BLOEIT van ENGELAND. tij De 'Engeirdie Dames waren niet onverfchillig omtrent deze methode. De man was denganfchen dag bezig, bewoonde een groot huis, en hield equipage; dus dreef hij deze hanteermg twee Jaarert lang, won Zeer veel geld en verliet London echter nog met drie duizend oC flerlings aan fchulden. Eene andere kostwinning, waar vaiihier'dé Hooge Schoaie is, is dë bëedelaarij. Ondertusfclien is hier niets bngemeener, dan een Engelschman , die niet ge-; heel tot het gepeupel behoord, te zien beedelen; daar ën tegen zijn hier veele vreemdelingen, die dikwils van eene goede geboorte, en niet zonder opvoeding zijn, welken dit tot eene voordduurende kostwinning maaken. Zij doen zulks evenwel niet op de ftraaten , alwaarmaar Koper, of op zijn hoogst Zilvermunt zou gegeeven worden,maar zij gaan in deliuizen; brengen meestendeels valfche papieren en documenten voor den dag, en verkrijgen op deze wijze, van de weinig mistrouwende Engelfchen ,Goud. Zo heb ik een ltaliaaner gekent y die in Petersburg bp het Tooneel, als danfer gefigureert had, en fchrijven noch leezen kon. Dit mensch liet voor zich ; door eenen anderen Bedrieger , een patent opftelien.,als of hij eenRusfischOverftenwaare. Hiermede voorzien, drong hij met eene ongelooflijke onbeïchaahidheid in de voornaamfte huizen, liet zich1 Öoör geene bedienden tegenhouden; ging indebinflenfte vertrekken , de groote en rijken op zoeken . fcn verliet hen niet eer, voor dat hij van ben rijkelijk H 'Ie?  114 DERDE HOOFDSTUK: befchonken was. Te vergeefsch toonde de Rttfiifche Gezant het bedrog aan: maar weinige wierden 'er van onderricht, en daar de Italiaan maar 'enkel beedelde, en zijn bedriegelijk document wel bewaarde, het geen alleen tegen hem getuigen konde, zo had hij zo lfgt geene ftrafle te vreezen. Hij beedelde drie Jaarén voort, reisde met een wel gevulden buidel weg, en is tegenwoordig Koopman in Duinkerken. Een Franschman had echter nog een beteren inval, hij gaf zich voor den zoon van den ongelukkigen cal a s uit, die,gelijk bekend is, in Frankrijk leeft en een Heelmeester is. Het medelijden met deze diep vernederde Famielje, opende hem in London alle huizen , en hij verliet Engeland als een rijk man. Deze voordeelige hanteeringe, was voor een zekeren Overften van Ckampignij, die,' voor heen in Franfchen dienst was geweest, en zich t'erftond naaiden zeven jaarigen oorlog hier bevond, zo aanlokkend dat hij de Beedelkonst tot een fóoft van Sijsthema bragt, en volgens het zelve, geheele elf Jaaren , met het beste gevolg, deze kunst behandelde. Hij ging geenzins te voet beedelen , maar reed beflendig in eene zeer fchoone equipagie fond, welke zijn eigen was; ja (zou men het gc.looven?) deze 'openbaare beedelaar gaf fomwijlen .groote Maaltijden. Daar het hem aan geen verftand en béfchaafden omgang ontbrak, wist hij zijn handwerk met zulk een kunst te drijven, dat zelfs niet zeer milddaadi- ge  BLOEIj van ENGELAND. nS gë lieden hunne beurfen opende. Wanneer men nietgeneigt was gefchenken te geeven, dan kwam hij met eene intekening, wegens eene groote Gefchiedenis van Engeland, voor den dag, die hij fchrijvcu wilde,- waar vart ook werkelijk twee deelen verfcheehen zijn. De mildaadige gemoedsneiging der Engelfcheri ën den afkeer Van den arbeid, die den menfehen zo gemeen is, veroorzaaken dat men zulk een verbaazend groot getal van beedelaars op de ftraaten van London vindt. Deze lieden verkrijgen daaglijks vier a vijf Schellingen aan aalmoeslën; ook hebben zy in de parochie St. Gillis hunne clubs, waar zij te zamen komen en zeer goed eeten en drinken , de nieuwstijdingen leezen, en over publieke zaakeii fpreeken. Niemand wordt hier toegelaaten, die geen Beedelaar is , of van geen Beedelaar wordt in geleid 4 vermids anders zulk een Schouwfpel, eene menigte toekijkers zou trekken; en de hanteeringe zeer na» deelig zoude zijn. Een mijner vrienden, die de menfehen in alle hunne gedaanten beftudeeren wilde, deed een zeer flegten rok aan, en ingevolge van dien, nam hem een beedelaar, onder beding van eene belooning,met zich. Hier zag hij vrolijkheid, en goed leeven,maar in 'tgeheel niets wat elende betekende , als de oude kleederen welke hetleverij van de orde zijn: de krukken waren aan een zijde gelegt, de valfche beenen afgedaan, en de oogpleisters wech -genooraenu Een ieder vërfcheen hier in zijne wanre H 2 ge^  „6 DERDE HOOFDSTUK: geftalte; vertelde ongeveinst bij dePunscb, zijrfe avontuitren en overlei zijne toekomftige rollen. Beedelaarsters Ieenen hier, van andere dood - arme lieden hunne kinderen, om zo veel te eerder medelijden te verwekken; wanneer zij dezelve vertoonen. De huur voor een kind, is dagelijksch, van een halve fchelling tot twee fchellingen toe , naar maate het kind liegt van geftalte, of meêr of min verminkt is; want de wangeftalte bepaald hier den prijs. Voor een geheel wanfchapen kind wordt vier fchellingen, ja meêr, per dag betaald. Ik zelf heb eens het gefprek van twee beedelaarsters gehoord, die van hunne kostwinning fpraken. De eene verhaalde , zij gaf van een bij zich hebbend kind, dagelijksch twee fchellingen. „ Wat," zeide de andere „ zijt gij dwaas? Twee fchellingen voor zulk „ een welgemaakt kind! daar kan ik het ergfte „ wanfchepzel voor bekomen." In deze zelve Parochie hebben de Dieven ookhunne Clubs, alwaar zij t'zamen koomen en fmullen. Tabaksdoozen , zakdoeken, en andere ontronfelde kleinigheden worden daar verruild, of weêr aan een ander verkogt. In een ander land zou-men zulk een huis overvallen, en de ganfche troep te zamen weg voeren; doch dit gaat hier zo gemakkelijk niet, nadien deze Dieven geene bende uitmaaken, maar een ieder voor zich fteeld ; eii waar dus ook tegen elk afzonderlijke bewijzen vereiscbt worden; en bovendien ook bij de gevangen-nee- xning  BLOEIT van ENGELAND. ming van zulk een verworpen mensch de wetten ten naauwkeurigflen worden in acht genomen. Daar moet een befchuldiger zijn die de ontroving zijns ejgendoms naauwkeurig aantoont enbezweerd, mitsgaders den daader omdandiglijk aan geeft. Weet de klaager nu dat de dief zich in de Club bevindt, en wil de Gerechtsdienaar het waagen er in te gaan, zo word doch niemand, dan de aangeklaagde dief, in hechtenis genomen; terwijl de anderen, fchoon welbekende Dieyen zijnde, involkoomenzekerheid zijn. Deze t'zamenkomsten gefchieden nochthans zo openlijk niet meêr als voor dezen. Voor dertig Jaaren , was zeker huis in St. Gil/es, doch dat heden door eene eerlijke Bierverkoopfter bewoond wordt, bizonder voor een Dieven clubs berucht. Daar lagen mcsfchen en zabels. aan banden, en hetafelgoed was op de tafel vastgenageld. De Dieven namen zeker decorum in acht, en hadden hunne voorfchriften en Opzichters, zonder zich nochthans in benden te verdeelen, alles was enkel betrekkelijk tot deze t'zamenkomften. In de nabijheid van dit huis was een. even zo, berucht brandenwijnhuis, daar op een tafel het volgende zonderlinge opfchrift gefchreven was: „ Ihre you, maij get drutikfora: „ pennij , dead. drunk for two ptnee , and gst „ Jiraw fir nothing, " „ Hier kunt gij drin„ ken voor een penning; Voor twee pennin„ gen u bezuipen ; En ftroa onder u bekomen D 1 „ voor  ji8 DERDE HOOFDSTUK: voor niet." Indedaad de kelders waren ook rijkelijk met deze gerij'flijkheden voorzien, die dan pok dag en nacht met onbefchofte lieden opgepropt waren, tot dat eindelijk de Vreederecliter, van die buitenfporigheden , een einde maakte. Men erinnere zich nochthans dat deze fchildering, niet van de zeden der geheele hoofdftad, maar flegts van eene Wijk derzelve is; welke zich zederd Jaaren herwaards, door de behoeftigheid en ruwe leevenswijze haarer Inwooneren, berugt gemaakt heeft. Hier is ook de verblijfplaatfe der zogenaamde waarzeggers, die voor den geringen prijs van een fchelling, den nieuwsgierigen fterveling zijn toekomstig noodlot verkondigen. Hunne kamer is gewoonlijk met toyerfiguuren yercierd, en met waereldklooten, hemëlskaarten enz. opgevuld. De kleeding der waarzeggers, beftaat volgens gewoonte, in eenen zwarten tabbert en een lange valfche baart; waardoor zij een eerwaardig grijs voorkoomen verkrijgen, fchoon het meesttijds jonge lieden zijn. Zij geeven gemeenlijk voor, uit het Oosten te koomen; houden zich als of zij geen woord Engelsch verItaan, en hebben daarom een' Tolk, die den vraager de Toverfpraake bekend maakt, en, die de winst met zijnen meester deelt. Het zijn noch» thands altijd Britten of Ierlanders, want noch nimmer heeft een vreemdeling het gewaagt, zulk eene Toverfchouwplaatfe op te richten. Dit openlijk bedrog wordt wel geftraft, doch niet  BLOEIT van ENGELAND. uÖ niet menigvuldig, noch ftreng genoeg, om van deze kostwinning een einde te maaken. Dewijl de openbaare zekerheid hier door geen gevaar loopt; zulk eene klugt zonder gevolgen, en eigenlijkflegts een foort van beedelkonstis , daar men veel ernftiger zaaken te verhinderen en te beftraffen heeft, en boven dien de gekken doorgaandsch bedrogen willen Worden, zo vervolgt men deze waarzeggers met geene bovenmaatige geflrengheid, en werptzeflegts in de gevangenis, wanneer zij het te erg maaken en opfchudding verwekken. Zij brengen daar ook hunne ftoutmoedigheid zo ver, dat zij hunnekonst openlijk in de Couranten aanprijzen, en hunne Woonplaatfen bekend maaken. Vervoegen zich nu Gerechtsdienaars daar heen, dan worden die bekendmaakingen doorgaandsch geloochend ; men geeft voor, dat fnaakfche geesten daar hun vermaak in. hebben gefield, en dat men in dat huis van geenen waarzegger weet. Daar men nu in der haast tabbert, tovergereedfchap en waereldklooten uit het vertrek heeft geruimt, vindt men voor datmaajgeene bewijzen om verder voord te procedeeren; de Gerechtdienaars vertrekken, en de Waarzegger zet zijne kostwinning voord. H 4 VIER.  t2q VIERDE1H00FDSTUE: VIERDE HOOFDSTUK. Grootheid der Stad London. Contrast tusfcken de Ct\ tij en het west/ijk gedeelte der Stad. Het eigendommelijr ie der Huizen en openbaare plaatzen. Asfurantie. De verlichting der Stad bij den Nacht. De St. Pauluskerk. Westmunster Abdij. Het plavijen der Straat ten te London. Een. zeer merkwaardige Annecdote , betreffende ka rel den I, V, Lord Majors Paleis. Bruggen. De Bank. Prachtige Winkels* De Magijiraat der Qtij. Wjlliam Beckfords Patriottismus. oor drie Jaaren was het nog een twistvraag? Of London grooter ware dan Parijs ? Daar echter de grenzen der laatfte Stad bepaald zijn, welke men bij het bouwen niet durft overfchrijden, en bij de eerde deze zo noodwendige beperking noch niet gefchied is, en diensvolgens onmaatig vergroot wordt, zo blijft 'er geen twijfel overig, dat de Engelfchen het ongeluk hebben een veel grooter Hoofdfrad, dan de Franfchen te bezitten. Hier bij komt nog, dat veele groote Dorpen, die meesten deels uit Eandhuizen beltaan , zeer digt aan de Stad aan paaien. Waar eigenlijk de grenzen derzelve zijn, en daar lioor met dezelve een zeer verbazend groot geheel  ©ver LONDON. lat uitmaaken, dat paal nog 'perk heeft. Men rekent dat V2n 1762 tot 1779. in London 43,ooohuizenzijn aangeboud. JVerfcheidej Patriotten wilden dit aangroeiend kwaad verhinderen. Zij noemden het een razernij, het Graaffchap Midkfex met pannen te willen bedekken, wanneer de verftandige Lord north raadzaam vond, eene belasting op de Oaken te leggen. Waar door dan het onzinnige bou« wen zeker nog meer bevorderd wierd; dan de onderneemers achtede deze taxe niet, zij bouwden daar voor hunne huizen des te gemakkelijker en fierlijker, vermits zij zeker zijn Inwooners te zullen bekoClcn. Men heeft daar bij, zedert den tijd van twin■ ' «Mn, ,1 beftendige volksverhuizing van het " MVB DMH Hel Weétën'j in London zelfs, gezien. B réele dafoeède menfehen van het oostelijk rL ' ' Stad, waar in 't geheel niet gebouwd 1 r - 1 11 :, t westelijke getogen zijn, daar de fchoonlte weiden en lusthoven in ftraaten veranDit oostelijk deel, byzonder de kwartieren die |*ngé den oever van den Theems liggen, beftaan uit flegtc huizen, die in enge, kromme en flegtj gevloerde ftraaten; ftaan; hier woonen meest zeelieden, als ook zulke, handwerkslieden , die tot den Scheepsbouw behooren, benevens het grootfle deel der hier zijnde Jooden. Het contrast is derhalven zeer fterk, met het westelijk gedeelte der Stad: waar men niet dan fierhjke huizen, prachtige pleinen , lijnrechte en heerlijk verlichte ftraaten, H 5 en  122 VIERDE HOOFDSTUK: en de fchoonfte bevloering van Europa ziet. Waa* re gantsch London zo gebouwd, niets ter waereld zou hier mede te vergelijken zijn. Het is zonderling, en nog van geen reiziger aangemerkt, dat deze westelijke zijde der Stad, die meer als de helft van geheel London uitmaakt, en ten cenenmaal van de Citij afgezonden is, in 't geheel geen naam heeft. Spreekt men van dit gedeelte in de Citij, of ergens anders, zo behelpt men zich enkel door de benaming der ftraaten, en het geheel noemt men,  126 VIERDE HOOFDSTUK: huizen die naauwclijks een douzein vertrekken bevatten , en waar in zij zich gevolgelijk, met hun talrijk huisgezin, zeer behelpen moeten. Dit ongemak zal niettemin fpoedig verholpen zijn , wijl veele Lords aangevangen hebben met zich prachtiger huizen te bouwen. Men kan beweeren dat de Regeering, op dit beiluit, geen invloed heeft, offchoon een talrijken adel, die in de Hoofdftad woónt, den wensch van alle Hoven is , vermits zij den luister derzelve vergroot, en daardoor den troon tégen bezitters van groote landgoederen verzekert wordt. De vermaaklijkheden van London alleen, lokken hen daar na toe. Men bemind thans' dè Jagt minder, fnaar des te meer de kunften, beneven alles Wat tot de befchaaving van den ommegang behoord; en waarfchijnelijk zal het volgende gedacht des Engel» fchen adels , even als in Parijs , geheel in de Hoofdftad woonen. Als men bedenkt dat zederd deze , doorgaansch in Europa heerfchende, gewoonte , alle binnenlandfche onrusten, welken de Grooten in alle Staaten tegen hunne Koningen ondernoomen en achtervolgt hebben, een einde geno■fnen hébben; 6rri jïd; wat 't Gelooft dan dat hun oog op 's Naneefs aangezicht, Hem teder toe wenke op 'c betrachten van zijn plicht; Of met een grammen blik die de aders doet verftijven, Verachtelijk afvvijze op onedele bedrijven. En met een Blixemftraal die 't krimpend hart doorfnijdt, De ondankbre laauvvheid voor het Vaderland verwijt. (*) (*) Taal ,n Diehtlievende Oefeningen van het Leydfcht Genootfcuag II. Deel. bl. 5-6 en 77. VERTAALER. . K tt  148 VIERDE HOOFDSTUK: wat bedenkelijk, en een betoog te meêr voor het volgende is. De Komngsgezinden zegt men: vervoerden heimelijk het koninglijk overfchot van Windfor naar Westmunster ; daar nu, na de troons beklimming van karel de II., het Lijk vancROMWel opgegraven, voortgefleept en aan de galg gehangen zou worden, zó groef men, het zij doof toeval, het zij uit kwaadaartigheid, des Konings doode lighaam weder op, en verrichtte daar de voorgemelde plechtigheid mede. Toen vervolgens, in tegenwoordigheid van veele menfehen, het hoofd ten lighaame wierdt afgehouwen , om op een paal geftokente worden, wierdt men met verbaazinge ontwaar, dat het bevoorens reeds afgefcheiden , en flegts ligtclijk aan het onderdeel van den hals vast geliegt was. De Hieuwde Kerken in London zijn alle in eenen zeer goeden fmaak gebouwt; onder dezen behooren de St. Martenskerk en eenige anderen,- welkers voorgevels, naar het model des RoomfchenPantheons gebouwd zijn. Alleen beklagen zich alle vereerers der Bouwkunst, dat men altoos den tooren, boven den coupel, den voorrang heeft gegeeven. Wat zou London, bij de groote rijkdommen, in deze kunst niet opleveren, daar het bovendien twee mannen bezit, die mogelijk de grootfle Bouwmeesters van geheel Europa zijn ; namelijk adams en chambk'rs. De eerde heeft eenige honderd huizen in een zekeren bepaalden omtrek gebouwd, die ddelphi buildings  over LONDON. 149 ding* genaamt wordt, en met recht als het voortreffelijkde model, van zeer frlaije, en daar bij tot de bewooning,, ten hoogden gefchikte huizen aantemerkeu is, Alle deze grootfche gebouwen- zijn op gewelven aangelegt, die naar den Theems leiden, en wegens hunne grootte, hoogte en bouwtrant niet onwaardig zijn, met de romeinfche verwulfde waterleidingen, die tot de wonderen van het oude Rome behooren, gelijk gedeld te worden. Veele Engelfchen zijn van dje welgegronde verbeelding, dat, zo de tegenwoordige Koning eene fterke neiging voor, de bouwkunst had, en zijnen vermogenden invloed aangewend hadde, om voor zich zeiven en voor de Natie, Paleizen en Gedenktekenen op. te richten, London heden de prachtigfte Stad van Europa zijn zoude. Ja nog meer, allerwaarfchijnelijkst zou als dan geen Amerikaanfchen oorlog zijn ontdaan, en den, van zo veele Volken benijdden, bloei, die Engeland voor twintig. Jaaren aan de waereld vertoonde, zou nog even dezelfde zijn. Tot de openbaare gebouwen in London, behoord ook the Manfion houfe, of het Paleis des. Lords Majors in de Citij. Het wierd vóór bijna vijftig jaaren gebouwd ; op eenen tijd wanneer het met den, goeden fmaak der Engelfchen, omtrend de konden, (de dichtkunde uitgezonderd,) noch zeer flegt gelegen was. . Terwijl de Aldermans en the commun council (een foort van vertegenwoordigers der Citijbewooners,) vergaderd waren, om over het, voorK 3 flel,  l£o VIERDE HOOFDSTUK: ftel, van dit (gebouw te beraadflagen, zo zond ben een zeer voornaam Lord eene tekening van een Palladio toe , welke hij uit Italien medegebragt bad, en dat tot zulk een gebouw, het welk ter eere der Stad gebouwd, en waartoe geene onkosten gefpaard zouden worden, zeer gefchikt was. De riaam palladio was , onder deze groote fchaare van menfehen , gansch onbekend; men vroeg malfcanderen wie dezen man ware , en wilde hem zelfs fpreeken. Na veele debatten ftond eindelijk één van hen op, en zeide: hij had gehoord, dat palladio, een voor lang gedorven en buitenlandsch bouwmeester ware; dat het bovendien zonderling zijn zoude,zijne ontwerpen in London natevolgen , alwaar men zelfs bouwmeesters genoeg hadde ; ten zeiven tijde iloeg hij zodanig een' beroemden man voor , die van zijn handwerk een Scheepstimmerman was , en ook aangenoomen wierd ; ingevolge deze eenvouwige maatregelen wierd dit Paleis gebouwd, het welk in alle deelen het handwerk 'zijnes bouwmeesters verraad. De voorgével gelijkt naar de fpiegel van een Öorlogfchip, de kamers zijn donker, zeer flegt verdeeld en de trappen fteil en lomp ingericht. Dit gebouw, dat als masfa befchouwd, zich zeer wél voor het oog opdoet, moet door den Lord Major bewoond worden , zo lang hij deeze waardigheid bekleed , alfchoon hij te gelijk andere huizen in de Stad in eigendom bezit. if>K-  over LONDON. 151 London heeft drie groote en prachtige bruggen, die zo zeer als ergens elders, den rijkdom der natie en haare neiging tot groote openbaare onderneemingen, aantoonen. Welk een onderfcheid tusfchen de Westmunfter- en B'lakfriars-bruggen, en de Pont neuf en Pont roljal te Parijs! De Engelfchen zijn bij al hunne trotsheid doch geene fnoevers; anders hadden zij onder veele andere een ge* grond recht , om op deze twee bruggen , die in grootte, pracht en gefchiktheid, in geheel Europav geene wederga hebben, grootelijks te roemen. Zelfs komt de brug Rialto , te Venetien, hier bij in geene aanmerking, vermits deszelfs ongepolijst marmer geene ongcmeene pracht vertoond. Dat haare zo beroemde groote boogen natemaaken zijn, ziet men bij de Stad dire in Schotland, alwaar over de rivier Dun ook een brug, met een eenigen boog, van negentig voeten, wijd , gebouwd is. Dit is juist de maat der brugge, van Rialto. Het gemak van de nieuwe brug te London , is met de pracht en fierlijkheid veréénigt. Die te Westmunfter, is 1223 voeten lang, en 44 voeten breed. Zij is zeer goed geplavijt; op beide zijden van dezelve zijn groote fteenen leuningen , en veele fchuilplaatzen voor den regen; en zij is van veele lantaarnen voorzien. Zij heeft vijftien boogen, waar van de middenfte zes en zeventig voeten breed is. Ieder van deze boogen is door groote zuilen onderfrhraagt, en voortreffelijk overwulft. Deze brug K 4 wierd  153 VIERDE HOOFDSTUK: wierdt eerst, na dat men twaalf jaaren daar aan had gearbeid, voor omtrent twintig jaaren gejundigt en kostede 150,000 aC fterlings. Ongeacht deze zeer zwaare kosten ying men terftond aan om weder een nieuwe te bouwen. Dit was de BJakfriarsbrugge, die in het midden der Stad is aangeiegt, en de Citij met het Graaffchap Surrey vereérdgt. Deze brug overtreft nog die van Westmunfter in pracht en fierlijkheid ; haare boogen zijn ook met zuilen opgefiert, en wel altoos twee naast elkander aiaar de -Jonifche orde , welke zuilen tot onder het water daalen , en eene heerlijke uitwerking, doen. Zij wierd op kosten van de Citij alleen gebouwd, die it?o,poo c< Perlirgs beliepen, en isi eerst zedert weinig jaaren voleindt, om welke reden de tol op dezelve nog voortduurt, die op de Westmunfter.brug al voor lang heeft opgehouden. In vocrige jaarep wierden de tolinkomPen van deze Citijbrug onderzocht, wanneer men de jaarlijkfche inkomfttn ö_co c< Peiling bevondt tezijn. Men heeft nog zedert eenige jaaren bet ontwerp 'van een brug gemaakt , die ook aan de westelijke zijde van de Stad, en wel tusfehen de 'beide, bruggen zoude zijn gebouwd, dan de uitvoering van "dit plan is nog uitgefteld. De brug van London i? ook groot en prach.ti> maar zij komt met de beiden voorgemelde in geene vergelijking. Zij is reeds over de agt honderd •f5 oud» en feeft See" ongunftig denkbeeld van dé  ©ver LONDON. 153 de Eouwkunde der toenmaahge tijden De boogen derzelve zijn echter in een geringen finaak en zeer. klein; van daar de menigvuldige ongelukken, wanneer men in kleine booten ondér dezelve net den vloed doorvaart. Deze brug was zederd honderlejaaren , geheel met huizen bezet , en ten eenenmaal aan een (baat gelijk, zo als men nog beden op de brug, Notre Dame te Parijs ziet. De huizen op de brug van -London waren , meestendeels, zeer flest gebouwd, en van arme Lieden bewoond, waar door dan deze brug een der flordigfte hoeken van de Si ad gelijk was. Deze groote ongefchiktheid wierdt in onze dagen, door een Parlementsch aéte ook verholpen,.en alle huizen ter neder geworpen. Niet verre van deze brug, (laat het zogenaamde Monument , eene Zuil naar de Dorifche orde, die ter gedachtenisfe van don zwaaren brand , die m London -660. huizen verwoestede, wierct opgericht, en wel aan het zelve oord, waar de vlamme begon uittehersten. Zij is 202 voeten hoog, en derhalven hooger als de Trajaanrche zuil te Rome , en heeft even als die van binnen een wenteltrap. Haare opbouvving koste 13,000 cC fierlings. Het is reeds menigmaal op het tapijt geweest, om dezelve ter neder te werpen, vermits men voor haare omftortinge bezorgt is, die waai fchijneiijkfchroomehjke gevolgen zoude hebben. Zij is geheel met huizen 1 nnringj, in eene plaats, waar enkel naauwe ftraaten, rijke Winkels en gro-te Magazijnen ftaan ; om al 't welke de ftegting van K 5 deze  154 VIERDE HOOFDSjTü-K: deze ftecnklomp eene zeer noodzakelijke maatregel is. Onder de groote openbaare Gebouwen, behoo. ren ook de Beurs en de Bank, de eerste is wel niet van de grootlle foort, maar zeker de pracbtigfte aller Koopmansbeurzen in Europa, en met de beeldzuilen der Koningen van Engeland verfiert; zij is van eene tallooze menigte Koffijhuizen omringt, alwaar meer Koophandel dan op de Beurs zelve gedreven wordt. De inrichting dat hier alles nabij is, als het Posthuis, de Asfurantie-Comptoiren , het Lord Majors Paleis, de Huizen der Oost - Indifche Compagnie en andere Handel • maatfchappijen, het Raadhuis, de Bank, de Wooningen van alle Bankiers , de Makelaars-comptoiren , der Notarisfen enz.; is allervoortreffelijkst.1 Het gebouw der Bank van Engeland is in de daad prachtig , offchoon dezelve maar eene verdieping hoog is. In het grootde deel der Zaal valt het licht van boven in. Hier zijn, zedert eenige Jaaren, overal kondige ijzeren Kagchels gezet, waar aap men noch pijpen noch openingen ziet. Het Hoeken gefchied onder den grond van de Zaal. Elk dezer Kagchels kost honderd c< fterlings. Vermits de Bank de ganfche natie toebehoort , zo daan daar in niet alleen alle plaatfen en kamers voor een ieder open, maar men .heeft ook eene menigte Schrijftafels in eene groote Zaal geplaatst, die alle van gioote inktkokers, zandbakken enfchrijfpen- nen  ©ver LONDON. 155 rien zijn voorzien , welke ten gebraike van den geringden mensch zijn gefehikt rlje van de ftraat inloopt, en met de Bank niets te fchaffen heeft. Ik kan niet nakaten, zulke Republikaanfche maatre. gelen te bewonderen, zo gering zij ook menig een niogte fchijnen. f\icts loopt in London meer in het oog dan de prachtige winkels en magazijnen, die, onafgebrooken , zich ganfche Engelfche mijlen (*) uitftrekken. De ingang derzelve heeft groote glafen raamen en deuren ; achter welke raamen de fchoonfte waaren des Winkeliers zijn ten toon gefield; en daar deze vaak veranderen , en van zulk eene oneindige verfcheidenheid zijn, zo ontffaat daar uit eene verfraaijinge der ftraaten , die de heerlijkfte vertooning maakt. Men ziet hier zogenaamde Matheiiatifche winkels, (werktuiglijke ftukken en inftrumenten,) waarin de zeldzaamfte inftrumenten van allerleie foort, die men anders in de Konst-zaalen van groo I te Vorftcn vindt, ten toon gefield. De Zilver-winkels zijn echter in de daad de alleruitmuntendfte in hunne foort. De verbaazen le voorraad van de zich hier bevindende goud- en zilver waaren, geeft meer als al het andere, een grootsch denkbeeld van den rijkdom der Engelfchen. De grootfte Zilver-winkels te Parijs, in ae ftraat Si. Honoré, zijn in vergelij- kinge O Men kan in één uur wel drie Engelfche mijlen wegs afJeggeü. Ve rtaale r.  156 VIERDE HOOFDSTUK: kinge van dc hier zijnde , armzalig te noemen. In de ftraat Ckeapflde is meer dan een, van welke het openbaar bekend is , dat haare waarde over de 100,cco X derlings bedraagt. De prent-winkels zijn aan wezendlijke gaanderijen gelijk, waar verzamelingen van deze kunstwerken worden voorgedeld.Tot de vrijheden die men zich hier veroorlooft, behooren ook de fatijrieke prentwerken , waar mede men alle voorvallen, die opzien verwekken, belagchelijk maakt. De Franschman maakt bij zulke gelegenheden Tafelliederen ; de Hollander flaat Medailles ; de Engelatider alleen (*) verkiest Prentwerken, vermits de fatijre daar door het meeste word verbreid. Ten tijde dat fox in het Lagerhuis den meester fpeelde, yerfcheen 'er eene prent waarin hij voor den fpiegel ftaat, welke echter niet zijn beeldtenis maar dat van en om wel te rug kaatde. Even gelijk de regeering des Rijks uit drie takr ken bedaat, als den Koning, het Hoger- en het Lagerhuis; zo is ook de Stads regeering in de Citij van London,in drie deelen gcdeelt,die eene tamelijke nauwkeurige copij van de eerde zijn, als: de Lord Major, de Aldermans of Raadsheeren, en de onder de benaamiiig van Commun cquncil verzamelt de C) Had de Schrijver de zes laatst verloopen Jaaren in Nederland doorgebragt, zo zou hij derzelver inwooners , ten dezen aan. zien5van geene nalaatigheid behoeven te befchuldigcn. yERTAAr.ES,,  Over LONDON. js? de Reprafentanten der Burgerij van London, die het Lagerhuis uitmaaken. Deze laatfte worden van de Livreij verkoozen , welke uit negenduizend inwoöners beftaat, en waarvan bij de vervulling van alle groote ftaatsambten, gelijk als de Lord Majors, Sherifs, enz. een ieder zijne ftem heeft, welke geregistreerd wordt. De Aldermans hebben geene in* komften; de eere alleen , in Stads aangelegenheden' invloed te hebben , en de hoope' van daar eens Lord Major te worden, fpoort hen aan om een tijd lang als Alderman te figureeren. Dit is echter noch niet toereikend- zij moéten te vooren ook Rechter Van het Graaffchap Mhldlefex warden, eer zij aanfpraak op de waardigheid van Lord Major tonnen maaken. Vermits de Alderman geene in komften van zijnen post trekt, zo is hij ook tot meer bijzondere onkosten verbonden; maar het ampt van Sherifvordert in ée'n jaar twee- a drieduizend dC fterlings onkosten , waarom het ook niemand meer dan eenmaal bekleed. Toen wilkes 'ertoe verkooren wierdt, gaven zijne vrienden het hiertoebenoodigde geld. Dit was den trap tot de waardigheid van " Lord Major. Het Hof wendde alle kragten aankom zijne verkiezing te verhinderen , dan te vergeefsch. Hoogst zelden heeft het Hof eenen krachtigen invloed op de Citij verkiezingen, waarom ook de Stad London in geen groote genade bij het Hof van St. James ftaat; een ongeval waarover zij zich ligt veijtroost. De Bonmot eens ouden Aldermans on ■  T5S VIERDE HOOFDSTUK: onder de regeering van karel II. is hier nog beftendig in aandenken. Deze Vorst, die over deLondenaar-s zeer kwalijk te vreden was , om dat zij geen geld tot buitenfpoorigheden wilden geeven, dreigde cen<. hunne Gedeputeerden , daar zij hern een Adres overgaven, dat hij zijne refidentie naar Oxford verplaatfen wilde. De Alderman, onder het voorwendzel van hardhoorig te zijn, wendde zich tot een nabijzijnden Hoveling, en zeider „Ik M zie Mijlord, dat den Konjng zeer verdoord is i, ik hoop toch niet dathii ons, in zijnen toorn, den* „ Theems wechneemen zal." Dit gezegde deed zijne werking, en zedert dien tij i is het geen Koning van Engeland ingevallen, eene dergelijke bedreiging te doen. Niemand kan in London Burger worden, zonder tot eene van de zesentwintig Gildens te behooren 1 M welke de Burgerij is verdeelt,- van daar het gewoone vooroordeel der buitenlanders , dat Iederi onder het gepeupel dikwils de gewichtigeStadsamp. ten bckleeden, wijl men bij hunnen naam ook altoos den naam van het Gilde voegt , in 't weike zij zijn aangenomen, als bij voorbeeld: de Heer N. N. Kleermaaker, Kastemaaker, enz. Wanneer aan Printen of andere Standsperf ,onen het bui-errecht als een gefchenk gegeeven wordt, vraagt men hen altoos welk Gilde zij willen verkiezend Zn verkiezen gemeenlijk zulk een , tot 't welke als dart de fuugeerende Lord Major behoord. Dit deed ook  over LONDON. 19 ook de tegenwoordige Koning van Denemarken, die, in zijn Burgerbrief, als Goudfmit opgetekent is. Zonder dit kan de rijkde handwerksman zo Jange hij zijne handteeringe voordzet, ja niet eens* een Kun denaar tot een eerepost irt de Citij gcraaken, noch Parlementslid worden. De Lord Major is verplicht alle dagen in zijn Paleis gerichte te houden, dat is te zeggen, dat alle de klagten; die de overtreding der wetten betreffen, in de Citij voor hem worden gebragt. Bij niets beduidende kleinigheden, die op geringe geldboetens ttitloopen, velt hij tcrdond vonnis; 'bij zaaken van gevvigt daarentegen , word de overtreder door hem naar de gevangenis gezonden , om hem naderhand, övereenkomdig de Engelfche rechten, Proces aa-n te doen. Indien de Lord Major bij zulke voorvallen, in het geringde tegen de wetten handelt; dan kan men hem aanklaagen, én hij moet even als de geringde perfoon, voor" het gerecht verfchijnen. Geduureude den tijd dat hij in zijn Paleis gerichte houd, doen zulks eenige Aldermans insgelijks op het Raadhuis te Cuildhal, en dat met eeven zulk een vohnagt als bij. Zij zijn hier, in plaats van Vrederechters, van welke zich geene in de Citij bevinden; waar bij echter dat onderfcheid plaats heeft, dat de laatde niemand tot geldboeten kunnen veroordcelen. Zij verzoenen de partijen met elkander, of zenden den aangeklaagden, wanneer 'er grond tot de  16b VIERDE HOOFDSTUK: de aanklagte is, in de gevangenis, wanneer hij geen borgtocht dellen kan. Deze moet de Vrederechter aanneemen , alleenlijk drie gevallen uitgezonden: , in Welke zij geen plaats vindt, namelijUn diefdal, moord en hoogverraad. De waardigheidfeenes Lord Majors is Zd aanziet M als voordeelrg. De Stad ziet hem als haaren Koning aan; ook is hij genoodzaakt vorftclijke kos~' ten te maaken. Ook het aantal zijner bedienden 4 piachtige koetzen en leveijen, benevens de tot zijn post behoorende ambtenaaren, alles dient tot vermeerderinge zijns aanziens. Hij voert den titel van M.lord , welke den Koning zelve aan hem geeft; Zijne voorrechten zijn zeer menigvuldig. Wanneer er troepen door de Citij zullen mareheeren, moet hij vooraf daar om Worden verzocht. Er kan geene werving in de Citij gelclneden , die niet door de Lord Major ondertekend is; ook heeft hij bet opzicht , benevens eene zeer groote magt over den Theems. Zijne inkomden bedaan grooteni deels in de verkoop van zekere ambten, die hij , wanneer zij ten tijde van zijn Majorfchap vakaht worden , naar zijn welgevallen vervullen kan. Tot de Etiquette (welvoeglijkheid) van dezen post bei hoort een groot gastmaal en bal, dat hij in zijn Paleis ten minden ééns geeven moet. De ganfche Adel word hier bij genodigt, waar van echter maar een gedeelte komt, volgens dat dan het Staatkundig gedrag , en de grondregels van den Lord Major zijl»  over LONDON. itfi zijn. Ondertusfchen is dit feest gewoonlijk uitnemend prachtig. De dag op welken hij zijn ambt aanvaart, is voor de inwooners van London een der plechtigfte van het geheele Jaar; hij begeeft zich in groote Procesfle naar Westmunflerhall, waar hij zelfs in handen des Groot- Canceliers den eed aflegt. De Poet gaat over 't water, in veele fchoon verfierde barken, begeleid van ontelbaare booten ; eene vertooning die veele overeenkomst heeft met de jaarlijkfche trouw der Doge van Venetien, die hij met de golf van dien naam aangaat. Hij wordt aan de Blakfriars-brugge , waar hij aan land Papt %< van de Gildens van Londen ontvangen, die zich bij zijnen Poet voegen, en hem alsdan naar het Raadhuis geleiden. Hier wordt ook een groot gastmaal en bal, doch maar alleen op Stads kosten gegee-.; ven, waar voor veele honderden billietten worden uitgedeelt. Het gezelfchap is hier tamelijk gemengt^' waarom het 'er dan ook zeer onordelijk toegaat. Het gefchied zeer zelden dat iemand ten tweedes maale tot Lord Major wordt verkoozen. Deze eere? wedervoer wil li am beckford, in 1769. ten tweede maal; een man van groot doorzicht, heete Vaderlandsliefde en 36,000 c< fterlings jaarlijkfche inkomften. Zijne tweede Majorichap viel A0.1770. in een tijdPip voor, waarin de Stad London, benevens het grootde deel aller Graaffchappen in En» ge/and , den Koning onophoudelijk met verzoekfchriften om een nieuw Parlement, overlaadden, L ver-  16*2 VIERDE HOOFDSTUK: vermits het toen aanwezig zijnde Parlement, Wegens de zaak van wilkes , de gunst des Volksgeheel en al verlooren hadde. De Koning vondt het overeenkomdig met zijne belangens ,het oude te behouden, en gaf diensvolgens, meestendeels, ontwijkende antwoorden. De Stad London liet ondertusfchen niet na haare aanzoeken te herhaalen. [De Lord Major,een aantal Aldermans, en andere.Stads Gedeputeerden, gingen bedendig in flaatie naar St, James,alwaar zij, volgens hunne voorrechten, door den Koning , op den troon zittende , ontvangen wierden , en altoos met het antwoord te rugge keerde : dat de Koning met zijn Parlement te vreden was ; doch dat hij geneigd was zijne onderdaanen , zo veel mogelijk , te voldoen , en de zaak overwegen zoude, enz. Hier bleef het bij. Beceford die verdrietig wierdt , deze klucht, tot welke zijn post hem verbond, te fpeelen, overlei bij zich zeiven eenen aanflag, om de zaak ernsthaftiger' te behandelen- Hij verfchecn met een talrijk gevolg; het verzoekfchrift wierdt gelezen , en het gewoone antwoord volgde. Ingevolge de Hof-Etiquette , kusfchen de Gedeputeerden , na zulk eene plechtige audiëntie, des Konings hand, en verwijderen zich. Beckford daartegen , die niet. om deze, geenzins een vrij Volk pasfende, plechtigheid ten Hove verfchcenen was, vorderde van den Koning in eene , alhoewel eerbiedige , maar tevens vrijmoedige rede , de verzoekfehriften van de  over LONDON. lf53 de eerde Stad des Britfchen rijks, zo onverfchillig niet aan te zien, en haar verlangen te voldoen. Zodanig iets waare gan.sch onverwagt en ongehoord. Ik was zelf in de Koninglijke Gehoorzaal tegenwoordig, en moet betuigen, nimmer zulk eene zonderlinge vertooning gezien te hebben. De zichtbaa.re verwarringe was op' de aangezichten aller Hovelingen te leezen , tervvyl de Afgevaardigden van London, over de vrijmoedigheidvan hunnen aanvoerer , eene geheime vreugde te kennen gaven. Deze waardige man ftond intusfchen met eene edele onverfchokkenheid daar, en wagtede pp antwoord. Men-was hier toe niet voorbereidt; hier uit ontftond eene ftilte , die langer dan een minuut duurde , geduurende welken tijd de zeer talrijke vergadering elkander ftond aan te gaapen. Beckford maakte aan dit fchouwfpel, door eene buiging, een einde en ging met zijn gevolg af. Men kan denken hoe zeer men hier over aan het Hof gebelgt was. Men fprak .te07. James van den 2Wr, en van onbefchaamdheid ; in de Citij daartegen van plechtige dankzeggingen ; de laatfte volgde ook met de vleiendfte omftandigheden vergezelt. Het gebeurde agt dagen daar na, dat de Lord Major, uit naam der Stad, den Koning, van wegen de verlosfing der Koningin, met een gelukwenfchings addres moest opwagten. Bij deze-gelegenheid wierdt hem, vóór de audiëntie, zijn onlangs gehouden gedrag, door de Lord Kamerbewaarder voorgefteld , met de verklaaring, dat zij L 2 door  164 VIERDE HOOFDSTUK: door een nieuw voorval van dezen aart ligtelijk het voorrecht verliezen konde, den Koning op den Throon zittende 5< haare verzoekfchriften en addresfen over te geeven. BeckfoRd verlangde deze verklaringe fchriftelijk te mogen hebben; de Lord Kamerheer floeg zulks af; waarop dan de eerfte antwoordde : dat hij dezelve gevolgelijk dan, als niet gedaan zijnde, aanzag. Weinige maanden naderhand, eer hij nog de Lord Majors waardigheid had neder gelegt, flierf deze groote Patriot. De Burgerij bePemde voor hem terPond een gedenkPuk, dat op het Raadhuis te Guildhall, in de groote Vergaderzaal wierd opgericht. Dit is een ftandbeeld, leevensgrootte , van wit marmer. Het field dezen Brit voor in zijne Magiflraatskleeding, en in den Pand, in welke hij de voorgemelde rede tot den Koning hield; en om het ganfche werk te bekroonen, zo leest men op het voetPuk deze aanfpraak zelve, in plaats van een opfchrift. Bij de in dez« zaal zo dikwils gehouden redenvoeringen, roepen de Patriotten vaak de fchim van beckford aan , wijzen op zijne beeldtenis, en bezweeren hunne medeburgers , het welzijn des Vaderlands voor oogen te houden. Zo volgt dit groote Volk den ouden Romeinen na, en bewijst hoe fterk het Patriottisme nog onder de Britten heerscht:hoe ontaart ook veele hunner handelingen ook mogen fchijnen, en het ook ten deele zijn. VIJF-  m TOESTAND van den ENGELS. GODSD. 155 V IJ F D E HOOFDSTUK. Over den toefland van den Godsdienst /«Engeland. Verdraagzaamheid. Catholieken. Geestelijkheid. Puriteinen. Methodisten. De Zondag vieringe. Marteldag van karel den eersten. Kwakers. Hernhutters. Deismus. Williams Detstifche Godsdienst. Zelfmoord. Zonderlinge, voorbereiding ter dood eenes voor naamen Engelschmans Lord cleve. Jooden. Doéïor talcon, een zogenaamde Cabalist. Goudzoekers. Linguets karakter en onderwijs aan de Engelfchen. e zegt, dat, wanneer in Engeland maar eene Godsdienst plaats had, alsdan het Despotismus te vreezen zoude zijn; dat als 'er twee waaren , men elkanderden hals zoude breeken : maardaar 'er thans zo veele GodsdienPen en Sekten zijn, zo leeft men gerust. Dit is waarheid; want het Gordonfche Tumult, waarbij den ijver voor den Protes» tantfchen Godsdienst maar een voorwendzel was j kan hier onmogelijk als een bewijs van het tegen^ deel aangevoerd worden. De wetgeevende magt' in Engeland, heeft de wet van verdraagzaamheid^ tot een Sijdhema gebracht, dat, in den tegenwoor*. digen toeftand, naauwlijks voor verbetering vatbaar is. Hier van overtuigd, liet men zich door het tuX 3 muit  166 VIJFDE HOOFDSTUK: muit van 1780. niet om den tuin leiden; maar het zij ter eere van het Parlement gezegt, dat, wanneer men toenmaals het Parlement bezet hadt , en de Raadsheeren hun leven niet zeker waren, ook niet een eenig médelid den voorflag deed, om het gepeupel ten gevalle , een verftandige wet op te heffen. Het Despotismus zou, bij één enklen Godsdienst in Engeland, zeer te duchten zijn , vermits de Koning het erkende opperhoofd der Engelfche Kerke is, en zijne magt,in deze hoedanigheid,geene paaien heeft. Hij wordt onderlusfchen met geene Godsdiensttwisten bezwaard , waap van men biet in 't geheel niet weet; ja zelf bij gefchillen en vegtpartijen des gemeenen Volks, bij procesfen en buitenfpoorigheden , is het hier ongehoord, dat men'er den Godsdienst mede heeft vermengt. De onverdraagzaamheid die eigenlijk van den JoodfchenC*) tot den Christelijken Godsdienst is overgegaan, en een erf- 1 (*) Indien de Schrijver hier het oog heeft ob de Joodfche Natie , ten tijde hunner verbastering van dcrzelver oorfprong, 'dan heb. ben wij 'er niets tegen intebrengen : maar zo hij de Joodfche Opei> baaring zelve bedoelt, zo verzoeken wij den Leezer over deze verHeten bcfchuldiging, na te zien f lel and, befchouwing van ds voornaam/ie fchriften der Deïsten. Den Abt g u e n é, Portugeefche e» Joodfche brieven tegen voltaire. ïindlav, Verdediging van de //. Schriften tegen voltaire , in welken dezelve volmaakt trederlegt is. VERTAALT! R.  TOESTAND van den ENGELS. GODSD. 167 erfdeel van dit bij geloovig Volk is, heeft geene gelegenheid, om in de harten der Engelfchen wortel te fchieten, De menigte der,van de Engelfche Kerke afgezonderde , Christenen, welke het grootfte deel der bewponers van dit Koningrijk uitmaaken; de denkbeelden van vrijheid in denken en handelen; de noodzaaklijkheid derzelve, die de rijkdom des Lands vermeerdert , en daardoor de weêrkeerige dienst bewijzingen noodwendig maakt; dit alles bevordert de toelaating .der bijzondere Godsdienden in dit Eiland, dat haaren bloei eenig en alleen aan deze verdraagzaamheid te danken heeft. ■ Men kan hier het aartig gezegde van den gcesti» gen Graave van chesterfield aanvoeren, aan wien een Monnik uit Rome geadresfeert was.. Deze verzekerde den Graave van zijne bekeeringsijvcr , die hem egnig en allem naar Engeland had gevoerd; en dat hij bereid was, om alles voor zijne Religie te lijden. Chesterfield antwoordde : „Gij „ komt veel te laat, lieve Pater! gij zult te vergeefsch trachten om de Martelkroon te verwer„ ven; 'er is hier niets meer te doen." De eed , door welken men den Koning van Engeland voor het Opperhoofd der Kerke erkent, is doorgaans noodig, om aan alle eereposten en waardigheden dezes Lands aandeel tehebben;.daarnude Engelfche Catholieken dien niet willen , noch konnen doen, zo zijn zij van veele voornaame ambten en voorrechten nitgeflooten , die hen anders, uit L 4 hoof-  »6S VIJFDE HOOFDSTUK; hoofde hunner geboorte en verdienden, zoude ge-" geven worden. De voornaamfre en oudfte AdelijkeFamiHen des Koningrijks bevinden zich in dit geval. Een derzelve is de familie der Howards, waarvan den Hertog van nor folk het hoofd is. Met dezen titel is te gelijk de waardigheid van Erfmaar-. fchalk van Engeland verbonden, hij kan echter, ukhoofde van zijne Religie , zo min aanfpraak op de daar mede gepaard gaande voorrechten, als op zijne zitting in het Hogerhuis, maaken. De Catholieken hebben hier ook Bisfchoppen, die zich gewoonlijk in London onthouden , en van aalinocsfen leeven. Hunne Geloofsgenooten geeven; die zeer rijkelijk, zo dat het onderhoud dezer zo*, genaamde Prelaaten meer als genoeg zoude zijn % wanneer hier het aantal van Geestelijken , onder ah, Jerleie geftalte , niet verbazende groot ware. Op dat geene waardigheid open gelaaten wierdt, zo bevind zich hier ook , onder deze Priesters, een Catho.Hek Aarts - Bisfchop van Ca-nterèurif, die het hoofd der Cathoiieke Gemeente in Engelandis. Men heeft deRoomschgezindenini778. op 40,000 zielen mLondom alleen gerekent. tk twijfel of in het ganfche overig gedeelte van het Koningrijk een zo groot aantal wel zou gevonden worden, vermits de Capellen der Genanten, de meesten dezer Roomschgezinden naarlondon lokken; veek van deze Gemeente- wooner* eehter ook in Lancafhire, Slaffordfhire en Sus/ex. Qnaangca-en de. Geestelijkheid der Engelfche- &eik$  TOESTAND van den ENGELS. GODSD. t6g Kerke zeer goede inkomften heeft, en de Bisfchop. pen prachtig leeven, zo heeft het Volk nochtans geringe achting voor haar. De oorzaak daarvan ligt, mijnes bedunkens, daarin, dat de menigvuldigheid der Godsdienften en Sekten het Rejigiebelang verzwakt waar door dan de Priesterfchap de handen vrij heeft, om naar goeddunken te leeven. Deze vrije leevenswijze geleid veeltijds tot buitenfpoorigheden, en gevolgelijk tot Kerkelijke ftralfen, die de achting voor dezen ftand nog meer verminderen. Weinig maanden na de rechtsoeffening aan Doctor d o d d , wegens een valfche wisfel, wierd'er een ander Geestelijke in London gehangen, welke meisjes van tien & twaalf Jaaren , die hij onderwijs in den Godsdienst gaf, gefchonden had. Men ziet hier dikwils dat Geestelijken met elkander duellee. ren; om van de voorbeelden van drankenfchap, en andere buitenfpoorigheden te zwijgen. 'Er zitten honderden van dezen ftand om fchulden in de gevangenis , waar zij nog voor twintig Jaaren door een goedkoop en fpoedig huwelijk te koppelen, met de plechtigheden van den Godsdienst, eene fchandelijke handteennge dreeven , het ontbrak hen niet aan kalanten , die fpoedig bediend wilden zijn; men behoefde zo verre niet te reizen, als tegenwoordig, naar Schotland , om tegen den wil der Ouderen en voogden te huwelijken; de arme Priester was met ?ijn huwelijkszegen voor één fchelling ten allen tij; de bereid, en verrichtede de trouw dikwils in het L 5 blop.$e  17° VIJFDE HOOFDSTUK: bloote hembd , wanneer hij zijn rok had verzet. Deze trouw was ondertusfchen zo geldig, alsof dezelve door een Aartsbisfchop van Canterburij , in zijn Pontifikaal gewaad, voor het Altaar der Kathedraale Kerke was verricht. Deze ontheiliging van een Godsdienftig gebruik wierdt eindelijk door eene Parlementsacte afgefchafr. (*) De C*) Zeer gaarne had ik eene fluier van bedekking en verberging over dit hatelijk tafereel gelegt, maar ik heb deze vrijheid niet durven gebruiken. Te meer, daar de Geestelijkheid een aanzientlijk gedeelte bij alle Volken uitmaakt, het hier zekerlijk eene groote gaaping zoude geeven, wanneer 'er in het geheel niet van gefprookeu wierd. De Schrijver wil het betamelijk gedrag van de Engelfche Geestelijkheid,in de menigvuldigeonderfcheidenGodsdienften en Sekten, zoeken ; maar ik kan niet zien, dat dit de eenige oorzaak zou zijn. Zouden de voornaarofte reden niet wel daarin moeten gezogt worden , dat, gelijk de Schrijver het karakter der Engelfchen fchetst, als beftendig hunné neigingen en caprices, zonder opzicht op andere perfoonen ,in voI»ende,dat de Engelfche Geestelijkheid hier zo wel in deeld als de rest der Natie? Want wat de menigte van onderfcheiden Godsdienften en Sekten aangaat, zou het verfchil wel zeer gioot zijn tüsfcben Hollanden Engeland? Wand neer men de Puriteinen en Methodisten uitzondert, zal, naar mijn gedachten, het getal zo goed als gelijk bevonden worden, en men kan niet ontkennen, dat de Hollandfche Geestelijkheid, overliet geheel, veel ingetogener en voorbeeldiger leeft dan de Engelfche. Veele zijn onder ons bekend als een fieraad hunner waardige en voortreffelijke orde, en die, zo wel door hunnen wandel, als door hunnen handel, en door hunne geleerde fchriften en Leerredenen, van een uitgebreid nut voor de Maatfchappije zijn. Ja, beminnelijke Teophilus guldemont! zo dikwerf ik u den kanzei zie beklimmen , en de waarheid en fchoonheid van den Christelijken Gods.  TOESTAND van den ENGELS. GODSD. 171 De Engelfche Kerk heeft twee Aartsbisfchoppen , en vier-en-twintig Bisfchoppen. De Aartsbisfchop van Canterburij, die aan het hoofd is, is te gelijk Primaat van Engeland, en zijn rang volgt op die van de Koninglijke Prinfen. Onder zijn Kerkelijk gebied behooren een-en-twintig Bisfchoppen, en 'er zijn 'er maar drie onder dat van den Aartsbisfchop van Tork. Alle deze geestelijke Opperhoofden hebben zitting en Pem in het Hogerhuis. Gemeenlijk zijn zij, bij het ftemmen, op dejzijde van het Hof. Zeer Codsdienst, met een hart doordrongen van deszelfs voorfchrirten, hoor voordraagen, wanneer ik u daar naa in uwe binnenkamer alle gewoel zie ontwijken, om de voorgcdraagen waarheden enzedelesfen te overdenken; wanneer ik u vervolgens den ftervenden zie bijftaaa in zijn jongften nood, en u ter hulpe fnellen van armen en elendigen, met de grootte behoedzaamheid,dat de waereld, ja zij zelve aan wien gij hulpe verleend, toch niet zoude weeten, dat gij zulks zijt; wanneer gij eindelijk de verzoener van vijanden zijtdan, ja dan ftijgt mijne achting en eerbied voor zulk eene voortreffelijke orde, en doet mij al het zwakke voorbijzien, in debedienaaren van den Godsdienst, en ik ben door verontwaardiging aangedaan, over de verguizinge, die een hoop losbandigen denzei ven aandoen, even of bun fpotten met den Godsdienst en deszelfs bedienaaren zoude konnen te wege brengen, dat 'er geen leven na dit leeven was, en geen belooningen noch ftrafFen te wagten waaren. Onder onze dwaasheden is 'er geene, daar ik mij altoos zo zeer over verwondert heb, als over deze, dat men de Christelijke Openbaaring geen geloof wil geeven , om dat men kwaad doet; want dat dit de bron van het ongeloof van zeer verre het grootfte getal der ongeloovigcn is, zal elk, die het karakter dezer Heeren naauwkeurig belludeert, zo klaar als het daglicht konnen bemerken. Vertaale r.  Ï72 VIERDE HOOFDSTUK: Zeer zelden neemen zij aan het debatteeren deel, offchoon zij ook bekwaamheid tot fpreeken bezitten. Zij vreezen , namenlijk, hunne waardigheidingevaar te brengen : die van de Pairs, wanneer zij om te fpreeken te voorfchijn treden , niet verfehoond wordt. Daar den Geestelijken ftand, bij alle Volken, niet gaerne tegenfpraak duld, zo zwijgen zij liever, en zijn in de Parlementszittingen bloote toehoorers. '£r wierd, in onweetende tijden , alhier eene zonderlinge wet gemaakt, welke, daar zij tot zulk eenen aanzienelijkeu ff and behoord, niet weikan worden afgefchaft. Het kwaad wordt ondertusfchen door andere wetten gehindert.. Ten tijde , namenlijk , toen de Geestelijkheid niet onder het bereik van de waereldlijke magt viel, en, buiten de Geestelijkheid, weinig menfehen kezen konde, was het genoegzaam om onder hunne befcherminggenomen te worden, datmen een bladzijde in een met Gothiiche letteren gefchreeven, of gedrukten Bijbel kezen konde, waarbij dan gewoonlijk den overtreder gansch zonder ftraffe daar afkwam. Om welke reden alle Engelfche wetten, die in iaatere tijden gemaakt zijn , deze claufule hebben : zonder aanzien des Geestelijken voorrechts', vermits anderzins het getal der Bijbelleezers, in onze dagen , wel te groot mogte worden. In weinig betekenende gevallen, die geheel en al op oude wetten betrekking hebben, wordt die Privilegie noch naauw in acht ge-  TOESTAND van den ENGELS. GODSD. 173 genomen, en gefchicd dan deze leerproeve,met alle formaliteiten verzeld, voor een Geestelijke rechtbank , die hier Do£tor Commons heet, en den Aartsbisfchop tot voorzitter heeft. In dit Gerechtshof wordt ook de wettigheid der Testamenten onderzogt, kontracten beoordeelt, over Huwelijkszaaken beflist, enz. De grondwetten der Tolerantie van de Engelfche Kerk zijn oorzaak van den geringen ijver, die de Engelfchen voor het Profeliten maaken bewijzen. Men treft in hunne uitgebreide landen, in de Oosten West-Indiën, in 't geheel geene Misfionarifen aan. Enkele methodiste Predikanten onderneemen , uit Godsdienstijver, dezen last; insgelijks de Hernhutters , die hier omtrent in geen gebreken blijven. Volgens de wetten, moet elk fchip , dat honderd man voert , één Scheeps-prediker hebben. Dit wordt ook naauwkeurig bij de Koninglijke vlooten in acht genoomen. Op de Koopvaardijfchepen is de equipagie zo fterk niet, de Oostindisch-vaarders uitgezonden, die een Predikant als een onnutten last befchouwen, en daarom hunne fchepen maar met negen-en-negentig man bezetten. . De Oostindifche Compagnie trekt zich den Godsdienst in 't geheel niet aan , gelijk 'er dan ook in geheel Bengaaien ook niet één éénige Kerk of Kapel is. , De Puriteinen zijn eigenlijk niets anders dan Cal. vinisten, die deszelfs leere,als de eenige richtfnoer van hunne Godsdienftige grondwetten en Kerkplech- tig-.  174 VIJFDE HOOFDSTUK: tigheden aanzien. De Familiën der in de voonge eeuwe uit Frankrijk verdreeven Gereformeerden hebben zich met de Puriteinen echter niet veréénigt, maar hunne afzonderlijke Godsdienst en Liturgie in de Franfche taaie vastgefteld en behouden , gelijk zulks in Duitschland ook plaats heeft. De Franfchen zijn zeer geneigd hier uit het gevolg té trekken, dat het maar aan de vrijheid van Godsdienstoeffening in Frankrijk hapert, om deze in zo veele Landen verflrooide Familiën weder in het Vaderland hunner voorouderen te rug te voeren. Men kan met groote reden twijfelen, of zulk eene Franfche verdraagzaamheid, de inwooners van Engeland en Holland in beweging zal brengen; want zelfs in Duitschland, alwaar de Duitfche Franfchen (*) zoveel in getale zijn, zi jn zu Ike ganfche Familie verhuizingen niet zeer te duchten. De Methodisten maaken in Engeland'een overtalrïjke Sekte uit. Hunne dichter was eene wethfield, een man van veel bekwaamheid, en eené gedrenge deugd, die eerst voor weinig Jaaren ge- ftor- . C) TC" eindc vcri:eerde oordeelvellingen voor te komen.moet ik er«nnerep, dat ik onder deze benaaming geenzins het zo respectabel gedeelte der Franfche Volkplantingen verfta, die Duitschland, door Minne naarfhgheid, verrijkt hebben , en het gedeeltelijk nog doen ■naar dat ik enkel van die elendige klasfe van.menfchen fpreek die' Ceven veel van welke afkomst,) hun Duitsch Vaderland, zonder oorzaak, verachten,geene taal regt konnen fpreeken of fchrijven cn hunnen hoogden roem ftellen, in de aapen van een vreemden fcun befuoctend Volk te zijn. De auteur.  TOESTAND van den ENGELS. GODSD. 175 ftorven is. Hij verkoos de publieke plaatzen, en groote ftraaten voor zijne leerredenen , die zich voornaamlijk tot de verbetering der zeden bepaalden. Deze Straatpredikaatfiën , die,om hunne on. gewoonheid, eenen verbaazenden toeloop hadden, bragten de Engelfche Geestelijkheid in beweeging. Alle predikftoelen daverden tegen dezen man, die men het Volk als' een uitzinnigen dweepèr befchreef. Deze voortellingen bragten te wege, dat de ievrige moralist overal, waar hij om te prediken te voorfchijn kwam, met fteenen ontvangen wierdt; hij leed echter alles met geduld en zachtmoedigheid , en vermeerderde daar door zyne toehoorders, die eindelijk zo fterk aamviefchen, dat hij onder hunne befchutting veilig konde voord prediken. De nieuwsgierigheid lokte dikwils aanzienelijke Perfoonen, onderzijn gehoor, van welke dan ook veele zijne aanhangers wierden. vVithfield verkoos eindelijk het zeer groote plijn Moorfields, dat aan een veld gelijk is, tot zijn geestelijk verblijf. Hier woonde hij en predikte daaglijks voor eene groote volksmenigte. Hij leefde ongemeen maatig, en deelde de verbaazend veele liefdegiftén, die bij alle oogenblikken ontving,met verftand,en een zeer naauvv gezet geweeten uit. Door den geweldigen toeloop genoodzaakt,bij welke de beroemde wesï-eij bij uitnemendheid uit blonk, liet men eindelijk op deze zelve plaats eene Kerk bouwen, die den naam van  176 VIJFDE HOOFDSTUK: van Tabernakel draagt, en nog heden als het Heiligdom der Methodisten wordt befchouwd, waarom ook veele hier nieuwe huizen hebben gebouwd. W1 t h f 1 e l d deed vier reizen naar America, om pok daar zijne leere uit te breiden. Hy bereikte ook zyn doel volkomen, Zo immer het opperhoofd eener Sekte, de hoogachting eenes wijsgeers verdiend ; zekerlijk was hij het. Vreemd van alle eerzucht , en zonder de geringde oogmerken, om van het gelukkig gevolg zijns ontwerps voordeel te genieten , bleef hij zijn eerde doelwit getrouw, den menfehen door zedelijke voorfchriften te beteren. Offchoon hij dezen Theologifchen deen der wijzen niet vond, zo toonde hij echter geen gemeen Adept C*) te zijn, en 'er verbreidde zich eene meerdere zedelijkheid onder duizenden, dan voorheen. Hij dierf met de gerustheid van een Heiligen, en zijn «aam wordt, onder zijne geloofsgenooten, nog heden met eerbied genoemd. De Liturgie dezer Sekte is, van die welke tot de Engelfche Kerk behoort, niet zeer onderfcheiden. Men heeft 'er echter Gezangen bij gevoegt ,die eene aangenaame welluidenheid bezitten. De Leerredenen maaken • thans het voornaamfte deel uit van den GodsCO Adept. Dit woord wordt, ten opzichte van de Goudzoekers, gebruikt. Vertaaler. (  TOESTAND van den ENGELS. GODSD. 17? Godsdienst-. Meest alle deze Sektarisfen zijri handwerkslieden ; en vermits hun getal immer toeneemt , zo zijn ook de Tabernakels vermeerdert geworden. Voor eenige Jaaren kogten zij, ten dien einde, het kleine Pantheon, een groot koepels gêWijze gebouw, dat drie jaaren lang, overeenkomdig met deszelfs bePemming, tot allerlei foort van zinnelijke vermaaken had gediend: in deze wordt thans ook Godsdienst verricht. Ja, in vöori'ge jaaren wilden de Methodisten zo gaarne het groote Pantheon koopen, welke, aan den Muzen ge wijden Tempel» echter Apolïo maar alleen toebehoort. Het aantal dezer bijeenkomden heeft het Praatprediken eenigzins uit de mode gebragt. Het gcfchied ondertusfchen nog alleen voor weinig toehoorers, en dat dan nog uit het 'gemeende Volk. 1 Zulk een fèhoüwfpel is voor een vreemdeling zeer aanmerkelijk. De Prediker Paat gewoonlijk in een ton, om min of meer verheven te Paan; uit dezen poetfigen kanfel Peekt hij de armen, verdraaid de oogen, en predikt met veel grimasfen, niet voorïeezeiide, gelijk de Predikanten der Engelfche Kerk, maar redeneerender wijze, gelijk als in puUknland', eene methode, die men gemakshalve in Engeland Verworpen heeft, en dat wel op dezen droggrond, dat'zulks eentooneelmaatig aanzien heeft. Die een Overtuigend bewijs begeert, hoe noodzakelijk de uitwendige plechtigheden bij den Godsdienst zijn, behoeft maar alleen tfè buitengemeens M koel*  i7S VIJFDE HOOFDSTUK: ■ koelzinnigheid te befchouwen, waarmede de Engelfchen hunnen Godsdienst verrichten. Zelfs in de Collegiaale Kerken, waarin, op zekere tijden, in het Choor gezongen wordt, gefchiedt dit met zulk een geringen aandacht, ja zelfs onverfchilligheid, die zeer aanmerkelijk is. Geestelijken en leeken, die zich hier als wa$re Christenen fchijnen te gedraagen, ftellen hunnen ganfchen Godsdienstijver daarin, zich des Zondags van allen arbeid en handteeringe te onthouden. Dit Joodfche Volks vooroordeel is door eene wet bekrachtigt, welke van de tijden derPuriteinfche regeering herkomftig is , en niet weinig tot het fomber karakter der Engelfchen heeft toegebragt; want volgens de wet mogen op dezen dag, de eenige , die den gemeenen man ter zijner uitfpanningen kan befteeden, geen dansfen gefchieden, noch muziek weêrgalmen , daartegen zijn de Teetuinen, Herbergen, Bagnios, en in 't gemeen alle openbaare huizen, met menfehen opgevuld, die, zonder te dansfen,zich alle buitenfpoorigliedenveroorloven, welke deze zinnelooze wet niet heeft kunnen verhinderen. 'Er mogen op Zondag geene waaren worden verkocht, al was het nog zo gering, en al kon zulks zonder geringe opzichtelijkheid gefchieden ; 'er mag maar een klein gedeelte der koetzen , in de ftraaten van London, worden gehoudei^(* j, de plaiüerfchuitjes mogen op den Tmms niet vaa- ten; (*~) Derkclijk kuurkoetfen.  TOESTAND van üen ENGELS. GÖDSD. f££ ren: 'er worden geene tijdingen, die groote natienaale behoeften uitgegeeven; de tol van de landwegen , die door ieder voertuig betaald moet worden, wordt des Zondags dubbel afgevordert, enz,* Men moet zich over de zwakheid der menfchelijkë natuure bedroeven , wanneer men verdandige en ervaaren mannen aantreft , wtfke aanhangers vafi zulk een kinderlijk vooroordeel zijn. De onlangs" gèftorven Geleerden johnsün,was daar medezó ingenomen, dat hij den beroemden Schilder, denRidder rynolds, op zijn derf bedde bezwoer, hem èene bede intewilligen ; en vermits rVnolds alltó beloofde, zo belfond deze bede daarin, dat hij des Zondags niet meer zeude fchildei'en. Daar de Wet eenvoudig alle Zohdagfche arbeid' verbied, zou de ftrenge uitvoeringe van dezelve ,veeIé duizend menfehen draflchuldig maaken, die doorgaans op dezen dag moeten arbeiden, als Chirurgijns ; Kappers, enz. De ganfche natie is daarom' flilzwijgend overeengekomen, deze overtreding der wet in zulke lieden over 't hoofd te zien. Dan, wanneer ■èr èen aanbrenger komt, zo volgt de ftraffe , waar van de Magidraats - perfoonen niet konnen dispenféeren. Ik was eens in het Lord Mators Paleis tegenwoordig , als 'er eene klagte, van deze foort, tegen een armen kapper wierd ingebragt, die échter ter zijner verdediging , geen Advocaat behoefde in 't werk te Pellen. De toenmalige Lord Major* é amb-r id ge , die als Rechter in zulke gevallen,' M s cë  I8o VIJFDE HOOFDSTUK: de boete na willekeur kan opleggen, condemneerde' hem maar tot eene geldboete van één fchelling , van welke den aanbrenger de helft trok. De eerloosheid van zulk eene handeling, en de geringe geldboete, die verdandige Rechters niet hoog bepaalen zullen, wanneer het eene broodwinning van deze foort betref^, maaken zulke aanklagten ten hoogden zeldzaam. Men bediend zich hier zomwijlen van den kanfel, om ftaatsgefchillen inteboezemen, en te verfpreiden; zulke Predikers zijn echter altemaal op de zijde van het Hof, en bewerken meer kwaad dan goed. Het oogmerk om betere posten te erlangen, is hier bij onloogchenb aar; waarom ook zulke politieke vermaaningen in de Kerk , niet veel geacht worden. Hunne Leerredenen, over zedelijke onderwerpen, hebben dikwils eene geheele andere uitwerking. Na de aardbeeving van Lisfabon, ieverde de Engelfche Predikanten zo zeer tegen de Maskerades, dat men dezelve eindelijk moest af fchaffen. Veele van hen hebben zich, door de verbreiding der inenting,verdiend gemaakt, daar zij niet alleen dezelve aanrieden, maar ook als een plicht,op het geweeten der ouderen,aandrongen.Ja,toen richardsons beroemde Roman, Pamela , in 't licht verfcheen, wierdt de leezing derzelve, de jonge meisjens, van den kanfel aanbevolen. Men vierd hier ook boetdagen, die de Koning , als opperhoofd der Kerke , bepaald. Deze komen echter met de Zondagen in geen ver-  TOESTAND van den ENGELS. GODSD. 1S1 vergelijkinge; waarom ook menig een zijne boetoeffeningen daar in fielt , om zijn huisgezin brood te verfchaffen. De, naar de Hof Almanach zogenaamde ,Marteldag van karel I, die den een-endertigden Januarij wordt gevierd , is een waare klucht. De vieringe daarvan beftaat hier in, dat verfcheiden Magidraats - perfoonen en ambtenaaren van het Hof, ambtshalve verplicht zijn in de Kerk te gaan, waar leerredenen voor geheele ledige banken worden gehouden. Wilkes beweerde eens in het Parlement , dat deze dag de glorierijkPe in de Engelfche Jaarboeken was, ook ging hij op een dezer dagen , offchoou hij 'er door zijn ambt toe verbonden was, niet ter Kerke, Men veroorlove mij hier de aanmerking, 'dar het oordeel der Menfehen, over geen Monarch der Moderne Gefchiedenis, zo verfchjllend zij geweest,als over karel den eersten, Veele befchouwen hem als een Staatsmisdaadige; en een grooter getal befchouwd hem als een Heilige , die het Pao-toffer van eerzuchtige en dweepzieke booswichten wierd. De groote hltme heeft, door zijne Engelfche Gefchiedenis , niet weinig toegebragt om deze laatde meening te bevestigen. Hij ging hier bij met inzichten te werk, die. hem tot zijn oog. merk deeden geraaken. Hij verkreeg, ten kosten zijns karakters en historisch gezag, eerambten en rijkdommen. Zijne geloofwaardigheid, in zijne anderzins zo voortreffelijke gefchiedenis, houd "op M 3 met  l?a VIJFDE HQOFDSTUK? met de regeeringe van e l i z a b e t h. Hij, die dus de groote gebeureuisfen op dit Eiland, onder de stuarts regt wil beoordeelen ,kan geen beter leidsman vinden dan rap in thoyras, die onpartijdig fchreef , alles met ftaatspapieren vergeleek, en derhalven bij de Engelfchen nog altoos in groote achting (laat, Veoronderdelt dat de onfchuld van karel I eene harfenfchim zij, zo behoord het onderzoek , of men hem , onaangezien zijne hooge waardigheid, drafFen moest, tot de rechtbank yan een vrij volk, dat van de rechten en wetten der menschheid , geheel juiste begrippen heeft. Of in andere Staaten tot het kabinet eens Wijsgeers 9 die over deze doffe in flilte nadenkt. Ik kcere weder tot de Kerkelijke zaaken. Het getal der Kwakers in Engeland, was voor twintig jaaren 60,000; tegenwoordig echter is het zelve zo fterk niet meer, want deze Sekte vermindert behendig. Jongelieden, wier Godsdienstijver noch niet 2eer vuurig is, verlaaten het geloof hunner vaderen , vermits het hen van alle ambten en eereposten ■uitfluit; even deze oorzaak houd ook andere Christenen terug, om'tot deze Sekten overtegaan. De eerzucht der meisjens bij het huwelijken, is ook door deze Sekte te zeer bepaald, en hunne liefde tot den opfchik te groote perken gefteld ; zij durven geene lichte kleuren, maar enkel donkere verwen, tot hunne ongegarneerde kleeding neemen. Gekrult hair wordt 'er niet geduld, noch ook geene linten,pluimen,  TOESTAND van den ENGELS. GODSD. 183 men , of gouden en zilveren fieraaden, daarentegen verkiezen zij de duurfte ftoffen, neteldoeken , enz. die evenwel maar weinig het verlies des overigen opfchiks vergoeden. De kleeding der mannen is gemeenlijk zonder knoopen en plooien, met eenen ronden hoed; 'er wijken toch veele van deze mode af, en draagen ze gelijk andere menfehen. Zulks heeft ook omtrend het woord jij en jouw plaats, dat nog maar alleen van de ijveraars van dat gezelfchap wordt gebruikt. De afkeer tegen het zweeren en bloed vergieten, is dat geene, 't welk hen in het gemeene leeven doet uitmunten. De wetgeevinge komt hen hier in ook zeer te gemoet. In alle Koliinglijke Collegien, voor alle Magiftraats-perfoonen, ja zelfs voor alle rechtbanken van burgerlijke zaaken , wordt hun woord , in plaats van eede aangeneomen; alleen in crimineele zaaken, waar het de vrijheid, of't leven eens menfehen geld, is hunwoord niet toereikende, waarom ook nimmer in crimineele procesfen , een Kwaker, als aanklaager, te voor: fchijn treedt. Hun tegenzin tegen den krijg, is zo ; groot, dat, wanneer in 't Jaar 1755, de Wilden in Penjilvanien vielen, alles overheerden en vermoorden, zo wilden zij echter niet toeflaan , dat men tegen i hen te velde trok. Het bidden en fmeeken der nood1 lijdenden was te vergeefsch; en toen eerst, als de wil1 den door de wanhoop aangefpoorddeligchaamennaar . Philadelphia bragten , en voor het Raadhuis ten 1 toon fielden , was het dat de Kwakers den oorlog M 4 bö*  m. VIJFDE HOOFDSTUK: bewilligden. Dit toegeeven maakte het befluit totj. den Americaanfchen krijg gemakkelijk, waartoe niet veele drangredenen behoefde aangewend te worden» De Hernhutters verminderen in Engeland om even dezelf de redenen , die ik bij de Kwakers heb aangevoerd. Hun groot en fchoon buis, dat zij hebben gedicht, is in het zo verrukkelijk dorp Qhelfea aaa den Theems., een vierde Duitfche mijl van London gelegen ;de huizen nochthans, waar zij vergaderen ^ zijn in London. Deze Sekte wint zeer veeLbij eene vergelijking met de Kwakers, van wier. zeden en deug^ den men in Duuschland te hooge gedachte vormd. De Hernhutters liggen het'er niet op toe om zich door ldeeding, toon, fpraak of gebaarden uittezonderen, gelijl; de Kwakers , die daarom ook een bedendig voorwerp van befpotting, zelf op het Tooneel, zijn? Bij de zo menigvuldige foorten van Godsdienden maakt het DeiYmus in Engeland groote voordgangen. D;t veroorzaakte, dat in 't Jaar ij?6. de Heer williams, een Engelsch Geestelijken , het ontwerp voor een Deïstifche Godsdienst maakte, en ook tot ftand bragt. Hij huurde in London eene Kapel, en opende eene infehrijving , ten voordeele van deze zonderlinge onderneeming. Deze beantwoorde ook in den aanvang aan zijne verwagting. Lieden van allerleie Godsdienden en Sekten bega! ven 'er zich in. De zaak verwekte een ongemeen, opzien .. welke niet weinig door twee merkwaardige brieven vermeerderd wierdt, die wilmaus van den  ÏOESTAND van den ENGELS. GODSD. 1S5 den grooten f red rik en volt ai re ontving 9 die beide zijne onderneeming met hnnne volkomen goedkeuring beftempelde C*> Daar het dezen man aan geene talenten ontbrak, en hij bovendien veele waereldkennis bezat, zo -vist hij zich alle voordeelen ten nutte te maaken, om zijn doelwit te bevorderen. Men zag alzo wat men op aarde noch nirn. mer gezien had, namelijk eene talrijke vergadering van zeer onderfcheiden Godsdienstverwanten, die alle in éénen tempel vereenigd , met ter zijde'(telling van alle verborgenheden, God aanbaden. Alles was betrekkelijk op de vervulling onzer plichten en de zuiverde zedekunde. De geheele Godsdienst oeffening was vol van aandacht en dichting; dan C) Dit verhaal van den Schrijver, gevoegt bij de toeêigening van le Pk lo^ophe de Sans Souei aan een beroemd nnn onzer eeuwe zou welhaast doen beUuiten, dat den ScWijver van lc Partage * la Pologne het fpoor niet zeer bijster is. 7M le Partage de la Polo ene, p. 38 ; & Ie mWopHe de Sans Souci. Epitre au mahecïial KEtTH ,n welken de volgende verzen eene bijzondere opmerking na zich trekken. » l Grand Dien! votre courous devient même impuilTant Et votrefoudre en vain frappe mon monument. La mort met a vos coups un éternel Obftaclc • J'ai vu de 1'Univers le merveilleux fpeétacle J'ai joui de lavie & de fes agremens, Et je rends de bon gre mon corps aux élémens. .Welk eene verfoeilijke en tioostelooze taal! Jvj 5 VERTA..1LEU.  18(5 VIJFDE HOOFDSTUK: zij was te eenvormig, voor geineene verdanden; en voor denkende Deïsten, die men niet gemakkelijk van de noodwendigheid eener Godsdienfh'ge zamenkomst, overtuigen kan , was zij zeer wel te ontbeeren; om welke reden zij ook van geen lange duur konde zijn. Zij heeft ook werkelijk, zedert eenige Jaaren, haar einde bereikt (*); en de Kapel dient tegenwoordig tot een verzamelplaats voor eene Methodiste gemeente. Williams hadt,van te vooren zijne Liturgie, voor zijnen Godsdienst, bekend gemaakt, onderden titel: Eene Liturgie, volgens de, algemeene grtmdbeginzelen en der zedekunde ; een merkwaardig gefchrift, dat nog altijd met goedkeuringe geleezen wordt (f). Dit, (*) Al wederom een blijk van het onvermogen der aanvallen op liet Christendom. In deszelfs tedere jeugd , wierdt het vervolgt door de hevigfte woede van Jooden en Hcicjenen; vervolgens door de beklaagelijke twisten onder de Christenen zelve , naderhand door eene bijna ongelooflijke onkunde en blindheid, eindelijk in de voorige eeuwe,en in onze dagen, door de vereenigde aanvallen der Deïsten, en nochthans zegepraald de Christen Godsdienst agttien eenwen over alles, wat tegen haar is aangewend. Welk eene be. moediging voor een Christen. Men kan hier verder uit zien dat bet ontwerp van williams even zulk een harsfenfchim was . als het gemeenebest van plato, en dat niets anders dan de Christelijke Godsdienst heeft konnen bewerken, dat de menfehen van eea hart en eene ziele waaren. VlRTAALE R. Cf) Van deze Liturgie vind men uittrekzels in het Periodique fchnft: Literatuur en Folken kunde, derde Deel, No IV. 1783.  TpES;TAND van den ENGELS. GODSD. \%1 Dit, zich zo zeer uitbreidende Dcïsmus, is meer als eenige andere reden, de oorzaak van de zoveelyuldige zelfmoord (*) , tegen welke in de Angli- kaan- (*) Nimmer is 'er waarachtiger aanmerking gemaakt dan deze Wat toch kan een ongclukkigen, of die zich waant zodanig te zijn , bij het leeven houden, wanneer hij zich zeive dermaaten heeft kunnen misleiden, van te denken, dat 'er geen leeven na dit leeven is, bijgevolg geene belooningen noch itrafFen tehoopen, noch'te vreezen zijn? Men zegge niet, dat wij het leerfluk der vernietiging in geenen deele aan alle Deïsten te last kunnen lcjgen, want toch' zo dra wij de Christelijke openbaaring verlasten, dooien wij om, in eene dikke duisternis; en wij zien in het 7.0 even aangehaalde vers, uit le Philofophe de Sans Souci, tot welk eene "diepte men kan verzinken , wanneer men deze leidsvrouw verlaat. Wij zien bet in zo veele andere Deïsten, om van de Materialisten niette fpreeken, dat zij veel al daar na overhellen ; hij, die nieuwsgierig is, om ons gezegde bewaarheid te zien, raadpleege met het bovui ! aangehaalde werk van lel and: Befchouwhig van de vonnaamfle : fchriften der Deïsten. Hoe kunnen zij ook, wanneer zij de openbaaring verfmaaden, meer zekerheid hebben, dan zulke uitnmn! tende verftanden als Rome en Griekenland hebben opgeleverd, die een toekomend leven meer hoopte dan betoogen konden. Te ' regt niogt de geleerde le clehcq tegen tolano, en ccni°-e bij hem zijnde Deïsten, die hem kwamen bezoeken , zegen : „ Gij lieden waant , dat men u na uw doodjlanabtelden zal oprich. „ ten, maar men zal u lieder nagedagtenis vervloeken " Ik ken een ongelukkige , bij wien alles fchijnr t'zaum te hebben ge. zwooren, om hem het leven tot een o.ndtaagelijken last te maaken. Hoe dikwerf, wanneer zijn ziel door het gewicht zijner ongelukken \ zeer diep' diep geboogen was , heeft hij tegen mij gezegt: fpaar uw j troostredenen, mijn vriend! de traanen zelve, die gij zoekt teverI bergen , en uw oog onttrollen, verzwaaren mijn lijden. 'Er is 1 niets dat mij belet te fterven dan de wreede overtuiging, dat, als 1 dan mijn aanwezen niet vernietigt wordt. II; heb mij menigmaalen zae-  sS8 VIJFDE HOOFDSTUK: Jtaanfche Liturgie een bijzonder Gebeds-formulier gevonden wordt ; waai- in men God bid, zulke verzoekingen af te wenden. De veele voorvallen van dezen aart in Parijs, die niet zo algemeen als in London bekend worden, bewijzen, dat defchuld niet enkel aan het klimaat en de fteenkoolen legt. De' aoeken te overreden , dat dit mogelijk konde zijn, maar al hetgeIchaapene roept mij toe, dat liet wel van gedaante veranderd,maar da: het geeazins vernietigt kan worden; en wat zou het dan zijn, wanneer ik al tot fterven beflpot. , Gij hebt gelegenheid gehad, om op tc merken, dat een en dezelve duuringe van tijd, dan eens als eene. fchaduwe voorbij vloog , en dan eens onoverkomelijk fcheen te zijn. Gij weet dat mijn veertig jaarig leeven, mij tot een ondraagelijken last. geworde» is, wanneer ik.mij dan met de overbrenging van het zelve op en in de eeuwigheid verdiep. 6! Dan zou God alleen maar magtig zijn , u de verfcheurende gewaarwordingen te., doen gevoelen, die mijne ziel verduuren moet. Wanneer hij dus redenkaveld, dan zijn zijne diep in 't hoofd gezonken oogen gelieel door wanhoop verduisterd, zijn gelaat verwildert, en hij 1 aa; het hoofd met eene diepe treuiïgteid op zijn borst nederban-. gen. Het is ook te vergcefsch, hem dan te willen troosten. Ik vertrouw echter vast, dat de voorzienigheid hem zijne vaderlijke hand niet zal onttrekken, en vermits ik overtuigd ben, dat hij de Openbaaring zo vast als zijn eigen aanweezen gelooft, zo vertrouw ik verder , dat de drangredenen, daar uit ontleent, hem zullen te'rugge houden, de handen aan zich zeiven te Haan. Inmiddels kan men hier uit zien, van welke een vermogen het geloof in eene Openbaaringe en de drangredenen uit deH Godsdienst, en deWijsbegeerte ontleent., op de gemoederen van ongelukkige, dochoprechte menfehen zijn. 't Is klaarblijkelijk, dat de Materialisten en 7eer veele Deïsten, dïze gronden niet hebben,geen wonder dan «at 'er zich zo veele zelv' het leeven beneemen. Vertaai. er.  TOESTAND van den ENGELS. GODSD. iÈ9 De Engelfche wetten befchouwen de zelfmoord als eene krankheid des geests , die medelijden in ons moet verwekken , in plaats van dezelve te ftraffen, gelijk het tot fchande van het gezond vernuft nog in menige landen gebruikelijk is; eene Pralfe, die den wanhoopenden befpot, en die enkel op de onfchuldige bloedverwanten valt. ^ De zelfmoord veroorzaakt hier dikwils zonderlinge tooneelen. Ik zag hier eens een welgekleed jong mensch , die een goed aanzien had, en op de fmalle balustrade van de Blakfriars-hrug heen en weder ging , en in diep nadenken fcheen. Deze gevaarlijke wandeling verwekte bekommering, men bad hem af te komen; hij gaf, echter, geen antwoord. Eindelijk wierdt een aanfchouwer , die met zijn deelneemend bidden voord voer, door hem gevraagd, of hij hem wel eene dienst wilde doen? Op de beantwoording met ja, volgde de opdragt, om bij een zeker man te gaan, wiens wooning hij naauwkeurig aanwees, en dezen te vernaaien, wat hij gezien had. Dit zeggende, fprong hij in den Theems. Het gedrag eens Jongeiings , de eenige zoon van Lord milton, was nog veel zonderlinger, en geeft Poffe tot allerleie betrachtingen, Jong, wék gemaakt, aartig, rijk, van zijnen Vadertederhjkbemind, van de Dames gezocht, metfchitterende eerambten en waardigheden in 't verfchiet, verloor hij nochthans de lust tot leeven. Hij had, door een  i9o VljFDE HOOFDSTUK: te groot en fnel genot de verzadiging gevonden die zijn befluit veroorzaakte. Hij ging in een Bagnio ; liet twaalf der fchoonfle meisjens van plaifier koomen, voor wien hij alles naar hunnen fmaak, beval óp te disfen. Hier op wierden de deuren geflooten, zij moesten zich in negligé kleeden , en in dezs nimfendragt, door wellustige danzen en geffalten •hem zoeken te vergenoegen'. Na eenige uuren liet hij dezelve , na hen rijkelijk befchonken te hebben , gaan, toog een pistool uit de zak, en fchoot zich door 't hoofd. Waarfchijnlijk zal dit Venusfeest eene proeve zijn geweest, om de lust tot het Ieeveii weder aan te vuuren; dan hiertoe verkoos hij waarlijk een zeer verkeerd middel, waarom ook deze proefneeming feilde: dit gefchiedde in 't Jaar 1776". Het is waarlijk droevig, dat deze zatheid desleevens ook het lot van zulk een groot man wierdt, als1 Lord c live was, die insgelijks met eigen handen zijne glorierijke dagen een perk ftelde. Ik gebruik hier het woord groot, niet ten opzichten van zijnen rang en oinneetelijke rijkdommen, maar uit aanmerking van zijne daaden in de Indien, en zijne uitmuntende bekwaamheden, die zijne daaden toonden dat hij bezat; zaaken, die tot de nieuwfte gefclua. denis van Indostan belmoren, met welken men in au dere Landen weinig bekend is, welke groote en hoogst merkwaardige bedrijven zij ook bevat. Ik ben door het beftudeeren,-der daar ter plaatze voorgevallene' gebeurenisfen j overtuigt geworden , dat c l ive  TOESTAND Van den ENGELS. GODSD. igi als Veldheer en Staatsman , even zo wel in ÈüriS* pa als ffi Afi'è zoude hebben uitgeblonken, wanneer hij in de gelegenheid ware geweest , in ons vvaerelddeel zijne talenten té toonen. Wat echter zijn zedelijk Karakter betreft, zo ben ik verre af van zijn lofredenaar te zijn. Alfchoon ook de verëe* nigde klaagftemme der geplunderde en verdrukte Européers en Indiaanen, niet van den Ganges tot den Theems waare doorgedrongen, zo zouden toch zij. ne koninglijke Schatten alleen fpreekende getuigen van zijne overgroote hebzucht geweest zijn. Deze Rijkdommen konden hem echter niet voor zeer oh> aangenaame procesfen en Parlements onderzoekingen behoeden, die niet weinig bijbragten om zijne Melancholie hoogerte doen klimmen, en de noodlottige Kataftrophe (treurige ontknoopinge) te bevorderen. De Jooden genieten hier,- zo wel als in Holland, alle Burgerlyke en GcdsdienPige Vrijheden, waarom ook hun getal en rijkdommen ongemeen vermeerderen. Het onderfcheid tusfehen de hedendaaglchen Duitfche en Portugeefche Jooden, is zeer aanmerkelijk, zo wel in kleeding, fpraake, manieren, zo door wijsheid , als levenswijze: waar zich dus ook de laatfie zeer ten voordeele bij de eerPe doen uitmunten, en daarom den Kristenen gansch gelijk zijn. Deze verfcheidenheid doet zich in hun. nen Godsdiensten bijgelovigheid merken, de Phifionomie is alleen het punct, waar in zij elkander gelijken. De beroemde Toland had al in het Jaar' 1715  'i92 VIJFDE HOOFDSTUK: ifii de naturalizeering van dit Volk. de Regeering aanbevolen, dïe dan ook werkelyk ïn 1752, door een Parlements Afte is gefchied. ïn 't volgende Jaar moest men ze echter, wegens de ontevredenheid van de Natie,herroepen , die ter oorzaake der Duitfche jooden ontflond; eeneClasfe van menfehen die men hier, te recht, als een uitvaagfeldes menschdomskan aanmerken. Alle Israëliten die uit Duitschland en Holland motten vlugten, komen zich hier nestelen en geneeren zich door zonderlinge bedriegerijen en inbraaken bij den nagt. Alszij zelve niet fteelen, dan helpen zjtoch hetgeiiooien goed verbergen en verkoopen. Hun karakter is daarom bij het volk ook zo gehaat, dat de goede eigenfehappen derPortugeefche Jooden ,den nadeeligen indruk door hunne Duitfche geloofsch broederen veroorzaakt,niet konnen verzwakken. _ *Er bevind zich hier, zedert dertig jaaren, onder dit volk, een zonderbaar man, die in de Jaarboeken der Kabbalisten zeer beroemd is. Zijn naan is chaim Sc 11 mol f alk, doch hij wordt hier in 't gemeen , Doftor Fa Ikon genoemd. Een zekere Graaf van ra nzo w , die kortelings als Marechal de Camp in Franfchen dienst geftorven is, geeft in zijne gedrukte Memories van de Kabbalistifche en magifche Operatiën, die hij van dezen falr in het Erunswijkfche zegt gezien te hebben, bericht. En dat wel in tegenwoordigheid van veele aanzienelijke perfoonen, op een landgoed zijns Vaders,wel- ke  TOESTAND van den ENGELS; GODSD. $f ke Hij alle in zijn boek bij naamen opriep, henzon; derlinge zaaken zeggende, die heninperfoon betroffen , eri hen afvorderende om hem te wederfpreeken, indien hij de waarheid niet zeide. Of falk zich, hier bij, van het Horoscooptrekkenbediendhebbe„ laat ik daar; genöeg, deze man leeft thans in Lort' don, zonder hier de rol eens Kabalists gefpeeld té hebben, blij bewoond een groot huis, waarin zich buiten hem, niemand, dan eenige dienstboden be* vinden. Hij drijft geen Koophandel, leeft zeer matig, en geeft den armen veele aalmoesfen; Zeeri zelden gaat hij uit, en wanneer zulks gefchied, dart draagt hij een langen tabbert, die hem bij eene zwaaré witte baard , en eene edele gezichtsvorm zeer wél ftaati Hij is tegenwoordig orntreud zeventig jaaren oud. Ik wil hier de wondefbaafe eri hoogst ongelooflijke dingen, die van hem worden verhaald, niet aanvoeren. Het waarfchijnelijkst is » dat deze Doétor Palkon een groot Chemist zij, en dat hij in deze wetenfehap eene volkomen, henl bijzonder eigen zijnde, kennisfe bezit, die hij aan niemand wil mededeelen. Een Koninglijk Prins die met zeer veel iever den fleen der wijzen zoekt,» wilde hem, voor eenige jaaren, bezoeken; en reed naar falkons huis, dan hij had het verdriet van afgewezen te worden. Men kan zich ligtelijk voordellen, dat het in zulk een dad aan geene goudmaakers ontbreekt; Daar men hier van de Chemifche kunde der Duit-& fehetf  J94 VIJFDE HOOFDSTUK: fcliers zich geene geringe gedachten vormt, zo vertrouwd uien hen gewoonlijk den arbeid van de voornaamfte zaaken toe , waartoe de Engelfchen hunne Guinjes'verflrekken. De Magie heeft echter^haare vhebt nog niet, van over Zee, tot onsgenoomen, mar.r is, tót op dezen tijd,'in de tien Kreifen des H. Roomfchen Rijks beperkt. Bij atóferi de zucht tot deze baarbarfche zwermerij zich in Engeland uitbreidde, dan zouden de uitwerkingen vérhaazend zijn, bij een volk dat zo gaarne tot nittrfteir-overflaat, en de middenmaat veracht. Het was linguets oogmerk, toen hij in *£ jaar 1777. naar 'London kwam, om dit gedeelte van het nationaal karakter te veranderen, en het de behoorlijke richting te geeven. Dit onderwijs had hij openlijk aangekondigt, dat, volgens zijn voorgeeven , in de zogenaamde Jaarboeken der agttiende eeuwe ontbreken zoude. In die verwachting, dat in Engeland hem alles met verbaazing zoude aanzien , zo bedroog hij zich echter zeer. Hij bleef volkoomen onbekent onder eene natie, die meer op het wezen der zaake, dan op den ftijl ziet. Daar hij de Engelfche fpraake (waarvan hij naderhand zo veel leerde,dat hij een nieuwspapier konde leezen)in 't geheel niet verftond, en hem de Staats-Conftitutie, Wetten,Zeden en Gebruiken, in 'tkortalleswatdit land betrof, onbekend was, en dan nog over alles befiisfend oordeelde , zo hadden de weinige Engelfchen uie hem lazen, medelijden met hem, en verwaar-  TOESTAND van den ËNGÉLS. GÖDSD. ioj waafdigde zich niet eens om hem te recht te helpen. Door een onbegrijpelijk Contrast, dat tusicbeh Londm ew Parijs lieerscht, en zich in het Phijfifche zo wel als in het Moreele, tot in het oneindige uitftrekt , moest een man, ók ïn Parijs de menfehen van allerlei ouderdom, gedachten en ftanden had bezig gehouden , trotsch zijne doute fchrijfwijze te London in de uiterfte vergetelheid leeven, waar van het fpreekendde bewijs was, dat, oiider de groote menigte Londonfche tijdingen, onaangezien men daar alle voorvallen behandelt, die Engeland maar eenigzins interesfeeren, 'er aan zijne Jaarboeken met geen enkel woord wierd gedacht. Linguet was daarenboven, na een verblijf van één jaar, in London zelf maar aan zeer weinig lieden bekend; veele voortreffelijke Engelfche Geleerden, die zich om den letterkrijg in Frankrijk; iri t geheel niet bekommerd hadden, w sten van zijne bedaanlijkheid niets; De Jaarboeken wierden wel in London gedrukt, maar men las ze 'ef niet'. Dit moest de dolle eigenliefde eens mans, die, volgens zijn eigen zeggen , het voorneemen had , om de Engelfche Natie te verlichten, op het gevoeligde. grieven. Daarom befloot hij , zich te wreeken.. Reeds voor eenige Jaaren had linguet, door rousseaus voorbeeld aangemoedigt, het grondbeginzel aangenoomen , om zich door Paradoxeii (wonderfpreuken)beroemd te maaken. Offchoonhij ©neindig verre beneden dezen grooten man in kerinisN 2 ft  VIJ.FDE HOOFDSTUK: fe was , zo verliet bij zich toch op zijne wél* fpreekenheid, op zijn groot talent van voordracht, op zijne drogredenen, op zijne (route betuigingen en op zijn fchooncn (lijl, die alleen bekwaam was, hem eene menigte Leezers te verfchaffen. De betooging van wonderfpreuken wierdt bij hem een hartstocht. Het fireelde zijne groote eigenliefde, de zaaken in een geheel ander licht,dan de overige waereld te befchouwen. Om deze reden, had hij in Frankrijk reeds, voor de monfrcrs tiberius en nero eene lofreden gehouden. Hij had het Despotismus gepreezen, en beweerde, dat de llavernij, zeer verre boven de vrijheid de voorkeuze verdiende dat het brood een C*) Wanneer men zulke vervloekte grondbeginzclen ra eene» tiNOOET dan ziet, behoeven wij ons niet zeer te verwonderen over de befaatndfte fchnrk manson, Schrijver vanie Courier da lias Rhin, en boezemvriend van dezen linguet; die met al de fnoodheid , waarmede de hel de verechteïijkfte aller menfehen immer heeft kunnen bezielen, de grootfie en braaffte mannen in onze Republiek, zedert een reeks van jaaren voor het loon van ƒ1400 'sjaars met de gruwelijkfte lasteringen heeft beklad ,• en in tegendeel de Engelfche Factie en fnoodc vleiers van den reeds naareenDwing. landgelijkenden willem de V.metalles watdelistigheid,bedrogen de fchelmerij heeft konnen opleveren; tegen de ten Hemel fchreeu. wende ftetnme der zo goddeloos vertrapte Natie; ja tegen geheel Europa heeft zoeken te verdedigen. Dat de bovengenoemde makion 1400 guldens 'sjaars trekt, als huurling van de Oranje Factie, is hem openbaar verveert»$ in een werk, getiteld: Derend des beiges Confouderez; en hij is uitgedaagd , om zulks te ontkennen. Van welke fchelmen moet zich deze Landverraaderlijlie Factie nier kedieneu ,om himua wanhoopige zaak te verdedigen. Vsrtaalbr.  TOESTAND van den ENGELS. GODSD. 107 een vervloekt voedzel zij , enz. De Engelfchen waren nog zo taamelijk vrij geraakt, maar nu,daar zij zijne Jaarboeken niet leezen wilden, vond 'er geene genade meer plaats. Nu was het: Engeland brengt geen groote mannen voort. De zo zeer geroemde Staats-Conftitutie deugt niets. '£r was geene vrijheid in Engeland. De Engelfchen beatten geene Industrie, en hunne Fabrieken en Manufaftuuren betekenden niet veel. De Engelfche Zeemagt was «egt ; zo wel Officieren als Matroozen verftonden het,zeewezen niet, en bezaten geen moed; garrick was een flegr Tooneelfpeeler. Linguet had nog nimmer dezen grooten kunderaat, over wien de waereld ecnftemmig denkt, gezien ; en echter befïoot hij , uit de wijze van Engelfche Declamatie, Aótie en overeenkomst met and°ere in Engeland geachte tooncelfpeelcrs , dat garrick een zeer middenmarig Acteur geweest zij. Zijn oordeel over shakespear^ïi hetEngelschtheater was hem , als een Franschman, eerder te vergeeven Hij nep al zijn vernuft ie hulp , toen hij aan dezen onllerlfelijkelijken Dichter kwam , en vernederd* hem tot de Jaagde klasfe van flegte papierkladders. Hy maakte van deze treurfpeelen geheel valfche voorftellingen , en fpande zijne volle verbeeldingskracht 111, om dezelve door belagchelijke af beeldingen befpottelijk te doen voorkoomeu. Hier inovertrof hij voltaire verre, die, (wanneer men N 3 hem  393' VIJFDE HOOFDSTUK; ben niet verongelijken wil, men toe moet daan „ dat) Engeland alle gerechtigheid wedervaaren liet, De reizen rondom de waereld hield linguet voor zeer onnut, en beweerde , dat het voordeel, t welk Engeland uit deze kostbaare reizen getrokken had, daarin beftond, dat het Britfqhe Mufetim, met eene menigte kruiden (die hij een hoop gedroogd hooij noemde) was voorzien geworden. Hij ging op de Geleerden los , die deze reize ondernomen hadden, dat zij, in plaats van dezen hoop hooij, de beroemde broodvrucht, niet naar Europa hadden overgevoerd; eu wierp hen tegen , dat zij niet eenmaal in daat geweest waren , leesbaare befchrijvingen van hunne reizen optedellen. De voortreffelijke narichten, die de beide forsters, Vaderen Zoon, van hunne reizen óm de waereld gegeeven hebben, wederfpreeken deze onbefchaamde befchuldiging meer dan genoeg. Beide werken waaien lang bekend geweest, toen linguet dit fchrcef; alleenlijk was dit de oppervlakkige Weetal waarfcl ijnelijk onbekend, en hij bleef ook hier W zijn karakter getrouw. In hetlaatdeduk, vóórzijne tuch. tiging, onderwondt hij zich om te bewijzen,dat new, tons grondbeginzels der aantrekkingkracht eene ellendige Plijpothefts (vooronderilelling) 2ij. zijne, gevangenis verhinderde hem dit bewijs ten uitvoer te brengen , 't welk hij dan ook nog fchuldig geblee. ven is. Eene waarheid, die op natuur en vvi'skuit, dige  TOESTAND van öiin ENGELS. GODSD. 199 dlge gronden rust , en wier zekerheid door dagehjkfche proeven bevestigd wordt, is niet gemakkelijk door drogredenen om verre te werpen. . Linsüeï leefde in Engeland ongcfto.ort ; T^iJ ,had een fchoon huis gehuurd, en,het zelve aarug .gemeubileerd^ dan toen de Oorlog tusfciien Engeland en Frankrijk uitborst . geloofde hij'., /at het tegen zij'n, door hem zelfs zo dikwils gemem ;c Patriottismus ftreedt, onder de vijanden zijns Vaderlands te leeven. Zijne vijanden Prooiden , wel is wiar, het gerucht uit, dat het Engelsch Ministerie hem de terug reize had aanbevoolen; doch dit was in den grond valsch , en in Engeland niet eens doenlijk. De verdenking, dat linguet een fpion was , of worden konde , was nimmer voor handen. Mogelijk was hij ook , bij zijne'groote bekwaamheden tot dezen eerloozen handel onbruikbaar; want in de daad bezit deze man ongemeen veel verdand, eene wecbrukkende wélfpreekenheid, en is een voorbeeld in fierlijkheid van fchrijfwijze , waarin misfehiert geen van alle de thans leevende Franfchen hem overtreffen; hoe oppervlakkig ook, voor het overige, zijne kundigheden mogen zijn. Wat zijne vrije fchrijfwijze betreft: deze kon in een land, waar de ergfte kladders dagelijks hun gift in openbaare blaadjes uitfpouwen, geen opzien verwekken. Tegen deze was l 1 n oii e t nog een gematigd Schrijver. Wanneer hij dus London verliet, waarin hij een gerust en gemakkelijk leeven leidde , zijne meubilen voor een N 4 ge.  aoo VIJFDE HOOFDSTUK': geringe prijs verkogt, en gelijk als iemand , die men vervolgde, vlugtede.zo dacht hij zijne patriot tifche denkwijze daardoor in een fchitterend licht te fiellen, en op den Koning van Frankrijk indruk te maaken, die, -gelijk men weet, gaarne eint guet zijne fchriften las. Dit offer wierdt echter, niet erkend, gelijk door zijn, hem naderhand gebeurde ongeluk beweezen is. ZES-.  NATIONAALE GEEST, 2®| ZESDE HOOFDSTUK. Public Spirit of Nationaale Geest ; eene karakterifeerende eigenfehap der Britten. Gasthuizen en Gejïichten. Patriottifche belooningen. De Generaal wqlf. De Franfche Hertog van niverkois hedroogen en gewrooken. Dankbaarheid van Keizerin si aria theresïa, omtrend de Engel fche Dames. De Hertog van at hol. Zeldzaamheid der Patriotten onder de Engelfche Mi. uisters. Lord c h a t h a m s karakter: zijn openbaar en afgezonden leeven , welfpreekenhcid, dood f« begraavinge, D e voornaamfte trek, in het karakter der Britten, is, de Public Esprit, welke hun geheel bijzonder eigen is. Eene in alle andere landen zo onbekende deugd, dat men jn geene leevende taaie daar voor eene benaammge heeft. Het woord Nationaale Geest drukt deze edele Britfche Eigenfehap maar zeer onvolkomen uit, Het is eigenlijkde wille, of de vuurige pooginge van elk ondeelbaar wezen om iiet algemeene welzijn te bewerken. Zelf bezitten N 5 lie-  202 ZESDE HOOFDSTUK: lieden, die tot het geringfle volk behooren , en die 7ich_ dikwils over andere deugden .niet kunnen beroemen , dezelve in geen geringen graad. Men Wt in den Amerikaanfchen krijg, rnatroozen ge\ en *«d Ë3h ^ zamenverbonden, om geene pre. ^ ën van Staat, voor hunnen dienst aan te nemen, ^ werving voor te komen. Zij melden zich van 'Le In - baden hetbeftemde handgeld aan dft 0 enen te geeven, die zo goedwdlig niet waren en Ser eigenbaat hadden , dan zij. ft heb arme ie- 1 gekend, die bij Parlements, en andere verkte££ , doof waren voor alle omkoopnigen ,. en hum e 1 emmendiegeenenga,en ,vanw,erramottIS. Z enbekwaamheden zij overtuigd geloofden tez.jn Se vrederechters zijn zelden mannen' van groo vennen , en verkerven het niet gaarne bu het ]Ld kwil. zwaarer dan alle" andére b*denkh, g Wanneer, in ^ , de Wevers in S, .ebrek aan onderhoud,, zich verzamelden , om Ï c dement een'verzeëkfchrifr over te leveren , Ifflft tamelijk vreedzaam toe, men ging het WmMÈ dui,ende. vreesde emdebjl , b J z ^ voor buite^oon^ ^ bcgecr. f Cgttt znt ee^l verzamelingen terftond ve, den, dat zij at euit Zij-kénde drcokn zoude, zo aiuwto duidtze . , geene wet, die het volk verbood zich « s, getut- , vcr.  NATIONAALE GEEST, fio3 9, vergaderen, oni den Senaat de rechtmatige klagten der Natie voortedraagen. (*)" De groote menigte Gasthuizen en Gedichten van allerleien aart, die alle van bijzondereperfoonen on* derhouden worden, en zich bedendig vermeerderen , zonder dat in één éénige gebrek aan geld, tot onderhoud zij, verdrekken voor dezen Nationaalen Geest een allervolkomenst bewijs. Zonder de krijgshospitaalen te Chelfea en Greenwich te rekenen , die uit de openbaare Schatkist verzorgt worden; welke gebouwen naar Koninglijke Paleizen gelijken , zo zijn in London eene menigte derzelve van pene verbaazende grootte , in welke de orde en reinheid, in een zeer hoogen graad plaats hebben, Het Bartholomeus Gasthuis alleen , heeft vijfduizend kranken, en is een der prachtigde gebouwen van de Stad, Het Gekkenhuis Bedlam,heeft, wegens {*) Mijn God, welk een onderfcheid ! Daar ziet men eene t'zancnrottingc van duizende menfclien, dat, zekerlijk, min of meer, naar oproerigheid gelijkt, en die werkelijk buitenfpoorigheden bedrijven, door eerlijke rechters, menfchenvrienden, gehandhaafd en verdedigt: hier in Nederland ziet men de zachtmoedige , de vertrapte burgeren vervolgt, en uit hunne Vaderftad verdrecven-, om dat zij, op eene eerbiedige en bedaarde wijze , voor hunne gefchonden en ontftoolene rechten, hunne ftemme hebben duiven verheffen. Wanneer zullen tech eens alle weldenkende in den Lande, hunne Memmen, als één éénig man doen houren, om van het recht waak te ei;fcheii tegens de fnoóde Dwingelanden , die de lieiliglie Techten der menschheid hebben durven vertrappen! Vektjsale r»  504 ZESDE HOOFDSTUK: gens gemak en voorzorge, ten opzichte van deze ongelukkige klasfe van menfehen, zijns gelijken niet. De ingang van het zelve is met twee dandbeelden verfierr, vaneen Engelsen beeldhouwer, cibber genaamd , die onder de grootfte kunstftukken in Engeland behooren. Het eene is 't beeld eens aller» droefgeestigden mensch; het andere field eenen woedende voor, die aan ketenen ligt. 'Er heerscht zo veel waarheid en uitdrukking in deze beide gedaanten , dat zij, met de fchoonde bi|teldukken in de "VYestmunfter Abdij, om den prijs kunnen dingen. Oxford heeft twintig , en Cambridge twaalf Col. legien, alle met talrijke en prachtige Bibliotheeken voorzien , die ook alle van Bijzondere Perfoonen gedicht zijn , en onderhouden worden. De prachtige Beurfen van London en Brhtol, het verbaazend groot Vondelingshuis, en veele andere groote Gedichten hebben alie denzelfdcn oorfprong. Enkele menfehen hebben, op hunne eigen kosten, niet alleen in London maar ook in andere Steden , groote pleinen aangelegt, van gelijken Havens en Landwegen, gedenkdukken opgericht, enz., zonder daar bij de geringde voordeelen te beoogen. Nimmer is het Parlement ook meer éénsgezind, dan, wanneer het van zulke nationaale onderwerpen handeld. Temidden onder eene gisting, waar de Hof- en Oppofitie-partij, met woede, tegen elkander kampten „ wierd: van de Ministers den voorflag gedaan, het firitfche Mufeum aan te legrca, en niemand hadï 'er  NATIONAALE GEEST. 205 *ëï fats tegen in té brengen. Deze Pafriottifche gezindheid zoeken zij zelfs in hunne uitfpanningen in te vlegten. In de zaal van de beroemde Lustplaats te Fauxhall, ziet men,in groote fchilderflükken, de fchitterende daaden, vau Britfche Legerhoofden, ten toon gefield. Clive, b0 sc awen, amhers f en andere, boezemen hier hunne landslieden , te midden hunner vermaaken, de edele zucht in, om deZe voorbeelden na te Itreeven. Het is zonderling, aan zulk een oord, bij de mengeling van alleileie zinnelijke uitfpanningen , groote groepen van menfehen te zien, die deze fchilderftukken, met opmerking , bezichtigen, en over de jongde gefchiedenisfen te hooren redenkavelen. Hier uit ontftaat die verbaazende deelneeming aan openlijke voorvallen , vermits een ieder geloofd, dat zij hem onmiddelbaar betreden; een denkbeeld, dat menig zonderling gebruik veroor-zaakt. Na eenen behaalde zegepraal .wenscht de een den anderen geluk; dit ftrekt zich uit tot lieden van den nederigften ftand, die niet het minde voordeel daar bij hebben. De roem des Vaderlands, waar van ieder Individu, als mensch, een even gewichtig medelid is, legt hun zo na aan het harte , dat ik lieden gezien heb, wier karakter, ten hoogden, ernsthaftig was, bij gelukkige voorvallen van dezen aart, elkander geluk wenfchen, met eene blijdfchap, als of zij het hoogde lot uit de loterij getrokken hadden. Dit gebruik is al-  êo8 ZESDE HOOFDSTUK; algemeen. De Koning ontvangt deze gelukweri* fchingen yfiti alle zijden, ja zelfs van de afgelegenfle Provintien. Hij beantwoord deze beleefdheid inet foortgelijke Complimenten. Wanneer het eenen gewonnen zeeflag betreft, zo wenscht de Bevelhebber der vloot, de Lords der Admiraliteit, daar geluk inede; deze blijven hem niet fchuldig, en dit gaat zo bedendig zijn gang. Niets is 'er mogelijk voor een Sterveling zd Vleiend 4 en fpoort meer tot groote daaden aan , dan, wanneer, bij eene Natie, zijne lof van alle tongen galmt, en tot een foort van enthoufiasmus wordt. De openbaare dankzeggingen van hetParlement, voor bewezen dienden,de dankzeggingsbrie-: Ven en gefchenken van veele Graaffchappen, Steden en Sociëteiten, plechtige gastmaalen , van het ge» juich des Volks vergezeld , openbaare gedenkfrukken, enz.; dit zijn belooningen, die, alfchoonzij zo verrukkend niet zijn , als de pracht eens Romeinfehen triurrïfs; dezelve, echter, niets behoeven toe te geeven. Wij befchouwen dat geene, 't welk voor onzö oogen gebeurd , geen zins in zulk een behoorlijk licht, als ohs de verwijdering van eenige eeuwen maar verféhalfen kan. Daarom zijn wij zulke vuurige bewonderaars van de edele daaden en groote mannen der vroegere waereld , en vergenoegen ons om foortgelijke handelingen onzertijdgenooten,met eene koude goedkeuring te beioonen. De dood des  IMATIONAALE GÉÉST. &f des Engelfchen Generaal wolf , die, in de gefchiedenis des oorlogs en fchoone kunden, zo be. roemd is, geeft hier van een fpreekend bewijs. Eert ieder, die ,met de gebeurenisfe van den, in de Jaarboeken der waereld zo merkwaardige, zeven jaarigen oorlog, bekend is, weet, dat deze groote man op het flagveld , bij Quebek, fneuvelde, en in de armen der zege ftierf: maar het is zo algemeen niet bekend, dat Engeland, in den eigenlijken zin,hem gansch alleen de verovering van Canada te danken hadt. Alles drong aan op den aftocht, en het opbreekén der belegering van Qjtebek, die onoverwinnelijke hinderpaalen hadt. Armée en vloot waren hier in éénftemmig, maar wolf alleen, wilde zegepraalen, en hij deedt zulks ook. Een doodelijke fchoot wierp hem ter aarde , en beroofde hem van alle gewaarwordingen. In dezen toeftand wierdt hij Van eenige foldaaten uit het rumoer van den dag gedraagen. Hij ademde nog maar met geflooten 00- 1 gen, en zonder fpraak of gevoel. Midlerwijl zag men de Franfchen vlieden, een gezicht, dat eender foldaaten, die hunnen Generaal niet verhaten wilde, deed uitroepen: „ ó! ziet hoe zijloopen! Deze woorden werkte zo fterk op de ziel van de met den dood worftelende Generaal, dat hij , voor eenige oogenblikken , als herleefde. Hij opende de oogen,en vroeg: „ Wie loopen?" Het antwoord was , „ de Franfchen". Hij riep hierop «ut: „ God zij dank", en met deze zucht was hijver*  aog ZESDE HOOFDSTUK: Verfcheiden. Even zo ftierf epaminondas ook, Jd de armen van den zegen , voor welken hij de Go-den met zijn jongden fnik nog dankte. Intusfchen moet men den Engelfchen den roerri geeven, dat het aandenken van dezen grooten mart bij hen niet is uitgewischt. Het geringde volk heeft nog vaak de Anecdote van zijnen dood in den mond, en bejammert zijn verlies. Wolf, die mogelijk grooter Veldheer was dan marlbourgh, bezat, bij zi;ne ongemeene krijgstaienten , het beminnelijkst karakter en voortreffelijkde hart, waarom hij ook door zijne foldaaten wierd aangebeden* Hij was maar zes-en-dertig jaaren oud, tjen zijn Vaderland hem verloor, dat hem, waarfchijnelijk, nimmer zou gekend hebben , wanneer de groote pitt zijne verdienden niet ontdekt, en met alle ter zijde delling van militaire Formaliteiten hem bevorderd , en het opperbevel opgedraagen hadt. De Hertog van nivernois, die, als Fran. fchen Ambasfadeur, in 't jaar 1762. na Engeland wierdt gezonden, om den vrede te fluiten , wierdt op eene aangenaame wijze , van dezen Nationaalen Geest overtuigd. Toen hij in Engeland aanlandde , overnagtede hij het eerst in de Stad Canterbutïj. Zijn gevolg was vooruit, naar London gegaan, zo dat hij maar ettelijke bedienden bij zich hadt. De Kastelein, bij wien hij logeerde, hieldt dit voor eene zeer goede gelegenheid, om 'er zijn voordeel mede te doen. Hij befloot, volgens zijne wijze van den-  NATIONAALE "GEEST. -«o* Öenken, zeer vernuftig,., dat een man van zulk een rang, wiens oogmerk was, om, na een zeer Moedigen krijg, twee natiën te verzoenen, zijne intrede in het Köningryk , met geen twist over eene fimpelc geldzaak ten toon zoude (tellen. Ingevolge dit overleg, vorderde hij voor het nachtverblijf, niet minder dan vijftig Guinjes.- De Hertog Hond geweldig verbaasd, bedacht zich evenwel niet lang, maar betaalde, en zettede zijnen weg naar London voord. Hij dacht niet rnecr aan dezen roof, en liet den fchelmfen Kastelein zich 'er over verheugen, die de zaak als geëindigt aanzag; " De Inwooners van Canterburij dachten hier over •geheel anders, die, ongeacht de natiuiiaale afkeerigheid , tegen de Franfchen , dit gedrag met de hoogde verontwaardiging vernamen. Zij hielden het voor een bedrog, dat des te meer moest gedraft .worden, vermits de eere der natie, in zekere opzichten, daar door gefchonden,was. Veele aanzienlijke perfoonen hielden derhalven eene vergadering: men fchreef, uit naam van dezelve, aan den Hertog, en bad hem ernftig5de zaak niet te laaten berusten,- maar den bedrieger voor het gerecht te daagen. De Hertog bedankte hen voor hunne deelneeming, doch wilde van geen proces hoorcn. Hier op bedoren de Engelfchen zelve de rechtsoeffemng, van deze zaak over te neemen. Deze herberg was de grootde en beste van de ganfche Stad, en had het meest te doen. Het was de pleisterplaats desLand0 adels 3  sro ZESDE HOOFDSTUK: adels ,men hield hier bijéénfcomften en Sociëteiten, waarbij het dan aan geene groote maaltijden ontbrak. Dit alles hield , na eene algemeene affpraak, éénsklaps op. Niemand betrad zijn huis meer, zelfs wierdt het door geringe lieden gemijd. Te vergeefs ch wendde de tot wanhoop gebragte Kastelein alle bedenkelijke moeiten aan , om dit fchrikkelijk vonnis verzagt te krijgen. Zijn misdaad kon niet verfchoond worden: om welke reden men ook doof was , jegens alle zijne voordellingen. Daar zijne neering geheel ophield, zoovervielen hem zijne fchuldeisfchers , namen bezit van alles, en maakte dezen man, die voor weinig maanden nog zeer gegoed was , éénsklaps tot een bedelaar. Hij dierf, eenige Jaaren daar na, te London, als oppasfer in een kroeg, na dat hij nog had moeten beleven, dat zijne draffe in alle publieke papieren van het Koningrijk, tot waarfchouvvinge voor' andereu , was bekend gemaakt. Zulke edele nationaale trekken ziet men hier dikwils. Zelden geraaken zij over Zee, of indien zulks al gefchied, worden zij zodanig misvormt, dat zij vaak een belagchelijk aanzien hebben, en daarom meer gelagch dan verwondering verwekken. Het grootmoedig beduit der Engelfche Dames , om de Keizerin maria theresia, met hunne Juweelen bij te daan , toen zij, in 't Jaar 2742., van baare vijanden zo zeer werdt benaauwt, is bekend. Men opende eene infcfirijviiig, aan welker hoofd de  NATIONAALE GEEST. 2:i dé oude Hertoginne van m a r l b o ij r g h , weduwe des grooten Veldheers van dien naam, zich bevond. Zij alleen tekende in voor 30,000 << Sterlings, In weinig dagen was 'er ico,cco c4 Sterh'ngs bijéén gebragt. De Hertoginne begaf zich hierop zelf na den Oostenrijkfchcn Gezant, om te verneemen waar dit geld, op het gevoegüjklle, zou konnen gezonden worden. De Gezant fchreef om hevel, hoe zich hier in te gedragen. De Keizc*:a ■fioeg deze zeer ongemeene aanbieding af, maar met een zeer getroffen hart te kennen gcevende, dat zij van de natje, in het algemeen , en niet van bijzondere Perfoonen , hulpe in haaren nood hoopte te erlangen. Deze zeer onverwachtte grootmoedig, beid eens vreemden Volks, en wel van Perfoonen, die haar niet eens kenden , en geene daatkundige inzichten daarbij konden hebben, maar, ingevolge van een der edelde driften te werk gingen , was eene handelwijze, die niet dan eene tweeduizend jaarige óuderdom ontbrak, om de hoogst mogelijke bew.rndering te verwerven. Ook maakte zij een diepen indruk op de groote ziel dezer Keizerin. Hoe ongetrouw ook het geheugen van de Grooten dezer aarde is , wanneer het op dankbaarheid aan komt 4 zo kon doch deze Vorftin niet vergeeten y wat het beminnelijkst gedeelte der Britfche natie, niet uit flaatkunde, maar uit de verhevenfie beweeggronden voor haar had willen doen. Een rnijner vrien* fcö'j een Engelsch Koopman j creenwood ge O % naarriii'  212 ZESDE HOOFDSTUK: -naamd, bevond zich in 1771. xtWeenen, en had ïn.zijne particuliere zaaken audiëntie bij de Keizerin. Hier was het, dat t heresia hem. in de Duitfche fpraake , die /hij verftond . de volgende woorden zeide, die hij mij dikwils heeft herhaald; „ Wanneer gij te rug zijt gekomen, zo zegt deEn„ gelfehe Dames, dat ik noch met veel dankbaarheid, hunne, aan mij betoonde liefde,gedenke, „ en dat ik ze nimmer vergeeten zal." De deelneeming der Engelfchen rn hunne Staatsaangelegenheden , is bij buitenlanders niet zelden een voorwerp van befpottinge. Bijzonder oeffenen de Franfchen, en hunne navolgers , hun vernuft aan dezen nationaalen trek, die hen ten uiterften belagchelijk fchijnt. De Ierfche Lord tyrconei, was in Frankrijk gebooren en opgevoed, en had gevolgelijk volkomen de Eranfche zeden aangenomen, die hij in zijn dertigde jaar mede naar Enge Jand bragt, wanneer hij voor de eerde maal dit Eiland bezocht. Daar hij de Engelfche taal zeer wél leende, zo moest hij, tot^zijn .groot verdriet, in alle gezelfchappen de behandeling van Staatsonderwerpen hooren, die hem zeer mishaagden. Eens voorgenomen hebbende , zich zonder Staatszaaken te vergenoegen, gaat hij in een Bagnio, en laat eenaantal meisjens van plaifier komen , om met hem te eeten. Naauwlijks had men zich aan tafel-gezet, of deze meisjens begosten ook van Parlementszaaken te fpreeken. De verwonderde Lord wendde te ver*  NATIONAALE GEEST. £i3 vergeefsch zijne poogingen aan, om hen van deze ftoJTe af te brengen. Zij had voor deze Engelfche meisjens al te veel bekoorlijkheid ; om welke reden, zij lieden hun gefprek daarover niet wilde ftaaken. De Franfche Ierschman verloor zijn geduld: hij verliet hen, en reisde, den volgendtn dag, weder naar Frankrijk terug. In 't jaar 1781. wierdt in Westmunjler een te zamenkomst van de aanzienelijkfte inwooners dezes gedeelte van London gehouden, waarin de Hertog van northumberland de voorzittiiige had. Het (onderwerp was, de regeering door vrijwillige giften, in den Americaanfchen oorlog te onderfteupeu. Deze -zamenkomst was zeer talrijk , waaronder ook veele van de voornaamflen des Hofs waaren, die in dit gedeelte der Stad woonen. Na dat de Hertog den aanwe^enden zijn voorflag had gedaan, trad 'er een onbekend burger te voorfchijn , bedankte hem voor zijnen patriottifchen iever, en bood zich aan , ter bijdraginge van 1000 ^ Sterlings. De grootte der fornme, en wel van een onbekend inwooncr , veroorzaakte eene algemeene verwondering; deze wierdt nog grooter, wanneer dit edel mensch volflrekt weigerde zijn naam of woonplaats te zeggen , op dat deze fomrae zoude konnen worden ingezameld. Hij zeide tegen den Hertog, dat dit naar pronkerij zoude gelijken , waarvan hij zeer vervreemd was; zijne inzichten waaren enkel en alleen zijn Vaderland, naar zijn vermogen, te 0110 3 der-  £24 ZESDE HOOFDSTUK: derfteunen, zonder opzien daarbij te verwekken: daarom had hij ,h geen hij toe wilde brengen, te gelijk medegebragt. Na dit gezegd te hebben leverde hij de iooo Sterlings in banknooten over, en verliet terftond de vergadering. Niets, dan eene diepgewortelde Vaderlandsliefde , kan zulke daaden doen blijken , en 'er worden hier yeele Patriotten gevonden, die, ten allen ftondcn, bereid zijn voor het zelve groote opofferingen te doen. Dit is allen da nden gemeen. De thans levende Lord camden , voormaals graot Cancelier en een der rechtfchapenfte mannen van de waereld, door den Koning, hetParlement en het Volk tevens geliefd en hoog gefchat, ftond zijne verheven waardigheid, die hier met zo veele eere en inkomften verbonden is, af; vermits hij Lord nohts maatregelen niet koude goedkeuren. Hij wilde liever onder de andere Pairs als een enkel raadsheer verfchijhen, dan aan het roer van Staat 3 het nadeel zijns Vaderlands helpen bewerken. Insgelijks deeden andere waardige mannen, wier plaatfen terftond, door lieden , die aan het oogmerk beantwoordde, wierden vervuld, waaruit dan het zo beruchte norths minis= tcrie ontftond, dat in de Engelfche Jaarboeken, wegens het verlies van America, en de narionaale vernederingen van allerleien aart, onvergeetelijk zal 'De Hertog van athol offerde zijne Souverainiteitsrecht over het Eiland Man , benevens de beste  NATIONAALE GEEST. sis te inkomfien daarvan aan het Patriottisme op. Dit Eiland, dat in 't jaar 1763. 20, duizend inwooners bevatte, was de verzamelplaats van alle contra bande handeldrijvers van alle zee - vaarende natiën , die, daar ter plaatze, een zeer voordeeligen handel dreeven. De toliiikomften alleen , bragten den Hertog in voorgaande jaaren 2500 oC Sterlings op. De kleine afdand des Eilands, zo wel van de Ierfche als Britfche Kusten, maakte dezen ongeoorloof. den handel zeer gemakkelijk. De levensmiddelen waaren ongemeen goed koop; om welke reden de fchepen, wanneer zij ontlaaden waaren , zich hier bekwaamlijk proviandeeren konden. De Oost-Indi. fche fcheepen, van vreemde natiën, bezogten dit Eiland bij voorkeuze; 'er lag zelfs, doorgaans, een groote vloot van dezelve. liet verbaazend nadeel, dat hieruit, voor de inkomden van het Koningrijk , ontdond , is onbefchrijllijk. Vermitg den Hertog een Engelsch onderdaan was, zo zou men, in een ander land, korte maatregelen bij de hand genomen hebben; maar hier behoord het recht van bezittinge onder de heiligdommen des lands: om deze reden waaien 'er de krachtigde drangrede» nen noodig, om hem te bevveegen, zijn wél gegrond recht af te daan. Hij deed zulks eindelijk in 't jaar 1765., en verkreeg daarvoor,uit den nationaalen fchat 70,000 cC Sterlings, benevens een jaarlijks pennoen van 2oco <£. Sterlings, waardoor dan O 4 dit  ai6 ZESDE HOOFDSTUK: dit 'groot gebrek tamelijk wél verholpen wierdt * maar tevens het Eiland Man in verval geraakte. Onder de Engelfche Staatsministers zijn de waare Patriotten hoogst zeldzaam. De groote magt derzelven, en de gemakkelijkheid om rijkdommen te verzamelen,komen te dikmaals met het Patriottisr me in eenen tweedrijd. Zon men kunnen gelooven, dat in een rijk, in *t welk de magt eens Monarchs zeer beperkt is, zijne Staatsdienaars meer geweld oelTenen, dan in de onbepaaldde Allec-nheerfchingen? En ondertusfchen is dit hier het geval, vermits de Koning, volgens de Engelfche grondwetten, geen onrecht kan doen,maar de eerde Minister voor alles verantwoorden moeti Indien zulk een man het overvvigt heeft, in het Parlement, dan zijn eerampten, waardigheden, ja zelfs de fchat der natie in zijne handen. Het is zonderling, dezen post dikwils door iemand te zien bekleeden , die maar. enkel Schildknaap is, en die nochtnans Graaven en Hertogen naar welgevallen benoemt., order tekeDen uitdeeld , die hij zelf niet bezit , en zijnen vrienden penfiocnen en voordeeligg bedieningen geeft, daar de voortduuringe van zijn ambt toch hoogst onzeker is. Dus was c har les fox, in een tijdvak van agttien maanden, tweemaal een allesregeerend Minister van een groet Rijk, en tweemaal een bedelaar , die van de aalmoesfen zijner vrienden moest leeven j een gebeurenjs, die in de '" bis»  NATIONAALE GEEST. ai7 historie geheel zonder voorbeeld is. Deze behoeftigheid , die bij dit onrustig mensch nog plaats heeft, is geenzins het gevolg zijner onbaatzuchtige bedieninge. De. kortheid derzelve, zijne neiging tot verkwistinge, en de hoope, om langer aan het roer van Staat te blijven, was oorzaake, dat hij, beide reizen , het eerde Staatsdienaarfchap zo arm weder verliet als hij 'er in getreden was. De grootde Patriot, die de Engelfche gefchiedenis onder de Staatsministers kan aanwijzen, is de onfterffelijke Graaf chatam, een man, in wien de zonderlingde talenten , met het edelde hart, en eene onbegrensde Vaderlandliefde, verééuigd waaren. Nimmer genoot eenig Staatsdienaar , in dit land, zulk een vertrouwen als hij. Nimmer zag men zulk eene éénsgezindheid tusfehen* den Ko< ■ning, het Parlement en het Volk, als, geduurende zijne roemrijke administratie, die, ten ongelukke voor Engeland, niet lang genoeg plaats had. Indien deze twee jaaren langer ftand.had gegreepen, zo zouden wij geen Americaanfchen krijg beleeft hebben , en Grootbrittannie tegenwoordig, zeer waarichijnelijk, tot eene hoogte van magt, voorfpoed en roem gezien hebben waarbij deszelfs toeftan d , in 't jaar 176a., maar eene fchaduwe zou zijn geweest. Zijn raad was, om Spanje, in 't jaar 1760. den oorlog aan te kondigen, vermits hij vooruit zag, dat ditHofmaarnaar den aankomst van derzelver vloot wachtte, om zich vijandelijk te ver0 5 klaa-  aig ZESDE /H00FjDSTUK. klaaren. Deze zoude alsdan in de handen dep Engelfchen gevallen zijn (*), en hen in ftaat gefield hebben, om den Spanjaarden de wet voor te fchrijven. Men volgde deze wijze raad niet op, en chathams voorzegging wierdt op hetnaauwkeurigfle vervuld; want zo dra de laatfte Gallioenen ïn Cadix waren binnen geloopen, toog Spanje het masker af, en de oorlog barftede uit. Even dus ging het met zijn grondbeginzel omtrent America , waarin hij wilde, dat men alle Franfche Eilanden moest veroveren, en geene wedergeeven, waar door dan de daar zijnde vernietigde Franfche Zeemagt zich nimmer weder zou hebben kunnen opbeuren. Het Engelsch Ministerie had echter redenen (die de Ridder d'eon opgeklaard heeft) anders te handelen , en men bevorderde, even of zulks met opzet gefchiedde, de herftelling der Franfche Zeemagt. Het is bekend, hoe zeer c hat ham tegen den Americaanfchen oorlog ijverde, en de ongelukkige gevolgen deszelven, met de uiterfte zekerheid voorfpelde. Hij zeide, in eene Parlements redevoering, tegens de vergaderde Pairs : ,, Mijlords! gij lieden „ hebt geen recht over de beurs, veel minder over „'[het leeven uwes Americaanfchen Medeburgers; „ hij £*) Dii zou niet kwalijk geleekcn hebben naar de verfoeilijke roverij, die zij, in den jongftcn 09rlog, aan de Hollanders nebben gepleegt.  NATIONAALE GEEST. 219 ,5 bij onderwerpt zich de noodwendigheid onzer „wetten, ten aanzien van zijne handwerken, era ,, volgt de regels van onzen handel, want hij ziet dat „ zulks noodzaakelijk is; hij is te vreden met wol„ le te koopen, en zien van uwe Weevers en Snij„ ders te bedienen, wijl gij lieden zulks wenscht; „ maar als hij dan zijne klederen aangetoogen „ heeft , zo mag hij immers wel zeggen, zij be„ hooren mij ; hij mag immers wel zeggen , gij „ zult mijn rok niet hebben, vermits hij, wanneer hij denzelven gaf, zijne onderklederen nietlanger „ verzekerd was. De vlijt der Americaanen , Mij, „ lords! heeft u, veertig Jaaren lang, onderhand „ verfchaft; gij hebt de voornaamfte ftoffe voor den „ Koophandel niet alleeii beter koop van America, „ dan van andere Landen, waar gij die van daan ,, hebt gehaald, maar betaald Voor deze ftoffe niet „ eens geld, gij lieden geeft alleen verwerkte waa?. ren in de plaats, die zo zeer de balans ten uwen „ voordeele doen overflaan , dat de Americaanen „ geen fchclling bezitten , die den uwen niet is. Dit is de groote, de duurzaame, de onderfteu?, nende contributie, die America betaald, en die „ dit eerwaardig gebouw (het Parlement) verhinderd tot ftof te vervallen. Zij zullen uwe maat„ regelen belagchen, of zij zullen u met een geluk,, kig gevolg hunne geraaktheid doen gevoelen. „ Zijt gij onverfchiliig , zo zullen zij u doen bej, grijpen, wat gij verliest; neemt gij uwen toe- , „ vlugt  esq ZESDE HOOFDSTUK: 3, vlugt tot de wapenen, zo zult gij de eerde mo* ,, gelijk de eenigfte zijn, die 'er door zult lijden; gij moet geruïneerd worden, zij echter, zij zul„ len voor zich zelf wel zorgen. Ik ben een oud ,, man, en in publieke zaaken grijs geworden, mijn ,, raadfpreuk komt voord uit ervaaringe; mogelijk is ,, zij iets waard.Roept toch eene hand vol troepen van de affchuwelijke bezigheid van moorden weder „ te rug; zij zijn noch willig, noch bekwaam uw ,, bevpl uit te voeren. Zijt America's vriend, uw j, eigen belang, ja. uwe zekerheid vereischt zulks. ,, Gij zult hunne genegenheid wenfchen te bezitten, 5, ah hun zwaard tegens u gericht zal zijn, enz." Vermits men toen nog de voor de Coloniën zo n%deelige wet maakte, zo bezwoer hij de Pairs om daar niet in te bewilligen, vermits zij zekerlijk met fchande zoude herroepen worden. Ik was zelfs in het Pailement tegenwoordig op dezen, voor Engeland zo merkwaardigen, dag, die het lot van America. voor eeuwig befliste. Chat ham bediende zich daarbij van de volgende woorden : ,, Mij lords! „ theij certainlij wil! be repealjeif. I fe met reputation. „ ad Jlake! I confent to beiaken for an Ideot if theij ,, ari not repealed. Mijlords ! zij zal gewis herroe» ,, pen worden, ik flel mijne reputatie te pande. Ik j, wil voor een liegt hoofd gehouden worden, als 3, men dezelve niet wederom herroepen zal." Dit gefeiiiedde ook twee Jaaren naderhand, met fpot en verdemoediging , toen men de vredens - commisfa-. ris»  NATTONAALE GEEST. 251 listen naar America afvaardigde, die het Congres zich niet eens verwaardigde .om aan te hooren. Chathams administratie was eene aileenheerfchinge gelijk, terwijl andere Ministers zijne fuhalterne fcheenen te zijn. En nochthans geraakte Engeland, onder hem, tot eenen roem , tot weike noch geen. volk gefteegeh was , namelijk, van in één Jaar (17^9) de zegen in alle de vier waerelddeeleh te hebben bevogten. In'den beginne was hij géén vriend van Engelfche troepen naar Duitschland te frïïikken; vermits hij wenschte, dat men zich enkel tot den zee oorlog bepaalén zonde: dan, de daaden van fbedrik bragten te wege, dat hij zijne Staatkunde veranderde, en het grondbeginsel aannam , dat America in Duitschland moest veroverd worden. Hij was de grootfte lofredenaar der Pruisfifche veldtochten, en fpaarde hier bij geen bloempjens of beelden , die in het vuur zijner redenvoeringen , niet alle even gelukkig gekoozen waaren , maar zomtijds wat van de waarheid afweeken. Van den flag bij Rosbacb, zeide hij: „ Met een gram gelaat ftond de Godsdienst bij de' t* voorhoede (der Pruisfen); de vrijheid vloog door „ de in dagorde gefchaarde rijen, en ontvlamde het „ vunr der Krijgers , daar donderde de Almachtige „ Jehovah door de ftrijdende legioenen , en hunne „ vijanden lagen verwonnen voor hunne voeten." De bekende rcchtfchaapenheid dezes mans, zijn vrijmoedig en onveranderlijk gedrag , de verllan !i- ge  s2£ ZESDE HOOFDSTUK: ge keuze der Bevelhebbers, bij welken hij niet op rangtitels of famielle zag ; zijne ongemeene werkzaamheid, die hij ook anderen wist in te boezemen; de ftoutheid zijner ontwerpen , die met verftand en bedaardheid gemaakt, en met iever en dandvastigbeid wierden uitgevoert; dit alles maakte hem te recht tot een afgod der natie. Men rechtte hem fbandbeelden in Europa en America op. De Stad Corc, in leiiand, liet 'er een voor hem oprichtten, dat vier duizend c< Sterlings koste. 'Er wierden hem, ter eere, medailles geflagen, op welks eene zijde zijn beeldtenis dond, en op de andere zijde deze Infcriptie „ Den man, die, na dat hij ,, zijn Vaderland had gered, door zijne wélfpreej, kendheid de Coloniën behouden heeft." Men noemde Coffijhuizen, Teetuinen, Kroegen enStraaten naar zijnen naam. In alle huizen zag men zijn borstbeeld, in allerleie grootte, en foort van deeneu , of zijne gcfchilderde beeldtenis ; de armen vergenoegden zich met plaaten, die zij zo veel als' hun beste huisraad achttede. ' Frankrijk had mogelijk , zedert eeuwen , geen gevaarlijker vijand, als dezen Graaf van chatham; Hij was geen vriend van dat Hof, waarom hij ook dezen afkeer, zelfs in vredens tijd, niet verborg, en dat wel uit overtuiging, dat het welzijn der beide Staaten met elkander- niet beftaan kon. Zijn onveranderlijk grondbeginzel was , Frankrijk te vernederen, hij.verklaarde dit beftendig in het Par- le-:  NATIONAALE GEEST. 223 lement,ja in 1760. zeide hij zulks tegen den Spaanfchen Gezant, die ten voordeele van Frankrijk iprak, in het aangezicht, met bijvoeging : „ hier zal ik s, niet van afgaan, tot dat den Towr van Londoii met de degen in den vuist, verovert is." De liefde des Volks bragt ook te weege, dat hij het, in Engelen Jonmogeiijkfchijnend, plan ontwierp, om eene landmilitie op te richten, en ook geluk-kig ten uitvoer bragt: eene voortreffelijke, en geheel zonderbaare inrichting , waarvan ik in 't vervolg fpreeken zal. In 't Jaar 1776. toen de Americaanfche oorlog bekommering begon te baaren , wenschte men zeer dat hij deel in de bePieringe mogt neemen. 'Er wierden hem, derhalven, voorhagen gedaan , met voorafgaande bewilligingen van alle zijne bedingen. Maar hoe kon zulk een eer- en deugdzaame Grijsaart tot zulk een gezelfchap overgaan , als toen aan het roer zat! Ook was het antwoord dat hij gaf, zijner volkomen waardig : „ Ik wil mij liever met „ de Pest, die thans te Conjlaminopelwoed, as9, focieeren, zeide hij, als met het Nortfche Mi„ nisreri." Hij voer intusfehen voort, ongeacht zijnen ziekelijken toeftand, in het Parlement te verfchijnen : waar hij zich geheel met flanel omwonden , liet vinden, door krukken onderfchraagt, en anet zijne alvermogende weifpreekenheid in de zielen der Ministers drong. Dit deed hij eens tot dat hij kragt- en ademloos ter neder zeeg; een toeval, dat alle  Mi ZESDE HOOFDSTUK: alle de aanwezéridë Lords zo zeer aandeed, dat zij terftond de zitting eindigde. Hij leefde noch eenige weeken na dezen Parlementsftrijdt, die zijn dood verhaasrede; om welke reden men van dezen grooten man met recht kan zeggen, dat hij voor zijn Vaderland drijdende gedorvcn is. Hij dacht nog aan hetzelve bij zijnen laatden ademtocht. De voortreffelijke Lórd camden was bij zijn dood tegen, wooidig. Hij was een vertrouwd vriend van chatham, en deze vriendfchap, doof zijne regtfehapenheid, groote bekwaamheden en overééndemming van grondbeginzelen, volkomen waardig. Even gelijk socrates met zijne vrienden , in zijnen laatften ftond, over de Wijsbegeerte redekavelde; zo fpraken deze beide Staatsmannen, aan den rand des grafs, van de belangens hunnes Vaderlands. Cha■tham riep eindelijk uit, na dat hij zijn' vriend ftervend de hand drukte : „ Dear camden fave „ mij Couritiij"! (Lieve camden red mijn Vaderland!) Weinig öogehblikken daarna ontvloog hem ziine groote Ziel; i Het ftcrkfte bewijs voor de deugden dezes grooten mans is, dat, daar hij, om zo te fpreeken, eenige ■Jaaren lang de alleenheerfchinge övtxGroothrittannie had, noch hoogmoed tegèn zijne medeburgers liet blijken, noch zich zeiven fchatteirverwierf. Tegen de vijanden van zijn Vaderland alleen was hij trots, anders was hij, echter, ten uiterften gemeenzaam. Zeker Duits eb burger, een mijner kennisfen, en. in-  NATIONAALE GEEST. %É$ ïmvooner van London, had een verzoek aan Koning ©kor ge de ]I. te doen, hij wendde zicii derlraiven tot chatham, die, toenmaals als Staatsfecretans,den beroemden naam vahP/« voerde, en de Duitfche Natie bijzonder genegen was. Vermits het een gunstbewijs betrof , zo wees do Minister hem naar den Koning, en onderrichtte hem tvat hij zeggen moest; en van welke gronden hij zich voornaamelijk zoude bedienen. Maar, terwij! 'en nog een verzoekfchrift toe noodig was, zo vernederde zich deze alles beheeriehende Minister, om, zo verre de vervaardiging van hetzelve aanging, het één zijner Secretansfen terftond, voor dezen onbekenden en hem geheel vreemden man, op te draagen. Dergelijke dingen weet men ontelbaar van hem. Géfchen'ken aan te neemen, omkoopingen te doen, zich met Cabaien te behelpen , waren hem geheel onbekende, zaaken; ook ftierf hij arm. Het Parlement was naanvvlijks vergaderd , toert men bericht kreeg van zijnen dood. Lord nortk kón-zich van blijdfchap kwalijk bedwingen , en irt die bedwelming ftemde hij alles ijvrig toe, als chathams vrienden op een Maufokum , (prachtige graftombe) eene begraavinge op openbaare kosten , en op een pennoen voor de nagebleevert famiellie aandrongen; zonder welken zij mogelijk de armfte, onder de Edelen van het Koningrijk, zouden zijn! Alles wierdt bewilligd; maar de Ministeriaale partij bad wel dra berouw. Zij gaf dit niet alleen, ofP fchuoa  *iS ZESDE HOOFDSTUK: het te laat was, door heftige uitvaaringen in het Parlement te kennen , in welke zij chathams verdiende bezwalkte, maar zogt ook het Parletnents befluit door allerhande middelen, op de laagfte wijze, kragteloos te maaken. De Stad London wenschte het Maufoleum in de St. Pauls Kerke op te richten, al waar 'ernog geen roor handen is. 'Er wierdt derhalven een plechtig verzoekfchrift overgeleverd aan den Koning, die hier in de voltrekkende magt had: maar het werdt verworpen , en het gedenkftuk op de donkerde plaats van de Westmunfter Abtdij opgericht. Eene begraavinge op openbaare kosten, vooronderdelde plechtigheden, van welke de Ministers niets wilden hooTen. De voorflag, dat het Parlement in procesfie de lijkdatie zoude bijwoonen, ging niet door, offchoon'er in het Hogerhuis maar ééne ftem toe ontbrak. De Stad London was echter tot deze.begeleiding zeer bereid. Niet alleen de Magiftraat, maar ook de talrijke Gedeputeerden der Burgerfchap wilden dezen , ten aanzien van zijn Vaderland , zo verdiendelijken man, de aatfte eere bewijzen, en hielden derhalven, door een ander verzoekfchrift, bij het Hof aan, dat men hun den dag der begraavinge raogt laaten weeten. Daar men nu deze bede niet wel konde afflaan, zo droeg men ten minde zorg, om het oogmerk te verijdelen. Men hield den dag geheim, en deelde dezelve niet mede, dan Jwce dagen te vooren, om dat men wel wist, dat ia  I NATIONAALE GEEST. Q2? ïn zulk een korten tijd in de Citij niets in gereedheid kon worden gebracht, waarom ook alle deze begeleidingen agter bleeven. Ja men had de Intrkue zo verre gedreeven , dat al die geenen, welke maar •eenigennaaten in betrekking tot het Hof ftonden, daar bij niet durfden verfchijnen. Dus was deze, met zulke groote kosten aangeleide nationaale begraavinge, niet anders dan eene ten toonftellingvan bet lijk, in een met zwart behangen en verlichte zaal van het Parlementshuis, die vier weeken lang duurde ,na welken tijd het zelve, door de huis - officianten; des overledenen, en omtrend van veertig edele vrienden vergezeld , naar de Westmunfter Kerke wierdt gebragt. Hoe klein dit gevolg ook was, kon men het echter aanzienelijknoemen. De meestenvan het zelve behoorden, uit kragt hunner geboorte, rang en groote verdienden, tot de voornaamde perfoonen des Koningrijks ; bovendien verfcheenen zij hier alle als waare treurigen. Ik was een ooggetuige van dit hoogst aandpenelijk fchouwfpel, dat den 9 Junij 1778. voorviel. Alle de begeleiders fmolten in traanen. Een derzelve, de als Redenaar beroemde Overde n ar re, greep, in de droefheid zijns harte, de •CHATHAMSCHEFamiellievaan, die een Bediende voor het lijk voor uit droeg, nam hem die af, en droeg ze zelf tot in de Kerk. Het tallooze Volk weende, en het aanzienelijker gedeelte erinnerde fiich de uitdrukking, die de Graaf van siiel- P ê SUR'»  MS ZESDE HOOFDSTUK: bühne in het Parlement, weinig dagen te vooren, ten opzichte van dezen voortreffelijken man had gebruikt. Ik duchte zeer," zeide hij, in de toenmaalige critieke toeftand van het Rijk, „ dat met „ chathams dood, de zon der Britfehe heer3, lijkheid, voor eeuwig is ondergegaan." De Vertaaler denkt den Leezer geen ondienst te zullen doen met eenige aanmerkingen te laaten volgen, van den Schrijver dezes werks, over pitt, (de tegenwoordige eerfte Staatsminister van Enge* land, zoon des overledenen Graave van chatham ,) en den tegenwoordigen toeftand van Engeland; te Vinden in Der Teut fche Merkur Junij 1786. No. 6. AANMERKINGEN Over pitt , en den tegenwoordigen toef and van Engeland. Ik zende u (aan den verzamelaar van dat tijdfchrift) bier eenige aanmerkingen over den tegenwoordigen toeftand van Grootbrittannie. De briefwisfeling , Engelfche tijdfchriften, en kennis van dat land, ftellen mij in ftaat, iets daar over te kunnen zeggen. De zaaken der Engelfchen bevinden zich in eene zonderlinge omflandigheid. 'Er is in dit Rijk een Minister aan het roer, die bij veele voortreffelijke hoedanigheden, door een geheel ongunfiig noodlot, fchijnt  NATIONAALE GEEST. ' saj? fchijnt uitgekoozen te zijn, om Engeland ten eenen. maal in den grond te ftuuren. Pitt (*) vereenigd in zijn perfoon de zeldzaamPe talenten, meteen zeer rechtfchapen karakter, en eene buitengemeens werkzaamheid. Men zou denken , dat zulk een man, aan het hoofd eenes Staats , den wensch der onderdaanen van alle landen moest zijn. Dan, he. laas! Deze Minister maakt eene uitzondering, zo dat de onbevooroordeelde menfehen, ja zijne vereerers zelve , hem beginnen aan te zien als een geesfel, waarmede de Voorzienigheid de vernederde Natie nog meer wil tuchtigen (f). Hij nam het roer (*) Ik geef deze aanmerkingen, waar bij de Autheur geene bedenkelijkheid maakt om zijn naam te plaatzen, zonder eenige andere bijvoeginge ,dan den wensch,dat 'er iemand moge gevonden worden, die met geene minder kennisfe der Engelfche zaaken een beroep in zicb gevoeld , om de verdeediging des Heeren pitt op zich te neetnen. De maatregelen en handelingen eens Ministers en wel eens Engelfchen Minifters, zijn gewoonlijk veele, en dikwils fchijnbaare beftraffingen onderhevig. Maar zo erg zal evenwel da zaak des Heeren pitts niet zijn, dat zij in geen licht, en ven geene zijde befihomvt, niet te rechtvaardigen zoude weezen. De verzamelaar. CD Hoort gij het wel, fnoode en verfoeielijke Kabaal! gij, die niet ophoud,door den verraderlijken invloed van deze Europeefche Wilden nangefpoord , als nog de gruwelijkfte ontwerpen, ten verderve des Vaderlands, te fmeeden; cn om uwe gruwelen te voltooien, bmgermoordenaars zijt geworden. Hoort gij wel, wat do bewonderaar, de vriend der Engelfche Natie, zegt? Maar behoefd P 3 isc»  £3* ZESDE HOOFDSTUK: roer van Staat, in den ouderdom eenes Jongeüngs^ in handen; in welke zijn hoofd echter, rijkelijk: met verkreegen kundigheden was voorzien, en zich zijne groote bekwaamheden volkoomen ontwikkeld hadden;dan het ontbrak hem alleen aan dat,'t welk geen genie verfchaffen, en de goede moeder Natuur, in haare beste luimen, geen fterflijk mensch geeven kan ; Ondervinding namelijk. Deze hem ontbreekende eigenfehap is bij alle zijne ontwerpen in het oog loopende. Hier bij komt nog een zekere hoogmoed, die geen onderwijs aanneemt, en een hardnek* men wel te vraagen, om welke redenen de Voorzienigheid dit vernederde Volk nog meer wil tuchtigen, als men 'in aanmerking Beemd, dat zij, behalven zo veel onfchuldig vergooten bloed, beïialven alle de ijsüjkheden in America gepleegd , nog tot alle hunne misdanden die hebben toegevoegd , om met de fchreeuwendfte onregtvaardigheid, met verzaaking van alle openbaare trouw, ons der» Oorlog aan te doen, en als openbaare Roovers ons onverhoeds aati te vallen en uit te fchudden. Dan, hebben wij ons zeiven niet over deze trouwlooze en trotrche Natie niet kunnen , niet mogen wree2;en , belet zijnde door derzelver invloed op eenige voornaam© booswichten, Cgelijk nog onlangs zo zonneklaar beweezen is inde Schets van een Groot Tafreel) God zal onze wreeker zijn, en niet alleen'ten opzichte van hen, maar ook van die geenen, welken, sij hier gebruikt hebben , om ons in de diepfte elende te dompelen. Reeds blikkert het zwaard zijner rechtvaardigheid en geduchte wraake; hij geeft hen over aan een verkeerden zin. Hunne blind» heid en woede doet hen daaden bedrijven, die de ganfche Natie oproepen, om hen voor hunne ïnisdaadcn te flrafifen, en het kwaad» dat zij over ons bcUooten hadden, op Btiunèn kop te doen weder, iseren.  NATIONAALE GEEST. 231 nekkig volharden in ongerijmde,voorheen opgevatte meeningen , dat hij gaerne voor tonwankelbaare frandvastigheid zou willen doen doorgaan. Nimmer zijn 'er in Engeland , in zulk een kort tijdbeftek, zo veele den Koophandel nadeelige wetten gemaakt, als, geduurende zijne Administratie; en was het ongerijmd ontwerp, Ierlands Koophandel betreffende , uitgevoerd, zo hadt hij zijne Natie meer fchade gedaan dan eenig Britsch Minister (Lord nos/th zelfs niet uitgezonderd) te laste is gelegd. Hij volharde bij zijne dijfhoofdigheid , offchoon dé onbevooroordeelde , en der zaake kundigde mannen, hem het nadeel handtastelijk beweezen , en zich alle Volksklasfen daartegen verzetteden.Gelukkiglijk was de lerfche Natie, met de hun toegedachte weldaad niet te vreeden, en de zaak bleef fteeken. Pitt betoonde, bij deze gelegenheid, dat hij in» 't geheel geen begrip van den Koophandel had, die toch den grondflag der Britfche grootheid is. Deze gewigtigde tak van het financieweezen, was den jongen Finautie-minister, maar zeer onvolkoomen, zo wel in zijn geheel, als in zijne gedeeltens bekend. Van het laatdcn gaf hij een bewijs, door eene belasting, die, wegens haare onbillijkheid en partijdigheid, 'm Engeland, zedert eeuwen lang,zonder voorbeeld was; namelijk de zwaare tax op een der armfte Britfche Volksklasfen, de Winkeliers in 't klein. Hij ftelde vooraf wel vast, dat deze lieden zich, door een hooger prijs op de waaren te zetten, fchaP 4  23* ZESDE HOOFDSTUK: deloos konden (lellen : maar ik durf zeggen, dat dit denkbeeld alleen , 't welk door zwakke gronden was onderfchraagd , zijne ijverigde aanhangers deeden bloozen, want het verraad meer dan al liet andere, den onervaaren Jongeling, die de eenvoudigde grondbeginzelen van de bijzondere takken des handels onbekend zijn. Hij wilde nochthans na geen onderwijs hooren , offchoon zulke mannen in het Parlement, die niet tot de oppofi«e behoorde, maar zelfs zijne vrienden waaren, te voorfchijn traden, en protesteerden , dat zij nimmer hunne bewilliging tot eenen tak zouden geeven , aan welken geene leden van het Parlement betaalden; en dat het zo min ftaatkundig als grootmoedig zou zijn, zulks te helpen temmen Het is bekend, dat niemand, die een winkelier is m het klein , hij moge dan in Juweelen of Naalden handelen , in ft Parlement zitting kanhebben; Kooplieden, echter, die in het groot handelen, of Commisfionairen zijn, hebben hier het recht toe. Dus .moest de arme winkelier deze taks alleen betaalcn, terwijl zijn rijke buurman die een Koopman in 't groot is , honderd duizenden van Engelfche << bezit, en magazijnen heeft er mets toe geeft. Een buitenlander , die naar London komt , en zonder de zaak behoorlijk te onderzoeken,„a het uitterlijkeoordeeld,maakt zich van den rijkdom dezes winkeliers een groot denk. oeeld , dat zich op hunne opgefcfaikte en luisterrijke  NATIONAALE GEEST. 233 rijke winkels grond. Negen tiendedeelen van dezelve zijn nochthans arm , en handelen enkel op crediet, zonder eigen vermogens te bezitten. De zucht der Engelfchen, om huizen onafhangelijk te bewoonen, veroorzaakt dat ontelbaare lieden, zonder middelen, huizen huuren , dezelve op crediet raeubileeren, en dan op crediet goederen koopen, om door den verkoop in 't klein, hun kost te winnen. De beste kamers van het huis worden als dan, door hen aan vreemdelingen, of meisjens van plaifier verhuurd. Indien zij zo gelukkig zijn om deze kamers bePendig, en met goede bewooners bezet te hebben , dan brengt dit niet alleen de ganfche huishuur op , maar zij behouden nog een overfchot , dat zij met de winst van de verkoop het Jaar door kunnen leeven. Worden zij voor aanziene. lijke fommen bedrogen , of dat de verhuurkamers lang ledig Paan , of wel dat zij hunne levenswijze niet naar hun inkomen fchikken, danis het banqueroet daar. Zij ruimen het huis, een ander betrekt hetzelve, en beproefd het om zijn leeven op dezelve wijs door te brengen. Op deze wijze is het te begrijpen, als ik zeg, dat de winkeliers in 't klein, tot de armde klasfe des Volks in Engeland behooren. Bovenal geld dit van London: in de Provintien zelfs , waar na evenredigheid dezelve zeden heerfchen, zijn de middelen om geld te winnen, zo veel niet, maar de behceftens ook mmder. De onbillijkheid was daar- ' P 5 0111  s# ZESDE HOOFDSTUKS om ook zeer groot. Eene menigte van perfoonerf uit alle groote Steden , die door hunnen ftand, tot de winkeliers, in geene betrekking Honden, gingen tot pitt, om,indien zulks mogelijk waare, deze onderdrukking te beletten. ïn London hield men, ten dezen einde, onophoudelijke zamenkomften. Men vaardigde nog, vóór de opening van het tegenwoordige Parlement, eene deputatie aan hem af, die uit verdandige, en der zaake kundige mannen belfond; eenige derzelven waaren door hunne braafheid openlijk bekende, en de Minister kend hen zelf voor zijne aanhangers. De waardige Alderman sgenner , was aan hun hoofd, en voerde het woord. Hij bezwoer den jongen Staatsman de op wezenlijke daaden gegronde waarheid te willen hooien. Hij bewees hem uit de parochie registers, dat in de Hoofuftad alleen, het getal van arme winkeliers op duizenden beliep ; dat veele derzelver niet in ftaat wasten, om flechts de parochie takfen te betaalen , en daarom van de beftuurders der parochiën doorgaans van dezelve ontflagen moesten worden , om hen niet te noodzaaken die te verhaten; hij ftelde hem voor, dat de beftuurders door de wet de magt verkreegen hebben, om bij het invorderen van de takfen tot de parochie bchoorende, in geval van nood, toegeeflijkheid te gebruiken, dat deze magt, echter, bij de Staatsbelastingen geen plaats hadt, en de dood armen,,zo wel als de rijkften.,de taks, zondergenade betaalen moest. 'Kortom, de Alderman en zijne  NATIONAAL E GEEST. 235 zijne medeafgevaardigden, bevveezen den Minister, op eene onwederleggelijke wijze, hoe ongereitnd zijne belasting waare. Tegenbedenkingen waaren 'er tegen zulke feiten niet te verwagten, hoe zeer zij hem ook tegen zijnen wélfpreekenden tegenftander in het Parlement te ftade waaren gekomen. Hel: antwoord was daarom ook zeer Lakonisch : ,, Ik „ ben niet overtuigd". En hier bij bleef het. Eene andere zijner onverftandige wetten , die , wegens het blijkbaar nadeel , nog niet is goedgekeurd, betreft de affchaffing der rondreizende kraamers, die, met hunne koopmanfcbap op den rug door het land trekken; de Landman den inkoop gemakkelijk maaken, en de werkzaamheid der Natie» zeer bevorderen. 'Er zijn veele duizenden in Groothittannie, die hier de kost mede winnen, en met hunne huisgezinnen een talrijk Volk uitmaaken. Dezen zouden daar door gezamentlijk rot Bedelaars worden, Koophandel en Manufaéluuren zouden daar veelbij lijden, en de Stads winkeliers, tol wier voordeel deze onverftandige wet gemaakt is , zouden niets winnen. De gegoede Landlieden, waardoor Engeland bevolkt is , koopen zeer dikwijls onontbeerlijke behoeften, wanneer dezelve hen te huis, en in den fenoot hunner Famiellïe aangebragt worden , aan welken zij , bij hunne zeldzaame Sradsbezoeken , niet denken zouden. Bovendien *ijti 'er in Grooibriitannie ftreeken , bijzonder in het  ZESDE HOOFDSTUK: liet gebergte van Schotland , wier bewooners niet te London komen kunnen, en derhalven den Kraatner tot hen moet komen: deze zouden daardoor aan veele dingen gebrek hebben: en over 't geheel is dat ontwerp, in alle opzichten, nadeelig, en het allerzekerst middel, om de Struikroovers te vermenigvuldigen. Het is ongelooflijk, hoe zeer deze, anderzins zo rechtfchapen en doorzichtige Minister, van alle (tanden in Engeland wordt gehaat ; zelfs Lord north hadt, bij al het misbruik dat hij van zijne magt maakte , niet half zo veele vijanden. De van het Volk zo zeer vereerde naam van pit t , verzekerde dezen edelen Jongeling reeds vooraf van de liefde der Natie, en eene onbegrensde genegenheid van het Volk; zijne groote deugden en talenten waaren geheel en al gefchikt om dit gunliig vooroordeel te verüerken. Hij fcheen echter deze waardige Volksliefde te verfmaaden , en heeft nog, tot op dezen dag, weinig, zeer weinige ministeriaale zaaken gedaan , waarvoor zijne Natie hem prijzen kan. Dit gedrag heeft den haat van het Volk, tegen deszelfs ' vijanden north en fox , zeer verminderd, die zij niet ligt te boven waaren gekomen, als pitt, op zulk eene Stoifijnfche wijze, de genegenheid des Volks niet verwaarloosd hadde. Het proces van den Heer hastings deeld tegenwoordig de Britfche Natie in twee zeer ongelijke par.  NATIONAALE GEEST. *3? partijen, daar het aantal zijner tegenpartijders maar klein is. De Coalitie partij fpant alle haare krachten in, om derzelver voormaaiige befchuldigingen te bewijzen, en de fpreeker surke, die zich hierin het ijverigst heeft getoond, nam eershalve de aanklagte op zich, waar bij hij niets waagde, maar verzekert was een roemrijken rol tefpeelen. Debondigfte getuigenisfen, zo wel door documenten als verklaaringen, van onwraakbaare getuigen, bewijzen onwederfprekelijk, dat alle de fchrikkelijke afbeeldingen, die men, zedert zo veele Jaaren, van de Engelfche gruwzaamheid, in At Indien gepleegt,uit Partijfchap ontworpen, en in andere Landen herhaalt heeft, zeer overgedreven zijn geweest. Ten tij— ■ de dat men'riep, dat de Compagnie zeer nabij was om Bankeroet te fpcelen, wierden haare Schatkameren in de Indien, door verjaarde uitdaande fchulden, vervult, die Millioenen beliepen. Men fprak van de aanftaande terugroeping van hasting, terwijldees Gouverneur Generaal van Bengaaien, ijverigst bezig ■was om-het welzijn der Compagnie te behartigen, en zich gereed maakte om naar Engeland te rug te reiden. Dat het hem aangetijgde despotismus, en andere misdrijven van dir zoort, maaralleen onder veele bepaalingen waar kan zijn, bewijst het roemwaardig affcheids Schrift, dat hem de Engelfche lndifche Armee, den dag van zijn vertrek toefehikte, 't welk door alle Europeefche Officieren ondertekend was.  ö38 ZESDE HOOFDSTUK: was, en wel in een tijddip dat hij van alle inagt was ontbloot, cm iemand voor of nadeel toe te kun» nen brengen, en waar bij gevolg de echte gevoelens alleen fpreeken. Men kan intusfchen nietloogchenen, dat hastings ook niet bedagt geweest zij om zich te verrijken; en om tot dit oogmerk te geraaken, in Indien de gewoonlijke middelen niet heeft aangewend, welke van alle Europeaanan, die dit Rijk betreden , als eenefchavergoeding voor de afwezigheid van hun Vaderland en hunne zeer gevaarlijke Reizen, gehouden wordt. Ook had hij zijnen rijkdom, bij zijne aankomfte te London, noch niet opgegeeven, of fchoon het een claufule in pitts Oostindifche Bill is, dat een ieder , die in dienst van de Compagnie geweest is, het ■beloop zijner vermogens, wanneer hij naar Enge land la rug komt, ondereede opgeeven moet. Deze Claufule behoort ook tot de onverdandige Wetten, die de tegenwoordige bedieringe zo zeer doen kenniL^en; want om niet te fpreeken, dat deze verklaring in zo veele opzichten iets onaangenaams heeft, e;- zo wel op het Krediet als op de Vrijheid nadeelige -werkingen heeft: zo is deze wet enkel maar van kragt, 095 opzichte van een eerlijk;man, die zich weinig verworven heeft, en daarom zich nutteloos aan deze vernederende wet onderwerpen moet; daar en tegen de,pionderaar,de afpersfer,de onregtvaardige fchraper, tegen wien toch alleen deze wet is ingericht, I' •■ geen  NATIONAALE GEEST. 230 geen bedenken draagt, om zijne fnoode daaden door g een valfcben eed te Icroonen, en dezelve naar zijn welgevallen te plooien. De benoeming desGraavenvan c ornwallis tot Gouverneur Generaal van Bengaaien, doet de Compagnie eere aan. Deze als Staatkundige, als Veldheer, en als mensch vereerens waardige man, is zeer gefchikt om Engelanch grootheid in de Indien te bevorderen en duurzaam te maaken. Zijne volmagten zijn uitgeftrekter dan een zijner Voorzaten heeft gehad. Deze uitbreiding zijner magt, is niet totzijn perfoon alleen bepaald, maar tot eene wet gemaakt. Wanneer men dus niet altoos zulk eene verdandige keuze doet, zo kunnen de toekomende Gouverneur Generaals deze. groote magt buitenfeoorig misbrui, ken, en de rijke Indiaanfche Provinüen, veel gemakkelijker den Briifchen Scepter ontroven, als men hen den Amerikaanfchen heeft gedaan. Het ontwerp des Ministers, ten minde de goede wil, ter adosfing van Nationaalc Schuld, is loflijk. Het is eene daad, een rechtfehapen man, die het roer eens Staats, van een magtig Volk, in handen heeft,, waardig, op middelen te denken om de toekomdige geflachten de lasten te verlichten, die men hen,met eene onbegrijpelijke zorgloosheid, vooraf al heeftopgelegt. Niets echter dan de goede wij komt hier in aanmerking, want zonder de guarantie van een konpdJaarigenFrede^is, ik wil niet zeggen de aflas- flng  24° . ZESDE HOOFDSTUK': Jing , maar zelfs de vermindering der Nationaals fckuld, eeneherfenfchim. Geen verftandig mensch in geheel Engeland, zal zo iets durven hoopen; de beöordeeling hier van vordert geen Staat- maar Rekenkunde, Een ieder weet,wat de laatfte Oorlogen aan de Britfche Natie kosten,en is 'erwel eenen honderd Jaarigen Vrede te verwagten, bij een eergierig, heerschzuchtig, onrustig en Oorlogsgezind Folk, welks vlaggen op alle Zeeën- waaijen. Zullen alle Engelfche Koningen, alle Ministers, alle Parlementen, op dezelfde wijze denken, en zonder eenig opzicht op de tegenwoordige tijds om Handigheden, enkel het welzijn der toekomftige geflachten voor oogen hebben? De Wet, die door het eene Parlement wordt gemaakt, kan door een ander vernietigd worden. Hier geld geen banvloek. Geen wet is onveranderlijk dan alleen de grondwetten van den Staat, die het wezen van de Conftitutie uitmaaken. Om alzo nieuwe taxen te vermeiden , die mogelijk met groote zwarigheden verbonden zijn, kon men zeer gemakkelijk den bekwaamen weg iniiaan, om de verzamelde Schat aan te tasten. Wierd de Claufule met deze wet verbonden, dat de Commisfarisfen der aflosfing van de Nationaale Schuld, bij een ontftaanen Oorlog, uit hunne Schatkisten, den Minister de verzamelden Sommen konden leenen, zo konde dit de fchrikkelijkfte gevolgen hebben, en de ontbinding van de zo bewonderenswaardige Staats - Conftitutie bewerken; da fno-  NATIONAALE GE ES Ti -24T ïnoode, de van het Volk en Parlement gehaatte Ministers , behoefde dan, tot hunne ontwerpen, de tóefternming des Britfchen Senaatsniet; en konden mee fch'atten voorzien , alles eigenmagtig onderdaan. Waartoe anderzins, wegens de daartoe benoodigde gelden, de bewilliging van het Parlement volltrekt faoodzaakelijk is.  s4s ZEVENDE HOOFDSTUK: 53 nafano;: na • aUnÉt* n-ïiïJfaml tab ynlaucsil ZEVENDE HOOFDSTUK. Koophandel der. Engelfchen. Gefchil des Hertog* van bedford met den Hertog de c n ai s e u l. Engelfche Kooplieden. Minister sportexn. Huislijke gebruiken der Engelfchen. Bankiers. Ridder colbrook. Bank van Engeland, en derzelver Inrichting. Ontwerp der Franfchen, om dezelve te ruineeren. Andere merkwaardige voorvallen, deze beroemde Bank betreffende. Deeds9 een der menschheid onteer end geval. ./Vlfchoon de Hoofdproducten van dit Eiland maar tin- en fteenkoolen zijn, zo is de Engelfche thans zeker de voornaamfte handeldrijvende natie van de waereld; een rang die dit Volk nog altoos beweert (*); niettegenftaande de fterke handel, met hunne (*) Zij , die deze zaak een weinig kundig zijn, weeten wat men yin deze rodomontade der Engelfchen te denken hebbe. Wij hebben hier voor een gedeelte van het nadeel gezien, dat zij, door het verlies van America, geleeden hebben; en dit zal nimmer vergoed worden, ten zij zij het wederom krijgen, of nieuwe veroveringen doen. Dan , om formeel te oorlogen, ontbreeken hun, gelukkig! tot nog toe de middelen : om verraaderlijk wat teroovcn, ver.«ouwen wij dat iedere natie voor hen zorg zal draagen.  KOOPH. en WERKZAAMH. der ENGELS. è43 hunne Manufa&uur- en Fabriek-waaren , wegens derzelver hooge prijzen , zeer beperkt geworden is. De oorzaaken van dezen voorrang liggen in hunne voortreffelijke regeeringsvorm, in hunne verdandige. wetten, en in hunnen onderneemenden geest, liet is natuurlijk dat deze laatfte eigenfehap, met moed ten fchranderheid gepaard , hunnen Koophandel uitbreiden, en hen rijkdommen verfchaffen moet. Dit alles te zamen vereenigd, verwekte bij hen den geest Van verovering, en men kan zeggen, dat zij en de Cartagenienzersjvan alle volken der aarde alleen die waren, welken veroveringen in hunflelzelvanKoophandel vlogten. Bij de Hollanders was het nimmer een fijsthema ; de veroveringen gefchiedden toevalliger wijze, terwijl zij voor hunne vrijheid, ja voor hunne eigen beftaanlijkheidvogten. Nog minder was het zulks bij de Portugeczen, die een tijd lang, met bet zwaard inden vuist,koophandeldrecven. Bij alle oorlogen der Engellchen, zedert cromwels tijd, was de grootere uitbreiding des koophandels, zo niet de zichtbaare, toch zeker de onzichtbaare drijfveer van dezelven ,en 'er wierdt geen vrede geflooten, zedert de regeering des voornoemden grooten mans , de laatlte ongelukkige van 1783. naden Americaanfchen krijg alleen uitgezonderd , waarbij de Engeifchen geen voordeel, ten aanzien, van den koophaudel, verworven hebben. Hoe; verfchillende ook de grondbeginzelen, de denkwij. li, de bijzondere inzichten,en bekwaamheden der Q a En,'  a44 ZEVENDE HOOFDSTUK. Engelfche Ministers waaren, zo kwamen zij tocfi ten allen tijde in dit nationaal point overéén , eu weken zelfs in den nadeeligftcn toeftand 'er niet van af: en dat wel uit dit zeer natuurlijk grondbeginzel, dat dit, ja dit alleen huiKie Administratie bij het volk rechtvaerdigen kon ; hunne begaane misflaigen kon bedekken, of den glans hunner gelukkige niinisteriaale daaden vermeerderen (*). De (.*) Schoon de verraader het verraad liefheeft, met welk eene verachting denkt men dat de Engelfclieu de verraaderlijke werktuigen, die zij, of gekogt hebben, of die fnOod genoeg van zich zelf waaren, om, zedert eene reeks van'jaaren, de Koophandel hunner eigen natie te vernielen, moeten befctiouwen? fan eene natie die, 20 onmogelijk als de Engelfchen, zonder eene uitgebreide Koophandel kan beftaan ! Moeten zij in hun hart niet het grootft* afgrijzen veeden, indien zij anders een grijn eerlijkheids bezitten, voor zulke booswichten , die hunne landgenoote», welke (gelijk touEWïit de XIV. zich uitdrukte") ectre zee van lasten moeten opbrengen, de hartader affteeken,door de eenigfte bronvan derzelver beftaan, te doen uitdroogen? Men zegge niet dat hier iets onderfteld wordt, het geen nog bewezen moet worden, want al wilde men de herhaalde klagten en verzoeken van zo veele duizende Kooplieden niet volkoomen geloof geeven; de befchul'diging is op nieuw weder zo klaar als liet licht op den middag, bew'eezen in het boven aangehaalde werk: fchets yen een groot Tafereel, 't welk ik met het grootfte vertrouwen der waereld durf zeggen, dat onwederleggclijk is. Lezer, bezit gij een eerlijk, een gevoelig hart, dan zult gij beurtelings gloeien van verontwaardiging, eu mogelijk za uw oog een traan ontglippen over den ongclukkigen toeftand vazo veele feraavc Kooplieden, en tan ons deerlijk vertrapt Vader.' land; en gij zult u verplicht rekenen alle uwe vermogens aan te. wenden, om het zelve uit de diepte, waarin het door fnoodo feheltncn geftort is, te redden. VE R.T AALElt»  KOOPIÏ. en WERKZAAMH. der ENGELS. 9.45 ' De overleden Hertog van b edford behoorde, volgens de • openlijke verklaaringe van den Ridder »'eon,tot die Ministers, van welken Frankrijk de vrede van 1762. had gekogt; eene befchuldiging die geen twijfel overlaat, daar zij van iemand kwam, die terftond daar na Chargé d'djfaires , ja zelfs gevolmagtigde Minister aan het Engelfche Hof was geweest; het gevolgelijk weeten moest, en zich aanbood de fterkfte bewijzen daar van op te leveren. Deze trouwlooze Engelfche Minister, die alzo geen bedenken droeg, zijn Vaderland voor gereed geld te verkoopen , was dan nog tot eene edelfchijnenda handelwijze bekwaam , die echter haaren grond in de boven aangehaalde grondregel hadt, daar de Ministers noch voor den Koning, noch voor hcc Parlement, maar wel voor het Volk vreezen. Een nieuw bewijs van de voortreflelijkhcid derEngelfche Staatsconflitutie, daar Hoftalenten in dit land wel tot aanzienelijke posten kunnen doen geraaken ; maar daar men op geene andere wijze,dandooroprechte handelingen, een gegronden roem, en de gunst des Volks kan verwerven. Deze Hertog van bedford, de rijkfle landbezitter van het Koningrijk, wierdt in 't jaar 176a. als Engelfchen Ambasfadeur naar Frankrijk afgevaardigd,om den vrede telluiten. Hij had daar met den Hertog de choisetjl zelfs te doen, die hem ïn allerleie talenten verre overtrof. De Preliminaire vredensartikelen wierden ondertekend , en terftond daarop in Farijs bekend. Q 3 Dea  a46 ZEVENDE HOOFDSTUK: Den volgenden dag verzocht een Jood bij den Hertog van bedford om audiëntie, en verkreeg dezelve^ Deze man, die lang in Oost-Indien was geweest, deelde den Ambasfadeur zijne aanmerkingen over de vredensartikelen mede, in zo verre die het plaat, zelijke dezer landen betroffen; hij bewees hem, dat men, uit gebrek aan kennis van Aardrijkskunde, in den Koophandel zeer groote misdagen daar bij had begaan, waardoor de Engelfche Oost-Indifche Compagnie jaarlijks eenige honderd duizend ponden Sterlings verliezen zoude , en bovendien een bedendige twist tusfchen de nabuurige natiën zou onderhouden. Bedford zag de begaane misdagen in, en belloot op heeter daad ze weder goed te maaken, bet koste wat het wilde. Hij verzocht van den Jood eene fchriftelijke verklaaring, de noodige veranderingen betreffende. Met deze voorzien ijlde hij na Fèrfaltiei'ï en deed den Hertog de choiseul zijn zonderlingen voorflag. Deze antwoorde hem lagchende, dat hij niet dacht met een leerling der daatkunde, maar met de Staatsdienaar eener magtige natie te hebben gecontracteerd, die, zonder twijffel, de deugdelijkheid van het getekende Verdrag kennen moest. Op deze tegenwerping antwoordde bedford, met de vrijpostigheid en snoed van een Waar Engelschman : ,, Gij hebt j, gelijk, dat ik mij, in dit geval, niet als een j, oprecht Engelschman gedraagen hebbe. Ik heb M uit onwetenheid gedwaald,dan ik wü deze on-  KOOPH. én WERKZAAM!!. derENGELS. 24? ,,-wetenheid door geen verraadcrij verzwaaren ; want deze benaming zou mijn gedrag verdienen , wanneer ik het hier bij liet berusten. -Kies der„ halven; of eene verandering , naar mijn voorfchrift , de Oost-Indifche zaaken betreffende;. „ of dat ik nog heden te rug reize, en het Engelsclï „ Parlement mijn hoofd ter difcrctie aanbiede. "De vrede was voor Frankrijk ten eenenmaal onontbeerlijk ; de Preliminairen waren volgens den Rid« der d'eon opgedeld ; daarom moest choiseul toegeeven; de veranderingen wierden gemaakt, en de Jood verkreeg van de Oost - Indifche Compagnie een aanzienelijk penfioen. Vermits deze anecdote volkomen waar is, zo zou men kunnen denken, dat dit de omkooping wederfprak, maar daar de betaaling met het Franfche geld, door geheime kanaalen in Engeland was gefchied, zo had eedford van zijn tegenpartij geen verwijt van dezen aart te vreezen, bovendien behoefde hij niet te twijfelen, of zijne enkele'bedreiging zoude de gewenschte uitwerking hebben. De naam eens Koopmans (Merchant) is in Engeland zeer eerwaardig ; daar deze ftand de bron van alle rijkdommen is, zo heeft men daar ook eere en aanzien mede verbonden. Een Koopman kan Shcrif of Rechter der Graaffchappen, Parlementslid, kortom alles worden , waarop hij volgens zijne talenten aanfpraak heeft. Intusfchen maakt men een zeer wezenlijk onderfcheid tusfehen een KoopQ 4 \ man  «48 ZEVENDE HOOFDSTUK: man (Merchant-) die in het groothandel drijft, en tu$, fchen een handelaar,die een open winkel houd,en zijne waaren in 't klein verkoopt; zulk een voert den naam van Tradesman, dat omtrent zo veel wil zeggen , in de Duitfche taal, als handwerksman. De Winkel moge een galanterie verkooper , een zijde handelaar, of een fchuiërmaaker belmoren , zo i$ de eigenaar niets meer noch minder als een Trades* man, die aan geen vooinaame eerambten behoeft te denken. Hierbij is aan te merken,dat in Enge, land, ieder handwerksman in zijn huis, ook tevens een open winkel heeft, die het onderde gedeelte, des huizes inneemt, en ook doorgaans, gelijk bi* de Schoenmaakers, Zadelmaakers, enz. tot werkplaats diend. Veele van deze handwerkslieden ba. zitten groote rijkdommen, eu verbaazend groote magazijnen. Ik heb een Schoenmaaker gekend, die' in één dag fooo paar fchoenen verkogt, die naar! America gezonden wierden. Hij hield veemknechts , benevens zijne Comptoirbe.dienden ; en" zijne wisfels waaren op. de Beurs zo goed rds gereed geld. Het is echter voor zulk een man (Tradesman) «■eer bezwaarlijk, o,m zich zonder vermogens zo te verheffen, daar niemand, als lieden die tot het gepeupel behooren, of vreemdelingen, het geene zij' noodig hebben, terftond betaalen. Alles wordt op een zes maandeüjkfche of jaarlijkfche rekening gcCchrcev.cn. De meesten worden alle nieuwe jgareji be,  KOOPII. ne WERKZAAMII.derENGELS. 349 betaald, en tot dien tijd moet de Tradesman wagten , het geene hem hierin nog iets te gemoete komt, is, dat hij van zijne zijde ook alles op rekening neemt: dan de knechts verlangen alle wee* ken hunne betaaling , die niet kan worden uitgefteld. Dit crediteeren heeft'een groot gemak, vermits men lichtelijk zodanige fehikking maaken kan, om op een bepaalden tijd geld in voorraad te hebben, dat men het ganfche Jaar ontbeeren, en derhalven nuttig kan aanwenden. De handel wordt hier algemeen door bevorderd , maar tevens ook de weelde vermeerderd , en het fchuld vermeerderen gemakkelijk gemaakt. Daar het landgebruiken zijn, zo bedienen zich de ordcntelijkfle en rijkfte lieden van dit gemak, dat, inzonderheid voor de huishofmeesters der Grooten, ongemeen voordeelig is-. Het is bezwaarlijk in dezen post een eerlijk man te zijn, daar de verzoekingen zo fterk, zo menigvuldig, en de m ddelen om het ongeoorloofde bedekt te hou-, den, zo gemakkelijk zijn. Ook woonen de meeste dezer, die men hier Stewards noemt', gewoonlijk in groote eigen huizen; hebben aanzienelijke huishoudingen, ja bezitten dikwils landgoederen: veele derzelve hebben zulke groote kapitaalen , dat zij hunne heeren zeer groote lommen kunnen verftrekken. De Steward verkiest, naar eigen willekeur, da handwerkslieden en leveranciers , en onderzoekt alle hunne rekeningen. Hoe buitenfpoorig. diezomtijcis zijn, kan net volgende doen blijken. Q 5  »5° ZEVENDE HOOFDSTUK: De voorige Hertog van newcastle, een man van aanzienelijke rijkdommen, die zich, bij zeer bepaalde bekwaamheden , veele jaaren lang in het Ministerie had weeten ftaande te houden , hield een prachtige tafel, en gaf dikwils groote festijnen. Ik heb zelfs een affchrift gezien van eene zes maandelijkfche rekening van geleverd vleesch , die enkel daar voor, buiten het wild en gevogelte , (zou men het gelooven?; niet minder dan elfduizend ponden Sterlings beliep. De Steward had hier waarfchijnelijk een groot aandeel in; ook zou de Hertog met alle zijne rijkdommen , zonder de noodige Hoftalenten en Ministeriaale kimden, deze onkosten niet hebben kunnen goed maaken. De middelen en wegen eens Engelfchen Ministers om voordeden te verkrijgen , gaan tot in 't oneindige. AlJes^bied hiertoe de hand zelve,totdeStationers(dus worden die geenen genoemd die in fchrijf behoeftens handelen) die het papier bij baaien |, en het, zegellak bij centenaars, aan de Staats-Collcgien leveren. Zulke rekeningen worden van de Natie betaald en nimmer onderzocht. Daar nu de leverantie aan één Collegie , genoegzaam is om één man te verrijken , zo betaalen deze Leveranciers aan de Ministers eene zekere fornme voor de eere, hen met het noodige te voorzien. Maar chatham, en chat ham alleen, was boven alle deze verachtelijke geldafperzingen verheven, en ftierf arm. Niemand verftond deze kunst beter als Lord NORTH  KOOPH. en WERKZAAMH. der ENGELS. 251 north, waarom bij zich ook zolange fa zijn post ftaande hield. Daar hij meer door de eerzucht dan door het geld wierdt beheerscht, zo,wenddehij het grootfte gedeelte van dit verkreegen geld. aan, tot omkoopingen, en vermeerderde daar door beftendig de menigte zijner hein overgegecven creatuuren. Bij dit alles fprak deze huichelaar altoos van zijne belangloosheid in het Parlement , tot eindelijk in 1777, bukke, zijn toenmaalige groote vijand, aan 't Lagerhuis een affchrift van een Rumcontract vertoonde, door Lord north geflooten, dat ten onderwerp had, om de Engelfche troepen in America van Rum te verzorgen ; eene der voornaamfte behoeftens, inzonderheid voor zeelieden, wier aanfcbafrïng daarom de regeering is opgelegd. Deze Rum behoefde maar uit de West-IndifcheEilanden gehaald, en zo terftond naar het vaste land overgevoerd te worden. De van Lord north daar voor bewilligde prijs was echter veel hooger, als men zelfs te London, in alle Wijnhuizen daar voor betaalde. Zo groot ook de onbefchaamdheid dezes Ministers anders ware , zo verliet zij hem toch bij dezen onverwagten aanval. Hij vergenoegde zich met de belagchelijke ontfchuldiging, dat hij den Rumhandel niet verdond ; en op het antwoord dat het gezond menfehen verdand vorderde , dat alvoorens men in onbekende dingen, Contracten van eenige 100,000 << Sterlings floot, men daar omtrent kundigheid moest trachten te erlangen, zweeg hij  £53 ZEVENDE HOOFDSTUK: hij geheel fhl. Zijne vrienden waren geneigd aan onvoorzichtigheid toe te fchrijven, het geene zo zeer de gedaante van bedriegerije aankondigde. De inlandfche handel en werkzaamheid wordt ongemeen bevorderd door de gemakkelijkheid, van zulke dingen in een oogenblik te kunnen verkrijgen , die ïn alle andere landen eerst moeten befteld worden , en wier levering gevolgelijk daar door vertraagd wordt. Bij voorbeeld een foort van menfehen, die men Kabinetmaakers noemd , hebben beftendig eenen verbaalenden voorraad van alle te bedenken nieuwe meubilen , die terftond kunnen mede genoomen worden. Zij leveren alle en een ieder articul,dat tot de pracht tige huishouding maar eenigzins vereischt wordt ; zelfs tin- en koperwerk, glaswerk en porcelijnen , ja ook, wanneer zulks begeerd wordt, zilverwerk. Deze methode is zeer gemakkelijk voor die geenen die naar London koomen, om zich daar ter neder te zetten; in weinig uuren kunnen zij een huis huuren, en dit huis is in eenige dagen van alles overvloedig voorzien. Perfoonen die met denaankoop van mcubilen niet overijlend te werk willen gaan3 kunnen een volkoomen gemeubileerd huis, 't zij bij de maand of bij de week, huuren. Dit; gefchied ook gewoonlijk, want het zou ongehoord Zijn, dat een Engelfche famieile uit de Provintie, in London aan een Logement zou aftreeden; om welke reden zij ook doorgaansch in London liegt zijn, hoe prachtig en bekwaam de Logementen, h  fcOOPH. en WERKZAAMH. der ENGELS. 25$ ja zelfs de Herbergen óp het land zijn, wier eige« naars in Parlements verkiezingen dikwils geen kleinen rol fpeelen. Zulk een Kabinetmaaker onderhoud daarom ook beftendig, een groot aantal menfehen buitens huis, die in voorraad arbeiden. Dit nuttig gebruik fïrekt zich tot alle hanteeringen uit* Men vind in London ganfche magazijnen van gereed zijnde hembden , dasfen , enz. van alle foorten en kwaliteiten, die men zo terftond koopen kan. De Boekhandelaars verkoopen hunne boeken bereids gebonden, en wel alle in fraaie banden, die bij duizende bijéén vergaderd, de boekwinkel het aanzien van een Vor* ftelijk Kabinet geeven. Op deze wijze kan ik ter* ftond gebruik van mijn gekogte boeken maaken , zonder eerst den goeden wil van den boekbinder af te wagten. Zekere winkeliers , die men Stationen noemd, verkoopen enkel fchrijfbehoefrens , maar dan ook alles wat hiertoe in de grootfte uitgedrektheid behoord, tot zelf inktkokers , pennemesfer* en almanachen. Zij hebben boeken van enkel wit papier in alle mogelijke formaaten gebonden. De Kleermsaker leverd alles wat tot de kleding behoord, zelfs pasfementen en borduurfels. De vo» gelkoopers hebben hunne eigen winkels, daar hunne waaren geplukt, geheel toebereid liggen, om zo ferdond gekogt en gebraaden te kunnen worden. Ook vertoond zich zulk een winkel in 't geheel niet sfzichrig, maar veel eer fierlijk. Zij die naar OostIn-  asi ZEVENDE HOOFDSTUK: Indien willen reizen , hebben geen denkbeeld, nog kunnen het ook niet hebben,van alle die groote.en kleine noodwendigheden, die tot hunne lange reize en hun verblijf aldaar noodig zijn. Dit ongemak wordt echter, op de aangenaamfte wijze, door zekere winkels verholpen, in welke de Oost-Indiëvaarder, naar zijn beurs, groote of kleine kisten kan koopen, die met alle bedenkelijke noodwendigheden, voor' zülk' eene reize zijn aangevuld, van de hembden af tot de noodige medicijnen toe. Bij iedere'kist ligt eene gedrukte lijst van de daar in zijnde articulen. Ten 'einde de gemeene matroos aan 'dit gemak' ook deel kan neemen, zo zijn de voor hem noodige behoeften, volgens de vernieuwde maat (*) ingericht. Deze oplettendheid drekt zich over alle handteeringen, en gaat tot in het oneindige. Men heeft zorge gedraagen, bij het derven, de overblijvende bloedverwanten de treurige plicht der begraavinge te verlichten. Men roept een man, die hier een Undertaker wordt genoemd; men zegt hem met weinig woorden den dag, het uur en de plaats der begraavinge , desgelijken of men veel of weinig daatfie daar bij wil hebben. Alles wordt als dan bezorgd, 'er komen perfoonen, die het ligchaam bezichtigen; het wordt 'naar een oude, ter bevordering (*) Dit heeft zeker ziin opzicht op de grootte der kist, gelijk zulks bij de Hollaiidfche Oost-Indifcae Compagnie ook plaats heeft. Vertaaleiv  KOOPII. en WERKZAAMH. der ENGELS. 255 ring ckr manufactuuren, gemaakte wet, in wolle gekleed ; de kist wordt gebragt , de draagers en koetfen verfchijnen ; de klokken worden geluid,, het ligchaam begraaven, en alle onkosten door den Undertaker voldaan, die dan den volgenden dag zijn rekening inleverd, welke meestentijds, volgens het Engelsch gebruik gelijk de andere , op Kerstijd betaald wordt. Hetzonderlinggebruik derEngelfchen,om hun geld een Bankier in bewaaring te geeven, heeft in even denzelfde grondregel zijn oorfprong, om, namelijk, zich alles zo ligt als mpgelijk te maaken; en ook hier is het gemak met de nuttigheid allerwege zeer .naauw verbonden, 't Zijn niet alleen Kooplieden , maar daar en boven alle wélhebbende en rijke lieden , de Grooten des rijks, ja zelfs groote Landscollegiën geeven hun geld aan Bankiers over, niet op interest, maar om daar op 't oogenblik over te kunnen disponeercn. De eigenaars ontdaan zich daar door van de moeite, om de menigvuldige betaalingen zelfs te doen, en verzekeren daar bij hun geld tegen diefdal en gevaar van brand. Beide vallen in London zo dikwils voor, dat, uit dien hoofde, wel voorzorge moet gebruikt worden, de Bankier moet niet alleen inftaan voor alle vreemde gelden, die in zijn huis gefloten worden , maar ook voor alle bedriegerijen, waardoor, uit naam van de ge'ïnteresfeerdens, op eene listige wijze,fommen ■worden afgehaald; wanneer,namelijk, iemand eene val-  a55 ZEVENDE HOOFDSTUK: 'val fche vertooning van eene rekening doet, en daar op geld erlangd. Des avonds om zes uuren, Winter en Zomer door, worden dezePfivaatbanken gefloten ; na dezen tijd wordt 'er niets meer uitgeteld, alle gelden die in voorraad zijn, en bij groote Bankiers onmetelijke fommen beloopen , wórden in ijzeren kisten gelegd, en tégen het vuur beftand zijnde,in verWuifde plaatfen onder de aarde gebragt,- en tot den -volgenden dag bewaard. Alle deze moeite wordt door het voordeel beloond, van vreemde gelden in harden te hebben, en dezelve ten nutte te kunnen gebruiken. Alhoewel men het gegeeven geld alle uüten weder op kan eifchen , zo blijven 'er dan nog -van de menigte Kapitaalisten , van welken de Bankier menigmaal 3 , 4, ook wel 500 te bedienen heeft,zo Veele gelden in Casfa, dat daar mede, ten voordeele der Bank , allerleie Speculatien kunnen gemaakt worden. Hiertoe behoord Inzonderheid het discontceren , zo wel van vreemde als binnenlandfche wisfels-, die in korten tijd betaalbaar zijn. Dan de termijn moet geen twee maanden overftijgen. Binnen dezen bepaalden tijd, wordt, echter * ieder goede wisfel verdisconteerd , en dat wel volgens het beloop van vijf percento jaarlijks, waat van het disconto bij den dag gerekend wordt. Heeft de Bankier te veel van deze vreemde gelden uitge* geeven, en worden 'er van zijne geïnteresfeerdens Veele opeisfeben gedaan, zo helpt hij zich terftond door een Traite, op de Bank Engeland,bij welke eert  KÖOPH. en WERKZAAMH. der ENGELS. i$? e'en ieder Bankier, haarden bekenden roefiand zij* rier bank, een groot of klein crediet heefr. Deze voortreffelijke methode, waar door alles ei» kanderde hand bied, is waarlijk be won dering waardig; zij wakkert de nijverheid op, eri maakt önderïieemingèn gemakkelijk, waar aan men, zonder deZelve , niet zou kunnen denken. In geen >andeldrij-< Vende ftad in Europa , ja zelfs in Amfterdam, gebruikt men dergelijke middelen niet, die onloochenbaar den Koophandel meer nadruk bijzetten. In ali iefteden, zonder uitzondering, heeft de middelmatig gegoede Koopman onoverwinnelijke zwarigheden te bverftijgen, wanneer hij iets ohderheeinen wil, daar veel gereed geld toe Wordt vereis ent ; hij moet dit derhalven den tijken ovetlaaten ; ja het gebrek aari gelegenheid, om in der haast geldfommen të erlangen, zonder zijn crediet in gevaar te brengen, brengt den eerden dikwils in het naauw, en veroorzaakt niet zelden zijn Ondergang. De Bankiers van London, wier getal tegenwoorè dig 07*4) agthortdërd en veertig is, zijn, behafc ven de betaaling der rekeningen hunner geïnteres* feerdens, nog Verplicht alle ultdaaride Wisfels derzelve te incasfeeren; daar 'er hu dagelijks duizenden* vervallen, zo moeten de daartoe beflemde Klerken den geheelen voormiddag langs draat loopen. Dè ëigenaar bekommerd zich daar over m *t geheel inet; wordt hij betaald zb fchrijft de Bankier het hem, ter zijner dispoütie ,op zijn boek aan 4 en in R hc  «53 ZEVENDE HOOFDSTUK: het tegengeweld geval, wordt het den interesfant terftond gewaar» op dat hij zijne maatregelen daar na kan neemeu. , Alle groote en rijke Kooplie* den houden met.de Bank van Engeland zelfs kasrekening, waar bij zich veele dan nog van andere Bankiers bedienen , zo dat menig een drie of vier Depots of veilige bewaarplaatfen voor fchatten , hebben. Alle de dienden , welke de Bankiers aan hunne geïnteresfeerden bewijzen , gefchieden insgelijks door de groote Bank. Zij telt op vertooning, de gelden uit, casfeert de vervallen wisfels in, en verdisconteerd. Deze voordeelen der Bank, vermits op die wijze, meer als de helft der in de Citij van London circuleerende gelden, enkel door eene bijdén komende werking , in haare handen koomen, zijn onmeetelijk en onmogelijk te berekenen; want alle vertooningen aan de bank, worden in banknooten betaald; men begeerd gemakshalve geen baargeld, of ten minden maar een klein gedeelte, al het overige is papier, dat dikwils jaaren langcirculeerd, eet bet weder aan de Bank wordt geprefenteerd, of indien zulks alsdan gefchied, om een klein gedeelte baargeld, en het andere in nieuwe banknooten te hebben. , Deze inrichting is mogelijk het grootde meesterftuk des mercantielfchen geest en Uitvinding. De Bank is alle dagen open, uitgenomen des Zondags, van 's morgens ten negen, tot 's namiddags ten vier uuren, in welken rijd onophoudelijk wordt betaald en verdisconteerd. Nie.  KOOPH. en WERKZAAMH. der ENGELS. s& Niemand, dan zeer rijke perfoonen, kunnen een Privaatbank oprichten, vermids hier zeer groote fommen, en een vast gegrond crediet, toe worden vereischt. Daarom voegen 'er zich vier, vijf of meer Kapitaalisten te zamen, en leggen de daar' toe noodige gelden bij elkander, die, echter, zomtijds door menig Bankier , worden te rug genoomen, wanneer de vreemde inkoomende gelden dermaaten op één (tapelen, dat alle zaaken daar mer de konnen worden in orde gehouden. - De Hei> tog van marlbourgh had voor eenige Jaaren bij den Bankier child zelden minder daii lo,ooo cA Sterlings,dikwils J.5,coo ook 20,000. De Bankier drummond , die de betaaling der Staats adfignatiën bezorgd, heeft dikwils van het Admiraliteits collegie , van het departement vait cor'og, ja zelfs van de Schatkamer, fommen in handen, die op veele honderd duizenden <=< Sterlings loopen. Men kan zich gemakkelijk voordellen , dat de regeering , bij de verkiezing dezer Bankiers, alle mogelijke voorzichtigheid aanwend, zo dat deze post van het Hof aan niemand opgcdraagen wordt, clan aan die, welke behalven eene beken» de fchrander- en rechtfchapenheid , ook tevens eert alleraanzienelijkst vermogen bezit, met 't welk,hij Voor alles moet inflaan. Het is zonder voorbeeld , dat een dezer Bankiers failleerd , fchoon het niet nieuw is , dat van de andere de gr»»rlte en rijkfte te gronde gaan, R a Èctfj  £6o ZEVENDE HOOFDSTUK: Een zeer ongemeen'! en merkwaardig voorval van «dezen aart, gafclnedde voor agt jaaren, met siri geohge col bh. ook. Deze Ridder was Parlementslid, de voornaamfte Bankier in London, en was , veele Jaaren lang,Prefident der Oöst-Indifche Compagnie. Wie zou in zulk een hoogen gelukfiaat van toekomftig gebrek droomen ? Hij leefde, en alles maakte hem daar toe gerechtigd, met de pracht van een Vorst, dan, in zijnen dagelijkfchen enzo zeer uitgebreidden handel, heerschte niet dan onorde en verwarring, waardoor zeer onverftandige onderneemin gen veroorzaakt wierden. Bij Voorbeeld, de Pféfident der Oost-Indifche Compagnie wist dikwils zelfs de toeftand der Oost-Indifche aangelegenheden niet, kogt Inductie Aflens, wanneer de zaaken flegt ftonden, en verkogt ze weder als het zeer goed ging. Eindelijk na een dikwils verbaazend en herhaald verlies; wierdt zijn wankelbaaren toeftand bekend, En ontruste de Hoofdftad ; de Engelfche Bank trad toe, en fchoot hem onmetelijke fommen op, dan te vergeefsch, hij maakte een formeel bankrot, en moest de zaak aan zijne fchuldeifchers overlaaten. Deonuittfpreekelijke kwaade beftieringe, niet alleen van zijn eigen handel, maar ook de Oost-Indifche zaaken «vierden toen ontdekt, en daar hij als een trotsch en gebiedend man,in zijn gelukftaat zichontelbaare vijanden had gemaakt, zo veroorzaakte alle deze omftandigheden, dat men geen medelijden met hem betoonde te hebben, hoezeer ook de Engelfche in der-  KOOPH. enWERKZAAMH. der ENGELS, efa dergelijke gevallen, zich daardoor in een'gunfüg licht doen zien. Het wierdt hem alles afgenoomen, en zijne Gemalin, die hem een ontzachelijk vermogen had toegebragt, wierdt met hem in de uitcrfle behoeftigheid gedompeld. De trotfche Ridder wierdt gedwongen de Oost-Indifche Compagnie , die hij zo veel fchade had toegebragt, en bij welke hij geene vrienden meer had, om aalmocsfen te bid. den. Hier door verkreeg hij een penfioen van 200» pC Sterlings,waar mede hij naar Frankrijk trok, et* zich in de kleine Stad Bologne nederzette, daar hij met zijn huisgezin nog leeft. Toen in 1778. den oorlog een aanvang nam, en alle Engelfchen opKoninglijk bevel de Franfche Staaten moesten ruimen , maakte het Hof van Verfaüles, uit aanmerking van den diepen val, dezes zo aanzienelijken mans, eene prijswaardige uitzondering, ten voordeele der ongelukkige famielle des Ridders colbrook, die met naame in het Koninglijk bevel wierdt uitge. zonderd. De bij de Bank van Engeland in acht genoomen orde en voorzichtigheid, is zeer ongemeen; om welke reden zij ook zelden een groot verlies lijdt. Linguet noemd deze beroemde bank : Machine dtisfi merveilleufe que peuConnue ,en hij heeft recht. Men heeft het in geen Land daar Banken zijn zo verre gebragt, dat de betekenis van het geld aan het gereede geld wordt voorgetrokken, zo als hier. Deze banknooten zjjn een voortreffdijk hulpmiddel R 3 voo»  sfja ZEVENDE" HOOFDSTUK: voor den Staat, daar in vergeüjkinge altoos maar een klein gedeelte der betaalingen van het zelve wordt geprefenteerd. Men houd intusfchen deze verbintenis der Regeering met de Bank ten uiterften geheim; dan, zo veel is bekend , dat de laatfte den Staat dikwils geld vooraf fchiet, en haar crediet tot deszelfs voordeel aanwend. Van den anderen kant, hoe tegen gekant de Ministers ook zomtijds mogen zijn , en hoe veranderlijk ook in hunne denkwijze, zo volgen zij alle den grondregel om de Bank met de grootfte achting te behandelen; een voorrecht op 't welk zich geen ander ondergefchikt Staatsligchaara des rijks beroemen kan, hoe groot en achtingwaardig het ook moge zijn. Een bewijs hier van, vindt men in de wijze, op welke de Regeeiing,met de StadLondon en de Oost-Indifche Compagnie handelt. De lommen, die jaarlijks in banknooten, deels op de Zee verlooren gaan, en deels in het Land vernietigd worden, rekend men doorgaans zo hoog als het jaarlijks loon van de gezamenlijke Bankbedienden bedraagd. Daar, op deze wijze, de bepaalde uitgaven der Bank vereffend zijn, zo geniet zij het voordeel haares handels en het disconto der wisfels. Bovendien houd zij kasrekening met alle groote huizen van negotie , in London. Om dit te verdaan , moet men vveeten, dat niet alleen alle Kooplieden, maar ook alle rijke handwerkslieden dezer Stad, gemakshalve met een Bankier in verbindtenis daan, n  KOOPII. en WERKZAAM!!, der ENGELS, atf^ bij wien zij bun, tot den Koophandel behoorende geld in bewaaring geeven, en dan bij gclegenhd \ daar op trekken. Zulk een wisfelhuis befbat gt woonlijk uit drie, vier, ook meer Kapitaalisteu van welken eenige tot de rijkfte des Lands behooren; waarom dan ook den val van zulk een huis , van wegen deze verbintenis, een uitgebreiden invloed 'mEngelandhedt. Door dit kasrekeninghpuden der Bank, doet zij eene tweede werking, waardoor zij weder een groot deel der nog in London circukerende gelden in bezittinge neemt. Dit bewaarde geld , over 't welk men oogenblikkelijk befchikken kan, wordt niet alleen zonder intresfen bewaard , maar de Bank getroost zich de moeite, gelijk alle wisfelhuizen, om allé dcrzelver geïnteresfeerdens hunne wisfels voor niet te laaten incasfegren , door haare bedienden ; welker gelden zij dan tot dcrzelver Depot toe voegd. Alle deze onmetelijke fcliatten worden des nachts enkel maar door twaalf naohtwagten bewaakt, die binnen het Plein van de Bank geflooten zijn. Min weet voor het overige niet, dat'er ooiteen aauflaggemaakt is, om de Bank te belleden, hoe talrijk ook de voorbeelden zijn., dat men dezelve heeft zoeken te bedriegen, en ook werkelijk bedroogen heeft. Het plan des Hertogs de c h o i s e u l is het merk. waardigfle voorval, dat deze. dichting immer bejegend, is. Deze hoogst zonderlinge gcbeurenis is buiten Engeland zeer weinig bekend, vermits zij in het R 4 tijd-  ZEVENDE HOOFDSTUK: tijdperk voorviel, van den zwaaren Silefifchen krijg toen de algemeene opmerkzaamheid lusfchen zo, veele Duitfche buitengevvoone zaaken was verdeeld, zo dat men op de uitheemfche minder acht lloeg. Het plan des Franfchen Ministers was een groot Staatsman waardig. Hij waagde niets. ïn°. dien het ontwerp gelukte , zo won hij oneindig veel; gelukte het niet, zo wierdt 'er niets het mïnitc bij verlooren. Ailes kwam op de groote zaak aan, om het crediet van Engeland te ruïneeren, en daar door de natie buiten ftaat te dellen, om den oorlog voord te zetten. Niet was hier toe gefchikter dan de Bank, de ziel van den Staat, in den grond te helpen. Zij is bijzonder in den Spaanfcheu en Portugeefchen Koophandel zeer geïnteresfeerd, vermits zij daar door een groot deel van het Americaanfche Goud erlangd. Het was dus zeer gemakkelijk, een gefchikt tijd dip te verkiezen, in 't welke haare kisten minder dan gewoonlijk voorzien waaren. Eenige milh'oenen Franfche Livres, ge. reed geld, gepaard met de vlijt der Franfche Emisfa. risfen in Lujidon , waren genoegzaam om hier toe let noodige alarm te verwekken en te onderhouden. Ging de zaak. naar wensch, zo was de oorlog zo goed als geëindigd, en het verlies dezer in vergelijk king kleine fomrae, een allergrootst gewin voor frankrijk; indien het ontwerp mislukte, zo was aan dit geld niethet minde verlooren. Het FranHof wierd. voortreffelijk bediend, en Engelandi fcheen  KOOPH: en WERKZAAM!!, der ENGELS. 265 fcheen eenige dagen lang, zonder redding verlooren te zijn; dan de Britfche nationaale geest keerde dit onweder, door eene zeer verdandige maatregel af, en durf ik mij van deze uitdrukking bedienen, 'er wierd een daatkundige Conductor uitgevonden, die de Rank voor alle gevallen van dien aart, in het toekomende verzekert. Üe groote fommen, die van dc Franfche Commisfarisfen uit de bank wierden geheven , tranfporteerde men met daatie, waarbij men allerhande zorgbaarende geruchten uititrooidc. Dit deed zijne uitwerking; in weinig dagen was de ganfche ■dad in beweeging; alles dortte op de bank aan om de banknooten, voor gereed geld , te vgrwisfelen. Hoe groot ook de ontdeltenis der Directeurs van de Bank mogte zijn , zo verborgen zij dezelve echter, en telde onophoudelijk uit, om daar door het gerucht te doen verdwijnen; dan te vergeefsch: het alarm bleef duuren en vermeerderde zelf. Men ijlde uit alle deProvintien van Engeland met Post-Chaifen en Courier - paarden naar Londen, om dc bank met papieren te bedormen. Nu moesten 'er maat* regelen genomen worden. Gemeenlijk gefchieden de betaalingen in goud;groote zommcn worden gewogen, de kleine niet, gelijk in Duitschland, voorgcfchooten, maar met eene verbaazende gezwindheid geteld. Nu werd niets meer gewogen, en de gezwinde wijze van tellen ook nagelaaten , integendeel wier. den de Guiujes ftuk voor duk op de geldtafel ge. kgd, waarbij men ook den bepaalden tijd in de'inflruc? R 5 tje  s6£> ZEVENDE HOOFDSTUK: tie der Bank, wegens het openen en fluiten, vastgefreld, naauwkeurig in acht nam. Daar nu het bepaalde getal Kasfiers, den ganfchen tijd met uittellen bezig was, zo kon maar een klein gedeelte der eifchers voldaan worden, en de andere hadden geen wettige oorzaak, om zich te beklaagen. Intusfchen waren deze de middelen , die de zekerheid en de groote van het kwaad des te zichtbaarder maakten , waarbij nog kwam, dat men al het zilvergeld opzocht , en dag en nacht in den Towr zilvergeld liet munten,om de zaak daar mede uit te {tellen. Deze wanhoopige toeftand duurde negen dagen lang, en dreig-, de de vernietiging van het Staatswezen dezes gelukkigen Eilands. Geen vereenigd verlies van America, Canada, de West-Indilcbe Eilanden en de OostIndii'che bezittingen waren met het ongeluk te vergelijken , dat een Bankrot der Londonfche Bank met zich zoude fleepen; daar deze, even als in het binnenfle van den Staat, in geweeven is. Het is geen Misiifippi - Bank, waar enkele Speculatie de grondflag van was, maar eene inrichting, waarvan het geluk van alle dc aanzienelijke en rijke famieliën des ganfche Koningrijks, zonder uitzondering, van afhangt. Deze overwegingen veroorzaakten dat, op den negenden dag, honderd en twintig der rijkfte Kooplieden in London te zamen toetraden, en eene Acte tekende, in welke zij zich verbonden, om drie maanden Jang, alle banknootcn , zonder uitzondering, voor gereed geld aan te neernen. Van dit  KOOPH. en WERKZAAM!!, der ENGELS. 167 oogcnblik af aan, hield alle ongerustheid op , de Bank wierdt niet langer beftormd, en alles geraakte weder in voörige orde. Deze fchrikkelijke aanflag diende dus enkel, om de Engelfche te leeren, door welke middelen zij toekomftige ongevallen, van dezen aart jfchiclijk kunnen afwenden. De Kasfiers der Engelfche Bank ontvangen daaglijks verbaazende fommen ter betaaling , en wel in goud, het geen hen wordt toegewoogen, het welk zij, volgens een bereekend gewigt, voor het uitgeteld geld, even zo weder te rug moeten leveren, Voor weinig Jaaren wierden hen de nog Guinjes toegeteld; men ontdekte echter, dat zeker Kasfier daaglijks eene groote menigte derzelver mede na huis nam, en door middel van een kunftig inftrument, ?er goud wist af te neem en, zonder dat zij den rand verlooren, noch eene merkbaare verandering lieten zien. Het bedrog was mogelijk thans noch niet ont' dekt, maar zijne Maf tres verried hem; hij wierdt gehangen , en zedert dien tijd wordt het geld den Kasfiers toegewogen. De minde banknooten zijn tien cC Sterlings; ten aanzien der hoogde , heeft geene bepaaling plaats. Men kan naar welgevallen één éénige noot voor de verbaazendfte fomme erlangen. Zo weet ik , dat bij de komst van een aantal rijk geladen Oost-Indifche Schepen, de Oost-Indifche Compagnie aan het Tolhuis in London, eene fom van 160,000 cC Sterlings te betaalen had; daar nu deze Compagnie met  z<58 ZEVENDE HOOFDSTUK: met de Bank ook kasrekening houdt, zo wierdt 'er ter-" ftond op dezelve getrokken, en deze groote geldzaak , door middel van één éénigë banknoot ,m een oo-? genblik geëindigd. Het is niet geoorloofd, om op. banknooten arrest te leggen; maar, volgens de wet, moet den toonder der banknoot, zonder weigering, bet geld gefcliooten worden: om welke reden alle bedreigingen , omtrent verlooren banknooten , maar fpooken zijn, om den onweetenden vinder tot de te rug geevinge te noodzaaken. Voor omtrent twaaT Jaaren,was de afwijking van deze wet, de Bank baast duur komen te ftaan. De Boekhoudereens grooten Koopmans ontvreemde zijnen Heer twintig duizend oC Sterlings in banknooten: hij waagde het niet , om ze in de Bank te prefenteeren, maar verkogt ze aan een' Jood, die de wenk, verftond, en gevolgelijk de betaaling met eene groote korting deed. Hij vlugtte met het ontvangen geld naar Holland. De diefdal wierdt met de nommers der banknooten in de Couranten aangekondigd, en aan ieder verzogt dezelve niet aan te. jieemen. Na verloop van een halfjaar, verfcheen de Jood daar mede in de Bank, en vroeg betaaling. Deze wierdt, uit achting voor den Koopman, geweigerd, die met dc Bank kasrekening hield, men wilde dien man daar eerst bericht van geeven. De Jood drong op prompte betaaling aan , envermits hij die rfict kreeg, zo ging hij op de Beurs, toen het even den tijd van de bijéénkomst was , en vertel, de  KDOPH. en WERKZAAMtf. dér ENGELS. «6$ de openlijk, dat de Bank,in flegte omftandigheden, moest zij'n , daar hij geen twintig duzend voor banknooten hadt konnen erlangen. De Jood was als een zeer rijk man bekend , én had de banknooten in de hand, die hij zeide dat hem uit Hol/and waren toegezonden; ja hij was van begrip, de weigering, met zeer bedenkelijke aanmerkingen, aan de pilaarcn van de Beurs te laaten plakken; het papier Was alreeds gefchreeven , wanneer de Directeurs , die daar van bericht hadden gekreège'n , tot hem, zonden, en hem lieten verzoeken , om zijn geld te komen ontvangen. Op deze wijze wierdt de zaak geëindigd, die zeer erndige gevolgen had konnert hebben. In een ander Land zou de Jood , ds eeri lasteraar; geftraft zijn geworden ; ïn dit rijk echter, hoe zeer de Bank, om zo te zeggen, de béftaanlijkheid van het rijk is, had de Jood zijn Proces gewonnen. Volgens de wetten, kon men heni niet verhinderen, eehe hem bènadeelende en onrecht» Vaerdig fchijncnde handeling, narfr zijn welgevallen tiit te leggen: en wat ook verhinderde hem te zeggen, dat hij dacht, dat men zich van deze ontfchuldiging, veroorzaakt door gebrek 'aan gereed geld, als een uitvlugt bediende, om tijd te winnen? Indien dit gerucht bij verdandige lieden al van geene uitwerking zou zijn geweest, zo zou toch het gepeupel hier omtrend niet onverfchillig gebleeven zijn. Genoeg, de Jood kende de menfehen en de 'wetten^ êa bereikte zijn oogmerk. Doet  tt7o ZEVENDË HOOFDSTUK: Door de ervaringe wijs geworden,heeft de Bank,■voor en na, zekere grondregelen vast gefield, van' welken zij niet afgaat. Voor omtrent veertig jaar gebeurde 'er eene zeer merkwaardige zaak. Een Directeur van de Bank, een man van een zeergroot verinogen, gebruikte, ter aankoop van een landgoed^ dertig duizend pond fterlings: hij telde de Bank het geld en liet zich daar voor één eenige banknoot geeven, om de betaaling van alle moeite te ontheffen (men moet hier aanmerken ,dat iedere groote banknoot naar welgevallen , in kleinere, van allerhande foort daaglijks kunnen verandert worden.) Hij brengt deze banknoot naar huis, en legt die, ter oorzaaké van een dringend toeval, op de lijst van een fchoorfteen. Eenige oogenblikken naderhand wilde hij ze wech fluiten, maar vind ze niet meer. 'Er was niemand in het vertrek geweest, dus was 'er geen verdenking mogelijk. Vermits men dezelve volflrekt niet konde vinden, zo befloot men,dat zij ontwijffelbaar in het, op den haart liggende, vuur moest gevallen zijn. De Directeur van de Bank geeft daar pp het Collegie zijn hem overgekomen ongeluk te kennen,'t welk ook,van wegens de bekende braafheid des mans, ten vollen werd gelooft. Daar hij zijn gereed geld daags te Vooren aan de Bank had betaald, zo fcheen het verzoek, om hem een ander papier, in Stede van het verbrandde te geeven,niew mand onbillijk te zijn. Hij kreeg dus een nieuwe banknoot, waar tegen hij zich fchrifcelijk verbond ? dat  IvOOPH/en WEkKZaAMH. der LixuriLS. zji dat wanneer hij de verlooren wedervond, of een ander , die ter betaaïinge mogt aanbieden, hij in het eerde geval dezelve zou overleveren, en inhettweede dat hij voor alles zoude in (laan. Voor omtrent tien jaaren, dus dertig jaaren daarna, na dat de Directeur van de Bank reeds voor lang geftorven was, en zijn vermogen onder veele familiën was verdeelt, verfcheen 'er een man in de Bank, met de verlooren banknoot, en verzogt betaaling op dezelve : te vergeefsch wierdt hem het oude revers getoond , waar door zijne banknoot geanulleerd was; hij wil hier in 't geheel niet naar hooren , maar beweerd de zijne uit een vreemd Land te hebben ontvangen, en begeerd daarom, zonder uitftel, zijn geld. De banknooten luiden alle; to the hearer, ("aan toonder,) hierop grohde zich de man, en de dertig duizend c£ Sterlings moesten hem daarom ten vollen betaald worden. De onderfcheide erfgenaamen ontfchuldigden zich alle over het ongeval. Dus moest de Bank het verlies alleen lijden. Men is naderhand te weeten gekomen , dat een Metzelaar, het bouwvallig huis van den overleden Directeur gekogt hebbende, om een nieuw in deszelfs plaats te zetten, men de banknoot agter de lijst van de fchoorlteen, in eene fcheure, gevonden had. De groote waarde van zulk een klein papier, maakt de verzending daar van zeer gevaarlijk. '£r is geene voorzorge tegen de dieverij, zelfs op de post mogelijk. Het  272 ZEVENDE HOOFDSTUK: Het eenige middel waarvan men zich bedient, ötri den diefdal te verhinderen, is de Banknooten in twee Hukken te fnijden , en ieder afzonderlijk te verzen* den. De dief kan zulk een half fhrk niet gebruiken * en loopt dus bij de opening des briefs, om niet, het grootde gevaar; om deze reden gefchiede znlkezaaken zeer zelden. De te zamenvoegingderdoorgcfneden (lukken, is niet alleen geoorloöft, maar veri mits de groote fijnheid van het papier de banknoo-* ten aan het grootlle gevaar bloot Held, om aan nuk* ken gefcheurd te worden ; zo kan de bezitter in dat geval, zulke banknooten, met Ouwel, of andere dingen, aan elkander plakken. Ik heb bij landluiden dusdanige gezien, die vijftig en meer jaaren oud en zo gefcheurd waren, dat de woorden, enkel door de Ouwel,aan elkander hingen. Zijbewaarendezelve , als een fchat. van welken zij ten allen tijde gebruik maaken Runnen. Voor eenige jaaren gebeurde 'er een hier toe betrekkelijk en zonderling geval. Een Pachter uit Herfordshire komt in de Bank, en verzoekt dc Boekhouders hem^ op eene in handen hebbende banknoot, van tienduizend pond fterlings ,agthonderd pond te leenen , die hij in agt dagen , weder terug wilde geeven. Men zegt hem dat het niet doenlijk is ; en geld op geld te leenen, ftrijdig was; dat zijn Banknoot als gereed, geld wierdt aangezien, en hij eo terftond gereed geld, of anders groote en kleine Bank-  KOOPH. en WERKZAAMH. der ENGELS. a|| banknooten. konde erlangen; Dit wilde de Pachter niet, en ftond 'er op, dat, daar zijn banknoot echt was, men 'er hem ligtlijk agthonderd c;6 ZEVENDE HOOFDSTUK? been te brengen, dat de onder de aarde,in ketenea liggende mor ton,Van dezelve wierdt verlost,er* gelukkig uit den wélbewaakten Kerker ontkwam. Alles was tot de verdere vlugt in gereedheid, _en m okton fmaakte het verrukkendst genoegen,zich den volgenden dag op. de Franfche Kusten in zekerheid te zien. Hij verwisfelde zijn naam, nam den_ weg naar Vlaanderen, bereikte Brugge, en verbleef aldaar. Nu zette beeds zijn ontwerp voort. Hij fcood de in verlegenheid gebragte Bank aanom morton weder in handen te leveren, wanneer men hem 5oco <<. Sterlings wilde geeven. Men vond deze fomme te hoog, en men dacht te recht . dat iemand, die beflooten hadt, om 5c°o Sterün?s een verraader te worden, het yoor duizend «C niet zoude afflaan. Deze fom wierdt hem bewilligd , en dfeds,' die niet meer konde bedingen, doeg eiiv'eüjk toe. De zucht der Engelfchen, om, indien zulks mogelijk is,, op hun. Eiland te leeven , V,.,-r vrn ik reeds in net eerde Hoofdduk gefprcoken hcbbe, en zich op zo veele vvcczenlijke zaaken -rond; werkte op den cngelukkigen morton zo. Jerk dn hij niets vinniger wenschte, dan in zekerheid naar Engeland te rug te keeren. 'Er waren, reeds vier maanden verltrecken, dat hij in Brugge leefde; in welken tijd hij bedendig, met zijn vriend SÏ l „ S, brielwisfeling bad gehouden , die hem ook .«n'tnd mM> «4 liad overgezonden, als hij  IOOPH. enWERKZAAMH. der ENGELS. t?7 van hem het blijde bericht ontfing, van weder t» kunnen keeren; zijne familie, gaf hij voor, hadt zich tot de Bank vervoegt, en deze hadt beflooten, het Proces te ftaaken, en wel om hun eigen zelfs wille, ten einde eene, voor hun nadeelige zaak niet weder op te warmen, Morton, bijwien de vereenigde ondertekening van alle de Bank-directeuren, ja van den Koning zelve, in dit geval niet zou uitgewerkt hebben , het geen de Brief van deeds deedt , vertrouwde zijnen redder en grooten weldoener, die altoos verzogt, dat hij onbefchroomd zoude koomen. Hij kwam : wierdt den eerden dag van zijne aankomst in London gevangen genoomen; het Proces ging voord. Deeds ontving £ijn geld en morton wierdt gehangen. Minde van, het Eerfte Deel,  jbsrf èioov iin lep «siiios: 9a{a -f;oü-:J abnwi «osttotod tUi' asafc na jigatwi?? jtefl£ ^-1 e"H*s f~,"i? pwrl ma is-** ns 1° 1"r't"v «psiib • jLa eb sits nav sniue^nsbno_=-si»- •-' isin (msg ièi cf ewiia a^noS oah. «sv e'i tp « nsv iil e-. .!'»:>s • utewsjjJm tf» bs isbb-i g^p 2bv.'i ■' 129 —— 5 —■ menigmaalcn, lees menigvuldig. ■ 134 —— 3 —— Koet», lees Koers. ■ 1 ' - 139 • IS —- Stad-enWagthuis,/«fStal-enWagthuÊt] ■ ' ■ » 141 —— 23 —— toverkunst, lees toonkunst. '■ 144 ■—■ 24 ~—- Prriciteles, Iets Praxiteles. —- 165 —— 9 —■ cleve, lees Clive. 1 170 —— 13 — betamelijk, lees onbetamelijk. ■ 1 ' lp« —■» »ï ——• wijsheid, hes rijuheid.