F E L I X M E R I T I S. OPGEVOERD TE WORDEN OP HET EERSTE CONCERT IN IEDER JAAR. ZANGSTUK VOOR DE MAATSCHAPPY O M D O O E B. R U L O F F S, ORC II EST MEESTER.  D E M U Z Y K DERZELVER GEVOLG. CHOOR. VAN HET GEVOLG DER MUZYK. Wy, blyde en eensgezinde choorcn, Doen weder onze zangen hooren, Kunstkweekers dezer Maatfchappy! Opdat de naarstigheid door ons u eerbied wy'. Zy ziet bier haaren wensch bekroonen, Daar gy thans weêr, in deze zaal, Aan haar uwe achting wilt betoonen, En juicht, in volle zegepraal, Door uw goedkeuring by een vrmdelyk onthaal. E N  CA' EEN VAN HET GEVOLG DER MUZYK, Wat moet aan ons dit blydfchap geeven, Dat vreemde meesters in de kunst, Door yver gedreven, Om herwaart te ftreeven , Ons kroonen met gunst! Ik zag de vreugd dees zaal doorzweevenj De harmonie in 't midden leeven; En ieder een Was wel te vreên. Wat moet, enz. de MüZYic, tegen haar Gevolg. ö Myn geliefde reijen! Wat is myn ziel door blydfchap aangedaan, Dat ik me, in deze zaal,bekroond met lauwerb'aên f Door u zie begekienl ARIA. RECITATIVO.  Zo Gy toont hierdoor dat waare erkentenis Voor kunstbefchenning by u hoogst pligtmaatig is, Wetóan, wilt, daar 'k u vóór zal flreeven, Uw vlyt den ruimen teugel geeven. Uw heilwensch lïreele elks hart in 't nieuw begonnen jaar- Meceenen, die, met vlyt, in onze dagen , De kunsten met een heusch en bly gemoed Aanhoudend eere doet, En voor verval en ramp behoed! Myn hart zal fteeds, met welbehaagen, U de achting, uwer waard', toedraagen. C A V A T 1 N A. RECITATIVQ. ARIA. Aan de Leden. 'kHef aan. Dat ftraks uw ftem zich met de myne paar'.  Zo myn wensen bc-klyven moog', Zie 'k n t'faam hier nog veel jaaren, Met de zeegning van omhoog, Kunde en Vriendfchap faamen paarcn! Dat u 't lot zyn gunst betoon', En, daar gy de kunst doet bloeijcn, Ook uw welvaart aan doe groeijen, Uw kunstoefening ten loon! Meceencn! enz. Hond Roem verzelle u, dierbre Leden Van deze achtbre Maatfchappy Dat uw zorg- en vlytbefteeden U tot vreugd en heil gedy'! Leeft gelukkig, onbekommerd, Door des Hemels gunst belommerd! CH OORZANG, Ij afwisfe!ing gezongen. MUZYK EN GEVOLG.  EINDE. Uw aller lof zal ftecds op aller tongen zweeven, En Maan, hoe alles hier op de aard' vergangklyk fchyn'. Wie voor den bloei van kunst en wetenfehap wil leeven Zal door verdiensten ook volllrekt gelukkig zyn. Houd de kunsten ftecds in ftand, In ons dierbaar vaderland! Heil verzelle u, enz. Leeft om dit gebouw te fchraagen, Door, voor alles, zorg te draagen Wat tot luister hier verftrekk', En de kunstgezindheid wekk'! Ileil verzelle u, enz. ALGEMEEN C II O O R.  Te AMSTELDAM, ij PIETER JOHANNES UYLENBROEK, MDCCXCV1I.