30   STAATSGESTELDHEID VAN DE REPUBLIEK* DER VEREENIGDE NEDERLANDEN;   HANDLEIDING TOT, Q P SCHETS VAN 0 E ALGEMEEME IN EN- UITWENDIGE STAATSGESTELDHEID VAN DE REPUBLIEK, DER VEREENIGDE NEDERLANDEN, TE AMSTERDAM, b y JOH. WEPPELMAN MDCCLXXXIV,   VOORBERICHT. D oor het uitgeven van deze Handleiding of Schets der Staatsgefteldheid van de Republiek , vermeenen wy niet, met iets nieuws te berde te komen : in tegendeel zyn wy overtuigd dat deze ftoffe elders, en zeer breedvoerig , als in den Staat der Vereenigde Nederlanden door janicon. In de At* gemeene Staat der Volken. In de be* fchryving der Nederlanden , door den lieer Profesfor BACHiEifE , enZ, is verhandeld geworden. — Dan in weerwil van dit alles, is het zeker dat over het algemeen genomen verre de meeste Ingezetenen (en onder de * zulke  ( ** ) ; " ) zulke die anderzins van kundigheden niet ontbloot) 'er zig een geheel onnaauwkeurig denkbeeld van vormen ; het welk zekerlyk uit de zozeer - zamengeftelde - regeringsvorm van dit geconfedereerd Gemenebest is ontftaande: en waar over kundige zo in als buitenlandfche Staatsmannen, zig beklaagd hebben. Dan ons oogmerk is tegenwoordig geenzins om ons daar mede optehouden; ne* maar, om enkel zo beknopt en kort als mogetyk is , de regeringsvorm voorteftcllen. Hier aan hebben wy zo veel ons kort beftek het toeliettrachten te voldoen. Voor 't overige zal den Lezer in 't doorbladeren van  ( III ) ■ van dit werkje ontwaar worden dat, wat het grootfte gedeelte betreft, al .voor een geruimen-tyd gefchreven .is geweest, en dus indien wy 'ei1 .onze aanmerkingen, waar het te pas kwam, niet ingevlogten hadden, aan de ontvouwing van onze tegenwoordige Staatsgefiildheidnïet zoude hebben voldaan; dan wy vertrouwen daü door deze onze bygevoegde aanmerkingen , het ook zelfs aan meer kundige ecnig genoegen geven zal: te meer, daar wy eene voikomene onzydigheid in 't oog gehouden hebben, en daar waar het te pas kwam vrymoedig edoch befcheiden ons gevoelen hebben geüit, zonder nogtans * 2 ons  ( IV ) ons eenigzins in de tegenswoordige ongelukkige oneenigheden, te hebben ingelaten. Wcnfchcnde intus- fchen met al ons hart, dat die gee. ne by wien, welmeenende en verftaniige Vaderlandsliefde hcerscht, cindclyk ten nutte van het lieve Vaderland in 't algemeen, en van ieder eerlyk burger in 't byzonder; over de onbezonncne inzichten van hunne tcgenftrcevers, met den geest van gematigheid Zullen zegcpraalcn mogen Amft. den 13 April 1784. SC I-IETS  SCHETS DER STAATSGESTELDHEID VAN DE REPUBLIEK, DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. Irlet is een ider bekent , dat de Nederlanden bevorens verdeeld waren en als nog in zekeren opzichte verdeeld worden in XVII Landfchappen of Provintiën maar van welke fomraige in verfcheidc deelen gefplist zyn » als Gelderland in Staats , Pruisfiehs en Oostenryks , Brabant, in Oostenryks en S:aats, Umburg in Oostenryks en Staats, Luxemburg* in Oostenryks en Staats, Vlaanderen, in Oostenryks , Fransch en Staats , 'Henegouwen iri Fransch cn Oostenryks: behorende de overige Landfchappen in hun geheel aan hunne byzondere Souverainen. Die XVII Landfchappen zyn i. Het Hertogdom Brabant' Oor- fpronl; de: vereenigdcProvu*tiën.  < 2 ) 5. '. Limburg, 3. . Luxemburg 4„r . Gelder fc ' 5. Het Graaffchap Vlaanderen 6. . . Artois 7. . Henegouwen 8C . Holland 9. . . Zeeland 10. . . Zutptiên /li; ; Namen 12. Het Vorstendom Vriesland 13. . • Mechelen 14. . . Utrecht 15. . . Overj'sfel 16. ., Groningen; en 17. hét Markgraaffchap van Antwerpen. Alle deze Provintiën behoorden aan het Ryk van Span jen: maar in 't jaar 1579 (telden zich zeven dier Provinciën tegen Philip den 2den, en fchuddede het Spaanfche juk af, By de Westphaalfclie Vrede 1648 was Spanje verpligt die zeven Provintiën voor een vry en onafhankelyk genieenebest of Rcpublicq te erkennen.. Zy zyn 1.) Gelderland met het Graaffchap Zutphen. 2.) Holland. 3.) Zee* land. 4.) Utrecht. 5.) Vriesland. 6".} Overys; fel, en 7.) Groningen, §. IL  C 3 > §. II. Alle deze Provintiën zyn weinig meer dan 30 Duitfche Mylen circa 48 Hollandfche uuren lang en omtrent 34 Hollandfche breedt. Het is dan niet de iiitgeitrektheid van het land welke de Hollandfche (1) Republiek aanmerkenswaardig maakt-; maar daar zy opgevult met eene groote meenigte inwoonde-, ren, en, om zo te fpreekcn , met rykdom overladen is, fpeelt ze een rol, die haar gelyk ftelt met de allergeduglte Mogendheden, en haar veel deel' doet hebben in alle de zaken van Europa. De Noordzee dient haai tot een borstweering ten Westen. Aan de kant van Duitschland fchynt ze weinig te vreezen te hebben j en heeft niet, dan weinige verfterkte plaatzen , om de toegang van die zyde te weeren. Maar daar ze te voren ten hoogfta (a) Be iezer gelieve eens vooral onderr'gt te zyi, Jat , aangezien de Provkile Hitland de vcornamjli vati de VIL is, de Schryver in dit beflek Sveral, waai ~l!y niet van de Prév'mtie HoV.and in 't Uzinder f; reekt, de woorden Hollandcchë , Hollanders, en holuand gebruikt in plaalzedaar men and. rs nederland&<3HE, nederlanders , en nederland ZOUik flellcn, A 2 Ivke legging  (■ 4 -) hoogden bedugt was voor Spanjen , en ver» volgens geloofde alles van Vrankryk te vreezen te hebben, heeft ze de meeste fterktens aan den kant van Braband en Vlaanderen. Het is om deze reden, dat ze door het Westphaaliche Verbond in volftrekte eigendom bekomen heeft, in Vlaanderen i.) Sluis, 2.) Hulst en 3. ) i'Sas van Gent, en in Braband, i.) Bergen op Zoom; 2.) Breda; 3.) i Hertogenbosch % 4, ) Grevelingen en 5;) Mastricht. Zich noch riiet veilig genoeg oórdeelendé , heeft ze in 't Jaar 1715. het vermaarde Barrierre verbond gefloten, door het welke ze verkregen heeft liet recht, om garnizoen of bezetting te leggen in de Steden i.) Namen; 2.) Doonuk ; 3.) Meer.en 4.) Furne ; 5.)' Warneton 6.~) Tperen ; en 7.) Fort te Knokke. Ter zeiver tyd is 'er ook bepaalt, dat 'er een gemengd garnizoen van Oostenrykfche eri Hollandfche troepen in de Steden Dendermond, en •Roer-' mond zoude zyn. Dit zyn die beruchte Barrières , welke aan de Hollandfche Republiek tot een borstweering moesten verftrekken , en die haar nimmer een aanmerkelyk nut hebJ ben aangebragt. Dan welke barrière Steeden in 't begin der regeering van Jofeph de II. door zyne Majesteit aan de-  C 5.3 Staten Generaal zyn te rug gevraagt geworden, aan hoogst denzelven zy dan ook overgegeeven zyn, zonder dat men tot nog toe Lt genoegzame duidelykheid kan verklaren £ welke grond het eenenander ge ch,^"onafhanklyk van de Noordzee lopen « twee rivieren, de Rhyn en de Maai-, door Trrov^n, zonder verfcheide kleur ere «Is de Vecht en een oneindige menigte Cana Z, of Wateringen, die het ganfche land doorfnyden, te rekenen. In *er. woord,~de zeven Provinciën gelyken een hoop of ver zameling van verfcheide eilanden , dieeen tntgefirekte Waterkom leggen; en Jet.» 4* 5 welk oneindig veel tot bcvordenng de* koophandels toebrengt. s. w- Dr.ic voorname oorzaken doen noch de géselde Koophandel bloeijen, te weter, i.) de fneedigheid en gematigheid yan de Inwoonde^.) de plaatfelyke leggmg van het Land, zo gefchikt tot de Zeevaart ; etr 3.) Lanci, 1» b Hn„anciers de Indien, de bezittingen der Hollanders Dit zyn de drie bronnen der wonderbaarlyk gtoo'ic Rykdommen , welke by de ingezeteA 3 A Bloei] en Je koophandel. .  Manufacturen. < 6 ) «en van dit Gemeenebest gevonden wonden. ' De Hollanders hebben zeer goede Manufachiuren van Lakens, Wolle Moffen a Zyde, Camelotten , Gebrocheerde Moffen , Taffetas , Segryn, Linnen enz. Waar van zommigc takken wel is waar zedert veele jaaren merkeiyk in 't verval zyn geraakt, maar die door het oprichten der oeconomisciie tak der Haarlemfche Maatfchappy door het uitloven van aanzienlyke Prysvraagen wederom tot vorige bloei zouden kunnen herMeld worden indien men eens tot eene duurzame vreede van buiten en eene inwendige rust van binnen, konde geraken. Zy werken redelyk wel in zilver, koper, hout, en zoortgelyke zaken. Maar het fcheelt Veel, dat hunne werken die der Franfchen of Engelfchen in volmaaktheid evenaaren- Het is ook voornamentlyk ten dien einde dat de uitlovingcn der Prysvragen van de Economifche Tak gebezigd worden, waar omtrent men dan ook naar waarheid zeggen moet, dat'er reeds verfcheide Artikels tot dien zelfden graad van volmaaktheid als by de genoemde natiën gebracht zyn. Waar uit dan blykt dat de finaak, een hoedanigheid z.o nodig tot eén goed  < '7 'O 'pocd gevolg van alle fabrieken, aldaar Z9 wel als elders gevonden word : maar daar en boven zo bezitten zy in den hoogden graad bet fyntte van den koophandel , en die onvermoeide arbeidzaamheid, zonder welke men ■geen handel doen kan. Een Hollander daarenboven is zeer matig, en fpaarzaam: hy ver7 -genoegt zich met een kleine winst , en dic maakt dat de tratan in Holland tot een matige tprys te bekomen zyn. Wantoffchoon zy eenigzins duurder dan de uitlandlche zyn, word dit door hunne deugdzaamheid wel opgewogen. . Ondeitusfchen zoude het vertier der in het, land gemaakte waaren Holland niet verrykcn, hy aldien de fcheepvaart de voornaamile zenuw van den Staat hier niet het meeste toebracht, men heeft flegts op de kaart van Europa te zien, hoe Holland gelegen is, en haat ie nabyheid aan de zee , haare ftroomen , diaare nabuurfchap &c in aanfchouw te nemen , wanneer men zal bevinden , dat ze neer gcmakkelyk de fchepen van de vier waölelddeclen kan ontvangen, .en dat 'er aan alle kanten weegen of doortogten zyn tot vertiet iiaarer waaren. De Hollanders weeten ook «et deze gelukkige gelegenheid wonderlyk Scheep» /aart.  r Q.ost en West-Indifche j Compa- C * > liun voordeel te doen, Zy volgen hier in ma.e een goed gevolg de Engelfchen na, van wien ten dien opzichten met roem mag gefproken worden. Zy zenden fchepen door de ganfehe waereld . om de voortbrengzelen van ieder land te haaien, en vervolgens aan de volkeren , die ze nodig hebben, té verkopen. Daar worden 'er gevonden, die ftaande houden, dat Holland; Engeland uitgezonderd zo veel koopvaardyfchepen heeft, als al de rest van Europa, doch dit voorgeven gaat naar myne gedachten te ver,vooral nadat de Franfche zeevaart nevens die van andere natiën zo grootelyk is toegenomen. Men kan hier nog byvoegen, dat verfcheide Staatkundige oorzaken, ook medewerken tot voordeel en goed gevolg der Hollandfche Koophandel ; als by voorbeeld , de groote meenigte volks, de veiligheid des lands , de laage intrest, die men daar geeft, het welk een duidelyk teken van de overvloed van geld is; de nauwkeurigheid en ftiptheid der kooplieden, en het deel het welk de leden der regering voor het grootfte gedeelte in den handel hebben. De derde oorzaak. welke aan de algemeene toophandel der Hollanders zo een groot voordeel toebrengt, is de handel, welke zy in de. Oest-  C 9 ) Oost- en West-Indiën dry ven. Ze is in handen van twee geoftroijeerde of by den Souverain vergunde en goedgekeurde Maatfchappyen, welke wy hier van hare opkomst voortgang en bloei befchryven zullen, maar die zedert een geruimen tyd voornamentlyk de West-Indifche aanmerkelyk aan verval is onderhevig geweest; 'intusfchen dat ook de Oost-Indifche en voornamentlyk zedert den laatden oorlog zeer veel ten agteren geraakt is, het welk onder anderen daar uit blykt dat zy een geldleening vaa 44 millioenen aan den Staat gevraagd heeft, welke haar ten deelen ook is toegedaan ge,worden. Verders valt hier ook aantemerken, dat indien Vraukryk gedurende gemelden Oorlog beide deze Maatfchappyen niet grootelyks ten diende was geweest , zy mogelyk beide geheel vernietigd waren' geworden: 't is waar dat vermits dien oorlog gedeeltelyk uit hoofden van den Oorlog tusfchen Engeland en Vrankryk ontdaan was, het, deze laatde ook zyn zaak was, de Repuhliek op alle mogelyke wys te hulpe te komen. Om dan tot de befchryving dier Maatfchappyen overtegaan moet men zeggen dat de Oost-Indifche Maatfchappy is opgeregt in 1Ó02 door 56 Kooplieden uit de voornaamfte A 5 S«dea  C io ') Steden van Ilo'land, welke een fonds var) or£ trent 6 Millioencn Franfche kroonen zamen brachten. Deze onderneming bad zo een giansryk gevolg, dat na drie jaaren de deelhebbers niet alleen hun Cnpitaal te rug kregen , 'maar 'er ook noch 20 Miliioenc-11 in de algetneene kas overig bleven. Eindclyk, na verloop van 6 jaaren bevond die Maatfehappy met dien handel 36 Milliocn Frenfche kroonen gewonnen te hebben. Dat fonds is daar na noch vermeerdert; en groeide jaarlyks noch aan; en de Maatfehappy heeft zich m zo een gedagte Maat gefield , dat ze in de Indien 15 duizend foldaten,en 160 fchepen in zee kon onderhouden , en men verzekert, dat zy omtrent 80 duizend zielen in dienst had, welkers namen op het algemeene Comptoir te Amfterdam zyn gcregiftreert, of aangetekent, voor 't overige hendek zy van Basfora aan den mond van den Ti^-r in de Perfifche Golf, langs die groote en ryke kust, tot aan het uiterfte van Japan', 'boven en behalve» j dat zy met verfcheide Indifche Koningen in verbond ftaat, met welken ze verbintcnisfen van Monopolie of alleenkocp hebben aangegaan. Die Koningen hebben haar verfcheide plaatzen gegeven , van welke Batavia ap het eiland Ja\,a de Hoofd'•• ■ plaats  < ff ) plaats is, alwaar de Gouverneur Generaal een •koniuglyke boftfoet houd, hebbende het bellier over alle de andere plaatzen, en erkennende geen andere Souverain dan alleen de Maatfehappy. De voornaamfte plaatzen, weU fce die Maatfehappy in de Indien bezit behalven de Molukken en Bandaafc'ie eilanden, zyn ■Arnbona ei) Maiakka met de kust van CeUott, Patiacata,Mr>fulipatan, en Negapatnam op de kust van Coromandel, en Cochin, Cranganor, en Cananor op de kust van Malabar mitsgaders verfcheide andere plaatzeu. De Chineefen dryven een grooten handel te Batavia. De Maatfehappy heeft alleen den hardel van JaMS, en geen Portugies durft 'er thans komen. Zy is daarenboven in bezit van de Kaap de goede hoop op den hoek van Africa, alwaar ze wyngaarden heeft doen planten, die vervvonderlyk wel geflaagt zyn ; en daar by is die oord haar van een oneindige nuttigheid, vermits de na de Indien gefchifete fchepen aldaar op de helft van hun koers of reis inlopen , en zich ververl'ehen. De goederen , die ze uit Indien brengen bèfbuna in Thee , KolFy , Perfifche . en Indifche zyden, katoen ly waat &c. maar voor al in fpeceryen, van welke de Hollanders volflxekt de ganfche handel hebben, en waar van zy  r \k ) '2y altoos voor een jaar in groote magazyne» pf voorraadhuifen in Holland in voorraad hebben , doende al het overvloedige , het geen zy in Europa niet tot een zekeren prys kunnen verkopen, verbranden. De West-Indifche Maatfehappy is langen tyd in verval geweest, uit hoofde haarer aanmerkelyke verliezen, en vooral door dat van Brazii. Echter heeft zy zich in 1700. hesftelt , en bezit noch dadelyk in Guinea S. Ceorge de Ia Mine, gemeenlyk Elmina, de eilanden van Curacao, en Bonaira, ook Si. Eufiatius, Saba en het halve gedeelte van St. Martin mitsgaders de landen om, by eivaan de rivier Suriname leggende, waer in de Stad Paramaribo,, de Colonien Rio Demerary en Esfequcbo, gelyk mede de flreeken langs de rivier de Berbice ia Guiana, tusfchen Cayenne en de Orenoque. Men teeld daarin overvloed Suiker, Cacao, Kofïy, Catoen , en andere waaren welke in zeer groote hoeveelheid naar het Vaderland vervoerd worden en een zeer aanmerkelyken tak van Koophandel uitmaken ; behalven dit alles brengt men daar van daan verfcheide noodwendigheden, onder anderen Tabak, Huiden, ( (/O Dit was voorheen wel zo als wy gezien hebben tnaar tegenwoordig i3 het over 't geheel ge.ioiH :n nie? 20 voordcelig, vermits 'er tegenswoordig al vry vm {ioordfchè en andere uiring geconfuineerd word. Handel Ier bizoit Jcre personen.  lieden, die zich te Conftantinopolen te SmirV ha' en te Alexandrette neergezet hebben. De lakens en wolle troffen, zyn daar het meest getrokken , en die waaren worden niet alleen door gansch Turkyen, maar ook in Perfien , én het overige van het Oosten verkogt. Zy krygen daar van in plaats eenig weinig Zilver in foorten, of wel noodwendigheden, die even zo goed zyn $ en die zy met voordeel in Europa kunnen gebruiken, gelyk rouwe zyden en geiten hair, welke hun dient öm zeer goede Camelotten te maken, onder die retouren telt men ook de vloertapyten , eenige zyde doffen, gazen , fnuisferyen in de Serails gemaakt, en verfcheide andere zaken. By alle deze takken van handel moet meii vooral den handel op de Oostzee die in houtwaren", koorn yzer enz; beftaat en die ten hoogden aanmerkelyk is, ruilende zy daar te_ gen voor een gedeelte de producten uit hunne Colonien als uit de Oost-Indifche Colonien de fpeceryen en wel byzonder de Caneel, Kruidnagelen ,Foely Thee enz. allerhande foorten van Catoeneen Zyde Lywaten enz. Uit de West-Indifche (maar di: is minder) brengen zy zo als gezegt is Ztiiker, Cacao , Koffy, en Verders al het geen zy by ruiling van andere natiën bè-  C *7 O bekomen ; welken handel in een foort var Cabotage beftaat. Zynde dit in een eigentlyker zin eene vervoering van waren van de eene veraf of ook naby gelegené vreemde landflreek j naar eene andere, welke nog voor weinige jaren zo aanmerkelyk was, dat in dé enkelde Provintie van Vriesland daar mede wel vyftien millioenen jaarlyks gewonnen wierd. Dan dezen tak van handel, is, zedert dat verfcheide mogenhedën door hare eige fcheepen handel dryven, rrierkelyk afgenomen. Dit is dan het hoofdzakelyke wat hunnen koophandel betreft. §• IV. Wy hebben reeds aangemerkt, dat de zeven Frovintien buitengemeen bevolkt zyn, en inderdaad is hét gantfche land als doorzaaid met Steden en Dorpen. Daar zyn 'er j die meenen, dat de Provintie Holland alleen meer dan twee millioenen menfchen in zich bevat. Ondertusfchen onderhoud de Republiek naar mate van zo een groot getal inwöonderen niet dan een kleine armee; die ze rióg werk zou hebben binnen 'slands voltallig te maken. Voor reden van dit gebrek aart foldaten kan men bybrengen alle de oorzaken, welke men ten opzicht vanveele anB derë Bevolking en Troepen,  C 18 ) dere landen melden kan, (a) en die dus ook op den ftaatvan Holland pasfen. Deze Republiek heeft in vredenstyden, en vooral na de Utrechtfche vreede, byna nooit boven de dertig duizend man in dienst gehouden. Dit getal is niet genoegzaam , want, daar de VII Provintiën op het vaste land leggen en dus zeer by de hand om overweldigt te kunnen worden , niet van alle kanten door de zee omcingelt zynde; is het 'er verre van daar, dat zy zich zouden kunnen regelen naar Engeland, (a) Die oorzaken zyn de volgende: i.) de gewoone elf Hek van vrouwsperjonen, oude lieden, jonge kinderen, en in het algemeen van alle perfonen, die niet in flaat zyn wapenen te dragen. 2.) houden de Manufaanren een zeer groot getal werklieden bezig, welken men niet tot den oorlog zoude kunnen gebruiken zonder den koophandel in den grond te vernielen. 3.} logt zich een zeer groote menigte der Hollandercn lot op den koophandel in hst algemeen. 4.) zyn 'er luiten gemeen ,veel zeevarende perfonen, in alle zeen en havens der waereld verfpreid. 5.) vcreifcht de zeemagt der Staal mede een aanmerkelyk getal matroofin. 6.) nemen de Indifchc Colonien veel volks weg. 7.) werkeft 'er zeer veel menfchen op de fcheepswerven, zonder te fpreken van diegeenen, die de land; 11 bebouwen, omdst sitilks alle volkeren gemeen is.  C 19 ) geland, en dat zo een klein leger tot haare befeherming voldoende zoude zyn. Wel is waar, dat men na het jaar 1740 drie op een volgende vermeerderingen, ieder van omtrent 20000 man, gemaakt heeft, maar die voorzigtigheid is niet van die uitwerking geweest, welke men zich daar Van belooft had; want hier door is het gebeurt, dat meer dan twee derde van hunne armee niet anders beftond dan uit een verzameling van nieuw krygsvolk, het geen zich zeer (legt in den oorlog tegen Vrankryk, na de dood van Karei VI- ontftaan, gedragen heeft. Het kon ook niet wel anders wezen. Men weet hoe veel moeite , tyd en werk het kost om een nieuwlyks opgeregt Regiment te vormen,te oenenen,ertbekwaam te maken; mitsgaders om daar in te brengen die onder de troepen zo noodzakelyke Efprit de Corps. Men erkent zelvs daar van de moeijelykheid in die landen, alwaar het krygswezen het voornaamfte voorwerp fchynt te zyn, en de officier zowel als de foldaat aan de aller grootfte nauwkeurigheid in den dienst gewoon is. Nu , noch fterker reden , wat kan men verwagten van zo groot een aantal nieuwe troepen in een Staat, alwaar de Republiekeinfcae geest gepaart met die des koophandèls, B 2 de  C 20 ) de militaire tugt flap maakt. Het is ook fri deze laatfte aanmerking dat men de oorzaak moet zoeken , waarom de Hollandfche troepen niet voor, de gedugfte gehouden worden: .want daar de Officieren voor het grootfte gedeelte kinderen van de voornaamfteri der Republiek zyn, durven de Generaals niet al het nodig gezag omtrent hun te gebruiken , noch hun zo ftreng ftraffen , als in een land, het geen ond^r een Hoofd ftaat. Daarenboven maken de rykdommen, welke veele van die Officieren bezitten, of te wagten hebben, dat zy bezwaarlyk van zich kunnen verkrygen om een leven, met veel aangenaamheden verzelt, te wagen. Eindelyk de geest des koophandels is weinig overeenkomftig met den Heldenmoed. Men kan daar over nazien de grondige aanmerkingen , welke men vind in de oorzaken van de grootheid der Romeinen , en hun verval, alwaar de Heer de Montesquieu een vergelyking tusfehen Romen en Carthago gemaakt heeft. „ Mag men niet zeggen dat het geen onzenSchryver hier aanvoert nopens deRomeinen en Carthaginenfers geen fteek kan houden omtrent ons. De wyl de geest om Conquesten te maken deze beide volkeren bezielde, en waaraan voornamentlyk de laatstgemelde haaren ondergang hebben te wy-. ten.  C fi 5 ten. Behalven, dat offcboon Lodewyk" XIV aan de andere Souverainen van Europa het denkbeeld heeft ingebpefemt, om zulke talryke armeen te onderhouden, welke mee'sten tyds het natuurlyk vermogen van hunne Landen te boven gaat: 'zo men kan hier van een anderen kant opmerken dat indien het waar mogt zyn dat de Republiek 80 Duizend man ter verdediging van haare frontieren en verfterkte fteeden nodig zoude hebben ; het tevens eene onbetwistbare waarheid is , dat de kosten van zulk een aantal troepen onmogelyk door de Republiek op den duur kan gedragen worden; vermits naar het gezegden van onzen fchryver zelve, 'er verbazende kosten tot in ftand houding van het zeeweezen dat zo noodzakelyk voor de Republiek is, vereischt worden ; hier by komt dat zo een aantal landtroepen noodwendig aan het getal der zeevarende zoude hinderlyk zyn. De vraag is dan niet, of de Republiek ook zodanig een aantal troepen zoude behoeven , maar wel of zy niet veel eer zeevarende nodig heeft , als waar door zy haren rang onder de Mogenheden van Europa veel beter kan behouden , want doch deze tachtig duizend man in de frontier-plaatzen gedeeltelyk verfpreid, zoude haar alleen B 3 tegens  C 22 5 tegens de drie magtige Mogenheden die haar omringen luttel beveiligen kunnen, indien de onderlinge nayver dier. Mogenheden haar tot geen zekerder waarborg veritrekte : en wat aanbelangt dat de Hollandfche troepen niet de geduchtfte der waereld zoude zyn; zulks kan waar wezen, dewyl zeker den geest des koophandels en die van het krygsweezen niet altoos gepaard gaan; zulks wil ik dan over het geheel niet betwisten, maar dit is iets, dac noodzakelyk uit onze ltaatsgefteldheid voortvloeid, en dat met geen mogelykheid te veranderen is, dan waaromtrent ik evenwel wil opgemerkt hebben, dat wy zulks ook wat de land-oorlogen aanbelangen niet zo zeer benodigd hebben,dewyl wy in tyden van nood ligtelyk hulpbenden kunnen krygen. Wy willen hier niet mede beweeren dat dit het best mogelykfte middel was ter verdediging van eenen Staat, maar dewyl wy hier in even als het oud Cartftago deelen, dat wy in cas van oorlog vreemde hulpbenden nodig (offchoon onvermogend , om die in vreedens tyd te onderhouden) hebben , zo moet ons zulks niet ten uitterfte vervreemden , dewyl dat deze gefleldheid altoos aan commercieelende Gemeenebesten eigen is geweest, doordien zy altoos in de balans met ande-  C 23 ) andere Mogendheden een veel grooter invloed hebben gehad als de iiitgeftrektheid van hun land het anderzins zou hebben toegelaten. Maar laten wy nu tot de zcemagt van de Republiek overgaan, en eens horen wat onzen Schryver hier van zegt." §. V. De Zcemagt der Hollanderen kon in een geduchten ftaat zyn, indien de Regeering daar toe de rechte maatregelen nam, want daar is geen Land in de waereld, dat zo een groote meenigte goede matrozen oplevert als dit, hetgeen het wezendiykiTe artikel is tot de uitrusting van vlooten- Alle landen , die Zeehavens hebben , kunnen fcheepstimmerwerven oprigten, en zich van bekwaame werklieden voorzien om fchepen te bouwen , en uit te rusten. Maar 'er is altoos gebrek aan matrozen, waar men niet by aanhoudenheid veel koopvaardyfchepen in zee heeft. Zullen wy na deze aanmerking wel kunnen geloven, dat 'er in Enropa geen Land is, het welk ten dien opzichte met Holland kan gelyk geftelt worden? daarenboven leggen zich de Hollanders flerk op den Zeevaart toe; hunne geneigtheid B 4 zo Zeemajt.  C *4 O zo wel als hunne gelegenheid zetten hun daartoe aan: en daar zyn onder hun altoos een meenigte van bekwaame lieden , aan wien men het bevel over fchepen en vlooten kan toevertrouwen. Tromp en de Ruiter hebben bevorens tot een model in hun beroep verftrekt , en zy hebben nayveraars nagelaten , welke met een goed gevolg hunne voetftappen nawandelde. Men heeft opgemerkt, dat de Engelfchen nimmer ter zee een aanmerkelyk voordeel op de Franfchen hebben kunnen behalen, als alleen, wanneer zy door de Hollanders verzelt zyn geweest; en deze laatften, aan hun zelfs overgelaten , hebben meer daa eens Vrankryk , Engeland en Spanjen doen beeven. De uitgeftrekte en groote vaart der Hollanderen, de bron van hun geluk, heeft een magtige befcherming nodig, welke niet dan door altyd gereed leggende vlooten kan verkreegen worden. Het is om deze reden, dat de Republiek altyd in vredenstyd 30 oorlogfchepen , in ftaat om by de eerfte noodzakelykheid zee te kiezen , heeft onderhouden. («) Geduurende den oorlog heeft zy 50 en 00 Dit heeft indedaad tot aan het jaar 1752 plaats gehad,  C 25 ) en meerder fchepen uitgerust, zelfs in 't jaar 1666 had zy 'er 100 op de Rhede van Texel» Maar de zeemagt van Holland is zedcr: eenigen tyd door een allerflegfte Staatkunde in het alleruiterfte verval geraakt. Het is onbegrypelyk, hoe de Staten , die de Republiek regeeren, de grond hunner veiligheid geheel en al hebben kunnen uit het oog verliezen; in zo verre, dat zy ter gelykertyd en hunne landmagt en hunne zeemagt verwaarlozen; vooral als men overweegt de onnoemelyke inkomlten , welke de Republiek zoude kunnen hebben , indien de Finantiën wel beftierd wierden. Men weet niet, of men de oorzaak daar van aan een blinde agteloosheid , of aan de langzaamheid der befluiten, welke by den Staat genomen worden, of aan inzichten van bizonder eigen belang van de zyde der Grooten, moet toefchryven. , Hoe het ook zy, dit is zeker, dat het grootfte gedeelte der fchepen oud zyn of verrot in de havens, of door de zeewormen doorknaagt. De zeemagazynen zyn zeer flegt voorzien, en men kan zich ter nauwer nood een tyd herinneren, dat men een Hollandfche vloot in zee gezien heeft. Wie weet, of niet bier door de kunst om op dat Element te oorB 5 h.  Inko mfteu. C 26 ) logen by die Natie is verloren geraakt; O) en of men tegenwoordig die zelve Hollanders , die zulke groote heldendaden uitgevoert hebben, ter zee wel zoude herkennen? Voor't overige worden de Zeeuwen voor de dapperite en bekwaamde zeelieden gehouden. §• VI. Daar is geen Land in de waereld, alwaar men meerder belastingen betaalt dan in Holland, en alwaar s'Lands kas minder van geld voorzien is. (£) Deze wonderfpreuk fchynt des te vreemder, daar de Republiek zedert eenige jaren (.gelyk wy reeds aangemerkt hebben i) geen bnitengewoone onkosten tot onderhoud van hun legers en vlooten gemaakt, noch byna eenige onderftand - gelden aan andere Mogendheden betaalt heeft. Ten tyde van den oorlog wegens de opvolging van Spanjen Hond de Staat meer dan eens op 't punt van banqueroet te Onze brave Zeelieden op Doggersbank hebben getoont dat liet laatfte voorgeven van den Schryver honende voor de Natie is ; wat aanbelangt zyne gezegdons omtrent het verval van onze Zeemagt, dieswegens hebben wy liefst geene aanmerkingen te makeu. (p) Dit is wederom eene gewaagde asfertie.  C -7 5 te fpeelen: maar na dien tyd heeft de Republiek langer dan 20 jaaren een diepe vreede genoten, is aan geenerhande zwaare last 011 ■ derhevig geweest, en heeft haren Koophandel van alle kanten zien bloeijen. Niet tegensftaande dit,wiren s'Lands kasten uitgeput. Het is vreemd, dat zodanig eene tegendrydigheid kan plaats gehad hebben. Voorzeker fchynen de Grooten, die de Republiek regeeren, meer hun eige bizonder fortuin, en de ryke posten en bedaan hunner Familiën , dan het welzyn van den Staat in 't oog te houden. s'Lands penningen gaan door zo veel handen voor dat ze in de algemeene kas komen, dat daar van ten minden de helft verloren gaar. Ieder plaats het zy dad of dorp heeft fubalterne of onder-ontfangers, die met eene zeer kleine wedde van hunne bediening ryk worden, van deze gaan de gelden tot den opper-ontfanger van dszelve plaats, die daarvan ruim en breed leeft, en een aanmerkelyk fortuin maakt, vefvolgens komen ze onder den ontfanger van de Provincie, die uitmunt door een ruime verteering, en zeer ryk derft; en eindelyk vallen ze in handen van den ontfanger generaal, die een Prinfelyke doet voert, en zyn familie voor altoos ryk maakt. Zie daar het gewoone verlies,  C 28 5 lies. Wie zou daarenboven durven ontdekken de flegtc ftreeken, die in 't werk geftelt worden om die penningen ongemeen te doen verminderen, alvorens zy tot s'Lands onkosten gebruikt worden ? In de eerfte tyden der Republiek was s'Lands magt veel geduchter , fchoon'ernatuurlyk veel minder inkomften waren. De Regeerders zagen toen niet dan al te klaar de noodzakelykheid, om de Republiek op eenen vasten voet te Hellen, en gevreest te maken. Ieder inwoonder werkte mede tot het algemeen welzyn, cn de Prinfen van Oranje wierden bekleed met de magt, om te waken op het gedrag van hun, die s'Lands financiën beftierden.O) Voor 't overige hoe vervallen ook hunne financiën zyn, hoe diep de kasfen der meesten (a) Wy bekennen niet wel te weeten wanneer 'er onder de Officiëele leden van de Republiek zodanig eene depredarie als hun hier door den Schryver aangewrecven word, heeft plaatsgehad: dat "er in het bellier der ambten door zomtnigë bedrog is gepleegt is zeer inogelyk; dat daaromtrent by de Unie tot voorkoming van fraudes inogelyk nog niet genoegzaam is voorzien zon kunnen wezen, want dat zulks aan de Princen van Oranje in der tyd algemeen zou opgedragen zyn gcwecst> |s iets daar wy geen kelims van hebben.  C *9 ) ten Provintiën in fchulden mogen ftetcen,' zyn 'er in de Republiek drie onuitputbare bronnen, die haar nimmer in cas van nood gebrek aan geld. zullen laten lyden. De eerfte beftaat in degewoone inkomften van het Land, die ontvangen worden door middel van accyn» 1'en, en uitgaande rechten der Koopmanfchappen, en de belastingen , die men op het volk legt, zo lang de Republiek van inwoonderen zal krielen, en de Koophandel aldaar bloei-*, jen , ziet men wel , dat het onmogelyk is diergelyke bronnen uit te putten. Een enkeld Hoofdgeld of ander buitengewoone belasting, welke men in een dringende nood zoude kunnen opleggen, brengt ten eerfte op zo groot een menigte volks ontelbare fomme gelds op. De tweede bron vind zich in de groote menigte ryke lieden, die in Holland alleen van hun inkomen leven , en welke men Renteniers noemt. Indien het Land zich ooit in een drukkende nood bevond, en men eenig nieuw fonds zoude willen maken, is het zeker, dat die perfonen alleen blydelyk eenige Millioenen regens een matige rente zouden fchieten; te meer, nadien de Interesfen in Holland zeer laag zyn, en de meeste Ingezetenen zich verpligt vinden hunne Capitalên in Engelfche en andere  Regeeringstbrm. C 3° ) andere fondfen te plaatfen: het geen een kwade Staatkunde is. Eindelyk de derde bron is de Bank van Arnfterdam, in welke alle de volkeren van Europa hunne fchatten gelegt hebben, en welke de Republiek tot eigen gebruik kan bezigen, zonder dat het den Staat iets anders kost, dan aan de eigenaars borg te blyven voor h et verlies, het geen door diefftal, brand of watervloed mocht veroorzaakt worden. Men kan onder de gewoone inkom, ften van de Republiek ook noch tellen de Convooi of in en uitgaande Rechten, welke, fchoon zeer matig , echter voor'een goed gedeelte het fonds van de Admiraliteit voor haar oorlogsuitrustingen uitmaken. S- vil. Zie hier hoedanig de Regeertngswyze is. De VII. Provinciën veronderftellen een bondgenoodfchap, waar van de Unie van Utrecht, in 1579 aangegaan , de grond is. Het zyn eigentlyk zéven onafhankclyke Staten, en Souverainen ieder tot hunnent, die vereenigt een eenïg Gemeenebest maken, en in die kwaliteit of hoedanigheid zyn zy by de West. phaalfche vrede, door alle de Mogentheden van Europa erkent. . Om  C 3i 5 Om dit Regeerftelzel wel te bevatten, dient men te weeten, dat niet alleen ieder Provintie in de haare Souverain is, maar zelvs dat ieder Stad voor 't minst de voornaamfte deelen van de Souverainiteit bezit. Wy zullen Amflerdam, de voornaamfte Stad der zeven Provintiën tot een voorbeeld bybrengen. Het hoogfte gezag van die Stad beftaat in de bevelen en befluiten van haar Raad, die uit 36 perfonen zamengeftelt is, van welke fommigen het bellier der Burgerzaken, en anderen dat der Juftitie hebben. Het opleggen van belastingen, hangt van den wil des Raads af. Als een der Raden fterft, vervult de Raad de open plaats zonder dat de burgers zich daar mede beinoeijen. Deze Raad verkiest ook de voornaamfte Overheden van de Stad, dat is te zeggen, de JSur' germeefleren. De Schepenen worden uit eene nominatie van veertien door den Raad gemaakt , door den Heer Erf-Stadhouder verkoren. Daar zyn XII. Burgermeesteren , waar van alle jaren vier in bediening zyn ; men noemt ze Regeerende. De Schepenen maken in ieder Stad het Hof van Juftitie uit. Daar zyn 'er te Amfterdam IX, van welken 'er twee voor bet volgende jaar aanblyven, en alle jaar verkiest men VII. nieuwen. De Schout of •Muiliim zorgt de wanorden* voor te komen , neemt  C 32 ) neemt de misdadigers gevangen, doet een elscfh tègens dezelven, en laat de vonnisfen, welke * het Geregt uitfpreekt, ter uitvoer brengen. De '•Penponarhfen, dat rechtsgeleerden zyn , worden vooronderfteld te hebben een volmaakte kennis vian de ordonnantiën, Gewoöntens, Statuten en Voorrechten der Stad, waar van zy, als het de gelegenthedert vereisfchen, de Overigheid onderrigten, en fpreken' voör deszelvs belang in de verfchiiïen, welke zy met andere Steden heeft. Zy zyn Ministers of bedienden van Burgermeestèren, en van den Raad: Zy bellieren hunne zaken ^ en moeten by publieke gelegentheden de redenvoeringen doen. De andere bedieningen van de Stad zyn niet dan Subaltemen, of ondergefchikte , die door de Burgermeesteren begeven worden. De Raad benoemt de Gedeputeerden, of a'fgezondenen, dewelkeft de Stad ter vergadering van de Staten der Provincie zendt, wiens Souverainïteit door de afgezondenen van de Edelen èn van de Steden vertoont Word, die voor dê Provincie van Holland te zamen XIX Hemmen uitmaken , waar van de Edelen alleen de eerfte , en de Steden de anderen XVIII. hebben'. Deze Steden zyn de Volgende te weten in het Zuidcr-Kwartier. i. Donrecht, 2. Haarlem, 3. Delft, 4. Leiden, 5. Amfterdani,6. Gouda, 7. Rot-  C 33 3 7. Rotterdam, 8. Gorinchem, 9. Schiedam, 10. Schoonhoven, en 11. Briel. In het Noorder-Kwartier zyn 1. Alkmaar, 2. Hoorn, 3. Enkhuizen, 4. Edam , 5. Monnekedam , 6. Medenblik, en 7. Purmerende. In deze Provintiale vergadering der Staten, uiten de Edelen het eerfte hun gevoelen, en hierdoor zetten zy in de Raadsplegingen hunnen meening veel gewigt by. De RaaaPenftonaris, die geheel iets anders is als de Penfionaris van een Stad, neemt zyn plaats aan hun tafel, en als Penfionaris van hun orden , bevind hy zich tegenwoordig by alle overleggingen, welke gehouden worden voor dat men in de Vergadering komt, waarin hy voor hun ftemt. Ily is eigentlyk de Minister van de Provintie, en een van de geenen , die altoos afgezonden worden van de Provintiaale Staten ter vergadering der Staten Generaal. Wy hebben gezegt dat de Gedeputeerden der Steden genomen worden uit de Magiftraat van ieder Stad. Hun getal is ombepaalt, zulks hangt af van het welbehagen der geenen , die hun afvaardigen, en die daar omtrent meesten tyd de gewoonte volgen , vermits zy al te zamen niet meer dan een ftem hebben: maar gcwoonlyk is 'er een der Burgermeestcren en de Penfionaris onder. De Staten van de ProC vintte  ( 34 ) vincie Hólland houden hunne vergadering in het Heeren 'gebouw van het Hof van den Haag, en komen gewoonlyk viermaal behalven in tyden oorlog; binncnlandfche verdeeldheden enz. in 't jaar by een. Z'y overwegen al het geen het welzyn en den dienst van de Provintie in het algemeen betreft. In bujtengewoone gevallen worden zy by een geroepen door een Coliegie, 't welk men noer.n de Gecommitteerde Raden, die eigentlyk Uitmaken den Raad van den Staat der Provinaie. Het beftaat uit een afgevaardigden van *le Riddcrfchap of Edelen, uit een afgevaardigden van elk der VIII. groote Steden , en aiit een afgevaardigden van de drie kleine •Steden van Zuid-Holland. Het geen te zamen 10 perfonen bedraagt. Dit Coliegie zit ert heeft zyn verblyf altoos in sTIage. Het zelve zend aan de Staten van de Provintie de poincten van befchryvinge, en brengt de bcfluiten ter uitvoer. Daar is ook noch een ander Coliegie van Gecommitteerden Raden in Noord - Holland, dat beurtelings, te Hoorn, of te Enkhuizen zyn verblyf heeft. Bchalven de Staten Vergadering , en het Coliegie van Gecommitteerde Raden , heeft de Provintie noch een Rekenkamer, die het beftnur heeft over de algemeene en gewoone in-  ( 35 ) inkomften der Provintie, en boven dit fri dè Provintie Holland, een volftrekte befchikking van het geen men noemt de oude Domaineu van Holland zonder daar van aan de Staten der Provintie rekenfehap te geven. Zie daar de afbeelding van de wyüe; waar op de zaken in de bizondere Provintiën geregelt zyn. Wy hebben het plan van de Provintie van Holland gegeven: de overige zyn op eenige weinige zaken na, op dezelvde voet gefchoeit. Laat ons nu zien hoe zich de VII Provintiën vereenigen en een Staatslichaam of Republiek uitmaken. $•< viil leder Provintie benoemt haar afgevaardigden, en zend ze naar s'Hage , alwaar zy uitmaken de Staten Generaal; den Raad van Staten, en den Generale Rekenkamer. De Souverainiteit van de Republiek is eigentlyk by de Staten Generaal, welke bevorens niet dan by buitengewoone gevallen wierden by een geroepen, nadien om ze voltallig te hebben, 'er meer dan 800 perfonen toe nodig waren; het geen een verfchrikkelyke verwarring gaf, vooral in de Raadsplegingcn. De Raad van Staten verbeeldede by afweZendC 2 beid War de Republiek uitmaakt.  heid der StatenGeneraal,in eenigerraate het zelfde Coliegie, en riepen het by een. Maar die taltyke Vergadering is zedert zeer langen tyd nietbyeeu geroepen geweest. Men is overeengekomen, dat de Afgevaardigden de Vergadering zouden blyven houden onder den naam van Staten Generaal.- Een Coliegie , het geen zedert altoos bekent is onder dien naam , en dat beftendig op het Hof van sTIage vergadert. Dit is dan dat , het geen vertoont de Souverainiteit der Unie, dat de gehooren verleent, dat-de brieven aan de Ambasfadeurs afzend, en aan het welk alle de andere Collegiën onderfchikt zyn , maar inderdaad vertoonr het alleen maar de Staten Generaal. Ieder Provintie zend tegcnswoordig in die vergadering zo een getal afgevaardigden als het haar behaagt; liet geen onverfchillig is , vermits"" de beduiten niet genomen worden naar de Hemmen der perfonen , maar naar die der Provintiën Ieder Provintie zit op haar beurt een week voor; en het is aan die der afgevaardigden, die de voorrang boven de anderen in de Provintie heeft, dat men de eer van Voorzitting geeft. Hy heeft zyn plaats in een armftoel in .het midden van een lange tafel , aan welke omtrent 30 perfonen kunnen zitten. De Griffier, die zo veel als Secretaris is, zit aan 't end.  C' 37 ) end. Wanneer een vreemde Minister gehoor krygt, plaats men dcnzelven in het midden van den tafel tegen over den Prefident, of Voorzitter. De gewoone zaken worden by meerderheid van Stemmen befloten; maar met opzichte tot zaken van groot gewigt, moet'er een eenparige toeflemming van alle de Provintiën zyn. De Raad van Staten is ook famengeftelt uit afgevaardigden van alle de Provintiën , maar op een andere wyze als de Vergadering- der Staten Generaal , dewyl hun getal bepaalt is. Gelderland zend daar in 2 Afgevaardigden, Holland 3; Zeiand 1. Utrecht 1; Vriesland 2 ; Overysfel 1; en Groningen 1. Men ftemt daar niet by Provintiën maar by hoofden , en ieder afgevaardigden zit op zyn beurt een week voor. De Stadhouders in der tyd hebben in den Raad van Staten ook flem en zitting, maar de Raad Penfionaris heeft flegts daar in het recht van. zitting , en geeft alleen zyn gedachten op , hoe zeer anders zyn vermogen groot is , zo als wy reeds aangemerkt hebben. Deze Raad van Staten brengt de befluiten der Staten Generaal ter uitvoer, zy ftelt aan dezelve de bekwaamde middelen om krygsvolk op de been te b'engen , en penningen te ligten, voor, van het eene de C-3 hoe-  ( 38 ) hoeveelheid , en van het anderen de evenredigheid ; en zy heeft het opperbewind over het krygsvolk, de Fortificatiën ,belastingen &c. In een woord, de voornaamfte zaken der Republiek gaan door handen van dit Coliegie. Op het einde van ieder jaar ftelt de Raad van Staten een flaat op der onkosten, welke zy voor het volgende jaar nodig oordeelt, en bied die aan de Staten Generaal aan, welke dezelve doen rond gaan in heur bizondere Provintiën. Zie hier de evenredigheid van. het geen ieder Provintie verpligt is op te brengen, wanneer het ti doen is,om by voorbeeld hjndert duizend gulden te ligten. Gelderland betaalt 5612 Guld. 5 ftuiv. 2 penn. Holland 58309 1 12 Zeeland 9183 14 1 Utrecht 5830 17 9 Vriesland 11661 15 10 Overysfel 3571 8 4 Grjningen 5830 17 11 Somma in 't geh. iocooo Guld. Het Landfchap Drente betaald by ieder 100 Gl. 1, dus by de 100000, 1000. De Raad van [Staten heeft 'ook nog het beftel over alle gelden, die voor buitcngewoone onkosten van den Staat gefchikt zyn, en doet de  C 39 ) de bevelen tot de gewoonc nitgave geven op de befiuiten, welke de Staten Generaal bevo^ rens in 't onbepaalt algemeen genomen hebben. De Rekènk&mtr is opgerigt geworden tot verligting van den Raad van Staten, om de rekeningen van de generalen , en ondergefchikte Ontfangers op te nemen en te fluiten, als mede om de bevelen van den Raad van Staten, die de fchikking over de geldmiddelen heeft, te regiflxeeren of aantetekenen. Deze Kamer beftaat uit twee afgevaardigden van iéder Provintie, die om de drie jaren veranderen , maar niet voor alle de Provintiën. Behalven deze Coilegien , is 'er noch een Raad der Admiraliteit welke de volftrekte befchikking heeft over de Zeezaken, en die als hoogfte Rechter oordeelt over alles, wat tot haar beftek mag behoren. Die Raad is verdeelt in vyf Collegiën, waar van 'er drie in Holland zyn, te weten te Rotterdam, Amfterdam, en beurtelings te Hoorn of te Enkhuizen; het vierde is te Middelburg in Zeeland, en het vyfde te Harlingen in Vriesland. Boven dien is 'er noch de Raad van Bra, band, die te s'Hage vergadert, en die van Vtoatp deren, die haar Vergaderingen te Middelburg houdt, voor de zaken, welken de bezittingen C 4 dw  Godsdienst. C 40 ) der Republiek in die beiden gewesten betreft. De" buitenlandfche Ministers beginnen doorgaans hunne onderhandelingen met den RaadPenfionris, die de eerfte Minister der Republiek, en met den Griffier, die daar van de Secretaris is. Zy treden ook in gefprek met den Prefident van de week voor de Staten Generaal. Voor 't overige is het een vaste grondregel der Republiek, by de Unie van Utrecht ingevoert , dat geen een Provintie vervreemt of afgefcheiden mag worden op wat wyze het ook zy, zonder algemeene toeffemming van alle de Provintiën; en alle de Provintiën zyn zodanig vereenigt, dat zy te zamen niet dan een en dezelven ftaat uitmaaken, zie daar het ;een genoeg zal zyn, om een algemeen denkbeeld te geven van de Staatkundige regeering en refteltheid van deze Republiek. §• IX. j De heerfchende Godsdienst in Holland is de Gereformeerde of "hervormde, maar men duld 'er alle de anderen. Men heeft 'er tot ~o onderfcheiden fecten of gezindheden getelt, die jddaar een vrye Godsdienst oefTening hebben. Ondertusfchen maken die der Roomfche Kerk het  C 4i 3 het grootfte getal uit. Alle plaatzen zyn daar mede opgevult, en daar is byna geen dorp of het heeft zyn Roomfche Kerk. Men verzekert, dat vooral ten platten lande het getal der Roomsch-Catholiken grooter is dan dat der Gereformeerden. Ken duld in Holland een Apostolifchen Vicaris, maar zyn magt is altyd aan de Regeering onderworpen , en binnen zeer enge palen beperkt. De Monniken en alle geestelyke ordens zyn op zware (tranen uit den landen van de Republiek gebannen. Het is verboden het heilige Sacrament aan de zieken opentlyk te brengen, of eenige ommegang buiten de Kerken te doen. Geen Roomsen Catholike kan tot openbare of publieke Ampten van den Staat toegelaten worden; anderzints genieten ze alle de gunllen en voorrechten der anderen burgers. Onder de gezintheden zyn de Mennoniten de rykften , en het best geftelt. Daar zyn ook eene zeer groote menigte Joden, die een aanzienelyke Koophandel dryven , en groote rykdommen bezitten , vooral de Portugeefche Joden. Als 'er in de Gereformeerde Godsdienst eenig verfchil ontftaat over het gevoelen, het zy in zaken betreffende de Leerftukken, of ZeC 5 den-  C 42 ) denkunde, of dat 'er eenig zvvaarwigtig Kerfcelyk geval moet onderzogt worden , dan word dit overgelaten aan de uitfpraak van een algemeen Synode of Kerkvergadering, famengeftelt uit afgevaardigden van de Kerken der VIL Vereenigde Provintiën. De gewoone zaken worden geregelt door de Confiflorien ^ of Kerkenraden onder goedkeuring van de burgerlyke Regeering. De Kerkleeraaren of Predikanten hebben daar veel aanzien maar weinig magt. Het is echter noodzakelyk , even als in alle landen der waereld , dat de Regeerders zorg dragen , dat ze in hunne leerredenen geene zaken de Regeering rakende ïnlasfen, en dat ze geen leeringen leeren, welke bekwaam zyn de algemeene of publieke rust te ftoren. Alvorens nu onzen Schryvcr gedeeltelyk te volgen zo als wy tot das verre gedaan hebben moeten wy onze Xeezers herinneren , dat een goed gedeelte van deze verhandeling voor den Jare 1748 gefchreeven is geweest en dus de Stadhouderloze re- gee.  (■ 43 5 geering is fehctzcndc , onze eerfte mening was om dit gedeelte van deze verhandeling ter zyde te Iaaten als niet de regte Staatsgcfteldheid opleverende: dan dewyl in dit gedeelte veel goeds tc vinden is , hebben wy het onze Leezers niet willen onttrekken te meer daar doch over het geheel genomen onzen Schryver vry onpar,. tydig zyne gedachten voordraagt, dat in de tegenswoordigc omftandigheden van de Republiek van nut zal kunnen zyn. Even eens zullen wy handelen met het geen onder het diestyds Staatkundige belang van de Republiek is voorkomende: waar na wy tot befluit de nodige aanmerkingen voegen zullen. §. x. Laat ons noch iets zeggen van de Staatkunde, welke de Republiek betragt. De bewaring der Vryheid is het eerfte en voornaamfte doelwit. Algemeene Staatkunde.  ( 44 ) doelwit. M'cn is daaromtrent zodanig nayverig, dat men alles weert , het geen daaraan de nilnfle krenking zoude kunnen toebrengen. Deze vryheid beftaat niet daarin, dat een ieder naar den wil van zyne invallen mag leven, of allen buitenfporigheden, die hem in den zin tomen, begaan; integendeel, zyn daar tegen. die,wetten zeer ftreng, en worden even zo ftipïefyk, gehandhaaft , als onder een Eenhoofdige Regeering. Maar zie hier, wat de kern van bet wezentlyke van deze vryheid uitmaakt, liet volk is verzekert, dat het niet anders dan volgens 'sLands wetten, die het kent, zal geregeert worden j geen Burger kan op een onwettige wyze van zyne bezittingen worden ontzet, of wegens zyne daden bedilt door de jjïEïgneïd van imand, die meerder dan hy is. Ieder een is volftrekt meester van zyne bezittingen , en de levenswyze welken hy verkiest te; leiden. De voornaamfte Leden der Republiek beftïeren zelfs de zaken , en doen aan niemand wegens hunne beheering verantwoording .dan aan den Staat zeiven. Dit laatfte voorregt werkt meer op de Grooten, dan op fret volk; en zie daar ook de reden, waarom de1 voornaamften zich altoos tegen de herftelHng van een Stadhouder kantede, daar integeni ' ~\ deei  ' ( 45 ) deel het.gemeene Volk daar toe genoegzaam genegen is. Want de Stadhouder vercenigt;in zyn perfoon de posten van Gouverneur Generaal, Capitain Generaal, en Admiraal Generaal. Hier uit kan men afnemen , hoe grooc zyn magt en nog grooter zyn Credit moet zya. De Prinfen van Oranjen, die eerfte grondleggers en befchermers der Republiek zyn bevonden het middel, om allen, die met publieke bedieningen van wat natuur die ook mogten .zyn, bekleed waren,trouw te doen handelen.'O) Dit was mogelyk.de beste tyd der Republiek! In den beginne hadden de VII Provintiën niet meer dan een Stadhouder uit den huize van Nasfau ; maar die post wierf A». 1650 voor altoos vernietigt. Echter deeden de ongeregeltheden, welken zich weldra in de Republiek ontdekten, denzelvcn in 1672 herHellen. In plaatfe van ecnen Gouverneur Generaal , verkoos men 'er twee, beiden uit den huize van Nasfau, maar van twee onderlcheide liniën. Holland , Zeeland , Utrecht, Gelderland en Overysfel verkoofen Willem dm Dtr- fd) Wy hebben reeds gezegd niet te weten dat immer die magt volflrekt aan den Stadhouder zou opgedragen zytLgeweest.  C 4<5 ) derden , Prinfe van Nasfau - Oranjen , welkê dien post geduuren.de 28 jaaren heeft bezeten. Vriesland en Groningen daarentegen ftelden aan Hendrik Cafimir , Prinfe van Nasfau - Dietz , die voort opgevolgt wierd door zyn zoon Jan Willem , en na den dood van dezen laatften , door zyn kleinzoon Willem Kareh Invoegen deze bediening voor Vriesland en Groningen erflyk is geworden in het huis van Nasfau. De andere V. Provintiën hebben dezelve na den dood van Koning Willem den Derden, iu 1702. voorgevallen, niet vervult. Die Prins geen nakomelingen nalatende, had Prins Wil' /cm Karei recht zich te vleijen van die waardigheid over de gantfche Republiek te zullen bekomen. Inderdaad, Ao. 1728. erkenden de Provintiën Gelderland en Overysfel hem voor haaren Stadhouder: maar tot het jaar 1738. toe hadden de Provintiën Holland , Zeeland , en Utrecht geweigert haar exempel te volgen. „ Wanneer by gelegenheid van den oorlog met Frankryk, het indringen der Franfchen in Hollandsen'Brabant, het veroveren van Bergen op den Zoom, Maastricht, enz. Willem de IV. tot Erfftadhouder Kapitein en Admiraal Generaal is verkoren en aangeneld geworden. Eu des ziet men dat het gezag van den Prins zeer groot kan zyn, zo hy aldaar dezelve bediening heeft; ' > t2  ( 4? ) te meêr, nadien hy over de krygslieden kan befchikken , als over anderen Magten van de ganfche Unie." Des is het zeker, dat een Stadhouder , een verftandig en moedig mensch zynde, zeer veel nut aan de Republiek zoude kunnen toebrengen haar een nieuwen luister geven, door haar zo geducht te maken, als zy te voren was. Het tweede voorwerp van de Staatkunde der Hollanderen is de handhaving hunner Koop handel, Zeevaart, en bezittingen in de Indïën. Terwyl wy reeds over alle deze poincten gefproken hebben, zullen wy onze Leezers derwaarts te rug wyzen, en 'er alleen maar oyvoegen, dat de Hollanders om dat oogmerk te bereiken een en dezelve maatregelen nemen als de Engelfchen. Maar zo lang zy in alles met veel minder wakkerheid dan de Engelfchen te werk gaan , hebben ze niet dan een Hechte uitflag te hopen. De Engelfchen hadden ook eertyds de Republiek ingewikkeld in de handhaving van de balans, of evenwigt der Magt in Europa. En dit maakte het derde voorwerp der Hollandfche Staatkunde uit. Daar het belang der Engelfchen en dat der Hollanderen ten dien opzichte een en het zelve was, is het natuurlyk, dat hunne grondftellingen ook even de zelfde behoren te , - zyn.  C 48 ) zyn. Elders zyn over die ftoffe breedvoerig* aanmerkingen gemaakt , dcrhalven zullen wy dit gefchrift hier niet mede belasten. „ Wat het vierde Staatkundig voorwerp der Hollanderen aangaat, welke was de bewaring der Barrieren. Wy hebben in het begin van dit Hoofdftuk aangewezen welke verfterkte plaatzen men daardoor verftaat, en de overeenkomften , welken deswegens zyn gemaakt geweest. Daar van kunnen wy nu niet meer fpreeken, dewyl zy ons ontnomen zyn gewor; den." . In het algemeen mag men zeggen dat 'er in de Regeering van de Republiek, vooral zedert het begin dezer eeuw, eenige agteloosheid is ingeflopen. Want by voorbeeld in de Crifis van het jaar 174.1. waar de bewaring der vrede, en de infcandliouding van -het Huis van Oostenryk twee zulke moeijelyke zaken waren, om te vereenigen, heeft Holland daar toe te veel en veel te weinig gedaan. Door de drie op een volgende vermeerderingen van krygsvolk heeft zy gansch Europa in beweging gebragt, en zonder den oorlog uitdrukkelyk te verklaren, heeft zy zich al de Magt van het Huis van Bourbon op den hals gehaalt. Ex  ( 49 ) En wat de tegenswoordige inwendige omftandigheden van de Republiek aanbelangen daar van zullen wy niets aanroeren , vermits zo veele Schryvers 'er. zig voor en tegen mede ontledig houden. Komen de zaken (zo als den Hemel geven wil) eens wederom op eenen beftendigen voet; wyken de byzondere bclangens en verdeeldheden, voor het algemeenc belang en welzyn ; zullen wy, indien eene nieuwe uitgave nodig is, met vreugde eene fchets van ons gegrondvest Staatsgeftel geven ; tegenswoordig zullen wy met onzen Schryver onze Lezeren mededeclen, dat geene het Staatkundig belang van ons Vaderland met de andere Mogentheden van Europa zedert het jaar 1746. fchynt geweest te zyn, en zullen 'er in 't kort by voegen dat geen voor-ons belang dieswegens tegenswoordig moet gehouden worden. J) 3. XI.  Staatkun- rfemerop- j-.igtetot onder- fclicidcne Mogcntlie- den. Portugal. £ 5° 0 Het fbheelt veel, Jat de betrekkingen rus* 'fchcn Holland en Portugal zo groot zyn , alsdezelven zyn tusfehen Engeland en rfwt Ryk-, .want de Portugeefen maken meerder werk van de Engelfche Manufacturen, als van de Hollandfche , en deze Republiek trekt in weerwraak niet dan zeer weinig wyn en andere waren uit Portugal, ondertusfehen is de koophandel, die'nog tusfehen de twee volkeren plaats heeft, wel waardig , dat de Republiek gelyk ze altoos doet, een Minister aan het Hof van Lisbon, en verfcheide Confuls in de Zeehavens onderhoud, die teffens de Hollandfche Kooplieden , welken in groot getal binnen alle kooplieden van Portugal gezeten zyn , befcher^ men. Voor dezen hebben de Hollanders verfcheide ondernemingen tegens Brafil., en de andere Portugeefche bezittingen in America' gedaan , maar met weinig geluk. Doch' zy zyn gelukkiger geweest in hun uit her grootfte gedeelte van den Oost-Indifchen handel te bonfen, welken zy zich eigen gemaakt hebben. Haare Staatkunde moet hun derhafven aanzetten, om de Portugeefen zo veel ïri hun vermogen is in Afiën te hinderen, maar ia America met vreede te laten ; gemerkt de> ^weinige billykheid die 'erzoude zyn, om hun daar  ( 50) .daar uit te willen verdryven, en het geringe goed gevolg dat men daar van, te wagten zoude hebben., i Spanjen heeft groote verbintenisfen met Hol-, land, welken tegenswoordig zodanig zyn, daszy niet dan tot wederzyds voordeel der beide,volkeren kunnen gedyen. Want Holland heeft niet te vreezen, dat Spanjen haare oude rechten op de Nederlanden zoude willen doen gel-, den. En in allen gevallen, indien het te doen; was om aan de Republiek haare vryheid, en de voorregten , die daar uit voortvloeijen, te betwisten, zou Spanjen niet bevoegt zyn om ten dien opzichte eenige de minde eisfchen te doen. De Nederlanden waren ten deel gevallen aan een Prins uit het huis van Oostenryk, den Keizer Maximiliaan I , welke trouwde Maria, de eenige dochter van Karei den Stouten , en erfgename van Bourgondië , wiens afftammelingen ook Koningen van Spanjen geweest waren. De troon van Spanjen tegenswoordig bezeten wordende door een Vorst uit den huize van Bourbon, en de andere X Provintiën aan het huis vau Oostenryk gebleven zynde, is het ze > ker, dat als'er eenige aanfpraken te doen waren, zulks niet meer aan Spanjen zoude toekomen. Maar de onafhankelykheid welke de VII. Provintiën met. de wapenen in de hand verkregen D 2 heb- Spam'eii. I  C 5* > hebben, en de erkentenis, welke alle dê Mo* gentheden van Europa daar van hebben gedaan , Hellen haar ten dien opzichte buiten allen vre'es. Voor 't overige, zo is de handel, die tusfchen Spanjen en Holland plaats heeft, de aller aanmerkenswaardigfte. De ■laatstgcmelde trekken een ontelbare menigte van wol, wyn eh alle andere vöortbrengfelen uit Spanjen; én de Spanjaarden daarentegen voorzien zich by de Hollanders van lakens, van uoffen, vSn zyden , van cannevas , en andere manufacturen des Lands. Die handel , zo binnëns Ryks als voor America, is zo groot , dat 'er ceh groote menigte Hollandfche Kooplieden zyn, die zich in allen Steden vau Spanjen ter neer gezet hebben ; en de Hollanders hebben altoos, hoewel van ter zyde, een zeer groot bélang in de Galioenen. Het is ook ónï deze reden, dat Holland nooit met een goed oóg heeft aangezien, dat de Engelfchen de te rugkomst van dezelve Galioenen hebben belet, dóór geduchte vlooten tér kruiflnge in den Oceaan te zenden. Eindelyk, als Engeland met Spanjen in openbare oorlog was, trachtedé de Republiek altoos de onzydi^heid in't oog té houden, en door dit middel maakte ze zich alléén meester van de alleruitgeftrekfte en voor- det-  C 5S 3 tleeligfte handel van Europa. Om alle deze redenen houdt Holland altyd een Ambasfadeur aan het Hof van Madrid, om aldaar Voor haar belangens te wakén, en Confuls in de Zeehavens , om den Koophandel te befchermen. Frankryk is dan eens een boezem bondgeHoot, dan eens een dodelyke vyand van Holland geweest; zonder dat men tot noch toe redelyke verbintenisfen heeft kunnen maken voor een vaste en beftendige grondftelling tusfchert die twee Landaarten. Het is zeker, dat naaf uit de Gefchiedkufide te oordeelen, de beste tyden der Republiek geweest zyn , die geenen , wanneer zy een nauwe verbintenis mét Vrankryk had. Inderdaad die Kroon zoude , de zaken wel ingezien wordende, geen rekening vinden by het verval der VII. Provintiën , zelfs al had zy al eens de middelen daar toe. Al het geen zy op zyn best zoude kunnen krygen, en zelfs verwagten, zoude zyn, om dezelven aan een zoort van afhankelykheid onderhevig te maken, en de Republiek te beletten- eenige byftand te verleenen aan de vyanden van het Huis van Bourbon. Het is intusfchen nuttig voor Vrankryk om by de Staten Generaal niet alleen een Minister van den eerften rang te bonden, maar ook om zendelingen in D 3 de Vrankryk,»  ( S4 * O de bizondere Provintiën te hebben j ten einde zo mogelyk, de Franfche party, die men daar altyd vind, te-bewaaren en te vermeerderen. -Holland daarentegen moet haar best doen, om zo egn geduchte Mogendheid niet. op den hals te haaien, en baare Frontieren of grensfteeden niet alle oogenblikken in gevaar te Hellen om verfchillen, die haar niet rechtltreeks, of om verre uitzichten , raken. Zy heeft andere middelen, als de hulp haarer Krygsbenden,.om de ■inltandhouding der Balans van de magt in Eu;xopa te begunftigen. Wy hebben reeds de be^ 3angens des Koophandels , die tusfchen- deze .twee Mogentheden plaats heeft, ontvouwt; en >vy zullen ons bepalen aan te merken , dat die zelve belangens een nieuwe beweegreden voor de Republiek uitmaken , welke haar verplicht om de yriendfchap van Vrankryk te bewaaren. te meer, daar de Hollandfche Natie verfcheide voorregten , betrekkelyk tot de Zeevaart, in Vrankryk geniet, welken zy moet trachten te behouden. „ Dusdanig waaren na den Vreede van het Jaar 1748. de belangens van de Republiek omtrent de Kroon Vrankryk : wanneer men nu in aanmerking neemt het geen zedert die tyd in de Staatkundige gefteldheid van Europa en .Amerika is voorgevallen , kan men [3 ügtelyk  C 55 ) 'lïgtelyk nagaan het geen wy tegenswoordig ionden behoren te doen ; maar hier omtrent zullen wy ons (zo als boven gezegt is) voor als nog niet uitlaten, te meer, dewyl 'er een 'tractaat van wederzydfche verdediging en koophandel op het tapyt is." "Natuurlyk is 'ér een onderfcheid van belangens tusfchen Holland en Engeland, waar van den öorfprong moet gezogt worden in den Koophandel, die het Voornaamfte voorwerp der beide Natiën is. Te vergeefs ziet men de Engelfche Ministers in s'Hage by alle hunne publieke redeneeringen'het tegendeel ftaande houden; mén zal ons nooit ovèrtuigen , dat twee Volkeren, aan een en dezelve Zee gelegen, die tot hunnent een en dezelve Manufacturen hebben, die éen en dezelven handel dryven, die de een zo wel als de ander hun best doen om hun Zeevaart uittebreiden, en die geen inzichten van grooter wording kunnen hebben , dan van de ■ zelve zyden, langen tyd kunnen zyn ; zonder dat 'er tusfchen hun nayver, om niet te zeggen , een volkomen vyandfchap on'tftaat. De Heer de la Marttniére in zyn vervolg op de Historie van Puffendorf vergelykt Engeland en. Holland by twee Kooplieden , dié dezelven If.mdel doen, maar die hunne winkels te dicht D 4 by Engeland.  C 56 ) by den . anderen hebben. De gefchiedkunde zeive, bevestigt dit gevoelen : want wy zien daar zeer dikwyls die nayver in een openbaren oorlog uitberflen. Dan de aanmerkeJyke voortgangen y.an Vrankryks Koophandel, en de algeraeene grootwording van die Mogendheid hebben de belangens van Engeland en Holland wel eer vereenjgt, en zedert het begin dezer Eeuw hebben wy ze eene byna beftendige vriendfchap, en eendragt zien pnderhou; den, ten einde zo men meende des te beter het gemeen gevaar te keer te gaan. Deze Staatkunde was niet kwaad,mits ze niet te ver getrokken was geworden, en Holland altyd ia aanfchouw had genomen, dat haare plaatfelyke L-gging (die zeer onderfcheiden is van die van Engeiand) haar niet toeliet, zo ver als die Mogendheid te treden in de maatregelen, weU ken men tegeus Vrankryk gebruikt. Het was haar corbaar te draalen , of zo zy wilde breeken , moest zy voorzorg gebruiken om haare magt te vermeerderen , dat helaas zo als in dezen oorlog (a) gebleeken maar al te zeer verwaarloosd is. Deze Republiek moet ook zeer oplettend zyn op het onderhoud van haare, Zeemagt, opdat ze zich alleen op zig zelfs te- geni W Die van i74r. tot 1748'.  C -5.7 O jjens -Engeland' zoude- kunnen verdedigen , indien deze jaaren Koophandel of visfchery. wilde ontrusten, ItaKtn heeft byna geene andere betrekking met Holland, als die uk denKoophandel voortfpruit. Want de andere Staatkundige vereenir gingen zyn van ter zyde , en raken de Republiek niet, dan voor zo verre Italië'n in hef algemeen grondftelfel van Europa komt; enhaar belang vordert, te zien dat het een of ander ■ La&dfcbap in banden van een Vorst is, die -haare inzichten kan begunltigen. Maar bet middel van onderhandelingen is het geen ze gewoonlyk in diergelyk geval gebruikt; en wy hebben byna nooit haar Krygsyolk aan geene zyde het Alpifche gebergten werkzaam gezien. De redenen daarvan zyn dezelven , die wy voor Engeland gegeven hebben. (V) De Hol- 00 Tteze tthenen zyn , omclat hst transport zeer moeijelyk, en het CWnaat al te heet is ,'als mede om dat' zy met vrugt haar vlot et in de Middelandfehe en Adr'n-tijlhe Zee kan gebruiken, het zy tot het beletten dal 'er geen vreemde byftandop de kusten van Italien lande, het #y lot het nemen van fchepen, welke aldaar oorlogsteh'oeften, of levensmiddelen zoud:n willen aanbrengen, het zy tot hel blokkeeren of bombr.rdeeren der Zeeha-, yens, hst ay tirt hel doen van ten landing, en s'mMyk D 5 Ita'ieu.  De ZwitferfchcRepubliek. < ] I i k 5» ) Hollandfche vlooten hebben zich fómtyds by die der Engelfchen gevoegt -om in de Middelandfehe Zee te ageeren; maar Holland heeft daar nimmer groote daden uitgevoert. Voor't overige zyn 'er in alle Zeelieden van Italien Hollandfche Comptoiren opgerigt ; die door Confnls of Ministers van den tweeden rang befchermt worden. De Koning van Sardiniè'n, en de Koning der beiden Siciliè'n, houden op den duur Envoyés in s'Hage. « De grootlle verbiiuenisfen van Holland met de XIII. Cantom hebben hunne betrekking tot de Zwitferfche troepen , die in dienst van de Republiek zyn. Men kan zeggen , dat | dit' Corps Infanterie of bende Voetvolk, een der gtenen is, waarop de Hollanders het meest Haat konde maken, Qa) en het is om die re-; den, dat zy alle bekwame middelen, verpüg. zyn 'itt. zy tot het hcpiagligen der Eilanden in de Uii-tlann-. che Zee. ^ ■(/O Onzen Heer Schryver duide het ons niet ten tw.ade, wanneer wy.zoider ee' igzins de Zwitrerfchc vrygsbende te laken, van oordeel zyn;datmen onze Inandfche troepen op een even goede voet als de Zwitzers, :ou.de- kennen brengen , wanneer 'er voorzeker even o. veel ftnat als op dezen,zoude kunnen jemaakt war _.' en. ...  C 59 3 zyn in het werk te nellen, om dezelven te «onderhonden, en voltallig te maken. Hieruit fpruiten de infchikkclykheden , welken Hol land altyd moet hebben voor het Zwitferfche Bond-Genootfchsp. In tyden van verfchil met Vrankryk kan Zwitferland groote diensten -doen, zelfs zonder zich opentlyk tegens die Kroon te verklaren;. het zy door troepen te -geven , •het< zy door- den doortogt aan de ■ Franfche bonden te weigeren , weikeu dooi .Zwitferland in Italien of eenig landfchap van Duit-scliland zouden willen indringen. In een woord, het is het belang der Zee Mogendheden Zwitferland ten minden in een dipte onzydigheid te houden. Voor 't overige zyn de verbindtenisfen van den Koophandel tusfchen Holland en Zwitferland van zeer weinig gewigt , en de legging van deze twee Landen maakt, dat zy geen inzichten kunnen hebben , om veroveringen op eikanderen te maken. Duitschland houd de Regeering der Republiek derk bezig. Daar is altyd een Hollandfche Minister by de Ryksvergadering van ReT gensburg, en Envoyés aan byna alle de Vordelyke Hoven van het Ryk. De nabuurfchap, de Koophandel, de Staatkundige. belangens, en HetDuitlelie Ry-n,  De Koning van Pruis- C 60 ) ■eh vcrfciieide andere onderwerpen maken nauwe verbintenisren tusfchen het Duitfche Lichaam, en de Vereenigde Nederlanden. Ook heeft de Republiek zich tot heden toe altoos op de behoudenis van het Huis van Oostenryk toegelcgt: maar het is nog te weeten, of de gezonde Staatkunde haar zal ingeeven , om het zelve fyflema in het vervolg met een gelyke iever voort te zetten. De voor. ■naamile oorzaak van deze aankleving is daar in gelegen, dat de Zeemogendheden het Oostenrykfche Huis befchouwen als het tegenwigt In de balans van Europa,,, dan dit is zedert den oorlog van het jaar 1755. wanneer Engeland met Pruhfchen verbonden was; zedert de verdeeling van Poolen; zedert den oorlog om de Beierfche valatenfchap; en zedert dat Jofeph de II. zig ■zo geducht maakt, merke/yk afgenomen" Wy hebben reeds voor een gedeelte onze denkbeelden over de Magt van dat Huis ontvouwt. Men moet dan in overweging nemen, of de RepuHiek niet beter haar rekening zoude vinden in den Koning van Pruisfen aantekieven, en zyne inzigtcn te begunftigen. Want voor eerst is die Vorst een geduchten Nabtiuf can Holland geworden, en is.by gevolg in f.aat om de Republiek, wanneer die gedreigt > word,  C 61 ) word, by te Haan, of denzelven zyne gevoeligheid te doen ondervinden , genomen dat de Republiek hem ondienst gedaan had. Ten anderen kan de Koning van Pruisfen met vaardigheid te werk gaan, en is in Haat werkzaam' te zyn door zyne eige fchatten, of heeft op zyn hoogst niet dan een ordentelyke onderftand nodig. Het Huis van Oostenryk heeft altoos, in plaats van de wapenen op te vatten ten voordeele van de Republiek, de Zeemogendheden in de noodzakelykljeid gebragt om Vóór haar te oorlogen , uit hoofde van de verfchillen, welke het diestyds gehad heeft met Vrankryk, Poolen enz. De Koophandel, welke het Hof van Weenen heeft getracht iri de Oostetirykfche Nederlanden op te rigtcn, kon geen ftand grypen, dan voor zo verre ze die der Republiek vernietigde. De Koning van Pruisfen heeft om allerlei zoort van redenen belang in de behoudenis van den Staat; en deze Vorst is eindelyk ook de fterkfte (leun van de Protestanfche Godsdienst, en in het bizonder van het Euangeüfche Lichaam in Duitsland, „ hoe „ zeer dit moet men bekennen dat zulks te„ genwoordig byna niet meer in aanmerking „ komt, daar Jozephus den II. door eene regt „ verftandige verdraagzaamheid iets heeft ter •,j uitvoer  ( 62 „ uifKoer. gcbragt waaraan men nn twïu*> ,,. tig jaaren geleden, weinig zou hebben dur„ ven denken 5 van niet alleen de vryheid „ van Godsdienst in zyne Staaten, intevoeren,, „ maar zelfs de Protestanten tot het bekleeden van publieke Ampten toetelaten. Dan het ,. is ook waar , dat deze tolerantie te gelyk ,, met den tegenswoordige Regent zou kunnen „ veranderen." Dan wat hier van zy, deze aanmerkingen bewyzen ten minden dat de Republiek geen belang ter waereld heeft om zich tegens de grootwording van den Koning van Pruisfen te dellen; en dat de hulp van dien Vorst haar dezelve voordeelen kan bezorgen als die van het Huis van Oostenryk. Voor 't overige zoude het niet raadzaam zyn, dat Holland met het laatstgemeide Huis twist kreeg zonder wettige redenen, Integendeel moet zy trachten met het Hof van Wcenen, even als met de andere Vorsten van het Ryk in vriendfchap te leven. De andere Vorften zyn verders of te zwak , of te ver afgelegen om ontzachlyk voor de Republiek te zyn. De Keurvorst van Keulen zelfs, die by dat Keurvorstendom noch andere Vorstendommen voegt, zoude geen de minde onderneming tegens de Veree-  C ( 42 ) Yereenigde Provintiën kunnen werkftellig-ma-r ken.;. Maar, al zyn deze Vorsten niet in ftaat pm ze aan te tasten, kunnen ze egter op verfcheide wyze hare inzigten vordelyk zyn, voor. al door Krygsvolk aan haar te geven , of te ■bezorgen s mits betalende . onderftand-gelden. Deze aanmer ingen doen zien, hoe veel belang. Holland heeft in de inflandhouding van het Syflema van het Duitfehe Ryk, en van de vorm, welke aan hetzelven by de Westphaalfche Vreede gegeven is. : Wyders is de Koophandel , dien de Hollanders met geheel Duitschland dryven, alleraanmerkelykst, en het grootfte vertier hunner waaren, en hunne Indifche producten gefchied zonder tegenfpraak binnen het Ryk, waarvan de onderfcheide Landfchappen hun daarentegen, alle hunne benodigtheden verfchafFen. Polen heeft byna geen rechtftreekfche betrekking met Holland. De natuurlyke voortbrengzelen, , en andere waren dier twee Landen worden wederzyds getrokken , of langs den weg van Duitsland, of door Pruisfen, of over Dantzig. Ondertusfchen als de Troon onbezet is, tracht Holland door raiddel van onderhandeling daar op een Candidaat naar haar zin te doen plaatzen; en in het algemeen heeft Polen.  Dcne. marken. C 64 • ) Reeft zy belang, dat het Syftema van de Poö?fëhe Republiek niet omvergeltoten word, en dat die wyduitgeftrekte Staat niét aan een reed* door zyn andere bezittingen geduchten Vorst, ten deel valt. „ Het geen onzen Schryver hier ter neder „ fteld nopens de belangens Welke onze Re„ publiek had, dat de Kroon van Poolen niet „ in handen viel van een anderzints Magtig „ Souverain , is maar a! te waar; dan wei„ nig voorzag hy dat dit groot en vrucht'ü kmd, dat in veelen opzichten onzen „ voorraad-fchuur'van Koorn, enz. was, voor „ een goed gedeelte onder drie zeer magtige „ Vorsten zoude worden verdeeld; het welk „ zekerlyk aan onzen Koophandel al veel na- ,. dcc! hééft toegebragt. Te wenfehen „ is het intusfchen, dat de zaken op dien voet „ blyven als zy tegenwoordig zyn, en dat niet. * ec«e nadere verdeeling van Poolen ter ee55 mger tyd ons kome beroven van den Koop- handel welke wy nog op dat Land dry ven." Denemarken heeft een groote betrekking op, en met Holland, het geen voornamentlyk uit den Koophandel voortkomt. Want zonder te fpreken van den Sondfen Tol, die Denemarken irt zekeren opJflöhfci* moester maakt van de Vaart op  ' C «5 ) óp den Oost-Zee, trekken de Hollanders eeri zeer groote menigte fcheeps masten, planken ; ■vaatwerk, teer en andere waren , welken Noorwegen voortbrengt. De Landen daarentegen die onder de heerfchappy van den Koning van Denemarken zyn , neemen van de Hollanders veele van hunne Manufacturen , veele fpeceryen , eh alle zoorten van andere koopinanfeliappen. Deze wederzydfche handel is merkelyk vermeerdert zedert het jaar 1726, wanneer de Koning van Denemarken in zyne Staaten den invoer van allekoopmanfchappen, komende van Hamburg, verboden heeft, Zedert dien tyd hebben de Deenfche Kooplieden de gewoonte aangenomen om zich van alles uit Holland te voorzien ; en tegenswoordig is die tak van handel vaii genoegzaam gewigt voor de Republiek geworden. Ondertusfehen verwekken twee zaken nayver aan de Vereenigde Provintiën , en kunnen misfehien in vervolg van tyden eenigmisverftand tusfchen haar en Denemarken veroorzaken. De eerdé is de Kabbeljamvvangst op de kusten van Ierland,waar van de Hollanders vermeenen in bezit te zyn, en het geen de Deenen hun' betwisten. Reeds in 1740. namen de Deenfche Kustbewaarders vyf Hollandfche visfeheepen en £ brag-  C 66 ) bragten ze te Coppenhagen op. De Minister der Republiek eischte dezelven te rug. Van weerszyden kwamen verfcheide vertogen in het ligt , in welken ieder party zyn best deedt om zyn recht te bewyzen. De twee Mogendheden begonnen zelfs reeds eenige fchepen uit te rusten om hunne regten te verdedigen , . en alles fcheen een vreedenbreuk aantekondigen, wanneer die zwarigheid door tusfchenfpraak van Zweden in der minne wierd bygelegt. Echter zoude zy in meer gunltige tydsomftandigheden nieuwe moeijelykheden kunnen veroorzaken. Het tweede voorwerp is- de opngting der Oost-Indifche Compagnie , te Coppenhagen tot Hand gebragt. Het is zeker, dat die oprigting een merkelyk nadeel doet aan den Indifchen handel van de Republiek', niet met opzichte tot den verkoop van Speceryen , waar van de Hollanders alleen in bezit zyn, maar met betrekking tot het vertier van Porceleinen, Thee , Indifche Katoenen , Chincefche Stoffen enz. , waarmede Denemarken thans her iVoorden en de Zuidelyke Landfchappen van Duitsland voorziet. Het is natuurlyk dat de Hollanders zeer nayverig zyn over den voortgang-  c ó> 5 gang van dezen handel, offchoon zy geen gé grond recht hebben om dien te beletten. Voo 't overige moet de Republiek Denemarkei nog ontzien wegens de hulptroepen , welker zy van die Mogendheid in dienst kan nemen I)e Koning van Denemarken is , gelyk wj reeds elders hebber! te kennen gegeven , in ltaat om voor goede onderftand - gelden meer dan 12000 Man krygsvolk te leveren, en de Republiek moet wel in haar fchik zyn, als zy in geval van noodt, gelegentheid vind om diergelykc koopen te doen. Zweecien bevind zich byna in dezelve betrekking met Holland als Denemarken. Meeste, resfe zynde van do andere oever der Sond , kan zy den doortogt betwisten, Bchalven hec hout vcrfchaft zy nog aan Holland de Hennip , het Koper, het Yzcr en verfcheide andere waren , aan Zweeden byzohdcr eigen, Het is onmogelyk dat Holland alle die zaaken voor de Zeevaart kan ontbeeren. Dé Wetten tegens de pracht en weelde, die zeer ftrerrg in Zweden zyn , beletten dat Ryk veel koopmanfehappen uit Holland te trekken: maar niet te min voorziet zy zich daar van waren , die ze het meest van noden heeft, en niet misfen kan. Verders daar zig insgelyks zedert eenigejaE' 2 rsri i i : Zweeden i  Rusland. •en een ïndifche Compagnie te Gottenbufg iceft opgericht,'die dezelfde Koophandel dryft, lie het zelfde vertier heeft, en die op dezelfde gronden berust als die van Coppenhagen; kan' nen daarop ook met betrekking, tot Holland :lezelfde aanmerkingen toepasfen •, devvelken tvy in de voorgaande paragraaf, of afdeeling jemaakt hebben.> Voor 't overige is Zweden ütyd te nauw met Vrankryk verbonden, dan .lat de Republiek kan hopen eenig hulp-verlond met het Hof van Stokholm te fluiten , zo .iikwyls Vrankryk en Holland niet eensgczindt zullen zyn. Eindely'k de verbintenis met Zweien kan van een groot gewigt wezen voor het evenwigt van het Noorden ; en het is nog uit hoofde van deze reden, dat de Staten Generaal haare vriendfehap moeten aankweeken en aldaar altoos een Minister houden, om voor hunne belangens te waaken. Rusland heeft zedert een halve eeuw zulke groote betrekkingen met de andere Mogentheden van Europa , en haar magt is in het Noorden zodanig vermeerdert, dat gansch Europa baar behoort te ontzien, en middelen te zoeken om met dat Hof in goed verfland te leven. De belangens der Koophandel zette^ Holland in 't bizonder aan, om dien grondre- gef  C 6j) ) gel te volgen. Want 'Rusland waar de pracht en weelde buitengemeen groot is , zonder dat daar goede Manufacturen zyn, neemt jaarlyks een wonderbaarlyke menigte van allerhande zoorten van Koopmanfchappen by de Hollanders , en dezen trékken daarentegen veele waaren , die Sn Museovicn vallen. De hennip voor het touw-werk, en 'het koper van Rusland zyn, by voorbeeld , punten van groot belang. De Hollanders voorzien zich daar ook van gezouten vleesch tot voorraad kunner fchepen ^ zynde het Muscovisch vleesch meer in overvloed , en veel beter koop dan dat van Ierland en andere plaatzcn. Wy hebben reeds in het Hoofdfluk van Groot-Brittannien gefproken van den invloed, welke Rusland in de algemeens zaken van Europa heeft. Nu, daar het Staatkundig Syftema van Holland ten dezen opzichte met dat van Engeland even eens is, zo kan men hier ook dezelfde gronden , die wy ten dien opzichte gelégt hebben, weder bybrengen: en wy zien, dat de' Statén Generaal ons gevoelen regtvaardigen. „ Aldus redenkavelende onzen Schryver nu ., byna veertig jaaren geleeden ; wanneer men ,, de tegenswoordige gefleldheid van zaken in „, aanmerking neemt, moet men erkennen dat Ë i onzen  C 70 } „■onzen Handel op Muscovienwel even nood„ zakelyk voor ons blyft , maar niet even „ nuttig is. Dat is te zeggen wy kunnen de „ Muscovifche Producten als Hennip , Schccps„ timmerhout, Pik, Teer, enz. niet ontbee„ ren en de Rusfchen hebben maar weinig van », onze waren en Manufacturen nodig; dewyl „ de Koophandel van dit Land zedert die tyd „ zo, merkeiyk toegenomen is: het trekt uit » verfcheidene Landen voornamentlyk uit „ Engeland zo veele gewerkte als andere wa„ ren dat de balans van de door ons ingevoer,, de gcenzins tegens de daar van uitgevoerde „ waren, kan opweegen; behalven dat dit Ryk door de verbazende Conquesten welke het „ met en zedert de verdeling van Polen, op ,, de Ottomanifche Porte onlangs gemaakt „ heeft, haren voordeel-aanbrengenden-handel „ op de Levant en zwarte Zee , meer en „ meèr zal uitbreiden en dus de onzen nood„ wendig benadeelen. Dat het dus ons Staat„ kundig belang is, dat Rusland in den Ar„ chipel en Middellandfche Zee geene Con„ questen maakt,'is iets dat geen bewys be, „ hoeft, vermits dat dan zeer waarfchynlyk „ onzen geheeleu Levantfchen handel, te niet „ zou Jopen. De  C 7' ) De Ottomannifche Porte kan' ook de inzichten van Holland begunftigen, of op verfcheide wyze tegengaan, vooral als de. laatstgemclde met het Huis van Oostenryk in verbond is. De Turken waren eertyds ook zeer wel in (iaat om aan eenige Mogendheden van Italien bezigheid te veffchaffen, en mogelyk aan Vrankryk zelfs; vooral indien zy immer in den zin had gekreegen om met een magtige vloot in de Middelandfche Zee te verfchyncn, en dan aldaar dooide Darbaarfche Zeerovers onderfteunt wierden. Aan de andere kant, dryft Holland een aanmerkclykcn handel te Smirna,te Conltantinopolen, te Scandrona of Alexandrette , en in alle de Kooplieden van de Levant. In alle die plaatzen zyn Hollandfche Comptoiren , waarvan de eigenaars, naar zich aldaar verrykt te hebben, in hun Vaderland wederkeeren. Zo veel beweegredenen verpligten de Republiek, om altyd een Ambasfadeur by de Porte te houden, die niet alleen op de belangens van Holland in 't algemeen maar ook op die der byzoudere perfonen een wakend oog houd. ,, Indien immer een Staat in korten tyd totver„ val is gekomen ,is het de Ottomanifche Porte— „ en waar aan moet dit voornamentlyk toegefchrecven worden, anders, als aan het kwaaE 4 „de De'Otto. maiuTche Porte. •  ( 7* ) ,, de bellier der Krygs-en Zeezaken , anders „ als dat de Turken tegensvvoordig nog zyn, „ wat de krygsdiseipline aanbelangt, liet geen „ zy over honderd jaren waren, dit Ryk dat „ op den oever van zyn ondergang is, zou reeds „ geheel den prooi zyner naburen geweest ,, zyn, ware het niet dat Vrankryk, Spanjen, „ ja geheel Italien belang hadden dat het nog „ in wezen bleef: wel is waar dat de JVÏogen- heden welke het zoude konnen overheeren, „ zig zelfs daar by niet magtiger zoude ma„ ken, dewyl men zeldzaam gezien heeft, dat zulke Colosfus-beelden langen tyd op zig „ zelfs hebben konnen. beltaan, maar veel eer „ door haare eige zwaarte zyn ingenort. Dan „ het moge hier mede zyn zo als het wil, het „ tegenswoordig dadelyk belang van de Re„ publiek eischt dat de Ottomanifche Porte in „ wezen blyve , in dier voege dat het een „ zoon van evenwigt tegens Rusland, of Oos.,, tenryk zoude kunnen maken. Wenfchelyk / „ intusfchen ware het dat de Regeringsfoim „ aldaar in zo verre verandert wierd,dat de ., Christenen aldaar volkomen vryheid van Godsdienst rnogtcn genieten , en dat over het geheel genomen de Kuropifehe gebrui>, ken ingevoerd wierden ; wanneer dit Ryk v> Of-  C 73 ) „ ofïchoon gefmaldeeld, wederom zeer magtig „ zou kunnen worden. De Zeerovers der Barbaarfchc kust hebben eertyds groot nadeel aan der Ilollanderen Koophandel tocgebragt, door het nemen van derzelver Koopvaardyfchepen, en vooral van die , welken na de Middelandfche Zee , of na de Atlantifche of Wester Oceaan zeilden. Maarthans is de Republiek met de Algerynen, en die van Salée in vreden. Verder , hoe verwaarloost ook haar Zeemagt mag zyn, heeft zy echter altyd middelen genoeg om haaren Vlag te doen eerbiedigen, en die Rovers te ftraflën, genen men dat zy op nieuws met de Republiek zou* den willen breken.  Den UITGEVER defes is door aankoop machtig geworden de volgende fraaije en nuttige werken, als I. K-rcekfchonl der Heel, - Ondleed , Natuur, -Ziekte, - Artzeny, Schei, - en Vroedkunde 10 Delen in gr. 8 >. met KonstpJaatcn a ƒ 25 Dit werk dat tot den 15 der gepasfeerde Maand January voor ja Gl. is aangebooden, en met^ongemeene graagte ontfangen, zo dat 'ér nu nog maar circa een douzyn complecte Excmplaare overig zyn. Die men aan de ccmkoomcndc tot bovengem. prys zal afleveren, rcrvvyl her een werk is dat om zyne kostbaarheid in grooteen plaate nimmer kan herdrukt worde , zoo diende alle Liefhebbers en die belang in het bezit van het zelfde ftell.en,zig ten fpoedigfte van deze gelegen tbeid te bedienen, voor dat men te vergeefs naar het zelve vrage. Ook zyn 'cr nog eenige Exempl. der Heelkunde beftaande in - Delen der Ontleedkunde in 1 Delen der Ziektekunde in 1 Deel welke ieder op zig zeive compleet zyn- Eii deze 6 Delen met pi. nviaken een zeer goed boek uit ' oor allei lefhebbers dezer wetenfehap, en zyn bvna onontbcerlyk voor alle I! celmeesters, en derzélver Leerlingen die lust hebben hunne konst aantekwecken, door  door onderrichting zo wel als door beoeffening, en deze 6 Deeien zullen zo lang dezelve ftrekke voor de prys van 8 Gl. worde afgelevert. II. Nieuw Oeffenfchool der Notarisfen of de Notariale Praótyk in hare grondregelen, en beoefFenirig gemakkelyker gemaakt. Tweede uitgaaf dezes zullen nog een korte tyd tot de verminderde prys van 14 ft. worde afgelevert en daarna weder op de voorigeprys van 25 ft. gefield worde. III. N. Hinlopen Historie van de Nederlandfche Overzetting des Bybels verzeld van by lagen h er toe betrek kelyk, waar onder de Refolutien van den Overzetters en overzieners aangaande de Duitiche taelen extra zindelyk in gr. 8°. gedrukt a f 21 8 . - IV. De Mensch van zyne zwakke zyde befchouwd, i^Deel gr.81. ai : ic:-éen Werk geheel bvzonder in zyn zoort, waar in me - verfcheideCaraclers aan ons zwakke menfchen eigen gefehets en gehekeld vind. De Onderwerpen in dit ifte Deel zyn de volgende als de Lompert, de Ulohartige, de Neusvoyzs, de Vernuf'teling, de Man van Gevoel, de Hervormer, de Man der voorige Eeuw, de Qntwerpmaa* her, de Beleezene, de Kenner, de Bereisde Zot, de Hreteur, de Pronker, de Beezige, de Nouvellist , de Onhefcbaafde, de Staatkundige, de t'oogdraavende, de Geleerde naar den nieuwen Styl, de Pedant 3  dant, de Ccmplirrentist , de Spotter met den Godsdienst, de Bygdoovige, deU-'anirouv:i~e, de Zedeprecker, de Onbedagtzpame, de Snceier, de Zorgelcoze en On^ verfchillire, de Ligtgeloovige, de Openhartige, de Babbelaar, de Nieuivsgierige en Bemoeial, de Overmaatig Gedienftige, di Laaghartig" , de Zei/beminnaar , de Windbuil, de Styfkop,de Wispeltuurige, de Plnjer. de Politie Man in den Ommegang* de Gemakkelyke en Luije, de Be. vreesde, de Inpertinente, de Misnoegde, de Gemclyke en Bediller , de Vrek , de Domoor, de Iloogiv.cedige, de Leediggan. ger,de Gocdbloed, de Morspot, de Schrandere , de Nijdas aart, de Navolger , 't Verhuft,de Man van Smaak, de Opvoeder, en de Geestige Scbryver. - Lieden in allerlei foprt van IV: aak, zel.'s de Vrpuwehke fe>e, ynllen in dit werk, zoo bevallig gefchreeven, alle voldoening voor hunne leeslust vinden , Het tweede en lar tftc Heel zal niet minder fraai uitgevc erd worden , is reeds rp de persen za! u't een gelyk getal onderweri en beftaan. , Ook is heden by denzclve t an de peis gekecnitn , en alom vcrzonöe, J. J. Ifelin. Dcctor in de Rechten en Kaadfchryver te Eazel, Gefchiedenis der Minschheid, naar de vierde vermeer, derde Druk. uit het Hoogdiritsch vertaald. Pit  Dit Werk vaU den vermaarde, en met lof bekende Ifelin. draag i rfeds de goedkeuring van alle Lezers weg, en men durf het ze ve aan alle vvysgeeren Staatkundige Liefh bbe sder Gefchiedenisie, Godsdienst, Vryheid enz. Is een algemeen nodig en nuttia Boek aanpryzen. Het i Deel heeft reeds eeftfraaije reeks van de geachtte Schryvers de N. N.Bibliotheek weg cdraagen, van dit 2 Deel het w Iknoodz akehkmdef- aak van onze Natie moet val e, vcrwagt men dat he- m t niet mind.-r goedkeuring dan 't iftë. zal ontfange word-n. II. J. G. Éichhorn. P ofeslb- te Jena^ Inleiding in het Oude T stament, ie Deel, uit het Hor.gdu tsch , met een Voorrede en Aantekeningen U tgegeeven door J. van Hamels fe d , Doctor en Profesfor in de Heilige Godgeleerdheid enz. te Utrecht, in gr. 80. & 2:15:- Dit Werk zal uit 3 Dele beftaan, waar van het 2= reeds op de pers is, en dit jaar nog zal uitgegeven v orden. III. J D. Michaëüs , Verk'asring'dér Gefchiedeni van de Beg-ravenis'fe erl en Opftanding van Christus, volgens de vier Euange istcn. Met betrekking tot de tegenwerpingen gemaakt in de fragmenten en derzelver beantwoording, uit het Hoogduitsch door  door J. v:n H melsfeld , in gr. 8<\ a i : i : IV. Gevallen van Lord Eduard Bomfïon een Rornan in brieven op een vrye en fierlyke wyze , uit het Hoog u tsch overgebracht, en extra zindelvk op Schryfpat kr in kl. 80, gedrukt, a 1:8: