01 1021 5431 UB AMSTERDAM  HISTORIE DER WAERELD. VIERDE DEEL   HISTORIE DER WAERELD, DOOR. J. F. M A R T I N E Tj MEESTER DER VRYE KONSTEN , DOCTOR IN DE WYSGEERTE , LU) VAN DE HOLL4NDSCHE EN ZEEÜWSCHË MaATSCHAPFYEN DER WEETlüvSCHAPrEN TE HAARLEM EN VLISSINGR.N , EN PREDIKANT TE ZUTPHEN. VIERDE DEEL. te AMSTERDAM, bï JOHANNES AL L ART, MDCCLXXXIII. MET PLAATEN.   L Y S T D ER Z A M E N S $ R A A$L EjN. xxxi* 2amej9spk.aak, ,over; de iii^- | J [QT ï torie der christenen in de XVI eeuw. Bladz. i. , J JE2iCl xxxii. in de XVII eeuw. . , I09. xxxm. —— in de XVIII eeuw. 204. xxxiv. — kerkelvke historie • ____ van ons vaderland , ■ in de eerste XV eeuwen. . . 312. xxxv. ——— in de xvi eeuw. 367. D E  D E P L A A T E N MOETEN GEPLAATST WORDEN: Plaat L • • tegen over Bladz. 22. 150. • \ • 394- IV iV 454. EEN-  EENËNDERTIGSTE ZAMENSPRAAK over de HISTORIE der CHRISTENEN, In de XVI. Eeuw* Hervorming. Denelver Oorzaaken. Verderf der Kerk. Luther. Zwinglius. Leo de X. Woelingen tegen Luther. P'erfchillen. Munzer. Karei de V. Voortgang der Hervorming. Calvinus. SmalMdifche Artykélen. Wederdoopers. Hendrik de VIH. Maurits van Saxen. Kerkvergadering van Trenie. Vryheid van Godsdienst. Hervorming in Engeland, Schotland, Ierland. $efuiten. Konften en Weetenfchappen. Geleerden. Staat der Roomfche Kerk. Örde der Je/uiten. Geeftelyken. Geleerdheid. Myfliken. Gefchillen onder de Roomfchen. Lutherfchen en hunne Twisten. Hervormden in Frankryk enz. Engelfche Kerk. Sociniaanen. Griekfche en Oojltrfche Kerken. Rnffen. V raag. Nu eens wederom , na zo lange rust, aan de historie der waereld begonnen , die my , om haare telkens veranIV. deel. A de-  S verandering behaagt. derende en leerzaame Tooncelen , zo ongemeen bevalt! Antwoord. Ik kan begrypen, dat Verandering U zeer behaagt, en wien behaagt zy niet ? Genoegen daarin te vinden , is eene goede en wyze befchikking van de Voorzienigheid, daar het in onze natuur gelegd is , om meer dingen dagelyks te onderneemen en af te doen , dan anders zou gefchieden. In Kinderen wordt ze zelfs tot dat einde gevonden. Eenzelvigheid is ons altoos wanfmaaklyk. Werden wy niet gedreeven door eenen onoverwinnelyken afkeer van dezelve , wy zouden wel dra tot eene volkomen ledigheid vervallen. Duizend Handwerkslieden , zult Gy , mogelyk, daar tegen denken , krygën geen tegenzin in hun werk, hoewel zy eiken dag denzelfden arbeid doen; maar' neen , zy doen hetzelfde werk niet. Elke Nagel , dien een Timmerman in eene plank flaat; elke Steen, dien een Metfelaar verwerkt; elke Boom', dien een Hovenier plant, is een andere Nagel, een andere Steen, een andere Boom ; en hierom verveelt die arbeid hun niet. Verandering moet U daarom , vooral in de historie der waereld , behaagen. Dan , het is my zeer aangenaam, dat Gy niet alleen op de Verandering in de Gefchiedenisfen , welke ik U verhaal , gezet zyt ; maar dat Gy tevens van het leer-  schikking des werk 3. 3 leerzaame in dezelven gewag maakt, en met het andere verbindt. Zonder dit gewigtig Huk zou U de Verandering weinig nuttigheids geeven. Ik heb toch de historie der waereld niet begonnen , om U flegts op telkens veranderende Tooneelen te onthaalen; maar voornaamelyk het voordeelige , dat er voor U in ligt , bedoeld; en het verheugt my, uwen dorst naar hetzelve te zien voortduuren. V. Zo myne hartsgefteldheid U dan blyft behaagen , laat ze U dan aanmoedigen , om" heden , op nieuw , de hand te ihan aan nieuwe , telkens veranderende en leerzaame Tooneelen ! A. Hieraan willen we thans beginnen ; maar wy zullenze niet zoeken by een nieuw Volk, 't geen in myn Verhaal nog niet aangeroerd is. Na dat wy de groote Gefchiedenisfen der Jooden en der Romeinen befchouwd hadden in haar geheel , floegen wy de hand aan die der Christenen ; doch bragten het niet verder dan tot die der XV eerfte Eeuwen (III. Deel}. Om U nu in geene ■ verwarring te brengen , zo door het afbreeken van dit ftuk, dat is , door de Gebeurtenisfen der Kerk in drie volgende Eeuwen te verfchuiven tot eenen anderen tyd , als door het aanvangen der Historie cener andere Natie ; zo wil ik den begonA 2 nen  4 GEMAAKT PLAN". nen draad volgen, en U de geheele Historie der Christenen agter elkandcren opgeeven. Al het geen anderen Volken in andere Waereldoorden intusfchen overgekomen is , zullen wy naderhand , ter regte plaatze , wel vinden. Deeze leiding van gedachten zal, denk ik, de voordeeligfte voor' uwe bevatting en geheugen weezen. V. Ik verlaat my op uw geleide ! Laat ons dan nu geheel afdoen wat er van de Historie der Christenen nog overfchiet. A. Dit Plan is gemaakt, en wy willen het nu volgen. Herdenk7 nu , dat ik U (in het III. Deel) de Kerk vertoond heb in het treurigfte verval, geduurende de XV Eeuw , hebbende byna niets aanmerkelyks , als eene Uitbreiding , die wel eene groote vertooning in europa maakte ; maar meestal zonder geest en leven was. Wat werdt er in gezien, dat men waarlyk kon goedkeuren en niet behoefde te beweenen ? Dan , myn waarde Leerling ! wy zyn nu die oude , donkere en treurige tyden der Kerk te boven : wy willen thans van eene der heerlykfte Omwentelingen fpreeken, waarnaar men, eenige Eeuwen lang , gehygd hadt ; die , hoewel men er foms eene geringe flikkering van zag , niet fcheen te zullen gebeuren. Alle magten der helle ftonden daar tegen in het harnas ; geene Gebeurtenis kon den Satan  HERVORMING. 5 tan meer doen grimmen. Alle Eeuwen der Waereld , de groote Eeuwigheid zelve , zullen den aanbiddelyken Hecre Jesus , den Beftierder zyner Kerk, danken, dat Hy de aangcnaamfte en gelukkigfte Verandering liet ■webeuren , die wy de hervorming noemen. Zy is indedaad eene der grootfte en gewigtigfte Gevallen in de historie der waereld; en uit welk gezigtpunt Gy haa$ ook befchouwen wilt , zy blyft altoos voor U ongemeen leerzaam , en der hoogde opmerking waardig. V. Welke oorzaaken deeden de Heivorming nu gelukken, daar zo veele vroegere poogingen te niet geloopen waren ? A. Gy vraagt dat te regt, des ik er U naauwkeurig op zal antwoorden. Alle omdandigheden , te voeren niet in weezen , liepen , door het hoog bedel der Voorzienigheid , thans; te zamen , om dceze Onderneeming te begunftigen , by voorbeeld , de langduurige ergerlyke Westerfche Scheuring (Lïï. Deel, bladz. 45°"45^) die de Kerk verdeeld , en der Pausfen gezag hadt doen daalen : de wandaaden der Pausfen , alexander den VI en julius den II , die nieuwe ergernis gaven: de losbandige Zeden der Geestelyken, zo afgefchilderd , dat men ze thans naauwlyks gelooven kan : de gemakkelykheid van vergiffenis der zonden te ver- a 3 toy-  6 oorzaaken der hervorming. krygen , die men voor godloos begon aan te zien, toen de Koningen zelve het Regt begonnen te oefenen: de Rykdommen , die de Geestelyken , vooral in Duitschland , inflokten ; het gezag , dat zy voerden; de loosheid , die zy gebruikten , om zich ftaande te houden; en de vrees voor de kerkelyke banblixems , maakten hen gehaat: de wreede Vervolgingen , die zy zodanigen aandeeden , welke van hen durfden verfchillen: en eindelyk de Boekdrukkonst en de Herleeving der Letteren , werkten alle te zamen , maakten de Menfchen geneigd tot de Hervorming , en deeden haar doorgaan. De geheele gedaante van europa , dat aanzienlyk Waerelddeel, werdt er toen door veran- ' derd; de tegenwoordige Eeuw gevoelt er de genoeglykfte gevolgen van; en de toekomenden zullen er mede de beste voordeden van trekken. Jammer is het maar, dat het woedend geweld van aardfeüe Magten den felften tegenftand aan deeze beste zaak gebooden beeft. Ware dat niet gebeurd, europa en veele andere Landen der Waereld zouden een gansch ander aanzien , dan nu , vertoonen , en hoe veel gelukkiger weezen ! Dan , laat ons met het voorgevallene vergenoegd , en Gode daaivoor dankbaar zyn. De Kerk hadt zulk een geluk niet verdiend. Er zyn verborgen' redenen in 't Godlyk Be- ftuur ,  SLEGTE PAUSSEN. 7 ftuur, die eene vlot doorgaande en volkomen Hervorming ten dien tyde niet toelieten. De Eeuwigheid zal ons dezelve openbaaren ! V. Laat my veel van deeze zo wonderlyke Gebeurtenis hooren ! A. Vooraf moet ik U noch zeggen, dat der Pausfen hoog gezag over de Kerk, in den aanvang der XVI Eeuw , wel gedaald ware ; maar zy hadden nog zo groote achtbaarheid by de onwectende Kerkleden , en waren daarenboven zo weinig bekommerd, om er veel van te verliezen , dat zy gezegd konden worden , in de uiterfte gerustheid te leeven. Dan, de Heer der Waereld, die zo zorgvuldig voor de Kerk waakt , doch der Pausfen trotsheid, om wyze redenen , lang verdraagen hadt, nu afwagtende, dat het lïeflyk opgekomen licht en de vóortduurende klagten der braaven de toenmaalige Pausfen eindelyk zouden beweegen , om , volgens eed en pligt , de misbruiken en dwaalingen weg te doen , befloot , nu derzelver onverbeterlykheid ziende , die trotfehen ter neêr te bonsfen , en de treurigfte duifternis door de edele oude Waarheid op te helderen. En , wat denkt Gy , dat daartoe dienen moest ? De klagten van hoogen en laagen , van Vorsten en mindere Lieden, over der Pausfen onregtvaardigheid , gierigheid , A 4 be-  8 PAUSSEN TROTSHEID. bedrog en geweld ; over den hoogmoed hunner Afgezanten aan de Hoven der Koningen ; over het foood gedrag der Monniken, over de gerlrengheid der Pausfelyke Wetten; die alle lagen, gelyk ik zcide , den grond tot de heuglykftc omkeering van zaaken. Ik beken, voorheen hoorde men reeds dergelyke klagten ; maar niemant badi moeds ge, nocg, om het frak regt aan te grypen , en met vollen moed door te zetten zo' lang men den Pausfen, die alles v?n 'dien aart weêrftonden, Heilig noemde. Doorzjgt van zaaken moest er dan den grond toe leggen, en dat fproot uit de opkomende Geleerdheid. Decze laatfte moge men voorheen uit onkunde gefmaad hebben; maar wie, die haar nu overweegt, durft ze wraaken? Intusfchcn beefden de Pausfen niet voor derzelvcr magt: zy verfmaadden de bedreigingen hunner geleerde Vyanden. Men hoorde onzen erasmus vinnig fchimpen op de. bygeloovigheden dier tyden , 0p de verdorvenheid der Geestelyken, en de ondeugden van het Roomfche Hof; maar de Pausfen bekreunden zich des niet: zy hadden de magt , om den ecnen door gunst , den anderen door ftraffen, en eenen derden door een ander middel vóór hunne voeten te doen bukken. En wat kon dan hunnen trotfehea vasten .zetel doen wankelen ?  JULÏUSlI. LEOX. 5 V. Wie zat toen op denzelven ? A. Julius de II , in den aanvang dcezcr XVI Eeuw , die , door bedrog en omkooping daarop geraakt, en federt niet verbeterd , maar woest en trotsch gebleevcn , niets deedt dan oorlogen. Hy veroordeelde, in het jaar 1512 , het Befiuit door lodewyk den XII, Koning van Frankryk, en HAxiMiLiAAN den I , Keizer van Duitschland , in ■ de Kerkvergadering x te >;Pifa genomen , om 's Pausfen dolheid paaien te zetten, en de bygeloovige Kerk te hervormen.— Zyn Opvolger leo de X was wel een Voordander der Geleerdheid, en , zo men de tyden aanmerkt , een geleerd Man , zagter van aart, doch aan de weelde verflaafd, en zelfs , zo niet van Godverzakery, ten m'nsten van Ongeloovighcid befchuldigd. europa fcheen geene fchatten genoeg te bezitten , om Pausfen , die in den oorlog, of in een verkwistend leven zo veel gelds verfpilden , en, tot meerder vastigheid van hunnen zetel , het getal hunner Aanhangelingen met goud vermeerderden , te verzadigen. Maar , hoe verder geld te krygen ? Men verzon er iets op , dat zeer veel kon opbrengen ; doch indedaad ten hoogden ergerlyk was , hoe fraai men het plooide. V. Wat dan ? A. Men befloot Jfiaatm te verkoopen , A 5 dat  Iö AFLAATEW. dat is, den Volke, op 's Pausfert gezag, vergeeving van zonden aan te bieden voor eene zekere fomme gelds. Dit behaagde den ryken Lieden, die gaarne naar hunnen zin leefden , en egter ten hemel wilden ingaan: zy konden nu , volgens de toezegging der Geestelyken , de ftraf hunner zonden ligtlyk afkoopen. Maar ook Menfchen , minder met goederen bedeeld, hadden daarin genoegen. En wie zyne g^ftorvea' Vrienden, beminde, en ze uit het Vagevuur' wilde verlost hebben, kon mede te regt raaken. Voor die penningen zou de Paus een verdienstelyk werk, gelyk men voorgaf, verrigten , naamelyk , de Opbouwing van St. Pieters-Kerk te Rome voortzetten. En dat was immers i wél gedaan in die Eeuw 1 Geen kleine aftrek was er derhalven in deezen geestelyken handel , tot vermagering der Vorftendommen en van elk Lid der Maatfchappye. V. Hoe geviel dit den wyzen ? A. Deeze ftieten er zich aan; en men was , in 't gemeen , ook reeds zo ver verlicht, dat men de- Pausfen niet meer hieldt voor onfeilbaar , maar onderworpen aan de Algemeene Kerkvergaderingen, naar welke men verlangde, om daaruit eene verandering ten goede te zien voortkomen. Dan, het bederf was niet flegts by de Pausfen doorgedrongen. De Bisfchoppen en Kanunniken waren  domheid der geestelyken. H ren lui , gierig en wellustig. Zwermen van Monniken , die niet beter waren , overftroomden europa. Men mogt hen een zeldzaam flag van Menfchen noemen, daar zy Gode, met duuren eede , moesten belooven niet te zullen werken; maar, gelyk de onnutte Hommelbeyen, te zullen helpen verteeren , 't geen arbeidzaame braave Lieden, in het zweet hunnes aangezigts , zuur gewonnen hadden. De beste Orden der Geestelyken waren onkundig , bygeloovig en onbefchoft, afkeerig van alle Geleerden en Weetenfchappen. Me» vindt hiervan Getuigenisfen , die naauwlyks te gelooven zyn , by voorbeeld , men hadt voorheen de Monniken hooren doopen (Gy verftaat Latyn , en zult er dus de kragt van kennen) in nomine Patrice , Filice £? Spiritua SanEta; maar stephanus van pleutres vondt Jesus Levensbefchryving in de JEneidos van den Heidenfchen virgilius , en hostiensis beweerde , dat de Priesterlyke Waardigheid zevenduizend zeshonderd en vierënveertigmaal voortreffelyker was , dan de Koninglyke , om dat de Zon , volgens zyne rekening, zo veelmaal grooter is , dan de Maan. Te voorcn konden de Koningen en veelal de grootfte Staatsmannen noch leezen noch fchryven, en moesten daarom hunne Bevelen of Brieven dikwerf met een kruis tekenen , vanwaar onze fpreekwyze een Ge» Jchrift  12 onkunde en bygeloop. Schrift tekenen gekomen is; maar de Geestelyken waren, niet veel kundiger. Op de Kerkvergaderingen konden veele aanzienlyke Mannen de genomen' Befalten niet onderfchryven. De Gcestelykheid in Schotland was zo dom, dat, toen luther het Nieuwe Testament vertaald uitgaf, zy meenden, dat hy deszelfs Schryver ware, om dat zy het Oude Testament alleen voor Gods woord hielden. Ook twistte men op de Academie van St. Andrews, of het Volmaakte Gebed Onze Vader enz. tot God , of de Heiligen' gengt moest worden. — En het Bygcloof was zo groot als de' Onkunde, by voorbeeld, men vierde, in verfeheiden' Kerken van Frankryk , een Feest ter gedagtenis van maria's vlugt met het Kind JESUS „aar Egypte. Maar hoe? Een jonge Dochter, rykelyk uitgedoscht, gezeten op ecnen Ezel met een kind in haare armen , werdt pleg! tig in eene Kerk naar den Altaar geleid" «n de hooge Mis gezongen. Men hadt het Dier geleerd op zekere plaatzen te knielen een Lofzang werdt tot deszelfs eer gezongen ; en de Priester, in plaats van met den gewoonen zegen het Volk te haten Icheiden, balkte driemaal als een Ezel • en de Vergadering , in ftede van naar gewoon, te te antwoorden, Gode zy dank! balkte driemaal op dezelfde wyze wederom. Wat dunkt  onkunde by de geestelyken. 13 dunkt U van dit zo kindcragtig, befpottelyk, als godloos bedryf! En wat moet nog een Reiziger denken , als hy in Italië, en, by voorbeeld, te Palermo komende , z'et , dat, in de Opfchriften vóór Kerken en Kapéllen, de Naam van eenen Heiligen vóór dien van God gefchreeven ftaat? Dus leest men daar: SanSlo januario 6? deo ter optimo maxime!Dan , laat ons , na deezen uitftap, tot ons Ituk wederkeeren. De invloed der Dominicaanen , hoe . hoog ook geklommen en met yver gehandhaafd , begon, by het ontdekken hunner ftreeken , zeer te daalen. Op veele plaatzen waren de Monniken de Leermeesters der Jongelingfchap ; doch juist hierdoor hielden onkunde en duisterheid ftand. Men fnapte alleen van aristoteles Wysgeerte ; maar niemant kon hem verklaaren , dewyl men hem niet verftondt. Naauwlyks was er een Christen Leeraar, die eene oordeelkundige kennis van de Heilige Schrift bezat. Die deszelfs verklaring ondernamen , iloegen geen acht op de woorden ; maar zogten overal geheimzinnige betekenisfen. Men kon, wegens veele onbepaald gebleeven' Lecrftukken , byna gclooven wat men wilde , mids men maar 's Pausfen gezag en der Monniken voordeel niet te na kwam. In den openbaaren Godsdienst vondt men alleen uitwendige Plegtigheden. In de Predikaatfien hoor-  14 martinus luther. hoorde men niets, dan vernaaien van Fabelen en valfehe Wonderwerken, van maria's glorie, van de verdienden der Heiligen, van de pyn des Vagevuurs, van de voortreflykheid der Aflaaten , en van den pligt, om Kerken en Kloosters te dichten of te verderen. Hieruit kunt Gy afleiden, hoe 'sVolks kennis daardoor kon toeneemen , en hoe flegt het met de Zeden moest gedeld zyn. Zo er nog Waarheid en Godsvrugt plaats hadden, het was by de Waldenzen, en andere braave Mannen onder de Myjliken , ZUgten- • de wegens dit bederf. V. In dien tyd was het goed, Aflaaten te prediken ! A. Ja ! • maar toen alles in diepe rust zat en het bederf volkomen was geworden , verfcheen er, onvenvagt , in 't jaar ifr?', een onbekend en ongeacht Man , martinus luther geheeten, gebooren te Eisleben in Saxen, een Augufliner Monnik, Hoogleeraar in de Godgeleerdheid op de Hooge School te Wittenberg; een Man van een uitmuntend verdand, grooten yvcr , vast geheugen, ongemeene welfpreekendheid , ongelooflyk geduld, en onvenvinnelyke grootmoedigheid, boven wien misfchien niemant in de Waereld meer gepreezen , of geweldiger vervloekt is. V. Vertel my iets meer van hem. A. Zyn Vader fchikte hem tot de Leo teroe-  LUTHER TE ROME. 15 teroefeningen ; maar geen gelds genoeg daartoe hebbende , moest luther , als een arm Student , door het zingen aan de huizen, (gelyk nog in Roomfche Landen plaats heeft) den kost winnen. Men fchikte hem tot de Regtsgeleerdheid; maar een toeval deedt hem een' Godgeleerden worden. Om Gode meer te behaagen , ging hy in een Klooster te Erfurt , en werdt een Monnik. By het oprigten eener Hooge School te Witteriberg, in 't jaar 1502 , door frederik den III , Keurvorst van Saxen , die aan den geleerden Opziender, staupitz , bevel gegeeven hadt , om er de beroemdfte Mannen in te plaatzen , dacht de laatfte aan luther, en déeze raakte daarop in 't Auguftyner Klooster dier Stad. Hierin zynde , won hy door zyn gedrag de genegenheid zyns Weldoeners zo zeer , dat hy , om gewigtige zaaken , die het Klooster betroffen , naar den Paus gezonden werdt. Te Rome zag hy dat Opperhoofd der Kerk en alle zyne blinkende heerlykheid aan met een nog onverlicht oog, doorliep uit godsdienstyver alle Kerken, en geloofde alle onwaarheden. Dan , het ftiet hem, in Italië te hooren, dat de Monniken het geloof in de Opftanding der dooden en het eeuwig Leven zich eene fchande rekenden ; en dat zy van den Christelyken Godsdienst , als vaa een* Fabel, fpraken , die hun  16 beginzelen tot de hervorming.- hun veel gelds deedt winnen, en het leven f g0cdcn cicre %«n. t'Huis gekeerd zynde, en zyne zaaken wél doende, bevorderde hem.de Keurvorst tot Hoogleeraar in de Godgeleerdheid. Dit drong hem, zich geheel op de Heilige Schrift en de geleerde Taaien toe te leggen. Daarna begon hy eene Vraag, vreemd in die tydcn , te doen, naamelyk „ of men het Geloof ter zaligheid moest haaien uit de Heilige Schrift, dan wel uit aristoteles ? " By het bezoeken van veertig Kloosteren , dat hem in last gegeeven was, prees hy den Kerkelykcn aan het leeZen van den Bybel. DeeZe waren de klecne beginzelen van dat groot werk,, het geen kort daarna zo luisterryk uitbrak. V. Hoe dat ? A. Ik heb U gezegd, dat Paus leo de X , geld noodig hebbende , Aflaaten , ook in Duitschland, liet prediken, albueciit , Keurvorst van Mentz, zo verkwistend als' leo , en dus al mede op het krygen van penningen bedacht, floeg den Paus voor, de Aflaaten in zyne Bisdommen Mentz en Maagdenburg te laatcn aanbieden ; mids hy er zyn deel van zou hebben. Dit ftondt de ander toe. tetzel , een Dominicaan, die den naam hadt , dat hy de Aflaaten ongemeen wel aan den man wist te helpen ,  gevolgen der aflaaten. 17 pen , koos men boven anderen , om ze uit te venten. Deeze begon daarop, en verhief derzelver vermogen zo hoog , dat hy de genoegzaamheid van Jesus verdiensten te •kort deedt. Daar nu de Vergeeving der zonden door tetzels prediking voor geld verkreegen werdt , ontving de Biegt , die luther gaf, eenen krak, 't geen den Man , die een naauw geweten hadt, fmertte. Hy verdroeg egter niet , dat men de onweetende Kerkleden" zo deerlyk misleidde. Hy maakte dan , in den jaare 1517 , vyfênnegentig Stellingen daartegen , die gelukkig den grond gelegd hebben tot die gedenkwaardige Scheuring , welke zo veel goeds heeft aangebragt. Dan , luthers en tetzels Gefchillcn waren niet van groot belang; en was Paus leo voorzigtig geweest, hy zou ze ligtlyk hebben kunnen byleggen. luther beweerde het geen de ander tegenfprak, dat, naamclyk, de Paus de magt hadt, om menfchelyke ftrafren , op de overtredingen gefield , te oefenen ; maar dat Gods ftraffen alleen door Jesus verdiensten moesten weggenomen worden. V. Wat was hier van het gevolg ? A. Dat gansch Duiuchland, op 's Pausfen gierigheid gebeeten , luthers Stellingen toejuichte. De Geleerden preezen openlyk zynen moed. De Adel wilde hem met het IV. deel. B zwaard  l8 luther. cajetanus. zwaard verdedigen. Maar de Domimcaatien, en vooral eckius , Hoogleeraar in de Godgeleerdheid te Ingolftad , zich in tetzel beledigd' rekenende, vielen luther aan met de pen. Onvertzaagd beantwoordde hy hunne tegenwerpingen , fchreef zelfs Brieven aan den Paus , en boodt aan , zyne gevoelens te zullen verzaaken , zo dra hy van dwaaling overtuigd zou weezen. — leo de X zag dat gewoel, in den beginne, aan , met onverfchillige oogen ; maar Keizer maximiliaan de I deedt ze open gaan , en vertoonde hem de op handen zynde tallooze Verdeeldheden. Toen daagde de Paus luther ter zyner verdediginge te Rome. Dari, de reeds gemelde frederik de UI , Keurvorst van Saxen , verydelde dit , beweerende , dat luther vóór Duitschlands Regtbank moest geoordeeld worden. De Paus gaf toe ; doch eischte , dat de aangeklaagde zich vóór den Cardinaal cajetanus , 's Pausfen Afgezant op den Ryksdag te Augsburg, zou verantwoorden, luther ging dan, in den jaare 1518 , derwaards, en fprak driemaal met den Afgezant , die trotschlyk eischte , dat de ander zyne dwaaling zou erkennen , zonder dat dezelve hem werdt aangetoond. Den wyzen luther dit 'weigerende , liep de zamenkomst vrugteloos af. Hy beriep zich des op den Paus , wanneer by  cajetanus. miltitz. tetzel. 19 hy beter yan de zaak zou onderrigt zyn. Dan , leo begeerde van hem , te' erkennen 's Pausfen magt , om de ftraft'en , op alle zonden gefield , te kunnen vcrgeeven. Toen luther dit vernam, en er ongezind toe was , beriep hy zich van den Paus op eene Algcmcene Kerkvergadering. — leo merkende , dat cajetanus de regte man tot zulk een werk niet was , vertrouwde hetzelve aan carél van miltitz , een' Saxifchen Ridder en 'sPausfen Hoveling, een' fcherpzinnigen en bedreevcn Man, om, door hem, luther met de Kerk te verzoenen. Dit was niet geheel ydek Hy bewoog hem , in den jaare 1519 , om een ftilzwygen aan leo te belooven , mids zyne party dat ook aannam. Tweemaal fpraken zy nog, gemaatigd en befcheiden, met eikanderen; des men op eenen vrede hoopte. Dan, het geweldig woelen van luthers vyanden en Rome's hoogmoed verydelden alles: men werkte dus ten eigen nadeele. —- miltitz zogt toen Keurvorst frederik te beweegen , om luther met geweld tot de verzaaking zyner gevoelens te dwingen ; maar den Keurvorst hem koel ontvangende , begon deeze Hoveling op zagter toon , en gaf tetzel de fchuld ; die , daardoor getroffen, en vervolgens van beide partyen gehaat , van hartzeer ftierf. Toen begonnen miltitz en lu- B 2 ther ,  20 twist byka gestild. ther , op nieuw , hünne gefprekken over de Aflaaten. De ecrfte vleidde den ander , en bewoog hem , (die al het doorzigt nog niet hadt) om ftilzwygen te belooven , en aan den Paus te erkennen , dat hy zich door zynen yver te verre hadt laaten vervoeren. luther fchreef zelfs eenen Brief aan zyne Leerlingen en Navolgeren , om de oude bevelen der Roomfche Kerk voortaan te eerbiedigen. Zoudt Gy dat wel verwagt hebben van eenen Man , die zich reeds van den Faus op eene Algemeene Kerkvergadering beroepen hadt ? Des fcheen nu alles byna verzoend. Maar de hollende yver van fommigen hernieuwde de Verdeeldheden, waaruit de Waarheid een ongemeen geluk trok. Zo komt vaak het Licht uit de Duisternis! Het zettcde luther aan , om de gruwelen der Pausfelyke dwinglandy dieper in te zien. Er viel , naamclyk , te Leipzig een Gefchil voor over den vryen wil, tusfehen eckius , 's Pausfen Voorftander , en carolostadius , luthers Amptgcnoot. De eerfte ftelde: „ dat onze natuurlyke Fryheid medewerkt met de Godlyke genade, en dat het in 'x Menfchen magt zy, den Godiyken aandrang te wederftaan, of daar onder te bukken." De ander beweerde: „ dat onze natuurlyke Vryheid na den val niet kragtig genoeg was, om ons , zonder de tusfehenkomst der genade , tot het goede te bren-  melanciiton. zwinglius. 21 brengen." 't Gevolg er van was , dat eckius vyandiger tegens luther werdt , en hem van kant wilde hebben : een bewys , dat hy het geding vcrlooren hadt. Dan , dit alles deedt de Voorzienigheid verwonderlyk ten goede medewerken. V. Hoe dat? A. Philippus melanchton , Hoogleeraar in de Griekfche Taal te Wittenberg , een zeer geleerd naarftig Man, vlug van begrip, van een fchrander vernuft en zagten aart, die de Wysgeertc en de Vrye Kunsten zuiverde van het aankleevend vuil , en de Waarheid , in de grootfte duisternis verfchommeld , kon ontdekken , des niemant daarna meer nuttigheids aan het waare Christendom . toebragt ,• was , by het voeren van het gezegde pleit, gclukkiglyk tegenwoordig, en werdt toen van de deugdclykheid van luthers zaak degelyk overtuigd , 't geen uitneemende gevolgen hadt. V. Maar bleef het elders ftil , terwyl Duitschland dus in roere raakte ? A. Neen ! Intusfchen ftondt op udalricus zwinglius , Kanunnik in Zurich , een zeer geleerd Man , van een doordringend verftand. Hy hadt eenige ftraalen der Waarheid in zyn donker Zwitferland gezien, eer luther zo groote ftappen deedt; en yverde , reeds in den jaare 1519 , tegens de B 3 ou-  22 luther verbrandt de bulle. "onbefchanmde Predikers der Aflaaten. Dit baande aldaar zodanig den weg ter Hcrvorminge , dat 't grootfte gros 's Pausfen Oppermagt begon te lochenen. V. Hoe ging het verder in Duitschland met luthers zaak ? A. De Onlusten namen toe ! ecktus , ziedende van wraak, vloog des naar Rome, en woelende met de Dominicaamn aldaar , ruiden zy leo den X zodanig op, dat de onvoorzigtige Paus eenenveertig Stellingen uit luthers Schriften , als kettersch , veroordeelde , en ten vuure doemde , met bedreiging van den ban , zo hy , binnen zestig dagen , zyne dwaalingen niet herriep, en 's Pausfen genade affmeekte. De dus mishandelde Hervormer , ziende , dat men hem met geweld uit de Kerk wilde zetten, beflööt verftandiglyk zulks te voorkomen , en er zich gewillig van af te fcheiden. Om dat openlyk te doen , liet luther , buiten Wütenbergs wallen , in den jaarc 1520, eenen hoop houts oprigten , in welks vuur hy, in de tegenwoordigheid van veel Volks, 's Pausfen Bulle (zo noemt men der Pausfen Bevelfchriften), tegens hem uitgegeeven , nevens de Befluiten , die derzelver Opper- magt verdedigden , openlyk verbrandde. Dit was de eerfte , groote , openlyke ftap, door deezen kloeken Man gedaan. Dus toonde  IV. B. Pl.I. in welks vuur hij, in de tegenwoordiglieid van veel volks,'sPausfen BnJle openlijk verbrandde. Madz. 2.x..   leo verbandt luther. 23 de hy , vóór de ganfche Waereld , geen Onderdaan van den Paus te weezen ; doch hy fcheïdde zich niet van de Kerk , nademaal hy zich aan haar vonnis onderwierp.— Eéne Maand daarna floot hem de grimmige leo uit de Kerkgemeenfchap wegens de fnoode belediging, deszelfs majefteit aangedaan. Sedert veele Eeuwen hadt toch niemant het hoog Opperhoofd der Kerk dus duiven aanranden. Een Man, die honderd duizend ducaaten gaf aan den gemaakten toeftel , toen hy Paus werdt , en zints niet nederiger was geworden , kon dat leed, hem door eenen armen Monnik aangedaan , niet verkroppen. 't Gezag van Rome's Stoel moest, vóór het oog der Waereld, gehandhaafd worden. — Dan, zulk eene onbefcheiden handelwyze hadt, door het beitel der hooge Voorzienigheid , eene gehecle andere uitwerking , dan de verwaande Paus verwagtte. V. AVelke uitwerking dan ? A. Zy bewoog den onverfchrokken luther eene Gemeente te ftichten , ftrydig met de Roomfche Kerk, doch op het Evangelie gegrond. Geen andere weg ftondt toch voor hem open ; dewyl hy , te eerlyk van hart , geene dwaalingen kon ondertekenen; en geene genade by eenen onmedogenden Paus te yerwagten hadt. — En nu zettede B 4 hy  24 hervorming uitgebreid. hy zich met grooter ernst, om de Waarheid vuurig te onderzoeken, waarin hy door veele Geleerden, en vooral door den braaven melanchtön kloeklyk geholpen werdt. De Wysheid des laatften en de Geleerdheid des eerften trokken , intusfchen , een ongelooflyk getal Leerlingen uit alle Oorden, zo dat de Hervorming zich , met eenen verbaazenden fpoed, door alle Landen van europa , allergelukkigst verfpreidde. Uit zulke kleine en veragtelyke beginzelen werdt dus, gelyk meermaalen gezien wordt, een hccrlyk Werk opgetrokken: maar dit, moet men zeggen , hadt egter zyn weergaê niet ; en ware het agter gebleeven, wat zou er'van de Kerk geworden zyn; in welken ftikdonkeren nagt van duisternis zouden wy heden zitten te dutten ! V. Maar liet men dit werk, zo maar ongeftoord , zynen gang gaan ? A. Neen ! Na maximiliaans dood was Keizer karel de V, (een Vorst', welken ' ik U in de Waereldlyke Historie nader zal leeren kennen) ten Ryksthroon gefteegen, van wien leo eischte, luther te ftraffen. Dan, de voorzigtige Keurvorst frederik van Saxen wilde, dat 'sMans zaak, volgens de Kei-kregels en de Rykswetten van Duüschland, zou worden afgedaan. karel de V willigde dat in. luther werdt dan gedagvaard vóór  luther verantwoordt zich. 25 vóór de Ryksvergadering te Worms, die tevens eene Kerkvergadering voor Duitschland zou weezen , in den jaare 1521. Gy begrypt , dat men hier niets , hoe genaamd, fpaarde , om den wakkeren Man te doen wankelen ; maar alles was vrugteloos. Liever zouden wy zyne daar gevoerde Taal gehoord hebben, dan leo's verzen in 't Pausfelyk Paleis te Rome , wanneer hy met zyne verbasterde Cardinaalen aan tafel banketteerde. luther bepleitte zyne zaak, vóór de aanzienlykfte Vergadering , met de grootfte bedaardheid en kloekmoedigheid van geest: hy ontvouwde , met betaamelyke deftigheid , de dwaalingen der Roomfche Kerk: hy erkende de Schriften, waarmede men hem betigtte; boodt derzelver verdediging aan ; verzogt den Pausfelyke Gezanten hem te willen hooren , te onderrigten , te overtuigen; en, gebeurde het laatfte , dan beloofde hy , afftand van zyne zo genaamde dwaalingen te zullen doen. En welk antwoord , denkt Gy, gaven hem zulke aanzienlyke Mannen ? Geen ander dan deeze hoonende en tergende taal: „ hy moest zich onderwerpen" ! 't geen hy zedig weigerde. Gewis men hadt zo veele bezadigdheid niet vervvagt van hem , die, 't is waar , te vooren met zyne gewoone onvertzaagdheid gezegd hadt: „ te Worms te willen verlchynen , al waren er zo veele B 5 dui-  20 LUTHER OPGELIGT. duivelen re beftryden , als men pannen op de huizen dier Stad vondt. " De Ryksleden mogten dan oordeelen , of de befchryving door eenen dwaazen ltaliaanfchen Dichter , van luther gegeeven , fteek kon houden , naamelyk , „ dat hy van Magce.ro. (eene Furie by de Heidenen) gebooren , en uit de hel naar Duitschland gezonden ware. " Hy vogt toch hier niet voor , maar tegen de Poorten der helle , die de Waarheid fuoodlyk verdonkerd hadden ; des de Ryks■ vergadering hem , na zyn vertrek , ten onregte, voor eenen vyand des Heiligen Roomfchen Ryks , verklaarde. V. Wat kwaads volgde daarop ? A. Niet dan wat goeds werdt daarop vernomen ! Keurvorst frederik , merkende, welke, ftorm er tegen den moedigen Man opkwam , liet hem, naar huis trekkende, door vertrouwde doch gemaskerde Lieden , heimlyk by Eifenach opligten , en op het Slot van Wartemburg brengen. Hier bleef hy tien maanden lang ; terwyl de Waereld niet wist, waar de veroordeelde Man gebleeven ware. Zyne Oppasfers hielden hem voor eenen Land-Edelman , doorgaande onder den naam van Jonker george. Hy zat in die gevangenis niet ledig , gelyk de luie Monniken in hunne Cellen ; maar vertaalde het Qriekfche Nieuwe Testament in 't Hoogduitsch. Einde-  luthers w e r k e n. 27 Eindelyk , zyn' werkzaamen yver geen 'langer opfluiten verdraagende , verliet hy het Slot buiten frederiks kennis ; en Hielde naar Witteriberg op het vemeemen, dat carolostadius wat onvoorzigtig de Hervorming doorzettede , en de Beelden der Heiligen in de Kerken hadt laatcn afbreeken. Men heeft gevraagd , of 's luthers yver hierin geheel zuiver geweest zy; of hy zelf de eer van dat werk niet wilde hebben ? Hoe dit ook moge weezen , hy oordeelde, dat men eerst behoorde te beginnen met de gemoeden der Menfchen van dwaalingen te reinigen : des gaf hy zyne Overzetting van de Heilige Schrift, by declen , in 't licht , welke eene ongelooflykc afbreuk aan de reeds waggelende Roomfche Kerk toebragt. Het uitgeeven der Overzetting des Nieuwen Teftaments , in den Jaare 1524 •> deedt , indedaad der Roomfche Kerk'veel meer nadeels , dan 's Mans andere Werken. Lieden van allerlei rang lazen ze met ongemeene gretigheid en oplettendheid. Men was verwonderd te ontdekken , hoe ftrydig de Voorfchriften van Jesus , den Inftellcr van den Godsdienst , waren met der Pausfen uitvindingen en bevelen; en nu kon men zien, wat er mede overeenkwam , of daarvan afweek, 't Groot en zigtbaar voordeel, door deeze Vertaaling gegeeven, moedigde daarna de  f ~8 ADRIANUS VI. de Handhaavers der Hervorming in andere Landen aan , om luthers voorbeeld te volgen, en ieder, in de taal zyns Lands, eene Overzetting der Heilige Schrift den Volke te bezorgen. V. Wat deedt de Paus daartegen ? A Te midden deezer nuttige beroeringen ™ Paus LEO & X, en adrianus de VI, voorheen Leermeester van karel den V, werdt zyn Opvolger. Zo het onzen Vaderlande eere geeft, eenen Paus aan Rome bezorgd te hebben; dan mag men weeten, dat hy te Utrecht gebooren was. Gewis 't ftrekte hem tot eenen waaren lof, dat hy een braaf en opregt Man van inborst, zich gereed verklaarde, om de misbruiken der Kerk te verbeteren. Maar waarom, vraagt men, wilde hy het Vonnis te Worms tegen luther geflaagen , uitgevoerd hebben 3 Drongen hem daartoe geheime Staatsredenen, of kleefde zyn hart nog te veel aan der Pausfen heerlykheid ? Middelerwyl riepen de Duitfche Vorsten om eene Algemeene Kerkvergadering; doch adrianus gaf te vroeg den geest; en zyn Opvolger, de l00Ze clemens de VII, drong daartegen aan op het volvoeren van het Wormfche Befiuit, waarmede de Ryksvorsten, die in Rome's vernedering belang hadden, marden. V. Dus kon de Hervorming gerustlyk voortgaan ! A>  TWEE ONGEVALLEN. 29 A. Dit- zou gefchied zyn ; doch twee voorvallen ftremden dat nuttig werk. — 't Eerfte was een gefchil over de wyze , op welke Jesus lichaam in 't Avondmaal tegenwoordig was. luther zeide: „ daadelyk" ! carolostadius , zyn Amptgenoot, Melde „ niet wezenlyk " .' maar dat de uitwendige tekens flegts dienden tot gedagtenis van Jesus lyden. Hieruit ontftondt, in den jaare 1524 , eene verdrietige twist. Alle poogingen ter bylegginge deezes gefchils waren ydel: alles liep uit op verdeeldheid. En met hoe veel regts moeten wy dit, tot op deezen dag , betreuren! — Het tweede voorval was een Boerenoorlog , zynde een uitwerkfel van Geestdryvery en Verdrukking. In den jaare 1525 ftonden toch veele Dweepers op , meest Boeren en Leenmannen, die, het drukkend juk hunner overheerfchende Hecren niet langer willende draagen, met het zwaard in de hand, alles verwoestten. thomas munzer , die 't hoofd vol hadt van gewaande Openbaaringen , was de Leidsman van deezen ruuwen hoop. De een wilde hier- , de ander daarvan ontflaagen zyn, dewyl zulks, volgens hun zeggen , hun was ingegeeven door den heiligen geest. De valschheid bleek klaar. En deeze aanhang werdt , in den jaare 1525 , by Mulhaufen verllaagen , en munzer gevangen en gedood. Daar-  3° scheuring. Daartegen ftierf frederik de wyze , Keurvorst van Saxen ; doch niet in deezen dollen kryg. V. Begryp ik het wél, dan moet dit verlies groot geweest zyn voor de Hervorming? A. Gy vat dit goed uit het reeds van hem gezegde. De braave Vorst, beroemd door voorzigtigheid en gemaatigdheid , bevorderde de Hervorming zeer fterk geduurende zyn leven; doch liet de Kerk onder zyn' gebied , zo als zy was. — johannes , zyn Broeder en Opvolger , overtuigd van de Waarheid van luthers Stellingen , grondvestte in zyne Landen eene Kerk, verfchillende in Leer , Tugt en Beftuur. luther en melanchton gaven hem daarvan een Ontwerp in handen. Duitschlands Vorsten , die den Paus verzaakten , volgden dat voorbeeld. Dit gaf eene Scheuring : want de eene party omhelsde de Heivorming ; de andere bleef by de oude Bygeloovigheid. En de laatfte , 't geen erger was , wilde de eerlle , die zy met gegronde redenen niet kon overwinnen , met geweld onderdrukken, en daartoe dwingen. Ook zou dit gebeurd zyn , waardoor men het erbarmelykfte Tooneel van ellende in de Waereld zou gezien hebben ; zo god zulks door andere gereezen' Onlusten in europa , waarvan ik U naderhand meer zal zeggen , niet afgekeerd hadt.  besluit te spiers. 31 hadt. Dus moest de Staatkunde dienstbaar zyn , gelyk zy , tegens wil en dank , duizendmaal is, aan den Godsdienst. V. Hoe maakte men het dan ? A. Men beriep , om eikanderen te verftaan , in den jaare 1526 , eenen Ryksdag te Spiers , die in de Historie zeer beroemd is. ferdinand , 's Keizers Broeder , zat daarin voor. Men drong, aan de eene zyde , om 't Befluit van Worms tegens luther uit te voeren : doch andere Vorsten ftelden zich daar tegen. De Staatkunde geboodt toegeeflykheid te gebruiken ; des was de uitflag vry gelukkig. Men bepaalde toch, dat elk Vorst vryheid zou hebben , om , in zyn gebied , de Kerkelyke -zaaken naar eigen goedvinden te fchikken , onder voorwaarde van go'de en den Keizer rekenfehap van het beftuur te geeven , wanneer de laatfte dat mogt goedvinden. Dit befluit bevorderde ongemeen de Hervorming. Vericheiden' Vorsten van Duitschland verzaakten , openlyk , de Kerk van Rome , en zetteden de begonnen zaak met yver door. luther deedt , middelcrwyl , niets dan leeren , vertroosten en wederleggen , met eenen moed, die elk verbaasde. Maar, helaas ! die rust duurde niet lang. V. Waardoor werdt ze dan geftoord ? A. Keizer karel de V , de handen elders  32 protestanten. dcrs ruim gekreegen , en Duitschlands Vorsten dus minder noodig hebbende, deedt een' tweeden Ryksdag, in den jaare i5=9 , te Spiers houden , waarin men , onvergenoegd over de toeneemende Hervorming , de gegecven Vryheid aan eiken Vorst, ter befchikkinge over Kcrkelykc zaaken , herriep , en de reeds gemaakte Veranderingen onwettig keurde. De Keurvorst van Saxen, de Landgraaf van Hes/en , en anderen, ziende deeze fchreeuwcnde onregtvaardigheid , die hun door hunne Roomfche Mede-leden werdt aangedaan , lieten een Protest daartegen aantekenen , het geen aanleiding gaf, dat men, zints dien tyd , alle de geenen, die Rome's Kerkgemeenfchap verlieten, den naam van Proteftanten gegeeven heeft. Van hun bedryf zonden zy den Keizer een berigt door Gezanten , die hy, eenige dagen lang , gevangen hieldt. Dit wanfmaakte hun geweldig. Des vergaderden zy , en verbonden zich wel onderling ; maar kwamen tot geen befluit van het geen er thans behoorde gedaan te worden. De Eensgezindheid werdt voornaamelyk belet door de verfchillende gevoelens over Jesus lichaamlyke Tegenwoordigheid in 't Avondmaal , tusfchen de Sarifche en Zwitferfchs Godgeleerden. Om er een einde van te maaken , noodigdc philip , Landgraaf van Hesfin , luther en zwin- glius , .  AUGSBURGSCHE CONFESSIE. 33 glius , tot eene byeenkomst te Marpurg. Na eenen twist van vier dagen werdt niemant bewoogen , om zyn gevoelen te latten vaaren : men trof egter een beftand, en men liet het aan de Voorzienigheid en den Tyd over , het gcfchil te fusfen of te beflegten. Intusfchen bedaarde de Keizer, die den Paus drong tot het beleggen eener Algemeene Kerkvergadering : dan deeze, daartoe ongezind , vorderde van den Keizer , wraak te neemen van de Ketters, luther en andere Godgeleerden , den Keizer willende verlichten in de gefchilzaaken , fteldeh , in den jaare 1529 , de zogenaamde XVII Torgaufche Artikelen op. melanchton breidde dezelven daarna uit : zy draagcn nu den naam van Augsburgfche Confesjie , die van de Lutherfchen is aangenomen. V. In welke Landen werdt de Hervorming begonnen en doorgezet ? A. Olaus petri , één van luthers Leerlingen, uitmuntend onderfteund door den wyzen en voorzigtigen Koning gustavus vasa ericson, maakte ze in Zweeden fmaakelyk. Zelfs liet die Vorst door hem- eene Overzetting des Bybels in het Ryk verfpreiden, en de Stenden bevestigden luthers Plan , in den jaare 1527 , waar door 's Pausfen gezag aldaar een einde nam. — In Deenemarken was dezelve , reeds in den jaa-' IV. deel. C re  34 hervorming uitgebreid. re 1520, door reinardus , carolostadius Leerling , begonnen 5 maar werdt door Koning frederik , in 't jaar 1527 , zo ver gebragt , dat elk vrylicid kreeg , om luthers of 's Pausfen Leer te volgen ,,'t geen de Proteflantfclie Leeraars zo aanmoedigde , dat ze der Pausfen dwaalingen allengskcns verwierpen. Dit werk behaagde chris tiaan den III , een zo voorzigtig als godvrugtig Vork, die, in den jaare 1539, volgens het Plan van bugenhagius , alles op eenen vasten voet bragt, en de Hervorming voltooide. Ook brak zy in Frankryk door. margaretha , • Koningin van Navarre , en Zuster van franciscus den I , eene zeer beroemde Vorllin, hadt een baatzugtig onwcetend Cardinaal haare poogingen niet tegen geltaan , zou den gemelden Koning geheel van Godsdienst hebben doen veranderen. Door haare Vaarzen en redenen werden de Geleerden aangelpoord , Bouwmeesters in het Ryk geroepen en de Schooien voor de Schilderkunde geopend. De. Franjche Dichtkunde en Werken van fmaak hadden aan haar den eerften oorfprong te danken. Dan , zy moedigde veel meer dc Geleerden aan, om de beginzelen der Hervorming in Frankryk door te zetten , en Kerken te ftichtcn. Veelen , zelfs Mannen van rang , waren daar , reeds in den jaare J523 >  calvinus. h. de groot. 35 1523 , wars van den Paus. — calvtnus , in den jaare 1509 te Nojon in Picardye gebooren , tot de Regtsgeleerdheid opgebragt, doch daarna veranderd, zag, door het vlytig leezen der Heilige Schrift, de noodzaaklykheid der Hervorming. Zyn yver Helde' hem bloot voor gevaaren ; maar de edele Koningin van Navarre dekte hem. Hy week naar Bafel, daar hy zyne Christelyke Onder wyzingen (Inftitutiones Chrifiiam Rdigionis), aan franciscus den I opgedraagcn , om deszelfs woede tegen de Protejlanten te ftuiten , in 't licht gaf. Ily was maar zevenentwintig jaaren oud , toen hy dat Werk in eenen trcflyken Latynfchen ftyl , die den Minnaaren .deezer Taaie het hart fteelt , fchreef, en hetzelve met de fchoonfte Opdragt liet praaien. Gy hebt mooglyk wel hooren zeggen , dat er maar twee uitmuntende Opdragten vóór Boeken in de waereld zyn ; deeze van calvinus , en die van onzen Vaderlander, hugo de groot , aan lodewyk den XTJI, Koning van Frankryk, voor zyn Boek over 't Regt van Vrede en Oorlog Qde Jure Belli & Pacis). Verder maakte luthers Leer eenen bedekten ingang in Spanje , Hongurye, Bohemen , Brittannie , Poolen en de Nederlanden. Eenige wierpen daar openlyk het Pausfelyk juk af; anderen heimlyk : terwyl men de barbaarfte C 2 mis-  \ 36 belette hervorming. mishandelingen vaardig aangreep , om den waaren Godsdienst en Godsvrugt van daar te bannen. Roomfche Schryvers zelve erkennen , dat de geheele Waereld de Hervorming zou aangenomen hebben , zo de Waereldlyke Overheid dat met geweld niet afgekeerd hadt. Wat denken zy dan van de Hervorming by 't afleggen van zulk een hen befchaamend getuigenis? Kon deeze Omwenteling zo flegt weezen? En hoe zullen zulke Overheden , die ze met geweld by hunne Onderdaanen belet hebben , hun wreed bedryf regtvaardigen in de Godlyke Vierfchaar? Myn hart fiddert by deeze overdenking ! V. Ik hoor niets meer van Keizer karel den V, die , onder dat flag van Menfchen , den eerden rang bekleedde ! A. Door een tusfchenverhaal van andere zaaken hebben wy hem, voor een oógenblik , moeten verlaaten. Gewis, karel leefde nog ; maar ten nadeele der grootfte en beste zaak. Hy kwam, in den jaare 1530, op den Ryksdag te Augsburg, om er over den Godsdienst te raadpleegen. eayerus , Kanfelicr van Saxen , las de Confesfie of Geloofsbelijdenis van melanchton voor, (bladz. 33) die daarvan , zints , de Augsburgfchi Confesfie is geheeten. De vergaderde Vorsten hoorden ze met dille aandagt. Sommigen werden er door verderkt in hun gevoelen ;  kar.els bedryf. . 37 voelen; anderen waren zeer verbaasd; eenigen werden overtuigd van de eenvoudige fchoonheid ; en anderen Honden ze hardnekkig tegen. Vier Steden Straatsburg , Conjlans , Memmingen en Lindau, die niet vereenigd waren met luthers Navolgers , gaven ook eene Belydcnis over , opgefteld door den voortreflykcn martinus bucerus , welke de Roomfchen zelve hebben aangemerkt als een Mcesterftuk van Redeneerkunde en Wetfpreekendheid. — zwinglius zondt er ook eene V. Wat deedt men daaromtrent ? A. fa Pausfen Vrienden lieten , door faber , eckiüs en cochleus , eene Wederlegging der Augsburgfche Confesfie indienen. De Keizer begeerde , dat men in dezelve zou berusten, 't geen de Proteftantfche Vorsten weigerden : zy verzogten daarvan een Aflchrift , maar karel floeg dat af: ook verboodt hy het verder ichryven over den Godsdienst. Dan , mei.anciiton gaf naderhand eene Wederlegging van fabers opftel in 't licht. — Op 's Keizers last befloot men , doch in afweezigheid der Hesfifche en Saxifche Vorsten , dat allen , die van den Paus waren afgevallen, tot hunnen pligt zouden wederkecren op Itraf van 's Keizers wraak. V. Hoe geviel dit deezen Vorsten ? A. Zo liegt, dat ze ylings te Smalkalden C 3 ver-  3§ BEMIDDELING. vergaderden, en zich onderling verbonden, om Vryheid en Godsdienst manmoedig te verdedigen ; daartoe noodigende de' Koningen van Er.geland, Frankryk , Deenemarken en andere Staaten. De Keurvorsten van de Palts en Mentz , dat vernccmenric , boodcn zich aan , als Middelaars , om de gevolgen by tyds te fluiten. Dan, karel, de hulp der Prstejlantfche Vorsten noodig hebbende tegens de Tut ken , en zyncn Broeder, ferdinand gaarne verheven willende zien tot RoomschKoning , befloot te daadigen , en maakte , in den jaare 1532 , te Neurenberg met hen eenen vrede , onder voonvaarde , dat zy hem in den kryg tegens de Turken zouden byftaan , en ferdinand tot Roomsch-Koning vcrklaaren; waar tegen men den Lmherfchen Vryheid van Godsdienst zou gecven , tot dat men, in eene Algemcene Kerkvergadering, of op eenen Ryksdag den Gcloofsrcgel zou bepaalen. — Deeze Vrede deedt de Hervorming voortgaan; doch Paus clemens de VIT, vreezende eenen kwaaden uitflag, weigerde eene Kerkvergadering te beleggen. Zyn Opvolger , paulus de II , fchéen er minder voor te vreezen , en benoemde Mantua tot, eene plaats. Dan, de Lutherjchen, geen fmaak hebbende in eene Italiaan/che Stad, wilden niet daar heenen. Zy fielden , ondeiwyl , een nieuw kort Begrip hunner Leer op,  WEDERDOOPERS. 30 op, dat bekend werdt onder den naam van Smalkaldifche Artikelen. V. Dus liep bet den Proteftanten , als nog, niet zeer tegen ! A. Dit is zo ! Maar het een en ander viel er voor , dat hun griefde , dewyl het der Hervorminge veel nadecls tocbragt. — Voor eerst kwam er eene menigte Lieden , van hun bedryf Wederdoopers gehecten , in den jaare 1533 , te iVunfter , voorgeevende, last van den Hemel te hebben , om alle tydelyke magt om te keeren, en een heilig geestlyk Ryk op aarde op te rigten. De aanvoerder deczer dweepzieke bende was jan beukelsen , of jan van leiden , te Leiden gebooren , van Ambagt een Kleermaaker. Gelukkig was zyne dolle heerfchappy van korten duur : want de Bisfchop van Munjler nam , in den jaare 1535 , de Stad in , en deedt den geestelyken Koning eenen fchriklyken dood fterven. Dit vooival gaf nadeel aan de goede zaak; hoewel het vry algemeen bekend was , dat de Proteftanten de hand daarin niet hadden. — Dan , tegen deeze fmert moet men ftellen het voordeel , dat de zuivere Leer in Groot-Brittannie verkreeg door een geval , waaruit men niets van deezen aart zou hebben verwagt. Te weeten , Koning iiendrik de VIII, te vooren luthers vyand, hebbenC 4 de  40 HENDRIKS ECHTSCHEIDING. de catharina van arragon , Moeie van karel den V, ter vrouwe, begeerde, daar de liefde voor eene edele Dochter , anna 60LESTN , zyn hart bevangen hadt, van de eerftc ontflaagen te zyn , om de andere te kunnen trouwen , onder voonvendfel , dat zy voorheenen aan arthur , zynen OnderBroeder , gehuwd was geweest. Hy deedt dit verzoek aan Paus clemens den VII ; maar deeze durfde , uit. vrees voor karel , daaraan niet denken. Des vraagde hy der Univerfiteiten van europa , of het Huwelyk met zyns Broeders Weduwe geoorloofd -ware ? Het grootfte gedeelte verklaarde dat onwettig. Dit behaagde hendrik 5 en de Echtfcheiding volgde niet alleen daarop ; maar hy , om 's Pausfen onwilligheid tot het vernietigen zyns eerften Huwelyks vergramd , verzaakte tevens deszelfs Opperheerfchappy en gezag in het Koningryk. Voor deezen was dit een overzwaare flag : want , hoewel de Vorst nog verkleefd bleef aan de dwaalingen der Roomfchen, hy verklaarde niet te min, voortaan zelf het Opperhoofd der Engelfche Kerk te zullen weezen. 't Gelukte egter den beroemden cranmer, Aartsbisfchop van Kantelberg , veele der oude bygeloovighedcn te verdryven. V. Welk was het tweede ongeval ? A. Men hadt in Duitschland nog wel cenige  smalkaldische oorlog. 41 eenige poogingen , ten minsten in fchyn gedaan , om de gefchillen wegens den Godsdienst by te leggen : dan het bleek wel dra , dat de Keizer, die nu zyne gewoone gemaatigdheid liet vaaren door het ftookcn van den bloeddorftigcn Paus paulus den III , de zaak door 't geweld der wapenen wjlde bcflisfen. luther beleefde deeze treurige Gebeurtenis niet. Hy ftierf te Eisleben , de plaats zyner geboorte, in den jaare 1546. — Na zynen doodt werdt het berugte Concilie van Trente begonnen , op 't welk men de gefchillen zou. beflisfen. De Protejlantfche Vorsten hadden geweigerd, deszelfs wettigheid te erkennen. karel bediende zich daarvan , om hen deswege in den ban te doen , en met een leger tot gehoorzaamheid te dwingen. Dus ontftak het vuur des krygs , meestal de Smalkaldifche Oorlog geheeten , in 't hart van Duitschland, tot 's Pausfen groot vermaak , die daardoor den ondergang van 't Proteftantendom verlangde en vertrouwde. Wat zou het geweest zyn , zo de goede Hemel dien niet hadt voorgekomen ! Niettemin werdt er veel in geleeden. — De Keizer zou, waarfchynlyk , tegens joan frederik , Keurvorst van Saxen en philip , Landgraaf van Hes/en , te kort gefchooten hebben; indien niet, onder anderen tegenfpoed , maurits , Hertog C 5 van  42 KARELS OVERWINNINGEN, van Saxen , door eigen glorie vervoerd , en1 naar meer gczags haakehde , ook door kakels beloften verlokt , de Landen van zynen Oom , joan frEderïk , aangetast hadt, terwyl deeze voor den Godsdienst te velde was getoogen. liet leger des laatften werdt door den Keizer, in den jaare 1547 , geflaagen , en hy zelf gevangen genomen. Dus verlooren de Proteftanten de bcfcherming van een hunner beste Hoofden, een' Vorst van onvcrtzaagde dapperheid en grootheid van ziel. Hun ander Hoofd, Landgraaf philip, nu tot Keurvorst van Saxen door zyne'n Schoonzoon maürits benoemd, werdt tevens door hem verlokt, om zich op 'sKeizers genade te verlaaten , en vergiffenis te verzoeken. Dit deedt hy ; maar het brak hem zuur op. karel vernietigde de heiligde beloften , en hieldt hem gevangen. V. Welk een fmert voor de Proteftanten! A. En welk eene vreugd voor den Paus! — karel , nu zegepraalende, fehoon trouwloos omtrent het gegceven woord , liet het liièrby niet deeken. Kort daarna verfchecn hy met een leger by de hand , op den Ryksdag te Augsburg , om zyn voorneemen door te zetten. Daar eischte hy , dat de Proteftanten de beflisfing over des Godsdiensts verfchillen aan Trente's Kerkvergadering zouden overlaaten. Dit was zo veel als te betree-  KARELS BEMIDDELING. AD interim. 43 geeren , dat de Proteftanten wederom Roomsch moesten worden, macrits , die de loslaating zyns Schoonvaders Philips verlangde , ftemde met de mecsten in karels voorllag. Nu , dacht men , was alles gewonnen, en de ondergang der Proteftanten zeker. • Dan , hoe dikwerf zien wy , dat god regeert , en der Mcnfchen best overlegde raadflagen verydelt. De Pest brak te Trente waarlyk, of alleen in naam uit : ten minden vlugtten toen de meeste Leden van het Concilie naar Boulogne; en wat karel ook mogt bidden , de Paus weigerde een ander aanftonds te beroepen. Hierdoor werdt zeer veel gewonnen, karel, door Staatkunde1 genoopt, en op den Paus, om de gemelde weigering, misnoegd, bedacht eenen vond , en liet , om den vrede in 't ftuk van den Godsdienst te behouden , een Formulier van Geloof opdeden , het geen den naam van ad Interim kreeg , om dat het voor Proteftanten en Roomfchen niet langer zou duureri dan tot eene nieuwe belegde Kerkvergadering. Dit ftuk , voorzigtig en kondig doch dubbelzinnig opgefteld , mishaagde beide partyen. Men dreef het cgter op den Ryksdag door ; en zy , die het van de hand weezen , moesten zich toen met geweld van wapenen (taande houden. Dit dortte het Duitfche Ryk in de bitterde onheilen, mau- rits ,  44 KERKVERGADERING TE TRENTE. rits , Keurvorst; van Saxen , zich lang 011zydig gehouden hebbende, pleegde raad, in den jaare 1548 , te Leipzig met den Saxifchen Adel en de Geestelyken, wat te doen in dien duisteren tyd. melanchton keurde het» Formulier ad Interim af; maar verklaarde tevens , dat men het kon aanneemen, dewyl het in de gewigtigfte Leerftukken geen gezag hadt. Dit oordeel ga£ nieuwe verdeeldheden , en was indedaad oorzaak eener fcheuring. Gelukkig was het voor de Proteftanten , dat de Keizer en de Paus niet vernuftig genoeg waren, om zich met vrugt daarvan te bedienen. God benam hun de wysheid van zich deeze Tchoone gelegenheid ten nutte te maaken. V. Deedt dan karel niets ? A. Hy verkreeg van julius den III, die den overleden paulus den III was gevolgd op den Pausfelyken Zetel, Trente's Kerkvergadering op nieuw te beroepen , en van de Vorsten des Ryksdags , dezelve te erkennen, melanchton en brentius zouden Geloofsbelydenisfen opftellen, en aan het nieuwe Concilie aanbieden. Dit fcheen den Proteftanten het eenigc en beste middel te weezen , ter verdcediginge hunner zaak, in dat moeilyk tydsgewrigt. melanchton vertrok indedaad daar mede naar Trente; maar maurits , die den Keizer wilde dwarsboomen , gaf  P310TESTANTSCHE VORSTEN. 45 gaf dieri Geleerden hèimlyk bevel , om te Neurenberg, waar hy reeds was gekomen , te blyven. V. En waarom dat ? A. Maurits kende karels bedoelingen. Deeze zogt onder alle die gefchillen niets dan de vergrooting zyner Heerfchappy, welke alleen te vefkrygen was , door het verder zaaien van tweedragt onder de Duitfche Vorsten, en het beteugelen van 'sPausfen gezag. maurits , te vooren oorzaak van der Proteftanten ongeluk en verdrukking , zich door karel bedroogen, en zynen Schoonvader philip nog in de gevangenis ziende , werdt nu hun Behouder. Zo weet de alvermogende God de harten der Menfchen om te zetten tot verlosfing zyner Kerk. maurits verbondt zich met den Koning van Frankryk en andere Duitfche Vorsten , verzamelde in alleryl een magtig leger, trok op , in den jaare 1552, naar In/pruk, daar hy den Keizer, die er met een hand vol volks gerust lag, en geen kwaad vermoedde , gevangen zou genomen hebben , hadt hy niet , onder weg , eenen opftand onder zyne benden moeten ftillen, het geen hem eenige uuren te laat deedt komen, karel , van het gevaar, dat hem dreigde, in den avond verwittigd , vlugtte , onder een feilen regen , by fakkellicht , in eenen draagftoel , dewyl  40 HET PASSAUWSCHE VERDRAG. dewyl hy door de jigt verzwakt was , ea geene andere bcweeging kon uitftaan , in eene ellendige uitrusting over de Alpen. maurits , dit verneemende , toonde zich woedende over het ontfnappen van zynen prooi , en vervolgde hem ylings ; maar kon hem niet agterhaalen. V. Dus mistte hy zyn oogmerk ! A. Maar ten deele ! want de Leden van het Concilie van Trente , dit verneemende , liepen weg; en karel , geen kans ziende, om den moedigen maurits dit betaald te zetten, tekende, kort daarna te Pa:/auw, het beroemd zo genaamd Pas/auwfche Verdrag, waarin maurits aannam , ferdinand , karels Broeder , tegens de Turken te zullen helpen; en de Keizer zou philip , Landgraaf van Hes/en , uit de gevangenis ontdaan , het Formulier ad Interim vernietigen, en , binnen zes maanden , de gereezen Onlusten om den Godsdienst, op eenen Ryksdag- byleggen. Deeze zeer verbaazende Omwending lag den grond der Godsdienftige Vryheid , die Duitschland nog geniet, maurits , eerst de Verdrukker , was nu , in de hand van God , de Redder der Proteftanten. Dan , hy beleefde zulk eenen aangenaamen Ryksdag niet ; want Oorlog voerende tegen albert , Markgraaf van Brandenburg , die het Pas/auwfche Verdrag weigenie  VREDE VAN AUGSEURC. 47 gerde te tekenen , en de wapenen tegens de Roomfcben gekeerd hadt, waarby hy tevens andere oorden verwoestte , moest maurits hem beteugelen ; doch iheuvelde in eenen Veldflag tegens hem. V. Hoe veel werdt toen in dien moedigen Held verlooren ! A. De Voorzienigheid hadt haar groot oogmerk door hem uitgevoerd , en maakte het verder in alles wél. De tyd des beloofden vermaarden Ryksdags kwam, en deeze werdt, in den jaare 1555 , gehouden te Augsburg. Daar maakte men een einde van de langduurige en bloedige Tooneelen van blocditoiting en verwoesting. De Proteftanten werden in de viye Godsdienstoefening bevestigd : elk kon in het Ryk eene Leer belyden , welke hem best dacht: niemant zou deswege vervolgd worden. Dus herleefde de Rust. 's Pausfen en karels oogmerken waren veiydcld. 't Geweeten bleef vry. Zie daar , langs welken wonderbaaren weg het Proteftantendom werdt behouden. V. Maar zeg my , nu wy de Hervorming in Duitschland hebben zien zegepraalen , hoe het elders met haar verging ? A. Dit wil ik nu doen ! Laat ons maar met Engeland te beginnen. — Gy hebt gehoord , (bladz. 40) dat hendrik de VIII de Hervorming aldaar zeer vertraagd , maar CRAN-  43 HERVORMING IN ENGELAND. cranmer die bevorderd hadt. eduard de VI, een beminnelyk • en deugdzaam Prins , hem in de Regeering opvolgende in den jaare 1547 , vergoedde alles , en hielp haar op den throon. Hy ftierf cgter te vroeg , dat is , reeds in den jaare 1553 , om alles te Icunnen voltooien. Zyne Zuster maria , Dochter van Koning hendrik by zyne verftooten Vrouw , catharina van arragon , kwam in deszelfs plaats op Engelands throon; en daar zy Roomsch en zeer bygeloovig was , voerde zy ook Romé's dwinglandy weer in. Dit kostte het leven van veele waardige Lieden. Onder de Martelaars telde men den braaven cranmer. Maar God nam haar weg in den jaare 1558; en eli'sabeth , eene Prinfes van groote kundigheden en eenen mannelyken geest, verving haare plaats. Deeze herftelde alles , en bepaalde de Leerwyze en het Kerkbeftuur, zo als het nog ten deezen dage in Engeland plaats heeft. In de Grondbeginzelen is men daar lynregt tegens de Roomfche Kerk gekant ; maar eenige Plegtigheden der oude tyden heeft men behouden. V. Hoe nu verder ? A. Als wy in Schotland overgaan , dan zal men ons daar zeggen , dat er de beginzelen der Hervorming wel vroeg geftrooid, maar door barbaarfche wreedheden geweldig onder-  hervorming in schotland. 49 onderdrukt waren. john knox , calvinus Leerling , was de eerfte en voornaamde tegenftander van 't Pausfelyk gezag, 't Gelukte hem , iu den jaare 1559 ■> van Geneve in zyn Vaderland gekomen , door zyne groote welfpreekendheid en onverwinnelyken moed, de meeste Schotten de Roomfche Bygeloovigheden te doen verzaaken. calvinus Leeren Tugtwyze werdt er ingevoerd, en is ook tot heden gebleeven ; 't geen in Engeland i niet wilde gelukken. Daar, als mede in Duitschland en in de Noordfche Koningryken bleef het beduur der Kerk by Bisfchoppen, het geen meest overeenkomt met het gebruik der Kerk , zints den tyd , waarin de Chriftelyke Godsdienst de vastgeftelde Eerdienst werdt van het Romeinfche Kcizerryk onder de Christen Vorsten. De Kerkelyke Regeering werdt daar ingerigt naar het modél der Burgerlyke ; des men er behieldt Aardsbisfchoppen, Bisfchoppen , enz. Maar in Zwüferland en in ons Vaderland , gaf de aart van een Gemeenebest den Hervormeren grooter vryheid-. Men vernietigde daar alle rangen , alle verhevenheid onder de Kerkelyken ; en dat beduur, tot heden behouden , draagt deswege den naam van het Presbuteriaanjche; maar het ander noemt men het Bisfchoplyke. Men heeft niet weinig ge- IV. deel. D twist,  50 hervorming 1n ierland. twist , vooral in Engeland, welk van beiden het beste voor de Kerk te houden zy. V. Nu dén woord van Ierland ? A. Toen hendrik de VIII 's Pausfen gezag in Engeland verworpen hadt , begon george brown , in den jaare 1535 , den Roomfchen Eerdienst in Ierland den doodfteek te geeven. hendrik hielp hem , bande de Monniken uit dat Ryk , befloeg derzelver goederen , en verwoestte de Kloosters. Onder eduard den VI, ging hy nog verder. Dan , maria deedt daar het Tooneel veranderen , vervolgende de hervormde Belyders te vuur en te zwaard. Koningin elisabeth maakte een einde van die wreedheden , en dwong de leren de Leer en Kerktugt der Engelfchen aan te neemen, die zy nog volgen. V. Maar , wanneer en hoe kwam de Hervorming in ons Vaderland ? A. Derzelver Gefchiedenis , zo wel als de eerfte Beginfelen van het daar in overgebragte Christendom, zyn zeer aanmcrkelyk; doch van eenen langen adem. Gy hebt egtcr veel belang in derzelver naauwkeurige kennis. Wat dunkt U , zou het niet der moeite waardig zyn , en U de minfte verwarring geeven, wanneer wy deeze groote, doch aangenaame taak afzonderlyk befchouwden ? Ik geloof, dat het U best behaagen zal. V.  hervorming in italië en spanje.' 51. V. Laat ons dat doen ; doch zég my v.n verder, waar de Heivorming -indrong. :A. In alle Italiaanfche en Spaanfche Landfchappen verloor de' Roomfche Godsdienst zeer veel , na deri twist tusfehen luther en den Paus. In Venetië , Tofcaanen , Napeh en elders vondt men veele Belyders van-mieen aanzien. ociiinus en petrus martyr tastten , zelfs in de laatstgcmelde Stad , het Bygeloof aan; doch het Volk weerde de Hervorming af. — In Spanje openden veelen hunne oogen door toedoen van die Geestelyken , welken Keizer karel den V. naar Duitschland verzeld, en er kennis van gekreegen hadden : want, in plaats van ze te beftryden , plantten zy dezelve , by hunne terugkomst , meer of min voort ; des zy , na 's Keizers dood , hierom door de IrtquiJit.'e verbrand werden. Onder deeze telde men augustinus casal , karels Hofprediker; constantinus pontius , zynen Biegtvadér; den geleerden, egidius ;' bartiiolomeus de caranza , en meer dan twintig anderen. Dit heeft doen vermoeden, als of karel de V. een Proteflant geftorven ware. Voorzeker , hy heeft gelegenheids genoeg gehad, om het bederf en de bedriegeryen der Roomfche Kerk , nevens de gronden des Proteftintentons, te leeren kennen; hoewel de vooroordeelen , vroe<ï ingeprent, de eerzugt D 2 ca  Jjft HERVORMING GESTUIT. en de flommer des uitgebreiden beftuurs , hem mogen belet hebben , alles dieper in te zien , het geen hy, na het afleggen zyner heerfchappy, in eenzaamheid en by het naderen des doods, kan gedaan hebben. Maar de Paw en de Inquifitie hebben , in Italië, Sicilië en Spanje , de Hervorming tot op deezen dag , door galg en rad , er uit gehouden; zo dat het uiterfte bygeloof en de grootfte domheid er deswege nog heerfchen. Eene menigte is er, welke indedaad niet weet , dat er waarlyk Protestanten in de Waereld zyn. Zie daar de fchoone Historie der Hervorming , U kort gefchetst. V. Welke en hoedanige Mannen, moet men, dunkt my , zeggen , hebben er de hand aangeflaagen ; en met welken yver, met welken moed, en met welke ftandvastigheid hebben zy dat werk uitgevoerd ! A. Verwondering, hooge Verwondering moet, indedaad , in ons boven komen, wanneer wy de Naamen der voornaamfte Mannen , als luther , melanchton , zwinglius , calvinus , farel , martyr , capito , eucerus , eullingerus , bugenhagius , be- za, oecolampadius en anderen hooren noemen. En denkt men , welke groote afbreuk zy der Roomfche Kerke hebben toegebragt, dan is het met vreemd, dat zy door dezelve  hervormers verdedigd. 53 zelve zo gruwelyk gelasterd zyn. luther zegt men, was ftout, fors, ruuw, voortdry/end. Maar hoe veel zal het misdaadige zyner foms overloopende driften verminderen , als men de gelleldheid dier woeste tyden bedenkt; als men op de verfoeilyke lasteringen , allerwege in die dagen op hem en zyne braave daaden uitgebraakt , acht geeft ; als men let op de verfchrikkelyke bedreigingen van vuur en zwaard, door bygeloovige en bloeddorftige Pausfen en Vorsten , aangewend , om hem en zyne braave Medehelpers te verdelgen ? Wie deeden meer en beter diensten aan eene zo ongelukkig gefielde Kerk ? Zouden Mannen van loomen en koelen moede het ingekankerd kwaad aangegreepen en verwonnen hebben ? Waren deeze Yveraars rebellen ? Predikten zy geene onderwerping aan de aardfche Magten? Waren zy Geestdryvers, toen zy Gods Woord tot een rigtfnoer fielden ? Was het kwaad, dat te vertaaien, en in elks handen te geeven ? Mogten zy elk niet vermaanen , zich alleen daaraan te houden ? Zagen zy niet vaak, dat Paus en Vorsten meer uit Staatkunde , dan uit GodsdienstyvTer hen weerftonden ? Kenden zy niet het algemeen diep verval der Kerke , en wat er te wagten ftondt , zo alles op deezen voet voortliep ? Met de uiterfle verontwaardiging moet men D 3 dan  54 bedryf der paussen. dan getroffen worden by elke beleediging , deezen llcivormeren aangedaan. Wyr verwonderen ons nog over de grootheid dier Mannen , en bekennen , dat de goede Voorzienigheid hen gebruikt, en tot de uitvoering der ■ grootfte onderncemingen bekwaam gemaakt heeft : wy plukken de vrugten van hunnen arbeid!— En hebt. Gy dan de voorige duistere en bygeloovige Eeuwen met treurige aandoeningen befchouwd ; vermaak U thans in het werk deezer Helden , en dank den Hemel voor de voordeden , die Gy er uit trekken kunt. Willen we nu , ria het afdoen van een .zo. groot ftuk, adem haaien? V. Neen ! laat ons voortgaan ; en zeg my iets van den byzonderen ftaat der Kerke in deeze XVI Eeuw. A. Toen de Pausfen zagen, hoe veel zy van hunne oppermagt in europa " verlooren hadden door de Hervorming, zogten zy zulks te vergoeden, door andere Waerelddeelen onder hun juk te brengen. Zy gebruikten de Spanjaarden en Portugezen , om in asia , africa en america de Heidenen te bekeeren. Hoog gaf men op van den goeden uitflag ; maar men vernam daarna , dat de nieuw gemaakte Christenen niet meer, dan eenige Ave Maria's konden opzeggen , een kruis maaken , en eenige andere Plegtigheden van eene nietige betekenis, verrigtcn/ Van meer  opkomst der jesuiten. 55 meer belang voor de Pausfen was de opkomst van de zo wyd bcrugte Orde der Je/uiten , in den jaare 1540. Zy beloofden , den Paus in alles, blindelings, te zullen gehoorzaamen , en te gaan , waar fry hun zou zenden. Grooten roem zouden zy indedaad , behaald hebben , hadden zy meer voor het Evangelie , dan voor _ 's Pausfen belangen gcyverd. ignatius de lojola , een Spaansch Edelman , die in den kryverminkt werdt , en door het leezen van de Levensbei'ehryvingen der Heiligen, zo veel zynde als geestelyke Romans, een D weeper was geworden, werdt de Stichter deezer Orde. Dan , niemant onder derzelver Leden kreeg grooter naam , dan franciscus xaverius doorgaans de Apostel der Indiaanen geheetcn , die , in den - jaare 1539 , naar japan trok , alwaar hy eene Kerk (lichtte, die er lang ftand hieldt , en vervolgens naar China, werwaards hy van anderen gevolgd werdt. De Dominicaanen waren daar wel geweest ; doch hadden er niet veel uitgevoerd. De Je/uit riccius wist zich , door zyne bedrevenheid in de Wiskonst , zo aangenaam te maaken by der Chineezen Keizer , dat hy verlof kreeg , om er het Evangelie te prediken. — De Zweeden poogden het Evangelie in Finland en Lapland in te voeren.— De Engelfclien bragtcn het in Noord-America. D 4 V.  $6 STAAT der WEETENSCHAPp'eN. V. Hoe ftondt 't toen met de Konsten en Weetenfchappen ? A. Zy werden, in deeze Eeuw, tot een iioog toppunt van volkomenheid opgevoerd. De Vorsten van europa begreepen regt derzelver groote voordeden. Veel gelds werdt er belleed tot vermeerdering van kennis. By eene Wet bepaalde men, geene ongeletterde Lieden tot het Leeraarampt te bevorderen , 't welk nog ftand houdt. Eenigem durfden egter nog beweeren , dat de Godsdienst niet kon bloeien , ten zy men de Geleerdheid buiten floot. — Men vermoedde wel , dat eenige Peripweti/che Wysgeeren , die Italië en Duitschland ter eere ftrekten , by voorbeeld , pomponatius , eodin , leo de X, bembus , ochinus , theophrastus paracelsus en anderen , eenen haat tegens het Evangelie koesterden. Dan , men oordeelt , dat men hun of te veel te laste gelegd , of niet verdaan heeft. — Ongeloofiyk yverde men , door gansch europa , om de oude Griekfche en Latynfche Schryvers , die de Oudheid , Taalkunde , Wellprcekendheid en Dichtkonst behandelden , te befchaaven , op te helderen en uit te geeven. De Heivorming hadt derzelver nuttigheid geleerd. Dat baande den weg tot eene regtfchaapen Wysheid en 't befchaaven des Verdands. Het een en, ander deeden de onkunde' en het by- 9 i  wysgeeren. 57 bygeloof verhuizen. De Wysgeeren Mon¬ den in twee rangen verdeeld. Eenigen bleeven , naar de oude gewoonte, zich ophouden met Befpiegelingén : de anderen , een' beteren weg inflaande , tragtten , door proeven en redeneringen , de Wetten der Natuur te ontdekken. De eerMen volgden plato of aristoteles ;. doch waren in drie partyen verdeeld. melanchton , één van dezelve, gebruikte Reden en Godsdienst ter befchaavinge dier Wysgeerte. hieronymus cardanus , ervaaren in de Natuur en Wiskonst, doch bygeloovig en van eene wilde verbeeldingskragt, die zelfs de Moutheid hadt van uit de Sterren op te maaken wat den Heere Jesus Christus moest wedervaaren , en de geduurzaamheid van het Evangelie daaruit te bepaalen , welk bedryf hy, als een werk van verdienste , verdedigde ; nevens bernardinus telesius , de herMeller van parmenides Wysgeerte ; en thomas campanella , die de Schriften der oude Wysgeeren met de Natuur vergeleek, maakten alle eigen Stelzels. De laatfte behaalde grooten roem door zyne Schriften ; maar de woedende nyd befchuldigde hem van kettery ; des de braave Man, vyfëntwintlg jaaren lang , door de wreede Inquijitie gevangen werdt gezet , en foms vierentwintig uuren agtereen op de pynbank gehouden , om de waarheid te bekennen ; D 5 doch  58 wysgeerte. godgeleerdheid. doch Paus urbanus de VJJI liet hem eindelyk los. tiieophrastus paracelsus zogt, door veele proeven op 'r Vuur , de Natuurkunde op te helderen. Hy arbeidde veel in de Stookkundc , en paste die gelukkig toe op de Geneeskonst. Dan , zyn Boek over de Toverkunde heeft hem weinig eers aangedaan. — Deeze gelukkige omkeering in de Letterkunde en Wysgeerte deedt zeer veel goeds , vooral aan de Godgeleerdheid. Men begon zich nu meer op de Heilige Schrift, die zo lang verwaarloosd was, toe te leggen, om ze, eenvoudig, zonder dorre taal , te verklaaren , en dus het waare oogmerk van 't Evangelie voor den dag te brengen. Ook bragt de Heivorming niet weinig toe tot verbetering der Zeden , rukkende de barbaarfebe inboezemingen des Bygeloofs uit het hart" der Menfchen. V. 't Ontbrak dan niet aan veele Geleerde Mannen ? A. Hoe veelen heb ik U reeds genoemd, en zal ik er nog bydocn tohannes pico , Prins van Mirandola , vóór den aanvang dcczer Eeuw reeds oveiieeden, die, in zyn vierëntwintigjle jaar , negenhonderd Stellingen, betrekking hebbende tot verfchillende AVeetenfehappen, te Rome verdedigde, en gansch Italië met lust tot de Wectenfchappcn bezielde ? erasmus fchreef hem toe een byna goeï-  tostatus. . ximenes. arias montanus. 59 godlyk Verf tand , en kende hem dus beter, dan een Godgeleerde van Rome , die, pico's Stellingen willende bcoordeclenen byzondcr de Cab'mlijlifche, de Joodfche Cabbala (III Deel, bladz.' 321.) voor een' Ketter hicldt, om dat hy tegen Jesus Christus hadt gefchreeven , wiens Navolgers , zyns oordeels , Cabbalisten geheeteu werden. Welk een fnecdig vernuft ! ai.phonsus tostatus , Bisfehop van Avila , die een ongelooflyk geheugen hadt , en het eenmaal geleezene nooit vergat , van een bondig oordeel , en die allen in naarftigheid overtrof, en meer fchreef, dan Menfchcn gewoon zyn in hun leven te leezen. — Den Cardinaal ximënes , Aartsbisfchop- van Toledo, die, in de verovering van Oran in afrIca , het bevel over de benden voerde , die tweeëntwintig jaaren een hoog gezag hadt , en in Alcala de Henares, eene Stad , van Cafiilie , Complutum in 't Latyn géheeten , den beroemden Dybel in vier Taaien , (Biblia Polyglotta Complutenjïa) door den 1 beroemden benedictus arias montanus liet drukken , welke hem zestig duizend ducaaten kostte. ximenes kon dit volkomen doenwant , naast den Paus, is de Aardsbisfehop van Toledo nog de rykfte Geestelyke in de Waereld. De beroemde plantyn herdrukte ze naderhand , waartoe de Koning van Spanje dertig duizend ducaaten opfchoot. Deeze  Co morus. rabelais. machiavel. Deeze Cardinaal ftierf ongelukkig door een* vergiftigen Brief en dronk. In deeze Eeuw was ook thomas morus, Groot-Kanfelier van Engeland, die het hoofd verloor om den geweigerden Eed van eene Kerkelyke Opperhoofdigheid, bekend, en door zyne Utopia , (een Roman over de manier der Regeering by de Utopiers) beroemd. francois rabelais in Frankryk , een Man van zonderlinge bekwaamheden , zeer ervaren in het Grieksch , in de Staatkunde en veele Taaien.— nicolaus machiavel te Florence, berugt wegens zyn Staatkundig Boek , de Forst geheeten, zynde vol gevaarlyke Stellingen , die tot eene volftrekte tyrannie leiden , hoewel het in alle taaien is overgezet. Dan, laat my U liever edeler Mannen , dan deezen laatften, noemen. Onder de Regtsgeleèrden blonken uit, duare- nus , ranconetus , petrus pitheus , gu- lielmus budeus , ook zeer eivaaren in de Griekfche Taal ; andreas alciatus , een Man van een verwonderlyk oordeel en onbegrypelyk verftand ; barnabas brjssonius , die door zyne Vyanden, ten tyde der Franfche Onlusten , aan het venfter zyner kamer werdt opgehangen , hoewel hy hun , fehoon vrugteloos , badt , eerst zyn Boek de Formulis te mogen voltooien : hugo dodonellus , die het geheele Corpus Juris van buiten  oordeelkundigen. wysgeeren. 6l buiten kon ; maar . tacobus cmAcius , meent men , overtrof allen , die vóór of na hem kwamen , in deeze Weetenfchap. — Onder de Oordeelkundige Wysgeeren telde men julius caesar scaliger en zynen geleerden Zoon , josephus justus scaliger. Verder eerde men onder de Wysgeeren franciscus piccolomini , josias simlerus , cornelius gemma , petrus nonius , antonius torquatus, vieta, montaureus, geokgius agri- cola , maar voornaamelyk ulysses aldrovandus , een groot Wysgeer en Geneesmeester te Bolonie, die , met eene ongelooflyke moeite en kosten, de Natuurlyke Historie befchreef in XIII Folianten , waarvan het Handfchrift, XXX Folianten befiaande , daar nog te zien is. Geen weergae van zulk eenen uitgeftrekten arbeid vindt men in de Oudheid. Te veel gelds hadt hy er aan befteed , om ze allen te kunnen uitgeeven , des hy arm werdt, en in een Gasthuis ftierf. Een fchandelyk voorbeeld van Ondankbaarheid omtrent eenen Geleerden ; maar tevens een blyk van eene te verre gaande Nieuwsgierigheid en Verfpilling in een' byzonderen Perfoon. —— Onder de Sterrekundigen blonken Uit schonerus , appianus , reinholdus , reticus , fracastorius , en nicolaus co- pernicus , die het oud gevoelen van claudius ptolomeus , (een. vermaard Wiskons- tenaar  6> cusa. COPERNICUS. ERATIE'. tenaar in de II' Eeuw te Alexnndrie in africa, beroemd wegens veele heerlyke Sterreen Aardrykskuttdrge Boeken) , naamelyk, den omloop der Zon om de Aarde tegenfprak. De Cardinaal cusa hadt het Mlftaan der Zon en den omloop der Aarde reeds ter baane gebragt; maar copernicus voerde dat beter uit. In den Jefuit clavius vondt hy eenen heftigen Tegenftreever ; maar meer anderen volgden hem. Deeze clavius , vroeg by de Je/uiten fchool gezonden , feheen in den aanvang een domkop te weczen , en voor alles - onvatbaar, tot dat eindelyk één' zyner Lcermeesteren inviel, eene proef met hem te nccmen in de Wiskunde , het geen zo wèl gelukte , dat hy een der grootfte Wiskonstenaars , en zelfs in de verbeteringvan den Almanak gebruikt werdt. tycho BRAHé , een ander vermaard Sterrekunclige , was de Uitvinder van een nieuw Stelzel , naamelyk , dat de Aarde om de Zon , en de andere Planeeten rondom de Aarde bewogen werden ; houdende dus den middelweg tusfehen ptolomeus en copernicus. Hy haalde zich eene doodelyke ziekte op den hals, door de fchaamte van op te ftaan van de eettafel by eenen aanzienlyken Heer, waar hy te gast was, om zyn water te loozen. Weer Geleerden , onder anderen onze Vaderlandlehe Historiefchryver wagenaar , deeze aan-  historiesciiryVèrs. letterkundigen. 63 aandrift der" Natuur, door eene te ftetka infpanning van geest , niet by tyds in acht neemende , hebben hun leven daardoor verboren. Onder de beroemde Historie- fchryvers deezer Eeuw telde men pirkheimerus, die ook twee Afleerde Zusters hadt; in zyne Brieven zyn er eenigen van de Oudfte , charitas genaamd : voorts jovius, cüspinianus , hadriAnus , aventinus , bea- tus rhenanus , hedius , s leid anus , reineccius , busbequius , volaterranus , capella , guiccardini , bembus , folieta, sigonius , davila , comineus, buchananus, olaus magnus , gyraldus , trithemius , C1I fra paola sarpi , of paulus servita , die, onder den naam van di pietro suave polano , het Concilie van Trente befehrecf.— Onder de Letterkundigen behoorden peutinger, camera- rius , gillius , reuciilinus , mercerus , sylburgius , giraldus , morellus lUCt zyiie VtOUW en drie Dochters, scaliger , sigonius , lipsius , paulus en aldus manutius , de Vader en Kleinzoon, turnebus, castalio, hieronymus wolfius , hervetus , tremellius , pagninus , masius , muretus , pincianus , fabricius , en meer anderen. vadianus, gsrard mer¬ cator van Roermond, en abraham ortflws van Antwerpen , waren de voornaamfte Aard- ryksbefchiyvers. De beroemdfte Schry- vers over de Werken der Natuur- en Genees-  04 geneeskundigen* dichters. ncesheeren waren conradus gesnerus , die ook zeer veele takken van de Natuurlyke Historie befchreef: andreas vesalius , een vermaard Ontleedkundige , te Wezel gcbooren , Lyfarts van karel den V; een Man, die, zo veelen in 't leven behouden hebbende, fchipbreuk leedt by het Eiland Xante, , en van honger en kommer in eene hut ftierf: gabriel fallopius , wiens Naam vereeuwigd is door zyne Schriften, en een inwendig ontdekt deel van 't Lichaam , naar zynen Naam geheeten : voorts marantha , fernelius , sylvius , pierius , RONDELETIUS , montanus, erastus, cornarius , MONTANUS , matTHIOLUS , CjESALPINUS , BAUHINUS , salvianus , gorreus , CAMERARIUS, SAMBUCUS en dodon^us , die aan ons Vaderland een groot Kruidboek gaf. ■ In de XIV Eeuw hadt men in Italië gehad twee groote Dichters , alighieri dante , die een Dichtftuk in de Latynfche Taal begon , doch in de Toscaanfche , waarin hy uitmuntte , eindigde. Zyn voornaamlte Gedicht was een Blyfpel van de Hel , het Vagevuur en het Paradys , waarin hy onaangenaame dingen voor den Paus zeide. De ander, reeds genoemd, was franciscus petrarcha , een der geleerdfte Mannen van zynen tyd , die den fmaak der Italiaanen zeer verbeterde. Nu blonk er uit actius sincerus , anders sannazarius gehce- en ,  tasso. vaugelas. palearics. 55 ten , wiens Gezang de Partu Virginis voor een mcesterftuk gehouden werdt, en die, voor zes Lekende vaarzen tot Lof van Venetië, zes honderd dwaaten , ten gefchenke , van den Edelen Raad ontving. Voorts, hadt men er torquato tasso , die bekend is wegens hef verlost Jerufalem en Amynlhas, een meesterftuk' van alle zyne Herderszangen. Jammer was het , dat men deezen vermaarden Dichter in de uiterfte armoede te Rome liet fterven. Dit lot hebben meermaalen Geleerden, cn vooral Dichters , moeten ondergaan. De (lichting van een Godshuis voor uitgediende, arme en onmagtige Schryveren (pour les Auteurs invalides) , door Paus urbanus den VIII gemaakt , was indedaad wél gevonden en loilyk. tasso ' nam fomtyds eenen ryksdaalder by eenen zyner Vrienden op , en in een aaitig Sonnet verzogt hy zyne kat, hem het licht haarer oogen te leenen, vermids hy geene kaarsfen kon koopen. bentïvoglio ftichtte, toen hy ryk was , een Godshuis; maar, arm geworden zynde, weigerde men hem daarin te neemen. vaugelas , een Fransch Dichter, beval , by uiterften wille , zyn lichaam aan de Ontleederen te verkoopen , om met dat geld zyne fchuldeh af te doen. Ook fchitterde te Rome aonius palearius , vermaard door zyn fchoon Dichtftuk over de Onjterflykheid der. IV. deel. E Ziel,  66 dichters, muziekmeesters. Ziel. Deeze edele Man werdt, helaas! om zyne overhelling tot de Lutherfchen , dooide Inquifilie verbrand. Verder hadt men bucerus , flaminius , iiuttenus , goveanus , eobanus hessus , fracastorius , strigelius , vida , trissinus, bellaius , bcchananus , amaltheus , boba , bellaqua , bartasius , salomon macrinus , de noRATius van zynen tyd geheeten , wiens Gelonis men voor zyn beste Dichtftuk houdt; ook karel macrinus, zynen Zoon, die, in bartholomeus nagt , te Parys vermoord werdt. In de XI Eeuw hadt guido aretino (wel te ondcrfcheiden van johannes , karel en leonard aretino , alle in de XV Eeuw beroemd wegens hunne kennis in de Latynfche cn Griekfche Taaien , ook van pietro aretino in deeze XVI Eeuw, be■ rugt om zyne hekelende pen en flegte werken) de Muzieknooten , die thans in gebruik zyn , met de daartoe noodige ftrcepen en naamen uitgevonden , om daardoor het keren dier edele Konst gemakkelyker te maaken. Van dezelve bediende zich claude de gol'dimel , een der beroemdfte FranJche Zangmcesteren , die mede , in bartholomeus nagt , om den Godsdienst te Lions vermoord werdt , brengende dus de Pi'ahr.en van david , door clement marot en th. beza in het Fransch berymd, op zangtoonen. ma- 2 rot ,  dichteressen. 'boekdrukkers. C'7 rot , Kamerdienaar van franciscus den I, was de grootfte Dichter van zynen tyd , die der Franfche Poëzy veel luisters en natuurlyke fchoonheden heeft bygezet. Hy vondt eenen zeer verfchillenden aartigen trant van vaarzen uit, en was zeer keurig in Klinkdichten , Madrigalc'n , Rondeelen en andere Rymen. Vyftig Pfalmen van David heeft hy ,overgezet , en in 't Fransch berymd, die lang in de Franfche Hervormde Gemeenten gebruikt zyn. — Onder de Vrouwen noemde men vcrfcheiden'. Dichteresfen , als camilla , lucretia en diana , Dochters van den geleerden morellus in Frankryk; als ook iih'polyta taurella te Mantua; olympia eulvia morata te Ferrare ; aloisia sigea te To'.edo; laurentia strozzï ; elisabetha johanna westonia in Engeland en anderen. — Laat my nu de geleerde Boekdrukkers van dien tyd Kier by doen, naamelyk, aldus manutius te Venetië, morellus, hEnricus en robertus stephanus te Parys, welke laatfte een der geleerdfte Mannen' van zyne Eeuw was ; wiens beeldtenis , nevens dat des anderen , om hunne' hervormde gevoelens , te Parys verbrand werden. Hy drukte zyn eerfte Nieuwe Testament in 't Griek'ch in duodecimo , in 't jaar 1546, zonder verdeeling van verzen ; die hy naderhand maakte , te paard rydende , of op zyne reiE 2 zen  68 geleerde drukkers. zen in de Herbergen van Frankryk. De geheele Christen - AVaereld is meer aan deezen Man verpligt, dan aan den grootften . Veroveraar van Landen en Ryken , en meer eers kwam hem toe , dan zyn Koning , franciscus de I , uit alle zyne daaden, behaalde. Voorts hadt men toen rhaphelengius , naderhand Hoogleeraar te Leiden; frobenius en oporinus, Hooglecraar te Bafel; commelinus «1 plantinus of plantyn te Antwerpen, die de Drukkery in haaren waaren luister bragt. Zyne Latynfche Drukken houdt men , gelyk de Griekfche van stepiianus , voor de naauwkeurigften. V. Maar, hoe bleef de toeftand der Roomfche Kerk na de Heivorming ? A. Hoewel ze door dezelve tot enger paaien gebragt was , ftrekte zich egter haare heerfchappy , gelyk nog , . over een groot deel der Waereld uit. De Paus voerde daarover, gelyk voorheen , het beltier, onder den naam van het Opperhoofd der algemeene Kerk en Christus Stedehouder. Hy werdt door Cardinaalen in 't Conclave verkooren. Onder deeze telde men zes Bisfchoppen uit Rome's nabuurfchap ; vyftig Dienaars der Roomfche Kerk, Priesters geheeten ; en veertien Opzigters der Gasthuizen, Diakens genaamd. Die jong zyn (want men heeft gaarne telkens een' nieuwen) of onge- regel-  verkiezen van paussen. magt. 69 regelden van leven, of die buiten Italië zyn gebooren , worden uit de verkiezing geflooten. De Keizer , nevens de Koningen van Frankryk en Spanje, vermogen veel daarop. Kuipery fpeek er meest altyd onder. Kan men dan wel zo hooge gedachten van deeze bediening vormen ? — De Paus heeft geene onbepaalde magt. In zaaken van het Kerkbeftier moet hy de Cardinaalen , en , in die van den Godsdienst , voornaame Godgeleerden raadpleegen. Ook zyn er vyftien byzondere Vergaderingen, in zaaken van minder belang , die men Congregatiën noemt , waarin de Cardinaalen voorzitten , welker befluiten de Paus moet toeftemmen , en niet zonder dringende 'redenen kan afkeuren. Dit krenkt zeer zyn gezag; en er gebeurt dus veel tegen zynen wil. De Franjehen 011derfcheiden daarom de Befluiten van den Paus, wien zy fpaaren , van de vastftellingen van 't Hof van Rome , beftaande uit Congregatiën, welke zy niet veel ontzien. Dit is de bron van veele Gefchillen , en maakt, dat de Paus in 't eene Land meer, dan in het ander, te zeggen heeft. De Franfchen houden ftyf ltaande, dat elk Bisfchop de magt van christus ontvangt , en dat dus de geheele magt, zamen genomen, huisvest in de Algemeene Kerkvergadering ; doch dat de Paus, afgefcheiden van de Kerk, E 3 doo-  70 verminderd gezag van den paus. dooien kan. Dit tellen zy onder de Vryheden der zo genaamde Gallicaanfche Kerk. V. Maar Gy zeide : dat de Paus, door de Hervorming, zeer veel van zynen luister , magt en rykdom verloor ? A. Niet zonder reden : want veele Vorsten onttrokken zich ten deelc aan zyn gebied ; of zetteden dat heimelykc of opcnbaare paaien ; of fmectcn dat geheel af. Zyn gezag leedt dus zeer veel. Gelyk oulings toevlugt tot de wapenen te nccmen , of met den ban tegens zodanigen te blixe! men , durfden Zy niet beginnen. In Japan en China zogten zy, gelyk ik zeide, hun gebied te dichten ; dan dat betekende zeer weinig. En 't gelukte hun niet beter by de Ahjxfiniers , Armeniërs en Copten, die de Leer der Menophyjiten (DL Deel, hladz. 3?2) belceden. Door een twistvuur te ftooken onder de Oofterfche Kerken en de A^jtoriaanen , om er - voordcel uit te trekken , wonnen zy flegts 'de Christenen van St. Thmas , die de Zeekusten, van Mie bewoonden , op eene wyzc, door verihmdigc Raomfchen , zeer gewraakt. En hoe konden zy veel vorderen? De manier van Bekeerclingen te maaken was üfeng en onrcgtvaardig. Men eischte van de Heidenen eene blinde onderwerping aan den Paus , nevens eene verzaaking van hunne eigen' gevoelens , - - . fchoQP,  ORDE DER JESUITEN. J\ fchoon die ftrookteti met de Reden„ en de Operibaaimg. V. Wat deedt • men , toen dit mislukte ? A. Toen men zag , dat men , buiten 's Lands , weinig winnen kon , beflooten de Pausfen zich inwendig te verfterken door het hervormen der Inqnifitie , door Jongelingen te keren de . aanvallen der Heavornifiï ren met konst van rcdentwisten af te liaan; door het beter ondcrwyzen der Jeugd , en vooral door de Orde der Je/uiten : te begunftigen : want de twee andere vermaarde Orden der Franciscaanen en Dominkuanen , die zo veel nuts voor de Pausfen gedaan hebben , hadden veel van haare agting en invloed verlooren. V. Hoe was 't met de bcrugte Orde der Je/uiten gelegen ? A. Deeze Orde beftondt uit drie rangen van Leden, uit vaste Leden , zynde geleerde en voorzigtige Mannen , zeer bedreeven in waereldlyke zaaken, bekwaam om alles uit te voeren, egter niet kundig in alle geheimen der Maatfchappy, zonder vaste inkomsten , leevende van de giften der mikdaadigen , verpligt om te gaan , waar heenen de Paus hen zendt ; — uit Leermeesters der Jeugd , veel in getal , hebbende groote inkomften , die, des noods , de eerHen moeten onderlteunen ; — uit NieuwlinE 4 gen ,  72 ORDE DER JESTJITEN. gen, die Medehelpers zyn, en in Kloosters leevcn. Door magt en rykdom hebben zy meer gedaan ter onderfchraaginge van den Pausfelyken zetel, dan alle andere Zendelingen. Zy verbreidden zich over het grootte gedeelte der Waereld onder Heidenen en Christenen, om de wankelende Roomfchen te onderfteunen , en de Ketters te beftryden met fcherpzinnige redekavelingen. Wanneer men ze , als Leden eens vasten Genootfchaps, aanmerkt, worden zy bewonderingswaardig; maar, als Burgers, gevaarlyk'; en, als Geestelyken verfoeilyk. Geene Orde heeft het Menschdom meer goeds en kwaads toegebragt. Om magtiger te worden , oefenden zy zich fterk in waereldlyke zaaken , drongen door hun beleid tot in de Hoven' der Vorsten, plooiden opzettelyk de- Zedekunde naar de neigingen van anderen , en drongen de Dommicaanen , die dus lang het geweten der Koningen belhmrd hadden, daaruit. De nyd van deeze en andere Orden , gelyk Gy denken kimt, kwam' wel tegens hen op ; men fchreef en fcholdt tegens hen; maar zy wisten , door loosheid en gezag, eiken ftorm tot bedaaren te brengen. V. Maar hoe gedroegen zich de Roomfche Geestelyken in deeze Eeuw ? A. De Pausfen pauxus en juxius de ILÏ Werden zeer berugt door fchandelyke be- dry-  verschillende paussen. 73' dryven : paulus de IV door verwaandheid en eerzugt ; maar sixtus de V, een zeldzaam Man , overtrof alle de overigen in moed, onverfchrokkenheid en hoogmoed. Dus waren er goeden en kwaaden. Maar vergelykt mén hen met de geenen , die vóór de Hervorming leefden , dan moet men hen, meestal, uitmuntende Mannen noemen. De Cardinaalen waren in hunne keur voorzigtig geworden : zy durfden , om der Koningen en Hervormden wille , geen ongebonden of onvoorzigtigen Paus meer benoemen , vreezende derzelver ftrenge berispingen. Ook hadden de Pausfen zo veel moeds niet, om te fchreeuwen, gelyk ik zo even zeide,: van hun gezag, of om Vorsten in den ban te doen, en de Onderdaanen tegens hen op te zetten. De Bisfchoppen zogten wel hun oude regt weer te krygen ; doch 't Hof van Rome belettede dat : zy ontvingen egter eenige voordeden ; doch leefden , nevens de Kanunniken , onder 's Pausfen oog, ongeftoord , en , volgens den ouden trant , wellustig , eerzugtig en verkwistend. De Monniken waren , binnen de Kloosters, lui , onmaatig , weelderig en tweedragtig. Dan , men moet eenigen regt doen , en belyden, dat zy , wegens de Hervorming , omzigtig werden in hun gedrag. Dus deedt de Hervorming han de grootfte diensten: zy werE 5 den  74 invloed der hervorming. den zelve eenigermaate hervormd. Er vielen ook verfcheiden' verbeteringen voor onder de Orden , vooral by de Franciscaanen en Carmeliten : dan , welke nieuwe Orden er voor den dag kwamen , geene werdt zo vermaard door haare Geleerdheid, als de zo genaamde Priesters van het Oratorie , waaruit BARONfus , raynaldus en anderen te voorfchyn zyn gekomen , en waaronder men nog Mannen van groote Geleerdheid: vindt. V. Hadt de Hervorming geen meer invloeds op de Roomfche Kerk ? A. ,Nog op den ftuk, het geen..ik hierby kan voegen. ])e uitmuntendfte Mannen hadden alle poogingen aangewend , om den openbaaren Godsdienst tot de .eerfte eenvoudigheid terug 'te;, brengen. Dit mishaagde den Pausfen. Zy oordeelden, de .Pragt 'by den Godsdienst niet te moeten verminderen, om dat ze , zo veel invloeds hadt op de' Gemoederen der Menfchen ; en dus dachten zy , dat, by derzelver affchaffing, hun gezag zou' lydcn eii gekrenkt worden. Men kan dit niet geheel loclienen. Er is een verbaazend verfchil , ten aauziene der Plegtigheden , in Landen , waar Pioteflanten al of niet woonen , te vinden, het geen zo ver gaat , dat men denken zou denzelfden Godsdienst overal niet te . ontmoeten. Stel eens , by voorbeeld, Duifschiand en Frankryk tegen  geleerdheid. 75 gen Italië , Spanje en Portugal. En wyl in de drie laatfte Landen geene Proteftanten zyn ; ziet men er ook niet meer dan flaauwe tekens van 't Christendom. Alles is Staatfie , Pragt en Bygeloof. V. De Geleerdheid -werdt, ongetwyfeld, toen hooger dan voorheen by hen gefchat ? A. Dit hadt , ten aanzien van allerlei Geleerdheid, na luthers tyden, plaats. Eenige Roonifchen werden zelfs zo vermaard door Letterkennis , als zy te vooren befaamd ftonden door onkunde. Maar in Spanje cn Portugal , waar de Liquifitie de Hervorming , die er ook zou zyn opgekomen , fmoorde, werden, door dezelve, agterhoudenheid, wantrouwen en jaloersheid in het karadtcr der Spanjaarden gebragt , het Bygeloof bevestigd , en naderhand tot eene bron van wreedheid en ' vervolging in Nederland en america gemaakt. — De Je/uiten roemden , dat hunne Orde meer, dan alle andere te zamen, tot derzelver bevordering toebragt. De Monniken fchcenen egter ongefchikt , om wyzer te worden , en de Academiën bleeven by den ouden llegten leertrant. De ydele vrees voor nieuwe dwaalingen deedt fommigen de poogingen van anderen , tot heivorming van aristoteles Wysgeerte , dwarsboomen. Men vermaakte zich dan in de duisternis, en wendde voor \ te  76 RpPMSCHE GELEERDHEID. te verban het geen men niet begreep — Venmds men in alle Schooien geene andere dan Scholaflyke Geleerden vondt, kon men der Proteftanten bewyzcn , die uit de Heilige Schrift gehaald waren, niet wederleggen. Dit drong de Roamfchen van betoogtrant te veranderen. De hairklovery bleef egter niet geheel agtcr. Zy fchcenen des dikwyls door hunne duistere voortellingen hunne party te verwarren; en het bedrool gen Volk waande, dat zv de Overwinning wegdroegen. _ De Pausfen haalden hunne Stellingen uit de Heilige Schrift en de Overlevering; maar de Leeraars des Volks vcrfchilden omtrent den Pcrfoon, die den regv ten zin daarvan zou bepaalen. Plet Hof van Rome was gereed , om dat regt den Pausfen te gceven ; maar verftandige Mannen en de meeste Franfchen beweerden , dat dit aan de Bisfchoppen en Leeraaren, doch m zwaare verfchillen , aan de Algemecnè Kerk moest verblyven. Deeze twist duurt nog , en wie zal dien doen eindigen ? — Veelen oordeelen , dat de Kerkvergadering van Trente, tot den ondergang der Proteftanten aangelegd, hun meer goeds, dan kwaads- gedaan hebbe. Zy zeggen toch, dat veele ittukken, voorheen onbepaald gelaaten, door dezelve den Volke met geweld zyn opgedrongen ; anderen dubbelzinnig opgefteld en  CONCILIE VAN TRENTE. 77 en duisterer gemaakt ; en fommigen naar 's Pausfen zin , en niet volgens de Heilige Schrift ingerigt. Hierom hebben de Befluiten dier Kerkvergadering .in alle Landen het zelfde gezag niet. In Frankryk verwerpt men derzelver regel aangaande de Kèrktugt. Een volkomen denkbeeld van -den Roomfchen Godsdienst is er dan niet uit te haaien. En daar den Uitleggeren der Heilige Schrift in dat Concilie verbooden is, derzelver woorden anders, te verklaaren, dan de Kerk en de oude Leeraars gedaan hebben; daar ook het regt van den waaren zin der Heilige Schrift vast te Hellen den Pausfen toegekend wordt , zo is men , zints, tot dat dwaas gevoelen vervallen, dat de Bybel niet ten gebruike van 't gemeene Volk, maar ten dienste der Leeraaren was gefchreeven , weshalven men beval , denzelven den Volke te ontneemen. V. Wat gevolg hadt dit ? A. Dit bragt de Roomfche Uitleggers in geene kleine verlegenheid : zy vreesden telkens , dat hun iets , lrrydig met de Ledder Kerk , mogt ontvallen. Zy bedachten des eenen vond, om zich uit die benardheid te redden , naamelyk, zy zogten in eiken Tekst der Schrift vier zinnen, eenen letterlyken, allegorifchen, tropologifchen en anagogifchen. . Du* haalden zy , aan geene banden  ?8 SCHRIFTVERKLAARDERS. MYSTIKEN. den, gebonden , uit eenen Tekst zulk eene ftehing, als zy der domme menigte wilden opdringen. Dit gaf eene fchandelyke wyze van verklaaren. Zy, die vérftands genoeg bezaten om dat te vatten, verwierpen ze met eene groote verontwaardiging, en gaven eenen natuurlyken, eenvoudigen en letterlykeri zin aan de hand. Dit deedt catetanus , MALDONAfüs en anderen, nevens erasmus m zyne Latynfche Vertaaling van het N. Testament ; maar zy hadden geene Navolgers , - en men wierp derzelver arbeid agtcr de bank. Oordeel uit dit alles zamen genomen , hoe veel voordeels de Trentifche Kerkvergadering gedaan hebbe. V. Hoe gedroegen zich de Myfliken ? A. Na de Hervorming verlooren zy hun gezag in de Kerk van Rome. Zy konden ook, wegens hunnen vreedzaamen aart en afkeerigheid van gefchillen, het Pausdom met verdedigen. Men duldde hen egter , mids zy, openlyk, niet te vryrnoedig fprjr- ken. Maar noch zy, noch anderen durfden, uit vrees voor den Paus , de Zedekünde verbeteren. Men fehreeuwde fel, dat de Je/uiten, ingedrongen in de Kweek' fchoolen der Geleerdheid en hu de Hoven der Vorsten , de gronden der Zedelykheid verwoestten , en de deur voor allerlei foort van inoodheid open maakten. In de volgende  verdedigers der R00MSCH1Ï KERKl 79 gende tyden ontftoliden daaruit groote bn lusten , vermids men eenige proeven van derzelver fchandelykheid in 't licht gaf. V. Hadt de Roomfche Kerk geene Verdedigers in deeze Eeuw ? A. Ja wel , by voorbeeld , cajetanus , poi.US , faber , maldonatus , va tablus , montanus , sixtus senensis , cassander en anderen, nevens baronius , die , door zyne Jaarboeken over de Christelyke Kerk , een nieuw licht over de Gefchiedenis van den Godsdienst wilde doen opgaan ; maar casaubonus wees hem de begaane fchandelyke misflagen aan. flacius en chemnitius gaven ook der Pausfen achtbaarheid vinnige (lagen. Dan , onder de onbelichaamde en bitterde Voorvegters der Roomfche Kerk moet men (tellen den Cardinaal bellarminus , een Jejuit , die veel tegens de Proteftanten fchreef; maar ook treliyk beantwoord werdt. V. Dus hadden de Roomfchen eensgezinde Voorvegters in hunne zaak ! A. Zy roemden wel in die tyden , gelyk nog , op Eenltemmigheid in het Geloof ; maar van naby befchouwd zynde , waren zy door menigvuldige gefchillen van een gereeten. De Franciscaanen voerden toch eenen beftendigen Oorlog met de Dominicaanen , de Schotisten met de Thomisten , de Bis-  8o geschillen in de roomsche kerk. Bisfchoppen en de Franfchen met den Paus en de Congregatie , eri de Jefulten met de BenediStynen. V. En keerden de ' Pausfen dat niet ? A. 't Was wei hun belang , te zorgen dat die twisten niet te hoog liepen ; maar ook , dat ze niet ophielden. — Zy waren egter meest met de Je/uiten verlegen : want die voerden gefchillen ter baane , die hoog klommen en nog duuren , in gevaar brengende 's Pausfen vastheid. Er waren toch Mannen in de Roomfche Kerk , wier oogen door de Hervorming en het leezen der Heilige Schriften geopend waren , en , veele fchandelykheden in hunne Kerk ziende, naar eene verbetering verlangden , en dus in gefchil met de Jefuiten raakten over deeze zes (tukken. i. Hoe ver gaat de magt en 't regt van den Paus ? 2. Hoe ver breidt zich de Kerk uit ? 3. Welk is de aart, kragt en noodzaaldykheid der genade ? Is 't onverfchillig, door welke beweegredenen, van vrees of van liefde, de Mensch Gode gehoorzaams ? 5. Geeven de Sacramenten, door eene inwendige krugt en eene onmiddelyke werking, vrugt aan de Ziel? 6. En hoe zal men de Waarheden van den God. dienst leer en ? — Op het eerjle antwoordden de Jejuïten : de Paus is onfeilbaar. Anderen zeiden: hy kan dooien , en is minder, dan eene Algemeene Kerk-  geschillen der roomschen. 8l Kerkvergadering. Van het tweede fielden de Jefuiten, dat de Kerk zich uitbreidt tot veelen, zelfs tot die buiten haare gemeenfchap zyn. Anderen fpraken dit tegen. ■— Van het derde erkenden de Dominicaanen , Auguftynen en Janfenisten de onwederflandelyke kragt der genade , 's Menfchen ganfche verdorvenheid na den val , en Gods eeuwig befluit, niet gegrond op eene voorwaarde. Dit alles ontkenden de Je/uiten. Van het vierde fielden deeze ook , dat het gehoorzaamen uit wees zo aangenaam by God ware , als uit liefde. Anderen gaven hun dat niet toe. . Op 't yyfde zeiden de Janfenis- ten neen ; anderen ja. Van het zesde beweerde de een , dat de Waarheden door eene Overzetting des 'Bybels te leere'n nuttig ; maar een ander antwoordde , dat het gevaarlyk ware. Zie daar zes groote Verfchillen in de Roomfche Kerk van dien tyd. En ware het daarby maar gebleeven ! V.; Volgden er nog meer ? A. Baius , Hoogleeraar te Leuven , hadt moeds genoeg, om de Leer der Roomfche Kerk omtrent 's Menfchen natuurlyke vermogens en de verdienstelykheid der werken » naar augustTnus bewyzen , te veroordeelen. De Pausfen gaven daarover verfchillende vonnisfen. sixtus de V liet elk daaivan gelooven wat hy wilde, mids men over die IV. deel. F zaak  8a gevoelen van molina. zaak niet twistte in het openbaar. Hierop volgde een gefchil van geweldiger aart. ludovicus molina , een Jefuit, Hoogleeraar te Ebora in Portugal, wilde, in den jaare 1588, de zwaarigheden tusfchen 's Menfchen Vryheid en de Voorbcfehikking wegneemen , en de twistende Godgeleerden vercenigen. Dit ondernam hy te doen door de zogenaamde Scientia Media, en beweerde; „ dat het Bef uit der Poorbefchikking rustte op eene voor' afgaande befchouwing van de verdiensten der uilverkoorenen ; en dat de genade , die deeze verdiensten werkt , niet door eigen vermogen alleen , maar osk door de toejiemming van hunnen eigen wil hragtdaadig is , om dat ze hun wordt gegeeven in zulke omftandigheden, waarin God voorziet , dat dezelve kragtdaadig zyn zal. " De Dominicaanen, federt lang op de jfefuiten gebeeten, en nu de gelegenheid ziende fchoon ftaan, om hunnen wraaklust te Voldoen ,- fchreeuwden door de heele Waereld wegens deeze Ketteiy. Dus namen de gefchillen tusfchen die twee Orden een begin , en duurden langer dan de XVI Eeuw. Paus clemens de VII moest de beide partyen eerst het ftilzwygen opleggen ; en , in 't jaar 1598 , eene foort van Kerkvergadering beleggen , die , tot 't eind deezer Eeuw, niets deedt dan hooren en wederhooren. Oordeel nu, uit het gezegde, van de zo hoog geroemde  l u t h e r s c h e kerk. 83 ïöemde Eenftemmigheid des Geloofs by de Roomfchen. Een roem zonder grond! Dan, wy kennen nu den ftaat deezer Kerke V. Laat ons dan overgaan tot eene andere na de Hervorming. A. En wy willen dan de Lutherfchen, dankbaarheidshalve, zo geheeten, naar luther , den Hervormer, bezien. Zich geheel van de Roomfche Kerk afgezonderd hebbende , gelyk Gy gehoord hebt , hielden zy den Bybel tot een rigtfnoer des Geloofs. De Augsburgfche Confesfie, derzelver Verdediging , de Smalkaldi.'che Artykeltn, luthers groote en kleine Katechisjnus , en het Ont' •werp van Eendragt waren hunne FormulierBoeken. Men liet de Plegtigheden aan elks Vryheid ; en dit is oorzaak , dat zy op veele plaatzen verfchillen. Door den Vrede, dien Keizer karel de V aan Duitschland vergunde , zyn de Lutherfchen belet geworden , zich verder uit te breiden. Hunne Academiën te Jena , Helmflad en Altorf deeden de Geleerdheid bloeien. In den aanvang werden de Lettergefchisdenis , de Oordeelen Oudheidkunde , met de Wysgeerte verwaarloosd. Men zag daarna het nut der laatfte. Hierom gaf melanchton een kort eenvoudig en duidelyk opftel van dezelve. Men hadt dus drie foorten van Wysgeeren, Melanchtonifche, Arijtotel/fche en Scholufttke. F a De  84 wysgeeren. geschillen. De eerften verdweenen egter wel dra , om dat de Proteftantfche Leeraars verbysterd werden door de dubbelzinnige woorden en droggronden der oude Schoolgeleerden , waarvan zich de Jefuiten, in hunne twisten, bedienden. Zy oordeelden des beter, zich aan aristoteles Wysgeerte te houden. Maar deeze vereenigde men daarna met de Scholaftike, en die verbindtenis kreeg daarop eene nieuwe achting. De Navolgers van paracelsus (bladz. 58) tragtten ook hunne droomeryen door te zetten in europa, en maakten geen gering vertoon. Zy telden onder hen groote en welfpreekende Mannen , zelfs onder de Lutherfchen. Anderen verklaarden zich daartegen, 't Gevolg was een byzondere twist ; doch hendrik julius , Hertogvan Brunswyk, wist dien te ftillen. Al weeken fommigen , in 't ftuk der Schriftverklaaring, der Voorbefchikking en des Vryen Wils , ten deezen tyde , van luther af; de vrede bleef egter behouden. Men telde verfcheiden' kloeke Uitleggers der Heilige Schrift , by voorbeeld , flacius , bugen- hagius , jonas , osiander , chemnittus , strigelius , camerarius en anderen , die de' waare meening der woorden duidelyk verklaarden , en geene minnaars van hersfenfchimmige zinfpeelingen waren. Anderen beminden egter, nog te zeer, de fpitsvinnighe- den  luthers, gesch ix l e n. 8^ den der Schoolfche Leeraaren. Maar wie kon alles in éénen fprong herftellen? De Zedekunde werdt intusfchen beter voorgedraagen; doch veele zaaken niet duidelyk bepaald. ■ Men hadt te veel te doen met het voeren van gefchillen tegens de Roomfclte Kerk; des men ftiller tyden . daartoe moest afvvagten. V. Dus ging het vry gerust in die Kerk ? A. Maar tamelyk ! Denk , dat luther , in zyn leven , gefchil hadt te voeren tegens de Dwepers , voorgeevende eene hcmelfche Openbaaring te hebben , om een nieuw geheel heilig Ryk van Christus te moeten opvigten ; dat hy in onmin raakte met carolostadius, die deszelfs gevoelen over het Avondmaal tegenfprak; met schwenckfeldt , die in dat (luk ook van hem verfchilde ; en met agricola , het hoofd der Antinomiaanen , bcweerende , dat men de Wet verwerpen, en alleen het Evangelie leeren moest. V. Maar hoe ging het na zyn' dood ? A. melanchton , een Man zo groot als luther , was , na deszelfs overlyden , de voornaamfte in de Lutherfche Kerk, die , van den anderen , in 't ftuk des Avondmaals en andere dingen verfchilde; doch zo lang luther leefde , toegaf. Dan, in den jaare 1548, kwam het bekend Adiaphoriftifche Gefchil ter baane , dat is , melanchton F 3 Melde  86 GESCHILLEN ONDER. DE lutherschen. ftelde eenige voornaame Leerftukken in den rang der onverfchillige dingen, flacius verdedigde met veel drifts luthers oude {tellingen tegens hem. Dit was de bron van andere twisten. georgius major beweerde, in den jaare 1552 , de noodzaaklykheid der goede Werken, nicolaus amsdorfius Helde , dat ze fchaadelyk waren ter zaligheid. Dit onvoorzigtig zeggen blies 't twistvuur aan. Vervolgens ontftonden er Gefchillen over de medewerking van 's Menfchen wil met de Godlyke genade, over de Voorbefchikking, en 's Menfchen onmagt, waarin veelen van luthers gevoelen afweeken tot heden toe. andreas osiander raakte ook , door zyn fpreeken over de Regtvaardiging , in onmin met stancarus. flacius deedt ook andere oude Gefchillen herleeven ; des vreesde men voor eene, fcheuring, doch ze werdt door de Lutherfche Vorsten belet. Hoe hygden de vredelievenden naar 't einde dier treurige twisten ! maar het kwam niet, zo lang melanchton leefde. Hy ftierf in den jaare 1560 , en toen veranderden de zaaken, hoewel de Lutherfche Vorsten te Mtenberg , in den jaare 1568 , nieuwe poogingen , doch vrugteloos , daartoe aanwendden. V. Kwam er toen rust ? A. Neen! want peucerus, melanchtons Schoonzoon , Hoogleeraar in de Natuurkunde te  POOGINGEN TOT ÊENDRAGT. 87 te Wittenberg, beroemd door zyn groot verftand en geleerdheid , ondernam , met anderen , luthers gevoelen over 't Avondmaal met dat van calvinus te verwisfelen. Dit brak hem zuur op: want de Keurvorst van Saxen fmeet hem in eene naare gevangenis van tien jaaren. Na deezen verydelden aan(lag was men meer bedacht , om de verdeeldheden te heelen. Daartoe diende het Boek van Torgauw , of het Ontwerp van Eendragt (Yormulm Concordice) , door jacobus andreaï , in den jaare 1576 , opgefteld, en door anderen overgezien. De meeste Lutherfche Kerken namen dat aan ; de eene wat vroeger, de andere wat laater. Hetzelve gaf Eendragt in eenige Lutherfche Kerken. Dan , fommigen , als hospinianus aan 't hoofd der Zwitferfche Leeraaren , de A7ederlandfche , Paltfifche en andere , zelfs Lutherfche Godgeleerden , kantten zich , openlyk , daartegen. frederik de II , Koning van Deenemarken , ftoof zelfs dermaate op , dat hy een ontvangen Affchrift van het Ontwerp , aanftonds , in het vuur wierp. Men gaf dan alle hoop van vereeniging op tusfchen de Lutherfchen en Hervormden, juLiUs , Hertog van Brunswyk , aan wien 't Ontwerp zyne geboorte fchuldig was , verwierp het , 't geen vreemd luidt , even na de uitgaaf. Gemaatigde Lutheraanen en heimF 4 lyke  88 luthersche geschillen. lyke Calvinisten poogden hetzelve af te fchaffen ; maar alles viel in duigen , toen de aanflag ter uitvoeringe gereed was, door den dood .van christianus den I, Keurvorst van Saxen. Verfcheiden' Leeraars , die er de hand in gehad hadden , werden gebannen , of in de gevangenis gefmeeten. crellius , 's Vorsten Staatsdienaar , de Aanvoerder van dien toeleg, fchoot er den hals by in. : Hierop volgde nog een ander verfchil. samuel huber , Hooglceraar te Wittenberg, hieldt llaande , dat God alle Menfchen ter zaligheid hadt uitverkooren. Zyne afzetting volgde daarop. Alle dee¬ ze Gefchillen waren zeer nadeelig , gelyk Gy denken kunt, voor de Lutherfche Kerk; en de wyze van ze te voeren mag men noemen onbillyk , ongemaatigd , liefdeloos. Dan, men moet die tyden iets toegeeven. Er was iets ruws en onbefchaafds in die Eeuw. Ook was men pas gekomen uit de Roomjche duisternis ; des veeier oogen noofchemerden , en alles in het regte licht niet zagen. Men moet anders, onder de groote Mannen van dien tyd by deeze Kerk , tellen luther, melanchton, fagius, chem- NITIUS , WELLERUS , BRENTIUS , FLAC.IUS MAJOR, AMSDORFIUS, CHYTRyEUS , andre./e \ BUCERUS , STRIGEL1US , OSIANDER , HESHu' "VS, en anderen Wilt Gy nu , na de  HERVORMDE KERK. gp de befchouwing deezer Kerk , adem haaien ? V. Neen ! laat ons eerst de Gefchiedenis deezer heele Eeuw afdoen. A. Verkiest Gy dat , dan moeten wy ons nu keeren tot de Hervormde Kerk, zo gehecten , om dat ze noch Roomsch noch Lutherscb was , gelyk die van Engeland , Schotland , Ierland, van de VII Nederlandfche Provintien, Zwitferland enz. doch die allen, in gevoelen overeenltemmende , verfchillcn egter , min of meer , in Kerkordening en Plegtigheden. Verfcheiden' Gezindheden 'zyn daarna onder dezelve opgekomen , die zich daarvan hebben moeten aflcheiden , by voorbeeld , de Quakers, de Sociniaanen , Mennoniten enz. die wy in de Historie van de Vaderlandfche Kerkhervorming ontmoeten zullen. V. Laat my dan 't voornaame van de Hervormde Kerk in 't algemeen hooren ! A. Dit hadt ik op 't oog ! Weet dan , dat udalricus zwinglius , een Man van eenen brandenden yver voor de Waarheid , en voorzien van een fcherp oordeel, geene Beelden, Altaaren, Waschkaarfen, Oorbiegt of Duivelbezweering , gelyk luther , by de Hervorming, wilde dulden in de Zwitferfche Kerken : alles moest eenvoudig inden openbaaren Godsdienst zyn, niets bygeloovigs mogt er plaats hebben. Ook ontkende hy andere Leerftukken, byzonder de F 5 lichaam-  qo zwincliüs gevoelen. lichaamlyke Tegenwoordigheid van Jesus Lichaam in 't Avondmaal , door luther aangenomen. Zyne gevoelens verfpreidden zich wel dra ; en de Hervormde Kerk werdt door deezen waardigen Man gedicht. Gy kunt denken , dat dit eene Scheuring gaf tusfchen de Lutherfche en de Zwitferfche Kerken, oecolampadius en. anderen volgden zwinglius gevoelens. philip , Landgraaf van Hef en , boven reeds genoemd, vreesde hieruit zeer fchaadelyke gevolgen. Hy liet des, in den jaare 1529, eene Zamenkomst te Marpurg houden. Hier verfcheenen zwinglius, luther en andere Leeraars, 't Bleek, dat zy eensgezind waren in de hoofddellingen van 't Evangelie , maar zy bleeven in 't duk des Avondmaals verfchillen. Men hoopte van beide kanten , dat de Waarheid door den tyd mogt ontdekt worden. Maar naauwlyks was de LIervormde Kerk door den waardigen zwinglius gedicht , of zy verloor hem. Ter bemoediginge zyner Geloofsgenooten in eenen veldflag tegens de Roomfche Zwitfers , die het zwaard voor den Paus hadden aangegreepen, tegenwoordig zynde , hadt hy het ongeluk van te fneuvelen. eucerus en melanchton yverden tot de vereeniging der Lutherfchen en Hervormden; maar 't lukte niet. Men hoopte toen, dat calvinus er beter in zou flaagen door -een ge-  CALVINUS DAADEN. 91 gefprek met westphalus ; doch de breuk werdt nog grooter daardoor gemaakt ; en men bleef, wegens de Leer des Avondmaals, vair eikanderen gefcheiden. V. Maar wie onderfteunde de Hervormde Kerk na zwinglius dood ? A. Calvinus genoot deeze eer ! Hy overtrof in naarftigheid , grootheid van geest, welfpreekendheid , en , mooglyk ook in geleerdheid , alle Leeraars deezer XVI Eeuw. Om zyner vyahden wille uit Frankryk naar Geneve vertrokken, regelde hy daar het Kcrkbeftuur, (lichtte eene Hooge School in den jaare 1558 , onderwees nevens tiieodorus beza en andere voornaame Mannen de Weetenfehappen met grooten roem , en lokte. veele Leerlingen derwaards uit Engeland , Schotland , Italië en andere oorden. Dit zettede de paaien der Hervormde Kerk wyd uit. De groote Man ftierf in den jaare 1564 , na zeer veel gefchreeven, en ten nutte der Kerk gearbeid te hebben. Hy hadt zwinglius Plan van Leer en Tugt befchaafd , het welk den naam van Presbuteriaanfche kreeg, om dat hy weigerde eenige Bisfchoppen te dulden , en de Kerk door Ouderlingen en Synoden, gelyk in de vroegfle tyden , wilde beftierd hebben. Van het Avondmaal fprak hy niet altyd even klaar. Hy verfchilde daarin van de Lutherfchen; maar foms fcheen  02 kerkordeningen der hervormden. fcheen zyne taal tot eene vereeniging met hen te neigen. In 't ftuk der Voorbefchikkmg helden zwinglius uitfpraaken naar den kant der Pelagiaanen ; maar calvinus fchreef der Menfchen lot alleen toe aan Gods welbehaagen. V. En nam men algemeen alles aan ? A. Neen! De Engelfchen en Duitfchers verwierpen zyne Kerktugt. De Zwitfirs waren er eerst ook tegen; doch bukten daarna; maar de Franfchen, Schotten en Nederlanders volgden vaardig zyn Plan. frederik de III, Keurvorst van de Palts, verkoos calvinus Leerlingen in ,ftede der Lutherfchen , in den jaare 1560. Zyn Opvolger lodewyk veranderde frederiks Plan, en joan casimir, op zyne beurt, dat van lodewyk , in den jaare 1583. Dus behieldt de Paltjifche Kerk calvinus Navolgers tot Leeraars , kreeg den tweeden rang onder de Hervormden , en zag met vermaak , dat de Onderwyzing van zacharias ursinus , die bekend ftaat onder den naam van den Heidelbergfchen Katechismus, byna algemeen werdt aangenomen. V. Hoe ftondt het met de Hervormde Kerken in Frankryk ? A. Door den ongelooflyken yver en arbeid van beza en farel , vereenigden zy zich met die van Geneve. Men gaf derzelver  hugenoten. paryssche moord. 93 zeiver Leden den fpotnaam van Hugenoten, welks afkomst onzeker is. De Franfcht Kerken breidden zich zeer ver uit, en telden onder haare Leden verfcheiden' Prinfen, en andere aanzienlyke Mannen. Dan , de •verbittering der Roomfchen tegens de Hugenoten en de bedoelingen der Staatkunde waren toen geweldig, karel de IX, bepaalde des, den 22 Augustus des jaars 1572, om , 's nagts, vóór 't Feest van bartholomeus , allen , die in Parys waren, in één uur tyds, en vervolgens de anderen door het geheele Koningryk, uit te roeien. De gruuwelyke moord werdt op den bepaalden tyd begonnen , en zeven dagen lang , in die Stad doorgezet, onder anderen aan den beroemden Admiraal de coligny en zeer veele Edelen. Ook werdt dat ysfelyk bevel in fommige Steden volbragt, in anderen niet; om dat de Landvoogden op nieuwen last wagtten , niet kunnende denken , dat de Koning zulke moorderyen: zou bevelen. Ter deezer gelegenheid lieten eenige duizenden het leven. De gcenen , die het behielden , verlieten hun Vaderland, of veinsden Roomsch te zyn. De vrede, in den jaare 1576, door Koning hendrik den III gegeeven, was de bron van eenen anderen Burgeroorlog, iu welken het magtig Huis van Guife, dooide Pausfen opgerokkend , niet anders bedoelde ,  94 hendrik IV. mornay. de, dan de uitroeing der Hervormden. Deeze beroeringen , zo vol afgryzen , werden geftild door den wyzen en dapperen hendrik den IV. Dan, deeze Vorst, ziende, dat hy zyne regeering niet op vasten voet kon zetten, dan door den Roomfchen Godsdienst te belyden , verzaakte , tegens zyn geweten , den Hervormden, philippus mornay , Heer van Ple>Jis - Mormy , 's Konings Raadsman , zogt hem van dien grooten ftap terug te houden; doch vrugteloos. Dy verliet des den Koning , toen dat gebeurde. By de Hervormden ftondt hy , wegens zyne Boeken over het Avondmaal en de Waarheid van den Christelyken Godsdienst , in hoog aanzien. Men noemde hem zelfs den Paus der Hugenoten. Hy was Gouverneur van Saumur , en verloor naderhand zyn Ampt om zyne Belydenis. hendrik de IV , bemerkte egter te gelyk , dat hy de- Hervormde Belyders niet kon verdelgen; des vergunde hy hun vryheid van gewisfe , in 't vermaard Ediel' van Nantes, in den jaare 1598. V. Welke lotgevallen onderging de Kerk in Groot - Brittannie ? A. Na de dichting der Schotfche Kerk, door john knox , gelyk ik zeide , (bladz. 49) viel daar , in deeze Eeuw, weinig voor. De Schotten handhaafden de aangenomen' Leer en Tugt, en hebben ze, zelfs met  kerk in engeland. 95 met de wapenen, verdedigd tot op deezen dag tegens allen, die eenige verandering daarin wilden maaken. Van Engeland heb ik mede reeds gefproken , en gezegd, (bladz. 49) dat men er eenige Plegtigheden der oude tyden behouden heeft, calvinus dacht in zynen tyd , dat men zulks moest toegeeven , 't geen egter naderhand veelvuldige onheilen heeft gebaard. Die deezen , met openlyk gezag vereerden Dienst, of anders gezegd , der Episcopaale of Bisfchoplyke Kerk toegedaan waren , kreegen den naam van Conformisten : anderen , die de Zwitferfche of Schotfche wyze volgden , noemde men Non-Conformisten of Puriteinen, om dat zy zeiden eenen zuiveren Eerdienst te volgen ; ook wel Presbuteriaanen , om dat zy onder Synoden Monden. Dit houdt tot heden Mand in dat Koningryk. De Engelfche Kerk blyft dus wel afgefcheiden van 't Pausdom ; maar tevens zeer onderfcheiden van andere Kerken , 't geen den grond tot veele twisten en verdeeldheden gelegd heeft. Ten tyde van Koningin elisabeth , dat is , in den jaare 1562 , Melden de Aartsbisfchoppen en de ganfche Geestelykheid XXXIX Artykelen op, als eene Geloofsbelydenis der Engelfche Kerk , om verfcheidenheid van gevoelens te vermyden , en eenMemmig in de Leer te blyven. De beroemde gilbert burnet 9 Bis-  96 kerk in engeland. Bisfchop van Salisbury, heeft eene geleerde Verklaaring van dezelven gegeeven , die Gy in onze Taal kunt leezen De Puriteinen bleeven by hun ftuk : zy wilden hunne Geestelyken geene Roomfche Kerkgewaaden zien draagen ; geenen naam van Bisfchoppen, Dekens, Kanunniken en Feestdagen der Heiligen hooren , 0f 't gebruik van het teken des Kruis by den Doop en het leezen der Apocryphe Boeken in de Kerk dulden. — In 't jaar 1588 , beweerde bancroft, dat de Orde der Bisfchoppen van God ware ingefteld, het geen de Puriteinen zeer verbitterde. Maar beftaande uit Lieden van onderfcheiden rang en begrippen, werden zy, toen zy zich tegens dien Schryver verzettcden, ongelukkiglyk in veele Aanhangen verdeeld, robert brown was één der voornaamften. Hy moest van daar vlugten, om dat hy de Bisfchoplyke Kerk van Engeland bedorven , en derzelver Tugt Paapsch genoemd hadt. Hy kwam in de Nederlanden, en ftichtte Gemeenten te Middelburg, Amfterdam en Leiden , die naderhand der Nederlandfche Kerk zyn ingelyfd. Een o-e. deelte heeft zich vervolgens naar America begeeven, en den grond der Colonie in NieuwEngeland gelegd. V. Hoe frondt het met andere Ryken ten aanzien van de Leer^ A,  cr00te hervormers. A. Zeer verfchillend ! Jn p00len , Pruisfin , Zevenbergen , Hongaryen en elders ging de Heivorming, na luthers en melAnchtons dood , voorinoedig Voort. Sommigen verkoozen den leertrant van deeze : anderen dien van calvinus. — Zodanig waren de gevolgen van den arbeid der groote Hervormeren en hunner Kwcekclingen! Onder dezelven moet men tellen zwinglius , calvinus , bullingerus , oecolampadius , musculus , beza , farel , viret , petrus martyr , bibliander , pellicanus , marloratus , aretius , lavaterus , hospinia- nus , olevianus , cranmer en anderen, van welken men moet bekennen , dat zy klaar en eenvoudig fchrecven en leerden zonder den ingewikkelden trant der Schoolgeleerden er in te mengen. Jammer was het , dat de Wysgeerte van aristoteles hy Lutherfchen en Hervormden indrong , en hen ophieldt met barbaarfche fpreekwyzen , netelige gefchillen en bcuzelagtige onderfcheidingen. De menigvuldige twisten hinderden het bearbeiden der Zedekunde. perrins , een Engelsman , die , lam zynde aan de regter- , drie Folianten met de linkerhand fchrecf; als mede teeling, een Hollander en amesius , Hoogleeraar te Franeker , gaven ons egter volkomen opftèllen van dezelve. V. Is dit nu alles ? TV. deel. G a,  08 arianen. sociniaanen. A. Ik zou nog melding kunnen maakcii van eenen gevaarlyken Aanhang , ik meen , van de Sociniaanen , die zich in deeze Eeuw vertoonden. Zy waren hunnen ooifprong fchuldig aan lelius en faustus socinus , gefprooten uit het edel Italiaansch Geflagt der zozzini van Siena in Toscaane. lelius, wien men roemt als een Man van zagten aart en geleerdheid , verliet, uit weerzin van 't Pausdom , zyn Vaderland , doorreisde veele Ryken van europa , om daar des Godsdiensts begrippen te onderzoeken , en zettede zich , cindelyk , te Zurich neer. Hy hadt de Zwitferfcfie Geloofsbelydenis omhelsd; doch zyne eigen' gevoelens niet verborgen. faustus socinus , zyn Neef, was zyn Erfgenaam , die , uit de nagelaatcn' rapieren van» zynen Oom , het Stelfel der Sociniaanen , dus naar hem gcheeten , heeft opgemaakt. Sommige zyner Navolgeren fchaamden zich niet , in de vrocgftc tyden der Hervorming , Christus Godheid aan te randen ; en anderen , gelyk campanus , deeden liet oud gevoelen der Arianen (III. Deel, bladz. 354) herleeven : maar de Roomfchen, de Lutherfchm en Hervormden zagen toe , dat zy geenen vasten aanhang kreegen. Men kon hen egter niet uitroeien : zy' fchuilden onder de Hervormden en Lutlwfchen , en gingen door onder den naam van l'nitaris- fen ,  unitarisSen. sociniaanen. 99 fin, om dat ze, alleen, de Godheid des Vaders erkenden. Dan , zy moesten zich daarna, op hoog bcv."2 , van dezelve r.ffcheiden ; en, in gevoelerts onderling vt.'iyU zynde , ftondt hun ondergang vwr dc deur. Om dien te voork"u;ï:i riptten zy Ver^sdcringen op te Krakow, LnUin cn elders in Fooien; doch ortWiftgCfl v;.n s 1B N11. N 1 U s , Waiwode van Podrilie , in den jr.are l$6$ , eene vaste verbryfplnats in Rakov. Hier gaven zy eerst eene Overzetting des Byk!s , in den jaare 1572 , in 't Hchr ; dewyl de Puolfche aan hun oogmerk niet voldccdt, cn daarna hunne Geloofsbelydenis , in den jaare 1574 , te Krakow. Daarin vondt men Sociniaanery ; dewyl de Schriften van lelius socinus , in Poolen nagelaaten , ongetwyfeld , in vceler handen waren , die de Unitarisfen of Ariaanen hun gevoelen hadden doen veranderen. De naam van Sociniaanen was toen nog onbekend. Maar de yver en bekwaamheid van faustus socinus gaven den Unitarisfen een nieuw aanzien. Hy was een Man , meer verftandig, zegt men, dan geleerd , en onverfchrokken. Na veel reizens in europa , zettede hy zich , in den jaare 1579 , onder de Unitarisfen in Poolen neer, die zich door hem , na eenigen tegenftand, lieten bellieren,- lelius socinus , die , in een jaare 1562 , te Zurich iri de gemeenG 2 fchap  100 leer der sociniaanen. fchap der Hervormde Kerk geftorven was , werkte zyn Zamenftel niet af; maar ftierf in twyfeling : doch uit zyne verzamelde doffen voltooide faustus het gebouw. Onder deezen Man nam de Aanhang toe. De Unitarisfen, die eene groote verandering ondergingen , kreegcn nu een beter aaneenhangend Stelfel in den Rakowfchen Kateclwmus, door de Sociniaanfche Leeraars opgeftcld. Uit Poolen werdt hunne Leer in Zevenbergen door den Geneesheer blandrata overgebragt. In Hongaryen en Oojlenryk gelukte dat niet; maar toen ondernamen zy, hunne Boeken in europa te verfpreiden , en Zendelingen af te vaardigen ; maar die maakten weinig opgangs : want de Overheid en Geestelyken waakten allcnvege, ook in ons Vaderland , daar tegen. Hun gevoelen is, „ dat de Menschlyke Reden zal aanwyzen, wat wy gelooven zullen van het geen in de Heilige Schrift ftaat, dewyl . dezelve dat niet klaar opgeeft. " Dus zou de Schrift zich moeten plooien naar 't Menfchelyk verftand,, en hoe hoog wordt hetzelve dan niet verheeven! Naar dien bedrieglyken grondregel fchikten cn veranderden zy de Leer(tukken der Heilige Schrift. Des moest de Heerlykhcid van Gods Zoon in hunne Belydenis , nevens andere Waarheden , geweldig lyden. Ily is daarin niets meer , dan eeu ' bui-  biichael servetus. 101 buitengewoon Profeet , wien God met een gedeelte zyner kragt , welke zy den Heiligen Geest noemen , befchenk , om eene nieuwe Wet te prediken , die door leer en leven voort te flanten , en door zynen dood te bevestigen. Dat er onder hen geleerde Mannen geweest zyn , blykt uit het Boek, geheeten Bibliotheca Fratrum Polonorum. In volgende tyden is veele verdeeldheid onder hen gerce- zcn. Laat my hier nog eenen Rian, genaamd michael servetus , een' Spaanfchen Geneesheer , vernuftig , ftout en geleerd , die het nog erger maakte, dan de Unitarisfen cn Sociniaanen, bydoen. Hy wilde ook , ih den jaare 1532 , op zyne wyze hervormen te Vienne in Dauphiné; doch verzettedc zich tegen de ganfche Christenheid , en fchreef ftoutelyk Zeven Boeken over de doolingen in de Drieëer.heid. Toen hy , deswege in gevangenis gezet, doch daaruit ontfnapt , door Geneve naar Italië wilde vlugten in den jaare 1553 , werdt hy daar gevat , over Godslastering voor den Raad bcfehuldigd , en , hardnekkig in zyne gevoelens blyvende, lecvend verbrand, volgens de oude Wetten , door Keizer frederik den II, tegens de Ketters vastgefteld, en te Geneve nog in zwang, calvinus, die toen daar leefde , en , gelyk men zegt , de oorzaak deezer. geweldige ftraf was, heeft deswege G 3 vee-  102 grieksche k e k K, veele berispingen moeten uitftaan. Maar was dit niet, zo antwoorden de geenen, die den Man niet weeten te regtvaardigen , een overblyffel van den geest des Pausdoms in zyn hart , waarin hy was opgevoed , en waarvan hy zich niet zo ras of geheel kon ontdoen ? — Laat ons nu eindigen ! V. Zult Gy my niets zeggen van de Criekfche en Oosterfche Kerken , na zo veel van de Westerfche gemeld te hebben ? A. Wilt Gy er iets van wecten , dan zal eene korte Schets U ■ kunnen voldoen. —• Na 't inncemen van Conftantmopok door de Turken, in den jaare 1453, (Hl. Deel , bladz. 288) onderging de Criekfche Kerk eene groote verandering , en was, zints de XVI Eeuw, in drie deelen verdeeld. Een gedeelte ftondt onder den Patriarch van ConJlantinopele en verwierp den Paus: een ander verzaakt beiden , en heeft eigen' Bisfchoppen: een derde was den Paus onderdanig. — De Patriarch van Conjlanlinopole, die daar woont, is de voornaamfte, en als 't Hoofd der Kerk : hy heeft drie andere Patriarchen , welke te AUxandrie, Antiochie en Jerufalem zyn , onder zich. Zyn Regtsgebicd ftrekt zich uit over de Griekfchs Eilanden , en alle Landen van asia cn europa , die den Turken onderworpen zyn. De Patriarch van Alexandrie woont te Groot- Caira,  griek sc he kerk. I03 Cairo, cn voert gebied over de Grieken van Egypte, en een deel van Arabie. De Patriarch van Antiochie ltrekte zyn gezag uit over zyne Geloofsgenoot.cn in Mejopotamie, Syrië cn Cilicie ; cn die van Jerufalem over de Grieken van Palefiina. Dan , deeze drie laatfte Patriarchen zyn arm , cn hebben weinig te zeggen. Die van Conftantinopole, zynde de aanzicnlykllc, werdt door twaalf haast by de Stad woonende Bisfchoppen vcrkooren ; hoewel voorheen de Turkfche Vizirs zich dikwyls de verkiezing aanmaatigden , en hem zelfs naar hun goedvinden afzetteden. Hy regeert, in Kerkelyke en Burgerlyke zaaken , een Volk , dat door 'de onderdrukking moedeloos , en daarby in onkunde en bygeloof gedompeld is. De ongehoorzaamen kan hy in den ban doen, cn heeft dus een groot gezag. — De Grieken erkennen het gezag der Heilige Schrift , en der zeven eerfte Algcmcene Kerkvergaderingen. Zy verfchillen zeer verre van de Roomfchen , en tevens van andere Christenen, melanchton deedt grootc moeite, om hen met de Proteftanten te verecnigen ; maar zy hebben hem en de Rooinfchen fteeds van de hand geweezen. Zints den tyd , dat zy zich onder de Turken hebben moeten bukken , bevinden zy zich in eenen ellendigen ftand. De Geleerdheid in Menschlyke en GodsdiensG 4 tige  104 - GRIEKS C II E K E R K. tige Zaaken, die ceityds zo uitmnntcnd was, JS byna onder hen uitgebluscht. En al heeft men, van tyd tot tyd, eenige Geleerden onder hen zien opftaan , zelfs eene Hooge School in de laatfie Eeuw te Conftantinopoie; men kan egter niet zeggen , dat. zy, over 't algemeen, een vertoon gemaakt heb' ben in de Geleerde Waereld. Op 't kleine Eiland Palmo/a, voorheen Patmos geheeten, is een Klooster, waarin men zegt, dat de Apostel johannes, toen hy daar gebannen was , geleefd en gefehrecven zou ' hebben. In hetzelve is thans eene Kweekschool, die voor de beste in 't Oosten gehouden , en van veele Leerlingen uit verfcheiden' Landen wordt bezogt. Zy lecren daar de GodgeT leerdheid, Natuurkunde, Wysgeerte en de GmMclie Taal. V. Hoe is 't met andere Crieken gelegen ? A. De Rusfen , Georgiers en Ibingreliers ftonden eertyds onder den Patriarch van Conflantinopole , die hun van Bisfchoppen verzorgde; maar de eerden verkrecgen, in den jaare 15S9 , van hem de vryheid , om een' eigen Bisfchop te beroepen. De Georgiers cn Mingrtliers kunnen, federt hun zugten onder der Turken juk, naauwlyks meer onder de Christenen geteld . worden. Onder eenen Opperpriester ftaan zy op zich zeiven , zwerven om op bergen en in bos- fchen s  OOSTERSCIIE GRIEKEN. 105 fchen , leiden een onbefchaafd leven onder onbedrecven' en losbandige Leidslieden , vieren nog eenige Heilige Dagen , hebben' fomraigc Plegtigheden , betaalen eenige fchatting aan den Patriarch van Conftantinopole , en houden Doop en Avondmaal zo oneerbiedig, als of zy eenen gewoonen maaltyd hielden. V. Misfchien is het beter met de Oosterfche Grieken gefield "? A. Deeze zyn verdeeld in Afiatifche en Afrikaanfche Grieken. De Afiatifchen ftaan onder den Patriarch van Antiochie; doeli dewyl hy alle Kerken in een zo uitgeftrekt gebied alleen niet kan beftieren , heeft hy een'. Man tot hulp , die in Mefopotamie woont, en wien men Primaat noemt.— De Africaanfchen, die onder den Patriarch te GrootCairo ftaan, zyn verdeeld in Copten cn AbysJiniers. De eerlten leiden, onder de geweldenaiy van gierige Turken , 'een ellendig leven in Egypte en Nubie, onvermogend om hunnen Patriarch te onderhouden. De anderen, naamelyk de AbyRyk zou komen, zo lang de Hervormden vaste Steden hadden. Roebelle en andere plaatzen werden hun dan met geweld ontnomen in den jaare 1628. Dit maakte de K 3 Her-  15° edikt I van nantes. Hervormden magteloós : zy hadden nu geene andere toevlugt, dan 's Konings genade/ De Roomfchen merkten dit bedryf van iuchelieu aan , als eene voorzigtige Staatkunde; anderen noemden dit eene trouwlooze ondankbaarheid , daar de Hervormden de treffelykfte diensten aan de Kroon gedaan hadden. Met deezen flap was de heerschzugtige Staatsdienaar nog niet te vrede. Nu moesten de Hervormden gedrongen worden tot de gemeenfehap der Roomfche Kerk. Men ftclde daartoe , eerst , listige ftreeken , beloften cn vermaaningen te werk. Toen die geene gewenschte uitwerking hadden, begon men hen te vervolgen. Eenigen bczwceken door het geweld der verdrukking; anderen verlieten hun Vaderland ; doch het grootftc gedeelte bleef moedig in hunnen zuiveren Godsdienst volharden. V. Hoe lang duurde dit ? A. Zo lang , tot dat lodewyk de XIV, in den jaare 1685, (een allerdroevigst jaar voor de Godsdienst !) werdt overgehaald , om het vermaarde Edikt van Nantes, (bladz\ 94) te verbreeken , en eenige duizend Dragonders te gebruiken , om, de Hervormden met geweld te dwingen tot de omhelzing van den Roomfchen Godsdienst, dewyl de Koning maar éénen Godsdienst begeerde geoefend te hebben in zyn Ryk. Doller Staatkunde  IV. B. Pi. II. zelteden den slaapzieken Hervormden eenen iojieren isetelp omgekeerd op iet loofde en trommelden met een ijsfelijk g"eweld daar op. Hadz - 151 •   zwaare vervolging. 151 kunde heeft men nooit in Frankryk gezien: zwaarer flag is dat Ryk nooit toegebragt , en niets heeft lodewyks grooten roem meer bezwalkt. Allerleie folteringen werden toch bedacht, om ' de braave Belyders van den zuiveren Godsdienst tot den afval te beweegen. Sommigen bclettedc men, veele nagten agtcr eikanderen , te flaapen, en , wanneer by dage hunne oogen toevielen , vloogen deeze hclfche Dragonders op , zetteden den flaapzieken Hervormden eenen koperen ketel, omgekeerd , op het hoofd, trommelden met een ysfelyk geweld daarop , om den afgemattcn Man geheel zinneloos te maaken , of tot den afval te dwingen. Maar deeze en andere gruwzaame mishandelingen maakten weinig opregte Bekcerelingen , maar wel veele flegtc Roomfchen , die , mogclyk, met hun hait den Koning vervloekten, terwyl ze hem uitcrlyk gehoorzaamden. Eene menigte leedt liever den marteldood door de handen deifelle Dragonderen , dan hunne Leer te verzaaken. Duizenden van Huisgezinnen vlugttcn naar vreemde Landen , 't geen de zorgvuldigfte waakzaamheid niet kon beletten. De list verzon toch allerleie middelen ter ontkoominge. Men kuipte , by voorbeeld, vccje Jongelingen en Dochters, ook van myn Vadcrlyk Geflagt, heimlyk, in ruime tonnen, en zondt ze zo , als waren zy met koopK 4 S°e-  152 FRANSCHE VLUGTELINGEN. goederen gevuld, ten fcheepc, uit Frankrykt Zeehavens naar Engeland. Deeze Volksverhuizing deedt een geweldig nadeel aan de Konsten en den Landbouw; zy verzwakte grootlyks het Ryk, verminderde niet weinig deszelfs Inkomsten , en deedt andere Landen bloeien. Men meent toch , dat er wel agtmaalhonderdduizend of één millioen Menfchen van daar geweeken zyn. Deeze Franfche Vlugtelingen , lang gewoon aan eene gemaatigde wyze van denken in den Godsdienst, en wier geaarfhcid aanleiding gaf tot eene zekere vryheid van onderzoek, verfpreid zynde in alle deelen der Proteftantfche Waereld , maakten zich door hiin vernuft en welfpreekendheid zo aangenaam , dat hun voorbeeld en de nayver niet alleen ten nutte der Fabrieken , maar ook van den Godsdienst werkten, alles tot Frankryks onrekenbaar nadeel , en zuivere winsten voor vreemde Landen. V. Maar in 't Hervormd Engeland durfden de Roomfchen geen geweld onderneemen? A. Meent Gy dat? Zy hadden niet minder voor, dan eenen aanllag, om GreotBrittanide onder 't juk des Pausdoms te brengen ; hoewel die mislukte tot hunre fmert. Eene Zamenzweering (denk eens, wat men al niet ondernam) om Koning tacosus den I en de beide Huizen des Parle- ments s  roomsche aanslagen in engeland. I53 ments , wanneer die vergaderd zouden weezen , door buskruid, -heimiyk onder de Zaal gebragt , in de lucht te laaten fpringen , en dan het Pausdom in te voeren, werdt tydig ontdekt. Engeland met Rome te vereenigen onder de Regeering van karel den I , getrouwd met eene Roomfche Prinfes , vlottede niet beter, karel verloor 't hoofd op een fchavot ; en kromwel , die op de Roomfche Kerk verbitterd was, werdt Engelands Befchermer. — Men vleide zich beter te zullen flaagen, toen karel de II, een Ontwerp beraamde , om 's Pausfen gezag in Engehnd te herftellen , en, daartoe met lodewyk den XIV zamenfpannende , alvoorens ons Vaderland te verdelgen, of liever dat zamen te deelen, in den jaare 1672; maar ook dit Plan liep , door het genadig beftel der Voorzienigheid , te niet. — jacobus de II , die ook den Paus aankleefde , ging te onbefuisd te werk , om hetzelfde oogmerk te bereiken. Hy verloor de kroon , en men zettede die op den Prins van oranje , willem den III , Engelands Verlosfer. V. Dus liepen alle zodanige onderneemhigcn volkomen te niet ? A. Ja , volkomen te niet! De Paus zag, rnet de grievendfte fmert , de ydelheid zyner woelingen , en de onmooglykheid, om, K 5 op  t.S4 plan tot vereeniging. op zulk eene wyze , het Pausdom te herftellen. De Iïemcl befchaamde hem voor 't oog der heele Waereld. Dan , deeze openbaare flegte uitkomsten decdcn de yveraars der Roomfche Kerk , in 't vervolg, bedaarder te werk gaan , en zagtcr middelen bedenken , naamelyk , om , door openbaare twistgedingen , of door een Plan van Vereeniging , of op andere wyzen, de Protestanten met Rome te verzoenen. Men hadt daarvan de proef reeds genomen te Regensburg in den jaare 1601 , te Neuburg in den jaare 1615 , te Thorn in den jaare 1645 ? tusfchen Roomfche cn Lutherfche Leeraars , en vooral , in den jaare 16S3 , tusfchen jean claude , eenen der gcleerdfte Franfche Lceraaren cn den Roomfchen Bisfchop bossuet , met dien uitilag , dat de Paus de breuk nog grootcr zag worden. V. Hieldt men toen af? A. Neen ! Men fioeg eenen anderen weg in , en beweerde , dat de Gefchillen geringer waren , dan men meende. Zodanigcn maakten des hun werk , om de fehynbaare tcgenftrydigheden weg te neemen. Onder die was richelieu , Cardinaal en Staatsdienaar van Frankryk , de voornaamfte , die daarin gevolgd werdt van verfcheicfen', onder anderen , van den reeds genoemden bossuet. Deeze , zynde de listigfte van allen , wilde dc  gezogte vereeniging. cjiiustina. 155 de Hervormden trouwloos verfchalkcn. Dan, de Engelfche Aartsbisfchop wake , cn de la bastide , een Fransch Lecraar , hebben hem tre'flyk wederlegd. Ik noem U de Naamen van deeze twee braave Mannen , om dat ze verdienen vereeuwigd te worden wegens hunne groote diensten , die zy der Kerke in die gevaarlyke tyden gedaan hebben. Myn beftek duldt niet , U in 't breedc te zeggen , welke andere wegen men mede infloeg , om den vrede te bewerken, 't Is waar, ouder de Proteftanten was wel een en ander al te tocgceflyk Man , genegen tot de verzoening ; maar hy maakte zich daardoor , meestal , by de beide partyen gehaat. V. Dus Honden de Proteftanten pal ! A. Zulke aanvallen van 's Pausfen Voor» ftanderen gaven den Proteftantfchen Lceraaren wel veel werks ; maar zy bereikten hun doel niet , veel min wekten zy beroeringen. — Dan , de Hervormde Kerk bleef, middelerwyl , niet geheel vry van alle fmerten. Hoe griefde het haar, dat zy ciiris» tina , Koningin van Zweeden , eene Vorstin van groot verftand , op vryheid en vermaaken gezet , en door haaren gunsteling bour» delot verleid , tot het Pausdom zag overgaan : dat wolfgang willem , Paltsgraaf; christiaan willem , Markgraaf van Brandenburg ; ernest , Prins van Heffen; joan fre-»  156 afvalligen. frederik , Hertog van Brunsvyk; en frederik augustus al mede dien onverfchoonlyken Map deeden : ja dat , onder de Geleerden , de Baron van Boineburg, de Holfieinfche Ridder ranzow , casparus scioppius , besoldus , BERTius , de Geneesheer stenon , en anderen dat fchandelyk voorbeeld volgden ! V. Welk eene Vreugd, welk eene Eer voor den Paus, zulke Mannen te zien afvallen! A. De Vreugd moge groot zyn geweest; maar de Eer was gering: want fommigen gingen tot hem over uit onkunde , zich verbeeldende , dat de Roomfche Kerk geheel anders ware : anderen door verzoekingen van rampen : eenigen uit tydelyke inzigten , of door gierigheid en loszinnigheid. En welk eene winst of luister gaf zulks aan Rome, dat reeds zo veel verlooren hadt ! • Sloeg de Paus de oogen elders, hy zag Tooneelen , die hem deeze ingebeelde winsten deeden vergeeten. basilides , Vorst van Ethiopië , regt/jnnigcr dan de Pausfen, bandde deszelfs Geestelyken, die gekomen waren om zyn Volk te bekccren , uit zyn Ryk , en verboodt den Jefuiten, immer eenen voet daar weer in te zetten. V. Rees 's Pausfen gezag niet hooger in deeze Eeuw ? A. Neen ! De oude gedaante van 't Kerk- be-  daaling van 't pausselyk gezag. i^'7 betrier bleef nog wel in denzclfden ftand ; maar der Pausfen gezag daalde geweldig. Zy hadden nog wel hooge Eertitels ; maar zonder kragt. En welk eene fmert gaf hun dat ! Alle Vorsten van europa namen den Stelregel der Franfchen aan , naamelyk, dat der Pausfen magt alleen by den Godsdienst bepaald was , en zy niets met de waereldlyke dingen te doen hadden. Door eigen fchuld zakte hun daalend gezag nog al laager , ik meen, door hunne onwettige Gefchillen , by voorbeeld, die van Paus paulus den V met de Venetiaantn over 't verminderen der Geestelyken : van urbanus den VIII met de Fortugeezen over het niet erkennen van Don joan , Hertog van Braganza, tot Koning: van alexander den VII, die lodewyk den XIV , Koning van Frankryk , voldoening weigerde op de klagte van een' baldaadigen hoon, door 'sPausfen lyfwagt des Konings Gezant. aangedaan : en van innocentius den XI , in den jaare 1678 , die den Franfchen Koning niet wilde afftaan de inkomften van een Bisdom by den dood des Bisfchops. Deeze ftyfheid van den Paus was oorzaak , dat men de Franfche Bisfchoppen te zamen riep, die de oude Stelling der Gallicaanfclie Kerk; „ De Paus heeft geene andere dan eene geestelyke magt , en is minder dan eene AlgemeenC Kerkvergadering "  I58 zéde ceder]/ èy de roömschën. ring" yastftèlden tot zyne grievende fiflêffi Alle deeze gevallen deeden de achting voor den Paus zeer daalen. V. Hoe was 't met de andere Geestelyken der Roomfche Kerk gelegen ? A. 't Zedebederf fcheen onder hen meer toe , dan af te ncemen. De Risfchoppc-rt verkreegeh hunne verheffing , niet door geleerdheid of verdiensten , maar door flinkfche wegen, Weinigen leefden volgens hunnen pligt, en de gecnen, welken dien be• haitigden , ondergingen den haat hunner Medebroederen , en leefden vergeeten. — Sommige Pausfen wendden eenige poogingen aan tot Hervorming ; maar onoverkomelyke hin- derpaalen Honden hun in den weg. De Monniken leefden egter omzigtiger, dan in oude tyden. Om op de Jaarmarkten de Koopers te lokken , bragten de Vcrkoopcrs Muzikanten cn Poctzcmaakers mede , waarvan de Spelen op onze Kermisten, heden nog, een overblyffel fchyuen te wcezen. Dan, de Geestelyken hadden het eerde verbooden, en , dat niet helpende , hadden zy begonnen heilige Tooneelfpeelen en Vertooningen te laaten zien , die foms zo uitgevoerd werden, vooral die den Heere Jesus betroffen, dat een verdandige zich daarover ergerde. En men kan niet zeggen, dat dit ondichtelyke thans geheel uit de Roomfche Kerk is weggenomen. Veele  ÊENEDtCTYNEN. JESU1TEN. 159 Veele Kloosters waren , in den aanvang deezer Eeuw , liegt gefield ; doch foqrmigë wanorden werden weggenomen. De Benedictynen waren hierin de eerften ; maar werden niet van allen gevolgd. Die den bynaam van de Congregatie van St. Maur voerden , verkreegen eenen grooten naam door de uitgaave van geleerde Schriften. By de oude kwamen eenige nieuwe Orden van Monniken. Die der Vaderen van 't Oratorie van den Heiligen Jesus heeft veele Geleerde Mannen uitgeleverd , en behoudt nog haare achting. V. Iloe gedroegen zich de Jefuiten ? A. Zy bleeven de fterkftc pylaaren der Roomfche Kerk; maar werden in deeze Eeuw fel befprongen , en wegens fchriklyke euveldaaden zwaar bcfchuldigd, vooral door de Janfenisten. Wie deeze zyn, zal ik U in 't vervolg zeggen. Dan , zy bczweeken niet: zy werden altyd door de Pausfen befchermd, en kreegen zelfs , door geduld en behendigheid , het hoogde gezag in de Kerk. Men ■ bandde- hen eens uit Frankryk; doch zy werden , ongeacht alle vertoögen van aanzienlyke Lieden , weder daarin herfteld. V. Iloe was 't geleegen met de Geleerdheid in de Roomfche Kerk ? A. In deeze Eeuw kreegen alle takken van Geleerdheid eenen nieuwen luister, vooral onder  i<5o WYSGÈERTE. onder de Franfchen ; maar niet door de Leermeesters der Schooien : want de oude dorre Schoolfche Leertrant bleef voortduuren, maar door de aanmoediging van lodewyk den XIV. Hierdoor week de barbaarfche wartaal der Schooien by zyne Onderdaanen, en de Geleerdheid verfcheen onder eene bevallige gedaante. — Men volgde nog aristoteles Wysgeerte; hoewel men hem niet verftondt. Eene andere redelyker Philofophie durfde men niet wel invoeren : Rome beefde op al .wat nieuw was., galil^ei hadt dit ondervonden (bladz. iai). descartes en gassendi verftoutten zich egter, om de verdrietige kronkelpaden , door aristoteles bewandeld , te verlaaten. De voornaamfte onder deezen waren de beroemde malebran- che , arnauld , lamy , nicole en pascal. Zy hadden des zeer veel te lyden. Men noemde fommigeu van hun Godlochenaars. Geen wonder ! Volgens descartes Wysgeerte , kon men niet zo wel de zaak van 't Pausdom verdeedigen , als door de wartaal van aristoteles Navolgeren. Veelen .koozen egter het pad , 't welk die groote Mannen bewandelen , en descartes* Stelfel verbeterden ; doch heimlyk, uit vrees voor den -Paus. Men kwam egter rustig voor den dag , toen men merkte , dat de nieuwe Ontdekkingen in de Natuur- Wis- en Boven-»  bened1ctynen. jansenisten. igi Bovennatuurkunde onfchaadelyk gekeurd werden. Dit was genoeg , om verder te gaan. De gewydc en ongewyde Geleerdheid' werdt meest verbeterd en uitgebreid door peta- vius , sirmo.ndus , poussines , labbeus Cll anderen. Maar de glans der Jefuiten taande door de Orde der Benediclynen. Daaronder vertoonden zich groote Mannen, jiont- faucon , d'aciiery , MASSUET, martene , ftabillon en RuiNART , welke ons de beste uitgaaven der Criekfche en Latynfche Kerkvaderen , met Ophelderingen van de Gefehiedenislen , Oudheden , Tydrckenkunde en Zeden , bezorgd hebben. Dan, 't is vreemd, dat de Geleerdheid onder de Jefuiten verviel , toen die 1 der Benediclynen begon uit te blinken. Weinigen der eerften konden de laatiten voorkomen, veelen hen niet evenaaren. Maar hadden de Jefuiten tevens niet te veel met andere zaaken der Waereld te doen ? De Bedryven der Heiligen , QAcla Sanctorunï) oordeelt men , is het eenige Boek , dat by den arbeid der Benediclynen haaien kan. Door dezelven werdt de yver der Janfenisten opgewekt. De geleerde en fiérlyke Werken van tillemont, arnauld , N1C0LE , lancelot dl pascal deeden Frankryk eere aan. Dan , zo men de Benediclynen , de Priesters van 't Oratorie , de Janfenisten en Jefuiten uitzonIV. deel. L dert ,  1ÓZ geleerde r o o m s c h e n, dert, vondt menf weinige Geleerden van naam. Onder de Monniken 'en Priesters' waren baronius , bellarminus , gretse- rus , natalis alexander , possevinus , becanus , petavius , morin , fra-paolo , Of sarpi , maimburg , thomassin , mabillon , d'achery , simon , harduinus , montfaucon , cornelius a lapide , lamy, labbeus, sfondrata, morinus , sirmondus , savedra , de pinneda , tannerus , scribanius , laurentius de zamora , gregorius de valentia , schultingius , ridabeneira , barradius , jaques eoileau , met de twee Dichters, louis caMoëNs en grotto , in Portugal en Italië en andere de voornaamfte Roomfche Schryvcrs : en , onder de Waereldlyke Geestelyken , de richel1eu , bossuet , fenelon, du pin , allatius , cottelerius , hue- tius , estius en anderen. V. Hoe ging het met de Godgeleerdheid en Zedckundc by de Roomfchen ? A. Zy werden in deeze Eeuw niet verbeterd, gelyk men van zo veele Geleerden zou verwagt hebben ; maar eer bedorven door t verzuim der Pausfen en den invloed der Jefuiten, die 't gezag der Heilige Schrift verminderden , 's Menfchen kragt verhieven , de noodzaaklykheid en 't vermogen der genade lochcnden , Jesus lyden als min verdiens-  jësuiten zedekunde. l6j riienstelyk afmaalden , en den Paus , even of hy de Zaligmaaker ware , predikten. Deeze (tukken hadt de Kerkvergadering te Trente onaangeroerd gelaaten of ovcrgeflaagen , welken zy, naar hunnen zin en belang , verdraaiden of bedorven. Welk een nadeel voor de Roomfche Kerk ! Dan , de Pausfen hielden de Jefuiten de handen boven 't hoofd > wyl zy zo veel voor hun deeden ; en wilden des derzelver Stellingen, hoe gevaarlyk en valsch , niet veroordeelen. Deeze Geestelyken behandelden , zo men de deugdzaamen uitzondert, de Zedeleer nog erger , en droegen zulke fchriklyke leeringen voor , dat pascal , nicole , perrault en arnaulö hen fcherp hebben aangetast. Men klaagde zo zeer , dat de Pausfen , alexander de VII cn VIII, niet langer konden zwygen ; maar een groot deel hunner Stellingen veroordeelden. Dan , dit kon niet baaten: zy behielden hunne grondregels , en lieten hunne vyanden fchreeuwen. Vermids zy de fnoodheid der zonden zeer verminderden , en op de beteugeling der driften niet fterk drongen , zo was hun gepredikte Leer ten Hemel viy ligt: des vertrouwden de Vorsten en Grooten , die den gemakkelykften weg meestal beminnen , vaardig hunne Zielen aan zulke infehikkelyke Leidslieden. L 2 V,  I64 roomsche schriftverklaarders. V. Waren er veele en goede Schriftverklaarders in de Roomfche Kerk ? A. Neen ! Men hadt er maar weinigen , en niet veel geachtcn. In deeze Eeuw kwamen te Keulen , in het licht , de Werken van alphonsus tostatus , Bisfchop van Avila in Spanje, reeds in da voorige Eeuw geftorven , die in zevenentwintig Folianten beftonden , waarin hy de meeste Boeken der Heilige Schrift verklaard heeft. Zo men rekent , dat hy in zyn agttiende jaar begon te fchryven , dan mag men voor eiken dag. zyns levens , (want hy ftierf in zyn veertigfte jaar) zes gedrukte vellen rekenen. De listige Jefuiten hielden de Heilige Schrift uit 's Volks handen , of plooiden ze naar hunne belangen. De Janfenisten waren de besten ; maar zogten er in eenen Myftiken zin. Men moet egter pasciiasius quesnel, een Priester van 't Oratorio uitzonderen , die, in den jaare 1671, Zedckundige Aanmerkingen over het Nieuwe Testament uitgaf, welke zeer veel gerugts in de Waereld gemaakt, cn fcheuringen onder de Roomfchen verwekt hebben. Paus clemens de XI las z-e met opgetogenheid ; doch hy veroordeelde dezelve naderhand, en tragtte ze , met alle kragt, uit de Waereld te helpen. Wat moet men van zulle een gedrag zeggen ? Men kon , voor t overige , n geene  jesüiten en dominicaanen. ió"5 geene voornaam? Uitleggers by de Roomfchen verwagten , daar men de Godgeleerdheid , op eene dorre, ingewikkelde wyzc , eigen aan de voorige barbaarfchc Eeuwen, en dus zeer gefchikt , om afkeer te verwekken , in de Schooien voordroeg. De Janfenisten en de Priesters van 't Oratorie in Frankryk floegen een' beteren weg in. V. Ik merk , dat de Roomfchen in alle Leerftukkett niet overcenftemden ! A. In deeze Eeuw ontftonden onder hen de hevigfte Gefchillen , by voorbeeld , de Jefuiten en Dominicaanen twistten zeer fterk jover de natuur cn noodzaakelykheid der Genade. Paus clemens de VIII hadt , in 't einde der XVI Eeuw, verklaard , dat de ■eerften in dit Lcerftuk het naast by pelagius , en de anderen het digst by augustinus kwamen. (III Deel, bladz. 366, 367) In den jaare 1602. drongen de Jefuiten , ongerust zynde wegens het dreigend gevaar , hy den Paus aan op eene uitfpraak. Hy liet daarop het Gefchil op nieuw onderzoeken : doch zyn dood deedt de zaak onafgedaan blyven. paulus de V , zyn Opvolger , ving ze dan weder aan , cn verklaarde daarop , dat elk vryheid hadt , om zyn gevoelen te behouden, 't Is zeer waarfchynlyk , dat hy geene uitfpraak durfde doen : want Frankryk begunstigde de JefuiL 3 ten 9  166 cornelius jansenius. ten, en Spanje de Dominicaanen , die in hun gevoelen tot dc Lcerftellingen der Htrvormden neigden. Alleen vermaande hy, dat elk zyn gevoelen zou verzagten. V. Toen hieldt de twist op ? A. Ja , de openbaare twist ; maar de partyen waren verre van verzoend te weezen, 't Gefchil brak daarna , met eene , nieuwe woede, uit, by de volgende gelegenheid, cornelis janse , of anders , naar de gewoonte dier tyden , cornelius jansenius , gebooren te Acqum , een 'Dorp by Leerdam , uit geringe Ouders in , deji jaare 1585 , welker nageflagt daar nog woont en zich met den Landbouw geneert, werdt, wegens zyne Geleerdheid, eerst tot Hooglccraar in de Godgeleerdheid te Leuven, in den jaare 1630 , en daarna tot '.Bisfehop van Tperen verheven. ''Dertigmaalen , meen ik , doorlas hy augustjnus Werk over de Genade , om hem wél te verftaan, en arbeidde twintig jaaren , om deszelfs Stellingen wél uit te leggen , waarna hy zyn eigen Werk in 't licht gaf. Na zynen dood , die ' in den jaare 1638 voorviel, maakte * dit Boek veel gerugts , cn bragt de nog ongeheelde wonde eene felle fmert toe. De Leer van AUgvstinüs over de Verdorvenheid en Genade werdt daarin klaarlyk ontvouwd , op .dat een ieder weeten zou, wat die Kerkleeraar ,  tanseniu-s werken. 1*5? jceraar, zo hoog geacht by de Roomfchen, daarvan gevoeld hadt. De Jefuiten, ziende hunne Leer daarin veroordeeld , en bcgrypende , welk nadeel dat Boek aan hunne Orde zou doen, woelden zo lang , tot dat de Inquifitie het verboodt te leezen , en Paus urbanus de VIII dat veroordeelde , als vervuld met dwaalingen. Dan , overal werdt dit bevel niet gehoorzaamd. Te Leuven (lelden de Hooglceraars zich daar tegen, 't geen onrust gaf in de Nederlanden. De meeste Franfche Godgeleerden gehoorzaamden; doch arnauld , nicole , pascal Cll ques- nel koozen jansenius party. Dit Gefchil, toen begonnen , duurt nog. De Koningen voegden zich by 't gevoelen der Jefuiten ; de vier genoemde Geleerden kreegen 't Volk tot hulp , cn zouden 't gefchil gewonnen hebben , zo de vastheid der Roomfche Kerk niet hadt afgehangen van het in Hand blyven der Jefuitifche gevoelens. V. Wat toen verder ? A. Jansenius Vyanden trokken vyf Stellingen uit zyn Boek, en kreetcn die uit voor gevaarlyke doolingen. Laat my U dezelve opnoemen, in deeze orde. ï. Er zyn Codlyke Gebpden , die vrooms Lieden, al willen zy , niet kunnen gehoorzaamen, om dat God hun die maate van Genade, welke daartoe noodig is, niet heeft gegeeven. 2. NieL 4 mant  168 gevoelens van jansenius. mant kan in den verdorven mtuurftaat de Genade , op 't hart werkende , wederflaan. 3. Om de daaden der Menfchen verdienstelyk te maaken , is het niet noodig , dat zy vry zyn van noodzaaklykheid, maar alleen dat zy van dwang ontheven zyn. 4. De Halve-Pelagiaanen dwaalen in hunne Stelling , dat 's Menfchen Wil het vermogen bezit , om den invloed der Genade te ontvangen of te wederflaan. 5. Zy zyn Halve-Pcla iriaancn , die fiaande houden , dat Jesus , door zynen dood , de verzoening voor alle Menfchen heeft te wege gebragt. " innocentius de X ver¬ klaarde , in den jaare 1653 , door 't lang ftooken der Jefuiten , de vier eerlte Stellingen voor Kettersch, cn de laatfte voor onhedagt , Godloos en Godslasterlyk. Zulk een hard vonnis fmertte de Janfenisten (zo noemt men jansenius Navolgers) ; doch zy rekenden de zaak daarom niet verlooren. Zy bedachten eenen vond , en zeiden : dat die ' vyf Stellingen in dien zin , welken de Paus veroordeeld hadt, in jansenius Boek niet te vinden waren. Paus alexander de VII, innocentius Opvolger , verklaarde onvoorzigtiglyk het tegendeel, en zondt, in den jaare 1665 , een aanltootelyk opftel eener Eedverklaaring naar Frankryk, welke elk , die zyne bevordering in de Kerk zogt , moest onderfchryven, cn dus bevestigen , dat die  jansenius veroordeeld. 169 die vyf Stellingen' zo ftonden in jansenius Boek, als zy door den Paus veroordeeld waren. Deeze ftoute ftap verbaasde de Janfenisten en de verftandigfte Franfchen ; hy deedt hen , by de verweering , zeggen: dat de Paus feilbaar was omtrent gebeurde zaaken , vooral als zyn vonnis niet bekragtigd was door eene Algcmeene Kerkvergadering ; by gevolg , dat men zodanigen Eed niet behoefde te doen. De Jefuiten beweerden niet alleen 't tegendeel ; maar wisten het ook zo verre te brengen, dat zy, die den Eed weigerden te doen , in de gevangenis geworpen of gebannen werden. Vier Franfche Bisfchoppen en daarna nog negentien anderen, hadden egter, in den jaare 1669, moeds genoeg , om den Eed , die zo veel onrusts gaf, te weigeren ; waarom Paus clemens de IX hun toeftondt , de ondertekening naar hunne mecning te mogen doen. Dit was ver genoeg gevorderd. De gebannen' Janfenisten keerden toen terug, om de voorgaande vryheid te genieten , cn noemden deeze merkwaardige Gebeurtenis den Vrede van clemens den IX ; hoewel hy was van korten duur. Koning lodewyk de XIV, altyd van Jefuiten omringd, trok deeze vergunning in , in den jaare 1679 ; en , zints dien tyd, bevonden zich de Janfenisten aande voorige woede blootgefteld. Sommigen L 5 ver-  170 jansenisten. verlieten het Ryk , anderen verdroegen , eenigen ontgingen de vervolging door beleid, arnauld , 't hoofd dier Party , week naaide Nederlanden , en haalde , door zyne geleerdheid en welfprcckcndheid , de meeste Kerken over tot zyn gevoelen , ook zelve de Gemeenten in Bolland , hoewel de listige Jefuiten daarna weer meer gezags kreegen. Dan , de Janfenisten zyn van hun , niet alleen om die vyf Stellingen , zo fel gehaat geworden; maar ook om de ftrenghcid hunner Zedekunde, en de zwaare klagten over de Verdorvenheid der Roomfche Kerk : zaaken , die den Jefuiten niet behaagden. .. Zie daar den eerlten voornaamen twist onder de Roomfchen in deeze Eeuw. Eén onzer Vaderlanderen , ik meen jansenius , hadt dus de Eer, al werdt hy veroordeeld , dat hy de Roomfche Kerk, ten deele , tot betere gedachten hadt zoeken te brengen , en ook ten deele gebragt heeft. V. Kwam hierby nog * een tweede ? A. De oude twist over de onbevlekte Ontvangenis der Maagd maria tusfchen de Franciscaanen , die ze verdeedigden, en de £>ominicaanen , die ze ontkenden , baarde zo veel onrusts in Spanje , dat Koning piiiï.ippus de III den Paus moest verzoeken, bet Gefchil te beflisfen : doch deeze gaf •ilieen een dubbelzinnig antwoord, naamelyk : „ duit  twist. p e y r e r e. 171 „ dat de Franciscaanen veele waarfchynlykheid aan hunne zyde hadden. " Hy verboodr hun egter de Dominicaanen te veroordeelen , en deezen de anderen te hekelen. De vrees voor Spanje , die de eerften begunftigde , • en 't gezag , dat de Dominicaanen hadden , deeden hem zo fprceken. Maar ftrekte deeze uitfpraak ter eerc van den Paus , die zo hoog roemt , dat hy fteeds onder den invloed van den Heiligen Geest ftaat , die hem voor dwaalen be, hoedt ? Oordeel zelf hier over. V. Was dit 't laatlte Gefchil? A. Neen , in deeze Eeuw kwam nog een derde op ! Ik zal nu niet • fprecken van isaac la peyrere , die, in den jaare 1Ö55 , 'beweerde , dat de - Waereld , lang vóór adams tyden , door verfcheiden' Volken bewoond geweest was : om welk gevoelen men hem te Brusfel in de gevangenis wierp , waarin hy , om den dood tc ontgaan , zyne Stelling herriep, en van Protejlantsch Roomsch werdt. Een ander Man bragt een gevoelen ter baan , dat meer gevolgen hadt. michael de molinos , cci1 Spaansch Priester te Rome , gaf, in. den jaare 1681 , een Boek in 't licht , gehceten de Geestelyke Leidsman, vol Myftike Stellingen , by voorbeeld , „ Elke Ziel j jaagen* ie naar 't hoogjïe goed , moet de verlustiging  172 m0lin0s. QUIE TISTEff, ging der zinnen verlochenen, en, de bewegingen van 't verftand en den wil bedwingende , in de Godheid verzwolgen worden. " Zyne Navolgers noemde men , federt, om deeze rustgebiedende Leer, Quiethten. V Daar dit Boek heimlyk de. Kerk van Rome bcftrafte, die 't wezen der- Godvrugt fielt in uitwendige Werken en Plcgtigheden , vielen de Jefuiten en anderen aanftonds hem aan. molinos werdt dan , in den jaare 1685 » te Rome in eene gevangenis geworpen, en, na eene openlyke herroeping zyner gevoelens, daarin gehouden tot zynen dood toe. Ligtlyk kunt Gy de dwaasheid zyner Stellingen merken : niettemin vondt men Lieden , die er fmaak in kreegen , om dat zy te regt begreepen , dat de geheclc Godsdienst niet kon beftaan in uitwendige Plcgtigheden; doch zy wisten geenen anderen uitweg. Rome zag dat zeer ongaarne , en begreep ten vollen, wat nadeel er uit kon voortkomen. In Frankryk ten minsten kwam eene alleryverigfte Voorllandfier der zo genaamde Quietistery te voorfchyn , ik meen jeanne ma- rie bouvieres de la mothe'guyon , eene Vrouw van aanzien en geregelde zeden, die MOLiNos Stellingen fterk voortplantte! Zy werdt veroordeeld in den jaare 1697 , en door bossuet in openbaare Schriften wederlegd. Maar dit bragt een ander Ge-  fenelons. telemachus. 173 Gefchil ter baane tusfchen hem , en den beroemden franciscus salignac de la mothe fenelon , Aardsbisfchop van Kameryk, een Man van een uitfteekend verftand en blinkende deugden , die eenige Stellingen der gemelde Franfche Vrouw verdeedigde. bossuet was daardoor zeer geraakt, en woelde des zo lang, tot dat de Paus fenelons Boek, doch zonder hem te noemen , veroordeelde. Deeze berustte in 's Pausfen vonnis , en las het zelfs aan zyne Gemeente te Kameryk voor, met een vermaan om den Paus te gehoorzaamen. Dit luidt vreemd, en vooral in fenelon. Moet men die daad Voorzigtigheid , Grootmoedigheid of Laaghartigheid noemen ? Gy weet, dat deeze Aartsbisfchop de Schryver is van de Gevallen van telemachus , opgciteld tot Qndcrwys van den Hertog van Burgundie, wiens Leermeester hy was. Twintigmaal werdt dat Boek in dén jaar gedrukt , zo zeer1 behaagde het der Franfche Natie. Hy hadt virgilius willen navolgen; maar het karacter van telemachus ftaat zich zeiven altyd niet gelyk : op verfcheiden' plaatzen fpreekt hy zich tegen : fomtyds loopt hy aan tegen de waarfchynlykheid , en wordt ook een flaaf der Liefde. — Zie daar het derde Gefchil onder de Roomfclten in deeze Eeuw.  174 VEREENIGING DER PROTESTANT. GEZOGT. Eeuw. Er waren egter nog meer anderen; maar wy zullen het hierby laatcn berusten. V. Wy gaan dan nu over tot den ftaat der Lutherfche Kerk in deeze Eeuw ! A. Zo Gy wilt ! — Allereerst moet Gy dan weeten, dat zy met leede oogen aanzag , dat hendrik , Hertog van Saxen , maurits , Landgraaf van Hesfen-Casfel, een geleerd en verftandig Man , in den jaare 1604 , en joan sigismund , Keurvorst van Brandenburg , tien jaaren daarna , tot de Hervormden overgingen. Tweedragt was er 't gevolg van. Sommigen zogtcn dezelve uit den weg te ruimen door eene Vereeniging van Lutherfchen en Hervormden, jacobus de I, Koning van Groot - Brittannie, wendde, in den jaare 1615,, daartoe eenige poogingen aan ; maar zettede zyn Plan niet yverig door, des. het in duigen viel. De Franfche Hervormden ondernamen het ook, op hunne Synode te Charenton, in den jaare 1631 gehouden , waar zy verklaarden , dat de Lutherfche Stellingen zonder grove en fchaadelyke dwaalingen waren, en met de waare Godvrugt ftrookten. Dit was een groote flap tot de Vereeniging; maar de Lutherfchen toonden zich daartoe weinig genegen. Eenige Leeraars van beide partyen hielden wel, in dat jaar, eene zamenkomst te  vereeniging der protestant. gezogt. i/5- te Leipzig tot dat zelfde einde ; maar het vertrouwen ontbrak. De Hervormden gaven zo veel toe , als de anderen konden ver* wagten ; maar de Lutherfclien wantrouwden ; zo dat deeze pooging ook mislukte. En dus ging het mede met de onderneeming van wadislaus den IV , Koning van Poelen , in den jaare 1645. 't Gefprek , te Casfel , in den jaare 1661 gehouden , op bevel van willem den VI, Landgraaf van Hesfen, tusfchen de verfchillende Leeraars , hadt wel geene Verzoening, maar eene loflyke Verdraagzaamheid ten gevolge. Aan weerskanten verklaarde men minder te verfchillen, dan men dacht ; doch deeze Gemaatigdheid mishaagde den Lutherfchen. De Fruisjifche Vorsten hebben naderhand nog menige , doch telkens ydele poogingen daartoe aangewend. Byzondere Mannen hebben insgelyks hunne kragten ter verzoeninge ingefpannen; maar niemant meer, dan joiiannes dureus , een zeer geleerd, 'verfcandig en godvrugtig Lccraar onder de Hervormden, die, veertig jaaren lang, alles beproefde , wat Menschlykc Wysheid tot dat einde kon verzinnen , en zelfs alle Landen van europa doortrok met een onbegrypelyk geduld , om den eenen tot den anderen te brengen, Deeze hooge lof komt hem indedaad toe. Dan y fommigen , in den waan geraakt, dat hy  I7<5 dureus. MATTHIjE. CALIXTTJS. hy zo ongemecnen yver aanwendde , om de Lutherfchen te verftrikken , overlaadden den bkaven opregten Man met fmaad. Dus , van de zynen verhaten, en van anderen verdrukt , ging deeze wclmeencnde Leeraar , door zo langen verdrietigen arbeid afgemat, zyn leven, als een vergeetcn Burger, te Casfel eindigen. — Een gelyk lot trof jonannes matthle , een Zweedsch Luthersch Bisfchop , en calixtus , Hoog-Leeraar te Helmjiad, die mede voor deeze zaak yvcrden. Men kan aan zo veele edele poogingen niet dan met genoegen, maar men moet tevens met fmert aan derzelver ongelukkige uitkdmften denken. Waren zy gelukt, hoe veel kragts zou dit aan de Kerk gegceven hebben ! V. Zeg my iets byzonders van den fraai der Lutherfche Kerk in deeze Eeuw ! A. Zy ftondt de kwellingen der Roomfchen in Duitschland moedig door. Door verfcheiden' Mannen werdt hunne Leer in de drie andere Wacrelddcelen gebragt. Zy beoefenden alle takken van Geleerdheid; doch de waare hoogachting voor dezelve , die tot hier toe voortgeduurd hadt, verminderde door 't toedoen van fommige onkundige en waanwyze Lieden, die zich op de Weetenfchappen toelagen. Men volgde aristoteles , 't geen niemant durfde véranderen , om 'dat zulks  aristoteles in onbruik. 177 zulks in dien tyd zo hoog zou genomen zyn , als of men de Heilige Schrift hadt aangerand. De Leerlingen van petrus ramus toonden niet zo dra hunnen afkeer van die oude dorre leerwyze , of zy vonden tegenftand. Die daarna descartes en gassendi durfden volgen , haalden zich vyanden op den hals. Niettemin hugo de groot , puffendorf dl thomasius ftefden zich tegen deezen drom te weer, cn bonsden aristoteles van den throon. Des kreegen de Lulherfchen, in- 't einde deezer Eeuw , volle vryheid in 't ftuk van Wysgeerte. Sommigen , gelyk de oude EcleStifche Wysgeeren , koozen uit alles, wat hun best geviel , en vormden , onder 't aanwenden van hunne eigen' bekwaamheden , een nieuw Stelfel van Wysgeerte. leibnitz< was onder dezelven de voornaamfte. Men telde veele wyze , geleerde en godvrugtige Leeraars. ' Waren anderen met byzondere gebreken b*hebd , men moet_ zulks toefchryven aan de ongelukkige gcfteldheid dier tyden ; toen het Onderwys nog niet genoeg o-cregeld was , toen men het hoofd zo vol hadt van bovennatuurkundige fcherpzinuigheden ; toen men fchaars voorzien was van die edele kennis , welke het hart raakt. Zy hadden anders eenige groote Mannen in deeze Eeuw, en daar onder moet men reIV. deel. M kenen  173 GELEERDE. WÏZE VAN UITLEGGEN. kenen hutterus , geriiardus , andreas , glassius , calovius , hackspan , geierus , pheiffer , schmidt , spener , meyer , tarnovius , de hunniussen , oleariussen, carpzoviussen , lyserussen , wolfgang , francics , botsaccius , korthoi.t en anderen, thomasius ontwierp een Plan van Kerkelyke Tugt , waarin hy der Waereldlyke Overheid het gezag der Kerk in handen gaf. Dit opende eene bron van langduurige Gefchillen. Ook bleek het , dat dit nadeelig was voor de Kerk , en men ziet het nog. Men hieldt zich eerst flipt aan de Symbolifche Boeken ; maar naderhand nam men grooter vryheid, om er van te verfchillen. Men hadt verfcheiden' groote Schriftverklaarders, glassius bragt veel toe tot ophelderinge van taal en fpreekwyzen. In de Godgeleerdheid volgde men eene Wysgeerige Rangfchikking der Evangelie-Waarheden, spener leerde eenen eenvoudigen en gemeenzaamen leertrant, viy van de wartaal der Schooien. Al werdt hy niet van allen gevolgd ; 't gaf egter der Godgeleerdheid eene aanvalliger gedaante. De Zedeleer was lang verwaarloosd, arendt en geriiardüs waren de voornaamfte Voorlichters. calixtus was de eerfte , die de Leerflellingen der Zedekunde begon te onderfcheiden : maar men beklaagde , dat er te veel fchool-  syncretisten. piëtisten. I79 fchoolfche wartaal onder liep. puffendorf vergeleek de Wet der Natuur met de Heilige Schrift, ontdekte de egte grondbeginfelcn der Christelyke Deugden , drong door tot den regten zin der Goddelyke Wetten, en fchikte de Zedekunde in eenen beteren vorm* V. En men vondt onder de Lutherfchen zo veele en nadeelige Gefchillen niet , als onder de Roomfchen ? A. Neen, fchoon men daar niet geheel vry ging ! Er kwam eene verdeeldheid onder de Leeraars. Eenigen , toen Syncretisten geheeten, wilden vrede en eendragt onder de Christenen bevorderen : anderen , onder dén naam van Piëtisten , hadden meest der herftelling der Heiligheid en Deugd, welke by de voorige ongebonden' zeden en hevige gefchillen ter zyde gezet waren , op het oog. De bckwaame calixtus plaatfte zich aan 't hoofd der eerften ; doch hy werdt fel befprongen , en onwaardig behandeld , al tastte hy, hier of daar, mis. spener was aan het hoofd der Piëtisten , willende de daadelyke Godvrugt bevorderen, en de laauwen uit hunne onverfchilligheid opwekken. De door hem aangepreezen' middelen bragten , onfchuldiglyk , veelen tot eenen blinden , verftandeloozen en onbepaalden yver. Hiervan kwamen de Piëtisten voort , ik meen , zulken , die alleen godvrugtigc aandoeningen M a zog-  l8o GESCHILLEN ONDER DE LUTHERSCHEN. zogten te krygen zonder acht te flaan op de Waarheid. Men iprak niet dan van de Kerk te hervormen , 't geen eindelooze gefchillen gaf, die tot fchaadelyke uiterften liepen. Godfried arnold , een beleezen , bekwaam en welfpreekend Man , die te veel de Myftike Schryvers doorgebladerd hadt, ontrustte de Waereld door zyne Kerkhistorie , en fteldë den heeleu Godsdienst in zekere inwendige gevoelens, van welken men geen regt denkbeeld kon vormen: doch met de jaaren kwam hy te regt. dippelius ging verder: zyn 1'chimp fpaarde zodanige dingen niet , die men dus lang heilig en zeer eerwaardig gehouden hadt. petersen , Leeraar te Lunenberg, kwam met veele droomeryen en voorgewende kennis, van de geheimen des Hemels te weeten , voor den dag. schade en bosius wilden de byzondere belydenis van zonden , die men , volgens de gewoonte der Litther/chen , by de Leeraars aflegt, niet verdraagen. De Predikanten van Tubingen en Giesfen kreegen gefchil over de Vernedering van Christus , en waarin dezelve eigenlyk beltondt. Ook waren er nog andere twisten , byzonder die bóhm en andere foortgelyke Dweepers ter baane bragten, welke ik nu niet zal optellen; V. Hoe was het in die Eeuw met de Hervormde Kerk ■ gefield ? Laat, my zulks ook httoren !  CELEERDEN TN ENGELAND. l8l A. Eenige reeds genoemde Lutherfche Vorsten kwamen tot haar over, (bladz. 174) en zy kon deezen aanwas met genoegen befehouwen ; maar fielt Gy daar tegen de woelingen . van het Pausdom , om in Engeland den meester te fpeelen (bladz. 152, 153), de geweldige vervolgingen in Frankryk (bladz. 150, 151), cn in Piemonts Valeyen (bladz. 142, 143); dan moet Gy erkennen, dat ze geweldige Hagen lecdt, hoewel de Leer in geene deezer Oorden daardoor werdt uitgebluscht. —> Befchouwt Gy den ftaat haarer Geleerdheid en Wysgeerte ; dan moet men toeftaan , dat zy eene glansrykc vcrtooning maakte. In Engeland blonken uit, behalvcn newton en boyle , reeds genoemd (bladz. 122) cud- wortii , usijer , hall , ligtfoot , pocock, hammond , walton, calamy, baxter , mede , pearson , cave , stell1ngfleet , tillotson , sharp , owen , burne t en anderen. De laatfle was gewoon, vcrfcheidcn' uuren van den dag te beflee-den tot overpeinzing , en zyne gedachten overluid te uiten : maar toen hy eens de eenige gefchrceven' Predikaatfie , die hy ooit hadt opgefteld , deedt, bleef hy er in fleeken. De ongeloovige wilmot , Graaf van Rochester , werdt door hem ter bekceringe gebragt. tillotson was zo wcldaadig , dat hy arm ftierf; en de Koning moest byr M 3 fprin-  Ï82 GELKERDE ZWITSERS EN FRANSCHEN. fpringen , om deszelfs fchulden te betaafen, Koningin maria fprak , na zynen dood , van hem niet zonder traanen te ftorten. — In Duitschland boogde men op scultetus, fabricius , pareus , alting , piscator , bergius en PEL argus. —- In Zwitferland prykten hospinianus , hottingerus , hei- deggerus , turretin Cll de tWCC buxtor- fen. — In Frankryk fchitterden c hamier, du moulin , bullet , cameron , daille , nevens drelincourt , blondel , amyraut , de la place , morus , claude , alix , basnage , abadié, cn, eindelyk, bochart , des vignoles , eeausobre , de twee capellen , alexander morus , efl du bosc , twee der grootfte en beroemdfte Leeraaren hunner Eeuwe. lodewyk de XIV noemde den laatften den welfpreekendfien Man van zyn Koningryk. —■ De Geleerden van ons Vaderland zal ik hierna opgeeven. Zo veele en zo groote Mannen in de Hervormde Kerk hebben niet weinig toegebragt tot derzelver luister : zy verdedigden haar treflyk tegens de aanvallen der Roomfche Kerk , en verdonkerden niet weinig de glorie , waar mede de laatfte wilde uitblinken. De Wysgeerte van aristoteles moest zwigten voor die van descartes en gassendi onder hen, Laat er kwam de Wiskundige Wysgeerte in nog hooger aanzien. — amesius, een  GESCHILLEN ONDER de hervormden. l8j een Schot , was de eerde , die de Zedekunde , als eene byzondere Weetenfchap behandelde ; doch hy werdt verre overtroffen door amyraut , anders gcheeten amyraldus, wiens doorwrogte Zedekunde door placette en pictet opgehelderd is. Toen hobbes in Engeland opkwam, en de Waarheden van den Godsdienst nevens de Zedelyke Pligten wilde verdelgen , verfcheenen cud- worth , cumberland Cll sharrock , Cll flocgen hem uit het veld. — De Gefchillen over de Voorbefchikking en Genade , die onder de Hervormden in deeze Eeuw ontftonden, waren zwaar, en gaven aanleiding tot het houden eener Nationaale Synode te Dordrecht , in de jaaren 1618 cn 1619 , waarvan ik U naderhand meer zal zeggen. De Geloofsregels , daar bepaald , bleeven alle Hervormden , vooral in Engeland , 'niet aankleeven. De Godgeleerden van Saumur , inzonderheid cameron en amyraut, ondernamen, in den jaare 1684, de Leer der Voorbefchikking te verzagten , cn meer met Gods Goedheid overeen te brengen. Hiervan kreegen zy den naam van Hypthetijche Univerfalisten , of voorwaardelyke Vmftanders eener Algemeene Genade. De Franfche Kerken fchreeuwden in 't begin tegens dat gevoelen ; doch amyraut -zelve daarover gehoord hebbende , gingen zy er M 4 - toe'  184 geschillen onder de hervormden. toe over. de la place zogt al mede , de Leer wegens de toerekening van adams zonde , in den jaare 1640 , te yerzagten. Hoewel de Synode van Charenton derzelver middclykc toerekening , door hem gefield , in den jaare 1642 afkeurde 4 werdt ze egter van veelen aangenomen. — ludovicus cappellus beweerde , dat de Hebreeuwfche Punten door de Heilige Schryvers niet onder de Letters der Boeken des Ouden Tcstaments gezet, maar door laatcren er by gevoegd waren : hy leedt des van veelen. tcgenfpraak. — le blanc en paton , Leeraars te Orleans, zogten het verfchij tusfchen Hervormden en Roomfchen te verminderen of te verzagtcn. 't Gevoelen des Jaatften over de wyze , waarop de II. Geest werkt in de gemoeden der Menfchen , werdt in verfchciden' Franfche Synoden en ook te Rotterdam, in 't jaar 1686, veroordeeld, papin warmde dat wederom op; doch het onderging hetzelfde lot , in de Synode van 't jaar 1687 •> te 'j- Hertogenbosch ; zelfs werdt hy daarna , in een' ander te V Haage , uit de Kerk gebannen. — le cene gaf eene nieuwe en zonderlinge Vertaaling des Bybels, en hy fcheen met patons Gevoelens zich te vereenigen. Die Vertaaling kwam in den jaare 1741 in ons Vaderland te voorfchyn, cn werdt door de Franfche Synode veroordeeld. v  ZWITSERS EN ENGELSCHEN. 185 V. Hoe ftondt het in Zwitferland ? A. De Zwitfers, van den voortgang der gevoelens van amyraut of amyraldus en anderen gehoord hebbende , vreesden , dat calvinus Leer , door hen aangenomen en te Dordrecht zo fterk bevestigd , door de gemelde nieuwigheden zou bedorven worden. Om dit te beletten , werdt heideggerus , in den jaare 1675, verzogt, om daartegen ecr..e Geloofsbelydenis op te ftcllen. De Zwitferfche Kerken' namen ze aan , onder den naam van Ontwerp van Overeenkomst (Formula Confenfus). Doch , daaruit zyn twisten ontftaan ; cn wyl veelen het weigerden te ondertekenen , is het in onbruik geraakt cn vergeeten. V. Hoe was het gelegen met Engeland! A. Na den dood van tacobus den I , Koning van Groot-Brittannie , die eerst geweldig voor , en daarna zeer fterk tegen de Befluiten van 't Dordrechtsch Synode was , bevondt zich Engelands Kerk in eenen wankelenden ftaat : maar carel de I , zyn Zoon , volgde 's Vaders Plan , en begeerde , dat het gezag der Bisfchoppen zou ftand houden , en calvinus Leer en Kerktugt buiten ftaan. william laud, Bisfchop van Londen, voerde dat ftreng uit , beweerde der Arminiaanen Regtzinnigheid in openbaars ■Schriften, (hoewel 's Konings Bekendmaking, M 5 ia  lS6 GESCHILLEN IN ENGELAND. in den jaare 1626 , om den twist tusfchen de Navolgers van calvinus en arminius tot bedaarcn te brengen , meer tot den eerden helde) en hieldt vast, dat de Roomfche Kerk met alle haare dwaalingen zuiverder was , dan de Proteftantfche. Dit bragt hem in grooten haat , en , daarna aan hoog Verraad fchuldig verklaard , verloor hy , in den jaare 1644 , op een Schavot het leven. Na zynen dood liepen de Gefchillen nog hoQger. De Puriteinen , welker gevoelen ik U gezegd heb (bladz. 95) en de Jndependenten , (Lieden die oordeelen , dat elke Gemeente moet geregeerd worden door eigen' Wetten , zonder te ftaan onder Bisfchoppen , Synoden of Kerkelyken) fchaften de Bisfchoplyke Regeering af, hcrflclden calvinus Leer en Kerktugt , en deeden Koning carel den I, op de befchuldiging van 's Volks voorregten verraaden te hebben , in den jaare 1648 , openlyk onthoofden. Dit waren de gevolgen van 1 eenen Godsdienstigen yver zonder verftand. De Puriteinen , eerst onderdrukt , verdrukten , nu zy het meester waren , anderen. Zo zeldzaam volgt riten , buiten banden zynde , de Gemaatigdheid cn Liefde , waarvoor men te vooren zo fterk pleitte, kromwel , na karels dood het bellier des Ryks in handen hebbende ,. liet alle Gezindheden vryheid gei- i niete.1,  GESCHILLEN. QUAKERS. 187 nieten , begunftigde meest de Presbyterianen en Independenten ; doch verdrukte de Bisfchoppen. Dan deeze hadt den geest niet gegecven , en carel de II was niet op den throon geklommen , of de zaaken veranderden , en het oude Kerkbeftier, dat is, de Bisfchoplyke Regeering , werdt herfteld. Zints dien tyd tot aan de regeering van Koning willem den III , waren de Nonconformisten (.bladz. 95) telkens in moeilyk- ' heden'ingewikkeld; doch, in den jaare 1689, kwam de AÜe van Verdraagzaamheid in 't licht, waarby alle Gezindheden in Engeland geduld werden , behalven de Sociniaanen. V. Maar ik hoor U van geene Quakers fpreeken , die immers hunnen oorfprong in Engeland hadden ? A. Deeze Gezindheid , van welke ik U ook' iets te zeggen hadt, Quakers geheeten , dat Beevers in 't Engehch betekent , of om de ftuipagtige trekken , die men in hen onder de Predikaatficn vernam; of om dat george fox , hun Stichter , zynde een Schoenmaaker van dweepzieken aart , geroepen met de zynen vóór den Vrederegter bennet , (eene zodanige Burgerlyke Bediening vindt men hier niet, maar in Engeland} begeerde, dat hy voor Gods woord zou beeven. Zy verfmaadden toen dien fchnnpnaain niet; doch laaten zich liever noemen Km-  188 quakers. Kinderen dei lichts. Deeze Gezindheid, omtrent 't jaar 1647 opgekomen , en meest beftaande uit droomers en dweepers , roemende op eene Godlyke aanblaazing, baarde in den aanvang veele onlusten , door hun ' uitvaaren en fchimpen op alle andere Godsdienstbelydcrs , zo Overheden als Kerkelyken., kromwel zelf was bang voor hun , en vondt ze te halftarrig , om het uitroeien te "durven onderneemen. Onder karei, den II bedaarde het vuur der dweepery , en hunne Leer en Tugt kreegen eene geregelder gedaante ; doch zy werden dikmaals, als oproerigen , geftraft , dewyl zy weigerden den Eed van trouw aan de Overheid te doen, en Tienden aan dc Geestelyken te betaalen! Maar jacobus de II, die den Quaker william penn , 't zy om gedaane diensten , 't zy uit eene byzondere achting , begunstigde , ontfloeg deszelfs Gezindheid van den Eed, en gaf haar .vryheid van gewisfes. De voorige geleeden' finerten deeden hen , thans omzien naar veiliger buiteniandfche Oorden Zy yerfpreidden zich des in andere Landen ; maar maakten weinig opgangs. wil* liam penn , Zoon van den beroemden Admiraal van dien naam, kreeg van carel den H eene uitgeftrekte onbebouwde Landftreek m america , ter belooninge van zyns Vaders diensten. Zy werdt naar zynen naam Penn-  GEVOELEN DER QUAKERS. 189 Pennfylvanie geheeten , waarvan thans het bekende fchoone Philadelphia de Hoofdftad is. Hier dichtte hy eene Colonie van Quakeren , die door den Koophandel en 't vreedzaam beilier , 't geen anderen lokte , in eenen zeer bloeienden ftaat zeer hoog opgeklommen is. De zo ruim onder hen opgcgeeven Broederliefde heeft de twisten niet kunnen voorkomen. Hun Godsdienst is eene verplooide Myjlike Godgeleerdheid, die, reeds in de II Eeuw, door origexes weelderigeverbeelding Hand greep (III Deel , bladz. 328.) Maar 'barclay , keitii , fisiier en penn hebben het ruuwe Plan van den ongeletterden en onnoozelen Stichter fox verplooid cn behendig opgefierd. Dewyl dan, naar 't oud gevoelen der Myjiiken, „ een gedeelte der Godlyke Reden in de Zielen der Menfchen door de duisternis van het vleesch verborgen ligt , nioet men (zo zeggen de Quakers) eenen Godlyken gloed van Licht en Warmte gewaar worden, eene Hemelfclie Stem hooren , opkomende uit het inwendigfte des gemoeds , en dan zullen die beiden den Mensch tot de Waarheid geleiden, en met God vereenigen." Hieruit zyn, vervolgens, alle lum> nc Droomeryen , Eerdienst en Tugt voortgekomen. In den openbaaren Godsdienst , waarby men .Gebeden noch Lofzangen , Feesten noch Sacramenten duldt , fpreeken Man-  190 quakers. s0cikiaanen. Mannen en Vrouwen : want wie zal, zeggen zy , durven vermeeten, zodanige Per/oonen , in welken Christus woont en door welken hy /preekt , de vryheid te betwisten van te leeren' en te vermaanen ? In de Zedekunde gebieden zy alles te myden, wat den naam van zinlyk of lichaamlyk vermaak kan draagen ; en in den omgang met Menfchen alles , wat onder den naam van Beleefdheid en Befchaafdheid bekend ftaat, als ongeoorlofd , agter te laaten. Dan deeze twee harde regels zyn thans by veele Engelfche Quakers in onbruik geraakt. En fchoon zy al wat naar eene Tugt fchynt te zweemen, afkeuren , hebben zy evenwel eenige Mannen moeten benoemen, om in moeilyke gevallen met raad en daad te dienen. V. Heb ik U niet hooren zeggen, dat de Sociniaanen geene vryheid in Engeland hebben? A. Ja , dit heb ik gezegd, (bladz. 187) En wilt Gy derzelver lotgevallen in deeze Eeuw weeteu , laat my er dan byvoegen , dat zy , in den aanvang, eenen bloeienden ftaat vertoonden; dat zy in Zevenbergen hunnen Godsdienst openlyk waarnamen ; dat zy te Rakow eene Drukkery en Kweekfchool hadden , voorzien met kundige Hoogleeraars; en dat zy veele Zendelingen naar andere Ryken afvaardigden , om Mannen van Geleerdheid en Rang tot hunne gevoelens over te  SOCINIAANEN. GRIEKEN. IOI te haaien ; dewyl zy zich aan 's Volks gunst weinig lieten gelegen liggen. Dit alles beantwoordde egter niet veel aan hunne verwagting. Zelfs was hun voorfpoed van korten duur : want , in den jaare 1638 , moest hunne Hooge School te Rakow vernietigd , de , Drukkery gedoopt , en de Kerken gefloten worden : in 't jaar 1658 , werden zy uit Poolen gebannen. De Bannelingen , die zich toen overal verfpreidden , vonden nergens eene vaste fchuilplaats. Geen Volk in Europa wilde dezelve aan eene Gezindheid vergunnen , die Jesus Godheid ontkende. Zy moesten des befluiten, om ouder andere Aanhangen zich te verfchuilen. V. Maar hoe ftondt het , in deeze Eeuw., met de Criekfche en Oosterfche Kerken ? A. By mangel van goede befcheiden, die zelden , uit zo verre Landen , van Kerken , in zodanige gelegenheid geraakt, als deeze, overkomen , kan ik er U niet veel van zeggen. Al blonken er eenige kundige Mannen in dezelve uit , waren zy egter diep in onkunde vervallen. Zy bleeven vol afkeers van de Roomfche Kerk. Geen Paus - kon de Verzoening uitwerken, urbanus de VIII veinsde hen niet te willen bekeeren ; maar alleen beduiden , dat er onder hen geen verfchil ware; doch zy merkten den vond , en hielden af. cyrillus lucaris ver-  192 GRIEKEN. verklaarde meer over te hellen tot de Engelfche en Hollandfche Kerken. Dit wekte den nyd van Rome; en de Jefuiten berokkenden 's Mans val door valfche Getuigen , die hem van boog verraad by den Turkfchen Keizer befcbuldigdcn , waarop hy , in den jaare 1638, geworgd werdt. cyrillus, Bisfchop van Berea , die er de hand in geleend hadt , kreeg zynen loon , en geraakte op gelyke wyze van kant. parthenius , zyn Opvolger, deedt klaar zien , dat hy ook onder Romers juk niet wilde bukken. Sedert hebben de Pausfen daarvan afgezien. Men klaagde daarna , dat de Leer der Grieken door Roomfche Zendelingen bedorven was, en wel vooral door de Jefuiten , die de Leer der Tranfuhftantiatie den gierigen en onkundigen Griekjehen Bisfchoppen hadden opgedrongen in de beroemde Kerkvergadering te Jerufalem , in den jaare 1672 gehouden. De Monophyjïten wer¬ den in deeze Eeuw in asia verlïrooid. De Africaanfche Copten weezen de Roomfche Zendelingen , ter bekeeringc gekomen , af. ernest , Hertog van Scaen-Gotha, wilde het zuiver Evangelie onder de onkundige Abysfiniers planten ; doch het mislukte. De Armeniërs begaven zich naar lJerfie , om der Turken woede te ontwyken. abbas de I befchermde hen ; maar na zynen dood ont- ftondt  ARMENIËRS. GELEERDEN. 193 ftöfidï er eene vervolging , en veelen werden Mahomethaanen. Hunne Geloofsgenooten, die zich , om den handel , te Londen, te Amjierdam en te Marfeille hadden neergezet , zonden aan hunne verdrukte Broeders Armenifche Overzettingen der Heilige Schrift < in Holland en Engeland gedrukt , die , ongetwyfcld , veel nut deeden. De verdeeldheid onder de Nestoriaanen hitldt ftand. De poogingen tot vereeniging met de Roomfche Kerk mislukten. De geenen , welke op de Malabaarfehe Kust woonden , jeeden veel van de Jeruiten , zo lang de Portvgeezen dat Land bezaten ; doch toen de Hollanders dat bemagtigden , kreegen zy hunne vryheid terug. . . . Zie daar de Gefchiedenis der Kerk in de XVII Eeuw ook afgedaan : wy komen nu tot de laatfte, waarin wy leeven. V. Zeg my , eer wy daarmede beginnen, welke geleerde Mannen in alle takken der Weetenfchappen , geduurende deeze Eeuw , uitgeblonken hebben ? A. De Voornaamften in de Godgeleerdheid heb ik reeds genoemd : dan , indien Gy de anderen by naame kennen wilt, 't geen U niet onvoordeelig is , kan ik , uit eene groote menigte , de volgende noemen. ■ Onder de Letterkundigen telde men de beide ISUXTORFEN , SCHMIDIUS , SCIOPPIUS , RIVINUS , HACSPANIUS , ANDREAS SENNERTUS, IV. DEEL N THO-  194 historieschrwers. thomasius , morhof , carpzovius , passeratius , scaliger , casaueonus , rigaltius , salmasius , valesius , menagius , farnabius , pocockius , cn Madame dacier , Dochter van den oordeelkundigen tanaquillus faber, en Vrouw van den geleerden andreas dacier. Zy is beroemd door haare Overzettingen van verfcheldea' Criekfche en Latynfche Schryvcrcn. V. En wie waren de Historiefchryvers ? A. De voomaamften waren calvisius , adami , cluverius , meiboom , wassenbergius , lotichius , erakel1us , freinsheim, hornius , crugerius , puffendorf , masso , johannes barclay , seckendorf , petavius , blondellus , maimburg , cotelerius , du fresne , pagius , maffeus , baronius , turselinus , ferrarius , strada , allatius , acosta , brusonus , marsham , mariana , cawden , godw1n , jonston , simson , de salmoneto , pontanus , en voornaamelyk jacoeus augustus thuanus , een Man van zonderlinge Geleerdheid , het fieraad en de cato van Frankryk genaamd , die de Gefchiedenis van zynen tyd in een' zuiveren Latynfchen ftyl befchreef. Hy hadt eenen geleerden , doch ongelukkigen Zoon , franciscus augustus thuanus , die , of om eene verzweegen zamenzweering tegens den Koning , of om PBÈÊr/--' 'dat  regtsgeleerden. geneesheeren enz. 195 dat zyn Vader te vry gefchreeven hadt van eenen Bloedverwant des Cardinaals richelieu , jong onthalsd werdt. V. En wie waren de beste Regtsgeleerden ? A. Onder de voornaamlte Regtsgeleerden telde men johannes barbeyrac , treutle- rus , r1ttershusius , carpzovius , le bleu, ZIEGLERUS , struvius , seldenus , scipio gentilis , GODEFREnUS , faber , de TAPIA , en gracian , Gebeimfchryver en Taaisman van Keizer karel den V. V. Wie blonken allermeest uit in de Genees- Natuur- en Plantkunde ? A. Harveus , die het eerst den omloop des bloeds ontdekte en bewees , waar tegen men zich zo lang hadt aangekant: karel barbeyrac van Montpellier , door locke nevens syde'mïam gefield, die de Geneeswyze tot eene groote eenvoudigheid en gemakkelykhcid bragt: malpighi te Boulogne , die den wasdom van het Kieken in het Ey en veele andere ontdekkingen befchreef: sydenham In Londen , die in de geneezing van de Koorts cn Kinderziekte alle voorige Gcneesheeren verre overtrof: guerike, de Uitvinder der Luchtpomp : jean baptiste du hamel , die zo veel en zo fierlyk in het Latyn fchreef, en zelfs , in zyn éénëntagtigfte jaar , den Bybel met Aanmerkingen uitgaf: johannes baptista porta , een JVaN 2 poli-  iqö wysgeeren. politaansch Edelman , de beste Schryver tot dien tyd over de Phyjiognomie, en Uitvinder van honderd en tagtig manieren van Cyflerfchrift : locke , een groot Wysgeer in Engeland , die het gebrek van Geld aan het Ryk vooripelde , maar tevens het middel tot hei-Helling gelukkig aanwees; en voorts over de Redelykheid van den Christelyken Godsdienst , over het Menfchelyk Verftand, en vooral over de Opvoeding der Kinderen treflyk ichreef: voorts de beide bartholinus:- sen , hildanus , daniël sennertüs , cesalpinus , wormius , prosper albinus , fabricios ab aquapendente , johannes al- phonsus en petrus borellus, glauberus, riolanus , fludd , kemfer , tabernemon- tanus, jungius, schrokk, morison, pluck- net , mead , sloane , lister , ray , bobart , major , petiver , scilla , doody , wernon , budley , tournefort , plumier , vaillant , dillenius , monti , peucerus , moufettus , muralto , plott , paulinus, peyerus , wormius , sewerinus , tyson , redi , pitcarn , robinson , scilla , wagner , vallisnieri , de la roque , johannes nevens johannes casper , en vooral johannes jacobus scheuchzër , rosenbach, schultzius , segerus , valentini , tilincius , stenon , , stahl , segerus dl Jmfer maria sibilla meriaan , beroemd wegens haar werk over de Inl'ecten. V.  sterrekundicen. dichters. 197 V. En wie waren de beroemdfté Mannen in de Sterrekunde ? A. Johannes kepler verdient de eerde plaats, en vervolgens galilei , boven reeds o-enoemd , vermaard wegens het vinden van de Wetten der bewceging en andere nieuwe Ontdekkingen : atiianasius kircherus , zo beroemd door zyne Schriften , als door de talrykè en ongemeene, doch al tyd ontworstelde gevaaren op zyne reizen : hevelius , de la hire en zyn Zoon , ricciolus , mersennus , m0rinus , clarawontius , maginus , fromondus , jonston , de fontainelle , marius of meyer , de Ollt- dckker van jupiters Wagteren , en cassini te Bononie, wiens Middaglyn aan de Kerk van st. petronius , door hem in den jaare 1653 getrokken , en daar nog te zien , hem veel meer , dan zyne nieuwe Ontdekkingen in de Sterrekunde , beroemd heeft gemaakt. V. AVie telde men onder de beste en beroemdde Dichters ? A. Onder de Laiynfche Dichters hadden frenzelius , bersmannus , opitius , rapi- nus, en vooral owenus eenen grooten naam; de laatde inzonderheid , wegens de zinryke fchertzery in zyne Puntdichten.— In Frankryk waren beroemd petrus en thomas corneille , by welken dit zonderlinge plaats hadt, dat deeze twee Broeders , die twinN 3 tlS  dichter s. tig jaaren in Ouderdom verfchilden , twee Zusters trouwden , onder welke een gelyk VCrfchil van jaaren phats hadt; doch die beide even veel Kinders kreegen. Voorts pronkte Frankryk met den fchranderen nicolaas eoileau , Heer van despreaux , een byzonder Liefhebber der Waarheid, die, om zyn fchoon Hekeldicht op dc Jefuiten, van hun niet bemind werdt. Ik voeg hierby den bekenden Blyfpeeler molière, vennaard door zyne Hekelvaarzen , in eenen zuiveren en doordringenden iïyl gefchreeven, van den Koning zelve lleeds met vermaak geleezen , hoewel het der Vorsten ongeluk is , alleen in hunne jeugd met Boeken te kunnen omgaan, racine , van wien wy het fchoone Dichtftuk la Religion Foeme en la Grace hebben , mag ik niet vergeeten. Men kan nog by hem voegen de la fontaine , beroemd door zyne vertaalde of uitgebreide Fabelen van esopus. Zyne Vertellingen zyn egter 's Dichters beste Werk; doch te vry gefchreeven , waarover hy naderhand berouw hadt. Dc fchrandcre Eenvoudigheid, of de verftandige Onnoozelhcid , en oorfpronglyke Bchaaglykhcid in zyne vaarzen, die nooit iets koels , maar altyd iets ftreelcnds hebben , en dus den ernftigen en vrolyken Lieden behaagden , . waren oorzaak , dat men hem hieldt voor eenen Man , den eerden in zyne fog.it. pe welfpreekende jjourda- loue ,  engelsgi1e dichters. loüe , Hofprediker van lodeavyk den XIV, die in predikgaaven zyns gelyken niet hadt, behoort niet onder de Dichters. De Engel/dien houden den Dichter chancer , leevende in de XV Eeuw , voor den Vader hunner Poëzy; doch roemden, in deeze Eeuw, zeer hoog hunnen waller , spencer , dryden , shakespear , pope en milton. Toen pope zestien jaaren oud was , bragten zyne Herderszangen , die eene algemcene verwondering wekten , hem in kennis met de aanzienlykfte Mannen des Ryks. swift cn arbuthnot fchrccven met hem (want geene Eeuw, zeide men , bragt ooit drie Mannen voort met zo veel vernufts) het Leven, de Werken en Ontdekkingen van martinus scriblerus , een Hekelfchrift in den trant van cervantes, tot verbetering der Geleerden , 't geen Gy in onze Taal ook kezen kunt. pope hadt egter het meeste deel in dat fraaie Schrift. Zyne Proeve van den Mensch , een overheerlyk Stuk, behelst eene Verdeediging der Voorzienigheid tegens de Vrygeesten en Godvcrzakery. am-ende gaf het ons in Latynfche , en kornelis elzevier in Neder duitfche Vaarzen. Engeland beweende pope's dood, in den jaare 1744. milton fchreef twee Heldendichten , het verhoren Paradys , en het Paradys weergevonden ; doch het laatfte kan by het eerfte N 4 niet  200 engelsche dichters. niet haaien. De Beroerten, waarin 't Komngryk zich in deszelfs leeftyd bevondt , deeden hem veel fchlyvcn . M ze]d2aan;gebeurt het , dat een Schryver elf duizend Guldens tot een Gefchcnk ontvangt, Kelvk hy van het Parlement, voor zyne Verdelging der Engelfche Natie. Dan , hy verloor nog meer, dan hy toen won: want deeze arbeid deedt- hem het gezigt verliezen , 't geen egter eenigermaate vergoed werdt door zyne twee Dochters, die eene geleerde Opvoeding van hem ontvangen hadden en toen de Schryvers van geleerde Boeken m agt Taaien haaren blinden Vader voorlazen. Misfchicn meet men aan dit ongcir, k toefchryven , dat het weergevonden Paradys die.fchconheid mist, welke dat Dichtftuk anders gehad zou hebben. 't Js Zon derling, dat men, m den aanvang, zeer geringe gedachten van het verkoren Paradys hadt des wilton zelf geen' Drukker voor hetzelve vinden kon. — Onder de alierzeldzaamfe Menfchen in deeze Eeuw moet W* rekenen Jmss crichton in Engeland, bygenaamd de verwonderlyke , die, twintig! jaaren oud zynde, op reis ging, 0m d&e Studiën voort te zetten. Te Parys verdere hy , „egen uuren lang , in de tegenwoordigheid van drieduizend Toehoorderen, zyne Stellingen tegen vyftig Leeraars, in eene  dichters. dichteressen. 201 eene Taal , die zy uit tien konden kiezen. Frankryk Mondt verbaasd over zulk eene kennis. Hetzelfde deedt hy te Rome in 's Pausfen tegenwoordigheid, 't Vreemdfte was, dat hy die Geleerdheid niet door blokken verkreegen hadt. Hy danste daarenboven , tekende , zong, fpeelde , en blonk uit in Steekfpelen. De Hertog van Mantua , verbaasd over zulk eenen Man , ftelde hem , ongelukkiglyk, aan tot Leermeester of Opzigter over zynen Zoon vincentio gonzaga , door wien hy , maar tweeëndertig jaaren oud , moedwillig werdt dood geftooken. Onder de geleerde Juffers in deeze Eeuw , telde men juliana morel , die in haar twaalfde jaar eene Wysgeerige Stelling verdedigde , en in veele Taaien en Weetenfchappen ervaren was: ook de Dichteres helena cornelia piscopia en catharina vendramina cornaro , fchoon deeze niet haaien kon by haare Zuster lucretia helena cornara piscopia , gefprooten uit het vermaarde Geflagt der cornaro's in Venetië, die , reeds in haar zevende jaar , tot de Letteroefeningen overging, veele Taaien leerde , daarna zich begaf tot de Orde der Benediclynen ('t geen raar klinkt) , Scholaflica geheeten , en vervolgens tot Magiflra en Dotlrix werdt bevorderd. Onder de Boekverkopers van naam , moet men denken N 5 aan  202 boekverkopers. opzigters. aan den wyzen johannes moretus te Antwerpen , en aan zynen nog geleerder Zoon, balthazar moretus. — De rang der bekwaamde Opzigters over Bibliotheeken komt, in deeze Eeuw , buiten kyf, toe aan magi.iabechi , die , te Florence arm gebooren, eerst by een' Winkelier in groenten, daarnaby eenen Boekverkoper werdt befteld , cn eindelyk verheeven tot Opzigter der Boeken van den Groot-Hertog van Toscaanen. Zeer. zeldzaam vindt men Lieden van een zo fterk geheugen , als hy hadt. Men verhaalt van hem , dat hy eens een Werkje van eene» Edelman las, het geen gedrukt zou worden. Daarna gaf men voor , dat het verboren was , en verzegt , dat hy het weer zou optellen, het welk hy, zonder één woord te misfen, deedt. De Hertog vraagde hem eens naar een zeldzaam Boek: hy antwoordde, dat niet te kunnen leveren, dewyl het nergens in de waereld was ,' dan te Conflantinopole in de Bibliotheek van den Turkjchen Keizer, ftaande daar aan den ingang, op de tweede plank, zynde het zevende Boek. — Laat dit nu genoeg weezen,. en voeg zo veele Geleerden deezer Eeuwe by de voorigen, reeds door my genoemd , wanneer Gy zult moeten zeggen : welk een aantal van kundige Schryveren in de XVI en XVII Eeuwen ! Vergelyk vervolgens  verandering in de geleerdheid. S03 gens eens de geenen , die ten tyde der Leenregeering , dat is , van de VII tot de XI Eeuw geleefd hebben , met deezen ; cn wat zult Gy dan ontdekken? Dit, dat geheel europa , in dien langen tyd , in die vier Eeuwen , niet een' eenigen Schryver vooitbragt, waardig gcleezen te worden , 't zy om dc fierlykheid des ftyls, 't zy om de juistheid en fraaiheid van gedachten. Naauwlyks hoorde men ook van eene eenige Uitvinding , waarvan de Maatfchappy of nut , of vermaak trok. En wanneer Gy dit wél zult overwoogen hebben , oordeel dan , hoe nu de Tyden veranderd waren , hoe verbaazend het Menschdom verlicht was geworden door den God der Weetenfchappen ! Eene Befchouwing , die aangenaam erf verrukkend is. DRIE-  DRIEËNDERTIGSTE ZAMENSPRAAK over de HISTORIE der CHRISTENEN, ln de Xnil. Eeuw. Vraag. Nu komen wy, zeide Gy, zo even, tot de Historie der Kerk in de XVIII Eeuw ! Antwoord. Dit zeide ik , en wy willen er, zonder eenig vertoeven, aan beginnen. Gy zult , met een zonderling vermaak , verfcheiden' Volken bezien , die met het Evangelielicht beftraald werden, het «een men, voorheen, onder de onmooglyke dingen  verbetering in de geleerdheid. 205 gen telde — voorts de fraaie Weetenfchappen ongemeen befchaafd, en tot eenen hoogen trap opgeklommen — de L°erftukken van den Godsdienst dieper ingezien cn in een klaarer licht gefteld. de Zedekunde uitvoeriger en fchooncr bewerkt — den wanftalligeu Prediktrant , en ydele woordenpronkery in eene, edele eenvoudigheid omgekeerd — de Godgeleerde Gefchillen befchaafder en zagtcr ge-* voerd. — 't Bygeloof en Ongeloof geweldig aangetast en geflaagen — de Oofterfche Tailen beter ter uitlegginge beoefend — de Wysgeerte van de oude Schoolfche banden meer ontflaagen , en aan de Reden en Ondervinding onderworpen — de Historie regt behandeld ; dc dryfveeren der Menschlyke daadcn ontdekt, en de bewyzen der . fteeds werkende Voorzienigheid van God aangetoond — de. Schooien beter bezorgd , en den Leertrant korter , klaarer , gemaklyker ,• en bevalliger gemaakt : met één woord, wanneer wy alle deeze voornaame dingen overzien , dan is de XVLTI Eeuw de helderde, de aangenaamfte en gelukkiglte van allen. V. Hoe veel fchoons zegt Gy my van. de tegenwoordige Eeuw ? A. Zeker, zeer veel fchoons ! hoewel eenige treurigheden er zich onder gemengd hebben : want waar beantwoordt men fteedsaan de edellïe Zegeningen van God ! Wat blyft  205 uitbreiding van het evangelie. blyft er niet onvolmaakt ! Dan, om ons , als nog, niet diep daarin te begeeven, willen wy allereerst zien, wat men ondernam by verfchillende Gezindheden , om het Evangelie in de Waereld uit te breiden. V. Wat deedt dan de Roomfche Kerk tot dat loflyk einde ? A. Indedaad groote onderneemingen ! Het Genootfchap ter voortplantinge des Geloofs, te Rome gedicht, (bladz. 110) en, in de jaaren 1735 en 1753 ? door de magtige {"ommen van de Cardinaalen spinola en de bevagni , by uiterften wille aan hetzelve befprooken , gefterkt , vondt zich meer in ftaat, om op de bekeering van afgelegen' Volken te denden. Zy hadt daartoe genoeg gewillige Jefuiten , Dominicaanen , Franciscaanen en Capucynen aan de hand; ook eene Drukkery, om , in meer dan twaalf Taaien , Boeken voor uitlandfche Natiën te drukken; en daar nevens , door de zorg van clemens den XII, eene Kweekfchool van Zendelingen, om met de Grieken en anderen briefwisfeling te houden. . . . Ware hunne Leer zuiver, de oogmerken edeler , en het gedrag deezer Leeraaren beter geweest ; dan zou dit werk eenen 1 onfterfclyken naam verworven , en zy de heerlykfte diensten aan de Waereld ge- ' daan hebben ! Maar, daar het hier mede geheel anders gelegen was , verliezen zulke 011- ,  geschillen in china. 207: onderneemingen niet weinig van haare waarde: onze lof zal ten minften agterblyven. . . . V. Hoe ging het met hen ? A. De Zendelingen naar Perfie cn Tibet fchynen vry wel geflaagd te hebben , minder in Bengalen , meer in Carnatie , weinig in Siam, zeer veel in China. Maar men befchuldigde de Jefuiten , dat zy den Nieuwbekeerden in 't laatst genoemde Ryk vergunden, God te noemen met het woord tien , naar der Chineezen gewoonte ; en voorts hunne Voorvaders nevens confucius, 's Volks ouden Wetgeever, naar 's Lands wyze , dat is , met Afgodifche Plegtigheden , te eeren. Paus clemens de XI moet dat geloofd hebben , alzo hy , in den jaare 1704 , zulks den Jefuiten ftrenglyk verboodt in eene Bulle (zo noemt men der Pausfen Bevelfchriften) beginnende: Ex illa die. tournon, 's Pausfen Gezant, bragt, in den jaare 1705 , de Bulle over in China. Dan , toen hy dezelve daar liet afleezen , ftooven de Jefuiten op , weigerden gehoorzaamheid , beriepen zich op den Paus , en klaagden hem ' zelfs aan by der Chineezen Keizer kam-hi. Deeze vernomen hebbende, dat tournon , intusfehen , reeds naar Rome hadt gefchreeven * over 't gefchil, werdt verftoord en liet hem te Makao vast zetten , geevende hem eenige Jefuiten tot zyne Wagters , die hem in  20S GESCHILLEN IN CHINA. in zyne boeien niet genadig 'behandelden. De Paus , dit met finert hoorende , benoemde hem tot Cardinaal, in hoop' dat de Jefuiten hem dan eerbiediger zouden behandelen ; maar men lachte te Makao met den nieuwen Cardinaal , die , in den jaare 1711 , in zyne ellende ftierf. Men vervoerde daarna het lyk naar europa , om hetzelve te Rome te begraven , waar de Paus eene gedenkwaardige Lofrede over hem deedt. Dit ongeval verbeterde der Jefuiten zaak niet.' clemens dc XI wees derzelver beroeping op hem van de hand , en beval hun , zich by het verbod van tournon te houden. Zy weigerden, maakten dat zelfs kragteloos, en verfchoonden hunne ongehoorzaamheid met uitvlugten. De Paus, deswege geweldig verftoord , zondt, in 't jaar 1715 , den Vicaris Generaal, karel kastorani , met eene nieuwe Bulle dcrwaards. Hy las ze in drie Kerken te Peking af, zonder dat den Jefuiten vooraf te zeggen. Op den derden dag na zyne aankomst , liet de Keizer van China hem grypen, en als eenen, die zich verftout hadt, vreemde Wetten in het Rylt in te voeren , in ketens liaan , en in een donker gat werpen. Zeventien maanden duurde daar 's Mans ellende. Eindelyk liet men hem los, onder voorwaarde, dat hy 's Pausfen bevel niet verder zou verfpreiden, en het  jesuiten in china. 200 het Ryk verhaten. Ook beval de Keizer den Roomfchen , hem meer, dan den Paus , te gehoorzaamen ; anders wilde hy hen uit het land jaagen , en de bekeerde Chineezen dooden. Zo veel kwaads berokkenden de Je/uiten. V. Hoe maakten zy het met 's Pausfen - Bulle ? A. Zy wisten eenen uitweg op 's Pausfen bevel te vinden, clemens Bulle , zeiden zy , werdt in 't Opfchrift een Gebod , en geene Geloofs-Wet gehecten: des hielden zy zich van 's Pausfen gehoorzaamheid ontfhagen. Deeze tyding, uit China overgekomen , beroerde Rome. De Paus , ziende , met de Jefuiten niet te regt te kunnen raaken , zogt het toen by der Chineezen Keizer, en zondt tot hem af mezzaearba , in den jaare 1620. Deeze gedroeg zich voorzigtiger dan tournon , toonde zich demoediger jegens den Keizer, maar kloek tegens de Jefuiten. Met dat alles voerde hy niets uit. Na veel geplaagd te zyn , werdt zyn verzoek, om terug te keei'. . naar Rome, ingewilligd. Maar, vóór zyn vertrek , zyn leven niet langer zeker s ziende , ontdekte hy den Jefuiten zyn verlof , om de Bulle te verzagtcn. Dit geviel. Hy maakte dan agt bepaalingen omtrent dezelve. Die _ waren hun genoeg : want, on- IV. deel. O der  210 paus tegens de jesuiten. der dezelven, hebben zy de Bulle zo lang overtreeden, tot dat die , eindelyk , geheel werdt ingetrokken, clemens was geftorven, toen mezzabarba terug kwam, en innocentius de XITI hadt deszelfs plaats vervangen, die, van den kwaaden uitflag der zaaken in China hoorende , zo hevig werdt, dat hy de Jefuiten wilde verbannen. Vcrftandigen fusten hem een weinig. Hy gaf egter den Generaal dier Orde last , om alle Je/uiten uit China terug te roepen. Zyn dood verligtte het benaauwde hart dier Zendelingen. Aan den opvolgenden Paus gaaven zy goede woorden , en hy geloofde hun : alles kwam dus in China weder tot ftand. Maaide Keizer kam-hi , een Vriend en Discipel der Jefuiten, overleedt in den jaare 1722 , en zyn Zoon yong-tciiing beklom door hun toedoen den throon. V. Hoe liepen toen hunne zaaken ? A. Deeze Vorst was hun, mogelyk, wegens de gereezen' onlusten in 't Ryk om de Bulle , minder genegen, fchoon zy nog meer van hem verwagtten. Hy hieldt wel bekwaame Jefuiten , als Schilders , Horologiemaakers, Stcrrekundigen en Geneesheeren aan zyn Hof; doch zy waren daar llcgts als arbeiders en bedienden. Hy herriep ook wel dra de Vryheid der Christenen, liet hen Vervolgen en de Kerken om verre werpen. Ein-  onlusten in china. 211 Eindelyk verwees hy alle Jefuiten naar Kanton en Peking; doch daarna verneemende, dat zy nog buiten die Steden predikten , verzondt hy ze naar Makao ; des zy alleen daar en te Peking hun vcrblyf mogten houden, kastorani , na veele onlusten ondervonden te hebben , kwam eindelyk, in den jaare 1734 , te Rome, om de Jefuiten aan te klaagen ; maar clemens de XII regeerde te kort , om mezzabarba's vergunningen te vernietigen. Eindelyk gaf benedictus de XIV , m den jaare 1742, de vermaarde Bulle , beginnende : Ex quo fingulari &c. waarin hy de Jefuiten befchreef, als ongehoorzaame , boosaartige en bedrieglyke Lieden; de vergunningen van mezzabarba introk; en hun belastte , op ftraf van zwaare ongenade , geen vingerbreed te wyken van de Bulle : Ex Ma die &c. , door clemens den XI gegeeven. Dus onderging die magtige Orde , die de Pausfen en Koningen zo vaak hadt doen beeven , eene vernedering , voor het oog der geheele Waereld , die zy nog nooit beleefd hadt , en zulks door kastorani , eenen armoedigen BedebMonnik. , V. Toen waren de Jefuiten geheel, denk ik , ter neer gefmakt ? A. Wanneer kien-long , een ander Keizer , in den jaare 1735 , den Chineezen O 2 throon 9  212 vervolging in china. throon, in zyns Vaders plaats, beklommen hadt , wisten zich de Jefuiten in deszelfs gunst in te dringen, en een groot deel hunner oude Voorregten weder te krygen. Dan , dit was van geen' langen duur. In den jaare 1746 ontftondt er eene Vervolging , die eenige jaaren aanhieldt. Verfcheiden' Zendelingen werden omgebragt; anderen vlugtten naar Makao, en vyftig duizend bekeerde Inboorlingen in de Provintie Xanfi volgden dat voorbeeld, agterlaatende alle hunne goederen. Veele anderen leeden den marteldood. In den jaare 1753 hieldt deeze ftorm op , en zy kreegen nieuwe Vryheden ; dan , federt dien tyd, hebben wy van daar geene egte befcheiden. Men geeft wel voor, dat de Jefuiten het te Peking wél hebben; hoewel er fterk aan getwyfeld wordt. Op de Philippynfche cn andere Eilanden fchynen zy tamelyken opgang gemaakt te hebben ; maar hunne poogingen in africa , byzonder op de Kust van Congo en in Abysfinie , waren ydcl. V. Breidden de Zendelingen ook het Evangelie in america uit ? A. 't Ontbrak hun aan geene gelegenheid , toen de Spanjaarden , Portugeezen en Franfchen zeer uitgebreide Landen in america veroverd hadden; maar de Jefuiten deeden niets meer , dan den Heidenen eenige Room-  orde der jesuïten. 213 Roomfche Plegtigheden tc lccren. Van hunnen arbeid in Paraguay, Peru en Canada heeft men voorheen zeer hoog opgegeeven ; maar men weet nu zeker , dat magt en rykdommen hun meer ter harte gingen, dan het heil der Zielen. Men kan , in 't algemeen , oordeelen van de bemoeingen dier Maatfchappy , als men weet , dat derzelver Generaal (zo noemt men het Hoofd , dat dc -Orde beftiert) jaarlyks zesduizend vyfho»derd en vierêntagtig Berigtcn , dat is honderd en zevenenzeventig uit elke Provintie , die in zevenendertig beftonden , te Rome volgens de Inftelling ontving , bchalven de buitengewoone Brieven in cylFer, die door de Verfpieders hem bezorgd werden. Daarin werdt hem niet alleen van den Staat der geheele Orde , maar ook van de Burgerlyke Zaaken van elk Land , waarin die Orde gevonden werdt , verflag gegeevcn. Dus wist die Generaal al tyd, wat er in alle de Hoven en Staaten der Waereld omging. Ten tyde der oprigting deezer Orde , hadt loyola niet meer, dan tien Discipelen ; maar in den aanvang deezer Eeuw telde men byna twintig duizend. Denk dan , hoe zy was aangegroeid. Maar , men verwondert zich , dat men in die Orde nooit eenen Man gehad heeft, die den naam van een' waaren Wysgeer verdiende, era paolo van Venetië O 3 is  114 jesuiten in america. is mogelyk de eenigfte. Wiskundigen , Oudheid- en Oordcelkundigen hééft anders die Orde voortgebragt, ook eenige beroemde Redenaars. V. Hoe ging het hun verder in america ? A. In Paraguay hadden zy reeds meer dan eene Eeuw gearbeid; doch hunne Geestelyke poogingen bleeven een geheim ; en wat er van hunne ongeoorlofde bedryven uitlekte , werdt aan 't Spaanjche Hof niet geloofd. Een Geestelyke , die reeds , in 1 jaar 17*15 , 's Konings oogen hadt willen openen , maar afgewcezen was , vondt egter eenigen ingang , toen hy den opftand der lndiaanen , in den jaare 1731 , aan der Jefuiten fchuld toefchreef; doch de waakzaame Zendelingen wisten den Vorst in flaap te houden. Men hadt te vooren reeds aan de Waereld bcrigt, dat zy, uit Paraguay, vyf millioenen Ryksdaalders inkomftcn trokken ; dat zy , die voorheen hun bellier alleen over vyft/g Indiaanfche Familien begonnen hadden , nu , in den jaare 1750 , over driemaal honderd duizend Huisgezinnen regeerden ; dat zy de nieuw Bekeerden zwaar lieten werken , en op Zondagen zelfs in de wapenhandel oefenden ; dat zy den lndiaanen niet toelieten , met Spanjaarden te verkeeren , alleen , op dat hun bloeiende Staat buiten 's Lands niet bekend zou worden.  jesuiten in america. 1\$ den. Dus hadden deeze zo genoemde Dienstknegten van Jesus in dat Wacrelddecl, een gcestelyk-waercldsch Koningryk, op eene kunstige wyze , gedicht, ibagnez , een Jefuit, uit hunne Orde weggejaagd , brengt ons in twyfel , of deeze vroome Mannen wel één eenigen Indiaan uit zo veele honderd duizenden tot een' waaren Christen gemaakt hebben. Alles was er ingerigt naar den vorm van een waereldsch Ryk , dat uiterlyk den Koning van Spanje , maar indedaad hun alleen onderworpen was. Men begrootte hetzelve op vierhonderd mylcn in den omtrek , waarvan zy Stichters , Koningen , Wetgeevers en Priesters waren , beter door hetzelve gehoorzaamd , dan een gebiedend waereldsch Vorst. Zy hebben dat gelochend; maar 't is hun beweezen. De waare inzigten der Regeering verborgen zy voor een ieder zo zorgvuldig, dat een Zendeling, 't zy men hem wegjoeg of vertrok , niets wist van 't groote geheim. De Portugeezen , die het konden ontdekken , lagen wel driehonderd mylen van hen af, en eene Woestyn van twee honderd mylen fcheidde hen van de Spanjaarden. In deeze laatde zworveri wel wilde lndiaanen herom ; maar men liet ze daar met voordacht , en deedt niets tot hunne bekeering , op dat ze , als een Voormuur , de geenen , die lust kreegen , om O 4 eene  £10 jesuiten in america. eene reis naar der Jefuiten Ryk le doen, zouden affchrikken. . . . Wat dunkt U van zulk een fchandelyk gedicht Ryk, van zulke verfoeingswaardige Zendelingen ? ' V. Ik ftaa verbaasd van zulk een werk... Maar werdt hun handel niet ontdekt? A. De Voorzienigheid , die langmoedig hun bedryf verdraagcn hadt, om haar groot oogmerk in eens te bereiken , liet daartoe iets gebeuren , 't geen zy met alle magt niet konden keeren , naamelyk, ferdinand de VI , Koning van Spanje, en johannes de V, Koning van Portugal, flooten een Verbond van Grensfcheiding in zuid-amerika. Toen men dat , in den jaare 1752 , zou uitvoeren , hadden de Jefuiten reeds getragt , doch vrugtloos , oneenigheden tusfchen die twee Vorsten te zaaien ; maar nu dooktcn zy de lndiaanen op , om zulks met geweld van wapenen te beletten. Deeze deeden dat, en drongen de Spanjaarden en Portugeezen] om tot een verdrag te komen in 't jaar 1754. Geduurende deezen oorlog vielen den laatden zulke Brieven der Jefuiten in handen , waaruit men ten vollen begreep , dat zy de ifookers van den kryg waren , en zich tot oppermagtige Ileeren des Lands' gemaakt hadden. Hierop belloot de Koning van Spanje , alle Je/uiten in zyn Ryk, in den nagt, tusfchen den eerden cn tweeden April,  jesuiten verbannen. 2Ift» April , des jaars 1767 , op 't onverwagst te laaten grypen, te bannen, en vervolgens naar Italië te zenden. De ttipte uitvoering volgde. Men hieldt ze voor een meesterftuk van Staatkunde, alzo noch 's Konings Biegtvader , die een Jefuit was , noch andere Leden dier Orde de minste lucht van dit voorneemen vóór de uitvoering kreegen. eucarelli , 's Konings Stadhouder te Buenos Ayres in america , kreeg last , om even zo met de Jefuiten aldaar te handelen. Hy verrigtte zulks met groote voorzigtigheid zonder eenige opfchudding, 't geen hem grooten roem gaf. Dus werdt , eindelyk , dit uitgeftrekt Land den Jefuiten ontnomen , en aan zynen wettigen Heer weergegeeven. Hunne heerlykheid verdween geheel , en er volgde een ander noch erger ftorm , waarvan ik in 't vervolg zal handelen. — Laat my hier nog bydoen , dat eenige Zendelingen in Peru , in den j'aare 1706, eenigen opgang maakten, en dat daar nog Roomfche Kerken gevonden worden , ook fommigen op Domingo en elders. V. Deeden andere Gezindheden niets van dien aart ? A. Ja wel ! frederik de IV , Koning, van Deenemarken , lloeg de hand aan dit loflyk werk , en zondt de beroemde ziegenbalg cn flutschau , bekwaame Lutherfche Leer-, O 5 aars ,  Sl8 DEENF.N OP TRANQUEBAR. aars , naar Tranquebar , op de Kust van Cor amandel, in den jaare 1706, behoorende aan de Deenfche Oostindifche Compagnie. Deeze kloeke Mannen begonnen , daar gekomen zynde , aanffonds hun werk , ongeacht alle tegenfpócdcn; doch op eene geheel andere wyzc , dan de Jé/uiten : zy bragten liet , met hulp van anderen , zo verre, dat men aldaar, in den jaare 1743, reeds de derde Kerk moest bouwen. In weerwil der Roomfche Zendelingen, predikten de Lutherfchen ook het Evangelie in het Koningryk Tansjour. 't Is eene fchandelyke waarheid , dat Heidenen en Mahomethaanen hun daar minder tegen Mand booden, dan de Roomfche Leeraars. Uit deezen aanleg zyn daarna gefprootcn de Engelfche Kerken te Madras , Kudelur en Calicuta. Men moet indedaad van deeze Lutherfche Zendelingen getuigen , dat ze hun werk op de loflykfte wyze verrigt hebben , en nog daarin voortgaan. In den jaare 1773 hadt men er zeven Leeraars. Van de dichting der Gemeente te Tranquebar af gerekend, telde men tot het gemelde jaar , veertien duizend, zet honderd en agt Christenen , de Kinders daar onder gerekend , een klein getal, in vergelyking van de geenen , waarop de Roomfche Zendelingen roemen ; maar laaten zy eens anderen, zo wél onderweezen' Christenen  geleerden naar arabie gezonden. 210 ititi, aantoonen.— In den jaare 1761, zondt frederik de V , Koning van Deenemarken, op voorftel van michaülis aan den Graave eernstorff , een Gezelfchap Van vyf Geleerde Mannen , van haven , forskall , cramer , baureNFEiNd en niebuhr , ervaren in verfchillende Weetenfchappen , naar AraVie , om de Gebruiken , Taal cn Natuurlyke Voortbrengzelen van dat oude Land te onderzoeken. Voor elk was eene byzondere taak verordend. Dit was indedaad een Koninglyke daad ; en niet minder edelmoedig , allen Geleerden van europa vryheid te geeven, om dit Gezelfchap zodanige Vraagen op te geeven ten onderzoeke , als zy wilden. De beroemde michaölis bediende zich van deeze ongewoone gunstige gelegenheid , om ophelderingen in veele duisterheden der Heilige Schrift te krygen. Maar helaas ! vier van deeze Mannen ftiervcn op de reis , en de bekende niebuhr kwam alleen, doch met veele nuttige Ophelderingen, te rug. Door toedoen van imhof , Gouverneur Generaal te Batavia , is daar ook eene Lutherfche Kerk gebouwd in den jaare 1745, en in 1758 ging ludecke naar Smirna , om de daar woonende Geloofsgenooten te luchten. Verdreeven' Lutherfchen uit Saltsburg , die in den jaare 1733 naar america door de Engelfchen overgevoerd werden s  2.ao lutherschen in america. den , floegen zich daar neer in eene ftreek by de Rivier Savannach. Veele anderen zyn daarna gevolgd, en hebben zich ook in alle Provintien verfpreid; doch 't is hunnen Leeraaren dus verre niet gelukt, aldaar veel nuts onder de Wilden te doen , uit hoofde hunner blindheid , wreedheid en vyandfchap tegen deeze Christenen. Ook vindt men twee hunner Leeraaren te Paramaribo, Onlangs is ook de eerfte , die te Rotterdam, dus lang, de Lutherfche Kerk bediend hadt , ik meen , de wel begaafde en bckwaame colver naar Kaap de Goede Hoop vertrokken. — De manmoedige egede ging, in den jaare 1719, ujt Deenemarken naar het kille Groenland , dat in de grootfte duisternis gedompeld lag. Maar hy kende de Landtaal niet ; doch zyne Kinders , die eerst kerende van de Wilden , werden 's Vaders Leermeesters , en daarop ving by zyn 011derwys aan. Een ander Leeraar volgde hem. Veel arbeids werdt er gedaan , niet geheel zonder vrugt. Men rekent , dat er, tot 't jaar 1754, zeshonderd Groenlanders het Evangelie aangenomen hebben ; en federt is dat getal zeer vermeerderd. Hierna hebben de Zweden zich ook gekeerd naar de Laplanders en Finlanders, wier Godsdienst een mengeling was van het Heiden- en Christendom, van westen ging er heen in den jaare  zendelingen in lapland. 221 Jaare 1727, en werdt daarna van andere Zendelingen gevolgd. Verfcheiden' Koningen onderfteunden dat werk. In den jaare 1600 waren er reeds Kerken gebouwd; doch meestal vervallen zynde , werden zy in de XVIII Eeuw herbouwd , en 't werk zo doorgezet in den jaaren 1738 en 1739 , dat men er, in de jaare 1750 , reeds twaalf Hoofdgemeenten telde. In Rusland hadden zich de Lutherfchen , reeds meer dan twee Ecuwen , in eene vrye Godsdienstoefening verheugd ; doch Czar peter de groote lokte er nog meer heen, en gaf hun , in 't jaar 1723 ,' volkomen vryheid van Godsdienst. catharina de II betaalde, in 't jaar 1763, eenige Leeraars , en gaf hun andere Voorregten. V. En deeden de Engelfche» , in deeze Eeuw , niets ter uitbreiding van het Evangelie ? A. Zou eene Hervormde Natie , die , door eene groote Scheepsvaart en niet min uitgebreiden Handel , de fchoonfte gelegenheid hadt , niets daartoe gedaan hebben? 't Ontbrak haar nooit aan Geld , Leeraars of Boeken. Was dit Volk zelf maar zo verdeeld niet geweest in verfcheiden' Aanhangen , die , in de voorige Eeuw reeds begonnen , nog ftand hielden, gewis zy zou met meer vrugts gearbeid hebben. Men moet egter erkennen ,  s22 bedryven der engel5chen. nen, dat zy veel verrigt Iiebben. Dc maatschappy tot Voortplanting van de kennis des Christendons, die door eenige waardige Mannen opgerigt was in den jaare 1698 , werdt in den jaare 1701 , door Koning willem den III bekragtigd , om ten deele de binnen- en ten deele de buitenlandfche Kerken te helpen. Zy heeft indedaad ongemeene zorgen gedraagen voor den welftand der Americaanfche Gemeenten , en de uitbreiding van het Evangelie onder de Heidenen. Ook floeg zy 't oog op de Provintie Wallis 'm Engeland , waarin het Christendom , by de Hervorming , wel was ingevoerd ; doch daar , om 't groot verfchil der taaien , geen aanroerkelyken voortgang hadt gemaakt, jones , een Engelsch Leeraar , bragt 't meeste toe tot de Kerkverbetering in die Provintie. Oordeel er van uit dit (taaltje. In zyne opgerigte Schooien heeft men , van 't jaar 1737 tot het jaar 1747 , meer dan agt'ënvyftig duizend Kinderen ondervveczen. Dc bovengemelde maatschappy laat ook Kinders der Armen opvoeden , om ze tc bewaaren tegens de verzoekingen der ellende , der ledigheid , en tegens de kwaade voorbeelden van fommige Ouderen. De Jongens leeren leezen , fchryven en rekenen ; de Meisjes leeren leezen , fchryven , naaien en breien, en te zamen de begtnfelen van den Godsdienst.  engelschen. herrnhutters. C23 dienst. Oordeel , hoe veel gelds die maatschappy daartoe moest bcfteeden , wanneer ik U zeg , dat zy , in den jaare 1766, meer dan tweeënveertig duizend zodanige Kinderen onderhieldt. — In Schotland , is mede eene dergelyke maatschappy opgerigt , om in Noord-Scliotland en de nabuurige Eilanden , nog bedekt met eene dikke duisternis , het Evangelie uit te breiden. Zy werdt door Koningin anna , in den jaare 1709 , bevestigd; en daarop honderd en dertig Schooien gefticht. V. Is dat nu alles ? A. Neen ! maar van den arbeid onzer Vaderlanderen in deeze zaak zal ik in 't vervolg ipreeken. Laat my U in der¬ zelver plaats, noemen een Godsdienstig Genootfchap , door den Graaf van zinzendorff , te Herrnhut, een plaatsje in de Opper-Lausnits in Saxen , omtrent den jaare 172x opgerigt , en onder den naam van Herrnhutteren, of Herrnhuttifche Broederen bekend. De gemelde Graaf was voorheen Hofen Juftitie - Raad te Dresdtn ; doch , trouwende , kogt hy Bertholsdorf. Daar vergunde hy eenige Moravifche Broeders, die, om den Godsdienst hun land verlaaten hadden , zich neer te zetten. En om hun geestelyk weizyn beter te bezorgen , verliet hy, die reeds vroeg eenige dweepery hadt ingezogen, zyne  2S4 oorsprong der herrnhutteren. zyne bediening, en liet zich Luthersch Proponent manken. In den jaare 1737 kreeg hy den titel van Bisfchop der Moravifche Broederen buiten hun weeten. Hy reisde, Om zyn Plan uit te voeren, door veele Landen van europa , zelfs tweemaal naar amerxca , en overleedt te Herrnhut in den jaare 1760. Zyne Navolgers namen , dermaate toe , dat ze tot in Indig , america en Groenland zyn doorgedrongen, en Gemeenten gefticht hebben. Onder hunne Voorftanders is, in onzen tyd, de Engelfche Predikant whitefield zeer bekend geworden. Zy gaven voor, Afftammelingen te zyn van de zo genoemde Boheemfche en Moravifche Broederen , die, in de XV Eeuw , op 't voorbeeld van johannes huss , het Pausdom verlieten ; dan, men zal beter zeggen, dat zy derzelver voorbeeld volgden, dan dat zy daarvan afkomftig zouden zyn. De Abt steinmetz , wien zy voor hunnen vriend erkenden , fchreef, dat zy openlyk leerden: dat de Heilige Schrift zeer bedorven was ; dat Christus by zyne vernedering de Godheid verlaaten hadt; dat het ongeloof de eenige zonde ware ; dat men geen voorfchrift der heilsorde noodig hadt, en Jesus deeze alle uuren kon maaken en veranderen ; dat zy, die zalig wilden worden, en blyven , door de bleeke , doode , yskoude lippen  bekeeringen in rusland. 22JJ lippen van Christus moest werden gekust; dat zulken 's Heil and s doode lichaam moesten beruiken , enz. Deeze Stellingen bewees steinmetz uit zinzendorffs eigen' Schriften. In de Kerkelyke Gefchiedenis van ons Vaderland zal ik er U meer van zeggen. V. Wie ondernamen verder de Evangelieleer voort te planten ? A. Dit deeden de Rus/en, die in hunne wydüitgeftrekte Heerfchappy veele Heidenen en Mahomethaanen hadden ; hoewel het niet met veel yvers gefchied is. simonach philotheus , Aartsbisfchop van Tobolsk , muntte egter uit. Ziende , dat zyne Zendelingen weinig vorderden , lag hy zelf zyne waardigheid neder in den jaare 1712 , cn begon met andere Geestelyken dit nuttig werk by de OJliaken, waaronder hy wel dra twintig Kerken bouwde. Van het jaar 1740 tot den jaare 1747 , zyn , volgens de berigten , byna driemaal lionderd duizend Menfchen gedoopt, 't Is egter te vreezen , dat de Onkunde onder dezelven groot blyft. Iloe het met de voortzetting van dit werk thans ftaat, is ons, by gebrek van egte befcheiden , onbekend. V. Is dat nu alles ? A. De Hoogleeraar callenberg te Hallt ondernam wel , in den jaare 1727, iets te beproeven tot bekeering der Jooden en Mahomethaanen , welke aanleg den naam van IV. deel. P Cal-  S2Ö poogingen der duitschers. Callenbergfche Schikking en Mahomethaanfche Stichting draagt; doch geen van beiden heeft veel kunnen uitvoeren. Beter flaagde dc Vryheer van kanstein , in 't jaar 1710 , in zyn Plan , om zo veele Drukletters te koopen , dat de Bybel met vormen , die altoos bleeven ftaan , kon worden afgedrukt. Dit fpaarde de kosten van het telkens zetten der Letteren , en verminderde dus ongemeen , voor min vermoogende Lieden, den hoogen Prys des Bybels, die vóór zestig jaaren nog een zeldzaam Boek was. Indedaad was deeze vond zo loflyk als nuttig. Zodanigcn druk heeft men te Holle in 't Weeshuis met veele moeite uitgevoerd, en daar meer dan een millioen Bybels gedrukt en verkogt. meier heeft naderhand te Lemgo dit voorbeeld gevolgd. En welk eene verbaazendc menigte van Bybels hebben niet andere Drukkeryen in alle Proteftantfche Landen van europa geleverd , die niet weinig gedaan hebben tot vermeerdering van kennis ! In Duitschland vooral , zyn veele nieuwe Overzettingen in deeze Eeuw gemaakt. Men vindt althans , in de Bibliotheek van den Koning van Pruis/en , meer dan vyfhonderd Bybels in allerleie Taaien en Drukken; en ouder die ftaat, als eene Zeldzaamheid, de eigen Bybel door karel den I , in Engeland , by zyne onthalzing gebruikt. Dan , de  ZWEEDSCHE BYEEL EN GELEERDEN. 527 de Koning van Zweden heeft , onlangs , eene zeer byzondere moeilyke Vertaaling laaten toeftellcn , die voor het onkundige gcmeene Volle van 't uiterfte nut kan weezen ; naamelyk , daarin heeft hy alle duistere Oosterjihe Zegswyzen laaten overbrengen in zeer verftaanbaare Zweedfche uitdrukkingen, het welk eene ongemeene klaarheid aan duizend plaatzen geeft. Hadden wy , by onze Vertaaling , ook eene dergelyke ; maar waar is de Man , tot zulk een werk regt bekwaam ! By deeze gelegenheid moet ik nog aanmerken , dat geene Academie van europa , in deeze Eeuw , zo veele Natuurkenners en geleerde Reizigers heeft voortgebragt , die alle Landen bezogt hebben , dan de Zweedfche Academie te Upfal. Zy allen waren Leerlingen van den . grooten lux neus , die , door de Ontdekkingen , op hunne Reizen gedaan , niet alleen veele nieuwe Zaaken in de Natuur ons geleerd hebben; maar ook veel lichts den Bybel hebben bygezet; vooral zy , die het Oosten bezogt hebben. V. Ik moet toeftemmen, dat er, in deeze Eeuw , veel gedaan is ter uitbreidinge en opbouwinge van het Christendom! A. Hadt men hetzelve maar niet openlyk en geweldig tegen gcltaan ! Behalvcn zo veele duizend gedrukte Bybels , en zo oneindig veele alleritichtclyklle Boeken , zyn ook Pa he-  228 vk.ygeesten. "helaas ! veele Werken tegens den Godsdienst in 't licht gebragt. Geen onedelmoediger daad , dunkt my , kon er ooit bedacht worden. Geen Vrygecst zal toch durven beweeren , dat de Stellingen van het Evangelie gevaarlyk zyn voor de Maatfchappy, en moeten tocftaan , dat de waare Belyders van hetzelve daarin het zuiverfte genoegen en den besten troost in leven en fterven voor hunne gemoeden vinden. Zodanig is ten minsten de betuiging van opregte Christenen , die zy gehouden zyn te gelooven. Maar is het dan niet de alleronedelmoedigfte daad , de Christenen van zulk eenen fchat te berooven ? Laat ons eens Hellen , dat zy dwaalen ; dat het Evangelie verzonnen is ; dat zulk een gefloegen en troost loutere verbeeldingen, zyn :, wat nadeel zal een Christen daarvan in de Eeuwigheid hebben ? Zal God hem veroordeelen, meer dan eenen Vrygecst , om dat hy een onfchaadelyk Evangelie geloofd heeft? Wie waagt het meest , een Christen of een Vrygeest , zo het Evangelie waar is? V. Wie hebben dan het Evangelie beftormd? A. Onder de Vrygecsten , anders Deïsten geheeten , telde men, in Engeland, toland ; den welfpreekenden doch fpotzieken Graaf van sciiaftesbury ; den pogchenden collins ; den baldaadigen woolston ; den ruwen  voltaire en rousseau. 229 xven en onbcfchaafden tindal; nevens mor- gan , chubb , van mandeville , dl ddl vernuftigen Twyfelaar,, doch grooten Ilistoriefchryver hume — in Duitsciiland edelman in Frankryk d'argens , d'alembert , la mettrie , helvetius , den onlangs ovcrleeden' voltaire en rousseau , met den nos leevenden diderot , en anderen. Gewislyk , men moet zich bedroeven, dat het Ongeloof , federt eenige jaaren , zo fterk onder veele voornaame cn aanzienlyke Leden der Roomfche Kerk is toegenomen. Men kan dat egter zeer wel oplosfcn. Menfchen, welker verftand te verlicht is , om den waaren Godsdienst m ydclc Plegtigheden en zotte Bygelovigheden te kunnen vinden, en die ■geene gelegenheid hebben , om den aart en de waarheid van het zuiver Evangelie regt te kennen, Haan zeer gereedlyk tot het Ongeloof over. Men kan egter hoop hebben, dat zulken of zulken wederkeeren , of dat dit kwaad geftuit zal worden, naar gelange de Roomfche Kerk tot de zuiverheid wederkeert. Dit inwendig euvel , dat fteeds zo diep inkankert , beweenen zelve de braave Geestelyken dier Kerke. De Leeraars der Sorbonne toonen dat telkens , byzonder vóór eenigen tyd, in de veroordeeling van den belisarius door marmontel. Maar wat heeft toch dien •Sehryvcr gedrongen , om het XV en XVI P 3 Hoofd-  &30 verdeedigers van 't evangelie. Hoofdftuk in dat Boek te plaatzen ? Kon hy den Vorsten geene goede Lesfen geeven , zonder het Christendom te beleedigen? V. Helaas ! zo veele Schryvers van dien aait ! A. Voeg daarby eene Deïstifche Sociëteit in Engeland , by welke men thans kan te kerlr gaan , en Leerredenen hooren over den Natuurlyken Godsdienst, met Gebeden, waarin hiets van het Evangelie vernomen wordt; maar het geen vreemd luidt , die opgevuld zyn met fpreekwyzen uit den Bybel : doch ftél, tegen alle . die Vrygeesten en deeze Vergadering , zo veele Mannen , die hen treftyk beantwoord hebben , by voorbeeld , addi- son , stackiiouse, benson, leland, warburton , chandler , lardner , ditton , scherlock , littleton , west , doddrid- ge , findlay en roustan in Engeland — iiautteville , guence en anderen in Frankryk sack , haller , turret1n , vernét , bonnet , lavater , onder de Hervormden m0she1m , reimarus , jerusa- lem , lilienthal , lesz , noesselt , goe- se en anderen onder de Lutherfchen iu Duits chland ? V. Wie waren in onzen tyd de voornaamfte Dmten ? A., Rousseau , die veelen heeft betoverd door zyne inueemende en bevallige wy- ze  r0usseau. volt ai re. 231 ze van fchryven ; doch wegens veele tegenftrydigheden , ongerymdheden en flegte beginfelen nooit geloof by verftandigen heeft kunnen behaalen. Hy was een groot Wysgeerig vernuft ; doch wild cn ongeregeld , volgens de hcerfehende manier zyns tyds , en , door de begeerte om voor eenen ftoutfpreeker gehouden te worden , tot de Ongeloovigen overgeflaagen. Hadt hy de Heilige Schrift met zo veel aandagts als andere Boeken geleezen , hy zou , vvaarfchynlyk, in het III Deel van zyne Emile (een Boek over de Opvoeding van Kinderen) het Evangelie zo niet aangerand hebben. De ondankbaare wyze , op welke by van Lord hume , zynen Weldoener in Engeland, gcfcheiden is , doet duidelyk zien , hoe weinig hy zyne gegeeven' Lesfen gevolgd heelt. Hy is daardoor geweldig gedaald by de geenen , die hem anders hoog achtten. De Voorzienigheid wilde , dat hy, zich zeiven, en dus ook zyne valfche Stellingen , juist in het laatlte van zyn leven , zou verag- telyk maaken by de Waereld. Voeg, by deezen , voltaire , die den eerften rang verdiend heeft onder de Spotters met den Godsdienst , en den naam van Apostel des Ongeloofs verkreegen heeft , om dat hy getragt heeft, door gansch europa Aanbidders en Leerlingen te verzamelen. Wat hy P 4 in  232 V0LTAIRE. in ernst geloofd heeft, is niet wél te bepa'alerr. Van de Engelfche Deïsten heeft hy gewis zyne beste en meeste wapenen ontleend , cn met een ligt cn voor onnoozele lieden bevallig vernis opgetooid, niet, om daar mede, van naby en met kragt, den Godsdienst te bevegten : want dat ging indedaad verre boven zyn vermogen ; en wanneer hy fcheen dat te duiven onderneemen , was het flcgts eene ligte en ydele fchermutzeling : men ontdekte meest zyne onkunde , wanneer hy geleerd wilde fchynen. Moest hy op bondige tegenwerpingen , die men hem 'deedt, antwoorden ; dan voelde hy zyne zwakheid , en liet ze , wyzelyk , onaangeroerd ; of, om eene vertooning te maaken, behandelde hy ze op de laffte wyze, en ftelde ze in een befpottefyk licht. Hy bewees meest de' Waarheid van het ■ Evangelie , waar hy meende dat ten fterkften te benadeelen. Zodanig was de zo genoemde groote voltaire ! wiens dichterlykc Werken "wy anders achten. V. Hoe veel kwaads moet hy dan niet gedaan hebben ! Ik meen, dat wel gehoord te hebben. A. Hy heeft het meeste kwaad gedaan 'aan de Roomfche Kerk, om dat hy , het Bygeloof fterk befchimpende , veelen , die hunne dwaaze begrippen bemerkten, tot On-  uitslag der dwaalingen. 233 geloovigen gemaakt heeft: zy fchynen niet te zullen wederkeeren , dan wanneer zy de onvastheid hunner beginfelen allerduidelykst zullen hebben gezien. Zulk eenen weg flaat de Voorzienigheid veelmaalen met dwaalenden in , om ze , op eene volkomen' wyze , te regt te brengen. Komen thans niet de Jriaanen in Engeland langzaam terug , nu zy ontdekt hebben , dat zy te verre verdoold zyn ? Maar zoudt Gy geloo- ven , dat de Deïsten geen goed doen tegen zin en wil , door het hoog en wys befticr van God , die , zo dikwerf, tot behoud der Waereld en der Kerk, het kwaade ten goede weet te fchikken ? Gy zult wel gehoord hebben , dat de Vrygcesten , in onze Eeuw , hunne zaak geene achting hebben bygezet , door duizendmaal te hcrhaalen cn op te warmen de tegenwerpingen hunner Voorgangeren , die in dc voorige Eeuw leefden : Gy zult , mooglyk , ook wel gehoord hebben , dat zy oorzaak zyn van die uitmuntende Schriften , welke voor de Waarheid van het Evangelie in 't licht gekomen zyn, en eiken Christen zo veel vastigheids gegeeven hebben : maar misfehien zult Gy niet wceten , dat voltaire dè grootfte diensten aan de Hervormde Kerk gedaan heeft , waartoe de Voorzienigheid van P 5 god  234 voltaire. c a l a s. God hem in zyne Waereld zo lang geduld heeft. V. Dit bcgryp ik niet! A. Laat my het U dan zeggen ! De vervolgzieke Roomfche Kerk , nog niet geleefd hebbende de voordeden , die zy , ook voor zich zelve, uit de Verdraagzaamheid trekken kon , moest ten deezen tyde dat onJtrwys ontvangen, voltaire zou , door zyn vcrkreegen gezag , dat leeren aan een Ryk, het geen hem eerbiedigde. Andere Koningryken moesten op hetzelve het oog Haan , cn dezelfde les , ten voordeelc der Hervormden , ontvangen. Om tot dit groot oogmerk te komen , gebeurde er een zeer zonderling geval , dat de gewigtigfte gevolgen hadt. jean ca las , een Hervormd Koopman te Thouloufe in Frankryk , hadt , onder zyne Kinderen , eenen Zoon , marc anthoine gehcetcn , die geene bekwaamheid hadt tot den Koophandel , cn geen Ampt kon krygen , om dat hy een Hervormde was. Deeze nam hierom het droevig befluit , om zich zclven het leven te beneemen. Hy koos daar toe eenen avond in den jaare 1761 , in welken hy , vóór de andere Huisgenooten van de tafel opgeftaan, naar eene beneden-deur ging , en zich daar verhing. Niemant hadt dit gemerkt. Men vondt  familie van calas. 235 vonck hem kort daarna. Aanflonds liep men daarop naar eenen Geneesheer en 't Geregt. Dit loopen en 't fchreeuwpn van het beroerde Huisgezin deeden het gemeene Volk vóór het huis vergaderen. Eén uit den onbefuisden zamengekomen hoop, beftondt, zonder grond , te roepen: „ jean calas heelt zynen eigen Zoon , marc anthoine , verhangen ! " Dit werdt van anderen overgenomen , geloofd , en er by gedaan , dat dc Vader dit uit eenen Godsdiensthaat bedreeven hadt , vcrmids de Zoon , op den volgenden dag , de Roomfche Leer zou aangenomen hebben. Sommigen voegden er meer by. Zonder talmen liet daarop david , Hoogfchout van Thouloufe , het geheele Huisgezin van calas , tegens alle regelen van 't Regt, in de gevangenis werpen , cn dit vonnis werdt vaardig over hen geftreeken: „ De oude calas zal geradbraakt , de Moeder gebannen , en de Dochters met eenen Zoon in een Klooster geikeken worden. * Zie daar een onichuldig Huisgezin , verzonken in eene Zee van ellende ! De treurige Weduwe verliet daarop Frankryk , doolde om , kwam by voltaire , en vertelde het ongeval. Hy , getroffen door de ramp, verzondt haar naar Parys tot de drie Advocaaten , de beaumont , loiseau en mariette , die haare onfchuld vóór eene hoo- gcre  •36 verdraagzaamheid bevorderd. gere Vierfch'aar bragten , waarop de Vryfpraak volgde. Dit vonnis juichte gansch europa toe. De gedoodde calas werdt in zyne 'eer herfteld , de Moeder met een jaargeld door lodewyk den XV befchonken, cn de Kinders aan haar wedergegeeven. Eene van haare Dochtcren werdt ■ daarna de Huisvrouw van du voisin, weleer Fransch Predikant in 'j Hertogenboch. voltaire nam daarna dc pen op , en fchreef eene Verhandeling over de Verdraagzaamheid in 'i ftuk van den Goisd;enst. Schoon hy niet kon nalaatcn, naar 'gewoonte , het Evangelie daarin aan te randen , opende egter zyn arbeid de oogen der Onvcrdraagzaamen in Frankryk. Een De'st ftilde dus de zugt tot de Vervolging in duizend Roomfchen. Andere Ryken namen 'iets van gelyken zagtèren aart daaruit over; en de Hervormden kreegen daardoor meer gerustheids voor zich zeiven , dan zy ooit gehad hadden. Dus moest voltaire , de ruwe Aanvaller van het Evangelie , in de hand des Allerhoogften , dienstbaar worden aan de veiligheid van deszelfs Belyderen. Wat dunkt U, is deeze niet eene verwonderlyke Beftiering van den Bewaarder der Kerke ? Weet hy niet, 't licht uit de duisternis voort te brengen ten regten tyde ? Dan , dit was niet alles , meer gezegende' gevolgen heeft men daarop vernomen , die ik U hierna zeggen zal. V.  schryvers voor 't evancelie. 237 • V. Aan zodanige oogmerken der Godlyke Voorzienigheid in 't draagen van voltaire, in het dulden van calas ongeluk , in het omzwerven der Weduwe , heb ik nooit gedacht ! Ik ftaa verbaasd over dit bereikte doeleinde ! Maar , zeg my, indien ik eenige weinige, doch de beste Boeken in onze Taal , tot verdediging van het Evangelie , wil leezen , welken zoudt Gy my aanpryzen ? A. Lees dan de drie uitmuntende Predikaatlien van doddridge over de Waarheid van den Christelyken Godsdienst — De Brieven van roustan over den tegenwoordigen Staat des Christendoms — De Brieven van watson tot verdeediging van de Voortplanting des Christelyken Godsdiensts De Philofophifche Navorfchingen van de bewyzen voor het Christendom, door ciiarles bonnet De Brieven over de gewigtigjle Waarheden der Openbaaringe , door den Baron van haller — De Brieven van eenige Portugeefche en Hoogduitjche Jooden, door guence De Waarheid en Goï- lykheid van den Christelyken Godsdienst, verdeedigd door noüsselt , of andere Vaderlandfche Schriften , die ik U in het vervolg zal opnoemen, welker leezing eiken Christen ten fterkften moet aangepreezen worden Maar hoe verre raaken wy , door  23s r A U s s E N. e door de dooiende Vrygeesten , van onzen regt bewandelden weg ? V. Dat wy dan op denzelven ten eerftcn wederkeeren ! A. Dit willen wy vaardig doen, en nu gaan bezien , welke Pausfen dc Roomfche Kerk in deeze Eeuw geregeerd hebben, clemens de XI, ééncnvyftig jaaren oud, kwam, in den jaare 1700 , op den Pausfelyken zetel , en bezat dien eenentwintig jaaren. Een zeldzaam Verfchynfcl in de Roomfche Kerk , waarin men meestal oude Kardinaalen verkiest , om telkens eenen nieuwen Paus te hebben. Ieder Cardinaal hoopt toch, dat het eens zyne beurt moge worden, clemens dc XI was ecu fchrander en geleerd Man. Uit zyne Werken blykt , dat hy fierlyk Latyn fchreef. Zyne Regeering was eene onafgebrooken fchakel van mocilykheden. Zyne vermaarde Bulle Unigenitus . hadt geweldige gevolgen, 't Oud gevoelen van der Pausfen magt , om den Koningen Kroonen te geeven of te ontneemen , kleefde hem nog Hcrk aan. Dit wikkelde hem in veele twisten. Dikwerf wenschte hy zulk een harrelyk leedweezen over zyne Zonden te hebben , als liet hem berouwde zich te hebben laaten overreeden , om het Pausfchap aan te neemen. — innocentius de XIII, zyn Opvolger in den jaare 1721 , was een Man  p a u s s e n. 239' Man van gadelooze bekwaamheden, van een onbcrispelyk gedrag , een vyand der Jefuiten , regcerende flegts twee jaaren. ■ uenedictus de XJ1I, fchoon reeds vyfënzeventig jaaren oud , nam , in den jaare 1724 , het roer der Kerk in handen. Hoewel hy ook al in twist geraakte met den Keizer, was hy egter een vredelievend Man, die llceds verlangde de Vereeniging van de Roomfche , Griekfche en Proiejlantfche Kerken te zien. Hy Melde de vermindering der vermaaken en pragt van zyn Hof, nevens de verbetering der ongebonden' Kerkelyken , tot zyne eenigMe bezigheid. Men mag hem, ten aanzien van zyn karakter , noemen eenen der beste Pausfen. Zyne Zeden waren Mreng. De kosten zyner tafel beliepen, daags , naauwlyks op eenen Zesthalf. Veel bezogt hy de Zieken , en deelde hun dikwils de geneesmiddelen toe met eigen hand. Niet minder was zyne liefde voor de Armen. Geleerdheid was zyn fieraad ; maar kloekheid ontbrak hem : des liep er veel, uit dien hoofde , in 't wilde. ■ clemens de XII , die in den jaare 1730 verkooren werdt , was een geleerd Man, die de Weetenfchappen zeer begunstigde , en de Vaticaanfche Bibliotheek met zeldzaame en kostbaare Boeken vermeerderde , waarover hy den beroemden assemanï tot Opziender aan- Mclde.  240 BENEDICTUS DE XIV. ftelde. Hy riep den Cardinaal coscia tot verantwoording van 't bellier der Penningen onder de voorige regeering. 't Bleek , dat deeze der Pausfelyke Schatkist ontzaglyke lommen ontvreemd hadt ; des hy tot eene boete van honderd duizend ducaaten veroordeeld werdt. Dc veelvuldige Gefchillen met de Vorsten van europa gaven hem dikwyls flaapeloozc nagtcn. Meestal moest hy toc- geeven. Na zynen dood, in den jaare 1-40 , viel de keur op benedictus den XIV , anders prosper lambertini geheeten , een Man van een onbevlekt karakter, in geleerdheid , beleczenheid en werkzaamen yver , alle Cardinaalen overtreffende. Men bedroog zich niet in de verwagting , dat hy zich in geene Staatsgefchillcn zou fteekcn. Hy hieldt zich by zyne bediening, en flect het grootlte gedeelte van zynen tyd met fchryven , leezen , en boekoefeningen. In den aanvang zyner regeering ondernam hy den moeilyken arbeid van de Kerk en Rome's 1 Hof te zuiveren van de talryke fchrceuwende gebreken, die er diepe wortelen gefchooten hadden. Hy verminderde de Feestdagen ; fchafte veele ydele Plegtigheden af; liet zynen afkeer van grove bygeloovighedcn zien; verfoeide de bedriegeryen , gehandhaafd of door de vingeren gezien van zyne Voorzaatcn. Bygeloovige Car- dinaa-  benedictus de XIV. 241 dinaalen, deswege onvergenoegd , deeden hem by 't misleide Volk den naam van Proteflantfehen Paus verkrygen. Veele Gefchillen met de Koningen fmoorde hy by het opkomen , en bewees hun gedienstigheden. Hy verfierde Rome met fraaie gebouwen , ftichtte Geleerde Genootfchappen, verzamelde veele Oudheden, en bevorderde den Koophandel. Hy haatte de Jefuiten , en zy hem. Men kan van benedictus braafheid uit dit Haaltje, ligtlyk, oordeelen. De Cardinaal aldrovandini befprak , by uiterften wille, alle zyne Goederen aan de Pausfelyke Schatkamer , en ging zyne arme Familie voorby; maar de braave Paus liet dien uiterften wille vernietigen. De gefchillen met de Janfenisten zou hy gaarne bygelegd hebben. Jegens de Proteftanten was hy infehikkelyk. Hunnen Geleerden fchreef hy zelfs Brieven, of zondt ze gefchenken. Zyne Werken , die twaalf Deelen in Qjiarto uitmaaken , zullen altoos geduurzaame gedenkzuilen van deszelfs uitgebreide Kennis en diepe Geleerdheid blyven. Hy ftierf; in den jaare 1758. clemens de XIII volgde op hem ; maar men vondt niet in deezen Paus het geen men in benedictus verlooren hadt. Hy fardé de Roomfche Vorsten, die op de Jefuiten gebelgd waren , en weigerde de zodanigen te ftraffen , die in eene zamenIV. DEEi.t Q zwee-  242 jesuiten verdreeven. Bwéering tegens den Koning van Portugal deel genomen hadden. Hier voor kreeg hy het verdriet , dat zyne beminde Jefuiten , in den jaare 1759 , eerst uit alle Portugeefche Staatcn gebannen werden, om dat zy deel genomen hadden in den aanflag des Hertogs van aveiro op 's Konings leven : daarna uit Frankryk , in den jaare 1764 , om dat men hen verdacht hieldt van dajiiENS medepligtigen te weezen , die lodewyk den XV hadt willen ombrengen; cn om dat de JcfuH valette , tegen het verbod , den handel op Martinique , tot ondergang van veele Kooplieden, hadt voortgezet: vervolgens uit Spanje , in den jaare 1767 , om dat de Jefuit mariana geleerd hadt , dat een Koningsmoord geoorlofd was , cn anderen eenen oproer in Madrid geftookt hadden, waarby 's Konings leven in gevaar was geweest : cn eindelyk , in den jaare 1768 , uit Napels en Sicilië. Na zy¬ nen dood zag men clemens den XIV , \-oorhcen onder den naam van canganelli bekend , in den jaaie 1769 , den Pausleïyken Zetel beklimmen. Hy was een geleerd , nederig , werkzaam en bedreeven Man. Wie kent dien uitmuntenden Paus niet uit zyne fehoone Brieven , die Gy ongetwyfeld in onze Taal zult geleezcn hebben ? Hy verbeterde door zyne gemaatigdheid, wat de . ■ drift  clemens XIV. palafgx. 243 drift zyns onbezonnen Voorzaats bedorven hadt. De Vorsten waren hem zeer genegen ; maar de Koning van Napels maakte inbreuk op deszelfs regten. Hy moest den Franfchen Koning de begecving der Kerkelyke Ampten op Corfica toeftaan. Venetië verminderde , zyns ondanks , de magt en menigte der Geestelyken. Den Patriarch van Lisfahon liet hy toe , de Kloosters, naar goeddunken , te hervormen of af te fchaffen. Dit belcttede hy ook niet in Frankryk , Modena , Panna en Venetië. Er kwamen andere nieuwe fchikkingen voor den dag ; en eene menigte van Feestdagen raakte in , onbruik. De voordeden hiervan waren zeer groot. Wie zou te vooren zulks hebben durven onderneemen ! — Dan , 't was den Roomfchen Koningen niet genoeg, den Paus met de verbannen" Jefuiten in Italië bezwaard te hebben ; men eischte ook van hem , dat hy den beroemden palafox , BiSfchop van Osma , den vyand dier Geestelyken , voor Heilig zou verklaaren; en woelde zo lang, tot dat clemens de XIV, in den jaare 1773 ? de Orde der Jefuiten , die tweehonderd cn zevenenzeventig jaaren gebloeid hadt, volkomen vernietigde , 't geen zy reeds lang verdiend hadt. Niettemin verbaasde en verheugde 's Pausfen ftoute flap geheel europa. Veele zyner Voorzaaten had* Q 2 den  244 orde der jesuiten vernietigd. den voor dezelve gebeefd, en zo zy al derzelver vernietiging wenschten, zy durfden er naauwlyks ,eenig blyk van toonen. clemens zelf draalde lang omtrent dit ftuk. Vier jaaren verliepen er , eer hy cr toe befluiten kon. De Orde was magtig, en hy wilde geene onvoorzigtige treden doen. De Koningen , of de Orde der Jefuiten zelve wisten niet, waartoe hy zou overhellen. Dan, toen hy begon , tastte hy door, nam zelfs hunnen Generaal ricci gevangen, en floeg alle hunne goederen aan. V. Welk eene gewigtige Gebeurtenis was deeze Val voor dc Roomfche en Proteftantfche Kerken ? A. Gewis voor beiden ! Toen waggelden de Pylaaren der Roomfche Kerk ; de voornaamftcn ten minsten vielen daardoor om verre. 't Is intusfehen moeilyk te beflisfen, of die Orde meer goeds of meer kwaads aan 't Pausdom gedaan hebbc. — Zy bragt wel, door de verwekte vervolgingen, dc zwaarfte flagen toe aan dc 'Proteftanten , cn hoe veele honderd duizenden , door hun toedoen, vermoorde Belyders van 't zuiver Evangelie zullen in den grooten dag des Oordeels tegen haar opftaan! Dan, zy brak, by Roomsch en Onroomsch , zich zelve af door haare gruwzaame praclyken. Wie toch , haar wél befchouwende , kon gelooven, dat zulk eene Orde  jesuiten'. clemens XIV. Ü.45 Orde "van God ware ! En hoe veel kwaads hebben de Roomfche Ryken zelve door haar niet geleeden ! Welke crgcrnisfcn heeft zy den Pausgezinden niet' gegeeven ! Welk eene fchandelyke Zedelcer heeft zy niet gepredikt, hoe het Evangelie bedorven.! Hoe veele twisten en onccnigheden daarenboven onder andere Geestelyken gezaaid ! De fchande cn het nadeel , daaruit voortgekomen , moesten gewis op 't hoofd der Roomfche Kerk nederdaalen ; hoewel het nu voor haar eene Eer werdt dezelve vernietigd te hebben. V. Deedt clemens de XIV, na zulk eene loflyke daad , niets meer van belang ? A. Ja wel! Hy fcherpte den Volke eene Wet in , vreemd in oude tyden , naamelyk , de Gehoorzaamheid aan de Koningen ; en werkte in ftilte , gelyk men meent, aan de Vereeniging der Christen-gezindheden. En hoe veel meer zou hy niet gedaan hebben, was zyn leven , in den jaare 17-4 , niet geëindigd, waarfchynlyk door vergift, na eene regeering van maar ruim vyf jaaren! — Tot Opvolger benoemde men pius den VI, om dat hy , gelyk men meende , meer- gezet was op Plcgtigheden, en dus ook meelden Cardinaalen fmaakte, dan zyn Voorzaat. Hy regeert ' thans. ■ Met veele vreugd kon hy den Zetel niet beklimmen, daar hy ook ondervondt , dat der Pausfen tydelyk cn Q 3 gces-  24g* pius VI. jesuiten. geestelyk gezag, dag by dag, afnam , cn hunne oude hoogklinkende eifchen wel by de helft der Roomfchen, doch by alle Proteftanten geheel befpot werden. Lang dobberde hy (mogelyk uit vrees van een gelyk einde , als zyn Voorzaat , te zullen hebben) of hy de Vernietiging der Jefuiten zou bcl.ragtigen. ricci , derzelver beroemde Generaal , ftierf intusfehen, in den jaare 1775 , ; . %s —virp-cnis. De Vorsten van europa éfttlgOi hfsq egter zo fterk, dat hy er toe moest befluiten. Dit maakte een einde van alles. Thans mogen zy eenige rust vinden in Rusland en Pruis/en uit beginfelen van eene verborgen Staatkunde ; dc .hoop van herftelling is egter geheel voor hun verdweenen. Maar een andere flag is 's Pausfen hcerlykheid onlangs toegebragt dooiden roemryken Keizer , josephus den II , welken pius dc VI, door zyne reis naar Weenen , niet heeft kunnen afkceren. euRorA ftaat verbaasd over de kloeke ondcrnecmingen van deezen grooten Vorst. Laat my U flcgts vier ftukken daarvan opnoemen. V. Welke vier ftukken ? A. Deeze! Dc Keizer heeft thans de Bisfchoppen in waereldlyke dingen aan 's Pausfen gezag onttrokken , cn wil hen tot den ftand der eerfte Eeuwen herftellen, waardoor 's Pausfen magt zo geweldigen krak lydt. Door  JOSEPHUS GROOTE DAADEX. C47 Door veele Kloosters cn Geestelyke Orden te vernietigen, heeft hy zynen Rykc onnoemlykc Schatten en te gelyk nieuwe Onderdaancn weder gegecven: maar hoe veele nuttige Leden van beide Scxen zal hy ook , in 't vervólg van tyd , onder dc Maatfchappy der Menfchen daardoor' behouden , die anders , of binnen de muuren der Kloosteren , te laat zouden zugten, by het opengaan hunner oogen , wanneer de keur des afgezonderden levens , gefleeten in dorre Godsdienstpligten , berouwt ; of tot luiheid en ondeugden daarin vervallen, en vroeger fterven. Men heeft toch te Parys , door eene langduurigc ondervinding, geleerd , dat getrouwde Lieden langer leeven , dan ongetrouwde ; en dat Kloosterlingen van beider Geflagt merkelyk korter leeven , dan ongetrouwden , die hunne Vryheid hebben. Eene zaak, die van zeer groot belang voor de Koningen is; maar waaraan zy weinig denken , of dat, gelyk de Keizer, zeer ter harte ncemen. Hoe veel zou het niet betekenen , indien men alle Kloosters, en den ongehuwden Staat affchafte ! Men rekent, dat er, in Frankryk alleen , een half millioen ongehuwde Geestelyken van beide Sexen, en in de geheele Roomfche Kerk drie ntillioenen zodanige Lieden zyn. Liet men deezen het Huwelyk toe , dan zou, volgens Q 4 eene  248 josephus groote da aden. eene welgegronde rekening, de Roomfche Kerk, m den tyd van ééne Eeuw, agttien mmióenen Leden meer hebben. Hieruit kunt Gy afleiden , hoe fchaaddyk het verbod» van Huwelyken voor de Voortplanting van het Mcnschlyk Geflagt en de bevolking der Waereld is. Men moet verbaasd fban als men ziet, hoe veel nadccls de Roomfche Kerk in dit eene Huk aan de Waereld doet. - De Vryheid van Godsdienst , den Proteftanten en Jooden in alle zyne Staaten , en te Weenen zelve openbaare Kerken hun te vergunnen, voltooit den roem van deezen grootmoedigen Vorst; te meer, daar vóór weinige jaaren, onder de Regiering zyner Moeder, dc Keizerin waru theresia , niet alleen geen Hervormd- Boek in de gemelde Stad mogt worden ingevoerd; maaide Hongaarfche Graaf en Bisfchop eiron m den jaare 1749, zelf een We* uitgaf' waarin hy de gemelde Keizerin aanzettede ' om de Ketters (zo noemde hy de Proteftanten daar te lande) te vervolge» , en met vuur en zwaard te verdelgen. Het vreemdst was, dat hy de onbefchaamdheid hadt van zyn Boek aan die Vorstin op te draagen en haar diocletianus en andere HeUerifche Vervolgers ten voorbedde van navolging voor te Hellen. Deeze aanflag hadt egter geen kwaad gevolg. Men moest zelis te Weenen dat Boek ,  josepiius groote daaden. 249 Bock, als eene ysfclyke fchandvlck van Roomfche Gezindheid, verbieden.— De tegenwoordige aangenaame Vryheid geeft aanleiding, dat veele Proteflantfche Familien , die zich fchuil gehouden hebben in Oostenryk en elders , om de vervolging , die de Aartsbisfchop van Pasfau , vóór eenige jaaren , daar aanregttc , nu voor den dag durven komen en toonen , wie zy zyn. Eindelyk het Nieuwe Reglement op den Roomfchen Godsdienst, deezen jaare tc Weenen door den Keizer in trein gebragt , maakt eene nieuwe Hervorming in de Roomfche Kerk. Deeze vier groote bedryven van dien Vorst, welke indedaad niet genoeg bewonderd kunnen worden , moeten ons geheel verbaazen. Welk eene ongelooflyke ömkeering beleeven wy in onzen tyd; en wat kan en zal er nog volgen ! Dan, dit niet alleen , maar hoe werken Hem veele Geestelyken , wien ook andere dingen mishaagen , nu in de hand. Wanneer men, by voorbeeld, den Herderlyken Brief van Graaf gio morosini , Bisfchop van Ferona , in den jaare 1782 gefchreeven , leest , cn zo veele edele gevoelens daarin ontdekt; of wanneer men zulke Roomfche Boeken in handen krygt, gelyk' er onlangs in 't licht gekomen zyn, waarin men niets van den Paus, van Aflaaten ,i Heiligen of Misfe vindt, hoe veel hooger. Q 5 moet  2$0 staat der roomsche geestelyken'. meet dan onze verwondering gaan! Hoe verheugd is ons hart wegens deeze verandering in eene Kerk , aan welke der Proteftanten Liefde het beste heil eener volkomen' Hervorming reeds lang en hartelyk tocbadt ! En mogten zulke gevoelens zich uitbreiden in Italië , daar het Bygeloof nog zo vasten Zetel heeft , dat men eiken Schouwburg toegewyd ziet aan eenen Heiligen , om zyne befc'ievming te genieten; en het gemeene Volk, by voorbeeld, te Napels, Gons tusfehenkomst bidt, om iets van den Heiligen januarius te verkrygen !... Welk eene blindheid ! V. Maar hoe was het gefield met de Geestelyken in deeze Eeuw V A. De braave poogingen van benedictus den XIII en XIV" , tot hervorming der Bisfchoppen , waren veelal ydel. In Dnitschland zyn zy groote Vorsten , en den Paus boven het hoofd gewasfen. De Prediktrant der Geestelyken is weinig verbeterd, uitgezonderd in die plaatzen , waar Proteftanten woonen , waar ook hun levensgedrag minder ergerlyk is. In dc Kloosters wordt de tugt beter onderhouden , dan in oude tyden. Waar men over de Monniken klaagde, was het meest wegens hunnen rykdom , wegens 't naar zich trekken en vertceren van 's Lands Goederen., en het aanmaatigen van Regten. Werdt! er eene andere Orde , ge- lyk  STAAT DER ROOMSCHE GEESTELYKEN. 251 Iyk die der Jefuiten , afgcfchaft, verfcheiden' nieuwen , kwamen op ; doch meest in liet bctrin deezer Eeuwe. De Tnquifitie werdt op dc meeste plaatzen , zelfs , in den verleedcn jaare , in Toscaanen vernietigd , en het is mogelyk Staatkunde , die ze in Spanje , hoewel zeer befnoeid, nog doet ftand houden. V. Onder 't beftier van zo veele Geleerde Pausfen , moet , dunkt my, de Geleerdheid in de Roomfche Kerk ook toegenomen zyn ? A. Gewis, de Geloerd cid i ps I, it| ze Eeuw, by dezelve rot grootcr volkomenheid; en men mag er sfch, SfilÜ onweetend en bygcloovig Spanje en Portugal , door dc onlangs opgorigte Academiën der Wectenfchappen , D0£CT javds van beloovcn , dan in voorige jaareu , toen , by voorbeeld de beroemde makjaxa , twintig jaaren lang, gevangen gezet werdt , cn zyne begonnen Historie niet mogt vervolgen , uit vrees , dat ■ hy iemant zou beledigen. — In Poolen begint men thans ook op dc herftelling der Weetenfchappen te denken. In Frankryk en Italië zyn ze hoog geklommen. In h eerfte Land blyft men dc fraaie Weetenfchappen , de Historie nevens de Natuuren Geneeskunde fterk beminnen. In het ander trekken de Gefchiedkunde en Oudheden de  £52 r00msche " GELEERDEN. de meeste aandacht. Dan , de Godgeleerdheid zal niet veel vorderen , zo lang men geene meer vryheid ten onderzoeke heeft. Allerwege legt men zich toe , na den val der Jefuiten, op de verbetering der Schooien , 't geen een goed vooruitzigt geeft. — Onder de voornaamfte Geleerden der Roomfche Kerk in deeze Eeuw , moet men tellen noailles , lequien , tommasi, quesnel , fontanini , martine , polignac , muratori, quirini , calmet , benedictus den XIV , clemens den XIV, passionei , orsi , du hamel , fleciiier , lamy , massuet , iioutteville , du halde , reau- mur , meest Franfchen en Italiaanen , en anderen. De laatfte , zo deugzaam als geleerd , geftorven in den jaare 1756 , heeft zich , door veele nieuwe Ontdekkingen, en byzondcr door zyne Memoires des Infe&es , eenen grooten naam verworven. V. Nam dan de Roomfche Kerk door zo veele groote Mannen niet fterk toe ? A. Zy werdt er meer door verbeterd , dan dat zy er door toenam. Men mogt zich daar verblyden met het vermaak, dat eenige Duitfche Vorsten cn fommige Geleerden ,. van tyd tot tyd ,• tot het Pausdom overkwamen ; doch wat gegronde vreugd geeft het te zien , dat Menfchen uit losheid , ondeugd , gebrek van doorzigt of eigen belang  poogingen tot vereeniging. 253 lang tot eenen anderen Godsdienst overgaan? Zulk een triomf is indedaad zeer gering. En , des noods , zou men er tegen kunnen Hellen zodanigen , die uit de Roomfche Kerk tot de Proteftanten overkwamen , by voorbeeld , de quiros , fidler , bower , den beroemden Schryver van de Historie der Pausfen en anderen. V. Ondernam niemant eene Vereeniging uit te werken , om dat overgaan te beletten ? Heb ik niet van U gehoord, dat eenige Pausfen zulks in den zin hadden ? A. Gy hebt zulks gehoord ! Behalven benedictus den XIII en clemens den XII, kreegen minderen zulks ook in den zin , onder anderen , de Cardinaal quirini , du pin en febronius , wiens Werk, waarin hy beweerde, dat , zo men 's Pausfen magt regt bepaalde , alles wél zou gelukken, ongemeen veel gerugts maakte. Dan , al neigden ook daartoe eenige toegceflyke Proteftanten , gelyk johannes fabricius en molanus : alles was vrugteloos. Men zag in anderen den geest des Pausdoms te fterk doorfteeken, om iets van dien aart met grond te kunnen verwagten. In Duitschland poogden de Roomfchen inbreuk te maaken op de vryheid der Proteftanten. Hunne Verhuizing uit dc Oostenrykfche Erflanden naar Zevenbergen, op hoog gezag in den jaare 1/34  £54 verdrukkingen der roomsciien. 1734 1 bepaald ; uit Bohemen naar elders in het jaar 1728 ; uit Saltsburg vóór en na den jaare 1748 ; de Verdrukkingen in Sik/te in den aanvang deezer Eemve ; hun wel twee honderd Kerken te ontneemen in Hongarye , in 't jaar 1733, en» tien jaaren daarna , zulks weer te hervatten ; eindelyk dc klagten der Proteflantfche Stenden aan den Ryksdag van het jaar 1767 , hoewel door Keizer josephus den II weggenomen ; dit alles ademde geenen geest van fterk gezogte Vereeniging. Hier kon ik byvoegen. . . . V. Wat zoudt Gy er byvoegen ? A. De lotgevallen der Disftdenten in Poolen , dat is , der Proteftanten en Grieken, die , by eene Staats-Wei , in den jaare 1573 •> Vryheid van Godsdienst verkreegen hadden ; doch welke federt , dikwyls , gekrenkt en befnoeid was geworden ten hunnen nadeele. Oordeel er van uit dit volgende geval , in den jaare 1724 tc Thorn gebeurd. De Studenten der Jefuiten dwongen , by gelegenheid eens Omgangs (Procesfie) , dc Proteftanten , met Hagen , tot knielen. Dit gaf verbittering , en deeze , hier door gefard , pionderden daarop de School der anderen. Dit geval raakte vervolgens onder het oog der Poolfche' Rigtcteren. En welk was het vonnis ? Dc oude  . wreedheid te th0rn. 255 de Burgemeester bosner en negen aanzicnlyke Burgers werden deswege onthoofd, ééne Kerk den Lutherfchen ontnomen , de helft des Magiftraats met Roomfchen bezet, en twee Predikanten uit de Stad gebannen ! Vóór en by de laatfte Poolfche Onlusten hebben zy mede veel geleedcn. Drie honderd Hervormde Gemeenten, die er voorheen benouden, waren, wegens de verdrukkingen , van tyd tot tyd zo gefmolten , dat men ér , ten dien tyde , niet meer dan drieën* vyftig telde. Maar de Hoven van Engeland , Rusland, Zweeden , Deenemarken en Prulsfcn herftelden eindelyk de Disfidenten , en bezorgden denzei ven , in den jaaren 1768 en 1775 , de oude Vryheden , toen Poolen zelf verdeeld werdt : eene regtvaardig verdiende ftraf ter vernederinge des hoogmoeds en verkleininge van den Staat. V. Hoe ftondt het elders met dit ftuk? A. Wilt Gy uw oog flaan naar de Sevennes , een Gewest in Languedoc, Gy zult er , in den jaare 1703 , eene andere Vervolging vernecmen. Men dwong, naamelyk, de Hervormden , daar Camifards geheeten, hunne Belydenis te verzaaken , en de Roomfche , by ondertekening , aan te neemen. Den zulken , die dat gedaan - hadden , vergunde men niet, heimlyk byecn te komen, om ëlkanderèn door onderwyzingen en ver- maa-  £56 opstand in de sevennes. maaningen te ftichten. Het bywoonen van zulke Vergaderingen ftrafte men met de galei of met den dood. By gelegenheid van 't verftoorcn eener zodanige Byeenkomst hadt de chaila , een der ftrengfte Vervolgcren, eenigen op zyn Slot gevangen gezet. Dit gaf eenen opftand. De Bevelhebbers van 's Konings benden booden vergiffenis aan de geenen , die , binnen zekeren tyd , uit het Gebergte naar huis zouden keeren en de wapenen afleggen. Veelen , zich verlaatende op deeze beloften , kwamen uit hunne fchuilhoeken ; doch werden terftond gevat , en in hunne deuren opgehangen. Deeze trouwloosheid gaf een nieuw leven aan den opftand. Men behaalde foms aanmerkelyke voordeelen op 's Konings benden. Dit zag men aan voor byzondere bewyzen van 's Hemels gunst , cn eenige Profceten , toen opllaande , bliezen dat vuur van dweepeiy verder aan , zich noemende Gods Volk , en hunne zaak Gods zaak. Intusfchcn werden de Camifards bedrecven in den oorlog, en floegen dikwerf hunne vyanden. Holland en Engeland, toen in oorlog met Frankryk, bcflooten hen te onderfteuncn. Eindelyk lieten zich de Camifards neder zetten dooiden Marfchalk de villars , die , den weg van gemaatigdheid met hen inflaande , hun Vryheid van Godsdienst toeftondt, mids zy geene  hervormden in frankryk. 257 geene Kerken bouwden. Dan , dit Verdrag werdt naderhand zeer flegt gehouden. — In dat zelfde Ryk werdt daarna, ik meen, in den jaare 1724 , een Edikt afgeleezen , waar in , by de oude ftrenge Wetten , eenige nieuwen , tot groot nadeel der Hervormden, gevoegd waren. Uit hoofde van hetzelve werden fomtyds Predikanten opgehangen , cn veele Leden hunner Gemeenten vervolgd. Toen zy, in den jaare 1745 en 1746 , in de Bosfchen predikten , zondt men Soldaaten op hen af. Veelen werden toen gevangen , anderen vermoord , en drie Leeraars, ranc , desubac en roger , ter dood gebragt. Men hadt dit der Geestelykheid te wyten: want lodewyk de XV was niet vervolgziek. V. Bleef het daarby ? A. Neen ! Een nieuw Onweder fcheen hun in Languedoc te dreigen, in den jaare 1752, toen men belastte, hunne Huwlykcn in de Roomfche Kerk te voltrekken , en de jonge Kinders nog eenmaal daar in te laaten doopen. Liet men dat na , dan werdt de egte Vrouw voor eene Byzit gehouden , en de naaste Roomfche Bloedverwanten konden de nalatenfchap der heimlyk getrouwden door eenen Hervormden Predikant \ met uitfluiting der Kinderen , uit zulke Huwlyken gebooren , naar zich neemen. Voorzeker dit be- IV. deel. R duidde  £58 hervormden in frankryk. duidde nog al iets ! Droevig was gewis dat lot voor zulke Hervormden , die altyd waren geweest , en nog zich betoonden , de naarftigfte , rykfte en gevolglyk de nuttigde van 's Konings Onderdaancn te weezen. Evenwel, men begon hen tot het gezegde met geweld te dwingen ; maar toen zettede zich alles tot vlugten. De Koning vernam dit , en liet de zaak onderzoeken. paul rabaut , Predikant te Nimes , een kloek Man , het Orakel der Gereformeerden geheeten , gaf aan hem eene levendige afbeelding van derzelver treurigen toeftand. Hoewel hiermede veel gewaagd werdt, herhaalde de onverfchrokkcn Man zulks nog eenmaal. Zyne Berigten werden gunstig ontvangen , en men deedt alles , vervolgens , ophouden. In den jaare 1761, begon men, op nieuw, met dezelfde zaak; doch op een ander aangebooden Verzockfchrift werdt zulks wederom gefchorst, en het blyft nu in ftilte. De tegenwoordige Koning , lodewyk de XVI, geeft hun veele blyken van gunst. De val der Jefuiten , en het tegenwoordig voorbeeld van Keizer josephus, zullen hun , 011getwyfeld , wel haast verdraagzaamer tyden doen beleeven ; en , mogelyk binnen kort , eene volkomen Vryheid fchenken. V. Iloe gelukkig zyn dan de tyden in Duitschland, Poelen en Frankryk veranderd ? A.  . verbetering in de roomsche kerk, 259 A. 't Schynt, dat, door het genadig beftel der Voorzienigheid , nog vreedzaamer dagen volgen zullen : want , hoewel de Geloofsleer zelve , in de hoofdzaaken , by dc Roomfchen niet veranderd is , zy wordt egter beter verklaard , en voorzigtigcr voorgedraagen. Ik heb U, ten voorbedde , reeds opgegeeven den Herderlyken Brief van gio morosini {[bladz. 249) , waarby ik andere dergclyken zou kunnen voegen, van de Aartsbisfchoppen van Weenen , Praag en Spier die Gy met verwondering en ftichting leezen zoudt. En hoe veel is niet , daarenboven , de eerbied voor de Heiligen en de Beelden thans gedaald ! De Zedekunde wordt ook by hen op eenen beteren voet behandeld. De Janfenisten geeven fomtyds uitmuntende Predikaatfien over deeze ftoffe , en ftreeven alle anderen verre voorby : dien lof kan men hun niet weigeren. De Hebreeuwfche Bybel van houbigant (hoewel met gebreken) en de Werken van de poix, montfaucon , blanchini , sebatier en anderen doen deezen Schryveren eere aan. V. Maar hadt de Roomfche Kerk in zich zelve rust , gcduurende deeze Eeuw ? A. Neen ! want de Gefchillen tusfchen de Jefuiten en Janfenisten werden , op nieuw, levendig , naamelyk, men deedt deeze vraag, (waarfchynlyk, om ze aan den gang te helR 2 pen:)  2Ö0 jansenius stellingen veroordeeld. pen) „ Mag men vergiffenis van zonden geeven aan iemant, die de Verklaaring van innocentius den X , aangaande de vyf veroordeelde Stellingen van jansenius, (bladz. 167, 168) zuiver en eenvoudig ontvangt , en nogthans in zyn kart gelooft, dat de Taus en de Kerk in zaaken des Geloofs feilen kunnen ? " Veertig -Leeraars van de Sorbonne (zo noemt men het voornaamfte en aanzien* lykfte Collegie der Godgeleerdheid op de Univerfiteit van Parys , in den jaare 1256 gedicht, door robert van sorbon , 's Konings Biegtvader) verklaarden , onder handtekening , dat men aan zulk eenen vergiffenis van zonden mogt fchenken. Bedektelyk werdt daardoor 's Pausfen onfeilbaarheid gelochend. De Jefuiten raakten des in beweeging , en woelden zo lang, tot dat zy van clemens den XI de Bulle Vtneam Domini , in den jaare 1705, verkreegen , waarby 't tegengeftelde werdt bevolen. Op 's Konings verzoek werdt ze , om des Vredes wille , doch behoudens de Vryheden der Callicaanfche Kerk , in Frankryk aangenomen. Hier mede niet te vrede , en zeer ontrust over den opgang, welken het Boek van ouesnel maakte (bladz. 164) ; dewyl het merg der Janfenisten , zeer kunstig in de Aanmerkingen verborgen was, trokken de Jefuiten honderd en eene Stellingen daaruit, en  BULLE ÜNIGENITUS. 261 en verkreegen van lodewyk den XIV, dat hy van den Paus verzogt, de gemelde Stellingen en tevens het Bock te vcroordeelen. clemens de XI , den Koning gehoor kenende , deedt zulks , en gaf daartegen uit, in den jaare 17,13, de vermaarde Bulle Unigeniius , hoewel hy quesnels Boek voorheen met opgetogenheid geleezen en daarvan gezegd hadt: ,, dit is een zeer voortreflyk Boek ! Niemant in Rome kan zo fchryven ! " (bladz. 164) Deeze Bulle behaagde den 'Jefuiten en onderfteunde hen ; maar was fchaadelyk voor de Roomfche Kerk. Veertig Bisfchoppen namen ze aan , maar zeven , met den Cardinaal de noailles , Aartsbisfchop van Parys , aan hun hoofd , verwierpen dezelve. liet Parlement weigerde daaraan dc kragt eener Wet , dan onderc zekere voorwaarden , te geeven. Het gefchil over de Janfenistery werdt daardoor heviger , en het getal der aankleeveren grooter , van welke veelen, den haat des Konings en der Jefuiten moetende bezuuren, naar Holland en elders weeken. Ook werden toen de Proteftanten afkeeriger van 't Pausdom , ziende , dat hetzelve vast bellooten hadt, niets toe te geeven , en hardnekkiglyk by de oude bygeloovigheden te bi y ven. V. Wat gebeurde verder ? Pv 3 A.  0.62 BULLE UNIGENITUS. A. Na clemens dood volgde innocenj tius dc XIII , wien een Smeekfchrift werdt aangebooden door de gemelde zeven Franfche Bisfchoppen, om de Bulle Unigenitus te herroepen of te vcrzagtcn ; maar hy verwees hen naar de Inquijltie , die het Smeekfchrift veroordeelde , als fcheurziek cn ftrekkende om de Kettery voort te planten, benedictus de XIII, i die na deszelfs kort beftuur, in den jaare 1724 , opvolgde, cn de gebreken nevens de ongebondenheden der Geestelyken wilde hcrflellcn , hieldt, tot dat einde , in den jaare 1724 , £cn Provinciaal Concilie te Rome. De Jefuiten , ziende dat de Paus de Leer der Dominicaanen omtrent de Voorbefchikking en Genade goedkeurde , raasden van fpyt, en vonden middel , om zyne poogingen te verydelen. De Paus , naamelyk , hadt eenen afkeer van de Paruiken , en hadt den Kerkelykcn geboden, hun eigen hair te draagen. Dit laage middel greepen zy aan , om hem cn 't Concilie zeer bcfpottelyk te maaken. De Paus bevestigde wel de Bulle Unigenitus in eene andere , Pretiofus gcheeten ; maar wyl hy daarin de Stellingen der Dominicaanen hadt aangenomen , beweerden _ de. Jefuiten ,' dat hy de gevoelens van jansenius meer bevestigd , dan veroordeeld hadt. De fmert , welke hy daarover gevoelde , werdt verzagt door  verdeediging der jansenisten. 263 door de onderwerping van de noailles , Aartsbisfchop van Parys , boven genoemd , die , in den jaare 1728 , de Bulle Unigenitus , onder voorwaarden , aannam en tekende. Hierop dwong de Koning, in den jaare 1730 , het Parlement , om de Bulle tot eene Rykswet te maaken. De Leeraars der Sorbonne moesten zich toen ook onderwerpen. Men kan denken , met welk een hart dit gefchiedde. Doch de moed , noch des Parlements, noch der Janfenisten werdt daardoor onderdrukt. V. Wat deeden dan de laatften ? A. Gewoon zynde, bevallig en fierlyk te fchryven , verweerden zy zich door hunne Gefchriften, waarin eene zuivercr Godzaligheid gevonden werdt , dan in andere Roomfche Boeken; des zy van zeer veele aanzienlyke en geleerde Lieden met fmaak gelee- zen werden. Eenige Dwcepers onder hen wilden verder hunner zaak door Wonderwerken fteunfel byzetten. Des gaven zy voor , dat God aan zekere Perfoonen , die zich , in hun leven, door jansenius te verdcedigen , beroemd gemaakt hadden , de kragt verleend hadt, om ongeneeslyke kwaaien , door de beenderen en asfche hunner lyken , te geneezen. francois de paris , Diaken der Kerke St. Medard le Parys , in den jaare 1727 geflorvcn , was één der R 4 voor-  204 wonderwerken. geschillen. voornaamften , by wiens graf de grootte V/onderen , gelyk men voorgaf, gebeurden. Hierna volgden er, die zeiden , met den Heiligen Geest vervuld te zyn, Hemclfche Gezigtcn te zien , cn , by het on, dergaan van lievige Zenuwtrekkingen, geneczen te worden van hunne kwaaien. De Koning , toen dit lang geduurd hadt , wist een einde van deeze geestdryvende opfchuddingen en valfche Wondertekenen te maaken. montgeron fchreef, dwaaslyk , voor derzelver waarheid. des vojux en vooral de fchrandcre douglas toonden derzelver bedrog aan. V. Waren er geene andere Gefchillen ? A. Nog zeer veele, by voorbeeld, de Gefchillen over de Zedeleer van den Jefuit eusenbaum : over eene romanieke en zeer laakcnswaardige Bybelöverzetting van berruyer : over de Quietisten en de Myflike Godgeleerdheid : over de al of niet bevlekte Ontvangenis van maria : over den byftand der Genade : over 's Paufen Onfeilbaarheid , gelochend door eenen Schryvcr , die in Duitschland een Latynsch Werk daarover uitgaf, in den jaare 1763 , onder den verdigten naam van justinus frebonius , 't welk zeer veel te doen gegeeven heeft: over den beroemden muratori , die , reeds in het jaar 1723 , de aanbidding van maria  GESCHILLEN. DUIVELSBEZWEERINGEN. 265 ria en de Heiligen niet volftrekt noodzaakelyk ter zaligheid gefteld hadt : verder over de vermindering der Feestdagen , op bevel van benedictus de XIV ingevoerd , dat gantsch Italië verdeelde ; want de Cardinaal quirini fchreef tegen ; doch muratori voor den Paus : over de Bulle Unigenitus , die het Parlement van Parys niet wilde erkennen , en deswege , in den jaare 1753 , naar Pontoife gebannen werdt , om dat het niet wilde verdraagen, dat men dc Sacramenten in 't nerfuur weigerde aan de geenen, die de Bulle verwierpen ; eindelyk over het Boek van gaszner aangaande de Duivels bezweeringen en Wondercuuren : want deeze Man, om te wceten , of eenige ziekte, van den duivel kwame, belastte , door het noemen van Jesus naam , eenen of meer duivelen in Menfchen in te vaaren , hen te plaagen , en dan weer te verlaaten. Dus maakte deeze Man , (die voorheen Paftoor te Kloosterlee in 't Bisdom Chur geweest was ; doch Hof-kapellaau werdt , in 't jaar 1775, van den Bisfchop van Regensburg') eerst de Menfchen ziek , en daarna gezond. Eene vreemde handeling indedaad , zo ftrydig met Jesus voorbeeld en den geest van het Evangelie , dat ze aanftonds een kwaad vermoeden in gezonde zinnen deedt opkomen. Dit zo ongehoord bedryf verwekte , gelyk Gy R 5 den-  "66 DUIVELSBEZWEÉRINGEN. denken kunt , geweldige opfchuddingen dooi* geheel Duiischland. Eenige duizenden gingen naar hem , om zich te haten beproeven , of zy van den duivel bezogt waren, 't Kon niet misfen , of veelen waren voor, anderen tegens hem. Meer dan tagtig Schriften kwamen daarover in 't licht. Veele Bisfchoppen vielen op hem aan. De Keizer deedt eindelyk dit fpel ophouden. Jammer is het, dat men geen volkomen onderzoek gedaan heeft naar een geheim middel, dat hy gebruikte , om de aanvallen in de zieken (die men voor duivelfche folteringen hicldt) voort te brengen , en daarna weer te lullen. Zeker gaat het toch , dat hy noch duivelen uitgedreeven , noch in Jesus naam waare Wonderwerken gedaan heeft. Laat dit nu genoeg zyn van de Roomfche Kerk , en wy ons tot de Lutherfche wenden. V. Hoedanig is de Staat der Lutherfche Kerk in deeze Eeuw ? A. Men hoorde eenen ..der grootfte Mannen , in den jaare 1750 , er dus van klaagen: „ De Weetenfchappen worden by ons, beter dan voorheen , geoefend ; maar onze Kerk , als een Genootfchap befchouwd, heeft veel verlooren. Haare ganfche Staat is in deeze Eeuw veranderd. De middelen tot vereeniging zyn nu ongemeen zwak geworden ,  verval ey de lutherschen. 267 den , cn meer hunne kragt verliezende, zal er eene verwarring in de Kerk ontdaan. De Kcrkelyken houden zich niet meer aan de Formulieren : deeze zyn niet meer de band der zuiverheid des Geloofs ; hun aanzien verminderd ; en men gaat er tegen aan : er is niets meer overig , dan dat wy den weg der zaligheid verwyden , en veele Grondwaarheden voor zulke leeringen voordraagen, die niet tot den grondflag des Geloofs behooren ! " Welk eene treurige Schildery is hier, in weinige woorden, dooiden grooten mösheim getekend ! En is zy na dien tyd wel verbeterd? Die Kerk werdt uitgebreid in Sik/te , toen dat fchoon Land, niet lang gelcedcn , in de handen des Konings van Pruisfen viel. V. Heb ik niet gehoord van eene byzondere Verdraagzaamheid , die er in de Landen des Konings van Pruisfen heerscht? A. Dit kan zyn : want zy heeft er indedaad plaats. Dc grond werdt er toe gelegd, niet lang na de Hervorming. De Keurvorst, joachim de I, was een Vyand van luther ; maar geen Vervolger. Zyne Zoonen, joachim de II en johan , omhelsden, in den jaare 1536 en 1539, 's Mans gevoelens. Het Hof, de Raad met veele Burgers en Geestelyken , die Roomsch waren , volgden hun voorbeeld. Johan george yverde voor  268 VERDRAAGZAAMHEID IN PRUISSEN. voor de Verdraagzaamheid , en joachim frederik ademde vrede, johan sigismund ging tot de Hervormden over in den jaare 1613, en was de voornaamfte Bewerker der Verdraagzaamheid. Met zyne goedkeuring werdt er eene Belydenis ingevoerd , die den Hervormden tot een rigtfnoer moest dienen: hy belastte , in den jaare 1614 , gemaatigdheid op den Predikftoel te toonen. Arminiaansch zynde , zondt hy geene Afgezondenep naar de Synode van Dordrecht in de jaaren 1618 cn 1619. frederik willem yverde fterk , by 't maaken van den Westphoalfchen Vrede , en verkreeg Vryheid voor de Hervormden en, Lutherfchen , om openlyken Godsdienst te houden , waar zy dien in den jaare 1624 gehad hadden. Dit gaf allerwegc groote vreugd. Hy belastte , in den jaare 1662 , dat de Hervormden en Lutherfchen eikanderen zouden verdraagen en niet fmaalen. Zelfs liet hy de Navolgers van arius , photinus en socinus in zyne Landen wooncn, mids zy hunne gevoelens niet voortplantten. Dit verfpreidde de Verdraagzaamheid, hoe langer le meer. frederik volgde al mede dat' fpoor , en breidde zelfs zyns Vaders Plan uit. Hy fchafte af de Bezweering van den duivel by den Doop der Kinderen , en verboodt ftrcnglyk het uitvaaren tegens Piëtisten , Separatisten en Laha-  verdraagzaamheid in pruissen. 2.6$ iadisten , in den jaare 169a. thomasius bragt ook veel tot deeze zaak toe , door Leipzig te verlaaten, en te Haïïe te onderwyzen. De ongerymde Regtsgedingen over fpooken duivelgefchillen deedt hy eindigen, wolf volgde hem daarin, frederik willem de groote zogt de Proteftanten , in den jaare 1722 , te vereenigen , en zy gaven hem hun woord , van geene bitterheden tegen elkandercn te zullen uitbraaken. Andere Gezindheden liet hy toe, mids zy Uil leefden. Belang van Staat deedt hem Roomfchen en ffooden beteugelen. Ter bevorderinge van de Verdraagzaamheid , verboodt hy de GenadeVerkiezing te prediken , en in de Katechis* mus-Predikaatfien Gefchillen te behandelen. Den Lutherfchen liet hy , in den jaare 1736, niet langer toe , het branden van waschkaarfen op den Altaar, noch den Leeraaren het draagen van een wit linnen Choorkleed. Hy maakte ook veele veranderingen in de Schooien. Hoe zeer verdraagzaam , verboodt hy egter ongodsdienstige Boeken, onder anderen de Werken van dippel en de Bybelgefchiedenis van werthheim. De beroemde reinbeck en jablonsky moesten , op zyn bevel , de Predikwyze veranderen , en eene fchets eener nieuwe en betere geeven. De Wysgeerte van wolf werdt tevens ingevoerd. Aan reinbeck zegt men , moet men  270 verdraagzaamheid in pruissen. men dank weeten , dat er naderhand een sack, spalding, diterich, brui-ine, teller en andere Geleerden te Berlyn zyn verfcheenen. frederik de groote , de tegenwoordige Koning , heeft niet minder de Verdraagzaamheid bevolen. Het bouwen eener nieuwe Roomfche Kerk te Berlyn , en het dulden der Jefuiten , zyn bekende zaaken. Hen Snitsburgeren , in den jaare 1729 , in hunne heimlyke Godsdienstoefeningen verdrukt, werdt vergund te verhuizen naar Pruisfen , america en elders , daar zy vryheid van Godsdienst vonden ; des zy, te vooren belet in het onderzoek der Waarheid , nu gelegenheid kreegen, om zich te oefenen. V. Bloeiden dc Lutherfchen niet meer ? A. Ja! toen zy hunne Bybels en andere goede Boeken zeer vermenigvuldigden door hunne verbaazende vlyt ; toen hunne Geleerden de beste uitlandfche Werken met den uiterften yver vertaalden ; toen men zich fterk toelag op de Uitlegkunde , en aristoteles Wysgeerte met die van wolf en leibnitz verwisfelde. By deeze gelegenheid moet ik U iets zonderlings mededeelen, naamelyk, dat, in deeze Eeuw, de Waereld niet alleen de drie grootfte Wysgeeren verloor , ik meen leibnitz in den jaare 1717 , newton in 1727 , en wolf m 1754 ■> alle in eenen hoogen ouderdom; maar ook , dat calilei op denzelfden dagen  oeleerden. moshei m. 271 cn het zelfde uur gebooren werdt, toen michel angelo buonarota , een vxjqmeffelyk Schilder, en de grootfte Beeldhouwer en Bouwmeester, ftierf: dat newtons leven begon , toen dat van galilei eindigde : zo dat er telkens één groot Man aan de Waereld gegceven werdt , als zy er éé- iien verloor. Maar welke nieuwheden zyn er in de Godgeleerdheid by de Lutherfchen niet voorgevallen ! Denk aan de zo even gemelde klagt van den braaven mosiif.im. Niemant fchreef beter over de Zedekunde , dan hy , die aan zyn Boek over dit gewigtig ftuk , van het jaar 1735 tot 1755, arbeidde. Hy overleedt in dat jaar , na vyf deelcn uitgegceven te hebben. miller gaf het vervolg. Ware het de helft korter geweest ; men zou niet veel verboren , of liever meer gewonnen hebben. Men moet , zo men de groote Lyst zyner Schriften , alle zo wél gefchreeven , befchouwt , met verbaasdheid zeggen : hoe heeft één Man zo veel kunnen doen! Zyne Kerkelyke Historie, die boven alle anderen uitmunt , kent Gy ongetwyfeld. gotsched verbeterde de Hoogduitfche Taal , en federt kwam zy veel fchooner voor den dag. Men heeft er juist geene nieuwe woorden in uitgevonden; maar zy is , federt de laatfte veertig of vyftig jaaren , ryk en fterk in eene netter betekenis  £72 LEIBNITS. WOLF. nis van dc zedelyke Begrippen geworden, waarvoor men eertyds geene uitdrukking hadt. puffendorf fchreef uitmuntend over het Regt der Natuur en de Pligten. leibnitz gaf door zyne Theodicêe een nieuw licht aan de Bovennatuurkunde, wolf tradt in deszelfs gevoelen omtrent dc Beste Waereld en de Harmonie , fierde alles op, en bragt de Bovennatuurkunde tot een Stelfel. Daar hy overtuigd dondt , dat de Wiskundigen den zekerften weg , om tot de kennis der Waarheid te komen, gekoozen hadden, bragt hy hunne voorbeelden tot zekere regelen , verwierp taalkundige fpitsvinnigheden en mittelooze uitpluizingen , en deedt alle Leerftukken aaneenhangen. Dan , men vraagt , of hy zich niet te veel bediend heeft van zulke wiskundige Voordellen , of hy niet veele dingen te fyn bepaalde ? Hadt hy , zegt men , de befcheidenheid van locke vereenigd met zyn verbaazend verftand, hoe veel grooter Man zou hy geweest zyn ! V. Alle Takken van Geleerdheid werden, mogelyk , door groote Mannen beoeffend ? A. Met het hoogde regt mag men antwoorden : ja ! - By voorbeeld , onder de Duitfche Protefinntfche Godgeleerden muntten uit jaquelot , elsner, beausobre, l'eNFANT , de twee jablonski's , hase , mell , iken, j. n. iiottingerus , die gelyk was aan zyne  fefeLïëKbfi duitschers en Zwitsers. 273 zyne zeer geleerde Voorvaders, j. g.« michae- £lS , altmann , simonis , brunings , budbeus , weisman , baumgarten , celsius , lilientiial , rrimarus , ernesti , suszmilch, heuman, bengel, phaff, heinf.Ccius, j. d. MICIIAëLIS, cramer , jeruzalem, seiler , sulzer , ZlMMERMAN , MEYER , muller , lesz , spalding , rambach , hess , goeze , stapper , zollikofer , paulsen, butstett, tollner , sciiueert, busciiing en anderen. — Onder de geleerden Zwitfers , hadden pictet , roques , werenfels , ostervald Cll j. a. turre- tinus , even gelyk zyne Voorouders, franciscus en benedictus turretinus in de voorige Eeuw , eenen grooten naam. Onder de Letter- en Oudheidkundigen behooren riedel , die onlangs zo treflyfc fchreef over dc fchoone Konsten en Weetenfchappen : de Graaf van caylus , die de konst van brandfchilderen , na elf honderd jaaren , deedt herleeven , en agt honderd Piaaten van Gcdcnkftukken in het licht gaf: volkman , die zyn treflyk Reisboek door Italië opftclde : winKei.mann , de Zoon van eenen gemeencn Schoenmaaker, maar een groot Oudheidkundige , die , in den jaare 17Ö8 , op zyne reis , te Triest , door eenen misdaadigen Kok vermoord werdt : voorts wieland , klopstok , iiolberg en andeJV. deel. S ren,  c74 regtsgeleerd. , geneesk. en wysgeer. ren. » De Regtsgeleerdheid en Wetten werden niet weinig opgehelderd door Dft justi , pilati , beccaria , jacob , de GUiGNES, den Baron de bielfeld, en vooral door den vermaarden montesquieu. — Der Geneeskunde waren, tot een ongemeen iieraad , hofman , de Baron van zwieten , plenck , de haan , platner , maty , storck , tissot , heberden , richter , crell , guattani , louis , harris , sabatier , jur1n , percival , woodward , le cat , puzos , daviel , gardane , mar.teaux , geoffroy , butini , paulet , girard , heister , feldmann , portal i asxruc , vieussens , POUÏEAU , turgot , lorry , black , smellie , thrales , als> mede emanuel timones en jacob pylari- nus onder de Grieken. Men hieldt eu- ler , jacob en daniel bernoulli met maclaurin voor de vier grootfte MectkunJigen. Onder de Italiaanfche Wysgeeren roemde men montius , crusio, menghini, bos- cowisch , beccaria , cyrillus , toaldo , 1risi , artedi , barrelieri , bianchini , breynius , da costa , scipio maffeus , als mede tornubia ,. spalanzani , cavallo , pivati , verati , to. Graaf marsigli , vermaard door zyn „Werk over den, Donau hi zes Folianten , en zyne Histoire Phyfique de la Mer. By de Zjyitfers achtte , men  geleerde franschen en duitschers. 275 men hoog charles bonnet , trembley , clephane , d'apples , tronchin, bernquil» li, de chate auvieux, schiffeli, langius, altmann , enz. Onder de Franfchen boogde men op buffon, daubenton, du hamel de monceau , lieutad , reaumur , de l'lSLE , de la lande, de la caille , ijerissant, daliberd , peissonel , godeha de riville , guettard , geoffroy, MACQUER , clairaut , de LA condamine , bomare , aimen , tur- billy, chappe d'auteroche, norison, e0ur- gelat , nollet , brisson , montet , du fay , andry , massuet , PEYRONNés , poupard , renard , rousset , sauvagss , tournefort, maupertius, labat, joblot , feuilLéE , des lande s , colonne , cautie r , lemëry , bourdelot , de la pluche , d'ar- genville , de twee geoffroy's , enz. Onder de DuUfchers eerde men klein , lie- berkui-in , fischer , eller , gleditsch , moehring, roesel, bertrand, vogel, wallerius , roederer , formet , lesser, euler , bode , schmid , pallas , bajerus , unzer , hebenstreit , bazin, segner , beringer , frisch , bruckman , gunther , busch , buttner , helwings , buckner , schirah t henckel , bruck&r , kalm, leh* mann , knorr , ritter , rudbeck , sch^effer , schelhamer , winkler , holman Cll martini; terwyl pontoppidan, gmelin, pal- S 3 las,  t76 WYSGEEREN EN AARDRYKSBESCHRYVERS. las, thunberg , de geer, klerck, zet* zel , VERGUN, rosen, HASSELQÜIST, WAR genTIN en EPiNus, in het Noorden, uitblonken. De Markgraavin du chatelet heeft men eene Mededingfter van newton cn leibnitz geheeten , en de Hertogin van bracciano onder de geleerde Vrouwen eenen rang gegeeven. Maar, de vreemdfte Wysgcer, fchoon een Man van eene uitgeftrekte Geleerdheid, en wclmcenend van inborst, was dc Baron emanuel swedenborg , die , in den jaare 1743, voorgaf, dat God aan hem een gezigt der geestelyke Waereld gegceven , en in ftaat gefield hadt, om met Geesten en Engelen te verkecren. Sommigen hebben vreemde dingen van hem verhaald; maar het gaat zeker , dat hy een allerlterkllc Geestdryver' zy geweest. —— De Aardryks- of Ilistorïefchryvers , als pitaval , de la porte , busching , TOZEN , rollin , TAILHlé , ray- nal , ludeke cn bower , hadden allen grooten roem ; maar niemant overtrof robertson. V. Wat moedigde de Geleerden aan ? A. De Voorbeelden van de Leden der Koninglyke Maatfchappyen, in de voorige Eeuw opgerigt , (bladz. 123) en nog Hand houdende ; als mede dc nieuwe Koningiyke Sociëteiten , in deeze Eeuw te Petersburg , Upfal, Berlyn , Manhe'nn en elders geflicht. Zy werden ook niet weinig geholpen , zo door  reizigers en zedeschryvers. 277 door de Kabinetten van Natuurlyke Zeljzaamheden , overal vergaderd , als door de Reizen van voornaame Mannen, gelyk ives , korte , chandler , moore , bruce , kalm , bourrit , nieburhr , bougainville , iianway , keisler , sciiaw , volkman , torster , baretti , brydone , sparmann , banks , solander , byornstaiil , cook Cll thunberg , die ons zo veel nieuws geleerd hebben. Welk een jammer, dat cook , een zo bezadigd Engehchman, in den jaare 1779? op liet Eiland Caraca-Casfa , door de Wilden vermoord werdt ! V. Ik heb van geene Zcdefehryvers of Dichters in deeze Eeuw gehoord ? A. Hebt Gy nimmer hooren noemen Madame de boccage , eene zo geestige als fchoone Franfche Dichteres, of Madame de graffigny , de Hertogin d'ARcé , mari- vaux , beattie , metastasio , (deil gTOOt- ften Dichter, zegt men, dien Italië na tasso vooitbragt) zacharia , klopstok , iialler en anderen. En hebben mercier , goldsmitii , dane1l , campomanes , duscii in zyne Brieven , gessner in zyne bekoorlyke Herderszangen, rabener in zyne fchoone Hekelfchriften en gellert in alle zyne Werken ons geene uitneemende Zedelesfen gegeeven ? Hoe uitmuntend, hoe treffend zyn <;e Voorfchriften des laatften ! Ik zal uit S 3 ééne  «7§ GELLERTS SCHOONE TAAL. ééne zyner Lesfen , die hy foms aan vierhonderd _ Studenten gaf, één 'dein ftuk, na dat hy" van dc Heilige Schrift gefprooken hadt, overncemen, om U van den braaven Man te laatcn oordeelen. ,, Laat my , voor u, dierbaarfte Vrienden ! (zo fprak hy hen aan) hier een openhartig getuigenis afleggen. Ik heb vyflig jaaren geleefd , en veele geneugten des levens ondervonden ; maar geenen derzelven zyn beftendigcr , onfchuldiger cn zaliger voor my geweest, dan die myn hart, door de zachte banden van den Godsdienst bedwongen , op deszelfs raad , gezocht cn genoten heeft : dit betuig ik op myn geweten ! Ik heb vyftig jaaren geleefd , en veele mocilykhcden des levens ondergaan; maar nergens meerder licht in duisternis , meerder kracht , meerder troost en moedgecving in alle wederwaardigheden gevonden, dan door middel van den Godsdienst : dit betuig ik op myn geweten! — Ik heb vyftig jaaren geleefd , cn ben meer dan eenmaal aan de poorten des doods geweest ; en ben gewaar geworden , dat niets , niets zonder eenige uitzondering , dan alleen dc Goddelyke kracht van den Godsdienst ons de verfchrikkingen des doods helpt beftryden : dat niets dan een heilig geloof aan onzen Heiland en Verlosfer, den beangftigden geest , by den alles bcflisfenden overgang  scii00len. boekdrukker ?. 270 gang in de eeuwigheid kan verfterken; en het geweten , dat ons aanklaagt , bevredigen : dit betuig ik, als voor God!" Wat dunkt U , myn waarde Leerling! van zulk eene deftige zieltreffende betuiging ? Uit dit klecne Haaltje kan men den braaven gei.lert kennen, . . Maar wat nu verder? V. Wy zyn gebleeven by de Geleerden deezer Eeuwe ! A. Hoewel van dezclven genoeg is gezegd , zal ik er dit nog byvoegen : dat drie Mannen , basedow , van salis en baiirdt , zonderlinge Schooien voor de Jeugd , in de jaaren 1775 en 1777 , heb-* bar opgerigt , die den naam van Philantropinen draagen , waarin zy eene nieuwe manier , om ' alles kort cn gemakkelyk te leeren , hebben ingevoerd. Onder de geleerde Boekdrukkers behoorde mariette in Frankryk. Veel meer anderen zal men buiten hem niet vinden. Sommigen zullen, mogelyk , nicolai by hem willen voegen; hoewel het wat anders is, eene geleerde Historie van de gegraveerde Steenen, dan een Roman te fchryven. Vóór een paar Eeuwen hadt men Boekhandelaars , ervaren in de Letteren : in deezen tyd is dat zeldzaam geworden. Maar zy hebben zich, dit moet men erkennen , meer toegelegd , om die fchoone Konst te volmaaken. Hoe -vcrS 4 won-  SbO SCHOONE DRUKKEN. wonderlyk fchoon zyn toch de Drukken van baskerville in Engeland, en vooral zyn Bybel ! Doe fraai eenige Latynfche Schryvers , tc Glasgow uitgegceven ! Hoe fierlyk een en ander Werk , op de Koninglyke Drukkery in Frankryk en Spanje vervaardigd ! De horatius en virgilius , dooiden geleerden justice , in Engeland uitgegecven , overtreffen al wat ooit gedrukt is in fierlykheid en kostbaarheid. Jammer is het , dat de laatfte Dichter niet volkomen is afgewerkt. Geene gewoone beweegbaare Letters heeft men tot die uitgaaven gebruikt ; maar elke Bladzyde is gegraveerd op eene koperen Plaat, en dus heeft men zo veele Plaaten moeten vervaardigen, als er Bladzyden waren. Voor het overige moet ik alleen deeze treurige Aanmerking hïerby voegen : dat , niettegenftaande den arbeid van zo veele geleerde en godvrngtige Mannen , liet daadelyk Christendom meer in deeze , dan in de voorigc Eeuw vervallen is. V. Welke uitwendige veranderingen heeft men in de Lutherfche Kerk vernomen? A. Dewyl men zich wilde bedienen van de Christelyke Vryheid, heeft men verfcheiden' oude Plegtigheden met andere nieuwe verwisfeld. Dus heeft men , by voorbeeld , ingevoerd , de Kinders, die , voor de eerde-  plegtigiieden. gezogte vereeniging. 281 ftemaal , ten Avondmaal zullen gaan , na 't afleggen der belydenis , door oplegging der handen , door het gebed en door heilige wenfchen in het geloof te bevestigen. r— I let Bezwecrings-Formulier by den Doop, de byzondere Biegt , de Biegtpenning, enz. zyn op de eene plaats agtergelaaten , op de andere bevolen. — Eenige Feestdagen , die wy niet kennen , zyn verzet of afgefchaft. V. Zyn er , in deeze Kerk, geene meer byzonderheden , in deeze Eeuw , voorgevallen ? A. Ja ! En onder anderen eenige poogingen , om eene Vereeniging tusfclien dc Hervormden en Lutherfchen te bewerken ; doch welken geene goede uitkomst hadden. Van anderen , in byzondere Schriften voorgeflaagen, zal ik 'niet reppen. mosiieim , die tegens het Dordrechtfche Synode fchreef, beweerde , dat hetzelve de grootfte ftremming gaf. Er vielen , tot iri 't jaar 1749 , geduurige aanzoeken by de Lutherfchen voor,' om den Hervormden het bouwen eener Kerk in de Stad Frankfort aan den Main toe te ftaan ; maar de eerften zyn tot nu toe zo toegeeflyk niet geworden. Ook wilde men , in den jaare 1768 , te Hamburg niet dulden , dat de Predikant van den Ilollandfchen Gezant den naam van Leeraar S s der  282 geschillen. dcrl Gereformeerde Gemeente te Hamburg zou yóereri; Veele Gefchillen vielen hier over : elders verfcheiden' anderen' over de Algemeene Genade , die naar ons Vaderland overkwamen , en waarin zich de Hoogleeraars , j. van den honert en driessen , mede begaven , om 't Boek van lange , in den jaare 1732 uitgegeeven , te weerleggen. De gefchillen over 't Avondmaal werden ook, in de jaaren 1714 en 1764, door de Boeken van stürm en heuman, die beide tot de Gereformeerden waren overgegaan , op nieuw levendig. Ook reezen er onder de Lutherfchen hevige twisten over de Wysgeerte van wolf. De Koning van Pruisfen verliet de uitfpraak , in den jaare 1736, aan eenige Geleerden , die verklaarden , dat deszelfs Stellingen niet nadeelig waren aan de Godgeleerdheid. De zo genoemde Pietistifche Gefchillen , die ook in deeze Eeuw ingedrongen waren , kreegen egter een einde. Men begreep , ten laatften, aan beide zyden, gelyk het doorgaans gaat, dat men te verre flappen hadt gedaan. Dan , ware het maar by deezen geblceven ! Toen zy eindigden , kwamen veele anderen opwellen uit de bron , waar over wy moshelm hebben hooren klaagen. V. Wordt 't geen tyd , dat wy aan de Hervormde Kerk' gedenken V A.  veranderde psalmeeryming. 283- A. Daar ik U het gewigtigfte van de Lutherfche gezegd heb , kunnen wy nu tot dc andere overgaan. Van groote veranderingen in haare Kerkgebruiken valt weinig te zeggen. Zy bleef meestal in deeze Eeuw by haare loflyke eenvoudigheid. Franfchen en Engelfchcn voerden alleen , in derzelver aanvang, een ander nieuw Dichtryrn van davids Pfalmen in. In Zwitferland maakte men eenige verbeteringen. In Breinen oordeelde men , dat niet alle Pfalmen , wegens byzondere bewoordingen , • Oosterfche beelden cn Profectficn , als onverftaanbaar voor de meeste Zangcren , gevoeglyk in de Christelyke Vergaderingen konden gezongen worden. Des vondt men goed , in den jaare 1766, eenigen van dc honderd en vyftig weg te laaten , de anderen naar eene zekere orde van zaaken in de Godgeleerdheid en Zedekunde te verfchikken , cn gepaste Lofzangen en Liederen er by te voegen. —— Komt men tot byzonderheden , men moet er van getuigen , dat zy , ook in deeze Eeuw , de Weetenfchappen fterk beyverde , ook groote Mannen voortbragt , en nog heeft. De Gemeenten in de Palts leeden eenigen onaangenaamheden door den Roomfchen Keurvorst : want carel , den laatften Hervormden Keurvorst , in den jaare 1685, geftorven zynde, aanvaardde de Neu- ren-  s&4 paltsische en fransche eerken. renhurgfche Roomfche Linie de Regeering, die cr aan gebleeven is. Sedert ondergingen de Hervormden , nu cn dan , eenige verdrukkingen. Dan , in den jaare 1719 , beval hun carel r-iiiLiPPus , de tocnmaaligc Keurvorst, het flot van 't Antwoord op de tagtigfte Vraag van den Ileidelhergfchen Katechismus er uit te ligtcn. Dit bragt hen in groote engten ; doch, door tusfehenkomst van eenige Hervormde Vorsten en de staaten onzesVaderlands , zag de Keurvorst daarvan - af. V. Hoe is het thans met de Hervormde Franfche Kerk gelegen ? A. De Franfche hervormde Kerk blyft onder het befticr van Confiftorien en .Synoden. Men heeft er Kerken , in gedaante gelyk aan die der Roomfchen in ons Vaderland. Doch waar het getal der Hervormden te groot is , of om andere redenen , predikt men, gelyk te Nimes , buiten de Stad , in het open Veld. Het is een zeer aandoenlyk gezigt , eene Gemeente van drie duizend Zielen, in orde gefchikt , zittende op den grond, met Rcgenfchermen (Paraplu''s) by zich , ter dekkinge , in geval van groote hette of regen , te zien luisteren naar eene Redevoering van den beroemden paul rabaut. De Godsdienstliefde en yver zyn daar op de aangezigten te leezen. De ftandvastigheid in ' de Waarheid, de zugt naar ver-  fransche kerken. 285 Vermeerdering van kennis , en dc begeerte naar godzaligheid kan men vinden in de luisterende fchaar. Vaderlanders , die dit aandoenlyk vertoon gezien hebben , kunnen er best van getuigen. Om altoos van Leeraars te kunnen voorzien worden , werdr. er , in den jaare 1731 , eene Kwec'kfehool te Laufanne gedicht. Zy hadden verfcheiden' Mannen , die men noemde Predikanten onder het Kruis , ook uit ons Vaderland , die jaarlyks tot hen overkwamen , reizende vermomd , in 't gewaad van Officieren of Kooplieden, om de Gemeenten , die geene Leeraars hadden , te bezoeken , het Avondmaal onder dezelvcn uit te deelen , te doopen en te trouwen. Ondertusfchen zyn alle zulke Huwlyken , komt het er op aan , volgens de llyksregelen niet gewettigd, (bladz. 257) Daarentegen genieten de Jooden grootcr voorregten , byna allen , welken de Roomfchen hebben. Een Jood is dus hier gelukkiger, dan een Hervormde. Men mag egter vertrouwen , dat een Koning, gelyk de tegenwoordige, die den Heer necker , eenen Hervormden , gebruikt heeft tot Bcduurder der Koninglyke Schatkist , met ernst , op eene verandering zal denken , wanneer de bezigheden , die de tegenwoordige Oorlog gegceveu heeft, zullen ophouden. Ook is het wel 'der moeite waar-  286 .EUOELSCHE KERK. waardig , en het zou den Ryke geen klein voordeel geeven , twee millioenen Onderdaan nen (op dat getal toch zyn onlangs de Hervormden in dat Ryk gerekend) te wettigen. is er s hier of daar ? by ge_ brek van Ondeiwys , eenig verval in de kennis der Waarheid , de yver voor den Vaderlyken Godsdienst blyft. V. Hoe is thans de Hervormde Engelfche Kerk gefteld ? A. Daar bleef, in deeze Eeuw , het onderfcheid tusfchen de Bisfchoplyke en Preshuteriaanfche Kerk (bladz. 95) De Leeraars der cerftc , verdeeld in de zogenoemde hooge Kerk , die doorgaans tegen den Koning en de Regecring is , en in dc laage , die het meestal met het Hof houdt, hebben groote inkomften van de Kroon , zyn niet fireng; in hunne zeden , en woonen alle openbaare vermaakeu by. Die der. Presbuteriaanen , met welken zich de Independent en, zekerheidshalve , vereenigd hebben , worden, onderhouden door de mildaadighcid hunner Gemeenten , prediken met meer ernst , en leeven . ook ingetogener. In den jaare 1749 ZOgt Koning george de II hen beiden te vereenigen ; doch het is niet gelukt, fchoon , aan beide zyden , meer Bedaardheid en Vredelievenheid gekomen zyn. En om deeze reden wendt men , mogelyk, geene nieuwe poo- gia-  methodist e nt 287 gingen meer aan in deeze zaak. Vóór eene halve Eeuw ontftondt er een nieuwe Aanhang, Methodisten gehceten, vermids ze eene nieuwe manier (Methode'), om tot de zaligheid te komen, predikten. 'De Broeders wesley, en de beroemde whitefield waren derzelver Hoofden. Zy geloofden , dat er nog onmiddelyke verlichtingen van gods Geest waren ; dat de gewoone preektrant te .flaauw was ; dat zy daarom lange Predikaatfien en 'Gebeden 'moesten doen ; en dat de Zedeleer nog zeer onzuiver was. Men meent , dat zy veel tot de Dweepery overhelden , en den Godsdienst meest in onverklaarbaare bevindingen Helden. Eén der wesley's , nu een oud Man, heeft deezen jaare , overgekomen om ons Land te bezien , te Utrecht gepredikt. Hy fchccn in eenige ftukken van gevoelen veranderd te zyn ; des men thans gunltigcr van hem denkt, whitefield hadt grooten toeloop in America en Engeland, Hy predikte in Gevangenhuizen , in Velden, op openbaare. Wegen , op Markten en Kerkhoven , foms voor vyftien of twintig duizend Menfchen. De Bisfchop van Londen dacht niet gunstig van hem , en waarfchouwde des der Engelfche . Kerk voor 's Mans Geestdryvery. Men roemde hem , als een wonder van Wellpreekendheid ; maar anderen . befchuldigdeu hem van veinzery , en fchreeyen zynen yver  aS8 gevoelens itt engëlanö. yver toe aan hoogmoed. '■ De Vryheid van fpreekcn , die in Engeland plaats heeft, is de oorzaak van veelerleie. Gezindheden en Gevoelens , die niet op te noemen zyn. De voornaamften in deeze Eeuw waren van whiston en clarke over de Drieëenheid; van watts , die het gevoelen van het voorbeftaan van Christus Ziel vóór de Menschwording beweerde ; van hoadley over het Avondmaal; van atterbury over de gehoorzaamheid der Ondcrdaanen aan hunne Overheden ; van dodwell over de Ziel, flerflyk gefchaapen , doch kunnende door 'de Bekeering onfterflyk worden ; van whitby over de Erfzonde ; van sykes en farmer over de Bezetenen ; van warburton over de toekomende vergeldingen , onder ,t, oude Israël onbekend; van middleton over de Wonderwerken der eerfie Eeuw ; en ten laatflen over de XXXIX Geloofs-Artykelen der Engelfche Kerk (bladz. 95) het welk ecu der gewigtigfte Gefchillen geworden is. • V. Hoe ftondt het , in deeze Eeuw , met de Geleerdheid en Letterkunde in Engeland ? ... A. In alle Takken der 'Weetenfchappen hadt men geleerde en arbeidzaame Mannen: by. voorbeeld , onder de Godgeleerden , zo by de Bisfchoplyke Kerk , als by de Presbuteriaanen , telde men ' ridder , bille , GRA-  geleer.de engelschen. 2S9 gRabe , pribeaux , allix , cave , de drie burnets , tennison , wihtby , abbadie , clarke , derham , wake , waterland , potter , gibson , watts , prïce , de twee chandlers, doddridge , stachouse, buttler , hoadly , sherlok , benson , lardner , doodwell , delany , m1ddleton , ditton , sykes , squire , duchel , hervey , young , poster , farmer , leechman , newton , blair , erskine , robertson , evans , mason , marshall , wi1iterspoon , campbell , gregory , den 011- gelukkigett dodd , voor den meesfbegaafden Predikant van Groöt-Êriitannie gehouden, en lowth , den tegenwoordigen ' vermaarden Bisfchop van Londen , die zo uitmuntend gefchreeven heeft over de Dichtkunde der Joóden en over jesaias , als mede zeer veele anderen. Onder de Natuurkun¬ digen en Wysgeeren hadden eenen grooten naam de volgenden, halley, miller, pult- ney , ray , baker , hill , hales , bond , hooke, collinson, ellis , watson, smeaton , simson , hughes , erowne, martin, parsons , smitii, wilson, catesby, neednam , schort , derham , de sa guliers , owen , russel , bradley , montimer , franklin, albin, barton , panson , bartram , petiver , schaw , wilkes , willugiibei, maclaurin, woodward. wrigt, IV. deel. T ed-  2QO genees- en letterkundigen. edwards , die alleen zeshonderd voorwerpen uit de Natuurlyke Historie , nooit te vooren befchrecven , heeft afgebeeld in uitmuntende Plaaten , voorts de reeds genoemde beroemde Reizigers cook , banks en solander. — Onder de Geneesheeren gar- dane , dimsdale , watson , gatti , sutton , huxham , murray , iiewson , pringle , macbridge , whyth , als mede morro , hunter , bromfield , j. robertson , warner , maty , gregory anderen. hyde , pococke , hunt en lowth bragten de Oosterfche Taalkunde in eenen bloeiendcn ftaat. kennicott gaf onlangs zynen Hebreeuw fchen Bybel met de verfchillende leczingen , uit tweehonderd drjeënvyftig Handfchriften opgezameld , in 't licht ; een arbeid van tien jaaren. Terwyl hy daarmede bezig was , en juvenatius met bruns te Rome eenige Handfchriften nazagen , vonden zy , in den jaare 1772 , een ftuk van liet XCIfre Boek van titus livius , over het welk een brok der Jpocryphe Boeken gefchreeven was : want in overoude tyden fchreef men , by gebrek van pergament of papier, dikwerf het eene Boek op het ander , na de Letters van het eerfte, zo veel men kon , uitgewischt of verflaauwd te hebben. In 't algemeen houdt men het Tydpcrk der Regeering van Koningin anna in  encelsche zedeschryvers. in Engeland, dat is , van het jaar 1702 tot het jaar 1714, voor de Eeuw der herftelde Engelfche Letterkunde. V. Indedaad een korte tyd ! A. 't Is zo ! een korte tyd, maar waarin veel werdt gedaan. De Natie kreeg , in dat tydperk, eenen waaren en zuiveren fmaak in het opftellen ; en Gy moet U niet verivondercn, dat, federt dien tyd , zo veele reeds genoemde Geleerden en meer anderen op Honden, atterbury en addison begonnen allereerst, en blonken uit. steele behaagde, by uitneemendheid, door eenen nieuwen en venvonderlyken Schryftrant , waarvan Gy in deszelfs Snapper , Guardian en Spe&ator zo veele proeven hebt gevonden , die door de ganfche Natie geleezen werden , en veel invloeds hadden tot befchaaving van 's Volks Zeden, thompson , mason, gray, warton, akenslde waren keurige Dichters. iiutcheson fchreef treffclyk over de Zedekunde. Onder de geleerde Engelfche Vrouwen , die mede deeze ftoffe onder handen namen , waren de Juffers griffith , ciiapone cn fielding , welke laatfte de fraaie Gevallen van David Simple fchreef. richardson gaf den Grandifon en de Pamela ; fielding zynen Jofeph Andriesfen , Thom Jones en Amelia , aile geestige Romans. Mevrouw montague werdt zeer beT 2 kend  £02, engelsche zedeschryvers. kcnd door haare uitmuntende Brieven; maar nog beroemder door de Inenting der Pokjes, die zy in Conflantinopole aan haaren Zoon, en , in den jaare 1721 , het allereerst in Engeland , aan haar Dochtertje van vyf jaaren door maitland liet inenten. De Graaf van chesterfield fchreef de fraaie Huishouding des Menschlyken Levens, fordyce gaf zynen Vriend der jonge Heeren en Juffrouwen , gefchreeven in eenen zeer befchaafden, aanvalligen en gemoedclyken ftyl. robinsons pen ftelde andere Zedefchriften op. youngs Nagtgedagten en Centaurus behelzen de fchoonlte proeven van een ftout en verheven vernuft. —— rapin bewonderde men eerst , als Historiefchryver ; maar hume overtrof hem. En welken roem behaalde william robertson , die eerst een vergeeten Leeraar was in een klein Dorpje van Schotland; doch daarna , in een Schotsch Synode , bekend werdt, als één der grootfte Redenaaren ; en als een uitmuntend Historiefchryver , toen hy de pen opnam, en de Regeering van keizer karel den V ,r de Historie van america , die van Schotland, en Oud - Griekenland befchreef. Voor het fchryven van het eerfte Werk, gaf hem de Drukker byna vyftig duizend Guldens. —— walpole , pulteney en pitt Meldt men voor de beste Redenaars in het Parlement, SHER-  engelsche natuurkundigen. 293 sherlock en dodd voor de bekwaamden op den kantel. priesteey en price fchreeven trelFelyk over de' Burgerlyke Pryheid; en Londen liet niet na, een ryk gefchenk aan den laatften , tot erkentenis van deszelfs arbeid , te geeven. De menig¬ vuldige Schriften van Nieuwstydingen , van Staatkunde cn uitgegeeven' Boeken, waaronder de Magazines en Monthly Review uitmunten , geeven nog een aangenaam , verftandig en leerzaam onthaal aan dc Natie. V. Wat moedigde de Geleerdheid in Engeland allerfterkst aan ? A. Niet alleen moedigde de Koninglyke Sociëteit der Wectenfchappen, (bladz. 123, 129) welker Werken bekend ftaan onder den naam van Philofophical Transactions ; of de ruime betaaling, die de Geleerden en Konstenaars voor hunnen arbeid van de dankbaare Natie ontvingen, veelen .aan; maar ook de Kabinetten ' van Zeldzaamheden, die de Minnaars der Natuurlyke Historie overal oprigttcn. Geen van allen heeft egter kunnen evenaaren dat van hans sloane. Deeze Geleerde , die in den jaare 1752 ftierf, befprak het zyne, dat hem, meen ik , vyfhivyftig Tronnen gouds , by inkoop , gekost hadt , en wiens Catalogus agtendertig Folianten en agt Quartynen belloeg, ten nutte van het Algemeen , mids het Parlement ruim twee T 3 wn-  294 -museum brittanicum. tonnen gouds voor hetzelve aan zyne Kinderen betaalde, i Elf tonnen gouds beftemde het Parlement, cleeis om daaraan te voldoen, deels om andere kosten goed te marien-, En om deeze edele ftichting, doorgaans 't Mufeum Briltannicum gehecten, nog groot er uitgebreidheid te geeven, bellooten de Koning en het Parlement, de Koninglyke Bibliotheek van keurlyke Handfchriften en zeer zeldzaam gedrukte Boeken, de vermaarde Boeken van den geleerden cotton , cn de Verzameling van edwards , waarvoor men zevenenzeventig duizend guldens betaalde, daarby te voegen , als mede de groote Verzameling van Handfchriften , door Lord oxford nagclaaten , die men zeide meer , dan elfhonderd tonnen gouds, gekost te hebben; doch waarvoor men fiegts het tiende gedeelte betaalde. Meer andere Verzamelingen werden naderhand daarby gevoegd , die ik allen niet kan opnoemen. Laat er my egter by doen, dat de geleerde Gezant aan Napels Hof, willjam hamijlton , wiens overheerlyk- Werk van den Vefuvius met opgehelderde Plaaten ons een denkbeeld van deszelfs kundigheid kan geeven , onlangs drieëndertig honderd Oudheden , en zesduizend Gedenkpenningen , die in den Grafkelder Van Magna Gric-cia by Herculaneum en Pompejï in Italië , wel tweeduizend jaaren onder den  geleerdheid AANGEMOEDIGD in ENGEL. SOy den grond begraven lagen , aan dit Kabiues, gezonden heeft , waarvoor men 1 fcm byna negentigduizend guldens betaald heeft. Oordeel nu van dit Kabinet , van deeze groote Verzamelplaats van Geleerdheid, die allen , welken het lust , kunnen -zien, en vryheid hebben , om er Afbeeldingen te maaken , of wat hun gevalt uit te fchryven , zonder daar voor iets te bctaalen. En moet zulks de Geleerden niet allerfterkst aanmoedigen ? De ruime bctaaling der ryke Natie aan Konstcnaars en Geleerden , waarvan ik hier boven fprak , brengt mede niet weinig toe ter aanmoediging. Zou anders iiarrison zo vlytig gearbeid hebben aan zyn nieuw Horológie , om dc lengte op Zee te vinden ? Zou MARTIN zulke fchoone Microscoopen , of anderen zo kcurlykc Planetariums gemaakt hebben ? Zou hogarth zulke allerheerlykfte Plaaten over de Hartstogten der Menfchen voortgebragt hebben ? Geene Boeken met Afbeeldingen van Oudheden, van Vogelen , Visfchen , Infeclen , Koraalen en dergelyken , worden ergens in de Waereld pragtiger , dan hier , uitgegeeven. Ook daarom is hunne zo genaamde Zwartekonst zo uitmuntend, gelyk hunne Kaarten. Dan , dit moet ook toegefchreeven worden aan het Arbeidsvolk, 't geen daar veel bekwaamer wordt, dan in andere Landen. Hetzelve heeft geeT 4 ne  CQfcT ARBEIDERS. ONGELOOF. w vryheid , gelyk by ons, om, alle dagen, van den eenen Baas en Winkel , wanneer bet zulks goed vindt , naar den antieren te loopen. Neen! Elk knegt moet, meen ik, zeven jaaren lang, by denzelfden Baas blyven ; en hy wordt , wil hy veranderen , van eenen anderen niet aangenomen , ten zy hy aan denzelven fchriftélyk bewys brengt, van zynen tyd by den voorigen Meester uitgediend te hebben. Dit , indedaad, moet Konstcn cn Kunstenaars volmaaken. V. Maar is het Ongeloof in Engeland , waarvan Gy my zo veel gezegd hebt (bladz. 117, 228,) verminderd, naar gelange dat Geleerdheid en Beschaafdheid, in deeze Eeuw, daar zo fterk zyn toegenomen ? A. Geleerdheid en Ongeloof, Kundigheid en Twyfelaary , zyn indedaad vreemde verfchynfelen in de Waereld ! — En wat zal men er van zeggen? — Men kan wel niet bewceren, dat er thans Deisten van grooten naam in dat Ryk voor den dag komen : want de bronnen , waaruit men te vooren zo rykelyk geput hadt , zyn ledig geworden. Men klaagt egter aldaar, zo wel ais in Frankryk , Italië, Spanje , Portugal en Duitschland, over den ftillen en geheimen aanwas van verderfelyke beginzelen. Oordcel cr van uit dit (taaltje. Niet lang geleeden kwam een Engelsen Bisfchop in eenen Boek- wia-  S C II A N D E L Y K E O E K. £97 winkel, en vondt aldaar een allerfehandelykst Boek tegens den Godsdienst , ten titel voerende Effay of IVoman , gereed liggende om verkogt te worden. Zyn ongenoegen , by het inzien , rees zeer hoog. En den prys gevraagd hebbende , drong hem eene edele drift, alle de Exemplaaren te koopen , die hy daarop ten zynen huize liet brengen en verbranden. Maar daarna , om welke reden weet ik niet, maakte hy bekend , welk godloos Boek hy uit de waereld geholpen hadt. Iemant dat verneemende, vattede de pen op, (Is zulk eene fnoodheid wel mogejyk ! zou men zeggen!) en fchreef een Werk , zo als hy uit 's Bisfchops berigt opmaakte, dat het eerfte verbrande Boek geweest ware. Onlangs is er eene Vergadering van Naturalisten opgedaan , waarin men Predikaatfien doet over den Natuurlyken Godsdienst; doch de Gebeden , die men daar bidt, beftaan veelal uit Bybelfche fpreekwyzen, 't geen vreemd luidt. De tegenwoordige Koning, fchoon hy den Roomfchen in zyn Ryk meerder vryheid gegeeven heeft, het geen niemant wraaken kan , heeft egter, niet lang geleeden , nieuwe Wetten moeten maaken, om het verval in den openbaaren Godsdienst tegen te gaan, en fnoode gevoelens beter te fnuiken. Men moet ook erkennen , dat de Dag des Heeren daar, federt, beter gevierd wordt , dan in T 5 veele  293 oorzaaken van 't ongeloof. veele andere Proteftantfche Landen. Ook neemcn de gevoelens der AHaanen daar af. Men keert gelukkig terug , en komt reeds tot die van rocll , welke ik U in het vervolg zal leeren kennen. Niettemin blyft het kwaad der Deïstery daar fchuilen; doch meest by aanzienlyke Lieden , gelyk de woeste Zeden by het gemeene Volk. De onlangs gedaanc Voörflag in het Parlement, om vry te zyn van de Ondertekening van de XXXIX Artykelen der Engelfche Kerk, is, ter goeder uure , afgeflaagen. V. Waar aan moet men thans bet kwaad der Vrygeesten in deeze verlichte Eeuw toefchryven ? A. Men moet dat toekennen aan het Vermaak en de zinlyke Genietingen , welke in deezen tyd zo fterk zyn ingedrongen , en niet wel gevolgd kunnen worden, als de Godsdienst blyft boven ftaan. Men begreep dan zeer ligtlyk, dat deeze aangetast en weggefchopt moest worden , gelyk zulke Minnaars der Waereld ook ondernomen hebben, en nog daarin voortgaan. Voeg ook hierby , dat cerzugtige Lieden , geen kans ziende, om eenen helklinkendcn roem te verwerven door de Verdediging van het Evangelie , het welk nu zo gemeen is geworden ; en zich egter wyzer oordcelcnde, dan duizend Christenen , eenen' naam wilden maaken door ruwe aanvallen op de  OORZAAREN VAN 'T ONGELOOF. 299 de Openbaaring. En welk is daarvan het gevolg ? Andere Lieden , in den Godsdienst onbedreeven , daarby op nieuwheden gefield, cn zelfs genegen , om valfche (tellingen , bedekt met een blinkend vernis van valfche geestigheid , te bewonderen , worden dooide Schriften van zodanige roemzieke fnoode Schryveren, ongelukkiglyk verleid. Vergeet ook niet eene andere oorzaak van dit treurig kwaad naamelyk , dat verfcheiden' geleerde Mannen , te veel op hunne Reden vertrouwende , niets willen aanneemen , i dan zulke dingen , die hun Vcrftand volkomenlyk kan vatten. Dus moet immers by hen het Evangelie , louter om zyne heerlyke Verborgenheden, agterftaan. De Reden , zeggen zy , is hun ter onderwyzinge genoeg. liet Nut en de Noodzaakelykheid der Openbaaring kunneu of willen zy niet vatten. Des blyven Blindheid en Bedorvenheid van het Hart dc oorzaaken des treurigen Ongeloofs in onze tyden. Een weinig W ysgeerte leidt zodanigen tot het Ongeloof : eene groote maate van hetzelve doet anderen eerbiedig knielen voor het Evangeliewoord ! V. Is dit ftuk afgedaan, laat ons dan 'tot andere Gemeenten overgaan: wat wilt Gy my van de Hervormden Zwitfers en Waldennen berigtcn ? A. De Zwitfers ondertekenden te vooren 't  300 geschillen. 't Ontwerp van Overeenkomst (bladz. 185); doch, na eenige deswege gereezcn' gefchillen , drong men er zo fterk niet meer op aan. Dan zy werden, in den jaare 1718, weer levendig ; en het liep zo ver, dat de Koningen van Engeland en Pruisfen , nevens de staaten onzes Vaderlands , aandrongen op deszelfs affchaffing. 't Is egter gebleeven; doch heeft zyn aanzien verlooren : de een tekent het , de ander niet. Voorts hebben de Katechismus van ostervald , en het Woordenboek agter den Zurichfchen Bybel gefchillen gegeeven. Van byzondere Aan¬ ban gery., als de Schwenkfeldiaanen in Duitschland , waarvan er nog eenigen in Silefie zyn, en de zo genoemde Geinfpir eer den of Geestdryvers , die , uit de Camifards (bladz. 256) gefprooten , in deeze Eeuw door europa omzwierven; doch na den dood van rok , eenen hunner Hoofden , die in den jaare 1749 te Gellnhaufen is geftorven , opgehouden hebben , zal ik, als zynde van minder belang , niet fpreeken. V. Liever den woord van de Waldenzen in deeze Eeuw ! A. In den oorlog, door den Hertog van Savoye tegen de Franfchen gevoerd , van den jaare 1699 tot 1711 , ftonden deeze braave Dallieden hem klocklyk by met de wapenen, en behaalden niet weinige voordeden. Sedert ge-  waldenzen ' vertrokken. 30I genooten zy, by den vrede , de lieflyke rust. Somtyds klaagden zy , gelyk in het jaar 1-24. , dat men hen dwong tot het vieren van Roomfche Feestdagen en andere lasten ; maar , op voorfpraak van Nederlands staaten, werden die klagten door den Hertog, thans Koning van Sardinië, weggenomen. Maar in den jaare 1730 werdt de Valey Pragelas, voorheen onder 't gebied der Hertogen van Savoye, daarna door Frankryk veroverd en eindelyk weer verboren, aan dat Ryk terug gegeeven. De Koning gaf daarop bevel, dat de JValdenzen, daar woonende , binnen zekeren tyd , den Roomfchen Godsdienst zouden moeten omhelzen , of het Land vcrlaaten , zonder goederen mede te neemen. De Sardinifche Vorst , daarover onderhouden dóór onze staaten , antwoordde , niets tot verandering in deezen te kunnen doen , alzo de Valey aan Frankryk , zonder bepaaling deezer zaak, was overgegeevcn. Toen werdt zy van drie duizend Hervormde Inwooners verhaten : nicmant bleef er , of verzaakte zyn geloof. Tot vergocdinge der fehaade en onderhouding der verftrooiden in Zwitferland en elders , gaf de Provintie Holland alleen, na eene gedaane Collecte in de Steden , ruim tweemaal honderd en vyfendertig duizend Guldens. Eenige honderden deezer Dallieden zakten voorts herwaards af, vonden hier eene vei-  302 staat der, waldenzen. veilige vcrblyfplaats , en werden onzer Natie ingelyfd. Hunne Aframmelingen leeven nog onder ons; doch, nu min bekend, worden zy voor egte oude Hollanders aangezien. De overige Waldenzen , in de drie Valeyen van Lucern , St. Martin en Peroufe , zyn tot heden toe in volle rust, door 's Konings orde , gcbleeven ; hoewel zy foms voor de onaangenaamheden van Roomfche Priestcren, die niet tot 's Konings ooren komen , bloot ftaan. Zy ftonden hem dapper by in den oorlog van het jaar 174a tot den einde toe. Thans hebben zy vyfticn groote Schooien , eenige kleinen , dertien Kerken met zo veele Leeraars , en maaken ruim tien duizend Zielen uit : des zy , door de Godlyke Voorzienigheid , niet verminderd ; maar , van tyd tot tyd , in getal zyn toegenomen. Alle twee of drie jaaren houden zy een Synode. Hunne Jongelingen, tot het Predik-ampt gefchikt, ontvangen hun onderwys op de Zwitferfche Academiën. Veele zaaken loopen dikwerf te zaamen , die deeze Gemeenten in zwaare armoede ftortcn. Aan derzelver behoud heeft men zich egter , in de voorige en deeze Eeuw, veel laaten gelegen liggen. willem de III, Koningin maria , deszelfs Gemaalin , de Engelfchen, de Zwitfers , de Proteflantfche Vorften van Duitschland, en vooral ons Vaderland, hebben dezelve ftaan» de  zorg voor de waldenzev. ^03 de gehouden door groote giften. In den jaare 1731 , begon de Walfche Synode deezer Landen , uit voorzigtigheid , een vast fonds tot onderfteuning dier Kerken aan te leggen. Dit is zints toegenomen , vooral door de Colleften in de Provintien onzes Lands in de jaaren 1764 en 1765, en dc nog vooitduurende jaarlykfche giften der Nederduitfche Synoden. De Renten dier gelden worden , jaarlyks , door de Commisfarisfen , welke de Walfche Synode benoemd heeft, naaide Valeyen overgemaakt. Een bewys van hunne Regtzinnigheid, door de dertien Leeraars getekend en gezegeld , hadt ik , vóór eenige jaaren , in handen , cn het werdt daarna vóór de Zuid-HoUcmdfche Synode te Gouda opengelegd. Engeland heeft zich , na den jaare 1761 , meer aan hun laaten gelegen liggen. De maatschappy ter voortplanting van dc kennis des Christendoms heeft ook eene groote verzamelde fomme tot een vast fonds gemaakt , waarvan de Renten , jaarlyks , naar de Valeyen verzonden worden. Dus houdt men deeze beroemde Gemeenten , die de wisfelvalligheden van XVII Eeuwen verduurd hebben door de zorg des Almagtigen , in het midden van zo veele omringende Roomfche Landen , en zo naby den Paus , in ftand! V.  304 STAAT DER. SOCINIAANElSf. V. Ik hoor niets meer van de Sociniaanen? A. Hoe konden zy veel opgangs maaken na de verftooiïng. (bladz. 191). Hun gevoelen wegens de kragt en het oogmerk van Christus dood vondt in de XVII Eeuw veele Voorftanders in Engeland , en zulken vindt men er nog. De geenen , ^tvelken het zuiver gevoelen der Kerk verworpen hebben , helden egter meer over tot dat van arius. De berugte biddle of ^bidellus , een Man, die ongemeen vaardig was, en paulus Brieven, voor de vuist , in 't Grieksch kon opzeggen, rigtte , na het midden der XVII Eeuw , een Vergadering van Sociniaanen te Londen op. De geenen , die het Landfehap Mark bewoonen , komen op vaste tyden in het Dorp Koningswald by Frankfort aan den Oder , te zamen. Laat ons nu eindigen. V. Mogelyk kunt cn wilt Gy er nog wel iets by doen van de Griekfche of Oosierfehe Kerk in deeze Eeuw. A, Wat zal ik er U van zeggen , daar veele noodige befcheiden ons ontbreeken ? Dc zo genoemde Regtzinnige Griekfche Kerk ftr.rü nu onder de Turken en Rus/en. Aan de eerften moet zy het opgelegde hoofdgeld , jaarlyks , Hipt betaalen, en alles myden , wat hunnen Heeren mishrngt. De Grieken . die , in den jaare 1752 , wat vry Üftfpraken over de afzetting van hunnen Patriarch  oostersciie grieken. go^ triarch te Conftantinopole , ondervonden dat, door hun hoofd tenzelfden dage te " verliezen. Dan, ongeacht alle Verdrukkingen, zyn er veele Grieken in het Ryk der Turken. In de gemelde Stad zyn zy, behalven tweemaal honderd duizend Armeniërs , meer dan viermaal honderd duizend fterk; en op des Archipèls Eilanden talryker, dan de Turken. De Oosterfche Griekfche Kerk wordt nog door de vier Patriarchen van Conftantinopole, Alexandrie , Antiochie en Jerufalem beftierd, die andere Geestelyken onder zich hebben. Men telt ook, onder hen, Monniken naar de inftclling van basilius , wier kleeding eenerlei , en de levenswyzc ftreng zyn. Zy hebben egter veel minder Kloosters , dan de Roomfchen. De voornaamften vindt men te Jerufalem , op de Bergen Athos cn Sinai , op het Eiland Patmos , enz. Men vindt er ook Nonnen-Kloosters. Geduurende deeze ^ Eeuw is er by hen geene verandering in de Leer voorgevallen. Veelen hebben met hunne Schriften verklaard , afkeerig te blyven van den Paus, van de Transfubftantiatie en andere Stellingen. Het Bygeloof hindert hen nog, met ons volkomen overeen te ftemmen. Toen byna alle Exemplaaren eener Overzetting des Bybels in het Grieksch , op een Schip hun toegezonden , door het vuur verteerd werden , zo liet IV. deel. V so_  30Ö oostersciie grieken. sophia louisa , in den jaare 1710 , op haare kosten eenen nieuwen Druk aanleggen, verzenden , en voor niets onder de Oosterfche Grieken uitdeden. kalliupolita hadt dezelve in de voorige Eeuw gemaakt, en zy was , door de zorg van den Hollandfchen Gezant aan het Conftantinopelfche Hof, met eene Voorrede van den beroemden cyrillus lucaris , te Geneve , in den jaare 1638, gedrukt. Edele diensten indedaad , ten voordeele der arme onkundige Grieken. — Behalven onze drie groote Feesten, hebben zy nog veele anderen , ook zeven Sacramenten , en toonen eenige eerbied aan de Beelden. — De Geleerdheid werdt, in deeze Eeuw, wel niet geheel verwaarloosd ; maar de meeste daartoe noodige hulpmiddelen ontbrceken hun. Op de verbetering der Schooien hebben zy zich toegelegd , vooral te Conflantinopole , Bucharest, Jasfy , Joannina en Patmos. Onder hunne voornaamfte Geleerden heeft men geteld dositheus , notaras , chrysanthus , helladius, comne- nus, de beide maurocordato's , demetrius cantemir, vermaard Vorst van Moldavië, en zyn Zoon antiochus , voorts dorostamus , atiianas , polyides , parascevas en anderen. Het Werk van demetrius cantemir over het Othomannisch Ryk is beroemd. En 't is zonderling , dat zyne Voorfpellingen aan-  grieksche kerk in rusland. 307 aangaande hetzelve tot op deezen dag vervuld zyn geworden. Onder zyn bellier werdt de Academie der Geleerden te Petersburg opgerigt. — Over de verkiezing eens Bisfchops , die de Grieken in Dalmatie zou beheeren , kwam veel twists. De Fenetiaanen , die er nadeel by leeden wegens de verhuizing van fommigen , kreegen egter , in den jaare 1762 , hunnen zin; maar »f gaf aldaar eene fcheuring onder de Grieken. — De Gemeenfchap tusfchen de Gt iekfche Georgiers en Mingreüers , die in de diepfte onkunde verzonken zyn, en tusfchen den Patriarch van Conflantinopole , fchynt thans verbrooken. V. Hoedanig was de ftaat der Griekfche Kerk van Rusland in deeze Eeuw ? A. De vermaarde Czar peter de I en zyne Opvolgers deeden dezelve eene groote en lofwaardige verandering ondergaan. Hy liet wel de Leer onaangeroerd ; maar verdreef veel van de onkunde en het bygeloof der Priesteren cn des Gcmcenen Volks. Hy maakte het gebruik der Heilige Schrift algemeener , ontzettede onkundige Leeraars van hun ampt, en liet Schooien, Boekdrukkeryen en Bibliotheeken oprigten. Ook verboodt hy , in den jaare 1702, alle verbittering tegen andere Gezindheden, en gaf den Proteftanten vryheid van Godsdienst. V 2 Hy  308 grieksché kerk in rusland. Hy vernietigde dc Patriarchaale Waardigheid in den jaare 1719 , en (lelde een onder zyn oog beftierend Synode aan. De vermaarde steven javorsky die een groot werk in zyne landtaal tegen de Kettery fchreef, was daarin de eerfte Voorzitter. Czarin elisabeth verbeterde , in den jaare 1742 , de Kloosters. Hadt de dood peter den III niet verhinderd , hy zou het beftier der geestelyke goederen den Monniken en Geestelyken onttrokken hebben. Dc tegenwoordige Czarin , catharina de II, heeft dit met eenige veranderingen uitgevoerd , en tevens een Wetboek aan de Natie gegeeven. Volgens de geestelyke Regelen mogen de Priesters , maar niet dc Metropoliten, Aartsbisfehoppen en Bisfchoppen trouwen. Men telt er zevenhonderd en veertien Monnikenen tweehonderd en twintig Nonnen-Kloosters. De eerften bevatten zevenduizend en vierhonderd Monniken : de anderen vyfduizcnd en zeshonderd Nonnen. "Wat zou Rusland winnen , zo deezen ook vernietigd werden ! Dan , daar er ' niemant, vóór zyn veertigde jaar , mag ingaan , zullen ze niet zeer toeneemen. De: Rusfifche Synode heeft den Bybel , in den jaare 1751 , geheel het licht doen zien in de Slavonifche Taal. theophanes procopowicz heeft den Rus/en veele kleine Schriften , vooral eenen Katechis- mtts,  giueksche kerk in rusland. 309 mus , ter bevordering van kennis , gegeeven; doch jeronomonach platon , een Uittrekfel uit de Godgeleerdheid, ten gebruike van den Grootvorst, waarin meer goeds is , dan men van een Rusfisch Leerboek zou vervvagten. Daarin kant hy zich aan tegen het blindelings onderwerpen aan den Paus , tegen het verbod van de Heilige Schrift te leezen , en tegen het Vagevuur. Ten aan^ ziene der Proteftanten veroordeelt hy het niet aanneemen der Apoltolifche Overleveringen ; het Geloof van den uitgang des heiligen geests , ook van den Zoon ; het vastftellen van christus lichaamlyke overaltegenwoordigheid , en de vaste Voorbefchikking. Doop en Avondmaal noemt hy de voornaamlte Sacramenten. Jesus Middelaarsampt wordt niet van hem verworpen. De Beelden , zegt hy , zyn niet ter aanbiddinge , maar tot herdenking van Gods daaden cn die der Heiligen opgehangen. — Het aanzoek van de Leeraarcn der Sorbonne te Parys by peter den I, tot eene Vereeniging der twee Kerken , is vrugteloos geweest. Wat de Geleerdheid in Rusland betreft , de beroemde Academie der Geleerden , door peter den I beflooten , doch agtergebleeven wegens zynen onverwagten dood , liet catiiarina de I, in den jaare 1726 , ftaatig jnwyen ; en werdt door elisabeth , iu den V 3 jaare  310 geleerdheid in rusland. jaare 1747, ongemeen vergroot, catharina de II volgt thans datzelfde fpoor. Onder de beroemdlte Mannen aldaar , mag men tellen procopowisz , javorsky , k0t0wisz , saris , ambrosius cn adrianus. De Geleerdheid moet men in Rusland nergens ten platten Lande zoeken. Wie daar leezen en zingen kan , bezit bekwaamheids genoeg ; en die eene Liturgie van buiten heeft geleerd , heeft de noodige verdiensten , om Aartspriester te worden. Hoe veel valt er dus nog niet te doen , om dit groot gebrek te herftellen ! De Kwcckfchoolen zullen dat moeten verhelpen. De 1 Monniken , die daar de Leeraars zyn , draagen de Godgeleerdheid hunnen Kwcckelingen liefst voor uit de Proteftantfche Boeken. Hunne Weetenfehap hebben zy ook aan dezelven te danken. En waar toch anders zouden ze die verkreegen hebben ? Hun Land hadt nooit voorheen bekwaame Mannen opgeleverd. Zy verftaan weinig , doch meer het Grieksch, dan het Hebreeuwsch. Van de Dicht- cn Redekunde zyn zy niet geheel vreemd. In de Godgeleerdheid en Wysgeerte zyn zy meest ervaren. —— Tot de onregtzinnige Kerk brengen zy de Nestoriaanen , die nog zeer bloeiende Gemeenten hebben in Mefopotamie , Arabie en Indie : de Monopliyfiten in asia en africa , welker getal niet gering is : dc  gr1eksche christenen. 311 de Maroniten, die thans wel honderd en vyftig Gemeenten in .. Syrië hebben : cn de Christenen van st. jan in Arabie aan de Kust des Perfifchen Zeeboezems. ... Zie daar nu onze groote taak, de Historie der Christenen , geduurende den tyd van byna XVIII Eeuwen, geheel afgedaan, behalven de Vaderlandfche , die ik best geoordeeld heb, U aanecngefchakeld cn afzonderlyk voor te Hellen , dewyl ze voor U van geen gering belang is. Overzie nu eens den langen door ons afgeloopen weg : het eerst zo zuiver , daarna zo deerlyk vervallen, doch nu, ten minsten op veele plaatzen, herftelde Christendom. En wat zult Gy dan , by het overwegen van zo veele duizend verfchillende Gebeurtenisfen in de Kerk, tot deszelfs grooten en wyzen Beftierder zeggen ? Wat anders ? dan de Eeuwige Waarheid heeft, op uw bevel, ftand gehouden ,, zy heeft gezegepraald, zy heeft ons befcheenen : de Poorten der Helle hebben ons niet overweldigd ! Dat de Ongeloovigen dit over- weegen , tot nadenken komen , en het Evangelie , Gods grootfte en beste Gefchenk , aan de Waereld gegeeven , niet langer verfmaaden ! V4 VIER-  VIERENDERTIGSTE ZAMENSPRAAK over de KERKELYKE HISTORIE VAN ONS VADERLAND, In de eerfte XV Eeuwen. Oude Staat des Lands. Aankomst van 't Evangelie. Eerfte Bekeerden. Wilfrid. Willebrord. Bonifacius. Hervorming onder Karei den grooten. Pelgrimaadjen. Kruisvaarten. Gevolgen daarvan. Ridderfchappen. Vreemde prediking. Bedryf der Bisfchoppen. Vervolging. Geesfelaars. Geestelyken beteugeld. Uitvinding der Boekdrukkery. Biervorming door de Cufa. Verlichting. Oprigting van Schooien. Verval in Zeden, V raag. Waaraan zullen wy thans , na het befchouwen der geheele Historie der Christenen , de hand flaan ? Antwoord. Herinner U, dat ik, om verwarring te myden, de Kerkelyke Historie van  gelegenheid van ons vaderland. 313 van ons Vaderland, dus lang agter wege gelaaten heb , om dezelve , afzonderlyk , cn in haar geheel, zonder ze telkens af te breeken , te bezien ; het geen anders , hadt ik ze in de voorige ingelascht, noodwendig hadt moeten gefchicden. Deeze leiding, meen ik, zal U voordeel geeven , cn een geregelder denkbeeld doen vormen van de Gefchiedenis der Vaderlandfche Kerk , waarin Gy, voorzeker , geen klein belang hebt. V. Hoe gaarn onderwerp ik my aan de leiding, die Gy voor my de beste keurt ! A. Daar ik dit weet , zullen wy zonder toeven daar mede beginnen ! - De Batten of Batavieren bewoonden , vóór Jesds Geboorte , de Oevers der Eder, eene Rivier tusfchen Hesfenland en het Graaffchap Waldek ; doch aldaar telkens geplaagd door een Volk , dat den naam van Katten voerde, bcflootcn zy een' vreedzaamer' Oord op te zoeken. Desv zakten zy af, en namen een onbewoond Eiland in , naderhand het Eiland der Batavieren geheeten, bevattende het grootlle deel van Gelderland, Holland en Utrecht , gefcheiden door den Rhyn van het vaste Land. Ongetwyffeld hebben zy zich ook in dc Zeeuwfche Eilanden uitgebreid. De Friefen befloegen toen Friesland, Overysfel, Groningen en de Ommelanden. Gy moet dit indagtig zyn, om de volgenV 5 de  314 oude vaderlandsciie godsdienst. de Gebeurtenisfen wél te begrypen. Het is opmerkclyk , dat dit laatfte Volk byna het eenige in europa is, het welk zynen Naam, zyne Vryheid , en een gedeelte zyns Lands, XVIII Eeuwen lang ,. behouden heeft. De Romeinen , zeide ik U (II Deel, bladz. 358) kwamen hier , onder het geleide van julius cesar. Ik befchrecf de Geftalte , Levenswyze , Zeden , den Godsdienst en de Regeering der Volken onzes Lands (bladz. 355-358). zy hebben, ongetwyffeld , eerst hunne eigen' Goden gehad ; maar, door den omgang met de Romeinen , werden ze onder een verward ; en dus is het geen wonder , dat men , in onze dagen, Beelden der Romeinfche - Afgoden op Walcheren opgedolven heeft. Men wil , 1 dat dc edele germanicus , daarna ook hier gekomen, by Leiden eene School hebbe opgerigt , om de Bataaffche Jongelingen in de Taal en Zeden der Romeinen te laaten onderwyzcn: een trek van Staatkunde , deels om dat woest Volk te befchaaven , deels om hetzelve in toom te.,houden. V. Gy wilt my dan beduiden, dat onze oude Landbewooners Heidenen waren , en , boven hunnen eigen Godsdienst , nog dien van de Romeinen aannamen , of ondereen fmolten ? A. Zeker, dit hadt ik in den zin! Ook zyn  evangelie alhier gebragt. 315 zyn zy lang na Jesus geboorte in deeze Heidenfche blindheid geblecven. De Landen aan geene zyde des Rhyns werden wel vroeg door het Evangelie verlicht; maar niet die aan deeze zyde. In Gallie kende men de Leer der Waarheid reeds in de II Eeuw; en de ftrcckcn aan geene zyde der gemelde Rivier , tot ver beneden Keulen , hadden ook reeds, vóór het einde dier Eeuw, Christelyke Kerken. Het fchynt, dat een gedeelte van Gelderland en Holland, aan .geene zyde des Rhyns of der JVaal, eerst in de IV Eeuw , of een weinig vroeger, met het Evangelie beftraald is. De Historie deezer tyden is met ondoordringbaarc nevelen van duisternis bedekt. Ongetwyfeld hebben de Christen Krygskncgten , onder de Romeinfche Benden hier te lande gekomen , de eerfte kennis van den waaren Godsdienst mede gebragt. Mag men dat , onder anderen , niet befluiten uit twee Beelden, juist nevens andere Rmneinfche Oudheden en Wapenen , uit den grond buiten Nimwegen opgedolven in de XVII Eeuw ? Het een verbeeldde den Marteldood van stephanus : het ander Jesus aan het kruis, 't Is opmerkelyk, dat , op het laatfte, vier Nagels en het benedendeel des Lichaams , met eenen fluier bedekt, afgebeeld waren. Deeze beiden kunnen toebehoord hebben aan Romeinfche Krygs-  3l6 evangelie alhier gebragt. Krygsknegten , die Christenen waren. ——— Hoe dat zy, de inval der Gothen, in dert aanvang der V , Eeuw , heeft , ongetwyfeld iets goeds , tot verlichting van dit en de nabuurige Volken by den Rhyn aangebragt. Keizer constantinus (III Deel, bladz. 208210) wilde het Evangelie overal in de beheerde Provinticn , en dus ook in ons Vaderland , geplant hebben. Hy gaf het bewind over dezelven in de handen van Christenen. En dewyl hy eene byzondere achting hadt voor' de overwonnen' Franken , is het zeer te vermoeden, dat hy hun het Evangelie niet zal onthouden hebben. Ten minsten werdt hetzelve van dat Volk , vóór het einde der V Eeuw, vry algemeen omhelsd ; en benoorden den Rhyn, niet verre van de Zee, woonde toen reeds eene Christenfche Prinfes. ... Zie daar , hoe wéinig wy van die eerfte tyden weeten. V. De volgende Eeuwen zullen ons , mogelyk, meer lichts geeven ! A. Eene Duisternis van gelyken aait verfpreidt zich mede over de geheele VI Eeuw. In de VII Eeuw flikkeren eerst eenige flaauwe ftraalen ons toe. Wy wceten, dat de Friefen het langst ongeloovig bleeven. dagoeert , Koning van Oostfrankryk, die in den jaare 638 ftierf, hadt te Utrecht, waar men toen meest of geheel blind was, eene Chris-  vaderlandsche kerk in de VII eeuw. 317 Christen Kapel laaten oprigten. geertruid, de Zuster van den Hofmeester zyns Zoons sigebert , heeft, naar fommigcr gevoelen , eene Kapél gefticht, waar nu Geertruidenberg ftaat, die door amandus , Bisfchop van Maaftricht werdt ingewyd. Zulk eene groote daad , gewis zeer groot , wanneer men de Tyden gade Haat , gaf aanleiding , dat men Haar daarna , als eene Heilige , geëerd heeft ; en , ter haarer gedagtenis , dronk men federt, verfcheiden' Eeuwen agtcréén , op Gastmaalen , naar de gewoonte dier Tyden , eenen i braaven teug wyns. — Onder sigeberts Regeering fchynen veele Ongcloovigen bekeerd te zyn. — De Muntmeester elingius werdt, wegens zyne uitmuntende kennis en deugd, tot Bisfchop van Nojon verheeven , en aan hem de bekeering der Steden Gent en Kortryk toegekend. Veele Antwerpenaars en Zeeuwen zyn ook, zegt men , door Hem tot het Geloof gebragt ; hoewel alles, na zynen dood, weder tot de oude Afgodery fchynt vervallen te , zyn. V. Die Bekeringswyze zal, ongetwyfeld, zwakke gronden gehad hebben ! A. Gy merkt dit wél aan uit het geen ik U 'reeds van het verval der Kerke in Oorden , waar de Leer reeds lang ontvangen was , gezegd heb. Ook hier beftondt toen  f,l8 eerste evangelieprediking. toen de Godsdienst in uiterlyke Plegtighedcn. Dan , laat my voortgaan. "Wy weeten , dat wilfrid , Bisfchop van Jork in Engeland , in den jaare 674 , gedwongen werdt te vlugten. Hy kwam in Friesland, leerde daar , en wordt des voor den eerften Evangelie-Prediker onder de Fr ie/en gehouden. Ik zal des wat meer van hem zeggen. Hy hadt zich voorheen te Rome in de Godgeleerdheid geoeffend; en in de Kerkvergadering van Whitby , in den jaare 664 gehouden over den tyd van het Paafchen te vieren , zich doen gelden. Naderhand werdt hy Leermeester 'van Koning alfred ; maar, wegens zyne trotsheid afgezet , nam hy de vlugt, om te Rome te klaagen over het aangedaane ongelyk. Met eenen gunstigeu wind landde hy in Friesland, werdt van Koning adgillus wdl ontvangen ; moest er den winter , die de reis naar Rome tegenhieldt , blyven ; en predikte toen het Evangelie , waarop veele duizenden bekeerd werden. Hy fteldc gewis dc Leer van 's Pausfen Oppermagt voor : want deeze Landen werden , federt , aangemerkt, als ftaande in geestelyke zaaken onder den Paus. Na den winter ging wilfrid van Rome. V. En hoedanig was het gevolg deezer eerfte Evangelie-prediking ? A. Het gerugt van deezen zo gewensch- ten  eerste evangeliepredikers. 319 ten uitflag , in Engeland overgevloogen , deedt den Monnik wigbert, in den jaare 687, van daar in Friesland overkomen , en, twee jaaren lang , doch met weinig vrugts, het Evangelie prediken, willebrord , een andere Monnik, der Landtaale kundig, volgde , in het jaar 688 , met tien anderen , dat voorbeeld. Zy kwamen te Katwyk aan land ; reisden naar Utrecht , dat toen in handen van Koning radboud was; vonden de Bekeerden onder Vorst dagobert meest afgevallen , het gcfticht Kapelletje door de ongcloovige Friefen meest verwoest, en radboud tot het Evangelie ongenegen. Ter fchande van Keulens Bisfchop vindt men aangetekend , dat hy, aan wien de zorg voor deeze nieuwe geftichte Gemeente was toevertrouwd , de vcrfterking der Nieuwbekeerden zich weinig hadt aangetrokken. willebrord vondt dus meer te doen. Daar hy , om beter te flaagen, de onderfteuning des Frankifchen Hofs , waar heen hy zich alvoorens begaf, gczogt hadt , werdt. hy ook begiftigd met een Klooster, by het tegenwoordig Roer-monde. Middelerwyl werden de Friefen , wegens den afval , door pipyn , Groot-Hofmeester van Frankryk, beoorlogd , in den jaare 691 verwonnen , en radboud aan hetzelve cynsbaar gemaakt. Toen viel het deezen Veldheer gemakkelyker, willebrord  320 prediking van willebr0rd. brord naar de te ondergebragte Friefen te zeilden. Maar, of met deszelfs gezag niet te vrede , of eene gewettigde zending willende hebben , toog hy eerst naar Rome , en verzogt de goedkeuring cn zegen van Paus sergius den L Dit geviel den Paus, die hem daarenboven den naam van cleiuens gaf, en inwydc tot Aartsbisfchop der Friefen. Hy wilde toch (Gy kent de Pausfen) ook gaarne in deeze Landen een Bisdom hebben , afhanglyk van zynen Zetel. V. En toen begon willebrord zyn werk? A. Ja , dat begon hy ; en zyn de oude befchciden waar , dan heeft hy gefticht de Kerken te Vlaardingen, te Petten en Ifei/o. In deeze laatfte plaats vindt men nog eenen Put , die den naam van Sint willebrords Put draagt. Maar de Friefen ftuitten 's Mans verdere prediking, waar zy konden , en vielen pipyn af. willebrord en andere hem helpende Monniken voeren egter voort. Te Utrecht zou , ten deezen tyde, een Bedehuis en een Doopvont gefticht zyn: cn zwitbertus , éc"n zyner gezellen, reeds tot Bisfchop verkooren , zou ingewyd hebben de Kerk te Duurftede, te Rysuyk, Haagenflein , Schoonderwoerd , Arkel, Woudrichem en anderen. In den jaare 717 zou de Oorlog tusfchen pipyn cn de Friefen, om des afvals wille ontftaan, geëindigd zyn, onder  radboud ongedoopt. ge, fnder voorwaarde , dat radboud het Evangelie zou omhelzen. wolfram , Bisfchop van Sens in Champagne , zou , zegt men , zich toen bewogen gevonden hebben , om willebrord in zyn werk by dc Friezen te gaan helpen, radbouds Zoon en veele anderen zouden zich toen hebben laaten doopen. Men verhaalt, en Gy zult het ook, mooglyk > wel gehoord hebben , dat de Vader ook daartoe befloot , en te Hoogtwoude of Medenblik reeds met dénen voet in de Doopvont ftondt; doch op de Vraag: waar zyne veeltallige ongedoopte Voorouders gevaarcn waren ? ten antwoord krygende : dat zy zekcrlyk verlooren waren , denzelven terug trok, en zeide : „ liever met hen in het zalig Gewest van wodan (een Afgod), dan met eenen geringen hoop Christenen in den Memel te willen weezen." Men voegt er by , dat wolfram daarna vertrok , cn Koning radboud , reeds kwynende aan eene fleepende ziekte, zo fchiclyk daarop ftierf, dat hy reeds ten derden dage begraaven werdt. V. Zou die Gebeurtenis waar zyn ? A. Sommigen houden radbouds Doop en het geen er by voorviel voor een verdigtlel ; doch wyl de verfieringen meestal eenigen grond hebben ; zo meent men , dat men aan deezen radboud toegefchreeven liebbe , IV. deel. x het  gji WILLEBRORDS DOOD. het geen , in den jaare 728 , aan eenen anderen van dien naam gebeurde , die gezegd wordt , zynen voet uit de Doopvont terug getrokken te hebben. — poppo volgde radboud In de Regeering. willebrord en de zynen kreegen toen vryheid, om,het Evangelie overal te prediken , en de Kerken , onder het voorig bellier vervallen , te herftellcn. Omtrent deezen tyd fchynt hy te Utrecht eene Kerk en een Klooster ter ecre van Jesus Christus en de Heilige Maagd marla gefticht te hebben ; en heeft, waarfchynlyk, zynen zetel toen in die Stad gevestigd , en zich met ernst op de bekeering der Friezen toegelegd. Hy overleedt in den jaare 737 , cn liet verfcheiden' goederen na , hem door anderen gefchonken , by voorbeeld , eene Kerk met haar toebehooren te Antwerpen , verfcheiden' Hoeven in de Meycry van 's Ilertegen-Bosch, en een gedeelte van de Baronnie van Breda. Hoeven betekenden , ten dien tyde, behalven de onroerende goederen , de Beesten cn Slaaven , die aan zulke bezittingen de grootftc waarde byzetteden. . . Gy vindt hierin de eerfte blyken , dat de Geestelyken ook zin hadden in veele tydelyke bezittingen , cn dat deeze de eerfte fpooren zyn van Geestelyke Goederen, in ons Vaderland door hen bezeeteri : maar Gy kunt er tevens uit alle;-  bonifacius prediking. 323 aficiden , welken voortgang de Christelyke Godsdienst reeds toen in deeze Oorden gemaakt hadt. En Keizer karel de groote hadt zelf, al in den jaare 722, veele Bezittingen , naamelyk alle de Goederen der Koninglyke Schatkist aldaar, aan den Bisfchop van Utrecht befprooken ; des het aanzien dèr Geestelyken hier door niet weinig toenam. V. Maar , hadt willebrord geen' Opvolger ? A. Ja wel ! bonifacius , anders winfrid geheeten , een Schotfche Monnik , in den jaare 717 overgekomen , hadt zich te Wyk by Duurftede opgehouden , en eenen anderen radboud vrugtcloos tot het Evangelie vermaand ; maar daarna te Rome gekomen , werdt hy van Paus grf.gorius den II gcvolmagt, om den Heidenen in Germanie het Evangelie te prediken , en , waar het reeds bekend was , de Geestelyken te verbeteren. Daarop van willebrord te Utrecht vriendelyk ontvangen zynde, ftondt hy hem, drie jaaren lang , getrouw by, in het verdelgen van Afgods Tempelen en het ftichten van Kerken : des de Paus hem befchonk met het opengevallen Bisdom van Mentz , en, na willebrords dood , met het ampt van Hulpbisfchop van Utrecht. V. Gedroeg Bonifacius zich wél ? A. Hy vondt genoeg te doen! Het getal X 2 der  324 arbeid van b0nifac1us. der Heidenen overtrof dat der Christenen* De Nieuwbekeerden vielen vaak af. Weinigen hadden ftandvastigheids genoeg, om de verzoekingen tegen te gaan. De Priesters gingen daarin voor. Nu doopten zy in den naam van den driecenigen God ; dan offerden zy den Afgoden. Christenen verkogten Slaaven aan de Heidenen , om geofferd te worden. Zy aten vleesch van tamme en wilde Paarden , en raauw fpek. De Paus hieldt dit eene affchuwelyke zonde te weezen. Men hadt weinige Geestelyken , en die er waren , (tonden foms fchuldig aan grove gebreken. Anderen waren niet regtzinnig in de Leer. Sommigen , uit Engeland overgekomen , pleitten voor de Heidenfche Bygeloovigheden. ■ ■■ bonifactus deedt, omtrent den jaare 740, virgilius, eenen Zendeling in Germanie, veroordeelen, wegens de Stelling , dat er Menfchen woonden in dat gedeelte der Waereld, tegen over t welk wy ons bevinden. Ily zalfde pepyn tot Koning van Frankryk, in den jaare 751, in de Kerk van Soisfons, het geen het eerfte voorbeeld eens Konings van dat Ryk was , die zich , even als Israels Koningen , liet zalven. Zo trots waren toen •al de Geestelyken , eigenende zich zo veel magts toe , even als of zy , van. Gods wege , over de Kroonen mogten befchikken. is O-  onweetende kerkelyken. 325 eonifacius vertoonde zich niet meer, gelyk voorheen, gezccten op eene houten bank met eene waskaars in de hand; maar als eene nieuwe Moogendhcid met den blixem in de vuist. Hy bezat zelfs de Heilige Schrift niet ; maar verzogt ze van de Kloosters in Engeland, nevens andere Werken , als mede een zeker Boek, bevattende zes Profeeten , met klaare Letteren gefchreeven. Der Abtdis edburg badt hy , de reeds door Haar begonnen' Brieven van paulus voor hem uit te fchryven , en met goudene letters tc verficren. Dan , hy hadt eenige Verhandelingen over den Brief aan de Romeinen en den eerften aan dc Korinthiers, cn zou er gaarne de Uitleggingen over de andere Brieven by gehad hebben. Veel moeite ftelde hy in het werk, om de voor hem noodige Schriften te bekomen. Met het uitfehryven verliep er toch veel tyds: cn foms klaagden de Kloosterlingen over de felle koude , foms over de jigt , die hen in het fchryven belemmerde , foms over gebrek van pergament. Gy kunt uit deeze korre Schets oordèclen van den toenmaaligen Staat des Christeildoms in ons Vaderland , van het gedrag der Geestelyken , en van bonifacius kennis. Alles , alles was toen nog even donker ! V. Wat weet men meer van hem ?- X 3 A.  326 bonifacius laatste werk. A. Dat hy gefchil hadt met den Kcv.U fchen Bisfchop hildegarius over deeze zaak4 naamelyk, of het Utrechtsen Bisdom aan het Aardsbisdom van Mentz ,, of aan dat van Keulen onderworpen ware. De nitllag is ons onbekend ; maar, na zynen dood , werdt het aan het laatfte onderworpen verklaard. Oud van jaaren zynde , wilde hy nog eens de nu cigenlyke Friezen bezoeken: want ik heb U reeds gezegd (bladz. 313) dat deeze Naam toen eigen was aan de Inwooneren van veele Gewesten onzes Lands ; en ik wil er , ten beteren verftande, noch bydoen , dat, zints de tyden van karel den grooten tot diep in de XI Eeuw, de Gefchiedfehryvers maar één Woord hadden , ik meen dat van Friezen , om Friesland en het tegenwoordig Holland te benoemen. De oude Bisfchop , zeide ik , lust hebbende om de Friezen te bezoeken , onder welken hy, van tyd tot tyd , het Evangelie gepredikt hadt , toog derwaards ; cn , op zyne prediking , zegt men, werden veele duizenden bekeerd , Einders gedoopt , en Kerken gedicht. Te Dokkum hieldt hy zich op, onder eene Tent, met prediken en doopen; doch , in den jaare 754 , werdt hy van de ongeloovige Friezen overvallen , en met drieënvyftig der zynen, ongelukkiglyk, van het leven beroofd. Maar dit fnood bedryf werdt hun  bekeering der friezen. 327 hun van de Christenen ftrcng betaald gezet. Hy moet groote achting onder hen gehad hebben , alzo er meer dan zeventig Giften door de voornaamftc Friezen aan hem gedaan zyn , ten behoeve van de Abtdy van Fulda , waarin hy begraavcn ligt. Derzelver Kerk was toen met riet gedekt: geen wonder , dc toenmaalige tyden waren eenvoudig. Om er nu een Monnik van te worden , moet men eenen Edelman weezen. V. Hoe ging het na bonifacius dood ? A. Een gedeelte der Friezen tegen de Saxers opftaande, keerde, in den jaare 783, het Volk , van daar tot aan het Vlie toe, tot de oude bygeloovigheden terug , vernielde dc Kerken , en joeg alle Geestelyken weg. Dan , karel den groeten, twee jaaren daarna , een groot deel van Friesland aan zich onderwerpende , namen zo veelen het Evangelie aan , dat men , zints, dat Volk, als bekeerd , aanmerkte. Maar hoedanig zulk ccne Bekeering ware , kunt Cy begrypen , als ik U erinner, dat het zwaard er meest toe gebruikt was. alcuinus , karels Leermeester, heeft dat niet gelochend. Na deeze toen boog geachte omwending, werden, op karels uitdrukkclyk bevel, in de jaaren 789 en 794 , de Heidenfake Tempelen, Altaaren en Afgodsbeelden om verre geworpen; de gewyde Bosfchen , die hier te lande in X 4 groo-  3*8 hervorming in ons land. grooten getale waren , uitgeroeid; Schooien opgerigt; Meesters aangefteld, om de Jeugd, op de Roomfche wyze , te leeren zingen in het Latyn ; des Bybels Latynfche Vertaaling van dc misllagen der Uitfchryveren gezuiverd , en daarna , op bevel van lodewyk den vroomen , karels Zoon , in Ncderduitfche Dichtmaat , naar den trant dier Tyden, ovcrgebragt. Dit was toen eene verbaazcndc Hervorming; in 0ns oog allccnlyk een oppervlakkig werk. Men iineet dus het Heidendom by onze oude Landgcnooten wet^, en gaf hun ydele Plegtighedeu , meestal uk het Heidendom ontleend, terug, willebrord en eonifacius bragten ze in ons Land. karel voltooide met het zwaard , waartoe derzelver prediking onvermogend was. Zy allen voerden de Roomfche Bygeloovighedcu hier in , en onderwierpen het Land aan den Paus. Den drieëenigen God to kunnen noemen , de Heiligen te ecren , het Vagevuur te gelooven , voor dc Doodcn te bidden , de kragt der Bezwceringen vast te ftellen , waren de geheele Godsdienst. V. En Gy voegt er niet by, dc Beelden in Huis cn Kerk te eeren ? A. Karel was niet fterk op de Beelden gezet (III Deel, bladz. 401) , cn hy hadt Navolgers, waaraan men den oproerte Gent in den jaare 75a moet toefekry- yen ;  verbetering door frederik. 329 ven ; vermids fommig'en de Beelden in de Kefk wilden invoeren , 't geen anderen tegenftonden. Men ziet daar uit, dat er toen nog Lieden waren, die hierin van den Paus durfden verfchillen. Omtrent den jaare 860, begonnen eenige Kerkclyken, Onderdaanen van lotharius , Koning van Auflrafie , waaronder Utrecht , Luik en Keulen behoorden , zich tegen 's Pausfen gezag aan te kanten; hoewel de trotfche nicoi.aus dc I hen deedt onderdoen. Het Zedebederf, uit onkunde gefprooten , vernam frederik, Bisfchop van Utrecht , toen hy , in den jaare 817 , door zyn Bisdom reizende , op het Eiland Walcheren zeer veele fchandelyke gewoonten vondt; onder anderen het Huwclyk tusfchen Broeders en Zusters in gemeen gebruik ; en , langs de Zuiderzee zich naar huis begeevende , ontdekte hy gevoelens onder de Christenen , die naar sabellius en arius Stellingen (III Deel, bladz. 336, 354) zweemden , alle welken hy in kragt tegenging. Ook bleeven veele Nederlandfche Bisfchoppen afkeerig van eene volle onderwerping aan den Paus : want veelen hunner , zamengeroepen op de Synode te Rheims in den jaare 992 , verzetteden zich daartegen. En de Gefchillen daarover eindigden niet fpoedig : alzo, omtrent of ruim eene Eeuw laater, willem en coenraad , Bisfchoppen X 5 van  530 REIZEN NAAR 'ï HEILIGE GRAF. van Utrecht , betuigden in dezelfde gevoelens te ftaan : de eerfte werdt zelfs in den ban gedaan, om dat hy zich tegens den Paus verzet hadt. Komen wy tot laater ty¬ den ; wy verneemen zaaken van eenen anderen aait. Naar Rome , als Pelgrims , te gaan , was al mede , als een verdicnstelyk werk , in deeze Landen , door de Geestelyken voorgedraagen en aangepreezen. Maar thans was dat niet meer zo veilig , als voorheen. De Offerhanden der Pelgrims werden geroofd: de Mannen waren dikwerf huns lyfs , de Vrouwen haarcr cere niet meer zeker : des toog men meer naar het Heilig Land. De Soudaan van Babylonie hadt wel, omtrent den jaare 1009 , de Kerk van het Heilige Graf des Heeren doen omwerpen ; daartoe , zo men meent , aangehitst door de Jooden ; maar toen zyne Moeder maria het Evangelie aannam , en de Kerk herftelde, trokken veele geringen en grooten derwaards , om dat Gebouw te begiftigen , en tevens Jesus Graf te bezoeken. De Holïandfche Graaf, dirk de III, was de eerfte der Graaven , die zulk eene Pelgrimaadje ondernamen. . . Uit deeze ftaalen kunt Gy zien , al hebben wy geene volle en geregelde Befchryving van den ftaat der Kerke onzes Lands in die Tyden , hoe men toen dacht en leefde. V,  vaderland sche kruisvaarten. 331 V. En mogelyk volgden ook daarop de Kru is vaarten ? A. Gy hebt (uit het III Deel, bladz. 417-420 , 428-430 , 440 , 441) wel onthouden , dat zy daarna volgden. Zy moeten, toch , ook in ons Vaderland gepredikt, en 't Volk daartoe aangemoedigd hebben. Wy vinden ten minsten , dat de Hollandfche Graaven floris de II in het einde der XI, dirk de VI in de XII, en willem in de XIII Eeuw, ter Kruisvaart toogen. dirk bezogt, op de heenreis, Paus innocentius den II te Rome , en verkreeg van hem vryheid voor de Kloosters van Egmond cn Rhynsbarg , tot hiertoe geftaan hebbende onder den Bisfchop van Utrecht, dat ze voortaan van den Paus afhanglyk verklaard werden ; doch de Abt van Egmond moest , voor deeze gunst , jaarlyks , het regt van vier Schellingen Friefthe munt aan de Pausfelyke Schatkist betaalen. Dit onttrekken der Kloosteren van der Bisfchoppen magt, begon toen fterk in zwang te gaan. En de Pausfen waren niet huiverig, in zich van dat middel te bedienen, om de Grooten , die Kloosters (lichtten , en de Kloosterlingen zelve naauwer aan zich te verbinden. Hunne magt in ons Land werdt daardoor te grooter. Dan , juist dit gaf daarna veel onrust in de Kerk, en vermeerderde de on- gere-  33* vaderlandsciie kruisvaarders. geregeldheid in de Kloosters , op welker Bewooners de Paus , als te verre af zynde, geen naauwkeurig oog kon 11 aan. Deeze wanbedryven gaven daarna aanleiding tot de Hervorming. Maar hoe kundig was men in deeze heilige Gedichten ! 't "Was toen een uitmuntende lof, en men vindt deswege iii de oude Gedenkfchriften aangetekend , dat dc Nonnen in het Rhynsburgfche Klooster konden kezen en zingen. Dan , ik moet tot de Kruisvaarten wederkeeren. V. Laat ons tot dezelve wederkeeren ! A. Weet dan , dat veele Friefche Edelen , gelyk de fortemans , gelama's en bothnia's , met naame genoemd in eene oude Kronyk , een rood , wit, of anders gekleurd kruis op den regter fchouder lieten hegten , en het geleide van eenen Franfchen Kluizenaar volgden. Eenige Zeeuwfche Edelen , met naame van borsselen , flocgen ook op weg naar Pakflina. dirk , de Zoon des Heere van Brederode , cn jan , Heer van Jrkel, ftaan mede onder de Kruisvaarders genoemd. Maar onder die allen , gevolgd van eenen overgrooten hoop Landszaaten , evenaarde geen Volk de Friezen in dapperheid. De Vrouwen zelve verzelden de kloekmoedige Mannen op den verren en moeilyken togt. Zo iterk was de Godsdicnstyver by die , heden nog , moedige Land-  vaderlandsche kruisvaarten. 333 Landgenooten. Dit ging zo verre , dat de Monnik thomas , in den jaare 1260 , zich gedrongen zag , deezen godvrugtigen raad aan de Friezen te fchryven : „ Maant uwe Vrouwen van de Kruistogteu af: want dc Kruisvaarders zyn door de boosaartigheid des duivels altoos gereed , om de zielen te ver-, leiden : in dc voorgaande Oorlogen hebben zy hoerery en overfpcl bedreeven met de Vrouwen van uw ' Land. " Maar die zagte raad vondt weinig ingangs onder onze oude Helden. Op die togten komen ons de Friezen voor , als ftaande onder hunne eigen' Bevelhebbers , die geen anderen last wilden erkennen , dan dien van den Paus. In de belegering van Nicea roemde men hoog de dapperheid van verfcheiden' Edele Friezen, tjepko forteman liet er het leven. — In dien heiligen Oorlog eigenden zich de Haarlemmers de eer toe, van de Stad Damiate , die voor den fleutcl van Egypte gehouden werdt , veroverd te hebben , door het in ftukken zeilen eens kettings , aan den ingang der Haven ter hunner afweeringe gefpannen. Ter gedagtenis deezer roeniryke daad , ziet men nog, in Haarlems Groote Kerk , Scheepjes met twee Kafteelen , aan eenen keten verbonden, hangen ; en , 's avonds , luiden daar nog Klokjes , zo men wil , in die verovering be-  334 oorzaak en nadeel der kruisvaarten, bemagtigd. Dan , dc Friezen van Dokhun betwistten hun die eer. Daar vindt men deswege geen' Weerhaan op den Tooren der Stad ;' maar een Schip, met eene zaag vóór de boeg gewapend. V. Maar Gy hebt de Kruisvaarten , als een dol bcdryf, te vooren uitgetekend ! A. Dit deedt ik te regt (III Deel, bladz. 418 , 419) ; dewyl alles op de been raakte , en jong cn oud naar het Heilig Land toog ; * deels om dat men , wegens misverftand van Openb. XX. 2-4, het einde der Waereld vreesde en waande , dat Jesus wel dra aldaar ten oordeele zou verlchyncn ; deels om dat Paus gregorius de Vil de Turken wilde temmen , en het Land , waar Jesus geleefd had , als te heilig om van hun bezeten te worden , uit derzelver handen met geweld wringen, (III Deel, bladz. 414, 417). Zints befpeurde- men ook hier eene treurige ontvolking des Lands, eene verfpilling van onnoemlyke geldfommen , een verval in de Famiüèn , eene verryking der Kloosteren , eene verdrukking der Ondcrdaanen, en eene door de Kruisvaarders terug gebragte slfiatifche Pragt , die in het Heilig Land geleerd was , en federt in de Hoven van europa ingevoerd en gebleeven is.— Dan, jk heb , met één woord , (bladz. 430) het nut daar tegen gefteld , dat uit die Oorloge" >  voordeel der kruisvaarten. 33- gen , niet door de Wysheid der Kruisdraagercn , maar door het beftel der Voorzienigheid , vloeide. Voor eerst hadden de meeste Lieden , die , na deezen tyd, de Weetenfchappen in de XII cn XIII Ecuwen wilden hcrftellen , het eerfte Onderwys, op deezen togt, van de Grieken in het Oosten opgedaan. — Deeze Oorlog maakte ook dc Aardryks- en Sterrekunde levendig, alzo men die toen niet kon ontbeeren. lodewyk de IX , Koning van Frankryk , in Paleflina zynde , zondt zelfs willem ruisriquis naar Tartarye en Indie , öni die Landen , waarvan nu u weinig v,i-.r, te keren kennen. De flnciiaanen gebruikten Mcolaas en WATTiiiAS PAt.'i.u.s , om Armenië en Per/te te düorliuiflHcxi, welken, doqr Indie , China en Ja/>au terug keeretide , beter kennis van die Landen dealen verkrygen , dan men in de verlichte tyden der Grieken en Romeinen daarvan hadt. Toen de Sultan van Damas den Vrede met Keizer frederik den II bevestigde, kreeg deeze , onder andere Gefchenken, van hem eene Tent , waarop een Uurwerk naar den loop van Zon en Maan geplaatst was , die daarop naauwkeuriglyk naar de Maanden en Uuren itondt afgetekend. Dit Werk , een uitnecmend Konstltuk in de oogen der Europeaanen , gefchat op negenentwintig duizend  336 v00rdeelen der kruisvaar.ten. zend mark zilvers (eene overhooge fomme in die tyden) wekte den lust tot de Sterrekunde. — De Letter- Oudheid- Historieen Taalkunde herleefden ook zints dien tyd* — En zyn niet de Cyfferietters, uit Arabic gekomen ? Zyn niet de Troubadeurs, of Minnezangen , die voornaamelyk ten dien tyde dn Provence in zwang gingen , eene navolging der Oosterfche Gezangen geweest? Is het Bouwen van Schepen , die men op die togten in menigte noodig hadt 4 toen •niet verbeterd en vermeerderd ? Ook mag men met regt vraagen , of men het gebruik van het Compas in die dagen niet geleerd ,hebbe van de Arabieren? Nam men de konst van Zyde te verwerken, het Schilderen , en ■dergelyken niet over van de Grieken ? Waren toen niet buono , eonanno , plebro , eusqtjetto da DALicnio , Griekfche Bouwmeesters cn Beeldhouwers ■ van den eerften rang in Italië ? Voerden de Gothen geen' nieuwen fmaak in de Bouwkunst in, dan was de geene, die men hier de Gothifche Bouwkonst noemt , afkomstig van de Arabieren. Roemt men de Heidenfche Tempelen wegens de pragt; dan mag men daartegen vraagen, of zy eenen zo wyden omtrek en hoogte hadden, zo breede Daken , en zo hooge Wulffels , als de tegenwoordigen , die men naauwlyks zonder huivering kan aanzien ? En  loop van den handel. $m En was dan deeze Gothifche, of liever Arabi fche fmaak zo plomp, zo liegt, als fomiiiigeir beweeren ? V. Is ■ dit nu alles ? A. .Neen ! .Van nog meer belang was de invloed der Kruisvaarten op den Koophandel : want het vertier der Waaren , te vooren uit het. Oosten op Conftantinopole gaande werdt op Venetië, Genua en Pi fa verlegd , toen de Fenetiaanen zich meester gemaakt hadden van een gedeelte des Ouden Griekenlarids , ik meen , van de vrugtbaarfie Eilanden van den Archipel. .Eu, daar de Steden hierdoor de gröotfte rykdommen ontvingen , bragt zulks eene nieuwe Inftellingvoort, ik meen, het opregten van Gemeenfchappen of Staatkundige Maatfchappyen , die eindelyk met burgerlyke Regten befchonken werden. En dit bragt verder voort meer dan éérie nuttigheid, ik meen , de invoering van een geregeld Bellier, van Wetten en Konften, die over gansch europa verlpreid werden. Hiervan wil ik U in de VVaereldlyke Historie meer zeggen. V. Wat nu meer ? A. Niets , dan dat europa zich , geduurende twee Eeuwen , zo 't fchcen, nergens anders mede bezig hieldt, dan met de Herovering des Heiligen Lands ; en daar men zegt , dat zei millioenen Menfchen denvaards IV. deel. Y „in.  338 NUT DER KRUISVAARTEN. gingen, maakte dit eene groote verandering ook in ons Vaderland, waar veele erfelyke wraakvorderingen diep ingeworteld waren. In dc Wetten vondt men niets van een wanbedryf te kunnen vergoeden of byleggen. De Man , op wien men zich wilde wreeken , moest fteeds in zyn huis blyven, en hy was alleen vry , wanneer hy naar de Kerk of Rcgtbank ging, of van daar kwam. Maar, by de opkomende Kruisvaarten werdt verbooden, hand te flaan aan iemant , die zich tot dezelve hadt aangegecven. Dus werdt de oude wrok gelenigd , gefust , en eindelyk vergeeten. De Zeden werden daardoor ongelyk zagter. Daarenboven kreegen veele zugtende verdrukte Lyfeigenen , die ter togt wilden , volle Vryheid. Maar toen zo veelen op reis wilden , zouden de Landen ledig gebleeven zyn. Om dit dan te keeren , fchonk men die aan vrye Lieden ter bebouwinge , die daarvoor eenen billyken loon vorderden en kreegen. Dan, wyl veele Edelen en groote Leenmannen, om geld tot den togt te vinden , hunne Erflanden voor eenen laagen prys moesten verkoopen aan hunne' Vafallen ; zo vielen wyduitgeflrekte Landen in de handen van deezen , zynde de vlytigfte Inwooners , die geen deel in dc dolle Kruistogten namen. Dit maakte de Burgers , te vooren , om zo te fprce-  nut der kruisvaarten. 339 fpreeken, Slaaven, ten minsten afhanglyk van "veeltyds grilzieke Meesters, geheel onafhanglyk , en liet geluk der Menfchen werdt, alleronverwagst , hieruit gebooren. Veele zulker Burgeren verwieiven zelfs den Adeldom door het koopen van Lecnen , Burgten en Heerlykheden der Edelen. Nu, mag men zeggen , begonnen deeze Lieden eerst te leeven , terwyl de anderen hunnen Naam en Leven in de Woeftynen van asia gingen .begraaven. Welk eene onzinnigheid , zo het ftuk regt overdacht wordt; maar ook welk eene verwonderlyke fchikking van God , om een vry Volk in europa te doen opkomen l V. Waren deeze alle de gevolgen ? A. Neen! Een edeler, grootmoediger denkwyze begon ook, zints, den Vaderlandfchen Adel te bezielen. Deeze werdt gebooren uit de Ridderfchappcn , die Gy , vaardiglyk, als eene groote inrigting , al mede uit Arabie afkomftig , of als eene vrugt van eigenzinnigheid , als eene bron van de buitenfpoorigfte dwaasheden zult aanzien ; en indedaad zy is niets anders. Dan, wanneer Gy denkt op derzelver gelukkige gevolgen, ik meen, haaren nadmkkelyken invloed op de befchaaving der Zeden , door haar voortgebragt , dan zult Gy U , ten hoogften , over haar verwonderen. Hoor, hoe men hier en elders in die ruwe tyden omging ! Zwakke Y * m  34° RUWE ZEDEN. en ongewapende Lieden Honden, alle oogetïblikken, bloot aan den hoogmoed cn de onregtvaardigheid der fterken. De Overheid hadt geene magt , om dit te weeren. Men vondt des geene befcherming, als die een dapper en edelmoedig Man den weerloozen aanboodt. Dan , , dezelfde geest, die zo veele Edellieden verhit hadt, om de Pelgrims in het Heilig Land te befchermen , en dat den Turken te ontneemen , blies nu anderen aan , om zich als Verdeedigers en ., Wreekers te verklaaren van de in het Vaderland mishandelde Onfchuld. Zulk eene daad zag men aan , als het bedryf van de uitfteekendfte Dapperheid , van den verdienstelykften Heldenmoed, van Hoflykheid, Regtvaardigheid en Eerzugt , 't geen zich nog al laat hooren. Maar luister nu eens , op welk eene wyze de langduurige voorafgaande voorbereiding daartoe gefchiedde. V. Hoe gefchiedde dezelve ? A. De toekomende Ridder werdt, van zyn zevende jaar af, opgevoed door Vrouwen, die de Lcermeesteresfcn deezer Kweekelingen waren , cn hem ondervveezen in de Liefde tot God en der Juffcrfchappe. Oorlog, Liefde en Godsdienst maakten toch den grondfJag deezer zonderlinge Inftelling uit. Klinkt dat niet vreemd ? Was hy tot rype jaaren gekomen , dan moest hy , vóór de aanneeming  voorbereiding der ridderen. 341 Kling m de Orde , vasten , dénen nagt biddende in de Kerk doorbrengen , en liet Avondmaal ontvangen. Daarop werdt hy , 't zy door den Paus , 't zy door eenen Keizer, Koning , Ridder of Groot-Leenman tot Ridder geflaagen , onder belofte van de Mis' alle dagen te hooren ; met eede te bevestigen dat hy goed en bloed voor den Godsdienst en Staat zou opofferen ; Ongeloovigen beoorlogen ; Weduwen , Weezen , Verdrukten , en vooral Juffers bcfchermen; den Keizer gehoorzaam te weezen ; deszelfs Lcencn wel te bellieren , en onftraffelyk voor God en Menfchen te leeven. Zulk een Stelfel vormde Helden , en befchaafde de Zeden op eene aanmerkelyke wyze ; maar zy bragt ook de zotternyen der dooiende Riddcrfchap ter baanc. Men voerde den Oorlog met minder woede, zo dra men geloofde , dat Menschlykheid en Heldenmoed fieraaden waren van gelyken rang. Toen men de Befchaafdheid , als de Ivnninnelykfte der Ridderlyke Deugden aanprees, kwamen zagte Zeden boven. Geweld en Verdrukking raakten in onbruik. En waar men ze vernam , werdt het als een ■ verdienstelyk werk' aangemerkt , die te keer te gaan. V. Welke waren de gevolgen ? A. Een krygshaftige Dweepery nam der Ridderen hart in ; en de Waereld . begon Y 3 deeze  342 d00i.ende ridderschap. deeze Inftelling als eene Eer-School aan tezien. Men bewonderde deeze Helden , en fchonk hun groote Voorregten. 't Werdt zints de gewoonte , dat deeze Ridders op Avontuur en uitgingen ; dat elk van bun eene aanzienlyke Juffer moest dienen , cn elke Juffer eenen Ridder in haaren dienst hebben. Verder ontftondt er , uit de togten naar het Heilig Land , eene nieuwe foort van Romans. Hebt Gy niet, m uwe kindfche jaaren , amadis van Gaule , de oudfte Roman , die op de verdryving der Mooren uit Spanje ziet , met een onbegrypelyk genoegen geleezen ? Kent Gy ourson en valentyn , of de Vier Heemskinderen niet ? Alles moest vol Tooveryen en Spookcryen weezen, volgens den fmaak tot het wonderbaare en de wilde Verbeeldingskragt der Oosterlingen ; alles vol zeldzaame Avontuuren. De Waereld vondt genoegen in zulk eene ongemeenc mengeling van Onzinnigheid en ^Godsdienst. — Men wilde dit naderhand eenigermate verbeteren in de Gefchiedenis van turpin en monmouth , die de voorgaande daaden van karel den grooten en Koning arthur verhaalt. Evenwel toen , eindelyk, alles in de uiterfte zotternyen verliep , kwam michael cervantes savedra ter baane , in de XVII Eeuw, die , te Madrid vart den Hertog van ler- ma ,  don (juichot. S43 ma , eerften Staatsdienaar van philips den III, fmaadelyk behandeld zynde , de pen opnam , en , om zich te wrecken, de Avontuuren van don quichot de la manche fchreef, een Roman , vol van geest, waarin hy den Spaanfchen Adel en de Ridderlyke togtcn fchamper ten toon ftelde. En geen Boek was zeker beter gefchikt , om de zinnelooze bedryven der Ridderen te doen ophouden , dan deeze overheerlyke Roman van cervantes , een Man , die , in den jaare 1620, in dc uiterftc armoede ftierf; doch den roem naliet van Geleerdheid en Schranderheid , met de Eer van den Spaanfchen Adel verbeterd te hebben. . . . Zie , welk een zeldzaam middel de Voorzienigheid gebruikt heeft , om de ruwe Zeden dier tyden te verbeteren , en tot eenen grondflag voor volgende omkeeringen te leggen. Na deezen uitftap keeren wy tot eene andere zaak. V. Tot welk ftuk? A. Tot den byzondcren Staat der Kerke in ons Vaderland, die , gelyk overal, zeer vervallen was tot onweetendheid , bygeloof en Pausfelyke dwaalingen; hoewel verfcheiden' Bisfchoppen zich niet gemakkelyk in alles aan den Paus konden onderwerpen, 't Was egter eene vreemde zaak, dat de welfpreekende tanchëlyn, een Leek ï 4 te  314 leer van tanchelyw. te Antwerpen cn in Zeeland, in het begin der XII Eeuw , zich verfioutte te leeren , dat het uiterlyk ontvangen van Jesus lichaam en bloed niemant ter zaligheid vorderlyk was , en dat men der Geestelykheid geene Tienden beheerde te geeven. Deeze ongemeene prediking hadt zo veel invloeds , dat er , zints , in tien jaaren , geene geconfacreerde Hostie te vinden, was. En hoewel hy daarna vermoord werdt , bleef egter zyne nieuwe Leer zeer lang hegten in de gemocden der Menfchen. Het ontugtig leven der Kerkelyken bleef, in onzen Lande , zeer veel aanftoots geeven. Dan , zy gingen in hun ongeregeld gedrag voort, en vreesden niets, daar het elders niet beter met '.anderen gefield was. De begeerige Bisfchoppen bedachten nieuwe belastingen , die de Landen Ambagtsman moesten opbrengen. In deezer voege heeft men den gemecnen man door onverzaadelyke baatzugt uitgeput. Men rekent , dat er , in de XII Eeuw , eenenzestig Abtdyen in ons Land gefticht , cn alle met ryke inkomsten begiftigd zyn. Gehecle Dorpen en Steden zyn uit deeze Kloosters gebooren , gelyk Papendregt , Abbekerk cn Monnikendam. Men hadt, tot den jaare 1135 , in Neerland weinig gehoord van Ketters , veel min van Ketters te . dooden : egter werden toen te Utrecht eenigen , op bevel  verlichting. inquisitie. j«j bevel van Keizer lotharius, verbrand, op vermoeden , dat ze berengarius gevoelen , naamelyk , dat Jesus lichaam niet in het brood des Avondmaals tegenwoordig was (III Deel, bladz. 425.) aankleefden. Intusfehen waren de oogen van eenige duizend Vaderlanderen, fchoon in 't midden des Pausdoms gezceten , reeds in zo verre verlicht, dat zy verklaarden, geene gemeenfchap met de dwaalingeu der Roomfche Kerk te willen hebben. De Leerlingen van petrus waldus , (III Deel, bladz. 434) ook hier te lande verftrooid, hadden deeze gezonde begrippen den Yolke ingeprent. Eenigen van deeze trokken , in den jaare u63 , uit Vlaanderen naar Keulen; doch werden daar door de. waakeude Priesters gevangen geno- ' men cn verbrand. Met zulke wapenen ging de Duisternis het Licht der Waarheid te keer. Dc Vervolging ontftak heftiger in den jaare 1183 , Wegens de Inquifnie (III Deel, bladz. 447.),, ook hier te Lande ingevoerd.' Derzelver Rigters, voor de zo genaamde zuiverheid in de Leer waakende , vervveezen veelen , die er van afweeken , ten vuure; en , hier mede niet te vrede , woedden zy ook tegens verdachte Lieden, hen dwingende , om de zo geheeten proef der Regtzinnigheid door te ftaan , naamelyk den regteren arm tot aan den elleboog in ziedend. Y 5 water  34<5 vervolging. verlichting. water te iteeken , het welk men toen den Ketelvang noemde. By die gelegenheid raakten véele braaven omhals. V. Ging die Wreedheid zo maar ongeftoord haaren gang ? A. Zy mogt fommige Belyders , die voor hun leven bedugt waren, wat behoedzaamer maaken; de Waarheid bleef egter veelen dierbaar : want, van den jaare 1236 tot 1238, oordeelde dc Monnik robrecht , met vuur en zwaard, tegens de niet uitgedoofde Kettery te moeten toezien. Binnen twee of drie Maanden , liet hy omtrent vyftig Lieden verbranden , of ieevende begraaven. Dan, deeze vervolgzugt baatte niets. Het getal deezer zuivere Belyderen vermeerderde, van dage tot dage. Zy deeden eenen aanmerkelyken dienst aan de verbreiding der Waarheid , door de Heilige Schrift, die waldus in het Fransch hadt overgebragt , in Nederduitsch Rym te vertaaien , volgens de gewoonte der Duitfcheren , die gedenkwaardige dingen in rym pleegden te brengen. Wy hebben , tot onze fmert, nooit een Affchrift van zulke Bybels gezien. Aan den anderen kant werdt de domme Gcestelykhcid, in deeze XIII Eeuw , ryk , en haare trotsheid liep verre. De Utrechtfche Bisfchoppen gedroegen zich , als halve Pausfen , cn weeken voor Keizer noch Koningen. Zy weigerden ,  STAAT DER GEESTELYKEN. 347 garden , op 's Pausfen voorbeeld, onder eene Waereldlyke Overheid te ftaan , trokken de booswigten uit derzelver handen , bewaarden ze in de Kloosters , en voerden zelve Oorlogen. De Friezen lieten hun Volk toe , onder derzelver Vaandelen te ftryden , niet als daartoe verpligt: want zy waren eene vrye Natie ; maar vonden zich daartoe door godsvrugt gedwongen , naamelyk, om Aflaat te verdienen. Het lydt geen twyfcl, zeiden de Bisfchoppen , dat zulken , die in onzen kryg fneuvelen , de Martelaarskroon verkrygen. V. Wat bedrecven die Geestelyken verder? A. Dezelfde Bisfchoppen , nevens die van Munfter, Breemen en Keulen,. verdeelden hun gcestelyk gezag over Friesland. Men hadt daar eenige Dekens gehad , die de zaaken der Geestelyken voor hunne Regtbank beoordeelden. 't Meerendeel der Priestcren was er getrouwd , en zy droegen het Pricsterampt over op hunne Kinderen , met verfmaading der Kcrkelyke Wetten, en ondanks de verklaaringen der Godvrugtigen dier Eeuwe. Eene Heidenfche Proef, zeide ik U (III Deel, bladz. 411) hieldt ftand in 't einde der IX Eeuw , tot bcflisfing van regt of onregt in burgerlyke Gefchillen. Hiervan was hier te Lande niets overgebleeven , als Gevegtcn. Gy weet , dat de oude Batavieren , in Bosfchen woonendc , wegens de vrees  348 beslissing van het regt. vrees voor wilde Dieren , {leeds gewapend gingen ; en onze onbefchaafde Voorvaders , hunne Wetten opftellende, behielden de wapenen , als een Regt van eiken vryen Man. Het Bygeloof en de Legenden der Heiligen hadden de Menfchen in den waan gebragt, dat God altoos in een Gevcgt de Overwinning fchonk aan hem , die het Regt op zyne zyde hadt. Hieruit ontftonden de Tweegevegten , alleen om het Regt te beflisfen. De Geestelyken zelve huurden Kampvcgters , om in hunne plaats te ftryden. Daaruit zyn naderhand de Duellen voortgekomen. V. Dus bleef hier het Bygeloof ? A. En tevens de Onkunde ! Weinigen konden toen fchryven. Des maakte men de Geestelyken , meest overal, tot Secretarisfen van Steden en Dorpen, van waar het komt, dat de Schryvers ter Secretary, heden nog, Klerken geheeten worden. De Geestelyken , nu Secretarisfen , raakten daardoor diep in het beltuur der Waereldlyke zaaken. Opzettelyk fchreeven zy alles in het Klooster-Latyn , en lieten het den Magiftraaten , die dat niet verftonden , tot hun nadeel tekenen, brengende het naderhand tot eigen voordeel in het licht. Dan , in 't flot deezer XIII Eeuw , onder de Regecring van Graaf floris den V , begon men , in ftede van flegt Latyn , de Landtaal te fchryven , in . , " de-  geestelyke goederen. 349 dezelve eenige Staatspapieren af te geeven , en de Gefchiedenisfen . daarin te berymen. De Kloosters , geene Schatting onderworpen zynde , en derzelver Goederen toeneemende, moesten noodwendig 's Lands Inkomsten inkrimpen. Dit liep in het oog ; maar men mogt het niet zien : want die dat kwaad merkte , of er iets tegen deedt , overviel men met eenen Ban , die allerafgrysfelykst was. Denk egter niet , dat alle Geestelyken zodanig waren. Eenigen dachten anders. Onder dezelven behoort hendrik van gent, Aardsdiaken te Doornik , die , omtrent den jaare 1290 , de pen opnam tegens dat misbruik van Kerkelyke Goederen. Ook kwam de Overheid eindelyk op, om dit kwaad te fluiten. willem , Graaf van Holland gaf, na de XIII Eeuw, ik meen, in het jaar 1328 , een Plakaat daar tegen uit. Ook vernietigde men daar de Orde der Tempé-, lieren , (III Deel, bladz. 430) die in eenen kwaaden reuk Honden 9 maar misfchien niet meer dan anderen bedorven waren. Een baldaadige Monnik , die éénen zyner Kloostergenooten, in den jaare 1383, te Zierikzee doorflak , bragt hen allen in het lyden: want de Magiftraat dreef hen uit het Klooster , en plaatfle er anderen in : maar deeze nieuwe gasten leefden er zo ongeregeld, dat men befloot de verdreevenen weer in te roe-  35° GEESSELAARS. EERSTE VERLICHTING. loepen. Toen de eerften dat vernamen, pakten zy alles op , cn gingen bankrot. In den jaare 1354 vertoonden zich eenigen van den Aanhang der Geesfelaaren in ons Land: Lieden , zo geheeten , om dat zy waanden vergiffenis van zonden te krygen door zich, naakt , met koorden te geesfclen ; een gevolg van de dwaasheid dier tyden. Dan , de Inquifiteurs zaten deeze dolle Menfchen agter na. V. Men kan hieruit oordeelcn van den droevigen ftaat der Kerke ! A. Eenige ftraalen van Licht kwamen er op met den aanvang der XV Eeuw! Door den Herken Koophandel , die men op Engeland dreef, kreeg men eenige kennis van wiciiLiFFS Schriften (III Deel, bladz. 453), en daarop begon men dc Geestelyken aan te tasten. Dan, deeze namen wederom wraak, en lieten de geenen , die zy vermoedden , als fnoode Ketters geftorven te zyn, opdelven, en derzelver beenderen verbranden. wille* de VI, Graaf van Holland, onvergenoegd over de knevelaryen , die de Deken van Westfriesland der Stad Hoorn aandeedt, beteugelde hem. Delft voer uit tegens de gierigheid der Kloosteren ; en den Geestelyken van Amfterdam werdt aangezegd, geene Goederen buiten den ban der Stad te mogen aankoopen. Dit ftrekte zekerlyk niet ten voor- deele  waarheid ontdekt. 351; deele van liet Pausdom. — Dan , er gebeurde iets anders , 't geen eene uitkomst hadt , welke men noch begeerd , noch verwagt hadt. Na den dood van huss werdt er , ook hier te Lande , eene Heirvaart tegen de Husfiten , zyne Navolgers , in Bohème (III Deel, bladz. 466) gepredikt. Het Volk werdt er fterk toe aangezet: dit werk was toen verdienstelyk. Veele Hollanders toogen dan heen. Dordrecht , weet men , leverde zesënvyftig Burgers. Maar in ftede, dat zy de Husfiten zouden verdelgen , bleeven deeze Overwinnaars, en zy, die te veel in Duitschland van huss en de Husfiten gehoord hadden , keerden' met weerzin tegens eene Kerk terug , voor welke zy gevogten hadden, cn verbreidden de Leer der eerfte , om welk bedryf zy vervolgd werden. Dan , dit lag eenen grondflag 5 dien men niet wel kon omwroeten. De Geestelyken werkten tegen zich zeiven ; zy waren zeer losbandig , te meer , wyl men geene Priesters of Klerken in bordeekn of kroegen mogt grypen. Te Delft ging egter een bevel uit, van hen te , mogen vatten ; wen zy de openbaare rust verftoorden. matthys Grabo, een braaf Monnik in Overysfel, dit wcetende , nam , omtrent, den jaare 1421, de pen op, cn fchreef tegen het ongeregeld leven der Kerkelyken. Hy werdt , als Schryver, ontdekt ,  352. lofwaardige geestelyken. dekt , te Utrecht: verketterd, voor het Concilie Van ConJIahs- gedagvaard ; doch , daar met het vuur gedreigd, herriep hy zyn Gefchryf. 's Mans pen, deedt egter veel nuts. De Magidraaten van verfcheiden' O'verysfelfche Steden , en vooral die ' van Deventer , dreevcn openlyk eene onfmaakelyke Leer, naamelyk* dat ook dc Geestelyken het waereldlyk gezag onderworpen waren. grabo hadt de eer, dat anderen, toen hy zwygen moest ^ zyn gedrag bilrykten , en het ongebonden leven der Kloosterlingen aanvielen. Onder de lofwaardige Mannen deezer Eeuw , telde men hendrik loeder , Prior van 't Klooster Frendesweel by Noorthoorn; jan van kempen , Prior in een Kloostef by Haarlem; en hendrik wilde, een Monnik te 's Hertogen-Bosch, jan van broekhuiken , Prior van 't Klooster te Leiderdorp , ging verder, en verliet zyn Ampt, om dat hy geen deel wilde hebben aan de plaagen des Hemels, die de Monniken zo regtvaardiglyk verdienden. Intusfchen. . . j V. Wat gebeurde intusfchen ? A. De fchoonftc en nuttigde Van alle fchoonc cn nuttige Konsten , die men , met het hoogfte regt, genoemd heeft het grootfte Gefchenk , dat de Waereld , federt Jesus komst , van den Hemel ontvangen heeft, hoewel falster (misfehien is hy het alleen) goed-  uitvinding der boekdrukkonst. 353 goedvondt er tegen uk te vaaren : ik herzeg , de fchoonfte konst , ik meen , de Boekdrukkery , werdt in den jaare 1440 , of, meer zeker, omtrent den jaare 1430, uitgevonden door laurens janszoon koster, een' aanzierdyk' Burger en Schepen van Haarlem. Dus lang hadt men geene andere Boeken gehad, dan die ,met de hand gefchreeven waren , meest door Monniken en Klerken in dc Kloosters. Zy waren des zeer duur. Voor eenen Bybel, fiegt op Pergament afgefchreeven , eischte men vier of vyfhonderd kroonen; die men naderhand, gedrukt, voor vyf kroonen kon koopen. Laat my U de eerfte aanleiding tot het vinden deezer Konst zeggen, koster kreeg eens den gelukkigen inval , om Letters in de harde fchors eens Eikenbooms te fnyden , met inkt te beftryken , en , zegelswyze, op het papier te drukken, ten dienste der Kinderen zyner Dochter, gehuwd aan thomas Pieterszoon. Dit eerfte ruw werk behaagde hun beiden. De laatfte hielp eerlang zynen Schoonvader , een dikker en taaier inkt bereiden. De Letters van Eikenhout bevondt men wel dra te teér : des was men bedacht , om ze van lood of tin te gieten, het geen voldee.lt. De Grammatica of Spraak konst van donatus , een Schoolboekje , houdt men voor 's Mans eerIV. deel. z flg  354 boekdruk konst. fte gedrukte Boek. De Brokken van deezen Druk heb ik te Haarlem by de Heeren enschede gezien. De Spiegel onzer Behoudenisfe , waarvan nog verfcheiden' oude Exemplaaren overig zyn , fchynt er op gevolgd te weezen. Vroeg heeft men dit laatfte herdrukt. Dc ruwheid der Konst is , in den eerften en tweeden druk , met een' opflag van 't oog te zien. In den beginne hieldt men ze voor gefchreeven' Boeken. Deeze Uitvinding veel winst aanbrengende , moest de Drukker meer Werkvolks aanncemen. Een trouwlooze Knegt , door eigen belang vervoerd, ging, op zekeren nagt, met Letters en gereedfehap, op de vlugt, en heeft, meent men, naderhand in Duitschlancl , onder den naam van jan gutteneerg , de konst geoeffend; hoewel anderen die toekennen aan jan gensfle.isch of jan fust , welke laatfte deswege voor ccn Toveraar zou zyn gehouden, en daaruit voortgekomen de bekende verzonnen Historie van Doftor faustus. 't Is volkomen zeker , dat het allereerfte Bock , met het jaartal er by, geweest zy een Latynsch Pfalmboek , te Mentz by jan fust en poster schoeffer , in den jaare 1457 gedrukt. Hiervan hebben veelen de Eer der Uitvinding aan koster betwist. Maar de geleerde meerman , die het beste Werk over deeze Konst Ui ■■: * • (On-  boekdrukkonst. 355 (Origines Typographicaè) gefchreeven heeft , dat onzen VaderlanJe eere aandoet , heeft kosters roem verdedigd. De kundige jakob visser heeft ons, in den jaare 1767, eene fraaie Lyst van Boeken , die in de Nederlanden , van het jaar 1472 tot dat van 1600 , gedrukt zyn, aangeboden. Den roem der Uitvinding heeft des roches onlangs ondernomen , aan de Brabanders te geeven ; doch wy willen ons in die nieuwe poogingen , om kosters luister te verdonkeren , niet begeeven. Merk flegts op , hoe ruw en eenvoudig het begin der Uitvinding was; doch tot welk eene hoogte zy wel dra werdt gebragt. Kort daarna drukte men Bybels en goede Boeken in menigte ten laagen pryze, en het Gemeen geraakte aan 't leezen. De Hervorming ontving dus eene der eerfte en voornaamfte middelen ter fpoedige voortplantinge. V. Waarop fchreef men toch oulings ? A. De Romeinen gebruikten de fchors van eene Egyptifche Plant , Papyrus geheeten ; maar toen men , wegens de verovering van Egypte door de Saraceenen in de VII Eeuw, •die fchors niet meer krygen kon , dacht men aan Pergament. Dan , de hooge prys van hetzelve maakte de Boeken duur en zeldzaam. Des kreeg men , in de VILT en volgende Eeuwen, ongelukkiglyk in den zin, Z 2 oude  356 OUD PAPIER. oude Gcfcliriften op Pergament uit te krabben , en er nieuwen op te fchryven, waardoor veele oude Boeken verlooren zyn gegaan. Men wischte dus een Huk van livi us of taciïus uit , om er eene Legende of een Gebed van 't Misboek op te fchryven. In de Archiven van Genua vindt men wel Protokollcn van het jaar 11791417, op Katoenpapicr gefchreeven, dat door de Mooren cn Arabiers is uitgevonden ; en zelfs te Ferona eenen Brief aan den Bisfchop omincono , die in 't jaar 1186 gestorven is , op Lynwaatpapier gefchreeven , en dus nog veel ouder : maar deeze Brief kan in laater tyd zyn afgcfchrccven ; en men heeft reden om te twyfelcn , of het Linnenpapier wel , vóór het begin van de XIV Eeuw, zy bekend geweest; hoewel de Uitvinding van Papier maaken in de XI Eeuw gefield wordt. De eerfte Drukken van Mentz overtroffen die van koster ; doch zy moesten wyken voor het Papier, 't geen men in Italië gebruikte , zynde vast , zuiver wit, en met breede randen. Dan , hoe verre zyn de Duitfchers hierin van hunne Voorzaaten afgeweeken , en wy verbeterd ! O V. De oude Boeken waren dan duur ? A. Kunt gy niet raamen , dat de oude Boeken, meestal door Monniken met de hand afgefchreeven , duur en zeldzaam waren ? Dc Graa-  duurte der oude hoeken. 357. Graavin van Anjou betaalde voor de HomiMën van haimon , Bisfchop van Halberftad, twee honderd Schaapcn, een half last tanv, en even zo veel gierst en rogge. Zelfs moest i.odewyk de XI, in den jaare 1471, de Werken van den Arabifcben Geneesheer rasis ter leen vraagende van de Geneeskundige Faculteit te Parys, veel zilver vaatwerk te pand geeven , maar ook een' Heer ten borge noemen. Het is intusfchen zeer opmcrkelyk , dat de Herleeving der Letteren ging vóór twee voornaame Gebcurtenisfen , ik meen , vóór de Konst om Papier te maaken , cn vóór de Drukkonst , welke zo helderen dag over europa bragt , ten tyde der Hervorming. V. Deze kwam egter hier niet zo haast! A. Geen wonder ! De Geestelyken wilden er niet van hooren : zy hadden alles naar hunnen zin , en begonnen zelfs iets te ondemeemen tot vergrooting van hun vermogen , waarvan men nog niet gehoord hadt, naamelyk , zy floegen de hand aan den Koophandel. En dewyl zy de goederen beeter koop konden geeven , dan anderen, om dat ze vry van belastingen waren, kon niemant tegen hen markten. Zy waren bezitters van de meeste Landeryen , en dreeven allerleie neering tot nadeel der Ingezetenen. Zy rigtten zelfs Herbergen en Taphuizen Z 3 op  358 bedorven geestelyken. op voor den gaanden en komenden Man. Wat nadeel moest dit niet doen ! 't Gemeen , zo liegt voorgegaan , bekreunde zich even weinig het befchaaven zyner verdorven' Zeden. Dc Godsdienst beftondt in het eeren van Beelden en Overblyffels der Heiligen , in het bezoeken en rykmaaken van Kerken en Kloostercn. Dan , filips de I , Hertog van Bourgondie , vondt genoegen in deeze drie Stellingen der Husfiten , die ook hier te lande veel ingangs aantroffen , te wceten : „ de Zondaars moeten , volgens Gods Wet , gcitraft worden door zulken , aan wien de ftraf ftaat : bekwaame Priesters moeten Gods Woord prediken : en Geestelyken hebben geen regt over het tydelyke." Des , zag hy het gedrag der Kerkelykcn met leede oogen aan, vooral dat der Dekens. Gy moet wecten , dat Holland en Zeeland, ten dien tyde , verdeeld waren in verfcheiden' Oorden , die onder Dekens of Proosten (tonden , en deeze wederom onder de Bisfchoppen van Utrecht. V. Wat deeden dan dezeiven ? A. Dc cerften vorderden voor de laatften de Tienden in , trokken alle zaaken voor hunne of der Bisfchoppen Regtbank , vergunden fchuilplaats aan misdaadigers in hunne Kerken, vorderden zwaare geldboeten voor heimelyken Echt, Overipel, arbeiden op heilige  hervorming van de cusa. 359 lige dagen , en andere gevallen. filips , dit moede zynde, bepaalde dat Regt, poogde den Koophandel der Kloosterlingen en aankoop van Landeryen door een Plakaat te ibuiten ; en , daar hy met rede bang was, dat de Geestelyken hem gehaat zouden maaken by den Paus , fchreef hy eenen vleienden Brief aan nicolaas den V , biedende hem dit Land aan , het geen den Paus zo wél geviel, dat hy den Hertog beloofde , de Kerk , die hy wist hier zeer vervallen te zyn , op beteren voet te zullen brengen. V. En hicldt de Paus zyn woord ? A. Ja ! Hy zondt den geleerden Cardinaal nicolaas de cusa naar deeze Landen, ter predikinge van Aflaaten en ter hervorminge der Geestelyken ; waarin hy zich tamelyk wel kweet , vaarende te Utrecht op den kanfel tegens de ongeregeldheden uit. Dan, zyne taal was niet altyd dezelfde. Nu gaf hy volle vergecving van zonden ; doch niet van fchuld en ftraf, welke door eene boete in dit leven , of, door den laatftcn penning in het Vagevuur op te brengen , opgehceven konden worden ; ten zy men Aflaatsbricven nam , om , terllond na dit leven , de zaligheid te verwerven : dan leerde hy , dat de regte Aflaatsbrieven , die ten jongften dage gelden zouden , uit de ,Heilige Schrift gehaald moesten worden; en Z 4 dat  3G0 hervorming van de cusa. dat de Pausfelyken meer dienden , om de Kerkelyken te verryken , dan om de Leeken te verbeteren. De hervorming der KJoösteren kostte hem meer arbeids. Hy predikte tegens de gebreken, die men er in vondt, te Dordrecht , Leiden, Haarlem en elders, met nut by fommigen ; maar dc meeste bleeven aan de oude doolingen en feilen verflaafd. Hy hadt geene geheel vreemde begrippen eener Kerkhervorming. Men hoorde toch hem te Haarlem zeggen : „ dat de Beelden , zyns oordeels , alleen geëerd moesten worden , in zo verre men zich daardoor der Heiligen Deugden herinnerde : bewees iemant daaraan Afgodery , of liep er het Volk te fterk heen ; dan moest men ze uit de Kerken wegneemen. " Nergens kon men zich bezwaarlyker aan hem onderwerpen , dan in 't Sticht van Utrecht. Om het kwaad tegen te gaan , bediende men zich veelal van de Franciscaaner Monniken , die den Voike wél gevielen door hun nederig, ingetogen, arm leven. Deeze kwamen , in den jaare 1462 , te Am ft erdam. jan brugman, één van dezelve, berugt wegens zyne laffe cn walglyke Tredikaatfien, voerde hen ter Stede in, tegens den zin van den Magiftraat, dat onrust baarde ; dewyl hy het gemeen, door zyne gladde doch zeer onbefchaafde tong, wist te beleczen. V,  ERAAVE mannen. g(Jr V. Men kon dan meer goeds van de Cusa , dan van brugman vervvagten ? A. En nog meer van thomas van kempen of a kempis , die , in het Klooster van Sint Agnesberg , buiten Zwol, behalven andere Schriften , het zo bekend ftigtelyk Boekje over de Navolging Christi fchreef, 't geen allereerst in Folio, in den jaare 1475, het licht zag , waarvan , zo gezegd wordt , nog den Exemplaar in de Bibliotheek te Augsburg zou weezen. 't Is zeker , dat fommigen , doch ten onregte , bernard , gerson of geesen VOOr Schry- vers gehouden hebben. De Druk van het jaar 1485 te Brest , op den naam van bernard , ■ kan dat niet voldingen. Hy ftierf in den jaare 1471 , oud zynde 91 jaaren. Men ontving ook zeer veel nuts van den geleerden DoBor wessel van Groningen , anders johannes wesselus of 't licht der Waereld geheeten , die , te Rome gekomen , alle Pausfelyke Gefchcnken weigerde , en flcgts eenen gefchreeven Hebreeuwfchen Bybel uit het Vaticaan verzogt , om dien naar Nederland te mogen medeneemen. 't Tegenfpreeken der Mis , der Aflaaten , cn het bidden voor de dooden , berokkende hem veele vyanden. Hy moest de Hooge School van Parys, waar hy Lesfen gcZ 5 gee-  362, eraave mannen. geeven hadt, verlaaten , en voortaan met de Geneeskunde den kost winnen. De He-, mei behoedde den Man , toen men hem aan 't leven meende te komen. Hy ftierf, in den jaare 1489 , na den ondergang der Roomfche Kerk voorfpeld te hebben. Zyn Vriend agricola , johannes van Amsterdam , jan van goch CSl tieleman van Groningen , waren met hem van denzelfden zin , en zeer gekant tegen het Pausdom. Van agricola getuigde erasmus , dat hy onder de Grieken de 1 geleerdfte Griek , en onder de Latynen de volmaakfte Latinist was, die by de volkomenfte Welfpreekendheid de diepfte Geleerdheid bezat, hendrik van gorkum was één der uitmuntendfte Godgeleerden, martinus van delft , Ree-* tor van de Univerfiteit van Parys , werdt gehouden voor een' der Hérftelleren van de Latynfche Taal , en de oude Letterkunde. helmidius de amore , van Zutphen geboortig , begon , in den aanvang der XV Eeuw , eene Hervorming onder de Geestelyken te beproeven; hebbende van den Paus de magt ontvangen , om de ongehoorzaamen in den ban te doen , de vlugtenden te agterhaalen en hen gevangen te zetten. gerard de groot , van Deventer (III Deel, bladz. 464) was dc Stichter van een , Ge-  beroemde schoolen en mannen. 363 Genootfchap tot bevordering van Deugd en Godzaligheid. De School dier Stad was , nevens die van Zwol, thans zeer vermaard. Men hieldt ze voor Kweekfchoolcn van fraaie Letteren en geleerde Taaien. En verfcheiden' van de bovengenoemde Mannen merkte men aan , als Voorloopers van luther ; die eene Eer voor hun Vaderland waren \ hekelende de Bygelóovigheden hunner Tyden! En waarom zal ik hier niet byvoegen david , Bisfchop van Utrecht, een' zeer Teleerden Man : want zodanig te zyn was onder de Grooten , en byzonder onder de Bisfchr ppen deezes Lands, toen zeldzaam ! Zelf ondervraagde hy de geenen, die zich tot den heiligen dienst aangaven , en lag nïemant de handen op , dan na een ftreng onderzoek. Op ééncn dag meldden zich eens driehonderd jonge Lieden by hem daartoe aan , doch hy keurde flegts drie goed. V. Ik wist niet , dat er , in die tyden , reeds zo veel lichts, geleerdheids en braafheids was ! A. By anderen en wel de meesten was, gewis, zeer veele duisternis en ondeugd, by voorbeeld , men was verpligt, de Franciscanen te Brugge, wegens de uiterfte lnoodhcden , uit hun Klooster te verdryven. In Vlaanderen moest men de Kerkelyken , op  364 bygeloof. ondeugd. op hooge ftraf, verbieden vóór Geestelyke Regters te verfclryncn. .Te Hoorn , waar zy zeer veele Landeiyen zich eigen gemaakt hadden , moest men hun aanzeggen , niets meer, tot op eene myl na aan dc Stad , te mogen koopen. Te Leiden en Delft waren Monniken , die Wonderwerken voorgaven , en zeiden : zich zeiven met eigen' oogen in het Vagevuur gezien te hebben. De Bisfchop van Utrecht ontdekte , door eene Goddelyke Openbaaring , Stukken van Jesus Kruis , van de Martelaaren en het lichaam van maria. Te Amfterdam hadt men eene Kapel gebouwd , ter plaatze, waar een zieke, die den gewyden Ouwel niet konde doorzwelgen , dien in het vuur fpuwde , welke onverteerd bleef, en veele wondcrdaadige geneezingen verrigtte. De Duivel verfcheen ook, als ecu fchoone Jongeling , te Gouda in het Klooster der Nonnen, welken hy plaagde en wilde verleiden... Zie daar eenige ftaalen van duisternis , bygeloof en ondeugd. V. Wat nu verder ? A. Ondertusfchen hadt de bloeiende Koophandel weelde en overvloed gebaard. Graaf filips was een wellustig Vorst, en zyne ontugt hadt eenen verderfclyken invloed op de Hovelingen , en deezer gedrag wederom op  toegenomen pragt. 365 op 't Gemeen. Mannen en Vrouwen fhken uit in eene pragtige kledy. De korte Mannen-kleeding kwam , in zyne dagen, in trein. In navolging van filips, wiens hair was uitgevallen , liet elk het zyne affchceren. 't Gemeene Volk en knegts droegen iluwcele Wambuizen. De Vrouwen waren gekapt in hoog hoofdhulfel, van 't welk een fluier , foms 'tot aan de voeten , afhing. Veel gelds werdt daardoor verkwist , en Graaf karel de I dwong de Onderzaaten het overige in uitlandfche Oorlogen te verfpillen. En toen hy hen genoegzaam uitgeput zag, liet hy de Goederen der Geestelyken , zints zestig jaaren bezeeten , opneemen , om hen naar gelange te fchatten. Wéinigen gehoorzaamden in Holland. In den jaare 1475 hielden zy eene Byeenkomst in een Klooster buiten Leiden , en beflooten niets te geeven ; doch zy leeden deswege aanüoot. karel liet eenige Kerkefyke Goederen aanflaan en openlyk verkoopen. 't Zilverwerk werdt uit fómmige Kerken weggcnoomen , om er de bctaaling uit te vinden. Eenigen beriepen zich op den Paus. Men verklaarde zulks weerfpannig, en dc Geestelyken lyf cn leven daardoor verbeurd te hebben. Anderen gaven goede woorden, en rekten het uit tot karels dood. . . Zie daar  366' BESLUIT. daar eenige korte , eenige onvolmaakte trekken van de Vaderlandfche Kerkelyke Historie , geduurende de eerfte XV Eeuwen. Gy ziet er uit de eerlte opkomst van het Evangelie , door blinde Leeraars bedorven gepredikt naar den Roomfchen fmaak, met moeite ingevoerd , en flegt bevestigd. Gy ziet er in eene bedorven Geestelykheid , een Volk , door de Weelde verarmd en verlaagd ; weinigen haakende naar betere Tyden : alles van een donker treurig aanzien. Wiens hart wordt er niet door geraakt ! ik keer er het geërgerd oog van af! Dan , eeuwige dank zy der booge ontfermende Voorzienigheid , dat deeze droevige donkere Tyden gevolgd zyn van blyde heldere Dagen ! VYF-  VYFËNDERTIGSTE ZAMENSPRAAK KERKELYKE HISTORIE VAN ONS VADERLAND, ïn de XVI Eeuw. Beginfelen van en middelen tegen de Hervorming. Erasmus. Openlyk Prediken. Vervolging. Wederdoopers. Bloedplakaaten. Menno Simons. Inquiptie. Dood van Karei V. Merula. Rhetorykers. Geloofsbelydenis. Hervormers. Edelen te Brusfel. Openbaare Predikaatpen in Holland. Beeldftormery , en Gevolgen. Bloedraad. Vervolging. Verlospng. Hervorming. Kerkordening. Leicester. Overzetting des Bybels* yf raag. Ik keer er het geërgerd oog van af, zeide Gy zo even, naamelyk, van eene bedorven Geestelykheid; van een kloek Volk, docli verarmd door de Weelde ! Maar zullen wy thans het geërgerd oog niet kunnen wenden naar behaaglyker Tooneelen ? Ant- o v e r de  363 vermeerderde kennis", Antwoord. Zekerlyk , wy kunnen, wy willen thans het oog wenden naar bchaaglyker Tooneelen. By gebrek van oude befcheiden , heb ik U de Kerkelyke Historie onzes Vaderlands , dus verre zeer gebrekkig en met veele gaapingen , die niemant thans kan aanvullen , moeten opgeeven. En welk eene onaahgenaame befchouwing was het voor ons beiden, te vemeemen, dat het hier gebragte Evangelie, zo het in den aanvang nog al eenigzins zuiver was , egter daarna in' den fmaak der Roomfche Kerk werdt geprertikt-en aangenoomen : dat de Geestelyken , hoe langs te meer , verdorven werden , al vernam men eenige Mannen van beteren reuk in de laatfte tyden : dat de Zeden des Volks door de weelde byster vervallen waren , en dc onkunde groot geworden wegens domme Leidslieden ! Dan , wy komen. nu tot helderer dagen. — In den aanvang der XVI Eeuw , droegen de Nederlandfche Abten de vertaalde Boeken des Ouden en Nieuwen Teftaments aan karel den V op, met dit Opfchrift: Onderzoekt de Schriften \ Verwondert Gy U niet over deeze daad ? De kennis hiervan drong in deezen tyd zeer door. Het Pausdom, meest door Monniken gefchraagd , leedt veel aanftoots door de geleerde Schriften , die de Boekdrukkery in de x Waereld bragt. De Paus zondt wel , ten  verlangde hervorming. 369 ten deezen tyde, Aflaatsbrieven aan de Hollandfche Kloosteren , die ze der Gemeente veilden , en er , hier en daar, fchattcn uithaalden. De eene Stad gaf er aan de andere kennis van , en verleende vry geleide aan de Verkoopers tot zekeren beftemden tyd. Dan, fchoon men dit hier gedoogde, wilde 1 men egter ook wel weeten wat er tegen gefchreeven werdt. luthers Schriften waren hier, reeds in den jaare 1518 , bekend, en werden zelfs , in den volgenden jaare , by uitdrukkelyk verlof van Graaf edzard, in Oostfriesland verkogt. In Dordrecht, waar der Huspten Leer, gelyk ik gezegd heb , gebragt was , hadt men zich tegens fommigën van 's Mans Aanhangcren verzet : maar, men hadt daarentegen, reeds langer dan éene Eeuw, daar en in heel Nederland, naar eene Hervorming verlangd, filips van Bourgondie , Bisfchop van Utrecht , hadt er te vooren zyne gedachten ook over laaten gaan. Hy fprak met zyne Vrienden over het verminderen van Feestdagen , over het weeren van domme Bedelmonniken, over het aanftellen van goede Predikers , en over het toelaaten van het Huwelyk aan de Geestelyken. Hy hieldt de Legenden der Heiligen voor grollen , las de Heilige Schrift , en fprak met verontwaardiging van den Paus, van de Cardinaalen - en het Roomfche Hof, zeggenIV. deel. Aa de „  370 desiderius erasmus. dc , dat de Heidenen gewoon waren beter t$ leeven. Hierom was het dan niet vreemd, dat het Volk , onder zulk eenen Bisfchop, naar luthers Leer luisterde. V. En wie hielp hem daarin ? A. Edn der grootfte Mannen , dien ooit ons, Vaderland voortbragt , ik meen , desiderius erasmus , eigenlyk gerrit gerritszoon geheeten : want het fchynt toen reeds in trein geweest te zyn, dat de Geleerden hunne Neder duitfche Naamen, of in Latynfche veranderden , of dezelven eene Latynfche buiging gaven, vermoedelyk om zich van Ongeletterden te onderfcheiden. erasmus werdt in zyne jeugd door zyne Voogden in het Klooster Emaus of ter Steen te Gouda geftooken ; doch door eenen Bisfchop van Utrecht daaruit getrokken , leevende zints als een reguliere Kanunnik. Hy vormde een goed gevoelen van luther , en hieldt zich wel by de Roomfche Kerk , om dat hy oordeelde , dat dezelve zich zonder fcheuring behoorde te hervormen ; doch hekelde dermaate de Monniken , dat deeze , op hunne beurt, de Predikftoelen tegens hem deeden daveren , dien braaven Man uitfcheldende voor eenen Godslasteraar, en Vooriooper van den Antichrist , uit wiens Hof luther zyn doodelyk zaad vergaderd hadt. Intusfchen , daar de gevoelens des laatften grond wonnen ,  plakaat tegen de hervorming. VT% nen , werdt , in den jaare 1521 , het eerfte Plakaat tegens luthers Leer en zyne Boeken , uit naam van Keizer karel den V, door Vrouw margareet van Oostenryk , zyns Vaders Zuster, Beheerfcheresfe der Nederlanden , uitgegeeven. Dat ons Vaderland eertyds door Graaven en Hertogen geregeerd werdt, nu door eene Landvoogdes, in naam van Keizer karel , zal U in eene volgende waereldlyke Historie des Lands nader verklaard worden. Dan , 't gemelde Plakaat maakte de eerfte inbreuk op 's Lands Vryheid ', indedaad van duisteren uitzigte : want wat heeft een vry Volk niet te wagten , als deszelfs Befchermers aan de Vryheid beginnen te tornen ! De oude Graaven van Holland hadden nooit eenige Wetten van gewigt, veel min eene dergelyke, als ten overftaan van Edelen en Staaten, gemaakt, francois van hulst, 's Keizers Raadsman in Braband, kreeg last, om , by gebrek van aanklaagercn , by inquifttie te procederen tegens de Overtreeders van 't Plakaat. Dit fmaakte naar de Spaanfche Inquifttie. Veelen viel dit hard te hooren. cornelius grapheus, Secretaris van Antwerpen, erasmus Vriend, was de eerfte, die, om het fchryven eener Voorrede , vóór lange jaaren reeds gemaakt, te lyden hadt. Zo naauw keek men toe. hendrik van zutphen ont^ a 2 kwam  * J72 eerste vervolging. adrianus. kwam gelukkig den dood, toen men eenige Monniken uit het aldaar verdacht geworden Augnftyner-Klooster greep. In den jaare 1523 werden er drie te Br 11 sfel op het 'Schavot ontwyd , twee verbrand , en de derde' hcimlyk om 't leven gebsagt. Dit was het eerfte bloed , na luthers opkomen, in de Nederlanden gcllort.: En ware het maar daarby gcblccvcn ! Men bediende zich, zeide erasmus , van verkeerde middelen , van Vervolgen ; maar dit was beulen, geen werk van Godgeleerden ! V. En dit liep zo voort ? A. Adrianus , Zoon van floris bovens, een Schuitemaaker te Utrecht, op eene gemeene beurs zyne Letteroefeningen voltrokken hebbende, en door neerftigheid en goed gedrag tot den Pausfelykcn Zetel thans verheven zynde , vermaande erasmus tegens luther te fchryven; mcenende, dat dcezc eene feheuring maakte uit waercldfche inzigien. Hy erkende , dat de Hervorming in veele opzigten noodig was, en vraagde den gcmelden geleerden Vaderlander, hoe die onccnigheden te ftillen ? De ander fchreef hem , driemaal daarop, zeer vry.— marcAreet, de Landvoogdes , ftelde zich zeer ernrtig tegens de heerschzugt der Zeeuwfche Kloostcren, welke byna die gehcele Provintie, door aankoop , zouden hebben ingeflökt". Terwyl zy  prediken. kloosters verlaaten. 373 zy dat deedt in den jaare 1513, diicldt men te Groningen openbaare Gefprekkcn over eenige Gefchilpunten tusfchen de Hervormden en Roomfchen : maar , in het volgende {aar, verboodt men in Holland , eenige Boeken uit te geeven zonder voorafgaande goedkeuring. Dus vilde men de Ketterfche Boeken weeren. Een verkeerde vond , die altoos het tegendeel gewrogt heeft ! 't Gelukte , belaas ! den bitteren Monniken , dc Boeren van Ditmarsfen tegens den gevlugten hendrik van zutphen dermaatc gaande te maaken , dat zy den braaven Man met eenen barden dood martelden. V. Dit benam anderen den moed ? A. Zo weinig , dat dc Priester van Mels by Annverpen , in het open veld , tegens de Roomfchen predikte , en zelfs een verlicht Monnik in de Stad dat navolgde. Veele Monniken en Nonnen begonnen ook de Kloosters te verlaaten. Men was daar verpligt, veel te bidden, zo voor derzelver Stichters, als voor anderen. Dan , de Stichters der Kloosteren hadden niet bedacht, dat veelvuldig, lang en gezet bidden , zo als daar gefchieden moest, met den tyd een last wordt; en hielden het voor altoos toegeltaan , dat wél gevoedde , warm gekleedde , en gemakkelyk gehuisveste Mannen nimmer verdriet zouden krygen in zulke aanzoeken te doen Aa 3 by  374- monniken, nonnen. by den Hemel om derzelver verlosfing uit bet Vagevuur. Zy veronderfteldcn, dat, wanneer de zorg deezer Waereld ware ter zyde gefield, de Godsdienstigheid een geregeld bezit van 't hart zou neemen. 't Ware te wenfchen , dat zy in hunne vooronderftelling nooit bedroogen waren geworden ! De meeste Nonnen, welke men nog mag noemen waren zagte en verpligtende Snapfters, dewyl er geene Lettergreep van haare monden vloeit, die niet beflierd wordt door uiterlyke zedigheid , zagtmoedigheid , nederigheid en goedwilligheid : de meeste Nonnen, zeg ik, waren ook wars van haare Kloosteren geworden : zy donden toch met de Monniken in een gelyk geval, 't Is de regte wyze niet, de Waereld in Kloosters af te derven.— Daar luthers Leer in Holland , Zeeland en Vlaanderen by het meeste Volk bekend werdt , raakten de overige domme Monniken in eenen , meer dan doodelyken haat. Uit 's Hertogen-Bosch joeg men de Minderbroeders en Dominicaanen weg. Men wilde daartegen de Vergaderingen, waarin de Evangeliën , de Epistelen Pauli en andere geestelyke Gefchriften gelcezen werden, (misfehien zag dit op luthers uitgegeeven Nieuw Testament) door Plakaaten beletten : niettemin predikte men te Antwerpen buiten de Stad, het welk het eerde begin was van zeven voor-  zeven gebeurtenissen. 375 Voornaame Gebeurtenisfen in ons "Vaderland. V. Van zeven voornaame Gebeurtenisfen ! A. Ja van zeven ; maar helaas, byna allen ongelukkig voor ons Vaderland ! Ik zal ze U opnoemen , het rustig openbaar Prediken — de geweldige Beeldftormery — de daarop gevolgde onaangenaame Vcrwydering tusfchen de vryheid* ademende ; doch verdrukte Roomfchen cn Onroomfchen— de treurige komst van alva in deeze Landen — den gruwzaamen Moord onder dc Hervormde Nederlanders — en de jammervolle Ballingfchap van duizenden. Wy zullen die allen, ten regten tyde , bezien. Laat ons nu voortgaan. Veelen lloegen , meer openlyk , handen aan dc Hei-vorming , of waren ze hartelyk toegedaan , by voorbeeld , martinus dorpius , een ervaaren Hollandsch Godgeleerde ; philippus lens , 's Keizers Secretaris in 't Hof van Brabant ; de Priesters petrus nannius te Alkmaar , laurentius antonius frederiks te Naar den , herman cocq , johannes rhodhjs te Utrecht , cornelis honius te Delft , en" anderen. V. En misfehien gingen zy ook verder ? A. Ja ! jan ue bakker onderftondt , in den jaare 1525, in den Haag te prediken en Lieden te trouwen , het geen de Inquifiteurs hem met worgen en branden betaalden. Anderen zou men op gelyke Aa 4 wy-  37<5 vervolging in holland. wyze behafïdeld hebben ; maar 's Mans kloekmoedig fterven , onder het vuurig aanroepen van Gods naam , hadt zyne Regters vertzaagd. Dees vroome Man was de eerfte Martelaar in Holland. honius fchreef eene Vertroosting en Spiegel der Kr anken ; een Boekje , dat dikwyls herdrukt werdt en veel nuts deedt ; doch één der Drukkeren moest er het leven om laaten. Ook gaf men nieuwe Plakaaten uit tegens het houden van Vergaderingen, tegens het leezen of fpreeken over het Evangelie, tegens het twisten over de Leer , en het herbergen van een' verloopen Geestelyken Perfoon. — De Vervolging in Holland ging dan , in den jaare 1526 , fterk voort ; des rookten de Schavotten van geloovig bloed. En helaas! ten zelfden tyde floegen de Gefchillen tusfchen luther en zwinglius ook in ons Vaderland over. Hoe veele donkere Uitzigten! V. En werdt het gevoelen des laatften algemeen aangenomen ? A. Niet in den aanvang: de meesten waren toen op luthers zyde. Men vindt egter , dat wendelmoet , klaas Dochter , eene Weduwe van Monnikendam , achtende bet brood in 't Avondmaal niet meer , dan brood , tc weezen , om die reden, in den Haag geworgd en verbrand werdt.— Men begon , ten deezen tyde , ook in ons Land van  middelen tegen de hervorming. 377 van Doopsgezinden te hooren. Gy weet, dat zy zo geheeten worden , om dat zy den Doop bedienden aan Volwasfenen , hoewel Ét eene andere Gezindheid reeds gedoopt. jan walen en twee ' zyner Medebroederen van Crommeniesdyk waren de eerften , die 1 in den jaare 1527 , met een langzaam vuur in den Haag verbrand werden, 't Was toen genoeg , ook. van 't gevoelen deezer braave Lieden te weezen , om dus het leven te verliezen.- De Landvoogdes margareet zag egter dit alles, ongeacht de Vervolging, met leede oogen aan : des poogde zy door andere middelen den voortgang der Hervorming te fluiten. In den jaare 1528 gaf zy een nieuw Plakaat tegens de verbooden' Boeken en het verloopen der Geestelyken. Zy fprak , in het volgende jaar, van het verbeeteren eeniger misbruiken onder de Kerkelyken , om dat de Hervormden dezelven fel doorgeftreeken hadden. Zy kwam in Holland, en beval den Kloosteren, niemant den Predikdienst te vertrouwen, dan die VQorzigtig , verilandig en van goede Zeden was ; cn verboodt tevens, het Volk door Verdigtfelen te ergeren : van luther mogt men ook in de Sermoenen of Leerredenen geen gewag maaken. Dan , dit was of te laat , of het reikte niet toe. De Verlichting was dieper ingedrongen, dan zy dacht of wenschAa 5 te.  "37 8 voortgang der hervorming. te. Gansch Holland, en vooral Delft en Amftcrdam werden , ten Hove , van Lutheranery befchuldigd.. Ook zou de Hervorming nog fterker zyn doorgezet, waren de Heivormers zelve niet oneenig geworden. Intusfchen vermaande erasmus tegens de Kerkelyke beroerten , en het vervolgen der Doopsgezinden. V. Maar waren de Priesters Minnaars van erasmus Letteroefeningen ? A. De meeste Priesters (welk eene Letteroefening !) hadden van geen Boek minder werks gemaakt , dan van den Bybel. Veelen hadden denzelven nooit geleezcn. Eenigen , dien by geval inziende , Honden verbaasd over den inhoud , die weinig ftrookte met hunne Leer en hun Leven. ■ Eerst bragt men luthers Nieuw Testament , cn daarna den Bybel over in de Vadcrlandfchc Taal. Welk eene roemryke daad! Dan, agt jaaren verliepen er met dat werk : geen wonder ! zo men die beroerde tyden overweegt. Eén der Drukkeren werdt er zelfs om onthalsd. — Iemant vergaderde , in den jaare 1530 , \ccnige Tekflen tot een klein Boeksken , onder den titel Fontein des Levens , om den Mensch van het Bygeloof tot God cn Christus te leiden. Dit was zeer wél bedacht , en het was ook van een uitneemend nut. Dan , hoe eenvoudig zulk  WEDERDOOPERS. 379 zulk ecu Boeksken mogt weezen , het filet den Roomfchen geweldig. Zodanig eene Leer was hun vreemd. Een Franciscaaner Monnik (welk een yver!) vloog uit Braband naar Amfterdam, kogt den eerften Druk geheel , en verbrandde denzelven. Vrugteloos was 's Mans poóging. Men draalde niet, om het fchielyk te herdrukken , en , gelyk het altyd gaat , dit gaf aanleiding, dat men het te greetiger las. Het was niet ge¬ noeg , in den jaare 1531 , te bevelen , een nieuw Plakaat tegens de verbooden' Boeken, alle zes maanden , af te leezen 5 en , aan den anderen kant , de ergerlyke gierigheid der Geestelyken te keer te gaan , die vorderden , dat zy, die het Klooster-leven aannamen , alle hunne erfelyke goederen aan hetzelve zouden befpreekcn. In den jaare 1533, werden ook eenige Wederdoopers te Amfterdam van 't bed geligt en in den Plaag verbrand , en andere Hervormden te Haarlem , Limburg, Atrecht en *sHertogen-Beseft gedood. Agt zwoeren hun Gu-iof in deeze Stad af, en moesten, met vaskaarfen in de hand, vóór het Sacrament, het Gewandhuis of de Hal omgaan naar het Stadhuis , hunne Lutherfche Boeken daar zien verbranden , en andere boeten doen. Standvastiger was de welfpreekende Amfterdamfche Pries-  S8q wederdoopers. Priester , ysbrand schol , dien men, in den jaare 1534.5 ten vuure doemde. V. Vernam men toen al Wederdoopers in ons Land ? A. Ja ! Zy waren afkomstig van nicolaas stork in Saxen omtrent den . jaare 1522, kwamen henvaards , vierden den ruimen teugel aan hunne lusten , gaven hoog op van hunne hemelfche Openbaaringen, verleidden ongelukkiglyk eenige Doopsgezinden , kreegen meer aanhangs , cn aan hun hoofd gerrit boekbinder dl jan van leiden , wiens wel verdiend lot ik U reeds verhaald heb (bladz. 39). Daar twaalf Schepen met Wederdoopers uit Holland naar Overysfel gefeild waren , om van daar te lande naar Munfler te trekken , waar jan van leiden zich als een' geestclyk' Koning vertoonde , liet Keizer karel de V , vreezende het verloop van Hollands Volk , hunnen Aanhang genade aanbieden, het geen wyzelyk bedacht was. Vyf liepen door Amfterdam, met bloote zwaarden , in ■ de hand, roepende in razerny : '><■ in den naam des Heer en 1 de Zegen Góds ftaat over de regte , de Vloek over de linke zyde der Stad.' De Schuttery der Stad moest in de wapenen komen, om deeze dollemans te beteugelen, ' Daar en elders ftrafte men daarna zodanigen met den dood.  wederdoopers. 3^ dood. In den jaaré 1535 maakten deeze Gecstdryvers eenen aanflag op ' Leiden, die gelukkiglyk ontdekt werdt, en éenigen , ten voorbedde van anderen , het leven kostte. Dan, dit kön de dolle woede nog niet zetten. Zeven Mannen en vyf Vrouwen liepen daarna , naakt, door Amfterdam, roepende met een fchrikkelyk gefchreeuw, wee , wee, wee, de wraake Gods ! Wel duizend dergelyken waren ook van elders daar aangekomen; doch het gelukte den Stedelingen , hen tot de terug reize ■ te overrceden. Anderen namen het • Klooster Tzum by Franeker in, verjoegen de Monniken , en verfterkten zich daar binnen. Met geweld moest men het herncemen. Maar toen vergat men ook niet, hun dit bedryf duur te doen boeten. Vierëntwintig werden gehangen, vyftien onthoofd, anderen verdronken; doch den onnozelen vergecving gefchonken. jan van geelen deedt daarna eenen aanllag op Amfterdam, en overviel het Stadhuis. De Burgers ftilden den geweldigen oproer , en deeden hem eene vrcefelyke ftraf aan, waarop een ftreng Plakaat van Keizer karel den V tegens de Wederdoopers volgde. ... Als men die dolle daaden in bedaarden gemoede overdenkt, moet men verbaasd ftaan over de magt , die de ydele Verbeelding op der Menfchen geest ter dwaaste vervoeringe hebben kan : maar waar-  352 voortgang der hervorming. waarom van den Redelyken Godsdienst afgeweeken ? Wat kan en zal Iiy niet bedry» ven , die deszelfs veilig geleide verlaat ? V. Zeg my nu , hoe ging het met de egte Hervorming in den Lande ? A. Schoon wy geene volledige Befchryving daarvan hebben, wegens de daarop gevolgde beroerde Tyden, weet men egter, dat ze veel velds won. In den jaare 1529 , by voorbeeld , predikte reeds een Hollander, heimelyk , het zuiver Evangelie in één Huisgezin te Veere; doch, in den volgenden jaare, hieldt men er al Vergaderingen, waarin wel vyftig Perfoonen te zamen kwamen. En dit hadt ook qlders plaats. Uit dien hoofde werdt de Vervolging, in den jaare 1536, wyd en zyd, in Nederland verbreid. Willem tyndall werdt, om zyn Nieuw Testament , in het Engehch vertaald , te Vilvoorden geworgd en verbrand. Een godloos bedryf! Men wilde het beste Gefchenk, dat God aan de Waereld gegeeven. hadt , vernietigd, ten minftcn den Menfchen ontrukt hebben! Wat verdienden zulke Aterlingen ! — erasmus , die intusfchen over de Hervorming gefchreeven hadt, welker invoering hem te hard toefcheen, en zich dus als een Hervormer der Hervormeren gedroeg, vondt by de rekkelykften gehoor; doch behaalde by niemant meer ondanks , dan by de geenen, die  erasmus schriften en standbeeld. 383 die zynen raad het minde ter harte namen. Hy fchreef een Boeksken over de Herflelling der Kerkelyke Eendragt, ook den Evangeüfchen Predikant , en de Zuiverheid der Kerke. 't Eerfte zou een Formulier van' Eenigheid zyn voor de Hervormden en Roomfchen ; maar hoe weinig waren Tyden en Gemoeden daartoe gefchikt ! In dit jaar verliet den wydvermaarden Man, zeventig jaaren oud, het leven. Hy was zo hoog geacht, dat de Edelen en de meeste Leden onzes Lands , in den jaare 1532 , beflooten, hem een juweel , ter waarde van tweehonderd en veertig Rhynguldens (toen eene groote fomme) , te fchenken. De achting voor hem is egter,,. na zynen dood, noch hooger geklommen : want , dertien jaaren daarna, dat is, in den jaare 1549, rigtten de Regenten van Rotterdam een houten Afbeeldfel van deezen geleerden Vaderlander in hunne Stad op , het geen , in den jaare 1557 verwisfeld werdt voor een Beeld van blaauw Arduinfteen ; maar de Spanjaards, door eenen Monnik aangehitst in 't jaar 1572, befchooten dat met musketfehooten , en wierpen het daarna in het water. Doch , na hun vertrek , werdt het herfteld , en men liet , door den beroemden Beeldhouwer de keizer, een ander van metaal op 's Lands kosten gieten , 't welk daar nog op de markt ftaat. V.  3^4 Twee geestdryvers. V. Zyn poogingen tot de Eendragt waren dan geheel ydel ! A. Ten minsten by de Wederdoopers , die , in de jaaren 1537 en 1538 , wederom het hoofd opftaken. j Twee Geestdryvers , jan van batenburg en david joris , VOOl- heen ' een Glasfchildcr , daarna ' een Leeraar onder de Doopsgezinden , wilden hen weder vereenigen, öm het voorige dolle fpel te hervatten. Dan , men verboodt ftrcnglyk , in Holland, den laatftcn' te hérbergen. Hy vlugtte des naar- Bafel, lééfde daar elf jaaren onbekend >, byna vorstclyk door de on-> derfteuningen , -hem uit Holland gezonden ; doch ftierf van vreeze , toen hy -gevaar liep van gekend te zullen worden.,- cn werdt pragtig begraavcn. Zyne Leerlingen , hoopende dat hy binnen drie -jaaren zou opftaan, zagen met fmert , dat de Regeering, intusfchen ontdekt hebbende , wie jan van brug ware (want onder deezen naam hadt david joris zo lang zich verborgen gehouden) , deszelfs Lyk liet opgraaven , en met zyne Boeken en Beeldtenis verbranden. V. Wié telde men al onder de IFederdoopers van dien tyd ? A. Menno simons , eerst Roomsck Priester te Witmarfum in Friesland, vervoegde zich , in den jaare 1536 , by de Wederdoopers , en leerde het Evangelie , vyfën- twintig  Ivl e N N o S I m O N S. 385 twintig jaaren lang , in Holland, Gelderland, Brabant , Oost' en West-Friesland, Groningerland en verder tot in Lyfland, altoos blootgefteld aan de ftrenge Wetten, tegens de Wederdoopers genomen ; hoewel deeze zagte , eenvoudige , opregte , beleefde en welfpreekcnde Man niet behoorde tot den onbefuisden geestdryvenden hoop dier Gezindheid. Zyne leer , yver en voorbeeld , aandringende op de betragting van Deugd en Godvrugt , deeden hem veele Navolgers verwerven , waar hy ook predikte, welke naar hem Mennoniten of Doopsgezinden o-eh'eeten werden, om dat zy , gelyk ik zeide, den Doop bedienden aan hun , die , hoewel in eene andere Gezindheid reeds gedoopt, tot hen overkwamen , 't geen de RoomFchen van die tyden aanzagen , als eene onverdraaglyke Kettery, om welke reden wy hen ook veel zullen zien lyden. Hy leerde den Doop der Volwasfenen ; het Duizendjaarig Ryk van Christus op aarde , wiens lichaam door de fcheppende kragt van den Geest was voortgebragt, en niet van maria aangenomen; geen Overheids Anipt te bekleeden , of Oorlog te voeren ; nimmer te zweeren, maar ja en neen zo opregt te zeggen en te houden, als anderen eenen Eed. xjeeze Stellingen droeg hy zo zagt voor , dat hy fcheen , den Hervormden in IV. deel. Bb ge-  386 scheuring onder de doopsgezinden. gevoelen naby te komen. Dit deedt hem' by veelen ingang krygen, en zy, die 's Mans denkwyze niet aannamen , oordeelden egter, hem te moeten verdraagen. — Laat my, nu wy van hem fpreeken, er by doen, fchoon dit eerst in den jaare 1558 gebeurde , dat er onder zyne Navolgers een hevig ' gefchil rees , dewyl twee Leeraars , leendert eouwens en dirk philips, dreeven, dat men openbaare Overtreeders , en zelfs die hunne zonden opregt beweenden , / zonder voorafgaande vermaaning , uit de gemeenfchap der Kerke moest verbannen , en de verkeering met hunne Vrienden affnyden. Zo ftrikt en naauwgezet waren zy in hunne Zeden. Tot hier toe waren de Doopsgezinden in geene byzondere foorten verdeeld geweest ; maar werden naar de Gewesten , waarin zy zich onthielden of verdreeven werden , onderfcheiden in Vlaamingen , Waterlanders , Friezen en Hoogduitfchen. Maar anderen zich tegen den gemelden Ban , als onrcdelyk, verzettende , werden zy in twee Aanhangen gefcheurd. De braave menno kon, wat hy ook deedt, deeze breuk niet heelen. Zy raakten dan verdeeld in ftrenge Doopsgezinden , of Vlaamingen , en in Gemaatigden of Waterlanders ; en de Strengen werden daarna weder gefcheiden in Vlaamingen en Friezen , die in Leer en Tugt ver- fchil-  scheuring onder de doopsgezinden. 3S7 fchilden. Ook deeden zich de Hoogduitfchen afzonderlyk kennen. Het grootfte deel der drie foorten vervoegde zich egter naderhand by de Waterlanders , cn de wonde werdt, wel niet volkomen , egter ten deele geneezen. De laatften gaven daarna eene Geloofsbelydenis in het licht, welke de oudfte en meest geachtfte is. De Vlaamingen gaven eene andere , het Olyftakjc geheeten , die de eerften weigerden aan te neemen. Zy waren zeer naauwgezet van leven, zeer eenvoudig , ernsthaftig in houding , nederig in kleeding, en huisfieraadië'n, groote Minnaars van hun Vaderland. Men mag hun den roem , van Prins willem den I , in den jaare 1572 , met gelden onderfteund te hebben , niet onthouden ; en moei daaraan toefchryven het goede hart, 't welk die dankbaare Prins en zyne Zoonen hun , federt, hebben toegedraagen. V. Ik verlang, van U aangenaamer Gebeurtenisfen onzer Kerk te hooren! A. 't Was nog de tyd niet, dat de donkere dagen van gedaante veranderden, 't Ontbrak, in den jaare 1540, aan geene Plakaatcn tegens het prediken buiten de Parochiekerken en Kloosters der groote Steden; aan eene bevestiging der voorigen , die Keizer karel tot eene eeuwige Wet gefield hadt; of aan eene daarop volgende zwaare Bb 2 Ver-  383 VERVOLGING. Vervolging , die veelen het leven kostte. Om de Leeraars , die tegens het Pausdom predikten , in handen te krygen , liet men derzelver Becldtenisfen , kon men die bekomen , vóór de Stadspoorten plakken, en geld op derzelver Hoofden ftellen. Eene groote fomme beloofde men den geenen , die den braaven menno simons zou vatten. Veele Doopsgezinden , getrouw aan hunne Belydenis , ondergingen den Marteldood. En 't jaar 1544 verfcheen niet , of men hoorde van nieuwe Plakaaten tegens het drukken en verfpreiden van Boeken , ortder anderen tegens den Latynfchen Bybel door robertus stephanus te Parys gedrukt, en den Nederïandfchen by j. liesvelt te Antwerpen in den jaare 1542. De laatfte werdt daarna onthalst , om dat hy in eene Aantekening, uit een ander Exemplaar overgenomen, gedrukt hadt : „ dat de Zaligheid der Menfchen alleen door Christus komt. " Zo fel was men toen op deeze gewigtige Waarheid gebeeten ! Hoewel het intusfchen den beroemden johannes a lasco , een' Man van fcherpziende Staatkunde en ongemeene Geleerdheid , gezonden naar Etnbden, in den jaare 1543 , ter bevorderinge der Hervorming , niet in alles gelukte , deedt hy er egter veel , en , in volgende tyden, werdt die Stad de herbcrgplaats der gevlugte Ne-  vervolging. inquisitie. 3S9 Nederlanderen. —— Na dat men , in de jaaren 1548 en 1549 verfcheiden' Wederdoopers en Lutherfchen gedood hadt , hoewel de Regenten van alle Steden niet even bloeddorstig waren ; en dc gevlugte Jooden uit Portugal, fchoon Christenen geworden, hier verbannen werden, dewyl veelen, heimlyk, als jfooden leefden , het geen men niet wilde dulden, verfchecn er, in den jaare 1550, een nieuw Plakaat tegens de Ketters, fcherper dan de voorigen , en fpreekende van het invoeren der Inquifttie. ruard tapper te Enkhuizen werdt het hoofd dier vreesfelyke Regtbank. V. Hoe geviel dit in Nederland ? A. Het hooren van het invoeren eener Inquifttie baarde eenen geweldigen fchrik onder de Ingezetenen. Men vreesde voor verloop van den Handel , en nog meer voor het verlies van veelen zyner Vrienden , of eigen leven. Wie toch iets ergerlyks van zynen Vader hoorde , moest zulks aanbrengen. Twee getuigenisfeft , hoewel verfchillende, of een bloot vermoeden, waren genoeg , om iemant in den kerker te werpen , alwaar men hem de fpys fober toediende , en zelfs het zingen verboodt , op dat hy door zwaarmoedigheid mogt fterven. Onder eede werdt de aangeklaagde ondervraagd ; zo dat men hierdoor tot de verBb 3 bor-  39° inquisitie. • borgenftc dingen indrong. Men pynigde hem geweldig , op een bewys van klein gewigt, om agter de Waarheid te komen. Soms liet men hem daar , tien of twaalf jaaren lang , zitten , en dan benam men hem nog het leven. Was dan niet deeze eene vreesfelyke Regtbank , die groot en kleen deedt fiddcren! Op fpreeken en zwygcn werdt acht gegeevcn. De Vriendfchappen waren bedrieglyk. Men hadt dikwerf den aanklaager op zyne zyde. Hoe gcvaarlyk , agterhoudend en treurig werdt toen niet de omgang met Menfchen ! V. Wat deedt men daartegen ? A. Vermids Antwerpen in die tyden niet was het geen het tegenwoordig is , maar ééne der grootfte handcldryvende Steden , waar zich ook verfcheiden' Predikanten bevonden , maakte men zwaarigheid, om het gemelde Plakaat daar af te leezen. Dc Kooplieden maakten toch zich gereed om te vertrekken ; de handel ftondt ftil. Des baden de Regenten , * de goede Landvoogdes wilde by Keizer karel , haaren Broeder, vertoogen tegens de Inquifttie doen. Dc Raad van Brabant verklaarde zich ook daartegen , en' pleitte voor de Vryheid van het Land. margareet was eene Vrouw van goedertieren' aart, en befcheiden in Geloofszaaken. Paus, paulus de III, hieldt haar des  vertoog tegen de inquisitie. 391 des verdacht, van heimlyke gunst den Lutheraanen toe te draagen. Terwyl eenige Nederlandfche Geestelyken gezonden waren naar het Concilie van Trente , nam zy de moeite , om naar karel op den Ryksdag te Augsburg te reizen, dewyl Antwerpen , bleef de Inquifttie , te gronde zou gaan ; waarop zy een ander verzagt Plakaat van hem verkreeg , waarin de naam van Inquifttie niet geleezen werdt. Toen men egter dat wél bezag , vondt men het zo erg , als het voorige. In alle Steden van Nederland werdt het met klokkenflag afgekondigd ; maar te Antwerpen onder eene zekere voorwaarde. De Inquifttie was hier te lande wel bekend ; doch niet zo als in Spanje ingevoerd en geoefend , 't geen men vreesde , dewyl men den ftrik, hoe langer te naauwer, zag toehaalen. Eene nieuwe Vervolging toonde ,. dat men zich niet bedroog. Veele Doopsgezinden en Lutherfchen fmaak- ten den dood. Een Aanhang van Geestdryveren , zich noemende het Huis der Liefde , door nicolai opgerigt , zogt in den jaare 1550 , te Amfterdam opgang te maaken; maar, dat niet gelukkende , vertrok dezelve naar Londen. V. Wien gunde men hier de rust ? A. Deeze Aanhang verdiende ze gewisfefelyk niet; doch men moest de Belyders Bb 4 der  302 johannes anastasius. der Waarheid verdraagen hebben ! Dan , de Vervolging ging al voort. Zie er hier een Haaltje van. johannes anastasius, te Garder op de Veluwe , in den jaare 1555 , gepredikt hebbende , was gevat, en , uit vreeze des doods , tot de herroeping gekomen. Hier mede niet te vrede, zettede men hem gevangen op het Slot te Hattem; doch men beloofde vryheid , mids hy zo veel voor den Paus zou fchryven , als hy er te vooren tegen gedaan hadt. Dit weigerde hy. Na drie jaaren hem aldaar, en nog anderhalf in zyn huis vast gehouden te hebben, liet men hem los, om zich te Leuven- in de Pausfelyke Godgeleerdheid te gaan oefenen. Maar de blyde Man, nu buiten banden zynde , herriep zynen afval, badt Gode en der Waereld vergiffenis , vlugtte naar Straatsburg , fchreef daar der Leeken Wyzer , dat is , een kort Begrip der voornaamfle Geloofsftukken , ten nutte der Nederlanderen , en droeg het op aan de Ridderfchap en Steden van het Vorstendom Gelre en Graaffchap Zutphen. — Intusfchen ftierf menno simons tusfchen Lubek en Hamburg in vrede , en Keizer karel de V deedt affland van de Regeering, zullende hy ook wel haast flerven. Zy waren Mannen van verfchillende geaartheid cn daaden. De eerfte hadt het Evangelie des Vre-  karel de V. philips de II. 393 Vredes gepredikt ; de ander hadt honderd duizend Menfchen in de Nederlanden , om de belydenis van het' Evangelie , doen martelen. Al neemt men maar de helft van dat getal , wat zegt niet zulk een bedryf! Ons hart beeft by de bedenking deezer on-fchuldig om 't leven gebragte Lieden ! Hoe ligt zal menno's Verantwoording, hoe zwaar die van karel vallen in den grooten Dag! Hoe veel nuts hadt de eerfte , een gering Man , in de Waereld gedaan ; hoe veel kwaads de laatfte ! Op het einde zyner Regeering zag men weinige Roomfche Geleerden van naam in de Nederlanden, viglius was byna de , eenigfte , die de Eer zyns Vaderlands in verfcheiden' Takken der Weetenfchappen ophieldt. Hy fchroomde niet , te zeggen , toen men eenige Geestelyken naar Trente's Concilie moest afzenden , dat hy naauwlyks iemant wist , om de zaaken daar wél waar te neemen. Zulks hadt men aan karels vervolgzugt te danken. V. Zyn Opvolger was, mooglyk, zagter? A. Zyn Zoon , philips de II, die hem in 't jaar 1555 opvolgde, was erger, dan de Vader. In den jaare 1556 bevestigde hy de Plakaaten tegens de Kettery, en gebruikte alle list ter invoéringe der Inquifttie. Dan , de gemoeden werden daardoor te meer er tegen ingenomen, en men liet niet af, Bb 5 de  394 daad van merula. de Waarheid te onderzoeken. engel de merula, Pastoor te Heenvliet in Holland, (de Oudoom van petrus merula, Hoogleeraar te Leiden) was , onder anderen, door het naarftig leezen der Heilige Schrift, tot beter kennis gekomen. Hierop ondernam hy de Woorden in het Misboek : „ Almagtig eeuwig God! die vergund hebt, dat wy aller Heiligen verdienften op eenen vierdag eer en : wy bidden U, dat gy ons den gewenschten ■ rykdom uwer verzoening door de menigvuldigheid der Middelaaren, mildelyk wilt fchenken; " dus te veranderen : „ AlViagtig eeuwig God ! die vergund hebt, dat wy aller Heiligen Glorie op eenen vierdag eer en : wy bidden U, dat Gy ons de verwagte volheid uwer voldoening, door de tusfchenfpraak van Uwen eeniggebooren Zoon alleen , die aller Heiligen Glorie is , mildelyk wilt fchenken." Voorts veranderde hy allengskens zynen prediktrant. Ras kreeg men daarvan de lucht, en men greep hem. De Inquifiteurs , toen hy in den Haag te regt gefield werdt, en geene herroeping wilde doen , wisten hém te vervoeren , vyf jaaren lang in de gevangenis te kwellen , en eindelyk te Bergen in Henegouwen te laaten verbranden. Dan , toen dit gefchieden zou, en de oude Man van vyfënzeventig jaaren, na eene treffende Aanfpraak tot de Kei-  TV. JJ .Pl .III. ■ zijn joiigfte Gelied vuurig deedt, zeeg lij ten laatften, over de jregte zijde,dood ter neder, bladz.   dood van merula. 395 •Kettermeesters en het Volk, met geboogen' knieën en opgeheven' handen, in den ingang van het brandhuisken , dat van ftroo en takkebosfen was opgerigt , zyn jongftc Ge-, bed vuurig deedt, zeeg hy ten laatften , over de regte zyde , dood ter neder. God hadt deszelfs ziel weggenomen, op dat de braave Leeraar de fmerten der vuurvlammen niet zou gevoelen. De Omftanders , meenende , dat hy , wegens fchrik voor de pyn, in onmagt gevallen was, vloogcn toe; maar vonden hem levenloos. ■ Allen ftonden verbaasd. De Scherpregter, door zo onverwagten dood verfchrikt, weigerde het lyk te verbranden. Eenige Geregtsdienaars ftaken het brandhuisken in vlam. ' Het lichaam , dat daar buiten lag , bleef ongefchonden ; doch het werdt daarna door ander vuur verteerd. Eenige Doopsgezinden, zo Mannen als Vrouwen , raakten, op gelyke wyze, te Antwerpen , uit het leven. Daartoe was toch niet meer noodig, dan eenige verbooden' Boeken te hebben gefchreeven , verkogt of geleezen. Welke jammerlyke Tyden! V. Alles was dan gevaarlyk ! A. Ja ! maar men bedacht daar tegen, de Heivorming te bevorderen door Boeken, of zonder , of op eenen onbekenden naam, buiten 's Lands, te laaten drukken; by voorbeeld , de geleerde johannes sartorius liet,  395 vervolging. liet, in den jar.re 1558 , zyne Uitbreiding over de groote en kleine Profeeten te Bafel by operinius uitgéeven, en er vóór zetten door johannes tosarrius , zynde dezelfde Letters van sartorius , doch onder eikanderen verzet. Anderen waren (lou¬ ter. adriaan van haamstede , niet Vet- tzaagd door Inquifttie of Plakaaten , maakte in Zeeland eenen grooten naam door zynen treffelyken yver voor dc Heivorming. Aan hem heeft men het Gereformeerd Martelaarsboek te danken. Hy predikte openlyk te Antwerpen, toen men aldaar eenen Omgang (Procesfté) hieldt. In den volgenden jaare 1557 •> (lelde men daar driehonderd guldens op het lyf van eenen Predikant, en vyftig op dat van eenen Ouderling of Diaken. Dan , terwyl men in de woede tegen de Doopsgezinden voortging , begon de Hervorming in Noord-Holland in te dringen. De Regeering van Enkhuizen kreeg den lof van zagt te weezen , verfchoonende dikwerf die men elders met den dood ftrafte. Dit 011dervondt cornelis kooltuyn , wien men , hoewel by de Inquifttie aangeklaagd, dc Stad gerust liet verlaaten. Hy week naar Alkmaar : maar zich daar niet kunnende fchikken naar den Roomfchen Prediktrant , veel min de Mis houden , verliet hy het Pausdom , week naar Embden , predikte daar met  afkeerigheïd van 't pausdom. 397 met ftigting , en fchreef, ter beteugelinge van den laster, Het Evangelie der Armen. Was men elders niet zo verdraagzaam, als te Enkhuizen , men moest egter wat tocgeeven : ^vant de groote menigte kon niet beteugeld worden. Op fommige plaatzen (de Vervolging hieldt toch niet op) hielp men de Lieden , die ter dood verweezen waren, Pfalmen zingen ; en elders poogde men hen uit der beulen handen te rukken, of deedt het indedaad. V. Wat hadt dan zulk eene groote menigte afkeerig gemaakt van het Pausdom ? A. Luthers Boeken , van buiten ingekomen , en de kleene Schriften, waarvan ik reeds eenigen genoemd heb ; maar voornaamelyk het Tafereel der Religie-verfchillen en de Byen-corf der Heilige Roomfcher Kerke, gefchreeven door philips van marnix, Heer van St. Aldegonde , dén' der grootfte Mannen deezer Eeuw. Het laatfte Boek , dat in onze tegenwoordige ftille tyden minder geleezcn wordt, dan het indedaad verdient, is , in zyne foort, een meesterftuk van Geleerdheid en Vernuft. In den eerften opflag fchynt het voor de Roomfche Kerk te pleiten, en lokte dus in dien tyd veele Leezers ; maar wél ingezien , ondermynde het de hegfte pylaaren diens Aanhangs met zo veel gewelds, dat z§ neerploften, en veele Room-  5S>8 redenrykers. Roomfchen , daardoor verlicht, tot de Hervormden overkwamen. Met welk een vermaak las ik het in myne jeugd ! — Men mag hierby voegen. . . . V. Wat toch? A. De Redenrykers of Rhetorykers, Mannen die de Nederlandfche Taal befchaafd , de Dichtkunst verbeterd , en het Vaderlandsch Tooneel gevormd hebben. In de vroegfte tyden hadden de Klerken der Parochiën een voorregt, van het Volk, door het vertoon van Bybelfche Toneelftukken, te mogen vermaaken : dus werdt , in den jaare 1518 , in Utrechts Hoofdkerk het Spel van Koning herodes en zyne daaden vertoond. De Liefhebbers onzer Taal- en Dichtkunde lagen zich , federt, toe op andere Toneelftukken. Zy ftichtten zo genaamde Kamers in de meeste Nederlandfche Steden en Dorpen , die hun door de Regenten bezorgd werden. Daar vertoonden zy boertige of ernltige Schouwfpeelen, en gaven Gedichten uit. Veele Zedelesfen aan de fchoone Sexe bevat één der grootfte en voornaamfte Werken, by plantyn in agt Quartynen fierlyk gedrukt, in den jaare 1583 , ten titel voerende Pegafides Pleyn endè den Lusthof der Maeghden , begrepen in feflhien amoreufe Poetelyke flichtende Boeken, uyter maten playfant, Poëielyk geinventeert ende Rhetoryckelyk ghe- com-  redenrykers. 399 componeert by jehan baptista houwaert, » waarin men de oude gefchreeven'' Auguftyne Drukletters, de denkwyze der Dichteren en het gebruik der Taaie in die Eeuw duidelyk kan vinden. Deeze Rhetorykers, beter ge¬ leerd , en willende den Godsdienst der Hervormden invoeren, de Zeden verbeteren, en die beiden den Volke finaakelyk maaken , gispten de Paapen geweldig , fchempten op de plompe misbruiken der Roomfche Kerk, en vertoonden de haatelykheid der Vervolging. Dit geviel den Volke verwonderlyk. De Geestelykheid leedt er ongelooflyk door, en, mooglyk, deedt niets meer afbreuks aan het Pausdom. Keizer karel, die dat merkte , hadt, by een Plakaat, deeze Kamerfpeelen , Baladen , Batementen en Refereinen, gelyk men ze toen zo noemde, nevens de Comediën , raakende den Godsdienst en de Geestelyken , reeds verbooden ; begeerende , dat alle Speelen ter Eere Gods en zyner Heiligen , eerst, onderzogt zouden worden. Maar thans was de Vryheid grooter geworden , en, om des Volks wille , zagen de Regenten wat door de vingeren. Hierby kwam , dat filips de II , in den jaare l559 ■> naar Spanje keerde, om het daar opkomende Zaad van fnoode Kettery te dempen, en margareet, Hertogin van Parma, zyne Baftaardzuster, tot Gouvernante der Nederlanden ,  40O VERVOLGING. landen , nevens willem den I , Prins van Oranje , tot Stedehouder over Holland, Zeeland en Utrecht agterliet , met bevel van ettelyke wegens den Godsdienst verdachte Lieden den hals te breeken ; maar de zagte willem liet ze onder de hand waarfchouwen, des zy den dood ontkwamen. Men wilde Koning filips doen begrypen , dat de Inquijitie het Land zou bederven ; maar de vervolgzieke Vorst gaf dit dwaas antwoord : „ Hy wilde liever een Ryk verliezen , dan dat bezitten met Kettery! " Zouden de hedendaagfche Vorsten ook zo fpreeken ? Hoe zeer zyn dan niet de Tyden veranderd ! V. Hy behicldt het ook niet! A. Gy zult dit in het vervolg hooren ! De Vervolging mogt , in de jaaren 1560 en 1561 , in Brabant voortgaan ; maar de Hervorming werdt daarom niet gefnuikt. Vier of vyfhonderd Lieden , het Pausdom fchuwende , vergaderden in een Bosch by Antwerpen, om daar den Godsdienst te houden; en te Doornik zongen fommigen op ftraat de Pfalmen , door marot en eeza in het Fransch berymd. Dit maakte de woede der Vcrvolgeren grooter : zy lieten eenigen dat bedryf met den dood bezuuren. Middelerwyl zogt men de goede Boekskens te vermeerderen. In den volgenden jaare gaf guido de  nederlandsche belydenis. 40I de bres , een vermaard Fransck Leeraar, eene Belydenis des Geloofs voor de Geloovigen, in Nederland verftrooid, in het licht, verdeeld in XXXVII Artykelen, en gefchreeven in den finaak en gevoelens van calvinus. Gy kent ze , dewyl ze eene plaats beflaan onder de Formulieren agter onze Bybels. Men hieldt deeze Befydenis meer overeen te komen met de Heilige Schrift, dan de Augsburgfche ; en , men nam ze voor- , naamelyk aan, meent men, om de nabuurfchap en gemeenfehap der Taaien in de Walfche Landfchappen met de Franfche , en die der Vlamingen en Brahanderen met de Walfche. In Nederland hadt men te vooren den grooten en kleinen Londenfchen Katechismus gebruikt. Dus lang hadden de Franfchen zich Reformés of Flervormden geheeten: men nam, federt, dat woord over , en de Naam van Gereformeerden is daarna in Neerland in trein gekomen. V. Welke waren hiervan de gevolgen ? A. Dat alle deeze dingen de oneenigheden in den Godsdienst niet verminderden. Men mompelde , dat eene Vergadering van 's Lands staaten ter ffillinge noodig ware. De Landvoogdes zondt er berigt van aan Philips den II in Spanje , die beloofde over te zullen komen. In den jaare 1563 las men, intusfchen, een Plakaat ter voorzettinge IV. deel. Cc der  402 vervolging. der Inquifttie in Holland af, van welft» staaten men vorderde , de Ingezetenen ter Misfe te dwingen , cn de nalaatigen aan den lyve te ftrafFen. In Brabant en Vlaanderen maakte men het den Gereformeerden zeer benaauwd , en veelen raakten daar om 't leven. De Cardinaal granvelle dreef de Vervolging fterk door. Op de beede van willem van Oranje en dc Graaven egmond cn hoorn , herriep hem Koning Philips. De zeer benarde tyden drongen Prins willem , eenen Houten- flap te doen: hy beweerde, naamelyk, in een Gefchrift, dat 's Lands Rust kon behouden worden in het midden van verfcheidenheid van Godsdiensten. Maar de Koning drong op de uitroeing der Ketteryen. Zo veel verfchillen foms de gevoelens! Het eerfte was het beste. V. Dus kwam er geene verzagting ? A. Neen ! men wilde 's Konings bevel volgen ! Een Oplland ohtftondt er te Antwerpen , toen men fabricius , een' verborgen Predikant, ontdekte en ter dood wilde brengen, 't Volk vloog toe tot het ontzet ; maar het kwam te laat , daar de beul ylings 't hoofd des ongelukkigen infloeg. — De Regeering van Hoorn hieldt zich gemaatigd. Veele Zeelieden, elders in een kwaad vermoeden om den Godsdienst vervallen , gingen zich daar neerzetten ; des nam er de  p00gincen tegen de vervolging. 403 de Zeevaart fterk toe. De Magiftraat, begeerendc een' bezadigd' Leeraar tot Paftoor in de Groote Kerk te hebben , zag zich verpligt, hem eerst naar Leuven te zenden , om door den Inquifiteur, alvoorens, op de kettertoets gefteld te worden. Zo naauw luisterden toen de Tyden ! _ Maar meer anderen helden tot de zagte zyde. willem van. Oranje met de Graaven hoorn en egmond oordeelden , dat, daar de Godsdienst m andere Landen zo groote verandering ondergaan hadt , men niets door Plakaaten in den ouden ftand kon herfielten. De laatfte toog naar Spanje , om verzagting te verwerven. Niettemin ging de Vervolging haaren gang in den jaare 1565. Men verbrandde een' Man met het Nieuwe Testament, om den hals gehangen. Was dat niet fchoon bedacht van Menfchen, die by Christus en het Evangelie zwoeren ? V. Schrikte dat anderen niet af? A. Neen \ Onder de voornaamften , die de Hervorming -in Zeeland begunstigden, en op vasten voet bragten, telde men gerobulus , baselius en heydanus ; doch voornaamelyk johannes van miggrode , die , in den jaare 1564, Pafoor der Roomfchen te Veere was. Diep inzien in de Leer der Waarheid verkreegen hebbende, zag hy zich verpligt, na de Beeldftorming, tot de Cc 2 vlugt  404 miggrode. trente's concilie. vlugt naar Engeland, waar hy de Gemeente der verloopen' Nederlanderen te Colchester füchtte , welke tot in den jaare 1725 gebloeid heeft; doch toen in die van Norivich cn Londen is ingelyfd. De zogenaamde .Watergeuzen , ik meen de ter zee fchuimende Nederlanders , kwamen daar ter kerke , die hy tot voorzigtigheid vermaand, en Heldenmoed zal ingeblaazen hebben. Daar beftierde hy ook mogclyk de twee eerfte uitgaavcn van datiienus Pfalmberyming, die hy, by zyne terugkomst, in den jaare 1572, uit zyne ballingfchap , te Veere en elden> zal hebben ingevoerd. In den ouderdom van zesennegentig , en na eenen dienst van tweeënzestig jaaren, ftierf deeze waardige Leeraar, tot wiens loflyke Nagedagtcnis eene fierlyke Gcdcnknaalde , in tien jaare 1773, te Veere is opgerigt. V. Liet -Koning philips zich door den Graave egmond niet verbidden ? A. Neen! Hy wilde 't Concilie van Trente cn dc Inquifttie gehandhaafd, maar de Ketters verdelgd hebben. Dit ftiet de drie gemelde Nederlandfche Edelen , die zulks der Landvoogdes te kennen gaven , zeggende , dat eene zodanige geftrengheid den ganfehen Staat met eene omkeering dreigde. De vier Brabantfche Hoofdlieden , Leuven , Brusfel, Antwerpen en 's Hertogen-Bosch, klaagden ook des-  EDELEN TE BRUSSEL. 405 deswege aan den Raad van Brabant , in welke laatfte Stad het tot eenen oproer zon gekomen zyn , hadt men de afkondiging van de Inquifitie en Concilie-Wetten niet agtergelaaten. En daar dagelyks de klagten tegens dc Inquipteurs vermeerderden ; daar de Leden van Vlaanderen zich mede tegens dien Bloedraad aankantten ; daar men nieuwe manieren van ftraffen voor de Ketters uitvondt, groeide de afkeer tegens de Roomfche Kerk, nevens de Paskwillen op dezelve, niet wei-' nig aan , en de Bockskcns tot verdecdigïng van het Geloof vloogen door het gehcele Land. De uiterfte verwarringen ftonden nu vóór de deur. V. En wat daar tegen gedaan ? A. In deezen naaren tyd kwamen twintig Edelen te Brusfel, waarfchynlyk Gereformeerden , alzo franciscus junius , geheim Predikant te Antwerpen, vóór hun predikte. Na het Gebed raadpleegden zy, en beflooten een Verbond met dc Dititfche Vorsten aan te gaan , en Nederland van de Inquifttie te veiiosfen. De Belydenis des Geloofs, boven gepreezen (bladz. 401) en in den jaare 1563 door dc Synode te Antwerpen reeds goedgekeurd , werdt toen herdrukt, nevens eenen Brief aan filips den II, waarin men zeide : wel honderd duizend Mannen fterk te weczen , geenen oproer in den zin te Cc 3. ^ heb-  AOS junius. niellius. hebben , en niets anders , dan Vryheid van gewceten, te verzoeken. Gereformeerde en Roomfche Edellieden hielden zelfs Vergaderingen , om zich tegens de Inquifitie tc verzetten, junius , van Gerieve naar Antwerpen gefchikt , ter predikinge in de Franfche Taal , werdt mede gebruikt , om de Leden van den raad van staaten te doen denken op middelen van rust. Hy nam zelfs de pen op ; doch zyne Schriften werden verbooden. De Voorzienigheid bewaarde, verwonderlyk , deezen kloeken Man. Men zogt hem , en hy werdt ontdekt ; doch , een half uur te vooren , was hy gelukkig naar Breda vertrokken. Op een' anderen tyd predikten hy cn zyn Amptgenoot niellius in Antwerpen , terwyl men , op de markt , eenige Gereformeerden m het vuur martelde , en zy het geflikker der vlammen dooide Kerkvenfteren zagen, 't Kostte wat, in zulk eene bange uur, voort te gaan in de . Leerredenen , en het Evangelie kloekmoedig te verkondigen ! V. Wat was het gevolg van zo veele Vergaderingen en Beraadflaagingcn ? A. Gy weet mogelyk, dat, in den jaare 1566 , eenige honderd Edellieden , met den Heer van brederode aan het hoofd , de fchorting der Inquifttie van de Landvoogdes, margareet van Panna, te Brusfel verzog- teiii  edelen te BRUSSELi 407 ten, cn ren antwoord kreegen : „ dat men niemant om den Godsdienst zou vervolgen, tot dat de Koning orde zou hebben gefield." Ook weet Gy misfehien, dat, vóór der Edelen vertrek uit de Stad , hun de naam van Geux gegecven werdt: een Franseh woord , betekenende Bedelaars, Guiten, Fielten , van waar het woord Geufen is gekomen. Zy droegen Medailles om den hals met 's Konings Borstbeeld , cn eene Bedelaars-beurs met dit Opfchrift : den Koning getrouw tot den Bedelzak ! Aan brederode's Huis te Brusfel werdt uit eenen houten Nap gedronken op 's Konings gezondheid en der Geufen welvaart, onder belofte van trouw voor het Vaderland. Onlangs heb ik, by ééncn myner Vrienden, eene dier Medailles met den Nap (thans, gelyk Gy denken kunt , zeer zeldzaam) gezien ; maar met welk eene aandoening ! Die oude Gebeurtenis , die braave daad der Edelen , welke zo veel tot de grondlegging van onze Vryheid en Godsdienst heeft te weeg gegjbragt , werdt in mynen geest verlevendigden my dacht , ik zag die oude kloeke Edelen met dc omgehangen Medaille aan dc tafel gezeten , en den een den anderen den Nap toebrengen, om eenen gemoedigden dronk op 's Vaderlands geluk te doen! Wat voelt toch niet een Hart , dat freeds van VaC c 4 der-  4o8 winter. /emilil5s. arminius. derlandsliefde gloeit, vooral by het herdenken dier oude Tyden ! V. En de Vervolging ftondt, op 't woord der Landvoogdes , eenen tyd lang, ftil ? A. Gy moet dat niet gelooven! Zy ging voort ; maar wat won zy ? 't Pausdom leedt veel afbreuks. De Roomfche Priesters, onder welken veelen wys waren geworden , deeden veel daartoe, 't Kostte egter jan corneliszoon winter , Paftoor der Groote Kerk te Hoorn , den hals. theodorus ^emilius , Priester te Oudewater, een waardig Man , belloot geene Mis meer te doen, en zwierf des dikwyls heröm. 't Was deeze, die veel vernufts in jacob hermans, daarna zo wél bekend onder den naam van jacobus arminius , ontdekkende , hem ter Schoole beitelde , en in de gronden der Taaien en Godgeleerdheid liet onderwyzen.— Daar men intusfchen marde met een Antwoord in Spanje, begonnen dc Gereformeerden , zeer bedugt voor eene • onaangenaame Verzagting , waaraan toen gewerkt werdt , zonder angst , door het geheele Land teQ vergaderen. Dit was de eerlte gewigtige , doch alleen aangenaame der zeven Gebeurtenisfen , waar van ik te vooren gefprooken heb. (bladz. 375) V. Hoe gefchiedden die Vergaderingen ? A. Men predikte eerst zonder, daarna met wa-  dathenus psalmberym1ng. 409 wapenen, herman stryker, anders modet geheetcn , van Zwol, eertyds een Monnik, toen Predikant te Oudenaarde , predikte te Gent en Brugge. De Schout wilde hem daar grypen ; maar de menigte deedt deezen aanvaller gewond afdeinzen. Dit leerde, voortaan eene omheining van Wagenen te maaken , met welken men ter Predikaatfie reedt, en Wagten op de toegangen uit te zetten. Dan vooraan plaatften zich de Boekverkoopers , die de verbooden' Boeken aan de zamengevloeide Schaare verkogten. Op een gemaakt Stellaadje klom modet , predikte en doopte een kind. petrus dathenus verfcheen ook hier. Gy hebt te lang gekend 's Mans Pfalmberyming , gemaakt naar de Franfche Dicht- en Zangmaat van ma* rot en beza (bladz. 66, 67) , en dus uit eene Vertaaling, den 25 van Lentemaand des jaars 1566 te Franckental getekend, aan Néérlands Gemeenten opgedraagen, en kort daarna , by het doordringen der Predikaatficn, openlyk gezongen. Agter den Druk van het jaar 1568 vindt men een Gebed , dat toen by de begraaving der Dooden gebruikt werdt. Men zegt, dat er foms vyftien duizend Toehoorders onder 's Mans Leerredenen waren. Men predikte ook buiten Antwerpen, het geen de Regeering , op 't dringen deiLandvoogdes, weigerde te beletten. Dit verCe 5 zogt  410 0penbaare predikaatsien. zogt men ook in de Stad te mogen doen; maar de vrees , van Krygsvolk binnen de muuren te zullen krygen , deedt zulks van de hand wyzen. De Eisch der Landvoogdes , van de Predikaatüen te vcrftooren, en de nieuwe' Predikanten met de koord te ftraffen , zo lang het Antwoord uit Spanje agterbleef, maakte de Regenten omzigtig. Op 't voorbeeld der Antwerpenaaren predikte cornelis van diest , foms in het Bosfche Veld by *ï Hertogen-Bosch , onder eenige Boomen ; daarna alle Zon- en Feestdagen, voor en na den middag. Veele Toehoorders van Bommel , Gornichem en Hemden liepen derwaards ter preeke. 's Avonds bragt men den Predikant, veiligheidshalve, in eene fchuit naar Hedel, daar hy by den Paftoor ging t'huis leggen , die het Pausdom , al één jaar vroeger , hadt te keer gegaan. De Hoofdfchout van V Hertogen-Bosch verzogt der Regeering, dat prediken te ftooren; doch zy floeg het hem af. Daarop koos van diest het kleine Deuteren , nog bekend, tot eene predikplaats , en doopte daar de Einders. Te Doornik , zegt men , verfchcenen foms wel agtduizend Lieden in de VeldPredikaatfien. By Rysfel drong dat ook in. . . Met hoe veel meer gemaks, met hoe veel minder gevaars, en met welk eene volle gerustheid, kunnen wy thans de openbaare Leer-  openbaare predikaatsien. AU Leerredenen feywoonen ! Hoe verfehillcn de Tyden; doch hoe zelden wordt dat berekend! Dan , was cr toen minder rust , er was meer yvers : nu meer kalmte , maar helaas! meer laauwheids ! V. Volgde men die voorbeelden in Holland en in andere Oorden niet ? A. Omtrent ten deezen tyde, moet ook de openbaare Godsdienstoefening in Holland ingevoerd zyn. Ten minsten hadt floris van pallandt , Graaf van Knilenburgh, één der Edelen , de Kerk zyner Stad , by het doordringen der Predikaatficn in Brabant, van Beelden gezuiverd , en liet daarin zekeren Leeraar gerarqus openlyk prediken. Veel Volks uit Holland, heimlyk der Her* vormmge toegedaan , begaf zich daar heen ; doch het getal der openlyke Belyderen was nog gering. Men begon egter , aangemoedigd door dat voorbeeld, te denken , of men dat nuttig werk ook niet in Holland zou beginnen. Maar, bereken eens , men hadt, in de geheele Provintie, niet meer dan twee Predikanten; peter gabriel , een' Vlaming , die te vooren te Brugge hadt geleerd ; cn jan arendszoon , van Alkmaar, een Mandenmaker van ambagt. De eerfte verklaarde , alle Zondagen , te Amfterdam in de Engelfche Steeg , den Heidelbergfchen Katechismus, voor weinige Toehoorderen, cn I met  412 openbaare predikaatsien. met groot levensgevaar. Zo deedt ook de tweede te Campen. V. Dat zag er fober uit ! A. Zekerlyk waren twee Mannen voor die groote Provintie te weinig! Maar hun getal, begon men flegts , zou wel , dacht men , aangroeien. Zes Amfterdamfche Burgers vergaderden , op zekeren tyd , buiten de Sint Anthonis-Poort , aan de Y-kant in het riet; en beflooten , na het Gebed , door jan arendszoon gedaan , de openbaare Predikaatiien ook in Holland te beginnen. Dan, op denzelfden dag, op welken zy van buiten in de Stad .kwamen , werdt 't Bevel der Landvoogdes van " geene Predikaatfien te houden , onder bedreiging van de galg aan den Leeraar, die dat beftondt , afgeleezen. Dit ontftelde hen; maar denkt Gy, dat ze hun befluit lieten vaaren ? Neen ! Zy greepen moed , hoorende, dat het gemecne Volk, openlyk, het Plakaat befchimpt hadt.— Op den veertienden van Hooimaand deezes jaars (die Dag mag niet vergeeten worden) deedt jan arendszoon by Hoorn, vóór het Reguliers-Klooster, dc eerfte Eredikaatfie in het open veld. V. Dit maakte een groot gerugt in Holland? A. Een zeer groot gerugt ! Dan , dewyl dc Wethouders van Amfterdam, nog Roomsch zynde, dat zogtcn te keeren , begon men : eerst  predikaatsien buiten haarlem. 41 j eerst te Oveneen by Haarlem, op den tvvintigften van dezelfde maand , waar" de Poorten , om liet uitloopen der Burgeren te beletten , 's morgens, geflooten werden gehouden. Dan , de brandende yver naar 's Hceren zuiver Woord deedt fommigen over de muuren fpringen , anderen door de Graften zwemmen. Ten elf imren opende men de Poorten , en veel volks liep naar Overveen. Eenigen waren , 's avonds te vooren , daar reeds gekomen , en hadden 's nagts in het • open veld gcflaapen. Eindelyk verfcheen peter gabriel , die , uit vreeze van ontdekking, 's nagts te Haarlem , onder de fpaanders beftapeld , verborgen was gehouden. Hy predikte over Eph. II. 8, 9, 10. vóór wel vyfduizend Toehoorders , en badt zo vuurig voor dc Overheid en allerleie rangen van Menfchen , dat men weinige drooge oogen zag. jan arendszoon hervatte dit den volgenden dag. Veele Geestelyken der Stad (de Poorten hadt men toen niet geflooten) waren tegenwoordig , zich verwonderende , dat een Mandemaaker , vier uuren lang, in zulk eene goede orde , over eenige verzen van Pf. CXVIII kon prediken, en de Heilige Schrift zo wél uitleggen. De Nieuwsgierigen van Amfterdam vraagden de t'huis keerenden : „ wat zy gehoord hadden ? " en kreegen ten antwoord : „ wy hebben Gods  414 openbaare predikaatsien. Gods heilig Woord den Menfchen , klaar en zuiver,' hooren voordraagen, 't welk door dc Paapcn met Mcnschlyke Leeringen , tot deezen tyd toe , verduisterd en befmet i.s geweest !" Woorden , die hun voorheen den hals zouden gekost hebben. Dan, offchoon zy zo vry uitfpraakcn, men vertrouwde egter de Predikanten niet in de vaste Steden , maar hieldt hen in Waterland cn elders verborgen. V. Durfde men in, of buiten Amfterdam dat werk niet beginnen ? A. De Regeering , daar bitter Roomsch , weigerde het te wettigen. Des deedt jan AR-ENDszoon zulks , niet verre buiten de Haarlemmer-Poort en Stads Vryheid , Vóór eene menigte , naauwlyks te tellen , die , om wél te kunnen hooren , beneden winds, gefchaard zat , dc Vrouwen digstby op den grond , de Mannen daar agter. Orde en Gehoor waren goed. Op deeze eerfte Preek volgden twee anderen, laurens reael en reinier kant , dc eerfte en grootfte Voorftanders der Heivorming , wier Naamen behooren vereeuwigd te worden , verfeheenen daar gewapend. De Schout liet hen begaan. Vervolgens predikte men te Sloterdyk , te Buikftoot , daarna in geheel Noordholland: voorts te Delft by den Hoornbrug, en zelfs in den Haag met Wagens , vol Delftfche ge-  eerste predikanten. AI'Z ft gewapende Schutters , omringende den Predikant cornelis suis met zyne Hoorders , genoegzaam ten aanhooren van den Prefident des Raads , die deezen Leeraar , onlangs , zwaar gedreigd hadt, en nu, uit zyn huis, door een venlter dat werk aanzag. Hierna begon men het ook buiten Utrecht , te Leiden en Haarlem , doch vóór de Poorten. V. Hoe veele Predikanten hadt men dan wel? A. Niet meer , dan vier : doch reaelfchreef naar Embden , waarop eenigen, daartoe verzogt, overkwamen: ook begonnen verfcheiden' Mannen, voorheen Roomfche Pastoors , te prediken ; cn elke Stad zogt eenen Predikant te krygen. Intusfchen beloofde fiuips de II, iets van de gewoone ftrafheid tc zullen laaten zakken , en de Inquifttie te doen ophouden. Dit alles befchouwende , moet men over deeze groote omwending verbaasd Haan. Men zag nu eerst, welke diepe indrukken , en by hoe veelen \ te vooren bedekte Lieden, de PÏervorming hadt gemaakt. Het genoegen en de vreugd over deeze openbaare prediking van Gods zuiver Woord waren onbegrypelyk groot, en, van dage tot dage, verlieten veele Roomfchen hunne Kerk. Maar dit yvervuur V. Wat deedt dit yvervuur ? A. Dit yvervuur, niet binnen de paaien gehouden, fioeg , in den jaare 1566, over tot  Al6 beeldstorm er y. tot uiterften , ik meen, tot de Beeldftormery, de tweede zeer voornaame Gebeurtenis in ons Vaderland , die U moet bekend zyn, zo Gy immer onze oude Kerken, waaraan derzelver duidelykfte tekenen nog te zien zyn , met aandacht hebt befchouwd. Hoe dikmaals flaa ik er nog het oog öp, (want, hier en daar, ftaat nog een gefchonden Beeld , of een Brok , 't geen er naar gelykt) en zeg: „ oude yver , yver zonder verftand ! Verkeerde Hervorming , die eene nadeelige verwydering onder 's Lands oude Ingezetenen maakte, en veelen zo zuur is bekomen !" De afkeer van de Roomfche Plegtigheden , en de haat tegens de Paapen, waren , federt eenigen tyd , zo groot geworden , dat , vóór den aanvang deezer Gebeurtenis , één der Gereformeerden te Antwerpen , by het omdraagen van maria's Beeld , fpottende zeide : ,, Houten maria , dit is de laatfte dag , dat men U eert!" Alles raakte kort daarna over hoop. In Westvlaanderen begon het gemeene Volk, eerst de Kruisfen en Beelden der Roomfchen, die ten platten lande by de wegen ftaan , om te haaien ; daarna in de Dorpen , en eindelyk in de Steden, Kapéllen , Kloosters en Kerken open te breeken, en Beelden , Schilderyen , Altaaren en Boekeryen te fchenden of te vernielen. Dit bedryf floeg , als een Blixem ,  bef. ld s tor mer y. Blixerrf, door het geheelë Land. Vierhonderd Kerken werden dus in drie dagen geplonderd. Men bejammerde , onder anderen , de overheerlyke Kerk te Antwerpen , die , hoewel zo fchoon , als er weinigen in europa te vinden waren , I zynde voorzien met zeventig Altaaren , door de flapheid des Ma£nftraats , tot eenen akcligcn romp , onder bet geroep Vive -le Geux, gemaakt werdt. Het geen vreemd was , niemant roofde het minflc. Onder 70 veele onordentlykhcden , gelyk Gy U ligtlyk verbeelden kunt , zag men Orde en Eendragt, het geen indedaad zonderling was. En daar, op zo veele plaatzen, de Beelden van boven gehaald werden met ladders , werdt eg',er niemant gekwetst. Zo ongemeen kwam dit veelen voor, dat zy er den duive! de fchuïd van gaven. De Nonnen liepen , by die gelegenheid , naar haare Ouders ; de Monniken vlugtten waar het hun goed dacht. De yveraars openden de Gevangen-huizen , vertraden in de Kerken de Mis-ouwels , vulden de heilige Keili en met wyn , dronken die eikanderen toe, bevuilden de Kerkboeken , beimeerden anderen met boter, en wierpen ze in het vuur. De Roomfchen , meenende dat dit een beftooken werk der Gereformeerden was, durfden er zich niet tegens te verzetten 5 en deezen, dugcende dat het hun daarna zou IV. deel. Dd Sé,  41S beeldstormer y< gcwecten worden , hielden af. Dit gebeurde ook ; doch de Predikant modet betuigde , dat hy noch de Kerkeraad iets daarvan gcwecten hadden, en zelfs het dolle Volk met bidden en fmeekcn hadt te keer gegaan , beroepende zich op 't getuigenis van zestig Nonnen, die zulks gezien hadden. V. Hoe toen verder ? A. Uit Antwerpen, toen de magtigfte Koopftad der Nederlanden, iloeg deeze Beelddormery over tot 's Hertogen-Bosch, cornelis van diest , die eerst in het Bosfche-Vdd, op den eenentwintigden July , hadt gepredikt, beklom, op den vierëntwintigden Augustus , den kanfcl in de St. Jans-Kerk binnen de Stad , en voer zeer uit tegens de Mis , die hy by een Apen-fpel vergeleek. Die fchoonc Kerk werdt zeer gehaavend: niettemin bleeven er genoegzaame Gedenktekenen over van der Beeldhouweren handen, die de ontugt der Geestelyken van dien tyd nog verkondigen. Breda , Bergen op den Zoom, Gent , Oudenaarde en Doornik ondergingen hetzelfde lot. In de laatdc Stad (laat my er deeze proef eener wreekende Voorzienigheid bydoen) begon men , na de Beelddormery , in den grond te wroeten , om het goud en zilver, door de Kanunniken begraaven , te vinden. Toen werdt, by geval , het Lyk des Hertogs, adolf van cel-  laaté vergelding. 4T9 cêLder , dat door het balfemen , lange jaaren , ongefchonden was bewaard, uit het graf gerukt en befpot. Men riep , dat hy der Aarde onwaardig was, om dat hy den geenen , door wien hy op Aarde gekomen was , naamelyk zynen Vader , geweld en fmaad hadt aangedaan. Deeze adolf hadt toch , wel eer, zynen ouden Vader, Hertog arnout van gelder , geflaagen ; by nagt van het bed gehaald ; en, ongekleed, bloots beens, in eene bittere koude , vyf uuren vverre , van de Graave tot Buuren te voet doen gaan , toen hy zelf te paard reedt ; voorts in het diepst van eenen donkeren tooren geworpen , en , zes maanden lang , daarin gehouden, alleen om den ouden Vader de heerfchappy te ontweldigen. Deswege onterfd , en veele jaaren in hegtenis gehouden door Hertog karel van bourgonje, werdt hy van de wederfpannige Gentenaars , na karels dood , daaruit verlost; doch zich tot hun hoofd opgeworpen hebbende , werdt hy , vóór Doornik, door de Franfchen verflaagen en hier begraaven. Dan, in zyn leven geen fmaads genoeg, om het gruwelyk bedryf, zynen Vader aangedaan , ontvangen hebbende, werdt hem dat, zo lang na zynen dood, nu betaald gezet door het gemeenftc Volk. Wat dunkt U, is dit niet eene zeer merkwaardige Vergelding, zo lang Dd a daar-  42Ö BEELDSTORM ER Y. daarna , op eenen ongedachtcn tyd , door een laag gemeen hem aangedaan ? V. Dit is indedaad zeer treffend ! A. Dat dc Jeugd dit opmerke , en in het hart weglegge ! — Maar laat my nu voortgaan. Toen Lieden van Antwerpen, te Amfterdam gekomen , dc brokken der verbryzdde Altaaren en Beelden vertoonden , lieten de Burgemeesters den Paapen aanzeggen , de Kostelykheden uit de Kerken tebergen. Op eene onvoorzigtige wyze werdt dit belast en nagekomen; des het aanleiding gaf tot de Beeldftormery , die , mooglyk, anders zou zyn agtergebleeven. Toen men aan den gang raakte , was het niet te keeren. Men befloot dan , de Kerken geflooten te houden, de Beelden weg te neemen, cn de • Predikaatfien buiten de Stad te dulden. Toegeeflykheid gebruikte men in 's Haage voor het graauw. Men flelde twaalf Arbeidslieden aan , die , 's daags, zeven Huivers loon verdienden, om de Beelden te helpen afbreeken. Maar dit gaf, even daarom , een groot geroep door het Land; dewyl men hieruit befloot , dat de Beeldftormery aan allen vry ftondt. — De Regeering van Delft liet ook Kerken en Kloosters zuiveren, 't Gemeen verbrak, tegen wil cn dank , het overige , en nam eene Kerk, om daarin te laaten prediken. Die van Dordrecht 5  BEELDSTORM ER Y. 42I drecht , Gouda, Rotterdam en elders, ziende dat men een gelyk lot niet kon ontgaan , cn den oploop willende voorkomen, lieten ook dc Beelden wegdoen. Haarlem bleef vry. Dc voorzigtigbeid der Regeering en de belcheidenheid der Gereformeerden hielden dat euvel te Hoorn tegen. Op 't Eiland Walcheren bleef niet déne Kerk in haar geheel. Te Middelburg pionderde men zelfs de gewyde plaatsen. En , om geen bloedbad in de Stad te zien, moest de Regeering eenentwintig Lieden, gevangen om den Godsdienst , uit de boeien los laatcn , en , daarenboven , de Gereformeerden in de Stadskerk laaten prediken. Te Utrecht verbrak men ook de Beelden , en' men kreeg de St. Jacobskerk ter preekc. In Friesland kwam men er laater , maar ook zagter, toe, behalven tc Leeuwaarden , waar men ookdéne Kerk kreeg. In Groningen , daar men nooit één' Mensch om 't Geloof hadt zien dooden , brak de Storm het laatfte uit. In de Ommelanden werdt meenige Kerk, ondanks der Overheden poogingen, geplonderd. Even eens handelde men in de voomaamfte Steden van Gelderland cn Overysfel: maar te Deventer, waar kasper koolhaas , met voorkennis en zelfs op den wil der Regecring predikte , viel niets voor. V. Hoe geviel dit der Landvoogdes ? ' ' Dd 3 A.  422 gevolgen der eeeldstormery. A. Margareet was zeer benard , en , ziende den raad uit Spanje na de daad komen , verdroeg zy zich met de Edelen , ontiloeg het Land van de Inquifttie, en duldde eerst de Predikaatfien , waar zy waren ; doch belettede die daarna , vryheid geevende, om de Beeldftormers dood te liaan. Op hard dringen der Jntrverpfche Regeering , liet willem de I drie gevangen' Beeldftormers dooden , anderen zagter ftraffen, den Roomfchen Godsdienst herftellen , en maakte een verdrag, dat de Gereformeerden en Lutherfchen aldaar ook zouden prediken. Der Landvoogdes fmaakte dat in geenen deele ; doch de Prins verantwoordde zich. Dc Graaf van egmond liet ook eenige Beeldftormers met den dood ftraffen , en maakte mede een verdrag met de Gereformeerden in Vlaanderen. Te Gent zou men buiten de Stad prediken, dathenus deedt dat. junius (bladz. 405, 406) toen Predikant te Brugge, fel gehaat by de Roomfchen , en, als Néér lands, Stookebrand, naauw befpied en zeer belaagd , werdt telkens, in de grootfte gevaaren, wonderlyk bewaard. Men beloofde agthonderd guldens , zo men dien Man, dood of leevende , kon leveren, In 't barnen van den nood, nam hy een befluit , om naar Damme te vlugten. De heufche Regeering , hem binnen de muuren ver*  moed van junius. 42$ verneemende, ontboodt hem , en riedt de vlugt aan, zullende , na zyn vertrek, het Plakaat tegens hem afleczen, en zich vervolgens verfchoonen met te zeggen , dat te laat ontvangen te hebben. Hierop vertrok hy ; maar de Hervormde Gemeente, van egmonds komst hoorende , en niet weetende, hoe met dien Graaf te handelen , zondt hem eenen Boode na , die den nood der vcrlaaten' Gemeente zo voordroeg , dat hy befloot weêr te kecren. In Metfelaars klederen raakte hy weder in de Stad, befchikte alles , en keerde toen naar Antwerpen. Wat dunkt U van zodanigen kloekhartigen en getrouwen Leeraar ? V. Ik verwonder my hooglyk over hem! Maar hoe verflaa ik dat, Vryheid van preeken en egter Vervolging ? A. De vergunde Vryheid van Gewceten was , helaas ! van korten duur; en , wegens het pionderen der Kerken, werden de gemoederen der Roomfchen zeer verwyderd van de Hervormden , het geen voor 's Lands belangen zeer nadeelig was. Dit was de vierde treurige Gebeurtenis in deeze Eeuw voor het Vaderland. Om 't preeken hing men bertelot by Aalst op : te Axel ftrafte men de Beeldftormers : het Verdrag met de Gereformeerden werdt verkort : de Kerk in Utrecht hun ontnomen. Maar te AmflerDd 4 dam  4^4 verandering te amsterdam. dam kreeg men drie vaste Predikanten, peter ga BRIE L , NICOtAUS SCHELTIUS , tVVCC geleerde en voorbeeldige Mannen , cn jan arendszoon , niet taalkundig, maar fcherpzinnig. Door hunnen kloeken arbeid wjes de • Gemeente fterk aan ; maar de Armen vermeerderden insgelyks : des men Diakenen en Diakenesfen moest aanftellen, om de aalmoesfen, onder de preek, in houten fchotelen te verzamelen. Ten hunnen voordecle viel er eene opfchudding voor, by het begraaven van een' dooden. 't Graauw , fel gebecten, zo op 't Minder-Eroeders Klooster , waarin men beraamingen tegens dc Gereformeerden hadt gemaakt, als op dat der Chartroifen , om hun gasten en brasfen gehaat , tastten het eerfte aan. De Regeering gaf hun dat, om alles tc fusl'en. Welk eene omzwaai van zaaken ! Nu eene Kerk te hebben in Hollands grootfte Stad ; en te vcoren van . 't Stadhuis te hooren alleezen : „ Men zet zeshonderd guldens op het hoofd van een' Gereformeerden ! " V. Zekerlyk eene groote omwending ! A. Waren maar de Lutherfchen , dit verneemende , niet in 't fpcl gekomen ! Zy zeiden , dat de Gereformeerden in het ftuk des Avondsmaals kwalyk leerden, ftrydig met de Augshurgfche Confesfie, en verzogten de Sint O.'ofs Kapél, jan arendszoon , dit ver-  onrust te amsterdam. 423 verneemende , predikte den volgenden Zondag , bs den X en XIII Artikel dier Con-fes/ie. voor, en , hoe hy het plooide, hy beweerde , dat de Gereformeerden wèl over liet ftuk dachten. De Antwerpfche Gemeente dit hoorende , zondt daarop eenigen af, om de Amfterdamfche te beftraffen , als .of zy het met de Lutherfchen hieldt. Dan , deeze betuigde haare onfehuld ; maar de andere dreigde haar met den ban. 't Beïluit was , dat die van Amfterdam hunne verantwoording in gefchrift zouden zenden aan de Antwerpfche Gemeente. De Vyand des Vaderlands ftookte die verdeeldheden tusfchen de Gereformeerden en Lutherfchen aan om den eenen door den anderen te verderven : maar Prins willem dc I ZOgt ze tot eene vreedzaame zamenftemming te vcreenigen. V. En hoe was de uitllag ? A. In dagen van rust woeden de Gefchillen ; maar flaapen in onrustige tyden ! De Hertog van alva zou uit Spanje op Nederlands Tooneel verfchynen, het welk. de vyfde nadeelige Gebeurtenis voor ons Vaderland was. Schielyk verging toen de lust, om eikanderen te kwellen. De Tyden werden- zeer donker. Op ltigting , troost en fterkte hadt men meer te denken : des zou men 't Avondmaal te Amfterdam houden. ( 5 WIL.'  4ü6* VRVE godsdienst gezogt. willem de I verzogt dat te fchortcn tot zyne komst. Men durfde dat niet inwilligen, uit vrees van een' nieuwen oproer, 't Werdt dan door duizend Leden , op den vyftienden van December , tot groote vreugd gehouden. V. Welke donkere Tyden kwamen er op ? A. willem de I ontdekte eenige geheimen van philips den II, die geen goeds beloofden. Met de Graaven van egmond cn hoorn handelde hy te Dendermonde , hoe 's Konings verbolgenheid om het Beeldftormen te ftillen. In een fraai Gefchiïft verklaarde hy rondelyk zyn gevoelen , raadende zekere plaatzen tot eene vrye Godsdienstoefening in te ruimen. Gereformeerden en Lutherfchen booden Koning philips treffende Smeekfchriften aan ; verhaalden daarin den oorfprong der openbaare Predikaatfien; pleitten zig vry van Beeld- én Kerkfchendery; toonden dat geen Godsdienst met geweld kon worden uitgeroeid; verzogten vryheid voor den hunnen ; booden daarvoor dertig tonnen gouds aan; en beriepen zich op de Verdraagzaamheid der Romeinfche Keizeren in het dulden der Christenen. De Roomfchen , niet kunnende verdraagen de fchandelyke mishandeling hunner Kerken , en ziende den voortgang der Hervorming, vreesden intusfchen voor den geheelen onderganghuns  verdeelde edelen. • 427. huns ouden Geloofs. Onder anderen verliet Thomas van til , naderhand Predikant te Delft , waar ( hy begraaven ligt, de ryke Abtdy van st. bernard by Antwerpen » hoewel ze hem zestig duizend Guldens , jaarlyks , opbragt. V. Wat volgde op het verzoek der eer» ften , en de vrees der anderen ? A. Een geval , waarvan Neérland de grievendlte fmerten lang en veel gevoelde ! te weeten , de liftige Landvoogdes margareet , volkomen begreepen hebbende de kragt der Edelen , zo lang zy verbonden bleeven , peinigde zich , om hen te fcheuren. Dit ongeluk gebeurde tot haare hooggaande vreugd en Neérlands ongeluk. De Edelen gedrongen hebbende , om de Beeldftormers te ftraffen , gelyk zy gedaan hadden , om haar genoegen te geeven , bragt zy hen hierdoor in ongunst van 't gemeen , 't geen oordeelde niet misdaan te hebben. En toen de Edelen zelve , noch by haar noch by 't Volk gezien , daarop waggelden , nam zy haaren ilag waar, liet krygsvolk ligten, en, om hen geheel te doen vallen, eenige Steden bezetten. Op haaren last moest wil* lem de I onderneemen , om dc Gerefor* meerden te Utrecht en Amfterdam te beweegen , om weer buiten de Stad te prediken,* en dus 's Konings ongenade te ftillen. Dil gé-  4^S tegenspoed der gereformeerden. gelukte in de ecrstgemelde Stad, elders niet. Te Leiden floot men met hem een verdrag. De Vryheid van preeken werdt, daarop , van dag tot dag, naauwcr bepaald. In Overysfel en Friesland moest men dat ftaaken. Uit de Gelderfche Steden werden veele Leeraars weggejaagd. Alle hunne zaaken liepen agteruit. De Predikanten de hongere en smetius werden om het prediken aan eenen boom opgehangen, franciscus junius, buiten dienst te Antwerpen , ging , om niet ledig te zitten, te Limburg prediken. Verfcheidenmaalen werdt hy daar, wonderlyk , tegens de laagen der Roomfchen bewaard. Eene Vrouw van kranke zinnen , die men meende van den duivel bezeeten te zyn , en dikmaals , zonder vrugt, van de Paapen beleczen was, bragt hy tot bedaardheid. Men meende des , dat hy wonderen kon doen , en bragt dikwerf, tot zyne groote droefheid , kranken by hem , om door hem geneezen te worden. V. Hoe veele jammeren!. A. Men mogt wel alle die onlusten bejammeren ; maar er waren anderen van nog donkerer uitzigten ! De wrecde Hertog van al va , zo berugt in de Vaderlandfche Historie , zou nu 's Lands verwarde zaaken in orde brengen. Prins willem zag dien ftorm «pkomen, en week by tyds het land uit. En  vlugten in nederland. 429 En toen namen duizenden , fchuldig aan het preekën of Kerkfchcnden , de vlugt. Tc Antwerpen werdt de Roomfche Godsdienst betiteld. Veele Gereformeerden kwamen van daar te Amfterdam ; doch men floot vóór hun de poort. Barmhartige Burgers ontvingen ze in hunne tuinen, en zonden hen daarna ten fcheepe naar Embden* De Gereformeerde Amfterdammers , ziende , hoe het in Braband en Vlaanderen met den Godsdienst verliep door 't bedryf der Landvoogdes , en voor een gelyk lot bedugt, boodeti aan , bet precken te ftaaken , mids men gcenc buitenfoldaaten in de Stad zondt. Toen men begreep , dat deeze voorwaarde niet geviel , namen veelen., en, onder dezelven , de drie Amftcrdamfche Predikanten," de vlugt naar Embden en Breinen. De meeste Gereformeerden nu weg zynde , «am de Stad bezetting in. Zints werden de Predikanten overal verjaagd, de Predikaatfien door Soldaatcn gefloord , en die deel aan de Becldftormery gehad hadden gedood, hendrik wymen , Burgemeester van Zutphen, voor éénen der eerfte Beeldftormeren gehouden, om dat hy , toen de wagt hebbende , den onbefuisden hoop eer aanmoedigde, dan weerde , werdt naderhand , in den moord te 'Zutphen , in zyn eigen huis dood geftoofccn. Alles zag er treurig uit. Men vervolgde  43» CEV0LOEN der BEeLDSTORMERT. volgde en verbrandde wat fchuld hadt, of* fcheen te hebben. Onder anderen werden twee 'Juffers in Overysfel ten vuure verwee» zen om bet' verhaten van het Pausdom. De édne bezweek, en dacht dus haar leven te behouden ; maar zy bedroog zich. Toen bragt de Zuster haar onder 't oog, wat zy gedaan hadt, en dat ze niettemin verbrand zou worden. Dit trof diep. Zy badt God vuurig om verzoening. Men ftoptc eenen bal in haaren mond , om 't berouw niet uit te kunnen fchreeuwen ten aanhooren des Volks ; en zy werdt daarop met de andere verbrand. V. Welk eene omkcering van zaaken ! - A. Ja, welk eene treurige omkeering der beste zaaken ! De Kerken der Roomfchen waren onlangs afgebroóken ; maar nu flegtte men die der Gereformeerden en Lutherfchen. De . Pinten gebruikte men tot galgen , en de Stichters werden daaraan gehangen. 1 De Landvoogd s liet er veelen vangen; cn , toen het op een vlugtcn ging , zogt zy dat te beletten. Oordcel daaruit van 's Lands jammerlykcn toefland ! — Eindelyk daagde de Hertog van al va op , in den jaare 1567. En alles veranderde toen van gedaante. De zesde treurige Gebeurtenis voor ons Vaderland nam daarop haar begin. Die bygeloovige Wrccdaart rigtte -aanftonds eene Vierfchaar van  bloedraad opgerigt. 43J van twaalf Perfoonen op, den raad der beroerten gchcctcn , met den ongenadigeft jan de vargas aan het hoofd, om onderzoek te doen naar dc gccncn , die deel gehad hadden in de opfchuddingcn. Zy ontkwamen den dood niet, die maar ééns, of tvveemaalcn by de Gereformeerden ter preeke geweest waren. En daar men zodanigen genoeg kon vinden , raakten de Galgen ras vol. De Boomen moesten dan dienen , en die aan de wegen ftonden raakten overlaaden met lyken. Aan het bannen en verbeurd maaken van goederen was geen einde. Binnen kort ftierven er agttien honderd door beulshandcn. al va daagde, in den jaare 1568 , willem den I cn andere Edelen in ; liet 's Prinfen Zoon , maar dertien jaaren oud , van Leuvens Academie ligtenj zondt hem in eene agtentwintigjaarige gevangenis naar Spanje ; zettcde de aanzienlykfte Lieden , die voor 's Lands vryheid geyverd hadden , af; liet allen, die ter preeke geweest waren , vatten ; daagde de gevlugten in ; en verklaarde de goederen der agterblyvenden verbeurd. Medogenheid was niet by hem ; maar wel by fommige, zelfs Roomfehe Regenten , te vinden. Eenige Nederlandfche Ileeren , nevens viglius , vertoonden den Koning, dat zulk eene geftrengheid tegens 's Lands belangen, ftreedt. philips  434 ballinuschap der nederlanden. ltps cn de" Paus" fchëenen daarop tot gemaatigdheid genegen; maar men liet alles aan vargas cn zynen helfchen Raad, zints de bloedraad geheeten, verblyven, die het 'tegendeel dreef. En de Inqufitie, door den Koning geraadpleegd, verklaarde ook alle Nederlanders Vóór Ketters , en Majeikitsfehenders , ; vooral de Edellieden , waarmede de trotfche bygeloovige Vorst zich vereenigde. — Welk een lyden voor het Vaderland ! " V. Wat volgde daarop ? A. Daarop' volgde de zevende treurige Gebeurtenis voor het Vaderland , ik meen de IVdlingfchap van' duizenden. Zy nam aanvang , toen de Wreedheid op nieuw begon met zulk een vreefelyk geweld , dat veelen buis en hof, Vrouw en Kinders verlieten, zwervende , als wilde Menfchen , in de Bosfchen van Westvlaanderen , die zy tot eene verblyfplaats verkooren hadden, van waar zy, door wanhoop verwilderd , op Monniken en •paapen uitvielen in de donken'te nagten, om te rooven en wraak te neemen ; des al va beu met de wapenen moest beteugelen. Denk aan zulk eene ellende, die de toegeeflykheid cn zagtheid hadden kunnen voorkomen! Voorts daagde alva Prins willem in (die, intusfchen , op verzoek van Roomfchen en 0«roomfchen hulp by de Duitfche Vorsten zogy; onthalsde zeventien Edelen , nevens de Graaven  harde martelaaryen. 433 ven van egmond en hoorn, 't geen de Nederlanden in diepe fmert en afgryzen Hortte, en deedt vervolgens fiieeven den Predikant cornelis van meer , ook den geleerden Boekdrukker, herman schinkel, te Delft, om het drukken van Hervormde Boeken: een Man, die zo rustig ter dood ging , dat hy , twee of drie uuren vóór zyn fterven, een aantal van Latynfche vaarzen aan zyne Vrienden , petrus forestus en cornelis verheiden, fchreef. Veele andere aanzicnlyke Mannen, fchuldig of onfchuldig, werden, op valsch getuigenis, ter dood verweezen , alleen om dat zy ter preeke waren geweest , of de aalmoesfen der fterven den vergaderd hadden. Veele der treffelykften van Amfterdam , gcvlugt zynde , werden ook ingedaagd. In Braband en Vlaanderen werdt nog meer bloeds vergooten , en veele Predikanten onthalsd of verbrand. Te 'j- Hertogen-Bosch hing men verfcheiden' op. Eene Meid te Breda , die haaren Heer , een' Ouderling der Gemeente, fpys in de Gevangenis bragt , en met godvrugtige redenen vertroostte , werdt deswege gevat en verbrand ; maar hy geworgd. Zy fprak hem goeden moed in , en maakte God groot in de vlammen : dan, om dat te beletten, wrong men eenen houten bal in haaren mond, en , dewyl die foms uitviel , verzon men , de tong der Martelaares tusfchen twee yzerIV. deel. Ee kens  434 's lands ellendige staat. kens te fchroeven, en , vooraan, niet een gloeiend yzer te fchrooken , om , door hét zwellen , niet meer ingehaald te kunnen worden. Och, welk eene wreedheid ! 't Hart doet my wee op dit herdenken! Christenen handelden dus met Christenen ! Geen wonder , dat toen veele Boekskens tegens de Spaanfche Wreedheid en Geweetensdwang het Land rond vloogen, die al va met een fcherp Plakaat zogt te fluiten. V. Wat deedt Prins willem , een zo groot Voorftander der Vadeiiandfche Vryheid, tot redding van het lydend Nederland? A. Hy, gelyk ik zeide, naar Duitschland geweeken , kwam. van daar met een leger tot Daalhem , en zondt , by die gelegenheid , een bevel aan zynen Broeder lodewyk , waarin hy de Hervormde Leer Gods zuiver Woord en Dienst noemde. Dit was het eerfte blyk, dat willem den Roomfchen Godsdienst verlaaten hadt. Maar alva drong hem tot den hertogt. Keizer maximiliaan wilde 's Lands zaak bemiddelen; doch Koning philips begeerde niet meer, dan éénen Godsdienst hier te dulden. Dus gaf men alle hoop op menschlyke redding op. Geen uitzigt vau verlosfmg was er ergens te vinden. Jammerlyker toeftand heeft het Vaderland nooit beleefd. Alles zettede zich tot vlugten. . Meer dan honderdduizend Hui-  ballingschap. vervolging. 435 Huizen werden er geruimd van Menfchen, die hunne middelen en hanteering in andere Oorden bragten. Vrouwen, die haare geweeken' Mannen buiten 's Lands bezögten, mogten niet wederkeeren. Nieuwe Plakaaten gaf men tegens 't drukken van Boeken. En hoe veel bloeds werdt er , in de jaaren 1569 en 1570 , tevens vergooten ! Die , op last der Regeering , te Groningen de Beelden , ter voorkominge der ftormery , hadden afgenomen , werden gedood , terwyl dezelve niet wilde weeten , daartoe last gegeeven te hebben. Binnen drie dagen werden zeventig Burgers te Valenchièn onthalsd, dirk Willemszoon , een Doopsgezind Burger van Asperen , (want die zyner Gezindheid werden ook ftreng vervolgd) nagezet door eenen Geregtsdienaar , vlugtte en raakte in den winter over het ys ; maar de ander daarin. In dien nood keerde hy terug, en behoedde, in groot gevaar , het leven zyns Vervolgers. De dankbaare zogt toen zynen weldoener te fpaaren. Dan , een Burgemeester, juist op flag komende , belastte hem , dirk te grypen , die daarop wel haast ten vuure gedoemd werdt. Buiten de Stad aan de zyde van Leerdam, voerde men het vonnis uit. De Wind dreef de vlam van 't bovenlyf af, des het onderfte 'langzaam verbrandde. De geweldige pyn deedt den Lyder meer, Ec 2 dan  436 harde vervolging. dan zeventigmaalen, roepen : O myn Heer , myn God ! Dit werdt, een half uur verre , te Leerdam gehoord. De Drosfaard , door dirks lyden bewoogen, en niet hartig genoeg , om het langer aan te zien , keerde hem den rug toe , en gaf den beul last, om den Man aan eenen korten dood ,te helpen. O welke harde Tyden ! ——— Vier Pastoors in 's Haage , op voorgeeven van afval, (maakten mede den dood. Eén van hun was befchuldigd, een Kind in het Neder duit sch gedoopt te hebben. En- dat verdiende in die dagen zulk eene geweldige ftraf! Ook fmaaktc philips Plakaat, in den jaare 1570 , den Jooden niet , waarin hy hun verboodt, in Gelderland of in het Graaffchap. Zutphen te woonen. Dan , on¬ danks de ftrengere Plakaaten tegens het Boekdrukken ; ondanks de poogingen , om Trentè's Kerkbcfluiten in te voeren; en de ydelheid der klagten van Neêrlands Ballingen op den Ryksdag te Spiers; hieldt men nog eenige verbooden' Vergaderingen in 't geheim. al va deedt wel eene algemeene vergiffenis , doch met veele bepaalingen afkondigen, het geen eenigen, hoewel met groote vrees, deedt wederkeeren. Zyn eisch, van den X en XX Penning op te brengen , gaf groot ongenoegen ; en Amfterdam, waar men ter betaalinge ongezind was, in eene boete van vyf- ën-  alva's wreedheid. 437 Hntwintig duizend Guldens te flaan, baarde eene geweldige verbittering. V. Wat gevolgen hadt zyn bedryf? A. De Wreedheden van deezen Tyran , die , zo als men voorgaf, 's Lands verwarde zaaken zou redden , gaven , door 't Godlyk bellier, eene andere gedaante aan den treurigen ftaat des Vaderlands , welks Verlosfing men niet aan Menfchen, maar aan den Hemel moest leeren toekennen. De ftrengfte Roomfchen haakten zelfs naar verandering. Hollands Hof liet in alle Steden , en , vooral te Amfterdam, Procesften en Bededagen houden , om God te fineeken, dat Hy alva's hart wilde vermurwen. De Minderbroeders fcholden hem , openlyk, voor eenen Tyran en fchender der Regten. Door de Kerkplonderingen . waren de harten der Roomfchen tot de Landvoogdes overgeflaagen; maar alva's Dwinglandy deedt hun nu het oog , om hulp , naar de Gereformeerden flaan , en naar de lieve Vryheid zugten. Niemant, daar hy vry gebooren was, wilde een Slaaf weezen. alva ging intus¬ fchen voort met Gereformeerden en Doopsgezinden te vervolgen, en liet, in den jaare 1571, op 's Konings Naam, een Register van verbooden' Boeken (Index Expurgatorius) , alleen ter voorlichtinge der Inquiftteuren, om ze te vernielen, opftellen. plantyn drukte hetzelE e 3 ve; I  438 boek VOOR DE inquisiteurs. te ; maar verkogt bet niet: des er zeer weinigen meer voorhanden zyn. junius kon het niet voor het jaar 1586 magtig worden , wanneer hy hetzelve in 't licht gaf, en plantyns Druk in de Bibliotheek van de Palts , ter algemeene overtuiging der waarheid , eene openlyke plaats gaf. Zo Gy geene huivering, geen' kouden fchrik vreest, by het herdenken van den : Inquifiteur , die cr de eerfte Eigenaar van werdt , en tot welk een gedugt oogmerk hy dat ontving, zal ik U een zodanig oud Exemplaar laaten zien. Daartegen hielden de Nederlandfche Kerken , die onder het kruis zaten , of in Duitschland en Oostfriesland verftrooid waren , eene Synode te Emhden , waar men eenige Wetten maakte ten nutte der Gemeenten. V. Welk een genoegen zal dit dezelven, in dien bangen tyd, gegeeven hebben ! A. Het kon niet haaien by eenen anderen zegen , die lynregt , alleen door het waaien van eenen enkelen Wind, gewrogt werdt, en den grondflag voor de Verlosfing en den vryen Godsdienst van 't geprangde Vaderland gelegd heeft. Let eens op dit verwonderlyk beloop der Goddelyke Voorzienigheid, jacob simonszoon de ryk, Koopman in Graanen te Amfterdam , valsch befchuldigd dat hy der Minderbroederen Kerk  oodlyke verlossing. / 439 Kerk hadt willen fchenden , en daartoe den Koorndraageran eene ton biers aangebooden , (hoewel het daarna bleek, dat zy dezelve voor die moeite van hem gevergd hadden , waarop hy gezegd hadt , dat ze hem niet in den weg ftondt) was , om het verzwygen van dit laatfte , uit den Lande gebannen. En daar de Nederlanders reeds toen ter Zee fchuimden , om alva afbreuk te doen , werdt hy, uit nood en liefde voor 't Vaderland , een Zee-Kapitein. In Engeland liggende met andere Vaartuigen, en , op hoog bevel van Koningin elisabetii , van daar ten vertrekke gedrongen , zettede hy bet, in. den jaare 1572, naar Texel, om te zien , of men in Noordholland wat goeds kon doen. Maar God deedt den gunftigen wind, toen men met volle zeilen derwaards ftevende , veranderen. Dit drong ben , om het naar den Briel te wenden , en dc Stad in te neemen , gelyk gefchiedde. Deeze Gebeurtenis, welke men aan den Wind , of liever aan God , die de ganfche Natuur regeert , te danken hadt , bragt 't ganfche Vaderland uit de werkeloosheid in de volfte bewecg^ing, uit de moedeloosheid tot de kloekfte bedryven , uit de Vervolging tot de Vryheid van Geweeten , uit de Slaaverny tot dc Vryheid. Veele Steden joegen , op dat voorbeeld:, de Spanjaarden cn Ec 4 Pries-  44° verlossing voor 't land. Priesters weg, en welken ademtogt gaf die opruiming niet ! Uit de Roomfche Kerk te Veere fmeeten de Soldaaten de Beelden, en men ging er in prediken. Te Dordrecht beftondt men zulks te doen onder eenen Lindeboom by den Kolveniers - Doele; maar zich niet lang daar mede behelpende , nam men, gelyk ook te Hoorn, de Groote Kerk naar zich. Hollands staaten verklaarden Prins willem den I tot Stadhouder , doch alva voor Vyaud ; en beflooten, dat voorby was te wreeken , dat gedreigd werdt, met geweld af te wecren. Dit gaf een ander leven aan alles. V. En wat deedt alva daar tegen ? A. Hoewel den wreedaaitigen alva de afgevallen' Steeden weer zogt te winnen, en zyn Zoon , don frederik van toledo , Zutphen overviel , gruwzaam mishandelde , vyf honderd Burgers aan boomen ophing, of in den Tsfel verdronk , en de Stad aan agt hoeken in brand ftak: hoewel hy daarna Haarlem innam, en Alkmaar belegerde, waar jan arendszoon, die zo veel voor de Gereformeerden gedaan hadt (bladz. 411-413, 424, 425), op zyn doodbed de verlosfing der Stad voorfpelde , en tot het houden van goeden moed vermaande; werdt egter alva, na bossu op de Zuidfrzee geflagen te zien, gedwongen , om uit Amflerdam , dat nog aan  verandering in 't land. 441 aan zyne zyde bleef, met fchande te vertrekken, eerst naar Brabant, en daarna naar Spanje , onder den verfoeilyken lof van agttien duizend Ketters door Beulshanden gedood te hebben. V. En toen ftilde alles ? A. De staaten verzogten alleen van philips den II Vryheid van Geweeten , geen ontflag van gehoorzaamheid. In Brabant werden wel eenigen vervolgd; maar in de Zeven Provintien hieldt het Ketterdooden op , dewyl men nu de wapenen tegen de Spanjaarden voerde. Hadden de Roomfche Geestelyken , in den aanvang deezer omwending, wat te lyden , het werdt wel- dra gefluit. Het- fchorfen van de openbaare Godsdienstoefening der Roomfchen mishaagde den Prins, die , in den aanvang , ook dezelfde Vryheid , als anderen hadden , voor hun begeerden. Byzondere Huizen werden hun ter vergadering aange weezen. Lutherfchen en Doopsgezinden kreegen volle Vryheid. Gereformeerde Kerken bleef de vaste titel der heerfchende Gemeenten , om dat ze gezuiverd waren van het Pausdom. En daar de Predikanten zich meest geoeffend hadden in calvinus Boeken , of meest van Geneve in Walsch Vlaanderen , en daarna uit de Palts en het Graaffchap Nasfau overkwamen, drongen 's Mans gevoelen, die hun toefcheenen Ee 5 meest  441 leiden's academie. meest met de Waarheid te ftrooken, boven die van luther , door. Men hadt anders , vóór den jaare s666, weinig Predikanten in Holland, die calvinus Leerlingen waren. V. Wat deedt philips hiertegen ? A. Don requesens , in alva's plaats berwaards door hem gezonden, en de Paus dachten eene nieuwe omwending te maaken door eene algemeen aangebooden vergiffenis, onder voorwaarde van te biegten , cn zich de zonde des opftands te laaten vergeeven. Dan , dit befpotlyk middel vondt weinig gehoors. De staaten en het Volk waren op Vryheid gezet. En hoe duidelyk zag men dat in Leiden , het geen zo zwaare belegering , in den jaare 1574 , verduurde. De Stad kreeg, ter vergeldinge van het dapper gedrag der Burgeren , ccue Academie , die zo veele geleerde Mannen aan ons Vadcrland en andere Ryken bezorgd heeft, en daardoor zo wyd vermaard geworden is. Het ftichten van dezelve door Prins willem den I en Hollands staaten, in den jaare 1575, bragt der Kerke een ongelooflyk nut aan. Men behoefde federt geene Leeraars te zoeken in Schoen- en Mandcmaakers Winkels , gelyk men tot dus verre zeer dikwyls hadt moeten doen. Toen men de vier eerfte Leeraars in Holland hadt , waren onder dezelven drie Mandemaakers. —— Ook bedien-  schikkingen in den godsdienst. 443 dienden zich de Nederlandfche Leeraars aanftonds van de verkreegen' ruimte , houdende hun eerfte Synode te Dordrecht, waarin beflooten werdt, voortaan den Heidelhergfchen Katechismus te verklaaren, en geene Feestdagen te vieren.— De Spanjaards bleeven , intusfchen, onzen Vaderlanderen het oude booze hart toedraagen. Veelen, zo Doopsgezinden als anderen , ontkwamen derzelver woede niet. By het inneemen van Leerdam , hingen zy twee Leeraars en éénen Schoolmeester op. V. Wat deedt philips tegen die onverwagte Omwenteling ? A. Philips de II, wel ziende , hoe zyne belangen door alva's wreedheid waren terug gegaan , befloot te daadigen , willende , dat men hem eerst de vaste Stecden zou overleveren , en dan zou men orde op den Godsdienst ftellen. Dan , men hieldt zulke voorwaarden erger, dan eenen Oorlog ; en de staaten moesten alle onderhandeling met Hem afbreeken op den harden eisch, van de Gereformeerden uit het land te laaten vertrekken ; even als of men het fchoone Vaderland flegts aan een klein getal der Roomfchen begeerde te laaten. Integendeel yverden zy voor de Vryheid, en ftelden orde op Kerkelyke zaaken. V. En men kwam alles te boven ? A.  444 nood des lands. ademtogt. A. Niet zo fchielyk! De geweldige moord te Oudewater , door de Spanjaarden gepleegd , in welken de Moeder , Zuster en twee Broeders van arminius , die toen te Marpurg ter Schoole was , omkwamen : de gevlugte Doopsgezinden uit Vlaanderen naar Engeland, daar liegt behandeld, 't geen de overigen deedt terug keeren: Engelands hoogheid , welk de opdragt des Vaderlands, in die benaauwde tyden gedaan, affloeg; doch intusfchen goede woorden gaf, uit vrees , dat men Frankryk zou inroepen : het verlies van Zierikzec , en de gefchillen met de Engel/eken , floegen de harten eerst geheel ter neer , en deeden willem den I fpreeken, van alles in Scheepen te pakken, en het Land te verlaaten. Dan , er kwam adcmtogt , wyl de Spanjaards het Eiland Schouwen verlieten, en, om gepleegden moedwil , in Brabant , voor 's Konings Vyanden verklaard werden. Deeze ruimte gaf willem den I gelegenheid, om eenige Kerkelyke Wetten by het beroepen van Predikanten in Steeden te laaten opftcllen. Eindelyk kwam de zo genaamde Pacificatie van Gent, een Verbond tusfchen veele Provintien , om de Spanjaards uit het Land te dryven , en niemant om den Godsdienst te verongelyken. Hierop gingen , in den jaare 2577, veele Steden tot onze zyde over, onder  coede inrigtingen, 445 onder beding van vrye Godsdienstoefening voor de Roomfchen. Prins willem verdedigde de Doopsgezinden met regt te Middelburg , waar men hun geen goed hart toedroeg. Toen Amfterdam, eindelyk, in den jaare 1578 , tot der staaten zyde kwam, keerden de Vaderlandfche Ballingen uit alle Oorden terug. Welk eene vreugd na zo lange droefenis ! V. Hoe lieflyk was deeze rust ! A. Beter indedaad, dan de reeds gemelde Gefchillen tusfchen de Friesfche en Vlaamfche Doopsgezinden over den ban: beter dan de twisten , tusfchen dirk koornhert en twee Delftfche Predikanten , over de waare Kerk, door de staaten gefust! — 't Verbod van oproerige Predikaatfien werdt daarna aan Roomfche en Onroomfche Leeraaren gegeeven ; als mede om geene Annaten , (jaargelden by «de inwying der Prelaaten) naar Rome te zenden. De wieken der Geestelyken werden hierdoor gekort. Te Utrecht trokken alle Minderbroeders uit de Stad; en de nieuw aangeftelde Regenten te Amfterdam lieten de Beelden afneemen , en gaven den Gereformeerden eerst de Oude , daarna de Nieuwe Kerk. johannes keuchlinus en petrus hardenberg werden aldaar de twee eerfte vaste Predikanten. Het eerfte Nationaale Synode , werdt , in den jaare 1578 , tc  44Ö voortgang der hervorming. te Dordrecht gehouden. Men verzogt van den Aartshertog matthias , toenmaaligen Landvoogd der Nederlanden , eene algemeene Godsdienst-Vryheid; maar de Roomfchen wilden niets toegeeven, en de Gereformeerden meer bezitten , dan zy reeds hadden. V. Wat volgde daarop ? A. Dathenus , toen Predikant te Gent , hadt geen goed oog op Prins willem , wien hy openlyk fcholdt. Zyn aanhang joeg de Paapen weg, pionderde Kerken en Kloosters , verfterkte de Stad, en vermeesterde het omliggende Land. Te Antwerpen kreegen Lutherfchen en Gereformeerden eenige Kerken. In Utrecht ging de Hervorming fterk voort, hubert duifhuis , aldaar Roomsch Paftoor, predikte de Leer der Hervormden; doch zich niet in alles naar dezelve rigtende , gaf zulks onmin tusfchen hem en de andere Predikanten. Groningen en Friesland namen wel den Gentfchen Vrede aan; maar men verbrak , kort daarna , de Beelden in de meeste Kerken. Graaf jan van nassau, Broeder van willem den I, een yverig Stadhouder van Gelderland en Zutphen, bragt Predikanten in de Steden, onder welker gehoor de Burgers zich lieten vinden. Al waren de staaten niet voor den Vrede van Gent , men dreef egter de Mis uit 't Land. justus velsius , een geleerd Geneesheer en Wys-  unie van utrecht. 447 VVysgeer, door veel leezens in de zinnen gekrenkt , gaf in Holland voor, van God ter Hervorminge der Waereld gezonden te zyn ; deedt eenige preeken , en wilde ook eenige Wonderwerken doen. Toen zy mislukten , weet hy het aan der Menfchen ongeloof. ~— Wanneer men, in den jaare 1579 den Roomfchen Godsdienst in Artois , Henegouwen en Douay wilde handhaaven, bewerkte Prins wiLLEBt de vermaarde Unie van Utrecht , zo voordeelig voor Vaderland en Godsdienst , van welke ik U daarna meer zal zeggen. Een nieuw oproer te Gent, waarin dathenus Eer zeer bezwalkt werdt, hadt ten gevolge , dat de gemelde Landfchappen, nevens andere Waaien,. zich verzoenden met philips , en beflooten, den Roomfchen Godsdienst te handhaaven. Deeze dwaaze fcheuring ftevigde de Spaanfche, en verzwakte de zyde der staaten. Maar die Landen kreegen , ten loon , de kwyning des yvers voor de Vryheid ; zy vielen in flaaverny, eu bleeven Roomsch tot op deezen dag. V. Hoe ging het elders ? A. Te 's Hertogen-Bosch hadt men den Vrede van Gent aangenomen; doch men raakte daarna in de wapenen tegen eikanderen; des veertig Burgers gedood en honderd en twintig gewond werden. De Gereformeerden Wilden, veiligheidshalve, bezetting in hebben; maar  448 HERVORMING.", maar de Magiftraat wist dat te beletten* Te Zutphen gaf men de groote Kerk aan de onzen, en die der Nieuw-Stad aan de Roomfchen. De Regenten lieten de Beelden uit de eerfte weg neemen , en de Altaaren afbreeken. Zo deedt men ook te Campen. Na een ontftaan gevegt, trof men daar den zoen ; maar de Monniken moesten de Stad ruimen. In Friesland, Overysfel en Utrecht werden Kerken en Kloosters beftormd, en de Beelden verbrooken. Te Leiden rees een Gefchil over het verkiezen van Ouderlingen en Diakenen, dat met moeite vereffend werdt ; maar hieruit ontftondt de Vraag , waarover zo veel en zo lang getwist is : ,, hoe verre ftrekt zich het Gezag der Overheid uit in Kerkelyke Zaaken ? " — De Gereformeerden leeden veel, in den jaare 1580, te Groningen door den afval van Renneherg , Bewaarder der Stad, tot philips zyde , en de voordeden , door de Spanjaarden in den oorlog behaald. — De twisten te Utrecht , tusfchen hubert duifhuis en de andere Leeraars moest Prins willem byleggcn. . duifhuis , der twisten moede , bedankte ; doch de Regeering nam hem weder aan. — De onbehoorlyke Taal van den Lutherfchen Leeraar saeliger te Woerden tegens de Gereformeerden en der Stads Regenten hieldt niet op, dan met zyne  willem I. viller.s. 449 zyne afzetting, tan willem stevens kreeg de dolheid in het hoofd, om het Ryk der Munfterfche Geestdry veren weer op te rigten. Hy liet toe het bezit van veele Vrouwen te mogen hebben , ook het rooven en ftcelen. Vyf jaaren lang plaagde hy de Landen van Qulik •, Kleef en Gelder. Eindelyk werdt hy gevat, en te Kleef verbrand. V. Holland werdt er dan , gelyk voorheen , niet door ontrust ? A. Neen! maar de fcherpe Ban van philips den II tegens willem den I , dien kloeken Redder des • benarden Vaderlands , en het zetten van vyfentwintig duizend gouden kroonen op zyn lyf, verwekten veel kommers. villers , zyn Hofprediker , een groot Godgeleerde , fchreef voor hem eene treflyke Verantwoording , die nimmer wedcrlegd werdt. 't Mistrouwen op de inlandfche Roomfchen rees uit den Ban en den geftelden loon op 's Prinfen leven : ook gaf het aanleiding tot het eerfte Plakaat tegen hen , waarby hunne byzondere openbaare Godsdienst- in Holland verbooden werdt. — Wegens eenen oproer te Brusfel onder dc Roomfchen, fchorlte de Regeering den Godsdienst , befchuldigende de Geestelyken , dat zy de Beenderen van Beesten voor die van Heiligen hadden doen eeren , oude Elfen Latten uitgevent voor ftukken van % Heilig IV." deel. Ff Kruis,  450, KERKELYKE WETTEN. Kruis, en gaten gemaakt in de hoofden deiBeelden , welke men met Olie gevuld hadt, om ze te doen zweetcn , ter misleidinge van het eenvoudig gemeen. Gy ziet hieruit, hoedanig Priesters en Monniken nog omfprongen met het blinde Volk. ——- duifhuis ftierf te Utrecht; maar niet de twist tusfchen de Confilïorie, dat is, tusfchen de andere Leeraars en die Van St. Jacohs-Kerk, door hem bediend , welke zich niet verbonden rekenden aan de Nederlandfche Geloofsbelydenis en Catechismus. — Volgens het befluit der Synode tc Dordrecht, in den jaare 1578, hieldt men , in den jaare 1581 (dus om het derde jaar) een ander te Middelburg , waarin men eene nadere Kerk-Ordening opltelde, volgens welke de Leeraars der Academiën, Kerken en Schooien de Nederlandfche Geloofsbelydenis (bladz. 401) zouden ondertekenen. Men verdeelde dé Gemeenten van elke Provintie onder Clasfen , en deeze onderwierp men aan byzondere Synoden. Ook veroordeelde men de Schriften van den Leidfchen Predikant coolhaas , het geen daar onlust baarde, dewyl veelen zich tot andere Gezindheden begaven ; des het Avondmaal, anderhalf jaar wegens de gefchillen gefchorst, flegts door honderd Leden in het volgende jaar werdt gehouden. V. Men duldde ook andere Gezinten ? «< • A.  K E r K-0 r d e n i n g. 451 ..■ A. Dit was en bleef der. staaten en 's Prinfén willems Plan ; dan, men bevestigde op nieuw de handhaaving van den Gereformeerden Godsdienst, zonder anderen ongelyk aan te doen. Men verboodt den Roomfchen .openlyke Oefeningen, nevens het draagen van -Geestelyke Kleederen en het Schoolhouden zonder verlof. philips de II gelastte daarte_gen den zynen , zich niet op Leideri's Academie in de Weetenfchappen te oefenen. —— .Te Utrecht ontnam men der drie Collegien ,van Geestelyken de vryheid van te vergaderen over 's Lands zaaken. Hollands staatkn benoemden eenige Leden van den Iloogen Raad, om de Handelingen der voorige Synoden te overzien , en daaruit, eene Kerk-Ordening te maaken ; vermids men op de pas gehoudenc Synode te Haarlem hadt gevraagd : „ hoe te handelen met Leeraars, die zwaarigheid vonden in de Leer der Predeftinatie ? " Men begon daarop dit werk; doch 's Prinfen dood en 's Lands toeibmd beletteden , ongclukkiglyk , de voltrekking. Eene andere zaak kwam egter tot ftand. V. Welke toch ï A. Een Vaderlander , paulus van middelburg geheeten , was, om zyne verdiensten, Bisfchop van Urhino geworden, en hadr gefchreeven over de Verbetering van den Atmanach. Eene nieuwe Ster , verfcheenen, Ff a in  45i almana c hs-ver ee te r in g. in den jaare 15R2 , in het teken van Casfiopea , gaf daarop aanleiding tot eene merkelyke en nuttige verandering des Tyds op aarde. Paus gregorius de XIII liet , hy deeze gelegenheid , zynen Lyf-arts aloysius lylius den Almanach onderzoeken , verbeteren , en , in ftede van den Ouden Juliaanfchen ftyl , den Nieuwen of Gregortaanfehen invoeren, volgens welken de faifoenen altoos in dezelfde tyden van het jaar eenen aanvang neemen , waartoe de Proteftanten in den beginne niet genegen waren, hoewel zy er zich daarna toe fchikten , Rusland alleen, heden nog, uitgezonderd. Ik heb U ■ gezegd (III Deel, bladz. 354) wanneer men , volgens het Befluit der Kerkvergadering te Nice , in den jaare 328 gehouden, liet Paaschfeest moest vieren. Doch daaruit moest volgen , dat het Kersfeest , ten eenigen tyde, midden in den Zomer zou vallen , en dus een geheel verloop- komen in de Feestdagen der Roomfche Kerk. Dit maakte ook de Landlieden, gewoon, by het zaaien en- planten , zich te fchikken naar de Feestdagen, zeer verlegen. De Paus befloot dan, om dié ongemakken te myden , tien- dagen van het tegenwoordig jaar af te trekken , en maakte andere fchikkingen voor het vervolg. Die dit Plan volgden, gelyk Holland en Zeeland toen met regt deeden werden gezegd ra . s 3 2 houden , met eene fchoone Redevoering ove? de noodzaakclykheid' van de; Heilige Schrift te leezen, opende, en derzelver Dccreetcn befchreef. Zy is, in die Stad, door jan vaW turnhout, in den jaare 1630, in onze Taal overgezet , gedrukt, en, zo Gy dat nu zeldzaam ftuk in handen krygt, uwer leezing overwaardig. Maar masius alleen was niet yverig tegens de Gereformeerden , waar men 't meester was : dc Roomfche Landlieden in Noordholland ftaken'ook de ooren op, des men derzelver Vergaderingen moest beteugelen.— dirk volkaerts -koornhert nam, in den jaare 1583 , de pen om , en fchreef; ter fmerte van andere Predikanten, tegens den Nederhndfchen Kaiechismus. De staaten lieten het ftuk onderzoeken ; maar, ter vermydinge van oncenigheid , liet men het fteeken. —— En treurig. . . . V. Wat was treurig ? *A. Dat men in Vlaanderen twee Predikanten om de Leer verdronk;; dat Jonker jan van imbysé , om verftandhouding met dé Spanjaarden, te Gent onthalst werdt; dat hy oorzaak was van den oudergang des Hervormden Godsdiensts in Brabant; dat wel de helft der Gentfche Burgeren naar Holland en elders moest vertrekken; en dat petrus dathenus, befchuldigd werdt van zamen gefpq,nnen te heb-  cv.D.pl.rv. -bondt men den waardigen Man in eenen zak, en wierp üen in eenen Tuilen putj-waar namwlijhs -waters genoeg was hem te bedekten. bladz.455.   datiienus. hortensius. florianus. hebben met den Vyand, weshalven hy gevat, en te Utrecht, agt weeken lang , in de gevangenis gezet, doch daarna ontflaagen werdt, om dat niemant tegens hem opkwam. Sedert begaf hy zich naar Holftein , waar hy, onder den naam van petrus montanus , de Geneeskonst beoefende. Te Dantzig merkte men hem aan, als de oorzaak van het verlies van Vlaanderen , en de Stad werdt hem ontzegd. Hy ftierf te Elbing in den jaare 1590 , als Geneesheer hoog geacht. Voeg hierby, als iets onaangenaams ten deezen tyde, dat de Haagfche Predikant hortensius befchuldigd. werdt, door zynen Amptgenoot jan Pieterszoon , de waarde der goede Werken te breed uitgemeeten te hebben , 't geen eenen twist van twee jaaren en beider ontflag uit den dienst ten gevolge hadt; hoewel ze daarna elders beroepen werden. Voeg hier verder by den dood van johannês florianus, Leeraar te Brusfel, die, na het overgaan der Stad , by Lier, in de handen der Spanjaarden viel. Ondanks alle verzoekingen, kloekmoedig in het Geloof volhardende, bondt men den waardigen Man in eenen zak , en wierp dien in eenen vuilen put, waar naauwlyks waters genoeg was , om hem te bedekken. Hierin niet fehielyk fmoorende, en nog lang zich roerende , doorftak men hem met eene fpies. De Markgraaf van rysburg, een Ff 4 bjt-  45<5 vergelding. pragt. bitter Roomschgezinde., dreef, kort vóór' Y fterven, hem deeze harde woorden toe: ,, 'Ié verheug my zo lang geleefd te hebben , dat ik U , zulk eenen vertwyffelden Keiter, mag helpen verwyzen ! " Wreede Woorden , ydele Vreugd , ras gevolgd van Gods regtvaardige wraak ! want op denzelfden dag, waarop de getrouwe floriancs in het water ftierf, fneuvelde rysburg door een ander element; ik wil zeggen , door het Vuur van een Brandfchip , dat hem cn meer dan vyfhonderd Spaanfche Soldaaten te barften floeg. V. Welk eene treffende vergelding ! A. Gewis eene regtvaardige vergelding ! Maar na , zo veele opgetelde onaangenaamheden, liep het treurige nóg niet ten einde. Toen Antwerpen daarna in der Spanjaarden handen viel , verliep er wel veel Volks uit die bloeiende Koopftad, dat , in Holland en Zeeland , Ne erin g , Handwerken en Rykdom overbragt : maar men verloor daar by die winst nog meer. De oude hooggepreczen Hollandfche Eenvoudigheid cn zedige Netheid veranderden in Dartelheid en Weelde. De Brabanders en Vlaamingen bragten tocli de Pragt en Kostelykhcid van Klcederen mede , cn verleidden onze Vaderlanders tot eene gelyke ydelheid, tot overdaad en lekkernyen , voorheen hier te Lande ongewoon , en zelfs ongeacht. De Zeden en Godsdienst lee-  verlegenheid in 't land. 457, leeden hier door , in het vervolg, niet weinig ; en men leerde het verlies van Antwerpen zeer vaak bejammeren. — Voorts kwam hier by. ... V. Wat kwam er noch by ? A. Dat ons Vaderland, geteisterd door menigerleie rampen, uit moedeloosheid zich byna voor niets te koop veilde. Ik beef, wanneetik ör aan denk ! Gelukkig weigerde Frankryk ons te bezitten, het geen ons de Vryheid deedt verkrygen. De trotfche ftaatkundige elisabeth, Koningin van Engeland, Jiieldt zich ook daartoe ongenegen te zyn, fchoon zy in ons behoud belang hadt. Na lang aanhouden bewees zy ons de duure genade , van Volk ten onzen koste te mogen werven , en ettelyke Steden ten onderpande te bezetten. In den jaare 1585 zondt zy leicester over, als Overften der Hulpbenden , met den titel van algemeenen Landvoogd der Nederlanden. Onbegrypelyk neigden onze Kerkelyken tot deezen Man, die hen door uitvvendigen fchyn van Godsvrugt bedroog, en zelfs tegens hunne Regenten gebruikte, 't Land raakte er door in verwarring, en de eene Provintie tegens de . andere verdeeld. De trotfche Veldheer, die gewe-ldig haakte naar den naam van Voedfterheer der Kerk , ftondt hun toe het houden eener Synode in 'i Haage , in den jaare 1586, waar men, buiten der staaten Ff 5 ken-  9 45$ LEICÈSTER.S BEDRYF. kennis , Wetten beraamde, welken derzelver gezag verkortten. Maar kon men in dien benarden tyd veel tegenfpartelen! Men zag hier een indedaad klugtig vertoon. Een vreemd Veldoverfte befchikte over het Vaderland en de Kerk ! Terwyl de staaten het vuur der tweedragt ondernamen te ftillen , ftookte leicester, die naar Engeland gereisd was, door eigen' Brieven dezelve aan, en hadt gevaarlyke aanflagen op het oog, gelyk bleek, toen twee Engelfche Bevelhebbers Deventer en de Schans over Zutphen, hun tegen den zin der staaten toevertrouwd , aan de Spanjaarden overleverden. Terug gekeerd zynde, nam de tweedragt toe. Hy hadt eenen aanflag op Leiden in den zin ; maar hoorende deszelfs ontdekking , dacht hy (dus was zyn woord) „ dat het tyd ware, zyn hoofd te bewaarcn." Hy ging dan heen met den Hechten lof van 't Vaderland en de Kerk in rocre gebragt en gelaaten te hebben. Zo verre hadt hy eenige Hollandfche Predikanten weeten te bcleezen , dat zy den staaten hunner Provintie , in koene Schriften , vermaanden tot handhaaving der Eendragt met leicester, zonder aan byzondere inzigten te arbeiden. Men antwoordde hun: „ zy mogten de staaten met de Regeering laaten begaan, en zich aan 't voorbeeld van Vlaanderen fpiegelen." . . . Hoe verre kunnen anders wyze Mannen zich laal ten  onloste n. 459 ten misleiden door eenen Vreemdeling, die 's Lands welzyn niet bedoelde! V. Wat gebeurde er na zyn vertrek ? A. Men moest , in den jaare 1588 , de Roomfche Stoutigheden in Noordholland, de verbooden' Boeken en Pausfelyke Bygeloovigheden door Plakaaten fluiten. De Vervolging der Doopsgezinden in Vlaanderen was men gehouden met fmert aan te zien, zonder die te kunnen verhinderen, marnix van aldegonde fchreef eene Vermaaning aan de Christelyke Gemeenten in Brabant, Vlaanderen en Henegouwen , waarin hy het diep verval der Roomfche Kerk aantoonde, zoekende hen deswege naar de Zeven Vcrccnigde Gewesten te trekken. Te Utrecht, waar leicester groote veranderingen onder de Predikanten hadt gemaakt, werden uitenbogaard en helmichius bedankt; doch daarop naar 's Haage en Delft beroepen. Na hun vertrek volgde er grooter onrust. Men weigerde de nieuwe beroepen' Predikanten te hooren, en liep, gewapend , ter preeke naar Tsfelflein. —— De geleerde justtjs lipsius , Hoogleeraar in de Historiën te Leiden, raakte in een' penneftryd met dirk volkaertszoon koorniiert, over de Politie en 't Ketterdooden, waar tegen de laatfte zich aankantte. lipsius ging kort daarna in Brabant tot de Roomfche Kerk over, die hy te Leiden beftreeden hadt, en werdt Hoog-  4-6d staaten-c0lleg1e. loyseleur. Hoogleeraar te Leuven. De Kerkordening van het jaar 1583, veelen tegen de borst zynde, werdt overzien door agt Leden van staat en zo veele Predikanten, waaruit een Ontwerp werdt gevormd, dat vyf Steden affloegen, om dat haar toefchecn, te ;vecl regts daarin den Regenten ontnomen te zyn , hoewel ze daarna meer verboren. In den jaare 169a werdt te Leiden het zo genaamde StaatenCollegie voor . Studenten in de Godgeleerdheid, op kosten der Provintie , opgerigt, om daarin Leeraars voor de Vaderlandfche Kerk aan te kweeken. In den volgende jaare be¬ weende men den dood van. . . V. Wiens dood beweende men ? A. Van pierre de loyseleur , Heer. van Villers , om den moord van Parys, voor welks Parlement hy Advocaat was , voorheen herwaards gevlugt , na dat hy Predikant geworden was. Hy was Hofprediker en Raad van de Prinfen, willem den I en maurits; een Man van eene vloeiende wclfpreekcndheid en fchrander vernuft, die ,met beleid leicester tegenftondt , en meer heils uit eene verbindtenis met Frankryk, dan met Engeland verwagtte. -— Veel moeite deedt men, om de misnoegde gemoeden van de Confiftorie te Utrecht te bevredigen; terwyl in Noordholland eenige twisten reezen over dc Verkiezing, Erfzonde en vryen Wil. —- . In den jaare 1594 was  eerste gedrukte bybels. 461 'was men verpligt, meer toe te zien op de Roomfchen, om eenen ontdekten aanflag op de voornaamfte' Mannen onzes Lands, dien eenigen , omgekogt door de Spanjaarden , in den zin gehad hadden. Een Plakaat kwam er des uit tegen de Conventikelen en het doopeu van Priesteren en Monniken. En om de Her- vorming beter door te zetten V. Wat bedacht men daartoe? A. Eene Overzetting des Bybels , volgens de grondtaalcn, te vervaardigen: want de Nederlandfche Bybel was eene Overzetting van eene Overzetting , en wel van eene' onvolmaakte , waarvan de eerfte Druk te Delft , in den jaare 1477, te voorfchyn kwam. Hierop was gevolgd de 'Bybel te Keulen! zonder jaar, by hendrik quentel ; omtrent het jaar 1480, of by johannes koelhof in den jaare 1482 gedrukt , die thans allerzeldzaamst zyn. I11 deezen tweeden Druk ftaan de Pfalmen in het Nederfaxisch, het B/oogelied (mogelyk om der Jeugd' wille) in het Latyn, en de Handelingen der' Apostelen agter paulus Brieven. De Monniken zelve floegen daarna de hand aan 't uitgeeven vam den Bibel in V corte, gedrukt in het jaar 1513, by nicolaas die grave en thomas van noot, en den Bibei getranjlateert en vermeerdert te Antwerpen by claas die graave, in den jaare 1518: maar hoe waren di« twee Drukken ? beiden dodr beu  462 eerste gedrukte bybels. hen zeer vervalscht, om de Roomfchen zelve daardoor te misleiden, jacob van llesveldt gaf eenen anderen, in het jaar 1542, te Antwerpen , om welken hy onthalsd is. Hierop %yï\ gevolgd twee ongemcene ; de Bybel by leenderd der kinderen, met zilveren letters in . de vervolging, fcheep op de Noordfee 1565, zo als op den 7'itel Haat: cn 'de Bybel\ van Deux Aas, gedrukt te Embden in 1563, zo geheeten om de Kanttekening op Neh. III. 5. Dan, die allen, gelyk ik zeide, waren OverT zettingen van eene onvolmaakte Overzetting, meest door aldegonde berispt. Men oordeelde dan, dat hy den bekwaamden Man was om ze te verbeteren , het geen hem de staaten opdroegen, waarop hy naar Leiden ging .woonen. V. Was dit alles? A. Neen! Holland ftondt een Nationaal Synode toe, in den jaare 1597, om de Nederlandfche Geloofsbelydenis te overzien, om de Kerken beter te vereenigen, en de gereezen' zwaarigheden uit den weg te ruimen; maar de andere Provintien hielden ze te ven. - In Friesland werden de Zamenkomsten der Doopsgezinden verboodcu. Twee Soci¬ niaanen , ostorod en voidovius , beide Vreemdelingen, verfcheenen, in den jaare 1598, te Amfterdam.i doch hun werdt het Land ..ontzegd , en hunne Boeken . ten vuure gedoemd.  dood van drie gelee'.iden. 463 doerad. De Gereformeerden werden uit bet Land van Kleef verdreeven, Monniken en Jefuiten daarin gelaaten. Te Aken verloor men de Vryheid van Godsdienst; des veelen hunne Veiligheid in onze Gewesten zogten.— 't Vaderland verloor, in 't einde deezer Eeuw , drie groote Geleerden ; leonenl^ Kanfelier van Gelderland, een Man van groot verftand en geleerdheid; marnix van aldegonde, geleerd, arbeidzaam, wellpreekend en godvrugtig ; en martinus lydius , Hoogleeraar te Franeker , vreedelievend en geleerd. Ook kwamen , in 't einde deezer Eeuw, eenigen des Aanhangs, door erown gefticht, hier aan (bladz. 96), willende de Hervorming nog eens hervormen; cn werden met oogluiking te Amfterdam en elders geduld; dewyl men genoeg te doen hadt met de Roomfchen, die door list hunne oude Aanhangers zogten te behouden , en nieuwen tot zich te trekken. In Friesland ging men voort, de Doopsgezinden hard te handelen. De Synode van Haarlem wilde, dat tacobus arminius , toen Predikant te Amfterdam , derzelver Leer zou wederleggen, waarin hy zwaarigheid maakte. Anderen vertrouwden het hem niet toe, wyl hy omtrent de Leer der Voorbefchikking. verdacht werdt gehouden. . Men verzogt ook den staaten , de Overzetting des Bybels , door aldegonde's dood geftaakt, aan- cor-  46+ BESLUI ï. cornelius cn helmichius over te geeven.... Zie daar, hoe deeze zorglyke Eeuw ten einde liep , waarin ik U zeven voornaame Gebeurtenisfen aanwees, de openbaare Prediking, de dolle Beeldftorming, de ongelukkige Verwydering tusfchen Roomfchen en Onroomfchen, de treurige komst van den wreeden alva , den gruwelyken Moord der hervormde Nederlanderen , en derzelver beweenenswaardige Balhngfehap. Hoe onderfcheiden zyn deeze Gefchiedenisfen , en wat hebben onze Vaders niet gedaan en geleeden om de Vryheid van Gewisfe ? Wordt dat vart veelen berekend , om te leeren, welke Voorregten zy ons overgeleverd hebben ? Wordt Gods wonderbaarc Voorzienigheid daarin erkend en nog hartelyk gedankt ? V. Wat nu verder? A. Nu niet verder! Hebben wy niet eene groote taak afgedaan ? Hebben wy niet de uitmuntende Kerkhervorming , en de algemeene Kerkelyke Historie van de drie laatfte Eenwen befchouwd, en die van ons Vaderland, gerekend van den aanvang , dat is , van de I of II Eeuw tot de XVII , doorgeloopen ? — Laat ons nu uitrusten , om daarna die van 'de XVII Eeuw tot op onzen tyd in te zien, en zo tot bet einde voort te fpoeden. EINDE DES VIERDEN DEELS.